CRABV 51 COM 1073
CRABV 51 COM 1073
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
mercredi woensdag
25-10-2006 25-10-2006
Matin Voormiddag

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
mécontentement et les inquiétudes des
bénéficiaires d'une pension de survie suite au
Pacte des générations" (n° 12525)
1
Vraag van de heer Joseph Arens aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"het ongenoegen en de bezorgdheid van
rechthebbenden op een overlevingspensioen ten
gevolge van het Generatiepact" (nr. 12525)
1
Orateurs: Joseph Arens, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Joseph Arens, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
liaison au bien-être des pensions" (n° 12487)
4
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Leefmilieu en minister van Pensioenen over
"de welvaartsvastheid van de pensioenen"
(nr. 12487)
4
Orateurs: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
ministre de l'Environnement et ministre des
Pensions
Sprekers: Benoît Drèze, Bruno Tobback,
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen
Question de Mme Karin Jiroflée au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
conseillers moraux" (n° 12335)
10
Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
moreel consulenten" (nr. 12335)
10
Orateurs: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
- Mme Marleen Govaerts au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'allocation de
rentrée scolaire pour les enfants de travailleurs
frontaliers" (n° 12452)
11
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
schoolpremie voor kinderen van grensarbeiders"
(nr. 12452)
11
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'allocation de
rentrée scolaire pour les enfants de travailleurs
frontaliers" (n° 12457)
11
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
schoolpremie voor kinderen van grensarbeiders"
(nr. 12457)
11
Orateurs: Marleen Govaerts, Jo Vandeurzen,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers:
Marleen Govaerts, Jo
Vandeurzen, Rudy Demotte, minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid
Interpellation de M. Daniel Ducarme au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les quotas pour les étudiants de médecine et les
accords bilatéraux avec des États-membres de
l'Union européenne" (n° 935)
14
Interpellatie van de heer Daniel Ducarme tot de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de quota voor de studenten geneeskunde en
de bilaterale overeenkomsten met lidstaten van de
Europese Unie" (nr. 935)
14
Orateurs: Daniel Ducarme, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Daniel Ducarme, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
fraude sociale" (n° 12580)
16
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"sociale fraude" (nr. 12580)
16
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de prothèses coûteuses"
17
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
terugbetaling van dure prothesen" (nr. 12691)
17
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
ii
(n° 12691)
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luk Van Biesen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
violation de mon immunité parlementaire par la
consultation de mes e-mails" (n° 12710)
19
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de schending van mijn parlementaire
onschendbaarheid door de inzage in mijn e-
mailverkeer" (nr. 12710)
19
Orateurs: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Luk Van Biesen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
norme de croissance sous-jacente dans les soins
de santé" (n° 12734)
21
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
onderliggende groeinorm in de gezondheidszorg"
(nr. 12734)
21
Orateurs: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Benoît Drèze, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
1

COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
du
MERCREDI
25
OCTOBRE
2006
Matin
______
van
WOENSDAG
25
OKTOBER
2006
Voormiddag
______



La réunion publique est ouverte à 10 h 09 par M.
Hans Bonte, président.
De vergadering wordt geopend om 10.09 uur en
voorgezeten door de heer Hans Bonte.
01 Question de M. Joseph Arens au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "le
mécontentement et les inquiétudes des
bénéficiaires d'une pension de survie suite au
Pacte des générations" (n° 12525)
01 Vraag van de heer Joseph Arens aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het ongenoegen en de
bezorgdheid van rechthebbenden op een
overlevingspensioen ten gevolge van het
Generatiepact" (nr. 12525)
01.01 Joseph Arens (cdH) : Les bénéficiaires
d'une pension de survie doivent souvent choisir
entre poursuivre une activité professionnelle
normale en renonçant à la pension de survie et
bénéficier d'une pension de survie en limitant leur
activité. En effet, le cumul autorisé des revenus
professionnels avec une pension de survie est
limité à 14.843 euros sans enfant à charge et à
18.553 euros avec enfant à charge.


Afin de neutraliser ce piège, le gouvernement a
prévu d'introduire le 1
er
janvier 2007 un système qui
offre aux personnes avec une pension de survie
très basse la possibilité de la cumuler avec 26.200
euros de revenus bruts par an, avec une
augmentation de 3.710 euros par enfant à charge.
Si l'ensemble des revenus dépasse la limite, la
pension de survie est réduite, mais seulement de la
moitié du dépassement. En outre, une phase de
transition est prévue pour permettre aux veufs et
veuves concernés de choisir le système le plus
avantageux. Ce système a fait naître une certaine
inquiétude auprès de bénéficiaires d'une pension
de survie qui, à partir du 1
er
janvier 2007, verraient
leur capacité de travail limitée en-deçà du montant
autorisé actuellement.


Autre sujet d'inquiétude, le Pacte entre les
générations prévoit d'examiner comment la pension
01.01 Joseph Arens (cdH): De rechthebbenden
op een overlevingspensioen worden vaak voor de
volgende keuze gesteld: óf ze zetten hun loopbaan
voort en zien af van het overlevingspensioen, óf ze
kiezen voor het overlevingspensioen en beperken
hun beroepsactiviteit. Een overlevingspensioen kan
immers slechts in beperkte mate met
beroepsinkomsten worden gecumuleerd, namelijk
ten bedrage van 14.843 euro zonder kinderen ten
laste en van 18.553 euro met een of meer kinderen
ten laste.
Om die toestand recht te trekken, besliste de
regering met ingang van 1 januari 2007 een
regeling in te voeren, die de personen met een erg
laag overlevingspensioen de mogelijkheid biedt hun
pensioen te cumuleren met een jaarlijks
brutoberoepsinkomen voor een totaalbedrag van
26.200 euro, vermeerderd met 3.710 euro per kind
ten laste. Indien het totale bedrag van de inkomsten
dat plafond overschrijdt, wordt het
overlevingspensioen slechts met de helft van de
overschrijding verminderd. Bovendien wordt een
overgangsperiode ingevoerd om de betrokken
weduwen en weduwnaars de kans te bieden na te
gaan welke regeling voor hen het voordeligst is. De
regeling deed enige ongerustheid ontstaan bij de
rechthebbenden op een overlevingspensioen, die
vanaf 1 januari 2007 minder zouden mogen
verdienen dan op dit ogenblik het geval is.
Daarnaast doen ook de bepalingen van het
Generatiepact, dat maatregelen aankondigt om na
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
2
de survie peut être rendue extinguible dans le
temps. Enfin, il est prévu ­ comme nous le
demandions ­ que la pension de survie puisse être
cumulée avec une indemnité de chômage ou
d'incapacité. Toutefois, l'allocation ne peut pas
dépasser 447 euros par mois, ce qui ne compense
pas un salaire. Sur quelle base ce plafond a-t-il été
fixé ? Est-il révisable ? Comment ?



Je suis favorable à une politique générale
d'activation. Soucieux d'encourager l'activité
professionnelle des conjoints survivants, je trouve
qu'il était utile de prévoir une modalisation de la
pension de survie en fonction de l'évolution des
revenus professionnels. Le système qui entrera en
vigueur le 1
er
janvier prochain ne me paraît pas
remplir cet objectif. Le système actuel n'aurait-il pas
pu être maintenu pour les personnes dont les
revenus professionnels restent en deçà des
plafonds autorisés actuellement
? Dès le
dépassement de ces plafonds, le montant de la
pension de survie pourrait être réduit au fur et à
mesure de l'augmentation des revenus de l'activité
professionnelle.
te gaan op welke manier het overlevingspensioen
uitdovend kan worden gemaakt, de nodige vragen
rijzen. Ten slotte zou het overlevingspensioen ­ en
daarvoor waren we vragende partij ­ ook mogen
worden gecumuleerd met een werkloosheids- of
een ziekte- en invaliditeitsuitkering. Het bedrag van
zo'n uitkering mag echter 447 euro per maand niet
overschrijden en dat volstaat niet om een loon niet
compenseren. Op grond waarvan werd die
maximumgrens bepaald? Kan het worden herzien?
Op welke manier?
Ik ben voorstander van een algemeen
activeringsbeleid. Ik vind het goed dat de
beroepsactiviteit van de overlevende echtgenoten
wordt gestimuleerd en sta daarom achter een
aanpassing van het overlevingspensioen in het licht
van de evolutie van de beroepsinkomsten. De
regeling die op 1 januari van kracht zal worden,
voldoet mijns inziens echter niet aan dat opzet. Had
de bestaande regeling niet kunnen worden
behouden voor personen wier beroepsinkomsten
lager liggen dan de op dit ogenblik gehanteerde
maximumbedragen? Wanneer de plafonds worden
overschreden, zou het bedrag van het
overlevingspensioen kunnen worden verminderd
naarmate de beroepsinkomsten toenemen.
En outre, pour veiller à maintenir une incitation au
travail, la diminution progressive de la pension de
survie doit être inférieure à l'augmentation du
revenu professionnel. Êtes-vous prêt à examiner
notre proposition à ce sujet ?

Avez-vous pris ou comptez-vous adopter des
mesures visant à ce que les veuves de moins de
quarante-cinq ans avec enfants à charge voient
leur droit à la pension de survie disparaître jusqu'à
cet âge ? Si de telles mesures étaient prises, ces
personnes tomberaient dans la précarité. La
pension de survie est un devoir de solidarité
sociale.
Om een arbeidsstimulans te behouden, moet de
progressieve daling van het overlevingspensioen
bovendien lager zijn dan de toename van het
beroepsinkomen. Bent u bereid om ons voorstel ter
zake te onderzoeken?

Hebt u maatregelen genomen of zal u er nemen
waardoor weduwen jonger dan 45 met kinderen ten
laste geen recht meer hebben op een
overlevingspensioen tot ze die leeftijd bereiken? Als
dergelijke maatregelen genomen worden, zou de
situatie van de betrokkenen uiterst precair worden.
Het overlevingspensioen is een maatschappelijke
solidariteitsplicht.
01.02 Bruno Tobback, ministre (en français) : La
mesure relative au cumul de la pension avec une
activité professionnelle visait une meilleure
redistribution et une stimulation de l'activité.
01.02 Minister Bruno Tobback (Frans): Met de
maatregel betreffende de cumulatie van het
pensioen met een beroepsactiviteit werd beoogd de
middelen beter te herverdelen en de betrokkenen
tot activiteit aan te moedigen.
Après un accord à ce sujet dans le pacte de
solidarité, j'ai commandé des études d'impact de la
mesure.

Dans le cadre d'une meilleure redistribution, nous
avions estimé que les bénéficiaires d'une pension
essayent toujours de maximaliser leurs revenus, a
fortiori
ceux qui ont une pension modeste, et que
les pensionnés sont donc actifs sur le marché de
l'emploi et exploitent la quasi-totalité de la marge
Nadat in het Generatiepact een akkoord ter zake
was opgenomen, heb ik een impactanalyse van die
maatregel besteld.

In het kader van een betere herverdeling hebben
we geoordeeld dat pensioentrekkers hun inkomsten
steeds trachten te maximaliseren, a fortiori
diegenen die maar een bescheiden pensioen
ontvangen, en dat gepensioneerden dus actief zijn
op de arbeidsmarkt en de toegestane marge bijna
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
3
autorisée. Pour étendre cette marge aux petites
pensions, il avait été proposé de considérer le
revenu total (revenus professionnels et pension) et
ne plus considérer de limite de travail autorisé. Les
bénéficiaires d'une pension modeste pourraient
alors percevoir plus de revenus complémentaires
que ceux qui ont une pension plus élevée.

Mais, selon l'étude, les bénéficiaires d'une pension
modeste ne profitent déjà pas aujourd'hui de la
possibilité qui leur est offerte. En outre, parmi les
bénéficiaires d'une pension de survie actifs sur le
marché de l'emploi, seuls un sur trois déclare
vouloir travailler plus qu'aujourd'hui.

En résumé, la mesure proposée n'atteint pas son
objectif. Elle n'aurait aucun effet pour trois
bénéficiaires sur quatre d'une pension de survie et
ne profiterait qu'à 4% des intéressés. Pour ceux qui
perçoivent une pension plus élevée, la mesure est
moins favorable.
volledig benutten. Teneinde die marge tot de lage
pensioenen uit te breiden, werd er voorgesteld om
het totale inkomen (beroepsinkomen én pensioen)
in overweging te nemen en niet langer met de
maximum toegestane arbeidsprestaties rekening te
houden. Daardoor zou iemand met een kleiner
pensioen meer aanvullende inkomsten mogen
realiseren dan wie een hoger pensioen ontvangt.
Volgens de studie maken mensen met een lager
pensioen vandaag echter al geen gebruik van de
mogelijkheid die hen wordt geboden. Bovendien
verklaart slechts een derde van de rechthebbenden
op een overlevingspensioen die op de arbeidsmarkt
actief zijn dat ze meer dan vandaag willen werken.

De voorgestelde maatregel bereikt dus zijn doel
niet. Hij zou geen gevolgen hebben voor drie van
de vier rechthebbenden op een
overlevingspensioen en slechts 4 procent van de
betrokkenen zouden er aanspraak op maken. De
maatregel is minder interessant voor mensen met
een hoger pensioen.
Cette mesure manque donc son objectif de
redistribution. Et que l'on choisisse d'augmenter le
montant jusqu'à un niveau permettant de percevoir
autant de revenus complémentaires qu'aujourd'hui
ou de maintenir le système actuel, le risque
d'atteindre la limite au-delà de laquelle la pension
est réduite ou supprimée reste présent.

Chaque année, les intéressés doivent « jongler »
avec le nombre d'heures qu'ils prestent en
complément de leur pension. Ceci provoque une
incertitude et des surprises, quand la limite des
115 % est dépassée à la suite d'une indexation ou
d'heures supplémentaires. Une des conséquences
est que les veufs réduisent aujourd'hui leur activité
professionnelle jusqu'à la limite de ce qu'ils peuvent
cumuler. Près d'un bénéficiaire de pension sur
deux délaisse son temps plein au profit d'un temps
partiel. Et si je dois choisir entre un relèvement des
limites et une immunisation partielle au-delà des
limites, ma priorité ira à un règlement structurel du
dépassement des limites.


J'en ai donc conclu que cette mesure ne peut être
exécutée telle quelle. Je vais proposer le maintien
des limites actuelles en matière de cumul, et une
modification du régime de sanction en cas de
dépassement (l'intéressé bénéficiant d'une
immunisation de 50% dans ce cas).

En réponse à votre deuxième question, je ne
compte pas supprimer la pension de survie pour
les veufs de moins de 45 ans avec enfants à
charge mais seulement initier une réflexion sur
Die maatregel schiet bijgevolg zijn doel, nl. de
herverdeling, voorbij. En of men er nu voor kiest om
het bedrag zodanig te verhogen dat men evenveel
kan bijverdienen als heden of het huidige stelsel te
behouden, in beide gevallen blijft het risico bestaan
dat de grens wordt bereikt waarboven het pensioen
wordt verminderd of zelfs afgeschaft.

Elk jaar moeten de betrokkenen "jongleren" met het
aantal uren dat ze ter aanvulling van hun pensioen
werken. Dat geeft aanleiding tot ongerustheid en
onaangename verrassingen, wanneer de grens van
115 procent wordt overschreden ten gevolge van
een indexering of bijkomende uren. Een van de
gevolgen daarvan is dat de weduwnaars thans hun
beroepsactiviteiten beperken tot het maximum dat
ze kunnen cumuleren. Bijna een
pensioengerechtigde op twee schakelt over van
een voltijdse naar een deeltijdse betrekking. En
indien ik moet kiezen tussen een verhoging van de
maximumgrenzen en een gedeeltelijke vrijstelling
boven de plafonds, zal ik de voorkeur geven aan
een structurele regeling van de overschrijding van
de grensbedragen.
Uit het voorgaande ben ik tot het besluit gekomen
dat die maatregel niet zomaar in de praktijk kan
worden omgezet. Ik zal voorstellen om de huidige
cumulatiegrenzen te behouden en de
sanctieregeling voor overschrijdingen (de
betrokkene geniet in dat geval een vrijstelling van
50 procent) te wijzigen.
Op uw tweede vraag kan ik antwoorden dat ik niet
van plan ben om het overlevingspensioen voor de
weduwen en weduwnaars jonger dan 45 jaar met
kinderen ten laste af te schaffen. Ik wil enkel een
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
4
l'évolution du droit à la pension de survie au sein de
notre régime de sécurité sociale.

Pour votre troisième question, à partir du 1
er
janvier
2007, pour les périodes de chômage involontaire,
maladie ou invalidité, la pension de survie,
ramenée au taux de base de la GRAPA, pourrait
être conservée douze mois durant.
bezinning over de evolutie van het recht op een
overlevingspensioen binnen ons sociale
zekerheidsstelsel opstarten.
Wat uw derde vraag betreft, zou vanaf 1 januari
2007 het recht op een overlevingspensioen,
beperkt tot het basisbedrag van de IGO, gedurende
de periodes van onvrijwillige werkloosheid, ziekte of
invaliditeit, gedurende twaalf maanden kunnen
behouden blijven.
Un relèvement du taux de base de la GRAPA a
automatiquement une répercussion sur la pension
en combinaison avec un revenu de remplacement.
Als het basisbedrag van de IGO wordt opgetrokken,
heeft dat automatisch gevolgen voor het pensioen
dat met een vervangingsinkomen wordt
gecumuleerd.
01.03 Joseph Arens (cdH): Si je comprends bien,
les mesures du pacte des générations ne seront
pas exécutées car elles posent des problèmes, et
vous maintiendrez le système actuel selon les
résultats des études.
Je vous réinterrogerai dans quelques semaines sur
ce dossier, car l'inquiétude des personnes
concernées est grande. Je les comprends d'ailleurs
car il s'agit d'une solidarité obligatoire - et capitale -
dans notre société !
01.03 Joseph Arens (cdH): Als ik het goed
begrijp, zullen de maatregelen uit het Generatiepact
niet worden uitgevoerd omdat ze problemen
meebrengen en zal u op basis van de resultaten
van de studies het huidige systeem behouden.
Over enkele weken zal ik u opnieuw over dit
dossier ondervragen, vermits de betrokkenen zich
ernstige zorgen maken. Dat is trouwens meer dan
begrijpelijk, aangezien het om een verplichte ­ en
essentiële ­ maatschappelijke solidariteitsplicht
gaat!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Benoît Drèze au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur "la
liaison au bien-être des pensions" (n° 12487)
02 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "de welvaartsvastheid van de
pensioenen" (nr. 12487)
02.01 Benoît Drèze (cdH): Le gouvernement
entend remédier à l'insuffisance des pensions
légales dites du premier pilier en stimulant le
recours aux deuxième et troisième piliers, c'est-à-
dire à l'assurance groupe pour les entreprises et
aux assurances souscrites individuellement. Il
encourage ceux-ci par des exonérations fiscales et
des réductions de cotisations sociales.


On constate que l'accès au deuxième pilier est
fonction de la prospérité des secteurs d'activité et
que la plupart des travailleurs du non-marchand
n'auront rien du tout.
La capacité de souscrire au troisième pilier est
fonction du revenu individuel. Le montant annuel de
l'épargne pension donnant droit de 30 à 40% de
réduction d'impôt vient d'être porté de 610 à 780
euros. L'assurance vie, pour sa part, connaît en
2005 une hausse de 25% par rapport à 2004.


Des chercheurs de la KUL ont publié en 2003 un
02.01 Benoît Drèze (cdH): De regering wil de
ontoereikendheid van de wettelijke, zogenaamde
eerstepijlerpensioenen verhelpen door het
onderschrijven van de tweede- en de
derdepijlerpensioenen, dit zijn de
groepsverzekeringen voor de bedrijven en de
individuele pensioenverzekeringen, te stimuleren.
Daartoe werden belastingvrijstellingen en
verminderingen van sociale bijdragen in het leven
geroepen.
Blijkt echter dat de toegang tot de tweede pijler
afhangt van de rijkdom van de activiteitssector en
dat de meeste werknemers van de non-profitsector
met lege handen zullen achterblijven.
De mogelijkheid om een verzekering te sluiten in
het raam van de derde pijler is dan weer afhankelijk
van het eigen inkomen. Het jaarlijks bedrag dat
inzake pensioensparen recht geeft op een
belastingvermindering van 30 tot 40 procent werd
van 610 op 780 euro gebracht. In 2005 nam het
succes van de levensverzekeringen met 25 procent
toe in vergelijking met 2004.
Onderzoekers van de KUL publiceerden in 2003
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
5
recherche qui montre le développement des
inégalités entre retraités. Plus récemment, des
économistes ont établi que les réductions d'impôt
pour la constitution de pension favorisaient surtout
les hauts revenus.

Pour remédier à l'insuffisance du premier pilier,
vous avez proposé, une programmation étalée de
2007 à 2014, intitulée BAB, bonus annuel
d'adaptation au bien-être, lequel suscite deux
observations. Pour un ancien retraité, il faudra donc
attendre 2014 pour que la revalorisation soit de 600
euros annuels, soit 5% et pour celui qui prend sa
pension en 2008, il faudra patienter jusqu'en 2020
pour bénéficier complètement du BAB.
Ensuite, l'adaptation par l'octroi d'un forfait est la
négation du principe assurantiel.
onderzoeksresultaten, waaruit een toenemende
ongelijkheid tussen de gepensioneerden blijkt. In
een recenter verleden stelden economisten vast dat
de belastingverminderingen in het raam van het
pensioensparen vooral de hoogste inkomens ten
goede komen.
Om de ontoereikendheid van de eerste pijler te
verhelpen, stelde u de invoering van een jaarlijkse
welvaartsbonus (JWB) voor, waarbij we twee
bedenkingen hebben. Wie al langer met pensioen
is zal tot 2014 moeten wachten voor de
herwaardering van zijn pensioen een jaarbedrag
van 600 euro of 5 procent bereikt. Voor wie pas in
2008 met pensioen gaat, wordt het wachten tot
2020 vooraleer de volledige JWB wordt uitgekeerd.
De tweede bedenking betreft de toekenning van
een welvaartsaanpassing in de vorm van een
forfait, die immers een ontkenning van het
verzekeringsbeginsel inhoudt.
Vous évoquez la solidarité entre pensionnés pour
justifier le forfait. Cependant, la solidarité au sein du
premier pilier existe déjà par le plafonnement de la
rémunération prise en compte pour le calcul de la
pension. Ce dispositif est complété par les minima
et une cotisation de solidarité.

La première urgence est de revaloriser les plus
anciennes pensions qui sont en général les plus
basses et celles qui ont le plus souffert de
l'absence de liaison au bien-être. L'UCP (Union
Chrétienne des Pensionnés) fait à cet égard une
proposition raisonnable, à savoir octroyer 3% aux
pensions prises avant 1997, 2% à celles
antérieures à 2000 et 1% aux autres.
Avez-vous envisagé un tel scénario et, si oui, a-t-il
des chances d'aboutir ?
Par ailleurs, dans un souci de bonne gestion
financière et de plus juste répartition, il faut une
évaluation complète du coût pour l'Etat et la
sécurité sociale des encouragements aux
deuxième et troisième piliers.
Est-il exact qu cette évaluation n'existe pas ?
Disposez-vous de données utiles à cet égard dont
nous pourrions disposer?
Dans la négative, prévoyez-vous un chantier qui
nécessitera une collaboration avec différents
départements?
Avoir une connaissance de ces chiffres me semble
primordial.
Ne serait-il pas judicieux de recycler ces
encouragements en vue de renforcer le premier
pilier, notamment via une liaison au bien-être qui
soit intégrale et automatique?
U heeft het over de solidariteit tussen
gepensioneerden om het forfait te verantwoorden
maar de solidariteit bestaat al binnen de eerste
pijler door de plafonnering van de bezoldiging die
voor de berekening van het pensioen in
aanmerking wordt genomen. Die regeling wordt
door de minima en een solidariteitsbijdrage
aangevuld.
De eerste prioriteit is de herwaardering van de
oudste pensioenen die over het algemeen de
laagste zijn en het meest geleden hebben onder de
niet-aanpassing aan de welvaart. De UCP doet in
dat verband een redelijk voorstel, namelijk 3
procent toekennen aan de pensioenen van vóór
1997, 2 procent aan de pensioenen van vóór 2000
en 1 procent aan de andere.
Hebt u een dergelijk scenario overwogen en zo ja,
welke zijn de slaagkansen?
Bovendien, in een streven naar een gezond
financieel beheer en een billijker verdeling, moet de
kost voor de Staat en de sociale zekerheid van de
stimulansen voor de tweede en derde pijlers in zijn
geheel geraamd worden.
Is het waar dat een dergelijke raming ontbreekt?
Beschikt u in dat verband over nuttige gegevens
om ons mee te delen?
Zo niet, staan er maatregelen op stapel die de
medewerking van verschillende departementen
zullen vereisen?
Het lijkt mij essentieel die cijfers te kennen.

Zou het niet aangewezen zijn die stimulansen ter
versterking van de eerste pijler aan te wenden, met
name door ze volledig en automatisch
welvaartsvast te maken?
02.02 Bruno Tobback, ministre (en français) :
Vous sous-entendez que soutenir le deuxième pilier
02.02 Minister Bruno Tobback (Frans): U laat
doorschemeren dat het ondersteunen van de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
6
signifierait d'office que l'on veut délaisser le premier
pilier.

Nous avons, au cours de ces dernières années,
pris des initiatives telles que le relèvement de la
pension minimum garantie pour les travailleurs
salariés et indépendants, l'assouplissement de
l'accès à la pension minimum garantie, la
majoration de la GRAPA, les allocations au bien-
être, etc. Celles-ci montrent que ce gouvernement
est d'avis que seule la pension légale est en
mesure d'assurer une pension correcte à
l'ensemble de la population, y compris à ceux qui,
durant leur carrière, ont été confrontés à des revers
comme le chômage ou la maladie.

Les pensions complémentaires sont cependant
nécessaires parce que les besoins des personnes
âgées, influencés par l'allongement de l'espérance
de vie, ont fortement augmenté au cours des
dernières années.

Lorsque les contours définitifs du système belge
des pensions ont été dessinés (1950-1960),
l'espérance de vie moyenne était inférieure à l'âge
normal de la retraite et la pension (premier pilier) a
été prévue pour permettre à une personne qui ne
pouvait vraiment plus travailler de subsister
pendant quelques années encore.

Pour les seniors actifs d'aujourd'hui, par contre, le
départ à la retraite est l'occasion de poursuivre des
activités qui requièrent un pouvoir d'achat suffisant.
Ils souhaitent que leur pension ne soit pas trop en
deçà de la rémunération qu'ils percevaient avant de
partir à la retraite. Or, nous avons constaté un recul
du ratio de remplacement légal de la pension des
travailleurs salariés au cours des 20 dernières
années, ratio qui s'élève à 39 %.
tweede pijler automatisch zou inhouden dat men de
eerste pijler zou veronachtzamen.

De jongste jaren hebben wij initiatieven genomen
zoals het optrekken van het gewaarborgd
minimumpensioen voor werknemers en
zelfstandigen, de versoepeling van de toegang tot
het gewaarborgd minimumpensioen, de verhoging
van de IGO, het welvaartsvast maken van de
uitkeringen, enz. Dat toont aan dat de regering van
mening is dat enkel dank zij het wettelijk pensioen
een degelijk pensioen aan de hele bevolking kan
worden gewaarborgd, ook aan degenen die tijdens
hun beroepsloopbaan met tegenslagen zoals
werkloosheid en ziekte werden geconfronteerd.

De aanvullende pensioenen zijn echter
noodzakelijk omdat de behoeften van de senioren
ten gevolge van de stijgende levensverwachting de
jongste jaren sterk zijn toegenomen.


Toen de definitieve krijtlijnen van het Belgisch
pensioenstelsel werden getrokken (1950-1960), lag
de gemiddelde levensverwachting lager dan de
normale pensioenleeftijd en het pensioen (eerste
pijler) werd ingevoerd om mensen die echt niet
langer konden werken nog gedurende enkele jaren
een inkomen te verschaffen.

Voor de actieve senioren van vandaag,
daarentegen, vormt de pensionering een
gelegenheid om activiteiten te ontwikkelen die een
voldoende koopkracht vereisen. Zij willen dat hun
pensioen niet al te veel lager ligt dan de bezoldiging
die zij net vóór hun pensionering ontvingen. Wij
hebben de jongste twintig jaar echter een
vermindering van de vervangingsratio van het
wettelijk pensioen van de werknemers, die 39
procent bedraagt, vastgesteld.
C'est là une évolution de la société dont il faut tenir
compte. On peut garantir à toute personne qui
travaille que dans vingt ou trente ans elle aura
toujours une pension légale d'un équivalent de mille
euros par mois.

C'est le premier pilier d'aujourd'hui. Le problème,
c'est que peu de travailleurs comptent vivre avec
l'équivalent de mille euros dans vingt ans.

Les pensions complémentaires sont nécessaires
pour répondre aux nouveaux besoins des
personnes âgées. Sans remplacer, même
partiellement, les pensions légales, elles doivent
être accessibles à tous les travailleurs.

La démocratisation et la solidarité sont le noyau de
Dat is een maatschappelijke evolutie die men niet
uit het oog mag verliezen. We kunnen iedereen die
werkt garanderen dat hij binnen twintig of dertig jaar
nog steeds over een wettelijk pensioen ten bedrage
van het equivalent van duizend euro per maand zal
beschikken.
Dat is de eerste pijler zoals we die vandaag
kennen. Het probleem is echter dat weinig
werknemers binnen twintig jaar met het equivalent
van duizend euro tevreden zullen zijn.
De aanvullende pensioenen zijn nodig om aan de
nieuwe behoeften van de ouderen te voldoen.
Zonder ­ zelfs gedeeltelijk ­ de wettelijke
pensioenen te vervangen, moeten ze voor alle
burgers toegankelijk zijn.

De democratisering en de solidariteit vormen de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
7
la politique vis-à-vis des pensions complémentaires
menée par ce gouvernement. Selon les
estimations, en l'an 2000, à peine 35 % des
travailleurs actifs étaient affiliés à un régime de
pension complémentaire, alors qu'aujourd'hui nous
sommes à presque 50 %. Il faudra essayer de
mener ce pourcentage à 100 %.

Quant au troisième pilier, il ne s'agit pas d'une
pension mais d'une forme d'épargne subsidiée à
laquelle je ne suis pas opposé.

En ce qui concerne le bonus annuel de bien-être, la
proposition que j'ai transmise aux partenaires
sociaux consiste à relever chaque année les
pensions minimums d'1 %, sous la forme d'un
bonus annuel forfaitaire.

Les autres pensions sont augmentées à
concurrence d'un bonus annuel forfaitaire qui
équivaut à, en moyenne, 0,5 %. Il s'agit des
nonante euros dont vous parlez. À partir d'un
montant de soixante euros, le bonus annuel est
incorporé dans le montant mensuel. Je pense qu'un
bonus qui va au-delà de ce montant ne doit pas
encore augmenter.
kern van het huidige regeringsbeleid betreffende de
aanvullende pensioenen. Volgens de ramingen was
in 2000 amper 35 procent van de actieve
werknemers bij een aanvullend pensioenstelsel
aangesloten, terwijl dat vandaag bijna 50 procent
is. We moeten dat percentage op 100 procent
trachten te brengen.

Wat de derde pijler betreft, gaat het niet over een
pensioen maar over een vorm van gesubsidieerd
sparen waar ik niet tegen gekant ben.

Wat de jaarlijkse welvaartsbonus betreft, heb ik de
sociale partners voorgesteld om de
minimumpensioenen jaarlijks met één procent te
verhogen, onder de vorm van een forfaitaire
jaarlijkse bonus.

De overige pensioenen worden verhoogd met een
forfaitaire jaarlijkse bonus die gemiddeld met 0,5
procent overeenstemt. Dat zijn de 90 euro
waarover u het heeft. Vanaf een bedrag van zestig
euro is de jaarlijkse bonus inbegrepen in het
maandbedrag. Ik vind dat een bonus hoger dan dat
bedrag niet verder meer hoeft te stijgen.
J'entends proposer un système de bonus au moins
pour 2007 et 2008, qui sera payé chaque année à
tout le monde, pendant le restant de sa vie. Le
montant est acquis dès le premier paiement et sera
conservé, voire augmenté grâce à des adaptations
successives, durant toute la vie d'un pensionné qui
l'aura reçu une première fois. Il sera garanti tout
autant que le montant mensuel. Un gouvernement
ne pourra le récupérer par une simple adaptation
de la fiscalité car il sera clair et visible au même
titre que le pécule de vacances.



Dans le cadre des discussions budgétaires 2007,
nous avons décidé de réaliser en 2007 et 2008 les
adaptations au bien-être dans le secteur des
pensions pour un montant total de 70 millions
d'euros, ce qui représente 22 millions d'euros de
plus que la proposition des partenaires sociaux, soit
une augmentation de 33,6%.
Ces adaptations au bien-être seront payées sous
forme d'un bonus annuel. Notre mesure va plus loin
que la proposition des partenaires sociaux car elle
touche déjà les personnes pensionnées depuis
quinze ans au 1
er
avril 2007.
Ik ben van plan om ten minste voor 2007 en 2008
een bonusregeling voor te stellen, die elk jaar aan
iedereen voor de rest van zijn of haar leven zal
worden uitbetaald. Het bedrag is van bij de eerste
uitbetaling verworven en zal worden behouden, dan
wel verhoogd, dankzij opeenvolgende
aanpassingen gedurende het hele leven van een
gepensioneerde die het voor de eerste keer zal
hebben ontvangen. Het zal, net als het maandelijks
bedrag, worden gegarandeerd. De regeringen
zullen het niet via een eenvoudige aanpassing van
de fiscaliteit kunnen recupereren, want het zal
duidelijk en zichtbaar zijn, net zoals het
vakantiegeld.
In het kader van de bespreking van de begroting
2007, hebben wij beslist in 2007 en 2008 in de
pensioensector welvaartsaanpassingen door te
voeren voor een totaal bedrag van 70 miljoen euro,
wat ruim 22 miljoen euro meer is dan het voorstel
van de sociale partners, zijnde een stijging met
33,6 procent.
Die welvaartsaanpassingen zullen worden
uitbetaald onder de vorm van een jaarlijkse bonus.
Onze maatregel gaat verder dan het voorstel van
de sociale partners omdat hij geldt voor personen
die op 1 april 2007 al vijftien jaar met pensioen zijn.
Le bonus annuel est proposé à 600.000 personnes
et assure aux pensions les plus basses une nette
amélioration, alors que les pensions plus élevées
ont la garantie d'obtenir ce qui leur revient sur la
De jaarlijkse bonus wordt aan 600.000 personen
voorgesteld en betekent een merkelijke verbetering
voor de laagste pensioenen, terwijl de hoogste
pensioenen dankzij het voorstel van de NAR zullen
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
8
base de la proposition du CNT.

Pour les pensions minima, un bonus égal à 1% du
montant de base sera alloué chaque année, ce qui
va de pair avec un relèvement du montant de base
de la pension minimum, de sorte que les futurs
pensionnés puissent eux aussi en bénéficier. Dans
les semaines à venir, nous conviendrons avec les
partenaires du montant du bonus annuel et du
système de paiement.

Le scénario avancé par l'UCP auquel vous faites
référence, a été examiné. Il en ressort que le coût
total d'une telle opération s'élèverait à 403,1
millions d'euros, dont 349,4 millions d'euros à
charge du régime des travailleurs salariés. Le
budget disponible pour les pensions, fixé à 70
milllions d'euros en 2007 et à 106 millions d'euros
en 2008, serait largement dépassé. Cette
proposition est donc actuellement irréaliste.


L'impact budgétaire pour l'État des dépenses
fiscales qui sont liées aux deuxième et troisième
piliers de pension est disponible. En ce qui
concerne le deuxième pilier, exercice d'imposition
2003, il s'agit de 85,59 millions d'euros; pour 2004,
il s'agit de 95,32 millions d'euros. Pour ce qui est du
troisième pilier, la réduction d'impôts pour
l'épargne-pension pour 2003 s'élève à 246,46
millions d'euros et, pour 2004, à 272,74 millions.
Les primes d'assurance-vie individuelles, qui sont
prises en considération pour les réductions
d'impôts pour épargne à long terme, s'élevaient, en
2003, à 247 millions d'euros et, en 2004, à 254,42
millions d'euros.
krijgen wat hen toekomt.

Voor de minimumpensioenen zal jaarlijks een
bonus van een procent van het basisbedrag
worden toegekend. Daardoor wordt tegelijkertijd het
basisbedrag van het minimumpensioen
opgetrokken, zodat toekomstige gepensioneerden
er ook van kunnen profiteren. Tijdens de komende
weken zullen we het bedrag van de jaarlijkse bonus
en het betalingssysteem met de sociale partners
afspreken.
Het scenario van de UCP waarnaar u verwijst, werd
onder de loep genomen. Blijkt dat een dergelijke
operatie in totaal 403,1 miljoen euro zou kosten,
waarvan 349,4 miljoen euro ten laste van het
werknemersstelsel zou komen. De beschikbare
begrotingsmiddelen voor de pensioenen, die voor
2007 op 70 miljoen euro en voor 2008 op 106
miljoen euro zijn vastgelegd, zouden ruim
overschreden worden. Dat voorstel is thans dus
onrealistisch.

De weerslag die de fiscale uitgaven voor de tweede
en de derde pensioenpijlers zullen hebben, is nu
gekend. Wat de tweede pijler betreft, gaat het over
85,59 miljoen euro voor het aanslagjaar 2003 en
over 95,32 miljoen euro voor 2004. Wat de derde
pijler betreft, bedraagt de belastingverlaging voor
het pensioensparen 246,46 miljoen euro voor 2003
en 272,74 miljoen euro voor 2004. De individuele
levensverzekeringspremies, die voor de
belastingverlaging voor het langetermijnsparen in
aanmerking worden genomen, bedroegen 247
miljoen euro in 2003 en 254,42 miljoen euro in
2004.
Les données concernant la déductibilité à l'impôt
des sociétés et la part patronale ne sont pas
disponibles. Cette question doit être adressée au
ministre des Finances.

En ce qui concerne les primes liées à l'assurance-
vie individuelle, la réduction d'impôt liée aux primes
qui répondent à certaines conditions est reprise
dans l'estimation du coût budgétaire. Elle est
octroyée au taux moyen spécial.

L'idée, selon laquelle si l'on supprimait ces régimes
fiscaux on pourrait utiliser ces montants pour la
sécurité sociale, est illusoire. Une suppression des
incitants fiscaux aurait pour conséquence une
diminution des versements dans les plans de
pension complémentaires et une absence
d'investissement dans le troisième pilier. Cela
aurait pour conséquence de faire augmenter le taux
d'imposition et de faire disparaître la base
imposable. Dans ce cas, il ne serait plus possible
We beschikken niet over de gegevens met
betrekking tot de aftrekbaarheid van de
vennootschapsbelasting en de werkgeversbijdrage.
Die vraag moet u tot de minister van Financiën
richten.
Wat de premies voor de individuele
levensverzekering betreft, is er bij de raming van de
budgettaire weerslag rekening gehouden met de
belastingverlaging voor de premies die aan zekere
voorwaarden voldoen. Ze wordt tegen de
bijzondere gemiddelde aanslagvoet toegekend.
Het is een illusie te denken dat men door de
afschaffing van die fiscale stelsels de aldus
vrijgekomen bedragen voor de sociale zekerheid
zou kunnen gebruiken. Door de afschaffing van de
fiscale stimuli zal er minder geld naar de
aanvullende pensioenplannen vloeien en zal er niet
meer in de derde pijler geïnvesteerd worden.
Daardoor zou op zijn beurt de aanslagvoet stijgen
en de belastbare grondslag verdwijnen. In dat geval
zou het niet langer mogelijk zijn in de sociale
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
9
d'investir dans la sécurité sociale. Si on décidait
d'augmenter encore les avantages fiscaux pour les
systèmes de pension complémentaire, je pense,
comme vous, qu'il faudrait d'abord examiner les
systèmes du deuxième pilier qui sont solidaires et
disponibles pour beaucoup de personnes plutôt
que ceux du troisième pilier.
zekerheid te investeren. Indien men zou beslissen
om nog meer fiscale voordelen voor de stelsels van
het aanvullend pensioen toe te kennen, meen ik net
als u dat men eerder de stelsels van de tweede dan
die van de derde pijler moet onderzoeken, omdat
de eerste op solidariteit berusten en toegankelijk
zijn voor vele burgers.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Je vous remercie pour
la ténacité dont vous faite preuve dans la défense
de vos idées.

Vous avez dit que l'on pouvait à la fois réaliser les
premier, deuxième et troisième piliers. Mais quand
vous avancez les chiffres, vous faites la
démonstration du contraire. Vous avez parlé de 70
millions en 2007 en disant que cela représentait 22
millions supplémentaires.
02.03 Benoît Drèze (cdH): Ik dank u voor de
volharding waarmee u uw ideeën verdedigt.


U heeft gezegd dat men de eerste, tweede en
derde pijler tegelijkertijd kan verwezenlijken. Maar
uit de cijfers die u voorlegt, blijkt het
tegenovergestelde. U had het over 70 miljoen in
2007 wat volgens u een verhoging met 22 miljoen
betekent.
La proposition de l'UCP coûte 400 millions d'euros,
ce qui correspond aux montants investis par la
collectivité en termes d'incitants fiscaux de
deuxième et troisième piliers. Là se situe le débat !

Le gouvernement veut, dites-vous, que le premier
pilier permette, à terme, de garantir un minimum de
1.000 euros par mois à tout le monde. Au regard
des projections établies par le Bureau du Plan et
avalisées par le Parlement en 2004 dans le cadre
de ses travaux sur le vieillissement, on n'atteint pas
ces montants.

Je ne crois pas que demain, comme vous le dites,
le deuxième pilier couvrira 100% des salariés. Dans
l'état actuel des choses, à moins d'aller plus loin
que ce que M. Vandenbroucke a initié en son
temps, il y a des secteurs et des personnes qui
n'émargeront pas au deuxième pilier.


J'estime comme vous que le troisième pilier
constitue une épargne et ne doit dès lors pas être
subsidiée. Les chiffres que vous citez confirment
l'étude selon laquelle 85% du coût budgétaire de
l'État en faveur de l'assurance groupe sont
consentis à 20% des revenus les plus élevés. Cela
ne répond pas à notre conception de la politique
publique. La liaison intégrale et automatique au
bien-être des allocations sociales et des pensions
en particulier doit rester la seule réponse valable à
la longue détérioration du taux de remplacement en
la matière.
Het voorstel van de UCP kost 400 miljoen euro, dat
is evenveel als de gemeenschap heeft
geïnvesteerd in fiscale stimuli om de tweede- en de
derdepijlerpensioenen aan te zwengelen. Dat is de
kern van het debat!
U voert aan dat de regering wil dat de eerste pijler,
op termijn, iedereen een minimumpensioen van
1.000 euro per maand kan verzekeren. Rekening
houdend met de voorspellingen van het
Planbureau, die het Parlement in 2004 in het raam
van zijn werkzaamheden over de vergrijzing heeft
goedgekeurd, liggen die bedragen echter niet
binnen bereik.
Ik geloof niet dat binnenkort 100 procent van de
werknemers aan een tweedepijlerverzekering zal
deelnemen, zoals u vooropstelt. In de huidige stand
van zaken zullen bepaalde sectoren en personen
geen aanspraak maken op de tweede pijler, tenzij
men verregaander maatregelen neemt dan die
welke minister Vandenbroucke destijds op stapel
zette.
Net als u ben ik van oordeel dat de derde pijler een
vorm van sparen is, die geen subsidie behoeft. De
door u aangehaalde cijfers bevestigen de studie
waaruit is gebleken dat 85 procent van de
overheidsbijdrage aan de groepsverzekering 20
procent van de hoogste inkomens ten goede komt.
Zulks stemt niet overeen met onze visie op het
overheidsbeleid. De volledige en automatische
welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen, in het
bijzonder van de pensioenen, moet het enige
afdoend antwoord blijven op het sinds jaar en dag
afnemende vervangingspercentage van de
pensioenen.
02.04 Bruno Tobback, ministre (en français) : On
m'a provoqué en comparant les 400 millions
proposés par l'UCP et les 70 proposés par le
gouvernement pour les adaptations au bien-être ;
02.04 Minister Bruno Tobback (Frans): Men
heeft mij uitgedaagd door de vierhonderd miljoen
die door de UCP werd voorgesteld te vergelijken
met de zeventig miljoen die de regering voor de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
10
mais en additionnant toutes les mesures que nous
avons prises pour le premier pilier, on obtient plus
de 70 millions ! Il faut rester honnête !


La totalité de nos mesures ont bénéficié d'abord
aux petites et aux anciennes pensions. Mais les
augmentations proportionnelles que propose l'UCP
auraient pour résultat d'allouer la majorité des 400
millions aux personnes ayant une bonne pension.

J'ai expliqué pourquoi je ne crois pas qu'un
transfert soit possible entre le troisième et le
premier pilier, mais je remercie l'UCP et vous-
même de vous abstenir d'investir dans un troisième
pilier, pour ne pas causer de dépenses fiscales
pour l'État !
welvaartsaanpassingen opzij had gezet; als men
echter alle maatregelen optelt die we voor de
eerste pijler hebben genomen, komt men op meer
dan zeventig miljoen! Men moet eerlijk blijven!

Het geheel van maatregelen komt vooral de lage en
de oude pensioenen ten goede. Door de
proportionele verhogingen die de UCP voorstelt, zal
het overgrote deel van die vierhonderd miljoen
echter naar rechthebbenden gaan die al een mooi
pensioen ontvangen.
Ik heb uitgelegd waarom ik een overdracht tussen
de derde en de eerste pijler onmogelijk acht, maar
ik wil de UCP en uzelf bedanken omdat u niet in
een derde pijler investeert. Op die manier bespaart
u de overheid immers een hoop fiscale uitgaven!
L'incident est clos.

Le président: M. Bacquelaine a demandé que sa
question n° 12632 soit reportée.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: De heer Bacquelaine vraagt dat zijn
vraag nr. 12632 zou worden verdaagd.
03 Question de Mme Karin Jiroflée au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les conseillers moraux" (n° 12335)
03 Vraag van mevrouw Karin Jiroflée aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de moreel consulenten" (nr. 12335)
03.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : Sur pied de
l'article 181 de la Constitution, les traitements et
pensions des ministres des cultes et des
conseillers moraux sont à la charge de l'État. On
observe cependant des différences notables dans
les diverses rémunérations. Les aumôniers sont
rémunérés par les départements respectifs pour
lesquels ils travaillent. Les consultants moraux
actifs à l'armée, dans le secteur de la pêche
maritime et à l'aéroport sont également rémunérés
d'une façon normale. Les consultants moraux
d'autres secteurs ne reçoivent en revanche qu'un
pécule de vacances minimal ou un salaire horaire,
quand il ne s'agit pas d'un travail volontaire.

La circulaire de M. Busquin datant de 1990 ne
prévoit aucune indemnité pour les personnes qui
assurent l'encadrement spirituel dans les MRS. Par
ailleurs, on observe fréquemment des problèmes
dans les cliniques qui appliquent bel et bien un
système d'indemnités de prestation. L'indemnité de
prestation horaire prévue par la circulaire rédigée
par M. Colla en 1997 connaît des différences
d'interprétation et les indemnités ne sont pas
toujours versées correctement.

Quelles sont les démarches entreprises par le
ministre pour mettre fin à cette discrimination entre
aumôniers et conseillers moraux dans les
établissements de soins ? Combien de personnes
03.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Volgens artikel
18 van de Grondwet vallen de wedden en
pensioenen van de bedienaren van de erediensten
en van de moreel consulenten ten laste van de
Staat. Er zijn echter opvallende verschillen in hun
bezoldiging. De aalmoezeniers worden bezoldigd
door de respectieve departementen waarvoor zij
werken. De moreel consulenten in het leger, de
zeevisserij en de luchthaven worden eveneens
normaal bezoldigd. De moreel consulenten in
andere sectoren krijgen echter slechts een
gelimiteerde vakantievergoeding of een uurloon, als
het al niet gaat over vrijwilligerswerk.


De rondzendbrief van minister Busquin uit 1990
voorziet voor de RVT's in geen enkele vergoeding
voor de geestelijk verzorgers en in ziekenhuizen
waar wel prestatievergoedingen bestaan, zijn er
regelmatig problemen. De zogenaamde
prestatievergoeding per uur in de circulaire van
minister Colla uit 1997 wordt verschillend
geïnterpreteerd en de vergoedingen worden niet
altijd correct betaald.


Wat doet de minister om de bestaande
discriminatie tussen aalmoezeniers en moreel
consulenten in de zorginstellingen op te heffen?
Hoeveel geestelijk verzorgers werken in de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
11
chargées de l'encadrement spirituel travaillent dans
des établissements de soins et combien d'entre
elles sont rémunérées
? Quelles initiatives le
ministre a-t-il prises pour mettre fin à la confusion
qui entoure l'indemnisation des prestations des
conseillers moraux ? Combien de consultations
morales dénombre-t-on dans les hôpitaux et les
MRS ? Sont-elles gratuites ou sont-elles facturées
au patient ?
zorginstellingen en hoeveel daarvan worden
bezoldigd? Wat doet de minister om de verwarring
rond de prestatievergoeding van moreel
consulenten op te heffen? Hoeveel morele
consultaties zijn er in de ziekenhuizen en RVT's en
zijn die gratis of worden ze doorgerekend aan de
patiënt?
03.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
En matière de financement, aucune distinction n'est
établie entre les différents ministres du culte.
L'arrêté royal relatif au financement des hôpitaux
dispose en effet que les frais de cultes et de
services assimilés sont couverts par la sous-partie
B1 du budget. Il existe donc une intervention
forfaitaire globale qui couvre également les frais
relatifs aux aumôniers et aux conseillers moraux.

Selon les données les plus récentes de Finhosta,
281 aumôniers et conseillers moraux ont bénéficié
d'une intervention en 2004. Nous ne disposons
d'aucune information sur leurs prestations ventilées
par hôpital. Je transmettrai volontiers à Mme
Jiroflée un tableau retraçant l'évolution de 2002 à
2004.
03.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Op
het vlak van de financiering bestaat er geen
verschil tussen de verschillende bedienaars Het KB
betreffende de ziekenhuisfinanciering bepaalt
immers dat de kosten van erediensten en
gelijkgestelde diensten via onderdeel B1 van het
budget worden gedekt. Er is dus een globale
forfaitaire tegemoetkoming die ook de kosten voor
aalmoezeniers en moreel consulenten dekt.

Volgens de meest recente gegevens van Finhosta
waren er in 2004 281 aalmoezeniers en
lekenconsulenten die een vergoeding ontvingen.
Wij hebben geen gegevens over hun
dienstverlening opgesplitst per ziekenhuis. Ik
overhandig mevrouw Jiroflée graag een tabel
waarop zij de evolutie tussen 2002 en 2004 kan
zien.
03.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : Il existe une
intervention forfaitaire mais des problèmes se
posent régulièrement lors du paiement et de la
répartition par hôpital. La réglementation n'est
absolument pas claire à ce sujet. J'y reviendrai
ultérieurement.
03.03 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Er is een
forfaitaire vergoeding, maar bij de uitbetaling en de
verdeling per ziekenhuis zijn er geregeld
problemen. De regelgeving daarover is absoluut
niet eenduidig. Ik kom hierop later nog terug.
L'incident est clos.

Le président: Les questions n°12.382 et 12.440 de
Mme Annemie Turtelboom sont à sa demande
retirées. La question n°12.420 de Mme Maggie De
Block est transformée en question écrite. La
question n° 12.439 de Mme Yolande Avontroodt
est, à sa demande, reportée.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vragen nr. 12.382 en 12.440 van
mevrouw Annemie Turtelboom worden op haar
verzoek ingetrokken. Vraag nr.
12.420 van
mevrouw Maggie De Block wordt omgezet in een
schriftelijke vraag. Vraag nr. 12.439 van mevrouw
Yolande Avontroodt wordt op haar verzoek
uitgesteld.
04 Questions jointes de
- Mme Marleen Govaerts au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'allocation
de rentrée scolaire pour les enfants de
travailleurs frontaliers" (n° 12452)
- M. Jo Vandeurzen au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'allocation
de rentrée scolaire pour les enfants de
travailleurs frontaliers" (n° 12457)
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marleen Govaerts aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
schoolpremie voor kinderen van grensarbeiders"
(nr. 12452)
- de heer Jo Vandeurzen aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
schoolpremie voor kinderen van grensarbeiders"
(nr. 12457)
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang) : Le 04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): De
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
12
versement de l'allocation de rentrée scolaire en
septembre dernier discrimine les travailleurs
frontaliers qui ne peuvent en aucun cas profiter du
système. Les parents d'enfants nés après le 30 juin
mais qui suivent déjà l'enseignement secondaire se
sentent également discriminés parce qu'ils ne
reçoivent que 50 euros au lieu de 70. Les 14.000
travailleurs frontaliers limbourgeois en subissent
plus particulièrement les conséquences
: les
allocations familiales sont moins élevées aux Pays-
Bas qu'en Belgique et ces travailleurs n'ont en
outre pas droit à l'allocation de rentrée scolaire
belge. Les travailleurs frontaliers qui font la navette
entre la Belgique et la France ou le Luxembourg
bénéficient en revanche d'une allocation de rentrée
scolaire supérieure à l'allocation belge mais qui est
liée aux revenus. Les travailleurs frontaliers qui
travaillent en Allemagne bénéficient quant à eux
d'allocations familiales plus élevées qu'en Belgique.

Les travailleurs frontaliers qui paient des impôts et
des cotisations de sécurité sociale aux Pays-Bas
n'entrent pas en ligne de compte pour l'octroi de
l'allocation de rentrée scolaire belge mais ils
doivent en revanche payer divers impôts belges
tels que les accises, l'impôt foncier, les taxes
communales. Le gouvernement envisage-t-il
d'octroyer encore cette année une allocation de
rentrée scolaire aux parents désavantagés ? Dans
la négative, sera-ce le cas l'année prochaine ?
uitbetaling van de schoolpremie de voorbije maand
september discrimineert de grensarbeiders. Zij
vielen volledig uit de boot. Ook ouders van kinderen
die geboren werden na 30 juni maar van wie de
kinderen al in het secundair onderwijs zitten, voelen
zich gediscrimineerd omdat zij slechts 50 euro
kregen in plaats van 70. Vooral de 14.000
Limburgse grensarbeiders zijn hiervan de dupe: de
Nederlandse kinderbijslag is al lager dan de
Belgische en bovendien missen ze de Belgische
schoolpremie. Grensarbeiders die naar Frankrijk of
Luxemburg pendelen, genieten wel een
schoolpremie. Die is hoger dan de Belgische, maar
ze is gekoppeld aan het inkomen. Grensarbeiders
die in Duitsland werken, genieten dan weer hogere
kinderbijslagen dan in België.




De grensarbeiders die in Nederland belastingen en
bijdragen voor de sociale zekerheid betalen, komen
niet in aanmerking voor de Belgische schoolpremie,
maar wel voor allerlei Belgische belastingen zoals
accijnzen, grondbelasting, gemeentebelastingen. Is
de regering van plan de benadeelde ouders alsnog
dit jaar een schoolpremie uit te keren? Indien niet,
zal dat dan volgend jaar het geval zijn?
04.02 Jo Vandeurzen (CD&V) : Les travailleurs
frontaliers qui ont des enfants ne peuvent bénéficier
de l'allocation de rentrée scolaire que si l'un des
deux parents travaille en Belgique. Le terme
`allocation de rentrée scolaire' donne néanmoins
l'impression que cette allocation a pour but
d'alléger les frais consentis pour des enfants qui
vont à l'école. Les enfants des travailleurs
frontaliers fréquentent généralement une école de
notre pays. Un système similaire d'allocation de
rentrée scolaire existe au Luxembourg et en France
mais pas aux Pays-Bas, alors que les allocations
familiales sont sensiblement plus élevées en
Allemagne par rapport à chez nous.

Les familles dont les deux parents sont travailleurs
frontaliers aux Pays-Bas sont donc laissées pour
compte. Ils ne bénéficient nullement de l'allocation
de rentrée. Le gouvernement est-il prêt à remédier
à cette discrimination ?
04.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Grensarbeiders
met kinderen komen enkel in aanmerking voor een
schoolpremie als een van beide ouders in België
werkt. De term 'schoolpremie' wekt nochtans de
indruk dat het de bedoeling is de kosten van de
schoolgaande kinderen te verlichten. De kinderen
van de grensarbeiders gaan over het algemeen
naar school in ons land. In Luxemburg en Frankrijk
bestaat er een gelijkaardig systeem van
schoolpremie, in Nederland echter niet. In
Duitsland liggen de kinderbijslagen dan weer
gevoelig hoger dan bij ons.



De gezinnen van die grensarbeiders waar beide
ouders in Nederland werken, blijven bijgevolg in de
kou staan. Zij blijven volledig gespeend van de
schoolpremie. Is de regering bereid deze
ongelijkheid uit de wereld te helpen?
04.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'allocation dite de rentrée scolaire est en fait une
augmentation du supplément d'âge octroyé dans le
cadre du système des allocations familiales. Cette
intervention du gouvernement fédéral est octroyée
parallèlement aux mesures prises par les
04.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Wat
men doorgaans de schoolpremie noemt, is in feite
een verhoging van de leeftijdsbijslag, toegekend in
het kader van het kinderbijslagstelsel. Deze
inspanning van de federale overheid loopt parallel
met de maatregelen die de Gemeenschappen
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
13
Communautés pour limiter les frais scolaires.

L'augmentation du supplément d'âge concerne les
enfants âgés de minimum six et maximum dix-sept
ans en 2006. L'augmentation a été accordée au
moment de l'octroi du supplément d'âge du mois de
juillet et le paiement a en principe été réalisé à la fin
du mois d'août. Pour la catégorie limitée d'enfants
qui ont leur sixième anniversaire entre le 1
er
juillet
2006 et le 31 décembre 2006, un autre système est
d'application. L'augmentation est alors payée dans
le courant du deuxième mois qui suit celui du
sixième anniversaire de l'enfant. Il n'est donc pas
question d'un retard d'un an pour ces enfants.


Les travailleurs frontaliers qui séjournent en
Belgique mais travaillent dans un autre pays ne
peuvent en principe pas bénéficier d'allocations
familiales en Belgique et ne peuvent dès lors pas
davantage revendiquer la récente augmentation du
supplément d'âge.

Des moyens sont prévus dans le budget 2007 pour
poursuivre la mesure.
hebben genomen om de schoolkosten te beperken.

De verhoging van de leeftijdsbijslag heeft
betrekking op kinderen die in 2006 minimaal zes en
maximaal zeventien jaar oud zijn. De verhoging is
gebeurd bij de toekenning van de leeftijdsbijslag die
betrekking heeft op de maand juli en de betaling is
in principe gebeurd op het einde van de maand
augustus. Voor de beperkte categorie van kinderen
die zes jaar worden tussen 1 juli 2006 en 31
december 2006 geldt een ander systeem. De
verhoging wordt dan betaald in de loop van de
tweede maand die volgt op deze waarin het kind
zes wordt. Er is voor hen dus geen sprake van een
vertraging van een jaar.

Grensarbeiders die in België verblijven maar in een
ander land werken, kunnen in principe geen
Belgische kinderbijslag ontvangen en kunnen dus
evenmin aanspraak maken op de recente
verhoging van de leeftijdsbijslag.


De begroting 2007 voorziet in middelen om de
maatregel te kunnen voortzetten.
04.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang) :
J'entends que les travailleurs frontaliers ne
bénéficieront pas de l'allocation de rentrée. Le
ministre évoque les enfants de six ans nés au cours
de la deuxième moitié de l'année et pour lesquels
une réglementation a été élaborée. Je souligne que
cette réglementation ne s'applique pas aux enfants
de douze ans.
04.04 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Ik
begrijp dat de grensarbeiders de schoolpremie niet
zullen krijgen. De minister spreekt over de kinderen
van zes jaar die in de tweede helft van het jaar
geboren zijn en waarvoor een regeling werd
uitgewerkt. Ik wijs erop dat die regeling niet geldt
voor de twaalfjarigen.
Des centaines de foyers, surtout situés dans le
nord du Limbourg, sont hélas laissés pour compte.
Aux Pays-Bas, où ils payent des impôts, les
allocations familiales sont moins élevées que chez
nous. Or les enfants sont scolarisés en Belgique et
n'y ont pas accès à l'allocation de rentrée scolaire.

Les travailleurs frontaliers font d'ailleurs également
l'objet d'une discrimination fiscale, puisque le fisc
belge considère le revenu néerlandais comme un
revenu exonéré, de sorte que ces ménages ne
peuvent bénéficier des avantages fiscaux pour
personnes à charge.

Le gouvernement s'est empressé de faire un petit
cadeau juste avant les élections. Hélas, tous les
Belges n'y ont pas droit.
Honderden gezinnen ­ vooral in Noord-Limburg ­
blijven helaas in de kou staan. In Nederland, waar
zij belastingen betalen, is de kinderbijslag lager dan
bij ons. Ondertussen lopen de kinderen wel school
in België en missen ze hier de schoolpremie.


Grensarbeiders worden trouwens ook fiscaal
gediscrimineerd, omdat de Belgische fiscus van het
Nederlandse inkomen een vrijgesteld inkomen
maakt, zodat die gezinnen de fiscale voordelen
voor personen ten laste niet kunnen genieten


De regering heeft snel nog een cadeautje
uitgedeeld vlak voor de verkiezingen. Helaas niet
voor alle Belgen.
04.05 Jo Vandeurzen (CD&V) : Le gouvernement
n'a manifestement pas l'intention d'adapter le
système, ce qui sera évidemment très mal perçu
dans la région frontalière au nord du Limbourg, où
des centaines de parents travaillent aux Pays-Bas.
04.05 Jo Vandeurzen (CD&V): De regering is
blijkbaar niet van plan een aanpassing door te
voeren. Dit zal natuurlijk op de eerste plaats in de
grensstreek van Noord-Limburg, waar honderden
ouders in Nederland werken, pijnlijk hard worden
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
14
Lorsque le gouvernement emploie l'expression
« allocation de rentrée scolaire », il vise tout de
même à alléger les coûts pour quiconque envoie
ses enfants à l'école dans notre pays. Je regrette
que le gouvernement ne prenne aucune initiative
pour mettre fin à une discrimination évidente.
aangevoeld. Als de regering de naam
'schoolpremie' in de mond neemt, is het toch de
bedoeling de kosten te verlichten voor al wie zijn
kinderen in ons land school laat lopen. Ik betreur
dat de regering niets onderneemt om een duidelijke
discriminatie uit de wereld te helpen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Interpellation de M. Daniel Ducarme au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les quotas pour les étudiants de
médecine et les accords bilatéraux avec des
États-membres de l'Union européenne" (n° 935)
05 Interpellatie van de heer Daniel Ducarme tot
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de quota voor de
studenten geneeskunde en de bilaterale
overeenkomsten met lidstaten van de Europese
Unie" (nr. 935)
05.01 Daniel Ducarme (MR): Mon interpellation
vise à permettre une clarification de ce dossier.
Dans son libellé, j'ai délibérément fait preuve d'une
certaine candeur, en raison des informations
parues dans la presse et relayées dans les
universités ou hors du territoire national.
Le débat qui a agité la Communauté française et
les milieux universitaires au sujet du numerus
clausus
des études de médecine s'est traduit par la
mise en place de systèmes bizarres comme le
tirage au sort et une volonté d'améliorer la situation
en fonction des compétences du fédéral, avec la
nécessité d'obtenir de vous l'augmentation du
nombre d'attestations.

Estimez-vous qu'il y a un lien entre la politique du
numerus clausus en Communauté française et la
délivrance d'attestations permettant aux jeunes
d'obtenir à la fin de leurs études l'attestation
INAMI ? Mon sentiment est qu'il ne peut y en avoir
mais il semblerait que Mme Simonet fasse ce lien
lorsque, dans La Dernière Heure du 14 septembre
dernier, elle répond que vous avez déjà augmenté
les quotas en attribuant quarante attestations de
plus en 2013 par un arrêté du 20 juillet.
05.01 Daniel Ducarme (MR): Met mijn interpellatie
wil het mogelijk maken dat dit dossier wordt
uitgeklaard. Ik heb een en ander bewust voorzichtig
geformuleerd, gelet op de berichten die in de pers
zijn verschenen en die in de universiteiten en in het
buitenland werden verspreid.
De discussie die in de Franse Gemeenschap en de
universitaire kringen over de numerus clausus voor
geneeskundestudenten woedt, is uitgemond in de
invoering van vreemde regelingen, zoals de
lottrekking. Tevens wordt ernaar gestreefd de
situatie te verbeteren in het licht van de
bevoegdheden van de federale overheid, waarbij
het noodzakelijk is dat u met een verhoging van het
aantal attesten zou instemmen.
Vindt u dat er een verband is tussen het numerus
clausus
beleid in de Franse Gemeenschap en de
afgifte van attesten waardoor de jongeren na het
beëindigen van hun studie een RIZIV-attest kunnen
verkrijgen? Volgens mij mag er geen verband zijn,
maar mevrouw Simonet lijkt dat verband wel
degelijk te leggen wanneer zij in La Dernière Heure
van 14 september jongstleden antwoordt dat u de
quota al heeft opgetrokken door in een besluit van
20 juli voor 2013 veertig attesten meer toe te
kennen.
Avez-vous pris une telle disposition ? Si oui, a-t-elle
un effet sur une matière très sensible au niveau
fédéral ? Y a-t-il une répercussion en ce qui
concerne les attestations délivrées pour les
néerlandophones et les francophones ? Est-ce la
raison pour laquelle vous n'avez pas communiqué
le fait d'avoir délivré ces attestations ?
On me dit que le dossier aurait été examiné au
comité de concertation et que vous auriez été
chargé d'analyser la situation et de faire des
propositions. Est-ce exact ? Y a-t-il un lien direct
avec la préoccupation de la Communauté française
ou rentre-t-on dans le suivi du travail initié par la
Commission de planification et notamment le
Hebt u een dergelijke maatregel genomen? Zo ja,
heeft ze gevolgen voor een materie die op federaal
niveau erg gevoelig ligt? Beïnvloedt ze de attesten
die voor Nederlands- en Franstaligen worden
afgeleverd? Hebt u daarom niet meegedeeld dat u
die attesten hebt afgeleverd?

Naar verluidt werd het dossier door het
overlegcomité onderzocht en werd u gelast de
toestand te analyseren en voorstellen te doen.
Klopt dat? Bestaat er een rechtstreeks verband met
de bekommernissen van de Franse Gemeenschap
of past een en ander in het kader van de follow-up
van de werkzaamheden die door de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
15
rapport de mai 2005 ? Vu la problématique
frontalière et européenne en ce domaine, des
contacts bilatéraux ont-ils été pris avec d'autres
pays pour avoir des conventions particulières ?
Planningscommissie werden opgestart, met name
het rapport van mei 2005? Rekening houdend met
de Europese en de grensproblematiek ter zake,
vraag ik me af of er met andere landen bilaterale
contacten werden aangegaan teneinde specifieke
overeenkomsten te sluiten?
On pense en particulier au Luxembourg qui n'a pas
d'université, et qui forme ses universitaires dans les
universités francophones belges.
Ik denk in het bijzonder aan Luxemburg dat over
geen universiteit beschikt, waardoor veel
Luxemburgers een universitaire opleiding aan onze
Franstalige universiteiten volgen.
05.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Le
Conseil des ministres du 20 juillet 2006 a approuvé
un projet d'arrêté royal modifiant celui du 30 mai
2002 relatif à la planification de l'offre médicale, et
prévoyant 975 places de stage pour 2013. Ce
projet prévoit aussi d'élargir de 15 places
supplémentaires par an, pour la période 2007-
2012, le quota des médecins immunisés, c'est-à-
dire ceux qui ne vont pas entrer en ligne de
compte. La répartition entre néerlandophones et
francophones reste de 60-40.



Dans un nouveau projet d'arrêté royal, je compte
supprimer les sous-quotas, ce qui permettrait plus
de souplesse. A l'avenir, toute modification fera
l'objet de concertations avec les universités et le
secteur pour fixer les besoins réels dans le cadre
de la Commission de planification.

Sur le décret de la Communauté française du 16
juin 2006, ma compétence se limite au
contingentement des médecins en formation de
médecine spécialisée ou en médecine générale.
L'on prévoit de compléter l'arrêté royal du 30 mai
2002 pour résoudre les problèmes avec les
candidats luxembourgeois dans le contingentement
belge.
05.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Op de
Ministerraad van 20 juli 2006 werd een ontwerp van
koninklijk besluit houdende wijziging van het
koninklijk besluit van 30 mei 2002 betreffende de
planning van het aanbod van de tandheelkunde
aangenomen waarin het aantal stageplaatsen voor
2013 op 975 wordt vastgesteld. Dat ontwerp
bepaalt voorts dat het quotum van artsen zonder
RIZIV-terugbetaling, m.a.w. de artsen die niet in
aanmerking zullen worden genomen, in de periode
2007-2012 jaarlijks met 15 bijkomende plaatsen
wordt uitgebreid. De verdeling tussen Nederlands-
en Franstaligen blijft 60-40.
In een nieuw ontwerp van koninklijk besluit ben ik
zinnens de subquota's af te schaffen, waardoor we
meer soepelheid aan de dag zullen kunnen leggen.
In de toekomst zal over elke wijziging met de
universiteiten en de sector overleg worden
gepleegd teneinde de echte noden in het kader van
de Planningscommissie vast te stellen.
Wat het decreet van de Franse Gemeenschap van
16 juni 2006 betreft, ben ik enkel bevoegd voor de
contingentering van de artsen die een opleiding tot
specialist of tot huisarts volgen. We zijn van plan
het koninklijk besluit van 30 mei 2002 aan te vullen
om de problemen veroorzaakt door de
aanwezigheid van Luxemburgse kandidaten in de
Belgische contingentering te verhelpen.
Les candidats des États membres de l'Union
européenne où il n'existe qu'un cursus incomplet de
médecine seront considérés en Belgique hors du
contingentement, donc immunisés. Et je ne crois
pas que la France ou l'Allemagne renoncent à ces
cursus complets de médecine pour faire former
leurs médecins en Belgique !

Cette proposition a été étudiée au Comité de
concertation du 4 octobre sur la base d'un contact
bilatéral avec le Luxembourg.
La modification de l'arrêté royal nécessite un avis
de la Commission de planification fédérale et
l'approbation du Conseil des ministres.
De kandidaten van de lidstaten van de Europese
Unie waar slechts een onvolledige opleiding
geneeskunde bestaat, blijven in België buiten de
contingentering en genieten dus een vrijstelling. Ik
geloof trouwens niet dat Frankrijk of Duitsland
zouden afzien van hun volledige opleiding
geneeskunde om hun artsen in ons land te laten
opleiden!
Het voorstel werd op het Overlegcomité van 4
oktober besproken aan de hand van een bilateraal
contact met Luxemburg.
Het koninklijk besluit kan niet worden gewijzigd
zonder een advies van de federale
Planningscommissie en de goedkeuring door de
Ministerraad.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
16
05.03 Daniel Ducarme (MR): Merci pour votre
réponse qui permettra d'apporter des clarifications.
Un dernier point : il faut que les dispositions prises
et déjà communiquées au Luxembourg le soient
aussi à d'autres pays, notamment vers la France.
En effet, le ministre des Affaires étrangères français
a récemment indiqué que, face à la situation des
jeunes Français désireux de s'inscrire dans une
université belge, la France pourrait instaurer aussi
des quotas pour limiter nos inscriptions dans ses
universités. Si de telles mesures devaient être
prises, cela pourrait poser des problèmes à nos
jeunes. J'insiste pour que ce qui vient d'être
communiqué par le ministre soit transmis
officiellement aux ministres français de la Santé et
des Affaires étrangères.
05.03 Daniel Ducarme (MR): Dank voor uw
antwoord, dat een aantal verduidelijkingen mogelijk
maakt.
Nog een laatste punt: de genomen maatregelen,
waarvan Luxemburg al op de hoogte werd
gebracht, moeten ook aan andere landen,
waaronder Frankrijk, worden meegedeeld. De
Franse minister van Buitenlandse zaken heeft
recentelijk immers aangegeven dat, rekening
houdend met het feit dat Franse studenten zich aan
een Belgische universiteit wensen in te schrijven,
Frankrijk ook een quotaregeling zou kunnen
invoeren om het aantal inschrijvingen van
Belgische studenten aan de Franse universiteiten
te beperken. Zulke maatregelen zouden voor
Belgische jongeren wel eens tot problemen kunnen
leiden. Ik vraag nadrukkelijk dat deze gegevens
officieel aan de Franse ministers van
Volksgezondheid en Buitenlandse Zaken zouden
worden overgezonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
fraude sociale" (n° 12580)
06 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "sociale fraude" (nr. 12580)
06.01 Benoît Drèze (cdH): En réponse à une de
mes questions, M. Jamar m'avait indiqué que le
gouvernement s'était engagé à percevoir 80
millions d'euros supplémentaires pour la lutte
contre la fraude sociale en 2006.
Lors du Conseil des ministres de janvier 2004, le
gouvernement annonçait une approche résolue de
la fraude sociale par une meilleure prévention, des
contrôles accrus et des sanctions plus efficaces. Il
préconisait un renforcement de l'inspection, une
simplification de la réglementation et une réforme
du droit pénal social. L'engagement de 80
enquêteurs supplémentaires était prévu et un plan
stratégique unissant les différents services
d'inspection.

Cet objectif de 80 millions d'euros sera-t-il atteint
pour 2006 ? Les 80 enquêteurs supplémentaires
ont-ils été engagés et dans quel service? Quelles
sont les infractions le plus couramment détectées
via le renforcement des services d'enquête ?
06.01 Benoît Drèze (cdH): In antwoord op een
van mijn vragen, stelde de heer Jamar dat de
regering zich ertoe had verbonden in 2006 80
miljoen euro extra te innen in het kader van de strijd
tegen de sociale fraude.
Op een Ministerraad in januari 2004 kondigde de
regering een vastberaden aanpak van de sociale
fraude aan via een betere preventie, meer controles
en doeltreffender sancties. Zij wilde werk maken
van een versterking van de inspectiediensten, een
vereenvoudiging van de regelgeving en een
hervorming van het sociaal strafrecht. Er was
tevens een verbintenis om 80 extra
onderzoeksbeambten in dienst te nemen en er zou
ook een strategisch plan worden uitgewerkt waarbij
de diverse inspectiediensten zouden
samenwerken. Zal die doelstelling van 80 miljoen
euro in 2006 worden bereikt? Werden de 80 extra
onderzoekerbeambten in dienst genomen en zo ja,
in welke dienst? Welke inbreuken worden het
vaakst vastgesteld dank zij de versterking van de
onderzoeksdiensten?
06.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Au
conseil des ministres de Gembloux, nous avons
effectivement pris la décision de renforcer les
services chargés de lutter contre la fraude sociale :
l'inspection sociale du SPF Sécurité sociale, le
contrôle des lois sociales du SPF Emploi et
l'inspection de l'ONSS. Les examens de sélection
06.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Op de
Ministerraad van Gembloers hebben wij inderdaad
beslist de diensten die belast zijn met de strijd
tegen de sociale fraude te versterken: de sociale
inspectie van de FOD Sociale Zekerheid, de
controle van de sociale wetten van de FOD
Werkgelegenheid en de inspectie van de RSZ. De
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
17
ont été organisés par le Selor et les recrutements
sont en cours. Ils seront clôturés pour la fin 2006.
En mars 2006, le Conseil fédéral de lutte contre le
travail illégal et la fraude sociale et le Comité
fédéral de coordination, constitués par la loi du 3
mai 2003, ont été réformés pour créer un service
d'information et de recherche sociale. Ce service
doit élaborer annuellement un plan stratégique et
un plan opérationnel destinés à coordonner les
quatre services d'inspection chargés de lutter
contre la fraude sociale.
Le gouvernement s'est bien fixé comme objectif de
réaliser 80 millions d'euros supplémentaires dans la
lutte contre la fraude aux cotisations sociales et
allocations.
selectieproeven werden door Selor georganiseerd
en de indienstnemingen zijn aan de gang. Zij zullen
eind 2006 rond zijn.
In maart 2006 werden de Federale Raad voor de
strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude
en het Federale Coördinatiecomité, opgericht bij de
wet van 3 mei 2003, omgevormd tot een sociale
inlichtingen- en opsporingsdienst. Die dienst moet
jaarlijks een strategisch plan en een operationeel
plan opstellen die erop gericht zijn het werk van de
vier met de strijd tegen de sociale fraude belaste
inspectiediensten te coördineren.
De regering heeft zich wel degelijk tot doel gesteld
80 miljoen euro extra te innen in de strijd tegen de
fraude op het gebied van de sociale bijdragen en
de uitkeringen.
Les 40 millions d'euros de revenus
supplémentaires en matière de cotisations de
sécurité sociale, semblent, d'après nos estimations,
pouvoir être atteints en 2006.
Pour les 40 millions d'euros de revenus
supplémentaires en matière de récupération
d'allocations sociales, les données se trouvent au
sein de différentes institutions publiques de sécurité
sociale concernées. L'examen du rendement des
mesures prises par ces institutions laisse entrevoir
que l'objectif sera également atteint en 2006.

Il m'est difficile de vous donner un inventaire des
types de fautes. On retrouve, par exemple,
l'élaboration à grande échelle de faux C4, des
montants artificiellement élevés pour le calcul
d'indemnités, de nombreuses heures
supplémentaires non déclarées, des rémunérations
payées sous forme de frais, des filières de
travailleurs clandestins dans des secteurs comme
la rénovation, la restauration et la fruiticulture.
De veertig miljoen euro bijkomende inkomsten op
het stuk van de sociale zekerheidsbijdragen
kunnen volgens onze ramingen in 2006 worden
gehaald.
Wat de veertig miljoen extra inkomsten op het stuk
van de terugvordering van sociale toelagen betreft,
bevinden de gegevens zich bij de diverse betrokken
overheidsinstellingen van sociale zekerheid. Uit de
beoordeling van de opbrengst van de door die
instellingen genomen maatregelen blijkt dat de
doelstelling eveneens in 2006 zal worden bereikt.


Ik kan u moeilijk een overzicht van het soort fouten
geven. Zo worden er op grote schaal valse C4-
formulieren opgesteld, worden er kunstmatige hoge
bedragen voor de berekening van vergoedingen
genoteerd, worden er talrijke overuren niet
aangegeven, worden er lonen onder de vorm van
kosten uitbetaald en bestaan er netwerken van
clandestiene werkkrachten in sectoren zoals de
renovatie, het restaurantbedrijf en de fruitteelt.
06.03 Benoît Drèze (cdH): J'espère qu'au 31
décembre 2006, on pourra constater que les
objectifs ont été atteints.
06.03 Benoît Drèze (cdH): Ik hoop dat we op 31
december 2006 zullen kunnen vaststellen dat de
doelstellingen werden gehaald.
L'incident est clos.

Le président: La question n°12620 de Mme
Dominique Tilmans est reportée.
Het incident is gesloten.

De voorzitter: Vraag nr. 12.620 van mevrouw
Dominique Tilmans wordt uitgesteld.
07 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "le
remboursement de prothèses coûteuses"
(n° 12691)
07 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van dure prothesen"
(nr. 12691)
07.01 Benoît Drèze (cdH): Lors de la commission
des Affaires sociales du 15 mars dernier, j'avais
promis de vous écrire, mais n'ai toujours pas
07.01 Benoît Drèze (cdH): Tijdens de commissie
voor de Sociale Zaken van 15 maart beloofde ik u
te schrijven, maar ik heb nog steeds geen antwoord
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
18
obtenu de réponse. Il s'agit du remboursement de
prothèses coûteuses non reprises dans la
nomenclature de l'INAMI et pour lesquelles toutes
les structures concernées refusent de le faire.
Un exemple : le type de prothèse C-Leg coûte
25.000 euros. Le 15 mars dernier, vous avez
confirmé que ce type de prothèse n'était pas
remboursé, tout en évoquant la possibilité d'en
revaloriser le remboursement à l'avenir.
Vu les perspectives favorables pour le budget 2007
des soins de santé, l'ouverture que vous avez
évoquée le 15 mars est-elle devenue possible ?
gekregen. Mijn vraag betreft de terugbetaling van
dure prothesen die niet in de Riziv-nomenclatuur
zijn opgenomen en die door alle betrokken
structuren wordt geweigerd.
Een voorbeeld: een prothese `C-Leg' kost 25.000
euro. Op 15 maart bevestigde u dat dat deze
prothese niet wordt terugbetaald, maar dat dat in de
toekomst wel kan worden overwogen.

Gezien de gunstige vooruitzichten van de begroting
voor de gezondheidszorg in 2007, vraag ik me af of
de mogelijkheid waarover u het op 15 maart had nu
concreet bestaat.
07.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Avant l'été, je suis venu présenter le projet de loi
« Santé » avec une nouvelle procédure de prise en
charge des implants et dispositifs médicaux par
l'assurance obligatoire. Le but est une meilleure
protection des bénéficiaires et une plus grande
transparence pour les utilisateurs. Il fait partie de
mes priorités de mieux rembourser certains types
de prothèses. Outre l'aspect financier des
prothèses, il ne faut pas négliger la sécurité des
patients et l'adéquation entre leur mise en place et
leur coût. Grâce à la nouvelle procédure, un délai
maximum de 270 jours pour le traitement des
dossiers de demande d'inscription sur la liste des
implants remboursables a été fixé.
07.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Vóór de
zomer heb ik het wetsontwerp `Gezondheid' hier
voorgesteld. Het omvat een nieuwe procedure voor
de terugbetaling van implantaten en medische
hulpmiddelen door de verplichte verzekering. Het
doel bestaat erin de rechthebbenden beter te
beschermen en de gebruikers meer duidelijkheid te
bieden. Eén van mijn prioriteiten bestaat erin
bepaalde soorten prothesen beter terug te betalen.
Naast de kostprijs van de prothesen verdienen ook
de veiligheid van de patiënten en de afstemming
tussen het gebruik en de kostprijs van de prothesen
onze aandacht. Dankzij de nieuwe procedure werd
een maximumtermijn van 270 dagen vastgelegd
voor de behandeling van dossiers waarin de
inschrijving op de lijst van terugbetaalbare
implantaten wordt gevraagd.
La problématique des implants et des prothèses
coûteuses est compliquée ; des actions « one
shot » de remboursement ponctuel de telle ou telle
prothèse, ne sont, à mon avis, pas la bonne
manière de travailler. Il faut plutôt une analyse
globale qui tienne compte des possibilités
budgétaires et des modalités pratiques
d'application. Voilà la méthodologie.
Het probleem betreffende de implantaten en de
dure prothesen is ingewikkeld; oneshotbeslissingen
waarbij voor de terugbetaling van deze of gene
prothese wordt gekozen, vormen volgens mij niet
de aangewezen weg. Er is veeleer nood aan een
alomvattende analyse die rekening houdt met de
budgettaire mogelijkheden en de praktische
uitvoerbaarheid. Tot daar voor wat de methode
betreft.
07.03 Benoît Drèze (cdH): Je souscris à votre
raisonnement, mais vous invite à réfléchir sur
l'aspect de l'activité professionnelle évoquée. Ce
critère est peut-être neuf en matière de sécurité
sociale. Mais dans une sécurité sociale moderne,
prospective, qui s'intéresse aussi au taux d'emploi,
cela mériterait réflexion.
07.03 Benoît Drèze (cdH): Ik kan me terugvinden
in uw redenering, maar vraag u na te denken over
het aangehaalde aspect van de beroepsactiviteit.
Voor de sociale zekerheid gaat het wellicht om een
nieuw criterium. Een moderne, toekomstgerichte
sociale zekerheid, die ook oog heeft voor de
werkgelegenheidsgraad, zou hieraan echter de
nodige aandacht moeten besteden.
07.04 Rudy Demotte , ministre (en français) : Je
trouve ce thème intéressant mais il peut aussi
conduire au choix productiviste de privilégier les
personnes qui ont davantage de rentabilité socio-
économique pour la société. Il faut donc rester
attentif !
07.04 Minister Rudy Demotte (Frans): Dit is een
boeiend onderwerp, maar we moeten ons ervoor
hoeden niet af te glijden naar een louter op
productie gerichte benadering, die personen
bevoordeelt die vanuit sociaaleconomisch oogpunt
rendabeler zijn voor de maatschappij.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
19
Vous connaissez les débats en Angleterre sur la
prise en charge des patients âgés. Avec ce type de
raisonnement, nous risquons aussi d'arriver à ce
genre de problème
U weet welke discussies in Engeland over de
opvang van bejaarde patiënten worden gevoerd.
Een dergelijke redenering houdt het gevaar in dat
we ook hier met dergelijke toestanden zullen te
maken krijgen.
07.05 Benoît Drèze (cdH): L'approche à privilégier
est celle à partir du patient. Dans le cas qui
m'occupe, il s'agit d'un kinésithérapeute pour qui
l'activité professionnelle et l'utilité aux autres sont
fondamentales pour son équilibre.
07.05 Benoît Drèze (cdH): We moeten de
voorkeur geven aan een patiëntgerichte
benadering. In het geval dat ik voor ogen heb, gaat
het om een kinesitherapeut die in zijn
beroepsbezigheid en zijn inzet voor de anderen
een persoonlijk evenwicht bereikt.
07.06 Rudy Demotte , ministre (en français) : Oui,
mais nous ne pourrons jamais définir une approche
normative basée sur une typologie précise d'activité
professionnelle. Imaginez que, demain, dans le
remboursement des prothèses, un des critères soit
l'usage de cette prothèse à des fins de remise au
travail. Il faut se préoccuper du contexte
philosophique que j'ai déjà suffisamment décrit.
07.06 Minister Rudy Demotte (Frans): Ja, maar
we zullen nooit een normatieve benadering kunnen
vaststellen die op een nauwkeurige typologie van
de beroepsactiviteit berust. Stel u voor dat morgen
een prothese enkel zou terugbetaald worden als ze
ertoe bijdraagt dat men opnieuw aan de slag kan.
Men mag de filosofische context waar ik het al zo
vaak over gehad heb, niet uit het oog verliezen.
07.07 Benoît Drèze (cdH): Je vous invite à
réfléchir au rôle du médecin-conseil dans ce débat.
07.07 Benoît Drèze (cdH): Ik maan u aan om u
naar aanleiding van dit debat over de rol van de
adviserende geneesheer te bezinnen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Luk Van Biesen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la violation de mon immunité parlementaire par
la consultation de mes e-mails" (n° 12710)
08 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de schending van mijn parlementaire
onschendbaarheid door de inzage in mijn e-
mailverkeer" (nr. 12710)
08.01 Luk Van Biesen (VLD) : Début février, j'ai
posé une vingtaine de questions relatives au
fonctionnement de l'Office national de sécurité
sociale. Ces questions portaient essentiellement
sur les difficultés et les irrégularités survenues dans
le cadre de la vente de biens immeubles, la
nomination et la rémunération illicites de membres
du personnel du service de sécurité et d'hygiène et
la désignation de la société Ictinos en vue de la
mise au point de systèmes de gestion des
ressources humaines, mission que cette société n'a
pas été en mesure de mener à bien. D'importants
fonds publics ont ainsi été gaspillés. À la suite de la
réponse détaillée que m'a fournie le ministre, j'ai
formulé quelques questions écrites
complémentaires.

J'ai constaté que l'ONSS ne tire pas les leçons de
ses problèmes mais ne manque par contre pas de
vérifier par qui j'en ai été informé. Des avocats sont
également venus me trouver pour me demander de
ne plus poser de questions à ce sujet.
08.01 Luk Van Biesen (VLD): Begin februari
stelde ik een twintigtal vragen over de werking van
de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Die vragen
handelden hoofdzakelijk over de moeilijkheden en
onregelmatigheden bij de verkoop van onroerende
goederen, de onterechte benoeming en verloning
van mensen bij de dienst Hygiëne en Veiligheid en
de aanstelling van de firma Ictinos om HR-
managementsystemen te creëren, maar daar niet in
slaagde. Heel wat overheidsgeld ging hiermee
verloren. Ik kreeg een uitvoerig antwoord van de
minister en stelde een aantal opvolgingsvragen
schriftelijk.




Ik heb vastgesteld dat de RSZ geen lessen trekt uit
dit alles, maar wel nagaat wie mij de informatie
verstrekt heeft. Men stuurde ook een groep
advocaten op mij af met het verzoek hierover geen
vragen meer te stellen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
20

À la demande de l'ONSS, la société Smals-Mvm,
qui gère les serveurs de messagerie de ce dernier,
a même fourni en date du 24 février 2006 une liste
des courriers électroniques que j'ai échangés avec
l'ONSS. Différents fonctionnaires ont ensuite subi
un interrogatoire. Les faits sont très graves étant
donné que je bénéficie de l'immunité parlementaire.
L'ONSS m'a encore demandé cette semaine, après
le dépôt de cette question, d'envoyer ma
correspondance directement à la direction de
l'ONSS. Je demande l'intervention du ministre de
tutelle.

Op vraag van de RSZ heeft Smals-Mvm, het bedrijf
dat de mailservers van de RSZ beheert, op 24
februari 2006 zelfs een lijst van mijn e-mailverkeer
met de RSZ doorgestuurd naar de RSZ.
Verschillende ambtenaren werden daarop aan een
verhoor onderworpen. Dit alles is zeer ernstig, want
ik val onder de regel van de parlementaire
onschendbaarheid. De RSZ heeft mij deze week -
nadat ik deze vraag had ingediend - nog benaderd
met de vraag om mijn brieven rechtstreeks naar de
directie van de RSZ te sturen. Ik vraag de
toezichthoudende minister om tussenbeide te
komen.
Le ministre peut-il me faire savoir en quoi consistait
précisément la mission dévolue à Smals-Mvm ?
Quel juge d'instruction a ordonné à Smals-Mvm de
vérifier mes flux de courriels avec l'ONSS et quand
l'a-t-il fait ? Quel premier président de la cour
d'appel a donné préalablement son autorisation
écrite et quand l'a-t-il fait ? Quand le président de la
Chambre a-t-il été informé qu'une enquête était
prévue ? S'il apparaît que la procédure légale n'a
pas été respectée, le ministre peut-il me faire savoir
qui a donné cet ordre à Smals-Mvm ? Quelles
démarches le ministre va-t-il entreprendre à
l'encontre de la direction de l'ONSS ?
Kan de minister mij meedelen hoe de opdracht aan
Smals-Mvm precies luidde? Welke
onderzoeksrechter gaf Smals-Mvm de opdracht
mijn e-mailverkeer met de RSZ na te trekken en
wanneer? Welke eerste voorzitter bij het hof van
beroep gaf hiervoor zijn voorafgaande schriftelijke
toestemming en wanneer? Wanneer werd de
Kamervoorzitter geïnformeerd over het geplande
onderzoek? Mocht blijken dat de wettelijke
procedure niet is nageleefd, kan de minister mij dan
meedelen wie de opdracht gaf aan Smals-Mvm?
Welke stappen zal de minister ondernemen tegen
de directie van de RSZ?
08.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
En tant que parastatal, l'ONSS est un organisme
indépendant auquel je ne puis demander que des
rapports. Lorsque des questions posées au
Parlement concernent l'ONSS, je demande à cet
organisme l'autorisation de disposer du dossier.
L'ONSS a su assez rapidement qu'une question
parlementaire lui était posée puisque la réponse du
ministre provient de ce parastatal. L'ONSS n'a
jamais mené d'enquête ni réalisé d'inventaire
concernant les échanges de courriels ou la boîte
électronique de M. Van Biesen.
08.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
RSZ is een parastatale instelling. Het is een
onafhankelijke instelling waaraan ik enkel
verslagen kan vragen. Als er in het Parlement
vragen worden gesteld over de RSZ, vraag ik de
RSZ om over het dossier te mogen beschikken. Dat
de RSZ vrij snel op de hoogte was van de
parlementaire vraag over de RSZ, is een gevolg
van het feit dat het antwoord van de minister
verloopt via de RSZ.. De RSZ heeft nooit de
mailwisseling of de elektronische postbus van de
heer Van Biesen onderzocht of geïnventariseerd.
Il est exact qu'après la diffusion, dans la presse et
sur le site internet du membre, de données
personnelles relatives à ses collaborateurs, l'ONSS
a ouvert une enquête pour déceler qui a
éventuellement abusé du réseau de l'Office
national pour transmettre à des tiers des
informations qui sont à la fois incorrectes et qui
portent préjudice à l'honneur, à la dignité et à la vie
privée des personnes concernées. Ces données
étaient en effet à ce point personnelles qu'elles ne
pouvaient venir que de l'ONSS lui-même.

Dans le cadre de cette enquête, plusieurs
messages électroniques ont été localisés. Ils
semblaient avoir été envoyés de l'adresse d'un
collaborateur et destinés au député. Ces messages
Het klopt dat de RSZ, na het verspreiden van
persoonlijke gegevens van haar medewerkers in de
pers en op de website van het lid, een onderzoek
gestart heeft om te achterhalen wie het netwerk van
de Rijksdienst eventueel misbruikt heeft om
informatie aan derden door te geven die
tegelijkertijd onjuist is en de eer, de waardigheid en
de privacy van de betrokken personen schaadt.
Deze gegevens waren immers zo persoonlijk dat ze
enkel van binnen de RSZ afkomstig konden zijn.


In het kader van dit onderzoek zijn een aantal
elektronische boodschappen gelokaliseerd. Ze
bleken afkomstig van het adres van een
medewerker en gericht aan het Kamerlid. Deze
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
21
n'ont été ni ouverts, ni lus. Le collaborateur a été
entendu sur la base du principe que les courriels
revêtent un caractère professionnel. L'enquête n'a
pas encore été clôturée et le contenu des
messages est toujours secret.

Étant donné que l'ONSS n'a pas contrôlé la boîte
aux lettres électronique du membre, les autres
questions sont sans objet. Je pense qu'une
procédure judiciaire sera entamée.
berichten zijn noch geopend, noch gelezen. De
medewerker is gehoord, omdat men ervan uitgaat
dat de mails een beroepsmatig karakter vertonen.
Het onderzoek is nog niet afgesloten en de inhoud
van de berichten is nog steeds geheim.

Aangezien de RSZ de mailbox van het lid niet
gecontroleerd heeft, zijn de andere vragen zonder
voorwerp. Ik denk dat er een gerechtelijke
procedure opgestart zal worden.
08.03 Luk Van Biesen (VLD) : Provisoirement,
cette réponse me satisfait.
08.03 Luk Van Biesen (VLD): Hiermee weet ik
voorlopig genoeg.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Benoît Drèze au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
norme de croissance sous-jacente dans les
soins de santé" (n° 12734)
09 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de onderliggende groeinorm in de
gezondheidszorg" (nr. 12734)
09.01 Benoît Drèze (cdH): En commission des
Affaires sociales, l'année dernière à la même
époque (question n° 8668 du 26 octobre 2005), je
vous interrogeais sur une tendance de croissance
sous-jacente des dépenses de soins de santé à
hauteur de 3% hors inflation en 2006. Vous aviez
indiqué qu'avec un tel chiffre la durabilité du
système était davantage garantie que si nous
laissions filer les dépenses. Mais alors que 2007
est l'année pendant laquelle une nouvelle norme de
croissance de 2,8% devrait s'appliquer, vous
campez explicitement sur une norme de croissance
de 4,5%. Pourquoi ce revirement ?

Par ailleurs, un nombre important de postes de
dépenses dans le surplus budgétaire 2007
n'entreront en vigueur qu'au 1
er
juillet 2007.
09.01 Benoît Drèze (cdH): Vorig jaar rond deze
tijd ondervroeg ik u in de commissie voor de
Sociale Zaken (vraag nr. 8668 van 26 oktober
2005) over een onderliggende groeitrend van de
uitgaven voor de gezondheidszorg ten belope van 3
procent buiten indexering in 2006. U antwoordde
toen dat, rekening houdend met een dergelijke
groei, de duurzaamheid van de regeling beter
gevrijwaard wordt dan wanneer men de uitgaven
ongecontroleerd laat toenemen. Vanaf 2007 zou
echter een nieuwe groeinorm van 2,8 procent van
toepassing worden, maar u blijft nadrukkelijk aan
een groeinorm van 4,5 procent vasthouden.
Vanwaar die ommekeer?
Overigens zal een groot aantal uitgavenposten in
het begrotingsoverschot 2007 pas op 1 juli 2007
van kracht worden.
Ne risque-t-on pas de créer un dépassement non
voulu du budget pour les années 2008 et
suivantes?
Riskeert men de begroting voor 2008 en de
volgende jaren niet ongewild te overschrijden?
09.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'objectif budgétaire 2007 est de 4,5% plus
inflation. Il est en tout point conforme à la norme de
croissance telle que définie dans l'accord du
gouvernement.

La croissance réelle, qui serait de l'ordre de 6,8%
en 2006 par rapport à 2005, se calcule par rapport
aux comptes de l'année précédente tandis que la
norme de croissance se calcule par rapport à
l'objectif budgétaire. On peut estimer que les
dépenses d'assurance maladie sont maîtrisées
puisqu'elles se situent en dessous de ce seuil pour
la seconde année consécutive.
09.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
begrotingsdoelstelling voor 2007 bedraagt 4,5
procent plus inflatie. Dat stemt volledig overeen met
de groeinorm die in het regeerakkoord werd
vooropgesteld.
De reële groei, die in 2006 6,8 procent zou
bedragen in vergelijking met 2005, wordt in
verhouding tot de rekeningen van het voorafgaande
jaar berekend, terwijl de groeinorm in verhouding
tot de begrotingsdoelstelling wordt berekend. Men
kan ervan uitgaan dat de uitgaven voor de
ziekteverzekering onder controle zijn, vermits ze
voor het tweede opeenvolgende jaar onder die
drempel liggen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25/10/2006
CRABV 51
COM 1073
22

En 2007, la différence entre l'objectif et l'estimation
technique est de 293 millions d'euros ­ cette marge
étant consacrée au financement des nouveaux
besoins, en dehors des 20 millions d'euros destinés
à porter la provision de stabilité à 100 millions
d'euros. Là encore, il n'y a pas de trace de normes
sous-jacentes.
In 2007 bedraagt het verschil tussen de doelstelling
en de technische raming 293 miljoen euro ­ die
marge is bestemd voor de financiering van de
nieuwe behoeften, naast de twintig miljoen euro die
werden uitgetrokken om de stabiliteitsprovisie op
100 miljoen te brengen. Daar is evenmin sprake
van onderliggende normen.
Deuxièmement, je ne vois pas l'évolution de
l'augmentation de la part prise par les dépenses de
santé dans le PIB de manière aussi négative que
vous. Nous restons bien en dessous des normes
américaines. La plupart des pays voisins
connaissent ou ont connu soit des déficits
importants en termes cumulés, soit d'importantes
réformes qui ont conduit à une privatisation partielle
des soins de santé. Notre situation n'est pas du tout
comparable. Nous nous comportons, sous cet
angle, beaucoup mieux.
Quant à savoir si cette norme de 4,5% sera
maintenue après 2007, pour différentes raisons
d'ordre politico-économique, je ne suis pas à même
de vous le dire. Par contre, je peux vous dire que
ce qu'il importe à un ministre en place et à un
gouvernement, c'est de veiller à ce que le "trend"
de dépenses soit maîtrisé. C'est ce à quoi j'ai
travaillé. Il faut également veiller à ce qu'il y ait une
réserve. Les données pour 2007 permettent de
conclure que ce contrat semble rempli.
Ten tweede schat ik de evolutie van de verhoging
van het aandeel van de gezondheidsuitgaven in het
BBP niet zo negatief in als u. Wij blijven duidelijk
onder de Amerikaanse normen. De meeste
buurlanden werden of worden met grote
gecumuleerde tekorten geconfronteerd of hebben
grootscheepse hervormingen doorgevoerd die tot
een gedeeltelijke privatisering van de
gezondheidszorg hebben geleid. De situatie in ons
land is helemaal niet vergelijkbaar. Wij doen het uit
dat oogpunt veel beter.
Om diverse redenen van politiek-economische aard
kan ik u niet zeggen of de norm van 4,5 procent na
2007 zal worden gehandhaafd. Ik kan u
daarentegen wel zeggen dat het belangrijk is dat de
minister en de regering erop toezien dat de
"uitgaventrend" in de hand wordt gehouden. Daar
heb ik aan gewerkt. Men moet ook toezien op het
aanleggen van een reserve. Uit de gegevens voor
2007 kan worden afgeleid dat het erop lijkt dat de
doelstelling zal worden gehaald.
Troisièmement, il ne faut pas se livrer à de
mauvaises interprétations des propos tenus. Il n'est
pas exact de dire que de nombreuses dépenses ne
seraient comptabilisées que partiellement en 2007.
Cette technique ne concerne que 14 des 120
mesures approuvées par le Conseil général. En
outre, de nombreuses autres mesures ont été
budgétisées en années pleines mais n'entreront
sans doute en vigueur que dans le courant de
l'année 2007.
Au total, ces mesures projetées en années pleines
représentent un surcoût de 20 millions d'euros à
mettre en balance avec les 309 millions d'euros
dégagés pour le financement du Fonds pour
l'avenir des soins de santé et les marges de
manoeuvre que l'on peut chiffrer à 20 millions
d'euros environ, ce qui veut dire que nous serons
dans un jeu à somme nulle.
Ten derde mag men de uitlatingen niet verkeerd
interpreteren. De bewering dat tal van uitgaven
slechts gedeeltelijk in 2007 zullen geboekt worden,
is onjuist. Die techniek wordt slechts op 14 van de
120 door de Algemene Raad goedgekeurde
maatregelen toegepast. Bovendien werden vele
andere maatregelen in volle jaren in de begroting
opgenomen, ook al treden ze waarschijnlijk pas in
de loop van 2007 in werking.

In totaal zijn die maatregelen die in volle jaren
werden geboekt, goed voor een meerkost van 20
miljoen euro die moet afgewogen worden tegen de
309 miljoen euro die werden vrijgemaakt voor de
financiering van het Zilverzorgfonds en de
budgettaire ruimte die op ongeveer 20 miljoen euro
kan geraamd worden. Dat betekent dat het
eindresultaat een evenwicht is.
09.03 Benoît Drèze (cdH)
: Quand cette
assemblée a approuvé à l'unanimité les travaux sur
le vieillissement, il aurait été plus prudent de dire
que la nouvelle norme de 2,8 % s'appliquerait à
partir de janvier 2008. Il y avait en effet une
contradiction avec la déclaration gouvernementale
sur la dernière année de législature.
09.03 Benoît Drèze (cdH): Toen deze assemblee
de werkzaamheden over de vergrijzing unaniem
goedkeurde, had men er voorzichtiger aan gedaan,
indien men gesteld had dat de nieuwe norm van 2,8
procent in januari 2008 zou ingaan. Dat was
inderdaad in tegenspraak met de
regeringsverklaring voor het laatste jaar van deze
zittingsperiode.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1073
25/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
Pour le reste, il est vrai que des pays voisins
connaissent des difficultés. Cependant, en termes
de tendances, nous étions sous la moyenne
européenne et nous nous retrouvons dans cette
moyenne. Si le gouvernement suivant adopte une
norme de croissance de 4,5 %, nous serons dans
dix ans à 12 % du produit intérieur brut et, dans
vingt ans, au niveau actuel des États-Unis.
Overigens klopt het dat onze buurlanden het
moeilijk hebben. Maar wat de tendensen betreft,
bevonden we ons onder het Europese gemiddelde
en behoren we thans tot de Europese middenmoot.
Indien de volgende regering een groeinorm van 4,5
procent aanhoudt, zullen we over tien jaar 12
procent van het bruto binnenlands product bereiken
en over twintig jaar het huidige niveau van de
Verenigde Staten.
09.04 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Nous verrons où en seront les États-Unis et les
autres pays de l'Union européenne dans vingt ans.
Nous devons être attentifs aux évolutions. Les
soins de santé sont sans doute la matière la plus
imprévisible en termes de budget. En outre,
indépendamment des évolutions aux États-Unis et
en Europe, nous pourrions très bien diminuer la
part du PIB consacrée aux soins de santé.
09.04 Minister Rudy Demotte (Frans): We zullen
afwachten waar de Verenigde Staten en de andere
landen van de Europese Unie over 20 jaar zullen
staan. We moeten de evoluties op de voet volgen.
Gezondheidszorg is ongetwijfeld het beleidsdomein
waarvoor het moeilijkst voorspellingen voor de
begroting kunnen gemaakt worden. Los van de
evolutie in de Verenigde Staten en Europa, kunnen
we bovendien gemakkelijk snoeien in het deel van
het bbp dat naar gezondheidszorg gaat.
Il faut savoir quel est l'ordre de priorité sociale.
Voulons-nous, par exemple, que les coûts de
certains soins de santé soient supportés par les
patients ? Les personnes démunies ne pourront
pas se faire soigner et cela coûtera moins cher en
termes de PIB.

La lecture tendancielle des chiffres PIB est
complexe. Je suis plutôt attaché aujourd'hui à la
maîtrise des coûts, question délicate car, quelle
que soit l'approche, les personnes affectées par les
mesures prises sont toujours mécontentes.
Het gaat om het maken van maatschappelijke
keuzes. Willen we, bijvoorbeeld, dat bepaalde
gezondheidszorgkosten door de patiënten worden
gedragen? De minder gegoeden zullen in dat geval
uit de boot vallen en zo'n beleidskeuze zal, in
termen van het BBP, minder kosten.

Het afleiden van bepaalde trends uit de cijfers van
het BBP is een complexe aangelegenheid. Daarom
hecht ik vandaag meer belang aan de
kostenbeheersing, die een delicaat evenwichtspel
is. De door de maatregelen getroffen mensen zijn
immers altijd ontevreden.
09.05 Benoît Drèze (cdH): Vous avez quand
même repris la maîtrise du budget après le difficile
exercice 2004. Mon parti vous donne rendez-vous
après les élections pour discuter des perspectives
au cours de la prochaine législature.


L'incident est clos.
09.05 Benoît Drèze (cdH): Na het moeilijke
begrotingsjaar 2004 bent u er toch in geslaagd de
budgettaire touwtjes weer in handen te nemen. We
spreken graag af na de verkiezingen om het te
hebben over de vooruitzichten voor de volgende
regeerperiode;

Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se
termine à 12 h 00.
De bespreking van de vragen en interpellaties
eindigt om 12.00 uur.

Document Outline