CRABV 51 COM 056
CRABV 51 COM 056
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMMISSION DE LA
J
USTICE
C
OMMISSIE VOOR DE
J
USTITIE
jeudi donderdag
13-11-2003 13-11-2003
Matin Voormiddag
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
i
SOMMAIRE
INHOUD
Question de M. Olivier Chastel au vice-premier
ministre et ministre de la Justice sur
"l'informatisation du tribunal de première instance
de Charleroi" (n° 473)
1
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
informatisering van de rechtbank van eerste
aanleg te Charleroi" (nr. 473)
1
Orateurs: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Olivier Chastel à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
nomination des juges consulaires effectifs du
tribunal de commerce de Charleroi" (n° 474)
2
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
benoeming van werkende rechters in
handelszaken bij de rechtbank van koophandel te
Charleroi" (nr. 474)
2
Orateurs: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Olivier Chastel, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
3
Samengevoegde vragen van
3
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les résultats de la
mesure du volume de travail à la Cour d'appel
d'Anvers" (n° 594)
3
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
resultaten van de werklastmeting in het Antwerpse
Hof van Beroep" (nr. 594)
3
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la charge de travail
auprès des cours d'appel" (n° 681)
3
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de werklast
in de hoven van beroep" (nr. 681)
3
Orateurs:
Claude Marinower, Jo
Vandeurzen, Laurette Onkelinx, vice-
première ministre et ministre de la Justice
Sprekers:
Claude Marinower, Jo
Vandeurzen, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Interpellation de M. Tony Van Parys à la vice-
premier ministre et ministre de la Justice sur "la
stratégie mise en oeuvre par certains islamistes
radicaux en vue d'infiltrer les organes
représentatifs des musulmans" (n° 76)
5
Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de strategie van radicale islamitische elementen
tot infiltratie binnen de representatieve organen
van de moslims" (nr. 76)
5
Orateurs: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice, Claude Marinower
Sprekers: Tony Van Parys, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie, Claude Marinower
Motions
8
Moties
8
Question de M. Eric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
compétence du ministre de la Justice pour
connaître des plaintes relatives à l'application de
la loi du 15 juin 1935" (n° 600)
8
Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
bevoegdheid van de minister van Justitie om zich
uit te spreken over klachten met betrekking tot de
toepassing van de wet van 15 juni 1935" (nr. 600)
8
Orateurs: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Question de M. Eric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "l'obligation
pour les magistrats à Bruxelles de siéger dans la
langue de leur diplôme" (n° 601)
9
Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
verplichting voor de magistraten te Brussel om
zitting te houden in de taal van hun diploma"
(nr. 601)
9
Orateurs: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Eric Libert, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van Justitie
Questions jointes de
11
Samengevoegde vragen van
11
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
ii
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le fonctionnement du
tribunal de première instance à Ypres" (n° 605)
11
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de werking
van de rechtbank van eerste aanleg in Ieper"
(nr. 605)
11
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le poste de juge vacant
au tribunal d'Ypres" (n° 647)
11
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
openstaande betrekking van rechter bij de
rechtbank te Ieper" (nr. 647)
11
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
nomination d'un juge au tribunal de première
instance d'Ypres" (n° 664)
11
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
benoeming van een rechter van de rechtbank in
eerste aanleg te Ieper" (nr. 664)
11
Orateurs: Yves Leterme, Sabien Lahaye-
Battheu, Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: Yves Leterme, Sabien Lahaye-
Battheu, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi de la note de l'Etat fédéral contenant son
programme d'actions en matière de violence à
l'égard des femmes" (n° 629)
13
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
voortgang van de nota van de federale overheid
met betrekking tot haar actieplan inzake geweld
tegen vrouwen" (nr. 629)
13
Orateurs: Melchior Wathelet, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. François-Xavier de Donnea à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"le site internet du Centre islamique belge"
(n° 648)
14
Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de website van het Belgisch Islamitisch
Centrum" (nr. 648)
14
Orateurs: , Laurette Onkelinx, vice-première
ministre et ministre de la Justice
Sprekers: , Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "les
rapports du Conseil supérieur de la Justice sur le
fonctionnement de l'ordre judiciaire et la
surveillance des moyens de contrôle interne au
sein de l'ordre judiciaire" (n° 653)
16
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
verslagen van de Hoge Raad voor de Justitie
inzake de werking van de rechterlijke orde ... (NL)
" (nr. 653)
16
Orateurs: Melchior Wathelet, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Melchior Wathelet, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
17
Samengevoegde vragen van
17
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la présence de
délégués laïques lors de cérémonies de mariage"
(n° 674)
17
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aanwezigheid van lekenafgevaardigden op
huwelijksplechtigheden" (nr. 674)
17
- M. Eric Massin à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la célébration des
mariages" (n° 682)
17
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de
huwelijksplechtigheid" (nr. 682)
17
Orateurs: Olivier Chastel, Eric Massin,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Olivier Chastel, Eric Massin,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
1
COMMISSION DE LA JUSTICE
COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE
du
JEUDI
13
NOVEMBRE
2003
Matin
______
van
DONDERDAG
13
NOVEMBER
2003
Voormiddag
______
La réunion publique est ouverte à 12 h. 33 par M.
André Perpète, président.
De vergadering wordt geopend om 12.33 uur door
de heer André Perpète.
01 Question de M. Olivier Chastel au vice-
premier ministre et ministre de la Justice sur
"l'informatisation du tribunal de première
instance de Charleroi" (n° 473)
01 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
informatisering van de rechtbank van eerste
aanleg te Charleroi" (nr. 473)
01.01 Olivier Chastel (MR): Comme l'indiquait M.
Maingain, commencer par fournir des logiciels et un
réseau approprié me semble être un point de
départ incontournable pour assurer l'informatisation
de la Justice.
Cependant, j'ai été surpris de
constater l'état du réseau du tribunal de première
instance de Charleroi où il semblerait que
coexistent quatre réseaux complètement
incompatibles. Cette situation dramatique démotive
le personnel judiciaire et dénature l'image de la
Justice auprès des citoyens.
Avez-vous connaissance de cette situation et des
raisons qui nous y ont amenés ? Quelles sont les
procédures mises en place lors de l'achat de
matériels informatiques et quelles sont les
qualifications des personnes auxquelles
l'administration fait appel ? Comment expliquer ce
manque de professionnalisme qui implique une
perte de confiance en l'administration ? Quelles
solutions envisagez-vous pour répondre à cette
problématique ?
01.01 Olivier Chastel (MR): Om de
informatisering van de rechtbanken tot een goed
einde te brengen, kunnen we, zoals de heer
Maingain zei, inderdaad niet om het uitgangspunt
heen dat er begonnen moet worden met het
leveren van software en een gepast netwerk. Toch
was ik verwonderd over de toestand waarin het
netwerk van de rechtbank van eerste aanleg van
Charleroi zich bevindt. Daar blijken vier netwerken
naast elkaar te draaien die onderling niet
compatibel zijn. Deze dramatische toestand
demotiveert het gerechtelijk personeel en schaadt
het imago van het gerecht bij de burger.
Hebt u weet van deze toestand en de oorzaken
waardoor het zover is kunnen komen? Volgens
welke procedures wordt informaticamateriaal
aangekocht en welke kwalificatie hebben de
mensen waarop de administratie een beroep doet?
Hoe verklaart u dit gebrek aan professionalisme dat
tot een verlies van vertrouwen in de administratie
leidt? Welke oplossingen hebt u voor ogen voor
deze problematiek?
01.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
L'informatisation des cours et tribunaux a été
réalisée par niveau de juridiction et par
arrondissement, ce qui explique le manque de
moyens dont a été victime la Justice depuis de
nombreuses années.
Au cours de cette législature, je vais m'atteler à
moderniser l'outil informatique, tant au niveau des
logiciels que du matériel et du réseau. Ainsi, 4.000
PC vont être installés et intégrés au réseau avant la
fin du premier semestre 2004. L'achat de matériel
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Dat de
informatisering van de hoven en rechtbanken
volgens het niveau van de rechtscolleges en per
arrondissement verliep vindt zijn verklaring in het
gebrek aan middelen waarmee Justitie jarenlang te
kampen heeft gehad.
Ik zal me tijdens deze zittingsperiode inzetten voor
de modernisering van de informatica-uitrusting,
zowel op het vlak van de software als op het vlak
van hardware en netwerkapplicaties. Vóór eind juni
2004 zullen er 4000 pc's geïnstalleerd worden die
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
2
se fait via appel d'offres général et la législation sur
les marchés publics est d'application.
Les personnes évaluant les différentes offres sur le
plan technique disposent d'un diplôme en
informatique ou d'une expérience équivalente et
sont aidées par des personnes engagées via des
firmes privées.
Des dérives ont pu se produire au cours des
années antérieures mais je ne peux que constater
les résultats.
Nous allons établir une coordination entre
l'administration et le cabinet en ce qui concerne les
achats matériels et logiciels et la mise en place du
projet Phénix assurera une meilleure image de la
Justice auprès du citoyen et aura un impact positif
auprès du personnel.
zullen worden aangesloten op het netwerk. De
aankoop van het materiaal valt onder de wetgeving
op de overheidsopdrachten en er werd geopteerd
voor de procedure van een algemene
offerteaanvraag.
De personen die de verschillende offertes op hun
technische kwaliteiten moeten beoordelen
beschikken over een informaticadiploma of over
een gelijkwaardige ervaring en worden bijgestaan
door personen die via privé-ondernemingen werden
aangeworven.
Het is mogelijk dat er in het verleden een en ander
verkeerd is gelopen maar ik kan alleen maar naar
de resultaten kijken.
Wat de aankoop van hard- en software betreft
zullen we zorgen voor een coördinatie tussen de
administratie en het kabinet. De uitvoering van het
Phenix-project zal het imago van Justitie bij de
burgers opkrikken en het personeel motiveren.
01.03 Olivier Chastel (MR) : Il devrait être
possible pour le département de planifier ces
investissements par catégories afin que le tribunal
de première instance de Charleroi puisse avoir une
idée de l'évolution de ce dossier.
01.03 Olivier Chastel (MR): Het departement zou
deze investeringen per categorie moeten kunnen
plannen zodat de rechtbank van eerste aanleg van
Charleroi een zicht zou krijgen op de
ontwikkelingen in het dossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de M. Olivier Chastel à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
nomination des juges consulaires effectifs du
tribunal de commerce de Charleroi" (n° 474)
02 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
benoeming van werkende rechters in
handelszaken bij de rechtbank van koophandel
te Charleroi" (nr. 474)
02.01 Olivier Chastel (MR): Dans de nombreux
tribunaux de commerce, le cadre des juges
consulaires est incomplet. Et je ne reviendrai pas
sur les conséquences de l'article 49 de la loi du 3
mai 2003, évoqué dernièrement en commission. A
Charleroi, trois mandats ont été ouverts en 2002 et
aucune nomination n'a eu lieu. Quelles sont les
raisons de cette absence de nomination ? Ces
nominations auront-elles lieu prochainement ?
02.01 Olivier Chastel (MR): In tal van
handelsrechtbanken is de personeelsformatie van
de rechters in handelszaken onvolledig. En ik zal
niet terugkomen op de gevolgen van artikel 49 van
de wet van 3 mei 2003 dat onlangs in commissie
aan bod is gekomen. In Charleroi zijn in 2002 drie
mandaten opengesteld en vond geen enkele
benoeming plaats. Waarom werd niemand
benoemd ? Zullen die benoemingen binnenkort
plaatsvinden ?
02.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La vacance de trois places de juge consulaire au
tribunal de commerce de Charleroi a été publiée au
Moniteur belge du 25 décembre 2002. Deux de ces
places devaient prendre cours le 1
er
septembre
2003 et la troisième le 8 mai 2004.
L'article 204 du Code judiciaire dispose que les
juges consulaires sont nommés pour cinq ans et
que ladite nomination doit être publiée au Moniteur
belge avant le début des vacances judiciaires qui
précèdent l'année judiciaire au cours de laquelle
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
vacature van drie plaatsen van rechter in
handelszaken bij de handelsrechtbank van
Charleroi is in het Belgisch Staatsblad van 25
december 2002 bekendgemaakt. Twee van die
vacatures moesten op 1 september 2003 zijn
ingevuld en de derde op 8 mei 2004. Artikel 204
van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de
rechters in handelszaken voor vijf jaar worden
benoemd en dat hun benoeming in het Belgisch
Staatsblad dient gepubliceerd te worden voor de
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
3
les juges doivent commencer leur mandat.
Autrement dit, les nominations en question devaient
être publiées avant le 1
er
juillet 2003. Vu cette
période d'affaires courantes, mon prédécesseur n'a
pas estimé devoir procéder à ces nominations, de
sorte que celles-ci ne pourront prendre cours qu'à
partir du 1
er
septembre 2004.
Je souhaite modifier cette disposition et nous en
reparlerons lors de la discussion de la loi-
programme.
Enfin, je reste attentive à la situation des juridictions
commerciales que j'ai interrogées afin de connaître
leurs besoins en termes de cadre.
aanvang van het gerechtelijk verlof dat voorafgaat
aan het gerechtelijk jaar, waarin de rechters hun
mandaat dienen aan te vangen. Anders gezegd
moesten de betrokken benoemingen voor 1 juli
2003 worden gepubliceerd. Vermits de regering
zich toen in een periode van lopende zaken
bevond, vond mijn voorganger het niet aangewezen
om tot die benoemingen over te gaan zodat deze
pas vanaf 1 september 2004 kunnen ingaan. Ik wil
die bepaling wijzigen en wij zullen er bij de
bespreking van de programmawet verder op
ingaan.
Ten slotte blijf ik aandacht besteden aan de situatie
van de handelsrechtbanken die ik ondervraagd heb
teneinde hun behoeften in termen van
personeelsformatie te kennen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les résultats de la
mesure du volume de travail à la Cour d'appel
d'Anvers" (n° 594)
- M. Jo Vandeurzen à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la charge de travail
auprès des cours d'appel" (n° 681)
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
resultaten van de werklastmeting in het
Antwerpse Hof van Beroep" (nr. 594)
- de heer Jo Vandeurzen aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
werklast in de hoven van beroep" (nr. 681)
03.01 Claude Marinower (VLD): Les évaluations
du volume de travail réalisées par les présidents
des cours d'appel indiquent que c'est à Anvers que
ce volume est le plus important. Il semble que la
mesure temporaire adoptée en 1999 pour résorber
l'arriéré judiciaire au niveau des cours d'appel n'a
pas porté ses fruits.
Dans un courrier à la ministre, le premier président
de la cour d'appel d'Anvers s'est plaint de la
répartition inégale du personnel. Les audiences à la
cour d'appel d'Anvers sont déjà fixées jusqu'en
2006. Le premier président attire également
l'attention sur les mesures qui pourraient être
prises, notamment au parquet du tribunal de
première instance d'Anvers. Qu'en pense la
ministre
? Quelles démarches compte-t-elle
entreprendre à cet égard ?
03.01 Claude Marinower (VLD): Uit de
werklastmetingen door de voorzitters van de hoven
van beroep blijkt dat de werklast het hoogst is in
Antwerpen. De tijdelijke maatregel die in 1999 werd
genomen om de gerechtelijke achterstand bij de
hoven van beroep weg te werken, heeft blijkbaar
zijn doel gemist.
De eerste voorzitter van het hof van beroep van
Antwerpen protesteerde in een brief aan de
minister tegen de ongelijke toebedeling van
personeel. De rechtsdagbepalingen voor het hof
van beroep in Antwerpen lopen al uit tot 2006. De
eerste voorzitter wees ook op mogelijke
maatregelen die zouden kunnen genomen worden,
zoals bij het parket bij de Antwerpse rechtbank van
eerste aanleg. Wat denkt de minister daarover?
Welke maatregelen zal zij nemen?
03.02 Jo Vandeurzen (CD&V): A l'initiative du
CD&V, la possibilité de mesurer le volume de
travail dans les cours d'appel a été inscrite dans le
Code judiciaire. Entre-temps, une note sur les
besoins en matière d'encadrement a été rédigée.
Les principaux déficits sont observés à Anvers et à
Bruxelles. On sait que la ministre souhaite prendre
des initiatives pour Bruxelles. Pourquoi pas aussi
pour Anvers? Le volume de travail doit évidemment
être mesuré objectivement, ce qui n'empêche
03.02 Jo Vandeurzen (CD&V): Op initiatief van
CD&V werd in het Gerechtelijk Wetboek de
mogelijkheid ingevoerd de werklast te meten in de
hoven van beroep. Intussen is er een nota
opgesteld over de kaderbehoeften. De grootste
tekorten doen zich voor in Antwerpen en Brussel.
Het is geweten dat de minister initiatieven wil
nemen voor Brussel. Waarom niet ook voor
Antwerpen? De werklastmeting moet uiteraard op
een objectieve manier gebeuren, maar dat belet
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
4
toutefois pas que certaines situations comme celles
de Bruxelles et Anvers puissent entre-temps faire
l'objet d'une attention particulière.
niet dat intussen een aantal situaties zoals deze in
Brussel en Antwerpen de prioritaire aandacht
kunnen genieten.
03.03 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): La résorption de l'arriéré judiciaire ne
se limite évidemment pas au ressort de la cour
d'appel de Bruxelles. J'applaudis aux initiatives des
premiers présidents des cours d'appel et des cours
du travail, qui prouvent que les acteurs du terrain
réfléchissent eux aussi au fonctionnement interne.
L'étude ne permet toutefois pas encore de dégager
des conclusions définitives, dès lors qu'elle ne
couvre que les années judiciaires 1998-2001 et est
essentiellement empirique.
Avant de prendre des mesures, je souhaite
m'entretenir avec les différents chefs de corps. La
cellule administrative se penche actuellement sur
de nouvelles formes de mobilité ainsi que sur les
méthodes de travail du siège et du parquet.
03.03 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De strijd tegen de gerechtelijke achterstand is
uiteraard niet beperkt tot het rechtsgebied van het
hof van beroep in Brussel. Ik juich het initiatief van
de eerste voorzitters van de hoven van beroep en
de arbeidshoven toe. Het bewijst dat ook de
actoren op het terrein mee nadenken over de
interne werking. De studie laat echter nog niet toe
om volwaardige conclusies te trekken. Het
onderzoek heeft immers uitsluitend de gerechtelijke
jaren 1998-2001 tot voorwerp en is voornamelijk
empirisch.
Voordat ik maatregelen neem wil ik eerst praten
met de diverse korpschefs. Binnen de beleidscel
wordt gedacht over nieuwe vormen van mobiliteit
en over de werkmethoden op de zetel en op het
parket.
(En français): Nous travaillons sur un protocole
d'engagement en commençant par le ressort de la
Cour d'appel de Bruxelles. La même chose est
envisagée à court terme pour le ressort d'Anvers.
L'étude citée servira de base au dialogue que
j'aurai avec les chefs de corps.
Président: Alfons Borginon
(Frans) We werken aan een protocolverbintenis, te
beginnen met het rechtsgebied van het hof van
beroep te Brussel. Op korte termijn wordt dit ook
overwogen voor het rechtsgebied Antwerpen.
Het bedoelde onderzoek zal als basis dienen voor
het gesprek dat ik met de korpschefs zal hebben.
Voorzitter: Alfons Borginon.
03.04 Claude Marinower (VLD): Les chiffres ne
portent que sur les années 1998 à 2001, mais la
ministre peut difficilement soutenir qu'ils ne sont
pas assez parlants pour le ressort de la cour
d'appel d'Anvers. Comment se fait-il d'ailleurs que
nous ne disposions pas, à la mi-2003, de chiffres
plus récents ? La ministre va dialoguer avec les
chefs de corps, mais quand va-t-on prendre des
mesures structurelles permettant une amélioration
sensible de la situation ?
03.04 Claude Marinower (VLD): De cijfers
hebben maar betrekking op de jaren 1998 tot 2001,
maar de minister kan moeilijk volhouden dat de
cijfers niet sprekend genoeg zijn voor het ressort
van het hof van beroep te Antwerpen. Hoe is het
overigens mogelijk dat we midden 2003 niet over
recenter cijfermateriaal beschikken? De minister
gaat in dialoog met de korpschefs, maar wanneer
komen er structurele maatregelen die een
gevoelige verbetering van de toestand tot gevolg
hebben?
03.05 Jo Vandeurzen (CD&V): L'arriéré judiciaire
est socialement inacceptable. Je ne comprends
pas pourquoi des mesures sont prises pour
Bruxelles et non pour d'autres cours d'appel,
parfois confrontées à un problème plus important.
Qu'a-t-on déjà fait en termes d'évaluation du
volume de travail au cours des dernières années ?
Quel est le rôle du Conseil supérieur de la justice
en la matière, à supposer qu'il en ait toujours un ?
03.05 Jo Vandeurzen (CD&V): De gerechtelijke
achterstand is maatschappelijk onaanvaardbaar. Ik
begrijp niet waarom er wel maatregelen komen
voor Brussel en niet voor andere hoven van
beroep, zelfs niet wanneer die met een groter
probleem worstelen. Wat is er de voorbije jaren al
gebeurd qua werklastmeting? Wat is de rol van de
Hoge Raad voor de Justitie in dit alles,
verondersteld dat hij er nog één speelt?
03.06 Laurette Onkelinx , ministre (en français) :
Je ne fais pas de différence entre Bruxelles et les
03.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik
maak geen onderscheid tussen Brussel en de
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
5
autres ressorts. Simplement, je dispose d'éléments
pour travailler sur Bruxelles. Je ferai de même pour
Anvers dès que j'aurai réuni les éléments
nécessaires.
Le rapport dont vous parlez en fera partie, mais il
n'offre pas à lui seul une analyse des données
chiffrées suffisante pour une évaluation de la
charge de travail d'un parquet.
C'est un travail complexe : mon prédécesseur n'a
pu réaliser l'évaluation analogue qu'il projetait pour
le siège, car aucune firme n'était capable de
réaliser ce travail d'analyse.
Nous disposons donc d'un outil de qualité pouvant
servir de base pour analyser le cadre et élaborer
des solutions en vue d'endiguer l'arriéré judiciaire
mais qui n'a pas vocation à permettre de
déterminer toutes les causes de l'arriéré judiciaire.
andere rechtsgebieden. Ik beschik alleen over de
nodige elementen om werk te maken van Brussel.
Zodra ik de nodige elementen heb verzameld, zal ik
voor Antwerpen hetzelfde doen.
Het verslag waarover u het hebt zal er deel van
uitmaken, maar dat verslag alleen volstaat niet als
analyse van de cijfers om de werklast van een
parket te beoordelen.
Het is een complexe opdracht: mijn voorganger
heeft de voor de zittende magistratuur geplande
analoge beoordeling niet kunnen verwezenlijken
omdat geen enkel bedrijf in staat was de analyse uit
te voeren.
We beschikken dus over een geschikt werkmiddel
op basis waarvan de magistratuur kan worden
geanalyseerd en oplossingen kunnen worden
uitgewerkt met de bedoeling de gerechtelijke
achterstand in te dijken, maar dit middel is niet
bedoeld om alle oorzaken van die gerechtelijke
achterstand te achterhalen.
03.07 Claude Marinower (VLD): Je ne suis pas
d'accord avec la ministre lorsqu'elle déclare qu'il ne
doit être fait aucune distinction selon le type d'arrêt.
Je suis certain que seuls les arrêts définitifs ont été
pris en compte.
03.07 Claude Marinower (VLD): Ik ben het niet
eens met de minister dat er geen onderscheid zou
zijn gemaakt volgens type arrest. Ik weet zeker dat
enkel de eindarresten in aanmerking werden
genomen.
03.08 Jo Vandeurzen (CD&V): Il est étrange
d'entendre que les données disponibles ne sont
pas encore suffisantes. Je me suis informé il y a
quelque temps et de très nombreuses statistiques
étaient alors déjà disponibles. Si la ministre attend
encore longtemps pour prendre des mesures, les
statistiques actuelles seront à nouveau dépassées.
Je tiens à préciser que l'accord de gouvernement
stipule que des mesures spécifiques seront prises
à Bruxelles. Il me semble primordial de créer ces
instruments de travail afin de réorienter la politique.
Je ne comprends pas pourquoi cela n'a pas encore
été fait.
03.08 Jo Vandeurzen (CD&V): Het is vreemd te
horen dat er nog steeds onvoldoende gegevens
beschikbaar zijn. Enige tijd geleden heb ik navraag
gedaan en toen waren er al heel wat cijfers
beschikbaar. Als de minister nog lang wacht met
maatregelen te nemen, zijn de huidige cijfers tegen
dan alweer verouderd.
Ik wijs erop dat het regeerakkoord uitdrukkelijk
bepaalt dat er in Brussel specifieke maatregelen
zullen worden genomen. Het lijkt mij van primair
belang te zorgen voor degelijke werkinstrumenten
om het beleid te heroriënteren. Ik begrijp niet
waarom dat nog steeds niet is gebeurd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Interpellation de M. Tony Van Parys à la vice-
premier ministre et ministre de la Justice sur "la
stratégie mise en oeuvre par certains islamistes
radicaux en vue d'infiltrer les organes
représentatifs des musulmans" (n° 76)
04 Interpellatie van de heer Tony Van Parys tot
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "de strategie van radicale islamitische
elementen tot infiltratie binnen de
representatieve organen van de moslims" (nr. 76)
04.01 Tony Van Parys (CD&V): Le 9 octobre
2003, la commission parlementaire
d'accompagnement du Comité R a approuvé le
rapport d'activités 2002 de ce même comité. Dans
ce rapport, le Comité R met en garde contre
04.01 Tony Van Parys (CD&V): De parlementaire
begeleidingscommissie van het Comité I keurde op
9 oktober 2003 het activiteitenverslag 2002 van dat
laatste goed. In haar verslag waarschuwt het
Comité I voor de infiltratie van radicale islamitische
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
6
l'infiltration des organes de représentation du culte
musulman, et a fortiori de l'Exécutif des
musulmans, par des éléments islamiques radicaux
Aux yeux du CD&V, il importe véritablement que
l'Exécutif des musulmans se compose de
représentants imprégnés de la conviction de la
nécessité de l'intégration. L'exécutif des
musulmans est l'interlocuteur officiel des pouvoirs
publics et d'importants moyens sont mis à sa
disposition pour l'enseignement, la formation et la
religion.
La ministre de la Justice désigne les membres de
l'Exécutif des musulmans. Le 25 juillet 2003, un
arrêté royal a été publié à cet égard. A-t-il été tenu
compte des avis rendus par la Sûreté de l'Etat ?
Lors de la première composition de cet organe en
1999, un avis négatif avait été rendu en ce qui
concerne huit des seize membres qui composent
actuellement l'Exécutif. Pour quelle raison ont-ils
tout de même été désignés ?
Nous souhaitons obtenir davantage d'informations
sur les stratégies d'infiltration dont il est question.
Quelles mesures la ministre prendra-t-elle pour
mettre fin à cette évolution nuisible ? Quelles
garanties a-t-on que le nouvel Exécutif des
musulmans n'a pas été infiltré par des éléments
hostiles à l'intégration ?
elementen in de representatieve organen van de
moslimcultus, niet het minst in de
Moslimexecutieve.
CD&V hecht er het grootste belang aan dat de
Moslimexecutieve bestaat uit vertegenwoordigers
die doordrongen zijn van de noodzaak tot
integratie. De Moslimexecutieve is de officiële
gesprekspartner van de overheid en krijgt
aanzienlijke middelen ter beschikking voor
onderwijs, vorming en religie.
De minister van Justitie duidt de leden van de
Moslimexecutieve aan. Op 25 juli 2003 verscheen
een KB ter zake. Werd er rekening gehouden met
de adviezen van de Staatsveiligheid? Acht van de
zestien leden van de huidige Executieve kregen bij
de eerste samenstelling van dit orgaan in 1999 een
negatief advies. Waarom werden zij nu toch
erkend?
We wensen meer inlichtingen over de
infiltratiestrategieën waarvan sprake. Welke
maatregelen zal de minister nemen om deze
kwalijke evolutie te stoppen? Welke garanties zijn
er dat de nieuwe Moslimexecutieve niet
geïnfiltreerd is door integratieweigerende
elementen?
04.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le rapport approuvé par la
Commission de suIvi ne reprend pas intégralement
le texte des rapports de la Sûreté de l'Etat qui, en
application de la loi, doivent rester secrets.
L'interpellation de M. Van Parys porte sur un
fragment du rapport. Je renvoie dès lors aux débats
au sein de la Commission de suivi. Celle-ci
constitue en effet le lieu approprié pour demander
des détails à propos des données du dossier.
(En français): La Sûreté de l'Etat a effectué un
screening lors de l'instauration du premier Exécutif
des musulmans et lors de son renouvellement
actuel. Comme pour toutes les religions, aucun
élément extrémiste antidémocratique ne doit
pouvoir s'infiltrer dans les organes représentatifs.
Le renouvellement complet de l'Exécutif musulman
doit intervenir en avril 2004, suite à une élection
partielle.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het door de begeleidingscommissie goedgekeurde
verslag herneemt niet de volledige tekst van de
rapporten van de Staatsveiligheid, die wettelijk
geheim moeten blijven. De interpellatie van de heer
Van Parys heeft betrekking op een fragment uit het
verslag. Ik verwijs daarom naar de besprekingen in
de begeleidingscommissie, die de aangewezen
plaats is om nadere bijzonderheden over de
gegevens in kwestie te vragen.
(Frans): Bij de oprichting van het eerste Executief
van de Moslims en bij de huidige vernieuwing ervan
heeft de Staatsveiligheid een screening uitgevoerd.
Zoals bij alle geloofsovertuigingen mag er zich
geen enkel antidemocratisch of extremistisch
element in de representatieve organen nestelen.
In april 2004 zal het Executief van de Moslims na
een tussentijdse verkiezing volledig worden
vernieuwd.
Un dialogue est actuellement initié entre mon
cabinet et les différents représentants de la
communauté musulmane dans le cadre du
renouvellement de l'exécutif. En vertu du principe
constitutionnel de la séparation État-Église, il
n'appartient pas à l'État fédéral de dicter la ligne de
Er wordt tussen mijn kabinet en de verschillende
vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap
een dialoog opgestart in het kader van de
vernieuwing van de executieve. Krachtens het
grondwettelijk beginsel van de scheiding tussen
Kerk en Staat, komt het de federale Staat niet toe
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
7
conduite qui doit être observée pour ces élections.
A ce jour, l'exécutif des musulmans mène un débat
au sein de la constituante afin de préciser les
modalités de ce renouvellement partiel des organes
représentatifs de la communauté. Il a été convenu
que le contenu d'un accord serait discuté avec les
représentants de mon cabinet et de l'administration
afin de vérifier le bien-fondé juridique et le respect
des valeurs démocratiques de notre État.
een procedure voor die verkiezingen op te leggen.
Op dit ogenblik voert de Moslimexecutieve binnen
de constituante een debat om de modaliteiten van
de gedeeltelijke vernieuwing van de
representatieve organen van de gemeenschap te
verduidelijken. Er werd afgesproken dat, eens er
een akkoord is, de inhoud ervan zou worden
besproken met de vertegenwoordigers van mijn
kabinet en van de administratie, om na te gaan of
de tekst juridisch steek houdt en of de
democratische waarden van onze Staat worden
geëerbiedigd.
04.03 Tony Van Parys (CD&V): La réponse de la
ministre m'inquiète encore davantage. Selon la
Sûreté de l'Etat, huit des seize membres de
l'Exécutif étaient en 1999 des fondamentalistes
radicaux opposés à l'intégration. La ministre le
savait mais, ignorant également les nouveaux avis
négatifs de la Sûreté de l'Etat et les avertissements
du Comité R, elle les a tout de même nommés. Elle
porte une responsabilité écrasante. L'Exécutif est
l'organe officiel des musulmans et exerce une
influence énorme sur l'éducation, l'enseignement et
la formation des deuxième et troisième génération.
D'un point de vue démocratique, on ne peut
accepter que la moitié des membres soient
fondamentalistes. En 1999, M. Leman m'a conseillé
de suivre les avis de la Sûreté de l'Etat. Il qualifie la
composition de l'Exécutif de danger pour la
démocratie, mais cette coalition l'a contraint au
silence. Nous craignons qu'à l'avenir, des éléments
radicaux influencent les mosquées .
04.03 Tony Van Parys (CD&V): Het antwoord van
de minister verontrust mij nog meer. Acht van de
zestien leden van de Executieve waren volgens de
Staatsveiligheid in 1999 radicaal fundamentalistisch
en tegen integratie. De minister was daarvan op de
hoogte, maar zij heeft ook de nieuwe negatieve
adviezen van de Staatsveiligheid en de
waarschuwingen van het Comité I genegeerd en
hen toch aangesteld. Zij draagt een verpletterende
verantwoordelijkheid. De Executieve is het officiële
orgaan van de moslims en heeft verregaande
invloed op de opvoeding, het onderwijs en de
vorming van de tweede en derde generatie. Vanuit
democratisch oogpunt kan niet worden aanvaard
dat de helft van de leden fundamentalistisch is. De
heer Leman adviseerde mij in 1999 om de adviezen
van de Staatsveiligheid te volgen. Hij noemt de
samenstelling van de Executieve een gevaar voor
de democratie, maar hij werd door deze coalitie het
zwijgen opgelegd. Wij vrezen dat radicale
elementen de moskeeën zullen beïnvloeden.
04.04 Claude Marinower (VLD): Le même
problème se pose en France. Il s'agit d'un
problème général qui requiert dès lors d'autant plus
d'attention.
La ministre a du mal à admettre que la même
religion soit visée à chaque fois. Est-ce
véritablement le cas
? On vise en fait une
composante fondamentaliste d'une religion qui
incite à la haine entre les communautés. C'est à ce
niveau-là qu'il convient de faire preuve de vigilance.
La situation de la Belgique en 1999 diffère
considérablement de celle de 2003. Je rejoins
Monsieur Van Parys lorsqu'il évoque l'influence
totalement négative exercée sur les jeunes des
deuxième et troisième générations.
04.04 Claude Marinower (VLD): Hetzelfde
probleem doet zich ook in Frankrijk voor. Het is een
algemeen probleem, dat des te meer aandacht
vergt.
De minister heeft het er moeilijk mee dat steeds
één bepaalde godsdienst wordt geviseerd. Is dat
wel zo? Wat wordt geviseerd is een
fundamentalistisch onderdeel van een godsdienst
dat gemeenschappen tegen elkaar opzet. Daaraan
moet meer aandacht worden geschonken. De
situatie in België in 1999 verschilt grondig van deze
in 2003. Ik sluit mij aan bij de heer Van Parys
wanneer hij het heeft over de volstrekt negatieve
beïnvloeding van jongeren van de tweede en derde
generatie.
04.05 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Je voudrais simplement dire et redire que je
n'approuve pas les intégristes, mais qu'il ne faut
pas pointer du doigt un culte par rapport aux autres.
Deuxièmement, en ce qui concerne le
renouvellement de l'exécutif musulman, cette
04.05 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zou
gewoon kunnen blijven herhalen dat ik het
fundamentalisme niet kan goedkeuren. Men mag
echter niet zomaar een godsdienst uitpikken om die
met de vinger te wijzen.
Tot de vernieuwing van de Moslimexecutieve werd
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
8
décision a été prise lors de la législature
précédente, en collaboration notamment avec les
représentants de la Sûreté de l'État, de l'exécutif
des musulmans et de certains collègues
responsables de la Justice et de l'Intérieur.
tijdens de vorige zittingsperiode besloten samen
met de vertegenwoordigers van de Staatsveiligheid
en van de Moslimexecutieve en met sommige
collega's die de leiding van Justitie en
Binnenlandse Zaken hadden.
04.06 Tony Van Parys (CD&V): La ministre
prétend avoir toujours combattu l'intégrisme.
Qu'elle joigne donc le geste à la parole. Le CD&V
n'accepte aucune forme d'intégrisme au sein de
l'Exécutif et s'y oppose en tout temps et en tout
lieu.
04.06 Tony Van Parys (CD&V): De minister
beweert dat zij het integrisme steeds heeft
bestreden, maar ze moet de daad bij het woord
voegen. CD& V aanvaardt geen integrisme in de
Executieve en bestrijdt het integrisme altijd en
overal.
04.07 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Si
un jour la Sûreté de l'État me dit que vous êtes un
dangereux intégriste, j'examinerai les éléments
contenus dans le rapport pour juger s'ils sont
fondés.
04.07 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als de
Staatsveiligheid me ooit mocht zeggen dat u een
gevaarlijke fundamentalist bent, zal ik de elementen
in het verslag onderzoeken om na te gaan of ze
gegrond zijn.
04.08 Claude Marinower (VLD): Une partie d'un
groupe déterminé prône le fondamentalisme et
l'intégrisme, mais c'est dangereux. A ma
connaissance, les autres religions ne font pas
preuve d'intégrisme, de fondamentalisme ou
d'aversion à l'égard d'autres religions.
04.08 Claude Marinower (VLD): Een fractie van
een bepaalde groep predikt fundamentalisme en
integrisme, maar dat is gevaarlijk. Voor zover ik
weet uitten andere godsdiensten geen integrisme,
fundamentalisme of afkeer voor andere
godsdiensten.
Motions
Moties
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par
MM. Yves Leterme et Tony Van Parys et est
libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Tony Van Parys
et la réponse de la ministre de la Justice,
recommande à la ministre de la Justice
- de prendre au sérieux la mise en garde de la
Sûreté de l'Etat contre la poursuite par certains
islamistes de la stratégie d'infiltration et de prise du
pouvoir au sein des organes représentatifs du culte
musulman, notamment pour faire main basse sur
les subsides alloués en faveur de ce culte;
- d'écarter ces éléments islamistes radicaux des
organes représentatifs de la communauté
musulmane;
- de prendre toutes les mesures requises pour
empêcher leur stratégie d'infiltration de réussir."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heren Yves Leterme en Tony Van Parys en luidt als
volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Tony Van
Parys
en het antwoord van de minister van Justitie,
beveelt de minister van Justitie aan
- de waarschuwing van de Staatsveiligheid ernstig
te nemen dat radicale Islamitische elementen hun
strategie van infiltratie en machtsgrepen voortzetten
binnen de representatieve organen van de
Moslimcultus, ook om de hand te kunnen leggen op
de subsidies die aan deze cultus worden
toegekend;
- deze radicale Islamitische elementen te weren uit
de representatieve organen van de Moslims;
- alle maatregelen te nemen ter voorkoming van
deze strategie van infiltratie."
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Eric Massin et Guy Swennen et Mme Valérie
Deom.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Eric Massin en Guy Swennen en mevrouw
Valérie Deom.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
9
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Eric Libert à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
compétence du ministre de la Justice pour
connaître des plaintes relatives à l'application de
la loi du 15 juin 1935" (n° 600)
05 Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
bevoegdheid van de minister van Justitie om zich
uit te spreken over klachten met betrekking tot
de toepassing van de wet van 15 juni 1935"
(nr. 600)
05.01 Eric Libert (MR): Il arrive fréquemment que
la Commission permanente de Contrôle linguistique
reçoive des plaintes relatives à l'emploi des
langues en matière judiciaire. En vertu de la
législation en la matière, la CPCL s'estime
incompétente, et renvoie le plaignant vers le
ministre de la Justice. Or, conformément à l'article
259bis-15, §1
er
, le Conseil supérieur de la Justice
pourrait être compétent dans ce domaine.
Dès lors, est-ce que la ministre de la Justice est
seule compétente en la matière ? Si c'est le cas,
auquel de ses services les plaintes peuvent-elles
être adressées
? Le CSJ dispose-t-il d'une
compétence concurrente ?
05.01 Eric Libert (MR): Het gebeurt vaak dat de
Vaste Commissie voor Taaltoezicht klachten krijgt
over het taalgebruik in gerechtszaken. Op grond
van de wetgeving ter zake acht de VCTT zich
onbevoegd en verwijst zij de klager naar de
minister van Justitie. In overeenstemming met
artikel 259bis-15, §1 zou de Hoge Raad voor de
Justitie hiervoor echter bevoegd zijn.
Is de minister van Justitie dan de enige die hiervoor
bevoegd is? Zo ja, tot welke van haar diensten
kunnen de klachten dan worden gericht? Beschikt
de HRJ over een vergelijkbare bevoegdheid?
05.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français): Si
le ministre de la Justice est exclusivement
compétent pour les matières relevant de la loi du 15
juin 1935 concernant l'emploi des langues en
matière judiciaire, il n'a aucune compétence pour
traiter des plaintes dans ce domaine
;
conformément aux articles 144 et 145 de la
Constitution, seuls les cours et tribunaux ont cette
compétence.
Les questions relatives à cette législation comme
toutes celles relatives à la législation en matière de
Justice peuvent être adressées au Service Public
Fédéral Justice, et plus particulièrement au service
du droit judiciaire (Direction générale de la
Législation et des Libertés et Droits fondamentaux).
En ce qui concerne la compétence du Conseil
supérieur de la Justice, cet organe étant
indépendant, il ne m'appartient pas de me
prononcer. Si une plainte fondée sur une violation
de la loi du 15 juin 1935 concerne le
fonctionnement de l'appareil judiciaire, il ne me
semble pas exclu qu'elle puisse relever de la
compétence du CSJ.
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Hoewel
de minister van Justitie de enige is die bevoegd is
voor zaken die onder de wet van 15 juni 1935
betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken
vallen, heeft de minister van Justitie geen enkele
bevoegdheid om klachten in dat verband te
behandelen. In overeenstemming met de artikelen
144 en 145 van de Grondwet zijn alleen de hoven
en rechtbanken hiervoor bevoegd.
Kwesties in verband met deze wetgeving zoals
alle kwesties in verband met de wetgeving inzake
justitie kunnen aan de Federale Overheidsdienst
Justitie worden gericht en meer in het bijzonder aan
de dienst gerechtelijk recht (Algemene Directie van
de Wetgeving en de Vrijheden en de Fundamentele
Rechten).
Omdat de Hoge Raad voor de Justitie een
onafhankelijke instelling is, kan ik mij niet over zijn
bevoegdheid uitspreken. Als een op een schending
van de wet van 15 juni 1935 gegronde klacht de
werking van het gerechtelijk apparaat betreft, lijkt
het mij niet uitgesloten dat de HRJ hiervoor
bevoegd kan zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Eric Libert à la vice-première 06 Vraag van de heer Eric Libert aan de vice-
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
10
ministre et ministre de la Justice sur "l'obligation
pour les magistrats à Bruxelles de siéger dans la
langue de leur diplôme" (n° 601)
eerste minister en minister van Justitie over "de
verplichting voor de magistraten te Brussel om
zitting te houden in de taal van hun diploma"
(nr. 601)
06.01 Eric Libert (MR) : L'article 43 § 5 al 2, in
fine, de la loi du 15 juin 1935 relative à l'emploi des
langues en matière judiciaire stipule que : "Les
procédures suivies respectivement en français et
en néerlandais sont toujours portées devant des
magistrats qui justifient par leur diplôme qu'ils ont
subi les examens du doctorat en droit
respectivement en français et en néerlandais".
Cette loi est d'ordre public et doit donc être prise au
pied de la lettre. Or, le tableau de service du
tribunal de première instance de Bruxelles indique
qu'un nombre significatif d'affaires introduites en
français est confié à des juges porteurs d'un
diplôme délivré en néerlandais.
Cette pratique, critiquable puisqu'elle viole une loi
d'ordre public s'étend aussi au tribunal
d'arrondissement, au Conseil de guerre et au
tribunal de commerce. Par conséquent, non
seulement de nombreuses décisions sont rendues
en violation des dispositions légales, mais elles
faussent les statistiques en matière d'arriéré
judiciaire, déjà très lourd concernant les affaires
francophones et qui le serait davantage si l'on se
rendait compte que des affaires francophones sont
réglées par des magistrats néerlandophones.
Quel est donc au cours des cinq dernières
années le nombre de décisions du tribunal de
première instance de Bruxelles rendues par des
juges ne siégeant pas dans la langue de leur
diplôme? Que comptez-vous faire pour que la loi en
la matière soit respectée ?
06.01 Eric Libert (MR): Artikel 43 § 5 alinea 2, in
fine, van de wet van 15 juni 1935 betreffende het
gebruik der talen in gerechtszaken, bepaalt het
volgende "(...) worden de Nederlandse, respectief
Franse rechtsplegingen steeds gevoerd voor
magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij
de examens van het doctoraat in de rechten in het
Nederlands, respectievelijk in het Frans hebben
afgelegd". Die wet is van openbare orde en moet
dus letterlijk worden genomen. Uit de dienstregeling
van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel blijkt
echter dat een groot aantal Franstalige zaken aan
rechters met een in het Nederlands gesteld diploma
wordt toevertrouwd.
Die verwerpelijke praktijk, die immers een wet van
openbare orde schendt, treffen we ook aan in de
arrondissementsrechtbank, in de Krijgsraad en in
de rechtbank van koophandel. Er worden dus heel
wat uitspraken gedaan volgens een procedure die
de wettelijke voorschriften met voeten treedt.
Bovendien vervalsen die dossiers de statistieken
inzake gerechtelijke achterstand: indien rekening
wordt gehouden met het feit dat Nederlandstalige
magistraten Franstalige zaken behandelen, zou de
al grote achterstand van de Franstalige zaken nog
hoger oplopen.
Hoeveel uitspraken van de rechtbank van eerste
aanleg te Brussel werden in de loop van de voorbije
vijf jaar gedaan door rechters die geen zitting
hielden in de taal van hun diploma? Wat zal u
ondernemen om de wetgeving terzake te doen
naleven?
06.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
La règle que vous avez évoquée n'est pas absolue.
Par exemple, l'article 43, § 5, alinéa 4 contient une
exception à ce principe, en matière pénale.
Ensuite, dans le délai imparti, je n'ai pas pu vous
transmettre l'ensemble des décisions rendues en
violation de la loi. J'interroge les autorités
judiciaires et prendrai attitude dès réception des
éléments pertinents.
Enfin, le pouvoir de sanction, en cas de violation
des dispositions de la loi sur l'emploi des langues,
appartient aux cours et tribunaux, et non à la
ministre de la Justice.
06.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De regel
waar u naar verwijst is niet absoluut. Zo bevat
bijvoorbeeld artikel 43, § 5, 4° lid, in strafzaken een
uitzondering op dit beginsel.
Vervolgens heb ik u binnen de gestelde termijn niet
alle beslissingen kunnen overmaken die genomen
werden in strijd met de wet. Ik zal de gerechtelijke
autoriteiten hierover aan de tand voelen en mijn
houding bepalen van zodra ik over relevante
informatie beschik.
Tot slot, wanneer de bepalingen van de wet op het
gebruik der talen worden geschonden komt het de
hoven en rechtbanken, en niet de minister van
Justitie, toe eventueel sancties te treffen.
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
11
06.03 Eric Libert (MR): Quand espérez-vous être
obtenir ces éléments et comment comptez-vous me
les faire parvenir ?
06.03 Eric Libert (MR): Wanneer hoopt u over die
informatie te beschikken en hoe zal u me die laten
bezorgen?
06.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français) :
Je vais m'enquérir auprès des chefs de corps, mais
je suppose que vous m'interrogerez pour savoir où
en est la situation.
06.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):Ik ga
mijn licht opsteken bij de korpschefs, maar ik
veronderstel dat u me zal vragen wat de stand van
zaken is.
06.05 Eric Libert (MR): Puisque la balle est dans
mon camp, c'est donc d'ici qu'elle repartira.
06.05 Eric Libert (MR): Wie kaatst moet de bal
verwachten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le fonctionnement du
tribunal de première instance à Ypres" (n° 605)
- M. Yves Leterme à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le poste de juge
vacant au tribunal d'Ypres" (n° 647)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première
ministre et ministre de la Justice sur "la
nomination d'un juge au tribunal de première
instance d'Ypres" (n° 664)
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
werking van de rechtbank van eerste aanleg in
Ieper" (nr. 605)
- de heer Yves Leterme aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
openstaande betrekking van rechter bij de
rechtbank te Ieper" (nr. 647)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
benoeming van een rechter van de rechtbank in
eerste aanleg te Ieper" (nr. 664)
07.01 Yves Leterme (CD&V): Le tribunal d'Ypres
a déjà connu une longue période de pénurie
d'effectifs, en particulier la chambre correctionnelle
qu'il est pratiquement impossible d'étoffer
durablement avec les juges disponibles.
La ministre confirme-t-elle l'existence de problèmes
au tribunal de première instance d'Ypres ? Quelles
solutions peut-elle y apporter
? Prévoit-on de
remplacer le juge qui a été nommé en qualité de
conseiller ainsi que celui qui prendra sa retraite au
mois de mai ? Envisage-t-on de prendre d'autres
mesures telles que l'engagement d'un véritable
juge de complément ou d'un référendaire pour
effectuer le travail de fond ?
07.01 Yves Leterme (CD&V): De rechtbank van
Ieper heeft ondertussen een lange geschiedenis
van onderbezetting. Vooral de correctionele kamer
kampt met problemen omdat het bijna onmogelijk is
ze met de beschikbare rechters op stabiele wijze te
bemannen.
Kan de minister de structurele problemen in de
Rechtbank van Eerste Aanleg in Ieper beamen?
Welke oplossingen kan de minister bieden? Staat
er een vervanging op stapel voor de rechter die tot
raadsheer werd benoemd en voor de rechter die in
mei op pensioen gaat? Behoren andere
maatregelen, zoals een volwaardig toegevoegd
rechter of een referendaris voor de inhoudelijke
ondersteuning, tot de mogelijkheden?
07.02 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): La
nomination d'un juge en qualité de conseiller
s'accompagne généralement de la publication de la
vacance d'emploi au Moniteur belge. Dans le cas
d'Ypres, rien n'a encore été publié, un mois après
la nomination en qualité de conseiller d'un juge du
tribunal de première instance. A ce problème vient
s'ajouter le départ à la retraite d'un autre juge. Une
telle situation risque de menacer le bon
fonctionnement du tribunal et les intéressés
craignent d'être confrontés au problème de l'arriéré
judiciaire. Quand le poste du juge en question sera-
07.02 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Normaal
gaat een benoeming van rechter tot raadsheer
gepaard met een bekendmaking van de
openstaande betrekking. In Ieper is dat een maand
na de benoeming van een rechter van de rechtbank
van eerste aanleg tot raadsheer nog steeds niet
gebeurd. Omdat er ook nog een rechter op
pensioen gaat, komt de werkbaarheid van vooral de
correctionele kamer in het gedrang. De
betrokkenen vrezen gerechtelijk achterstand.
Wanneer wordt de plaats van de rechter vacant
verklaard? Wordt er in afwachting in vervanging
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
12
t-il déclaré vacant ? Envisage-t-on de le remplacer
en attendant ? Dans l'affirmative, à quelle date
précise ?
voorzien en zo ja, wanneer precies?
07.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Le problème n'est pas propre à Ypres, mais se
représente dans d'autres très petits
arrondissements, au personnel limité.
Pour l'instant, la seule solution consiste en la
jonction des petites unités en un plus grand
ensemble, créant par-là des possibilités
supplémentaires de gestion du personnel. Une telle
approche n'est cependant pas à l'ordre du jour, et
je ne suis pas sûre qu'elle serait soutenue dans les
tribunaux concernés.
Cela étant dit, nous devons travailler sur les
nouvelles formes de mobilité de la magistrature. En
ce qui concerne Ypres, le problème consiste
surtout en un manque de personnel, vu
l'importance limitée du corps. Et je ne peux
impliquer des référendaires, car ils ne sont pas
magistrats et ne peuvent siéger dans un tribunal.
Les échanges de personnel au sein du corps
peuvent aussi occasionner des problèmes
opérationnels, notamment quand on ne réagit pas
rapidement à l'ouverture de places vacantes.
Comme c'est également une de mes
préoccupations, j'ai donné des instructions à ce
sujet à mon administration.
A propos du remplacement de deux juges,
l'ouverture du poste en vue de remplacer celui qui a
prêté serment le 13 octobre dernier comme
conseiller a été publiée le 7 novembre. Pour le juge
vice-président qui sera pensionné au mois de mai
2004, un appel a été publié au Moniteur belge du
26 août de cette année. Le nécessaire a donc été
fait pour que la transition se fasse sans interruption.
Mais je suis toute disposée à changer les
procédures de nomination, pour les raccourcir et
pour que l'on s'y prenne plus tôt.
Le problème des très petits arrondissements reste
évidemment entier ; il faudra trouver des réponses
plus structurelles en ce qui les concerne, peut-être
à partir d'une plus grande mobilité des magistrats.
07.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
probleem is niet alleen tot Ieper beperkt, maar doet
zich ook voor in andere piepkleine
arrondissementen met weinig personeel.
Momenteel bestaat de enige oplossing erin de
kleine arrondissementen samen te voegen tot een
groter geheel, waardoor meer mogelijkheden
inzake personeelsbeheer worden gecreëerd. Een
dergelijke aanpak staat echter niet op het
programma en ik ben er niet zeker van of de
betrokken rechtbanken dit wel zouden zien zitten.
Dit gezegd zijnde, moeten we werk maken van
nieuwe vormen van mobiliteit bij de magistratuur.
Wat Ieper betreft, bestaat het probleem vooral in
een gebrek aan personeel, gezien de beperkte
omvang van het korps. En ik kan geen
referendarissen inschakelen, want dat zijn geen
magistraten en zij mogen dus geen zitting hebben
in een rechtbank.
Personeelsuitwisselingen binnen het korps kunnen,
vooral als er niet snel op vacante betrekkingen
wordt gereageerd, ook werkingsproblemen
veroorzaken. Omdat ik mij hiervan eveneens
bewust ben, heb ik mijn administratie hieromtrent
instructies gegeven.
Wat de vervanging van twee rechters betreft, werd
de openstelling van de betrekking ter vervanging
van de magistraat die op 13 oktober jongsleden de
eed heeft afgelegd op 7 november gepubliceerd.
Voor de rechter ondervoorzitter die in mei 2004 met
pensioen gaat werd op 26 augustus van dit jaar een
oproep in het Staatsblad gepubliceerd. Het nodige
werd dus gedaan om ervoor te zorgen dat de
overgang vlekkeloos verloopt. Ik ben wel bereid om
de benoemingsprocedures te wijzigen en ze te
verkorten om er sneller aan te kunnen beginnen.
Het probleem van de piepkleine arrondissementen
blijft echter onopgelost. Er moeten meer structurele
oplossingen voor worden gevonden, misschien zit
er wel iets in een grotere mobiliteit van de
magistraten.
07.04 Yves Leterme (CD&V): Il est étonnant
d'entendre la ministre répondre intégralement en
français aux questions des deux orateurs
néerlandophones.
07.04 Yves Leterme (CD&V): Het is merkwaardig
dat de minister integraal in het Frans antwoordt aan
twee Nederlandstalige vraagstellers.
07.05 Laurette Onkelinx, ministre (en 07.05 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
13
néerlandais): Si vous le souhaitez, je recommence
en néerlandais.
Als u wil, herbegin ik in het Nederlands.
07.06 Laurette Onkelinx, ministre: (en français)
La prochaine question posée en français
bénéficiera d'une réponse en néerlandais de
manière à préserver l'équilibre linguistique.
07.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Op de
volgende in het Frans gestelde vraag zal ik in het
Nederlands antwoorden om het taalevenwicht te
vrijwaren.
07.07 Yves Leterme (CD&V): La pénurie
d'effectifs au tribunal complique l'administration de
la justice. La ministre estime que le problème est
"peut-être insoluble". Je propose qu'elle consente
encore quelques efforts pour régler le problème qui
se pose notamment au tribunal d'Ypres. La réponse
de la ministre me déçoit, et ce, pas uniquement
pour des raisons linguistiques.
07.07 Yves Leterme (CD&V): De beperkte
personeelsbezetting van de rechtbank bemoeilijkt
de rechtsbedeling. Volgens de minister is het
probleem `wellicht onoplosbaar'. Ik stel voor dat ze
toch nog eens moeite doet om het probleem van
onder meer de rechtbank van Ieper op te lossen.
Het antwoord van de minister stelt mij niet alleen
om taalkundige redenen teleur.
07.08 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Je ne suis
pas d'accord pour dire que les tribunaux de plus
petite taille constituent un problème en soi et
devraient être intégrés, à l'avenir, dans une entité
plus vaste. Ils sont plus proches du citoyen et plus
accessibles. Leur existence ne peut être menacée.
07.08 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Ik ga er niet
mee akkoord dat kleinere rechtbanken op zich een
probleem vormen en in de toekomst in een groter
geheel moeten opgaan. Ze staan dichter bij de
burger en zijn laagdrempelig. Ze mogen niet in hun
bestaan worden bedreigd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "le
suivi de la note de l'Etat fédéral contenant son
programme d'actions en matière de violence à
l'égard des femmes" (n° 629)
08 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de voortgang van de nota van de federale
overheid met betrekking tot haar actieplan inzake
geweld tegen vrouwen" (nr. 629)
08.01 Melchior Wathelet (cdH): Suite à la
Conférence interministérielle de l'Egalité des
chances, le Conseil des ministres a approuvé, en
mai 2001, le plan d'action de l'Etat fédéral relatif à
la violence à l'égard des femmes. Ce plan prévoyait
la mise en oeuvre d'une série d'action ainsi qu'une
évaluation globale, en mai 2003. Le ministère de la
Justice s'est engagé à prendre des mesures en la
matière. Trois d'entre elles retiennent notre
attention.
La première concernait, d'une part, l'étude d'une
méthodologie d'enregistrement de données dans
les banques de données des parquets et, d'autre
part, l'élaboration d'une politique judiciaire
s'appuyant sur des traités internationaux et les
résultats d'études relatives à la politique judiciaire
en matière de violence.
La deuxième prévoyait l'évaluation du Set
d'agression sexuelle et de la directive ministérielle y
afférant.
La troisième devait mettre en oeuvre un programme
de formation continue et spécifique des magistrats.
08.01 Melchior Wathelet (cdH): Naar aanleiding
van de interministeriële conferentie voor gelijke
kansen, keurde de Ministerraad in mei 2001 het
actieplan van de federale staat tegen geweld op
vrouwen goed. Dat plan voorzag in een aantal
acties, gevolgd door een globale evaluatie in mei
2003.
Het ministerie van Justitie beloofde terzake
maatregelen te zullen nemen. We willen het over
drie daarvan hebben.
De eerste maatregel betrof enerzijds een studie
met het oog op het uitwerken van een
methodologie voor de gegevensregistratie in de
databanken van de parketten en, anderzijds, het
uitstippelen van een gerechtelijk beleid op basis
van internationale verdragen en van de resultaten
van studies met betrekking tot het gerechtelijk
beleid ten aanzien van geweld.
De tweede maatregel betreft de evaluatie van de
seksuele agressie set en van de ministeriële
richtlijn in dat verband.
De derde maatregel betreft de uitvoering van een
programma van specifieke voortgezette opleiding
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
14
En outre, j'aimerais avoir quelques précisions
concernant le statut du Forum national pour une
politique en faveur des victimes. De même, qu'en
est-il de l'éventuel accord entre l'Etat fédéral et la
Communauté française relatif à la création de
Conseils par arrondissement judiciaire composés
de représentants des autorités publiques
concernés par la problématique des victimes.
ten behoeve van de magistraten. Voorts kreeg ik
graag een aantal verduidelijkingen rond het statuut
van het nationaal forum voor slachtofferbeleid. Hoe
staat het met het akkoord dat tussen de federale
Staat en de Franstalige Gemeenschap zou worden
afgesloten over de oprichting per gerechtelijk
arrondissement - van een raad samengesteld uit
vertegenwoordigers van de overheden bevoegd
voor slachtofferbeleid?
08.02 Laurette Onkelinx, ministre( en français):
Sous l'ancienne législature, nous avons élaboré un
plan fédéral auquel les Régions et les
Communautés ont été associés. Aujourd'hui, Mme
Arena est chargée de la poursuite de ce plan.
Sur l'état des mesures que vous évoquez, je vous
dirai d'abord que l'étude relative à la politique
judiciaire en matière de violence au sein du couple
a été réalisée par la KUL et l'ULB , en 2001. Il
s'agissait d'examiner la manière dont les instances
judiciaires abordent cette problématique et de
déterminer la portée de la loi du 24 novembre 1997
sur la pratique. Les résultats de cette étude ont été
communiqués au Collège des Procureurs
généraux, en 2002.
Ensuite, un groupe de travail s'est réuni à plusieurs
reprises afin de mesurer l'impact de la directive du
15 décembre 1998. Dans ce cadre, des
adaptations et des propositions visant l'optimisation
des SAS ont été apportées. Par ailleurs, une
nouvelle directive relative au SAS a été rédigée et
conclut à un protocole de coopération entre les
parquets et les services hospitaliers qui procèdent
à l'examen médical de la victime. Le Collège des
Procureurs généraux dispose de cette directive et
devrait l'approuver.
Enfin, des formations spécifiques pour les
magistrats sont mises en place depuis février 2003.
Je veillerai à relancer les discussions sur le statut
du Forum national pour une politique en faveur des
victimes.
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Tijdens
de vorige zittingsperiode hebben wij aan een
federaal plan gewerkt waar wij ook de
Gemeenschappen en de Gewesten bij hebben
betrokken. Mevrouw Arena staat nu in voor de
voltooiing van dit plan.
Wat de getroffen maatregelen betreft, kan ik u eerst
en vooral meedelen dat de KUL en de ULB in 2001
een studie hebben uitgevoerd met betrekking tot
het justitieel beleid inzake partnergeweld. Men
wenste te onderzoeken hoe de gerechtelijke
instanties dit probleem benaderen en welke
weerslag de wet van 24 november 1997 op de
praktijk heeft. De resultaten van deze studie
werden in 2002 overgemaakt aan het College van
procureurs-generaal.
Tijdens verschillende vergaderingen bepaalde een
werkgroep vervolgens het effect van de richtlijn van
15 december 1998. In deze context werden er
aanpassingen en voorstellen aangedragen om de
SAS te optimaliseren. Dankzij een nieuwe richtlijn
inzake de SAS kon er trouwens worden voorzien in
een samenwerkingsprotocol tussen de parketten en
de ziekenhuisdiensten die het medisch onderzoek
van het slachtoffer voor hun rekening nemen. Het
College van procureurs-generaal heeft deze richtlijn
reeds ter goedkeuring ontvangen.
Ten slotte worden er sinds februari 2003 specifieke
opleidingen voor magistraten aangeboden.
Ik zal de besprekingen over het statuut van het
Nationaal Forum voor slachtofferbeleid opnieuw
aanzwengelen.
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Pourrions-nous
disposer de cette étude, dans la mesure où les
données en la matière sont rares.
08.03 Melchior Wathelet (cdH): Zouden wij over
deze studie kunnen beschikken? Over deze
materie zijn namelijk weinig gegevens beschikbaar.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre(en français): Je
suggère de mettre la discussion de cette étude à
l'ordre du jour d'une prochaine commission.
08.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik stel
voor dat wij de bespreking van deze studie op de
dagorde van een volgende commissievergadering
plaatsen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
15
09 Question de M. François-Xavier de Donnea à
la vice-première ministre et ministre de la Justice
sur "le site internet du Centre islamique belge"
(n° 648)
09 Vraag van de heer François-Xavier de Donnea
aan de vice-eerste minister en minister van
Justitie over "de website van het Belgisch
Islamitisch Centrum" (nr. 648)
09.01 François-Xavier de Donnea (MR): Le site
Internet du Centre islamique belge a été épinglé
par la presse pour son rôle discutable auprès de la
communauté musulmane. Ce site propose en
permanence un sondage sur, je cite, « La fin de
l'Etat sioniste
» et ce, en violation de la loi
Moureaux sur l'incitation à la haine, au racisme et à
la xénophobie.
Le site présente les auteurs des textes proposés
comme des savants et des professeurs. Je me
demande qui sont ces professeurs qui alimentent
les sentiments antisémites.
Avez-vous connaissance de ce «sondage» qui a
déjà rassemblé quelques 1100 voix ?
La Sûreté de l'Etat surveille-t-elle ce type de site ?
Savez-vous qu'une plainte a été déposée par le
Centre pour l'Egalité des Chances ?
Enfin, et surtout, quelles mesures comptez-vous
prendre contre ce type d'initiative ?
09.01 François-Xavier de Donnea (MR): De
website van het Belgisch Islamitisch Centrum werd
door de pers aan de kaak gesteld voor zijn
negatieve invloed op de moslimgemeenschap. De
site doet een permanente opiniepeiling naar, en ik
citeer: "Het einde van de zionistische staat", waarbij
de wet Moureaux op het aanzetten tot haat,
racisme en vreemdelingenhaat wordt overtreden.
De site stelt de auteurs van de teksten voor als
geleerden en professoren. Ik vraag mij af wie die
professoren zijn die deze anti-joodse gevoelens
aanwakkeren.
Bent u op de hoogte van die `opiniepeiling' en weet
u dat er al ongeveer 1100 mensen op hebben
gereageerd?
Houdt de Staatsveiligheid toezicht op dit soort van
websites? Weet u dat het Centrum voor gelijkheid
van kansen klacht heeft ingediend?
En ten slotte vooral, welke maatregelen bent u van
plan te nemen tegen dit soort van initiatieven?
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Selon les informations transmises à mon
prédécesseur par la Sûreté de l'Etat, le site Internet
« assabyle.com », lié au Centre islamique belge,
est connu pour son caractère extrêmement radical.
En conséquence, une évaluation précise du
sondage que vous évoquez est nécessaire, avant
tout jugement de nature juridique.
Il faut, en effet, analyser les faits dénoncés et
vérifier s'ils sont constitutifs d'une incitation à la
haine ou au racisme.
Si le Centre islamique a commis des infractions,
notamment au regard de la législation sur
l'incitation à la haine et au racisme, les autorités
judiciaires prendront les mesures nécessaires à
une information ou à une poursuite, comme ce fut
déjà le cas par le passé.
Le temps m'a manqué pour prendre une attitude
définitive sur ce dossier. J'attends les avis des
autorités judiciaires concernées pour réagir en
conséquence.
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Volgens de informatie die de Staatsveiligheid aan
mijn voorganger heeft bezorgd, staat de webstek
"assabyle.com" die met het Belgisch Islamitisch
Centrum verbonden is, bekend als uiterst radicaal.
Een nauwkeurige evaluatie van de peiling waar u
naar verwijst, is dan ook noodzakelijk alvorens er
een juridisch oordeel over te vellen.
Men dient immers de aan de kaak gestelde feiten
onder de loep te nemen en na te gaan of ze als een
aanzet tot haat of racisme aangemerkt kunnen
worden.
Als het Belgisch Islamitisch Centrum inbreuken
heeft gepleegd op de wetgeving over het aanzetten
tot haat en racisme, zal de gerechtelijke overheid
de nodige maatregelen treffen met het oog op een
vooronderzoek of een vervolging zoals dat reeds in
het verleden gebeurde.
Ik heb niet de tijd gehad om een definitief standpunt
in dit dossier in te nemen. Ik wacht op de adviezen
van de betrokken gerechtelijke overheid om op een
aangepaste wijze te reageren.
09.03 François-Xavier de Donnea (MR): Une
étude est-elle nécessaire pour déterminer s'il s'agit
d'une incitation à la haine ? Le contenu du site me
09.03 François-Xavier de Donnea (MR): Is een
studie nodig om uit te maken of er al dan niet
sprake is van het aanzetten tot haat? De inhoud
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
16
paraît d'une telle platitude.
van de site lijkt mij zo banaal...
09.04 Laurette Onkelinx, ministre( en français): Il
ne s'agit pas d'une étude mais d'un examen
juridique.
09.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Het
gaat niet om een studie maar om een juridisch
onderzoek.
09.05 François-Xavier de Donnea (MR): Pour
moi, la question ne laisse aucun doute.
09.05 François-Xavier de Donnea (MR): Volgens
mij bestaat er geen twijfel over.
09.06 Laurette Onkelinx, ministre(en français): Il
faut laisser les autorités juridiques faire leur travail.
09.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): We
moeten de gerechtelijke overheden hun werk laten
doen.
09.07 François-Xavier de Donnea (MR): Avec
une attitude si prudente et timorée, ce travail ne
risque pas d'aboutir. Il ne faut pas se poser tant de
questions.
09.07 François-Xavier de Donnea (MR): Met een
zo voorzichtige en angstvallige houding is de kans
klein dat dit werk tot een goed einde wordt
gebracht. Men moet zich niet zo veel vragen
stellen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Melchior Wathelet à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"les rapports du Conseil supérieur de la Justice
sur le fonctionnement de l'ordre judiciaire et la
surveillance des moyens de contrôle interne au
sein de l'ordre judiciaire" (n° 653)
10 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de verslagen van de Hoge Raad voor de Justitie
inzake de werking van de rechterlijke orde ...
(NL) " (nr. 653)
10.01 Melchior Wathelet (cdH): Dans ses
précédents rapports annuels, le Conseil supérieur
de la Justice soulignait le manque d'uniformité des
rapports de fonctionnement, dû à l'absence de
dispositions légales claires.
La loi du 3 mai 2003 modifiant des dispositions de
la deuxième partie du Code judiciaire prévoit, sur la
proposition du Conseil, que la ministre de la Justice
établit le formulaire type pour les rédactions des
rapports. Les rapports sur l'année 2003 devraient
être élaborés sur base de ce formulaire.
Selon moi, ces rapports doivent répondre à des
critères d'uniformité pour en faciliter l'accessibilité
et l'usage par le Parlement.
Le Conseil critique également le manque de
rationalité des questionnaires de contrôle interne :
les textes légaux visant le même type de contrôle
devraient être regroupés, et les questions
précisées et affinées.
Ensuite, la réponse aux questions est un travail
considérable pour les magistrats, déjà surchargés
par les tâches administratives.
10.01 Melchior Wathelet (cdH): De Hoge Raad
voor Justitie beklemtoonde in zijn vorige
jaarverslagen het gebrek aan eenvormigheid van
de werkingsverslagen dat aan het uitblijven van
duidelijke wetsbepalingen moet worden
toegeschreven.
De wet van 3 mei 2003 tot wijziging van de
bepalingen van het tweede deel van het
Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de minister van
Justitie op voorstel van de Raad voor het opstellen
van de verslagen een modelformulier opmaakt. De
verslagen voor het jaar 2003 zouden aan de hand
van dit formulier moeten worden opgemaakt.
Volgens mij moeten deze verslagen aan
eenvormigheidscriteria beantwoorden om de
toegankelijkheid en het gebruik door het Parlement
te vergemakkelijken.
De Raad heeft eveneens kritiek op het gebrek aan
rationaliteit van de vragenlijst voor interne controle:
de wetteksten die op eenzelfde controle betrekking
hebben, moeten worden gehergroepeerd en de
vragen moeten worden verfijnd en gepreciseerd.
Het beantwoorden van de vragen is een zware taak
voor de magistraten die reeds met al te veel
administratieve taken worden belast.
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
17
Madame la ministre peut-elle indiquer si le
formulaire en question répond aux critères de
lisibilité et d'accessibilité et si les questionnaires
peuvent être simplifiés pour alléger la tâche des
magistrats ? Que pensez-vous de la proposition du
Conseil, dans son rapport annuel 2002, visant à
éviter les doubles emplois par une intégration des
rapports de fonctionnement annuels et des rapports
de contrôle interne ?
Graag vernam ik van de minister of het formulier in
kwestie beantwoordt aan de leesbaarheids- en
toegankelijkheidscriteria en of de vragenlijsten
mogen worden vereenvoudigd om de taak van de
magistraten te verlichten? Wat denkt u van het
voorstel van de Raad in zijn jaarverslag 2002 dat
ertoe strekt door een integratie van de jaarlijkse
werkingsverslagen en de verslagen van de interne
controle overlappingen te voorkomen?
10.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Les rapports de fonctionnement sont
indispensables, mais leur élaboration ne peut être
une charge de travail supplémentaire pour les
autorités judiciaires.
Pour simplifier cette tâche, j'ai inséré dans la loi
programme une modification des articles 340 et
346 du Code judiciaire, afin, d'une part, de limiter le
rapport de fonctionnement aux activités de
juridictions de l'année civile, et non plus de l'année
judiciaire, et, d'autre part, de postposer d'un mois
leur dépôt, pour laisser aux juridictions le temps
nécessaire à leur réalisation.
Quant au formulaire type, l'article 340, §3 du Code
judiciaire spécifie,depuis sa modification par la loi
du 3 mai 2003, qu'il est établi par le ministre de la
Justice sur la proposition du Conseil supérieur de la
Justice. Cette disposition sera en vigueur à une
date fixée par le Roi, au plus tard 12 mois après la
publication de la loi du 3 mai 2003 au Moniteur, soit
le 2 juin 2004.
Le Conseil est chargé de prépare le modèle de ce
formulaire et procède à une consultation des chefs
de corps des différentes juridictions pour que ce
formulaire rencontre une large adhésion.
Selon mes informations, le formulaire type sera
utilisé pour les rapports d'activités portant sur
l'année civile 2004.
Pour terminer, je ne suis pas opposée à l'idée du
Conseil d'intégrer dans un seul rapport à la fois le
rapport de fonctionnement et le rapport sur le
contrôle interne. Le Conseil peut lui-même donner
une telle orientation aux juridictions.
10.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
werkingsverslagen zijn onontbeerlijk, maar ze
mogen de werkdruk van de rechterlijke overheden
niet nog doen toenemen.
Om hun opdracht te verlichten, heb ik in de
programmawet een wijziging van de artikelen 340
en 346 van het Gerechtelijk Wetboek opgenomen
met de bedoeling, enerzijds, het werkingsverslag te
beperken tot de werkzaamheden van het voorbije
kalenderjaar en dus niet langer van het gerechtelijk
jaar, en, anderzijds, de datum voor de indiening
ervan met een maand uit te stellen, zodat de
rechtbanken voldoende tijd hebben om die
verslagen op te stellen.
Wat het standaardformulier betreft, schrijft artikel
340, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het bij
wet van 3 mei 2003 werd gewijzigd, dat het door de
minister van Justitie op voorstel van de Hoge Raad
voor de Justitie wordt bepaald. Die bepaling treedt
in werking op een door de Koning te bepalen datum
en uiterlijk twaalf maanden na de publicatie in het
Staatsblad van de wet van 3 mei 2003, dit is dus op
2 mei 2004.
De Raad staat dus in voor het voorbereidend werk
en raadpleegt in dat verband de korpschefs van de
verschillende rechtbanken, om ervoor te zorgen dat
het formulier zo min mogelijk weerstand oproept.
Volgens de informatie waarover ik beschik, zal het
standaardformulier worden gebruikt voor de
activiteitenverslagen over het kalenderjaar 2004.
Tot slot ben ik niet gekant tegen de suggestie van
de Raad om in een enkel verslag zowel het
werkingsverslag als het verslag over de interne
controle op te nemen. De Raad kan daar bij de
gerechten op aansturen.
10.03 Melchior Wathelet (cdH): J'espère que ce
débat va inciter le Conseil à une initiative en ce
sens.
10.03 Melchior Wathelet (cdH): Ik hoop dat dit
debat de Raad ertoe zal aanzetten een initiatief in
die zin te nemen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
18
11 Questions jointes de
- M. Olivier Chastel à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la présence de
délégués laïques lors de cérémonies de mariage"
(n° 674)
- M. Eric Massin à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "la célébration des
mariages" (n° 682)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Chastel aan de vice-eerste
minister en minister van Justitie over "de
aanwezigheid van lekenafgevaardigden op
huwelijksplechtigheden" (nr. 674)
- de heer Eric Massin aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de
huwelijksplechtigheid" (nr. 682)
11.01 Olivier Chastel (MR): Le substitut du
Parquet de Charleroi a envoyé à l'ensemble des
villes et communes de l'arrondissement de
Charleroi un courrier relatif à la présence, sur
demande, d'un délégué laïque lors des cérémonies
de mariage.
Ce substitut écrit que, sous peine de poursuites
pénales, ce qu'il appelle- à tort- un mariage laïque,
de même que toute cérémonie chrétienne ou
musulmane, ... ne peut avoir lieu qu'après la
cérémonie civile. Il ajoute qu'un tel usage des
locaux communaux par un Officier de l'Etat civil est
un détournement de pouvoir, et revient à utiliser à
des fins privées un local public.
Pour nombre d'Officiers d'Etat civil, cette lettre
montre que le Parquet est déterminé à les
poursuivre au pénal pour cette raison.
Je voudrais connaître votre réaction face à ce
courrier, et savoir si des poursuites sont parfois
engagées dans ce type d'affaire.
11.01 Olivier Chastel (MR): De substituut van het
parket van Charleroi heeft naar alle steden en
gemeenten van het arrondissement Charleroi een
brief gestuurd over de aanwezigheid, op verzoek,
van een afgevaardigde van een vrijzinnige
organisatie tijdens huwelijksplechtigheden.
Die substituut schrijft dat wat hij ten onrechte een
lekenhuwelijk noemt, evenals elke christelijke en
islamitische plechtigheid op straffe van
strafrechtelijke vervolging niet na de burgerlijke
plechtigheid kan plaatsvinden. Hij voegt er aan toe
dat als de gemeentelijke gebouwen hiervoor door
een ambtenaar van de burgerlijke stand worden
gebruikt dit overeenstemt met machtsafwending en
neerkomt op het gebruik van een openbare ruimte
voor privé-doeleinden.
Die brief heeft heel wat ambtenaren van de
burgerlijke stand ervan overtuigd dat het parket hen
om die reden strafrechtelijk wil vervolgen.
Ik zou graag weten wat u van die brief vindt en of er
soms een vervolging wordt ingesteld voor dit soort
van zaken.
11.02 Eric Massin (PS): Ma question a le même
objet que celle de M. Chastel.
La semaine dernière, au Parlement wallon, le
ministre des Affaires intérieurs, Charles Michel, a
été interpellé par le député wallon Maurice Bayenet
au sujet de l'usage des locaux communaux lors des
célébrations de mariage. Il devait vous interpeller à
ce sujet, car cela ne fait pas partie de ses
compétences.
En cause, une missive du premier substitut du
Procureur du Roi de Charleroi rappelant aux
officiers de l'Etat civil certains principes
réglementant les mariages civils. Ce courrier au
style inquisitorial rappelait que, sous peine de
poursuites pénales, le mariage religieux ou laïque
ne pouvait avoir lieu qu'après le mariage civil. Ce
point est indiscutable
; mais, selon moi,
juridiquement, un tel usage des locaux communaux
ne relève pas du détournement de pouvoir.
Avez-vous eu connaissance de cette lettre suite à
11.02 Eric Massin (PS): Mijn vraag overlapt die
van de heer Chastel.
Vorige week werd de minister van Binnenlandse
Zaken, Charles Michel, in het Waals Parlement
door de Waalse volksvertegenwoordiger Maurice
Bayenet geïnterpelleerd over het gebruik van
gemeentelijke gebouwen voor
huwelijksplechtigheden. Die laatste had u moeten
interpelleren, aangezien de gewestminister niet
bevoegd is.
In het geding is een schrijven van de eerste
substituut van de procureur des Konings van
Charleroi die de ambtenaren van de burgerlijke
stand herinnert aan bepaalde principes die het
burgerlijk huwelijk regelen. Die overdreven strenge
brief herinnerde eraan dat het religieus of
lekenhuwelijk op straffe van strafrechtelijke
vervolging alleen na het burgerlijk huwelijk mag
plaatsvinden. Dit staat buiten kijf, maar volgens mij
is een dergelijk gebruik van gemeentelijke
gebouwen juridisch gezien geen machtsafwending.
Hebt u het bestaan van die brief reeds voor of pas
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRABV 51
COM 056
13/11/2003
19
notre intervention ou au préalable ? Selon vous,
est-il du ressort d'un substitut du Procureur du Roi
d'intervenir d'autorité auprès des communes dans
un cadre autre que le prescrit des règles du Code
civil relatives au mariage ? Ce magistrat a-t-il été
couvert par sa hiérarchie ? Ensuite, il me semble
qu'il y là a violation du principe de l'autonomie
communale : en effet, le ministre de tutelle pour
l'utilisation des bâtiments communaux.est
M.Charles Michel. Pour finir, comment comptez-
vous réagir face à de tels agissements ?
na onze interventie vernomen? Behoort het volgens
u tot de bevoegdheid van een substituut van de
procureur des Konings om als overheid op te
treden bij de gemeenten in een ander kader dan de
regels van het Burgerlijk Wetboek betreffende het
huwelijk voorschrijven? Heeft deze magistraat
hiervoor de opdracht van zijn oversten gekregen?
Vervolgens denk ik dat het hier een overtreding van
het principe van de gemeentelijke autonomie betreft
aangezien de heer Charles Michel de
toezichthoudende minister voor het gebruik van de
gemeentelijke gebouwen is. En hoe bent u ten
slotte van plan te reageren op dergelijke praktijken?
11.03 Laurette Onkelinx , ministre (en
français):J'ai en effet pris connaissance de la lettre
du 8 octobre 2003. Il s'agit d'une initiative
personnelle prise par le Parquet de Charleroi dont
je n'ai pas été informée.
Ce courrier rappelle néanmoins quelques principes
exacts.
11.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Ik heb
inderdaad kennis genomen van de brief van 8
oktober 2003. Het gaat om een persoonlijk initiatief
van het parket van Charleroi, waarvan ik niet op de
hoogte was. In dat schrijven worden evenwel een
aantal strikte principes in herinnering gebracht.
L'article 21 de la Constitution, qui prévoit que le
mariage civil doit précéder la bénédiction nuptiale,
s'applique également aux cérémonies laïques.
Un officier de l'état civil a, en effet, mission légale
de célébrer un mariage selon les règles et formes
prévues par le Code civil. Cependant, l'article 166
du Code civil, qui prescrit le caractère public de la
cérémonie, ne s'oppose nullement à la présence
d'un délégué laïc lors du mariage.
Le courrier du premier substitut fait état de
détournement de pouvoir du fait de l'utilisation des
locaux publics à des fins privées, alors qu'il
appartient au seul Collège des bourgmestre et
échevins d'autoriser au cas par cas une occupation
limitée de ces locaux.
Aucune poursuite n'a, à ma connaissance, été
engagée à ce jour.
L'initiative du premier substitut me paraît
surprenante, dans la mesure où il semble avoir agi
d'autorité. J'ai invité le procureur général de Mons à
me faire rapport. Ce dernier donnera instruction
pour qu'aucune initiative ne soit prise dans ce
dossier sans qu'il en soit référé au parquet général.
Artikel 21 van de Grondwet dat bepaalt dat het
burgerlijk huwelijk aan de huwelijksinzegening moet
voorafgaan is eveneens van toepassing op de
lekenplechtigheden.
De wettelijke opdracht van een ambtenaar van de
burgerlijke stand bestaat er immers in het huwelijk
te voltrekken volgens de regels en vormen die het
Burgerlijk Wetboek oplegt. Artikel 166 van het
Burgerlijk Wetboek dat de openbaarheid van de
plechtigheid voorschrijft verzet zich echter
geenszins tegen de aanwezigheid van een
afgevaardigde van een vrijzinnige organisatie bij de
huwelijksplechtigheid.
In het schrijven van de eerste substituut wordt
gewag gemaakt van machtsafwending omdat
openbare lokalen voor privé-doeleinden worden
gebruikt. Nochtans heeft enkel het college van
burgemeester en schepenen het recht om een
beperkt gebruik van deze lokalen geval per geval
toe te staan.
Voor zover ik weet werden er tot heden nog geen
vervolgingen ingesteld.
Het initiatief van de eerste substituut verbaast me
omdat hij blijkbaar op eigen gezag heeft gehandeld.
Ik heb de procureur-generaal van Bergen gevraagd
me verslag uit te brengen. Hij zal opdracht geven
dat er in dit dossier geen enkel initiatief wordt
genomen zonder dat het parket-generaal ervan op
de hoogte wordt gesteld.
11.04 Olivier Chastel (MR): Vous confirmez que 11.04 Olivier Chastel (MR): U bevestigt dus dat
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13/11/2003
CRABV 51
COM 056
CHAMBRE
-1
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2003
2004
KAMER
-1
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
la présence d'un délégué laïc au cours de la
cérémonie ne pose aucun problème, pas plus que
la cérémonie laïque postérieure à la cérémonie
officielle. Il serait indiqué qu'une autorité signifie au
premier substitut en question qu'il a exagéré
l'étendue de ses compétences.
de aanwezigheid van een afgevaardigde van een
vrijzinnige organisatie geen probleem is- en de
lekenplechtigheid na de officiële plechtigheid
evenmin. Het verdient aanbeveling dat een
overheid de betrokken eerste substituut erop wijst
dat hij buiten zijn boekje is gegaan.
11.05 Eric Massin (PS): Je n'ai rien à ajouter à la
très belle conclusion de cette affaire.
L'incident est clos.
La réunion publique de commission est levée à
14.17 heures.
11.05 Eric Massin (PS): Ik heb niets toe te voegen
aan dit mooie besluit van deze zaak.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 14.17 uur.
Document Outline