Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 26 juni 2025 Namiddag ______ |
du Jeudi 26 juin 2025 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.
La séance est ouverte à 14 h 18 et présidée par M. Peter De Roover, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est
ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U
kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Une série de
communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Jan Jambon.
De agenda van vandaag werd gisteren reeds goedgekeurd. Hij werd nog gewijzigd om interpellaties over eenzelfde onderwerp als reeds geagendeerde interpellaties (overeenkomstig art. 130, nr. 4, van het Reglement) toe te voegen en om de vermelding van de naamstemming over het ontwerp van programmawet weg te laten.
L'ordre du jour d'aujourd'hui a été approuvé hier. Il a été modifié afin d'y ajouter des interpellations portant sur le même sujet que celles déjà inscrites à l'ordre du jour (conformément à l'article 130, n° 4, du Règlement) et d'en supprimer la mention d'un vote nominatif sur le projet de loi-programme.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
U hebt op de lijst van mondelinge vragen kunnen vaststellen dat de eerste vragen aan vicepremier Clarinval zouden worden gesteld. Zoals er gisteren werd meegedeeld in de Conferentie van voorzitters, is hij echter pas beschikbaar vanaf 14.45 uur. Dat schept evenwel geen probleem voor de werkzaamheden, aangezien we kunnen beginnen met de vragen aan minister Jambon.
02.01 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u hebt ongetwijfeld vernomen dat het Grondwettelijk Hof enkele weken geleden een specifieke steunmaatregel ten voordele van fruittelers heeft vernietigd. Het betreft een maatregel die werd genomen in het kader van de covidcrisis, om ervoor te zorgen dat het fruit geplukt kon worden, aangezien men destijds geen beroep kon doen op reguliere plukkers.
Het Hof oordeelt dat het gaat om illegale staatssteun. In Europa geldt dat de overheid geen gunstmaatregelen mag verlenen aan een specifieke sector. Het gevolg is dat de fruittelers dat geld nu moeten terugbetalen aan de overheid.
Die uitspraak legt mogelijk een zware bom onder ons belastingsysteem, aangezien in de voorbije decennia tal van gelijkaardige maatregelen zijn ingevoerd die mogelijk hetzelfde lot beschoren zijn.
Ons belastingsysteem hangt aan elkaar van fiscale koterijen. Het is duidelijk dat dat niet duurzaam is en dat het ons in de problemen zal brengen. De lobby weegt te zwaar door in ons land. Ik geef een voorbeeld. De professionele voetbalclubs krijgen al heel lang dergelijke voorkeursbehandelingen. Voor RSC Anderlecht kan men dat nog enigszins begrijpen, maar niet voor clubs als Club Brugge en Standard Luik. De flexi-jobs vormen een ander voorbeeld. Ook dat systeem houdt een voorkeursbehandeling in voor specifieke sectoren. Wat gebeurt er indien de horeca-uitbaters morgen al dat geld moeten terugbetalen?
Mijnheer de minister, hebt u een plan om al die bestaande maatregelen in kaart te brengen, teneinde een oplossing te zoeken zodat er geen rampen gebeuren?
Deze regering zal nog een aantal fiscale koterijen bijbouwen, met hetzelfde risico. Zult u de uitvoering daarvan stopzetten en een alternatief zoeken dat wel rechtszekerheid biedt?
02.02 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de minister, ik zou niet graag in uw schoenen staan, want er zijn heel wat fiscale kopzorgen. Met de vernietiging van een regeling in de tuinbouwsector werd er een fiscale splinterbom gedropt. Wat is er aan de hand? Tuinbouwwerkgevers mochten een deel van de bedrijfsvoorheffing voor zich houden in plaats van die door te storten. Helaas werd die regeling door de toenmalige regering, de vivaldiregering , niet als staatssteun aangemeld. Nu zitten we met de gebakken peren, want de gevolgen kunnen aanzienlijk zijn. Onder meer de uitbreiding van de flexi-jobs komt daardoor in het gedrang, evenals de investeringsaftrek, de expatregeling, de regeling voor het voetbal, waarnaar collega Vanbesien al verwees, en ook de regeling voor studentenjobs. Wat gaan we daarmee doen? Ik weet het alvast niet.
Het wordt echter nog erger, want in het verleden zijn meerdere gelijkaardige systemen ingevoerd. Denk maar aan de maatregelen voor onderzoek en ontwikkeling, nachtarbeid, ploegenarbeid en de baggerscheepvaart. Men heeft de factuur daarvan berekend en die komt – collega’s, houd u vast – neer op 5 miljard euro aan fiscale kopzorgen, te wijten aan een vergetelheid van Vivaldi.
Mijnheer de minister, zijn die kopzorgen terecht? Is er een oplossing?
02.03 Minister Jan Jambon: Beste Kamerleden, voorafgaand wil ik verduidelijken dat de vernietigde maatregel een reeds bestaande maatregel was. De maatregel voor de fruit- en groenteteelt dateerde namelijk van 2023, tamelijk recentelijk dus. U herinnert zich dat zeker en vast, mijnheer Vanbesien, want uw partij heeft die maatregel mee goedgekeurd in het Parlement.
Wij hebben inderdaad kennisgenomen van het arrest van het Grondwettelijk Hof, op 12 juni. Daaropvolgend heb ik meteen actie ondernomen. Sindsdien is het niet meer mogelijk om nieuwe aangiftes in te dienen voor de groente- en fruitsector.
Voor het jaar 2024 gaat het over 21,4 miljoen euro en voor het jaar 2025 is het tot dusver 5,2 miljoen euro. Dat is zeker niet niets.
Voor de getroffen sectoren is mijn administratie nu op zoek naar een oplossing. We zullen de betrokken bedrijven contacteren, zodat ze zeer snel duidelijkheid krijgen. Binnen de FOD Financiën werd een speciaal team opgericht om alles goed op te volgen. Daarnaast nodigen we morgen ook de sectorfederaties en andere betrokken organisaties uit, om te luisteren naar hun vragen en hun zorgen. Op basis van die insteken willen we zo snel mogelijk zorgen voor heldere communicatie ten aanzien van die bedrijven.
Tot slot, we analyseren uiteraard of dat arrest gevolgen kan hebben voor andere fiscale regelingen. Ik kan daar het volgende al over zeggen. Voor de flexi-jobs is er vooralsnog geen probleem. Dat systeem bestaat al lang en het staat volgens ons stevig. Ook voor de expats is er weinig kans op plots wegvallen. In beide gevallen gaat het om algemene, brede maatregelen, die niet gericht zijn op één sector.
02.04 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u spreekt vooral over de actie die u al hebt ondernomen in het kader van de fruitteelt, wat uiteraard heel goed is, maar het gaat mogelijk om een veel groter probleem, zoals collega Verkeyn ook zei. Zij spreekt over een grootteorde van 5 miljard. Dat is iets helemaal anders. U stelt dat er geen probleem is met de flexi-jobs, maar ik ben daar niet zo zeker van. Het gaat om staatssteun aan een sector en als die niet goedgekeurd werd door Europa, kan dat tot een gelijkaardig probleem leiden.
We weten dat rechtse partijen graag belastingen uithollen. Dat is geen verrassing. Daarom bouwen ze koterij op koterij. Vooruit gaat daarin mee.
De enige oplossing voor dat probleem is een grondige fiscale hervorming. Wij stellen voor om inkomsten uit arbeid en vermogen op dezelfde manier te belasten. Een euro is een euro. Dan houden mensen netto meer over en kunnen al die koterijen worden afgeschaft. Mijnheer de minister, als u zo’n plan zou voorleggen, zou ik het zelfs steunen.
De voorzitter: Ik voel iets groeien tussen de heer Vanbesien en de heer Jambon, maar de toekomst zal dat uitwijzen.
02.05 Charlotte Verkeyn (N-VA): Collega Vanbesien, met alle respect, maar die maatregel, trouwens een goede maatregel, werd ingevoerd onder de vorige regering, met uw partij in de regering. Uw regering vergat die maatregel echter aan te melden, waardoor wij nu met de gebakken peren zitten en opnieuw met ons gat op de blaren moeten zitten.
Mijnheer de minister, ik hoop echt dat u dat opgelost krijgt, want het is bijzonder spijtig. Heel wat zuurstof voor ondernemers en voor mensen die willen werken, dreigt daarmee in het gedrang te komen. Ik zou niet graag in uw schoenen staan en dat allemaal hele dagen moeten meemaken. Ik wens u veel succes.
De voorzitter: Mijnheer de minister, er staat vandaag een vijftiental vragen aan u geagendeerd, misschien is dat de reden waarom collega Verkeyn niet in uw schoenen zou willen staan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: U krijgt een vijftiental vragen vandaag, mijnheer de minister. Misschien is dat de reden waarom collega Verkeyn niet in uw schoenen zou willen staan.
Er zijn dingen die nooit voorbijgaan, bijvoorbeeld vragen van de heer Van Quickenborne over de meerwaardetaks.
03.01 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, collega’s, als we de insiders en journalisten mogen geloven, staan we aan de vooravond van een belangrijk weekend waarin mogelijk een akkoord wordt bereikt over de meerwaardetaks.
Wat nu al zeker is, is dat de chantage van Vooruit gewerkt heeft. Ondanks de dure beloften en de plechtige eden die men hier heeft gezworen – onder meer de heer Bertels, die vorige week nog zei dat de meerwaardetaks enkel de sterkste schouders zou treffen, het hoogste percentiel – blijkt nu dat de vrijstelling van 10 jaar, mijnheer de minister, die u in uw ontwerp had opgenomen, verdwenen is.
Wie is daar het slachtoffer van? De mensen die op lange termijn sparen. Veel mensen. Ik heb het al gehad over Wouter De Bodt, de leraar economie die elke maand 200 euro spaart voor zijn dochtertje, 20 jaar lang, maar ik wil het ook hebben over Ella. Ella is een jonge studente die mij heeft gemaild. Zij heeft een studentenjob en legt elke maand 100 euro opzij, waarmee ze belegt in ETF’s. Dat zijn aandelenkorven. Zo probeert ze op lange termijn ook een deel van haar woning te betalen.
Welnu, collega’s, Wouter, Ella… Het gaat ook om Franstaligen in dit land, mijnheer Bouchez. Het gaat om honderdduizenden mensen die aan langetermijnsparen doen en die de meerwaardetaks – een middenklassetaks eigenlijk – zullen moeten betalen. Het zal dus niet de heer Coucke zijn – met alle respect voor hem – die de taks zal betalen, het zullen de gewone spaarders zijn die de taks zullen moeten betalen. Helaas is dat de realiteit.
Collega’s, mijnheer de minister, aan de vooravond van dit belangrijke akkoord dat mogelijk binnen de regering zal worden gesloten – misschien ook met de betrokkenheid van de partijvoorzitters van de zogenaamde arizonacoalitie – wil ik u één vraag stellen.
Wouter, Ella, alle honderdduizenden Belgen die aan langetermijnsparen doen: zijn dat volgens u de sterkste schouders? Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
03.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, er is al veel gezegd over de meerwaardebelasting. De heer Van Quickenborne heeft het al goed toegelicht. Iets wat hij misschien echter niet heeft gelezen en ik deze week wél, is de studie van de Nationale Ban van België over de inkomensongelijkheid in ons land. Zoals elke ochtend heb ik ook vanochtend alle editorialen* in de kranten gelezen, waaronder die van Het Nieuwsblad. Wat schrijft Het Nieuwsblad over de studie van de Nationale Bank van België? Ik citeer: “De Nationale Bank concludeert dat het verhaal van N-VA en MR dat de sterkste schouders de zwaarste lasten betalen een fabel is. Het is een realiteit dat superrijken te weinig de kas spekken. Het kan niet langer in een hoek gezet worden als een ideologisch hersenspinsel van de PVDA.”
Wat zegt die studie van de Nationale Bank van België aan? Ze toont met cijfers aan dat de ongelijkheid in ons land groter is dan u steeds beweert. De inkomsten van de 1 % superrijken worden slechts voor 29 % belast, terwijl de gewone mensen 40 % à 50 % van hun inkomsten afstaan via belastingen. U weigert natuurlijk de superrijken te laten betalen, ook via de meerwaardebelasting, die de aandelen in vennootschappen niet zal raken. Ze richt zich immers uitsluitend op particulieren.
Mijnheer de minister van Financiën, wat is uw reactie op de studie van de Nationale Bank van België? U bent immers de minister die het begrotingstekort moet dichten en op zoek moet gaan naar nieuwe inkomsten. Wat vindt u van die studie? Wat is uw besluit daarover? Bevestigt u dat u tegen 1 juli 2025 een akkoord wil bereiken over de meerwaardebelasting? Hoe zit het met de verschillende uitzonderingen?
03.03 Lode Vereeck (VB): Mijnheer de minister, u weigerde tijdens de bespreking van de programmawet in de commissie op vragen over de meerwaardebelasting te antwoorden. Zonder die rode trofee wordt de programmawet nochtans niet eens uitgevoerd. Alles staat of valt ermee. Wat zitten wij hier dan eigenlijk te doen? Het Parlement heeft recht op een degelijke uitleg.
in de pers vernemen we nu dat de goede huisvaders die hun aandelen langer dan 10 jaar bijhouden niet worden vrijgesteld van een meerwaardebelasting. U, mijnheer Bouchez, mijnheer De Wever, bent voor de socialisten door de knieën gegaan.
Nog is het niet genoeg, want er is nog altijd geen akkoord. Blijkbaar wil Vooruit de Vlamingen die werken en sparen nog meer pijn doen, niet de superrijken, want zij gaan deze belasting niet betalen. Dat beseft iedereen.
Mijnheer Van den Heuvel, hoe zit het met de vrijstelling voor kleine beleggers? Wordt het 10.000 euro of 20.000 euro, zoals uw voorzitter Sammy Mahdi wil? Gaat cd&v soms ook door de knieën voor de socialisten?
Mevrouw Verkeyn, als er geen vrijstelling komt voor aandelen die langer dan 10 jaar in bezit zijn, de trofee van N-VA waarmee u in de commissie altijd loopt te stoefen, welke andere maatregelen ziet u dan om de Vlaamse middenklasse te ontzien?
Mijnheer El Yakhloufi, hoe zit het met beleggersfamilies? Tellen verre familieleden nu mee voor dat aanmerkelijk belang van 20 %? Uw voorzitter zegt van niet. Hij houdt niet van grootooms en achternichten. Minister Jambon zegt van wel. Wie heeft er gelijk?
Minister Jambon, voor u heb ik twee vragen. Noblesse oblige. Ten eerste, wat wordt de referentiedatum? Als de prijs van een aandeel op 31 december 2025 wordt vastgelegd en een aandeel wordt daarna verkocht tegen een hogere prijs maar lager dan de aandeelprijs, dan wordt er een belasting op een minwaarde geheven. Dat is toch van de pot gerukt.
Ten tweede, wordt de Reynderstaks nu afgeschaft of betalen wij straks dubbele belastingen op meerwaarden uit obligatiefondsen?
03.04 Minister Jan Jambon: Dank aan de habitués, die mij hier en in de commissie regelmatig diezelfde vraag stellen. U kent mijn antwoord, ik hoef het eigenlijk niet te geven. De meerwaardebelasting maakt een essentieel deel uit van het regeerakkoord, een regeerakkoord dat veel structurele hervormingen bevat en waar ook een deel van de inspanning door de sterkste schouders zal worden gedragen.
Mijnheer Vereeck, we zijn volop bezig met het kalibreren van de meerwaardebelasting en met te zorgen dat er daarover een akkoord komt binnen de regering. Zodra dat akkoord er is en de teksten door de regering zijn besproken, zullen we daarmee naar het Parlement komen en kunnen we daarover tot in de details discussiëren, zoals ik al 100 keer heb beloofd.
03.05 Vincent Van
Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, u
gaat erop vooruit, want u antwoordt nu al zonder papier. Dat is heel positief.
U zegt dat erover wordt gediscussieerd, maar die discussie gaat één bepaalde
richting uit, namelijk naar links. De knieval over die 10 jaar hebt u nu
al gemaakt, maar het is nog niet genoeg voor de socialisten. Het moet nog meer zijn.
M. Bouchez a dit cette semaine encore:
"Pas de nouvelles taxes!" Mais alors, quelle est donc cette nouvelle
taxe? C'est une nouvelle taxe, monsieur Bouchez. C'est une nouvelle taxe!
De heer Mahdi zegt dat ze de middenklasse niet gaan treffen, maar die taks treft die middenklasse net wel midscheeps. Dan is er nog de grote goeroe, de heer De Wever, die zegt dat iedereen die langer dan 10 jaar spaart, wordt vrijgesteld. Het is een ingeslikte belofte, dat is de realiteit. Collega’s, wie zal het slachtoffer zijn van die meerwaardebelasting? Ik zeg het u nu al, de middenklasse. Die zal betalen.
03.06 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Dat u niet zou antwoorden op de vraag over de onderhandelingen binnen de regering, had ik verwacht. Mijnheer Jambon, normaal gezien, als een studie van de Nationale Bank stelt dat de ongelijkheid in ons land toeneemt en dat de superrijken telkens de dans ontspringen, dan had ik toch wel verwacht dat u daarop zou reageren. Als de PVDA dat zegt, dan zet u het opzij. Als wetenschappelijke studies dat zeggen, dan zet u het opzij. Als ook de Nationale Bank het echter zegt, de Nationale Bank zelf - dat zijn geen linkse mannen, zelfs dan wil u het niet inzien.
Het is dus duidelijk dat die meerwaardebelasting de superrijken niet zal treffen. Als u snel tot een akkoord wil komen morgenavond en als u enkel die 1% wilt treffen, dan is er een heel simpele oplossing, een miljonairsbelasting die de rijkste 1% treft. Die moeten ook bijdragen.
03.07 Lode Vereeck (VB): De meerwaardebelasting in kwestie is nu al een administratieve en financiële flop en daarenboven een beleidsmatige ramp. Welk genie heeft bedacht dat het koppelen van de aankoop van legervliegtuigen aan goede fiscale regelgeving tot iets positiefs zou leiden? Dat is brol in het kwadraat en perfect voorspelbaar, want de regering, en met name de N-VA, maakt een dubbele fout.
Ten eerste, een nieuwe belasting in het zwaarst belaste land ter wereld, enkel om een begrotingsprobleem wat te dempen en het ego van de socialisten wat te strelen, dat is waanzin. Een meerwaardebelasting kan enkel worden ingevoerd in het kader van een structurele fiscale hervorming. Ik roep de regering dan ook op om die brol af te voeren en werk te maken van een duale inkomstenbelasting.
Ten tweede, de N-VA lijkt haar eigen analyse dat België niet te hervormen valt, vergeten te zijn. Zelfbestuur is de beste kuur om Vlaanderen en Wallonië uit het financiële moeras te halen. Volledige fiscale regionale autonomie stelt de politieke leiders voor hun verantwoordelijkheid en zorgt ervoor dat de burgers... (…)
De voorzitter: Ik dacht dat u nog iets zou zeggen, maar dat is ingeslikt. (rumoer in de zaal)
Ik heb niet de indruk dat de heer Van Quickenborne, die natuurlijk heel graag zou willen antwoorden... Ja, mijnheer Van Quickenborne, ik ken u. U probeert een persoonlijk feit uit te lokken, omdat u weet dat u daarop mag reageren. Ik heb echter geen denigrerende uitspraak gehoord.
U ziet dat de heer Van Quickenborne zelfs
gretiger is om toch nog het woord te kunnen nemen gedurende enkele minuten. Het spijt me.
Monsieur Bouchez, je ne pense pas qu'il y ait eu énonciation de votre nom.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, dit had een aflevering kunnen zijn in de reeks ‘Absurdistan’.
Een Belgisch-Marokkaans echtpaar ontving jarenlang een inkomensgarantie voor ouderen, terwijl het volgens verschillende media permanent in Marokko verbleef. De schade voor onze sociale zekerheid – en dus voor de belastingbetaler – zou intussen zijn opgelopen tot honderdduizenden euro's. Wat deze zaak pas echt hallucinant maakt, is dat de Federale Pensioendienst pas in actie kwam na 20 brieven van een anonieme klokkenluider. 20 brieven, collega's! Hoeveel alarmsignalen zijn er nodig vooraleer het systeem reageert?
Dit dossier roept fundamentele vragen op, niet alleen over de controlemechanismen bij de Pensioendienst, maar ook over het gemak waarmee toegang wordt verkregen tot onze sociale rechten. Mensen die hier nooit hebben bijgedragen, genieten wel van voorrechten waarvoor onze mensen heel hun leven lang moeten werken.
Mijnheer de minister, gaat het hier om een eenmalig geval? Is er inmiddels een onderzoek gestart naar mogelijke andere gevallen van fraude? Worden de controles uitgebreid en verstrengd? Wordt pensioenfraude ondertussen systematischer opgespoord?
04.02 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de vice-eersteminister, gisteren las ik, scrollend over HLN.be, dat een echtpaar uit Marokko jaren onterecht een IGO-uitkering kreeg. Het gaat om honderdduizenden euro onterechte pensioenrechten. Het zijn mensen die via gezinshereniging hier beland zijn, die succesvol een naturalisatieprocedure doorlopen hebben en die daarna, met evenveel succes, een IGO aangevraagd hebben en die gekregen hebben. En dit ondanks het feit dat ze al die tijd in Marokko woonden en wonen.
We zijn dit te weten gekomen dankzij een medeburger die de personen in kwestie verklikt heeft. Niet één keer, maar twintig keren. Twintig keer heeft die medeburger aan de alarmbel moeten trekken.
Eergisteren vroeg ik aan de heer Beenders hoe het zit met de Sociale Inspectie? Hij zei dat de Federale Pensioendienst geen eigen sociale inspectiedienst heeft en ook niet structureel betrokken is bij de SIOD. Toen ik in mijn repliek opmerkte dat het klikkende burgers zijn die zulke zaken aan het licht brengen, zweeg hij, maar knikte hij wel bevestigend.
Dit is niet oké. Dit is sociale fraude. De overheid is vandaag niet in staat die te ondervangen. We zijn afhankelijk van klikkende burgers om ze te zien. Ik herinner mij de periode onder de Zweedse regering. In die periode werd 80 % van de gerechtigden gecontroleerd.
Mijnheer de vice-eersteminister, ik voer hier geen pleidooi voor een copy-paste van wat er toen gebeurde, maar ik ben er wel van overtuigd dat het beter kan dan nu. Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u bereid om samen met uw collega, de heer Beenders, een oplossing voor dit soort fraude uit te werken?
04.03 Minister Jan Jambon: Beste collega’s, ten eerste geef ik graag nogmaals de contouren weer van het zogenaamde IGO, het systeem van inkomensgarantie voor ouderen. Zoals het woord het zelf zegt, gaat het om het garanderen van een minimuminkomen voor gepensioneerde 65-plussers. Het betreft dus geen wettelijk pensioen dat men zelf heeft opgebouwd via bijdragen tijdens de loopbaan. Het is geen pensioen waarvoor sociale bijdragen zijn betaald.
Wat is het dan wel? Het is een vorm van sociale bijstand voor 65-plussers die over onvoldoende eigen middelen beschikken om in hun levensonderhoud te voorzien. Dat betekent dat deze inkomensgarantie niet bedoeld is voor mensen die feitelijk niet in ons land wonen. Zij behoren niet tot de doelgroep van deze sociale maatregel. Ze zou dus niet exporteerbaar mogen zijn naar het buitenland, maar moet gekoppeld zijn aan de voorwaarde dat men in België verblijft.
Om de middelen te laten gaan naar wie er echt recht op heeft en niet naar wie manifest fraudeert, hebben we in het regeerakkoord extra maatregelen voorzien, want we weten dat er fraude voorkomt bij het IGO. Wat zijn die extra maatregelen? Ten eerste eisen we een verplichte melding van verblijf in het buitenland. Ten tweede korten we de toegestane verblijfsduur in het buitenland in. Ten derde schrappen we een aantal vrijstellingen op de controle hiervan. Ten vierde voeren we een voorafgaande verblijfsvoorwaarde van minstens vijf jaar in. Die voorwaarde houdt een ononderbroken, werkelijk en wettelijk verblijf op ons grondgebied in. Als daaraan niet is voldaan, zal het recht op sociale bijstand niet worden geopend. Na de goedkeuring van de structurele pensioenhervorming zal ik met voorstellen naar het Parlement komen om die maatregelen in wetgeving om te zetten.
04.04 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, wij moeten voorlopig nog wachten op uw initiatieven. Deze affaire roept niet alleen vragen op over de controlemechanismen bij de dienst Pensioenen, maar ook over het gemak waarmee sommigen dit land binnenkomen en nog meer over het gemak waarmee sommigen nog steeds Belg kunnen worden, om zich vervolgens voor honderdduizenden euro’s door de belastingbetaler te laten alimenteren, ook al hebben ze nooit één euro bijdrage geleverd aan de kassen waaruit zij nu graaien en spreken ze zelfs geen enkele landstaal. Il faut le faire. Het is dan ook niet verwonderlijk dat België een magneet is en blijft voor gelukszoekers uit alle windstreken. Zeker in tijden van crisis en besparingen is dit ongehoord, onverantwoord en onbegrijpelijk.
04.05 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de vice-eersteminister, zoals ik al zei, de controle kan zeker beter. Ik verwees al naar de Zweedse periode. Helaas hebben we samen moeten vaststellen dat mevrouw Lalieux van de PS in de vorige legislatuur het systeem opnieuw heeft versoepeld.
U verwijst naar het regeerakkoord en zegt dat u de hand aan de ploeg zult slaan. Het is uiteraard cruciaal dat de middelen voorbehouden blijven aan wie deze echt nodig heeft, willen wij het maatschappelijk draagvlak voor sociale bijstand en bij uitbreiding onze sociale zekerheid overeind houden. Ik heb uw engagement gehoord. Wij hebben alle vertrouwen.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
05.01 Isabelle Hansez (Les Engagés): Monsieur le ministre, dès l'accord de Pâques, Les Engagés ont été particulièrement attentifs à la place de la concertation sociale dans l'élaboration de la future réforme des pensions. La concertation sociale est un principe essentiel de notre contrat social, en particulier lorsqu'il touche aux fonctions régaliennes de notre État.
Nous avons appris par voie de presse que les discussions en cours avec la magistrature avaient été unilatéralement rompues, ce que nous regrettons fortement. La magistrature n'est pas un groupe professionnel parmi d'autres. Elle incarne l'un des trois pouvoirs constitués de notre État de droit. Elle joue un rôle fondamental dans notre équilibre démocratique et dans la garantie des libertés fondamentales. Lorsque notre magistrature nous alerte, il est de notre devoir, en tant que membre des deux autres pouvoirs, de l'écouter.
Or, pour les avoir rencontrés, pour leur avoir rendu visite avec d'autres collègues au palais de justice de Verviers, nous constatons que ce corps connaît depuis un certain temps une série de difficultés bien réelles: surcharge de travail structurelle, moyens humains et matériels insuffisants et, désormais, des inquiétudes profondes face à l'impact de la réforme des pensions sur l'attractivité de la fonction de magistrat. Demain encore, une grande manifestation nationale des magistrats aura lieu à Bruxelles, réunissant tous les niveaux de pouvoir au sein de la magistrature, aussi bien du siège que du ministère public. Cette manifestation traduit indéniablement, parce que ce n'est pas dans leur coutume de manifester, un malaise profond.
Dans ce contexte, nous souhaiterions vous poser deux questions. Premièrement, une reprise du dialogue est-elle encore envisageable ou programmée afin de rassurer la magistrature sur les éventuels effets de la future réforme des pensions? Deuxièmement, pouvez-vous clarifier le calendrier et les conditions précises de la mise en place d'un second pilier de pension pour les magistrats, évoqué comme une piste à plus long terme et clairement compris dans notre accord de gouvernement?
05.02 Jan Jambon, ministre: Chère collègue, la semaine dernière a eu lieu la dernière concertation avec le Conseil consultatif de la magistrature (CCM). Nous les avons vus à plusieurs reprises, ainsi que d'autres groupes de la magistrature. Pendant toute cette concertation, mon cabinet a partagé les micro-simulations du Service fédéral des Pensions (SFP) avec le CCM. Le dossier est à présent dans les mains du gouvernement pour analyse et décision.
Pour le moment, la concertation technique avec les magistrats, c'est-à-dire les réunions où ont été présentées les différentes micro-simulations, est en effet terminée.
Mais la concertation politique continue. Comme vous le savez, après première lecture au sein du gouvernement, nous démarrerons la concertation sociale officielle. Nous respecterons les mesures prévues dans l'accord de gouvernement.
05.03 Isabelle Hansez (Les Engagés): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses ainsi que pour les précisions apportées sur les intentions du gouvernement et la distinction faite entre concertation technique et concertation politique
Nous entendons la volonté de réforme et le souci d'assurer la soutenabilité de notre système de pension. Nous resterons attentifs à la suite des échanges en ce qui concerne la concertation politique. S'ils peuvent encore avoir lieu, nous continuerons à plaider pour un équilibre entre exigence budgétaire et respect des missions fondamentales de l'État.
Les Engagés continueront à défendre une réforme équilibrée, soutenable certes, mais aussi respectueuse des spécificités des fonctions régaliennes de l'État. Car affaiblir un peu plus notre magistrature ou en faire une véritable variable d'ajustement budgétaire, ce n'est pas faire des économies, c'est fragiliser un pilier fondamental de notre État de droit.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
06.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, gisteren kwamen 35.000 mensen op straat in Brussel om te protesteren tegen de arizonaregering, vooral tegen de pensioenmaatregelen en meer specifiek tegen de pensioenmalus, de sanctie die u aan werknemers die vervroegd met pensioen gaan, wilt opleggen.
In de commissie suste men wel eens dat men niemand kent die met de pensioenmalus geconfronteerd zal worden. Mijnheer de minister, wij hebben u dus schriftelijk gevraagd om na te gaan wie van het zorgpersoneel een pensioenmalus riskeert. Wat blijkt? Van het zorgpersoneel dat in 2023 met vervroegd pensioen ging, zou, als het systeem vandaag bestond, 44 % een pensioenmalus aan zijn been hebben.
Een van die mensen liep gisteren mee op de betoging. Ann begon op haar 16de te werken in de textielsector in West-Vlaanderen. Nadat zij een rugoperatie onderging, omdat haar rug kapot was, herschoolde ze zich tot verpleegster. Ze werkt nu al jaren 's nachts halftijds als verpleegkundige en doet haar job enorm graag, maar ze voelt het ook fysiek. Als zij na 44 jaar werken met pensioen wil gaan, krijgt ze van u een sanctie van 200 euro op haar pensioen.
Mijnheer de minister, meent u dat nu echt? Keiveel personen die onder andere in de zorgsector een zwaar beroep uitoefenen, of die ziek werden, zullen een pensioenmalus aan hun been hebben. Mijnheer Jambon, gaat u echt door met de onmenselijke pensioenmalus?
06.02 Minister Jan Jambon: Mevrouw Merckx, we stellen vandaag vast dat bijna iedereen die de vroegst mogelijke pensioenleeftijd bereikt, er meestal ook meteen voor kiest om onmiddellijk met pensioen te gaan. Er bestaat immers geen enkele financiële prikkel om toch wat langer aan de slag te blijven. Dat is meteen ook de reden waarom de gemiddelde effectieve uittredingsleeftijd in België, in vergelijking met andere landen, erg laag ligt, namelijk op 62,1 jaar. Het maakt bovendien nauwelijks iets uit of men langer werkt of niet, want het beïnvloedt amper het bedrag van het pensioen. Net daarom willen we de band versterken tussen effectief werken enerzijds en de opbouw van pensioenrechten anderzijds. Internationaal onderzoek - we hebben het systeem niet zelf uitgevonden - wijst uit dat een bonus-malussysteem personen er wel degelijk toe aanzet om langer te werken.
Mevrouw Merckx, het beeld dat u schetst van verpleegkundigen die straks tot hun 67ste fysiek zwaar belastende taken zouden moeten blijven uitoefenen, strookt niet met de realiteit. Enkel iemand die geen 35 jaar halftijds heeft gewerkt en niet aan 7.020 effectieve gewerkte dagen over de gehele loopbaan komt, dreigt geconfronteerd te worden met een malus. Dat lijkt mij werkelijk de uitzondering van de uitzondering.
Bepaalde jobs kan men inderdaad niet boven een bepaalde leeftijd uitvoeren. In die gevallen is het aan de werkgever om te zorgen voor werkbaar werk. Dat is niet meer of minder dan humanresourcesbeleid.
06.03 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Vous vous entendez parler? En fait, vous dites que les gens n’ont qu’à travailler plus longtemps parce que, selon vous, ils s’arrêtent trop tôt.
Les travailleurs regardent en effet la date de leur pension. Ce n'est par exemple pas facile pour une infirmière qui travaille de nuit à l’hôpital, avec 20 patients qui sonnent et deux qui font un malaise. Vous devriez faire son boulot pour comprendre.
Vous voulez faire travailler les gens dans ces conditions jusqu’à 67 ans? Il ne peuvent pas le faire car c’est profondément inhumain!
Monsieur Bouchez, énormément de personnes sont dans la même situation qu'Anne, dont je vous ai parlé. Oui, Bouchez ou Jambon, c’est plus ou moins pareil! Énormément de femmes sont dans cette situation et elles ne peuvent pas continuer.
Voulez-vous bien écouter ce que je dis, s'il vous plait? C'est un sujet important.
Ces gens ont effectivement hâte d’arriver à l’âge de la pension. Et vous, vous voulez leur retirer les meilleures années de leur vie. C’est honteux!
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
(La réponse sera donnée par le vice-premier ministre et ministre des Finances et des Pensions, chargé
de la Loterie Nationale et des Institutions culturelles fédérales /
Het antwoord zal door de vice-eersteminister en minister van Financiën en
Pensioenen, belast met de Nationale Loterij en de Federale Culturele
Instellingen worden gegeven)
07.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, De Morgen et Le Soir révèlent que du matériel militaire lié à des F-35 a transité par l'aéroport de Bierset à destination d'Israël pour bombarder le peuple palestinien à Gaza, pour contribuer aujourd'hui au génocide.
Ce n'est pas la première fois que sont faites des révélations selon lesquelles du matériel militaire transite par la Belgique. Mon collègue Peter Mertens a fait de telles révélations ici à plusieurs reprises. Des journalistes ont fait des enquêtes menant à de telles révélations. Des associations ont porté plainte contre cela. Des syndicalistes se sont révoltés contre cette situation.
Pourtant, il n'y a eu aucune réaction des différents gouvernements. Aucune. Les différents gouvernements, que ce soit la Région, que ce soit le fédéral, se rejettent la balle. "Ce n'est pas moi, c'est l'autre".
Mais vous savez, monsieur Jambon, que les bombes se foutent de qui est responsable du transit d'armes. Les bombes ne choisissent pas si c'est la Région ou le fédéral qui doit décider.
Aujourd'hui, alors que nous avons une législation qui interdit le transit d'armes vers des pays ou vers des armées qui violent le droit international, pourquoi cette législation n'est-elle pas appliquée contre Israël? S’il y a des flous dans cette législation, pourquoi n'agissez-vous pas pour lever ces flous?
Ma question est très simple, monsieur le ministre. Allez-vous organiser une Conférence interministérielle entre le fédéral et les Régions pour décréter un embargo militaire contre Israël, oui ou non?
07.02 Jan Jambon, ministre: Chers collègues, conformément à la décision du Conseil des ministres de mai 2025, dans le cadre de l'accord de coopération de 2007 entre l'État fédéral et les Régions relatif à l'importation, l'exportation et le transit de matériel militaire ou de matériel à double usage et dans le respect des compétences respectives, le cas des exportations d'armes vers Israël et les territoires palestiniens occupés sera évalué avec une attention particulière portée au transit via la Belgique.
Le commerce et le transit des armes en Belgique sont largement régionalisés, ce qui signifie que les licences d'exportation de matériel militaire sont délivrées par les Régions. Lorsqu'elle est légalement requise, la licence de transit pour les armes et les biens militaires est demandée et délivrée par les Régions. Comme il s'agit ici de Liège, c'est donc la Région wallonne qui est compétente.
L'Administration générale des Douanes et Accises n'est compétente que pour le contrôle et la concertation liés au respect des différentes législations. Ce sont les diverses autorités compétentes qui décident du type de biens et de mouvements pour lesquels une licence est nécessaire. Comme pour toutes les autre marchandises, les contrôles sont effectués sur la base d'une analyse de risque liée aux déclarations et à la demande de l'autorité compétente elle-même.
07.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je m'attendais à une réponse un peu décevante mais vous avez dépassé mes espérances. En 2009, un ministre fédéral Vld, M. De Gucht, a organisé une réunion avec des ministres régionaux parce qu'il y avait une guerre contre Gaza. Pourquoi le fédéral ne le fait-il pas dans ce cas-ci? Vous dites qu'on envisage et qu'on étudie les risques, mais on révèle depuis 2003 qu'il y a un transit d'armes chez nous vers Israël, pour tuer les Palestiniens. Aujourd'hui, l'inaction du gouvernement belge est une complicité dans le génocide actuel. Vous êtes complice des morts et du génocide. Tous les partis ici pleurent à chaque fois qu'il y a des bombardements à Gaza, à chaque fois que des enfants meurent, mais aujourd'hui, vous êtes complice de ce génocide parce que vous n'agissez pas contre le transit d'armes en Belgique.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Charlotte Verkeyn (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik begin met een getuigenis: "Het is een schande. We worden er ziek van. Alles stond klaar voor ons dossier 6 % btw op onze woning. Nu wacht wellicht de gerechtsdeurwaarder". Een gelijkaardige getuigenis horen we bij vele burgers. Dat alles is het gevolg van een amourette gisteren – eerlijk gezegd, een vertragingsmanoeuvre – met als inzet het dossier over de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Door politieke spelletjes kregen duizenden gezinnen en ondernemers die van een welverdiende vakantie wilden genieten met hun welverdiende centen en misschien nog een postkaart met daarop "Groeten uit Salou" wilden versturen, gisteren een andere boodschap. Ze kregen een postkaart vanuit het Parlement, met de groeten van de PS, de PVDA, de groenen en het Vlaams Belang. Bedankt voor die postkaart, collega's. Echt, bedankt.
De groenen hebben de mond vol van betaalbaar wonen, maar de 6 % btw voor wie renoveert? Ze mogen het op hun buik schrijven.
Collega's van de PVDA, u praat graag over de centen van de mensen. Wel, mijnheer Hedebouw, met uw 9.000 euro per maand in de pocket, zult u die mensen betalen? (Tumult op de banken)
Collega's van het Vlaams Belang, ook bedankt. Geen verlof voor pleegouders vanaf 1 juli.
Collega’s van de PS, merci. Ook wie te goeder trouw is voor de fiscus, zal nu boetes betalen. Laat de mensen maar betalen!
Mijn vraag is heel simpel en heel duidelijk. Wat zullen wij al die mensen vertellen over wat er na 1 juli gebeurt, mijnheer de minister?
08.02 Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Vlaming is geboren met een baksteen in de maag. Dat klinkt misschien als een cliché, maar het is niet minder waar. Iedereen kent immers wel een gezin dat op het punt staat een appartement te kopen of een oud huis heeft gekocht en dat wil slopen om een echte thuis te creëren. Maar het moet ook financieel haalbaar zijn. Net daarom is het btw-tarief van 6 % voor sloop en heropbouw een heel belangrijke maatregel.
Met die maatregel verduurzamen wij onze woningen. Wij zorgen bovendien voor meer woningen om het woningtekort aan te pakken. Wij zorgen er, ten slotte, ook voor dat onze middenklasse, onze gezinnen überhaupt nog een woning kunnen verwerven. Weet immers dat met de maatregel gemiddeld 48.000 euro per woning wordt bespaard. Dat maakt het verschil voor onze gezinnen en onze middenklasse om al dan niet een eigen woning te kunnen verwerven.
De 6 %-btw-maatregel is niet zomaar uit de lucht komen gevallen. Ook cd&v heeft daar hard voor gestreden. Alles ligt op tafel om die maatregel zelfs uit te breiden en in de programmawet te verankeren. Het kon dus allemaal heel eenvoudig zijn, ware het niet dat alles door politieke spelletjes op de lange baan wordt geschoven. Daardoor heeft een gezin dat een optie heeft genomen op een appartement en op 6 % btw rekende, pech. Het zal 21 % moeten betalen met dank aan de PS, aan Ecolo-Groen, aan het Vlaams Belang en aan de PVDA. Iedereen wordt daarvoor bedankt. U laat de mensen in de steek in plaats van uw verdomde verantwoordelijkheid te nemen. (Luid rumoer op de banken)
De voorzitter: Vooreerst vraag ik de leden die menen vanuit de zaal te moeten brullen, niet alleen de parlementaire regels te volgen, maar ook te wachten tot zij zelf het woord krijgen. Zij kunnen het woord vragen. Wanneer men bij hun fractie echter meent dat er over het thema geen vragen hoeven te worden gesteld, hoeven ze evenmin tussendoor te roepen en te brullen.
Mijnheer de minister, u hebt het woord.
08.03 Minister Jan Jambon: Beste collega’s, net als u heb ik gisteren moeten vaststellen dat door het uitstel van de stemming over de programmawet een aantal zeer tastbare maatregelen in het voordeel van de mensen, onder meer de verlaging van de btw op sloop en heropbouw, nu worden uitgesteld. De maatregel is nochtans goed voor een gemiddelde belastingbesparing van 48.000 euro op een woning, waarvoor er een totaalbudget van 250 miljoen euro ter beschikking is. Op jaarbasis gaat het om ongeveer 5.000 woningen. We kunnen dus wekelijks ongeveer honderd bouwers niet geven waarop ze eigenlijk recht hebben.
Collega’s, eerlijk gezegd, ik vind het onwaarschijnlijk dat dat gebeurt. Ik vind dat bijzonder betreurenswaardig. Dat jaagt mensen op kosten. Het creëert rechtsonzekerheid. Dat kan toch nooit de bedoeling van het Parlement zijn.
Dat linkse partijen graag belastingen verhogen en zeker niet graag belastingen verlagen, had ik kunnen verwachten, maar dat een rechts-radicale partij politieke spelletjes meespeelt en daarmee ook de beperking van de werkloosheid in de tijd tegenhoudt, dat gaat mijn petje te boven.
08.04 Charlotte Verkeyn (N-VA): Ik kon het eigenlijk niet beter zeggen.
Voor mij is het dossier des te gevoeliger, omdat de verlenging van de 6 % btw dossier het eerste wetsvoorstel was dat ik hier ter stemming kon voorleggen. Ik weet heel goed hoe het uitstel van de maatregel goed voor 48.000 euro, de mensen in hun dagelijks leven raakt en welke kopzorgen dat met zich brengt. Ik denk dat velen in het Parlement soms vergeten dat wij ook ooit moesten starten. Ik betreur ten zeerste de politieke spelletjes en de vertragingsmanoeuvres. Meer nog, ik kan er niet bij dat er zelfs een amoureuze entente bestaat. De tegenstanders konden ook gewoon tegenstemmen, als ze het er niet eens mee waren. Uitstel hoefde niet.
08.05 Steven Matheï (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijn teleurstelling is erg groot, niet in de minister, maar in een heel aantal collega's. Zijn we nu echt op het punt gekomen dat wij, politici, liever gezinnen in de steek laten dan dat we onze verantwoordelijkheid nemen? Is dat de weg die sommigen onder ons willen inslaan? Dat zal niet met ons zijn! Leg dat immers maar uit aan de mensen die daardoor in de financiële problemen zullen komen!
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
09.01 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le ministre, ce matin, sur RTL-TVI, un enseignant parlait de sa pension en ces termes: "C'est du foutage de gueule." Ce langage cru n'est pas vraiment celui auquel les enseignants nous ont habitués, mais il s'explique par le fait qu'il sont excédés et qu'ils veulent se faire entendre. Ces mots sont ceux de Philippe, qui est enseignant depuis 36 ans et à qui on refuse le droit à une retraite anticipée (la disponibilité précédant l'âge de la retraite ou DPPR, comme on dit dans le jargon).
Il est malheureusement loin d'être le seul. Des centaines d'enseignants sont aujourd'hui dans le flou et l'incertitude. Leur départ à la retraite a été gelé du jour au lendemain, et ils se sentent trahis. Des enseignants qui ont donné des dizaines d'années de leur vie à nos enfants se voient refuser ce qu'ils pensaient être acquis. Des dizaines de témoignages tombent: "Nous devions partir en 2026; maintenant c'est pour 2030. On nous a volé notre fin de carrière; nous ne valons rien à leurs yeux." Que voulez-vous apporter comme réponse, à part qu'il s'agit du résultat de la réforme brutale que vous imposez à la classe moyenne: travailler plus longtemps pour toucher moins, et tout cela avec la complicité du MR et des Engagés!
Vous m'aviez dit que vous alliez répondre aux inquiétudes des enseignants et que vous alliez régler le problème. Or, non, vous avez rompu brutalement le contrat social. En effet, la DPPR témoigne véritablement de la reconnaissance du caractère pénible du plus beau métier du monde. C'est la reconnaissance de pouvoir lever le pied un peu plus tôt, après des années consacrées à s'occuper de nos enfants.
Monsieur le ministre, allez-vous débloquer immédiatement la situation de ces enseignants en demande de DPPR? Surtout, allez-vous retirer cette réforme des pensions totalement injuste, antisociale et inefficace?
09.02 Jan Jambon, ministre: Madame Dedonder, honnêtement, j'ai déjà répondu à votre première question à plusieurs reprises, en bonne collaboration avec le Service fédéral des Pensions (SFP), ici au Parlement, en commission, et dans la presse.
La campagne de peur menée à propos d'un prétendu blocage des données de pension doit réellement cesser. Le SFP continue aujourd'hui à traiter les demandes de pension des citoyens. Il n'y a aucune raison de s'inquiéter. Le SFP respecte toujours scrupuleusement les procédures et délais légaux. Chacun recevra donc sa décision de pension dans les délais impartis, c'est-à-dire au plus tard quatre mois avant la date P. C'est la loi, et on l'applique.
Quant à votre deuxième question, madame Dedonder, ma réponse est non.
09.03 Ludivine Dedonder (PS): Non, monsieur le ministre, ils n'ont pas de réponse. Sinon, ils ne se poseraient pas toutes ces questions. Sinon, ils ne deviendraient pas vulgaires. Sinon, ils ne seraient pas dans la rue. Non, ils n'ont pas ces réponses!
Alors, quatre mois avant la date P, trouvez-vous que ce soit longtemps avant? Comment savez-vous vous projeter par rapport à la réforme?
09.04 Georges-Louis Bouchez (MR): (…)
09.05 Ludivine Dedonder (PS): Allez-vous entraîner comme réserviste à l'armée! On vous attend depuis un an, monsieur Bouchez!
Monsieur le ministre, vous aviez dit aux enseignants qu'on ne toucherait pas à leur statut. C'est faux! Vous les faites travailler plus longtemps. En refusant de bouger et en refusant – je suis désolée de vous le dire – d'être clair, vous laissez, à la veille des vacances scolaires, des centaines d'enseignants dans l'incertitude et dans l'inquiétude. Ce n'est pas moi qui le dis, ce sont eux qui le disent! Soyez plus clair, ayez un peu d'empathie! Je pense qu'il en manque vraiment dans ce gouvernement.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Persoonlijke
feiten
Faits
personnels
De voorzitter: Artikel 55 van het Reglement bepaalt dat een persoonlijk feit kan ingeroepen worden, maar slechts wanneer het een aantijging betreft. Collega Van Quickenborne kent dat artikel uitstekend en weet dat wanneer hij aantijgingen rondstrooit hij wel zal uitlokken dat er een persoonlijk feit wordt gevraagd, waarop hij reglementair ook weer het woord zal krijgen. Collega's Bouchez en El Yakhloufi hebben mij gezegd dat zij zich aangesproken voelen. Ik zal hen het woord verlenen, waarop de heer Van Quickenborne dan de uitgelokte reactie kan brengen.
(…): (...)
Mijnheer Van Quickenborne, het was toch in reactie op uw uiteenzetting?
09.06 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik durfde het inderdaad aan om een aantijging te formuleren tegen de heer Bouchez, maar ik meen dat het de heer Vereeck was die een aantijging deed ten aanzien van de heer El Yakhloufi.
De voorzitter: Dan hebben wij de heer Vereeck die zich ook in het debat weet te wringen.
09.07 Georges-Louis Bouchez (MR): Monsieur le président, je voudrais dire deux choses.
Madame Dedonder, en tant que ministre, vous auriez dû connaître le RGPD. Puisque vous m'avez invité avec tant de plaisir, sachez que j'y serai cet été, parce que je dois absolument assurer le quorum ici, pour vous éviter de voter avec vos nouveaux amis du Vlaams Belang. Vous n'hésitez pas à voter pour vous assurer des majorités, ce qui fait désormais du Vlaams Belang le défenseur du chômage à vie. C'est vraiment l'association que je n'attendais pas: le Parti de la Sieste avec le Vlaams Belang. Comme quoi les extrêmes peuvent se rejoindre!
Deuxièmement, monsieur Van Quickenborne, j'ai été très clair. Il y a effectivement dans l'accord de gouvernement cette taxe, avec une promesse de toucher les épaules les plus larges. Ce sont ces modalités qui sont en train d'être discutées.
Pour le reste, avec le MR, il n'y aura pas d'autre taxe. Je le répète au nom de ma formation politique: il n'y aura pas d'autre taxe. Il faut réduire les dépenses, on gaspille beaucoup trop d'argent public dans notre pays. Cela rassurera le PS de savoir que d'ici les huit prochaines années, nous dépenserons plus de 1 200 milliards d'euros en politiques sociales.
Alors vos fake news sur le fait qu'on définance la sécurité sociale pour la défense ne résistent pas à l'épreuve des faits, mais vous êtes désormais prêts à tout pour gagner quelques voix et embêter le gouvernement. J'espère qu'un jour vous vous ressaisirez, parce que je considère toujours que vous êtes un grand parti dans l'histoire de ce pays. Mais aujourd'hui vous ne lui faites pas honneur, ça je peux vous le dire!
09.08 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik merk dat er geen beperking in tijd geldt.
De voorzitter: Ik volg de tijd.
09.09 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Maak u geen zorgen, ik zal bij het onderwerp blijven. Ik zal de verdediging van de partijen die door de heer Bouchez met de vinger worden gewezen niet op mij nemen. De heer Vereeck kan dat straks misschien doen. Ik wil wel reageren op de uitlatingen van collega Bouchez.
Chers collègues, M. Bouchez nous dit qu'il est vrai qu'une taxe sur les plus-values sera introduite. Et il ajoute qu'il n'y aura pas d'autres taxes. J'avais lu, dans son message, "pas de nouvelles taxes" et, maintenant, il dit: "pas d'autres taxes". Chers collègues, cela veut dire qu'il y aura peut-être encore d'autres taxes qui vont venir. Il est vrai qu'avec la pression de Vooruit et du cd&v, des Engagés, les partis gauchistes de ce gouvernement, il est vraisemblable qu'il y ait encore d'autres taxes.
Deuxièmement, ik wil me ook excuseren, monsieur Bouchez, parce que je viens de prendre connaissance du fait qu'un journaliste, Wouter Verschelden, que vous connaissez peut-être, a dit ceci alors que les négociations étaient en cours.
De heer Jambon is nog steeds in ons midden. Welkom, mijnheer de minister.
Toen de onderhandelingen nog liepen, was er gelukkig één iemand die zei dat de vrijstelling van 10.000 euro per aandeel zou gelden. Het zou dus niet worden toegepast op de volledige portefeuille, maar per aandeel. Hij zegt zelf – het staat er ook letterlijk – en ik citeer: "De MR zegt nu over de N-VA: zijn die dan plots een linkse partij geworden, dat ze dat allemaal aanvaarden?" Inderdaad, mijnheer Bouchez, op dat punt wil ik mij excuseren. Het feit dat u dat durft te zeggen over de N-VA, die steeds meegaat in de retoriek van Vooruit. Chapeau! Op dat vlak bent u consequent.
Collega's, we zullen op het einde van de rit zien of die vrijstelling van 10.000 euro per aandeel er effectief komt. De heer Bouchez belooft immers steeds dat er geen nieuwe belastingen zullen komen – nu worden het al 'andere' belastingen – dat zijn geloofwaardigheid een beetje in het gedrang komt. We zullen dus zien wat ervan komt, collega's.
Mijnheer Bouchez, collègue du MR, hou vol en plooi niet voor de linkse partijen, noch voor de N-VA, die in dezelfde zak zitten! Dank u.
De voorzitter: Ik dank collega Van Quickenborne, ook voor zijn pleidooi voor geloofwaardigheid; iets waar we allemaal grote voorstander van zijn. Daarover zijn we het allemaal eens, toch? Absoluut.
Vooraleer ik het woord geef aan de heer El
Yakhloufi, is er binnen de aantijging een nieuwe aantijging gekomen. Daarom laat ik ook mevrouw Dedonder
repliceren.
09.10 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur Bouchez, vous avez parlé de cet été.
Vous l’avez tous noté, parce que cela fait plusieurs années qu’il nous dit que cet été, il va aller à l’armée.
Mais c’est normal, en fait, avec vous. Vous êtes dans le slogan; vous êtes dans l’esbroufe; vous êtes dans le racolage, dans les promesses. Vos promesses de campagne, nous voyons maintenant le résultat.
Pour l’armée, c’est la même chose! Nous ne vous croyons plus. Nous n’avons pas de leçons à recevoir de votre parti, le parti du racolage.
De voorzitter: Mevrouw Merckx, ongeveer het hele Parlement is genoemd, maar u niet. Het woord is aan de heer El Yakhloufi.
09.11 Achraf El Yakhloufi (Vooruit): Collega’s, ik ben een van de jongsten, maar ik heb geleerd om te luisteren naar wie aan het woord is. Dat geldt ook voor u, mijnheer Bouchez.
Mijnheer Vereeck, voor mij is het eigenlijk zeer duidelijk. Als Deborah, de caissière, Zuhair, de cipier, Lode, de professor, of zelfs Vincent, die iets anders doet, gaan werken, dan betalen zij bijna de helft van hun loon aan belastingen. Het antwoord op uw vraag is dus heel eenvoudig. Ook van al die rijke families waarover u spreekt, met al hun neven en nichten, verwachten wij dat zij een bijdrage leveren. Het is namelijk simpel: elk zijn deel is niets te veel.
Nogmaals richt ik me tot alle collega's in het halfrond. Het regeerakkoord is heel duidelijk. We beschermen de kleine spaarders en we zorgen ervoor dat de superrijken, de sterkste schouders, eerlijk bijdragen.
Mijnheer Vereeck, ik weet heel goed dat het voor het Vlaams Belang niet gaat om de kleine spaarders of de gewone werkende mens. Voor het Vlaams Belang geldt: eigen rijken eerst.
(…): Tjonge, daar hebt u lang voor moeten oefenen, denk ik.
09.12 Lode Vereeck (VB): Mijnheer El Yakhloufi, ik ben verrast dat mijn interventie als een persoonlijke aantijging ten aanzien van uw persoon wordt geïnterpreteerd. Ik heb u slechts een vraag gesteld, namelijk of de familieleden in het vierde knoopsgat worden meegeteld. Ik begrijp dat ik in volgende uiteenzettingen wat groffer zal moeten zijn – hoe groffer, hoe toffer. Bij een volgende gelegenheid zal ik u wat onbetamelijker aanspreken, want anders geldt het niet als een aantijging. Ik had gewoon een vraag gesteld.
Voor alle duidelijk, uw taks, uw meerwaardebelasting is, zoals die nu wordt opgetuigd, geen belasting op de superrijken, maar een belasting op gewone mensen die hard werken en sparen. Ze is dus niet gericht op de superrijken.
Op de vraag of wij geen meerwaardebelasting willen, hebt u het antwoord hier al vaak gehoord. Ik heb het daarnet nogmaals herhaald: niet als een aparte taks en een administratief gedrocht dat enkel moet dienen om de meerderheid te plezieren en om de begroting een klein beetje op te krikken.
Het is wel verdedigbaar als dat deel zou uitmaken van een structurele fiscale hervorming, zodat alle vermogensinkomsten, met uitzondering misschien van huurinkomsten, omdat de huurprijzen anders te snel zouden stijgen, op dezelfde manier worden belast om geen fiscale sturing meer te hebben tussen sparen, beleggen en investeren. Dat principe vindt men terug in de duale inkomensbelasting, een principe waarvoor mijn partij zich heeft uitgesproken, net als cd&v eerder. Ik hoop dan ook dat de huidige regering dat inziet. Dus ja, natuurlijk moeten de sterkste schouders een bijdrage leveren, maar niet met de nu voorliggende versie.
Dat brengt mij bij het volgende punt. De verkiezingen vonden al meer dan een jaar geleden plaats. U onderhandelde acht maanden en dan nog eens vier maanden specifiek over de meerwaardetaks, en die is er nog steeds niet.
Ik voorspel u wat er zal gebeuren: uw taks zal te laat komen. Tegen dat de tekst in het Parlement ligt, zult u opnieuw de hele oppositie verwijten dat die een amendement indient, bijvoorbeeld over 10.000 euro per aandeel, wat ik trouwens een goed idee vond van Georges-Louis Bouchez. Men zal ons verwijten dat we het advies van de Raad van State aanvragen. U zult opnieuw moord en brand schreeuwen, alsof wij geen belasting voor de superrijken willen. Jawel, maar wij willen een eerlijke belasting voor iedereen. Gisteren werd ons op vergelijkbare manier verweten dat de programmawet is uitgesteld. Dat heeft te maken met uw eigen traagheid.
De voorzitter: Op bepaalde momenten slaan rustige tussenkomsten om in roeppartijen, en dat is altijd veelzeggend.
10.01 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, nous passons beaucoup de temps ensemble ces derniers temps. Souvent, vous me dites que vous être vraiment le défenseur des indépendants, des agriculteurs et de nos travailleurs. J'imagine donc que vous êtes d'accord avec nous sur le fait qu'il est maintenant temps de dire stop au traité de libre-échange entre l'Union européenne et le Mercosur, ce traité qui veut libéraliser et intensifier les échanges de marchandises, de matériaux et d'objets entre l'Amérique latine et l'Union européenne.
Ce traité est une véritable menace pour nos agriculteurs, pour nos fermes, pour notre sécurité alimentaire mais aussi pour notre santé. Concrètement, si ce traité est ratifié, cela voudrait dire que demain, nous pourrions importer massivement de la viande d'Argentine alors que cette dernière est produite dans des conditions sanitaires illégales dans nos pays européens, notamment à l'aide d'antibiotiques et de pesticides non autorisés en Belgique.
C'est tout simplement déloyal vis-à-vis de nos propres agriculteurs. Ils vous le diront dans n'importe quelle ferme en Wallonie ou en Flandre, ils n'en veulent pas! Ils ne s'en sortent déjà pas à l'heure actuelle avec la concurrence des multinationales peu scrupuleuses. Ces dernières leur mettent une pression énorme en les obligeant à casser leurs prix.
Ce traité ne fera qu'intensifier leurs difficultés. Tout cela pour que des multinationales européennes peu scrupuleuses – qui ferment des usines à Bruxelles – puissent exporter quelques bagnoles en Amérique latine! Est-ce vraiment ce dont nous avons besoin? Accessoirement, cet accord représente aussi un véritable désastre climatique.
Monsieur le ministre, cette semaine, lors de la réunion des ministres de l'Agriculture, quelle a été la position de la Belgique? Le gouvernement belge s'oppose-t-il à la ratification de ce traité?
Je vous remercie pour votre réponse claire.
10.02 Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le ministre, nos campagnes sont en train de trembler de peur. Les agriculteurs craignent l'accord de libre-échange entre l'Union européenne et les pays du Mercosur. Ils ont une nouvelle fois publiquement fait part de leurs inquiétudes ces derniers jours à Neufchâteau, à Namur, à Liège ou encore à Bruxelles. Ils voient évidemment dans cet accord une concurrence déloyale. Pour rappel, cet accord permettrait entre autres d'importer massivement de la viande venue d'Amérique du Sud, produite sans respecter les mêmes normes qu'ici en Europe. Bref, c'est une menace directe pour la filière de la viande et la qualité de la viande proposée aux consommateurs. On pourrait presque qualifier cela, finalement, de dumping sanitaire. Et à ce dumping sanitaire, on pourrait encore en ajouter un autre, un dumping environnemental, puisque des pesticides qui sont interdits sur le sol européen pourraient entrer indirectement en Belgique via les denrées qui sont traitées à l'aide de ces substances.
Vous le savez, le texte de l'accord pourrait être finalisé dans les prochains jours par la Commission européenne, malgré l'opposition ferme de certains pays européens comme l'Autriche, la France et l'Italie. Je vous rappelle quand même ce qui est écrit dans l'accord de gouvernement: "Nous continuons à prôner des relations commerciales réciproques, sans pour autant transiger sur les exigences de qualité des produits proposés sur notre marché. Nous veillons strictement à ce que les produits importés respectent les exigences européennes en vigueur."
Monsieur le ministre, si la Commission passe en force, nous retrouverons les agriculteurs partout dans la rue en Europe. Quelle action avez-vous menée au niveau européen depuis l'entrée en fonction de ce gouvernement et comment avez-vous porté la voix de la Belgique? Quel est l'état de la coalition des pays de l'Union européenne qui s'oppose au Mercosur? Comment mettez-vous en œuvre concrètement les dispositions de l'accord de gouvernement? Portez-vous vraiment la nécessité d'inclure les clauses miroirs?
Le président: Monsieur le ministre, comme deux questions vous ont été posées, vous avez droit à quatre minutes.
10.03 David Clarinval, ministre: Mesdames les députées, l'évolution géopolitique mondiale depuis 2019, aggravée par la décision du président américain de remettre en question les équilibres commerciaux, a rendu nécessaire une diversification de nos relations commerciales et un renforcement des échanges avec de nouveaux partenaires.
En décembre 2024, lors d'une réunion à Montevideo avec les représentants du Mercosur, la présidente de la Commission européenne Ursula von der Leyen a signé un accord sur le Mercosur. Cet accord comprend plusieurs volets: il entend supprimer les droits de douane sur une très large gamme de produits agricoles mais aussi industriels et de services; il veut faciliter l'accès aux marchés publics et harmoniser certaines règles techniques et sanitaires; il vise aussi à consolider les liens politiques, économiques et diplomatiques entre les deux régions. La Commission a également prévu un volet agricole, qui comprend notamment des quotas maximaux d'importation de produits agricoles pouvant bénéficier de tarifs réduits, en particulier pour la viande de bœuf, la viande de porc et de volaille. Une clause de sauvegarde est destinée à protéger les agriculteurs européens en cas d'augmentation soudaine des importations ou de dérèglement du marché. Il convient ensuite de faire respecter les normes européennes de production, qui sont sévères et auxquelles tous les produits importés doivent satisfaire. Sont enfin prévus des engagements de durabilité sévères, qui s'appliqueront de manière équivalente aux producteurs des deux parties.
Plusieurs États membres, sous l'impulsion de la France – du reste, madame Pirson, j'ai récemment eu une entrevue avec mon homologue française –, ont toutefois exprimé de fortes réticences à ratifier l'accord, car ils craignent que les mesures de sauvegarde prévues pour les agriculteurs européens soient déséquilibres, à savoir plus favorables aux pays du Mercosur qu'à ceux de l'Union européenne, considérée dans son ensemble, en cas de dérèglement du marché.
Une crainte supplémentaire concerne les clauses miroirs et le fait qu'elles ne soient pas non plus appliquées de manière équivalente par les deux parties. Les normes de production européennes sont en effet parmi les plus sévères au monde, et cela a un coût pour nos agriculteurs.
À ce stade, la position de la Belgique n'est pas encore définie. Comme pour chaque accord commercial, la position finale belge sur l'accord sera prise après le processus d'évaluation et en coordination avec l'ensemble des autorités politiques impliquées, notamment les Régions.
Il est clair que l'accord avec le Mercosur offre des opportunités, mais on ne peut pas nier non plus les préoccupations d'une partie du secteur agricole. Le respect des normes sanitaires, phytosanitaires et des normes de production est pour moi essentiel.
Mesdames les députées, je m'opposerai donc à un accord qui créerait une concurrence déloyale pour nos agriculteurs. Le projet d'accord Union-Mercosur sera soumis prochainement au Conseil européen. Il devrait dès lors venir sur la table du gouvernement cet automne. Je vous remercie pour votre attention.
10.04 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Quand je vous entends, il n'y a pas un seul argument qui plaide en faveur de cette ratification. Demandez à votre collègue Maxime Prévot, qui est en ce moment au Chili. Les Chiliens ont des voitures, ils n'ont pas besoin qu'on leur en expédie à 12 000 km d'ici. Ça n'a pas de sens.
En Belgique, j'entends le nombre de balises qu'il va falloir mettre en place! Qui va les vérifier? Comment? On sait déjà sur le terrain qu'il ne sera pas possible de protéger nos agriculteurs, qui n'en peuvent déjà plus de la concurrence actuelle avec des acteurs qui produisent dans des mauvaises conditions.
Monsieur le ministre, il est temps d'avoir un minimum de courage politique, de vous ranger tant du côté de nos producteurs que de la santé de nos citoyens et de mettre un stop à cet accord. Rejoignez la France, rejoignez les pays ambitieux à cet égard et avancez, agissez pour protéger notre économie et notre agriculture!
10.05 Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Je tiens quand même à rappeler que pour les Engagés, l'agriculture vaut plus qu'une monnaie d'échange pour faciliter les échanges de production industrielle.
Votre parti avait invité le commissaire européen à l'Agriculture à Ciney, ma commune, la semaine dernière au marché aux bestiaux. À cette occasion, votre parti a pu constater lui-même des choses anormales, notamment la présence de génisses qui n'auraient pas dû se trouver sur ce marché mais bien dans le circuit de l'élevage – donc pas au niveau de l'engraissement ou de l'abattoir. Ceci est révélateur d'un problème. L'élevage est en chute libre en Belgique, surtout en Wallonie, et le Mercosur risque de porter un coup supplémentaire à un secteur déjà en difficulté. Nous comptons donc sur vous pour sauver ce qui peut encore l'être.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Nahima Lanjri (cd&v): Mijnheer de minister, stel je voor, je bent een ambitieuze vrouw, je werkt voltijds en je wordt mama. Je denkt dat je dat kunt, werk en gezin combineren. Maar plots merk je dat promoties uitblijven en dat je loon stagneert. Niet omdat je minder presteert, maar puur en alleen omdat je een moeder bent. Ondertussen krijgt je mannelijke collega, die net vader is geworden, wel schouderklopjes. Hij krijgt promoties, hij krijgt meer verantwoordelijkheid en meer loon, tot wel 600 euro meer. Vaders worden beloond, maar moeders en mannen zonder kinderen worden gestraft. Dat is onrechtvaardig. Dat is onaanvaardbaar.
Daarom zeggen wij van cd&v dat het hoog tijd is om te breken met dat oude denkpatroon. Wij pleiten voor twee oplossingen. Er moet een genderneutraal loonbeleid komen dat gebaseerd is op objectieve criteria. Dankzij Europa zal dit er ook komen, in 2026. Dat is een goede eerste stap, maar er is meer nodig. Ook thuis moeten de zorgtaken eerlijker verdeeld worden. Want zolang het vooral de vrouwen zijn die thuis de zorgtaken opnemen, zullen ze daar hinder van ondervinden op de werkvloer en zullen zij op de werkvloer achterblijven.
Laat dat nu net zijn waartegen wij van cd&v ons inzetten met het familiekrediet. Wij willen zorgen dat beide ouders geboorteverlof en ouderschapsverlof gelijk opnemen. De ouders krijgen een hogere uitkering als ze dat verlof opnemen. Zo kunnen we echt werk maken van een goede combinatie werk en gezin en kunnen we eindelijk breken met de foute perceptie dat zorgen voor kinderen vooral een taak voor de vrouwen is.
Mijnheer de minister, bent u het daarmee eens? Wil u (…)
11.02 Minister David Clarinval: Uit de recentste gegevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen blijkt dat het gemiddelde uurloonverschil nog steeds ongeveer 5,3 % in het voordeel van mannen bedraagt. Dat verschil is nog uitgesprokener wanneer men rekening houdt met loopbaanonderbrekingen of deeltijdse arbeid, die vaak door vrouwen worden opgenomen.
De invoering van een familiekrediet is erop gericht om dit probleem gedeeltelijk aan te pakken. Dit krediet beoogt de harmonisering van de verlofrechten tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren, door ze te groeperen in een rugzakje van rechten, dat bij de geboorte van een kind wordt toegekend. Het omvat de bestaande verloven en introduceert nieuwe mogelijkheden, zoals verlof voor grootouders of een billijke verdeling van de opname ervan door beide ouders. In het geval van een eenoudergezin zal de alleenstaande ouder het volledige krediet kunnen benutten.
Het doel is duidelijk, namelijk het garanderen van een gelijke behandeling voor alle werkenden, het bevorderen van een evenwichtige verdeling van de gezinsverantwoordelijkheden en de aantrekkelijkheid van werken versterken, door dit verenigbaar te maken met het gezinsleven. Het familiekrediet is erop gericht om het systeem te vereenvoudigen en leesbaarder te maken. Ik ben ervan overtuigd dat er alleen sprake kan zijn van vrijheid van keuze als deze steunt op een duidelijk, flexibel en billijk kader. En net dat is de bedoeling van deze hervorming. We zetten dit werk op methodische en transparante wijze voort, in een geest van sociale rechtvaardigheid en responsabilisering.
11.03 Nahima Lanjri (cd&v): Mijnheer de minister, het klopt dat er vandaag nog vaak sprake is van een loonkloof die onverklaarbaar is. Daarnaast is er ook een loonkloof doordat vrouwen vaker deeltijds gaan werken, omdat ze vaker dan mannen de zorg voor de kinderen op zich nemen. Dat leidt er uiteraard toe dat zij later ook een kleiner pensioen ontvangen omdat ze minder verdiend hebben. Dat is onrechtvaardig en dat moeten we aanpakken.
We zijn dan ook blij dat u het familiekrediet, dat wij vanuit cd&v trouwens ondertussen in een heel concreet voorstel hebben uitgewerkt, een goede zaak vindt om iets te doen aan de loonkloof en aan die verschillen. Ik reken niet alleen op u, maar op heel de plenaire vergadering om dat familiekrediet goed te keuren en niet te boycotten, zoals gisteren gebeurde met betrekking tot de pleegouders, want dan laten we opnieuw de gezinnen in de kou staan.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
12.01 Sophie Thémont (PS): C'est encore moi, monsieur le ministre. Désolée.
"Personne ne perdra un euro avec le travail de nuit", ce sont vos mots. Vous me l'avez d'ailleurs répété deux fois en séance plénière jeudi dernier. Et vous m'avez même dit: "Arrêtez de faire peur aux gens."
Finalement, j'avais quand même raison de m'inquiéter et de vous poser les questions puisque, mardi, par voie de presse, nous avons pris connaissance de chiffres effrayants. Avec la suppression des primes entre 20 h et minuit, la perte serait en moyenne de 400 euros par mois, et pourrait aller jusqu'à 615 euros.
Monsieur le ministre, vous prenez vraiment les gens pour des cruches! Vous croyez qu'on ne vous voit pas arriver. Vous pensez rouler les gens, comme avec vos 500 euros de plus dans la poche des travailleurs. Vous ne cessez de dire que l'emploi est le cœur de votre politique. Mais quel emploi? Je me pose vraiment la question. S'agit-il finalement des emplois qui épuisent les gens qui travaillent le dimanche, la nuit, en soirée sans aucune compensation ou ceux où on ne gagne pas un centime de plus, alors qu'on exécute un travail pénible?
Vous savez, monsieur le ministre, – je dis "vous savez" mais, en fait, je crois que vous ne le savez pas – que les femmes qui travaillent la nuit ont 30 % de chance de plus de déclarer un cancer du sein. Alors, est-ce cela valoriser le travail? Supprimer les primes pour celles qui risquent leur santé, faire perdre des centaines d'euros à ceux qui préparent les "click and collect" dans les entrepôts, qui assurent les tournées à l'aube pendant que vous dormez ou qui déchargent les palettes dans le froid à l'arrière des supermarchés.
Pour la cinquième fois, monsieur le ministre, je vous repose donc la même question. Oui ou non, un travailleur qui démarrera chez Colruyt en 2026 pour travailler de 20 h à minuit perdra-t-il ses primes de nuit et, si oui, combien perdra-t-il?
12.02 David Clarinval, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, je vais donc, pour la cinquième fois, madame la députée, vous donner la même réponse, comme je l'ai donnée à M. Tonniau il y a 15 jours.
Je regrette que les personnes aient manifesté hier dans la rue, car elles ont été influencées par de nombreuses fake news propagées par le PS, par le PTB et mardi par la FGTB dans la presse. Je rappelle que le travail de nuit est défini en Belgique comme le travail effectué entre 20 h et 6 h. Actuellement, le travail de nuit est interdit dans notre pays, mais la loi prévoit de nombreuses dérogations.
Afin de redevenir plus compétitifs par rapport aux pays voisins, l'accord de gouvernement prévoit de lever de manière générale cette interdiction. Nous garantissons évidemment aux travailleurs déjà actifs dans tous ces régimes de travail qu'ils ne subiront aucune perte de salaire et conserveront intégralement leur pouvoir d'achat et les primes de nuit existantes pour les prestations telles que définies dans les différentes conventions collectives de travail des différents secteurs et des entreprises dans lesquelles ils travaillent. Il faut donc cesser de propager ces fake news.
De manière plus spécifique, et uniquement pour le secteur de la distribution, qui est confronté à une concurrence croissante du commerce en ligne, qui fonctionne 24 h sur 24 et dont les principaux sites de distribution sont situés aux alentours de nos frontières, nous avons prévu, dans l'accord de gouvernement, que le travail de nuit ne commencera qu'à partir de minuit.
Madame Thémont, les travailleurs déjà actifs aujourd'hui dans ce secteur conserveront tous, bien évidemment, leurs droits acquis. Pour ma part, je mène les discussions là où elles doivent avoir lieu, au sein du gouvernement. J'espère que, cette fois-ci, vous aurez bien compris. Il n'y a pas d'ambiguïté dans ma réponse et il faut arrêter de faire peur à la population.
12.03 Sophie Thémont (PS): Je ne crée jamais de fake news. Ce n’est pas mon genre.
En fait, quel est le seul objectif de votre réforme, monsieur le ministre? C’est la flexibilisation des travailleurs pour la rentabilité maximale pour les patrons. C’est cela, le cœur de votre politique. Ce n’est pas l’emploi.
Vous vous fichez que des gens qui se tuent au travail n’aient plus de vie de famille, ou qu’ils aient une mauvaise santé ou qu’ils se ruinent la santé.
12.04 David Clarinval, ministre: (…)
12.05 Sophie Thémont (PS): Mais si, c’est vrai! La preuve est que vous n’arrivez même pas à avoir un accord social, même pas pour une simple augmentation des chèques-repas. Alors arrêtez de prendre les gens pour des imbéciles, s'il vous plaît!
Monsieur le ministre, votre réponse était encore au ras des pâquerettes.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
13.01 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, c'est une agression particulièrement violente qui s'est déroulée jeudi dernier au service des urgences de l'hôpital Saint-Pierre à Bruxelles. Un patient a poignardé deux membres du personnel. L'un d'entre eux, un assistant social, a dû subir deux interventions chirurgicales. Aujourd'hui, son état est stable, mais comme vous le savez, toute l'équipe, tout le service, tout l'hôpital Saint-Pierre sont encore sous le choc.
Vous avez réagi rapidement après cette agression en déclarant que c'était tout à fait inacceptable. Je vous en remercie. Il est crucial que le fédéral, garant du droit à la santé, s'investisse face à l'augmentation de ces violences. Néanmoins, cet événement met en lumière la vulnérabilité du corps médico-social face à des actes de violence nouveaux dont nous devrons tenir compte à l'avenir.
Le personnel hospitalier a à cet égard des demandes très claires. Êtes-vous prêt à soutenir, au niveau du gouvernement, la sécurisation des urgences via un appui financier exceptionnel, pour des dispositifs de sécurité et de prévention, en ce compris sur les médias sociaux, et incluant aussi les protocoles et la signalisation? Le fédéral peut-il déclencher un mécanisme d'aide en cas de crise pour soutenir non seulement, évidemment, le CHU Saint-Pierre, mais aussi d'autres hôpitaux confrontés à des problèmes similaires? Le fédéral entend-il travailler avec les Régions pour repenser l'organisation des urgences de manière inclusive, différenciée et sécurisée, afin de prévenir des situations comparables à l'avenir? En tant que garant du droit à la santé, le fédéral envisage-t-il une stratégie nationale visant à protéger le personnel hospitalier et de garantir un accès sûr aux soins?
J'ai une dernière question relative au profil particulier de l'agresseur. Compte tenu de l'importante croissance des troubles de santé mentale parmi les patients, ne devrait-on pas envisager un renforcement du soutien psychologique pour les professionnels exposés à la violence?
13.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur De Smet, j'ai aussi appris avec stupeur le terrible incident survenu aux urgences de l'hôpital Saint-Pierre. Hier, j'y ai rencontré une équipe marquée, mais engagée, qui intervient chaque jour auprès d'une population très vulnérable. Malgré des conditions très difficiles, leur engagement m'a vraiment frappé.
Ce drame met en lumière un constat plus large: la violence envers le personnel soignant augmente. C'est inacceptable. La sécurité du personnel soignant est une vraie priorité. Face à une société plus complexe et des crises psychologiques plus aiguës, nous renforçons la collaboration entre psychiatres, médecins, police et services d'urgence pour mieux évaluer les risques d'agression et agir efficacement.
À Bruxelles, un projet pilote permet déjà aux équipes mobiles de crise de soutenir la police et vice versa grâce à une initiative de Philippe Close. Nous prévoyons son déploiement à l'échelle nationale. D'autres mesures sont prises, telles la création d'un code pour demander l'aide policière lors d'interventions risquées, la mise au point et la généralisation du bouton rouge pour alerter la centrale de secours et l'obligation pour tous les hôpitaux de mettre en place des protocoles de sécurité depuis mars 2024.
Nous agissons aussi sur le plan judiciaire. Les peines pour violences contre les soignants ont été renforcées, les plaintes ne pourront plus être classées sans suite, et les victimes bénéficieront d'un accompagnement juridique et psychologique.
On ne peut pas banaliser ce qui est devenu un vécu quotidien dans les services d'urgence. Il faut donc agir et soutenir ce personnel.
13.03 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, en toute honnêteté, je ne peux que vous remercier et vous soutenir dans les différentes mesures que vous venez d'annoncer.
Je voudrais émettre une dernière réflexion. Nous parlons ici de soignants, mais aussi d’assistants sociaux. Ce sont des personnes qui, au travers de leur profession, ont en commun d’être entièrement au service des autres. Elles exercent aussi des métiers en pénurie.
Pour ces raisons, en tant qu’autorités publiques, le gouvernement, le Parlement et les entités fédérées doivent absolument garantir leur sécurité, non seulement pour leur bien-être quotidien, mais aussi pour renforcer l’attractivité de ces professions dont nous aurons de plus en plus besoin.
Je vous remercie donc pour le suivi que vous assurez de cet événement et j'espère que d’autres incidents pourront être évités à l’avenir.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, telkens wanneer men denkt dat het dieptepunt is bereikt, is er altijd dat tikkeltje meer.
Waar gaat het naartoe met onze samenleving als penitentiaire instellingen jobdagen gaan organiseren in moskeeën? Zo organiseert de directie van de gevangenis van Merksplas overmorgen een infoavond in de moskee van Turnhout voor het aanwerven van bewakers en zorgverleners. Niet alleen het personeel is met verstomming geslagen, maar ook de bevolking die de aankondiging via diverse kanalen mocht vernemen. De mensen zijn diep verontwaardigd en teleurgesteld en wie kan hen ongelijk geven?
Gevangenissen smeken om goed personeel, maar schrikken mensen die een carrièreswitch willen maken naar hun instellingen af doordat wervingscampagnes blijkbaar moeten plaatsvinden in moskeeën. Het is niet omdat maar liefst 43 % van de Turnhoutse bevolking van niet-Belgische origine is, dat die locaties aangewezen zijn. Dit kan voor alle duidelijkheid in geen enkele religieuze instelling, ook niet in kerken of parochiezalen. Zijn er dan geen overheidsgebouwen waar in alle neutraliteit wervingscampagnes kunnen plaatsvinden? Denkt u nu echt dat u hiermee de krapte op de arbeidsmarkt gaat oplossen?
Mevrouw de minister, hoe is het mogelijk dat de scheiding tussen kerk en staat hier flagrant wordt geschonden? Hoe is het mogelijk dat jobdagen worden georganiseerd in de moskee van Turnhout en niet in neutrale gebouwen van de overheid? Wat is het standpunt van de regering?
14.02 Minister Annelies Verlinden: Collega, we zijn voortdurend op zoek naar meer en geschikt personeel om onze gevangenissen operationeel te houden. Zoals ook elders het geval is, zijn de gemakkelijke bereikbaarheid van de werkplaats en een goede balans tussen werk en privéleven voor de meeste mensen belangrijke factoren bij het maken van een beroepskeuze.
Bovendien doen we permanent inspanningen om te rekruteren voor elke specifieke gevangenis en dus ook om lokaal gerichte wervingsacties van diverse aard te organiseren. In dat verband kan ik meegeven dat de FOD Justitie mij vanmiddag, naar aanleiding van uw vraag, heeft laten weten dat er een plan voorligt om een infosessie te organiseren in de ontmoetingszaal van de lokale moskee. Dat is op zich een plaats waar mensen vaak voor allerhande activiteiten samenkomen.
Collega Van Lommel, de essentie is dat men in de regio iedereen, ongeacht geloofsovertuiging, wil bereiken om zoveel mogelijk goede en geschikte kandidaten te informeren en te enthousiasmeren. De strategie om initiatieven te nemen via lokaal verankerde plekken kan efficiënt zijn, maar uiteraard moet dat met de gepaste neutraliteit gebeuren. Ik zal daarom ook aan de FOD Justitie vragen wat de plannen dienaangaande zijn.
Ik wil wel onderstrepen dat dit initiatief er een is naast de vele andere initiatieven die de administratie neemt om nieuwe medewerkers aan te trekken, die voeling hebben met alle verschillende onderdelen en aspecten van de functie die zij moeten opnemen. De moeilijke arbeidsmarkt dwingt ons om ook samen te werken met scholen en lokale besturen en om jobbeurzen te organiseren. Er is ook al campagne gevoerd op festivals.
Bovendien wil ik benadrukken dat het hebben van de Belgische nationaliteit een absolute voorwaarde is en blijft om als penitentiair beambte aan de slag te kunnen gaan, naast de andere noodzakelijke kwalificaties. Ik denk dat we alle initiatieven moeten nemen om de veiligheid in ons land te versterken, maar uiteraard met een (…)
14.03 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik val eigenlijk van mijn stoel. Ik neem akte van het feit dat u zegt dat een moskee een neutrale plaats is. Niets maar dan ook niets kan het goedpraten dat jobdagen voor het aanwerven van gevangenispersoneel doorgaan in moskeeën. Dat is opnieuw van het goede te veel. Er zijn voldoende gebouwen van de overheid waarin dergelijke zaken in alle neutraliteit georganiseerd kunnen worden, daar hebt u de moskee van Turnhout niet voor nodig.
Hoe is het mogelijk dat onder uw gezag als minister van Justitie zoiets kan gebeuren? Ik kan nu al zeggen dat dit de mensen helemaal niet zal aantrekken, maar hen net zal ontraden om te kiezen voor een job in de gevangenis van Merksplas. Misschien moet u overmorgen zelf maar eens ter plaatse gaan kijken bij een gezellig kopje thee, als u uw schoenen mag aanhouden tenminste.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
15.01 Denis
Ducarme (MR): Monsieur le ministre, je vous
interroge aujourd'hui sur un fait assez grave survenu ce lundi au conseil communal
de Charleroi. En effet, le bourgmestre socialiste de cette ville a invité à
s'exprimer, lors de notre conseil communal, un représentant de Free Palestine
qui est membre de la plateforme Samidoun – laquelle est notoirement liée au
FPLP, organisation reconnue comme terroriste par l'Union européenne depuis les
années 70. Les propos qui ont été tenus à cette occasion sont assez
graves. En effet, ce citoyen, présenté comme tel par le bourgmestre, a promu le
recours aux armes par le Hamas et a défendu également celui-ci dans un
objectif, disait-il, "d'une Palestine qui vaincra du fleuve à la
mer" – ce qui traduit sa volonté d'anéantir l'État d'Israël.
À aucun
moment, le bourgmestre de Charleroi n'a interrompu l'auteur de ces propos ni
n'a recadré sa déclaration qui constitue à l'évidence une apologie du
terrorisme et, à tout le moins, une incitation indirecte à un acte terroriste
tel que visé à l'article 140bis
du Code pénal.
Nous ne pouvons plus voir une telle situation se répéter, monsieur le ministre. Où en êtes-vous dans votre projet d'interdiction de groupes radicaux tels que Samidoun? Ne pensez-vous pas qu'il serait également utile d'informer les bourgmestres du pays des tentatives de ces individus à prendre position et la parole dans nos conseils communaux?
15.02 Bernard Quintin, ministre: Monsieur le représentant, cher monsieur Ducarme, merci pour votre question. Comme vous et comme beaucoup d'autres, j'ai été choqué par les propos tenus dans la salle du conseil communal de Charleroi.
Si le droit international reconnaît à un peuple le droit de résister, comme vous l'avez dit, je rappelle aussi que l'article 140bis du Code pénal belge condamne fermement tout soutien à une organisation terroriste telle que le Hamas.
Mon rôle est d'assurer la sécurité des citoyens ici. J'ai donc décidé d'inclure des associations radicales dans la banque de données coordonnée T.E.R., c'est-à-dire la banque de données qui reprend les terroristes, les extrémistes potentiellement violents et les propagandistes de haine. Cela implique que chaque association qui y est reprise est suivie dans le cadre de la stratégie T.E.R. par les task forces locales, où tous les services de sécurité sont représentés. Ainsi, les bourgmestres pourront être informés de la présence de groupes radicaux sur leur territoire par leur police locale.
Comme annoncé, je déposerai sur la table du gouvernement un avant-projet de loi sur le sujet dans les meilleurs délais. Nous allons nous donner les moyens d'interdire les associations radicales qui portent gravement atteinte à la sécurité publique et qui piétinent aussi notre vivre ensemble et empêchent nos communautés de faire société dans notre pays. Il n'y a pas de place pour cette forme de séparatisme chez nous. Je l'ai déjà dit.
15.03 Denis Ducarme (MR): Merci, monsieur le ministre, d'agir aussi rapidement, de nous déposer sur les tablettes du Parlement le plus rapidement possible les moyens de nettoyer notre société de ces groupes radicaux, qui font du mal au vivre ensemble. Merci aussi de prendre la décision transitoire qui vise à ce que nos bourgmestres soient informés de ces groupes radicaux qui sévissent sur leur territoire par ailleurs.
En tant que parlementaire, je ne veux pas m'arrêter là par rapport à ce qui a été permis dans ma ville. Puisque nous sommes face à de l'incitation indirecte à commettre des actes terroristes, je transmettrai une dénonciation au procureur du Roi de Charleroi ainsi qu'au procureur fédéral en charge des matières terroristes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, verschillende vragen werden ingediend ter attentie van de premier, maar het is u bekend dat hij momenteel niet aanwezig kan zijn wegens Europese verplichtingen.
16.01 Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de minister, gisteren was het eindelijk zover: de langverwachte NAVO-top vond plaats. Alle lidstaten zijn eensgezind naar buiten gekomen. Dat was ook nodig, want als dat niet was gebeurd, had maar één iemand champagne ontkurkt: Poetin in het Kremlin.
De NAVO-top heeft geleid tot realistische doelstellingen. Voor Vooruit was het vanaf het begin erg duidelijk: we willen absoluut investeren in onze veiligheid en defensie, maar wel op een realistische manier. 5 % was en is voor ons land immers onhaalbaar.
Laten we de focus daarom verleggen van de percentages naar wat eerder is afgesproken, namelijk dat ons land opnieuw een betrouwbare partner kan worden binnen de NAVO door verstandig te investeren in onze defensie. Ik heb zelf deelgenomen aan twee buitenlandse NAVO-missies, dus ik weet hoe belangrijk het is om te investeren in goed en veilig materieel voor onze mensen, in degelijke infrastructuur om mee te werken en in waardering voor de opofferingen die ons personeel brengt.
Vooruit roept ook al maanden op om te investeren in onze cyberveiligheid. Onze banken, overheidsinstellingen en ziekenhuizen worden nu immers al maandenlang geteisterd door cyberaanvallen uit Rusland. Die moeten we echt prioritair aanpakken.
Het allerbelangrijkste voor Vooruit is echter dat we investeren in ons personeel. Wat is men namelijk met het beste materieel en met al die nieuwe capaciteiten voor onze defensie als men geen personeel heeft om dat materieel te bedienen? We weten dus wat nodig is qua investeringen in onze veiligheid.
Mijnheer de minister, zult u, net als Vooruit, de focus leggen op de hybride dreiging vanuit Rusland en op ons personeel, dat we broodnodig hebben?
16.02 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, al een halve eeuw lang financieren we onze welvaart ook met middelen die oorspronkelijk bestemd waren voor onze veiligheid. Het gevolg daarvan is een doorgeschoven – een doorgesnoven – verzorgingsstaat en een krakkemikkig leger. Onze kazernes zijn ruïnes. Het cliëntelisme heeft geleid tot een tewerkstellingsproject van de politieke partijen, waardoor zelfs de personeelsbezetting van het leger niet op punt staat. Er staan momenteel 127 pantservoertuigen te roesten omdat een minister de verkeerde munitie heeft besteld. We zijn zelfs nooit onze NAVO-verplichtingen nagekomen, terwijl het NAVO-hoofdkwartier zich in Brussel bevindt.
Plots komt er dan een bullebak overgevlogen uit New York, een narcistische bully met, cru gesteld, de mentaliteit van een maffiabaas. Wat zegt die man bij aankomst? “I can make you an offer you can’t refuse.” Kent u The Godfather? Die zei dat ook. Vervolgens kust onze slijmjurk, de voorzitter van de NAVO, de ring van die man. Ook onze 32 regeringsleiders slaan de hielen tegen elkaar en likken de kont van die narcistische Amerikaan, uit vrees dat die capo hen zal bestraffen.
Ik heb op zich niets tegen het principe van de 5 %-norm, daar gaat het mij niet om. Zeg me wel hoe u die zult bereiken en om hoeveel geld het gaat. Ik hoor alle partijen daarover al ruziën nog vooraleer hij is teruggevlogen. Moeten er meer F-35's worden gekocht? Nog ander materieel? Over welk bedrag gaat het?
Mijnheer de minister, over hoeveel geld gaat
het? Hoe zult u dat realiseren? Zal men daarvoor met een creatieve boekhouding moeten werken?
16.03 Mathieu Michel (MR): Monsieur le ministre, malgré une situation budgétaire qui rend les réformes indispensables, la Belgique a réaffirmé que l'OTAN constitue un socle fondamental pour la sécurité de notre pays. Nous devons être un partenaire loyal, fiable et pleinement engagé au sein de l'Alliance. Dire non à l'OTAN, ce serait faire preuve d'un oubli historique inquiétant mais, plus que tout, ce serait faire preuve d'une naïveté coupable car, aujourd'hui, il ne s'agit pas d'opposer sécurité et solidarité. En voici la preuve par les chiffres: 120 milliards d'euros pour notre sécurité d'ici 2034, 1 200 milliards d'euros pour la solidarité (soins de santé, pensions et aides sociales).
Oui, n'en déplaise à certains, ce gouvernement renforce notre modèle social en lui donnant les moyens de fonctionner mais aussi les moyens de survivre. Nous faisons aujourd'hui ce que tout pays responsable doit faire: protéger ses citoyens sans renoncer à ses valeurs fondamentales et à son modèle social
Protéger ses citoyens est évidemment essentiel. Aussi, je salue la décision historique d'intégrer jusqu'à 1,5 % du PIB en dépenses de sécurité élargies. Vous savez que c'est une grande attention pour ce qui me concerne. Les guerres de demain seront différentes de celles d'hier. Et, aujourd'hui, ce ne sont plus uniquement les dépenses militaires qui comptent. C'est un élément fondamental. Cette évolution appelle à une gouvernance renforcée, au-delà du seul ministère de la Défense, et qui intègre les entités fédérées.
Selon nous, le ministre de la Sécurité devrait être chargé de développer et soumettre une vision stratégique de la sécurité intérieure en lien avec ce 1,5 % de sécurité transversale. Monsieur le ministre, comment voyez-vous concrètement l'évolution de cette coordination intergouvernementale avec, à côté de cette vision stratégique de défense, une véritable vision stratégique de sécurité transversale?
16.04 Philippe Courard (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, cela va coûter 6 000 euros par ménage aux Belges. Deux jours d’escapade à La Haye, et voilà qu’il faut trouver 34,2 milliards d’euros.
Comment les trouver? J’y reviendrai dans un instant. Soyons clairs, je ne suis pas stupide et me rends compte que des moyens supplémentaires sont nécessaires. Il faut bien entendu se défendre. L’Europe et la Belgique doivent répondre aux menaces qui nous entourent. Nous ne devons pas nier la situation géopolitique, mais pas à n’importe quel prix et n'importe comment, monsieur le ministre. Nous ne devons pas dépenser pour dépenser, et certainement pas en faisant porter la charge à nos concitoyens de manière anormale.
Votre politique est paradoxale. Vous préconisez des économies. Il n'y a pas assez d'argent pour la sécurité sociale. Les malades et les pensionnés doivent faire des efforts. Les services publics doivent se serrer la ceinture. Le pouvoir d’achat recule. Les personnes malades et en situation de handicap sont oubliées. Cependant, lorsqu’il s’agit de trouver des milliards, cela se fait en quelques heures. Nous verrons comment, mais ils sont jugés nécessaires.
Pourquoi n'avez-vous pas adopté la position plus raisonnable du premier ministre espagnol? Comment allez-vous financer ces milliards? Le ministre Prévot évoque une nouvelle taxe, le président du MR évite soigneusement le sujet. Allez-vous vendre nos entreprises publiques? Allez-vous faire comme votre prédécesseur, M. Steven Vandeput, avec qui les estimations de montants sont passées de 1,5 milliard à 15 milliards? Je m’interroge et j'aimerais des réponses à ces questions. Comment allez-vous financer ces milliards? Quelles sont vos recettes? Quelles sont vos solutions? Une véritable inquiétude règne au sein de la population. Oui, un effort est envisageable, mais pas au détriment de notre population.
16.05 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik vond het afgelopen week vooral gênant om te zien hoe de Europese leiders achter president Trump aanliepen om hem toch maar zo veel mogelijk te pleasen, met als top of the bill natuurlijk de uitspraak van secretaris-generaal Rutte: proficiat, mijnheer de president, u hebt Europa doen betalen en het is maar goed ook." Gênant, gênant.
Het was echter ook hier gênant en dat was het daarnet nog. De 5 %-norm is immers belachelijk, krankzinnig, het is collectieve hysterie. Mijnheer de minister, dat verklaarden uw coalitiepartners. Cd&v, Vooruit en de MR, u bent gerold, want de 5 %-norm is wel degelijk beslist afgelopen week.
Dan hoor ik in de wandelgangen dat dat niet erg is, want dat percentage moet pas tegen 2035 worden gehaald. Het is dus niet aan ons, maar aan de volgende generatie om dat te betalen. Het is aan de volgende regering om het probleem op te lossen, terwijl men vandaag zelfs nog niet weet hoe men volgend jaar de 2 % zal financieren.
Wat zien we ondertussen wel? Wie draait op voor de besparingen? De 55-plusser, de pendelaar, wie zorgkrediet opneemt, zij zullen de rekening moeten betalen en daar zullen alleen maar nog mensen bij komen.
5 % defensie-uitgaven blijft echter waanzinnig veel. In 2035 komt dat nog steeds overeen met het volledige budget van Justitie, de politie, de NMBS, Energie en Klimaat samen, maar dat is niet alles. Als de NAVO 5 % uitgeeft, dan geeft ze meer uit dan wat vandaag de hele wereld, dus inclusief Israël, Rusland en India, uitgeeft aan defensie. Ik vind dat onbetaalbaar en dom. Dat is geen investering in meer veiligheid, dat is een investering in een wapenwedloop waarin u ons allemaal meesleurt.
Mijn vraag is en blijft dus: wie zal dat in godsnaam betalen.
16.06 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, er heerst bij de coalitiepartners een soort kumbayastemming. Iedereen is tevreden. U bent tevreden, want u hebt een NAVO-akkoord over de 5 %-norm. Belgium is back on track. Dat ik dat uitgerekend van u moet horen, vind ik bijzonder. Ook Vooruit en cd&v zijn tevreden, want er is een akkoord bij de NAVO, terwijl men daar eigenlijk niets mee zal doen. 2% defensie-uitgaven is het plafond, 5% blijft stupide, belachelijk en onzinnig. Ook de eerste minister is tevreden, want hij heeft de uitvoering van de norm over tien jaar kunnen uitsmeren; men kan dat dus voor zich uitschuiven. Après nous le déluge.
Mijnheer de minister, wat is er nu echt afgesproken in de regering? Is er een groeipad richting 3,5% militaire uitgaven in de komende jaren of gaat het, zoals collega Dedecker heeft gezegd, over een creatieve boekhouding? Hoe zult u dat betalen?
Terwijl alle ogen gericht waren op de NAVO-top, bent u naar buiten gekomen met uw investeringsplan van 34 miljard euro, 34 miljard euro aan belastinggeld. De krijtlijnen daarvan hebben we voor het eerst moeten zien op X, op sociale media. Een debat in het Parlement is voorlopig niet nodig. Democratische controle is voorlopig ook niet nodig. Mijnheer de minister, u was tot voor kort zelf nog oppositielid. U zou tegen die werkwijze gefulmineerd hebben. Ik hoop dan ook dat u zeer snel naar het Parlement komt om daar uitleg over te geven.
Mijnheer de minister, wanneer komt u naar het Parlement om uw investeringsplan in de commissie en in de plenaire vergadering te bespreken?
Tot slot, maar zeker niet minder belangrijk, iedereen heeft hier opnieuw de mond vol van Europese samenwerking, maar wat hebt u al ondernomen om de Europese pijler bij de NAVO uit te bouwen?
16.07 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de kogel is door de kerk. Alea iacta est, zou uw premier declameren. De NAVO-top in Den Haag resulteerde in een akkoord om de 5 %-norm te bereiken tegen uiterlijk 2035. Het gaat daarbij om 3,5 % harde defensie-uitgaven en 1,5 % ruimere veiligheidsuitgaven. Spanje, dat protest aantekende tegen die waanzinnige 5 %-norm, is erin geslaagd de tekst te laten versoepelen: niet meer wij, maar de bondgenoten zullen 5 % uitgeven.
Collega’s, mijnheer de minister, dat kan worden gelezen als een vrijstelling. Blijkbaar moesten de lidstaten zich dus niet allemaal gedwee neerleggen bij de ijzeren NAVO-wetten. De vrijstelling geldt echter niet enkel voor Spanje. De tekst is immers van toepassing op alle lidstaten. Echter, zelfs als het bij die 2 % zou blijven, staan wij in dit land alvast voor gigantische problemen. De financiële rampspoed zal immers nog drastisch toenemen, indien de huidige regering haar belofte van 5 % op de NAVO-top wil nakomen.
Ik kom bij mijn vragen.
U maakt zich sterk dat u in 2025 de 2 % kunt bekostigen. Wij weten echter allemaal dat daar Verhofstadtgewijs veel kunst- en vliegwerk voor nodig was. De hamvraag blijft natuurlijk de volgende. Ten eerste, hoe wilt u de 2 %-norm structureel financieren tijdens de huidige legislatuur? Hoe staat u tegenover de nieuwe defensietaks die uw minister Prévot voorstelde?
Ten tweede, het blijft bij 2 % tijdens de huidige legislatuur. Hoe zal het groeipad er vanaf 2029 echter uitzien om naar 2,5 % te gaan tegen 2034? Hoe plant u die enorm steile klim naar 3,5 %?
Nu volgt de vraag van 1 miljard euro. Zal u bijkomende F-35’s (…)
16.08 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de minister, de NAVO-Top is inderdaad achter de rug. De teerling is geworpen. Wij van cd&v zijn toch blij. We hebben een aantal pleidooien gehouden voor meer realisme in dit debat en achteraf moeten we toch toegeven dat dit er was. Er zit voldoende flexibiliteit in het pad naar de toekomst. Wat voor ons een prioriteit is en wat we enkele weken geleden al heel duidelijk hadden gesteld, was dat er niet meer dan 2 % gevraagd zou worden in deze legislatuur. Dat is binnengehaald en daar zijn we blij om.
Heel belangrijk ook is hoe we dat pak geld, dat toch nog altijd meer is dan in de vorige jaren, zullen besteden. Voor ons moet dat op een efficiënte en slimme manier. Dat wil zeggen dat niet elk land apart, maar samen investeren in een sterke Europese pijler. Recente studies tonen immers aan dat een gedeelde standaardisatie binnen Europa en gezamenlijke aankopen ons tientallen miljarden zou besparen. In deze budgettaire tijden moeten we daar toch rekening mee houden.
Voor ons is het heel duidelijk. We houden al wekenlang een sterk pleidooi voor minder versnippering en meer standaardisatie. Minder naast elkaar werken, maar echt durven investeren in een sterke Europese pijler. We vinden dat een constante opdracht. Nu mag het in Den Haag wel allemaal koek en ei geweest zijn, met een sterk Atlantisch geloof, maar de basistrend is dat Europa toch meer in eigen sterkte moet investeren. Vandaar dat we geloven in een sterke Europese defensie-unie. We moeten daar niet morgen, maar vandaag werk van maken.
Mijnheer de minister, dat is dan ook onze vraag. Kunnen we rekenen op u en op deze regering om volop te investeren in de versterking van die Europese pijler, in een sterke Europese defensie-unie? Die is immers absoluut nodig voor de toekomst.
16.09 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, wat een vernedering! Hoe is het
mogelijk? Komaan, die 34 Europese eerste ministers luisterden allemaal
naar Trump. Onze woordvoerder Mark Rutte stuurde dan een mooi berichtje over
hoe die Europese elite vernederd werd door Trump. Hij zegt in zijn berichtje
dat het werkelijk buitengewoon was wat Trump deed, iets wat niemand van hen
durfde doen, dat hij vliegt naar een volgende succes. Donald, je hebt ons op een heel erg
belangrijk moment gebracht. Je zult iets bereiken dat geen enkele andere
Amerikaanse president in decennia heeft kunnen verwezenlijken. Donald, Donald,
Donald, Europa gaat zwaar betalen, zoals het hoort Donald, en het zal jouw
overwinning zijn. Oh,
fantastisch.
Magnifique! Regardez ça, cette soumission de l'élite européenne à l'impérialisme américain! C'est du cirage de chaussures industriel. Donald, ne t'inquiète pas, au karcher on nettoie le bazar. C'est incroyable! Et quelle est la prochaine étape, chers amis? La prochaine étape, Donald Trump nous l'a annoncée.
Wat zei Donald Trump? Kiss my ass, dat is de volgende etappe.
Mais comment peut-on accepter cela?
Zoals Rutte zegt, Europa zal zwaar betalen.
L'Europe va payer! Et qui va payer? Ce sont les travailleurs!
De mensen moeten werken tot 67 jaar om hier 2 % van het bbp aan te kunnen besteden. Nu komt er 3,7 % bij en niemand zegt iets. Dat is hypocriet.
Mijn vraag is heel duidelijk, mijnheer de minister. Spanje heeft gezegd geen 5 % te zullen bijdragen. Wat is uw standpunt? Besteden we hier 5 % aan of niet?
16.10 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de minister, beste collega’s, al jaren hebben veel Europese landen, waaronder België, nagelaten om deftig in defensie te investeren. Vanuit het idee dat vrede vanzelfsprekend is, deden die landen aan free riding binnen het NAVO-bondgenootschap. Ze rekenden op de Verenigde Staten om hun eigen veiligheid te garanderen. Nu de VS zich meer op de Indo-Pacific richt, moet Europa zelf meer inspanningen leveren.
Nog voor de aanvang van de NAVO-top bereikten de verschillende lidstaten een principeakkoord over de nieuwe NAVO-norm van 5 % van het bbp. Die geldt voor elke bondgenoot. Concreet gaat het om 3,5 % voor strikt militaire uitgaven en 1,5 % voor defensiegerelateerde domeinen, waaronder infrastructuur en cyberveiligheid. Onze regering verklaarde te mikken op een stapsgewijze opbouw: 2 % tegen 2029, 2,5 % tegen 2034 en 3,5 % tegen 2035.
Mijnheer de minister, op de jongste NAVO-top in Den Haag besprak u de uiteindelijke maatregelen die nodig zijn. Kunt u bevestigen dat de NAVO-norm van 5 % werd vastgelegd? Wat is het tijdsperspectief? In welke modaliteiten wordt voorzien? Welke mijlpalen moeten worden behaald? Welk standpunt hebt u in naam van de regering verdedigd?
16.11 Minister Theo Francken: Vooreerst, de uitspraak op X was redelijk pijnlijk.
Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, de eerste minister heeft gisteren op de NAVO-top duidelijke taal gesproken. Als founding father van de NAVO zal België zich solidair tonen met onze bondgenoten. Dat doen we niet voor de mooie ogen van mister Trump, noch uit angst voor zijn grillen. We doen het om een heldere reden, namelijk om als Europese democratieën zelf te kunnen instaan voor onze eigen veiligheid.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, klopt het niet dat de lat voor defensie-uitgaven wordt opgetrokken naar 5 % van het bbp. Het gaat om 3,5 %, de resterende anderhalve procent betreffen uitgaven in onder meer infrastructuur en brede veiligheid, die vandaag al grotendeels worden gedaan, onder andere ook door de regio’s.
De nieuwe norm komt niet uit de lucht gevallen. Veel bondgenoten behalen die nu al, van de Verenigde Staten over Polen tot Scandinavische en Baltische staten. Dat ook wij die norm nu onderschrijven, is een kwestie van solidariteit en verantwoordelijkheid.
Mesdames et messieurs, la nouvelle norme ne signifie pas que nous devrons atteindre cet objectif demain. Il y a des objections budgétaires à cela, mais aussi des objections pratiques. Si tous les États membres de l'Union européenne dépensaient soudainement 3,5 % de leur PIB pour la défense, il serait impossible pour l'industrie de suivre le rythme des commandes. Le résultat en serait des délais de livraison d'armes et de munitions de 10 ans ou plus, et des prix inacceptables.
Nous avons soulevé tous ces points lors de la
concertation diplomatique qui a précédé le sommet de l'OTAN, avec succès. Les
États membres disposeront d'un délai de 10 ans (non pas 7 ans) pour
atteindre la nouvelle norme, sans augmentation annuelle obligatoire de
0,2 %. L'objectif sera
également réévalué en 2029.
Ik beklemtoon dat dat niet de verdienste van Spanje was, maar wel van onze diplomatie. Dat land koos voor de fanfare, wij kozen voor discretie. Hulde aan onze NAVO-ambassadrice, mevrouw Petridis, en haar hele team.
Dames en heren, als politici hebben wij de verantwoordelijkheid om op een serene manier aan de burger uit te leggen waarom de versterking van onze krijgsmacht noodzakelijk is. Sommigen onder ons doen uitschijnen dat er helemaal geen dreiging bestaat. Dat gebeurt dan met lacherige clichés als: er zullen toch nooit Russische tanks door Brussel denderen. Dat is onverantwoord, want daarover gaat het uiteraard totaal niet.
Waarover gaat het dan wel? Ons land komt automatisch in een staat van oorlog met Rusland, als Poetin ook maar één vierkante kilometer van een andere NAVO-lidstaat zou bezetten. Dat vloeit voort uit onze verplichtingen onder het NAVO- en EU-Verdrag. Dat scenario is helaas niet ondenkbaar. Het Poetinregime maakt geen geheim van zijn langetermijnambitie om de Baltische staten, waar omvangrijke Russische minderheden wonen, opnieuw in zijn machtssfeer op te nemen. Onze Baltische provincies, zo noemt Dmitry Medvedev, de voorzitter van de Russische Veiligheidsraad, die EU-lidstaten steevast.
Degenen die volhouden dat Rusland die ambitie niet koestert, beweerden drie jaar geleden ook dat Rusland Oekraïne nooit binnen zou vallen. Bovendien negeren zij volledig dat Rusland vandaag al volop een hybride oorlog tegen Europa voert, ook tegen ons land, dagelijks. Hoe kan men dan nog volharden in de stelling dat er van Rusland geen bedreiging uitgaat?
Tegelijkertijd moeten we nu al rekening houden met de heroriëntering van de Amerikaanse aanwezigheid in Europa naar de Stille Oceaan en Oost-Azië. Meer dan ooit moet Europa klaarstaan om het stuur van de veiligheidsarchitectuur van ons continent zelf in handen te nemen.
Dames en heren, alleen krachtige Europese legers kunnen de veiligheid en onafhankelijkheid van Europa verzekeren. Die hebben we vandaag niet, na decennia van bezuinigingen en afbouw. We moeten ze heropbouwen. Dat is onze verantwoordelijkheid en daar zijn we volop mee bezig.
De nieuwe strategische visie voorziet in een investering van 34 miljard euro, waarvan 27 miljard euro in nieuwe militaire capaciteiten in de komende tien jaar. Ook in het personeel zullen we fors investeren, want zij zijn het kloppende hart van elke defensie, van elke krijgsmacht. Er komt 50 miljard euro op tafel over die tien jaar.
Die inspanningen leveren we niet om oorlog te voeren, maar precies om oorlog te vermijden, want de vrede bewaren zal ons niet lukken door zwakheid te tonen. Daarin zullen we alleen slagen als we samen kracht uitstralen.
Ten slotte, het klopt dat er nog geen officiële beslissing in de Ministerraad is, maar ik heb afgesproken met voorzitter Buysrogge om (…)
16.12 Axel Weydts (Vooruit): Mijnheer de minister, vandaag is opnieuw het verschil duidelijk geworden tussen de communisten van de PVDA en Vooruit. De communisten van de PVDA zijn niet bezig met de veiligheid van de mensen. Wij willen wel investeren in de veiligheid van onze mensen en ook in de veiligheid van mensen die hun eigen veiligheid niet kunnen kopen, zoals de superrijken dat wel kunnen.
Als de wereld in brand staat, dan mag men niet aan de kant blijven staan, dan moet men blussen en zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat is wat Vooruit doet. De PVDA wil aan de kant blijven staan. De PVDA wil Poetin bestrijden met een boeket bloemen. De PVDA wil uit de NAVO stappen. Beste vrienden, dat is niet alleen naïef, dat is ook gevaarlijk. Vooruit zal wel investeren in onze veiligheid.
16.13 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Collega’s, ik ben het een beetje beu om de les gespeld te worden door links en door de communisten. Ik lik de schoenen van Trump niet, dat is een maffioso, hij likt die van Poetin.
Wij hebben ons vergist. Laten wij het even hebben over de ideologie van uw regime, namelijk het communistische regime. Honderd miljoen doden in de wereld. Nu is er het regime van de heer Poetin, het neocommunisme. Dat gevaar staat terug voor de deur. In 1989 hebben wij ons vergist. We dachten dat de vrede gekomen was, maar neen. Extreemrechts kwam op, dat roept om een grote leider, net als u.
Wat moeten wij nu doen? Opnieuw betalen voor onze veiligheid. Omdat psychopaat Poetin nu voor de deur staat, moeten wij nu opnieuw inleveren op onze welvaart. Denk daar eens over na, mijnheer Hedebouw. Het is de schuld van uw regimes dat we ons vandaag opnieuw moeten bewapenen.
16.14 Mathieu Michel (MR): Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Quoi qu'en pensent certains, nous ne sommes plus dans une ère d'insouciance. Nous sommes entrés dans un temps de bascule où la sécurité n'est plus une donnée implicite de nos sociétés et est redevenue un combat. Cette sécurité a toujours été la première des libertés. C'est elle qui conditionne tout le reste: la démocratie, l'économie, la solidarité, l'éducation, la culture. Sans sécurité, rien ne tient et nous le découvrons avec brutalité une fois encore, après des années où nous avons cru que notre mode de vie était définitivement protégé, presque éternel même. Certains aujourd'hui affichent de façon lancinante cette naïveté coupable.
Ce que nous sommes en train de défendre aujourd'hui, c'est notre façon de vivre, notre humanité, nos libertés et ce fragile équilibre que des générations ont bâti avant nous. Alors oui, c'est un moment historique et nous avons le devoir, au-delà des discours politiques, d'être au rendez-vous.
16.15 Philippe Courard (PS): Monsieur le ministre, je ne suis pas rassuré par vos réponses. Pourquoi céder à l'instable M. Trump? Où est le projet européen dans ce que vous proposez? Et l'armée européenne intégrée? On n'en parle pas du tout.
Quid du retour pour nos entreprises? C'est aussi un sujet que nous n'avons pas traité et qui est important. On ne va pas reproduire les erreurs du passé – je l'espère en tous cas. Comment allez-vous financer cela? Pas de réponse, sinon qu'on va le faire sur dix ans et que la charge sera donc reportée sur les générations futures. C'est exactement la technique que vous avez critiquée ces dernières années. Il reste donc beaucoup de questions, à moins peut-être que la fusion avec les Pays-Bas proposée par M. De Wever soit une réponse.
Concernant la taxe proposée par M. Prévot, pas de réponse non plus. Où allez-vous chercher l'argent? Nous sommes terriblement inquiets. Votre gouvernement d'ingénieurs nous fait très peur, monsieur le ministre.
16.16 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik had maar één vraag gesteld, namelijk wie dat zal betalen, maar u hebt er weer niet op geantwoord, net als in de commissie. Ik had mijn vraag gericht aan de premier, in de hoop nu wel een antwoord te krijgen op de vraag wie die rekening zal betalen. Ik weet immers dat u dat niet interesseert. U wilt gewoon zoveel mogelijk geld kunnen uitgeven aan wapens en u ligt niet echt wakker van wie dat zal betalen.
U zegt dat die 5 % of 3,5 %, welk percentage u ook neemt, niet zomaar uit de lucht komt vallen. Ik wil toch even de geschiedenis schetsen. Het is ondertussen drie jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. In december zegt secretaris-generaal Rutte dat 3 % een mooie ambitie zou zijn. In februari zegt deze regering dat 2 % tegen 2029 wel voldoende zou zijn. Trump schudt iets uit zijn mouw en opeens is het 3,5 % of 5 %.
Ik hoor cd&v en Vooruit zich hier opnieuw verzetten, maar die partijen hebben zich niet verzet, België is akkoord gegaan met die 5 % en we hebben het aan ons been.
16.17 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw toelichting. Over de NAVO-norm blijft het alle kanten opschieten. Ik hoor hier weer verzet tegen die 5 % en hoor dat 2 % het plafond wordt genoemd. Over die NAVO-norm van 5 % is momenteel niets duidelijk. De enige zekerheid is dat de rekening betaald zal worden door de volgende regeringen en de volgende generaties.
Ook over de Europese defensie heb ik heel weinig gehoord, behalve dat we het stuur moeten vastnemen, maar als men het stuur vastneemt, moet men wel weten welke richting het met die Europese defensie uit moet. In Europa worden vandaag 19 soorten tanks, 27 soorten fregatten en torpedojagers en 20 soorten gevechtsvliegtuigen geproduceerd. Een kat vindt er haar jongen niet in terug. Maak werk van een Europese strategie en zorg ervoor dat die markten op elkaar zijn afgestemd, zodat we een Europees blok kunnen vormen en strategisch en onafhankelijk kunnen handelen.
16.18 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, de 2 % voor deze legislatuur is enkel begroot voor dit jaar. Wat met de structurele financiering voor de komende jaren? Geen antwoord. Defensietaks? Geen antwoord. Er zijn wel historische plannen om geld uit te geven, maar vooralsnog geen idee waar dat geld vandaan moet komen.
Toch hebt u in Den Haag 5 % beloofd tegen 2035. Operatie schone schijn, zo noem ik die NAVO-top, want zelfs met uw maximale flexibiliteit dreigt u ons verder in de schulden te steken en die schulden zullen natuurlijk vooral door de Vlaming worden betaald.
Haal dus het geld voor die 2 % waar u het moet halen. Bespaar op ontwikkelingshulp, op de asielfactuur, op het politieke systeem en op onze bijdrage aan de EU. Ik dank u.
16.19 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Laat ons duidelijk zijn, de dreiging is er. Niets doen is absoluut geen optie, maar het is ook belangrijk dat we het draagvlak bij onze mensen behouden, vandaar ons pleidooi sinds weken voor een realistisch en flexibel tijdspad. Dat is er nu, waarvoor dank aan de regering en aan onze diplomatie.
Op die manier kunnen we ook de lagere schoolmaniertjes van mensen als collega Hedebouw gemakkelijker weerleggen. Sketches geven om dat draagvlak te ondermijnen, wij doen daar niet aan mee. Stop alstublieft met die vijfdecolonnemanieren.
Nu is het echter ook absoluut nodig om verder te gaan. Naast het budget moet er ook worden geïnvesteerd in een echte Europese pijler, zodat Europa strategisch kan zijn en op eigen benen kan staan. Ik moedig u aan, samen met de regering, om echt werk te maken van een Europese defensie-unie en van een sterke Europese defensie-industrie.
16.20 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Chers collègues, on a visiblement fait mal en pointant du doigt la soumission de l'élite européenne à l'impérialisme américain – les Macron, les Bart De Wever, tous ces gouvernements européens qui étaient effectivement à la remorque complète de Trump. C'est bien cela le problème. Votre problème, ce n'est pas le contenu du SMS. C'est qu'il a été révélé au monde. Voilà ce qui pose problème avec ce SMS.
Cette soumission est réelle et ne va pas nous apporter de la sécurité – pour ceux qui se poseraient la question de notre structure de sécurité. L'impérialisme américain est là pour déstabiliser le monde. Qu'est-ce que vous croyez? Que se passe-t-il aujourd'hui avec le génocide du peuple palestinien? On laisse faire. On laisse même transiter les armes. Cela va-t-il nous apporter de la sécurité? Vous êtes contents dans votre coin mais, les bombardements illégaux contre l'Iran, savez-vous ce que cela veut dire? No rules! La loi du plus fort. C'est l'ouverture vers une troisième guerre mondiale.
Et vous croyez qu'on va y arriver? On entend
aujourd'hui que les troupes américaines iront dans le Pacifique. Que va-t-il se
passer? Une guerre Chine-Amérique? Allez l'Europe!
16.21 Darya Safai (N-VA): In de huidige geopolitieke toestand hebben we geen andere keuze dan te investeren in onze veiligheid en defensie. De verhoging van het budget zal gradueel verlopen en over 10 jaar gespreid zijn. We creëren bovendien opportuniteiten voor de Belgische industrie. Als founding father van het sterkste defensiebondgenootschap ooit herstellen wij daarmee ook onze betrouwbaarheid als bondgenoot.
We doen dat niet voor president Trump, collega’s. We doen dat voor de vrede, voor onze veiligheid en die van ons nageslacht. We mogen de veiligheid van Europa niet langer verwaarlozen door gewoon verder te gaan als freeriders. Het zal veel inspanningen vergen, maar we zijn blij dat deze regering er werk van maakt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Persoonlijk
feit
Fait
personnel
De voorzitter: Collega Vandeput liet mij weten gebelgd te zijn, en wel door de uitspraken van de heer Courard, die hem bepaalde zaken voor de voeten heeft geworpen.
16.22 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, als 'gebelgd zijn' betekent dat iemand verontwaardigd is, dan moet ik bekennen dat ik dat deels wel ben. Het is immers de zoveelste keer dat de PS uit het rapport van het Rekenhof over de landcapaciteit fout citeert en echte beschuldigingen uit.
Dat doet mij denken aan vroeger. Toen wij met vriendjes speelden en iemand iets kapotgemaakt had, werd gevraagd wie dat had gedaan. De eerste die ontkende, was meestal de dader. Op die manier gaat het ook bij de PS.
Ik heb gezien wat de PS voor defensie kan betekenen. Het kan betekenen dat defensie wagens heeft waar een gewone mens niet in kan. Nog een mogelijkheid is dat aangekochte helikopters ondertussen aan de grond staan, omdat ze gewoon onbetaalbaar zijn. Ook kunnen obussen worden aangekocht die niemand kan gebruiken, zelfs het Belgische leger zelf niet. Dat is de houding van de PS.
Opnieuw kan ik u melden dat het Rekenhof in zijn rapport duidelijk stelt dat de government-to-governmentafspraak die met Frankrijk werd gemaakt, opportuun was. Ter zake was er volledige transparantie over het bedrag van 1,5 miljard euro aan materieelaankopen. Destijds zijn zowel de mensen als de onderhoudskosten opgenomen in de langetermijnbudgetten.
Feit is wel dat na mij opnieuw iemand van PS-signatuur werd aangesteld, die de zaak kennelijk helemaal in het honderd heeft laten lopen. De PS die wij kennen, draagt meestal geen zorgen voor wat zij overgedragen krijgt en al zeker niet voor wat ze moet overdragen. Daarnaast wijst de PS telkens opnieuw naar Vandeput, die nochtans niets anders gedaan heeft dan een government-to-governmentcontract te sluiten. Ik vraag mij daarom af wat de PS in dezen te verbergen heeft.
Le président: Je voudrais demander à M. Courard de réagir, mais il n'est plus ici.
Er werd ook verwezen naar mevrouw Dedonder. Ik geef haar één minuut om te reageren.
16.23 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le président, je ne comprends pas pourquoi je ne dispose que d'une minute.
Monsieur Vandeput, vous dites que vous n'avez rien fait d'autre. Je dirais plutôt que vous n'avez rien fait du tout! Vous avez laissé les factures au gouvernement précédent. Vous avez acheté les F-35 sans prévoir le personnel nécessaire ni les infrastructures pour les abriter. Vous avez sous-budgété le quartier de l'état-major. Concernant la frégate, rien n’a été prévu: un milliard de déficit.
Vous n'avez rien fait du tout et aujourd’hui vous répétez les mêmes erreurs. Vous allez acheter américain. Vous n'allez absolument pas investir dans le développement économique de notre pays et de l'Europe. Vous n'allez pas soutenir les industries. Vous allez faire travailler le personnel jusqu'à 67 ans. Dans vos 34 milliards, il n'y a même pas un euro pour s'occuper du personnel!
À votre place, je ne donnerais pas de leçons, monsieur "qui n'a même pas atteint 1 % de PIB".
16.24 Steven Vandeput (N-VA): Dat was mooi ingestudeerd. Ik zal niet reageren op die klinkklare nonsens. Wij erfden Defensie destijds in een staat waarin ze niet capabel was te doen wat moest. We hebben het tij proberen te keren door in mensen en materieel te investeren.
Ik vertrouw erop dat deze regering opnieuw zal doen wat nodig is om Defensie slagkrachtig te maken en om de verwachte bijdrage te leveren.
Mevrouw Dedonder, u hebt veel gezegd, maar nog altijd niet geantwoord op mijn vraag: wat hebt u te verbergen?
Mijnheer de minister, ik wens u heel veel succes met uw strategisch plan.
17.01 Annick Lambrecht (Vooruit): Mijnheer de minister, morgen is voor velen een dag als een andere, maar niet voor de 700 werknemers, de vele toeleveranciers en hun families van treinenbouwer Alstom in Brugge. Al hun jobs zijn bedreigd. De NMBS startte immers onderhandelingen met het Spaanse CAF. Onbegrijpelijk!
Alstom Brugge is een lokaal bedrijf met wereldfaam, met een expertise om trots op te zijn, om te koesteren. Maar morgen zou de raad van bestuur van de NMBS een beslissing nemen over een megabestelling van nieuwe treinen voor maar liefst 3,4 miljard euro.
Mijnheer de minister, het kwalitatieve verschil tussen het Spaanse bedrijf en Alstom Brugge is miniem. Het prijsverschil tussen de offerte van het Spaanse bedrijf en dat Alstom bedraagt 100 miljoen euro, 100 miljoen aan belastinggeld. Een keuze voor het Spaanse CAF zou de doodsteek betekenen voor Alstom Brugge, voor 700 werknemers, want een dergelijke aanbesteding zorgt voor jarenlange werkzekerheid.
Mijnheer de minister, Vooruit werkt elke dag keihard voor wie werkt. Ik herhaal mijn vraag: hoe garandeert u lokale werkgelegenheid in ons land in het kader van de betreffende aanbesteding, maar ook in het kader van toekomstige aanbestedingen?
17.02 Minister Jean-Luc Crucke: Mevrouw de volksvertegenwoordigster, ik dank u voor uw vraag. Allereerst wil ik een fundamenteel principe in herinnering brengen. Men kan niet de autonome bedrijfsvoering van autonome overheidsbedrijven eisen en tegelijk de minister vragen naar de concrete gevolgen van een beslissing. De NMBS beschikt over juridische autonomie en beslissingsautonomie. Die autonomie wordt geregeld door haar statuten, de beheersovereenkomst en het recht dat van toepassing is op autonome overheidsbedrijven.
Beslissingen over de plaatsing van overheidsopdrachten, in casu in de zogenaamde deal van de eeuw voor de vernieuwing van het rollend materieel, vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de raad van bestuur van de NMBS. Die raad handelt volledig onafhankelijk. Overigens, geen enkele vertegenwoordiger van de partij Les Engagés heeft er zitting in.
Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, heeft de NMBS twee aanvullende rapporten laten opstellen, een technisch en een juridisch rapport, om allerlei elementen te onderzoeken alvorens haar oorspronkelijke keuze te bevestigen of te herzien. Als minister beschik ik momenteel niet over die rapporten. Het is dan ook onmogelijk om vooruit te lopen op of commentaar te geven over de inhoud van een conclusie die nog niet bekend is..
Ik zal uiteraard met grote aandacht de verdere stappen van de raad van bestuur volgen en ervoor zorgen dat, met inachtneming van de autonomie van de ondernemingen, de beginselen van transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en eerbiediging van het recht volledig worden gewaarborgd.
Tot slot, ik zal in het kader van de twee interpellaties ter zake straks uitgebreider terugkomen op aspecten die u in uw vragen aan de orde brengt.
17.03 Annick Lambrecht (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar het stelt mij niet gerust. Voor de 700 werknemers van Alstom Brugge is het bang afwachten. Het is onbegrijpelijk, andere landen zorgen ook voor hun eigen werknemers. Kijk maar naar de buurlanden. Wij krijgen het niet uitgelegd dat onze NMBS zou kiezen voor een Spaans bedrijf in plaats van eigen kwaliteitsvolle werknemers. In België spoort men toch best met een trein die hier gemaakt is? Ja toch? Vooruit is de enige partij die steeds zal blijven opkomen voor alle werknemers van Alstom Brugge en wij rekenen op u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18.01 Katja Gabriëls (Open Vld): Mevrouw de minister, gisteren hadden we hier in de Kamer een interessant debat. Dat ging over een belangrijke maatregel uit het regeerakkoord, meer bepaald de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. U weet dat mijn partij daar al jaren een fervente voorstander van is en dat wij die maatregel dus absoluut steunen.
De bedoeling is uiteraard om zoveel mogelijk mensen die kunnen werken aan de slag te krijgen en om de vele openstaande vacatures in te vullen. Alleen rijzen er toch heel wat vragen over de concrete uitwerking van die maatregel en vooral over de gevolgen ervan voor de lokale besturen. Jullie gaan ervan uit dat een derde van de betrokken werklozen opnieuw werk zal vinden, dat een derde zich zal wenden tot het OCMW voor een leefloon en dat een derde uit de statistieken zal verdwijnen. Dat zijn natuurlijk veronderstellingen, jullie hebben uiteraard geen glazen bol.
Het probleem is echter, mevrouw de minister, dat de veronderstellingen en de berekeningen die daaruit volgen totaal niet kloppen. Dat is gisteren ook duidelijk gesteld. Een derde nieuwe leefloondossiers, dat komt neer op 60.000 extra mensen voor de OCMW’s. Dat betekent dus 900 miljoen euro aan extra kosten voor de lokale besturen, terwijl er in de begroting slechts 234 miljoen euro is voorzien.
We kregen hier gisteren evenwel goed nieuws van de heer Ronse, die er vandaag niet is. De fractieleider van de N-VA heeft ons gerustgesteld. Hij verklaarde dat al die werklozen terecht zullen komen in het warme bad van de lokale besturen. Hij zei ook: ʺIk garandeer u, de gemeenten zullen die factuur niet betalen.ʺ Daarnaast zei hij dat ongeveer een vijfde van het werk bovendien zal worden overgenomen door de federale overheid.
Mijn eenvoudige vraag aan u, mevrouw de minister, is dus of u kunt bevestigen wat hier gisteren door uw eigen fractieleider werd gezegd, met name dat er 100 % compensatie komt. Welke taken zullen de FOD’s overnemen van de OCMW’s?
18.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Gabriëls. U hebt het terecht gezegd: de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd is een noodzakelijke hervorming. België is een van de laatste landen waar men die uitkering onbeperkt in de tijd kan krijgen. Dat is op termijn uiteraard niet houdbaar. Het is dan ook een blamage, collega's, dat die wetswijziging gisteren werd geblokkeerd door zowat alle partijen uit de oppositie, maar niet door uw partij.
Hoe dan ook, ik ben mij absoluut bewust van de impact op de OCMW’s en dus op de lokale besturen. Daarom voorzien we een doelgerichte compensatie vanaf 2026. We onderzoeken bovendien of we zelfs al middelen kunnen voorzien in 2025. Die compensatie ondersteunt de OCMW’s rechtstreeks om de instroom op te vangen. Daarnaast zal ze ook de OCMW’s die inzetten op zowel begeleiding als duurzame tewerkstelling belonen. Er zijn dus verschillende criteria op basis waarvan de compensatie zal worden bepaald.
Ik wil ook een structureel probleem aankaarten. Onder andere de heer Ronse had het daarover. Het gaat om het groeiend aantal dossiers waarin OCMW’s moeten tussenkomen omdat andere uitkeringen – dan denk ik bijvoorbeeld aan werkloosheids- of ziekte-uitkeringen – te laat worden uitbetaald. Dat is onaanvaardbaar. OCMW’s mogen geen vangnet worden voor de vertragingen elders in het systeem. Die vertragingen zorgen enkel voor extra werklast, vandaar dat ik samen met minister Vandenbroucke en minister Clarinval bekijk hoe we dat kunnen opvangen.
Ik begrijp dat mensen ongeduldig worden en dat er speculaties ontstaan, maar ik wil oproepen tot rust. Een regeling is onderweg. We zullen alle betrokkenen tijdig en correct informeren.
18.03 Katja Gabriëls (Open Vld): Mevrouw de minister, dat is iets minder straffe taal. U spreekt over een doelgerichte compensatie, maar dat is uiteraard geen volledige compensatie. U kunt natuurlijk niet dezelfde goednieuwsshow brengen als gisteren, want u moet dan opnieuw op zoek naar 600 miljoen euro extra in de begroting. Deze maatregel zal Arizona 2 miljard euro opleveren, maar daardoor stuurt u een factuur van 600 miljoen euro naar de lokale besturen. Il faut le faire. Alle gemeenten zijn bezig met de meerjarenplanning en we proberen ook lokaal ernstig werk te leveren. Ik spreek hier namens alle burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters. Het is uw taak om zo vlug mogelijk duidelijkheid te scheppen. De heer Ronse vergeleek de OCMW’s en lokale besturen met een warm bad. Wel, ik kan u zeggen dat uw aanpak voor de OCMW’s vooral een koude douche zal worden.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: Daarmee besluiten het Vragenuurtje voor vandaag.
Discussion
générale
De algemene bespreking is geopend.
La
discussion générale est ouverte.
De rapporteur, de heer Frank, verwijst naar
het schriftelijk verslag.
Ik dacht dat het voorlezen van het thema het grootste deel van de bespreking zou uitmaken, maar collega Van Rooy zal daarover beslissen, want hij vraagt het woord.
19.01 Sam Van Rooy (VB): Maak u geen zorgen, ik ga hieraan niet al te veel woorden vuil maken, maar ik wil u wel meegeven dat wij om twee redenen tegen dit wetsontwerp zullen stemmen.
Ten eerste, het fundament, wij zijn pro-Europa en dus tegen deze Europese Unie. De bemoeizucht van de tirannieke Europese Unie komt ons de strot uit, want wij staan voor vrijheid en democratie. De EU is een van de hoofdredenen waarom onze democratie steeds meer in crisis verkeert.
Ik citeer over die Europese Unie graag mijn goede, helaas overleden, Nederlandse vriend Hans Jansen, die als ervaringsdeskundige in het Europees Parlement, hij was Europees parlementslid, het volgende vaststelde: "Het Europees Parlement, het is niet Europees en het is geen parlement. Het is een museum waarin verschillende vormen van socialisme worden bewaard: groen socialisme, veganistisch socialisme, trotskistisch socialisme."
Dames en heren, de EU druist in tegen wat zo mooi, zo typisch en zo waardevol is aan Europa, namelijk de soevereine, democratische natiestaat, Europese diversiteit en subsidiariteit.
De politiekcorrecte globalistische dogma's die onze soevereine democratische natiestaat ondermijnen, met name etnische diversiteit, massa-immigratie en klimaathysterie, met de daaruit voortkomende CO2-tirannie die we hier vandaag behandelen, zitten ingebakken in de Europese Unie. Ze behoren tot het DNA van de EU en leiden tot steeds meer regelneverij en steeds minder vrijheid, steeds minder keuzevrijheid.
Dus verwerpen wij, als ware Europeanen, de tomeloze machtsusurpatie van de EU en de EU-regelneverij, waarvan dit wetsontwerp helaas slechts één voorbeeld is. Laat Europa Europa zijn, met vrije democratische natiestaten die samenwerken en dus zonder supranationale instellingen die de macht overnemen en die dus ook de democratie uithollen.
Ten tweede stemmen we tegen dit wetsontwerp omdat voor ons van Vlaams Belang niet de verlaging van de CO2-uitstoot prioritair moet zijn, maar de verlaging van de energiefactuur en de verlaging van de torenhoge belastingen in dit land. Kortom, we stellen welvaart en comfort boven dogmatische CO2-reductie. Dit los van het feit dat de impact van dit wetsontwerp op de wereldwijde CO2-uitstoot en dus op de wereldwijde temperatuur, voor wie in die onzin gelooft, verwaarloosbaar zal zijn. Niet eens meetbaar. De mens kan en zal zich ook aanpassen aan een veranderend klimaat. Dat heeft hij nota bene altijd al gedaan. Het aardse klimaat blijft immers nooit permanent hetzelfde. Iets anders zou heel vreemd zijn.
Dat men dus eindelijk eens afstapt van het apocalyptische doemdenken. Zelfs Greta Thunberg en co zijn daar recentelijk van afgestapt, gehypnotiseerd als ze tegenwoordig zijn door die andere verwerpelijke groene ideologie, die van Hamas, Iran en co, die nota bene in de afgelopen 20 maanden meer CO2 dan ooit hebben uitgestoten. Dit uiteraard geheel terzijde.
Dat men nu toch eindelijk eens de postmoderne hybris achter zich laat, alsof de mens een thermostaat in handen zou hebben, CO2 genaamd, om de aardse temperatuur te regelen. Dat men nu eindelijk eens 100 % inzet op wat men klimaatadaptatie is beginnen te noemen, want dat is wel effectief. Dat men nu eindelijk eens stopt met die verderfelijke klimaatbusiness, big business op de kap van de hardwerkende belastingbetaler.
Dit gezegd zijnde, de democratisering van het vliegtuig nemen en dus van reizen, is voor ons heel belangrijk. De klok mag wat dat betreft nooit worden teruggedraaid. Vliegen mag nooit meer iets worden van de happy few en al zeker niet om zogenaamd het klimaat te redden. De Vlaamse student, de hardwerkende Vlaming en de gepensioneerde Vlaming, allen verdienen ze goedkope vliegtuigreizen om te kunnen relaxen in de zon of om de wereld te verkennen.
Overigens, in tegenstelling tot de wagen en de trein is het vliegtuig heel snel, wat mensen toelaat en stimuleert om verre reizen te maken naar verre oorden en exotische landen en culturen naar keuze. U begrijpt natuurlijk dat de traditionele partijen dat niet meer zo belangrijk vinden, nu zij al decennia de hele wereld naar hier aan het halen zijn, helaas vaak niet de beste delen van de wereld, maar dit ook terzijde.
Ik rond af. Dit wetsontwerp zal vliegreizen steeds duurder maken en dus is er geen haar op ons hoofd dat eraan denkt om het goed te keuren.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Discussion des
articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (768/3)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (768/3)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi
compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel en de bijlagen zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble et les annexes aura lieu ultérieurement.
20.01 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, een belangrijke bestelling van honderden nieuwe treintoestellen staat op de agenda; daar is daarnet al naar verwezen. Het gaat om een miljardenbestelling die ook voor de treinreizigers van groot belang is.
Mijnheer de minister, u weet dat ik de treinreizigers, de pendelaars en een duurzame mobiliteit in het algemeen een warm hart toedraag. Niettemin heb ik bij die bestelling een aantal vragen. Er zijn momenteel nog drie bedrijven in de running: Alstom, Siemens en CAF. Nu lijkt de NMBS voor CAF te willen kiezen. Dat is een pijnlijke keuze voor de 700 werknemers bij Alstom, die hun baan dreigen te verliezen. U hebt daarnet geantwoord dat het om een onafhankelijke beslissing van de raad van bestuur gaat en dat u zich daarin niet kunt mengen.
Mijn interpellatie gaat over een ander aspect, waarmee ik u meteen ook argumenten aangeef waarom de Belgische regering en u als minister zich wél kan mengen in het dossier. In het openbaredienstcontract zijn namelijk afspraken vastgelegd over de omgang met leveranciers aan de NMBS, over wat die leveranciers moeten naleven en vooral op welke manier leveranciers moeten garanderen dat het internationaal recht en het maatschappelijk verantwoord ondernemen structureel zijn ingebed in hun organisatie.
Indien de NMBS vandaag voor CAF kiest, rijst er wel degelijk een probleem. CAF staat namelijk bekend als een bedrijf dat vandaag investeert in de Israëlische nederzettingen. Het verbindt via de Jerusalem Light Rail Jeruzalem met verschillende nederzettingen in Palestina, op de Westelijke Jordaanoever. Op die manier zou de NMBS derhalve publiek geld, dus belastinggeld, geven aan een bedrijf dat meewerkt aan de Israëlische nederzettingen, die als illegaal worden bestempeld.
Dat is geen detail, want het gaat om een bedrag van meer dan 3 miljard euro. Het contract loopt bovendien meer dan 25 jaar. Het is dus een belangrijk contract en een heel stevige financiële injectie voor CAF, dat evengoed tot over zijn oren in dat project is ondergedompeld.
Wat heeft de internationale gemeenschap gesteld over de Palestijnse gebieden en over de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever? Al in 2018 stelde de VN-mensenrechtencommissaris dat de Israëlische nederzettingen illegaal zijn. Bedrijven die eraan meewerken, overtreden het internationaal recht en schenden de rechten van de Palestijnen.
Ondertussen is het conflict naar een hoger, pijnlijker niveau getild.
In juli 2024 heeft ook het Internationaal Gerechtshof geoordeeld dat de hele bezetting van Palestina illegaal is, niet alleen de nederzettingen. Het Gerechtshof spreekt in dat verband over illegale annexatie en apartheid. Dat betekent dat overheden en bedrijven wettelijk verplicht zijn om elke vorm van medeplichtigheid, direct of indirect, te beëindigen. Overheden én bedrijven dus.
In september 2024 waarschuwde een groot aantal VN-experts dat als we nu niet ingrijpen, heel het systeem van het internationaal recht dreigt te worden ondergraven. Hun boodschap was heel duidelijk dat alle staten de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, waarnaar ik daarnet verwees, moeten respecteren. Dat houdt dus ook in dat er moet worden opgetreden tegen bedrijven die bijdragen aan de bezetting en aan de apartheid. Ondernemingen die betrokken zijn bij die nederzettingen, lopen ook indirect een groter risico, met name dat zij bijdragen aan mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
In maart 2025 komt daar nog een extra laag bij. Het VN-Mensenrechtenbureau bevestigt dan zwart op wit dat het overbrengen van Israëlische burgers naar bezet gebied een oorlogsmisdaad is. Wat is de doelstelling van het project waaraan CAF meewerkt, de Jerusalem Light Rail? Die railverbinding moet het makkelijker maken om van Jeruzalem naar de illegale nederzettingen te reizen. Het project draagt daar dus helemaal toe bij.
In april 2025 neemt de VN-Mensenrechtenraad een resolutie aan waarin bedrijven expliciet worden opgeroepen om zich terug te trekken uit de nederzettingen. Die resolutie is er gekomen mede dankzij de steun van België. België schaart zich dus volledig achter die resolutie.
Al die zaken, meen ik, scheppen verwachtingen en verantwoordelijkheden ten aanzien van de NMBS. U verwijst naar de onafhankelijkheid van de raad van bestuur, maar de NMBS is een overheidsbedrijf, een bedrijf waarmee wij als overheid contracten hebben lopen. In de artikelen 101 en 103 van het openbaredienstcontract wordt expliciet verwezen naar de ethische standaarden die moeten worden nageleefd. Tevens bepaalt het openbaredienstcontract dat de NMBS een gedragscode voor leveranciers moet opstellen die daarvan integraal deel hoort uit te maken. Die gedragscode draagt de titel People, Planet and Integrity. Een van de vereisten in die code is de naleving van de mensenrechten en het internationaal recht. Dat is niet vrijblijvend, maar een contractuele afspraak tussen de Belgische regering en de NMBS. Dat is een instrument waarmee kan worden ingegrepen.
Als de NMBS nu, ondanks al die rechtspraak, toch kiest voor CAF, dan schendt ze haar eigen gedragscode, haar contractuele verplichtingen ten aanzien van de Belgische regering en de internationale rechtsorde. Op die manier maakt de NMBS België medeplichtig aan apartheid en bezetting. Ik vind dat we dat niet zomaar kunnen laten passeren.
Ik heb al een aantal keer naar CAF verwezen, maar wat is ondertussen de internationale tendens rond dat bedrijf? Al jaren voeren mensenrechtenorganisaties wereldwijd actie tegen CAF. Zo is er de campagne CAF Get Off Israel’s Apartheid Train. De druk op dat bedrijf neemt alsmaar toe. Dat blijft niet zonder gevolg, want begin 2024 kondigde het Noorse pensioenfonds Storebrand aan dat het zijn investeringen uit CAF terugtrekt wegens medeplichtigheid aan de Israëlische mensenrechtenschendingen.
Zelfs in eigen land botst CAF op tegenstand. De vicerector van de universiteit van Baskenland, waar CAF gevestigd is, verklaarde dat de universiteit niet langer met het bedrijf zal samenwerken, zolang het betrokken blijft bij het tramsysteem van de Jerusalem Light Rail in bezet gebied.
Mijnheer de minister, ik denk dat de schorsing door de Raad van State van de verdere onderhandelingsprocedure met CAF een kans biedt, een kans voor de Belgische regering om te zeggen: tot hier en niet verder. Het is een kans voor de NMBS om te zeggen: wij zullen onze verplichtingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en onze engagementen ten aanzien van het internationaal recht nakomen. De NMBS kan CAF verplichten om zich terug te trekken of om het contract anders niet aan CAF te gunnen. Ik denk dat dat cruciaal is.
Vorige week nog zagen we in Brussel meer dan 100.000 mensen op straat, en in het hele land nog veel meer, en overal trokken zij rode lijnen. We zien nog altijd foto's verschijnen van mensen die op hun stoep en in het straatbeeld rode lijnen trekken, met de oproep aan de regering om ook een rode lijn te trekken. Trek een rode lijn tegen Israël.
Tijdens die betoging hoorden we ook continu "boycot Israël" scanderen. Dat is terecht, een boycot is hoognodig. Israël legt immers al jarenlang resolutie na resolutie gewoonweg naast zich neer. Ondertussen wordt Gaza al meer dan zeshonderd dagen platgebombardeerd. Er zijn meer dan 50.000 doden gevallen, als rechtstreeks gevolg van die bombardementen. Heel veel vrouwen en kinderen zijn omgekomen.
Hulpgoederen staan te verkommeren aan de grens, terwijl hongersnood wordt ingezet als wapen. Zelfs de bedeling van die hulpgoederen wordt nu gebruikt om mensen uit bepaalde gebieden weg te trekken, met als doel een volksverhuizing te initiëren. Bovendien wordt aan de hulpposten ook nog eens op mensen geschoten. Dat is de situatie in Gaza.
Op hetzelfde moment – dat krijgt veel minder aandacht door de focus op Gaza – wordt de Israëlische politiek in de nederzettingen ook steeds harder. Ook daar vallen dagelijks slachtoffers. Dagelijks sterven er Palestijnen. Dagelijks worden woningen van Palestijnen afgebroken en vervangen door Israëlische nederzettingen. Israël heeft zijn nederzettingenpolitiek een heel aantal versnellingen hoger geschakeld. Ministers komen daar ook voor uit. Ze benoemen dat op die manier ook. Ze zeggen zonder omwegen dat ze het internationaal recht schenden. De wereld kijkt toe. Er is veel protest op straat, maar helaas veel te weinig bij de regeringen. Europa laat Israël gewoon begaan. Daarom is het belangrijk om een grens te trekken, een rode lijn.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u alle verbintenissen die de NMBS ten aanzien van de federale regering heeft, aangrijpt om duidelijk te maken dat CAF zich moet terugtrekken uit de bezette gebieden en dat u, indien dat niet gebeurt, ervoor zult zorgen dat die miljardenopdracht niet aan zo’n bedrijf wordt gegund.
Mijnheer de minister, dat waren mijn vragen. Ik kijk uit naar uw antwoord.
20.02 Farah Jacquet (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, le contrat du siècle, le contrat du siècle! Je parle de ce fameux contrat de plusieurs milliards d'euros que la SNCB s'apprête à attribuer pour la construction de nouvelles rames. À la fin 2022, la SNCB lançait un appel d'offres pour remplacer plusieurs centaines de rames automotrices. Trois entreprises étaient en compétition: CAF, Siemens, Alstom. En février dernier, le conseil d'administration, où siègent du reste les partis traditionnels, a désigné CAF comme l'entreprise ayant remporté le marché. Quelques semaines plus tard, le Conseil d'État a, lui, suspendu cette décision, relevant une atteinte au principe de transparence que doit absolument respecter une entreprise publique comme la SNCB. À présent, nous apprenons que, demain, soit vendredi 27 juin, la SNCB doit de nouveau se prononcer pour attribuer ce fameux contrat.
Monsieur le ministre, nous l'avons déjà dit et nous le répétons, choisir CAF au lieu d'Alstom constituerait une erreur monumentale. Et je vais vous dire pourquoi. D'abord, ce choix représente un coup de poignard dans le dos de l'emploi local. Alstom produit ses rames en Belgique, à Bruges. Refuser son offre revient à condamner 600 travailleuses et travailleurs à la perte de leur emploi. Oui, 600 travailleuses et travailleurs! Selon les syndicats, "c'est l'arrêt de mort d'Alstom Bruges". Alors que nous sortons à peine d'une année qui fut marquée par une vague historique de faillites dans l'industrie manufacturière, il est irresponsable d'agir de la sorte.
Il y a quelques chose que je ne comprends pas. Pendant toute la campagne électorale des Engagés, vous disiez qu'il fallait construire mieux et dans une plus grande proximité.
Vous prôniez le "made in Belgium" et, ici, comme dirait un autre Jean-Luc – Fonck, pour ne pas le citer – "On ira tous tous tous à Torremolinos". Oui, c'est l'inverse. Je ne comprends pas, il faut qu'on m'explique.
Ensuite, choisir CAF pose aussi une question éthique qui est assez grave. Cette entreprise participe activement à l'extension du tramway des colonies israéliennes à Jérusalem-Ouest, soit dans les territoires palestiniens occupés. Cette violation du droit international de la part de cette société la rend complice avec la politique de génocide du gouvernement israélien. Travailler avec eux rendrait la SNCB indirectement complice. Et je ne suis pas convaincue que les travailleurs de la SNCB soient d'accord.
Monsieur le ministre, que faites-vous concrètement pour que ce contrat profite à l'emploi local? Avez-vous pris la peine de consulter les syndicats d'Alstom?
Quelles mesures prenez-vous pour que les marchés publics servent enfin notre industrie belge? Vous aviez dit que vous vouliez revoir les règles. Qu'en est-il aujourd'hui? Quelles sont les avancées concrètes?
Comment comptez-vous empêcher que nos entreprises publiques participent indirectement à des violations massives du droit international, comme c'est le cas avec CAF et le génocide israélien?
20.03 Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, la décision de la SNCB de privilégier la société espagnole CAF pour le renouvellement massif de son matériel roulant a évidemment interpellé tout un chacun à plus d'un titre.
Ce marché, qui est vraiment d'une ampleur inédite, engage non seulement des milliards d'euros d'argent public mais aussi l'avenir industriel, social et éthique de notre pays. Or la suspension de cette décision par le Conseil d'État souligne déjà l'existence de sérieux doutes quant à la conformité et à l'opportunité du choix posé. Le comité de direction de la SNCB – qui, en tant qu'opérateur du rail, a la responsabilité d'administrer les procédures en matière de marché public – a écarté des entreprises comme Alstom, qui travaille chez nous à Charleroi et à Bruges, au profit d'un fournisseur étranger. Ce faisant, il met en péril des centaines d'emplois locaux et, évidemment, la pérennité des sites industriels stratégiques pour notre économie.
La question de l'impact sur l'emploi et le tissu industriel belges ne peut évidemment pas être reléguée au second plan. Or les marchés publics, selon la législation belge mais aussi européenne, permettent explicitement d'intégrer les critères sociaux, environnementaux et de responsabilité sociétale des entreprises dans l'attribution des marchés.
Comme d'autres citoyens, nous nous posons la question de savoir pourquoi la SNCB n'a pas pleinement mobilisé ses leviers pour soutenir l'emploi local et la relance industrielle. Deuxièmement, le choix de CAF, entreprise impliquée dans le projet de tramway reliant Jérusalem-Ouest aux colonies israéliennes en territoire palestinien occupé, pose une question éthique majeure et même de légalité. Ces colonies sont unanimement reconnues comme illégales en droit international et la Belgique s'est récemment engagée à cesser toute activité économique dans ces territoires. De plus, la nouvelle directive européenne sur le devoir de vigilance impose aux entreprises publiques – donc à la SNCB notamment – d'identifier, de prévenir et de remédier aux risques et aux violations des droits humains dans toute leur chaîne d'approvisionnement.
Comment, dès lors, justifier qu'une entreprise publique belge choisisse de collaborer avec un partenaire qui est impliqué dans des activités contraires à nos engagements internationaux et à la législation européenne? Si l'État lui-même commence à ne pas respecter la législation, ça devient compliqué, vous en conviendrez.
J'en reviens à mon premier propos. Les législations belge et européenne ont évolué pour permettre, justement et même fortement, d'encourager l'intégration des critères sociaux, environnementaux et éthiques dans les marchés publics.
Ces clauses ne sont plus accessoires mais constituent vraiment un outil stratégique pour orienter la commande publique vers plus de durabilité, de respect des droits humains et de soutien à notre économie. Je rappelle que c'est en quelque sorte ce que votre gouvernement souhaite avec 80 % de taux d'emploi. Nous savons que personne n'y croit, mais si en plus vous n'utilisez pas les moyens légaux pour soutenir l'emploi national dans le cadre de vos missions, vous n'y arriverez évidemment jamais.
C'est d'ailleurs pour cette raison que les nouvelles réglementations européennes renforcent ces exigences, en imposant au pouvoir adjudicateur d'intégrer des critères à chaque étape de la procédure. Je ne comprends donc pas pourquoi la SNCB n'a pas pleinement utilisé ces outils pour garantir un marché public exemplaire.
Monsieur le ministre, vu les problèmes de transparence soulevés par le Conseil d'État, la SNCB va-t-elle lancer un nouveau marché public? Vous allez sans doute me dire qu'elle n'a pas trop le choix, l'avis du Conseil d'État étant assez clair.
Comptez-vous intervenir – en tant que ministre de tutelle – auprès de la SNCB pour que, lors du redémarrage son marché public, elle intègre pleinement les critères sociaux et industriels désormais permis et encouragés par la législation, en utilisant cette mauvaise expérience pour rebondir plus positivement?
Comment allez-vous garantir qu'à l'avenir, la localisation de la production et le soutien à l'industrie nationale soient effectivement pris en compte dans tous nos marchés publics?
Prévoyez-vous d'adapter la réglementation ou les pratiques de la SNCB, d'Infrabel et des autres entreprises publiques, pour que ces critères soient systématiquement intégrés et évidemment pondérés? Ayant aussi été bourgmestre, vous connaissez la technique des marchés publics dans l'attribution des marchés.
Mon deuxième point concerne le respect du droit international. Comment évaluez-vous la conformité de la décision de la SNCB avec le droit international et, surtout maintenant, avec la directive européenne sur le devoir de vigilance? Allez-vous là aussi prendre des mesures pour garantir que les entreprises publiques belges respectent strictement nos engagements internationaux?
Comment allez-vous faire pour que ces règles européennes sur le devoir de vigilance et la prise en compte des droits sociaux, environnementaux et humains soient vraiment intégrées dans les marchés publics? Qu'allez-vous mettre en place pour toute entreprise publique qui manquerait à ses obligations? Une circulaire, une nouvelle réglementation ou des mécanismes de contrôle et de sanctions?
C'est vraiment un enjeu essentiel qui dépasse la SNCB.
20.04 Minister Jean-Luc Crucke: Geachte collega's, dank u voor uw interpellaties.
J'ai entendu quelques vérités – pour certains, en tout cas, cela devrait être des vérités –, qui sont en fait des contre-vérités. Quand on parle de marchés importants – et reconnaissons que le marché est important –, quand on parle d'emploi, on a, me semble-t-il, le devoir d'être précis également quant à la décision que pourra prendre ou que prendra demain la SNCB. Et ce qu'elle ne prendra pas comme décision demain, c'est l'attribution du marché.
Depuis des semaines, je dis qu'il n'y a pas
d'attribution du marché. La décision de la SNCB demain, ce ne sera pas
d'attribuer le marché à un soumissionnaire mais de désigner un soumissionnaire
prioritaire qui, selon les critères du cahier des charges d'un marché public,
entrera dans une phase de négociation. Il ne s'agit donc pas de l'attribution
d'un marché. Je sais que le raccourci est peut-être facile, mais ce raccourci
détourne la réalité et le véritable objet de la décision que devra prendre la
SNCB demain. J'y reviendrai
dans quelques instants.
Zoals ik al in de commissie heb gezegd, onderhoudt België tot op heden diplomatieke betrekkingen met Israël. Bij mijn weten gelden er geen sancties tegen dat land voor de activiteiten waarvan sprake.
Si des sanctions économiques devaient ou devraient être adoptées à l’avenir par la Belgique ou l’Union européenne en raison des actes posés par l’État d’Israël, ou avec sa complicité, dans les territoires palestiniens occupés au regard du droit international, la SNCB s’y conformera bien évidemment.
Volgens de openbaar beschikbare documenten zijn de drie inschrijvers voor het MR30-dossier of entiteiten die er banden mee hebben, momenteel actief in de bezette gebieden. Bij aanbestedingen boven de Europese aanbestedingsdrempel, zoals het geval is voor het project MR30, is het wettelijk verplicht voor kandidaten om tijdens de selectiefase een uniform Europees aanbestedingsdocument, het UEA in te dienen.
Dat document moet de deelname aan de overheidsopdracht vergemakkelijken. Het is een eigen verklaring over de uitsluitingsgronden, financiële statuten, capaciteiten en bekwaamheid van bedrijven. Het wordt als voorlopig bewijs gebruikt in alle overheidsopdrachten boven de Europese drempel en heeft tot doel de administratieve lasten te verminderen.
Het document lijst de voornaamste verplichtingen uit de NMBS-gedragscode van de leverancier, inclusief het respecteren van alle mensenrechten, die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering, op. Zo omvat het document de verplichte uitsluitingsgronden van plaatsingsprocedures, indien kandidaten veroordeeld zijn voor misdrijven zoals deelname aan een criminele organisatie, omkoping, fraude, terroristische misdrijven, strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, dan wel de uitlokking ervan, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van dergelijke misdrijven of strafbare feiten, witwassen van geld en financiering van terrorisme, kinderarbeid of andere vormen van mensenhandel, alsook het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.
Daarnaast gaat het in het document ook om volgende facultatieve uitsluitingsgronden - de opsomming is niet exhaustief -, namelijk schendingen van het milieu- of arbeidsrecht of sociaal recht, het aantoonbaar begaan van een ernstige beroepsfout door de kandidaat, waardoor zijn integriteit ernstig in twijfel kan worden getrokken, aanwijzingen dat de kandidaat handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, tweede lid, van de wet betreffende de overheidsopdrachten, de aanwezigheid van een belangenconflict in de zin van artikel 6 van dezelfde wet, dat niet kan worden verholpen met minder ingrijpende maatregelen, wanneer er wegens eerdere betrokkenheid van de kandidaat bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging is opgetreden zoals bedoeld in artikel 52 van de wet betreffende de overheidsopdrachten die evenmin met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen.
Indien een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond van toepassing is op de kandidaat, moet de kandidaat bewijzen dat de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen, voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, ondanks de toepasselijkheid van de uitsluitingsgrond, en dat op eigen initiatief, overeenkomstig artikel 70, § 2 en artikel 70, § 3, tweede lid van de wet inzake overheidsopdrachten.
Die verplichting geldt voor alle verplichte en facultatieve uitsluitingsgronden. Voor de MR30 hebben alle kandidaten, inclusief CAF, de vereiste documenten correct ingediend en bevestigd dat geen van de verplichte of facultatieve uitsluitingsgronden van toepassing was. Voorts voldeden ze aan alle opgelegde selectiecriteria. Bovendien zal de inschrijver aan wie de opdracht finaal wordt toegekend, voor de formele gunning nogmaals moeten aantonen dat er geen enkele uitsluitingsgrond op het bedrijf in kwestie van toepassing is. Op dat moment zal ook gevraagd worden om de NMBS-gedragscode voor leveranciers formeel te ondertekenen.
Daarnaast is het belangrijk om op te merken dat het bestek voor de MR30 een aantal clausules bevat aangaande het verplicht respecteren van nationale en internationale wettelijke kaders. De inschrijver aan wie de opdracht finaal wordt gegund - we zijn zo ver nog niet -, zal zich in ieder geval moeten conformeren aan alle wettelijke vereisten die van toepassing zijn op de opdracht.
In het kader van de maatregelen rond duurzame aankopen die werden overeengekomen in artikel 103 van het openbaredienstcontract, volgt de NMBS nauwgezet de CSR-prestaties van haar potentiële leveranciers op via EcoVadis, een internationaal beoordelingsplatform. EcoVadis beoordeelt bedrijven op vier grote thema's, waaronder het respect voor arbeids- en mensenrechten. Naast de opvolging via het EcoVadisplatform, verifieert de NMBS zelf op regelmatige basis de informatie uit het UEA (Europees Aanbestedingsdocument) van haar leveranciers die deel uitmaken van een erkenningsregeling.
En ce qui concerne les questions sur les critères d'attribution pour la production locale, la SNCB respecte strictement les règles en matière de marchés publics. Dans ce cadre et dans un contexte européen, elle ne peut accorder aucun avantage à une production locale sous quelque forme que ce soit, ou dans le but d'attribuer un meilleur score à un soumissionnaire qui garantirait par exemple une certaine production belge, le développement de compétences spécifiques ou la création d'emplois au niveau local belge. Le droit européen ne le permet pas. La Cour de justice de l'Union européenne a depuis longtemps confirmé ce principe dans une jurisprudence constante.
Les critères d'attribution fondés sur la localisation de la production sont considérés comme discriminatoires à l'égard des soumissionnaires issus d'autres États membres. La localisation de la production n'est par ailleurs pas un critère pertinent pour évaluer la qualité d'une offre. En outre, un critère d'attribution qui viserait à mesurer le niveau de réinvestissement dans l'économie locale n'est pas admissible pour les mêmes raisons.
Il va de soi que la SNCB doit établir des critères d'attribution conformes au droit européen et que tout critère d'attribution ayant pour but déguisé de favoriser un soumissionnaire local est interdit.
L'interdiction de toute discrimination et l'obligation de définir des critères d'attribution en lien direct avec l'objet du marché sont des principes de droit applicables à l'ensemble des pouvoirs adjudicateurs de l'Union européenne.
J'ai effectivement plaidé, et je continue à le faire, pour une refonte des règles relatives aux marchés publics au niveau belge, mais surtout européen, de sorte à permettre à l'avenir la prise en compte, dans les critères de sélection et d'attribution, de l'empreinte environnementale, et en particulier de l'empreinte carbone, de l'ensemble de la chaîne de production et de maintenance, et ce, sur la durée de vie de l'actif des biens industriels. C'est en effet un levier essentiel, à la fois de maîtrise de nos impacts environnementaux, mais également de souveraineté européenne. Cette clause, vous le savez, n'est pas dans le cahier des charges. On peut certes le regretter, mais elle n’y figure pas. Je ne suis pas celui qui a rédigé et approuvé le cahier des charges à l'époque.
Ceci nécessite, il faut en convenir, des outils de mesure et de contrôle des chaînes d'approvisionnement souvent longues et complexes pour que les engagements demandés soient véritables et ne relèvent pas de ce que j'appellerais un effet d'annonce opportuniste.
Dans le cas d'espèce, je tiens à rappeler que la consommation énergétique, dont la mesure objective est plus aisée, est un des quatre critères de sélection qui est présent dans le marché. Cet élément pèse ainsi dans la sélection de l'offre techniquement et économiquement la plus avantageuse sur la durée de vie des trains dont il est question.
Permettez-moi, en conclusion, de souligner l'importance de mener à bien cette commande de matériel qui doit permettre d'assurer les relations de service public à travers le pays dans des conditions de confort et d'efficacité fortement améliorées.
Je ne peux, par ailleurs, que me réjouir d'un processus de mise en concurrence effectif, qui engage plus constructeurs européens.
Je serai particulièrement attentif à la décision que prendra demain le conseil d'administration de l'entreprise autonome qu'est la SNCB, dans le cadre des limites fixées à cette décision, et ne manquerai pas, le cas échéant, de réagir et de la commenter.
20.05 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u begon uw antwoord met de verklaring dat er bij uw weten geen sancties zijn tegen Israël. Het Internationaal Gerechtshof oordeelt echter dat die nederzettingen illegaal zijn en bijdragen aan de apartheid. Intussen is er een VN-mensenrechtenresolutie goedgekeurd, ook door België, waarin staat dat bedrijven zich daar niet mogen moeien, dat zij zich moeten terugtrekken uit die illegale nederzettingen en dat zij daar niet aan mogen bijdragen.
Wat doet CAF? Dat bedrijf legt tramlijnen aan tussen Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever en exploiteert ze. Dat gebeurt dagelijks. Ze zijn daar tot over hun oren bij betrokken, maar er zijn blijkbaar geen sancties. Wat is het woord van het Internationaal Gerechtshof dan nog waard? Wat zijn de VN-mensenrechtenresoluties die wij zelf mee steunen nog waard? Wat is de resolutie die in dit Parlement werd goedgekeurd, waarin ook werd verwezen naar de betrokkenheid van bedrijven, nog waard? Ook daarin werden verwachtingen geformuleerd over de rol van bedrijven in het Israëlische nederzettingenbeleid. Wat is het woord van het openbaredienstcontract nog waard? In dat contract staat dat maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijk is en dat het internationaal recht gewaarborgd moet worden. Daar moeten we op blijven aandringen, terecht. Wanneer dat hier echter op tafel wordt gelegd, luidt het antwoord plots: "Ah nee, er zijn geen sancties. Ze hebben alle formuliertjes juist ingevuld. Het is oké."
Ik begrijp dat niet. Wat heeft het dan nog voor zin dat minister Prévot met zijn diensten zal aandringen op een VN-mensenrechtenresolutie waarin uitdrukkelijk staat dat bedrijven zich moeten terugtrekken, terwijl onze eigenste NMBS dat dan niet hoeft te doen? U verwijst naar de onafhankelijkheid van de NMBS, maar de regering beschikt over een contract waarmee u haar kan dwingen om op dat engagement terug te komen. Ze hoeven dat engagement met CAF niet aan te gaan. Ik vind het dan ook bijzonder pijnlijk dat u zegt dat er geen sancties zijn, waardoor u niets kunt doen. Als regeringen wereldwijd op die manier hun ogen blijven sluiten voor wat daar allemaal misloopt, voor al die illegale praktijken, bevestigd door het Internationaal Gerechtshof, waarom zou Israël er dan mee stoppen? Waarom zou Israël stoppen met Gaza te bombarderen, met het uitbreiden van nederzettingen, met Palestijnen uit hun huizen te jagen en te vermoorden? Waarom zouden ze daarmee stoppen, als ze volgens u door enkele formuliertjes in orde zijn. Dat is een bijzonder pijnlijk antwoord.
Ik hoor minister Prévot dan zeggen dat België weinig kan doen. Wel, dit is nu iets waar België wel iets kan doen, want we hebben de instrumenten in handen. Maar neen, want de formuliertjes dekken alles af, alles is ingevuld, de juiste stempels zijn gezet, we kunnen ons niet moeien.
Mijnheer de minister, natuurlijk hoop ik dat de raad van bestuur morgen verstandig genoeg zal zijn om de opdracht niet aan CAF te gunnen of om ten minste alles wat dat bedrijf doet in die illegale nederzettingen eerst verder te onderzoeken. De bewijzen liggen eigenlijk op tafel. We hebben het echter in Europa ook gezien, soms is extra onderzoek toch nog nodig. Dus ik hoop dat ten minste die eerste stap wordt gezet.
Als dat niet gebeurt, reken ik nog steeds op u en op de diensten van uw collega-minister Prévot, om ervoor te zorgen dat op het moment waarop de onderhandelingsfase afgerond is en er een contract wordt afgesloten met CAF, CAF zich uit die nederzettingen heeft teruggetrokken. Anders schendt het immers het internationaal recht, de VN-mensenrechtenresoluties waarvoor wij zelf pleidooien houden en het openbaredienstcontract. Ik vind dat we dat niet zomaar kunnen laten passeren, want wat is anders een contract of engagement nog waard? Honderdduizend mensen vragen om rode lijnen te trekken en ze hebben groot gelijk, maar wanneer zal de Belgische regering dat ook doen?
Ik hoop dat u dit dossier ter harte zult nemen en de NMBS zult dwingen haar keuzes af te stemmen op het internationaal recht en haar verantwoordelijkheid te nemen. De federale overheid en de NMBS hebben daaromtrent afspraken gemaakt. Ik denk dat het hoog tijd is om daar werk van te maken.
20.06 Farah Jacquet (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. C'est la quatrième fois que je vous interpelle sur ce dossier et, comme à chaque fois, vous ne voulez pas remettre en cause les choix du conseil d'administration de la SNCB, au sein duquel, je le rappelle, siègent des partis traditionnels. Je n'arrive pas à le comprendre car ce gouvernement prétend toujours défendre l'emploi. Or, dans les faits, c'est l'inverse qui se produit. L'industrie est abandonnée, les emplois aussi. Je songe à Van Hool, à Audi Forest. Les fermetures et les licenciements s'enchaînent et, en réponse, la proposition qu'on a entendue de la part de ce gouvernement, c'est une chasse aux chômeurs et une précarisation des emplois.
Maintenant, avec ce contrat à la SNCB, ce sont 600 emplois supplémentaires qui sont potentiellement menacés à Bruges. Et, là encore, on n'entend rien. Monsieur le ministre, pour ce qui me concerne, je crois que ce gouvernement a fait de belles promesses mais laisse une grosse part de trahison, comme ce dossier le confirme. Et, cette politique-là, la population n'en veut pas. Elle l'a dit haut et fort plusieurs fois.
Nous étions encore 35 000 hier matin dans les rues de Bruxelles pour l'emploi, les salaires, nos pensions et nous serons encore là à la rentrée. Par ailleurs, le 15 juin 2025, nous étions aussi 110 000 pour dire stop au génocide à Gaza et pour exiger des sanctions contre Israël. Or, voilà qu'aujourd'hui, la SNCB risque de devenir indirectement complice de la colonisation israélienne. Oui, complice parce que CAF, l'entreprise choisie, participe activement à la construction du tramway qui relie Jérusalem aux colonies illégales.
C'est une violation flagrante du droit international et ce ne sont pas que nos mots. Des universitaires belges l'ont encore rappelé dans une carte blanche très claire. Alors, monsieur le ministre, ayez le courage politique de prendre position.
Dans la motion que je vais déposer, nous vous demandons trois choses simples et essentielles: que vous assuriez que la SNCB fasse le choix de l'emploi local; que vous preniez vos responsabilités pour revoir les règles des marchés publics afin qu'elles favorisent enfin notre industrie; que vous empêchiez nos entreprises publiques de se rendre complices de violations du droit international par l'État d'Israël.
C'est ce que nous demandons, mais c'est aussi ce que les travailleurs demandent, et ce que des dizaines de milliers de citoyens et citoyennes attendent. Les gens attendent des actes, les gens attendent du courage politique.
20.07 Hugues Bayet (PS): Merci beaucoup, monsieur le ministre, pour l'ensemble de vos réponses. Évidemment, vous n'avez pas écrit le marché public, on est bien d'accord et on ne vous le reproche pas. Et, évidemment, ce n'est pas demain qu'ils vont désigner, ils vont faire une première sélection.
Mais il y a quand même un problème parce que l'avis du Conseil d'État est très clair. Il dit qu'il y a un problème de transparence. Cela pose la question légitime de la conformité, de la transparence, comme le Conseil d'État l'a dit. Et cela risque de faire annuler le marché par la suite, quand il y aura une désignation.
En tant que ministre responsable de la SNCB, même si vous n'êtes pas dans le conseil d'administration, vous avez votre mot à dire. Il y a des orientations que vous pouvez prendre. Et donc, je pense qu'il faut absolument sensibiliser le conseil d'administration à cette problématique. On ne peut pas prendre des risques légaux aussi importants sur un tel marché. Premier élément.
Deuxième élément. Vous parlez de la concurrence et du droit européen. Mais il y a plein de clauses qu'on aurait pu ajouter. Vous l'avez d'ailleurs reconnu vous-même. Encore une fois, vous n'y étiez pas, mais on peut mettre des clauses environnementales, on peut mettre des clauses sociales pour imposer à l'adjudicataire de prendre des apprentis en formation, etc. Ça s'est déjà fait dans des marchés avec Alstom, par exemple, à Charleroi, avec l'Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises (IFAPME), le Forem, etc. Toutes ces clauses-là auraient permis de soutenir nos travailleurs, d'avoir le marché du siècle pour nos entreprises, pour nos travailleurs, pour notre économie.
Vous l'avez bien compris, l'enjeu dépasse ici le seul cas de la SNCB. Il s'agit vraiment de la crédibilité de la commande publique, du respect de nos engagements internationaux – je vais y revenir – et du soutien à l'industrie et à l'emploi belge. Et je pense qu'il est vraiment urgent de réaffirmer que les marchés publics ne sont pas de simples appels d'offres financiers, mais des leviers puissants pour une politique industrielle, sociale et éthique ambitieuse.
Et, là, vous avez votre rôle à jouer. Je pense que vous pouvez, comme ministre, imposer le fait que, dorénavant, on ne se retrouve plus jamais dans une situation comme ça. Je pense aussi qu'il faut revoir ce cahier spécial des charges et remettre toute une série de conditions dedans, simplement pour éviter ce genre de problème. Et ça arrive à tous les niveaux de pouvoir – vous avez été bourgmestre, je le suis aussi, et c'est pareil à la Région wallonne. Certains ministres de ce gouvernement – pas vous – foncent parfois comme ça en s'asseyant sur les avis du Conseil d'État. Mais enfin, il s'agit quand même de la légalité!
Donc, nous allons prendre des risques légaux pour un marché – et nous sommes quand même tous d'accord là-dessus: c'est le marché du siècle – et faire comme si de rien n'était, malgré les critiques du Conseil d'État. En l'occurrence, monsieur le ministre, je pense qu'il faut sensibiliser tous les administrateurs de la SNCB. Je compte sur vous. Nous sommes à 100 % d'accord, il faut moderniser la réglementation relative aux marchés publics en Belgique et dans l'Union européenne. La Commission européenne y travaille et devrait normalement soumettre des propositions l'année prochaine. J'espère que vous travaillerez également en ce sens.
S'agissant enfin de l'aspect éthique, là, monsieur le ministre, je ne peux absolument pas vous suivre. "La SNCB respectera, bien sûr, le droit international; et si la Commission européenne dit quelque chose…" Or il n'y a pas besoin d'attendre qu'elle dise quelque chose. C'est la loi. Donc, il faut demander directement à CAF si elle est en conformité avec la directive européenne. Il ne faut pas toujours attendre que cela tombe de l'arbre. Nous pouvons aussi entreprendre une démarche proactive et poser des questions pour nous assurer du respect du droit international et de toutes les règles qui nous sont imposées.
J'ai senti quand même votre volonté de secouer le cocotier et de faire en sorte que ce marché du siècle ne devienne pas la Bérézina du siècle, en raison de nombreux recours qui pourraient être introduits. Je prends acte de votre souhait de travailler sur un modèle de cahiers spéciaux des charges et d'imposer à nos administrations publiques d'insérer plusieurs clauses qui nous permettront de déployer une politique industrielle, sociale et éthique ambitieuse. Vous pouvez compter sur le Parti Socialiste pour être très attentif à ce futur dossier et, surtout, aux règles que vous allez imposer pour que ce cas ne se reproduise jamais.
Je dépose aussi évidemment une motion, monsieur le ministre, pour vous aider en ce sens.
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Staf Aerts en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heer Staf Aerts, van mevrouw Farah Jacquet en van de
heer Hugues Bayet
en het
antwoord van de minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie,
- gelet op de artikelen 101 en 103 van het openbare dienstencontract van de NMBS, die bepalen dat het bedrijf ethische standaarden moet respecteren bij het afsluiten van contracten;
- gelet op het feit dat de eigen gedragscode van de NMBS, "People, Planet & Integrity", van toepassing is op alle leveranciers, inclusief dochterondernemingen en onderaannemers, van de NMBS, en dat deze code expliciet de naleving van de mensenrechten vereist, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en de principes van de Internationale Arbeidsorganisatie;
- gelet op het oordeel van 19 juli 2024 door het Internationaal Gerechtshof dat de hele bezetting van Palestina illegaal is en dat staten, overheden én bedrijven juridisch verplicht zijn om alle medeplichtigheid stop te zetten;
- gelet op de
resolutie die VN-Mensenrechtenraad in april 2025 aannam en waarin
bedrijven werden opgeroepen "to take
all measures necessary to comply with their responsibilities under the Guiding
Principles on Business and Human Rights and relevant international laws and
standards, foremost by terminating their activities in or in relation to the
Israeli settlements and the wall in the Occupied Palestinian Territory,
including East Jerusalem, to withdraw from settlements in order to cease the
immitigable adverse impact of their activities on human rights";
- gelet op het feit dat ondernemingen die, direct of indirect, betrokken zijn bij de Israëlische nederzettingen een hoog risico lopen betrokken te raken bij ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en bovendien riskeren medeplichtig te zijn aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid;
vraagt de regering de nodige maatregelen te nemen opdat
- er door de NMBS geen samenwerking met CAF wordt opgezet zolang dit bedrijf direct betrokken is bij ernstige schendingen van het internationaal recht, zodat de NMBS op dit vlak haar openbare dienstencontract en de eigen gedragscode niet schendt;
- de Belgische overheidsbedrijven altijd voldoen aan onze verplichtingen onder het internationaal recht;
- de Belgische overheid in geen geval direct of indirect bijdraagt aan de schending van het internationaal recht in het algemeen en aan apartheid en bezetting in het bijzonder."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Staf Aerts et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Staf Aerts, de Mme Farah Jacquet et de M. Hugues Bayet
et la réponse du ministre de la Mobilité, du Climat et de la Transition environnementale,
- eu égard aux articles 101 et 103 du contrat de service public de la SNCB, qui disposent que l'entreprise doit respecter des normes d'éthique dans le cadre de la conclusion des contrats;
- eu égard au fait que le propre code de conduite de la SNCB, "People, Planet & Integrity", s'applique à tous les fournisseurs de la SNCB, y compris aux filiales et sous-traitants de la SNCB, et que le respect des droits humains tels qu'ils figurent dans la Déclaration universelle des droits de l'homme, ainsi que dans les principes de l'Organisation internationale du Travail, est explicitement exigé dans ce code;
- eu égard au jugement rendu le 19 juillet 2024 par la Cour internationale de Justice, selon lequel l'occupation de la Palestine est illégale dans son ensemble et les États, pouvoirs publics et entreprises sont juridiquement obligés de mettre fin à toute complicité;
- eu égard à la
résolution adoptée par le Conseil des droits de l’homme de l’ONU en avril 2025,
dans laquelle les entreprises sont appelées "to take all measures
necessary to comply with their responsibilities under the Guiding Principles on
Business and Human Rights and relevant international laws and standards,
foremost by terminating their activities in or in relation to the Israeli
settlements and the wall in the Occupied Palestinian Territory, including East
Jerusalem, to withdraw from settlements in order to cease the immitigable
adverse impact of their activities on human rights;"
- eu égard au fait que les entreprises qui sont engagées, directement ou indirectement, dans des activités liées aux colonies israéliennes risquent dans une large mesure d'être impliquées dans de graves violations du droit international humanitaire et risquent en outre d'être complices de crimes de guerre et de crimes contre l'humanité;
demande au gouvernement de prendre les mesures nécessaires pour que
- la SNCB s'abstienne de toute collaboration avec CAF tant que cette entreprise est directement impliquée dans de graves violations du droit international et évite ainsi d'enfreindre son contrat de service public et son propre code de conduite sur ce plan;
- les entreprises publiques belges satisfassent en tout temps à nos obligations découlant du droit international;
- l'État belge ne participe en aucun cas, directement ou indirectement, à des violations du droit international en général et à l'apartheid et à l'occupation, en particulier."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Farah Jacquet en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heer Staf Aerts, van mevrouw Farah Jacquet en van de
heer Hugues Bayet
en het
antwoord van de minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie,
- overwegende het belang van het 'contract van de eeuw' voor de 600 banen bij Alstom te Brugge en de risico's op ontslagen in geval van niet-toekenning van de opdracht;
- overwegende dat deze regering beweert de werkgelegenheid te beschermen;
- overwegende de actieve medeplichtigheid van CAF aan het Israëlische nederzettingenbeleid en aan het door het Israëlische genocidaire regime gevoerde apartheidsbeleid;
- overwegende het belang van een herindustrialisering van ons land;
- overwegende de ecologische noodzaak van de bevordering van lokale productie;
vraagt de regering
- ervoor te zorgen dat de NMBS voor Belgische productie en lokale werkgelegenheid opteert;
- de regels inzake overheidsopdrachten te herzien ten gunste van onze industrie;
- ervoor te zorgen dat onze overheidsbedrijven zich niet medeplichtig maken aan de schending van het internationale recht door Israël."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Farah Jacquet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Staf Aerts, de Mme Farah Jacquet et de M. Hugues Bayet
et la réponse du ministre de la Mobilité, du Climat et de la Transition environnementale,
- considérant l'importance du "contrat du siècle" pour les 600 emplois d’Alstom à Bruges et les risques de licenciement en cas de non-attribution;
- considérant que ce gouvernement prétend défendre l’emploi;
- considérant la complicité active de CAF dans les colonies israéliennes et dans la politique d’apartheid du régime génocidaire;
- considérant l’importance de réindustrialiser notre pays;
- considérant la nécessité écologique de privilégier la production locale;
demande au gouvernement
- de s’assurer que la SNCB fasse le choix de la production belge et de l’emploi local;
- de revoir les règles relatives aux marchés publics en faveur de notre industrie;
- de s’assurer que nos entreprises publiques ne se rendent pas complices de la violation du droit international par Israël."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Hugues Bayet en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van de heer Staf Aerts, van mevrouw Farah Jacquet en van de
heer Hugues Bayet
en het
antwoord van de minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie,
beveelt de regering aan
- volop de kaart te trekken van de werkgelegenheid en de lokale productie in België, met name met het oog gericht op wat de 'deal van de eeuw' van de NMBS zal worden;
- ervoor te zorgen dat de overheidsbedrijven in hun beoordelingscriteria voor overheidsopdrachten de zorgvuldigheidsplicht inzake mensenrechten, het internationaal recht, de ecologische duurzaamheid en de lokale sociale impact integreren, in overeenstemming met de richtlijnen van de Verenigde Naties inzake het bedrijfsleven en de mensenrechten;
- erop toe te zien, in het bijzonder de ministers die bevoegd zijn voor Overheidsbedrijven en Mobiliteit, dat elke beslissing tot gunning van een overheidsopdracht door een overheidsbedrijf volledig in overeenstemming is met de internationale verbintenissen van België, met name wat betreft de niet-erkenning van onwettige situaties en het niet-verlenen van bijstand bij de handhaving ervan, overeenkomstig het advies van het Internationaal Gerechtshof van juli 2024;
- de NMBS aan te moedigen om de lopende procedure voor de aankoop van nieuwe treinstellen op transparante en billijke wijze te herzien, rekening houdend met alle economische, sociale, ecologische en ethische aspecten, met inbegrip van de productielocatie en de industriële return voor België;
- een strikter en bindender kader uit te werken voor de overheidsopdrachten van de overheidsbedrijven, teneinde de coherentie tussen het aankoopbeleid en de internationale verbintenissen van België te waarborgen;
- zich te verzetten tegen het op 26 februari 2025 door de Europese Commissie voorgestelde Omnibus-pakket en de richtlijn over de zorgplicht van de ondernemingen inzake duurzaamheid, zoals aangenomen onder het Belgisch voorzitterschap, te verdedigen, teneinde de oorspronkelijke Europese verbintenissen inzake duurzaamheid en mensenrechten te vrijwaren;
- een echt industriebeleid in België te ontwikkelen, waarin de overheidsopdrachten als instrument voor economische ontwikkeling geïntegreerd worden."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Hugues Bayet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Staf Aerts, de Mme Farah Jacquet et de M. Hugues Bayet
et la réponse du ministre de la Mobilité, du Climat et de la Transition environnementale,
recommande au gouvernement
- de pleinement tenir compte de l’emploi et de la production locale en Belgique pour notamment ce qui sera le "marché du siècle" de la SNCB;
- de s’assurer que les entreprises publiques intègrent explicitement dans leurs critères d’évaluation des marchés publics la diligence raisonnable en matière de droits humains, de droit international, de durabilité environnementale et d’impact social local, en conformité avec les principes directeurs des Nations unies relatifs aux entreprises et aux droits de l’homme;
- de veiller, en particulier les ministres en charge des entreprises publiques et de la Mobilité, à ce que toute décision d’attribution de marché public par une entreprise publique respecte pleinement les engagements internationaux de la Belgique, notamment en matière de non-reconnaissance de situations illégales et de non-assistance à leur maintien, conformément à l’avis de la Cour internationale de Justice de juillet 2024;
- d’encourager la SNCB à reconsidérer la procédure en cours d’achats de nouvelles rames ferroviaires de manière transparente et équitable, en tenant compte de l’ensemble des éléments économiques, sociaux, environnementaux et éthiques, y compris la localisation de la production et les retombées industrielles pour la Belgique;
-d’élaborer un cadre plus strict et contraignant pour encadrer les marchés publics des entreprises publiques, afin de garantir une cohérence entre les politiques d’achat et les engagements internationaux de la Belgique;
- de s’opposer au paquet "Omnibus" présenté le 26 février 2025 par la Commission européenne et de défendre la directive sur le devoir de vigilance des entreprises en matière de durabilité telle qu’adoptée sous la présidence belge, afin de préserver les engagements européens initiaux en matière de durabilité et de droits humains;
- de développer une véritable politique industrielle en Belgique, qui intègre les marchés publics comme instrument de développement économique."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Aurore Tourneur en Nawal Farih en de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf en Oskar Seuntjens.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Aurore Tourneur et Nawal
Farih et MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf et Oskar Seuntjens.
20.08 Aurore Tourneur (Les Engagés): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour le vote sur cette motion.
Le président: Merci, madame Tourneur.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu
ultérieurement. La discussion
est close.
21.01 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, u hebt ongetwijfeld de conclusies van het Verzekeringscomité gelezen. Ze zijn bijzonder verhelderend. Sinds maandag weten we dat de ongerustheid en de woede niet alleen bij de artsen leven. Van de ziekenhuizen tot de mutualiteiten, van de verpleegkundigen tot de kinesitherapeuten, iedereen wijst de kaderwet en uw werkwijze af.
Ik zou mij nu kunnen beperken tot het voorlezen van de bevindingen van het Verzekeringscomité. Die waren immers niet mis te verstaan. Ik zal dat echter natuurlijk niet doen, al zijn enkele citaten zo treffend dat ik eigenlijk niet anders kan dan ze toch even vermelden. Ik doe dat vooral, mijnheer de minister, omdat u mij verweet spoken te zien. Die spoken staan vandaag echter jammer genoeg zwart op wit.
Ik citeer: “We zijn bezorgd over de wijze waarop dergelijke hervormingen tot stand komen. In een sneltreinvaart worden zij uitgewerkt, zonder grondig voorafgaand debat en los van de bestaande overlegstructuren." Ik zeg dat niet, mijnheer de minister. Het zijn de bevindingen van het Verzekeringscomité. Iedereen, behalve uzelf, klaagt dat er onvoldoende overleg is geweest over deze kaderwet. Die conclusies worden ruim gedeeld in het werkveld. De rode draad is dat iedereen doodongerust is over de uitholling van het oh zo geroemde overlegmodel. Dat is, zoals u weet, de eerste conclusie die ik hier al weken loop te verkondigen. Ik ben dan ook erg opgelucht dat ik daarin word bijgetreden.
Tweede vaststelling, het is cruciaal dat u eerst werk maakt van de hervorming van de nomenclatuur en van de ziekenhuishervorming. Ook dat hebben we hier tot in den treure herhaald. Nu word ik unaniem bijgetreden door het Verzekeringscomité en jawel, zelfs door de voorzitter van Les Engagés. Uw meerderheidspartner, niet waar? Ik heb het kunnen lezen in de krant. Domus Medica, een organisatie die vaak nagenoeg met één stem met u spreekt, treedt mij ook bij:
"Frank Vandenbroucke is heel intelligent, maar zijn vaardigheden om te overleggen en in dialoog te gaan, kunnen beter."
Wij hebben al meer dan twintig jaar geen staking meer gekend in de sector. Dat artsen nu willen staken, is dus niet niets. Dat zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de voorzitter van Les Engagés. Ook Domus Medica is duidelijk, de hervorming kan volgens hen niet los worden gezien van de hervorming van de nomenclatuur en van de ziekenhuisfinanciering.
Mijnheer de minister, de conclusie klinkt u wellicht bekend in de oren. Ik excuseer mij daarvoor, maar wij hebben herhaaldelijk op die nagel geklopt. Blijkbaar delen ook een aantal meerderheidspartijen onze bezorgdheid. Kortom, u hebt geen draagvlak voor uw kaderwet, voor uw wet van wantrouwen, niet in uw eigen regering, niet bij de zorgverstrekkers en niet in het Verzekeringscomité. De wet wakkert het wantrouwen verder aan.
Het huis van de gezondheidszorg staat volledig in brand. Dan zou men denken dat het tijd is om te blussen. Dat is echter maandag in het Verzekeringscomité alvast niet gebeurd. Ik heb immers begrepen dat artsen daar aan uw vertegenwoordigers hebben gevraagd wat de tijdslijn is. Zij kregen geen antwoord. Zij vroegen hoe het verder zal gaan met het ontwerp. Komt er overleg in de overlegorganen of via de regering? Ook op die vraag kregen zij geen antwoord. Wij staan in brand. Het is tijd om te blussen.
Kortom, de vertrouwensbreuk tussen u en de gehele gezondheidszorg is compleet. Ik merk dat op zonder enige vorm van politieke overdrijving of recuperatie. Ik hoef enkel te kijken naar de feiten en te luisteren naar wat mij wordt verteld. Voor sommige artsen is de breuk zo diep dat zij voor het eerst sinds decennia overgaan tot staken. Dat is iets wat volledig ingaat tegen het DNA van elk zorgberoep.
Mijnheer de minister, collega’s, waarom is die onvrede zo groot? Het hele wetsontwerp, dat voor alle duidelijkheid nog niet eens is ingediend in het Parlement, wordt verworpen door alle zorgverstrekkers. Daarom ben ik het ontwerp de wet van het wantrouwen gaan noemen. Het ademt immers een machtsgreep uit van u als minister. U verweet mij hier enkele weken geleden dat ik in uw aanpak een vorm van staatsgeneeskunde zag. U moest erom lachen. Het woord staat natuurlijk niet letterlijk in het verslag van het Verzekeringscomité, maar in de wandelgangen gonst het ervan.
Het woord weerklinkt trouwens niet alleen in de wandelgangen. Ik luisterde vanochtend naar de radio en ook de voorzitter van de MR, de heer Bouchez, neemt het woord ‘médecine d’État’ in de mond. Hij verwees expliciet naar het Engelse model, precies datgene waarvoor wij hier al weken waarschuwen.
Minister, enkel met de kennis vanop het terrein kan men zinvolle hervormingen doorvoeren. Ja, ze beseffen dat het budget niet oneindig is. Ja, ze zien de vergrijzing op zich afkomen. Ja, ze zijn zich ervan bewust dat er efficiënter gewerkt kan worden en dat overconsumptie bestreden moet worden.
U verdedigt uw wet vooral door de aandacht af te leiden, door iedereen hier, inclusief uw collega's en de pers, op te poken dat de excessen eruit moeten. U hebt het dan over de ereloonsupplementen. Misschien is die terminologie zelfs fout. Gaat het wel over ereloonsupplementen? Of gaat het over ziekenhuistechnologie en innovatietoeslagen? Toeslagen aan artsen en ziekenhuizen voor wat de overheid niet compenseert. Toeslagen om te compenseren wat niet gevraagd mag worden aan een steeds grotere groep mensen met een verhoogde tegemoetkoming. Lees: de mensen aan wie slechts één euro kan worden gevraagd.
Eindelijk – ik ben er blij om – zeggen de ziekenhuizen nu in het publieke debat letterlijk dat ze die supplementen, toeslagen, nodig hebben voor de financiering van hun organisatie, voor de innovatie binnen het ziekenhuis, voor de financiering van hun personeelsleden. Opnieuw, ik hoef dat niet te zeggen. Ik heb dat gisteren gelezen in een persbericht van zeven ziekenhuizen in het Antwerpse. Die supplementen beperken, brengt ziekenhuizen onmiddellijk in de problemen. Ambulante praktijken idem dito. De uitbreiding van de groep mensen met een verhoogde tegemoetkoming, gecombineerd met het verbod aan deze steeds groter wordende groep ereloonsupplementen aan te rekenen, verplicht ziekenhuizen ertoe die supplementen te concentreren bij de overige rechthebbenden.
U hebt ook gezegd, minister, dat die supplementen amper 1 % of 2 % uitmaken van het budget van een ziekenhuis. Maar het is die 1 % of 2 %, die algauw toch miljoenen euro’s bedragen, die het verschil maakt tussen verlieslatend zijn en niet-verlieslatend zijn. Ik heb me daarover geïnformeerd, mijnheer de minister. Alleen al de supplementen voor een eenpersoonskamer zorgen ervoor dat artsen 300 miljoen afstaan ten voordele van hun ziekenhuizen.
Dat is erg veel. Dat bedrag vormt het sluitstuk van de begrotingen van die ziekenhuizen. Ik weet dat u zult zeggen dat de plafonnering van de honorariumsupplementen pas ingaat op 1 januari 2028. U weet perfect dat u dat ook vroeger kunt doen. U zult daartegen inbrengen dat de hervormingen samen moeten ingaan, dat dat uw intentie is. Wel, mijnheer de minister, zorg dan dat u die kaderwet terugtrekt en zorg ervoor dat u dat overlegmodel opnieuw begint te respecteren.
De ziekenhuisfinanciering is al jaren ontoereikend. Essentiële diensten kampen structureel met onderfinanciering. U vindt dat zorg toegankelijk moet zijn. Die zorg delen wij met u. De onterechte consumptie van gezondheidszorg leidt echter tot uitgeputte artsen en lange wachttijden. Wat zal de toegankelijkheid van de zorg nog waard zijn, als er een echt zorginfarct komt?
Zult u gewoon voortdoen of zult u toch
luisteren naar de striemende kritieken? Komt u vooral niet af met de
bijsturingen in de marge waarnaar u al verwees, want die gaan het probleem niet
oplossen. Als u verdergaat met uw kaderwet, wat is dan de tijdlijn? Tot slot,
mijnheer de minister, voelt u nog voldoende vertrouwen om uw beleid voort te
zetten? Ik hoor en lees
immers enkel wantrouwen.
21.02 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, c'est du jamais vu depuis au moins 60 ans. Ce 7 juillet, un grand nombre de médecins, généralistes comme spécialistes, vont faire grève en laissant leur cabinet fermé et en n'assurant pas leurs consultations à l'hôpital, à cause de l'Arizona et à cause de votre avant-projet de loi-cadre jugé inacceptable. Ce qui frappe en première appréciation, c'est que le reproche ne concerne pas seulement le fond des mesures, mais aussi une absence de toute concertation jugée sérieuse et une vision jugée autoritaire des rapports entre État et professions médicales. Franchement, le mot autoritaire et le reproche d'autoritarisme en politique belge, on ne l'entend pas souvent. Même sous la loi pandémie et le Covid, je ne me souviens pas que le reproche ait été formulé.
Vous conviendrez que soumettre volontairement cet avant-projet sans concertation auprès du monde médical et des prestataires de soins n'a guère de sens, si ce n'est brusquer sans vergogne les parties concernés. J'observe en outre que ce lundi, l'ensemble du Comité de l'assurance de l'INAMI s'est prononcé contre votre texte. Nous sommes donc dans une impasse, car quoi qu'on en dise, votre projet de réforme est brutal.
D'abord, il y a évidemment la suppression du conventionnement partiel. Rappelons que celui-ci permet à des médecins de prester deux types différents d'activités, des heures en milieu hospitalier et une activité complémentaire en externe, ce qui permet d'élargir les plages de consultation.
Les syndicats médicaux craignent que la suppression de cette option de déconventionnement partiel incitera de nombreux médecins à supprimer ces plages élargies, avec le risque d'explosion des délais d'attente, ce qui conduira évidemment un grand nombre d'entre eux à se déconventionner totalement. Rappelons qu'aujourd'hui, le délai d'attente est actuellement de 81 jours pour un rendez-vous chez un spécialiste en Belgique. Dans un sondage récent du journal Le Spécialiste, près de la moitié des 5 000 médecins interrogés déclarent vouloir se déconventionner dans de telles conditions. Le déconventionnement partiel a pourtant la vertu de maintenir des soins abordables sans bloquer la flexibilité indispensable, surtout dans des grands hôpitaux et pour plusieurs spécialités en tension.
De plus, dans le projet, seuls les médecins conventionnés pourront prétendre à certaines aides financières pourtant octroyées par l'INAMI, comme la prime télématique et la prime relative à l'organisation de la pratique des généralistes, destinée à couvrir des coûts réellement supportés.
À l'avenir, toutes les primes et toutes les rémunérations forfaitaires pourraient donc être concernées. On voit sans difficultés le danger: les médecins déconventionnés risquent d'augmenter leurs tarifs en vue de compenser la perte de ces primes.
L'autre grand grief est la limitation des suppléments d'honoraires. Je peux entendre qu'une réforme est nécessaire, notamment en termes de transparence. Je peux entendre qu'il faut que le patient soit pleinement informé de ce que vont financer d'éventuels suppléments. Est-ce pour du matériel médical, pour la rémunération des médecins? Mais ce que vous envisagez va achever un certain nombre d'hôpitaux sur le plan financier, surtout dans le sud du pays. Selon les calculs effectués par la fédération UNESSA, limiter les suppléments d'honoraires à 125 % en chambre individuelle en hospitalisation classique ou de jour, et à 25 % en ambulatoire, revient à plonger des hôpitaux dans une situation financière inextricable, et ce, dans un contexte où le secteur a enregistré depuis deux années consécutives un résultat d'exploitation négatif. En effet, sur les 690 millions d'euros de suppléments d'honoraires hospitaliers en chambre particulière, 300 millions d'euros servent à financer les coûts de fonctionnement des hôpitaux.
La fédération UNESSA dénonce même le caractère communautaire de pareilles décisions. Limiter les suppléments, comme vous l'envisagez, est une mesure qui aggrave les inégalités régionales. Les études de l'Agence InterMutualiste (AIM) démontrent que, vu les réalités immobilières hospitalières et sociales, les hôpitaux flamands ont la possibilité d'appliquer des suppléments d'honoraires sur une proportion plus élevée de leur population. Ainsi, pour obtenir un même montant total de financement hospitalier via les suppléments – 150 millions d'euros – les hôpitaux francophones doivent appliquer un pourcentage de suppléments plus élevé sur une population plus réduite. C'est ce qui explique qu'un plafonnement à 125 % se traduira par une perte pour les hôpitaux sur ce poste: moins 38 % pour la Wallonie, moins 58 % pour Bruxelles et seulement moins 17 % pour la Flandre.
Mes questions sont très simples, monsieur le ministre.
Quand on fait le compte, et qu'on voit ce que disent les médecins, les syndicats, les généralistes, les spécialistes, l'opposition, mais aussi vos partenaires politiques, qui soutient encore cette réforme? C'est une vraie question.
Quel est l'état de la concertation sur cet avant-projet de loi-cadre?
Quel calendrier souhaitez-vous appliquer à cette réforme si jamais vous persistez?
Que répondez-vous au fait que les mesures envisagées témoignent d'un climat de défiance totale entre vous et le secteur?
21.03 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, in België betalen patiënten een groot deel van de zorgkosten uit eigen zak, één euro op zes. Dat is meer dan in onze buurlanden en dat blijft niet zonder gevolgen. We stellen vast dat steeds meer mensen noodzakelijke zorg uitstellen omdat ze die simpelweg niet meer kunnen betalen. Dat is bijzonder triest.
Hoe komt het dat we zoveel uit eigen zak moeten betalen? Dat komt omdat de ziekenhuizen platzak zijn door jarenlange onderfinanciering. Vier op de tien ziekenhuizen staan in het rood, moeten afdelingen sluiten en op zoek gaan naar financiering. Dan gaat de hele machine aan het rollen. Ons gezondheidssysteem is gebaseerd op een betaling per prestatie. Per onderzoek, per scan, per ingreep, per consultatie komen er inkomsten binnen. De directie oefent daarom druk uit op het personeel om zoveel mogelijk prestaties aan te rekenen om de kas te spijzen. Dan zijn er nog de ereloonsupplementen, waarmee bedragen gevraagd kunnen worden die een, twee of zelfs drie keer hoger zijn dan de werkelijke kostprijs, allemaal ten laste van de patiënt. Zonder supplementen kost een bevalling bijvoorbeeld enkele honderden euro's. Met supplementen kan dat oplopen tot wel 3.000 euro. We zien dat het probleem groter wordt. In 2023 betaalden de patiënten in ons land samen 697 miljoen euro aan supplementen voor ziekenhuisopnames. In sommige gevallen ging het om meer dan 10.000 euro voor één opname van een patiënt. Dat is een ernstig probleem, daarover zijn we het eens.
Maar wat doet u dan? U lanceert volle chasse hervormingen, met veel toeters en bellen, met de voeten vooruit, maar die komen uiteindelijk neer op halfslachtige maatregelen, waarmee u heel wat mensen tegen zich in het harnas jaagt. U pakt het structurele probleem, de onderfinanciering van de ziekenhuizen, niet aan. Integendeel, deze regering bespaart op de zorg en dreigt het probleem zelfs te verergeren. Ook aan het systeem van de prestatiegeneeskunde wordt niet geraakt. Dat blijft een taboe.
Wat doet u dan wel? U stelt een plafond in voor de ereloonsupplementen. U weet dat wij dat probleem ook willen aanpakken. U wilt het plafond leggen op 125 % bij een hospitalisatie. Wij maken ons echter zorgen. Het gemiddeld supplement bedroeg 106 % in 2022 en 73 % van de ziekenhuizen in België vroegen supplementen onder dat gemiddelde. In Vlaanderen was dat zelfs 93 %. De ziekenfondsen hebben hun bezorgdheid geuit dat het concrete gevolg van uw hervorming een harmonisering van de supplementen zal zijn, met als resultaat dat in het overgrote deel van de ziekenhuizen de supplementen in de praktijk zullen stijgen. Dat is net het tegenovergestelde van wat u beoogt.
Bovendien geeft u met de ene hand wat u met de andere hand afpakt. U wil enerzijds de ereloonsupplementen aanpakken, maar anderzijds het remgeld voor de patiënt verhogen. Dat is geen taboe. Het is echter duidelijk een vestzak-broekzakoperatie, mijnheer de minister.
Daarbovenop holt u ook de conventie uit. U wil dat meer artsen zich conventioneren – daarvoor hebt u aan ons een partner – maar u valt wel het conventiemodel aan door af te stappen van vaste tarieven en het model te openen voor richttarieven, waardoor de tariefzekerheid voor de patiënt niet meer zou bestaan. De mutualiteiten noemen dat, heel treffend, vermomde ereloonsupplementen. Al die maatregelen zullen tot gevolg hebben dat de factuur voor de patiënt stijgt. Dat wou ik zeggen over de inhoud.
Nu ga ik even in op de manier waarop, mijnheer de minister. Daar is het hier al uitgebreid over gegaan. Het is ongezien. U jaagt op heel korte tijd alle zorgverleners, ziekenfondsen, zorginstellingen – kortom, het volledige Verzekeringscomité van het RIZIV – tegen u in het harnas. Ook binnen de regering rijdt u een brokkenparcours.
Wat horen we op het terrein? U luistert niet, u drukt uw wil door, u hebt geen respect voor het sociaal overleg, en dat voor een socialistisch minister. Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.
Veel actoren zijn bezorgd dat de plafonnering van de erelonen losgekoppeld is van de hervorming van de nomenclatuur en van de ziekenhuisfinanciering, terwijl dat net één geheel had moeten zijn. Wat is uw antwoord daarop?
Denkt u zelf niet dat de richttarieven een mechanisme vormen dat het conventiemodel uitholt?
Wat antwoordt u op het risico op harmonisatie en dus in de praktijk een verhoging van het merendeel van de supplementen?
Wat gaat u concreet ondernemen om het vertrouwen van de zorgverleners te herstellen?
Worden de hervormingen die u wil doorvoeren eigenlijk gedragen door uw coalitiepartners of is dit een soloslim van Vooruit?
21.04 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le ministre, plus de 3 000 euros de facture pour une hospitalisation, ce n’est pas rare du tout. C’est évidemment la douche froide pour les patients concernés. Des mois et des mois pour obtenir un rendez-vous chez certains spécialistes à l’hôpital, sauf si vous allez dans un cabinet privé et que vous avez les moyens de sortir 80 euros, au lieu des 12 euros demandés à l’hôpital grâce à l’application du tiers payant. Même dans certains hôpitaux, quand vous prenez rendez-vous chez un spécialiste, vous ne savez pas toujours ce que vous allez payer, en fonction du moment du rendez-vous. En effet, à certains moments, le médecin appliquera les tarifs de la convention, et à d’autres, il vous fera payer un supplément. C’est, en somme, au petit bonheur la chance.
Avec tout cela, une personne sur deux dans notre pays reporte des soins, soit parce qu’elle n’a pas les moyens de les payer, soit parce qu’elle a peur de ne pas pouvoir les payer, avec les conséquences dramatiques que cela peut avoir: des diagnostics et des traitements plus tardifs voire trop tardifs, impliquant des traitements et des prises en charge plus complexes.
Pour le Parti Socialiste, la santé est un droit. Nous continuerons à nous battre pour que chacune et chacun puisse bénéficier de soins de qualité, accessibles financièrement. Nous continuerons à soutenir les mesures qui protègent les patients des suppléments imprévus, injustes et excessifs. La médecine à deux vitesses, clairement, nous n’en voulons pas. Nous sommes convaincus que des réformes sont nécessaires pour plus d’accessibilité, plus de sécurité tarifaire, pour plus de lisibilité et plus de transparence.
Monsieur le ministre, au début du mois de juin, vous avez présenté un projet de réforme dont les principaux points sont un plafonnement des suppléments d’honoraires dans les hôpitaux et en ambulatoire; la fin du système de conventionnement partiel; des primes au bénéfice des seuls médecins conventionnés; une extension des tarifs maximaux pour les prestataires conventionnés. Tout y passe!
Depuis, c’est un vent de colère qui souffle dans tout le secteur de la santé. Ce lundi, syndicats, mutualités, fédérations hospitalières, syndicats médicaux – tous les acteurs de la santé – vous ont tourné le dos lors de la réunion du Comité de l’assurance. Leurs arguments divergent mais tous dénoncent une méthode brutale pour faire passer cette réforme d’envergure.
Vous savez que notre système de santé est complexe. Si l’on veut le réformer, il est indispensable d’impliquer tous les acteurs – les médecins, les hôpitaux, les mutualités – du Nord comme du Sud. Il faut aussi prendre en compte les réalités de l’ensemble du pays, sans quoi, cela sera évidemment voué à l’échec et les patients en paieront le prix fort.
Ce serait tout bonnement inacceptable. Toucher aux patients, clairement, c’est non.
Monsieur le ministre, comment comptez-vous restaurer la confiance et relancer le dialogue avec l’ensemble des acteurs de la santé? Quel timing envisagez-vous pour cette réforme, sachant qu’elle doit absolument être liée à celles du financement des hôpitaux et de la nomenclature? À défaut, vous risquez évidemment de mettre les hôpitaux à genoux.
Pouvez-vous aujourd'hui nous garantir que vous tiendrez tête à vos partenaires du gouvernement en refusant toute mesure qui pourrait affaiblir le système de conventionnement, diminuer l’accessibilité des soins et toucher au portefeuille des patients? Je vous remercie.
21.05 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, uw zogenaamde hervormingswet is niets minder dan een technocratisch en centralistisch project dat duidelijk geen draagvlak heeft in het veld. De reacties zijn niet min: artsensyndicaten spreken van een breekpunt, de ziekenhuizen worden overspoeld met onzekerheid en verpleegkundigen, specialisten en eerstelijnszorgverleners voelen zich compleet genegeerd.
Het overleg? Dat is dood. Wat heeft overleg trouwens nog voor zin, als u uw wet toch doordrukt? Intussen geraakte bekend dat het Verzekeringscomité een negatief advies heeft gegeven en dat is zeer uitzonderlijk. Als immers zelfs het Verzekeringscomité zich tegen de hervorming keert, zit er fundamenteel iets fout en dat weet u maar al te goed.
De hervorming houdt geen rekening met de noden op het terrein en al zeker niet met de verschillen tussen de regio’s. Het is namelijk algemeen bekend dat de excessen zich vooral voordoen bij Waalse en Brusselse ziekenhuizen, artsen en zorgverstrekkers. Het is daar dat de overconsumptie moet worden aangepakt. Vooral daar kunnen efficiëntiewinsten worden geboekt. Met een overheveling van de gezondheidszorg naar de regio’s kan er meer, beter en efficiënter worden ingespeeld op de regionale verschillen. U wilt echter net artikel 43 van de WUG-wet, dat streekovereenkomsten mogelijk maakt, opheffen. Vlaanderen moet dus weer maar eens mee het bad in. Dat is voor het Vlaams Belang communautair onaanvaardbaar.
Verontrustend is ook dat de hervorming voorziet in de mogelijkheid om het RIZIV-nummer van artsen op te schorten, als zij zich niet conformeren aan de richtlijnen of het zorgmodel die de overheid – lees, u – oplegt. U moet het hoofd niet schudden, want het is zoals ik zeg.
Dan is er nog het automatische verlies van de indexering, als 60 % van de zorgverleners het voorgelegde akkoord niet aanvaardt. De indexering van de erelonen gaat dan niet alleen verloren voor die 60 %, maar ook voor de brave 40 % zorgverstrekkers dat de akkoorden wel volgt. Dat is te gek voor woorden. Zal de regering bijvoorbeeld bij de eerstkomende onderhandelingen met ambtenaren, spoorwegpersoneel of gepensioneerden ook zeggen dat ze alleen een indexering krijgen als ze alle eenzijdige, door de minister opgelegde maatregelen aanvaarden? Zot, zotter, zotst.
Mijnheer de minister, de medische wereld is zich ervan bewust dat hervormingen moeten worden doorgevoerd. Men heeft dan ook verschillende voorstellen op tafel gelegd, maar u bent blind en doof voor die voorstellen. U ziet met een paardenbril uitsluitend uw eigen hervorming.
Het voorontwerp is een politieke bulldozer. Het egaliseert elk protest en er wordt niets opgebouwd. U slaat de ziel uit de zorg en dwingt de sector tot het laatste drukkingsmiddel, staking. Hebt u al eens stilgestaan bij wat een dergelijke staking betekent? Dat betekent uitgestelde zorg, nog langere wachttijden en nog meer druk op de ziekenhuizen en zorgverstrekkers.
Mijnheer de minister, wie hield nu eigenlijk de pen vast bij het opstellen van de hervormingswet? Was dat uzelf of uw kabinet? Of werd de tekst u ingefluisterd door uw ziekenfonds Solidaris? De maskers vallen stilaan af. Wat men in Engeland afschaft omdat het niet werkt, wilt u hier invoeren. Het Vlaams Belang zal zich daar met alle democratische middelen tegen verzetten. We staan aan de zijde van onze zorgverstrekkers en van de patiënten. Voor het Vlaams Belang moet zorg betaalbaar, toegankelijk en kwaliteitsvol zijn. Wie kan daar beter voor zorgen dan onze zorgverstrekkers, de mensen in het werkveld?
Mijnheer de minister, heeft overleg nog zin, als u al bij voorbaat slechts punten en komma’s wilt aanpassen? Hoe zult u de vertrouwensbreuk ooit nog kunnen herstellen? Bent u bereid het proces stop te zetten en een nieuwe ronde van grondig overleg te starten, ditmaal met respect voor de betrokken actoren? Welke timing kleeft u daarop?
21.06 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, we zijn in deze regering gestapt omdat we willen hervormen in de arbeidsmarkt, de fiscaliteit, de pensioenen en de gezondheidszorg, en omdat we willen investeren, ook in de gezondheidszorg.
Dat zullen we ook doen, met als de doelstelling de gezondheidszorg goed te houden en betaalbaarder te maken en om ongelijkheden te bestrijden, zowel wat betreft de patiënten als tussen zorgverstrekkers onderling, zodat we een robuust systeem voor de toekomst hebben. De methode is overigens heel duidelijk aangegeven in het regeerakkoord. Ik ben eigenlijk heel tevreden dat ik deze interpellaties heb gekregen omdat ze mij toelaten om alles nog even op een rijtje te zetten.
Ik zal het eerst hebben over de kalender en het overleg. Het is absoluut noodzakelijk om de wijze waarop ziekenhuizen gefinancierd worden grondig te hervormen. Die financiering is duister, verkeerd, leidt tot overproductie en overconsumptie, is niet adequaat en zorgt voor conflicten tussen artsen en beheerders. Bovendien maakt de ziekenhuisfinanciering het niet mogelijk om te komen tot een eerlijk en correct systeem van zuivere vergoedingen voor artsen, waarop dan ook geen afdrachten meer geheven worden.
We zijn de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuur nu al drie jaar aan het voorbereiden, onder meer in focusgroepen van artsen-specialisten van het terrein, die discipline per discipline samen nadenken over hoe men hun taken en prestaties moet evalueren. We zijn daarin zeer ver gevorderd.
Er is een werkgroep onder leiding van Jo De Cock, de oud-administrateur-generaal van het RIZIV. Hij overlegt al geruime tijd met de artsenvakbonden over de hervorming van de financiering en de vergoeding voor de consultaties, waarbij het echt gaat over de tijd die de arts investeert in de patiënt.
De artsenvakbonden zitten in dat overleg mee aan tafel. Het zal resulteren in voorstellen die, overeenkomstig het regeerakkoord, tegen het einde van dit jaar klaar moeten zijn. Het regeerakkoord stelt dat er dan een jaar tijd is om alles af te ronden, om de nomenclatuur beter en eerlijker te maken voor de artsen en om de ziekenhuisfinanciering te hervormen in het belang van iedereen. Tevens stelt het regeerakkoord dat als daarover geen akkoord bereikt wordt tussen de betrokkenen, artsenorganisaties, ziekenhuis–directies, ziekenhuiskoepels en mutualiteiten, de regering zelf knopen zal doorhakken voor het einde van 2026.
In het regeerakkoord staat ook zeer uitdrukkelijk dat er een nieuw wetgevend kader moet zijn voor de totstandkoming en de inhoud van conventies voor het einde van dit jaar. Het regeerakkoord bepaalt letterlijk dat die nieuwe wetgeving voor het einde van dit jaar gepubliceerd moet zijn. Veel elementen daarvan worden in algemene termen aangegeven in het regeerakkoord, niet in detail.
Als men dus zegt te zullen nadenken over een nieuw conventiemodel en als die wetgeving gepubliceerd moet zijn voor het einde van dit jaar, dan gaat het uiteraard ook over de ereloonsupplementen. Ook dat staat letterlijk in het regeerakkoord.
In het regeerakkoord staat ook dat de ereloonsupplementen moeten worden beperkt en verminderd, in samenhang met de herziening van de nomenclatuur. Ik citeer letterlijk: "Intussen," dus zonder te wachten op eender wat, "moeten we de excessen aanpakken en de ereloonsupplementen harmoniseren.” Intussen, onmiddellijk, nu. Dat staat in het regeerakkoord.
In vergelijking daarmee is mijn aanpak veel voorzichtiger, ik neem meer tijd. Ja, dat is zo. Ik zie lachende reacties, maar het is niet om mee te lachen. Ik weet waarom ik dat doe. Ik doe dat omdat het delicaat is. Ik weet waarom ik dat doe, mijnheer Dermagne. U moet daar niet mee lachen. Ik doe dat omdat het delicaat is.
In plaats van onmiddellijk maatregelen te nemen tegen excessen en meteen de harmonisering door te voeren, in plaats van te beslissen dat het nieuw conventiemodel onmiddellijk van toepassing moet zijn, zoals eigenlijk in het regeerakkoord staat, heb ik meteen gesteld dat we de taken uit het regeerakkoord zullen uitvoeren, maar dat alles betreffende het nieuw conventiemodel en de supplementen in de praktijk niet eerder dan in 2028 ingevoerd zal worden.
Ook voor de bestrijding van excessen en de harmonisering ben ik voorzichtiger, omdat ik weet dat het delicaat is, hoewel in het regeerakkoord staat dat dat nu moet gebeuren. Ik neem meer tijd dan het regeerakkoord voorschrijft, namelijk pas in 2028. Dat is volgens mij belangrijk.
Aangezien het regeerakkoord bepaalt dat die wetgeving er voor het einde van dit jaar moet liggen en omdat ik een actieplan tegen fraude moet hebben dat begin volgend jaar up and running is, ben ik al in april met de artsenorganisaties en de ziekenfondsen beginnen te spreken. Ik heb in april alle krachtlijnen van het ontwerp – niet de details of de cijfers – uitgelegd en om reacties gevraagd.
Op 3 juni heb ik dat herhaald voor alle actoren van het Verzekeringscomité. Ik heb hen daarbij ook de tekst met alle details bezorgd en gevraagd om op 23 juni in het Verzekeringscomité alle commentaren te verzamelen. Ik heb gevraagd om die opmerkingen schriftelijk in te dienen en heb die ook gekregen. Vervolgens zullen we daarover goed gestructureerd overleggen. Dat doen we gewoon; dat is de afspraak.
Mevrouw Sneppe, als dusdanig heeft het Verzekeringscomité geen advies gegeven. Ik heb van iedereen talloze opmerkingen en kritieken gekregen, vaak in verschillende richtingen, wat ook normaal is. De opmerkingen van de mutualiteiten gaan een andere richting uit dan die van de artsenorganisaties. Dat is normaal. Ik heb dat allemaal ontvangen.
Vanavond ga ik bijvoorbeeld alles grondig doornemen met de vakbonden van de artsen en de tandartsen, omdat zij samen een eigen akkoordensysteem hebben, en de mutualiteiten. Dat gaat niet alleen over punten en komma’s. Alles is bespreekbaar, maar wel op basis van goede argumenten en met inachtneming van de doelstellingen: betaalbaarheid, tariefzekerheid en een eerlijke verloning voor artsen. We gaan alles bekijken. Alles is bespreekbaar, maar wel met die duidelijke doelstelling. Dat overleg loopt dus. Ik zou heel tevreden zijn als we over de pensioenhervorming en de arbeidsmarktflexibiliteit een even grondig overleg konden voeren.
Dat gezegd zijnde, wil ik graag voor enkele zaken die ik heb aangehaald, precies duiden wat ze betekenen.
Om te beginnen, inzake de aanpak van excessen en de harmonisering stelt het regeerakkoord dat we daar onmiddellijk mee moeten beginnen. Nu, onmiddellijk. Ik doe dat niet, ik wacht, ik neem mijn tijd.
Hoe valt het nu uit te leggen dat voor een bevalling in het ene ziekenhuis ereloonsupplementen worden aangerekend van, laten we zeggen, 600 tot 660 euro bijkomend en in een ander ziekenhuis drie keer zoveel? De vraag is onbeantwoord, dus ik moet hem herhalen. Dat valt toch moeilijk uit te leggen. Het is maar een van de vele voorbeelden.
Ik stel voor dat we met ingang van 2028, niet vroeger, in het kader van de harmonisering en de bestrijding van excessen, vastleggen dat er in ziekenhuizen een plafond moet zijn van 125 % boven op het officieel tarief. Dat is het dubbele en een kwart erbij. Dat ligt nog steeds boven het gemiddelde, aangezien het gemiddelde 106 % bedraagt. Ik stel dus meer dan het gemiddelde voor.
Mevrouw Eggermont, u hebt een bijzonder
vreemde interpellatie gehouden. Men kan toch niet tegelijkertijd zeggen dat het
een verschrikkelijk slecht idee is omdat de tarieven zogezegd zullen stijgen en
tegelijk beweren dat ik de ziekenhuizen naar het faillissement zou drijven.
Probeert u alstublieft een argument te kiezen. Kies eens een argument. Kiest u
misschien vooral langs welke kant u wilt staan. Ik verkies de kant van de patiënt.
Monsieur DéFI, vous voulez en faire un
débat communautaire. Et ce n'est pas une bonne idée. Ce n'est pas un débat
communautaire. Pas du tout! Toutefois, si vous voulez en faire un débat
communautaire, essayez de trouver des arguments qui tiennent la route! Ce que
vous avez dit ici ne tient pas du tout la route. Pas du tout!
Ik zal me in het Nederlands uitdrukken, omdat ik het in het Nederlands voor me liggen heb. Dat is allemaal gepubliceerd. U zegt hier dat het een aanval is op de Franstalige en de Brusselse ziekenhuizen, omdat die minder gefortuneerde patiënten hebben en ze dus minder ereloonsupplementen kunnen vragen. De feiten zijn echter gepubliceerd. Bij hoeveel hospitalisaties wordt een ereloonsupplement gevraagd? In Brussel bij 18 %, in Vlaanderen bij 13 %. Dat is toch minder? In Wallonië gaat het om 11 %. Geen groot verschil dus. Uw argument is totaal naast de kwestie, dat klopt totaal niet. Daar is gewoon niets van aan. Als u er graag een communautair debat van maakt, kijk dan naar de feiten. Ik ben daar niet voor. Het is geen communautair debat. Voor mij is het een ander debat.
Ik zal extremen noemen. We kunnen een globale statistiek opmaken. Wat is de verhouding tussen de massa aan officiële erelonen die gevraagd worden en de supplementen erbovenop? Wat is die verhouding voor alle hospitalisaties, van rijke patiënten en arme patiënten, van Vlamingen, Brusselaars en Walen? Wat is de verhouding? Wel, er is een ziekenhuis in België waar die verhouding 7 % is. Voor elke euro officieel ereloon is er 7 cent supplement. Er is ook een ziekenhuis, mevrouw Merckx, waar de verhouding 101 % is. Voor elke euro aan het officiële tarief is er 1 euro supplement. Zelfde systeem, zelfde financiering, mevrouw Eggermont. In het ene ziekenhuis is er voor elke euro officieel ereloon echter 7 cent supplement, in het andere ziekenhuis is er voor elke euro officieel ereloon een euro supplement. Dat is wel moeilijk uit te leggen.
Voor mij is alles bespreekbaar. Alles. Geen punten en komma's. Alles. Grondig. Ik hoop dat dit ook voor andere hervormingen zo zal zijn. Men moet echter wel met feiten komen en de argumenten moeten uitgelegd worden. Misschien is er een uitleg voor. Het zou kunnen. Er zijn ziekenhuizen waar het 60 cent per euro is. Er zijn ziekenhuizen waar het 50 cent per euro is, of 30 cent. Men moet dit echter uitleggen.
Ik hoop dat men ook correct kan zijn over andere zaken.
Ik moet op mijn spreektijd beginnen letten.
Mevrouw Sneppe, waarover gaat dat, die RIZIV-nummers? Ik kan u het voorbeeld geven van een zogenaamde thuisverpleegkundige die in werkelijkheid een oplichter is, iemand die prestaties factureert die nooit geleverd zijn. Wat gebeurt er dan? Er wordt de betrokkene gezegd dat dat niet gaat, dat hij of zij dat moet terugbetalen en er wordt een boete opgelegd. Het jaar daarna factureert hij echter opnieuw en het jaar daarna opnieuw.
Ik heb er nu de tijd niet voor, maar ik kan u concrete dossiers voorlezen van zorgverstrekkers die voor meer dan een miljoen euro aan valse prestaties hebben gefactureerd. Zij moeten dat bedrag terugbetalen, maar doen dat niet en blijven gewoon verder factureren, jaar na jaar.
De administrateur-generaal van het RIZIV kan uiteraard niet naast de computer gaan staan om te controleren wat daar binnenkomt aan facturen, om alle namen te checken en zich te herinneren dat die bepaalde persoon iemand is die eerder al op fraude is betrapt, om hem of haar dan tegen te houden. Het is veel eenvoudiger: het nummer waarmee wordt gefactureerd wordt geschrapt. Dat is veel eenvoudiger.
(…): (…)
21.07 Minister Frank Vandenbroucke: Neen, dat kan niet. Daar is geen enkele wettelijke basis voor. Dat is vandaag totaal discretionair. Mevrouw Sneppe, ik wil dat allemaal verduidelijken. Ik heb er geen enkel probleem mee dat de tekst misschien slecht geschreven is. Dat gaat niet over (…). Ik ben bereid om dat te doen.
Soms wordt echter zorgverleners terecht de mogelijkheid ontzegd om hun beroep uit te oefenen wegens ernstige wantoestanden, zoals verslaving of andere misbruiken. Niettemin blijven zij actief. Ik kan u meerdere gevallen tonen van dergelijke personen die bleven werken en patiënten bleven ontvangen. Die patiënten wisten dat niet. Omdat zij een terugbetaling kregen van hun mutualiteit, meenden zij dat alles in orde was, terwijl het gevaarlijk was. Er is een heel eenvoudige oplossing: zet dat nummer stil. Eerlijk gezegd, wie is daar nu tegen? Bent u daar nu tegen? Meent u echt dat u tegen die stilzetting bent? Is er iemand die van mening is dat van iemand die jaar na jaar frauduleus factureert en zich bezighoudt met oplichting – dat zijn geen zorgverstrekkers – het RIZIV-nummer niet mag worden stopgezet? Menen wij dat nu? Dat kunnen wij toch niet menen als wij het menen met solidariteit, met een zorgvuldige omgang met het geld van de sociale zekerheid en met het doel dat geld te laten terechtkomen bij eerlijke artsen, eerlijke thuisverpleegkundigen en niet bij oplichters?
Het is dus inderdaad nodig, denk ik, dat we daar eens grondig doorheen gaan.
Collega’s, we gaan hierover zeer grondig overleggen en dat allemaal goed bekijken, met iedereen – artsen, tandartsen, kinesitherapeuten, de koepels van de ziekenhuizen – zoals het hoort. We bespreken dat ook in de regering en we zullen ons houden aan het regeerakkoord. Wat de timing betreft, ben ik voorzichtiger dan het regeerakkoord, maar ik hoop dat u mij dat niet kwalijk neemt.
Ik voer overleg zoals er, hoop ik, ook overleg zal worden gepleegd over het ontwerp betreffende de pensioenen en het ontwerp rond arbeidsmarktflexibiliteit. Daar ga ik van uit.
Het gaat niet over punten en komma’s. Waar
het wel over gaat, collega’s, is goede gezondheidszorg die betaalbaar blijft
voor de mensen. Het gaat over het bestrijden van fraude, over excessen en over
dingen die niet uit te leggen zijn. Het gaat over een systeem van
gezondheidszorg waarin zelfstandigen aan de slag zijn – prima, daaraan zullen
we niets veranderen – en waarin mensen individueel kunnen kiezen om al dan niet
toe te treden tot de conventie. Ook daaraan zullen we niets veranderen. Aan de
besluitvormingsprincipes van de medicomut wordt niets veranderd. Gewoon niets,
in tegenstelling tot allerlei dingen die daarover verteld zijn. Niets. Het gaat over een eerlijk en
solidair systeem.
Donc, je le répète, nous devons investir dans les soins de santé, et nous le faisons. Toutefois, il faut aussi réformer pour qu'ils restent de qualité, accessibles et abordables à l'avenir. Le projet proposé respecte les axes et le calendrier dans une interprétation plus prudente, cela dit. Le calendrier est repris très précisément dans l'accord de gouvernement. Outre cette réforme, d'autres initiatives importantes sont également à l'ordre du jour, notamment pour maintenir le budget de l'assurance maladie-invalidité sur la bonne voie en 2026 et pour préserver la marge d'investissement nécessaire afin de répondre aux besoins nouveaux d'une population vieillissante. En parallèle, la préparation de la réforme du financement des hôpitaux et de la nomenclature se poursuit en vue d'un débat approfondi en 2026. Donc, évidemment, je souhaite que tous ces chantiers de réforme se déroulent en étroite concertation et sans tabou. Nous en appelons à la responsabilité de tous, en espérant que chacun prendra ses responsabilités. C'est la seule façon de garantir que notre système de soins de santé reste viable.
Cela étant, je suis optimiste parce que les gens que je rencontre dans d'autres réunions sont motivés par le bien-être de leurs patients. Eh bien, nous aussi. C'est là-dessus que nous allons nous trouver. Par conséquent, poursuivons de la manière qui a été très bien prévue par l'accord de gouvernement.
21.08 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer de minister, ik twijfelde even of ik naar het spreekgestoelte zou komen voor de repliek, want het laatste wat ik wil, is dat ik, zoals u in uw antwoorden, uit de hoogte zou klinken.
Mijnheer de minister, u verwijst herhaaldelijk naar het regeerakkoord. En ja, ook ik heb een en ander in het regeerakkoord gelezen, maar ik heb dat niet geïnterpreteerd als een vijandige overname van het overlegmodel. Blijkbaar is dat ook het geval met de collega's van vooral de Franstalige partijen. Zelfs de MR en Les Engagés geven een andere lezing van uw regeerakkoord. Ik verwijs naar de verklaring van de voorzitter van Les Engagés: het gevaar is dat we door te snel of te ver te willen gaan, iedereen van ons vervreemden.
Mijnheer de minister, ik heb indruk dat u precies dat aan het doen bent. Ik heb goed naar uw antwoord geluisterd. We weten dat u het goed meent met de zorg. Alleen vrezen we dat u het niet op de juiste manier aanpakt. Iedereen ziet dat, behalve u.
Uiteraard zijn we allemaal voorstander van toegankelijke zorg. Maar wilt u alstublieft onder ogen zien dat de zorg door uw beleid net minder toegankelijk wordt? Wetenschappelijk onderzoek toonde al aan dat het ondoordacht alsmaar toegankelijker maken van de gezondheidszorg rechtstreeks tot ontoegankelijkheid kan leiden.
De ondoordachte drempelverlagingen leiden immers net tot meer consumptie en tot overbelasting van zorgverstrekkers, met als gevolg patiëntenstops, wachtlijsten en dus minder toegankelijke zorg. U bereikt net het omgekeerde van wat u beoogt. Dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn; dat zal ook niet uw bedoeling zijn, maar het is wel wat er gebeurt. En wat is het resultaat? Het zorgsysteem wordt overbelast, compleet overbelast. U probeert dat te bestrijden door overal de gaten te dichten, maar u pakt de essentiële oorzaak eigenlijk niet aan.
Als u echt impact wilt hebben op de gezondheidszorg van de komende jaren, zou ik nu toch echt starten met uw hertekening van de nomenclatuur. Ik hoor u zeggen dat u daar al lang mee bezig bent. We kijken uit naar het resultaat ervan, net als naar het resultaat van de ziekenhuisfinanciering. Iedereen doet dat. En intussen, mijnheer de minister, als u het vertrouwen nog wilt herstellen, steek uw kaderwet diep diep in een kast op uw kabinet, tot u klaar bent met uw hervormingen. Dat is ook de inhoud van onze motie van aanbeveling, die hopelijk ook enkele meerderheidspartijen, minstens de Franstalige meerderheidspartijen, zullen steunen, want dat is exact wat zij in de media bepleiten.
21.09 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, mijnheer Vooruit, je me demandais l'autre jour comment ce gouvernement était parvenu, en étant autant ancré au centre droit, à se mettre à dos les magistrats, et puis les médecins, aussi rapidement. Et, en vous écoutant, durant ces 10 à 15 minutes, je crois que j'ai compris. En fait, on ne vous comprend pas. Personne ne vous comprend. Nous errons tous dans les ténèbres, et vous êtes le seul à avoir accès à la vérité et à la lumière des idées du monde de Platon. C'est assez extraordinaire. Nous avons tous tort. Nous, c'est-à-dire évidemment l'opposition, les médecins spécialistes et généralistes, les syndicats de médecins, et même vos collègues de la majorité qui s'expriment régulièrement. Ils n'ont visiblement pas lu le même accord de gouvernement que vous.
On vous a mal compris, en fait. Vous êtes même gentil, vous n'exécutez pas l'accord de gouvernement aussi rapidement qu'il devrait l'être. Vous consultez davantage que ce que vous ne devriez. Il n'y a rien de communautaire, même si des acteurs de terrain, qui comparent la situation des hôpitaux en Flandre, en Wallonie, à Bruxelles pour des raisons objectives, par exemple la question de l'immobilier, affirment le contraire.
Si vous menez les concertations avec le même dédain que vous venez de montrer vis-à-vis des parlementaires, je comprends que cela ne fonctionne pas. Et je suis inquiet pour la suite de vos réformes. Je dépose, moi aussi, une motion qui invite le gouvernement à reprendre la main, à instaurer une véritable concertation parce que ces réformes – qui doivent avoir lieu, c'est indispensable – ne peuvent fonctionner avec ce ton-là, cette méthodologie-là et ce mépris-là.
21.10 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, dank voor uw verhelderende antwoord. Als u in het sociaal overleg dezelfde houding aanneemt, begrijp ik dat die daar veel woede opwekt. Het is immers alsof u met een glimlach bedaard zegt: “Het zal toch zo zijn, jullie hebben dat allemaal niet begrepen.” Al dat protest is volgens u dus overdreven. Nochtans bent u erin geslaagd om de volledige zorgsector op stelten te zetten. Artsen die staken, dat is ongezien. Dan zegt u nog steeds: “Ze hebben het allemaal niet begrepen.” Proficiat.
U hebt ook niet geluisterd. Dat is een van de kritieken die al zo vaak zijn geuit in het debat over de ereloonsupplementen. U zegt dat wij moeten kiezen tussen de financiering van de ziekenhuizen en de supplementen. Dat is net ons punt: u moet die twee van elkaar loskoppelen. Er moet een basisfinanciering zijn, de financiële middelen, die voortkomt uit de groeinorm. Op die manier kunnen de ereloonsupplementen worden afgeschaft. U hebt immers toegegeven dat u mikt op harmonisatie. Uw plafond van 125 % ligt zelfs boven het huidige gemiddelde. De meeste ziekenhuizen kunnen die dus nog verhogen. Dat noemt u goed voor de ziekenhuisfinanciering? Net dat is onze kritiek. Die harmonisatie zal ervoor zorgen dat de ereloonsupplementen op veel plaatsen zullen toenemen. Dat is slecht voor de patiënt, die die factuur moet betalen.
De oplossing voor de ziekenhuisfinanciering is een degelijke publieke financiering en die blijft nu uit. Er wordt gemorreld aan de groeinorm, waardoor er ten opzichte van het ongewijzigd beleid 2 miljard euro wordt bespaard. Daar zit het probleem. Er worden miljarden gevonden voor oorlog, maar voor de zorg is er niets. Wat moeten ziekenhuizen dan doen? Zij moeten ereloonsupplementen innen. U wilt dat harmoniseren, maar het concrete gevolg zal zijn dat op veel plaatsen de supplementen zullen stijgen. Een paar excessen worden aangepakt, maar in het algemeen zullen ze stijgen.
U zegt dat wij een kant moeten kiezen. Wij kiezen heel duidelijk de kant van de publieke financiering, van een sterke gezondheidszorg, van het afschaffen van de ereloonsupplementen en van het eindelijk aanpakken van het grote taboe in de geneeskunde: het loon van de artsen. Ik hoop dat u niet plooit voor de druk van de specialisten die willen dat daaraan niet wordt geraakt. Het is zeer terecht dat hier een debat wordt gevoerd over het loon van artsen. Dat wordt via onze sociale zekerheid gefinancierd. Het is dan ook terecht dat de samenleving daarover regels uitvaardigt.
U raakt echter niet aan de prestatiegeneeskunde. U wilt niet af van dat model, waarbij alles wordt bepaald door het aantal scans, onderzoeken en ingrepen dat wordt uitgevoerd. Waarom kiezen we niet voor een vast loon voor artsen, zoals dat al het geval is in de universitaire ziekenhuizen? Veel artsen vragen daar ook om. Verlos hen van dat prestatiesysteem, zodat ze kunnen doen waarvoor ze gestudeerd hebben, namelijk zorgen voor hun patiënten, los van de prestatiedruk.
Wij hebben heel duidelijk een kant gekozen. U doet dat niet meer. U gaat mee in de hervormingen en in de sociale afbraak. Oké, we gaan het remgeld verhogen. Geen taboes meer voor Vooruit. Dat is dan meegaan in liberale logica. Het enige wat u daar nog tegenover stelt, is het beschermen van de zwaksten. Dat is nu de visie van Vooruit geworden, terwijl wij een visie hebben op geneeskunde die ten goede komt aan de hele werkende klasse. Wij zeggen neen tegen de verhoging van de factuur voor de patiënten, met de ereloonsupplementen en met het remgeld.
21.11 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le ministre, réussir une réforme, c'est obtenir l'adhésion, c'est pouvoir se concerter avec les acteurs concernés. Pas une concertation "à la Jambon", si vous voyez ce que je veux dire. Pas une concertation du genre "cause toujours et j'y mets fin unilatéralement quand j'en ai envie". Non, ce que nous demandons, c'est cette concertation que vous nous avez promise ici, une concertation sans tabou. C'est à cette condition que nous vous donnerons le bénéfice du doute.
Je vous demande à la fois de rester à l'écoute du terrain mais aussi de maintenir des lignes rouges. Nous n'accepterons jamais qu'on touche aux patients – et je me fais ici leur écho en ce Parlement –, ils sont encore beaucoup trop nombreux à ne pas pouvoir se soigner en temps voulu; beaucoup trop nombreux à attendre un rendez-vous chez un spécialiste; beaucoup trop nombreux à ne pouvoir s'acheter des médicaments.
Et je pense qu'au rayon des nombreuses injustices, c'est certainement celle qui me fait le plus mal. Ne pas pouvoir se soigner, mettre sa vie en danger faute de moyens financiers, quel dramatique constat. Oui, le système de conventionnement doit être renforcé, pas affaibli; la sécurité tarifaire des patients doit être renforcée, pas affaiblie; l'accessibilité aux soins doit être renforcée, pas affaiblie.
21.12 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, u verkoopt uw kaderwet hier als een pakketje van efficiëntie en toekomstgericht denken, maar ik vergelijk uw hervormingswet met een doos. Wat zit er in die doos? Ze kan leeg zijn, zonder draagvlak, zonder visie, zonder vertrouwen. Het kan ook de doos van Pandora zijn, die chaos en wantrouwen loslaat in ons zorglandschap, maar het kan ook gewoon de kartonbak zijn, waar bijvoorbeeld het overlegmodel al in ligt, maar waar uw voorontwerp eigenlijk ook in zou moeten liggen.
Wie op die manier met de zorgverleners en de zorg van het land omgaat, verdient geen ministerpost, maar een duidelijke stopknop. Ik kijk dan ook naar de andere regeringspartijen. Laat u zich gijzelen door de socialisten? Laat u het toe dat de socialistische minister ons zorglandschap in de vernieling jaagt?
Les Engagés, uw voorzitter was kritisch, maar wat doet u ermee? Bij de MR, met de heer Bacquelaine en bij cd&v blijft het stil en bij de N-VA – dit is nog het strafste – schreeuwde men vorige legislatuur, terecht, moord en brand en eiste men herhaaldelijk het ontslag van de minister om dan na de verkiezingen dezelfde man weer in het zadel te hijsen. Ongelooflijk en allesbehalve geweldig.
Mijnheer de minister, het draagvlak is weg, verstoord, verwoest. Het overlegmodel is vermorzeld. De autonomie van de arts wordt ondergraven, de kwaliteit van de zorg staat op het spel, net als de toegankelijkheid en de betaalbaarheid voor de patiënten, maar u blijft steken in budgetpolitiek en ideologie. Er is een vertrouwensbreuk. Het overlegmodel is dood en u hebt als minister gefaald. Mocht u enig fatsoen hebben, dan zou u ontslag nemen, maar we weten dat u geen of weinig fatsoen hebt. Daarom zullen we straks ook een motie van aanbeveling indienen om het overleg weer op het goede spoor te krijgen en echt te luisteren naar het werkveld.
U verwijst graag naar het regeerakkoord. In het regeerakkoord van de vivaldiregering stond dat de gezondheidszorg zou worden gesplitst.
Dat is nooit gebeurd. Maak daarvan eens werk. Dat is pas een efficiëntiewinst. Dat levert heel wat besparingen op.
Mijnheer de minister, het overleg moet weer op de sporen gezet worden. U moet weer echt luisteren naar het werkveld. Doe het voor onze zorgverstrekkers. Doe het voor onze ziekenhuizen. En vooral, doe het voor onze patiënten.
Motions
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Irina De Knop en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van mevrouw Irina De Knop, van de heer François
De Smet en van de dames Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder en Dominiek
Sneppe
en het
antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Armoedebestrijding,
vraagt de regering
- het ontwerp van Kaderwet in te trekken;
- eventuele hervormingen te laten samenlopen met de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de herijking van de nomenclatuur, en dit in overleg met het werkveld binnen de bestaande overlegstructuren."
Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Irina De Knop et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Irina De Knop, de M. François De Smet et de Mmes Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder et Dominiek Sneppe
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté,
demande au gouvernement
- de retirer le projet de loi-cadre;
- de faire coïncider d’éventuelles réformes avec la réforme du financement des hôpitaux et la révision de la nomenclature, et cela en concertation avec les professionnels du terrain au sein des structures de concertation existantes."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van mevrouw Irina De Knop, van de heer François
De Smet en van de dames Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder en Dominiek
Sneppe
en het
antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Armoedebestrijding,
- gelet op het voorontwerp van kaderwet van de federale minister van Volksgezondheid dat op ontevredenheid stuit bij de medische wereld, waardoor de sector op 7 juli een protestactie houdt zoals we die al tientallen jaren niet meer gezien hebben;
- gelet op het feit dat de voorgestelde maatregelen (afschaffing van de gedeeltelijke conventionering, beperking van de ereloonsupplementen bij een ziekenhuisopname, niet-indexering van de erelonen, …) niet alleen een rechtstreekse impact hebben op de sector, maar ook bedoeld zijn als een aanval op het liberale sociale model van ons gezondheidszorgsysteem;
- op het feit dat deze maatregelen nadelige budgettaire gevolgen dreigen te hebben voor de financiering van de ziekenhuizen, in het bijzonder in Brussel en in het zuiden van het land, volgens de berekeningen die reeds gemaakt werden;
- gelet op het feit dat deze hervorming op termijn dan ook een aanzienlijke negatieve impact kan hebben op de toegang tot de gezondheidszorg;
- gelet op het feit dat deze hervorming voorgesteld werd zonder het nodige sociaal overleg met de representatieve artsensyndicaten;
vraagt de regering
- te zorgen voor het noodzakelijke en cruciale overleg met de syndicaten;
- voordat het ontwerp afgerond wordt een diepgaande analyse te maken van de nadelige gevolgen die een dergelijke hervorming kan hebben voor de medische sector, de ziekenhuisfinanciering en uiteindelijk de patiënten, en de nodige evenwichtige corrigerende maatregelen en beslissingen in de tekst op te nemen."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Irina De Knop, de M. François De Smet et de Mmes Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder et Dominiek Sneppe
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté,
- eu égard à l'avant-projet de loi-cadre du ministre fédéral de la Santé Publique qui mécontente le monde médical, justifiant un mouvement de protestation inédit depuis plusieurs décennies du secteur, le 7 juillet prochain;
- eu égard au fait que les mesures proposées (suppression du conventionnement partiel, limitation des suppléments d'honoraires en hospitalisation, refus de non-indexation des honoraires .... ) touchent le secteur directement et visent à attaquer le modèle libéral social de notre système de santé publique;
- eu égard au fait que ces mesures sont susceptibles d'avoir des conséquences budgétaires dommageables pour le financement des hôpitaux, plus principalement à Bruxelles et dans le Sud du pays, selon les calculs déjà effectués; - eu égard au fait que cette réforme peut donc avoir à terme un impact significatif négatif sur l'accessibilité aux soins de santé;
- eu égard au fait que cette réforme a été présentée sans la nécessaire concertation sociale avec les syndicats représentatifs des médecins;
demande au gouvernement
- de veiller à une concertation nécessaire et essentielle avec les organisations syndicales;
- d'analyser en profondeur les conséquences potentiellement dommageables de pareille réforme pour le secteur médical, le financement des hôpitaux, et au final les patients, avant toute finalisation et d'y amener les correctifs et arbitrages équilibrés."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Natalie Eggermont en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van mevrouw Irina De Knop, van de heer François
De Smet en van de dames Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder en Dominiek
Sneppe
en het
antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Armoedebestrijding,
- overwegende dat de structurele onderfinanciering van de Belgische ziekenhuizen artsen duwt naar presteren en het vragen van supplementen;
- overwegende dat het aangerekende bedrag aan ereloonsupplementen bij ziekenhuisopnames in 2023 697 miljoen euro bedroeg;
- overwegende dat het aandeel eigen betalingen in het Belgische gezondheidssysteem opmerkelijk hoger is dan in buurlanden;
- overwegende dat de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg voor de patiënt op het spel staat;
- overwegende dat er in de komende legislatuur bijna 2 miljard euro zal worden bespaard in onze gezondheidszorg en dit de druk op ziekenhuizen enkel zal verhogen;
- overwegende dat de huidige plannen van de minister geen structurele oplossing bieden voor de onderfinanciering van de ziekenhuizen;
- overwegende dat het voorstel van de minister om ereloonsupplementen te plafonneren onvoldoende is afgestemd op een bredere hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de nomenclatuur, zoals ook aangekaart door zorgverleners, ziekenfondsen en ziekenhuizen;
- overwegende dat het plafond van 125% bij ziekenhuisopnames en 25% bij ambulante zorg nog steeds leidt tot aanzienlijke kosten voor de patiënt;
- overwegende dat de mutualiteiten en vakbonden waarschuwen dat het principe van richttarieven de tariefzekerheid en transparantie voor patiënten dreigt te ondermijnen;
- overwegende dat de intenties van de minister niet raken aan de betaling per prestatie;
- overwegende dat actoren in de zorgsector zich niet voldoende gehoord of betrokken voelen in het beleid van de minister;
- akte nemend van de aangekondigde staking door de artsen van BVAS;
- overwegende de verdeeldheid binnen de regering over deze gezondheidshervormingen;
vraagt de regering
- te zorgen voor een voldoende en structurele basisfinanciering van ziekenhuizen, op basis van het principe van gezondheidsdistricten;
- de betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor de patiënt centraal te stellen bij elke hervorming van de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld door de ereloonsupplementen volledig af te schaffen;
- stappen te ondernemen, weg van het systeem van financiering per prestatie. Bijvoorbeeld door artsen een correct en vast loon te bieden, naar het voorbeeld van de universitaire ziekenhuizen."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Natalie Eggermont et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Irina De Knop, de M. François De Smet et de Mmes Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder et Dominiek Sneppe
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté,
- considérant que le sous-financement structurel des hôpitaux belges incite les médecins à réaliser des prestations et à demander des suppléments;
- considérant que le montant des suppléments d'honoraires facturé dans le cadre d'hospitalisations a atteint 697 millions d'euros en 2023;
- considérant que la quote-part personnelle des patients est nettement plus élevée dans le système des soins de santé belge que dans les pays voisins;
- considérant que l'accessibilité des soins et leur coût abordable pour les patients sont en jeu;
- considérant qu'au cours de la législature à venir, nos soins de santé feront l'objet de près de 2 milliards de coupes budgétaires et que ces économies ne feront que renforcer la pression exercée sur les hôpitaux;
- considérant que les projets actuels du ministre n'offrent pas de solution structurelle au sous-financement des hôpitaux;
- considérant que la proposition du ministre visant à plafonner les suppléments d'honoraires n'est pas suffisamment axée sur une réforme plus vaste du financement des hôpitaux et de la nomenclature, comme l'ont également indiqué les prestataires de soins, les mutualités et les hôpitaux;
- considérant que les plafonds de 125 % pour les hospitalisations et de 25 % pour les soins ambulatoires entraînent toujours des coûts considérables pour les patients;
- considérant que les mutualités et les organisations syndicales attirent l'attention sur le fait que le principe des tarifs indicatifs risque de porter atteinte à la sécurité tarifaire et à la transparence pour les patients;
- considérant que les intentions du ministre ne concernent pas le paiement à la prestation;
- considérant que les acteurs du secteur des soins de santé estiment ne pas être suffisamment entendus ni être suffisamment associés à la politique du ministre;
- prenant acte de la grève annoncée par les médecins de l'ABSyM;
demande au gouvernement
- de veiller à un financement de base suffisant et structurel des hôpitaux, qui repose sur le principe des districts de santé;
- de mettre le coût abordable et l'accessibilité des soins pour les patients au centre de toutes les réformes des soins de santé, par exemple en supprimant totalement les suppléments d'honoraires;
- de prendre des initiatives en vue d'abandonner le système du financement par prestation, par exemple en offrant aux médecins une rémunération adéquate et fixe, à l'exemple des hôpitaux universitaires."
Een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ludivine Dedonder en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van mevrouw Irina De Knop, van de heer François
De Smet en van de dames Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder en Dominiek
Sneppe
en het
antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Armoedebestrijding,
geeft de regering de aanbeveling
- te garanderen dat het remgeld niet zal stijgen en dat er in de toekomst geen maatregelen genomen zullen worden die een impact hebben op de fysieke of financiële toegankelijkheid van de zorg;
- het vertrouwen te herstellen en de dialoog met alle actoren van de gezondheidszorg via de overlegorganen weer aan te knopen."
Une quatrième motion de recommandation a été déposée par Mme Ludivine Dedonder et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Irina De Knop, de M. François De Smet et de Mmes Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder et Dominiek Sneppe
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté,
recommande au gouvernement
- de garantir qu’il n’y aura aucune augmentation de la contribution personnelle des patients et qu’aucune mesure n’impactant l’accessibilité physique ou financière des soins aux patients ne sera prises à l’avenir;
- de restaurer la confiance et relancer le dialogue avec l’ensemble des acteurs de la santé à travers les organes de concertation."
Een vijfde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellaties van mevrouw Irina De Knop, van de heer François
De Smet en van de dames Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder en Dominiek
Sneppe
en het
antwoord van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met
Armoedebestrijding,
- gelet op de stakingsaanzegging van de artsensyndicaten van 7 juli 2025;
- gelet op de brief van de verenigde zorgverleners aan de eerste minister inzake de voorstellen in het voorontwerp;
- gelet op de sociale onrust in de zorgsector;
- gelet op de vertroebelde relatie van de minister met de zorgsector;
- gelet op de noodzaak tot hervorming van het zorglandschap;
- gelet op het belang van het onderhouden en in stand houden van het overlegmodel;
vraagt de regering
de hervormingswet on hold te zetten en het overleg opnieuw te starten met wederzijds respect voor en in het belang van zorgverleners én patiënten."
Une cinquième motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mme Irina De Knop, de M. François De Smet et de Mmes Natalie Eggermont, Ludivine Dedonder et Dominiek Sneppe
et la réponse du ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé de la Lutte contre la pauvreté,
- considérant le préavis de grève des syndicats de médecins du 7 juillet prochain;
- considérant la lettre de l'union des professionnels de santé adressée au premier ministre concernant les propositions de l'avant-projet;
- considérant le malaise social dans le secteur des soins de santé;
- considérant le fait que le climat qui règne dans les relations entre le ministre et le secteur des soins n’est pas au beau fixe;
- considérant la nécessité de réformer le paysage des soins de santé;
- considérant l'importance de l'entretien et du maintien du modèle de concertation;
demande au gouvernement
de mettre en suspens la loi de réforme et de relancer la concertation dans le respect mutuel et dans l'intérêt des prestataires de soins et des patients."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Aurore Tourneur en Nawal Farih en de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf en Oskar Seuntjens.
Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Aurore Tourneur et Nawal
Farih et MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf et Oskar Seuntjens.
21.13 Oskar Seuntjens (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de hoogdringendheid voor de stemming over deze moties
De voorzitter: Dank u, mijnheer Seuntjens
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De volgende mandaten van de Benoemingscommissies voor het notariaat dienen te worden hernieuwd:
Les mandats des Commissions de nomination pour le notariat suivants doivent être renouvelés:
Werkend lid:
- twee mandaten van hoogleraar/docent in de rechten (1N+F)
- twee mandaten van niet-notaris (1N+1F)
Membre effectif:
- deux mandats de professeur/chargé de cours en droit (1F+1N)
- deux mandats de membre non-notaire (1F+1N)
Plaatsvervangend lid:
- twee mandaten van magistraat (1N+1F)
- twee mandaten van niet-notaris (1N+1F)
Membre suppléant:
- deux mandats de magistrat (1F+1N)
- deux mandats de membre non-notaire (1F+1N)
Bij gebrek aan kandidaturen voor het mandaat van Franstalig werkend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten' werd voor dit mandaat, overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 30 april 2025, een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad van 19 mei 2025 bekendgemaakt.
Par manque de candidatures pour le mandat de membre effectif francophone pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit', un nouvel appel à candidats pour ce mandat a été publié au Moniteur belge du 19 mai 2025 conformément à la décision de la séance plénière du 30 avril 2025.
Er werden hiervoor geen kandidaturen ingediend.
Aucune candidature n'a été introduite pour ce mandat.
De reeds ingediende kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergaderingen van 23 januari 2025 en 13 maart 2025.
Les candidatures déjà introduites ont été annoncées au cours des séances plénières des 23 janvier 2025 et 13 mars 2025.
Ten minste één lid van de Franstalige Benoemingscommissie, of een plaatsvervanger, moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits.
Au moins un membre de la Commission de nomination de langue française, ou un suppléant, doit justifier de la connaissance de l’allemand.
Eén van de Franstalige kandidaten kan deze kennis aantonen.
Un des candidats francophones peut amener cette preuve.
Artikel 38, § 7, tweede lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt bepaalt dat de leden hun mandaat opnemen op 1 juli van het jaar waarin de mandaten worden hernieuwd.
L'article 38, § 7, alinéa 2, de la loi 25 ventôse an XI contenant organisation du Notariat, stipule que les membres entrent en fonction le 1er juillet de l'année du renouvellement des mandats.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 juni 2025, stel ik u voor om de kandidaturen over te zenden aan de politieke fracties voor de hernieuwing van de mandaten waarvoor voldoende kandidaturen werden ingediend, en een nieuwe oproep tot kandidaten bekend te maken in het Belgisch Staatsblad voor het openstaande mandaat van Franstalig werkend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten'.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 juin 2025, je vous propose d'envoyer les candidatures aux groupes politiques pour le renouvellement des mandats pour lesquels les candidatures ont été introduites en nombre suffisant, et de publier un nouvel appel au Moniteur belge pour le mandat vacant de membre effectif francophone pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit'.
Aangezien verschillende kandidaten zich voor meerdere mandaten kandidaat stelden, stel ik u voor om over te gaan tot de geheime stemming voor de mandaten van werkend lid en van plaatsvervangend lid tijdens de plenaire vergaderingen van respectievelijk 3 juli 2025 en 10 juli 2025.
Vu que plusieurs candidats ont présenté leur candidature pour plusieurs mandats, je vous propose de procéder au scrutin secret pour les mandats de membres effectifs et suppléants au cours des séances plénières respectives des 3 juillet 2025 et 10 juillet 2025.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
De volgende mandaten van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie zijn vacant:
- één mandaat van Nederlandstalig effectief lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat';
- drie mandaten van plaatsvervangend lid (1N+2F) voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat';
- drie mandaten van plaatsvervangend lid (2N+1F) voor de categorie 'doctor in de geneeskunde';
- één mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'kringen belast met de problematiek van ongeneeslijk zieke patiënten'.
Les mandats de la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'application de la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie suivants sont vacants:
- un mandat de membre effectif néerlandophone pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat';
- trois mandats de membre suppléant (1N+2F) pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat';
- trois mandats de membre suppléant (2N+1F) pour la catégorie 'docteur en médecine';
- un mandat de membre suppléant francophone pour la catégorie 'milieux en charge de la problématique de patients atteints d’une maladie incurable'.
Naar aanleiding van de verschillende oproepen in het Belgisch Staatsblad werden voor deze mandaten voldoende kandidaturen ingediend met uitzondering voor het mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat'.
À la suite des différents appels au Moniteur belge, les candidatures ont été introduites en nombre suffisant pour ces mandats à l'exception du mandat de membre suppléant francophone pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat'.
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 15 mei 2025 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 mei 2025 een nieuwe oproep tot kandidaten voor dit mandaat.
Conformément à la décision de la séance plénière du 15 mai 2025, un nouvel appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 20 mai 2025 pour ce mandat.
Er werden evenwel geen kandidaturen ingediend.
Aucune candidature n'a cependant été introduite.
De volgende kandidaturen werden ingediend voor de andere openstaande mandaten:
Les candidatures suivantes ont été introduites pour les autres mandats vacants:
voor het mandaat van Nederlandstalig effectief lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat'
- de heer Rudi Lecoutre, advocaat aan de balie van Antwerpen.
pour le mandat de membre effectif néerlandophone pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat'
- M. Rudi Lecoutre, avocat au barreau d’Anvers.
voor de drie mandaten van plaatsvervangend lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat' (1N+2F)
- de heer Rudi Lecoutre (N), advocaat aan de balie van Antwerpen;
- de heer Hugo Decker (N), stagiair advocaat aan de Nederlandstalige balie van Brussel;
- de heer Guillaume Pomes Bordedebat (F), advocaat aan de Franstalige balie van Brussel.
pour les trois mandats de membre suppléant pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat' (1N+2F)
- M. Lecoutre (N), avocat au barreau d’Anvers;
- M. Hugo Decker (N), avocat stagiaire au barreau néerlandophone de Bruxelles;
- M. Guillaume Pomes Bordedebat (F), avocat au barreau francophone de Bruxelles.
voor de drie mandaten van plaatsvervangend lid voor de categorie 'doctor in de geneeskunde'
(2N+1F)
- de heer
Jean-François Brichant (F);
- de heer Dirk Lafaut(N);
- de heer Peter Raus (N).
pour les trois mandats de membres suppléant pour la catégorie 'docteur en médecine' (2N+1F)
- M. Jean-François Brichant (F);
- M. Dirk
Lafaut (N);
- M. Peter
Raus (N).
voor het mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'kringen belast met de problematiek van ongeneeslijk zieke patiënten'
- mevrouw Inès Taymans d'Eypernon, gepensioneerde, psychiater.
pour le mandat de membre suppléant francophone pour la catégorie 'milieux en charge de la problématique de patients atteints d’une maladie incurable'.
- Mme Inès Taymans d'Eypernon, pensionnée, psychiatre.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 juni 2025 stel ik u voor om de kandidaturen aan de politieke fracties over te zenden met het oog op de voordracht van kandidaten voor de mandaten waarvoor reeds voldoende kandidaturen werden ingediend tijdens de plenaire vergadering van 3 juli 2025.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 24 juin 2025, je vous propose de transmettre les candidatures aux groupes politiques en vue de la présentation de candidats pour les mandats pour lesquels les candidatures ont déjà été introduites en nombre suffisant au cours de la séance plénière du 3 juillet 2025.
Ik stel u tevens voor om een nieuwe oproep tot kandidaten bekend te maken voor het nog openstaande mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie '(emeritus) hoogleraar of docent in de rechten of advocaat' zodra een Franstalig effectief lid voor deze categorie ontslag neemt.
Je vous propose également de publier un nouvel appel à candidats pour le mandat de membre suppléant francophone pour la catégorie 'professeur (émérite) ou chargé de cours en droit ou avocat' encore vacant dès qu'un membre effectif francophone introduit sa démission pour cette catégorie.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende maatregelen met het oog op de vermindering van de overbevolking in de gevangenissen (nr. 927/1).
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des mesures afin de réduire la surpopulation dans les prisons (n° 927/1).
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
24.01 Minister Theo Francken: Geachte parlementsleden, in naam van minister Verlinden verzoek ik om de toepassing van de urgentieprocedure, zoals voorzien in artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende maatregelen met het oog op de vermindering van de overbevolking in de gevangenissen.
De spoedeisendheid kan als volgt worden gemotiveerd. Enerzijds is de instructie tot opschorting van de uitvoering van sommige veroordelingen tot en met 3 jaar op 6 juni 2025 beëindigd. Het College van procureurs-generaal was enkel bereid deze instructie nog tot eind juli te verlengen, op voorwaarde dat er tegen dan uitzicht was op de stemming van een wet met noodmaatregelen. Indien deze wet niet uiterlijk op 1 augustus in werking kan treden, zullen meer dan 4.000 opgeschorte gevangenisstraffen effectief moeten worden uitgevoerd. Gelet op de huidige overbevolking in de gevangenissen is dat uiteraard niet mogelijk.
Daarnaast zijn er de niet-gecoördineerde acties van parketmagistraten naar aanleiding van de pensioenhervorming, waardoor de gevangenis–briefjes sinds 16 april 2025 geleidelijk worden uitgevoerd. Gelet op het plaatstekort in de gevangenissen kunnen de betrokkenen evenwel niet worden opgenomen. Hierdoor ontstaat een situatie van rechtsonzekerheid en onduidelijkheid, zowel voor de veroordeelden als voor de maatschappij. Aan die situatie moet zo snel mogelijk een einde worden gebracht. Bovendien neemt het risico op nieuwe acties van het gevangenispersoneel toe. Ook vanuit dat oogpunt komt de openbare veiligheid in het gedrang.
Om al deze redenen verzoek ik om de behandeling van dit wetsontwerp met urgentie.
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over
deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Demandes
d'urgence
L'urgence est demandée pour la proposition de loi (Florence Reuter, Axel Ronse, Isabelle Hansez, Anja Vanrobaeys, Nathalie Muylle) en vue du report temporaire de l'enregistrement dans le Federal Learning Account, n° 942/1.
25.01 Florence Reuter (MR): Je vous remercie monsieur le président. Ma demande sera assez brève.
Jamais deux sans trois, comme on dit. C'est donc la troisième fois que nous demandons le report de l'application de ce système d'enregistrement des formations pour les employeurs. Les entreprises avaient, dès le départ, fait part de la lourdeur administrative du système.
L'accord de gouvernement prévoit de le supprimer, mais pour proposer un système plus efficace et surtout beaucoup moins lourd administrativement, il faudra nous laisser encore un peu de temps pour travailler. Le ministre Clarinval proposera un nouveau système beaucoup plus efficace.
Si nous ne faisons rien, le système actuel du Federal Learning Account entrera en vigueur au 1er septembre, ce qui serait véritablement catastrophique pour les entreprises. Je vous remercie, chers collègues, d'accorder l'urgence à cette proposition de loi.
25.02 Kurt Moons (VB): In verband met de hoogdringendheid van de FLA geldt dat de voorspelling uitkomt. Op 2 oktober 2024 diende de N-VA een wetsvoorstel in ter afschaffing. In december 2024 ging men over van afschaffing naar uitstel tot 1 april. In april 2025 werd het uitgesteld tot 1 september. Vandaag, op 25 juni, gaan we van uitstel naar uitstel tot 1 januari. Wat voorspeld werd, komt uit: afstel, uitstel, uitstel, uitstel, en dat ten koste van alle werkgevers en werknemers die vandaag nog altijd niet goed weten wat ervan aan is. Welk spel wordt hier gespeeld?
Wij steunen het urgentieverzoek in het belang van al de betrokken ondernemingen, niet wegens de intussen gekende traagheid en de schrijnende juridische incorrectheid van de regering, maar wel om die kmo’s te verdedigen.
Welk politiek spel wordt hier gespeeld? In feite was onze vraag terecht om de logica, wetmatigheid en wettelijkheid door de Raad van State te laten aftoetsen, maar dat heeft de meerderheid blijkbaar niet nodig. De meerderheid vraagt hier zelf uitstel, de meerderheidspartijen organiseren het zelf, en dat is inderdaad ongelooflijk.
De voorzitter: Voilà, daarmee is het debat in de commissie opgestart.
25.03 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Voorzitter, collega’s, u kent allemaal de uitdrukking in het Nederlands: een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen. Blijkbaar bestaat die niet in het Frans. In het Frans zegt men: chat échaudé craint l’eau froide. Wel, blijkbaar stoot de ezel zich drie keer, mevrouw Reuter, want voor de derde keer vraagt Arizona uitstel voor de FLA. Europa zegt nochtans al zes maanden dat men die perfect kan afschaffen zonder financiële consequenties, zonder dat het geld uit het Herstelfonds verloren gaat.
De kwestie is dat In het arizonaregeerakkoord één zin staat die veel duidelijker is dan de meerwaardetaks, want over de meerwaardetaks bevat het regeerakkoord geen modaliteiten. Die zin luidt als volgt: ʺWe schrappen de FLA en onderzoeken vervolgens" – ik wijs op het woord vervolgens – "een minder administratief belastend systeem.ʺ Dat betekent, als men die zin in het Nederlands ontleedt, dat men eerst afschaft – nietwaar, mijnheer Matheï? – en dan, vervolgens, onderzoekt. U bent goed aan het luisteren.
Wat doet de arizonameerderheid? Schaft die dat af? Nee, ze stelt het uit, en dat gebeurt nu al voor de derde keer. Hoe is het tot drie keer uitstel kunnen komen?
De reden is dat de arizonameerderheid daarover verdeeld is. De linkse partijen, de gauchisten, zeggen immers dat het alternatief systeem er eerst moet komen en dat dan pas het andere kan verdwijnen, terwijl de overige partijen het liever meteen laten verdwijnen. Zoals ik had voorspeld, gaat rechts door de knieën voor de linkse partijen, die de buit binnenhalen.
Wij zullen het urgentieverzoek dus niet steunen. We pleiten wel voor tijdig werk.
Monsieur Bouchez, nous n’allons pas soutenir ce brol. Nous voulons du sérieux.
Chers collègues, je m’excuse, cette urgence ne peut pas être accordée.
Kom naderhand alstublieft niet zeggen dat de oppositie allerlei zaken uitvindt, terwijl u als meerderheid iedere keer te laat bent.
25.04 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, ce qui est catastrophique ici, c'est la gestion de ce dossier par l'Arizona qui nous annonce vraiment la victoire. Un des premiers textes votés par l'Arizona est le report du Federal Learning Account qui est simplement un outil qui permet d'objectiver le fait que les employeurs accordent bien le droit à la formation aux travailleurs.
Alors qu'on a un taux de réussite plutôt satisfaisant, avec un large nombre d'entreprises qui se sont conformées à cette obligation, ce sont en fait les mauvais élèves qui ont gagné. Ceux qui ont carrément appelé au boycott de l'outil, et qui après se plaignent qu'il ne fonctionne pas, ont gagné. Mais ici, vous n'êtes même pas capable de mettre en œuvre ce que vous avez promis, c'est-à-dire un nouvel outil soi-disant plus souple, plus léger, etc. En fait, on ne voit rien venir.
Que se passe-t-il dans l'Arizona, si même mettre en place un si petit projet n'aboutit pas? Franchement, c'est assez incompréhensible et on s'interroge sur votre capacité à gérer les dossiers.
Chers collègues, nous ne soutiendrons évidemment pas l'urgence vu que ce dossier n'est absolument pas urgent. Saisissez-vous-en et aboutissez! Ça suffit maintenant!
25.05 Axel Ronse (N-VA): Wij steunen deze urgentie, want anders wordt het ingevoerd. Mijnheer Van Quickenborne, dat is iets dat u wél hebt gedaan, dus we hebben van u zeker geen lessen te leren. U hebt le brol ingevoerd, wij gaan die inderdaad afschaffen.
Mijnheer Moons, u hebt het op een integere manier gebracht. U gaat wel de urgentie steunen, in tegenstelling tot de heer Van Quickenborne, die de brol heeft ingevoerd. Wat u doet, is verdienstelijker.
Het is inderdaad geen mooi schouwspel, maar het spel zal op termijn wel afgeschaft worden. Driemaal is scheepsrecht, ik beloof het u.
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence
est adoptée par assis et levé.
L'urgence est demandée pour la proposition de résolution de M. Lacroix et consorts visant à assurer une transposition ambitieuse de la directive européenne sur le devoir de vigilance des entreprises en matière de durabilité, n° 943/1.
La parole est à M. Dermagne.
25.06 Pierre-Yves Dermagne (PS): Vous le savez, le devoir de vigilance des entreprises tout au long de leur chaîne de valeur est un thème cher et un combat de longue date du Parti Socialiste. Je pense qu'il devrait l'être aussi pour toutes celles et ceux qui défendent des standards élevés en matière de droits de l'homme, de droit du travail, de droit social ou encore de droit de l'environnement.
Au cours de la précédente législature, nous avons mené au sein de cette Assemblée un large débat sur le sujet. Il y a un peu plus d'un an, une directive européenne a été finalement adoptée en la matière. Elle a été concrétisée sous la présidence belge du Conseil de l'Union européenne. C'est un texte important qui permet de lutter contre le dumping sur les droits humains et sur les standards environnementaux. À travers la proposition de résolution qui est déposée aujourd'hui, nous souhaitons non seulement faire en sorte que le gouvernement s'engage dans une transposition ambitieuse de cette directive, mais aussi nous opposer au recul qui est en train de se jouer au niveau européen. En effet, une proposition législative, appelée dans le jargon "Omnibus I", de la Commission européenne est en discussion en ce moment même. Elle est à l'agenda du Conseil européen et bientôt du Parlement. Cette directive vise à détricoter la directive sur le devoir de vigilance des entreprises, raison pour laquelle nous souhaitons que cette Assemblée puisse accorder l'urgence à l'examen et au traitement de cette proposition de résolution.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over de vraag uit te spreken.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
De urgentie wordt ook gevraagd voor het wetsvoorstel van Jan Bertels, Axel Ronse, Florence Reuter, Isabelle Hansez, Nathalie Muylle tot verlenging van bepaalde maatregelen voorzien in de wet van 20 november 2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector.
25.07 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het wetsvoorstel beoogt de maatregelen om gepensioneerden aan te moedigen opnieuw in de zorgsector aan de slag te gaan of om in de zorgsector aan de slag te blijven, te verlengen. Indien we niets ondernemen, lopen de specifieke maatregelen immers af op 30 juni.
Gelet op de personeelsschaarste in de zorgsector zouden we graag zien dat gepensioneerden die het wensen, vrijwillig in de zorg kunnen blijven werken. Vandaar onze vraag om het wetsvoorstel urgent te behandelen.
25.08 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik was enthousiast toen ik in de titel van het wetsvoorstel las: maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector. Maar wat een muis heeft de olifant gebaard? Het blijkt enkel te gaan over maatregelen om gepensioneerden aan te moedigen opnieuw in de zorgsector aan de slag te gaan.
Laten we even stilstaan bij wat er eigenlijk gebeurt. De arizonaregering beseft dat er personeel tekort is in de zorg. Het zorgpersoneel moet langer werken voor een lager pensioen. Het werd tijdens het debat zopas al duidelijk dat het zorgpersoneel honderden euro’s kan verliezen, wanneer men vervroegd op pensioen gaat. Er is sprake van meer flexibiliteit, overuren worden niet uitbetaald, nachtpremies komen onder vuur te liggen en het sociaal akkoord dat de arbeidsvoorwaarden zou verbeteren, is er pas tegen het einde van de legislatuur, als er dan nog middelen overschieten nadat Francken nog F-35’s is gaan kopen.
Wat is vervolgens de oplossing vandaag van de arizonacoalitie? De urgente oplossing is dat werknemers die zich tot hun 67ste de poten van hun lijf kapot hebben gewerkt, nog een beetje langer mogen blijven werken in de zorgsector en dan wel iets minder belastingen op hun loon moeten betalen. Laat het duidelijk zijn dat de PVDA-PTB-fractie dat geen goede manier vindt om de personeelsschaarste in de zorg aan te pakken. Er zijn structurele maatregelen nodig om dat probleem ernstig aan te pakken. We zullen het wetsvoorstel dan ook niet steunen.
25.09 Axel Ronse (N-VA): Voor ons is dit zeer urgent, want de gepensioneerden die uit vrije wil en met veel plezier mensen verzorgen, willen dat met heel veel enthousiasme voortdoen. Ze helpen ook het werk te verlichten voor hun collega's die actief zijn.
Mevrouw Eggermont, in tegenstelling tot uw fractie vindt onze fractie werken wel iets aangenaams en iets positiefs. Er zijn ook gepensioneerden die dat graag blijven doen. Ik vraag voor hen een warm applaus.
25.10 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Wij zullen de urgentie steunen omdat we heel blij zijn, mijnheer Hedebouw, dat de arizonamaatregel de maatregel van Vivaldi verlengt. Dat is de realiteit. Ik meende dat Arizona Vivaldi de slechtste regering ooit vond, maar deze maatregel heeft ervoor gezorgd dat 800 fulltime equivalenten – de heer Bertels heeft ooit de cijfers gegeven – langer willen werken dan ze moeten. Het gaat hier over vrijwilligheid. Dat is belangrijk.
Maar ik vind het argument van Natalie Eggermont, een sympathieke Kortrijkzane, van de olifant en de muis…
De voorzitter: Normaal gaat het over een berg.
25.11 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Dat is juist. Men moet de uitdrukking goed kennen. Maar ze heeft wel een punt.
Ik meen, Natalie, liever een muis dan niets. Maar toch beter een olifant dan een muis. Waarom? Omdat er een echte oplossing is om massaal meer mensen…
(…): Flexi-jobs!
25.12 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Natuurlijk!
Flexi-jobs en lastenverlaging, dat zijn de dingen die moeten gebeuren. Ik hoop en dat staat in het akkoord van Arizona, dat er ruimte komt voor die flexi-jobs. Maar het is wachten, wachten, wachten en ik vrees dat het nog lang wachten wordt.
Mijnheer de voorzitter, daarom steunen we ook de urgentie, omdat ik vrees dat het op de andere maatregelen lang wachten wordt. We hebben daarnet minister Vandenbroucke gehoord over de gezondheidszorg. Hij heeft zijn twijfels uitgedrukt over de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Hij klonk nogal chagrijnig op dat punt. Dat is interessant.
Kortom, we zullen de urgentie steunen, met veel overtuiging.
25.13 Barbara Pas (VB): Ook het Vlaams Belang zal de urgentie steunen, aangezien dit probleem nu eenmaal een urgent karakter heeft. Dat is waarover we ons nu uitspreken, collega Eggermont. We spreken ons nog niet uit over de inhoud, maar over de vraag of het al dan niet een urgent karakter heeft.
Als u dit wetsvoorstel dringend wil wegstemmen, dan moet u ook de urgentie steunen. Als u het dringend wil behandelen en met amendementen in de door u gewenste richting wil sturen, dan moet u eveneens de urgentie steunen. Het gaat om een urgent probleem dat we dringend willen aanpakken. Het moet dringend worden behandeld, dus wij zullen, zoals afgesproken, collega Bertels, de urgentie steunen.
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
L'urgence est demandée pour pour la proposition de résolution des collègues Lacroix et consorts visant à mettre en œuvre les recommandations de la Cour des comptes en matière de marchés publics de la Défense, n° 948/1.
25.14 Philippe Courard (PS): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe sollicite l'urgence sur cette proposition visant à mettre en œuvre les recommandations de la Cour des comptes en matière de marchés publics de la Défense.
La commission de la Défense a entamé des auditions de la Cour des comptes sur son rapport relatif au programme CaMo. Ces auditions sont loin d'être finies, mais les révélations dépassent l'entendement. En 2018, le gouvernement Michel avait décidé d'acheter des véhicules blindés. À l'issue de ce rapport, nous avons appris que, de 1,5 milliard d'euros prévus, nous sommes passés à 14,7 milliards d'euros. On a multiplié par 10 la facture du contribuable.
Au-delà du débat budgétaire, le rapport est également critique sur la manière dont ce contrat a été conclu à l'époque par rapport au retour pour nos entreprises. Vous savez qu'on y est très attaché. Aucune clause contraignante n'a été prévue.
Galvanisée par la venue du président Trump au sommet de l'OTAN, l'Arizona a eu cette semaine son accord pour dépenser 34 milliards. Comme la Suédoise, vous ne savez pas comment vous allez les financer. Peut-être via des impôts nouveaux ou en vendant des entreprises publiques stratégiques.
Bref, cette résolution veut donc éviter de reproduire les erreurs du passé via des contrats à plusieurs milliards non réfléchis, sans vision européenne et surtout sans garantie pour nos entreprises et nos emplois.
Et, comme l'a dit Agoria, l'expérience montre que les moyens seuls ne suffisent pas. Le véritable défi résidera évidemment dans la mise en œuvre. Il est donc urgent d'adopter ce texte qui demande de pleinement mettre en œuvre les recommandations reprises dans le rapport de la Cour des comptes et d'assurer que l'ensemble des dépenses militaires de la future loi de programmation militaire maximise les retours sociétaux pour les entreprises belges mais aussi européennes.
Pour toutes ces raisons, chers collègues, nous sollicitons l'urgence.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence
est rejetée par assis et levé.
De
urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
De urgentie wordt gevraagd voor het wetsvoorstel van de heren Buysrogge, Frank, Michel, Weydts en Van den Heuvel betreffende de sensibiliseringsbrief over de rol van Defensie en tot verlening van toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijkregister van natuurlijke personen aan het minister van Defensie voor de verzending van deze brief, nr. 949/1.
25.15 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, een van de beleidsvoornemens van deze regering is om alle 18-jarigen de kans te bieden om bij Defensie een jaar vrijwillige dienst te lopen. Daartoe moet in de loop van het najaar een brief naar die doelgroep, naar alle 18-jarigen, worden gestuurd. Om dat te kunnen doen, moet Defensie de toelating krijgen om de gegevens uit het Rijksregister te halen. Dat kan alleen indien de wetgever, wij met andere woorden, daarvoor de toelating geeft. Dat willen wij met dit wetsvoorstel doen. Om alles tijdig rond te krijgen en in de loop van het vroege najaar een brief te kunnen sturen, is een tijdige behandeling van ons voorstel belangrijk en urgent.
Het gaat niet alleen om de eventuele goedkeuring van een voorstel. Best wordt immers ook een advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit ingewonnen. Na de eventuele goedkeuring van het voorstel zal het ministerie van Binnenlandse Zaken nog een machtiging moeten verlenen en zal het initiatief nog ter advies aan de Deontologische Commissie worden voorgelegd.
Collega's, u bent het ongetwijfeld met mij eens dat ons voorstel nog een heel traject moet doorlopen, waarmee we snel willen beginnen. Vandaar mijn verzoek tot urgentie.
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
Verzoek om advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit
Demande
d’avis de l'Autorité de protection des données
We zijn zonet overgaan tot de inoverwegingneming van het wetsvoorstel betreffende de sensibiliseringsbrief over de rol van Defensie en tot verlening van toegang tot bepaalde informatiegegevens van het Rijksregister van natuurlijke personen aan het ministerie van Defensie voor de verzending van deze brief (nr. 949/01).
Nous venons de prendre en considération la proposition de loi relative à l’envoi d’une lettre de sensibilisation aux enjeux sécuritaires modifiés pour lequel l’accès à certaines informations du Registre national des personnes physiques au ministère de la Défense est nécessaire (n° 949/1).
Dit voorstel betreft een wetgevingsmaatregel in verband met de verwerking van persoonsgegevens. Artikel 36.4 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), in samenhang gelezen met artikel 57.1.c) en considerans 96 van die Verordening, legt de verplichting op om de toezichthoudende autoriteit te raadplegen wanneer een voorstel voor een wetgevingsmaatregel in verband met de verwerking van persoonsgegevens opgesteld wordt waarover een nationaal parlement zich moet uitspreken.
Cette proposition concerne une mesure législative relative au traitement des données à caractère personnel. L'article 36.4 du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données), lu en combinaison avec l'article 57.1.c) et le considérant 96 de ce règlement, impose une obligation de consultation de l'autorité de contrôle lors de l'élaboration d'une proposition de mesure législative relative au traitement de données à caractère personnel sur laquelle un parlement national est appelé à donner son avis.
Gelet op het feit dat het wetsvoorstel inderdaad slaat op de verwerking van persoonsgegevens is de verplichting hier van toepassing en stel ik voor om namens de Kamer de Gegevensbeschermingsautoriteit te raadplegen over het genoemde wetsvoorstel.
Étant donné que la proposition de loi porte effectivement sur le traitement des données à caractère personnel, l'obligation s'applique ici. Je propose par conséquent de consulter, au nom de la Chambre, l’Autorité de protection des données sur ladite proposition de loi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Pairages
Collega’s, alvorens we overgaan tot de naamstemmingen, vraag ik u de stemafspraken bekend te maken waarbij een lid zich onthoudt bij de stemming in overleg met een afwezig lid.
Chers collègues, avant de procéder aux votes nominatifs, je vous propose d'annoncer les pairages par lesquels un membre s'abstient de voter en accord avec un membre absent.
Zijn er
stemafspraken? (Nee)
Y a-t-il des accords de pairage? (Non)
Dan gaan we nu over tot de naamstemmingen.
Nous allons donc maintenant procéder aux votes nominatifs.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van 17 juni 2025.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 17 juin 2025.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 41/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Britt Huybrechts;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Benoît Lutgen.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 41/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Britt Huybrechts;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Benoît Lutgen.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
26.01 Britt
Huybrechts (VB): Mijnheer de voorzitter,
collega's, wat zich in Duitsland heeft voltrokken, is ronduit verontrustend. De
Duitse binnenlandse veiligheidsdienst heeft de AfD, een democratisch verkozen
politieke formatie die bij de laatste verkiezingen 20,8 % van de stemmen
behaalde, bestempeld als een rechtsextremistische organisatie. (Hevig applaus op verschillende banken)
Veiligheidsdiensten krijgen plots de bevoegdheid om parlementsleden te volgen, burgers af te luisteren, bijeenkomsten te infiltreren en informanten in te zetten, dit alles op basis van een geheim rapport van meer dan duizend pagina’s, dat niemand mag en kan lezen.
Collega’s, dit is de DDR all over again. Alleen heet de minister die dit nu aanstuurt niet Erich Mielke, maar Nancy Faeser van de SPD. Laat dat nu net de partij zijn die politiek voordeel haalt bij het monddood maken van de AfD.
Vlaams Belang stoort zich bijzonder aan de stilte aan deze kant van de grens. Geen enkele regeringspartij, geen enkel lid van de coalitie-De Wever I lijkt hiervan wakker te liggen. Integendeel, het lijkt er zelfs op dat men het wel oké vindt dat een winnende partij, die volgens de gevestigde machten niet mag winnen, op deze manier uitgeschakeld wordt.
Vanuit die bezorgdheid heeft onze fractie
een motie ingediend om in dit Parlement een duidelijk signaal te geven dat
dergelijke praktijken gevaarlijk zijn. Mijnheer de voorzitter, laat ons dan ook
één principe vooropstellen: Wer die
Opposition zum Schweigen bringt, verabschiedet sich selbst von der Demokratie.
De voorzitter:
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
108 |
Oui |
Nee |
32 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van vandaag.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 98/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door heer Staf Aerts;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Farah Jacquet;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door heer Hugues Bayet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Aurore Tourneur en Nawal Farih en de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf en Oskar Seuntjens.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 98/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Staf Aerts;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par Mme Farah Jacquet;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Hugues Bayet;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Aurore Tourneur et Nawal Farih et MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf et Oskar Seuntjens.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
63 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van vandaag.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Zes moties werden ingediend (MOT nr. 99/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Irina De Knop;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de mevrouw Natalie Eggermont;
- een vierde motie van aanbeveling werd ingediend door de mevrouw Ludivine Dedonder;
- een vijfde motie van aanbeveling werd ingediend door de mevrouw Dominiek Sneppe;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Aurore Tourneur en Nawal Farih en de heren Axel Ronse, Benoît Piedboeuf en Oskar Seuntjens.
Six motions ont été déposées (MOT n° 99/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Irina De Knop;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet;
- une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Natalie Eggermont;
- une quatrième motion de recommandation a été déposée par Mme Ludivine Dedonder;
- une cinquième motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Aurore Tourneur et Nawal Farih et MM. Axel Ronse, Benoît Piedboeuf et Oskar Seuntjens.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
63 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
29.01 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het zal geen verrassing zijn dat onze fractie tegen deze begroting stemt. Er wordt immers maar een inspanning van 264 miljoen geleverd, wat nog geen 0,01 % van het bbp is. Bovendien, als wij het Rekenhof moeten volgen dan is dat eigenlijk zelfs geen 264 miljoen. We weten ook dat er nog extra uitgaven zullen zijn. Sinds gisteren is er een nieuw element, het uitstel van de programmawet. Onze fractie wil graag van de regering vernemen wat de impact van het uitstel van de programmawet is op de begroting. Dat is een heel belangrijk element.
De voorzitter: Het vragenuurtje was vanmiddag, mevrouw Bertrand. U had uw vraag toen kunnen stellen.
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
79 |
Oui |
Nee |
63 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp houdende
de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2025 en de bijgevoegde
tabellen zoals geamendeerd aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi contenant le budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2025 et
les tableaux annexés, tel qu'amendé. Il sera soumis à la sanction royale.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
106 |
Oui |
Nee |
18 |
Non |
Onthoudingen |
11 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
We moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Nous devons procéder à l'approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 3 juli 2025 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 3 juillet 2025 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 19.30 uur.
La séance est levée à 19 h 30.
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 055
bijlage. |
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 055
annexe. |
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS |
Vote nominatif - Naamstemming: 1
Oui |
108 |
Ja |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lejeune Marc, Magnette Paul, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert
Non |
32 |
Nee |
Bilmez Kemal, Bury Katleen, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van den Bosch Annik, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Abstentions |
1 |
Onthoudingen |
Dedecker Jean-Marie
Vote nominatif - Naamstemming: 2
Oui |
79 |
Ja |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
63 |
Nee |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Gabriëls Katja, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 3
Oui |
79 |
Ja |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
63 |
Nee |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Gabriëls Katja, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 4
Oui |
79 |
Ja |
Bacquelaine Daniel, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Cornillie Hervé, Cuylaerts Dorien, Daenen Nele, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Lejeune Marc, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vandeberg Victoria, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
63 |
Nee |
Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Bertrand Alexia, Bilmez Kemal, Bury Katleen, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Courard Philippe, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, De Croo Alexander, Dedonder Ludivine, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Gabriëls Katja, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meunier Marie, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi Lydia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 5
Oui |
106 |
Ja |
Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bergers Jeroen, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bombled Christophe, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, Daenen Nele, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, De Croo Alexander, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Sutter Petra, Dethier Simon, De Vreese Maaike, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Dufrane Anthony, El Yakhloufi Achraf, Farih Nawal, Foret Gilles, Frank Luc, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Magnette Paul, Mahdi Sammy, Matagne Julien, Matheï Steven, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Mutyebele Ngoi Lydia, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Tas Niels, Taton Julie, Thiébaut Éric, Tourneur Aurore, Truyman Lieve, Vanbesien Dieter, Vandeberg Victoria, Vandemaele Matti, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Keymolen Phaedra, Van Quickenborne Vincent, van Riet Katrijn, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain
Non |
18 |
Nee |
Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter
Abstentions |
11 |
Onthoudingen |
Bilmez Kemal, D'Amico Roberto, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Jacquet Farah, Merckx Sofie, Mertens Peter, Ribaudo Julien, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik