CRABV 51 COM 1071
CRABV 51 COM 1071
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
S
ANTÉ PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIÉTÉ
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
mardi dinsdag
24-10-2006 24-10-2006
Après-midi Namiddag

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
i


SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'utilisation erronée des services des soins
intensifs et de réanimation" (n° 12293)
1
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het verkeerd gebruik van de diensten
intensieve zorg en reanimatie" (nr. 12293)
1
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le système d'autocontrôle et de traçabilité dans le
secteur de la viande" (n° 12328)
3
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het systeem van autocontrole en
traceerbaarheid in de vleessector" (nr. 12328)
3
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la 'responsabilité sans faute' des médecins"
(n° 12329)
4
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de no-faultaansprakelijkheid van artsen"
(nr. 12329)
4
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'absence d'assise sociale à l'abattage rituel sans
anesthésie" (n° 12355)
5
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het ontbreken van een maatschappelijk
draagvlak voor onverdoofd ritueel slachten"
(nr. 12355)
5
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Yolande Avontroodt au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les soins du diabète de type 2" (n° 12380)
7
Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de type-2-diabeteszorg" (nr. 12380)
7
Orateurs:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Yolande Avontroodt, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Mark Verhaegen au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "les
problèmes concernant les formulaires de
déclaration de l'AFSCA" (n° 12385)
9
Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen met de aangifteformulieren
van het FAVV" (nr. 12385)
9
Orateurs: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Mark Verhaegen, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la réforme de la
cardiologie" (n° 12534)
10
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de hervorming
van de cardiologie" (nr. 12534)
10
- Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme
des centres de cardiologie" (n° 12628)
10
- mevrouw Dominique Tilmans aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de centra voor cardiologie"
(nr. 12628)
10
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
ii
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme de
la cardiologie" (n° 12655)
10
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de cardiologie" (nr. 12655)
10
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Dominique Tilmans, Benoît Drèze
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Dominique Tilmans,
Benoît Drèze
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"le remboursement du vaccin contre le cancer du
col de l'utérus" (n° 12417)
19
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van het vaccin tegen
baarmoederhalskanker" (nr. 12417)
19
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'utilisation du CT-scan et de la RMN" (n° 12421)
20
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gebruik van de CT-scan en de NMR"
(nr. 12421)
20
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Maggie De Block au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"la consommation de médicaments dans les
maisons de repos" (n° 12422)
21
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het geneesmiddelenverbruik in rustoorden"
(nr. 12422)
21
Orateurs: Maggie De Block, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Maggie De Block, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
22
Samengevoegde vragen van
22
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le syndrome de
fatigue chronique" (n° 12450)
22
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 12450)
22
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la recherche
scientifique récente sur le syndrome de fatigue
chronique (SFC)" (n° 12653)
22
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
recente wetenschappelijk onderzoek met
betrekking tot het chronisch
vermoeidheidssyndroom (CVS)" (nr. 12653)
22
Orateurs: Luc Goutry, Magda De Meyer,
Rudy Demotte
, ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique
Sprekers: Luc Goutry, Magda De Meyer,
Rudy Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Véronique Ghenne à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'information
du consommateur quant à des substances
chimiques contenues dans les cosmétiques"
(n° 12484)
24
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de informatie voor de
verbruiker inzake chemische stoffen in cosmetica"
(nr. 12484)
24
Orateurs:
Véronique Ghenne, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Véronique Ghenne, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une étude portant sur les avantages
des hôpitaux de petite taille" (n° 12495)
26
Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "een onderzoek naar de voordelen van kleine
ziekenhuizen" (nr. 12495)
26
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
iii
Orateurs:
Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Annemie Turtelboom, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Questions jointes de
27
Samengevoegde vragen van
27
- M. Yvan Mayeur au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
financement du Fonds de lutte contre le
tabagisme" (n° 12579)
27
- de heer Yvan Mayeur aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
financiering van het Fonds ter bestrijding van het
tabaksgebruik" (nr. 12579)
27
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'industrie du
tabac et la Fondation Rodin" (n° 12648)
27
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tabaksindustrie en de Rodinstichting" (nr. 12648)
27
Orateurs: Yvan Mayeur, Karin Jiroflée, Rudy
Demotte
, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Yvan Mayeur, Karin Jiroflée, Rudy
Demotte
, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'examen d'admission pour les kinésithérapeutes"
(n° 12533)
28
Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toelatingsexamen voor kinesisten" (nr. 12533)
28
Orateurs: Luc Goutry, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique, Daniel Ducarme
Sprekers: Luc Goutry, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, Daniel Ducarme
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
1


COMMISSION DE LA SANTÉ
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIÉTÉ
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
du
MARDI
24
OCTOBRE
2006
Après-midi
______
van
DINSDAG
24
OKTOBER
2006
Namiddag
______



La discussion des questions et interpellations est
ouverte à 14 h 27 sous la présidence de M. Luc
Goutry.
De vergadering wordt geopend om 14.27 uur en
voorgezeten door de heer Luc Goutry.
01 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'utilisation erronée des services
des soins intensifs et de réanimation" (n° 12293)
01 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het verkeerd gebruik van de diensten
intensieve zorg en reanimatie" (nr. 12293)
01.01 Maggie De Block (VLD) : Une étude basée
sur des données datant de la période 2001-2004 a
montré qu'il existe de grandes différences dans
l'utilisation des services de réanimation et de soins
intensifs. Le rapport annuel 2005 de l'INAMI montre
par ailleurs que les deux services sont souvent
utilisés erronément. Certains hôpitaux continuent à
accueillir au département des soins intensifs des
patients qui ont subi une petite intervention. Cette
utilisation erronée des services coûte 1,9 millions
supplémentaires par an à l'assurance maladie.

En 2005, le ministre s'est engagé à faire parvenir le
rapport à tous les médecins chefs des hôpitaux
généraux de sorte que ceux-ci puissent l'évaluer à
l'aune de leur pratique. Si les procédures n'étaient
pas ou insuffisamment adaptées, le service
d'Évaluation et de Contrôle médicaux interviendrait.
Quelles actions ce service a-t-il déjà entreprises ?


Le ministre a-t-il examiné comme promis si les
techniques de réanimation peuvent être intégrées
aux montants de référence ? D'autres actions ont-
elles également été entreprises pour limiter les
dépenses ?
01.01 Maggie De Block (VLD): Uit een studie op
basis van gegevens uit de periode 2001-2004 is
gebleken dat er grote verschillen bestaan in het
gebruik van de diensten reanimatie en intensieve
zorgen. Het jaarrapport 2005 van het Riziv toont
bovendien aan dat beide diensten vaak verkeerd
gebruikt worden. Sommige ziekenhuizen nemen
nog altijd patiënten die een kleine ingreep hebben
ondergaan, op in de afdeling intensieve zorgen. Dit
alles kost de ziekteverzekering 1,9 miljoen extra per
jaar.


In 2005 beloofde de minister mij dat het rapport aan
alle hoofdgeneesheren van de algemene
ziekenhuizen toegestuurd zou worden, zodat zij het
zouden kunnen toetsen aan hun praktijk. Als er
geen of onvoldoende bijsturing zou komen, dan zou
de dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle
optreden. Welke acties ondernam deze dienst
reeds?

Heeft de minister, zoals beloofd, onderzocht of de
reanimatietechnieken in de referentiebedragen
kunnen worden geïntegreerd? Werden er nog
andere acties ondernomen om de uitgaven te
beperken?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
2
01.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Avant toute chose je veux souligner que le rapport
annuel 2005 de l'INAMI reproduit simplement les
chiffres de l'étude évoquée.

Le service d'Évaluation et de Contrôle médicaux
souhaite procéder à une mesure d'impact. Cette
mesure doit couvrir un délai suffisamment long
depuis la publication de l'étude. Les prestataires et
les établissements de soins doivent en effet
disposer de suffisamment de temps pour corriger
leur pratique. Par ailleurs, toutes les données
pertinentes relatives à la période considérée
doivent être communiquées et validées, ce qui n'est
possible que quelque temps après l'administration
des soins. Par conséquent, la mesure de l'impact
ne pourra être clôturée que l'an prochain.
01.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Allereerst wil ik erop wijzen dat het jaarrapport 2005
van het Riziv gewoon de cijfers van de
aangehaalde studie herneemt.

De dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle wil
een impactmeting doen. Deze meting moet een
voldoende lange tijdspanne beslaan sinds de
publicatie van de studie. De zorgverleners en
verplegingsinstellingen moeten immers voldoende
tijd krijgen om hun praktijk bij te sturen. Bovendien
moeten alle relevante gegevens met betrekking tot
die periode aangeleverd en gevalideerd worden,
wat pas enige tijd na het verstrekken van de zorg
kan gebeuren. Bijgevolg kan de impactmeting pas
volgend jaar afgerond worden.
Dans le cadre de la responsabilisation, le rapport
en question a été largement commenté lors de la
réunion annuelle de l'Union professionnelle belge
de médecins-spécialistes.


Le service d'Évaluation et de Contrôle médicaux
mène pour l'instant des enquêtes individuelles
contre les prestataires et les institutions de soins
qui ont procédé à des facturations de monitorage
catéral non-conformes.

Le séjour aux soins intensifs figure dans le calcul
des montants de référence, contrairement aux
prestations de réanimation. Selon le rapport du
Centre d'expertise relatif aux montants de
référence, ce mode de calcul n'est peut-être pas le
plus adéquat. La proposition du service
d'Évaluation et de Contrôle médicaux d'intégrer ces
prestations doit dès lors être considérée comme
une manière de développer un instrument de
mesure de la variabilité.

Le Centre d'expertise considère qu'il serait plus
efficace d'évoluer vers une forfaitisation du
financement des hôpitaux. La forfaitarisation des
médicaments en fonction de la pathologie s'inscrit
certainement dans cette optique. Une approche
similaire est actuellement envisagée pour le
financement d'autres secteurs hospitaliers.
In het kader van de responsabilisering werd het
bewuste rapport uitgebreid toegelicht op de
jaarvergadering van de Belgische
beroepsvereniging van geneesheren en
specialisten.

Intussen voert de dienst Geneeskundige Evaluatie
en Controle wel individuele onderzoeken tegen
zorgverleners en verplegingsinrichtingen die zich
bezondigd hebben aan niet-conforme
aanrekeningen van caterale monitoring.

Het verblijf op intensieve zorgen is opgenomen in
de berekening van de referentiebedragen, maar de
reanimatieprestaties niet. Het rapport van het
Kenniscentrum met betrekking tot de
referentiebedragen komt tot de conclusie dat deze
werkwijze misschien niet de beste. Het voorstel van
de dienst Geneeskundige Evaluatie en Controle om
deze prestaties te integreren moet dan ook vooral
gezien worden als een manier om een
meetinstrument voor de variabiliteit te ontwikkelen.

Het Kenniscentrum denkt dat het efficiënter zou zijn
te evolueren naar forfaitarisering in de financiering
van de ziekenhuizen. De forfaitarisering van de
geneesmiddelen volgens pathologie kadert zeker in
deze visie. Op dit ogenblik wordt gewerkt aan een
gelijkaardige benadering voor de financiering van
andere ziekenhuissectoren.
01.03 Maggie De Block (VLD) : On s'y attelle donc
tout de même sérieusement. Un calendrier est-il
déjà prévu ou appartiendra-t-il au prochain
gouvernement de prendre une initiative en la
matière ?
01.03 Maggie De Block (VLD): Er wordt dus toch
ernstig werk van gemaakt. Is er een timing
vooropgesteld waarbinnen er een initiatief zal
worden genomen of zal dat iets voor de volgende
regering zijn?
01.04 Rudy Demotte , ministre (en néerlandais) : 01.04 Minister
Rudy Demotte (Nederlands):
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
3
Étant donné l'ampleur de la tâche, l'initiative
incombera au prochain gouvernement.
Gezien de omvang van het werk, zal dat voor de
volgende regering zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le système d'autocontrôle et de
traçabilité dans le secteur de la viande"
(n° 12328)
02 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het systeem van autocontrole en
traceerbaarheid in de vleessector" (nr. 12328)
02.01 Maggie De Block (VLD) : Depuis 1996, les
entreprises de transformation de la viande sont
tenues d'effectuer des autocontrôles. Actuellement,
deux audits complets sont réalisés annuellement
par entreprise mais à partir de 2007, les inspections
seront basées sur le profil de risque individuel. Les
entreprises qui obtiennent une mention favorable
seront donc moins souvent contrôlées que celles
qui font l'objet d'une mauvaise appréciation.

Il se trouve que ces appréciations diffèrent
considérablement d'une province à l'autre. Ainsi,
42 % des entreprises obtiennent une très bonne
mention et 30 % une bonne mention dans le
Brabant wallon. Seulement 3 % y ont fait l'objet
d'une appréciation défavorable, alors qu'en Flandre
orientale, par exemple, 54 % des entreprises se
sont vu attribuer une mauvaise mention. Le
système de l'autocontrôle ne serait-il pas encore
bien développé ou a-t-il été instauré plus tôt dans
certaines provinces que dans d'autres ? Comment
le ministre explique-t-il ces différences ? Pense-t-il
que les mentions défavorables doivent faire
craindre un risque pour la sécurité alimentaire ? Le
nombre de contrôles sera-t-il adapté sur la base
des données chiffrées ? Quelles mesures a-t-on
prises dans les provinces où les autocontrôles sont
insuffisants
? Combien de contrôles ont été
effectués au premier semestre de cette année ?
02.01 Maggie De Block (VLD): Sinds 1996 zijn de
vleesverwerkende bedrijven verplicht autocontroles
uit te voeren. Momenteel worden er jaarlijks twee
volledige audits per bedrijf verricht, maar vanaf
2007 zullen de inspecties gebeuren op basis van
het individuele risicoprofiel. Bedrijven die goed
scoren, zullen dus minder controles krijgen dan
bedrijven met een slechte quotering.


Nu blijken die quoteringen nogal te verschillen van
provincie tot provincie. Zo scoort 42 procent van de
bedrijven in Waals-Brabant zeer goed en 30
procent goed. Slechts 3 procent kreeg er een
slechte quotering, terwijl in bijvoorbeeld Oost-
Vlaanderen 54 procent van de bedrijven een slecht
cijfer kreeg. Is het systeem van de autocontrole
misschien nog niet goed uitgewerkt of is het in
sommige provincies eerder ingevoerd dan in
andere? Hoe verklaart de minister de verschillen?
Acht de minister de lage scores een reden tot
bezorgdheid over de voedselveiligheid? Zal het
aantal controles worden aangepast op basis van de
cijfergegevens? Welke maatregelen worden er
genomen in de provincies waar er niet genoeg aan
autocontrole wordt gedaan? Hoeveel controles
werden er verricht in het eerste semester van dit
jaar?
02.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
On remarque surtout les résultats dans le Brabant
wallon. Il serait en effet souhaitable de procéder à
une étude comparative des différences entre cette
province et les autres provinces.

Les entreprises de transformation de la viande ont
commencé en 1996 à mettre sur pied un système
d'autocontrôle. A l'heure actuelle, une majorité des
entreprises obtient une note se situant entre
raisonnable et bon. La mise en oeuvre et
l'optimisation de cet autocontrôle est un processus
continu. C'est la raison pour laquelle l'AFSCA
apprécie les autocontrôles d'une manière
constructive, contrairement aux infrastructures ou
aux règles en matière d'hygiène, où elle agit de
02.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Wat
vooral opvalt, zijn de scores in Waals-Brabant. Het
is inderdaad wenselijk een vergelijkende studie uit
te voeren naar de verschillen tussen deze provincie
en de andere.

De vleesverwerkende bedrijven zijn in 1996 zowat
van nul begonnen met het opzetten van een
autocontrolesysteem. Momenteel haalt een
meerderheid een quotering van redelijk tot goed.
Het toepassen en optimaliseren van de
autocontrole is een doorlopend proces. Daarom
beoordeelt het FAVV de autocontroles op een
constructieve manier, in tegenstelling tot de
infrastructuur of de hygiënevoorschriften, waar
repressief wordt opgetreden. Een lage score wijst
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
4
manière répressive. Un mauvais score indique
donc que le système de contrôle doit être amélioré.

L'arrêté royal relatif à l'autocontrôle date de 2003 et
jusqu'à présent seuls un certain nombre de guides
sectoriels ont été approuvés. Ces guides
constituent une alternative aux systèmes
d'autocontrôle individuels. Un certain nombre de
guides seront encore validés cette année.

Les chiffres des audits ne doivent pas semer
l'inquiétude à propos de la sécurité alimentaire. La
présence ou non d'un système d'autocontrôle n'a
aucune influence sur le nombre d'inspections
menées par l'AFSCA.

dus op het feit dat er een en andere moet worden
verbeterd aan het controlesysteem.

Het KB inzake autocontrole dateert van 2003 en tot
op heden werd nog maar een aantal sectorale
gidsen goedgekeurd. Deze gidsen zijn een
alternatief voor de individuele
autocontrolesystemen. Dit jaar wordt er nog een
aantal gidsen gevalideerd.

Deze cijfers van de audits mogen geen aanleiding
geven tot ongerustheid over de voedselveiligheid.
Het al dan niet aanwezig zijn van een
autocontrolesysteem heeft geen invloed op het
aantal inspecties dat het FAVV uitvoert.
Les entreprises peuvent, de leur propre initiative,
faire valider leur système d'autocontrôle. Les
entreprises dont le système aura été validé
bénéficieront à partir de 2006 d'une réduction de 15
pour cent sur la perception financière de l'AFSCA.
Les entreprises dont le système n'aura pas été
validé devront payer 15 pour cent de plus à partir
de 2007 et verront leur cotisation doubler à partir de
2008. Les entreprises seront moins souvent
inspectées uniquement si elles affichent de bons
résultats. Les inspections seront plus fréquentes
dans les entreprises enregistrant de mauvais
résultats.

Les abattoirs sont inspectés quatre fois par an, les
ateliers de découpe douze à dix-huit fois, les
établissements de confection de viande hachée et
de préparations de viandes douze fois, et les
entreprises de transformation de la viande quatre
fois. La moitié de ces inspections a déjà été
effectuée au cours du premier semestre de cette
année.

Les incitants financiers et la fréquence d'inspection
doivent inciter les entreprises à faire valider leur
système d'autocontrôle ou à se baser sur un guide
sectoriel validé.
De bedrijven kunnen hun autocontrolesysteem op
eigen initiatief laten valideren. Bedrijven met een
gevalideerd systeem krijgen vanaf 2006 een
vermindering van 15 procent op de financiële
heffing door het FAVV. Bedrijven zonder
gevalideerd systeem moeten vanaf 2007 15
procent meer betalen en vanaf 2008 wordt de
bijdrage verdubbeld. Bedrijven met goede
resultaten zullen pas vanaf dan minder worden
geïnspecteerd. Bedrijven die slecht scoren, zullen
meer worden geïnspecteerd.



Slachthuizen worden vier keer per jaar
geïnspecteerd, uitsnijderijen twaalf tot achttien
keer, inrichtingen waar gehakt vlees en
vleesbereidingen worden vervaardigd, twaalf keer
en vleesverwerkende bedrijven vier keer. De helft
daarvan werd reeds uitgevoerd in het eerste
semester van dit jaar.


De financiële stimuli en de inspectiefrequentie
moeten de bedrijven ertoe aanzetten hun
autocontrolesysteem te laten valideren of zich te
baseren op een gevalideerde sectorale gids.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Yolande Avontroodt au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la 'responsabilité sans faute' des
médecins" (n° 12329)
03 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de no-
faultaansprakelijkheid van artsen" (nr. 12329)
03.01 Yolande Avontroodt (VLD)
: Après la
publication d'un rapport du Centre d'Expertise, le
ministre a déposé un projet de loi relatif à la
responsabilité sans faute des médecins.
L'élaboration de ce texte a-t-elle été précédée par
une large concertation
? A-t-on par exemple
03.01 Yolande Avontroodt (VLD): De minister
heeft, nadat het Kenniscentrum een rapport had
klaargestoomd, een wetsontwerp ingediend met
betrekking tot de no-faultaansprakelijkheid van
artsen. Werd er, in de aanloop naar deze tekst,
ruim overleg gepleegd? Werden bijvoorbeeld de
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
5
consulté les dispensateurs de soins et le secteur
des assurances ?


Où en est le règlement légal des droits des
patients ? Même si nous étions demandeurs de la
mise en place d'une telle réglementation
préalablement à l'élaboration d'un régime de
responsabilité sans faute des médecins, le ministre
a manifestement préféré un système à sens
unique. Sera-t-il encore possible d'introduire un
recours auprès du tribunal du travail ?


Quand la Chambre pourra-t-elle examiner le projet
relatif à la responsabilité sans faute ?
zorgverstrekkers en de verzekeringssector
gehoord?

Wat is de stand van zake met betrekking tot een
wettelijke regeling van de patiëntenrechten? Wij
waren vragende partij om een dergelijke regeling
op poten te zetten voorafgaand aan een regeling
voor de no-faultaansprakelijkheid van artsen, maar
blijkbaar heeft de minister voor een
eenrichtingsspoor geopteerd. Blijft alsnog de
mogelijkheid bestaan om beroep aan te tekenen bij
de arbeidsrechtbank?

Wanneer zal de Kamer het ontwerp inzake een no-
faultaansprakelijkheid kunnen bespreken?
03.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le projet est actuellement en cours d'examen au
Conseil d'État pour avis. Ce régime légal bénéficie
d'un large consensus politique. Le mode de
financement du nouveau système constitue bien
entendu un élément important. La moitié des coûts
sera porté à charge du secteur des assurances. Le
secteur a été régulièrement consulté à ce sujet. Les
associations de patients et les fédérations
professionnelles ont également été associées à
cette concertation.
03.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
ontwerp ligt nu voor advies bij de Raad van State.
Er bestaat een grote politieke consensus rond zo
een wettelijke regeling. Belangrijk is natuurlijk de
manier waarop het nieuwe stelsel gefinancierd zal
worden. De helft komt ten koste van de
verzekeringssector. Daarover werd er met sector
geregeld overleg gepleegd. Ook de
patiëntenverenigingen en de beroepsverenigingen
werden bij dit overleg betrokken.
Le projet prévoit effectivement la possibilité
d'interjeter appel. Une responsabilité sans faute ne
signifie toutefois pas que nul ne peut plus être
poursuivi au pénal. J'espère que le Parlement
examinera encore le projet avant la fin de l'année.
Het ontwerp voorziet wel degelijk in de mogelijkheid
om beroep aan te tekenen. Een no-
faultaansprakelijkheid betekent immers niet dat
niemand nog strafrechtelijk kan vervolgd worden. Ik
verwacht dat het ontwerp nog voor het jaareinde in
het Parlement aan bod zal kunnen komen.
03.03 Yolande Avontroodt (VLD) : Est-il question
dans le projet de la création d'un nouveau fonds ?
03.03 Yolande Avontroodt (VLD): Is er in het
ontwerp sprake van de oprichting van een nieuw
fonds?
03.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
n'y a aucun besoin d'une nouvelle structure. Le
SPF Santé publique offre suffisamment de
possibilités.

J'insiste une fois de plus sur le fait que des
représentants des associations de patients, des
dispensateurs de soins et du secteur des
assurances ont participé aux différentes étapes de
l'élaboration de l'avant-projet.
03.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er is
geen nood aan een nieuwe structuur. De FOD
Volksgezondheid biedt voldoende mogelijkheden.

Ik druk er nogmaals op dat het voorontwerp in de
verschillende fasen van zijn totstandkoming
besproken werd met vertegenwoordigers van de
patiëntenverenigingen, van de zorgverleners en
van de verzekeringssector.
Le président : La question n° 12.335 déposée par
Mme Jiroflée sera abordée en commission des
Affaires sociales.
De voorzitter: De vraag nummer 12.335 van
mevrouw Jiroflée zal aan bod komen in de
commissie Sociale Zaken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
6
04 Question de M. Mark Verhaegen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'absence d'assise sociale à l'abattage rituel
sans anesthésie" (n° 12355)
04 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het ontbreken van een maatschappelijk
draagvlak voor onverdoofd ritueel slachten"
(nr. 12355)
04.01 Mark Verhaegen (CD&V) : D'après un
sondage d'opinion réalisé à la demande de Gaia,
87 % de la population estime que les animaux
doivent être anesthésiés avant l'abattage, alors que
7 % seulement ne le jugent pas nécessaire. Une
grande majorité de ces personnes déclarait ne pas
souhaiter d'exception pour les abattages rituels.

De même, la fédération vétérinaire européenne
considère aussi que l'abattage sans anesthésie est
contraire au bien-être animal. Pour l'Agence
fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire,
l'abattage de chèvres et de moutons à domicile
comporte des risques pour la sécurité alimentaire.
Conformément aux dispositions légales, tous les
abattages doivent être effectués dans un abattoir
car ces établissements permettent un contrôle
vétérinaire en vue de déceler une contamination à
l'ESB.

Le ministre a-t-il connaissance de ce sondage et de
l'opinion des citoyens concernant les abattages
rituels ? Estime-t-il qu'il convient de mettre fin aux
exceptions actuelles à l'obligation d'anesthésier les
animaux, accordées dans le cas d'abattages
rituels
? Le ministre va-t-il informer le
consommateur de la manière dont un animal a été
abattu ? Quelles démarches va-t-on entreprendre
pour transformer l'avis de l'AFSCA en un
règlement ? Les contrôles seront-ils renforcés ?
04.01 Mark Verhaegen (CD&V): Uit een
opiniepeiling in opdracht van Gaia bleek dat 87
procent van de bevolking vindt dat dieren verdoofd
moeten worden geslacht. Slechts 7 procent van de
ondervraagden vond dat niet nodig. Een grote
meerderheid wenste geen uitzondering toe te staan
voor rituele slachtingen.

Ook volgens de Europese dierenartsenfederatie is
onverdoofd slachten slecht voor het dierenwelzijn.
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen vindt dat thuisslachtingen van geiten
en schapen risico's inhouden voor de
voedselveiligheid. Zoals wettelijk werd bepaald
moeten alle slachtingen in een slachthuis
gebeuren, omdat daar veterinair toezicht kan
worden uitgeoefend om BSE-besmettingen vast te
stellen.



Is de minister op de hoogte van de opiniepeiling en
de mening van burgers ten opzichte van rituele
slachtingen? Vindt de minister dat de huidige
uitzonderingen op het verdoven van dieren voor
rituele slachtingen moeten worden opgeheven? Zal
de minister de consument informeren over de
manier waarop een dier werd geslacht? Welke
stappen zullen worden ondernomen om het advies
van het FAVV om te zetten in reglementen? Zullen
de controles worden opgevoerd?
04.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
est d'ores et déjà obligatoire d'anesthésier les
animaux avant de les abattre. Mais la loi du 14 août
1988 prévoit que cette obligation d'anesthésie ne
s'applique pas aux abattages rituels. Toutefois,
l'abattage rituel doit être accompli dans un lieu
d'abattage homologué et être exécuté par un
sacrificateur agréé par les autorités religieuses.
Cela dit, certains courants religieux admettent que
les animaux soient anesthésiés avant d'être
abattus.

Président : M. Yvan Mayeur

Une proposition de loi du sénateur Dedecker en la
matière a été soumise au Conseil d'État qui, aux
dernières nouvelles, a émis un avis défavorable. Je
pense donc que si nous voulons progresser
réellement dans ce dossier, nous devons
04.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands):
Vandaag is het reeds verplicht om dieren te
verdoven voor het slachten. De wet van 14
augustus 1988 bepaalt dat de verplichte verdoving
niet van toepassing is op rituele slachtingen. De
slachting moet echter plaatsvinden op een erkende
slachtplaats en moet worden uitgevoerd door een
offeraar die door de betrokken religieuze
autoriteiten wordt erkend. Bepaalde religieuze
strekkingen aanvaarden wel een verdoving voor het
slachten.


Voorzitter: de heer Yvan Mayeur.

Een wetsvoorstel van senator Dedecker terzake
werd voorgelegd aan de Raad van State, die
volgens de laatste berichten een negatief advies
uitbracht. Om echte vooruitgang te boeken zullen
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
7
poursuivre le dialogue avec les associations
représentatives des groupes religieux concernés.

Il ne serait pas inutile d'informer les
consommateurs du fait que l'animal a été abattu
avec ou sans anesthésie. Je compte me concerter
à ce sujet avec les ministres compétents pour
l'Economie et la Protection de la consommation afin
de déterminer avec eux quelles mesures pourraient
être prises à cette fin. Mon administration se
concertera à ce sujet avec les secteurs concernés.
Mes services ont demandé instamment à la
Commission européenne de rendre obligatoire la
diffusion de ce type d'informations sur le territoire
européen.
we volgens mij de dialoog met de representatieve
religieuze groeperingen moeten voortzetten.


Het kan nuttig zijn om consumenten te informeren
of een dier met of zonder verdoving werd geslacht.
Ik zal overleggen met de ministers bevoegd voor
Economie en Consumentenbescherming welke
maatregelen daartoe kunnen worden genomen.
Mijn administratie zal hierover overleggen met de
betrokken sectoren. Mijn diensten drongen er bij de
Europese Commissie op aan om het verstrekken
van dergelijke informatie in Europa te verplichten.
Fin 2005, j'ai interrogé l'AFSCA sur le bien-fondé
d'une interdiction totale des abattages de petits
ruminants à domicile. L'avis positif pourra aider la
commission compétente du Sénat à évaluer la
portée de sa décision. J'espère que les sénateurs
analyseront maintenant les modalités de la mise en
pratique de la proposition.

L'AFSCA a mis en place un programme de contrôle
du bien-être animal dans la chaîne alimentaire, et
organise une surveillance vétérinaire permanente
dans les abattoirs. Si les autorités communales
prennent en charge la surveillance vétérinaire aux
sites d'abattage utilisés pour la fête du sacrifice,
l'AFSCA procède en plus à des contrôles par
échantillonnage. Il est difficile de renforcer
davantage ces contrôles, les abattages à domicile
se situant dans le cadre de la vie privée et la viande
étant destinée à la consommation personnelle du
particulier en question.
Eind vorig jaar vroeg ik het FAVV of het al dan niet
gegrond is om alle thuisslachtingen van kleine
herkauwers te verbieden. Het positieve advies kan
de bevoegde senaatscommissie helpen om de
draagwijdte van haar beslissing te beoordelen. Ik
hoop dat de senatoren nu de praktische toepassing
van het voorstel analyseren.

Het FAVV heeft een controleprogramma voor het
dierenwelzijn in de voedselketen en organiseert
een permanent veterinair toezicht in slachthuizen.
De gemeentelijke overheden zorgen voor veterinair
toezicht op slachtplaatsen die tijdens het Offerfeest
worden gebruikt, maar het FAVV voert daarbij
controles uit via steekproeven. Het is moeilijk om
de controles nog op te voeren, aangezien
thuisslachtingen in de privésfeer gebeuren voor
eigen consumptie.
04.03 Mark Verhaegen (CD&V) : Les règles
doivent être respectées, ce qui n'est pas toujours le
cas à l'heure actuelle. Etant donné qu'il y a
également un risque pour la santé publique, le
gouvernement doit être attentif à la situation. Dans
de nombreux autres pays, les animaux doivent être
anesthésiés avant l'abattage. Une majorité de nos
citoyens est également favorable à cette manière
de procéder. L'exécutif des musulmans pourrait par
ailleurs le cas échéant prendre ses responsabilités
en la matière et trouver des solutions qui tiennent
compte du bien-être animal.
04.03 Mark Verhaegen (CD&V): De regels
moeten worden gerespecteerd, wat nu niet steeds
gebeurt. Aangezien er ook een risico is voor de
volksgezondheid, moet de overheid daarop toezien.
In vele andere landen is het slachten onder
verdoving verplicht, en ook de meerderheid van
onze burgers stemt daarmee in. Ook de
moslimexecutieve kan misschien haar
verantwoordelijkheid terzake opnemen en een
alternatief uitwerken waarbij er wel rekening wordt
gehouden met het dierenwelzijn.
04.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Ceci est vrai également pour la communauté juive.
04.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Dat
geldt ook voor de joodse gemeenschap.
04.05 Mark Verhaegen (CD&V) : Il convient de
dialoguer avec toutes les communautés religieuses
afin de dégager des alternatives à l'abattage sans
anesthésie. Les communautés religieuses doivent
04.05 Mark Verhaegen (CD&V): Er moet met alle
geloofsgemeenschappen worden gesproken, zodat
kan worden aangetoond dat er alternatieven zijn
voor de onverdoofde slachting.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
8
respecter certaines obligations et se ranger aux
attentes légitimes des concitoyens.
Geloofsgemeenschappen moeten zich schikken
naar verplichtingen en gelegitimeerde
verwachtingen van hun medeburgers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de Mme Yolande Avontroodt au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "les soins du diabète de type 2"
(n° 12380)
05 Vraag van mevrouw Yolande Avontroodt aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "de type-2-diabeteszorg"
(nr. 12380)
05.01 Yolande Avontroodt (VLD) : Selon la
presse, le ministre n'a pas suivi l'avis négatif de la
Commission de remboursement des médicaments
(CRM) concernant le remboursement de l'insuline à
action prolongée dans le cas du diabète de type 2.
Nous tenons dès lors à remercier vivement le
ministre au nom de l'ensemble des patients
concernés. Comment réagira-t-il toutefois aux
autres recommandations formulées récemment par
le Centre d'Expertise fédéral en ce qui concerne le
nombre croissant de diabétiques de type 2 ? Dans
la foulée d'une étude américaine récente, ne serait-
il pas utile de répertorier le nombre d'amputations
pratiquées sur des patients diabétiques et de
détecter les différences régionales en la matière ?
L'association du diabète ne pourrait-elle être mise
plus efficacement à contribution ?
05.01 Yolande Avontroodt (VLD): Volgens de
pers heeft de minister het negatieve advies van de
Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen
(CTG) betreffende de terugbetaling van traag
werkende insuline bij diabetes van het type 2 niet
opgevolgd. Daarvoor willen wij de minister uit naam
van de betrokken patiënten hartelijk bedanken. Hoe
zal de minister echter reageren op de andere
beleidsaanbevelingen die het Federaal
Kenniscentrum onlangs formuleerde inzake het
toenemende aantal type-2-diabetici? Zou het niet
nuttig zijn, in navolging van een recente
Amerikaanse studie, om het aantal amputaties bij
diabetespatiënten in kaart te brengen en regionale
verschillen ter zake op te sporen? Kan de
diabetesvereniging niet efficiënter ingeschakeld
worden?
05.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Toutes les parties s'accordent pour dire que le
nombre de patients diabétiques de type 2
augmentera dans les prochaines années. Mme
Avontroodt lie le remboursement des analogues de
l'insuline à un rapport du Centre fédéral d'expertise
qui ne concerne en rien la problématique du
remboursement. Je me suis écarté, pour des
raisons sociales, des propositions de la CRM, qui
voulait réserver le remboursement des analogues
de l'insuline plus coûteux et à durée d'action plus
longue aux seuls diabétiques de type 1. Mon
souhait était en effet de mettre le plus de
préparations d'insuline possible à la disposition des
diabétiques de type 2. Pour le reste, la stopping
rule
existante reste d'appplication en matière de
remboursement du Lantus HbA1c.
05.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Alle
partijen zijn het erover eens dat het aantal type-2-
diabetici in de komende jaren zal toenemen.
Mevrouw Avontroodt koppelt echter de
terugbetaling van insulineanalogen aan een rapport
van het Federaal Kenniscentrum dat helemaal niet
over de problematiek van terugbetaling gaat. Ik ben
om sociale redenen afgeweken van de voorstellen
van het CTG, dat de terugbetaling van duurdere en
langwerkende insulineanalogen enkel voor type-1-
diabetici wilde reserveren. Ik wenste immers zoveel
mogelijk insulinepreparaten ter beschikking te
stellen van type-2-diabetici. Verder blijft de
bestaande stopping rule inzake de terugbetaling
voor Lantus HbA1c voor type-2-diabetici bestaan.
En outre, les auteurs du rapport du Centre
d'expertise mettent l'accent sur le rôle de
l'Association belge du diabète, des plates-formes
de discussion locales et des médecins généralistes
dans l'approche thérapeutique globale des
diabétiques de type 2. Dans ce cadre, l'Institut
scientifique de la Santé publique et l'Agence
intermutualiste sont eux aussi appelés à jouer un
rôle. Afin d'exercer un contrôle national sur toutes
ces instances, le Centre d'expertise lancera une
Verder legt het rapport van het Kenniscentrum de
nadruk op de rol van de Belgische
diabetesvereniging, van de lokale
discussieplatforms en van de huisartsen in de
globale aanpak van type-2-diabetici. Ook voor het
Wetenschappelijk Instituut voor de
Volksgezondheid en voor het intermutualistisch
agentschap is er een rol weggelegd. Om dat alles
nationaal te controleren zal het Kenniscentrum een
centraal communicatieplatform opstarten in
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
9
plate-forme centrale de communication en
collaboration avec les organisations de diabétiques.
Il faudra régler en premier lieu le financement de
cette plate-forme et fournir une définition de travail
de ce qu'est un indicateur de diabète. Le premier
débat aura lieu à l'INAMI le 14 novembre à
l'occasion de la Journée mondiale du diabète.
Enfin, il ne faut pas oublier le rôle du comité
consultatif pour les maladies chroniques.

Par ailleurs, le dernier mot n'a pas encore été dit au
sujet des plus-values et des surcoûts des
analogues de l'insuline. Entre-temps, de bons soins
sont garantis par un monitoring des indicateurs, des
normes et des critères d'évaluation adéquats. À cet
égard, il faut se garder de considérer les baisses
de prix des médicaments comme un tabou de façon
à ce que les patients souffrant d'un diabète de type
2 aient aussi un large accès à tous les
médicaments disponibles.
samenwerking met de diabetesorganisaties. In de
eerste plaats moet de financiële ondersteuning van
dat platform geregeld worden en moet er een
werkomschrijving komen van wat een
diabetesindicator is. De eerste discussie zal
plaatsvinden in het Riziv op 14 november, naar
aanleiding van de Werelddiabetesdag. Ten slotte
mag ook de rol van het raadgevend comité voor de
chronische ziekten niet vergeten worden.

Verder is het laatste woord nog niet gevallen over
de meerwaarden en meerkosten van
insulineanalogen. De juiste zorg wordt ondertussen
gegarandeerd door de monitoring van geschikte
indicatoren, standaarden en evaluatiecriteria.
Hierbij mogen prijsdalingen van geneesmiddelen
geen taboe zijn, zodat ook type-2-diabetici een
brede toegang krijgen tot alle mogelijke
geneesmiddelen.
05.03 Yolande Avontroodt (VLD) : Je ne puis que
recommander au ministre d'examiner attentivement
l'étude américaine précédemment mentionnée.
05.03 Yolande Avontroodt (VLD): Ik kan de
minister enkel nog aanbevelen om de eerder
vermelde Amerikaanse studie eens grondig te
bekijken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Mark Verhaegen au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les problèmes concernant les formulaires de
déclaration de l'AFSCA" (n° 12385)
06 Vraag van de heer Mark Verhaegen aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de problemen met de aangifteformulieren
van het FAVV" (nr. 12385)
06.01 Mark Verhaegen (CD&V) : L'envoi des
formulaires de déclaration pour le versement par
les secteurs agricole et horticole du forfait de 187
euros à l'Agence fédérale pour la sécurité de la
chaîne alimentaire (AFSCA) a donné lieu à de
nombreux problèmes. On a en effet utilisé des
données de la Banque-carrefour des entreprises et
de l'AFSCA qui n'avaient pas toujours été
actualisées. De nombreux cultivateurs qui ne sont
plus actifs ont tout de même reçu un courrier les
invitant à verser une cotisation.

En outre, aucun numéro de téléphone permettant
d'obtenir des informations complémentaires ne
figure sur l'avertissement-extrait de rôle qui ne
mentionne qu'une adresse internet où on peut
consulter son dossier. En l'occurrence, la
convivialité laisse fort à désirer. L'AFSCA, qui a
déjà présenté ses excuses, allait réexaminer tous
les dossiers. Les fruiticulteurs qui ont reçu à tort un
avertissement-extrait de rôle peuvent introduire une
réclamation par lettre recommandée.

Depuis la question que j'ai posée en août, de
06.01 Mark Verhaegen (CD&V): Er hebben zich
nogal wat problemen voorgedaan met de
verzending van de aangifteformulieren voor het
betalen door de land- en tuinbouwsector van het
forfait van 187 euro aan het Federaal Agentschap
voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Er
werd immers gebruik gemaakt van niet altijd
geactualiseerde gegevens van de Kruispuntbank
voor Ondernemingen en van het FAVV. Heel wat
telers die niet meer actief zijn, kregen toch nog een
oproep in de bus om een bijdrage te betalen.

Bovendien staat op het aanslagbiljet geen
telefoonnummer voor bijkomende inlichtingen,
enkel een webadres waarop men zijn dossier kan
raadplegen. De klantvriendelijkheid laat veel te
wensen over. Het FAVV heeft zich al
verontschuldigd en zou alle dossiers opnieuw
bekijken. Fruittelers die ten onrechte een
aanslagbiljet kregen, kunnen aangetekend een
bezwaar indienen.


Sinds mijn vraag van augustus zijn er opnieuw
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
10
nouveaux avertissements-extraits de rôle ont été
envoyés. Espérons que les erreurs ont été
rectifiées à présent. Comment les banques de
données consultées ont-elles été adaptées et
comment a-t-on pu commettre ces erreurs ?
aanslagbiljetten verstuurd. Hopelijk zijn de fouten
nu rechtgezet. Hoe werden de geraadpleegde
databanken ondertussen aangepast en hoe konden
de gemaakte fouten ooit gebeuren?
06.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
La mailinglist originale est adaptée sur la base des
données de la déclaration qui ont servi à la
première facturation. En outre, l'AFSCA dispose
actuellement d'une propre banque de données
(BOOD) qui est régulièrement connectée à la
Banque-carrefour des entreprises.

L'agence savait que les banques de données des
opérateurs concernés pouvaient contenir des
informations non actualisées. C'est la raison pour
laquelle une campagne de déclaration a été lancée
avant de procéder à la facturation. En novembre
2005, tous les opérateurs ont reçu un courrier avec,
en annexe, un formulaire de déclaration et une
brochure d'information qui leur permettait de
communiquer avec précision leurs activités
exactes.
06.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
oorspronkelijke mailinglist wordt aangepast aan de
hand van de aangiftegegevens uit de eerste
factureringsronde. Bovendien beschikt het FAVV nu
over een eigen operatorendatabank BOOD die
regelmatig met de Kruispuntbank voor
Ondernemingen in verbinding wordt gesteld.

Het agentschap wist dat de databanken van de
betrokken operatoren verouderde informatie
konden bevatten. Alvorens tot facturatie over te
gaan werd daarom een aangiftecampagne gestart.
In november 2005 kregen alle operatoren een brief
met in bijlage een aangifteformulier en
infobrochure. Zij konden daarmee hun juiste
activiteiten precies meedelen.
On a en outre tenu compte des informations
fournies par La Poste à propos des envois non
distribués. Dans un certain nombre de cas, La
Poste a tout de même livré la correspondance à
l'adresse ­ fautive ­ indiquée, de sorte que
l'AFSCA n'a pu actualiser sa base de données.
L'Agence met tout en oeuvre pour disposer d'une
base de données aussi complète que possible.

Je suis convaincu que la procédure pourra se
dérouler plus rapidement à l'avenir.
Er werd bovendien ook rekening gehouden met de
informatie die De Post verstrekte over onbestelde
zendingen. In een aantal gevallen heeft De Post de
briefwisseling toch op het opgegeven - doch
foutieve - adres afgeleverd, zodat het FAVV zijn
databank niet kon updaten. Het Agentschap doet
alles wat in zijn mogelijkheden ligt om de databank
zo volledig mogelijk te houden.

Ik ben ervan overtuigd dat alles in de toekomst een
stuk vlotter zal kunnen verlopen.
06.03 Mark Verhaegen (CD&V) : Je suis heureux
de constater que l'AFSCA a progressé sur la voie
de la simplification et de l'optimisation de la
procédure de prélèvement.
06.03 Mark Verhaegen (CD&V): Ik stel met
genoegen vast dat het FAVV op de goede weg is
om de heffingsprocedure zo eenvoudig en efficiënt
mogelijk te laten verlopen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "la réforme de la
cardiologie" (n° 12534)
- Mme Dominique Tilmans au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur "la
réforme des centres de cardiologie" (n° 12628)
- M. Benoît Drèze au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la réforme
de la cardiologie" (n° 12655)
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "de hervorming
van de cardiologie" (nr. 12534)
- mevrouw Dominique Tilmans aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de centra voor cardiologie"
(nr. 12628)
- de heer Benoît Drèze aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
hervorming van de cardiologie" (nr. 12655)
07.01 Luc Goutry (CD&V) : En dépit de l'avis du 07.01 Luc Goutry (CD&V): Tegen het advies in
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
11
Conseil national des établissements hospitaliers, le
ministre a décidé de n'autoriser aucune
revalorisation de centres B1 en centres B2. Les
hôpitaux qui n'assurent pas de chirurgie cardiaque
ne peuvent donc pas non plus placer de stents ni
pratiquer de dilatations. Un centre de cardiologie ne
peut être maintenu que s'il propose sur un même
site à la fois des actes de type B1, B2 et B3 ­ la
chirurgie cardiaque ­ et effectue 250 opérations
cardiaques par an. Une seule exception a été
autorisée à Arlon sur la base de la règle des 60
kilomètres.

Pour l'hôpital Damiaan à Ostende, cette situation
signifie concrètement qu'une intervention réalisée
environ 1.400 fois par an avec succès ne sera plus
possible. Pourtant, le risque d'infarctus est très
important dans un lieu touristique tel qu'Ostende.
Ces patients doivent désormais être transportés à
des kilomètres, jusqu'à Bruges ou Courtrai.
van de Nationale Raad voor de
Ziekenhuisvoorzieningen heeft de minister beslist
dat er geen upgrading komt van B1-centra naar B2-
centra. Ziekenhuizen waar geen hartchirurgie wordt
uitgevoerd, mogen dus ook geen stents plaatsen of
dilataties uitvoeren. Een hartcentrum kan enkel
blijven bestaan als het op een en dezelfde site
zowel B1, B2 en B3 ­ cardiochirurgie ­ aanbiedt en
per jaar 250 hartoperaties uitvoert. Enkel voor
Aarlen werd op basis van de 60 kilometerregel een
uitzondering gemaakt.

Voor het Damiaanziekenhuis in Oostende betekent
dit concreet dat een ingreep die er nu zo'n 1.400
keer per jaar succesvol wordt uitgevoerd, niet
langer mogelijk zal zijn. Nochtans is het risico op
hartinfarcten in een toeristische plaats als
Oostende erg groot. Die patiënten moeten nu
helemaal naar Brugge of Kortrijk worden gevoerd.
Quel objectif le ministre poursuit-il avec sa
réforme? Des problèmes médicaux ou qualitatifs se
posent-ils dans les centres B1 et B2 ? Les décès y
seraient-ils plus nombreux ? Quelle valeur ajoutée
y a-t-il à obliger Ostende à pratiquer aussi des
opérations cardiaques ?

Chaque hôpital doit-il être agréé distinctement dans
le cadre d'une association hospitalière ou cette
dernière est-elle agréée dans sa totalité ? Les
critères d'activité imposés valent-ils dans chaque
hôpital associé pris isolément ?

Ne peut-on pas prévoir pour l'hôpital d'Ostende la
même exception qu'à Arlon ?
Wat beoogt de minister met zijn hervorming? Zijn er
medische of kwalitatieve problemen in de B1- en
B2-centra? Sterven daar misschien meer mensen?
Welke meerwaarde heeft het om ook Oostende te
verplichten hartoperaties uit te voeren?


Moet in een ziekenhuisassociatie elk ziekenhuis
afzonderlijk worden erkend of wordt de associatie
in haar geheel erkend? Gelden de opgelegde
activiteitscriteria in elk geassocieerd ziekenhuis
afzonderlijk?

Kan voor het ziekenhuis in Oostende niet dezelfde
uitzondering gelden als voor Aarlen?
Le président : Je propose que le ministre réponde
après les questions suivantes.
De voorzitter: Ik stel voor dat de minister antwoord
geeft na de volgende vragen.
07.02 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Nous gagnerons ainsi du temps.
07.02 Minister Rudy Demotte (Frans): Op die
manier winnen we tijd.
07.03 Dominique Tilmans (MR) : L'arrêté royal du
1
er
août 2006 modifiant l'arrêté royal du 15 juillet
2004 fixe les normes auxquelles les programmes
de soins "pathologie cardiaque" doivent répondre
pour être agréés et prévoit, en son article 1 dernier
alinéa, une dérogation qui stipule que "les
programmes partiels B1-B2 peuvent être
conjointement exploités sans programme partiel
B3, pour autant qu'il n'y ait pas de site dans lequel
est exploité un autre programme de soins B dans
un rayon de 60 kilomètres."

Je vous remercie pour votre initiative qui concerne
le Luxembourg, où il y a un besoin réel en la
07.03 Dominique Tilmans (MR): Artikel 1, laatste
lid van het koninklijk besluit van 1 augustus 2006
tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli
2004 houdende vaststelling van de normen
waaraan de zorgprogramma's "cardiale pathologie"
moeten voldoen om erkend te worden zegt dat, in
afwijking van het tweede lid van datzelfde artikel 1,
de deelprogramma's B1-B2 gezamenlijk mogen
worden uitgebaat zonder deelprogramma B3, voor
zover zich binnen een afstand van 60 km geen
vestigingsplaats bevindt waarin een ander
zorgprogramma B wordt uitgebaat.
Ik dank u voor uw initiatief voor de provincie
Luxemburg, waar er wel degelijk behoefte is aan
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
12
matière.

Toutefois, j'ai plusieurs questions à vous poser.
Les concertations ont-elles déjà eu lieu concernant
la province du Luxembourg? Où ce programme
partiel pourra-t-il être exploité et pourquoi?

J'en viens à l'article 24bis, §1. Dans l'hypothèse où
un numéro d'agrément se libèrerait, l'implantation
d'un autre centre, complet cette fois, ne se
justifierait-il pas en province du Luxembourg si
l'hôpital concerné de cette province était appelé à
travailler en collaboration avec un autre centre
complet, conformément aux mêmes dispositions?
maatregelen op dat gebied.

Toch wil ik u een aantal vragen stellen. Werd er al
overleg gepleegd met betrekking tot de provincie
Luxemburg? Waar zal het deelprogramma mogen
worden uitgebaat, en waarom?

Ik kom nu op artikel 24bis, § 1. Gesteld dat er een
erkenningsnummer vrij komt, zou de vestiging van
een ander centrum waar het globale
zorgprogramma wordt uitgebaat in de provincie
Luxemburg dan niet gerechtvaardigd zijn, als het
betrokken ziekenhuis in die provincie zou
samenwerken met een ander centrum waar het
globale zorgprogramma eveneens wordt
aangeboden, conform dezelfde bepalingen?
Ma troisième question concerne l'article 24bis§2.
Un hôpital pourrait-il également envisager de créer
un centre partiel B1-B2 sur base non plus des
dispositions de l'article 11 mais sur le paragraphe 2
de l'article 24bis en association et en collaboration
avec le programme de soins complets le plus
proche, à savoir Mont-Godinne?
Mijn derde vraag betreft artikel 24bis§2. Zou een
ziekenhuis ook mogen overwegen een centrum
voor de deelprogramma's B1-B2 op te richten, niet
op grond van de bepalingen van artikel 11, maar op
basis van die van paragraaf 2 van artikel 24bis, in
associatie en in samenwerking met het
dichtstbijzijnde gehele zorgprogramma, namelijk
Mont-Godinne?
07.04 Benoît Drèze (cdH): Le 20 juin dernier,
interrogé déjà sur le sujet en commission, vous
avez justifié votre réforme des services de
pathologie cardiaque. Entre-temps, l'arrêté royal est
paru et des recours ont été introduits au Conseil
d'État. Les hôpitaux menacés contredisent les
arguments qui fondent la réforme. Le partenaire
libéral au gouvernement aurait même demandé une
réouverture des débats. L'a-t-il obtenue et avec
quel résultat?


Bien que convaincus par les objectifs de votre
réforme, à savoir une rationalisation pour une
meilleure qualité des soins, nous avons encore
quatre préoccupations.
D'abord concernant le volume d'activité, vous vous
référez à la norme de 400 procédures par an pour
les angioplasties et 250 pour la chirurgie cardiaque.
De nouvelles recommandations américaines
indiqueraient qu'il serait raisonnable d'effectuer des
angioplasties sans support chirurgical pour autant
que le centre effectue un minimum de 200
procédures par an. Cette information peut-elle
modifier la norme que vous avez envisagée?
07.04 Benoît Drèze (cdH): Op 20 juni jongstleden
heeft u in antwoord op vragen dienaangaande in de
commissie uw hervorming van de centra voor
cardiale pathologie verdedigd. Intussen werd het
desbetreffende koninklijk besluit gepubliceerd en
werd daartegen beroep ingesteld bij de Raad van
State. De bedreigde ziekenhuizen weerleggen de
argumenten waarop de hervorming berust. De
liberale regeringspartner zou zelf een heropening
van de discussies hebben gevraagd. Is dat gebeurd
en met welk resultaat?
Hoewel wij gewonnen zijn voor de doelstellingen
van uw hervorming, namelijk een rationalisatie met
het oog op een betere zorgkwaliteit, hebben wij nog
vier bekommernissen.
Ten eerste, met betrekking tot het activiteitsvolume
verwijst u naar de norm van 400 ingrepen per jaar
voor angioplastie en 250 voor hartchirurgie.
Volgens nieuwe Amerikaanse aanbevelingen zou
men redelijkerwijs angioplastieën zonder
chirurgische ondersteuning kunnen uitvoeren, op
voorwaarde dat het desbetreffende centrum ten
minste 200 ingrepen per jaar zou uitvoeren. Kan
dat gegeven ertoe leiden dat de norm die u heeft
vooropgesteld, wordt gewijzigd?
Ma deuxième préoccupation concerne le
regroupement des centres. Vous souhaitez limiter
les agréments aux seuls centres agréés B1-B2 et
B3. Ne conviendrait-il pas de distinguer les centres
B1-B2 et les centres B3 car selon les praticiens,
c'est le nombre de centres B3 qui est excessif et
Daarnaast maak ik me ook zorgen over de
hergroepering van de centra. U wil de erkenningen
beperken tot de erkende B1-, B2- en B3-centra.
Moet er geen onderscheid worden gemaakt tussen
de B1-B2-centra enerzijds en de B3-centra
anderzijds? Volgens de artsen is er immers enkel
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
13
non le nombre de centres B1 et B2?

La disparition de certains centres ­ notamment
Ostende, le RHMS Huy, St-Joseph à Liège,
Verviers, etc. ­ serait particulièrement préjudiciable,
car elle obligerait les patients pour qui la dilatation
reste la norme de référence et ceux pour qui la
thrombolyse est contre-indiquée à subir un
déplacement vers un centre intégré trop éloigné,
donc parfois fatal. L'exception luxembourgeoise est
pour nous insuffisante. Qu'en pensez-vous?



Troisième préoccupation: le risque de
complications.

L'existence du risque de complications implique,
selon vous, que les interventions ne soient
pratiquées que dans des centres qui comportent la
chirurgie cardiaque. D'après des praticiens de
terrain, la survenance de ce type de complication
nécessite un temps de préparation de la salle de
chirurgie qui pourrait être mis à profit pour un
transfert éventuel d'un centre B1-B2 vers un centre
intégré.
Quel est votre avis?
Enfin, ma quatrième préoccupation a trait au
budget.
Contrairement à vos affirmations, certains experts
indiquent que votre réforme entraînerait des coûts
supplémentaires, dus notamment aux séjours plus
nombreux dans les centres universitaires, à des
transferts plus nombreux, au gaspillage
d'équipement, etc. Qu'en pensez-vous ?
een teveel aan B3-centra en niet aan B1-B2-centra.

De verdwijning van bepaalde centra ­ waaronder
Oostende, het RHMS te Huy, Saint-Joseph te Luik,
Verviers, enz. ­ zou een zeer slechte zaak zijn,
want daardoor zouden de patiënten voor wie de
verwijding de referentienorm blijft en deze voor wie
trombolyse niet aangewezen is, een lange
verplaatsing naar een te ver gelegen geïntegreerd
centrum moeten maken, met soms de dood tot
gevolg. Het feit dat er voor Luxemburg een
uitzondering wordt gemaakt, is voor ons
onvoldoende. Wat is uw mening ter zake?

Derde bron van ongerustheid: het risico van
complicaties.
Volgens u houdt het risico van complicaties in dat
de medische ingrepen enkel mogen gebeuren in
centra met hartchirurgie. Volgens de praktijkartsen
moet bij het optreden van dit soort complicatie de
operatiezaal worden klaargemaakt en die tijd zou
kunnen gebruikt worden om de patiënt eventueel
van een B1-B2-centrum naar een geïntegreerd
centrum over te brengen.

Wat denkt u daarover?
Ten slotte heb ik ook nog budgettaire bedenkingen.

In tegenstelling tot hetgeen u beweert, stellen
sommige experts dat uw hervorming tot bijkomende
uitgaven zou leiden, onder andere omdat het aantal
ligdagen in de universitaire centra zou stijgen, er
vaker patiënten verplaatst zouden worden, er
materieel zou verspild worden, enz. Wat is uw
standpunt daarover?
07.05 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'arrêté royal du 14 août a pour objectif de
résoudre quatre problèmes importants. Les
programmes diagnostiques isolés actuels ­ les
centres B1 ­ ne permettent pas de traiter une
lésion coronaire après sa détection. Une nouvelle
procédure est donc nécessaire pour ces
traitements. Le volume d'activités de certains
centres n'apporte par ailleurs pas une sécurité
suffisante aux patients.
07.05 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Met
het KB van 14 augustus wil ik vier belangrijke
problemen oplossen. Met de huidige geïsoleerde
diagnostische programma's ­ B1 ­ kan een
coronair letsel niet worden behandeld nadat het is
vastgesteld. Daarvoor is dus een nieuwe procedure
nodig. Daarnaast biedt het activiteitsvolume van
bepaalde centra niet voldoende zekerheid voor de
patiënten.
En effet, plusieurs études montrent que les
patients pris en charge dans les centres de faible
activité par des praticiens sans expérience
suffisante courent un risque plus élevé.

Un patient qui, à la suite d'une dilatation, souffre de
complications doit parfois être opéré d'urgence.
Son transfert éventuel vers un autre établissement
comporte également un risque.

La répartition géographique des centres n'est pas
Uit studies blijkt immers dat patiënten die
behandeld worden in centra met een geringe
activiteit door artsen met onvoldoende ervaring,
een hoger risico lopen.

Een patiënt die na een dilatatie complicaties
vertoont, moet soms dringend geopereerd worden.
Indien hij dan nog overgebracht moet worden naar
een andere plaats, houdt dit eveneens een risico in.

De geografische spreiding van de centra is ook niet
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
14
optimale non plus : dans certaines zones, on ne
trouve aucun centre à moins de 40 kilomètres, alors
qu'à d'autres endroits, on trouve deux programmes
complets situés à moins de 3 kilomètres l'un de
l'autre.

Des réformes sont donc nécessaires. Un seuil
d'activité minimale doit être imposé, aussi bien pour
la dilatation que pour la chirurgie coronarienne,
ainsi qu'un nombre minimum de procédures par
opérateur.

De plus, les hôpitaux doivent disposer d'un
agrément, tant pour l'activité interventionnelle que
pour l'activité chirurgicale. Si les risques liés à la
dilatation percutanée ont diminué, on ne peut
cependant pas les exclure. L'autorisation d'une
dilatation sans back-up chirurgical doit rester
exceptionnelle et être justifiée par un isolement
géographique.


Il y a lieu de prévoir une dérogation pour les
situations dans lesquelles l'isolement géographique
est de nature à prolonger de manière excessive
l'accès à la cardiologie interventionnelle. Une
exception est donc prévue pour les hôpitaux qui se
trouvent à plus de 60 kilomètres d'un centre agréé.
optimaal: op sommige plaatsen is er geen aanbod
op minder dan 40 kilometer, terwijl er op andere
plaatsen twee volledige programma's aangeboden
worden op minder dan 3 kilometer van elkaar.


Er is dus nood aan hervormingen. Er moet een
minimale activiteitendrempel opgelegd worden,
zowel voor dilatatie als voor coronaire chirurgie,
evenals een minimum aantal procedures per
operator.

Daarnaast moeten de ziekenhuizen beschikken
over zowel een erkenning voor de
interventieactiviteit als voor de chirurgische
activiteit. Hoewel de risico's verbonden aan
percutane dilatatie verminderd zijn, kunnen we ze
niet als onbestaande beschouwen. Dilatatie
toestaan zonder chirurgische back-up kan enkel in
uitzonderlijke gevallen, als dit gerechtvaardigd
wordt door geografisch isolement.

Er moet in een afwijking voorzien worden voor
situaties waarin het geografische isolement van die
aard is dat de toegang tot de interventiecardiologie
onaanvaardbaar lang is. Daarom wordt een
uitzondering gemaakt voor ziekenhuizen die zich
op meer dan 60 kilometer van een erkend centrum
bevinden.
Une question portait également sur l'association
entre hôpitaux. On accorde soit deux agréments
aux deux hôpitaux, soit un seul agrément aux deux
sites gérés par un chef de service commun. Il va de
soi que l'octroi d'un agrément aux deux sites
implique le respect des normes d'activité par ces
deux sites.

Notre pays présente la plus forte densité de centres
cardiaques complets en Europe. L'exception
consentie pour les hôpitaux très éloignés, qui ne
disposent donc pas d'un centre agréé dans un
rayon de 60 km, ne peut s'appliquer au Westhoek.
Er was ook een vraag over de associatie tussen
ziekenhuizen. Ofwel worden er twee erkenningen
verleend aan de twee ziekenhuizen, ofwel één
erkenning voor twee sites met één
gemeenschappelijk diensthoofd. Het spreekt
vanzelf dat voor een erkenning op twee sites, beide
sites aan de activiteitsnormen moeten voldoen.

Ons land bezit de hoogste densiteit van complete
hartcentra in Europa. De uitzondering voor de zeer
afgelegen ziekenhuizen, die dus in een straal van
60 km geen erkende centra hebben, kan niet
toegepast worden in de Westhoek.
(En français) Madame Tilmans, la réforme de la
cardiologie dans le Luxembourg a effectivement fait
couler beaucoup d'encre. Les raisons de la réforme
ont déjà fait l'objet de plusieurs réponses que je
viens de rappeler.

Pour vos questions spécifiques, je signale que si je
dispose bien des compétences normatives, les
agréments relèvent des entités fédérées,
auxquelles il appartient d'approuver les
programmes agréés.

Je me suis régulièrement informé des contacts
entre les partenaires hospitaliers impliqués ; ces
(Frans) Het klopt, mevrouw Tilmans, dat de
hervorming van de cardiologie in de provincie
Luxemburg al veel inkt heeft doen vloeien. Ik lichtte
de redenen voor de hervorming vroeger al toe in
verscheidene antwoorden, waarnaar ik zo-even
heb verwezen.
Wat uw specifieke vragen betreft, wijs ik erop dat ik
weliswaar de normatieve bevoegdheden uitoefen,
maar dat de erkenningen onder de bevoegdheid
van de deelstaten vallen, die aan de erkende
programma's hun goedkeuring moeten hechten.

Ik heb regelmatig navraag gedaan naar de
contacten tussen de betrokken
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
15
concertations visent à obtenir un accord sur la
localisation du programme partiel et l'organisation
des soins aux patients.

L'hypothèse d'un centre complet voire de deux ou
trois en province de Luxembourg implique que les
normes d'activité soient rencontrées. Mais ces
exigences rendent improbable l'hypothèse de créer
deux centres de cardiologie interventionnelle B1/B2
dans la province.
Monsieur Drèze, les données nationales et
internationales montrent une diminution des
complications en termes de morbidité et de
mortalité à partir de 400 procédures par an;
l'expérience du centre est un facteur prédictif
indépendamment des normes de l'opérateur.
L'habileté technique n'est pas seule en cause, car
elle est complexe et les habitudes de travail de
l'équipe impliquée sont aussi importantes. On ne
fait bien que ce que l'on fait souvent et ensemble.

On pourrait envisager une exception à la règle
B1/B2/B3 si le risque de dilatation sans couverture
chirurgicale est compensé par un avantage pour le
traitement de l'infarctus. Cet avantage n'existe que
lorsque les temps de transport pour les patients
évoqués sont supérieurs à 90 minutes. En d'autres
termes, il vaut mieux faire quelques kilomètres de
plus pour un centre spécialisé expérimenté plutôt
que de se rendre rapidement dans un centre dont
le volume d'activité n'est pas suffisant. Prendre le
risque de plus de complications doit être justifié par
un bénéfice.
partnerziekenhuizen; dat overleg moet uitmonden
in een akkoord over de site voor het gedeeltelijke
programma en over de organisatie van de
patiëntenzorg.
Van een, of zelfs twee of drie volledige centra in de
provincie Luxemburg kan slechts sprake zijn voor
zover aan de activiteitsnormen wordt voldaan. In
het licht van die eisen is het echter onwaarschijnlijk
dat in de provincie twee centra voor interventionele
cardiologie B1/B2 worden opgericht.
Mijnheer Drèze, zowel uit de nationale als uit de
internationale gegevens blijkt dat het aantal
verwikkelingen, zowel op het vlak van de morbiditeit
als van de mortaliteit, daalt vanaf 400
behandelingen per jaar; de ervaring van het
centrum is, los van de ervaring van de chirurg,
bepalend. Het gaat niet alleen om de technische
vaardigheid, die immers erg complex is, maar ook
om de werkmethode van het volledige team. Hoe
vaker je iets samen doet, hoe beter het gaat.

Het is mogelijk een uitzondering op de B1-B2-B3-
regel te maken op voorwaarde dat de kans dat,
zonder chirurgische ingreep, dilatatie optreedt,
wordt gecompenseerd door een betere
behandeling van infarcten. Dat laatste voordeel
bestaat alleen wanneer de nodige tijd voor de
verplaatsing van de patiënt meer dan 90 minuten
bedraagt. Het is dus beter zich enkele kilometers
meer te verplaatsen naar een gespecialiseerd en
ervaren centrum dan zich snel te laten opnemen in
een centrum met een onvoldoende activiteitsgraad
op dit terrein. Men mag enkel het risico nemen dat
zich meer verwikkelingen kunnen voordoen, als
daar een ander voordeel tegenover staat.
07.06 Luc Goutry (CD&V) : La situation est
comparable au dossier de la pédiatrie en ce sens
que le ministre s'oppose aux avis du Conseil
national des établissements hospitaliers.
07.06 Luc Goutry (CD&V): Dit is vergelijkbaar met
het dossier van de pediatrie in die zin dat de
minister tegen de adviezen van de Nationale Raad
voor Ziekenhuisvoorzieningen ingaat.
07.07 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'Institut de cardiologie défend un point de vue
opposé.
07.07 Minister Rudy Demotte (Frans): Het
Instituut voor Cardiologie beweert het
tegenovergestelde.
07.08 Luc Goutry (CD&V) : Le ministre impose sa
volonté contre, probablement, celle de la majorité
du Parlement. Je suis d'accord avec ses
déclarations sur la catégorie B1 mais c'est
précisément la raison pour laquelle on propose une
revalorisation vers la catégorie B2.

Nous adhérons à l'instauration de quota d'activités
mais notre critique porte sur le fait que le ministre
veut à tout prix regrouper les activités
interventionnelles et chirurgicales sur un seul site,
alors que le risque de complications est
07.08 Luc Goutry (CD&V): De minister drijft zijn
wil door tegen wat waarschijnlijk de meerderheid
van dit Parlement wenst. Ik ben het eens met zijn
uitspraak over B1, maar precies daarom stelt men
een upgrade naar B2 voor.


We zijn het eens met de invoering van
activiteitsquota, maar ons punt van kritiek is dat de
minister per se de interventieactiviteit en de
chirurgische activiteit op één site wil verenigen,
terwijl het risico van complicaties verwaarloosbaar
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
16
négligeable. À Ostende, on effectue 1.400
interventions par an et il n'y a pas de
complications : les patients y bénéficient d'une aide
sûre et rapide.
is. In Oostende doet men 1.400 ingrepen per jaar
en men heeft daar geen complicaties: de mensen
worden er veilig en snel geholpen.
07.09 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Les différentes études et les données du Conseil
national de cardiologie démontrent que le seuil
d'activité revêt une grande importance. Elles
démontrent également que le regroupement des
catégories B2 et B3 est très important parce que
les temps d'intervention sont très courts. S'il se
passe quelque chose, il n'y a pas de temps pour
transporter le patient. Un consensus scientifique
existe à cet égard. Je comprends parfaitement que
les institutions s'y opposent pour des raisons
financières.
07.09 Minister Rudy Demotte (Nederlands): De
verschillende studies en de gegevens van de
Nationale Raad voor Cardiologie bewijzen dat de
activiteitsdrempel van groot belang is. Tegelijk
zeggen ze dat het groeperen van B2 en B3 heel
belangrijk is, omdat de interventietijden dan erg kort
zijn. Als er iets gebeurt, is er geen tijd om de patiënt
te verplaatsen. Hierover bestaat een
wetenschappelijke consensus. Ik begrijp wel dat de
instellingen zich daartegen verzetten om financiële
redenen.
07.10 Luc Goutry (CD&V) : Pour des raisons
financières ? Les activités interventionnelles seront
certainement garanties à Ostende grâce aux
millions de touristes qui visitent la côte mais on
sera contraint de créer également un centre
chirurgical, ce qui exige un effort financier
considérable. On sera obligé d'effectuer 250
opérations par an qui ont actuellement lieu à
Bruges ou à Roulers. Il s'agit donc d'un coût
supplémentaire considérable sans qu'il en résulte
une plus-value.
07.10 Luc Goutry (CD&V): Financiële belangen?
Met de miljoenen toeristen aan de kust zal men de
interventieactiviteit in Oostende zeker voortzetten,
maar zal men verplicht zijn daarnaast een
chirurgisch centrum op te richten, wat een
aanzienlijke financiële inspanning vereist. Men zal
er 250 operaties per jaar moeten doen, die nu in
Brugge of Roeselare gebeuren. We spreken dus
over aanzienlijke meerkosten zonder dat daar
enige meerwaarde tegenover staat.
Je doute qu'il soit question d'un consensus
scientifique. Les conclusions d'autres rapports
indiquent le contraire.
Ik betwijfel dat er sprake is van een
wetenschappelijke consensus. Er zijn ook
rapporten die in de andere zin concluderen.
07.11 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Les divergences ne sont pas importantes en ce qui
concerne le groupement de B2 et B3, mais bien
pour celui de B1 et B2.
07.11 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Over
de groepering van B2 en B3 bestaan geen grote
meningsverschillen, wel over de groepering van B1
en B2.
07.12 Luc Goutry (CD&V) : Deux autres points
doivent encore être tirés au clair. Les
Communautés se chargent des agréments sur la
base de l'article 23 de la loi sur les hôpitaux.
Toutefois, il manque toujours un arrêté d'exécution.
Dès lors, les Communautés ne peuvent pas
procéder matériellement aux agréments. De plus, le
ministre dispose dans un arrêté royal que les
Communautés et les Régions peuvent introduire de
commun accord une demande de coopération.
Comment les Communautés peuvent-elles agréer
un hôpital qui ne se situe pas sur leur territoire ?
Compte tenu de ces deux obstacles, l'agrément
d'un hôpital devient impossible.
07.12 Luc Goutry (CD&V): Er zijn nog twee
punten die uitgeklaard moeten worden. De
Gemeenschappen staan in voor de erkenningen op
basis van artikel 23 van de Ziekenhuiswet. Maar er
ontbreekt nog een uitvoeringsbesluit, zodat de
erkenningen in de Gemeenschappen materieel niet
doorgevoerd kunnen worden. De minister bepaalt
daarenboven in een KB dat de Gemeenschappen
en Gewesten in onderling overleg een aanvraag tot
samenwerking kunnen doen. Hoe kunnen de
Gemeenschappen een ziekenhuis dat niet op hun
grondgebied ligt erkennen? Het is toch onmogelijk
voor een ziekenhuis om zich te laten erkennen,
gelet op deze twee hinderpalen?
07.13 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : Il
s'agit d'exceptions.
07.13 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Dat
zijn toch uitzonderingen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
17
07.14 Luc Goutry (CD&V) : La Communauté
flamande n'est tout de même pas compétente pour
agréer un hôpital wallon
? Comment les
Communautés peuvent-elles dès lors introduire une
demande relative à un programme de soins
cardiologiques avec un site en Wallonie et un autre
en Flandre ?
07.14 Luc Goutry (CD&V): De Vlaamse
Gemeenschap is toch niet bevoegd voor de
erkenning van een Waals ziekenhuis? Hoe kunnen
de Gemeenschappen dan een aanvraag doen voor
een cardiologisch zorgprogramma met één site in
Wallonië en één in Vlaanderen?
07.15 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Cela suppose une concertation entre les
Communautés. Pour l'instant, toutefois, c'est
purement théorique. Je n'ai aucunement
connaissance d'une coopération concrète entre les
deux Communautés, mais j'espère bien sûr que
cela se produira.
07.15 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Dat
moet gebeuren door overleg tussen de
Gemeenschappen. Voorlopig is dit echter louter
theorie. Ik heb geen weet van een concrete
samenwerking tussen twee de Gemeenschappen.
Ik hoop natuurlijk wel dat het zover zal komen.
07.16 Dominique Tilmans (MR) : Vous avez
conscience du problème de santé en province du
Luxembourg au point d'avoir prévu l'exception. Je
vous en remercie.

Cependant, l'idée d'un centre unique pose encore
problème. Cette province constitue un tiers de la
superficie de la Wallonie !
07.16 Dominique Tilmans (MR): De minister is
zich inderdaad bewust van het
gezondheidsprobleem in de provincie Luxemburg,
aangezien hij in een uitzondering heeft voorzien. Ik
wil hem daarvoor bedanken.
Het idee van één enkel centrum doet echter nog
problemen rijzen. Die provincie beslaat immers een
derde van de oppervlakte van Wallonië!
Un centre unique serait donc une perte de temps !
En plus, le maintien des sites B1/B2 ne
nécessiterait pas de coût supplémentaire, puisque
des services y sont fonctionnels.

La deuxième raison pour laquelle ce serait une
erreur, c'est qu'il faut restructurer des hôpitaux
luxembourgeois. Supprimer un service de
cardiologie mettrait à mal cette restructuration !
J'en reviens donc à ma suggestion de pouvoir
utiliser les exceptions prévues aux articles 11 et
24bis.
Één enkel centrum zou dus tijdverlies betekenen!
Bovendien zou het behoud van de B1/B2-diensten
geen extra kosten meebrengen, aangezien er
diensten operationeel zijn.

De tweede reden waarom een en ander een
vergissing zou zijn, is dat de Luxemburgse
ziekenhuizen moeten worden geherstructureerd.
De afschaffing van een dienst voor cardiologie zou
die herstructurering in het gedrang brengen!
07.17 Rudy Demotte, ministre (en français) :
Ostende et le Luxembourg ne sont pas identiques
en termes d'accessibilité ! En matière d'arguments,
c'est exactement l'argument inverse qu'utilise Mme
Tilmans. Elle prétend qu'il faudrait créer des
centres supplémentaires ...
07.17 Minister Rudy Demotte (Frans): Oostende
en Luxemburg verschillen qua bereikbaarheid.
Mevrouw Tilmans hanteert precies het omgekeerde
argument. Zij beweert dat er bijkomende centra
moeten worden opgericht...
07.18 Luc Goutry (CD&V) : Il en est de même à
Ostende !
07.18 Luc Goutry (CD&V): Hetzelfde geldt voor
Oostende!
07.19 Rudy Demotte, ministre (en français) : On
demande d'en créer davantage et vous dites que le
projet risque d'en créer plus ! Ma seule
préoccupation, c'est la qualité des soins ! Nous ne
pouvons prolonger ce débat sur le seul
Luxembourg. Des pôles peuvent aussi regrouper
des centres d'activités de manière transfrontalière.
07.19 Minister Rudy Demotte (Frans): Men
vraagt om er meer op te richten en u zegt dat het
ontwerp tot gevolg dreigt te hebben dat er meer
komen. Mijn enige bekommernis is de zorgkwaliteit!
Wij kunnen dit debat niet over de provincie
Luxemburg alleen blijven voeren. Men kan ook
activiteitscentra grensoverschrijdend in pools
groeperen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
18
07.20 Dominique Tilmans (MR) : Je vous félicite
si vous parvenez à concrétiser ce concept.
07.20 Dominique Tilmans (MR): Als u erin slaagt
concreet werk van dat concept te maken, dan moet
ik u feliciteren.
07.21 Benoît Drèze (cdH) : Monsieur le ministre,
je vous suggère de rencontrer à nouveau les
praticiens. En effet, si vous partez de bonnes
intentions, votre approche est théorique par rapport
aux réalités de terrain. Si vous persévérez ainsi,
votre réforme laissera des traces !
07.21 Benoît Drèze (cdH): Mijnheer de minister, ik
stel voor dat u de practici opnieuw zou ontmoeten.
U heeft ongetwijfeld goede bedoelingen, maar uw
benadering is louter theoretisch en houdt geen
rekening met de praktijk. Als u zo doorgaat, zal uw
hervorming sporen nalaten!
Mais vous avez répondu à certaines questions.
Ainsi, vous dites donc que si deux sites ont un chef
de service commun, chaque site doit répondre aux
normes. Il est essentiel que les équipes travaillent
ensemble.

Nous sommes d'accord sur le fait que la technique
B1 est obsolète mais je partage l'avis de M.
Goutry : on demande de transformer les B1 en B2
et non de concentrer les B2 et les B3 ! Les
praticiens que nous rencontrons y sont fort
opposés.
Maar op sommige vragen heeft u wel antwoord
gegeven. Als twee vestigingsplaatsen een
gemeenschappelijk diensthoofd hebben, zegt u,
moet elke vestigingsplaats aan de normen voldoen.
Het is van fundamenteel belang dat de teams
samenwerken.
We zijn het erover eens dat de B1-techniek
verouderd is, maar ik deel de mening van de heer
Goutry: we vragen een omvorming van de
deelprogramma's B1 en B2, geen concentratie van
de deelprogramma's B2 en B3! De artsen met wie
wij hierover praten, zijn hier fel tegen gekant!
Pendant les vacances parlementaires, le partenaire
libéral vous a-t-il demandé de remettre le dossier
sur la table ? Manifestement sans résultat, puisque
vous campez sur vos positions.
Heeft uw liberale coalitiepartner u tijdens het reces
gevraagd het dossier opnieuw ter tafel te brengen?
Tevergeefs, zo blijkt wel, want u wil geen
duimbreed wijken.
07.22 Rudy Demotte, ministre (en français) : Les
discussions internes au gouvernement regardent le
gouvernement.
07.22 Minister Rudy Demotte (Frans): De interne
discussies binnen de regering gaan alleen de
regering aan.
07.23 Benoît Drèze (cdH) : Vous n'avez pas
répondu à la question sur les comparaisons des
centres B3.
07.23 Benoît Drèze (cdH): U heeft niet
geantwoord op de vraag over de vergelijking van
B3-centra.
07.24 Rudy Demotte, ministre (en français) :
L'offre des interventions cardiologiques est bien
plus importante en Belgique qu'ailleurs, et nous
avons des niveaux de spécialisation plus élevés.

Si nous voulons concentrer les B2 et B3, c'est
parce que la taille de notre territoire nous le permet.
Nous avons comparé nos chiffres à ceux des
autres pays. Si on découpe aujourd'hui, dans un
territoire aussi petit, les centres B2 et B3, on court
des risques.

Deux facteurs expliquent la morbidité et la mortalité
supplémentaires
: les facteurs de seuil et
d'intervention séparée en cas de problème entre
les interventions B2 et B3. Sur le B1, il n'y a plus de
discussions. Mais il faut maintenir ensemble le B2
et le B3. Il peut y avoir des cas statistiquement
marginaux, à Ostende par exemple.
07.24 Minister Rudy Demotte (Frans): Het aanbod
van cardiologische ingrepen is in België veel groter
dan in het buitenland, en wij zijn ook meer
gespecialiseerd.

Wij beogen een concentratie van de programma's
B2 en B3 omdat ons land daar klein genoeg voor is.
We hebben onze cijfers vergeleken met die van
andere landen. Het verknippen van de B2- en B3-
centra op zo'n klein grondgebied is een risicovolle
operatie.
Het hogere ziekte- en sterftecijfer wordt door twee
factoren verklaard: de drempelfactor en de
afzonderlijke ingreep in geval van problemen
tussen ingreep B2 en B3. Over B1 is er geen
discussie meer, maar B2 en B3 moeten
bijeengehouden worden. Er kunnen statistisch
marginale gevallen opduiken, in Oostende
bijvoorbeeld.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
19
Mais si l'on entre dans cette marge de problèmes,
la mortalité peut être supérieure quand on n'a pas
joint le B2/B3.
Maar als men het over die probleemgevallen heeft,
kan het sterftecijfer hoger liggen wanneer de B2/B3
niet zijn samengevoegd.
07.25 Benoît Drèze (cdH)
: C'est ce que
j'évoquais !
07.25 Benoît Drèze (cdH): Dat is net waar ik het
over had!
07.26 Rudy Demotte , ministre (en français) :
Mais non ! On stabilise le patient et on l'amène à
l'hôpital. On ne perd pas de temps ! On perd du
temps - et de l'argent - quand on l'amène dans un
mauvais hôpital qui n'a pas la structure nécessaire.
On y fait des tests, et puis on le renvoie dans un
autre hôpital. Voilà la vérité !
07.26 Minister Rudy Demotte (Frans): Maar
neen! De toestand van de patiënt wordt
gestabiliseerd, en hij wordt naar het ziekenhuis
overgebracht. Er wordt geen tijd verspild! We
verliezen tijd ­ en geld ­ wanneer we hem naar een
verkeerd ziekenhuis brengen, waar men niet over
de nodige infrastructuur beschikt. De patiënt moet
er tests ondergaan en vervolgens stuurt men hem
naar een ander ziekenhuis. Dat is de waarheid!
07.27 Benoît Drèze (cdH) : J'ai évoqué le temps
de préparation d'une salle de chirurgie pour une
intervention B3 (une heure). Durant ce temps, on
peut déjà faire un long déplacement.
07.27 Benoît Drèze (cdH): Ik had het over de tijd
die nodig is om een operatiezaal klaar te maken
voor een B3-ingreep (een uur). Gedurende die tijd
kan er reeds een verre verplaatsing gebeuren.
07.28 Rudy Demotte, ministre (en français) : Mais
si, à ce déplacement, il faut ajouter une heure pour
préparer la salle, c'est fichu !
07.28 Minister Rudy Demotte (Frans): Maar als
men bovenop die verplaatsing nog een uur moet
bijtellen om de zaal klaar te maken, is het om zeep!
07.29 Benoît Drèze (cdH): Un ami a eu
récemment un infarctus et on a dû faire une simple
dilatation. Le médecin voulait faire l'intervention
dans un centre B3, ce qui a nécessité l'utilisation
d'un hélicoptère. Le patient a payé 1.500 euros
pour frais de déplacement !
07.29 Benoît Drèze (cdH): Een vriend van mij
kreeg onlangs een infarct, en men is tot een
eenvoudige hartverwijding moeten overgaan. De
geneesheer wou de ingreep in een B3-centrum
uitvoeren, waardoor het gebruik van een helikopter
nodig was. De patiënt heeft 1.500 euro
verplaatsingskosten betaald!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "le remboursement du vaccin
contre le cancer du col de l'utérus" (n° 12417)
08 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de terugbetaling van het vaccin tegen
baarmoederhalskanker" (nr. 12417)
08.01 Maggie De Block (VLD) : Fin juillet 2006,
l'enregistrement du Gardasil a été approuvé par le
bureau européen de l'enregistrement des
médicaments (EMEA). Deux vaccins offrant une
protection contre le cancer du col de l'utérus, de la
vulve et du vagin seront donc lancés sur le marché.
Environ 600 femmes sont concernées chaque
année par cette maladie, et le cancer du col de
l'utérus est la deuxième cause principale de décès
à la suite d`un cancer pour la tranche d'âge
comprise entre 15 et 44 ans.

Le ministre va-t-il veiller au remboursement du
vaccin quand il sera disponible sur le marché ? Ces
dépenses ont-elle été inscrites au budget 2007 ?
08.01 Maggie De Block (VLD): Eind juli 2006
werd de registratie van Gardasil door het Europese
Bureau voor de Geneesmiddelenregistratie (EMEA)
goedgekeurd. Hierdoor zullen er twee vaccins op
de markt komen die bescherming bieden tegen
baarmoederhalskanker, schaamlipkanker en
vaginakanker. Jaarlijks worden er ongeveer 600
vrouwen door deze ziekten getroffen, en
baarmoederhalskanker is de tweede belangrijkste
doodsoorzaak door kanker tussen 15 en 44 jaar.


Zal de minister zorgen voor terugbetaling van het
vaccin wanneer het beschikbaar is op de markt?
Werden die uitgaven opgenomen in de budgetten
voor 2007?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
20
08.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Le 27 juillet 2006, l'EMEA a rendu un avis positif
pour le Gardasil et le Silgard, tous deux offrant une
protection contre le papillomavirus. La Commission
européenne doit encore octroyer les autorisations
requises pour que les produits puissent être
commercialisés. Les entreprises concernées
pourront ensuite introduire une demande de
remboursement auprès de la Commission de
remboursement des médicaments (CRM). Étant
donné qu'il s'agit d'une innovation, une analyse
pharmaco-économique est nécessaire pour évaluer
les coûts et les profits.

Je ne puis anticiper l'avis qui sera rendu quant au
remboursement du vaccin. J'ai cependant montré
que j'entendais simplifier le remboursement des
médicaments novateurs et je soutiens les
entreprises qui investissent dans la recherche et le
développement. Je veux offrir aux patients des
chances thérapeutiques optimales, comme le
montrent les décisions de rembourser les
traitements à base d'Herceptin et d'Erbitux.
08.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Op
27 juli 2006 bracht de EMEA een positief advies uit
voor Gardasil en Silgard, die beide bescherming
bieden tegen het papillomavirus. De Europese
Commissie moet nog de nodige vergunningen
verlenen vooraleer de producten in de handel
worden gebracht. Nadien kunnen de betrokken
bedrijven een aanvraag tot terugbetaling indienen
bij de Commissie Tegemoetkoming
Geneesmiddelen (CTG). Aangezien het om een
innovatie gaat, moet er ook een farmaceutisch-
economische analyse worden uitgevoerd om de
kosten tegen de baten af te wegen.

Ik kan niet vooruitlopen op het advies dat zal
worden verstrekt aangaande de terugbetaling van
het vaccin. Ik heb echter aangetoond dat ik de
terugbetaling van innovatieve geneesmiddelen
gemakkelijker wil maken en steun bedrijven die
investeren in onderzoek en ontwikkeling. Ik wil
patiënten optimale therapeutische kansen bieden,
zoals blijkt uit de beslissingen om behandelingen
toe te staan met Herceptin en om Erbitux terug te
betalen.
08.03 Maggie De Block (VLD) : Étant donné qu'on
ne guérit pas le cancer à force de bonne volonté
mais à l'aide de médicaments, il est urgent que la
CRM diligente l'agrément et le remboursement.
08.03 Maggie De Block (VLD): Aangezien
kankers niet met goede wil maar wel met
medicijnen worden genezen, moet de CTG werk
maken van een snelle erkenning en terugbetaling.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "l'utilisation du CT-scan et de la
RMN" (n° 12421)
09 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het gebruik van de CT-scan en de NMR"
(nr. 12421)
09.01 Maggie De Block (VLD) : Quarante
appareils de résonance magnétique nucléaire
(RMN) supplémentaires sont prévus pour les deux
ans à venir, avec pour objectif de remplacer de la
sorte des examens radiologiques existants. Dans le
passé, l'utilisation accrue de la RMN n'a jamais fait
baisser l'utilisation des scanners CT. C'est
pourquoi le Centre d'expertise conseille d'ajuster
les directives en matière d'imagerie médicale et
d'instaurer un financement adapté.


Le ministre suivra-t-il cet avis ? Ce serait d'ailleurs
aussi dans l'intérêt du patient.
09.01 Maggie De Block (VLD): De komende twee
jaren wordt voorzien in veertig extra toestellen voor
nucleaire magnetische resonantie(NMR). Het is de
bedoeling hiermee bestaande radiologische
onderzoeken te vervangen. In het verleden heeft
het bijkomend gebruik van NMR-toestellen nooit
geleid tot een daling in het gebruik van de CT-scan.
Daarom adviseert het Kenniscentrum om de
richtlijnen inzake medische beeldvorming aan te
passen en een aangepaste financiering in te
voeren.

Zal de minister dit advies opvolgen? Dat zou
trouwens ook in het belang van de patiënt zijn.
09.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
En janvier 2004, tous les médecins ont reçu une
copie des directives en matière d'examens
d'imagerie médicale. Celles-ci reposaient sur les
09.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): In
januari 2004 werd naar alle artsen een kopie
gestuurd van de richtlijnen voor verwijzing naar
beeldvormend onderzoek. Deze richtlijnen waren
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
21
directives de la Commission européenne, prenant
comme point de départ différents cas cliniques et
décrivant pour chacun les examens les plus
adéquats. Le Consilium Radiologicum prévoit
actuellement une nouvelle version, dans laquelle il
sera tenu compte des observations des praticiens.
gebaseerd op de richtlijnen van de Europese
Commissie. De betrokken richtlijnen gaan uit van
diverse klinische problemen en beschrijven voor elk
van hen de meest aangewezen onderzoeken. Het
Consilium Radiologicum plant momenteel een
nieuwe versie waarbij rekening zal worden
gehouden met de opmerkingen van het werkveld.
On songe pour aider les médecins à un formulaire
de demande standardisé.

Le Centre d'expertise a rédigé un rapport dans le
cadre de la mise en service de quarante nouveaux
scanners RMN. Le Centre y examine l'efficacité de
la RMN pour les différents systèmes organiques et
les pathologies. D'une manière générale,
l'utilisation de la RMN ne comporte que des
avantages étant donné que contrairement aux
scanners CT il n'est fait usage d'aucun
rayonnement radioactif.

Le rapport examine également les avantages et les
inconvénients des différents systèmes de
financement pour l'IRM et le CT ainsi que la
possibilité et l'utilité de mettre en place des unités
IRM mobiles. Ce rapport contribuera à actualiser
les directives en matière d'imagerie médicale.

La commission nationale médico-mutualiste s'est
par ailleurs engagée à fixer à partir de 2007 les
honoraires forfaitaires pour l'imagerie médicale sur
la base de critères plus objectifs.


Enfin, l'INAMI prépare une analyse de l'imagerie
médicale en Belgique.
Om de artsen te helpen wordt gedacht aan een
gestandaardiseerd aanvraagformulier.

Het Kenniscentrum heeft een rapport opgesteld
naar aanleiding van de komst van veertig nieuwe
NMR-scanners. Hierin wordt de effectiviteit van de
NMR onderzocht inzake de diverse organische
stelsels en pathologieën. In het algemeen biedt het
werken met NMR enkel voordelen omdat er in
tegenstelling tot de CT-scan geen radioactieve
straling aan te pas komt.

Verder worden de voor-en nadelen van diverse
financieringssystemen voor MRI en CT bekeken,
alsook de haalbaarheid en het nut van mobiele
MRI-eenheden. Dit rapport zal de richtlijnen inzake
medische beeldvorming helpen actualiseren.


De Nationale Commissie Geneesheren-
Ziekenfondsen heeft zich verder geëngageerd om
de forfaitaire honoraria voor medische
beeldvorming vanaf 2007 op basis van meer
objectieve criteria vast te stellen.

Ten slotte bereidt het Riziv een analyse van de
medische beeldvorming in België voor.
09.03 Maggie De Block (VLD): Nous pensons que
l'adaptation des directives conduisant au
remplacement des scanners CT par des scanners
RMN est bénéfique pour le patient.
09.03 Maggie De Block (VLD): Wij menen dat een
aanpassing van de richtlijnen die leidt tot een
vervanging van de CT-scans door NMR-scans, in
het voordeel van de patiënten is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de Mme Maggie De Block au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "la consommation de médicaments
dans les maisons de repos" (n° 12422)
10 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "het geneesmiddelenverbruik in
rustoorden" (nr. 12422)
10.01 Maggie De Block (VLD) : Une enquête
réalisée par les mutualités chrétiennes révèle que
la consommation de médicaments dans les
maisons de repos est beaucoup plus élevée en
Wallonie qu'en Flandre et à Bruxelles. La
consommation d'antidépresseurs est par contre
moindre en Wallonie.
10.01 Maggie De Block (VLD): Uit een onderzoek
van het Christelijke Ziekenfonds blijkt dat het
geneesmiddelengebruik in rustoorden in Wallonië
aanzienlijk groter is dan in Vlaanderen en Brussel.
Het gebruik van antidepressiva ligt dan weer lager
in Wallonië.

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
22
Le ministre demandera-t-il au service d'Évaluation
et de Contrôle médicaux de l'INAMI de poursuivre
l'examen de ce dossier ? Les résultats de cet
examen peuvent-ils être communiqués ici ?
Zal de minister de dienst Geneeskundige Evaluatie
van het Riziv vragen om deze zaak verder te
onderzoeken? Kunnen de resultaten van dat
onderzoek hier worden meegedeeld?
10.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
L'INAMI est attentif à la consommation de
médicaments dans les maisons de repos pour
personnes âgées et dans les maisons de repos et
de soins.

En collaboration avec le Centre d'expertise des
universités d'Anvers et de Gand, une étude de
terrain est menée actuellement dans soixante
maisons de repos dans les provinces de Flandre
orientale, du Hainaut et de Bruxelles. L'objectif est
de rassembler des informations sur les diagnostics
et la médication y afférente. Par ailleurs, la
consommation de médicaments des personnes
âgées en maison de repos et des personnes âgées
qui habitent chez elles est également examinée
pour avoir une idée générale de la consommation
de médicaments chez les personnes âgées. Les
données des deux études seront collationnées.

L'étude sera présentée dans son intégralité au
public début 2007. Sur la base des résultats, un
plan d'action sera établi pour obtenir une politique
plus cohérente en matière de consommation de
médicaments dans les maisons de repos.
10.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Het
Riziv volgt het geneesmiddelengebruik in
rustoorden voor ouderen en in rust- en
verzorgingstehuizen wel degelijk op.

In samenwerking met het Kenniscentrum van de
universiteiten van Antwerpen en Gent wordt er
momenteel een veldstudie uitgevoerd in zestig
rusthuizen in de provincies Oost-Vlaanderen,
Henegouwen en Brussel. Het doel is informatie in
te winnen over de diagnoses en de
corresponderende geneesmiddelentherapie.
Tegelijkertijd wordt ook het geneesmiddelengebruik
bij ouderen in rusthuizen en ouderen die thuis
wonen onderzocht om zo een algemeen beeld te
krijgen van het geneesmiddelengebruik bij ouderen.
De gegevens uit beide studies zullen aan elkaar
worden gekoppeld.

Begin 2007 wordt de gehele studie voorgesteld aan
het publiek. Op basis van de resultaten zal een
actieplan worden opgesteld om tot een meer
coherent beleid inzake het geneesmiddelengebruik
in rustoorden te komen.
10.03 Maggie De Block (VLD) : Je me félicite de
l'intérêt porté à cette question car les chiffres de
consommation élevés m'inquiètent.
10.03 Maggie De Block (VLD): Ik ben blij dat er
werk wordt gemaakt van deze kwestie. De hoge
verbruikscijfers verontrusten mij immers.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Questions jointes de
- M. Luc Goutry au ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "le syndrome de
fatigue chronique" (n° 12450)
- Mme Magda De Meyer au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la
recherche scientifique récente sur le syndrome
de fatigue chronique (SFC)" (n° 12653)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Goutry aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid over "het chronisch
vermoeidheidssyndroom" (nr. 12450)
- mevrouw Magda De Meyer aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
recente wetenschappelijk onderzoek met
betrekking tot het chronisch
vermoeidheidssyndroom (CVS)" (nr. 12653)
11.01 Luc Goutry (CD&V) : Il subsiste toujours un
manque de clarté sur les causes et sur le traitement
du syndrome de fatigue chronique (SFC).
L'affection exerce une influence considérable sur la
vie du patient mais tout le monde ne l'accepte pas.
Le syndrome est souvent considéré comme une
affection psychique.

Les médecins qui doivent déterminer le taux
d'incapacité de travail ont des opinions divergentes
11.01 Luc Goutry (CD&V): Er bestaat nog steeds
onduidelijkheid over de oorzaken en de
behandeling van het
chronischevermoeidheidssyndroom (CVS). De
aandoening heeft een grote impact op het leven
van de patiënt, maar wordt niet door iedereen
aanvaard. Vaak wordt het syndroom beschouwd als
een psychische aandoening.

Geneesheren die de graad van
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
23
sur le syndrome. Leur évaluation n'est pas fondée
sur des directives explicites qui leur auraient été
données.

L'ancien ministre de la Santé publique a ouvert des
centres de référence pour concentrer les patients et
étudier l'affection. On a assisté à l'apparition de
listes d'attente et les patients devaient parfois
parcourir de longues distances.

Est-il exact que le centre de référence de la
KULeuven à Overpelt n'est plus opérationnel ?
Combien de patients sont annuellement en
traitement dans les centres de référence ? Quelle
est la durée d'un traitement et en quoi consiste-t-il ?
Quels sont les résultats d'un traitement ? Quel
budget l'INAMI dégage-t-il à cet effet ? Quand le
Centre d'expertise évaluera-t-il les centres de
référence ?
werkonbekwaamheid moeten bepalen, hebben
uiteenlopende meningen over het syndroom. Hun
evaluatie is niet gebaseerd op afdoende richtlijnen
die hen werden verstrekt.

De vorige minister van Volksgezondheid opende
referentiecentra om patiënten te concentreren en
de aandoening te onderzoeken. Er ontstonden
wachtlijsten en patiënten moesten zich soms ver
verplaatsen.

Is het waar dat het referentiecentrum van de
KULeuven in Overpelt niet meer operationeel is?
Hoeveel patiënten zijn er per jaar in behandeling in
de referentiecentra? Hoelang duurt een
behandeling en waaruit bestaat ze? Welke
resultaten levert een behandeling op? Welk budget
wordt hiervoor uitgetrokken door het Riziv?
Wanneer zal het Kenniscentrum de referentiecentra
evalueren?
11.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : Quel est
l'état d'avancement de l'étude d'évaluation des
centres de référence pour le syndrome de fatigue
chronique
? De nombreux patients sont
actuellement confrontés à des coûts élevés sans
perspective de remboursement.
11.02 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Wat is de
stand van zaken in het evaluatieonderzoek naar de
referentiecentra voor het
chronischevermoeidheidssyndroom? Veel
patiënten hebben nu hoge kosten zonder zicht op
terugbetaling.
11.03 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
En 2002, le Comité de l'assurance de l'INAMI a
conclu une convention de financement avec cinq
centres de référence pour patients atteints du
syndrome de fatigue chronique. Un conseil a de
plus été créé. Un rapport d'évaluation vient d'être
achevé par l'INAMI et sera examiné par le Comité
de l'assurance, après quoi il sera disponible sur le
site internet.


Trois centres n'ont débuté leurs activités que fin
2002. En 2003 et 2004, un programme de
diagnostics disciplinaires a été lancé
respectivement pour 570 et 523 patients qui
souffraient probablement du syndrome. Un
traitement de rééducation a été engagé pour
respectivement 349 et 355 patients chez qui le
syndrome a été constaté.

Un total de 1.569 patients ont subi un diagnostic
avant le 30 juin 2005. Durant la même période, 965
patients ont bénéficié d'un programme de
rééducation. Les centres disposent d'une
enveloppe permettant le financement annuel de
443 patients.


La durée de la rééducation diffère d'un centre à
l'autre. Elle se compose au minimum d'une thérapie
11.03 Minister Rudy Demotte (Nederlands): In
2002 sloot het verzekeringscomité van het Riziv
een financieringsovereenkomst af met vijf
referentiecentra voor patiënten met het
chronischevermoeidheidssyndroom en werd er een
raad opgericht. Een evaluatierapport werd door het
Riziv afgerond en zal door het verzekeringscomité
worden besproken, waarna het op de website
beschikbaar zal zijn.

Drie centra werden pas eind 2002 opgestart. In
2003 en 2004 werd er een programma van
multidisciplinaire diagnoses aangevat voor
respectievelijk 570 en 523 patiënten die
vermoedelijk aan het syndroom leden. Er werd voor
respectievelijk 349 en 355 patiënten waarbij het
syndroom werd vastgesteld, een
revalidatiebehandeling opgestart.

Het totale aantal patiënten dat een diagnose
onderging voor 30 juni 2005 bedraagt 1.569.
Tijdens dezelfde periode kregen 965 patiënten een
revalidatieprogramma. De centra hebben een
financieringsenveloppe om jaarlijks 443 patiënten te
behandelen.

De duur van de revalidatiebehandeling verschilt van
centrum tot centrum. Ze bestaat minimaal uit
cognitieve gedragstherapie en graduele
oefentherapie. Voor zover bekend zijn dit de enige
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
24
comportementale cognitive et d'une thérapie
graduelle d'exercices. Au stade actuel des
connaissances, il s'agit des seules formes utiles de
traitement des intéressés. En dépit d'un grand
nombre d'études scientifiques, il n'existe encore
aucun traitement curatif du SFC. Le traitement vise
à mieux maîtriser ses maux et à promouvoir le
fonctionnement du patient.
nuttige vormen van behandeling voor de
betrokkenen. Ondanks massaal wetenschappelijk
onderzoek is er nog geen curatieve behandeling
voor CVS. De behandeling beoogt de klachten
beter te beheersen en het functioneren van de
patiënt te bevorderen.
L'étude évaluative démontre que la thérapie
rééducationnelle aboutit à une amélioration
significative de la qualité de vie du patient.
Pourtant, cette thérapie n'amoindrit pas la capacité
d'efforts cardio-respiratoires du patient ni son
aptitude à exercer sa profession. En règle générale,
les résultats sont moins bons que prévus mais il
s'agit souvent de patients qui souffraient déjà de ce
syndrome depuis cinq ans en moyenne. Selon le
Center for Disease Control and Prevention, le
critère de durée pour le SFC est de six mois. Il en
résulte que le pronostic thérapeutique est moins
bon. En outre, la population de patients présente
des contours moins nets étant donné que des
personnes atteintes de troubles psychiatriques sont
également traitées. Il conviendrait peut-être, pour
obtenir de meilleurs résultats, d'administrer ce
traitement sous une autre forme.

L'assurance-maladie consacre annuellement 1,7
million d'euros maximum aux cinq centres de
référence. Une évaluation supplémentaire par le
Centre d'expertise ne sera pas nécessaire après
que l'INAMI aura rédigé son rapport d'évaluation.

La politique suivie en matière de traitement de ce
syndrome sera rectifiée. L'INAMI a établi un
nouveau plan qui a été soumis au Comité de
l'assurance. De plus, des solutions permettant de
remédier à des problèmes signalés ont été
recherchées. Des mesures seront prises afin de
faire en sorte que les patients passent plus vite
d'une unité de soins à une autre. En outre,
l'accessibilité financière aux soins dispensés par
des thérapeutes comportementaux périphériques
sera améliorée. A cette fin, les aménagements
nécessaires devront être apportés à l'assurance-
maladie. Tous ces changements interviendront à
moyen terme.
De evaluatiestudie toont aan dat de
revalidatiebehandeling leidt tot een significante
verbetering van de levenskwaliteit van de patiënt.
Er is echter geen invloed op de cardiorespiratoire
inspanningscapaciteit en het beroepsmatige
functioneren. Over het algemeen zijn de resultaten
minder goed dan werd verwacht, maar vaak gaat
het over patiënten die reeds gemiddeld gedurende
vijf jaar aan het syndroom leden. Het duurcriterium
voor het CVS bedraagt volgens het Center for
Disease Control and Prevention
zes maanden.
Daardoor wordt de behandelingsprognose minder
goed. Bovendien is de patiëntenpopulatie minder
afgelijnd, aangezien er ook mensen met
psychiatrische pathologieën worden behandeld.
Misschien moet de behandeling onder een andere
vorm worden verstrekt om betere resultaten te
behalen.

De ziekteverzekering besteedt per jaar maximaal
1,7 miljoen euro aan de vijf referentiecentra. Een
bijkomende evaluatie door het Kenniscentrum is
niet nodig na het opstellen van het evaluatierapport
door het Riziv.

Het beleid inzake het syndroom zal worden
bijgestuurd. Het Riziv stelde een nieuw plan op dat
aan het Verzekeringscomité wordt voorgelegd.
Daarbij werd naar oplossingen gezocht voor
gesignaleerde problemen. Er worden maatregelen
genomen om een snellere doorstroming van de
patiënten mogelijk te maken. Verder wordt de
financiële toegankelijkheid tot perifere
gedragstherapeuten verbeterd. Daartoe moeten de
nodige aanpassingen aan de ziekteverzekering
gebeuren. Dat zijn allemaal veranderingen op
middellange termijn.
11.04 Luc Goutry (CD&V) : J'espère que l'on
fournira de meilleures directives aux médecins-
conseil chargés d'évaluer l'incapacité de travail. Le
centre de référence de la KULeuven a-t-il été
fermé? Quand le rapport d'évaluation sera-t-il
publié sur le site internet?
11.04 Luc Goutry (CD&V): Ik hoop dat men ook
betere richtlijnen zal verstrekken aan adviserende
geneesheren die moeten oordelen over
werkonbekwaamheid. Werd het referentiecentrum
van de KULeuven opgedoekt? Wanneer wordt het
evaluatierapport op de website gepubliceerd?
11.05 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) : 11.05 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik heb
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
25
Je ne peux pas vous fournir d'informations à ce
sujet pour le moment.
daarover nu geen informatie.
11.06 Magda De Meyer (sp.a-spirit) : Je me félicite
que des mesures soient prises sur la base du
rapport d'évaluation. De nombreux patients ne sont
pas en mesure de se livrer à des activités
quotidiennes et ne bénéficient d'aucune
intervention. Il convient de trouver une solution à ce
problème.
11.06 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Ik ben blij dat
er op basis van het evaluatierapport maatregelen
worden genomen. Veel patiënten zijn onbekwaam
om dagdagelijkse activiteiten uit te voeren en
krijgen geen tegemoetkoming. Voor hen moet er
een oplossing worden gevonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Véronique Ghenne à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "l'information
du consommateur quant à des substances
chimiques contenues dans les cosmétiques"
(n° 12484)
12 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de vice-eerste minister en minister van Begroting
en Consumentenzaken over "de informatie voor
de verbruiker inzake chemische stoffen in
cosmetica" (nr. 12484)
12.01 Véronique Ghenne (PS) : La Commission
européenne a annoncé, en août, que le secteur
cosmétique devrait, à la demande du
consommateur, fournir des informations sur les
possibles effets indésirables de substances
chimiques introduites dans la fabrication
cosmétique. La Commission, qui initialement
pensait obliger les fabricants de cosmétique à
déclarer certains composants via une notice
explicative, a revu cette ambition à la baisse pour
ne pas pénaliser les bénéfices du secteur par des
procédures coûteuses d'essais et de déclarations.
Les consommateurs pourront donc faire des
demandes d'information par téléphone ou sur le
site Internet du fabricant.

De quelle manière le consommateur sera-t-il
informé des possibilités de demander des
informations sur les éventuels effets indésirables
des produits puisque cette information n'est pas
systématique? Une campagne d'information est-
elle prévue?
Qu'en est-il en cas de non-respect des
engagements de l'industrie?
J'aurais aimé savoir si la Belgique envisageait de
remédier à cette lacune. Si oui, de quelle manière?
12.01 Véronique Ghenne (PS): De Europese
Commissie heeft in augustus jongstleden
aangekondigd dat de cosmeticasector op verzoek
van de consument informatie zou moeten
verstrekken over de mogelijke ongewenste
bijwerkingen van chemische bestanddelen van
cosmetische producten. De Commissie, die
aanvankelijk van plan was de cosmeticafabrikanten
ertoe te verplichten melding te maken van bepaalde
bestanddelen in een bijsluiter, heeft dat voornemen
teruggeschroefd om de sector niet op extra kosten
te jagen door de invoering van dure test- en
meldingsprocedures. De consumenten zullen dus
telefonisch en via de website van de fabrikant om
meer informatie kunnen vragen.

Op welke manier zal de consument worden
ingelicht over de mogelijkheid om meer informatie
te vragen over de eventuele ongewenste
bijwerkingen van de producten, aangezien die
informatie niet stelselmatig zal worden verspreid?
Zal een informatiecampagne op touw worden
gezet?
Wat zal er gebeuren wanneer de industrie haar
verbintenissen niet nakomt?
Ik zou willen weten of de Belgische autoriteiten die
leemte willen wegwerken. Zo ja, hoe?
12.02 Rudy Demotte, ministre (en français) : Les
produits cosmétiques sont réglementés par l'arrêté
royal du 15 octobre 1997 qui transpose la directive
européenne 76/768 relative aux produits
cosmétiques, laquelle prévoit que les firmes
cosmétiques communiquent au public les
informations sur la composition et les éventuels
effets indésirables de leurs produits.
12.02 Minister Rudy Demotte (Frans): De
cosmetische producten worden gereglementeerd
door het koninklijk besluit van 15 oktober 1997, dat
een omzetting is van de Europese richtlijn 76/768
betreffende de cosmetische producten, die bepaalt
dat de cosmeticafabrikanten aan het publiek
informatie over de samenstelling en de eventuele
ongewenste bijwerkingen van hun producten
meedelen.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
26

Doivent être communiquées à la demande du
consommateur: la composition qualitative qui figure
déjà sur le conditionnement, la composition
quantitative pour certains ingrédients et les effets
indésirables rapportés, principalement des
réactions allergiques ou d'irritation.

La Commission européenne vient de publier les
lignes directrices des modalités d'accès à ces
informations et du type de données à
communiquer. Un arrêté ministériel, basé sur ces
lignes directrices et qui prévoit que la demande
pourra être introduite par courrier postal, par
courrier électronique ou par téléphone, est en
préparation. Le conditionnement de chaque produit
doit porter l'adresse du responsable de la mise sur
le marché. L'arrêté prévoit aussi que les
informations relatives aux effets indésirables liés au
produit soient complètes.

Dienen op verzoek van de consument te worden
meegedeeld: de kwalitatieve samenstelling die al
op de verpakking voorkomt, de kwantitatieve
samenstelling voor bepaalde bestanddelen en de
gerapporteerde ongewenste bijwerkingen,
voornamelijk allergische reacties en veroorzaakte
irritatie.
De Europese Commissie heeft onlangs krachtlijnen
gepubliceerd voor de toegang tot die informatie en
met betrekking tot het soort gegevens dat moet
worden meegedeeld. Een ministerieel besluit, dat
op die krachtlijnen is gebaseerd en dat bepaalt dat
het verzoek per post, via e-mail of telefonisch kan
worden geformuleerd, is momenteel in
voorbereiding. Op de verpakking van elk product
dient de naam te worden vermeld van de persoon
die instaat voor het op de markt brengen ervan. Het
besluit bepaalt tevens dat de inlichtingen met
betrekking tot de ongewenste bijwerkingen van het
product volledig moeten zijn.
12.03 Véronique Ghenne (PS) : Un arrêté royal
sera donc bientôt publié. Une campagne
d'information sera-t-elle aussi programmée afin
que les consommateurs sachent qu'ils doivent
introduire une demande écrite ou par téléphone ?
12.03 Véronique Ghenne (PS): Er zal dus
binnenkort een koninklijk besluit worden
gepubliceerd. Zal er ook een informatiecampagne
op touw worden gezet teneinde de consumenten
ervan op de hoogte te brengen dat een schriftelijke
of telefonische aanvraag vereist is?
12.04 Rudy Demotte, ministre(en français) : Il est
prévu que les adresses de contact figurent sur les
étiquettes, que les responsables soient joignables
par téléphone et que l'information soit accessible
sur un site Internet. Aucune autre campagne
d'information grand public n'est prévue.
12.04 Minister Rudy Demotte (Frans): De
contactadressen moeten op de etiketten te vinden
zijn, de verantwoordelijken moeten telefonisch
bereikbaar zijn en de informatie moet op een
website ter beschikking zijn. Daarnaast is geen
andere grootschalige informatiecampagne gepland.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Mme Annemie Turtelboom au
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique sur "une étude portant sur les
avantages des hôpitaux de petite taille"
(n° 12495)
13 Vraag van mevrouw Annemie Turtelboom aan
de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid over "een onderzoek naar de
voordelen van kleine ziekenhuizen" (nr. 12495)
13.01 Annemie Turtelboom (VLD) : Selon le
rapport annuel 2005 de la société Roland Berger
Strategy Consultants aux Pays-Bas, les petits
hôpitaux enregistrent de meilleurs résultats
médicaux et financiers que les grands. La qualité et
une politique financière saine vont souvent de pair.
Les fusions n'aboutissent donc pas toujours à une
plus grande efficacité et une réduction des coûts.

Existe-t-il une enquête similaire en Belgique ? Dans
l'affirmative, quels en sont les résultats ? Dans la
négative, le ministre a-t-il l'intention de demander la
réalisation d'une telle enquête ?
13.01 Annemie Turtelboom (VLD): Volgens het
jaaroverzicht 2005 van de firma Roland Berger
Strategy Consultants in Nederland, scoren kleine
ziekenhuizen medisch en financieel beter dan
grote. Een goede kwaliteit en een gezond financieel
beleid gaan vaak samen. Fusies leiden dus niet
altijd tot meer efficiëntie en een lager kostenplaatje.


Bestaat er een gelijkaardig onderzoek in België? Zo
ja, wat zijn de resultaten? Zo nee, is de minister
van plan een dergelijk onderzoek te laten
uitvoeren?
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
27
13.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Chaque année, les données indispensables pour la
réalisation d'une telle enquête sont collectées par le
biais de Finhosta. Sur le site internet du SPF Santé
publique figure une application qui comprend
quarante indicateurs financiers. Cette application
permet au public et aux hôpitaux de comparer eux-
mêmes l'efficacité et la qualité de la gestion des
hôpitaux.

Les chiffres indiquent que la gestion des hôpitaux
s'améliore d'année en année depuis 2002. Chaque
hôpital peut consulter son score sur la base des
différents paramètres des données cliniques
minimales, de la gestion financière et de la politique
en matière de ressources humaines. En juin
dernier, le SPF Santé publique a organisé un
symposium consacré à cette application axée sur
les hôpitaux généraux.

Les analyses et les enquêtes peuvent être
réalisées sur la base de données du SPF Santé
publique. Il est ainsi possible d'obtenir le nombre de
séjours par rapport au nombre d'équivalents temps
plein par exemple.
13.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Elk
jaar worden de noodzakelijke gegevens voor een
dergelijk onderzoek via Finhosta verzameld. De
FOD Volksgezondheid heeft op zijn website een
toepassing geplaatst die veertig financiële
indicatoren bevat. De doeltreffendheid en de
kwaliteit van het beheer van de ziekenhuizen
kunnen er door het publiek en de ziekenhuizen zelf
worden vergeleken.

De cijfers geven aan dat het beheer van de
ziekenhuizen sinds 2002 elk jaar verbetert. Elk
ziekenhuis kan zijn score bekijken op basis van de
verschillende parameters van de minimale klinische
gegevens, het financiële beheer en het
humanresourcesbeleid. In juni hield de FOD
Volksgezondheid nog een symposium over deze op
de algemene ziekenhuizen gerichte toepassing.


Analyses en onderzoek kunnen gebeuren op basis
van de gegevens van de FOD Volksgezondheid Zo
kan men bijvoorbeeld het aantal verblijven ten
opzichte van het aantal voltijdse equivalenten
verkrijgen.
13.03 Annemie Turtelboom (VLD) : Les chiffres
doivent probablement être nuancés mais il est tout
de même frappant de constater que les petits
hôpitaux semblent afficher de meilleurs résultats. Il
est dès lors très certainement utile de connaître le
profil des patients.

Il convient en tout état de cause de se poser la
question de savoir si des accroissements d'échelle
représentent toujours une amélioration. Des
analyses effectuées aux Pays-Bas indiquent le
contraire.

Lorsque les chiffres sur le site internet de la Santé
publique seront accessibles à tous, je les
analyserai attentivement dans l'espoir de pouvoir
encore étayer ma position.
13.03 Annemie Turtelboom (VLD): De cijfers
moeten wellicht genuanceerd worden maar toch is
het markant dat kleine ziekenhuizen beter blijken te
presteren. Daarom is het zeker nuttig de aard van
de patiënten in beeld te brengen.


In elk geval moet de vraag gesteld worden of
schaalvergrotingen altijd een verbetering zijn.
Analyses in Nederland geven alvast aan van niet.



Als de cijfers op de website van Volksgezondheid
voor iedereen toegankelijk zijn, zal ik ze eens
grondig analyseren in de hoop mijn stelling nog
verder te kunnen onderbouwen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- M. Yvan Mayeur au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "le
financement du Fonds de lutte contre le
tabagisme" (n° 12579)
- Mme Karine Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "l'industrie
du tabac et la Fondation Rodin" (n° 12648)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Yvan Mayeur aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
financiering van het Fonds ter bestrijding van het
tabaksgebruik" (nr. 12579)
- mevrouw Karine Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
tabaksindustrie en de Rodinstichting" (nr. 12648)
14.01 Yvan Mayeur (PS) : La création du Fonds 14.01 Yvan Mayeur (PS): De oprichting van het
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
28
de lutte contre le tabagisme suscite des
interrogations auprès de divers industriels du tabac
présents en Belgique.

Inscrite dans la loi-programme de décembre 2003,
cette disposition a été remplacée par un autre
article de la loi-programme de 2004, qui prévoit que
2 millions d'euros sont affectés au budget de
l'INAMI pour financer ce Fonds.


Certains cigarettiers croient que le Fonds implique
une contribution de leur part, alors qu'il semble que
ce Fonds doive être financé par le budget des
Voies et Moyens et la TVA. Qu'en est-il en réalité ?
Fonds ter bestrijding van het tabaksgebruik doet bij
de Belgische tabaksproducenten heel wat vragen
rijzen.

De bepaling daaromtrent, die aanvankelijk
opgenomen was in de programmawet van 2003,
werd vervangen door een artikel van de
programmawet van 2004, dat bepaalt dat twee
miljoen euro naar de Riziv-begroting gaat voor de
financiering van dat Fonds.

Een aantal tabaksproducenten gelooft dat zij een
bijdrage moeten leveren aan dat Fonds, dat naar
verluidt zou worden gefinancierd vanuit de
Middelenbegroting en de btw? Wat is de juiste
toedracht?
14.02 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) : Nous avons
appris dans la presse que la Fondation Rodin, qui
consacre des études à la prévention du tabagisme
chez les jeunes, transmettrait des informations
concernant la perception du tabac par les jeunes à
l'industrie du tabac. Il appert en outre que cette
Fondation serait partiellement financée par les
cigarettiers.
Ces rumeurs sont-elles fondées ? Quelles mesures
le ministre envisage-t-il de prendre ?
14.02 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Wij vernemen in
de pers dat de Rodinstichting, die onderzoek voert
naar tabakspreventie bij jongeren, studies over de
perceptie van tabak bij adolescenten zou
doorspelen aan de tabaksindustrie. Verder zou de
Rodinstichting ook gedeeltelijk gefinancierd worden
door de tabaksindustrie.

Berusten deze geruchten op waarheid? Zijn
dergelijke praktijken wettelijk toegelaten? Wat zal
de minister ter zake ondernemen?
14.03 Rudy Demotte, ministre (en français) : Le
Fonds que j'ai institué dans le cadre du plan fédéral
de lutte contre le tabagisme est un fonds public. Sa
création a été inscrite dans la loi-programme du 22
décembre 2003. Les articles 116 et 258 de la loi-
programme disposent que son financement
provient d'une quote-part du budget de l'INAMI
alimenté par les recettes de la TVA.
14.03 Minister Rudy Demotte (Frans): Het fonds
dat ik in het raam van het federaal plan ter
bestrijding van het tabaksgebruik heb opgericht, is
een overheidsfonds. De oprichting ervan was
opgenomen in de programmawet van 22 december
2003. De artikelen 116 en 258 van de
programmawet bepalen dat de financiering
gedragen wordt door de Riziv-begroting, die op
haar beurt gestijfd wordt met btw-ontvangsten.
En d'autres termes, il n'y a aucun financement par
le secteur.

En 2004, un million d'euros a été alloué à ce fonds.
En 2005, le financement a été doublé. Le fonds est
devenu opérationnel fin 2004
; il finance
l'accompagnement des mesures d'exécution du
plan fédéral.
Met andere woorden gebeurt er geen financiering
door de sector.

In 2004 werd een bedrag van een miljoen euro in
dat fonds gestort. In 2005 werd de financiering
verdubbeld. Het fonds is eind 2004 operationeel
geworden; de begeleiding van de
uitvoeringsmaatregelen van het federaal plan
worden ermee gefinancierd.
(En néerlandais) Je ne puis me prononcer sur les
pratiques, les contacts ou le cadre légal de la
fondation Rodin.
(Nederlands) Ik kan mij niet uitspreken over de
praktijken, de contacten of het wettelijk kader van
de Rodinstichting.
Il est toutefois certain que la mise en oeuvre du
plan fédéral de lutte contre le tabagisme n'a aucun
lien avec cette fondation.
Het staat echter vast dat de uitvoering van het
federaal plan ter bestrijding van het tabaksgebruik
volledig los staat van deze stichting.
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
29
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15 Question de M. Luc Goutry au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'examen d'admission pour les
kinésithérapeutes" (n° 12533)
15 Vraag van de heer Luc Goutry aan de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het
toelatingsexamen voor kinesisten" (nr. 12533)
15.01 Luc Goutry (CD&V) : Un nouvel examen
d'admission important aura lieu samedi prochain
afin de déterminer si les kinésithérapeutes
diplômés peuvent obtenir un numéro INAMI. Nous
nous sommes déjà insurgés contre cette pratique
l'année dernière. Il est moralement inacceptable de
refuser l'accès à la profession à des personnes qui
ont obtenu le diplôme. Si une limitation est
nécessaire, elle doit intervenir au commencement
des études.

Les études confirment la pénurie future de
kinésithérapeutes. Dès lors, je ne comprends pas
pourquoi on ne permet pas aux diplômés d'exercer
pleinement la profession. On résout de façon trop
draconienne un problème temporaire de
surabondance et les épreuves imposées aux
diplômés ne permettent pas de déterminer avec la
pertinence requise s'ils sont compétents ou non.

Combien de kinésithérapeutes ont décroché leur
diplôme cet été en Communautés flamande et
française ? De combien de Belges et d'étrangers
s'agit-il au total ?

L'année dernière, 104 diplômés flamands n'ont pas
été sélectionnés pour les prestations. Sont-ils inclus
dans le quota ? Les questions d'examen sont-elles
adaptées pour permettre une évaluation correcte ?
Le nombre de diplômés sera-t-il inclus dans le
quota au cours des prochaines années ?

Les diplômés de 2006 obtiennent un numéro
temporaire jusqu'après l'examen. Ceux qui n'ont
pas réussi l'examen l'année dernière ne disposent
pas d'un numéro temporaire et doivent participer
une nouvelle fois à l'épreuve. Pourront-il jamais
obtenir un numéro définitif ?
15.01 Luc Goutry (CD&V): Volgende zaterdag is
er opnieuw een groot toelatingsexamen voor
afgestudeerde kinesisten om een Riziv-nummer te
krijgen. Wij fulmineerden daartegen vorig jaar al.
Het is moreel onaanvaardbaar mensen die het
diploma behaald hebben, de toegang tot het beroep
te weigeren. Indien er een beperking nodig is, dan
moet men de toegang maar beperken aan het
begin van de studie.

Onderzoekers bevestigen dat er de komende jaren
een tekort aan kinesisten zal zijn. Daarom begrijp ik
niet waarom men afgestudeerden niet toelaat het
beroep volledig uit te oefenen. Men lost een tijdelijk
probleem van overaanbod op een al te drastische
wijze op en de proeven die de afgestudeerden
moeten doorstaan, zijn niet relevant om te
beoordelen of iemand al dan niet vakbekwaam is.

Hoeveel kinesisten studeerden deze zomer af in de
Vlaamse en in de Franse Gemeenschap? Om
hoeveel Belgen en buitenlanders gaat het in totaal?


Vorig jaar waren 104 Vlaamse gediplomeerden niet
geselecteerd voor de prestaties. Worden die bij het
quotum geteld? Worden de examenvragen
aangepast zodat zij een correcte evaluatie
toelaten? Zal het aantal afgestudeerden de
eerstkomende jaren onder het quotum vallen?

Afgestudeerden van 2006 krijgen een tijdelijk
nummer tot na het examen. Zij die vorig jaar niet
door het examen geraakten, hebben geen tijdelijk
nummer en moeten opnieuw aan de proef
deelnemen. Kunnen zij ooit een definitief nummer
krijgen?
15.02 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais): Il
n'y pas de restrictions en ce qui concerne le
nombre d'étudiants en kinésithérapie, mais bien
pour le nombre de kinésithérapeutes dont les
prestations en tant qu'indépendant peuvent donner
lieu à un remboursement dans le cadre de
l'assurance-maladie obligatoire. J'estime qu'il est
parfaitement acceptable moralement de garantir au
patient un accès suffisant à des soins de qualité et
ce, à un prix raisonnable.
15.02 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Er
worden geen beperkingen opgelegd inzake het
aantal studenten kinesitherapie, maar wel inzake
het aantal kinesisten dat als zelfstandige prestaties
terugbetaald kan krijgen in het raam van de
verplichte ziekteverzekering. Voor de patiënt een
voldoende toegang garanderen tot kwaliteit tegen
een redelijke prijs, is voor mij perfect moreel
aanvaardbaar.

CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24/10/2006
CRABV 51
COM 1071
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
La date d'inscription pour l'examen de sélection est
déjà passée. En communauté flamande, 370
candidats se sont inscrits valablement. Parmi ceux-
ci, 270 seront sélectionnés et les 100 autres ne
seront donc pas retenus. A mes yeux, il n'y a pas
d'important déficit par rapport au quota. Du côté
francophone, 172 personnes se sont inscrites
valablement. Ce chiffre est inférieur au plafond
prévu pour l'organisation d'un examen. 172
kinésithérapeutes francophones seront donc
agréés par l'Inami.

Le reliquat de l'année dernière était de 12 unités et
est à présent pratiquement épuisé. Si les 172
kinésithérapeutes francophones demandent un
numéro, il n'en subsistera dès lors plus que quatre
de plus que le quota prévu pour les deux années
cumulées.
De inschrijvingsdatum voor het selectie-examen is
reeds voorbij. In de Vlaamse Gemeenschap
schreven 370 kandidaten zich reglementair in. Er
zullen er dus 270 worden geselecteerd en 100 niet.
Ik zie geen groot tekort in vergelijking met de quota.
Aan de Franstalige kant schreven zich 172
personen reglementair in. Dat cijfer ligt onder de
grenswaarde waarbij het examen moet worden
georganiseerd. Er zullen dus 172 Franstalige
gediplomeerden toegang krijgen tot het Riziv.


Het overschot van vorig jaar bedroeg twaalf en is
nu bijna volledig opgebruikt. Indien alle 172
Franstalige kinesisten een nummer aanvragen,
blijven er dus maar vier meer over dan de
voorziene quota over de twee jaren samen.
L'arrêté royal du 22 juillet 2005 fixe le nombre de
candidats pouvant être sélectionnés entre 2005 et
2009 pour le concours de kinésithérapeutes. Ce
nombre peut être modifié si, au cours d'une année
précédente, le nombre de kinésithérapeutes
sélectionnés ne correspondait pas au nombre fixé.
Étant donné que tel n'était pas le cas en 2005, le
quota est maintenu pour 2006.


L'an dernier en Communauté française, les
candidats étaient plus nombreux que le quota mais
leur nombre n'excédait toutefois pas la marge de
dépassement autorisée. Il n'y a dès lors pas eu de
concours et tous les candidats furent
automatiquement retenus. Par ailleurs, la différence
entre le quota de 2005 et le nombre de
kinésithérapeutes sélectionnés en 2005 a été
retranchée du quota de 2007. Les candidats non
retenus en 2005 pouvaient s'inscrire au concours
2006. Les questions du concours 2005 ont été
soumises à une évaluation par le Selor et par les
équipes universitaires qui avaient préparé le test.
Certaines questions ont été remplacées à cette
occasion. Le questionnaire de 2006 sera
également soumis à une analyse minutieuse.
Het KB van 22 juli 2005 bepaalt het aantal
kandidaten dat van 2005 tot 2009 kan worden
geselecteerd voor het vergelijkende examen voor
kinesitherapeuten. Dit aantal kan worden gewijzigd
indien in een voorgaand jaar het aantal
geselecteerde kinesitherapeuten niet
overeenstemde met het vastgelegde aantal.
Aangezien dit in 2005 niet het geval was, blijft het
quotum voor 2006 ongewijzigd.

Binnen de Franse Gemeenschap waren er vorig
jaar meer kandidaten dan het quotum. Hierdoor
werd er geen examen georganiseerd en waren alle
kandidaten automatisch geselecteerd. Verder werd
hier het quotum voor 2007 verminderd met het
verschil tussen het quotum van 2005 en het aantal
geselecteerde kinesitherapeuten in 2005. De
kandidaten die niet werden geselecteerd in 2005,
konden zich inschrijven voor het examen in 2006.
De examenvragen van 2005 werden geëvalueerd
door Selor en de universitaire teams die het
examen hadden voorbereid. Hierbij werden
sommige vragen vervangen. Ook de vragenlijst van
2006 zal grondig worden geanalyseerd.
Lors de la rédaction de l'examen de 2007, il sera
tenu compte de l'analyse des examens précédents.

Somme toute, un quota est une donnée
dynamique. Si le nombre d'étudiants en
kinésithérapie diminue trop, la commission de
planification pourra donc abaisser les quotas.

Je communiquerai votre dernière question à mes
services.
Bij het opstellen van het examen van 2007 zal
rekening worden gehouden met de analyse van de
vorige examens.
Tenslotte is een quotum een dynamisch gegeven.
Indien het aantal studenten kinesitherapie te zeer
zou dalen, kan de planningcommissie de quota
aanpassen.

De laatste vraag zal ik aan mijn diensten
doorspelen.
15.03 Luc Goutry (CD&V): Je reste convaincu 15.03 Luc Goutry (CD&V): Ik blijf van mening dat
CRABV 51
COM 1071
24/10/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
que le contingentement doit avoir lieu au début,
sous la forme d'un examen d'admission. C'est une
position que le ministre pourra défendre sans
aucun problème.
contingentering moet plaatsvinden bij het begin, via
een toelatingsexamen. Dat kan de minister perfect
verdedigen.
15.04 Rudy Demotte, ministre (en néerlandais) :
Je dois mettre en oeuvre les cadres prévus par
mes prédécesseurs.
15.04 Minister Rudy Demotte (Nederlands): Ik
moet de door mijn voorgangers opgestelde kaders
uitvoeren.
15.05 Luc Goutry (CD&V) : Il est encore et
toujours inadmissible que des personnes ne
puissent avoir accès à la totalité de la profession
après avoir tant étudié et investi.
15.05 Luc Goutry (CD&V): Het is en blijft
onaanvaardbaar dat mensen na lange studies en
grote investeringen geen toegang krijgen tot het
volledige beroep.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15.06 Daniel Ducarme (MR): Alors que j'étais
prévu ce matin, je suis venu plus tard. Mon
interpellation ne requérant pas l'urgence, je suis
disposé à la reporter, pour peu que ce ne soit pas à
l'année prochaine!
15.06 Daniel Ducarme (MR): Mijn interpellatie
was voor vanmorgen gepland, maar ik ben later
gekomen. Vermits ze echter niet dringend is, ben ik
bereid ze naar een latere datum te verzetten, zo
lang het maar niet volgend jaar is!
La réunion publique de commission est levée à
17 h 00.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.00 uur.

Document Outline