CRABV 51 COM 064
CRABV 51 COM 064
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DES
R
ELATIONS EXTÉRIEURES
C
OMMISSIE VOOR DE
B
UITENLANDSE
B
ETREKKINGEN
mardi dinsdag
18-11-2003 18-11-2003
Après-midi Namiddag
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 064
18/11/2003
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Coopération au développement sur
"la suppression d'un certain nombre de pays de la
liste de l'aide au développement" (n° 684)
1
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over
"het schrappen van een aantal landen van de lijst
van ontwikkelingshulp" (nr. 684)
1
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, ministre de la Coopération au
développement
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Francis Van den Eynde au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères et au ministre de la Coopération au
développement sur "l'éventualité d'une liaison
entre l'aide au développement et la volonté de
réintégrer les réfugiés déboutés" (n° 685)
3
Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken en aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de mogelijke
koppeling tussen ontwikkelingshulp en
terugnamebereidheid van uitgeprocedeerden"
(nr. 685)
3
Orateurs: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, ministre de la Coopération au
développement
Sprekers: Francis Van den Eynde, Marc
Verwilghen, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Herman Van Rompuy au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la position de la Belgique à
l'égard du programme nucléaire de l'Iran et du
rapport de l'Agence internationale de l'Energie
atomique" (n° 720)
4
Vraag van de heer Herman Van Rompuy aan de
vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken over "het standpunt van België ten aanzien
van het nucleair programma van Iran en het
rapport van het Internationaal Atoomagentschap"
(nr. 720)
4
Orateurs: Herman Van Rompuy, Marc
Verwilghen, ministre de la Coopération au
développement
Sprekers: Herman Van Rompuy, Marc
Verwilghen, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 064
18/11/2003
1
COMMISSION DES RELATIONS
EXTERIEURES
COMMISSIE VOOR DE
BUITENLANDSE BETREKKINGEN
du
MARDI
18
NOVEMBRE
2003
Après-midi
______
van
DINSDAG
18
NOVEMBER
2003
Namiddag
______
La séance est ouverte à 15.00 heures par Mme
Annemie Neyts-Uyttebroeck, présidente.
De vergadering wordt geopend om 15.00 uur door
mevrouw Annemie Neyts-Uyttebroeck, voorzitter.
01 Question de M. Francis Van den Eynde au
ministre de la Coopération au développement sur
"la suppression d'un certain nombre de pays de
la liste de l'aide au développement" (n° 684)
01 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de minister van Ontwikkelingssamenwerking
over "het schrappen van een aantal landen van
de lijst van ontwikkelingshulp" (nr. 684)
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK): Il
y a quelques années, à l'époque des travaux de la
commission de suivi AGCD, quelque 1.500 projets
belges de coopération au développement étaient
en cours de réalisation dans 104 pays. Sous les
secrétaires d'Etat Moreels et Boutmans, ce nombre
a été progressivement réduit. Au moment de
l'arrivée au pouvoir du gouvernement actuel, la liste
des bénéficiaires de l'aide belge ne comportait plus
que 25 pays. Récemment, ce nombre a été une
nouvelle fois réduit, pour être ramené à 18.
Le choix en faveur d'un nombre réduit de projets
d'envergure dans un nombre limité de pays est
évidemment préférable au morcellement d'antan.
En parcourant la liste des pays bénéficiaires, je
relève toutefois quelques faits qui méritent que l'on
s'y arrête : le nombre de pays francophones - 7 sur
18 - est relativement élevé. Bon nombre d'Etats
membres de la communauté des pays d'Afrique
australe le SADC sont désormais exclus de la
coopération au développement belge. Je songe
notamment à l'Angola, au Botswana, au Malawi et
au Lesotho. En Afrique du Nord, notre pays apporte
encore son aide à l'Algérie et au Maroc et, en Asie,
seul le Vietnam figure encore parmi les heureux
élus.
Sur la base de quels critères la liste des pays
bénéficiaires de la coopération au développement
belge a-t-elle été établie ?
01.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Toen ik enkele jaren geleden in de ABOS-
onderzoekscommissie zetelde, had België zo'n
1.500 ontwikkelingssamenwerkingsprojecten lopen
in 104 landen. Onder de staatssecretarissen
Moreels en Boutmans werd dit hoge aantal
geleidelijk aan teruggeschroefd. Bij de start van
deze regering bleven uiteindelijk nog 25 landen op
de lijst staan. Dat aantal is onlangs nogmaals
teruggebracht tot 18.
Opteren voor een aantal grote en gerichte projecten
in een beperkt aantal landen valt vanzelfsprekend
te verkiezen boven de versnippering van voorheen.
Als ik de lijst overloop stel ik wel een aantal
opmerkelijke feiten vast: het aantal Franstalige
landen is vrij hoog: 7 op 18. Nogal wat lidstaten van
de ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika,
de SADC, werden geschrapt. Angola, Botswana,
Malawi en Lesotho zijn in dat geval. In Noord-Afrika
blijven Algerije en Marokko over en in Azië is alleen
Viëtnam bij de gelukkigen.
Welke criteria werden gehanteerd om deze lijst
samen te stellen?
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/11/2003
CRABV 51
COM 064
2
01.02 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):
Je reviendrai encore sur ce problème lors de
l'examen de la note de politique générale. La
réduction de la liste des pays qui peuvent compter
sur notre aide au développement figure
explicitement dans l'accord de gouvernement; il
s'agit de la mise en oeuvre de la directive de
l'OCDE tendant à une meilleure concentration des
moyens disponibles pour la coopération bilatérale.
Quatre pays d'Afrique australe ont, en effet, été
rayés de la liste des pays bénéficiaires de l'aide
belge. Le SADC est une communauté de
développement régional comptant 14 Etats
membres. La Belgique a mis un terme à la
coopération bilatérale, mais notre pays poursuit
cette coopération avec quatre Etats membres: le
Congo, la Tanzanie, le Mozambique et l'Afrique du
Sud.
La liste des 25 pays partenaires et les critères pris
en compte ont été fixés dans l'arrêté royal du 31
août 2000 portant exécution de l'article 6, § 1, de la
loi du 25 mai 1999 relative à la coopération
internationale. La liste a été réduite, pour ne plus
compter que 18 pays, sur la base des critères
supplémentaires suivants: les pays devaient déjà
figurer sur la liste précédente de 25; la priorité
absolue devait être accordée à l'Afrique centrale, et
plus particulièrement au Congo, au Rwanda et au
Burundi; pour chaque continent où nous sommes
actifs à l'heure actuelle, il fallait conserver au moins
un pays et il fallait tendre vers une concentration
réelle des moyens disponibles.
01.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
zal op deze problematiek nog terugkomen bij de
bespreking van de beleidsnota. De reductie van de
lijst van landen die kunnen rekenen op onze
ontwikkelingshulp, staat expliciet in het
regeerakkoord en is een vertaling van de OESO-
richtlijn om de beschikbare middelen voor bilaterale
samenwerking beter te concentreren.
In zuidelijk Afrika zijn inderdaad 4 landen
geschrapt. SADC is een regionale
ontwikkelingsgemeenschap met 14 lidstaten. België
heeft de bilaterale samenwerking stopgezet, maar
met 4 lidstaten zet ons land die samenwerking
voort: Congo, Tanzania, Mozambique en Zuid-
Afrika.
De lijst van de 25 partnerlanden en de gehanteerde
criteria werden vastgelegd in het KB van 31
augustus 2000 tot uitvoering van artikel 6, §1 van
de wet van 25 mei 1999 betreffende de
internationale samenwerking. Bij het afslanken van
deze lijst tot 18 werd uitgegaan van volgende
bijkomende criteria: de landen moesten al
voorkomen op de eerdere lijst van 25; absolute
prioriteit moest uitgaan naar Centraal-Afrika, meer
bepaald naar Congo, Rwanda en Burundi; van elk
continent waar we nu actief zijn, moest minstens
één land behouden blijven en er moest worden
gestreefd naar een reële concentratie van de
beschikbare middelen.
La direction générale Coopération au
développement a examiné les rapports de
collaboration entre la Belgique et ses 25 pays
partenaires au cours des cinq dernières années.
Dans ce cadre, il a notamment été tenu compte du
volume de l'aide, de notre contribution à l'aide
globale apportée au pays, de l'expérience acquise
dans le cadre des projets en cours, de la qualité du
dialogue avec le pays concerné et de la qualité de
la coordination avec les autres pays donateurs. Il
s'agit par conséquent d'une combinaison de
données chiffrées et d'évaluations objectives
émanant des gestionnaires de dossiers de notre
pays et des experts sur place.
Le gouvernement a décidé de revoir la liste en
question après avoir organisé une concertation
approfondie entre tous les départements actifs sur
le plan de la politique étrangère belge.
Het directoraat-generaal
Ontwikkelingssamenwerking heeft een doorlichting
uitgevoerd van onze samenwerking met de 25
partnerlanden tijdens de voorbije vijf jaar. Er werd
onder meer rekening gehouden met de omvang
van de steun, ons aandeel in de totale hulp aan dat
land, de ervaring bij de lopende projecten, de
kwaliteit van de dialoog met het betrokken land en
de kwaliteit van de coördinatie met de andere
donorlanden. Het gaat dus om een combinatie van
cijfermatige gegevens en objectieve beoordelingen,
geleverd door de dossierbeheerders in ons land én
de experts ter plekke.
De beslissing tot herziening van de lijst werd door
de regering genomen na ruim overleg tussen alle
departementen die actief zijn in de Belgische
buitenlandse politiek.
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Selon le ministre, il va de soi que la Belgique aide
son ancienne colonie. Je ne me rallie pas à son
01.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
De minister vindt het evident dat we onze
voormalige kolonie helpen. Ik vind dat niet. We zijn
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 064
18/11/2003
3
point de vue. Nous avons quitté l'Afrique depuis
cinquante ans déjà et je ne pense pas que nous
disposions d'une expertise indispensable en la
matière. Certes, le ministre ne manquera pas de
bénéficier de l'accord du gouvernement, mais il
semble néanmoins curieux que certains pays soient
exclus et d'autres non, même si l'on ne peut
soupçonner les heureux bénéficiaires de l'aide de
notre pays de réaliser de nombreux efforts sur la
voie de la démocratie.
al vijftig jaar uit Afrika weg en ik denk niet dat we
over onmisbare knowhow beschikken. De minister
zal wel over de goedkeuring van de Ministerraad
beschikken, maar toch blijft het vreemd dat
bepaalde landen uit de boot vallen en andere niet,
ook al kunnen de gelukkigen niet verdacht worden
van te veel democratische gedachten.
01.04 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):
Je n'aurais pas dû énumérer les critères étant
donné qu'ils sont énoncés à l'article 6.
Le président: Au sein de l'Union européenne, la
Belgique est toujours considérée comme la
référence en matière de relations avec une
ancienne colonie. Voilà qui nous confère une
certaine responsabilité. Toutefois, à la question de
savoir si nous devons encore l'assumer, je réponds
que cela peut être sujet à discussion.
01.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Ik
had de criteria niet hoeven op te noemen,
aangezien ze in artikel 6 staan opgesomd.
De voorzitter: We worden binnen de Europese
Unie nog steeds beschouwd als een referentieland
van hoe je met een voormalige kolonie omgaat. Dat
geeft verantwoordelijkheid. Of we die nog moeten
torsen, kan onderwerp van discussie zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Francis Van den Eynde au
vice-premier ministre et ministre des Affaires
étrangères et au ministre de la Coopération au
développement sur "l'éventualité d'une liaison
entre l'aide au développement et la volonté de
réintégrer les réfugiés déboutés" (n° 685)
02 Vraag van de heer Francis Van den Eynde aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken en aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking over "de mogelijke
koppeling tussen ontwikkelingshulp en
terugnamebereidheid van uitgeprocedeerden"
(nr. 685)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Coopération au développement.)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Ontwikkelingssamenwerking.)
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Le ministre Dewael a lancé l'idée de lier l'aide au
développement à la volonté des pays bénéficiaires
de s'inscrire dans une logique de retour de leurs
compatriotes candidats réfugiés déboutés. Cette
déclaration a semé la consternation dans bon
nombre de milieux. A ce jour, le ministre
Verwilghen s'est abstenu de tout commentaire. Je
souhaiterais connaître son point de vue en la
matière.
02.01 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Minister Dewael heeft het idee geopperd om
ontwikkelingshulp te koppelen aan de bereidheid
van de betrokken landen om hun uitgeprocedeerde
landgenoten terug te nemen. Die uitspraak leidde
tot consternatie alom. Totnogtoe onthield minister
Verwilghen zich van alle commentaar. Graag had ik
zijn standpunt gekend over deze materie.
02.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais):
Le ministre Dewael et moi-même estimons que
l'aide au développement vise principalement à
lutter contre la pauvreté. Il s'agit d'améliorer la
situation de ces pays pour que leurs citoyens y
restent au lieu d'aller chercher la prospérité ailleurs.
A aucun moment le ministre Dewael n'a eu
l'intention de supprimer l'aide aux pays en voie de
développement. Il demande toutefois une attention
02.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Minister Dewael en ikzelf zijn van mening dat
ontwikkelingshulp vooral armoedebestrijding is. Het
gaat erom de situatie van die landen zodanig te
verbeteren dat hun burgers er blijven wonen in
plaats van elders hun heil te komen zoeken.
Minister Dewael is op geen enkel moment van plan
geweest de steun aan ontwikkelingslanden af te
nemen. Wel wil hij meer aandacht voor het
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/11/2003
CRABV 51
COM 064
4
accrue pour le problème de certains pays qui
refusent d'accepter le retour d'illégaux ou de
personnes déboutées. Il se concertera avec le
ministre Michel et avec moi-même pour s'attaquer à
ce problème.
Nous n'avons du reste aucun accord dans le
domaine de la Coopération au développement avec
la plupart des pays qui font des difficultés à propos
des expulsions. Nous voulons aider la République
démocratique du Congo, d'où sont originaires de
nombreux demandeurs d'asile, à établir un registre
de l'état civil convenable. En l'absence d'un tel
registre, il est fréquent que, lors d'expulsions,
l'identité et la nationalité des intéressés ne puissent
pas être établies avec certitude, ni être contrôlées
par les autorités congolaises.
probleem dat bepaalde landen weigeren illegalen of
uitgeprocedeerden terug te nemen. Hij zal overleg
plegen met minister Michel en met mij om dat
probleem aan te pakken.
Met de meeste landen die moeilijk doen bij
uitwijzingen, hebben we trouwens geen akkoorden
op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De
Democratische Republiek Kongo, waar veel
asielzoekers vandaan komen, willen we helpen om
een degelijk register van burgerlijke stand op te
stellen. Bij een uitwijzing kan de identiteit en de
nationaliteit van de betrokkene, bij gebrek aan zo'n
register, vaak niet met zekerheid worden
vastgesteld en ook niet door de Kongolese
overheid worden gecontroleerd.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Si l'aide au développement a pour seul objectif
d'aider un pays à mettre en place un système
correct d'état civil, le résultat me semble bien
maigre. Ce n'est pas ainsi que nous endiguerons
l'afflux de réfugiés économiques. Le ministre fait
preuve d'altruisme mais il ne serait que normal de
faire pression sur un pays qui bénéficie d'une aide
pour qu'il respecte les obligations élémentaires
dont le rapatriement de ses propres ressortissants
me semble faire partie.
02.03 Francis Van den Eynde (VLAAMS BLOK):
Als het enige doel van ontwikkelingshulp is om een
land te helpen een degelijke burgerlijke stand op
poten te zetten, dan vind ik dat een beetje
magertjes. Zo zal men de stroom economische
vluchtelingen niet indijken. De minister houdt er een
altruïstisch standpunt op na, maar het zou niet
meer dan normaal zijn om een land dat hulp krijgt,
onder druk te zetten om aan elementaire
verplichtingen te voldoen. Eigen burgers
terugnemen lijkt me zo een elementaire
verplichting.
02.04 Marc Verwilghen, ministre (en néerlandais):
Si des pays refusent de collaborer, on peut en effet
adopter un point de vue rigoureux en ce qui
concerne la coopération et le rapatriement des
ressortissants en situation illégale. Mais la
République démocratique du Congo est prête à
collaborer, à condition qu'il s'agisse vraiment de
ses ressortissants. Certaines personnes prétendent
en effet être congolaises mais ne peuvent le
prouver. Dans ces conditions, il me semble
préférable de tout de même soutenir un projet qui,
en tout état de cause, est utile dans le cadre de la
préparation des élections.
02.04 Minister Marc Verwilghen (Nederlands): Als
landen niet willen meewerken, dan kan men
inderdaad een stevig standpunt innemen met
betrekking tot samenwerking en de repatriëring van
illegalen. De Democratische Republiek Congo wil
echter wél meewerken, op voorwaarde dat het wel
degelijk over haar burgers gaat. Er zijn er namelijk
die wel beweren Congolees te zijn, maar dit niet
kunnen bewijzen. In deze omstandigheden lijkt het
mij beter toch een project te ondersteunen dat hoe
dan ook nodig is in het kader van de voorbereiding
van de verkiezingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Herman Van Rompuy au vice-
premier ministre et ministre des Affaires
étrangères sur "la position de la Belgique à
l'égard du programme nucléaire de l'Iran et du
rapport de l'Agence internationale de l'Energie
atomique" (n° 720)
03 Vraag van de heer Herman Van Rompuy aan
de vice-eerste minister en minister van
Buitenlandse Zaken over "het standpunt van
België ten aanzien van het nucleair programma
van Iran en het rapport van het Internationaal
Atoomagentschap" (nr. 720)
(La réponse sera fournie par le ministre de la
Coopération au développement)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Ontwikkelingssamenwerking)
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 064
18/11/2003
5
03.01 Herman Van Rompuy (CD&V): Le 20
novembre, le Conseil des Gouverneurs de l'Agence
internationale de l'énergie atomique (AIEA) est
appelé à décider de renvoyer ou non le dossier
iranien devant le conseil de Sécurité des Nations
Unies. L'Agence a publié un rapport très sévère sur
l'Iran. Il y est mentionné sans ambages que l'Iran a
menti à propos de son programme nucléaire, ce qui
est une accusation grave à la lumière de ce qui
s'est passé en Irak. Pour les Américains, les
choses sont simples : l'Iran est un Etat voyou.
L'attitude de l'Europe est plus nuancée. Les
ministres des Affaires étrangères du Royaume-Uni,
de la France et de l'Allemagne ont obtenu certaines
concessions de Téhéran
: suspension de la
fabrication d'uranium enrichi et acceptation
d'inspections aléatoires. L'UE semble donc laisser
encore le bénéfice du doute à l'Iran au lieu de
renvoyer immédiatement l'affaire au Conseil de
Sécurité.
Quel jugement le gouvernement belge porte-t-il sur
le rapport de l'AIEA et quelle position notre pays
défendra-t-il au Conseil des Gouverneurs ? La
Belgique s'est-elle concertée avec l'Iran à un
niveau bilatéral ? Les Etats membres de l'UE
adopteront-ils une position commune au Conseil
des Gouverneurs ? L'UE semble être absente au
Moyen-Orient. Et, dans le dossier irakien, l'Europe
n'a eu aucune influence non plus. Espérons qu'il en
ira autrement en ce qui concerne l'Iran qui
représente un danger potentiel plus grave que
l'Irak.
03.01 Herman Van Rompuy (CD&V): Op 20
november moet de Raad van Gouverneurs van het
Internationaal Atoomagentschap (IAEA) beslissen
over het al dan niet doorsturen van Iran naar de
VN-Veiligheidsraad. Het Agentschap heeft een zeer
streng rapport gepubliceerd over Iran. Daarin wordt
onomwonden gesteld dat Iran gelogen heeft over
zijn nucleaire programma, wat toch een zware
beschuldiging is in het licht van wat in Irak is
gebeurd. Voor de Amerikanen ligt de zaak
eenvoudig: Iran is een schurkenstaat. De Europese
houding is genuanceerder. De ministers van
Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk,
Frankrijk en Duitsland hebben van Iran enkele
toegevingen bekomen: opschorting van de
aanmaak van verrijkt uranium en het toelaten van
at random inspecties. De EU schijnt Iran dus nog
het voordeel van de twijfel te gunnen, in plaats van
de zaak meteen door te verwijzen naar de
Veiligheidsraad.
Hoe beoordeelt de Belgische regering het IAEA-
rapport en welk standpunt zal ons land verdedigen
in de Raad van Gouverneurs? Heeft België
bilateraal overleg gepleegd met Iran? Zullen de EU-
lidstaten binnen de Raad van Gouverneurs een
gemeenschappelijk standpunt innemen? De EU
schijnt afwezig te zijn in het Midden-Oosten. Ook in
de kwestie-Irak heeft Europa geen invloed gehad.
Hopelijk vergaat het anders in Iran, dat een groter
potentieel gevaar vormt dan Irak.
03.02 Marc Verwilghen , ministre (en néerlandais):
Le rapport de M. El Baradei est en effet très critique
à l'égard de l'Iran. L'AIEA fait valoir que l'Iran a
dissimulé de multiples aspects de ses activités
nucléaires mais l'agence ne dispose d'aucune
preuve démontrant l'existence d'un programme
d'armement nucléaire. M. El Baradei estime qu'il
faudra encore un certain temps avant de pouvoir
affirmer avec certitude que les objectifs du
programme nucléaire iranien sont exclusivement
pacifiques. Depuis le mois d'octobre cependant,
l'Iran collabore de manière constructive.
Le point de vue belge est qu'il convient
d'approfondir le dialogue entre l'Iran et l'AIEA, afin
que celle-ci puisse le plus rapidement possible faire
la clarté dans ce dossier. L'Iran devra continuer à
adopter une attitude coopérative et la lumière doit
être faite quant à la question de savoir si l'Iran
continue de respecter ses obligations découlant du
traité de non-prolifération. Si la collaboration qui a
récemment vu le jour devait s'interrompre, le
Conseil des Gouverneurs peut toujours décider de
03.02 Minister Marc Verwilghen (Nederlands):
Het rapport van El Baradei is inderdaad heel
kritisch voor Iran. Het IAEA stelt dat Iran talrijke
aspecten van zijn nucleaire activiteiten verborgen
heeft gehouden, maar bewijzen voor het bestaan
van een nucleair wapenprogramma zijn er nog niet
gevonden. Volgens El Baradei zal het nog enige tijd
vergen voor met zekerheid gezegd kan worden dat
het Iraanse nucleaire programma uitsluitend
vreedzame doeleinden heeft. Sinds oktober werkt
Iran wel constructief mee.
Het Belgische standpunt is dat de dialoog tussen
Iran en het IAEA verdiept moet worden, zodat het
Agentschap zo snel mogelijk volledige duidelijkheid
kan verwerven. Iran zal zich blijvend coöperatief
moeten opstellen, en er moet klaarheid komen over
de vraag of Iran zijn verplichtingen ingevolge het
non-proliferatieverdrag blijft naleven. Indien de
recent tot stand gekomen samenwerking
afgebroken zou worden, kan de Raad van
Gouverneurs vooralsnog beslissen om de zaak
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18/11/2003
CRABV 51
COM 064
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
renvoyer le dossier au Conseil de sécurité.
Toutefois, pour l'heure, l'ouverture annoncée par
l'Iran doit d'abord être mise à l'épreuve sur le
terrain.
door te sturen naar de Veiligheidsraad. Maar op dit
ogenblik moet eerst de door Iran aangekondigde
openheid op het terrein uitgetest worden.
La Belgique suit attentivement les évolutions dans
le domaine nucléaire en Iran. Des contacts ont été
établis avec la délégation iranienne au niveau du
Conseil des Gouverneurs. En outre, le ministre des
Affaires étrangères a, en marge de l'Assemblée
générale des Nations Unies, insisté auprès de son
homologue iranien sur la nécessité d'une
coopération totale avec l'AIEA.
La Belgique a souligné l'importance d'une
concertation entre les Etats membres de l'Union
européenne en vue de l'adoption d'un
comportement de vote homogène au Conseil. Les
ministres des Affaires étrangères se sont concertés
hier sur la question au sein du Conseil des Affaires
générales et des Relations extérieures. Les
délégations européennes à l'AIEA poursuivent cette
discussion à Vienne. Je pense qu'elles conduiront
à l'adoption d'une position européenne unanime
lors de la séance du Conseil des Gouverneurs du
20 novembre. Une concertation intensive est
également en cours avec les autres membres du
Conseil afin de parvenir à un consensus. Il a
jusqu'à présent toujours été possible d'atteindre un
consensus international.
De nucleaire ontwikkelingen in Iran worden door
België nauwlettend gevolgd. Op het niveau van de
Raad van Gouverneurs zijn er contacten geweest
met de Iraanse delegatie. Bovendien heeft de
minister van Buitenlandse Zaken in de marge van
de Algemene Vergadering van de VN bij zijn
Iraanse ambtsgenoot aangedrongen op volledige
samenwerking met het IAEA.
België dringt aan op overleg tussen de EU-lidstaten
met het oog op een eensgezind stemgedrag in de
Raad. De ministers van Buitenlandse Zaken
hebben gisteren over de kwestie overlegd in de
Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.
De EU-delegaties bij het IAEA in Wenen zetten
deze discussie verder. Ik verwacht dat dit zal leiden
tot een eensgezind Europees standpunt op de
zitting van de Raad van Gouverneurs van 20
november. Er is ook intensief overleg met de
andere leden van de Raad om te komen tot een
consensus. Totnogtoe is het steeds mogelijk
gebleken een internationale consensus te bereiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La discussion des questions et interpellations se
termine à 15.40 heures.
De bespreking van de vragen en interpellaties
wordt gesloten om 15.40 uur.
Document Outline