KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 630
CRABV 50 COM 630
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
S
OCIALE
Z
AKEN
C
OMMISSION DES
A
FFAIRES SOCIALES
woensdag mercredi
16-01-2002 16-01-2002
10:00 uur
10:00 heures
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
/2002, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
/2002, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV-
reeks, op wit papier)
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde interpellaties van
1
Interpellations jointes de
1
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de werkgroep
Jadot" (nr. 1060)
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le groupe de travail
Jadot" (n° 1060)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de werkgroep
Jadot" (nr. 1067)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le groupe de travail
Jadot" (n° 1067)
Sprekers: Trees Pieters, Koen Bultinck,
Frank Vandenbroucke, minister van Sociale
Zaken en Pensioenen
Orateurs: Trees Pieters, Koen Bultinck,
Frank Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Moties
3
Motions
3
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de kinderbijslag"
3
Question de Mme Greta D'Hondr au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "les
allocations familiales" (n° 6054)
3
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Samengevoegde vragen van
5
Questions jointes de
5
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
verklaringen van de minister betreffende de
huisartsen" (nr. 6052)
5
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les déclarations du
ministre concernant les médecins généralistes"
(n° 6052)
5
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de erelonen
van de artsen" (nr. 6115)
5
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les honoraires des
médecins" (n° 6115)
5
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
geconventioneerde geneesheren" (nr. 6117)
5
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les médecins
conventionnés" (n° 6117)
5
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de oplossing die de minister wil bieden voor de
malaise bij de huisartsen" (nr. 6130)
5
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la manière
dont le ministre entend mettre fin au malaise qui
règne chez les médecins généralistes" (n° 6130)
5
Sprekers: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Frank Vandenbroucke, minister
van Sociale Zaken en Pensioenen, Jef
Valkeniers
Orateurs: Greta D'Hondt, Annemie Van de
Casteele, Frank Vandenbroucke, ministre
des Affaires sociales et des Pensions, Jef
Valkeniers
Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "de
overconsumptie in ziekenhuizen" (nr. 6059)
10
Question de M. Jef Valkeniers au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
surconsommation dans les hôpitaux" (n° 6059)
10
Sprekers:
Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Jef Valkeniers, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de verdeling van het ZIV-budget voor 2002"
(nr. 6116)
11
Question de Mme Greta D'Hondt au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
répartition du budget de l'AMI pour 2002"
(n° 6116)
11
Sprekers:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken
en Pensioenen
Orateurs:
Greta D'Hondt, Frank
Vandenbroucke, ministre des Affaires
sociales et des Pensions
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE SOCIALE
ZAKEN
COMMISSION DES AFFAIRES
SOCIALES
van
WOENSDAG
16
JANUARI
2002
09:47 uur
______
du
MERCREDI
16
JANVIER
2002
09:47 heures
______
De vergadering wordt geopend om 10.14 uur door
de heer Joos Wauters, voorzitter.
La séance est ouverte à 10.14 heures par M. Joos
Wauters, président.
01 Samengevoegde interpellaties van
- mevrouw Trees Pieters tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de werkgroep
Jadot" (nr. 1060)
- de heer Koen Bultinck tot de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de werkgroep
Jadot" (nr. 1067)
01 Interpellations jointes de
- Mme Trees Pieters au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le groupe de travail
Jadot" (n° 1060)
- M. Koen Bultinck au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "le groupe de travail
Jadot" (n° 1067)
01.01 Trees Pieters (CD&V): Op 22 februari en 22
mei 2001 stelde ik een mondelinge vraag over de
stand van zaken van de werkgroep-Jadot in
verband met de regionale verschillen in het gebruik
van gezondheidszorgen. In zijn antwoord op 22 mei
verklaarde de minister dat de Algemene Raad van
het RIZIV hem jaarlijks een rapport moet toesturen
over de eenvormige toepassing van de wetgeving.
Dit rapport wordt door de werkgroep-Jadot
opgesteld. Het laatste rapport dateert al van
november 1999. Op 18 juni 2001 zou de werkgroep
de regionale verschillen bespreken en het vijfde
rapport moest in het najaar 2001 klaar zijn. In
Trends van 27 december 2001 lezen we dat de
werkgroep-Jadot zijn werkzaamheden heeft
opgeschort. Ondertussen zetten de besparingen in
de klinische biologie, de nierdialyse en de radiologie
kwaad bloed bij de Vlaamse artsen, die niet langer
willen bestraft worden voor de medische praktijk in
Wallonië en Brussel. Het debat over evidence
based medicine is volop bezig. Hoe ver staat de
werkgroep-Jadot?
01.01 Trees Pieters (CD&V): Le 22 février et le 22
mai 2001, j'ai posé une question orale sur l'état
d'avancement des travaux du groupe de travail
Jadot concernant les différences régionales en
matière de consommation de soins de santé. Le 22
mai, vous m'avez répondu que le Conseil général
de l'INAMI doit vous transmettre chaque année un
rapport au sujet de l'application uniforme de la
législation. C'est le groupe de travail Jadot qui est
chargé de rédiger ce rapport. Le dernier date déjà
de novembre 1999. Il était prévu que le groupe de
travail examine les différences régionales le 18 juin
2001 afin que le cinquième rapport soit prêt en
automne 2001. Or, nous avons pu lire dans le
magazine Trends du 27 décembre 2001 que le
groupe de travail Jadot a suspendu ses travaux. Par
ailleurs, les économies annoncées dans les
domaines de la biologie clinique, de la dialyse
rénale et de la radiologie ne font qu'accroître le
mécontentement des médecins flamands qui ne
veulent plus faire les frais des pratiques médicales
wallonnes et bruxelloises. Le débat sur la médecine
factuelle bat son plein. Quel est l'état d'avancement
des travaux du groupe de travail Jadot ?
01.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): De
werkgroep-Jadot en haar werkzaamheden is hier al
meermaals het onderwerp van discussie geweest.
01.02 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Nous
avons déjà discuté à plusieurs reprises de la
Commission Jadot et de ses travaux.
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
De Kamer moet de rapporten die door deze
commissie worden opgesteld aan een kritisch
onderzoek kunnen onderwerpen. Tot dusver is dit
het geval geweest met vier rapporten. Het vijfde
rapport is echter nog altijd niet verschenen.
Wanneer zal dit vijfde rapport verschijnen? Is er
misschien een politieke reden voor deze vertraging?
In het licht van de besparingen die minister
Vandenbroucke aankondigt, zijn meer en meer
Vlaamse artsen niet langer bereid om de
ontoelaatbare discrepanties aan Franstalige kant te
dulden. De vertraging in het verschijnen van het
vijfde rapport zou wellicht voor sommigen te veel
koren op de molen van de Vlaamse artsen kunnen
zijn.
La Chambre doit pouvoir soumettre les rapports
rédigés par cette commission à un examen critique.
Ce fut le cas pour quatre rapports jusqu'à présent.
Le cinquième rapport n'a toutefois pas encore été
publié. Quand le sera-t-il ? Ce retard aurait-il une
origine politique ?
A la lumière des économies annoncées par le
ministre Vandenbroucke, de moins en moins de
médecins flamands sont disposés à tolérer les
différences inadmissibles du côté francophone.
Pour certains, la publication tardive du cinquième
rapport apporterait probablement trop d'eau au
moulin des médecins flamands.
01.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): De werkgroep-Jadot heeft tot nu toe
vier rapporten opgesteld. Het laatste dateert van
november 1992. Na de zomervakantieperiode zijn
er geen vergaderingen meer geweest door de
verhoogde werkdruk in het kader van het Europese
voorzitterschap en omdat ik een task force heb
opgericht met vertegenwoordigers van
artsenorganisaties, ziekenfondsen en
ziekenhuisorganisaties voor een aantal
noodzakelijke veranderingen in de
gezondheidszorg.
Deze task force heeft de werkzaamheden van de
werkgroep-Jadot gedeeltelijk doorkruist.
De doelstelling en de kern van het debat is immers
om individuele praktijkverschillen weg te werken,
niet de verschillen tussen de regio's.
Toch vind ik dat het rapport-Jadot moet worden
afgewerkt, vooral inzake de regionale gegevens
betreffende het geneesmiddelenverbruik en
gegevens over het gebruik van bepaalde pre- en
perioperatieve cardiologische onderzoeken in de
ziekenhuissector.
01.03 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Jusqu'à présent, le groupe de travail
Jadot a rédigé quatre rapports, dont le dernier date
de novembre 1992. Après les vacances d'été, le
groupe ne s'est plus réuni, en raison de
l'augmentation du volume de travail dans le cadre
de la présidence européenne et parce que j'ai créé
une task force rassemblant des représentants
d'organisations représentatives des médecins, de
mutualités et d'organisations hospitalières et
chargée de préparer une série de changements
importants dans le domaine des soins de santé.
Les activités de cette task force chevauchent
partiellement celles du groupe de travail Jadot.
L'objectif est d'éliminer les différences individuelles
en matière de pratique médicale et non pas les
différences entre les Régions.
J'estime néanmoins qu'il est nécessaire de finaliser
le rapport Jadot, surtout en ce qui concerne les
données régionales en matière de consommation
de médicaments et les données concernant le
recours à certains examens cardiologiques
préopératoires et périopératoires dans le secteur
hospitalier.
01.04 Trees Pieters (CD&V): Ik noteer uit dit
antwoord dat de werkgroep-Perl elementen levert
die passen in de werkzaamheden van de
werkgroep-Jadot. Men verzamelt verder nuttige
partiele gegevens. De werkgroep-Jadot zal zijn
werk verderzetten. Wanneer zal het rapport klaar
zijn?
01.04 Trees Pieters (CD&V): Je retiens de cette
réponse que le groupe de travail Perl apporte des
éléments qui s'inscrivent dans le cadre des activités
du groupe de travail Jadot. On continue à recueillir
des informations utiles partielles. Le groupe de
travail Jadot poursuivra ses travaux. Quand le
rapport sera-t-il terminé ?
01.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Ik neem
akte van dit antwoord. Ik dring aan op een strikt
tijdskader inzake de verschijndatum van het vijfde
rapport.
01.05 Koen Bultinck (VLAAMS BLOK): Je prends
acte de cette réponse. J'insiste pour qu'on respecte
un calendrier strict pour la parution du cinquième
rapport.
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Ik blijf overtuigd van het feit dat er politieke druk
wordt uitgeoefend om het vijfde rapport niet al te
snel te laten verschijnen.
Je reste convaincu que des pressions politiques
sont exercées afin de retarder la parution du
cinquième rapport.
Moties
Motions
Tot besluit van deze bespreking werden volgende
moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions
suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend
door de heren Koen Bultinck en Guy D'Haeseleer
en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Trees
Pieters en de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen,
vraagt de regering:
- de werkgroep-Jadot te stimuleren snel over te
gaan tot de publicatie van het vijfde rapport-Jadot;
- dringende maatregelen te nemen om een einde te
stellen aan de miljardentransfers in de sociale
zekerheid van Vlaanderen naar Wallonië;
- de nodige voorbereidingen te treffen om de sociale
zekerheid te defederaliseren."
Une première motion de recommandation a été
déposée par MM. Koen Bultinck et Guy D'Haeseleer
et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Trees
Pieters et M. Koen Bultinck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et
des Pensions,
demande au gouvernement
- d'inciter le groupe de travail Jadot à s'atteler
rapidement à la publication du cinquième rapport
Jadot;
- de prendre d'urgence des mesures pour mettre un
terme aux énormes transferts financiers entre la
Flandre et la Wallonie dans le domaine de la
sécurité sociale;
- de prendre les dispositions nécessaires en vue de
défédéraliser la sécurité sociale."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend
door mevrouw Trees Pieters en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van mevrouw Trees
Pieters en de heer Koen Bultinck
en het antwoord van de minister van Sociale Zaken
en Pensioenen,
vraagt dat de regering alles in het werk stelt om ten
spoedigste het rapport-Jadot af te werken en neer
te leggen."
Une deuxième motion de recommandation a été
déposée par Mme Trees Pieters et est libellée
comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Trees
Pieters et M. Koen Bultinck
et la réponse du ministre des Affaires sociales et
des Pensions,
demande au gouvernement de mettre tout en
oeuvre pour que le rapport Jadot soit achevé et
déposé dans les plus brefs délais."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de
heren Jean-Marc Delizée, Bruno Van Grootenbrulle
en Joos Wauters en mevrouw Pierrette Cahay-
André.
Une motion pure et simple a été déposée par MM.
Jean-Marc Delizée, Bruno Van Grootenbrulle et
Joos Wauters et Mme Pierrette Cahay-André.
Over de moties zal later worden gestemd.
De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement.
La discussion est close.
02 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de kinderbijslag"
02 Question de Mme Greta D'Hondr au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "les
allocations familiales" (n° 6054)
02.01 Greta D'Hondt (CD&V): Kinderbijslagen
hadden de bedoeling het derven van koopkracht
door het hebben van kinderen te neutraliseren. De
kinderbijslagen dekken geenszins de totale kost van
het hebben van kinderen. De Ministerraad besliste
02.01 Greta D'Hondt (CD&V): Les allocations
familiales avaient pour objectif de neutraliser la
perte de pouvoir d'achat entraînée par la venue au
monde d'un enfant. Mais ces allocations ne
couvrent aucunement le coût global que représente
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
in december een reeks maatregelen in verband met
de gordelplicht in gezinswagens te nemen.
Bovendien mag nog maar één persoon per zitplaats
in een voertuig meerijden. Dat heeft vanaf 2005
zware financiële consequenties voor grotere
gezinnen en betekent een grote hap uit het
gezinsbudget. Grote gezinswagens zijn immers
duur. Overweegt de minister daarom een
aanpassing van de kinderbijslag vanaf het vierde
kind?
l'éducation d'un enfant. Le Conseil des ministres a
décidé au mois de décembre de prendre un certain
nombre de mesures concernant le port obligatoire
de la ceinture de sécurité dans les voitures
familiales. En outre, chaque place assise ne pourra
plus être occupée que par une seule personne. A
compter de 2005, cette situation grèvera
lourdement le budget des familles nombreuses. Les
voitures familiales spacieuses sont en effet
onéreuses. Le ministre envisage-t-il dès lors
d'adapter le montant des allocations familiales à
partir du quatrième enfant ?
02.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het ontwerp van koninklijk besluit
heeft tot doel de regel voor het vervoeren van
kinderen, tussen drie en twaalf jaar, op de
achterbank op te heffen. Deze regel bestond erin
dat vijf kinderen onder twaalf jaar of drie kinderen
onder die leeftijd en één ouder konden vervoerd
worden. Voortaan zal men echter maximaal drie
personen mogen vervoeren op de achterbank van
een klassieke gezinswagen. Er wordt in een
overgangstermijn voorzien tot 1 januari 2005. De
gezinspolitieke maatregelen hebben overigens tot
doel financiële kosten die kinderen met zich
meebrengen, te minimaliseren. België behoort
inzake uitgaven voor directe gezinspolitieke
maatregelen tot de koplopers binnen Europa. Het
kinderbijslagstelsel is universeel en afhankelijk van
de gezinsgrootte. Zo bedraagt de basistoeslag voor
het eerste kind 71,20 euro, voor het tweede 131,73
euro en voor het derde 196,65 euro. Uit onderzoek
blijkt dat dankzij deze maatregel grote gezinnen de
directe minimumkosten vrij goed kunnen dekken.
Bovendien is de bestaansonzekerheid bij gezinnen
met kinderen niet afhankelijk van de gezinsgrootte.
De gezinsbijslagen zijn niet in staat, en hebben ook
niet de bedoeling, om alle directe en indirecte
kosten die verbonden zijn aan het hebben van
kinderen, te compenseren.
Ik blijf erbij dat het niet aangewezen is de
kinderbijslag vanaf het vierde kind te verhogen
omwille van deze maatregel, die dus ten vroegste
zal ingaan vanaf 1 januari 2005.
02.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Le projet d'arrêté royal tend à la
suppression de la règle relative au transport des
enfants de trois à douze ans sur la banquette
arrière. Cette règle autorisait le transport à l'arrière
de cinq enfants de moins de douze ans ou de trois
enfants de moins de douze ans et d'un plus âgé.
Désormais, on pourra transporter maximum trois
personnes sur la banquette arrière d'une voiture
familiale classique. On prévoit une période
transitoire jusqu'au 1 janvier 2005. Les mesures de
politique familiale ont par ailleurs pour objectif de
minimiser les coûts liés aux enfants. La Belgique
fait partie du peloton de tête des pays européens
pour les dépenses liées aux mesures directes de
politique familiale. Le système des allocations
familiales est universel et lié à la taille du ménage.
L'allocation de base pour le premier enfant est de
71,20 euros, pour le deuxième de 131,73 euros et
pour le troisième de 196,65 euros. Il ressort
d'études que grâce à cette mesure les familles
nombreuses peuvent assez bien couvrir les coûts
minimums directs. En outre, l'insécurité d'existence
n'est pas fonction de la taille du ménage pour les
familles avec enfants. Les allocations familiales ne
sont pas en mesure, et ce n'est d'ailleurs pas leur
objectif, de compenser tous les coûts directs et
indirects liés au fait d'avoir des enfants.
Je maintiens donc qu'il n'est pas indiqué
d'augmenter les allocations familiales à partir du
quatrième enfant en raison de cette mesure qui
n'entrera en vigueur qu'à partir du 1 janvier 2005 au
plus tôt.
02.03 Greta D'Hondt (CD&V): Dit antwoord
voldoet niet. De maatregel gaat maar in 2005 in,
maar dat betekent niet dat vele gezinnen waar een
vierde kind op komst is of gepland wordt al vóór
2005 in de vervanging van hun gezinswagen
kunnen voorzien.
Tot nog toe konden vier of vijf kinderen ongestraft
plaats nemen op de achterbank van een
gezinswagen. Dat wordt nu drastisch gewijzigd. De
02.03 Greta D'Hondt (CD&V): Cette réponse n'est
pas satisfaisante. La mesure n'entre en vigueur
qu'en 2005 mais cela ne signifie pas pour autant
que tous les ménages qui attendent ou envisagent
d'avoir un quatrième enfant sont en mesure de
remplacer leur véhicule familial d'ici à 2005.
Jusqu'à présent, il n'était pas punissable de
transporter quatre ou cinq enfants sur la banquette
arrière de la voiture familiale. Cette règle est à
présent modifiée de manière drastique. L'argument
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
redenering dat gezinsuitstapjes bij adolescente
kinderen minder frequent worden, gaat niet op.
Grote gezinnen worden geconfronteerd met een
aanzienlijke meeruitgave. Uw negatief antwoord
ontgoochelt mij, maar ik zal nagaan welke
maatregelen of voorstellen kunnen worden
genomen.
selon lequel les excursions en famille sont moins
fréquentes avec des adolescents ne fait pas le
poids.
Les familles nombreuses sont confrontées à une
dépense supplémentaire considérable. Votre
réponse négative me déçoit mais je vais voir quelles
mesures ou propositions peuvent encore être
avancées.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
verklaringen van de minister betreffende de
huisartsen" (nr. 6052)
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de erelonen
van de artsen" (nr. 6115)
- mevrouw Greta D'Hondt aan de minister van
Sociale Zaken en Pensioenen over "de
geconventioneerde geneesheren" (nr. 6117)
- mevrouw Annemie Van de Casteele aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de oplossing die de minister wil bieden voor de
malaise bij de huisartsen" (nr. 6130)
03 Questions jointes de
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les déclarations du
ministre concernant les médecins généralistes"
(n° 6052)
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les honoraires des
médecins" (n° 6115)
- Mme Greta D'Hondt au ministre des Affaires
sociales et des Pensions sur "les médecins
conventionnés" (n° 6117)
- Mme Annemie Van de Casteele au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la manière
dont le ministre entend mettre fin au malaise qui
règne chez les médecins généralistes" (n° 6130)
03.01 Greta D'Hondt (CD&V): Wij verwachten van
de minister dat hij zijn recente uitspraken
betreffende de huisartsen zou verduidelijken.
Welke vergoeding zullen de huisartsen ontvangen
van de patiënten die een medisch dossier
aanvragen?
Hoe zal de informatie-uitrusting van de huisartsen
gefinancierd worden, aangezien er in de begroting
van 2002 in 425.000 euro voorzien is?
Blijft de minister bij het voornemen de gehele
infrastructuur van de huisartsenpraktijken te
financieren? In welke stimuli worden voorzien om
grotere praktijken te stimuleren?
Hoe staat het met de forfaitaire financiering per
patiënt waarvoor de huisarts de algehele zorg op
zich neemt?
Hoe staat het met het hogere remgeld voor
patiënten die onnodig en zonder verwijzing een
beroep doen op spoeddiensten van ziekenhuizen?
In het kader van de begroting 2002 werd beslist om
de honoraria van de artsen niet te verhogen vanaf 1
januari 2002 maar vanaf 1 juli 2002. Vele artsen
03.01 Greta D'Hondt (CD&V): Nous attendons du
ministre qu'il précise ses déclarations récentes
concernant les médecins généralistes.
Quelle indemnité les médecins généralistes
toucheront-ils pour les patients qui demandent la
constitution d'un dossier médical ?
Comment le matériel informatique des médecins
généralistes sera-t-il financé, le budget 2002
prévoyant un montant de 425.000 ?
Le ministre persiste-t-il dans son intention de
financer l'ensemble de l'infrastructure des cabinets
des médecins généralistes ? Quels incitants sont-ils
prévus pour encourager la constitution de cabinets
médicaux plus importants?
Qu'en est-il du financement forfaitaire par patient
entièrement pris en charge par le médecin
généraliste ?
Qu'en est-il du ticket modérateur majoré pour les
malades qui font appel inutilement, et sans y avoir
été adressés par un médecin, aux services des
urgences des hôpitaux ?
Dans le cadre du budget 2002, il a été décidé de ne
pas augmenter les honoraires des médecins dès le
1
er
janvier 2002 et de reporter cette augmentation
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
gingen hier echter niet mee akkoord en nu roepen
zelfs de grote artsensyndicaten op om de erelonen
te indexeren en vrije tarieven te hanteren.
Aanvankelijk liet minister Vandenbroucke weten dat
artsen die de conventie ondertekend hadden en
overtreden beboet zouden worden. Patiënten
dienden dergelijke inbreuken te melden aan het
ziekenfonds. Artsen zouden op deze manier
riskeren hun jaarlijkse staatsbijdrage te verliezen.
Op 11 januari echter liet de minister weten dat er
vanaf 1 februari 2002 toch een vervroegde
indexering is toegelaten indien er alternatieve
besparingsvoorstellen worden gedaan.
au 1
er
juillet 2002. De nombreux médecins ont
protesté contre cette décision, et voilà qu'à présent,
même les grands syndicats médicaux lancent un
appel en faveur de l'indexation des honoraires et de
l'application de tarifs libres. Dans une première
réaction, M. Vandenbroucke avait fait savoir que les
médecins conventionnés qui ne respecteraient plus
leurs engagements seraient sanctionnés et se
verraient infliger des amendes. Les patients
devraient signaler les infractions à la mutuelle. Les
médecins mis en cause risqueraient de perdre la
contribution annuelle de l'Etat. Toutefois, le 11
janvier, le ministre a déclaré qu'une indexation
anticipée serait malgré tout autorisée à partir du 1
er
février 2002 à condition que soient formulées des
propositions de rechange en vue de la réalisation
d'économies.
Zal de patiënt ongeacht de evolutie in deze zaak de
financiële consequenties moeten dragen? Wat is
het resultaat van de besprekingen in de commissie
Artsen-Ziekenfonden?
Wat zou de budgettaire weerslag geweest zijn van
de niet-indexatie van de arstenhonoraria tussen
januari en juli 2002? Wat is de budgettaire weerslag
van een vooruitschuiven van de indexering naar 1
februari 2002?
Zullen de aangekondigde besparingsmaatregelen,
vooral gericht op de specialisten, weerslag hebben
op de bijdrage van de patiënten?
Op welke onderdelen van het ZIV-budget zal er
worden bespaard?
Het al dan niet geconventioneerd zijn van een arts
heeft niet onbelangrijke financiële gevolgen voor de
patiënt. Hoeveel artsen zijn er geconventioneerd? Ik
vind deze gegevens in geen enkele publicatie.
Nochtans beschikt het RIZIV over actuele
conventiecijfers en statistieken. Hoeveel artsen zijn
gedeeltelijk en/of volledig geconventioneerd? Hoe
evolueerden deze cijfers de laatste jaren?
Les patients devront-ils, indépendamment de
l'évolution de cette affaire, en subir les
conséquences financières? Quel est le résultat des
discussions menées au sein de la Commission
médico-mutualiste?
Quel aurait été l'impact budgétaire de la non-
indexation des honoraires des médecins entre
janvier et juillet 2002? Quel est l'impact budgétaire
d'une indexation au 1er février 2002?
Les mesures d'économie annoncées,
principalement axées sur les spécialistes, auront-
elles des conséquences sur le ticket modérateur
des patients?
Dans quels segments du budget INAMI réalisera-t-
on des économies?
Le fait qu'un médecin soit conventionné ou non a
des conséquences financières non négligeables
pour le patient. Combien de médecins sont
conventionnés? Je ne retrouve ces données dans
aucune publication! L'INAMI dispose pourtant de
chiffres et de statistiques récentes dans ce
domaine. Combien de médecins sont
conventionnés partiellement et/ou complètement?
De quelle manière ces chiffres ont-ils évolué au
cours de ces dernières années?
03.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Bij de
huisartsen heerst een echte malaise. De discussie
over de rol van de huisarts en zijn plaats in de
medische wereld komt steeds meer in een ander
daglicht te staan. Vele huisartsen vinden geen
vervangers meer; er zijn er die verhuizen naar
Nederland; de universiteiten klagen over te weinig
inschrijvingen en de huisartsen klagen over de
burn-out. Bovendien zou minder dan vijf procent
03.02 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Les
médecins généralistes sont en proie à un véritable
malaise. Le débat relatif au rôle du médecin et à la
place qu'il occupe dans le monde médical se
présente de plus en plus sous un autre jour. De
nombreux médecins ne trouvent plus de
remplaçants, certains vont s'établir aux Pays-Bas,
les universités se plaignent du faible nombre
d'inscriptions et les médecins généralistes se disent
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
van het RIZIV-budget aan de huisartsen worden
besteed. Klopt dat cijfer?
De discussie focust nu wel op de al dan niet
indexering van de honoraria, maar de huisartsen
zelf zien de discussie veel breder. Het gaat ook
over de administratieve overlast, de leefbaarheid
van het beroep, de precieze plaats van de
eerstelijnszorg enz Om de indexering vooralsnog
mogelijk te maken stelt de minister nu zelf
besparingen voor die vooral de specialisten treffen.
exténués. Par ailleurs, moins de 5% du budget de
l'INAMI seraient affectés aux médecins
généralistes. Ce chiffre est-il exact?
Le débat se focalise sur l'indexation ou non des
honoraires mais, pour les médecins généralistes, il
se situe dans un cadre beaucoup plus large et
devrait en effet porter également sur la surcharge
administrative, la viabilité de la profession, le rôle
précis des soins de première ligne, etc. Afin de
permettre malgré tout l'indexation des honoraires, le
ministre propose à présent lui-même des mesures
d'économie touchant surtout les médecins
spécialistes.
Daarmee komt hij wel tegemoet aan het
symbooldossier van de artsenbonden, maar werkt
hij de malaise niet weg.
Uit de houding van de artsenbonden is gebleken dat
hun gemengde samenstelling het overleg
bemoeilijkt en zelfs hypothekeert. Dokter Van de
Meulebroeke wordt nu gevraagd voorstellen te doen
om de huisartsen te herwaarderen. Wat is zijn
precieze opdracht? Zal de minister de gebreken van
het centraal medisch dossier verhelpen? Blijven de
verkiezingsvoorwaarden voor de artsenverenigingen
ongewijzigd? Zouden huisartsen en specialisten niet
beter een aparte vertegenwoordiging krijgen in de
RIZIV-organen? Worden aparte conventies
mogelijk? Welke precieze besparingen komen er
om de indexering toch mogelijk te maken?
Si le ministre est prêt à faire des concessions dans
le dossier devenu le cheval de bataille des
syndicats de médecins, il ne parvient toutefois pas à
dissiper le malaise.
L'attitude des syndicats de médecins a mis en
évidence que leur composition hétéroclite
complique, voire hypothèque la concertation. Le
docteur Van de Meulebroeke a été invité à formuler
des propositions tendant à la revalorisation de la
profession de médecin généraliste. De quelle
mission est-il exactement investi? Le ministre
apportera-t-il une solution aux problèmes posés par
le dossier médical central? Les conditions d'élection
en vigueur au sein des organisations
représentatives de médecins demeurent-elles
inchangées ? Ne serait-il pas opportun que les
médecins généralistes et les spécialistes aient leurs
propres représentants au sein des organes de
l'INAMI? La rédaction de conventions séparées
pour chacun des deux groupes est-elle
envisageable? Quelles économies précises ont-
elles été prévues afin de permettre malgré tout
l'indexation des honoraires ?
03.03 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik wijs er vooreerst op dat mevrouw
D'hondt mij een aantal citaten en meningen in de
mond legt, die ik nooit zo kan gezegd hebben.
Natuurlijk is er sprake van een malaise bij de
huisartsen. Daarvoor kan men meerdere redenen
aangeven: gebrek aan maatschappelijke erkenning;
de te grote nadruk op techniciteit; de lage verloning;
het ontbreken van een echt structureel kader;
problemen om beroeps- en gezinsleven te
verzoenen en zo verder. Er bestaat ook een te grote
vrijblijvendheid in onze medische consumptie:
mensen lopen bijvoorbeeld voor een prul naar de
dienst spoedgevallen van een ziekenhuis en zijn
dan vaak goedkoper af dan wanneer ze naar de
huisarts zouden gaan.
03.03 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je souhaiterais d'abord souligner que
Mme D'Hondt m'attribue la paternité d'un certain
nombre de déclarations et d'opinions qui n'ont
jamais été miennes.
Il est évidemment question d'un malaise chez les
médecins généralistes. Il y a plusieurs raisons à
cela: le manque de reconnaissance sociale,
l'importance exagérée accordée à la technicité, la
faible rémunération, l'absence de véritable cadre
structurel, les problèmes liés à la conciliation entre
vie professionnelle et vie privée, etc. La population
a également recours de façon inconsidérée aux
soins de santé : les gens se rendent par exemple
pour une broutille au service des urgences d'un
hôpital. Souvent, cela leur coûte moins cher que
s'ils avaient consulté le médecin généraliste.
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
Ik heb al sinds oktober verklaard dat ik de
indexering maar al te graag wil toestaan, mits er
een aantal besparingen, vooral op het vlak van
technische prestaties, wordt aanvaard. Dokter
Detoeuf heeft dan een voorstel uitgewerkt inzake de
gevraagde besparingen, maar dit voorstel werd
door het artsensyndicaat niet aanvaard, voor welke
reden dan ook. Toch vond het artsensyndicaat het
nodig om mij met de vinger te wijzen, met name dat
ik de indexering zou weigeren.
Het is nu aan de ziekenfondsen om op te treden als
bewaker van het systeem. Zij mogen overtredingen
vaststellen en zonodig sanctioneren.
Ik heb een nieuw voorstel inzake besparingen
opgesteld, omdat van de kant van de artsen geen
eensgezindheid blijkt te bestaan.
Depuis le mois d'octobre, j'ai indiqué que j'étais tout
à fait disposé à accorder cette indexation à
condition que l'on accepte un certain nombre
d'économies, principalement dans le domaine des
prestations techniques. Le docteur Detoeuf a alors
élaboré une proposition concernant les économies
demandées mais cette proposition n'a pas été
acceptée par le syndicat des médecins, pour je ne
sais quelle raison. Le syndicat des médecins a
néanmoins jugé bon de s'en prendre à moi en
affirmant que je refuse l'indexation.
Il incombe désormais aux mutualités d'intervenir
comme garant du système. Elles peuvent constater
des infractions et, le cas échéant, prendre des
sanctions.
J'ai élaboré une nouvelle proposition d'économies
dans la mesure où il semble que ce dossier ne
fasse pas l'unanimité du côté des médecins.
Om de indexering toch op 1 februari te laten ingaan
is 2,826 miljoen euro per maand nodig. In totaal
gaat het over zowat 600 miljoen frank op zes
maand.
Weinig huisartsen zijn gedeconventioneerd. Ik zie
daarin geen recente wijzigingen. Ik zal de cijfers in
detail aan de commissie meedelen.
Dokter Van de Meulebroeke wordt nu gevraagd een
herstelplan op te maken voor de huisartsen
geneeskunde. Hij moet voorstellen doen inzake een
betere financiering, betere organisatie van de
wachtdiensten, verbetering van het centraal
medisch dossier, administratieve vereenvoudiging
en structurering van de eerstelijnszorg. Hij wordt
ook geacht advies te verlenen op het voorstel van
minister Aelvoet daarover.
De indexering van de honoraria is inderdaad niet
essentieel. De malaise is groot. Ik vraag aan de
basis, aan de huisartsen zelf, voorstellen te doen.
Precies daarom geef ik die opdracht aan dokter Van
de Meulebroeke.
Pour faire démarrer l'indexation à partir du 1er
février, il faut 2,826 millions d'euros par mois soit,
au total, quelque 600 millions de francs en six mois.
Peu de médecins généralistes sont
déconventionnés. Je n'ai pas observé de
modifications récentes à cet égard. Je
communiquerai les chiffres détaillés à la
commission.
On demande maintenant au Dr Van de
Meulebroeke d'établir un plan de redressement
pour les médecins généralistes. Il doit faire des
propositions visant à l'amélioration du financement,
de l'organisation des services de garde et du
dossier médical centralisé ainsi qu'à la simplification
administrative et à la structuration des soins du
premier échelon. Il est aussi censé remettre un avis
sur la proposition de la ministre Aelvoet à ce sujet.
L'indexation des honoraires n'est en effet pas
essentielle. Le malaise est grand. Je demande à la
base, c'est-à-dire aux médecins généralistes eux-
mêmes, de formuler des propositions. C'est
précisément pourquoi je charge le Dr Van de
Meulebroeke de cette mission.
03.04 Greta D'Hondt (CD&V): In verband met de
huisartsen verwees ik naar de versies van
uitspraken van de minister in de media. Daarom
sprak ik van een forfaitaire vergoeding en vroeg om
verduidelijking.
03.04 Greta D'Hondt (CD&V): En ce qui concerne
les généralistes, je me suis référée au compte
rendu des déclarations du ministre publié dans les
médias. C'est la raison pour laquelle j'ai parlé
d'indemnisations forfaitaires et j'ai demandé des
éclaircissements.
03.05 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Maar u sprak van algehele zorg. Dat
03.05 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Mais vous avez parlé de soins
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
is een grammaticaal verschil en geen citaat van mij.
De versies van mijn uitspraken in de pers zijn niet
noodzakelijk accuraat.
généraux. Il y a une différence sur le plan
grammatical et ce n'est pas une citation. Les
versions de mes déclarations qui paraissent dans la
presse ne sont pas nécessairement exactes.
03.06 Greta D'Hondt (CD&V): Ik wilde enkel
verduidelijking omtrent deze forfaitaire financiering.
Ging het hier om de financiering van de algehele
praktijk? Dergelijke verschillen liggen delicaat in de
publieke opinie. Dezelfde verduidelijking vroeg ik
omtrent de financiering van grotere praktijken.
Wij moeten allen beseffen dat de malaise bij de
huisartsen niet wordt opgelost door het wegwerken
van het probleem van de indexering. Er zijn
structurele maatregelen nodig.
Hoe ver wil de minister gaan om grotere
huisartspraktijken in de hand te werken? Is de
financiering van de infrastructuur van
huisartspraktijken een mogelijke denkpiste?
03.06 Greta D'Hondt (CD&V): Je souhaitais
seulement obtenir des éclaircissements à propos de
ces indemnisations forfaitaires. S'agissait-il, en
l'espèce, du financement du cabinet dans son
ensemble? L'opinion publique est sensible à de
telles distinctions. J'ai réclamé les mêmes
explications à propos du financement de cabinets
plus importants.
Nous devons tous être conscients du fait que le
malaise chez les médecins généralistes ne
disparaîtra pas simplement en réglant le problème
de l'indexation. Des mesures structurelles
s'imposent.
Jusqu'où le ministre est-il prêt à aller pour favoriser
des cabinets de généralistes plus importants ? Le
financement des infrastructures des cabinets
médicaux constitue-t-il une piste de réflexion
possible ?
03.07 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik zie inzake infrastructuurfinanciering
geen principieel beletsel: er is bijvoorbeeld een
voorstel van zo'n 190 miljoen voor informatica-
aanpassingen op tafel van de Medico-Mut.
Ik wil hier natuurlijk niet verklaren dat ik ga streven
naar een 100 procent-financiering van de
infrastructuur. Dat is een ander debat.
De malaise moet structureel aangepakt worden.
Schaalvergroting is nodig voor vele huisartsen,
daarom niet voor alle huisartsen en de financiering
speelt hierin een grote rol.
De heer Van de Meulenbroeke is voorzitter in het
syndicaat van Vlaamse huisartsen en heeft 44 jaar
praktijk achter de rug. Wij verwachten zeer veel van
zijn suggesties in deze materie.
03.07 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je ne vois pas d'objection de principe
à un financement de l'infrastructure. La Médico-Mut
a par exemple proposé de mettre 190 millions sur la
table pour des adaptations informatiques.
Bien entendu, il ne faut pas s'attendre à ce que je
prône un financement intégral de l'infrastructure.
C'est un autre débat.
Il faut combattre le malaise sur un plan structurel.
Des économies d'échelle sont indiquées pour de
nombreux généralistes mais pas nécessairement
pour tous et c'est là que le financement intervient.
M. Van de Meulenbroeke est le président du
syndicat des médecins généralistes flamands et a
derrière lui 44 ans de pratique médicale. Nous
attendons beaucoup de ses suggestions dans ce
domaine.
03.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Uit het
antwoord blijkt dat de minister de malaise kent.
Vandaar zijn initiatief om dokter Van de
Meulebroeke aan het werk te zetten. Ik ben voor het
stimuleren, niet voor het opleggen van de
echellonering. De leefbaarheid van de praktijk en de
toegankelijkheid voor de patiënt zijn essentieel.
Samenwerking is nodig. Preventie is zeer
belangrijk. Daar moet een zekere financiering
tegenover staan.
03.08 Annemie Van de Casteele (VU&ID): Il
ressort de la réponse du ministre qu'il est au
courant du malaise. C'est la raison pour laquelle il a
mis au travail le Dr. Van de Meulebroeke. J'estime
qu'il convient de stimuler l'échelonnement et non de
l'imposer. La viabilité du cabinet médical et son
accessibilité pour le patient constituent des
éléments essentiels. Une collaboration est
nécessaire. La prévention est très importante. Il faut
cependant financer ces activités.
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
De minister beantwoordde mijn vraag over
mogelijke aparte conventies niet. Bekijkt dokter Van
de Meulebroeke de voor, en nadelen daarvan? Hoe
ziet de minister dat voor de toekomst?
Le ministre n'a pas répondu à ma question relative
à d'éventuelles conventions séparées. Le Dr. Van
de Meulebroeke examinera-t-il les avantages et les
inconvénients de cette formule? Quelle est la vision
d'avenir du ministre en la matière?
03.09 Greta D'Hondt (CD&V): Ook tijdens de
vorige legislatuur werden hoogoplopende
discussies gevoerd over de grotere
huisartspraktijken. Wat is de politieke voorkeur van
de regering? In deze commissie moet daar
duidelijkheid over geschapen worden.
03.09 Greta D'Hondt (CD&V): Sous la législature
précédente, on a longuement débattu de la question
de cabinets de médecins généralistes plus
importants. Quelle est l'option politique du
gouvernement ? Il faut que la clarté soit faite sur ce
point en commission.
03.10 Jef Valkeniers (VLD): Is er geen plaats
voor een hoorzitting met de huisartsen in deze
commissie? Dan worden we tenminste eens
rechtstreeks geconfronteerd met de praktische
problemen die de huisartsen vandaag ondervinden.
Stimulering van samenwerkingsverbanden is een
goede zaak, zolang het maar niet verplicht wordt.
03.10 Jef Valkeniers (VLD): Ne peut-on prévoir
d'auditionner les médecins généralistes dans cette
commission? Nous serions au moins pour une fois
confrontés aux problèmes pratiques que les
généralistes rencontrent aujourd'hui.
Il est bon de stimuler des formes de coopération
pour autant que cela ne devienne pas une
obligation.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Jef Valkeniers aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de overconsumptie in ziekenhuizen" (nr. 6059)
04 Question de M. Jef Valkeniers au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "la
surconsommation dans les hôpitaux" (n° 6059)
04.01 Jef Valkeniers (VLD): Artikel 140 leidt tot
overconsumptie en verzuurt de relatie tussen
ziekenhuisbeheerders en artsen, omdat de
beheerders onder dat artikel alle mogelijke kosten
onderbrengen zonder inspraak van de artsen.
Hoe kunnen de ziekenhuisbeheerders dit artikel
daar onbespreekbaar maken met het argument van
het structurele deficit van 17 miljard frank? Artikel
140 is nooit besproken geworden in de Kamer en is
bij KB ingesteld na enkele wijzigingen. Het werd
voorgesteld als een groot overlegmodel, maar is
integendeel eerder een crisismodel geworden.
Ik blijf voorstander van herziening of afschaffing van
artikel 140.
Voor uitgaven moet men normaal wachten op
toestemming van de medische raad en controle
door de revisor. Dit gebeurt niet onder artikel 140.
Maar de geneesheren moeten geraadpleegd
worden vóór een uitgave gebeurt en moeten de
kans krijgen om zich door een boekhouder te laten
bijstaan.
04.01 Jef Valkeniers (VLD): L'article 140 mène à
la surconsommation et envenime les relations entre
les gestionnaires d'hôpitaux et les médecins car les
gestionnaires d'hôpitaux font passer toutes les
dépenses possibles sous cet article sans
concertation avec les médecins.
Comment les gestionnaires d'hôpitaux peuvent-ils,
dès lors prétendre que cet article n'est pas
discutable en se fondant sur l'argument du déficit
structurel de 17 milliards de francs ? L'article 140
n'a jamais fait l'objet d'un débat à la Chambre et est
entré en vigueur par arrêté royal après quelques
modifications. Il a été présenté comme un modèle
de concertation mais s'avère au contraire être
devenu un modèle de crise.
Je reste partisan de la révision ou de la suppression
de l'article 140.
Pour les dépenses, on doit normalement attendre
l'autorisation du Conseil médical et le contrôle du
réviseur. Cela ne se fait pas dans le cadre de
l'article 140. Mais les médecins doivent être
consultés avant que l'on procède à une dépense et
ils doivent avoir l'occasion de se faire assister par
un comptable.
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
04.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Het standpunt is inderdaad niet
houdbaar dat de beweerde onderfinanciering ter
waarde van een miljard frank de weigering om te
discussiëren over de knelpunten van de structuren,
rechtvaardigt.
Het staat niet vast dat artikel 140 leidt tot
overconsumptie in de ziekenhuizen.
Wel blijkt uit de werkzaamheden van de task force
onder de heer Perl dat dit artikel de relatie tussen
artsen en beheerders verzuurt. Ter zake verscheen
op 18 december 2001 een KB tot uitvoering van
artikel 128bis om de transparantie van de
uitwisseling van financiële gegevens tussen
beheerders en artsen te verhogen. Dit KB verplicht
de beheerders om aan de medische raad het
budget van het komende dienstjaar en het
percentage van de erelonen dat aan het ziekenhuis
toekomt over te maken.
De relatie tussen artsen en beheerders wordt verder
bestudeerd en artikel 140 is hier een onderdeel van.
Ik wil dat hierover wordt gediscussieerd en zal in de
komende dagen zelf voorzichtige voorstellen
formuleren.
04.02 Frank Vandenbroucke , ministre (en
néerlandais): Le point de vue selon lequel le
prétendu sous-financement, à hauteur d'un milliard
de francs, justifierait le refus de discuter des
problèmes structurels n'est, en effet, pas
défendable.
Il n' est pas établi que l'article 140 conduise à une
surconsommation dans les hôpitaux.
Les travaux de la task force dirigée par M. Perl
montrent cependant que cet article envenime les
relations entre médecins et gestionnaires. Le 18
décembre 2001, a été publié un arrêté royal en la
matière exécutant l'article 128bis en vue d'améliorer
la transparence de l'échange d'informations
financières entre gestionnaires et médecins. Cet
arrêté royal oblige les gestionnaires à
communiquer, au conseil médical, le budget de
l'exercice suivant et le pourcentage des honoraires
qui revient à l'hôpital.
La relation entre médecins et gestionnaires est
examinée plus avant et l'article 140 en fait partie. Je
tiens à ce que l'on en discute et au cours des
prochains jours, je formulerai moi-même des
propositions prudentes.
04.03 Jef Valkeniers (VLD): De directies reageren
vaak door de artsen aan te zetten tot nog meer
consumptie, vooral als er nieuwe toestellen in
gebruik worden genomen; Sommige ziekenhuizen
hebben zelfs een individueel productieprofiel per
arts. Op het einde van het jaar wordt een verslag
opgesteld van wat elke arts dat jaar heeft
"geproduceerd". Dat is bijvoorbeeld het geval in het
Erasmusziekenhuis in Brussel.
04.03 Jef Valkeniers (VLD): Il arrive souvent que
les directions réagissent en incitant les médecins à
pratiquer la surconsommation, principalement
lorsque de nouveaux appareils sont mis en service ;
certains hôpitaux disposent même d'un profil de
production individuel par médecin. A la fin de
l'année, on établit un rapport sur la «production»
annuelle de chaque médecin. C'est notamment le
cas à l'hôpital Erasme de Bruxelles.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Greta D'Hondt aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"de verdeling van het ZIV-budget voor 2002"
(nr. 6116)
05 Question de Mme Greta D'Hondt au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "la
répartition du budget de l'AMI pour 2002"
(n° 6116)
05.01 Greta D'Hondt (CD&V): Het
verzekeringscomité van het RIZIV is het begin
december 2001 eens geraakt over de verdeling van
het ZIV-budget van 14,42 miljard euro voor 2002.
Hierin werd de verhoging van de honoraria ook
voorzien, dit bedraagt 24.795.437,64 euro. Hiertoe
leveren de verpleegdagprijzen en de forfaitaire
dagprijzen in de algemene ziekenhuizen
32.243.068,93 euro in. Het bedrag van de honoraria
komt hierdoor op 4,5 miljard euro. Het resterende
bedrag is bestemd voor de palliatieve zorg in
rustoorden. De toekenning van deze middelen kan
echter slechts verworven worden als de
05.01 Greta D'Hondt (CD&V): Début décembre
2001, le comité de l'assurance de l'INAMI s'est
accordé sur la répartition du budget de l'AMI fixé à
14,42 milliards d'euros pour 2002. Ce budget
prévoit une augmentation des honoraires pour un
montant total de 24.795.437,64 euros. A cet effet,
on compte économiser sur les prix de la journée
d'hospitalisation et les prix forfaitaires des hôpitaux
généraux un montant de 32.243.068, 93 euros. Ce
qui portera le montant des honoraires à 4,5 milliards
d'euros. Le montant restant sera affecté aux soins
palliatifs dispensés dans les maisons de repos.
L'attribution des ces moyens ne sera toutefois
16/01/2002
CRABV 50
COM 630
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
12
ziekenhuizen binnen het vooropgestelde budget
blijven.
Bevestigt de minister deze gegevens? Is dit niet op
het randje van het moreel en politiek aanvaardbare
dat de noodzakelijke middelen voor palliatieve zorg
afhankelijk zijn van het binnen het budget blijven
van de verpleegdagprijzen? De uitgaven in de
sociale zekerheid moeten onder alle
omstandigheden beheersbaar blijven. Voor de
palliatieve zorgverstrekking wens ik wel te vragen
dat dit deel van de sector niet afhankelijk zou zijn
van besparingen elders.
possible que si les hôpitaux s'en tiennent au budget
prévu.
Le ministre confirme-t-il ces données ? N'est-ce pas
à la limite de ce qui est acceptable moralement et
politiquement de faire dépendre les moyens
nécessaires pour les soins palliatifs du respect du
budget en ce qui concerne le prix de la journée
d'hospitalisation. Il faut pouvoir maîtriser les
dépenses de la sécurité sociale en toutes
circonstances. Pour ce qui est des soins palliatifs, je
souhaiterais que cette partie du secteur ne dépende
pas des économies réalisées ailleurs.
05.02 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik zal mijn zeer technisch antwoord
op deze vraag schriftelijk meedelen aan de
commissie. Ik wil hier alleen kort aanhalen dat
begrotingstechnisch in een reserve werd voorzien
die onder bepaalde voorwaarden kan worden
geaffecteerd aan de sector van de RVT/ROB voor
de palliatieve functie. De rubriek "verpleegdagprijs
en forfaitaire dagprijzen" mag geen beduidende
overschrijding vertonen op basis van de geboekte
uitgaven voor het dienstjaar 2001. De meeruitgaven
in 2001 boven de technische ramingen die de basis
vormden voor 2002 mogen niet meer bedragen dat
7000 miljoen frank.
Toen ik als minister aantrad, was er nog niets
gerealiseerd inzake palliatieve zorg. Ik wil mevrouw
D'hondt daar uitdrukkelijk op wijzen. De CD&V heeft
jarenlang niets gedaan op dat vlak. Toch durft
mevrouw D'hondt beweren dat mijn maatregel om
3,3 miljard te investeren, en 300 miljoen extra indien
mogelijk, "op het randje van het moreel
aanvaardbare" is. Dat neem ik niet.
05.02 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je n'omettrai pas de communiquer
ma réponse très technique à cette question par écrit
à la commission. Je tiens à rappeler très
brièvement que sur le plan de la technique
budgétaire une réserve a été constituée. Cette
réserve peut, du moins sous certaines conditions,
être affectée au secteur MRS/MRPA pour la
fonction palliative. La rubrique "prix de la journée
d'hospitalisation et prix journaliers forfaitaires" ne
peut pas présenter de dépassement sensible sur la
base des dépenses enregistrées pour l'exercice
2001. Par ailleurs, les dépenses supplémentaires
en 2001, en dehors des estimations techniques
prises comme point de départ pour 2002, ne
pourront excéder 7000 millions de francs.
Au moment de mon entrée en fonction comme
ministre, rien n'avait été réalisé en matière de soins
palliatifs. Voilà ce que je tiens à dire très
explicitement à Mme D'Hondt. Pendant de longues
années, le CD&V n'a absolument rien entrepris
dans ce domaine. Mme D'Hondt ose prétendre que
ma mesure visant à investir 3,3 milliards et, si
possible, 300 millions supplémentaires, est à la
limite du moralement admissible. Je n'accepte pas
de telles déclarations.
05.03 Greta D'Hondt (CD&V): De CD&V en de SP
hebben samen geregeerd en dit is onze
gemeenschappelijke erfenis, niet de erfenis van de
CD&V alleen.
Laten we al onze discussies in de openbaarheid
brengen.
Dit is geen persoonlijke aanval op uw persoon. Ik
kan de agressieve toon in het antwoord van de
minister dan ook maar matig waarderen.
05.03 Greta D'Hondt (CD&V): Le CD&V et le SP
ont gouverné ensemble ; c'est donc notre héritage
commun, non pas l' héritage du seul CD&V.
Rendons publics tous nos débats.
Ceci n'est pas une attaque personnelle à votre
égard. Je n'apprécie guère le ton agressif de la
réponse du ministre.
05.04 Minister Frank Vandenbroucke
(Nederlands): Ik ben absoluut bereid deze discussie
voort te zetten, al dan niet voor het oog van
05.04 Frank Vandenbroucke, ministre (en
néerlandais): Je suis entièrement d'accord de
poursuivre cette discussion, devant les caméras ou
CRABV 50
COM 630
16/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
13
camera's, ik ben zelfs vragende partij.
non. Je suis même demandeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 11.39 uur.
La séance est levée à 11.39 heures.
Document Outline