CRABV 51 COM 1037
CRABV 51 COM 1037
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE L
'I
NTÉRIEUR
,
DES
A
FFAIRES
GÉNÉRALES ET DE LA
F
ONCTION PUBLIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
B
INNENLANDSE
Z
AKEN
,
DE ALGEMENE
Z
AKEN EN HET
O
PENBAAR
A
MBT
lundi maandag
10-07-2006 10-07-2006
après-midi namiddag
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
13/07/2006, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
13/07/2006, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CRIV-
reeks, op wit papier)
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN Front
National
MR Mouvement
réformateur
N-VA Nieuw-Vlaamse
Alliantie
PS Parti
socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de Mme Valérie Déom au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la présence
policière à la gare du Midi" (n° 12136)
1
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van de politie in het
Zuidstation" (nr. 12136)
1
Orateurs: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Valérie Déom, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Ordre des travaux
2
Regeling van de werkzaamheden
2
Question de M. Servais Verherstraeten au premier
ministre sur "les marchés publics" (n° 11620)
2
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
eerste minister over "de overheidsopdrachten"
(nr. 11620)
2
Orateurs: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont, ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes et de l'Égalité des chances
Sprekers: Servais Verherstraeten, Christian
Dupont, minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle de l'interdiction d'installer des détecteurs
de radars à bord des véhicules automobiles"
(n° 12171)
4
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de handhaving van het verbod tot de
installatie van radardetectoren in motorvoertuigen"
(nr. 12171)
4
Orateurs: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Jef Van den Bergh, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Interpellation de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"la politique de visa pour le moins curieuse de
l'Office des étrangers" (n° 894)
5
Interpellatie van de heer Francis Van den Eynde
tot de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de merkwaardige
visapolitiek van de Dienst Vreemdelingenzaken"
(nr. 894)
5
Orateurs: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers: Francis Van den Eynde, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Motions
7
Moties
7
Question de Mme
Talbia Belhouari au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "des
centres d'enregistrement communs pour les
demandes de visa Schengen" (n° 12254)
8
Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "gemeenschappelijke registratiecentra
voor de aanvragen voor een Schengen-visum"
(nr. 12254)
8
Orateurs: Talbia Belhouari, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Talbia Belhouari, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
Carrefour d'information d'arrondissement de
Nivelles" (n° 12260)
9
Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan de
vice-eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het arrondissementeel
informatiekruispunt van Nijvel" (nr. 12260)
9
Orateurs:
Véronique Ghenne, Patrick
Dewael, vice-premier ministre et ministre de
l'Intérieur
Sprekers:
Véronique Ghenne, Patrick
Dewael, vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Questions jointes de
10
Samengevoegde vragen van
10
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
ii
- M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la situation linguistique
au sein de la police bruxelloise" (n° 12292)
10
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de taalsituatie bij de Brusselse politie" (nr. 12292)
10
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la connaissance des
langues au sein de la police bruxelloise"
(n° 12344)
10
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken over
"de taalkennis bij de Brusselse politie" (nr. 12344)
10
Orateurs:
Patrick De Groote, Bart
Laeremans, Patrick Dewael, vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers:
Patrick De Groote, Bart
Laeremans, Patrick Dewael, vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la présence
d'officiers et de cadres moyens au sein des cadres
opérationnels" (n° 12324)
12
Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van officieren en
personeel van het middenkader bij het
operationeel kader" (nr. 12324)
12
Orateurs: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Joseph Arens, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
1
COMMISSION DE L'INTÉRIEUR,
DES AFFAIRES GÉNÉRALES ET
DE LA FONCTION PUBLIQUE
COMMISSIE VOOR DE
BINNENLANDSE ZAKEN, DE
ALGEMENE ZAKEN EN HET
OPENBAAR AMBT
du
LUNDI
10
JUILLET
2006
Après-midi
______
van
MAANDAG
10
JULI
2006
Namiddag
______
La réunion publique est ouverte à 14 h 16 par
M. André Frédéric, président.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur door
de heer André Frédéric, voorzitter.
01 Question de Mme Valérie Déom au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
présence policière à la gare du Midi" (n° 12136)
01 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de aanwezigheid van
de politie in het Zuidstation" (nr. 12136)
01.01 Valérie Déom (PS) : Dans le contexte de
l'agression de Joe Van Holsbeek, je m'interroge sur
la sécurité dans la gare de Bruxelles-Midi, la plus
fréquentée du pays. Est-il exact qu'il n'existe pas
de commissariat dans cette gare ? Quels moyens
sont mis à la disposition du public pour obtenir du
secours ? Y a-t-il des patrouilles ? Comment est
assurée la coordination entre les services de
sécurité compétents pour la gare du Midi (police
des chemins de fer, Securail, police fédérale du
métro et service de sécurité de la STIB) ?
01.01 Valérie Déom (PS): Naar aanleiding van de
daad van agressie waarvan Joe Van Holsbeek het
slachtoffer werd, vraag ik me af hoe het staat met
de veiligheid in Brussel-Zuid, het drukst bezochte
station van ons land. Klopt het dat in dat station
geen commissariaat is? Op welke manier kunnen
reizigers om hulp vragen? Wordt er
gepatrouilleerd? Hoe wordt de coördinatie tussen
de verschillende voor het Zuidstation bevoegde
veiligheidsdiensten (spoorwegpolitie, Securail,
federale metropolitie en veiligheidsdienst van de
MIVB) verzekerd?
01.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Le
Service Police Chemins de fer (SPC) assure la
fonction d'accueil dans la gare du Midi sept jours
sur sept entre 6 et 22 heures. De plus, le poste
SPC Centre, ouvert 24 heures sur 24, occupe des
locaux situés sous les voies de la gare. Le SPC
effectue des patrouilles dans la gare avec des
équipes des différents postes (Centre, Métro et
Eurostar). La coordination opérationnelle entre ces
postes s'effectue à partir du nouveau centre de
commandement RAMCO. La police locale est
également présente dans les environs et peut
assister la police fédérale SPC dans la gare. Les
personnes ayant besoin d'un secours policier
peuvent en outre s'adresser aux patrouilles
Securail de la SNCB et aux services de
gardiennage des magasins situés dans la gare.
01.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
spoorwegpolitie (SPC) verzekert de opvang in het
Zuidstation, zeven dagen op zeven, van 6 tot 22
uur. Bovendien bevinden de lokalen van de SPC-
brigade Centrum, die 24 uur op 24 open is, zich in
lokalen onder de stationssporen. Verschillende
brigades (Centrum, Metro en Eurostar) van de
spoorwegpolitie patrouilleren in het station. De
operationele coördinatie tussen die brigades
gebeurt vanuit het nieuwe RAMCO-
commandocenter. De lokale politie is eveneens in
de omgeving aanwezig en kan de federale
spoorwegpolitie in het station bijstaan. Wie
politiehulp nodig heeft, kan zich bovendien wenden
tot de Securail-patrouilles van de NMBS en de
bewakingsdiensten van de winkels in het station.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
2
Des protocoles d'accord précisent la répartition des
tâches et la collaboration entre le SPC, la police
locale et les services de sécurité.
In protocolakkoorden is vastgelegd hoe de taken
worden verdeeld en hoe de samenwerking tussen
de spoorwegpolitie, de lokale politie en de
veiligheidsdiensten verloopt.
01.03 Valérie Déom (PS) : En réponse à une
question de mon collègue Jean-Claude Maene, le
secrétaire d'État aux Entreprises publiques, M.
Tuybens, a assuré qu'aucune diminution du
personnel de sécurité dans les gares n'était prévue
et qu'une nouvelle structure de sécurité et une
meilleure coopération avec les services de police
seraient mises en place (voir Compte rendu
analytique n° 1005 du 19 juin 2006, p. 18 & 19).
Pouvez-vous fournir des précisions au sujet de
cette coopération et de sa mise en place ?
01.03 Valérie Déom (PS): In antwoord op een
vraag van de heer Jean-Claude Maene, bevestigde
staatssecretaris voor Overheidsbedrijven Tuybens
dat in geen enkele afslankingsoperatie voor het
veiligheidspersoneel in de stations is voorzien en
dat een nieuwe veiligheidsstructuur en een betere
samenwerking met de politiediensten zouden
worden opgezet (zie Beknopt Verslag nr. 1005 van
19 juni 2006, blz. 18 & 19). Kan u meer
toelichtingen verstrekken over die samenwerking
en over het opzetten ervan?
01.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
STIB et la SNCB possèdent, comme l'autorise le
législateur fédéral, leurs propres services de
sécurité. De Lijn organisera le sien dans les mois à
venir. De plus, nous comptons renforcer la
présence policière existante. Il s'agit d'une action
complémentaire.
01.04 Minister Patrick Dewael (Frans): De MIVB
en de NMBS beschikken over hun eigen
veiligheidsdienst. Dat is toegestaan door de
federale wetgever. De Lijn zal de komende
maanden een eigen veiligheidsdienst op poten
zetten. Daarnaast willen wij, ter aanvulling, zelf ook
meer politieagenten inzetten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Ordre des travaux
02 Regeling van de werkzaamheden
Le président (s'adressant à M. Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi) : Je suis désolé de vous
annoncer que M. Tommelein ne nous rejoindra pas
pour poser sa question n° 12140 relative à l'envoi
d'un token.
De voorzitter (tot de heer Vanvelthoven, minister
van Werk): de heer Bart Tommelein zal zijn vraag
nr 12140 over "het toesturen van een 'token'"
vanmiddag jammer genoeg niet komen stellen.
03 Question de M. Servais Verherstraeten au
premier ministre sur "les marchés publics"
(n° 11620)
03 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de eerste minister over "de
overheidsopdrachten" (nr. 11620)
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V) : Aux
termes de l'article 15 de l'arrêté royal du 12 janvier
2006 relatif aux marchés publics, l'information de
l'annonce ne peut être communiquée
individuellement aux personnes intéressées avant
la date officielle de la publication. L'objectif consiste
à faire en sorte que nul ne dispose de plus de
temps que d'autres pour préparer les dossiers.
La publication officielle des marchés publics doit
toujours se faire dans le cadre du Bulletin des
adjudications (BA) qui paraît quotidiennement
depuis quelque temps. Aucune information
concernant des marchés publics ne peut donc être
divulguée avant cette publication.
03.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Volgens
artikel 15 van het KB van 12 januari 2006
betreffende de overheidsopdrachten mag de
informatie van de aankondiging vóór de datum van
de officiële bekendmaking niet op individuele wijze
aan geïnteresseerde personen worden verstrekt.
Het is de bedoeling dat niemand extra tijd zou
hebben om dossiers voor te bereiden.
De officiële bekendmaking van
overheidsopdrachten moet steeds gebeuren in het
Bulletin der Aanbestedingen (BDA), dat sinds enige
tijd dagelijks verschijnt. Vóór publicatie mag
niemand dus gegevens over overheidsopdrachten
vrijgeven.
J'ai constaté, début mai, que certains avis Begin mei stelde ik vast dat bepaalde
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
3
d'adjudication pouvaient déjà être consultés sur le
site internet www.jepp.be et qu'ils avaient été
distribués par mailing quelques jours avant leur
publication au BDA.
Le ministre est-il au courant de cette infraction à la
législation sur les marchés publics commise par les
autorités fédérales ? Quelles mesures seront prises
pour résoudre ces problèmes ? Le BDA constitue-t-
il le seul canal pour la publication des marchés
publics ? D'autres pouvoirs publics ou entreprises
privées peuvent-ils diffuser certaines données
avant leur publication au BDA ? Les procédures
d'adjudication pourraient-elles être annulées en
raison de fautes de procédure ?
aanbestedingsberichten beschikbaar zijn op de
website www.jepp.be en via mailing worden
verspreid enkele dagen voor de officiële
bekendmaking in het BDA.
Is de minister op de hoogte van deze overtreding
door de federale overheid van de wetgeving op de
overheidsopdrachten? Welke maatregelen zullen
worden genomen om deze problemen op te
lossen? Is het BDA het enige kanaal voor de
bekendmaking van overheidsopdrachten? Mogen
anderen overheden of privé- ondernemingen -
bepaalde gegevens vrijgeven vóór de publicatie in
het BDA? Bestaat het risico dat de
aanbestedingsprocedures geannuleerd worden
omwille van procedurefouten?
03.02 Christian Dupont, ministre, au nom de M.
Guy Verhofstadt, premier ministre (en
néerlandais) : Les annonces d'adjudications
publiques sont publiées au Bulletin des
Adjudications (BDA) et dans certains cas
également au Journal Officiel de l'Union
européenne (JOUE). Pour informer les entreprises
de manière plus conviviale sur les futurs marchés
publics, le Joint Electronic Public Procurement
(JEPP) a été créé.
Lorsque les autorités fédérales envoient une
annonce par le biais du JEPP, celle-ci est
automatiquement transmise au BDA et au JOUE et
figure dès le lendemain sur le site du JEPP. Un
courrier électronique est envoyé à toutes les
sociétés qui se sont inscrites au service.
Il n'y a pas selon moi infraction à l'article 15 de
l'arrêté royal du 12 janvier 2006 étant donné que le
site du JEPP est librement accessible et que les
courriers ne sont pas envoyés sur une base
individuelle. Par ailleurs, ces services sont gratuits
et donc pas discriminatoires.
Les entreprises connaissent de mieux en mieux le
système JEPP et l'apprécient. Dans le cadre de la
mise à jour régulière du système, mon
administration est en contact avec les associations
professionnelles qui à ce jour n'ont jamais formulé
d'objections à propos de ce système.
03.02 Minister Christian Dupont, namens eerste
minister Guy Verhofstadt (Nederlands):
Aankondigingsberichten voor openbare
aanbestedingen worden gepubliceerd in het Bulletin
der Aanbestedingen (BDA) en in sommige gevallen
ook in het Europees Publicatieblad van de
Europese Unie (PBEU). Om de bedrijfswereld op
een meer klantvriendelijke manier te informeren
over de komende overheidsopdrachten werd de
Joint Electronic Public Procurement (JEPP) in het
leven geroepen.
Wanneer de federale overheid een
aankondigingsbericht verstuurt via JEPP wordt dit
automatisch doorgestuurd naar het BDA en het
PBEU. De dag nadien staat dit bericht op de
website van JEPP en wordt een mail gestuurd naar
alle bedrijven die zich hebben ingeschreven.
Volgens mij gebeurt hier geen overtreding van
artikel 15 van het KB van 12 januari 2006, omdat
de JEPP-site vrij toegankelijk is en omdat de
mailing niet op individuele basis gebeurt.
Bovendien zijn deze diensten gratis en dus ook niet
discriminerend.
De bedrijfswereld kent het JEPP-systeem steeds
beter en apprecieert het ook. Voor de regelmatige
upgrading van het systeem houdt mijn administratie
contact met de beroepsverenigingen, die nog nooit
opmerkingen over het systeem hebben
geformuleerd.
Lors d'une réunion de travail relative à l'arrêté
royal, des représentants du SPF Personnel et
Organisation se sont concertés avec des
représentants du premier ministre. Il en est ressorti
que le caractère général du système JEPP
dépasse le caractère individuel de la connaissance
préalable visé à l'article
15. Cependant, je
Tijdens een werkvergadering over het KB hebben
vertegenwoordigers van de FOD Personeel en
Organisatie met vertegenwoordigers van de eerste
minister overlegd. Daaruit bleek dat het algemeen
geldende karakter van het JEPP-systeem het
individuele karakter van voorkennis bedoeld in
artikel 15 oversteeg. Toch zal ik, naar aanleiding
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
4
reprendrai contact, dans le prolongement de cette
question, avec le service des Marchés publics du
premier ministre afin d'obtenir une réponse
définitive.
Pour les marchés publics soumis à la publicité
européenne, la publication au JOCE est aussi
obligatoire. C'est également possible pour d'autres
adjudications, sur une base volontaire.
Cette réglementation tend à éviter que certaines
entreprises soient systématiquement informées
avant d'autres. Le fait qu'un pouvoir adjudicateur
publie déjà, le jour de l'envoi et avant la publication
du BDA, les mêmes informations sur un site
internet, ne constitue aucun problème dans cette
optique. De même, ceci ne doit pas donner lieu à
des erreurs de procédure.
van deze vraag, nogmaals contact opnemen met
de dienst Overheidsopdrachten van de eerste
minister om hier uitsluitsel over te bekomen.
Voor overheidsopdrachten die onderworpen zijn
aan de Europese bekendmaking is ook de
publicatie in het PBEU verplicht. Dat kan op
vrijwillige basis ook voor andere aanbestedingen.
De reglementering wil vermijden dat bepaalde
ondernemingen systematisch eerder dan andere
geïnformeerd zouden worden. Het feit dat een
aanbestedende overheid op de dag van de
verzending en vóór publicatie in het BDA dezelfde
inlichtingen al op een website publiceert, vormt in
dit opzicht geen enkel probleem. Er is dus ook geen
aanleiding tot procedurefouten.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V) : Je
comprends parfaitement le souci de voir JEPP
organisé de la manière la plus moderne et la plus
pratique possible mais la notion de diffusion
individuelle d'informations pose un problème
d'interprétation. Pour le ministre, un site internet ou
l'envoi d'un courrier électronique à des
entrepreneurs individuels ne constitue pas une
annonce individuelle. Il peut en résulter des
discussions sur l'interprétation lors de
l'adjudication. Il faut y remédier. Peut-être la
concertation avec le premier ministre permettra-t-
elle de préciser les choses.
03.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Ik heb er
begrip voor dat men JEPP zo modern en praktisch
mogelijk wil organiseren, maar er rijst een
interpretatieprobleem over wat
`informatieverstrekking op individuele wijze'
betekent. De minister zegt dat een website of
collectieve mail naar individuele aannemers geen
individuele aankondiging is. Dit kan leiden tot
interpretatiediscussies en problemen bij de
toewijzing. Men moet hiervoor een oplossing
vinden. Misschien brengt het overleg met de eerste
minister meer duidelijkheid.
03.04 Christian Dupont, ministre (en
néerlandais) : Nous étudierons sérieusement la
question car nous ne saurions être trop prudents.
03.04 Minister Christian Dupont (Nederlands): We
zullen dit ernstig nakijken, want we kunnen niet
voorzichtig genoeg zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Jef Van den Bergh au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
contrôle de l'interdiction d'installer des
détecteurs de radars à bord des véhicules
automobiles" (n° 12171)
04 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de handhaving van
het verbod tot de installatie van radardetectoren
in motorvoertuigen" (nr. 12171)
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V) : La loi sur la
circulation routière interdit d'équiper les véhicules
motorisés de détecteurs de radars. Il existe depuis
deux ans environ un détecteur de détecteurs de
radars (DDR) qui permet de déceler efficacement
la présence de ces appareils. Il a été testé avec
succès dans un certain nombre de zones de police.
M. Landuyt souhaiterait que les services de police
investissent dans l'acquisition de DDR des moyens
provenant du Fonds des amendes routières.
La police fédérale dépiste-t-elle activement les
04.01 Jef Van den Bergh (CD&V): De
verkeerswet verbiedt de installatie van
radardetectoren in motorvoertuigen. Sedert een
tweetal jaar bestaan er radardetectordetectoren
(RDD) om deze toestellen efficiënt op te sporen. Ze
werden in een bepaalde politiezone reeds met
succes getest. Minister Landuyt wil de
politiediensten vragen om te investeren in RDD's
met middelen uit het Verkeersboetefonds.
Spoort de federale politie de radardetectoren actief
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
5
détecteurs de radars? Le ministre dispose-t-il des
chiffres des cinq dernières années ? La loi n'interdit
pas seulement l'utilisation de ces détecteurs sur la
route mais prohibe aussi toute activité commerciale
qui y a trait. Combien de dossiers ont été transmis
au parquet? La police fédérale va-t-elle faire
l'acquisition de DDR ? Des instructions ou des
recommandations vont-elles être adressées à ce
sujet aux zones locales ?
op? Heeft de minister cijfers van de voorbije vijf
jaar? De wet bepaalt niet enkel dat het gebruik in
het verkeer verboden is, maar ook alle commerciële
activiteiten die ermee verband houden. Hoeveel
dossiers heeft men in dit verband bezorgd aan het
parket? Zal de federale politie RDD's aankopen?
Krijgen de lokale zones in dit verband instructies of
aanbevelingen?
04.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
La police fédérale accorde bien évidemment de
l'attention à la détection des détecteurs de radars
mais ne dispose pas encore de ses propres DDR.
Le fonctionnaire verbalisateur est amené à
constater la présence de ces appareils lors de
contrôles de visu. Par ailleurs, la police fédérale
recourt occasionnellement à l'IBPT qui dispose
quant à lui de moyens de détection. Ainsi, plusieurs
détecteurs ont été saisis lors du passage en
Belgique du Gumball-race. Concernant les chiffres
transmis au parquet, je vous renvoie au ministre de
la Justice. La police prévoit de consacrer une partie
des moyens qu'elle reçoit du Fondes des amendes
routières à l'acquisition de quarante DDR, ce qui
traduit la volonté de mener une politique de
détection active à l'avenir.
04.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
federale politie heeft uiteraard oog voor de
opsporing van radardetectoren, maar beschikt nog
niet over eigen RDD's. De verbaliserende
ambtenaar stelt de aanwezigheid van het toestel
vast door een controle de visu. Daarnaast doet de
federale politie occasioneel een beroep op het BIPT
dat wel over detectiemogelijkheden beschikt. Zo
werden bij de doortocht van de Gumball-race
meerdere detectoren in beslag genomen. Voor
cijfers van overgemaakte dossiers aan het parket
verwijs ik naar de minister van Justitie. De federale
politie wil met de middelen die ze krijgt via het
Verkeersveiligheidsfonds, veertig RDD's
aanschaffen. Dit toont aan dat men in de toekomst
een actief opsporingsbeleid zal voeren.
Le contrat qui sera conclu à cet effet fera partie des
achats communs effectués dans le cadre du Fonds
de la sécurité routière 2006. Toutes les zones de
police pourront donc disposer de moyens du fonds
aux mêmes conditions. Le site internet de la police
fédérale indique dès à présent que les zones de
police peuvent introduire une demande de
financement pour l'achat de DDR. La police
fédérale mettra en place, cette année encore, un
projet pilote en concertation avec la Commission
permanente de la police locale et quelques zones
de police. Ce projet couvrira la période de
septembre 2006 à septembre 2007.
Het contract dat men daarvoor zal afsluiten, zal
deel uitmaken van de gemeenschappelijke
aankopen uit het Verkeersveiligheidsfonds 2006.
Alle politiezones zullen dus tegen dezelfde
voorwaarden middelen uit het fonds kunnen
benutten. De website van de federale politie geeft
nu al aan dat de lokale politiezones een financiering
kunnen aanvragen voor de aankoop van RDD's. De
federale politie zet nog dit jaar in overleg met de
Vaste Commissie van de Lokale Politie en enkele
politiezones een testproject op. De test loopt van
september 2006 tot september 2007.
04.03 Jef Van den Bergh (CD&V) : Je me réjouis
de l'achat de ces appareils.
04.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik juich het toe
dat men deze toestellen zal aankopen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Interpellation de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"la politique de visa pour le moins curieuse de
l'Office des étrangers" (n° 894)
05 Interpellatie van de heer Francis Van den
Eynde tot de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "de merkwaardige
visapolitiek van de Dienst Vreemdelingenzaken"
(nr. 894)
05.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :
Une cinquantaine de dossiers de l'Office des
étrangers (OE) sont arrivés sur mon bureau. Ils en
disent long sur la façon dont l'OE octroie les visas.
05.01 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):
Ongeveer vijftig dossiers van de Dienst
Vreemdelingenzaken (DVZ) zijn op mijn bureau
terechtgekomen. De dossiers werpen een schril
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
6
J'ai connaissance de nombreux cas où le dossier
soumis par l'ambassade aux autorités du pays
d'origine du demandeur du visa a
systématiquement fait l'objet d'un avis négatif
circonstancié mais donné lieu à la délivrance d'un
visa. On observe par ailleurs qu'un grand nombre
de responsables politiques essentiellement
wallons intercèdent auprès de l'OE. Il s'agit de
Mme Lizin, des ministres Flahaut et Onkelinx, de
Mme Milquet et même du palais royal.
licht op de werkwijze bij de toekenning van visa
door de DVZ. Ik beschik over talrijke voorbeelden
waarbij dossiers werden ingeleid door de
ambassade in het land van oorsprong van de
visumaanvrager en telkens uitvoerig negatief
werden geadviseerd, maar waarbij toch een visum
werd verleend. Ook valt op dat een groot aantal -
voornamelijk Waalse - politici politiek tussenbeide
komt bij de DVZ. Het gaat om mevrouw Lizin, de
ministers Flahaut en Onkelinx, mevrouw Milquet en
zelfs het koninklijk paleis.
Ainsi, Mme Onkelinx est intervenue en faveur d'une
dame congolaise. Dans ce dossier, le
Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides
(CGRA) avait précisé que lors de l'audition de cette
personne, plusieurs questions étaient restées sans
réponse. L'intéressée a prétendu être réfugiée
politique, alors qu'elle n'a jamais été arrêtée ni
emprisonnée. Elle s'est référée à des faits qui ont
eu lieu de 1997 à 2000 et a prétendu qu'elle
risquait de faire l'objet de poursuites si elle
retournait au Congo.
Selon le CGRA, la demande d'asile doit être
refusée à l'intéressée étant donné que celle-ci ne
constitue pas une véritable réfugiée. Par courrier du
31 mars 2005, Mme Onkelinx demande que le
dossier soit suivi et qu'elle en soit informée. Le 26
mai 2005, l'OE informe la ministre qu'à la suite de
son courrier, le séjour de la dame congolaise est
autorisé pour une durée illimitée.
Zo komt minister Onkelinx tussenbeide voor een
Congolese vrouw over wie het Commissariaat-
Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
(CGVS) meedeelde dat ze bij verhoor op diverse
vragen het antwoord schuldig bleef. Ze beweert
een politiek vluchtelinge te zijn, maar werd nooit
gearresteerd of opgesloten. Ze verwijst naar feiten
van 1997 tot 2000 en beweert dat ze vervolging
riskeert bij een terugkeer naar Congo.
Volgens het CVGS moet men haar de
asielaanvraag weigeren, omdat ze geen echte
vluchtelinge is. Mevrouw Onkelinx vraagt in de brief
van 31 maart 2005 om het dossier op te volgen en
haar hierover te informeren. Op 26 mei 2005 deelt
de DVZ de minister mee dat naar aanleiding van
haar schrijven het verblijf van de Congolese dame
onbeperkt wordt toegelaten.
L'Office des étrangers mène donc une politique
plutôt étrange en matière de visas. Le ministre doit
insister sur une approche plus sévère tenant
davantage compte de l'avis de l'ambassade. Il faut
en outre mettre fin à l'ingérence politique. La simple
fait de demander à être tenu au courant de
l'évolution d'un dossier est ressenti comme une
pression par le fonctionnaire.
De DVZ voert dus een vreemde visapolitiek. De
minister moet aandringen op een strengere aanpak,
waarbij meer rekening wordt gehouden met het
advies van de ambassade. Bovendien moet komaf
worden gemaakt met politieke inmenging. Alleen al
de vraag om op de hoogte te worden gehouden van
een dossier, voelt de ambtenaar aan als druk.
05.02 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
La lutte contre les mariages de complaisance
constitue une priorité pour le gouvernement. En
vertu de la loi du 12 janvier 2006, la conclusion d'un
tel mariage, et même les tentatives en ce sens,
sont punissables. La circulaire du 13 septembre
2005 prévoit en outre un système d'échange
d'informations entre les officiers de l'état civil et
l'Office des étrangers. Les projets de réforme de la
loi sur les étrangers, qui seront examinés mercredi
en séance plénière, prévoient un délai de contrôle
de trois ans en cas de regroupement familial. Ainsi,
le droit de séjour peut être retiré en l'absence d'une
véritable cohabitation.
05.02 Minister Patrick Dewael (Nederlands): De
strijd tegen schijnhuwelijken is voor de regering een
prioriteit. De wet van 12 januari 2006 maakte het
sluiten van zo een huwelijk - en zelfs pogingen
daartoe - strafbaar. Via de rondzendbrief van 13
september 2005 werd bovendien een systeem van
informatie-uitwisseling tussen de ambtenaren van
de burgerlijke stand en de DVZ uitgewerkt. De
ontwerpen tot hervorming van de
vreemdelingenwet, die woensdag in de plenaire
vergadering worden besproken, voorzien in een
controletermijn van drie jaar in geval van
gezinshereniging. Op die manier kan het
verblijfsrecht worden ingetrokken als er geen
sprake is van echt samenwonen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
7
Lors des discussions budgétaires, des moyens
supplémentaires sont demandés pour le
renforcement de l'Office des étrangers, qui s'efforce
de prévenir et de détecter les mariages de
complaisance.
L'Office des étrangers ne tient jamais compte des
interventions du monde politique, de membres de la
famille royale ou d'autres tiers. Lorsqu'une
demande de visa ou de permis de séjour est
introduite, le dossier est traité conformément à la
loi. Si certains éléments indiquent qu'il s'agit d'un
mariage de complaisance, l'avis du parquet est
sollicité préalablement à la délivrance d'un visa. Si
une ambassade formule un avis négatif concernant
une demande de visa, le dossier est étudié avec
une attention particulière. Toute décision doit être
motivée en fait et en droit. Une demande ne peut
être refusée en raison des suppositions ou des
réserves d'un fonctionnaire. Les suppositions non
étayées ne résistent pas au contrôle juridictionnel.
En conclusion : un visa ne peut être délivré que si
la loi le permet. Si certains éléments indiquent que
ce ne serait pas le cas, je charge toujours
immédiatement mon administration d'étudier le
dossier, ce qui a également été fait en l'espèce.
Tijdens de begrotingsbesprekingen worden
bijkomende middelen gevraagd om de DVZ, die
schijnhuwelijken poogt te voorkomen en op te
sporen, te versterken.
Met interventies van politici, leden van de
koninklijke familie of anderen houdt de DVZ nooit
rekening. Wanneer een visum of
verblijfsvergunning wordt gevraagd, wordt het
dossier behandeld overeenkomstig de wet. Zijn er
aanwijzingen dat het om een schijnhuwelijk gaat,
dan wordt het advies van het parket gevraagd
alvorens een visum kan worden afgeleverd. Geeft
een ambassade een negatief advies over een
visumaanvraag, dan wordt het dossier met
bijzondere aandacht onderzocht. Een beslissing
moet steeds gemotiveerd zijn in feiten en in rechte.
Afwijzingen op grond van vermoedens of
bedenkingen van een ambtenaar, kunnen niet. Niet
onderbouwde vermoedens doorstaan de
rechterlijke toetsing niet.
Het besluit is dat visa enkel worden toegekend als
de wet dat toelaat. Zijn er elementen die erop
wijzen dat zulks niet het geval zou zijn, dan laat ik
dat steeds meteen onderzoeken door mijn
administratie. Ook nu is dat gebeurd.
05.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) :
La pratique diffère de la théorie dont parle le
ministre. J'ai connaissance d'interventions,
notamment de la présidente du Sénat, Mme Lizin.
J'imagine qu'elle ne prendrait pas la peine d'écrire
des lettres si elle était certaine que c'est en vain. Je
viens également d'évoquer une intervention de
Mme Onkelinx. Le fonctionnaire qui ne tient pas
compte du courrier de ministres n'est pas encore
né. Mais je comprends l'attitude des fonctionnaires
car ils ne se trouvent pas en position de force.
De nombreux exemples révèlent que des visas ont
été accordés à des personnes qui projetaient de
conclure un mariage blanc pour lesquels
l'ambassade avait démontré qu'il s'agissait d'un
carrousel. L'Office des étrangers fait même état
d'un cas où un visa a précisément été accordé
parce qu'il s'agissait de la fin d'un carrousel. Ce
n'est plus sérieux. A quoi bon arrêter des théories
sévères si c'est pour ne pas les appliquer ?
05.03 Francis Van den Eynde (Vlaams Belang):
De praktijk is anders dan de theorie waar de
minister het over heeft. Ik heb weet van interventies
van onder meer senaatsvoorzitter Lizin. Ze zou
toch niet de moeite doen brieven te schrijven als
dat geen zin had? Daarnet verwees ik ook naar een
interventie van minister Onkelinx. De ambtenaar die
geen rekening houdt met brieven van ministers,
moet nog geboren worden. Ik heb trouwens begrip
voor de ambtenaren, want hun positie is zwak.
Uit diverse voorbeelden blijkt dat er visa werden
verleend aan mensen die van plan waren een
schijnhuwelijk aan te gaan en waarbij de
ambassade had aangetoond dat het om een
carrousel ging. De DVZ lichtte in een bepaald geval
zelfs toe dat het visum net werd toegekend omdat
het om het einde van een carrousel ging. Dat is niet
ernstig meer. Strenge theorieën hebben geen zin
als ze niet worden toegepast.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Francis Van den Eynde et est libellée comme
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Francis Van den Eynde en luidt als volgt:
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
8
suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Francis Van
den Eynde
et la réponse du vice-premier ministre et ministre
de l'Intérieur,
prie le gouvernement
- de prendre les dispositions nécessaires pour
empêcher totalement à l'avenir l'ingérence politique
dans les dossiers de l'Office des étrangers;
- d'ouvrir une enquête approfondie sur la manière
dont les visas sont octroyés par l'Office des
étrangers et d'insister auprès de celui-ci pour qu'il
prenne à l'avenir davantage en considération l'avis
de l'ambassade qui introduit le dossier."
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Francis Van
den Eynde
en het antwoord van de vice-eerste minister en
minister van Binnenlandse Zaken,
verzoekt de regering
- de nodige schikkingen te treffen om politieke
bemoeienissen in de dossiers van de dienst
Vreemdelingenzaken voortaan totaal onmogelijk te
maken;
- een grondig onderzoek in te stellen naar de wijze
waarop visa door de dienst Vreemdelingenzaken
worden toegekend en er bij deze dienst op aan te
dringen dat er in de toekomst veel meer rekening
zou gehouden worden met het advies van de
ambassade die het dossier inleidt."
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Talbia Belhouari et Véronique Ghenne et par
M. Éric Libert.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
dames Talbia Belhouari en Véronique Ghenne en
door de heer Éric Libert.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
06 Question de Mme Talbia Belhouari au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"des centres d'enregistrement communs pour
les demandes de visa Schengen" (n° 12254)
06 Vraag van mevrouw Talbia Belhouari aan de
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "gemeenschappelijke
registratiecentra voor de aanvragen voor een
Schengen-visum" (nr. 12254)
06.01 Talbia Belhouari (PS) : La Commission
européenne envisage de créer des centres
d'enregistrement communs pour les demandes de
visas Schengen, ce qui aurait des conséquences
positives dans la gestion des visas par les États
européens et engendrerait des économies pour les
pays qui y participent.
La Commission devait soumettre une proposition
concrète en la matière aux États membres pour la
réunion des ministres de l'Intérieur et de la Justice
européens des 1
er
et 2 juin derniers au Grand-
Duché de Luxembourg.
Quels sont les éléments de la proposition de la
Commission européenne à ce sujet ? Quel en sera
l'impact sur notre politique de délivrance des visas
? Pouvons-nous disposer des statistiques sur les
types de visas délivrés en 2004-2005 et leur
répartition (regroupement familial, fins
professionnelles ou tourisme) ?
06.01 Talbia Belhouari (PS): De Europese
Commissie wil gemeenschappelijke
registratiecentra voor de aanvragen van
Schengenvisa oprichten, wat het visumbeheer van
de Europese lidstaten positief zou beïnvloeden en
voor de deelnemende landen goedkoper zou
uitkomen.
Tijdens de vergadering van de Europese ministers
van Binnenlandse Zaken en van Justitie die op 1 en
2 juni jongstleden in het Groothertogdom
Luxemburg plaatsvond, zou de Commissie een
concreet voorstel ter zake aan de lidstaten
voorleggen.
Welke elementen bevat het voorstel van de
Europese Commissie over dit specifieke punt?
Welke gevolgen zal het hebben voor het Belgische
visumbeleid? Kunnen we beschikken over
statistieken betreffende de diverse soorten visa die
in 2004 en 2005 werden afgeleverd opgesplitst
naargelang het over gezinshereniging,
beroepsdoeleinden of toerisme gaat?
06.02 Patrick Dewael ministre (en français) :
Dans le cadre du système d'information européen
06.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De
Europese informatieregeling betreffende de visa
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
9
sur les visas de court séjour (VIS), il est prévu que
les États ajoutent des identifiants biométriques aux
données des demandeurs.
La création de centres communs de réception des
demandes de visa éviterait de devoir équiper tous
les consulats des États membres en matériel ad
hoc, renforcerait la coopération consulaire locale et
permettrait des économies par la mise en commun
des ressources. En outre, cela résoudrait le
problème de l'absence de consulats de certains
États membres là où le visa est exigé. Dans ce
contexte, une telle coopération est dans l'intérêt
tant des États membres que des demandeurs de
visas.
La mission des centres communs se limitera à la
réception des demandes de visas et des données
biométriques, le traitement et la délivrance des
visas restant de la compétence des États. La mise
en place de ces centres n'aurait donc pas d'impact
sur les politiques d'émigration.
Pour les statistiques, il y a des chiffres sur les types
de visas délivrés par la Belgique (en 2004, 130 280
visas de type C et 22 525 de type D, en 2005,
132 644 visas de type C et 23 049 de type D).
D'autres données, concernant notamment le but du
séjour, sont aussi disponibles.
voor kort verblijf bepaalt dat de staten biometrische
identificatiemiddelen aan de gegevens van de
aanvragers moeten toevoegen.
Dankzij de oprichting van gemeenschappelijke
centra voor de visumaanvragen, zouden niet alle
consulaten van de lidstaten met het nodige
materieel moeten worden uitgerust, zou de lokale
consulaire samenwerking worden versterkt en
zouden besparingen mogelijk zijn, aangezien van
gemeenschappelijke hulpmiddelen gebruik wordt
gemaakt. Daarenboven zou ook het probleem van
bepaalde visumplichtige lidstaten die niet over een
consulaat beschikken, worden opgelost. Een
dergelijke samenwerking is dus zowel in het belang
van de lidstaten als van de visumaanvragers.
De opdracht van de gemeenschappelijke centra
bestaat enkel in het ontvangen van de
visumaanvragen en de biometrische gegevens; de
behandeling en de uitreiking van de visa blijven tot
de bevoegdheid van de lidstaten behoren. De
oprichting van die centra zou dus geen invloed
hebben op het emigratiebeleid.
Er bestaan statistieken over de soorten visa die
door ons land werden uitgereikt: in 2004 ging het
om 130 280 visa van het type C en om 22 525 van
het type D, voor 2005 om 132 644 visa van het type
C en om 23 049 van het type D. Daarnaast zijn
bijvoorbeeld ook gegevens over het doel van het
verblijf beschikbaar.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Véronique Ghenne au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "le
Carrefour d'information d'arrondissement de
Nivelles" (n° 12260)
07 Vraag van mevrouw Véronique Ghenne aan
de vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken over "het arrondissementeel
informatiekruispunt van Nijvel" (nr. 12260)
07.01 Véronique Ghenne (PS) : Chaque
arrondissement judiciaire dispose d'un Carrefour
d'information d'arrondissement (CIA), qui
coordonne et suit les enquêtes et doit être financé
par le fédéral et les zones de police.
En Brabant wallon, le fédéral prend en charge le
traitement d'un officier et de 10,5 membres du
personnel. Les zones de police doivent assumer le
financement d'un second officier et de trois autres
membres du personnel. Jusqu'ici, seules deux des
dix zones de police acceptent de financer ce
service. Le gouverneur et le procureur du Roi de
l'arrondissement tirent donc la sonnette d'alarme.
07.01 Véronique Ghenne (PS): Elk gerechtelijk
arrondissement beschikt over een
Arrondissementeel Informatiekruispunt (AIK), dat
de onderzoeken coördineert en volgt en door de
federale overheid en de politiezones dient te
worden gefinancierd.
In Waals-Brabant neemt de federale overheid de
bezoldiging van een officier en van 10,5
personeelsleden voor haar rekening. De
politiezones moeten instaan voor de financiering
van de bezoldiging van een tweede officier en drie
andere personeelsleden. Tot dusver zijn slechts
twee van de tien politiezones bereid die dienst te
financieren. De gouverneur en de procureur des
Konings van het arrondissement trekken dus aan
de alarmbel.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
10
Quelle est votre position au sujet du
dysfonctionnement du CIA en Brabant wallon ?
Comment comptez-vous inciter les zones de police
à remplir leurs obligations ? Certains présidents de
conseils de police dénoncent le système en arguant
qu'il n'existe pas ailleurs. Qu'en est-il dans les
autres arrondissements ? Comment fonctionnent
ces services ?
Wat is uw standpunt in verband met de disfunctie
van het AIK in Waals-Brabant? Op welke manier
zal u de politiezones ertoe aanzetten hun
verplichtingen na te komen? Sommige voorzitters
van politieraden stellen het systeem aan de kaak
en voeren aan dat het elders niet bestaat. Hoe zit
het met de andere arrondissementen? Hoe
functioneren die diensten?
07.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : La
loi sur la police intégrée prévoit que tant la police
fédérale que la police locale doivent participer à la
composition et au fonctionnement des CIA.
Les zones de police ont été assez réticentes à
envoyer du personnel vers les CIA. Le fédéral a fait
de réels efforts pour lever ces réticences. Ce
nonobstant, certains CIA ne comptent toujours pas
leur contingent de policiers locaux.
07.02 Minister Patrick Dewael (Frans): De wet
betreffende de geïntegreerde politie bepaalt dat
zowel de federale als de lokale politie hun steentje
moeten bijdragen tot de samenstelling en de
werking van de arrondissementele
informatiekruispunten.
De politiezones staan niet echt te springen om
personeel naar de AIK's te sturen. De federale
overheid heeft grote inspanningen geleverd om de
zones tot andere gedachten te brengen, maar feit is
dat sommige AIK's nog altijd niet kunnen rekenen
op hun contingent lokale politieagenten.
La directive contraignante MFO 6 invitait les zones
à conclure des protocoles d'accord avec le
responsable CIA de l'arrondissement. De nombreux
protocoles ont été conclus mais il subsiste cinq ou
six situations problématiques.
Les autorités administratives ne semblent pas
encore convaincues de l'utilité des CIA. Une action
de sensibilisation a été organisée à Nivelles. Seul
un des dix bourgmestres concernés était présent.
Les zones ne parviennent pas à se mettre d'accord
sur le financement.
Il ne me reste donc plus qu'à appliquer la sanction
prévue, à savoir une réduction de la dotation
fédérale octroyée à la zone.
In de dwingende richtlijn MFO 6 werden de zones
verzocht om protocollen van overeenkomst af te
sluiten met de leidinggevende ambtenaar van het
AIK. Talrijke protocollen zagen het licht, maar in vijf
of zes gevallen blijven er problemen bestaan.
De administratieve overheden lijken nog niet van
het nut van de AIK's overtuigd te zijn. In Nijvel werd
dan ook een sensibiliseringsactie georganiseerd.
Slechts één van de tien betrokken burgemeesters
was aanwezig. De zones raken het niet eens over
de financiering.
Er rest me dus niets anders dan de vooropgestelde
sanctie toe te passen en de federale dotatie voor
de zone te verminderen.
07.03 Véronique Ghenne (PS) : Concernant le
CIA du Brabant Wallon, le fédéral prend en charge
un officier et 10,5 membres du personnel, le reste
étant à charge de l'arrondissement judiciaire, soit
des dix zones. Les chefs de zone disent qu'un seul
officier suffit.
07.03 Véronique Ghenne (PS): Met betrekking tot
het AIK van Waals-Brabant, neemt de federale
overheid de bezoldiging van een officier en 10,5
personeelsleden voor haar rekening; de rest valt
ten laste van het gerechtelijk arrondissement,
zijnde de tien zones. Volgens de zonechefs volstaat
een enkele officier.
07.04 Patrick Dewael, ministre (en français) : Je
ne vais pas improviser sur ce point. Je peux le
soumettre à avis.
07.04 Minister Patrick Dewael (Frans): Op dit punt
wil ik niet improviseren. Ik kan een advies inwinnen.
07.05 Véronique Ghenne (PS) : Je relirai votre
réponse et n'hésiterai pas à vous ré-interroger sur
ce point.
07.05 Véronique Ghenne (PS): Ik zal uw
antwoord nalezen en zal niet nalaten u opnieuw
over dit onderwerp te ondervragen.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
11
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- M. Patrick De Groote au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la situation
linguistique au sein de la police bruxelloise"
(n° 12292)
- M. Bart Laeremans au vice-premier ministre et
ministre de l'Intérieur sur "la connaissance des
langues au sein de la police bruxelloise"
(n° 12344)
08 Samengevoegde vragen van
- de heer Patrick De Groote aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de taalsituatie bij de Brusselse politie"
(nr. 12292)
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste
minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de taalkennis bij de Brusselse politie"
(nr. 12344)
08.01 Patrick De Groote (N-VA): A plusieurs
reprises déjà, nous avons vainement demandé au
ministre de nous fournir des données statistiques
sur la situation linguistique à la police de Bruxelles.
Le ministre s'était engagé à me fournir les chiffres
souhaités pour le 12 juin, il y a quatre semaines
donc.
Combien d'anciens gendarmes francophones et
néerlandophones étaient en règle au 1
er
avril 2006
dans chacune des six zones de police de Bruxelles
en ce qui concerne les brevets linguistiques?
Combien de fonctionnaires de police sont entrés en
service depuis le 1
er
avril 2001 et combien sont en
règle en ce qui concerne les brevets linguistiques,
toujours par zone? Combien de membres de la
police locale de Bruxelles possèdent les brevets
linguistiques requis ?
08.01 Patrick De Groote (N-VA): Al verscheidene
malen hebben we de minister vruchteloos gevraagd
om statistische gegevens over de taalsituatie bij de
Brusselse politie. De minister beloofde cijfers mee
te delen tegen 12 juni, vier weken geleden dus.
Hoeveel Franstalige en Nederlandstalige ex-
rijkswachters waren er op 1 april 2006 in Brussel in
orde met hun taalbrevetten, uitgesplitst over de zes
zones? Hoeveel Brusselse politiebeambten werden
er sinds 1 april 2001 aangeworven en hoeveel van
hen zijn er in orde met de taalbrevetten, eveneens
per zone? Hoeveel leden van de Brusselse lokale
politie bezitten de nodige taalbrevetten?
08.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : La
situation devient progressivement intolérable. Le
ministre a déclaré récemment en séance plénière
qu'il ne communiquerait les informations
demandées en ce qui concerne la situation
linguistique au sein de la police bruxelloise qu'en
octobre. Le ministre dispose pourtant dès à présent
d'une partie des chiffres. Nous voulons savoir
quelles zones continuent à enfreindre la législation
linguistique. La collecte des chiffres prenant
tellement de temps, le ministre aurait-il un problème
d'autorité ? Ou refuse-t-il, à l'image d'un dictateur,
de communiquer les chiffres au Parlement ? Nous
avons perdu assez de temps, je ne répéterai pas
en détail les questions que j'ai déjà posées à
plusieurs reprises.
Qu'en est-il des anciens gendarmes, des
inspecteurs nouvellement recrutés et des agents
auxiliaires ? Comment se présentent globalement
les recrutements des cinq dernières années ?
Combien de néerlandophones et combien de
francophones sont-ils en service aujourd'hui et
combien ont-ils passé l'examen linguistique dans
chaque zone ? J'attends une réponse sérieuse.
08.02 Bart Laeremans (Vlaams Belang): De
toestand wordt stilaan onduldbaar. De minister
verklaarde onlangs in plenaire vergadering dat hij
de gevraagde gegevens over de taalsituatie bij de
Brusselse politie pas tegen oktober zou
verstrekken. De minister beschikt nochtans nu
reeds over een deel van de cijfers. Wij willen weten
welke zones in gebreke blijven. Heeft de minister
een gezagsprobleem dat er zo getalmd wordt met
het vergaren van de cijfers? Of weigert de minister
op dictatoriale wijze de cijfers aan het Parlement te
geven? Er is tijd genoeg verstreken, ik zal de
vragen die ik al meermaals gesteld heb, niet meer
in detail herhalen.
Hoe staat het met de gewezen rijkswachters, de
nieuw aangeworven inspecteurs en de
hulpagenten? Wat is het totaalbeeld van de
rekruteringen van de voorbije vijf jaar? Hoeveel
Nederlandstaligen en hoeveel Franstaligen zijn er
nu in dienst en hoeveel hebben het taalexamen
afgelegd, uitgesplitst per zone? Ik reken op een
ernstig antwoord.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10/07/2006
CRABV 51
COM 1037
12
08.03 Patrick Dewael, ministre (en néerlandais) :
Il ressort d'une première analyse que près de 52 %
du personnel opérationnel de la police locale
bruxelloise est bilingue, ce qui est validé par un
examen linguistique. Le chiffre varie de 35 à 71 %
d'une zone à l'autre. Chez les néerlandophones,
58
% environ sont bilingues et, chez les
francophones, un peu moins de 47 %.
En ce qui concerne le personnel qui est venu
travailler dans ces zones depuis la réforme de la
police, le nombre de bilingues légaux passe à 14 à
15 %. La proportion est, cette fois, de 22 % pour les
néerlandophones et de 9 % pour les francophones.
Les chiffres ne sont pas assez détaillés pour qu'on
puisse les fractionner entre anciens gendarmes et
autres. J'ai demandé des données supplémentaires
aux zones. Elles seront transmises aux membres
de la commission avant la rentrée parlementaire,
de sorte que nous puissions en débattre en
connaissance de cause après les vacances.
08.03 Minister Patrick Dewael (Nederlands): Uit
een eerste analyse blijkt dat ongeveer 52 procent
van het operationeel personeel van de Brusselse
lokale politie tweetalig is, bevestigd door een
taalexamen. Per zone varieert dat van 35 tot 71
procent. Bij de Nederlandstaligen is zowat 58
procent tweetalig, bij de Franstaligen een kleine 47
procent.
Bij het personeel dat sinds de politiehervorming in
deze zones kwam werken, daalt het aantal wettelijk
tweetaligen tot 14 à 15 procent. Hier is de
verhouding 22 procent bij de Nederlandstaligen, 9
procent voor de Franstaligen.
Deze cijfers zijn niet verfijnd genoeg om ze te
kunnen opsplitsen over gewezen rijkswachters en
dergelijke. Ik heb bijkomende gegevens aan de
zones gevraagd. Die zullen nog vóór het nieuwe
parlementaire jaar worden meegedeeld aan de
commissarissen, zodat we na de vakantie met
kennis van zaken kunnen debatteren.
08.04 Patrick De Groote (N-VA) : Nous disposons
enfin de quelques chiffres, même s'ils restent trop
généraux. Il est permis de se demander comment
le ministre a pu prendre des mesures sans
disposer de toutes les données. Quels sont dès
lors les fondements de sa politique ? Quel est à ce
jour le résultat des efforts qu'il a fournis ? Combien
d'agents supplémentaires ont réussi les examens
linguistiques
? Nous attendons d'obtenir les
données détaillées en espérant que le bilinguisme
deviendra une exigence pour cette profession.
08.04 Patrick De Groote (N-VA): Eindelijk zijn er
wat cijfers, al zijn die nog te algemeen. De vraag
rijst hoe de minister zonder alle gegevens
maatregelen kon nemen. Waarop heeft hij zijn
beleid dan gebaseerd? Wat hebben zijn
inspanningen totnogtoe opgeleverd? Hoeveel
agenten zijn er inmiddels bijkomend geslaagd in de
taalexamens?
We wachten dus op gedetailleerde cijfers en hopen
dat de tweetaligheid een vereiste wordt voor dit
beroep.
08.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang) : Je reste
pantois. Alors que nous avions espéré entendre le
ministre nous annoncer des perspectives d'avenir
favorables, la situation régresse : à peine 35 % des
inspecteurs possèdent le brevet linguistique. Le
bastion du bilinguisme que constituait la police de
Bruxelles s'effrite.
Si les informations fournies sont trop sommaires,
les données connues sont inquiétantes. La situation
est plus grave encore en ce qui concerne les
nouveaux agents. L'évolution favorable annoncée
ne s'est jamais produite. Tout moyen de pression a
disparu et aucune sanction ne peut plus être prise à
l'encontre de ceux qui ne peuvent fournir la preuve
durable de leur bilinguisme. Il n'y a plus aucune
motivation et la situation continuera donc de se
détériorer.
Par ailleurs, le ministre ne manifeste aucun intérêt
08.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Ik val
van mijn stoel. We hadden verwacht dat de minister
ons een gunstig toekomstperspectief zou bieden,
maar de toestand gaat achteruit: amper 35 procent
van de inspecteurs heeft een taalbrevet. Het
bastion van de tweetaligheid dat de Brusselse
politie was, brokkelt af.
De gegeven informatie is te summier en wat wel
bekend is, is ontluisterend. Bij de nieuwe beambten
is de situatie nog erger. De aangekondigde evolutie
ten goede is er helemaal niet gekomen. Men heeft
de stok achter de deur weggenomen, er is geen
sanctie meer voor wie geen blijvend bewijs van
tweetaligheid kan leveren. Zo is de laatste motivatie
weg en de toestand zal dus nog verergeren.
De minister is daarenboven blijkbaar niet
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 1037
10/07/2006
13
pour un système d'information performant et laisse
la situation s'enliser. Il ne possède pas, semble-t-il,
l'autorité nécessaire à l'égard de quelques zones.
J'escompte qu'il nous fournisse une information
plus complète avant le débat qui se tiendra en
octobre.
geïnteresseerd in een performant
informatiesysteem en laat alles maar aanslepen. Hij
mist blijkbaar het nodige gezag bij een aantal
zones. Ik reken erop dat de minister ons vóór het
debat van oktober wat wijzer kan maken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Joseph Arens au vice-premier
ministre et ministre de l'Intérieur sur "la présence
d'officiers et de cadres moyens au sein des
cadres opérationnels" (n° 12324)
09 Vraag van de heer Joseph Arens aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de aanwezigheid van officieren en
personeel van het middenkader bij het
operationeel kader" (nr. 12324)
09.01 Joseph Arens (cdH)
: De nombreux
officiers et cadres moyens occupent des postes
Calog, alors que sur le terrain, les cadres de base
sont souvent livrés à eux-mêmes. Comment
comptez-vous remédier à cette situation ?
09.01 Joseph Arens (cdH): Talrijke officieren en
middenkaders vervullen functies die eigenlijk aan
CALog-personeel toekomen, terwijl de basiskaders
in het veld vaak aan zichzelf zijn overgelaten. Hoe
denkt u die toestand te verhelpen?
09.02 Patrick Dewael, ministre (en français) : Je
ne puis confirmer la gravité de la situation, mais il y
a bien un déficit en cadres moyens. La loi
« Vésale » permettra néanmoins la valorisation
d'anciens brevets permettant de passer au cadre
moyen. En revanche, on ne manque pas d'officiers.
La présence des cadres moyens et officiers est
requise sur le terrain. Les cadres moyens nommés
officiers par la procédure du «
tapis rouge
»
continueront à exercer leurs anciennes fonctions.
J'ai invité les zones à atteindre 16 % de personnel
CALog. Certaines l'ont compris et je m'en réjouis.
09.02 Minister Patrick Dewael (Frans): Ik kan niet
bevestigen dat de situatie ook echt zo ernstig is,
maar het klopt dat er een tekort aan mensen is in
het middenkader. Met de zogenaamde Vesaliuswet
zullen oude getuigschriften gevaloriseerd kunnen
worden, waardoor alsnog toegang gegeven wordt
tot het middenkader. Aan officieren daarentegen is
er geen gebrek.
Er moeten mensen uit het middenkader en
officieren in het veld aanwezig zijn.
Personeelsleden uit het middenkader die via de
"rodeloperprocedure" tot officier benoemd zijn,
blijven hun oude functie verder uitoefenen.
Ik heb de zones uitgenodigd te streven naar 16
procent CALog-personeel. Sommige hebben dat
goed begrepen, en daar ben ik blij om.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à
15 h 19.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 15.19 uur.
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
Document Outline