KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 678
CRABV 50 COM 678
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
dinsdag mardi
05-03-2002 05-03-2002
14:30 uur
14:30 heures
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
vrijdag 08/03/2002, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
vendredi 08/03/2002, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV-
reeks, op wit papier)
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
AGALEV-ECOLO
Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
FN Front
National
PRL FDF MCC
Parti Réformateur libéral Front démocratique francophone-Mouvement des Citoyens pour le Changement
PS Parti
socialiste
PSC Parti
social-chrétien
SP.A
Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK
Vlaams Blok
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC
50
0000/000
Parlementair document van de 50e zittingsperiode +
basisnummer en volgnummer
DOC 50 0000/000
Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit
papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier)
CRIV
Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier)
CRABV Compte
Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN
Plenum (witte kaft)
PLEN
Séance plénière (couverture blanche)
COM
Commissievergadering (beige kaft)
COM
Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail : alg.zaken@deKamer.be
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de voorwaardelijke goedkeuring van een CAO
inzake het behoud van toeslag bij werkhervatting
door bruggepensioneerden jonger dan 56 jaar"
(nr. 6534)
1
Question de M. Hans Bonte à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "l'approbation
sous conditions d'une CCT relative au maintien du
supplément de revenu en cas de reprise du travail
par un prépensionné de moins de 56 ans"
(n° 6534)
1
Sprekers: Hans Bonte, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Hans Bonte, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de werkloosheidsvergoeding van gewezen
werknemers uit beschutte werkplaatsen"
(nr. 6466)
3
Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'allocation de chômage d'anciens travailleurs des
ateliers protégés" (n° 6466)
3
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
Vraag van de heer Georges Lenssen aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het doorstromingsobjectief van PWA's"
(nr. 6537)
4
Question de M. Georges Lenssen à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'objectif des ALE de favoriser l'accès des
chômeurs à un emploi effectif" (n° 6537)
4
Sprekers: Georges Lenssen, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Georges Lenssen, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de vrijstelling van
werklozen die vrijwilligerswerk verrichten"
(nr. 6541)
5
Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
dispense pour les chômeurs effectuant du
bénévolat" (n° 6541)
5
Sprekers: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Maggie De Block, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de activering van de
werkloosheidsuitkeringen" (nr. 6542)
7
Question de M. Filip Anthuenis à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "l'activation
des allocations de chômage" (n° 6542)
7
Sprekers:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Samengevoegde vragen van
9
Questions jointes de
9
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het rosetta+ plan" (nr. 6567)
9
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "le plan Rosetta+"
(n° 6567)
9
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitbreiding van het Rosettaplan" (nr. 6598)
9
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "l'extension du plan
Rosetta" (n° 6598)
9
Sprekers: Guy D'haeseleer, Trees Pieters,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Werkgelegenheid
Orateurs: Guy D'haeseleer, Trees Pieters,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de l'Emploi
Interpellatie van mevrouw Greta D'Hondt tot de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de budgettaire weerslag
van nieuwe tewerkstellingsmaatregelen"
12
Interpellation de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'incidence budgétaire de nouvelles mesures en
faveur de l'emploi" (n° 1160)
12
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
(nr. 1160)
Sprekers: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid, Trees Pieters
Orateurs: Greta D'Hondt, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi,
Trees Pieters
Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de dienstenchèques" (nr. 6608)
15
Question de M. Filip Anthuenis à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "les chèques-
services" (n° 6608)
15
Sprekers:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs:
Filip Anthuenis, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de l'Emploi
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het verslag van de NAR van
14 februari 2002 en de werknemersparticipatie in
het kapitaal en in de winst van de
vennootschappen" (nr. 6620)
16
Question de Mme Trees Pieters à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
rapport du CNT du 14 février 2002 concernant la
participation des travailleurs dans le capital et les
bénéfices des sociétés" (n° 6620)
16
Sprekers: Trees Pieters, Laurette Onkelinx,
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid
Orateurs: Trees Pieters, Laurette Onkelinx,
vice-première ministre et ministre de l'Emploi
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
DINSDAG
05
MAART
2002
14:30 uur
______
du
MARDI
05
MARS
2002
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.31 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.31 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de voorwaardelijke goedkeuring van een
CAO inzake het behoud van toeslag bij
werkhervatting door bruggepensioneerden
jonger dan 56 jaar" (nr. 6534)
01 Question de M. Hans Bonte à la vice-première
ministre et ministre de l'Emploi sur "l'approbation
sous conditions d'une CCT relative au maintien
du supplément de revenu en cas de reprise du
travail par un prépensionné de moins de 56 ans"
(n° 6534)
01.01 Hans Bonte (SP.A): De sociale
gesprekspartners zouden volgens een artikel in de
Financieel Economische Tijd een voorwaardelijk
akkoord hebben bereikt om bruggepensioneerden
jonger dan 56 jaar hun brugpensioen te laten
behouden bij een werkhervatting. Deze CAO zal
ingaan op 1 april 2002, mits de regering een aantal
parafiscale maatregelen neemt, aldus het
persartikel.
Wat is nu de precieze inhoud van het akkoord?
Welke maatregelen neemt de regering om deze
CAO toepasbaar te maken? Moet deze maatregel
exclusief beperkt zijn tot de min-56-jarigen?
01.01 Hans Bonte (SP.A): Selon un article du
"Financieel Economische Tijd", les interlocuteurs
sociaux seraient parvenus à un accord conditionnel
permettant aux prépensionnés de moins de 56 ans
de conserver leur prépension en cas de reprise du
travail. D'après cet article toujours, cette CCT
entrera en vigueur le 1er avril 2002 à condition que
le gouvernement prenne une série de mesures
parafiscales.
Quelle est la teneur exacte de cet accord ? Quelles
mesures le gouvernement a-t-il l'intention de
prendre pour faire appliquer la CTT ? Faut-il
réserver cette mesure aux seuls moins de 56 ans ?
Acht de minister het wenselijk dat ook oudere
werklozen en de werklozen die een
inkomenstoeslag ontvangen van hun vroegere
werkgever (de zogenaamde Canada dry-regeling),
op deze manier gestimuleerd worden tot
werkhervatting?
La ministre estime-t-elle souhaitable que les
chômeurs âgés et les chômeurs qui bénéficient d'un
complément de revenus de leur ancien employeur,
ce que l'on appelle le système Canada Dry, soient
de cette façon incités à reprendre le travail?
01.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er is een akkoord tussen de sociale partners om
CAO nr 17 zo aan te passen dat de
bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding
zal blijven ontvangen bij een werkhervatting. Dat is
tot nu toe niet het geval, maar het is de bedoeling
dat de vroegere werkgever daar wel toe verplicht zal
worden. Deze maatregel moet de
01.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Les partenaires sociaux ont conclu un
accord visant à adapter la CCT n° 17 de manière
telle que les préretraités continuent de percevoir
une indemnité complémentaire s'ils reprennent le
travail. Ce n'est pas encore le cas mais l'objectif est
d'y contraindre désormais l'ancien employeur. Cette
mesure devrait se traduire par une augmentation du
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
werkgelegenheidsgraad van ouderen verhogen.
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor
dit voordeel zijn de volgende: de
bruggepensioneerde moet gaan werken op basis
van een arbeidsovereenkomst en hij moet jonger
zijn dan 56 jaar. Het recht op vergoeding blijft dan
doorlopen, ook boven de leeftijd van 56 jaar.
Het tweede deel van het akkoord betreft fiscale en
sociale reglementeringen. Momenteel wordt de
vergoeding die een bruggepensioneerde ontvangt
niet beschouwd als loon. In geval van een
werkhervatting mag dat niet wijzigen.
Wetswijzigingen hieromtrent vallen onder de
bevoegdheid van de ministers Reynders en
Vandenbroucke.
taux d'emploi chez les plus âgés.
Les conditions à remplir pour pouvoir bénéficier de
cet avantage sont les suivantes: le préretraité doit
être engagé dans le cadre d'un contrat de travail et
être âgé de moins de 56 ans. Le droit à l'indemnité
est dès lors permanent, même au-delà de 56 ans.
Le deuxième volet de l'accord concerne les
réglementations sociale et fiscale. Pour l'heure,
l'indemnité perçue par le préretraité n'est pas
considérée comme un salaire. Cela ne doit pas
changer en cas de reprise du travail,. Les
modifications de loi dans ce domaine ressortissent
à la compétence des ministres Reynders et
Vandenbroucke.
De maatregel wordt beperkt tot de min-56-jarigen
omdat de sociale partners de maatregel een
preventief karakter willen meegeven en zich
daarom vooral richten op de 45- tot 55-jarigen. De
regering liet de sociale partners al in 2000 weten dat
ze de mogelijkheden waarvan sprake voor de min-
56-jarigen geenszins wil beperken.
Een soortgelijke maatregel voor oudere werklozen
die een anciënniteitstoeslag van de RVA genieten,
is in voorbereiding. De RVA krijgt zeer binnenkort
een ontwerp van KB voorgelegd dat oudere
werklozen die het werk hervatten deze toeslag moet
garanderen.
Wat de "Canada dry"-regelingen betreft kan de
regering slechts voor sociale en fiscale neutraliteit
zorgen. Het zijn immers de sociale partners die op
sectorieel of ondernemingsniveau akkoorden
kunnen afsluiten.
Le bénéfice de cette mesure est limité aux
personnes de moins de 56 ans étant donné que les
partenaires sociaux souhaitent qu'elle revête un
caractère préventif et qu'elle s'adresse donc
principalement aux personnes entre 45 et 56 ans.
En 2000 déjà, le gouvernement avait informé les
partenaires sociaux qu'il ne souhaitait en aucun cas
que les possibilités dont il est question pour les
personnes de moins de 56 ans fassent l'objet d'une
restriction.
Une mesure de ce type est en préparation pour les
chômeurs âgés bénéficiant d'un supplément
d'ancienneté octroyé par l'ONEM. Un projet d'arrêté
royal garantissant ce supplément aux chômeurs
âgés qui reprennent le travail sera bientôt présenté
à l'ONEM.
En ce qui concerne la réglementation "Canada Dry",
le gouvernement ne peut que veiller au respect de
la neutralité sociale et fiscale. Il appartient en effet
aux partenaires sociaux de conclure des accords
sur le plan sectoriel ou au niveau des entreprises.
01.03 Hans Bonte (SP.A): Het is goed dat de
regering voor de oudere werklozen sleutelt aan een
regeling die vergelijkbaar is met die voor de min-56-
jarigen. Dat kan alleen maar een positief effect
hebben.
Dat de regering in 2000 al deed opmerken dat er
geen beperking mag zijn tot de groep 45- tot 55-
jarigen, is een goede zet gebleken. We moeten
vooral allerlei werklozenvallen proberen te
vermijden. De regering mag zich niet laten
beïnvloeden door de regeling die nu door de sociale
partners werd uitgewerkt.
01.03 Hans Bonte (SP.A): Il faut se féliciter de ce
que le gouvernement élabore pour les chômeurs
âgés un règlement comparable à celui qui a été mis
sur pied pour les moins de 56 ans. Ce ne peut être
que bénéfique.
Le gouvernement a bien fait de préciser dès 2000
que la mesure ne peut être restreinte à la catégorie
d'âge des 45 à 55 ans. Nous devons surtout éviter
toutes sortes de pièges à l'emploi. Le
gouvernement ne doit pas se laisser influencer par
les mesures élaborées par les interlocuteurs
sociaux en la matière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
02 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de
werkloosheidsvergoeding van gewezen
werknemers uit beschutte werkplaatsen"
(nr. 6466)
02 Question de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'allocation de chômage d'anciens travailleurs
des ateliers protégés" (n° 6466)
02.01 Greta D'Hondt (CD&V): Naar aanleiding van
de bespreking van het ontwerp van Programmawet
diende ik een amendement in dat ex-werknemers
van sociale werkplaatsen een hogere
minimumwerkloosheidsvergoeding moet
garanderen. De minister vindt dat dit via een KB
moet worden geregeld. De RVA zou de opdracht
krijgen een kostenraming voor deze regeling op te
stellen.
Hoe ver staat de minister in deze zaak? Heeft de
minister de RVA al effectief de opdracht gegeven
om een kostenraming te maken? Wanneer wordt
het KB genomen?
02.01 Greta D'Hondt (CD&V): À l'occasion de la
discussion du projet de loi-programme, j'ai déposé
un amendement tendant à garantir aux anciens
travailleurs d'ateliers protégés une allocation de
chômage plus élevée. La ministre est d'avis que
cette matière doit être réglée par arrêté royal.
L'ONEm serait chargé d'évaluer le coût de cette
mesure.
Où en est la ministre en cette matière? A-t-elle déjà
chargé l'ONEm de procéder à l'estimation du coût ?
Quand l'arrêté royal sera-t-il pris ?
02.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De eerste vraag aan de RVA was te onderzoeken
hoeveel personen er precies in sociale
werkplaatsen werkzaam zijn, wat hun gemiddelde
uitkering is en wat het totale jaarbudget is.
Ten tweede, wat zijn de gevolgen als het specifieke
stelsel wordt afgeschaft en het algemene stelsel
van toepassing wordt en wat zijn de ongewenste
neveneffecten?
Het aantal gerechtigden op het specifieke regime
daalde van 1.826 in 1997 tot 1.233 in 2001. Daarbij
waren 261 gezinshoofden. Voor de meesten zou de
afschaffing van het specifieke stel gunstig zijn. Er
blijken echter ook ongewenste neveneffecten te
bestaan. Samenwonenden die een hoger loon
hadden zullen na een jaar op veertig procent vallen
en samenwonenden zullen kunnen worden
uitgesloten wegens langdurige werkloosheid.Een
derde effect is het wegvallen van het recht op
uitkeringen na 104 dagen arbeid. Voor sommige
mindervaliden kan dat een probleem vormen.
02.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais) : La première question adressée à
l'ONEM concernait le nombre exact de personnes
employées dans les ateliers protégés, le montant
moyen de l'allocation octroyée à ces personnes et
le budget annuel total.
Deuxième question : quelles seraient les
conséquences d'une suppression du régime
spécifique et de l'application du régime général, et
quels seraient les effets secondaires indésirables
d'une telle mesure ?
Le nombre de bénéficiaires du régime spécifique a
diminué, passant de 1.826 personnes en 1997 à
1.233 personnes en 2001, dont 261 chefs de
famille. La suppression du régime spécifique serait
avantageuse pour la plupart des bénéficiaires. Il
semble toutefois que cette suppression
s'accompagnerait aussi d'effets indésirables. Ainsi,
les cohabitants qui touchaient un salaire plus élevé,
ne recevront plus que quarante pour cent après un
an, et il sera possible d'exclure des cohabitants
pour cause de chômage de longue durée.
Troisième effet secondaire : la perte du droit à une
allocation après 104 jours de travail, ce qui peut
poser problème pour certaines personnes
handicapées.
We beschikken nog niet over alle elementen, maar
zodra dit het geval is wordt het dossier afgerond. Ik
kan nog geen timing geven.
Nous ne disposons pas encore de tous les
éléments mais, dès que cela sera le cas, nous
bouclerons le dossier. Je ne suis pas encore en
mesure de vous communiquer un calendrier.
02.03 Greta D'Hondt (CD&V): We moeten vooral
aandacht hebben voor een aantal specifieke
02.03 Greta D'Hondt (CD&V): Nous devons
principalement examiner un certain nombre de
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
problemen, zoals bijvoorbeeld het risico van
schorsing.
De minister kan nog geen timing geven. Ik begrijp
dat niet zo goed, omdat ik dacht dat er een
volledige consensus over een regeling was. Ik had
de indruk dat de minister haar akkoord had
gegeven.
problèmes spécifiques, comme le risque de
suspension, par exemple.
Je ne comprends pas que la ministre ne puisse pas
encore nous communiquer un échéancier dans la
mesure où je pensais qu'il y avait un consensus sur
une réglementation. Il m'avait semblé que la
ministre avait marqué son accord.
02.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De regeling zal er komen vóór de behandeling van
de Programmawet.
02.04 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Le règlement précédera la discussion
de la loi-programme.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Georges Lenssen aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "het
doorstromingsobjectief van PWA's" (nr. 6537)
03 Question de M. Georges Lenssen à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'objectif des ALE de favoriser l'accès des
chômeurs à un emploi effectif" (n° 6537)
03.01 Georges Lenssen (VLD): Doorstroming was
een uitdrukkelijk objectief van de plaatselijke
werkgelegenheidsagentschappen. Tegelijk kwamen
de PWA's tegemoet aan behoeften van
particulieren. Zo werden ze ook een instrument voor
het witten van zwart werk.
De vrijstellingsmogelijkheid legde echter een
ernstige hypotheek op het doorstromingsobjectief.
De maanden tijdens dewelke PWA'ers meer dan
dertig uur presteren tellen niet mee in de
berekening van de schorsingstermijn in het kader
van artikel 80. Deze regeling is contraproductief.
Met de komst van de dienstencheques kwamen er
extra impulsen voor de doorstroming van werklozen
via de PWA's. De PWA's waren echter beter
geïntegreerd in het systeem van de
dienstencheques.
Hoeveel PWA'ers zijn tot nog toe doorgestroomd
naar de reguliere arbeidsmarkt? In hoeverre
vormde de vrijstellingsmogelijkheid een rem? Is de
minister bereid die mogelijkheid te beperken in de
tijd?
03.01 Georges Lenssen (VLD): Favoriser l'accès
des chômeurs à un emploi effectif constituait un des
objectifs explicites des agences locales pour
l'emploi. En outre, les ALE rencontraient les besoins
des particuliers. Elles ont ainsi permis de réduire le
travail au noir.
La possibilité d'exonération a cependant lourdement
hypothéqué cet objectif. Les mois au cours
desquels les prestations dans le cadre des ALE
dépasse les trente heures ne sont pas prises en
considération pour le délai de suspension prévu
àl'article 80. Cette règle est contre-productive.
L'arrivée des chèques-service a donné une nouvelle
impulsion à l'objectif des ALE de favoriser l'accès
des chômeurs à un emploi effectif. Les ALE étaient
toutefois mieux intégrées dans le système des
chèques-service.
Combien de personnes ont-elles bénéficié de l'effet
"tremplin" des ALE
? Dans quelle mesure la
possibilité d'exonération a-t-elle constitué un frein ?
La ministre est-elle disposée à limiter cette
possibilité dans le temps ?
Welke kwantitatieve doelstellingen inzake
doorstroming werden vooropgesteld bij de
aanpassing van de PWA's?
Quels objectifs quantitatifs en matière d'emplois de
transition ont-ils été prônés lors de l'adaptation des
ALE?
03.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Er zijn 40.000 werkzoekenden die iets bijverdienen
via de PWA's. Het PWA-systeem kan een
werkloosheidsval inhouden, maar heeft ook
voordelen.
De voorzieningen voor reële tewerkstelling van
PWA'ers moeten ondersteund worden. Daartoe
03.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais)
: 40.000 demandeurs d'emploi
perçoivent un revenu d'appoint par le biais des ALE.
Le système des ALE peut effectivement contenir un
piège à l'emploi mais présente également des
avantages.
Les dispositifs prévus pour offrir de véritables
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
keurde de regering in mei 2001 een hervorming
goed met maatregelen om PWA'ers een
gesalarieerde baan te bezorgen. De Kamer keurde
in november de wet goed die het gebruik van
budgetten ondersteunt; de Senaat vorige week.
Een tweede maatregel betreft een premie voor
werklozen die in een PWA zitten en een minstens
halftijdse opleiding volgen. Het KB daarover
verscheen al in het Staatsblad. Ten derde krijgen
bedrijven sedert begin dit jaar meer mogelijkheden
bij de aanwerving van PWA'ers. Ten vierde wijs ik
erop dat PWA's wel degelijk intrinsiek ingeschreven
zijn in het nieuwe systeem van dienstencheques.
Volgens de analyses moeten zowat 3.000 personen
op deze manier een gesalarieerde baan vinden.
emplois aux personnes travaillant dans les ALE
doivent être soutenus par des mesures visant à
procurer un emploi salarié aux personnes en
question. En mai 2001, le gouvernement a
approuvé une réforme en la matière. La Chambre a
approuvé la loi relative à l'affectation des budgets
en novembre; le Sénat, la semaine dernière.Une
deuxième mesure concerne l'octroi d'une prime aux
chômeurs travaillant pour une ALE et qui suivent en
même temps au minimum une formation à mi-
temps. L'arrêté royal y afférent a déjà été publié au
Moniteur belge.En troisième lieu, les entreprises
disposent depuis le début de cette année de plus
larges possibilités en matière de recrutement de
chômeurs occupés dans des ALE. En quatrième
lieu, je signale que les chômeurs ALE sont bel et
bien inscrits dans le nouveau système des
chèques-service. Selon les analyses, 3.000
personnes environ devraient pouvoir trouver de la
sorte un emploi salarié.
De Ministerraad beschouwt al deze maatregelen als
een geducht wapen tegen de werkloosheidsval.
Over een jaar zullen we de resultaten evalueren.
Pas dan zijn eventuele wijzigingen te overwegen.
Ik merk nog op dat er geen statistieken bestaan
over het aantal PWA'ers die opnieuw tewerkgesteld
werden, en evenmin van de veronderstelling dat de
vrijstellingsmogelijkheid een rem zou zijn op het
doorstromingsobjectief.
Le Conseil des ministres considère toutes ces
mesures comme une arme redoutable contre les
pièges à l'emploi. Nous en évaluerons les résultats
dans un an. A ce moment-là seulement, nous
envisagerons éventuellement des modifications.
J'observe encore qu'il n'existe aucune statistique
relative au nombre de travailleurs en ALE qui sont
réengagés et encore moins à propos de l'hypothèse
selon laquelle la possibilité de dispense entraverait
l'objectif visant à favoriser l'accès des chômeurs à
un emploi effectif.
03.03 Georges Lenssen (VLD): Helaas bestaan er
geen statistieken. Op die manier is geen volledige
evaluatie mogelijk.
Wordt nagegaan of de PWA'ers wel een
bijkomende opleiding volgen?
Ik heb de indruk dat het PWA-statuut langzaam
maar zeker een nagenoeg permanent statuut aan
het worden is. Dat was toch niet de oorspronkelijke
bedoeling, dacht ik.
03.03 Georges Lenssen (VLD): Aucune
statistique n'existe, hélas. Dans ces conditions, une
évaluation complète est impossible.
Vérifie-t-on si les travailleurs en ALE suivent
effectivement une formation complémentaire?
J'ai l'impression d'assister une mutation
irrémédiable du statut de travailleur ALE en statut
permanent. A mon sens, cette évolution constitue
une dérive par rapport aux objectifs initiaux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van mevrouw Maggie De Block aan de
vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de vrijstelling van
werklozen die vrijwilligerswerk verrichten"
(nr. 6541)
04 Question de Mme Maggie De Block à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "la
dispense pour les chômeurs effectuant du
bénévolat" (n° 6541)
04.01 Maggie De Block (VLD): Vrijwilligerswerk
door werklozen mag hun beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt niet in de weg staan. Dit zou echter
toch het geval zijn voor vrijwilligers bij het Rode
04.01 Maggie De Block (VLD): Le bénévolat des
chômeurs ne doit pas nuire à leur disponibilité sur le
marché du travail. Cela semble toutefois être le cas
pour les bénévoles de la Croix rouge.
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
Kruis.
Sinds wanneer geldt een vrijstelling voor die
werklozen? Wat is de precieze motivering ervoor?
Worden nog uitzonderingen overwogen voor andere
organisaties? Zo ja, voor welke? Hoe kan men dit
rijmen met de activering van werklozen? Op
hoeveel werklozen is deze vrijstelling van
toepassing? Blijft de vrijstelling behouden als het
wetsvoorstel betreffende de rechten van de
vrijwilligers wordt goedgekeurd? Gisteren kreeg ik al
een brief van het Rode Kruis met uitleg over deze
vraag.
Depuis quand une dispense est-elle en vigueur pour
ces travailleurs? Quelle en est la motivation
précise? Envisagez-vous des exceptions pour
d'autres organisations? Dans l'affirmative,
lesquelles? Comment concilier cette pratique avec
l'objectif d'activation des chômeurs? A combien de
chômeurs cette dispense s'applique-t-elle? La
dispense sera-t-elle maintenue si la proposition de
loi relative aux droits des bénévoles est adoptée?
Dès hier, j'ai reçu une lettre de la Croix rouge
détaillant les tenants et les aboutissants de ce
problème.
04.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De uitkeringsgerechtigde werkloze moet
voorafgaandelijk aangifte doen van de activiteit als
vrijwilliger. De directeur van het
werkloosheidsbureau kan de uitoefening van het
vrijwilligerswerk met behoud van uitkering weigeren.
Dat kan vooral wanneer de tewerkstelling of haar
verlenging tot gevolg zou hebben dat de
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt beduidend
zou verminderen, of wanneer de vrijwilligersactiviteit
niet langer de kenmerken vertoont van een activiteit
die in het verenigingsleven gewoonlijk door
vrijwilligers wordt verricht.
Bij het verlenen van een toestemming moet men
een onderscheid maken tussen hen die als
werklozen zijn ingeschreven enerzijds en anderzijds
de oudere werklozen die vrijgesteld zijn. Alleen bij
de eerste categorie wordt nagegaan of het
vrijwilligerswerk hun beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt gevoelig vermindert. Het toestaan van
vrijwilligerswerk betekent echter niet dat de
werkloze vrijstelling van beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt krijgt. Hij moet dus nog altijd ingaan
op een passend werkaanbod.
04.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Le chômeur indemnisé doit déclarer
au préalable son activité de bénévole. Le directeur
du bureau du chômage peut refuser qu'un chômeur
exerce une activité bénévole en conservant son
allocation de chômage, principalement si cette
activité ou sa prolongation réduit sensiblement la
disponibilité du chômeur sur le marché de l'emploi
ou si elle ne présente plus les caractéristiques
d'une activité généralement exercée par des
bénévoles au sein du monde associatif.
Dans le cadre de l'octroi éventuel d'une
autorisation, il convient d'établir une distinction
entre, d'une part, les personnes inscrites au
chômage et, d'autre part, les chômeurs âgés
bénéficiant d'une dispense. Seule la première
catégorie fait l'objet d'une vérification afin d'établir si
l'activité bénévole ne réduit pas la disponibilité du
chômeur sur le marché de l'emploi. L'autorisation
d'exercer une activité bénévole ne dispense
toutefois pas le chômeur d'être disponible sur le
marché de l'emploi. Le chômeur doit donc toujours
se présenter à chaque emploi approprié qui lui est
proposé.
Wanneer de activiteiten hetgeen men traditioneel
onder vrijwilligerswerk verstaat overschrijden, krijgt
de werkloze een weigering. Hieronder wordt onder
meer gerekend: verpleegkundige in een ziekenhuis,
voltijds boekhouder in een professioneel geleide
vzw, of acteren in een betaald toneelgezelschap.
Voor het Rode Kruis wordt geen toelating gegeven
om als vrijwilliger niet dringend ziekenvervoer te
verrichten.
De werkloze moet zijn vrijwillige activiteit bij de RVA
aangeven. De RVA mag op eigen initiatief
voorafgaandelijk vaststellen of bepaalde activiteiten
al dan niet beantwoorden aan de omschrijving van
Lorsque les activités ne relèvent pas du bénévolat
traditionnel, le chômeur se voit opposer un refus.
C'est notamment le cas lorsque le bénévole travaille
comme infirmier dans un hôpital, comme comptable
à temps-plein dans une asbl gérée
professionnellement ou comme comédien pour une
compagnie théâtrale. En ce qui concerne la Croix
Rouge, le bénévole qui assure le transport non
urgent des malades se verra refuser l'autorisation.
Le chômeur doit déclarer son activité bénévole
auprès de l'ONEm. Cette instance peut d'initiative
décider préalablement si une activité est ou non
conforme à la définition du bénévolat et si les
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
vrijwilligerswerk en of de eventuele financiële
voordelen beperkt blijven tot een kostenvergoeding.
In de praktijk wordt geen algemene toelating
verleend voor activiteiten binnen een vereniging die
werkzaam is op lokaal vlak. Het Rode Kruis kreeg in
juli 2000 een algemene toelating voor een aantal
activiteiten die slechts een beperkte inzet vragen en
dus als vrijetijdsbesteding kunnen worden
beschouwd. Voor andere activiteiten is de gewone
regeling van toepassing en moet er een aangifte
gebeuren.
De RVA beschikt niet over statistische gegevens
over het aantal vergoede werklozen dat als
vrijwilliger werkt voor het Rode Kruis. In 2001
maakte een dertigtal organisaties, waaronder
Taxistop, gebruik van de regeling.
Het wetsvoorstel betreffende het vrijwilligerswerk
maakt geen melding van de mogelijkheid algemene
toelatingen te verlenen. Het bevindt zich voor advies
bij het beheerscomité van de RVA. Daarna zou het
verder kunnen worden verfijnd.
éventuels avantages financiers se limitent au
remboursement des frais. Dans la pratique, il n'y a
pas d'autorisation générale pour les activités
exercées au sein d'une association locale. En juillet
2000, la Croix Rouge a obtenu une autorisation
générale pour une série d'activités ne requérant que
des prestations limitées et pouvant dès lors être
considérées comme un loisir. Les autres activités
sont soumises à la réglementation normale et
doivent dès lors être déclarées.
L'ONEm ne dispose pas de statistiques sur le
nombre de chômeurs indemnisés qui travaillent
comme bénévoles à la Croix Rouge. En 2001, une
trentaine d'organisations, dont Taxistop, ont recouru
au système.
La proposition de loi relative au bénévolat ne
mentionne pas la possibilité d'accorder une
"autorisation générale". On attend actuellement
l'avis du comité de gestion de l'ONEm, après quoi la
proposition pourra être affinée.
04.03 Maggie De Block (VLD): Het Rode Kruis
deelde mij mee dat het een aanvraag indiende en
dat anderen dat ook konden doen. Dat blijkt nu ook
uit het antwoord van de minister.
De RVA vermeldde niet in zijn toelichting dat het
ook gaat om dringend ziekenvervoer in het kader
van de dienst-100. Op het Rode Kruis is er minder
controle dan op andere organisaties.
04.03 Maggie De Block (VLD): La Croix-Rouge
m'a fait savoir qu'elle avait introduit une demande et
que d'autres pouvaient faire de même. On peut à
présent déduire la même chose de la réponse de la
ministre.
Dans les arguments qu'il a fait valoir, l'Onem n'a
pas mentionné que ce qui était aussi en jeu, c'était
le transport urgent de malades dans le cadre du
service 100. La Croix-Rouge est moins contrôlée
que d'autres organisations.
04.04 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands): Ik
zal de RVA een nieuwe vraag stellen.
De
voorzitter: Het wetsontwerp op het
vrijwilligerswerk kan al heel wat oplossen.
De agenda van de commissievergaderingen is
openbaar. Het Rode Kruis kan dus anticiperen op
een vraag.
04.04 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Je réinterrogerai l'Onem.
Le président: Le projet de loi sur le bénévolat est
de nature à résoudre déjà pas mal de problèmes.
L'ordre du jour des réunions de commission est
public. La Croix-Rouge peut donc anticiper une
question qui lui serait adressée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de activering van de
werkloosheidsuitkeringen" (nr. 6542)
05 Question de M. Filip Anthuenis à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'activation des allocations de chômage"
(n° 6542)
05.01 Filip Anthuenis (VLD): Het Activa-plan
voorziet in een maandelijkse premie van 500 euro
als een werkloze wordt tewerkgesteld. Het bedrag
wordt aan de werknemer uitbetaald via de vakbond
of de Hulpkas, op verschillende tijdstippen, met
voorkomend lange wachttijden. Deze methode is
05.01 Filip Anthuenis (VLD): Le plan d'activation
prévoit une prime mensuelle de 500 euros quand un
chômeur est mis au travail. Le montant est versé
par l'intermédiaire du syndicat ou de la Caisse
auxiliaire, et cela à des intervalles différents et
avec, le cas échéant, de longs délais d'attente.
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
verwarrend en niet echt motiverend voor de pas
opnieuw tewerkgestelden.
Wanneer het dossier uiteindelijk goedgekeurd is,
moet de premie maandelijks worden uitbetaald. De
tewerkgestelden zijn immers vaak weinig bemiddeld
en kunnen niet wachten op die premie. Er zijn ook
problemen bij contracten van korte duur, zoals in de
uitzendsector.
Als deze problemen blijven duren, moeten de
rechthebbenden zich uiteindelijk tot het OCMW
wenden. Waarom is het systeem zo ingewikkeld?
Waarom zijn er verschillende instanties bij
betrokken? Waarom niet de werkgever rechtstreeks
subsidiëren, die dan het volledige loon aan de
tewerkgestelden kan betalen? Wat moeten
werknemers doen als zij in financiële moeilijkheden
komen?
Cette méthode est de nature à semer la confusion
et elle n'est pas vraiment motivante pour ceux qui
viennent de retrouver un travail.
Lorsque le dossier a enfin été approuvé, la prime
doit être versée mensuellement. En effet, les
travailleurs occupés sont souvent peu fortunés et ne
peuvent attendre cette prime. Des problèmes se
posent également pour les contrats de courte durée
dans le domaine du travail intérimaire, par exemple.
Si ces difficultés persistent, les ayants droit devront
en dernière instance se tourner vers le CPAS.
Pourquoi le système est-il si complexe ? Pourquoi
toutes ces instances à l'intérieur de ce système ?
Pourquoi ne pas subventionner directement les
employeurs, lesquels pourraient ensuite verser le
salaire intégral aux travailleurs qu'ils occupent ?
Que doivent faire les travailleurs quand ils sont
confrontés à des difficultés financières ?
Kunnen zij zich tot het OCMW wenden voor een
voorschot op de premies?
Waarom kiest de minister niet voor een systeem
van rechtstreekse subsidiëring aan de werkgever?
Peuvent-ils demander au CPAS une avance sur
leurs primes ?
Pourquoi la ministre n'opte-t-elle pas pour un
système d'octroi direct de subsides à l'employeur ?
05.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
De geactiveerde werkloosheidsuitkering ter
aanmoediging van de tewerkstelling van langdurig
werklozen wordt in mindering gebracht van het
nettoloon. Fiscaal en sociaal wordt de uitkering als
een loon beschouwd, maar anderzijds kadert ze in
het stelsel van de werkloosheidsverzekering. De
aanvraag en de uitbetaling gebeuren dus via de
uitbetalingsinstelling. De werknemer moet de
aanvraag indienen binnen de vier maanden volgend
op de maand waarin hij begon te werken. Een
uitkeringsaanvraag wordt gemiddeld binnen twee
weken behandeld door de RVA. Ook andere
activeringsmaatregelen, zoals de
doorstromingsprogramma's en de erkende
arbeidsposten, zorgden voor weinig problemen.
Eens het dossier is afgehandeld, betaalt de
uitbetalingsinstelling de werkuitkering uit in het
begin van de maand volgend op de maand waarop
ze betrekking heeft.
05.02 Laurette Onkelinx , ministre (en
néerlandais): Les allocations de chômage activées,
destinées à encourager la mise au travail de
chômeurs de longue durée, peuvent être déduites
du salaire net. Fiscalement et socialement, cette
allocation est certes considérée comme un salaire,
mais elle entre dans le cadre du dispositif existant
d'assurance chômage. Les organismes de
paiement se chargent de la demande de l'allocation
et de son paiement. Le travailleur doit introduire sa
demande dans un délai de quatre mois civils
suivant le commencement de l'emploi. Une
demande d'allocation est traitée par l'ONEm en
moyenne dans un délai de deux semaines. D'autres
mesures d'activation, telles que les programmes de
transition et les postes de travail agréés, ont
rarement posé problème. Une fois le dossier traité,
l'organisme de paiement paie l'allocation d'emploi
au début du mois suivant le mois auquel cette
allocation se rapporte.
Een regeling van voorlopige betaling van de
uitkeringen lijkt dan ook niet opportuun en zou de
procedure bezwaren. Wel kunnen zich problemen
voordoen bij korte interims. Mijn administratie zoekt
daarvoor een oplossing.
Un système de paiement provisoire des allocations
ne paraît dès lors pas opportun et ne ferait d'ailleurs
qu'alourdir la procédure. En revanche, des
problèmes peuvent se produire en cas d'intérims de
courte durée. Mon administration cherche une
solution pour ce cas de figure.
05.03 Filip Anthuenis (VLD): Dit is natuurlijk geen
verrassend antwoord. Ik had toch op een iets
pragmatischer standpunt gehoopt.
05.03 Filip Anthuenis (VLD): Bien sûr, cette
réponse n'a rien de surprenant. J'aurais néanmoins
espéré une prise de position plus pragmatique.
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Dat deze dossiers binnen een termijn van twee
weken kunnen worden behandeld, is een goede
zaak. Ik hoop dat men zich aan die afspraak zal
houden.
Ik stel vast dat de minister bereid is de
kortetemijncontracten te herbekijken Dat is goed
nieuws.
On ne peut que se réjouir de l'annonce que ces
dossiers seront traités dans les quinze jours.
J'espère qu'on se tiendra à ce qui a été convenu.
Je note que la ministre est disposée à revoir les
contrats de courte durée. Voilà une bonne nouvelle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Guy D'haeseleer aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"het rosetta+ plan" (nr. 6567)
- mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste
minister en minister van Werkgelegenheid over
"de uitbreiding van het Rosettaplan" (nr. 6598)
06 Questions jointes de
- M. Guy D'haeseleer à la vice-première ministre
et ministre de l'Emploi sur "le plan Rosetta+"
(n° 6567)
- Mme Trees Pieters à la vice-première ministre et
ministre de l'Emploi sur "l'extension du plan
Rosetta" (n° 6598)
06.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): De
minister lanceert nu het Rosetta+ -plan voor
werkzoekenden en bestaansminimumtrekkers,
jonger dan 30, die zich als zelfstandige willen
vestigen. Zij zouden een startlening kunnen krijgen
van het Participatiefonds voor een bedrag van
40.000 euro, tegenover 27.500 nu. Die zou, met
een rente van 3,4 procent, worden terugbetaald
over 13 jaar. Daarnaast wordt gezorgd voor een
begeleiding gedurende achttien maanden en een
vergoeding van 375 euro gedurende zes maanden.
Het starten van een zelfstandige activiteit is echter
geen sinecure. De bestaande procedure van het
Participatiefonds mag dan ook niet worden
versoepeld, dit in het belang van de werkloze.
Kan de minister die modaliteiten bevestigen? Wat is
de kostprijs? Werd voorzien in de nodige financiële
middelen?
Wordt eraan gedacht de maatregel uit te breiden tot
gevestigde zelfstandigen? Wie zal instaan voor de
begeleiding? Hoeveel zal die kosten? Zijn de nodige
middelen beschikbaar?
Welke extra middelen krijgt het Participatiefonds?
06.01 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK) : La
ministre lance à présent le plan Rosetta + pour les
demandeurs d'emploi et les bénéficiaires du
minimex âgés de moins de 30 ans, désireux de
s'établir en tant qu'indépendants. Ils pourraient
bénéficier d'un prêt de lancement du Fonds de
participation, d'un montant de 40.000 euros, au lieu
de 27.500 actuellement. Ce prêt, d'un taux de 3,4
%, serait remboursable sur une période de 13 ans.
Par ailleurs, ils se verraient assurés d'un
accompagnement pendant dix-huit mois et
bénéficieraient d'une indemnité mensuelle de 375
euros pendant six mois.
Le lancement d'une activité d'indépendant n'est
cependant pas une sinécure. La procédure
existante du Fonds de participation ne peut donc
être assouplie, et ce dans l'intérêt des chômeurs.
La ministre peut-elle confirmer ces modalités ?
Quel en est le coût ? A-t-on prévu les moyens
financiers nécessaires ?
A-t-on envisagé d'étendre ces mesures aux
indépendants déjà établis ? Qui sera responsable
de l'accompagnement
? Quel sera son coût
?
Dispose-t-on des moyens nécessaires ?
De quels moyens supplémentaires le Fonds de
participation disposera-t-il?
06.02 Trees Pieters (CD&V): De minister geeft via
de pers de indruk dat zij met de uitbreiding van het
Rosetta-plan iets nieuws brengt, maar een
achtergestelde lening aan werklozen die een eigen
zaak willen beginnen, bestaat al. Die lening
bedraagt maximaal 27.500 euro en is slechts
bestemd voor uitkeringsgerechtigde werklozen. Het
06.02 Trees Pieters (CD&V) : Dans la presse, la
ministre donne l'impression qu'elle apporte quelque
chose de nouveau avec l'extension du plan Rosetta,
mais un prêt subordonné aux chômeurs désireux de
se lancer dans une activité d'indépendant existe
déjà. Le prêt s'élève à 27.500 euros maximum et
n'est accessible qu'aux chômeurs indemnisés. Le
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
nieuwe plan voorziet in een bedrag van 40.000
euro. De minister wil sommigen nog een half jaar
lang 375 euro per maand bijgeven.
De minister vergeet echter de begunstigde te
begeleiden. Na vijf jaar faalt nu al de helft van de
startende zelfstandigen. Het plan mag in geen geval
de indruk wekken dat het een automatisch recht
voor werklozen is. Uit cijfers van het
Participatiefonds blijkt dat de helft er beter niet aan
begint.
Zal het Participatiefond in het nieuwe plan zijn fiat
moeten geven? Dat is immers noodzakelijk om
starters te behoeden voor een avontuur dat tot
mislukken gedoemd is.
nouveau plan prévoit un montant de 40.000 euros.
Dans certains cas, la ministre entend encore
accorder chaque mois un montant supplémentaire
de 375 euros, et ce pendant six mois.
La ministre oublie cependant le volet
accompagnement des bénéficiaires. Après cinq
ans, la moitié de ceux qui se sont lancés comme
indépendants doivent abandonner leur affaire. En
aucun cas, le plan ne pourra donner l'impression
qu'il s'agit d'un droit automatique pour les
chômeurs. Selon les chiffres du Fonds de
participation, il semblerait que la moitié des
personnes concernées ferait mieux de ne pas se
lancer.
Dans le cadre du nouveau plan, le Fonds de
participation devra-t-il donner son accord ? Ceci est
en effet indispensable pour éviter aux nouveaux
indépendants une aventure vouée à l'échec.
Het Participatiefonds moet meer middelen krijgen
om de achtergestelde lening te kunnen uitkeren.
Van waar zullen die komen? Welke instantie zal de
starter kunnen helpen bij het begin van zijn
activiteit?
Er is zeer weinig bekend over de details van dit
plan. Noch in de pers, noch op de website van de
minister is er diepgravende informatie te vinden.
Kan zij het plan beter toelichten?
Il faut octroyer davantage de moyens au Fonds de
participation pour qu'il puisse accorder le prêt
subordonné. D'où ces fonds proviendront-ils ?
Quelle instance pourra aider l'entrepreneur débutant
dans le cadre du lancement de son activité ?
Très peu de détails ont été communiqués à propos
de ce plan. Aucune information précise n'est
disponible, ni dans la presse, ni sur le site internet
de la ministre. Pourrait-elle fournir des précisions
complémentaires en ce qui concerne le plan ?
06.03 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik heb
nauw samengewerkt met de staf van het
Participatiefonds. Dankzij hun gedegen werk
hebben mensen van alle leeftijdsgroepen de kans
gekregen zich te vestigen als zelfstandige. Er
worden maar weinig dossiers aanvaard, maar de
meeste kandidaten wier dossier wél wordt
aangenomen en die uit dien hoofde een lening
krijgen, weten hun onderneming van de grond te
tillen. Volgens de statistieken voor de periode 1996-
2000 gingen de 4.333 leningaanvragen voor 27,6%
uit van mensen van minder dan dertig jaar, en voor
7,2% van mensen van minder dan vijftig jaar.
29,1% van de 1360 toegestane leningen werd
toegekend aan starters van minder dan dertig jaar,
5,4% aan vijftigplussers, en de rest aan aanvragers
uit de leeftijdsgroep 30-50 jaar. De jongeren laten
zich dus duidelijk niet onbetuigd.
De ratio "opgezegde leningen/toegekende leningen"
bedraagt 11,9% voor jongeren beneden de 30 jaar.
Het mislukkingspercentage is relatief constant voor
alle leeftijdscategorieën. Leningen werden vooral
toegestaan voor projecten in de handels-, de
06.03 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
J'ai beaucoup travaillé avec les responsables du
Fonds de participation. Leur travail sérieux a permis
à des gens de toutes les classes d'âge de s'établir
comme indépendant. Peu de dossiers sont
acceptés mais quand ils le sont, la plupart des
bénéficiaires des prêts réussissent. Selon les
statistiques de la période 1996-2000, les 4.333
demandes de prêts proviennent à 27,6% des moins
de trente ans et à 7,2% des moins de cinquante
ans.
Les moins de trente ans ont bénéficié de 29,1% des
1.360 octrois de prêts et les plus de trente ans de
5,4%, le solde étant pour les trente-cinquante. L'on
remarque que les jeunes ne sont donc pas en
reste.
Le ratio "prêt dénoncé/prêt accordé", pour les moins
de trente ans, est de 11,9%. Ce taux de sinistralité
est relativement constant à travers toutes les
tranches d'âge. C'est principalement dans le
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
transport- en de dienstensector.
Wij willen jongeren meer mogelijkheden bieden om
zich als zelfstandige te vestigen, en startende
ondernemers op voet van gelijkheid behandelen
met de deelnemers aan het klassieke Rosetta-plan.
Wij hebben derhalve een aanvullend voorstel
gedaan, boven op de voorstellen in de
programmawet van 19 juli jongstleden.
Een en ander betreft alle jongeren van minder dan
dertig jaar die nog nooit als zelfstandige gewerkt
hebben, en die eventueel werkloos zijn.
secteur du commerce, des transports et des
services que ces prêts sont accordés.
Nous voulons élargir les possibilités pour les jeunes
de se lancer comme indépendants pour mettre
ceux-ci sur un pied d'égalité avec ceux qui
participent au Plan Rosetta classique.
Nous avons donc fait une proposition
complémentaire à celles contenues dans la loi
programme du 19 juillet dernier.
Cela concerne tous les jeunes de moins de trente
ans qui n'ont jamais été indépendant et qui sont au
chômage, entre autres.
Zij moeten bovendien met een voorafgaande
begeleiding instemmen. Zij die geen
vervangingsinkomen ontvangen, zullen tijdens die
begeleidingsperiode een maandelijkse uitkering
ontvangen. De begeleiding is gratis en is afhankelijk
van de behoeften van de jongere. Het betreft een
instrument om de onderneming een maximale kans
op slagen te bieden.
Voor jongeren in wachttijd, zal die
begeleidingsperiode meetellen voor de wachttijd.
Na die voorafgaande begeleiding kan het geleende
geld worden gestort. Als de onderneming eenmaal
is opgericht, kan men zich tevens voor een
facultatieve begeleiding inschrijven.
Voor al degenen die geen inkomen hebben, wordt
voorzien in een maandelijkse uitkering van 6 x 375
euro tijdens de begeleidingsperiode. In de door het
Participatiefonds toegekende lening zit ook een
gedeelte dat bestemd is voor het dekken van de
kosten van levensonderhoud.
Als de betrokkenen in hun opzet mislukken, kunnen
zij onmiddellijk opnieuw aanspraak maken op
werkloosheidsuitkeringen; dat geldt echter enkel
voor vroegere uitkeringsgerechtigde werklozen. Ten
slotte werd beslist de middelen van het
Participatiefonds op te trekken zodat het op de
aanvragen om leningen kan ingaan.
En outre, il faut qu'ils acceptent un
accompagnement préalable. Ceux qui n'ont pas de
revenu de remplacement, bénéficieront d'une
indemnité mensuelle durant cet accompagnement.
L'accompagnement est gratuit et dépend des
besoins du jeune. Il s'agit d'un outil pour maximiser
les chances de réussite de son entreprise.
Pour les jeunes qui sont en stage d'attente, cette
période d'accompagnement sera comptabilisée
dans le stage. Après cet accompagnement
préalable, le prêt peut être versé. Ensuite, un
accompagnement post-création peut être suivi de
manière facultative.
Il est prévu, pour tous ceux qui n'ont aucun revenu,
une allocation mensuelle de 6 x 375 euros pendant
la période d'accompagnement. De plus, dans le prêt
octroyé par le Fonds de participation, il est prévu
une tranche de subsistance.
En cas d'échec, l'intéressé est directement réadmis
au chômage; cela ne vaut que pour un ancien
chômeur indemnisé. Enfin, il a été décidé
d'augmenter les moyens du Fonds de participation
pour assurer les demandes de prêts.
06.04 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Ik denk
dat uit dit antwoord blijkt dat de te treffen
maatregelen alleszins in de goede richting gaan.
Ik hoop wel dat de kleine zelfstandige, die niet op
die ondersteuning kan rekenen, niet in de kou blijft
staan ten voordele van de startende werklozen.
De toekenningscriteria moeten streng blijven, omdat
men het risico niet mag lopen dat slecht
voorbereide starters binnen enkele maanden al in
de problemen zouden komen.
06.04 Guy D'haeseleer (VLAAMS BLOK): Selon
moi, il ressort de cette réponse que les mesures
annoncées vont en tout cas dans le bon sens.
J'espère toutefois que les petits indépendants, qui
ne peuvent compter sur cette aide, ne seront pas
désavantagés au profit des chômeurs lançant leur
propre entreprise.
Les critères d'octroi du prêt doivent rester sévères
car on ne peut courir le risque de voir des jeunes
entrepreneurs mal préparés confrontés à des
problèmes après
quelques mois d'activité
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
Het Participatiefonds lijkt me momenteel goed werk
te leveren. Klopt het dat de minister van plan is het
budget voor deze instelling op te trekken?
seulement.
Le Fonds de participation semble actuellement
fournir du bon travail. Est-il exact que la ministre a
l'intention de revoir le budget de cette institution à la
hausse ?
06.05 Trees Pieters (CD&V): Alles zal worden
geregeld via het Participatiefonds. Van de 745
aanvragen in 2001 werden er 332 goedgekeurd.
Het Participatiefonds vormt dus een sterke filter.
Achteraf is er een aantal dat slaagt of niet slaagt.
Blijft de bestaande selectie behouden? Dit nieuwe
plan breidt het bestaande plan-Hansenne uit, zowel
wat betreft de doelgroep en het bedrag van de
lening als de begeleiding.
De kandidaten krijgen een vergoeding. Van de
lening van 40.000 euro mogen ze een deel houden
als een soort basisinkomen. Is die schijf
vastgelegd?
06.05 Trees Pieters (CD&V): Le Fonds de
participation réglera tout. Sur les 745 demandes
introduites en 2001, 332 ont été acceptées. Le
Fonds de participation constitue donc un filtre
efficace. Parmi les candidats acceptés par ce
Fonds, certains réussiront par la suite, d'autres pas.
La sélection actuelle restera-t-elle d'application ? Le
nouveau plan élargit les possibilités de l'actuel plan
Hansenne, tant en ce qui concerne les groupes
cibles et le montant du prêt que l'accompagnement.
Les candidats perçoivent une indemnité. Ils sont
autorisés à conserver une partie du prêt de 40.000
euros à titre de revenus de base. Le montant de
cette tranche a-t-il été fixé?
06.06 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als zij
niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking
komen, ontvangen zij een eerste lening om in hun
levensonderhoud te voorzien. De tweede lening
voor een periode van 6 maanden is renteloos en
moet na vijf jaar worden terugbetaald.
06.06 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Quand ils ne bénéficient pas d'une allocation de
chômage, ils perçoivent une tranche de
subsistance. La deuxième tranche de six mois est
remboursable après cinq ans et à zéro pour cent
d'intérêt.
06.07 Trees Pieters (CD&V): Dus niet drie of vier
procent, maar nul procent.
Ik heb minister Daems al gevraagd waar hij het geld
zou halen. Het Participatiefonds beschikt niet over
onbeperkte middelen. Waar moeten de middelen
vandaan komen? Van de RVA?
De voorzitter: Het secretariaat zal u de precieze
cijfers bezorgen.
06.07 Trees Pieters (CD&V): Il ne s'agit donc pas
de 3% ou de 4% mais de 0%.
J'ai déjà demandé à M. Daems où il irait chercher
cet argent. Le Fonds de participation ne dispose
pas de moyens illimités. D'où proviendront ces
moyens ? De l'ONEm ?
Le président: Le secrétariat vous enverra les
chiffres précis.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Interpellatie van mevrouw Greta D'Hondt tot
de vice-eerste minister en minister van
Werkgelegenheid over "de budgettaire weerslag
van nieuwe tewerkstellingsmaatregelen"
(nr. 1160)
07 Interpellation de Mme Greta D'Hondt à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur
"l'incidence budgétaire de nouvelles mesures en
faveur de l'emploi" (n° 1160)
07.01 Greta D'Hondt (CD&V): Zelden bakte het
communautaire wafelijzer zulke grote wafels als de
voorbije weken inzake de premies in het kader van
het tijdskrediet.
De overheveling van de uitbetaling van de
verhoogde premies van de Gemeenschap naar het
federale niveau zou 600 miljoen gaan kosten. Het
alom gehoorde excuus dat "er geen geld is" blijkt
07.01 Greta D'Hondt (CD&V): La politique du
gaufrier communautaire ne s'est jamais aussi bien
portée que ces dernières semaines, dans le cadre
des primes relatives au crédit-temps.
Le transfert du paiement des primes majorées du
niveau communautaire au niveau fédéral serait
prévu pour un montant de 600 millions. L'excuse
traditionnelle du manque de moyens ne semble
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
dus niet langer geldig. Wat met het anker van
minister Vande Lanotte? Hoe valt dit te rijmen met
de aangekondigde zware besparingen?
Volgens mij ging het, in het geval van de premies
inzake het tijdskrediet, echter wel degelijk om
persoonsgebonden en dus
gemeenschapsbevoegdheden. Dit is een precedent.
Ik had hierover graag een uitspraak gehoord van
het Arbitragehof.
donc plus de mise. Qu'en est-il de la technique de
l'"ancre" du ministre Vande Lanotte? Comment
concilier ce transfert avec les économies drastiques
annoncées?
A mon estime, il s'agissait pourtant bel et bien, dans
le cas des primes relatives au crédit-temps, de
matières personnalisables et donc de compétences
communautaires. Ceci constitue un précédent.
J'aurais voulu connaître l'avis de la Cour d'arbitrage
à ce propos.
De minister nam nog twee
tewerkstellingsmaatregelen. Werklozen die een
langdurige opleiding volgen en werklozen die zich
als zelfstandige willen vestigen zouden een premie
kunnen krijgen. Wat de eerste categorie betreft,
vernam ik graag wat het verschil is met de reeds
bestaande premie. Wat is de budgettaire weerslag?
Komen de middelen uit het bestaande RVA-budget
of komen er extra middelen? Komt de circa 1,3
miljoen euro voor de premies aan de kandidaat-
zelfstandigen uit het gewone RVA-budget of komen
er extra middelen?
Voorzitter: Jean-Marc Delizée
Ik ben een groot voorstander van overleg met
organisaties en uitbetalingsinstellingen. Voor de
vestiging van zelfstandigen zou men een beroep
doen op de bestaande beroepsorganisaties en het
middenveld. Dat is verwonderlijk, maar goed
nieuws.
Zijn beroepsopleiding en vorming wel een federale
materie?
La ministre a encore pris deux autres mesures en
matière d'emploi. Les chômeurs ayant suivi une
formation de longue durée et ceux qui désirent
s'établir comme indépendant pourraient obtenir une
prime. En ce qui concerne la première catégorie,
j'aimerais connaître la différence par rapport à la
prime actuelle. Quelle sera l'incidence budgétaire?
Les moyens seront-ils puisés dans le budget
existant de l'ONEm ou des moyens
supplémentaires seront-ils prévus? Le montant
d'environ 1,3 million d'euros pour les primes
destinées aux candidats indépendants provient-il du
budget existant de l'ONEm ou des moyens
supplémentaires seront-ils prévus?
Présidence: Jean-Marc Delizée
Je suis un chaud partisan d'une concertation avec
les organisations et les organismes de paiement.
Pour l'établissement des indépendants, on aurait
recours aux organisations professionnelles
existantes et à la société civile. Cela peut
suprendre, mais c'est une bonne nouvelle.
La formation professionnelle est-elle bel et bien une
matière fédérale?
07.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Het gaat om een begeleiding, niet om een opleiding.
07.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Il s'agit d'un accompagnement, non
d'une formation.
07.03 Greta D'Hondt (CD&V): What's in a name?
Ik vraag me af hoe de Gemeenschappen zullen
reageren. Men heeft het toch over een "langdurige
opleiding"?
Graag kreeg ik de tekst, zodat we precies zouden
weten waarover het gaat.
Voorzitter: Joos Wauters
Hoe vallen de maatregelen te rijmen met de
budgettaire orthodoxie, met het anker van minister
Vande Lanotte en met de door de premier
aangekondigde besparingen? Wie zal de
maatregelen financieren? Was er overleg met de
Gemeenschappen in verband met een mogelijke
07.03 Greta D'Hondt (CD&V): Qu'importent les
mots ? Je me demande comment réagiront les
Communautés. Nous parlons bien de "formation de
longue durée" ?
J'aimerais disposer du texte, afin que nous
puissions savoir exactement de quoi il s'agit.
Présidence : Joos Wauters
Les mesures envisagées respectent-elles
l'orthodoxie budgétaire, le principe de l'ancre de M.
Vande Lanotte et les mesures d'économie
annoncées par le premier ministre ? Qui financera
ces mesures ? Les Communautés ont-elles été
consultées au sujet d'un éventuel chevauchement
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
14
bevoegdheidsoverschrijving?
de compétences ?
07.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Ik zal u
bij de begrotingscontrole uitleg verstrekken over de
financieringswijze.
Inzake het kostenplaatje van de premie voor
tijdskrediet, hebben wij samen met de Vlaamse
regering een verdeelsleutel vastgesteld. Bepaalde
premies kunnen door de Gewesten worden
bekostigd. De premies voor de werknemers die vier
vijfden of halftijds werken, behoren tot de federale
bevoegdheid. Zoals met de sociale partners werd
overeengekomen, zullen deze premies voor de 50-
plussers met 50 euro worden verhoogd.
Voorts is vanmorgen overeengekomen dat de door
de Vlaamse partners aangehaalde verhogingen in
rekening mogen worden gebracht.
Wij dienen na te gaan welke weerslag deze
verhogingen op de werkgelegenheid hebben.
De enige efficiënte manier om de kostprijs te
berekenen bestaat erin uit te gaan van de
hypothese dat alle werknemers in
loopbaanonderbreking op tijdskrediet overstappen.
In de RVA-statistieken worden drie categorieën
onderscheiden: de werknemers van minder dan 50
jaar die op een vier vijfden overstappen en aan wie
de premie ten hoogste gedurende vijf jaar wordt
uitbetaald, de 50-plussers die voor onbepaalde duur
op een vier vijfden overstappen, en de 50-plussers
die voor onbepaalde duur op een halftime
overstappen.
07.04 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Je vous répondrai sur la manière dont les
financements sont prévus lors du contrôle
budgétaire.
En ce qui concerne les coûts pour les primes crédit-
temps, nous avons établi avec le gouvernement
flamand une clé de répartition. Certaines primes
peuvent être prises en charge par les Régions. Les
primes un cinquième temps et mi-temps sont de
compétence fédérale. Selon les accords conclus
avec les partenaires sociaux, elles seront
augmentées de 50 euros pour les plus de cinquante
ans.
Par ailleurs, ce matin, il a été entendu que nous
pouvions prendre en compte les augmentations
évoquées par les partenaires flamands.
Il nous faut évaluer l'impact de ces augmentations
sur l'emploi.
Pour évaluer le coût budgétaire, la seule base
valable est d'imaginer que l'ensemble des
travailleurs actuellement en interruption de carrière
basculent en crédit-temps.
En outre, on isole dans les statistiques de l'ONEM
le nombre de travailleurs de moins de 50 ans qui
réduisent leur carrière d'un cinquième temps pour
lesquels la prime est payée au maximum pendant
cinq ans, le nombre de travailleurs de 50 ans et plus
qui réduisent leur carrière d'un cinquième temps à
durée indéterminée et le nombre de travailleurs de
plus de 50 ans qui réduisent leurs prestations de
moitié à durée indéterminée.
Daarmee komen we uit op een totale kostprijs van
ongeveer 17 miljoen euro per volledig jaar.
Daarbovenop komen de kosten van de maatregelen
waartoe vanochtend besloten werd, of ongeveer 1,7
miljoen euro.
De impact op de begroting wordt becijferd op 1,338
miljoen euro. Dat bedrag zal gecompenseerd
worden op de begroting van het departement
Tewerkstelling.
On aboutit à un coût total de quelque 17 millions
d'euros en année pleine. A cela, il faut ajouter le
coût de ce qui a été décidé ce matin, soit environ
1,7 million d'euros.
L'impact budgétaire est de l'ordre de 1,338 million
d'euros, qui seront compensés sur le budget du
département de l'Emploi.
07.05 Greta D'Hondt (CD&V): Ik denk eraan
volgende week een nieuwe interpellatie in te dienen,
op basis van deze cijfers en van het overleg met de
sociale partners van vanochtend.
Kan het Parlement niet over de teksten beschikken,
zodat we ons niet hoeven te baseren op
07.05 Greta D'Hondt (CD&V): J'envisage de
déposer, la semaine prochaine, une nouvelle
demande d'interpellation sur la base de ces chiffres
et de la concertation organisée ce matin avec les
interlocuteurs sociaux.
Le Parlement ne pourrait-il disposer des textes afin
que les membres ne soient pas obligés de se
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
15
persartikels?
fonder sur des articles de presse ?
De voorzitter: Deze vraag lijkt me terecht. Mag ik
vragen teksten met betrekking tot afspraken tussen
regering en sociale partners te bezorgen aan het
commissiesecretariaat?
Le président: Cette question me semble justifiée.
Puis-je vous demander de transmettre les textes
relatifs aux accords conclus entre le gouvernement
et les interlocuteurs sociaux au secrétariat de la
commission ?
07.06 Trees Pieters (CD&V): De interpellatie van
mevrouw D'Hondt raakt voor een deel de vraag die
ik zo-even heb gesteld over de begeleiding van
werklozen die een onderneming starten. Het zou
dus niet gaan om een verplichte begeleiding, wel
over een soort vorming voor de betrokkenen. Klopt
dit?
07.06 Trees Pieters (CD&V): L'interpellation de
Mme D'hondt rejoint partiellement la question que je
viens de poser à propos de l'accompagnement des
demandeurs d'emploi qui fondent leur propre
entreprise. Il ne s'agirait donc pas d'un
accompagnement obligatoire mais bien d'une sorte
de formation dispensée aux intéressés. Est-ce
exact ?
07.07 Minister Laurette Onkelinx (Frans): Als
men voor de bijzondere voorwaarden in aanmerking
wil komen, is men verplicht met de voorafgaande
begeleiding in te stemmen. De jongere kan echter
ook de traditionele weg volgen en dan is hij van die
begeleiding vrijgesteld.
07.07 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Le bénéfice des conditions spéciales implique
l'obligation de l'accompagnement préalable. Mais le
jeune peut suivre la voie traditionnelle, qui le
dispense de cet accompagnement.
07.08 Trees Pieters (CD&V): Daarover gaat het
niet; ik vraag me af wie die begeleiding zal geven.
07.08 Trees Pieters (CD&V): Il ne s'agit pas de
cela. Je me demande qui se chargera de cet
accompagnement.
07.09 Minister Laurette Onkelinx (Frans) Het
Participatiefonds erkent een reeks instellingen.
07.09 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Le Fonds de participation agrée une série
d'organismes.
07.10 Trees Pieters (CD&V): Het gaat dus om
Vlaamse organisaties en hun Franstalige
tegenhangers, niet om federale instellingen.
Kortom: de minister begeeft zich op het vlak van de
deelgebieden.
07.10 Trees Pieters (CD&V): Il s'agit donc
d'organisations flamandes et de leurs pendants
francophones et non d'institutions fédérales. Bref, la
ministre empiète sur les compétences des entités
fédérées.
07.11 Minister Laurette Onkelinx (Frans) : Niets
belet het Participatiefonds gewestelijke
verenigingen te erkennen die voor de begeleiding in
het kader van een lening kunnen instaan.
07.11 Laurette Onkelinx , ministre (en français):
Le Fonds de participation peut très bien agréer des
associations régionales pour réaliser
l'accompagnement d'un prêt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Filip Anthuenis aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "de dienstenchèques" (nr. 6608)
08 Question de M. Filip Anthuenis à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "les
chèques-services" (n° 6608)
08.01 Filip Anthuenis (VLD): De Vlaamse
regering heeft het samenwerkingsakkoord met de
andere deelregeringen over de implementatie van
de dienstencheques nog niet goedgekeurd. Een ad-
hocwerkgroep zoekt nu naar de oplossing voor een
aantal problemen. Een van die problemen is de
bepaling dat alleen maar die ondernemingen in
aanmerking komen, die werknemers in dienst
nemen met een contract voor onbepaalde duur.
08.01 Filip Anthuenis (VLD): Le gouvernement
flamand n'a pas encore approuvé l'accord de
coopération avec les autres gouvernements fédérés
concernant l'introduction des chèques-services. Un
groupe de travail ad hoc s'emploie actuellement à
résoudre plusieurs problèmes. Parmi ceux-ci, il y a
la disposition stipulant que seules les entreprises
employant des travailleurs avec des contrats à
durée indéterminée entrent en ligne de compte. Une
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
16
Zo'n bepaling vormt een beperking ten aanzien van
de federale wet, zodat tijdelijke contracten en
uitzendcontracten eigenlijk worden uitgesloten.
Bovendien grijpen de deelgebieden in in een puur
federale materie, met name de arbeidswetgeving.
Op 19 februari antwoordde de minister op een
vraag over dit probleem dat ze dat juridisch moest
onderzoeken. Is dit al gebeurd? Kunnen de
deelgebieden de federale wet beperken tot
contracten van onbepaalde duur, met het oog op
het vastleggen van erkenningsvoorwaarden voor
ondernemingen die in het systeem van de
dienstencheques willen stappen. Indien dit niet het
geval zou zijn, wat zijn dan de gevolgen voor het
samenwerkingsakkoord tussen de deelgebieden?
telle disposition constitue une restriction par rapport
à la loi fédérale puisqu'elle exclut en fait les contrats
temporaires et intérimaires. Par ailleurs, les entités
fédérées s'aventurent ainsi sur le terrain de la
législation sur le travail, qui est une matière
purement fédérale.
Le 19 février, en réponse à une question relative à
ce problème, la ministre a déclaré qu'elle devait
examiner cette problématique sur le plan juridique.
Est-ce chose faite ? Les entités fédérées peuvent-
elles limiter le champ d'application de la loi fédérale
aux contrats à durée indéterminée en vue de fixer
des conditions d'agrément pour les entreprises
souhaitant adhérer au système des chèques-
services? Dans la négative, quelles seront les
conséquences pour l'accord de coopération entre
les entités fédérées ?
08.02 Minister Laurette Onkelinx (Frans): De
Gewesten hebben onvoldoende middelen
uitgetrokken voor dat systeem en ik betreur dat zij
aldus hebben verhinderd dat in de eerste plaats
voor kansarmen bestemde jobs werden gecreëerd.
Tijdens de ministeriële conferentie van morgen zal
de door de heer Anthuenis opgeworpen vraag aan
bod komen. Het ziet ernaar uit, dat een bijkomende
voorwaarde inzake de erkenningscriteria werd
toegevoegd. Uiteraard dient te worden nagegaan of
de Gewesten de federale maatregelen goed hebben
ingepast.
08.02 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Les Régions n'ont pas accordé assez de moyens à
ce système, et je regrette qu'elles aient ainsi
empêché la création d'emplois touchant un public
précaire.
Lors de la conférence ministérielle de demain se
posera la question évoquée par M. Anthuenis. Il
semble qu'une condition supplémentaire ait été
ajoutée au niveau des critères d'agrément. Il faudra
voir si les Régions ont bien intégré les dispositions
fédérales.
08.03 Filip Anthuenis (VLD): Kunnen de
deelstaten, vanuit juridisch oogpunt, eigenlijk wel
een bijkomende, beperkende voorwaarde stellen?
Dat is mijn enige vraag.
08.03 Filip Anthuenis (VLD): Les entités fédérées
peuvent-elles, d'un point de vue juridique, instaurer
une condition supplémentaire restrictive? Voilà ma
seule question.
08.04 Minister Laurette Onkelinx (Frans):
Juridisch gezien kan dat. De Gewesten kunnen
ondernemingen erkennen die werkzaam zijn in het
kader van de dienstencheques.
Men zal moeten afwachten hoe een en ander zal
worden geregeld, aangezien de Gewesten
momenteel onder elkaar gesprekken voeren over
de mobiliteit van de werknemers.
08.04 Laurette Onkelinx, ministre (en français):
Juridiquement, c'est possible. Les Régions peuvent
agréer des entreprises qui travaillent dans le cadre
des chèques-services.
Cela dit, il faut voir comment cela va se passer
puisque les Régions discutent entre elles de la
question de la mobilité des travailleurs.
08.05 Filip Anthuenis (VLD): Dat is een duidelijk
antwoord. Het is juridisch gezien dus mogelijk.
08.05 Filip Anthuenis (VLD): Voilà une réponse
claire. C'est donc - juridiquement - possible.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-
eerste minister en minister van Werkgelegenheid
over "het verslag van de NAR van
14 februari 2002 en de werknemersparticipatie in
het kapitaal en in de winst van de
09 Question de Mme Trees Pieters à la vice-
première ministre et ministre de l'Emploi sur "le
rapport du CNT du 14 février 2002 concernant la
participation des travailleurs dans le capital et les
bénéfices des sociétés" (n° 6620)
CRABV 50
COM 678
05/03/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
17
vennootschappen" (nr. 6620)
09.01 Trees Pieters (CD&V): Op 21 december
hebben de ministers Reynders en Onkelinx het
advies van de Nationale Arbeidsraad gevraagd
inzake een voorontwerp van KB tot uitvoering van
artikel 10, §2 van de wet van 22 mei 2001
betreffende de werknemersparticipatie in het
kapitaal en de winst van de vennootschappen.
De NAR heeft in zijn advies gesteld dat de regering
haar binnen een te beperkt tijdsbestek om advies
vraagt, op de koop toe over een voorontwerp
waarover al door de NAR werd geadviseerd.
De standpunten van de werkgevers, en
werknemersorganisaties staan in deze
aangelegenheid diametraal tegenover mekaar,
voornamelijk betreffende de differentiecriteria
en,verhoudingen.
Volgens de Financieel Economische Tijd van 2
maart zou er een akkoord bestaan binnen de
regering over het KB. Als ik het artikel lees, stel ik
een grote kloof vast met de standpunten van de
werkgevers.
Wat is de inhoud van het KB?
09.01 Trees Pieters (CD&V): Le 21 décembre, les
ministres Reynders et Onkelinx ont sollicité l'avis du
Conseil national du travail (CNT) au sujet d'un
avant-projet d'arrêté royal portant exécution de
l'article 10, §2 de la loi du 22 mai 2001 relative aux
régimes de participation des travailleurs au capital
et aux bénéfices des sociétés.
Dans son avis, le CNT indique que le gouvernement
impose un délai de réponse trop court, qui plus est
au sujet d'un avant-projet sur lequel le CNT s'est
déjà prononcé.
Les points de vue des organisations représentatives
des employeurs et des travailleurs sont
diamétralement opposés, principalement en ce qui
concerne les critères et les rapports de
différenciation.
Selon le Financieel Economische Tijd du 2 mars, un
accord relatif à l'arrêté royal existerait au sein du
gouvernement. En lisant l'article, je constate qu'il y a
un gouffre par rapport aux points de vue des
employeurs.
Quel est le contenu de l'arrêté royal ?
09.02 Minister Laurette Onkelinx (Nederlands):
Na advies van de NAR heeft de Ministerraad zich
over een ontwerp-KB gebogen dat zes criteria bevat
om het voordeel dat voortvloeit uit een
participatieplan te moduleren over de werknemers.
Het gaat om anciënniteit, graad, functie,
baremaniveau, salarisniveau en opleidingsniveau.
Die criteria bestaan al in het sociaal recht en ze
spelen een supplementaire rol zolang er geen CAO
is afgesloten in het paritair comité of subcomité. De
sociale partners kunnen daarover verder
onderhandelen.
De toepassing van de criteria mag echter niet leiden
naar een differentiatie hoger dan een één tegen tien
verhouding, opdat er geen te grote spanningen
zouden ontstaan tussen werknemers van eenzelfde
vennootschap. Dat zou immers strijdig zijn met het
opzet van de wet van 22 mei 2001.
09.02 Laurette Onkelinx, ministre (en
néerlandais): Après l'avis du CNT, le conseil des
ministres s'est penché sur un projet d'arrêté royal
contenant six critères permettant de moduler le
montant de l'avantage découlant d'un plan de
participation entre différents travailleurs. Il s'agit de
l'ancienneté, du grade, de la fonction, du niveau
barémique, du niveau de rémunération et du niveau
de formation. Ces critères existent déjà en droit
social. Ils ont un rôle supplétif en ce qu'ils
s'appliquent en l'absence de conventions collectives
de travail conclues en commission ou sous-
commission paritaire. Il sera loisible aux partenaires
sociaux de continuer à négocier à ce sujet.
L'application des critères ne peut toutefois pas
aboutir à une différenciation qui excède un rapport
de un à dix, afin d'éviter une trop forte tension entre
travailleurs d'une même société, ce qui serait
contraire à l'objectif de la loi du 22 mai 2001.
09.03 Trees Pieters (CD&V): Ik neem voorlopig
genoegen met dit antwoord
09.03 Trees Pieters (CD&V): Je me contenterai
pour l'instant de cette réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 16.40 uur.
La réunion publique de commission est levée à
16.40 heures.
05/03/2002
CRABV 50
COM 678
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
18
Document Outline