CRABV 51 COM 1074
CRABV 51 COM 1074
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE
ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
mercredi woensdag
25-10-2006 25-10-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE





























cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
N-VA Nieuw-Vlaamse
Alliantie
PS Parti
socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders ­ Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be

e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'allocation
de fonctions supérieures" (n° 12611)
1
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toelage voor hogere functies"
(nr. 12611)
1
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le corps
d'intervention de la province de Luxembourg"
(n° 12612)
2
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het interventiekorps van de provincie
Luxemburg" (nr. 12612)
2
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
des zones de police des arrondissements d'Arlon
et de Neufchâteau" (n° 12613)
3
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het personeelbestand van de
politiezones in de arrondissementen Aarlen en
Neufchâteau" (nr. 12613)
3
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Philippe Monfils au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes d'application de la nouvelle loi sur les
armes" (n° 12621)
4
Vraag van de heer Philippe Monfils aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen bij de toepassing van
de nieuwe wapenwet" (nr. 12621)
4
Orateurs: Philippe Monfils, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Philippe Monfils, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
mise en place des conseils de police" (n° 12622)
6
Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de instelling van de politieraden"
(nr. 12622)
6
Orateurs:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Jacqueline Galant, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le tapis
rouge" (n° 12636)
6
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de 'rode loper'" (nr. 12636)
6
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
sécurité sur les aires de repos de notre réseau
autoroutier" (n° 12670)
7
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veiligheid op de rustplaatsen van
ons autosnelwegennet" (nr. 12670)
7
Orateurs:
Véronique Ghenne, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Véronique Ghenne, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les normes
8
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
8
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
ii
d'encadrement minimales des membres du
personnel de la police locale" (n° 12712)
Zaken over "de minimale formatienormen van de
personeelsleden van de lokale politie" (nr. 12712)
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le paiement
des militaires mis à la disposition de la police"
(n° 12714)
9
Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de betaling van militairen bij de
politie" (nr. 12714)
9
Orateurs: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Dirk Claes, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Question de M. Denis Ducarme au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la tornade
qui s'est abattue le 1er octobre 2006 dans l'entité
de Braine-le-Comte" (n° 12571)
10
Vraag van de heer Denis Ducarme aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de windhoos die op 1 oktober 2006 's
Gravenbrakel teisterde" (nr. 12571)
10
Orateurs: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Denis Ducarme, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
de la brigade du métro" (n° 12721)
11
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de personeelssterkte van de
metrobrigade" (nr. 12721)
11
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Karine Lalieux au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la délivrance
par l'administration communale d'un accusé de
réception d'une demande de séjour sur base de
l'article
9.3 de la loi de 1980 sur le statut
administratif des étrangers" (n° 12729)
12
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitreiking door het
gemeentebestuur van een ontvangstbewijs voor
een verblijfsaanvraag op basis van artikel 9.3 van
de wet van 1980 betreffende het administratief
statuut van de vreemdelingen" (nr. 12729)
12
Orateurs: Karine Lalieux, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Karine Lalieux, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
13
Samengevoegde vragen van
13
- M. Mohammed Boukourna au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condamnation de l'État belge par la Cour
européenne des Droits de l'Homme dans l'affaire
Tabitha" (n° 12755)
13
- de heer Mohammed Boukourna aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veroordeling van de Belgische
Staat door het Europees Hof voor de Rechten van
de Mens in de zaak-Tabitha" (nr. 12755)
13
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la condamnation de la
Belgique par la Cour de Strasbourg dans l'affaire
Tabitha" (n° 12763)
13
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
veroordeling van België door het Hof van
Straatsburg in de zaak-Tabitha" (nr. 12763)
13
Orateurs: Mohammed Boukourna, Marie
Nagy, Patrick Dewael
, vice-premier ministre
et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Mohammed Boukourna, Marie
Nagy, Patrick Dewael
, vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
statut spécifique des membres des services
d'incendie dans le cadre de la réforme de la
protection civile" (n° 12756)
16
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de plaats van het specifiek
brandweerstatuut binnen de hervorming van de
civiele veiligheid" (nr. 12756)
16
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
iii
Orateurs: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'âge
de la retraite des pompiers professionnels dans le
cadre de la future réforme de la protection civile"
(n° 12757)
17
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de pensioenleeftijd van de
beroepsbrandweermannen in het kader van de
aankomende hervorming van de civiele veiligheid"
(nr. 12757)
17
Orateurs: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Magda De Meyer, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
iv
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
1


COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
MERCREDI
25
OCTOBRE
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
25
OKTOBER
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 32 par
M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 10.32 uur en
voorgezeten door de heer André Frédéric.
01 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'allocation
de fonctions supérieures" (n° 12611)
01 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de toelage voor hogere functies"
(nr. 12611)
01.01 Joseph Arens (cdH) : Certains collègues de
la police fédérale seraient transitoirement titulaires
d'allocations de fonctions supérieures, en
remerciement de leurs compétences. Après six
mois maximum, les places qu'occupent ces
personnes doivent s'ouvrir à la mobilité. Pourriez-
vous me fournir des indications sur le nombre de
personnes concernées, leur insertion dans l'échelle
barémique et les dates d'ouverture de ces
emplois à la mobilité ?
01.01 Joseph Arens (cdH): Bepaalde collega's
van de federale politie zouden als
overgangsbepaling aanspraak kunnen maken op
een toelage voor hogere functies ter erkenning van
hun bekwaamheid. Na ten hoogste zes maanden
moeten de door deze personen beklede plaatsen
voor mobiliteit worden opengesteld. Kunt u mij
aanwijzingen verschaffen over het aantal betrokken
personen, hun inschaling in de weddenschaal en
de data waarop die betrekkingen opengesteld voor
mobiliteit?
01.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
désignation dans une fonction supérieure doit être
envisagée comme un outil justifié par les
nécessités du service. Il s'agit toujours de
remplacer définitivement ou temporairement le
titulaire d'un emploi par le membre du personnel le
plus apte à assurer la fonction. Si celle-ci s'avère
être pour lui une fonction supérieure au sens du
statut, le remplaçant bénéficie d'un
commissionnement. En cas de remplacement
temporaire, le commissionnement cesse dès le
retour du titulaire. En cas de départ définitif du
titulaire, après six mois de commissionnement,
l'emploi est ouvert à la mobilité pour désigner un
nouveau titulaire effectif.

01.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
aanstelling in een hogere functie moet worden
beschouwd als een door de noodwendigheden van
de dienst gerechtvaardigd instrument. Het gaat er
steeds om de titularis van een betrekking definitief
of tijdelijk te vervangen door het personeelslid dat
het meest geschikt is om de functie te bekleden.
Als deze functie voor hem een hogere functie in de
zin van het statuut blijkt te zijn, geniet de vervanger
het voordeel van een aanstelling. In geval van
tijdelijke vervanging houdt de aanstelling op zodra
de titularis terugkeert. In geval van definitief vertrek
van de titularis wordt de betrekking na zes
maanden aanstelling opengesteld voor mobiliteit
met het oog op de aanstelling van een nieuwe
effectieve titularis.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
2
Je ne peux donc répondre à votre question car le
nombre de commissionnements fluctue trop pour
pouvoir être précis. Chacun de ces
commissionnements sera réexaminé lors de la
mise en oeuvre de la « nouvelle » police fédérale.

Le commissionnement ne modifie pas l'échelle
barémique de son bénéficiaire mais constitue un
supplément de traitement égal à la différence entre
son échelle de traitement et celle du grade auquel
la fonction supérieure est associée.


L'ouverture en mobilité des emplois en question
suppose une décision prise au cas par cas.
Ik kan op uw vraag dus niet nauwkeurig
antwoorden omdat het aantal aanstellingen te sterk
schommelt. Die aanstellingen zullen worden
herbekeken bij de totstandkoming van de "nieuwe"
federale politie.


Door de aanstelling wordt de weddenschaal van de
begunstigde niet gewijzigd maar het is nu eenmaal
zo dat de aanstelling een weddentoeslag
meebrengt die gelijk is aan het verschil tussen zijn
weddenschaal en de weddenschaal van de graad
waaraan de hogere functie verbonden is.

Over de openstelling voor mobiliteit van de
betrokken functies wordt geval per geval beslist.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le corps
d'intervention de la province de Luxembourg"
(n° 12612)
02 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het interventiekorps van de
provincie Luxemburg" (nr. 12612)
02.01 Joseph Arens (cdH) : Le corps
d'intervention (CI) de la province de Luxembourg
présente actuellement un déficit de quinze (+ six)
membres sur vingt-sept. Cinq membres détachés
au CI et un membre effectif ont sollicité un emploi
dans le cadre de la phase de mobilité en cours et
pourraient dès lors quitter le CI.


La procédure de détachement de membres du
personnel provenant de la DAR n'est pas
systématiquement appliquée dans le cas du corps
d'intervention du Luxembourg, en raison de
l'éloignement géographique du lieu habituel de
travail.

Actuellement, tous les autres corps d'intervention
du pays sont opérationnels, excepté celui du
Luxembourg. Ce déficit empêche ce corps
d'intervention de travailler correctement,
notamment lors des missions de police
administrative dans le cadre des prélèvements
Hycap sollicités. Que pensez-vous de cette
situation : modalités du détachement des membres
du personnel de la DAR au profit du corps
d'intervention du Luxembourg, intégration de la
durée de déplacement dans les heures de service,
primes allouées au personnel de la DAR détaché
loin de son domicile ?
02.01 Joseph Arens (cdH): Het interventiekorps
(CIC) van de provincie Luxemburg vertoont
momenteel een tekort van vijftien (+zes) leden op
zevenentwintig. Vijf leden die naar het CIC
gedetacheerd zijn en vast personeelslid hebben
voor een betrekking gesolliciteerd in het kader van
de nu lopende mobiliteitsfase en zouden dus het
CIC kunnen verlaten.

In het geval van het interventiekorps van
Luxemburg wordt de detacheringsprocedure voor
personeelsleden afkomstig van de DAR niet
systematisch toegepast omdat de normale
werkplaats zo ver verwijderd is.


Nu zijn alle andere interventiekorpsen van het land
operationeel behalve dat van Luxemburg. Door dat
tekort kan het interventiekorps niet goed werken,
met name voor opdrachten van administratieve
politie wanneer een beroep wordt gedaan op
personeelsleden van het korps in het kader van het
Hycap-systeem. Wat denkt u van deze situatie en
dan bedoel ik de modaliteiten van de detachering
van personeelsleden van de DAR naar het
interventiekorps van Luxemburg, de opname van
de verplaatsingsduur in de werkuren en over de
premies die worden toegekend aan het personeel
van de DAR dat ver van zijn woonplaats
gedetacheerd is ?
02.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
L'appui du corps d'intervention aux zones de police
02.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
ondersteuning van de politiezones door het
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
3
nécessitera un peu de temps. De onze, on est tout
de même passé à seize détachés. Des emplois
vacants vont être ouverts et des aspirants sortant
des écoles en janvier devraient venir combler le
déficit. Plutôt que de prendre en compte le temps
de déplacement ou de prévoir une prime de
détachement, j'ai chargé la Direction du
Recrutement et de la sélection de la police fédérale
d'améliorer l'attractivité de la police en province de
Luxembourg. Une participation à la bourse d'emploi
à Luxembourg-ville est aussi envisagée.
interventiekorps zal een beetje tijd vergen. Het
aantal gedetacheerde personeelsleden is toch van
elf naar zestien gestegen. Vacante betrekkingen
zullen worden opengesteld en aspiranten die in
januari afstuderen, zouden het tekort moeten
invullen. In plaats van de verplaatsingstijd in
aanmerking te nemen of in een detacheringspremie
te voorzien, heb ik de Directie van de Rekrutering
en van de Selectie van de Federale Politie ermee
belast de aantrekkelijkheid van de politie in de
provincie Luxemburg te verbeteren. Ook wordt een
deelname aan de jobbeurs in de stad Luxemburg in
het vooruitzicht gesteld.
02.03 Joseph Arens (cdH) : J'espère que ces
dispositions pourront combler le déficit qui reste
important, comme l'est le problème du logement
dans la région.
02.03 Joseph Arens (cdH): Ik hoop dat die
maatregelen het bestaande tekort dat nog altijd
groot is, net zoals het huisvestingsprobleem in deze
regio, kunnen oplossen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
des zones de police des arrondissements d'Arlon
et de Neufchâteau" (n° 12613)
03 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het personeelbestand van de
politiezones in de arrondissementen Aarlen en
Neufchâteau" (nr. 12613)
03.01 Joseph Arens (cdH) : L'analyse du tableau
des effectifs des zones de police des
arrondissements d'Arlon et de Neufchâteau montre
clairement le manque d'effectifs. Les nombreux
départs à la pension programmés aggraveront
encore la situation. Le déficit du corps de sécurité,
le non-octroi des détachements opérationnels et
des détachements devant compenser les
affectations au CIC/CIA, les départs suite à la
mobilité et les formations INP et INPP grèvent
encore la capacité des zones de police. Les
affectations systématiques vers Bruxelles de
plusieurs contingents d'aspirants inspecteurs dans
le cadre de l'article 3bis ont réduit le nombre de
candidats potentiels. L'obligation d'effectuer des
détachements au niveau local vers le CIA/CIC
réduit encore les effectifs opérationnels des zones
de police.






Compte tenu des désaccords au sein de la
commission de sélection, que pensez-vous de
l'idée d'associer le DirCo ou le chef de corps au
recrutement au profit des zones de la province de
Luxembourg
? Pourquoi ne pas stimuler
l'engagement d'agents auxiliaires de police au
03.01 Joseph Arens (cdH): Als men de tabel van
het personeelsbestand van de politiezones van de
arrondissementen Aarlen en Neufchâteau
analyseert, kan men duidelijk vaststellen dat er een
personeelstekort is. Tevens zullen tal van
personeelsleden over afzienbare tijd met pensioen
gaan, waardoor de situatie nog zal verergeren.
Door het tekort aan manschappen bij het
veiligheidskorps, de niet-toekenning van
operationele detacheringen en detacheringen ter
compensatie van de aanstellingen bij de
CIC's/AIK's, de uitstroom ten gevolge van de
mobiliteit en de INP en HINP-opleidingen wordt de
capaciteit van de politiezones nog meer belast.
Omdat verscheidene contingenten van aspirant-
inspecteurs in het kader van artikel 3bis
stelselmatig in Brussel worden aangesteld, is het
aantal potentiële kandidaten gedaald. De
verplichting om tot detacheringen op lokaal niveau
naar de AIK's/CIC's over te gaan, doet het
operationeel personeelsbestand van de
politiezones nog verder slinken.

Wat vindt u, rekening houdend met de onenigheid
in de selectiecommissie, van de idee om de DirCo
of de korpschef bij de indienstnemingen voor de
zones van de provincie Luxemburg te betrekken?
Waarom wordt de indienstneming van hulpagenten
van politie op lokaal vlak niet gestimuleerd, via
steun van de provinciegouverneur? Waarom wordt
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
4
niveau local par l'appui du gouverneur de la
province? Pourquoi ne pas reconnaître le sud de la
province de Luxembourg comme zone à problèmes
et appliquer la même procédure que pour le
recrutement prioritaire au profit des zones de
l'agglomération bruxelloise?
het zuiden van de provincie Luxemburg niet als
probleemzone erkend en wordt niet dezelfde
procedure toegepast als voor de prioritaire
indienstneming ten gunste van de zones van de
Brusselse agglomeratie?
03.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
nombre de candidats inspecteurs et le nombre de
lauréats de la procédure de sélection venant de la
province de Luxembourg sont représentatifs de la
partie de la population belge qui habite dans cette
belle province, 2,55% de la population. Les chefs
de corps des zones de police de la province de
Luxembourg ont déjà été sollicités en vue d'intégrer
les commissions de sélection pour donner une
touche locale au recrutement, mais peu se sont
montrés intéressés.
03.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Het aantal
kandidaat-inspecteurs en het aantal geslaagde
kandidaten van de selectieprocedure die uit de
provincie Luxemburg afkomstig zijn, komt overeen
met het aandeel van de bevolking van die mooie
provincie in het totale bevolkingscijfer van ons land,
namelijk 2,55 procent. De korpschefs van de
politiezones van de provincie Luxemburg werden al
aangezocht om deel uit te maken van de
selectiecommissies teneinde de indienstneming
een lokaal accent te geven, maar slechts weinigen
toonden daarvoor belangstelling.
J'ai obtenu de faire passer le nombre d'aspirants
inspecteurs de police admis en formation de base
de 909 en 2005 à 1.215 en 2006. Les zones de
police peuvent recruter directement des agents de
police au niveau local, si elles n'ont pu les trouver
par la mobilité, mais seuls deux aspirants agents
ont été recrutés cette année pour l'ensemble de la
province.

Les zones de police confrontées à un déficit
récurrent en personnel pourront demander un
recrutement complémentaire dès que les textes
seront publiés. Comme pour les zones bruxelloises,
on pourra donner priorité d'affectation aux aspirants
qui s'engagent à servir dans une des zones de la
province de Luxembourg. J'ai néanmoins demandé
à la direction du recrutement et de la sélection de la
police fédérale de tout mettre en oeuvre pour attirer
des candidats.
Ik heb verkregen dat het aantal aspirant-politie-
inspecteurs die worden toegelaten tot de
basisopleiding van 909 in 2005 is gestegen naar
1.215 in 2006. De politiezones kunnen rechtstreeks
politieagenten aanwerven op lokaal vlak indien zij
er geen konden vinden via het mobiliteitsprincipe.
Er werden dit jaar echter maar twee aspirant-
agenten aangeworven voor de hele provincie.

De politiezones die een terugkerend
personeelsgebrek kennen, zullen een bijkomende
werving kunnen aanvragen zodra de teksten zullen
gepubliceerd zijn. Zoals voor de Brusselse zones
kunnen de aspiranten die zich ertoe verbinden in
een van de zones van de provincie Luxemburg aan
de slag te gaan, prioritair worden aangesteld. Ik
heb de Directie van de rekrutering en de selectie
van de federale politie niettemin gevraagd alles in
het werk te stellen om kandidaten aan te trekken.
03.03 Joseph Arens (cdH) : Je suis assez surpris
de voir que les chefs de corps ne sont pas
intéressés par le fait d'intégrer ces mécanismes. Le
DirCo est-il associé à ces opérations?
03.03 Joseph Arens (cdH): Het verbaast me dat
de korpschefs geen interesse tonen om hierbij
betrokken te worden. Wordt de DirCo betrokken bij
deze operaties?
03.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Oui.
03.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Ja.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Philippe Monfils au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "les
problèmes d'application de la nouvelle loi sur les
armes" (n° 12621)
04 Vraag van de heer Philippe Monfils aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de problemen bij de toepassing van
de nieuwe wapenwet" (nr. 12621)
04.01 Philippe Monfils (MR) : Le 11 octobre, la
ministre de la Justice m'a renvoyé vers vous au
sujet des problèmes engendrés par l'application de
04.01 Philippe Monfils (MR): Op 11 oktober heeft
de minister van Justitie mij naar u verwezen wat de
problemen in verband met de toepassing van de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
5
la nouvelle loi sur les armes (voir Compte rendu
analytique
n° 1061, p. 6).

Quelles instructions ont-elles été données aux
commissariats de police quant à l'entreposage des
armes délaissées par les particuliers ? On entend
parler d'armes et de vieux uniformes revendus :
qu'en est-il ?

Où en est-on dans la réforme du Registre central
des armes ? Qu'est-il prévu pour remédier à la
surcharge de travail des gouverneurs de province ?
Il faudrait rappeler aux gouverneurs de province
leur mission de délivrer des autorisations à partir du
moment où les conditions prévues par la loi sont
respectées.
nieuwe wapenwet betreft (zie Beknopt verslag nr.
1061, blz. 6).

Welke onderrichtingen werden aan de
politiecommissariaten gegeven wat het opslaan van
door particulieren achtergelaten wapens betreft ?
Er zou sprake zijn van wapens en oude uniformen
die verkocht worden: hoe staat het ermee ?

Het staat het met de hervorming van het Centraal
Wapenregister ? Welke maatregelen worden
genomen om de overbelasting van de
provinciegouverneurs te verhelpen ? Men zou de
provinciegouverneurs eraan moeten herinneren dat
zij pas toelatingen mogen afgeven wanneer de
wettelijke voorwaarden vervuld zijn.
04.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
ministre de la Justice a décrété le 8 juin dernier une
lettre circulaire comprenant certaines règles
relatives à la remise, l'entreposage et la destruction
d'armes. On s'en remet à l'autonomie des
gouverneurs pour décider des modalités et des
mesures en la matière.
La revente éventuelle d'armes collectées par la
police que vous évoquez ne m'est pas connue à ce
jour. Si tel est le cas, j'attirerai l'attention des
services de police sur le fait que de telles pratiques
ne font pas partie des objectifs de la loi.

Par rapport à 1989, le Registre central des armes a
vu ses effectifs doubler. La mise en oeuvre d'une
nouvelle application est planifiée pour le deuxième
trimestre 2007.
Le Conseil d'État a émis un avis négatif sur le
projet d'arrêté royal relatif aux redevances,
estimant que cette matière devait être réglée par
une loi. On examine actuellement la possibilité
d'avoir recours à une loi-programme. Il est
actuellement demandé aux gouverneurs de
procéder quand même à la délivrance
d'autorisations sur la base de la nouvelle loi sur les
armes, les intéressés étant informés qu'une
redevance sera perçue après avoir été fixée par la
loi.

Pour remédier à la saturation des services des
gouverneurs, l'entrée en service auprès des
gouvernements provinciaux de cinquante
équivalents temps plein a été garantie pour octobre
2006.
04.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
minister van Justitie heeft op 8 juni jongstleden een
rondzendbrief uitgevaardigd met daarin een aantal
regels inzake het inleveren, opslaan en vernietigen
van wapens. De gouverneurs mogen autonoom
beslissen over de modaliteiten en maatregelen ter
zake.
Dat de politie mogelijkerwijs ingezamelde wapens
zou terugkopen, zoals u stelde, is mij tot op heden
niet bekend. Indien dit het geval is, zal ik de
aandacht van de politiediensten vestigen op het feit
dat dergelijke gebruiken niet stroken met de
doelstellingen van de wet.
In vergelijking met 1989 is het personeelsbestand
van het Centraal Wapenregister verdubbeld. De
inwerkingtreding van een nieuwe toepassing is
gepland voor het tweede trimester van 2007.
De Raad van State heeft een negatief advies
gegeven over het ontwerp van koninklijk besluit
betreffende de heffingen. Hij was van oordeel dat
die materie bij wet moet worden geregeld. Op dit
ogenblik wordt de mogelijkheid onderzocht om een
beroep te doen op een programmawet. Momenteel
wordt de gouverneurs gevraagd om toch over te
gaan tot het afleveren van vergunningen op grond
van de nieuwe wapenwet. En de belanghebbenden
worden in kennis gesteld dat een heffing zal
worden geïnd eens die bij wet zal zijn vastgelegd.
Om de diensten van de gouverneurs te ontlasten,
werd de provinciebesturen de indiensttreding, tegen
oktober 2006, van het equivalent van vijftig voltijdse
personeelsleden toegezegd.
Pour le reste, cela demeure une compétence de la
ministre de la Justice qui a défendu cette loi. Les
gouverneurs doivent par ailleurs être considérés
comme des commissaires du gouvernement
fédéral, relevant également du ministère de la
Justice.
Voor het overige is dat nog altijd een bevoegdheid
van de minister van Justitie die achter deze wet
staat. Daarenboven moeten de gouverneurs
worden beschouwd als commissarissen van de
federale regering die eveneens van het ministerie
van Justitie afhangen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
6
04.03 Philippe Monfils (MR) : La prochaine fois,
je poserai des questions aux deux ministres.
L'échéance du deuxième semestre 2007 est très
tardive. Je savais qu'il y avait un projet d'arrêté qui
devait être transformé en loi. J'ignorais que cela se
ferait via la loi-programme, ce que je trouve
dommage, car il sera alors impossible de changer
quelque chose aux accords pris. C'est un élément
qui bloque la sortie au grand jour d'une série
d'armes. Je crains de plus qu'au niveau financier
nous dépassions la dose acceptable dans ce
secteur.
04.03 Philippe Monfils (MR): De volgende keer
zal ik beide ministers ondervragen. Het tweede
semester van 2007 is een erg late vervaldatum. Ik
wist dat er ergens een besluitontwerp lag die wet
moest worden maar ik wist niet dat dit via de
programmawet zou gebeuren. Ik betreur dit want
dan zal het onmogelijk zijn de gesloten akkoorden
alsnog te wijzigen, waardoor een hele reeks
wapens nooit het daglicht zullen zien. Bovendien
vrees ik dat wij op financieel vlak de dosis
overschrijden die in deze sector aanvaardbaar is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Jacqueline Galant au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
mise en place des conseils de police" (n° 12622)
05 Vraag van mevrouw Jacqueline Galant aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de instelling van de politieraden"
(nr. 12622)
05.01 Jacqueline Galant (MR) : Selon la loi, les
membres du conseil de police doivent être élus le
troisième lundi qui suit l'installation du conseil
communal. Cette disposition posera un problème
pratique cette année, cette date tombant le 26
décembre. Un problème se pose également pour
l'installation des CPAS. La Région bruxelloise
compte régler ce problème par voie d'ordonnance.
Ne pourrait-on pas modifier les dispositions de la loi
par voie de circulaire pour désigner les membres
du conseil de police le jour de l'installation du
conseil communal et les faire entrer en fonction le
1
er
janvier et non le 1
er
mars, comme la loi le prévoit
actuellement ?
05.01 Jacqueline Galant (MR): De wet bepaalt
dat de leden van de politieraad op de derde
maandag na de installatie van de gemeenteraad
moeten worden gekozen. Dit jaar zal deze bepaling
echter voor een praktisch probleem zorgen vermits
die datum op 26 december valt. Er rijst ook een
probleem voor de installatie van de OCMW's. Het
Brussels Gewest wil dat euvel bij ordonnantie
verhelpen. Kunnen de betrokken wetsbepalingen
niet via een rondzendbrief worden gewijzigd zodat
de leden van de politieraad op de dag waarop de
gemeenteraad wordt geïnstalleerd, worden
aangesteld en op 1 januari in plaats van op 1
maart, zoals de wet nu voorschrijft, in functie
kunnen treden?
05.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : J'ai
chargé mes services d'étudier la question. Une
modification législative ne pourrait pas être publiée
au Moniteur en temps utile
; en outre, une
modification précipitée engendrerait des
conséquences complexes difficiles à gérer à court
terme, notamment à cause de la régionalisation.
05.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik heb
mijn diensten ermee belast dit vraagstuk onder de
loep te nemen. Een wetswijziging zou niet te
gelegener tijd in het Staatsblad kunnen worden
gepubliceerd. Bovendien zou een overhaast
doorgevoerde wijziging complexe gevolgen
meebrengen die op korte termijn moeilijk te
beheren zouden zijn, met name wegens de
regionalisering.
Une étude approfondie du problème en
concertation avec les Régions s'impose. Il est
cependant certain que, si le quorum n'est pas
atteint au sein du conseil communal, cette élection
ne pourra avoir lieu et le conseil communal devra
être convoqué pour une nouvelle séance au cours
de laquelle cette élection aura lieu.
Het probleem moet samen met de Gewesten
grondig onderzocht worden. Het staat nochtans
vast dat indien het quorum in de gemeenteraad niet
wordt bereikt, die verkiezing niet kan plaatsvinden
en dat de gemeenteraad moet worden
bijeengeroepen voor een nieuwe zitting tijdens
dewelke die verkiezing kan gebeuren.
05.03 Jacqueline Galant (MR) : Il n'y a donc pas
de solution au stade actuel ?
05.03 Jacqueline Galant (MR): In de huidige
stand van zaken is er dus geen oplossing mogelijk?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
7
05.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Non
car il faut une loi.
05.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Nee, want
daarvoor is een wet nodig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le tapis
rouge" (n° 12636)
06 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de 'rode loper'" (nr. 12636)
06.01 Joseph Arens (cdH)
: Quand les
nominations, prévues à partir d'avril 2005, au grade
de commissaire des inspecteurs 2C et 2D de l'ex-
police judiciaire interviendront-elles ? Quel est le
nombre de cadres moyens de l'ex-BSR concernés
par le commissionnement au grade de
commissaire ? Quand ce commissionnement sera-
t-il effectif ?
06.01 Joseph Arens (cdH): Wanneer zullen de
aanstellingen in de graad van commissaris van de
inspecteurs 2C en 2D van de vroegere
gerechtelijke politie die sinds april 2005 gepland
zijn, gebeuren ? Hoeveel middenkaders afkomstig
van de vroegere BOB komen in aanmerking om als
commissaris te worden aangesteld ? Wanneer zal
die aanstelling effectief zijn ?
06.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Une
quinzaine d'évaluations, nécessaires pour les
nominations au sein du pilier judiciaire, ne me sont
pas encore parvenues. Étant donné qu'il y a une
règle de proportionnalité entre l'ex-police judiciaire
et l'ex-gendarmerie, le dossier 2005 doit être
clôturé, et j'espère que ce sera le cas dans le
courant de novembre, avant de procéder aux
promotions pour 2006, ce qui pourrait dès lors se
faire en décembre.

Il y aurait quelque vingt-cinq commissionnements
de cadres moyens issus de l'ex-BSR pour 2005 et
plus ou moins quinze pour 2006. La procédure
pourra commencer après que les nominations par
« tapis rouge » seront intervenues pour chacune de
ces années.
06.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik heb
een vijftiental evaluaties die noodzakelijk zijn voor
de aanstellingen binnen de gerechtelijke pijler, nog
niet gekregen. Gelet op het feit dat er een
evenredigheidsregel in voege is tussen de vroegere
gerechtelijke politie en de vroegere rijkswacht, moet
het dossier 2005 worden afgerond - en ik hoop dat
dit in de loop van november gebeurt ­ alvorens tot
de bevorderingen voor 2006 over te gaan, wat dus
in december zou plaats zou kunnen vinden.

Er zou sprake zijn van ongeveer vijfentwintig
aanstellingen van middenkaders afkomstig van de
vroegere BOB voor 2005 en ongeveer vijftien voor
2006. De procedure kan starten zodra de "rode
tapijt"-aanstellingen zijn gebeurd voor elk van die
jaren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
sécurité sur les aires de repos de notre réseau
autoroutier" (n° 12670)
07 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de vice-eersteminister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de veiligheid op de
rustplaatsen van ons autosnelwegennet"
(nr. 12670)
07.01 Véronique Ghenne (PS)
: Devant la
recrudescence des agressions et menaces durant
la nuit sur les aires de stationnement peu
sécurisées, certains routiers se verraient obliger de
reprendre la route, dépassant le temps de conduite
autorisé et risquant de provoquer des accidents.
Quelles sont les statistiques relatives à ce
problème ? Quelles mesures avez-vous prises ou
comptez-vous prendre pour y remédier ?
07.01 Véronique Ghenne (PS): Uit vrees voor het
toenemend aantal overvallen en bedreigingen die
zich 's nachts op de weinig beveiligde
parkeerplaatsen langs de autoweg voordoen, zou
een aantal vrachtwagenchauffeurs zich genoopt
zien om door te rijden; zodoende zou de toegelaten
rijtijd worden overschreden waardoor de kans op
ongevallen toeneemt. Hoe staat het met de
statistieken in dat verband? Welke maatregelen
heeft u genomen of zal u nog nemen om dat
probleem te verhelpen?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
8
07.02 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Pour 2004, 273 faits ont été répertoriés, 705 pour
2005 et 368 pour les neuf premiers mois de 2006.
Le groupe de travail que j'ai ordonné à mon
administration de créer au début de cette année n'a
pas encore formulé ses conclusions ; il s'oriente,
d'une part, vers l'amélioration de la sécurité des
parkings par une adaptation de leur infrastructure et
vers la création de parkings payants surveillés par
une société de gardiennage.
07.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Voor 2004
werden 273 feiten geregistreerd, voor 2005, 705 en
voor de eerste negen maanden van 2006, 368. Bij
het begin van de regeerperiode vroeg ik mijn
administratie een werkgroep in dat verband op te
richten. Die heeft echter nog geen besluiten
geformuleerd. Er wordt voor een
tweesporenaanpak gekozen. Enerzijds zou de
veiligheid van de parkings, door
infrastructuuraanpassingen, worden verbeterd.
Anderzijds zouden er door
bewakingsondernemingen gecontroleerde
betalende parkings komen.
Le plan d'action 2005-2007 de la police fédérale
impose à la police de la route d'exécuter chaque
année un certain nombre d'actions « cargo » visant
cette problématique. J'ai noué des contacts avec
mes collègues néerlandais
­ les groupes de
malfaiteurs opèrent en effet surtout à partir des
Pays-Bas ­ en vue d'instaurer une collaboration
permanente.
Het actieplan 2005-2007 van de federale politie legt
de verkeerspolitie op elk jaar een bepaald aantal
`cargo'-acties uit te voeren in het kader van deze
problematiek. Ik heb contacten gelegd met mijn
Nederlandse collega's ­ de misdaadgroepen
werken immers vooral vanuit Nederland ­ om te
zorgen voor een permanente samenwerking.
07.03 Véronique Ghenne (PS) : Quand les
conclusions du groupe de travail seront-elles
disponibles ? Je souhaiterais pouvoir en disposer.
J'espère que les dispositions prévues seront mises
en oeuvre dans les meilleurs délais, vu l'impact
qu'ont les vols et les agressions sur les parkings
d'autoroute sur la sécurité routière et la sécurité
sociale.
07.03 Véronique Ghenne (PS): Wanneer zullen
de conclusies van de werkgroep beschikbaar zijn?
Ik zou daar willen kunnen over beschikken. Ik hoop
dat de geplande maatregelen zo snel mogelijk van
toepassing zullen worden gelet op de impact van
de diefstallen en de agressies op de
autosnelwegparkings, op de verkeersveiligheid en
de veiligheid van de maatschappij.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les normes
d'encadrement minimales des membres du
personnel de la police locale" (n° 12712)
08 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de minimale formatienormen van de
personeelsleden van de lokale politie" (nr. 12712)
08.01 Dirk Claes (CD&V) : Un arrêté royal du 7
décembre 2001 régit l'effectif minimal de personnel
des zones de police locale mais prévoit une mesure
d'exception en faveur des grandes zones. Les
zones qui pouvaient bénéficier de cette exception
précédemment peuvent-elles toujours y recourir
aujourd'hui en cas de modification de leur cadre ?
Doivent-elles, conformément aux règles générales,
atteindre le taux d'occupation minimal fixé en
2001 ?
08.01 Dirk Claes (CD&V): Een KB van 7
december 2001 regelt de minimale
personeelsbezetting van lokale politiezones, maar
voorziet in een uitzonderingsmaatregel voor grotere
zones. Kunnen zones die destijds in aanmerking
kwamen voor die uitzondering, er vandaag bij
wijziging van bezetting nog steeds gebruik van
maken? Moeten zij ­ conform de algemene regels
­ de minimale bezettingsgraad van 2001 halen?
08.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal relatif aux normes d'encadrement a
trait au nombre de personnes qu'un niveau
déterminé est tenu d'occuper. Le cadre moyen doit
comprendre trois ou quatre membres pour un
officier et le cadre de base de neuf à douze. Des
normes spécifiques sont applicables aux agents
08.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Het
KB over de formatienormen heeft te maken met het
aantal mensen dat een bepaald niveau moet
bezetten. Voor één officier moeten er drie of vier
leden deel uitmaken van het middenkader en
negen à twaalf van het basiskader. Er zijn
specifieke normen voor hulpagenten en voor het
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
9
auxiliaires et aux cadres administratif et logistique.

Une exception a été consentie pour les zones dont
le cadre effectif excède 600 unités. En outre, des
dérogations peuvent être accordées à titre
exceptionnel pour une durée maximale de deux
ans, à l'issue de laquelle une régularisation doit
intervenir, sauf si les circonstances exceptionnelles
continuent à s'appliquer. Dans ce dernier cas, la
mesure peut être prolongée. Pour les grandes
zones, les dérogations sont possibles jusqu'en
2011.
administratieve en logistieke kader.

Er is een uitzondering gemaakt voor zones
waarvan het effectieve kader meer dan 600
bedraagt. Bovendien kunnen in uitzonderlijke
omstandigheden afwijkingen worden toegestaan
van hoogstens twee jaar. Binnen die tijdspanne
moet dan een regularisatie volgen, tenzij de
uitzonderlijke omstandigheden nog steeds gelden.
In dat laatste geval kan de maatregel worden
verlengd. Voor de grote zones zijn de afwijkingen
mogelijk tot 2011.
08.03 Dirk Claes (CD&V) : Pour les nouveaux
cadres organiques aussi, des exceptions
demeurent donc possibles.
08.03 Dirk Claes (CD&V): Ook bij nieuwe
personeelsformaties zijn uitzonderingen dus nog
steeds mogelijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Dirk Claes au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "le paiement
des militaires mis à la disposition de la police"
(n° 12714)
09 Vraag van de heer Dirk Claes aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de betaling van militairen bij de
politie" (nr. 12714)
09.01 Dirk Claes (CD&V) : Un protocole signé en
novembre 2005 permet aux militaires de rejoindre
les services administratifs et logistiques de la
police. Dans le cadre d'un premier projet pilote,
septante militaires ont été réorientés vers dix-huit
zones de police. Leur traitement demeurerait à
charge du département de la Défense pendant un
an. Le Conseil des ministres a toutefois décidé
récemment que jusqu'à l'âge de la retraite, un tiers
du traitement des militaires transférés serait payé
par le département de la Défense. Le solde serait à
charge de la zone de police et la moitié serait
puisée dans le Fonds de la sécurité routière.

Le ministre s'est-il concerté à ce sujet avec les
zones de police et les communes ? À partir de
quand cette nouvelle forme de financement sera-t-
elle appliquée ? Combien de militaires ont-ils déjà
été transférés aux services de police ? Comment la
situation évolue-t-elle ? Quel est le lien entre cette
mesure et la sécurité routière ? Quelles sont les
autres possibilités d'utiliser des moyens du `fonds
des amendes routières' à des fins sans rapport
direct avec la sécurité routière ?
09.01 Dirk Claes (CD&V): In november 2005 werd
een protocol ondertekend waardoor militairen
konden doorstromen naar de administratieve en
logistieke diensten van de politie. In een eerste
proefproject kwamen zeventig militairen in achttien
politiezones terecht. Hun loon zou gedurende een
jaar ten laste van Defensie blijven. Onlangs besliste
de Ministerraad echter dat tot aan hun pensioen
een derde van het loon van de overgeplaatste
militairen door Defensie zou worden betaald. Het
restant zou ten laste vallen van de politiezone,
waarbij de helft zou worden geput uit het
Verkeersveiligheidsfonds.


Heeft de minister hierover overlegd met de
politiezones en de gemeenten? Wanneer start deze
nieuwe financieringsvorm? Hoeveel militairen
stapten al over naar de politie? Hoe evolueert dit?
Wat is de relatie tussen deze maatregel en de
verkeersveiligheid? Welke andere mogelijkheden
bestaan er om middelen uit het zogenaamde
boetefonds aan te wenden voor doeleinden die
eigenlijk niet rechtstreeks in verband staan met
verkeersveiligheid?
09.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Il s'agit effectivement, en l'espèce, d'une décision
du Conseil des ministres, qui implique une
modification de la loi et un arrêté royal.

À ce jour, aucun militaire n'a véritablement été
transféré vers une zone de police. Il ne s'agit
09.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Het
betreft hier inderdaad een beslissing van de
Ministerraad. Er is daarvoor een wetswijziging en
een KB nodig.


Momenteel is nog geen enkele militair echt
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
10
jusqu'à présent que de mises à disposition. Le
projet pilote a été évalué positivement par les
militaires concernés et les zones de police. C'est
pourquoi il est aujourd'hui structurellement
généralisé pour toutes les zones et la police
fédérale. Un système de financement spécifique a
en outre été prévu. Le militaire sera à charge du
département de la Défense pendant un an tout au
plus et relèvera ensuite du nouvel employeur mais
le département de la Défense s'engage à continuer
à supporter un tiers des coûts salariaux liés au
militaire.
overgestapt naar een politiezone. Het gaat tot nog
toe alleen om terbeschikkingstellingen. Het
proefproject werd positief geëvalueerd door de
betrokken militairen en politiezones. Daarom wordt
het nu structureel veralgemeend voor alle zones en
de federale politie en is een specifieke
financieringsregeling getroffen. De militair valt
maximaal een jaar ten laste van Defensie, daarna
van de nieuwe werkgever, maar Defensie
engageert zich om een derde van de loonkosten
van de militair te blijven dragen.
Le recours à des militaires engendre plusieurs
résultats positifs. Le département de la Défense est
en mesure d'augmenter considérablement sa
capacité opérationnelle et sa disponibilité et de
rajeunir les effectifs. La police pourra être mobilisée
davantage sur le terrain, étant donné que les
militaires reprendront à leur compte une partie du
travail purement administratif. La police pourra
donc s'atteler davantage à faire respecter les règles
de la circulation, ce qui est précisément le lien avec
le Fonds de la sécurité routière. Il s'agit donc
certainement d'une utilisation efficace des moyens
de ce fonds. En ce qui concerne les autres
questions, je renvoie à M.
Landuyt qui est
partiellement compétent pour ce fonds.

La réglementation figurera dans le projet de loi-
programme et l'entrée en vigueur est prévue pour
le 1
er
janvier 2007. Nous informerons largement les
zones dans les prochaines semaines.
Het inschakelen van militairen heeft verschillende
positieve resultaten. Defensie kan zijn operationele
vermogen en inzetbaarheid drastisch verhogen en
verjongen. De politie kan meer op het terrein
worden ingezet, aangezien een deel van het puur
administratieve werk wordt overgenomen. De politie
kan dus ook meer werk maken van
verkeershandhaving, en dat is precies de link met
het Verkeersveiligheidsfonds. Het betreft dus zeker
een doeltreffende aanwending van de middelen van
dat fonds. Voor andere vragen verwijs ik naar
minister Landuyt die gedeeltelijk bevoegd is voor
dat fonds.



De regeling zal worden opgenomen in het ontwerp
van programmawet en de inwerkingtreding is
gepland op 1 januari 2007. We zullen de zones de
volgende weken ruim informeren.
09.03 Dirk Claes (CD&V)
: Cette question
comporte assurément des aspects positifs. Je
conseille toutefois au ministre de se concerter avec
les organisations syndicales, les zones de police et
les unions de villes et communes. Si des moyens
du Fonds de la sécurité routière sont utilisés pour
engager des militaires, des effectifs
supplémentaires sont effectivement disponibles
pour la circulation. Peut-être conviendrait-il de
confier la responsabilité du fonds aux zones elles-
mêmes, qui sont parfaitement en mesure d'affecter
utilement les moyens.
09.03 Dirk Claes (CD&V): Aan deze kwestie zijn
zeker positieve aspecten verbonden. Ik raad de
minister toch aan overleg te plegen met vakbonden,
politiezones en de verenigingen van steden en
gemeenten. Als met de middelen uit het
Verkeersveiligheidsfonds militairen worden ingezet,
komt er inderdaad meer personeel vrij voor het
verkeer. Misschien moet men de zones zelf
verantwoordelijkheid geven over het fonds. De
zones zijn verstandig genoeg om de middelen
efficiënt in te zetten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Denis Ducarme au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
tornade qui s'est abattue le 1
er
octobre 2006 dans
l'entité de Braine-le-Comte" (n° 12571)
10 Vraag van de heer Denis Ducarme aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de windhoos die op 1 oktober 2006
's Gravenbrakel teisterde" (nr. 12571)
10.01 Denis Ducarme (MR) : La tornade qui s'est
abattue sur Braine-le-Comte a ravagé des
exploitations agricoles et met en péril l'activité
10.01 Denis Ducarme (MR): De tornado die 's
Gravenbrakel getroffen heeft heeft
landbouwbedrijven vernield waardoor de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
11
économique des indépendants concernés. Avec
l'aide des services du gouverneur, vous avez pu
chiffrer les dégâts. Quand présenterez-vous le
dossier devant le Conseil des ministres pour faire
reconnaître la catastrophe comme calamité ?
economische activiteit van de getroffen
zelfstandigen in het gedrang komt. U hebt de
schade kunnen becijferen met behulp van de
diensten van de gouverneur. Wanneer zal u het
dossier aan de ministerraad voorleggen opdat die
gebeurtenis als ramp zou worden erkend?
10.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Un
dossier de reconnaissance a été ouvert le 2
octobre 2006 par la direction fédérale des
Calamités. L'IRM a confirmé la tornade. Un expert
est en train de rédiger un rapport et une première
estimation des dommages est attendue dans
quelques jours.
10.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Op 2
oktober 2006 opende de federale directie
Rampenschade een erkenningsdossier. Het KMI
bevestigde dat er een tornado is geweest. Een
expert stelt momenteel een rapport op en een
dezer wordt een eerste schaderaming verwacht.
10.03 Denis Ducarme (MR) : Les lieux n'ont pu
être déblayés pour raison d'expertise. Malgré qu'ils
soient donc dangereux, des bâtiments sont utilisés
actuellement parce qu'ils sont des outils de travail.
Pourriez-vous prendre contact avec les services
communaux pour qu'ils fassent le nécessaire,
notamment bâcher les bâtiments, afin d'aider les
agriculteurs à pouvoir continuer à travailler ?
10.03 Denis Ducarme (MR): Omdat er een
onderzoek moest plaatsvinden, kon de plek van de
ramp nog niet worden vrijgemaakt. Momenteel
worden er dus nog gebouwen als werkinstrument
gebruikt, hoewel ze gevaarlijk zijn. Kan u de
gemeentediensten contacteren opdat ze het nodige
doen, met name de gebouwen met zeildoek
afdekken, zodat de landbouwers aan het werk
kunnen blijven?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "les effectifs
de la brigade du métro" (n° 12721)
11 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de personeelssterkte van de
metrobrigade" (nr. 12721)
11.01 Joseph Arens (cdH) : Depuis l'extension du
réseau de métro bruxellois et l'ajout de missions
supplémentaires, les effectifs de la brigade du
métro n'ont pas été réévalués. Actuellement le
service compte plus ou moins cent une personnes
alors que plus de cent septante personnes sont
nécessaires.

La formation des nouvelles recrues dure six
semaines et un mois de stage. Les formateurs sont
issus des effectifs de la brigade, ce qui hypothèque
la capacité de personnel disponible.

De combien d'équivalents temps plein dans les
cadres Calog et opérationnel avez-vous l'intention
de renforcer l'effectif de la brigade du métro ?
Comment organiserez-vous au mieux la formation ?
Quelles dispositions prendrez-vous pour réduire les
départs et maintenir la motivation du personnel ?
11.01 Joseph Arens (cdH): Sinds de uitbreiding
van het Brusselse metronet en de toevoeging van
nieuwe opdrachten is de personeelsbezetting van
de metrobrigade nooit herbekeken. De dienst
beschikt vandaag over ongeveer 101
personeelsleden terwijl meer dan 170 mensen
nodig zouden zijn.


De opleiding van nieuw aangeworven agenten
duurt zes weken en dan volgt nog een maand
stage. De lesgevers zijn afkomstig van de brigade,
wat de capaciteit aan beschikbaar personeel
hypothekeert.

Met hoeveel voltijdse eenheden uit het Calog- en
het operationeel kader wilt u het personeelsbestand
van de metrobrigade versterken? Hoe zult u voor
een optimale opleiding zorgen? Welke stappen zult
u ondernemen om het aantal vertrekkers te
beperken en de motivatie van het personeel op peil
te houden?
11.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
brigade du métro fait partie de la police des
11.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
metrobrigade maakt deel uit van de spoorwegpolitie
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
12
chemins de fer (SPC) de la police fédérale.

En 2001, le SPC comptait 340 membres dont 110
étaient affectés à la brigade du métro. En 2003, elle
comptait 446 membres dont 114 pour la brigade du
métro. Actuellement l'effectif réel est de 112
membres.


En 2007, un renfort de 35 personnes est prévu pour
le SPC, dont une partie pour la brigade du métro.


Les emplois SPC sont des emplois spécialisés
nécessitant une formation fonctionnelle. La
formation étant nécessaire au bon fonctionnement
de la police des chemins de fer, il convient que cet
effort soit poursuivi. D'autre part, la mobilité est un
droit dans le chef de chaque membre du personnel.

En 2005 a été lancé un plan d'action destiné à
améliorer la motivation du personnel.
(SPC) van de federale politie.

In 2001 telde de SPC 340 manschappen, van wie
110 bij de metrobrigade waren ingedeeld. In 2003
telde ze 446 personeelsleden, van wie 114 bij de
metrobrigade werkten. Op dit ogenblik bestaat de
werkelijke personeelsbezetting van de brigade uit
112 mensen.

In 2007 zou de SPC met 35 personeelsleden
worden versterkt, onder wie een aantal voor de
metrobrigade.

De SPC-betrekkingen zijn gespecialiseerde
betrekkingen die een functionele opleiding vergen.
Aangezien de opleiding met het oog op de goede
werking van de spoorwegpolitie noodzakelijk is,
moet die inspanning worden voortgezet. Anderzijds
heeft elk personeelslid recht op mobiliteit.

In 2005 ging een actieplan van start met de
bedoeling het personeel beter te motiveren.
11.03 Joseph Arens (cdH) : En 2007 il y aura
donc 35 personnes de plus pour cette brigade ?
11.03 Joseph Arens (cdH): In 2007 zullen er dus
35 personeelsleden meer zijn voor die brigade?
11.04 Patrick Dewael, ministre (en français) :
C'est ce que j'ai dit !
11.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Dat is wat
ik heb gezegd!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Karine Lalieux au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
délivrance par l'administration communale d'un
accusé de réception d'une demande de séjour
sur base de l'article 9.3 de la loi de 1980 sur le
statut administratif des étrangers" (n° 12729)
12 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de uitreiking door het
gemeentebestuur van een ontvangstbewijs voor
een verblijfsaanvraag op basis van artikel 9.3 van
de wet van 1980 betreffende het administratief
statuut van de vreemdelingen" (nr. 12729)
12.01 Karine Lalieux (PS) : L'article 9.3 de la loi
de 1980 sur le statut administratif des étrangers
permet de demander, dans des circonstances
exceptionnelles, le droit au séjour à vos services.
La demande motivée doit être déposée par
l'étranger à l'administration communale de sa
résidence chargée de la transmettre à l'Office des
étrangers. L'administration communale délivre alors
un accusé de réception au "demandeur article 9.3".


Selon certaines informations, l'Office des étrangers
aurait donné instruction aux administrations
communales de ne plus délivrer cet accusé de
réception, alors que la disposition légale est
toujours d'application. Qu'en est-il ?
12.01 Karine Lalieux (PS) : Artikel 9.3 van de wet
van 1980 over het administratief statuut van de
vreemdelingen laat toe om het verblijfsrecht aan uw
diensten in uitzonderlijke omstandigheden te
vragen. De gemotiveerde aanvraag moet door de
vreemdeling bij het gemeentebestuur van zijn
verblijfsplaats ingediend worden. Dit moet de
aanvraag doorgeven aan de dienst
Vreemdelingenzaken. Het gemeentebestuur reikt
dan een ontvangstbewijs aan de `aanvrager artikel
9.3' uit.
Volgens bepaalde inlichtingen zou de dienst
Vreemdelingenzaken aan de gemeentebesturen de
instructie gegeven hebben om dit ontvangstbewijs
niet meer uit te reiken, alhoewel de wettelijke
bepaling steeds van toepassing is. Klopt die
informatie ?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
13
12.02 Patrick Dewael , ministre (en français) :
Depuis la circulaire du 19 février 2003 sur
l'application de l'article 9.3 de la loi de 1980, il n'est
plus prévu que les administrations communales
délivrent un accusé de réception aux étrangers qui
introduisent une demande d'autorisation de séjour.
En vue de la mise en exécution de la nouvelle loi,
mes services examinent l'opportunité de
réintroduire cette obligation et étudient les risques
d'abus qui y sont liés.
12.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Sinds de
omzendbrief van 19 februari 2003 betreffende de
toepassing van artikel 9.3 van de wet van 1980
moeten de gemeentebesturen niet langer een
ontvangstbewijs afleveren aan vreemdelingen die
een aanvraag tot verblijfsmachtiging indienen. Met
het oog op de tenuitvoerlegging van de nieuwe wet
gaan mijn diensten na of het gepast is om die
verplichting opnieuw in te voeren en onderzoeken
ze de mogelijke misbruiken die ermee verband
houden.
12.03 Karine Lalieux (PS) : Cet accusé de
réception est la seule pièce dont disposent
certaines personnes pour prouver leur identité.
Pour éviter les abus, et notamment les falsifications
que redoute l'Office des étrangers, peut-être
pourrait-il être délivré sous une forme sécurisée,
par exemple avec une photo d'identité. J'espère
que vos services tiendront compte de l'importance
de ce document pour les étrangers concernés et,
pour ma part, j'irai demander à mon administration
communale de délivrer à nouveau ces accusés de
réception.
12.03 Karine Lalieux (PS): Dat ontvangstbewijs is
het enige document waarmee sommigen hun
identiteit kunnen bewijzen. Teneinde misbruiken,
met name de vervalsingen waarvoor de Dienst
Vreemdelingenzaken beducht is, te voorkomen,
zou dat document misschien kunnen worden
beveiligd, bijvoorbeeld door er een foto van de
betrokkene op aan te brengen. Ik hoop dat uw
diensten rekening houden met het belang van dit
document voor de betrokken vreemdelingen. Ik zal
mijn gemeentebestuur alvast vragen om opnieuw
ontvangstbewijzen af te leveren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Questions jointes de
- M. Mohammed Boukourna au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
condamnation de l'État belge par la Cour
européenne des Droits de l'Homme dans l'affaire
Tabitha" (n° 12755)
- Mme Marie Nagy au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la condamnation de la
Belgique par la Cour de Strasbourg dans l'affaire
Tabitha" (n° 12763)
13 Samengevoegde vragen van
- de heer Mohammed Boukourna aan de vice-
eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de veroordeling van de Belgische
Staat door het Europees Hof voor de Rechten
van de Mens in de zaak-Tabitha" (nr. 12755)
- mevrouw Marie Nagy aan de vice-eersteminister
en minister van Binnenlandse Zaken over "de
veroordeling van België door het Hof van
Straatsburg in de zaak-Tabitha" (nr. 12763)
13.01 Mohammed Boukourna (PS) : Le 12
octobre, l'État belge a été condamné par la Cour
européenne des droits de l'homme dans l'affaire
Tabitha, cette jeune Congolaise de cinq ans qui a
été détenue plusieurs semaines en centre fermé
avant d'être renvoyée dans son pays d'origine. La
Cour considère que l'emprisonnement et l'expulsion
de Tabitha constituent un « traitement inhumain et
dégradant
» selon l'article
3 de la Convention
européenne des Droits de l'homme, une violation
du droit au respect de la vie privée et familiale
(article 8) ainsi qu'une violation du droit de Tabitha
à la liberté et de son droit à un recours effectif
(article 5).



La détention d'enfants en centre fermé est un
problème dont nous avons déjà beaucoup discuté.
13.01 Mohammed Boukourna (PS): Op 12
oktober werd de Belgische Staat veroordeeld door
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in
de zaak-Tabitha, het jonge Congolese meisje van
vijf jaar dat verscheidene weken werd
vastgehouden in een gesloten centrum vooraleer
ze naar haar land van oorsprong werd
teruggestuurd. Het Hof is van oordeel dat de
opsluiting en de uitzetting van Tabitha een
`onmenselijke en vernederende behandeling'
betekenen volgens artikel 3 van het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens, een
schending van het recht op eerbiediging van privé-,
familie- en gezinsleven (artikel 8) en een schending
van het recht van Tabitha op vrijheid en van haar
recht voorziening te vragen bij het gerecht (artikel
5).

De opsluiting van kinderen in een gesloten centrum
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
14
Votre administration a pris certaines mesures afin
de respecter les dispositions internationales et
internes relatives aux droits de l'enfant. Le
Parlement va d'ailleurs examiner un amendement
du gouvernement au projet de loi sur l'accueil des
demandeurs d'asile, qui devrait améliorer le sort
des mineurs non accompagnés. Pourriez-vous
détailler les mesures prises afin d'améliorer la
détention en centre fermé des mineurs non
accompagnés et des familles avec enfants ?
is een probleem waarover wij het al vaak hebben
gehad. Uw administratie heeft een aantal
maatregelen genomen om de internationale en
nationale bepalingen inzake de kinderrechten na te
leven. Het Parlement zal trouwens een
regeringsamendement op het wetsontwerp inzake
de opvang van asielzoekers bespreken, wat het lot
van de niet-begeleide minderjarigen zou moeten
verbeteren. Zou u de maatregelen kunnen
toelichten die werden genomen om de opsluiting
van niet-begeleide minderjarigen en families met
kinderen in gesloten centra te verbeteren?
En outre, la Cour considère que des mesures
autres que la détention en centre fermé
paraissaient conformes à l'intérêt supérieur de
l'enfant. L'argument doit logiquement s'appliquer
aux familles avec enfants. Avec d'autres collègues,
j'ai déposé une proposition de loi rendant
exceptionnel ce type de détention. Par ailleurs, ma
proposition de résolution demande au
gouvernement de lancer une étude sur les
alternatives à la détention des familles avec
enfants. Où en est l'étude que vous vous êtes
engagé à commander sur les alternatives à la
détention des enfants en centres fermés ?
Bovendien stelt het Hof dat de andersoortige
maatregelen dan de opsluiting in een gesloten
centrum met het hogere belang van het kind lijken
te stroken. Het argument moet logischerwijze
gelden voor gezinnen met kinderen. Samen met
andere collega's heb ik een wetsvoorstel ingediend
dat ertoe strekt dat soort van opsluiting uitzonderlijk
te maken. Voorts vraag ik de regering in mijn
voorstel van resolutie om een studie te laten
uitvoeren naar alternatieven voor de opsluiting van
gezinnen met kinderen. Hoe zit het met de studie
die u beloofd heeft te zullen laten uitvoeren over de
alternatieven voor de opsluiting van kinderen in
gesloten centra?
13.02 Marie Nagy (ECOLO) : L'arrêt de la Cour de
Strasbourg condamne sévèrement la Belgique
dans l'affaire Tabitha. Une enfant de cinq ans a été
détenue ­ seule ­ pendant deux mois. La chambre
du conseil, saisie d'une requête de mise en liberté,
a estimé que la détention était illégale et constituait
un traitement inhumain et dégradant. Elle a
ordonné la mise en liberté de l'enfant. L'Office des
étrangers a alors expulsé Tabitha vers le Congo, où
personne ne l'attendait. Finalement, l'enfant a pu
rejoindre sa mère au Canada grâce à un visa de
regroupement familial.



L'arrêt précise, comme l'a dit M. Bourkourna, que
les autorités belges ne peuvent pas ignorer que la
détention a de graves conséquences
psychologiques pour les enfants. Il précise
également que la détention était illégale et que
l'enfant n'a pas bénéficié d'un droit de recours
effectif puisque l'ordonnance de mise en liberté de
la chambre du conseil a été suivie d'une expulsion.
Il reproche encore à l'État belge le fait que le
refoulement n'ait pas été suspendu par la requête
de mise en liberté. Enfin, la cour parle de « manque
flagrant d'humanité » envers cette enfant.


Quelles mesures avez-vous prises ou comptez-
13.02 Marie Nagy (ECOLO): In het arrest van het
Hof van Straatsburg wordt ons land streng
veroordeeld in de zaak Tabitha. Een kind van vijf
jaar werd ­ helemaal alleen ­ twee maanden lang
opgesloten. De raadkamer, die moest oordelen
over een verzoek tot invrijheidstelling dat werd
ingediend, stelde dat de opsluiting onwettig was en
gelijk stond met een onmenselijke en vernederende
behandeling. Zij heeft de vrijlating van het kind
bevolen. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft
Tabitha dan uitgewezen naar Congo, waar niemand
op het kind wachtte. Uiteindelijk heeft het kind zich
met een gezinsherenigingsvisum bij haar moeder in
Canada kunnen voegen.

Het arrest stelt, zoals de heer Boukourna al heeft
gezegd, dat de Belgische autoriteiten niet kunnen
ontkennen dat opsluiting zware psychologische
gevolgen heeft voor kinderen. Het preciseert tevens
dat de opsluiting onwettig was en dat het kind niet
over een daadwerkelijk recht van beroep heeft
kunnen beschikken aangezien de beschikking tot
invrijheidstelling van de raadkamer door een
uitwijzing werd gevolgd. Het verwijt de Belgische
Staat tevens dat de terugdrijving niet werd
opgeschort door het verzoek tot invrijheidstelling.
Ten slotte heeft het Hof het over een "flagrant
gebrek aan menselijkheid" ten aanzien van dat
kind.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
15
vous prendre pour éviter que de telles violations
des droits humains ne se reproduisent ?
Welke maatregelen heeft u getroffen of zal u
nemen om een herhaling van dergelijke
schendingen van de mensenrechten te
voorkomen?
13.03 Patrick Dewael, ministre (en français) :
Dans l'affaire Tabitha, l'État belge a été condamné
suite à un malheureux concours de circonstances
exceptionnelles. Je précise toutefois que l'arrêt de
la Cour européenne des droits de l'homme ne
mentionne à aucun moment que la détention d'un
mineur est contraire à l'article 37 de la Convention
internationale des droits de l'enfant ni à l'article 5
de la Convention des droits de l'homme, pour
autant que cette mesure soit de dernier ressort et
qu'elle soit aussi brève que possible.



Des dispositions ont été prises pour éviter qu'une
telle situation ne se reproduise. Depuis le 1
er
mai
2004, un tuteur est désigné pour chaque mineur
étranger non accompagné (MENA) identifié comme
tel par le service des Tutelles. Plusieurs circulaires
ministérielles au sujet des MENA ont également été
adoptées.


En ce qui concerne l'éloignement, mon
administration veille à ce que le mineur concerné
soit accompagné lors de son retour et pris en
charge à son arrivée. Quant à la détention, le
Conseil des ministres des 20 et 21 mars 2004 a
décidé de créer un centre spécifique pour les
MENA et le ministre de l'Intégration sociale a inséré
un amendement en ce sens dans la loi sur l'accueil
des étrangers. Lorsque cette loi sera votée et que
l'arrêté royal d'exécution sera pris, la personne qui
s'est déclarée MENA et a été identifiée comme
mineur par le service des Tutelles sera transférée
dans un centre d'observation et d'orientation si elle
ne satisfait pas aux conditions d'entrée fixées par
l'article 2 de la loi de 1980. La durée du séjour dans
ce centre sera de quinze jours maximum, une
prolongation de cinq jours étant possible dans des
circonstances exceptionnelles.





Lorsque l'intérêt supérieur de l'enfant justifie son
retour dans son pays d'origine ou dans le pays où il
est admis en vue d'une réunion avec sa famille, la
Convention de Chicago sera appliquée.
13.03 Minister Patrick Dewael (Frans): In de
zaak-Tabitha werd de Belgische Staat als gevolg
van een ongelukkige samenloop van uitzonderlijke
omstandigheden veroordeeld. Ik wijs er echter op
dat het arrest van het Europese Hof voor de
rechten van de mens nergens bepaalt dat het
vasthouden van een minderjarige in strijd is met
artikel 37 van het Internationaal Verdrag inzake de
rechten van het kind, noch met artikel 5 van het
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten
van de mens, op voorwaarde dat die maatregel
slechts als uiterste maatregel en voor de kortst
mogelijke duur wordt gehanteerd.

Er werden maatregelen genomen om een herhaling
van dergelijke feiten te voorkomen. Sinds 1 mei
2004 wordt voor elke niet-begeleide minderjarige
vreemdeling een voogd aangewezen, die als
dusdanig bij de dienst Voogdij bekendstaat. Er
werden ook verscheidene ministeriële
rondzendbrieven betreffende de niet-begeleide
minderjarige vreemdelingen goedgekeurd.

Wat de verwijdering betreft, waakt mijn
administratie erover dat de betrokken minderjarige
bij zijn terugkeer begeleid wordt en dat hij bij
aankomst wordt opgevangen. Wat de
gevangenzetting betreft, besliste de Ministerraad
van 20 en 21 maart 2004 een specifiek centrum
voor de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
op te richten en de minister van Maatschappelijke
Integratie heeft een amendement in die zin
ingevoegd in de wet betreffende de opvang van
vreemdelingen. Eens die wet is goedgekeurd en
het uitvoeringsbesluit genomen, zal de persoon die
zich als niet-begeleide minderjarige vreemdeling
heeft bekendgemaakt en door de dienst Voogdij als
dusdanig werd erkend, overgebracht worden naar
een observatie- en oriëntatiecentrum indien hij niet
voldoet aan de voorwaarden van artikel 2 van de
wet van 1980 om tot het grondgebied te worden
toegelaten. De minderjarige zal gedurende
maximum vijftien dagen ­ verlengbaar met vijf
dagen in uitzonderlijke omstandigheden - in dat
centrum verblijven.

Wanneer het hoger belang van het kind
verantwoordt dat het naar zijn land van oorsprong
of naar het land waar het, in het raam van
gezinshereniging, wordt toegelaten, terugkeert, zal
het Verdrag van Chicago worden toegepast.
Il en résulte que la personne qui s'est déclarée Dit heeft tot gevolg dat de persoon die zich als niet-
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
16
MENA mais n'est pas identifiée comme mineur sera
maintenue en détention.


En ce qui concerne les mesures prises pour
améliorer les conditions de détention, je vous
renvoie à mes précédentes réponses à ce sujet. Le
budget demandé pour l'humanisation des centres
fermés m'a été octroyé et du personnel
d'encadrement supplémentaire sera prochainement
recruté.

Un rapport concernant l'étude relative aux
alternatives à la détention des enfants en centre
fermé me sera communiqué en janvier 2007 et
nous pourrons en débattre dans cette commission.
vergezelde buitenlandse minderjarige heeft
aangemeld maar niet als minderjarige wordt
geïdentificeerd, opgesloten zal blijven.

In verband met de maatregelen die getroffen
werden om de detentievoorwaarden te verbeteren
verwijs ik u naar mijn vorige antwoorden
daaromtrent. De voor de humanisering van de
gesloten centra gevraagde begroting werd mij
toegekend en binnenkort zal bijkomend
omkaderingspersoneel worden aangeworven.

Een verslag over het onderzoek naar maatregelen
die de opsluiting van kinderen in gesloten centra
kunnen vervangen zal mij in januari 2007 worden
bezorgd en daarover zullen wij in de commissie een
debat kunnen voeren.
13.04 Mohammed Boukourna (PS) : Je me
réjouis de savoir que l'étude sur les alternatives est
lancée. Cependant, je rappelle que l'intérêt
supérieur de l'enfant consistait, dans ce cas-ci, à lui
faire rejoindre sa maman qui se trouvait au Canada
en possession d'un titre de séjour. En vertu de
l'accord canadien de regroupement familial, notre
rôle se limitait à faciliter son transit.



J'estime tout à fait justifiée la condamnation par la
Cour européenne des droits de l'homme et je
souhaite qu'une telle situation ne se reproduise
plus.
13.04 Mohammed Boukourna (PS): Het verheugt
mij dat de studie over de alternatieven werd
aangevat. Ik herinner er echter aan dat het hogere
belang van het kind er in casu in bestond, het haar
mogelijk te maken zich bij haar moeder te voegen
die zich in Canada bevond en over een
verblijfsvergunning beschikte. Gelet op de
instemming met een gezinshereniging van de
Canadese overheid, beperkte onze rol er zich toe
de doorreis van het kind te vergemakkelijken.

Ik vind de veroordeling door het Europees Hof voor
de rechten van de mens volkomen terecht en
spreek de wens uit dat een herhaling van dat soort
situaties zou worden voorkomen.
13.05 Marie Nagy (ECOLO) : L'application
aveugle des dispositions de contrôle à l'entrée du
territoire dans cette histoire a été kafkaïenne.
Envers un enfant de cinq ans, il s'agissait de faire
preuve de bon sens et d'humanité.
La Cour évoque les graves conséquences
psychologiques d'une détention pour un enfant de
cet âge.
Lorsque vous parlez d'ouvrir un centre spécialisé
pour les enfants, vous faites de cette solution un
élément de gestion normale des dossiers, alors que
selon les Droits de l'enfant, la détention d'enfants
doit rester une mesure tout à fait exceptionnelle et
la plus courte possible !
13.05 Marie Nagy (ECOLO): De blinde toepassing
van de controlemaatregelen bij het binnenkomen
van het land in deze zaak had een hoog kafkaiaans
gehalte. Men had te maken met een kind van vijf
jaar en men had dus blijk moeten geven van
gezond verstand en menselijkheid. Het Hof wijst
erop dat het opsluiten van een kind van die leeftijd
ernstige psychologische gevolgen heeft. Wanneer u
zegt dat u een gespecialiseerd centrum voor
kinderen wil openen, dan maakt u van die oplossing
een onderdeel van de normale behandeling van de
dossiers, terwijl de opsluiting van kinderen volgens
de rechten van het kind een zeer uitzonderlijke
maatregel moet zijn die zo kort mogelijk moet
duren!
13.06 Patrick Dewael, ministre (en français) : C'est
bien ce que j'ai affirmé moi-même !
13.06 Minister Patrick Dewael (Frans): Dat is
inderdaad wat ik zelf heb gezegd!
13.07 Marie Nagy (ECOLO) : Le recours effectif
contre les mesures de détention reste lui aussi
problématique, quand on pense que lorsque la
chambre du conseil a pu statuer, l'Office des
13.07 Marie Nagy (ECOLO): Het daadwerkelijk
beroep tegen de opsluitingsmaatregelen, blijft
eveneens problematisch wanneer men bedenkt dat
op het ogenblik dat de raadkamer een uitspraak
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
17
Étrangers avait déjà pris sa décision de renvoi à
Zaventem et au Congo. Si, comme vous l'affirmez,
il s'est agi d'un «
malheureux concours de
circonstances », où en est l'enquête administrative
à l'Office des Etrangers au sujet des fonctionnaires
qui ont valu cette grave condamnation à l'État
belge.
kon doen, de Dienst Vreemdelingenzaken reeds de
beslissing had genomen tot het terugsturen naar
Zaventem en naar Congo. Indien het, zoals u
beweert, om een `ongelukkige samenloop van
omstandigheden' gaat, hoe zit het dan met het
administratief onderzoek bij de Dienst
Vreemdelingenzaken naar de ambtenaren die
verantwoordelijk zijn voor die zware veroordeling
van de Belgische Staat?
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
statut spécifique des membres des services
d'incendie dans le cadre de la réforme de la
protection civile" (n° 12756)
14 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de plaats van het specifiek
brandweerstatuut binnen de hervorming van de
civiele veiligheid" (nr. 12756)
14.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : La réforme
des services d'incendie est imminente. Un nouveau
statut est instauré pour les pompiers professionnels
et les volontaires. Dans la pratique, il existe
toutefois une troisième catégorie de pompiers,
moins connue. De nombreuses communes ont en
effet recours à des ouvriers
communaux/ambulanciers/pompiers polyvalents
répartis dans les services d'incendie communaux.
Ces personnes ont le diplôme de pompier,
assument également les missions de ces derniers
et suivent par ailleurs des cours de
perfectionnement en tant qu'ambulancier.
Toutefois, pour des raisons financières, elles ne
bénéficient néanmoins pas du statut correspondant
à leur fonction. Par conséquent, à peu près tous les
avantages reconnus aux pompiers professionnels
leur échappent.

Qu'adviendra-t-il de cette catégorie de personnel
lors de la prochaine réforme ? Bénéficiera-t-elle
enfin d'un salaire égal pour un travail égal ?
14.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): De
hervorming van de brandweer is nakend. Er wordt
een nieuw statuut ingevoerd voor de professionele
brandweerlui en voor de vrijwilligers. In de praktijk
bestaat er echter nog een derde en minder
bekende categorie van brandweerlui. In heel wat
gemeenten kent men namelijk polyvalente
gemeentearbeiders /ambulanciers
/brandweermannen die ingedeeld zijn bij de
gemeentelijke brandweerdienst. Zij hebben wel het
diploma van brandweerman, voeren ook de taken
ervan uit en volgen daarnaast bijscholingen voor
ambulancier, maar hebben uit financiële
overwegingen toch niet het statuut dat bij hun
functie hoort. Gevolg is dat ze ongeveer alle
voordelen waar de professionele
brandweermannen recht op hebben, aan zich
voorbij zien gaan.



Wat gebeurt er met deze personeelscategorie in de
komende hervorming? Zullen zij eindelijk gelijk loon
voor gelijk werk krijgen?
14.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Dans le projet de texte relatif à la réforme des
services d'incendie, un cadre opérationnel et
administratif est prévu pour le personnel des
futures zones de secours. Le maintien des droits
acquis sera garanti dans le nouveau statut. Les
discussions relatives à ce dernier ne sont pas
encore terminées. Ces négociations s'intéresseront
sans aucun doute aussi à la troisième catégorie de
pompiers évoquée par Mme De Meyer. Les
ministres de l'Emploi et des Pensions seront bien
sûr associés aux discussions. Dans l'intervalle, la
législation-cadre peut déjà être examinée par le
Parlement.
14.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): In de
ontwerptekst met betrekking tot de hervorming van
de brandweer wordt voorzien in een operationeel
en administratief kader voor het personeel van de
toekomstige hulpverleningszones. Het behoud van
de verworven rechten is bij de overgang naar het
nieuwe statuut gegarandeerd. De besprekingen
inzake het nieuwe statuut zijn nog altijd niet
afgerond. Bij die onderhandelingen wordt
ongetwijfeld ook aandacht geschonken aan die
derde categorie van brandweerlui waarover
mevrouw De Meyer het heeft. De ministers
bevoegd voor Werk en voor Pensioenen worden
vanzelfsprekend bij de besprekingen betrokken.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1074
18
Ondertussen kan de kaderwetgeving wel al in het
Parlement worden behandeld.
14.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : Cette
troisième catégorie relèvera-t-elle du `personnel
technique' ?
14.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Zal die derde
categorie onder de noemer van 'technisch
personeel' vallen?
14.04 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Cet aspect de la réforme doit encore être examiné.
J'ai l'intention de soumettre rapidement la
législation-cadre au Parlement. Il serait prématuré
de se prononcer dès à présent sur des détails qui
n'ont pas encore été réglés.
14.04 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Dat
aspect van de hervorming moet nog aan bod
komen. Ik wil zo snel mogelijk de kaderwetgeving in
het Parlement indienen. Het zou al te voorbarig zijn
nu in te gaan op nog niet geregelde details.
14.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : En tout cas,
l'objectif ne saurait consister à instaurer de
nouveaux statuts précaires dans le cadre de la
nouvelle structure.
14.05 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Het mag
alleszins niet de bedoeling zijn dat de nieuwe
structuur opnieuw nepstatuten tot stand zou
brengen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de Mme Magda De Meyer au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'âge de la retraite des pompiers professionnels
dans le cadre de la future réforme de la
protection civile" (n° 12757)
15 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eersteminister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de pensioenleeftijd van de
beroepsbrandweermannen in het kader van de
aankomende hervorming van de civiele
veiligheid" (nr. 12757)
15.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : La question
de l'âge de la retraite des pompiers redevient
actuelle dans le sillage de la réforme de la
protection civile. De nombreux services d'incendie
sont confrontés à un vieillissement de leurs
membres. Certaines villes, qui sont cependant loin
de représenter la majorité d'entre elles, appliquent
un régime de départs anticipés, de sorte que des
personnes exerçant une même fonction se voient
pourtant traitées différemment. Les pompiers se
demandent s'ils peuvent être reconnus comme
groupe à risque.
15.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): In de
naweeën van de hervorming van de civiele
veiligheid komt de kwestie van de pensioenleeftijd
van de brandweermannen weer aan de orde. Vele
brandweerkorpsen worden geconfronteerd met de
veroudering van hun leden. In verschillende steden
is er een vervroegde uitstapregeling, maar lang niet
overal, zodat mensen die dezelfde functie
uitoefenen toch verschillend behandeld worden. De
brandweermannen vragen zich af of zij als
risicogroep erkend kunnen worden.
15.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Les pompiers professionnels bénéficient déjà d'un
régime de retraite avantageux. La pension est
calculée à raison d'un cinquantième au lieu d'un
soixantième par année de service. Il s'agit dès lors
d'une reconnaissance implicite en tant que métier
difficile.

J'entends bien sûr maintenir ce régime de pension
avantageux dans le cadre du nouveau statut.
L'éventuel abaissement de l'âge de la retraite
relève de la compétence du ministre des Pensions.

Je suis conscient que certains corps éprouvent des
difficultés à attirer de nouveaux pompiers. Lors de
l'élaboration du nouveau statut, nous nous
15.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands):
Beroepsbrandweerlui genieten reeds een
voordelige pensioenregeling. Elk gepresteerd jaar
komt bij de pensioenberekening in aanmerking voor
een vijftigste in plaats van voor een zestigste. Dat is
dus eigenlijk een impliciete erkenning als zwaar
beroep.


Ik wil deze voordelige pensioenregeling uiteraard
behouden in het nieuwe statuut. De eventuele
verlaging van de pensioenleeftijd behoort tot de
bevoegdheid van de minister van Pensioenen.

Ik ben er mij van bewust dat bepaalde korpsen het
moeilijk hebben om nieuwe brandweerlui aan te
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1074
25/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
concerterons avec les fédérations de pompiers et
les syndicats de manière à examiner et à résoudre
tous les problèmes liés au personnel. Le nouveau
statut doit rendre la profession plus attractive,
mettre fin aux discriminations actuelles et éviter
l'apparition de nouvelles discriminations.
trekken. Bij het opmaken van het nieuwe statuut
zullen wij overleg plegen met de
brandweerfederaties en de vakbonden, zodat alle
personeelsproblemen besproken en opgelost
kunnen worden. Het nieuwe statuut moet het
beroep aantrekkelijk maken, de bestaande
discriminaties wegnemen en vermijden dat er
nieuwe discriminaties ontstaan.
15.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : J'en conclus
que le ministre est sensible au sort des pompiers
âgés.
15.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik concludeer
dat de minister begaan is met het lot van de oudere
brandweermannen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 58.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.58 uur.

Document Outline