KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 774
CRIV 52 COM 774
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
L
ANDSVERDEDIGING
C
OMMISSION DE LA
D
ÉFENSE NATIONALE
woensdag
mercredi
03-02-2010
03-02-2010
Voormiddag
Matin
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de
minister van Landsverdediging over "het lenen
van een Nederlands fregat" (nr. 18455)
1
Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la
Défense sur "le prêt d'une frégate néerlandaise"
(n° 18455)
1
Sprekers: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
2
Questions jointes de
2
- de heer André Flahaut aan de minister van
Landsverdediging over "de resultaten van het
bevorderingscomité voor hoofdofficieren van
4 december jongstleden" (nr. 18978)
2
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur
"les résultats du comité d'avancement d'officiers
supérieurs du 4 décembre dernier" (n° 18978)
2
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de taalverhouding bij de
recente
bevorderingscomités
van
4 december 2009" (nr. 19126)
3
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la répartition linguistique lors des récents comités
d'avancement du 4 décembre 2009" (n° 19126)
2
Sprekers: Luc Sevenhans, André Flahaut,
Pieter
De
Crem,
minister
van
Landsverdediging
Orateurs: Luc Sevenhans, André Flahaut,
Pieter De Crem
, ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
6
Questions jointes de
6
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "de planning van de
bijdrage van België aan de 'European Union
Battle Group'" (nr. 18085)
6
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "le planning des contributions de la Belgique
au 'European Union Battle Group'" (n° 18085)
6
- de heer Roel Deseyn aan de minister van
Landsverdediging over "de Belgische bijdrage aan
de EU Battle Groups en de NATO Rapid
Response Force" (nr. 19103)
7
- M. Roel Deseyn au ministre de la Défense sur
"la contribution belge à l'EU Battle Group et à la
Rapid Response Force de l'OTAN" (n° 19103)
6
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "de bijdrage van de
Belgische strijdkrachten aan de 'NATO Response
Force' voor 2010" (nr. 19156)
7
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "la contribution des forces belges à la 'NATO
Response Force' pour 2010" (n° 19156)
6
Sprekers: Brigitte Wiaux, Roel Deseyn,
Pieter
De
Crem,
minister
van
Landsverdediging
Orateurs: Brigitte Wiaux, Roel Deseyn,
Pieter De Crem
, ministre de la Défense
Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de
minister van Landsverdediging over "het MUSIS-
programma" (nr. 18086)
9
Question de Mme Brigitte Wiaux au ministre de la
Défense sur "le programme MUSIS" (n° 18086)
9
Sprekers: Brigitte Wiaux, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging, Francis Van
den Eynde
Orateurs: Brigitte Wiaux, Pieter De Crem,
ministre de la Défense, Francis Van den
Eynde
Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de
minister van Landsverdediging over "de operatie
Winter en een incident in de kazerne van Oud-
Heverlee" (nr. 18289)
10
Question de Mme Brigitte Wiaux au ministre de la
Défense sur "l'opération Hiver et un incident à la
caserne d'Oud-Heverlee" (n° 18289)
10
Sprekers: Brigitte Wiaux, Pieter De Crem,
minister van Landsverdediging
Orateurs: Brigitte Wiaux, Pieter De Crem,
ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
12
Questions jointes de
12
- de heer André Flahaut aan de minister van
Landsverdediging over "de uitspraak van de
US ambassadeur in verband met het sturen van
bijkomende
militairen
naar
Afghanistan"
(nr. 18461)
12
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur
"les déclarations de l'ambassadeur US au sujet
de l'envoi de militaires supplémentaires en
Afghanistan" (n° 18461)
12
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister
van Landsverdediging over "de recente vraag tot
extra troepen in Afghanistan" (nr. 18480)
12
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la
Défense sur "la demande récente d'envoyer des
troupes
supplémentaires
en
Afghanistan"
(n° 18480)
12
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de vraag van de
Amerikaanse ambassadeur aan België om meer
troepen te sturen naar Afghanistan" (nr. 18508)
12
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la demande de l'ambassadeur américain
adressée à la Belgique concernant l'envoi de
troupes
supplémentaires
en
Afghanistan"
(n° 18508)
12
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Landsverdediging over "de uitspraken van de
Amerikaanse Ambassadeur over Belgische
troepen voor Afghanistan" (nr. 18516)
12
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense
sur "des propos tenus par l'ambassadeur
américain au sujet des troupes belges en
Afghanistan" (n° 18516)
12
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging
over
"het
sturen
van
bijkomende
militairen
naar
Afghanistan"
(nr. 18537)
12
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "l'envoi de militaires supplémentaires en
Afghanistan" (n° 18537)
12
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van
Landsverdediging over "de recente 'vraag' van de
Amerikaanse ambassadeur in Brussel betreffende
de Belgische bijdrage in Afghanistan" (nr. 18554)
12
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense
sur "la récente 'question' de l'ambassadeur
américain à Bruxelles concernant la contribution
belge en Afghanistan" (n° 18554)
12
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister
van Landsverdediging over "de troepenverhoging
in Afghanistan" (nr. 18557)
12
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la
Défense sur "l'augmentation du contingent en
Afghanistan" (n° 18557)
12
- de heer Georges Dallemagne aan de minister
van Landsverdediging over "de uitlatingen van de
Amerikaanse ambassadeur over het sturen van
extra troepen naar Afghanistan" (nr. 19157-
19158)
12
- M. Georges Dallemagne au ministre de la
Défense sur "les déclarations de l'ambassadeur
américain
concernant
l'envoi
de
troupes
supplémentaires en Afghanistan" (n° 19157-
19158)
12
Sprekers:
André
Flahaut,
Bruno
Stevenheydens, Luc Sevenhans, Hilde
Vautmans
, voorzitter van de Open Vld-fractie,
Brigitte Wiaux, Gerald Kindermans, Dirk
Van der Maelen, Georges Dallemagne,
Pieter
De
Crem,
minister
van
Landsverdediging, Francis Van den Eynde
Orateurs:
André
Flahaut,
Bruno
Stevenheydens, Luc Sevenhans, Hilde
Vautmans
, présidente du groupe Open Vld,
Brigitte Wiaux, Gerald Kindermans, Dirk
Van der Maelen, Georges Dallemagne,
Pieter De Crem
, ministre de la Défense,
Francis Van den Eynde
Samengevoegde vragen van
20
Questions jointes de
20
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Landsverdediging over "het incident dat naar
verluidt tijdens zijn terugkeer uit Afghanistan
plaatsvond tussen de minister en de bemanning
van een vliegtuig van de 15de Wing" (nr. 18186)
20
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Défense sur "l'incident qui se serait produit entre
le ministre et l'équipage d'un avion du
15ième Wing lors de son retour d'Afghanistan"
(n° 18186)
20
- de heer David Geerts aan de minister van
Landsverdediging over "het incident tijdens de
terugreis van Afghanistan" (nr. 18211)
20
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur
"l'incident lors du retour d'Afghanistan" (n° 18211)
20
Sprekers: Francis Van den Eynde, David
Geerts, Pieter De Crem
, minister van
Landsverdediging
Orateurs: Francis Van den Eynde, David
Geerts, Pieter De Crem
, ministre de la
Défense
Samengevoegde vragen van
22
Questions jointes de
22
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "Haïti, B-FAST en de
deelname van Landsverdediging" (nr. 18466)
22
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "Haïti, B-FAST et la participation de la
Défense" (n° 18466)
22
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "Haïti en de beveiliging
van de leden van de B-FAST missie door het
sturen van Belgische militairen" (nr. 18467)
22
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "Haïti et la sécurisation des membres de la
mission B-FAST par l'envoi de militaires belges"
(n° 18467)
22
- de heer André Flahaut aan de minister van
Landsverdediging
over
"de
hulp
van
Landsverdediging in Haïti" (nr. 18485)
22
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur
"l'aide de la Défense à Haïti" (n° 18485)
22
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging
over
"de
Defensie-
inspanningen op langere termijn in Haïti"
(nr. 18491)
22
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "les efforts déployés à long terme par la
Défense à Haïti" (n° 18491)
22
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van
Landsverdediging over "het voortzetten van de B-
22
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense
sur "le prolongement des opérations B-FAST en
22
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
FAST operaties in Haïti" (nr. 18493)
Haïti" (n° 18493)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Landsverdediging over "de beveiliging van Belgen
in Haïti" (nr. 18517)
22
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense
sur "la sécurité des belges à Haïti" (n° 18517)
22
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "de Europese deelname
aan het herstel van de veiligheid in Haïti"
(nr. 18540)
22
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur
"la
participation
européenne
au
rétablissement de la sécurité à Haïti" (n° 18540)
22
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van
Landsverdediging over "het sturen van Belgische
militairen naar Haïti" (nr. 18555)
22
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense
sur "l'envoi de militaires belges à Haïti" (n° 18555)
22
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister
van Landsverdediging over "de bijdrage van
Defensie aan de noodhulp in Haïti" (nr. 18618)
22
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la
Défense sur "la contribution de la Défense à l'aide
d'urgence à Haïti" (n° 18618)
22
Sprekers: Brigitte Wiaux, André Flahaut,
Hilde Vautmans
, voorzitter van de Open Vld-
fractie,
Gerald
Kindermans,
Bruno
Stevenheydens, Pieter De Crem, minister
van Landsverdediging
Orateurs: Brigitte Wiaux, André Flahaut,
Hilde Vautmans
, présidente du groupe Open
Vld,
Gerald
Kindermans,
Bruno
Stevenheydens, Pieter De Crem, ministre de
la Défense
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de minister van Landsverdediging over "de
geplande komst van 95 asielzoekers naar de
leegstaande kazerne Kapitein de Wouters in
Langemark-Poelkapelle" (nr. 18056)
28
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au
ministre de la Défense sur "l'arrivée prévue de
95 demandeurs d'asile dans la caserne inoccupée
'Kapitein de Wouters' à Langemark-Poelkapelle"
(n° 18056)
28
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Pieter De
Crem
, minister van Landsverdediging
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Pieter De
Crem
, ministre de la Défense
Samengevoegde vragen van
29
Questions jointes de
29
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Landsverdediging over "de benoeming van de
defensieattachés bij de Belgische ambassades en
'de vervlaamsing van die functie'" (nr. 18205)
29
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur
"la nomination des attachés de défense au sein
des ambassades belges et la 'flamandisation de
cette fonction'" (n° 18205)
29
- de heer Denis Ducarme aan de minister van
Landsverdediging over "de taalaanhorigheid van
de generaals van het Belgische leger en 'de
vervlaamsing van die functie'" (nr. 18206)
29
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur
"l'appartenance linguistique des généraux de
l'armée belge et la 'flamandisation de cette
fonction'" (n° 18206)
29
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van
Landsverdediging over "de taalverhouding bij de
generaals" (nr. 19125)
29
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur
"la
répartition
linguistique
des
généraux"
(n° 19125)
29
Sprekers: Denis Ducarme, Luc Sevenhans,
Pieter
De
Crem,
minister
van
Landsverdediging, André Flahaut
Orateurs: Denis Ducarme, Luc Sevenhans,
Pieter De Crem
, ministre de la Défense,
André Flahaut
Samengevoegde vragen van
35
Questions jointes de
35
- de heer André Flahaut aan de minister van
Landsverdediging over "de vergadering van de
landen die bij de aankoop van de A400M
betrokken zijn" (nr. 18486)
35
- M. André Flahau "position:absolute;top:1115;left:404">53
Questions jointes de
53
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van 53
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur 53
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
v
Landsverdediging over "het spreekrecht van
militairen" (nr. 18930)
"le droit de parole des militaires" (n° 18930)
- de heer David Geerts aan de minister van
Landsverdediging over "het spreekrecht voor
militairen" (nr. 18934)
53
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur
"le droit d'expression des militaires." (n° 18934)
53
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister
van Landsverdediging over "de fnuiking van het
recht op vrije meningsuiting van militairen"
(nr. 18950)
53
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la
Défense sur "l'entrave au droit à la liberté
d'expression des militaires" (n° 18950)
53
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van
Landsverdediging over "het spreekrecht van de
militairen" (nr. 18959)
53
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense
sur "le droit d'expression des militaires"
(n° 18959)
53
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van
Landsverdediging over "wat men niet mag zeggen
aan media bij vragen over de herstructurering"
(nr. 18990)
53
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense
sur "ce que l'on ne peut pas dire aux médias en
réponse à des questions portant sur la
restructuration" (n° 18990)
53
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van
Landsverdediging over "het spreekrecht van de
militairen" (nr. 19047)
53
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense
sur "le droit d'expression des militaires"
(n° 19047)
53
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van
Landsverdediging over "het spreekrecht van
militairen" (nr. 19100)
53
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense
sur "le droit de parole des militaires" (n° 19100)
53
Sprekers: Luc Sevenhans, David Geerts,
Francis Van den Eynde, Hilde Vautmans
,
voorzitter van de Open Vld-fractie, Wouter De
Vriendt, Pieter De Crem
, minister van
Landsverdediging, Brigitte Wiaux, Gerald
Kindermans
Orateurs: Luc Sevenhans, David Geerts,
Francis Van den Eynde, Hilde Vautmans
,
présidente du groupe Open Vld, Wouter De
Vriendt, Pieter De Crem
, ministre de la
Défense,
Brigitte
Wiaux,
Gerald
Kindermans
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
LANDSVERDEDIGING
COMMISSION DE LA DEFENSE
NATIONALE
van
WOENSDAG
3
FEBRUARI
2010
Voormiddag
______
du
MERCREDI
3
FÉVRIER
2010
Matin
______
La séance est ouverte à 9.48 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 9.48 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
01 Vraag van de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het lenen van een
Nederlands fregat" (nr. 18455)
01 Question de M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le prêt d'une frégate néerlandaise"
(n° 18455)
01.01 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal eerst kort de historiek schetsen in verband met de
openingszin: men lene een Nederlands fregat. U weet dat het een
goed Nederlands gebruik is om een kookboek te starten met de zin:
men lene een ei.
In de maand oktober -- zo lang is dat al geleden -- werd ik er door
een Nederlandse correspondent op gewezen dat in de Nederlandse
pers werd geschreven dat u een fregat wou lenen bij de
Nederlanders. Ik dacht eerst dat het om te lachen was, maar ik heb
het geverifieerd en het is inderdaad zo in de pers verschenen.
Wat is de onderliggende reden? Wij waren vooral geïnteresseerd in
een nog grotere ondersteuning van de operatie Atalanta, zelfs in
zoverre dat wij de vraag hebben gesteld om in de tweede helft van dit
jaar de leiding in de operatie te nemen. Ik heb begrepen dat er
daarover enig nieuws is. Ik zou dat graag van u vernemen. Wat is de
stand van zaken?
Ik heb in dat verband ook nog een tweede vraag. U was op zoek naar
een commandoschip. Wij hadden een commandoschip. Wat is de
stand van zaken? Onze goede oude Godetia is nog drijvende.
Misschien kon de Godetia daarvoor in een ver verleden gebruikt
worden, maar is dat vandaag nog zo? Waarom denkt u eraan steun te
zoeken bij onze bondgenoten in plaats van onze eigen goede oude
Godetia in te zetten?
Mijnheer de minister, dit is een vraag die mij na aan het hart ligt. Is het
einde van de Godetia stilaan in zicht? Moeten wij niet denken aan een
vervanging, om in de toekomst niet aan onze bondgenoten te moeten
vragen of wij iets kunnen lenen?
01.01 Luc Sevenhans (N-VA):
En octobre, j'ai pris connaissance
d'informations publiées dans la
presse néerlandaise indiquant que
la Défense souhaitait emprunter
une frégate aux Pays-Bas. Ceci
était manifestement lié à l'opéra-
tion Atalante dont nous voudrions
prendre le commandement au
second semestre. Qu'en est-il à ce
propos?
La Défense cherchait un navire de
commandement,
mais
nous
disposons d'un tel navire, le
Godetia. Pourquoi ne peut-il être
engagé? Est-il en fin de parcours
opérationnel?
Doit-il
être
remplacé?
01.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik heb de
vraag van onze waarde collega zoals steeds met veel interesse
gelezen.
01.02 Pieter De Crem, ministre:
La France, en coopération avec la
Belgique, assumera le comman-
dement de l'opération européenne
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Frankrijk neemt, in samenwerking met België, tijdens het tweede
semester van 2010 het commando over van de Europese operatie
Atalanta. De nodige gesprekken met de Franse marine zijn nog
steeds aan de gang om een akkoord te vinden met betrekking tot de
verdeling van de commandoverantwoordelijkheden tijdens deze
periode. Morgen op de informele NAVO-top in Istanboel heb ik
daarover een gesprek met mijn Franse collega Morin.
De Godetia is nooit ontworpen noch gemoderniseerd, om het
commando over een operatie zoals Atalanta te voeren. De Godetia is
immers een commando- en logistiek steunschip voor het
ondersteunen van mijn- en bestrijdingsoperaties. Het commando over
een mijn- en bestrijdingsoperatie behelst minder personeel en minder
middelen dan het commando over een operatie zoals Atalanta. Het
schip is dan ook nog steeds geschikt om deze taken uit te voeren.
Naast haar capaciteit tot het voeren van een commando over een
mijn- en bestrijdingsoperatie, zou de Godetia wel als een
commandoschip kunnen worden ingezet ten behoeve van maritieme
interdictieoperaties waarbij minder schepen moeten worden
aangestuurd en waarbij de operatiezone minder uitgestrekt is. De
Godetia werd in het kader van de permanente Belgisch-Nederlandse
samenwerking tijdens de quick response van 2006 als
commandoplatform ingezet.
De vervanging van de Godetia is momenteel voorzien voor 2015, in
onze termen zeer spoedig. De Staf Defensie wenst een ruimere
commandocapaciteit te verwerven om het voeren van een commando
over maritime security operations zoals Atalanta mogelijk te maken.
Dat zullen we dan budgettair moeten analyseren. De lijnen zijn in elk
geval uitgezet om in vervanging te voorzien en om rekening te houden
met deze toekomstige roeping en inzetbaarheid.
Atalante au cours du second
semestre 2010. Le partage des
responsabilités reste à discuter.
J'aurai demain à Istanbul un
entretien à ce sujet avec mon
homologue français.
Le Godetia est un navire de
commandement et de soutien
logistique affecté au soutien
d'opérations de dragage et de lutte
contre les mines. Ces opérations
requièrent moins de personnel et
de moyens que le commandement
d'une opération comme Atalante.
Le Godetia pourrait être engagé
en
tant
que
navire
de
commandement lors d'opérations
maritimes d'interdiction où le
nombre de navires mobilisés est
moins important et la zone
d'opération moins étendue. Il a été
engagé dans le cadre de la
coopération permanente belgo-
néerlandaise à l'occasion de
l'exercice Quick Response de
2006.
Le remplacement du Godetia est
programmé pour 2015. L'État-
major de la Défense souhaite à
cette occasion étendre sa capacité
de commandement. Il faudra
procéder pour ce faire à une
analyse budgétaire.
01.03 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, tussen de lijnen
door meen ik dat wij op dezelfde lijn zitten, wat betreft de vervanging
van de Godetia. Een vervangschip in 2015 dringt zich echt wel op.
Gelet op onze maritieme achtergrond, en gelet op het feit dat wij meer
en meer aan buitenlandse operaties wensen deel te nemen, kunnen
wij zo een schip gebruiken.
Ik neem nota van het feit dat u morgen meer weet over de operatie
Atalanta. Ik hoop dat u de commissie daarvan zo snel mogelijk op de
hoogte brengt.
01.03 Luc Sevenhans (N-VA):
Pour ce qui est du remplacement
du
Godetia,
nous
sommes
manifestement sur la même
longueur d'onde. J'espère que
lorsqu'il disposera de davantage
d'informations sur Atalante, le
ministre
en
informera
la
commission.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur "les résultats du comité d'avancement d'officiers
supérieurs du 4 décembre dernier" (n° 18978)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la répartition linguistique lors des récents comités
d'avancement du 4 décembre 2009" (n° 19126)
02 Samengevoegde vragen van
- de heer André Flahaut aan de minister van Landsverdediging over "de resultaten van het
bevorderingscomité voor hoofdofficieren van 4 december jongstleden" (nr. 18978)
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de taalverhouding bij de
recente bevorderingscomités van 4 december 2009" (nr. 19126)
02.01 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, mijnheer de ex-
minister, geachte collega's, een collega-Kamerlid klaagt over de
scheeftrekking tussen Nederlandstaligen en Franstaligen bij de
bevorderingscomités voor hogere officieren. Het doet mij plezier dat
de collega terecht op de wettelijke 60/40-regel wijst. Ik neem nota van
het feit dat we vanaf nu over een wettelijke regeling mogen spreken.
Het is ooit anders geweest, maar momenteel is de
taalverhouding 60/40 bij sommige graden in het voordeel van de
Nederlandstaligen. Dat moet ik objectief gezien toegeven.
Uiteraard is dat ook het geval bij de instroom op het niveau van
majoor. Dat gegeven is uiteraard niet nieuw. Charles-Henri Delcour,
onze geliefde CHOD, schreef in zijn brief "Balans 2009 en
perspectieven voor 2010" reeds uitgebreid over dat onderwerp, op
een objectieve en duidelijke manier. Er is dus niets nieuws onder de
zon. Ik denk dat defensie zeer goed weet dat er een probleem is en
dat het probleem groeiende is.
Sommige collega's beschikken blijkbaar niet over de juiste informatie
en stellen daarover nu een aantal subjectieve vragen. Ik betreur dat
een beetje. Men trekt examens in twijfel en men trekt zelfs de jury in
twijfel. Ik heb gisteren nog met een jurylid kunnen spreken, die het
allesbehalve plezant vond dat hij verdacht werd gemaakt.
De voorgestelde maatregel om de voorwaarden te versoepelen, zal
natuurlijk opnieuw leiden tot de situatie waaruit we komen, tot
eentalige officieren. Dat zou duidelijk in strijd zijn met de visie van de
CHOD ­ ik verwijs weer naar zijn brief ­, die zegt dat hij steeds meer
officieren afwisselend in de twee gedeelten van het land wil aanstellen
om er zeker van te zijn dat een goed rendement van die officieren
mag worden verwacht.
Het was misschien de wens van de collega-vraagsteller om meer
eentalige eenheden te creëren om eventueel de scheiding van het
land voor te bereiden. Dan zou ik het een zeer eerbaar voorstel
vinden, maar tot mijn grote spijt is het nog niet zo ver en hecht ik toch
meer belang aan goed opgeleide tweetalige officieren. Ik zou er dus
zeker niet voor durven te pleiten om de lat lager te leggen, maar ik
heb begrepen dat bij defensie momenteel wordt onderzocht hoe men
er iets aan kan doen. Ik durf ervoor te pleiten, mijnheer de minister,
dat het wordt aangepakt. De scheeftrekking is effectief een feit en
wordt erger. Daarin heeft de collega-vraagsteller uiteraard gelijk.
Voorzitter: Ludwig Vandenhove.
Président: Ludwig Vandenhove.
02.01 Luc Sevenhans (N-VA):
Un collègue député déplore le
déséquilibre
entre
néerlando-
phones et francophones dans les
comités de promotion des officiers
supérieurs. Il rappelle, à juste titre,
la règle légale des 60/40 qui, je le
reconnais, est pour l'instant plus
favorable aux néerlandophones
dans certains grades.
Ceci est également le cas au
niveau du grade de major. Ce
n'est pas une nouveauté: le chef
de la Défense Charles-Henri
Delcour avait longuement évoqué
cette question dans son 'Bilan
2009 et perspectives 2010'.
Je déplore que certains collègues
ne disposent pas des informations
correctes et jettent ainsi la
suspicion sur les examens et le
jury. La mesure proposée visant à
assouplir les conditions ne se
traduira malheureusement que par
l'arrivée d'officiers unilingues, alors
que le souhait manifeste de
M. Delcour est de désigner un
nombre
croissant
d'officiers
alternativement dans les deux
régions du pays.
Je jugerais honorable la proposi-
tion de constituer des unités
unilingues
pour
préparer
la
séparation du pays, mais nous
n'en sommes pas encore là. C'est
la raison pour laquelle des officiers
bilingues
parfaitement
formés
demeurent
nécessaires.
La
Défense examine actuellement les
options
envisageables,
le
déséquilibre étant entre-temps
avéré et ne cessant de s'aggraver.
02.02 André Flahaut (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question en prolonge deux autres qui ont été posées,
non par moi, mais par des collègues. Des officiers généraux ont été
nommés. Un certain déséquilibre linguistique était apparu en début de
législature. Il y a eu une deuxième vague. Enfin, des officiers
supérieurs ont été nommés voici quelques semaines.
Quel est le nombre de personnes promues aux grades de colonel,
02.02 André Flahaut (PS): Bij het
begin van de zittingsperiode bleek
er zich een scheeftrekking voor te
doen met betrekking tot de
promoties van de officieren.
Hoeveel bevorderingen tot kolonel,
luitenant-kolonel
en
majoor
werden er toegekend? Hoe staat
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
lieutenant-colonel et major? Quelle en est la répartition linguistique?
Une sous-question me semble très importante: où en sommes-nous
avec les mesures structurelles destinées à éviter le problème
récurrent du déséquilibre résultant de l'échec de certains
francophones aux épreuves linguistiques?
het met de verdeling volgens
taalrol? Welke structurele maat-
regelen worden er genomen om
de wanverhouding als gevolg van
het mislukken van sommige
Franstaligen voor de taalproeven
weg te werken?
02.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, waarde
collega's, men mag niet uit het oog verliezen dat het doel van een
bevorderingscomité het voorstellen tot benoeming van kandidaten die
de hoofdofficieren die Defensie verlaten of die bevorderd zijn tot een
hogere graad, zullen moeten vervangen, is. Dat betekent dat de
verdeling van de geselecteerde officieren niet altijd representatief is
voor de globale taalverhouding in dezelfde categorie van officieren.
Om het kader te respecteren probeert Defensie zoveel mogelijk een
interne beheersregel toe te passen, rekening houdende met de
kandidaatstellingen en de verdiensten van de kandidaten.
De voor de comités belangrijkste basisregel is de gelijkheid van
kansen voor de kandidaten, ongeacht het krijgsmachtdeel of korps
waartoe zij behoren, zoals dat ook door de Raad van State wordt
geëist. Dat is het toetsingscriterium voor de bevorderingen om de
bevorderingscomités hun werk te laten doen. Die regel wordt
nageleefd, zoals hierna zal blijken.
02.03 Pieter De Crem, ministre:
Le comité de promotion formule
des propositions de nomination de
candidats officiers supérieurs. La
répartition
des
officiers
sélectionnés n'est évidemment
pas toujours représentative de la
répartition
linguistique
globale
dans la même catégorie d'officiers.
C'est pourquoi le département de
la Défense applique une règle de
gestion interne qui tient compte
des candidatures et des mérites
des candidats.
L'égalité
des
chances
des
candidats constitue la règle de
base, quels que soient la force ou
le corps auquel ils appartiennent.
Au niveau du dernier comité du 4 décembre 2009 pour l'avancement
au grade de major, il y avait au total 222 candidats, dont
153 néerlandophones (69 %) et 69 francophones (31 %). Parmi les
candidats, 69 ont été retenus, dont 48 néerlandophones (69,6 %) et
21 francophones (30 %).
Pour l'avancement au grade de lieutenant-colonel, il y avait
282 candidats au total, dont 174 néerlandophones (62 %) et
108 francophones (38 %). Parmi ces candidats, 48 ont été retenus
dont 28 néerlandophones (58 %) et 20 francophones (42 %).
Pour l'avancement au grade de colonel, il y avait 146 candidats au
total, dont 93 néerlandophones (64 %) et 53 francophones (36 %).
Parmi ces candidats, 30 ont été retenus dont 19 néerlandophones
(63 %) et 11 francophones (37 %).
Il apparaît donc clairement que l'équilibre entre le nombre des retenus
et le nombre total de candidats a été respecté.
Le déroulement des épreuves de langue est identique pour les deux
régimes linguistiques. Les candidats passent, comme vous le savez,
d'abord l'examen écrit qui comprend deux épreuves: une synthèse et
une conférence. Trois séries de questions sont soumises au tirage au
sort pour chaque épreuve. Les candidats disposent du texte pour la
synthèse et ont le droit de prendre des notes pour l'épreuve de
conférence. Le temps de chacune de ces épreuves écrites est
de 1 h 15.
Dans les deux cas, il s'agit de résumer en 200 mots un texte original
qui en compte environ 600. Les candidats peuvent disposer d'un
Naar aanleiding van het laatste
bevorderingscomité
op
4 december
2009
voor
de
bevordering tot de graad van
majoor werden er van de 222
kandidaten (153 Nederlands- en
69 Franstaligen) 69 geschikt
bevonden (48 Nederlands- en 21
Franstaligen). Voor de graad van
luitenant-kolonel waren er 282
kandidaten (174 Nederlands- en
108 Franstaligen), waarvan er 48
geschikt werden bevonden (28
Nederlands- en 20 Franstaligen).
Voor de graad van kolonel waren
er 146 kandidaten (93 Nederlands-
en 53 Franstaligen), waarvan er 30
geschikt werden bevonden (19
Nederlands- en 11 Franstaligen).
Er was dus wel degelijk een
evenwicht tussen het aantal
kandidaten
en
het
aantal
bevorderingen.
De taalproeven verlopen voor
beide taalgroepen op dezelfde
manier. De kandidaten nemen
eerst deel aan het schriftelijke
examen, dat uit twee proeven
bestaat: een samenvatting en een
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
dictionnaire de traduction. Les critères de correction sont identiques
pour les deux régimes linguistiques.
Lors de l'examen oral, les candidats choisissent un article en rapport
avec leur fonction et disposent de 1 h de préparation pour le lire et le
résumer. Ensuite, pendant 20 minutes, ils doivent, après en avoir lu
une partie à haute voix, résumer oralement le texte et répondre aux
questions posées par l'examinateur. Les textes sont préparés par le
centre linguistique de l'École royale militaire. Les départements de
français et de néerlandais collaborent afin de fournir des textes d'un
même niveau de difficulté pour les deux régimes linguistiques.
Certains textes de synthèse sont même identiques.
Ces textes sont ensuite soumis au président du jury et à l'inspecteur
permanent des examens linguistiques pour approbation.
voordracht.
Tijdens
het
mondelinge examen kiezen de
kandidaten een artikel dat verband
houdt met hun functie, en dat ze
moeten lezen en samenvatten. De
teksten
hebben
dezelfde
moeilijkheidsgraad in de twee
taalregimes
en
worden
goedgekeurd door de voorzitter
van de examencommissie en de
permanent inspecteur van de
taalexamens.
Voorzitter en collega's, de jury's voor de mondelinge examens zijn
samengesteld uit een juryvoorzitter, een examinator van het
taalcentrum, een militair lid en een burgerlid. De schriftelijke proeven
worden
anoniem
verbeterd
door
een
officier
en
een
burgerpersoneelslid van de vertaaldienst. De voorzitters en de
ondervoorzitters moeten een grondige kennis hebben van de beide
landstalen. De militairen en de burgerleden moeten een grondige
kennis hebben van de taal waarin de kandidaat dient overhoord te
worden. Het schriftelijk gedeelte van elk taalexamen wordt verbeterd
door een militair lid en een burgerlid. De schriftelijke delen van
eenzelfde examengedeelte, worden steeds door dezelfde leden
verbeterd.
Le jury des examens oraux se
compose d'un président, d'un
examinateur,
d'un
membre
militaire et d'un membre civil. Les
épreuves écrites sont corrigées
anonymement par un officier et un
membre du personnel civil du
service
de
traduction.
Les
présidents
et
vice-présidents
doivent
disposer
d'une
connaissance approfondie des
deux langues nationales, tandis
que les militaires et les membres
civils doivent connaître la langue
dans laquelle le candidat passe
l'examen. La partie écrite de
chaque examen linguistique est
corrigée par un membre militaire
et un membre civil. Les épreuves
écrites
d'une
même
partie
d'examen sont corrigées par les
mêmes membres.
En ce qui concerne l'équilibre linguistique des officiers généraux, tout
d'abord, il faudrait que plus de colonels francophones participent aux
épreuves, ensuite, qu'ils réussissent les examens de la connaissance
approfondie de l'autre langue nationale. Les autorités militaires sont
conscientes de cet état de fait et insistent auprès des intéressés, mais
ces derniers doivent prendre l'initiative.
Om bij de opperofficieren tot een
taalevenwicht te komen zouden er
meer Franstalige kolonels moeten
deelnemen
aan
de
selectieproeven én zouden ze
moeten slagen voor de examens
met betrekking tot een grondige
kennis van de andere landstaal.
De militaire overheden dringen
daarop aan bij de betrokken
personeelsleden, maar zij moeten
de stap zetten.
Wat betreft de jongere officieren zijn er verschillende initiatieven die in
overweging zijn genomen en die op korte termijn kunnen worden
geïmplementeerd, teneinde de tweetaligheid ­ en dit is ook mijn wens
­ aan te moedigen zonder dat wij de taalwetgeving moeten
aanpassen. Zo kan er onder andere voorrang worden gegeven aan
tweetalige officieren voor de wapenkeuze, worden jonge officieren
Pour encourager le bilinguisme
auprès des jeunes officiers, sans
modifier la loi linguistique, nous
pourrions accorder la priorité à des
officiers bilingues pour le choix
des armes, inviter les jeunes
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
uitgenodigd voor een affectatie in een eenheid van het andere
taalstelsel, worden er voorwaarden met betrekking tot de kennis van
de tweede landstaal voor deelname aan bepaalde cursussen
opgelegd
en
wordt
er
breed
toegang
tot
e-learning
opleidingstoepassingen verleend.
officiers à accepter une affectation
dans une unité d'un autre régime
linguistique,
instaurer
des
conditions
relatives
à
la
connaissance de la deuxième
langue nationale pour l'inscription
à des cours et veiller enfin à un
large accès à l'e-learning.
02.04 Luc Sevenhans (N-VA): Het antwoord van de minister
bevredigt mij. Ik denk dat men voldoende op de hoogte is van de
problematiek bij Defensie. Er wordt ook aan gewerkt. Ik weet dat men
bij Defensie het probleem erg ter harte neemt, ook de minister. Het is
een tijdelijk probleem.
Ik stel ook wel vast dat het vooral heel erg was bij de majoors en dat
is sommigen dan ook opgevallen. Maar het probleem wordt afgezwakt
op een hoger niveau, heb ik al vastgesteld. Blijkbaar is er nog iets
meer motivatie als men in een hogere functie komt om toch iets te
doen aan de taalkennis.
Ik denk dat het probleem momenteel een beetje overtrokken is en dat
men het wel zal oplossen. Het zal zich niet vanzelf oplossen, dat is
duidelijk. Het vraagt de inzet van vooral de Franstalige officieren. Men
weet dat. Dat ze er dus iets aan doen!.
02.04 Luc Sevenhans (N-VA):
La
Défense
cherche
manifestement une solution à ce
problème temporaire, qui affecte
principalement les majors, mais
tend à s'atténuer à l'échelon
supérieur. Le problème sera
finalement résolu grâce aux efforts
des officiers francophones.
02.05 André Flahaut (PS): La démonstration est établie qu'on peut
faire dire ce qu'on veut aux chiffres. En fonction de ceux qu'on choisit,
on peut toujours démontrer que les objectifs sont atteints ou qu'on
respecte les règles. Cela étant dit, ce n'est pas à l'occasion d'une
question forcément limitée dans le temps que nous pourrons
approfondir ce thème.
Monsieur le ministre, quant aux mesures prises, vous dites qu'on fait
des efforts pour les plus jeunes. C'est très bien pour le long terme,
voire le moyen terme mais à court terme, à l'instar des Affaires
étrangères, ne pouvait-on prendre des dispositions pour corriger le
déséquilibre dans lequel nous nous trouvons? Aux Affaires
étrangères, un examen spécifique est organisé pour recruter des
diplomates francophones. Ne peut-on pas imaginer un correctif pour
le département de la Défense? La question est ouverte. Cela
permettrait de rééquilibrer certaines choses sans modifier la loi
linguistique dont on sait très bien qu'elle est taboue au ministère de la
Défense.
02.05 André Flahaut (PS): Met
cijfers kan men zeggen wat men
wil om te bewijzen dat de
doelstellingen werden gehaald en
dat de regels worden nageleefd.
Kunnen er geen maatregelen
worden genomen om de huidige
wanverhouding recht te trekken?
Bij de FOD Buitenlandse Zaken
wordt bijvoorbeeld een specifiek
examen georganiseerd voor de
Franstalige
diplomaten.
Het
evenwicht zou zo hersteld kunnen
worden zonder dat de taalwet
wordt gewijzigd.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Questions jointes de
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le planning des contributions de la Belgique au
'European Union Battle Group'" (n° 18085)
- M. Roel Deseyn au ministre de la Défense sur "la contribution belge à l'EU Battle Group et à la Rapid
Response Force de l'OTAN" (n° 19103)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "la contribution des forces belges à la 'NATO
Response Force' pour 2010" (n° 19156)
03 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de planning van de bijdrage
van België aan de 'European Union Battle Group'" (nr. 18085)
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Landsverdediging over "de Belgische bijdrage aan de EU
Battle Groups en de NATO Rapid Response Force" (nr. 19103)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de bijdrage van de Belgische
strijdkrachten aan de 'NATO Response Force' voor 2010" (nr. 19156)
03.01 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, le Conseil des ministres a pris connaissance du calendrier
de la contribution des forces belges à la NATO Response Force pour
2010 et au European Union Battlegroup de 2010 à 2014.
Puisque la Belgique a cessé d'assurer le commandement du
battlegroup FRABELUX, j'imagine qu'avant de continuer à participer
substantiellement à ce type de structures, les enseignements et
expériences de ce semestre ont été tirés. Monsieur le ministre, quel
bilan peut-on dresser? Selon vous, que peut-on améliorer?
Je souhaiterais également avoir plus de précisions sur les dates.
Quelles décisions le gouvernement belge a-t-il prises concernant la
contribution des forces belges à la NATO Response Force pour
2010? Qu'en est-il du coût de déploiement?
03.01 Brigitte Wiaux (cdH): De
Ministerraad
heeft
kennis
genomen van de planning met
betrekking tot de inzet van
Belgische strijdkrachten in de
NATO Response Force in 2010 en
in de European Union Battlegroup
van 2010 tot 2014.
Aangezien België niet langer de
FRABELUX-gevechtsgroep
aanvoert, veronderstel ik dat de
nodige lessen werden getrokken
uit de ondervindingen van dat
semester. Wat is de balans van de
operatie? Wat kan er volgens u
verbeterd worden?
Wat heeft de Belgische regering
beslist met betrekking tot de inzet
van Belgische strijdkrachten in de
NATO Response Force in 2010?
Hoeveel zal dat kosten?
03.02 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, voor de credibiliteit van het Belgisch leger is de
mogelijkheid tot maximale inschakeling in internationale militaire
constellaties belangrijk. Onze loyauteit wordt daarmee uitgedrukt en
ondersteunt onze credibiliteit. Daar ligt de vocatie, de echte missie
van het Belgisch leger anno 2010. Vandaar dat wij even moeten zien
hoe wij maximaal die engagementen op een goede manier kunnen
invullen, specifiek als het gaat over de verplichtingen of de vragen die
worden gesteld vanuit het EU-kader, in het kader van de EU battle
groups, en anderzijds naar de NAVO in het kader van de NATO rapid
response force. Dan moeten we eens kijken hoe die eenheden
daarop voorbereid zijn.
We zijn natuurlijk voorstander van meer samenwerking tussen NAVO
en Europese Unie, maar maximale convergentie is daar om
verschillende redenen niet mogelijk. We moeten daar geen
rolverwarring creëren, maar het leger wel voorbereiden op maximale
inschakeling in die twee kanalen.
Mijnheer de minister, kunt u weerleggen of bevestigen dat men die
contingenten al dan niet zou samenvoegen en een bipolair karakter
geven, om ze via battle groups of rapid response force in te
schakelen? Kunt u preciseren over hoeveel soldaten het hier gaat en
welke eenheden en materiaal hierbij worden betrokken, maar ook wat
de eisen zijn qua inzetbaarheid en duur van de operatie? Binnen
welke structuur zal deze eenheid of zullen deze eenheden worden
ondergebracht in de vernieuwde militaire structuren?
Het zou goed zijn indien u ook eens advies kon geven over de al dan
03.02 Roel Deseyn (CD&V): La
possibilité d'intégration maximale
dans des constellations militaires
internationales est importante pour
la crédibilité de l'armée belge.
Voilà la vraie vocation de notre
armée pour 2010. Nous devons
examiner comment optimiser nos
engagements et et leur donner un
contenu adéquat.
Nous sommes partisans d'une
intensification de la coopération
entre l'OTAN et l'UE mais, pour
diverses raisons, une convergence
maximale n'est pas possible.
L'armée doit cependant être
préparée
à
une
intégration
maximale dans les deux canaux.
Va-t-on réunir les contingents et
leur
conférer
un
caractère
bipolaire pour les utiliser dans des
battle groups ou une rapid
response force
? De combien de
soldats s'agit-il? De quelles unités
et de quel matériel s'agit-il?
Quelles sont les exigences en
termes de disponibilité et de durée
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
niet wenselijkheid van dit voorstel en de impact die een dergelijke
beslissing zou kunnen hebben op de geloofwaardigheid van de
Belgische strijdkrachten. Wanneer die troepen daarop worden
voorbereid, is dat al dan niet met een permanent karakter? België
heeft tijdelijke verplichtingen voor meerdere maanden of jaren, maar
misschien kan het een optie zijn die troepen een permanenter
karakter te geven en ze stand-by te hebben om de inzetbaarheid en
de missies voor het Belgisch leger nog beter te kunnen invullen.
Ten slotte, kunt u een appreciatie geven van de huidige
samenwerking op dit punt tussen de Europese Unie en de NAVO, om
de troepen maximaal te laten renderen?
de
l'opération?
Dans
quelle
structure cette unité ou ces unités
sera/seront-elle(s) hébergées?
Le
ministre
trouve-t-il
cela
souhaitable? Quel en serait
l'impact sur la crédibilité des
forces armées belges? Ces
troupes auront-elles un caractère
permanent et resteront-elles en
stand-by? Comment le ministre
évalue-t-il la coopération actuelle
entre l'UE et l'OTAN?
03.03 Minister Pieter De Crem: Collega Deseyn, ik meen dat u twee
vragen hebt ingediend.
Le président: Non, c'était Mme Wiaux, mais elle a groupé ses deux questions.
03.04 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, j'ai posé ma
question sur la NATO Response Force (NRF) à la suite de l'European
Union Battlegroup (EUBG), en raccourci.
03.05 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, je répondrai entre autres à la question parlementaire écrite
de M. le député Ducarme, en date du 20 janvier 2010, qui fait mention
que "la participation aux forces de réaction rapides de l'OTAN (NATO
Response Force) ne peut être assimilée à une opération".
En effet, il s'agit de mettre à la disposition des forces intégrées dans
une entité multinationale et placées sur un délai de réaction très court.
Comme annoncé au Conseil des ministres du 30 octobre 2009, la
Belgique contribuera avec 400 militaires durant le premier semestre
2010 et près de 1 150 durant le second semestre 2010. La NRF
existe depuis 2003. Toutes les nations de l'OTAN y participent.
03.05 Minister Pieter De Crem: In
de schriftelijke vraag van de
heer Ducarme van 20 januari 2010
staat dat de deelname aan de
snelle reactiemacht van de NAVO
niet kan worden gelijkgesteld met
een operatie. Het gaat er
inderdaad
om
troepen
ter
beschikking te stellen voor een
internationale troepenmacht, die in
zeer korte tijd op de been moeten
kunnen worden gebracht.
België zal, zoals aangekondigd op
de ministerraad van 30 oktober
2009, in de eerste helft van 2010
400 militairen en in het tweede
halfjaar bijna 1.150 militairen
leveren.
Niet alle landen nemen echter deel aan elke beurtrol. België tracht
aan elke rotatie deel te nemen met 1 mijnenjager en 6 F-16's.
Onze bijdrage aan de landmacht van de NRF is afhankelijk van wie
het bevel van deze component voert. Zo leveren wij een belangrijke
bijdrage wanneer het hoofdkwartier Eurocorps of het Franse
hoofdkwartier van Rijsel het bevel van de landcomponent voert.
Voor de andere periodes bieden wij op basis van de aanvragen van
onze partners nichecapaciteiten aan.
Vanaf 2010 is de force generation voor de NRF aangepast. Vroeger
telde de NRF 25 000 manschappen. Sinds 2010 is de NRF in twee
opgedeeld: een gedeelte onmiddellijke reactie, Immediate Reaction
Force IRF, dat bijna 15 000 militairen bevat en een pool
Tous les pays ne participent pas à
chaque tour de rôle. La Belgique
s'efforce de participer à chaque
rotation avec un chasseur de
mines et six F-16.
Notre contribution à la force
terrestre de la NRF dépend de qui
assure le commandement de cette
composante.
Auparavant, la NRF comptait
25 000 hommes. Depuis 2010, elle
est scindée en deux, avec une
partie axée sur la réaction
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
strijdkrachten, Response Force Pool RFP, waarvan de grootte a priori
niet is bepaald en waarvan het effectief afhankelijk is van de bijdrage
van de landen.
immédiate, appelée Immediate
Reaction Force
(IRF), qui compte
15 000
militaires,
et
un
groupement de forces armées
appelé Response Force Pool
(RFP), dont les effectifs sont
fonction de la contribution des
différents pays.
Les seuls coûts réels engendrés par nos contributions à la NRF se
limitent à des coûts d'exercice qui sont englobés dans le programme
d'entraînement des composantes.
Depuis la création des groupements tactiques européens, les EUBG,
la Belgique y contribue régulièrement.
De enige reële kosten van onze
bijdrage aan de NRF zijn de
kosten van oefeningen. Sinds de
oprichting van de EUBG draagt
België daar geregeld toe bij.
Onze deelname hangt in de eerste plaats af van de planning van onze
partners van het Eurocorps. Vervolgens zien we erop toe om niet
gelijktijdig belangrijke bijdragen te leveren voor de landcomponent
van de NRF en voor de Europese Tactische Groepering. In 2009
hadden we het bevel over deze tactische groepering. Onze volgende
deelname is dus in functie van de volgende tactische groepering
onder Frans bevel die niet voor het eerste semester van 2012 is te
voorzien. Ik meen dat ik hiermee op alle vragen heb geantwoord,
tenzij de vraagstellers dat niet vinden.
Notre participation dépend en
premier lieu du calendrier de nos
partenaires de l'Eurocorps. Nous
évitons
aussi
de
fournir
simultanément des contributions
importantes pour la composante
terrestre de la Force de réaction
de l'OTAN (NRF) et pour le
groupement tactique de l'Union
européenne, dont nous avons
assuré le commandement en
2009. Notre prochaine participa-
tion sera placée sous commande-
ment français et n'est pas
attendue avant 2012.
03.06 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour vos réponses.
03.07 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de minister heeft
met zijn visie blijk gegeven van het feit dat de Belgische strijdkrachten
een grote mate van loyauteit en betrouwbaarheid aan de dag leggen.
Dat zal de credibiliteit en het imago van ons land zeker ten goede
komen, waarvoor dank.
03.07 Roel Deseyn (CD&V): Il
ressort de la réponse que les
forces armées belges font preuve
de loyauté, ce qui est certainement
bénéfique pour l'image de notre
pays.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le programme MUSIS" (n° 18086)
04 Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het MUSIS-
programma" (nr. 18086)
04.01 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la note de politique générale relative au budget de votre
département précisait que, pour 2009 et 2010, certains
investissements urgents s'imposaient et que ceux-ci avaient été repris
dans un plan d'investissement minimal (PMU) qui serait présenté au
Conseil des ministres.
Vous faisiez référence à la participation de notre pays au programme
MUSIS. En dehors de la Défense, ce programme est mis en oeuvre
04.01 Brigitte Wiaux (cdH): Voor
uw departement werd een aantal
dringende investeringen opgenomen
in een minimuminvesteringsplan
(PMU). U verwees in dat verband
naar de deelname van ons land
aan het Multinational Space-based
Imaging
System
(MUSIS),
waarvoor wordt samengewerkt
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
en collaboration avec le Service public de Programmation de Politique
scientifique.
Pourriez-vous m'apporter des précisions sur ce programme MUSIS?
Quels sont l'état d'avancement et l'évolution de la mise en oeuvre de
ce programme?
met de POD Wetenschapsbeleid.
Wat is de stand van zaken van en
de geplande evolutie voor het
MUSIS-programma?
04.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chère
collègue, le Multinational Space-based Imaging System (MUSIS) est
un programme multinational réunissant six pays (la France, la
Belgique, l'Italie, la Grèce, l'Espagne et l'Allemagne) qui vise à se
doter d'une capacité militaire d'observation et de renseignement au
moyen d'un nouveau système satellite.
L'intérêt principal de MUSIS pour la Défense est de pouvoir assurer le
remplacement, après 2015, du système d'observation spatial français
Helios II, utilisé actuellement par les services de renseignement
militaires.
Conformément à la décision du Conseil des ministres du
15 décembre 2009, le plan des investissements urgents de la
Défense sera étudié par le groupe de travail de coordination
stratégique. Ensuite, le dossier pourra être présenté au Conseil des
ministres avant de passer à la signature d'une convention de
coopération relative à la composante spatiale optique avec les pays
participants. Dans ce cadre, la France agira en tant que lead nation.
Le groupe de travail se réunira le 9 février prochain.
04.02 Minister Pieter De Crem:
Aan dit programma werken zes
landen mee (Frankrijk, Duitsland,
België, Italië, Griekenland en
Spanje). Het moet via een nieuw
satellietsysteem
een
militaire
observatie-
en
inlichtingen-
capaciteit tot stand brengen; dat
programma moet na 2015 het
huidige Franse ruimteobservatie-
systeem Helios II vervangen.
Overeenkomstig de beslissing van
de ministerraad van 15 december
2009 zal het plan betreffende de
dringende
investeringen
van
Defensie worden bestudeerd door
de werkgroep inzake strategische
coördinatie. Daarna zal het dossier
worden
voorgelegd
aan
de
ministerraad en vervolgens zal er
door de betrokken landen een
samenwerkingsverdrag
worden
ondertekend met betrekking tot de
optische ruimtecomponent. In dat
kader zal Frankrijk als lead nation
optreden.
De werkgroep komt op 9 februari
bijeen.
04.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Aangezien collega Geerts er nog niet is, stel ik voor om op hem te wachten, mijnheer Van
den Eynde, tenzij u daarop aandringt ...
04.04 Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dring
daar niet op aan, maar ik moet ook nog in andere
commissievergaderingen aanwezig zijn. Zou u zo vriendelijk willen zijn
om mij te bellen wanneer de heer Geerts hier is? Mijn volgende vraag
staat hier pas helemaal achteraan op de agenda.
De voorzitter: Oké.
05 Question de Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'opération Hiver et un incident à la
caserne d'Oud-Heverlee" (n° 18289)
05 Vraag van mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de operatie Winter
en een incident in de kazerne van Oud-Heverlee" (nr. 18289)
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
05.01 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, depuis plusieurs
années, je vous interroge au sujet de l'opération "Défense d'avoir
froid" appelée maintenant "opération Hiver" pour savoir quand elle
débute, ce qu'il en est quant à sa mise en oeuvre, ainsi que pour
connaître le bilan annuel que l'on peut en tirer afin, malheureusement,
d'essayer d' "améliorer" cette opération d'une année à l'autre.
Cet automne et cet hiver 2009/2010, vous avez déjà répondu à
différentes questions y relatives, en nous apportant beaucoup
d'éléments d'information. Toutefois, un incident m'a été rapporté, et je
souhaiterais obtenir des compléments d'information. Les éléments
suivants m'ont été relatés. La nuit du 10 au 11 janvier, la caserne de
Oud-Heverlee a accueilli les premiers sans-abri, et l'un d'eux aurait
perdu son self control.
Monsieur le ministre, est-ce exact? Pourriez-vous expliquer la
procédure à suivre lorsque de tels cas se produisent? Pourriez-vous
aussi me communiquer toutes les informations utiles quant à la prise
en charge de sans-abri par la Défense et par d'autres départements?
05.01 Brigitte Wiaux (cdH): Een
dakloze die in het kader van de
operatie "verboden kou te hebben"
(nu "operatie winter" geheten)
onderdak had gekregen in de
kazerne van Oud-Heverlee, zou er
in de nacht van 10 op 11 januari
door het lint zijn gegaan. Klopt dat
bericht? Wat voor procedure wordt
er in dergelijke gevallen gevolgd?
Kunt u ons ook meer vertellen
over de opvang van daklozen door
Defensie
of
andere
departementen?
05.02 Pieter De Crem, ministre: Madame Wiaux, un sans-abri a
effectivement perdu son sang-froid le 10 janvier. Aux environs de
19 h 30, les trois premiers sans-abri sont arrivés avec leurs
accompagnateurs. À 20 h 20, l'un des accompagnateurs a prévenu le
local de garde que la situation n'était plus tenable. La police et les
autorités hiérarchiques ont immédiatement été averties. Vingt minutes
plus tard, la police emmenait l'intéressé afin d'établir un procès-
verbal. Les dégâts se résument à quelques vitres brisées. Le bâtiment
reste disponible pour d'autres sans-abri.
La procédure à suivre en cas d'incident est reprise dans l'ordre
d'opération relatif à l'accueil des sans-abri. Il convient de préciser que
la responsabilité d'assurer le bon ordre incombe en premier lieu aux
accompagnateurs des organismes civils compétents. Néanmoins, si
la situation dégénère, ils doivent immédiatement contacter le
personnel de garde qui prendra alors les mesures adéquates en
recourant à la négociation, à la persuasion et à la dissuasion avant
tout emploi actif de la force. En cas d'urgence, l'officier de garde
avertit la police locale par le moyen le plus rapide.
Les explications que je viens de vous donner prouvent une fois de
plus que les sans-abri doivent être accompagnés par du personnel
spécialisé. J'insisterai encore sur la nécessité de remplir cette
condition.
05.02 Minister Pieter De Crem:
Het klopt dat er op 10 januari een
dakloze door het lint is gegaan.
Omstreeks 19.30 uur kwamen de
eerste drie daklozen en hun
begeleiders aan. Om 20.20 uur
waarschuwde een van de bege-
leiders het wachtpersoneel dat de
situatie onhoudbaar was. Politie en
hiërarchische overheden werden
onmiddellijk
gewaarschuwd.
Twintig minuten later voerde de
politie de betrokkene weg. De
schade bleef beperkt tot enkele
gebroken ruiten. Het gebouw staat
nog steeds open voor andere
daklozen.
De procedure in geval van
incidenten
staat
in
de
operatieorder
betreffende
de
opvang van daklozen. In de eerste
plaats zijn de begeleiders van de
bevoegde burgerlijke instanties
verantwoordelijk voor de orde-
handhaving. Als de situatie uit de
hand loopt, moeten zij het
wachtpersoneel contacteren. In
geval van nood waarschuwt de
officier met wacht de lokale politie.
Uit dit voorval blijkt nog eens dat
de daklozen door gespecialiseerd
personeel
begeleid
moeten
worden.
05.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie 05.03 Brigitte Wiaux (cdH): Met
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
pour la clarté de vos réponses. Pour les futures opérations Hiver, car
malheureusement il y en aura encore d'autres, un groupe de travail
devrait se pencher sur ce genre d'incident.
het oog op toekomstige operaties
zou een werkgroep zich over
dergelijke
incidenten
moeten
buigen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur "les déclarations de l'ambassadeur US au sujet de
l'envoi de militaires supplémentaires en Afghanistan" (n° 18461)
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la demande récente d'envoyer des troupes
supplémentaires en Afghanistan" (n° 18480)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la demande de l'ambassadeur américain adressée
à la Belgique concernant l'envoi de troupes supplémentaires en Afghanistan" (n° 18508)
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "des propos tenus par l'ambassadeur américain
au sujet des troupes belges en Afghanistan" (n° 18516)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "l'envoi de militaires supplémentaires en
Afghanistan" (n° 18537)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "la récente 'question' de l'ambassadeur
américain à Bruxelles concernant la contribution belge en Afghanistan" (n° 18554)
- M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Défense sur "l'augmentation du contingent en Afghanistan"
(n° 18557)
- M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense sur "les déclarations de l'ambassadeur américain
concernant l'envoi de troupes supplémentaires en Afghanistan" (n° 19157-19158)
06 Samengevoegde vragen van
- de heer André Flahaut aan de minister van Landsverdediging over "de uitspraak van de
US ambassadeur in verband met het sturen van bijkomende militairen naar Afghanistan" (nr. 18461)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de recente vraag tot
extra troepen in Afghanistan" (nr. 18480)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de vraag van de Amerikaanse
ambassadeur aan België om meer troepen te sturen naar Afghanistan" (nr. 18508)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de uitspraken van de
Amerikaanse Ambassadeur over Belgische troepen voor Afghanistan" (nr. 18516)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van bijkomende
militairen naar Afghanistan" (nr. 18537)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "de recente 'vraag' van de
Amerikaanse ambassadeur in Brussel betreffende de Belgische bijdrage in Afghanistan" (nr. 18554)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Landsverdediging over "de troepenverhoging in
Afghanistan" (nr. 18557)
- de heer Georges Dallemagne aan de minister van Landsverdediging over "de uitlatingen van de
Amerikaanse ambassadeur over het sturen van extra troepen naar Afghanistan" (nr. 19157-19158)
06.01 André Flahaut (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, on a entendu ­ même si elles sont déjà maintenant
dépassées ­ les déclarations de l'ambassadeur des États-Unis. Il
demandait que du personnel supplémentaire soit envoyé par la
Belgique en Afghanistan. Par la suite, l'ambassadeur a eu l'occasion
de préciser ses propos aux uns et aux autres.
Je crois que le gouvernement a répondu qu'une décision avait été
prise de ne pas augmenter notre participation en 2010.
Je voulais simplement savoir si cette confirmation était toujours
d'actualité. Réfléchit-on à d'autres pistes, notamment via le civil, la
coopération, la police ou la justice?
Je voudrais en tout cas avoir l'assurance qu'avant l'évaluation prévue
06.01 André Flahaut (PS): Naar
aanleiding van het verzoek van de
ambassadeur van de Verenigde
Staten aan ons land om bijkomend
personeel naar Afghanistan te
sturen, meen ik dat de regering
geantwoord heeft dat er beslist
werd om onze bijdrage in 2010
niet te verhogen.
Geldt dat antwoord nog altijd?
Wordt er nagedacht over andere
mogelijkheden, met name via de
burgerlijke sector, de ontwik-
kelingssamenwerking, de politie of
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
par le gouvernement de notre situation en Afghanistan (évaluation
prévue dans le courant du premier semestre de cette année), on
n'annoncera pas une prolongation de notre présence sur place
en 2011.
het gerecht? Ik zou graag de
verzekering krijgen dat er vóór de
door
de
regering
geplande
evaluatie, in de loop van het eerste
semester van dit jaar, geen
verlenging van onze aanwezigheid
ter
plaatse
in
2011
wordt
aangekondigd.
06.02 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, op
15 januari werd bekend dat de Amerikaanse ambassadeur had
gevraagd om 100 Belgische militairen extra in Afghanistan. Kort
daarna is er een commissie geweest maar wegens agendaproblemen
heb ik die spijtig genoeg niet kunnen bijwonen. Vice-eerste minister
Onkelinx heeft toen onmiddellijk afwijzend gereageerd en
meegedeeld dat de regering u al gezegd had dat er geen extra
troepen mochten komen.
Mijnheer de minister, kunt u meedelen wanneer de ambassadeur zijn
vraag heeft gesteld? Wat was de concrete inhoud? In december vorig
jaar hebben wij al van gedachte gewisseld over de uitspraken van de
Amerikaanse president Obama, waaruit bleek dat men van ons land
geen militaire troepen extra verlangde. Dat is dan toch in tegenstrijd
met de vraag van de Amerikaanse ambassadeur? Wat is uw
standpunt ter zake? Werd dit reeds besproken in het kernkabinet?
Wat werd er reeds besproken? Wat is er beslist?
06.02 Bruno Stevenheydens
(VB):
Le
15 janvier,
nous
apprenions que l'ambassadeur
des États-Unis en Belgique avait
demandé à notre pays d'envoyer
100 militaires supplémentaires en
Afghanistan. La vice-première
ministre PS, Mme Onkelinx, a
déclaré à cette occasion que le
gouvernement avait déjà interdit
l'envoi de troupes en renfort.
Quand et pourquoi l'ambassadeur
des États-Unis a-t-il formulé cette
demande? En quoi consiste-t-elle
précisément?
Quelle
est
la
position du ministre? Quand ce
point a-t-il été examiné par le
cabinet restreint? Quelle décision
sera prise?
06.03 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, zoals u weet,
blijft mijn partij het beleid dat door de huidige regering uitgezet is en
uitgevoerd wordt, nog steeds steunen. Met `mijn partij' bedoel ik N-
VA, voor alle duidelijkheid.
Ik had hierover ook een vraag ingediend toen bekend werd dat de
Amerikaanse ambassadeur een paar wensen had die hij rechtstreeks
aan de Belgische regering richtte. Daarom had ik mijn vraag bij dit
punt aangesloten. Ik heb intussen mijn vraag twee weken geleden
aan de Amerikaanse ambassadeur kunnen stellen. Zijn antwoord
heeft mij tevredengesteld. Wat mij betreft, is het incident dus
gesloten.
06.03 Luc Sevenhans (N-VA):
La N-VA continue à soutenir la
politique actuelle du gouvernement
en la matière. J'avais également
posé une question sur la demande
faite par l'ambassadeur des États-
Unis, mais étant donné que ce
dernier m'a déjà exposé la
situation la semaine passée,
l'incident est clos en ce qui me
concerne.
06.04 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal het
kort houden. Wij hebben een boeiend debat gehad met de
Amerikaanse ambassadeur in deze commissie.
Wat ik mij afvraag is iets actueler. Vorige week was er de Conferentie
van Londen, waar minister Vanackere naar toe gegaan is. Mijnheer
de minister, kunt u enige duidelijkheid geven over wat daar precies
besproken is? Ik heb natuurlijk de persberichten gelezen. Het was
geen "pledging conference" zoals dat heet, maar daar is toch
gesproken over een exitstrategie, en daar is ook gesproken over hoe
wij allemaal samen als internationale gemeenschap de toekomst zien.
Wanneer wij hier in de commissie spreken over Afghanistan of Haïti
of Congo, moeten wij dat altijd in een internationaal perspectief zien.
Mijnheer de minister, kunt u ons enige toelichting geven bij de
06.04 Hilde Vautmans (Open
Vld): Le ministre est-il en mesure
de nous exposer les résultats de la
Conférence de Londres qui s'est
tenue la semaine passée? Quelle
position la Belgique y a-t-elle
défendue? Avant de prolonger
notre présence militaire, qui est
actuellement prévue jusqu'à la fin
de
l'année,
nous
devrions
également, à mon avis, mener un
débat international à la Chambre.
Nous attendons depuis longtemps
l'organisation d'un tel événement
et je continuerai à insister pour
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
resultaten van de Conferentie van Londen, en wat was het Belgische
standpunt dat daar vertolkt is?
Ik meen dat de Amerikaanse ambassadeur duidelijk gevraagd heeft
om meer ontwikkelingshulp: meer hulp voor de binnenlandse zaken,
meer politieagenten op het terrein. Die moet men dan natuurlijk
kunnen beveiligen met militairen. Ons standpunt is altijd het volgende
geweest. We hebben ons geëngageerd tot eind 2010 wat onze
militaire aanwezigheid betreft. Voor wij beslissen of dat engagement
wordt verlengd of niet, moeten wij het internationale debat ter zake
voeren. Voorzitter, ik zal het nog maar eens vragen. Ik zal het nog
maar eens in herinnering brengen, want ik heb soms de indruk dat het
echt moeizaam gaat. Ik wil nogmaals aandringen dat het Parlement
daar voortgang mee maakt. Ik ga dat wekelijks doen, voorzitter, tot ik
een datum heb! Ik verwittig u maar.
Er moet een internationaal debat komen! Dit is geen verwijt aan de
minister, het is een zaak van het Parlement. Ik zal het wekelijks
herhalen tot wij een datum hebben, collega's.
Intussen wil ik graag van de minister weten wat nu de stand van
zaken is op internationaal vlak. Wat was het Belgische standpunt in
Londen? Wat zijn de resultaten van die conferentie?
qu'il voie le jour.
De voorzitter: Voor ik het woord aan mevrouw Wiaux geef, richt ik
mij tot u, mevrouw Vautmans. Het is goed dat u ons daar elke week
aan herinnert. Ik respecteer uw onrustige vastheid ter zake, om die
woorden te gebruiken. Er zijn afspraken gemaakt met de voorzitter
van de commissie voor de Buitenlandse Zaken, de heer Versnick. Er
zijn ook al praktische schikkingen getroffen. Wij zullen alleen de
belangrijkste buurlanden uitnodigen, want anders wordt het
organisatorisch heel moeilijk.
Wij zijn nu aan het zoeken naar een datum rond Pasen of vlak na
Pasen. Wij zijn daar volop mee bezig.
Le président: Je respecte la
persévérance dont fait montre
Mme Vautmans. Certains contacts
et dispositions pratiques ont été
pris en vue de l'organisation d'un
tel débat. Toutefois, seuls les
principaux pays voisins ont été
pressentis
pour
participer.
Actuellement,
nous
nous
dirigerions vers une date juste
après Pâques.
06.05 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la presse s'est fait l'écho de la stratégie mise en oeuvre par
le président Obama. En outre, certains propos de l'ambassadeur des
États-Unis concernaient l'envoi d'une centaine de militaires belges
supplémentaires en Afghanistan; j'étais présente en commission des
Affaires étrangères lorsqu'il est venu, il y a peu.
Monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer si, à ce jour, des
discussions à ce sujet ont eu lieu?
Une décision du gouvernement relative à l'envoi de troupes
supplémentaires au-delà de notre engagement en 2010 a-t-elle été
prise?
Depuis lors, s'est tenue la Conférence de Londres, fin janvier; il me
semble opportun de préciser une évaluation de la situation de la
présence de nos troupes en Afghanistan et de manière générale. De
plus, j'ai entendu hier à la radio et j'ai lu dans la presse que le sommet
de Madrid entre l'Union européenne et les États-Unis n'aurait pas lieu.
J'ignore si c'est la vérité. Tous ces éléments d'information sont
nouveaux et m'interpellent.
C'est pourquoi, monsieur le ministre, j'aurais voulu entendre un état
06.05 Brigitte Wiaux (cdH): In de
pers had men het over de
strategie van president Obama, en
de
ambassadeur
van
de
Verenigde Staten heeft een aantal
kanttekeningen gemaakt bij het
zenden
van
een
honderdtal
bijkomende Belgische militairen
naar Afghanistan.
Kan u bevestigen of er hierover al
besprekingen
hebben
plaatsgevonden?
Heeft
de
regering een beslissing genomen
met betrekking tot het zenden van
extra troepen? Volgens de pers
zou de top van Madrid tussen de
EU en de Verenigde Staten niet
plaatsvinden. Klopt dat?
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
des lieux de la situation.
06.06 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, wij hebben inderdaad in de uiteenzetting van de
ambassadeur wat meer toelichting gekregen over hetgeen de
Amerikaanse regering zou vragen. Ik heb begrepen dat er geen
officiële vraag is gesteld door de Amerikaanse regering, maar dat de
ambassadeur zegt dat het een belangrijk signaal zou zijn mocht
België ­ en hij heeft dan het cijfer van 100 genoemd ­ 100 extra
manschappen naar Afghanistan sturen. Het is dan de vraag of hij
daarmee extra militairen bedoeld of extra politieagenten of mensen
die voor opleiding zorgen of iets dergelijks.
Het interview dat in de Tijd heeft gestaan dateert van 16 januari. Kunt
u zeggen of u ondertussen al bijkomende vragen of informatie heeft
vanwege de Amerikaanse overheid en of de regering daar eventueel
over nadenkt en wanneer zo'n besluitvorming kan worden verwacht?
06.06 Gerald Kindermans
(CD&V): Les États-Unis n'ont
apparemment pas introduit de
demande officielle mais selon
l'ambassadeur américain, l'envoi
de 100 hommes supplémentaires
en
Afghanistan
constituerait
toutefois un signal important, sans
que n'ait été précisée la nature
des effectifs à envoyer.
Le ministre a-t-il en effet reçu des
demandes ou des informations
supplémentaires des États-Unis?
Le gouvernement réfléchit-il à la
question et quand prendra-t-il une
décision à ce sujet?
06.07 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, ik denk dat de Belgische regering voor 2 vragen
staat. De eerste vraag is of men al dan niet een verlenging van onze
aanwezigheid in Afghanistan en onze deelname overweegt. De
tweede vraag is de vraag die ons meegedeeld werd via de
ambassadeur van de Verenigde Staten.
Ik stel vast dat er daaromtrent in de regering verschillende geluiden
klinken. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de uitspraak van de minister van
Defensie, die nog tijdens zijn bezoek in Washington, te kennen gaf
dat hij voorstander was van een verlenging van de operatie. Nadien
heeft hij hier in deze Kamer gezegd dat de regering zich
voorgenomen had om die evaluatie te houden kort na de Conferentie
van Londen.
Wij zijn nu kort na de Conferentie van Londen. Mijn eerste vraag is
wanneer de regering zal beslissen over de eventuele verlenging en zo
ja in welke vorm?
Ten tweede heb ik vastgesteld dat na de formulering van de vraag
naar meer troepen, er binnen de regering toch wel enige ongerustheid
was. Vicepremier Onkelinx is nog eens duidelijk naar buiten gekomen
en heeft gezegd dat er een beslissing is gevallen en dat er geen
verhoging komt. Mijnheer de minister, is of dit ook uw standpunt en
wat is het standpunt van de regering?
Dan wil ik daar aan toevoegen dat ik een beetje op mijn ongemak
ben. Ik heb zo een overzicht gekregen van onze deelname aan
buitenlandse operaties.
Bij het overlopen van de lijst stel ik vast dat er in Afrika, in Kosovo en
in 2010 in Libanon een afbouw is. Er zal, omwille van onze deelname
aan de operatie Atalanta, waarschijnlijk ook een toename zijn. Indien
ik de plussen en minnen optel, stel ik echter vast dat er een grote
ruimte is om de stijging van het aantal Belgische troepen in
Afghanistan te realiseren.
Is de minister van Defensie door de voornoemde afbouw in de andere
06.07 Dirk Van der Maelen
(sp.a): À mon estime, deux
questions se posent pour le
gouvernement belge. Il y a la
question de savoir s'il convient de
prolonger les engagements belges
en Afghanistan et également une
demande formulée par l'intermé-
diaire de l'ambassadeur des États-
Unis. Quand le gouvernement
prendra-t-il une décision sur une
éventuelle
prolongation
et
qu'entend-on exactement par là?
Après la demande de troupes
supplémentaires, une certaine
inquiétude est apparue au sein du
gouvernement. Mme Onkelinx a
ensuite déclaré qu'une décision
était intervenue et qu'il n'y aurait
pas de renforcement. Le ministre
partage-t-il cet avis? Quelle est la
position du gouvernement?
Lorsque je regarde les chiffres de
participation à des opérations à
l'étranger, je constate qu'il existe
une
marge
importante
pour
permettre une augmentation de
l'effectif de nos troupes en
Afghanistan. Le ministre prépare-t-
il une augmentation des effectifs
pour l'année 2011?
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
regio's het terrein misschien aan het voorbereiden, om later in 2010,
misschien pas in 2011 ­ indien ik de verklaring van vice-eerste
minister Onkelinx goed lees, slaat ze op 2010 ­ een grotere
participatie van België in Afghanistan te realiseren? Is het de
bedoeling van de minister om ergens in 2010, bijvoorbeeld bij de
eventuele verlenging, een beslissing te nemen, teneinde in 2011 een
grotere deelname van België aan de operaties in Afghanistan te
ontwikkelen?
06.08 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je ne
pensais pas vous poser de question sur le sujet, étant donné qu'il y en
avait bien assez mais l'annonce par le président Obama qu'il renonce
à un Sommet avec l'Union européenne, avec des arguments qui
doivent encore être précisés (budgétaires ou de priorités politiques),
au moment même où il demande des efforts supplémentaires à
l'Europe en Afghanistan, me paraît paradoxale. Je voudrais connaître
votre réaction.
Avec l'arrivée du président Obama, on avait l'impression de pouvoir
enfin aborder avec les États-Unis d'autres sujets que les questions de
sécurité: on pouvait aborder les questions de gouvernance
économique et financière, les questions climatiques, etc. On pensait
aussi que l'agenda européen pourrait être abordé avec les
Américains. Je ne suis pas opposé à ce qu'on discute avec nos alliés
de questions de sécurité ou du renforcement de notre contribution en
Afghanistan, même si nous préférons une contribution civile. Nous ne
sommes pas contraires à la discussion mais il y a là un paradoxe sur
le plan politique ­ et même un élément désagréable. Il faudrait faire
savoir au représentant des États-Unis à Bruxelles qu'il ne peut pas
venir plaider devant le Parlement un renforcement de notre
contribution alors que leur président nous dit qu'il n'a pas le temps de
venir discuter avec nous des agendas qui pourraient intéresser les
deux rives de l'Atlantique.
06.08 Georges Dallemagne
(cdH):
We
zouden
de
ambassadeur van de Verenigde
Staten in Brussel moeten laten
weten dat hij niet bij ons Parlement
kan komen pleiten voor een
verhoging van onze bijdrage in
Afghanistan, terwijl zijn president
ons meedeelt dat hij geen tijd
heeft om met ons te komen
praten.
Wat is uw reactie op de
paradoxale
mededeling
dat
president Obama de EU-top niet
zal bijwonen?
06.09 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, je n'ai pas
assisté au déjeuner en question, qui a eu lieu à l'ambassade
américaine. Je ne peux me baser sur ce qui a été relayé dans les
médias, c'est-à-dire les mêmes sources que celles citées dans les
questions.
06.09 Minister Pieter De Crem: Ik
was niet op die lunch aanwezig. Ik
kan niet voortgaan op wat er in de
media is verteld of geschreven. En
daar haalt u toch uw informatie
vandaan.
Ik herhaal wat ik in deze commissie al vaker heb gezegd, met name
dat de Belgische regering de aanwezigheid van Belgische militairen in
Afghanistan vastlegt. Dat gebeurt op mijn voorstel en na
beraadslaging, eerst in het kernkabinet en nadien in de regering. Dat
is gebeurd naar aanleiding van onze militaire aanwezigheid in
Afghanistan voor het jaar 2010 en dat zal ook gebeuren voor onze
militaire aanwezigheid in Afghanistan voor het jaar 2011. Ik zal dat
voorstel formuleren nadat wij een aantal elementen in overweging
hebben genomen. Het gaat onder andere om het resultaat van de
conferentie in Londen. Aangezien mijn collega, minister Vanackere,
de regering daar heeft vertegenwoordigd, zou ik voorstellen dat u hem
daaromtrent ondervraagt en hem eventueel een aantal bemerkingen
of suggesties toeschuift.
Wat ik uit de conferentie van Londen wel heb onthouden, is dat de
militair-civiele benadering die wij met België sinds exact twee jaar
uitvoeren -- het is twee jaar geleden dat wij de beslissing hebben
Le gouvernement belge décide du
nombre de militaires belges en
Afghanistan. Il prend la décision
sur ma proposition et après
délibération au cabinet restreint et
ensuite au gouvernement. Cette
procédure sera également suivie
en ce qui concerne notre présence
militaire en 2011. Je formulerai la
proposition après avoir pris en
considération
notamment
le
résultat de la conférence de
Londres.
M. Vanackere
y
a
représenté le gouvernement.
J'ai retenu de la conférence que
l'approche civile-militaire adoptée
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
genomen met de regering om onze aanwezigheid op te drijven, onder
andere met de uitzending van F-16's naar Kandahar en de verbreding
van onze aanwezigheid in Kunduz --, de aanpak is die de
internationale gemeenschap na de conferentie van Londen ook verder
onder het voetlicht heeft gebracht. Ik stel voor dat u specifieke vragen
omtrent de conferentie aan minister Vanackere stelt.
Overeenkomstig de regeringsbeslissing, zoals deze werd opgesteld
en naar buiten gebracht, komt er heel binnenkort een evaluatie binnen
de regering. Op basis van die evaluatie, met de inbreng van mijn
collega's die bevoegd zijn voor Buitenlandse Zaken, zal er door de
regering een voorstel geformuleerd worden inzake onze militaire
aanwezigheid in Afghanistan tijdens het scharnierjaar 2011.
Nogmaals, tot op heden heeft de regering geen officiële aanvraag
ontvangen met het oog op de verhoging van de Belgische bijdrage in
Afghanistan.
Er is een interview geweest in een uitzending waaraan ik heb
deelgenomen. Na een interview met de Amerikaanse ambassadeur,
de heer Goodman, en na zijn optreden in het televisieprogramma
Phara, waar ikzelf en iemand anders aanwezig waren, heb ik besloten
dat hij het minstens evenzeer had over de civiele capaciteiten als over
de militaire. Voor alle duidelijkheid, ondertussen heeft de
Amerikaanse ambassadeur zich verplaatst naar dit Parlement, waar
alle leden van deze commissie uitvoerig met hem van gedachten
konden wisselen en zijn standpunten konden toetsen aan uw eigen
inzichten, terwijl zij ook getoetst werden aan die van de regering.
Mijnheer de voorzitter, dat is wat ik daarover kan zeggen.
par la Belgique depuis deux ans
déjà est celle que la communauté
internationale a mise en exergue
après
la
conférence.
Le
gouvernement
évaluera
la
situation très prochainement. Sur
la base de cette évaluation, à
laquelle participeront les ministres
compétents pour les Affaires
étrangères,
le
gouvernement
formulera
une
proposition
concernant notre présence au
cours de l'année charnière 2011.
Le gouvernement n'a pas encore
reçu officiellement de demande
d'augmenter la contribution belge.
J'ai conclu des interviews de
l'ambassadeur américain qu'il a
évoqué tout autant les capacités
civiles que les capacités militaires.
Les membres de la commission
ont entre-temps pu dialoguer
longuement avec lui au Parlement.
06.10 André Flahaut (PS): Monsieur le président, je crois que cette
mise au point était nécessaire.
Quand le ministre dit que la décision a été prise de renforcer le 'civilo-
militaire' et d'envoyer des F-16, je cherche toujours le civil dans ces F-
16.
06.10 André Flahaut (PS): Er
werd beslist de civiel-militaire
benadering te versterken en F-16's
te sturen. Het civiele aspect van
de F-16's is me niet helemaal
duidelijk.
06.11 Pieter De Crem, ministre: Ce n'est pas ce que j'ai dit: j'ai parlé
d'une fonction à la fois civile et militaire.
06.11 Minister Pieter De Crem: Ik
had het over een zowel civiele als
militaire functie.
06.12 André Flahaut (PS): Chacun a sa lecture et c'est bien ainsi.
Cela dit, Mme Onkelinx a bien fait de réagir; en effet, comme vient de
le confirmer le ministre, une décision a été prise pour 2010, une
évaluation est prévue sur notre présence en 2010 et sur ce que nous
ferons en 2011. Incontestablement, même s'il s'agit d'une année
charnière ­ comme chaque année en Afghanistan ­, il reste la
question de la prolongation, et du mode de cette prolongation:
renforcée, moins importante ou différenciée?
C'est l'objet du débat qui devra avoir lieu au sein du gouvernement
d'ici quelques semaines sans doute. Nous en attendrons les résultats
avec intérêt.
06.12 André Flahaut (PS): Ieder
zijn interpretatie! Er werd een
beslissing genomen voor 2010 en
er is een evaluatie gepland van
onze aanwezigheid in 2010 en een
voorstel
omtrent
onze
aanwezigheid in 2011. In dat
verband rijst de vraag of onze
aanwezigheid in Afghanistan zal
worden verlengd en onder welke
precieze voorwaarden. We zullen
de resultaten van dit debat op
regeringsniveau afwachten.
06.13 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik stel vast een opbod en een kakofonie aan meningen
06.13 Bruno Stevenheydens
(VB): Il y a une cacophonie
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
vast over de strategie in Afghanistan, alsook dat er een verschil is in
vraag naar extra troepen voor Afghanistan.
U bevestigde nogmaals dat de militaire aanwezigheid in 2010 een
beslissing is van de regering, van het kernkabinet, in juni van vorig
jaar. U hebt daarnet gezegd dat er sindsdien geen beslissing meer
genomen is, dat de beslissing voor 2011 nog genomen moet worden
en dat er ook geen evaluatie meer is geweest. Het is dringend tijd dat
de regering zich daarover buigt. Het kan toch niet blijven bij één
evaluatie per jaar. Dat is mijn perceptie. Het is reeds van juni geleden
dat het kernkabinet zich daarover nog grondig gebogen heeft. Het kan
toch niet dat men sindsdien de situatie en de strategie niet meer
verder geëvalueerd heeft in het kernkabinet.
d'opinions à propos de la stratégie
et de l'envoi de renforts. Rien n'a
encore été décidé pour 2011 et
depuis la décision intervenue en
juin 2009 à propos de l'année
2010, il n'y a plus eu d'évaluation.
Le gouvernement doit s'y atteler
d'urgence. On ne peut tout de
même pas se limiter à une seule
évaluation par an!
06.14 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, uw
antwoord is zeer diplomatisch. Dat zijn wij van u niet altijd gewoon.
In verband met de briefing van de conferentie zal ik uiteraard mijn
vraag stellen aan de minister van Buitenlandse Zaken. Ik hoop echter
dat u een uitgebreidere briefing hebt gekregen van de conferentie dan
hetgeen u ons hier meedeelt.
U zegt dat er heel binnenkort een evaluatie zal komen in de regering.
Ik mag aannemen dat deze evaluatie openbaar wordt en dat u deze
zal voorleggen aan deze commissie. Dan kunnen wij het parlementair
debat voeren.
Helemaal op het einde zei u dat u nog geen vraag hebt ontvangen tot
het sturen van bijkomende troepen. De ambassadeur heeft ons echter
verduidelijkt dat zij uitgaan van een welwillendheid, maar niet van plan
zijn om een uitdrukkelijke vraag te richten. Zo had ik het althans
begrepen. Die vraag zal er dus niet komen. Men gaat uit van een
partner die dat loyaal doet. Misschien heb ik het echter verkeerd
begrepen.
Ik kijk uit naar de evaluatie en ik hoop dat wij de bespreking spoedig
kunnen voeren in deze commissie, maar dat wij daarvoor reeds een
debat kunnen voeren met de bondgenoten.
06.14 Hilde Vautmans (Open
Vld): La réponse du ministre est
très diplomatique. J'interrogerai le
ministre des Affaires étrangères à
propos de la conférence. J'espère
que le ministre De Crem a obtenu
davantage d'informations que ce
qu'il a communiqué ici. Une
évaluation aura lieu d'ici peu au
sein du gouvernement. J'espère
que
le
ministre
présentera
également cette évaluation devant
le Parlement, ce qui nous
permettra d'avoir un débat à ce
sujet. Le ministre n'a pas encore
reçu de demande d'envoi de
troupes
supplémentaires.
L'ambassadeur avait clairement
indiqué
que
les
États-Unis
comptaient sur la bonne volonté
d'un partenaire loyal, mais qu'ils
ne feraient pas de demande
explicite. J'attends impatiemment
l'évaluation. J'espère qu'elle fera
très
rapidement
l'objet
de
discussions au sein de cette
commission et, qu'avant cela,
nous aurons déjà pu discuter de
ce dossier avec nos alliés.
06.15 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik wil gewoon
nog wat informatie geven. Er zijn een aantal interessante artikels
verschenen in een aantal kranten, over hetgeen wij doen in
Afghanistan, in Kunduz, met de PRT's en de OMLT's.
Ook vanochtend was er een heel interessant interview. Er waren
journalisten embedded mee met onze troepen. Zij hebben zonder
enige terughoudendheid of druk verslag kunnen uitbrengen van wat
wij doen. Daaruit blijkt een grote waarheidsgetrouwheid.
06.15 Pieter De Crem, ministre:
Des articles intéressants, signés
par des journalistes embedded,
ont paru dans la presse à propos
de ce que nous faisons en
Afghanistan.
06.16 André Flahaut (PS): Monsieur le ministre, j'ai parcouru avec
beaucoup d'intérêt les articles rédigés par M. Alain Lallemand dans Le
Soir
. D'après celui-ci, le fait d'avoir pu embarquer avec les gens sur le
terrain est une première. Certes, c'est intéressant! Vous anticipez
06.16 André Flahaut (PS): In Le
Soir werd erop gewezen dat de
zones overal gevaarlijk zijn en dat
men een aantal ongevallen heeft
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
sans doute la réponse à une autre question que je ne vous pose pas,
à savoir le droit d'expression des militaires.
Cela dit, je voudrais insister une fois de plus sur le fait que ­ et le
journaliste le dit lui-même ­ les zones sont dangereuses partout,
aussi bien à Kaboul qu'au Nord. À un certain moment dans l'article, il
insiste sur le fait que certains accidents ont pu être évités grâce non
seulement à la bonne formation de notre personnel, mais aussi au
bon équipement dont il est doté. Force est de constater que,
contrairement à ce que d'aucuns pensent, sous la législature
précédente, nous avons investi correctement dans du matériel qui
procure une sécurité à nos hommes.
kunnen voorkomen, niet alleen als
gevolg van de goede opleiding van
ons personeel, maar ook dankzij
de adequate uitrusting waarover
het beschikt. In tegenstelling tot
wat sommigen denken, hebben we
tijdens de vorige zittingsperiode
terdege
in
de
uitrusting
geïnvesteerd.
06.17 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour toutes les précisions que vous nous avez apportées concernant
l'évaluation pour cette année et l'année 2011. Étant donné que ma
collègue, Mme Vautmans a dit qu'elle vous interrogerait chaque
semaine, nous serons informés de l'évolution de la situation de façon
hebdomadaire. En effet, cette situation nous préoccupe, surtout pour
la sécurité de nos hommes sur place.
06.18 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de minister, als ik het
allemaal goed en wel bekijk dan is het eigenlijk een non-issue. Er is
geen officiële vraag gesteld en er is ook geen officiële beslissing. Dit
soort ernstige zaken wordt volgens mij best binnen de regering en
binnen de commissie besproken. Een ambassadeur die vragen stelt
via een krantenartikel en via televisieoptredens, en leden van de
regering die zich uitspreken over een vraag en een beslissing die er
niet zijn, vind ik allemaal een beetje flou obscure. Ik pleit ervoor om dit
soort ernstige zaken te bespreken op de plaatsen waar dat moet
gebeuren, namelijk in de regering en in de commissie.
06.18 Gerald Kindermans
(CD&V): Aucune question officielle
n'a été posée et aucune décision
officielle n'a été prise. Ces
questions sérieuses doivent être
examinées par le gouvernement et
en commission.
06.19 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb drie
opmerkingen.
Ten eerste, als de regering toch zal evalueren, sluit ik mij graag aan
bij de vraag van collega Vautmans dat wij ook in deze commissie een
uitgebreide evaluatie kunnen doen. Ik ga nu alvast meedelen dat ik
voorstander ben van de terugtrekking van die F-16's en veel meer
civiele input.
Ten tweede, ik wil reageren op uw bewering, mijnheer de minister, dat
wij een evenwichtige benadering hebben in Afghanistan tussen het
militaire en het civiele. Ik denk dat de cijfers voor zich spreken. Er zijn,
volgens sommige bronnen 624, maar volgens andere bronnen
640 militairen in Afghanistan en er zijn, als ik goed kan tellen,
hoogstens
5
of
6 civiele
personen
aanwezig,
namelijk
2 politieagenten, 1 rechter, een paar diplomaten.
Wat betreft de brutokost, het volgende. Ik heb nog altijd geen
antwoord op mijn vraag welke in dat verband de cijfers zijn van
stafchef Delcour. Volgens de cijfers van de minister is de brutokost
van de aanwezigheid van onze militairen in Afghanistan 109 miljoen
euro, terwijl de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking op
12 miljoen euro zijn begroot -- ik wil nog zien hoeveel er uitgegeven
is. Ik denk dat er een enorm onevenwicht is in onze inspanningen ten
aanzien van Afghanistan; er is veel te veel militaire en veel te weinig
civiele aanwezigheid.
06.19 Dirk Van der Maelen
(sp.a): Je soutiens la demande de
Mme Vautmans d'une évaluation
au sein de cette commission. Pour
ma part, je suis en faveur du retrait
des F-16. Il est absolument faux
d'affirmer qu'il y a en Afghanistan
un équilibre entre le volet militaire
et le volet civil. Les chiffres en
disent long. Je n'ai toujours pas de
réponse non plus au sujet du coût
brut de notre présence militaire
belge en Afghanistan. Enfin, je
conclus que le ministre envisage
d'envoyer davantage de militaires
en 2011.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Tenslotte, mijn conclusie is duidelijk. Vóór 2010 gaan wij geen
verhoging van de militairen zien, maar de minister bereidt alles voor
om in 2011 meer militairen te kunnen sturen want hij voorziet de
afbouw in Afrika, Kosovo, Libanon en een lichte verhoging -- een
150-tal, neem ik aan -- voor Atalanta. Er is dus ruimte om een
grotere inspanning te doen in 2011. Ik denk dat dit de intentie is van
de minister.
06.20 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur,
le ministre, je voudrais aborder très rapidement quatre points.
Premièrement, l'attitude du gouvernement me paraît claire et
satisfaisante.
Deuxièmement, en ce qui concerne notre contribution actuelle et son
prolongement éventuel, je suis favorable à un débat parlementaire, si
possible avant une nouvelle décision du gouvernement.
Troisièmement, en ce qui concerne la répartition de notre capacité de
déploiement de troupes à l'étranger, elle fait l'objet de ma question
n° 18650, inscrite au point 17 de l'agenda.
Enfin, vous n'avez pas répondu à la question relative à l'attitude du
gouvernement des États-Unis; je la reposerai au ministre des Affaires
étrangères. Cependant, il est important que l'attitude que nous
adopterons sur le plan politique permette d'établir une relation avec
les États-Unis qui prenne en compte nos propres priorités dans
l'agenda international.
L'annonce par les États de l'annulation du Sommet européen est une
très mauvaise nouvelle pour tous ceux qui considèrent qu'il n'y a pas
que les questions de sécurité qui doivent être discutées avec les
États-Unis.
06.20 Georges Dallemagne
(cdH): De houding van de regering
lijkt me duidelijk en bevredigend.
Ik ben voorstander van een
parlementair
debat,
indien
mogelijk voordat de regering een
nieuwe beslissing neemt. U heeft
niet geantwoord op de vraag over
de houding van de Amerikaanse
regering; ik zal die vraag ook aan
de minister van Buitenlandse
Zaken stellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.21 Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, mag ik
er uw aandacht op vestigen dat collega Geerts ondertussen
aangekomen is.
De voorzitter: Een aantal leden die vragen hebben onder agendapunt nr. 11 moeten naar de Conferentie
van voorzitters. Als de vraagstellers aandringen, moet ik echter inderdaad de volgorde laten spelen. En dan
moet eerst agendapunt nr. 4 aan de orde komen.
07 Samengevoegde vragen van
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Landsverdediging over "het incident dat naar
verluidt tijdens zijn terugkeer uit Afghanistan plaatsvond tussen de minister en de bemanning van een
vliegtuig van de 15
de
Wing" (nr. 18186)
- de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "het incident tijdens de terugreis
van Afghanistan" (nr. 18211)
07 Questions jointes de
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la Défense sur "l'incident qui se serait produit entre le
ministre et l'équipage d'un avion du 15
ième
Wing lors de son retour d'Afghanistan" (n° 18186)
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "l'incident lors du retour d'Afghanistan" (n° 18211)
07.01 Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer 07.01 Francis Van den Eynde
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
de minister, u weet waarover het gaat. U was op de terugweg uit
Afghanistan. In Beiroet zou er een incident geweest zijn -- ik druk mij
zeer voorzichtig uit -- tussen u en mensen van de 15
de
Wing, met
name de bemanning van een vliegtuig. In de kranten heeft men
voornamelijk de klok laten horen van de mensen die zich daardoor
gegriefd voelden. Ik vind dat iedereen het recht heeft om zijn
verdediging naar voren te brengen en zijn versie van de versie van de
feiten te geven, ook een minister en, a fortiori, een minister van
defensie. Kunt u ons uw verhaal hieromtrent vertellen?
(VB): Le ministre peut-il livrer sa
version personnelle du récent
incident qui l'a opposé à l'équipage
du
15
e
Wing
au
retour
d'Afghanistan?
07.02 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan bij
collega Van den Eynde.
07.02 David Geerts (sp.a): Je me
joins à mon collègue M. Van den
Eynde.
07.03 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega's, van
19 tot 22 december hebben de eerste minister en ikzelf een bezoek
gebracht aan onze troepen in operatie in Afghanistan. Initieel was er
ook gepland om een bezoek te brengen aan onze militairen in
Libanon en Kosovo, maar omwille van de begrotingsbesprekingen die
op 22 december in de Kamer werden aangevat, zijn wij vanuit Beiroet
rechtstreeks naar Brussel teruggekeerd, met een kleiner toestel.
Ik zal u niet verbergen dat ik niet tevreden was met het verloop van de
zaken bij het vertrek naar en de terugkeer uit Afghanistan. Ik heb dat
dan ook kenbaar gemaakt. Ik meen dat dit, als beheerder van dit
departement, niet alleen mijn recht, maar ook mijn plicht is. Ik heb
gezien dat collega Van Quickenborne in een gelijklopende
aangelegenheid ook niet heeft nagelaten om rechtstreeks op tv enige
opmerkingen te maken. Dat dit niet gebeurd zou zijn, in de situatie
waarin wij verkeerden, zou eigenlijk verbazingwekkend zijn geweest.
Onze ambassadeur in Libanon is totaal onterecht in deze
aangelegenheid betrokken geweest en heeft zich genoodzaakt gezien
om hetgeen in de pers werd aangehaald formeel, met een
perscommuniqué, te ontkennen.
07.03 Pieter De Crem, ministre:
Je ne cacherai pas que je ne suis
pas satisfait du déroulement des
événements à l'aller et au retour
d'Afghanistan. J'ai par conséquent
manifesté ce mécontentement. En
tant que gestionnaire de ce
département, j'estime que c'est
non seulement mon droit, mais
également mon devoir.
07.04 Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de minister, ik dank u
voor uw antwoord.
07.05 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb nog een
opmerking. Uw kabinetschef heeft, naar aanleiding van deze
incidenten, gezegd dat de 15
de
Wing een zootje ongeregeld is en dat
er maatregelen genomen zouden worden. Is het incident daartoe de
rechtstreekse aanleiding geweest of waren er andere aanleidingen?
07.05 David Geerts (sp.a): Le
cabinet du ministre a qualifié le
15
e
Wing de 'véritable bazar' et a
parlé de mesures qui seraient
prises. Cet incident est-il l'unique
motif?
07.06 Minister Pieter De Crem: Nee, maar het heeft wel geholpen.
07.07 David Geerts (sp.a): U verdedigt dus de uitspraak van uw
kabinetschef, namelijk dat uw ondergeschikten een zootje ongeregeld
zijn?
07.08 Minister Pieter De Crem: Ik heb in elk geval gezien dat er wat
disfuncties bij de 15
de
Wing waren. Daarom heb ik luitenant-kolonel
Lepez als crisismanager aangesteld. Dat werd reeds gezegd en in de
commissie meegedeeld.
07.08 Pieter De Crem, ministre: Il
ne s'agissait pas d'un incident
isolé. J'ai observé des dysfonction-
nements au sein du 15
e
Wing et ai
nommé pour cette raison le
lieutenant-colonel Lepez au poste
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
de manager de crise.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Questions jointes de
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "Haïti, B-FAST et la participation de la Défense"
(n° 18466)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "Haïti et la sécurisation des membres de la mission
B-FAST par l'envoi de militaires belges" (n° 18467)
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur "l'aide de la Défense à Haïti" (n° 18485)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "les efforts déployés à long terme par la Défense
à Haïti" (n° 18491)
- Mme Juliette Boulet au ministre de la Défense sur "le prolongement des opérations B-FAST en Haïti"
(n° 18493)
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la sécurité des belges à Haïti" (n° 18517)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "la participation européenne au rétablissement de
la sécurité à Haïti" (n° 18540)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "l'envoi de militaires belges à Haïti" (n° 18555)
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "la contribution de la Défense à l'aide
d'urgence à Haïti" (n° 18618)
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "Haïti, B-FAST en de deelname
van Landsverdediging" (nr. 18466)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "Haïti en de beveiliging van de
leden van de B-FAST missie door het sturen van Belgische militairen" (nr. 18467)
- de heer André Flahaut aan de minister van Landsverdediging over "de hulp van Landsverdediging in
Haïti" (nr. 18485)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "de Defensie-inspanningen
op langere termijn in Haïti" (nr. 18491)
- mevrouw Juliette Boulet aan de minister van Landsverdediging over "het voortzetten van de B-FAST
operaties in Haïti" (nr. 18493)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de beveiliging van Belgen in
Haïti" (nr. 18517)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de Europese deelname aan het
herstel van de veiligheid in Haïti" (nr. 18540)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "het sturen van Belgische
militairen naar Haïti" (nr. 18555)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de bijdrage van Defensie
aan de noodhulp in Haïti" (nr. 18618)
08.01 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, j'ai trois questions
concernant la situation en Haïti. Je les poserai successivement. Nous
étions en commission lorsque nous avons entendu les premiers
balbutiements relatifs à la participation de B-FAST en Haïti, à la suite
du très grand séisme que ce pays a connu.
Le gouvernement a décidé, très rapidement, de mettre en oeuvre
cette équipe de B-FAST, qui intervient lors d'une catastrophe
internationale pour laquelle collaborent les SPF Affaires étrangères,
Coopération au développement ainsi que votre département. Le soir,
nous apprenions qu'une soixantaine de secouristes, docteurs et
infirmiers étaient partis depuis Melsbroek vers cette région sinistrée.
Monsieur le ministre, votre département, outre l'aspect humain, a
accordé une importance à l'effort logistique. Pourriez-vous me fournir
toutes les informations utiles concernant la participation de votre
département à cette mission de B-FAST? En plus de l'Airbus A330,
08.01 Brigitte Wiaux (cdH): Zou
u me alle gegevens kunnen
bezorgen in verband met de
deelname van uw departement
aan de B-FAST-missie in Haïti?
Naast de Airbus A330 werd nog
ander materieel geleverd. Een
aantal teams zijn teruggekeerd,
andere zijn vertrokken. Welke
balans maakt u op van die missie?
Hoe staat het met de veiligheid ter
plaatse?
Hoeveel
Belgische
militairen zijn er vertrokken? Met
welke precieze opdracht?
De Verenigde Staten stuurden
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
des tentes, du matériel militaire, des stations d'épuration d'eau et
d'autres matériels ont été fournis; c'est ce qu'on a pu apprendre dans
la presse. Certaines équipes de B-FAST sont revenues, d'autres sont
reparties. Quel bilan peut-on tirer de cette mission?
Je profite de mes questions pour remercier très sincèrement toutes
les personnes qui ont participé à cette mission ainsi que le
gouvernement.
Quelques jours plus tard, nous apprenions que des militaires partaient
en Haïti pour sécuriser l'équipe de B-FAST sur place.
Monsieur le ministre, quels éléments avez-vous en votre possession
concernant la situation sécuritaire sur place? Combien de militaires
sont-ils partis en Haïti pour sécuriser notre équipe de B-FAST, avec
quel matériel et en quoi consistait précisément leur mission de
sécurisation? Comment la situation évolue-t-elle in fine?
Les États-Unis ont envoyé des milliers de soldats pour tenter de
rétablir la sécurité et permettre d'apporter l'aide nécessaire aux
populations touchées par ce tremblement de terre. Par contre, la
réaction de l'Union européenne a été beaucoup plus faible et
beaucoup plus lente. On a évoqué 150 gendarmes et d'autres
aspects plus civils et financiers.
Monsieur le ministre, quel est l'effort réel que l'Union européenne
consentira pour essayer de rétablir la sécurité en Haïti? L'envoi d'un
battle group est-il envisagé pour pallier des situations telles que le
tremblement de terre en Haïti? La Belgique produira-t-elle un effort
supplémentaire pour porter secours à ce pays?
duizenden soldaten, de reactie van
de Europese Unie was heel wat
minder sterk en liet op zich
wachten.
Welke
concrete
inspanning doet de Europese
Unie? Wordt eraan gedacht een
battle group te sturen? Zal België
een
bijkomende
inspanning
leveren?
08.02 André Flahaut (PS): Monsieur le ministre, je ne reviendrai pas
sur mon introduction. À l'instar de ce qui a été fait au moment du
tsunami, est-il envisageable de compléter ou de poursuivre notre aide
en envoyant en Haïti quelques éléments du génie pour reconstruire
des infrastructures solides plutôt que des villages de tentes?
08.02 André Flahaut (PS):
Zouden we onze hulp niet kunnen
voortzetten door enkele militairen
van de genie naar Haïti te sturen
om er een solide infrastructuur op
te bouwen veeleer dan er
tentenkampen op te zetten?
08.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, ik ga heel kort zijn, want ik denk dat mevrouw Wiaux de
belangrijkste vragen reeds gesteld heeft. Wij hebben heel snel
gereageerd met B-FAST. De hulpverleners waren heel snel ter
plaatse. Wij zijn daar ook voor gefeliciteerd. In de eerste dagen dat wij
ter plaatse waren, hebben de Amerikanen ­ dat heeft de
Amerikaanse ambassadeur mij althans verteld ­ de verdediging en de
bescherming van onze hulpverleners op zich genomen. Hoe is dat
contact gelopen? Hebben wij dat gevraagd? Hebben zij dat
aangeboden? Is dat spontaan gebeurd? Hoe is dat verlopen?
Ten tweede, op basis van welke elementen heeft de Belgische
regering beslist om die Belgische militairen uit te sturen voor de
bescherming van de hulpverleners? Welke waren de elementen
daartoe?
Ten derde, zoals mevrouw Wiaux gevraagd heeft, wat is het mandaat,
bewapening, enzovoort? Hoeveel zijn er juist ter plaatse? Tot wanneer
blijven ze? Worden ze afgelost? Is daarin voorzien?
08.03 Hilde Vautmans (Open
Vld): Durant les premiers jours, les
Américains se sont chargés de la
défense et de la protection de nos
secouristes.
Comment
ces
contacts se sont-ils déroulés?
Avons-nous sollicité cet appui ou
les Américains l'ont-ils proposé?
Sur la base de quels éléments le
gouvernement belge a-t-il décidé
d'envoyer des militaires belges
pour assurer la protection des
secouristes? En quoi consiste leur
mandat?
Combien
d'hommes
précisément se trouvent sur
place? Jusqu'à quand resteront-
ils?
Seront-ils
relayés
par
d'autres? Quelles tâches ont-ils
effectuées jusqu'à présent? Ont-ils
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Zij zijn nu al enige tijd ter plaatse. Wat zijn de taken die ze tot nu toe
hebben uitgevoerd? Zijn er explosieve situaties geweest? Zijn ze
reeds bedreigd geweest? Hebben er zich gevaarlijke momenten
voorgedaan? Zijn er gewonden gevallen of loopt alles rustig? Het gaat
eigenlijk om een analyse van wat zich op het terrein afspeelt.
Wanneer worden zij afgelost? Welke troepen zullen de aflossing
verzekeren? Wordt er samengewerkt met andere veiligheidstroepen
op het terrein? Is er daar contact met de Amerikanen of met andere
militairen op het terrein die ook zulke taken uitvoeren?
déjà été soumis à certaines
menaces? Y a-t-il déjà des
blessés ou la mission se déroule-t-
elle calmement?
Quand les
militaires
présents
seront-ils
relayés et par quelles troupes?
Une collaboration a-t-elle été mise
en place avec d'autres troupes de
sécurité?
08.04 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de minister, ik ga
natuurlijk niet in herhaling vallen. In mijn vraag die ingediend is op 19
januari werd gevraagd of het inderdaad gaat om Special Forces,
welke de timing is omtrent de operatie van de bescherming die wij
daar bieden aan B-FAST, of de minister een overzicht kan geven van
de buitenlandse soldaten die daar nu aanwezig zijn, ook de recent
aangekomen Amerikaanse militairen, en of, gezien de aanwezigheid
van de VN-vredesmacht de Belgische delegatie ook op langere
termijn aanwezig zou blijven in Haïti?
Kunt u ook een evaluatie maken van het succes van de operatie, met
name de bescherming van B-FAST? In welke mate heeft dit
bijgedragen tot het beter operationeel zijn van onze hulptroepen?
08.04 Gerald Kindermans
(CD&V):
S'agit-il
de
Forces
spéciales? Quel est le calendrier
de l'opération? Le ministre peut-il
nous donner un aperçu des
soldats
étrangers
qui
sont
actuellement présents sur place?
La délégation belge maintiendra-t-
elle une présence à plus long
terme en Haïti, à l'instar des forces
de sécurité onusiennes? Le
ministre est-il en mesure d'évaluer
le succès de l'opération de
protection de B-FAST? Dans
quelle mesure cette protection a-t-
elle contribué à améliorer le
fonctionnement de nos troupes de
secours?
08.05 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, alles is al
gezegd. Samenvattend: het kernkabinet heeft op 20 januari beslist dat
de missie van B-FAST wordt verlengd tot 4 februari, dat is tot morgen.
Wat na 4 februari? Heeft het kernkabinet dit opnieuw besproken?
Op 16 januari heeft het kernkabinet beslist om 36 militairen, de
Special Forces, te sturen ter beveiliging van onze hulpverleners. Kan
u toelichten hoe lang hun opdracht loopt? Zijn nog andere militairen
ter plaatse en wat zijn hun taken?
Kan u, behalve een evolutie van het geleverde werk, de vooruitzichten
schetsen voor de komende weken?
08.05 Bruno Stevenheydens
(VB): Le cabinet restreint a décidé
le 20 janvier de prolonger la
mission de B-FAST jusqu'au
4 février. Qu'en sera-t-il au delà de
cette date? Le cabinet restreint a-
t-il réexaminé la question? Quelle
est la durée de la mission des
Forces spéciales? Le ministre
peut-il nous exposer les prévisions
pour les semaines à venir?
08.06 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, suite au drame survenu en Haïti, la Belgique a engagé la
procédure B-FAST afin de venir en aide rapidement aux sinistrés.
C'est ainsi qu'à peine vingt-quatre heures après le drame,
l'Airbus A330 de la Défense a décollé en direction de Port-au-Prince
avec à son bord 136 secouristes et 14 tonnes de matériel de première
nécessité. Il y a quelques semaines encore, cette mission aurait dû
être exécutée avec les deux C-130 ou avec un C-130 et un
Airbus A310, ce qui aurait entraîné une durée de déplacement trois
fois supérieure pour le même résultat.
Dans le cadre de cette mission B-FAST, la Défense a mis à
disposition un A330 avec son équipage et son personnel de cabine,
trois personnes de la cellule B-FAST dont deux spécialistes en
08.06 Minister Pieter De Crem:
Vierentwintig uur na de ramp in
Haïti is de Airbus A330 van
Defensie vertrokken richting Port-
au-Prince, met 136 hulpverleners
en 14 ton materieel aan boord. Tot
voor enkele weken zou die B-
FASTmissie
moeten
zijn
uitgevoerd met de twee C-130's, of
met een C-130 en een Airbus
A310, wat een drie keer zo lange
reistijd zou hebben betekend.
Defensie heeft een A330 met
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
transmissions ainsi que tous les moyens nécessaires pour
communiquer avec la Belgique, du matériel ­ et des vivres ­
appartenant à B-FAST mais géré et entretenu par la Défense.
bemanning en cabinepersoneel,
drie personen van B-FAST en de
nodige middelen om met België te
kunnen
communiceren
ter
beschikking gesteld.
De interdepartementale structuur, B-FAST die onder leiding staat van
de FOD Buitenlandse Zaken, voorziet in de inzet van eerste
hulpploegen onder bepaalde voorwaarden. Het land dat door een
ramp getroffen is, moet er expliciet zelf om vragen, niet bij machte zijn
om zelf de nodige hulp te bieden en zich niet in een conflictsituatie
bevinden. Dit was natuurlijk het geval voor Haïti, wat de zending
mogelijk heeft gemaakt van een detachement B-FAST dat per
definitie niet gewapend is. De duur van deze B-FAST opdracht was
initieel 10 dagen, tot 24 januari dus. De kern heeft echter beslist om
deze opdracht te verlengen met 10 bijkomende dagen op voorstel van
de coördinatieraad van B-FAST die in samenwerking met de
verschillende betrokken departementen de situatie permanent
opvolgde, en nu nog steeds opvolgt.
Helaas is het Haïtiaans bestuur dat voorheen al bijzonder precair was,
als het gevolg van de aardbeving niet meer operationeel. De lokale
politie heeft 60 % procent van haar capaciteit verloren. Plunderingen
en geweld voor voedsel, water en brandstof gaan door en vormen een
grote bedreiging voor de hulpploegen die wel over water en voedsel
beschikken.
La mission de B-FAST prévoit
notamment l'envoi d'équipes de
premiers secours sous certaines
conditions. La demande doit
émaner du pays touché par une
catastrophe, ce pays doit être
dans l'incapacité de fournir lui-
même l'aide nécessaire et il ne
peut pas se trouver en situation de
conflit. C'était le cas en Haïti.
Le
détachement
n'est,
par
définition, pas armé.
La durée initiale de la mission était
de dix jours, jusqu'au 24 janvier.
Le cabinet restreint a toutefois
décidé de la prolonger de dix
jours. L'administration haïtienne
n'est
malheureusement
plus
opérationnelle à la suite du
séisme. La police locale a perdu
60 % de sa capacité. Les pillages
constituent
une
menace
importante pour les équipes de
secours, qui, contrairement à la
population, disposent d'eau et de
nourriture.
C'est la raison pour laquelle le gouvernement a décidé l'envoi, le
dimanche 17 janvier, de maximum 36 militaires belges spécialisés
dans les missions de protection, afin d'assurer la protection des
diplomates belges et du team B-FAST.
Ces hommes ont un rôle principalement dissuasif. À cette fin, ils sont
équipés d'un matériel pour se protéger allant de l'armement non létal
à l'armement létal. Ils disposent également d'un matériel de
transmission afin de garantir les communications internes, les
communications avec les autorités sur place et les contacts avec
l'état-major de la Défense.
Le mercredi 27 janvier, le gouvernement a décidé de maintenir cette
opération jusqu'au 3 février, c'est-à-dire aujourd'hui. Après cette date,
la continuité de la présence belge en Haïti sera assurée par un
détachement B-FAST qui travaillera en collaboration avec un hôpital
de référence allemand sous la protection de la force de police des
Nations unies.
Om die reden heeft de regering op
17 januari beslist maximaal 36
Belgische soldaten naar Haïti te
sturen om er het diplomatiek
personeel en de leden van het B-
FAST-team beschermen. Deze
militairen hebben in de eerste
plaats een defensieve rol. Ze zijn
uitgerust met materieel om zichzelf
te beschermen, en beschikken
over communicatieapparatuur om
de interne communicatie, de
communicatie met de autoriteiten
ter plaatse en de contacten met de
Staf van Defensie te verzekeren.
De regering heeft beslist die
operatie
tot
op
heden
te
handhaven. Vervolgens zal een
detachement van B-FAST onder
de bescherming van de VN-
politiemacht samen met een Duits
referentieziekenhuis aan de slag
gaan.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
Wat de internationale hulp betreft, is het onmogelijk om een globaal
beeld te schetsen van de middelen die worden ingezet om de
Haïtiaanse bevolking te helpen. Nochtans rijzen er voor die bijdragen
tal van moeilijkheden, precies vanwege hun volume en omdat er in
Haïti geen regeringsstructuur, lokaal noch bovenlokaal, aanwezig is,
evenmin als een logistieke steuncapaciteit.
Het zal in de nabije toekomst zeer moeilijk zijn voor België om de
logistieke steun van het detachement te verzekeren, voornamelijk
door het gebrek aan brandstof, water en levensmiddelen ter plaatse.
Op basis van de evolutie van de toestand ter plaatse en als gevolg
van eventuele verzoeken van de Europese Unie of van de Verenigde
Naties, zou kunnen worden overwogen om genietroepen naar Haïti te
sturen, maar dat moet gebeuren in een welomschreven kader en op
verzoek. Het is niet uitgesloten, maar het moet op verzoek gebeuren,
nadat de regering daarover heeft beslist. Er wordt alleszins niet
overwogen om de snowdroptechniek toe te passen in Haïti. Die
techniek is niet geschikt in de specifieke agglomeratiecontext van
Port-au-Prince.
De bescherming van onze aanwezigen ter plaatse vooraleer de
special forces waren uitgestuurd, gebeurde 's nachts op de
luchthaven van Port-au-Prince door militairen van de Verenigde
Staten. Mijn collega Peter MacKay heeft mij ook tot tweemaal toe
verzekerd van zijn steun, mocht die nodig blijken voor verplaatsingen
van de luchthaven naar onze compound.
Il est impossible de dresser un
tableau complet de l'ensemble des
moyens mis en oeuvre à Haïti par
les différents pays. Les difficultés
sont nombreuses, en raison, entre
autres du volume de l'aide mais
aussi de l'absence de toute
structure gouvernementale et du
manque de capacité de soutien
logistique.
Le
manque
de
nourriture
et
de
carburant
permettent difficilement à la
Belgique de maintenir le soutien
logistique au détachement belge.
L'envoi de troupes du génie peut
être envisagé mais uniquement à
la demande des Nations unies ou
de l'UE.
La technique snow drop n'est pas
utilisée parce qu'elle ne convient
pas dans les agglomérations aussi
denses que celle de Port-au-
Prince.
Avant
l'arrivée
des
forces
spéciales, la protection des Belges
envoyés sur place, la nuit à
l'aéroport et la journée durant les
déplacements, a été assurée par
les troupes américaines.
08.07 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour toutes les informations "actualisées", puisque datant d'hier ou
d'aujourd'hui.
Je voulais réitérer mes remerciements au gouvernement pour ses
décisions et surtout à toutes ces femmes et tous ces hommes de B-
FAST pour leurs actions sur place.
J'ai bien retenu qu'il n'est pas exclu que le génie soit envoyé là-bas,
mais à certaines conditions, qui devraient être remplies.
08.07 Brigitte Wiaux (cdH): Ik
dank de leden van B-FAST voor
hun optreden op de plaats van de
ramp.
08.08 André Flahaut (PS): Monsieur le président, j'enregistre la
réponse. J'ai eu l'occasion de voir quelques images de parachutage. Il
est bien dommage que nous n'organisions pas de snow drops. J'ai vu
tomber quelques caisses qui présentaient réellement du danger pour
la population qui se trouve dessous. Ce sera sans doute pour une
autre fois, peut-être pas à Haïti, mais ailleurs.
08.08 André Flahaut (PS): Ik zag
een aantal kisten vallen die wel
degelijk een gevaar inhielden voor
de bevolking op de grond.
08.09 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, heb ik goed
begrepen dat zowel de hulpverleners als de militairen vandaag of
morgen terugkeren? Worden onze taken ter plaatse vervolgens door
de Duitsers en de Verenigde naties overgenomen?
08.09 Hilde Vautmans (Open
Vld): Si la question d'envoyer une
équipe du génie militaire se posait,
je pense qu'il faudrait y répondre.
Je crois comprendre que nos
troupes rentrent aujourd'hui ou
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
demain, et que les Allemands
prennent le relais. N'y a-t-il eu
aucune demande de prolongation?
08.10 Minister Pieter De Crem: Er is daaromtrent een overeenkomst
tot stand gekomen. Onze bijzonder uitgestuurde, diplomatieke
agenten blijven evenwel ter plaatse. U weet dat wij geen vaste,
diplomatieke post in Haïti hebben. Wij werken er met een ereconsul,
die zijn werk overigens heel goed doet.
Er is vanuit Brussel op de eerste vlucht naar Haïti een diplomatieke
agent meegestuurd. Er is ook een diplomaat ter plaatse, die aan onze
ambassade in Washington is verbonden. Op dit moment is hij nog
steeds ter plaatse, maar hij zal heel binnenkort wellicht ook naar
Washington terugkeren.
08.10 Pieter De Crem, ministre:
Non. Cependant une équipe
d'environ
vingt
personnes
demeure présente à l'hôpital de
campagne, sous commandement
allemand. Nos agents diploma-
tiques dépêchés spécialement sur
place restent également pour
l'instant à Haïti.
08.11 Hilde Vautmans (Open Vld): U verzekert ons dus dat er op
het ogenblik geen bijkomende hulpvraag van Haïti is waarin het land
ons verzoekt ter plaatse te blijven.
08.12 Minister Pieter De Crem: Op dit moment is de bedoelde
hulpvraag er niet. Een kleine vertegenwoordiging van B-FAST blijft
echter aanwezig. Zij zal binnen de schaal van het Duitse veldhospitaal
worden ontplooid.
08.13 Hilde Vautmans (Open Vld): Hoe groot is de genoemde
vertegenwoordiging?
08.14 Minister Pieter De Crem: Zij omvat een twintigtal personen.
08.15 Hilde Vautmans (Open Vld): Hoeveel B-FASTteamleden zijn
in totaal in Haïti? Zijn het er geen 34?
08.16 Minister Pieter De Crem: Ik weet niet hoeveel B-
FASTteamleden precies ter plaatse zijn. Er zijn immers meerdere
vertegenwoordigingen geweest. Er heeft een rotatie plaatsgevonden.
De eerste teamleden zijn teruggekeerd. Op dit moment zijn een 70-tal
teamleden ooit in het roulement van B-FAST gekomen. Ik bedoel
daarmee bijvoorbeeld ook de hondenbrigade van Merelbeke, die mee
is afgereisd, evenals een aantal hulpverleners die specifieke zorgen
hebben verstrekt.
08.17 Hilde Vautmans (Open Vld): Uw suggestie over de
genietroepen kan op onze steun rekenen. Mocht de vraag er komen,
zou ik het verzoek zeker willen steunen. Onze genietroepen kunnen in
Haïti immers beslist heel goed werk verrichten.
Ik heb ooit de snowdropoefeningen meegemaakt. Ik heb mij dus ook
onmiddellijk afgevraagd waarom wij de snowdroptechniek in Haïti niet
toepassen. Blijkbaar is een snowdrop volgens u niet wenselijk of
mogelijk. Ik neem er nota van.
08.18 Minister Pieter De Crem: Een snowdrop uitvoeren in Haïti is
levensgevaarlijk en totaal contraproductief in de hele, grote
specificiteit van Port-au-Prince.
08.19 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de minister, ik onthoud 08.19 Gerald Kindermans
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
dat de aanwezigheid van het Belgische leger ter plaatse als heel
positief wordt geëvalueerd. Ik stel ook vast dat wij met onze
interventie bewondering afdwingen, onder meer in Nederland, dat
blijkbaar onder de indruk was van de snelheid waarmee wij onze
mensen kunnen inzetten.
Een en ander geeft ook aan dat wij moeten oppassen dat wij geen te
groot onderscheid tussen humanitaire en militaire operaties maken.
Beide operaties liggen soms heel dicht bij elkaar. Ook in het
Haïtidossier is gebleken dat een humanitaire wederopbouw soms niet
kan zonder militaire ondersteuning of veiligheidsondersteuning.
Wij willen natuurlijk niet dat wij in een noodzakelijkerwijs langdurig,
militair engagement terechtkomen. Het is een goede zaak dat zulks
enkel kan, mits er binnen de Europese Unie en op vraag van
bijvoorbeeld de Verenigde Naties een internationale afspraak ter zake
wordt gemaakt.
(CD&V): La présence de l'armée
belge a été accueillie positivement.
Notre action à Haïti montre à quel
point les missions humanitaires et
militaires peuvent être proches. Un
engagement militaire de longue
durée n'est pas souhaitable, à
moins qu'il ne soit requis par les
Nations Unies et dans un contexte
européen.
08.20 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de voorzitter, ik dank
de minister voor zijn antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Landsverdediging over "de
geplande komst van 95 asielzoekers naar de leegstaande kazerne Kapitein de Wouters in Langemark-
Poelkapelle" (nr. 18056)
09 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Défense sur "l'arrivée prévue de
95 demandeurs d'asile dans la caserne inoccupée 'Kapitein de Wouters' à Langemark-Poelkapelle"
(n° 18056)
09.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik
zal mijn vraag kort houden om niet te veel tijd in beslag te nemen.
Mijnheer de minister, op het moment biedt de kazerne Langemark-
Poelkapelle huisvesting aan asielzoekers. Ik heb hierover enkele
concrete vragen.
Ten eerste, is er wat die kazerne betreft een eigendomsoverdracht
geweest? Zo ja, wanneer en hoe is die gebeurd?
Ten tweede, werd het advies van de gemeente Langemark-
Poelkapelle gevraagd voor de beslissing genomen werd? Zo ja, in
welke mate?
Ten derde, wat is de capaciteit van de kazerne? Zal die vanaf de
aanvang volledig worden benut, of zal dat in verschillende fasen
gebeuren?
Ten vierde en ten laatste, worden er op korte termijn in ons land nog
andere kazernes omgevormd tot opvangcentra voor asielzoekers?
09.01 Sabien Lahaye-Battheu
(Open Vld): La caserne Capitaine
de Wouters de Poelkapelle est
transformée en centre d'accueil
pour demandeurs d'asile.
La décision de faire de cette
caserne un centre d'accueil est-
elle
définitive?
Le
bâtiment
change-t-il de propriétaire? L'avis
de
la
commune
a-t-il
été
demandé? Quelle est la capacité
de la caserne et celle-ci sera-t-elle
utilisée
entièrement?
D'autres
casernes seront-elles transfor-
mées en centres d'accueil?
09.02 Minister Pieter De Crem: Beste collega, naar aanleiding van
een voorstel van de staatssecretaris van Maatschappelijke Integratie,
collega Courard, heeft de Ministerraad op 17 december vorig jaar
beslist de leegstaande kazerne te Poelkapelle ter beschikking te
stellen van Fedasil voor de opvang van asielzoekers. De kazerne zal
het voorwerp uitmaken van een administratieve overdracht tussen
09.02 Pieter De Crem, ministre:
Au Conseil des ministres du
17 décembre 2009, il a été décidé
que la caserne de Poelkapelle
serait léguée à Fedasil pour
l'accueil de demandeurs d'asile.
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
Defensie en de Regie der Gebouwen. De gemeente werd niet
betrokken bij de besluitvorming.
De kazerne biedt een totale capaciteit van 195 personen in
3 opeenvolgende fasen, afhankelijk van de renovatiewerken door
Fedasil. Om 95 plaatsen ter beschikking te stellen vanaf januari zal
Fedasil eerst basiswerken realiseren, die geschat worden op
60 000 euro. Om de overige 100 plaatsen open te stellen, voorziet
Fedasil vervolgens in bijkomende werken, geschat op 750 000 euro.
De kosten vallen ten laste van Fedasil.
Een bezoek ter plaatse door Fedasil om de laatste details te regelen,
is gepland voor vandaag. Andere sites worden op dit moment
onderzocht voor een tijdelijke opvang, te weten Luik, Malmedy en
Bassange.
La procédure consiste en une
cession administrative entre la
Défense
et
la
Régie
des
bâtiments. La commune n'a pas
été consultée.
La caserne offre de la place pour
195 personnes qui y seront
hébergées en trois phases. En
janvier, des travaux, estimés à
60 000 euros, ont été effectués
afin d'accueillir 95 personnes. Les
coûts de l'aménagement des
autres 100 places sont évalués à
750 000 euros. Tous les coûts
sont supportés par Fedasil.
L'utilisation des casernes de
Liège, Malmedy et Bassange pour
l'accueil temporaire est également
envisagée.
09.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister,
dank u voor het antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Questions jointes de
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "la nomination des attachés de défense au sein des
ambassades belges et la 'flamandisation de cette fonction'" (n° 18205)
- M. Denis Ducarme au ministre de la Défense sur "l'appartenance linguistique des généraux de
l'armée belge et la 'flamandisation de cette fonction'" (n° 18206)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "la répartition linguistique des généraux" (n° 19125)
10 Samengevoegde vragen van
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "de benoeming van de
defensieattachés bij de Belgische ambassades en 'de vervlaamsing van die functie'" (nr. 18205)
- de heer Denis Ducarme aan de minister van Landsverdediging over "de taalaanhorigheid van de
generaals van het Belgische leger en 'de vervlaamsing van die functie'" (nr. 18206)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "de taalverhouding bij de
generaals" (nr. 19125)
10.01 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, pour faire
gagner du temps à la commission, je proposerai d'aligner mes deux
questions. Monsieur le ministre, j'avais déjà évoqué le problème
indirectement avec vous à l'occasion d'une question en séance
plénière. Vous n'aviez pas alors des éléments précis de réponse et
nous avions convenu de nous revoir en commission à cet égard.
Pouvez-vous confirmer avoir nommé le 21 décembre dernier des
attachés de Défense et que sur treize désignations, il y aurait deux
francophones?
Pouvez-vous confirmer que le cadre des attachés de Défense est
constitué de 24 attachés en poste dont 4 seulement seraient
francophones, soit une proportion de 16,7 %? Pouvez-vous confirmer
qu'en dehors du Burundi, les pays francophones du Maghreb et
d'Afrique auprès desquels votre département dispose d'un attaché au
sein de nos ambassades, à savoir le Bénin, le Congo, le Rwanda et la
10.01 Denis Ducarme (MR): Ik
zou u willen vragen onderstaande
gegevens
te
bevestigen.
U
benoemde
op
21 december
dertien defensieattachés, van wie
er twee Franstalig zijn. De
personeelsformatie
omvat
vierentwintig attachés, onder wie
vier Franstaligen (16 procent). Met
uitzondering
van
Burundi
beschikken de Franstalige landen
in Afrika en de Maghreb niet over
een Franstalige attaché. Vóór de
jongste
benoemingen
en
verlengingen,
omvatte
de
personeelsformatie 23,8 procent
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
Tunisie, n'ont pas vu assez bizarrement l'affectation d'un attaché de
Défense francophone?
Pouvez-vous confirmer que préalablement aux dernières nominations
et prolongations d'attachés de Défense en poste, le cadre en question
consistait en une répartition de 5 francophones sur 21, soit une
proportion de 23,8 % de francophones? Le déséquilibre linguistique
dans ces fonctions semble s'accentuer. Monsieur le ministre,
comment peut-on expliquer un tel déséquilibre? Pouvez-vous
envisager une réflexion visant à restaurer un minimum d'équilibre?
J'en viens à ma deuxième question. Au-delà des attachés de
Défense, nous avons fait le point sur le fait que sur 32 généraux,
seuls 10 seraient francophones contre 22 néerlandophones, soit 31 %
de francophones. Pouvez-vous en outre confirmer que les généraux
en chef des Composantes Terre, Air et Mer sont néerlandophones?
Pouvez-vous confirmer que les généraux-majors, la fonction de
général-major étant celle qui précède et porte à la fonction de
lieutenant-général, se répartissent entre 4 francophones et
13 néerlandophones, soit 23,5 % de francophones? Pouvez-vous
confirmer qu'en juin dernier, on a vu la désignation de quatre
généraux néerlandophones pour un seul francophone? Pouvez-vous
confirmer également que les inspecteurs chargés des dossiers de
candidature des postulants généraux sont néerlandophones à près de
75 %?
Là encore, comme dans la question sur les attachés de Défense, on a
le sentiment d'un déséquilibre. Au Mouvement réformateur, de
manière générale en matière de Défense, nous ne sommes pas des
fétichistes de la question communautaire. Cependant, un minimum
d'équilibre est requis pour ne pas nous pousser à observer ces
questions sous un angle communautaire. Monsieur le ministre, sur
ces deux questions, comment expliquez-vous ces déséquilibres et
confirmez-vous ces chiffres que je viens de porter à la connaissance
de la commission?
Franstaligen.
Hoe
valt
een
dergelijk
onevenwicht
te
verklaren?
Ik verzoek u bovendien ook het
volgende te willen bevestigen.
Slechts
tien
generaals
op
tweeëndertig zijn Franstalig. De
generaals die aan het hoofd staan
van
de Landcomponent,
de
Luchtcomponent en de Marine-
component zijn Nederlandstalig. Er
zijn vier Franstalige generaal-
majoors
tegen
dertien
Nederlandstaligen.
In
juni
jongstleden
werden
er
vier
Nederlandstalige
generaals
benoemd, tegen één Franstalige.
75 procent van de inspecteurs die
belast zijn met het onderzoek van
de dossiers van de kandidaat-
generaals zijn Nederlandstaligen.
Hoe verklaart u dat onevenwicht?
10.02 Luc Sevenhans (N-VA): Collega's, de opmerkingen van mijn
collega, Denis Ducarme, vallen uiteen in twee delen. Een deel is de
aanstelling van de defensieattachés. Ik denk dat wij dit zeker niet
mogen bekijken met een taalkundige bril op want het gaat vooral over
de vraag wie de juiste man is op de juiste plaats. Als dat eens meer
Nederlandstaligen zijn, het zij zo. Zijn het eens meer Franstaligen, het
zij zo. Ik denk dat dit iets minder meespeelt. Als ik de nieuwe
aanduidingen zie, dacht ik dat daar een redelijk evenwicht is. Ik
begrijp de opmerkingen ter zake niet helemaal.
Wat de taalverhouding bij de generaals betreft, daar heeft collega
Ducarme uiteraard een punt. Momenteel ­ en het is ooit anders
geweest, collega ­ is de taalverhouding 60/40 bij de generaals in het
voordeel van de Nederlandstaligen. Objectief gezien moet ik dat ook
vaststellen. Wellicht is een aantal zaken toch niet helemaal duidelijk in
deze commissie. Op de problematiek is reeds tweemaal gewezen,
zowel in deze commissie, maar ook in zijn overzicht van het voorbije
jaar heeft de CHOD nog eens gewezen op het probleem dat effectief
rijst bij het taalevenwicht.
Hij heeft ook over de problematiek daarrond gesproken en ik heb mij
er eens in verdiept. Hoe kan het eigenlijk mislopen? Voor de collega's
10.02 Luc Sevenhans (N-VA):
Lors de la désignation d'attachés
de défense, l'essentiel est de
placer le candidat le plus apte au
bon endroit plutôt que de se
conformer à la législation linguis-
tique. Les nouvelles nominations
me
semblent
respecter
un
équilibre raisonnable.
M. Ducarme a toutefois raison en
ce qui concerne les généraux,
puisque la répartition linguistique
est de 60 néerlandophones pour
40 francophones. Le CHOD l'a
également déjà fait remarquer.
Certains collègues ne connaissent
pas les procédures et posent
néanmoins
des
questions
particulièrement subjectives. Avant
d'accéder au grade de général, il
faut présenter trois examens
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
en ter informatie, tot men op het niveau van generaal komt, heeft men
drie keer een taalexamen gepasseerd: enerzijds een basiskennis als
men onderluitenant wil worden, dan de wezenlijke kennis voor als
men het niveau majoor wil bereiken en de grondige kennis voor het
niveau van generaal. Volgens mijn informatie - de minister zal dit
wellicht kunnen bevestigen - is daar een duidelijk objectief criterium
dat geldt voor de twee taalrollen. Wij hebben ook reeds de kans
gehad een antwoord te aanhoren van de minister ter zake.
Ik denk dat we toch wel moeten opletten dat we daar neutraal in
blijven. Ik ben blij dat er toch een iets meer neutrale toon te horen is
want ik las op een bepaald moment de term "flamandisation" binnen
Defensie. Dan word ik toch een beetje ongerust. Ik zou die term toch
niet meer willen horen want dat is volgens mij niet correct. Dat is een
zeer subjectieve uitdrukking die ik nooit ten aanzien van de andere
kant van het land in de mond zou nemen. Ik kan ze ook niet echt
appreciëren. Ik heb evenwel begrepen dat men daar toch al iets
voorzichtiger in is geworden.
Mijnheer de minister, wij hebben reeds een deel van het antwoord
gehoord maar ik zou ook nog eens van u willen horen dat u het
probleem voldoende ter harte neemt, ook op het niveau van de
generaals.
linguistiques. S'applique à cet
égard un critère objectif pour les
deux rôles linguistiques.
Il nous faut rester neutres. On a
employé à un moment donné le
terme de 'flamandisation' et cela
m'inquiète. Ce n'est pas correct.
J'espère que le ministre prend le
problème suffisamment à coeur, y
compris à l'échelon des généraux.
10.03 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, en ce qui concerne la nomination des attachés de Défense
au sein des ambassades belges, je peux vous communiquer ce qui
suit.
Premièrement, les désignations de décembre concernent des postes
d'attachés de Défense, d'attachés de Défense adjoints et de
conseillers militaires. Sur un total de 13 officiers désignés pour ces
postes, dix sont néerlandophones et trois sont francophones.
Deuxièmement, le cadre des officiers en poste comme attachés de
Défense et attachés de Défense adjoints comporte, au 8 janvier 2010,
25 officiers dont 16 néerlandophones et neuf francophones.
Le régime linguistique ne constitue qu'un des éléments d'appréciation.
À côté de cela, l'expérience du candidat et les exigences de la
fonction déterminent qui sera désigné. Je suis d'avis qu'il n'est pas
réaliste de vouloir appliquer une répartition linguistique pour des
fonctions aussi particulières, comptant parfois peu de personnel. Je
constate également qu'il y a une relation proportionnelle entre le
nombre de candidatures d'un rôle linguistique déterminé et les
officiers choisis au sein d'un rôle linguistique, c'est-à-dire ceux qui se
portent candidats et qui, après les épreuves, seront nommés.
Finalement, les propositions d'avancement me sont présentées par le
chef de la Défense qui est, si je ne m'abuse, un général francophone.
En ce qui concerne la répartition linguistique des généraux, au
11 janvier 2010, les Forces armées comptent 33 officiers généraux
dont 23 néerlandophones et dix francophones. Les commandants des
quatre composantes sont, pour le moment, néerlandophones. Le
comité supérieur, qui s'est réuni le 6 juillet 2009, a proposé la
nomination de cinq colonels au grade supérieur de général-major.
Quatre d'entre eux sont néerlandophones. Toutes les nominations
10.03 Minister Pieter De Crem:
De benoemingen in december
betroffen de functies van defensie-
attaché, adjunct-defensieattaché
en militair adviseur bij de ambas-
sades. Tien van de dertien
officieren zijn Nederlandstalig, drie
zijn Franstalig. Het officierenkader
van officieren-defensieattachés en
adjunct-defensieattachés
telt
zestien
Nederlandstaligen
en
negen Franstaligen.
De taalrol wordt bij de beoordeling
niet in aanmerking genomen. De
ervaring van de gegadigde en de
functievereisten zijn ook van
belang. Het is niet realistisch om
voor dermate specifieke functies
een taalverhouding toe te passen.
Ik stel eveneens vast dat voor
beide
taalrollen
het
aantal
geselecteerde officieren evenredig
is met het aantal kandidaten.
De voorstellen tot bevordering, tot
slot, worden me aangereikt door
de stafchef van Defensie, die ­ als
ik het juist heb ­ Franstalig is.
Op 11 januari 2010 telde het leger
drieëndertig generaals, van wie er
drieëntwintig Nederlandstalig en
tien Franstalig zijn. Momenteel
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
sont devenues effectives fin 2009.
worden de vier componenten
geleid
door
Nederlandstalige
commandanten.
Het
comité
Opperofficieren stelde op 6 juli
2009 voor vijf kolonels, onder wie
vier
Nederlandstaligen,
te
bevorderen in de graad van
generaal-majoor;
die
benoemingen gingen eind 2009 in.
Overeenkomstig artikel 8 van het KB van 7 april 1959 betreffende de
stand en de bevordering van de beroepsofficieren, vindt de toegang
tot deze graden plaats op basis van de vergelijking van de
geschiktheid van de kandidaten om het ambt van de hogere graad te
vervullen.
Het taalstelsel vormt hierbij geen beoordelingscriterium. Het bezit van
de grondige kennis van een tweede landstaal vormt echter een
voorwaarde om in aanmerking te komen als kandidaat-opperofficier
bij het bevorderingscomité. In dat domein komt het er ook op aan te
onderstrepen dat er een gebrek heerst aan Franstalige kandidaten die
voldoen aan deze voorwaarde. De staf is zich bewust van deze
problematiek en heeft reeds een aantal acties opgestart om dit te
verhelpen.
Sommigen acties zouden op korte termijn effect moeten hebben. Zo
heb ik reeds in een vorig antwoord gezegd dat men de kandidaten wil
bewustmaken en hen wil aanmoedigen om de taalexamens af te
leggen.
Andere oplossingen zullen meer tijd vergen. Ik denk hier onder
andere aan de herziening van de vorming in de Koninklijke Militaire
School of aan een taalbad in eenheden van het andere taalstelsel.
Conformément à l'arrêté royal du
7 avril 1959, l'accès à une fonction
de grade supérieur est déterminé
par la comparaison des aptitudes
des
candidats.
Le
régime
linguistique ne constitue pas un
critère d'évaluation. Au niveau du
comité d'avancement, toutefois, la
connaissance approfondie d'une
deuxième
langue
nationale
constitue toutefois une condition
pour entrer en ligne de compte
comme candidat officier général.
Trop
peu
de
candidats
francophones remplissent cette
condition.
L'état-major
en
a
conscience et a déjà pris des
mesures.
Il s'agit de sensibiliser les
candidats à ce problème et de les
motiver à participer aux examens
linguistiques.
À plus long terme, la formation
dispensée à l'École royale militaire
pourrait être revue ou un système
d'immersion linguistique dans des
unités
de
l'autre
régime
linguistique pourrait être envisagé.
La préparation du comité supérieur pour l'accession au grade de
général-major est effectuée par un inspecteur, un général-major
désigné par le chef de la Défense ou le directeur général des
ressources humaines. Lors du comité de juillet dernier, il s'agissait du
commandant des divisions Personnel et Évaluation de la direction
générale
des
ressources
humaines,
un
officier
général
néerlandophone.
Pour le comité supérieur réuni pour l'accession au grade de
lieutenant-général: l'inspecteur et le directeur général des ressources
humaines, un lieutenant-général néerlandophone.
Les propositions d'avancement me sont présentées par le chef de la
Défense.
Pour favoriser la connaissance de la deuxième langue nationale, je
soutiens l'initiative proposée et prise par le CHOD. Actuellement,
De voorbereiding van het hoog
comité voor de bevordering tot
generaal-majoor is in handen van
een inspecteur, een door de Chief
of Defence aangewezen generaal-
majoor of de directeur-generaal
van Human Resources. Het
comité van juli vorig jaar werd
voorbereid
door
een
Nederlandstalige
opperofficier.
Voor het hoog comité voor de
bevordering tot luitenant-generaal
ging het om een Nederlandstalige
luitenant-generaal.
Op dit ogenblik buigt de DG HR
zich over een aantal formules om
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
diverses formules de soutien et d'encouragement sont à l'étude à la
direction générale des ressources humaines qui, dans l'attente, est
ouverte aux demandes individuelles, introduites par les procédures
normales, pour des affectations temporaires dans des unités de
l'autre régime linguistique, pour des cours, etc.
de kennis van de tweede landstaal
te bevorderen. In afwachting staat
die directie open voor individuele
aanvragen om tijdelijk bij een
eenheid van de andere taalrol te
worden ingedeeld.
Ten slotte, in het beheer van het personeel zal men ook waken over
het vermijden van de loopbanen die uitsluitend in een deel van het
land worden ontwikkeld. Officieren zullen meer systematisch kunnen
deelnemen aan mutaties naar scholen en andere tweetalige
eenheden.
Dans le cadre de la gestion du
personnel, il convient d'éviter que
des carrières soient développées
exclusivement dans une partie du
pays.
Les
officiers
pourront
participer plus systématiquement
aux mutations vers des écoles et
vers d'autres unités bilingues.
10.04 Denis Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
de votre réponse. Vous m'avez livré certains chiffres en regroupant
les attachés de Défense, les attachés adjoints et les conseillers
militaires. Il en ressort un déséquilibre, que les dernières désignations
accentuent encore. Je veux bien admettre que les candidats
remplissent plusieurs exigences. Vous parlez d'encouragements qui
seraient examinés en vue de mobiliser plus de candidats
francophones. Soit, mais sortons de ces études, et mettons-nous au
travail! Car nous ne pouvons pas perpétuer un tel déséquilibre.
Le Mouvement réformateur examinera les chiffres que vous nous
avez communiqués et réfléchira à la possibilité de mettre sur pied un
cadre linguistique pour certaines fonctions.
Ensuite, quand je vois qu'au Congo, au Bénin, au Rwanda et en
Tunisie ­ tous pays francophones ­, on ne trouve pas un seul
francophone occupant la fonction d'attaché de Défense, je trouve que
c'est rendre un mauvais service à notre armée. Etre francophone est
un atout supplémentaire dans un certain nombre de régions du Golfe.
Nous demanderons donc que l'affectation de francophones soit
envisagée.
Quant aux généraux, là aussi, un déséquilibre est visible. Je ne tiens
pas à défendre une approche fétichiste de ce débat, mais lorsque je
vois que certaines fonctions se répartissent entre 80 % de
néerlandophones et 20 % de francophones, cela ne va pas. Nous
sommes dans un pays qui doit favoriser un minimum d'équilibre sur le
plan de la représentation des communautés linguistiques. Les
francophones ne sont pas plus bêtes que les Flamands!
Vous me parlez d'encouragements. Je reviendrai donc vous
interroger pour savoir quand vous estimez que ces encouragements
actuellement à l'étude pourront enfin être exprimés et pour savoir
comment vous allez favoriser la possibilité d'accéder à ces fonctions
pour les nombreux francophones qui ont déposé leur candidature et
qui le méritent tout autant que les autres.
10.04 Denis Ducarme (MR): Uw
cijfers
bevestigen
dat
de
wanverhouding groeit. De MR zal
zich bezinnen over de invoering
van een taalkader voor bepaalde
functies. Het feit dat er geen
Franstalige attaché van Defensie
in Congo, Benin, Rwanda en
Tunesië is, is een slechte zaak
voor ons leger. Wat de generaals
betreft, is er ook een duidelijk
onevenwicht.
Zelfs
zonder
fetisjisme te vervallen is de
verhouding
80
­
20
onaanvaardbaar! De Franstaligen
zijn
niet
dommer
dan
de
Vlamingen.
Ik zal u opnieuw ondervragen om
te vernemen hoe u de stimuli voor
de Franstalige kandidaten, die
momenteel bestudeerd worden, in
de praktijk zal omzetten.
10.05 André Flahaut (PS): Il faut absolument établir un tableau
global. Je me joins à la démarche de M. Ducarme. En effet, en
réponse à mes questions ce matin et aux siennes maintenant,
monsieur le ministre, j'ai l'impression que vous nous affirmez que tout
est en équilibre, alors que tout est déséquilibré! Je comprends mieux
10.05 André Flahaut (PS): We
moeten een algemeen overzicht
opstellen; ik steun de demarche
van de MR. Ik begrijp beter
waarom
de
vliegtuigen
met
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
pourquoi les avions ont des pannes quand vous les prenez. Vous
avez une drôle de notion de l'équilibre.
Par ailleurs, j'ai l'impression que vous nous dites, avec le sourire, que
les francophones sont des imbéciles à l'armée! Je ne peux l'accepter!
motorpech hebben te kampen
wanneer u ervan gebruikmaakt,
mijnheer de minister, want u hebt
een
vreemde
opvatting
van
evenwicht! U kan toch onmogelijk
beweren dat de Franstaligen in het
leger idioten zijn!
10.06 Luc Sevenhans (N-VA): Ik zal dat met enkele cijfers een
beetje nuanceren. Bij de nieuwe aanduidingen van de militaire
attachés is de verhouding ongeveer 50/50. Dat is dus duidelijk een
inhaalbeweging, geachte collega's. U mag de zaak ook niet
dramatiseren.
Wat de taalkennis betreft, meen ik dat wij, als politici, een klein beetje
bescheidener mogen zijn. Ik ben een van de weinige uitzonderingen
die hier al tien jaar taallessen volgen, om de tweede landstaal te leren
kennen. Ook daar is er een opvallende afwezigheid van Franstaligen.
Blijkbaar heeft men daar minder nood aan het kennen van de tweede
landstaal. Wij geven als politici dus duidelijk niet het goede voorbeeld,
en jullie zeker niet. Dat is een probleem.
Als wij over het niveau generaal spreken, moet mij toch een zaak van
het hart. Het probleem is al 10 jaar aan het groeien. Als men op dat
niveau komt, dan is er bij de basiskennis al een probleem. Wij waren
toen in een andere regeerperiode. Vandaag komen schieten, is
gemakkelijk.
Wat het imago van Defensie betreft, is het belangrijk dat de
leidinggevende officieren, de generaals met andere woorden, echt
perfect tweetalig zijn. Het is voor mij altijd zeer aangenaam geweest
dat elke generaal die ik ben tegengekomen steeds perfect tweetalig
was. Dat zou zo moeten blijven. Ik wil absoluut protesteren tegen elke
mogelijke poging om de lat lager te leggen.
Er is een probleem bij de motivering van de betrokken personen. Als
er te weinig instroom is, zal er ook minder uitstroom zijn. Dat is een
probleem. Klaag dat aan. Spreek met de Franstalige officieren.
Moedig hen aan om de taalexamens beter ter harte te nemen. Dan
zal het probleem effectief opgelost zijn. Er is duidelijk geen enkele
discriminatie bezig. Ik heb de indruk dat men hier probeert te
suggereren dat er een discriminatie bezig is. Daartegen wil ik echt
protesteren. Dat is helemaal niet het geval. Informeer u duidelijk. Ga
eens op het terrein. U zult horen dat er helemaal geen discriminatie
bezig is.
Collega's, ik moet met u vaststellen dat het evenwicht momenteel
verstoord is. Dat is juist. Los het dan zelf op, maar op een deftige
manier.
10.06 Luc Sevenhans (N-VA):
Quelques nuances s'imposent en
l'espèce. Au niveau des nouveaux
attachés militaires, le rapport est
d'environ 50/50. Sur le plan
politique
également,
les
francophones semblent moins
intéressés
d'apprendre
le
néerlandais.
Le problème se développe déjà
depuis des années puisqu'il se
pose
à
présent
parmi les
généraux.
Les
difficultés
commencent dès le niveau des
connaissances de base et pour les
généraux actuels cela nous
renvoie
à
une
législature
précédente.
Il est essentiel que les dirigeants
soient de parfaits bilingues. Je
voudrais protester contre toute
tentative visant à abaisser le
niveau requis.
Le problème se situe non pas sur
le plan de la discrimination, mais
bien sur celui de la motivation.
L'équilibre est en effet rompu,
mais
il
appartient
aux
francophones
de
le
rétablir
correctement.
10.07 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, le ministre
Flahaut nous a interpellés dans sa réaction. C'est pourquoi je dois lui
dire que je vois la main tendue et que je la saisis: je vous propose de
travailler vraiment ensemble afin de pousser notre ministre de la
Défense à apprécier la problématique avec l'objectivité voulue.
10.07 Denis Ducarme (MR): ik
neem de uitgestoken hand van de
heer Flahaut aan.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
11 Questions jointes de
- M. André Flahaut au ministre de la Défense sur "la réunion des pays concernés par l'achat des
A400M" (n° 18486)
- M. Bruno Stevenheydens au ministre de la Défense sur "l'arrêt éventuel du projet A400M" (n° 18687)
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le programme "Airbus A400M'" (n° 18947)
- M. François Bellot au ministre de la Défense sur "l'avion A400M" (n° 18975)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le surcoût de l'A400M" (n° 19048)
11 Samengevoegde vragen van
- de heer André Flahaut aan de minister van Landsverdediging over "de vergadering van de landen die
bij de aankoop van de A400M betrokken zijn" (nr. 18486)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de minister van Landsverdediging over "de mogelijke afvoering
van het A400M-project" (nr. 18687)
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het 'Airbus A400M'-programma"
(nr. 18947)
- de heer François Bellot aan de minister van Landsverdediging over "het vliegtuig A400M" (nr. 18975)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "de meerkost van de A400M"
(nr. 19048)
11.01 André Flahaut (PS): Monsieur le ministre, j'ai eu l'occasion de
vous interroger en séance plénière sur l'achat des avions A400M.
Depuis lors, une réunion internationale a eu lieu concernant le suivi de
ce dossier. Quels en sont les résultats pour autant qu'il y en ait?
11.01 André Flahaut (PS): Op
7 januari heb ik u ondervraagd
over
de aankoop
van het
transportvliegtuig A400M. Intussen
heeft
er
hieromtrent
een
internationale
bijeenkomst
plaatsgevonden.
Met
welk
resultaat?
11.02 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, donderdag
21 januari heeft een crisisvergadering plaatsgevonden over de
toekomst van het A400M-project tussen vertegenwoordigers van de
zeven betrokken landen en de directie van Airbus. Kan u daar een
toelichting bij geven en het resultaat van de besprekingen met ons
delen? In de pers hebben we vernomen dat er niet onmiddellijk een
beslissing werd genomen, maar dat men 31 januari als deadline
stelde. Ondertussen is het wel al 3 februari.
De productie van het transportvliegtuig zou reeds 3 jaar achter lopen
op de planning en de meerkost zou opgelopen zijn tot 11 miljard euro.
Begin januari werd er nog gesproken over 5 miljard euro. Zijn deze
cijfers correct?
U antwoordde op eerdere vragen dat Defensie alternatieven bekijkt.
Wat zijn deze mogelijke alternatieven?
In een vorig leven als parlementslid hebt u bovendien gesteld dat u
het project van de A400M niet genegen bent. Biedt de huidige
discussie dan geen mogelijkheid om het contract ongedaan te
maken? Heeft Defensie de pro's en contra's al eens tegenover elkaar
geplaatst? Wat is hiervan het resultaat? Wat zijn de andere
alternatieven? Zijn die goedkoper? Zijn die duurder? Kan u daar meer
toelichting over geven?
11.02 Bruno Stevenheydens
(VB): La réunion de crise sur
l'avenir du projet A400M organisée
le 21 janvier réunissait les sept
pays concernés et la direction
d'Airbus.
Quelle a été la teneur des
entretiens et des conclusions de
cette réunion?
La production de l'avion de
transport compterait déjà 3 ans de
retard sur le planning et les coûts
supplémentaires s'élèveraient déjà
à 11 milliards d'euros, même si,
début janvier, on avançait encore
le chiffre de 5 milliards d'euros.
Cette information est-elle exacte?
De quelles solutions dispose la
Défense? Sont-elles plus ou moins
coûteuses? La discussion actuelle
ne permet-elle pas d'annuler le
contrat? La Défense a-t-elle déjà
pesé tous les avantages et
inconvénients?
Avec
quels
résultats?
11.03 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, het
project A400M is al een zeer oud gegeven in deze commissie. Ik heb
11.03 Luc Sevenhans (N-VA):
Le ministre a hérité de ce dossier
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
een keer in mijn archief gekeken en de eerste vragen die hierover
werden gesteld dateren van 2002. Daar was onder andere collega
Pieter De Crem bij, die daar toen al een zeer duidelijke mening over
had. Ik denk dat hij diezelfde mening nog steeds verkondigt. Ik heb
ook de vorige interventies reeds gelezen. U wordt er niet warm en niet
koud van, en u bent de uitvoerder van iets waarover u vroeger ook
niet zo dolgelukkig was. De idee zelf dat wij aan een vervanging
moesten denken van onze ouwe getrouwe C-130 is natuurlijk logisch,
en we moeten aan een nieuw toestel geraken. Ik hoop dat het dossier
toch tot een goed einde komt, want halverwege veranderen van
parcours gaat ons ook niet veel helpen. Natuurlijk mag het prijskaartje
niet overdreven duur worden. Ik heb begrepen dat er de laatste weken
nogal wat overleg is geweest, dus denk ik dat het antwoord van de
minister belangrijker is dan het aantal vragen dat wij kunnen stellen.
Daarom kijk ik vooral uit naar het antwoord van de minister.
et n'est, de son propre aveu, ni
pour ni contre. Quoi qu'il en soit,
nous
devons
songer
au
remplacement de nos C-130.
Malgré cela, j'espère que nous
pourrons mener ce dossier à bien,
à moins que le prix ne soit
vraiment prohibitif.
Que peut nous dire le ministre sur
la concertation des dernières
semaines?
11.04 François Bellot (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la Belgique fait partie du consortium de sept pays clients
pour l'A400M.
On nous a annoncé des surcoûts impressionnants pour le
développement de l'avion. Dès lors, j'ai six questions à vous poser.
Premièrement, les différents pays ont-ils examiné en détail les raisons
de ce dépassement des estimations initiales et ont-ils pu vérifier leur
pertinence? Il semblerait en effet qu'il y ait eu des surévaluations
importantes des surcoûts.
Deuxièmement, quelles sont les propositions de répartition des
surcoûts entre les différents pays? Est-ce proportionnel au nombre
d'avions?
Troisièmement, en cas d'accord du gouvernement belge, quelle
solution privilégiez-vous pour le financement du surcoût: l'emprunt ou
la garantie d'État comme l'Allemagne le suggère?
Quatrièmement, quelle position comptez-vous prendre et compte
prendre le gouvernement belge par rapport à cette demande de ligne
de crédit supplémentaire par EADS?
Cinquièmement, y a-t-il un plan B au cas où un accord ne serait pas
dégagé entre les différents pays désireux d'acquérir l'avion A400M?
Ainsi, si l'un ou l'autre des pays souhaite renoncer à participer au
programme, qu'adviendra-t-il pour les six autres pays?
Sixièmement, une alternative s'offre-t-elle à ces pays pour
l'acquisition d'avions destinés à équiper leurs armées respectives
pour le transport des troupes et du matériel?
11.04 François Bellot (MR):
België maakt deel uit van het
consortium van zeven landen die
A400M-toestellen besteld hebben.
Naar
verluidt
zouden
de
meerkosten voor de ontwikkeling
van dat vliegtuig hoog oplopen.
Hebben de deelnemende landen
in detail onderzocht waarom de
oorspronkelijke
ramingen
overschreden worden? Welke
voorstellen liggen er op tafel voor
de verdeling van de meerkosten
over de deelnemende landen? Als
de Belgische regering akkoord
gaat om de meerkosten te
financieren,
welke
oplossing
verkiest u dan: een lening of een
staatsgarantie? Welk standpunt
zal u innemen met betrekking tot
de extra kredietlijn die EADS
vraagt? Is er een plan-B voor het
geval dat de landen die dat
vliegtuig willen kopen, het niet
eens kunnen worden of een van
de landen zich terugtrekt? Is er
een alternatief voor de aankoop
van vliegtuigen voor het transport
van troepen en materieel?
11.05 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, je ne vais pas reprendre tous les termes de la question
d'actualité que j'ai déposée voilà 15 jours en séance plénière. Nous
étions alors plusieurs à vous interroger sur ce sujet.
M. Bellot vient de faire un résumé très objectif.
En réponse aux questions que nous vous avions posées en séance
plénière, vous nous aviez parlé de la période de standstill qui devait
11.05 Brigitte Wiaux (cdH): In
antwoord op de vragen die wij u
stelden
tijdens
de
plenaire
vergadering van 7 januari, heeft u
meegedeeld dat er een periode
van standstill ingezet was (tot
31 januari jongstleden) om een
oplossing te zoeken voor de
financiële
problemen
en
de
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
prendre fin le 31 janvier dernier. Celle-ci était prévue afin de
rechercher une solution aux problèmes difficiles concernant les
aspects financiers et les retards dans le planning de construction de
cet avion A400M.
Monsieur le ministre, quels sont les résultats des négociations de fin
janvier tant sur le plan financier que sur le plan du planning, s'il y a
déjà des résultats? Ou alors, comment évolue la situation?
achterstand op de planning voor
de bouw van dat A400M-vliegtuig.
Wat hebben de onderhandelingen
van eind januari opgeleverd inzake
financiering en planning? Hoe
evolueert de situatie?
11.06 Minister Pieter De Crem: Waarde collega's, chers collègues,
tijdens de vergadering van 14 januari laatstleden te Londen werd
overleg gepleegd over de verdere behandeling van het dossier van de
A400M. Zoals reeds meegedeeld in antwoord op eerdere vragen, is
de standstillperiode afgelopen op 31 januari en zullen de
onderhandelingen nog voortgezet worden.
Tijdens de vergadering is men tot de vaststelling gekomen dat er een
gemeenschappelijke onderhandelingspositie tussen de landen werd
vastgelegd. Er werd overeengekomen EADS Airbus Military uit te
nodigen voor een reeks vergaderingen, teneinde te komen tot een
aanvaardbare regeling voor alle betrokken partijen. Deze
vergaderingen zijn gestart op 31 januari in Berlijn. Er zijn er
ondertussen meerdere geweest. Ook morgen of overmorgen vindt
een nieuwe vergadering plaats.
11.06 Pieter De Crem, ministre:
La suite du traitement du dossier
A400M a été évoquée lors de la
réunion du 14 janvier à Londres.
Les pays concernés ont défini une
position de négociation commune
et ont décidé d'inviter EADS Airbus
Military à participer à une série de
réunions. La prochaine réunion est
prévue pour demain ou après-
demain.
Toutes les nations ont confirmé leur engagement dans le programme
mais pas à n'importe quel prix. Les participations financières sont
réparties entre les partenaires suivant les règles d'application dans le
programme pro rata offtake.
La Belgique, en coopération avec ses partenaires, met tout en oeuvre
pour obtenir un résultat acceptable. Dans ce dossier, la Belgique
privilégie la solidarité avec ses partenaires européens. Une deuxième
réunion a eu lieu le 27 janvier. La prochaine est prévue demain ou
après-demain à Berlin.
Lors de la dernière réunion, les pays participants ont fait connaître
leurs dernières et meilleures offres à EADS Airbus Military. Cette offre
a été rejetée par l'industrie.
Le 29 janvier, les pays participants ont adressé une lettre à EADS
Airbus Military lui demandant de vouloir accepter l'offre et de
prolonger la période de standstill jusqu'à ce que tous les head of
terms
soient approuvés. Si je ne me trompe, une réunion de haut
niveau aura lieu entre les gouvernements français et allemand à cet
égard.
La livraison était prévue pour 2018 mais elle n'aura pas lieu à cette
date. Les premières livraisons auront lieu en 2021 et 2022. Pourquoi?
Pace que le gouvernement belge, en 2000, a décidé de ne pas en
prendre possession en premier mais en fin de ligne. Nous sommes
ainsi tributaires du choix opéré par le gouvernement. Certes, avec des
"si", on peut mettre Paris dans une bouteille mais si, en 2000, nous
avions décidé d'être livrés en premier lieu, nous ne serions pas
confrontés aujourd'hui à ce problème.
Les solutions avancées telles que des emprunts ou des garanties de
l'État pour couvrir le surcoût éventuel ne sont pas de la compétence
Alle landen hebben hun deelname
bevestigd.
België
geeft
de
voorrang aan de solidariteit met
zijn Europese partners. Er vond op
27 januari een tweede vergadering
plaats. De volgende is morgen of
overmorgen in Berlijn gepland.
Op
de
jongste
vergadering
deelden de deelnemende landen
hun last and best bid mee aan
EADS Airbus Military, maar dit
werd door de industrie verworpen.
Op 29 januari stuurden ze een
brief naar EADS Airbus Military
met de vraag het voorstel alsnog
te
aanvaarden
en
de
standstillperiode te verlengen. Er
volgt nog een high level meeting
tussen de Franse en de Duitse
regering.
Oorspronkelijk
zouden
de
toestellen
in
2018
worden
geleverd, maar in werkelijkheid zal
dat pas vanaf 2021 gebeuren,
omdat de Belgische regering in
2000 beslist heeft de toestellen
niet vanaf het begin van de
leveringen in bezit te nemen, maar
veeleer helemaal op het einde.
Defensie is niet bevoegd om
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
de la Défense. Le contrat ne prévoit pas la résiliation solidaire de
toutes les nations en même temps. Si un seul pays souhaite se
retirer, il doit couvrir à lui seul la totalité des coûts supplémentaires
pour tout le programme occasionnés par ce retrait. Lors des
questions antérieures, je vous ai déjà indiqué le montant de la
participation belge. C'est un grave problème tant pour l'Europe que
pour EADS. Et comme soeur Anne, je ne vois rien venir!
Une réunion aura lieu cette semaine entre les gouvernements
allemand et français. Ce point sera traité demain et après-demain lors
de la réunion des ministres de la Défense de l'OTAN à Istanbul.
Toutefois, notre problème ne sera toujours pas réglé. En effet, si nous
pourrons acquérir notre commande, nous en ignorons encore les
conditions, mais le délai sera d'au moins douze ans. En la matière, je
suis l'humble exécutant d'un accord conclu sous les gouvernements
précédents.
leningen
aan
te
gaan
of
staatsgaranties te geven ter
dekking van de eventuele extra
kosten. Als één land zich uit het
contract wil terugtrekken, moet het
alleen opdraaien voor alle extra
kosten als gevolg van die
terugtrekking.
Dit punt zal worden besproken op
de
vergadering
van
NAVO-
ministers
van
Defensie
in
Istanboel. Ons probleem zal
evenwel nog steeds niet geregeld
zijn. Ik ben de nederige uitvoerder
van een akkoord dat gesloten
werd onder de vorige regeringen.
11.07 Bruno Stevenheydens (VB): Mijnheer de minister, er is dus
momenteel nog steeds geen resultaat. U spreekt zelfs van een
levering ten vroegste tegen 2021-2022. Dat betekent dat de huidige
C-130's op dat moment een halve eeuw oud zullen zijn. Dat heeft ook
financiële consequenties om die optimaal in de lucht te houden.
Mijnheer de minister, u zegt dat u momenteel nog geen resultaat kunt
voorleggen omdat de gesprekken nog lopen. U vraagt aan ons
alternatieven, maar ik denk toch dat u in de eerste plaats met
mogelijke alternatieven moet komen. Ik zou wel eens willen weten wat
de financiële consequenties zijn voor het optimaal in de lucht houden
van de C-130's. Blijft dat mogelijk? Kan men een vliegtuig gedurende
een halve eeuw inzetten?
(...): (...)
11.07 Bruno Stevenheydens
(VB): Nous n'en sommes donc
nulle part à ce jour et le ministre
évoque même une livraison pour
2021-2022 au plus tôt; les C-130
actuels auront un demi-siècle à ce
moment-là.
Est-il possible techniquement de
maintenir ces appareils en vol
aussi longtemps et quelles en sont
les implications financières? Le
ministre affirme qu'il est ouvert à
toute autre proposition mais il lui
appartient néanmoins de les
examiner. Que peut-il nous dire à
ce sujet?
11.08 Bruno Stevenheydens (VB): Er komt nog een vraag, die
straks zal worden behandeld.
U vraagt ons om een aantal alternatieven aan te reiken, maar u
draagt daarvoor de verantwoordelijkheid. Daarover moet toch al
nagedacht zijn. Als het project niet doorgaat of als de voorwaarden
niet te halen zijn, wat zijn dan de mogelijke alternatieven?
11.09 Minister Pieter De Crem: Ik heb daarover een heel duidelijke
visie.
11.09 Pieter De Crem, ministre:
Ma position est très claire.
11.10 Bruno Stevenheydens (VB): Vertel ons uw visie.
11.10 Bruno Stevenheydens
(VB): J'aimerais dès lors que vous
nous en faisiez part maintenant.
11.11 Minister Pieter De Crem: (...)
11.12 Bruno Stevenheydens (VB): De vraag wordt vandaag
gesteld, mijnheer de minister, duidelijk, in de toelichting. Wat zijn de
alternatieven? Als u ze hebt, zou ik ze graag willen vernemen. Wij
moeten de vraag toch niet opnieuw op de agenda van de commissie
plaatsen?
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
De voorzitter: We zullen het straks vernemen.
Le président: Nous y reviendrons.
11.13 François Bellot (MR): Monsieur le ministre, je mesure
combien le dossier est complexe et le défi est de taille, pas
uniquement pour notre pays. C'est ce type de dossier qui met à
l'épreuve la constitution d'une industrie de la défense européenne
indépendante et la constitution d'une stratégie de défense
européenne.
Ce point est particulièrement important. L'Europe doit réussir son
projet, quel qu'il soit, pour ne pas rester dépendante de l'extérieur.
De plus, les livraisons sont tardives, mais il faut assumer les choix
passés et ce n'est pas toujours simple. Cependant, un élément ne
doit pas nous échapper: la garantie tant de l'autonomie de transport
de nos troupes et de notre matériel, que de l'obligation de le faire
dans des conditions de sécurité non seulement acceptables, mais
optimales et maximales.
J'ai l'impression qu'à un moment, tous les pays confrontés au
problème devront faire face à des coûts exorbitants d'entretien du
matériel existant. Je suis certain que cet élément a été placé dans la
balance de la négociation avec EADS. L'information qui revient par la
presse spécialisée est que EADS exagère un peu dans les
revendications, dans les surcoûts des matériels avancés. Je sais que
les services de défense des divers pays, notamment l'Allemagne,
contestent totalement les chiffres; l'Allemagne a même demandé que
EADS fournisse les éléments.
Ce dossier est complexe et nous aurons certainement l'occasion de
revenir vers vous. Ce dossier doit cependant réussir en ce qui
concerne l'industrie européenne et la constitution d'une armée
européenne indépendante dans tous les choix à réaliser.
11.13 François Bellot (MR): Het
gaat inderdaad om een erg
complex dossier. De uitdaging is
enorm, zowel voor de industrie als
wat de totstandbrenging van een
Europese
defensiestrategie
betreft.
Op een bepaald ogenblik zullen
alle landen te maken krijgen met
exorbitante
onderhoudskosten
voor het materieel. Ik ben ervan
overtuigd
dat
tijdens
de
onderhandelingen rekening werd
gehouden met dat gegeven. Een
aantal landen vecht de cijfers aan;
met name Duitsland vroeg EADS
om meer uitleg.
Dit dossier moet echter slagen wat
de
samenstelling
van
een
onafhankelijk
Europees
leger
betreft.
11.14 Pieter De Crem, ministre: Un détail encore. Ce que demande
EADS maintenant, c'est 6 milliards d'euros supplémentaires par
rapport au montant initial. Pour moi, c'est tout à fait inacceptable. Il
s'agit d'une augmentation d'un tiers et je dis clairement qu'elle est
inacceptable, projet européen ou non. S'ils me présentent ce projet, je
les remballe: return to sender!
11.14 Minister Pieter De Crem:
EADS vraagt nu zes miljard extra
bovenop
het
oorspronkelijke
bedrag. Dat is een verhoging met
een
derde,
wat
ronduit
onaanvaardbaar is!
11.15 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, j'ai bien entendu
votre réponse. Vous nous dites que les discussions se poursuivent.
Nous attendrons donc la fin des réunions prévues cette semaine pour
vous interroger de nouveau.
C'est évidemment un programme européen de grande envergure.
Comme M. Bellot, j'estime sa réussite souhaitable mais les surcoûts
demandés me paraissent faramineux. Il manquerait 11 milliards et
remettre la main au portefeuille semble difficile, même si nous
sommes liés par un contrat signé voici quelques années.
Néanmoins, pour terminer sur une note positive, je sais que notre
pays met tout en oeuvre pour que les discussions débouchent sur un
résultat acceptable. Il importe, en effet, que le transport de nos
troupes soit convenablement assuré, et ce en toute sécurité.
11.15 Brigitte Wiaux (cdH): Het
gaat
natuurlijk
om
een
grootschalig Europees programma
en ik zou ook liever hebben dat het
een succes wordt, maar de
meerkosten lijken me ontzettend
hoog.
Ik weet dat ons land alles in het
werk
stelt
om
tot
een
aanvaardbaar resultaat te komen.
Onze troepen moeten op een
behoorlijke
manier
worden
vervoerd.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
11.16 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik begrijp dat wij met een immens probleem worden
geconfronteerd. Ik besef ook dat het antwoord zal liggen in de
onderhandeling tussen de Duitsers en de Fransen en dat wij daarvan
nota zullen moeten nemen en zien wat wij daarmee verder kunnen
doen.
Als men aan alternatieven moet denken, neem ik aan dat men daar
momenteel al mee bezig is. Die alternatieven zijn heel beperkt. Er
komt inderdaad een bepaald vliegtuig eventueel in aanmerking, maar
de kostprijs daarvan kunnen wij niet inschatten. Dat zal in het kader
van de onderhandeling zijn op het vlak van de regering of dergelijke.
Om een militair vliegtuig te komen gaat men niet naar een
vliegtuisalon, zoals men naar een autosalon gaat. Zo werkt dat niet.
Dat zijn andere prijzen die men daar hanteert. Dat is ook de logica
van militaire bestellingen.
Ik ben ook afwachtend net als iedereen. Ik begrijp zeer goed de
commentaren van de collega's en ik begrijp ook uw reactie, die de
juiste is. Wij zitten wel met een immens probleem en ik hoop dat men
er de komende dagen een antwoord kan op vinden. De eerste
interventie ter zake in het Parlement dateert van 2002; tot 2022 is dat
een tijdspanne van 20 jaar. Dat begint al.
11.16 Luc Sevenhans (N-VA):
Nous sommes confrontés à un
problème énorme. La solution doit
venir des négociations menées
entre les Allemands et les
Français.
Nous
devrons
en
prendre bonne note. Les solutions
de rechange
ne sont
pas
nombreuses. Un appareil en
particulier entre en ligne de
compte mais nous ne pouvons pas
évaluer le coût de l'opération. Il
s'agit d'une commande militaire.
La réaction du ministre est celle
qui s'impose.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Valérie De Bue au ministre de la Défense sur "l'augmentation du prix de location
des infrastructures sportives" (n° 18569)
12 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Landsverdediging over "de verhoging van
de huurprijs van de sportinfrastructuur" (nr. 18569)
12.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, la commune de
Beauvechain ne compte pas de hall omnisports dans ses
infrastructures. Les sportifs de la ville s'entraînent, à la suite d'un
partenariat, sur la base miliaire toute proche. Ce partenariat permet
aux clubs de pratiquer leur discipline au sein de la commune et à des
conditions avantageuses.
Vous venez d'augmenter les frais de location et des charges
afférentes aux infrastructures sportives situées sur la base militaire de
Beauvechain. Il ressort des tarifs en ma possession que ceux-ci sont
multipliés par huit en hiver et par treize en été. Or, un certain nombre
de clubs sportifs de la ville sont incapables d'assumer financièrement
l'augmentation de loyer voulue. Cette situation critique pourrait mener
à la fermeture des clubs, la commune ne disposant d'aucun endroit
où les reloger. Actuellement, huit clubs sur dix ont annulé leur
inscription et vont sans doute devoir fermer leurs portes.
Dès lors, monsieur le ministre, quelle est votre politique en matière de
location des infrastructures sportives de manière générale et pour la
base de Beauvechain en particulier? Pourquoi faire payer la facture
aux membres qui devront s'acquitter d'une affiliation plus lourde en
cette période de crise?
12.01 Valérie De Bue (MR):
Aangezien de gemeente Bevekom
niet over een eigen sportzaal
beschikt,
werd
er
een
samenwerkingsakkoord gesloten
waardoor er tegen voordelige
voorwaarden getraind kan worden
op de militaire basis. De huurprijs
en de lasten voor de sport-
infrastructuur van de basis werden
onlangs opgetrokken. Bepaalde
sportclubs kunnen die hogere prijs
echter niet opbrengen. Inmiddels
hebben acht van de tien clubs hun
inschrijving geannuleerd; zij zullen
waarschijnlijk de deuren moeten
sluiten. Wat is uw beleidslijn
inzake de verhuur van sport-
infrastructuur? Waarom laat u in
deze
crisistijden
de
sport-
beoefenaars de rekening betalen?
12.02 Pieter De Crem, ministre: Chère collègue, un projet d'arrêté
ministériel fixant les modalités d'exécution de l'engagement de la
Défense dans le cadre de prestations d'utilité publique ayant un but
12.02 Minister Pieter De Crem:
Op mijn initiatief werd, met
toepassing van artikel 151 van de
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
humanitaire, patriotique ou culturel ou d'aide à la Nation a été élaboré
à mon initiative.
Un tel arrêté ministériel est requis en application de l'article 151 de la
loi-programme du 2 août 2002, qui constitue la base légale des
prestations pour tiers. L'Inspection des Finances a récemment donné
un avis positif sur ce projet de texte.
Dans le cadre de ces travaux, les tarifs pour les prestations pour tiers
ainsi que leur base de calcul ont également été évalués. Il a été tenu
compte des coûts de l'utilisation des infrastructures et de
l'augmentation du coût de la vie. Le constat que la Défense appliquait
des tarifs d'avant-guerre a poussé à l'actualisation immédiate de ses
tarifs.
Lors du calcul des coûts, une distinction est toujours faite entre les
coûts fixes comme les coûts d'amortissement et les coûts variables,
comme les coûts d'entretien, les coûts de fonctionnement, le
chauffage, etc.
Pour l'utilisation des installations sportives militaires par les écoles et
les clubs sportifs reconnus, j'ai décidé de n'imputer que les coûts
variables et non les coûts fixes. De ce fait, les concessionnaires ne
doivent payer que les surcoûts qui incombent à la Défense:
l'électricité, l'eau, le chauffage et le nettoyage. En effet, la Défense ne
peut pas mettre son infrastructure à disposition et encore prendre en
charge elle-même les coûts. La tarification est appliquée de manière
uniforme au sein de la Défense et ce, à l'égard de tous les utilisateurs
en vue d'un traitement égal, d'une utilisation correcte du budget de
mon département conformément à l'application légale mentionnée et
en vue d'éviter une concurrence déloyale par rapport au secteur privé.
S'agissant de la fixation des coûts pour cette mise à disposition, je
puis vous assurer que la Défense ne mange pas une tartine en plus!
programmawet van 2 augustus
2002, een ontwerp van ministerieel
besluit tot vaststelling van het
kader voor de prestaties van
openbaar nut, met humanitair,
vaderlands of cultureel oogmerk,
of inzake hulp aan de Natie,
opgesteld. De inspectie van
Financiën heeft dat ontwerp
recentelijk positief geadviseerd. Bij
het opstellen van het besluit
werden de tarieven voor prestaties
aan
derden
alsook
de
berekeningsbasis ervan tegen het
licht gehouden, rekening houdend
met de kosten voor het gebruik
van de infrastructuur en de stijging
van de kosten van levens-
onderhoud. Defensie hanteerde
vooroorlogse tarieven die aan
herziening toe waren. Ik heb
beslist enkel de variabele kosten,
bijvoorbeeld
onderhoud
en
verwarming, aan scholen en
erkende
sportclubs
door
te
rekenen. Defensie kan niet én
haar infrastructuur uitlenen én de
kosten dragen. Die tarieven
worden door Defensie op uniforme
wijze aangerekend.
12.03 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, je voudrais
intervenir puisque Mme De Bue a parlé des problèmes à
Beauvechain. Un partenariat existe entre la base et les clubs sportifs
et les demandes transitent par le collège communal de Beauvechain,
afin d'éviter les demandes farfelues. Le collège met toutes les salles à
disposition de manière gratuite, quels que soient les clubs. Je ne
m'immisce pas dans le calcul des frais que le ministre vient de
mentionner.
12.03 Brigitte Wiaux (cdH): Er is
een overeenkomst tussen de
militaire basis en de sportclubs.
De aanvragen worden door het
schepencollege behandeld om
ongehoorde
aanvragen
te
vermijden. Het college stelt alle
zalen gratis ter beschikking aan
alle sportclubs.
12.04 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie
de votre réponse et du rappel des dispositions légales.
Il m'est revenu que le chauffage ne fonctionnait pas; c'est peut-être
aussi un élément à prendre en compte.
Je comprends qu'il faille actualiser certains tarifs, qui ne l'ont plus été
depuis longtemps, et que les contraintes budgétaires concernent tout
le monde. Mais il n'est pas normal qu'on en arrive à une situation où
des clubs envisagent d'annuler leur inscription ou de cesser leurs
activités sur le site. Le sport est un vecteur important pour l'intégration
des jeunes dans la société. Je trouve qu'à tout le moins, on aurait dû
prévoir une période de transition.
12.04 Valérie De Bue (MR): Ik
begrijp dat de tarieven moeten
worden herzien. Het is echter niet
normaal dat de clubs overwegen
hun inschrijvingen te annuleren of
hun activiteiten stop te zetten.
Sport is een integratiemiddel voor
jongeren. Er had toch in een
overgangsperiode kunnen worden
voorzien.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
12.05 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, le fait que les
locaux de la Défense soient mis à disposition des organisations
représente déjà une faveur considérable.
Il était inconcevable que, pour le prix symbolique de 1,5 euro, on
vienne faire du sport, de l'entraînement, des répétitions, etc., avec
une vingtaine de personnes et qu'ensuite la Défense prenne en
charge le nettoyage, le chauffage, l'éclairage, etc.
Même avec les nouveaux tarifs, ces prix ne sont toujours pas à la
hauteur de ceux du marché. C'est donc une deuxième faveur. Je
connais le prix de location d'une salle de sport!
Soyons un peu de bonne compréhension, cela reste quand même
une faveur considérable!
12.05 Minister Pieter De Crem:
De
terbeschikkingstelling
van
lokalen van Defensie is op zichzelf
al een gunstbetoon. Het is
onaanvaardbaar dat men voor een
symbolische prijs kan komen
sporten
en
dat
Defensie
vervolgens moet opdraaien voor
schoonmaak,
verwarming,
verlichting,
enz.
De
nieuwe
tarieven liggen nog altijd onder de
marktprijs. Het is dus nog altijd
gunstbetoon.
12.06 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, je comprends très
bien qu'il y ait un partage des frais et une responsabilité des clubs.
On aurait pu organiser une concertation avec les clubs et avec la
Communauté française. À la base, il y a un déficit d'infrastructures
dans cette partie du Brabant wallon, et plus particulièrement dans
cette commune.
Je comprends que la Défense doive rentrer dans ses frais mais on
pourrait envisager des partenariats au niveau des pouvoirs publics
afin qu'une politique sportive digne de ce nom puisse être menée.
12.06 Valérie De Bue (MR): We
hadden met de clubs en de Franse
Gemeenschap
kunnen
over-
leggen, want er is een tekort aan
sportaccommodaties in dat deel
van Waals-Brabant. We zouden
partnerschappen met de openbare
besturen kunnen aangaan om een
gedegen sportbeleid te voeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et
des Réformes institutionnelles sur "la répartition de notre capacité de déploiement" (n° 18650)
13 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse
Zaken en Institutionele Hervormingen over "de verdeling van onze inzetbare capaciteit" (nr. 18650)
13.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur
le ministre, nous passons de Beauvechain au niveau planétaire! Vous
avez
annoncé
des
contributions
ou
des
déploiements
supplémentaires dans certains pays et la diminution de certaines
opérations dans d'autres. Les faits ont d'ailleurs suivi. Hier, notre
détachement au Kosovo est rentré au pays. Notre contribution au
Liban se limiterait dorénavant à 80 hommes. L'opération Atalante
devrait, quant à elle, occuper 160 hommes et, en Afghanistan,
600 hommes sont sur le terrain.
À plusieurs reprises, vous avez annoncé que la capacité de
déploiement maximale de la Belgique était de 1 200 hommes.
Monsieur le ministre, quels sont vos plans au vu de cette capacité
maximale? Il semblerait que nous disposons aujourd'hui d'une
capacité de 300 hommes supplémentaires. Comme vous le savez,
notre groupe est très attaché au maintien de certaines coopérations
en Afrique. Quelles sont vos propositions de déploiement des troupes
belges à l'étranger pour les mois à venir? Comment cette réserve
théorique de 300 hommes pourrait-elle être utilisée?
13.01 Georges Dallemagne
(cdH): U kondigde aan dat in
bepaalde
landen
een
extra
bijdrage zou worden geleverd of
extra
manschappen
zouden
worden ingezet, terwijl in andere
landen operaties zouden worden
ingekrompen.
Wat zijn uw plannen in het licht
van de maximumcapaciteit van
1 200 manschappen? Hoe ziet u
de ontplooiing van de Belgische
troepen in het buitenland in de
loop van de volgende maanden?
Hoe zal die theoretische reserve
van 300 militairen kunnen worden
ingezet?
13.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, monsieur 13.02 Minister Pieter De Crem:
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Dallemagne, il me semblait que le gouvernement ne pouvait en aucun
cas être interrogé sur ses intentions!
Il convient tout d'abord de considérer le niveau d'ambition de notre
Défense quant à sa capacité opérationnelle, c'est-à-dire
1 200 militaires, comme une moyenne annuelle. Les détachements
déployés ainsi que les différents théâtres d'opérations fluctuent en
effet en cours d'année, tant en nombre qu'en importance. À cet égard,
je transmets à tous les membres de la commission le compte rendu
du 28 janvier 2010 qui stipule que 1 206 militaires sont actuellement
en opération à l'étranger. Il va de soi que ce nombre fluctue
régulièrement.
Annuellement, l'état-major de la Défense propose un plan
d'engagement qui est validé par le Conseil des ministres. Par capacité
de déploiement, il faut entendre le nombre de militaires qui
ressortissent au statut financier de l'engagement opérationnel.
D'autres contributions doivent donc être prises en compte, aussi pour
calculer le déploiement global. Ainsi, nos contributions en Afrique
centrale et au Bénin dans le cadre du programme de partenariat
militaire (PPM) en font aussi partie intégrante.
Il en est de même pour nos détachements de sécurité d'ambassade,
pour les différents officiers de liaison déployés auprès des quartiers
généraux opérationnels en appui des opérations en cours, nos
observateurs militaires au Soudan, en Israël et dans d'autres pays,
nos officiers de liaison auprès des nations alliées et déployés en
opération avec celles-ci, le personnel déployé au sein des missions
EUSEC et MONUC en République démocratique du Congo, pour la
mission BELARE en Antarctique.
Les missions occasionnelles, inopinées telles que B-FAST doivent
également être prises en comte, tout comme les indispensables
missions ponctuelles d'aide logistique à nos détachements en
opération. Le calcul des déploiements opérationnels global arrêté au
28 janvier 2010 est à votre disposition.
Quant à nos futures opérations militaires, je ferai une proposition et
après approbation par le comité restreint et par le gouvernement tout
entier, nous pourrons en discuter.
Het is niet de gewoonte de
regering te ondervragen over haar
intenties.
De operationele capaciteit van
1 200 militairen moet worden
gezien als een jaargemiddelde. Op
28 januari 2010 namen er 1 206
militairen
deel
aan
een
buitenlandse operatie. Dat aantal
schommelt voortdurend.
Elk jaar stelt de Staf van Defensie
de ministerraad ter goedkeuring
een plan betreffende de buiten-
landse ontplooiing van militairen
voor. De ontplooiingscapaciteit
heeft betrekking op het aantal
militairen met het financiële statuut
voor de operationele ontplooiing.
Met andere bijdragen, bijvoorbeeld
de bijdrage in Centraal-Afrika en in
Benin in het kader van het
programma
van
militair
partnerschap
(PMP),
moet
eveneens
rekening
worden
gehouden bij het berekenen van
de globale inzet.
Hetzelfde geldt voor onze diverse
veiligheidsdetachementen, verbin-
dingsofficieren,
militaire
waar-
nemers en het personeel dat wordt
ingezet in het kader van de
EUSEC-, MONUC- en BELARE-
missies en van occasionele
missies zoals B-FAST. De globale
berekening
op
datum
van
28 januari 2010 van de totale
operationele inzet is te uwer
beschikking.
Wat voor onze toekomstige
militaire operaties betreft, zal ik
een voorstel formuleren, en nadat
het door het beperkt comité en de
regering is goedgekeurd, zullen we
het kunnen bespreken.
13.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour cette information détaillée sur notre déploiement à
l'étranger. Merci d'avoir donné quelques informations, même si le
gouvernement doit encore décider pour les déploiements futurs. Nous
verrons bien à ce moment-là. Je voulais vous faire part à cette
occasion de notre souhait que nos coopérations en Afrique soient
prises en compte dans les discussions au gouvernement. Il est
nécessaire de garder une présence et une capacité de monter en
puissance en Afrique sur certains sujets. Vous connaissez ma
13.03 Georges Dallemagne
(cdH): Wij wensen dat de regering
tijdens de besprekingen rekening
houdt met onze samenwerkings-
projecten in Afrika. U kent mijn
bekommernis om Oost-Congo.
Anderzijds heb ik vernomen dat
onze samenwerking in Benin
misschien
eerlang
wordt
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
préoccupation pour l'est du Congo.
J'ai entendu que notre coopération au Bénin pourrait bientôt s'arrêter.
Je voudrais souligner l'intérêt d'une coopération triangulaire en
matière militaire pour les opérations de maintien de la paix en Afrique.
Les Béninois ont démontré avec l'appui de la Belgique toute leur
capacité sur des terrains comme le Congo ou la Somalie. Cette
armée n'a pas de passé négatif, elle est très disciplinée et elle
apprécie la présence belge. J'aimerais que vous en teniez compte
dans l'avenir.
Par ailleurs, mon groupe est attaché à un équilibre entre les
opérations sous l'égide de l'OTAN, de l'ONU et de l'Union
européenne. Cet équilibre doit pouvoir varier mais il faut garder la
capacité d'intervenir dans ces trois types de configuration.
stopgezet. De Beniners hebben
echter hun deugdelijkheid op
strijdtonelen zoals Congo en
Somalië bewezen. Dit leger heeft
geen
negatief
verleden
en
waardeert
de
Belgische
aanwezigheid. Ik hoop dat u daar
in de toekomst rekening mee zal
houden.
Mijn fractie is gehecht aan een
evenwicht tussen de operaties
onder de auspiciën van de NAVO,
de VN en de Europese Unie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, de minister moet weg om 12 u 15. Ik stel voor dat wij eindigen met punt 21 op
onze agenda. Mag ik u vragen om de spreektijd te respecteren? Anders zullen wij er, gezien het
tijdsschema van de minister, niet geraken.
14 Vraag van mevrouw Dalila Douifi aan de minister van Landsverdediging over "de veiligheid van het
militair voertuig Unimog" (nr. 18820)
14 Question de Mme Dalila Douifi au ministre de la Défense sur "la sécurité du véhicule militaire
Unimog" (n° 18820)
14.01 Dalila Douifi (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik wil een aantal vragen aan u stellen met betrekking tot een
ongeval, met de dood tot gevolg voor topatleet en militair Tom
Compernolle. Het ongeval gebeurde in juni 2008.
Het militaire voertuig waarin hij zat, was een Unimog. De betrokkene
zat achteraan in de laadbak van het militaire voertuig, waarin in
principe de schutters plaatsnemen. Ik heb met betrekking tot het
militaire voertuig vernomen dat er niet in een bescherming, in de vorm
van een rolbeugel, is voorzien voor de mensen in de laadbak, bij een
eventuele koprol van het voertuig.
Op basis daarvan zou ik u graag een aantal vragen stellen, mijnheer
de minister.
Welke controles of keuringen werden gedaan voor en na het ongeval
van het militaire voertuig? Kunt u mij hiervan de resultaten of
conclusies meedelen?
Wat bepaalt het lastenboek bij de aankoop van dergelijke militaire
voertuigen inzake de beveiliging, specifiek voor de mensen die in de
laadbak van een dergelijk voertuig moeten plaatsnemen?
Kunt u bevestigen dat er, bij een eventuele koprol van het voertuig,
niet in een bescherming is voorzien, in de vorm van een rolbeugel in
het voertuig, voor degenen die achteraan of in de laadbak moeten
plaatsnemen?
Meent u, als minister van Defensie, dat er in een betere bescherming
van de laadbak van het voertuig kan worden voorzien? Zo ja, aan
14.01 Dalila Douifi (sp.a): En juin
2008, l'athlète de haut niveau et
militaire Tom Compernolle est
décédé lors d'un accident à bord
d'un véhicule militaire, le Unimog.
Quels sont les contrôles ou
expertises auxquels ce véhicule a
été soumis avant et après
l'accident? Quelles en ont été les
conclusions? Que stipule le cahier
des charges pour l'achat de ce
type de véhicules en matière de
protection des soldats installés sur
le plateau de chargement? Le
ministre peut-il confirmer qu'en
cas de tonneau, le véhicule n'est
pas protégé par des arceaux de
sécurité?
Est-il
possible
d'améliorer la protection? Quelles
sont les améliorations sur les
plans technique et de la sécurité
envisagées par le ministre? Est-il
disposé à prendre une initiative?
Combien de véhicules de ce type
la
Défense
possède-t-elle?
D'autres achats de ces mêmes
véhicules sont-ils programmés?
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
welke beveiliging en/of technische verbeteringen denkt u eventueel?
Bent u in dat geval ook bereid hiertoe zelf initiatieven te nemen met
het oog op een verbetering van de veiligheid van dergelijke militaire
voertuigen in de toekomst?
Ter informatie zou ik ook graag weten over hoeveel dergelijke
voertuigen uw departement beschikt. Zijn er in de toekomst nog
aankopen van dergelijke voertuigen geprogrammeerd?
14.02 Minister Pieter De Crem: Bij de aankoop werd het platform
Pamela B op Unimog gevalideerd op veiligheids- en technisch vlak na
een reeks testen in het Centrum voor het evalueren van materieel,
CEM, in 1999. Na het ongeval heeft de Lokale Sectie Preventie en
Bescherming op het Werk van Koksijde een arbeidsongevallenverslag
opgesteld in juni 2008. Er werden op uw vraag geen bijkomende
technische
preventieve
maatregelen
aanbevolen
door
de
preventieadviseur. Bij de invoering van een nieuw voertuig wordt de
veiligheid van het personeel bij gebruik van het voertuig steeds
nauwgezet nagegaan. Dit is ook hier gebeurd tijdens de
validatietesten die uitgevoerd werden door het CEM.
Het validatierapport van het CEM concludeerde dat geen rolbeugel
nodig was, daar er een voldoende holle ruimte bestaat tussen het
laadcompartiment en de afuit. Het onderzoek naar mogelijkheden tot
verdere verbetering van de veiligheid van het personeel in nieuwe en
bestaande voertuigen, maakt nu integraal deel uit van het
beheerproces van het materieel. Zo wordt bij elke aankoop of
wijziging aan een voertuig het advies van de preventiedienst
ingewonnen.
Op uw vraag over hoeveel voertuigen we beschikken, is het zo dat
defensie over 36 Unimog Pamela B voertuigen beschikt. Er is niet in
verdere aankoop voorzien van voertuigen van die aard. Ik heb
daarmee geantwoord, denk ik, op uw technische vragen.
Ik wil nogmaals zeggen dat, zoals het in het verleden gebeurd is bij de
aanschaf van het voertuig in 1999, maar ook bij de aanschaf van al
het andere materieel, ik mij altijd steun op de adviezen van de
generale staf, in het bijzonder van het departement Material
Ressources.
14.02 Pieter De Crem, ministre:
Lors de son acquisition en 1999,
l'Unimog a été approuvé sur le
plan de la sécurité et sur le plan
technique à l'issue d'une batterie
de tests au Centre d'évaluation et
de test du matériel (CEM). Après
l'accident survenu en juin 2008, un
rapport d'accident du travail a été
rédigé. Le conseiller en prévention
n'a recommandé aucune mesure
technique
préventive
supplémentaire.
À l'achat de tout nouveau véhicule,
une attention particulière est
portée à la sécurité du personnel.
Ce fut également le cas lors des
tests de validation. Le rapport du
CEM a conclu qu'il n'était pas
nécessaire d'équiper les véhicules
d'arceaux.
L'avis du service de prévention est
toujours demandé lors de l'achat
ou de la modification d'un
véhicule,.
La Défense possède 36 véhicules
Unimog. L'acquisition de véhicules
supplémentaires de ce type n'est
pas prévu.
Lors de l'achat de matériel, je
m'appuie toujours sur les avis de
l'état-major, principalement du
département Material Resources.
14.03 Dalila Douifi (sp.a): Ik wil de minister bedanken voor zijn
antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "de geschatte
opbrengst van de verkoop van domeinen" (nr. 18890)
15 Question de M. David Geerts au ministre de la Défense sur "les recettes estimées de la vente de
domaines" (n° 18890)
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
15.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over de geschatte opbrengst van de verkoop
van domeinen. Blijkbaar wijst een studie van vorig jaar uit dat de
geschatte opbrengst in eerste instantie 60 miljoen euro zou bedragen.
Opmerkelijk was dat geen rekening werd gehouden met de kosten
voor sanering van een aantal terreinen. Dat was een eerste oefening
van opbrengsten uit mogelijke verkopen.
Wat is nu de geschatte opbrengst uit de verkoop van domeinen voor
boekjaar 2010? Werd de studie bijgesteld? Welke kosten moeten
bijkomend worden gemaakt om een aantal installaties te kunnen
verkopen? Niet elk domein is immers onmiddellijk verkoopbaar en
soms dienen er eerst investeringen te gebeuren.
Omtrent de saneringskosten heb ik nog niets gezien. Is daarover
eigenlijk een studie gemaakt, bijvoorbeeld van welke saneringskosten
er zijn? Als wij die studie maken, wat kan dan de netto-opbrengst zijn
voor de begroting 2010?
15.01 David Geerts (sp.a): Les
recettes estimées de la vente des
domaines s'élèveront apparem-
ment à 60 millions d'euros. Il n'a
toutefois pas été tenu compte des
coûts d'assainissement.
Quelle est l'estimation des recettes
de la vente de domaines pour
l'exercice 2010? Quels frais
supplémentaires
devront
être
consentis afin de pouvoir vendre
un certain nombre d'installations?
Une étude relative aux coûts
d'assainissement
a-t-elle
été
réalisée? Quel en a été le résultat?
15.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega, de
opbrengst van de domaniale verkopen is voor dit jaar vastgesteld op
24,1 miljoen euro. Defensie verkoopt de domeinen en de onroerende
goederen in de staat waarin zij zich bevinden. Alleen de
saneringskosten van de bodem worden door defensie ten laste
genomen. De saneringskosten voor de domeinen die dit jaar worden
voorzien voor verkoop, worden geraamd op 2,3 miljoen euro. De
netto-opbrengsten werden ingeschat op 24,1 miljoen euro, vermits de
saneringswerken dienen uitgevoerd te worden onafhankelijk van het
feit of de onroerende goederen al dan niet verkocht worden. Dus met
de saneringskosten zit men sowieso.
15.02 Pieter De Crem, ministre:
Les recettes des ventes de
domaines ont été fixées à
24,1 millions d'euros pour cette
année. Le département de la
Défense vend les domaines dans
l'état où ils se trouvent. Il ne prend
à sa charge que les coûts
d'assainissement du sol qui sont
estimés à 2,3 millions d'euros
cette année. Les recettes nettes
sont estimées à 24,1 millions
d'euros, étant donné que les
travaux d'assainissement doivent
être effectués indépendamment
de la vente.
15.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, op de
gewestplannen zijn militaire domeinen wit ingekleurd. Het gevolg is
dat het voor zeer vele gemeentebesturen achteraf zeer moeilijk is om
de saneringskosten te kennen op het moment dat men gronden in
bezit neemt. Die saneringskosten zijn een belangrijk verhaal voor
gemeenten of anderen die dit kunnen realiseren. Belangrijk is dat ik
van u hoor dat die saneringskosten niet in een apart begrotingsfonds
zitten, omdat ze toch moeten gebeuren.
15.03 David Geerts (sp.a): Il est
important
que
ces
coûts
d'assainissement ne soient pas
imputés à un fonds budgétaire
distinct, parce que les travaux
d'assainissement devront malgré
tout être effectués.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
16 Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "het militair
domein in Ursel" (nr. 18318)
16 Question de M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "le domaine militaire d'Ursel"
(n° 18318)
16.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de minister,
begin januari was er een dodelijk ongeval met een sportvliegtuig in de
omgeving van het militair domein te Ursel. Het ongeval was wellicht
grotendeels te wijten aan de weersomstandigheden. Toch lijkt het ons
essentieel om de situatie grondiger te onderzoeken. Het is namelijk
16.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!):
Début
janvier,
un
accident mortel impliquant un
avion de tourisme s'est produit à
proximité du domaine militaire
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
algemeen bekend dat de vliegclubs niet over een milieuvergunning
beschikken voor de uitbating van burgerlijke luchtvaartactiviteiten. Dat
is nochtans vereist en werd ook bevestigd door minister Crevits in
2009 in het kader van een parlementaire vraag naar aanleiding van de
plannen om een airshow op het domein te organiseren. Daarnaast
staan er ook loodsen die niet vergund zijn. Er werd voor de loodsen
een regularisatie aangevraagd, maar die werd geweigerd. De loodsen
worden echter nog altijd gebruikt. Bovendien bestaat er geen duidelijk
veiligheidsplan voor de uitbating van de activiteiten inzake
burgerluchtvaart. Het domein is zeer gemakkelijk toegankelijk en er
worden zelfs regelmatig fietsende kinderen op de vliegvelden
waargenomen. In 2005 waren er onderhandelingen om het militair
domein te verkopen aan het Vlaams gewest met het oog op het
verdere natuurherstel van het domein. Wat is hier de stand van
zaken?
Ik heb een aantal concrete vragen voor u. Ten eerste, wil u optreden
tegen niet-vergunde burgeractiviteiten op het militair domein? Vindt u
het deontologisch aanvaardbaar dat niet-vergunde activiteiten blijven
plaatsvinden op het militair domein?
Ten tweede, welke militaire activiteiten vinden nu nog plaats op het
militair domein te Ursel? Wordt het domein intensief gebruikt door
Defensie?
Ten derde, welke plannen hebt u met het militair domein? Wordt er
navolging gegeven aan de onderhandelingen van 2005 om het
domein te vervreemden? Wat zijn de argumenten om het domein
desgevallend te behouden of van de hand te doen?
Ten vierde, in 2009 werd de geplande organisatie van een airshow
uitgesteld. Op basis van de website van de organisatoren blijkt dat er
plannen zijn om in 2010 een dergelijke airshow te organiseren. Zult u
zo'n airshow toelaten op het militair domein?
Ten vijfde, welke maatregelen zult u nemen om de militaire en
burgerlijke activiteiten verder af te stemmen op de beschermde
natuurwaarden, onder andere het EU-habitatrichtlijngebied in de
omgeving en de hiermee verbonden aanwezige zachte recreatie?
Tot slot, welke maatregelen zult u nemen om de veiligheid op het
vliegveld te verbeteren?
d'Ursel. Certains clubs aéronau-
tiques ne disposent pas du permis
d'environnement
requis
pour
l'exploitation
d'activités
aéro-
nautiques civiles. Par ailleurs,
certains hangars, pour lesquels
une demande de régularisation a
été rejetée, sont toujours utilisés.
Enfin, il n'existe pas de plan de
sécurité digne de ce nom.
En 2005, des négociations ont eu
lieu en vue de vendre ce domaine
militaire à la Région flamande. Où
en est ce dossier?
Le ministre compte-t-il intervenir à
l'encontre des activités civiles non
autorisées
déployées
sur le
domaine
militaire?
Quelles
activités militaires se déroulent-
elles encore en ces lieux? Quels
sont les projets du ministre pour
ce domaine? Quels sont les
arguments pour et contre la vente
du domaine militaire? Le ministre y
permettra-t-il l'organisation d'un
meeting aérien en 2010? Quelles
mesures compte-t-il prendre afin
de rendre les activités civiles et
militaires compatibles avec la
valeur naturelle du site et son
statut de protection, notamment eu
égard à la directive européenne
"habitats", et conformes aux
obligations de "récréation douce"
qui
en
découlent?
Quelles
mesures
prendra-t-il
afin
d'améliorer la sécurité sur le
champ d'aviation?
16.02 Minister Pieter De Crem: De politiek van het departement is
dat alle burgerlijke activiteiten op militair domein volledig onderworpen
zijn aan de federale en regionale wetgeving zoals die betreffende de
ruimtelijke ordening, het milieu en de veiligheid.
De concessionarissen dienen over alle noodzakelijke vergunningen
vanwege de burgerlijke autoriteiten te beschikken. De vliegclubs op
het domein van Ursel werd in 2009 gevraagd zich in regel te stellen,
tot nu toe zonder gevolg. Het is wel heel duidelijk mijn bedoeling de
bestaande concessies te bestendigen.
Het transformatieplan van Defensie voorziet in het behoud van het
militaire domein te Ursel voor militaire oefeningen. Het domein wordt
inderdaad regelmatig gebruikt voor oefeningen van eenheden van
Defensie. Ik heb ook nog geen officiële aanvraag voor de organisatie
16.02 Pieter De Crem, ministre:
Toutes les activités civiles sur un
domaine militaire sont entièrement
soumises à la législation fédérale
et régionale. Les concessionnaires
doivent disposer de tous les
permis indispensables. En 2009, il
a été demandé aux clubs
d'aviation actifs sur le domaine
d'Ursel de se mettre en règle, en
vain jusqu'à présent. Mon objectif
est de maintenir les concessions
existantes.
Le plan de réforme de la Défense
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
van een air show in 2010 ontvangen. Dergelijke aanvraag zal
desgevallend door de bevoegde diensten van Defensie worden
onderzocht en daarbij zal rekening worden gehouden met de
vigerende criteria voor het toestaan van concessies op militair
domein. Ik zal dan een beslissing treffen op grond van de resultaten,
maar nogmaals, het is mijn duidelijke intentie de bestaande
concessies te bestendigen.
Het militaire domein te Ursel valt onder de conventie met het Vlaams
Gewest inzake natuurbehoud en bosbeheer op de militaire domeinen.
De nodige maatregelen met het oog op de overeenstemming van
activiteiten te Ursel met de beschermde natuurwaarden worden in dat
kader genomen in overleg met het Agentschap voor Natuur en Bos.
De sportvliegerij blijft er behouden en wordt hier als een burgerlijke
vliegactiviteit bekeken. Zij is strikt onderworpen aan alle geldende
veiligheidsvoorschriften. De vliegclubs beschikken wel degelijk over
een machtiging van het directoraat-generaal Luchtvaart.
Ik kan u ten slotte nog meedelen dat ik geschokt was door de
uitspraken van een bepaalde milieuvereniging die in een verwerpelijke
houding aan wansmakelijke lijkenpikkerij heeft gedaan naar
aanleiding van een vliegtuigongeval dat zich begin januari heeft
voltrokken. Bij navraag door de regionale zender AVS bleek dat meer
dan 90 % van de respondenten akkoord kon gaan met het
bestendigen van de sportvliegerij in Ursel.
prévoit le maintien du domaine
militaire d'Ursel pour les exercices
militaires. Je n'ai pas encore reçu
de demande officielle relative à
l'organisation d'un meeting aérien
en 2010.
Le domaine militaire d'Ursel relève
de la convention conclue avec la
Région flamande relative à la
préservation de la nature et la
gestion des forêts sur les
domaines militaires. Les mesures
nécessaires
sont
prises
en
concertation
avec
l'agence
flamande pour la nature et les
forêts. L'aviation sportive est
maintenue et est soumise, en tant
qu'activité
de
vol
civile, à
l'ensemble des prescriptions de
sécurité en vigueur. Les clubs
d'aviation disposent du reste d'une
autorisation
de
la
Direction
générale Transport aérien.
Les déclarations faites par une
association environnementale à la
suite d'un récent accident d'avion
sont condamnables. Après une
enquête menée par l'émetteur
régional AVS, il s'est avéré que
plus de 90 % des répondants
étaient d'accord avec le maintien
de l'aviation sportive à Ursel.
16.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Ik wil u danken voor uw
antwoord.
Niettegenstaande uw antwoord blijven er toch een aantal problemen
bestaan. Ik denk dat milieuvergunningen op militaire domeinen in de
meeste brede zin van het woord, nodig zijn zeker wanneer het gaat
om burgeractiviteiten. Als ik mij niet vergis, is er daaromtrent ook een
overleg bezig tussen het federale en het Vlaamse niveau. Ik vind
trouwens ook dat de vliegclubs over alle nodige vergunningen moeten
beschikken en indien zij zich niet regulariseren, lijkt een sanctie mij
toch zeker en vast aangewezen. De concessie zomaar verlengen, lijkt
mij dan ook onoordeelkundig.
Er is een goed werkend veiligheidsplan nodig op het domein. Globaal
genomen is Defensie een deel van onze samenleving en moet men
zich zoveel mogelijk houden aan algemene wetgeving en zeker aan
wetgeving van algemeen maatschappelijk belang zoals veiligheid en
allerhande milieuvergunningen. Ook vliegclubs die op dergelijke
domeinen opereren, moeten dan ook over alle benodigde
vergunningen beschikken.
16.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Les clubs d'aviation
doivent disposer de tous les
permis et s'ils ne régularisent pas
leur situation, une sanction semble
indiquée. Il ne me paraît pas
judicieux de prolonger purement et
simplement la concession. Un plan
de sécurité efficace est également
nécessaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
17 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "de piraterij voor
de kusten van Somalië" (nr. 18526)
17 Question de Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "la piraterie au large des côtes
somaliennes" (n° 18526)
17.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Vorige week heeft het
Internationaal Maritiem Bureau in Londen bekendgemaakt dat vorig
jaar liefst 406 zeeschepen door piraten werden aangevallen, een
stijging van meer dan 38,5 %. Meer dan de helft van die aanvallen
werd door Somalische piraten aangevoerd.
Sinds begin vorig jaar kunnen koopvaardijschepen bescherming
aanvragen aan de Atalantafregatten van de militaire EU-operatie.
Volgens de Belgische Redersvereniging is zulks onvoldoende.
Bovendien klagen zij aan dat kapiteins die militaire steun aanvragen
slechts 24 uur op voorhand weten of zij die effectief ook krijgen. Zoals
gestipuleerd in de hoofdopdracht van de operatie-Atalanta gaat het
gros van de bescherming van de fregatschepen naar de World Food
Programme-schepen van de Verenigde Naties.
Eind vorig jaar hebben wij tijdens de nachtelijke zitting over de wet
van u en minister De Clerck gestemd. De daarginds gekliste piraten
zouden hier worden berecht. Uiteraard geldt zulks enkel wanneer een
Belgisch fregat de piraten overmeestert.
Ik vind dat de Belgische Redersvereniging een punt heeft. Bent u de
op de hoogte van de problemen die zij nog steeds ondervinden?
Wat is de stand van zaken in de operatie-Atalanta?
Ik verneem dat wij samen met de Fransen proberen om het
commando te krijgen en dat zulks in Istanboel wordt beslist. Kunt u
hierover iets meer kwijt?
Zal het Belgisch fregat nu anders omgaan met de jacht op piraten nu
we die wet in het Belgische Parlement hebben goedgekeurd?
17.01 Hilde Vautmans (Open
Vld): Les navires marchands
peuvent demander à être escortés
par des frégates de l'opération
Atalante. Selon l'association des
armateurs, cette mesure est
nettement
insuffisante.
Les
capitaines qui réclament une
assistance
ne
savent
que
24 heures à l'avance s'ils pourront
en bénéficier.
Le ministre est-il au courant du fait
que les navires marchands ne
peuvent
pas
toujours
être
protégés? Peut-il brosser un
tableau de la situation de
l'opération Atalante? La frégate
belge agira-t-elle différemment
avec les pirates à présent que la
nouvelle loi permet qu'ils soient
jugés dans notre pays?
17.02 Minister Pieter De Crem: Het Maritime Security Center, Horn of
Africa, de bevoegde maritieme instantie met betrekking tot de regio,
behandelt de aanvragen van de schepen. Deze organisatie bepaalt of
schepen een individuele escorte van de eenheden van de UNIFOR-
Atalanta krijgen, of dat er een andere vorm van collectieve
bescherming wordt aangeboden. Bovendien bestaat er ook een
procedure waarbij de Belgische reders met voldoende preadvies een
Belgisch militair beschermingsteam, een vessel protection
detachment, kunnen aanvragen. U kent de verschillende stappen die
men daarvoor moet volgen.
De deelname van een Belgische eenheid aan de operatie-Atalanta is
afgelopen. Een nieuwe deelname voor het fregat Louise-Marie is
gepland in het najaar van 2010. Een eerste evaluatie van de operatie
toont aan dat het aantal gevallen van piraterij in de Golf van Aden, en
meer specifiek in de international recognized transit corridor, heel
sterk werd teruggedrongen. Het afschrikeffect heeft dus gewerkt.
Voor de oostkust van Somalië daarentegen kan men geen duidelijke
daling vaststellen omdat de piraten hun actieterrein steeds meer
17.02 Pieter De Crem, ministre:
Le Maritime Security Centre ­
Horn of Africa
traite les demandes
des navires et décide de l'octroi
éventuel d'une escorte Atalante ou
d'une autre forme de protection
collective. De plus, les armateurs
belges
peuvent
également
demander
la
présence
de
militaires belges afin d'assurer la
protection des navires.
Notre participation à l'opération
Atalante est terminée et elle
reprendra à l'automne 2010. Le
fait que la piraterie ait reculé dans
le golfe d'Aden montre que l'effet
de dissuasion de la présence
militaire fonctionne. La côte
orientale somalienne n'a pas
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
uitbreiden. De procedures en de voorwaarden voor het aanhouden
van piraten blijven onveranderd. Wat echter wel belangrijk en zeker
eenvoudiger zal worden, is dat de eventuele vervolging nu vlotter zal
verlopen.
Zo kan worden vermeden dat vermoedelijke piraten opnieuw moeten
worden vrijgelaten omdat geen enkele instantie bevoegd zou zijn voor
een andere juridische afhandeling van de zaak.
We zijn in deze aangelegenheid met België een heel eind
opgeschoven. U hebt ook verwezen naar de goedkeuring van het
wettelijk initiatief. De aangelegenheid komt op de agenda van de
NAVO-top, morgen en overmorgen in Istanbul. Het zal er nu op
aankomen onze andere collega's, waarvan het grootste deel EU-
lidstaten is, op een zelfde manier in de bestrijding en bestraffing van
de piraterij te laten meespelen.
connu pareille baisse d'activité,
toutefois, parce que les pirates
étendent leur champ d'action.
La
procédure
régissant
l'arrestation des pirates n'a pas été
modifiée mais les poursuites se
dérouleront plus facilement. La
nouvelle loi nous évite de devoir
libérer des pirates parce que
personne n'est compétent pour les
juger. Ce point sera certainement
abordé lors du sommet de l'OTAN,
demain
et
après-demain
à
Istanbul.
17.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, u zegt dat
Belgische reders uiteraard de bescherming van een Belgisch fregat
kunnen vragen. Kunt u ons daarover enige cijfers geven? Hoeveel
aanvragen zijn er gebeurd en hoeveel zijn er uitgevoerd? U mag ze
mij nadien bezorgen.
17.03 Hilde Vautmans (Open
Vld):
Pourriez-vous
me
communiquer
le
nombre
d'armateurs qui ont demandé une
protection?
17.04 Minister Pieter De Crem: Ik zeg het uit het hoofd. Na de
bevrijding van de Pompei is er een bescherming gevraagd op het
moment dat de Pompei in Mombasa is aangekomen en zijn
verplaatsing naar Salalah heeft gedaan. Dan zijn we aan boord
gegaan.
Ik meen dat er op dit moment een aanvraag is die zou kunnen leiden
tot een bescherming aan boord, nadat alle stappen zijn doorlopen en
het Atalantacommando daartoe heeft beslist. Ik kan u dat eigenlijk
niet uit het hoofd zeggen. Ik zal u dat meedelen.
17.04 Pieter De Crem, ministre:
Je vous ferai parvenir ces chiffres
par écrit.
17.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Ik moet daarvoor geen aparte
vraag indienen? U bezorgt mij dat zo?
17.06 Minister Pieter De Crem: Inderdaad.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Landsverdediging over "de
militairen die de overstap naar de FOD Justitie maken" (nr. 18640)
18 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Défense sur "les militaires qui passent
au SPF Justice" (n° 18640)
18.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik heb twee vragen over de samenwerking
tussen Landsverdediging en Justitie.
Een eerste vraag gaat over de militairen die de overstap naar Justitie
maken. Bij de Belgische krijgsmacht wordt de interne en externe
mobiliteit naar lokale en andere federale overheden aangemoedigd.
Deze evolutie werd in de hand gewerkt door allerlei begeleidende
maatregelen zodat militairen op basis van vrijwilligheid gemakkelijker
de overstap kunnen maken.
18.01 Sabien Lahaye-Battheu
(Open Vld): Le passage vers
d'autres administrations locales et
fédérales est encouragé en vue de
réduire les effectifs du personnel
de la Défense.
Combien de militaires ont émigré
vers la Justice au cours des cinq
dernières années et comment
peut-on évaluer cette opération?
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
Voor Landsverdediging is dit een elegante manier om werk te maken
van een jonger en evenwichtiger samengesteld leger. Andere
departementen zoals Justitie en Binnenlandse Zaken kunnen op die
manier een beroep doen op loyale, ervaren en professioneel in de
veiligheidssector geschoolde personeelsleden.
Mijnheer de minister, hoeveel militairen maakten de voorbije vijf jaar
de overstap naar Justitie? Wat is de evaluatie met betrekking tot de
samenwerking en de doorstroming? Welke vooruitzichten heeft
Landsverdediging met betrekking tot de toekomst?
Quelles sont les prévisions en la
matière?
18.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, tussen
1 januari 2004 en 1 januari 2010 hebben in totaal 225 militairen de
overstap naar de FOD Justitie gemaakt.
In het kader van de externe mobiliteit is het project Veiligheidskorps
een zeker succes te noemen, dankzij de geografische spreiding van
de ambten en de attractiviteit van de functie.
De functie van penitentiair beambte is duidelijk minder aantrekkelijk.
Recente wijzigingen in het statuut bij de FOD Justitie maakt deze
functie bovendien niet langer toegankelijk voor het personeel van
niveau D, de beroepsvrijwilligers. De interesse bij de militairen van
niveau C, de onderofficieren, blijkt zeer beperkt omdat deze functie
weinig
jobvoldoening
biedt
op
het
vlak
van
het
verantwoordelijkheidsniveau. De opengestelde plaatsen in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn eveneens minder gegeerd.
Het verminderen van de woonwerkafstand is een van de belangrijkste
drijfveren voor een deelname aan het project in externe mobiliteit.
Gezien de aangekondigde besparing in het openbaar ambt zijn de
vooruitzichten voor de toekomst beperkt. De projecten van de externe
mobiliteit zijn uiteraard afhankelijk van het aanbod bij de openbare
diensten. Het voorbije jaar kon reeds worden vastgesteld dat de
vacatures slechts met mondjesmaat werden aangeboden.
18.02 Pieter De Crem, ministre:
Du 1
er
janvier 2004 au 1
er
janvier
2010, 225 militaires ont opté pour
une mutation vers la Justice. Le
corps de sécurité, en particulier,
rencontre un franc succès de par
sa répartition géographique et
l'attrait des fonctions. Moins
prisée,
la
fonction
d'agent
pénitentiaire n'est en outre pas
accessible aux militaires de
niveau D, à savoir les volontaires
de carrière, et comporte trop peu
de responsabilités aux yeux des
sous-officiers de niveau C. Par
ailleurs, les postes situés dans la
Région de Bruxelles-Capitale sont
également moins populaires. La
principale raison qui pousse les
militaires
à
demander
leur
mutation est la réduction des
déplacements entre le domicile et
le lieu de travail.
De plus, les mesures d'économies
annoncées dans la fonction
publique limitent les perspectives.
Au cours de l'année passée, les
offres d'emploi n'ont été publiées
qu'au compte-gouttes.
18.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik
dank u voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Landsverdediging over "de
omvorming van leegstaande en overtollige militaire infrastructuur tot gevangenissen" (nr. 18641)
19 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre de la Défense sur "la transformation
d'infrastructures militaires inoccupées et excédentaires en prisons" (n° 18641)
19.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ook deze vraag gaat over de samenwerking
tussen Defensie en Justitie, op het vlak van de omvorming van
militaire infrastructuur tot gevangenissen. Tijdens deze, maar ook
tijdens vorige legislaturen, werd al vaker de idee geopperd om
19.01 Sabien Lahaye-Battheu
(Open Vld): La Justice étudie
actuellement la possibilité de
transformer en prisons certains
terrains excédentaires de l'armée.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
overtollige infrastructuur om te vormen tot gevangenissen.
In het raam van de beleidsnota Justitie, die wij in december
laatstleden besproken hebben, zei uw collega, minister De Clerck, op
dat punt het volgende: "De interesse gaat uit naar de gronden van
Defensie. Hier wordt bekeken of er geheel of deels onbebouwde
terreinen zijn, en anderzijds of er interessante terreinen zijn waar de
gebouwen van Defensie vlot kunnen afgebroken worden. En daar is
het inderdaad zo dat, na screening, er vooral in Wallonië enkele
interessante sites zijn weerhouden. Deze worden momenteel
onderzocht door de Regie der Gebouwen alsook door de diensten van
de bevoegde Waalse minister Henry." Dat is een citaat.
Een spoedige overdracht van kazernes of terreinen van Defensie aan
Justitie zou een win-winsituatie kunnen betekenen voor beide
departementen. Enerzijds kan Defensie op een zinvolle manier tegen
betaling overtollige infrastructuur afstoten en anderzijds kan Justitie
de overbevolking in de gevangenissen tegengaan.
Mijnheer de minister, wat is binnen het departement Defensie
vandaag de precieze stand van zaken aangaande de omvorming van
kazernes tot gevangenissen?
Hoeveel sites kunnen daarvoor in aanmerking komen?
Welk tijdschema wordt gevolgd?
Welke budgettaire implicaties zijn daaraan verbonden?
Quel est l'état de la situation? Quel
sera le calendrier? Quelles sont
les implications budgétaires?
19.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw
Lahaye, naar aanleiding van de aankondiging van het
transformatieplan van Defensie heeft het kabinet Justitie aan mijn
kabinet gevraagd om een lijst met de verschillende te vervreemden
militaire kwartieren en domeinen te bekomen die in aanmerking
genomen zouden kunnen worden voor een eventuele omvorming tot
gevangenissen of voor de bouw van nieuwe gevangenissen.
Op basis van die lijst werden er potentiële sites door het kabinet van
Justitie geïdentificeerd. Gedetailleerde plannen werden door Defensie
aan de Regie der Gebouwen afgeleverd.
De Regie der Gebouwen voert actueel een haalbaarheidsstudie uit
voor twee militaire sites: een te Namen, het kwartier Belgrade, en een
te Ghlin, het kwartier Cabuy. In de sluiting van die sites is voorzien
in 2011.
Er wordt wettelijk voorzien dat de opbrengst van de verkopen van
militaire domeinen door de federale overheidsdienst Financiën aan
Defensie wordt teruggestort teneinde andere investeringen mogelijk te
maken.
19.02 Pieter De Crem, ministre:
Sur la base d'une liste des
quartiers et domaines à vendre, la
Justice a sélectionné un certain
nombre de sites dont la Défense a
remis les plans détaillés à la Régie
des Bâtiments. La Régie procède
à une étude de faisabilité
concernant le quartier Belgrade à
Namur et le quartier Cabuy à Ghlin
qui seront fermés en 2011. Le
produit de la vente des domaines
militaires sera reversé par les
Finances à la Défense pour lui
permettre de réaliser de nouveaux
investissements.
19.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, uit
uw antwoord leid ik af dat er concreet nog niet onmiddellijk een
omvorming zal zijn van Defensie naar Justitie voor infrastructuur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
De voorzitter: Vooraleer we komen tot het agendapunt 21, wil ik enkele afspraken maken voor de
volgende weken, want anders gaan we in de problemen komen. Volgende week zijn er in principe
wetsvoorstellen geagendeerd. Indien het voor de minister mogelijk is, stel ik voor dat we een uur langer
zouden vergaderen. Daarmee bedoel ik dat we een uur eerder kunnen beginnen. Om bij te geraken, stel ik
voor dat we volgende week de wetsvoorstellen behandelen en de vragen die nu overblijven. Dat wil zeggen
dat nieuwe vragen die binnenkomen, geagendeerd zullen worden in een volgende commissievergadering.
Mijn voorstel bestaat er dus in dat we volgende week de vragen behandelen die nog overblijven van de
agenda van vandaag, na agendapunt 21 ­ de minister beantwoordt nu nog één vraag ­, en de
wetsvoorstellen. De week nadien is het krokusvakantie. De week daarna, op 24 februari, is het voorstel dat
we een toelichting van de minister zouden krijgen, samen met de Senaat trouwens, over het EU-
voorzitterschap en de prioriteiten.
19.04 Minister Pieter De Crem: Voor mij kan dat.
De voorzitter: Geen bezwaar? (instemming).
Volgende week: eerst de vragen, dan de wetsvoorstellen? Ik zou denken: eerst de wetsvoorstellen.
19.05 Hilde Vautmans (Open Vld): Eerst de wetsvoorstellen, en dan
de vragen.
De voorzitter: Oké. Ik zou u niet durven tegenspreken, mevrouw Vautmans.
20 Samengevoegde vragen van
- de heer Luc Sevenhans aan de minister van Landsverdediging over "het spreekrecht van militairen"
(nr. 18930)
- de heer David Geerts aan de minister van Landsverdediging over "het spreekrecht voor militairen"
(nr. 18934)
- de heer Francis Van den Eynde aan de minister van Landsverdediging over "de fnuiking van het
recht op vrije meningsuiting van militairen" (nr. 18950)
- mevrouw Hilde Vautmans aan de minister van Landsverdediging over "het spreekrecht van de
militairen" (nr. 18959)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Landsverdediging over "wat men niet mag zeggen
aan media bij vragen over de herstructurering" (nr. 18990)
- mevrouw Brigitte Wiaux aan de minister van Landsverdediging over "het spreekrecht van de
militairen" (nr. 19047)
- de heer Gerald Kindermans aan de minister van Landsverdediging over "het spreekrecht van
militairen" (nr. 19100)
20 Questions jointes de
- M. Luc Sevenhans au ministre de la Défense sur "le droit de parole des militaires" (n° 18930)
- M. David Geerts au ministre de la Défense sur "le droit d'expression des militaires." (n° 18934)
- M. Francis Van den Eynde au ministre de la Défense sur "l'entrave au droit à la liberté d'expression
des militaires" (n° 18950)
- Mme Hilde Vautmans au ministre de la Défense sur "le droit d'expression des militaires" (n° 18959)
- M. Wouter De Vriendt au ministre de la Défense sur "ce que l'on ne peut pas dire aux médias en
réponse à des questions portant sur la restructuration" (n° 18990)
- Mme Brigitte Wiaux au ministre de la Défense sur "le droit d'expression des militaires" (n° 19047)
- M. Gerald Kindermans au ministre de la Défense sur "le droit de parole des militaires" (n° 19100)
20.01 Luc Sevenhans (N-VA): Ik heb de laatste, maar daarom niet
minder belangrijke vraag.
Mijnheer de minister, u hebt recent weer de pers kunnen halen met
een incident in Afghanistan eind december. Ik heb daar een vraag
over ingediend. Het incident van de week zal ik zeggen. Ik heb me
daar eens wat beter over geïnformeerd, mijnheer de minister, en ik
denk dat ik nu ook de juiste omstandigheden beter ken. De beruchte
20.01 Luc Sevenhans (N-VA):
La presse a dévoilé un courriel
envoyé par la porte-parole de la
Défense aux militaires déployés en
Afghanistan,
contenant
des
instructions quant à la manière de
réagir face aux questions de la
presse.
Cet
incident
est
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
mail waar het over gaat, werd gestuurd door mevrouw Baeck. Ik ken
die dame van tv en ik heb begrepen dat zij woordvoerder is voor
Defensie en niet voor het kabinet. Spreek mij straks tegen als ik mij
fout heb voorgelicht.
Ik begrijp ook dat er wat vragen waren van de militairen die aanwezig
waren in Afghanistan, voorafgaand op uw bezoek. De periode was
toen al een zeer gevoelige periode, want er waren een paar zaken
gebeurd met her en der wat kazernes en de gemoederen waren
opgehitst. Ik herinner mij de betoging van de militairen op
15 november nog zeer goed. Er was blijkbaar ook enige nood aan
een manier om een en ander te communiceren.
Ik kom tot mijn vraag over de beruchte reis, mijnheer de minister. U
was daar aanwezig en ook alle vakbonden waren daar aanwezig heb
ik mij laten vertellen. Wel voor die beruchte reis is er blijkbaar een
mail gestuurd met instructies voor de militairen over hoe ze moesten
reageren op bepaalde vragen van de pers. Alleen dat al is een beetje
gevoelig, want ik zou toch durven te veronderstellen dat de militairen,
en toch zeker die in het buitenland, ietwat voorbereiding hebben
gehad over hoe men moet omgaan met pers, lokale omstandigheden
enzovoort. Ik weet dat die allemaal zeer goed worden voorbereid. Ik
dacht niet dat het nuttig was om zoiets nog op papier te zetten. Ik heb
ondertussen die mail ook gelezen. Die spreekt boekdoelen.
Ik vind het zeer betreurenswaardig dat iemand als mevrouw Baeck, in
die functie, zulke mails rondstuurt. Ik neem aan dat zij dat met goede
bedoelingen heeft gedaan. Ik wil dat graag geloven, maar het is
minstens onhandig en ik betreur het incident. Ik besef ook, mijnheer
de minister, dat u in dat toevallig eens geen schuld treft en ik hoop dat
men daar ook de nodige lessen uit wil trekken. Zoiets mag niet meer
voorvallen anno 2010.
De manier waarop het in de pers is gekomen, begint zo stilaan een
constante te worden. Die mail dateert van 17 december. Rond
20 december waren alle vakbonden daarvan op de hoogte, ook de
kleurvakbonden. Ik benadruk het woord, want het kwam niet toevallig
via De Morgen aan het licht, een maand na de feiten.
Kijk, dan gaat het om slechte bedoelingen. Eigenlijk moest men u
aanpakken bij het bezoek ter plaatse, want het was daar onderwerp
van gesprek, blijkbaar. Niemand heeft dat gedaan. Men heeft het pas
een maand later gebruikt. Volgens mij speelt men dan niet meer de
bal maar de man. Kortom, ik betreur dit zoveelste incident, want het
blijkt een vrij frequent gegeven de jongste tijd.
Mijnheer de minister, graag uw visie over de feiten. Ik hoop dat de
collega's dit ook met enige sereniteit willen behandelen.
regrettable, même si les intentions
de Mme Baeck étaient sans doute
honorables. Le fait que ce courrier
ait été divulgué à la presse un
mois après sa date n'est, à mon
avis, pas une coïncidence, mais
relève d'une stratégie calculée.
Même si le ministre n'a rien à se
reprocher, je souhaiterais tout de
même connaître sa position sur la
question.
20.02 David Geerts (sp.a): Collega Sevenhans, ik meen dat ik het
artikel in Het Nieuwsblad gelezen heb. Op zich speelt dat echter geen
rol.
20.03 Luc Sevenhans (N-VA): U hebt relaties met Het Nieuwsblad?
De voorzitter: De heer Geerts heeft vele relaties, en niet alleen met kranten.
20.04 David Geerts (sp.a): Mijnheer Sevenhans, u dicht mij veel te 20.04 David Geerts (sp.a): Cette
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
55
veel invloed toe.
Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij de vragen. De nota eindigde
met "spreken is zilver, zwijgen is goud." Het lijkt mij eigenaardig dat
een woordvoerder dergelijke dingen op papier zet. Mijn vragen zijn
zeer concreet. Wie heeft de orders gegeven? Is dit een nieuwe vorm
van communicatiebeleid?
note se terminait par "la parole est
d'argent mais le silence est d'or".
Qui a donné ces ordres? Est-ce la
nouvelle
méthode
de
communication du ministre?
20.05 Francis Van den Eynde (VB): Ter informatie van de collega's,
ik heb mijn informatie uit De Standaard en uit Het Belang van
Limburg
. Mijnheer Sevenhans, iedereen leest de krant die hij graag
leest. Dit is geen kritiek op het feit dat u De Morgen zou lezen.
Dit gezegd zijnde, het gaat om het verhaal van de mail van mevrouw
Baeck. Wij ontmoeten haar vaak op het terrein. Zij is zeer sympathiek.
Dat maakt ook deel uit van haar beroep. Zij zorgt in feite toch voor
PR. Dit ging echter iets te ver. Wat mag men zeggen tegen de media
bij vragen over de herstructurering? Mijnheer de minister, gedachten
zijn vrij, het woord ook. "Spreken is zilver, zwijgen is goud," luidt het
spreekwoord. In deze kwestie zou ik zeggen: dat kan wel altijd het
geval zijn, maar nadien is iedereen vrij te kiezen voor zilver of voor
goud.
U bent romanist, mijnheer de minister. Ik hoef u dus niet te vertellen
dat er een tijd was dat men in Frankrijk het leger la Grande Muette
noemde omdat het leger niet mocht spreken. Het was ondenkbaar dat
het leger zich over politiek zou uitlaten. Dat heeft bij ons ook bestaan,
al is La grande een epitheton dat niet zo goed past bij ons leger.
Er is hier ook een tijd geweest dat miliciens geen stemrecht hadden
en dat militairen niet bij een vakbond of een politieke partij mochten
aansluiten. Dat is allemaal voorbij.
Dat is allemaal voorbij en naar mijn mening niet ten onrechte,
aangezien de essentie van het leger totaal is veranderd. Wij hadden
vroeger, als ik mij zo mag uitdrukken in de politieke betekenis van dat
woord, een `volksleger'. Nu is dat een leger van professionele
werknemers, werknemers zoals alle andere werknemers, en bijgevolg
denk ik dat het niet onlogisch is dat zij de fundamentele rechten
mogen krijgen van alle andere werknemers. Dat wil dus ook zeggen
dat ze vrij hun mening mogen geven over plannen van de regering
met betrekking tot hun werk. Net zoals een arbeider bij Opel dat mag
doen of iemand anders.
Er is die zaak van Afghanistan, ik blijf daar niet bij stilstaan, want die
vraag is u al gesteld.
Ik wil er wel nog één aan toevoegen. Het zou niet alleen in
Afghanistan zijn dat zo een maatregelen getroffen zijn. Men heeft mij
verteld dat de RSM van het eerste para in Diest heel flink op de
vingers is getikt wegens een interview in Knack. Ik zou u willen vragen
of u kunt nagaan of dat klopt, en zo ja de nodige maatregelen te
nemen. En indien dat niet klopt, dan verneem ik dit graag van u.
20.05 Francis Van den Eynde
(VB): J'ai ouï dire que des
militaires belges ont reçu un
courriel de Mme Baeck leur
précisant ce qu'ils avaient le droit
de dire au sujet du plan de
réforme de la Défense. Or on est
libre de penser ce qu'on veut et
aussi de dire ce qu'on veut. Il fut
un temps où les militaires
n'avaient pas le droit de vote, ne
pouvaient
faire
partie
d'une
organisation syndicale et ne
pouvaient adhérer à un parti
politique.
Cette
époque
est
révolue.
Aujourd'hui, l'armée se compose
de professionnels qui doivent avoir
les mêmes droits que les autres
travailleurs. En cette qualité, ils ont
le droit de commenter les projets
du gouvernement qui concernent
leur profession.
Il ne s'agirait pas seulement de
l'Afghanistan. Est-il exact que le
RSM du 1 Para de Diest s'est fait
remonter les bretelles parce qu'il a
accordé une interview à Knack?
20.06 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de minister, er is al heel
wat gezegd, ik ga proberen niet in herhaling te vallen.
Mijn eerste vraag is: wist u van die mail die verstuurd werd?
20.06 Hilde Vautmans (Open
Vld): Le ministre savait-il que ce
courriel
serait
envoyé
aux
militaires?
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
56
Ten tweede, hoe gaat u dit rechtzetten in de toekomst en de militairen
overtuigen dat wanneer een minister, een parlementslid of een
vakbondsafgevaardigde op het terrein gaat, dit uiteraard tot doel heeft
om informatie te verzamelen. Ik zou het adagium willen omkeren:
spreken is zilver, zwijgen is fout. Ik denk immers dat je op het terrein
gaat om informatie te verzamelen, en dat dit net ­ ik heb verschillende
zendingen naar militairen op het terrein ondernomen ­ het juist
boeiend maakt omdat je dan met hen in debat kan gaan, niet alleen
over de toestand ter plaatse maar ook over bredere onderwerpen.
Wat dat betreft, denk ik dat het niet voor herhaling vatbaar is. Ik heb
begrepen dat het niet vanuit uw kabinet gedaan is, maar ik zou dan
toch wel is willen weten met welke bedoeling dit ondernomen is, en
hoe het komt dat uw kabinet dat niet wist en niet heeft ingegrepen.
Er is nog een ander punt wat mij is opgevallen in de verschillende
persberichten, want ik heb ze in alle kranten gelezen. Mediargus is
daarbij een hele goede hulp. De voorzitter van het VSOA heeft
verklaard dat de orders er eigenlijk voor gezorgd hebben dat de
militairen weinig hebben durven vertellen, ook tegen de
vakbondsafgevaardigden, want volgens de voorzitter werd er gedreigd
met sancties.
Dat vind ik natuurlijk heel vergaand. Mijnheer de minister, hebt u dat
nagegaan en is daar iets van waar. Ik zou alleszins willen pleiten dat u
een rechtzetting doet en dat u aan de militaire gemeenschap op
zending het signaal geeft dat men op zending gaat om naar hen te
luisteren en te proberen hun bekommernissen op te lossen.
Comment
remédiera-t-il
au
problème posé par ce courriel?
Fera-t-il savoir aux militaires qu'ils
peuvent
servir
de
source
d'information pour les ministres,
les parlementaires et les délégués
syndicaux qui leur rendent visite?
Je propose que nous fassions
nôtre l'adage "la parole est
d'argent et le silence est d'or".
Pour quelle raison ce courriel a-t-il
été envoyé? Comment se fait-il
que le cabinet du ministre n'en
savait rien?
Le président du SLFP a déclaré
que ces ordres avaient eu pour
effet de contraindre les militaires à
un quasi-mutisme, même lorsqu'ils
ont reçu la visite de délégués
syndicaux. Selon lui, on leur a fait
comprendre qu'ils risquaient d'être
sanctionnés. Est-ce exact?
20.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik meen dat heel die kwestie een zaak aantoont,
namelijk dat men in paniek is, als het over uw herstructureringsplan
bij Defensie gaat.
20.07 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Cette question démontre
que le plan de réforme de la
Défense fait paniquer à peu près
tout le monde, sauf le ministre.
20.08 Minister Pieter De Crem: (...)
20.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): U niet, maar ongeveer alle
anderen wel, dat is net het probleem. Het toont aan dat uw
legerherstructurering onder vuur ligt bij de militairen zelf en dat u de
communicatie zo goed als mogelijk wil proberen te controleren. Wij
leven ondertussen in de 21
ste
eeuw. Ik meen dat spreekrecht
essentieel is, zeker ook ten aanzien van de pers en geïnteresseerden.
Ik heb een aantal heel concrete vragen. Van wie ging de mail uit? Het
kan zijn dat die uitging van mevrouw Baeck, maar u bent nog altijd de
verantwoordelijke minister. Het is ook niet de eerste keer dat zoiets
gebeurt. Ik hoed mij nu al voor een antwoord waarmee u zich aan alle
verantwoordelijkheid voor de zaak onttrekt en waarin u zegt dat het de
verantwoordelijkheid van mevrouw Baeck is en dat u met heel die
affaire niets te maken wil hebben.
Zijn er sancties bekend of worden er sancties uitgevaardigd ten
aanzien van militairen die zich niet aan dergelijke spreekverboden
zouden willen houden? Dat is essentieel. Is zoiets de regel of niet?
Wat is uw visie? Zult u dienaangaande in herhaling vallen of niet?
20.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): Elle prouve en outre que
cette réforme est critiquée par les
militaires eux-mêmes et que le
ministre
veut
contrôler
au
maximum la communication à son
sujet. Le droit d'expression est
pourtant un droit fondamental.
De qui émanait ce courriel? Le
ministre est responsable des
propos tenus par Mme Baeck. Par
conséquent, celui-ci ne peut
feindre de n'avoir rien à voir avec
cet incident.
Les militaires qui n'auraient pas
observé une interdiction de parole
qui leur aurait été imposée
encourent-ils
des
sanctions?
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
57
Quelle position le ministre adopte-
t-il à cet égard?
20.10 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, la presse s'est fait l'écho que les militaires belges en
opération peuvent communiquer librement sur internet en respectant
certaines restrictions.
Monsieur le ministre, je peux comprendre que certaines informations
mettant en péril la sécurité des militaires ne puissent être divulguées,
que ce soit sur des sites internet de socialisation, via des mails ou au
téléphone et que cela constitue une entrave à l'expression en public
des militaires.
Monsieur le ministre, qu'en est-il au regard de l'incident que mes
collègues viennent de relater?
Mais surtout, qu'en est-il du droit d'expression des militaires? Quelles
sont, le cas échéant, les restrictions ou les limites imposées
concernant celui-ci?
20.10 Brigitte Wiaux (cdH): Hoe
zit het met de beperking van de
vrijheid van meningsuiting voor
militairen­ waarvoor men begrip
kan opbrengen gelet op de risico's
die sommige gegevens kunnen
inhouden
­
op
socialenetwerksites, in e-mails of
telefoongesprekken in het licht van
het incident waarvan sprake?
Hoe zit het met het spreekrecht
van de militairen? Gelden er
beperkingen in dat verband en zo
ja, welke?
20.11 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de
vragen zijn al uitvoerig gesteld. Ik wou alleen nog vragen of er een
deontologische code is betreffende het spreekrecht van onze
militairen. Kan de minister bevestigen dat er instructies werden
gegeven aan de militairen in Afghanistan? Kan de minister ons uitleg
geven over de cursussen mediatraining die bij het Koninklijk Hoger
Instituut voor Defensie al jaren worden georganiseerd en die blijkbaar
tot doel hebben om de militairen op een deskundige manier voor te
bereiden op het contact met een burgerpers, zoals daarin vermeld
staat?
20.11 Gerald Kindermans
(CD&V): Existe-t-il un code de
déontologie
relatif
au
droit
d'expression des militaires? Le
ministre peut-il confirmer que des
instructions ont été données aux
militaires en Afghanistan? Le
ministre
peut-il
donner
des
explications
sur
le
cours
mediatraining proposé par l'Institut
Royal Supérieur de Défense?
20.12 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik
kan heel kort en duidelijk zijn met betrekking tot de gestelde vragen.
Het spreekrecht van de militairen is een recht, dat op elk moment
door haar of hem kan worden aangewend. Ikzelf heb het gebruik
ervan steeds aangemoedigd, door zelf rechtstreeks met de militairen
in contact te treden. De collega's van deze commissie en de
vertegenwoordigers van de vakbonden die ooit zijn mee geweest op
buitenlandse verplaatsingen, weten dat. Spreekrecht is ook voor mij
als minister een troef omdat het mij de mogelijkheid geeft om
regelmatig via antwoord of wederwoord mijn eigen mening en visie
kenbaar te maken.
Ik wil nogmaals benadrukken dat onze militairen in buitenlandse
operaties zonder enige beperking over de meest moderne
communicatiemiddelen beschikken. Zij kunnen zonder enige
opgelegde censuur in contact treden met de personen van hun keuze,
op het moment dat zij verkiezen. Dat is niet bij alle krijgsmachten het
geval. Het spreekt voor zich dat het niet geldt voor het meedelen van
informatie die politiek, militair en strategisch als strikt vertrouwelijk of
geheim wordt beschouwd. Onze personeelsleden zijn hiervan op de
hoogte en kennen de hieraan verbonden maatregelen.
Ik heb nog een klein toemaatje. Ik meen niet dat het bezoek van
eerste minister Leterme en mijzelf aanleiding gaf tot bijzondere
richtlijnen dienaangaande. Ik heb in het verleden op geen enkele wijze
20.12 Pieter De Crem, ministre:
Le droit d'expression des militaires
est un droit qu'ils peuvent exercer
à
n'importe
quel
moment.
Personnellement,
j'ai
toujours
encouragé son utilisation en
établissant
moi-même
des
contacts avec les militaires. En ma
qualité de ministre, je considère
aussi le droit d'expression comme
un atout parce qu'il me donne la
possibilité
de
régulièrement
donner mon avis.
Je tiens à souligner que les
militaires
envoyés
dans
les
opérations à l'étranger disposent
de manière illimitée des moyens
de
communication
les
plus
modernes qu'ils peuvent utiliser
sans aucune censure. Il va de soi
que ce n'est, par contre, pas le
cas des informations considérées
comme strictement confidentielles
ou secrètes sur le plan politique,
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
58
het initiatief genomen om communicatie te begeleiden en zal dat ook
in de toekomst niet doen. Ik verwijs naar het spreekrecht van de
militairen, dat hen voor de volle honderd procent wordt gegarandeerd.
Collega Kindermans, ik kan u aan de hand van een nota nuttige
informatie over de mediatraining bezorgen. Ik moet u zeggen dat de
mededelingen, wanneer militairen communiceren, grosso modo goed
verlopen, dat het vaak heel specifieke antwoorden op heel specifieke
vragen zijn, maar dat niemand binnen defensie -- het is ooit anders
geweest -- ook maar de indruk heeft dat hij op een of andere manier
zou belemmerd zijn in de vrijheid om op het even welk moment over
eender welke aangelegenheid te communiceren. Ik zou soms zelfs
willen dat het vaker gebeurde, maar als het even kan wat minder
anoniem. Dat zet mij ook in een comfortabele positie.
Wat betreft de sancties omdat men zijn spreekrecht gebruikt, deze
zijn uit den boze. Ik ben ook niet overgegaan tot de gemakkelijke
afwending van verantwoordelijkheden en heb degenen die de mail tot
stand zouden hebben gebracht niet op het matje geroepen. Ik heb dat
niet gedaan. Ik zal misschien wel informeel de mogelijkheid hebben
om dat ooit eens te doen. Het is hier echter heel duidelijk dat elke
man en vrouw bij de Belgische defensie het recht hebben om hun
mening te zeggen en dat ook moeten doen. Ik hoop dat er daarvan in
de toekomst nog veel gebruik zal worden gemaakt.
militaire ou stratégique. Les
membres du personnel sont au
courant
et
connaissent
les
sanctions encourues en cas
d'infraction. Je ne pense pas que
la visite du Premier ministre
Leterme et la mienne ait donné
lieu à des instructions particulières
en la matière.
Je
peux
vous
fournir
les
informations utiles concernant la
formation mediatraining dans une
note.
La communication des militaires
au sein de l'armée se déroule
généralement bien et personne à
l'armée ne doit se sentir freiné à
ce niveau. Parfois j'aimerais
même
bien
que
cette
communication soit plus fréquente
mais aussi, si possible, un peu
moins anonyme.
Aucune sanction n'est liée à
l'usage du droit d'expression. Je
n'ai pas non plus demandé
d'explications aux auteurs du
courriel. Il se pourrait néanmoins
que je le fasse un jour de manière
informelle. Tout le monde à la
Défense a le droit d'exprimer son
opinion et j'espère qu'à l'avenir
personne ne s'en privera.
20.13 Luc Sevenhans (N-VA): Mijnheer de minister, het was een
uitschuiver die zeer slecht was voor Landsverdediging. Als ik de
perceptie in de media zag de dagen die daarop volgden, was het heel
triestig voor defensie. Er moet daaruit dus toch een gevolg worden
getrokken, zodat er een andere manier van communicatie komt.
Collega's, ik wil er wel eens duidelijk op wijzen dat heel dat gedoe niet
werd uitgelekt door militairen. De betrokken militairen hebben die mail
immers gekregen op 17 december. Telefoneren werkt ook in
Afghanistan, net als mailen. Dan had dat in de pers kunnen komen op
18 december. Dat het pas na een maand is uitgelekt, is omdat er
slechte bedoelingen waren, om dat te laten uitlekken. Dat is duidelijk.
Ik wil nog een punt ter verdediging van mevrouw Baeck inroepen. Ik
ben in het bezit van de mail. U mag hem allen lezen als u wilt. Daarin
staat duidelijk niet in dat er een verbod zou zijn om te spreken met de
pers. Het belangrijkste dat erin staat -- en het is en beetje ongelukkig
geformuleerd -- komt erop neer dat men nooit namens zijn eenheid
mag spreken. Dat is helemaal iets anders. Persoonlijke meningen
mochten echter wel geventileerd worden, wel liefst zo weinig mogelijk,
maar dat is wat anders. Het is ongelukkig geformuleerd. Ik wil
mevrouw Baeck niet helemaal in het verdomhoekje plaatsen. Het is
20.13 Luc Sevenhans (N-VA): Il
s'agissait d'une bavure qui a porté
atteinte à l'image du département
de la Défense et dont il faudra tirer
les leçons. L'incident n'a pas été
divulgué par les militaires. Il ne l'a
été qu'un mois plus tard par des
personnes mal intentionnées.
Dans le courrier électronique de
Mme Baeck, dont je puis fournir
une copie à chacun, il n'est nulle
part question d'une interdiction de
parler à la presse. Il y est
seulement précisé, de manière
assez
maladroite,
que
les
militaires ne peuvent pas parler au
nom de leur unité. Les opinions
personnelles étaient autorisées
mais il était préférable de les
limiter au maximum. L'incident est
et reste regrettable.
CRIV 52
COM 774
03/02/2010
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
59
ook haar bedoeling niet geweest. Het is en blijft echter een zeer spijtig
incident.
20.14 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, het is belangrijk dat
u zegt dat het spreekrecht absoluut is. Ik meen dan ook begrepen te
hebben dat u deze keer geen klacht indient bij de Hoge Raad voor de
Journalistiek in verband met dit artikel.
20.14 David Geerts (sp.a):
J'estime qu'il est important que le
ministre affirme que le droit de
parole est absolu et j'ai bien
compris qu'il ne déposera pas de
plainte auprès du Conseil de
déontologie journalistique cette
fois-ci.
20.15 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, ik dien geen
klacht in omdat de informatie ditmaal de juiste was.
20.15 Pieter De Crem, ministre:
Cette fois, l'information était
correcte.
20.16 Francis Van den Eynde (VB): Mijnheer de voorzitter, ik
apprecieer ten zeerste het principiële standpunt van de minister over
het recht op spreken. Hij antwoordt ons dat hij geen enkel initiatief ter
zake heeft genomen. Ik heb ook geen enkele reden om aan zijn
woorden te twijfelen.
Niettemin is er duidelijk een initiatief geweest. Het is goed dat de
kwestie wordt onderzocht, al was het maar om bepaalde zaken recht
te zetten en een bepaalde indruk weg te nemen.
Mijnheer de minister, ik kan best begrijpen dat u nu niet kunt
antwoorden op de casus die ik u heb voorgelegd, met name over de
RSM die ginds problemen zou hebben. Ik heb de zaak ook maar
vernomen. Ik zou u echter dankbaar zijn, mocht u de kwestie van
naderbij bekijken.
20.16 Francis Van den Eynde
(VB): J'apprécie la position de
principe du ministre sur le droit de
parole.
Même s'il affirme n'avoir pris
aucune initiative, ce que je ne
conteste pas, une initiative n'en a
pas moins été prise. L'examen de
la question est le bienvenu, ne fût-
ce que pour clarifier la situation.
Je
serais
reconnaissant
au
ministre de bien vouloir examiner
la question du RSM plus en détail.
20.17 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, uw reactie is hoopvol. Ik had van u ook niets anders
verwacht. U hanteert immers zelf altijd uw spreekrecht. Uiteraard
moet dat recht ook voor anderen gelden. In het voorliggende geval
geldt de leuze "spreken is zilver, zwijgen is fout". Ik vraag enkel dat u
er bij een volgende zending expliciet over waakt dat een oproep aan
de militairen wordt gedaan om klaar en duidelijk hun mening en hun
waarheid te geven.
20.17 Hilde Vautmans (Open
Vld): Je me réjouis de la position
adoptée par le ministre sur le droit
de parole puisqu'en la matière, "la
parole est d'argent et le silence est
une
erreur".
Je
demande
simplement qu'à la prochaine
occasion, les militaires soient
encouragés à exprimer clairement
leur opinion.
20.18 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, ik apprecieer uw persoonlijk standpunt. Ik hoop
niettemin dat uw standpunt en uw mening ook de realiteit op het
terrein weerspiegelt.
Voor het overige is mijn oordeel dat de andere sprekers nogal licht
over de kwestie overgaan. Het is het zoveelste incident tussen de
communicatie van mevrouw Baeck en uw eigen standpunt, dat u
vervolgens hier in de commissie voor de Landsverdediging komt
verdedigen.
Mijn vrees wordt ook bewaarheid. U neemt immers, al dan niet
terecht, uw verantwoordelijkheid niet. U trekt uw handen van de
bewuste e-mail van mevrouw Baeck weg. Het is echter het een of het
ander. Ofwel neemt u hier uw verantwoordelijkheid, ofwel geeft u toe
20.18 Wouter De Vriendt (Ecolo-
Groen!): J'apprécie la position
personnelle prise par le ministre et
j'espère qu'elle est conforme à la
réalité sur le terrain. Mes collègues
ont tendance à prendre cette
question à la légère car il s'agit du
énième incident de communication
discordante. Soit le ministre
assume ici ses responsabilités,
soit il admet l'existence d'un
problème de communication au
sein de son département et
s'efforce d'y remédier.
03/02/2010
CRIV 52
COM 774
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2009
2010
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
60
dat er een probleem is. In laatstgenoemd geval moet u dan intern,
binnen uw departement, stappen ondernemen.
20.19 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le ministre, merci pour la
clarté de votre réponse. Je suis contente que vous ayez rappelé que
les militaires ont cette liberté d'expression totale et ce droit à la parole.
Ce sont là des droits importants et fondamentaux dans un État
démocratique comme le nôtre.
20.19 Brigitte Wiaux (cdH): Het
verheugt me dat u herinnerd heeft
aan de totale vrijheid van
meningsuiting van de militairen.
20.20 Gerald Kindermans (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, als ik dat allemaal hoor, wil ik toch nog eens benadrukken
dat de volkswijsheid "spreken is zilver, zwijgen is goud" in sommige
omstandigheden nuttig kan zijn en beter af en toe in het Parlement
wordt gebruikt.
Het hele debat toont aan dat het een delicate evenwichtsoefening is
waarmee onze mensen en het leger moeten omgaan. Het is absoluut
verantwoord dat men mediatraining geeft en die mensen niet voor de
leeuwen gooit.
Ik heb een artikel uit 2004 teruggevonden waarin staat dat de
militairen tegen de persmuskieten worden ingeënt. Dit gebeurt dus
niet alleen vandaag, maar het is ook al in de vorige legislatuur
gebeurd.
Ik heb de persberichten van de VRT over het bezoek van december
nog eens nagekeken. Ik stel vast dat de militairen zeer open en
positief hebben gesproken en absoluut geen blad voor de mond
hebben genomen.
20.20
Gerald Kindermans
(CD&V): Le proverbe "La parole
est d'argent et le silence est d'or"
prouve parfois encore son utilité.
Ce débat révèle à quel point
l'exercice
d'équilibre
auquel
doivent se livrer les militaires est
délicat. Un "mediatraining" est tout
à fait justifié. Les informations
diffusées par la VRT concernant la
visite du mois de décembre
montrent que les militaires se sont
exprimés positivement et en
faisant montre d'une grande
ouverture d'esprit.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.48 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12.48 heures.