Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 19 juni 2025 Voormiddag ______ |
du Jeudi 19 juin 2025 Matin ______ |
De vergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.
La séance est ouverte à 10 h 08 et présidée par M. Peter De Roover, président.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est
ouverte.
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Vincent
Van Peteghem.
Collega's, na een bijzonder vruchtbare dag is
de Conferentie van Voorzitters gisteren rond 1.00 uur samengekomen. Zij
heeft beslist om vandaag om 10.00 uur te beginnen; dat is dus
8 minuten geleden. Tijdens
de conferentie werden de volgende beslissingen genomen.
Il a été décidé de poursuivre le débat budgétaire en séance plénière ce jeudi à partir de 10 h 00, de suspendre la séance entre 13 h 00 et 14 h 00 et de ne pas fixer d'heure de fin des travaux pour la séance plénière, étant entendu qu'il convient de prendre en considération l'organisation du Sommet parlementaire de l'OTAN dans l'hémicycle, ce vendredi 20 juin à 9 h 00.
Voor de rest blijft de regeling van de werkzaamheden zoals beslist overeind.
Vooraleer de oppositie het vraagt, zal ik vaststellen of het quorum is bereikt. We kunnen dat nu elektronisch doen. Gelieve dus de stemknopjes te beroeren.
Er
wordt overgegaan tot een elektronische telling.
Il est
procédé au comptage électronique.
(Elektronische telling/comptage électronique 1)
Het quorum is bereikt.
Le quorum est
atteint.
U merkt dat een aantal leden van spanning houdt. Wij zijn echter ruim in aantal, ook dankzij de brede aanwezigheid van oppositieleden, die ik trouwens dank voor hun geëngageerde uiteenzettingen.
Ik mag dus de heer Vanbesien uitnodigen op het spreekgestoelte.
Hervatting van de algemene bespreking
Reprise de la discussion générale
La discussion générale est reprise.
De algemene bespreking is hervat.
02.01 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Goedemorgen collega's, ik ben blij dat u allen weer in groten getale aanwezig bent. Ik zal mijn best doen om het de moeite waard te maken dat u hierheen gekomen bent. Ik zal in mijn uiteenzetting hebben drie grote onderwerpen aankaarten. Dan kunt u zelf al aftellen wanneer het einde nadert.
Mijnheer de minister, eerst zal ik spreken over de cijfers zelf en over de onrechtvaardige manier waarop de regering de inspanningen verdeelt. De gewone mensen moeten de rekening betalen en de sterke schouders worden gespaard. De regering zit in de verkeerde zakken en het gevolg daarvan zal zijn dat de armoede in ons land opnieuw zal stijgen. Daarna zal ik het hebben over het enorme gat dat Defensie in de voorliggende begroting slaat. Ten slotte zal ik het hebben over het volledig ontbreken van beleidsmaatregelen om de klimaatverandering aan te pakken en om ons land klaar te maken voor de gevolgen daarvan.
Mijnheer de minister, om te beginnen, grijp ik even terug naar uw beleidsnota. U begint uw beleidsnota met de stelling dat de structurele hervormingen die u in 2025 begint door te voeren, ertoe zullen bijdragen dat het gezamenlijk tekort van de Belgische overheden onder de 3 % van het bbp wordt gebracht en gehouden. Helaas klopt dat niet. Rapport na rapport toont dat aan. Ik verwijs naar het jongste rapport van het Planbureau, dat vorige week verscheen. U schrijft in uw beleidsnota over een gezamenlijk tekort van 3 %, maar volgens het Planbureau bedraagt het gezamenlijk tekort in 2029 geen 3 %, maar 6,2 %. Dat betekent in 2029 meer dan 20 miljard euro te weinig op jaarbasis om uw eigen doelstelling te halen. Dat is enorm. De staatsschuld stijgt van 104 % vorig jaar naar meer dan 117 % in 2029. Tijdens deze legislatuur komt er meer dan 100 miljard euro aan schuld bij. Dat zijn hallucinante cijfers.
De interessante vraag daarbij is natuurlijk hoe u daarop reageert. Vorig weekend zei u in Het Nieuwsblad: "De schuld en het begrotingstekort moeten dringend naar beneden. Het positieve is dat er enorm veel op tafel ligt om dat mogelijk te maken. Laten we dat alsjeblieft allemaal zo snel mogelijk uitvoeren." Nu, dat klopt natuurlijk niet. De cijfers van het Planbureau zijn reeds inclusief de opbrengst uit de maatregelen van de regering die momenteel op tafel liggen. Daarmee komt u er dus niet. Hoe gaat u daarmee om? Hoe zult u dat corrigeren? Daar kom ik straks op terug.
Collega’s, premier De Wever vertoont twee kenmerken die regelmatig terugkeren. Enerzijds blijkt uit zijn uiteenzettingen dat alles wat misloopt de schuld is van iemand anders. Als men dit vertaalt naar de begrotingscijfers betekent dit: de schuld ligt bij Vivaldi en meer in het bijzonder bij mevrouw Bertrand, als voormalig staatssecretaris voor Begroting. Anderzijds drukt de premier zich graag plastisch uit om de problematiek duidelijk te stellen. In het geval van de begroting stelt hij dat Arizona eerst het rotten moet stoppen alvorens er opnieuw zuurstof in de begroting kan komen. Dat rotten werd uiteraard, opnieuw volgens hem, veroorzaakt door Vivaldi en meer bepaald door mevrouw Bertrand.
Collega’s, sta mij toe even terug te blikken op vier en een half jaar geleden, een flashback naar 1 oktober 2020. Wie herinnert zich nog wat er toen gebeurde? Dat was de eedaflegging van de regering-De Croo – Vivaldi. Collega’s, Vivaldi had niet de luxe om zoveel tijd te nemen als deze regering om een begroting in te dienen. Vivaldi moest namelijk onmiddellijk aan de slag om een begroting voor het jaar 2021 klaar te hebben.
Wat waren de cijfers op dat moment? Volgens het Monitoringcomité zou het tekort van entiteit I in 2024, bij ongewijzigd beleid – dus zonder aanpassingen aan het beleid van de regering-Michel, waarin ook de N-VA zetelde – uitkomen op 4,56 %. Dat zou het geval zijn bij ongewijzigd beleid. Ongewijzigd beleid bestaat echter niet. Het bestaansrecht van een regering is precies het voeren van beleid. Dat heeft Vivaldi ook gedaan. Zij heeft haar regeerperiode niet afgesloten met een tekort van 4,56 % op entiteit I, maar met een tekort van 2,7 %. Dat is dus onder de 3 %. Wat heeft Vivaldi dus eigenlijk gedaan? Vivaldi heeft het rotten gestopt en heeft de erfenis van de regering-Michel vastgepakt en beter gemaakt.
(Applaus op de oppositiebanken)
De meerderheid zal nu stellen dat zij geconfronteerd wordt met een onberekenbare Trump, met zijn invoertarieven en met de onduidelijkheid over de economische impact daarvan. Daarnaast zijn er zijn dreigementen rond militaire steun, die ertoe zouden kunnen leiden dat onverwacht veel meer zal moeten worden geïnvesteerd in defensie. Blijkbaar kon dat allemaal niet worden voorzien.
Laat mij u echter opnieuw meenemen in een flashback. Tijdens haar regeerperiode werd Vivaldi geconfronteerd met een pandemie – corona –, met oorlog in Oekraïne, met spectaculaire stijgingen van de energieprijzen en met hyperinflatie. Het waren allemaal uitdagingen waar het hoofd aan moest worden geboden. Toch werd de begroting met aanvaardbare cijfers doorgegeven. Uiteraard vereisten die cijfers nieuw beleid om verder te verbeteren. Het spijt mij te moeten zeggen dat dat op dit ogenblik niet lijkt te lukken.
Daarom kom ik nu dus terug op mijn vraag, mijnheer de minister: hoe gaat u dat aanpakken? Hoe gaat u dat corrigeren? Daar houd ik mijn hart voor vast. U hebt namelijk al uitgelegd hoe u dat wil doen. Het staat in het regeerakkoord hoe u dat wil doen. Het zal gebeuren via een vaste verdeelsleutel en die sleutel zal ook gebruikt worden bij de komende begrotingen en de komende begrotingscontroles.
Dit is de verdeelsleutel voor de inspanningen. Ik zal even citeren uit het regeerakkoord: "Hoofdzakelijk via het effect van structurele hervormingen op onder andere de arbeidsmarkt en de pensioenen. Op het einde van de legislatuur moet dit meer dan twee derde van de totale inspanning zijn. De rest via discretionaire maatregelen. Aan het einde van de legislatuur moet dit minder dan een derde van de totale inspanning zijn. Daarbij hanteren we de onderverdeling van minimaal twee derde via het beheersen van de uitgavengroei en maximum een derde via de bijdragen van de sterkste schouders en diverse inkomsten."
Dit, collega's, is een bijzonder onevenwichtige en een bijzonder asociale verdeelsleutel. Twee derde van de bijkomende inspanning zal er komen op de kap van mensen met pech, ziekte, een klein pensioen of via maatregelen zoals we die in de voorbije maanden al konden zien, bijvoorbeeld uitgestelde indexeringen. Twee derde!
De welvaartsenveloppe is door deze regering al volledig afgeschaft voor de hele legislatuur. Op welke manier gaat u nog harder snijden in dat segment? Deze asociale verdeelsleutel is de kern van het begrotingsbeleid van Arizona. Dat is de reden waarom wij zeggen dat u in de verkeerde zakken zit. U gaat het geld halen bij de gewone mensen, die met velen zijn, omdat dit natuurlijk gemakkelijker is dan bij de superrijken, die met veel minder zijn. De heer Bouchez heeft dit weekend nog in de krant gezegd: massa is kassa. Wel, voor ons is dat de verkeerde kassa. Het zijn de verkeerde zakken.
Het gevolg van de vastgelegde verdeelsleutel is dat u andere mogelijke pistes bij voorbaat uitsluit. U sluit bij voorbaat uit om een echte bijdrage van de grote vermogens te vragen. Nochtans is 70 % van de Belgen voorstander van een echte vermogensbelasting, ook de kiezers van de meest rechtse partijen in uw regering. Toch weigert u die optie te overwegen. Waarom? Kunt u nog eens duidelijk uitleggen waarom dat niet eens wil overwegen? Ik begrijp het niet.
U sluit ook bij voorbaat uit om fossiele subsidies af te bouwen en te doen uitdoven. Het gaat om een bedrag van 15 miljard per jaar. U sluit ook bij voorbaat uit om komaf te maken met een erfenis uit het verleden.
Dan heb ik het over het structureel gat in de begroting dat voormalig minister van Financiën Van Overtveldt heeft geslagen met zijn ongedekte taxshift in de regering-Michel.
De gevolgen van die taxshift zijn nu pas volledig voelbaar en zorgen ervoor dat de federale regering in 2024 over 10 miljard euro minder budget beschikte, 10 miljard euro. Om dat bedrag enigszins in perspectief te plaatsen: in 2024 bedroegen de federale uitgaven voor Justitie 2,7 miljard euro, voor Binnenlandse Zaken 2,4 miljard euro, voor de politie 2,7 miljard euro en voor Mobiliteit, inclusief NMBS en Infrabel, 4,3 miljard euro. Die vier departementen samen hadden dus bijna volledig gefinancierd kunnen worden met die inkomsten. Dat geld moeten we nu lenen, waarop we steeds hogere intresten betalen.
Al die mogelijke bronnen van financiering worden niet eens overwogen. Dat soort van dogmatisch negeren van perfect legitieme alternatieven zorgt ervoor dat alle lasten bij de gewone mensen terechtkomen. Dat is voor ons onaanvaardbaar.
Dan hangt er nóg een zwaard van Damocles boven het hoofd van de regering: de terugverdieneffecten, voor 8 miljard euro tegen 2029. Heel wat economen hebben daarbij al de wenkbrauwen gefronst. Het siert de minister dat hij die terugverdieneffecten blijft verdedigen met het argument: het zou toch erg zijn als wij zelf niet zouden geloven dat onze maatregelen effect zullen hebben. Dat argument is mogelijk valabel, maar toch niet voor 8 miljard euro?
Het Rekenhof zegt dat de regering zichzelf rijk rekent met de terugverdieneffecten. Ze zijn gewoon niet gefundeerd. De eerste minister kan dat probleem blijven ontkennen en kan als een keizer zonder kleren blijven beweren dat er 8 miljard euro aan terugverdieneffecten zal zijn. Ik heb het gisteren ook al gezegd: het lijkt een moderne versie van het verhaaltje dat het gat in de begroting er vanzelf is gekomen en dat het ook wel weer vanzelf zal verdwijnen. De terugverdieneffecten zouden zo vanzelf een gat van 8 miljard euro vullen.
Stel nu echter dat niet eerste minister De Wever en niet minister Van Peteghem gelijk hebben, maar wel het Rekenhof, de Nationale Bank van België, de economen en de oppositie, en dat de terugverdieneffecten dus geen 8 miljard euro opleveren, dan is het gevolg dat er opnieuw een gat zal moeten worden gevuld, opnieuw binnen het carcan van die asociale verdeelsleutel.
Dat begint ondertussen wel serieus door te wegen. Algemeen wordt aangenomen dat tienduizenden mensen door het beleid van de regering opnieuw in armoede zullen belanden.
Bij Groen houden we ons hart vast voor die combinatie van een groot tekort en een asociale verdeelsleutel. De vivaldiregering was de eerste in decennia die de armoedecijfers effectief en op een structurele manier heeft doen dalen. Tienduizenden gezinnen kregen een stabieler inkomen en een betere koopkracht. Dat is een van de grote successen van Vivaldi, een realisatie waarop wij fier mogen zijn. Dat is mede ook een compliment voor de minister die deel uitmaakte van de vivaldiregering.
Dat succes dreigt echter tenietgedaan te worden door de inspanningen van de regering-De Wever, die steeds opnieuw bij dezelfden komt aankloppen. Veel mensen, vooral vrouwen, moeten inleveren op hun pensioen en worden geconfronteerd met een pensioenmalus. De welvaartsenveloppe wordt geschrapt. Werklozen krijgen 200 euro uitkering minder per maand en worden na twee jaar naar het OCMW gestuurd.
Groen voorspelt dat het resultaat van het beleid van de regering-De Wever zal zijn dat de armoedecijfers opnieuw zullen stijgen. Dat is een schande in een van de rijkste landen van de wereld. Als het klopt dat tienduizenden gezinnen opnieuw in de armoede zullen terechtkomen, met alle miserie die daarvan het gevolg is, dan zullen wij, samen met de hele bevolking, deze regering daarvoor verantwoordelijk houden.
Collega's, ik heb nog een sprankeltje hoop. Ik las onlangs in Humo een interview met minister Van Peteghem. De journalist stelde de volgende vraag: "Mijnheer de minister, Groen pleit voor een oorlogsbijdrage van de superrijken. Wat vindt u daarvan?" Van Peteghem antwoordde: "Dat wordt zeker een deel van de puzzel. Als we extra inspanningen vragen van de bevolking, zullen ook de sterkste schouders een effort moeten doen." Dat is het sprankeltje hoop. Die slag houden we nog om de arm en ik ben benieuwd hoe dat de komende jaren zal worden geconcretiseerd. Met een Van Peteghemtaks?
Nu wil ik even dieper ingaan op Defensie, want wat daar aan de hand is, is enorm. Een versnelde stijging van het budget naar 2 % van het bbp zorgt voor een nood aan vele extra miljarden, opnieuw, geld dat er uiteraard niet is. Volgens het regeerakkoord zou een defensiefonds zorgen voor structurele financiering voor Defensie.
Vanaf het begin al was die hele constructie vaag en onduidelijk. Hoe kan zo'n fonds voor structurele extra financiering zorgen? Ofwel verkoopt men zijn participaties en heeft men eenmalig inkomsten die men één keer kan uitgeven, ofwel verschuift men participaties naar een defensiefonds en dan gebruikt men de dividenden om Defensie te financieren. Dat betekent echter dat diezelfde dividenden niet meer kunnen worden gebruikt waarvoor ze vroeger werden ingezet.
Wat heeft men dan gewonnen? Het roept vooral heel veel vragen en onduidelijkheden op. Ondertussen komt er stilaan meer duidelijkheid en wat blijkt? Het gaat helemaal niet om structurele financiering. Er worden participaties verkocht voor eenmalige opbrengsten en het defensiefonds zelf zal participaties opbouwen in de defensie-industrie, dus aandelen in bedrijven. Op die manier wordt op geen enkele manier bijgedragen aan het halen van de NAVO-norm.
Men moet zich ook de vraag stellen waarom men zo handelt. Wat is de economische logica daarvan? We verkopen strategische participaties om in de plaats participaties te kopen in defensiebedrijven. Veel economen stellen dat dat een slechte investering is voor de economie. Als men publieke investeringen doet, moet men kijken naar het multiplicatoreffect en nagaan welke bijkomende investeringen men aantrekt door die eerste investering.
De defensiesector kent een lage economische multiplicator in vergelijking met investeringen in bijvoorbeeld gezondheidszorg, groene energie of transport en levert dus minder banen per bestede euro op. Wat is de economische logica om als overheid te participeren in dergelijke bedrijven? Mijn collega Almaci zal minister Jambon daar later verder over bevragen.
Waar komt die financiering dan wel vandaan? Minister Francken zegt dat de financiering niet zijn probleem is. Dat klopt. Hij heeft gelijk. Het is uw probleem. De regering heeft beslist om tijdens deze legislatuur 21 miljard euro extra te besteden aan defensie. Veel van die extra uitgaven zullen geen structurele financiering hebben, zullen worden geleend of zullen leiden tot verdere besparingen. Voor de volledige legislatuur is er al sprake van minstens 9 miljard euro aan niet-gedekte uitgaven, maar dat bedrag zal waarschijnlijk nog oplopen. U neemt immers de winst uit de bevroren Russische tegoeden tot 2029 in rekening. U gaat er dus in uw begroting van uit dat de oorlog in Oekraïne nog zeker tot 2029 zal duren en dat ons land gedurende die hele periode dat geld zal mogen blijven meetellen als defensie-uitgaven die meetellen voor de NAVO-norm. Dat lijkt mij een serieuze gok.
Alles waarover ik het nu heb gehad, betreft de beslissing van het paasakkoord, met een versnelde groei naar 2 % van het bbp voor defensie. Collega's, ondertussen is Pinksteren al gepasseerd, van Pasen is al lang geen sprake meer. Die 2 % is al lang passé. Vandaag gaat het over 5 %. De antwoorden op de vragen die daarover ook gisteren werden gesteld, zijn vaag en onduidelijk.
Voor alle duidelijkheid: voor Groen is dat waanzin. Elke verdere verhoging is waanzin. Het is niet alleen onbetaalbaar voor ons land, het is ook onwenselijk.
Als ik de drie jonge voorzittershaantjes hoor, die elkaar normaal gezien in de haren zitten – ik heb u niet bij naam genoemd, misschien bedoel ik wel een ander jong haantje – stel ik vast dat ze het ditmaal met elkaar eens zijn. Die 2 % is meer dan genoeg, zowel voor Vooruit als voor MR en CD&V.
Als ik de minister van Begroting goed heb begrepen, zeker na de verlaagde kredietrating van ons land door Fitch Ratings, is er geen enkele ruimte om meer uit te geven aan defensie. De premier zegt echter dat de voorzitters een strijd voeren die niet te winnen valt. Blijkbaar legt de regering zich ondertussen collectief bij die 5 % neer. De uitspraken blijven onduidelijk, maar binnen enkele dagen vindt de NAVO-top in Den Haag plaats. Dan zal er wel iets gezegd moeten worden.
Ik lees dat we ons niet zullen verzetten tegen een verhoging tot 5 %, maar dat we die verhoging eigenlijk niet zullen inplannen. We zullen het wel zeggen, maar het niet doen. Alleen mag dat eigenlijk niet gezegd worden, want als men dat weet, zullen ze ons daarop aanspreken.
De vraag is dus wat de regering zal doen. Welk standpunt zal de premier volgende week op de NAVO-top namens ons land innemen? Mijnheer de minister, u bent vicepremier. Kunt u ons zeggen wat het standpunt nu precies is? Kunt u toelichting geven bij datgene wat niet gezegd mag worden?
Dan kom ik bij de volgende problematiek inzake defensie, namelijk het volledig ontbreken van parlementaire controle op de uitgaven van een budget van 3,7 miljard euro. Dat is du jamais vu. Dat is een blanco cheque van 3,7 miljard euro, een bedrag even groot als het volledige budget voor Justitie en Ontwikkelingssamenwerking samen. De uitgaven daarvoor worden uitsluitend bepaald door de minister van Defensie en de minister van Begroting. Als Kamerlid ging Theo Francken in het verleden tekeer tegen provisionele kredieten ten belope van 90 miljoen euro. Nu komt hij zelf op de proppen met een krediet dat 50 keer groter is. Dat is echt niet serieus.
De vraag is ook waarom dat zo moet. Minister Francken zegt dat het op deze manier moet omwille van de tijdsdruk bij de FOD BOSA. Die had zijn werk niet klaar. Enkele dagen later ontkende minister Van Peteghem expliciet dat het de verantwoordelijkheid van de administratie was. Hij wees erop dat minister Francken zelf nog geen plan had voorgelegd aan de ministerraad.
In elk geval is het een aanfluiting van de democratie en een manier om het Parlement buitenspel te zetten om bij Defensie richtingen in te slaan waarover het Parlement zich niet kan uitspreken. Dat is absoluut niet aanvaardbaar.
Collega’s, er is daarnaast nog een bezorgdheid over Defensie. Defensie heeft namelijk als doel de veiligheid van onze burgers te verzekeren. Daarover zijn we het eens. Vorige week, donderdag, tijdens het vragenuurtje, zei mevrouw Safai dat die 5 % nodig is voor onze veiligheid. Als men zou luisteren naar het NAVO-parlement, zou men dat begrijpen.
Mevrouw Safai, ik hoop echter dat men zich in het NAVO-parlement ook bewust is van het feit dat een veiligheidsbeleid gebouwd wordt op drie evenwaardige poten: defensie, diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Die drie poten moeten in evenwicht zijn en dat is bij deze regering totaal niet het geval.
De budgetten voor ontwikkelingssamenwerking worden immers volledig onderuitgehaald. Het engagement dat ons land al lang geleden genomen heeft om 0,7 % van het bbp te reserveren voor ontwikkelingssamenwerking is bijzonder ver weg; we komen nog amper aan de helft. De drie poten van het veiligheidsbeleid worden op een totaal verschillende manier behandeld. Er is geen enkel evenwicht. En collega’s, wat gebeurt er als men een stoel heeft met drie poten, waarvan men één poot een stuk langer maakt, een andere poot afzaagt en men gaat zitten? Dan valt men plat op de grond. Dat zou wel eens het finale resultaat kunnen zijn van het veiligheidsbeleid de komende jaren in ons land en in heel Europa. Ik hoop dat we dat op tijd zullen kunnen bijsturen.
Collega’s, ik wil ook nog iets zeggen over de klimaatproblematiek. Ik weet dat er een aantal ontkenners in dit Huis zitten, maar de meerderheid van de collega’s beseft wel dat er een probleem is en dat we maatregelen moeten nemen om dat probleem onder controle te houden en ons aan te passen. Als we dat niet doen, schuiven we het probleem immers gewoon door naar onze kinderen en kleinkinderen. Ik was dan ook heel blij toen ik de arizonapartijen hoorde zeggen dat ze de problemen niet willen doorschuiven naar de kinderen en kleinkinderen, maar dat ze hun verantwoordelijkheid zouden opnemen.
Ik was heel blij, maar snel daarna was ik ontgoocheld, want het bleek niet te gaan over de klimaatproblematiek. Het ging namelijk over de pensioenen en het gat in de begroting dat moet worden aangepakt voor onze kinderen en kleinkinderen. Voor het klimaat hebben ze echter geen tijd, geen goesting en geen geld. Dat moet de volgende generatie maar oplossen. Het gevolg is dat er zo goed als geen klimaatmaatregelen in het regeerakkoord werden opgenomen. Integendeel, de maatregelen worden teruggeschroefd.
Onder Vivaldi werden de bedrijfswagens vergroend. Specialisten en middenveldorganisaties waren tevreden. Die maatregel werd bestempeld als de belangrijkste klimaatmaatregel van de voorbije 15 jaar in ons land. Vandaag wordt die maatregel teruggeschroefd, versoepeld. Zo dringend en belangrijk blijkt het allemaal toch niet te zijn. Dat is schandalig. Mijnheer de minister, ik denk dat u dat ook vindt, want u was een van de drijvende krachten achter deze maatregel.
Ik neem er even de analyse van Sacha Dierckx bij over het klimaatbeleid van deze regering. Delay is the new denial, vertragen is het nieuwe ontkennen. Een wetenschappelijk artikel uit 2020 identificeert 12 strategieën van vertraging om maatregelen rond klimaatproblematiek voor zich uit te schuiven. Die vertragingsstrategieën worden regelmatig gebruikt wanneer men eigenlijk niets wil doen: het is zwaar voor de samenleving, het is sociaal onrechtvaardig, het is desastreus voor de competitiviteit, het is kostelijk voor de burgers, het moet haalbaar en betaalbaar blijven. Minstens 6 van die 12 vertragingsstrategieën zijn terug te vinden in het regeerakkoord.
Ik citeer uit het regeerakkoord: "De regering onderzoekt welke fossiele subsidies afgebouwd kunnen worden, op welke realistische termijn een phasing out mogelijk is en dat rekening houdende met de economische impact en zonder negatieve impact op de koopkracht of de kosten voor de ondernemingen." Met betrekking tot fossiele subsidies gaat het om 15 miljard euro. Iedereen die een beetje begrijpend kan lezen, begrijpt dat deze formulering bedoeld is om niets te doen. In de praktijk zijn dit manieren om de energietransitie te vertragen, in plaats van oplossingen te zoeken die sociale en ecologische vooruitgang brengen. We zullen de balans opmaken in 2029 en dan zullen we zien of ik gelijk heb of niet.
Ik citeer minister Francken: "Het klimaat zal niet veranderen omdat Europa minder uitstoot." Dat zijn excuses om niets te moeten doen, maar om zich er tegelijk toch goed bij te voelen. Het is een vertragingsstrategie.
Collega’s, ook hier is er echter een sprankeltje hoop, komende van minister Crucke. Hij zei nog voor hij minister werd, in september vorig jaar: "Vandaag lijken we de klimaatopwarming te zijn vergeten, maar het klimaat vergeet ons niet. Als we niet in staat zijn te begrijpen dat deze strijd een prioriteit is, dan leggen we de risico’s bij de toekomstige generaties en dat wil ik niet."
Dat zijn mooie woorden, waarbij ik mij volledig aansluit.
Collega’s, wat wij ook niet mogen vergeten, is dat woorden zonder daden ook een van de twaalf vertragingsstrategieën is.
Ik rond af.
Een begroting is het sleutelinstrument om een beleid te implementeren. De voorliggende begroting weerspiegelt wat de meerderheidspartijen hebben afgesproken. Een begroting is ook een instrument om een bepaald tempo in de maatregelen te leggen. Wij merken dat er snel werk wordt gemaakt van de grote bijdragen van de werklozen, de zieken, de leerkrachten en de gepensioneerden. De sterkste schouders worden echter niet alleen gespaard, ze komen zelfs nog niet aan bod in de begroting voor 2025.
De voorliggende begroting is niet evenwichtig. Ze zit in de verkeerde zakken en vraagt veel te weinig van de sterkste schouders. Bovendien negeert ze volledig de problematiek van de klimaatverandering. Onze fractie zal ze dan ook niet steunen.
De voorzitter: Mijnheer Vanbesien, iemand heeft toch nog een hiaat ontdekt in uw uiteenzetting.
02.02 Marc Lejeune (Les Engagés): Je suis heureux d'entendre que vous parlez de climat et d'environnement, car je pensais que vous l'aviez oublié. Je tiens à souligner que dans le gouvernement précédent dans lequel vous étiez, vous n'aviez même pas soumis le Plan national énergie-Climat (PNEC). Vous aviez peut-être eu des difficultés à le faire. En tout cas, il n'a pas été présenté. Vous avez aussi témoigné avoir vécu le Covid, la crise énergétique, etc. C'est cela qui vous conduit vers une baisse des émissions de CO2 sous la Vivaldi. C'est bien l'effet du Covid et de la crise énergétique, et pas tant des mesures que vous avez prises. Vous le savez bien mais vous en avez malgré tout bénéficié et vous l'avez dit.
Je voudrais arrêter avec ces discours qui clivent les gens et vous rappeler quand même, puisque vous ne voulez pas voter le budget, qu'en conséquence vous n'allez pas voter le tax shift en faveur de l'électricité au détriment des énergies fossiles. Vous n'allez pas voter pour l'investissement dans l'économie circulaire ni pour affecter les revenus de la taxe carbone européenne aux projets climatiques. Vous n'allez pas voter non plus pour les investissements verts déductibles. Or, le gouvernement précédent, avouez-le, ne les a pas mis sur la bonne trajectoire.
Je vous pose la question suivante: voterez-vous avec nous pour le tax shift, pour une baisse de la TVA et pour un projet d'île énergétique plus raisonnable?
02.03 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Collega, ik heb uw vraag niet heel goed begrepen. Ik heb begrepen dat u zegt dat wij tegen een energetische taxshift zouden zijn. Dat klopt niet. Wij zijn vragende partij om de accijnzen op elektriciteit dringend te verschuiven naar de accijnzen op olie en gas, dus ik begrijp niet goed waarom u zegt dat wij daartegen zouden zijn. Wat u over ETS vraagt, heb ik niet precies begrepen. Als u stelt dat wij tegen al die groene maatregelen zijn, dan kan ik u formeel zeggen dat dat niet waar is. Wij zijn voorstander van die maatregelen en wij zullen ze ook steunen als u ze op tafel legt.
02.04 Marc Lejeune (Les
Engagés): Elles seront sur la table. Je vous remercie de nous soutenir dans ces
matières, parce que ce n'est pas ce que j'avais cru entendre tout à l'heure
quand vous pensiez que le ministre actuel n'était pas en faveur du climat et de
la réduction du CO2 que vous-même n'avez pas su mettre en place. Le covid vous a cependant aidés.
De voorzitter: Collega Vanbesien, omdat u maar één vraag gesteld werd, heb ik daarvoor wat langere spreektijd toegekend.
Maar… collega Lejeune vraagt het woord voor une deuxième question. Voilà, we zijn gelanceerd.
02.05 Marc Lejeune (Les Engagés): Nous avons tous été étonnés hier quand vous vous êtes placés en grands défenseurs du mazout, en critiquant la volonté de rendre une énergie propre comme l'électricité plus attractive fiscalement. La volonté des Engagés est de verdir la fiscalité fédérale, de décourager l'usage des énergies polluantes et d'accélérer la transition énergétique. Pour accompagner ce changement, une baisse de la TVA sur les pompes à chaleur de 21 à 6 % est prévue en 2026. Vous le savez. Nous l'avons proposée.
Concernant la justice fiscale, vous avez dit
que la taxe sur le mazout était une injustice. Je voudrais dire que plusieurs
dispositifs régionaux existent. Les aides à la rénovation, le tarif social, les
prix de l'énergie et la réforme sont envisagées pour la rendre plus efficace.
C'est vrai que ce sont les plus pauvres qui souffrent du réchauffement
climatique. Vous devez donc nous soutenir, soutenir avec cohérence notre combat
pour un climat plus propre. J'espère
qu'Ecolo (…)
02.06 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer Lejeune, wij gaan u uiteraard steunen in al uw initiatieven voor propere energie. Ik weet ook dat uw fractie binnen deze regering degene is die daarop zal duwen, ook zeker met uw minister. Ik heb in mijn betoog ook gezegd dat ik hoop heb door de uitspraken van minister Crucke. Op het einde van de rit zal echter blijken wat de woorden en wat de daden waren. Dat zullen we pas op het einde kunnen zien, maar onze steun hebt u in elk geval voor die maatregelen.
02.07 Marc Lejeune (Les
Engagés): Je vous remercie de votre soutien à notre politique énergétique en
faveur du développement durable. Merci beaucoup.
De voorzitter: Ik kijk even rond en de heer Keuten is ook getriggerd.
02.08 Dieter Keuten (VB): Mijnheer Vanbesien, in uw betoog argumenteert u dat België volgens u een van de rijkste landen van de wereld is. Dat is een populair verhaaltje. Ik hoor al van in de lagere school dat we blij mogen zijn dat we hier geboren zijn. We hebben het hier toch zo goed. Mag ik u vragen waarop u zich baseert? Welke cijfers hebt u opgezocht die aantonen dat we effectief een van de rijkste landen van de wereld zijn? Ik ben benieuwd.
02.09 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer Keuten, ik heb daar geen cijfers voor opgezocht. Als men gelijk welke burger in de wereld vraagt of hij of zij graag in België zou wonen en of België een aantrekkelijke plaats is om te wonen, dan…
02.10 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Ze komen allemaal naar hier!
02.11 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Als ze allemaal hierheen komen, dan zal het toch niet zijn omdat het hier zo slecht is, omdat we hier aan de rand van de afgrond staan of omdat we een ontwikkelingsland zijn. Daarop baseer ik me.
02.12 Dieter Keuten (VB): Interessante repliek, waarvoor dank. Het klopt zeker dat we hier het land van melk en honing zijn.
Nu, we waren misschien ooit een van de rijkste landen van de wereld. We waren misschien ooit leider ten tijde van de industriële revolutie in onze contreien, waardoor onze bevolking, onze inwoners welvarend werden. Maar helaas, door de groene waanzin, die ongeveer 25 jaar geleden begonnen is, zijn onze energiekosten de pan uitgerezen. Had men 25 jaar geleden niet de waanzinnige wet op de kernuitstap goedgekeurd, hadden we vandaag allemaal goedkope energie en dan konden onze bedrijven, dan kon onze industrie, blijven bestaan. Dan reden we allemaal goedkoop elektrisch. Dat dat niet het geval is, is te danken aan de groenen. We behoren vandaag helemaal niet meer tot de rijkste landen van de wereld. We staan zelfs met moeite in de top 20. Ga een beetje reizen, als dat nog mag van de groene kerk. Ga eens rondkijken. Ergens anders worden ze rijker. Wij worden armer.
02.13 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Vanbesien, ik denk dat we iedereen moeten proberen te overtuigen om inderdaad die shift te maken om geen fossiele brandstoffen meer te gebruiken, bijvoorbeeld door warmtepompen betaalbaarder te maken. Onder die verschrikkelijke vivaldiregering is de btw op warmtepompen verlaagd naar 6 %. Verschrikkelijk, maar goed, het is toch gebeurd. Nu stel ik echter vast dat deze arizonaregering de btw op warmtepompen dit jaar verhoogt naar 21 %. Dat betekent dat iemand – de eerste minister spreekt steeds over "de gewone man" – die investeert in een warmtepomp 3.000 euro aan btw meer moet betalen op een geothermische warmtepomp. Klopt dat, mijnheer Vanbesien, en wat vindt u daarvan? Ik ben echt benieuwd naar uw antwoord.
De voorzitter: De vraag of dat klopt, is een vraag die u waarschijnlijk aan de meerderheid moet stellen, niet aan iemand van de oppositie. De vraag wat hij ervan vindt, daarentegen, is een terechte vraag.
02.14 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Op de vraag of het klopt, kan ik ook antwoorden, zolang ik kan voortgaan op wat in het regeerakkoord staat. Mijnheer Van Quickenborne, het klopt dat die btw weer 21 % bedraagt. De regering heeft ook gezegd deze weer naar 6 % te brengen. De grote anomalie daarin is echter dat de verschillende btw-aanpassingen in de programmawet, die volgende week ter stemming voorligt, ingaan op 1 juli. Ik heb herhaaldelijk gevraagd om ook die btw-verlaging van 21 % naar 6 % op warmtepompen op 1 juli te laten starten. Minister Jambon gaf aan dat dat niet mogelijk is wegens organisatorische en juridische redenen. Voor al die andere btw-tarieven is er geen enkel organisatorisch of juridisch probleem, maar voor de btw op warmtepompen blijkbaar wel.
Mijnheer Lejeune, ik hoop dus dat u ook de vinger aan de pols zult houden om ervoor te zorgen dat de btw op warmtepompen daalt.
02.15 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Vanbesien, bedankt voor uw interessante inzichten. In de commissie voor Financiën stelde collega Piedboeuf, fractieleider van de MR, daarover interessante vragen aan de minister van Financiën. Hij vroeg naar een oplossing voor mensen die een warmtepomp hadden gekocht en die plots van hun leverancier het bericht kregen dat de btw 21 % in plaats van 6 % bedroeg. Omdat hij vond dat dat niet kon, vroeg hij de minister van Financiën om een oplossing voor die vorm van contractbreuk. Blijkbaar zijn contractbreuken de nieuwe trend bij de arizonaregering. De minister van Financiën stuurde de heer Piedboeuf wandelen. We wachten nu op de volgende lezing van een medewerker of expert om te horen wat de werkelijke toedracht daarvan is.
Collega's Vanbesien en Piedboeuf, ik denk dus dat we een front moeten vormen voor lagere belastingen, voor oplossingen weg van fossiele brandstoffen en pro propere energie.
De voorzitter: Ik dank de heer Vanbesien voor de inzichten die hij met ons heeft willen delen.
02.16 Jan Bertels (Vooruit): Goedemorgen collega's, allemaal goed wakker hoop ik. De heer Van Quickenborne wel, maar hij heeft gezegd dat zijn vlammetje zo meteen uit zal gaan.
De voorzitter: Gezegd of beloofd?
02.17 Jan Bertels (Vooruit): Gezegd.
Collega’s, als klein mannetje heb ik al op jonge leeftijd van zeer dichtbij ervaren hoe belangrijk een goede sociale zekerheid is om het leven van een dierbare te redden, om de kosten van de gezondheidszorg te kunnen dragen in een arbeidersgezin met één arbeidsinkomen, om verder te kunnen studeren in financieel moeilijke omstandigheden. Dat besef heeft mij als mens gevormd. Dat inzicht heeft mijn politiek engagement gecreëerd en aangewakkerd. Die overtuiging is het kompas dat mij richting geeft. Dat is ook het kompas waarmee Vooruit in de regering is gestapt. Dat is eveneens het kompas waarmee wij naar deze begroting kijken.
In moeilijke tijden van oorlog, spijtig genoeg, economische storm en grote onzekerheid zijn er mensen nodig die hun verantwoordelijkheid nemen, zijn er mensen nodig die durven te beslissen, zijn er mensen nodig die hun borst durven nat te maken om onze sociale zekerheid, waarop wij socialisten zo fier zijn, veilig te stellen voor de toekomst, om onze gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar te houden, om de koopkracht en de veiligheid van de mensen te beschermen.
Ja, collega’s, dat is het project van deze regering. Dat is het project van Vooruit in deze regering.
De begrotingsuitdaging is enorm. De cijfers zijn bekend: er is een groot federaal tekort en bij ongewijzigd beleid, zoals al verschillende keren is opgemerkt, komt daar tegen 2029 nog eens een aantal miljarden euro bovenop. Daar komt nu inderdaad ook de stevige uitdaging bij van toegenomen defensie-uitgaven. Wij zullen daarom investeren en stevig hervormen.
Wij beschermen de koopkracht door de index te beschermen, door de maaltijdcheques en de minimumlonen te verhogen en door de lasten te verlagen voor de werkende mensen.
Collega's, wij kunnen en zullen bovendien de consument en zijn koopkracht beschermen zonder de begroting te bezwaren, namelijk door telecombedrijven te verplichten automatisch het goedkoopste tarief aan te rekenen, door energiecontracten en -facturen beter vergelijkbaar te maken en door desnoods prijzen te blokkeren, als bedrijven overdreven marges opeisen. Ook dat versterkt de koopkracht. Dat kan tot 100 euro per maand opleveren. Consumenten beschermen, dat is werken op het inkomen én op de facturen.
Ik kom nu bij mijn stokpaardje. Wij zullen blijven hervormen en investeren in de gezondheidszorg. De groeinorm bedraagt dit jaar 2,5 %. Die norm hebben we samen afgesproken en vanaf 2026 geldt een groeitraject waarbij de norm kan stijgen naar 3 % in 2029. Op die manier investeren wij bijna 4 miljard euro extra in de gezondheidszorg. De heer Dubois komt tot hetzelfde besluit, weliswaar aan de hand van andere parameters. Dat zal resulteren in een betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle gezondheidszorg in economisch moeilijke tijden.
Tegelijk voeren wij ook grote hervormingen door in de arbeidsmarkt, zodat wij de werkzaamheidsgraad kunnen opkrikken. Wij zullen hervormen in de pensioenen, zodat ze ook in de toekomst betaalbaar blijven. Wij investeren dus in duurzame pensioenen.
Wij voeren hervormingen door in de fiscaliteit, zodat die eerlijker en eenvoudiger wordt en iedereen bijdraagt. Een faire bijdrage van de grote vermogens en van het kapitaal is nu eenmaal nodig en niet meer dan normaal.
Aangezien al de grote hervormingen nog geen budgettaire impact in 225 hebben, houdt de begroting die gisteren en vandaag wordt besproken, daar uiteraard nog geen rekening mee. De hervormingen maken wel deel uit van het meerjarenproject, waarmee we nu starten. We hebben daarover al heel wat debatten gevoerd, al was het maar omdat het Rekenhof vraagtekens bij de terugverdieneffecten van die hervormingen plaatste.
Ik herhaal dat we de kritiek begrijpen, maar ik stel ook vast dat de Europese Commissie het begrotingsmeerjarenplan van de regering heeft goedgekeurd. Punt. We krijgen, gelukkig maar, een goedkeuring voor een traject op zeven jaar, omdat het pakket van begroting en hervorming doeltreffend, concreet, coherent en geloofwaardig is. Dat pakket houdt in dat de kosten van de vergrijzing onder controle zijn, wat adviserende instanties ook al opmerkten.
De kosten zijn onder controle, maar een begroting bestaat uit kosten en inkomsten. We moeten waakzaam blijven wat er gebeurt met de inkomsten richting 2029. Hoe moeilijk het voor sommigen ook klinkt, de waarheid staat of valt met de geloofwaardigheid van de begroting. De begroting 2025 legt de fundamenten om de rekeningen op termijn op orde te zetten. Iedereen is het er ongetwijfeld over eens dat dat nodig is. Hoewel de grote hervormingen pas in 2026 echt van kracht worden, vinden we de krachtlijnen al terug in de begroting 2025. Er wordt geïnvesteerd in defensie, veiligheid en gezondheidszorg en in de koopkracht, door de verhoging van de maaltijdcheques, het behoud van de automatische index, de btw-verlaging op sloop en heropbouw en de verhoging van de minimumlonen.
Er wordt ook bespaard op de overheid, de politiek en – dit is voor ons niet gemakkelijk - bevoegdheden als ontwikkelingssamenwerking.
Collega's, ook in deze begroting 2025 zit al een bijdrage van de sterkste schouders dankzij bijkomende maatregelen voor fraudebestrijding en dankzij fiscale maatregelen, zoals de DBI-aftrek, die we hopelijk volgende week al goedkeuren in de programmawet. Ik wil dat toch nog even benadrukken, deze regering vraagt effectief inspanningen van mensen met betrekking tot de pensioenen en de arbeidsmarkt. We hebben sociale uitzonderingen en overgangsmaatregelen voorzien, maar – en dat ontkennen we niet – het zijn en blijven inspanningen.
Collega's, voor Vooruit is het vanaf dag één duidelijk. We kunnen die inspanningen enkel vragen als iedereen zijn deel doet. Ook de grote vermogens moeten dus hun deel doen. Het kapitaal moet ook zijn deel bijdragen. Iedereen kent de verschuiving binnen ons bbp van arbeid naar kapitaal. Het kapitaal moet dus ook zijn deel doen. En ja, ook politici moeten hun deel doen. We hopen dat u daar ook allemaal volmondig achter staat. Wij van Vooruit zullen dat alvast doen, want dat is voor ons maar normaal.
Daarom is het belangrijk dat in 2025 al inkomsten van de sterkste schouders zijn voorzien. Ook daarom is de meerwaardebelasting zo belangrijk. Gewone werkende mensen te veel belastingen laten betalen omdat men rijke aandeelhouders wil ontzien, krijgt men toch niet uitgelegd, collega's. Samen met Luxemburg het enige West-Europese land blijven zonder meerwaardebelasting krijgt men toch ook niet uitgelegd? Een Marc Coucke – en ik verontschuldig mij bij hem dat ik zijn naam noem – die 1,45 miljard euro winst maakt en daarop 0 euro belastingen betaalt, krijgt men toch eveneens niet uitgelegd, collega's? Het is dan ook maar normaal dat die meerwaardebelasting er komt en dat we die samen met de coalitiepartners zullen uitwerken.
Het gaat om een meerwaardebelasting waarvan de FOD Financiën heeft uitgerekend dat ze betaald wordt door de 10 % rijksten en vooral door de 1 % superrijken. Ik weet dat sommigen onder u die studie van de FOD Financiën zullen betwisten, maar het is wel een studie van de FOD Financiën die dat stelt.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik ga afronden. Vincent, collega's, u mag straks gerust nog vragen stellen. Dat is geen probleem.
De begrotingsuitdagingen zijn immens. Ik hoop dat we ons daarvan allemaal bewust zijn. De hervormingsplannen zijn ambitieus. Er ligt nog heel wat werk op de plank. In tijden van grote uitdagingen en grote onzekerheid verwachten mensen oplossingen van de politiek. Ze verwachten dat politici hun verdomde job doen, op tijd. Men verwacht een regering die de problemen aanpakt. Mensen willen dat we onze verantwoordelijkheid nemen.
Verantwoordelijkheid nemen, betekent ook dat we bijsturen waar nodig. Aan alle collega's die vandaag roepen dat de voorliggende begrotingsplannen nog niet volstaan, zeg ik het nu al. Ja, de regering zal de cijfers nauw opvolgen. Ja, elke begrotingsopmaak en elke begrotingscontrole zal een hele opgave zijn. Dat is nooit anders geweest. Ja, Vooruit zal er telkens over waken dat de keuzes sociaal zijn en dat de sterkste schouders een eerlijk deel bijdragen. Ook dat is voor Vooruit altijd zo geweest.
Collega's, om het cirkeltje rond te maken, hiervoor ben ik in de politiek gestapt, om het verschil te maken, om zaken vooruit te doen gaan, niet om aan de zijlijn te schreeuwen. Filmpjes op sociale media interesseren me niet. Ik wil vooruitgang boeken. Samen met de collega’s willen wij uw en onze toekomst beschermen. Dat is precies wat deze regering moet doen. Met deze begroting voor 2025 wordt daartoe dit jaar een eerste fundament gelegd. Daar geloven wij sterk in.
Daarom zal onze fractie deze begroting vanavond of morgen of wanneer ook goedkeuren. Daarom zeggen wij volmondig ja. Wij willen vooruit met deze regering. Wij willen vooruit met ons land.
02.18 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, u hebt daarnet met superveel enthousiasme gezegd dat Vooruit de index beschermt. Sorry, maar met Vooruit in de regering wordt er eigenlijk een indexrem geïnstalleerd. U voert een indexrem in voor miljoenen mensen in dit land. Iedereen die vandaag leeft van een uitkering, een pensioen of een ambtenarenloon – van onderwijzer tot cipier, van statutaire postbode tot persoon met een beperking – zal bij elke indexatie een stuk loon verliezen. Niet één keer, maar elke keer. Bij elke indexatie verliezen ze geld en koopkracht.
Voor een gepensioneerde met een gemiddeld pensioen zal dat deze legislatuur al gauw 400 euro verlies betekenen. Poef, 400 euro weg, voor altijd. Dat u keer op keer zegt dat Vooruit de index beschermt, is gewoon hypocriet. Waarom zet u nu een rem op onze index, mijnheer Bertels?
02.19 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Tonniau, ik kan daar heel kort op antwoorden: de index blijft bestaan. De index wordt aangepast – dat geven we ook eerlijk toe – maar de index blijft bestaan. De uitkeringen worden automatisch aangepast aan de index. Dat blijft bestaan. Voilà, heel simpel.
02.20 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, u geeft toe dat de index wordt aangepast, maar hij wordt uiteraard naar beneden aangepast. Dat is geen bescherming. Keer op keer prutst u aan de index. De indexering wordt nu uitgesteld, zelfs voor mensen met een beperking. Beseft u dat eigenlijk wel? Die mensen hebben dat geld nodig, elke maand. Nu gaan zij al gauw 70 euro per indexering verliezen. Dat is wat Vooruit doet in deze regering. Zonder Vooruit in deze regering zou die indexrem niet zijn ingevoerd.
02.21 Annick Ponthier (VB): Mijnheer Bertels, ik heb u veel horen vertellen, maar heel weinig over een grote brok aan uitgaven voor dit jaar en zeker voor de komende jaren, namelijk het defensiebudget. Daarover heb ik u eigenlijk nauwelijks gehoord. U zei in het begin wel dat u uit een arbeidersgezin komt en dat die achtergrond u heeft gevormd in uw politieke overtuiging. Dat geldt ook voor mij, ik kom eveneens uit een arbeidersgezin en dat heeft ook mij gevormd. We hebben daar een belangrijk moreel kompas meegekregen: rechtvaardigheid, gezond verstand, maar ook het principe dat men geen geld moet uitgeven dat er niet is.
Ik wil u dan ook een vraag stellen. Wat is het standpunt van Vooruit over de 2 %-norm die uw regering dit jaar wil halen en de komende jaren zelfs wil overstijgen? Hoe wil u dat structureel financieren? De minister van Buitenlandse Zaken is er blijkbaar nog niet uit. Uw voorzitter, de heer Rousseau, lijkt er ook nog niet uit te zijn, op basis van zijn uitspraken, en deze regering ligt overhoop over dat budget.
02.22 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Ponthier, we hebben één ding gemeen, dat we blijkbaar beiden uit een arbeidersgezin komen. Tot daar waarschijnlijk de overeenstemming en dat is ook geen probleem.
Met betrekking tot defensie, het is hier al verschillende keren gezegd, er is 2 % opgenomen in de begroting voor 2025. Die uitgaven zijn voorzien. U verwijst naar de discussie over de 5 %-norm. Vooruit is geen voorstander om zomaar even 5 % uit te geven aan defensie. We hebben dat al herhaaldelijk gezegd en zullen dat standpunt blijven verdedigen binnen de regering. Zoals u merkt, is er in de regering discussie over de wijze waarop we de NAVO-norm, als die 5 % zou worden, moeten invullen en verdelen. Die discussie zullen wij binnen de regering voeren.
02.23 Annick Ponthier (VB): Net als uw voorgangers en net als deze regering blijft u standvastig in uw nietszeggendheid over de structurele financiering. U zegt maar wat. Uw regering zal volgende week ook maar wat gaan zeggen op die NAVO-top. Geen hond weet immers waar we die middelen uiteindelijk vandaan moeten halen. De plannen zijn er wel, de aankondigingen zijn talrijk, maar over de financiering hebben wij tot heden nog niets structureels vernomen. Het feit dat u in uw enthousiaste uiteenzetting niets hebt gezegd over het feit dat er deze legislatuur en dit jaar al miljarden zullen worden besteed aan defensie, is natuurlijk veelzeggend.
02.24 Dominiek Sneppe (VB): Collega Bertels, ik hoor u graag zeggen dat het allemaal betaalbaar en toegankelijk moet zijn, maar we stevenen nu al af op een gat van een half miljard euro, volgens de begroting voor 2026. We spreken over een half miljard euro, maar als men de besparingsmaatregelen in rekening brengt die zijn voorzien voor 2025, en waarvan het Rekenhof grote twijfels uit over de haalbaarheid, dan komt het eerder neer op een tekort van bijna een miljard euro.
Nadat uw minister de artsen en andere zorgverstrekkers heeft geschoffeerd en met zijn gelekte hervormingswet allerlei dictatoriale maatregelen wil opleggen, wil hij nu ook de uitgeperste Vlaamse belastingbetaler aanspreken om dat gat te dichten. Zowel de artsen als de burgers zullen moeten bijdragen.
Kunt u dat, vanuit uw socialistische visie, niet alleen uitleggen maar ook rechtvaardigen?
02.25 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Sneppe, u spreekt over de initiële technische ramingen van de begroting voor 2026 van het RIZIV. Vandaag bespreken we echter de begroting voor 2025.
De initiële technische ramingen maken deel uit van een begrotingsproces dat een hele zomer in beslag neemt. Dat proces mondt uit in technische ramingen in september en in begrotingsbesprekingen in oktober. Blijkbaar beschikt u over een glazen bol waarmee u kunt voorspellen wat het allemaal zal worden.
Wat we in elk geval wel zullen doen, is ervoor zorgen – niet door te roepen – dat de gezondheidszorg, met de investeringen die deze regering voorziet, toegankelijk en betaalbaar blijft. We zullen niet achter elke belangengroep aanhollen die een scheet in een fles laat om een probleem te melden. Wel zullen we hervormen en investeren, in die volgorde en tegelijk, want we moeten onze gezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar houden. Dat zal niet met uw fractie, maar met ons gebeuren.
02.26 Dominiek Sneppe (VB): Collega Bertels, u spreekt altijd over schreeuwen vanaf de zijlijn. Zeg dat maar, roep dat maar, dat is prima. U overtuigt mij echter niet.
Ik heb geen glazen bol. Het RIZIV zelf geeft aan dat we zullen moeten opletten. De minister heeft in de commissie ook gezegd dat we zullen moeten opletten. Wat de minister voorziet, zal echter niet volstaan. U overtuigt mij dus niet, ook al komen er overlegmomenten. Uitgaande van wat ik op de werkvloer hoor, is er van overleg weinig sprake.
Gisteren probeerde ik hier ook al duidelijk te maken dat de olifant in de kamer nooit wordt genoemd. Onze sociale zekerheid kraakt. Ze is niet langer betaalbaar, omdat we met een massale migratie-instroom zitten. Kan dat nu eindelijk eens benoemd worden? Zolang het probleem niet wordt benoemd, kan het ook niet worden opgelost. Doe daar dus iets aan en zorg ervoor dat de Vlaming van zijn sociale zekerheid kan blijven genieten.
02.27 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Bertels, u hebt daarnet over de koopkracht gesproken. Uiteraard pretendeert u de partij van de koopkracht te zijn. U hebt het dan wel over maaltijdcheques en dergelijke, maar uiteraard is de beste garantie op koopkracht het hebben van een job.
We stellen vast dat er in 2024 een recordaantal faillissementen werd genoteerd. Dat aantal zou in 2025 naar verluidt nog veel meer oplopen. Het banenverlies in 2024 was drie keer hoger dan anders. Toch streeft u naar een werkzaamheidsgraad van 80 % om het hele systeem betaalbaar te houden. Hoe schat u de actuele economische toestand in met betrekking tot uw begroting, en hoe haalbaar acht u die doelstelling?
02.28 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Van Lommel, ik ben het volledig met u eens en ik ben blij dat u bevestigt dat Vooruit de partij van de koopkracht is, want dat klopt.
In het kader van de begroting zullen we de economische parameters moeten bekijken. Dat gebeurt bij elke begrotingsopmaak en begrotingscontrole. De situatie in de wereld zal leiden tot meer economische onzekerheid. Dat zal waarschijnlijk ook gevolgen hebben voor een exportlandje als België. Die invloed zal er dus zijn.
Kunnen we met binnenlandse maatregelen, de maatregelen die we dus als regering zelf nemen, de activeringsgraad opkrikken? Ja, we zullen daartoe een aantal maatregelen nemen en we zullen de activeringsgraad in het hele land opkrikken. Zullen we de 80 % bereiken? Dat is de doelstelling die we nastreven, of 78 %, afhankelijk van de basis die u hanteert. Die doelstelling streven we na, en daar moeten we – en ik hoop dat u het daarmee eens bent – naartoe werken om de betaalbaarheid van ons systeem te behouden.
02.29 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Bertels, ik heb gezegd dat u dat pretendeert te zijn. Dat wil daarom nog niet zeggen dat het überhaupt zo is.
Als het gaat over de koopkracht, kijkt u vooral naar uw eigen koopkracht. Als ik gisteren het debat goed beluisterd heb, wilt u niet eens de partijfinanciering via de Senaat volledig afschaffen.
De activeringsgraad opkrikken kunt u enkel als het economische klimaat gunstig genoeg is. Als er geen jobs zijn of als er te weinig jobs bij komen, zal dat bijzonder moeilijk zijn. Ik meen eerlijk gezegd, mijnheer Bertels, dat u dat te weinig voor ogen houdt en dat er zwarte sneeuw op ons afkomt. Dat zeggen ook heel wat bedrijfsleiders, waar linksen en socialisten problemen mee hebben. Legt u bij hen uw oor wel voldoende te luisteren?
02.30 Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, toen ik u daarnet hoorde, moest ik toch, met alle respect, denken aan een zeer creatieve manier van boekhouden. Enerzijds wilt u investeren en klopt u zichzelf op de borst, omdat uw partij in de zorg miljarden investeert, zo zegt u. Ik wil me niet tot 25 miljard beperken. U hebt dat ook niet gedaan, in alle eerlijkheid. Maar anderzijds moet u besparen. Wel, dan moet u twee keer meer besparen dan u eigenlijk aankondigde als besparingen of de rekening klopt niet. Als ik 100 euro nodig heb en ik wil 100 euro investeren, maar ik moet ook 100 euro besparen, dan is er eigenlijk 200 euro nodig.
Voor de technische ramingen inzake het RIZIV verwijst u naar een besparing van 493 miljoen euro, voor volgend jaar. Er was ook al 125 miljoen en 140 miljoen vastgelegd. Dat betekent dat u driekwart miljard zult moeten besparen. Minister Vandenbroucke heeft die 493 miljoen zelf aangekondigd. U mag dus niet zeggen: dat is voor volgend jaar. U hebt daar zelf over gesproken. Hoe kunt u de rekening doen kloppen?
02.31 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw De Sutter, de 493 miljoen staat in een openbaar document dat al is toegelicht aan de organen van het RIZIV. Dat is helemaal geen geheim. U weet even goed als ik dat het om initiële technische ramingen gaat.
Zullen we samen met de actoren de oefening moeten doen om de rekening van de gezondheidszorg binnen de toegelaten groeinorm te doen kloppen? Ja. Wij moeten doen die oefening elk jaar doen en doen dat al jarenlang. We zullen de rekening doen kloppen om de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg te vrijwaren. Die oefening zal in oktober in de Algemene Raad van het RIZIV op basis van het nieuwe begrotingsproces worden afgeklopt. U weet even goed als ik - we hebben die oefening in het verleden samen gedaan - dat men moet investeren om later de vruchten te kunnen plukken. We investeren onder meer in de activeringsgraad. We luisteren naar ondernemers, wat de heer Van Lommel ook moge beweren. We doen dat om later de vruchten te kunnen plukken. Wij willen dat doen om ons systeem overeind te houden en het duurzaam te maken.
Dat wilt u eigenlijk ook.
02.32 Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Uw laatste conclusie is wel interessant. U bent in ieder geval creatief. U sprak over een groeinorm van 2,5 %, die later nog zal worden verhoogd. U hebt echter niet meegegeven dat u de komende twee jaar de groeinorm zal doen dalen naar 2 %.
Wij blijven dus erg ongerust, zeker in het licht van het grotere verhaal dat de arizonacoalitie meer aan defensie moet uitgeven. Verschillende voorzitters hebben gewaarschuwd dat dat niet ten koste mag gaan van de sociale zekerheid, zorg en gezondheid. Wij zien niet hoe u de rekening zult kunnen doen kloppen. Wij zijn dan ook absoluut niet overtuigd dat Vooruit zal kunnen waarmaken wat de partij blijft beweren. De cijfers tonen immers aan dat dat niet zal gebeuren.
Wij zullen dan ook erg waakzaam toezien en kritiek blijven geven op de manier waarop een en ander zal worden uitgevoerd. Wij zullen u ook houden aan uw slotwoord, namelijk dat wij inderdaad dezelfde doelstellingen willen bereiken.
02.33 Paul Magnette (PS): Mijnheer Bertels, beste Jan, wij zijn kameraden. Wij hebben dezelfde visie op de maatschappij en delen dezelfde waarden. Uw partij maakt echter deel uit van de meerderheid en onze partij zit in de oppositie.
Désolé de vous le dire, mais sur le pouvoir d'achat, vous ne m’avez pas convaincu. Deux fois 35 euros pour le salaire minimum, qui d’ailleurs avaient déjà été décidés sous le gouvernement précédent grâce à Pierre-Yves Dermagne, ce n’est pas grand-chose comparé aux 400 euros d’augmentation que nous avions obtenus sous la Vivaldi. Peut-être 80 euros pour les autres salaires dans quatre ans. C’est trois fois rien.
Le problème fondamental reste que dans énormément d’entreprises et de secteurs, il y a de la marge pour augmenter les salaires mais que la loi de 96, modifiée par la Suédoise quand vous et nous étions dans l’opposition, forme un carcan qui empêche d’augmenter les salaires.
Ma question est simple: quelle est votre ambition en matière de liberté de négociation salariale?
02.34 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Magnette, wij zijn inderdaad kameraden. Ik ben niet te beroerd om dat te zeggen. Wij hebben samen al heel veel watertjes doorzwommen en strijden samen voor de verhoging van de koopkracht. Vooruit doet dat nu alleen en we nemen de verantwoordelijkheid binnen de regering om die koopkrachtverhoging te bekomen.
In de begroting hebben we inderdaad maatregelen genomen om de koopkracht te verhogen. Ik heb ze genoemd en u hebt er ook naar verwezen: de verhoging van de minimumlonen en de verhoging van de maaltijdcheques. We zullen de koopkracht ook verhogen door consumentenbescherming. We hebben specifiek een minister aangesteld om de consumenten te beschermen, de facturen te verlagen en op die manier de koopkracht te verhogen.
Het debat over de loonwet wil ik ook niet uit de weg gaan. U weet heel goed dat we inzake de loonwet een trade-off hebben gemaakt. In voorgaande regeringen hebben we dat samen ook gedaan, de loonwet gekoppeld aan de bescherming van de index. We hebben nu de indexbescherming binnengehaald en de index behouden.
02.35 Paul Magnette (PS): Il est vrai, monsieur Bertels, qu’ensemble, nous avons préservé l'index même si ici, vous y touchez un tout petit peu quand même. Il est vrai aussi que sous le gouvernement précédent, nous n’avons certes pas pu avancer sur la loi de 96 à cause des libéraux mais nous avons obtenu une augmentation historique du salaire minimum et une série d'autres augmentations, qui ont pu être négociées grâce à des circulaires, en plus de la loi de 96.
Je veux vraiment vous encourager à continuer à mener ce combat. Essayez de convaincre les chrétiens démocrates des Engagés et du cd&v.
Je rencontre très souvent des employeurs qui nous disent: "Vous savez, il y a de la marge". L'année dernière, les entreprises ont distribué 6,4 milliards de dividendes. Si ça avait été aux salaires plutôt qu'aux dividendes, cela aurait fait 1 200 euros par salarié en Belgique – 100 euros d'augmentation par mois.
Il y a donc de la marge. Beaucoup d'entreprises souhaiteraient augmenter les salaires de leurs travailleurs, parce qu'elles ont de la marge. Elles veulent les récompenser, et c'est le gouvernement qui (…)
02.36 Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, u zegt dat Vooruit de partij van de koopkracht is. Hoe rijmt u echter de gedeeltelijke afschaffing van de nacht- en weekendpremies met het doel van een koopkrachtverhoging? Wiens koopkracht wordt dan verhoogd? Dat is mijn vraag, mijnheer Ronse.
De waarde van maaltijdcheques wordt tegen 2029 misschien met 2 tot maximaal 4 euro verhoogd, maar intussen ontneemt u mensen die vandaag al in moeilijke omstandigheden werken honderden euro per maand. Geloof mij, mensen die nachtwerk doen, doen dat niet voor hun plezier. Zij doen dat net omwille van die extra premies. Er is een reden waarom er een verbod bestaat op nacht- en zondagwerk, mensen offeren hun gezondheid en sociaal leven ervoor op. Hoe verdedigt u die afschaffing?
02.37 Jan Bertels (Vooruit): Ik herhaal het nogmaals, de premie voor nachtwerk wordt niet afgeschaft. Ik kan dat alleen maar herhalen. Verschillende collega’s en ook de minister hebben dat proberen uit te leggen. Zijn er veranderingen wat betreft de premie voor nachtwerk? Ja. Is nachtwerk het gezondste werk? Nee. We moeten dus altijd goed kijken naar de arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden voor elke werknemer, of het nu gaat om nachtwerk, werk in de zorgsector of werk op een scheepswerf. Die bezorgdheid blijft gelden voor iedereen. Wij zorgen ervoor of zullen ervoor zorgen dat economische activiteit ook in ons land kan blijven om de arbeidsplaatsen in ons land te verzekeren. Dat is ook een van de doelstellingen daarachter. Wij moeten meegaan met de tijd en hervormingen op de arbeidsmarkt doorvoeren.
02.38 Kemal Bilmez (PVDA-PTB): U zegt dus dat er niets verandert, dat het niet wordt afgeschaft. Ik zei trouwens gedeeltelijk afgeschaft. Ik weet dat u de uren tussen middernacht en 05.00 uur wel nog als nachtarbeid wil zien. Vanaf 20.00 uur tot middernacht, mijnheer Ronse, wordt het wel afgeschaft. Voor mensen die nu al een contract hebben, zal dat ook zo blijven, maar wie in de toekomst nachtarbeid zal presteren, zal dat niet meer krijgen. U kunt toch stoppen met daarover te liegen? Wees eerlijk. Mijnheer Clarinval heeft dat ook gezegd, net als de heer Piedboeuf. U zult het verlagen en de reden waarom u dat doet is de economische activiteit versterken. Geef toch gewoon toe dat u het zult verlagen. Stop met liegen. U zult de nachtarbeid goedkoper maken.
Mijn eindvraag is dan ook de volgende. U zult aan de index raken en u zult de nacht- en weekendarbeid goedkoper maken. Is er één verworven recht dat de socialisten niet zullen aanvallen?
De voorzitter: De vraag is gesteld aan collega Bertels en hij heeft ze beantwoord. Mijnheer Van Quickenborne, u hebt het woord.
02.39 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik vond dit oprecht een heel eerlijke getuigenis. Misschien niet heel bevlogen, maar wel eerlijk. U spreekt over sociale zekerheid als een kompas en dat komt uit uw hart. Ik zie en erken dat ook. U gebruikte geen debatfiches en dat is heel positief.
U bent heel bekommerd om de gewone man. Dat is de essentie van de politiek, maar waar ik mij over bekommer betreft een thema dat u kort hebt aangesneden en waarover ik een vraag wil stellen, namelijk de meerwaardetaks. Er is een gewone man die op 7 februari een getuigenis heeft gegeven op televisie. Wouter De Both, een leraar economie uit Erpe-Mere, heeft een pasgeboren dochtertje en zal 20 jaar lang 200 euro per maand voor haar sparen. Hij zal daar een kapitaaltje mee opbouwen en straks moet hij een meerwaardetaks betalen. Mijn vraag is heel eenvoudig. Behoort Wouter De Both tot die groep van sterkste schouders die u beoogt? Ik krijg op die vraag graag een eenvoudig antwoord.
02.40 Jan Bertels (Vooruit): U krijgt daar een heel duidelijk antwoord op, mijnheer Van Quickenborne. De discussie over de meerwaardebelasting is nog bezig.
U bent een liefhebber van De Tijd. Gisteren stond daarin een heel goed artikel over de meerwaardebelasting en het technische concept van optimale belasting. We werken de meerwaardebelasting momenteel uit. Zal de gewone man daardoor getroffen worden? Neen. De bedoeling is dat de meerwaardebelasting gericht is op de sterkste schouders – ik heb dat ook al aangehaald – uit de hoogste percentielen, mevrouw Bertrand. U weet dat even goed als ik.
Ik ken de situatie van de heer De Bodt niet, behalve het element waarnaar u verwijst, mijnheer Van Quickenborne: hij spaart 200 euro per maand en heeft blijkbaar een heel goed rendement behaald, als ik uw verhaal correct begrijp. De gewone man zal echter niet getroffen worden, mijnheer Van Quickenborne.
02.41 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Het is belangrijk wat u zegt, mijnheer Bertels. U garandeert dat iemand zoals de heer De Bodt niet onderworpen zal worden aan de meerwaardebelasting. Dat hebt u net gezegd. Dat was een heel duidelijk antwoord: hij zal niet onderworpen worden aan de meerwaardebelasting.
U zegt dat dat een serieus rendement is. Het is eenvoudig. Die man belegt 20 jaar lang op de beurs met een gemiddeld rendement van 5 %. Dat is een bescheiden rendement. Als men dat doet – met 200 euro per maand en 20 jaar lang – dan spaart men een kapitaaltje bijeen. Dat is ook de bekommernis van de heer Mahdi, de heer Van Peteghem, de heer Bertels en van veel mensen.
Er is maar één manier om ervoor te zorgen dat de heer De Bodt de meerwaardebelasting niet moet betalen: ofwel het vrijgestelde bedrag fors verhogen – dus niet 10.000 euro, maar 20.000 à 30.000 euro – ofwel werken met een termijn van tien jaar. Het probleem is echter dat Vooruit zich verzet tegen beide opties. Dat is het probleem. Vooruit treft dus wel degelijk de heer De Bodt. Kom tot een beter inzicht.
02.42 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, u zegt dat de begroting op orde gesteld moet worden en dat Vooruit bereid is daarvoor ver te gaan. De regering wil miljarden besparen op asiel en migratie en daarvoor mag blijkbaar alle menselijkheid wijken.
Laten we nu eens kijken naar de eerste wapenfeiten van de regering op het vlak van asiel en migratie. Er zijn intussen twee wetsontwerpen goedgekeurd, een derde volgt normaal gezien morgen. Twee van de drie wetsontwerpen kregen keistraffe kritiek van de Raad van State. Verschillende maatregelen zijn discriminerend, strijdig met de Grondwet en met Belgische en Europese wetgeving en houden een groot risico op uitholling van het asielrecht in. Dat is niet niets, maar Vooruit stemt gewoon mee met die onmenselijke en onrechtvaardige wetten inzake asiel en migratie.
Mijnheer Bertels, leg mij eens uit hoe Vooruit zoiets kan steunen.
02.43 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Daems zal ongetwijfeld het standpunt van de Vooruitfractie in de commissie goed gehoord hebben. Achraf, mijn kameraad, zal dat zeker met veel vuur en overtuiging hebben toegelicht.
Het is duidelijk, mevrouw Daems, dat mensen niet op straat zouden mogen slapen. Dat staat ook letterlijk zo in het regeerakkoord. De bevoegde minister zal dit mee ter harte moeten nemen.
De wetsontwerpen met betrekking tot asiel en migratie bevatten verstrengingen. Dat klopt. Die zijn nodig omdat er andere maatregelen genomen moeten worden om - ik zeg het nu maar even heel scherp - de instroom te beperken. Die maatregelen zijn noodzakelijk en we moeten daarmee gaan werken, zelfs binnen de Europese context. In dat evenwicht gaat de Vooruitfractie mee, maar wel met respect voor dat evenwicht.
02.44 Greet Daems (PVDA-PTB):
Mevrouw Daams: Mijnheer Bertels, met alle respect, maar door met die rechtse wetten mee te stemmen, ontzegt u mensen op de vlucht gewoon alle menselijkheid. U weet toch welke landen ook zo redeneren? Hongarije en Polen, om er maar twee te noemen. Zo ontstaat er binnen Europa een race to the bottom op het vlak van mensenrechten. Vooruit doet daar eigenlijk gewoon aan mee. Dat is niet streng maar rechtvaardig, maar verschrikkelijk en hypocriet.
02.45 Katleen Bury (VB): Mijnheer Bertels, ik wil even voortbouwen op wat collega Sneppe aanhaalde en wil het hebben over de uitgaven voor dringende medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf. Die uitgaven stijgen jaar na jaar, dat weten we.
Tijdens de bespreking van de beleidsverklaring verwees de minister alleen maar naar mensenrechten toen ik hem daarover aansprak, maar ik kreeg geen antwoord op de vragen over overconsumptie, medisch shoppen en zelfs ivf- en orthodontiebehandelingen, die volgens specialisten schering en inslag zijn. Het Rekenhof bevestigde intussen, toevallig twee dagen na die interventie, in een rapport van 78 pagina’s, dat het systeem structureel mank loopt.
Wat staat er concreet in deze begroting om die lekken te dichten of om dat eindelijk eens aan te pakken?
02.46 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Bury, dringende medische hulp geldt voor een bepaalde categorie van mensen die irregulier of illegaal in ons land verblijven, het gaat om twee verschillende categorieën. Er bestaan omzendbrieven die bepalen wat onder dringende medische hulp kan vallen. Dat wordt beoordeeld door een gezondheidszorgverstrekker, gelukkig maar. Daarna kan het OCMW – want meestal verloopt dat via het OCMW – een terugbetaling verkrijgen van de POD Maatschappelijke Integratie.
De POD Maatschappelijke Integratie moet de controlesystemen laten werken, maar het komt de gezondheidszorgverstrekker toe om het attest dringende medische hulp in te vullen en die hulp uit te voeren. Dat moet correct worden toegepast, in samenwerking met de OCMW’s.
U weet waarschijnlijk dat OCMW’s dat in het hele land op verschillende manieren toepassen. Daarin moet meer gelijkvormigheid komen, zodat het concept dringende medische hulp wordt gebracht tot zoals het steeds bedoeld is geweest.
Mevrouw Bury, ik heb liever dat iemand die dringende medische hulp nodig heeft, die ook effectief krijgt, in plaats van (…)
02.47 Katleen Bury (VB): Mijnheer Bertels, ik denk dat u net buiten de spreektijd was toen u het moreel vingertje opstak, het is nu dus niet gelukt. Het is wel schering en inslag, want telkens als we op overconsumptie of shopping wijzen, krijgen we een morele les in plaats van beleidsverantwoordelijkheid.
Ik heb wel genoteerd dat u ook ziet dat het systeem mank loopt. Ik ben er werk van aan het maken en daarover een wetsvoorstel aan het schrijven. Ik hoop dat ik dan ook uw steun zal krijgen, zodat die zaken veel beter kunnen worden geregeld.
Versta mij echter niet verkeerd, we zijn uiteraard niet tegen dringende medische hulp voor wie dan ook. We zijn wel tegen misbruik. Ik hoop dat ik u daarin als partner zal treffen in de commissie voor Gezondheid.
02.48 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, ik wil nog even terugkomen op defensie. Er is vandaag nog geen idee hoe die 2 % op structurele basis zal worden gefinancierd. Op een derde van het defensiebudget is er op dit moment geen zicht. Dat is bijna 4 miljard. Het Rekenhof heeft daarover gezegd dat als elke minister een zak geld zal krijgen – want daar lijkt het naartoe te gaan – de controle door het Parlement en de regering onmogelijk wordt. Voor mij is dat de omschrijving van een blanco cheque.
U zegt hier vandaag dat u zich verzet tegen 5 % voor defensie. Afgelopen weekend zei uw voorzitter ook dat die 5 %-NAVO-norm een belachelijk idee is. Ik ben het daarmee eens. Afgelopen vrijdag werd in het kernkabinet echter wel beslist dat de Belgische regering zich op de NAVO-top niet zal verzetten tegen die zotte 5 %. Mijn vraag is dus: waarom heeft uw vice-eersteminister zich in de kern niet verzet tegen die 5 %?
02.49 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Aerts, we hebben de discussie daarover al enkele keren gevoerd. België zal niet het land zijn dat de eventuele 5 %-norm als enige zal tegenhouden. We zijn het daar hopelijk over eens. De regering heeft steeds verklaard - en de Vooruitfractie heeft dat steeds beaamd - dat het niet realistisch is voor een land als België om op korte of middellange termijn de 5 %-norm te halen.
Hoe dan ook, indien er in Europa een efficiënte samenwerking tot stand komt, is dat misschien niet nodig. Laten we de discussie daarover op Europees niveau voeren en geen fetisj maken van een cijfer, terwijl noch dat cijfer noch de termijn waarbinnen dat moet worden behaald, is afgeklopt. Wij doen dat alvast niet. Wij zullen ervoor zorgen dat we aan onze verplichtingen van vandaag voldoen. Daarom houdt de begroting voor 2025 rekening met een norm van 2 %.
02.50 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, ik begrijp niet waarom u blijft zeggen dat u zich verzet tegen de 5 %, want u doet dat niet. U verklaart namelijk dat u zich niet zult verzetten. Zeg dat dan ook niet. Het is een belachelijk idee dat u zich ertegen zou verzetten, want u doet dat niet. Dat is precies de reden waarom ik erop zal blijven terugkomen.
Het is van belang, want ondertussen worden er boven op de 2 % defensie-uitgaven nog eens miljarden gestopt in het Defensiefonds, dat oorspronkelijk bedoeld was om de 2 % te financieren. Dat is echter al lang niet meer het doel ervan. Het Defensiefonds is bedoeld om de defensie-industrie volop te financieren. Daar is blijkbaar extra geld voor, boven op de 2 %.
Ik vind het dus zeer vreemd dat u de zware besparing op ontwikkelingssamenwerking pijnlijk noemt. De solidariteit lijkt niet veel meer waard te zijn. U probeert dat dan wel tegen te houden, maar de solidariteit wordt intussen volledig ondergraven door de regering waarin u zitting hebt. Ondertussen is er wel geld om aan de defensie-industrie uit te delen. Dat is onbegrijpelijk.
02.51 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, u had het over de betaalbaarheid van de zorg. Ik kom even terug op de discussie over een eventuele verhoging van het remgeld. Minister Vandenbroucke heeft verklaard dat er geen taboes meer zijn en dat er kan worden gesproken over een verhoging van het remgeld wegens overconsumptie van medicatie. In de pers had hij het erover dat we niet mogen smossen met medicatie. Zo zouden we te veel maagzuurremmers gebruiken. Het RIZIV-budget stevent af op een overschrijding met een half miljard. De geneesmiddelenprijzen zijn daar een belangrijke oorzaak van. De overconsumptie is echter niet het probleem bij maagzuurremmers of cholesterolverlagers. Het echte probleem zit bij de prijszetting van zeer dure geneesmiddelen: immunotherapie en gentherapie, waarbij de farmaceutische industrie misbruik maakt van patenten en het aanbod reduceert tot een keuze tussen uw geld of uw leven. Men vraagt dan bijvoorbeeld 1,9 miljoen euro voor een spuitje, zoals in het geval van baby Pia. Waarom kijkt u naar de overconsumptie van (…)
02.52 Jan Bertels (Vooruit): Maar mevrouw Eggemont, de wereld zit iets complexer in elkaar dan wat u in uw zwart-witverhaal beschrijft. In het kader van het geneesmiddelenbeleid wordt gekeken naar de volledige keten. Die loopt van de farmaceutische industrie, via de groothandelaars-verdelers en apotheken, tot aan de patiënt. Wordt er gekeken naar de bijdrage van de farmaceutische industrie? Ja. Vraag het maar eens aan pharma.be hoeveel de industrie moet bijdragen. Men zal u met plezier zeggen dat het veel en veel teveel is.
We zijn het er denk ik over eens dat een geneesmiddel een gezondheidswinst moet opleveren. Overconsumptie betekent dat dergelijk gebruik van een of ander geneesmiddel niet evidencebased is, om even onze vakterminologie te gebruiken. Overconsumptie moet aangepakt worden, ook bij degenen die het betreffende middel voorschrijven of te veel voorschrijven. In sommige gevallen kan ook de patiënt daarvoor geresponsabiliseerd worden.
02.53 Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Het is net dat beleid, dat niet evidencebased is. De cijfers tonen immers aan dat de stijging van de uitgaven aan geneesmiddelen niet veroorzaakt wordt door de officina, de apotheek waar men zelf geneesmiddelen haalt, maar door de ziekenhuizen en betreft dure therapieën. Overconsumptie aanpakken en vervolgens sancties invoeren voor artsen of hun voorschrijfgedrag controleren, daarmee pakt u het probleem niet aan. U doet niets aan de farmaceutische sector, terwijl er een wetsvoorstel op tafel ligt voor eerlijke prijzen en een correcte prijszetting. Dat voorstel komt van de ziekenfondsen, van Solidaris. Wat doet Vooruit echter? U keert het ziekenfonds de rug toe en gaat mee in het voorstel van de N-VA en de MR om het remgeld te verhogen. Dat is geen engagement voor de betaalbaarheid van de zorg.
02.54 Hugues Bayet (PS): Cher collègue, je suis sincèrement convaincu que, tout comme les socialistes, vous vous battez en faveur d'une plus grande justice fiscale, pour rééquilibrer la taxation entre le travail et le capital. Malheureusement, lorsqu’il s’agit du capital, cela ressemble à l’histoire de sœur Anne: on attend toujours. Cependant, on continue à vous faire confiance.
Concernant l’imposition sur le travail, rien n’est prévu pour 2025. Ce n’est qu’à partir de l’année prochaine que vous envisagez une augmentation de la quotité exemptée d'impôt, jusqu’à atteindre 3,5 milliards d’euros en 2029. Il est aussi question d’une cotisation spéciale de sécurité sociale cette même année.
Depuis quatre mois, je demande à notre ministre des Finances – à votre ministre – un tableau indiquant les changements en termes d'augmentation nette par décile de revenu. Que cela représente-t-il concrètement pour une personne gagnant 2 000 euros, pour un revenu médian et pour un haut revenu de 10 000 euros? À ce jour, je n'ai toujours aucune réponse.
Je crains, pour ma part, que les hauts salaires ne soient proportionnellement avantagés, bien plus que les bas et moyens revenus. Je pense donc que notre ministre des Finances nous ment. Pour ma part, je me contente de faire mon travail de parlementaire.
Pouvez-vous dès-lors nous fournir enfin ces chiffres, puisque l’Inspection des finances elle-même a exprimé des critiques à ce sujet?
02.55 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Bayet, u zal ongetwijfeld de tabel van de minister van Financiën krijgen ter gelegenheid van de discussie over de belastinghervorming. U zal die tabel in alle transparantie en met alle gegevens krijgen. Daarop heeft het Parlement recht. U zal de tabel nu niet van mij krijgen, maar er zal een belastinghervorming zijn die de werkende mens zal belonen. Ik neem aan dat u daarvan ook voorstander bent.
02.56 Hugues Bayet (PS): Cher collègue, je vous remercie pour votre réponse. Je suis évidemment pour les travailleurs, surtout pour ceux qui ont un bas et un moyen salaire.
Depuis hier, à chaque fois qu'on vous pose des questions, vous nous répondez systématiquement: "Vous verrez quand on vous donnera les tableaux." Moi, je suis comme saint Thomas, je ne crois que ce que je vois. Vous me dites aussi que vous n'avez pas les tableaux, mais vous croyez aveuglément l'Arizona. Il n'y a pas que nous. Je ne sais combien de secteurs sont en grève. Que leur répondez-vous?
Donnez-nous les chiffres! Au moins, nous
pourrons vous croire, vous défendre et vous dire: "C'est bien, continuez,
vous êtes sur la bonne voie." Mais ici, rien, bla-bla, bla-bla, bla-bla,
aucun tableau! Franchement,
je trouve que nos concitoyens méritent vraiment mieux.
02.57 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, ik heb heel goed naar u geluisterd. U hebt in het begin van uw uiteenzetting gesproken over de faire bijdrage van de grote vermogens. U vindt dus dat de meerwaardebelasting, die ongeveer 500 miljoen euro opbrengt, een faire bijdrage is in de totaliteit van de inspanningen die worden gevraagd? Dat is 1/16de van alle bijdragen.
De begroting is niet gefinancierd. Dat weten we. Er is een tekort van 5 miljard euro in het paasakkoord. Jullie hebben zich rijk gerekend. U rekent op de inkomsten uit de bevroren Russische tegoeden. Dat is goed voor 1,1 of 1,2 miljard euro tot 2029. De premier heeft al gezegd dat, als de oorlog vroeger stopt en er geen opbrengsten meer zijn, we die elders zullen moeten zoeken.
De terugverdieneffecten, geraamd op 8 miljard euro, zijn totaal ongeloofwaardig. Als men dat niet haalt, zal men de middelen elders moeten zoeken. Waar? Collega Vanbesien heeft gesproken over de sleutel van 1/3 en 2/3. Waar moet dat geld gehaald worden? Vooral bij de sociale zekerheid, bij de mensen die het moeilijk hebben.
Mijn vraag is heel concreet. Waar gaan jullie die extra inkomsten halen? Het is immers zeker dat u die nog nodig zult hebben.
02.58 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Van Hecke, ik heb het al gezegd, ik heb geen glazen bol. Ik weet wel dat er bij elke begrotingscontrole en bij elke begrotingsopmaak nieuwe problemen en kansen opduiken, ik zal het positief bekijken, die op dat moment zullen worden bekeken. Het moge duidelijk zijn, ik heb dat al vaak gezegd, dat bijkomende inspanningen voor Vooruit, als die er moeten komen en dat zal zo zijn, op een evenwichtige en sociale manier zullen moeten worden geleverd. Dat hebben wij bekomen bij de regeringsonderhandelingen en dat zullen wij bekomen bij elke begrotingscontrole of begrotingsopmaak. Dat is een fundament van onze regeringsdeelname. Het zal dus evenwichtig zijn, of het zal niet met ons zijn.
02.59 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, het is belangrijk wat u zegt, want we weten allemaal dat de rekening niet zal kloppen, dat de rekening niet kan kloppen. U zegt zelf dat er inderdaad extra inspanningen nodig zullen zijn, maar dat u dat evenwichtig zult aanpakken. U weet echter ook dat wanneer de regel van ‘een derde, twee derde’ moet worden toegepast, er opnieuw zal gekeken worden naar mensen die het al moeilijk hebben, naar de sociale zekerheid, naar de gezondheidszorg.
Denkt u echt dat u met deze regering, met de MR en de N-VA, nog meer inkomsten zult halen uit kapitalen? Denkt u dat echt? Wij niet.
02.60 Dominiek Sneppe (VB): Collega Bertels, we zijn het erover eens dat de begroting op orde moet zijn. Zoals ik daarnet al heb aangestipt, moet allereerst de massamigratie worden benoemd en vooral gestopt. Te veel mensen dragen niet bij en halen er wel alles uit. Bescherm dus onze sociale zekerheid, dat is een goede besparingspost.
Vervolgens is de beste manier voor Vlaanderen om een begroting op orde te krijgen de regionalisering van de gezondheidszorg. Elk gaat zijn eigen weg, maar betaalt ook voor zijn eigen beleidskeuzes. Dat is niet meer dan normaal, wat ons betreft.
Is Vooruit bereid te praten over meer regionale verantwoordelijkheid voor volksgezondheid, die uiteindelijk moet leiden tot het overhevelen van homogene pakketten en zelfs de splitsing van de sociale zekerheid? Of blijven u en uw partij kiezen voor centralisme, voor ‘AMAMI’, alle macht aan de minister?
De voorzitter: Mevrouw Sneppe, ook deze vraag heeft volgens mij niet direct betrekking op de begroting van 2025. Het is echter aan de heer Bertels om daarop te reageren.
02.61 Jan Bertels (Vooruit): Daar heeft haar vraag inderdaad geen betrekking op, maar ik zal kort even mevrouw Sneppe antwoorden.
Mevrouw Sneppe, wij gaan in deze legislatuur voor een samenwerkingsfederalisme. Wij zorgen ervoor dat we samen met de deelgebieden de gezondheid van onze bevolking proberen te verzekeren. Wij hebben daar resultaten mee geboekt. In het kader van de geïntegreerde zorg zou het u sieren dat wanneer er zaken worden gevraagd aan de deelgebieden waarvoor zij bevoegd zijn, u die ook zou ondersteunen, in plaats van die gewoon af te schieten ten nadele van de gezondheidszorg en de gezondheid van de Vlaming. Het zou u sieren, mevrouw Sneppe, dat u daarin een beetje consequent zou zijn.
02.62 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer Bertels, wij zullen alle initiatieven steunen die gaan in de richting van meer bevoegdheden voor Vlaanderen, voor de regionale entiteiten. Ik heb eigenlijk veel problemen met het zogenaamde asymmetrische beleid dat ook in de beleidsnota van de minister staat, omdat dat ertoe leidt dat de Vlaming ook betaalt voor wat Wallonië of Franstalig België doet. Dat kan toch niet de bedoeling zijn van asymmetrisch beleid? Asymmetrisch beleid moet betekenen dat u kunt kiezen welk beleid u voert, maar dat u ook de financiële impact ervan draagt. Dat zien we niet. We zien alleen dat Vlaanderen in de federale context de betaler is.
02.63 Patrick Prévot (PS): Monsieur Bertels, cher camarade – vous n'avez pas perdu votre qualité de camarade parce que vous avez fait de mauvais choix –, je voudrais revenir sur la Protection des consommateurs. Tout à l'heure, en réponse au président du PS, vous avez dit que vous en faisiez une priorité. Et, effectivement, vous en avez obtenu le ministère, avec le ministre Beenders qui, en tout cas, a l'air volontaire dans son souhait de protéger davantage les consommateurs.
Vous en avez fait une priorité mais, malheureusement, les services publics qui sont censés protéger les consommateurs sont également sous le coup de coupes budgétaires. La dotation de l'Autorité belge de la Concurrence (ABC) se voit rabotée de 1,7 million d'euros sur quatre ans en économies linéaires et le SPF Économie ne fait pas exception et subira des économies linéaires pour 1,8 %.
Vous êtes plein de qualités mais vous n'êtes pas magicien. Comment allez-vous faire mieux avec moins?
02.64 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Prévot, beste kameraad, hoe gaan wij meer doen met minder? Dat gaan wij doen met heel veel voluntarisme en heel veel politieke goodwill.
U weet net zo goed als ik dat niet alle consumentenbescherming wordt beheerd door overheidsinstanties. Moeten overheden kunnen werken en goed kunnen doen wat ze moeten kunnen doen? Het antwoord is ja. Dat zullen wij ook doen met de FOD Economie voor het aspect consumentenbescherming.
Het zal echter voornamelijk gaan om gesprekken en het afdwingen van regels bij derden – niet noodzakelijk overheidsbedrijven of overheidsinstanties – om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld onze energiedienstverlening correct en betaalbaar verloopt en dat er bij de facturen een level playing field speelt in het voordeel van de consument en niet enkel in het voordeel van de bedrijven.
02.65 Patrick Prévot (PS): Merci monsieur Bertels. Vous savez, dans cet hémicycle, il y a quelqu'un qui me manque beaucoup, c'est Melissa Depraetere. Parce que sous la Vivaldi, on a mené énormément de combats communs, conjoints en matière de Protection des consommateurs.
Elle avait une vraie volonté de faire évoluer les choses. Et je dois être honnête avec vous, j'ai également senti cette volonté de protéger les consommateurs chez le ministre Beenders.
Par contre, j'ai peur qu'il soit empêché, notamment par son ministre et collègue de l'Économie. On l'a déjà vu lors des débats, la majorité a parfois été plus cruelle avec le ministre Beenders que l'opposition. Le MR a attaqué frontalement M. Beenders, le reprenant parfois sur ses compétences.
On attend d'ailleurs toujours l'accord concernant la répartition des compétences entre les deux. Par conséquent, ma vraie crainte est que derrière la volonté affichée du ministre Beenders, il y ait un rabotage de ses fonctions et que malheureusement, le MR (…)
02.66 Dieter Keuten (VB): Kameraad Bertels – zo wordt u hier blijkbaar aangesproken, de sterkste schouders moeten meer doen. Ze moeten solidair zijn. Dat is uw mantra, uw credo om deel uit te maken van deze regering. Nu zijn er in België toch nog enkele zeer rijke organisaties die beschikken over miljardenreserves en die tot heden niet moeten bijdragen. Hebt u een idee? Ik heb het natuurlijk over de vakbonden. Viva de vakbond!
Bent u van oordeel, mijnheer Bertels, dat ook die sterke schouders met hun plastic jasjes solidair moeten zijn en moeten bijdragen aan deze begroting?
02.67 Jan Bertels (Vooruit): Ten eerste, mijnheer Keuten, leven we gelukkig in een vrij land en kan ik mijn kameraden nog zelf kiezen. U gelukkig ook.
Ten tweede, een specifiek aspect van deze begrotingvoor 2025 is dat er bijdragen in zitten van de instellingen die u noemt. Zij krijgen minder administratiekosten, om dat woord nu maar even te gebruiken, en worden geresponsabiliseerd voor hun taken. Voor de verzekeringsinstellingen gaat het om heel veel geld. Dat staat letterlijk in de begroting voor 2025. Dat is al een van de zaken die al doorgevoerd is. U kunt dat daar lezen. Dus ja, ook zij moeten hun spanning leveren, zoals iedereen.
02.68 Dieter Keuten (VB): Miljarden euro's zitten er in hun stakingskassen, mijnheer Bertels. Heel fijn om mee te gaan rentenieren in belastingparadijzen. U past twee maten en twee gewichten toe. De ene rijke organisatie is blijkbaar de andere niet, zolang ze maar solidair zijn.
Uw regeringspartner MR diende in januari een
voorstel in om de bonden rechtspersoonlijkheid op te leggen. In de eerste
versie van het regeerakkoord in februari stond het zinnetje ook nog vermeld,
maar raar maar waar verdween het later. Ondertussen, een aantal weken geleden,
heeft het ABVV u opgeroepen om uit deze regering te stappen, mijnheer Bertels.
Ik denk dat het nog lange jaren zullen worden voor de socialistische activisten
op de barricade van Vooruit. Veel succes ermee.
02.69 Denis Ducarme (MR): Cher ami ou camarade de Vooruit, je vous remercie vraiment de votre intervention et je veux vous dire combien on aimerait, côté francophone, avoir une gauche de la qualité de Vooruit.
Vous alliez les principes de solidarité, que vous avez chevillée au corps, et de réalisme. Vous avez prononcé ce mot à plusieurs reprises: l'équilibre. L'exercice budgétaire est un exercice d'équilibre. Notre volonté est également celle d'atteindre un équilibre, une synthèse pour défendre la classe populaire, la classe moyenne, la classe entrepreneuse. Cette synthèse est possible. Quand vous la défendrez, vous pourrez compter sur le soutien du groupe MR à vos côtés.
02.70 Jan Bertels (Vooruit): Dank u wel, mijnheer Ducarme. Vriend, kameraad, het kan allemaal. Het belangrijkste is dat we het samen doen, dat we er samen voor zorgen dat dit land vooruitgaat. Dat is onze opdracht. Dat moeten we binnen de regering doen en binnen het Parlement. Samen zullen we het moeten doen.
02.71 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, ik werd wat geprikkeld door de vraag van de heer Van Quickenborne. Zijn plaat over de leerkracht is echter een beetje grijsgedraaid. Ik zal de naam niet opnieuw noemen om de privacy van die man niet voor de zesendertigste keer te schenden.
Ik wil wel een concreet voorbeeld geven. Ik hoop dat de minister van Begroting ook heel goed luistert. U kent Bolero, het meest populaire beleggingsplatform in dit land, van KBC. Op de webstek van Bolero staan de meest verhandelde ETF's, de meest verhandelde fondsen in 2024.
Het eerste fonds is een fonds met wereldwijde aandelen. Er staat dat in 2024 de ETF steeg met 25 %. Dat betekent dat men bij een bedrag van 40.000 euro al 10.000 euro aan meerwaarde realiseert. Het tweede fonds, met Amerikaanse aandelen, haalde zelfs 32 %. Dat betekent dat men vanaf 30.000 euro al 10.000 euro meerwaarde heeft. Zijn dat de grote vermogens? Mensen met 30.000 (…)
02.72 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Vermeersch, ik moet u teleurstellen, ik ken dat beleggingsplatform niet. Ik beleg niet in kapitalen. Ik doe dat niet. Ik ken dat niet, maar wat u zei, zal ongetwijfeld juist zijn. We leven gewoon in andere werelden, u en ik. Maar dat is oké, diversiteit moet er zijn.
De discussie over de meerwaardebelasting en de eventuele uitzonderingen is iets waar ook de heer Van Quickenborne op probeert te tikken. We zullen die discussie nog wel voeren, maar de meerwaardebelasting zal er komen. De sterkste schouders zullen moeten bijdragen.
02.73 Wouter Vermeersch (VB): Het is een regelrechte schande dat u zult beslissen over het vermogen van die mensen zonder dat u kennis van zaken hebt. Vlamingen met 30.000 of 40.000 euro spaargeld zijn gewone mensen., dat is de middenklasse, dat is zelfs niet de hogere middenklasse.
Met de hele discussie rond het pensioensparen hebben we opnieuw gezien hoe snel men bij die gewone middenklasse terechtkomt, ook de minister. De rijken zullen die meerwaardebelasting ontlopen, met hun aandelen op naam, maar de gewone Vlamingen, de mensen die 30.000 of 40.000 euro spaargeld hebben, zullen wel uw belasting betalen. Wij zullen u daarop blijven wijzen. Dat zijn niet de superrijken, maar wel zal de gewone middenklasse getroffen worden.
02.74 Axel Ronse (N-VA): Mijnheer Bertels, ik wil er alles aan doen om ook een kameraad te zijn. Ik ga daar heel ver in, bijvoorbeeld zelfs spreken op het PVDA-congres Manifesto. Mijnheer Bilmez, ik richt me ook tot u. Mevrouw Vanrobaeys heeft me gezegd dat als ik in Brussel een hele dag rondloop met een megafoon in mijn oor, waarin Sofie Merckx zegt dat we de rijken de crisis moeten laten betalen, ik echt een kameraad ben.
Het gaat over nachtarbeid. U bent een van de slimste mensen in het halfrond en ik denk dat u de heer Bilmez kunt overtuigen om die kwakkel, dat fakenieuws, de wereld uit te helpen. Zal iemand die nachtarbeid presteert in een sector waar de premie nu reeds wordt toegekend van 20.00 uur tot middernacht, in de toekomst nog altijd die premie krijgen vanaf 20.00 uur indien die nu reeds wordt toegekend, als hij een nieuwe job vindt in die sector?
02.75 Jan Bertels (Vooruit): Dat is een van de gemakkelijkste vragen die ik vandaag gekregen heb. Ik kan daar niet veel anders op zeggen: ja, die mogelijkheid bestaat en blijft bestaan. Hij zal dus die premie kunnen blijven genieten. Er doen daarover allerlei verhalen de ronde, maar die mogelijkheid bestaat reeds en blijft bestaan.
02.76 Axel Ronse (N-VA): Merci, kameraad!
02.77 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik ben geen kameraad, maar wel sympathisant. Ik wil het niet over de meerwaardebelasting hebben.
U had het over de tekorten, over de moeilijkheden die op ons afkomen, en waarschijnlijk moeten er nog meer maatregelen worden genomen. Uw voorzitter, die u ongetwijfeld kent, en ook minister Vandenbroucke hebben gepleit voor een overwinstbelasting. Ze verwezen daarbij naar het voorbeeld van ENGIE en de zogezegde 7 miljard euro winst die het bedrijf zou hebben gemaakt.
Eergisteren in de commissie heb ik aan de minister van Financiën gevraagd wat hij vindt van de overwinstbelasting. U kent minister Jambon: hij leest meestal de antwoorden af van het computerscherm. Het wordt pas interessant als hij loskomt van dat scherm. Toen zei hij mij dat die overwinstbelasting gazettenpraat is. Wat vindt u van die uitspraak van de minister van Financiën?
02.78 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Van Quickenborne, het belangrijkste is wat we realiseren indien er bijkomende inspanningen nodig zijn. Wat er dan in de gazetten verteld wordt, is misschien leuk – mensen moeten geïnformeerd zijn –, maar het belangrijkste is wat we doen.
U weet zelf evengoed dat wij ooit samen een overwinstbelasting hebben ingevoerd. Samen hebben we dat gedaan, dus die techniek is bekend. Voor ons is het zeker een optie om indien nodig die techniek opnieuw in werking te stellen. Dan zullen we opnieuw een overwinstbelasting invoeren, zoals we dat vroeger ook samen hebben gedaan.
De voorzitter: De Van Quickenbornetaks?
02.79 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Bertels, dat hebben we inderdaad gedaan, maar het was een uitzonderlijke maatregel, omdat de elektriciteitsprijs toen volledig losgekoppeld was van de gasprijs. In heel Europa werd dat toen gedaan.
De overwinstbelasting die u nu bepleit, is echter bedoeld voor bedrijven die uitzonderlijk goed boeren. U verwijst naar de 7 miljard euro winst van ENGIE, maar 5 miljard euro daarvan betreft interne verschuivingen. Operationeel leed ENGIE in 2023 trouwens een verlies van 2,3 miljard euro.
Mijnheer Bertels, ik schat u verstandiger in dan uw voorzitter, maar ik heb de indruk dat als u meegaat in dat soort van populistische praatjes, want dat zijn het, u eigenlijk ingaat op wat de PVDA ooit heeft gedaan.
U herinnert zich dat de heer Hedebouw beweerde dat Colruyt geen belastingen betaalt of slechts 0,27 % belastingen betaalt in ons land. De heer Hedebouw, normaal een heel clevere man, heeft toen toch zijn fout moeten toegeven. Het bleek immers dat Colruyt 24 % belastingen betaalt.
Mijnheer Bertels, laat u dus niet verleiden door de PVDA. Blijf een rustige sociaaldemocraat.
02.80 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer Bertels, laten we terugkeren naar de gezondheidszorgbegroting. Binnen het begrotingsdebat moet dat aspect u immers bijzonder bekommeren.
Er is een gat van 0,5 miljard euro. Wij wisten dat eigenlijk al eind mei 2025, het is dus al enigszins oud nieuws. De minister heeft dat nieuws het voorbije weekend handig gebruikt als bliksemafleider om het niet langer over de ereloonsupplementen te moeten hebben. U weet echter heel goed dat wij, om die overschrijdingen weg te werken, de sector net nodig hebben.
De minister ligt, om het zacht uit te drukken, op ramkoers met de sector. De relatie is zwaar verstoord. In plaats van daar iets aan te doen, wil de minister het absoluut hebben over een kaderwet die vrijheden van artsen wegneemt.
Mijnheer Bertels, welke besparing meent u te realiseren door de ereloonsupplementen af te schaffen?
02.81 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw De Knop, wat u aanhaalt, gaat over de begroting 2028. Ik wil dat debat gerust voeren, want de discussie over de ereloonsupplementen, die u, voorzichtig uitgedrukt, wellicht enigszins kent, is onderdeel van een oefening voor het jaar 2028, na en samen met de hervorming van de ziekenhuisfinanciering, de hervorming van de nomenclatuur van de artsen en eventueel ook van andere beroepsorganisaties. Dat is dus voor 2028.
Zullen er maatregelen worden genomen om de begroting 2025 in evenwicht te houden? Ja, dat zal gebeuren. Dat hebben de actoren zelf onderling afgesproken bij de opmaak van de begroting 2025. De Algemene Raad – er was toen nog geen regering – heeft dat zelf beslist. De actoren zullen dus zelf maatregelen voorstellen. Ik hoop dat u ook weet dat zij nu bezig zijn met het uitwerken van die maatregelen.
02.82 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer Bertels, u weet heel goed dat hetgeen in de begroting is afgesproken, compleet achterhaald is. De overschrijding is veel groter. Daarvoor hebt u inderdaad opnieuw dezelfde actoren nodig, met wie de minister nu ruzie maakt.
We merken dat hij de bocht heeft ingezet, door het te hebben over de prijszetting van geneesmiddelen, terwijl hij de prijszetting voor consultaties als een duveltje in een wijwatervat mijdt.
Bent u bereid om ook te kijken naar de remgelden om het gat in de begroting te helpen dichten?
02.83 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer Bertels, in uw begroting lezen we dat producenten van tabak en e-sigaretten notificatiekosten betalen. Dat is natuurlijk goed, dat steunen we. Ik heb daarover in de commissie ook een vraag over gesteld aan de minister, maar daarop heb ik eigenlijk geen antwoord gekregen.
We vinden nergens terug hoeveel die maatregel precies opbrengt. In 2023 zou dat 1.202.000 euro aan vastleggingskredieten en 1.187.000 euro aan vereffeningskredieten opgebracht hebben. Voor 2024 moeten we het doen met vermoedelijke ontvangsten, die blijkbaar dubbel zo hoog ingeschat worden. Voor 2025 wordt de overschatting aangehouden. Wat is de reden dat de maatregel plots dubbel zoveel zou opbrengen?
02.84 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Sneppe, dat is een vraag aan de minister. Hoe dan ook, men heeft gewoon wat ter zake in de begroting 2024 van de FOD Volksgezondheid stond, doorgetrokken. U zou dat snel hebben kunnen vaststellen, indien u de begrotings- en uitvoeringsrekeningen van de FOD Volksgezondheid had geraadpleegd, met de bijhorende tabellen. We zullen moeten afwachten of de cijfers van 2024 de waarheid zijn. De FOD Volksgezondheid heeft aangegeven dat dat de normale cijfers zijn en die werden doorgetrokken. Meer zit daar niet achter.
02.85 Dominiek Sneppe (VB): Collega Bertels, ik vind dat allesbehalve gewoon. Ik merk alvast aan wie applaudisseert op, dat wat in 2023 kennelijk slechts de helft opbracht, in 2024 plots dubbel zoveel zou moeten hebben opgebracht. Daarvoor blijkt zelfs geen duidelijke reden te zijn. Dat noemt men dan blijkbaar gewoon. Ik vind dat niet gewoon.
Bovendien is het niet de enige post die veel hoger wordt ingeschat dan in 2023. Dat wijst veeleer op boekhoudkundige trukendozen dan op degelijk beleid. U cijfert zich rijk, zoals mijn specialist financiën hier zonet ook opgemerkte.
02.86 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, ik heb daarnet betoogd dat we tijdens de vorige legislatuur de armoedecijfers voor het eerst in lange tijd hebben doen dalen. Indien ik de gegevens van mijn medewerker Van Quickenborne mag geloven, is de armoede gedaald van 14,1 % naar 11,5 %. Daar mogen we best fier op zijn. We hebben dat samen gerealiseerd in de vivaldiregering.
Mijn vraag is heel eenvoudig. Hoe zult u dat cijfer in deze legislatuur nog verder doen dalen?
02.87 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Vanbesien, we mogen er inderdaad trots op zijn dat de armoedecijfers in België gedaald zijn, spijtig genoeg niet overal in gelijke mate. Het moet wel de doelstelling zijn dat die cijfers overal dalen. We hebben gewerkt aan een federaal armoedeplan. Er moet opnieuw een federaal armoedeplan worden opgemaakt. De daarvoor bevoegde minister, die ik toevallig goed ken, zal dat voor zijn rekening nemen. Die zal dat ook doen, want het is een absolute bekommernis en ik neem aan dat iedereen die deelt. De armoedecijfers, zeker de kinderarmoedecijfers, in ons land mogen niet stijgen. U weet even goed als ik dat zowel de federale overheid als de gewestelijke overheden daarin een rol hebben te spelen. Het federale niveau zal absoluut zijn deel blijven doen en ervoor zorgen dat die cijfers niet opnieuw stijgen.
02.88 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer Bertels, ik heb uit uw relaas daarstraks begrepen dat u zelf of in uw directe omgeving geconfronteerd werd met de problematiek en dat dat voor een stuk uw politiek kompas bepaalt. Ik geloof u. U zegt dat het de doelstelling is om die cijfers zeker niet opnieuw te laten stijgen en indien mogelijk verder te doen dalen. Ik ben er niet zeker van dat alle arizonapartners het daarmee in de praktijk eens zijn.
Wat asociale maatregelen betreft, ben ik ervan overtuigd dat veel van de maatregelen die de arizonaregering neemt, precies die mensen opnieuw zal treffen. Daarom zullen wij die cijfers jaar na jaar grondig blijven opvolgen. Als aan het einde van de legislatuur blijkt dat de armoedecijfers toch weer stijgen, dan zullen we u daar ook mee verantwoordelijk voor stellen.
02.89 Paul Magnette (PS): Monsieur Bertels, je reviens sur le travail de nuit. Dans ce Parlement, je pense qu'il y a vraiment des personnes qui ne savent pas comment les gens vivent. Quand on nous dit qu'on va supprimer les primes de nuit entre 20 h et minuit, mais qu'il ne faut pas s'inquiéter car cela ne concernera que les nouveaux travailleurs, c'est vraiment ne pas comprendre comment cela se passe dans les entreprises!
Dans le secteur de la logistique, vous avez des entreprises comme Alibaba ou Amazon. Jeff Bezos, l'ami de Trump, patron d'Amazon, est l'un des patrons qui respecte le moins les syndicats et les droits des travailleurs. Quand il verra demain qu'il a un travailleur qui lui coûte tel prix et que, s'il peut le licencier, il pourra en engager un autre qui lui coûtera 800 euros de moins, pensez-vous qu'il va hésiter longtemps? Évidemment que non! C'est ainsi que cela va se passer dans les entreprises.
Comme je vous sais attaché aux droits des travailleurs et au rôle des syndicats – vous l'avez rappelé plus tôt –, avez-vous prévu des clauses anti-abus pour éviter ce genre de phénomène?
02.90 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Magnette, er staan antimisbruikbepalingen in ons sociaal strafrecht en sociaal recht. Die bestaan al. We zullen die voor de werkgevers waarnaar u verwijst, die de kantjes eraf lopen, moeten toepassen. Dat is ook de bestaansreden van het CIOT. Dat moet die zaken in de gaten houden en de maatregelen handhaven.
Er moet controle zijn op een aantal misbruiken of oneigenlijke gebruiken van de arbeidsmarktwetgeving in de ruime zin. De inspectiediensten voor sociale en fiscale fraude worden ook versterkt. Die attitudes en praktijken zullen we dus niet tolereren in ons land. Daarvoor is er hier geen plaats.
Voorzitter: Frédéric Daerden, ondervoorzitter.
Président: Frédéric Daerden, vice-président.
02.91 Paul Magnette (PS): Je vous remercie monsieur Bertels. J’ai remarqué que votre groupe tardait à applaudir, alors j’ai voulu l'encourager un peu. Plus sérieusement, je compte sur vous ainsi que sur messieurs Vandenbroucke et Beenders pour faire preuve d’une vigilance extrême sur ce point.
Je ne cherche pas à faire un procès d'intention aux employeurs en général. Cependant, nous savons comment un patron comme Jeff Bezos se comporte. Si demain, il a la possibilité de licencier des travailleurs bien protégés – avec une prime justifiée parce que travailler la nuit, c’est très difficile – pour les remplacer par de la main d'œuvre moins chère, il n’hésitera pas une seconde.
C’est pourquoi il faut absolument des contrôles!
02.92 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer Bertels, het begrotingsjaar 2025 begint met behoorlijk wat belastingverhogingen. De twintig zogenaamde arizonataksen doen hun intrede. Voor de gewone werkende mens is er dit jaar eigenlijk geen enkele belastingverlaging. De verhoging van de belastingvrije som is pas gepland voor 2029. Collega Bouchez heeft wel gevraagd om die te vervroegen. U spreekt intussen over de maaltijdcheques en zegt dat ze dit jaar verhoogd zullen worden. Ik heb de begroting 2025 grondig bestudeerd, maar ik vind daar niets in terug over de maaltijdcheques. Kunt u mij vertellen wat daarover is beslist binnen de regering? Met hoeveel zullen de maaltijdcheques verhoogd worden? Wie zal de extra kosten voor die maaltijdcheques dragen?
02.93 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Van Quickenborne, ik heb daarnet al gezegd dat een begroting zowel uitgaven als inkomsten omvat. Als u de tijdslijn met betrekking tot de begroting bekijkt tot 2029, zult u zien dat de inkomsten uit arbeid dalen, omdat arbeid als relatieve parameter binnen het bruto binnenlands product daalt en de kapitaalinkomsten dalen zelfs nog meer. U zult dus goed moeten kijken naar wat de inkomsten zijn in 2029.
Wat de maaltijdcheques betreft, is daarnet al aangehaald dat er ruimte moet zijn om een verhoging van de koopkracht mogelijk te maken. De regering heeft beslist dat de waarde van de maaltijdcheques verhoogd kan worden. Wie die bijkomende kosten zal dragen, is een zaak van overleg tussen de sociale partners. Dat weet u ook, u kent het systeem van de maaltijdcheques even goed als ik.
02.94 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): U hebt daarnet in uw inleiding gezegd – ik heb goed geluisterd, het was interessant – dat de maaltijdcheques dit jaar verhoogd zouden worden. Ik heb u toen de vraag gesteld met hoeveel en wanneer dat is beslist, maar u hebt daar niet op geantwoord. Ik stel dus vast dat de regering daarover nog geen beslissing heeft genomen. Ik stel ook vast dat de sociale partners daarover verdeeld zijn en dat er geen akkoord is bereikt. Wanneer ik diezelfde vraag stel aan mensen van de N-VA, zeggen zij dat er dit jaar geen verhoging van de maaltijdcheques komt.
Wat is het nu, collega’s van Arizona? Komt er in 2025 een verhoging van de maaltijdcheques? Zo ja, hoeveel zal die verhoging bedragen en wie zal die betalen? Of komt er geen verhoging? Ik denk dat de mensen daar recht op hebben. U zegt daarnet, in het kader van de begroting 2025, dat de maaltijdcheques worden verhoogd. Ik vraag u wanneer en met hoeveel en u antwoordt dat men dat zal zien binnen een tijdslijn tot 2029.
Ik heb dus de indruk dat er wat ruis op de lijn zit. Het lijkt erop dat er nog geen beslissing is genomen. Ik weet dat u dat wilt en dat mevrouw Vanrobaeys, een zeer gewaardeerd lid van onze commissie, dat ook wil, maar het is niet beslist. Dus wat zit u hier dan eigenlijk te vertellen?
02.95 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik weet niet of ik u goed begrepen heb. Ik hoop eigenlijk van niet, want dan kunt u het ontkrachten. Maar u had het, meen ik, over een prijzenplafond voor bedrijven die te veel marge, of rendement, creëren. Ik weet niet of ik dat goed begrepen heb?
Ik ken het regeerakkoord een beetje. Ik weet dat Arizona ervan uitgaat dat dit een dynamisch document is. Misschien heb ik de jongste versie niet gelezen. Ik heb daar echter nergens afspraken in zien staan over wetsontwerpen om prijzen te plafonneren wanneer bedrijven wat veel rendement creëren.
Ik vraag me af of u ook zo'n papiertje hebt zoals de heer Bouchez er eentje heeft. Is er een afspraak waar ik geen weet van heb? Staat er iets over in het regeerakkoord? Hebt u dat aangepast, zoals al een paar keren gebeurd is? Of is er ergens een akkoord afgesloten dat niet gecommuniceerd is? Hoe zit het eigenlijk met dat prijzenplafond?
02.96 Jan Bertels (Vooruit): Mijnheer Coenegrachts, ik zeg het nu uit mijn hoofd. Ik zou het moeten checken. Volgens mij staat er een zinsnede in het regeerakkoord die zegt dat er prijzen geblokkeerd kunnen worden als bedrijven overdreven marges aanrekenen. Dat is iets anders dan een algemeen prijzenplafond. U moet het maar eens checken, maar volgens mij staat het zo letterlijk in het regeerakkoord.
De uitwerking zal gebeuren door onze minister die de consumentenbescherming ter harte zal nemen. Als er overdreven marges zijn, die niet verantwoord zijn, noch economisch, noch maatschappelijk, moeten die overdreven marges aangepakt worden.
02.97 Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer Bertels, het voordeel van overdreven marges is dat er zoveel mensen geïnteresseerd zullen zijn in die sector te ondernemen. Laat de markt dat zelf oplossen. Men krijgt concurrentie, men krijgt betere producten, men krijgt een verdeling van de marges. Op die manier lost de markt uw probleem op.
Doe dus even uw best. Bekijk het even en laat het door de markt opgelost worden. Wie zal hier bepalen wat overdreven marges zijn? Ik zal het niet bepalen. Ik krijg er echter schrik van als u zult bepalen wat overdreven marges zijn, wie hoeveel winst mag maken. U kunt echt één fractie beginnen te vormen met de PVDA. Dan kunt u gewoon zeggen wat het rendement is dat elk bedrijf nog mag creëren. Allemaal systemen die ooit uitgeprobeerd zijn, mijnheer Bertels. Aan de andere kant van de Muur, zoals de heer Van Quickenborne zei. Met zeer weinig succes, dus ik zou het niet doen.
02.98 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Bertels, op de debatfiches van Vooruit staat dat het afpakken van de nachtpremies slechts een paar mensen of een paar bedrijven zou treffen, met de bedoeling om hen over de grens van Nederland naar België te trekken, maar als we kijken naar wat er op tafel ligt, gaat het over tien paritaire comités, waaronder paritair comité 100 en paritair comité 200, bedienden in de voedingshandel, de middelgrote voedingsbedrijven, de bedienden in de internationale handel, het vervoer en de logistiek enzovoort.
Wanneer men die tien paritaire comités optelt, gaat het om bijna 950.000 werknemers. Dat is 22% van alle werknemers. Het gaat dus niet om een kleine groep. Jullie pakken een hele hoop mensen hun premies af. Waarom gaat Vooruit daarmee akkoord? Waarom treffen jullie zoveel arbeiders en bedienden in dit land die ’s nachts werken of ploegenarbeid verrichten?
02.99 Jan Bertels (Vooruit): U vraagt mij nu commentaar op een debatfiche van de PVDA. Ik ben niet verantwoordelijk voor jullie debatfiches. Ik kan alleen herhalen dat wij nog steeds vertrouwen hebben in een sterk sociaal overleg tussen alle partijen. Ik hoop dat jullie daar ook nog een kleine beetje in geloven. Het sociaal overleg bestaat en alle actoren moeten met hun eigen wapens kunnen strijden en overleggen. Daar geloven wij in.
Wat die nachtpremie betreft, ik kan alleen maar herhalen wat daarnet al gezegd is: die wordt niet d'office afgeschaft. Waar zijn jullie nog mee bezig? Ik kan niet antwoorden op die debatfiche, want die is onjuist. Dat kan ik wel zeggen dat ze onjuist is.
02.100 Robin Tonniau (PVDA-PTB): U verwijst naar het sociaal overleg. Ik citeer uit het wetsontwerp: “Van deze definitie mag niet worden afgeweken, noch via een collectieve arbeidsovereenkomst, noch via een individuele overeenkomst, noch via het arbeidsreglement voor werknemers van wie het arbeidscontract start op of na 1 juli 2025.”
Met andere woorden, jullie zetten het sociaal overleg buitenspel. Het is dankzij de vakbonden dat wij die nachtpremies hebben bedongen. Jullie zeggen aan de vakbonden: vanaf nu bent u vijf uur nachtpremie kwijt en u mag daarover niet meer onderhandelen, zelfs niet via een nieuwe cao, zelfs niet via een collectieve arbeidsovereenkomst. Tot daar het sociaal overleg.
Het is niet voor niets dat de vakbondsvoorzitter van het ABVV, Bert Engelaar, jullie vraagt om uit de regering te stappen. Dat komt door dergelijke maatregelen.
02.101 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik keer even terug naar waar we daarnet geëindigd waren: u zei dat het nu aan de sectoren is om een voorstel uit te werken om de overschrijdingen aan te pakken. De minister stuurt hen natuurlijk wel al in een bepaalde richting, zoals we dat van hem gewoon zijn. Hij stelt voor om de remgelden op geneesmiddelen verder te verhogen, om op die manier de overconsumptie aan te pakken. Nu is mijn vraag aan u, mijnheer Bertels: de overconsumptie aanpakken, doet u dat enkel op die manier? Er zijn natuurlijk nog andere remgelden. Daarenboven is er op andere vlakken ook sprake van overconsumptie. Zo is de toegang tot de zorg vandaag heel gemakkelijk, onder andere door heel wat gratis consultaties bij huisartsen.
Bent u dus bereid, samen met uw minister, om ook te kijken naar remgelden op consultaties, om op die manier de overconsumptie en de overbevraging van de zorg aan te pakken?
02.102 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw De Knop, het is een beetje dezelfde vraag, maar met een andere insteek dan die van mevrouw Eggermont van enige tijd geleden. U zou moeten weten dat de begroting 2025 van de ziekteverzekering is opgemaakt door de sectoren van de Algemene Raad. Er was wel wat discussie, maar toch. Zij hebben over een begroting beslist en beslist dat, als er overschrijdingen zijn, zij voorstellen zullen doen om die overschrijdingen weg te werken. De artsenorganisaties en de farmasector hebben dat gedaan voor 2025 en zijn nu opnieuw aan het bekijken of die maatregelen opbrengen wat zij oorspronkelijk hadden gedacht dat ze zouden opbrengen. Die oefening is nu bezig.
De consultaties zijn bij de zaken die ter sprake komen bij de artsenorganisaties. Dat zullen zij moeten voorstellen in ruil voor eventuele digitale consultaties, die ze zelf hebben afgeschaft. Die oefening is bezig en we zullen daar uiteraard over praten wanneer zij met een voorstel komen.
02.103 Irina De Knop (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik ben uw belerend vingertje wel een beetje moe. U doet alsof we niet begrijpen hoe die begroting wordt gemaakt. We begrijpen dat heel goed en we begrijpen ook hoe de minister dat wenst te sturen.
Ik onthoud vooral dat de deur openstaat en dat er misschien eindelijk bereidheid is om te luisteren in plaats van enkel een bepaalde visie door te drukken. Het kan misschien een idee zijn en het kan helpen om de begroting op orde te krijgen door die vreselijke kaderwet in te trekken. Dat zal de dialoog bevorderen.
02.104 Dominiek Sneppe (VB): Nog een allerlaatste vraag, mijnheer de voorzitter. Het staat inderdaad niet in deze begroting, collega Bertels, maar toch heb ik een vraag over de 25 %-regel voor kinesitherapeuten, logopedisten, vroedvrouwen en dergelijke meer.
Het staat niet in de beleidsnota of in de begroting, maar het is wel opgenomen in de beleidsverklaring. Hebt u enig idee wanneer dat voorzien is? Op mijn vraag tijdens het debat over de beleidsnota heeft de minister namelijk geantwoord dat de 25 %-regel zal worden afgeschaft, maar we weten niet wanneer dat zal gebeuren en evenmin of er voldoende budget voor is.
Misschien hebt u als ex-kabinetschef toegang tot bijkomende informatie, zoals interne nota’s en dergelijke. Wij beschikken daar immers niet over, vandaar mijn vraag. Wanneer zal de 25 %-regel eindelijk worden afgeschaft?
02.105 Jan Bertels (Vooruit): Mevrouw Sneppe, wat ik voornamelijk doe, is veel contact onderhouden met het terrein en met de actoren, waardoor ik daar veel informatie kan verkrijgen. De afschaffing van wat u de 25 %-regel noemt, is opgenomen in het regeerakkoord.
De regering zal het engagement uit het regeerakkoord ook nakomen. U zult zien dat dat in een van de volgende begrotingen met veel aandacht en in alle toonaarden besproken zal worden. De regering zal dat uitvoeren, want het staat in het regeerakkoord.
02.106 Dominiek Sneppe (VB): Dank u, mijnheer Bertels, maar sta mij toch toe daaraan te twijfelen. Het staat inderdaad in het regeerakkoord – dat heb ik ook gezegd – en in de beleidsverklaring.
De afschaffing van de 25 %-regel laat eigenlijk al zes jaar op zich wachten. Het is nochtans eenvoudig: het volstaat dat er een koninklijk besluit wordt opgesteld en in werking wordt gesteld door de minister. Daarmee kan dat opgelost worden. Waar knelt het schoentje dan? Het probleem is natuurlijk dat er geen budget voor is.
Ik kijk er dus naar uit en zal de vraag ieder jaar blijven herhalen: wanneer zal de 25 %-regel eindelijk worden afgeschaft?
Le président:
Je pense que ceci clôture l'intervention de M. Bertels. La parole est à Mme Bertrand.
02.107 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vooraleer ik aan mijn betoog begin, wil ik een kleine bedenking maken over de opzet van het debat. Wij voeren hier een begrotingsdebat, een debat over de begroting van de minister van Begroting, van de minister van Financiën en van de eerste minister. Maar wie ondervragen wij hier? We ondervragen de fractieleiders, meestal de fractieleiders van de meerderheid. Gisteren had ik in dat opzicht medelijden met de heer Dubois. Ondanks al zijn dossierkennis en zijn geduld moest hij toegeven dat hij geen minister is en nog minder lid van de kern. Voor zover ik weet, heeft hij ook geen geheime hotline met de eerste minister.
Die ondervragingen zijn hier dus eigenlijk niet aan de orde. Onze kerntaak als Parlement is de controle op de uitvoerende macht en niet het controleren van collega-parlementsleden. Wat tijdens deze debatten gebeurt, is alsof ik aan de pianist vraag waarom de symfonie zo vals klinkt, terwijl de dirigent afwezig is.
De dirigent is wel degelijk afwezig, wat ik betreur, want voorgaande eerste ministers waren altijd aanwezig tijdens de begrotingsdebatten. Ik hoop dat de premier straks alsnog komt om te antwoorden. De minister van Begroting is wel de hele tijd aanwezig geweest, maar we hebben zijn stem niet gehoord. Mijnheer de minister, ik dank u voor uw aanwezigheid, maar ik betreur dat wij uw stem niet hebben gehoord. Ik had u in het debat meer willen horen.
Daarom wil ik een oproep doen aan de
collega-Kamerleden, aan de voorzitter en aan de Conferentie van voorzitters om
werk te maken van een hervorming van dergelijke debatten. Wij zouden daarmee
veel tijd winnen, zodat wij onze echte taak, zijnde de controle op de
uitvoerende macht, ten volle kunnen uitoefenen. (Applaus op alle banken)
Nu ga ik over tot de begroting zelf. We zijn vandaag meer dan een jaar na de verkiezingen, exact 370 dagen. De meerderheidspartijen hebben acht maanden onderhandeld en de regering bestuurt nu vier maanden. We staan hier nu voor de eerste test van de arizonacoalitie, de allereerste arizonabegroting.
Ik zal een persoonlijke bedenking maken, een kleine bekentenis, recht uit het hart. Toen de regering in februari 2025 werd gevormd, had ik even spijt dat wij er geen deel van uitmaakten. Collega Dedecker, u hebt daar nog steeds spijt van. U hebt mij dat in de lift verteld en u hebt dat nadien ook publiek verklaard. Het spijt u dat wij niet in deze coalitie zitten.
Eerlijk gezegd, we zijn nu vier maanden later en ik heb er helemaal geen spijt meer van, niet omdat het quorum bereiken dan echt een kruistocht zou zijn geweest zijn – dat zou het geval zijn geweest –, maar omdat ik ondertussen de begroting grondig heb doorgenomen.
Ik heb de rapporten van het Rekenhof, de Nationale Bank, het Federaal Planbureau en zelfs het recentste rapport van Fitch Ratings gelezen. Als u die rapporten ziet, mijnheer Vandeput, dan blijft er na vier maanden niet veel meer over om trots op te zijn. We zien een begrotingstekort tegen 2029 van meer dan 40 miljard euro, een schuld die met meer dan 100 miljard stijgt en een tewerkstellingsgraad die ver van de doelstelling van 80 % zal liggen.
Deze regering zou het land toch op orde stellen, de trend keren, het rotten – overigens niet mijn woordkeuze – doen stoppen? Ik durf het bijna niet te zeggen, maar het is zelfs veel slechter dan Vivaldi. Het is vandaag 19 juni 2025. De afgelopen weken en maanden zijn één langgerekte realitycheck. Instelling na instelling, rapport na rapport komt men met dezelfde conclusie. Wat de meerderheid doet, volstaat niet. Het is te weinig. Wat u beloofde komt er niet en wat u anderen verwijt, klopt niet. Het is tijd om de realiteit onder ogen te zien. U zult slagen in iets waarin nog nooit iemand voor u is geslaagd, namelijk met de allerslechtste begroting van Europa komen. Die trofee hebben wij nooit gewonnen. Dat is toch fenomenaal. Ik moet denken aan de heer Loones. U wordt de kampioen van Europa. Dat zijn de feiten.
Over kampioen gesproken, dat doet mij denken aan hordelopen, le saut de haies. Dat is een wedstrijd waarbij men heel snel moet lopen en tegelijk over een aantal hindernissen moet springen. Tijdens de verkiezingscampagne was geen horde te hoog, geen hindernis te veel. U zou bewijzen dat u over elke horde kon springen. Wat moeten wij vandaag echter vaststellen? U struikelt en strompelt vandaag al.
De eerste horde is de begroting. U zou het verschil maken, maar in de begroting 2025 zien we dat er voor 264 miljoen inspanningen zullen worden geleverd. Dat is peanuts! Als wij het Rekenhof moeten wij geloven, is dat eigenlijk nul. Dat heeft de minister van Financiën zelf erkend in de commissie.
Voor de meerjarenbegroting wordt het nog erger, met een tekort van 6,2 %, meer dan 40 miljard tegen 2029. Dat is erger dan bij ongewijzigd beleid. De covidcrisis kostte 35 miljard euro. De energiecrisis kostte meer dan 10 miljard euro. Zelfs in die moeilijkste tijden hebben we altijd meer dan 1 miljard aan inspanningen geleverd. Hier wordt er geen inspanning geleverd. In het paasakkoord kreeg u wel en herkansing, maar die hebt u laten liggen. De lat lag op de grond.
De tweede horde zijn de hervormingen. Het klopt dat er een aantal interessante intenties staan in uw regeerakkoord en in uw beleidsnota, wat we altijd erkend hebben. Wij steunen die intenties ook. Maar kijken we even naar de uitzonderingen, de uithollingen en het uitstel. De ambtenarenpensioenen zouden uiteindelijk over de volledige loopbaan worden berekend, zoals voor elke gewone werknemer: En wat zien we nu? Dat zal 37 jaar duren. Die maatregel zal pas in werking treden in 2062. Dan is de helft van ons hier al dood? Wat de beperking van de werkloosheid in de tijd betreft, biedt u nog vijf jaar lang een arizonastudiebeurs aan aan iedereen die zich snel inschrijft voor een opleiding in een knelpuntberoep. Collega Ronse heeft dat een pervers effect genoemd, terecht, maar hij laat het wel toe. De conclusie is dat de lat niet volledig op de bodem lag, maar ze werd toch serieus verlaagd.
De derde horde zijn de terugverdieneffecten. Die horde hebt u zelf opgetrokken. De mensen tellen. Wat zijn de terugverdieneffecten? Hoeveel zullen de hervormingen opbrengen? Hoeveel, beste collega's? 8 miljard. 8 miljard! Maar niemand gelooft dat. Ik heb nog geen enkel rapport gelezen dat concludeert noch enige econoom horen verklaren dat de berekening ernstig is en klopt. Nee. Zo geraakt men nooit over de horde, laten we eerlijk zijn. U belooft boven op de geplande jobgroei dat u nog 450.000 jobs zult creëren. Vandaag zien we echter de ene sluiting na de andere: Cora, Van Hool, Casa. Tja, die horde wordt gewoon genegeerd, collega's.
De vierde horde heeft te maken met onze gezondheidszorg, die collega De Knop staatsgeneeskunde noemt. Ze zal daar straks nog op terugkomen. In dat dossier bent u alvast een slaafse leerling geweest. U hebt goed geluisterd naar meester Frank: nul hervorming en geen enkele ambitie. Ondertussen, door de provocaties van de minister van Volksgezondheid, stelt men iets ongezien vast: artsen dreigen te staken. Dat zit nochtans werkelijk niet in hun DNA. De N-VA laat dat alles gewoon gebeuren. Het is onbegrijpelijk.
Dan komen we bij de vijfde horde, Defensie. Mijnheer de minister van Begroting, u beloofde plechtig alle uitgaven, 17,2 miljard euro, te compenseren. U hebt de horde, de lat, zeer hoog gelegd. De ambitie om een goede leerling van de NAVO te zijn, is toe te juichen; we zijn nu eenmaal lid van een clubje. Laat er geen twijfel over bestaan, het zal voor geen enkel land gemakkelijk zijn. Dat beseffen we zeer goed. Vandaag stellen we vast dat zelfs de 2 % nog niet gefinancierd is. Niets is gefinancierd, laat staan dat het structureel is gefinancierd. Men werkt met eenmalige inkomsten, met superdividenden van Belfius en men haalt opbrengsten uit de geblokkeerde Russische tegoeden. Collega’s, dat zijn toch geen structurele budgetten. We weten dat allemaal.
Dan spreken we zelfs nog niet over de 5 %, of over 3,5 % plus 1,5 %. Wat een vaudeville verleden week!. Het was allemaal beslist in het kernkabinet vorige vrijdag waarna we de coalitiepartners het hele weekend naar mekaar zagen uithalen. De ene sprak over defensiedommeriken, de andere had het over stupid, crazy, krankzinnig. De NAVO-norm noemde men compleet belachelijk.
Beste collega’s, ons land is altijd een pionier geweest op het vlak van internationale samenwerking. België vormt het centrum van Europa. We huisvesten de hoofdzetel van de NAVO. En dan zouden we nu de NAVO belachelijk maken? Er is maar een manier om de 3,5 % te halen: meer Europa en meer Europese samenwerking. U zou het interview van Manfred Weber, een christendemocraat, in De Morgen eens moeten lezen.
Collega’s, de eerste minister verwijst – hij is momenteel afwezig – af en toe naar Ronald Reagan, voormalig president van de Verenigde Staten.
Ik wil een andere bekende Amerikaan, Benjamin Franklin, een van de grondleggers van de VS, citeren. Hij zei ooit dat er maar twee zekerheden zijn in het leven, death and taxes. We zullen sterven – mijn excuses voor het slechte nieuws – en voordien zullen we belastingen betalen. Met Arizona is er één zekerheid, we zullen veel belastingen betalen.
Het verhogen van de koopkracht, werken meer doen lonen, dat zie ik voorlopig nog niet. De 20 arizonataksen staan nu al in uw begroting en in uw programmawet: 1. de woontaks, 2. de carried interest taks, 3. De exittaks, 4. de echtscheidingstaks, 5. de liquidatietaks, 6. de DBI-taks, 7. de DBI-bevekstaks, 8. de microfinancieringstaks, 9. de huishoudbediendentaks, 10. de adoptietaks, 11. de rechtsbijstandtaks, 12. de private privakstaks, 13. de elektrische motortaks, 14. de verreverplaatsingstaks, 15. de pc-taks, 16. de bijkomende personeelstaks, 17. de stagebonustaks, 18. de sociaalpassieftaks, 19. de giftentaks en 20. de woon-werktaks. Voilà, u kent ze ongetwijfeld van buiten. Twintig arizonataksen met één constante, contractbreuk. Dat is wat Arizona doet, ingrijpen op bestaande contracten, op zaken uit het verleden. Dat is zowat het motto, het verleden.
Wie deed hier eerder dit jaar een gift aan een goed doel? Wel, u zult meer belasting betalen, goed nieuws. Wie is er gescheiden? Mijn excuses, dat is misschien privé, maar goed, wie alimentatie betaalt aan zijn ex-partner voor de kinderen zal daar nu belasting op moeten betalen. U zult mogelijk opnieuw naar de rechtbank moeten, na een moeilijk en pijnlijk akkoord. U zult dat moeten heropenen. U verhuurt een appartementje in Middelkerke? Mijnheer Dedecker, u kent ongetwijfeld mensen in die situatie. U hebt daarvoor geld geleend? Dan zult u daar nu meer belastingen op betalen.
Het treft miljoenen Belgen, beste collega’s. Miljoenen Belgen zullen het voelen in hun portemonnee. Dan spreek ik nog niet eens over de meerwaardebelasting. Mensen die sparen voor hun kinderen zullen ook meer moeten bijdragen. Collega’s, ik begon met een persoonlijke bedenking. Heel even heb ik gedacht dat mijn partij van die regering deel had moeten uitmaken. Vandaag weet ik beter.
Wat een geluk dat we geen deel uitmaken van Arizona. Als ik zie wat jullie ervan maken, hoe de beloftes zo snel ingeslikt worden, als ik zie hoe jullie de werkende middenklasse treffen, dan weet ik zeker dat wij hier geen deel van willen uitmaken.
U weet dat uw regeerakkoord niet volstond bij de start. Het volstaat vandaag nog steeds niet. U moet terug naar de tekentafel. Er is nood aan een regeerakkoord 2.0, mijnheer de minister. 1.0 heeft al 8 maanden geduurd. Het is dringend dat u een regeerakkoord 2.0 uittekent.
Geachte collega's, ik zal concluderen. Een begroting is meer dan een stapel cijfers. Het is meer dan een tijdelijke oefening. Het is een belofte aan de volgende generatie. Het is een contract met de samenleving. Het is een spiegel van waar een regering echt voor staat. Het is de uitdrukking van waar een regering naartoe wil en wie ze daarbij in bescherming neemt.
Wie zijn de mensen die de rekening krijgen? De werkende klasse. De gezinnen die sparen, de zelfstandigen, de ouders. Iedereen die iets opbouwt voor morgen. Zij worden vandaag teruggefloten. U belooft een trendbreuk, maar u breekt geen trend, u breekt het vertrouwen.
Is er nog vertrouwen in deze ploeg? De minister van Financiën zei dat de downgrade door Fitch totaal onverwacht was. De eerste minister zei dat hij te verwachten was. Wat is het nu?
Voorzitter: Peter De Roover, voorzitter.
Président: Peter De Roover, président.
Collega's, wij, liberalen, zijn allemaal in de politiek gestapt om geen toeschouwer te zijn van het verval. Wij zijn bereid verantwoordelijkheid op te nemen, ook vanuit de oppositie, en de goede maatregelen te steunen. Dat hebben we altijd gezegd. Maar verantwoordelijkheid opnemen begint met de waarheid onder ogen zien en de moed hebben te zeggen dat het zo niet werkt. Deze begroting is geen antwoord op de uitdagingen van deze tijd. Het is een gemiste kans.
Ik sprak over kampioenen, beste collega's.
Wel, ik zal u zeggen wie de echte kampioenen zijn. Dat zijn de mensen die elke
dag werken, ondernemen, opvoeden, zorgen. Voor hen moeten we het doen. Zij
verdienen beter dan dit. Ons
land verdient beter dan dit.
02.108 Denis Ducarme (MR): Je suis un peu surpris par la tonalité. On est dans la même internationale, madame la cheffe de groupe. Je m'attendais donc à des propos plus nuancés. J'ai presque l'impression que vous auriez préféré un gouvernement et un budget mené avec des socialistes, des écologistes, des communistes. Est-ce cela que vous auriez préféré, madame Bertrand?
Je suis très étonné que votre analyse ne comporte que du négatif compte tenu de la manière dont les réformes sont portées dans ce gouvernement allant du centre gauche à la droite. Vous n'avez fait que dézinguer ce budget sans relever, à l'image de ce que M. Van Quickenborne a fait en commission des Affaires sociales, des éléments positifs.
02.109 Alexia Bertrand (Open Vld): Monsieur Ducarme, il n'y a pas que du négatif. Comme je l'ai dit et répété, certaines réformes vont dans le bon sens. La Cour des comptes le reconnait également. Ces réformes-là, vous pourrez compter sur nous pour les soutenir!
Ce que j'aurais aimé voir, ce n'est certainement pas un gouvernement avec des communistes. J'aurais aimé voir un gouvernement qui, autoproclamé de centre droit, mène une vraie politique de centre droit. C'est cela que l'on voulait voir!
02.110 Denis Ducarme (MR): C'est sans doute possible. Aux prochaines élections, veillez simplement à ce que votre parti fasse un peu plus de sièges!
02.111 Steven Vandeput (N-VA): Mevrouw Betrand, ik begin met een uitdrukking uit het hart. Eigenlijk heb ik u heel graag. Ik heb enorme bewondering voor mensen die nooit hun voluntarisme laten zakken, die volhouden en dat wat niet te verdedigen is, blijven verdedigen.
U komt hier nu vertellen dat er niet voldoende wordt gedaan. Herinnert u zich welke cijfers u hebt geërfd van de Zweedse regering? Ik zal ze u geven, dan hoeft u daar niet over na te denken. Het ging om een tekort van 0,9 %, tegenover 2,7 % aan het einde van Vivaldi, onder uw verantwoordelijkheid. De overheidsschuld bedroeg toen 100 %. U hebt een erfenis achtergelaten van 104,7 %. Dat is wat u verdedigt.
Als wat wij gaan doen allemaal niet genoeg is, wat moet er dan volgens u wel gebeuren?
02.112 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer Vandeput, ik geef het toe, het is wederzijds. Ik apprecieer u enorm, maar dan moeten de feiten wel correct zijn. U moet zich dan ook herinneren dat we toen op 0,9 % van het bbp zaten voor defensie, het dieptepunt. Wij hebben dat met Vivaldi moeten optrekken tot 1,35 %. U moet ook iedereen eraan herinneren dat nadat u de regering hebt verlaten, het tekort in anderhalf jaar tijd met 1 % is gestegen. Het is dus effectief gestegen.
U vraagt wat wij dan wel zouden doen. Wij - het Rekenhof zegt dat trouwens ook - zouden kijken naar een aantal domeinen waarin vandaag niets wordt gedaan. Kijk bijvoorbeeld naar de gezondheidszorg. Het IMF stelde herhaaldelijk dat we 20 à 30 % te veel uitgeven. Dat is pure verspilling. We lopen tegen een muur aan als we daar niet hervormen, mijnheer Vandeput.
02.113 Steven Vandeput (N-VA): Ik hoor u graag zeggen dat u hebt gedaan wat de Zweedse regering beslist heeft, namelijk groeien tot 1,35 %. In 2025 gaan wij voor 2 % van het bbp. We gaan in de primaire uitgaven nog altijd naar beneden ten opzichte van wat de vivaldiregering heeft achtergelaten.
In dat kader, mevrouw Bertrand, zou u er goed aan doen om eerst te kijken naar wat er daadwerkelijk gebeurt. Sinds mensenheugenis zit Open Vld in de federale regering. Zij hebben in al die tijd geen enkele hervorming kunnen realiseren zonder de N-VA. Geef anders gewoon een voorbeeld.
In elk geval gaan wij hiermee nu naar hervormingen die onze concurrentiekracht, onze koopkracht, onze veiligheid en onze vooruitziendheid bevorderen. Daarover gaat het voor deze regering op de lange termijn.
02.114 Kathleen Depoorter (N-VA): Collega, volgens het IMF zouden we inderdaad 20 tot 30 % moeten kunnen besparen door de gezondheidszorg duurzaam te hervormen. Ik kom even terug op de tussenkomst van uw collega daarnet over het optrekken van het remgeld.
Kunt u mij uitleggen waarom u in de tijd van Vivaldi bent meegegaan in de terugbetaling naar 4 en 1 euro voor een consultatie bij een huisarts? Dit is een van de grootste kritieken van de huisartsen. Blijkbaar geeft u toe dat u op dat moment een slechte maatregel hebt genomen?
Kunt u mij uitleggen waarom u dan met die New Deal, die toch eigenlijk een staatsgeneeskundig geheel was dat wij nu gaan evalueren, bent meegegaan?
Tot slot, met betrekking tot het budget van de geneesmiddelen, u hebt verwezen naar de statines en de PPI's, de maagzuurremmers. Dat gaat over 109 en 52 miljoen euro op een totaal van 3,2 miljard euro.
02.115 Alexia Bertrand (Open Vld): We hebben onder de vivaldiregering niets veranderd. Het remgeld is gewoon twintig jaar lang niet geïndexeerd, terwijl de lonen met 56 % zijn gestegen. Dat is evenmin onder de Zweedse regering gebeurd. Wat daarentegen wel onder minister De Block is gebeurd, is het opstarten van diepgaande hervormingen van de ziekenhuisnetwerken.
Iedereen, ook het IMF, zegt dat we daarmee moeten doorgaan. Nu dient de overconsumptie aangepakt te worden, zoals collega De Knop zei. Weet u hoeveel antibiotica, slaapmiddelen en antidepressiva we in dit land gebruiken? Het gaat niet alleen over geneesmiddelen, maar ook over medische beeldvorming. Wij hebben het grootste aantal scans per inwoner in dit land. Wanneer zal men dat eindelijk aanpakken? Ja, er is verspilling in de gezondheidszorg. Dat betekent echter niet dat wij aan de rechten van de patiënten raken. Enkele ziekenhuizen bevinden zich momenteel trouwens in moeilijke omstandigheden. Het is dus nodig om het geld naar de juiste plaats te brengen.
02.116 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw Bertrand, u hebt terecht geantwoord dat er niets is veranderd. Dat is precies het resultaat van Open Vld in de vivaldiregering. U hebt niets veranderd voor de patiënten, niet gezorgd voor de artsen, niet voor het geneesmiddelenbudget, niet voor innovatie. Het ziekenhuisnetwerk, opgestart door mevrouw De Block, bestaat niet meer. Het was zo goed dat het er gewoon niet meer is, want het werkte niet. Nu moeten wij zorgen dat de ziekenhuizen op een correcte manier kunnen fusioneren en dat er andere terugbetalingsmechanismen komen. Dat alles staat in het regeerakkoord. Dat is nu net de kern van de zaak. U hebt met Open Vld in de gezondheidszorg niets gedaan in de voorbije legislatuur. U hebt de liberale geest binnen de gezondheidszorg niet verdedigd. U hebt geen enkele vorm van ondernemerschap bij de artsen gestimuleerd. Nu staan die zaken wél in het regeerakkoord en daar zullen wij met N-VA over waken.
02.117 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mevrouw Bertrand, er moet mij ook iets van het hart. Ik ben enigszins verwonderd over de ferme budgettaire inzichten die u vandaag etaleert. Tegelijkertijd vind ik het jammer dat u die inzichten de voorbije twee jaar niet hebt benut. U hebt ze toen heel goed weten te verbergen.
We staan vandaag voor een zeer ambitieus hervormingspakket – het eerste grote pakket sinds de jaren 90 – maar blijkbaar is dat voor u niet voldoende.
Ik heb in het bijzonder een vraag over de pensioenen, waarover u heel duidelijk zegt dat het onvoldoende is. Voor ons is het nochtans helder: wij hervormen de pensioenen op een geleidelijke, menselijke manier. Niet draconisch, maar met vooruitgang, want wij willen de mensen een degelijk pensioen blijven garanderen.
Mevrouw Bertrand, hoe wilt u de pensioenen dan hervormen?
02.118 Alexia Bertrand (Open Vld): Mijnheer Van den Heuvel, u blijft naar het verleden kijken, terwijl u van een tekort van 2,8 % naar 4 % gaat.
U vraagt hoe ik de pensioenen wil hervormen. Wij hebben de eerste stappen al gezet, zelfs samen met de socialisten. Onder premier Di Rupo is de vereiste loopbaan opgetrokken van vijf naar tien jaar. De overgangsmaatregel werd niet over zevenendertig jaar gespreid, maar over tien. Onder de regering-Michel, samen met de liberalen, hebben we de pensioenleeftijd verhoogd tot 67 jaar, over een periode van vijftien jaar, niet van zevenendertig jaar. Uw overgangsmaatregelen duren gewoon veel te lang. Dat is het probleem: het gaat allemaal veel te traag.
02.119 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mevrouw Bertrand, bedankt voor uw antwoord, maar ik stel alleen vast dat u nog meer naar het verleden verwijst dan ik. Bovendien heb ik nog geen enkel concreet voorstel van u gehoord. Dat is trouwens een bedenking die ik maak na 24 uur debat: ik hoor heel veel kritiek, maar geen enkel constructief voorstel. Daarom vraag ik u nogmaals: welke maatregelen wilt u nemen om de pensioenen drastischer te hervormen? Het is goed dat de mensen ook duidelijk het alternatief kennen.
02.120 Alexia Bertrand (Open Vld): (…) U moet de tweede en de derde pijler uitbreiden, maar de afgelopen weken gaat het alleen over het nog extra belasten van die tweede en derde pijler. Als u een deftig pensioen wilt, dan moet u ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot de tweede en derde pijler. Zo simpel is dat, maar u doet net het tegenovergestelde.
02.121 Koen Van den Heuvel (cd&v): Dus, beste collega's, als ik dat antwoord hoor, is het heel duidelijk: Open Vld wil de pensioenen van de gewone man raken. Het basispensioen is dus niet belangrijk voor Open Vld.
De voorzitter: Bedankt, collega's. Ik sluit de ochtendsessie.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 juni 2025 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 juin 2025 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 12.58 uur.
La séance est levée à 12 h 58.
Dit verslag heeft geen bijlage. |
Ce compte rendu n'a pas d'annexe. |
ELEKTRONISCHE TELLING |
COMPTAGE ELECTRONIQUE |
Elektronische telling – Comptage électronique: 1
Ja |
76 |
Oui |