KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 679
CRABV 50 COM 679
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
05-03-2002 05-03-2002
16:17 uur
16:17 heures
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
vrijdag 08/03/2002, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
vendredi 08/03/2002, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV-
reeks, op wit papier)
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Interpellaties en vragen
1
Interpellations et questions
1
Sprekers:
Orateurs:
Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
over "de stijgende arbeidskosten" (nr. 1142)
1
Interpellation de M. Richard Fournaux au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes sur
"l'augmentation du coût du travail" (n° 1142)
1
Sprekers: Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, Richard
Fournaux
Orateurs: Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes,
Richard Fournaux
Moties
3
Motions
3
Vraag van de heer Olivier Chastel aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid over "de
collectieve onderzoekscentra en het akkoord
tussen de Gewesten en de federale overheid"
(nr. 6588)
4
Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes sur "les
centres collectifs de recherches et l'accord entre
les Régions et les autorités fédérales" (n° 6588)
4
Sprekers: Olivier Chastel, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Olivier Chastel, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van de heer Jacques Simonet aan de
minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"het standpunt van de Europese Unie inzake het
landbouwbeleid in het licht van de uitbreiding en
inzake de hervorming van het GLB" (nr. 6200)
5
Question de M. Jacques Simonet à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
chargée de l'Agriculture, sur "la position de l'Union
sur le chapitre agricole de l'élargissement et la
réforme de la PAC" (n° 6200)
5
Sprekers: Jacques Simonet, Annemie
Neyts, minister toegevoegd aan de minister
van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Jacques Simonet, Annemie Neyts,
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères
Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"het personeelsbeleid bij het ministerie van
Landbouw en Middenstand" (nr. 6563)
9
Question de Mme Annemie Van de Casteele à la
ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères, chargée de l'Agriculture sur "la
gestion des ressources humaines au ministère
des Classes moyennes et de l'Agriculture"
(n° 6563)
9
Sprekers: Annemie Van de Casteele,
Annemie Neyts, minister toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken
Orateurs: Annemie Van de Casteele,
Annemie Neyts, ministre adjointe au ministre
des Affaires étrangères
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
05
MAART
2002
16:15 uur
______
du
MARDI
05
MARS
2002
16:15 heures
______
De vergadering wordt geopend om 16.23 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 16.15 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Interpellaties en vragen
01 Interpellations et questions
01.01 De voorzitter: De heer Van Hoorebeke
vraagt om zijn vraag nr. 6411 uit te stellen. De
minister deelt me voorts mee dat ik mijn vraag nr.
6441 aan een andere minister moet stellen.
Mevrouw Brepoels vraagt uitstel voor haar
interpellatie nr. 1140 en de heer Sevenhans (nr.
1151) sluit zich uit galanterie aan bij dat verzoek.
Tot slot wordt ook de vraag van mevrouw Creyf (nr.
6578) uitgesteld.
01.01 Le président: M. Van Hoorebeke demande
le report de sa question n° 6411. Le ministre me fait
savoir, par ailleurs, que je dois poser ma question
n° 6441 à un autre ministre. Mme Brepoels
demande le report de son interpellation n° 1140 et
M. Sevenhans (dont l'interpellation porte le n° 1151)
se rallie à cette requête par galanterie. Enfin, la
question de Mme Creyf (n° 6578) est également
reportée.
02 Interpellatie van de heer Richard Fournaux tot
de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
over "de stijgende arbeidskosten" (nr. 1142)
02 Interpellation de M. Richard Fournaux au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes sur "l'augmentation du coût du travail"
(n° 1142)
Uit het jongste rapport van de Centrale Raad voor
het bedrijfsleven blijkt dat de arbeidskosten in ons
land (volgens sommigen drastisch) gestegen zijn.
Onder Jean-Luc Dehaene ging er geen dag voorbij
of het concurrentievermogen van de bedrijven
kwam ter tafel. De arbeidskosten worden naar
verluidt gecompenseerd door de rentabiliteit van
onze werknemers. Wie dat gelooft, dwaalt volgens
mij, getuige de daling van de
werkgelegenheidsgraad.
Le dernier rapport du Conseil central de l'économie
démontre une augmentation du coût du travail dans
notre pays, que certains disent radicale.
À l'époque Dehaene, pas un jour ne passait sans
que l'on évoque la question de la compétitivité des
entreprises. Le coût du travail est, paraît-il,
compensé par la rentabilité de nos travailleurs. Il me
semble que c'est un leurre. En témoigne la baisse
du taux d'emploi.
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De door de regering op de rails gezette
belastinghervorming, waarmee de regering in de
eerste plaats beoogt de arbeidskosten te verlagen,
zal in geen geval tot gevolg hebben dat het
nettoloon van de werknemers dermate zal stijgen
dat er geen hogere lonen meer zullen worden
geëist. Het succes van de Nederlandse hervorming
op dat gebied is te danken aan het overleg tussen
alle sectoren en actoren.
Enkel als de belastinghervorming ten goede komt
aan bedrijven die veel werkgelegenheid genereren,
zal het concurrentievermogen verbeteren.
Mij dunkt dat de discrepantie met onze belangrijkste
concurrenten duidelijker wordt. Wat is daar in
werkelijkheid van aan ?
Zal de Belgische regering haar verbintenis om de
sociale lasten opnieuw te verlagen in het tweede
kwartaal van 2002 kunnen naleven ?
La réforme fiscale initiée par le gouvernement, que
ce dernier prétendait notamment destinée à
diminuer le coût du travail, ne permettra nullement
d'augmenter le salaire net des travailleurs dans une
mesure suffisante pour empêcher toute
revendication en matière d'augmentation salariale.
La réussite de la réforme hollandaise, à cet égard,
résulte de la concertation de tous les secteurs et
intervenants.
La compétitivité ne sera améliorée que si la réforme
fiscale profite aux entreprises qui génèrent un haut
taux d'emploi.
La différence par rapport à nos principaux
concurrents s'accentue, semble-t-il. Qu'en est-il?
Le gouvernement belge sera-t-il en mesure de
respecter son engagement de provoquer une
nouvelle diminution des charges sociales au
deuxième trimestre 2002?
02.01 Minister Charles Picqué :(Frans): De
verlichting van de werkgeverslasten kan tot een
verhoging van het concurrentievermogen of tot een
stijging van de werkgelegenheid bijdragen.
De Centrale Raad voor het bedrijfsleven maakte
voor 1999-2000 melding van een stijging van de
loonkosten in België van ruim 7%, terwijl zij in de
drie buurlanden slechts met 4,8% zijn gestegen.
Deze discrepantie zou hoofdzakelijk te wijten zijn
aan de evolutie in twee sectoren, met name de
vastgoedsector en de zakelijke dienstverlening en
de sector transport en communicatie. Behalve in die
twee sectoren, stemt de stijging van de loonkosten
overeen met het gemiddelde van de buurlanden.
De fiscale hervorming heeft geen rechtstreekse
invloed op de arbeidskosten. Niettemin zal zij de
fiscale druk op de lonen doen dalen en dus een
invloed uitoefenen op de koopkracht.
De regering heeft de sociale partners gevraagd een
bespreking te wijden aan de factoren die tot de
forse stijging in beide sectoren hebben geleid.
02.01 Charles Picqué , ministre (en français):
L'allègement des charges patronales peut
contribuer soit à accroître la compétitivité, soit à
accroître l'emploi.
Le Conseil central de l'économie a annoncé une
augmentation de plus de 7% des coûts salariaux en
Belgique en 1999-2000, tandis qu'ils
n'augmentaient que de 4,8% dans les trois pays
voisins. Ce dérapage serait essentiellement dû à
l'évolution de deux secteurs, à savoir celui de
l'immobilier et des services aux entreprises et celui
des transports et communications. Ces deux
branches exceptées, l'augmentation du coût salarial
correspond à la moyenne des pays voisins.
La réforme fiscale n'agit pas directement sur le coût
du travail. Elle aura néanmoins pour effet de
diminuer la pression fiscale sur les salaires et donc,
elle aura un effet sur le pouvoir d'achat.
Le gouvernement a demandé aux partenaires
sociaux de discuter des éléments qui ont conduit à
la forte augmentation dans les deux secteurs en
question.
De Centrale Raad voor het bedrijfsleven zal een
verslag opstellen over de maximale speelruimte die
beschikbaar is voor de evolutie van de loonkosten.
Dat verslag zal tevens een evaluatie van de
vermindering van de werkgeversbijdragen bevatten.
De discussie over het effect van de
werkgeversbijdragen op de indienstnemingen is nog
Le Conseil central de l'économie élaborera un
rapport sur les marges maximales disponibles pour
l'évolution du coût salarial, qui comprendra une
évaluation des réductions des cotisations
patronales.
Ce débat relatif à l'effet des charges patronales sur
l'embauche n'est pas terminé. L'effet retour n'a
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
niet afgerond. Het terugverdieneffect werd nog nooit
met zekerheid aangetoond en moet nog verder
worden onderzocht.
Momenteel blijft onze concurrentiekracht op peil.
Die discussie zal kunnen worden hervat nadat de
sociale partners de reden voor de verhoging van de
loonkosten in de beide betrokken sectoren zullen
hebben onderzocht en de Centrale Raad voor het
bedrijfsleven de weerslag van de bepalingen inzake
de loonkosten op de indienstnemingen zal hebben
geëvalueerd.
jamais été démontré de manière certaine. Il doit
encore être examiné.
Nous restons très compétitifs pour l'instant. Cette
discussion pourra être reprise lorsque la cause de
l'augmentation du coût salarial dans les deux
secteurs concernés aura été évaluée par les
partenaires sociaux et lorsque le Conseil central de
l'économie aura évalué l'effet de retour sur
l'embauche des dispositions en matière de coût
salarial.
02.02 Richard Fournaux (PSC): Behalve in de
sectoren onroerend goed, zakelijke dienstverlening,
vervoer en communicatie blijft de stijging dus zeer
redelijk?
02.02 Richard Fournaux (PSC): Hormis
l'immobilier et les services aux entreprises, ainsi
que les transports et communications, on en reste
donc à une augmentation très raisonnable.
02.03 Minister Charles Picqué (Frans):
Inderdaad.
02.03 Charles Picqué , ministre (en français): En
effet.
02.04 Richard Fournaux (PSC): Is het
concurrentievermogen niet dodelijk voor de
werkgelegenheid?
02.04 Richard Fournaux (PSC): La compétitivité
ne tue-t-elle pas l'emploi?
02.05 Minister Charles Picqué (Frans): Kijk naar
Maribel!
02.05 Charles Picqué , ministre (en français):
Voyez le Maribel!
02.06 Richard Fournaux (PSC): Toch blijft dit
alles mij enigszins verbazen.
02.06 Richard Fournaux (PSC): Tout cela ne
laisse pas de m'étonner quand même un peu.
02.07 Minister Charles Picqué (Frans): Als de
consumptie stijgt, gaat alles op termijn beter.
02.07 Charles Picqué , ministre (en français): Si la
consommation s'accroît, à terme, tout s'arrange.
Moties
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking
werden volgende moties ingediend.
Le président: En conclusion de cette discussion les
motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de
heer Richard Fournaux en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Richard
Fournaux
en het antwoord van de minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid,
beveelt de regering aan
- in overleg met de sociale gesprekspartners alles in
het werk te stellen om de verhoging van de
arbeidskosten in de hand te houden, gelet op de
huidige situatie, die bijzonder zorgwekkend is uit het
oogpunt van de vrijwaring van de
concurrentiekracht van onze ondernemingen, vooral
ten aanzien van onze belangrijkste partners;
- zich ertoe te verbinden concreet werk te maken
van haar beloftes inzake de aftrek van de sociale
Une motion de recommandation a été déposée par
M. Richard Fournaux et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Richard
Fournaux
et la réponse du ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes,
recommande au gouvernement
- de tout mettre en oeuvre en concertation avec les
partenaires sociaux pour maîtriser l'augmentation
du coût du travail compte tenu de la situation
actuelle particulièrement inquiétante quant au
maintien de la compétitivité de nos entreprises
surtout vis-à-vis de nos principaux partenaires;
- de s'engager à concrétiser ses engagements en
matière de déduction des charges sociales malgré
la difficulté à boucler le contrôle budgétaire."
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
lasten, ondanks de moeilijkheden om de
begrotingscontrole rond te krijgen."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Léon Campstein, Olivier Chastel en Philippe
Collard.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Léon Campstein, Olivier Chastel et Philippe Collard.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Olivier Chastel aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
over "de collectieve onderzoekscentra en het
akkoord tussen de Gewesten en de federale
overheid" (nr. 6588)
03 Question de M. Olivier Chastel au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes sur "les
centres collectifs de recherches et l'accord entre
les Régions et les autorités fédérales" (n° 6588)
03.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Bij de
oprichting van de collectieve onderzoekscentra was
het de bedoeling dat zij zich met een industriële
sector zouden bezighouden, en dit onder impuls van
de werkgeversorganisaties, hetzij in toepassing van
de wet De Groote van 1947, hetzij onder de vorm
van een vzw. Sinds de gewestvorming krijgen de
collectieve onderzoekscentra subsidies die worden
verdeeld tussen de Gewesten (25 %) en het
departement van Economische Zaken. Die
subsidies moeten die centra in staat stellen hun
collectief onderzoekswerk uit te voeren. De
overblijvende 50 % wordt door bedrijfsleiders en via
de eigen inkomsten van de centra bekostigd.
Het akkoord tussen de Gewesten en de federale
overheid werd in mei jongstleden door het Vlaamse
Gewest opgezegd en kreeg uitwerking vanaf 1
januari 2002. Toch blijft Vlaanderen een begroting
bestemmen voor collectief onderzoek waarbij het bij
zijn beslissingen bijzondere voorwaarden stelt. Het
federaal ministerie van Begroting lijkt de voor de
collectieve onderzoekscentra bestemde kredieten te
willen schrappen voor wat de "normen-antennes" en
het collectief onderzoek betreft. De verminderde
activiteit van de centra zou een zeer slechte zaak
zijn voor de werkgelegenheid. Kunt u ons
geruststellen wat de toekomst van de collectieve
onderzoekscentra betreft ?
03.01 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Les
centres collectifs de recherche ont été créés pour
s'occuper d'un secteur industriel à l'instigation des
fédérations patronales, soit en application de la loi
De Groote de 1947, soit sous forme d'ASBL. Depuis
les lois de régionalisation, les centres collectifs de
recherche bénéficient, pour leurs recherches
collectives, de subventions partagées entre les
Régions (25 %) et les Affaires économiques (25 %),
les 50 % restants étant supportés par les industriels
et les rentrées propres des centres.
L'accord entre les Régions et le fédéral a été
dénoncé par la Région flamande en mai dernier et a
pris ses effets le 1
er
janvier 2002. Cependant, la
Flandre continue à réserver un budget aux
recherches collectives, assortissant ses décisions
de conditions particulières. Le ministère fédéral du
Budget semble vouloir supprimer les crédits
réservés aux centres collectifs de recherche pour
ce qui concerne les "antennes-normes" et la
recherche collective. La diminution d'activité des
CCR serait particulièrement préjudiciable pour
l'emploi. Pouvez-vous nous rassurer quant à l'avenir
des centres collectifs de recherche?
03.02 Minister Charles Picqué (Frans): Het nut
van de collectieve onderzoekscentra voor de
ondernemingen blijkt uit hun belangrijke bijdrage
vergeleken bij die van de federale overheid. Toch is
het grootste deel van hun middelen afkomstig van
de bijdragen van de leden die bij koninklijk besluit
verplicht zijn voor elke sector waarin meer dan 50 %
van de leden zich uitspreken voor de oprichting van
een centrum. De centra zijn eveneens zeer nuttig
03.02 Charles Picqué, ministre (en français):
L'utilité des CCR pour les entreprises semble
confirmée par leur contribution importante en
comparaison de celle du fédéral. Cependant la
majeure partie de leurs moyens provient des
cotisations des membres, qui sont rendues
obligatoires par voie d'arrêté royal pour tout secteur
dont plus de 50 % des membres se prononcent en
faveur de la création d'un centre. Les centres sont
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
voor de KMO's die o.a. met de normalisering van de
producten worden geconfronteerd. Ik bevestig dat ik
dat financieringsmechanisme steun en ik sta erop
de Gewesten te waarschuwen voor het risico dat zij
zouden lopen als zij de in de wet De Groote
vastgestelde mechanismen wijzigen. De Europese
Commissie zal geen selectieve heffing op de
industrie ten gunste van de financiering van het
onderzoek meer aanvaarden en, in geval het
huidige systeem wordt afgeschaft, kan het enkel
worden vervangen door een verhoging van de
fiscale lasten voor de industrie in haar geheel. Dit
debat betreft de economische betrekkingen tussen
al onze deelregeringen. Toch moet vastgesteld
worden dat het Vlaamse Gewest het
samenwerkingsakkoord heeft opgezegd dat onder
andere de verdeling tussen gewestelijke en federale
verplichtingen inzake de financiering van de
onderzoeksprogramma's regelt. Ik zal de toewijzing
van de begroting van 6,8 miljoen euro aan de
collectieve onderzoekscentra vrijwaren. Gelet op
het feit dat de normalisering een strikt federale
bevoegdheid in de zin van artikel 6 van de wet van
8 augustus 1980 is, zal ik een wetsontwerp indienen
waarin de collectieve onderzoekscentra een
essentiële rol spelen die binnen de strikt federale
bevoegdheden wordt vervuld. Ik wens dus het
bestaan van de collectieve onderzoekscentra
alsmede hun financiering te vrijwaren.
aussi d'une grande utilité pour les PME, confrontées
notamment à la normalisation des produits. Je
réaffirme mon soutien à ce mécanisme de
financement et je tiens à mettre en garde les
Régions contre toute velléité de modification des
mécanismes établis par la loi De Groote. La
Commission européenne n'acceptera plus de
prélèvement sélectif sur l'industrie en faveur du
financement de la recherche et, en cas de
suppression, le système actuel ne pourrait être
remplacé que par une augmentation de la charge
fiscale pesant sur l'ensemble de l'industrie. Ce
débat concerne les interrelations économiques
entre toutes nos entités. Force est cependant de
constater que la Région flamande a dénoncé
l'accord de coopération précisant, entre autres, la
répartition des obligations régionales et fédérales
en matière de financement des programmes de
recherches. Je compte bien préserver l'affectation
du budget de 6,8 millions d'euros au profit des
CCR. La normalisation étant une compétence
strictement fédérale au sens de l'article 6 de la loi
du 8 août 1980, je déposerai un projet de loi où les
CCR jouent un rôle capital, recentré au sein de
compétences strictement fédérales. Je souhaite
donc maintenir l'existence des CCR ainsi que leur
financement.
Het debat over de begroting in de regering heeft in
goede omstandigheden plaatsgevonden en had
alleen betrekking op een marginaal gedeelte van de
dotatie. Deze vermindering zal dus de centra niet in
gevaar brengen.
Deze problematiek houdt verband met de eenheid
van de Belgische markt. Achter dit debat gaat een
ander, communautair debat schuil.
Le débat sur le budget a eu lieu dans de bonnes
conditions au sein du gouvernement et n'a porté
que sur une partie marginale de la dotation. Cette
réduction ne mettra donc pas ces centres en
danger.
Cette problématique est liée à l'unicité du marché
belge. Il y a, derrière ce débat, un autre débat à
relents communautaires.
03.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): Men mag
niet vergeten dat alle ondernemingen in ons land
baat hebben bij het tweede belangrijke gedeelte van
de werkzaamheden van die onderzoekscentra.
In het kader van de Europese wetgeving moeten we
inderdaad voorzichtig blijven wanneer we
maatregelen nemen.
03.03 Olivier Chastel (PRL FDF MCC): La
deuxième grosse partie des activités de ces centres
de recherche profite à toutes les entreprises du
pays, il ne faut pas l'oublier.
Il faut effectivement être prudent au sujet des
dispositions que nous prenons au regard de la
législation européenne.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.04 De voorzitter : We gaan nu over tot de
vragen die aan minister Neyts gericht zijn. Mevrouw
Van de Casteele zal haar vraag nr. 6563 als laatste
stellen.
03.04 Le président : L'ordre du jour appelle à
présent les questions adressées à Mme Neyts.
Mme Van de Casteele posera sa question n° 6563
en dernier lieu.
04 Vraag van de heer Jacques Simonet aan de
minister toegevoegd aan de minister van
04 Question de M. Jacques Simonet à la ministre
adjointe au ministre des Affaires étrangères,
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"het standpunt van de Europese Unie inzake het
landbouwbeleid in het licht van de uitbreiding en
inzake de hervorming van het GLB" (nr. 6200)
chargée de l'Agriculture, sur "la position de
l'Union sur le chapitre agricole de l'élargissement
et la réforme de la PAC" (n° 6200)
04.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Het
Spaanse EU-voorzitterschap heeft opdracht
gekregen het gemeenschappelijk standpunt van de
Vijftien te bepalen met betrekking tot het
landbouwbeleid ten aanzien van de kandidaat-
lidstaten. Het voorzitterschap heeft zich ertoe
verbonden halverwege de hervorming van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) een
debat te voeren over de plattelandsontwikkeling.
Bij die twee onderhandelingsgesprekken moet het
acquis communautaire worden gerespecteerd, zij
het dat er een overgangsperiode kan worden
ingebouwd, en moet men binnen het bestek blijven
van de financiële afspraken die in Berlijn gemaakt
zijn en die de Commissie nog altijd adequaat acht.
Wat is uw analyse van de situatie met betrekking tot
die twee thema's ?
Wat zijn uw vooruitzichten inzake de gevolgen van
de uitbreiding van de Unie voor onze landbouw, de
quotaregelingen en de overgangsperioden ?
Tijdens de overgangsperioden zullen maatregelen
getroffen moeten worden om de kosten voor onze
landbouw af te schrijven. Op welke gebieden denkt
u prioritair maatregelen te treffen, en welke
maatregelen ?
Het budgettaire aspect is de kern van het probleem,
en dit betreft zowel de directe steun aan de nieuwe
lidstaten als de steunmaatregelen voor onze
landbouwers.
Is het in Berlijn vastgelegde krediet nog afdoende ?
Zal de Unie uitgebreid worden zonder dat de
begroting opgetrokken wordt, en zal de steun aan
onze landbouwers dus inkrimpen, of worden er
extra middelen uitgetrokken voor de periode 2004-
2006 ? Heeft men er desgevallend enig idee van
hoeveel extra geld er moet worden uitgetrokken ?
Kan u ons aanwijzingen geven over het niveau van
de diergeneeskundige en fytosanitaire normen in de
kandidaat-lidstaten, en over de
voedselveiligheidsgraad ? Beschikken die landen
over voldoende geschoolde mensen om de
vigerende normen op hun grondgebied en aan hun
grenzen te doen naleven en ons te garanderen dat
de kwaliteit van hun producten gelijkwaardig is met
de kwaliteit bij ons ?
Wat de plattelandsontwikkeling betreft impliceert de
04.01 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): La
présidence espagnole a reçu pour tâche de
déterminer la position commune des Quinze sur la
politique agricole vis-à-vis des pays adhérents à
l'Union. Cette présidence a pris l'engagement de
mener un débat sur le développement rural dans le
contexte de la révision à mi-parcours de la Politique
agricole commune (PAC).
Ces deux négociations doivent respecter l'acquis
communautaire, moyennant des périodes de
transition, et le cadre financier de Berlin que la
Commission juge toujours pertinent.
Quelle est votre analyse de la situation sur ces deux
thématiques?
Concernant l'élargissement, quelles prévisions
faites-vous quant à l'impact de celui-ci sur notre
agriculture, les quotas et les périodes transitoires?
Pendant ces périodes transitoires, il faudra prendre
des mesures pour amortir le coût pour notre
agriculture. Quels seront les domaines et les
dispositions prioritaires que vous comptez prendre?
L'aspect budgétaire est le point central du
problème, tant pour les aides directes aux
nouveaux membres que pour le soutien de nos
agriculteurs.
L'enveloppe budgétaire de Berlin est-elle toujours
pertinente?
Va-t-on élargir l'Union à budget constant et donc
réduire les aides à nos agriculteurs ou va-t-on
prévoir des fonds additionnels pour la période 2004-
2006? S'il échet, a-t-on une idée de la somme
supplémentaire nécessaire?
Pouvez-vous nous donner des indications sur le
niveau des pays adhérents en matière de normes
vétérinaires et phytosanitaires ainsi qu'en matière
de sécurité alimentaire? Ces pays disposent-ils de
ressources humaines suffisantes en nombre et en
qualité pour faire respecter les normes en vigueur
sur leur territoire et à leurs frontières et nous
assurer une qualité de produit équivalente à la
nôtre?
Concernant le développement rural, l'élargissement
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
uitbreiding een uitgave van 1,3 miljard euro. Dat lijkt
weinig, aangezien in sommige landen, Polen
bijvoorbeeld, meer dan 40% van de
beroepsbevolking in de landbouw bedrijvig is.
Wat is ten slotte het standpunt van België over
dierenmeel ? Is Europa in staat hierover eenparig te
beslissen ? Welk standpunt verdedigt u ?
représenterait un coût de 1,3 milliard d'euros. Cela
semble peu étant donné que, dans certains pays, la
Pologne, par exemple, plus de 40% de la population
active appartient au monde rural.
Enfin, quelle est la position de la Belgique
concernant les farines carnées?
L'Europe est-elle capable de prendre une décision
unanime à cet égard? Quelle position défendez-
vous?
04.02 Minister Annemie Neyts (Frans): Krachtens
de bijzondere wet van 13 juli 2001 ressorteert
landbouw, met inbegrip van het landbouwbeleid,
sinds 1 januari 2002 onder de bevoegdheid van de
Gewesten.
Mijn rol als vertegenwoordigster bij de Europese
instellingen bestaat erin de door de Gewesten
vastgestelde standpunten, die terzake als enige
bevoegd zijn, te verdedigen.
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal door de
nakende toetreding van twaalf nieuwe lidstaten
grondig door elkaar worden geschud. De financiële
gevolgen zullen afhangen van de
toetredingstermijn, de eventuele toekenning van
rechtstreekse steun aan landbouwbedrijven in de
nieuwe lidstaten en de hervorming van het huidige
gemeenschappelijke landbouwbeleid.
Tevens zal met andere externe elementen, zoals de
toekomstige verbintenissen binnen de WHO,
rekening moeten worden gehouden.
De toetredingsonderhandelingen met de kandidaat-
lidstaten worden gevoerd door de Commissie, op
grond van mandaten die door de Raad Algemene
Zaken worden verleend. De Landbouwraad en de
Ecofin-raad worden eveneens nauw bij de
vaststelling van de gemeenschappelijke
standpunten van de Unie betrokken.
De Commissie heeft zopas erkend dat de
bepalingen met betrekking tot de financiering van
de uitbreiding volstaan. Zij heeft eind januari 2002
een financieel raamvoorstel voor de hoofdstukken
landbouw, structureel beleid en begroting
uitgewerkt.
04.02 Annemie Neyts , ministre (en français): En
vertu de la loi spéciale du 13 juillet 2001,
l'agriculture, y compris la politique agricole, est
régionalisée depuis le 1
er
janvier 2002.
Mon rôle de représentation auprès des institutions
européennes consiste à défendre la position définie
par les Régions, seules compétentes dans ce
domaine.
La politique agricole commune va se trouver
fortement perturbée par l'arrivée imminente de
douze nouveaux États. Les conséquences
financières dépendront de la période d'accession,
de l'éventuelle attribution de mesures de soutien
direct aux entreprises agricoles des nouveaux États
et de la réforme de l'actuelle PAC.
D'autres éléments extérieurs à l'Union, comme les
engagements futurs au sein de l'OMC, devront
aussi être pris en compte.
Les négociations d'adhésion avec les pays
candidats sont menées par la Commission, sur
base de mandats délivrés par le Conseil Affaires
générales. Les Conseils Agriculture et Écofin sont
également étroitement associés à la détermination
des positions communes de l'Union.
La Commission vient de reconnaître la suffisance
des dispositions relatives au financement de
l'élargissement. Elle a présenté, fin janvier 2002,
une proposition de cadre financier couvrant les
chapitres de l'agriculture, des politiques
structurelles et du budget.
De mededeling van de Commissie over de
financiering van de uitbreiding werd niet alleen in
Caceres besproken, maar ook tijdens de Ecofin-
raad in februari en ter gelegenheid van de
Landbouwraad en de Raad Algemene Zaken.
Voorafgaandelijk vond een P11-
coördinatievergadering plaats met als doel, het
Belgisch standpunt terzake te formuleren.
La communication de la Commission sur le
financement de l'élargissement a été discutée à
Caceres et à l'occasion de l'Écofin de février et du
Conseil Agriculture et du Conseil Affaires générales.
Une coordination P11 a été organisée au préalable
pour dégager la position belge.
La position de la Commission me semble cohérente
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
In dit stadium lijkt het standpunt van de Commissie
mij coherent.
De Commissie heeft de tijdens de Raad van Berlijn
geplande financieringen aangepast. Die Raad
baseerde zich op de hypothese van een
afzonderlijke toetreding van zes landen in 2002,
terwijl in werkelijkheid tien landen gelijktijdig zullen
toetreden in 2004.
Veel lidstaten steunen de aanpak van de
Commissie, behalve aangaande de opportuniteit
om rechtstreekse betalingen te verstrekken aan de
nieuwkomers.
Alleen Nederland heeft uitdrukkelijk geweigerd dat
de rechtstreekse betalingen deel zouden uitmaken
van het acquis communautaire. Aan Belgische zijde
hebben de argumenten ten gunste van
rechtstreekse betalingen de bovenhand gehaald.
De voorzichtigheid waarvan de Commissie inzake
de phasing in-percentages blijk gaf, heeft precies
als doel te vermijden dat de uitgaven uit de pan
zouden rijzen.
Bovendien vormt deze maatregel een belangrijke
aanvaardingsfactor voor de kandidaten.
à ce stade.
La Commission a adapté les financements prévus
au Conseil de Berlin, qui se basait sur l'hypothèse
de l'adhésion séparée de six pays en 2002, alors
que, en réalité, dix pays adhèreront simultanément
en 2004.
De nombreux Etats membres soutiennent
l'approche de la commission, sauf en ce qui
concerne l'opportunité d'accorder des paiements
directs aux nouveaux arrivants.
Seuls les Pays-Bas ont exprimé leur refus de voir
les paiements directs faire partie de l'acquis. Du
côté belge, les arguments en faveur des paiements
directs l'emportent.
La prudence dont la Commission a fait preuve en
matière de pourcentage des phasing in est
précisément destinée à éviter une explosion des
dépenses.
De plus, cette mesure constitue un facteur
d'acceptation important pour les candidats.
De Landbouwraad zal rekening houden met de
belangen van de landbouwers en de financiële
duurzaamheid van een dergelijk voorstel. De Unie
zal, met de nodige kennis van zaken, haar
standpunt nader kunnen bepalen in neteliger
aangelegenheden zoals de steunmaatregelen, de
quotaregelingen en de eventuele
overgangsperiodes.
Sinds maart 1998 werden samen met de kandidaat-
lidstaten gemeenschappelijke standpunten
uitgewerkt op het stuk van de marktordeningen en
de gezondheidsaspecten. De gedragslijn die de
Commissie en de lidstaten daarbij volgen strekt
ertoe het acquis communautaire door de kandidaat-
lidstaten te doen aannemen en toepassen, en de
administratieve en juridische structuren in die
kandidaat-lidstaten uit te bouwen.
De voedselveiligheid en de volksgezondheid
moeten, evenals de diergeneeskundige normen, na
de toetreding op hetzelfde peil blijven.
Van de huidige twaalf kandidaat-lidstaten heeft de
Unie enkel met Slovenië een diergeneeskundig en
fytosanitair akkoord kunnen sluiten. Over dat aspect
gaat de minister van Volksgezondheid, net als over
de kwestie van het dierenmeel.
Afgaande op de informatie van de Europese
Commissie, lijkt een herziening van de beslissing
om dierenmeel in het dierenvoer totaal te bannen
Le Conseil Agriculture tiendra compte des intérêts
des agriculteurs et de la durabilité financière d'une
telle proposition. C'est en toute connaissance de
cause que l'Union pourra déterminer plus
précisément sa position sur les domaines les plus
délicats que sont les aides, les quotas et les
éventuelles périodes de transition.
Depuis mars 1998, des positions communes avec
les pays candidats ont pu être établies dans les
domaines des organisations de marché et des
aspects sanitaires. La ligne de conduite de la
commission et des États membres est la reprise et
la mise en oeuvre effective de l'acquis
communautaire ainsi que du renforcement des
capacités administrative et judiciaire de ces pays.
Le niveau de sécurité alimentaire, de santé publique
et de santé animale de l'Union devra être maintenu
après l'adhésion.
Parmi les douze candidats actuels, l'Union a pu
seulement conclure un accord vétérinaire et
phytosanitaire avec la Slovénie. Ce point ainsi que
celui des farines animales concernent la ministre de
la Santé publique.
L'information fournie par la Commission
européenne ne permet pas d'envisager à court
terme une révision de la décision d'interdiction
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
op korte termijn niet haalbaar. Persoonlijk denk ik
dat eurocommissaris Byrne de stelling dat een
totaal verbod economisch onhoudbaar en sanitair
niet gerechtvaardigd is, wel zou kunnen
onderschrijven. Nieuw onderzoek teneinde elke
wetenschappelijke twijfel over de risico's voor
overdracht van ziekten weg te nemen en op grond
waarvan het moratorium van dierenmeel zou
kunnen worden opgeheven, zou wenselijk zijn.
totale des farines animales dans l'alimentation
animale. Je pense personnellement que le
commissaire Byrne pourrait partager l'idée que
l'interdiction totale ne serait pas tenable
économiquement et non justifiée d'un point de vue
sanitaire. De nouvelles recherches permettant de
lever les doutes scientifiques sur les risques de
transmission et le moratoire frappant les farines
animales dans leur ensemble seraient souhaitables.
De regeringen van de Vijftien hebben nog geen
gemeenschappelijk standpunt vastgesteld inzake
de toepassing van het GLB ten aanzien van de
toekomstige lidstaten.
De kandidaten dienen zich dus uit te spreken op
grond van de voorstellen van de Commissie. De
Raad zal uitgaande van die opmerkingen het
onderhandelingsmandaat voor het
landbouwhoofdstuk van de uitbreiding preciseren.
De opeenvolgende Poolse regeringen hebben
inderdaad de landbouwbevolking op 40% becijferd.
Zij hebben hun berekeningswijze ondertussen
echter verfijnd en toegegeven dat in die 40% ook
burgers zitten die maar gedeeltelijk van de
landbouw leven. Die informatie is niet onbelangrijk,
vooral omdat onze gesprekspartner zelf uit een
landbouwersgezin stamt.
De situatie zal bijgevolg niet zo moeilijk te beheren
zijn als oorspronkelijk werd gevreesd.
Het betreft hier echter maar een derde van het
budget, de twee resterende derden worden na de
toetreding toegekend.
Les gouvernements des Quinze n'ont pas encore
déterminé de position commune pour la mise en
oeuvre de la PAC en faveur des futurs États
membres.
Les candidats doivent donc se prononcer sur la
base des propositions de la Commission et, en
fonction de ces commentaires, le Conseil précisera
le mandat de négociation sur le volet agricole du
processus d'élargissement.
Il est vrai que les gouvernements polonais
successifs ont avancé le pourcentage de 40 % de
population rurale. Mais ils ont affiné leurs calculs et
ont admis qu'ils reprenaient dans ces 40 % une
population ne vivant qu'en partie de l'agriculture. Et
ceci est d'autant plus significatif que notre
interlocuteur est lui-même issu du milieu.
La situation est donc moins difficilement gérable
qu'on ne le craignait.
Il ne s'agit cependant ici que d'un tiers de
l'enveloppe, les deux autres tiers venant en sus à
dater de l'adhésion.
04.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Ik dank
de minister voor haar antwoord.
04.03 Jacques Simonet (PRL FDF MCC): Je vous
remercie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Annemie Van de Casteele
aan de minister toegevoegd aan de minister van
Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw over
"het personeelsbeleid bij het ministerie van
Landbouw en Middenstand" (nr. 6563)
05 Question de Mme Annemie Van de Casteele à
la ministre adjointe au ministre des Affaires
étrangères, chargée de l'Agriculture sur "la
gestion des ressources humaines au ministère
des Classes moyennes et de l'Agriculture"
(n° 6563)
05.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Minister Van den Bossche antwoordde op 21
februari dat het ministerie van Landbouw het in de
jaren 2000-2001 niet nodig vond de door het KB van
18 november 1991 wettelijk verplichte selectietests
te organiseren.
De voorbije maanden kregen 40 contractuelen te
horen dat hun contract niet kan worden verlengd,
05.01 Annemie Van de Casteele (VU&ID): S'il faut
en croire la réponse du ministre Van den Bossche
du 21 février, au cours de la période 2000-2001, le
ministère de l'Agriculture n'a pas jugé nécessaire
d'organiser les tests de sélection imposés par
l'arrêté royal du 18 novembre 1991.
Ces derniers mois, 40 agents contractuels ont
appris que leurs contrats ne pourraient pas être
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
aangezien de geldigheid ervan door het Rekenhof
wordt betwist. Er werden nochtans eerst
toezeggingen gedaan over de verlenging van de
contracten. Meer dan 500 personeelsleden werden
in 2000 zonder selectietest aangeworven en vrezen
hetzelfde lot.
Pas op 11 oktober 2001 deed het ministerie een
aanvraag voor selectietesten bij SELOR. Alle
betrokkenen werden opgeroepen om aan de tests
deel te nemen op 13 februari. De resultaten zouden
ondertussen aan Landbouw zijn meegedeeld.
Hoeveel contractuelen bij Landbouw voldoen niet
aan de voorwaarden uit het KB van 1991? Waren er
selectietests de voorbije jaren en hebben de
contractuelen daaraan deelgenomen? Met welk
resultaat? Wat gebeurt er met de niet-geslaagden?
Wanneer gebeurt de daadwerkelijke overdracht
naar de Gewesten en het Voedselagentschap?
Het Rekenhof betwist de geldigheid van 7
expertcontracten, die niet aan het KB hoeven te
voldoen. De contracten moeten nu beoordeeld
worden door een commissie onder leiding van de
gedelegeerd bestuurder van SELOR. Waarom is
dat nog niet gebeurd? SELOR zou de dossiers al in
december hebben opgevraagd bij Landbouw.
renouvelés, étant donné que la Cour des comptes
en contestait la validité. Initialement, cependant, ils
avaient été assurés que leurs contrats seraient
prorogés. Plus de 500 membres du personnel,
engagés en 2000 sans aucun test de sélection,
craignent que le même sort leur soit réservé.
Il a fallu attendre le 11 octobre 2001 pour que le
ministère introduise une demande de tests de
sélection auprès du SELOR. Le 13 février, tous les
intéressés ont été conviés à participer aux tests.
Depuis lors, les résultats auraient été communiqués
au département de l'Agriculture.
Combien de travailleurs contractuels engagés au
ministère de l'Agriculture n'ont-ils pas satisfait aux
conditions de l'arrêté royal de 1991? Des tests de
sélection ont-ils été organisés les années
précédentes? Les contractuels y ont-ils participé?
Avec quel résultat? Qu'en est-il de ceux qui ont
échoué?
Quand le transfert véritable vers les Régions et
l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne
alimentaire aura-t-il lieu?
La Cour des comptes conteste la validité de 7
contrats d'experts, qui ne sont pas tenus de
satisfaire aux conditions de l'arrêté royal. Les
contrats doivent, à présent, être examinés par une
commission présidée par l'administrateur délégué
du SELOR. Pourquoi cet examen n'a-t-il pas encore
eu lieu? Dès septembre, le SELOR aurait réclamé
les dossiers auprès du ministère de l'Agriculture.
05.02 Minister Annemie Neyts (Nederlands): Het
Rekenhof maakte inderdaad bezwaar tegen 33
contractuelen, omdat ze geen selectieproef hebben
ondergaan. Het departement van Middenstand en
Landbouw sluit niet uit dat er nog meer mensen in
dezelfde situatie zitten. Ik wil er wel op wijzen dat de
aanwervingen gebeurden met goedkeuring van de
Inspectie van Financiën.
Het departement heeft tot april 2000 de lijsten met
Nederlandstalige kandidaten die aan de
selectieproeven dienden deel te nemen steeds
bezorgd aan SELOR. Gelijkaardige aanvragen voor
Franstalige kandidaten gebeurden hoofdzakelijk per
e-mail, dus daar hebben we geen schriftelijke
bewijzen van. We gaan ervan uit dat ze met
eenzelfde frequentie gebeurden.
SELOR liet weten dat de selectietests werden
opgeschort en dat men zich zou beperken tot het
aanleggen van een databank van cv's van
05.02 Annemie Neyts, ministre (en néerlandais):
La Cour des comptes a, en effet, émis des
objections à l'engagement de 33 contractuels parce
qu'ils n'avaient pas passé d'épreuves de sélection.
Le département des Classes moyennes et de
l'Agriculture n'exclut pas que d'autres personnes
encore soient dans la même situation. Je tiens
toutefois à souligner que les engagements ont été
approuvés par l'Inspection des Finances.
Jusqu'en avril 2000, le département a toujours
transmis au Selor les listes des candidats
néerlandophones souhaitant participer aux
épreuves de sélection. Les demandes des
candidats francophones ont, quant à elles, été
introduites principalement par courrier électronique.
C'est pourquoi, nous n'avons pas de traces écrites
de ces demandes. Nous supposons qu'elles ont été
transmises avec la même fréquence.
Le Selor a fait savoir que les épreuves de sélection
avaient été suspendues et que l'on se limiterait à
constituer une base de données dans laquelle
CRABV 50
COM 679
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
kandidaten die in aanmerking komen voor
betrekkingen bij de overheid.
In december 2000 vroeg het departement aan
SELOR wat er dan moest worden ondernomen om
aan de selectievoorwaarden te voldoen.
figureraient les CV des candidats susceptibles de
travailler dans la fonction publique.
Au mois de décembre 2000, le département a
demandé au Selor les démarches qu'il fallait
entreprendre pour satisfaire aux critères de
sélection.
In september 2001 pas berichtte SELOR dat het
departement zelf selectietesten moest organiseren,
aangezien SELOR het niet meer deed. Dat is
onmiddellijk gebeurd. Alle contractuelen, zelfs die
waarvoor geen selectietests waren vereist, werden
voorzichtigheidshalve ingeschreven.
Van de drieëndertig kandidaten in kwestie is één
persoon niet ingeschreven, maar deze neemt nu
deel aan een voorselectie van een andere
vergelijkende selectie. Van de overblijvende
tweeëndertig zijn er drie niet meer in dienst, vier zijn
laureaat in een selectietest, twaalf zijn geslaagd,
twee zijn afwezig wegens ziekte en elf zijn niet
geslaagd. Voor de niet-geslaagde contractuelen
heeft het departement een nieuwe aanvraag voor
selectietest aan SELOR overgemaakt, voor
Franstaligen en Nederlandstaligen. Wat de
personeelstransfers betreft is er een
samenwerkingsprotocol met de Gewesten. Tot 15
oktober 2002 loopt een overgangsperiode waarin de
huidige taakverdeling ongewijzigd blijft. De transfers
zijn inderdaad zeer ingewikkeld, toch pogen we ze
zo snel mogelijk af te ronden.
Mijn diensten hebben SELOR op 18 januari
geantwoord op de opmerkingen die over de
contractuelen voor experts werden gemaakt. Daarin
werden de contracten ruim gemotiveerd. Een
aanvullende brief is in voorbereiding.
C'est seulement en septembre 2001 que le Selor a
annoncé que le département devait organiser lui-
même les épreuves de sélection puisque le Selor
ne s'en chargeait plus. Cela s'est fait
immédiatement. Par mesure de précaution, tous les
contractuels - même ceux qui ne devaient pas
passer d'épreuve de sélection - ont été inscrits.
Parmi les 33 personnes en question, une seule n'a
pas été inscrite mais elle prend part actuellement à
la présélection d'un autre concours. Parmi les 32
autres, trois ne sont plus en service, quatre sont
lauréates de l'épreuve de sélection, douze l'ont
réussie, deux étaient absentes pour cause de
maladie et onze ont échoué. Pour les contractuels
qui ont échoué, le département a transmis au Selor
une nouvelle demande d'épreuve de sélection pour
francophones et néerlandophones. En ce qui
concerne les transferts de personnel, il existe un
protocole de coopération avec les Régions. Une
période de transition court jusqu'au 15 octobre
2002, pendant laquelle l'actuelle répartition des
tâches est maintenue. Bien que ces transferts
soient très compliqués, nous essayons de les
mener à bien aussi rapidement que possible.
Mes services ont répondu le 18 janvier aux
remarques du Selor relatives aux contrats destinés
aux experts. Dans cette réponse, les contrats
faisaient l'objet d'une longue motivation. Une
nouvelle lettre est en préparation.
05.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Wie
vertelt er nu de waarheid: minister Neyts of minister
Van den Bossche?
Het is toch makkelijk om uit te maken wie in orde is:
de aanwervingen die na de laatste proef gebeurden,
zijn niet in orde, aangezien de test verplicht is.
Graag vernam ik ook iets meer over het
samenwerkingsprotocol met de Gewesten en over
de overdracht naar het Voedselagentschap.
05.03 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Qui dit
la vérité : Mme Neyts ou M. Van den Bossche ?
I
Il est aisé de déterminer quels membres du
personnel sont en règle : ceux qui ont été recrutés
après le dernier examen ne sont pas en règle dans
la mesure où le test est obligatoire.
Je souhaiterais également obtenir davantage
d'informations concernant le protocole de
coopération avec les Régions et le transfert vers
l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne
alimentaire.
05.04 Minister Annemie Neyts (Nederlands): In
de contracten staat steeds dat de persoon die niet
heeft deelgenomen aan een selectieproef toch
verplicht is dit te doen. Deze contracten werden
05.04 Annemie Neyts , ministre (en néerlandais) :
Dans les contrats, il est toujours stipulé que la
personne qui n'a pas participé à une épreuve de
sélection est quand même obligée de le faire. La
05/03/2002
CRABV 50
COM 679
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
meestal per zes maanden aangegaan en verlengd.
De verplichting tot het slagen in een selectietest is
vastgelegd bij KB.
plupart du temps, ces contrats sont conclus pour six
mois et prolongés. L'obligation de réussir un test de
sélection est fixée par arrêté royal.
05.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID):
Werden die mensen niet opgeroepen om deel te
nemen aan de onlangs georganiseerde
selectietesten?
05.05 Annemie Van de Casteele (VU&ID) : Ces
personnes n'ont-elles pas été convoquées pour
participer aux épreuves de sélection
organisées récemment ?
05.06 Minister Annemie Neyts (Nederlands):
Veiligheidshalve werd iedereen opgeroepen om
deel te nemen. Bij SELOR is er een periode van
onzekerheid geweest, zeker aan Nederlandstalige
kant.
U weet dat er een discrepantie bestaat tussen de
verplichting op federaal en op gewestelijk vlak. Het
is niet de bedoeling iedereen die niet deelnam of
slaagde in de test naar het Vlaams Gewest door te
schuiven.
Het personeel van het departement krijgt met vele
veranderingen te maken. We hadden gehoopt om
alle transfers op hetzelfde moment te doen, maar
gezien de situatie zal de overdracht van het
personeel naar het Voedselagentschap sneller
gebeuren.
05.06 Annemie Neyts , ministre (en néerlandais):
Par mesure de précaution, tout le monde a été
invité à participer. Au Selor, il y a eu une période
d'incertitude, certainement du côté néerlandophone.
Vous savez qu'il existe des divergences entre les
obligations au niveau fédéral et au niveau régional.
Le but recherché n'est pas de faire passer à la
Région flamande tous ceux qui n'ont pas participé
ou réussi le test.
Le personnel du département doit faire face à de
nombreux changements. Nous avions espéré
pouvoir effectuer tous les transferts au même
moment, mais au vu de la situation, le passage du
personnel vers l'Agence pour la sécurité de la
chaîne alimentaire se fera de manière beaucoup
plus rapide.
05.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): De
secretaris-generaal heeft vanmorgen nog verklaard
dat er volgende week al personeel wordt
getransfereerd. Dat is toch wel snel. Klopt dat?
Ik zal minister Van den Bossche met uw antwoord
confronteren.
05.07 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Ce
matin même, le secrétaire général a déclaré que du
personnel serait déjà transféré la semaine
prochaine. C'est très rapide ! Cette information est-
elle exacte ?
Je demanderai au ministre Van den Bossche de
réagir à votre réponse.
05.08 Minister Annemie Neyts (Nederlands): Er
zullen zeer snel nominatim personen ter
beschikking worden gesteld. Dat is iets anders dan
een transfer.
05.08 Annemie Neyts ministre (en néerlandais):
Très vite, des personnes précises seront mises à
disposition. Ce qui est différent d'un transfert.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 17.44 uur.
La réunion publique de commission est levée à
17.44 heures.
Document Outline