KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
CRABV 50 COM 628
CRABV 50 COM 628
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR HET
B
EDRIJFSLEVEN
,
HET
W
ETENSCHAPSBELEID
,
HET
O
NDERWIJS
,
DE
NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE
I
NSTELLINGEN
,
DE
M
IDDENSTAND
EN DE
L
ANDBOUW
C
OMMISSION DE L
'E
CONOMIE
,
DE LA
P
OLITIQUE
SCIENTIFIQUE
,
DE L
'E
DUCATION
,
DES
I
NSTITUTIONS SCIENTIFIQUES ET CULTURELLES
NATIONALES
,
DES
C
LASSES MOYENNES ET DE
L
'A
GRICULTURE
dinsdag mardi
15-01-2002 15-01-2002
14:30 uur
14:30 heures
Het Beknopt Verslag geeft een samenvatting van de
debatten. Rechtzettingen kunnen schriftelijk meegedeeld
worden vóór
Le Compte rendu analytique est un résumé des débats.
Des rectifications peuvent être communiquées par écrit
avant le
/2002, om 16 uur.
aan de dienst Vertaling BV-CRA
/2002, à 16 heures.
au Service de Traduction du CRA-BV
Fax: 02 549 82 33
e-mail: vert.crabv.correcties@deKamer.be
Fax: 02 549 82 33
e-mail: trad.crabv.corrections@laChambre.be
* Wordt gevoegd bij de definitieve versie van het integraal verslag (CIV-
reeks, op wit papier)
* Est joint à la version définitive du compte rendu intégral (les documents
CRIV, sur papier blanc)
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Dirk Pieters aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de opmerkingen van
het Rekenhof inzake de afwikkeling van het Duits-
Belgisch-Nederlands project voor een snelle
kweekreactor te Kalkar" (nr. 5989)
1
Question de M. Dirk Pieters au secrétaire d'Etat à
l'Energie et au Développement durable, adjoint à
la ministre de la Mobilité et des Transports, sur
"les observations de la Cour des comptes à
propos de la liquidation du projet conjoint entre
l'Allemagne, la Belgique et les Pays-Bas
concernant le surgénérateur de Kalkar" (n° 5989)
1
Sprekers: Dirk Pieters, Olivier Deleuze,
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling
Orateurs: Dirk Pieters, Olivier Deleuze,
secrétaire d'Etat à l'Energie et au
Développement durable
Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister
van Sociale Zaken en Pensioenen over "het
sociaal label" (nr. 5910)
2
Question de Mme Trees Pieters au ministre des
Affaires sociales et des Pensions sur "le label
social" (n° 5910)
2
Sprekers: Trees Pieters, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Trees Pieters, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
over "de wijziging van de voorwaarden voor de
terugbetaling aan de overheid van het in het
kader van het bilateraal akkoord van 1992/A380
toe te kennen voorschot" (nr. 5949)
3
Question de Jean-Jacques Viseur au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
modification des conditions de remboursement à
l'Etat de l'avance à recevoir dans le cadre de
l'accord bilatéral de 1992/A380" (n° 5949)
3
Sprekers: Jean-Jacques Viseur, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Jean-Jacques Viseur, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Vraag van de heer Ferdy Willems aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid, over "de
Plantentuin van Meise" (nr. 5967)
4
Question de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "le
Jardin botanique de Meise" (n° 5967)
4
Sprekers: Ferdy Willems, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Ferdy Willems, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "het vergunningsbeleid inzake de verkoop
van vuurwerk" (nr. 6086)
6
Question de M. Marcel Hendrickx au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les
autorisations en matière de vente de feux
d'artifice" (n° 6086)
6
Sprekers:
Marcel Hendrickx, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs:
Marcel Hendrickx, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met Grootstedenbeleid, over "het
faillissement van Lernout & Hauspie" (nr. 6102)
7
Question de Mme Anne Barzin au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
faillite de Lernout & Hauspie" (n° 6102)
7
Sprekers: Anne Barzin, Charles Picqué,
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Anne Barzin, Charles Picqué,
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des
grandes villes
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
ii
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de aanwervingsprocedure van de directeur-
generaal bij het ministerie van Economische
Zaken" (nr. 6078)
8
Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "la procédure d'engagement du
directeur général auprès du ministère des Affaires
économiques" (n° 6078)
8
Sprekers: Servais Verherstraeten, Charles
Picqué, minister van Economie en
Wetenschappelijk Onderzoek, belast met het
Grootstedenbeleid
Orateurs: Servais Verherstraeten, Charles
Picqué, ministre de l'Economie et de la
Recherche scientifique, chargé de la Politique
des grandes villes
Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de leiding van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6111)
10
Question de Mme Frieda Brepoels au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
direction des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6111)
10
Sprekers: Frieda Brepoels, voorzitter van de
VU&ID-fractie, Charles Picqué, minister van
Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid
Orateurs: Frieda Brepoels, président du
groupe VU&ID, Charles Picqué, ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN, HET
WETENSCHAPSBELEID, HET
ONDERWIJS, DE NATIONALE
WETENSCHAPPELIJKE EN
CULTURELE INSTELLINGEN, DE
MIDDENSTAND EN DE
LANDBOUW
COMMISSION DE L'ECONOMIE,
DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE,
DE L'EDUCATION, DES
INSTITUTIONS SCIENTIFIQUES
ET CULTURELLES NATIONALES,
DES CLASSES MOYENNES ET DE
L'AGRICULTURE
van
DINSDAG
15
JANUARI
2002
14:30 uur
______
du
MARDI
15
JANVIER
2002
14:30 heures
______
De vergadering wordt geopend om 14.39 uur door
de heer Jos Ansoms, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.39 heures par M. Jos
Ansoms, président.
01 Vraag van de heer Dirk Pieters aan de
staatssecretaris voor Energie en Duurzame
Ontwikkeling, toegevoegd aan de minister van
Mobiliteit en Vervoer, over "de opmerkingen van
het Rekenhof inzake de afwikkeling van het
Duits-Belgisch-Nederlands project voor een
snelle kweekreactor te Kalkar" (nr. 5989)
01 Question de M. Dirk Pieters au secrétaire
d'Etat à l'Energie et au Développement durable,
adjoint à la ministre de la Mobilité et des
Transports, sur "les observations de la Cour des
comptes à propos de la liquidation du projet
conjoint entre l'Allemagne, la Belgique et les
Pays-Bas concernant le surgénérateur de Kalkar"
(n° 5989)
01.01 Dirk Pieters (CD&V): In zijn 158
ste
Boek van
Opmerkingen formuleert het Rekenhof
opmerkingen bij de Duits-Belgisch-Nederlandse
samenwerking inzake de kweekreactor te Kalkar.
Het Rekenhof betreurt het ontbreken van een
formeel trilateraal document dat de Belgische
verantwoordelijkheid zou regelen. De minister
verwees naar Duitse briefwisseling van 1991, maar
die kan volgens het Rekenhof niet worden
gelijkgesteld met een formeel document.
Het Rekenhof formuleert eveneens opmerkingen bij
de bilaterale restitutieclaim. België ging er vroeger
van uit dat eerst het aspect van de particuliere
partners moest worden geregeld. Staat dat
standpunt ter discussie? Wordt gedacht aan een
internationaal-rechtelijke procedure? Betreft de
claim naast de Duitse Staat ook de
projectvennootschappen? Welke argumenten zijn
er om af te zien van een claim ten aanzien van de
projectvennootschappen?
01.01 Dirk Pieters (CD&V): Dans son 158
e
Cahier
d'observations, la Cour des comptes se penche sur
la coopération entre l'Allemagne, la Belgique et les
Pays-Bas concernant le surgénérateur de Kalkar. A
propos de ce dossier, la Cour des comptes déplore
l'absence d'un document trilatéral formel qui
définirait la responsabilité belge. Quant au courrier
allemand datant de 1991, auquel le ministre a fait
référence, la Cour des comptes estime qu'il
n'équivaut pas à un document formel.
La Cour des comptes formule également des
observations relatives à la demande bilatérale de
restitution. Auparavant, la Belgique considérait qu'il
convenait de régler d'abord l'aspect concernant les
partenaires privés. Ce point fait-il l'objet d'une
discussion ? Envisage-t-on une procédure juridique
internationale ? Outre l'État allemand, la demande
précitée concerne-t-elle également les sociétés
impliquées dans le projet
? Quels sont les
arguments avancés pour renoncer à une demande
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
2
à l'égard de ces sociétés ?
01.02 Staatssecretaris Olivier Deleuze
(Nederlands): Ik heb deze vraag niet ontvangen.
Mijn antwoord kan dan ook alleen summier en
onvolledig zijn. Ik sprak met minister Michel af dat
wij over Kalkar zouden discussiëren na het
Voorzitterschap. Dat is nog niet gebeurd. Ik stel
daarom voor later op uw vragen te antwoorden.
01.02 Olivier Deleuze , secrétaire d'Etat (en
néerlandais): Je n'ai pas reçu cette question. Ma
réponse ne peut dès lors être que sommaire et
incomplète. J'ai convenu avec le ministre Michel de
discuter de Kalkar à l'issue de la Présidence
européenne. Nous ne l'avons pas encore fait. Je
vous propose donc de répondre ultérieurement à
votre question.
01.03 Dirk Pieters (CD&V): De vraag is niet
dringend. Ik stel voor dat mijn vraag later opnieuw
aan bod komt, na het overleg tussen de ministers.
01.03 Dirk Pieters (CD&V): La question n'est pas
urgente. Je propose que ma question soit remise à
l'ordre du jour après la concertation entre les
ministres.
01.04 De voorzitter: De heer Servais
Verherstraeten vraagt de verdaging van zijn vraag
nr. 5948. Hetzelfde gebeurt met vraag nr. 6074 van
de heer Luc Goutry.
01.04 Le président: M. Servais Verherstraeten
demande le report de sa question n° 5948. Il en va
de même pour la question n° 6074 de M. Luc
Goutry.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de
minister van Sociale Zaken en Pensioenen over
"het sociaal label" (nr. 5910)
02 Question de Mme Trees Pieters au ministre
des Affaires sociales et des Pensions sur "le
label social" (n° 5910)
(Het antwoord zal worden verstrekt door de minister
van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek,
belast met het Grootstedenbeleid.)
(La réponse sera fournie par le ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique, chargé
de la Politique des grandes villes.)
02.01 Trees Pieters (CD&V): Een werkgroep
bereidt uitvoeringsbesluiten voor op de wet ter
bevordering van een sociaal verantwoorde
productie. Het wetsontwerp wil aanvaardbare
arbeidsvoorwaarden in sociaal minder ontwikkelde
landen door een label toe te kennen aan
ondernemingen die met zulke landen handel
drijven. Dat vergt echter veel financiële en
menselijke middelen. Blijft de vraag of de
wereldhandel daardoor eerlijker zal worden. De
bedrijven moeten de vijf basiscriteria van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) respecteren:
geen dwangarbeid, vakbondsvrijheid, recht van
organisatie en collectief overleg, geen discriminatie
en een minimumleeftijd voor kinderarbeid.
Is het wel realistisch de gelijktijdige naleving van al
deze criteria op te leggen? De kans op een reële
verbetering is groter als de criteria stapsgewijs en
onder gecontroleerde omstandigheden van kracht
worden. De controle op de arbeidsvoorwaarden in
ontwikkelingslanden is echter ingewikkeld en
moeilijk. De distributiesector kan zich alleen
engageren in een labelsysteem dat echt haalbaar
is.
02.01 Trees Pieters (CD&V): Un groupe de travail
prépare les arrêtés d'exécution de la loi visant à
promouvoir la production socialement responsable.
Le projet de loi tend à instaurer des conditions de
travail acceptables dans les pays moins développés
sur le plan social en décernant un label aux
entreprises qui entretiennent des relations
commerciales avec ces pays. Cette initiative
nécessite cependant d'importants moyens
financiers et humains. Mais il reste à savoir si elle
rendra le commerce mondial plus équitable. Les
entreprises doivent respecter les cinq critères de
base de l'Organisation internationale du travail (OIT)
: pas de travail forcé, liberté syndicale, droit
d'organisation et de concertation collective, absence
de discrimination et âge minimum pour le travail des
enfants.
Est-il réaliste d'imposer le respect simultané de
l'ensemble de ces critères ? Une application
progressive et contrôlée de ces critères
augmenterait la probabilité d'une amélioration
réelle. Il est cependant difficile et complexe de
contrôler les conditions de travail dans les pays en
développement. Le secteur de la distribution ne
peut s'engager dans un système de label que s'il
est réaliste.
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
3
Om een reële impact te hebben zou het
labelsysteem op Europees vlak uitgebouwd moeten
worden, mogen de inspanningen niet alleen op de
schouders van het bedrijfsleven worden gelegd en
moet de regering haar invloed op de
ontwikkelingslanden aanwenden. Ook de NGO's
hebben een rol te spelen.
Is een versoepeling van de vijf basiscriteria
mogelijk?
Pour avoir un impact réel, le système de label
devrait être mis en oeuvre au niveau européen. Les
entreprises ne devraient pas être les seules à
devoir consentir des efforts. En outre, le
gouvernement doit peser de tout son poids sur les
pays en développement. Les ONG ont également
un rôle à jouer.
Est-il possible d'assouplir les cinq critères de base ?
02.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Het
Belgisch sociaal label is als aansporing bedoeld,
niet bestraffend. De ondernemingen krijgen de kans
hun imago te verbeteren. Respect voor de vijf
basiscriteria van de IAO is volgens mij een
minimum.
De al dan niet ondertekening van de IAO-
overeenkomst door het land waarin de
onderneming gelegen is, heeft geen belang. Wel
wordt nagegaan of de basisovereenkomst werd
gerespecteerd bij de vervaardiging van het product.
De ondernemingen kunnen bijdragen om de sociale
welstand in die landen te verbeteren.
Een bureau dat instaat voor een sociale audit zal de
onderneming accrediteren op basis van een bestek.
Ook de onderaannemers komen daarbij aan bod en
het advies van de NGO's en van de representatieve
arbeidsorganisaties wordt in aanmerking genomen
bij de beoordeling. Dit externe auditbureau zal een
verslag opmaken dat bij de octrooiaanvraag moet
worden gevoegd. Het wetsontwerp bevat zware
sancties om te voorkomen dat hiermee wordt
geknoeid. De concrete procedures zijn dus
uitgewerkt.
02.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
Le label social belge à pour vocation d'encourager
et non de pénaliser. Nous offrons aux entreprises la
possibilité d'améliorer leur image. Selon moi, le
respect des cinq critères de base de l'OIT constitue
un minimum.
Le fait que le pays dans lequel l'entreprise est
établie a ratifié la convention de l'OIT ou non, est
sans importance. Le contrôle porte plutôt sur le
respect de la convention de base lors de la
fabrication du produit. Les entreprises peuvent
contribuer à l'amélioration de la situation sociale de
ces pays.
Le bureau qui réalisera un audit social accréditera
l'entreprise sur la base d'un projet. L'appréciation
prendra également en considération les sous-
traitants et tiendra compte de l'avis des ONG et des
organisations représentatives des travailleurs. Ce
bureau d'audit externe rédigera un rapport qui devra
être joint à la demande de brevet. Le projet de loi
prévoit de lourdes sanctions pour éviter toute
manipulation à ce niveau. Les procédures
concrètes sont donc déja élaborées.
02.03 Trees Pieters (CD&V): Het sociaal label is
een mooi initiatief, maar ik blijf me afvragen of men
geen economische discriminaties in het leven roept
als men de vijf criteria in één keer oplegt. Wanneer
mogen we trouwens de uitvoeringsbesluiten
verwachten?
02.03 Trees Pieters (CD&V): Le label social est
une belle initiative mais je continue à me demander
si l'on ne crée pas de discriminations économiques
en imposant les cinq critères simultanément. Pour
quand pouvons-nous d'ailleurs attendre les arrêtés
d'exécution ?
02.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): Ik
kan nog geen datum vooropstellen. De
ondernemingen zullen minimaal aan de vijf IAO-
voorwaarden moeten voldoen. De procedure is
haalbaar. Het sociaal label zal in de volgende
maanden afgeleverd kunnen worden.
02.04 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
Je ne peux encore avancer aucune date. Les
entreprises devront au minimum remplir les cinq
conditions de l'OIT. La procédure est réaliste. Le
label social pourra être délivré dans les prochains
mois.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jean-Jacques Viseur aan
de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid
03 Question de Jean-Jacques Viseur au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
4
over "de wijziging van de voorwaarden voor de
terugbetaling aan de overheid van het in het
kader van het bilateraal akkoord van 1992/A380
toe te kennen voorschot" (nr. 5949)
modification des conditions de remboursement à
l'Etat de l'avance à recevoir dans le cadre de
l'accord bilatéral de 1992/A380" (n° 5949)
03.01 Jean-Jacques Viseur (PSC): Ik heb
vernomen dat er meningsverschillen zijn ontstaan
over de interpretatie van de wijze waarop het
bilateraal akkoord van 1992/A320 is geformuleerd.
Volgens de DWTC zou de verplichte terugbetaling
totaal losstaan van het commercieel succes van het
vliegtuig. Het akkoord van 1992 lijkt evenwel de
terugbetaling aan dat succes te koppelen, waarbij
de Staat het daarmee gepaard gaande
commerciële risico neemt. Conform de interpretatie
van de DWTC zou het terugbetaalbare voorschot
worden beperkt tot een langetermijnlening.
Onderschrijft u deze interpretatie? Dient het toe te
kennen voorschot na 17 jaar integraal te zijn
terugbetaald? Wat vindt u van het standpunt van
de DWTC die een meer omlijnde en strikte houding
aannemen dan wat in het bilateraal akkoord werd
overeengekomen?
03.01 Jean-Jacques Viseur (PSC): Il me revient
que des divergences sont apparues sur
l'interprétation des termes de l'accord bilatéral de
1992/A320. Selon les SSTC, l'obligation de
remboursement serait indépendante du succès
commercial de l'avion. Or, l'accord de 1992 semble
lier le remboursement à ce succès, l'État prenant le
risque commercial associé. Suivant l'interprétation
par les SSTC, l'avance remboursable serait réduite
à un prêt à long terme.
Partagez-vous cette interprétation ? L'avance à
recevoir doit-elle être complètement remboursée
après 17 ans ? Quel est votre point de vue sur la
position des SSTC, plus fermée et stricte par
rapport aux termes de l'accord bilatéral ?
03.02 Minister Charles Picqué (Frans): Ik deel uw
standpunt omtrent de noodzaak om duidelijkheid te
scheppen over dit soort tegemoetkomingen.
Er werden internationale akkoorden betreffende de
vliegtuigbouw gesloten tussen de Europese
Gemeenschap en de Verenigde Staten. Staatssteun
kan slechts worden verleend als er een redelijke
kans op terugbetaling bestaat, en bovendien slechts
ten bedrage van 33 procent van de kostprijs van het
vliegtuig.
En ten slotte : wanneer de effectieve verkoop niet
aan de gestelde verwachtingen beantwoordt, is het
de staat niet toegestaan om over te gaan tot
terugbetaling.
Deze interpretatie van het akkoord van 1992 werd
ons bevestigd; de Belgische administratie mag dus
geen meer restrictieve maatregelen nemen. Mijn
departement heeft ter zake dan ook demarches
gedaan bij de DWTC.
03.02 Charles Picqué, ministre (en français): Je
partage votre point de vue sur la nécessité de
clarifier cette forme d'aide.
Des accords internationaux relatifs à la construction
aéronautique ont été conclus entre la Communauté
européenne et les Etats-Unis. Le soutien de l'État
ne peut être accordé que si une perspective
raisonnable de remboursement existe. De plus, il ne
peut intervenir qu'à concurrence de 33% du coût de
l'avion seulement.
Enfin, si les ventes effectives n'atteignent pas les
espérances exprimées, l'État n'est pas admis à
rembourser.
Cette interprétation de l'accord de 1992 nous a été
confirmée. Il ne convient donc pas que
l'administration belge prenne des dispositions plus
restrictives. Mon département est intervenu à cet
égard auprès des SSTC.
03.03 Jean-Jacques Viseur (PSC): Ik dank u voor
uw duidelijk antwoord dat de industriëlen volkomen
geruststelt.
03.03 Jean-Jacques Viseur (PSC): Je vous
remercie pour la clarté de la réponse qui est tout à
fait rassurante pour les industriels.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Ferdy Willems aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de Plantentuin van Meise" (nr. 5967)
04 Question de M. Ferdy Willems au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "le
Jardin botanique de Meise" (n° 5967)
04.01 Ferdy Willems (VU&ID): In december 2001 04.01 Ferdy Willems (VU&ID): En décembre
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
5
was er een hele polemiek over de moeizame
uitvoering van het Lambermontakkoord wat de
Nationale Plantentuin van Meise betreft. De
Plantentuin werd tijdelijk ondergebracht bij de
Dienst voor wetenschappelijke, technische en
culturele aangelegenheden en ressorteert aldus
onder staatssecretaris Ylieff. De Plantentuin had
uiterlijk moeten worden overgeheveld op de dag
waarop Landbouw werd geregionaliseerd.
Directeur Ramelot sprak zelf, tot in de buitenlandse
pers, zijn ongerustheid uit. De onzekerheid en de
moeizame procedure hebben gevolgen voor het
personeelskader. Ook speelt de bekommernis om
het internationale niveau van de Plantentuin te
behouden. Verder duikt het spookbeeld van een
onoordeelkundige splitsing op. Er wordt gepleit voor
een grote toegankelijkheid.
Artikel 13 van het Lambermontakkoord omvat een
groot aantal waarborgen met betrekking tot het
statuut van de Plantentuin, het personeelsbestand
en de taalverhoudingen. Nergens is er enig spoor
van bekrompenheid te bespeuren. Waarom volgt de
politieke uitvoering van die mooie principes dan
niet?
Er is nog steeds geen regeringsbeslissing. Wat is
de situatie vandaag? Is ze conform met de
Lambermontafspraken?
2001, la mise en oeuvre laborieuse de l'accord du
Lambermont en ce qui concerne le Jardin botanique
de Meise a soulevé toute une polémique. Le Jardin
botanique a été transféré provisoirement aux
Services fédéraux des affaires scientifiques,
techniques et culturelles et relève donc de la
compétence du secrétaire d'État Ylieff. C'est au
plus tard à la date de la régionalisation de
l'Agriculture que le Jardin botanique aurait dû être
transféré.
Le directeur, monsieur Ramelot, a lui-même fait
part de son inquiétude, jusque dans la presse
étrangère. L'incertitude et la procédure laborieuse
ont des conséquences pour le cadre du personnel.
On est également soucieux de maintenir le niveau
international du Jardin botanique. Le spectre d'une
scission sans discernement plane également. On
plaide en faveur d'une grande accessibilité.
L'article 13 de l'accord du Lambermont contient un
grand nombre de garanties concernant le statut du
Jardin botanique, l'effectif du personnel et les
rapports linguistiques. Il n'y rien de mesquin dans
tout cela. Pourquoi la mise en oeuvre politique de
ces beaux principes ne suit-elle donc pas ?
Le gouvernement n'a pas encore pris de décision.
Quelle est la situation aujourd'hui
? Est-elle
conforme aux accords du Lambermont ?
04.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
bijzondere wet bevat een lijst van negentien
wetenschappelijke instellingen die onder de
federale bevoegdheid vallen. Die lijst kan niet
worden gewijzigd zonder eensluidend advies van de
Gewesten en Gemeenschappen. Tot het
Lambermontakkoord telde Landbouw vijf
wetenschappelijke instellingen. Drie werden naar de
Gewesten overgeheveld: de landbouwkundige
onderzoekscentrum van Gembloux, Gent en
Tervuren.
De Plantentuin van Meise is het onderwerp van een
samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten. Dat
akkoord is nog niet rond. De beslissingen van
Lambermont worden niet in vraag gesteld. Meise
vormt wel een probleem. Het is nog steeds
onduidelijk welke federale overheid daar de voogdij
moet blijven uitoefenen. Ik wacht op het advies van
de regio's. Veel problemen moeten door hen
worden opgelost, onder meer vragen over
personeel en toegankelijkheid. Een internationaal
befaamde tuin moet voor iedereen toegankelijk
blijven. Ik volg het dossier op de voet.
04.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
La loi spéciale contient une liste de
19 établissements scientifiques qui relèvent de la
compétence fédérale. Cette liste ne peut être
modifiée sans l'avis unanime des Régions et
Communautés. Jusqu'à la conclusion de l'accord du
Lambermont, l'Agriculture comptait cinq
établissements scientifiques. Trois d'entre eux ont
été transférés aux Régions, à savoir les centres de
recherche agronomique de Gembloux, de Gand et
de Tervuren.
Le Jardin botanique de Meise fait l'objet d'un accord
de coopération entre les Régions. Cet accord n'est
pas encore finalisé. Les décisions du Lambermont
ne sont pas remises en question. Meise constitue
certes un problème. On ne sait pas encore avec
précision quelle autorité fédérale doit exercer la
tutelle sur le Jardin botanique. J'attends l'avis des
Régions. Il leur appartient de résoudre de nombreux
problèmes, notamment les questions relatives au
personnel et à l'accessibilité. Un jardin jouissant
d'une réputation internationale doit rester accessible
à chacun. Je suis ce dossier de près.
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
6
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Waarom is dit
dossier na één jaar nog steeds niet opgelost? Het
akkoord regelt personeelsbestand en algemene
toegankelijkheid voor publiek en wetenschappers.
Er is dus blijkbaar een ander probleem.
04.03 Ferdy Willems (VU&ID): Pourquoi ce
dossier n'est-il pas encore réglé après un an ?
L'accord règle la question du personnel et de
l'accessibilité générale au public et aux
scientifiques. Un autre problème se pose donc
manifestement.
04.04 Minister Charles Picqué (Nederlands):
Misschien lopen de standpunten van de
Gemeenschappen uiteen. Die vraag hoort thuis in
het Vlaams en Waals Parlement.
04.04 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):
Peut-être les avis des Communautés divergent-ils.
Cette question devrait être posée au Parlement
flamand et au Parlement wallon.
04.05 Ferdy Willems (VU&ID): Hier wordt een
politiek spelletje gespeeld, dat een
wetenschappelijke instelling met internationale
uitstraling schaadt.
04.05 Ferdy Willems (VU&ID): On se livre à des
manoeuvres politiques qui portent préjudice à un
établissement scientifique au rayonnement
international.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Marcel Hendrickx aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "het vergunningsbeleid inzake de verkoop
van vuurwerk" (nr. 6086)
05 Question de M. Marcel Hendrickx au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "les
autorisations en matière de vente de feux
d'artifice" (n° 6086)
05.01 Marcel Hendrickx (CD&V): Het KB en MB
van februari 2000 inzake het verkopen van
vuurwerk, die ingegeven waren door ernstige
ongevallen in binnen- en buitenland, zijn
onvoldoende. Wie in beroep gaat tegen het afwijzen
van een vergunning geniet aan Nederlandstalige
kant gedurende minstens tien maanden het
voordeel van de opschorting, omdat de beroepen
niet sneller kunnen worden behandeld. De politie
kan zijn controlebevoegdheid niet ten volle
uitoefenen, omdat hij geen bewoonde vertrekken
mag binnengaan. Daar liggen dus dikwijls immense
voorraden gevaarlijk spul. Oude vergunningen, die
gevaar inhouden, zijn in vele gevallen niet
aangepast. Welke maatregelen neemt de minister
om een eind te maken aan die levensgevaarlijke
toestand?
05.01 Marcel Hendrickx (CD&V): L'arrêté royal et
l'arrêté ministériel de février 2000 concernant la
vente de feux d'artifice, inspirés par de graves
accidents survenus à l'intérieur et à l'extérieur de
nos frontières, sont insuffisants. La personne qui
interjette appel contre le refus d'octroi d'une
autorisation profite, dans la partie néerlandophone
du pays, du bénéfice de la suspension du prononcé
pendant au moins dix mois, les appels ne pouvant
être traités dans de meilleurs délais. La police n'est
pas en mesure d'exercer pleinement sa
compétence de contrôle, étant donné qu'elle ne
peut pénétrer dans des locaux habités. Des stocks
immenses de matériel dangereux y sont donc
souvent entreposés. Les anciennes autorisations,
qui comportent des risques, ne sont, dans de
nombreux cas, pas adaptées. Quelles mesures le
ministre prend-il pour mettre un terme à cette
situation extrêmement dangereuse ?
05.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
wet op de springstoffen telt een aantal lacunes.
Politiediensten zijn immers niet bevoegd zomaar
woningen te betreden. Mijn controleagenten mogen
alleen voor het publiek toegankelijke plaatsen
controleren, geen opslagplaatsen, tenzij ze
vergezeld zijn door een politiecommissaris of een
schepen. Dat is een onwerkbare procedure.
Bovendien kunnen mijn controleagenten geen
vuurwerk in beslag nemen. Het is dus noodzakelijk
dat de reglementering wordt aangepast: men moet
de mogelijkheid creëren om bewoonde gebouwen
te controleren mits een huiszoekingsbevel, onze
05.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):
La loi sur les explosifs présente une série de
lacunes. En effet, les services de police ne sont
normalement pas habilités à pénétrer dans des
habitations. Mes agents de contrôle ne peuvent
contrôler que les lieux accessibles au public, aucun
entrepôt, à moins qu'ils ne soient accompagnés
d'un commissaire de police ou d'un échevin. Cette
procédure rend leur travail impossible. Par ailleurs,
mes agents de contrôle ne peuvent saisir aucune
pièce de feu d'artifice. Une modification de la
réglementation s'impose donc: il faut permettre le
contrôle de locaux habités, par le biais d'un mandat
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
7
controleagenten moeten beslag kunnen leggen op
het vuurwerk en alle controleambtenaren zouden de
opslagplaatsen moeten kunnen betreden.
de perquisition, nos agents de contrôle doivent être
autorisés à saisir les feux d'artifice et tous les
agents de contrôle devraient pouvoir pénétrer dans
les entrepôts.
Die lacunes en de soms moeilijke samenwerking
met de lokale politiediensten hebben niet verhinderd
dat mijn diensten in de voorbije eindejaarsperiode
goed werk hebben geleverd en 168 PV's hebben
opgesteld. Het beleid heeft dus niet gefaald.
De vergunningen houden rekening met de
bewoning op het ogenblik van de aanvraag.
Controles moeten leiden tot eventuele
aanpassingen.
Opslagplaatsen van kleinhandelaars betreffen
doorgaans kleine hoeveelheden en zijn doorgaans
al in woongebied gelegen, zodat zich op dat vlak
niet veel problemen voordoen.
De vergunningen voor opslag van vuurwerk
bevatten zeer strikte voorschriften voor de uitbaters,
die door de bevoegde diensten streng worden
gecontroleerd.
Ces lacunes, ainsi que la collaboration parfois
difficile avec les services de police locaux, n'ont pas
empêché mon service de faire du très bon travail au
cours de la période de fin d'année et de dresser 168
procès-verbaux. Il n'y a donc pas eu de problèmes
au niveau de la politique menée.
Lors de la délivrance des autorisations, il est tenu
compte des zones d'habitation au moment de la
demande. Les contrôles doivent conduire à
d'éventuelles adaptations.
Les dépôts de détaillants contiennent généralement
de petites quantités et sont la plupart du temps
situés dans des zones d'habitation, de sorte que
l'on rencontre peu de problèmes à ce niveau.
Les autorisations pour le stockage de feux d'artifice
imposent des prescriptions très strictes à l'égard
des exploitants. Le respect de ces règles fait l'objet
d'un contrôle sévère de la part des services
compétents.
05.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Zonder
huiszoekingsbevel van de onderzoeksrechter kan
men de privé-vertrekken van de kleinhandelaars
niet controleren. Daar wordt veel vuurwerk
opgeslagen, wat bijzonder riskant is, aangezien die
zaken in woonwijken gevestigd zijn. De vergunning
zou afhankelijk moeten worden gemaakt van zo een
controlerecht in de privé-woning.
05.03 Marcel Hendrickx (CD&V): Sans mandat de
perquisition délivré par un juge d'instruction, les
locaux privés des petits commerçants ne peuvent
faire l'objet d'un contrôle. Le stockage, dans ces
locaux, de quantités importantes de feux d'artifice
représente un réel danger, dans la mesure où les
commerces concernés sont établis dans des
quartiers résidentiels. L'octroi de la licence devrait
être subordonné au droit de contrôler l'habitation
privée.
05.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): U
stelt dus voor dat de betrokkenen, vóór ze een
vergunning krijgen, schriftelijk toestemming moeten
verlenen om hun privé-vertrekken te betreden? Dat
is een mogelijke denkpiste. In elk geval moet de
reglementering worden gewijzigd.
05.04 Charles Picqué , ministre (en néerlandais) :
Vous proposez donc que les intéressés consentent
par écrit à ce que l'on pénètre dans leurs locaux
privés avant que la licence ne leur soit délivrée. Il
s'agit-là d'une piste de réflexion envisageable. Quoi
qu'il en soit, la réglementation doit être modifiée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Anne Barzin aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met Grootstedenbeleid, over
"het faillissement van Lernout & Hauspie"
(nr. 6102)
06 Question de Mme Anne Barzin au ministre de
l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
faillite de Lernout & Hauspie" (n° 6102)
06.01 Anne Barzin (PRL FDF MCC): Op de beurs
genoteerde privé-ondernemingen die een beroep op
overheidsgeld doen, zijn aan strenge controles
onderworpen.
06.01 Anne Barzin (PRL FDF MCC): Les sociétés
privées faisant appel à l'argent du public et cotées
en bourse font l'objet de contrôles sévères.
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
8
In het geval van Lernout & Hauspie bleven de
kranten, gespecialiseerde commentatoren en
banken bijna tot aan de vooravond van het
gerechtelijk akkoord het publiek ertoe aanzetten het
aandeel te kopen. De enige verklaring hiervoor is
dat er een gebrek was aan correcte informatie door
de organen belast met de controle van de
instellingen die overheidsgeld ontvangen. Tegen de
bedrijfsrevisor en de advocaat van Lernout &
Hauspie zou een strafrechtelijk onderzoek lopen.
Welke maatregelen nam de overheid om de
tekortkomingen bij de wettelijke controleorganen
vast te stellen?
Welke sancties zijn al of zullen nog worden
genomen?
Welke maatregelen werden genomen om dergelijke
ontsporingen te voorkomen?
Dans le cas de Leernout & Hauspie, journaux,
commentateurs spécialisés et banques ont
continué, presque jusqu'à la veille de la mise en
concordat judiciaire, à pousser le titre à l'achat, ce
qui ne peut s'expliquer que par un manque
d'informations correctes diffusées par les organes
chargés du contrôle des institutions faisant appel à
l'argent du public. Le réviseur d'entreprise et
l'avocat de Leernout & Hauspie feraient l'objet d'une
instruction pénale.
Quelles dispositions l'État a-t-il prises pour identifier
les manquements dans le chef des organes légaux
de contrôle ?
Quelles sanctions ont été ou seront-elles prises ?
Quelles dispositions ont-elles été prises pour éviter
de tels dérapages ?
06.02 Minister Charles Picqué (Frans): U zou er
goed aan doen uw vraag ook tot de minister van
Financiën te richten, aangezien zij handelt over de
beursgenoteerde ondernemingen en de controle die
hierop dient te worden uitgeoefend. De heer
Reynders en ikzelf hebben een gemeenschappelijk
wetsontwerp inzake corporate governance
ondertekend dat twee artikels bevat die de
onafhankelijkheid van de bedrijfsrevisor moeten
versterken. Ik vind dit weliswaar een belangrijk
probleem, maar meen dat uw vraag voor de
minister van Financiën is bestemd.
06.02 Charles Picqué , ministre (en français): Il
serait bon que la question soit posée également au
ministre des Finances puisqu'elle touche aux
sociétés cotées et au contrôle à exercer sur celles-
ci. Toutefois, j'ai signé avec M. Reynders le coprojet
de loi sur la corporate governance qui contient deux
articles visant à renforcer l'indépendance du
réviseur d'entreprise. Sans nier l'intérêt que je porte
à ce problème, je pense que votre question est
destinée au ministre des Finances.
06.03 Anne Barzin (PRL FDF MCC): Ik ken het
wetsontwerp inzake corporate governance. Ik ben
er niet helemaal zeker van dat de voorgestelde
bepalingen ontsporingen zoals bij Lernout &
Hauspie kunnen voorkomen.
06.03 Anne Barzin (PRL FDF MCC): Je connais le
projet de loi sur la corporate governance. Je ne suis
pas tout à fait sûre que les dispositions proposées
permettront d'éviter les dérapages tels que ceux
que nous avons connus dans le dossier Leernout &
Hauspie.
06.04 Minister Charles Picqué (Frans): Dat zou al
een mooi debat over de voorgestelde voorwaarden
inzake onverenigbaarheid opleveren.
Een gebrek aan transparantie en een gebrek aan
vertrouwen bij de aandeelhouders kunnen zware
economische gevolgen hebben, daarom volg ik dit
dossier met de grootste aandacht.
06.04 Charles Picqué , ministre (en français):
Ainsi, vous aurez déjà un très beau débat sur les
conditions d'incompatibilité qui seront proposées.
Un manque de transparence et de confiance de
l'actionnariat pourrait avoir des conséquences
économiques graves et je suis donc ce dossier
avec attention.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan
de minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de aanwervingsprocedure van de directeur-
generaal bij het ministerie van Economische
07 Question de M. Servais Verherstraeten au
ministre de l'Economie et de la Recherche
scientifique, chargé de la Politique des grandes
villes, sur "la procédure d'engagement du
directeur général auprès du ministère des
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
9
Zaken" (nr. 6078)
Affaires économiques" (n° 6078)
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Het
Belgisch Staatsblad publiceerde tijdens het
kerstreces de vacature voor een directeur-generaal
bij het ministerie van Economische Zaken. De
kandidaturen werden binnen de tien werkdagen
ingewacht.
Wat is het dringende karakter? Past die regeling in
de Copernicushervorming, die aanwervingen via
assessment in het vooruitzicht stelt? Wordt aldus
het gelijkheidsbeginsel niet geschonden? Waarom
worden de andere vacatures niet op dezelfde wijze
open gesteld? Wat is het onderscheid met de
vacatures die wel via de assessmentprocedure
verlopen?
07.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Le
Moniteur belge a publié pendant les vacances de
Noël l'offre d'emploi relative à un poste de directeur
général au ministère des Affaires économiques. Les
candidatures devaient être transmises dans les dix
jours ouvrables.
Quel est le caractère urgent de l'offre ? Respecte-t-
elle la réforme Copernic qui prévoit une procédure
d'assessment ? Le principe d'égalité n'est-il pas
violé
? Pourquoi n'applique-t-on pas la même
procédure en ce qui concerne les autres postes
vacants ? En quoi les recrutements qui se font par
le biais de la procédure d'assessment diffèrent-ils
de celui-ci ?
07.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
vacature was niet dringend. Elke vacature die in het
Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, biedt de
kandidaten tien werkdagen om te reageren. Er is in
dit geval geen enkele afwijking van de geldende
procedure. In de selectieprocedure zal er evenmin
hoogdringendheid worden ingeroepen. De nieuwe
structuur van mijn administratie gaf geen aanleiding
tot enige publicatie in het Belgisch Staatsblad. De
onderhandelingen daarover met de vakbonden
werden nog niet aangevat.
Ik kan mij nu niet aansluiten bij de procedure van
Copernicus. De voorzitter-manager van het
Directiecomité moet immers nog worden
aangeduid. Tegelijkertijd ontzegt men aan het
Bestuur Handelsbeleid een directeur-generaal. Het
was onontbeerlijk de directeur-generaal van zo'n
belangrijke dienst binnen een redelijke termijn te
benoemen.
07.02 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):
L'offre d'emploi n'était pas urgente. Toutes les
offres d'emploi paraissant au Moniteur belge
laissent aux candidats dix jours ouvrables pour
réagir. Le présent cas ne déroge donc pas à la
procédure en vigueur. L'urgence ne sera pas
davantage invoquée lors de la procédure de
sélection. La nouvelle structure de mon
administration n'a donné lieu à aucune publication
au Moniteur belge. Les négociations avec les
syndicats n'avaient pas encore commencé.
Je ne suis pas encore en mesure de mettre en
oeuvre la procédure Copernic. Le manager-
président du Comité de direction n'a, en effet, pas
encore été désigné. Dans le même temps, on prive
l'Administration de la Politique commerciale d'un
directeur général. Il était indispensable de nommer
le directeur général d'un service aussi important
dans des délais raisonnables.
Ik ben verantwoordelijk voor het goed bestuur van
mijn administraties. Ook het Copernicusplan heeft
niets anders tot doel. Ik zie dus niet in dat mijn
aanpak niet zou stroken met het regeringsbeleid. Er
is geen botsing tussen deze procedure, waarbij een
dienst door een algemene directie bestuurd wordt,
en het Copernicusplan met zijn selectie- en
assessmentproeven. Het mandaat van manager
staat voor iedereen open, ook voor externe
kandidaten dus. Directeurs-generaal die niet slagen,
zullen worden afgewezen.
In mijn procedure wordt een functie van directeur-
generaal vacant verklaard waarvoor enkel statutaire
ambtenaren met de juiste graad kunnen inschrijven.
Bij Copernicus duiden de minister en de voorzitter
van het directiecomité de directeurs-generaal aan.
Je suis responsable de la bonne administration de
mes services, bonne administration qui constitue
également l'objectif de la réforme Copernic. Je ne
vois donc pas en quoi mon approche ne cadrerait
pas avec la politique du gouvernement. Il n'existe
aucune contradiction entre cette procédure par
laquelle un service est dirigé par une direction
générale et la réforme Copernic qui a recours aux
épreuves de sélection et d'assessment. Le mandat
de manager est ouvert à tous et donc également
aux candidats externes. La candidature des
directeurs généraux qui ne réussiront pas les
épreuves sera rejetée.
Dans la procédure que j'ai mise au point, une
fonction de directeur général est déclarée vacante
et seuls les fonctionnaires statutaires disposant du
grade approprié pourront s'inscrire. Dans le cadre
de la réforme Copernic, le ministre et le président
15/01/2002
CRABV 50
COM 628
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
10
Terwijl we op Copernicus wachten, moet de
administratie kunnen werken. Zonder directie-
generaal zou men nu in immobilisme vervallen.
du comité de direction désignent le directeur
général. Mais tant que cette réforme n'est pas
encore devenue réalité, il faut assurer le
fonctionnement de l'administration. Sans directeur
général, l'administration sombrerait dans
l'immobilisme.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): De minister
vertelt een mooi verhaal om alles te verbloemen.
Deze procedure heeft niets te maken met het
tegengaan van laksisme en immobilisme. Van alle
openstaande betrekkingen wordt er één uitgepikt,
waarvoor minister Picqué een mannetje heeft
klaarstaan. Minister Van den Bossche is daar
blijkbaar van op de hoogte, want hij verklaarde dat
iedere minister zijn eigen moraal heeft. De moraal
van minister Picqué is die van de politieke
benoeming en het parachutisme.
Indien het zo dringend was de leiding van het
ministerie te verzekeren, zou de minister er goed
aan doen de procedure voor de voorzitter van het
directiecomité in te zetten.
Indien er dan toch geen dringend karakter was, dan
had de minister de nieuwe SELOR-procedure, met
assessment, kunnen volgen.
07.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Le
ministre raconte une belle histoire pour masquer la
réalité. Cette procédure ne vise nullement à
empêcher le laxisme et l'immobilisme. De tous les
emplois vacants, un seul, destiné à un protégé du
ministre Picqué, est épinglé. Le ministre Van den
Bossche est manifestement au courant de la
situation car il a déclaré que chaque ministre a sa
morale personnelle. La morale du ministre Picqué
est celle de la nomination politique et du
parachutage.
S'il était si urgent d'assurer la direction du ministère,
le ministre aurait dû lancer la procédure devant le
président du comité de direction.
S'il n'y avait, en revanche, aucun caractère
d'urgence, le ministre aurait pu mettre en oeuvre la
nouvelle procédure du SELOR qui prévoit un
assessment.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Frieda Brepoels aan de
minister van Economie en Wetenschappelijk
Onderzoek, belast met het Grootstedenbeleid,
over "de leiding van de federale
wetenschappelijke instellingen" (nr. 6111)
08 Question de Mme Frieda Brepoels au ministre
de l'Economie et de la Recherche scientifique,
chargé de la Politique des grandes villes, sur "la
direction des établissements scientifiques
fédéraux" (n° 6111)
08.01 Frieda Brepoels (VU&ID): Ik zit met een
aantal vragen over de leiding van de federale
wetenschappelijke instellingen. Klopt het dat er
weldra zes directeursfuncties vrij komen? Wanneer
worden ze vacant verklaard? Krijgen de nieuwe
directeurs een normale benoeming of een
mandaatbenoeming? Wie dient zijn advies te geven
over die benoemingen? Hoe zal men ervoor zorgen
dat de nieuwe directeurs benoemd zijn op het
ogenblik dat hun voorganger vertrekt?
08.01 Frieda Brepoels (VU&ID): J'ai une série de
questions à poser sur la direction des
établissements scientifiques fédéraux. Est-il exact
que six postes de directeur vont bientôt se libérer ?
Quand seront-ils déclarés vacants ? Les nouveaux
directeurs seront-ils nommés normalement ou pour
un mandat ? Qui doit donner son avis à propos de
ces nominations ? Quelles mesures seront prises
pour veiller à ce que les nouveaux directeurs soient
nommés au moment du départ de leurs
prédécesseurs ?
08.02 Minister Charles Picqué (Nederlands): Eind
2002 gaan inderdaad zes directeurs van de federale
wetenschappelijke instellingen op pensioen. Wij
willen deze betrekkingen met mandaten opvullen.
De Wetenschappelijke Raad heeft al een profiel van
de functies opgesteld, maar dit nog niet
gepubliceerd omdat men wacht op het
Copernicusplan. In elk geval willen we vermijden
08.02 Charles Picqué , ministre (en néerlandais):
Fin 2002, six directeurs des établissements
scientifiques fédéraux prendront en effet leur
retraite. Nous entendons utiliser un système de
mandats pour pourvoir à ces emplois vacants. Le
Conseil scientifique a déjà établi un profil des
fonctions mais celui-ci n'a pas encore été publié,
étant donné que l'on attend le plan Copernic. Nous
CRABV 50
COM 628
15/01/2002
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
50
E ZITTINGSPERIODE
2001
2002
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
50
E LEGISLATURE
11
dat er een hiaat ontstaat. Een afdelingshoofd mag
de vacante post invullen tijdens de
benoemingsprocedure.
voulons, en tout état de cause, éviter qu'une
fonction ne reste inoccupée. Un chef de section
pourra occuper le poste vacant pendant la
procédure de nomination.
08.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Een
afdelingshoofd kan inderdaad de directeursfunctie
innemen, in uitzonderlijke gevallen. De procedure
moet zo snel mogelijk worden afgewerkt, nu zes
van de tien betrekkingen vrijkomen.
Gaat het om een mandaatfunctie of om een gewone
benoeming?
08.03 Frieda Brepoels (VU&ID): Un chef de
section peut, en effet, occuper la fonction de
directeur dans des circonstances exceptionnelles. Il
faut achever la procédure le plus rapidement
possible dans la mesure où 6 postes sur 10 se
libèrent.
S'agira-t-il d'un mandat ou d'une nomination
classique ?
08.04 Minister Charles Picqué (Nederlands): De
toestand is inderdaad niet ideaal.
Ik kan niet antwoorden op de laatste vraag, ik zal
dat nakijken.
08.04 Charles Picqué, ministre (en néerlandais):
La situation n'est, en effet, pas idéale.
Je ne suis pas en mesure de répondre à la dernière
question que vous avez posée. Je vais faire les
vérifications nécessaires.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De vergadering wordt gesloten om 16.13 uur.
La séance est levée à 16.13 heures.
Document Outline