Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 16 januari 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 16 janvier 2025

 

Après-midi

 

______

 

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.

La séance est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Peter De Roover, président.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Alexander De Croo, Vincent Van Peteghem, Annelies Verlinden, Nicole de Moor.

 

01 Rouwhulde – mevrouw Miet Smet

01 Éloge funèbre – Mme Miet Smet

 

De voorzitter (voor de staande vergadering): Dames en heren, geachte collega’s, op 19 december jongstleden overleed Miet Smet, minister van Staat en erelid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, in Destelbergen op 81-jarige leeftijd. Tijdens de laatste plenaire vergadering van het voorbije jaar stonden we al kort stil bij haar heengaan, dat ons toen net was meegedeeld. Vandaag nemen we passend afscheid van onze oud-collega, die een onuitwisbare stempel heeft gedrukt op de politiek in het bijzonder en op de hele samenleving in bredere zin.

 

Miet Smet est née à Saint-Nicolas pendant la Seconde Guerre mondiale. Elle a grandi dans une famille démocrate-chrétienne, un véritable "nid orange". Selon ses propres mots, elle a vécu une enfance simple, mais heureuse. Plus tard, elle a fait des études d'assistante sociale à Gand et s’est engagée auprès des Jeunes CVP. À l'époque déjà, elle portait un vif intérêt à deux thèmes qui allaient marquer sa carrière politique: l'environnement et l'émancipation des femmes.

 

Ze maakte al gauw een steile opmars in haar partij en de jeugdorganisatie ervan. In de jaren 70 richtte ze Vrouw en Maatschappij op, de vrouwen­beweging in de CVP, en organiseerde ze mee de eerste Vrouwendag, wat toen een opmerkelijk moment was. Wij kunnen het ons nu misschien moeilijk voorstellen. In 1978 werd ze voor het eerst tot Kamerlid verkozen en al heel snel ontpopte ze zich zowel binnen als buiten de assemblee tot een van de toonaangevende figuren van de vooruitstrevende vleugel van de christen­democratie. Bij deze wil ik ook namens dit Huis onze collega’s van cd&v onze bijzondere sympathie betuigen.

 

De 1985 à 1992, Miet Smet a occupé le poste de secrétaire d'État à l'Environnement et à l'Émancipation sociale dans les gouvernements Martens VI à IX, un rôle qui lui allait comme un gant. Ensuite, durant sept ans, elle a été ministre de l'Emploi et du Travail dans les deux gouvernements Dehaene.

 

Ze creëerde in die hoedanigheid het kader voor wat men al vlug de Smetbanen noemde, waarmee ze duizenden langdurig werklozen weer kansen gaf op de arbeidsmarkt. Ze zei zelf hierover: "Werk is meer dan inkomen. Het is ook waardigheid, het gevoel dat je ertoe doet."

 

In haar autobiografie Ik kijk alleen vooruit: mijn leven als politica blikte Miet Smet toch tevreden terug: ze had een vol, volwaardig leven gehad, zo schreef ze; interessant, soms moeilijk, maar altijd datgene doend waar ze voor geboren was en wat ze met veel passie deed. Op latere leeftijd mocht ze op persoonlijk vlak nog een aantal bijzonder gelukkige jaren beleven met haar grote liefde. Voor dat alles was ze zeer dankbaar.

 

Met Miet Smet verliezen wij een zeer gewaardeerd iemand, die in ons halfrond een belangrijke rol heeft gespeeld, die zich steeds onverdroten heeft ingezet voor wat zij zag als een meer rechtvaardige samenleving. Ik citeer opnieuw haar eigen woorden: "Het belangrijkste wat je kunt nalaten is de wetenschap dat je een verschil hebt gemaakt." En een verschil, goede collega’s, dat heeft Miet Smet zeker gemaakt.

 

Namens de Kamer heb ik haar familie mijn oprechte deelneming betuigd.

 

01.01 Minister Vincent Van Peteghem: Geachte collega's, in naam van de federale regering sluit ik me aan bij de woorden van hulde en deelneming van de Kamervoorzitter.

 

Met het overlijden van Miet Smet nemen wij afscheid van een vrouw wier leven volledig in het teken stond van christendemocratische principes. Dienstbaarheid, gelijkheid en liefde voor haar medemens waren haar leidraad, principes die ze haar leven lang ten volle inzette om een krachtige stem te zijn in de Belgische politiek en samenleving.

 

Miet was een onvermoeibare voorvechtster van vrouwenrechten en een standvastige militant voor iedereen die bescherming verdiende. Haar indruk­wekkende loopbaan omvatte lidmaatschappen van de Kamer, de Senaat, het Vlaams en het Europees Parlement. Daarnaast bekleedde ze de functie van staatssecretaris en minister in opeenvolgende regeringen. Bovenal was ze echter altijd Miet, een voortrekker op momenten dat anderen daar nood aan hadden.

 

De carrière van Miet Smet is de afgelopen weken uitgebreid belicht. Een volledige schets van haar leven en werk zou meer tijd vergen dan de hulde vandaag toelaat. Wat alleszins steeds naar voren komt, is haar kenmerkende vastberadenheid en vermogen om moeilijkheden recht in de ogen te kijken. Ze stond pal voor haar principes, maar steeds met een open hart en respect voor anderen. Haar huis in Lokeren was een toevluchtsoord waar genegenheid en gastvrijheid voelbaar waren.

 

Haar liefde voor Lokeren, de stad waar ze bijna haar hele leven woonde, was diepgeworteld, net zoals haar liefde voor Wilfried Martens, die in zijn memoires vol lof over haar sprak. Zij was, zoals hij haar beschreef, een bron van kracht en evenwicht in zijn leven. Miet was niet alleen zijn levens­partner, maar ook zijn klankbord en steunpilaar tijdens enkele van de meest turbulente momenten in onze Belgische politieke geschiedenis.

 

Het overlijden van Miet Smet betekent een groot verlies. De woorden van familie, vrienden en collega's de afgelopen weken herinneren ons eraan hoe buitengewoon haar leven, haar werk en haar persoonlijkheid waren. Laten we haar vandaag eren, niet door enkel te treuren om wie we hebben verloren, maar ook door te vieren wat ze heeft nagelaten: een wereld die door haar werk een stukje rechtvaardiger werd. Haar humor en levendigheid brachten licht in levens van iedereen om haar heen.

 

Zelfs in uitdagende tijden slaagde ze erin om helderheid en evenwicht te vinden, vaak met een kwinkslag die de zwaarte verlichtte. Miet Smet was een licht, een kracht en een voorbeeld. Ze blijft voortleven in de herinnering van velen en in de vooruitgang die zij heeft gerealiseerd, een grote dame, niet alleen van mijn partij, maar van de hele Belgische politiek.

 

In naam van de federale regering betuig ik nogmaals mijn diepgevoelde en oprechte medeleven aan haar familie.

 

De voorzitter: Collega's, laten we enkele ogenblikken van passende stilte in acht nemen.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

02 Agenda

02 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 15 januari 2025 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 15 janvier 2025, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

Mondelinge vragen

Questions orales

 

03 Question de Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le montant record des dividendes distribués par des sociétés belges" (56000349P)

03 Vraag van Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het door Belgische bedrijven uitgekeerde recordbedrag aan dividenden" (56000349P)

 

03.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, le gouvernement Arizona n'est pas encore formé, mais les politiciens qui négocient pour ce faire semblent bien d'accord. Je cite ici M. Prévot, qui disait que "le monde d'hier n'existera plus demain", et M. Bouchez, qui disait que "c'est un effort qui n'a jamais été réalisé". Ils affirment que nous allons tous devoir nous serrer la ceinture, mais c'est bien sûr à l'ensemble de la classe travailleuse et à la population qu'ils s'adressent.

 

Messieurs Bouchez et Prévot, je voudrais vous dire que les gens se sont déjà serré la ceinture depuis des années. Vous avez imposé la pension à 67 ans, vous avez bloqué les salaires depuis des années, et je ne parle même pas du prix des courses et de l'énergie!

 

03.02  Georges-Louis Bouchez (MR): (…)

 

De voorzitter: Collega's, mag ik alstublieft het woord verlenen aan de spreker?

 

03.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Et, à cela, vous voulez encore ajouter trois milliards d'euros d'économies dans les pensions. Mais que voulez-vous faire? À un moment donné, à force de presser le citron, il n'y a plus de jus. C'est cela que les gens sont venus dire ce lundi à Bruxelles. Plus de 30 000 personnes – des pompiers, des enseignants, des travailleurs du secteur privé et du secteur public – étaient là pour dire: "Non, on n'en peut plus! On a déjà donné."

 

Sachez, monsieur le premier ministre, que, du jus, j'en ai trouvé! Regardez! Ce matin, le Trends titrait en grand "91 milliards d'euros de dividendes". La question que je vous adresse est dès lors simple. N'est-ce pas, par exemple, à AB InBev, qui fait plus de quatre milliards d'euros de dividendes, de payer une partie de la facture?

 

03.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Merckx, Belgische bedrijven keren dit jaar inderdaad een record aan dividenden uit. Wat betekent dat eigenlijk? Dividenden zijn niet zomaar een cadeautje voor aandeelhouders, dividenden zijn de vruchten van succesvolle bedrijven die winst maken.

 

Die dividenden genereren belastinginkomsten, veel belastinginkomsten zelfs, onder de vorm van roerende voorheffing. In 2023 ging het over 5,4 miljard euro aan belastinginkomsten die via die dividenden werden geïnd. Mevrouw Merckx, dat geld is onmisbaar om bijvoorbeeld de pensioenen of de gezondheidszorg te betalen.

 

Mevrouw Merckx, als u hier die dividenden aanvalt, dan valt u de bron aan die we nodig hebben om de pensioenen en de sociale zekerheid te betalen. Succesvolle bedrijven en een sterke economie zijn de beste garantie voor sociale rechtvaardigheid. Zonder winst zijn er geen dividenden. Zonder dividenden zijn er geen belastinginkomsten. Zonder belastinginkomsten is er geen sociale zekerheid.

 

Mevrouw Merckx, misschien is het tijd dat u dat ook eens durft te zeggen. Succesvolle bedrijven die winst maken, dividenden uitkeren en daarop roerende voorheffing betalen, dat is de manier waarop we de sociale zekerheid financieren. Die waarheid moet u misschien eens onder ogen durven te zien in plaats van altijd onwaarheden te vertellen.

 

03.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, votre réponse est claire: regarder là où il y a de l'argent est tabou. C'est un tabou de vouloir aller chercher l'argent là où il se trouve, n'est-ce pas? Vous regardez toujours du même côté. Vous ne vous attendiez pas à ce que nous soyons 30 000 dans la rue ce lundi. Et le 13 février, nous serons encore plus nombreux. Que ce soit clair: ce n'est pas aux gens de payer la facture. Il faut regarder ailleurs, il faut aller chercher l'argent là où il est, auprès de ceux qui ont les épaules les plus larges. Il faut une fiscalité juste. En ce qui nous concerne, nous sommes résolus à ne pas nous laisser faire, Arizona ou pas.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Steven Coenegrachts aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De nieuwe deadline voor de indiening van het Belgische begrotingsplan bij Europa" (56000348P)

- François De Smet aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het voorwaardelijke uitstel van de EU voor de indiening van het federale begrotingsplan" (56000362P)

04 Questions jointes de

- Steven Coenegrachts à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La nouvelle échéance pour la présentation du plan budgétaire belge à l'UE" (56000348P)

- François De Smet à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le sursis conditionnel accordé par l'UE pour la présentation du plan budgétaire fédéral" (56000362P)

 

(Het antwoord zal door de eerste minister worden gegeven. / La réponse sera donnée par le premier ministre.)

 

04.01  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, zeven maanden geleden zijn we naar de stembus getrokken en we zitten nog altijd zonder regering. Voor de zoveelste keer hebben we vandaag opnieuw een deadline gekregen. Eind januari zou er nu een regering zijn. Eerst was het voor september, dan werd het na 13 oktober, vervolgens was het tegen Kerstmis. Nu is het eind januari. Dat maakt ons ondertussen allemaal lid van de club van de ongelovige thomas: eerst zien, dan geloven.

 

Mijnheer de eerste minister, dat getreuzel kost ons geld. Het Monitoringcomité berekende dat hierdoor het begrotingstekort groeide met 2,5 miljard. Nochtans heeft uw regering al verschillende keren de arizonaonderhandelaars moeten assisteren, helpen en ondersteunen, door uitstel te vragen aan de Europese Commissie en door voorlopige twaalfden op te stellen. Blijkbaar zal dat niet volstaan, want u zult opnieuw voorlopige twaalfden moeten opstarten. Opnieuw zal er aan Europa gevraagd moeten worden wanneer de begroting effectief binnen moet zijn.

 

Hoe loopt dat proces? Is het nodig om opnieuw die voorlopige twaalfden op te stellen? Wat zegt Europa over de timing?

 

We hebben gisteren allemaal de heer Gert Peersman gehoord over de begrotingsuitdaging, over de terugverdieneffecten. Wat zegt de Europese Commissie in uw ervaring over terugverdieneffecten? In hoeverre mogen die meegerekend worden?

 

04.02  François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, l'absence de gouvernement fédéral nous coûte 508 euros par seconde. Ce n'est pas moi qui le dit mais le formateur, M. De Wever. Cela veut dire que la dette fédérale belge se sera alourdie de 60 000 euros pendant la durée de ma question. Durant le temps probable de votre réponse, elle se sera encore alourdie de 150 000 euros.

 

Le formateur a raison parce qu'il est allé chercher les chiffres du Comité de monitoring qui nous révèlent en effet que, à politique Vivaldi inchangée, nous aurons une dette de 119 % du PIB en 2029, soit 840 milliards d'euros. Ces chiffres sont vertigineux et nous paraissent abstraits, mais ils sont en réalité très concrets. Il s'agit de l'argent de nos impôts, de nos soins de santé, de nos écoles, de nos policiers, de nos pensions. Mais il s'agit surtout de celui de nos enfants et des prochaines générations. La dette que nos enfants devront endosser augmente chaque jour où les cinq partis de l'Arizona n'arrivent pas à former un gouvernement ou à nous sortir une réforme fiscale, du marché de l'emploi ou des pensions. C'est inacceptable!

 

Comme tout le monde le sait, la Belgique est mise sous procédure de déficit excessif par la Commission européenne. Vous avez négocié un nouveau délai courant jusqu'au 30 avril.

 

Que va-t-il se passer si, malgré tout, nous sommes toujours en crise à la date du 30 avril? Il n'est évidemment pas exclu que l'Arizona finisse par se former sur un malentendu. Cela fait d'ailleurs bientôt deux jours qu'aucun président de parti n'a incendié le processus de formation; tous les espoirs sont donc permis. Il faut néanmoins envisager les hypothèses du pire. Allons-nous nous en sortir avec seulement une étape de douzièmes provisoires? Je n'en suis pas du tout certain puisque la Commission européenne nous demande d'avoir mis en place, dès le mois de mars, les nouvelles réformes concernant la fiscalité et le marché de l'emploi. Que se passera-t-il dans le scénario probable – en tout cas possible – du pire?

 

04.03 Eerste minister Alexander De Croo: De onderhan­delende partijen hebben inderdaad nog geen akkoord gevonden voor de begroting van dit jaar. De ontslagnemende regering heeft eind vorig jaar een begroting met voorlopige twaalfden laten goedkeuren in dit Parlement. Op die manier kregen de onderhandelende partijen tot 31 maart van dit jaar om een volwaardige begroting volledig goedgekeurd te krijgen.

 

Het is duidelijk dat het eerste pakket aan twaalfden niet zal volstaan, want zelfs als de onderhan­delende partijen eind deze maand tot een akkoord komen, is het onhaalbaar om ervoor te zorgen dat het op 31 maart goedgekeurd zal zijn. Meestal gaat men ervan uit dat een periode van drie maanden nodig is om volledig alle adviezen te kunnen doorlopen.

 

Het lijkt me logisch dat een ontslagnemende regering geen risico neemt en dat we een nieuwe tranche van twaalfden zouden voorbereiden, om ervoor te zorgen dat de middelen voor de verschillende diensten gegarandeerd zijn tot eind juni en om een soort van shutdown bij de overheidsdiensten te vermijden.

 

Ik heb de formateur en zijn team daarvan op de hoogte gebracht en zij vonden het logisch dat de ontslagnemende regering voorbereidingen zou treffen voor een volgende reeks aan twaalfden. De staatsecretaris heeft daarvoor een omzendbrief verstuurd en het zal gelden volgens dezelfde regels die ook van toepassing waren voor de eerste drie maanden aan twaalfden, bijvoorbeeld geen nieuwe uitgaven.

 

De ontslagnemende regering heeft ook eind oktober en eind december aan Europa aangegeven dat de onderhandelende partijen, op dat moment, niet in staat waren om een meerjarenbegroting in te dienen. Ik verwacht dat de Europese Commissie eind volgende week een formeel antwoord zal geven, maar informeel heeft ze reeds aangegeven dat ze eind april een oordeel zal vellen over de begrotingssituatie van ons land. Dat betekent dat er eind maart een volledig akkoord van begroting en van hervormingen nodig zal moeten zijn.

 

Ik kom tot de vraag over de terugverdieneffecten. Onze ervaring de voorbije jaren in de huidige regering, maar ook in vorige regeringen bij voorgaande evaluaties van de Europese Commissie leert ons dat de Europese Commissie steeds zeer kritisch staat ten opzichte van het in rekening brengen van terugverdieneffecten in een begroting. We moeten daar dus zeer voorzichtig mee omspringen, want in het verleden heeft de Europese Commissie dat soort zaken vaak verworpen uit ingediende begrotingen.

 

04.04  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, het is duidelijk dat u op de winkel past tijdens het getreuzel van Arizona.

 

(Rumoer op de banken van de N-VA en het Vlaams Belang)

 

In zeven maanden tijd is men er niet in geslaagd een regering te vormen, waardoor de put elke dag groter wordt. U kunt wel zeggen dat wij dit en dat hebben gedaan. Het is uw getreuzel dat elke dag, zeven maanden lang, geld kost. Collega’s, u kunt, tot spijt van wie het benijdt, niet rekenen op die terugverdieneffecten. Stop daarmee, maak een echte begroting. Maak ze sneller. Show us the money! Show us the money, beste collega’s. U zou het beter doen, doe het beter. Show us the money!

 

04.05  François De Smet (DéFI): Merci, monsieur le premier ministre, pour votre réponse complète et honnête, mais quand même inquiétante. En effet, si je vous entends, il n'y a pratiquement aucune possibilité qu'un gouvernement Arizona arrive à produire des réformes convaincantes, même s'il arrivait à se former dans le temps imparti par l'Union européenne. C'est quand même ennuyeux.

 

L'autre élément intéressant de votre réponse est le rappel de ce mythe des effets retour. Les effets retour existent, mais en général ils sont très fortement surévalués par rapport à la réalité. En général, la Commission européenne ne les inclut pas. C'est quand même  intéressant, parce que dans les notes Arizona qui circulent, une grande partie des réformes fiscales envisagées se basent sur une exagération forte des effets retour. C'est un rappel à la réalité. Je ne doute pas qu'il ne sera pas entendu, mais merci quand même de l'avoir fait.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Benoît Lutgen à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le signal sous-jacent aux invitations à l’investiture de Donald Trump" (56000361P)

05 Vraag van Benoît Lutgen aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het signaal dat met de uitnodigingen voor de inauguratie van Donald Trump afgegeven wordt" (56000361P)

 

05.01  Benoît Lutgen (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, pas plus que vos homologues allemand ou français, vous n'assisterez à l'investiture du 47président des États-Unis. Je constate votre déception de ne pas pouvoir assister à ce moment de grande subtilité et d'élégance, votre déception également de ne pas être aux côtés de personnages aussi particuliers que M. Zemmour, Mme Meloni, M. Bolsonaro, ou d'autres encore.

 

Plus sérieusement, ces invitations sont le signal, une fois de plus, d'une forme de non-respect à l'égard de l'ensemble des chefs d'État européens. Plus particulièrement, nous avons vu ces dernières semaines, au travers de toute une série d'actions de M. Musk et d'autres, s'opérer une ingérence dans la réalité démocratique de l'Europe, au cœur même de notre démocratie. Cela se fait via une voix totalement libérée, de façon complètement exagérée, et sans réaction réelle de l'Union européenne. M. Macron a bien réagi en disant qu'on assistait à la création d'une internationale réactionnaire et liberticide, mais nous attendons autre chose de l'Union européenne en termes de réaction, de protection de nos valeurs, de notre démocratie, de nos intérêts, et de force de l'Europe qui doit pouvoir agir.

 

Nous avons d'ailleurs des instruments à notre disposition; je pense au Digital Services Act et au Digital Markets Act, qui permettent d'agir en la matière, notamment au niveau des réseaux de ceux qui détiennent, quelque part, l'information ou la désinformation, oserais-je dire.

 

Monsieur le premier ministre, quels sont les actes concrets que vous avez menés ces dernières semaines, avec vos homologues européens, pour réagir avec force face à ces ingérences d'aujourd'hui mais aussi de demain?

 

05.02  Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur Lutgen, il n'est pas de coutume d'inviter des chefs d'État et de gouvernement à la cérémonie d'investiture du président américain. Par le passé, cela ne s'est jamais produit et aucun premier ministre belge n'y a jamais été invité. C'est le cas cette fois encore, comme pour la plupart de mes collègues européens. En revanche, l'ambassadeur belge aux États-Unis y assistera.

 

De toute évidence, le président Trump a tendance à rompre avec beaucoup de traditions et de coutumes et il a invité certains chefs d'État. Je vous laisse vous forger votre opinion quant au choix des personnes qui sont invitées ou pas. Ceci dit, je pense que, plus largement, on peut s'attendre, dans les mois et les années à venir, à ce que l'administration américaine rompe avec certaines traditions ou coutumes. Toute la question, en tant que pays européen, est de déterminer quand il est opportun de réagir et quand s'abstenir de le faire. Je pense que dans le cas précis de ces invitations et non-invitations, on finira par s'épuiser à force de chercher la petite bête, et ce n'est pas une bonne chose.

 

Il est d'autres situations, par contre, où une réaction s'impose. Lorsque les États-Unis se disent intéressés par l'achat du territoire d'un pays allié, d'un pays européen, et laissent planer la menace éventuelle d'une intervention militaire en cas de refus, nous devons dire que cela va trop loin et que de tels propos sont inacceptables. Si des plateformes sont utilisées pour une ingérence poussée dans notre politique, dans notre démocratie, nous devons réagir. Je pense donc que nous devons réagir avec force pour certaines choses et qu'il vaut juste mieux ignorer ce qui est insignifiant.

 

05.03  Benoît Lutgen (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, il est clair que ces invitations sont en partie symboliques. Cependant, elles veulent quand même dire quelque chose. Nous ne pouvons pas simplement dire qu'elles sont insignifiantes. Elles ont une signification, également à l’égard de ceux qui sont invités et qui assisteront à cette investiture.

 

Ensuite, nous pouvons faire les constats à l’infini. L’urgence, au niveau européen, c’est d’avoir une stratégie en la matière et d’utiliser les outils qui sont à notre disposition. Il y a déjà, aujourd'hui, des infractions aux législations européennes en termes de diffusion de l’information via les réseaux, notamment.

 

Je vous ai cité les législations européennes qui vous permettent d’utiliser des leviers pour réagir et pour faire face à cette désinformation et à cette forme d’ingérence dans nos démocraties. C’est cela que je vous demande: d’avoir une stratégie et de réagir avec force.

 

Vous savez bien que je suis, à titre personnel, un ami des États-Unis et des Américains. Ma ville en est certainement un symbole très fort. Mais nous devons lutter contre toutes les formes d’ingérence, qu’elle soit chinoise, qatarie, américaine ou autre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Tine Gielis aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De door TreinTramBus voorgestelde oplossing voor de overvolle treinen tussen Antwerpen en Brussel" (56000351P)

06 Question de Tine Gielis à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La solution de TreinTramBus au problème de la saturation des trains entre Anvers et Bruxelles" (56000351P)

 

06.01  Tine Gielis (cd&v): Mijnheer de minister, er is een probleem, een groot probleem. Een op de vier treinen tussen Brussel en Antwerpen is geschrapt omwille van een nieuwe internationale verbinding. Ik word dagelijks bestookt met mailtjes, foto’s, filmpjes en WhatsAppberichtjes van reizigers in overvolle treinen. Deze mensen begrijpen niet waarom er minder en kortere treinen rijden. Zij vragen zich luidop af of ze nu echt weer de auto moeten nemen om de files te trotseren. TreinTramBus wees er in een persbericht zelfs op dat er dagelijks mensen achterblijven op onze perrons: “De NMBS drijft reizigers tussen Antwerpen en Brussel tot wanhoop.”

 

Mijnheer de minister, ik naam van de duizenden gedupeerde reizigers vraag ik u en eis ik zelfs van u om op korte termijn een oplossing te vinden. Voor cd&v is er immers één zaak glashelder: het is onaanvaardbaar dat internationale reizigers voorrang krijgen op binnenlandse pendelaars, studenten en senioren. Wij moeten die voorrangsregels durven aanpassen. Ik heb u in december hier al deze vraag gesteld. U gaf toen niet echt een concreet antwoord, maar dat verwacht ik vandaag wel.

 

Wat zult u doen om dit op korte termijn zo snel mogelijk opgelost te krijgen?

 

06.02 Minister Georges Gilkinet: Mevrouw Gielis, ik ben me zeer bewust van de overbezetting op de lijn Antwerpen-Brussel, zoals aangekaart door TreinTramBus. Dat is onaanvaardbaar voor de betrokken reizigers, die soms letterlijk in de kou blijven staan of die in omstandigheden moeten reizen die absoluut niet comfortabel zijn.

 

De NMBS heeft zich vanmorgen bij hen verontschuldigd en ik sluit me daarbij aan, want dit is het tegenovergestelde van het doel waar ik vier jaar naartoe heb gewerkt, namelijk de reisomstan­digheden van de treinreizigers verbeteren. Wie voor de trein kiest, moet een zitplaats hebben. Dat is simpel.

 

Als we structurele oplossingen voor het spoor willen, zoals een betere dienstverlening, kan dat alleen met respect voor de doelstellingen van het nieuwe beheerscontract en op voorwaarde dat de volgende meerderheid het contractueel vastgelegde investeringsritme behoudt. Dat is niet exact wat de arizonaregering voorbereidt. Jullie plannen dreigen te leiden tot nog veel meer reizigers in de kou.

 

U weet dat ik niet helemaal tevreden was met het nieuwe vervoersplan van de NMBS, vooral met betrekking tot het aantal treinen tussen deze twee grote steden. We hebben daarover moeilijke gesprekken met de NMBS gehad. De legitieme eis van veel reizigers en reizigersorganisaties voor de trajecten tussen Antwerpen en Brussel is opnieuw onderwerp van het overleg dat ik de komende dagen met de directie van de NMBS zal hebben.

 

Ik verwacht nu van de NMBS een snelle en adequate oplossing, in het bijzonder met betrekking tot het beschikbare materieel op deze lijn. De maximale capaciteit moet worden gegarandeerd. Ik zal dit op de voet volgen. Daar kunnen u en de betrokken reizigers op rekenen.

 

06.03  Tine Gielis (cd&v): Mijnheer de minister, ik onthoud vooral uit uw antwoord dat u het in de tijd zult verschuiven, dat u het op de voet zult volgen en dat ik hier op deze plaats niet meer moet komen pleiten.

 

Dan ga ik u enkele boodschappen meegeven, die u hopelijk goed in het achterhoofd houdt.

 

U weet dat uw zusterpartij Groen in Vlaanderen één burgemeester heeft, namelijk in Mortsel. Uitgerekend daar zien we al maanden protest tegen de vernieuwde dienstregeling. Misschien kunt u naar hem eens een telefoontje plegen om na te gaan wat er precies scheelt.

 

Tot slot, ik verweet u enkele weken geleden dat u ernaar staat te kijken als een koe naar een trein. Vandaag stel ik vast dat de reizigers in onze treinen opgesloten zitten als sardientjes in een blik. Ik verwacht van u op korte termijn veel meer actie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Gilles Foret à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La grève à la SNCB et le service garanti" (56000352P)

- Farah Jacquet à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La grève du 13 janvier" (56000364P)

- Dorien Cuylaerts à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "La grève du rail des 12 et 13 janvier 2025" (56000365P)

07 Samengevoegde vragen van

- Gilles Foret aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De staking bij de NMBS en de gegarandeerde dienstverlening" (56000352P)

- Farah Jacquet aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De staking van 13 januari" (56000364P)

- Dorien Cuylaerts aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De spoorstaking van 12 en 13 januari 2025" (56000365P)

 

De voorzitter: De vragen nrs. 56001679C van mevrouw Jacquet en 56001763C van mevrouw Cuylaerts, ingediend in de commissie, worden toegevoegd aan deze vraag.

 

07.01  Gilles Foret (MR): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le vice-premier ministre, ce début de semaine a été marqué par une énième grève, une grève nationale qualifiée de préventive contre les futures réformes de notre système de pension. Une fois encore, cette action a eu des répercussions très importantes sur de nombreux travailleurs, sur des étudiants en période d'examens mais aussi sur les citoyens devant se rendre sur leur lieu de soins. Une fois encore, des milliers d'utilisateurs du rail n'ont pas pu compter sur leur mode de déplacement quotidien et indispensable.

 

L'objet de mon interpellation ne sera pas de vous demander votre avis sur le positionnement de votre parti ou le vôtre sur le bien-fondé des revendications des grévistes ou sur la légitimité du droit de grève – qui demeure un droit fondamental. Je voudrais revenir sur le service garanti qui a été mis en place par votre prédécesseur, François Bellot, dans une loi que, selon moi, vous n'avez pas votée à l'époque.

 

Quel bilan pouvons-nous dresser sur la mise en œuvre de ce service garanti lors des dernières grèves de lundi? Quel est le pourcentage de grévistes du côté de la SNCB et d'Infrabel? Dans quelle proportion ce plan de transport a-t-il pu être mis en place lundi? Y a-t-il une certaine équité sur le territoire ou y a-t-il des disparités dans son application? Le trafic de fret ou le trafic international ont-ils été perturbés?

 

Enfin, il importe pour le futur de savoir comment ce service garanti est évalué. Comment peut-on le faire progresser? Comment peut-on le consolider pour qu'il soit encore plus efficace pour permettre à chacune et à chacun de se rendre sur son lieu de travail, sur son lieu d'enseignement malgré les mouvements de grève? Je vous remercie de nous répondre et de nous dire si vous avez déjà engagé la réflexion et l'évaluation de ce système.

 

07.02  Farah Jacquet (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le ministre, comme ma collègue l'a dit tout à l'heure, plus de 30 000 personnes étaient dans les rues de Bruxelles ce lundi pour dire non au plan Arizona. Il y avait des professeurs, des pompiers, des puéricultrices, etc. ainsi que des cheminots! Oui, les cheminots sont solidaires de cette action. Et moi, je tiens à féliciter les cheminots, les travailleurs et les syndicats pour cette belle mobilisation de lundi. C'était vraiment magnifique!

 

Et qu'ont dit les travailleurs dans les rues ce lundi? Ils ne peuvent plus travailler jusqu'à 67 ans, ils ne peuvent pas terminer leurs mois avec des salaires bloqués, ils souffrent du manque d'investissements dans nos services publics. Avez-vous bien compris ce message? C'est bien pour cette raison qu'il y a eu un préavis de grève.

 

Comme ex-accompagnatrice de train, je pense évidemment à nos chemins de fer, aux travailleurs et aux usagers. Bien sûr! Le MR, Les Engagés et la N-VA veulent réduire les investissements prévus dans le rail et rendre la vie impossible aux usagers, supprimer le statut des travailleurs, limiter leur droit à partir à la retraite avant qu'ils ne soient usés par leur travail et couper dans leurs primes de nuit! Et après, ce sera quoi? On va travailler gratuitement?

 

Comme ils l'ont montré, ils ne se laisseront pas faire!,Ils peuvent compter sur nous, PTB, pour relayer leur combat et nous opposer à ce gouvernement de casseurs!   

 

Mes questions sont les suivantes. Pensez-vous qu'en réduisant les droits des travailleurs, comme le veut l'Arizona, les métiers du rail seront plus attirants, alors qu'on peine déjà à recruter? Pensez-vous sincèrement qu'en réduisant les investissements dans (…)

 

07.03  Dorien Cuylaerts (N-VA): Mevrouw Jacquet, met een micro hoeft u niet te roepen, men verstaat u sowieso al.

 

Mijnheer de minister, staken is een fundamenteel recht in onze democratische samenleving en dat respecteren wij allemaal. Toch wil ik vandaag uw aandacht vragen voor de manier waarop de vakbonden van het spoorpersoneel keer op keer gebruik of misbruik maken van dat recht. Afgelopen maandag werden opnieuw honderdduizenden reizigers de dupe van stakingen bij het spoor. Nochtans geniet het spoorpersoneel in ons land een uitzonderlijk statuut, waarbij ik toch even wil stilstaan.

 

Het statuut biedt talrijke voordelen, zoals werkzekerheid, de mogelijkheid om op 55 jaar met pensioen te gaan en een royaal pensioen, een regeling waar heel veel werknemers en zelfstandigen alleen maar van kunnen dromen. Het is echter niet langer van deze tijd en het is financieel ook niet meer houdbaar, zo blijkt.

 

Tegelijkertijd is het spoor cruciaal voor veel burgers. Mensen moeten op hun werk geraken en studenten moeten hun examens kunnen afleggen. Deze staking legde het land letterlijk en figuurlijk plat en heeft heel veel reizigers gegijzeld.

 

Mijnheer de minister, in eerste instantie wilde ik polsen naar uw visie in dit dossier, maar ik zag maandag in de media dat u meteen uw wagonnetje had aangehaakt bij de betogers en vrolijk meestapte met de menigte.

 

Mijn vraag is dus hoelang we deze wanverhoudingen nog kunnen tolereren en hoe u uw steun voor de hoge eisen van de vakbonden rijmt met de noodzaak van eerlijke, duurzame en vooral broodnodige hervormingen.

 

07.04  Georges Gilkinet, ministre: Chers collègues, ce lundi, effectivement, les travailleurs, notamment des chemins de fer, ont été très nombreux à marquer leur opposition aux projets de la future majorité Arizona. Permettez-moi d'être d'emblée très clair: je suis et je serai à leurs côtés pour défendre un service public ferroviaire de qualité et des conditions de travail soutenables.

 

Beaucoup de sujets sont effectivement de nature à inquiéter les cheminots et d'autres travailleurs: la remise en cause de la trajectoire budgétaire et des ambitions pour le train décidées sous cette législature, le risque de faire à nouveau du train la variable d'ajustement budgétaire de l'État fédéral, la volonté de certains de régionaliser le rail mais aussi les mesures très injustes annoncées par la future majorité en matière de pensions.

 

Het spoorwegpersoneel vormt de hoeksteen van ons spoorsysteem. Hun werk is niet evident: onregelmatige werktijden, werken in kou of warmte, heel vroeg ’s ochtends of heel laat ’s avonds werken, ook tijdens het weekend, en veranderingen die moeten worden doorgevoerd om de spoorwegdienst te verbeteren. Ik sta aan hun zijde.

 

Les conditions spécifiques d'accès à la pension des conductrices et des conducteurs de la SNCB se justifient. Elles tiennent compte de la pénibilité de leurs conditions de travail avec des services très matinaux ou très tardifs, irréguliers, y compris le week-end et les jours fériés, avec de grosses responsabilités. C'est pour cette raison que je les ai toujours défendues, y compris face aux attaques au sein de l'actuelle majorité Vivaldi.

 

Chers collègues, monsieur Foret, la meilleure grève est celle qu'on aura pu éviter, en continuant à investir et à transformer le rail belge, en entendant les inquiétudes des travailleuses et des travailleurs et en y répondant.

 

Je constate que leurs craintes ne sont pas apaisées. Elles sont plutôt attisées par les déclarations des partenaires de la potentielle future majorité. Face à ce manque de considération, je suis aux côtés des travailleuses et des travailleurs du rail.

 

Monsieur Foret, je dois vous préciser qu'en cas de grève, la loi prévoit non pas un service minimum, comme incorrectement annoncé par certains, mais bien un plan de transport alternatif. Elle exige que le personnel essentiel annonce sa participation à la grève au moins 72 heures avant le début de celle-ci.

 

Sur les 6 500 conducteurs et accompagnateurs de la SNCB, c'est-à-dire ceux que la SNCB a consultés pour connaître leur intention de participer ou non à la grève, 70 % ont exprimé leur intention de se mettre en grève. C'est le chiffre le plus élevé de ces dernières années. Les grèves contre le futur gouvernement Arizona sont bien plus suivies que celles qu'a connues le gouvernement Vivaldi.

 

Le service est alors organisé sur une base volontaire, le droit de grève étant, vous l'avez tous répété, un droit essentiel dans une démocratie.

 

Niemand ontkent de ongemakken en moeilijk­heden die een staking voor reizigers veroorzaakt. Ik denk vooral aan de studenten die zich hebben moeten organiseren om hun examen af te leggen. Vanaf afgelopen zondag werd er een alternatief vervoersplan opgesteld om reizigers een, zij het beperkt, aanbod aan te bieden. Ongeveer een op de drie treinen op de IC-verbindingen en ongeveer een op de vijf lokale L- en S-verbindingen reden. Hier en daar rees een probleem, maar over het algemeen werd het aangekondigde alternatieve vervoersplan goed nageleefd.

 

Een dergelijke reorganisatie van het aanbod is zeer complex en vergt veel werk. Ik wil de medewerkers van Infrabel en de NMBS bedanken voor de gedrevenheid die ze hebben getoond.

 

J'espère maintenant que ces inquiétudes – qui ne sont d'ailleurs pas seulement celles des cheminots, mais aussi de l'ensemble des travailleurs, des enseignants, du personnel des services publics – seront entendues par les partis qui négocient un futur accord gouvernemental, monsieur Foret, madame Cuylaerts. Parce que notre monde a besoin de services publics efficaces et d'une sécurité sociale forte, parce qu'il existe des alternatives au désert que nous annonce la future coalition Arizona, des alternatives qui passent par des réformes équilibrées et surtout beaucoup plus justes que ce qui est sur la table.

 

07.05  Gilles Foret (MR): Monsieur le président, je me joins évidemment aux différents intervenants pour remercier les travailleurs du rail qui ont pu assurer un service garanti ce lundi. C'est important, car il faut que notre pays continue à tourner, que la mobilité soit possible parce que des gens en ont besoin.

 

Pour cette raison, je souhaitais intervenir aujourd'hui à propos du service garanti, qui a sept ans. Il avait alors été mis en place par votre prédécesseur, François Bellot. Il importe d'évaluer ce service, de voir comment on peut l'améliorer, en respectant le droit de chacune et de chacun. C'est un équilibre, et il faut que celles et ceux qui ont besoin de ce moyen de transport puissent en bénéficier, de manière équitable sur l'ensemble du territoire. Je serai très vigilant, avec mes collègues, lors de cette mandature, sur le fait de le faire évoluer. Nous déposerons une proposition de loi en ce sens.

 

07.06  Farah Jacquet (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Pour ce qui est de mon intonation, si tout le monde arrêtait de parler pendant que l'orateur s'exprime à la tribune, je pense que cela irait déjà mieux. Sinon, il conviendrait peut-être d'investir dans les soins de santé pour les appareils auditifs car personne ne m’empêchera de parler!

 

J’entends qu’on s’attaque au statut des travailleurs. Comme vous, monsieur le ministre, les travailleurs ne veulent pas de ces mesures Arizona. Vous venez d'en parler.

 

Mais qu’en est-il du statut des députés? Parce que c’est vous, les privilégiés, pas les cheminots! Pas les travailleurs! Là, on n’entend rien. Des salaires de 9 000 euros brut, des pensions à 8 000 euros. Mais non, rien, silence! De cela, on ne peut pas parler. Pour vous, c’est normal. J’ai envie de dire: regardez dans votre assiette avant de regarder dans celle des autres!

 

07.07  Dorien Cuylaerts (N-VA): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord. Afgelopen zondag las ik op X het verhaal van een moeder die een hotel moest boeken om haar zoon tijdig op zijn examen te krijgen. Dat is een ingrijpende keuze, veroorzaakt door een treinstaking. Gelukkig bestaat er sinds 10 jaar een gegarandeerde minimumdienstverlening, die onder de Zweedse regering onder impuls van de N-VA werd goed­gekeurd. Dankzij die maatregel zijn er maandag toch heel wat mensen op hun bestemming geraakt.

 

Wij willen het spoorpersoneel natuurlijk ook bedanken, maar u pleit voor het behoud van het statuut. Hoe legt u dat uit aan andere mensen die tewerkgesteld zijn in een ander statuut? Het getuigt niet meteen van een solidaire houding. We vragen solidariteit, maar dan geldt dat ook wel voor iedereen.

 

Mijnheer de minister, hoe u zich hier manifesteert in dit hele gebeuren is op zijn minst opvallend te noemen. U gaat zij aan zij met de betogers. U lijkt echt wel het spoor bijster.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Kjell Vander Elst aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De bescherming van kritieke infrastructuur in de Noordzee" (56000354P)

08 Question de Kjell Vander Elst à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La protection des infrastructures critiques en mer du Nord" (56000354P)

 

08.01  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, in de eerste negen maanden van 2024 zijn er in de Noordzee 110 Russische schepen gespot voor onze Belgische kust. Dat waren er al meer dan in het volledige jaar 2023. Het ging om militaire schepen, onderzoeksschepen en zelfs visserijvaartuigen, allemaal onder Russische vlag.

 

Mijnheer de minister, we weten het allemaal: die schepen komen niet in onze Noordzee dobberen om op garnalen te vissen. De Russen komen hier spioneren en saboteren met als doel onze kritieke onderwaterinfrastructuur te beschadigen. Denk daarbij aan kabels en aan pijpleidingen onder andere voor onze energiebevoorrading, die ervoor zorgen dat wij thuis onze chauffage kunnen opzetten en het licht aansteken.

 

Recentelijk waren er heel wat incidenten in de Oostzee. De NAVO heeft gepast gereageerd door operatie Baltic Sentry te starten, een militaire operatie met een verhoogde aanwezigheid van militaire vliegtuigen, vaartuigen, en drones. Dat is een goede zaak, want wij moeten de oostflank van Europa goed beschermen.

 

Naast die oostflank is er ook een westflank. Er is niet alleen de Oostzee, maar ook de Noordzee. We moeten te allen prijze vermijden dat het probleem van de Oostzee naar de Noordzee verschuift. We moeten optreden, opdat Rusland de kans niet krijgt onze regio te destabiliseren.

 

Mijnheer de minister, wat hebben we in de afgelopen jaren gedaan om onze Noordzee te beveiligen? Wat kunnen we in de komende weken, maanden, jaren doen om de Noordzee veilig te houden?

 

08.02 Minister Paul Van Tigchelt: Er kan geen enkel misverstand over bestaan: voor de Russen zijn wij de vijand. Onze diensten stellen vast dat zij de voorbije jaren een stuk agressiever zijn geworden in hun acties tegen Europa, van sabotageacties door wegwerpspionnen die via Telegram worden gerekruteerd tot gecoördineerde acties waarbij politieke tegenstanders worden geëlimineerd. Spionage en sabotage van onze kritieke infrastructuur op de Noordzee hoort ook in dat rijtje thuis, waardoor het een constante focus is gewor­den van onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

 

Op de Noordzeetop in april 2023 in Oostende beslisten de zes landen van de Noordzee om nauwer samen te werken voor de beveiliging van de Noordzee. Dat was niets te vroeg. Ons land ontwikkelde ook een beveiligd platform, NorthSeal, voor de permanente uitwisseling van informatie tussen de betrokken landen over verdachte activiteiten op de Noordzee, en daar nemen ook onze NAVO-collega’s aan deel. Dankzij het platform, dat vanuit Zeebrugge via het Maritiem Informatiekruispunt of MIK wordt gerund en sinds afgelopen week operationeel is, kunnen we de waakzaamheid verhogen. Dat is belangrijk.

 

Stilzitten is geen optie. De voorbije jaren hebben we meer dan zestig Russische spionnen uitgewezen. We hebben het personeelsbestand van onze burgerlijke inlichtingendienst verdubbeld en we werken internationaal veel intensiever samen. Het is duidelijk dat de inspanningen die op de Baltische Zee worden geleverd, ook voor de Noordzee navolging moeten vinden. De volgende stap kan niet anders zijn dan het opdrijven van de militaire aanwezigheid op onze Noordzee.

 

08.03  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.

 

Ik ben blij dat er een nauwe samenwerking is tussen de Noordzeelanden. Ook de betrokkenheid van de NAVO is belangrijk. Dat is een goede zaak. We leven vandaag immers in een andere realiteit dan vijf, tien of twintig jaar geleden. Met een oorlog op ons Europese grondgebied en bewezen spionage en sabotage in onze Europese wateren door de Russen, is het duidelijk: de tijd van naïviteit is voorbij. Het is nu meer dan ooit tijd voor bijkomende investeringen in onze veiligheid en in onze defensiediensten.

 

Ik doe nog een laatste oproep aan de formateur, want de deadline nadert. Stop met talmen. We hebben al genoeg tijd verloren. Maak een regering en zorg voor veiligheid en bijkomende investeringen in onze veiligheidsdiensten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Jean-Marie Dedecker aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De straffeloosheid ten aanzien van straatcriminelen en het gebrek aan informatie bij justitie" (56000356P)

09 Question de Jean-Marie Dedecker à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'impunité à l'égard des délinquants urbains et le manque d'informations au sein de la Justice" (56000356P)

 

09.01  Jean-Marie Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, telkens als tijdens silvesternacht de hoofdstad in brand staat, krijgen we drie scenario's.

 

In eerste instantie horen we de vergoelijkingslobby, die met heel wat jeukwoorden zegt dat het over kansarme jongeren gaat, alsof het om de chiro van Zillebeke gaat, terwijl het in feite – laat het me zo zeggen – over echt multicultureel schorriemorrie gaat met de mentaliteit van een hyena, die zelfs schiet op onze pompiers en onze ambulanciers.

 

Een tweede scenario is de politiek. Dat hebben we hier vorige week meegemaakt. De ministers struikelen over elkaar om te zeggen dat er 140 aanhoudingen plaatsvonden. Een week later blijken vier daarvan gerechtelijke aanhoudingen te zijn. Maar oké, we zijn terug vertrokken. Dat scenario speelt zich al vijftien jaar af.

 

Dat brengt me bij het derde scenario. Het derde scenario is de doofpotoperatie. Het ebt weg. Wat gebeurt er nu, wat is er deze week gebeurd? Iemand vraagt aan het Brusselse gerecht hoeveel gerechtelijke aanhoudingen er zijn gebeurd. Men weet dat het om 36 gerechtelijke aanhoudingen gaat op een heel jaar. Duizenden politie-interventies, duizenden pompiersinterventies, 36 gerechtelijke aanhoudingen. Als vervolgens gevraagd wordt hoeveel van die aangehouden mensen gestraft zijn, krijgt men geen antwoord. De procureur des Konings, nog maar pas in functie, moet daarvoor eerst zijn toestemming geven. Nog een argument is dat het te arbeidsintensief is om dat op te zoeken. In derde instantie durft men dan nog te zeggen dat het laakbaar is om die vraag te stellen. Waarmee zijn we bezig?

 

Mijnheer de minister, mijn eerste vraag is dan ook hoeveel mensen gestraft zijn. Mijn tweede vraag gaat over snelrecht, waarover mevrouw Van Vaerenbergh u al een vraag stelde in de commissie voor Justitie. Het snelrecht is in de Kamer goedgekeurd in maart 2000. Ik zat hier toen als jonge vent. Nu, 25 jaar later, zegt u dat het snelrecht niet gebruikt kan worden omdat betrokkenen eerst moeten bekennen. Waarmee zijn we bezig?

 

09.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mijnheer de voorzitter, collega, ik begrijp uw frustratie. Helaas of gelukkig maar – het is maar hoe men het bekijkt – ben ik niet de woordvoerder van het parket van Brussel. Vorige week ging het er ook over, ik moet het niet herhalen. Schieten met vuurwerk en bazooka's naar de politie, brandweer en hulpdiensten: van welke lobby men ook is, dat is onaanvaardbaar. We zijn het er hier allemaal over eens dat die daders moeten worden gestraft. Het zou er nog aan moeten mankeren. Er werd daaromtrent door velen hard geroepen. De vraag is evenwel, hoe we dat waar gaan maken.

 

Ik wil het vanop een afstand bekijken. Op het ogenblik van de feiten concentreerde de politie zich vooral op het herstel van de openbare orde. Dat was de absolute prioriteit. Er zijn weinig gerechtelijke arrestaties gebeurd. Die zijn nochtans nodig om daders te vervolgen. De politie is nu bezig met het identificeren van daders.

 

U verwijst naar dat snelrecht met aanhouding. Het is juist dat er dan een bekentenis moet zijn. Dat is er gekomen om tegemoet te komen aan de kritiek van het Arbitragehof. Ik zie dat bij Arizona een nieuw voorstel op tafel ligt. We kunnen daarin verder gaan. We zullen zien hoe het Grondwettelijk Hof daarover uiteindelijk oordeelt.

 

Alleszins, we hebben Justitie meer middelen gegeven. Maar – dat wil ik hier ook gezegd hebben en dat mag gezegd zijn – het Brusselse parket is een zorgenkind, is lang een zorgenkind geweest, mijnheer Dedecker. En ik zeg dat niet om mijn paraplu op te steken, ik probeer feiten te geven. We weten dat in 2014 de regeling voor de aanduiding van die procureur werd vernietigd.

 

Sindsdien werd er politiek getalmd. Er was een communautaire impasse. We hebben die kunnen doorbreken en het resultaat is dat na vier jaar een procureur ad interim, tegen zijn of haar goesting, er een nieuwe procureur is en het is geen Chinese vrijwilliger. Het is iemand die moet zorgen voor een heldere communicatie, voor eenheid van commando. Wij hebben dat kader ook opgevuld. (…)

 

09.03  Jean-Marie Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik was parlementslid toen het in maart 2000 werd goedgekeurd. Het werd vernietigd door het Grondwettelijk Hof, of beter, het Grondwettelijk Hof zei dat er voorwaarden bij moesten komen, onder andere de bekentenis. Dat was in 2002. Het is nu 2025. Hoeveel ministers van Justitie zijn er de revue gepasseerd? Er is daarmee niets gebeurd. Het was elke keer hetzelfde riedeltje, namelijk dat ze gestraft zullen worden. Er wordt niet gestraft. Men durft zelfs zeggen dat er niet gestraft wordt.

 

Vermits er niet gestraft wordt, stel ik volgende oplossing voor. We gaan die mensen herop­voeden. Er moet een heropvoedingstraject komen, waarbij ze drie maanden uit de maatschappij worden gehaald. Er zijn genoeg kazernes die leegstaan. Dan kunnen ze leren wat gezag is, wat hiërarchie is, wat drie maanden zonder drugs is, wat geweld is. Mevrouw Lalieux, u bent van Brussel, ik kan nog een beetje uitweiden over Samusocial en dergelijke. Wij zijn het beu. En de bevolking is het beu!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Funda Oru aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het einde van de subsidies voor stedelijke projecten voor mentaal welzijn van kinderen en jongeren" (56000353P)

10 Question de Funda Oru à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La fin des subventions aux projets urbains pour le bien-être mental des enfants et des jeunes" (56000353P)

 

10.01  Funda Oru (Vooruit): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u, gelet op de omstandigheden, min of meer in orde bent en dat u weer op post bent.

 

Collega’s, mentaal welzijn kan zwaar wegen, net als een fysieke blessure. In tegenstelling tot een fysieke blessure is mentaal lijden echter zeer vaak onzichtbaar, verborgen, en blijft het onder de radar. Dat neemt niet weg dat het dezelfde tijd, aandacht en zorg verdient als fysiek lijden. Daarom hebben we met deze regering, met Vooruit, ook immens veel geïnvesteerd in mentaal welzijn. Denk maar aan de gratis psychologische hulp voor jongeren en een minister van Volksgezondheid die keer op keer het belang van betaalbare mentale zorg benadrukt.

 

Maar wat als er toch een taboe heerst inzake psychologische hulp? Dat is vandaag helaas nog steeds het geval in onze grote steden bij heel wat kwetsbare jonge mensen. Formele zorg alleen volstaat dan niet en daarom is het erg belangrijk dat er alternatieve oplossingen zijn om jongeren te kunnen versterken. Dat hebben we ook gedaan met deze regering.

 

Vandaag las ik echter dat deze middelen aan het einde van deze regeerperiode plots werden geschrapt. Deze middelen en subsidies kwamen kwetsbare jongeren ten goede. Het gebeurde zo plots dat zelfs de organisaties niet op de hoogte waren. Mevrouw de minister, ik heb gelezen dat u verontwaardigd was, net als ik. Voor Vooruit is het essentieel dat wie zorg nodig heeft, deze zorg ook krijgt. Laat het duidelijk zijn: preventie is een sleutel tot succes, voor jongeren zelf en voor onze samenleving.

 

Mevrouw de minister, de organisaties en de jongeren die zij begeleiden zitten vandaag met de handen in het haar. U bent vandaag nog steeds hun aanspreekpunt. Wat kunt u voor hen betekenen in deze periode?

 

10.02 Minister Karine Lalieux: Geachte collega, tot mijn grote spijt heeft de ministerraad de derde en laatste schijf van die subsidies niet goedgekeurd. Ik ben daarover echt verontwaardigd. Sommigen vergeten de behoeften van deze generatie jongeren die een opleiding volgen of de arbeidsmarkt betreden en die al zo veel moeilijkheden hebben gekend, vaak veroorzaakt door de covidcrisis. Iedereen zou het nut van die maatregelen moeten inzien.

 

De betrokken OCMW's hebben me een brief bezorgd waarin ze het belang van die subsidies benadrukken. Ze hebben me gesmeekt om het project voort te zetten. De middelen daarvoor waren beschikbaar. Er was namelijk een akkoord over de subsidies voor drie jaar, maar sommigen hebben er blijkbaar geen enkel probleem mee om hun beloften niet na te komen, want tijdens de ministerraad werd het dossier door mijn liberale collega's geblokkeerd. Nogmaals, ik vind dit onbegrijpelijk.

 

Ik kan alleen hopen dat de toekomstige arizonaregering dit beleid opnieuw zal opnemen. Aangezien een van de brieven werd ondertekend door huidig formateur Bart De Wever zelf, heb ik hier goede hoop op.

 

10.03  Funda Oru (Vooruit): Mevrouw de minister, wat er ook aan de basis ligt van die beslissing, die organisaties en jongeren zijn daar vandaag helaas de dupe van.

 

Collega’s, laat het duidelijk zijn, de onderhande­lingen van vandaag zijn niet eenvoudig. Juist daarom zitten wij met Vooruit aan tafel: niet omdat het gemakkelijk is, maar omdat wanneer het lastig wordt, men nood heeft aan iemand die strijdt voor zijn belangen. Dat geldt ook voor die kwetsbare jongeren in onze grote steden. Wij strijden voor ondersteuning en begeleiding. Tegelijkertijd kan ik vandaag alleen oproepen om hulp te zoeken als dat nodig is.

 

Het is niet eenvoudig, maar elke stap vooruit is waardevol en wij, socialisten, zullen altijd aan de kant staan van de mensen die hun best doen en hulp nodig hebben, vandaag en ook in de nieuwe regering.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Marie Meunier à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La manifestation pour les pensions et la grande inquiétude quant à l'avenir des pensions" (56000359P)

11 Vraag van Marie Meunier aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De pensioenbetoging en de grote ongerustheid over de toekomst van de pensioenen" (56000359P)

 

11.01  Marie Meunier (PS): Madame la ministre, lundi matin, malgré le froid, 30 000 personnes sont descendues dans la rue parce qu'elles craignent pour leurs pensions. Elles ne demandent pas la lune; elles demandent seulement à garder une pension décente. Le MR a déjà repoussé l'âge de la retraite à 67 ans et, maintenant, il veut de nouveau faire des économies sur le dos des pensionnés.

 

Ces travailleurs et ces travailleuses ont peur, madame la ministre, parce que ce qui se prépare est dramatique: un malus pour celles et ceux qui partent avant 67 ans à la retraite; des carrières plus longues pour les pompiers, les cheminots, les policiers – lesquels exercent des métiers pénibles et à risque. En outre, 80 % de femmes toucheront moins de pension avec la fameuse condition de 35 ans de travail effectif pour bénéficier de la pension minimum. Ceci est vraiment la mesure anti-femmes par excellence, puisqu'elles sont majoritaires à percevoir la pension minimum et que leur carrière est souvent incomplète étant donné que ce sont encore et toujours elles qui l'interrompent pour s'occuper des enfants ou des aînés. Je pense aujourd'hui à ces femmes, madame la ministre, qui se sont démenées pendant des années et qui ne pourront même plus prétendre au minimum minimorum pour vivre décemment leurs années de retraite.

 

Cette Arizona fait tout simplement froid dans le dos, madame la ministre. Elle s'est, au demeurant, déjà mise à dos les travailleurs et les travailleuses, toutes catégories confondues: le personnel des prisons, le monde de l'enseignement, les facteurs, le personnel des aéroports. Plus rares à battre le pavé, les militaires ont pris congé pour venir manifester. Vous voyez: ces métiers de la sécurité, qui sont chers au MR, sont aujourd'hui complètement abandonnés.

 

Madame la ministre, vous vous rendiez à cette manifestation lorsque vous avez été renversée. Du reste, j'espère que vous allez un peu mieux. Je ne vous pose pas la question de votre soutien aux travailleuses et aux travailleurs. Je voudrais plutôt entendre votre réaction aux mesures à venir, que les négociateurs n'ont pas l'air de vouloir abandonner.

 

11.02  Karine Lalieux, ministre: Chers collègues, je partage entièrement les inquiétudes des milliers de travailleuses et de travailleurs qui étaient dans les rues de Bruxelles. Les mesures discutées par les partenaires du prochain gouvernement Arizona en matière de pensions ne sont qu'une multitude d'attaques frontales envers les travailleurs et plus particulièrement envers les travailleuses.

 

Pendant quatre ans, je me suis battue pour revaloriser les pensions de tous les travailleurs, pour réduire l'écart entre les pensions des hommes et des femmes, pour enfin, via un bonus, valoriser les travailleurs qui décident eux-mêmes de travailler plus longtemps que la pension anticipée. La Vivaldi a fait des réformes positives qui avaient également un impact direct sur le coût du vieillissement, en réduisant significativement celui-ci. Car oui, s'il y a un parti qui défend les travailleurs, c'est bien le Parti Socialiste.

 

C'est ce que souligne encore aujourd'hui dans la presse le professeur Yves Stevens de la KUL – qui n'est pas une université francophone. Pour la première fois, l'Arizona, par ses réformes, revient sur les droits des personnes proches de la pension, qui verront leur pension réduite de plusieurs centaines d'euros par mois ou qui seront obligées de travailler plusieurs années en plus. Je pense particulièrement aux enseignants et aux enseignantes qui étaient très nombreux dans la rue.

 

Cette régression sans précédent a un impact majeur sur les femmes, comme le soulignent les simulations réalisées par mon administration. Ainsi, à titre d'exemple, rien que pour la pension minimum, ce sont 39 000 des nouveaux pensionnés, soit un tiers d'entre eux, dont 67 % de femmes, qui n'auront plus accès à la pension minimum. Que les choses soient claires: il ne s'agit pas ici d'assistés, comme voudrait le faire croire l'Arizona, mais bien de personnes qui ont travaillé toute leur vie, mais en prenant soin d'un enfant ou d'une personne fragile.

 

11.03  Marie Meunier (PS): Merci, madame la ministre, pour vos réponses.

 

À en croire les discours de certains négociateurs, l'Arizona a fait le choix de la confrontation et du conflit social avant même sa naissance. Dont acte. Mais les travailleuses et travailleurs en ont assez de payer la facture tandis que les patrons et les actionnaires font des profits gigantesques. Les fonctionnaires en ont ras-le-bol de se faire traiter de paresseux et les femmes en ont assez d'assumer toutes les charges à la maison pour, en plus, s'appauvrir et galérer une fois la retraite arrivée.

 

Vous savez, partir plus tôt à la retraite, quand on a combattu les flammes ou éduqué les enfants pendant des années, ce n'est pas un privilège. C'est un droit. Grâce à vous, madame la ministre, il y a eu des avancées mais ce futur gouvernement risque de tout détruire sur son passage et de faire un énorme bond en arrière pour les travailleurs et, comme vous l'avez dit, encore plus pour les travailleuses.

 

Alors madame la ministre, une nouvelle fois, comptez sur nous pour les défendre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Eva Demesmaeker aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De maffiapraktijken in Brussel" (56000355P)

- Ortwin Depoortere aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De maffiapraktijken in Brussel" (56000357P)

12 Questions jointes de

- Eva Demesmaeker à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les pratiques mafieuses à Bruxelles" (56000355P)

- Ortwin Depoortere à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les pratiques mafieuses à Bruxelles" (56000357P)

 

12.01  Eva Demesmaeker (N-VA): Mevrouw de minister, na de recente oudejaarsrellen met de vuurwerkbazooka’s, de afpersingsverhalen in Molenbeek van een filmploeg en de brandbrief bij de financiële instellingen in de Naamsepoort, lezen we nu in de kranten dat buurtbewoners zelf foto’s en filmpjes maken van de drugsdealers, die zij dan via WhatsApp naar de politie doorsturen. De situatie in Brussel loopt uit de hand. Ze is schrijnend. Het gaat niet langer over geïsoleerde elementen. Nochtans gaat het om onze hoofdstad, het uitstalbord van ons land voor de buitenwereld.

 

Welk beeld schetsen we wanneer criminaliteit de bovenhand krijgt, inwoners zich niet meer veilig voelen, niet in de eigen buurt en evenmin op weg naar het werk, opgepakte criminelen na enkele uren alweer worden vrijgelaten en op vrije voeten staan, de politie zich machteloos voelt en Justitie met werk overstelpt wordt? Dan verliezen we het vertrouwen in onze rechtsstaat.

 

Daarom wil ik u twee cruciale vragen stellen.

 

Ten eerste, welke concrete signalen geeft u in verband met het huidige Brusselse beleid? Staat u met de beleidsmensen aldaar in contact? Legt u hun maatregelen op?

 

Ten tweede, hoe ondersteunt u de lokale politiezones in hun streven om de controle in die buurten te herwinnen?

 

12.02  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, de situatie in Sint-Gillis is volledig uit de hand gelopen. Buurtbewoners getuigen over "jongeren" die op klaarlichte dag openbaar in de straten drugs dealen, gewapend met messen. Uiteraard wendt men zich dan tot de eerste contactpersoon. Dat is de PS-baron in Sint-Gillis, maar daar krijgen de buurtbewoners nul op het rekest. Het gevolg is dat ze dan maar zelf het heft in handen nemen. Wie kan ze ongelijk geven?

 

Het profiel van de jongeren is al even duidelijk. Ik citeer de perswoordvoerder van de Brusselse politiezone Zuid, want anders word ik nog beschuldigd van racisme: "Het gaat meestal om illegalen, om mensen die een bevel hebben om het grondgebied te verlaten. We zien er soms die 37 van die bevelen hebben. Dan contacteren wij de Dienst Vreemdelingenzaken, maar dan is er een volgend probleem: de asielcentra zitten vol. De politie kan niets doen."

 

Het is maar één symptoom van de Brusselse hellhole, want in 2024 waren er maar liefst 90 schietpartijen in Brussel, soms met dodelijke afloop. De onveiligste stations in ons land situeren zich in Brussel, met name Brussel-Zuid, Brussel-Noord en Brussel-Centraal. Over de rellen op oudejaar hebben wij vorige week en gisteren in de commissie al gedebatteerd.

 

We moeten dus toch durven toe te geven, mevrouw de minister, dat het beleid wat de strijd tegen de onveiligheid in Brussel betreft faalt en er een tandje moet worden bijgestoken. Als de lokale politie de veiligheid van haar burgers niet meer kan garanderen en als de federale overheid tekortschiet in die taken, dan moet er toch iets gebeuren. Ik hoop dat u vandaag met concrete maatregelen komt om de problemen in Brussel voorgoed op te lossen.

 

12.03 Minister Annelies Verlinden: Collega's, de straten van Brussel behoren inderdaad toe aan de Brusselaars, de bezoekers en de pendelaars, en niet aan drugscriminelen van uiterst bedenkelijk allooi.

 

In de strijd tegen de drugshandel en druggerelateerd geweld verdienen de noodkreten van de buurtbewoners van de verschillende geïdentificeerde hotspots absoluut opvolging. Vorig jaar ging ik in gesprek met de vertegenwoor­digers van de buurtcomités om samen na te denken over en te werken aan oplossingen om de leefbaarheid in hun wijken te verbeteren. Op federaal niveau namen we vanuit Binnenlandse Zaken onze verantwoordelijkheid door van de strijd tegen de drugshandel een topprioriteit te maken. Daarbij investeerden we maar liefst 500 miljoen euro extra in de federale gerechtelijke politie in Brussel, de scheepvaartpolitie en het drugscommissariaat.

 

Sta me toe te wijzen op de verantwoordelijkheid van de beleidsmakers in Brussel, zowel de lokale besturen als het gewest. De lokale besturen moeten doortastend optreden. Wat mij betreft, mag dat doortastender zijn dan in het verleden het geval was. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft in dat verband een bevoegdheid en zou met een door het federaal Parlement aangenomen wet nog meer verantwoordelijkheid kunnen krijgen. De aanslepende Brusselse regeringsvorming komt volgens mij in elk geval de veiligheid van de buurtbewoners, de buurtcomités en de handelaars niet ten goede.

 

De politie is alleszins paraat, 24/7. Zo voerde de lokale politie Zuid tijdens een zomeractie maar liefst 661 interventies uit gericht op druggerelateerde fenomenen, met niet minder dan 626 processen-verbaal. Daarbij werden niet minder dan 607 administratieve en 840 gerechtelijke druggerelateerde aanhoudingen uitgevoerd.

 

Uiteraard stopt het werk niet bij die zomeractie. Voortdurend worden er GAS-boetecampagnes georganiseerd, zijn er horecacontroles, worden er drugs, wapens en cashgeld in beslag genomen en zijn er ook identiteitscontroles en arrestaties.

 

Om de drugshandel te bestrijden, werkt de politie met hotspots volgens het principe van de very irritating police. De lokale politie krijgt bijstand van de federale politie en er wordt prioritair in capaciteit en middelen voorzien. Dat de acties en operaties die in het verleden werden ondernomen wel degelijk effect sorteren, blijkt ook uit de impact ervan. Dankzij de informatie die wordt aangeleverd door buurtbewoners of klachten wordt de beeldvorming versterkt en verschuiven hotspots, wat uiteraard tot een wijziging van de aanpak noopt.

 

Uiteraard werkt de federale gerechtelijke politie samen met Justitie om de bovenstructuren met grote internationale netwerken aan te pakken en voert ze onderzoeken die de drugscriminelen raken in hun verdienmodel. Dat moet absoluut een prioriteit blijven. Ook voor Justitie is dat een prioriteit. Kortom, politie en Justitie werken onvermoeibaar samen.

 

Ik begrijp echter ook dat buurtbewoners bezorgd zijn om hun wijk en dat zij tastbare oplossingen willen omwille van de leefbaarheid in hun wijken. De lokale besturen moeten daarom te allen tijden bereikbaar en beschikbaar zijn voor die zorgen en hun niet de rug toekeren. Ik kan alvast bevestigen dat heel wat Brusselse politiekorpsen, waaronder het korps van de politiezone Zuid, onmiddellijk aan de slag gaan met de meldingen en informatie die de buurtbewoners met hen delen en op basis daarvan ook hun acties en hun interventies plannen.

 

Ik sluit me wel graag aan bij de boodschap van de lokale politiezone Zuid, namelijk dat politiewerk aan de politie toekomt. Het wordt ten zeerste verwelkomd dat relevante informatie wordt gedeeld, zodat interventies gericht kunnen worden uitgevoerd, maar in het belang van de veiligheid van de mensen zelf kan het niet de bedoeling zijn om zelf achter verdachten aan te gaan en zichzelf in onveilige situaties te brengen.

 

Er wordt nog steeds gewerkt – dat zal ook zo blijven – op fenomenen die een invloed hebben op de leefbaarheid van de wijken. De uitdagingen zijn groot, reden te meer dat de strijd tegen drugshandel een prioriteit moet blijven. (…)

 

12.04  Eva Demesmaeker (N-VA): Mevrouw de minister, dank voor uw antwoord.

 

Het klopt inderdaad dat er een grote verantwoordelijkheid ligt bij het lokale beleid, bij de lokale bevoegdheden. Die is verpletterend, daar kunnen we niet omheen. Brussel is echter een tikkende tijdbom. Als we niet ingrijpen, stevenen we af op een onomkeerbare situatie waarin de criminaliteit de bovenhand neemt en de rechtsstaat zal worden uitgehold.

 

Het is tijd dat er een krachtig, duidelijk plan komt, geen halve maatregelen. De mensen die in die wijk wonen, verdienen geen woorden maar daden, vooraleer ze zelf het heft in eigen handen nemen. Vandaag lijkt het immers zo dat de criminaliteit in Brussel vaak onbestraft blijft. Het is geen vijf voor twaalf wat Brussel betreft, ik denk dat twaalf uur al lang voorbij is.

 

12.05  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, het Vlaams Belang heeft hier als veiligheidspartij bij uitstek al jarenlang op gehamerd. We zullen dat blijven doen omdat de situatie aansleept. De situatie verbetert niet, integendeel. We moeten dan ook zorgen voor meer middelen en meer ondersteuning in de strijd tegen onveiligheid en tegen drugs, maar ook in de strijd tegen illegaliteit.

 

Het is tijd voor nultolerantie, echte nultolerantie. Het is tijd om criminele illegalen op te pakken, op te sluiten en het land uit te zetten. Het is tijd ook om de verantwoordelijkheden van de lokale baronieën in Brussel voor het blok te zetten. Het is tijd voor een eengemaakte politiezone in Brussel. Ik weet, mevrouw de minister, dat u daar ook voorstander van bent. Voeg de daad nu eens bij het woord. Het is geen vijf voor twaalf, het is vijf na twaalf.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- Michel De Maegd à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le processus de paix au Proche-Orient" (56000343P)

- Els Van Hoof à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'accord sur un cessez-le-feu à Gaza" (56000344P)

- Annick Lambrecht à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le cessez-le-feu à Gaza" (56000345P)

- Nabil Boukili à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le possible cessez-le-feu à Gaza" (56000346P)

- Rajae Maouane à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La négociation d'un cessez-le-feu à Gaza" (56000347P)

- Christophe Lacroix à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le cessez-le-feu à Gaza" (56000358P)

- Jean-Luc Crucke à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'accord sur un cessez-le-feu entre Israël et le Hamas" (56000360P)

- Staf Aerts à Bernard Quintin (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le possible accord sur un cessez-le-feu à Gaza" (56000363P)

13 Samengevoegde vragen van

- Michel De Maegd aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het vredesproces in het Midden-Oosten" (56000343P)

- Els Van Hoof aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het akkoord over een staakt-het-vuren in Gaza" (56000344P)

- Annick Lambrecht aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het staakt-het-vuren in Gaza" (56000345P)

- Nabil Boukili aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het mogelijke staakt-het-vuren in Gaza" (56000346P)

- Rajae Maouane aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De onderhandelingen over een staakt-het-vuren in Gaza" (56000347P)

- Christophe Lacroix aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het staakt-het-vuren in Gaza" (56000358P)

- Jean-Luc Crucke aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het akkoord over een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas" (56000360P)

- Staf Aerts aan Bernard Quintin (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het mogelijke akkoord over een wapenstilstand in Gaza" (56000363P)

 

13.01  Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, enfin une lueur d'espoir après 15 mois d'horreur. Chers collègues, il y a 15 mois, les attaques barbares du Hamas et du Jihad islamique sur le territoire d'Israël semaient l'effroi dans le monde entier. Près de 1 200 personnes ont été sauvagement tuées, des femmes, des jeunes, des enfants; les terroristes se vantant face caméra de les avoir torturées, exécutées parce qu'elles étaient juives. Il y a 15 mois, les terroristes emmenaient dans la bande de Gaza 251 otages. Le Hamas et le Hezbollah libanais pilonnaient l'État hébreu. Ensuite, ce fut au tour des Houthis du Yémen. Tous les bras armés de l'Iran.

 

Les attaques du 7 octobre ont entraîné un embrasement régional et une riposte impitoyable de l'armée israélienne, soutenue par les États-Unis. Une riposte que le Hamas savait effroyable, vu le nombre de dommages collatéraux. Et c'est en cela que le groupe terroriste a enfermé la population de Gaza dans une impasse mortifère.

 

Il s'en est suivi une guerre effroyable, avec des tirs quotidiens de roquettes d'un côté et des bombardements de l'autre. Depuis, des dizaines de milliers de Palestiniens, dont là encore des femmes et des enfants innocents, ont péri dans la bande de Gaza. Avec cette question, jusqu'ici sans réponse: quand va s'arrêter cette folie meurtrière? Quand les otages seront-ils libérés?

 

Après 15 mois d'horreur, un accord de cessez-le-feu a donc été annoncé hier soir. Mon groupe s'en réjouit, bien entendu. Cet accord doit constituer un tournant, un espoir – avouons-le, à ce stade, hypothétique et précaire puisqu'il n'a pas encore été officialisé.

 

L'ensemble de la communauté internationale doit redoubler d'efforts en ce sens. Tout est à reconstruire, tout est à construire entre Israéliens et Palestiniens qui n'ont qu'un seul destin: vivre côte à côte, pour que la paix soit juste et durable.

 

Cela m'amène à mes questions, monsieur le ministre. Que pouvez-vous nous dire concrètement de cet accord et de cette garantie? Il est prévu que 33 otages soient libérés. Qu'en sera-t-il des autres?

 

Vu la situation complexe dans laquelle se trouve l'UNRWA, comment va s'organiser l'aide humanitaire cruciale dans la bande de Gaza?

 

13.02  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, “we wenen en we vieren”, dat zijn de gemengde gevoelens op het terrein, of beter gezegd het slagveld. Er is hoop en opluchting over een potentieel staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas. Er is hoop op dagen van minimale menselijkheid na 15 maanden van bloedvergieten. Er is op hoop op een leven zonder honger, zonder bombardementen en zonder drones, hoop op basiszorg voor fysieke en mentale wonden, hoop voor de gijzelaars dat zij hun familie weer in de armen kunnen sluiten. De uitdagingen blijven echter immens. Israël moet het akkoord nog goedkeuren en het rommelt vandaag in de regering-Netanyahu.

 

Voor ons en voor de grote internationale gemeenschap is het duidelijk: het verwoesten van mensenlevens moet stoppen. Honderden vrachtwagens met humanitaire hulp moeten Gaza kunnen binnenrijden. Een heropbouw is nodig, zonder dat Gaza weer een openluchtgevangenis wordt. Dat is wat België vraagt en wat cd&v al jaren vraagt.

 

We moeten echter waakzaam blijven. Er is een potentieel akkoord, maar dit mag geen voorwendsel zijn om met de zegen van president-elect Trump extremisten in die regering te paaien met nieuwe nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Dat zou catastrofaal zijn voor een tweestatenoplossing en voor een duurzame vrede in de regio.

 

Komt er een adempauze? Komt er vrede?  Komt er niets? We moeten alles in het werk stellen om dit akkoord in alle fasen ervan te ondersteunen. Hoe voorziet u dat? De Europese Unie heeft al 120 miljoen euro voorzien. Welke diplomatieke tussenkomsten voorziet u op de weg naar duurzame vrede?

 

13.03  Annick Lambrecht (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister en collega’s, we horen het gejuich in de straten van Gaza en we zien vreugde met tranen. Na maanden van horror en verdriet is er eindelijk zicht op het staakt-het-vuren, maar de vraag is of er hoop is op een duurzaam akkoord. De reactie van Netanyahu vandaag is geen goed teken.

 

Gewone mensen zijn altijd het eerste slachtoffer in een conflict, maar zullen zij ook de eersten zijn die profiteren van het beëindigen van dat conflict? Die vraag is heel moeilijk te beantwoorden. De krantenkoppen zijn positief, maar als we verder lezen maken we ons toch zorgen, want Israël klaagt vandaag al dat Hamas de eerste afspraken niet nakomt en bovendien is er nog heel veel onduidelijkheid over de status van Noord-Gaza, waar velen verdreven zijn.

 

De wederopbouw is een werk van zeer lange adem. Hoe bouwt men iets op als er niets meer is? Hoe werkt men aan vrede als er zoveel spanning is? Cruciale vragen die enkel beantwoord kunnen worden met voldoende druk van de internationale gemeenschap. Het conflict had al lang moeten stoppen, want er was geen enkele reden om te blijven bombarderen, maar dat is het effect van extremen aan de macht.

 

Mijnheer de minister, wat Vooruit  betreft kunnen de mensen in Gaza niet wachten. Zij hebben vandaag hulp nodig en morgen moet die heropbouw kunnen beginnen. België kan in beide een cruciale rol spelen. UNRWA staat klaar om te starten en om aan de slag te gaan.

 

Mijnheer de minister, hoe kunnen we garanderen dat de humanitaire hulp heel snel bij de mensen in Gaza terechtkomt?

 

13.04  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, c’est un soulagement. Après 15 mois de génocide à Gaza, l’annonce d’un cessez-le-feu a été un soulagement pour les Gazaouis, parce qu’il y a déjà eu assez de morts. Plus de 46 000 morts, selon l’estimation la plus basse, sans parler des conséquences de la famine, du manque de médicaments et du blocage de l'aide humanitaire. Ce cessez-le-feu permettra de sauver ceux qui peuvent encore être sauvés. Par ailleurs, c'est également un soulagement car les otages israéliens et palestiniens seront libérés.

 

Cet accord a abouti avec l'arrivée de l'administra­tion Trump aux États-Unis, ce qui démontre que les États-Unis peuvent arrêter le massacre en Palestine aujourd'hui, et qu’ils sont complices du génocide actuel, parce que quand ils décident que le massacre doit s'arrêter, ils l'arrêtent. Nous devons donc maintenir la pression sur les États-Unis et sur Israël.

 

Par ailleurs, cette trêve intervient aussi parce qu'Israël est de plus en plus isolé dans le monde. Il n'a jamais été aussi isolé qu'aujourd'hui, face à une mobilisation mondiale sans précédent. Ne soyons pas dupes: nous devons maintenir la pression, maintenir la mobilisation, parce qu'il y a toujours une occupation en Palestine, il y a toujours une colonisation. Ne faisons pas confiance au gouvernement d'extrême droite pour respecter un cessez-le-feu. S'il n'y a pas de pression, il ne le respectera pas. Nous maintiendrons la pression.

 

Monsieur le ministre, après 465 jours de génocide, la Belgique n'a toujours pas pris de sanctions contre Israël. Allez-vous mettre en place des sanctions pour maintenir la pression sur Israël, pour qu'il respecte le cessez-le-feu? Oui ou non, monsieur le ministre?

 

13.05  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, dimanche 19 janvier, normalement, si tout se passe bien, les enfants de Gaza vont se lever sans crainte de se prendre une bombe sur la tête, et ce pour la première fois depuis de trop longs mois. Un cessez-le-feu à Gaza semble imminent, même si ce n'est pas totalement clair. Cette trêve annonce la fin des bombardements, la libération d'otages et de prisonniers palestiniens. Nous n'y croyions presque plus et, pour la première fois depuis longtemps, une lueur d'espoir est apparue pour les populations civiles massacrées.

 

Cependant, la situation humanitaire à Gaza reste désastreuse, avec près de 60 000 morts selon certaines estimations, des infrastructures détruites à 80 %, un système de soins de santé à l'arrêt, des milliers d'enfants traumatisés et amputés, une population déplacée mourant de froid et de faim. Le territoire gazaoui est à genoux. L'un des enjeux actuels est de garantir un accès humanitaire immédiat et inconditionnel à Gaza, en soutenant notamment des organisations comme l'UNRWA. 

 

Ce cessez-le-feu apporte un soulagement, mais il ne peut en aucun cas servir de totem d'impunité. Nous ne cesserons de demander justice pour les dizaines de milliers de Gazaouis massacrés sous les bombes, dans un déchaînement de violence aveugle orchestré par le gouvernement d'extrême droite de Benyamin Netanyahu. Cette barbarie ne peut rester sans réponse ni sans conséquences.

 

Monsieur le ministre, envisagez-vous de soutenir une enquête internationale sur les crimes de guerre et les crimes contre l'humanité, ainsi que sur les accusations de génocide contre le gouvernement israélien, afin que les responsables soient traduits devant la justice?

 

Quelles garanties demandez-vous à l'État d'Israël pour que cette trêve ne soit pas seulement une pause temporaire, mais un premier pas vers un processus durable de paix et de justice?

 

L'un des enjeux des prochains jours sera aussi de sortir de Gaza les milliers de blessés graves pour qu'ils puissent être soignés. La Belgique accueillera-t-elle des blessés, comme elle a pu le faire par le passé?

 

Comment comptez-vous agir aux côtés de vos partenaires européens et internationaux pour reconstruire Gaza dans les vingt à trente prochaines années – car c'est bien le temps qui sera nécessaire pour sa reconstruction – et permettre aux Palestiniennes et Palestiniens de vivre dans la dignité après ces destructions massives?

 

Et puis, la Belgique va-t-elle enfin reconnaître l'État palestinien, comme nous le demandons depuis longtemps? 

 

13.06  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, j'aimerais y croire. L'accord de cessez-le-feu signé hier entre Israël et le Hamas est peut-être un vrai signal d'espoir. On entrevoit, en tout cas, une lueur.

 

J'ai vraiment une pensée pour les plus de 47 000 victimes, dont plus de 13 000 enfants. Treize mille enfants ont été assassinés, tués. J'ai une pensée pour toutes ces femmes, qui doivent aussi aujourd'hui scruter les heures qui viennent pour voir si cet accord sera respecté car il reste fragile. On a dénombré 73 morts ce matin dont une vingtaine d'enfants encore.

 

Gaza est complètement détruite et 1,9 million d'habitants, soit 90 % de la population, ont été déplacés. Le cessez-le-feu doit permettre une aide humanitaire massive, une aide médicale d'urgence. Cette trêve est donc un premier pas vers une paix durable qui doit être l'objectif. Car oui, monsieur le ministre, les Palestiniens devraient avoir droit à s'alimenter. Oui, ils devraient avoir droit à boire de l'eau potable. Oui, ils ont des droits en matière de sécurité, de soins médicaux et d'éducation; 95 % des écoles ont été détruites à Gaza. Ils ont droit au logement. Ils devraient avoir le droit de se déplacer librement. Ils devraient avoir le droit, enfin, d'envisager une vie en paix et en sécurité.

 

Ce dont nous avons besoin, monsieur le ministre, et en particulier les Palestiniens, c'est d'un véritable accord de paix pour que deux États reconnus vivent en paix. Israël a le droit de vivre en paix, la Palestine également.

 

Monsieur le ministre, comment comptez-vous soutenir le retour à la table des négociations afin d'imposer le silence des armes, définitif et sans conditions? Quand la Belgique reconnaîtra-t-elle enfin la Palestine?

 

13.07  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Monsieur le ministre, c'est effectivement un moment de soulagement. C'est le soulagement de voir que des familles vont être recomposées, que des prisonniers vont être échangés, que des enfants et des adultes innocents vont cesser de mourir.

 

C'est aussi – vous ne m'empêcherez pas de le penser – un moment d'amertume, parce que le plan que l'on voit est en fait le plan Biden, qui, depuis huit ou neuf mois, aurait pu être concrétisé. Et il a fallu la main de Trump, celle qui menace plus vite qu'il ne parle, pour que même les plus extrémistes décident qu'il était temps de signer un accord.

 

Mais c'est un moment de prudence aussi. J'entends déjà certaines voix dire que c'est un accord provisoire. Et c'est ma première question. Quelles sont les garanties que vous, l'Europe, les États-Unis pouvez apporter pour que ce ne soit pas du provisoire? C'est de la prudence parce qu'on est au début du chemin. Or celui-ci sera très long et très compliqué. Comment la Belgique et l'Europe peuvent-elles faire entendre leur voix?

 

Et, en même temps, c'est une occasion. C'est une occasion qu'il faut saisir pour restabiliser ce Moyen-Orient qui est déstabilisé depuis trop longtemps, et pas depuis la guerre, pour qu'effectivement une solution à deux États – je vous le dis comme je le pense – puisse exister. Quelle sera la voix de la Belgique et de l'Europe, monsieur le ministre? Voilà les questions, en ce moment à la fois peut-être opportun mais toujours prudent, que je voulais vous poser.

 

13.08  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, gisteren was er veel opluchting, want er zou eindelijk een staak-het-vuren komen tussen Israël en Hamas. Dat zal hopelijk een einde maken aan het gruwelijke geweld in Gaza. Er vielen al 46.000 doden, er zijn 110.000 gewonden en 100.000 Palestijnen zijn op de vlucht en dakloos. De kinderen lopen daar in de winter verweesd op hun blote voeten door het puin na een zoveelste bominslag.

 

De wereld wil dat dit ophoudt, maar minder dan 24 uur later staan er alweer grote vraagtekens bij dit akkoord. Opnieuw voerde Israël afgelopen nacht immers zware bombardementen uit. Opnieuw werden 70 mensen gedood, waaronder 20 kinderen. Netanyahu dreigt op dit moment al terug te krabbelen en dat moet ons zorgen baren. Israël heeft zich immers al 15 maanden lang niets aangetrokken van het internationaal en humanitair recht. Er waren aanvallen op burgers, op scholen en op ziekenhuizen. Daar is dus een genocide aan de gang en wie dat niet wil zien is stekeblind. Israëlische ministers zetten immers aan tot geweld, herleiden Palestijnen tot ongedierte en hongeren hen bewust uit. Er zijn veel te veel pijnlijke bewijzen. Zelfs het staak-het-vuren tussen Israël en Hamas kan nooit een reden zijn om dit onbestraft te laten. Daarvoor is Israël veel en veel te ver gegaan.

 

Ik heb dan ook een aantal vragen, mijnheer de minister.

 

Welke initiatieven zal onze regering nemen om de inwoners van Gaza te ondersteunen? Hoe zullen we helpen bij de heropbouw van huizen, ziekenhuizen en scholen?

 

Zal ons land ook pleiten voor onderzoek naar de mogelijke oorlogsmisdaden? De Belgische regering heeft al een hele tijd geleden beslist om tussen te komen in de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Mijnheer de minister, waar blijft die tussenkomst?

 

13.09  Bernard Quintin, ministre: Mesdames et messieurs les députés, comme vous l'avez tous dit, "enfin" – je crois c'est le mot qui convient – une lueur d'espoir au Moyen-Orient. Het werd tijd. L'annonce faite hier par le Qatar, l'Égypte et les États-Unis de la conclusion d'un accord entre le Hamas et Israël sur un cessez-le-feu est une étape cruciale. En effet, le gouvernement israélien doit certes encore l'approuver officiellement, mais il est difficile d'imaginer qu'il en soit autrement. Monsieur De Maegd, la première phase sur trois, celle du cessez-le-feu provisoire, doit commencer ce dimanche avec la libération d'un premier groupe d'otages. Nous nous réjouissons tous qu'ils puissent retrouver les leurs.

 

Dat er een einde komt aan een verwoestende oorlog die 15 maanden duurde, is geweldig nieuws voor Palestijnen en Israëli's die vrede willen. We kunnen ons wellicht niet voorstellen hoezeer Israëli's en Palestijnen snakken naar vrede, rust en perspectief.

 

Monsieur Boukili, cet accord reprend en effet la structure du plan Biden présenté en mai dernier. Il comprend trois étapes dont les détails doivent encore être négociés.

 

Comme je le disais, la première phase doit commencer ce dimanche pour une durée de six semaines. Cette première étape, attendue de longue date, permettra de faire taire les armes, de mettre fin à la violence et d'assurer une distribution sûre et effective d'une importante aide humanitaire. Je vous rejoins, monsieur Crucke, ce ne sera pas un long fleuve tranquille.

 

Madame Van Hoof, un travail diplomatique important reste encore à accomplir pour nous tous. J'en parlerai avec mon homologue égyptien – qui est d'ailleurs l'un des architectes de l'accord – quand je le recevrai à Bruxelles lundi prochain, le 20 janvier. Demain, je m'entretiendrai avec le premier ministre palestinien qui est à Bruxelles.

 

Nous le savons tous très bien, la situation humanitaire sur place est désastreuse et demande une réponse rapide et immédiate.

 

De VN-agentschappen en de ngo's bereiden zich voor om de humanitaire hulp op te schalen. Vannacht zouden al een aantal bijkomende trucks met humanitaire hulp toegelaten zijn. Het Wereldvoedselprogramma heeft hulp klaarstaan om drie maanden een miljoen mensen te voeden.

 

Un programme similaire de l'UNRWA est aussi en préparation. Madame Lambrecht, monsieur Aerts, cette organisation des Nations Unies est évidemment indispensable sur place pour venir en aide à la population locale, que ce soit pour l'aide humanitaire ou la scolarisation de plus d'un million d'enfants qui n'ont plus vu les bancs de l'école depuis deux ans.

 

Nous suivons d'ailleurs de près la prochaine entrée en vigueur des lois anti-UNRWA votées par la Knesset. Nous continuons à appeler le gouverne­ment israélien à ne pas les mettre en œuvre. Il n'y a pas d'alternative à l'UNRWA et aux Nations Unies! Les Nations Unies doivent être reconnues et respectées à tous les niveaux!

 

Madame Maouane, cette avancée positive annoncée hier ne doit pas éclipser la nécessité d'établir clairement les responsabilités pour tous les crimes commis. C'est d'ailleurs essentiel pour tracer un chemin vers une paix durable.

 

De verantwoordelijken voor de gruweldaden moeten worden gestraft. België heeft altijd gepleit voor de eerbiediging van het internationaal recht en het internationaal humanitair recht. België heeft altijd zijn volle steun betuigd aan het Internationaal Strafhof en het Internationaal Hof van Justitie.

 

Mijnheer Aerts, bij het Internationaal Hof van Justitie loopt een zaak van Zuid-Afrika tegen Israël. Zoals u weet zal België daaraan meewerken.

 

Chères députées, chers députés, vous l'avez compris, la Belgique appelle les parties à respecter cet accord et à le mettre en œuvre. C'est une chance unique, comme cela a été souligné par chacune et chacun d'entre vous, de mettre fin à 15 mois d'une guerre absolument terrible, avec un nombre incroyable de victimes innocentes.

 

Ce sera certes un défi. De nombreux points doivent encore être éclaircis afin de mettre fin de manière permanente aux hostilités et d'établir un horizon politique pour les Palestiniens, les Israéliens et cette région.

 

Monsieur Lacroix, notre pays soutiendra tous les efforts en vue d'une solution à deux États vivant côte à côte dans la sécurité et la paix, comme nous l'avons déjà fait. Vous vous rappellerez que ma prédécesseure a organisé, quelques jours avant la fin de son mandat, une deuxième conférence sur la solution à deux États, avec le Haut représentant de l’Union européenne pour les affaires étrangères et la politique de sécurité de l'époque, Josep Borrell. C'est en tout cas ce que nous souhaitons toutes et tous ici.

 

13.10  Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. J'exprime ici, au nom de mon groupe, le vœu que cet accord de cessez-le-feu voie le jour très rapidement et soit durable; le vœu que les otages puissent enfin retourner chez eux pour tenter, tant bien que mal, de surmonter la terrible épreuve qu'ils ont subie, et que les familles des otages décédés puissent entamer un très difficile travail de deuil; le vœu que la population palestinienne de Gaza, après 15 mois de guerre, puisse également être épargnée, secourue par une aide humanitaire cruciale, panser ses plaies et tenter de se construire un avenir légitime. Cet accord de cessez-le-feu marque un espoir après plus de 15 mois d'une guerre effroyable, qui a fait des dizaines de milliers de victimes.

 

Cependant, nous devons rester très prudents, chers collègues, cet accord ne marquera pas la fin des tensions. Un cessez-le-feu sans perspective politique sérieuse est la porte ouverte à la répétition des horreurs auxquelles on assiste depuis maintenant 75 ans dans cette région. Cet accord, enfin, ne doit pas, monsieur le ministre, nous détourner de l'objectif à long terme de l'instauration d'une paix juste et durable à Gaza, en Cisjordanie et en Israël.

 

13.11  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Het akkoord is inderdaad een eerste stap om het leed in Gaza te verlichten. Het is een sprankel hoop in het nieuwe jaar. Euforie is nog niet aan de orde. We hebben wel een constructieve houding nodig. Die houding hebt u daarnet ook uitgesproken. We hebben diplomatieke contacten in de komende dagen. Er wordt ook ondersteuning gegeven aan UNRWA om ter plaatse humanitaire hulp te verschaffen. We geven steun aan het Internationaal Gerechtshof en aan het Internationaal Strafhof. Dat zijn belangrijke stappen die België en de Europese Unie kunnen zetten.

 

We mogen ons echter niet gedragen als een olifant in een porseleinwinkel. Dat is het vandaag immers nog. Wij moeten waakzaam blijven. Dat betekent dat er geen communicerende vaten zijn. Als er een verdere escalatie is op de Westelijke Jordaan­oever, moeten we nieuwe stappen durven zetten.

 

Onze partij denkt in dat verband ook aan een handelsverbod vanuit de nederzettingen naar de Europese Unie en naar België.

 

De stappen naar een duurzame vrede en een tweestatenoplossing zijn cruciaal, met een erkenning van Palestina. Laten we echter eerst starten met de menselijkheid.

 

13.12  Annick Lambrecht (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. UNRWA is inderdaad onontbeerlijk en niet vervangbaar. Er zijn geen alternatieven.

 

De ellende voor de Palestijnen is nog lang niet voorbij. In Gaza en bij de familieleden van de gegijzelden heerst nu hoop. Op de Westelijke Jordaanoever is er echter niets veranderd. Er is daar geen enkel zicht op vooruitgang. Sterker nog, met de nieuwe president in de Verenigde Staten is het einde helemaal niet in zicht.

 

Iedereen in Europa moet een keuze maken. Voeren wij de druk verder op – die keuze meen ik uit uw antwoord te kunnen opmaken – of kijken we de andere kant uit?

 

Mijnheer de minister, voor Vooruit is het heel helder: er is nood aan duurzame vrede. Dat kan enkel, zoals u ook hebt aangegeven, door een tweestatenoplossing. Wij blijven daarvoor pleiten. Wij zullen daar hard voor blijven strijden.

 

13.13  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous avez répondu à plusieurs questions, sauf une: les sanctions. Pourquoi pas de sanctions? Vous dites que la Belgique tient au respect du droit international. Alors, il faut être cohérent: quand ce droit international est violé, il faut sanctionner ceux qui le violent sinon cela n'a pas de sens de dire que la Belgique respecte le droit international.

 

Vous avez parlé d'une guerre atroce. Je rappelle que ce n'est pas une guerre mais un génocide, monsieur le ministre. C'est un génocide et ce n'est pas moi ou le PTB qui le disons: la Cour internationale de Justice a prévenu du génocide; la Cour pénale internationale a émis un mandat d'arrêt contre Netanyahu; l'ONU a fait un rapport sur le génocide; Oxfam a fait un rapport sur le génocide. Même le monde académique belge s'est mobilisé: 6 700 signatures dans le monde académique belge pour dénoncer le génocide et le manque de sanctions. Ils appellent à sanctionner Israël. Quand allez-vous bouger sur ce sujet? Si vous voulez être cohérent avec votre respect du droit international, il faut le faire parce que pour l'instant, c'est seulement du bla-bla.

 

13.14  Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre, pour vos réponses. Malheureusement, vous l'avez dit, à Gaza, le droit international a été réduit en poussière, emporté par les bombes. Netanyahu et ses complices doivent finir en prison comme les criminels de guerre qu'ils sont. Il ne faut pas oublier ce qui s'est passé. On n'oubliera pas les 300 journalistes tués, on n'oubliera pas la famine organisée, on n'oubliera pas les civils brûlés vifs, on n'oubliera pas le système hospitalier détruit, on n'oubliera pas les camps de réfugiés bombardés, on n'oubliera pas l'aide humanitaire bloquée, on n'oubliera pas le génocide perpétré. On continuera à se battre pour que justice soit rendue, que les criminels soient derrière les barreaux. On continuera à se battre pour que la colonisation s'arrête et pour que l'État de Palestine soit enfin reconnu.

 

13.15  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

Je suis heureux, car je sens que notre pays est volontaire et qu'il soutiendra le processus des futures négociations. Je reste cependant inquiet quant au respect du droit international. Vous avez été clair. J'espère que le futur gouvernement Arizona le sera tout autant que vous et que vous resterez, le cas échéant, ministre des Affaires étrangères.

 

J'entends bien que la notion de crime de génocide à Gaza ne fait plus aucun doute. Six mille sept cents universitaires ont signé une lettre ouverte cette semaine, rappelant ce génocide et appelant à des sanctions. Vous avez été clair également sur le respect du droit international. Cela signifie que si on ne le respecte pas, on doit être sanctionné. Israël devra l'être. Il faudra par conséquent faire preuve d'une capacité de résister à toutes les pressions. Et j'espère qu'au sein de l'Arizona, vous parviendrez à vous mettre d'accord sur tout ce que vous avez dit aujourd'hui.

 

13.16  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Monsieur le ministre, je tiens à le souligner, vous attestez de votre connaissance et de votre maîtrise du dossier. Les contacts que vous nouerez dans les prochains jours prouvent aussi que Bruxelles, ce petit pays qu'est la Belgique, et l'Union européenne ont un rôle à jouer. Je veux soutenir les démarches qui sont les vôtres. 

 

Je pense qu'il ne faut pas se tromper. L'État d'Israël a droit à la reconnaissance de sa souveraineté et à la paix, mais les Palestiniens ont aussi le droit de vivre en paix. Donc, ce que je voudrais tant voir en réalité, pour ces deux États, et seule la constance de l'Union européenne permettra de le montrer, c'est que c'est la nuance qui apporte des solutions. Nous, Les Engagés, c'est aussi en ce sens que nous entendons soutenir votre travail. 

 

13.17  Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, een constructieve houding is belangrijk als wij de inwoners van Gaza willen helpen, als we ervoor willen zorgen dat zij opnieuw humanitaire hulp krijgen en als we willen bijdragen aan de heropbouw aldaar. Daarvoor is er alleszins een staakt-het-vuren nodig. Komt dat er niet omdat Israël zich terugtrekt van de tafel en er de stekker uit trekt, dan moeten we fors reageren, zoals tegen Rusland, toen Poetin Oekraïne is binnengevallen. Dan moeten we het hele gamma aan maatregelen om Israël onder druk te zetten, uit de kast halen. Dan moeten we het Europees handelsakkoord met Israël stopzetten, de import van producten uit de bezette gebieden verbieden, de genocide aldaar politiek erkennen en ook de Palestijnse staat erkennen – ik heb de instemming van velen genoteerd –, want dat laatste blijft meer dan ooit van belang voor een duurzame oplossing voor het geweld in de regio.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Francesca Van Belleghem aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De piekende asielcijfers" (56000350P)

- Darya Safai aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De asielcrisis" (56000366P)

14 Questions jointes de

- Francesca Van Belleghem à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le pic des demandes d'asile" (56000350P)

- Darya Safai à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La crise de l'asile" (56000366P)

 

14.01  Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega's, Ninove telt 40.000 inwoners. Beeld u nu eens in dat alle inwoners van Ninove asiel aanvragen, in één jaar tijd. Concreet zou dat dus willen zeggen dat men alle inwoners van Ninove een gratis dak boven het hoofd en eten moet geven, moet helpen met de asielprocedure en kosteloos moet voorzien van een advocaat. Wel, er waren in 2024 in dit land 40.000 asielaanvragen en dus 40.000 keer bed, bad, brood.

 

U antwoordde gisteren in de commissie dat het aantal asielaanvragen in december toch verrassend hoger lag dan verwacht. Mevrouw de staatssecretaris, onder welke steen hebt u het afgelopen jaar geleefd? Maand na maand stijgen de asielcijfers; dat weet ondertussen iedereen. Het enige wat daaraan nog verrassend is, is het feit dat u verrast bent.

 

Ik vraag u niet meer welke maatregelen u zult nemen om de toestroom van asielzoekers te beperken, want het heeft geen zin. U kondigt altijd nieuwe maatregelen aan, maar u voert ze nooit uit. Ik vraag u dus vandaag alleen nog om een beetje zelfreflectie. Leg ons nu eens alstublieft uit waar het volgens u het afgelopen jaar is misgegaan.

 

14.02  Darya Safai (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega's, gisteren hebben we de cijfers ontvangen van het aantal asielaanvragen in 2024. Het gaat om het hoogste aantal in tien jaar tijd. In 2024 hebben bijna 40.000 mensen een verzoek ingediend voor internationale bescherming, bijna 12 % meer dan het jaar voordien, en met een piek in de maand oktober, toen meer dan 4.000 mensen een verzoek indienden, het hoogste cijfer sinds het najaar van 2015. Het aantal asielzoekers in België is sinds 2021 opnieuw de hoogte ingegaan. In 2024 telde Fedasil een recordaantal opvangplaatsen, meer dan 36.000. Toch staan er nog ruim 2.800 alleenstaande mannen op de wachtlijst. Vandaag slapen mensen op straat. Terwijl wij geen opvang kunnen voorzien voor de mensen die nu al hier zijn, blijven er nog mensen naar dit land komen.

 

Nochtans dalen de asielcijfers in onze buurlanden. Weet u hoe dat komt? De reden is dat onze buurlanden maatregelen nemen tegen een hoge, oncontroleerbare instroom. Van ons land kan ik alleen maar zeggen dat ons systeem totaal crasht en dat wij het niet meer onder controle hebben.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik heb daarom vandaag maar één vraag. Hoe verklaart u dat de ons omringende landen er wel in slagen om hun asielaanvragen significant terug te dringen, maar België niet?

 

14.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Van Belleghem, u vraagt me waar het het afgelopen jaar is misgelopen. Ik zal het u zeggen. Het is de afgelopen jaren misgelopen in Gaza, Syrië, Afghanistan en Eritrea, en dat zien we in onze asielstatistieken. Dan spreek ik nog niet over hoe het is misgelopen in Oekraïne, want ook vanuit Oekraïne blijven er mensen toekomen in ons land.

 

Collega's, ik ben het met u eens, er komen te veel asielzoekers naar ons land. Daar zijn ook mensen bij die geen bescherming nodig hebben. De voorbije drie jaar samen gaat het om meer dan 110.000 mensen. Dat is onhoudbaar, maar wie beweert dat we op een paar weken tijd nog enkele opvangplaatsen bij moeten creëren om dit snel op te lossen, dwaalt. Wie beweert dat men met een vingerknip de instroom omlaag kan krijgen, maakt de mensen ook iets wijs.

 

Wat kunnen we wel doen? Ten eerste, het antwoord zal vooral Europees zijn. Iets anders beweren is onzin. We moeten onze buitengrenzen beter versterken en daar bepalen wie kans maakt op bescherming en wie niet. Met het migratiepact zetten we daar een belangrijke stap in de juiste richting. Ons land zal dat pact versneld implementeren. Ook de akkoorden die de Europese Unie sluit met landen, bijvoorbeeld aan de zuidgrens, zoals Tunesië, hebben hun effect. Ze beginnen te werken. Het aantal oversteken over de Middellandse Zee is gedaald. Het aantal illegale binnenkomsten in de hele Europese Unie is in 2024 met 38 % gedaald. Er was heel veel kritiek op die akkoorden, maar we zien dat ze werken.

 

Dat de druk op ons land zo groot blijft, komt dus vooral door de asielaanvragen van mensen die dat elders ook al hebben gedaan. Er vragen heel wat mensen asiel aan die dat niet voor het eerst doen, die dat ook al in andere Europese landen hebben gedaan. Daarom moeten we, ten tweede, ook op nationaal vlak blijven doen wat we kunnen doen. Ik heb bijvoorbeeld recent beslist om de opvang te beperken van mensen die al bescherming genieten in een ander Europees land, omdat het rechtvaardig is om dat te doen. Daarnaast moeten we ingrijpen in de procedure. Mensen die al bescherming krijgen, hebben die niet opnieuw nodig. We stellen daarom ook alles in het werk om de huidige, te ruime rechtspraak over deze materie te wijzigen. Dat doen we bijvoorbeeld door cassatieberoep aan te tekenen of door verduidelijking te vragen aan het Hof van Justitie in Europa.

 

Ons land wil solidair zijn en bescherming bieden aan wie dat nodig heeft, maar het is gewoon niet rechtvaardig dat we opnieuw opvang en bescherming moeten geven aan degenen die al in een ander Europees land kunnen wonen en werken en daar een toekomst kunnen uitbouwen.

 

We nemen dus wel degelijk concrete maatregelen. We kondigen die niet alleen aan, we nemen ook maatregelen om de instroom naar beneden te krijgen. Ik hoop dat we met de arizonapartijen snel tot een akkoord kunnen komen om op die weg verder te gaan.

 

14.04  Francesca Van Belleghem (VB): Mocht de regering niet ontslagnemend zijn, mevrouw de staatssecretaris, dan had elke partij hier vandaag, van links tot rechts, uw ontslag gevraagd. In de media hoor ik al 221 dagen dat de arizonapartijen aan het onderhandelen zouden zijn over het strengste asielbeleid ooit. Gisteren heb ik echter mijn hoop daarop definitief begraven, want toen heeft de linkse partij Vooruit in de commissie voor Binnenlandse Zaken gepleit voor meer opvang­plaatsen voor asielzoekers. Dat is dus het strengste asielbeleid ooit. Dat is niet mogelijk als er een partij aan tafel zit die pleit voor meer asielzoekers.

 

Beste cd&v'ers, beste N-VA'ers, jullie kiezen de verkeerde partners en jullie weten dat ook.

 

14.05  Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat deze mensen hier zijn omdat het is misgelopen in Gaza. Mijn vraag is echter waarom ze bijna allemaal naar België komen. Dat komt door het vivaldibeleid, dat dit land veel aantrekkelijker maakte voor Palestijnen dan andere landen. Eén ding is zeker: het beleid van de vivaldiregering verderzetten is geen optie. De asielinstroom blijft torenhoog en mensen slapen op straat. We moeten dat aanpakken. Er is nood aan een diepgaande hervorming van ons asielsysteem. We moeten inzetten op legale en gecontroleerde migratie, tegen de illegale migratie via de maffia van mensensmokkelaars.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Hiermee sluiten we de mondelinge vragen af.

 

Wetsvoorstel

Proposition de loi

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen met het oog op het uitbreiden van het recht om vergeten te worden (302/1-7)

15 Proposition de loi modifiant la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances en vue d'étendre le droit à l'oubli (302/1-7)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Anneleen Van Bossuyt, Michael Freilich, Charlotte Verkeyn, Sophie De Wit, Kathleen Depoorter, Wouter Raskin, Jeroen Soete, Anne Pirson, Leentje Grillaert, Youssef Handichi.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

15.01  Meyrem Almaci, rapporteur: Collega's, gisteren lichtte de N-VA-fractie een technisch amendement toe in de commissie. Er was ook consensus dat dat een technisch noodzakelijke ingreep was. 

 

Daarnaast maakten de collega's van het Vlaams Belang een opmerking over de nummering van een laatste amendement. Dat zou immers niet naar het juiste artikel verwijzen. Dat klopte ook en werd aangepast. Amendement 9 verwijst nu naar artikel 10.

 

Voor de rest is er ook een schriftelijk verslag van de eerdere bespreking, die ten gronde ging en ook al in deze plenaire vergadering werd aangehaald. Ik verwijs daar graag naar.

 

Gisteren werd er dus in consensus besloten om de amendementen goed te keuren en over te gaan tot stemming in deze plenaire vergadering. Indien ik iets vergeten ben, collega's, vul gerust aan, maar het was een goede, korte en technische bespreking.

 

15.02  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Dank u wel, collega Almaci, voor het mondelinge verslag.

 

Ik heb nog één toevoeging, voor de volledigheid. Het derde amendement had betrekking op de inwerkingtreding van de wetgeving. We hebben daarvoor een periode voorzien van 12 maanden vanaf de publicatie. Het is belangrijk om dat te vermelden.

 

De voorzitter: U mag op uw elan doorgaan, mevrouw Van Bossuyt.

 

15.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Collega's, ik vond het belangrijk om hier even plaats te nemen, omdat het wetsvoorstel waarover we straks zullen stemmen over meer gaat dan enkel het wijzigen van een aantal regels. Het gaat over rechtvaardigheid, over kansen geven aan mensen die gevochten en gewonnen hebben.

 

Ik denk dat iedereen in deze zaal jammer genoeg wel iemand zal kennen of gekend heeft die strijdt of gestreden heeft tegen kanker. Voor ons is het belangrijk dat wanneer die mensen de ziekte hebben overwonnen, zij dezelfde kansen krijgen als anderen om hun leven opnieuw op te bouwen. Daarom is een aantal jaren geleden het initiatief genomen om het recht om vergeten te worden in te voeren.

 

Dat betekent dat wanneer ex-kankerpatiënten na een periode van genezing een schuldsaldo­verzekering aanvragen, de verzekeraar voor de berekening van de premie geen rekening mag houden met hun ziekte uit het verleden. Vroeger zagen we dat die mensen vaak een hogere premie moesten betalen of dat ze soms zelfs niet in de mogelijkheid waren om een schuldsaldo­verzekering aan te gaan. U weet allemaal dat wanneer men geen schuldsaldo­verzekering kan aangaan, de kans groot is dat men geen huis kan kopen. Om die reden werd het recht om vergeten te worden ingevoerd. Zo kunnen ex-kankerpatiënten ook een schuldsaldoverzekering aangaan, met dezelfde premie als gezonde mensen.

 

In de vorige legislatuur hebben we een aantal stappen vooruit gezet inzake het recht om vergeten te worden, op twee manieren. Ten eerste, we hebben de termijn verkort waarna het recht om vergeten te worden in werking treedt. Vroeger was dat tien jaar na genezing. Wij hebben dat teruggebracht tot vijf jaar. Sinds 1 januari van dit jaar is dat effectief van kracht. Ten tweede hebben we het recht om vergeten te worden uitgebreid met de arbeidsongeschiktheidsverzekering, naast de schuldsaldoverzekering.

 

Met het voorstel waarover we vandaag stemmen gaan we nog twee stappen verder. Wij willen van het recht om vergeten te worden een écht recht om vergeten te worden maken, in die zin dat we de meldingsplicht willen afschaffen.

 

Want wat zien we vandaag? Eigenlijk is het een heel vreemde situatie. De verzekeraar mag geen rekening meer houden met het ziekteverleden van de patiënt, maar de ex-kankerpatiënt is wel nog steeds verplicht te melden dat hij ziek geweest is. Met andere woorden, men blijft de stempel meedragen dat men ex-kankerpatiënt is. Daar willen we nu een einde aan maken door de meldingsplicht af te schaffen. Op die manier maken we van het recht om vergeten te worden een écht recht om vergeten te worden. In verschillende buurlanden is de meldingsplicht al afgeschaft. In Nederland is dat al zo, in Frankrijk en ook in Luxemburg. Ik ben heel blij dat we daar vandaag ook in België werk van kunnen maken. Dat is de eerste stap die we verder gaan.

 

De tweede stap is het uitbreiden naar de reisannulatieverzekering. Wat zien we vandaag? Het aangaan van een reisannulatieverzekering is vaak geen probleem, maar als patiënten een beroep willen doen op die verzekering, komen ze vaak in de situatie terecht waarin de verzekeraar zegt te weigeren de kosten terug te betalen wegens hun ziekte. Vandaar dat we vandaag de stap zetten om ook voor de reisannulatie­verzekering het recht om vergeten te worden in te voeren, op voorwaarde dat de ziekte een stabiele aandoening is. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat ook kankerpatiënten zorgeloos op vakantie kunnen gaan.

 

Nogmaals, collega's, het gaat hier niet alleen over het aanpassen van regels, het gaat ook over rechtvaardigheid, over mensen die gevochten en gewonnen hebben. Wij geven hen vandaag alle kansen om daarna hun leven opnieuw op te bouwen.

 

15.04  Sophie Thémont (PS): Monsieur le président, chers collègues, le groupe socialiste a toujours soutenu et pris part au combat pour lutter contre les discriminations en matière d'accès aux assurances, pour faire en sorte que les personnes malades, celles qui présentent un risque accru de santé, bénéficient d'un traitement équitable et d'un coût juste pour les produits d'assurance.

 

C'est à ce titre d'ailleurs qu'en 2010, la loi Partyka-Lalieux a été votée. Elle prévoit l'encadrement de questionnaires médicaux et une prise en charge collective des surprimes. Et, en 2018, mon groupe a été le premier à introduire une proposition de loi pour un droit à l'oubli en assurance. Cette mesure a ensuite été reprise et mise en œuvre par le ministre Peeters.

 

Sous la précédente législature, mon collègue Patrick Prévot a été, avec le soutien du ministre Dermagne, à la base de l'abaissement de dix à cinq ans du délai standard pour exercer son droit à l'oubli. Et, sous cette législature encore, nous avons, mon collègue Prévot et moi-même, déposé une proposition de loi qui vise à supprimer les questionnaires médicaux pour certains prêts immobiliers, en l'occurrence ceux n'excédant pas 200 000 euros et dont le remboursement advient avant les soixante ans de l'assuré. Soit dit en passant, cette mesure est épinglée positivement par le Centre Fédéral d'Expertise des Soins de Santé (KCE) et Testachats dans l'avis écrit qu'ils ont rendu au sujet du texte que nous votons aujourd'hui. Elle est soutenue positivement par les associations de patients. Je ne doute pas que nous pourrons y revenir prochainement avec, je l'espère, le même esprit d'ouverture et de consensus qu'il y a eu aujourd'hui.

 

Pour en revenir à la proposition de la collègue de la N-VA, celle-ci apporte deux améliorations ponctuelles très précises au dispositif sur le droit à l'oubli. Il s'agit, d'une part, de supprimer l'obligation de déclaration cinq ans après la guérison du cancer. C'est donc ici en effet un vrai droit à l'oubli, comme dans d'autres pays dont la France. D'autre part, il s'agit d'étendre ce champ d'application du droit à l'oubli aux assurances voyage.

 

Nous soutenons les initiatives qui améliorent le droit à l'oubli en assurance. Mon groupe soutient les mesures qui visent à éviter la double peine pour les personnes qui ont été frappées par la maladie au cours de leur vie. Nous soutiendrons donc évidemment positivement cette proposition de loi.

 

15.05  Anne Pirson (Les Engagés): Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, chers collègues, je souhaite également prendre la parole pour soutenir la proposition de Mme Van Bossuyt que j'ai cosignée, tout comme plusieurs collègues. Cette proposition représente en effet une avancée essentielle pour garantir vraiment une meilleure égalité d'accès à l'assurance pour les personnes qui ont la chance d'être guéries du cancer.

 

Le droit à l'oubli avait déjà été renforcé par la loi du 30 octobre 2022. Cela constituait une première étape significative pour lutter contre les discriminations subies par ceux qui ont lutté contre des maladies graves. Cependant, les barrières ont persisté jusqu'aujourd'hui. Dès lors, la proposition de loi à l'examen répond à un besoin urgent d'élargir cette protection à d'autres domaines pour une couverture plus juste et plus complète. Actuellement, les personnes guéries d'un cancer doivent toujours déclarer leurs antécédents médicaux à l'assureur, même si ces informations ne peuvent pas être prises en compte pour le calcul de la prime. Nous estimons que cette obligation doit disparaître. Le soutien du KCE confirme le bien-fondé de cette mesure. En effet, tant que cette obligation persistera, ces citoyens continueront à se sentir injustement traités, alors même que leur risque est comparable à celui de monsieur et madame Tout-le-monde. Mettre fin à ces inégalités, c'est reconnaître la dignité et les droits des milliers, des centaines de milliers de nos concitoyens. Des pays comme la France, les Pays-Bas et le Luxembourg ont déjà mis en place des dispositions similaires, avec des résultats probants, qui ne déséquilibrent pas le risque pour les assureurs.

 

L'extension du droit à l'oubli aux assurances annulation voyage est une autre avancée essentielle. Il est en effet inacceptable que des personnes dont la pathologie est stabilisée soient pénalisées à cause de leur passé médical. Nous avons tous le droit de voyager en toute sécurité sans craindre les discriminations dans l'accès aux produits d'assurance. Désormais, lorsque la pathologie de l'assuré sera stable au moment de la réservation, l'assureur ne pourra pas refuser son intervention. Cela représente un pas de plus vers l'équité; en outre, cela supprime une forme de discrimination qui pesait encore sur les épaules de nombreuses personnes.

 

La proposition de loi a été enrichie de différents amendements, dont un qui visait à renforcer la clarté et la transparence des dispositions, ce qui est super important. Un document d'information sera désormais remis aux preneurs d'assurance et publié en ligne par les assureurs. Celui-ci précisera les pathologies devant être déclarées et visera à prévenir les déclarations inexactes, tout en garantissant une application cohérente et sans ambiguïté du droit à l'oubli.

 

En conclusion, cette proposition de loi est une étape indispensable pour garantir, à tous et à toutes, une égalité d'accès aux assurances, quel que soit leur passé médical. Notre groupe y apportera donc son soutien.

 

15.06  Jeroen Soete (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, u hebt niet zo lang geleden een fel gesmaakt opiniestuk geschreven over de rol van het Parlement en of die al dan niet uitgespeeld is. In deze tijden waarbij het Huis niet altijd even positief bejegend wordt, is dit voorstel een lichtpuntje.

 

In de loop der jaren kende het dossier systematisch uitbreidingen door verschillende partijen vanuit een sociale insteek om te vermijden dat mensen die effectief met kanker geconfronteerd worden, hun medische verleden niet voor de rest van hun leven met zich mee moeten dragen, zodat zij ook alle kansen krijgen om hun leven terug op te bouwen.

 

Met dit voorstel zetten we opnieuw een stap vooruit, maar we zijn er nog niet, want er moet nog verder onderzoek gebeuren of een uitbreiding naar andere verzekeringen, zoals de hospitalisatie­verzekering, mogelijk is.

 

Als kleine slotsom om dit jaar te beginnen, is het hoopvol dat dit Huis er effectief in slaagt om het leven van vele mensen te verbeteren via dergelijke ingrepen.

 

15.07  Leentje Grillaert (cd&v): Mijnheer de voorzitter, vandaag bespreken we niet enkel een wetsvoorstel dat een belangrijke stap is voor de bescherming van de rechten van de individuele burger, maar dat ook bijdraagt aan het versterken van de sociale rechtvaardigheid binnen onze maatschappij.

 

Het wetsvoorstel, dat wij vanuit cd&v steunen, heeft betrekking op het recht om vergeten te worden, met een uitbreiding naar de context van reis- en annulatieverzekeringen. Het is goed dat de meldingsplicht over een kankeraandoening, die kandidaat-verzekeringnemers hadden, wegvalt en wij ondersteunen het principe van de uitbreiding van de wet-Partyka, zoals hier is vermeld.  We hebben dat trouwens ook tijdens de vorige legislaturen ondersteund.

 

Tijdens de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitalisering van de vorige legislatuur werd de resolutie van collega Leen Dierick goedgekeurd om  het recht om vergeten te worden bij het aangaan van een schuldsaldoverzekering uit te breiden tot chronische ziekten die onder controle zijn. Het is fijn dat we in die commissie hebben samengewerkt en dat de collega’s van de N-VA verder hebben gebouwd op het werk van de vorige legislatuur.

 

In de praktijk worden mensen nog te vaak geconfronteerd met hun medisch verleden bij het afsluiten van verzekeringen. Ik hoor ook mijn collega van Vooruit spreken over mogelijke uitbreidingen die we misschien nog moeten onderzoeken. Het is pijnlijk en onnodig dat die mensen daarmee geconfronteerd worden. Het voorliggende wetsvoorstel komt daaraan tegemoet en geeft mensen weer de nodige ademruimte.

 

Vanuit cd&v hebben we steeds de amendementen gesteund en werd er ook goed geluisterd naar de bezorgdheden van de sector, door bijvoorbeeld voldoende tijd te voorzien voor de implementatie. Het is ook natuurlijk geen nieuw systeem. Collega Van Bossuyt heeft dat al gezegd. Gelijkaardige methodieken kan men terugvinden in Frankrijk, Nederland en Luxemburg. Het is dan ook goed dat België hun goede voorbeelden volgt en dat het recht om vergeten te worden hopelijk zal worden uitgebreid – met een positieve stemming – naar reisannulatieverzekeringen en dat tegelijk de meldingsplicht zal worden geschrapt.

 

Dat is een fundamentele verbetering van de huidige praktijk, waarin mensen nog te vaak geconfronteerd worden met onterecht hoge premies of zelfs een weigering van een verzekering, puur omdat ze ooit een ernstige aandoening hebben doorgemaakt. Het recht om vergeten te worden, zoals het in het voorliggende wetsvoorstel wordt voorgesteld, biedt degenen die een moeilijke periode in hun leven hebben overwonnen de kans om een nieuwe start te maken, zonder dat hun verleden hen blijft achtervolgen. Wij kunnen dat als partij alleen maar ten volle ondersteunen. Dank u wel.

 

15.08  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ook namens de Ecolo-Groenfractie steunen wij het voorliggend wetsvoorstel, dat verder bouwt op het werk dat in de vorige legislatuur reeds is gestart en dat destijds ook door Kom op tegen Kanker als een belangrijke doorbraak werd gezien, en waar nu twee belangrijke verfijningen op worden toegepast.

 

Mensen die kanker hebben doorgemaakt, worden overlevers genoemd, omdat ze een zware strijd hebben moeten leveren, een strijd die hen ook heel existentieel confronteert met heel wat zaken. Zij hebben het recht om gewoon met hun leven verder te kunnen gaan, zonder elke keer in die pijnlijke episode terug te worden geworpen en daar ook nog altijd nadelen op administratief en zelfs financieel vlak van te ondervinden. Het voorliggende wetsvoorstel, met de verfijningen die erin staan, maakt dat mogelijk.

 

Unanieme steun voor een wetsvoorstel in het Parlement is er zelden, maar dit voorstel is er eentje dat, zoals men het in het Engels zou zeggen, een no-brainer is, omdat het voor die mensen een belangrijke stap richting het aanpakken van de discriminaties die ze nog meemaken, effectief mogelijk maakt.

 

De hindernissen werden constructief besproken en zijn ook constructief opgelost. De twee maatregelen die hierin vervat zijn, zowel met betrekking tot de opheffing van de meldingsplicht als met betrekking tot het recht om vergeten te worden als het gaat over een reisannulatie­verzekering, maken een substantieel verschil in het leven van deze mensen. Onze fractie zal dit voorstel dan ook volmondig steunen.

 

De overgangsmaatregel maakt het ook mogelijk om het op een evenwichtige manier in te voeren. Het is al gebeurd in onze buurlanden. Er werd al verwezen naar Frankrijk, Nederland en Luxemburg. Laten wij het goedkeuren. Dit is een mooie stap ter verbetering. Zo kunnen mensen die het al moeilijk genoeg hebben gehad, de draad van hun leven weer oppikken.

 

15.09  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, de diagnose kanker of een andere ernstige ziekte krijgen, is keihard, dat is een persoonlijk drama. Als men het geluk heeft daarvan te genezen, dan is dat iets wat u niet moet blijven achtervolgen voor een heel leven.

 

Dat was vroeger wel zo, met patiënten die lang na de genezing nog werden uitgesloten van verzekeringen. Dat was niet alleen onrechtvaardig, maar het reet natuurlijk ook elke keer weer die oude wonden open. Het maakte het nagenoeg onmogelijk om een normaal leven terug op te bouwen, om de draad op te pikken.

 

Vele mensen zijn hiermee bezig geweest vorige legislatuur. Ook collega Robby De Caluwé is er vorige legislatuur veel mee bezig geweest, om werk te maken van dat recht om vergeten te worden voor de verzekering gewaarborgd inkomen.

 

Deze aanpassing, dit nieuwe wetsvoorstel, waarvoor ik de indieners ook wil bedanken, breidt dat recht verder uit. Menselijk, moreel en juridisch is het alleen maar juist dat we die discriminaties wegwerken.

 

Vandaar ook de uitgesproken steun van mij en mijn fractie voor dit wetsvoorstel.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (302/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (302/7)

 

Het wetsvoorstel telt 10 artikelen.

La proposition de loi compte 10 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Mededelingen

Communications

 

16 Comité P – Benoeming van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid – Kandidaturen

16 Comité P – Nomination d’un membre suppléant néerlandophone – Candidatures

 

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 28 november 2024 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 december 2024 een oproep tot kandidaten voor een mandaat van Nederlandstalig, plaats­vervangend lid van het Comité P.

Conformément à la décision de la séance plénière du 28 novembre 2024, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 6 décembre 2024 pour un mandat de membre suppléant néerlandophone du Comité P.

 

De volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:

- Mevrouw Ariane Braccio

- Mevrouw Mieke Thijssen

Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:

- Mme Ariane Braccio

- Mme Mieke Thijssen

 

Mevrouw Ariane Braccio beschikt over een veiligheidsmachtiging van het niveau 'zeer geheim'.

Mme Ariane Braccio dispose d’une habilitation de sécurité de niveau 'très secret'.

 

Mevrouw Mieke Thijssen heeft haar aanvraag ingediend voor het bekomen van deze veiligheidsmachtiging.

Mme Mieke Thijssen a introduit sa demande pour l’obtention de cette habilitation de sécurité.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 15 januari 2025 stel ik u voor de kandidaturen aan de politieke fracties te bezorgen nadat het resultaat van de aanvraag van mevrouw Mieke Thijssen voor het bekomen van de veiligheidsmachtiging 'zeer geheim' bekend is geworden.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 15 janvier 2025, je vous propose de transmettre les candidatures aux groupes politiques après que le résultat de la demande de Mme Mieke Thijssen pour l’obtention de l’habilitation de sécurité 'très secret' sera connu.

 

De kandidaten zullen daarna door de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I worden gehoord.

La commission spéciale d’accompagnement parlementaire du Comité permanent P et du Comité permanent R procédera ensuite à l'audition des candidates.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

17 Federale Deontologische Commissie – Oproep tot kandidaten

17 Commission fédérale de déontologie – Appel à candidats

 

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 14 november 2024 werd een oproep tot kandidaten voor een mandaat van Franstalig lid van de Federale Deontologische Commissie (FDC) voor de categorie 'voormalige leden van Kamer/Senaat' in het Belgisch Staatsblad van 5 december 2024 bekendgemaakt.

Conformément à la décision de la séance plénière du 14 novembre 2024, un appel à candidats pour un mandat de membre francophone de la Commission fédérale de déontologie (CFD) pour la catégorie 'anciens membres Chambre/Sénat' a été publié au Moniteur belge du 5 décembre 2024.

 

Er werden geen kandidaturen ingediend.

Aucune candidature n’a été introduite.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 15 januari 2025 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor dit mandaat.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 15 janvier 2025, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour ce mandat.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

18 Nationale Evaluatiecommissie zwangerschaps­afbreking – Oproep tot kandidaten

18 Commission nationale d’évaluation de l’interruption volontaire de grossesse – Appel à candidats

 

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 28 november 2024 verscheen in het Belgisch Staatsblad van 4 december 2024 een oproep tot kandidaten voor het mandaat van Nederlandstalig mannelijk plaatsvervangend lid van de Nationale Evaluatiecommissie zwanger­schaps­afbreking voor de categorie 'geneesheer'.

Conformément à la décision de la séance plénière du 28 novembre 2024, un appel à candidats pour le mandat de membre suppléant néerlandophone de sexe masculin de la Commission nationale d’évaluation de l’interruption volontaire de grossesse pour la catégorie 'médecin' a été publié au Moniteur belge du 4 décembre 2024.

 

Er werden geen kandidaturen ingediend.

Aucune candidature n’a été introduite.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 15 januari 2025 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor dit mandaat.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 15 janvier 2025, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour ce mandat.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Aangezien de meeste collega's intussen zijn binnengevallen, mag ik een technische opmerking vanuit de afdeling verloren voorwerpen meegeven.

 

Collega Vandenbroucke heeft bij het verlaten van de zaal aan de deur een oorbel teruggevonden waarin men de letter C zou kunnen herkennen. Mocht iemand nu, aan het oor prullend, vaststellen dat een der beide lellen geen oorbel meer draagt, dan ligt die oorbel hier bij mij. U gelieve die na de stemming te komen oppikken.

 

Ik dank collega Vandenbroucke voor zijn opmerk­zaamheid en ook voor het feit dat hij er niet overheen gedenderd is.

 

19 Inoverwegingnemingen

19 Prises en considération

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverweging­neming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Urgentieverzoek

Demande d'urgence

 

19.01  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, collega's, eerlijke belastingen waren een van de belangrijkste thema's van de verkiezings­campagne. Dat is onder andere onze verdienste. Het is ook daarover dat de discussies in de Wetstraat dezer dagen gaan.

 

De PVDA wil daarbij een handje helpen en heeft een heel constructief voorstel voor de onderhandelaars (nr. 616/1), een voorstel om een typisch Belgisch fiscaal achterpoortje op maat van de grote bedrijven te sluiten. Multinationals en financiële holdings die miljoenenwinsten boeken met de verkoop van aandelen, betalen daar vandaag 0,0 % belastingen op, een cadeau van 4,3 miljard euro per jaar. In plaats van de btw op levensmiddelen te verhogen, kunnen we gewoon dat achterpoortje sluiten. Wij stellen voor dat die multinationals en holdings die belasting wel betalen, zoals iedereen.

 

Dat kan tot 2 miljard euro per jaar opbrengen. Ik kan me niet voorstellen dat in deze tijden, waar het altijd maar gaat over het feit dat we op de centen moeten letten, het voorstel geen brede steun zou krijgen.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over de vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

Naamstemming

Vote nominatif

 

20 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen met het oog op het uitbreiden van het recht om vergeten te worden (302/7)

20 Proposition de loi modifiant la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances en vue d'étendre le droit à l'oubli (302/7)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (302/8)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (302/8)

 

(Mevrouw Nawal Farih heeft gestemd zoals haar fractie.)

 

21 Goedkeuring van de agenda

21 Adoption de l’ordre du jour

 

We moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 23 januari 2025 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 23 janvier 2025 à 14 h 15.

 

De vergadering wordt gesloten om 16.49 uur.

La séance est levée à 16 h 49.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 021 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 021 annexe.

 


DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

Vote nominatif - Naamstemming: 1

 

Oui

132

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bilmez Kemal, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Crucke Jean-Luc, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, De Knop Irina, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Eggermont Natalie, El Yakhloufi Achraf, Foret Gilles, Francken Theo, Frank Luc, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Hansez Isabelle, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Lutgen Benoît, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Meuleman Brent, Meunier Marie, Michel Mathieu, Moons Kurt, Moscufo Nadia, Mutyebele Ngoi Lydia, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Ronse Axel, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Éric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vandenbroucke Joris, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Van der Donckt Wim, Vander Elst Kjell, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yigit Ayse, Yzermans Alain

 

 

Non

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen