Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 7 november 2024

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 7 novembre 2024

 

Après-midi

 

______

 

De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover, voorzitter.

La séance est ouverte à 14 h 18 et présidée par M. Peter De Roover, président.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kunt die terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Pierre-Yves Dermagne, Vincent Van Peteghem.

 

Goedemiddag, collega’s. Bonjour, chers collègues. Je pense que c'est la première fois que nous avons quelque chose à faire en plus des questions d'actualité. Notre programme est un peu plus lourd.

 

Ik hoop dat dit het begin mag zijn van zeer veel parlementaire activiteit.

 

01 Rouwhulde – de heer Hugo Weckx

01 Eloge funèbre – M. Hugo Weckx

 

De voorzitter (voor de staande vergadering): Goede collega’s, op 23 oktober hebben we afscheid moeten nemen van Hugo Weckx, voormalig minister en erelid van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Hij werd 89 jaar en overleed in zijn Brussel.

 

Geboren in Vilvoorde in 1935 als zoon van Jan Weckx, redactiesecretaris bij De Standaard, groeide Hugo Weckx op met een sterke Vlaamse identiteit en overtuiging. Na zijn middelbare scholing aan het Heilig-Hartcollege in Ganshoren studeerde hij rechten en notariaat aan de universiteit van Leuven. Daar maakte hij zijn entree in het Vlaamse studentenleven. In 1958 begon hij zijn loopbaan aan de Brusselse balie. Vanaf dan werd de hoofdstad voorgoed zijn sociale en politieke biotoop.

 

Al snel zette hij de stap naar onze soms duistere schimmenwereld van de politiek. In 1964 werd hij voor het eerst verkozen als gemeenteraadslid voor de CVP in zijn gemeente Sint-Agatha-Berchem. Later zette hij zijn loopbaan voort als Kamerlid, senator en uiteindelijk als Vlaams minister. Hij bestierde onder meer de departementen Onderwijs, Cultuur en natuurlijk Brusselse Aangelegenheden in de regeringen-Geens III, -Geens IV en -Van den Brande I, II en III. Dat is dus best een indrukwekkende loopbaan.

 

In het kader van een recuperatiestrategie was hij een van de bedenkers van het plan om Vlaamse scholen in Brussel open te stellen voor anderstaligen. Daarnaast ondersteunde hij verschillende initiatieven die de Vlamingen een venster op de wereld boden, zoals de AB, de Beursschouwburg en het Kaaitheater.

 

Aucun homme politique n'aura occupé aussi longtemps la fonction de "ministre bruxellois" dans le gouvernement flamand que Hugo Weckx. Il fut parmi les premiers partisans de la création d'une Région de Bruxelles-Capitale autonome, avec un Conseil régional directement élu. Or il était tout sauf un jusqu'au-boutiste communautaire, estimant qu’il était plus judicieux de renforcer la présence flamande dans la capitale par le biais de l’enseignement et de la culture. En revanche, la question des communes de la périphérie était non négociable pour lui: ces communes appartenaient à la Flandre.

 

Naast politicus was Hugo Weckx een fervent cultuurdrager: hij richtte het Brussels Kamertoneel op, werd voorzitter van de Brusselse afdeling van het Davidsfonds en zette zich in voor talrijke Nederlandstalige verenigingen.

 

In 1995 trok hij zich terug uit de actieve politiek. Tijdens zijn pensioen bleef hij wel ten dienste staan van de samenleving en zijn partij. Bij de Vlaamse verkiezingen van 2019 duwde hij op 84-jarige leeftijd nog de Brusselse cd&v-lijst. In 2021 ten slotte werd hij verkozen tot Brusseleir vè et leive, een passend eerbetoon dat hem als 'keuzebrusselaar' of 'beroepsbrusselaar' bijzonder diep raakte.

 

Dames en heren, beste collega’s, Hugo Weckx was een zachtaardig en toegewijd man. Hij was ook een man die over de partijgrenzen heen in de relatief kleine Vlaamse politieke biotoop in onze hoofdstad goede banden en zelfs vriendschappen wist op te bouwen. Hij was een echte bruggenbouwer die met geduld en respect de dialoog aanging, ongeacht de tegenstellingen. Hij is in die zin misschien een voorbeeld voor ons allen. Hij was trots op wat hij voor de hoofdstad heeft betekend, en terecht. Zijn lange staat van verdienste getuigt daarvan.

 

We gedenken Hugo vandaag als een christendemocraat in hart en nieren, die zijn leven wijdde aan de emancipatie van de Vlaamse gemeenschap in het algemeen, vanuit een sterke culturele ingesteldheid, en in Brussel in het bijzonder.

 

Namens de Kamer heb ik daarnet zijn echtgenote Frida, zijn dochters en zijn familie onze oprechte deelneming betuigd. Ze zijn ook hier aanwezig. Ik groet hen en dank hen voor het groot engagement dat hun echtgenoot en vader aan de dag heeft gelegd.

 

01.01 Minister Vincent Van Peteghem: Geachte familie, dames en heren, waarde collega’s, ik sluit in naam van de regering graag aan bij de woorden van lof en deelneming van de Kamervoorzitter.

 

Met droefenis hebben we op 23 oktober 2024 kennisgenomen van het overlijden op 89-jarige leeftijd van de heer Hugo Weckx. Als overtuigd christendemocraat, lid van de voormalige CVP, was de heer Weckx jarenlang een gewaardeerd lid van deze Kamer van volksvertegenwoordigers van 1977 tot 1981 en van 1987 tot 1995, met daartussen twee periodes in de Senaat. Maar of hij nu hier in de groene zetels van de Kamer het woord nam of in de Senaat, als fiere Brusselaar stond zijn stad altijd op de eerste plaats, en dat zowel in werk als in leven.

 

Kijken we vandaag terug op zijn succesvolle carrière, dan kunnen we enkel met veel respect vaststellen dat Hugo Weckx geboren was voor de politiek. Ondanks een niet te versmaden talent voor het kundig combineren van retoriek en recht en het vooruitzicht van een bloeiende juridische carrière aan de Brusselse balie, lonkte in 1964 toch het eerste politieke mandaat en onmiddellijk een van de mooiste: een plek in de cockpit van zijn gemeente Sint-Agatha-Berchem. Niet om daar in de schaduw te blijven, integendeel, wel om in de jaren volgend op zijn eerste verkiezing een stempel te drukken als raadslid, als schepen, onder andere van de door hem zo geliefde Vlaamse cultuur. Een engagement dat hij zijn hele carrière doortrok als voorzitter van de Nederlandse commissie voor de cultuur van de Brusselse agglomeratie tot uiteindelijk Vlaams minister van Onderwijs, Cultuur, Volksgezondheid en uiteraard Brussel, de bevoegdheid die hij het langst uitoefende en die hem het meest na aan het hart lag.

 

De Kamervoorzitter heeft de rijke carrière en dito verwezenlijkingen van de heer Weckx reeds ruim en volledig besproken en geëerd. Ik sta zelf graag nog even stil bij de verbetenheid waarmee Hugo Weckx in de politiek en de samenleving stond. Op zijn rouwbrief staat veelbetekenend een aforisme dat wordt toegeschreven aan Willem van Oranje: ‘Je hoeft niet te hopen om iets te ondernemen, noch te slagen om te volharden.’ Het is dankzij die verbetenheid dat Vlamingen vandaag thuis zijn in Brussel, dat de Vlaamse cultuur hier bloeit. Dat deed hij niet door de ene taalgroep op te zetten tegen de andere, dat deed hij niet door te blijven hameren op zijn eigen grote gelijk, dat deed hij wel door keihard te werken, in gesprek te gaan met zijn kiezers en samen te werken aan concrete oplossingen. Een manier van werken zoals we dat van een oerdegelijk politicus mogen verwachten. Een manier van werken die we altijd van hem gewoon waren.

 

Door zijn joviale en hartelijke persoonlijkheid veroverde hij vele duizenden harten in onze hoofdstad. De Brusselaar was hem dankbaar voor zijn vele werk en Hugo Weckx was daar meer dan terecht trots op.

 

Geachte familie, waarde collega's, zijn stad kon altijd op hem rekenen, en zijn partij evenzeer. We zijn Hugo Weckx dan ook bijzonder dankbaar voor zijn jarenlange inzet voor het land en zijn inwoners, voor zijn overgave en verbetenheid, en voor zijn drang zaken beter te maken, te blijven volharden en te ondernemen. We verliezen een daadkrachtig politicus, een monument van mijn partij, maar de familie verliest bovenal een liefhebbende steunpilaar.

 

In naam van de regering betuig ik nogmaals onze innige deelneming aan de familie en aan de naasten van de overledene.

 

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer de minister.

 

Ik stel voor dat wij enkele ogenblikken van respectvolle stilte in acht nemen.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

Mondelinge vragen

Questions orales

 

02 Vraag van Dieter Keuten aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De koopkracht en de inflatie" (56000158P)

02 Question de Dieter Keuten à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le pouvoir d'achat et l'inflation" (56000158P)

 

02.01  Dieter Keuten (VB): Mijnheer de vicepremier, we leven in een land met een traditie van begrotingstekorten. Het aantal positieve of zelfs neutrale budgetten gedurende mijn leven valt op een hand te tellen. Legt u dat maar eens uit aan de man of de vrouw in de straat.

 

Collega’s, we leven ook in een land met een traditie van prijsstijgingen. Ons leven wordt elk jaar duurder en de koopkracht van onze mensen gaat, ondanks een onvolmaakt indexeringssysteem, jaar na jaar achteruit. Onder de regering-De Croo maakten we zelfs de ergste inflatie uit mijn leven mee, met inflatiecijfers tot boven de 10 %, wat ronduit verschrikkelijk is.

 

Na een korte periode waarbij de stijging van de levensduurte vertraagde, zien we nu al vier maanden op rij dat de prijzen in de supermarkten stijgen. De inflatie is weer daar. Bovendien wijzen alle economische, monetaire en fiscale indicatoren op verdere prijsstijgingen in de toekomst.

 

Beste vicepremier, we leven in een land met loodzware belastingen. Een werknemer die keihard zijn best doet en opslag krijgt, houdt slechts een peulschil extra over. Neem nu het zorgpersoneel, dat vandaag in de straten betoogt tegen onder andere de hallucinant hoge belasting op de gepresteerde overuren.

 

U bent meer dan vier jaar verantwoordelijk geweest voor het beschermen van de koopkracht van onze bevolking. Goede huisvaders- en moeders hebben hun spaarcentjes zien smelten door de superhoge inflatie. Welke structurele hervormingen hebt u doorgevoerd opdat onze mensen meer overhouden op het einde van de maand?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

02.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Keuten, de inflatie gaat in oktober van 3,06 % naar 3,2 %. De hoge inflatie van de laatste vier maanden is het gevolg van het uitdovend effect van de impact van het basispakket voor elektriciteit en aardgas, een van de vele steunmaatregelen van onze regering.

 

Volgens de laatste voorspellingen van het Federaal Planbureau, daterend van november, wordt verwacht dat de inflatie zal evolueren tot 3,1 % in 2024 en 1,8 % in 2025, terwijl die in 2023 4,1 % bedroeg en 9,6 % in 2022. De inflatie keert geleidelijk terug tot onder de 2 %.

 

Zoals u weet, is België een van de weinige Europese landen met een systeem van automatische indexering van de lonen en sociale uitkeringen. Ook al beschermt deze indexering de burgers niet volledig tegen de stijging van de kosten, toch heeft ze onze burgers wel geholpen om met de prijsstijgingen om te gaan. Met de verschillende financiële steunmaatregelen van de overheden hebben we de koopkracht van de burgers kunnen beschermen zonder onze economie te schaden.

 

De overheden hebben de koopkracht en de goede staat van onze economie ondersteund tijdens meerdere grote crisissen in de voorbije jaren. De huidige regering is al enkele maanden in lopende zaken en het is aan de volgende regering en aan dit Parlement om de nodige maatregelen te nemen om de koopkracht van de burgers te verbeteren en optimaal te beschermen.

 

02.03  Dieter Keuten (VB): Dank u voor het antwoord, mijnheer de minister.

 

Ik heb u horen spreken over het uitdovende pakket aan steunmaatregelen dat vorig jaar nog in voege was. Het was inderdaad een tijdelijk pakket aan steunmaatregelen en geen structurele hervorming. Dat is net wat we van u gemist hebben: structurele hervormingen.

 

U spreekt over de goede staat van onze economie. Mijn collega, de heer Moons, gaat daar meteen een vraag over stellen, want daar hebben wij grote twijfels bij. Hoop doet leven. Ik hoop met u mee dat de inflatie volgend jaar onder de 2 % duikt, maar ik heb er grote twijfels bij.

 

Collega's, gisteren werd in het grootste democratische land van onze wereld een nieuwe president verkozen. Die president werd verkozen omdat hij de Amerikanen vrede, strengere immigratie en koopkracht belooft. In de Verenigde Staten zullen inwoners wel het beleid krijgen waarvoor ze massaal gestemd hebben. Wanneer krijgen wij in België eindelijk het beleid waarvoor de Vlaming massaal stemt? Een gezond budgettair beleid (…)

 

De voorzitter: Ik dank de heer Keuten voor zijn eerste tussenkomst in de Kamer. (Applaus)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Kurt Moons aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De malaise in de industriesector" (56000170P)

03 Question de Kurt Moons à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le malaise dans le secteur de l'industrie" (56000170P)

 

03.01  Kurt Moons (VB): Mijnheer de minister, vandaag vernemen wij alweer onheilspellende berichten: in het bedrijf Umicore staan 260 jobs op de helling, waarvan 100 jobs in België. De ontslagronde is samen met het stilleggen van de bouw van een batterijfabriek in Canada het gevolg van – ik citeer het bedrijf – "de impact in een uitdagende omgeving van de complexe overgang van de auto-industrie naar elektrische mobiliteit". De ontslagen in België zouden vooral de onderzoeks- en ontwikkelingsdivisie van het bedrijf in Olen treffen, net de activiteit waarop Vlaanderen en bij uitbreiding heel België zou moeten inzetten in de globale wedloop naar technologische vernieuwing en productiviteitsefficiëntie.

 

De malaise in de Belgische industrie blijkt ook uit de ontslagrondes in andere sectoren, zoals bij Ontex, Beaulieu, Janssen Pharmaceutica, Van Hool en Audi Vorst. Het aantal faillissementen en collectieve ontslagen bereikt recordhoogtes. Sinds januari 2024 zijn op die manier reeds meer dan 35.000 banen verloren gegaan. In de industrie, de bouw, de handel, de horeca, de landbouw, de visserij is het aantal banen enorm teruggevallen. Enkel bij de overheid zijn er nog jobs bij gekomen. De werkgelegenheid is volgens de Nationale Bank van België in het tweede kwartaal van 2024 voor het eerst sinds de start van de coronapandemie in 2020 afgenomen. Samen met hun veiligheid is hun portemonnee datgene waarvan de mensen echt wakker liggen. Dat blijkt ook uit de recente verkiezings­overwinning van Trump in de Verenigde Staten.

 

Mijnheer de minister, na het afspringen van de arizonacoalitie blijft u wellicht willens nillens nog even minister. Welke maatregelen zult u nemen om de werkgelegenheid minstens op niveau te houden?

 

Hoe zult u met uw collega’s de industrie opnieuw hoop geven?

 

03.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Moons, de industrie staat inderdaad in ons land onder druk, net zoals in de rest van Europa. Europa herindustrialiseren is dus cruciaal voor onze welvaart.

 

Ik ben altijd voorstander geweest van een ambitieuzer Europees industriebeleid, zoals blijkt uit mijn realisaties tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Het industriebeleid moet bijdragen aan onze economische ontwikkeling en de lonen verbeteren. De bewering van sommigen dat de lonen verlaagd moeten worden, is dan ook onzinnig en contraproductief. De productiviteit staat centraal in het debat over de industriesector, meer dan het loonniveau.

 

Om de industrie te kunnen ondersteunen, moeten wij ons beter wapenen tegen sociale dumping en milieudumping en moeten wij ons meer richten op innovatie en opleiding.

 

Wat innovatie betreft, heeft de Europese Unie belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) opgezet om de innovatie in strategische industriële gebieden aan te moedigen, bijvoorbeeld in de batterijsector. België neemt daar actief aan deel.

 

Wat sociale dumping en milieudumping betreft, hebben wij tijdens het Belgisch voorzitterschap de zeer belangrijke richtlijn inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen erdoor kunnen drukken. Dat zal helpen om dumping te verminderen door bedrijven verantwoordelijk te maken voor hun toeleveranciersketen.

 

Tot slot, wat opleiding betreft, hebben wij in België het recht op opleiding voor alle werknemers ingevoerd, ook al wordt dat nu ernstig bedreigd door de toekomstige arizonameerderheid, met de steun van verschillende partijen.

 

03.03  Kurt Moons (VB): Mijnheer de minister, een regering in lopende zaken of een gebrek aan EU-maatregelen is geen excuus om nu geen maatregelen te nemen om de economie aan te zwengelen. De enige manier om de industrie te doen groeien en dus de werkgelegenheid te ondersteunen is volgens ons het inzetten op het vertrouwen en het faciliteren van het ondernemerschap, met minder regels, meer productiviteitsondersteunende maatregelen en minder fiscale druk op bedrijven en burgers. Aangezien dat niet blijkt te lukken binnen het keurslijf van het onbestuurbare België, moeten de deelstaten zelf het heft in handen kunnen nemen.

 

De voorzitter: Mijnheer Moons, ik feliciteer u met uw maidenspeech. (Applaus)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Sarah Schlitz à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les conditions de travail difficiles du secteur non marchand" (56000150P)

- Steven Coenegrachts à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La manifestation du secteur non marchand" (56000153P)

- Daniel Bacquelaine à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La manifestation du secteur non marchand" (56000161P)

- Marie Meunier à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La manifestation du secteur non marchand" (56000164P)

- Sofie Merckx à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'action du personnel soignant" (56000171P)

04 Samengevoegde vragen van

- Sarah Schlitz aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De moeilijke arbeidsomstandigheden in de non-profitsector" (56000150P)

- Steven Coenegrachts aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De betoging van de non-profitsector" (56000153P)

- Daniel Bacquelaine aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De betoging van de non-profitsector" (56000161P)

- Marie Meunier aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De betoging van de non-profitsector" (56000164P)

- Sofie Merckx aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De actie van het zorgpersoneel" (56000171P)

 

Mijnheer de minister Vandenbroucke, er zijn veel vragen voor u, het is een spectaculaire lijst. Ongetwijfeld zult u iedereen van antwoord dienen.

 

04.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, aujourd'hui, des milliers de travailleurs du secteur non marchand manifestaient pour dénoncer à nouveau des conditions de travail devenues intenables, et une pénurie de personnel qui n'en finit pas de s'aggraver. Des infirmières, des travailleurs sociaux, des profs, des éducateurs, des animateurs et bien d'autres professions essentielles lancent à nouveau un cri d'alarme. Leur message est clair: la précarité, les pénuries et la surcharge de travail empêchent l'exercice de leur profession et décourage les nouvelles recrues, ce qui rend impossible la continuité de ces métiers, pourtant essentiels.

 

Dans le secteur infirmier, je citerai un nouveau chiffre: un quart des professionnels a déjà envisagé d'abandonner ce poste. C'est un signal qui doit nous alarmer.

 

Ces métiers constituent pourtant le fondement d'une société humaine; ce sont eux qui prennent soin de nous quand nous sommes fragiles, et qui nous accompagnent dès la naissance jusqu'au plus grand âge. Lorsque ces métiers s'arrêtent, c'est le moment où on se rend compte de leur présence à nos côtés. Ce sont les écoles qui raquent, ce sont les crèches qui ferment, ce sont les maisons de repos et les hôpitaux qui ne savent plus fonctionner.

 

Et pourtant, certains n'ont rien trouvé de mieux à faire que réaliser des coupes dans ces secteurs, au niveau des entités fédérées. C'est également ce qui est apparemment envisagé au niveau du fédéral. Ces politiques d'austérité menacent grandement ce secteur déjà sous tension.

 

Ce dont nous avons besoin, ce sont des choix politiques qui placent l'humain et l'environnement au cœur des décisions, avec des financements à la clé, qui permettent de répondre aux besoins actuels et futurs de notre société. Par contre, ce dont nous n'avons pas besoin, monsieur le ministre, c'est de flexibilisation et de flexi-jobs alors que certains n'ont que ces mots à la bouche pour répondre aux pénuries. Ces travailleurs méritent de la stabilité, de la reconnaissance et de bonnes conditions (…)

 

04.02  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, onder andere de zorgsector komt vandaag op straat om grote zorgen met ons te delen. Er zijn 124.000 extra mensen nodig tegen 2040 om ons huidige systeem draaiende te houden. Men vraagt zich af of men die mensen zal vinden, wat er zal gebeuren met de werkdruk als men die mensen niet vindt en of wij die mensen überhaupt kunnen betalen.

 

Mijn antwoord daarop is ja. Ik las vandaag in de krant dat wij voor één heel specifiek onderzoek alleen al 4 miljoen euro per jaar te veel betalen, een derde meer dan in de buurlanden. Het is een kost die jaarlijks explodeert. Die cijfers van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) tonen aan dat er nog vet op de soep zit in de gezondheidszorg.

 

Mijnheer de minister, wat zult u ondernemen om die overconsumptie in de gezondheidszorg aan te pakken en dat geld te besteden aan al die handen aan het bed, om ervoor te zorgen dat zij gesteund worden, dat hun werkdruk niet stijgt en dat hun loon gegarandeerd blijft in de toekomst?

 

04.03  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, plus de 10 000 personnes ont manifesté aujourd'hui dans la rue pour le secteur non marchand. J’interviens particulièrement pour le personnel soignant, parce que je sais combien l’efficacité du personnel soignant est importante pour une société plus juste et plus solidaire.

 

Je pense qu’un certain nombre de réformes doivent être menées pour lutter contre la pénurie de ce personnel. Il n’y a pas de médecine sans médecins. Il n’y a pas de santé sans soins, et il n’y a pas de soins sans soignants. C’est donc tout à fait essentiel pour nous.

 

Certains voudraient faire croire que la pénurie de personnel soignant serait le résultat d’une politique qui sera menée dans les années futures. C’est évidemment absurde. C’est le résultat de ce qui a été effectivement fait au cours des dernières années. Il faut en assumer la responsabilité.

 

Monsieur le ministre, comment pouvez-vous rassurer ce personnel aujourd'hui? Quel est l’état des lieux des réformes en cours pour lutter contre cette pénurie? 

 

On sait qu’aujourd'hui, sur 223 000 infirmiers diplômés, seulement 60 % travaillent dans le secteur des soins. Il y a donc manifestement un problème d’attractivité, qui est très fort aujourd'hui et qui mérite une réforme des conditions de travail dans les hôpitaux, dans les maisons de repos. Il faut notamment évaluer les nouveaux barèmes IFIC (Institut de classification de fonctions), qui n’ont pas été un grand succès. Il faut lutter contre la charge administrative, la bureaucratie excessive qui rebute beaucoup de membres du personnel infirmier notamment.

 

Monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous prendre? Quelles mesures sont-elles engagées pour lutter contre cette pénurie délétère pour le bien-être de nos patients dans ce pays? 

 

04.04  Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, ce matin, j'étais dans le train vers la manifestation du secteur non marchand, avec des aides à domicile, des éducateurs, des enseignants, des artistes, mais également des soignants. J'ai discuté avec Valérie, qui est infirmière depuis plus de 30 ans. Elle m'a raconté que, lundi dernier, alors qu'elle faisait le shift du matin avec ses collègues de nuit, l'infirmière qui devait travailler au service de gériatrie était malade. L'hôpital avait donc fait appel à une intérimaire, qui a découvert le service et ses patients, tout en étant épaulée par des aides-soignantes volantes, faisant des allers-retours entre les services.

 

La nuit a été longue, mais chacune a fait de son mieux pour transmettre un rapport correct sur la vingtaine de patients à Valérie et ses collègues prenant le relais. La journée commence, mais il manque à nouveau un collègue et il faut faire avec pour la tournée des patients, la prise de paramètres, la distribution des médicaments, les soins, les repas. Pendant tout son service, Valérie ne soufflera pas une minute, avec ce sentiment de ne jamais faire assez bien les choses et de ne jamais être assez présente au chevet des patients. C'est comme cela depuis des mois et des mois.

 

C'est pour cette raison que Valérie a été manifester, pour elle, pour ses jeunes collègues qui sont nombreux à quitter le métier et pour les patients. Soyons clair, si rien n'est fait, la qualité des soins va continuer à se dégrader et la pénurie va s'intensifier.

 

Monsieur le ministre, le secteur réclame aujourd'hui ce qu'il réclamait déjà avant la pandémie de covid, avant les applaudissements aux fenêtres. Ils sont évidemment conscients des investissements qui ont été décidés ces dernières années avec le Fonds blouses blanches, la revalorisation des salaires, les efforts pour la formation, mais ce n'est toujours pas assez. Et, malgré cela, des économies dans les soins de santé seraient négociées.

 

Monsieur le ministre, qu'est-ce qui attend toutes ces femmes et tous ces hommes qui se donnent corps et âme pour prendre soin des autres?

 

04.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je ne sais pas ce que vous avez fait ce matin. De mon côté, j'étais dans les rues de Bruxelles. Ce n'était sans doute pas le cas de M. Bacquelaine puisque les manifestants des soins de santé et du non-marchand n'étaient pas 10 000 ou 20 000 mais bien plus de 30 000! Cela faisait chaud au cœur de voir une telle représentation.

 

Monsieur le ministre, ces manifestants se demandent quand vous allez les écouter. En écoutant leurs récits, nous nous rendons compte que leurs problèmes sont récurrents: la charge de travail toujours plus grande, l'impression de ne pas pouvoir exercer son métier comme il le faut. Ils ont choisi leur profession pour avoir un travail humain, pour être auprès de leurs patients et leur consacrer du temps mais au final, ils ne font que courir, en ayant l'impression de travailler dans une usine.

 

Les plans qui sont aujourd'hui sur la table les inquiètent très fortement. On se dit qu'une infirmière qui travaille lourdement, avec des horaires irréguliers, devrait être récompensée. Or on parle d'une suppression des primes de nuit, ce qui signifie 300 euros par mois en moins. On se dit aussi que toutes ces femmes qui travaillent dans le non-marchand, notamment dans les crèches, et qui veulent prendre leur pension à un certain âge devraient avoir une pension digne. Or il faut une carrière de 35 années de travail pour partir à la pension, sous peine de perdre des centaines d'euros. C'est tout simplement scandaleux!

 

Monsieur le ministre en affaires courantes, négociateur d'un futur gouvernement, allez-vous écouter le personnel soignant? Les avez-vous reçus et allez-vous répondre à l'urgence de leurs demandes?

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, heel wat vragen zijn gesteld, daarom krijgt u vijf minuten spreektijd om de vraagstellers van antwoord te dienen.

 

04.06 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de betoging die vandaag heeft plaatsgevonden, is een zeer belangrijk signaal.

 

We hebben de voorbije jaren al ingezet op betere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Mensen die vandaag beginnen te werken in de zorgsector, hebben gelukkig duidelijk een beter loon dan mensen die enkele jaren geleden begonnen in de zorg. Wij hebben met het Zorgpersoneelfonds ook volop geïnvesteerd in betere tewerkstellings­mogelijkheden en meer ondersteuning van verpleegkundigen. Het resultaat is dat op federaal niveau in de zorg 5.000 voltijds equivalenten meer aan de slag zijn. Er is ingezet op mooie opleidingsprojecten die ook succes hebben. Over de arbeidsomstandigheden is eveneens met succes onderhandeld. Verbeteringen vonden plaats inzake vakantieregelingen en individuele vorming. De arbeidsovereenkomsten zijn stabieler geworden en omvatten vaker contractuele uren of recht op voltijds werk voor wie dat wenst. De uurroosters zijn meer voorspelbaar en er zijn betere regelingen voor klein verlet.

 

Hoort u mij nu zeggen dat dit voldoende is? Neen, de strijd gaat voort. We hebben gevochten voor verbeteringen en die hebben we in de voorbije jaren ook gerealiseerd, maar als het van mij afhangt zal de volgende regering hoe dan ook, zelfs als de marges zeer beperkt zijn, zelfs als wij door een periode moeten gaan waarin de begroting op orde gezet moet worden, moeten zoeken naar middelen om te investeren in ons zorgpersoneel.

 

Dat betekent inderdaad dat we niet alleen moeten investeren in gezondheidszorg, maar ook dat we moeten durven hervormen. Collega van Open Vld, u hebt gelijk als u zegt dat de individuele prestatiegeneeskunde tot excessen leidt. Het financieringssysteem moet dus veranderen.

 

Mevrouw Merckx, u vroeg mij waar ik deze morgen was. Ik zat niet hoog in mijn bureau, maar wel eerst in Leuven en daarna in Éghezée, voor een uitvoerige gespreksronde met alle ziekenhuis­directies van dit land. Ik heb daar ook gezegd dat ik meer wil investeren in de ziekenhuizen, maar in het financieringsmodel van de ziekenhuizen moeten we weg van het prestatiemodel en moeten we streven naar meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid. Ik heb ook opgeroepen om samen na te denken over een herorganisatie van de ziekenhuizen, met als belangrijkste criterium dat wij het zorgpersoneel beter zouden kunnen inzetten, aangezien we inderdaad grote tekorten hebben. Daarmee heb ik meteen even gemeld waar ik deze ochtend mee bezig was.

 

Kortom, dit betekent inderdaad investeringen en hervormingen, ook in het beroep.

 

C'est ce que nous avons fait. Vous savez que nous avons notamment mené une vaste réforme de la profession d'infirmière afin de la rendre plus attrayante. Nous avons créé de larges possibilités d'entrée dans la profession à différents niveaux; nous avons créé des possibilités de progression au cours de la carrière, des possibilités de coopération plus intéressantes en valorisant tous les talents et toutes les compétences. Je crois que c'est dans cette direction qu'il faut poursuivre.

 

Je crois qu'il faut également réfléchir aux besoins réels. À cette fin, la Commission de planification travaille activement à des scénarios alternatifs qui tiennent mieux compte des besoins et des aspirations des infirmiers et infirmières ainsi que de tout le personnel soignant pour mieux saisir ce qui sera vraiment nécessaire à l'avenir.

 

Ik meen dus dat wij inderdaad verder moeten investeren in het zorgpersoneel, maar dat wij tegelijkertijd moeten hervormen. Het gaat om betere lonen, om betere arbeidsvoorwaarden, om meer mensen aan de slag in de ziekenhuizen. Maar het gaat er ook om dat het talent van eenieder die kiest voor de zorg maximaal wordt gevaloriseerd, dat verpleegkundigen worden ingezet waarvoor ze opgeleid zijn, dat zij ontlast worden van taken die ook anderen kunnen doen, dat verpleegkundigen mogelijkheden krijgen die vandaag enkel zijn voorbehouden voor artsen, mogelijkheden waarvoor zij nochtans ook zinvol kunnen optreden. Die soort hervorming is nodig. Die weg zijn wij ingeslagen, en die weg moeten wij verder inslaan.

 

Geachte leden, ik meen dat deze betoging een belangrijk signaal was voor eenieder die verantwoordelijkheid opneemt in dit land. Ook in tijden waarin de marges uiterst beperkt zullen zijn, waarin het budgettair moeilijk zal zijn, moeten wij middelen vinden om het zorgpersoneel te steunen. Wij moeten investeren, maar wij moeten ook hervormen. Dat is de boodschap.

 

04.07  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Bien sûr, des choses positives ont été faites ces dernières années. Soyons de bon compte, ce matin, les manifestants tiraient la sonnette d'alarme par rapport à certaines mesures qui viennent d'être annoncées au niveau des entités fédérées mais aussi par rapport à certaines fuites des négociations au niveau fédéral qui sont extrêmement alarmantes.

 

Admettons également que certaines réformes n'ont pas porté les fruits escomptés. Par exemple, la réforme de l'IFIC est une catastrophe. Si vous allez dans les hôpitaux, les infirmières vous diront que cela crée une véritable fuite des cerveaux et des études d'infirmière.

 

Pour conclure, chers collègues, saquer dans le non-marchand est un très mauvais calcul. Cela signifie que vous saquez dans votre propre capacité à avoir des soins pour vous-même, votre famille et votre entourage lorsque vous en aurez besoin et lorsque vous vieillirez. Vous saquez dans la capacité de vos enfants et de votre entourage à avoir une place en crèche, à avoir des garde-malades, à avoir accès à un secteur culturel enrichissant. (…)

 

04.08  Steven Coenegrachts (Open Vld): Mijnheer de minister, u zegt terecht investeren en hervormen, want het geld groeit inderdaad niet aan de bomen. Men kan mensen niet oneindig belasten. We moeten sober omgaan met de middelen die er zijn. U noemt dat doelmatig en verantwoordelijk.

 

Eigenlijk zeggen we hetzelfde. We moeten ervoor zorgen dat het budget onder controle blijft, dat we de excessen eruit halen, dat we de overconsumptie eruit halen. We moeten niet besparen om te besparen, maar wel om ervoor te zorgen dat we die handen aan het bed valoriseren, dat we die mensen erkennen in hun werk. We moeten ervoor zorgen dat we daar de werkdruk onder controle kunnen houden. Dat is de uitdaging die we in de komende jaren samen zullen moeten aangaan.

 

04.09  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, la pénurie du personnel soignant n'est pas seulement un problème budgétaire. La vice-présidente des Mutualités chrétiennes indiquait justement ce matin dans la presse que des budgets étaient sous-utilisés et que des économies étaient faites parce qu'on ne trouvait pas de personnel à engager dans certains hôpitaux et maisons de repos.

 

Le problème porte sur le caractère attrayant de la profession. Donc, la réforme du paysage hospitalier est quelque chose d'essentiel, de même que celle du barème IFIC, comme cela été dit. Je partage cet avis. Il s'agit aussi de gratifier davantage le temps passé avec les patients. C'est extrêmement important, parce que cela permet également des économies. En effet, plus on valorise l'acte intellectuel, moins d'actes techniques sont accomplis dans ce pays. Par conséquent, je prône pour toute une série de réformes et, notamment, une proposition que je défends relativement à la pénibilité du métier d'infirmière, mais qui n'a malheureusement pas été reprise par le gouvernement Vivaldi.

 

04.10  Marie Meunier (PS): Monsieur le ministre, comme vous l'avez dit, la santé ne peut pas être une variable d'ajustement. Désinvestir dans les soins se paie cher et avec intérêts: des travailleurs de moins en moins nombreux, une pression croissante sur ceux qui restent, des professions qui n'attirent plus et des soins dégradés. Il faut pouvoir dire "stop"!

 

Il faut rassurer le secteur, notamment en adoptant le budget 2025, qui est toujours bloqué par les libéraux. Il faut revaloriser le métier des soins, améliorer les conditions de travail des soignants, leur permettre de mieux concilier leur travail et leur vie privée, donner l'envie aux jeunes de s'engager dans la profession, donner du temps et des bras au secteur des soins.

 

Dans la rue, aujourd'hui, aux côtés des soignants défile tout le non-marchand. Je pense aux aides à domicile, aux puéricultrices, aux enseignants, mais aussi aux acteurs de la culture. Ces travailleurs sont le ciment de notre solidarité et le pilier de notre bien-être collectif. Il faut les entendre et pouvoir leur apporter des réponses concrètes. Je vous remercie.

 

04.11  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent vanochtend met directeurs van ziekenhuizen gaan praten. Misschien was u beter naar Brussel gekomen om in de straten te spreken met die 10.000, 20.000, 30.000 mensen die dagelijks aan het bed bij de patiënten en bij de ouderen werken en die de realiteit kennen.

 

U zegt dat u van alles hebt gedaan waardoor alles beter is. Neen, mijnheer de minister, de situatie is vandaag niet beter in de zorgsector. Er werd geïnvesteerd maar er moeten veel meer middelen worden vrijgemaakt.

 

U brengt ook een beetje een dubbel discours. U spreekt over besparen én investeren. Wat gaat u doen? Zult u besparen of zult u investeren in de zorg? De mensen in de zorgsector zien wat aangekondigd wordt. Er is sprake van 300 euro minder per maand voor een verpleegster, omdat ze niet meer goed betaald zal worden voor nachtwerk. Er zou een lager pensioen zijn voor de mensen in de zorgsector die geen volledige carrière hebben opgebouwd (…).

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De strijd tegen hiv" (56000157P)

- Els Van Hoof aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De strijd tegen hiv" (56000163P)

05 Questions jointes de

- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La lutte contre le VIH" (56000157P)

- Els Van Hoof à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La lutte contre le VIH" (56000163P)

 

05.01  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, voor het derde jaar op rij stijgt het aantal nieuwe hiv-besmettingen en in 2023 moesten 665 patiënten horen dat ze met hiv besmet zijn. Dat zijn er 13 per week, 13 % meer dan het jaar ervoor. Dan kunnen we ons vragen stellen bij ons beleid, want een hiv-besmetting is niet niets. Die zet een leven immers on hold en zorgt ervoor dat men heel veel taboes moet doorbreken en levenslang medicatie moet nemen. We hebben een lange weg afgelegd en we hebben goede medicatie die de patiënten in leven houdt, maar we kunnen hiv niet genezen.

 

Wat zegt Sciensano in zijn rapport? Dat we nieuwe hiv-besmettingen moeten proberen te voorkomen. Ik ben ervan overtuigd dat u dat weet. Wat kunnen we daarvoor doen? We kunnen beter sensibiliseren, want de groepen die op dit moment worden getroffen zijn divers. We kunnen sensibiliseren om meer condooms te gebruiken en informeren over hoe een dergelijke seksueel overdraagbare aandoening wordt doorgegeven. Ook sneller testen is heel belangrijk, een vroege diagnose is er op vandaag nog niet. We kunnen ook zorgen voor een betere toegankelijkheid tot medicatie. Er bestaat medicatie die men profylactisch kan nemen en die terugbetaald wordt wanneer een hiv-centrum daarvoor een terugbetalingsattest verstrekt. Volgens Sciensano is die medicatie echter niet toegankelijk genoeg. Die zouden we breder aan onze patiënten moeten kunnen aanleveren. Onze patiënten zouden de weg naar de terugbetaling gemakkelijker moeten vinden.

 

Er is een objectieve en snelle weg voor terugbetaling en dat is via de huisarts. Bent u bereid om ervoor te zorgen dat meer patiënten een eerste voorschrift voor PrEP kunnen krijgen via de huisarts?

 

05.02  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, mijn collega heeft reeds de cijfers geciteerd.

 

Vorig jaar kregen 665 personen het verdict van hiv, wat neerkomt op maar liefst twee personen per dag. Dat is enorm, het is een stijging van 13 % en we zien dat die stijging zich de laatste drie jaar voortzet. Ook al is hiv niet langer een doodvonnis, het stigma blijft en de gevolgen zijn enorm. Het wordt een chronische ziekte en preventie blijft het codewoord. We horen dat er een preventiepil PrEP is, sinds 2017 terugbetaald, die al door bijna 9.000 personen wordt gebruikt. Dat is zeer goed.

 

Enerzijds stellen we vast dat er een condoom­moeheid heerst, anderzijds blijkt dat de PrEP-pil te weinig toegankelijk is, zeker voor kwetsbare personen door praktische drempels. Het is ook een taboe, want men moet zich begeven naar een hiv-referentiecentrum. Zeker voor kwetsbare personen is dat een hoge drempel. Bovendien stellen we vast, dat lazen we ook al de vorige jaren, dat er regelmatig wachtlijsten zijn voor die hiv-referentiecentra.

 

Wat cd&v vraagt is heel gewoon: maak zorg nabij. Zorg dat het stigma wordt doorbroken. Daarom vinden we heel concreet dat de preventiepil PrEP moet kunnen worden voorgeschreven door de huisarts. Dit werd concreet al enkele keren gevraagd door collega Nawal Farih. Ook dit jaar werd een resolutie aangenomen, voorgesteld door cd&v en unaniem goedgekeurd in de Senaat, waarin dit ook heel concreet werd gevraagd en ondersteund door uw partij.

 

Mijn vraag is heel concreet. U kondigde op een bepaald moment aan dat soepele voorwaarden nodig zijn voor het voorschrijfgedrag, maak hier alstublieft werk van en zorg ervoor dat PrEP kan worden voorgeschreven door de huisarts. Hoe kan men er anders voor zorgen dat minder mensen met hiv besmet worden?

 

05.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Depoorter, mevrouw Van Hoof, we hebben een aantal jaren een duidelijke daling gezien van het aantal hiv-infecties. Helaas is wat we de voorbije jaren zien niet goed, het aantal infecties stijgt opnieuw. We moeten dus absoluut opnieuw aanknopen met een actie die het mogelijk maakt dat de infecties dalen. We zien immers dat enerzijds het gebruik van PrEP aanzienlijk toeneemt, terwijl anderzijds andere soa’s, zoals gonorroe, toenemen. Daarover moeten we wel even nadenken.

 

Gezondheids­experts stellen dat PrEP op dit ogenblik een succesverhaal is. Er zijn echter een paar andere problemen die zich steeds duidelijker manifesteren, zoals het dalende condoomgebruik. Daarop moeten wij dus inzetten.

 

Wij hebben samen met de deelstaten een nationaal hiv-plan uitgewerkt, dat tot 2026 loopt. Het gaat uit van de vaststelling dat elke besmetting er één te veel is. We hebben op federaal niveau een miljoen euro extra uitgetrokken voor dat plan, boven op het bedrag van 13 à 14 miljoen euro dat het RIZIV daarvoor al inschrijft. Het plan is twee jaar geleden helemaal op punt gesteld samen met alle betrokkenen, ook de patiënten. We hebben dat gedaan samen met de collega’s van de deelstaten, zoals mevrouw Crevits in Vlaanderen. Met een hele batterij acties zetten wij in op preventie, op testen, op goede zorg en op levenskwaliteit. Dat gaat van het blijvend sensibiliseren inzake seksuele gezondheid tot zelfs het systematisch contacteren en opnieuw oproepen van patiënten die niet voor hun follow-up opdagen.

 

PrEP is heel belangrijk als preventieve hiv-behandeling. PrEP wordt ook terugbetaald. De versoepelingen die zijn gevraagd, zijn ondertussen gerealiseerd, ze zijn er. Voor een intake gaat een patiënt naar een hiv-referentiecentrum. Dat is logisch, daar zit de expertise. Daarna kan die patiënt bij de huisarts terecht voor de hele opvolging. We hebben die versoepeling mogelijk gemaakt. Dat was daarvoor niet mogelijk, men moest altijd terug naar de specialist in het referentiecentrum. Die versoepeling is een groot succes, want het gebruik van PrEP neemt aanzienlijk toe.

 

Het volgende probleem, waarop mevrouw Van Hoof heeft gewezen, is het feit dat er bijzonder kwetsbare mensen zijn die zelfs niet verzekerd zijn. Ook daar kan ik u zeggen dat we eindelijk een oplossing hebben, want zeer recent heeft het Verzekeringscomité beslist om de medische en sociale centra voor sekswerkers een extra opdracht te geven, namelijk: PrEP ook toedienen aan mensen die niet verzekerd zijn. Dat is buitengewoon belangrijk. Daarmee is een laatste duidelijk drempel van financiële toegankelijkheid weggewerkt. Ik geloof dat de duidelijk stijgende cijfers van het gebruik van PrEP verder in die richting zullen evolueren.

 

Laten we het debat dus niet te veel toespitsten op PrEP. Dat is op zichzelf een succesverhaal, maar het volstaat absoluut niet. We moeten inzetten op seksuele en relationele vorming en op het gebruik van voorbehoedsmiddelen, want hiv is een ziekte die men kan vermijden, zoals u zegt, maar als men ze heeft, is het een levenslang probleem. Scholen, organisaties op het terrein, maar ook socialemedia­kanalen, moeten dus volop op sensibilisering blijven inzetten.

 

We hebben ter zake een goede samenwerking met de collega's in de deelstaten, die op het vlak van de sensibilisering hun rol spelen. Ik zal dat verder opvolgen en bespreken met de collega's in de deelstaten. In die zin zijn de cijfers die vandaag gepubliceerd zijn een belangrijk signaal en een wake-upcall.

 

05.04  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, we hebben een plan nodig, maar u gaat in uw antwoord uw verantwoordelijkheid uit de weg. Als minister van Volksgezondheid bent u bevoegd voor de terugbetaling van het medicijn PrEP, dat een hiv-besmetting kan voorkomen. Zoals u hebt gezegd, moet een patiënt zich nu naar een hiv-centrum begeven. Dat is echter een drempel. Dat eerste contact, dat doorbreken van het taboe, nemelijk zeggen dat men tot een risicogroep behoort, willen die patiënten met hun huisarts bespreken.

 

Als u kijkt naar het aantal hiv-diagnoses, ziet u dat de helft door de huisarts wordt gesteld. Geloof dus in de huisarts, geef hem vertrouwen en geef uw patiënten de zorg die ze nodig hebben, dicht bij huis.

 

05.05  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de minister, collega's, het hiv-actieplan is inderdaad heel belangrijk: we moeten opsporen, testen en behandelen. Preventie is echter het codewoord. PrEP speelt daarin een heel belangrijke rol.

 

Er zijn inderdaad zaken versoepeld, maar de drempel blijft bestaan. Ik zie een jongere nog niet gemakkelijk naar een hiv-referentiecentrum gaan. De huisarts moet dus PrEP kunnen voorschrijven. Ik begrijp niet waarom dat niet mogelijk kan worden gemaakt. Het is het eerste middel dat men moet gebruiken ter preventie. De huisarts is daartoe de beste manier, zeker nu men vaststelt dat hiv-besmettingen zich niet beperken tot de homo­gemeenschap. Het is veel diverser geworden, er zijn nieuwe besmettingen in alle leeftijds­categorieën en ook de hetero­gemeenschap wordt ermee geconfronteerd. We moeten vanaf nu een dam oprichten.

 

Op 1 december is het Wereldaidsdag. We moeten dat lintje met trots kunnen dragen. Zorg er dus voor dat ook de huisarts PrEP kan voorschrijven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Nawal Farih aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vergoeding voor verpleegkundige stages" (56000162P)

06 Question de Nawal Farih à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La rémunération des stages en soins infirmiers" (56000162P)

 

06.01  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de minister, verpleegkundigen hebben een heel dienstbaar beroep. Zij zetten zich in voor de samenleving door hun zorgende bijdrage. We staan echter voor enorm grote uitdagingen. Tegen 2040 hebben we maar liefst 124.000 extra zorgkundigen nodig. Dat is een gigantisch aantal, maar zoveel zijn er effectief nodig om dezelfde zorg als vandaag te kunnen aanbieden.

 

In dat verband wordt er wel vaker gesproken over maatregelen ter bevordering van de aantrekkelijkheid van het beroep. In de eerste plaats moeten we echter studenten mobiliseren om in het beroep van verpleegkundige in te stappen. Vandaag draaien studenten in hun vierde jaar verpleegkunde, die maar liefst 800 uren stage lopen, op voor de gemaakte onkosten. Dat kan voor cd&v niet. Het kan voor ons niet dat stagiairs die 800 uren meedraaien in een zorginstelling zelf voor hun werktenue moeten zorgen. Het kan voor ons niet dat stagiairs die meedraaien in een zorginstelling maar liefst 20 tot 30 euro verplaatsingskosten hebben om daar te geraken.

 

Voor cd&v is het heel belangrijk dat er een sterk statuut komt voor verpleegkundigen in opleiding. Dat wil zeggen dat wij moeten zorgen voor een onkostenvergoeding wanneer zij stage lopen. Daarnaast vinden wij als partij dat de 800 uren stage, waarmee studenten niet alleen bijleren maar ook bijdragen, moeten worden meegeteld bij de opbouw van hun anciënniteit zodra ze in de zorgsector instappen.

 

Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar de kwestie? Hoe zult u ervoor zorgen dat niet enkel het beroep aantrekkelijk is, maar ook de opleiding en de stage?

 

06.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Farih, we hebben samen met de mensen op het terrein een toekomstagenda over het werken in de zorg opgesteld. Dat is een grote oefening waarmee we een volgende ronde van sociaal overleg voor het zorgpersoneel willen voorbereiden, want daar moet opnieuw in geïnvesteerd worden.

 

Uit die toekomstagenda blijkt overduidelijk het belang van goede stages, met een goede begeleiding tijdens de stage en goede werkomstandigheden. Dat is onontbeerlijk. Dat is een uitermate belangrijke verantwoordelijkheid van de onderwijssector en van de verantwoordelijken van de werkplekken. De Vlaamse overheid voorziet naar aanleiding van de verlenging van de opleiding van drie naar vier jaar al enkele jaren inderdaad in een onkostenvergoeding voor de stagiairs in het vierde jaar verpleegkunde. Het debat over de verbetering daarvan moet worden gevoerd in het Vlaams Parlement, dat bevoegd is voor de opleiding.

 

De Vlaamse regering heeft wel gevraagd of we zouden kunnen onderzoeken of een statuut van verpleegkundige in opleiding, ter verankering van wat zij met die vergoeding doet, iets zou bijdragen aan onze wetgeving. We hebben dat onderzocht en het heeft geen meerwaarde om in onze wetgeving op zorgberoepen nog eens een statuut bij te schrijven. Het debat over de onkosten­vergoeding moet mijns inziens dus in het Vlaams Parlement worden gevoerd.

 

Ik wil beklemtonen dat de kwestie belangrijk is en dat we zeer veel hebben geïnvesteerd in de zorg en in de verpleegkunde. Ik noem de verbetering van de carrièremogelijkheden die we voor de bachelors tot stand brengen, wat ook de echte valorisatie is die nodig was voor de studenten waarvan de studie van drie naar vier jaar werd verlengd. Daar lag en ligt nog altijd een zeer groot deel van onze verantwoordelijkheid hier, maar ik denk dat u die mening deelt.

 

06.03  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

U hebt verschillende facetten van de uitdagingen die voor ons liggen geschetst. Ik vind het wat jammer dat u verwijst naar de Vlaamse regering, het is u immers niet onbekend dat heel wat interfederale discussies nog niet uitgeklaard zijn.

 

Wij denken met cd&v wel dat een statuut de verpleegkundigen in opleiding kan versterken. Toen er een groot gat dreigde omdat er geen zekerheid kon worden geboden aan verpleegkundigen in opleiding en we dus voor een enorme uitdaging stonden, koos cd&v in Vlaanderen ervoor om 1.000 euro voor elke student uit te trekken. Maar liefst 3.800 studenten hebben daarvan kunnen profiteren. Het is schitterend dat u dat toejuicht, maar in uw antwoord had ik dan wel willen horen dat u uw Vlaamse collega-minister, mevrouw Gennez, over de kwestie zou aanspreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De verlenging van het mandaat van de CEO van Proximus ondanks de slechte beursresultaten" (56000156P)

07 Question de Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La prolongation du mandat du CEO de Proximus malgré les mauvais résultats boursiers" (56000156P)

 

07.01  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u bent minister van Overheidsbedrijven, beursgenoteerde overheidsbedrijven. Wij hebben niet zoveel dergelijke overheidsbedrijven, het zijn er twee, namelijk Proximus en bpost.

 

Wij weten allemaal hoe fantastisch bpost het gedaan heeft, hoe de beurskoers opgeveerd is en hoe de contracten werden onderhandeld. Laten wij dan kijken naar Proximus. Telecom is een mooie branche, een mooie sector, maar wel een heel andere sector. Vijf jaar geleden, bij het begin van de vorige legislatuur, bedroeg de beurswaarde van Proximus 9,3 miljard euro. Vandaag bedraagt die 2,2 miljard euro. 7 miljard euro ging in rook op. De beurskoers is gedaald met meer dan 75 %. Laten wij eens kijken naar onze buurlanden. KPN in Nederland heeft +30 % verwezenlijkt in vijf jaar. Deutsche Telekom in Duitsland heeft +80 % gerealiseerd. Dat verschil is enorm.

 

U zult nu zeggen dat u geen CEO bent maar minister. Dan nog, u controleert de raad van bestuur. U kunt de CEO toch wel een aantal belangrijke vragen stellen. U hebt de voorbije zomer, in juni of juli, het mandaat van de heer Guillaume Boutin, de CEO van Proximus, dat nog een jaar liep, stiekem, in lopende zaken laten verlengen met zes jaar. In plaats van die man onder druk te zetten en te zeggen dat hij iets moet doen aan de beurskoers van het bedrijf, geeft u hem nog eens zes jaar carte blanche. Leg dat eens uit. Het bedrijf Proximus is van ons allemaal, het gaat om ons geld, en dat gaat nu de dieperik in. U staat erbij, u kijkt ernaar en geeft nog een duwtje. Leg dat eens uit.

 

07.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, u stelt een zeer actuele vraag, want op 25 juli werd inderdaad het mandaat van de heer Guillaume Boutin als CEO van Proximus door de voltallige raad van bestuur verlengd op aanbeveling van het benoemingscomité. U kent de procedure, u weet hoe dat gaat en wie welk mandaat heeft. De motivatie om dat te doen, is in de eerste plaats de erkenning van de visie en de excellente uitvoering van de strategische transformatie van het bedrijf, wat heeft geleid tot groei, zowel in België als internationaal.

 

U kijkt alleen naar de beurskoers, maar u moet ook naar andere cijfers kijken. Ik zal ze u geven. De raad van bestuur verwijst naar de heel belangrijke opdracht voor de heer Boutin inzake de fameuze uitrol van het mobiele 5G-netwerk en het vaste fibernetwerk waarin heel wat investeringen en versnellingen moesten optreden. De verlenging van het mandaat van de heer Boutin moet ook toelaten om de continuïteit te garanderen met een focus op de uitvoering van de strategie.

 

Het klopt – ik stel dat natuurlijk ook vast – dat de beurskoers van Proximus al enkele jaren nogal onder druk staat. Dat heeft voor een stuk te maken met de belangrijke investering van 6 miljard euro over meerdere jaren in het glasvezelnetwerk. Op korte termijn heeft dat natuurlijk een impact op de vrije kasstroom en op de uit te keren winsten, maar het is tegelijkertijd ook een langetermijninvestering over meerdere decennia die zowel het bedrijf als de klanten op lange termijn ten goede zal komen.

 

Daarnaast is er nog een andere externe factor die u ook zeer goed kent, namelijk de komst van de vierde operator op de Belgische markt. Toch legt Proximus echt wel sterke operationele en financiële resultaten voor. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de aankondiging van de resultaten van het derde kwartaal met een groei van 3 %.

 

07.03  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, u overtuigt mij niet. Nederland en Duitsland hebben ook een uitrol van 5G en glasvezel en daar doen ze het veel beter.

 

U communiceert graag en vaak via sociale media, onder andere op Twitter, vandaag X. U communiceert over alle problemen van de wereld: dat Trump een slechterik is, dat u het probleem in het Midden-Oosten zult oplossen. Vandaag, godbetert, hebt u het over een resolutie in het Duitse Parlement waarbij u aangeeft hoe het moet stemmen. Over Proximus vind ik op uw sociale media echter helemaal niets terug.

 

Vandaar mijn simpele vraag. U bent minister, u wordt daarvoor betaald. Doe uw job. Focus niet op alle andere problemen in de wereld, focus hier op de welvaart van de Vlaming, van alle Belgen. Zorg ervoor dat de aandelen van Proximus en van bpost kunnen stijgen. Dat is uw job. U wordt ervoor betaald. Do your work!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Oskar Seuntjens aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De watersnood in Valencia" (56000151P)

- Julien Ribaudo aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De overstromingen in Spanje" (56000160P)

- Meyrem Almaci aan Zakia Khattabi (Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal) over "De COP29, de overstromingen in Spanje en de noodzaak van internationale klimaatambities" (56000169P)

08 Questions jointes de

- Oskar Seuntjens à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les inondations à Valence" (56000151P)

- Julien Ribaudo à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "Les inondations en Espagne" (56000160P)

- Meyrem Almaci à Zakia Khattabi (Climat, Environnement, Développement durable et Green Deal) sur "La COP29, les inondations en Espagne et la nécessité d'ambitions climatiques internationales" (56000169P)

 

De voorzitter: Collega's, naar aanleiding van deze drie vragen, deel ik graag mee dat ik in naam van dit Huis een brief heb geschreven aan de voorzitter van de Cortes teneinde ons medeleven te betuigen. Dat lijkt mij passend, aangezien de gebeurtenissen in Spanje toch zonder meer verschrikkelijk zijn. (Applaus)

 

08.01  Oskar Seuntjens (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor de brief die u hebt gestuurd.

 

Mevrouw de minister, men hoort sommige mensen weleens zeggen dat we tijd genoeg hebben om ons te beschermen tegen de klimaatopwarming. Ze zouden raar opkijken in Valencia als ze dat zouden horen. Meer dan 200 mensen werden weggevaagd door een gigantische waterbom die alleen maar versterkt werd door de klimaatopwarming.

 

Door mensen alleen maar bang te maken zetten we geen stap vooruit. Wat de mensen van ons vragen is dat we hen beschermen. Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we vandaag nog te kwetsbaar zijn. Herinner u de overstromingen in Wallonië. Waar we nood aan hebben, is een klimaatbeleid dat durft door te pakken, dat keuzes durft te maken en dat iedereen meeneemt. Een woning kunnen kopen die niet gelegen is in overstromingsgebied zou niet mogen afhangen van de dikte van iemand portefeuille. De Vlaamse regering bewijst met de socialisten dat ze werk wil maken van betaalbare renovaties en een klimaatbeleid wil uitstippelen dat iedereen wil meenemen.

 

Mevrouw de minister, u vertrekt binnenkort naar de klimaattop in Azerbeidzjan. Ik denk dat iedereen in dit halfrond al kan voorspellen wat de algemene boodschap zal zijn die terug zal komen: de tijd is kort en we moeten nu actie ondernemen. Daar draait het om, actie ondernemen.

 

Welke keuzes maakt België? Zijn wij deel van een oplossing of kijken wij weg? Wij menen dat men die uitdagingen heel ernstig moet nemen en er tegelijkertijd voor moet zorgen dat de kosten niet altijd bij dezelfde groep mensen terechtkomen, maar eerlijk verdeeld worden. Mevrouw de minister, met welke boodschap trekt u straks naar de klimaattop in Azerbeidzjan?

 

08.02  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Madame la ministre, imaginez qu'en une journée, tout ce que vous avez toujours connu et qui vous tient à cœur – votre maison, votre voiture, l'école de vos enfants, le terrain de foot où vous jouez tous les jours – soit balayé, détruit, sous eau.

 

C'est précisément, chers collègues, ce qu'a connu la population de la région de Valence. En une seule nuit, il a plu davantage qu'en une année. Deux cents victimes, nonante personnes toujours portées disparues. C'est une catastrophe et je voudrais réitérer l'expression de mon soutien et de notre solidarité aux victimes et à leurs familles.

 

Madame la ministre, dès les premiers instants du drame, des dizaines de bénévoles sont partis de tout le pays en camionnettes chargées pour prêter main-forte aux sinistrés. Et au moment où je vous parle, il y a des jeunes, des travailleurs qui sont sur le terrain, via les Solidarity Dienst notamment. Et c'est ça l'espoir, l'entraide et la solidarité car seul le peuple peut sauver le peuple.

 

Madame la ministre, ce n'est malheureusement pas la première ni la dernière fois mais c'est la réalité de la crise climatique. Ce qui s'est passé il y a quelques jours à 1 700 km de chez nous s'est déjà produit ici en 2021 à Verviers. Et tant en Espagne que chez nous, il est patent que nos gouvernements ne sont pas prêts. Il y a un vrai manque d'investissements pour lutter contre la crise climatique et adapter notre société à toutes ses conséquences. On le voit dans les projets d'austérité du gouvernement et dans les plans du futur gouvernement.

 

Madame la ministre, des investissements massifs sont indispensables pour faire face aux défis climatiques, pour adapter notre société et pour mitiger les effets de tels désastres. Car si la prochaine catastrophe se produit chez nous, nous ne pourrons pas dire que nous ne le savions pas.

 

Madame la ministre, (…)

 

08.03  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, meer dan 219 doden en nog 93 vermisten, veel woede en wanhoop, ook veel solidariteit en een afwezige overheid. Overal, echt overal, bruine modder die zoveel levens heeft verwoest. De overstromingen in Valencia brengen echo's terug van de waterbom die bij ons en in Duitsland gevallen is en daar 220 levens heeft geëist. De heropbouw is nog altijd bezig.

 

Solidariteit is belangrijk, ook van hieruit tot in Valencia. Wat daar gebeurde, en wat ook hier in de Ardennen gebeurde, maakt echter duidelijk dat de klimaatverandering allesbehalve een ver-van-mijn-bedshow is. Ons Europees continent is een van de kwetsbaarste. Dergelijke rampen zullen zich vaker voordoen en we zullen ons er beter op moeten voorbereiden. Dat is geen groene ideologie, maar keiharde realpolitik. We dienen te handelen naar de omstandigheden.

 

Met de COP die volgende week start, roepen wij dan ook alle hens aan dek. Alle experts vragen om meer klimaatambitie, meer adaptatie én meer investeringen. Al die zaken samen. Het kan dus niet zoals in Valencia, waar de voorzieningen werden afgebouwd, ook niet zoals onder de Zweedse regering, waar minister Jambon de civiele bescherming afbouwde, en ook niet, collega Seuntjens, zoals onder de Vlaamse regering die nu de budgetten voor de aanpak van overstromingen meer dan halveert. Niet zo!

 

De herverkiezing van Trump maakt duidelijk dat Europa het voortouw zal moeten nemen.

 

Mevrouw de minister, daarom vraag ik u heel eenvoudig welke boodschap u volgende week op de COP zult verdedigen.

 

08.04  Zakia Khattabi, ministre: Chers collègues, c'est avec beaucoup d'émotion que je viens à nouveau devant vous commenter un drame humain. Avant de l'évoquer, je voudrais prendre quelques secondes de mon temps pour rendre hommage aux victimes de Valence.

 

La crise climatique n'est, depuis longtemps déjà, plus qu'une seule réalité scientifique. Elle a désormais un visage, un nom. À Valence, comme à Verviers d'ailleurs, c'est celui d'un parent, d'un ami, d'un collègue.

 

Les autorités espagnoles annonçaient tout à l'heure que le nombre de morts s'élevait désormais à 219 et que 93 personnes étaient encore portées disparues.

 

Alors, je voudrais leur dire que leur colère est légitime et que je la partage. Ce qui s'est passé à Valence n'est pas un accident. Ces catastrophes se succèdent mettant en lumière nos faillites, l'imperméabilisation des sols à outrance, le désinvestissement dans des services publics de première ligne, des politiques d'atténuation trop peu ambitieuses, des politiques d'adaptation trop peu investies. Tout cela aurait pu ou plutôt aurait dû être évité.

 

Ces catastrophes qui se suivent, là comme ailleurs, constituent à mes yeux – et je l'assume – des actes criminels causés par un aveuglement politique.

 

Het World Economic Forum identificeert de klimaatcrisis als een van de belangrijkste dreigingen. Ook de Belgische veiligheidsstrategie erkent de risico’s van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De wetenschappelijke informatie is er. Vele oplossingen zijn er. Het ontbreekt echter aan politiek leiderschap om coherente keuzes te maken, met aandacht voor het rechtvaardige en duurzame karakter van de noodzakelijke transitie naar een duurzame maatschappij.

 

Le drame en Espagne nous rappelle une nouvelle fois l'importance d'une action urgente et coordonnée dans tous les aspects de la politique climatique. L'atténuation, l'adaptation, la gestion des pertes et préjudices font l'objet de nos discussions et engagements internationaux.

 

L'urgence de réduire les émissions au niveau mondial ne s'est pas arrêtée. L'Union a des objectifs ambitieux et les politiques convenues doivent maintenant être mises en œuvre. Chaque dixième de degré compte et, comme vous le savez, malheureusement, notre pays n'a pas fait sa part.

 

Nous devons par ailleurs avancer dans l'adaptation. Un récent rapport spécial de la Cour des comptes européenne met en évidence les lacunes évidentes dans la mise en œuvre des politiques d'adaptation de l'Union et de ses États membres.

 

En la matière, considérant que le dérèglement climatique est un enjeu majeur de sécurité, j'ai officiellement lancé, le 22 avril dernier, le nouveau Centre d'analyse des risques du changement climatique (Cerac) qui identifiera les risques environnementaux et climatiques en temps utile et fera rapport au Conseil national de sécurité (CNS), permettant ainsi d'anticiper au mieux les dangers en la matière.

 

Un plan national d'adaptation cohérent est aussi nécessaire, accordant suffisamment d'attention, précisément à la coordination et à la coopération.

 

L'économiste britannique Nicholas Stern avait déjà calculé en 2006 que les mesures visant à réduire drastiquement les émissions de gaz à effet de serre coûteraient 1 % du PIB tandis que celles visant à adapter la société au changement climatique en coûteraient entre 5 et 20 %. Le choix doit donc être clair!

 

À Valence, les conséquences vont coûter des dizaines de milliards d'euros. Le coût de l'inaction est donc bien plus élevé que l'ambition. Aujourd'hui, comme à chacune de mes interventions faites à ce pupitre depuis quatre ans, je répète que gouverner c'est prévoir et qu'appuyer sur le bouton pause n'est pas une option.

 

Het is duidelijk dat de internationale geopolitieke context niet bevorderlijk is voor globale samenwerking op het vlak van de internationale klimaatambitie. Het afgelopen jaar was reeds merkbaar hoe globale spanningen zoals de opvolging van de covidcrisis of de conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten de internationale klimaatonderhandelingen beïnvloeden. Het wordt moeilijker om akkoorden te vinden en bepaalde landen verliezen hun capaciteit om op te treden als bruggenbouwer en honest broker.

 

De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen is hier een bijkomend element. Tijdens zijn vorige termijn heeft president Trump het proces in gang gezet om uit het akkoord van Parijs te stappen en heeft hij de impact van de klimaatcrisis geminimaliseerd. De rol van de EU op internationaal niveau wordt nog belangrijker in die context, alsook die van de actoren in het breed maatschappelijk middenveld in de Verenigde Staten en elders.

 

08.05  Oskar Seuntjens (Vooruit): Dank voor uw antwoord, mevrouw de minister.

 

De afgelopen dagen berichtte men in het nieuws vaak dat deze regering en zeker de volgende regering ons land op financieel vlak moet klaarmaken voor de toekomst. Daarbij mogen we duurzaamheid zeker niet uit het oog verliezen. De Vooruitfractie pleit voor sterke hervormingen waarbij we tezelfdertijd niemand uit het oog verliezen en dat is mogelijk. We kunnen onze mensen bijvoorbeeld beschermen tegen de klimaatopwarming en onze begroting gezonder maken door de nog steeds bestaande miljardensubsidies aan de fossiele sector te beperken. Wij socialisten zullen altijd strijden voor hervormingen gebaseerd op solidariteit. Dat is de strijd die wij elke dag zullen voeren.

 

08.06  Julien Ribaudo (PVDA-PTB): Madame la ministre, merci pour votre réponse.

 

Vous parlez, s'agissant de la crise de climatique, de nos faillites, de désinvestissement, d'aveuglement politique. Laissez-moi vous rappeler que vous êtes ministre dans un gouvernement qui a réintroduit les règles d'austérité sous la présidence belge de l'Union européenne.

 

C'est un ministre de la Vivaldi, madame, qui a fièrement rebaptisé les normes de Maastricht en normes de Gand. C'est votre gouvernement qui a enfermé une fois de plus notre pays dans des politiques d'économies, et le prochain qui veut imposer l'austérité.

 

Si vous ne prenez pas vos responsabilités, madame la ministre, si vous ne changez pas de politique, c'est la population qui va payer le coût de la crise climatique. Et, ça, le PTB ne l'acceptera jamais.

 

Le président: Je félicite le collègue Ribaudo pour sa première question posée dans l'hémicycle. (Applaudissements)

 

08.07  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u voor uw heldere woorden.

 

Wat er gebeurt in Valencia, wat er gebeurd is bij ons, zijn spiegels die ons voorhouden dat het anders moet en dat het beter moet. We kunnen het ons niet veroorloven te wachten op een volgende ramp, we moeten bijsturen.

 

Dat zal inderdaad geld kosten, maar het gaat om investeringen. De prijs van ontreddering zal altijd vele malen hoger liggen dan de kosten voor preventie. Door te investeren zal men mensenlevens redden, zal men de toekomstige en huidige generaties beschermen tegen erger. De prijs van nietsdoen, van klimaatpauzes en allerlei andere onzin zal vele malen hoger liggen. We zijn het aan alle slachtoffers, aan alle nabestaanden, aan al diegenen die hun bedrijf moeten heropbouwen verplicht om het beter te doen.

 

Het moet mij van het hart dat het door de Vlaamse regering is dat we internationaal met lege handen staan. Er is nog wel wat werk aan de winkel, collega’s. Zeker daar, want de waterbom kost Vlaanderen (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- François De Smet à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les suites de l'élection de Donald Trump à la présidence des États-Unis" (56000149P)

- Kjell Vander Elst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La réélection de Donald Trump à la présidence des États-Unis" (56000152P)

- Michel De Maegd à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les conséquences politiques des élections américaines" (56000166P)

- Christophe Lacroix à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les élections américaines" (56000167P)

- Raoul Hedebouw à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'élection de Donald Trump" (56000168P)

- Anneleen Van Bossuyt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les élections américaines" (56000172P)

09 Samengevoegde vragen van

- François De Smet aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De gevolgen van de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten" (56000149P)

- Kjell Vander Elst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De herverkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten" (56000152P)

- Michel De Maegd aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De politieke gevolgen van de verkiezingen in de Verenigde Staten" (56000166P)

- Christophe Lacroix aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De verkiezingen in de Verenigde Staten" (56000167P)

- Raoul Hedebouw aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De verkiezing van Donald Trump" (56000168P)

- Anneleen Van Bossuyt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Amerikaanse verkiezingen" (56000172P)

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik weet niet of u de voorbije dagen veel tijd hebt gehad om u voor te bereiden op de vergadering van vandaag; u hebt dat alleszins gedaan, en met verve, voor een andere vragenronde.

 

09.01  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, le peuple américain a parlé. Il l’a fait clairement, et il a choisi une nouvelle fois d’envoyer à la présidence un personnage autocrate, outrancier et qui a déjà mis en danger les institutions démocratiques. Mais il l’a fait démocratiquement et souverainement, et nous devons en prendre acte.

 

Le message me paraît clair. Le nationalisme et le populisme ne sont pas des parenthèses de l’Histoire. Ce sont des courants structurants. Ceux qui veulent combattre ces courants doivent sortir de leur bulle et en prendre acte, là aussi.

 

Il me semble que cette élection est un séisme pour le monde, et donc pour l’Europe. Cela doit être un réveil pour l’Europe, sur trois plans.

 

D’abord, sur la question de l’industrie et de l’économie. Je rappelle que nous sommes en train de fermer notre avant-dernière industrie automobile. Voulons-nous continuer à être les simples consommateurs d’une mondialisation décidée par les Américains et la Chine, ou voulons-nous une place dans le cockpit?

 

Ensuite, il y a l’énergie. La guerre en Ukraine l’a montré: l’Europe est extrêmement dépendante aux énergies fossiles en général. Nous savons qu’une Europe plus indépendante demain doit absolument reposer sur un pilier renouvelable et un pilier nucléaire.

 

Enfin, il y a la question de la défense. C’est ma principale question, madame la ministre. Un crash test va arriver très vite: c’est la question de l’Ukraine. Nous savons que M. Trump a l’intention de sacrifier l’Ukraine. Nous ne le voyons pas, d’ailleurs, prendre une décision qui pourrait contrarier M. Poutine de manière générale. 

 

Allons-nous abandonner l’Ukraine? Nous, les Européen, et nous, la Belgique. Allons-nous abandonner ce peuple qui, depuis deux ans, fait face à l’impérialisme de M. Poutine? Allons-nous suivre le mouvement des Américains qui vont très probablement se retirer? Ou allons-nous, au contraire, profiter de ce moment, en nous disant que nous n’allons pas abandonner les Ukrainiens, que nous allons au contraire rehausser notre investissement et enfin faire en sorte que cet investissement soit à la hauteur de nos mots, car, malheureusement, nous avons beaucoup de grands principes, mais nos moyens, l’aide financière, l’aide militaire à l’Ukraine, ne suffisent pas?

 

09.02  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mevrouw de minister, ik wil u in de eerste plaats feliciteren met uw hoorzitting van gisteren. Als Eurocommissaris voor Paraatheid en Crisisbeheer zult u uw handen vol hebben. Dat blijkt ook sinds gisteren. Donald Trump is immers verkozen als Amerikaans president met een zeer sterk mandaat van de Amerikaanse bevolking. Ik weiger echter mee te gaan in de paniekzaaierij. De wereld zal van vandaag op morgen niet ineens vergaan. De Verenigde Staten zijn een belangrijke bondgenoot van België en de Europese Unie. De strategische en economische banden tussen ons land en Amerika zijn sterk. Die zijn er vandaag en die zullen er in de toekomst ook nog steeds zijn.

 

We mogen echter niet naïef zijn. De Verenigde Staten en Trump zullen ons met de neus op een aantal zaken duwen. Een van die zaken is dat wij onvoldoende investeren in onze defensie en in onze veiligheid. Wij zijn freeriders in het NAVO-partnerschap en dat moet stoppen. Trump heeft daarin voor de volle 100 % gelijk. We moeten meer investeren in onze defensie, beter samenwerken met de Europese lidstaten om onze veiligheid te garanderen en we moeten af van het imago dat wij het kleine broertje van de Verenigde Staten zijn. Kortom, ons continent moet volwassen worden en de Europese Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen.

 

Mevrouw de minister, hoe ziet u de samenwerking met Amerika de komende jaren en wat is voor u de belangrijkste uitdaging voor de toekomst?

 

09.03  Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, les électeurs américains l'ont décidé, et de façon incontestable: Donald Trump sera le prochain président des États-Unis. Cela soulève bien des inquiétudes en Europe. Dans le même temps, vous le savez, nous sommes viscéralement attachés à une relation transatlantique constructive, au bénéfice des deux partenaires. Cela ne doit donc pas occulter la nécessité primordiale pour les Européens de développer leur autonomie stratégique. C'est crucial pour constituer une relation équilibrée dans laquelle chacun puisse se respecter et se retrouver.

 

J'aimerais donc vous poser quelques questions sur les perspectives d'avenir de cette relation dans un contexte géopolitique mondial des plus tendus et des plus complexes.

 

Madame la ministre, comment analysez-vous les résultats de cette élection et ses conséquences sur les intérêts de la Belgique aux États-Unis? La Belgique et l'Europe peuvent craindre un impact sérieux sur leur commerce extérieur, et donc sur notre croissance économique. Comment peut-on y faire face?

 

La sécurité européenne, le rôle de l'OTAN, la poursuite de l'aide à l'Ukraine restent des enjeux primordiaux. Comment les Européens vont-ils assumer leurs responsabilités et rester des acteurs respectés en la matière?

 

On connaît la proximité politique entre Donald Trump et le premier ministre israélien Benjamin Netanyahu. Comment le message européen peut-il rester audible et crédible afin de parvenir à une paix régionale et à une solution à deux États?

 

Enfin, madame la ministre, l'élection de Donald Trump doit plus que jamais accélérer l'approfondissement du projet européen, accélérer notre autonomie stratégique. Nous devons renforcer l'Union, assumer nos responsabilités en termes de sécurité, d'énergie, de commerce international mais aussi de politique étrangère. Comment l'Union européenne s'est-elle préparée à ce défi, et comment la Belgique va-t-elle y contribuer? 

 

09.04  Christophe Lacroix (PS): Madame la ministre, depuis hier, nous avons à la tête d'une des plus grandes puissances de ce monde un véritable danger. Donald Trump a gagné largement les élections et a bénéficié d'un soutien populaire massif. C'est, du reste, un large soutien que nous n'imaginions même pas. Rendez-vous compte: 20 % des hommes noirs ont voté pour un raciste décomplexé; 54 % des latinos ont voté pour un homme qui n'a pas hésité à dire que des immigrés mangent des chats et des chiens; 52 % des femmes blanches ont voté pour un misogyne, un violeur et un homme qui veut supprimer leurs droits les plus élémentaires comme celui de disposer de leur corps et le droit à l'avortement. Nous espérions la victoire de Kamala Harris, mais il n'en sera pas ainsi.

 

Les États-Unis, le pays de la liberté, retombent aux mains du conservatisme et de l'obscurantisme. Nous recommençons une traversée glaçante et glaciaire, axée sur le protectionnisme, l'augmentation des droits de douane, le repli sur soi et la diffusion de la haine de ceux qui sont différents. Nous débutons une période violente, durant laquelle la recherche de la paix ne sera pas la priorité. Je pense à l'Ukraine et aux Palestiniens.

 

Nous sommes des démocrates, nous respectons bien entendu le résultat des urnes, mais notre responsabilité est immense. Toute faiblesse doit être exclue, de même que toute passivité. Nous devons mettre fin à cet extrémisme de droite, à ce terreau pour le populisme, car nous nous situons sur une faille, un point de basculement violent, une période sans scrupule.

 

Madame la ministre, dans ce moment que je qualifierais d'historique, la Belgique s'est-elle exprimée à l'annonce de l'élection de Trump? Comment envisagez-vous nos futures relations bilatérales et multilatérales? 

 

09.05  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre des Affaires étrangères de Belgique, l'élection de Donald Trump est une mauvaise chose pour la classe ouvrière et la classe travailleuse américaine. Son programme est clair. C'est le programme du pourcent les plus riches. Il est lui-même un milliardaire fini. Il a lui-même gagné sa campagne en recevant le soutien d'Elon Musk, le big business de la big tech, la communication des plus riches. Il a lui-même, quand il était d'ailleurs président, organisé mille milliards de cadeaux fiscaux aux grandes multinationales. Il a exclu huit millions de travailleurs américains du paiement des heures supplémentaires. Il s'est opposé à l'augmentation du salaire minimum. C'est donc une mauvaise choses pour les travailleurs américains.

 

Mais cette victoire a évidemment aussi été possible par la défaite cuisante du parti démocrate qui, lui aussi, est le parti de Wall Street et qui, lui aussi, n'a plus su écouter les travailleurs et a organisé réellement la perte de pouvoir d'achat des travailleurs. Comme le dit Bernie Sanders, le parti démocrate a été confronté au fait que, si le parti démocrate a abandonné la classe travailleuse, évidemment, la classe travailleuse a abandonné le parti démocrate.

 

Se pose maintenant la question pour toutes les forces sociales du monde, pas uniquement aux États-Unis, de savoir ce que nous allons faire. Qu'allons-nous faire ici en Europe, madame la ministre des Affaires étrangères? Continuerons-nous à suivre les Américains?

 

Zullen wij alweer de schoothondjes zijn van de Amerikanen en de NAVO? Zullen wij alweer blindelings de imperialistische operaties van Amerika in Afghanistan, in Irak en in Syrië volgen?

 

Ou prendrons-nous notre vraie politique indépendante? C'est la question que j'avais posée pendant la campagne électorale. Allons-nous suivre notre propre voie et tendre la main aux peuples du Sud, tendre la main solidaire plutôt que de suivre la politique guerrière des Américains? Voilà la question!

 

09.06  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Goedemiddag, mevrouw de minister. Proficiat met uw verkiezing als Europees commissaris. Ik hoop dat u van die positie zult gebruikmaken om de belangen van Europa en de Verenigde Staten te vrijwaren.

 

Afgelopen dinsdag werd een nieuwe Amerikaanse president verkozen. Wij horen dat sommigen hier in het halfrond daar een probleem mee hebben. Het is niet de kandidaat geworden die zij hoopten dat het ging worden. Wij als democraten respecteren echter de keuze van het Amerikaanse volk.

 

Volgens ons is het nu vooral essentieel dat wij onze relatie met de Verenigde Staten in de veranderde context blijven versterken. Wij hebben elkaar meer dan ooit nodig. De Verenigde Staten behoren tot onze belangrijkste handelspartners. Het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering zal ook gevolgen hebben voor onze Europese economie. De economische band tussen de Verenigde Staten en Europa is immers zeer sterk. Denk maar aan sectoren als chemie, energie, industrie, technologie en zelfs landbouw. Eventuele veranderingen in het Amerikaanse handelsbeleid zullen direct voelbaar zijn in onze economie. Stel dat de Verenigde Staten een zeer protectionistische koers varen, dan heeft dat een directe invloed op onze export en zal dat ook onze inflatie aanwakkeren.

 

Daarnaast zijn er geopolitieke uitdagingen. Donald Trump heeft al gezegd dat NAVO-partners die hun defensiedoelen niet halen, minder steun zullen krijgen. Wij, als rode lantaarn wat dat betreft, moeten daar toch aandacht voor hebben.

 

Mevrouw de minister, hoe zal, ten eerste, dit land zich in de toekomst positioneren ten opzichte van de Verenigde Staten?

 

Ten tweede, hoe ziet u de effecten op onze geopolitieke relaties, onze handelsrelaties, onze economische relaties en onze veiligheidsbelangen?

 

09.07  Hadja Lahbib, ministre: Mesdames et messieurs les députés, j'entends vos avis. Cette maison permet à chacun de s'exprimer sur le vote qui a été émis hier matin de façon démocratique par les électeurs américains. Je ne me permettrai pas de juger, en tant que ministre des Affaires étrangères, ce choix démocratique. Le premier ministre a d'ailleurs félicité Donald Trump au nom de la Belgique.

 

Tout le monde se demande quelles seront les conséquences de cette élection. Les États-Unis, l'Europe et la Belgique ont toujours été des partenaires économiques intenses. Ce sont des centaines de milliers d'emplois et les échanges économiques entre nos deux continents représentent évidemment un chiffre d'affaires très important. Ce sont aussi des relations diplomatiques, stratégiques qui sont essentielles.

 

Nous devons absolument continuer à renforcer cette relation transatlantique à tous les niveaux, autour des valeurs démocratiques de l'État de droit et du multilatéralisme, qui est de plus en plus mis en danger avec les nombreuses violations du droit international auxquelles nous assistons actuellement.

 

Dans le même temps, l'Union européenne doit prendre son destin en main, peu importe finalement le résultat outre-Atlantique. Il est important de ne pas rester spectateurs des évolutions mondiales et de ne pas être dépendants d'un contexte international. Nous devons continuer à renforcer notre autonomie stratégique à tous les niveaux. Je pense au secteur de l'énergie, à notre politique de Défense, à notre politique industrielle mais aussi à la lutte contre toutes nos formes de dépendances stratégiques, qu'elles soient au niveau de la Défense, de la sécurité sanitaire ou encore de notre compétitivité.

 

Vous m'avez questionnée sur notre Défense et en particulier sur l'OTAN.

 

In de NAVO zijn de Verenigde Staten een belangrijke en betrouwbare partner, net als de 31 andere lidstaten. Wij blijven sterk geloven in de onderlinge duurzame banden. Onze collectieve veiligheid kan er alleen maar wel bij varen.

 

Le Conseil européen va d'ailleurs mener ce soir à Budapest un débat sur les relations transatlantiques et leur impact sur la sécurité et la géopolitique, notamment s'agissant des conflits qui nous occupent le plus. En ce qui concerne l'Ukraine, notre position est que tout processus de paix ne peut avoir lieu qu'en impliquant étroitement l'Ukraine et en prenant en compte ses préoccupations légitimes.

 

In Boedapest zullen de Europese leiders ook ingaan op de mondiale uitdagingen, waaronder de klimaatveranderingen.

 

Mesdames et messieurs les députés, dans un monde instable, plein de défis, où les crises deviennent la norme, l'Europe doit plus que jamais se montrer unie et prendre son destin en main, pour garantir sa propre souveraineté, son autonomie stratégique et pour faire demeurer ce projet de paix et de prospérité qui fait la fierté de quelques 450 millions d'Européens.

 

09.08  François De Smet (DéFI): Merci pour votre réponse, madame la ministre.

 

Je ne peux pas m'empêcher d'être inquiet – parce que nous vivons des moments difficiles, historiques et en face de cela, nous avons un gouvernement qui est en affaires courantes, qui n'est donc pas encore plein et légitime.

 

Moi aussi, je vous félicite pour votre confirmation au sein de la Commission européenne et je vous souhaite un bon travail là-bas. Or, votre départ marque aussi le fait que ce gouvernement va devenir un vaisseau fantôme, comme c'était le cas déjà lorsque Charles Michel et Didier Reynders sont partis. Nous avons d'un côté Trump, nous avons l'Ukraine, nous avons le climat, nous avons une possible récession et, d'un autre côté, nous avons des partis de l'Arizona dont on ne comprend pas très bien où ils en sont. Certains font des notes, d'autres diffusent les notes, les troisièmes contestent les notes. Vous avez des gens qui se disputent sur les tableaux budgétaires, vous avez des gens qui vont voir le Roi et qui ne sont pas d'accord à cinq. Je pense qu'il est grand temps que nous nous hissions à la hauteur des enjeux, parce que le monde, lui, n'attend pas.

 

09.09  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.

 

Eén zaak is glashelder: de Europese Commissie en de Europese Unie zullen sterk uit de startblokken moeten schieten.

 

Ik herhaal dat het schrikbeeld en de paniekzaaierij, die hier door verschillende partijen opnieuw zijn tentoongespreid, ons geen stap vooruitbrengen. Wij moeten onze rug rechten. Europa moet een sterk blok vormen.

 

Ook ons land moet verantwoordelijkheid opnemen. Door het getreuzel van de onderhandelende arizonapartijen verliezen we tijd. Die luxe hebben we niet. De prioriteit voor ons land moet zijn dat we investeren in defensie en in onze veiligheid, nu meer dan ooit.

 

09.10  Michel De Maegd (MR): Merci, madame la ministre, pour vos réponses

 

Le retour de Donald Trump à la Maison-Blanche marque, il est vrai, un tournant décisif, mais je ne partage évidemment pas les outrances et la vision quelque peu caricaturale des communistes. En effet, à les écouter, on se demande pourquoi les Américains ont voté pour Donald Trump, en réalité. Ceci étant dit, c'est un signal d'alarme pour l'Europe. Elle ne peut plus être dépendante de Washington et d'un président imprévisible, et qui ne vise au final que l'intérêt américain.

 

Défense, énergie, commerce, nouvelles technologies: nous devons renforcer d'urgence notre autonomie. C'est une question de souveraineté mais c'est aussi, chers collègues, une question de survie du projet européen. L'Union européenne s'est construite dans les crises, comme celles qu'elle traverse aujourd'hui, avec notamment la guerre en Ukraine. Ces crises doivent être le marchepied d'une Europe beaucoup plus forte. Nous devons être maîtres de notre destin, un destin lié à nos alliés, bien sûr, mais qui ne dépend pas de leur seul bon vouloir. Alliés oui, aliénés non: ce serait le début de la fin.

 

Dans un autre registre, madame la ministre, permettez-moi, au nom de mon groupe, de vous féliciter pour votre accession à la Commission européenne.

 

09.11  Christophe Lacroix (PS): Madame la ministre, je vous remercie.

 

Ce que Trump et ses alliés, Milei, Orban, Meloni, Le Pen, Wilders et j'en passe et pas des meilleurs, espèrent, c'est notre résignation. Mais il y a quelque chose qui ne nous manquera jamais à nous, socialistes: c'est la résolution, c'est le courage et la fidélité.

 

Je l'affirme avec une forme de solennité car le moment est historique, mais aussi et surtout avec une conviction inébranlable: nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre la démocratie et les libertés. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les droits des femmes et le droit à l'avortement. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les minorités et les personnes LGBTQIA+. Nous, socialistes, serons en première ligne pour protéger la santé et la protection sociale. Nous, socialistes, serons en première ligne aux côtés des Palestiniens et des Ukrainiens et de tous ceux qui souffrent.

 

L'espoir est toujours plus fort que la peur. La justice triomphe toujours de la haine.

 

09.12  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre, comment peut-on être aussi naïf? Donald Trump dit clairement qu'il va se battre à fond pour les intérêts impérialistes américains, et uniquement ceux-là, et votre conclusion politique est qu'il faut renforcer les relations transatlantiques! Mais combien de temps allons-nous encore nous faire berner en croyant naïvement que les Américains défendent les intérêts des Européens? Les Américains défendent l'impérialisme américain. Quand ils disent qu'ils soutiennent Netanyahu au moyen de milliards de dollars en armement, que fait l'Union européenne? Elle se met au garde-à-vous. Que fait-elle lorsque les États-Unis d'Amérique annoncent qu'ils vont bombarder l'Afghanistan, la Libye, la Syrie? Elle se met au garde-à-vous! Quand les Américains nous vendent un gaz très cher pour des milliards d'euros aux dépens de notre industrie, que fait-elle? Elle se met au garde-à-vous.

 

Combien de temps allons-nous encore croire que cela peut continuer? Tendons la main à tous les pays du Sud qui, aujourd'hui, n'acceptent plus l'ordre (…) 

 

09.13  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Collega’s, de Amerikaanse kiezer heeft gekozen en we moeten die democratische keuze respecteren. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar geloof mij: als men uitgescholden, uitgejouwd en bespuwd wordt, terwijl men een duidelijk mandaat van de kiezer heeft gekregen, dan beseft men dat dat voor sommigen in onze samenleving niet meer zo vanzelfsprekend is. (Applaus en staande ovatie op de banken van de N-VA)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Jean-Luc Crucke à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La réaction du gouvernement à l'arrestation d'Ahou Daryaei par la police des mœurs iranienne" (56000155P)

10 Vraag van Jean-Luc Crucke aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De reactie van de regering op de arrestatie van Ahoo Daryaei door de Iraanse zedenpolitie" (56000155P)

 

10.01  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Madame la ministre, je manquerais à mes devoirs en ne vous félicitant pas, en mon nom et au nom de mon groupe des Engagés, pour le feu vert que nos collègues parlementaires européens ont donné à votre nomination.

 

Malheureusement, le sujet que je dois aborder avec vous est moins réjouissant. Vous l'avez certainement vu passer sur les réseaux sociaux, la jeune étudiante iranienne Ahou Daryaei, pour avoir osé contester le diktat vestimentaire face à une police des mœurs de sinistre réputation, termine sans doute aujourd'hui – dans le meilleur des cas, dirais-je – dans un hôpital dit psychiatrique avec, sans doute, des marques à vie. Derrière cette jeune étudiante, il y a d'autres femmes iraniennes. Il y a manifestement dans ce pays, berceau de l'Occident doté d'une culture extraordinaire, une aliénation inacceptable des droits des femmes. Et il est heureux de voir que des citoyens se sont mobilisés via les réseaux sociaux, via une vidéo. On voit qu'il y a un besoin de réaction.

 

Si je vous questionne aujourd'hui, c'est parce que je voudrais que notre pays réagisse par la voix de la ministre des Affaires étrangères et de celle du premier ministre pour dire d'une voix forte à cette femme ainsi qu'à toutes les Iraniennes que nous ne les abandonnerons pas. Vous allez assumer une responsabilité au sein de la Commission européenne, il faut que là aussi nous puissions être fiers de ce que nous sommes et fiers surtout de nous montrer solidaires avec ces femmes.

 

Madame la ministre, quelle est la voix que vous allez porter? Demanderez-vous un rapport à l'ambassadeur? Convoquerez-vous l'ambassadeur d'Iran pour lui communiquer que c'est pour nous totalement inacceptable?

 

10.02  Hadja Lahbib, ministre: Monsieur le député, l'image de cette jeune iranienne qui, par révolte, par désespoir, défie au péril de sa vie un régime qui piétine les droits et les libertés les plus essentiels à l'épanouissement de tout être humain est un exemple de courage, de bravoure et ce geste doit toutes et tous nous inspirer.

 

Chacun, là où nous sommes, au Parlement, au gouvernement ou dans la société, a un rôle à jouer pour faire avancer les libertés fondamentales et les droits humains. J'y suis très attachée et je me suis d'ailleurs exprimée hier à ce sujet au Parlement européen. Il s'agira certainement de l'une de mes priorités lors de mon prochain mandat.

 

En tant qu'actuelle ministre des Affaires étrangères, mon rôle est d'agir dans l'intérêt d'Ahou Daryaei, dont le nom restera dans l'histoire. La jeune fille serait actuellement dans un hôpital de Téhéran. Comme je l'ai dit, chacun doit jouer son rôle. Notre ambassade à Téhéran est mobilisée et suit la situation de près avec la discrétion nécessaire pour protéger la vie d'Ahou Daryaei. C'est la raison pour laquelle vous n'avez sans doute pas vu de réaction de la ministre des Affaires étrangères qui est devant vous, ni d'autres ministres des Affaires étrangères d'ailleurs. La diplomatie doit parfois se faire en toute discrétion pour protéger la vie des concernés.

 

10.03  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Je vous remercie, madame la ministre, pour votre réaction et la sensibilité de vos propos.

 

Je peux comprendre qu'il faille parfois faire preuve de discrétion mais je crois aussi qu'il ne faut pas se cacher, ce dont je ne vous accuse pas.

 

Aujourd'hui, cette jeune femme et les autres femmes en Iran ont besoin de sentir, tant que c'est encore possible, que l'Europe est à leurs côtés. Elles sentent sûrement que les citoyens européens le sont.

 

Le courage des hommes et des femmes politiques au sein de notre démocratie est aussi de pouvoir hausser le ton, de ne pas se taire. C'est en parlant que nous serons peut-être les plus forts.

 

Je vous demande de convoquer l'ambassadeur iranien et de lui dire au nom de ce Parlement et de mon groupe des Engagés que nous n'accepterons pas ce qui se passe là-bas.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Anne Pirson à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La position du gouvernement sur l'accord avec le Mercosur avant la réunion du G20 au Brésil" (56000154P)

11 Vraag van Anne Pirson aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het regeringsstandpunt over het akkoord met Mercosur in de aanloop naar de G20-top in Brazilië" (56000154P)

 

11.01  Anne Pirson (Les Engagés): Madame la ministre, en 2019, un accord a été conclu entre le Mercosur et l’Union européenne. Cet accord comprend de nombreuses insuffisances au niveau des normes environnementales, du respect des droits sociaux et de l’équilibre des concessions. Mais surtout, il prévoit une ouverture du marché de l’Union européenne aux importations de viande bovine, ce qui aura des conséquences néfastes sur une filière qui est déjà très fragile aujourd'hui.

 

L’incompréhension du monde agricole face à la politique commerciale de l’Union européenne a été démontrée. On se souvient des manifestations d’il y a quelques mois.

 

La politique commerciale de l’Union européenne considère la filière agricole comme une simple variable d’ajustement. Elle favorise l’importation de produits qui ne respectent pas nos normes de production et cela, au détriment de notre souveraineté alimentaire, de notre économie rurale et de l’environnement.

 

Certes, la Commission européenne est en train d’essayer d’améliorer cet accord, mais il n’y a aucune négociation sur le volet agricole. Il n’y a rien sur la nécessité d’introduire des clauses miroirs pour assurer une concurrence loyale dans ce secteur. Il paraît que des avancées au niveau des négociations interviendront les 18 et 19 novembre prochains lors de la réunion du G20 à Rio.

 

J’ai quatre questions à vous poser, madame la ministre. Quelle est la position du gouvernement fédéral? Avez-vous fait comprendre à la Commission européenne que sans une révision du volet agricole, l’accord est inacceptable en l’état? Avez-vous invoqué la nécessité d’introduire des clauses miroirs? Avez-vous essayé de vous coordonner avec les pays qui partagent (…)

 

11.02  Hadja Lahbib, ministre: Madame la députée, je vous remercie pour votre question qui me permet de rappeler qu'en fait, depuis plusieurs années, la Belgique dit clairement à la Commission européenne que l'accord qui a été négocié en 2019 n'est pas suffisant en l'état. Nous plaidons pour l'ajout de dispositions législatives relatives au développement durable, avec des mesures contraignantes sur le climat, la déforestation et les droits sociaux. Nous demandons systématiquement à la Commission de prendre des mesures pour protéger notre secteur agricole sensible, que ce soit pour l'accord du Mercosur ou pour n'importe quel autre accord commercial. Cela reste et restera une priorité pour nous.

 

La Commission européenne a repris en 2023, entre autres à notre demande, des négociations avec les pays du Mercosur pour intégrer, sous la forme d'un protocole additionnel, des engagements supplémentaires en matière de développement durable, notamment concernant la déforestation. Suite à la réouverture des négociations, des ajustements ont également été demandés par les pays du Mercosur. Les négociations sont toujours en cours. Elles pourraient aboutir dans les prochaines semaines ou les prochains mois. La Commission européenne est responsable des négociations, du timing et de l'architecture juridique de cet accord. Nous continuons bien entendu à suivre l'évolution des négociations avec attention, ainsi que les développements au sein des entités fédérées, en espérant évidemment qu'un gouvernement bruxellois soit formé.

 

La position finale de la Belgique se fera en concertation avec tous les acteurs concernés sur la base de l'accord définitif présenté par la Commission européenne aux États membres. Nous n'en sommes pas encore là.

 

11.03  Anne Pirson (Les Engagés): Madame la ministre, des informations circulent aussi au sujet d'une éventuelle scission de l'accord pour séparer le volet commercial du reste, pour que celui-ci ne soit pas soumis à la ratification des États membres. Nous trouvons que c'est évidemment inacceptable et que les parlements des différents pays doivent pouvoir donner leur avis sur un texte avec de pareilles conséquences. Par ailleurs, je vous ai entendu dire qu'il est essentiel pour vous de revoir les normes au niveau environnemental et des droits sociaux.

 

Je souhaite rappeler que, pour Les Engagés, il est hors de question d'accepter un accord qui attaquerait directement les agriculteurs si le volet agricole n'était pas revu. Je tiens également à souligner que toutes ces exigences sont partagées par le Parlement wallon qui a voté une résolution hier.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Annick Lambrecht aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het verbod op enige activiteit van UNRWA op Israëlisch grondgebied" (56000165P)

- Sofie Merckx aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie in het Midden-Oosten" (56000173P)

12 Questions jointes de

- Annick Lambrecht à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'interdiction de toutes les activités de l'UNRWA sur le territoire d'Israël" (56000165P)

- Sofie Merckx à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation au Moyen-Orient" (56000173P)

 

12.01  Annick Lambrecht (Vooruit): Mevrouw de minister, ook vanwege onze fractie proficiat gewenst. We wensen u heel veel succes.

 

De situatie in Gaza dreigt alleen maar erger te worden in 2025. Na het vernietigen van scholen, ziekenhuizen, woningen, het massaal op de vlucht doen slaan van inwoners, het bombarderen van tentenkampen op plaatsen waar men zich veilig waande, is het blijkbaar voor de extreemrechtse regering van Netanyahu nog altijd niet genoeg. Er is nog niet genoeg geweld, er zijn nog niet genoeg doden. Dat heeft allang niks meer met het conflict tussen twee strijdende partijen te maken. Het verbieden van voedselhulp heeft eigenlijk maar een enkel doel: mensen die geen kant meer op kunnen nog meer treffen.

 

Collega’s, de wereld wordt elke dag grimmiger en het ondermijnen van een VN-instantie zoals UNRWA is de zoveelste horror in het Gaza-conflict. Het resultaat zal nog meer onschuldige slachtoffers en zeker nog meer doden zijn. Iedereen kan online de vreselijke beelden meevolgen en zien hoe afhankelijk men daar ter plaatse in Gaza van onze noodhulp is.

 

Mevrouw de minister, ik heb voor u de volgende vraag. Zal de voedselhulp nog ter plaatse in Gaza geraken als de nieuwe wet in werking treedt op 1 januari? Zal de vrije toegang van hulpgoederen gegarandeerd kunnen worden door u?

 

12.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le président, madame la ministre, le peuple palestinien, c'est 75 ans d'apartheid, d'occupation. Ce sont des millions de réfugiés dans le monde entier et, depuis un an, c'est aussi un génocide qui est en cours. Il y a déjà eu 43 400 morts. À chaque fois qu'on pense avoir tout vu de la part d'Israël (bombardements d'hôpitaux, bombes au phosphore, meurtres de journalistes, mutilations et décès d'enfants), Israël fait ou veut faire quelque chose de nouveau. Le dernier élément, dont ma collègue a parlé, c'est la décision d'expulsion de l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) des territoires palestiniens.

 

Toutefois, alors que ceci se passe, je constate aussi quelque chose de positif. C'est le fait que nous sommes de plus en plus nombreux, tant en Belgique qu'en Europe ou dans le monde entier, à dire qu'on ne peut plus accepter cela. Ce matin encore, un sondage de 11.11.11 démontrait que 54 % de la population belge demandent qu'il y ait enfin des sanctions contre Israël.

 

Madame la ministre, mes questions sont simples. Combien de morts faut-il encore? Combien de crimes faut-il encore? Combien d'enfants doivent-ils encore être mutilés? Combien d'enfants devront-ils encore mourir avant que vous ne preniez vos responsabilités pour défendre les droits du peuple palestinien?

 

12.03  Hadja Lahbib, ministre: Mesdames les députées, la situation dans le Nord de Gaza est dramatique. Les conditions de vie y sont de plus en plus inhumaines, l'aide humanitaire ne parvenant plus suffisamment depuis trop longtemps.

 

J'ai donné des instructions très claires à nos ambassades dans la région, en leur demandant d'intensifier les contacts diplomatiques pour rallier d'autres États et organisations internationales à la nécessité de faire pression pour que le gouvernement israélien respecte le droit international et permette l'accès de l'aide à Gaza, en particulier au Nord de Gaza. Je ne rentrerai pas dans les détails car il s'agit de démarches diplomatiques qui sont en cours.

 

Ik wil hieraan toevoegen dat het leveren van humanitaire hulp aan Gaza op het laagste niveau sinds 7 oktober 2023 zit. De Verenigde Naties vragen om 500 vrachtwagens per dag, maar we tellen momenteel 30 vrachtwagens per dag. Maandag liet Israël de secretaris-generaal van de VN in een officiële brief weten dat de operaties van UNRWA binnen drie maanden verboden zouden worden. Vervolgens werd een bijzondere VN-zitting in New York gehouden om te praten over UNRWA en de door de Knesset aangenomen wetten die UNRWA-operaties in de bezette gebieden zullen verbieden.

 

Hier, la Belgique a pris la parole au nom de 123 pays, c'est-à-dire le groupe des Shared Commitments, en soutenant le mandat de l'UNRWA, en demandant l'accès humanitaire sans entrave et en insistant sur les responsabilités d'Israël en tant que force occupante et partie prenante au conflit. Aucune agence d'aide humanitaire – aucune! – n'est en mesure de remplacer l'UNRWA. Son mandat doit être préservé tant qu'une solution durable au conflit n'est pas trouvée. C'est le message que nous avons transmis et que nous continuerons à défendre sur la scène internationale, en invitant les autres États à partager cette position qui rappelle les principes universels du droit international humanitaire. Je vous remercie de votre attention.  

 

12.04  Annick Lambrecht (Vooruit): Mevrouw de minister, wanneer houdt het op? Het wordt elke dag erger, elke dag slechter. De allerlaatste organisatie die voedselhulp naar Gaza kon brengen, wordt nu ook verboden.

 

De nood om het verschil te maken, was nog nooit zo groot. Het is echt essentieel dat u, zoals u vandaag doet – u moet dat vooral blijven doen en krachtiger doen – uw stem laat horen, omdat dit echt niet kan. Velen – het zijn er steeds meer – hebben de voorbije maanden laten horen dat het zo niet kan en dat het moet stoppen. De onschuldige slachtoffers zijn niet alleen, steeds meer mensen kunnen dit niet meer aanzien en aanvaarden. Vooruit zal altijd aan de kant van de onschuldige slachtoffers staan, keer op keer en zeker ook nu.

 

12.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, vous confirmez donc bien que, en exécutant cette décision, Israël bafoue tous les principes universels du droit humanitaire. Par conséquent, en effet, s'exprimer comme vous le faites devant les instances des Nations Unies est une chose positive mais qui ne suffit pas. Les gens attendent de vous que vous preniez des mesures concrètes et des sanctions. D'ailleurs ce matin, l'Espagne a interdit à un avion transportant une cargaison militaire de faire escale sur son sol. L'État d'Israël n'écoute pas les belles paroles mais agit en toute impunité. Il faut agir concrètement avec des sanctions pour mettre fin à ces agissements et cesser d'en être complice.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, ik wil u op mijn beurt hartelijk gelukwensen met uw hoorzitting in het Europees Parlement, die u succesrijk hebt afgerond. Ik wens u veel succes bij de uitvoering van uw mandaat.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

13 Agenda

13 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 november 2024 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 6 novembre 2024, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

Wetsontwerpen en wetsvoorstellen

Projets et propositions de loi

 

14 Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur en van de algemene rekeningen van de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer en van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het jaar 2023 (216/1-3)

14 Projet de loi visant à approuver le compte général de l'Administration générale et des comptes généraux des organismes administratifs publics à gestion ministérielle et des services administratifs à comptabilité autonome pour l'année 2023 (216/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Vanbesien, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

14.01  Mireille Colson (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik start de bespreking met een positieve noot. Het rapport van het Rekenhof slaat deze keer een iets positievere toon aan dan de afgelopen jaren. Het lijkt dat er stappen vooruit zijn gezet in het opstellen van de rekeningen. Toch is er weinig reden tot een hoerastemming, want verschillende aanbevelingen in het rapport gaan al mee sinds 2009. We plaatsen opnieuw serieuze vraagtekens bij de getrouwheid van de cijfers, terwijl we net niet aan cijfers willen twijfelen.

 

We zien onzekerheid over de juistheid van de geboekte, vastgestelde rechten en over de getrouwheid van de rapportering over de fiscale vorderingen, een onderschatting van geboekte, vaste activa en problemen bij de rekeningen van de autonome instellingen. Veel rekeningen werden laattijdig goedgekeurd, maar bij een aantal, waaronder die van de Regie der Gebouwen, Sciensano en Fedasil, werden stevige opmerkingen geformuleerd of problemen vastgesteld, om nog niet te spreken van de opmerkingen over het beheer van nucleair afval en over het ontbreken van een langetermijnvisie en structurele financiering. De kers op de taart is de stijging van de federale staatsschuld met 7,7 % tot meer dan 510 miljard euro, die vooral te wijten is aan het gigantische begrotingstekort van 21,5 miljard euro.

 

De rekeningen zijn uiteraard het resultaat en de uitvoering van de begroting. Tijdens de vorige legislatuur is die begroting volledig ontspoord. We onderstrepen nogmaals de urgente noodzaak: de begroting 2025 moet nog dit jaar worden gestemd en  hervormingen moeten worden doorgevoerd zodat we eindelijk het tij kunnen keren.

 

Wegens al die opmerkingen zullen wij ons uiteraard onthouden.

 

14.02  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, vooreerst laat ik opmerken dat de N-VA-fractie in de vorige legislatuur dergelijke ontwerpen nog afkeurde, maar dat ze zich ondertussen al onthoudt. De bocht is al ingezet voor een regeringsdeelname.

 

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, vandaag staan we stil bij de algemene rekeningen van het algemeen bestuur en de administratieve openbare instellingen voor 2023. De bevindingen daaromtrent zijn opgenomen in het 181e blunderboek van het Rekenhof. Zij werpen een pijnlijk licht op de ernstige tekortkomingen in het financiële beheer van de Staat.

 

Het rapport van het Rekenhof legt niet alleen de structurele problemen bloot, maar toont ons ook een overheidsapparaat dat niet in staat is om te voldoen aan de basisprincipes van transparantie en verantwoording.

 

Laat ik beginnen met de algemene rekening van het algemeen bestuur. Die rekening zou moeten dienen als een helder financieel verslag voor zowel de burger als het Parlement. Helaas, ondanks enkele verbeteringen blijft de algemene rekening van 2023 zwaar tekortschieten. Het Rekenhof stelt vast dat de complexiteit en de onvolledigheid van de boekhouding een getrouw beeld van onze financiën in de weg staan. Zo worden activa zoals diplomatieke gebouwen niet accuraat gewaardeerd en is er sprake van onvoldoende transparantie bij fiscale vorderingen. Dat zijn geen kleine fouten; ze ondermijnen de geloofwaardigheid van de financiële rapportage en maken het onmogelijk om te vertrouwen op de gepresenteerde cijfers. Bovendien is de toelichting bij de algemene rekening zo beperkt dat zij nauwelijks waarde toevoegt. In plaats van een degelijk beheersinstrument krijgen we een document zonder diepgang, dat geen enkele nuttige informatie biedt voor de besluitvorming van de administratie, de regering of het Parlement. Hoe kunnen wij verantwoorde beslissingen nemen over het algemeen bestuur als het fundament van onze financiële rapportage zo broos is?

 

De situatie bij de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie en de administratieve openbare instellingen is eveneens zorgwekkend. Van de 89 entiteiten die volgens de wet verplicht zijn om hun rekeningen in te dienen, slaagden er 2 zelfs niet in om hun rapportages aan het Rekenhof te bezorgen. Daarnaast is de staatssecretaris van Begroting er ook niet in geslaagd om voor 21 entiteiten de vereiste goedkeuringsdocumenten voor te leggen. Het Rekenhof wordt daardoor verplicht om zijn controle uit te voeren zonder de garantie dat de rekeningen aan de wettelijke normen voldoen. Dat gebrek aan discipline en verantwoordelijkheid kan niet worden getolereerd in een fatsoenlijk overheidsbeheer.

 

Bij specifieke overheidsinstellingen als Fedasil, Sciensano en NIRAS zien we schrijnende voorbeelden van misstanden. Fedasil, belast met de opvang van asielzoekers, werd in 2023 herhaaldelijk veroordeeld, omdat het niet in staat bleek om die basisopdracht naar behoren uit te voeren. Dat leidde tot rechtszaken en opgelegde dwangsommen. Sciensano, dat mee verantwoordelijk was voor de vrijheidsbeperkende coronamaatregelen, vertoont ernstige tekortkomingen in zijn interne beheersing, met name op het vlak van de onderzoekskosten. Bij NIRAS, de instantie die instaat voor het beheer van ons nucleair afval, zien wij een gebrek aan structurele financiering, wat de langetermijnplanning van die cruciale taak ernstig in gevaar brengt. Dat alles wijst op een diepgeworteld probleem van gebrekkige coördinatie en nalatigheid. De overheidsinstanties blijken niet in staat om de aanbevelingen van het Rekenhof structureel te implementeren, wat leidt tot aanhoudende tekortkomingen, jaar na jaar. Collega's, het is uiteraard niet de eerste keer dat wij die kritiek brengen; wij moeten die elk jaar jammer genoeg herhalen.

 

De aanbevolen hervormingen blijven uit. Het gebrek aan een duidelijk wettelijk kader voor eenvormige rapportering blijft die instellingen verlammen. Hoe kunnen wij verwachten dat de burger vertrouwen heeft in onze financiële huishouding als de lamentabele Belgische Staat zelf zijn basistaken niet kan volbrengen?

 

Ten slotte wil ik het nog hebben over een specifiek aantal onderwerpen. Mevrouw de staatssecretaris, mijn goede collega Lode Vereeck vroeg in de commissie waarom uw kabinet of de FOD Volksgezondheid de prijzen van de covidvaccins niet aan het Rekenhof heeft bezorgd, aangezien het Rekenhof zelf steeds een strikte verantwoordelijkheidsplicht heeft. Hij wees er ook fijntjes op dat uw voorgangster, mevrouw De Bleeker, ondertussen gebombardeerd tot uw partijvoorzitter, de prijzen van de vaccins wel degelijk publiek had gemaakt. Wij vinden minstens dat het Rekenhof in de toekomst wel toegang moet krijgen tot bedrijfsgevoelige informatie, zoals de prijzen van de covidvaccins. Ook de parlementsleden zouden toegang tot die informatie moeten kunnen krijgen, uiteraard eveneens onder een soort geheimhoudingsplicht.

 

Collega Vereeck plaatste ook vraagtekens bij de impact van de staatsbon op de staatsschuld, zowel direct, via de ingeschreven bedragen zelf, als indirect, door de rentelast op die staatsbon. Hij deed ook de suggestie aan de FOD BOSA om de activa te waarderen via imputatie, een suggestie die werd meegenomen door de federale overheidsdienst.

 

Het rapport van het Rekenhof houdt ons kortom een ontnuchterende spiegel voor en toont waar de Belgische Staat fundamenteel tekortschiet. De publieke instellingen in dit land falen in hun plicht om transparant en verantwoord met de publieke middelen om te gaan en dat moet eindelijk eens worden gestopt. Wij moeten meer doen dan enkele cosmetische aanpassingen, er is een radicale hervorming nodig in de aanpak van de openbare financiën en de verantwoording ervan. Het vertrouwen van de burger in de instellingen staat op het spel. Het is onze plicht om dat vertrouwen te herstellen.

 

Het zal duidelijk zijn dat wij, net zoals het Rekenhof, de rekeningen onmogelijk kunnen goedkeuren, omdat die op geen enkel ogenblik een getrouw beeld van de realiteit geven. Wij zullen dus tegen onderhavig stuk stemmen.

 

14.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer de voorzitter, ik dank mevrouw Colson en de heer Vermeersch voor hun interesse in deze belangrijke en boeiende materie, namelijk de rekeningen van 2023 en de opmerkingen van het Rekenhof. Ik zal de discussie van in de commissie met de heer Vereeck hier niet herhalen, maar ik wil toch een aantal punten aanhalen.

 

Zowel mijn voorgangers als ikzelf werken met een actieplan om de certificering van de rekeningen in orde te krijgen. Dat actieplan wordt jaarlijks geüpdatet.

 

Aangezien u het 181ste boek van opmerkingen van het Rekenhof grondig hebt gelezen, mijnheer Vermeersch, moet u volledig zijn. Ja, er is nog werk aan de winkel, ik denk dat iedereen dat erkent, maar het Rekenhof heeft ook erkend dat er belangrijke inspanningen zijn gebeurd en dat er ondertussen een aantal zaken wel in orde zijn gekomen.

 

Ik kan u een voorbeeld geven. Zo zijn we erin geslaagd om sinds 2023 bij de FOD Financiën, waar we jaren hebben gewerkt om alles op de balans te boeken, 99 % correct te boeken. Die verbeteringen moet u ook vermelden.

 

Een actieplan bestrijkt meerdere jaren en de uitvoering ervan is een gezamenlijke inspanning voor de volledige regering. Ik kan daar niet alleen voor zorgen. Dat is werk voor alle betrokken instellingen. Er is dus nog werk aan de winkel zijn voor de volgende regering.

 

Voor uw preciezere vragen zal ik verwijzen naar de discussie in de commissie. Ik heb op de verschillende vragen al een antwoord geboden.

 

14.04  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, zeggen dat er werk aan de winkel is, is een eufemisme om aan te geven dat de toestand nog altijd dramatisch is.

 

Ik ken uw actieplannen. Wij hebben ze de voorbije jaren gevolgd. Er was aanvankelijk het actieplan-Clarinval; dan was er het actieplan-De Bleeker en uiteindelijk was er het actieplan-Bertrand. Maar de problemen zijn gebleven. De actieplannen zijn van naam veranderd, maar de problemen zijn dezelfde gebleven. De fundamentele problemen in de boekhouding, de financiële structuur van de Staat en de manier waarop wordt gerapporteerd, blijven aan de orde. Ik durf er nu al mijn hoofd op te verwedden, tenzij u mij van het tegendeel kunt overtuigen, dat het Rekenhof, dat binnenkort opnieuw de rekeningen moet certificeren, opnieuw een onthoudende verklaring zal brengen.

 

Ik zie u instemmend knikken. Welnu, ik hoef u toch niet te herhalen dat een onthoudende verklaring nog slechter is dan een negatieve verklaring. Dat betekent dat het Rekenhof toegeeft dat het met de cijfers die het krijgt, zelfs niet in staat is om een negatief oordeel te vormen, omdat ze helemaal geen getrouw beeld geven van de werkelijkheid. U berust daarin en stelt dat uw actieplannen nut hebben gehad, aangezien er altijd al een onthoudende verklaring was van het Rekenhof. U erkent hier vandaag bijna dat u ook in de toekomst nog een onthoudende verklaring zult krijgen.

 

Fundamenteel zijn de structurele problemen helemaal niet aangepakt door uw regering. Er zal in een volgende regering dus een radicale wijziging nodig zijn om de problemen eindelijk aan te pakken en op die manier komaf te maken met de onthoudende verklaring van het Rekenhof, die uiteindelijk kan worden ingeruild voor een negatieve en in de toekomst misschien ooit een positieve verklaring van het Rekenhof dat de rekeningen wel een getrouw beeld geven van de realiteit. Daarvoor zal echter nog heel wat werk aan de winkel zijn.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (216/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (216/3)

 

Het wetsontwerp telt 15 artikelen.

Le projet de loi compte 15 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 15 worden artikel per artikel aangenomen, alsook de tabellen in bijlage.

Les articles 1 à 15 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen om het toedienen van het griepvaccin door apothekers mogelijk te maken (168/1-5)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 9 oktober 2023 tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen voor wat betreft het verduurzamen van de griepvaccinatie door de officina-apothekers van publiek opengestelde apotheken (231/1-2)

15 Proposition de loi modifiant la loi relative à l’exercice des professions des soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015, afin de permettre aux pharmaciens d’administrer le vaccin contre la grippe (168/1-5)

- Proposition de loi modifiant la loi du 9 octobre 2023 modifiant la loi du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé en ce qui concerne la pérennisation de la vaccination contre la grippe par les pharmaciens exerçant au sein d'officines ouvertes au public (231/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 168: Nawal Farih, Els Van Hoof, Nathalie Muylle, Leentje Grillaert, Koen Van den Heuvel, Franky Demon, Steven Matheï

- 231: Jan Bertels.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

15.01  Jan Bertels, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag kort verslag uitbrengen van de constructieve bespreking die we gevoerd hebben in de commissie over de gekoppelde wetsvoorstellen.

 

De bespreking in de commissie, collega's, was inderdaad constructief. Er werden verschillende vragen gesteld en verschillende argumenten aangeleverd, onder andere over de verhoging van de vaccinatiegraad, de samenwerking tussen huisartsen en apothekers, het drempelverlagend karakter van toediening van vaccins bij apothekers, zeker voor bepaalde bevolkingsgroepen, alsook over de positieve ervaringen die gerapporteerd werden door de apothekers en het FAGG met betrekking tot eventuele incidenties.

 

Met al die argumenten en besprekingen in het achterhoofd, besliste de commissie unaniem tot een verlenging van de tijdelijke bevoegdheid die er was tot 31 december 2024. De bevoegdheid voor apothekers in openbare officina's om griepvaccins te kunnen toedienen wordt dus verlengd.

 

Er was enkel enige discussie over een amendement rond het tijdelijke karakter van de verlenging. Er waren immers ook voorstellen om apothekers permanent toe te laten griepvaccins toe te dienen, maar na een vruchtbare discussie besliste de commissie toch, ondanks dat meningsverschil omtrent permanent en tijdelijk, unaniem te kiezen voor een geamendeerd voorstel dat de bevoegdheid voor de apothekers tijdelijk verlengt.

 

15.02  Dominiek Sneppe (VB): Collega, bedankt voor het verslag.

 

Ik zal ook zeer kort zijn, collega's. We steunen dit voorstel. Uit de studie van de APB bleek immers dat vaccinaties door apothekers de vaccinatiegraad voor griep verhoogde. De vaccinatie werd dus laagdrempeliger. Vooral voor mensen die geen huisdokter hebben is dat een goede zaak.

 

De toevoeging van het amendement zorgde inderdaad voor wat discussie. In het oorspronkelijke voorstel was het de bedoeling om dit te vereeuwigen. Apothekers zouden dus voor altijd mogen vaccineren. Collega Bacquelaine diende echter een amendement in en wilde dit nog even evalueren. We zullen het dus nog een jaar tijdelijk toestaan en er eind volgend jaar op terugkomen om het daarna grondig te evalueren en de tijdelijkheid tot eeuwigheid om te vormen.

 

Het belangrijkste element uit dit wetsvoorstel is dus dat het in 2025 opnieuw mogelijk zal zijn om de griepprik in de apotheek te laten zetten. Ik kan mijn argumentatie dus stoppen, want dit is het belangrijkste: onze patiënten moeten gemakkelijk het griepvaccin kunnen laten toedienen om beschermd te zijn.

 

15.03  Daniel Bacquelaine (MR): Chers collègues, les propositions visaient à l'origine à pérenniser cette délégation de compétence des médecins vers les pharmaciens pour la vaccination contre la grippe. En déposant un amendement, j'ai souhaité que nous prolongions d'un an, soit jusqu'au 31 décembre 2025, l'acceptation de cette délégation de compétence de telle sorte que nous puissions à nouveau procéder à une évaluation un peu plus complète et sérieuse que celle qui a eu cours précédemment. L'évaluation précédente était faite par un organisme qui n'est pas officiel –  c'est une corporation estimable mais de type privé. Je pense qu'il faut une évaluation menée par exemple par un organisme tel Sciensano pour avoir une évaluation véritablement scientifique de la plus-value apportée par cette délégation de compétence.

 

Je constate malgré tout que l'évaluation faite par l'APB ne montre pas d'augmentation du taux de vaccination. Ce taux de vaccination continue à descendre. Donc, le fait d'avoir autorisé la vaccination en pharmacie n'a pas du tout contribué à augmenter le taux de vaccination. C'est la vérité toute nette, et je peux vous garantir que s'il y avait eu une augmentation, l'APB se serait réjouie de la démontrer. Or cela n'a pas été possible, hormis en Région bruxelloise, où le manque de généralistes est tel que de nombreux Bruxellois n'ont pas de médecin généraliste. La possibilité de se faire vacciner en pharmacie a occasionné une augmentation du taux de vaccination à Bruxelles et je m'en réjouis.

 

Il ne s'agit absolument pas de remettre en cause l'intérêt ni la compétence des pharmaciens mais bien de considérer qu'il s'agit d'un précédent éventuel par rapport à une délégation de compétence. J'ai entendu M. Bertels évoquer le terme de coopération entre pharmaciens et médecins. Cette collaboration est extrêmement résiduaire, il y a très peu de choses. De fait, cette décision de délégation de compétence n'a jamais été étayée par une véritable coopération organisée entre pharmaciens et médecins. Il n'y a eu aucune concertation ni coopération entre pharmaciens et médecins là-dessus, c'est une décision top-down émanant du ministre et du Parlement.

 

Je demande que l'on profite de cette nouvelle année d'expérimentation pour établir une véritable collaboration et coopération entre les pharmaciens et les médecins. Je pense que ce serait utile sur le plan général, que ce soit au niveau des organismes des Régions flamande, wallonne et bruxelloise, mais aussi sur le terrain, car je constate que  la coopération et la collaboration ne sont pas suffisantes entre les pharmaciens et les médecins. 

 

Un autre aspect qui pouvait justifier mon hésitation est que la visite pour une vaccination chez le médecin traitant représente une occasion de faire de la prévention. Quand on soustrait le patient à son médecin traitant, parce que c'est plus simple pour le patient de se faire vacciner en pharmacie, celui-ci perd l'occasion d'un contact avec son médecin, qui pourrait permettre de prendre sa tension, de recevoir un conseil en matière de prise de sang, etc.

 

Cette visite de prévention me semble intéressante et il faudrait peut-être même l'instituer de manière plus formelle. Une fois par an, et cela pourrait être à l'occasion de la vaccination, avec un code de nomenclature particulier, chaque patient pourrait bénéficier d'une véritable visite de prévention chez son médecin généraliste. Ce rendez-vous ne serait pas pris à cause d'une pathologie mais serait dévolu à de la prévention et aux conseils utiles en matière de santé publique.

 

Voilà les remarques que je voulais faire au sujet de cette proposition, qui est devenue un projet. Nous voterons bien entendu en sa faveur car nous sommes conscients de la nécessité de poser des actes utiles pour un meilleur taux de vaccination dans l'ensemble du pays, mais nous le faisons pour une année supplémentaire devant permettre une réelle évaluation scientifique de cette mesure.

 

15.04  Caroline Désir (PS): Monsieur le président, chers collègues, pour le groupe PS, la vaccination en pharmacie contre la grippe saisonnière constitue un levier supplémentaire pour accroitre la couverture vaccinale, notamment au sein de certains groupes de population vulnérables.

 

Les pharmaciens sont des acteurs de proximité qui œuvrent depuis des années à la sensibilisation de la population et notamment à la vaccination. De nombreux citoyens se rendent régulièrement, facilement et en confiance chez eux. Nous savons d'ailleurs combien il est parfois difficile d'avoir un rendez-vous chez son généraliste, d'autant plus pendant la saison hivernale, et que beaucoup de gens n'ont tout simplement pas de médecin traitant.

 

Je voudrais insister sur le fait qu'en pérennisant cette vaccination en pharmacie, il n'est, pour nous, aucunement question d'éloigner les citoyens de la médecine de première ligne. Le pharmacien, qui a évidemment suivi une formation pour pouvoir vacciner, réorientera le patient en lui conseillant de consulter un médecin s'il se trouve face à une personne issue d'une catégorie à risque, ou tout simplement s'il juge que c'est utile.

 

Chers collègues, cette vaccination par les pharmaciens a été rendue possible pour la saison grippale 2023-2024. Les conclusions de l'évaluation menée par l'Agence fédérale des médicaments et des produits de santé (AFMPS) en février 2024 a montré les effets bénéfiques de la mesure sur le taux de vaccination et a aussi montré l'absence d'effets indésirables liés à cette mesure. Nous avions donc, à notre sens, tous les éléments en main pour donner un cadre légal pérenne à la mesure sans plus la conditionner dans le temps.

 

Malheureusement, l'amendement approuvé par une majorité en commission, a restreint quelque peu la portée du texte en limitant à nouveau la mesure au 1er janvier 2026. C'est pour nous une occasion manquée puisqu'il faudra donc à nouveau en discuter, réévaluer la mesure, etc.

 

En attendant, nous soutiendrons évidemment la proposition, comme nous l'avons d'ailleurs fait en commission.

 

15.05  Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, wij hebben dit voorstel gesteund in de commissie en zullen dat hier ook doen. Het is belangrijk, want jaarlijks worden ongeveer 500.000 patiënten besmet met het griepvirus. Daarvan ontwikkelt 1 op 1.000 complicaties en moet in het ziekenhuis worden opgenomen.

 

Een goede vaccinatie is dus belangrijk opdat er minder zieken, minder opnames en minder sterfte zouden zijn en om een collectieve immuniteit op te bouwen bij de bevolking, zodat al die kwetsbare groepen verder beschermd kunnen worden. Het is belangrijk dat we op alle mogelijke manieren proberen de drempels voor vaccinatie te verlagen.

 

Ik heb de cijfers even bekeken. In Vlaanderen is de vaccinatiegraad van de kwetsbare groepen, waaronder de 65-plussers, gestegen. Dat is mede dankzij het feit dat de apothekers nu ook vaccins mogen toedienen. Er is een groot tekort aan huisartsen en het is belangrijk voor de volksgezondheid dat verschillende beroepsgroepen kunnen meehelpen om de vaccinatiegraad op te krikken.

 

Wij zijn dan ook voor een verankering van die mogelijkheid op langere termijn. Nu gaat het om een tijdelijke verlenging, wat voor onduidelijkheid zal zorgen bij de patiënten. Dit jaar kunnen de patiënten bij de apotheek terecht, maar ze weten niet of dat de volgende jaren ook zo zal zijn. In dat kader is het belangrijk dat er echt structureel aan samenwerking wordt gewerkt, ook op lange termijn, want nu voelt het alsof verschillende beroepsgroepen tegen elkaar worden opgezet. De huisartsen voelen zich ondergewaardeerd, want zij zijn nog goed om het voorschrift te verstrekken, maar moeten door het nieuwe RIZIV-contract inleveren op de teleconsultaties.

 

Het kan niet dat wij de verschillende beroepsgroepen tegen elkaar opzetten. We moeten een visie op de eerste lijn ontwikkelen waarin de structurele samenwerking verankerd is. Wij zijn voor gezondheidsdistricten, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie ook voorstelt. We willen per 100.000 burgers een gezondheidsdistrict creëren waarin al die beroepsgroepen goed kunnen overleggen en samenwerken en waar er vertrouwen is. Zodoende kunnen we zorgen voor een goed toegankelijke eerste lijn, waar griepvaccins door die verschillende actoren kunnen worden toegediend.

 

15.06  Carmen Ramlot (Les Engagés): Monsieur le président, chers collègues, nous, Les Engagés, soutenons l’objectif d’augmentation du taux de vaccination, qui va dans le sens de l’amélioration de la santé publique en général. Nous prônons également le partenariat entre les médecins et les pharmaciens. Il n’est aucunement ici besoin d’alimenter l’opposition entre ces deux professions. Au contraire, nous prônons une efficacité de partenariat dans l’intérêt de tous.

 

Il y a deux choses auxquelles nous devons être attentifs dans cette proposition de loi. Il nous semble essentiel que les médecins aient accès à la vaccination de leurs patients, qu’ils aient accès à l’information, mais également que le pharmacien, comme d’autres collègues l’ont dit, fasse attention pour les cas qui sont problématiques et les renvoie immédiatement chez le médecin.

 

En tant que pharmacien titulaire, gestionnaire et propriétaire d’une pharmacie ouverte au public, je peux vous dire que le partenariat entre médecins et pharmaciens fonctionne très bien, et qu’il n’y a aucun problème, aucune difficulté. D’ailleurs, à ce titre, je pense que nous soulageons les médecins. En outre, nous nous réjouissons de pouvoir augmenter le taux de vaccination dans la population. Et la population en est très heureuse.

 

Je pense aussi, à titre personnel, que nous touchons un public qui ne serait pas forcément allé chez le médecin, soit parce qu’il n’a pas envie de faire la démarche de prendre rendez-vous chez le médecin, soit parce qu’il n’a pas de médecin. C’est de plus en plus fréquent. Je rencontre plusieurs patients par jour qui n’ont toujours pas de médecin généraliste. Nous reviendrons sur la problématique de la pénurie de médecins plus tard.

 

Nous, les Engagés, soutiendrons cette proposition, même si nous aurions voulu aller au-delà et qu’elle soit pérenne. Nous espérons que cela sera le cas plus tard. Certes, la possibilité existe de prolonger d’un an. Cette proposition est un pas dans le bon sens et nous la soutiendrons.

 

15.07  Jan Bertels (Vooruit): Collega's, ik dank u voor de brede steun voor het voorliggende wetsvoorstel, zoals ook in het verslag werd gezegd.

 

Voor de Vooruitfractie is het belangrijk dat er een oplossing komt voor de maanden januari en februari 2025. Dat is het meest essentiële wat wij nog moeten doen, want ook in die maanden zullen er nog vaccinaties moeten gebeuren voor het lopende griepseizoen. Het is belangrijk dat wij dat regelen en ik hoop dat wij dat Kamerbreed kunnen doen, zodat dit opgelost is.

 

Het grotere, fundamentele debat omtrent de rol van de apotheker als zorgbeoefenaar – dat hebben wij ook in de commissie gezegd – zullen wij moeten aangaan om te bekijken welke functies, taken en delegaties – zoals de heer Bacquelaine het heeft genoemd – kunnen worden aangepast. Voor de Vooruitfractie zullen er aanpassingen moeten gebeuren. De apotheker kan een grotere rol spelen als zorgbeoefenaar in de eerste lijn, in samenwerking met de artsen. Niemand heeft er immers baat bij om beroepsgroepen tegen elkaar op te zetten. Dat was ook helemaal niet de bedoeling van de commissie.

 

Ik repliceer nog even op wat sommige collega's hebben gezegd. Er is natuurlijk wel medico-farmaceutisch overleg geweest. Dat is er geweest bij de oorspronkelijke wetgeving, die nu wordt verlengd. Er is ook een heel sterke samenwerking op het terrein. Ze is niet overal in het land dezelfde, maar die samenwerking is er wel. Apothekers en huisartsen in de eerste lijn werken goed samen.

 

Mevrouw Ramlot van Les Engagés zei al dat er voor de registratie van de vaccins die door apothekers worden toegediend een platform is ontwikkeld door de apothekers. Dat werkt goed. Ik ben blij dat sinds deze week de gegevens die in dat platform worden ingevoerd nu ook bruikbaar zijn in alle databanken van alle deelgebieden, want daar was er nog een probleempje. De deelgebieden hebben dat echter opgelost. Ook in Wallonië kan dat nu vrij vlot worden geconsulteerd door de huisarts. De informatie is dus beschikbaar, zodat zij kunnen samenwerken.

 

Voor ons is het belangrijk dat het geregeld wordt. Wij zullen de evaluatie maken. Er is al een evaluatie gebeurd door het FAGG, zoals de collega's zeiden, maar wij kunnen gerust nog een evaluatie doen en wij zijn ervan overtuigd dat die opnieuw positief zal zijn, want er zijn bijna 300.000 patiënten gevaccineerd door een apotheker tijdens het voorbije griepseizoen. Wij hopen dat dat in de toekomst zo kan blijven, want wij moeten werken aan de vaccinatiegraad. Dat is belangrijk voor de volksgezondheid en wij moeten dus een aantal argumenten ontwikkelen om de vaccinatiemoeheid – die  er is, zeker bij sommige bevolkingsgroepen – tegen te gaan en ervoor te zorgen dat onze volksgezondheid preventief wordt beschermd.

 

15.08  Nawal Farih (cd&v): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vier jaar geleden ben ik voor het eerst met dit wetsvoorstel naar het Parlement gekomen. Ik voelde toen al sterk aan dat er een opbod tussen verschillende beroepsgroepen zat aan te komen, terwijl dat geen plaats heeft in dit debat. We zijn er ons allemaal van bewust dat we de door Europa voorgeschreven vaccinatiegraad niet halen. Bij oudere doelgroepen leidt 1 op 1.000 griepinfecties tot een ziekenhuisopname. Die opname kost onze samenleving veel meer en komt de patiënt ook niet ten goede, laat staan zijn of haar familie.

 

Er liggen twee redenen aan de basis van mijn wetsvoorstel, namelijk de dalende vaccinatiegraad voor griep en de voorbeelden uit het buitenland. In Ierland en Portugal investeert men in de apothekers, waardoor de vaccinatiegraad stijgt. De vaccinatiecampagnes werken daar dus wel degelijk.

 

Intussen hebben wij ervaring opgedaan tijdens de coronapandemie en hebben wij vastgesteld dat het inzetten van apothekers succesvol was. Uit een evaluatie van het griepseizoen 2022-2023 bleek dan ook dat veel meer apothekers geneigd waren zich in te zetten voor de vaccinatiecampagnes. Maar liefst 70 % van de Belgische apothekers heeft ook effectief vaccinaties toegediend bij hun patiënten. In het totaal werden er meer dan 300.000 griepvaccins toegediend in de Belgische apotheken. Voor de eerste keer dat de apothekers werden ingezet kan dit wel tellen. We hebben vastgesteld dat de vaccinatiegraad van de in die vaccinatiecampagne bereikte doelgroepen wel degelijk is gestegen door het inzetten van de apothekers.

 

Mijnheer Bacquelaine, we zijn zeer goede vrienden, maar vandaag zijn we het oneens. De cijfers tonen aan dat een zeer grote groep voorheen niet werd gevaccineerd, maar dat die nu wel het vaccin krijgt via de apothekers. Dat komt omdat deze mensen veel dichterbij en zonder afspraak meteen bij een apotheker terechtkunnen om zich te laten vaccineren. Een derde van de mensen die zich in de voorbije vijf jaar niet lieten vaccineren heeft dit wel gedaan door het inschakelen van de apothekers. We mogen fier zijn op deze stijging die de volksgezondheid ten goede komt.

 

Ik weet dat u naar een evaluatie en extra wetenschappelijke rapporten wilt vragen, maar de Hoge Gezondheidsraad vraagt al sinds 2017 naar wetgeving die in nabijheid kan voorzien en apothekers kan inschakelen. We hebben tijdens de coronacrisis gezien dat de nabijheid en de rol van onze apothekers zeer belangrijk en succesvol zijn geweest.

 

U weet allemaal dat het de bedoeling was om dat structureel te verankeren in mijn wetsvoorstel, maar omdat we de apothekers noch de patiënten in onzekerheid wilden brengen, ben ik ermee akkoord gegaan om het te verlengen met een jaar. U kunt er echt van op aan dat de cd&v binnenkort terugkomt met een voorstel om het structureel te verankeren voor de patiënten en voor de volksgezondheid.

 

15.09  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Ik ben blij met de tussenkomst van mevrouw Farih, want eigenlijk zijn we het ten gronde eens. Dit is een goede maatregel, die nodig is en huisartsen ontlast. Het is een maatregel die de drempel verlaagt, want mensen kunnen snel naar hun apotheek, waarmee ze vaak een vertrouwensband hebben en waar de problematiek van de wachtlijsten zich gelukkig minder stelt. We zien ook dat de vaccinaties tussen 2023 en 2024 goed zijn verlopen, dus ik ben er gerust op dat de evaluatie zal aangeven om dit verder te zetten en te verankeren. Daarom voeren we dat grotere debat over hoe de samenwerking in de eerste lijn tussen huisartsen en apothekers er moet uitzien. Het is een belangrijk debat en daarvoor kunnen we beter onze tijd nemen.

 

In de commissie is er gesproken over een aantal proefprojecten. De heer Bertels heeft ook aangegeven dat wij het debat ten gronde nu niet moeten voeren, maar dat dit op zich wel eens gevoerd mag worden. Tussen die nulde lijn en de vertrouwensrelatie in de eerste lijn is er toch ook een rol voor de apotheker weggelegd. Vaak weet de apotheker welke huisarts wie kent enzovoort. De apotheker heeft ook vaak zicht op de mensen die bij hem over de vloer komen, zelfs op mensen die geen huisarts hebben. Ook die kan hij dan goed adviseren.

 

Wegens al die aspecten vinden wij het belangrijk dat er een permanente oplossing komt, die aangepast is aan de noden in de gezondheidszorg die er vandaag bestaan in de eerste lijn. Het is goed dat wij dit nu geregeld hebben voor 2025 en dat wij elkaar in consensus gevonden hebben, maar wij geloven dat het nog beter kan. Wij vinden dat de goede ervaring van de praktijk en de laagdrempeligheid de richting aangeven waarin wij verder moeten werken.

 

Er is effectief vaccinatiemoeheid ontstaan in de voorbije jaren. Mensen hadden ook niet altijd de fijnste gevoelens bij de lichte dwang tot vaccinatie tegen corona. Er is dus nood aan nieuwe sensibilisering. Wij moeten opnieuw zichtbaar maken dat vaccinatie van belang is voor de mensen zelf, zeker voor de mensen met een kwetsbare gezondheid. Nadenken over hoe wij vaccinatie zo gemakkelijk mogelijk kunnen maken, voor hen en voor de zorgverleners, waaronder de huisartsen, is een opdracht voor dit halfrond.

 

Vandaag zullen wij dit wetsvoorstel steunen, zoals wij het ook gesteund hebben in de commissie. Het is een belangrijke verduidelijking. Wij kunnen nu even verder, maar laten wij niet te lang wachten met de verankering.

 

15.10  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, sur un plan sociétal et de santé publique, on ne peut évidemment que souscrire aux objectifs de cette proposition. D'une part, elle va permettre de renforcer le taux de vaccination au regard de la complémentarité entre le pharmacien d'officine et le médecin généraliste et d'autre part, elle va favoriser l'accessibilité des vaccins et donc des soins en raison d'une relation de confiance parfois même plus étroite, dans certains cas, entre le patient et le pharmacien. La mesure est indéniablement positive et est marquée du sceau de l'intérêt général.

 

Je n'ai qu'une seule réserve qui concerne les temps opératoires. Je comprends qu'il était impératif de régler cette question d'ici la fin de l'année afin d'assurer la sécurité juridique de l'administration du vaccin par les pharmaciens au 1er janvier 2025. Je regrette néanmoins qu'on n'ait pas profité de l'opportunité pour pérenniser dans la loi et de manière définitive la vaccination par les pharmaciens, comme le prévoyait la proposition dans sa version originelle, au lieu d'une prolongation d'un an sous couvert d'évaluation par voie d'un amendement.

 

J'ai écouté l'argumentaire notamment du collègue Baquelaine. Je ne suis pas convaincu. Je ne crois pas qu'un contact accru avec un pharmacien pourrait risquer d'éloigner les patients des médecins généralistes, médecins vers lesquels les pharmaciens eux-mêmes peuvent les renvoyer. Je crois très sincèrement que, passé ce délai d'un an, il sera judicieux d'inscrire définitivement dans la loi le principe d'administration par le pharmacien du vaccin contre la grippe. Dans l'intervalle, je soutiendrai ce texte.

 

De voorzitter: Rond dat voorstel voel ik aan dat er een behoorlijke consensus heerst en iets zegt mij dat we het thema hier ooit nog zullen voorgeschoteld krijgen.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (168/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (168/5)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 9 oktober 2023 tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen met het oog op het verlengen van de bevoegdheid van apothekers om het griepvaccin toe te dienen".

L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi du 9 octobre 2023 modifiant la loi relative à l’exercice des professions des soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015, en vue de prolonger l’habilitation accordée aux pharmaciens d’administrer le vaccin contre la grippe".

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

16 Wetsontwerp tot goedkeuring van de zestiende algemene herziening van de quota van de leden van het Internationaal Monetair Fonds, naar aanleiding van de Resolutie 79-1 van 15 december 2023 van de Raad van Gouverneurs van het Internationaal Monetair Fonds (266/1-3)

16 Projet de loi portant approbation de la seizième révision générale des quotes-parts des membres du Fonds monétaire international, suivant la Résolution 79-1 du 15 décembre 2023 du Conseil des Gouverneurs du Fonds monétaire international (266/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Vanbesien, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

16.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in december 2023 heeft het IMF een akkoord bereikt over de zestiende quotaherziening. Dat akkoord houdt in dat de permanente middelen van het IMF, de zogenaamde quota, zullen worden verhoogd, terwijl de tijdelijke middelen, de leenovereenkomsten, zullen worden afgebouwd. De totale leencapaciteit van het IMF blijft daardoor uiteindelijk gelijk. Lidstaten moeten voor 15 november 2024 toestemming geven. Als voldoende landen toestemming hebben gegeven op 15 november, dan worden de aanpassingen dit jaar, in 2024 dus, nog van kracht.

 

Ondertussen heeft van 21 tot 26 oktober de IMF-jaarvergadering in Washington plaatsgevonden. Mijnheer de minister, u was daar ook in hoogsteigen persoon aanwezig. Wij vragen ons af of u daar meer duidelijkheid hebt gekregen over de vraag of voldoende landen zullen instemmen. Is de verwachting dat voldoende landen akkoord gaan met die zestiende quotaherziening van het IMF voor 15 november 2024? Als voldoende landen instemmen met de aanpassingen, kunnen ze dit jaar nog van kracht gaan.

 

De verdeling van het relatief quota-aandeel en het stemgewicht onder IMF-lidstaten blijft in de zestiende quotaherziening gelijk. Wel is toegezegd om mogelijkheden voor een verschuiving van quota naar ondervertegenwoordigde landen voor midden 2025 te onderzoeken. Vooral China en een aantal andere opkomende economieën, waaronder India, zijn momenteel onder­vertegenwoordigd bij het IMF op basis van die quotaformule. De verwachting is in elk geval dat China, en in mindere mate India, erop vooruit zullen gaan, wat het geopolitieke evenwicht in het IMF zal doen overhellen, met alle uitdagingen van dien voor bijvoorbeeld de financiering aan Oekraïne.

 

Werd dit punt verder besproken op die IMF-jaarvergadering in oktober? Welk standpunt hebt u daar vertegenwoordigd?

 

Hoe staat België tegenover een quotaherziening richting die ondervertegenwoordigde landen? Welke landen zullen hiervan mogelijk profiteren?

 

Wat betekent dit voor de positie en invloed van dit land binnen het IMF?

 

Mijn derde punt betreft de opties voor die zeventiende quotaherziening. Deze worden voor medio 2025 onderzocht. Hoe zal het Parlement daarover op de hoogte worden gehouden? Kunt u even verduidelijken hoe u dat ziet? Hoe wenst u de commissie voor Financiën daarvan op de hoogte te houden?

 

Ten slotte, Donald Trump – die ik bij dezen uitdrukkelijk wens te feliciteren – heeft gisteren een ongeziene politieke overwinning behaald, een historische comeback die de Verenigde Staten in een gouden eeuw zal loodsen. De houding van Donald Trump ten opzichte van het IMF was tijdens zijn eerste presidentschap, het vijfenveertigste, gemengd. Hij was terecht kritisch voor multilaterale instellingen en vond dat deze te weinig deden om de nationale economische belangen te beschermen, vooral tegenover concurrenten als China. Tegelijkertijd erkende hij de strategische rol van het IMF in de mondiale economie en steunde hij IMF-leningen aan landen die hij als bondgenoten zag, zoals Argentinië. Hoewel hij tijdens zijn presidentschap nooit drastische stappen zette om de Amerikaanse rol binnen het IMF te verminderen, bleef hij kritisch met betrekking tot het functioneren van het fonds en drong hij aan op hervormingen die meer in lijn waren met zijn nationaal beleid.

 

Mijnheer de minister, welke impact ziet u op het IMF door de herverkiezing van Donald Trump en de duidelijke koerswijziging die gisteren heeft plaatsgevonden in de VS?

 

16.02  Kemal Bilmez (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, ce projet de loi nous demande d'augmenter la participation de la Belgique au sein du Fonds monétaire international (FMI). Le texte affirme que le FMI a pour objectif "de promouvoir la coopération monétaire internationale, de stimuler l'expansion et l'accroissement harmonieux du commerce international et de contribuer ainsi à l'établissement et au maintien de niveaux élevés d'emploi et de niveau réel". Il s'agit là d'une définition très flatteuse, mais qui dissimule la véritable nature de cette institution. En effet, c'est le FMI et la Banque mondiale qui ont inventé les politiques économiques d'ajustement structurel. De quoi s'agit-il? Il s'agit de privatiser les entreprises publiques, de libéraliser sauvagement la finance et d'appliquer des coupes budgétaires dans les services publics tels que les soins de santé, alors qu'ils sont déjà fragilisés par des années d'austérité. Ces réformes ont causé d'énormes ravages là où elles ont été appliquées. Et, malheureusement, elles sont aussi au fondement du fonctionnement de l'Union européenne.

 

Pour toutes ces raisons, le PTB votera contre ce projet de loi.

 

16.03  Jean-Luc Crucke (Les Engagés): Monsieur le président, je n'interviendrai pas très longuement dans ce dossier, puisque je l'ai déjà fait très longuement en commission, mais étant donné le vote qui a eu lieu hier aux États-Unis, il convient de rappeler certaines priorités.

 

Bien évidemment, nous soutiendrons ce projet de loi. On ignore parfois que la Belgique a joué au sein du FMI un rôle plus qu'important, puisque son premier directeur général était belge: Camille Gutt. Puis, nous avons rempli des fonctions d'administrateur qui ont toujours été parfaitement honorées.

 

Ce texte ne pose pas seulement une question de principe, car il contient aussi un enjeu crucial quant à ce que nous voulons faire et aux moyens que nous souhaitons accorder au Fonds monétaire international. C'est en ce sens que l'augmentation des quotes-parts est plus que sensible et justifiée.

 

Dans "Fonds monétaire international", il y a "monétaire", mais il y a aussi "international". Le premier terme renvoie à l'ensemble des crises auxquelles nous devons pouvoir faire face. Elles furent nombreuses et systématiquement d'une importance si cruciale qu'elles ont fait mal aux institutions et aux pays. 

 

Pensons à ce qui s'est passé en Ukraine, et avant cela, à la crise financière et au covid. Systématiquement, ce sont des interventions qui, sur le plan international, nécessitent de la coordination. Renforcer l'indépendance et la résilience du Fonds monétaire international dans son rôle monétaire et son rôle international est important.

 

S'agissant de son rôle international, je fais allusion à ce qui vient de se passer aux États-Unis où manifestement, selon les dires du président nouvellement élu, on favoriserait dorénavant davantage le bilatéralisme si pas l'unilatéralisme. C'est contraire à toute la pensée du multilatéralisme portée par le Fonds monétaire international. Chez Les Engagés, nous sommes clairement attachés à ce multilatéralisme. Je pense d'ailleurs qu'une des seules manières de pouvoir y arriver est d'avoir une institution qui ne rentre jamais en conflit mais en dialogue et qui, par ce dialogue, peut intervenir aux moments les plus importuns et opportuns. C'est celle qui favorise l'émergence de solutions à travers des constructions et le dialogue.

 

Pour nous, il est hors de question de tirer à boulets rouges sur ces institutions internationales. Nous souhaitons, chez Les Engagés, montrer par un vote positif que c'est pour nous la voie à suivre, tant en matière diplomatique, que financière et internationale.

 

16.04 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, we hebben hierover al een lange bespreking gehad in de commissie.

 

Mijnheer Vermeersch, u hebt een aantal specifieke vragen gesteld. Zullen voldoende landen instemmen? Op de vergaderingen van het IMF kreeg ik alleszins niet de indruk dat daaraan getwijfeld werd, maar we zullen dat maar echt weten tegen 15 november. We zijn daarover in contact met onze collega's in Washington en het lijkt mij niet meer dan logisch dat wij in elk geval onze taak zullen volbrengen.

 

Wat de zeventiende quotaherziening betreft, de Verenigde Staten hebben de heel duidelijke boodschap gegeven dat niet kan worden gestart met de bespreking van de zeventiende herziening zolang de zestiende niet is goedgekeurd. U weet dat in dezen de Verenigde Staten sowieso een vetorecht hebben, aangezien zij als enige meer dan 15 % van de aandelen hebben en er 85 % moet voor zijn om een goedkeuring te krijgen. We zullen die besprekingen dus pas kunnen aanvatten na de goedkeuring van de zestiende quotaherziening, met inachtneming van de context die u daarnet schetste. Opkomende landen, zoals China en India, willen hun aandeel zien vergroten. In deze discussie moeten wij ons als land, maar ook als Europese Unie op een constructieve en pragmatische manier opstellen, maar daarbij ook aandacht hebben voor de armste landen in het IMF opdat hun aandeel en hun belang voldoende sterk blijven.

 

Wij houden het Parlement op de best mogelijke manier op de hoogte van al die zaken. Ik heb al verschillende schriftelijke en mondelinge vragen daarover ontvangen en ik zal die in de toekomst natuurlijk blijven beantwoorden.

 

Wat betreft de bezorgdheid over de herverkiezing van Trump, ik kan alleen maar naar het verleden kijken. De veertiende quotaherziening die al sinds 2010 hangende was, werd onder het eerste presidentschap van Trump effectief goedgekeurd in 2016. Dat toont duidelijk aan dat het ook mogelijk is om onder het presidentschap van Trump die goedkeuring van het Amerikaanse Congres te krijgen.

 

In tweede instantie wil ik als antwoord op de vraag nogmaals terugkoppelen naar de uiteenzetting van de heer Crucke die het belang van het IMF als multilaterale organisatie heel sterk heeft benadrukt. Het belang van het IMF voor de wereld kunnen wij niet onderschatten. Het zorgt voor dialoog en ook voor begrip voor elkaars standpunten.

 

Wij kunnen alleen maar hopen dat alle landen, ook de Verenigde Staten, het belang van het IMF de komende periode blijven onderschrijven. In dat geval kunnen de zestiende quotaherziening en hopelijk ook de volgende herziening alleen maar een bewijs zijn dat wij erin slagen de dialoog aan te houden.

 

Ik dank iedereen voor de vragen. Ik ben er echter ook van overtuigd dat het Parlement hetgeen voorligt zeker en vast binnen dat kader moet goedkeuren.

 

De voorzitter: Wil het Parlement gebruikmaken van het laatste woord?

 

16.05  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het degelijke antwoord.

 

Het Parlement hoopt inderdaad door u nader over de situatie te worden geïnformeerd.

 

Mijnheer de minister, u verwees ook naar de mondelinge en de schriftelijke vragen. Ik heb u een mondelinge vraag gesteld en een schriftelijke vraag ingediend. Ik had gehoopt dat u ze zou hebben beantwoord alvorens voorliggend wetsontwerp zou passeren. Ik had u in de commissie zelf ook een mondelinge vraag gesteld over de omvang van de IMF-garanties voor en na de quotaherziening en ze bovendien ook schriftelijk ingediend. Ik zie in het Nederlandse parlement bijvoorbeeld dat de vragen ter zake heel vlot door de minister van Financiën worden beantwoord tijdens de zittingen en tijdens de commissiezittingen zelf. Wij krijgen nog niet eens het antwoord voordat het stuk in het Parlement passeert. Ik kijk dus zeker uit naar uw antwoorden. Wij zullen niet nalaten u daarover nader te ondervragen.

 

Wat gisteren in de Verenigde Staten is gebeurd, betekent een significante wijziging in het beleid. U onderstreept correct dat onder het vorige voorzitterschap onder andere de veertiende quotaherziening werd goedgekeurd, en dat onder het vijfenveertigste VS-presidentschap, dus onder Donald Trump, IMF-leningen aan landen als Argentinië werden goedgekeurd. Het is dus zeker geen zwart-witverhaal. Er was altijd een genuanceerde houding in het Witte Huis, ook tijdens de vorige legislatuur van Donald Trump.

 

Niettemin zullen wij die zeventiende quotaherziening opvolgen in het Parlement via de daartoe geëigende kanalen. We weerhouden de minister er zeker ook niet van om hierover proactief te communiceren in het Parlement, als er wijzigingen in dat dossier komen.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (266/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (266/1)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel en de bijlage zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble et sur l'annexe aura lieu ultérieurement.

 

17 Wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken wat betreft het toezicht op de uitvoering van deze wetten (55/1-2)

17 Proposition de loi modifiant les lois du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative en ce qui concerne la surveillance de l'exécution de ces lois (55/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Barbara Pas, Francesca Van Belleghem, Frank Troosters, Werner Somers.

 

De commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken stelt voor dit wetsvoorstel te verwerpen. (55/2)

La commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives propose de rejeter cette proposition de loi. (55/2)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'Assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

17.01  Mireille Colson (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

17.02  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, het is niet de eerste keer dat ik hier met dit wetsvoorstel sta. Deze legislatuur werd het uiteraard geactualiseerd met de cijfers uit het recentste rapport van de vicegouverneur. Het is echter een voorstel dat we reeds verschillende legislaturen na elkaar hebben ingediend. Ik blijf volharden.

 

We zijn deze zitting ook begonnen met de woorden van Willem I: "Het is niet nodig te hopen om te ondernemen of te slagen om te volharden." Ik blijf dus volharden, want het is nodig. De situatie wordt namelijk steeds rampzaliger en dramatischer. Wanneer men de rapporten van de vicegouverneur erop naleest, ziet men dat de cijfers elk jaar slechter worden.

 

Het is dus een gekend probleem, maar ik verduidelijk even waarover het gaat. De vicegouverneur is belast met de controle op de naleving van de taalwetgeving. Hij moet er dus op toezien dat iedereen die in dienst treedt bij de Brusselse plaatselijke besturen eerst met succes een taalexamen bij Selor heeft afgelegd over zijn elementaire, voldoende kennis van de tweede taal. Aanstellingen die daarmee strijdig zijn moet de vicegouverneur schorsen. De door de vicegouverneur geschorste besluiten kunnen dan door de gemeente worden ingetrokken, maar als dat niet gebeurt, moeten die besluiten vernietigd worden door de voogdijoverheid over die plaatselijke besturen. In casu is dat Brussel. De rechtspraak van de Raad van State heeft trouwens al bevestigd dat die vernietigingsbevoegdheid niet facultatief maar verplichtend is. Brussel zou ze dus moeten vernietigen.

 

Die toezichthoudende overheid trekt zich daar echter al decennia geen fluit van aan. Zij treedt de taalwetgeving al decennia met voeten. Het resultaat is dat al die mensen ongestoord illegaal in dienst blijven.

 

Ik zal heel kort aan de hand van de recente cijfers illustreren hoe dramatisch slecht de situatie is. Ik geef de cijfers voor de Brusselse gemeenten in 2023. Het gaat om 3.758 dossiers van aanwervingen, waarvan er welgeteld 552 in orde zijn met de taalvoorschriften en waarbij de betrokkene dus over het vereiste taalattest beschikt. Dat betekent dat 85,3 % van al die dossiers niet in orde was met de taalvoorschriften.

 

Ik wil het voor u zelfs opsplitsen per statuut. Bij de statutairen is de situatie dat meer dan één benoeming op vier illegaal is. Bij de contractuelen zijn meer dan acht aanstellingen op tien illegaal. Voor de Brusselse OCMW's is de situatie zowaar nog erger. In 2023 kwamen 1.899 dossiers van aanstellingen door de OCMW's binnen bij de vicegouverneur. Daarvan waren er welgeteld 138 in overeenstemming met de taalwet. Dat betekent dat 92,7 % van alle dossiers dat dus niet was.

 

Collega's, men kan niet anders dan een absolute onwil vaststellen. Men moet vaststellen dat men daar geen inspanningen wil doen om tweetaligen aan te werven. Onbestaand toezicht door de voogdijoverheid werkt dat uiteraard enkel in de hand.

 

Nu, de vicegouverneur schorst die illegale benoemingen, maar geen enkele geschorste benoeming werd door de gemeente ingetrokken.

 

U kunt het percentage vernietigingen dat daar door de Brusselse voogdij-instantie verplicht op zou moeten volgen al raden, 0 %. Geen enkel benoemingsdossier werd vernietigd, nul, niets, nada. Dat is evenveel als in de voorgaande jaren. De taalwet wordt dus met andere woorden al jarenlang ongegeneerd geschonden.

 

De minister van Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de taalwetgeving. De taalwet is van openbare orde en dus moet de bevoegde minister daar toch wel iets aan doen. Dat kan heel eenvoudig: men kan die vernietigingsbevoegdheid weghalen bij de Brusselse overheid en in handen leggen van de vicegouverneur. Dat is exact wat dit wetsvoorstel vandaag beoogt.

 

Collega's, mocht u daaraan twijfelen, dit wetsvoorstel kreeg een positief advies van de Raad van State. Het kreeg een positief advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Het kreeg zelfs een positief advies van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Pieter De Crem.

 

U kunt het mij niet kwalijk nemen dat ik hier zelf met een wetgevend initiatief sta, want alle ministers van Binnenlandse Zaken hebben tot nu toe nagelaten om dit te doen. Het is niet zo dat ik hen daar niet aan heb herinnerd. Ik heb heel veel interpellaties gehouden en vragen gesteld, maar ik kan niet anders dan vaststellen dat ze hierin zo passief gebleven zijn als een konijn voor een lichtbak, als koeien die naar een trein staren. Het woord actief komt dan wel van actie, maar het woord passief komt in dit geval duidelijk niet van het woord passie, want veel passie voor hun vak tonen die passieve ministers van Binnenlandse Zaken niet als die taalwetgeving wordt geschonden.

 

Elk jaar opnieuw – minister Verlinden kan daarvan getuigen – als dat nieuwe rapport van de vicegouverneur uitkomt, dien ik een interpellatie in aan de minister van Binnenlandse Zaken met de vraag om daar iets aan te doen; al zolang ik in dit Huis zit. Van Dewael, over De Padt, Turtelboom, Milquet, Wathelet, Jambon, De Crem tot minister Verlinden, allemaal weigerden ze stuk voor stuk om initiatief te nemen. Elk jaar opnieuw stemde het halfrond mijn motie van aanbeveling daaromtrent weg, terwijl elk jaar opnieuw de situatie nog verslechtert.

 

Collega’s van de N-VA, uw stemgedrag straks zal veel duidelijk maken, allicht wordt het een voorbode voor het communautaire beleid van de volgende regering. Toen u deel uitmaakte van de federale regering, stemde u net als de rest die moties van aanbeveling en die wetsvoorstellen hier in het Parlement weg. Straffe Jan heeft het tijdens al die jaren dat hij voor de materie bevoegd was, vertikt om de situatie te verhelpen. De toepassing van bestaande wetgeving viel blijkbaar ook onder uw communautaire stilstand.

 

Sinds 2 oktober hebt u in de Vlaamse regering een minister van Brusselse Aangelegenheden. Die minister, Cieltje Van Achter, heeft naar aanleiding van haar eedaflegging stoer verkondigd dat ze van Nederlands in de hoofdstad een speerpunt wenst te maken. Op 2 oktober heeft ze de eed afgelegd en dezelfde dag slaagde haar partij erin om onderhavig wetsvoorstel in de commissie weg te stemmen. Collega’s, woorden en daden liggen hier mijlenver uit elkaar. Op dat vlak is er sinds voormalig minister Jambon nog niets veranderd.

 

De rapporteur heeft daarnet naar het schriftelijk verslag verwezen, maar had zij verslag uitgebracht over de werkzaamheden in commissie, zou u weten dat er in de commissie maar één iemand over het wetsvoorstel het woord heeft gevoerd; ik was de enige. Zelfs voor de N-VA was het geen woord waard. Niemand van de N-VA vond het nog maar de moeite om een flauwe uitvlucht te formuleren voor de niet-goedkeuring. Helemaal niets. Stilzwijgen. Ik zou overigens urenlang over het voortdurende stilzwijgen van de N-VA kunnen spreken, maar dat laat het tijdsbestek vandaag niet toe. Daar komt nog wel gelegenheid toe.

 

De toepassing van taalwetgeving zonder enige uiteenzetting laf wegstemmen, zou ik niet kunnen. Maar ik ben dan ook een Vlaams-nationalist met enige fierheid. De leden van N-VA kunnen dat wel, omdat de meesterstrateeg uit Antwerpen dat zo heeft beslist. Proficiat, de toon is gezet. De N-VA'ers zijn blijkbaar Vlaams-nationalisten in hart en nieren, zodat ze er in hun hoofd geen last van hebben.

 

Voormalig minister, Open Vld'er en oud-Volksunielid Bart Somers zei enkele jaren geleden in een interview: "Ik ben genezen van de Vlaams-nationalistische ziekte." Ik kan de N-VA'ers dan ook gelukwensen met hun wonderbaarlijke genezing. De medicijnenkuur van postjes en pluche slaat goed aan.

 

Collega's van de N-VA, uw stilzwijgen toont ook aan hoeveel waarde u hecht aan een inhoudelijk parlementair debat. U zat erbij en keek ernaar. Dat is particratie ten top. Dat wordt blijkbaar ook uw rol, als de volgende regering nog gereanimeerd wordt. De nieuwelingen kunnen alvast wennen. De anciens die hier reeds ten tijde van de Zweedse regering zaten, zijn al getraind en kunnen dat zonder enig probleem: elke keer opnieuw al het communautaire wegstemmen, stilzwijgen en braaf doen wat de grote leider zegt.

 

Ik ben dus erg benieuwd naar uw stemgedrag. Over enkele ogenblikken zullen we weten of u nog principes over hebt dan wel of u, nog voor er een regering op de been is gebracht, de particratie in het halfrond zal laten heersen. We zullen weten of u ten minste een poging zult doen om uw communautaire ongeloofwaardigheid te herstellen. Ik vrees – en duizenden Vlamingen met mij – dat ik het antwoord op die vraag al ken.

 

De voorzitter: Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.

 

18 Benoemingscommissies voor het notariaat – Hernieuwing van de helft van de mandaten – Oproep tot kandidaten

18 Commissions de nomination pour le notariat – Renouvellement de la moitié des mandats – Appel à candidats

 

Overeenkomstig artikel 38, § 7, eerste lid, van de wet van 25 Ventôse jaar XI op het notarisambt worden de leden van de Benoemingscommissies voor het notariaat benoemd voor een termijn van vier jaar, waarbij om de twee jaar de mandaten van de helft van de leden worden vernieuwd.

Conformément à l’article 38, § 7, 1er alinéa, de la loi du 25 ventôse an XI contenant organisation du notariat, les membres des Commissions de nomination pour le notariat sont nommés pour un terme de quatre ans, les mandats de la moitié des membres étant renouvelés tous les deux ans.

 

De mandaten van de helft van de leden verstrijken op 30 juni 2025.

Les mandats de la moitié des membres expirent le 30 juin 2025.

 

De Kamer dient zowel voor de Nederlandstalige als de Franstalige Benoemingscommissie de volgende mandaten te hernieuwen:

La Chambre doit,  tant pour la Commission de nomination francophone que pour la Commission de nomination néerlandophone, renouveler les mandats suivants:

 

Werkend lid :

- twee mandaten van hoogleraar/docent (1N + 1F)

- twee mandaten van lid niet-notaris (1N+1F)

Membre effectif:

- deux mandats de professeur/chargé de cours (1N et 1F)

- deux mandats de membre non-notaire (1N + 1F)

 

Plaatsvervangend lid:

- twee mandaten van magistraat (1N + 1F)

- twee mandaten van lid niet-notaris (1N+1F)

Membre suppléant:

- deux mandats de magistrat (1N et 1F)

- deux mandats de membre non-notaire (1N et 1F)

 

Ten minste één lid van de Franstalige Benoemingscommissie of een plaatsvervanger, moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits.

Au moins un membre de la Commission de nomination de langue française ou un suppléant doit amener la preuve de la connaissance de l’allemand.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 november 2024 stel ik u voor een oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de hernieuwing van de  mandaten van de helft van de leden van de Benoemingscommissies voor het notariaat.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 6 novembre 2024, je vous propose de publier au Moniteur belge un appel à candidats pour le renouvellement des mandats de la moitié des membres des Commissions de nomination pour le notariat.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

19 Inoverwegingnemingen

19 Prises en considération

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Demande d'urgence

Urgentieverzoeken

 

19.01  Annik Van den Bosch (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, collega's, de PVDA dringt aan op de urgente behandeling van het wetsvoorstel voor de afschaffing van de btw op essentiële basisproducten, nr. 412/1.

 

De prijzen van levensmiddelen zijn de afgelopen jaren fors gestegen en de winkelkar is onbetaalbaar geworden. Veel mensen houden op het einde van hun loon nog een heel stuk maand over. Door de btw op basisproducten af te schaffen, kunnen we de prijs van een winkelkar voor een gemiddeld gezin aanzienlijk verlagen. Dit is een directe en effectieve manier om de koopkracht van onze burgers te versterken en hen te helpen in moeilijke tijden. Ons voorstel ligt nu op tafel en wij vragen de urgentie om het zo snel mogelijk behandeld te krijgen.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

De PVDA-PTB-fractie vraagt eveneens de urgentie voor wetsvoorstel nr. 418/1.

 

19.02  Natalie Eggermont (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, wij hebben een wetsvoorstel ingediend met betrekking tot de ereloonsupplementen. Wij hebben daarover ook al gesproken in de commissie.

 

Die ereloonsupplementen stijgen elk jaar. Ondertussen zitten wij aan een uitgave van bijna 700 miljoen en dat zit in stijgende lijn. Sommige patiënten moesten tot 30.000 euro aan ereloon­supplementen betalen. Dat is echt gigantisch. Wij weten dat in de gezondheidszorg in België de uitgaven van de patiënten uit eigen zak hoog zijn in vergelijking met die in de buurlanden. Dat brengt de toegankelijkheid van de zorg in het gedrang.

 

Minister Vandenbroucke zei hier daarnet dat hij echt werk wil maken van een versnelde herziening van de financiering, werk wil maken van een goede basisfinanciering van de ziekenhuizen, van een deftige verloning voor de artsen, die niet gericht is op prestatiegeneeskunde. Wel, wij moeten snel kijken naar een afschaffing van die ereloon­supplementen. Dat is een heel inefficiënt systeem. De maatregelen genomen door de regering in de vorige legislatuur hebben niet gewerkt, want de ereloonsupplementen blijven maar stijgen.

 

Wij hebben nu echt een geneeskunde met twee snelheden, waar mensen die het zich kunnen permitteren een hospitalisatieverzekering hebben of kunnen bijbetalen en op die manier voorrang krijgen om scans te kunnen ondergaan in het weekend of buiten de kantooruren. De mensen die dat niet hebben, moeten wachten. Dat is een rijk land als België onwaardig. Laten we dat met urgentie op orde stellen.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

Monsieur Aouasti, vous demandez l'urgence pour la proposition de loi n° 460/1 visant à instituer une commission d'enquête parlementaire chargée d'enquêter sur la gestion par la direction d'Audi des marques d'intérêt de reprise du site d'Audi à Forest.

 

19.03  Khalil Aouasti (PS): Monsieur le président, chers collègues, cette demande d'urgence concerne une proposition visant à instituer une commission d'enquête parlementaire sur la gestion par la direction d'Audi des marques d'intérêt de reprise du site d'Audi à Forest.

 

Comme vous le savez, en février 2024, une task force a été instituée à la suite des annonces d'une potentielle fermeture d'Audi Forest. Le 9 juillet 2024, enfin, on a notifié cette intention de licenciement. Puis, le 30 octobre, en conseil d'entreprise, Audi a indiqué à ses travailleurs qu'elle allait fermer définitivement le 28 février 2025. Depuis, plusieurs demandes d'audition de la direction d'Audi ont été formulées par les collègues, notamment les présidents des commissions de l'Économie et des Affaires sociales, sans qu'elles soient jamais honorées par la direction d'Audi.

 

S'agissant de la question des offres de reprise d'un site qui est fondamental pour Bruxelles, mais également pour la Flandre et la Wallonie, donc pour la Belgique, il n'y a jamais eu la moindre transparence. Aujourd'hui encore, la direction d'Audi en conseil d'entreprise ne donne pas les documents qui devraient permettre de discuter de ces offres et de ces marques d'intérêt. C'est pourquoi je considère qu'il y a lieu de pouvoir contraindre la direction d'Audi à s'expliquer et à faire la transparence sur ses intentions véritables, notamment quant à la reprise de ce site, le seul outil possible étant cette commission d'enquête.

 

Vu les indignations multiples et partagées de mes collègues et étant donné qu'Audi n'a pas désiré venir répondre au Parlement ni nous fournir de la documentation, j'ose espérer que l'urgence sera approuvée, parce qu'il y a urgence. Je vous remercie de votre attention.

 

Le président: C'était impressionnant!

 

19.04  Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, je veux tout de même faire part de ma surprise par rapport à la demande formulée aujourd'hui par les collègues socialistes.

 

En effet, depuis le 17 juillet 2024, nous travaillons en commission des Affaires sociales conjointement avec la commission de l'Économie sur la question d'Audi. Vous vous souviendrez, chers collègues, que le 17 juillet 2024, nous avons organisé l'audition des syndicats. Nous avons été reçus par Audi tout de même le 18 septembre 2024. Vous n'avez pas assisté, chers collègues socialistes, à l'ensemble de la réunion et à l'ensemble des échanges. Vous avez préféré partir à la moitié de la réunion. Nous avons eu d'autres auditions le 2 octobre 2024, à nouveau avec les syndicats. La semaine prochaine, mercredi après-midi, nous avons encore des auditions consacrées à Audi.

 

Alors que nous nous sommes réunis à maintes reprises sur la question, vous ne parlez pas du tout de nos travaux en commission de l'Économie et des Affaires sociales. Le collègue D'Amico sera peut-être également surpris, même s'il est plus proche de vous que moi, par votre demande d'aujourd'hui.

 

Je suis extrêmement surpris. Je pensais que, par égard au travail des parlementaires de la commission de l'Économie et de la commission des Affaires sociales, vous auriez pu aborder ce point préalablement en commission. Au-delà de ce que vous demandez par rapport à Audi, vous auriez pu demander également à votre ministre de l'Économie et du Travail de venir s'expliquer sur le fait qu'il n'ait rencontré aucun résultat ces derniers mois, ou à votre secrétaire d'État pour la Relance qui semble ne pas avoir aidé beaucoup dans ce dossier.

 

De ce point de vue, politiquement, cela m'étonne qu'avec les ministres en place dans le cadre de la Vivaldi et des affaires courantes, vous, Parti Socialiste, qui êtes un peu aux manettes sur les questions de l'Économie et du Travail, demandiez une commission d'enquête sur le sujet. Je ne la soutiendrai pas.

 

Le président: Nous sommes ici dans une maison pleine de surprises. D'autres collègues demandent la parole ainsi que le ministre.

 

19.05  Axel Ronse (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vind het een beetje cynisch dat het uitgerekend de PS is die zo'n onderzoekscommissie vraagt, want op het enige moment waarop de collega's van de PS de kans hadden met de directie in overleg te gaan en haar vragen te stellen, zijn zij het samen met de communisten afgebold. Dat was toen wij bij Audi in Vorst op bezoek gingen.

 

Ik ben relatief nieuw in het halfrond, maar ik ken wel het gewicht van een onderzoekscommissie. Met alle sympathie, ik meen dat wij heel wat zaken te vragen en te verwijten hebben aan Audi, dat wordt Kamerbreed gedeeld, maar, collega's, daarvoor een onderzoekscommissie oprichten is oneer aandoen aan het begrip onderzoekscommissie en aan de taken die zij moet vervullen. Zullen wij voor elke sluiting van een bedrijf een onderzoekscommissie oprichten?

 

Misschien moeten wij nu de kans geven aan een fatsoenlijk sociaal plan en aan het vinden van een overnemer, in plaats van zand in de ogen van de vele getroffen werknemers te strooien door om een onderzoekscommissie te vragen. Alstublieft, collega's, een beetje respect, zowel voor de werknemers als voor de werking van het Parlement.

 

19.06  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijn microfoon werkt niet. Ik mag de microfoon van de heer Van Quickenborne gebruiken. Villa Politica is al weg. Mijn echtgenoot kijkt hopelijk niet.

 

De voorzitter: Dat is een ongezien tafereel.

 

19.07  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Vandaag gaat het er niet over of het instrument van een onderzoekscommissie wel of niet aan de orde is, het gaat over de vraag naar urgentie. Ik heb zelf ook een vraag in de commissie ingediend.

 

Er is in de pers gecommuniceerd dat de productie op de site op 28 februari zal stoppen. Wij hebben sinds 17 juli wel degelijk gewerkt. De collega's hebben daar absoluut gelijk in. Wij hebben echter vastgesteld dat er in al die maanden geen beweging kwam en dat er elke keer een mysterieus verhaal van de directie naar voren kwam over een potentiële overnemer, terwijl de directie bij het bezoek ter plaatse vooral vertelde, naast het verhaal dat het een schitterende site was, waarom het zeer moeilijk was om een overnemer te vinden.

 

Gelet op de enerzijds-anderzijdsbenadering vanuit de directie alsook de duidelijke deadline, begrijp ik de vraag naar urgentie hier wel. Er resten immers nog maar een paar maanden waarin er ofwel een overnemer wordt gevonden, en het Parlement enige druk kan uitoefenen op de directie gezien de ernst van de situatie, ofwel niet en dan is het echt boeken toe.

 

Afgezien van de discussie ten gronde over de vraag of een onderzoekscommissie in dezen het beste instrument is, is het wel de vaststelling van onze fractie dat er wel enige urgentie is. Als er nog een overnemer kan worden gevonden, dan resten er nog slechts een paar maanden.

 

Daarom zullen wij dit steunen, zonder daarmee te zeggen of dit het beste instrument is. Wij hebben niet veel tijd meer om te vinden welk instrument dan wel het beste is om die directie toch tot enige openheid en welwillendheid richting dit Parlement, de bevolking en zeker de werknemers van Audi te bewegen.

 

19.08  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, u bent altijd heel snel met het geven van al dan niet gepaste opmerkingen tijdens de zitting, maar ik zou u willen vragen dat men zich in deze discussie beperkt tot dat waar het urgentieverzoek voor dient, namelijk het urgent karakter van een aangelegenheid. Er wordt hier immers een hele discussie over de inhoud gevoerd.

 

Collega Ronse, met alle respect, u hebt aangegeven nieuw te zijn in dit Parlement, maar u hebt het alleen over de inhoud van dit voorstel, terwijl we ons vandaag enkel moeten uitspreken over het urgent karakter ervan.

 

Steun gerust de urgentie als u dit snel wilt wegstemmen in de commissie, maar het gaat hier om het urgent karakter. Niemand kan eromheen dat de hele zaak-Audi een urgent karakter heeft. Daarom stel ik voor het urgentieverzoek te steunen, zodat we een onzinnig voorstel zo snel mogelijk kunnen wegstemmen in de commissie.

 

De voorzitter: Mevrouw Pas, u hebt net als collega Almaci natuurlijk gelijk dat hier wel degelijk het urgentieverzoek voorligt. Wat betreft de redenen om dat al dat niet te steunen en de argumentatie ter zake, kan ik natuurlijk niet in het hoofd kijken van de collega's die daarover tussenkomen.

 

19.09  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, il est clair qu'Audi maintient une certaine opacité sur la manière dont la reprise du site serait organisée. Nous ne savons pas quels en seraient les critères, quelles sont les demandes d'Audi, quels sont les dossiers présentés, ni quels en sont les détails. Aucun parlementaire ne peut donner ces informations. Et cette opacité n'est pas acceptable, surtout que des milliers d'emplois sont en jeu.

 

Cette demande d'urgence est présentée aujourd'hui pour permettre aux politiques de sortir de cette opacité, de prendre la main et de trouver une solution afin de sauver ces emplois. C'est la raison pour laquelle, monsieur le président, chers collègues, mon groupe soutiendra cette demande d'urgence.

 

En commission, il est vrai que des auditions se sont tenues à ce sujet, parce que les députés se sont mobilisés pour ce faire. Les seuls qui ont refusé ces invitations sont les membres de la direction d'Audi. Une visite a bien eu lieu, pour laquelle Audi avait placé un cadre limitant les députés. En effet, quand nous avons posé des questions sur la reprise et ses conditions, nous n'avons pas reçu de réponse. Ils choisissent les questions auxquelles ils sont disposés à répondre. Et nous voulons des réponses beaucoup plus claires, parce qu'il y a des milliers d'emplois en jeu et qu'il est inacceptable que le monde politique reste dans l'incapacité totale de gérer ce dossier. Il faut prendre la main et c'est pour cela que l'urgence est requise, monsieur le président.

 

19.10  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, los van de grond van de zaak, namelijk of ter zake een onderzoekscommissie noodzakelijk is, is de bescherming van de werknemers bij Audi Brussels, die daar nu het sociaal plan ondergaan, alsook van de werknemers van de toeleveranciers, die nog altijd geen sociaal plan hebben, het meest urgent.

 

Wij hebben al verschillende keren vragen gesteld naar aanleiding van de bespreking van het dossier in commissie, die nog lopende is. Er is nog altijd een overnemer in zicht. Ik hoor geruchten over een bus- en vrachtwagenbouwer. Het is, zoals ik al honderden keren heb aangegeven, heel belangrijk dat alle regeringen samen – dit gebeurt nog steeds niet – aan hetzelfde zeel trekken, opdat de Audisite overgenomen wordt en bewaard blijft. Het gaat immers om een fabriek van de toekomst.

 

19.11  Ismaël Nuino (Les Engagés): Chers collègues, le groupe des Engagés est d'accord avec le fait qu'il y a une urgence manifeste autour du dossier Audi. Nous vous l'accordons, et nous le disons depuis des semaines. Nous l'avons aussi dit lorsque nous sommes allés à la rencontre de la direction.

 

Nous nous posons ici la question du véhicule législatif utilisé. Nous nous interrogeons sur cette volonté de mettre en place une commission d'enquête. Nous nous demandons si le seul objectif de cette commission d'enquête n'est pas de pouvoir convoquer la direction d'Audi. Nous pensons qu'aujourd'hui il est quelque peu prématuré de demander cette urgence. Des commissions sont prévues la semaine prochaine pour auditionner des personnes et nous devons pouvoir continuer. Aujourd'hui, l'urgence n'est pas d'auditionner la direction d'Audi. L'urgence est d'avoir un plan pour les employés et de développer une vraie politique industrielle. Cela aurait d'ailleurs aidé à anticiper ce qui arrive aujourd'hui.

 

Malheureusement, nous ne soutiendrons pas l'urgence parce qu'aujourd'hui, ce n'est pas la commission d'enquête qui permettra aux ouvriers d'Audi de retrouver leur travail, ni d'avoir un meilleur plan social, ni de trouver une solution pour tous les ouvriers qui sont dans la détresse. Nous avons ici affaire à une fausse solution.

 

De voorzitter: Collega Dermagne vraagt het woord. Ik heb voor collega Dermagne slecht en goed nieuws. Het slechte nieuws is dat het niet gebruikelijk is voor regeringsleden om het woord te nemen bij een urgentieverzoek. Het goede nieuws is dat u ook Kamerlid bent, collega Dermagne. Ik verleen het woord dus niet aan minister Dermagne, maar ik geef het woord graag aan Kamerlid Dermagne. Ik verzoek u om uw plaats op de banken in te nemen.

 

19.12  Pierre-Yves Dermagne (PS): Monsieur le président, chers collègues, vous conviendrez que nous touchons aux limites quelque peu schizophréniques de la situation d'un ministre en affaires courantes et par ailleurs membre de cette illustre Assemblée.

 

Cela étant, j'ai été interpellé en tant que ministre de l'Économie et du Travail par M. Ducarme, président de la commission des Affaires sociales depuis peu. Monsieur Ducarme, je pense que vous pouvez reconnaître devant nos collègues que j'ai systématiquement répondu aux demandes et invitations lancées par les membres des commissions des Affaires sociales et de l'Économie, en étroite collaboration avec mon excellent collègue Vincent Van Peteghem, ministre des Finances. Nous avons systématiquement accepté de répondre à l'ensemble des questions posées par les parlementaires relayant un ensemble d'interrogations, de craintes voire de sentiments de colère aussi.

 

Je pense que la question qui se pose ici est de savoir s'il y a ou non urgence par rapport à la situation d'Audi Bruxelles: oui, nous pouvons en convenir toutes et tous. Nous pouvons aussi convenir que, dans ce dossier, les seuls interlocuteurs qui n'ont pas montré le respect suffisant que ce soit par rapport aux travailleurs, au gouvernement ou au Parlement de ce pays sont les membres de la direction d'Audi. Et effectivement, en l'état, le seul moyen de contraindre la direction d'Audi à se présenter devant la représentation nationale est le véhicule de la commission d'enquête. Je rejoins M. Ronse dans son analyse selon laquelle la commission d'enquête est un véhicule qu'il convient d'utiliser avec parcimonie et pas systématiquement. Je l'entends bien.

 

Mais nous parlons ici d'un cas particulier. Audi, le site de VW Forest, est intimement lié à l'histoire industrielle et au monde du travail de ce pays.

 

Il a par ailleurs fait l'objet d'un montant colossal d'aides publiques directes ou indirectes.

 

Ces deux raisons-là justifient à elles seules l'utilisation exceptionnelle de ce véhicule qu'est la commission d'enquête parlementaire: premièrement, pour pouvoir convoquer la direction d'Audi et pouvoir la contraindre à se présenter et à répondre aux questions qui sont les nôtres; deuxièmement, pour nous permettre d'avoir accès à certains documents qui sont effectivement couverts par le secret des affaires.

 

Au cours d'une vie ministérielle antérieure, j'ai moi-même été amené à devoir gérer des documents et des informations couverts par le secret des affaires.

 

En Belgique, il existe une jurisprudence de la Cour constitutionnelle qui garantit le traitement de ce type d'informations par une assemblée parlementaire, par un gouvernement et par toute une série d'instances publiques. Appliquons-la et faisons en sorte que par le biais de cette commission d'enquête parlementaire, les représentants des travailleurs d'Audi Forest puissent disposer de l'ensemble des informations, dont l'accès leur est aujourd'hui refusé par la direction.

 

Il y a urgence et c'est le moindre des respects que l'on doit à ces travailleurs et travailleuses.

 

Le président: Je remercie le député Dermagne.

 

De vraag is verduidelijkt. We kunnen dus overgaan tot …

 

19.13  Denis Ducarme (MR): (…)

 

De voorzitter: Collega Ducarme, u hebt het woord niet.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Collega Aouasti had de urgentie gevraagd. Ik geef hem nu tot slot het woord en vervolgens gaan we over tot de stemming.

 

19.14  Khalil Aouasti (PS): Merci, monsieur le président, de me redonner la parole sur cette question de l'urgence, car c'est bien de cela dont il s'agit. Nous discuterons quoi qu'il arrive du fond du dossier en commission – que vous votiez ou non sur l'urgence aujourd'hui –, mais au-delà de cela, pourquoi l'urgence est-elle justifiée? Parce que le 30 octobre dernier, il y a eu une décision d'Audi; parce qu'aujourd'hui, nous sommes à la première plénière qui fait suite à celle-ci et enfin parce que la loi Renault – j'ose espérer que l'ensemble des collègues le savent – impose des délais stricts qui sont de 30 et de 60 jours pour licencier.

 

Cependant, je ne pense pas que la direction d'Audi répondra dans un délai de 30 jours suivant cette annonce du 30 octobre. Par conséquent, si nous voulons entendre la direction d'Audi dans ce délai – c'est-à-dire avant le 30 novembre prochain – et permettre que les documents qui doivent rendre possible cette concertation sociale puisse faire l'objet d'un débat démocratique, nous n'avons pas d'autre canal ou véhicule que celui-ci.

 

Je m'inquièterais d'ailleurs pour les collègues qui ne veulent pas l'entendre parce que par trois fois, nous avons essayé la gentillesse et auparavant, le premier ministre a demandé dans le cadre d'une task force qu'il y ait des discussions permanentes avec Audi. Si, aujourd'hui, Audi se permet de snober le premier ministre à plusieurs reprises, de snober le Parlement au moins par trois fois, la question est de se demander si l'autorité de l'État est encore bien présente ici, quelle autorité a notre gouvernement et quelle autorité a notre Parlement. Il faut restaurer cette autorité et nous disposons de 30 jours depuis et à partir du 30 octobre dernier pour cela et pour éclaircir toutes les zones d'ombre. Or, dans l'agenda parlementaire, 30 jours est un très court délai et, sauf si vous connaissez une autre méthode que l'urgence, personnellement je ne la connais pas.

 

Le président: Nous allons compter!

 

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

20 Urgentieverzoek van de regering

20 Demande d'urgence émanant du gouvernement

 

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie door bepaalde vennootschappen en groepen en de assurance van duurzaamheidsinformatie, nr. 416/1.

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi relatif à la publication, par certaines sociétés et groupes, d'informations en matière de durabilité et à l'assurance de l'information en matière de durabilité, n° 416/1.

 

20.01  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le président, je vais faire plaisir à M. Ducarme. Je ne voudrais pas non plus qu'on invoque un incident ou un accident de menuiserie, comme ce fut le cas par rapport à la place du parquet dans les cours et tribunaux. Je prends donc place sur les bancs du gouvernement.

 

20.02  Denis Ducarme (MR): (…)

 

20.03  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Je marche souvent droit, monsieur Ducarme!

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, mag ik u vragen uw urgentieverzoek toe te lichten?

 

20.04  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, permettez-moi de motiver l'urgence qui est sollicitée par le gouvernement.

 

Vu les débats qui ont eu lieu hier en commission de l'Économie, je sollicite une demande d'urgence soutenue par une majorité de cette Assemblée concernant un projet de loi qui vise à transposer une directive européenne significative et importante. Pour cette directive, il est absolument nécessaire de voter ce projet de loi pour qu'il puisse entrer en vigueur au 1er janvier 2025, de manière à assurer la sécurité juridique pour les entreprises concernées et singulièrement pour les réviseurs d'entreprises qui seront amenés à certifier des informations.

 

Nous avons eu, je le répète, un excellent débat en commission. Je remercie l'ensemble des parlementaires qui ont notamment fait en sorte que le texte proposé par le gouvernement soit amendé afin de l'améliorer pour le rendre plus lisible, plus compréhensible. Malheureusement, nous ne sommes pas parvenus à convaincre M. Van Lommel hier. J'espère que cette demande d'urgence sera tout de même soutenue. Je le répète, hier, nous avons vraiment eu des débats de qualité avec une grande partie des parlementaires présents en commission. Je tiens à nouveau à les en remercier.

 

De voorzitter: De heer Ducarme heeft blijkbaar een bepaald gebruik opgestart. De heer Van Lommel heeft het woord gevraagd.

 

20.05  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, het is op zijn zachtst gezegd nogal vreemd dat hier de urgentie wordt gevraagd voor een ontwerp dat gisteren voor het eerst besproken is, en dat toen aangenomen is in eerste lezing.

 

Ik mag toch zeggen dat het in werking getreden is op 1 januari 2023. Ondertussen zijn wij 22 maanden verder. Het is niet de schuld van het Parlement, dat België is aangemaand, samen met 16 andere Europese lidstaten, dit tegen 1 januari 2025 in orde te brengen.

 

Daarbij mag ook gezegd worden dat ik meen dat er geen urgentie is, omdat de Duitse regering gevraagd heeft opnieuw te onderhandelen over die richtlijn. Ik vraag mij dus echt af waarom de regering vandaag de urgentie vraagt voor dit ontwerp.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

21 Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur en van de algemene rekeningen van de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer en van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het jaar 2023 (216/3)

21 Projet de loi visant à approuver le compte général de l'Administration générale et des comptes généraux des organismes administratifs publics à gestion ministérielle et des services administratifs à comptabilité autonome pour l'année 2023 (216/3)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

32

Non

Onthoudingen

23

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (216/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (216/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

22 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 9 oktober 2023 tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorg­beroepen met het oog op het verlengen van de bevoegdheid van apothekers om het griepvaccin toe te dienen (nieuw opschrift) (168/5)

22 Proposition de loi modifiant la loi du 9 octobre 2023 modifiant la loi relative à l'exercice des professions des soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015, en vue de prolonger l'habilitation accordée aux pharmaciens d'administrer le vaccin contre la grippe (nouvel intitulé) (168/5)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

135

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (168/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (168/6)

 

23 Wetsontwerp tot goedkeuring van de zestiende algemene herziening van de quota van de leden van het Internationaal Monetair Fonds, naar aanleiding van de Resolutie 79-1 van 15 december 2023 van de Raad van Gouverneurs van het Internationaal Monetair Fonds (266/1)

23 Projet de loi portant approbation de la seizième révision générale des quotes-parts des membres du Fonds monétaire international, suivant la Résolution 79-1 du 15 décembre 2023 du Conseil des Gouverneurs du Fonds monétaire international (266/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

103

Oui

Nee

14

Non

Onthoudingen

18

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (266/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (266/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

24 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van het wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken wat betreft het toezicht op de uitvoering van deze wetten (55/1-2)

24 Proposition de rejet faite par la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives de la proposition de loi modifiant les lois du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative en ce qui concerne la surveillance de l'exécution de ces lois (55/1-2)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

93

Oui

Nee

41

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 55/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 55/1 est donc rejetée.

 

Collega's, vooraleer we het halfrond verlaten, wil ik opmerken dat het vandaag het eerste optreden was van mevrouw de griffier. (Applaus)

 

Uit het applaus mag ik opmaken dat zij dat tot ieders tevredenheid heeft gedaan.

 

25 Goedkeuring van de agenda

25 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

 

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

 

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 14 november 2024 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 14 novembre 2024 à 14 h 15.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.14 uur.

La séance est levée à 18 h 14.

 

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 56 PLEN 011 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 56 PLEN 011 annexe.

 


DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

Vote nominatif - Naamstemming: 1

 

Oui

80

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Beels Jinnih, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bihet Mathieu, Bouchez Georges-Louis, Chahid Ridouane, Clarinval David, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Crucke Jean-Luc, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demon Franky, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Farih Nawal, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matheï Steven, Matz Vanessa, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Reuter Florence, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tourneur Aurore, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Vandenbroucke Joris, Van den Heuvel Koen, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Verlinden Annelies, Weydts Axel, Yzermans Alain

 

 

Non

32

Nee

 

Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Bury Katleen, Daems Greet, Depoortere Ortwin, De Witte Kim, Dillen Marijke, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Keuten Dieter, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Ribaudo Julien, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Tonniau Robin, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van den Bosch Annik, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter, Yigit Ayse

 

 

Abstentions

23

Onthoudingen

 

Buysrogge Peter, Colson Mireille, Cuylaerts Dorien, Dedecker Jean-Marie, Demesmaeker Eva, De Roover Peter, De Vreese Maaike, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Metsu Koen, Peeters Lotte, Raskin Wouter, Ronse Axel, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Vandeput Steven, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 2

 

 

Oui

135

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Beels Jinnih, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bihet Mathieu, Bilmez Kemal, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Clarinval David, Coenegrachts Steven, Colson Mireille, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Crucke Jean-Luc, Cuylaerts Dorien, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wever Bart, De Wit Sophie, De Witte Kim, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Eggermont Natalie, Farih Nawal, Francken Theo, Frank Luc, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hedebouw Raoul, Huybrechts Britt, Jacquet Farah, Jadoul Pierre, Keuten Dieter, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Moons Kurt, Mutyebele Ngoi, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Pas Barbara, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Sneppe Dominiek, Soete Jeroen, Somers Werner, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vandenbroucke Joris, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoecke Alexander, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Rooy Sam, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Verlinden Annelies, Vermeersch Wouter, Weydts Axel, Wollants Bert, Yigit Ayse, Yzermans Alain

 

 

Non

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 3

 

 

Oui

103

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Beels Jinnih, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bihet Mathieu, Bouchez Georges-Louis, Buysrogge Peter, Chahid Ridouane, Clarinval David, Coenegrachts Steven, Colson Mireille, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Crucke Jean-Luc, Cuylaerts Dorien, Daerden Frédéric, Deborsu Charlotte, Dedecker Jean-Marie, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demesmaeker Eva, Demon Franky, Dermagne Pierre-Yves, De Roover Peter, Désir Caroline, De Smet François, De Vreese Maaike, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Farih Nawal, Francken Theo, Frank Luc, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matheï Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Peeters Lotte, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Raskin Wouter, Reuter Florence, Ronse Axel, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tourneur Aurore, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Vandemaele Matti, Vandenbroucke Joris, Van den Heuvel Koen, Vandeput Steven, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Van Vaerenbergh Kristien, Verkeyn Charlotte, Verlinden Annelies, Weydts Axel, Wollants Bert, Yzermans Alain

 

 

Non

14

Nee

 

Bilmez Kemal, Boukili Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Witte Kim, Eggermont Natalie, Hedebouw Raoul, Jacquet Farah, Merckx Sofie, Mertens Peter, Ribaudo Julien, Tonniau Robin, Van den Bosch Annik, Yigit Ayse

 

 

Abstentions

18

Onthoudingen

 

Depoortere Ortwin, Dillen Marijke, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Moons Kurt, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Vermeersch Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 4

 

 

Oui

93

Ja

 

Aerts Staf, Almaci Meyrem, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Beels Jinnih, Bertels Jan, Bertrand Alexia, Bihet Mathieu, Bilmez Kemal, Bouchez Georges-Louis, Boukili Nabil, Chahid Ridouane, Clarinval David, Coenegrachts Steven, Cornillie Hervé, Courard Philippe, Crucke Jean-Luc, Daems Greet, Daerden Frédéric, D'Amico Roberto, Deborsu Charlotte, Delcourt Catherine, De Maegd Michel, Demon Franky, Dermagne Pierre-Yves, Désir Caroline, De Smet François, De Witte Kim, Dubois Xavier, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Eggermont Natalie, Frank Luc, Gabriëls Katja, Gatelier Jean-François, Gielis Tine, Goffin Philippe, Grillaert Leentje, Handichi Youssef, Hansez Isabelle, Hedebouw Raoul, Jacquet Farah, Jadoul Pierre, Kompany Pierre, Lacroix Christophe, Lamarti Fatima, Lambrecht Annick, Lasseaux Stéphane, Legasse Dimitri, Mahdi Sammy, Maouane Rajae, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Meuleman Brent, Michel Mathieu, Mutyebele Ngoi, Muylle Nathalie, Nuino Ismaël, Oru Funda, Piedboeuf Benoît, Pirson Anne, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ramlot Carmen, Reuter Florence, Ribaudo Julien, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Seuntjens Oskar, Soete Jeroen, Taton Julie, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tonniau Robin, Tourneur Aurore, Vanbesien Dieter, Vandemaele Matti, Van den Bosch Annik, Vandenbroucke Joris, Van den Heuvel Koen, Vander Elst Kjell, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Tigchelt Paul, Verlinden Annelies, Weydts Axel, Yigit Ayse, Yzermans Alain

 

 

Non

41

Nee

 

Buysrogge Peter, Colson Mireille, Cuylaerts Dorien, Dedecker Jean-Marie, Demesmaeker Eva, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Vreese Maaike, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Huybrechts Britt, Keuten Dieter, Metsu Koen, Moons Kurt, Pas Barbara, Peeters Lotte, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Ronse Axel, Safai Darya, Sneppe Dominiek, Somers Werner, Troosters Frank, Van Belleghem Francesca, Van Bossuyt Anneleen, Vandeput Steven, Van Hoecke Alexander, Van Lommel Reccino, Van Rooy Sam, Van Vaerenbergh Kristien, Verbelen Kristien, Vereeck Lode, Verkeyn Charlotte, Vermeersch Wouter, Wollants Bert

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen