Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 8 février 2024

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 8 februari 2024

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 23 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.23 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Alexander De Croo, David Clarinval.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 7 février 2024, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2024 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

02 Renvoi d’amendements en commission

02 Verzending van amendementen naar een commissie

 

J'ai reçu des amendements à la proposition de loi (Mme Catherine Fonck, M. Jean-Marc Delizée, Mmes Nathalie Muylle, Cécile Cornet et Anja Vanrobaeys et MM. Christophe Bombled et Björn Anseeuw) modifiant les lois du 16 mars 1971 sur le travail et du 10 mai 2007 tendant à lutter contre la discrimination entre les femmes et les hommes instituant une protection pour les travailleuses et les travailleurs qui s'absentent du travail pour le diagnostic et le traitement de l'infertilité, nos 798/1 à 8.

Ik heb amendementen ontvangen op het wetsvoorstel (mevrouw Catherine Fonck, de heer Jean-Marc Delizée, de dames Nathalie Muylle, Cécile Cornet en Anja Vanrobaeys en de heren Christophe Bombled en Björn Anseeuw) tot wijziging van de arbeidswet van 16 maart 1971 en van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen en tot instelling van een bescherming voor de werkneemsters en de werknemers die met het oog op het diagnosticeren en het behandelen van onvruchtbaarheid van het werk afwezig zijn, nrs. 798/1 tot 8.

 

Je vous propose de renvoyer les amendements en commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions (art. 93, n° 1, du Règlement).

Ik stel u voor de amendementen te verzenden naar de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

03 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het cassatieberoep tegen het klimaatarrest" (55004164P)

03 Question de Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le pourvoi en cassation concernant l'arrêt dans l'Affaire Climat" (55004164P)

 

03.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de eerste minister, vorige week zei u naar aanleiding van de boerenprotesten dat u blij bent dat de strengere Europese regels worden uitgesteld. U pleitte zelfs voor nog verder uitstel. U pleitte ook voor een Industrial Deal die onze ondernemingen moet helpen om de klimaatdoelstellingen te halen.

 

Dat is terecht, absoluut terecht. Ik heb echter één vraag voor u, mijnheer de eerste minister. U herinnert zich vast het klimaatarrest van het Brusselse hof van beroep, dat zegt dat België verder moet gaan dan wat Europa ons oplegt. Geen 47 % reductie, maar 55 % reductie van de uitstoot.

 

Mijnheer de eerste minister, dat is compleet onhaalbaar zonder onze Vlaamse industrie onderuit te halen, zonder onze landbouw hard te raken. Dat zeg ik niet, dat zegt het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap en dat zegt ook het onderzoeksinstituut EnergyVille. Die hebben berekend wat dat voor ons land zou betekenen en welke maatregelen er genomen zouden moeten worden.

 

Welnu, ArcelorMittal in Gent en BASF in Antwerpen, ons grootste staalbedrijf en ons grootste chemiebedrijf, zouden emissievrij moeten zijn tegen 2030. Dat is onmogelijk, mijnheer de eerste minister. Zij zouden de deuren dus gewoon moeten sluiten. Wij weten dat ArcelorMittal in Gent het moeilijk heeft. Wij hebben dat vandaag gelezen in de krant. U kunt daar iets aan doen, mijnheer de eerste minister.

 

Voor de landbouw zou dit arrest betekenen dat het rundvee en de varkensstapel met 30 % moeten verminderen. Voor de akkerbouw zou het betekenen dat de bemestingsnormen nog strenger moeten worden. U kunt daar echter iets aan doen door cassatieberoep aan te tekenen tegen het klimaatarrest.

 

Ik heb dus één vraag voor u: zal de federale regering, net als de Vlaamse regering, cassatieberoep aantekenen tegen het klimaatarrest of gaat u onze welvaart en de toekomst van onze landbouw en industrie op het spel zetten?

 

03.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Van Bossuyt, ik zal eerst de procedure aanhalen en vervolgens de inhoud.

 

De juridische analyse van het arrest van het hof van beroep van Brussel wordt gemaakt door minister Khattabi. Op basis van die analyse zullen wij besluiten op welke manier we procedureel verder zullen gaan. Ik ga ervan uit dat we daarover tegen het einde van de maand in overleg kunnen gaan met de Vlaamse regering en met de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

 

Ik kom nu tot de inhoud. Het arrest kijkt naar de gasemissies van 2020, daar baseren zij zich op. Het is intussen 2024. Ik heb eerder de neiging om vooruit te kijken en niet zozeer achteruit te kijken. Ik heb ook niet de neiging om te vinden dat de regeringen elkaar moeten bestrijden voor de rechtbank. We moeten beleid voeren. We moeten er alles aan doen om samen beleid te voeren, niet om als er beslissingen als deze zijn elkaar met de vinger te wijzen en te kijken wat iemand anders moet doen.

 

We moeten eerder kijken wat we zelf kunnen doen om een maximaal ondersteunend beleid te voeren, om ervoor te zorgen dat klimaat en industrie niet aan elkaar tegengesteld moeten zijn. Er is ook geen enkele reden waarom dat het geval zou zijn. Daarom legt ons huidige Europese voorzitterschap heel sterk de nadruk op het industriële beleid, dat natuurlijk moet voldoen aan de doelstellingen die wij bepaald hebben, namelijk de Green Deal. In mijn ogen moeten we niets afdoen aan die Green Deal. De Green Deal heeft heel duidelijk bepaald welke inspanningen elk land moet leveren. Dat zal voor alle landen een zeer grote inspanning zijn. Naast die Green Deal moeten we ook bepalen hoe we dat zullen doen, welke ondersteuningsmechanismen we ervoor hebben en wat we kunnen doen om ervoor te zorgen dat de industrie in Europa kan blijven. Als de industrie weggaat uit Europa is dat slecht voor het klimaat. Dan zal het produceren immers op een andere plaats gebeuren, waar de normen minder streng zijn. Een sterke industrie is perfect met een sterk klimaat te verenigen. Dat is het beleid van deze regering.

 

03.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de eerste minister, u werpt zich in de media graag op als de grote redder. In dit dossier kunt u concreet iets doen. U zegt dat wij beleid moeten voeren en niet elkaar met de vinger wijzen. Het probleem is dat een rechter hier heeft beslist welk beleid wij zullen moeten voeren. Wij moeten naar 55 % gaan, meer dan wat Europa ons oplegt. U kunt daar iets aan doen, om te vermijden dat onze landbouw en industrie daar het slachtoffer van worden.

 

Mijnheer de eerste minister, daarom heb ik een wake-upcall voor u. Kom los van uw angst om uw groene coalitiepartners te schofferen. Teken cassatieberoep aan tegen het klimaatarrest. U hebt wederom heel veel mooie woorden uitgesproken en straks zullen er zeker nog volgen met betrekking tot ArcelorMittal in Gent. Laat die mooie woorden geen loze praatjes zijn maar zet ze om in concrete maatregelen (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Joris Vandenbroucke aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De toekomst van de ArcelorMittalfabriek in Gent" (55004148P)

- Steven De Vuyst aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het industriële beleid in België in het licht van de ontwikkelingen bij Audi en ArcelorMittal" (55004159P)

04 Questions jointes de

- Joris Vandenbroucke à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'avenir de l'usine ArcelorMittal à Gand" (55004148P)

- Steven De Vuyst à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La stratégie industrielle belge à la lumière des évolutions chez Audi et ArcelorMittal" (55004159P)

 

04.01  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, u weet hoe belangrijk het is voor onze economie om de industrie in ons land te verankeren. Daarom bent u twee jaar geleden, samen met de Vlaamse regering en ArcelorMittal, het engagement aangegaan om meer dan 1 miljard euro te investeren in duurzame staalproductie in Gent, waar 4.000 mensen werken in een van de efficiëntste staalfabrieken ter wereld. Daar wordt staal gemaakt dat wij nodig hebben voor onze woningbouw en voor de vergroening van onze economie. Zonder staal kan men bijvoorbeeld geen windmolens bouwen op zee.

 

Nu vernemen wij dat de Franse regering heel veel geld op tafel legt om een gelijkaardige investering mogelijk te maken bij ArcelorMittal, maar dan in Duinkerke. Op zich hoeft het geen probleem te zijn dat er op verschillende manieren op verschillende plaatsen wordt geïnvesteerd, maar het wordt natuurlijk wel een probleem indien de investering in Duinkerke ten koste zou gaan van de investering in Gent, indien wij zouden terechtkomen in een race tussen Europese landen die elkaar overtroeven in het subsidiëren van multinationals. Daarvoor zijn onze zakken niet diep genoeg en dat brengt de Europese economie uiteindelijk ook niets bij.

 

Paniek is een slechte raadgever, maar een verwittigd man is er twee waard, mijnheer de eerste minister. Daarom heb ik twee vragen voor u.

 

Bent u bereid om opnieuw samen te zitten met de Vlaamse regering en ArcelorMittal om te bekijken hoe van het project in Gent een succes kan worden gemaakt?

 

Zult u, als voorzitter van de Europese Unie, een signaal geven aan Europa dat er werk moet worden gemaakt van een sterk Europees industrieel beleid, waarin geen plaats is voor belastingverspilling of voor het elkaar aftroeven in het subsidiëren van bedrijven en multinationals?

 

04.02  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, in 2021 beloofde ArcelorMittal via een intentieverklaring aan de overheid dat het bedrijf gevoelig meer zou investeren in de vergroening van de staalproductie. Als een van de grootste bedrijven in de regio en van ons land verschaft de site in Gent zowel rechtstreeks als onrechtstreeks werk aan 10.000 werknemers in de omgeving van Gent, en dus ook in mijn gemeente Zelzate. Het bedrijf staat dus voor de uitdaging om tegen 2050 koolstofneutraal staal te produceren.

 

De afgelopen jaren hebben de bedienden en arbeiders van Arcelor Gent dankzij hun expertise voor recordwinsten gezorgd. De PVDA vindt dat die recordwinsten van de afgelopen jaren moeten terugvloeien naar en opnieuw moeten worden geïnvesteerd in de site van Gent, zoals men heeft beloofd in de intentieverklaring. Die vergroening is immers cruciaal voor de staalsector, maar ook voor onze samenleving, toekomst, klimaat en onze industrie. Het staal zal ook nodig zijn voor de energieomslag. We zullen het nodig hebben voor het vervaardigen van windturbines, de bouw van energiezuinigere woningen en voor ons openbaar vervoer.

 

Indien ArcelorMittal zijn woord zou breken, zou dat ontoelaatbaar zijn. Daarom moeten we in België, maar vooral op Europees niveau ervoor zorgen dat er een industrieel beleid komt waarbij de lidstaten en de regio's niet door multinationals tegen elkaar uitgespeeld worden, mijnheer de premier.

 

Mijn vragen zijn dan ook heel eenvoudig. Wat zult u doen om die intentieverklaring hard te maken? Zal ons land als voorzitter van de Europese Unie ervoor zorgen dat alle lidstaten op één lijn worden gezet om een industrieel beleid te voeren dat vermijdt dat multinationals overal gaan shoppen om meer steun te krijgen ten koste van de samenleving en van de belastingbetaler?

 

04.03 Eerste minister Alexander De Croo: Dank u voor de vragen. Zoals u beiden aangeeft, is de site van ArcelorMittal in Gent een van de meest productieve, een van de meest efficiënte en in haar technologie een van de meest milieuvriendelijke plaatsen in Europa en bijna wereldwijd waar staal wordt geproduceerd. Dat is inderdaad dankzij de expertise, de kennis en de werkkracht van de duizenden mensen die daar werken.

 

Ik heb de voorbije jaren heel frequent contact gehad met het management van ArcelorMittal in Gent. Ook elke internationale gelegenheid waar ik de kans had om het wereldwijde management van ArcelorMittal te ontmoeten, heb ik te baat genomen. Ik denk dat ik hen tijdens deze regeerperiode bijna tien keer heb kunnen ontmoeten. Ik heb dat recent ook gedaan met de minister-president van de Vlaamse regering, Jan Jambon.

 

Ik wil een aantal punten duidelijk maken. Een productieve site zoals deze, met een unieke ligging door de nabijheid van de kust, moet concurreren op een gelijk speelveld, op basis van de kennis en de expertise die men heeft. Die moet niet concurreren met subsidies, maar dat is wel wat vandaag aan het gebeuren is. Ik heb de voorbije jaren meermaals gewaarschuwd dat het antwoord op de Inflation Reduction Act, maar eerlijk gezegd ook op het beleid dat in China wordt gevoerd, geen race to the bottom van subsidies kan zijn.

 

In Frankrijk werden een aantal maatregelen genomen. Ik heb onmiddellijk daarna samengezeten met een aantal mensen van ArcelorMittal in Gent. We zullen nagaan hoe we de troeven van ArcelorMittal zo goed mogelijk kunnen uitspelen en dus op welke manier de toegang tot energie en goedkope energie kan worden versterkt. We zullen bekijken op welke manier wij kunnen tegemoetkomen aan de investeringen die zij doen om de emissie zo snel mogelijk te doen dalen en op welke manier de vele investeringen van de Vlaamse regering zo kwalitatief mogelijk kunnen gebeuren.

 

Dat wij onze industrie vandaag in Europa soms steun moeten geven, maakt deel uit van de wereld waarin we leven. Die steun moeten we geven om de industrie in Europa te houden ten opzichte van de Verenigde Staten, China en andere plaatsen in de wereld en niet om elkaar intern te beconcurreren, want dat is wat vandaag aan het gebeuren is. Indien wij elkaar intern met subsidies concurrentie aandoen, verliest iedereen. De winnaars zijn de landen buiten Europa.

 

Ons industrieel beleid is toegespitst op een aantal assen. Een van die assen is het versterken van de interne markt. De interne markt is voor een land als België cruciaal. Die zorgt er namelijk voor dat wij met gelijke wapens kunnen strijden. Voor de toegang tot bedrijfszekere en goedkope energie zijn de investeringen en de keuzes die wij hebben gemaakt op het vlak van de verlenging van het nucleaire cruciaal. We moeten daarbij bekijken op welke manier een site als ArcelorMittal in Gent zoveel mogelijk voordeel daaruit kan halen en we moeten bekijken op welke manier de verschillende betrokken regeringen, zijnde vooral de Vlaamse en de federale regering, schouder aan schouder kunnen blijven werken.

 

Het bewuste dossier is voor mij een van de dossiers waarin de samenwerking tussen verschillende regeringen heel goed is geweest. De heer Jan Jambon en ikzelf hebben heel goed begrepen dat wij ter zake samen moeten strijden om de tewerkstelling en de expertise in ons land te houden. De beste site moet het halen. De beste site moet niet concurreren met subsidies maar met gelijke wapens. Beide regeringen samen zullen alles daaraan doen.

 

04.04  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat u de vinger op de wonde hebt gelegd. Alsmaar meer subsidies aangooien tegen bedrijven, multinationals en lidstaten is geen oplossing. Dat is niet de toekomst. De staalfabriek in Gent is heel strategisch gelegen en haar werknemers zijn bij de meest productieve ter wereld. Het zou wraakroepend zijn, mocht de investeringskans die zich nu voordoet niet worden aangegrepen en niet naar Gent gaan.

 

Uw antwoord is het enige juiste: meer samenwerking in ons land tussen de Vlaamse en de federale regering om op dat vlak aan hetzelfde zeel te trekken, maar ook samenwerking met Europa om te investeren daar waar dat het meest rendeert. Wat staalproductie betreft, is dat zonder twijfel de staalfabriek in Gent.

 

04.05  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet niet of u de werknemers van ArcelorMittal daarmee hebt gerustgesteld, want we hebben in het verleden jammer genoeg al vaak gezien dat de steun die wordt toegezegd en de goede intenties niet altijd leiden tot meer en duurzame tewerkstelling. Het is daarom noodzakelijk dat, als we steun willen geven aan de industrie, we daaraan voorwaarden koppelen, dat we de mogelijke subsidies voorwaardelijk maken voor duurzame tewerkstelling, voor een industriële ontwikkeling in eigen land en voor klimaatinvesteringen.

 

Ook bij Audi Vorst, waar duizenden werknemers het beste van zichzelf geven en expertise en knowhow hebben opgebouwd, is men klaar voor de productie van klimaatvriendelijke wagens. Ook daar moeten we ervoor zorgen dat de investeringen in ons land blijven en dat de winsten daar worden geïnvesteerd door een industrieel beleid te voeren waarmee we vermijden dat multinationals (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Tim Vandenput aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De toekomst van de Audifabriek in Brussel" (55004150P)

05 Question de Tim Vandenput à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'avenir de l'usine Audi à Bruxelles" (55004150P)

 

05.01  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de premier, collega's, de industrie is en blijft een motor van onze welvaart. U maakt daar terecht een strijdpunt van tijdens het Belgische voorzitterschap van de EU, gelet op het belang van de industrie in ons land en de hele Europese Unie. De industrie is cruciaal voor onze economische groei en ze is ook een partner in de transitie naar een duurzame economie. Begin deze week kwam een van de uithangborden van onze industrie, Audi Brussel, in het nieuws. Samen met Volvo Cars in Gent is Audi Brussel een symbool van de automobielindustrie in ons land.

 

Audi produceert al 75 jaar wagens in Brussel. De eerste wagen rolde er van de band in 1949. Het is geen toeval dat er al decennialang wagens worden gebouwd in ons land. Ons land is een voorloper op het vlak van innovatie en productiviteit. De kwaliteit die wij elke dag leveren is ook nog altijd een troef. Audi Brussel produceert momenteel één model, het vlaggenschip van het elektrische aanbod van het merk. De productie daarvan zou verhuizen in het kader van een wereldwijde reorganisatie. Audi heeft daarop bevestigd dat er zeker modellen gemaakt zullen worden tot 2027.

 

Mijnheer de premier, er werken 3.000 mensen bij Audi Brussel. Voor de komende jaren is er geen tewerkstellingsprobleem, maar uiteraard moeten we ook verder dan 2027 durven te kijken, niet morgen, maar wel vandaag. Hoe kijkt u naar de mogelijke reorganisatie van Audi Brussel? Zult u overleggen met het bedrijf? Wat is uw boodschap aan de 3.000 werknemers?

 

05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Vandenput, de automobielindustrie staat niet alleen in ons land, maar in heel Europa onder druk. De elektrificatierevolutie brengt natuurlijk bijzonder veel teweeg. Elektrificatie is nu net een domein waarin de automobielfabrikanten in ons land veel expertise hebben. Volvo Gent was een voorloper in elektrificatie en is dat vandaag nog steeds. Audi Vorst was de eerste site waar Audi elektrische voertuigen heeft geproduceerd. Die aanwezige expertise is voor hen nog steeds een zeer grote troef.

 

Gisteren heb ik met de CEO van Audi, de heer Döllner, gebeld en wij hebben de situatie uitgebreid besproken. Het model dat vandaag in Vorst wordt gebouwd, zit aan het begin van de cyclus. Van dat model zullen er dit jaar ongeveer 50.000 worden geproduceerd. Dat loopt zo door tot 2027. Zoals u aangeeft, ligt de productie in Vorst vast tot 2027, maar de vraag van vandaag betreft het volgende model. De Volkswagen Group is vandaag aan het nagaan hoe ze haar productie zo goed mogelijk kan toewijzen.

 

Ik heb met de heer Döllner afgesproken dat wij elkaar zo snel mogelijk zullen terugzien in de fabriek in Brussel, die hij zelf trouwens nog niet heeft bezocht. Samen met het management van Audi Vorst zullen we ter plaatse kijken wat de situatie is.

 

De heer Döllner heeft me aangegeven dat de site over een aantal heel grote troeven beschikt. Het is een productieve site. Op het gebied van loonkosten is de site Vorst in vergelijking met andere sites competitief. De site kampt echter ook met enkele uitdagingen.

 

Intussen heb ik een aantal politieke contacten gehad met andere betrokken regeringen en de gemeente Vorst. Wij hebben de intentie om een team, een taskforce, samen te stellen dat met het lokale management kan nagaan hoe we ervoor kunnen zorgen dat er opnieuw zekerheid kan worden geboden. Bij de werknemers heerst vandaag immers grote onzekerheid. Ik heb daar veel begrip voor. De zekerheid die we hen vandaag kunnen bieden, is dat we vandaag allemaal samen dit dossier zullen aanpakken en dat we er alles aan zullen doen om de troeven van Audi Vorst uit te spelen opdat de productie daar zou kunnen blijven.

 

05.03  Tim Vandenput (Open Vld): Dank u voor uw duidelijk antwoord, mijnheer de premier. Bij Audi Brussel werken heel veel mensen uit mijn provincie, Vlaams-Brabant, en uit Brussel, zowel arbeiders als ingenieurs. Iedereen is even belangrijk in een bedrijf waar wagens gemaakt worden, net als in elk ander bedrijf waar dingen gemaakt worden.

 

Het is goed dat u in overleg bent met de CEO en dat u binnenkort opvolging zult doen in de fabriek in Brussel. Ik ben er zeker van, zoals u zelf aangaf, dat u de troeven van ons land, efficiëntie, innovatie en productiviteit, op tafel zult leggen, want ook de fabriek in Brussel heeft die.

 

Ik ben blij dat u de lokale overheden, zowel het Brusselse Gewest als de gemeente Vorst, hebt gecontacteerd. Ik hoop dat ze u zullen blijven steunen in die taskforce, want alleen samen kunnen wij ervoor zorgen dat er ook na 2027 tewerkstelling zal zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Barbara Creemers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Europese beslissingen inzake onder meer leefmilieu, pesticiden en landbouw" (55004151P)

- Wouter Beke aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Europese beslissingen voor de boeren" (55004158P)

- Josy Arens aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De woede van de landbouwers en de reactie van de regering" (55004160P)

- Séverine de Laveleye aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De federale steunmaatregelen voor de landbouwers" (55004169P)

- Sofie Merckx aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De woede van de landbouwers" (55004173P)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Europese vooruitgang inzake landbouwbeleid" (55004172P)

06 Questions jointes de

- Barbara Creemers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions européennes, notamment en matière d'environnement, de pesticides et d'agriculture" (55004151P)

- Wouter Beke à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions européennes de soutien aux agriculteurs" (55004158P)

- Josy Arens à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La colère des agriculteurs et la réponse du gouvernement" (55004160P)

- Séverine de Laveleye à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les mesures fédérales de soutien aux agriculteurs" (55004169P)

- Sofie Merckx à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Les agriculteurs en colère" (55004173P)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les progrès à l'échelon européen en matière de politique agricole" (55004172P)

 

06.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de pesticidelobby lacht in haar vuistje. Maandenlang lobbyden ze bij Ursula von der Leyen om de halvering van het gebruik van pesticiden tegen 2030 terug te draaien. Dat lukte niet. Nu protesteren de boeren één week en von der Leyen plooit toch.

 

Heren ministers, pesticiden doden insecten en bijen. Wij weten allemaal dat er zonder bijen geen boeren zijn. De gevolgen van jarenlang pesticidegebruik zijn er al. Zestig procent van de bodems in Europa is ongezond. De biodiversiteit gaat er dramatisch op achteruit. Het aantal insecten daalt onrustwekkend.

 

Wij zijn samen met de boeren bezorgd over de toekomst van de landbouwbedrijven. Wij hopen ook dat hun kinderen en kleinkinderen nog zullen kunnen boeren, dat bijen kunnen blijven bestuiven om hen daarmee te helpen, dat er nog vruchtbare grond zal zijn en dat de boeren ook zelf gezond blijven. De pesticiden maken immers ook hen ziek. Landbouwers ervaren vanop de eerste rij de impact van een bodem zonder bodemleven en van het dalende aantal bestuivers.

 

Von der Leyen toonde deze week geen ruggengraat. Wat nu nodig is, is moed en overtuiging, om de boeren een echte toekomst te geven, om ervoor te zorgen dat landbouwers de financiële hulp krijgen om samen met de natuur voedsel te produceren. In plaats van onze boeren te helpen bij die broodnodige transitie, vertraagt von der Leyen ze, door toe te geven aan de lobby van de pesticidereuzen en de conservatieve agro-industrie.

 

Mijnheer de eerste minister, u stond als eerste te applaudisseren voor meer pesticiden die onze bodem, onze bijen en onze gezondheid verzieken. Ik heb dus maar één vraag: wanneer komt u met de echte oplossingen die de boeren van nu en van de toekomst zullen helpen?

 

06.02  Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, vorige week hadden we hier een debat over het landbouwprotest omdat de Nederlandse, Franse en Duitse boeren hier in Brussel stonden. De boeren zijn weg, maar de problemen zijn nog niet opgelost.

 

De boeren kaartten vorige week aan dat ze een gevoel van onrechtvaardigheid ervaren. Ze moeten immers in de toekomst misschien nog meer concurreren met landbouwproducten die minder veilig, minder duurzaam, maar goedkoper zijn omdat ze uit Latijns-Amerika zullen worden ingevoerd. Ze kaartten ook aan dat het prijsverschil tussen wat zij als boer krijgen en wat de consument betaalt te groot is.

 

Deze week zaten we samen in De Zevende Dag. Daar zei u dat we de handelsakkoorden zullen aanpassen. Welke concrete initiatieven zult u als voorzitter van de Europese Raad daartoe nemen?

 

U zei daar ook dat u met een soort verzekeringsmechanisme op de proppen zult komen om een antwoord te bieden op de prijsschommelingen. Hoe zit het daarmee? Wanneer kunnen wij, maar vooral de boeren, daarvan iets verwachten?

 

Ten derde heb ik ook nog een vraag over de wet ter bescherming van de landbouwprijs. Die stond in het regeerakkoord. Wanneer zal deze wet er komen?

 

06.03  Josy Arens (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de l’Agriculture, 1 300 tracteurs dans les rues de Bruxelles jeudi dernier. Les agriculteurs ont labouré, à vous de semer, monsieur le premier ministre et monsieur le ministre de l’Agriculture, mais avez-vous les moyens, avez-vous les semences?

 

Quand je vois les différentes prises de position des partis de la majorité, j’estime que vous n’avez pas les semences et qu’il n’y aura rien à récolter. Parce que vous n’avez pas réussi à faire l’unanimité sur des mesures fortes pour répondre aux problèmes profonds de nos agriculteurs. Il n’y a pas de cohérence sur ce dossier au sein de ce gouvernement.

 

J’ai écouté plusieurs réponses ministérielles. Des propositions étaient avancées mais elles n’engageaient à rien. Pire, il n’y en avait pas. Pour citer un petit exemple, monsieur le ministre de l’Agriculture, prenons la fiscalité. Ma collègue Catherine Fonck et moi-même avions demandé, la veille des interpellations de jeudi dernier, au ministre des Finances où en était la réflexion sur la simplification des différents dossiers fiscaux. Je n’ai pas eu de réponse du ministre des Finances, mais vous m’avez fait croire ici que la négociation était bien en cours.

 

Le problème crucial, c’est que les agriculteurs demandent de vivre du fruit de leur travail. Quelles solutions proposez-vous? Quelles solutions proposez-vous à l’Europe, monsieur le premier ministre, vous qui présidez cette Europe pour le moment? En ce qui concerne la fixation des prix, l’Observatoire des prix a-t-il pu vous fournir des éléments utiles? Est-il en capacité d’assurer un suivi continu des prix et de la répartition des marges auprès du secteur agricole? A-t-il les moyens suffisants pour le faire?

 

Vos homologues wallons et vous-même avez dit à de nombreuses reprises que vous refuseriez l’accord de libre-échange avec des pays du Mercosur. Avez-vous formalisé cette décision dans un texte, monsieur le premier ministre? Quelle sera votre position auprès de l’Union européenne?

 

Enfin, quelle est la position du gouvernement belge concernant l’élargissement de l’Europe (…)

 

06.04  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de l'Agriculture, comme l'ont rappelé mes éminents collègues, ceux qui nous nourrissent sont descendus dans la rue pendant de nombreux jours. S'ils ne s'y trouvent plus, ce n'est pas parce que les problèmes ont été résolus, mais seulement parce qu'ils ont dû reprendre le travail. Ils ont exprimé leur ras-le-bol avec force. Ce ras-le-bol, nous le comprenons! Cela a été dit et répété, ces personnes travaillent douze heures par jour, sept jours par semaine et, souvent, sans prendre un seul jour de congé payé en cours d'année – tout cela pour des revenus dérisoires, que nous n'osons chiffrer à haute voix tant ils nous font honte.

 

Tous sont d'accord sur un constat: le système néolibéral appliqué à l'agriculture les appauvrit d'année en année, et c'est le cas depuis des dizaines d'années. Ils dénoncent beaucoup de problèmes dans le secteur de l'agriculture: le manque de répartition égalitaire des revenus de la PAC, bien sûr; le prix des terres agricoles, bien sûr; la simplification administrative qui tarde à arriver, bien sûr; mais surtout deux problèmes. Le premier est la mise en concurrence déloyale avec les agriculteurs des autres pays du monde, qui produisent en obéissant à des normes sociales et environnementales moins strictes. Nous avons été clairs encore la semaine dernière: stop aux accords de libre-échange du type Mercosur! Votre réponse, monsieur Clarinval, n'est toujours pas claire. Nous l'attendons encore.

 

Ensuite, la seconde demande, qui est sans doute la plus centrale, est celle du prix juste. Comment peut-on comprendre que, pour un kilo de viande, pour un litre de lait ou pour six œufs, les agriculteurs ne se fassent que quelques tout petits cents de bénéfices alors qu'au bout de la chaîne, les consommateurs que nous sommes vont devoir suppléer avec un ou deux euros de plus? Où va cet argent? Pas dans les poches des agriculteurs, mais dans les marges des grandes entreprises qui transforment les produits agricoles ou dans celles de la grande distribution. Elles se font toutes des marges considérables sur le dos des agriculteurs et des mangeurs que nous sommes.

 

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, mes questions sont identiques à celles de mes collègues. (…)

 

06.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de l'Agriculture, les agriculteurs ont bloqué Bruxelles la semaine passée. Ils sont venus de toute l'Europe. Si les blocages sont levés, la colère, elle, est toujours bien présente.

 

Les raisons de leur colère sont multiples. Un des problèmes évoqués est le fait qu'ils veulent un prix juste pour les aliments qu'ils produisent. Car on se demande où part l'argent quand l'agriculteur reçoit 12 cents pour un kilo de carottes qui est vendu 2 euros en supermarché!

 

Pour le lait, c'est encore pire. Le consommateur a vu la brique de lait augmenter l'année passée d'environ 30 % alors que l'éleveur, pour la même quantité, entre le 31 décembre 2022 et le 31 décembre 2023, a perçu 35 % de moins, alors qu'il a dû faire face à une augmentation de ses frais (frais d'énergie, nourriture pour le bétail).

 

Tout le monde se pose la question de savoir ce qui se passe dans cette phase entre l'agriculteur/éleveur et le consommateur et où va l'argent? Entre les deux, il y a deux acteurs principaux: l'industrie de transformation et la grande distribution.

 

Demain, vous allez réunir une taskforce ainsi que la "concertation chaîne". Qu'allez-vous vraiment y faire? Mettrez-vous la pression pour que les marges bénéficiaires des acteurs précités soient transparentes? Ferez-vous en sorte d'offrir le juste prix aux agriculteurs? Un prix minimum? Ferez-vous également en sorte de ne pas répercuter cela sur les consommateurs?

 

06.06  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, vorige week zijn de boeren op straat gekomen. U hebt zich meteen in het gewoel gesmeten. Dat is op zich goed. Ik meen dat zij zich gehoord moeten voelen. Maar u bent een recente bekeerling wat de landbouwproblematiek betreft. Ik heb het regeerakkoord erop nageslagen, en het woord "landbouw" komt er amper in voor.

 

Het komt er wel in voor. U zou het Prijzenobservatorium de evolutie van de prijzen doen onderzoeken, en u zou een wet ter bescherming van de landbouwprijzen aannemen. Ik meen dat daar sindsdien niet veel meer van gehoord is. Het is een heel kleine passage in het regeerakkoord, en men zou verwachten dat u dit ten minste gerealiseerd zou hebben, maar dat valt eigenlijk een beetje tegen.

 

U herinnert zich uw verdediging van het regeerakkoord in het Europees Parlement. Ik heb het geturfd: het woord "landbouw" kwam daar niet in voor. Wij hebben drie State of the Unions gehad. Daarin is het woord "landbouw" één keer gevallen, in een opsomming die zei dat daar ook flexi-jobs mogelijk zijn. Kortom, landbouw lag echt niet boven op de stapel van uw bekommernissen, tot vorige week. Maar goed.

 

Wat wel heel vaak in uw regeerakkoord staat, is het woord "Europa." 130 keer, meen ik. Europa als oplossing van alle problemen. Maar vorige week vernamen wij plots dat u zei dat Europa zelf soms ook het probleem vormt, door overdreven regelgeving.

 

En wat hebben wij deze week vastgesteld? Precies in de week van die protesten heeft de Europese Commissie gezegd de klimaatdoelstellingen nog wat te willen aanscherpen, het tempo nog wat te willen versnellen en het touwtje nog wat te zullen aansnoeren.

 

U bent voorzitter van de Raad van de Europese Unie op dit ogenblik. Wat is uw antwoord op die ambitieversnelling? Die ambitieversnelling geeft aan hoe groot de afstand is tussen de Europese ambtenarij, want daar komt het op neer, en de boeren op het veld, maar eigenlijk ook de industrie, want ook die zal slachtoffer zijn als deze plannen worden uitgevoerd.

 

Ik verneem graag uw antwoord hierop.

 

06.07 Eerste minister Alexander De Croo: Geachte leden, de landbouwsector in Europa heeft de voorbije weken gevraagd om gehoord te worden. De federale regering heeft dat gedaan. Van bij het begin zijn we niet de confrontatie aangegaan, maar hebben we de landbouwers uitgenodigd. Ik heb hen ontvangen, samen met minister Clarinval. Als er een Europese Raad was, heeft ons land ervoor gepleit dat landbouw aan bod zou komen. Ons land heeft er bij mevrouw von der Leyen voor gepleit om samen met minister-president Mark Rutte de Europese landbouworganisaties te ontvangen. Dat is de juiste manier om het te doen: niet de confrontatie aangaan of de landbouwers met de vinger wijzen, maar hen ontvangen en naar hen luisteren.

 

Wat heb ik gehoord? Ik heb ondernemers gehoord die geconfronteerd worden met een aantal fundamentele moeilijkheden. Grof genomen zijn dat er drie. Ten eerste is er de moeilijkheid van de ruimte om te kunnen ondernemen, om te kunnen boeren. Die discussie loopt in de Vlaamse regering en wij weten zeer goed waarom dat een cruciaal probleem is. Ten tweede heb ik ondernemers gezien die geconfronteerd worden met een onwaarschijnlijke veelheid aan regels die bijzonder inflexibel zijn. Landbouwers worden daarmee geconfronteerd, maar zij zijn eigenlijk niet de enigen. Ik denk dat heel ondernemend België daar te vaak mee wordt geconfronteerd. Ten derde worden zij geconfronteerd met de prijzen, wat eigenlijk een probleem van competitiviteit is. Wij hebben hen ontvangen.

 

Mijnheer De Roover, u weet zeer goed dat de federale bevoegdheden op het gebied van landbouw eerder beperkt zijn vergeleken met de Europese bevoegdheden en die van de deelstaten. Binnen onze bevoegdheden zijn wij heel snel gekomen met een aantal voorstellen en beslissingen. De eerste beslissing was om er bij de Europese Commissie op aan te dringen dat de regel van 4 % van de braakgrond zou worden opgeschort. Dat was een doorn in het oog van de landbouwsector. Wij hebben heel snel getoond dat wij in dat verband de passende maatregelen kunnen nemen.

 

Le deuxième sujet portait sur les pesticides. On sait très bien que la discussion sur les pesticides au niveau européen était bloquée depuis un certain temps. La présidente de la Commission européenne a décidé de retirer le texte au lieu de poursuivre une discussion complètement bloquée dans laquelle les agriculteurs eux-mêmes n'ont pas suffisamment été entendus. La stratégie de la Commission a été de retirer le texte pour recommencer ensemble avec les agriculteurs, en examinant avec eux une trajectoire visant à diminuer la quantité et les spécificités des pesticides. Il s’agit désormais de travailler en concertation avec eux.

 

Het derde onderwerp betreft de administratieve lasten. We hebben daarvoor met mevrouw von der Leyen afgesproken dat de ministers van Landbouw een termijn van vier weken krijgen om met een uitgebreid plan te komen om die administratieve lasten sterk te laten afnemen. Deze zeer concrete maatregelen hebben we getroffen terwijl het protest nog gaande was en dat is de manier waarop men die problemen moet aanpakken. Men doet dat niet door hen weg te zetten als amokmakers, maar door hen te behandelen als echte ondernemers die op zoek zijn naar ruimte, stabiliteit en een perspectief. Dat perspectief moeten we hen bieden.

 

Betekent dit dat het werk af is? Nee. Mijnheer Beke, u haalde aan dat er op vlak van de prijzen nog wat werk op de plank ligt. Handelsakkoorden zijn in het algemeen een goede zaak, maar deze moeten voldoende wederkerigheid bevatten. Het zou dwaas zijn dat Europese regels ervoor zorgen dat bepaalde gewassen hier niet meer geteeld of bepaalde zaken hier niet meer geproduceerd mogen worden, om vervolgens die goederen te importeren van de andere kant van de wereld, waar men geen rekening moet houden met die regels. Dat zou de wereld op zijn kop zijn. Bijgevolg is het van cruciaal belang die wederkerige elementen voldoende op te nemen in die akkoorden.

 

Wat het ketenoverleg betreft, heb ik gepleit voor een aanpak die gebruikmaakt van innovatie. Het gebruik van een verzekering zou in bepaalde sectoren een hulp kunnen zijn. Ik heb onze specialisten gevraagd om daarvoor samen te zitten om snel met oplossingen te komen.

 

Dit onderwerp is absoluut niet nieuw voor mezelf en de federale regering. Toen ik een jaar geleden waarschuwde dat men met de natuurherstelwet een onhaalbare lasagne aan regels oplegde aan de landbouwers, waren er vele boze reacties. Ik zeg niet dat men moet kiezen, maar men moet de juiste sequentie nemen om de Green Deal te kunnen realiseren. Een sterk klimaatbeleid is alleen mogelijk in combinatie met sterke landbouwers. Het een is niet tegengesteld aan het ander. Laten we ervoor zorgen dat onze landbouwers productief, innovatief en rendabel kunnen zijn. Dat is de beste garantie om een sterk klimaatbeleid te voeren.

 

06.08 Minister David Clarinval: Mevrouw de voorzitster, geachte leden, zoals ik vorige week al heb gezegd, ben ik in permanent overleg met de boeren. Vorige vrijdag hebben wij samen met de collega's van de gewesten en de landbouwsyndicaten een lijst met dossiers opgesteld waarmee wij samen aan de slag zullen gaan.

 

Eerst zal er een werkgroep administratieve vereenvoudiging worden opgericht. Dat zal waarschijnlijk volgende week zijn. Daar zullen we bijvoorbeeld het teveel aan administratieve procedures onderzoeken, net als het gebrek aan flexibiliteit in de toepassing van de Europese, de federale en regionale reglementen, maar ook het klimaat van wantrouwen ten aanzien van de sector, met te veel hinderlijke controles.

 

Er zijn al verbeteringen doorgevoerd op veel vlakken. De autocontrole en de regel van de 200 kilometer zijn daarvan voorbeelden op federaal niveau. Bovendien zal de ministerraad morgen een wetsontwerp bekijken om de inning van de retributies te vereenvoudigen. De gewesten, het FAVV en de FOD Volksgezondheid zullen deelnemen aan deze werkgroep. Uiterlijk vrijdag zullen wij van de syndicaten de lijst ontvangen met voorstellen van vereenvoudigingen.

 

Ce volet-là sera principalement piloté par les Régions.

 

Un deuxième point sur lequel nous nous sommes entendus vendredi avec les syndicats agricoles consiste à convoquer un Conseil des ministres européens de l'Agriculture le 26 février, comme le premier ministre vient de le dire, avec à l'ordre du jour les dossiers de la PAC 2023-2027 et les modifications demandées par les agriculteurs, notamment sur les jachères et sur le dossier des pesticides.

 

L'accent sera mis sur la confiance à accorder aux acteurs du monde agricole et sur la prise en compte du décalage entre les règlements administratifs et leur application concrète dans la vie de tous les jours. C'est dans ce cadre-là que la Commission européenne a fait des avancées très importantes cette semaine.

 

Tout d'abord, face au trop-plein de normes environnementales du Green Deal et de Farm to Fork qui entraînent un retrait de 4 % de terres productives – les jachères –, la Commission a annoncé que cette mesure sera annulée pour 2024. En ce qui me concerne, je souhaite que cette annulation devienne structurelle jusqu'à la fin du régime de la PAC.

 

Par ailleurs, la Commission a annoncé également retirer sa proposition qui visait une diminution de moitié de l'usage des pesticides d'ici à 2030. Je me réjouis que la présidente de la Commission, Mme von der Leyen, entende le message et comprenne – je la cite – que "pour avancer, davantage de dialogue et une approche différente sont nécessaires". Dans le souci d'une politique équilibrée des impératifs de santé humaine, animale et environnementale, nous serons évidemment attentifs à l'avenir de ce dossier.

 

Un troisième point sur lequel nous nous sommes engagés vendredi avec les syndicats concerne la garantie d'un revenu équitable pour les agriculteurs. Dès lors, un partenariat avec Fevia, Comeos et les acteurs du monde agricole, une taskforce agriculture sur le modèle de la taskforce Ukraine se réunira dès demain. Je la piloterai avec les collègues Dermagne et Bertrand.

 

Aider les agriculteurs à trouver un mécanisme de répartition équitable des marges entre les trois maillons de la chaîne est évidemment une mission que nous prenons à bras-le-corps. Monsieur Arens, demain, l'Observatoire des prix présentera son étude sur les marges lors de cette première réunion. Les mécanismes de la "concertation chaîne" doivent jouer pleinement leur rôle dans ce domaine. Ils sont actuellement réunis pour proposer des mesures demain à la taskforce Ukraine.

 

Nous avons donc décidé de travailler ensemble sur les trois volets principaux sollicités par les agriculteurs. Je ne doute pas que nous pourrons aboutir rapidement sur ces dossiers.

 

En ce qui concerne la question du Mercosur, madame de Laveleye, comme je l’ai déjà dit clairement la semaine dernière, je ne soutiendrai pas un accord qui ne comprendrait pas les dispositions indispensables en matière de clauses miroirs. Je l’ai dit la semaine dernière et je le répète ici parce que je tiens à ce que ce soit clair. Nous demandons depuis des années d’ajouter des éléments à ce sujet. Il est temps d’agir.

 

Voilà, madame la présidente, chers collègues, l’ensemble des mesures très concrètes qui vont être mises en place. La taskforce agriculture demain, avec des propositions concrètes sur la table. La semaine prochaine, la réunion avec les Régions sur la simplification administrative. Le 26 février, la réunion du Conseil européen avec des propositions de la Commission. Je crois que nous avons déjà là un début de réponse très concrète aux attentes des agriculteurs. Je vous remercie de votre attention.

 

06.09  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, op de Europese tafel liggen heel wat mogelijke oplossingen voor de problemen van de boeren. Mevrouw van der Leyen heeft echter de verkeerde plannen in de vuilnisbak gegooid. Mercosur mocht daar bijvoorbeeld belanden. Zulke handelsakkoorden zorgen ervoor dat biefstukken uit Argentinië hier voor dumpingprijzen verkocht worden. Ze concurreren de producten van onze eigen boeren weg. Ook het huidige subsidiebeleid, dat boeren net tegenhoudt om te werken aan een duurzame transitie, mag voor mij in de vuilnisbak. Opnieuw gaan naar meer pesticiden is een onvergeeflijke beslissing. Voor onze gezondheid en die van de boeren en voor de transitie naar een duurzame landbouw hebben we net meer natuur en minder pesticiden nodig. U draagt hierin een verpletterende verantwoordelijkheid.

 

06.10  Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, als het gaat over voedsel moet Europa in de toekomst meer zelfvoorzienend kunnen zijn. Als het gaat over onze handelsakkoorden, waarover u gesproken hebt, dan moeten deze niet alleen gaan over vrije handel, maar ook over rechtvaardige handel. Het moet niet alleen gaan over free trade, maar ook over fair trade. Als onze landbouwers moeten produceren aan voorwaarden en standaarden die zorgen dat er meer veilig voedsel op de markt is, voedsel dat duurzamer is, dat beter is voor het klimaat, beter is voor het milieu en beter is voor het dierenwelzijn en zij dan geconfronteerd worden met geïmporteerd voedsel dat minder goed is voor het klimaat, dat minder duurzaam is, dat minder goed is voor het dierenwelzijn, maar wel goedkoper is, dan voelt dat onrechtvaardig aan. We moeten dus een aanpassing doorvoeren van de handelsakkoorden. Ik nodig u uit om daar dringend werk van te maken.

 

06.11  Josy Arens (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de l'Agriculture, merci pour vos réponses, même si vous n'avez pas répondu à toutes mes questions sur la fiscalité. À d'autres questions, je n'ai malheureusement pas eu de réponse non plus. Je le regrette vivement.

 

Je vais quand même me faire l'interprète d'agriculteurs. Monsieur le premier ministre, je suis heureux que vous soyez parmi nous car, hier, des agriculteurs m'ont demandé de vous faire part de ceci: "Pour être ministre et parler d'agriculture, il faut savoir labourer". Je reconnais qu'ils ont raison.

 

Vous, monsieur Clarinval, je croyais que vous saviez labourer, mais j'ai l'impression que non. Ici, j'attends vraiment autre chose. Notre groupe Les Engagés attend autre chose que des paroles. Nous attendons des actes, et le plus rapidement possible. Je reviendrai sur ce dossier dans les semaines à venir.

 

06.12  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre et monsieur Clarinval, merci pour vos réponses. Je ne peux que vous suivre, monsieur le premier ministre, quand vous dites que l'agriculture est trop sérieuse pour qu'on se montre tous du doigt. Je crois qu'on partage tous ici une préoccupation pour ces personnes qui nous nourrissent tous les jours, qui travaillent douze heures par jour sept jours par semaine. Cependant, on n'a peut-être pas exactement la même lecture des leviers qui doivent être activés.

 

Nous, écologistes, nous voyons la colère des agriculteurs depuis des dizaines d'années, bien avant les normes environnementales. S'il avait fallu attendre les normes environnementales pour que les agriculteurs ne gagnent plus leur vie, on le saurait. Et on sait aussi que la Belgique est le pays qui utilise le plus de pesticides au niveau européen. Cela veut-il dire que les agriculteurs belges gagnent mieux leur vie? Non. Donc, on a un problème dans le niveau de réponse. On doit s'attaquer au système néolibéral dans lequel nos agriculteurs sont englués. Et ce n'est pas en diminuant les jachères ni en leur permettant d'utiliser plus de pesticides qu'on répondra à leurs questions. Les pesticides tuent la terre, tuent nos agriculteurs, abîment (…).

 

06.13  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'entends bien que vous allez réunir demain la taskforce et organiser une concertation avec la chaîne. J'entends également que l'Observatoire des prix présentera les marges réalisées au sein de la distribution et de l'industrie transformatrice. Une chose est claire aujourd'hui, les marges des agriculteurs, on les connaît! Dix-sept cents pour le lait, ils ne peuvent survivre avec ça! Ce que je n'ai pas entendu de votre part – mais que j'entends chez les agriculteurs –, c'est qu'au-delà d'une concertation dans la chaîne, c'est une contrainte qui est nécessaire. Il faut un prix minimum. Il est interdit de vendre à perte, il n'est donc pas normal que, par moments, les agriculteurs soient contraints de vendre à perte ce qu'ils produisent. Ils ont le droit à un prix minimum et c'est vous qui devez faire en sorte qu'ils l'obtiennent.

 

06.14  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, u hebt de woorden heel snel gebruikt, maar dat is duidelijk een relatief begrip. U was niet zo snel bij de uitvoering van het regeerakkoord. U hebt zelfs niet geantwoord op de vraag van collega Beke wanneer die enkele passages met betrekking tot landbouw in het regeerakkoord worden uitgevoerd. U zei dat u nu – nu, 3,5 jaar na de installatie van de regering – onmiddellijk gevraagd hebt om samen te zitten. Dat is niet snel, dat is traag.

 

Ik vroeg naar uw reactie, uw houding ten aanzien van de provocatie van de Europese Commissie, die nog eens een versnelling wil doorvoeren – en dat gebeurt wel snel – in de klimaatdoelstellingen, die echt een strop zal zijn, zowel voor de boeren als voor de industrie. U hebt daar gewoon geen antwoord op gegeven. U antwoordt niet op mijn vraag naar uw houding. Ik weet waarom, want u hebt geen houding, en zeker niet snel.

 

Daarstraks werd gevraagd of u in cassatie gaat. Toen was u ook niet bijzonder snel. Eigenlijk is uw beleid met betrekking tot landbouw traag, traag, traag.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Raoul Hedebouw à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La taxe sur les millionnaires" (55004153P)

- Ahmed Laaouej à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'impôt sur la fortune" (55004162P)

07 Samengevoegde vragen van

- Raoul Hedebouw aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De miljonairstaks" (55004153P)

- Ahmed Laaouej aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De vermogensbelasting" (55004162P)

 

07.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre des Finances, je ne comprends pas le tabou qui existe en Belgique quand il s’agit d’imposer les grandes fortunes. Pour aller chercher le pognon chez les travailleurs, c’est open bar. Les accises? Pas de tabou, on les augmente sur l’énergie. Les accises sur l’essence et le diesel, pas de tabou, on les augmente. Open bar! Mais dès qu’on parle de l’impôt sur les grosses fortunes, tabou!

 

Ce matin, vous étiez interviewé sur Bel RTL. Le journaliste vous a demandé ce que vous pensiez de la proposition des partis de gauche d’un impôt sur la fortune et vous avez répondu: ʺCe n’est pas possible. C’est techniquement compliqué. Différents gouvernements ont essayé.ʺ Aucun gouvernement n’a jamais essayé! Vous avez raconté n’importe quoi! Pas du tout! Vous avez parlé de fuite des capitaux, etc.

 

Ce qui est génial, c’est que le Bureau fédéral du Plan est venu avec un working paper.

 

We zijn al een stap verder dan in 2019, want in 2019 zei het Federaal Planbureau dat niet te kunnen berekenen. Nu komt er vooruitgang. Nu zegt het Federaal Planbureau: laat ons dat berekenen, laat ons dat technisch analyseren. Er zijn natuurlijk verschillende studies, maar uit ramingen blijkt dat een vermogensbelasting bruto 5,4 miljard euro kan opbrengen – we moeten daarbij rekening houden met kapitaalvlucht enzovoort – en netto 4,7 miljard euro. Dat is veel, mijnheer de minister. Waarom willen jullie er niet over nadenken om die toe te passen?

 

Vous nous parlez de réforme fiscale pendant des années mais il n'y a pas eu une seule discussion relative à un impôt sur le patrimoine. C'est un problème en Belgique. Chez nous, les travailleurs, vous venez toujours les chercher. C'est ça le problème actuellement.

 

Monsieur le ministre, que pensez-vous de ce working paper du Bureau fédéral du Plan? Pourriez-vous envisager de l'appliquer ou, comme c'est le cas depuis 10, 20 ou 30 ans en Belgique, un impôt sur la fortune est-il tabou? (…)

 

07.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le ministre, les travailleurs de notre pays n'en peuvent plus. Ils se réveillent tôt le matin et travaillent parfois la nuit pour un salaire ne leur permettant le plus souvent pas de payer leur loyer ou leur crédit hypothécaire, de remplir leur frigo, d'habiller les enfants ou d'avoir éventuellement un tout petit peu de loisirs. Je ne parle même pas des factures de gaz et d'électricité.

 

On le sait, le grand patronat refuse les augmentations salariales. Il veut même s'en prendre à l'indexation automatique des salaires.

 

Que peut faire le gouvernement? Bien évidemment continuer à faire pression sur le grand patronat, mais la droite s'y refuse. Il peut aussi baisser l'impôt sur les revenus du travail. Vous avez mis une proposition sur la table. Certains partis de droite vous ont bloqué. Vous avez été courageux et persévérant mais il y a eu des blocages à droite.

 

Maintenant qu'est-il possible de faire? Remettre le dossier sur la table. Et là, le Bureau fédéral du Plan nous propose de le faire sur la base d'un modèle permettant de ramener cinq milliards d'euros par an en mettant à contribution les plus gros patrimoines. Cinq milliards d'euros! Cela financerait largement une baisse de l'impôt sur les revenus du travail sans toucher ni menacer les services publics et les protections sociales qui ont besoin de financement.

 

Monsieur le ministre, je sais que vous êtes sensible à la justice fiscale, qu'il nous reste à faire des émules et à convaincre un certain nombre de protagonistes ici, mais on ne peut pas, à droite, prétendre être du côté des travailleurs en continuant à leur faire supporter 70 % des impôts! C'est cela qui est insoutenable!

 

Monsieur le ministre, nous vous demandons ardemment – et vous aurez le soutien du groupe socialiste parce que nous avons déposé une proposition de loi en ce sens – d'avancer dans les propositions aujourd'hui sur la table et fournies par le Bureau fédéral du Plan.

 

07.03 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw de voorzitster, het gaat hier om een dossier dat een grondig, gebalanceerd en respectvol debat verdient.

 

Ik hoop echter dat zeker de heer Hedebouw beter luistert naar mijn antwoord dan naar het antwoord en de rechtzettingen van het Planbureau naar aanleiding van de PVDA-communicatie. Een eerlijke fiscaliteit verdient immers ook een eerlijk debat, weg van campagneslogans.

 

En effet, nos ménages, nos isolés, nos petites entreprises apportent ponctuellement et correctement chaque année leur contribution équitable et soutiennent ainsi notre sécurité sociale. Mais il est aussi clair que ceux qui ont la plus grande capacité contributive dans notre société fournissent également leur juste part.

 

Daarover bestaat geen twijfel, want deze regering heeft dat al gedaan. Wij hebben – en u hebt daar een beetje mee gelachen – een vermogensbelasting ingevoerd die de toets van het Grondwettelijk Hof heeft doorstaan, iets wat de vorige regeringen nooit is gelukt.

 

We hebben ervoor gezorgd dat iedereen met een effectenrekening van meer dan 1 miljoen euro een eerlijke bijdrage moet betalen. Wij hebben ook gezorgd voor een belasting op multinationals. Wij hebben dat op het internationaal en Europees niveau mee mogelijk gemaakt en dit is al ingevoerd in dit land, waardoor grote multinationale ondernemingen een eerlijke bijdrage moeten betalen. We verwachten daarvan dit jaar 634 miljoen euro aan inkomsten.

 

Mais, chers collègues, après avoir consulté les experts, j'ai aussi mis sur la table plusieurs propositions visant à traiter les gains patrimoniaux de manière équitable et équilibrée et à réduire ainsi considérablement les charges sur le travail.

 

Die voorstellen staan zwart op wit in mijn blauwdruk voor een fiscale hervorming en moeten deel uitmaken van de volgende regeringsonderhandelingen.

 

Collega's, wie vandaag beweert dat men er met een vingerknip voor kan zorgen dat miljarden kunnen worden opgehaald bij die groep en dat dit ook nog eens de toets van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof zal doorstaan, die heeft het rapport van het Planbureau niet grondig gelezen. Die heeft dat niet grondig gelezen en maakt de mensen blaasjes wijs.

 

Le Bureau du Plan a eu le mérite d’anticiper un important débat de société et a donné les renseignements et les éclaircissements requis à cet effet.

 

Ik hoop dan ook dat de collega's in dit Parlement op een eerlijke manier naar dat werk zullen kijken en dat we het werk dat geleverd is door het Planbureau op een respectvolle manier zullen behandelen. Hopelijk kunnen we op die manier een eerlijk debat hebben over de manier waarop we een eerlijke bijdrage kunnen vragen van iedereen.

 

Ja, we kunnen op korte termijn eindelijk werk maken van een shift van de lasten op arbeid naar lasten op vermogen en consumptie. Dat zal wel altijd in een evenwichtig geheel moeten gebeuren, binnen een fiscale hervorming zonder taboes, maar ook zonder campagneslogans.

 

07.04  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, hebt u dat rapport gelezen? U hebt dat allemaal niet gelezen! Ik nodig u echt uit om dat allemaal te lezen.

 

Ik zeg niet dat het allemaal zo gemakkelijk is. Een paar jaar geleden was het echter nog taboe om dat te doen. Dat rapport is superinteressant omdat het zwart op wit… Het duidt niet aan dat er problemen zijn bij de Raad van State en dat er grondwettelijk problemen zijn. U flapt dat eruit! Lees het, want het staat er niet in. Dat is gewoon blabla van een minister! U moet het lezen.

 

07.05 Minister Vincent Van Peteghem: Wablieft?! Blabla van de minister?!

 

07.06  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Probeer de Raad van State maar eens. Er is een discussie rond de tabellen en de cijfers. Het staat er gewoon in. Er zijn argumenten langs de ene en andere kant, maar er staat in dat het mogelijk en doenbaar is. Dat is mijn probleem. Ik ben het beu dat het in België taboe is om over de grote vermogens te spreken, maar dat het geen taboe is om over accijnzen of belastingen te spreken! (…)

 

07.07  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le ministre des Finances, vous marquez un point car depuis le dossier de Colruyt, il est difficile de faire totalement confiance aux chiffres avancés par le PTB. Toutefois, le sujet qui nous occupe est plus important.

 

Monsieur le ministre des Finances, vraiment, les travailleurs dans notre pays supportent deux tiers des impôts: sur les revenus du travail et sur la consommation. C'est insupportable! Pendant ce temps, et nous le savons, les patrimoines financiers ont continué de se concentrer dans les mains de quelques-uns. C'est là qu'il faut mettre à contribution, c'est là qu'il faut aller chercher le refinancement de notre protection sociale et de nos services publics! Oui, nous avons injecté 36 milliards d'euros pour soutenir les entreprises, les ménages, le secteur associatif et culturel et bien d'autres encore pendant la crise covid! Aujourd'hui, notre État est définancé. Eh bien, allons chercher l'argent là où il se trouve: dans les grands patrimoines, monsieur le ministre. Nous avons commencé avec les gros patrimoines financiers, vous avez raison! La taxe comptes-titres a en effet rapporté 800 millions d'euros en deux ans. Eh bien, poursuivons le travail! Avançons et mettons à contribution les plus gros patrimoines!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Frieda Gijbels aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De agressie tegen zorgverleners" (55004152P)

08 Question de Frieda Gijbels à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les agressions à l'encontre des prestataires de soins" (55004152P)

 

08.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, een kwart van de artsen kreeg ooit met fysiek geweld op de werkvloer te maken. Tien procent van de artsen kreeg al met seksueel geweld te maken. Meer dan de helft van de Vlaamse verpleegkundigen heeft in 2021 fysiek geweld op de werkvloer meegemaakt en dat in een tijdspanne van een jaar. Met verbaal geweld heeft tegenwoordig bijna elke zorgverstrekker te maken. Dat mogen we niet normaliseren.

 

De coronacrisis heeft de zaken er niet op verbeterd. Het aantal geweldplegingen tegen zorgverstrekkers neemt alleen maar toe en al te vaak blijven dergelijke daden zonder gevolg. Volgens de Orde van Artsen wordt maar in 22 % van de gevallen melding gemaakt. Er worden ook veel klachten door het parket geseponeerd.

 

Mijnheer de minister, geweld tegen zorgverstrekkers is onbegrijpelijk, onaanvaardbaar en ontoelaatbaar. Het is waar dat er zwaardere strafmaatregelen gepland zijn, maar er is meer nodig. We moeten er vooral voor zorgen dat zorgverstrekkers ook melding van geweld doen en dat elke daad van geweld ook wordt vervolgd. Als daar niets aan verandert, dan helpen zwaardere strafsancties helemaal niets. Ik heb u in de commissie al meermaals aan de tand gevoeld over deze problematiek, maar u bleef telkens op de vlakte. Ik stel u daarom deze vragen opnieuw op dit podium, in de hoop dat er eindelijk duidelijke stappen vooruit zullen worden gezet.

 

Mijnheer de minister, zult u ervoor zorgen dat elk slachtoffer via een centraal meldpunt wordt bijgestaan voor opvolging en ondersteuning, wanneer hij of zij met geweld te maken krijgt? Zult u zich burgerlijke partij stellen in zaken van geweld tegen zorgverleners? Zult u ervoor zorgen dat er nultolerantie is, wanneer er sprake is van agressie tegen mensen die werken in de zorg?

 

08.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Gijbels, ik ben het helemaal met u eens. Geweld tegen zorgverleners is onaanvaardbaar en kan niet worden getolereerd. De zorgverleners staan dag en nacht klaar om andere mensen te helpen en worden dan zelf het slachtoffer van agressie. Daarom hebben wij beslist dat in het nieuwe Strafwetboek alle gewelddaden die in het kader van de maatschappelijke functies worden gepleegd tegenover iemand die een dergelijke functie heeft, een strafverhoging zullen krijgen.

 

Wij hebben er overigens ook voor gezorgd dat in een allereerste stap heel binnenkort alle beroepen in de zorgsector onder de bijzondere bescherming zullen vallen van het huidige Strafwetboek. Dat betekent dat ernstige geweldmisdrijven ook een strafverhoging krijgen. Die bepaling gaat heel binnenkort in. Dat is bijzonder belangrijk.

 

Ik ben in alle eerlijkheid niet overtuigd van het nut van een nationaal meldpunt. Het is belangrijk dat bijvoorbeeld in ziekenhuizen ook anonieme meldingen worden verzameld. Als u echter wilt dat agressie wordt vervolgd, dan moet er een klacht worden ingediend bij de politie. Dat kan natuurlijk geen anonieme klacht zijn.

 

Ik ben niet meteen overtuigd van het nut van het anoniem verzamelen van klachten in onze administratie, buiten het verzamelen van gegevens. U hebt echter al vele gegevens geciteerd. Die bewijzen hoe belangrijk dat is. Wij moeten de mensen oproepen om zonder aarzelen een klacht in te dienen bij de politie. Die klachten moeten voor de politie inderdaad een belangrijke prioriteit zijn.

 

Over burgerlijkepartijstelling wil ik nadenken, maar de positie van de minister van Binnenlandse Zaken, die ze ook overweegt voor agressie tegen politie, is anders dan de positie van de minister van Volksgezondheid. Dat is juridisch zo. Ik lees echter in de pers dat een burgerlijkepartijstelling ook een en ander kan vertragen. Laat ons er dus goed over nadenken of dat wel een efficiënte aanpak is. De efficiënte aanpak is strafverzwaring en een klacht indienen bij de politie.

 

08.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, geweld tegen zorgverleners is geweld tegen onze volksgezondheid en is ook een bedreiging voor de zorg voor elke patiënt. Veel zorgverleners verlaten het beroep om uiteenlopende redenen, maar de dreiging van geweld hoort daar zeker bij. Onze zorgverleners en onze gezondheidszorg zijn in gevaar. U moet meer doen. U moet echt een vuist maken. U moet zich sterk opstellen tegen iedereen die een zorgverlener bedreigt. Elke daad van geweld moet worden gedetecteerd, gemeld en vervolgd.

 

Mijnheer de minister, ik roep u op om achter uw zorgverleners te gaan staan. Zorg voor een adequate begeleiding van de slachtoffers, zodat zij ook melding durven te maken. Stel u burgerlijke partij in zaken van geweld tegen zorgverleners. Dat is een heel belangrijk signaal, zeker voor de ernstige zaken. Zorg voor echte nultolerantie. Zorg voor een omzendbrief, zoals voor geweld tegen de politie. Ik zie de minister van Justitie zitten, dus ik vraag om samen te zitten en te zorgen voor die omzendbrief. Het is echt de hoogste tijd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Daniel Bacquelaine à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La frustration permanente des médecins concernant les problèmes récurrents sur eHealth" (55004165P)

09 Vraag van Daniel Bacquelaine aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De voortdurende frustratie van de artsen over de terugkerende problemen op het eHealthplatform" (55004165P)

 

09.01  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, cela fait plusieurs semaines, voire plusieurs mois, que les médecins relaient des problèmes en matière de digitalisation des soins de santé, dont des problèmes de fonctionnement de la plateforme eHealth. C'est un sujet majeur aujourd'hui pour les médecins. En effet, force est de constater que tous ces problèmes entraînent une perte de temps considérable ainsi qu'une importante surcharge administrative pour les praticiens, ce qui nuit à la qualité des soins.

 

Bien entendu, la plupart des professionnels de la santé sont preneurs de la numérisation des soins de santé, mais encore faut-il que les outils mis à leur disposition fonctionnent efficacement, ce qui n'est pas le cas à l'heure actuelle. Cela concerne l'ouverture du dossier médical global, la prescription électronique et le fonctionnement du système du tiers payant auquel vous êtes tellement attaché.

 

Monsieur le ministre, quelles solutions envisagez-vous à court terme pour améliorer le fonctionnement de la plateforme eHealth? Un calendrier est-il déjà fixé?

 

Dans la presse, vous avez évoqué une évaluation des problèmes rencontrés. Est-elle lancée? Connaissons-nous déjà son échéance? Une concertation avec les représentants des médecins a-t-elle eu lieu ou aura-t-elle lieu prochainement?

 

Ma dernière question porte sur la prime de pratique intégrée pour l'utilisation des outils numériques. Une part de cette prime risque de ne pas être accordée aux médecins. Est-il prévu d'instaurer une sorte de moratoire dans l'attribution de cette prime?

 

09.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur Bacquelaine, le fournisseur informatique des mutualités, Atos, a rencontré des problèmes de stabilité de ses services le 9 janvier pendant 55 minutes, le 15 janvier pendant 25 minutes, le 22 janvier pendant 45 minutes et le 24 janvier pendant environ 80 minutes. Pendant ces périodes, les services des demandes du statut d’assurabilité et d’attestations électroniques ont été partiellement affectés.

 

Le Collège Intermutualiste National a pris des mesures immédiates pour atténuer l’impact en activant le business continuity plan et le disaster recovery plan. Entretemps, depuis le week-end des 27 et 28 janvier, la cause semble avoir été trouvée et les leçons sont tirées de l’incident, afin de pouvoir réagir de manière plus approfondie à l’avenir.

 

En collaboration avec tous les partenaires de l’eSanté, une analyse approfondie sera effectuée sur les phénomènes qui se sont produits. Où et dans quels composants, dans quels maillons sont-ils intervenus? Avec quel effet domino? Comment les prévoir et les éviter? Et, dans le pire des cas, comment y faire face grâce à des processus et des systèmes de repli efficaces, automatiques et bien gérés par les acteurs et les utilisateurs?

 

La plateforme eHealth prend les rênes dans ce dossier. Après coordination avec les partenaires fournisseurs, une première proposition de plan d’action sera présentée au comité de gestion de la plateforme eHealth le 13 février prochain pour déterminer comment parvenir à un système eHealth encore plus robuste et plus stable, ce qui est nécessaire.

 

Pour votre dernière question, très importante, je peux vous affirmer que personne ne perdra de prime.

 

09.03  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je vois que vous prenez à cœur ce problème et que vous y apportez les solutions utiles. J’insiste réellement pour que le temps d’écoute et le temps consacré aux patients soit toujours l’objectif majeur et principal dans la relation entre les patients et les prestataires de soins.

 

Aujourd’hui, on observe que, parfois, les médecins passent beaucoup de temps sur l’ordinateur plutôt qu’à regarder simplement le patient et à l’écouter. Je suis vraiment très attentif à cette question parce que, progressivement, cela va décourager les médecins d’utiliser des outils numériques qui sont pourtant nécessaires dans le cadre des échanges d’informations et de données médicales pour la qualité des soins. Veillons à ce que les médecins gardent la capacité d’être à l’écoute de leurs patients plutôt que de résoudre des bugs informatiques!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Ahmed Laaouej à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les maladies professionnelles" (55004168P)

10 Vraag van Ahmed Laaouej aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Beroepsziektes" (55004168P)

 

10.01  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le ministre, en 2010, mon père décédait des suites de la silicose, la maladie des mineurs de fond, contractée dans les charbonnages. À la fin de sa vie, sa capacité pulmonaire était réduite à quasi zéro. Il ne parvenait plus à respirer. Aujourd'hui encore, monsieur le ministre, des gens tombent malades et meurent à cause de leur travail. Le travail est là pour avoir des revenus, pour nourrir sa famille, élever ses enfants. Il y a dans notre pays aujourd'hui des gens qui s'usent en travaillant.

 

Il y a bien sûr les ouvriers de la construction qui respirent des poussières, des odeurs toxiques, des émanations. Les travailleurs du secteur du nettoyage industriel ou à domicile s'esquintent le dos, ils ont des problèmes d'articulations. Les ouvriers du secteur du carwash ont des brûlures à force de manipuler des produits toxiques dangereux. Il y en a bien d'autres! Je pense en particulier aux pompiers, qui interviennent sur des sites dangereux (incendies, fuites de gaz) et qui contractent trop souvent – au-delà de la moyenne de la population – des cancers en raison des émanations.

 

Monsieur le ministre, quelle est la situation? Fedris, l'ancien Fonds des maladies professionnelles, refuse plus de 70 % des dossiers de maladies professionnelles. Une fois que les travailleurs, quand ils en ont les moyens, vont devant les tribunaux, les tribunaux leur donnent raison six fois sur dix! Il y a un problème! Il y a surtout une injustice parce que tous les travailleurs n'ont pas les moyens d'aller devant les tribunaux pour des procédures qui durent parfois dix ans.

 

Monsieur le ministre, il y a certainement des choses à réformer et je souhaite vous entendre à sur ce sujet.

 

10.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Monsieur Laaouej, votre témoignage personnel est un témoignage important. Il s’agit d’une question importante pour le monde du travail, vous avez raison.

 

Vous l’avez dit, le régime des maladies professionnelles protège les travailleurs contre les risques spécifiques liés à leur métier, et c’est en cela qu’il est distinct du régime de l’assurance maladie-invalidité. Toute maladie qui est contractée au travail n’est pas automatiquement considérée comme une maladie professionnelle, car cette dernière doit avoir été provoquée par le travail proprement dit, comme vous l’avez expliqué.

 

Dès lors, il existe une liste officielle des maladies professionnelles reconnues qui donnent automatiquement lieu à une indemnisation. Toutefois, vous savez sans doute qu’il n’est pas exclu qu’une maladie qui ne figure pas dans cette liste trouve malgré tout sa source dans la profession exercée. Si tel est le cas et si la cause déterminante et directe de la maladie réside dans l’exercice de l’activité professionnelle, l’indemnisation peut bien évidemment avoir lieu.

 

Je sais que vous avez introduit une proposition de loi et je pense qu’il faut en discuter. Nous avons déjà quelque peu préparé le débat. Notre agence Fedris m’a communiqué des chiffres qui viennent nuancer les vôtres. Ainsi, dans 50 % des cas, en cas de refus d’indemnisation, les critères d’exposition aux risques n’étaient pas remplis, estime Fedris. Par ailleurs, dans 26 % des cas, le demandeur n’était pas atteint de la maladie mentionnée dans les dossiers de Fedris. Il y a des nuances. Vous dites d'un autre côté que les recours contiennent beaucoup d’affirmations de la cause du travailleur. Je vous propose donc d’en discuter en détail lorsque nous débattrons de votre proposition. Il s’agit d’une question primordiale, de sorte que nous devons nous efforcer de mener un débat porteur d’une meilleure solution.

 

10.03  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre ouverture. Il y aura certainement un débat. Je compte sur le soutien de l'ensemble de ce Parlement car je crois que nous pouvons au moins être d'accord sur une chose: le travail est important et il faut soutenir les travailleurs. Mais sommes-nous vraiment dans une société évoluée si on devient malade parce qu'on travaille, si, parce qu'on travaille, on développe un cancer qui mène à une issue fatale? Je crois qu'on peut au moins se rassembler sur ce constat.

 

De manière plus concrète, le problème réside plus que vraisemblablement dans l'administration de la preuve. La preuve qui est demandée au travailleur est beaucoup trop importante. Les tribunaux ne s'y trompent pas parce que six fois sur dix, ils donnent raison au travailleur mais, comme je le disais, parfois après dix ans. Il y a ce cas de quatre ouvriers de l'entreprise Polypal à Herstal qui ont eu gain de cause après dix années de procédure. Mais le temps qu'on leur donne gain de cause, deux étaient déjà décédés en raison d'un cancer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Katja Gabriëls aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De vervolging van seksueel misbruik in de kerk" (55004171P)

11 Question de Katja Gabriëls à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les poursuites concernant les abus sexuels au sein de l'Église" (55004171P)

 

11.01  Katja Gabriëls (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de Canvasreeks Godvergeten veroorzaakte opnieuw een schokgolf in de samenleving. De hallucinante verhalen en het verregaand en systematisch misbruik in de kerk zijn absoluut niet godvergeten.

 

Daarom hebben wij hier in het Parlement een nieuwe onderzoekscommissie opgestart. Het is immers echt nodig dat wij kunnen nagaan wat die eerste bijzondere commissie uit 2010 in de praktijk heeft betekend voor de vele slachtoffers. Welke aanbevelingen van toen kunnen aangepast, vernieuwd of verbeterd worden? Wat heeft justitie gedaan? Wat heeft de kerk de voorbije jaren gedaan? Wij hebben de voorbije weken heel wat slachtoffers gehoord, onder leiding van mevrouw De Wit. Het waren telkens zeer moedige getuigenissen, maar ook zeer hallucinante verhalen en afschuwelijke getuigenissen.

 

Als er één dossier is dat symbool staat voor alles dat fout liep en loopt binnen de kerk, dan is het toch wel dat van Roger Vangheluwe. Zijn misbruik en de manier waarop hij daar nadien mee omging, zijn tot vandaag een slag in het gezicht van al degenen die de voorbije jaren ook slachtoffer waren. De feiten zijn echter verjaard.

 

Vangheluwe heeft vorig jaar een brief gestuurd aan de paus. De inhoud mogen wij niet kennen, maar of er veel schuldbesef in zit, mogen we betwijfelen. Wel weten we dat die brief waarschijnlijk per postduif werd verstuurd, want het antwoord laat nogal lang op zich wachten.

 

Mijnheer de minister, de paus vraagt nu aan de bisschoppen om een nieuw dossier op te maken, want alleen nieuwe feiten kunnen leiden tot nieuwe straffen. Misschien hebben de bisschoppen ergens nog nieuwe dossiers liggen, maar ik hoop dat ze deze al lang aan het parket hebben bezorgd.

 

Welke informatie hebt u? Kan justitie nieuwe dossiers en nieuwe elementen bezorgen zodat er in dit symbooldossier nu eindelijk vlug een echte reactie uit Rome kan komen?

 

11.02 Minister Paul Van Tigchelt: Telkens opnieuw wordt de heer Vangheluwe opgevoerd, telkens opnieuw worden de slachtoffers geconfronteerd met het feit dat de heer Vangheluwe nog steeds door het leven gaat met de titel van bisschop, ondanks de vreselijke feiten die hij jarenlang heeft gepleegd.

 

Eind vorig jaar werd ik daarover hier ondervraagd, en toen heb ik gezegd dat het geplande bezoek van de paus onder een slecht gesternte zou plaatsvinden als er geen passend antwoord kwam. Ik heb nadien een gesprek gehad met de pauselijke nuntius, en die zei mij dat het afnemen van de titel van bisschop volgens het kerkelijk recht niet meer mogelijk was, omdat de heer Vangheluwe al kerkelijk gestraft zou zijn voor de feiten van misbruik.

 

Ik heb de nuntius dan in contact gebracht met het federaal parket want in het onderzoek dat werd gevoerd door het federaal parket werden inderdaad ook pornobeelden teruggevonden op de computer van de heer Vangheluwe. Volgens de contacten die ik had met de nuntius blijkt dat dit naar kerkelijk recht – maar dat is niet mijn specialisatie – mogelijk een nieuw element is op basis waarvan de titel van bisschop toch door het Vaticaan ontnomen kan worden.

 

Dat is volgens mij ook de context van de uitspraken van de nuntius in een interview met Het Laatste Nieuws, eerder deze week. De nuntius zei daarin dat het Vaticaan een nieuw dossier zou openen, of al geopend zou hebben.

 

Collega Gabriëls, wij kunnen samen alleen maar hopen dat het Vaticaan nu voortgang maakt en dat er snel een einde komt aan deze saga, zodat wij de naam van die man hier niet meer moeten vernoemen. Ik meen dat dit alleen maar ten goede van de slachtoffers kan komen.

 

11.03  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, ik hoop samen met u dat het nu wel kan vooruitgaan. Voor een figuur als Vangheluwe kan er binnen de kerk geen plaats zijn. Hier moeten de verantwoordelijken eindelijk hard optreden, zodat het daarna over de vele andere slachtoffers kan gaan die evenveel aandacht en erkenning verdienen, en ook over de vele andere daders die geen sanctie hebben gekregen en dikwijls jarenlang verder konden doen. Ook tegen hen moet kunnen worden opgetreden.

 

De paus komt eind september naar ons land. Op dat moment moet het Vaticaan een definitieve beslissing hebben genomen in het dossier-Vangheluwe en moet er ook aan al die andere slachtoffers een signaal worden gegeven. Intussen werken wij hard verder in de onderzoekscommissie en hoop ik dat we eind deze maand aan de slag kunnen met het verslag van de Hoge Raad voor de Justitie want alle slachtoffers verdienen erkenning en volledige openheid en transparantie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Marijke Dillen aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De cipiersstaking" (55004156P)

- Koen Geens aan Paul Van Tigchelt (VEM Justitie en Noordzee) over "De staking in de gevangenissen" (55004157P)

12 Questions jointes de

- Marijke Dillen à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La grève des gardiens de prison" (55004156P)

- Koen Geens à Paul Van Tigchelt (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La grève dans les prisons" (55004157P)

 

12.01  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, Paul, een cipier in de gevangenis van Turnhout, werd blind aan zijn linkeroog na een aanval door een gedetineerde. Steven, een cipier in Antwerpen, getuigt over een zware aanval en zegt dat dat je verandert als mens. Het zijn maar enkele getuigenissen die we deze week hebben mogen lezen. Ik zou helaas een hele bloemlezing kunnen geven over de stijgende verbale en fysieke agressie tegen onze cipiers. In combinatie met de steeds maar toenemende overbevolking – de kaap van 12.000 is nu overschreden – maakt dit het werken in de gevangenissen voor de cipiers werkelijk onmogelijk, onmenselijk en zelfs gevaarlijk.

 

Het gevolg is absoluut niet verwonderlijk. Er wordt opnieuw een hele week afwisselend gestaakt in onze Vlaamse gevangenissen. Het Vlaams Belang steunt deze acties. De zwaarbeproefde cipiers hebben terecht het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt. Al jarenlang wordt deze problematiek aangekaart. Oplossingen ten gronde komen er niet, ook geen beter statuut gekoppeld aan een loonsverhoging. Voor ons is dat onaanvaardbaar. Erger nog, alle vivaldipartijen hebben deze week geweigerd een hoorzitting te organiseren in de commissie voor Justitie over de actuele gevangenisproblematiek, met het argument dat de Centrale Toezichtsraad al is langsgekomen. Dat is een Centrale Toezichtsraad die niet de kant kiest van de cipiers.

 

Wanneer komen er eindelijk oplossingen ten gronde voor de overbevolking? Wanneer wordt de agressie tegen cipiers werkelijk zeer streng aangepakt? Wanneer zal deze regering eindelijk werk maken van een grondige verbetering van het statuut, inclusief een loonsverhoging?

 

12.02  Koen Geens (cd&v): Mijnheer de minister, ik heb geluk dat u mijn vraag reeds hebt beantwoord in Villa Politica, waardoor ik een wedervraag kan stellen. U zult straks zeggen dat de interneringsinstellingen gebouwd zullen worden in Waver, Paifve en Aalst. Verder zult u zeggen dat de kortgestraften een zwaar probleem hebben veroorzaakt voor onze gevangenisbevolking.

 

Dat brengt mij bij mijn eerste vraag. Wordt er gebouwd in Waver, Paifve en Aalst? Dat was immers al voorzien in een masterplan dat ik destijds zelf heb gemaakt.

 

Ten tweede, bij kortgestraften moet de rechter verantwoorden waarom hij geen alternatieve straf oplegt. Gebeurt dat in voldoende gevallen? Wat is uw statistische analyse van het feit dat er blijkbaar toch onvoldoende alternatieve straffen worden opgelegd?

 

Waarom blijft een aantal rechtsgebieden zich verzetten tegen het gebruik van de enkelband bij voorlopige hechtenis? De voorlopige hechtenis duurt gemiddeld vier à vijf maanden. Zo'n 34 % à 40 % van de gevangenispopulatie betreft personen in voorlopige hechtenis. Oefent u, die van het metier was, hiervoor voldoende druk uit op de procureurs-generaal? Ik weet dat u zo meteen zult benadrukken dat u dat beroep vroeger uitoefende en nu niet meer.

 

Wat doet u met de voorwaardelijke invrijheidsstelling? Er zijn zoveel mensen die het einde van hun straf naderen. Daarnet verklaarde u op televisie geen voorstander te zijn van de vervroegde vrijlating. Ik ga ermee akkoord dat er geen automatische vervroegde vrijlating moet zijn, maar veel te weinig mensen vragen nog een voorwaardelijke invrijheidstelling aan.

 

Ten slotte, hoe zit het met het terugbrengen van onze gevangenen naar verre landen (…)

 

12.03 Minister Paul Van Tigchelt: Collega’s Geens en Dillen, ik was gisterenmorgen in alle vroegte in de gevangenis van Antwerpen om met de penitentiaire beambten in gesprek te gaan. Ik zal volgende week ook de inrichtingshoofden zien. Ik kan u hier zeggen dat ik begrip heb voor de grieven van ons gevangenispersoneel en voor de moeilijke omstandigheden – dat zal ik hier niet uit de weg gaan – waarin zij moeten werken.

 

We proberen er via overleg en het nemen van maatregelen voor te zorgen dat de situatie in de gevangenissen beheersbaar blijft. Nogmaals, dat is niet evident. Daar moeten we geen doekjes om winden. Ik kijk alleszins niet lijdzaam toe. We nemen tal van maatregelen, dat weet u, maar het plaatsgebrek in de gevangenissen is een structureel probleem dat al decennialang aansleept. Dat los ik niet van vandaag op morgen op. Laat ons dat eerlijk zeggen. U weet dat.

 

U weet ook dat er in de voorbije twee jaar al meer dan duizend extra plaatsen zijn gecreëerd, maar er zijn ook meer dan duizend gedetineerden bij gekomen. Er zijn nieuwe gevangenissen geopend. Er zijn ook nieuwe gevangenissen en forensische psychiatrische centra in aantocht, maar u weet beter dan ik, mijnheer Geens, dat dit tijd vraagt. We houden ondertussen de oude gevangenissen ook langer open en we werken verder aan het openen van small-scale detention houses. Eergisteren was ik nog in Hamme, waar begin volgend jaar ook een nieuw transitiehuis wordt geopend. Dat zijn allemaal kleine stapjes in de goede richting.

 

We weten echter uit het verleden dat meer capaciteit op korte termijn ademruimte geeft, maar op lange termijn geen soelaas biedt. Daarop alludeert u in uw vraag. Als men het plaatsgebrek echt wil aanpakken, dan moet men op een andere manier naar strafuitvoering kijken. U verwijst naar de wet op de voorlopige hechtenis, maar ik geloof persoonlijk niet in het strenger maken van de voorwaarden van die wet. Dat is in het verleden geprobeerd, maar dat heeft weinig zoden aan de dijk gezet met betrekking tot de overbevolking in onze gevangenissen.

 

Wat wij wel doen, is in de eerste plaats kijken naar de uitvoering van de korte straffen. Ik weet dat het paradoxaal klinkt, maar dat is het niet, want het is net door de korte straffen uit te voeren dat wij ervoor zorgen dat op lange termijn de druk op de gevangeniscapaciteit daalt. Wij investeren ook in gedetineerden – dat is een echte gamechanger, hoop ik – om hen te helpen hun leven weer op het rechte pad te krijgen. Wij doen dat met detentie- en transitiehuizen en detentiebegeleiders om de detentie zinvol te laten zijn. Dat zorgt inderdaad op korte termijn voor extra druk op de gevangeniscapaciteit, samen met de successen die justitie en politie boeken in de dossiers inzake Sky ECC. Dat is niet de eenvoudigste weg, maar wel de enige weg om op termijn uit de crisis te raken.

 

Wij koppelen dat ook aan het nieuwe Strafwetboek, dat een andere visie op straffen uitdraagt: niet langer de gevangenisstraf als oplossing voor alles, maar de gevangenisstraf als last resort. Een rechter zal voortaan moeten motiveren waarom hij een gevangenisstraf en geen alternatieve straf meent te moeten opleggen.

 

Daarnaast, last but not least, is er onmiskenbaar het probleem van de geïnterneerden in onze gevangenissen. Wij weten dat zij niet thuishoren in de gevangenissen en zien weer een grote stijging bij deze groep. Er zijn nu 980 geïnterneerden in onze gevangenissen die daar eigenlijk niet de zorg krijgen die zij nodig hebben. Zij zorgen ook voor een toename van het aantal agressie-incidenten in de gevangenissen. In een op de drie gevallen van ernstig geweld tegen het gevangenispersoneel ging het om een geïnterneerde.

 

Samen met de minister van Volksgezondheid, die mij aandachtig beluistert, en met de ministers van Welzijn van de deelstaten blijven wij zoeken naar oplossingen. Wij hebben daarover vorige week nog een constructief overleg gehad. Het kan immers niet zijn dat het gevangenispersoneel letterlijk de klappen opvangt voor het gebrek aan gespecialiseerde capaciteit in de psychiatrie. De vakbonden hebben gelijk dat ze dat aan de kaak stellen en hier nog meer inspanningen voor vragen. Op mijn engagement kunnen zij rekenen.

 

12.04  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, het plaatsgebrek is inderdaad een structureel probleem, maar dat is een probleem dat al meer dan 40 jaar bestaat. Gedurende bijna heel die periode is uw partij aan de macht geweest en heeft ze verschillende ministers van Justitie geleverd, maar toch blijft dit probleem tot vandaag bestaan. Dat is onbegrijpelijk. Hetzelfde geldt trouwens voor de forensische psychiatrische centra en de problematiek van de geïnterneerden.

 

Er zijn oplossingen om de overbevolking op korte termijn aan te pakken. Wij hebben al verschillende voorstellen geformuleerd en ik ben blij dat collega Geens een ervan steunt, namelijk om wie niet over de Belgische nationaliteit beschikt – dat zijn er meer dan 40 % in de gevangenis – terug te zenden naar zijn land van herkomst.

 

Mijnheer de minister, u mag dan wel zeggen begrip te hebben voor de vakbondsacties, maar voor dat begrip kopen zij niets. (…)

 

12.05  Koen Geens (cd&v): Mijnheer de minister, eigen lof stinkt, maar ik ben aan 10.000 geraakt. De rechterzijde was niet tevreden met die 10.000. We weten allemaal dat overcapaciteit een uitnodiging is om nog meer mensen gevangen te zetten. Die mening delen wij, maar we moeten dat voorzichtig zeggen. Gelukkig is Villa Politica er niet meer.

 

Wat de grond van de zaak betreft, waar blijven Aalst, Waver en Paifve? Mocht de heer Michel hier zijn, dan zou ik hem dezelfde vraag stellen. Waar blijven Leopoldsburg, Vresse-sur-Semois en Aalst? Waar blijven al die gevangenissen en detentiecentra? We hebben de plicht om ook die mensen een ernstige behuizing te geven.

 

Over de voorlopige hechtenis wil ik enkel zeggen dat de toepassing in de rechtsgebieden op het vlak van enkelbanden heel verschillend is. U weet (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- Emmanuel Burton à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La situation de bpost" (55004170P)

- Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Les tensions sociales chez bpost et l'impact de la non-attribution de la concession sur les éditeurs" (55004174P)

- Michael Freilich à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Un possible délit d'initié chez bpost" (55004175P)

13 Samengevoegde vragen van

- Emmanuel Burton aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De situatie bij bpost" (55004170P)

- Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De sociale onrust bij bpost en de impact van het niet toekennen van de persconcessie op de uitgevers" (55004174P)

- Michael Freilich aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Mogelijke voorkennis bij bpost" (55004175P)

 

13.01  Emmanuel Burton (MR): Madame la ministre, ma question était adressée à Mme De Sutter mais je suis sûr qu’elle vous a fait parvenir les éléments de réponse.

 

Depuis mars 2021, bpost, qui est une entreprise détenue à 51 % par l’État et qui compte 27 000 employés, a connu un certain nombre de crises successives: des démissions en cascade, quatre CEO en deux ans, des irrégularités manifestes révélées par des audits internes, des auditions au Parlement liées à la problématique de la présidente du conseil d’administration de bpost. On reverra d’ailleurs bientôt cette dernière lors d'une prochaine audition.

 

L’audit externe réclamé par le gouvernement est aujourd’hui toujours caché aux députés. Les syndicats sont actuellement en grève et déclarent qu’ils sont dans le noir et qu’ils attendent de voir à quelle sauce ils vont être mangés. La distribution de journaux et de périodiques représenterait pour eux 4 000 emplois, qui sont directement menacés. Rappelons que la concession devait être renouvelée avant le 31 décembre et qu’elle a été prolongée au premier semestre 2024. Bpost ira au terme de cette concession et, ensuite, les éditeurs de presse prendront le relais pour le coût de la distribution en échange.

 

Madame la ministre, avez-vous des informations vérifiables en ce qui concerne les pertes d’emplois chez bpost en lien avec la concession? Quelle sera votre stratégie pour les six mois qui viennent de façon à apaiser tous les acteurs, privés et publics, du secteur?

 

Le gouvernement prévoit un système d’avantages fiscaux pour amortir le coût de la distribution. Pouvez-vous nous en donner les contours? Le sujet reviendra-t-il en kern alors qu’une décision est intervenue en décembre 2023?

 

La ministre De Sutter a également indiqué qu’il était possible de muter du personnel bpost vers d’autres services du gouvernement (…).

 

13.02  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, uw collega, mevrouw De Sutter, verklaart vandaag in De Tijd dat bpost niet zal overgaan tot een ontslagronde. Waarom voeren de werknemers van bpost vandaag dan actie? Ik zal het u zeggen: het personeel van bpost is zeer ongerust over de toekomst van hun overheidsbedrijf en dat is allemaal de schuld van deze vivaldiregering.

 

U hebt namelijk een slechte aanbesteding uitgeschreven. U hebt er een soep van gemaakt met die aanbesteding die geen rekening houdt met de kwaliteit van de tewerkstelling! Daardoor worden er nu 4.000 jobs bedreigd bij bpost. Er worden daarenboven niet alleen jobs bedreigd bij bpost, maar ook bij de uitgeverijen. U beseft niet hoeveel mensen er nu ongerust zijn en in een onzekere situatie zitten, omdat u er een boeltje van gemaakt hebt.

 

Ik kom net terug van de actie op het De Brouckèreplein, waar ik geluisterd heb naar de mensen. Zij zijn heel boos en voelen zich in de steek gelaten. Ik sprak bijvoorbeeld met Vincent, die bij bpost al 10 jaar kranten bezorgt. Hij staat 's morgens vroeg op en verdeelt ongeveer 300 kranten per dag. Hij doet dat graag, maar is kwaad en ongerust over zijn toekomst. Hij begrijpt niet waarom iets dat goed functioneert nu moet stoppen. Hij is fier om postbode te zijn, maar hij zit nu in een totale onzekerheid. Ook de kleine uitgevers en middenveldorganisaties zijn onzeker.

 

Kunt u de tewerkstelling bij bpost en de uitgeverijen nog garanderen? Wat is uw boodschap aan alle kleine uitgeverijen en middenveldorganisaties die magazines en kranten uitgeven?

 

13.03  Michael Freilich (N-VA): De vakbonden bij bpost staken vandaag. Er heerst onrust over wat er zal komen nu de krantenconcessie abrupt wordt stopgezet. De uitgevers zijn bezorgd over de bedeling van de kranten en de tijdschriften. Zullen ze dat nog kunnen betalen? Vandaag lezen we dat bpost de prijs wil verdrievoudigen. Ook de krantenlezer is bevreesd, want zal hij zijn abonnement op de krant nog kunnen betalen? Het is met andere woorden chaos.

 

Dat allemaal omdat deze regering heel dit dossier vanaf dag 1 heeft mismeesterd. Ik kan het niet anders formuleren: mismeesterd, verprutst, en dat vanaf dag 1. Zelfs in de eigen fractie weten ze niet waar het naar toe moet. Twee weken geleden heb ik de heer Vanden Burre hier horen vragen om die concessie nog eens met een jaar te verlengen. Mevrouw De Sutter zegt vandaag in de krant dat ze dat niet zal doen, dat dat geen goed idee is. Mag ik u eraan herinneren dat u één fractie vormt. Spreekt u niet met elkaar? Wat moet dat dan in de regering geven?

 

Dit dossier is dus vanaf dag één mismeesterd. Had u naar ons al vier jaar geleden ingediende voorstel om die concessie af te bouwen geluisterd, dan had u nu genoeg tijd gehad. U had vier jaar lang aan een afbouwscenario kunnen werken. Vandaag wordt paniekvoetbal gespeeld. Dat is nergens goed voor.

 

Mevrouw de minister, hoe zal deze regering deze chaos oplossen?

 

13.04 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, ik heb voor u inderdaad de elementen van antwoord namens mijn collega, vice-eersteminister Petra De Sutter, die vandaag aanwezig is op een event van het Belgische voorzitterschap in het kader van haar telecombevoegdheden.

 

Inzake de vragen over de persconcessie moet ik u alvast doorverwijzen naar mijn collega, vice-eersteminister Pierre-Yves Dermagne.

 

Tout d’abord, je souhaite souligner que bpost est une entreprise publique autonome qui fait ses propres choix opérationnels. La ministre de tutelle n’intervient pas dans ce domaine des choix opérationnels.

 

L’emploi chez bpost en tant qu’entreprise publique est bien entendu important, tout comme une distribution qualitative des journaux. Il est dans l’intérêt des collaborateurs de bpost et de l’entreprise elle-même que nous gardions la tête froide pour trouver des solutions.

 

Nous comprenons tous les préoccupations des facteurs et le signal qu’ils envoient aujourd'hui. L’expérience, la qualité et la fiabilité sont des atouts que bpost et son personnel ne doivent pas mettre en péril aujourd'hui.

 

Mme la ministre De Sutter a donc demandé à bpost de maximiser son engagement dans la concertation sociale. La direction de l’entreprise a promis la même chose. L’ambition est avant tout d’éviter un plan social, mais bpost doit d’abord conclure des accords avec les éditeurs.

 

Het kader waarin de distributie van kranten en tijdschriften is geregeld, is de voorbije tijd sterk gewijzigd. Het is belangrijk dat bpost zich aanpast aan die nieuwe realiteit. De oefeningen daarvoor zijn volop bezig. Het is vandaag te vroeg om daarop al concrete cijfers te plakken.

 

Vandaag worden alle mogelijkheden door bpost onderzocht. Zoals aangegeven, is het nog te vroeg om daarover vandaag al details te geven. Er zijn immers onzekerheden. Er is, bijvoorbeeld, de onzekerheid over het te bedelen volume na de overgangsperiode.

 

Dat weerhoudt er echter niemand van om al vooruit te kijken. Het is met name op uitdrukkelijke vraag van mevrouw De Sutter dat bpost onderzoekt welke mobiliteitsmaatregelen er bestaan binnen de federale overheid die kunnen worden geactiveerd, in het bijzonder voor de statutaire medewerkers.

 

Dat is een van de toe te passen pistes, maar er zijn er ook andere, zoals interne mobiliteit en omscholing. Er is bijvoorbeeld een project bezig om tweehonderd personeelsleden intern om te scholen tot vrachtwagenchauffeur, waaraan er vandaag een tekort is.

 

De voorbereidende oefeningen zijn dus inderdaad volop aan de gang. Bpost zet sterk in op het sociaal overleg. Het uitgangspunt blijft het behoud van kwaliteitsvolle dienstverlening en van tewerkstelling.

 

Binnenkort is er hier in de Kamer een hoorzitting met de nieuwe CEO van bpost. De hoorzitting is met name voor het Parlement de uitgelezen kans om vragen, suggesties en opmerkingen rechtstreeks met bpost te delen.

 

13.05  Emmanuel Burton (MR): Madame la ministre, je vous remercie de vos réponses. Vous avez raison, bpost est une entreprise autonome. Cependant, la presse semble indiquer aujourd'hui la présence d'une certaine cacophonie, surtout à gauche. En effet, Ecolo souhaite une prolongation de la période de transition liée à bpost; le PS souhaite pérenniser le soutien à la presse au-delà de 2026, y compris le mécanisme fiscal et le soutien aux zones rurales, alors que c'est un ministre PS qui s'est occupé de la concession et du marché public; Mme la ministre, qui est de la famille Groen, souhaite maintenir l'agenda de décembre dernier. Bref, nous nous retrouvons devant des ministres de gauche qui ne parviennent pas à se positionner.

 

Nous demandons que les trois ministres concernés – le ministre des Finances, le ministre en charge de la concession et celui qui exerce la tutelle sur l'entreprise – puissent se coordonner et adopter une position commune, de manière à laisser l'entreprise se préparer aux défis à venir. C'est bien là le problème. Cela fait plusieurs fois que je viens le dire à la tribune, le problème est que le management ne prend pas la pleine mesure du monde dans lequel il vit, avec les nouvelles évolutions et stratégies que nous connaissons.

 

13.06  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u hebt de onzekerheid gecreëerd. U hebt de chaos georganiseerd. Dat is het punt. Nu leven duizenden mensen in onzekerheid. Ze weten niet of ze morgen nog een job zullen hebben.

 

En wat met de kleine vzw's en kleine uitgeverijen? Wat zullen die mensen doen als de prijzen verviervoudigen? Wie kan dat betalen? Dat wordt een catastrofe. U hebt het georganiseerd. U moet het nu oplossen. U moet ervoor zorgen dat er werkzekerheid is voor die duizenden mensen die vandaag in onzekerheid leven en voor de vele uitgevers die niet weten of morgen hun kranten en magazines nog bezorgd zullen worden.

 

13.07  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, u spreekt over de vele onzekerheden. Hoe zijn die onzekerheden er gekomen? Die zijn door deze regering uitgelokt. Eerst hebt u vier jaar lang niets gedaan. Dan, toen het gesjoemel naar boven kwam, hebt u snel een nieuwe concessie uitgeschreven. Als dan blijkt dat bpost die concessie niet binnenhaalt, stelt u dat het gedaan is. De concessie gaat niet naar die andere, private speler.

 

Vandaag zitten wij met de gebakken peren. Iedereen kijkt naar de regering. Iedereen in uw eigen regering zegt iets anders, we hebben het gehoord. Er is chaos. Dit werd mismeesterd vanaf dag één. Dat is hetgeen de bevolking krijgt met Vivaldi aan het roer. Het moet in de toekomst anders.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Anja Vanrobaeys aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De acties van de poetshulpen" (55004149P)

14 Question de Anja Vanrobaeys à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les actions des aides-ménagères" (55004149P)

 

14.01  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Midden in de eindejaarsperiode kregen de poetshulpen plots te horen dat ze niet meer moesten rekenen op de eindejaarspremie. De werkgevers zeggen dat dit een onderhandelingstactiek is. Hoe cynisch is dat? Waarom ook niet? Veel dienstenchequebedrijven spreken alleen de taal van het geld, maar ze krijgen van de Vlaamse regering ook exact wat ze vragen: 50 miljoen extra zonder voorwaarden. Tot zover reiken de onderhandelingsvaardigheden van de heer Brouns.

 

Ondertussen komen de poetshulpen meer en meer in de verdrukking. Er zijn werkgevers die hun personeel wel goed omkaderen, maar ze betalen daar toch een prijs voor. Andere bedrijven maken enorm veel winsten door te frauderen, door hun poetshulpen uit te persen of zelfs ziek te maken. Dat hele systeem is grondig mis. Vooruit staat voor een sterke overheid die die wanpraktijken onmogelijk maakt. Onze poetshulpen werken immers keihard. Ze zijn ook onmisbaar, maar ze hebben niet dezelfde rechten als de andere werknemers hier. Dat vraagt om een overheid met heldere regels, die ook op inspectie gaat en sanctioneert indien nodig. De Vlaamse overheid faalt op al die fronten. Ze leggen de bal bij u. Ze zeggen dat ze niet kunnen inspecteren, want ze hebben uw rapporten niet. Dat heen-en-weergedoe moet eindelijk gedaan zijn. Wat is nu waar? Hebben ze de rapporten? Heeft de minister de rapporten of niet?

 

Ook federaal moeten we kritisch blijven voor onszelf. Vandaag zien we dat de welzijnsinspectie opnieuw heel negatieve resultaten voorlegt. De waarschuwingen van de inspectie van een jaar geleden hebben geen impact gehad. Het is tijd om te sanctioneren. De poetshulpen kijken naar ons voor een oplossing. Kunt u toezeggen dat we hier daadwerkelijk hard op zullen reageren?

 

14.02 Staatssecretaris Thomas Dermine: Mevrouw Vanrobaeys, dank voor uw vragen. Ik antwoord namens mijn collega Pierre-Yves Dermagne, die niet aanwezig kon zijn, om een stand van zaken te geven inzake de controles en om enkele zaken uit te klaren.

 

De Inspectie Welzijn op het Werk heeft op vraag van minister Dermagne in 2022 een nationaal gecoördineerde inspectiecampagne gevoerd bij erkende dienstenchequeondernemingen. De resultaten waren absoluut niet goed. Vorig jaar werd een vervolgcampagne gevoerd, waarbij zowel aandacht ging naar de slechtst scorende dienstenchequebedrijven van 2022 als naar bedrijven waar datzelfde jaar geen specifieke controles in dat kader plaatsvonden. De voornaamste vaststellingen waren de volgende: de afwezigheid van specifieke risicoanalyses, het ontbreken van verplicht voorafgaand en periodiek gezondheidstoezicht en een gebrek aan toezicht op de geschiktheid van het materiaal.

 

Wat het overmaken van de gegevens aan de regionale inspectiediensten betreft, heeft het weinig zin elkaar de zwartepiet toe te schuiven. Wat de campagne van 2022 betreft, denk ik dat minister Brouns vanochtend al heeft toegegeven dat de nodige gegevens wel degelijk aan zijn inspectiediensten werden overgemaakt. Vlaanderen heeft een lijst van alle geïnspecteerde ondernemingen gekregen, met de vastgestelde inbreuken per onderneming, op basis waarvan men bijkomende informatie kon opvragen. Dat gebeurde verder niet.

 

Minister Brouns gaf vanochtend aan dat er geen erkenningen worden ingetrokken als het enkel gaat om waarschuwingen. Voor de controlecampagne van 2023 werden de schriftelijke waarschuwingen intussen overgemaakt. Voor de pv's moet de procedure van artikel 54 van het Sociaal Strafwetboek worden gerespecteerd.

 

Wat de regionale overheden al dan niet doen met de rapporten laat ik voor hun rekening, gelet op hun bevoegdheid ter zake.

 

14.03  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, uw antwoord is pijnlijk helder. Minister Brouns heeft de juiste informatie, maar hij schiet niet in actie. Ik vind dat het contrast met vorige week niet groter kan zijn. Toen de boeren terecht aan het protesteren waren, was minister Brouns driftig aan het communiceren. Toen gisteren de poesthulpen op straat kwamen, was het 'jammer, maar helaas'. Dat is onaanvaardbaar, want die stilstand zorgt ervoor dat gewone werkende mensen erop achteruitgaan.

 

Zit samen en los het op. Onze poetshulpen zijn het slachtoffer van dat soort gezever en politieke spelletjes. Dat zal Vooruit nooit accepteren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Questions jointes de

- Catherine Fonck à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'impact potentiel de la concession de presse sur l'emploi dans le secteur de la presse" (55004161P)

- Sophie Rohonyi à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La distribution des journaux" (55004166P)

15 Samengevoegde vragen van

- Catherine Fonck aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De potentiële impact van de krantenconcessie op de werkgelegenheid in de perssector" (55004161P)

- Sophie Rohonyi aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De krantenbezorging" (55004166P)

 

15.01  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le secrétaire d'État, votre gouvernement a brutalement décidé de mettre fin à la concession de distribution des journaux. Les impacts de cette décision sont énormes. Au niveau de bpost, 4 000 emplois seront potentiellement touchés. Mais ce dont on parle beaucoup moins, c'est l'impact potentiel au niveau de la presse, du côté des éditeurs et donc, bien évidemment, des journalistes, touchant là la liberté de la presse, sa diversité et sa qualité.

 

Ces impacts sont connus de longue date. Ils ne constituent en rien une surprise pour le gouvernement qui a agi, faut-il le dire, en totale improvisation. Il y a eu un lancement de marché public; son annulation; le passage à un système non négocié; l'annonce d'avantages fiscaux, j'en passe et des meilleures.

 

Aujourd'hui, à cinq mois du terme de la concession, rien n'est en place. Et c'est bien pire! En effet, le vrai délai est celui de la mi-mars où interviendra – ou non – la signature d'un accord de distribution avec bpost du côté des éditeurs. Pourtant, c'est le flou total, aussi du côté de ce soutien fiscal dont on ne sait encore rien, si ce n'est qu'il ne sera que partiel et arrivera avec retard.

 

Monsieur le secrétaire d'État, le gouvernement a-t-il examiné l'impact au niveau de l'emploi du côté de la presse et l'impact financier? Quel est le surcoût? Combien d'emplois sont-ils menacés? Le gouvernement a-t-il eu des concertations avec les éditeurs de presse? Mesurez-vous à quel point le délai de six mois est délirant, irréaliste et qu'il aura des conséquences majeures? Êtes-vous prêt à prolonger ce délai? Enfin, mesurez-vous que le soutien fiscal ne constitue pas une réponse, avec un effet partiel qui interviendra de un à deux ans après la décision prise? Où sont donc les véritables solutions du gouvernement?

 

15.02  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le secrétaire d'État, de nombreux concitoyens ont retrouvé ce matin leur boîte aux lettres complètement vide. En cause, cette grève observée par les syndicats de bpost qui craignent que l'abandon par votre gouvernement de ce contrat de diffusion de journaux ne menace pas moins de 4 000 emplois, et donc 4 000 ménages.

 

Cette grève aurait pu être évitée si votre collègue, Mme De Sutter, n'avait pas à ce point minimisé voire nié l'impact de cette décision, et ce, depuis deux mois maintenant. En effet, je me dois de rappeler ici que la ministre a estimé, en toute décomplexion d'ailleurs, "qu'il était impossible de chiffrer les conséquences exactes de la réforme du marché de la distribution". Ces propos ont d'ailleurs été rappelés à l'instant par sa collègue, Mme Van der Straeten. En outre, "de toute façon, bpost n'a pas l'intention de parler de plans sociaux et de restructurations majeures". Or, en annonçant ce matin même sa volonté de muter le personnel de bpost vers d'autres Services publics fédéraux comme les prisons, la ministre a bien confirmé la menace qui pèse aujourd'hui sur le personnel de bpost, sans compter – ce qui est quand même le pompon – que la ministre ne sait même pas si cette mutation, sa propre idée, est praticable.

 

Monsieur le secrétaire d'État, bien sûr, nos prisons manquent de personnel. Je ne cesse d'ailleurs d'interpeller votre gouvernement à ce sujet. Mais, sincèrement, pensez-vous que l'on s'improvise agent pénitentiaire en quelques semaines sans se mettre soi-même en danger? Avez-vous au moins consulté les directions des prisons mais aussi les ministres régionaux en charge de la formation avant de lancer de telles idées en l'air et d'inquiéter ainsi inutilement des travailleurs qui le sont déjà assez comme cela?

 

15.03  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Madame Fonck, madame Rohonyi, je tiens à excuser mon collègue Pierre-Yves Dermagne que je remplace aujourd'hui. Je répondrai effectivement aux questions relatives à ses compétences. Pour le reste, je laisserai la parole à ma collègue Petra De Sutter pour ce qui concerne sa compétence sur les entreprises publiques.

 

Je comprends les craintes des travailleurs de bpost sur certaines questions d'avenir en ce jour de grève chez bpost. Nous sommes bien évidemment soucieux de l'emploi dans le secteur de la distribution des journaux. Le secteur de la distribution de la presse joue un rôle absolument essentiel, non seulement en matière d'emploi, mais aussi pour garantir un accès égal à l'information de qualité pour tous les citoyens.

 

Des décisions gouvernementales ont été prises en décembre dernier pour prolonger exceptionnellement la concession de distribution de la presse de six mois et pour remplacer ce système de concession par un soutien fiscal à partir de juillet de cette année. Cette prolongation a été notifiée à la Commission européenne qui n'a pas encore approuvé cette aide d'État. Je rappelle également qu'une procédure judiciaire est en cours de la part de l'entreprise PPP contre la même prolongation de cette concession. Cette procédure judiciaire nous invite donc à une extrême prudence dans nos déclarations. Le marché de la distribution de la presse ne va pas disparaître avec la fin de la concession car un système de soutien fiscal a été mis en place pour la soutenir en ciblant spécifiquement les zones rurales pour lesquelles, nous le savons, la distribution est plus complexe.

 

Le ministre des Finances a soumis des projets de textes législatifs pour mettre en œuvre le mécanisme de soutien fiscal aux éditeurs et aux libraires. Le sujet sera discuté prochainement par le gouvernement. Ce soutien fiscal doit permettre d'offrir aux citoyens un accès garanti et abordable à une offre médiatique diversifiée et de qualité. Il s'agit, comme je le disais, d'un enjeu absolument essentiel pour la pluralité de la presse qui est primordiale aujourd'hui – je vous rejoins tout à fait, madame Fonck – à l'heure des fake news et du populisme de plus en plus présent.

 

15.04  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le secrétaire d’État, vous êtes sympathique, mais venir nous expliquer ce que le gouvernement a décidé revient à nous prendre pour des idiots. Nous avons suivi attentivement cette histoire depuis quelques mois. Ce que vous avez rappelé, ça, c’était avant.

 

Je vous ai expliqué dans ma question, point par point, que ces décisions ne tiennent pas la route. Elles ne tiennent pas la route! Tant au niveau des délais qu’au niveau des choix opérés ou de la manière dont cela a été fait, sans aucune analyse d’incidences du côté de la presse, sans pouvoir garantir ce délai majeur entre les décisions d’aujourd’hui, la fin de la concession et, in fine, un soutien qui n’arriverait que dans un an ou deux.

 

Monsieur le secrétaire d’État, je vais vous dire les choses autrement: j’ai parlé tout à l’heure d’improvisation, et j’y ajoute maintenant de l’amateurisme, un virage du gouvernement (…)

 

15.05  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le secrétaire d’État, je vous remercie pour votre non-réponse, puisque vous avez clairement renvoyé la balle vers votre collègue, Mme De Sutter, alors que celle-ci – ou plutôt sa remplaçante – a estimé que c’était plutôt à vous de répondre, mais soit. Je le regrette parce que, ce faisant, vous maintenez les travailleurs concernés dans le flou. Je trouve que cela témoigne d’un manque de respect à leur égard, d’autant qu’ils assurent – vous l’avez dit vous-même – un service public essentiel en démocratie.

 

Aujourd’hui, ces travailleurs ne savent toujours pas à quelle sauce ils seront mangés le 1er juillet prochain. Ils ne savent toujours pas si, du jour au lendemain, ils devront aller travailler en prison, si ce sera volontaire ou forcé, un peu comme le MR le demande régulièrement, et ce, alors que ces travailleurs ont quand même le droit, à un moment donné, de poser des choix de carrière.

 

Si vous n’y voyez absolument aucune objection, monsieur le secrétaire d’État, je vous invite tout simplement, vous et la ministre, à vous rendre dans l’une de nos prisons. Vous verrez alors qu’il y a de quoi (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Tom Van Grieken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De nieuwe migratiecijfers" (55004155P)

16 Question de Tom Van Grieken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les nouvelles statistiques en matière de migration" (55004155P)

 

16.01  Tom Van Grieken (VB): Omvolking, laten wij het eens hebben over omvolking. Er is geen complot, geen bewust plan of een of andere nare theorie. Nee, het is gewoon de realiteit en het gevolg van decennialang opengrenzenbeleid. Ons, Vlaams Belangers, moet men daar eigenlijk niet van overtuigen. Men moet er zelfs de socialisten niet van overtuigen. Zelfs hun oud-voorzitter, Conner Rousseau, had dat door toen hij met zijn chauffeur door Molenbeek werd gereden. Hij zei: het voelt hier niet meer aan als België. Zelfs de meest linkse krant van het land, De Standaard, publiceerde cijfers. Ons land wordt in sneltempo diverser.

 

Dat is zo en ik ben blij dat de geesten rijpen. Wij weten dat de grenzen wagenwijd open staan en dat dit de oorzaak is van het feit dat ons land steeds diverser wordt. U kent de cijfers ook, mevrouw de staatssecretaris. Het nettomigratiesaldo verschilt van jaar tot jaar, maar is nu ongeveer 60.000. Ieder jaar. Om dat een beetje te vatten, mevrouw de Moor, dat is drie keer uw gemeente, Sint-Gillis-Waas, die erbij komt. Ieder jaar opnieuw. Wij weten ook uit cijfers dat migratie de grootste bezorgdheid van de bevolking is. Men wil een strenger beleid.

 

Mijn vraag is dus relatief eenvoudig, mevrouw de Moor. Zult u eigenlijk nog iets doen, zult u eigenlijk nog iets van strengere maatregelen implementeren? Anders raad ik u aan dat u uw titel van staatssecretaris voor Asiel en Migratie aanpast om de verkiezingen in te gaan als Nicole de Moor, staatssecretaris van steeds meer asiel en steeds meer migratie.

 

16.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Van Grieken, de irreguliere migratie naar Europa moet omlaag. Dat is duidelijk. Dat zal echter niet lukken met straffe praat, maar wel met sterkere buitengrenzen en een eerlijke spreiding van de inspanningen in Europa. Net daarover bereikten we eind vorig jaar een akkoord. Met het nieuwe Europese Migratiepact slaan we na jaren onderhandelen eindelijk de weg in naar meer controle over migratie in Europa. Zo gaan we de irreguliere migratie tegen en krijgen we het aantal asielzoekers in ons land naar beneden.

 

Uw partij, mijnheer Van Grieken, pleit voor geen enkele migratie. Met alle respect, maar dat is boerenbedrog. Mag een farmabedrijf dat vacatures maar niet ingevuld krijgt nog een onderzoeker uit pakweg India aanwerven? Krijgt iemand die in Venezuela strijdt tegen een communistische dictatuur nog bescherming in ons land? Mag een Belg nog huwen met een Nederlander, zoals mijn ouders gedaan hebben en zoals u trouwens ook zelf gedaan hebt?

 

Het migratiemodel waarvoor ik sta, mijnheer Van Grieken, heeft twee kanten. Indien men aan de voorwaarden voldoet, mag men hier blijven. We moeten dan keihard inzetten op integratie zodat mensen onze taal leren, onze regels respecteren en iets kunnen betekenen voor onze samenleving. Er zijn rechten en plichten. Wie hier echter niet mag blijven, moet terugkeren, punt. Ook dat is duidelijk.

 

Hoe moeilijk dat terugkeerbeleid ook is, het moet. We moeten in België en Europa ons gewicht in de schaal werpen om die medewerking van herkomstlanden af te dwingen en de terugkeer te realiseren. Dat is het gecontroleerde migratiebeleid waarvoor ik sta en waaraan ik elke dag werk. Ik doe dat niet met straffe praat, mijnheer Van Grieken, maar met daden.

 

16.03  Tom Van Grieken (VB): Ik denk dat er hier in Brussel in de ivoren torens van al de kabinetten te weinig zuurstof hangt.

 

Mevrouw, kent u uw eigen cijfers? Ze zijn dramatisch. De terugkeercijfers zijn bijzonder slecht, de deuren staan wagenwijd open. U zegt dat we de Europese buitengrenzen beter moeten controleren, maar wanneer een rechtse partij die buitengrenzen controleert, pleit u voor sancties tegen die landen.

 

U laat hier uitschijnen dat de superdiversiteit of de omvolking is ontstaan omdat we massaal zijn getrouwd met Nederlanders. Dat is wat Conner Rousseau zal gezien hebben vanuit zijn raampje toen hij door Molenbeek reed: al die Jannen, al die Kezen.

 

U bent echt niet meer van de wereld, u hebt nood aan een wake-upcall. Ik beloof u dat die er komt op 9 juni 2024.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

La présidente: Ceci clôture la session des questions orales.

 

Projets de loi et propositions

Wetsontwerpen en voorstellen

 

L'ordre du jour appelle la discussion du projet de loi (n° 3217/1-16) modifiant la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration et abrogeant la loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l'administration dans les provinces et les communes.

 

17 Demande d'avis du Conseil d'État

17 Verzoek om advies van de Raad van State

 

17.01  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, comme nous l’avons dit dans le passé, ce projet de loi est vraiment incomplet. Là-dedans, il y a beaucoup de manquements. Si nous voulons voter ici un projet sur la transparence administrative, il faut que cette transparence soit effective et qu’il y ait réellement une transparence administrative. Depuis la dernière fois que le projet a été renvoyé au Conseil d'État, nous avons eu connaissance de nouveaux faits qui démontrent les manquements de cette loi.

 

C’est pour cette raison que j’ai déposé un amendement qui vise à étendre le champ d’application de la loi aux institutions investies d’une mission de service public. Sont visées les institutions majoritairement contrôlées ou financées par le Parlement fédéral, les services publics fédéraux, une autorité locale ou une autre institution investie d’une mission de service public.

 

Est notamment visée l’ASBL Smals, l’association sans but lucratif au service ICT des institutions publiques belges. Actuellement, les députés n’ont aucun moyen de savoir par exemple pourquoi Smals n’a pas réussi, depuis des années, à construire le nouveau site web de la Chambre malgré un financement important. Il est question de centaines de milliers d’euros. Par conséquent, les auteurs de cet amendement considèrent qu’il est opportun de soumettre Smals à l’obligation de transparence de cette loi.

 

C’est la raison pour laquelle nous déposons cet amendement. C’est aussi pour répondre aux demandes de la société civile et des journalistes qui trouvent aussi que ce projet est largement insuffisant et qui voudraient qu’il soit réellement un projet de transparence, répondant vraiment aux manquements de notre législation actuelle. Cela n’est toujours pas le cas.

 

C’est pour cela que je demande l’examen de cet amendement par le Conseil d'État, madame la présidente. Merci.

 

17.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, de heer Boukili heeft gezegd dat het ontwerp incompleet is, maar het is wel een stap ter versterking van de transparantie van bestuursdocumenten. Op die manier kan het bijdragen tot een versterking van de legitimiteit van het overheidshandelen. Nu worden hier voor de zoveelste keer amendementen voorgesteld om naar de Raad van State te sturen, die gelijkaardig zijn aan wat we al eerder in de commissie hebben besproken. Op deze manier wordt geen stap gezet naar de versterking van de transparantie en dus de legitimiteit van de overheid.

 

In tegenstelling tot het voorwendsel dat er hier partijen zijn die vechten voor transparantie, moet ik vaststellen dat die transparantie door hun handelen wordt tegengehouden. Ik zal mij uiteraard schikken naar wat hier vandaag wordt beslist, maar ik zou toch graag genoteerd zien dat degenen die zeggen te vechten voor transparantie zich daar in de feiten tegen verzetten.

 

17.03  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je rappelle à Mme la ministre que ce n'est pas uniquement mon groupe qui entreprend cette démarche visant à obtenir une réelle transparence au lieu du simulacre proposé par ce projet de loi. En effet, d'autres partis défendent cette position, mais c'est avant tout le cas de la société civile. Nous parlons de l'Association des journalistes – ce n'est quand même pas rien. Nous parlons de journalistes qui ne parviennent pas à accéder à des documents administratifs pour accomplir leur travail et informer la population. C'est de cela que nous parlons. Aucune contrainte n'est imposée à la CADA, par exemple, pour qu'elle rende des documents publics. Or c'est normalement le principe d'une société démocratique. C'est de cela que nous parlons, madame la ministre.

 

Alors, quand vous venez nous dire que vous avancez pas à pas vers la transparence et que c'est nous qui bloquons, c'est faux: vous, vous nous vendez du vent pour obtenir seulement un titre évoquant la transparence, mais il n'y en a aucune, en définitive. Au contraire! Vous rendez encore plus opaques les institutions fédérales, et c'est inacceptable. Si c'était seulement le PTB qui le disait, peut-être le débat pourrait-il avoir lieu, mais c'est la majorité de la société civile qui le pense, de même que d'autres partis d'opposition. Par conséquent, madame la présidente, je ne peux pas laisser dire que nous empêchons la transparence. C'est tout le contraire, nous la défendons ici et nous nous battons pour qu'elle soit réelle!

 

17.04  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, depuis le début, l'incompréhension est totale dans ce dossier, non seulement de la part de certains groupes politiques de l'opposition, mais aussi de plusieurs organisations de la société civile, quant à l'absence de parallélisme entre la CADA fédérale et la CADA décisionnelle. Aucune des justifications avancées n'a trouvé de légitimité. On nous a ainsi parlé de moyens. Or nous savons que ceux de la CADA ont été augmentés. On nous a parlé de plusieurs choses.

 

Les entités fédérées disposent de CADA décisionnelles. Pourquoi ne peut-on pas appliquer cette mesure à l'échelle fédérale? À l'époque qui nous occupe, et je l'ai souvent dit dans ce dossier, c'est complètement à contre-courant! Les citoyens désirent en effet être davantage informés, demandent de la transparence et veulent plus de citoyenneté. Le gouvernement Vivaldi, dans toutes ses composantes, va donc complètement à contre-courant de ces principes essentiels pour une bonne gouvernance.

 

Lorsque nous aurons reçu une justification qui tienne la route, nous pourrons en discuter, mais ce n'est toujours pas le cas. Et c'est incompréhen­sible. Par conséquent, nous soutiendrons l'envoi des amendements au Conseil d'État.

 

La présidente: Il y a un seul amendement à envoyer au Conseil d’État. C’est celui déposé par M. Boukili et qui vient d’être largement défendu.

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

Au moins 50 membres soutiennent la demande d'avis au Conseil d'État.

Ten minste 50 leden steunen het verzoek om advies van de Raad van State.

 

En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98, § 3, du Règlement.

Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98, § 3, van het Reglement.

 

L'amendement no 19 sera envoyé au Conseil d’État pour avis.

Het amendement nr. 19 zal voor advies naar de Raad van State worden verzonden.

18 Projet de loi modifiant la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile en vue de régler l'utilisation de caméras par les services opérationnels de la sécurité civile (3769/1-3)

18 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, om het gebruik van camera's door de operationele diensten van de civiele veiligheid te regelen (3769/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Rigot, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

 

18.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik zal mijn uiteenzetting niet rekken. U kent de houding van het Vlaams Belang ten opzichte van het wetsontwerp.

 

Mevrouw de minister, ik heb ook in de commissie erkend dat het wetsontwerp een stap in de goede richting is om de aanslepende problematiek van geweld tegen hulpverleners aan te pakken.

 

U kent de cijfers net zo goed als ik. Ik heb erop gewezen dat de cijfers van het geweld tegen hulpverleners bewijzen dat het niet alleen meer gebeurt bij bepaalde gebeurtenissen, zoals op oudejaarsnacht. Het valt meermaals voor. Het gebeurt ook niet enkel meer in grootsteden, zoals Brussel of Antwerpen. Het probleem deint uit over verschillende middelgrote steden en gemeenten. Het Vlaams Belang is altijd bezorgd geweest over de problematiek. Wij hebben meermaals aangedrongen op initiatieven ter zake. Daarom zijn wij tevreden met die eerste weliswaar voorzichtige stap.

 

Ik maak er echter ook geen geheim van dat ik liever meer verstrekkende maatregelen had gezien, zoals de mogelijkheid tot het dragen van steekwerende kledij of het gebruik van pepperspray door hulpverleners. Ik weet dat het daarbij om een gedeelde bevoegdheid gaat en dat u daarvoor ook even te rade moet gaan bij de minister van Volksgezondheid. Mevrouw Gijbels heeft niet toevallig vandaag daarover een actuele vraag gesteld.

 

Het vandaag voorliggende wetsontwerp betreft voornamelijk camera’s die in de voertuigen worden geïnstalleerd, de zogenaamde dashcams. Ik heb in de commissie al uitgelegd waarom ik betreur dat in het wetsontwerp de mogelijkheid om hulpverleners uit te rusten met bodycams niet nader werd uitgewerkt. Dat is het gevolg van een negatief advies van de GBA.

 

Ik meen echter wel en blijf beklemtonen dat het dragen van bodycams, ook door hulpverleners, wel degelijk kan bijdragen aan hun veiligheid. Het gebeurt immers maar al te vaak dat de hulpverleners bijvoorbeeld in de val worden gelokt. Op weg naar een interventie kan de dashcam worden ingeschakeld, maar wat gebeurt er op het moment zelf? In Brussel zijn er heel veel verhalen van brandweerlieden die met een valse oproep naar een uitgelokt brandje worden gestuurd, waarna zij ter plaatse worden bekogeld.

 

Ik ben er zeker van dat het aantal dergelijke incidenten verminderd en de veiligheid van de hulpverleners verbeterd kan worden door het uitrusten van onder andere brandweerlieden met een bodycam.

 

Ik ben ook verheugd dat collega Demon daar eveneens een pleidooi voor gehouden heeft in de commissie. Hij ging nog verder, hij vond ook dat, en ik steun dat volledig, treinbegeleiders uitgerust moeten worden met onder andere een bodycam. Het verwondert mij alleen een klein beetje dat het bij woorden en oproepen blijft van de partij waarvan u, mevrouw de minister, lid bent en lijsttrekker in Antwerpen.

 

Mevrouw de minister, om al deze redenen zal de Vlaams Belangfractie zich onthouden.

 

18.02  Franky Demon (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, wij hebben in de commissie een zeer goede discussie gehad over dit wetsontwerp. Wij waren het over de partijgrenzen heen erover eens dat dit kader voor cameragebruik door de hulpverleningszones en de operationele diensten van de civiele bescherming, absoluut noodzakelijk is.

 

In de eerste plaats is het noodzakelijk omdat wij de civiele veiligheidsdiensten hiermee versterken bij de uitvoering van de operationele taken. De voordelen van het kunnen inzetten van vaste en mobiele camera's spreken voor zich. Zo zal men de toestand van het interventieteam beter in kaart kunnen brengen, in realtime de interventie kunnen evalueren en waar nodig de acties bijsturen. Men zal de beelden ook achteraf kunnen gebruiken voor debriefings of opleidingen. Dat zijn allemaal zaken die de kwaliteit van de dienstverlening alleen maar ten goede zullen komen.

 

Verder voorziet het wetsontwerp ook in de mogelijkheid om risicovolle omgevingen preventief te bewaken, wat uiteraard ook een belangrijke meerwaarde biedt.

 

Ik wil vandaag nog eens de nadruk leggen op de persoonlijke veiligheid van onze hulpverleners. Nog steeds worden zij geconfronteerd met agressie en geweld bij het uitvoeren van hun taken. Dat is verwerpelijk en onaanvaardbaar. Het betreft een problematiek die wij op verschillende manieren moeten aanpakken. Dat kan preventief, zoals met de campagne Wederzijds Respect. Daders van dergelijke feiten moeten echter ook vervolgd kunnen worden.

 

Het is daarom toe te juichen dat dit wetsontwerp bepaalt dat de camerabeelden tevens gebruikt zullen kunnen worden met een bewijskrachtig doel, bijvoorbeeld in geval van geweld tegen onze hulpverleners. Cd&v heeft in dat kader ook steeds aangegeven voorstander te zijn van het voorzien van een kader waarbinnen de diensten van de Civiele Veiligheid ook gebruik zouden kunnen maken van bodycams. De minister had dit in het wetsontwerp opgenomen, maar op uitdrukkelijke vraag van de Gegevensbeschermingsautoriteit werd deze bepaling niet behouden in het definitieve ontwerp. Men acht verder advies en onderzoek noodzakelijk.

 

Het stemt ons echter tevreden dat de minister in de commissie heeft gezegd hiermee aan de slag te zullen gaan. Ze heeft tevens aangekondigd dat ze hiervoor verder werkt aan een specifiek wettelijk kader. Onze fractie is daar heel tevreden over. Net zoals de heer Depoortere vindt ook onze fractie dat dergelijke bodycams moeten kunnen worden gebruikt door het spoorpersoneel, zodat ook daar alles veilig kan verlopen.

 

Samengevat kunnen we dus stellen dat dit wetsontwerp een belangrijke stap voorwaarts betekent voor de operationele mogelijkheden van onze Civiele Veiligheid en de veiligheid van alle medewerkers. Onze fractie zal dit ontwerp dan ook met plezier steunen.

 

18.03 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Depoortere, ik ben blij dat u het wetsontwerp genegen bent. U zegt weliswaar dat het niet ver genoeg gaat. Ik begrijp niet helemaal dat u zich zult onthouden terwijl u het toch genegen bent, maar goed.

 

Het is immers een belangrijke eerste stap, onder meer in de strijd tegen geweld op hulpverleners. Zoals wij ook uitgebreid hebben besproken in de commissie, heeft de GBA in haar advies gezegd dat, wat betreft het gebruik van bodycams door ambulanciers en brandweerlieden de motivering en het doel nog verder moeten worden geduid en dat moet worden aangetoond waarom het doel dat wij beogen enkel kan worden bereikt door het gebruik van bodycams.

 

De Raad van State is in dezelfde richting gegaan door speciale garanties te vragen dat het privéleven van de betrokkenen, wanneer bodycams gebruikt zouden worden, niet disproportioneel in het gedrang zou worden gebracht. Wij zijn dat idee genegen en dat was ook de reden waarom we het initieel hadden opgenomen en waarom we een werkgroep hebben opgericht om te bekijken hoe dat in de praktijk zou kunnen verlopen en hoe we het doel en de motivering specifiek voor het gebruik van bodycams kunnen opzetten. We hebben er wel voor gekozen om al verder te gaan met de andere mogelijkheden die het wetsontwerp creëert, om ervoor te zorgen dat we het geweld tegen hulpverleners de kop kunnen indrukken. De intentie is er met de werkgroep die we nu hebben, maar wij moeten dat op een weloverwogen manier doen omdat wij anders allicht vastlopen in een latere fase.

 

U suggereerde ook het gebruik van onder meer pepperspray, mijnheer Depoortere. We moeten bekijken welke maatregelen gepast zijn om geweld ten aanzien van hulpverleners te voorkomen en uit te sluiten. We werken daarvoor aan verschillende sporen, onder meer strengere straffen, preventie en sensibilisering. Zoals we al eerder hebben besproken, reikt de problematiek verder dan mijn bevoegdheden alleen en is een multidisciplinaire aanpak nodig. Het is natuurlijk de vraag in welke mate we hulpverleners in detail moeten uitrusten met wapens, zoals pepperspray. Wij willen uiteraard vooral gaan voor de-escalatie. We willen geen ergere gevolgen voor de veiligheid van de ambulanciers en de brandweerlui.

 

We bespraken ook dat we dat voor het spoorwegpersoneel zeker willen bekijken, maar dat kan niet alleen door mij gebeuren. Daarover moeten we overleg organiseren met de minister van Mobiliteit en desgevallend ook met de deelstaten, voor zover het gaat over activiteiten in het openbaar vervoer, niet enkel bij de spoorwegen.

 

Laten we samen vooral creatief en constructief blijven nadenken over alle mogelijke middelen om geweld tegen hulpverleners tegen te gaan.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3769/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3769/3)

 

Le projet de loi compte 20 articles.

Het wetsontwerp telt 20 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 20 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 20 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

19 Projet de loi portant diverses adaptations relatives aux services de médiation (3614/1-7)

19 Wetsontwerp houdende diverse aanpassingen inzake ombudsdiensten (3614/1-7)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteurs, mevrouw Buyst en mevrouw Platteau, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

19.01  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de voorzitster, dit wetsontwerp is niet heel groot. Het is een wetsontwerpje, zeggen wij vaak.

 

We passen de principes van Venetië toe op de ombudsdiensten. De bedoeling is dat elke minister dat doet voor zijn of haar vakgebied. Mevrouw De Sutter doet wat zij moet doen. Ze heeft dat onder andere gedaan voor de ombudsdienst van de telecomsector. Dit wetsontwerp bepaalt dat er een vast mandaat wordt vastgelegd, voor zes jaar, en dat dit mandaat beperkt wordt tot maximaal twee termijnen. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de vereisten van goed bestuur.

 

Mevrouw De Sutter is ook vice-eersteminister. Dat betekent dat zij mee moet waken over het regeerakkoord. Ik heb haar in de commissie een aantal keren de vraag gesteld hoe het zit met de ombudsdienst van de luchthaven. Wij zien dat de ombudsman daar al meer dan twintig jaar in dienst is. Hij is ook niet onbesproken. Wij hebben gezien dat hij in verschillende dossiers vaak eenzijdig een kant kiest, bijvoorbeeld als het op de vliegroutes aankomt. Daar is in het verleden toch al vaak protest tegen gerezen.

 

Nu is de vraag hoe het kan dat een regering dit zomaar op zijn beloop laat? Mijn collega die het dossier opvolgt in de commissie voor Mobiliteit heeft die vraag ook aan minister Gilkinet gesteld in 2021. Die heeft toen geantwoord dat hij het met hem eens was dat het juridische kader van de ombudsdienst bijzonder mager is en dat het versterkt moest worden. Het zou interessant zijn, zei minister Gilkinet, inspiratie te putten uit andere ombudsdiensten, en een duidelijk statuut vast te leggen met een mandaat van bepaalde duur en de mogelijkheid tot evaluatie.

 

Mevrouw de minister, ik weet wat u zult zeggen. U zult zeggen dat ik bij minister Gilkinet moet zijn, dat ik het adres ken en dat ik met mijn vragen niet bij u moet zijn. Wel, dat pareer ik dan op voorhand. Dat wil ik niet horen. U bent ook vice-eersteminister, mevrouw De Sutter, en u hebt de verantwoordelijkheid het regeerakkoord te doen nakomen. U kunt ook uw eigen positie gebruiken om in dezen tegen uw collega te zeggen dat hij hier werk moet van maken.

 

Jullie hebben daarnaast een grote politieke familie. Hier zelfs één fractie, van Groen en Ecolo. Dat betekent dat de afstand tussen jullie ideologisch niet zo groot is, mag ik alvast hopen. Met andere woorden, nu u goed bestuur promoot door vandaag dit wetsontwerp in te dienen, vraag ik u het nodige te doen om uw collega aan de mouw, of misschien aan het oor te trekken opdat hij ook het nodige zou doen.

 

19.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Freilich, bedankt voor uw tussenkomst op dit wetsontwerp.

 

Inhoudelijk zijn we het erover eens dat het om een goed voorstel gaat. Telecom, post en energie hebben we samen gedaan. Pensioenen is intussen ook gepasseerd. Voor het spoor heeft mijn collega Gilkinet gezegd dat dat er heel binnenkort aankomt. Hij is eveneens bezig met de luchtvaart. Als vicepremier en als lid van de fractie, want u appelleert daaraan, heb ik hem aangesproken en hem alle nodige informatie en documentatie bezorgd over het werk dat we hier hebben verricht met het oog op de doorvoering van die harmonisering.

 

Ik droom ervan om in de toekomst misschien te komen tot één gemeenschappelijk wettelijk kader voor ombudsdiensten. Ik denk dat we het erover eens zijn dat dat een goede zaak zou zijn. Voorlopig zijn we dus bezig met de harmonisering van de verschillende stukjes wetgeving waar dat van toepassing is. Ik zal uw boodschap, uw vraag nogmaals overmaken.

 

19.03  Michael Freilich (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Ik ben blij dat u de boodschap hebt overgemaakt.

 

Mijn collega Bert Wollants, die hier vandaag ook aanwezig is, zal dit nauwlettend opvolgen. Binnenkort zal hij ook minister Gilkinet bevragen om na te gaan of hij goed heeft geluisterd.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3614/7)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3614/7)

 

Le projet de loi compte 4 articles.

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

20 Projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2018 relative aux services postaux (boîtes à colis et distributeurs automatiques de colis) (3726/1-7)

20 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten (pakketbrievenbussen en pakketautomaten) (3726/1-7)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Van den Bergh et Mme Zanchetta, rapporteurs, se réfèrent au rapport écrit.

 

20.01  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, dit is opnieuw een korte, maar belangrijke tussenkomst van mij. We hebben ook een amendement ingediend, dat ik graag toelicht. Wij willen twee bepalingen weglaten.

 

Dit wetsontwerp gaat over het mogelijk maken dat de verschillende postdiensten de pakketbrievenbussen en de pakketautomaten met elkaar zouden delen. Het is inderdaad een vraag van Europa om dat mogelijk te maken, alleen blijkt dat in dit wetsontwerp verschillende redenen werden gegeven om dit te doen, zoals ook gezegd in de commissie. Een van die redenen is wel een nobele, maar de Raad van State heeft daar toch wel vragen bij gesteld. Er wordt specifiek aan toegevoegd dat de duurzame ontwikkeling van de postdiensten moet worden bevorderd. Het gaat dus over het aspect duurzaamheid.

 

Wij hebben voor alle duidelijkheid geen enkel probleem met het idee van duurzaamheid, alleen volgen wij wat de Raad van State stelt, met name dat duurzaamheid geen criterium is dat door Europa bepaald werd om in die wet op te nemen. Als dit wel wordt gedaan, riskeert men te doen aan gold-plating, waardoor ons land tegenover andere landen een andere wetgeving zou krijgen. We vrezen dat, als elk Europees land daar zijn eigen woorden aan toevoegt, er een hele hutsepot ontstaat en er geen uniformiteit ontstaat in Europa. Wij zeggen altijd dat het belangrijk is dat we op het Europese niveau toch een gelijk speelveld hebben. Dit is een wet, geen klimaatpamflet. Die twee staan los van elkaar.

 

In dezen vragen wij dan ook om geen klimaatdogmatisme aan te hangen en in elk wetsontwerp toch iets over het klimaat of duurzaamheid te willen toevoegen als dat op zich niet kan vanuit Europa. De Raad van State is in dezen een neutrale partij. Hij heeft over deze kwestie puur juridisch-technisch geoordeeld, niet ideologisch, mag ik hopen, en vond het geen goed idee. Ons amendement probeert dus om die vraag van de Raad van State te eerbiedigen. Ik heb dit ook al in de commissie gevraagd en dat is toen weggestemd. We hebben dit nog eens ingediend. Hopelijk wordt dit nu wel aanvaard. Wij moeten immers wetgeving hebben die de toets van de Raad van State kan doorstaan, ook in dezen.

 

20.02 Minister Petra De Sutter: Dank u voor uw uiteenzetting, mijnheer Freilich. Wij hebben dit inderdaad al in de commissie besproken. Het zal u niet verwonderen dat ik hetzelfde antwoord zal geven, maar ik zal er wel nog iets aan toevoegen dat u absoluut tevreden zal stellen, in het kader van de opmerking die u hebt gemaakt.

 

U zegt dat er geen rechtsgrond in de Europese postrichtlijn is om over duurzaamheid te spreken. U weet dat wij en het BIPT een juridische analyse hebben gemaakt. Onze appreciatie daarvan is dat in de postrichtlijn, die dateert van 2008, het begrip duurzaamheid nog niet is opgenomen, maar duurzaamheid kan ook gezien worden in het kader van de bescherming van belangen van gebruikers wiens behoeften evolueren. Dat zijn niet meer dezelfde behoeften als in 2008.

 

Voorts is de bevordering van duurzaamheid een element in de competitiviteit. U zult het met mij eens zijn. Consumenten zijn zelf vragende partij daarvoor. Het is dus een element dat meespeelt. Dat past wel in de filosofie van de richtlijn. In artikel 2 van de richtlijn staat een verwijzing naar essentiële eisen, waarin ook al de bescherming van het milieu wordt vermeld. Zo werd dat in 2008 genoemd. Volgens onze analyse en die van het BIPT is het dus geen gold-plating.

 

Wij hebben het initiatief genomen. Dat zal u tevredenstellen. Wij maken gebruik van ons voorzitterschap om het Europese debat over de herziening van de postrichtlijn te openen, dit in onze conclusies van de Raad te brengen en te vragen aan de volgende Commissie om dat op de agenda te zetten.

 

De postrichtlijn is helemaal niet meer aangepast aan de praktijk van vandaag. E-commerce bestond nauwelijks in 2008. U zult het met mij eens zijn dat er heel veel veranderd is en dat duurzaamheid vandaag wel een belangrijk aspect is. In dat kader zullen wij de postrichtlijn op de agenda zetten en aan de Europese fragmentatie, waarnaar u verwijst, hopelijk een einde maken.

 

20.03  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u zult proberen om het op de Europese agenda te plaatsen. Dat is nobel en daar staat u voor, dus dat moet u zeker doen.

 

U hebt zonet echter wel toegegeven dat u hier de kar voor het paard zult spannen en dat is geen goede zaak. We zullen dat amendement vandaag opnieuw indienen omdat we vinden dat wat u voorstelt pas moet gebeuren als er op Europees niveau een akkoord is. Tot daar onze verschillen.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3726/6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3726/6)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2018 relative aux services postaux".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten".

 

Le projet de loi compte 5 articles.

Het wetsontwerp telt 5 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

Art. 4

  • 4 – Michael Freilich (3726/7)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservés: l'amendement et l'article 4.

Aangehouden: het amendement en artikel 4.

 

Adoptés article par article: les articles 1 à 3 et 5.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 3 en 5.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

21 Projet de loi sur la promotion de la réparabilité et de la durabilité des biens (3766/1-5)

- Proposition de résolution visant à ajouter les vélos (électriques) au champ d'application de l'indice de réparabilité à instaurer (2535/1-2)

21 Wetsontwerp ter bevordering van de herstelbaarheid en de levensduur van goederen (3766/1-5)

- Voorstel van resolutie met het oog op het toevoegen van (elektrische) fietsen aan het toepassingsgebied van de in te voeren herstelbaarheidsindex (2535/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Kris Verduyckt.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteurs, de heer Wollants en mevrouw Creemers, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

21.01  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, uw voorliggende ontwerp betreft de herstelbaarheid en de levensduur van goederen. Zoals ik al in de commissie heb gezegd, zijn wij voor het principe van de indexen, maar zoals u al kunt vermoeden, zullen wij ons straks bij de stemming onthouden, om een aantal redenen die ik even wil toelichten.

 

De aanpak waarvoor u gekozen hebt, maakt dat u vooruitloopt op Europese wetgeving. Dat u dan later bepalingen moet schrappen en aanpassen telkens wanneer Europa een nieuwe stap zet, komt volgens ons de rechtszekerheid niet ten goede. Het is ook een wetgeving die nogal wat invloed geeft aan overheden om de verkoop van bepaalde producten of merken te stimuleren of te ondermijnen door het aankoopgedrag en de kwaliteitsperceptie van de consument te sturen. Ik zeg niet dat dit altijd het geval zal zijn, maar dat kan de deur openzetten voor protectionisme, zeker wanneer dit soort wetgeving eerder nationaal dan Europees wordt ingevoerd, wat hier het geval zal zijn.

 

Er bestaat nog heel wat onduidelijkheid over de manier waarop de eenvormigheid en de bepaling van de indexen voor en door de producenten zullen worden gegarandeerd. De overheid legt de indexen op, maar de producenten bepalen zelf of ze eraan voldoen. Zeker gelet op de ruime delegatie aan de Koning is dat problematisch, want als we op deze manier werken, tekenen we straks een blanco cheque voor de overheid in een domein waar dat voor sterk concurrentievertekenende effecten zou kunnen zorgen.

 

Wat betreft voeding, er is nu al commotie omdat bepaalde voedingsproducten door een update veranderen van gezondheidscategorie. Wanneer het bovendien zou gaan om aankopen die consumenten doen voor een langere termijn, wat een aanzienlijke investering is, zullen eventuele wijzigingen in de categorisering voor verwarring en frustratie zorgen.

 

U verwijst in uw ontwerp ook naar de federale bevoegdheid inzake de productnormen en de consumentenbescherming, die u als grond neemt voor dit initiatief. De productnormen zijn inderdaad louter een federale bevoegdheid, maar zoals u weet, is consumentenbescherming een gedeelde bevoegdheid van de federale overheid en de gewesten. De Raad van State zegt dat uw ontwerp eerder steunt op de consumentenbescherming dan op de productnormering. Derhalve zult u in de uitvoering van dit ontwerp via de besluiten heel goed moeten opletten dat u strikt binnen uw eigen federale bevoegdheid blijft. Dat is een uitdaging, maar u hebt ervoor gekozen om die uitdaging erbij te nemen.

 

Het zou beter zijn geweest om het ontwerp anders te formuleren, zodat het eerder vanuit productnormering dan via informatieverstrekking aan de consument zou werken. Nogmaals, dat is de keuze die u hebt gemaakt. Daar hangt een uitdaging aan vast.

 

Het ontwerp loopt vooruit op de Europese besluitvorming, waardoor we verplicht zullen zijn ons aan te passen aan het Europees recht. In de commissie heb ik erop gewezen dat het beter zou zijn om de conclusie van de Europese initiatieven af te wachten en daarna in overeenstemming daarmee wetgeving goed te keuren. Dan zouden we niet telkens moeten bijsturen. Dat is ook al gebleken. U hebt dat al moeten doen voor smartphones en tablets. Op een gegeven moment heeft de Europese Commissie de reparatiescore voor smartphones en tablets uitgewerkt. U hebt die dan uit uw ontwerp moeten schrappen. Deze aanpak zal ook voor andere categorieën gelden, waarbij een categorie uit de Belgische wetgeving moet worden geschrapt of aangepast telkens wanneer Europa voor een bijkomend product een reparatiescore bepaalt.

 

Het is een beetje een soloslimaanpak, waarbij ‘tijdelijke’ wetgeving wordt goedgekeurd die wellicht aangepast zal moeten worden telkens wanneer Europa daarin een initiatief neemt. In de commissie beargumenteerde u dat de trage Europese besluitvorming uw werkwijze wel degelijk verantwoordt. Ik zeg hier niet dat de Europese besluitvorming een schoolvoorbeeld is van snelle en efficiënte aanpak, want dat is zeker niet altijd het geval. Intussen bleken dat toch ook niet helemaal loze woorden te zijn, want op 2 februari bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de richtlijn inzake recht op reparatie. Hadden we hier opnieuw beter niet even op gewacht?

 

Ik weet dat u zult antwoorden dat uw ontwerp een kader is dat we steeds via KB kunnen aanpassen. Ik blijf er echter bij dat uw keuze voor een eerder vaag en globaal ontwerp dat om de haverklap bij KB gerepareerd zal moeten worden niet de meest ideale weg is.

 

Ik kan me bovendien moeilijk voorstellen dat u in de loop van dat proces geen contact hebt gehad met uw collega Bertrand, die vanuit haar bevoegdheid voor consumentenbescherming nauw betrokken was bij dat Europees besluitvormingsproces. Hoe is dat contact verlopen? Vond mevrouw Bertrand het dan goed, wetend dat er op korte termijn iets zat aan te komen op het Europese niveau, dat u via die weg verder aan de slag ging, dat wij in de commissie het debat en de stemming hebben gehad en dat wij hier vandaag plenair over het ontwerp moeten stemmen?

 

Voldoet het ontwerp vandaag nog wel aan wat pas in Europa is beslist of bent u vandaag al koninklijke besluiten aan het schrijven om dat te ondervangen?

 

Ook heeft de Europese Commissie aangegeven dat de aanpak die u hanteert niet de meest ideale is. Ze heeft ook tegen een eerdere versie van het ontwerp al bezwaren geuit. De ruime delegatie die de regering zichzelf geeft, opent de weg naar mogelijke conflicten met het Europees recht. Daarnaar heb ik net al verwezen.

 

Het argument dat u gaf, namelijk dat de driemaandelijkse evaluatie en de traagheid van het Europese proces voldoende tijd zouden laten om de wetgeving aan te passen, vind ik met alle respect niet het beste argument om tijdelijke wetgeving in te voeren. Ik verwijs nogmaals naar de Europese beslissing die nog maar net is gevallen.

 

De Raad van State wijst op zijn beurt ook nog eens op het feit dat de regeling idealiter had moeten worden geïntegreerd in het Wetboek van economisch recht, in plaats van die nu te verwerken in een nieuwe en afzonderlijke wet. Op die manier zou de implementatie volgens de Raad van State namelijk eenvoudiger worden, doordat er gewerkt zou kunnen worden met bestaande maatregelen inzake controle en sanctionering, wat nu niet het geval zal zijn.

 

Collega’s, de blanco cheque en het vage algemene kader met een erg ruime delegatie naar de regering nopen ons dus tot een onthouding.

 

21.02  Daniel Senesael (PS): Madame la présidente, chers collègues, les objets numériques font aujourd'hui partie de nos vies. Smartphones, tablettes, ordinateurs, télévisions et objets connectés, nous les utilisons au quotidien pour nos loisirs, au boulot, dans nos vies privées.

 

Ces objets, par de nombreux aspects, ont un impact positif sur nos vies: améliorer notre qualité de vie; faciliter les contacts avec nos proches, l'accès aux loisirs, à la culture, à l'information; permettre à de nombreuses voix d'être entendues. Bref, personne, je pense, ne le niera: le numérique a vraiment de nombreux avantages, et il faut le reconnaitre.

 

Mais nous devrions aussi nous attaquer aux effets indirects possibles des appareils numériques en termes d'environnement, notamment. Là encore, le numérique présente des atouts mais, comme le souligne le dernier rapport du GIEC, "si la numérisation peut permettre des réductions d'émissions, elle peut avoir des effets secondaires à moins qu'ils ne soient correctement administrés".

 

Que ce soit au niveau de la production ou encore de la gestion des appareils en fin de vie, des avancées doivent être réalisées. L'extraction et le raffinage des métaux représentent 8 à 10 % de la consommation mondiale d'énergie, sans oublier les pollutions des écosystèmes et les drames humains que ces exploitations causent dont l'exposition des populations locales à des produits nocifs et le travail forcé.

 

Aujourd'hui, environ cinquante millions de tonnes de déchets issus d'appareils sont générés chaque année, dont plus de 80 % sont brûlés, enterrés, abandonnés dans des décharges ou exportés illégalement, principalement vers l'Afrique. Parallèlement à cela, nous devons déplorer de trop nombreuses stratégies commerciales poussant toujours plus à la surconsommation en proposant des produits de mauvaise facture, voire à durée de vie limitée.

 

Compte tenu de l'indisponibilité des pièces de rechange et des possibilités de réparation, cela pousse les gens à devoir racheter le même appareil ou un appareil similaire peu de temps après l'avoir acquis. Cela représente tout de même plusieurs centaines d'euros à devoir débourser, parfois plusieurs fois par ménage. Cela ne va pas, mes chers collègues! Il est, pour nous, vraiment important qu'une réglementation stricte encadre tout cela. Une réglementation respectueuse des consommateurs, de l'environnement et des populations locales.

 

C'est pourquoi notre groupe a déposé une proposition contenant un ensemble de mesures: monitoring des impacts; indicateurs de durabilité et de réparabilité; interdiction de l'obsolescence logicielle; allongement de la garantie légale; réutilisation des pièces; facilitation des services de réparation; responsabilité accrue des producteurs pour les déchets. Cette proposition a été adoptée en juin de l'année dernière et nous pouvons nous en réjouir.

 

Ceci étant, il reste à mettre ces mesures en œuvre, ce que le gouvernement fait par le biais de ce projet de loi, défendu par les ministres de l'Environnement et de l'Économie.

 

Alors, oui, il s’agit d’un premier pas qui devra en appeler d’autres mais il s’agit clairement, madame la ministre, d’un pas dans la bonne direction. Dans un premier temps, les machines à laver, les lave-vaisselle, les aspirateurs, les nettoyeurs à haute pression, les ordinateurs portables, les téléviseurs et les tondeuses à gazon devront indiquer explicitement le niveau de réparabilité des produits. Dans un deuxième temps, cet outil devrait être étendu à d’autres objets et informer notamment au niveau de la durabilité. Ceci viendra également compléter l’indice européen sur les smartphones en cours d’élaboration.

 

Bref, concrètement, quiconque souhaitera acheter un de ces produits devra être informé de manière claire, précise et explicite sur le fait qu’il puisse tenir ou non dans le temps. Je le disais, il s’agit là d’un pas en avant dans notre lutte contre la surconsommation, notamment des matières premières, contre ses impacts et pour une protection accrue des consommateurs et donc du portefeuille des ménages. Il s’agit là d’engagements sociaux et environnementaux, engagements qui devront être prolongés à l’avenir. Nous appelons d’ailleurs la Belgique à se montrer proactive à ce sujet à l’échelle européenne et à profiter de la présidence européenne pour ce faire.

 

Du travail reste donc à accomplir mais ce projet de loi est vraiment encourageant. Nous serons particulièrement attentifs à la suite des travaux résultant de notre résolution et nous nous présenterons comme des partenaires sérieux à cette fin. Aussi, soutiendrons-nous pleinement ce projet de loi. Je vous remercie de votre attention.

 

21.03  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, het dossier van de circulaire economie gaat al mee vanaf het begin van de legislatuur. Het werd ook behandeld in diverse commissies. Het is een belangrijk onderwerp, waarover wij veel gedebatteerd hebben. Als er veel gedebatteerd wordt, moet er ook iets tegenover staan. Dat is hetgeen u nu probeert te doen met voorliggend wetsontwerp.

 

Wij stellen vandaag vast dat op wereldschaal aan recordtempo heel wat metalen en schaarse grondstoffen worden ontgonnen. Dat heeft meerdere redenen. De eerste reden is de elektrificatie, die ervoor zal zorgen dat er in de komende jaren in de hele wereld nog heel veel grondstoffen ontgonnen zullen moeten worden. Wij moeten er echter rekening mee houden dat er ook technologische vooruitgang zal zijn. De grondstoffen die nu schaars dreigen te worden, zullen in de toekomst misschien vervangen worden door andere materialen.

 

De tweede reden is het feit dat wij leven in een consumptiemaatschappij. Wij moeten ons soms de vraag stellen of de producten die vandaag worden aangeboden, wel kwalitatieve producten zijn. Als het van de producenten afhangt, gaat alles zo snel mogelijk kapot en dit liefst zo snel mogelijk na het verstrijken van de garantieperiode. Voor de consument is het liefst niet te duur. De economie moet dus blijven draaien.

 

Geprogrammeerde veroudering is daarvan een voorbeeld. Ik heb in de commissie ook verwezen naar het feit dat mensen heel vaak vaststellen dat na verloop van tijd de batterij van hun gsm minder lang dreigt mee te gaan, terwijl er eigenlijk niets aan is. Die is gewoon zo geprogrammeerd om ervoor te zorgen dat mensen iets nieuws zouden kopen of het gevoel krijgen dat hun toestel aan het verslijten is.

 

Ik vind het spijtig, mevrouw de minister, dat dit wetsontwerp niet tegemoetkomt aan het hele verhaal van de geprogrammeerde veroudering, waarover trouwens een lang debat is gevoerd bij de bespreking van dit ontwerp.

 

Naast kwaliteit moeten we daarbij ook spreken over mentaliteit, als het gaat om de consumptiemaatschappij. Het is nu eenmaal zo dat heel wat mensen in onze samenleving graag altijd het nieuwste willen. Dat was ooit anders. Er is ooit een tijd geweest, dan spreek ik over de generatie van mijn ouders en grootouders, dat een aankoop 20, 30 of misschien wel 40 jaar lang meeging. Helaas is de mentaliteit van de mensen heel fel veranderd. De marketing van al die bedrijven speelt daar ook heel fel op in. Wij kunnen een herstelbaarheidsindex invoeren en ervoor zorgen dat goederen herstelbaar zijn, maar als de mentaliteit in de samenleving niet verandert, vrees ik dat dit niet al te veel zoden aan de dijk zal zetten.

 

Ik zag heel wat collega’s in de commissie vreemd opkijken toen ik zei dat het milieu op zich het Vlaams Belang na aan het hart ligt. Ik zag veel mensen vreemd opkijken, maar dat is altijd al zo geweest, sinds het ontstaan van onze partij. Alleen stel ik vast dat jullie dit ontwerp vaak zien in debatten met betrekking tot het klimaatverhaal. Wij bekijken dat puur vanuit een milieustandpunt.

 

Als we willen streven naar een hogere herstelbaarheid en een langere levensduur van producten, dan moeten we ook streven naar meer kwalitatieve producten. De laatste jaren is alles veel gesofisticeerder geworden, wat maakt dat producten ook moeilijker herstelbaar zijn. Kwaliteit heeft uiteraard ook zijn prijs, want we zullen zien dat duurdere producten in de toekomst misschien een hogere herstelbaarheidsindex hebben. Een hogere herstelbaarheidsindex zal per definitie ook een betere kwaliteit weerspiegelen.

 

Niet iedereen kan dat betalen, mevrouw de minister, want consumenten zijn ook gebonden aan hun budget. Soms zijn zij verplicht om te kiezen voor het goedkoopste alternatief. Ik denk daarbij aan de goedkoopste koelkast met een goedkope koelcompressor. Als die koelcompressor na twee jaar kapot is, is het sop de kool misschien zelfs niet meer waard om die herstelling te doen. Ik meen dat wij daar ook rekening mee moeten houden.

 

De consumptiemaatschappij waar ik daarjuist over sprak, wordt natuurlijk ook voor een stuk ingegeven door de goedkope rommel die wij uit China en andere Aziatische landen massaal importeren in ons land. Ik denk maar aan de goedkope materialen van ketens als Action, die massaal gekocht worden. Ik meen dat het in dezen heel belangrijk is, mevrouw de minister, dat wij onze maakindustrie in Vlaanderen, in België opnieuw opwaarderen en dat wij de kwaliteitsvolle producten die hier vroeger lokaal gemaakt werden, opnieuw in Vlaanderen, in Europa moeten maken.

 

De vraag is voor een groot stuk of wij niet moeten durven te streven naar meer efficiënte producten. Ik wil daarmee zeggen dat het wel leuk is dat je een koelkast dertig jaar kan blijven gebruiken, maar er is de kwestie van de koelgassen daarin. De F-gasregulering is uw zeker niet vreemd, mevrouw de minister. Er is ook de kwestie van de isolatiewaarde. De isolatiewaarde van goederen was vroeger veel slechter dan die van wat nu in de winkel verkocht wordt. Ik denk ook aan oude wasmachines, die stroomvreters zijn ten opzichte van de nieuwe wasmachines die nu in de winkel staan. Welke lijn trekt u dan als u spreekt over de herstelbaarheid en over de duurzaamheid van de producten? Ik meen dat het in sommige gevallen gewoon beter is producten te vervangen.

 

De herstelbaarheid hangt in grote mate af van reserveonderdelen. Ik heb u dat eerder ook al gezegd. Een lokale verankering lijkt mij daarbij toch bijzonder belangrijk te zijn. Hoelang blijven reserveonderdelen ter beschikking wanneer de goederen hier lokaal hersteld worden? Hoe makkelijk zal het zijn onderdelen, die in China in onze producten gemonteerd zijn, hier te krijgen of voldoende beschikbaar te houden?

 

Ook wat betreft de organisatie van de hersteldiensten heb ik u weinig horen zeggen. De herstelmarkt is vandaag nog niet erg ingeburgerd. Dat economische model moet nog verder ontwikkeld worden en groeien. We zullen daarbij ook nood hebben aan goed opgeleide arbeidskrachten. Ik heb daarjuist gezegd dat producten alsmaar gesofisticeerder worden. Niet iedereen zal dus zomaar herstellingen kunnen doen.

 

Ik heb nog heel wat vragen rond dit ontwerp an sich omdat een groot deel nog moet worden ingevuld. Dit wetsontwerp wordt ergens wel uitgehold. We spreken hier vandaag enkel over een ruw kader. Er wordt heel veel macht gedelegeerd aan de Koning, aan de regering. In dit geval was dat niet echt nodig. Een aantal productcategorieën die u zou willen toevoegen aan dit wetgevende kader zou u met een KB moeten kunnen aanpassen. Er had echter veel meer verankerd kunnen zijn in dit wetsontwerp, al is het maar om de rechtszekerheid zo hoog mogelijk in het vaandel te dragen. Rechtszekerheid is zeker een belangrijk issue voor mij, waar ik toch altijd heel wat aan aftoets, zeker wanneer we over wetten stemmen hier in het Parlement.

 

U bent ook niet echt ingegaan op de bezorgdheden die geuit zijn in tal van adviezen. Ik volg de adviezen ook niet altijd, maar ik vroeg mij wel af in welke mate u die mensen zou kunnen geruststellen. Het is wel een goede zaak dat u niet gewacht hebt op de EU. Dat heeft mij wel enigszins gecharmeerd. We zijn soeverein. We moeten uitgaan van onze eigen krachten. Een collega heeft daarstraks gezegd dat er op Europees gebied nog wel wat zal worden opgelegd. Onze wetgeving zal dan ook nog wel moeten veranderen. Het is echter vooral een goede zaak dat we hier vandaag toch wel zelf het debat aangaan en dat we zeker en vast niet wachten op de EU.

 

Het principe van de herstelbaarheidsindex steunen we. We hebben dat ook in de commissie gedaan. We hebben onze steun daar geuit bij de naamstemming. Dat zullen wie hier vandaag opnieuw doen, al blijven we bij onze voorstem natuurlijk wel kritisch over het feit dat het vandaag enkel nog maar een ruw kader is, waarbij u eigenlijk te veel macht hebt om middels KB een en ander in te vullen.

 

21.04  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, de herstelbaarheidsindex is een goede zaak. Daar volgt geen 'maar' op, zoals bij de collega's van de N-VA. Er wordt over rechtszekerheid gesproken, maar het is een score, een kader dat u voorlegt  en dat waarschijnlijk nog verfijnd zal worden. Het zal enkel ten voordele van de consument zijn als die verfijningen er komen, maar ik begrijp niet dat men nu op de rem gaat staan. Ik zie dat bij de N-VA iets te vaak inzake duurzaamheidsbeleid. Ik stel voor dat wij kijken naar de jaarlijkse afvalberg in ons land en daarbuiten, want daar zit bijzonder veel elektronisch afval tussen. Het is dus goed dat u met deze score actie onderneemt, mevrouw de minister. Met een land als Frankrijk als voorganger trouwens, toch geen klein land, is die koudwatervrees echt niet nodig.

 

Ik wou nog even het woord vragen om mijn tevredenheid uit te drukken over het feit dat u ook naar het Parlement luistert. Ik heb het dossier van in het begin gevolgd en heb er u veel vragen over gesteld. Ik had altijd de indruk – dat klopt als men kijkt naar het voorliggende ontwerp – dat u heel erg naar Frankrijk hebt gekeken en dat u de producten die daar onder de repairscore vallen, wou invoeren, vandaar heb ik een voorstel van resolutie geschreven om ook fietsen toe te voegen aan het pakket producten waarop de herstelbaarheids­index van toepassing zal zijn. Uit de adviezen en discussie leid ik af dat dat de bedoeling is. Ik juich dat toe.

 

Voor alle andere collega's licht ik nog eens heel kort toe waarom dat belangrijk is. Met alle respect voor de Franse markt, maar België is een echt fietsland, met bijna 500.000 verkochte fietsen per jaar. Dat is niet niks. Fietsen is gezond en goed voor de omgeving en de luchtkwaliteit, dus het is volgens mij een uitstekende zaak of een no-brainer om fietsen, op welke manier dan ook, te promoten. Ik ben zelf geen fietshersteller, maar ik heb mij laten vertellen dat een fiets uit 300 onderdelen bestaat, waarvan er al eens een stuk kan gaan. Zeker met de opkomst van de elektrische fiets is dat nog belangrijker geworden, want de aankoop van een fiets kost vandaag al snel honderden euro's. Dat zijn niet altijd goedkope producten, maar ze nemen wel een belangrijke plaats in het budget van vele Belgische gezinnen in. Het is dus belangrijk dat onze gezinnen een goede aankoop kunnen doen en dat ze een product kunnen kopen waarvan ze weten dat ze er nog lang een beroep op zullen kunnen doen.

 

Een probleem dat ik de voorbije jaren heb vastgesteld, is dat sommige fietsherstelplaatsen aangaven dat de dumpfietsen en goedkope fietsen die soms in supermarkten te vinden zijn, er wel mogen zijn, maar dat ze zelfs niet meer aan de herstelling ervan beginnen. Ze hebben er gewoon de tijd niet meer voor en de fietsen zijn te slecht van kwaliteit.

 

Wie is er dan bedrogen? Dat is natuurlijk de persoon die de fiets heeft gekocht. Fietshersteller is nu eenmaal een knelpuntberoep. Wij moeten dus alle begrip hebben voor het feit dat de fietsherstelplaatsen op dat moment aangeven dat ze niet aan de herstelling beginnen.

 

Om die reden achtte ik het een goede zaak die fietsen toe te voegen. Dat zal ook gebeuren.

 

Ik ben ook heel erg tevreden met het advies van de FOD dat aangaf dat een en ander ook een goede zaak is voor de Belgische fabrikanten van de fietsen. Er zijn in ons land gelukkig nog een aantal bedrijven die fietsen maken. De FOD schrijft dat de concurrentiepositie van de Belgische fabrikanten in Europa kan verbeteren, omdat ze beter herstelbare fietsen op de markt zullen brengen. Importeurs, verdelers en eindverkopers zullen geneigd zijn meer producten aan te kopen. De FOD ziet een gunstig effect van de herstelbaarheid via de herstelbaarheidsindex op de Belgische bedrijven die fietsen maken.

 

Om al die redenen ben ik erg tevreden dat u het voorgaande toevoegt en dat u het ontwerp vandaag voorlegt.

 

Het is u en waarschijnlijk ook de parlementsleden al lang duidelijk dat wij straks het idee van de herstelbaarheidsindex zullen steunen. Het feit dat producten een verplicht label zullen moeten afficheren waarop de consument kan zien hoe herstelbaar een product is, om op die manier een inschatting te kunnen maken van de aankoop van een product, is een uitstekend idee.

 

Vanop onze banken komt dus straks een ja-stem.

 

21.05  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, on se réjouit évidemment que le gouvernement poursuive la mise en œuvre du plan d'action fédéral pour une économie circulaire. Ce projet de loi aborde une question fondamentale de notre société de consommation actuelle. La durabilité des biens est une thématique que je défends depuis un certain temps maintenant. Je suis donc satisfaite de constater que le gouvernement propose une nouvelle voie législative pour tendre vers plus de durabilité.

 

En effet, ce projet de loi crée un cadre légal pour l'instauration d'un indice de réparabilité et d'un indice de durabilité. Alors, oui, c'est un pas en avant mais, chers collègues, vous devez reconnaître que ce projet de loi se limite en grande partie à cela.

 

En réalité, c'est par un arrêté royal que les principaux aspects de la création et de l'instauration de cet indice seront déterminés. Le Roi est non seulement chargé de définir la liste des biens visés, les normes techniques permettant d'établir les scores, la méthode de calcul du score, les modalités de communication, le format de l'indice et l'accessibilité aux normes techniques mais aussi les dispositions techniques relatives au contrôle, les modalités de fonctionnement de la plateforme de consultation, les services qui procèderont à l'évaluation et les conditions de cette évaluation.

 

En fin de compte, ce que nous discutons aujourd'hui n'est guère plus que la mise en place d'une base légale. C'est vraiment fort peu. C'est d'autant plus décevant que la France a déjà adopté une législation bien plus complète dans ce domaine avec la loi anti-gaspillage et pour l'économie circulaire en février 2020. Cette loi française est bien plus exhaustive que le présent projet de loi et englobe de nombreux enjeux de l'économique circulaire.

 

Or, depuis son adoption, la France a fait des progrès significatifs dans la réalisation de ses objectifs. Le gouvernement belge a eu l'occasion d'observer et d'analyser cette mise en œuvre, disposant ainsi de nombreuses informations pour affiner et rendre plus ambitieux son projet de loi.

 

En France par exemple, l'indice de durabilité est déjà utilisé depuis le 1er janvier 2024 pour certains appareils électriques et électroniques. Le présent projet de loi, quant à lui, manque de précision sur les dates et sur le rôle exact de cet indice, se contentant d'indiquer que l'indice de réparabilité sera complété et/ou remplacé à terme par un indice de durabilité.

 

Plus globalement, je regrette que le gouvernement propose cet indice de réparabilité trois ans après la France et que malgré cela, le projet de loi qui nous est soumis ne comble pas le retard accumulé par la Belgique dans la mise en œuvre d'un tel outil. Je comprends parfaitement que trouver un consensus entre partenaires de gouvernement est parfois difficile et que certains projets s'en trouvent affaiblis. J'imagine également que Mme la ministre et le groupe Ecolo auraient sans doute préféré porter un projet plus ambitieux. Certains sujets méritent qu'on dépasse les réticences de certains. Si ce n'est pas possible entre les membres du gouvernement, le Parlement doit pouvoir faire son travail et améliorer le texte. Sinon, c'est un aveu d'échec.

 

Par ailleurs, madame la ministre, vous avez indiqué avoir été encouragée par certains commis­saires européens, car chaque avancée d'un État membre peut aider la Commission européenne à faire avancer le dossier au niveau européen. Or nous savons que le développement des repair scores à l'échelle européenne est très lent.

 

Pour ces raisons, nous déposons à nouveau des amendements identiques à ceux déposés en commission dans le but de renforcer les mesures proposées pour atteindre l'objectif visé par le projet de loi. Ces amendements visent à compléter les objectifs de la loi dans la lutte contre les obsolescences programmée et prématurée et l'augmentation des possibilités de réparation des biens.

 

Les améliorations concrètes que nous proposons visent à interdire les obsolescences programmée et prématurée et dès lors à responsabiliser les producteurs et à donner des moyens aux consommateurs d'agir davantage pour assurer les transitions requises dans des conditions acceptables, tenables et encourageantes pour les citoyens.

 

Nous proposons également une mesure pour encourager les consommateurs à favoriser la réparation plutôt que le remplacement en réduisant le taux de TVA à 6 % sur les services de réparation.

 

Enfin nous souhaitons préciser les mesures de diffusion publique d'une information fiable sur la réparabilité, la durée de vie et les possibilités de réparation des biens. Dans le projet de loi, aucune mesure n'est précisée. Nous souhaitons prévoir dans la loi l'obligation de l'inscription des indices de réparabilité et de durabilité dans les supports publicitaires en plus des autres modalités de communication qui seront déterminées par arrêté royal.

 

Notre volonté est d’améliorer ce texte pour proposer des mesures ambitieuses et concrètes en matière de réparabilité et de durabilité des biens. À défaut de telles améliorations, nous ne pourrons pas soutenir ce projet de loi, qui reste bien trop faible par rapport aux objectifs que nous devons nous fixer face à la consommation effrénée et à notre tendance à jeter un produit au moindre problème.

 

Nous souhaitons que le gouvernement puisse franchir un pas de plus. Comme je l’ai dit dans mon intervention, je comprends bien qu’il s’agit d’un consensus entre différents partis au gouvernement, mais il s’agit vraiment d’un consensus extrêmement mou et a minima. Il y a une forme de loi-cadre qui énonce des grands principes et dont les modalités doivent être définies dans un arrêté royal dont nous ignorons la date d’entrée en vigueur. Nous ignorons si nous aurons le temps de le mettre en application avant la fin de cette législature, afin que la Belgique fasse enfin partie des pays européens qui accordent une réelle attention aux questions d’économie circulaire, de réparabilité et de durabilité.

 

Nous avons l’impression que c’est un service minimum qui a été fourni, et je regrette – et il ne s’agit pas là d’une attaque – que vous n’ayez pas pu aller plus loin, madame la ministre, et engranger davantage de résultats. Dans une coalition gouvernementale telle que la nôtre, il aurait peut-être fallu davantage convaincre de la nécessité à cet égard. Nous sommes donc extrêmement déçus car, en début de législature, la quasi-totalité des groupes politiques – à tout le moins les groupes francophones – avaient déposé un texte sur les obsolescences programmée et prématurée. Nous avions été les premiers à évoquer la question et, lors des auditions que nous avons eues en commission de l’Économie, présidée par M. Van Hecke, nous avions déjà conscience des principes sur lesquels nous aurions pu nous accorder.

 

Président: Kristof Calvo, vice-président.

Voorzitter: Kristof Calvo, ondervoorzitter.

 

Et puis, ce travail a été mis de côté, au motif que le gouvernement allait lui-même se charger de ce dossier important. Nous arrivons quasiment au terme d'une législature avec quelque chose de vraiment décevant. Je souligne évidemment que nous sommes d'accord sur les principes. Néanmoins, nous aurions pu vraiment faire mieux et nous trouver, à l'instar de la France, dans le peloton de tête, tant pour l'échéance que du point de vue des principes.

 

Voilà les raisons pour lesquelles nous ne pourrons pas soutenir ce texte, sauf si la majorité se ravisait en adoptant les différents amendements que nous avons déposés.

 

21.06  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, madame la ministre, nous le savons, la croissance de la demande, les problèmes environnementaux, mais aussi l'épuisement des ressources naturelles nous imposent de revoir nos modes de production et de consommation. À cet égard, l'économie circulaire, traitée par ce projet de loi qui est l'une des grandes déclinaisons du plan fédéral en la matière, a pour objectif de réduire drastiquement l'empreinte écologique, ainsi que le recours aux matières premières. Elle promeut la durabilité des biens produits, la modernisation de nos modes de consommation, mais aussi la proximité de la production et de la distribution des biens et des services. Ce modèle repose sur trois principes qui visent à favoriser la réparation et la prolongation de la durée de vie des appareils électriques et électroniques et auxquels cet indice de réparabilité répond.

 

Le premier de ces principes consiste à limiter au minimum l'utilisation des ressources naturelles et à les restaurer autant que possible si leur usage est inévitable. En l'espèce, la durée de vie prolongeable de ces biens diminuera donc la pression sur l'extraction des matières premières, qui se déroule dans des conditions extrêmement critiques et problématiques pour les terres, mais aussi pour les droits des travailleurs, alors que ces matières sont nécessaires à notre transition énergétique sur le plan de la production d'éoliennes, de batteries ou encore de panneaux solaires photovoltaïques.

 

Le deuxième principe de cette économie circulaire fait intervenir la notion de cycle ou de boucle. L'économie circulaire opte pour une durée de prolongation de la durée de vie des produits grâce à cette boucle de réutilisation. De la réparation à la rénovation, la réutilisation, le réusinage et, en dernier recours, le recyclage des matériaux et des composants qui constitue la boucle la plus énergivore, le recyclage consiste en un procédé de traitement des déchets qui vise à en extraire les matériaux qui les composent afin de les réintroduire dans un nouveau cycle de vie. Un principe qui est rencontré par cet indice de réparabilité, en ce qu'il consiste en un score, élaboré à partir de cinq critères objectifs, qui évalue la faculté de réparation ou de démantèlement d'un produit et qui répond aux fameux quatre R: réduire, recycler, réutiliser et repenser l'utilisation des déchets.

 

Le troisième principe de cette économie circulaire a pour finalité, d'une part, d'accroître l'efficacité du système économique dans son ensemble, dans des domaines tels que l'alimentation, la mobilité, l'habitat, l'éducation ou encore la santé et, d'autre part, de gérer dans le même temps les externalités négatives comme l'occupation des sols, la pollution de l'air et de l'eau, ainsi que la pollution sonore.

 

En augmentant la durée de vie d'un appareil électrique ou électronique, on favorise également le marché de la vente en deuxième main, qui rencontre un succès grandissant, tout en réduisant dans le même temps les émissions de gaz à effet de serre générées par la production de tous ces appareils.

 

Aujourd'hui, on sait que si la réparation ou la commande d'une pièce détachée est trop chère, on préférera acheter un nouvel appareil. C'est une logique à laquelle de plus en plus de concitoyens refusent de se plier. En témoigne la multiplication, sur notre territoire, de Repair Cafés, comme ceux de ma commune, à raison d'un dimanche par mois. On a noté dans ma commune de Rhode-Saint-Genèse qu'en 29 événements qui consistaient à réparer des vélos, du petit électroménager, etc., ce sont près de 1 200 kilos de déchets qui ont été évités. Imaginons ce que cela peut donner à l'échelle de tout notre territoire! Sauf que ces efforts, les politiques doivent pouvoir les soutenir bien plus qu'ils ne le font aujourd'hui. Je pense sincèrement – en tout cas, je l'espère – que cet indice y participera.

 

Enfin, la création de cet indice de réparabilité s'inscrit dans une logique affirmée de protection des consommateurs qui n'est absolument pas à négliger ici. Cela fait d’ailleurs partie du mémorandum tout récent de Test Achats, qui insistait sur le fait que – et c’est un petit bémol que je me dois de formuler ici – l’objectivité du score de l’indice de réparabilité pourrait être entravé dans la mesure où ce sont les fabricants qui détermineraient eux-mêmes le score de leurs produits. Si ce n’est pas le cas, j'attends de votre part une clarification, madame la ministre. Elle sera très utile, parce que c’est une crainte qui semblait ressortir de nos débats en commission, à savoir que l’effectivité de cet indice de réparabilité serait bien liée à l’adhésion, et donc à la collaboration nécessaire des industries concernées.

 

Autrement dit, et j’en terminerai par-là, si mon groupe DéFI soutient la nécessité de légiférer ici et maintenant, sans attendre une réglementation européenne sur le Repair Score, qui demeure parcellaire et qui est lente à aboutir, nous n’en serons pas moins, à l’instar de certains de nos collègues de l’opposition, très attentifs quant à l’exécution de cette loi. En effet, elle nécessite des arrêtés royaux d’exécution, qu’il s’agisse des biens visés par cet indice de réparabilité ou des normes techniques nécessaires pour l’établissement de ces scores.

 

En conclusion, l’économie circulaire mérite bien évidemment d’être concrétisée, soutenue et encouragée au plus vite, parce qu’elle répond aux besoins du présent sans compromettre la capacité de répondre aux besoins du futur.

 

Le président: Madame la ministre, souhaitez-vous répliquer?

 

21.07  Zakia Khattabi, ministre: Monsieur le président, il n’y a pas réellement eu de questions hormis celle de M. Raskin.

 

Mijnheer Raskin, u hebt zelf het antwoord gegeven. U hebt gezegd dat u weet wat ik zal zeggen.

 

Vous avez répété ce que j'ai dit en commission, donc je ne vais pas prolonger. Je vais juste revenir sur un élément.

 

Comme vous l'avez dit, monsieur Raskin, en tant que président du Conseil de l'Union européenne, nous avons un accord au niveau européen sur la directive du point de vue du droit du consommateur.

 

Cette directive apporte des avancées significatives en matière du droit de consommation sur la prolongation de la durée de garantie légale après réparation. Je réponds aussi à Mme Matz. Les avancées qui ont été faites du point de vue du droit du consommateur viennent compléter et renforcer le dispositif que j'ai mis en place.

 

Il s'agit donc de la prolongation de la durée de garantie légale après réparation, de la mise en place d'un formulaire de réparation que les consommateurs peuvent demander aux réparateurs pour les réparations hors garantie, de la création d'une plateforme européenne qui connecte les consommateurs et les réparateurs et de l'introduction d'une obligation pour les producteurs de réparer certains biens hors garantie lorsque le consommateur en fait la demande.

 

Ceci me conforte dans l'idée qu'il fallait que nous avancions, puisqu'ici les quelques avancées qu'on a eues – je salue d'ailleurs ma collègue Bertrand pour le travail qui a été fait – ne viennent pas en contradiction ni même remplacer ce que je mets en place. Ce sont d'autres éléments qui viennent renforcer le fait que le consommateur puisse être bien informé dans ses choix.

 

Je comprends et j'accepte totalement les remarques qui ont été faites par le banc de l'opposition, singulièrement celles de Mme Matz, et je ne vous cache pas qu'en effet, j'aurais été ravie d'avoir un texte plus ambitieux. Mais la réalité gouvernementale est celle que vous avez décrite. Cela a été évoqué en commission mais c'est déjà un pas en avant important qui nous permettra en effet de lancer une dynamique en termes de réparabilité.

 

21.08  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, we zien een aantal zaken anders en dat stelden we in de commissie ook vast. U hebt de keuze gemaakt om op deze manier te werken en ik heb daar een aantal bedenkingen bij geformuleerd. Ik zal daar niet verder op ingaan.

 

Collega Verduyckt, u sprak me bijna persoonlijk aan. U zei dat de N-VA altijd op de rem gaat staan als het over zulke dingen gaat. Men zou dat kunnen interpreteren alsof de N-VA tegen het principe van de herstelindex zou zijn. Het tegendeel is echter waar. De allereerste zin van mijn betoog hield in dat we het principe van een herstelindex wel degelijk steunen. Ik heb wel kritiek gegeven op bepaalde punten in de tekst. Het ging om het vooruitlopen op het Europese proces, de andere insteek die men had kunnen kiezen en zo meer. Ik zal dat alles hier niet herhalen.

 

Wij zullen ons straks bij de stemming dan ook onthouden. Als wij zouden tegenstemmen, dan zou u mogen insinueren dat we tegen zijn en dat we op de rem willen gaan staan, maar we mogen toch nog wel een aantal constructieve punten van kritiek formuleren? Het had immers anders geregeld kunnen worden. Het is niet meer dan dat en daarom zullen we ons onthouden. Dit wou ik nog even verduidelijken, opdat er geen misverstanden ontstaan.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3766/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3766/4)

 

Le projet de loi compte 14 articles.

Het wetsontwerp telt 14 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Art. 2

  • 10 – Vanessa Matz (3766/5)

Art. 3

  • 11 – Vanessa Matz (3766/5)

Art. 5

  • 12 – Vanessa Matz (3766/5)

Art 5/1(n)

  • 13 – Vanessa Matz (3766/5)

  • 14 – Vanessa Matz (3766/5)

Art 5/2(n)

  • 15 – Vanessa Matz (3766/5)

Art. 10

  • 16 – Vanessa Matz (3766/5)

Art. 11

  • 17 – Vanessa Matz (3766/5)

Art 11/1(n)

  • 18 – Vanessa Matz (3766/5)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservés: les amendements et les articles 2, 3, 5, 10 et 11.

Aangehouden: de amendementen en de artikelen 2, 3, 5, 10 en 11.

 

Adoptés article par article: les articles 1, 4, 6 à 9 et 12 à 14.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 4, 6 tot 9 en 12 tot 14.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

22 Projet de loi portant dispositions diverses en matière d'Économie (3665/1-11)

- Proposition de loi modifiant le Code civil, visant à accorder la qualité de consommateur à certaines associations de copropriétaires (1372/1-4)

- Proposition de loi modifiant le Code de droit économique afin d'assurer l'obligation pour l'entreprise d'accepter le paiement en espèces du consommateur (3162/1-2)

- Proposition de loi visant à garantir la perception effective des primes à l'énergie pour la livraison de gasoil ou de propane en vrac par les ayants droit (3497/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code de droit économique, garantissant le droit à payer en espèces pour le consommateur (3557/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code de droit économique et la loi du 18 septembre 2017 relative à la prévention du blanchiment de capitaux et du financement du terrorisme et à la limitation de l'utilisation des espèces, en vue d'ancrer le droit d'utiliser les espèces comme moyen de paiement valable et de relever le plafond des transactions en espèces (3638/1-2)

22 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake Economie (3665/1-11)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, teneinde bepaalde verenigingen van mede-eigenaars de hoedanigheid van consument te verlenen (1372/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, teneinde de ondernemingen te verplichten contante betalingen door de consument te aanvaarden (3162/1-2)

- Wetsvoorstel teneinde te waarborgen dat energiepremies voor de levering van huisbrandolie of propaan in bulk effectief ontvangen worden door de rechthebbenden (3497/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, ter verankering van het recht van de consument om met contant geld te betalen (3557/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van economisch recht en de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, ter verankering van het recht op contant geld als geldig betaalmiddel en tot verhoging van het plafond voor transacties met contant geld (3638/1-2)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 1372: Maxime Prévot, Vanessa Matz

- 3162: Christophe Lacroix, Patrick Prévot, Leslie Leoni

- 3497: Anneleen Van Bossuyt, Katrien Hout­meyers, Michael Freilich, Wouter Raskin, Björn Anseeuw, Koen Metsu, Bert Wollants, Frieda Gijbels, Kathleen Depoorter, Mieke Claes

- 3557: Denis Ducarme

- 3638: Reccino Van Lommel, Erik Gilissen.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

MM. Ducarme et D'Amico, rapporteurs, se réfèrent au rapport écrit.

 

22.01  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, vandaag bespreken we een wetsontwerp houdende diverse bepalingen. Een van die bepalingen, een bijzonder belangrijk, hebben wij erdoor gekregen over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, namelijk de basisbankdienst voor ondernemingen.

 

Het is bijzonder belangrijk dat elke onderneming in dit land over een bankrekening kan beschikken. Steeds vaker en steeds meer werden echter hele groepen ondernemingen geweerd uit het bancaire systeem. Het begon misschien in Antwerpen in de diamantsector en heeft zich als een grote olievlek heel snel uitgebreid naar tientallen andere sectoren: antiquairs, voetbalploegen, nachtwinkels, alles wat te maken heeft met wapenexport, ook als die legaal is in dit land, alles wat te maken heeft met de kansspelen enzovoort. De cryptosector is ook een heel belangrijke.

 

Wij hebben dan in het Parlement de wet houdende de basisbankdienst voor ondernemingen goedgekeurd. Een onderneming die niet over een bankrekening kon beschikken, zou er een krijgen na drie weigeringen van banken. Wij dachten dat dit een goed idee was.

 

Dat was echter buiten de waard gerekend. De waard in dezen waren de banken zelf. Die waren natuurlijk geen grote voorstander van dit idee. Toen er een plan was om toch toegang tot het bancaire systeem te verlenen, hebben zij dit jarenlang – ik spreek over zes à zeven jaar geleden – op de lange baan geschoven. Er was toen over een akkoord onderhandeld tussen de banksector en de sectoren in moeilijkheden en helemaal aan het einde trokken de banken zich daaruit terug. Men zegt dat het Belfius was en dat de rest nadien volgde. Dat weet ik niet, ik was er niet bij, maar het is een feit dat de samenwerking toen werd opgeblazen. Toenmalig minister Peeters nam het initiatief om toch tot een wet te komen. Dat heeft uiteindelijk bijzonder lang geduurd, maar die is er gekomen. De basisbankdienst voor ondernemingen is ondertussen al twee jaar oud.

 

Dat was echter buiten de waard gerekend en de waard zijn de banken. Die stelden immers dat zo'n bankrekening dan wel een forse duit ging kosten. Het ging om 30.250 euro per jaar, om een bankrekening te krijgen. Voor een voetbalploeg in eerste klasse A of B kostte het 40.000 euro. Voor een nachtwinkel was het 12.000 euro. Voor een diplomatieke missie idem. Dat is natuurlijk met de voeten van de mensen en de ondernemingen spelen.

 

Vandaar dat wij ons afgevraagd hebben hoe wij dit een halt konden toeroepen. Initieel was het idee om vanuit de overheid een vaste prijs op die rekening te zetten, maar dat bleek niet zo evident te zijn. De minister zei dat er een benchmarking moest gebeuren en dat de Nationale Bank het moest onderzoeken. Wij wisten wel dat België het enige land is waar zulke exorbitante prijzen werden gevraagd voor een bankrekening. Het hoogste wat ik gevonden heb in Duitsland was iets rond 1.500 euro per jaar, maar 30.000 euro hadden wij nog nergens gezien.

 

Ik heb zelf wat onderzoek gedaan. Hoeveel kost een reguliere bankrekening voor een onderneming in ons land? Als ik de grootbanken bekeek, ging het om 48 euro per jaar bij AXA, 42 euro bij Crelan, 220 euro bij BNP en bij ING tussen 66 en 348 euro. Mijn excuses, ik ben foute cijfers aan het voorlezen. KBC Business Pro 39 euro, Belfius Business Bank 24 euro, BNP Paribas Fortis 45 euro. Wat hebben wij toen gedaan? Wij hebben gezegd dat het gemiddelde 42 euro was, en als wij dat zouden vertienvoudigen, dan komen we aan 420 euro per jaar voor zo'n bankrekening. Wij hebben gevraagd om die prijs effectief in te voeren met deze wet, zodat de banken daar niet boven kunnen. Let wel, dit is een maximumprijs. Banken die vandaag zeggen dat het bij hen minder kost, mogen dat bedrag nog altijd vragen.

 

Een andere belangrijke reden om dat in te voeren, is dat wij van die discriminatie af willen. Want wat gebeurt er vandaag? Hoe werkt de basis­bankdienst voor ondernemingen? Het is eigenlijk een soort loterij. Men klopt aan bij de Basisbankendienstkamer die uw dossier onderzoekt. Als u effectief recht hebt op een bankrekening, dan zal er u een worden toegewezen, in een soort beurtrol. Wie dus het geluk heeft om bij Crelan terecht te komen, betaalt voor zo'n basisbankdienst de reguliere prijs, want Crelan heeft het niet in zijn hoofd gehaald om gekke prijzen te vragen. Het gaat dus met name om 42 euro per jaar. Uw buurman die net hetzelfde doet, heeft het ongeluk bij KBC terecht te komen. Hij zal dan 30.000 euro betalen. Dat kan natuurlijk niet. Dat is toch niet de bedoeling? Wij willen die discriminatie wegwerken.

 

Men kan zich de vraag stellen hoe het dan zit met de vrijheid van ondernemen. Heeft een bank niet de keuze om zelf de prijzen te bepalen? Uiteraard, dat kan en dat mag, want het gaat hier alleen om een maximumprijs.

 

Ik zou graag de Raad van State willen citeren in een heel gelijkaardig dossier, dat nu ook loopt. Het gaat om een wetsvoorstel van mezelf en gelijkaardige voorstellen van collega’s van de PS. De Raad van State zegt daar, over elementen in de toelichting van dat voorstel, dat niet kan worden betwist dat de beoogde beperking van de contractvrijheid van kredietinstellingen legitieme doelstellingen nastreeft inzake de bestrijding van bankuitsluiting, de consumentenbescherming en de vrijheid van ondernemen voor ondernemingen en ook inzake de bestrijding van discriminerende behandeling van cliënten van kredietinstellingen, rekening houdend met de doelstelling van fraudebestrijding. De Raad van State erkent met andere woorden dat er een probleem is met discriminatie door banken van verschillende sectoren en zegt tevens dat men als wetgever af en toe mag interveniëren, wat we vandaag ook doen.

 

De collega’s die hier in de vorige legislatuur al waren, weten dat een van de voorstellen van de commissie Panama Papers ertoe strekte ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk ondernemingen in ons land over een reguliere bankrekening beschikken, zodat er controle mogelijk is door de banken en de CFI. Door aan blanket de-risking te doen, door volledige sectoren uit te sluiten, duwt men mensen naar cashbetalingen, naar bank­rekeningen in het buitenland en naar andere louche betaalmiddelen. Dat moeten we zien te vermijden.

 

Daarom ben ik bijzonder blij dat wij vandaag over deze wet stemmen. Ik ben ook bijzonder blij en fier dat het amendement, dat ik hier bij heb, door alle collega’s werd ondertekend. Het was een bijzonder sterk signaal, ook tegenover de banken. Het volk heeft namelijk gesproken. De volksvertegenwoordigers zullen niet toelaten dat de banken het Parlement proberen te omzeilen. De basisbankdienstwetgeving had net een heel specifieke bedoeling. Ik heb vandaag dan ook een boodschap voor de banken: als er nog ideeën of plannen zouden zijn om sectoren te omzeilen, we are here and we are watching you. Wij zullen dat niet toelaten. Dat is een bijzonder belangrijke boodschap.

 

Wat heeft al deze tegenkanting hun opgeleverd? Initieel lag er een plan op tafel van de sectoren die het moeilijk hadden en de federatie Febelfin om tot een akkoord te komen. Zij hebben dat toen afgewezen en gelobbyd tegen de basisbankendienst. Dat is mislukt. Ze hebben de prijzen toen naar astronomische hoogtes gebracht. Dat is mislukt en daar gaan we vandaag ook voor zorgen. Met andere woorden, denk eens goed na of het wel allemaal de moeite waard was.

 

Aan de banken wil ik vragen om eens goed naar Febelfin zelf te kijken. Verdedigt Febelfin effectief hun belangen zoals het zou moeten? Zijn ze tevreden met het resultaat? Ik ben helemaal niet tegen de banken, de banken mogen en moeten geld verdienen, maar in ons land gaat het zover dat zelfs de Nationale Bank en de Europese Centrale Bank zeggen dat er een probleem is met het bancaire systeem, omdat mensen steeds vaker geen rekening kunnen openen. De banken hebben geen goede naam in dit land. Ze moeten daar werk van maken en ervoor zorgen dat het een win-winsituatie is. Voor hen is het nu al een win. De cijfers zijn heel mooi en ik heb er geen probleem mee dat er honderden miljoenen euro winst wordt gemaakt, maar onze economie is ook belangrijk en onze burgers moeten op de banken kunnen rekenen in heel veel van die dossiers.

 

Minister Dermagne wordt vandaag vervangen door een collega, maar ik denk wel dat u hem een boodschap kunt overmaken. Hij ging ermee akkoord om met ons samen te werken. Er waren heel veel vergaderingen op het kabinet Economie om dit probleem op te lossen. Twee of drie jaar geleden heb ik hem even apart genomen en gezegd dat we onze ideologische verschillen hebben, waarvan ik denk dat die er altijd zullen zijn. Ik heb hem dan gevraagd of we tenminste akkoord konden gaan om elkaar niet te treiteren op de punten waarover we het wel eens zijn, om elkaar daar te vinden. Zijn antwoord was toen dat hij daarvoor in de politiek was gestapt. Vandaag kan ik zeggen dat hij woord heeft gehouden. Dat was effectief zo. Wij hebben heel veel zaken samen gedaan, meer dan ik had verwacht. Ik heb heel veel zaken niet kunnen doorduwen, maar dat is nu eenmaal zo. In de politiek legt een meerderheid in het Parlement soms haar wil op aan de minderheid. Soms is het omgekeerd in dit land en legt een minderheid haar wil op aan een meerderheid, maar het hele idee van een wil opleggen aan een ander is toch geen goede zaak? Niemand wordt daar beter van.

 

Als wij een compromis kunnen vinden, moeten wij dat dus ook doen. Ik ben blij dat wij vandaag die stap kunnen zetten. Dat is immers wat men in het Engels een confidence-building measure noemt. We see eye to eye, wij begrijpen elkaar. Wij begrijpen dat er elementen zijn waarvan wij allemaal beter worden.

 

Ik herhaal dat er ideologische verschillen zijn en die zullen er ook altijd zijn. Echter, door stappen te zetten zoals vandaag, met name dat wij een amendement kunnen ondertekenen dat wordt gesteund door de oppositie en de meerderheid, slaan wij een heel klein beetje de brug naar elkaar. Dat zal immers nodig zijn.

 

De heer Dermagne beseft dat zeker ook. Hij heeft ook respect voor het idee van confederalisme. Dat heeft hij al vaker aangegeven. Uiteindelijk zullen wij elkaar op een bepaald moment moeten kunnen vinden. Vandaag vinden wij elkaar in dezen. Ik hoop dat wij elkaar in de toekomst nog zullen kunnen vinden.

 

Ik dank u. Het ontwerp zal worden goedgekeurd.

 

De voorzitter: Mijnheer Freilich, het is jammer van uw laatste zin over het confederalisme, maar verder was het in mijn ogen een fantastische toespraak. Ze kon bijna tellen als een valentijns­boodschap. Ik dank u voor de mooie woorden. Het lukt niet altijd om samen te werken, maar soms lukt het wel en dan mag dat ook worden vermeld. Ik dank u dus om dat onder de aandacht te brengen.

 

22.02  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le secrétaire d’État, chers collègues, je ne sais pas si règne ici l’esprit de la Saint-Valentin comme vous l’avez soufflé tout à l’heure mais il est vrai qu’en commission de l’Économie, si les débats sont parfois vifs, on arrive à se mettre d’accord. C’est ici l’occasion de s’en réjouir puisque je pense que dans ce projet de loi qui porte diverses dispositions, il y a plusieurs mesures importantes que je veux souligner.

 

Premièrement, le paiement en liquide. Depuis 2022, les commerçants doivent mettre à disposition du consommateur un moyen de paiement électronique. C’est une mesure que nous avions soutenue parce qu’en effet, de plus en plus, le consommateur utilise et souhaite le paiement électronique. Il n’en demeure pas moins que beaucoup de gens continuent et continueront toujours de préférer le paiement en espèces et, très souvent, pour de bonnes raisons. C’est parfois une simple question d’habitude. C’est parfois en raison de difficultés d’accès au paiement électronique mais il y a aussi pour certains ménages une dimension de maîtrise du pouvoir d’achat.

 

Je peux vous assurer que de nombreux ménages font leur possible pour boucler leur fin de mois. Or quand on manipule l’argent, quand on met des billets dans une enveloppe et que ces billets servent à payer une semaine, quand on manipule l’argent de cette manière, on maîtrise quand même mieux ce qui sort de son portefeuille que par un paiement digital qui est, lui, virtuel et qui peut laisser à penser que le pouvoir d’achat du ménage en question est inépuisable, ce qui n’est évidemment pas le cas.

 

Payer en espèces doit donc rester un droit et toutes les études, que ce soit celle de la Banque centrale européenne ou de Test-Achats qui protège l’intérêt des consommateurs, confirment qu’une majorité de Belges estime important de maintenir le paiement en espèces. Or, aujourd’hui, nous constatons que certains commerces refusent ces paiements en espèces; non seulement certains commerces mais aussi certaines entreprises publiques comme la SNCB dans les trains. Ce n’est évidemment pas normal. Avec cette loi, nous ancrons dans ce texte l’obligation pour le commerçant d’accepter le paiement en espèces. C’est donc évidemment une mesure que nous soutenons.

 

Deuxième point important, je veux souligner ici d’autres bonnes mesures que l’on retrouve dans ce projet de loi. Tout d’abord, en matière d’e-commerce, on rend la livraison des colis postaux plus durable en donnant au consommateur le choix entre au moins deux options de livraison. Cette mesure renforce les droits du consommateur et vise à réduire l'impact environnemental de la livraison de colis.

 

Troisièmement, l'extension de la protection des consommateurs aux associations de copropriétaires. Cette mesure était attendue par le Syndicat National des Propriétaires et Copropriétaires. Elle permettra à l'avenir aux personnes qui habitent dans des appartements ou des copropriétés d'être mieux protégées contre des arnaques dans les contrats, par exemple pour réparer un ascenseur ou réparer les châssis ou la toiture.

 

Quatrièmement, on va aussi renforcer l'Inspection économique. Plus de 20 lois différentes ont été harmonisées pour permettre à l'Inspection d'y aller de manière graduelle en matière de sanctions. C'est vraiment une bonne approche pour veiller au respect du droit économique.

 

Enfin, cinquièmement, je veux souligner que ce projet a encore évolué dans le bon sens au sein de ce Parlement. Le ministre Pierre-Yves Dermagne s'est montré ouvert aux suggestions qui ont été faites par les membres de la commission de l'Économie, tant les membres de la majorité que les autres – vous allez me dire que c'est normal qu'un ministre d'un gouvernement écoute sa majorité parlementaire. Comme M. Freilich l'a répété tout à l'heure, ce ministre, qui n'est autre qu'un socialiste pourtant wallon, qu'on pourrait caricaturer de représentant du socialisme du passé, s'est montré moderne comme nous le sommes aujourd'hui en Wallonie, et particulièrement du côté du parti socialiste, puisqu'il a entendu les propositions positives de l'opposition, en particulier de la N-VA. C'est vraiment une bonne chose.

 

Je vous rejoins, monsieur Freilich, je crois que quand on peut travailler ensemble dans l'intérêt de nos concitoyens et de nos entreprises, on doit parfois mettre de côté nos divergences idéologi­ques pour concrètement apporter des solutions. Je ne suis pas certain que ce soit le début d'un long amour entre le PS et la N-VA, mais peut-être, sait-on jamais, puisque ce pays a des dimensions surréalistes. On peut parfois penser que le mariage entre l'eau et le feu pourrait aboutir à quelque solution pragmatique; mais nous verrons bien. Il y a encore des échéances électorales. De longues journées, de longues semaines et de longs mois seront certainement nécessaires pour parvenir à des accords de majorité. Ce que je souhaite, c'est un gouvernement belge fort, concret, pragmatique, et porté par la préoccupation du progrès, du progrès social en particulier.

 

Mais, trêve de plaisanteries, je voudrais quand même rappeler que dans l’accord qui a été scellé entre opposition – disons plutôt minorité – et majorité, des solutions ont effectivement été apportées, notamment au problème de l’exclusion bancaire des copropriétaires. Vous y faisiez référence. C'était une préoccupation portée aussi par mon collègue M. Patrick Prévot.

 

Actuellement, des associations de copropriétaires voient leur compte de paiement clôturé ou ne peuvent ouvrir un compte de paiement ou encore voient les frais de gestion de leur compte de paiement doubler. Avec ce projet, les associations de copropriétaires pourront bénéficier du service bancaire de base au même titre que les consommateurs et les entreprises.

 

En outre, monsieur Freilich, le service bancaire de base pour les entreprises sera effectivement amélioré. Les délais de réponse seront mieux encadrés et le coût du service bancaire de base pour les entreprises sera plafonné.

 

Toutes ces mesures, qui améliorent la protection du consommateur, des copropriétaires et des entreprises sont évidemment soutenues par le parti socialiste. Après avoir rendu hommage, étrangement, à la N-VA, vous me permettrez de rendre un hommage à mon collègue M. Patrick Prévot, qui a été l’intermédiaire entre la N-VA, le parti socialiste et les autres bancs de la majorité. Je lui ai d’ailleurs dit que peut-être, un jour, le Roi le désignerait comme informateur ou comme formateur. En tout cas, j’ai remarqué son habileté à ramener les points de vue et à faire émerger un consensus.

 

Mon cher Patrick, même si nous nous énervons assez facilement sur des sujets qui nous passionnent, nous pouvons quand même être pragmatiques et être à la base d’accords. Je te souhaite d’ores et déjà, mon cher Patrick, de beaux résultats électoraux, mais surtout une bonne période de formation et de préformation gouverne­mentale.

 

Je vous remercie de votre attention.

 

De voorzitter: De Wetstraatjournalisten die deze bespreking volgen, zullen allerlei nieuwigheden ontdekken. Het zou een klassieke bespreking van een wetsontwerp diverse bepalingen worden, maar er worden hier al grote politieke aankondigingen gedaan.

 

22.03  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, een wetsontwerp diverse bepalingen is wat men een potpourriwet noemt, waarbij allerhande onderwerpen worden samengevoegd. Sta me toe om daar één element uit te lichten, met name de aanvaarding van contant geld. Ik vind dat immers een vrij belangrijk thema. Ik heb zelf een wetsvoorstel ingediend om cashgeld in de wetgeving te verankeren. Vandaag is dat wetsvoorstel ook aan het wetsontwerp gekoppeld.

 

Nog niet zolang geleden hebben we hier een wetsvoorstel aangenomen dat de aanvaarding van elektronische betaalmiddelen verplicht. Sommige consumenten houden echter vast aan cashgeld. Dat is hun goed recht. Het is belangrijk dat iedereen in onze samenleving vrij kan bepalen welk betaalmiddel hij of zij wil gebruiken. In het verleden – niet bij dit wetsontwerp maar, wel bij andere besprekingen – is soms de discussie gevoerd over een less cash of een cashless samenleving.

 

We mogen mensen niet zomaar neerzetten als fraudeurs. We merken vaak in de debatten dat voor minder cashgeld wordt gepleit om fraude tegen te gaan. Er zijn diverse redenen waarom mensen contant geld moeten kunnen blijven gebruiken. Eén reden is dat mensen belang hechten aan privacy. Sommigen willen het overzicht behouden over hun budget, wat niet onbelangrijk is. Zij hebben een bepaalde hoeveelheid cashgeld in de portefeuille zitten en moeten daarmee voor een bepaalde periode toekomen. Het is dan gemakkelijker om daarmee om te gaan met cashgeld dan met elektronische betalingen. Het kan gaan over vertrouwen, over veiligheid, over de toegang tot elektronische betaalmiddelen, kortom er kunnen diverse redenen bestaan.

 

Het gaat soms heel ver, collega's. Wij hebben daarnet een debat gevoerd over de basisbankdienst voor ondernemingen. Wij stellen vast dat wie in deze maatschappij niet mainstream denkt zoals bepaalde anderen, wordt uitgesloten van bepaalde diensten. Denk daarbij aan Payconiq dat soms zonder schroom klanten weigert, omdat ze niet meegaan met de klassieke denkwijzen in onze samenleving.

 

Daarnaast bestaan er vandaag te veel uitzonderingen om cashgeld niet te aanvaarden. Ik vind dat het wetsontwerp daar onvoldoende aan tegemoetkomt. Men heeft nog altijd voldoende argumenten om er onderuit te kunnen en dat vind ik spijtig. Wel goed is dat het wetsontwerp in sancties voorziet voor balorige ondernemers die cashgeld gewoon weigeren en niet willen aanvaarden, maar – ik heb dat ook aan de minister gezegd – met de manier waarop het nu is geformuleerd, lijkt dat een maat voor niets te zijn omdat er twee keer een overtreding moet worden vastgesteld alvorens men effectief kan optreden. Wat is de kans dat iemand twee keer wordt gecontroleerd en dat daarbij twee keer een inbreuk wordt vastgesteld? Ik vrees dus dat die sanctie­bepaling een maat voor niets is. Dat betreuren wij omdat er ondernemers zijn die de aanvaarding van cashgeld aan hun laars lappen in een aantal gevallen.

 

Wij hebben ook een opmerking gemaakt over het plafond voor transacties met cashgeld. Sinds een aantal jaar is dat plafond ingesteld op 3.000 euro. Het principe van zo'n plafond in de wetgeving steunen wij vanzelfsprekend, want wij moeten er alles aan doen om te vermijden dat transacties met cashgeld worden gebruikt om bijvoorbeeld misdaadgeld wit te wassen. Wij zijn het natuurlijk eens met de strijd daartegen. Er moeten antiwitwasbepalingen zijn. Het is ook goed dat bepaalde dingen, zoals vastgoed, niet met cashgeld kunnen worden betaald, maar sta mij toch toe om te zeggen dat die 3.000 euro ondertussen van een aantal jaar geleden dateert en dat het leven duurder is geworden.

 

Ik hoor hoe langer hoe meer klachten van mensen die zich afvragen wat die 3.000 euro nog waard is. Daarom hebben wij in ons wetsvoorstel, alsook via een amendement, aangegeven om dat plafond te verhogen van 3.000 euro naar 5.000 euro. Ik geloof niet echt dat de verhoging van dat dat plafond ervoor zou zorgen dat er meer geld wordt witgewassen. Ik meen dat alle antiwitwasbepalingen sowieso onverminderd van kracht kunnen blijven. Die drempel moet echter verhoogd worden en daarom hebben wij dit amendement vandaag opnieuw ingediend. Voor het overige zullen wij dit wetsontwerp zeker steunen, mijnheer de voorzitter.

 

22.04  Denis Ducarme (MR): Quand un projet est mauvais, il faut le dire, et quand un projet est bon, il faut le dire aussi!

 

Ce projet relatif à la question du cash est particulièrement bon dans le chef du ministre Dermagne puisque c'est littéralement une copie de ma proposition de loi en la matière.

 

Revenons sur la chronologie. Pour le Mouvement Réformateur, il s'agit de défendre le consommateur mais également de protéger le cash étant donné que le cash représente la liberté. Certains partis politiques ne confèrent pas au cash la valeur de liberté que le Mouvement Réformateur lui confère. Il est utile de le rappeler.

 

Payer en espèces auprès d'un commerçant est une opération que nous souhaitons voir préservée malgré ce que j'ai pu entendre au cours des débats en commission, débats assez longs et surprenants; en effet, le ministre Dermagne a quasiment taclé la proposition du Parti Socialiste, son propre groupe, à l'occasion des débats. Je l'en félicite car si nous devons garantir les paiements en espèces, il s'agit aussi de préserver nos commerçants qui, depuis le covid, ont vécu des moments extrêmement difficiles; il suffit de voir le nombre de faillites. Après la crise du covid, ils subissent aujourd'hui encore les conséquences liées à la guerre en Ukraine avec une augmentation des charges.

 

Le Parti Socialiste souhaitait que, si cet impératif de paiement en espèces n'était pas respecté, ils soient systématiquement sanctionnés. Vous connaissez notre modération: nous avons demandé à délivrer un avertissement avant qu'une sanction ne tombe, point sur lequel le ministre Dermagne nous a rejoints dans sa grande sagesse. Je regrette d'ailleurs qu'il ne soit pas là ce soir car j'aurais voulu le lui indiquer. Monsieur le secrétaire d'État, si vous vouliez bien vous faire le porteur de ce message, je vous en saurais gré. Il nous a en effet suivis pour que les commerçants ne soient pas sanctionnés d'emblée mais soient préalablement avertis. Il nous a suivis également sur les conditions relatives aux exceptions que nous proposions quant à l'acceptation obligatoire du cash dans le chef du commerçant.

 

Une des exceptions que nous avions émises avait trait à la question de la sécurité sous certaines conditions et de manière temporaire, à condition que le consommateur en soit informé. Il s'agit, dans certaines situations liées à la sécurité, par exemple après un casse dans la rue ou qui a visé directement le commerce, de permettre temporairement au commerçant de dire aux consommateurs de payer plutôt par carte. Cet élément a été repris également par le ministre Dermagne et nous nous en félicitons.

 

Nous avions également émis une proposition relative à une condition d'exception supplémen­taire portant sur la suspicion de paiement en fausse monnaie. Je pense qu'on aurait dû le mettre dans le texte. On sait par ailleurs que c'est une infraction et qu'il est déjà permis aux commerçants de refuser le paiement d'un consommateur dans ce cas-là. Mais je crois que cela aurait été plus clair de faire référence à cette disposition dans le projet. Quand c'est clair, c'est évidemment toujours mieux!

 

C'est un bon texte qui est équilibré. Nous avons vu à nouveau les extrêmes se rejoindre: le PTB et le Vlaams Belang ont déposé des amendements pour que les commerçants soient sanctionnés d'emblée, sans que l'on passe par l'avertissement préalable. Nous les voyons finalement de plus en plus se rejoindre. Ils finiront par fonder un seul et même parti!

 

Nous soutiendrons naturellement ce texte.

 

22.05  Maxime Prévot (Les Engagés): Chers collègues, je salue la présence du secrétaire d’État et je ne doute pas qu’il se fera le relais utile auprès du ministre des considérations que nous partagerons.

 

En tout état de cause, si le projet de loi est dense, c’est parce qu’il comprend un certain nombre de mesures, pour lesquelles vous me permettrez de faire l’économie du fastidieux énoncé. Je me référerai ici aux débats qui ont déjà eu lieu en commission de l’Économie. En revanche, je vais me concentrer sur deux éléments, à commencer par la mesure visant les associations de copropriétaires.

 

En effet, je tiens à exprimer ma profonde satisfaction concernant l’adoption de la mesure rendant applicable aux associations de copropriétaires – essentiellement composées de consommateurs – les mécanismes de protection légale relatifs aux clauses abusives et à la reconduction tacite des contrats applicables au consommateur. Il s’agit là d’une avancée majeure pour laquelle notre mouvement s’est ardemment battu, notamment à travers notre proposition de loi portant le n° 1372.

 

Cette mesure, bien que pouvant paraître anecdotique à certains, revêt en réalité une importance capitale. Elle comble un vide juridique longtemps négligé, celui de la non-reconnaissance des associations de copropriétaires en tant que consommateurs. Ce vide juridique n’est pas une simple subtilité technique mais bien une faille importante dans la protection des droits des citoyens belges au quotidien. Derrière la complexité apparente de cette question se cache une réalité concrète et quotidienne pour un grand nombre de nos concitoyens.

 

Les associations de copropriétaires, souvent perçues comme de simples entités gestionnaires, sont en réalité des groupements de personnes, de consommateurs, qui méritent une protection juridique adéquate. Sans cette reconnaissance, ces associations – composées essentiellement de consommateurs, je le répète – se trouvaient dans une position précaire, exposées à des pratiques contractuelles déloyales et à des renouvellements de contrats parfois opaques. Nous ne devons pas sous-estimer l’impact de cette mesure, qui protège non seulement les intérêts financiers mais aussi le bien-être de nombreux Belges qui vivent en copropriété.

 

En assurant cette protection, nous accomplissons incontestablement un pas de plus vers une société que nous souhaitons certainement plus juste et équitable, dans laquelle chaque consommateur – quelle que soit sa forme d'association – est respecté et protégé. Je me réjouis donc de cette avancée, vous l'aurez compris, qui démontre que lorsque nous travaillons ensemble pour l'intérêt commun, il est possible d'apporter des change­ments significatifs et positifs dans la société.

 

Je disais que je comptais mettre un peu d'emphase sur deux aspects. J'en viens donc au second, qui concerne l'obligation d'accepter le cash. Le projet de loi prévoit d'intégrer en droit belge l'obligation pour une entreprise d'accepter les paiements en espèces du consommateur lorsque la transaction en euros a lieu en présence physique et simultanée des deux parties. Cette obligation découle du recours légal à l'euro prévu par le droit de l'Union européenne. Cette mesure a, du reste, été soumise à l'avis de la Banque centrale européenne.

 

Le cash est un moyen de paiement privilégié par plusieurs consommateurs. Pensons aux personnes âgées, aux touristes ou encore à des jeunes utilisant leur argent de poche. Jusqu'à présent, c'était le flou dans la loi belge, puisque ce principe n'était pas inscrit dans le Code de droit économique, si bien qu'aucune sanction n'était prévue. Certains étaient peut-être attachés à ce flou, et je le comprends. Ce n'était toutefois qu'une question de temps et ce n'est, ma foi, pas un bouleversement. En effet, peu de commerçants refusent le cash – peut-être un peu plus à Bruxelles. Mais la loi prévoit des exceptions, qui sont temporaires, pour des raisons de sécurité dûment justifiées, ou lorsque la valeur du billet est disproportionnée par rapport au montant dont il faut s'acquitter. Les sanctions restent également peu élevées, reconnaissons-le, puisqu'on se limite à une sanction de niveau 1 et qu'il faut deux contrôles avant qu'une sanction soit infligée. Donc, il faut se réjouir de la mesure, même s'il convient d'éviter d'y voir plus que ce qu'elle n'est.

 

En tout cas, nous soutiendrons évidemment ces dispositions liées au projet de loi pour lequel nous sommes actuellement en phase finale de discussion. Je vous remercie de votre attention.

 

22.06  Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je ne comptais pas intervenir mais au cours de la discussion, je n'ai pas entendu un point qui me semble important, notamment pour les associations de copropriétaires. M. Prévot vient d'en parler, ils n'ont pas besoin d'un seul mais de deux comptes en banque du point de vue légal – un pour la gestion courante et un second pour l'épargne concernant les investissements au sein de la copropriété. Je voulais signaler aux membres ici présents que c'est à eux qu'on demandera l'urgence pour un texte que le ministre de l'Économie s'est engagé à produire avant la fin de la législature pour que cette possibilité d'ouvrir un compte s'applique également au deuxième compte.

 

Cette possibilité, avec un coût maximum de 270 euros – modifiable par arrêté royal – va revenir sur la table le plus vite possible, nous l'espérons, pour aider nos concitoyens copropriétaires.

 

22.07  Denis Ducarme (MR): (…)

 

22.08  Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Pas du tout, c'est un nouveau texte qui va sortir.

 

Le président: Merci, monsieur Vicaire. Je constate que M. Ducarme est très enthousiaste sur le sujet.

 

22.09  Denis Ducarme (MR): (…)

 

Le président: Je n'ai pas compris la traduction.

 

22.10  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik was eerst niet van plan om tussen te komen omdat we in de commissie al uitgebreid op dit wetsontwerp diverse bepalingen zijn ingegaan. Er was trouwens een wetsvoorstel van ons aan gekoppeld. Gisteren hebben we echter het verslag gekregen van de federale ombudsmannen over de energiepremies. Daarover valt wel een en ander te zeggen. Dat is ook de reden waarom wij deze plenaire vergadering nog twee amendementen indienen. Ik heb ook nog een aantal vragen die gericht waren aan de heer Dermagne, maar u zult hem zeer waardig vervangen en ongetwijfeld een antwoord kunnen geven op mijn vragen.

 

Ik zal het dus eerst hebben over de energie­premies. In de commissie zei ik al dat de federale regering als Alice in Wonderland leefde. Tijdens de energiecrisis was er immers eerst een premie voor stookolie, maar dan volgden er ook voor mensen die met pellets en propaangas verwarmden. Er kwamen dus geleidelijk aan steeds nieuwe maatregelen tevoorschijn. Wij hebben geregeld gevraagd of de FOD Economie het wel zou kunnen bolwerken om de aanvragen van die premies op een correcte manier te verwerken en de uitbetalingen te doen.

 

Onze fractie schoof van in het begin al een veel eenvoudigere optie naar voren. Wij wilden per huishouden namelijk een belastingvermindering van 500 euro voorzien voor huishoudens die het sociaal tarief niet genieten. Die techniek werd eerder al toegepast voor andere zaken en zou niet voor al die problemen gezorgd hebben. Blijkbaar wist Vivaldi het echter alweer beter. U zou het op uw manier doen, met als resultaat het verslag van gisteren van de federale ombudsmannen over de energiepremies. De titel van dat verslag luidt: "Hoe vele burgers problemen ondervonden om hun energiepremie te krijgen en wat de federale overheid hieruit kan leren". De titel is dus alleszeggend.

 

Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.

Président: Eliane Tillieux, présidente.

 

In dat rapport wordt een heel aantal zaken aan de kaak gesteld. Ik heb er ook al eerder naar verwezen. Ik noem het een kakafonie aan regels en de federale ombudsmannen noemen het een verscheidenheid aan regels. Het is maar hoe men het bekijkt.

 

Er zijn dus heel veel verschillende maatregelen. Het is met andere woorden geen wonder dat zowel de administratie als de burgers veel problemen ondervonden. Naast de verschillende premies waren er ook verschillende manieren om deze aan te vragen. Bij de ene werden die automatisch toegekend, bij de andere moest men een aanvraag indienen, maar ook de wijze waarop men de aanvraag deed, verschilde van premie tot premie. Ook de termijnen waren zeer strikt.

 

De FOD Economie was echter minder strikt. Men kreeg het namelijk niet gebolwerkt, waardoor die termijnen natuurlijk niet houdbaar waren. De behandelingstermijnen waren onrealistisch lang of kort. Dit komt allemaal uit het verslag van de federale ombudsman. De toekenningsvoorwaarden waren niet altijd even duidelijk, de motivering was onduidelijk en de beroepsmogelijkheden waren onaangepast. Ze schieten soms zelfs hun doel voorbij, wordt letterlijk gezegd. Bovendien zult u als socialist, moeten erkennen dat het niet altijd ten goede kwam aan de meest kwetsbare mensen. Daar kom ik dadelijk op terug.

 

Ik kan concluderen dat de premies hun doel voorbij zijn geschoten. Dan kom ik bij een aantal opmerkingen en vragen aan u. Een eerste vraag heeft te maken met het feit dat de federale regering de premies na begin 2024, dus nu, niet meer zal uitbetalen, zelfs als zou blijken dat een premie ten onrechte geweigerd was. Eind december 2023 verwijderde de FOD Economie ook alle informatie van haar website.

 

Vindt u het niet onaanvaardbaar dat burgers die recht hebben op die premie, maar die niet hebben gekregen door de problemen die u zelf hebt gecreëerd, door er een warboel van te maken, hun recht niet meer kunnen doen gelden? Op welke manier zult u garanderen dat elke burger krijgt waar hij of zij recht op heeft?

 

Ik heb ook een tweede vraag. Een aantal leveranciers en beheerders waren hardleers in het niet nakomen van hun verplichtingen, waardoor burgers hun premie misliepen. De leveranciers moesten immers het bewijs leveren dat zij wel degelijk propaan of stookolie hadden geleverd. Wat als zij daarvoor lange tijd in gebreke blijven? Kan de klant in kwestie met alle middelen van recht aantonen dat hij toch zijn levering heeft ontvangen? Met andere woorden, zal de FOD Economie bij het in gebreke blijven van de leveranciers burgers toelaten om met alle middelen van recht die levering aan te tonen?

 

Mannen kunnen ook drie dingen tegelijkertijd doen. U hebt dus waarschijnlijk ook die vraag goed genoteerd terwijl u luisterde naar de ene collega en luisterde naar de andere collega. U houdt uw pokerface aan, dus ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

Mijnheer de staatssecretaris, mijn laatste vraag gaat over het tweede federale basispakket en het recht op het sociaal tarief. Het gisteren gepubliceerde verslag van de federale ombudsman leert ons dat men voor het tweede federale basispakket en het recht op het sociaal tarief aan alle voorwaarden moest voldoen op 31 december 2022. Voor één voorwaarde wordt daarvan afgeweken, namelijk voor het recht op het sociaal tarief, waarvoor de uiterste datum 1 januari 2023 is, één dag later. Dat maakt een enorm verschil voor verschillende mensen, die daardoor plots geen recht meer hadden op dat tweede basispakket, terwijl ze daar wel onder vielen. Het probleem is dat zij het pakket zelf wel nog konden aanvragen, maar zij gingen er natuurlijk van uit dat het automatisch zou gebeuren. Dat leidt dus tot een heel pijnlijke situatie, namelijk dat net de meest kwetsbare groepen daardoor niet van het basispakket 2 hebben kunnen genieten, hoewel ze er recht op hadden.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog een laatste, heel concrete vraag. Ik zal dan drie concrete vragen hebben gesteld, waarop ik ongetwijfeld drie concrete antwoorden zal krijgen. Hoe zult u dat laatste probleem verhelpen, om alsnog de meest kwetsbare personen te bereiken, die wel degelijk recht hadden op dat pakket?

 

Ik dank u en kijk ongelooflijk uit naar uw antwoorden.

 

22.11  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Je vous remercie beaucoup pour l’esprit de collaboration et de soutien sur ce texte.

 

Monsieur Vicaire, je vous confirme que nous travaillons à un amendement pour permettre aux copropriétés d’avoir deux comptes, un pour le fonds de réserve et un pour le fonds de roulement. Nous l’insérerons dans le projet de loi portant des dispositions diverses n° 10, qui devrait être introduit au Parlement début mars.

 

Mevrouw Van Bossuyt, ik heb nota genomen van uw verschillende amendementen. Die zijn heel interessant en zullen worden bestudeerd door het kabinet van minister Dermagne. Ze zullen in de wet houdende diverse bepalingen nr. 10 worden opgenomen als ze relevant zijn, wat het geval is.

 

Pour le reste, je tiens à excuser le ministre Pierre-Yves Dermagne qui ne peut pas être parmi nous et qui m’a proposé une très longue et très intéressante réponse et discussion sur le texte. Vu l’excellent esprit de pré-Saint-Valentin qui règne et qui illustre encore une fois à merveille l’esprit consensuel qui règne dans ce pays, je m’en tiendrai à des remerciements de sa part.

 

Il souligne l’excellente collaboration avec la Chambre à l’occasion des travaux de la commission de l’Économie. Ces travaux ont permis, je cite, ʺau vice-premier ministre Dermagne de peaufiner et d’améliorer substantiellement la qualité du texte et d’adopter des amendements importantsʺ.

 

Pour les deux éléments mentionnés, rendez-vous en commission et, le cas échéant, pour la version n° 10 de la loi portant des dispositions diverses, début mars.

 

22.12  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dank u wel voor uw bijzonder antwoord. We dienen twee amendementen in hier in plenaire zitting. Met het eerste amendement beogen we dat de burger met alle rechtsmiddelen moet kunnen bewijzen dat er wel degelijk een levering is gebeurd. Veel leveranciers bleven immers in gebreke. De persoon in kwestie moet dus met alle middelen van recht de levering kunnen bewijzen.

 

Ons tweede amendement heeft betrekking op mensen van wie het sociaal tarief op 31 december 2022 afliep. Zij zouden toch nog basispakket 2 moeten kunnen ontvangen.

 

Ben ik correct dat het over beide amendementen gaat? U lijkt aan te geven van niet.

 

22.13  Thomas Dermine, secrétaire d'État: Il est proposé de voter le texte tel quel et d'étudier les propositions d'amendements le cas échéant en commission. Si les amendements sont utiles et que nous les soutenons, alors ils pourraient être repris dans la loi portant des dispositions diverses n° 10 qui reviendrait au Parlement début mars.

 

22.14  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, eerlijk gezegd, het amendement over met alle middelen van recht is niet nieuw, want dat gegeven zat ook in een wetsvoorstel dat wij eerder bespraken in commissie. Het kan op dat vlak dus snel gaan.

 

Het tweede amendement is ingediend op basis van het verslag van de federale ombudsman gisteren. Ik denk dat er een lacune is ontstaan die u zelf ook niet had kunnen voorzien, veronderstel ik, door die twee verschillende referentiedata.

 

Het zou jammer zijn, mochten die amendementen nu weggestemd worden om dan in commissie nog eens discussies daarover te houden. Dat zijn trouwens discussies die niet echt discussies zijn. Daardoor wordt het ook veel complexer voor de mensen die de wetgeving moeten toepassen.

 

Het gaat over twee onbedoelde lacunes en met deze amendementen kunnen wij heel wat rechtzetten.

 

22.15  Thomas Dermine, secrétaire d'État: La préférence du vice-premier ministre est de les réanalyser en commission et, sans présumer du fond des amendements probablement pertinents et utiles, de voter le texte tel quel aujourd'hui et de les reprendre dans la loi portant des dispositions diverses d'ici quelques semaines, le cas échéant.

 

22.16  Denis Ducarme (MR): Madame la présidente, je dois vous dire que M. Calvo a excellemment bien rempli son rôle.

 

Monsieur le secrétaire d'État, je vous demande de remercier le vice-premier ministre M. Dermagne pour ce projet, et de le remercier avec force également de vous avoir demandé de le remplacer. C’est bien de vous voir à Bruxelles de temps en temps, en tant que secrétaire d'État, et pas uniquement à Charleroi. J’ai même cru que votre cabinet était à Charleroi, à un moment donné. Nous y reviendrons.

 

Mais n’oubliez pas le plan de relance! Nous en parlerons en commission. Charleroi, c’est bien. Le Parlement et le gouvernement, c’est bien aussi, quand on est secrétaire d'État.

 

La présidente: Je suppose que chacun fait son travail là où il se doit, y compris au Parlement, monsieur Ducarme.

 

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3665/10)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3665/10)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi portant dispositions diverses en matière d’économie".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake economie".

 

Le projet de loi compte 210 articles.

Het wetsontwerp telt 210 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Art. 17/1(n)

  • 19 – Reccino Van Lommel (3665/11)

Art 197/1(n)

  • 20 – Anneleen Van Bossuyt (3665/11)

Art 200/1(n)

  • 21 – Anneleen Van Bossuyt (3665/11)

Art 201

  • 22 – Anneleen Van Bossuyt cs (3665/11)

Art 201/1(n)

  • 23 – Anneleen Van Bossuyt cs (3665/11)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservés: les amendements et l'article 201.

Aangehouden: de amendementen en artikel 201.

 

Adoptés article par article: les articles 1 à 23, 28 à 200 et 202 à 210.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 23, 28 tot 200 en 202 tot 210.

 

Auront lieu ultérieurement:

- le vote sur les amendements et l'article réservés;

- à la demande du groupe N-VA, le vote divisé sur les articles 24 à 27;

- le vote sur l'ensemble.

Zullen later plaatsvinden:

- de stemming over de aangehouden amende­menten en het aangehouden artikel;

- op verzoek van de N-VA-fractie de gesplitste stemming over de artikelen 24 tot 27;

- de stemming over het geheel.

 

23 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération législatif du 22 décembre 2023 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune, la Région wallonne et la Commission communautaire française concernant le traitement de données relatives à CoBRHA+ (3750/1-3)

23 Wetsontwerp houdende instemming met het wetgevend Samenwerkingsakkoord van 22 december 2023 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot CoBRHA+ (3750/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteur, mevrouw Vanpeborgh, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

23.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, onze fractie zal zich onthouden bij de stemming over dit samenwerkingsakkoord. Ik denk dat dit wel een beetje uitleg behoeft.

 

Het gaat hier over de CoBRHA+-databank, een belangrijke en noodzakelijke gegevensbank waarin persoonsgegevens worden opgeslagen. Daarmee begeven we ons automatisch op het domein van het grondwettelijk recht op privacy, zoals dat in de Grondwet en het EVRM wordt beschreven.

 

Omdat dit zo’n belangrijke aangelegenheid is, zijn wij hier ook verplicht om een voldoende nauwkeurige beschrijving te geven van de gegevens die worden bewaard en van de randvoorwaarden en de doeleinden waarvoor de gegevens zullen worden gebruikt. Net op dat punt hebben zowel de Raad van State als de GBA bedenkingen geuit. Ze hebben het over een te onduidelijke omschrijving over welke gegevens precies zullen worden geregistreerd of in de toekomst zullen kunnen worden geregistreerd en onder welke voorwaarden dat dan zal gebeuren. Ik citeer: “De formulering is te ruim”. Er wordt ook gewag gemaakt van te weinig transparantie.

 

Mijnheer de minister, we hebben hierover in de commissie toch wel een vrij ruim debat gevoerd. U hebt daar gezegd dat u een aantal aanpassingen hebt gedaan om aan de opmerkingen van de Raad van State en de GBA tegemoet te komen. Het gaat echter om selectieve aanpassingen. U hebt ze niet allemaal gevolgd, wat maakt dat wij op dit moment onvoldoende kunnen beoordelen of dit kader, zoals het door u is aangepast en zoals het naar uw goeddunken in orde is, voldoende robuust zal zijn.

 

In het wetsontwerp wordt ook verwezen naar het Informatieveiligheidscomité, dat de categorieën van persoonsgegevens zou kunnen verduidelijken, maar u hebt ons er niet van kunnen overtuigen dat de machtigingsbevoegdheid van dat comité wel degelijk grondwettig is.

 

Samengevat, die CoBRHA+ databank is ook voor ons heel belangrijk, maar door de twijfels die ik net heb vernoemd zal onze fractie zich straks onthouden.

 

23.02  Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mevrouw Gijbels, ik hoor u zeggen dat u het belangrijk vindt – en dat horen we altijd – maar dat u zich toch zult onthouden. Ik vind dat jammer, want om de beste zorg te kunnen verlenen aan de patiënt, is het heel belangrijk dat wij de gezondheidszorgbeoefenaars met elkaar kunnen laten communiceren. Dat is net de bedoeling van deze databank. Ik denk ook dat er wordt gezorgd voor een redelijk evenwicht tussen enerzijds de privacy van de patiënt, aangezien de gezondheidsbeoefenaars een heel proces moeten doorlopen vooraleer ze toegang krijgen, en anderzijds het organiseren van een kwalitatieve gezondheidszorg, waarbij die gegevens echt wel noodzakelijk zijn.

 

Het is duidelijk dat een rechtsgrond hier noodzakelijk was. Ik betreur dat u zich zult onthouden. Ik wil benadrukken dat wij net als u kritische vragen hebben gesteld en bedenkingen geuit in de commissie. Hier is grondig over gedebatteerd en naar mijn mening heeft de minister op elk van die vragen en bedenkingen een goed antwoord gegeven. Zo treedt bijvoorbeeld het eHealthplatform enkel op als platform, als verwerker, en zal het geen beslissingen nemen. Het advies van de Raad van State en de GBA en de regels die opgelegd worden zijn gevolgd. Begrippen zijn aangepast door het Informatieveiligheidscomité. Wij weten dat dit een gevoelig punt is voor jullie, maar uiteindelijk heeft de minister daar in voorgaande debatten al uitvoerig op geantwoord. Ik meen dus niet dat dit hier het hoofdpunt is.

 

Er werd ook gekozen voor een niet vastomlijnde definitie van de zorg. Ik meen echter dat ook dit een wijze beslissing is. Daar werd in de commissie op ingegaan. Als wij die aflijnen, zetten wij onszelf vast, terwijl wij ze nu ruimer zullen kunnen invullen in de toekomst.

 

Mijnheer de minister, ik kom terug bij u. Een van onze vragen was of de kwaliteit van die data gegarandeerd kan worden. U hebt daarop geantwoord dat de zorgsector zelf steeds vaker controles uitvoert. Ook bij het samenbrengen van al die gegevens zijn er controles. Uiteindelijk blijven de actoren die de gegevens aanleveren ook nog altijd de eindverantwoordelijken.

 

Met al die verklaringen en antwoorden kunnen wij enkel stellen dat wij van Vooruit hier zeker onze goedkeuring aan geven.

 

23.03  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame Vanpeborgh, déterminer au niveau politique si on a un équilibre suffisant entre la vie privée et les échanges de données est une chose. Mais cela ne permet à aucun politique ici de ne pas respecter strictement le règlement général sur la protection des données (RGPD). En la matière, tant le Conseil d'État que l'Autorité de protection des données (APD) ont émis des critiques très sévères sur votre projet de loi. Certes, quelques modifications et adaptations ont été apportées ensuite, mais ce sont des adaptations partielles, monsieur le ministre. Vous avez fait en fonction de ce que vous souhaitiez ou de ce qui arrangeait peut-être le Comité de sécurité de l'information (CSI). En pratique, nous n'avons aucune garantie ici, à tout le moins sur les critères de prévisibilité et de légalité, pour déterminer si votre projet est en conformité avec le RGPD. Le Conseil d'État et l'APD avaient d'ailleurs insisté pour rendre un nouvel avis en cas d'évolution du projet de loi. Cela n'a pas été fait. En la matière, ce n'est pas aux politiques mais aux gardiens de notre vie privée de déterminer si oui ou non le RGPD est strictement respecté.

 

Par ailleurs, je me permets de rappeler que ce dossier, comme d'autres, est toujours interpellant à partir du moment où le lien est extrêmement étroit avec les délibérations du CSI. Je ne reviendrai pas sur nos débats préalables. Mes chers collègues des sept partis de la majorité, je vous entends régulièrement vous exprimer sur les données de vie privée à l'extérieur ou dans la presse. Mais il faut quand même constater que tout ce qui a été modifié par vos votes à travers la loi qui a instauré le nouveau Comité de sécurité de l'information reste encore et toujours extrêmement problématique, en lien, notamment, avec la manière dont le gardien de notre vie privée, à savoir l'Autorité de protection des données, peut, très partiellement, ou ne peut pas, éviter que des décisions du CSI soient prises, mais aussi appliquées sans même avoir eu la possibilité d'un droit de regard effectif sur les données.

 

Pour toutes ces raisons, nous nous abstiendrons sur ce texte.

 

23.04 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, collega’s, de drie leden die hebben gesproken, hebben het debat op een goede manier samengevat. Wij hebben het redelijk grondig gevoerd in de commissie. Dat was nuttig. Het is ook niet de eerste keer.

 

Het gaat hier inderdaad om een belangrijke gegevensbank, omdat die ervoor moet zorgen dat wij onze zorgverstrekkers niet alleen goed geregistreerd hebben, maar ook dat wij op een voldoende manier weten wat we moeten weten over de zorgverstrekkers, voor wie samen­werkingsverbanden steeds belangrijker worden. We zijn het daarover eens.

 

Mevrouw Gijbels, mevrouw Vanpeborgh, u hebt het zelf perfect verwoord. Wat wij doen, is een correcte wettelijke basis leggen onder het verzamelen van gegevens en het bijhouden van gegevens in de gegevensbank. Vooral mevrouw Gijbels, maar ook mevrouw Fonck komen terug op een debat dat wij al enkele keren hebben gevoerd over de nieuwe wettelijke basis, alsook over een nieuwe wijze van werken met het Informatieveiligheidscomité. Wij, zijnde de regering en de meerderheidspartijen, zijn van mening dat wij daarmee een adequaat antwoord hebben gegeven op uitspraken van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State. Dat is ook wat wij moeten doen.

 

Mevrouw Gijbels en mevrouw Fonck zeggen neen. Zij zijn van oordeel dat ons antwoord op de uitspraken van het Grondwettelijk Hof en de Raad van State over het Informatieveiligheidscomité niet adequaat is. Dat is echter een politieke afweging. Mevrouw Fonck, ik wil het debat niet rekken, maar alles wat wij hier doen, is politieke afweging. Wij moeten dat zorgvuldig doen.

 

De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft een heel belangrijke opdracht, namelijk waken over de bescherming van gegevens in toepassing van onder meer de Europese verordening, zijnde de GDPR, die u vernoemde. Dat gaat over een grondrecht, namelijk de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Volksgezondheid is ook een grondrecht. Volksgezondheid wordt onder meer bediend door een goed georganiseerde gezondheidszorg. Daarmee zijn wij hier bezig.

 

Het komt dus ook aan ons toe evenwichten te zoeken tussen de verschillende grondrechten. Dat is een belangrijk debat. U hoort mij niet beweren dat de waarheid per se altijd aan één kant zit. Wij moeten altijd opnieuw die afweging zoeken. Het gaat echter wel om een politieke afweging. Wij hebben die afweging naar best vermogen gezocht in de manier waarop wij het Informatieveiligheidscomité een nieuwe wettelijke basis hebben gegeven. Wij moeten ook bekijken hoe dat nu zal werken.

 

Ik ben, zoals mevrouw Vanpeborgh het correct heeft samengevat, ook van mening dat wij in de voorliggende wetgeving punten preciseren die moeten worden gepreciseerd, zonder een zodanig rigide en detaillistische tekst te maken dat wij binnen de kortste keren opnieuw naar het Parlement zouden moeten terugkeren. Dat is immers ook essentieel in een democratie. We mogen dat niet voortdurend voorhebben.

 

Het is dus een interessant en fundamenteel debat, mevrouw de voorzitster, over een technische en juridische aanpassing van een belangrijke databank in de gezondheidszorg. Ik begrijp dus dat een aantal collega's zich onthouden, maar hoop dat de meerderheid van het Parlement dit wel steunt.

 

23.05  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, il s’agit bien de concilier l’enjeu de santé publique et le respect de la vie privée mais il y a un élément sur lequel je ne vous suis pas du tout. Il est d’abord et surtout possible de le faire correctement dans les textes. D’ailleurs, si vous étiez si sûr que les corrections et les adaptations avaient été apportées suite aux critiques sévères du Conseil d’État et de l’APD sur l’avant-projet de loi, vous n’auriez eu aucune difficulté à refaire passer le texte – comme cela vous avait été très clairement demandé – par le Conseil État et par l’Autorité de protection des données. C’est la règle. Vous ne l’avez pas suivie.

 

Vous avez fait certaines adaptations et pas d’autres. Pour être franche avec vous, j’ai plus confiance dans l’avis technique de l’Autorité de protection des données, en tant que gardien de la vie privée, que dans une réponse politique qui déclare que le RGPD est respecté alors que cela avait été pointé du doigt de manière importante à la fois par l’APD et par le Conseil d’État. Votre réponse à ce sujet n’apporte pas d’éléments nouveaux et ne permet en rien, me semble-t-il, de répondre aux questions importantes que nous avons rappelées ici.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3750/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3750/3)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

24 Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en vue d'adapter la façon dont les députés prennent la parole en séance plénière (2149/1-2)

24 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, teneinde de manier waarop het woord in plenaire vergadering wordt gevoerd anders te regelen (2149/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Nathalie Dewulf, Barbara Pas.

 

La commission du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire propose de rejeter cette proposition. (2149/2)

De commissie voor het Reglement en voor de Hervorming van de parlementaire werkzaamheden stelt voor dit voorstel te verwerpen. (2149/2)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, l’auteur.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indiener te hebben gehoord.

 

De rapporteur, de heer Loones, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

24.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, de bijzondere commissie voor het Reglement en Hervorming van de Parlementaire Werkzaamheden in dit Huis vergadert ondanks mijn regelmatig aandringen in de Conferentie van voorzitters bijzonder zelden. Als die al eens een zeldzame keer bijeenkwam, kon de vergadering zelfs nog niet doorgaan wegens een gebrek aan quorum van de meerderheid. Bij die afgelaste vergadering deed de heer Calvo wel een bijna emotionele oproep om tegen de volgende vergadering van die commissie voorstellen te agenderen waar geen politiek rond gedaan wordt, om voorstellen te agenderen waar een ruime consensus over is, zodat er toch eindelijk iets gerealiseerd kan worden en eindelijk kon worden voortgewerkt in die commissie. Dat was terecht.

 

Constructief als we zijn, gaf ik dan uiteraard gevolg aan die oproep en ik heb toen als prioritair te behandelen voorstel een van onze voorstellen genomen dat totaal niet politiek en totaal niet ideologisch is. Ik heb daarnet de vice-eersteminister, de heer Vandenbroucke, nog horen zeggen dat alles wat we hier doen een politieke afweging is. Dit is een uitzondering. Dit is het niet. Dit heeft niets met politiek te maken. Dit heeft niets met ideologie te maken. Het is een voorstel waar niemand iets op tegen kan hebben.

 

Wie kan er immers bezwaar hebben tegen een voorstel dat een achterhaalde bepaling, die al jaren niet meer wordt toegepast, uit het Kamerreglement schrapt? Niemand, dacht ik. Tot mijn grote verbazing is dat wel het geval, namelijk alle meerderheidspartijen. Zoals de voorzitter daarnet zei, werd dit voorstel immers verworpen. Omdat ze het allicht verkeerd begrepen hebben, zal ik vandaag nog een poging doen voor ons eenvoudige en niet-politieke voorstel dat niet meer of niet minder doet dan het opheffen van een nodeloos voorschrift dat niet meer wordt toegepast.

 

Concreet gaat het om artikel 44, vierde lid, van ons Kamerreglement, dat voorschrijft dat leden in de plenaire vergadering staande moeten spreken, niet alleen achter het spreekgestoelte, maar ook vanop de banken. ʺDe spreker mag slechts het woord richten tot de voorzitter of tot de vergadering. De leden spreken staande en van hun plaats of van het spreekgestoelte.ʺ Dat is letterlijk artikel 44, vierde lid.

 

Collega’s, u bent er hier samen met mij wekelijks getuige van dat zo goed als niemand dat toepast. Deze regel wordt niet nageleefd. Tijdens de periode van bijna 17 jaar die ik hier zetel, heb ik nog nooit een Kamervoorzitter gehoord die collega’s erop wees dat zij staande het woord dienden te voeren. U deed dat terecht niet, mevrouw de Kamervoorzitster, want die regel is niet meer van deze tijd.

 

Er zijn heel wat argumenten om dat niet meer te doen. In de praktijk zijn er heel wat leden die met de ogen gericht op de laptop het woord nemen. Vanzelfsprekend is dat niet bevorderlijk voor staand spreken. De geluidskwaliteit van de microfoons is beter, wanneer u uw toespraak zittend houdt, wanneer u vanop de bank spreekt. Mensen zijn ook groter dan vroeger. Als u plots deze regel zou toepassen, moeten we de microfoons langer maken en met dure, nieuwe geluidsinstallaties heeft dit halfrond niet de beste ervaringen.

 

Ik heb opzoekingen gedaan om u toch nog te overtuigen vandaag. Er zijn heel wat wetenschappelijke argumenten in de literatuur met betrekking tot lichaamstaal die staven dat zittend spreken beter is. Ik heb enkele argumenten uit de literatuur gehaald.

 

Zittend nemen we niet te weinig, maar ook niet te veel ruimte in. We komen eerlijk, belangstellend, respectvol en zelfverzekerd over. Staan zorgt voor te korte, dynamische interacties. Zitten zorgt voor rust in de communicatie en voor een diepgaandere verwerking van de informatie die men ontvangt. Een zittend contact neemt gewoonlijk meer tijd in beslag en heeft een minder vrijblijvend karakter. Willen we verdieping in de onderwerpen dan moeten we gaan zitten, volgens de literatuur.

 

Als we staan, aldus andere literatuur over lichaamstaal, voelt onze bijdrage aan als een presentatie en worden de anderen gedegradeerd tot toehoorders. Ik zou nog even kunnen verdergaan, maar het Kamerreglement zegt dat mijn tijd beknopt en als er in dit huis iets is wat we moeten respecteren, is het wel het Kamerreglement.

 

Bovendien, collega's, als we deze regel over het staande spreken zouden toepassen, zou dat problematisch zijn voor leden met een beperkte mobiliteit. Hoe hardvochtig is het om zulke mensen te verplichten recht te staan om zich tot een vergadering te kunnen richten? Ik denk daarbij in het bijzonder aan de eeuwelingen die zich verkiesbaar wensen te stellen: Wivina Demeester, Mieke Vogels, Jan Peumans, Louis Tobback, de veroordeelde Willy Claes, Herman De Croo en misschien zelfs Jean-Luc Dehaene. Ik mag er niet aan denken dat we die mensen het zullen aandoen om lange staande toespraken te moeten houden.

 

Collega's, alle gekheid op een stokje, een Kamerreglement moet worden toegepast. Dat is althans de logische mening van mijn fractie. Uitspraken als "Het Reglement, mijn botten" zult u van een Vlaams Belangkamerlid niet horen. Het Kamerreglement bestaat om toegepast te worden. U als Kamervoorzitster dient daarop toe te zien, mevrouw de voorzitster. Als u een bepaalde regel in het Reglement wel toepast en een andere niet, is dat natuurlijk willekeur en dat druist net in tegen het wezen van een Kamerreglement.

 

Als er dus achterhaalde regels zijn die in onbruik zijn geraakt, zoals het staande spreken, is het toch de logica zelve dat die uit het Reglement worden geschrapt? Zelfs in het Britste Hogerhuis, toch wel een baken van traditie en standvastigheid, bestaat dit niet meer.

 

Collega's, u hebt dus de keuze. Ofwel doet u het tegenovergestelde van in de commissie en stemt u straks tegen de verwerping van dit voorstel en zult u de verplichting tot staand spreken van op de banken schrappen uit het Reglement. Dan passen we het inderdaad, zoals we nu al lang doen, niet meer toe. Ofwel, en dat is de andere keuze als u voor de verwerping stemt, behoudt u de verplichting tot het staande spreken in het Kamerreglement. En dan ga ik ervan uit, collega's, dat u enige consequentie aan de dag zult leggen en vanaf nu aan uw bank staand zult spreken, zoals het Kamerreglement voorschrijft. Ik kan mij niet voorstellen dat u de ene regel van het Kamerreglement wel wilt toepassen en de andere niet.

 

Mevrouw de voorzitster, het is aan u om erop te letten dat het Reglement toegepast wordt. Ik neem aan dat u dat in de toekomst dan ook zult doen. Collega's, ik ben zeer benieuwd naar uw keuze. En ik zal u zeker wijzen op de consequente opvolging ervan.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel zal later plaatsvinden.

 

25 Proposition de loi modifiant la réglementation en vue de relever le montant de certaines prestations au niveau du seuil de pauvreté européen (473/1-5)

25 Wetsvoorstel tot wijziging van de regelgeving met het oog op het optrekken van bepaalde uitkeringen tot op het niveau van de Europese armoedegrens (473/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Raoul Hedebouw, Marco Van Hees, Steven De Vuyst, Sofie Merckx, Nadia Moscufo.

 

La commission des Affaires sociales, Emploi et Pensions propose de rejeter cette proposition de loi. (473/5)

De commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen stelt voor dit wetsvoorstel te verwerpen. (473/5)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, l’auteur.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indiener te hebben gehoord.

 

De rapporteur, de heer Anseeuw, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

25.01  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Collega's, 2.150.000 landgenoten lopen het risico van armoede of sociale uitsluiting. Dat zeg ik niet, dat zegt de officiële statistiek van Statbel. De nieuwe cijfers zijn vandaag binnengekomen en daaruit blijkt dat 12,3 % ...

 

25.02 Minister Frank Vandenbroucke: (…)

 

25.03  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, wij zullen het dadelijk hebben over die daling. Ik weet niet of u daar echt fier op mag zijn. Ik zie een happy face, maar dat zullen wij seffens wat veranderen.

 

Van onze bevolking woont 12,3 % in een huishouden dat onder de Europese armoedegrens leeft. Dat zijn de nieuwste cijfers. Cijfers zijn natuurlijk cijfers, maar achter elk cijfer zit een verhaal. Ieder van ons krijgt wel wekelijks getuigenissen met een schreeuw om hulp binnen. Velen noemen dat een karikatuur, mijnheer de minister, of populistische prietpraat, maar soms zijn er verhalen die toch blijven hangen.

 

25.04 Minister Frank Vandenbroucke: (…)

 

25.05  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Oei, er wil al iemand praten.

 

De voorzitster: Nee, er is geen debat. Volgens het Reglement is er geen debat. U kunt verder gaan, mijnheer Colebunders. Neen, mijnheer de minister. Het is onmogelijk.

 

25.06  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Ik weet dat u een heel gevoelige jongen bent, mijnheer de minister, dus ik zal mij wat rustiger houden.

 

25.07 Minister Frank Vandenbroucke: (…)

 

25.08  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Het was geen aanval. U hebt mij genoemd, maar goed.

 

Af en toe zijn er verhalen die toch blijven hangen. U moet nu toch eens luisteren, mijnheer de minister, want als wij getuigenissen horen over armoede, hoor ik dikwijls dat die mensen maar moeten gaan werken, dat het allemaal luieriken zijn. Thuiszitten bemoeilijkt het allemaal maar en zij leven allemaal van een uitkering, dus waarom zouden zij gaan werken?

 

Ik geef u een verhaal dat toch is blijven hangen bij mij in de voorbije weken. Een vrouw, die altijd hard gewerkt heeft, krijgt een hersenattaque. Zes maanden ziekenhuis. Ze moet alles opnieuw leren en wanneer ze weer thuiskomt, moet ze voortdurend medische bijstand hebben. Het eigenaardige van het verhaal is echter dat het te weinig is om in de ziekteverzekering te blijven. Nu, die discussie hebben wij al eens gevoerd. Dan is er in België de wetgeving die langdurig zieken een rondje komt pesten. Die vrouw geraakt niet in een re-integratieproject bij haar werkgever en ze wordt afgedankt.

 

Gelukkig heeft zij haar man nog, die ook hard werkt. Door haar ziekte vertrekt die man echter met de noorderzon. Samen konden ze wel een appartementje huren. Ze betaalden daar 950 euro voor, geen uitzonderlijk hoge prijs in Genk. Het eigenaardige van het verhaal is dat mevrouw maar 1.200 euro per maand krijgt. Ik zie u kijken. Daar is het OCMW toch voor? Daar is een sociale huisvestingmaatschappij toch voor? Ik moet u even teleurstellen, want bij die sociale huisvesting­maatschappij moet men 12 jaar wachten.

 

Maar dan kan zij toch op de noodlijst? Oei, een volgend probleem. Alle sociale huisvesting­maatschappijen zijn bijeengevoegd, maar dan komt het probleem: er zijn nog geen formulieren waar men kan invullen dat mevrouw recht heeft op een noodwoning. Daar staat mevrouw dan.

 

Nu komt de vraag, mijnheer de minister. Wat moet die vrouw doen? Dat is geen aanval, het is een open vraag aan u. Wat moet die persoon doen? Is zij een profiteur? Neen. Wat gebeurt er? Zij vervalt in armoede. Dan komt het ergste van het verhaal. Er is toch vrouwenopvang? Maar nee, die vrouw heeft medische verzorging nodig, dus de vrouwenopvang zegt ook dat ze er niet welkom is. In ons Belgenlandje!

 

Voor al die mensen plaatsen wij ons voorstel om de sociale uitkeringen effectief tot de armoedegrens op te trekken opnieuw op de parlementaire agenda. Niet alleen wij, maar alle armoedeverenigingen en vakbonden vragen dat al meer dan 25 jaar. Dat is gewoon overduidelijk de eerste en beste stap om armoede bij de wortels aan te pakken. Wij kunnen daar in dit halfrond toch iets aan doen, als u het mij vraagt. We kunnen beslissen om alle uitkeringen op te trekken tot de armoedegrens.

 

Stelt de PVDA hiermee weer iets uitzonderlijks voor? Nee hoor, dit stond in 2014 in het regeerakkoord van de regering-Michel en in 2019 stond het in verschillende partijprogramma's. Groen wilde alle uitkeringen optrekken tot boven de armoedegrens. Vooruit wilde het leefloon optrekken tot de Europese armoedegrens. Cd&v beloofde de uitkeringen op te trekken tot de armoedegrens en waar mogelijk erboven. De PS deed het nog beter met de belofte om de uitkeringen op te trekken tot 110 % van de armoedegrens.

 

Veel verkiezingsbeloftes hebben echter een houdbaarheidsdatum, meestal de dag na de verkiezingen. De verkiezingen komen eraan en ik zie de pamfletjes met alle beloftes uit de partijprogramma's al komen. We hebben hier enkele wetsvoorstellen van de meeste meerderheidspartijen om de armoedegrens op te trekken. Wij noemen dat wetsvoorstellen die ergens in het gebinte van het Parlement blijven hangen. Dat is leuk voor uw kiespubliek, maar ook niet meer dan dat.

 

De regeringspartijen zullen zeggen dat de uitkeringen reeds verhoogd zijn en dat kan ik niet ontkennen. Dat is waar, dat hebben jullie gedaan, maar niet tot boven de armoedegrens. Ik kom daarmee bij mijn volgende punt. Het is de eerste keer in zoveel jaren dat de armoede in België is gedaald. De minimumuitkeringen verhogen helpt dus echt wel. Bovendien heeft deze regering een stuk van de verhoging weer ingeslikt. De leeflonen, de IGO-uitkeringen voor ouderen en de minimumuitkeringen voor werklozen… Het is niet omdat men vandaag een goednieuwsshow brengt met de laagste armoedecijfers van de afgelopen twintig jaar, dat we de strijd tegen armoede mogen opgeven. We zien dat wij het kunnen. Die minimumuitkeringen verhogen, helpt echt wel. Waarom zouden wij dus niet verder doen?

 

Sommige collega's zullen zeggen dat het verschil tussen de uitkeringen en de lonen groot genoeg moet blijven. Ze zeggen dat het verschil tussen de effectieve lonen en de uitkeringen groot genoeg moet blijven. Wij zijn het daarmee eens. Wij vinden ook dat de minimumlonen moeten stijgen. Dat vinden wij ook. Weet u dat mensen die werken voor een minimumloon en een gezin ten laste hebben, een loon hebben dat onder de armoedegrens ligt? Dat is het probleem, die effectief lage lonen.

 

Vandaag kwamen de nieuwe armoedecijfers van Statbel uit. Daaruit blijkt dan weer – en dan moet u toch even wat minder fier zijn – dat het aandeel werkenden met armoederisico opvallend gestegen is, van 3,6 % in 2022 tot 4,7 % in 2023.

 

De PVDA heeft een wetsvoorstel klaarliggen om de minimumlonen op te trekken, want dat is de enige echte oplossing voor die werkloosheidsval. Natuurlijk moet ook de loonblokkering, die er voor een groot stuk tussen zit, opgeheven worden. Ik denk dan vooral aan de huishoudhulpen, die trouwens momenteel acties voeren, met een loon dat niet ver boven het minimumloon ligt. Zij voeren deze maand actie voor hun premies, voor betere lonen. Laten wij daar iets aan doen.

 

Ik vind geen uitvluchten meer. Ik roep iedereen die beloftes heeft gedaan op om tegen de verwerping te stemmen, zodat dit voorstel een herkansing kan krijgen in de commissie.

 

Ik zei het daarnet al, men maakt er soms een karikatuur van als wij getuigenissen naar voren brengen. Een politicus moet een olifantenvel hebben. In de laatste commissievergadering, toen dit ter stemming voorlag, kreeg ik vanuit de MR-fractie de reactie dat het eigenlijk populistische prietpraat is, dat er weinig over te zeggen valt. Ik heb een olifantenvel, maar bij iemand die een derde van zijn leven in armoede heeft geleefd komt dat binnen. Ik ben daar fier op, dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Als u nog eens zegt dat dit populistische prietpraat is, weet dan dat, als het mij kwetst, het zeker hard zal binnenkomen bij de 2 miljoen mensen die het risico lopen om in armoede terecht te komen.

 

We zitten hier allemaal met een doel. Ik kijk naar de meerderheidspartijen. De meesten onder u hebben een wet klaarliggen, volgens sommigen onder u nog beter dan de onze. Ik wil die gerust mee goedkeuren, maar ik begrijp niet dat een kleine partij als de liberale de enige is in de regering die zoveel macht heeft dat ze ervoor kan zorgen dat die wet hier in het gebinte blijft hangen.

 

Ik weet dat dit moeilijk is, collega's, maar kijk even in de spiegel. Mijn fractie biedt een wisselmeerderheid aan en ik denk dat er nog partijen van de oppositie zijn die voor zullen stemmen. Als ik juist heb geteld, hadden we 11 stemmen kunnen hebben. Dit heeft niets meer te maken met ideologieën, armoede niet aanpakken is een misdrijf, zeker terwijl er zoveel rijkdom is in dit land. Ik kijk naar u. U krijgt nog een kans. Ik leg dit opnieuw ter stemming voor, zodat het weer naar de commissie kan worden verzonden. Ik kijk naar u.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.

 

Interpellation

Interpellatie

 

26 Interpellation de Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le phénomène des faux indépendants parmi les ambulanciers" (55000476I)

26 Interpellatie van Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Schijnzelfstandigheid bij ambulanciers" (55000476I)

 

26.01  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, collega’s, er is de jongste jaren heel wat te doen geweest over de 112. Over de technische problemen die zich van tijd tot tijd voordoen, wil ik het niet hebben, maar herinner u de noodkreet van de meldkamers van de noodcentrale over het schrijnende personeelstekort, de moeilijke werkomstandigheden en de daaruit voortvloeiende bijkomende werkdruk. Over die vicieuze cirkel die het personeelsverloop, het ziekteverzuim door de veroorzaakte stress en het effect daarvan op de motivatie veroorzaakte, hoef ik geen uitleg te geven.

 

Nadat het probleem jarenlang al dan niet bewust werd genegeerd, schoot Vivaldi dan toch opeens wakker vorig jaar. Er werden 26 bijkomende aanwervingen beloofd en er werd een paar miljoen euro vrijgemaakt. Ik zou u naar een stand van zaken kunnen vragen in verband met die beloftes, maar daar gaat het in deze interpellatie niet over. Ik ondervraag u vandaag omdat het ook fout loopt bij een ander aspect van de 112.

 

U zult misschien wel zeggen dat u ook miljoenen investeert in de dringende geneeskundige hulpverlening. Dat is ook zo, maar hoeveel daarvan komt bij de ambulanciers terecht? Hoeveel daarvan komt bij de vrijwilligers terecht? Ik vrees dat dat niet te veel is, integendeel. Ik ondervraag u vandaag dus omdat het fout loopt bij de ambulanciers, en meer bepaald bij hun tewerkstelling. De reden van deze interpellatie is dus de soms schrijnende toestand waarin hulpverleners, ambulanciers van de 112 worden tewerkgesteld, en waarbij een loopje wordt genomen met de arbeidswetgeving.

 

U bent hiervan blijkbaar zelf op de hoogte. U spreekt zelf over hallucinante situaties op het vlak van personeelsbeheer. Wat doet u hiertegen? Ik heb u in het verleden al meermaals vragen gesteld over de dienst 112 en over het lot van de hulpverleners en ambulanciers. Deze week bereikten ons heel wat berichten van ambulanciers die in nauwe schoentjes dreigen terecht te komen, en sommigen zitten al in die situatie, omdat hen nu droog wordt meegedeeld dat ze niet zelfstandig zijn, maar als schijnzelfstandigen fungeren.

 

De RSZ is duidelijk: bij tewerkstelling voor de diensten 112 dient men te worden onderworpen aan het stelsel der sociale zekerheid voor werknemers. Ambulanciers zijn onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Het is toch vreemd dat die ervaren werkgevers dat niet weten. Het is echter vrij duidelijk waarom bepaalde werkgevers die praktijk hanteren. Voor hen heeft dat alleen maar voordelen. Zelfstandigen zijn ziek in hun eigen tijd, overuren zijn niet van tel en zij draaien zelf op voor hun socialezekerheids­bijdragen.

 

Het wanbeleid gaat over onmenselijke overuren, over de onmogelijkheid om recup te krijgen en over gevallen, zoals ik al zei, van schijnzelfstandigheid. Wat de werkdruk betreft, de hulpverlener-ambulancier die als zelfstandige in dienst treedt, dient de klok rond paraat te staan. Per maand 300 uur paraat staan, maar als er compensatie wordt gevraagd in verlofdagen – ook ambulanciers hebben immers vaak een gezin – dan kan dat niet. Er is dus een enorme werkdruk die niet alleen de gezondheid en het gezinsleven van de ambulanciers in gevaar brengt, maar die ook voor de patiënten een gevaarlijke situatie kan vormen. Een oververmoeide ambulancier kan namelijk in slaap vallen achter het stuur en minder aandachtig zijn en daardoor verkeerde handelingen uitvoeren. Dat is, kortom, een onhoudbare situatie, zeker voor de ambulanciers.

 

Wij weten allemaal dat er ook in deze tak van de zorg een enorm personeelstekort is. Bij de VDAB zijn er momenteel tientallen vacatures voor hulpverleners-ambulanciers. Het personeelstekort zorgt ervoor dat de aanwezige personeelsleden dubbele shiften moeten draaien. Dat doen ze in de mate van het mogelijke zelfs met veel plezier. Op een bepaald moment moeten ze echter kunnen genieten van enkele dagen vrijaf, al was het maar om fysiek te kunnen recupereren. Ook ambulanciers hebben vaak een gezin waarmee ze al te graag enkele dagen samen doorbrengen. Dat is dus een probleem.

 

Daarnaast zouden ambulanciers zogezegd als zelfstandigen aan het werk zijn, waardoor de vzw waarvoor ze werken geen sociale lasten moet betalen, maar wel de zelfstandige ambulancier. Het contract dat hen standaard wordt voorgelegd, maakt dat ze niet kunnen weigeren om extra uren te presteren en maakt dat ze met handen en voeten aan die ene vzw zijn gebonden. Ook voor een zelfstandige ambulancier telt een dag immers slechts 24 uur.

 

Heel wat zelfstandige ambulanciers ontvingen afgelopen week een brief van de RSZ, waarin stond dat ze geen zelfstandigen zijn. Uit het contract blijkt duidelijk dat er een band van ondergeschiktheid bestaat en dat het in dergelijke gevallen om schijnzelfstandigheid gaat. Dat is geen leuk bericht, wanneer je je al die tijd uit de naad hebt gewerkt zonder ook maar van één dag vakantie te kunnen genieten, omdat je nu eenmaal zelfstandig bent en je je niet kunt beroepen op de rechten van werknemers en omdat je 24/7 beschikbaar moet zijn.

 

Het gevolg hiervan is dat ambulanciers hun zaak opgeven en in een andere sector beginnen te werken. Sommigen, omdat ze hun job steeds met hart en ziel hebben gedaan, blijven wel nog een aantal uur als vrijwilliger aan de slag. Mijnheer de minister, het erge in deze zaak is dat zij het beroep verlaten. Er is al een tekort aan hulpverleners-ambulanciers en dergelijke wantoestanden drijven dat tekort alleen maar omhoog.

 

Wat ons echter uitermate tegen de borst stoot, is dat u van dergelijke praktijken op de hoogte bent of dat uw adviseur-generaal Dringende Geneeskundige Hulp op zijn minst op de hoogte is en er niets aan doet. Er wordt niet ingegrepen. Het blijft muisstil.

 

Mijnheer de minister, wat ik hier aanklaag, is eigenlijk oud nieuws. Bepaalde ambulance­diensten kwamen vroeger al in het nieuws wegens wanpraktijken. Er verandert echter blijkbaar niets. De ene schijnzelfstandige is blijkbaar ook de andere niet voor u als socialist. De schijnzelfstandigen van Deliveroo, Take-Away of Uber Eats, om er maar een paar te noemen, staan wel hoog op de socialistische agenda. De hulpverlener-ambulancier moet het echter zelf uitzoeken en zelf zien op te lossen. Nochtans gaat het hier niet om meeneemmaaltijden, maar om het redden van mensenlevens.

 

Erger nog, er is wel tijd voor mooie foto’s en persmomentjes bij de inhuldiging van de nieuwe 112-ambulancierpost in Gent. Er is wel tijd voor een bezoekje aan de geliefde 112-ambulancierspost van Lochristi. Er is echter geen tijd, om ambulanciers te spreken. Erger nog, mijnheer de minister, de ambulanciers werden, luidens onze getuigen, zo ver mogelijk van de ministeriële delegatie gehouden, zodat zeker geen enkel contact mogelijk was. Geen enkel contact was mogelijk. Waarom was dat eigenlijk? Hebt u zich daar geen vragen bij gesteld? Is het niet vreemd dat u bij een dergelijk bezoek enkel de leidinggevenden kan spreken? Is dat niet vreemd? Het is merkwaardig dat u bij die gelegenheid geen tijd kan of mag – dat laat ik in het midden – maken, om mensen van het werkveld te begroeten en te luisteren naar hun verhalen. Er zou bij u toch een lichtje moeten gaan branden wanneer u enkel met de leidinggevenden mag spreken, zeker als u de wantoestanden in de sector kent.

 

Dan stellen wij natuurlijk enkele vragen. Of voelde u de bui al hangen? Meende u dat er te veel lastige vragen gesteld zouden worden? Zouden de ambulanciers u erop wijzen dat zij te veel uren moeten kloppen, dat er te weinig ambulanciers zijn, en dat zij geen recuperatiedagen krijgen? Dat past natuurlijk niet in het mooie rode plaatje dat u en uw adviseur-generaal Dringende Geneeskundige Hulp willen ophangen van de ambulancedienst 112. Alles gaat goed, dat moet de boodschap zijn. Helaas, de berichten die wij krijgen, zijn van een heel andere teneur.

 

Mijnheer de minister, klopt het dat u op de hoogte bent van dergelijke wantoestanden? Klopt het dat uw adviseur-generaal Dringende Geneeskundige Hulp op de hoogte is, maar niets ondernomen heeft? Wanneer bereikten de eerste berichten over deze problematiek de FOD Volksgezondheid? Kunt u ons de schriftelijke communicatie ter zake bezorgen? Bereikten deze berichten u reeds? Zo ja, wanneer? En kunt u de schriftelijke communicatie ter zake vrijgeven?

 

Zult u de schaal van het misbruik verder doen onderzoeken? Over hoeveel gevallen gaat het eigenlijk? Zijn het maar enkele rotte appels? Zult u de SIOD de opdracht geven een grootschalig onderzoek te voeren om dit tot op de bodem uit te zoeken? En indien u geen onderzoek zult opstarten, waarom niet? Tot slot, mijnheer de minister, welke andere initiatieven zult u nemen, eventueel in overleg met uw collega's in de regering, om deze wantoestanden de wereld uit te helpen?

 

De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werd dus een motie ingediend … Excuseer, ik was u vergeten, mijnheer de minister.

 

26.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, volgens mij staat in het Reglement dat een minister in de plenaire vergadering altijd het woord mag vragen. Dat ik daarjuist het woord niet kreeg, is volgens mij strijdig met het Reglement. Ik wil daar niet over discussiëren, maar ik denk wel dat ik zeker op een interpellatie mag antwoorden. Dank u wel. Ik doe het rechtstaand.

 

Geachte leden, ik ben mevrouw Sneppe zeer dankbaar voor deze interpellatie, want er is een heel interessant verband tussen dit debat en het debat dat we daarnet over armoede hebben gevoerd. Er is een hele duidelijke parallel, als u het mij vraagt.

 

Toen wij met Vooruit in deze regering begonnen, hebben wij een echte, zeer diepe financiële crisis in de dringende geneeskundige hulpverlening aangetroffen, een crisis die een sector die levensnoodzakelijk is voor de volksgezondheid op de rand van het faillissement bracht. Inderdaad, achter de cijfers zitten altijd mensen. Ik heb dus ook veel getuigenissen gehoord van arbeidsvoorwaarden die niet door de beugel konden. Achter slechte cijfers zitten mensen. Dat is zoals met armoede.

 

Toen wij met Vooruit in deze regering begonnen, troffen wij een land aan met een onaanvaardbaar hoog armoedecijfer. Achter die armoedecijfers zitten altijd mensen. Wij hebben de armoede duidelijk verminderd. Vandaag staat in een rapport dat dit niet zomaar voor een keer is, maar dat het vermoedelijk structureel is.

 

Ik kan u zeggen, mijnheer Colebunders, dat ik vele jaren bij onderzoek over precies deze cijfers betrokken was. Collega’s van mij waren altijd uiterst sceptisch over het nog kunnen doen dalen van de armoede omdat ze het gevoel omdat de politieke wil daartoe ontbrak en omdat de inspanning te groot was. Men sprak over het glazen plafond en zo.

 

Wij zijn erin geslaagd om dat defaitisme tegen te spreken. De armoedecijfers zijn gedaald. En daar zitten ook mensen achter. Zijn die cijfers genoeg gedaald? Neen, wij willen verder vooruit. Wij hebben echter bewezen dat, als een regering dat wenst, zelfs op het ogenblik van een diepe crisis, covid en energiefacturen, de armoedecijfers kunnen dalen. Wij moeten op die weg verder vooruitgaan.

 

Zo kom ik opnieuw bij het eerste, maar heel gelijkaardige voorbeeld, namelijk de crisis in de dringende geneeskundige hulpverlening. Er lopen ter zake, dat weet u, mevrouw Sneppe, een aantal gerechtelijke procedures, waarbij de verdedigers ook hebben aangeklaagd dat er onderfinanciering is van de dringende geneeskundige hulpverlening in ons land. U weet echter ook dat ik een herfinanciering heb verkregen.

 

Mevrouw Sneppe, u sprak over enkele miljoenen. U telt wel op een vreemde manier. Ik zal u de cijfers geven. In het jaar 2022 besteedde de overheid 77 miljoen euro aan dringende geneeskundige hulpverlening. In het jaar 2025, het is geprogrammeerd, het is beslist, het ligt vast, zullen wij 240 miljoen euro besteden aan dringende geneeskundige hulpverlening. Dat is maal drie. Van 70 miljoen naar 240 miljoen euro. Dat is een massieve herinvestering, in het belang van de gezondheid, in het belang van het werk van de ambulanciers, die ik trouwens in Gent en Lochristi allemaal gesproken heb, als u daaraan zou twijfelen. En het zijn heel goede mensen, heel geëngageerde mensen. En ze verdienen het dat wij dit budget verdrievoudigen.

 

We voegen daar ook kwaliteitsvereisten aan toe, uiteraard binnen mijn bevoegdheid Volksgezondheid.

 

Wat uw concrete vragen betreft, ik zal u een tijdslijn schetsen. Op 23 januari heeft de Ambulanciersunie mijn administratie en mijn beleidscel via mail op de hoogte gebracht van het feit dat zij steeds meer berichten ontvangt omtrent de problematiek van schijnzelfstandigheid en dat ze hierover het gesprek aangaat met het kabinet van collega Dermagne en zijn inspectiediensten.

 

Een dag later, op 24 januari, kreeg de Ambulanciersunie van mijn beleidscel een antwoord, waarbij het belang van dit onderwerp werd onderstreept en waarbij er naast de beschikkingen van het besluit omtrent de financiering van de ziekenwagendiensten ook werd verwezen naar het ontwerp van erkenningsbesluit ziekenwagendiensten en de kwaliteitscriteria ervan en naar de mogelijke wettelijke hefbomen die deze ons zullen aanreiken. Dat zijn allemaal zaken waarmee we bezig zijn. Het was tijd ook.

 

Op 3 februari stuurde de Ambulanciersunie een nieuwe mail, waarin melding werd gemaakt van "bewijzen dat de RSZ effectief vaststellingen van schijnzelfstandigheid heeft gedaan in minstens 212 ziekenwagendiensten". Er werd gevraagd naar een digitaal overleg waarop ons meer duidelijkheid zou worden verschaft. Mijn beleidscel heeft onmiddellijk positief gereageerd. Op 6 februari werd een uitnodiging tot overleg na de krokusvakantie uitgestuurd. Die uitnodiging werd aanvaard door degenen die u tot uw vraag inspireerden.

 

Daarnaast is ook tripartite overleg voorzien met het kabinet-Dermagne, met als onderwerp agressie tegen ambulanciers, maar de problematiek van de schijnzelfstandigheid kan daar natuurlijk ook worden besproken.

 

Vanmorgen maakte de Ambulanciersunie een schrijven van de RSZ over aan mijn beleidscel en de FOD Volksgezondheid. In dit schrijven geeft de RSZ aan dat een bepaalde werknemer van een ambulancedienst onderhevig is aan de sociale zekerheid voor werknemers.

 

Behoudens dat overigens geanonimiseerde schrijven dat ik vanochtend heb gekregen, heb ik nog geen andere documenten ontvangen. Het optreden van de RSZ toont hier precies aan dat hij optreedt zoals dat moet tegen schijnzelfstandig­heid, ook bij ambulancediensten.

 

Wij hebben dus onmiddellijk gereageerd op alle vragen die binnenkwamen. Als er nog komen, zullen wij ook reageren. Dat zult u horen. Ik kijk dus uit naar het overleg dat gepland is en de bijkomende informatie die daar gegeven zal worden. Ik zal natuurlijk niet nalaten om in het kader van mijn bevoegdheden op te treden wanneer nodig en waar nodig.

 

Dringende geneeskundige hulpverlening stond op het einde van de vorige regeerperiode aan de rand van het faillissement. Daarover hebben we hier nog gesproken. Ambulancediensten dreigden met sluiting. We hebben die met moeite en veel overtuigingskracht overeind gehouden. We gaan van 70 miljoen euro naar 240 miljoen euro, alleen voor de dringende geneeskundige hulpverlening. Ik heb dan nog niks gezegd over wat we doen in dat andere moeilijke dossier, de 1733, de operatoren enzovoort. Daar werken we ook aan, hoewel het niet gemakkelijk is.

 

U zou moeten zeggen dat de ambulanciers geluk hebben. Voor de inzet van deze mensen voor het leven van andere mensen komt er nu ook een regering over de brug met het noodzakelijke geld. Achter de statistieken en achter het geld zitten inderdaad altijd mensen, of het nu gaat over armoede of iets anders. Mijnheer Colebunders, u hebt er terecht op gewezen dat deze regering bewezen heeft dat er vooruitgang geboekt kan worden. Een linkse partij moet daarvoor natuurlijk wel in een regering zitten. Zo is het ook met de dringende geneeskundige hulpverlening.

 

26.03  Dominiek Sneppe (VB): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord.

 

U gaf eerst meer een antwoord aan de collega dan aan mij, maar het is nog redelijk goed gekomen. U verwijst in uw antwoord naar het verleden. U klopt zich op de borst over wat u allemaal hebt gedaan. Ik geef toe dat het gaat om een forse ondersteuning. Toen ik sprak over enkele miljoenen, had ik het over de telefooncentrale 112. In mijn uiteenzetting heb ik inderdaad gezegd dat het om een forse verhoging van de budgetten gaat. Eindelijk!

 

U verwijst naar het verleden. Het probleem van de hulpverlener-ambulancier is een oud probleem. Ook tijdens deze legislatuur waren er gevallen waarin die schijnzelfstandigheid, die onderfinanciering, de verloning en dergelijke meer werden aangeklaagd. U schoot echter niet in actie. Nu schiet u, blijkbaar onder druk van de unie, gelukkig wel in actie. Ik hoop dat het geen loze woorden zullen blijven. Er wordt verder weinig aan de problemen gedaan. Ik ben blij dat u nu zult samenzitten. Hopelijk luistert u dan toch naar de grieven van de ambulanciers.

 

In het contract dat de hulpverlener-ambulancier voorgeschoteld krijgt, staan toch enkele merkwaardige passages. Het gaat over een samenwerkingsovereenkomst voor professionals op zelfstandige basis. Quod non, want ze ontvangen allemaal een brief van de RSZ, die hen van schijnzelfstandigheid beschuldigt. Artikel 9 van datzelfde contract stelt: ʺHet is de opdrachtnemer die beslist waar en wanneer hij of zij welke taken zal uitvoeren. Indien dit leidt tot een verlet van meer dan 5 dagen, communiceert de opdrachtnemer hierover met de opdrachtgever. Deze bepaling beoogt een vlotte samenwerking en de uitvoering van de opdrachten. Ze mag niet aanzien worden als een verplichting om toestemming te moeten vragen voor om het even welke afwezigheid.ʺ

 

Dat is natuurlijk een zeer mooi artikel, maar helaas horen wij dat in de praktijk vaak het mes op de keel wordt gezet en dat de opdrachtnemer vaak geen keuze heeft. Hij dient namelijk de klok rond paraat te staan. U gaat er inderdaad prat op dat er een forse investering gebeurt. Ik ontken dat ook niet, maar wij vrezen dat die investering vooral naar uw PIT-verhaal gaat – daar heb ik ook al heel wat vragen over gesteld – en dat de hulpverlener-ambulancier daar weinig van zal voelen.

 

Als u de dringende geneeskundige hulp echt wilt veiligstellen, mijnheer de minister, dan is het de hoogste tijd om echt te handelen. U bent immers wel degelijk op de hoogte van de wanpraktijken. Zelfs voor de unie u daarover aansprak, was u al op de hoogte, want in het tijdschrift Belgambu lezen wij het volgende citaat van u: "Onze ambitie is topkwaliteit bieden voor iedereen. Als je goede gezondheidszorg wil aanbieden, dan moet je er ook op toekijken dat je zorgpersoneel het goed heeft. Daar was het in de dringende geneeskundige hulpverlening fout aan het lopen. Een radicale ommekeer is nodig."

 

Dat is juist, mijnheer de minister. Een radicale ommekeer is nodig. Een radicale ommekeer was al lang nodig. Het personeelsbeheer laat bij veel ambulancediensten te wensen over, maar u blijft wegkijken. U zegt nu dat u met hen zult samenzitten. Ik hoop dat dat een nieuwe start kan zijn.

 

Omdat wij de indruk hebben dat u en uw diensten doof bleven voor de klachten van de hulpverlener-ambulancier, dienen wij toch een motie van aanbeveling in waarin wij vragen om concrete stappen te ondernemen. Laat de SIOD haar werk doen en zorg dat de 112-ambulancediensten voldoende worden gecontroleerd, zodat de werkdruk daalt, de hulpverleners-ambulanciers correct worden verloond en de work-life balance weer in evenwicht raakt. Alleen zo zorgt u ervoor dat de hulpverleners-ambulanciers aan boord blijven, dat ze in de zorg blijven en dat ook de patiënten kunnen blijven rekenen op de levensnoodzakelijke en vaak levensreddende 112-diensten.

 

Voor het Vlaams Belang is het duidelijk, het moet gedaan zijn met loze beloften en holle woorden. Het is tijd voor actie, mijnheer de minister. Haal de rotte appels eruit en herwaardeer het mooie beroep van de hulpverleners-ambulanciers, zodat zij hun roeping in de zorg blijven uitoefenen, want wij hebben ze broodnodig en zij zijn levensnoodzakelijk.

 

Moties

Motions

 

De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Dominiek Sneppe

en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

- overwegende de talrijke getuigenissen over schijnzelfstandigheid en misbruiken in de sector;

- gelet op de belastende documenten die deze getuigenissen ondersteunen;

- overwegende de mogelijke link tussen een in de bezwarende documenten vernoemde ambulance­dienst uit Lochristi enerzijds en de FOD Volksgezondheid en de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid anderzijds;

vraagt de regering

- de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) een grondig onderzoek te laten voeren naar de schaal van de frauduleuze arbeids­overeen­komsten van ambulanciers;

- een diepgaand, onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar mogelijke belangenvermenging tussen de vernoemde ambulancedienst enerzijds en de FOD Volksgezondheid en de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid anderzijds."

 

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l’interpellation de Mme Dominiek Sneppe

et la réponse du vice-premier ministre et ministre des Affaires sociales et de la santé publique,

- vu les nombreux témoignages concernant le phénomène des faux indépendants et les abus dans le secteur;

- vu les documents accablants qui étayent ces témoignages;

- vu le lien possible entre, d'une part, un service d'ambulanciers de Lochristi – cité dans ces documents accablants – et, d'autre part, le SPF Santé publique et le ministre des Affaires sociales et de la Santé publique;

demande au gouvernement

- de charger le Service d'Information et de Recherche sociale (SIRS) d'effectuer une enquête approfondie quant à l'ampleur des contrats de travail frauduleux des ambulanciers;

- de faire réaliser une enquête indépendante approfondie concernant une possible confusion d'intérêts entre, d'une part, le service d'ambulanciers en question et, d'autre part, le SPF Santé publique et le ministre des Affaires sociales et de la Santé publique."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Maggie De Block en de heren Gilles Vanden Burre, Joris Vandenbroucke, Jean-Marc Delizée, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Maggie De Block et MM. Gilles Vanden Burre, Joris Vandenbroucke, Jean-Marc Delizée, Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten.

 

26.04  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik vraag de urgentie voor de stemming over de eenvoudige motie. (Instemming)

 

De voorzitster: Dank u, mijnheer Vandenbroucke.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

27 Prises en considération

27 Inoverwegingnemingen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverweging­neming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement. (art. 75, n° 5, Rgt)

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demande d'urgence

Urgentieverzoek

 

27.01  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, nous demandons l’urgence pour notre proposition de loi modifiant la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé, en ce qui concerne le report du stage obligatoire en psychologie clinique et en orthopédagogie clinique, n° 3819/1.

 

Ce report est demandé pour l'année académique 2024-2025. L’urgence est aujourd’hui requise parce que nous sommes en février 2024, autrement dit le moment où les étudiantes et étudiants en psychologie sont censés chercher un stage d’un an dont ils ont été informés de l’existence en automne dernier, sans plus d’informations.

 

L’urgence est requise pour la bonne et simple raison qu’aujourd’hui, les conditions matérielles ne sont pas réunies pour que ces stages puissent avoir lieu. Actuellement, 84 maîtres de stage sont agréés alors que l’on attend 1 873 diplômés cette année en Belgique. Selon les prévisions, ces 84 professionnels sont disposés à encadrer 151 stagiaires. En d’autres termes, seulement 8 % des étudiants seront, a priori, assurés de trouver un stage.

 

Pour ces étudiants, il n'y a tout simplement pas de solution à l'heure actuelle. C'est la raison pour laquelle nous demandons l'urgence. Les syndicats étudiants manifesteront d'ailleurs demain devant le cabinet Vandenbroucke dans le but de contester cette décision. Nous demandons l'urgence pour remédier à ce dysfonctionnement.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

27.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je voudrais signaler que M. Steven De Vuyst va pairer pour M. Wouter De Vriendt et que Mme Nadia Moscufo va pairer pour Mme Sophie Thémont. (Applaudissements)

 

27.03  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, notre collègue Marie-Christine Marghem est un peu souffrante. Je vais donc adapter mon vote en conséquence. (Applaudissements)

 

27.04  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, nous allons assurer un pairage pour Jan Briers. C'est Josy Arens qui adaptera son vote. Nous allons également assurer un pairage pour Egbert Lachaert. C'est Maxime Prévot qui adaptera son vote. (Applaudissements)

 

La présidente: Merci, chers collègues.

 

28 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Reccino Van Lommel sur "La filtration illégale d'eau minérale" (n° 475)

28 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel over "De illegale filtering van mineraalwater" (nr. 475)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Economie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique du 7 février 2024.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda van 7 februari 2024.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 475/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Patrick Prévot.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 475/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Patrick Prévot.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

85

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

133

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

29 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Dominiek Sneppe sur "Le phénomène des faux indépendants parmi les ambulanciers" (n° 476)

29 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Dominiek Sneppe over "Schijnzelfstandigheid bij ambulanciers" (nr. 476)

 

Cette interpellation a été développée en séance plénière de ce jour.

Deze interpellatie werd gehouden in de plenaire vergadering van heden.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 476/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Maggie De Block et MM. Gilles Vanden Burre, Joris Vandenbroucke, Jean-Marc Delizée, Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 476/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Maggie De Block en de heren Gilles Vanden Burre, Joris Vandenbroucke, Jean-Marc Delizée, Benoît Piedboeuf en Servais Verherstraeten.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

84

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

131

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

30 Projet de loi modifiant la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile en vue de régler l'utilisation de caméras par les services opérationnels de la sécurité civile (3769/3)

30 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, om het gebruik van camera's door de operationele diensten van de civiele veiligheid te regelen (3769/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

116

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

17

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3769/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3769/4)

 

Raison d’abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

31 Projet de loi portant diverses adaptations relatives aux services de médiation (3614/7)

31 Wetsontwerp houdende diverse aanpassingen inzake ombudsdiensten (3614/7)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3614/8)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3614/8)

 

32 Amendement et article réservés du projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2018 relative aux services postaux (nouvel intitulé) (3726/1-7)

32 Aangehouden amendement en artikel van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten (nieuw opschrift) (3726/1-7)

 

Vote sur l'amendement n° 4 de Michael Freilich à l'article 4. (3726/7)

Stemming over amendement nr. 4 van Michael Freilich op artikel 4. (3726/7)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

38

Oui

Nee

89

Non

Onthoudingen

6

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 4 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen et is artikel 4 aangenomen.

 

33 Ensemble du projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2018 relative aux services postaux (nouvel intitulé) (3726/6)

33 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten (nieuw opschrift)  (3726/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

133

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3726/8)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3726/8)

 

34 Amendements et articles réservés du projet de loi sur la promotion de la réparabilité et de la durabilité des biens (3766/1-5)

34 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp ter bevordering van de herstelbaarheid en de levensduur van goederen (3766/1-5)

 

Vote sur l'amendement n° 10 de Vanessa Matz à l'article 2. (3766/5)

Stemming over amendement nr. 10 van Vanessa Matz op artikel 2. (3766/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

29

Oui

Nee

79

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 11 de Vanessa Matz à l'article 3. (3766/5)

Stemming over amendement nr. 11 van Vanessa Matz op artikel 3. (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 7)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 12 de Vanessa Matz à l'article 5. (3766/5)

Stemming over amendement nr. 12 van Vanessa Matz op artikel 5. (3766/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

30

Oui

Nee

100

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 5 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 5 aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 13 de Vanessa Matz tendant à insérer un article 5/1(n). (3766/5)

Stemming over amendement nr. 13 van Vanessa Matz tot invoeging van een artikel 5/1(n). (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 8)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur l'amendement n° 14 de Vanessa Matz tendant à insérer un article 5/1(n). (3766/5)

Stemming over amendement nr. 14 van Vanessa Matz tot invoeging van een artikel 5/1(n). (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 8)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur l'amendement n° 15 de Vanessa Matz tendant à insérer un article 5/2(n). (3766/5)

Stemming over amendement nr. 15 van Vanessa Matz tot invoeging van een artikel 5/2(n). (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 8)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur l'amendement n° 16 de Vanessa Matz à l'article 10. (3766/5)

Stemming over amendement nr. 16 van Vanessa Matz op artikel 10. (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 8)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 10 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 10 aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 17 de Vanessa Matz à l'article 11. (3766/5)

Stemming over amendement nr. 17 van Vanessa Matz op artikel 11. (3766/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

30

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

24

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 11 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 11 aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 18 de Vanessa Matz tendant à insérer un article 11/1(n). (3766/5)

Stemming over amendement nr. 18 van Vanessa Matz tot invoeging van een artikel 11/1(n). (3766/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 9)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

35 Ensemble du projet de loi sur la promotion de la réparabilité et de la durabilité des biens (3766/4)

35 Geheel van het wetsontwerp ter bevordering van de herstelbaarheid en de levensduur van goederen (3766/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

108

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3766/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3766/6)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

36 Amendements et articles réservés du projet de loi portant dispositions diverses en matière d'économie (nouvel intitulé) (3665/1-11)

36 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake economie (nieuw opschrift) (3665/1-11)

 

Vote sur l'amendement n° 19 de Reccino Van Lommel tendant à insérer un article 17/1(n). (3665/11)

Stemming over amendement nr. 19 van Reccino Van Lommel tot invoeging van een artikel 17/1(n). (3665/11)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

17

Oui

Nee

90

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

129

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur les articles 24 à 27. (3665/10)

Stemming over de artikelen 24 tot 27. (3665/10)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, les articles 24 à 27 sont adoptés article par article.

Bijgevolg zijn de artikelen 24 tot 27 artikel per artikel aangenomen.

 

Vote sur l'amendement n° 20 de Anneleen Van Bossuyt tendant à insérer un article 197/1(n). (3665/11)

Stemming over amendement nr. 20 van Anneleen Van Bossuyt tot invoeging van een artikel 197/1(n). (3665/11)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

49

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

5

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur l'amendement n° 21 de Anneleen Van Bossuyt tendant à insérer un article 200/1(n). (3665/11)

Stemming over amendement nr. 21 van Anneleen Van Bossuyt tot invoeging van een artikel 200/1(n). (3665/11)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 13)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

37 Ensemble du projet de loi portant dispositions diverses en matière d'économie (nouvel intitulé) (3665/10)

37 Geheel van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake economie (nieuw opschrift) (3665/10)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

Ja

109

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

131

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3665/12)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3665/12)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

38 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération législatif du 22 décembre 2023 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune, la Région wallonne et la Commission communautaire française concernant le traitement de données relatives à CoBRHA+ (3750/3)

38 Wetsontwerp houdende instemming met het wetgevend Samenwerkingsakkoord van 22 december 2023 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot CoBRHA+ (3750/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 15)

Ja

107

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3750/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3750/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

39 Proposition de rejet faite par la commission du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire de la proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en vue d'adapter la façon dont les députés prennent la parole en séance plénière (2149/1-2)

39 Voorstel tot verwerping door de commissie voor het Reglement en voor de Hervorming van de parlementaire werkzaamheden van het voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, teneinde de manier waarop het woord in plenaire vergadering wordt gevoerd anders te regelen (2149/1-2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 16)

Ja

94

Oui

Nee

38

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de modification du Règlement n° 2149/1 est donc rejetée. (2149/2)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel tot wijziging van het Reglement nr. 2149/1 is dus verworpen. (2149/2)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

40 Proposition de rejet faite par la commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions de la proposition de loi modifiant la réglementation en vue de relever le montant de certaines prestations au niveau du seuil de pauvreté européen (473/1-5)

40 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen van het wetsvoorstel tot wijziging van de regelgeving met het oog op het optrekken van bepaalde uitkeringen tot op het niveau van de Europese armoedegrens (473/1-5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 17)

Ja

90

Oui

Nee

30

Non

Onthoudingen

5

Abstentions

Totaal

125

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 473/1 est donc rejetée. (473/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 473/1 is dus verworpen. (473/5)

 

41 Adoption de l’ordre du jour

41 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la prochaine séance.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de volgende vergadering.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 21 février 2024 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 21 februari 2024 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 20 h 11.

De vergadering wordt gesloten om 20.11 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 289 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 289 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

085

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

046

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Wollants Bert

 

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

De Vuyst Steven, Moscufo Nadia

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

084

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

045

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Wollants Bert

 

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

De Vuyst Steven, Moscufo Nadia

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

116

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

Abstentions

017

Onthoudingen

 

Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

131

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

038

Ja

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Non        

089

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Abstentions

006

Onthoudingen

 

Arens Josy, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

133

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

029

Ja

 

Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria

 

 

Non        

079

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Abstentions

025

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Moscufo Nadia, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

030

Ja

 

Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria

 

 

Non        

100

Nee

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

De Smet François, De Vuyst Steven, Moscufo Nadia

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

030

Ja

 

Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria

 

 

Non        

078

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Abstentions

024

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Moscufo Nadia, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

108

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

025

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

017

Ja

 

Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Non        

090

Nee

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie

 

 

Abstentions

022

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

130

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

049

Ja

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Wollants Bert

 

 

Non        

078

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Abstentions

005

Onthoudingen

 

Arens Josy, De Smet François, De Vuyst Steven, Moscufo Nadia, Prévot Maxime

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

 

Oui        

109

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

022

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Liekens Goedele, Loones Sander, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 015

 

 

Oui        

107

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Liekens Goedele, Mariage Louis, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

025

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 016

 

 

Oui        

094

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Matz Vanessa, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

038

Nee

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 017

 

 

Oui        

090

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Loones Sander, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

030

Nee

 

Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Liekens Goedele, Matz Vanessa, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie

 

 

Abstentions

005

Onthoudingen

 

Arens Josy, De Smet François, De Vuyst Steven, Moscufo Nadia, Prévot Maxime