SÉANCE PLÉNIÈRE

CRABV 51

COM 051

12/11/2003

SOMMAIRE

INHOUD

Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
minister van Landsverdediging over «de
reservisten» (nr. 619)

Question de Mme Josée Lejeune au ministre de la
Défense sur "les réservistes" (n° 619)

Orateurs: Josée Lejeune, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Josée Lejeune, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de Mme Françoise Colinia au ministre de
la Défense sur "la présence des femmes au sein
des Forces armées" (n° 637)

Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de
minister van Landsverdediging over "de
aanwezigheid van vrouwen in de krijgsmacht"
(nr. 637)

Orateurs: Françoise Colinia, André Flahaut,
ministre de la Défense

Sprekers: Françoise Colinia, André Flahaut,
minister van Landsverdediging

Question de M. Staf Neel au ministre de la
Défense sur "l'éventuel rachat du fort de
Haasdonk par l'administration provinciale de
Flandre orientale" (n° 661)

Vraag van de heer Staf Neel aan de minister van
Landsverdediging over "het fort van Haasdonk dat
zou aangekocht worden door het provinciebestuur
van Oost-Vlaanderen" (nr. 661)

Orateurs: Staf Neel, André Flahaut, ministre
de la Défense

Sprekers: Staf Neel, André Flahaut, minister
van Landsverdediging

CHAMBRE

-1

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-1

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 051

12/11/2003

COMMISSION DE LA DÉFENSE

NATIONALE

COMMISSIE VOOR DE

LANDSVERDEDIGING

MERCREDI

NOVEMBRE

2003

Matin

______

van

WOENSDAG

NOVEMBER

2003

Voormiddag

______

La réunion avec questions est ouverte à 12.15
heures par M. Philippe Monfils, président.

De vergadering met vragen wordt om 12.15 uur
geopend door de heer Philippe Monfils, voorzitter .

01 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de

minister van Landsverdediging over «de
reservisten» (nr. 619)

01 Question de Mme Josée Lejeune au ministre

de la Défense sur "les réservistes" (n° 619)

01.01 Josée Lejeune (MR): La loi relative au

statut des militaires du cadre de réserve des forces
armées a été votée en mai 2001 et est d'application
depuis le 1

novembre dernier.

Quelle sera la composition de la nouvelle réserve
dans le cadre de la procédure de recrutement qui
débutera en janvier prochain ?

Quel est l'état d'avancement des contacts informels
pris avec les différents employeurs dans le cadre
du team building, déjà accepté par la société
Fortis ?

Quels sont les objectifs du programme team
building et quels sont les membres du personnel
des entreprises visées par ce programme ?

Comment les indépendants sont-ils incorporés
dans cette réserve ? Des modalités spécifiques leur
seront-elles appliquées ?

Qu'en est-il de la législation sociale prévue dans le
cadre de cette réserve ?

01.01 Josée Lejeune (MR): De wet betreffende

het statuut van de militairen die tot de reserve van
het leger behoren werd in mei 2001 goedgekeurd
en is sedert 1 november jongstleden van kracht.

Hoe zal de samenstelling van de nieuwe reserve in
het kader van de recruteringsperiode die in januari
eerstkomend van start gaat er uit zien?

Hoe ver staat het met de informele contacten met
de verschillende werkgevers over het `team
building' evenement dat reeds door de
maatschappij Fortis werd aanvaard?

Wat zijn de doelstellingen van het `team building'
evenement en welke personeelsleden van de
beoogde ondernemingen komen in aanmerking
voor dit evenement?

Hoe worden de zelfstandigen in de militaire reserve
ingelijfd? Zijn er voor hen bijzondere regels van
toepassing?

Hoe ver staat het met de sociale wetgeving ten
aanzien van de reserve?

Quel serait l'avenir des réservistes dans le cadre
d'une Défense au niveau européen ?

Welke toekomst zou zijn weggelegd voor de
reservisten in het kader van een Europese
Defensie?

01.02 André Flahaut, ministre(en français):

Depuis le 1

novembre dernier, les réservistes sont

01.02 Minister André Flahaut (Frans) : Sedert 1

november jongstleden worden de reservisten

CHAMBRE

-1

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-1

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

12/11/2003

CRABV 51

COM 051

catégorisés comme réservistes «entraînés» ou
« non-entraînés » en fonction de leurs prestations
d'entraînement.

La réserve «entraînée» est composée d'anciens
miliciens ou d'anciens militaires qui ont encore des
obligations statutaires dans la réserve. Celle-ci sera
progressivement renforcée par de jeunes candidats
réservistes sans passé militaire.
L'objectif est de créer un service comprenant 19%
d'officiers, 28% de sous-officiers et 53% de
volontaires.
Depuis octobre 2001, la Défense a organisé, en
collaboration avec Mees Pirson Fortis Private
Banking et Fortis, deux activités de type Trophy
pour sensibiliser les firmes occupant un bon
nombre de militaires de réserve. D'autres activités
de ce type ne sont pas prévues actuellement.

Ces actions de team building ont pour but de
convaincre les cadres d'une entreprise que les
membres du personnel faisant partie de la réserve
constituent une plus value grâce à leur
entraînement et leur formation militaire. Une
appréciation positive de l'employeur est recherchée
et vise l'attribution de temps libre pour
l'entraînement et les missions militaires.
Quant aux indépendants, il n'existe aucune
modalité spéciale favorisant leur utilisation comme
militaire de réserve.
Dans l'attente d'une concrétisation des études en
cours, la législation actuelle reste d'application.
Enfin, la réserve peut trouver sa place dans le
contexte de la défense européenne.

volgens hun opleidingsniveau ingedeeld in
`opgeleide' en `niet-opgeleide' reservisten.

De `opgeleide' reserve bestaat uit oud-miliciens en
oud-militairen die nog statutaire verplichtingen bij
de reserve hebben. Die reserve zal geleidelijk aan
door jonge kandidaat-reservisten zonder militair
verleden worden versterkt.
Het is de bedoeling om een dienst samen te stellen
die uit 19 % officieren, 28 % onderofficieren en 53%
vrijwilligers bestaat.
Sinds oktober 2001 heeft Defensie in
samenwerking met Mees Pirson Fortis Private
Banking en Fortis twee activiteiten van het type
Trophy georganiseerd om de firma's die heel wat
reservemilitairen in dienst hebben te sensibiliseren.
Momenteel zijn geen andere activiteiten van dit
type gepland.
Deze team building activiteiten hebben tot doel het
kaderpersoneel van een onderneming ervan te
overtuigen dat de personeelsleden die deel
uitmaken van de reserve dankzij hun militaire
opleiding een meerwaarde betekenen. Er wordt
gestreefd naar een positieve waardering bij de
werkgever, die bereid moet zijn tijd te verstrekken
voor de militaire opleidingen en opdrachten.
Voor de zelfstandigen bestaat er geen bijzondere
regeling om hun inzet als reservemilitair aan te
moedigen.
In afwachting van de concretisering van de lopende
opleidingen, blijft de huidige wetgeving van
toepassing.
De reserve kan ten slotte thuishoren in de context
van de Europese defensie.

01.03 Josée Lejeune (MR): J'aimerais obtenir des

précisions sur une éventuelle modification de la
législation sociale en la matière ?

01.03 Josée Lejeune (MR): Ik zou graag meer

toelichtingen over een eventuele wijziging van de
sociale wetgeving terzake verkrijgen.

01.04 André Flahaut, ministre (en français): Force

est de reconnaître qu'aujourd'hui les employeurs ne
sont pas très enclins à diriger leur personnel vers
cette réserve.

En ce qui concerne le statut social, des
négociations étaient en cours lors de la législature
précédente, mais, tant du côté de la Fonction
publique que de celui des Affaires sociales,
l'enthousiasme n'est pas flagrant. Les mentalités
ont changé et l'avenir de l'Armée ne se situe pas au
niveau de la réserve.

01.04 Minister André Flahaut (Frans): Men kan er

niet omheen dat werkgevers vandaag de dag niet
erg geneigd zijn hun personeelsleden ertoe aan te
zetten van die reserve deel uit te maken.

Wat het sociaal statuut betreft, werden tijdens de
vorige zittingsperiode onderhandelingen gevoerd,
maar zowel bij Ambtenarenzaken als bij Sociale
Zaken was er maar weinig enthousiasme. De
mentaliteit is veranderd en de toekomst van het
leger ligt niet bij de reserve.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

02 Question de Mme Françoise Colinia au

ministre de la Défense sur "la présence des
femmes au sein des Forces armées" (n° 637)

02 Vraag van mevrouw Françoise Colinia aan de

minister van Landsverdediging over "de
aanwezigheid van vrouwen in de krijgsmacht"

CHAMBRE

-1

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-1

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

CRABV 51

COM 051

12/11/2003

(nr. 637)

02.01 Françoise Colinia (MR): Cela fait déjà

quelques années que nos Forces armées
accueillent des femmes.
Ce début de législature offre l'occasion de tracer un
premier bilan de la présence féminine au sein des
Forces armées. Vous avez été très attentif à cette
question et, à plusieurs occasions, tant la presse
que des publications émanant d'organisations
représentatives du personnel ou d'autres revues
spécialisées relatèrent les initiatives que vous avez
prises.

Dans le cadre de cette évolution, des cas de
«harcèlements» ont-ils été dénoncés et quelles
sont les mesures qui ont été prises ?

02.01 Françoise Colinia (MR): Vrouwen kunnen

al een aantal jaren aan de slag bij het leger.

Bij het begin van deze zittingsperiode is het wellicht
opportuun om een eerste balans op te maken van
de vrouwelijke aanwezigheid in het leger. U hebt
hier aan steeds de nodige aandacht besteed en
diverse initiatieven genomen die zowel in de pers
als in publicaties van personeelsorganisaties of in
andere gespecialiseerde tijdschriften weerklank
hebben gevonden.

Met het oog op deze evolutie vraag ik mij af of er
gevallen van "pesterijen" werden gemeld en welke
maatregelen er dientengevolge werden genomen.

02.02 André Flahaut, ministre (en français) :

Depuis la création du service d'Inspection générale
au début de 2003, qui constitue une originalité dans
une entreprise publique, sur 244 dossiers ouverts
58 concernent des femmes. Vingt-deux de ces
derniers concernent la violence et le harcèlement
moral ou sexuel. Seuls 7 dossiers de harcèlement
moral font encore l'objet d'une procédure de
médiation. Il n'y a aucun autre dossier de ce genre
dans d'autres services du Département. Dans deux
dossiers de harcèlement moral et dans le dossier
de violence physique, les victimes cherchaient
avant tout à faire connaître leur expérience, mais
ont explicitement refusé toute procédure interne.
Sur les six dossiers de harcèlement moral clôturés,
cinq se sont soldés par une mutation de la victime à
sa demande, et dans le dossier restant, la
médiation a conduit à une solution acceptable sur
le lieu du travail.

En ce qui concerne le harcèlement sexuel, trois
plaintes sur quatre concernent les mêmes faits pour
lesquels les auteurs ont déjà été punis
disciplinairement. Dans le quatrième dossier
l'auteur des faits a déjà été muté et puni
disciplinairement. La victime n'a pas souhaité aller
poursuivre.

02.02 Minister André Flahaut (Frans): Begin 2003

werd de algemene inspectiedienst opgericht, wat
een primeur is voor de overheidsbedrijven.
Sindsdien werden er 244 dossiers aanhangig
gemaakt, waarvan er 58 over vrouwen gaan. 22
daarvan maken gewag van geweld, pesterijen of
ongewenst seksueel gedrag. Voor slechts 7
dossiers betreffende pesterijen loopt er nog een
bemiddelingsprocedure. Er bestaat geen enkel
ander dossier van deze aard in de overige diensten
van het Departement. In twee dossiers betreffende
pesterijen en in het dossier betreffende fysiek
geweld wensten de slachtoffers vooral hun ervaring
kenbaar te maken maar weigerden zij uitdrukkelijk
iedere vorm van interne procedure. Van de zes
afgehandelde dossiers betreffende pesterijen,
werden er vijf afgesloten met een overplaatsing van
het slachtoffer op haar verzoek. In het overblijvende
dossier werd dankzij bemiddeling een
aanvaardbare oplossing op de werkvloer
uitgewerkt.
Wat ongewenst seksueel gedrag betreft, gaan drie
op de vier klachten over dezelfde feiten als diegene
waarvoor de daders reeds eerder een tuchtstraf
kregen. In het vierde dossier werd de dader reeds
overgeplaatst en kreeg hij een tuchtstraf. Het
slachtoffer heeft geen rechtszaak tegen hem willen
instellen.

Le service est encore relativement jeune. Il est trop
tôt pour déjà tirer des leçons et des conclusions.
Une photographie de la situation pourra être faite,
lors de la parution du rapport annuel, avant la fin
mars 2004. Mais je tiens à signaler que, dans ce
domaine, l'armée est particulièrement exposée.
Lorsque de tels faits sont épinglés par la presse, s'il
s'agit d'un militaire, c'est automatiquement signalé.
Il faut lutter contre cette image négative de
l'institution.

De dienst is nog relatief jong. Het is te vroeg om nu
al lessen en conclusies te trekken. Bij de publicatie
van het jaarverslag vóór einde maart 2004 zal een
stand van zaken kunnen worden opgemaakt. Ik
wens echter op te merken dat het leger op dat
gebied een zeer gemakkelijke doelwit is. Wanneer
zulke feiten in de pers aangekaart worden en als
het om een militair gaat wordt het automatisch
vermeld. Men moet dat negatief imago van de
instelling bestrijden.

CHAMBRE

-1

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-1

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

12/11/2003

CRABV 51

COM 051

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

03 Question de M. Staf Neel au ministre de la

Défense sur "l'éventuel rachat du fort de
Haasdonk par l'administration provinciale de
Flandre orientale" (n° 661)

03 Vraag van de heer Staf Neel aan de minister

van Landsverdediging over "het fort van
Haasdonk dat zou aangekocht worden door het
provinciebestuur van Oost-Vlaanderen" (nr. 661)

03.01 Staf Neel (VLAAMS BLOK): Le dossier du

fort de Haasdonk n'est toujours pas réglé. Le fort
intéresse la commune de Beveren depuis 1999 et
l'administration provinciale de Flandre orientale a
manifesté en 2000 son intention de l'acquérir. La
vente ne pourra cependant avoir lieu que lorsque
toutes les substances dangereuses auront été
enlevées et que l'OVAM aura délivré une
attestation relative à l'état du sol. Le SEDEE a
effectué un certain nombre de travaux, mais ceux-ci
ont été suspendus lorsque l'un des plongeurs a eu
un malaise dans une douve. La douve a été
interdite d'accès dans un rayon de 25 mètres. La
pêche y est interdite mais le bétail s'y abreuve
encore.

Qu'en est-il de ce dossier ? Nombre d'associations
souhaitent utiliser ce fort. A-t-on procédé à d'autres
évacuations ? Des négociations ont-elles eu lieu
avec la commune et la province ? Le cas échéant,
quel en a été le résultat

? Qu'en est-il de

l'interdiction de pêche ? A-t-on déjà une idée du
prix de vente du fort ?

03.01 Staf Neel (VLAAMS BLOK): Het dossier van

het fort van Haasdonk blijft aanslepen. Sinds 1999
heeft Beveren belangstelling voor het fort, sinds
2000 wil het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen
het aankopen. De verkoop kan maar als alle
gevaarlijke stoffen zijn verwijderd en OVAM een
bodemattest aflevert. DOVO voerde een aantal
werken uit, maar die werden stilgelegd toen een
van de duikers onwel werd in een gracht.
Vijfentwintig meter rond de gracht werd een
toegangsverbod afgekondigd, vissen mag niet
meer, maar vee drinkt nog wel uit de gracht.

Hoever is dit dossier nu gevorderd? Heel wat
verenigingen wensen gebruik te maken van het fort.
Zijn er nog ontruimingen gebeurd? Werd er
onderhandeld met gemeente en provincie?
Waartoe hebben die onderhandelingen geleid? Hoe
zit het met het visverbod? Werd reeds gedacht over
een verkoopprijs?

03.02 André Flahaut, ministre (en néerlandais):

En mai 2001, le SEDEE a retiré de la douve la
plupart des munitions. Les travaux ont été arrêtés
autour du pont, à l'entrée principale, en raison de la
présence de substances toxiques.

Les négociations avec l'administration provinciale
de Flandre orientale reprendront bientôt. Aucune
négociation n'est menée avec l'administration
communale de Beveren. En 2000, l'administration
provinciale a pris une décision de principe quant à
l'acquisition du terrain, qu'elle souhaite transférer à
la commune de Beveren.

Un permis de pêche a été délivré à la société de
pêche

De Verenigde Vrienden, mais la

consommation de poisson a été interdite et la zone
de pêche a été limitée par le département de la
Défense nationale.

L'étude relative à la mise en oeuvre de
l'assainissement débutera en 2004. Les travaux
seraient menés en 2005. Il ne s'agit toutefois pas
d'une priorité pour mon département.

03.02 Minister André Flahaut (Nederlands): In mei

2001 haalde DOVO de meeste munitie uit de
gracht. Rond de brug aan de hoofdingang werden
de werkzaamheden stilgelegd vanwege de
aanwezigheid van toxische stoffen.

De onderhandelingen met het provinciebestuur van
Oost-Vlaanderen worden binnenkort terug
opgestart. Met het gemeentebestuur van Beveren
worden geen onderhandelingen gevoerd. Het
provinciebestuur nam in 2000 een
principebeslissing over de aankoop van het terrein,
dat het aan de gemeente Beveren wil overdragen.

Er werd een visvergunning afgeleverd aan De
Verenigde Vrienden, maar de consumptie van de
vis werd verboden en de viszone beperkt door
Landsverdediging.

De studie voor de uitvoering van de sanering wordt
in 2004 aangevat. De werkzaamheden zouden in
2005 plaatsvinden. Dit is echter geen prioriteit voor
mijn departement.

CHAMBRE

-1

E SESSION DE LA

E LEGISLATURE

2003

2004

KAMER

-1

E ZITTING VAN DE

E ZITTINGSPERIODE

Document Outline