|
Séance
plénière |
Plenumvergadering |
|
du Jeudi 23 novembre 2023 Après-midi ______ |
van Donderdag 23 november 2023 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 21 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is
geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezige minister van de federale regering bij de opening van de vergadering:
Pierre-Yves Dermagne.
Chers collègues, avant d'ouvrir la séance, je commencerai par une communication très pratique: pour les membres qui souhaitent un vaccin contre la grippe, le médecin se tient à leur disposition en salle 3 jusqu'à 15 h 00. Je clos ici la communication technique et j'ouvre la séance.
Par lettre du 22 novembre 2023, le groupe Vooruit m'a informé de la désignation de M. Joris Vandenbroucke en qualité de président de groupe.
Bij brief van 22 november 2023 heeft de Vooruitfractie mij de aanstelling van de heer Joris Vandenbroucke als fractievoorzitter medegedeeld.
Proficiat, mijnheer
Vandenbroucke!
(Applaudissements)
(Applaus)
Je vous propose de renvoyer le point 10 de
notre ordre du jour, à savoir la proposition de loi (Mme Eliane Tillieux)
interprétative des articles 1er, 3, 8, 10 et 13 de la loi du 3
mai 1880 sur les enquêtes parlementaires, n° 3525/3 en commission de la Justice.
Ik stel u voor punt 10 van onze agenda, namelijk het wetsvoorstel (mevrouw Eliane Tillieux) tot uitlegging van de artikelen 1, 3, 8, 10 en 13 van de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek, nr. 3525/3 terug te zenden naar de commissie voor Justitie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar ? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 22 novembre 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 22 november 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Il semble, par ailleurs, que nous ayons un problème
de personnel en ce qui concerne la traduction en langue des signes francophone,
pour cause de maladie. Nous
allons essayer d'y remédier.
03.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik richt mij tot u vanwege een publicatie in de media vandaag die ons allen aanbelangt en waarvoor we volgens mij heel aandachtig moeten zijn omdat het de publieke opinie ronduit schokt. Het betreft de toename van de middelen die voor de politieke partijen worden voorzien. Door de indexering is die toename opnieuw buitensporig. Ik meen dat dit het vertrouwen van de publieke opinie in de politiek schaadt. Terecht, want wij zijn financieel moddervet. Die aangelegenheid zou ons allen moeten verenigen.
De Kamer komt door die aangelegenheid in een slecht daglicht en ik vraag u om zo snel mogelijk het initiatief te nemen, over de fracties heen, om daar oplossingen voor te vinden; niet meer over oplossingen te praten, maar die daadwerkelijk door te voeren. Onze fractie heeft een voorstel ingediend, maar mogelijk zijn er andere oplossingen, hoewel ik denk dat onze oplossing een bijzonder goede is, reden waarom wij ons voorstel opnieuw zullen indienen. Ik richt mij tot u als voorzitster om ter zake een direct en snel initiatief te nemen.
De voorzitster: Bedankt voor uw aandacht voor dit probleem.
03.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik kan mij alleen maar aansluiten bij wat de heer De Roover daarover zegt. Er lekten documenten over het Kamerbudget, dat op 4 december in de commissie voor de Comptabiliteit ter stemming voorligt. Dat budget omvat ook de partijdotaties. Wij zullen die documenten uiteraard opnieuw amenderen, waarbij wij voorstellen dat de partijdotaties gehalveerd worden. Het zou echter veel beter zijn als u in het budget van de Kamer op zich reeds een vermindering van die dotaties inschrijft. Deze aangelegenheid bevestigt wat ik vorige week reeds zei in de commissie voor Grondwet, toen het panel We Need To Talk vroeg om terug te komen, maar alle partijen voorstelden om die bespreking pas na de jaarwisseling te agenderen. Daardoor is gebeurd wat ik voorspelde, meer bepaald dat de dotaties gewoon geïndexeerd worden en dat daarin deze legislatuur blijkbaar geen verandering meer komt.
De voorzitster: Wij zullen over dit thema in de commissie voor de Comptabiliteit debatteren.
L'ordre du jour appelle le scrutin secret en vue de la nomination du membre suppléant néerlandophone de M. Jacques Germeaux du Conseil central de surveillance pénitentiaire (CCSP).
Aan de orde is de geheime stemming met het oog op de benoeming van het Nederlandstalig plaatsvervangend lid van de heer Jacques Germeaux van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen (CTRG).
Vu que M. Jacques Germeaux a introduit sa démission comme membre effectif par lettre du 1er août 2023, le membre suppléant achèvera son mandat pour la durée restante.
Aangezien de heer Jacques Germeaux zijn ontslag indiende als effectief lid bij brief van 1 augustus 2023 zal het plaatsvervangend lid zijn mandaat voltooien voor de resterende duur.
Les candidatures ont été annoncées au cours de la séance plénière du 20 juillet 2023.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 20 juli 2023.
La commission de la Justice a entendu les candidats le 7 novembre 2023.
De commissie voor Justitie heeft de kandidaten op 7 november 2023 gehoord.
La rapporteure a fait rapport de ces auditions lors de la Conférence des présidents du 14 novembre 2023.
De rapportrice heeft verslag uitgebracht over deze hoorzittingen tijdens de Conferentie van voorzitters van 14 november 2023.
Le document portant le nom des candidats vous a été distribué (doc. n° 3681/001).
Het stuk met de naam van de kandidaten werd rondgedeeld (stuk nr. 3681/001).
Je rappelle que les membres du Conseil central de surveillance pénitentiaire sont nommés à la majorité des deux tiers des votes émis.
Ik herinner eraan dat de leden van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen worden benoemd met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen.
Les bulletins de vote seront distribués en salle 3, où vous pouvez émettre votre vote à partir de maintenant jusqu'à 18 h 00.
De stembiljetten zullen worden uitgedeeld in zaal 3 waar u uw stem kan uitbrengen vanaf nu tot 18.00 uur.
Il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat choisi.
Om te stemmen, moet men een kruisje in het vakje naast de naam van de gekozen kandidaat plaatsen.
Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus te deponeren.
Sont nuls, les suffrages exprimés en faveur de plus d'un candidat.
Zijn ongeldig de stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat.
Dès que le scrutin secret est clos, je vous propose de procéder au dépouillement du scrutin secret dans la salle 3, en présence des scrutateurs.
Zodra de geheime stemming gesloten is, stel ik u voor dat de stembiljetten van de geheime stemming geteld worden in zaal 3, in aanwezigheid van de stemopnemers.
Je vous propose de désigner les deux membres les plus jeunes pour dépouiller les scrutins.
Ik stel u voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
L’ordre du jour appelle le scrutin secret en vue de la nomination d'un membre suppléant pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit' pour la Commission de nomination néerlandophone pour le notariat.
Aan de orde is de geheime stemming voor de benoeming van een plaatsvervangend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten' voor de Nederlandstalige Benoemingscommissie voor het notariaat.
L'unique candidature a été annoncée en séance plénière du 9 novembre 2023.
De enige kandidatuur werd aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 9 november 2023.
Conformément à l'article 38, § 5, alinéa 3, de la loi du 16 mars 1803 contenant organisation du notariat, les membres des Commissions de nomination pour le notariat sont désignés à la majorité des deux tiers des suffrages émis.
Overeenkomstig artikel 38, § 5, derde lid, van de wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt, worden de leden van de Benoemingscommissies voor het notariaat aangewezen met een tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Le document portant le nom du candidat vous a été distribué (DOC 3680/001).
Het stuk met de naam van de kandidaat werd rondgedeeld (DOC 3680/001).
Les bulletins de vote seront distribués en salle 3, où vous pouvez émettre votre vote à partir de maintenant jusqu'à 18 h 00.
De stembiljetten zullen worden uitgedeeld in zaal 3, waar u uw stem kan uitbrengen vanaf nu tot 18.00 uur.
Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.
Pour un vote valable, il convient de tracer une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat.
Om geldig te stemmen, dient men het vakje naast de naam van de gekozen kandidaat aan te kruisen.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir les bulletins de vote, ceux-ci doivent être remplis sur place et déposés dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden de stembiljetten in ontvangst kunnen nemen, ze ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus te deponeren.
Dès que le scrutin secret est clos, je vous propose de procéder au dépouillement dans la salle 3, en présence des scrutateurs.
Zodra de geheime stemming gesloten is, stel ik u voor dat de stembiljetten geteld worden in zaal 3, in aanwezigheid van de stemopnemers.
Je vous propose de désigner les deux membres les plus jeunes pour dépouiller les scrutins.
Ik stel u voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
06.01 Peter Mertens (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, il y a des transports de matériel militaire vers Israël par l'intermédiaire de la Belgique. Du matériel militaire utilisé pour faire la guerre à Gaza. Sept semaines de bombardements sur Gaza, et qu'a fait le gouvernement belge? Hier, après 14 000 morts, il y avait une possibilité de voter un appel au cessez-le-feu immédiat ici dans ce Parlement. Il y avait une majorité ici dans ce Parlement en faveur de ce cessez-le-feu!
Mais que s'est-il passé? Les partis de la droite ne sont même pas venus à la commission, ils ont saboté le vote, et c'est honteux, monsieur le ministre! C'est honteux! La semaine dernière, le premier ministre belge m'a dit que le transport d'armes vers Israël par l'intermédiaire de la Belgique n'était pas la compétence du gouvernement fédéral mais bien la compétence des Régions. Et aujourd'hui, nous apprenons le contraire! Nous apprenons qu'il y a bien eu transport de matériel militaire vers Israël par l'intermédiaire de la Belgique.
Aujourd'hui, nous apprenons également aussi que les permis relatifs à ces transports ont été délivrés par les services fédéraux, notamment par le SPF Économie, qui relève de votre responsabilité, monsieur le ministre. Mes deux questions sont donc les suivantes: confirmez-vous que vos services ont délivré des permis de transport? Allez-vous enfin imposer un embargo militaire contre Israël?
06.02 Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur Mertens, votre question me permet de préciser le rôle et les compétences exactes du SPF Économie en la matière.
Au sein du SPF Économie, il y a un département appelé Qualité & Sécurité dont la compétence est de garantir la sécurité et la qualité du transport et du stockage d'explosifs de manière générale sur le territoire belge – et uniquement sur le territoire belge. Là sont les limites des compétences du SPF économie en cette matière.
Il s'agit d'un contrôle sur le transport et le stockage de feux d'artifices, d'explosifs utilisés dans les carrières et de munitions. Je répète que la compétence du SPF Économie, département Qualité & Sécurité, se limite aux conditions de sécurité et de qualité du stockage et du transport d'explosifs de manière générale sur le territoire belge – et uniquement sur le territoire belge.
Il n'est pas compétent pour des transports en dehors de notre espace aérien ou du territoire belge. C'est une compétence à la fois des Régions, pour ce qui concerne l'exportation d'armes, et des Affaires étrangères, pour ce qui est du transport d'armes entre forces militaires, entre armées et entre pays dont, en particulier, une série de pays membres de l'OTAN, de l'Union européenne où l'on dispose de standing diplomatic clearances.
C'est donc uniquement dans ce cadre-là, monsieur Mertens, que le SPF Économie, département Qualité & Sécurité, a été amené à se prononcer sur les conditions de stockage et de transport, sur le territoire belge, d'armes ou d'explosifs.
06.03 Peter Mertens (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous admettez que vous avez délivré des permis, mais vous dites que vous n'êtes pas responsable. C'est l’éternel système de parapluie, que nous entendons toujours ici. Quelle différence avec la guerre, l'invasion russe en Ukraine, où un embargo économique et militaire a été immédiatement imposé contre Moscou! Mais où est l'embargo militaire, où est l'embargo économique contre Israël?
L'Union européenne maintient son accord d'association avec Israël, les États-Unis fournissent les armes pour bombarder Gaza, et ces armes passent entre autres par la Belgique. Et vous avez donné les permis pour ce faire, monsieur le ministre! Il est temps d'en finir avec ce deux poids deux mesures, il est temps d'imposer un vrai embargo militaire contre Israël. C'est là votre responsabilité, monsieur le ministre!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, eigenlijk zijn de spelregels in dit Parlement niet zo moeilijk. De oppositie moet oppositie voeren en de regering, u, moet regeren. Het is eigenlijk niet zo moeilijk. Alleen, wij zien dat niet gebeuren. Mijn vraag is dus waarom u niet regeert.
Er zitten 63 mensen op uw kabinet. Is er niemand van die mensen die u erop wijst dat rapporten van alle mogelijke instellingen bewijzen dat u niet regeert? Deze week was het nog de Europese Commissie. De Europese Commissie bewees dat België het slechtst scoort van de slechtsten van heel Europa. Griekenland zit in de beste categorie. Frankrijk doet het beter, Italië doet het beter, Portugal en Spanje doen het beter. Griekenland doet het beter dan België.
Mijnheer de minister, denkt u dan soms niet bij uzelf dat u minister bent en dat u daar misschien iets aan zou kunnen doen? Is er op uw kabinet niemand die u gewezen heeft op het feit dat de Hoge Raad van Financiën zegt dat de staatsschuld blijft stijgen, dat het Planbureau zegt dat België het Griekenland aan de Noordzee is? Ook de Nationale Bank wijst op de desastreuze begroting. Heeft niemand op uw kabinet u gewezen op het verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, dat zegt dat die 80 % tewerkstellingsgraad nooit gaat lukken? Mijnheer de minister, u bent minister van Werk. Voelt u zich dan niet verantwoordelijk om daar iets aan te doen? Een regering moet regeren.
Vandaag nog kwam er een nieuw rapport van het Rekenhof, dat uw cijfers niet gelooft. U hebt een hele reeks aanbevelingen gekregen van Europa. Op bladzijde 4 zegt het Rekenhof dat u 80 % van uw werk niet doet. U doet het gewoon niet. Minister zijn komt met een visitekaartje en een mooi loon, maar het komt ook met een verantwoordelijkheid en een opdracht. Minister zijn betekent dat u moet regeren. Lid zijn van een regering betekent dat u moet regeren. Mijnheer de minister, waarom doet u dat niet?
07.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Loones, bedankt voor uw opmerkingen. U hebt immers geen enkele vraag gesteld. Ik kan u misschien de vraag stellen wat u gedaan hebt in de vorige regering.
(Rumoer
op de N-VA-banken)
Komaan, laat ons serieus blijven.
Mijnheer Loones, het zal misschien geen verrassing zijn voor u, maar ik deel uw sombere kijk op de situatie in België niet. Zeker niet alles is perfect en er zijn nog veel uitdagingen om het dagelijkse leven van onze burgers te verbeteren. Ik focus daar dan ook op binnen mijn bevoegdheden.
De Belgische economie doet het in vergelijking met de rest van de eurozone en onze buurlanden gezien de zware crisissen die we hebben meegemaakt echter relatief goed. We hebben de koopkracht van onze burgers en het concurrentievermogen van onze bedrijven op peil gehouden. Het aantal jobs dat onder deze regering werd gecreëerd getuigt daar ook van. Er kwamen in 2021 en 2022 bijna 200.000 nieuwe jobs bij. Voor 2023 en 2024 voorzien we bijna 100.000 bijkomende jobs. De verschillende verslagen van de Nationale Bank en het Federaal Planbureau zeggen dat ook.
De automatische indexering van de lonen en uitkeringen, die door sommigen sterk werd bekritiseerd, heeft niet de dramatische gevolgen gehad die werden voorspeld. Integendeel, deze regering heeft de burgers beschermd tegen de hoge inflatie en heeft hen niet laten verarmen. De indexering heeft bovendien sterk bijgedragen aan de groei van onze economie via de binnenlandse consumptie. Ondanks de hoge cijfers is de inflatie vandaag ook onder controle, maar we houden ze verder nauwlettend in de gaten, in het bijzonder wat de voedselprijzen betreft.
07.03 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, de vorige regering heeft de belastingen doen dalen, de koopkracht doen stijgen en de staatsschuld doen dalen tot onder de 100 %. Ze heeft het begrotingstekort van 3 % naar 0,3 % gebracht. Er werden meer dan 250.000 nieuwe jobs gecreëerd. Cijfer na cijfer wordt bevestigd door het IMF, de Europese Commissie en het Planbureau.
Al die instellingen zeggen dat het vandaag het tegenovergestelde is. U doet gewoon geen klop. Er gebeurt gewoon niks. U zegt dat u jobs creëert, maar alle andere landen in Europa creëren meer jobs dan u. De afstand tot het Europese gemiddelde is aan het stijgen. De heer Baert heeft dat een paar weken geleden nog aangetoond.
U zegt dat we het economisch bijzonder goed doen. Heeft niemand u het rapport van het IMF getoond? Waar zal de staatsschuld het sterkst stijgen? Dat is in België. Waar zal de groei de volgende jaren de laagste zijn? Dat is in België. Rapport na rapport na rapport bewijst dat u niet bestuurt. (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ons land is zeer sterk in innovatie. Wij geloven in technologische vooruitgang en zijn daarin ook echt pioniers. Wij maken in ons land het verschil, ook op het vlak van energie. Enkele weken geleden werd een samenwerkingsakkoord afgesloten tussen internationale partners en ons eigen Belgische Studiecentrum voor Kernenergie. Het SCK is absolute wereldtop en is gevestigd bij ons in de Kempen. Het doel van dat akkoord is de ontwikkeling van een kleine nucleaire reactor van de nieuwste generatie, die veiliger is en minder afval produceert.
Dit akkoord is een zeer belangrijke stap om de toekomst van onze energievoorziening vorm te geven, tot blijdschap van iedereen. Zo dachten wij toch, maar dat was buiten de minister van Energie gerekend. Zij gaf van de week zeer felle kritiek. Ik kan niet zeggen dat ik verrast ben, maar ik ben wel heel verbaasd. Zeker omdat de ministerraad, op voorstel van diezelfde minister, u en staatssecretaris Dermine, voorbije zomer nog een stappenplan goedkeurde voor het SMR-onderzoeksprogramma, met de ambitie om de voorziene 100 miljoen euro in dit verband ook te investeren de komende jaren.
Mijnheer de minister, wat is het nu? Juichen wij een toekomstgericht samenwerkingsakkoord toe of gaan wij het alweer begraven onder dogmatische kritiek? Wat is uw positie in dit dossier?
08.02 Servais Verherstraeten (cd&v): Mijnheer de vicepremier, ik had graag de vraag aan de eerste minister gesteld. U hebt samen met de hele regering in de zomer van 2021 de opdracht aan het SCK gegeven om een onderzoeksprogramma over SMR’s te ontwikkelen. U voorzag in een bedrag van 100 miljoen euro, dat iets later is gekomen dan gepland, maar er nu is. Er was ook duidelijk afgesproken, omdat België geen industriële partner voor de bouw van een SMR heeft, dat er naar een internationaal consortium zou worden gezocht. Dat is uitdrukkelijk gevraagd.
Het SCK is hier in de Kamer geweest om toelichting te geven. Het was geen geheim dat in een loodhoudende reactor MOX als brandstof zou worden gebruikt. Dat werd hier in de Kamer door het SCK gezegd. Kan men nog transparanter zijn?
De eerste minister was aanwezig bij het afsluiten van een non-binding agreement, een MoU, met vijf internationale partners.
Ik was gisteren dan ook zeer verbaasd om te lezen dat dit zou zijn gebeurd zonder de consultatie van de voogdijoverheid, zonder kennis van de raad van bestuur. Klopt dat?
Als dat in de raad van bestuur of in het bureau van het SCK is geweest, is er dan bezwaar geweest van de leden van de raad van bestuur, aangeduid door de regering, en dus ook door Groen, of regeringscommissarissen, uw regeringscommissarissen of die van minister Van der Straeten?
Hoe kan men in een niet-bindende overeenkomst intellectuele eigendomsrechten afgeven? Of staat er in het MoU helemaal niets over principes van intellectueel eigendomsrecht?
Staat heel de regering nog achter dat MoU? Is dat MoU in overeenstemming met de opdracht die de regering in 2021 aan het SCK heeft gegeven?
08.03 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw de voorzitster, collega's, op 20 juli 2023 keurde de regering inderdaad een werkplan goed voor het SMR-onderzoeksprogramma, dat zal worden geleid door het SCK CEN. Tijdens het begrotingsconclaaf in oktober 2023 bevestigde de regering ook haar ambities op dat vlak en de toewijzing van 100 miljoen euro in de periode 2023-2028. Het programma wordt voor 50 miljoen euro gefinancierd door de AD Energie, onder de bevoegdheid van de minister van Energie, en voor 50 miljoen euro door BELSPO, onder de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid. Mijn collega's zijn dus verantwoordelijk voor de opvolging van het onderzoeksprogramma.
Zoals werd bepaald in de beslissing van de regering, wordt de voortgang van het werkplan na zes maanden geëvalueerd. Op dat moment zal de regering ook het consortium dat het SCK CEN voorstelt evalueren. De analyse zal zich in het bijzonder richten op de strategische autonomie van België, de inbreng in natura van ongeveer 75 miljoen euro aan extra middelen door de andere partners, de governance van het consortium en, tot slot, de regels voor de exploitatie van de bijdragen, inclusief de intellectuele eigendom.
Het SCK CEN heeft ons verzekerd dat het MoU, dat onlangs werd ondertekend met Ansaldo Nucleare, Westinghouse Electric Company, RATEN en ENEA, moet worden gezien als een voorbereidende fase zonder formele toezeggingen van de verschillende partijen in dit stadium. De regering wacht op een rapport dat binnen zes maanden klaar moet zijn, alvorens een beslissing te nemen over de volgende stappen in het onderzoeksprogramma. In de tussentijd zullen de vertegenwoordigers van de regering en de commissarissen bij het SCK CEN de voorbereidingen volgen, opdat het SCK CEN geen engagementen aangaat die in strijd zouden zijn met de beslissingen van onze regering.
08.04 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de minister, voor mij is het meer dan logisch dat ons land met het SCK CEN een voortrekkersrol blijft spelen op het vlak van kernenergie. Dat is veel te belangrijk om er politieke spelletjes over te spelen. Ik vind het bijzonder dat de minister van Energie afgelopen week het woord dogmatisme gebruikte in de commissie. Zij leeft immers haar eerdere engagementen niet na, puur door verkiezingskoorts. De kernenergie van de toekomst zal ook in de toekomst een rol blijven spelen in ons land, in het belang van onze burgers en onze bedrijven.
08.05
08.06 Servais Verherstraeten (cd&v): Mijnheer de vicepremier, dank u voor uw antwoord. Ik vat het samen. SCK CEN doet wat de regering vraagt. Het zorgt voor een consortium met Europese verankering en werkt samen met Westinghouse, dat vijf van onze zeven kerncentrales heeft gebouwd, waaronder Doel 4 en Tihange 3, waarvan we de levensduur verlengen. Wij wachten nog op de wetgeving die garandeert dat de SMR's hier in België zullen worden gebouwd, bij het SCK CEN, wat zorgt voor industrieel weefsel. U garandeert 75 miljoen euro cofinanciering van de consortiumpartners.
Ik vraag alle regeringsleden de regeringsbeslissingen te respecteren en vooral om respect te tonen voor een hoogwetenschappelijke instelling die de beslissingen van de regering respecteert. Ik verwacht van regeringsleden geen afleidingsmanoeuvres.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, toen de vivaldiregering in 2020 van start ging, was zij zeer ambitieus. U als minister van Mobiliteit was dat ook, onder andere op het vlak van verkeersveiligheid. Voor de vivaldiregering was dat een belangrijk thema. Ik herinner mij dat er in de formatienota zelfs een apart stuk over stond, waarin de ambitie werd kenbaar gemaakt. De regering stapte in het traject All For Zero, waarbij men streeft naar nul verkeersdoden tegen 2050.
Destijds klonk u zeer voluntaristisch. U zou een aantal zaken regelen waarin voorgangers niet waren geslaagd of waarin zij zich hadden vastgereden. Ik denk onder andere aan de realisatie van de nieuwe wegcode. U zou de grote killers in het verkeer aanpakken: overdreven snelheid, gebruik van alcohol en drugs en het gsm-gebruik achter het stuur.
In de formatienota stond zelfs een passage over het belang van het aanpakken van recidivisme. Voor sommige fracties van uw regering, zoals de cd&v-fractie en die van Vooruit, was dit zeer belangrijk. Daartoe werden enkele wetgevende initiatieven met betrekking tot de invoering van het rijbewijs met punten neergelegd in de commissie voor Mobiliteit. Helaas werd hierover nooit gestemd. Er is zelfs nooit echt over gedebatteerd. We weten waarom. We hebben dat al besproken. Er bestaat in de regering onenigheid over dit onderwerp. Deze week hebt u ook bevestigd dat de MR en de PS dit blokkeren.
Het rijbewijs met punten stond niet langer in uw laatste beleidsnota. U zou zelf een wetgevend initiatief nemen dat binnen de regering besproken zou worden.
Mijn vraag is eenvoudig. Wat zal dat initiatief juist inhouden? U zegt dat het zo dicht mogelijk het rijbewijs met punten zal benaderen. Dat is dus geschrapt. Wat zal het precies worden en wanneer mogen we iets verwachten?
09.02 Minister Georges Gilkinet: Mijnheer Troosters, de strijd voor meer verkeersveiligheid is al sinds de eerste dag van haar aantreden een topprioriteit van deze regering. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de strijd tegen recidive op het vlak van gevaarlijk rijgedrag, zoals te hoge snelheid, rijden onder invloed van drugs of alcohol en afleiding achter het stuur. We moeten dit prioritair en op kordate wijze aanpakken.
Ik werk daarvoor goed samen met mijn collega's van Justitie en Binnenlandse Zaken. Zo hebben wij bijvoorbeeld in de ministerraad van 27 oktober 2023 de beslissing genomen dat rechters vanaf volgend jaar mensen die een zware verkeersovertreding plegen kunnen verplichten om een re-integratiecursus te volgen voor ze hun rijbewijs terugkrijgen. Zo'n re-integratiecursus is helemaal nieuw in ons gerechtelijk arsenaal en is de beste manier om tot een echte gedragsverandering te komen en dus levens te redden. Volgens buitenlandse gegevens ligt het percentage van recidive bij bestuurders die een dergelijke training hebben gevolgd bijna 50 % lager dan bij bestuurders die enkel maar een boete kregen. Opleiding is dus altijd de beste oplossing.
Daarmee is de kous echter niet af. We hebben al veel andere maatregelen genomen, bijvoorbeeld tegen het gebruik van alcohol en drugs achter het stuur, en er wordt gewerkt aan een nieuw voorstel dat moet toelaten om gevaarlijke chauffeurs preciezer en sneller te identificeren. Het College van procureurs-generaal heeft heel recent een heel nuttig advies uitgebracht over de tekst die ik heb voorbereid. Deze wordt nu herwerkt om de bespreking ervan binnen de regering de komende dagen verder te zetten en tot een beslissing te komen. Dat is onze plicht als beleidsmaker ten aanzien van alle burgers van dit land en in het bijzonder van de actieve en meest kwetsbare weggebruikers, en dat is ook wat we doen.
09.03 Frank Troosters (VB): U noemt een aantal zaken op. Als er niks zou zijn gebeurd, zou het helemaal erg zijn, maar de feiten zijn natuurlijk wat ze zijn. Uw vernieuwde wegcode is er niet. Uw proefprojecten met controle van camera’s op het gsm-gebruik achter het stuur zijn er niet. Deze zitten geblokkeerd in uw regering. Uw rijbewijs met punten is er niet. Dat is geblokkeerd in uw regering. De nieuwe fractieleider van Vooruit heeft letterlijk gezegd dat het een verloren legislatuur zou zijn als dat niet gerealiseerd wordt. Dat is natuurlijk de collectieve verantwoordelijkheid van de hele vivaldiregering.
Dat krijgt men als men met een minderheid van Vlaamse partijen in een regering stapt om dan het deksel op de neus te krijgen van de Franstalige partijen.
De cijfers zijn wat ze zijn. In 2020 was het aantal verkeersdoden dat op onze wegen te betreuren viel 499. Een jaar later waren dat er 516. Het laatste jaar waarvan we de cijfers volledig hebben, 2022, waren dat er 540. Jullie gaan niet richting All For Zero. Het aantal overlijdens in het verkeer tijdens deze legislatuur stijgt tot nu toe.
In plaats van ruzie te maken onder elkaar, ga aan de slag voor meer verkeersveiligheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de minister, "Beste, uw belastingaangifte is niet correct. Dat is uw schuld. Gelieve de boete te betalen." Dat is, samengevat, de boodschap die 11.000 hardwerkende ouders hebben gekregen omdat de fiscus een fout heeft ontdekt in de aangifte van de kosten voor de kinderopvang. Hoe is het zover kunnen komen? Wel, die mensen zijn het slachtoffer geworden van het feit dat de fiscus niet doet wat hij belooft.
Ik leg dat graag even uit. Ten eerste, de fiscus slaagt er nog altijd niet in om de gegevens van de attesten voor kinderopvang, die verplicht moeten worden opgesteld, zelf te verzamelen, te verwerken en in de automatische belastingaangifte in te voegen. Het gevolg is dat de belastingplichtigen hun plan maar moeten trekken. Sommigen doen of kunnen dat niet en lopen een belastingaftrek mis. Anderen gaan zelf aan de slag, wat meteen het tweede probleem is. Met allerlei attesten waarop geen enkele instructie staat over de manier waarop de gegevens correct moeten worden ingevuld, gebeuren er natuurlijk accidenten. Er volgt dan een boze brief met een rechtzetting, soms gevolgd door een boete en soms niet. Dat is pure willekeur.
Mijnheer de minister, dat is drie keer mis. Dat is drie keer niet uit te leggen. Dat is pure Kafka. Een sterke overheid zorgt ervoor dat zij doet wat zij belooft. Zij maakt werk van de automatische belastingaangifte, inclusief de kosten voor kinderopvang. Vooruit accepteert niet dat mensen het slachtoffer worden van het feit dat dit systeem maar niet op orde wordt gezet. In plaats van boetes te sturen, zou de fiscus eigenlijk beter excuses sturen naar de belastingplichtigen.
Dat brengt mij tot mijn eerste vraag. Bent u bereid om de mensen gerust te stellen en hier te verklaren en dat er na de rechtzetting geen boete of sanctie zal volgen?
Ten tweede, kunt u ons vertellen wanneer de fiscus er eindelijk in zal slagen om de kosten voor de kinderopvang automatisch te verwerken in de geautomatiseerde belastingaangifte?
10.02 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, deze week kregen we het nieuws dat 11.000 mensen een boete van de fiscus zullen krijgen omdat ze een fout hebben gemaakt bij het invullen van hun belastingaangifte. Het speciale hieraan is dat ze allemaal dezelfde fout hebben gemaakt. Ze hebben namelijk allemaal de aftrek voor de kinderopvang fout ingevuld, omdat de informatie over hoe dat te doen niet duidelijk bij het fiscaal attest staat. Het gevolg daarvan is dat deze mensen nu door de fiscus als fraudeurs worden beschouwd. Ze krijgen allemaal een boete, maar dat is niet alles, want ze komen alle 11.000 ook op een zwarte lijst te staan, zodat ze bij een volgende inbreuk nog hogere boetes zullen krijgen.
Collega’s, het is duidelijk dat deze mensen geen fraudeurs zijn. Ze hebben onbewust een fout gemaakt. In plaats van hen te straffen, moeten we hen helpen. Wij vragen de mensen om meer vertrouwen te hebben in de politiek en de overheid. De mensen krijgen alleen maar meer vertrouwen in de politiek als de politiek ook meer vertrouwen aan de mensen geeft. Respect voor de politiek begint bij respect voor de kiezer.
Geef de mensen een voorschot van vertrouwen. In dit specifieke geval moeten we de mensen niet straffen, we moeten hen helpen om hun fout te corrigeren, met duidelijke informatie en duidelijke communicatie.
Mijnheer de minister, bent u bereid om met de belastingdienst in overleg te gaan en hem te vragen om deze boetes in dit geval kwijt te schelden? Is het voor u ook een prioriteit om deze code in de toekomst automatisch op voorhand te laten invullen, aangezien de informatie bij de fiscus gekend is?
10.03 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vandenbroucke, ik wens u veel succes in uw nieuw opdracht als fractieleider.
Mijnheer Vandenbroucke, mijnheer Vanbesien, ik ben blij met de vragen die u hier stelt. Ze geven mij de kans om de ongenuanceerde berichtgeving en ook de soms wat ongenuanceerde vraagstelling hier vandaag recht te zetten, want de feiten hebben nu eenmaal hun rechten.
Vandaag maken vele honderdduizenden gezinnen en alleenstaanden gebruik van de fiscale aftrek voor opvangkosten.
De ondersteuning die wij geven, ondersteunt die gezinnen in de zeer uitdagende combinatie van werk en gezin. Omdat wij die zo belangrijk vinden, hebben wij in de voorbije drie jaar het maximale bedrag dat afgetrokken kan worden al twee keer verhoogd, tot het bedrag van vandaag: 14 euro per dag en per kind.
Vorig jaar hebben 550.000 gezinnen en alleenstaanden gebruikgemaakt van deze fiscale ondersteuning. Niet enkel voor de klassieke opvang, de crèche, maar ook bijvoorbeeld voor vakantiekampen en voor allerlei naschoolse activiteiten. Ook daarvoor geven wij die ondersteuning. Die ondersteuning is waardevol.
De berichten die deze week in de pers verschenen, zijn voor mij dan ook geen reden dit systeem overboord te gooien. Zij zijn precies een extra stimulans om ervoor te zorgen dat wij die mensen aan boord krijgen. Die 11.000 gezinnen die hun belastingformulier verkeerd invulden, moeten wij helpen en wegwijs maken in het systeem.
De FOD Financiën heeft bij de overgrote meerderheid van de 11.000 aangiften waarvan sprake, de aangifte gecorrigeerd en de maximumaftrek in rekening gebracht, zodat ook deze mensen over een correcte belastingaangifte beschikken. Voor dergelijke fouten worden in de praktijk geen boetes opgelegd.
De belastingverhoging waarvan in de pers sprake was, is enkel van toepassing op 409 aangiften, op een totaal van meer dan 550.000 aangiften. Het gaat om gevallen waar de noodzakelijke correctie meer bedraagt dan 2.500 euro en waar vaak meer fouten zijn gemaakt dan enkel die ene fout inzake de aftrek van de opvangkosten.
Dus ja, collega's, wij moeten ervoor zorgen dat de mensen hun belastingaangifte correct invullen, maar wij moeten er vooral voor zorgen dat wie recht heeft op een ondersteuning, die ook krijgt. Dat doen wij ook. Wij blijven werken aan de vereenvoudiging. Wij blijven werken aan de voorlichting.
Er is inderdaad die elektronische verplichting bij de FOD Financiën, die de FOD zal toelaten ervoor te zorgen dat de belastingplichtige die recht heeft op dat voordeel, dat voordeel ook zal krijgen. Mijn doel, en ons doel, is helder: wij moeten onze gezinnen en onze alleenstaanden met kinderen ondersteunen in de moeilijke evenwichtsoefening tussen werk en gezin. U kunt daarop blijven rekenen. Wij zullen ervoor blijven werken dat wie recht heeft op dit voordeel, dat ook zal ontvangen.
10.04 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de minister, uiteraard moet wij de kosten voor kinderopvang van de gezinnen helpen dragen. Idealiter zijn die kosten betaalbaar aan de bron, maar daarvoor moeten wij wachten op een nieuwe Vlaamse regering. Zolang dat niet het geval is, zal het moeten gebeuren door middel van fiscale aftrek.
Mijnheer de minister, het systeem is echter veel te complex. Dat is het punt. Vandaag zijn er mensen die hun rechten niet kunnen opnemen omdat ze niet eens weten dat ze in aanmerking komen voor die belastingaftrek. Het is niet normaal dat 1,5 miljoen belastingplichtigen een boekhouder moeten betalen om hun belastingen correct te kunnen aangeven, om hun inkomen correct te kunnen aangeven, om ervoor te zorgen dat ze de rechten krijgen waarop ze recht hebben.
Daarom ben ik blij dat u zegt dat u stappen vooruit zult zetten, dat er geen boetes zullen komen. Ik verwacht dat de fiscus zijn job doet en zorgt voor een vooraf ingevulde automatische aangifte, inclusief alle gegevens met betrekking tot de kosten voor kinderopvang.
10.05 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, collega's, dit is een symptoom van een groter probleem. Onze belastingaangifte is veel te complex. Wij hebben dringend nood aan vereenvoudiging.
Vorige week was ik op een debat met belastingadviseurs. Zelfs zij, professionele belastingadviseurs, zien soms door het bos de bomen niet meer. Hoe kunnen wij dan van een gewone Belg verwachten dat hij op een correcte manier zo'n aangifte kan invullen, als de instructies niet duidelijk zijn? Onze belastingaangifte bevat 843 codes. Elk jaar komen er codes bij. Daarin moet echt geschrapt worden, om alles veel eenvoudiger te maken.
Mijnheer de minister, mijn conclusie is – en ik denk dat u het ermee eens zult zijn – dat wij dringend nood hebben aan een grondige fiscale hervorming.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, Audrey verloor op zeer jonge leeftijd haar armen en benen door sepsis. Ilse verloor haar benen, nadat zij enkele weken in coma lag. Arno, 17 jaar, was kerngezond, maar stierf op enkele uren tijd aan sepsis. Die verhalen hebben mij heel erg geraakt, maar tegelijk verrasten ze mij niet. Meer nog, niemand zou eigenlijk verbaasd mogen zijn. Twee en een half jaar geleden diende ik samen met collega Muylle al een voorstel van resolutie in waarin wij erop aandrongen om een breed gedragen nationaal actieplan tegen sepsis op te maken, om de bekendheid van de aandoening te vergroten, om de opsporing en diagnose te versnellen en om medisch personeel bij te scholen. Zo'n plan is nodig. Dat zijn niet mijn woorden, wel die van nationale en internationale experts. Ook de WHO spoort landen aan om een dergelijk plan op te maken.
Sepsis treft elk jaar wereldwijd tussen de 47 en 50 miljoen mensen, waarvan er minstens 11 miljoen sterven. Dat betekent elke 2,8 seconden een overlijden. Terwijl ik hier mijn vraag aan u stel, zijn dat 40 mensen, as we speak. Dat zijn hallucinante cijfers. Toch bleef concrete actie tot op vandaag uit. Eerlijk gezegd, ik begrijp dat niet. In onze buurlanden staat men al een pak verder. In het Verenigd Koninkrijk zien we campagnes over sepsis in het straatbeeld opduiken, maar in ons land niets. Ik kan alleen maar hopen dat de persaandacht en de Pano-reportage van gisteren velen de ogen heeft geopend en dat alle actoren heel snel worden samengebracht voor de coördinatie van een actieplan omtrent sepsis. (…)
11.02 Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, iedereen kan de ziekte sepsis, ofwel bloedvergiftiging, krijgen, maar niemand kent die. Collega De Caluwé wees er al op dat sepsis de oorzaak is bij 1 op de 5 sterfgevallen wereldwijd. Voor ons land betekent dat 41.000 patiënten per jaar, waarvan er 7.600 overlijden. Dat is een raming, collega's, want het exacte aantal kennen we niet. België heeft immers geen cijfers over de ziekte, want er wordt heel weinig geregistreerd. De cijfers zijn gebaseerd op een extrapolatie op basis van internationale cijfers die The Lancet heeft gepubliceerd.
Nochtans heeft de Wereldgezondheidsorganisatie in 2017 de overheden gevraagd om een sepsisbeleid te ontwikkelen. De rode draad in dat beleid zou een snelle diagnose en behandeling moeten zijn. Voorts vroeg zij om preventie, voorlichting, wetenschappelijk onderzoek en meetbare kwaliteitsindicatoren. Onze buurlanden het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland zijn hiermee aan de slag gegaan. Ze hebben hiervoor een heel specifiek nationaal plan opgemaakt. Zo'n plan hebben wij in ons land nog steeds niet.
Gebeurt hier dan niets? Neen, vandaag leveren heel wat diensten schitterend werk. Maar, zo leren we uit de reportage van Pano van gisteren, dat beperkt zich tot 30 % à 40 % van onze gespecialiseerde ziekenhuisdiensten. Bij meer dan de helft van onze ziekenhuizen staat sepsis onvoldoende op de radar. Dat gaat ten koste van levens en daar hangt een zware kostprijs voor de samenleving aan vast, met meer dan 16.000 euro kosten per patiënt.
Mijnheer de minister, ik kan het niet beter verwoorden dan een arts gisteren. Hij zei dat België zeer goede gezondheidszorg heeft, maar dat we tekortschieten in onze aanpak van sepsis. Ik heb daarom één duidelijke vraag. Waarom is er vandaag geen nationaal actieplan met betrekking tot sepsis?
11.03 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, "Die arts heeft mijn dossier opnieuw bekeken en daarna gezegd, met gefronste wenkbrauwen: 'Ilse, jij bent je benen nodeloos verloren.'" Hoe voelt u zich dan, als minister van Volksgezondheid? Hebt u gekeken? Dat was de boodschap die Ilse in de Pano-reportage kreeg, nadat haar dossier opnieuw was bekeken. Zij verloor effectief haar beide benen aan sepsis, beter bekend als bloedvergiftiging, een ontstekingsreactie die heel vaak niet snel genoeg wordt herkend. Vroeg ingrijpen is hierbij uiterst belangrijk.
Ongeveer 7.600 patiënten overlijden per jaar aan sepsis in ons land. Omdat het een wereldwijd bekend probleem is, hebben Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en heel wat andere Europese landen een sepsisplan. Dat is wat de Wereldgezondheidsorganisatie u ook heeft gevraagd. Een sepsisplan omvat het herkennen van alarmsignalen en een gericht antibioticabeleid. U weet dat en knikt zelfs dat het zeer belangrijk is, maar hoe komt het dan dat wij nog geen sepsisplan hebben? Hoe komt het dat die alarmsignalen slechts in ongeveer de helft van de spoeddiensten worden gebruikt, op initiatief van onze artsen, die zelf wel weten hoe belangrijk dat is? Ik moet toegeven dat de collega's uit de vivaldiregering van cd&v en Open Vld wel een plan hebben en dat ook hebben ingediend, maar hebt u dat dan geblokkeerd, mijnheer de minister? Waarom zou u dat hebben gedaan?
Als u er echt iets aan wilt doen, heb ik een eenvoudige vraag voor u, mijnheer de minister. Komt er een sepsisplan en wanneer komt dat er dan?
11.04 Minister Frank Vandenbroucke: Collega's, sepsis is een gruwelijke doder, en zelfs wanneer mensen overleven zijn er vaak verwoestende gevolgen. Tijdig ingrijpen kan erger voorkomen, maar zelfs met de beste zorg loopt het soms dramatisch af. Ik wil als eerste belangrijke gegeven zeggen dat als mensen zich slecht voelen, ze zo snel mogelijk moeten kunnen worden geholpen. Dat is de algemene regel en niets mag dat in de weg staan, ook bijvoorbeeld niet de portemonnee. Zorgen dat de toegang tot zorg laagdrempelig is, zeker voor mensen die het financieel moeilijk hebben, blijft essentieel.
Wat betreft de pathologie sepsis zelf, we moeten infecties tijdig herkennen en vermijden. Patiënten in ziekenhuizen hebben doorgaans al een verminderde weerstand en het is dus essentieel om in ziekenhuizen infecties te vermijden. Er zijn maximaal hygiënische maatregelen nodig, bijvoorbeeld bij het plaatsen en verversen van katheters. Er lopen daarrond al beleidsinitiatieven die een goede plaats zouden hebben in een nationaal sepsisplan. We ondersteunen al verschillende ziekenhuisnetwerken in hun Hospital Outbreak Support Teams, teams die ervoor zorgen dat er wordt samengewerkt rond het voorkomen van infecties en dat er sneller wordt geschakeld wanneer dat nodig is. Aan de hand van verschillende criteria streven de ziekenhuizen een verantwoord zorgbeleid na. Dat wil zeggen dat processen die gangbaar zijn in die ziekenhuizen op een zodanige manier worden verbeterd dat de kans op infecties daalt. Dat is een eerste belangrijk punt waaraan we werken, dat al bezig is en dat we financieren.
Vorige week hebben we ook maatregelen bekendgemaakt met betrekking tot antimicrobiële resistentie. Zoals u hebt gezegd, mevrouw Depoorter, is dat daarin een belangrijk element. We weten dat men nog altijd te snel naar antibiotica grijpt, waardoor bacteriën zich leren aanpassen, maar ook harder toeslaan. Antibiotica werken dan niet meer, wat een enorme uitdaging betekent. Ervoor zorgen dat onze geneesmiddelen werkzaam blijven, ook bij sepsis, is uitermate belangrijk. We hebben daaromtrent op dit ogenblik al heel wat beleidsinitiatieven genomen, die ook een onderdeel vormen van een sepsisplan.
Bloedstroominfecties worden opgevolgd door Sciensano. We zijn aan het bekijken in hoeverre we, mede op basis van de gegevens die Sciensano verzamelt, kwaliteitsindicatoren kunnen ontwikkelen waarmee we het beleid kunnen opvolgen, maar ik wil meer dan dat.
Ik wens dat ziekenhuizen op basis van dergelijke indicatoren ook echt worden aangesproken, ook op financieel vlak, in een zogenaamd pay-for-performanceprogramma. Ik heb dit ook al zeer concreet voorgelegd aan de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, om dergelijke indicatoren te gebruiken en ziekenhuizen met de neus in die richting te duwen. Daar is wat discussie ontstaan over de kwaliteit en de volledigheid van de indicatoren die we nu hebben. Ik heb het dan over bloedstroominfecties. We werken daar verder aan, want het is mijn vaste bedoeling om dit te integreren in een pay-for-performancesysteem in de financiering van onze ziekenhuizen.
Daarmee is natuurlijk lang niet alles gezegd. Men moet ook de symptomen herkennen. Dat is de eerste stap. Het bewustzijn bij het grote publiek daarover is inderdaad te laag en ik denk ook bij zorgverleners. Sepsis zit in de artsenopleiding, maar het is soms moeilijk te herkennen. De vraag is of we de knowhow moeten versterken en hoe. In de uitzending van Pano werd ook de implementatie van een earlywarningsysteem op verpleegeenheden aangehaald. Dat is een mogelijkheid om de verergering van de toestand van patiënten in een ziekenhuiscontext zo snel mogelijk te detecteren. Ik wil mij daarover nu niet uitspreken, want de experts die ik daarover raadpleeg zeggen mij daar verschillende zaken over, maar ik denk dat we dit inderdaad moeten bekijken.
Ik wil de elementen waarover we nu beschikken, maar die nog onvoldoende zijn, en de vragen waar ik zelf mee zit, voorleggen aan experts. Ik heb daarom aan professor Erika Vlieghe gevraagd om een expertenwerkgroep samen te stellen en te leiden en mij binnen een periode van vier tot zes maanden een volledig advies te geven over de vragen die ik heb aangegeven, zodat we binnen vier tot zes maanden een wetenschappelijk rapport hebben, onder leiding van professor Erika Vlieghe, over de aanpak van sepsis en de basis voor een volledig sepsisplan.
11.05 Robby De Caluwé (Open Vld): Ik begrijp dat u sepsis ernstig neemt. Ik verwacht dan ook dat we dit vertaald zien in concrete acties. Er zijn al heel wat acties ondernomen, maar we hebben echt wel nood aan een geïntegreerd actieplan. Ik ben ook blij om te horen dat u een expertengroep wilt bijeenroepen. Mevrouw Vlieghe is heel goed geplaatst om u daarin te adviseren. Zij was trouwens ook een van de sprekers van de rondetafel die mevrouw Muylle en ik een drietal jaar geleden hebben georganiseerd rond sepsis. Ik ben er dus van overtuigd dat zo’n geïntegreerd actieplan ons vooruit kan helpen. Als u alles op alles zet, hebt u in elk geval een partner in mij en mijn fractie.
11.06 Nathalie Muylle (cd&v): Ik ben voor een deel ontgoocheld. We hebben drie jaar geleden in het Parlement een hoorzitting georganiseerd. We hebben adviezen gevraagd. Er liggen al adviezen van heel veel instanties, die u ook hebt vernoemd. Ik moet vaststellen dat een Pano-reportage u nu aanzet tot meer actie. U hebt actie ondernomen, maar geen globale actie. Wij kunnen het verschil niet maken in een parlement met een resolutie, hoorzittingen, met goed parlementair werk. Dat vind ik heel jammer.
Ik hoop echt dat u hier nu werk van zult maken. Het voelt voor mij aan als schuldig verzuim. Hopelijk maakt u hier werk van. Laten we heel snel tot een nationaal actieplan komen. Er liggen adviezen. Er liggen teksten. Weet dat de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen u daarin zal steunen. Hopelijk komt het er voor de verkiezingen.
11.07 Kathleen Depoorter (N-VA): Zakt u nu echt niet door de grond van schaamte? Drie jaar geleden hebben uw collega’s een hoorzitting georganiseerd. U zit samen in de regering. Ze komen u vragen om actie te ondernemen. U hebt binnen Vivaldi heel duidelijk nood aan een Pano-reportage om in actie te schieten. Wij weten dat luisteren niet uw beste kant is. Misschien is het nu echt wel het moment om dat eens te doen. Die adviezen liggen er effectief. De specialisten weten hoe ze het moeten aanpakken. Mevrouw Vlieghe heeft drie jaar geleden die brief al ondertekend.
Mijnheer de minister, doe wat moet voor al die patiënten. Zorg ervoor dat antibiotica goed worden gebruikt. Zorg ervoor dat u data hebt. Zorg ervoor dat u een plan hebt en wijs niet naar de ziekenhuizen, want u bent de minister van Volksgezondheid. U moet het werk doen. U moet de leidraad uittekenen. Dat zie ik niet. Het zijn altijd kleine ballonnetjes en dat helpt onze patiënten niet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12.01 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le ministre, les scientifiques du monde entier ont reçu mardi soir une alerte de ProMED, le fameux système mondial de surveillance des maladies infectieuses, à la suite de la flambée de pneumonies pédiatriques, chez des enfants, de pneumonies sévères dans toute une série de régions en Chine, y compris des régions éloignées de plus de 800 kilomètres, entraînant de très nombreuses hospitalisations et même des fermetures d'écoles.
L'Organisation mondiale de la Santé a hier aussi relayé cette alerte en exigeant des informations de la Chine et en appelant également la population chinoise à se protéger. L'origine est inconnue à ce stade. S'agit-il d'une nouvelle épidémie liée à un nouveau pathogène, comme on l'a connu avec la Covid-19? C'est possible. On n'a pas la réponse à ce stade. Ou s'agit-il de la circulation de pathogènes qui sont connus (respiratory syncytial, covid, influenza, mycoplasme éventuellement) associés à une potentielle antibiorésistance.
J'ai une série de questions à ce sujet. Je pense qu'on doit être extrêmement vigilant. Cette alerte a-t-elle été bien prise en compte en Belgique? Des procédures particulières ont-elles déjà été actionnées à ce stade? Avez-vous des contacts ou des contacts sont-ils prévus avec l'OMS ainsi qu'au niveau européen? Il serait particulièrement utile et important de marteler toutes les mesures qui permettent de freiner les transmissions de toutes les infections respiratoires, telles que le lavage des mains, le port du masque en cas d'infection respiratoire mais également la vaccination.
Enfin, nous avons appris du covid que la ventilation est un élément majeur pour aider à freiner la transmission des infections respiratoires. Une loi a été votée mais cette loi est virtuelle aujourd'hui, puisqu'aucun arrêté royal n'a été pris, alors qu'il devait l'être il y a un an. Allez-vous le faire?
12.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Fonck, en effet, avant-hier, une notification internationale a fait état d'une hausse des infections respiratoires graves chez les enfants dans plusieurs régions de la Chine. Nous n'avons pas beaucoup d'informations pour l'instant. On ne sait pas encore clairement si cette hausse est attribuable à un agent pathogène spécifique. Les experts du SPF Santé publique m'ont informé que l'Organisation mondiale de la Santé et le Centre européen de contrôle de prévention et de contrôle des maladies (ECDC) sont en train d'examiner la question.
Notre risk management group suit la situation de près pour la Belgique. Ils ont d'ailleurs une discussion prévue aujourd'hui en fin d'après-midi. Le risk management group est également en contact avec les autres pays européens, qui suivent également la situation en fonction des informations supplémentaires qui seront fournies par l'ECDC et l'OMS. Nous devons réagir de manière appropriée. En attendant, la vigilance est évidemment de mise.
Très concrètement, j'attends un rapport du risk management group sur l'état de la situation ce soir mais, globalement, vous avez absolument raison d'insister sur l'implémentation de la loi sur la qualité de l'air intérieur. Il est vrai qu'il y a beaucoup de résistance et d'inquiétude et il est vrai que beaucoup de dialogue est nécessaire. Nous nous concertons avec les acteurs car je veux, via la concertation, obtenir une assise large pour cette nouvelle politique de ventilation et de qualité de l'air intérieur. Je crois que nous aboutirons.
12.03 Catherine Fonck (Les
Engagés): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse. Il est vrai que cela
pourrait nous rappeler les très mauvais souvenirs du Covid-19. Évidemment,
dans l'attente d'informations, la vigilance s'impose, mais il n'y a pas que de
la vigilance qui devrait s'imposer car nous disposons d'une série d'indicateurs
de faiblesse dans notre pays. C'est le cas parce qu'un certain nombre de lits
d'hôpitaux – et ce n'est pas un petit nombre – sont fermés
aujourd'hui pour cause de pénurie de personnel; c'est le cas parce que nous
avons un taux de vaccination – ne prenons que le covid – relativement
faible, y compris pour les personnes les plus fragiles de plus de 65 ans; c'est
le cas aussi lorsqu'on voit qu'il n'y a plus eu de campagne pour rappeler
l'importance des mesures pour freiner les infections respiratoires – port
du masque lorsqu'on est infecté ou lavage des mains –, et c'est le cas
encore parce qu'il est urgent de procéder à l'implémentation de la politique de
ventilation en Belgique, y compris dans les écoles. Les arrêtés royaux qui
auraient dû être pris voici un an – ils avaient été promis pour janvier
2023 – ne le sont toujours pas. C'est urgent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, hoe ernstig neemt Justitie het dreigingsniveau? Nauwelijks twee maanden geleden vermoordde de illegale moslimterrorist Lassoued, wiens uitleveringsverzoek meer dan een jaar stof lag te vergaren op het Brussels parket, twee onschuldige Zweedse voetbalsupporters. In de nasleep daarvan hebben verschillende vivaldiministers, ook uw voorganger, dure eden gezworen en beloofd er alles aan te doen dat dat niet meer zou gebeuren. Wat zijn dergelijke beloften allemaal waard wanneer we vaststellen dat Justitie in de praktijk terreurdreiging niet ernstig neemt?
Ik heb drie recente voorbeelden waarvan mijn mond openvalt van verbazing.
Op 17 november slaagt de spoorwegpolitie erin een man aan te houden nadat hij agenten met de dood heeft bedreigd en heeft gedreigd een aanslag te plegen. Bij hem thuis vindt de politie een oorlogswapen en zware munitie. We zouden dan toch kunnen denken: dit is het voorbeeld uit het boekje waarin alle voorwaarden voor de voorlopige hechtenis vervuld zijn. Tot mijn grote verbazing liet de onderzoeksrechter deze man echter vrij. Mijnheer de minister, is dat waakzaamheid?
Ten tweede komen er vandaag nieuwe feiten aan het licht. Een drieëntwintigjarige illegale Marokkaan – enige gelijkenis met Lassoued – stapt op agenten af, dreigt met een mes en valt hen aan. Gelukkig zijn er deze keer geen gewonden gevallen, mijnheer de minister. Vervolgens wordt hij opgepakt. Hij verblijft illegaal in het land en is gekend voor andere feiten. We stellen echter vast dat het parket hem vrijlaat. Is dat waakzaamheid, mijnheer de minister?
Ten derde wordt een negendertigjarige Syriër die een aantal maanden geleden werd opgepakt voor oorlogsmisdaden in zijn thuisland, door de KI van Antwerpen vrijgelaten onder voorwaarden. Denkt u nu echt dat die man thuis zal zitten wachten op zijn proces? Dat is naïef. (…)
13.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw de voorzitster, geachte leden, een minister van Justitie geeft geen commentaar bij beslissingen van het gerecht of van de rechterlijke macht in lopende onderzoeken, toch niet in een rechtsstaat.
Het parket, de onderzoeksrechters en de rechters beslissen onafhankelijk, op basis van de volledige kennis van het dossier. Ik ben blij dat u ook het volledige dossier kent, mevrouw Dillen. Twee van de onderzoeken die u aanhaalt, worden onderzocht en vervolgd door het lokale parket. U weet dat bij aanwijzingen van terrorisme het dossier onmiddellijk wordt overgenomen door het federaal parket. Zo werden de voorbije 10 jaar in ons land meer dan 500 personen veroordeeld voor terrorisme.
U weet dat ik als minister van Justitie de strijd tegen terreur ernstig voer. In het nieuwe Strafwetboek verdubbelen wij de strafmaat voor terrorisme.
Gisteren nog hebben wij de terreurdreiging besproken met de veiligheidsdiensten tijdens de Nationale Veiligheidsraad. Dat is de reden waarom ik te laat was in de commissie, waarvoor mijn excuses. Wij bevinden ons nog steeds op terreurniveau 3. Deze week nog werden drie bijkomende verdachten aangehouden in het kader van het onderzoek naar de aanslag van 16 oktober.
De veiligheidsdiensten signaleren verdachte personen en gedragingen. Bij aanwijzingen van een risico van een aanslag wordt er onmiddellijk ingegrepen, zoals dat de voorbije maanden is gebeurd in Menen, Roeselare, Diepenbeek, Leuven, Antwerpen en Brussel. Ook dat zijn de feiten, mevrouw Dillen.
Ik blijf mij samen met de diensten inzetten voor de veiligheid van onze burgers.
13.03 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, geen commentaar op beslissingen van Justitie. Wanneer zult u de bezorgdheden van de politie ernstig nemen?
Vandaag hebt u slechts twee keuzes. U kunt zich verschuilen achter de scheiding der machten en de hete aardappel doorschuiven naar Justitie. Besef dan wel dat u verantwoordelijk bent en blijft voor de goede werking. Of u handelt kordaat en doet eindelijk wat het Vlaams Belang reeds jaren vraagt en wat onze politiediensten die elke dag instaan voor uw en mijn veiligheid, voor de veiligheid van onze burgers, van u verwachten, namelijk orde op zaken stellen.
Ga onmiddellijk in dialoog met het College van procureurs-generaal. Zeg duidelijk dat wij nog steeds op dreigingsniveau 3 zitten en dat zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Als u hen daaraan niet herinnert, zullen de Vlamingen er u in juni 2024 wel aan herinneren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14.01 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le ministre, entre 2019 et 2022, 60 000 personnes ont été impliquées en Belgique dans des affaires de trafic de stupéfiants. Il s'agissait non pas de consommation mais d'importation, d'exportation et de vente.
La recrudescence des infractions liées au trafic de drogue et aux organisations mafieuses qui l'encadrent devient alarmante dans notre pays. La presse a relevé une statistique interpellante: les 18 à 25 ans, nos jeunes, représentent 41 % des personnes impliquées dans ces affaires de trafic de stupéfiants. Ils sont plus vulnérables et peut-être davantage sujets aux difficultés sociales, ils sont la cible de ces trafiquants qui les embauchent et les font entrer dans la sphère criminelle.
Monsieur le ministre, ces chiffres font froid dans le dos. Les juges de la jeunesse ont plusieurs fois alerté sur le manque de moyens. Des moyens suffisants doivent à tout prix être dégagés pour le parquet de la jeunesse.
Par ailleurs, en matière de lutte contre la drogue, plusieurs études, dont celle du groupe de chercheurs au sein d'EVADRUG, ont démontré qu'une politique purement répressive est dépassée. Il demande la mise en place d'une nouvelle stratégie spécifiquement et scientifiquement fondée, c'est-à-dire une politique axée sur la gestion publique, une politique de gestion de la toxicomanie axée aussi sur la prévention, l'assistance et la réduction des risques.
Monsieur le ministre, quelle est votre vision et quelles sont vos intentions sur l'élaboration d'une politique transversale et globale de lutte contre les assuétudes? Qu'avez-vous pris et que comptez-vous prendre comme mesures pour doter le parquet de la jeunesse de moyens suffisants pour lutter contre la délinquance juvénile? Des contacts avec les entités fédérées ont-ils été pris afin de mettre en place un plan d'action pour le secteur de l'aide à la jeunesse afin d'aider ces jeunes et les sortir de cette criminalité organisée?
14.02 Paul Van Tigchelt, ministre: Cher collègue, soyons clairs, la justice sévit conte les passeurs de drogue, contre les trafiquants de drogue, contre les dealers de drogue. Vous avez cité des chiffres remarquables et j'ajoute que les enquêtes Sky ECC ont déjà permis de condamner plus de 900 personnes. Nous saisissons des quantités record de drogue et nous menons une politique criminelle très répressive face à l'offre.
En effet, ces individus déstabilisent notre société avec leur argent criminel et causent énormément de malheur aux personnes qui deviennent dépendantes.
Mais nous ne sommes pas aveugles face à l'impact dévastateur de la consommation de drogues chez les personnes de tous âges, et en particulier chez les jeunes. C'est pourquoi nous investissons dans des chambres réparatrices où le juge, avant sa décision, opte d'abord pour des mesures qui s'attaquent aux causes sous-jacentes comme les addictions. Sous cette législature, comme vous le savez, nous passons de 4 à 22 chambres réparatrices. Nous sommes passés de 3 à 10 prisons qui mettent en œuvre des programmes de désintoxication. Nous avons investi dans le renforcement des parquets, entre autres avec 42 juristes et criminologues qui travaillent spécifiquement à une approche sur mesure pour les toxicomanes et pour les jeunes. Nous collaborons avec les Communautés sur la prévention et sur l'élaboration d'un plan de soins médico-légaux. C'est notre devoir en tant que pouvoirs publics. C'est ce que nous continuerons à faire.
14.03 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le ministre de la Justice, la prohibition à elle seule a démontré ses limites. Elle n'empêche malheureusement pas les marchés illégaux et criminels de prospérer. Cela fait des mois que nous multiplions les initiatives parlementaires: propositions de loi, fonds CrimOrg, résolution visant à renforcer la police judiciaire, établissement d'un nouveau plan d'action en matière de drogue en Intérieur, légalisation du cannabis, testing de drogues en Justice et j'en passe.
Aujourd'hui, il devient urgent de mener concomitamment une politique radicale d'éradication des cartels de la drogue, mais aussi une politique qui, à côté de la répression, doit consister en prévention, en sensibilisation, en lutte contre les dangers des assuétudes. Alors, il faut donner des moyens à nos services de police et de justice pour remplir leurs missions contre les cartels. Il faut aussi pouvoir s'interroger et prévenir les causes de cette délinquance juvénile, qui font que cette jeunesse sans perspective bascule dans la criminalité de la drogue. Une politique sociale juste, et des moyens pour prévenir la délinquance juvénile s'imposent. Cette lutte doit être menée à tous les niveaux, avec vos partenaires.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
15.01 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, ne voyez aucune hostilité dans ma question, bien qu'elle soit posée par l'opposition, mais simplement une volonté d'obtenir de la clarté et, je l'espère, de l'assurance.
Vous connaissez les grandes interrogations et inquiétudes qui nourrissent actuellement une partie de la population wallonne à propos de la présence, dans des taux jugés inquiétants, de substances per- et polyfluoroalkylées (PFAS) dans une série d'eaux de distribution. Dans le cadre des discussions qui sont en cours pour voir clair dans ce processus, il appert qu'en juillet 2021, plus précisément le 8 juillet, la ministre wallonne Céline Tellier a réalisé une communication dans la foulée des éléments relatifs à la base militaire de Chièvres, indiquant qu'elle allait questionner la Défense pour pouvoir faire un topo général des autres bases militaires.
Quelques semaines plus tard, au mois de septembre, sa cheffe de cabinet a adressé une "note verte", autrement dit, elle a donné instruction à l'administration régionale de porter une attention particulière aux captages d'eau qui sont situés à proximité directe de la base militaire de Florennes en raison, est-il écrit, "d'un risque potentiel de pollution de l'eau aux PFAS".
Madame la ministre, pouvez-vous me dire si, à la suite de cette note verte, il y a eu des réactions et interactions entre votre département, votre cabinet, et ceux de la Région wallonne? Quel suivi a-t-il été réservé pour s'assurer qu'il n'y a pas, finalement, de difficulté ou d'inquiétude quant à l'eau qui se trouve près de cette base aérienne, à la fois pour le personnel militaire, mais aussi pour l'ensemble des habitants qui sont à proximité, puisque le bourgmestre m'a confirmé qu'à aucun moment il n'a été alerté par quiconque en la matière?
15.02 Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je ne voudrais pas paraphraser M. Prévot, mais ne voyez aucune hostilité dans ma question, malgré le fait qu'elle soit posée par le MR.
Depuis plusieurs jours, le dossier des PFAS fait le tour de l'actualité. Cette semaine encore, nous apprenions que le scandale de cette pollution ne touchait pas uniquement la commune de Chièvres, mais également la province de Namur, puisque des relevés démontrent la présence de ces substances dans des captages situés autour de la base militaire de Florennes. Soyons clairs d'emblée: l'objectif ici n'est pas de créer une vague de panique, puisque les captages révèlent des taux inférieurs à la norme légale. C'est ce que nous confirme l'Intercommunale Namuroise de Services Publics (INASEP) qui distribue l'eau à cet endroit.
Toutefois, lors des discussions sur la pollution aux PFAS à Chièvres, il est vrai qu'il était question des mousses AFFF, utilisées dans les bases militaires pour lutter tout particulièrement contre les feux de carburant. Bien évidemment, dans la pratique, des règles de sécurité et de précaution sont définies dans les casernes. Pour ne citer que quelques exemples, nous pourrions faire mention du stockage des mousses, avec un encuvement spécifique et rigoureux, de l'interdiction générale de l'utilisation de mousses anti-incendie lors d'exercices mis en place depuis juillet 2021, ou encore du fait de ne pas utiliser de systèmes contenant des PFAS dans les nouvelles infrastructures.
Donc, madame la ministre, nous voyons à quel point les casernes militaires sont sérieuses et impliquées lorsqu'il s'agit d'utiliser des produits contenant des PFAS mais, pour la santé de nos militaires et de la population vivant aux alentours de ces domaines militaires, j'aimerais tout de même vous adresser quelques questions.
Comment réagissez-vous face aux relevés attestant des taux élevés de PFAS dans les captages situés autour de la base militaire de Florennes? Quelles pistes de solutions envisagez-vous?
Avez-vous pris des contacts avec la base militaire de Florennes pour faire le point sur l'état de la situation?
Existe-t-il des solutions de substitution aux mousses utilisées contre les incendies et, dans l'affirmative, où en est leur déploiement?
15.03 Ludivine Dedonder, ministre: Messieurs, je vais moi aussi vous répondre sans hostilité.
Conscients de l'émergence du problème des PFAS, les services de la Défense ont établi un inventaire des sites gérés par le département sur lesquels des produits de ce type ont historiquement été utilisés. Cet inventaire a été transmis pour la première fois en juillet 2021.
Depuis, il a été périodiquement complété et sert de base aux services régionaux compétents pour mener des études de sites ciblées. Une dernière version a encore été transmise ce mois-ci à la direction de l'assainissement des sols du Service public de Wallonie.
Étant donné qu'il y avait des indications que l'utilisation de la mousse anti-incendie était une source de pollution aux PFAS, les services de la Défense ont émis des restrictions quant à son utilisation en septembre 2021. Depuis lors, le remplacement de celle-ci a été initié par des mousses sans fluor.
Vu la nécessité de maintenir l'opérationnalité de nos bases aériennes et la nécessité d'une intervention par une firme spécialisée dans les installations de la Défense, ces remplacements se font par phases. Cela a déjà été fait à Beauvechain, cela le sera pour la fin de l'année à Koksijde et, début 2024, à Florennes et Kleine-Brogel.
À ce stade, aucune indication ne nous a été transmise par les autorités compétentes sur d'éventuels dépassements de la future norme de 100 nanogrammes par litre. Une analyse de l'eau potable distribuée dans la base a été demandée afin de prendre, le cas échéant, les mesures adéquates.
Je continuerai à suivre de très près la situation au sein de la Défense. Le bien-être de notre personnel et de la population a toujours constitué une priorité absolue.
15.04 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour vos précisions.
Un premier élément est à mettre en exergue: il ne semble pas y avoir de motif de préoccupation ou de danger pour la santé publique – si j'en crois votre réponse.
Je suis donc d'autant plus interpellé de savoir sur quelle base la note verte s'était appuyée, en septembre 2021, pour indiquer qu'il y avait lieu de porter une attention spécifique sur ces captages à la base de Florennes en raison d'un risque potentiel si déjà à l'époque il n'y avait pas motif à s'en inquiéter. Peut-être que les travaux menés au Parlement wallon permettront d'y voir plus clair.
Ensuite, je note que vous avez pris avec vos services les devants pour progressivement changer le matériel. Ce sera le cas à Florennes l'année prochaine.
Il est probable qu'il ne faille pas laisser la réflexion cantonnée au seul secteur militaire; tout le secteur aéroportuaire doit certainement également s'interroger.
Veillons à un échange d'informations appropriées afin d'éviter une panique inutile au sein de la population.
15.05 Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, nous savons que la révision des normes relatives au taux des PFAS est une compétence régionale. Même si les casernes sont sérieuses dans leur implication lorsqu'il s'agit de recourir à des produits contenant des PFAS, vous disposez de leviers d'action en votre qualité de ministre de la Défense. Je pense notamment à l'utilisation de mousses alternatives permettant de lutter tout aussi efficacement contre des incendies.
Des solutions existent. Faisons dès lors en sorte de les déployer le plus rapidement possible. C'est essentiel pour protéger la santé de nos militaires et rassurer la population vivant aux alentours des quartiers militaires. Par la même occasion, je rappelle que la base de Florennes est le plus gros employeur de l'arrondissement de Philippeville.
Nous voyons les efforts que vous déployez en la matière. Soyez assurée que nous serons à vos côtés pour apporter une solution à ce dossier!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, j'ai assisté ce matin, avec certains de mes collègues, à la projection des images du massacre perpétré le 7 octobre dernier par le Hamas en Israël. Comme vous le voyez, j'en suis bouleversée. Ces images sont d'une barbarie telle qu'elles nous feraient perdre foi et espoir en l'humanité, mais nous ne devons pas céder. Ce serait céder aux terroristes et nier nos propres valeurs, en particulier l'universalisme des droits humains qui nous commande de voir chaque vie humaine comme innocente et comme devant pouvoir être sauvée. Or, on le sait, la situation à Gaza est dramatique.
Les soins de santé sont aujourd'hui dispensés soit dans des hôpitaux privés d'électricité et saturés, soit dans la rue, dans les décombres des bombardements. Ce n'est évidemment pas comme cela que l'on soigne des femmes, des enfants, des vieillards grièvement blessés ou gravement brûlés et qui sont donc, aujourd'hui, littéralement entre la vie et la mort.
En vous interpellant aujourd'hui, madame la ministre, je souhaite retrouver foi et espoir en cette humanité, car nous pouvons, dès aujourd'hui, aider concrètement toutes ces victimes innocentes en mobilisant l'hôpital militaire Reine Astrid pour les accueillir et les prendre en charge, comme nous l'avions fait pour les Ukrainiens suite à l'invasion russe; comme nous l'avions fait également pour les Libanais suite à la catastrophe de l'explosion du port de Beyrouth.
Aujourd'hui, nous devons faire la même chose pour les victimes à Gaza, et c'est en cela que j'ai eu un espoir en vous entendant hier à la radio et la télévision annoncer qu'une proposition avait été émise en ce sens et qu'elle a été acceptée par votre homologue égyptien. J'aimerais donc en savoir davantage quant aux détails de cette mobilisation et, surtout, pouvez- vous nous garantir que (…).
16.02 Ludivine Dedonder, ministre: Au début du conflit, la Défense a été impliquée avec d'autres départements, comme vous le savez, pour rapatrier des ressortissants et ayants droit qui s'étaient inscrits sur le site du SPF Affaires étrangères ainsi que des citoyens européens. Au total, ce sont près de 200 personnes qui ont ainsi pu être évacuées d'Israël à la mi-octobre et de Gaza début novembre.
Je tiens dans ce cadre à souligner l'important rôle de facilitateur de notre attaché de Défense en Égypte, un rôle de facilitateur qui se poursuit alors que le gouvernement égyptien vient d'accepter l'aide proposée par notre gouvernement dans un contexte où il est probable qu'à terme, l'Égypte soit confrontée à un afflux de blessés et de réfugiés en provenance de la bande de Gaza.
Notre aide se veut interdépartementale. Elle se déclinera par la mise à disposition d'une aide humanitaire et de matériel médical pour le traitement des Palestiniens dans les hôpitaux égyptiens qui nous ont fait part de leurs besoins. Ce sont des besoins auxquels nous allons répondre et qui pourraient être acheminés par la Défense dans le cadre de B-FAST.
En lien avec les autorités égyptiennes et des pays partenaires, nous étudions également la possibilité de participer à un appui humanitaire via notamment le déploiement d'un hôpital de campagne. Notre aide pourrait aussi comprendre à moyen et plus long termes du matériel médical destiné à la reconstruction des installations sanitaires à Gaza.
En outre, l'Hôpital Militaire se tient prêt à accueillir des blessés dans son département des grands brûlés. À ce jour, aucune demande en ce sens n'a été formulée mais nous sommes prêts. En lien avec la Santé publique, nous avons aussi fait savoir que nous étions prêts à accueillir d'autres blessés dans différents hôpitaux ou installations de soins du pays. De manière générale, la Belgique reste évidemment disposée à coopérer avec toute initiative de l'Union européenne ou de l'Organisation mondiale de la Santé pour évacuer le plus grand nombre possible de victimes palestiniennes graves vers d'autres pays.
Puisque je vois que les minutes me sont comptées, je terminerai en réitérant notre appel au respect du droit international et à un cessez-le-feu immédiat.
16.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses, pour votre volontarisme et pour les mesures mises en place jusqu'ici pour évacuer les civils et pour tenter d'acheminer cette aide humanitaire qui est cruciale. Je sais que différents membres de votre gouvernement, en particulier le premier ministre et la ministre des Affaires étrangères, font ce travail de sensibilisation aujourd'hui en Israël et en Palestine.
Malheureusement – et l'usage du conditionnel dans votre réponse le démontre –, cet acheminement sera long et difficile. C'est en cela qu'il est important de pouvoir faire tout ce qui est en notre pouvoir pour qu'on soit prêt, qu'il s'agisse de l'hôpital militaire ou des autres. Aujourd'hui, chaque minute compte!
J'ai visité cet hôpital militaire en juin dernier et j'ai été très impressionnée par l'expertise qu'il a développée au fur et à mesure des catastrophes. J'ose espérer que cette expertise pourra être mobilisée au plus vite pour qu'elle puisse faire la différence aujourd'hui.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Chers collègues, madame la ministre, les 1 % les plus riches de la planète émettent autant de CO2 que les 66 % les plus pauvres, c'est-à-dire deux tiers de l'humanité. Les vrais responsables de la crise climatique sont donc les ultra-riches et les multinationales polluantes. C'est ce que nous démontre le rapport Oxfam qui a été publié cette semaine.
Si nous voulons mettre un arrêt au réchauffement climatique, nous devons absolument arrêter les investissements dans les énergies fossiles. C'est l'Agence internationale de l'énergie qui le dit dans son rapport. Ce n'est pas une opinion; il s'agit bien de science.
Nous voyons déjà aujourd'hui des victimes du changement climatique dans le monde entier, tandis que pour les géants du pétrole, c'est open bar. Exxon, BP, Total, Shell investissent aujourd'hui encore massivement dans les énergies fossiles. Pourquoi font-il cela? Ils ont fait plus de 200 milliards d'euros de bénéfices l'année passée. Tant que c'est la soif de profit qui guidera les investissements, on ne mettra pas fin à la crise du climat.
Le week-end prochain nous serons des milliers dans la rue, avec énormément de jeunes, pour dire que cela ne va plus, pour dire que cela doit s'arrêter et pour adresser un message aux responsables de la COP28.
Quand on regarde la politique du gouvernement belge, on constate que, finalement, les mesures prises consistent beaucoup à taxer les simples citoyens par des taxes carbone, que ce soit maintenant ou dans le futur, pour 2030. On le sait.
Ma question est très simple. Quand notre gouvernement mettra-t-il les multinationales polluantes devant leurs responsabilités, et s'attaquera-t-il réellement à elles?
17.02 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, j'en suis persuadé, vous comme moi faisons attention tous les jours. Je prends le train, j'essaie de manger moins de viande rouge, je diminue le chauffage, je fais des petits gestes au quotidien, comme bon nombre de nos concitoyens, pour diminuer notre empreinte carbone. Et pourquoi faisons-nous tout cela? Pour laisser une planète viable à nos enfants.
Je voudrais vraiment applaudir les petits gestes de chacun et les efforts consentis. Or, je voudrais crier, que dis-je, gueuler ma révolte quand je lis que 1 % des plus riches émettent autant de CO2 que les deux tiers de l'humanité. Je le répète, selon les chiffres d'Oxfam, 1 % des plus riches émettent la même quantité que plus de 5 milliards d'êtres humains!
Il y a là une double inégalité. Il y a d'abord l'injustice fiscale. Les ultra-riches ne contribuent pas à l'effort collectif à la hauteur de leurs revenus, de leurs moyens, de leur patrimoine. Et, de surcroît, ils sont responsables, avec leurs yachts et leurs jets privés, de cette pollution exorbitante. Plus de justice sociale est nécessaire. Pour un ménage moyen, faire des efforts pour le climat, cela coûte! Pour l'État qui doit soutenir les gens dans la transition, cela coûte aussi! Il faut absolument que vous puissiez, à l'échelle européenne et internationale, en fonction des présidences que nous allons avoir dès le mois de janvier, soutenir un impôt sur la grande fortune pour un passage vers une société plus durable, plus juste, plus sociale.
17.03 Zakia Khattabi, ministre: Le nouveau rapport d'Oxfam ne constitue en rien une surprise. Nous le savons, les crises climatique et sociale sont non seulement liées, mais de plus elles se perpétuent. Rien de neuf, en effet. Cependant, je me réjouis que cet élément essentiel à la discussion sur la transition soit à nouveau mis en avant dans le débat public. En effet, si d'aucuns s'inquiètent légitimement de l'impact de la transition, nous débattons trop peu de la réalité, de la responsabilité différenciée et des conséquences inéquitables et injustes de la crise climatique. Les moins responsables de cette crise, que ce soit à l'échelle des États ou à celle des individus, sont ceux qui en paient le plus lourd tribut.
C'est donc aussi au nom de la justice sociale que j'en appelle non seulement à ne pas transiger sur la nécessité d'une transition juste, mais également à en faire un levier de lutte contre les inégalités. Ce principe a contribué à déterminer ma position dans la discussion européenne sur le système d'échange de quotas d'émissions dans les secteurs du bâtiment et du transport, le Fonds social pour le climat et la manière dont nous devons gérer ces revenus au bénéfice des plus vulnérables. C'est également le fil conducteur de mon travail sur la transition juste dans notre pays et une priorité explicite de la présidence belge de l'Union européenne.
Permettez-moi de conclure en vous disant qu'à
mes yeux, les changements de comportement individuels ne font pas une politique
climatique de transition juste. Ils sont importants, et nous pouvons les
saluer. Toutefois, ce dont nous avons besoin, c'est de changements structurels
et structurants. Ils passent notamment par une réorientation de nos
investissements. C'est une position que je défends au sein du gouvernement.
Cela passe aussi par une sortie du fossile. Je défendrai cette position à la
COP28, car, oui, nous ne pourrons garantir une transition juste que si nous
menons de front les combats en faveur de l'égalité et la transition de nos
énergies. Je vous remercie de
votre attention.
17.04 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik heb niet echt gehoord wat u nu eigenlijk denkt van die koolstoftaks. Dat is een onderwerp dat hier op het programma staat, ook voor de toekomst. Het is duidelijk dat we er niet zullen geraken door de gewone, kleine man te doen betalen.
Vandaag is het rapport van Oxfam duidelijk: 1 % van de wereldbevolking, de rijksten, stoot evenveel uit als de 66 % armsten. De echte vervuilers zijn de ultrarijken, maar ook de multinationals. Die moeten we echt aanpakken. Het is een belangrijk thema voor de COP van volgende week.
Wat is de verantwoordelijkheid van de fossiele industrie? We moeten stoppen met investeren in de fossiele industrie. Wij zullen volgende week ook op straat staan, samen met de jongeren, om daarvoor op te komen.
17.05 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, des actions doivent être mises en œuvre d'urgence, à tous les niveaux. Nous nous sommes engagés. Le parti socialiste s'est joint à Oxfam, à des acteurs du monde universitaire et du monde syndical pour lancer une pétition pour une justice fiscale. Si nous récoltons un million de signatures en Europe, la Commission européenne devrait faire une proposition de taxation des plus riches pour financer la transition durable et sociale. Aujourd'hui, 80 % des Belges sont favorables à un impôt sur les grandes fortunes et considèrent également que des actions urgentes doivent être prises en matière de climat.
Madame la ministre, pour votre action, les feux sont au vert – une couleur que vous appréciez. Il serait bon que, demain, un millionnaire soit un milliardaire qui vient de payer ses impôts!
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18.01 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, les États membres de l'Union européenne doivent soumettre à l'exécutif européen une mise à jour de leur Plan national énergie-Climat (PNEC) 2021-2030, avec l'objectif de réduire de 55 % les émissions de CO2. Pour la Belgique, l'objectif est fixé à 47 % à l'horizon 2030 par rapport à 2005 dans les secteurs du bâtiment, des transports et de l'agriculture. La Belgique avait jusqu'au 3 novembre pour déposer son projet, le fameux PNEC belge. Cette date était déjà un report, puisque la date initiale prévue par la législation européenne était le 30 juin 2023.
Finalement, hier, votre collègue écologiste Alain Maron a annoncé qu'un premier accord sur le PNEC avait été atteint au Comité de concertation. Il s'agit d'un petit accord.
Madame la ministre, quand le PNEC belge sera-t-il formellement déposé à la Commission européenne? À quelles sanctions européennes la Belgique s'expose-t-elle par son dépôt tardif? D'autres pays européens sont-ils dans la même situation?
Dans l'accord annoncé, la Flandre souhaite atteindre une réduction de 40 % alors que Bruxelles et la Wallonie se sont engagées à réduire les émissions de 47 %.
De quelles mesures s'agit-il et de quelle ampleur seront les mesures que l'autorité fédérale pourrait prendre de manière complémentaire pour équilibrer la balance?
Il y aurait, dans tous les cas, si on n'y arrive pas, un déficit de réduction de 13,7 millions de tonnes équivalent CO2 en 2030, soit un coût potentiel de 1,2 milliard d'euros. Confirmez-vous ces chiffres?
18.02 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, hier, nous apprenions qu'un accord avait été trouvé entre les Régions et le fédéral pour soumettre notre Plan national Énergie-Climat à l'Europe. Mme Marghem vient d'en décrire les contours.
Je ne vous cacherai pas mon soulagement. En effet, depuis des mois la Flandre de la N-VA tergiverse, empêchant la Belgique d'avancer avec un accord crédible en refusant de faire siens les objectifs que l'Europe nous a assignés.
L'Europe nous a assigné une baisse de 47 % des émissions de CO2 à l'horizon 2030. Or, la Flandre continue de prétendre qu'elle ne fera pas plus que moins 40 %, laissant porter le coût des efforts aux autres Régions qui annonçaient, elles, vouloir faire leur part, mais aussi potentiellement le coût financier. Cela a été rappelé: l'effort équivaut à environ 1,2 milliard.
On peut parler d'un soulagement car, comme on a pu le lire dans la presse, un accord de principe a été annoncé. Si j'ai bien compris, il reprend en gros trois éléments.
Tout d'abord, la reconnaissance de l'objectif national d'une baisse de 47 %. Cela signifie que la Flandre devra prendre ses responsabilités pour participer à cet objectif.
Ensuite, un mécanisme de coresponsabilité. À ce sujet, madame la ministre, pourriez-vous nous en communiquer davantage?
Enfin, une réorientation des revenus ETS pour les publics les plus vulnérables. Ceux-ci sont toujours en première ligne et doivent être soutenus. On a cru comprendre que grâce aux écologistes, ils sont au cœur de l'accord atteint hier.
Je dirai une troisième fois que c'est un soulagement. En effet, le chaos climatique est de plus en plus visible et prégnant partout en Belgique. La Flandre est sous eau. Des dizaines de milliers de familles ont tout perdu ainsi que nombre d'entreprises.
Il était important que l'on montre à l'Europe et au monde – la COP commençant dans quelques jours – que la Belgique est capable de prendre ses responsabilités, d'avancer ensemble et de relever les objectifs qui sont les siens pour participer à la lutte contre le réchauffement climatique. (…)
18.03 Zakia Khattabi, ministre: Madame la présidente, mesdames, comme vous, je commencerai par dire mon soulagement, aussi au nom de la Flandre sous eau, parce que nous savons que tout ce que nous faisons aujourd'hui pour réduire nos émissions permettra aux uns et aux autres de diminuer le risque de survenue de ce genre de catastrophe.
Voici quelques semaines, le ministre Maron, qui préside aux travaux en ces matières, décidait de ne pas envoyer le texte qui était sur la table en matière de PNEC afin de poursuivre les discussions et ainsi se donner des chances d'aboutir à des décisions qui placent les fondations d'un futur accord "Burden Sharing" crédible et acceptable pour tous. Cela, c'est chose faite.
Madame de Laveleye, vous l'avez rappelé, le fédéral, la Flandre, la Wallonie et Bruxelles reconnaissent enfin l'objectif européen de moins 47 % dans le secteur non ETS d'ici 2030 par rapport à 2005 pour la Belgique et décident donc, en effet, d'envoyer à la Commission européenne l'ébauche du PNEC. C'est important car cet accord nous engage tous. S'agissant du calendrier, nous attendons une première réaction de la Commission aux environs d'avril/mai et nous devrons déposer le plan définitif en juin 2024.
Il y a également un accord sur un mécanisme de
coresponsabilité financière visant la ou les entités qui, par leur manque d'ambition ou d'action effectif,
serai(en)t responsable(s) d'une éventuelle non-atteinte de l'objectif belge de
moins 47 %.
En outre, il
y a un accord sur le fait que les recettes de ce futur mécanisme ETS2, en
vigueur à partir de 2027, seront utilisées par une ou plusieurs entités avec
une attention toute particulière pour les publics les plus fragiles dans une
logique de transition juste. C'est ce que l'on retrouve dans l'accord fédéral
Vivaldi sous le vocable de "bonus climat".
Ces éléments sont importants. Ils représentaient des points d'achoppement lors de chacune de nos réunions. Tant que la Flandre ne reconnaissait pas cet objectif européen ou même le mécanisme de responsabilité, aucune discussion et aucun accord n'étaient possibles.
Dans cet accord, madame Marghem, le fédéral prend plus que sa part. Outre son engagement à prendre des mesures permettant une réduction de 25 millions de tonnes d'émissions supplémentaire, il s'engage aussi à prendre sa part dans le mécanisme de responsabilité, mais cela fera l'objet de discussions futures.
Cet accord est en effet un pas dans la bonne direction. Mais ce n'est qu'un pas. C'est un préalable fondamental à la conclusion d'un accord crédible mais ce n'est qu'un pas. Pour moi, l'envoi du PNEC n'était pas une fin en soi. Je n'ai donc aucun doute sur le fait que la Commission nous fera un certain nombre de remarques, comme l'habituelle critique sur le manque d'intégration, critique que je partage. Je ne manquerai donc pas de faire des remarques que la Commission nous adressera des opportunités et des leviers pour renforcer le plan national énergie climat.
J'en viens à votre question sur les sanctions. La Commission a ouvert tout récemment une procédure d'infraction. Nous allons l'envoyer aux TEC et nous verrons si la procédure d'infraction s'éteint. Je vous confirme le chiffre de 1,2 milliard. C'est moi qui l'ai amené dans le débat public. J'avais effectivement à l'époque déjà dit que nous ne ferions pas payer cela à l'ensemble des Belges mais que nous contribuerions à un mécanisme de solidarité à concurrence de l'effort que les Régions seront capables de faire. Je le dis: le fédéral prend sa part et en fait même largement plus. Je vous remercie.
18.04 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse, même si celle-ci ne me rassure pas du tout. Quand les écologistes sont présents à tous les étages de notre État sauf sur le territoire flamand en ce qui concerne la matière que nous traitons aujourd'hui, les choses subitement déraillent dans le calendrier. Et, quand vous êtes aux responsabilités, c'est beaucoup moins grave par rapport au calendrier de rentrer des textes fondamentaux protecteurs de l'environnement à l'égard de la Commission européenne. On parle d'une procédure de sanction. Ce n'est pas grave. On dit qu'on a un accord de principe. On n'a pas de détail et on va malgré tout aller à la COP sans accord concret. Tout cela me semble problématique.
Si j'ai un seul conseil à vous donner, essayez de travailler beaucoup plus avec tous vos collègues pour pouvoir rendre votre travail quand vous devez le faire afin d'éviter à la Belgique des sanctions inutiles car nous avons besoin de nos moyens pour lutter contre les catastrophes environnementales.
18.05 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse et votre détermination à porter le PNEC le plus ambitieux possible dans lequel chacun fait sa part. Je vais réagir à ce que je viens d'entendre. Oui, on aurait pu remettre un PNEC à temps qui n'était pas à la hauteur des ambitions que l'Europe nous demande et qu'en tant qu'êtres humains, on veut s'assigner. Remettre un mauvais PNEC, tout le monde sait le faire. Madame Marghem, je pense effectivement qu'à l'époque, vous nous avez montré comment on pouvait remettre un PNEC qui n'était pas à la hauteur de nos ambitions.
(Applaudissements)
Alors, je vous suis quand vous dites que nous devons prendre le temps qu'il faut pour remettre un PNEC qui soit à la hauteur et qui soit protecteur pour les Belges, les Européens et notre humanité en général. Je ne pense pas que je doive rappeler que, la semaine dernière, nous avons déjà dépassé le seuil des deux degrés d'augmentation de la température à l'échelle mondiale. C'est une catastrophe et on est en plein dedans. On ne négocie pas avec le climat!
Et, quand j'entends Mme Demir dire que la Flandre fait ce qu'elle veut, non, la Flandre ne fait pas ce qu'elle veut! C'est d'un cynisme (…)
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, klacht na klacht na klacht wordt bij de ombudsman Energie ingediend. Dat is niet onlogisch, want wie begrijpt er nog iets van zijn energiefactuur? Gelet op dat recordaantal klachten in 2023 deed de ombudsman een oproep voor meer transparante en duidelijkere energiefacturen. Collega's, stelt u zich ooit de vraag waarom onze energiefacturen zo ontzettend complex zijn? Het antwoord is simpel. Dat is omdat de energieleveranciers baat hebben bij complexiteit, die het gevolg is van hun doelbewuste keuzes. Dat maakt dat het vandaag bijzonder moeilijk is om de energiefacturen te vergelijken, wat dure facturen nog meer in de hand werkt.
Dat wordt bevestigd in een studie van de CREG. 5 % van onze gezinnen kan vandaag profiteren van de goedkoopste contracten van de markt. De overige 95 % betaalt te veel. Dat is slecht voor onze koopkracht en beantwoordt niet wat ons met de vrijgemaakte energiemarkt altijd was beloofd, namelijk veel concurrentie en lage facturen.
Mevrouw de minister, ik kan dan ook niet anders dan vaststellen dat uw aanpak vandaag ontoereikend is. Ik heb daarom een aantal heel concrete voorstellen gedaan. Men kan bijvoorbeeld een QR-code op de energiefactuur verplicht maken, code waarmee de consument direct kan zien wat zijn of haar verbruik is en wat de tarieven zijn, wat het de consument vergemakkelijkt om prijzen te vergelijken. Of nog, het voorblad van de energiefactuur is voor alle maatschappijen in het land gelijk. Ook dat vergemakkelijkt vergelijkingen. Er komen best ook heel duidelijke afspraken over de termijnen, onder andere de verjaringstermijn. Daarnaast moet een eindfactuur eenmaal per jaar mogelijk zijn. Dat alles zou in een wet moeten worden opgenomen en dan kan erover worden gewaakt dat die verplichtingen ook worden nageleefd. Vooruit is van mening dat een sterke overheid de mensen beschermt.
Mevrouw de minister, mijn enige vraag voor u vandaag is dus de volgende. Wat mogen wij de komende zes maanden nog van u verwachten om de problematiek van de onduidelijke facturen aan te pakken?
19.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Verduyckt, eerst en vooral wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om het fenomenaal werk van onze ombudsdienst te loven. De ombudsdienst werd inderdaad geconfronteerd met een enorme klachtenstroom, wat u niet onlogisch noemt. Er zijn inderdaad – ik lees daarover en word daarop geattendeerd – nog steeds facturatieproblemen door het informaticasysteem in de gewesten dat moeite heeft met de basispakketten die wij hebben afgekondigd. Met een klein team heeft de ombudsdienst zeer veel werk verzet. We hebben trouwens zijn budget verhoogd, opdat hij de klachten voldoende het hoofd zou kunnen bieden. Een consument die geconfronteerd wordt met een onduidelijke factuur en vragen heeft over de juistheid ervan, moet bij een sterke ombudsdienst terechtkunnen.
Ik ben het met u eens dat er op het vlak van transparantie nog wel verbetering nodig is. Daar heeft het Parlement al een stevige bijdrage toe geleverd. Ik verwijs naar het voorstel van resolutie van mevrouw Dierick, dat resulteerde in de vastlegging van minimumvereisten voor de facturen, en naar het voorstel van onder andere mevrouw Buyst over de invoeging van een QR-code.
Ik heb in het Parlement over de fracties heen altijd een coalitie gezien om de consument te beschermen, principe waarop voorstellen van u, van mevrouw Dierick en van mevrouw Buyst gestoeld waren. Welnu, al die voorstellen – ik herhaal wat ik twee weken geleden al bij de bespreking van mijn beleidsnota heb gezegd – kunnen op mijn steun rekenen. U vindt in mij de komende zes maanden een partner om die voorstellen te realiseren; ik zal instaan voor de implementatie.
Wij gaan ook nog het engagement aan om de CREG-scan te verbeteren. We zullen in de nodige wettelijke bakens voorzien, zodat dat echt een effectief vergelijkingsinstrument wordt.
Als u de resterende zes maanden van deze legislatuur gebruikt voor wetgevend werk in het Parlement, dan zal ik met heel veel plezier samenwerken. Het verleden heeft al aangetoond dat Parlement en regering elkaar kunnen versterken.
19.03 Kris Verduyckt (Vooruit): Dank u wel, mevrouw de minister. Vooreerst ben ik blij dat u het probleem erkent, maar ik ben niet volledig gerustgesteld. U hebt gezegd dat we goed moeten samenwerken. Dat klopt en dat hebben we de afgelopen jaren altijd goed gedaan. Vandaag hebt u echter weinig concreets gezegd wat dat namens de regering zou kunnen betekenen en ik weet niet waarom. Is het omdat het te moeilijk is?
Het enige wat ik te moeilijk vind, zijn energiefacturen die de mensen niet begrijpen, waardoor zij te lang dure contracten aanhouden. Wij Kamerleden kunnen ingrijpen, maar dat kunt u als minister ook. Het probleem is dat de complexiteit de mensen boos en cynisch maakt en zorgt voor tal van klachten bij de ombudsman, die zeer goed werk levert. U kunt op ons rekenen, maar wij rekenen ook op u om hiervan werk te maken, want we moeten nog veel stappen vooruit zetten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Ceci clôture la session des questions orales.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur, mevrouw Platteau, verwijst naar het schriftelijk verslag.
20.01 Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, tijdens uw toelichting bij dit wetsontwerp in de commissie begon u met te zeggen dat het een compromis is. Uw lichaamstaal sprak op dat moment boekdelen: u was duidelijk ook niet blij. De N-VA deelt uw mening dat dit wetsontwerp inderdaad geen ingrijpende veranderingen bevat, maar vooral beperkte ingrepen inhoudt. Dat is een meer dan gemiste kans. De tekst is volgens u het resultaat van een evenwichtsoefening die gemaakt werd met de steden en gemeenten en alle andere stakeholders. Het is dus een compromis waarmee enerzijds zoveel mogelijk lokale autonomie bij de steden en gemeenten wordt gelegd en er anderzijds geen drastische hervormingen werden ingevoerd.
Het gekke is dat heel wat meerderheidspartijen hier ook niet tevreden mee waren. De PS merkte fijntjes op dat dit wetsontwerp absoluut geen revolutie zal teweegbrengen. De MR zei dan weer dat er andere aanpassingen en verbeteringen hadden kunnen worden overwogen om de doelstelling van de GAS-wetgeving, namelijk een lik-op-stukbeleid en het kordaat aanpakken van overlast, te bereiken. Ze vroegen zich dan ook af waarom de andere maatregelen waarop vele actoren in het veld aandrongen achterwege bleven. Ze gaven als voorbeeld de uitbreiding van de gemengde inbreuken met afzetterij en openbare dronkenschap. Ze vroegen zich verder af waarom het maximumbedrag van de administratieve geldboete voor minderjarigen niet was verhoogd. Hun besluit was bijgevolg dat het wetsontwerp mager was uitgevallen. Dat verwonderde hen, want een doortastende aanpak droeg hun voorkeur weg. Ze zullen opnieuw een eigen wetsvoorstel indienen om aanpassingen aan te brengen en hier een effectief instrument van te maken. Wij kijken daar alvast naar uit.
Niet alleen de PS en de MR hebben echter kritiek geuit, ook cd&v en de Open Vld deden dat. De voorstellen van cd&v om afzetterij en bedrog en het bezit van verdovende middelen toe te voegen aan de lijst van gemengde inbreuken haalden het niet. Cd&v was tevens voorstander van de verhoging van de boetegrens voor minderjarigen, die het ook niet heeft gehaald in uw wetsontwerp. Open Vld sloot zich aan bij de kritieken van de MR en cd&v en zag dit daarenboven weer als een gemiste kans om doortastender te werk te gaan. Ons inziens werden enkel de groenen hier echt blij van. Kortom, het is een wetsontwerp dat ook voor vele meerderheidspartijen een ware ontgoocheling bleek.
Als N-VA zijn we natuurlijk ook deels ontgoocheld, maar er zijn ook goede dingen. We zijn daar ook altijd eerlijk over en geven dat graag mee. Het is bijvoorbeeld goed dat de GAS-wet in overeenstemming wordt gebracht met de nieuwe regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens. Fundamenteel wijzigt er echter jammer genoeg niets.
De wetswijziging was natuurlijk ook noodzakelijk om gevolg te geven aan het arrest van het Grondwettelijk Hof. Dat arrest dateert van april 2020, ondertussen al drie jaar geleden.
Naar onze mening zet de minister het arrest zelfs niet volledig om. Wij hebben daar al over gesproken in de commissie.
Een aantal wijzigingen, waarvan enkele ook in ons eigen wetsvoorstel stonden, kan natuurlijk wel op onze steun rekenen, namelijk de mogelijkheid om administratieve sancties op te leggen bij gemengde inbreuken, de uitbreiding van de lijst van gemengde inbreuken met de vergunningsplicht voor nacht- en telecomwinkels – die volgens ons echter lang niet ver genoeg gaat, het feit dat de GAS-vaststellers toegang krijgen tot bepaalde persoonsgegevens van de overtreder in het Rijksregister en de Kruispuntbank van de voertuigen, de bijzondere bewijswaarde die wordt gehecht aan de pv's houdende vaststelling van inbreuken op stilstaan en parkeren, het feit dat de sanctionerende ambtenaren aan zowel politionele als andere vaststellers bijkomende informatie kunnen vragen, wat ook nog niet kon, het feit dat gepenaliseerde parkeerovertredingen via een versnelde procedure kunnen worden afgehandeld, de uitbreiding van de overtredingen in fietszones, de verbeterde rechten van de slachtoffers in de GAS-procedure door hen beter te informeren en de tegemoetkoming aan de stijgende trend van digitalisering.
Daar blijft het echter bij. Zoals ik reeds zei, gaat het wetsontwerp niet in op de wensen van twee Vlaamse coalitiepartners, cd&v en Open Vld. Bewakingsagenten in dienst van vergunde bewakingsondernemingen worden niet toegevoegd aan de categorieën van personen die dergelijke inbreuken kunnen vaststellen. Dat is ook hier pech voor Open Vld. De boetegrens van de GAS voor meerderjarigen wordt verhoogd, zodat die kan worden aangepast aan de aard van de feiten en eventuele herhaling. De grens wordt opgetrokken van 350 tot 500 euro, maar het maximumbedrag wordt wel gekoppeld aan een soort herhalingssysteem en de noodzaak van motivering. De praktijk zal moeten uitwijzen in hoeverre die motivering exact zal moeten worden toegelicht.
Spijtig genoeg wordt het maximumbedrag voor minderjarigen niet gewijzigd, net als het aantal uren gemeenschapswacht, en er zijn ook geen nieuwe bepalingen over identiteitskaarten, waardoor de GAS-vaststellers nog steeds assistentie nodig hebben van de politie. Dat is ontzettend jammer.
Wij herinneren u dan ook heel graag aan ons eigen wetsvoorstel dat de vivaldiregering mooi heeft weggestemd door de truc van artikel 1 toe te passen. Wij kennen die ondertussen en hebben daarom heel wat amendementen ingediend. Daarin vragen wij een verdere uitbreiding van de lijst van gemengde inbreuken met vandalisme, openbare dronkenschap en uitbating zonder de nodige vergunning. In de praktijk zien wij dat bijvoorbeeld een uitbating zonder de nodige vergunning strafrechtelijk zelden wordt vervolgd. Vaak blijft dat dode letter en daarom is het belangrijk om zoiets toch administratief te kunnen afhandelen. Hetzelfde geldt voor openbare dronkenschap, een vorm van overlast die het best op het lokaal niveau wordt bestraft, waar de overlast effectief plaatsvindt.
We hadden ook graag de verhoging van de maximale boetegrens voor minderjarigen tot 250 euro gezien en een uitbreiding van de gemeenschapsdienst voor iedereen. Voor meerderjarigen trekken we die op van 30 tot 50 uur en voor minderjarigen van 15 tot 25 uur.
In een ander amendement dat we hadden ingediend vroegen we een langere termijn voor het plaatsverbod. We zien immers dat dit vandaag in de praktijk heel weinig wordt toegepast en we wilden toch een maximumtermijn van drie maanden, om daarmee de vakantieperiode te kunnen overbruggen, gelet op de problematiek die zich voordoet in de recreatiezones.
Ook hadden we de takenbevoegdheid graag uitgebreid gezien naar de niet-politionele vaststellers. Vandaag bevindt de takenbevoegdheid zich voornamelijk bij de politie, wat soms voor praktische problemen zorgt, waarbij de GAS-vaststeller bijvoorbeeld de politie moet bellen om een voertuig te kunnen takelen. Het zou handiger zijn mocht dat sneller kunnen, waardoor onveilige situaties sneller zouden kunnen worden opgelost.
Zoals u weet, werden onze amendementen echter netjes weggestemd, terwijl ze toch een goede oplossing zouden zijn geweest. U kunt dus begrijpen dat we de tekst zoals die voorligt niet kunnen goedkeuren en we ons dan ook zullen onthouden.
20.02 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega's, wij zijn wel blij met deze bijsturing van de GAS-wetgeving.
Collega Goethals heeft al een aantal zaken aangehaald dat wordt aangepast, bijvoorbeeld de opleidingsvereiste voor de GAS-vaststellers. Er komen ook extra GAS-boetes voor een aantal verkeersinbreuken. De mogelijkheid van boetes tot 500 euro bestaat voor recidivisten.
Belangrijk was voor ons wel dat het maximale boetebedrag voor minderjarigen niet gewijzigd werd. Het blijft 175 euro. Ook de beschermingsmechanismen voor minderjarigen blijven bestaan, zoals het verplichte aanbod tot bemiddeling en de procedure van ouderlijke betrokkenheid.
Onze fractie is altijd een koele minnaar geweest van GAS-boetes. Wij hebben daar goede redenen voor. Er waren in het verleden al verschillende adviezen, onder andere van het FIRM en van het College van procureurs-generaal die waarschuwden dat de GAS-wetgeving niet te veel uitgebreid mag worden met gemengde inbreuken. Het FIRM wijst erop dat in een strafrechtelijke procedure steeds het vermoeden van onschuld geldt en dat de bewijslast bij de vervolgende instantie wordt gelegd. Daar zijn dus meer waarborgen dan in een administratieve procedure.
Het College van procureurs-generaal was kritisch ten opzichte van een uitbreiding van het GAS-instrument met gemengde inbreuken. Het College wijst erop dat een straf binnen een gerechtelijke procedure niet enkel een sanctie is, maar ook andere doelstellingen kan nastreven. Het College stelt in zijn advies dan ook dat het de gerechtelijke overheden toekomt gerechtelijke feiten en fenomenen als recidive af te handelen binnen een globale aanpak, wat bij de toepassing van de GAS-wetgeving geen vanzelfsprekende zaak is.
Mevrouw de minister, de GAS-wetgeving werd ooit ingevoerd om bij overlast kort op de bal te kunnen spelen zodat gemeenten een gedragsverandering teweeg kunnen brengen. In die zin is het steeds belangrijker dat er wordt ingezet op bemiddeling. Ik meen dat die misschien meer effect kan hebben dan enkel het betalen van een boete.
Ik stel alleen vast dat we nog maar weinig echt onderzoek of kennis hebben van de effectiviteit van zo’n GAS-instrument en van het GAS-beleid dat ook heel erg kan verschillen van gemeente tot gemeente. We hebben wel de vijfjaarlijkse evaluatie waarbij gemeenten op heel vrijwillige basis gegevens kunnen aanleveren waarmee analyses kunnen gebeuren, maar eigenlijk is er geen globaal overzicht van hoe gemeenten de GAS-wetgeving toepassen, in welke mate zij wel of niet bemiddeling inzetten, op welke manier ze dat doen, wat de impact is van GAS op de overlast enzovoort. Ik pleit er dus toch voor om te bekijken hoe we dit beter kunnen opvolgen en beter kunnen analyseren.
20.03 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, met de invoering van de wet van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties deed een nieuw instrument zijn intrede in de Belgische rechtsorde. Enerzijds moest die wet een oplossing aanreiken om openbare overlast en vormen van openbare ordeverstoring tegen te gaan. Het doel van die wet was om gemeenten door de invoering van administratieve sancties in de mogelijkheid te stellen vlugger en krachtdadiger op te treden tegen allerlei vormen van overlast en kleine criminaliteit, zonder daarbij afhankelijk te zijn van het parket en de rechtbanken. De gemeenten kregen op deze manier meer armslag om overlast te bestrijden. Men wilde daarnaast een gevoel van straffeloosheid bij de bevolking vermijden. Anderzijds had de wet tot doel de werklast bij de parketten te verminderen opdat zij hun capaciteit en middelen zouden kunnen besteden aan andere vormen van criminaliteit.
Intussen zijn we een kwarteeuw later en is de GAS-wetgeving op diverse momenten uitgebreid, recent nog met de invoering van de GAS 5-wetgeving die gemeenten nu in staat stelt om snelheidsovertredingen tot 20 km/uur zelf te bestraffen.
Het nut van de GAS-wetgeving kan niet worden ontkend. Het geeft lokale besturen de kans zelf een deel van het handhavingsbeleid tegen overlast in handen te nemen. We moeten echter onderstrepen dat deze wet er enkel kwam omdat Justitie er niet in slaagde de kleine overlast te vervolgen. Justitie faalde en met de GAS-wet moest dat falen gecompenseerd en misschien zelfs gecamoufleerd worden.
Principieel is het Vlaams Belang van mening dat misdrijven van groot tot klein bij voorkeur een gerechtelijke afhandeling moeten krijgen. Het GAS-systeem breidt zich uit naarmate het aantal misdrijven die het parket niet meer wil of kan vervolgen, toeneemt. Met die evolutie ontstond een parallel administratief bestraffingssysteem dat zich ontwikkelt los van het strafrecht. Noch Justitie, noch de politiek heeft een duidelijk zicht op dit systeem en de rechtsonderhorige kent een zeer beperkte bescherming die nauwelijks een recht op verdediging kan worden genoemd.
In sommige gerechtelijke arrondissementen heeft het parket een lijst opgemaakt van zaken die ze niet meer vervolgt. De procureur des Konings verzoekt de gemeente dit in zijn plaats te doen. Er is echter geen enkele verplichting voor de gemeente om dit te doen. Zij krijgen daarin autonomie, waardoor er de facto een ongelijke behandeling van burgers kan ontstaan en er een rechtssysteem met meerdere snelheden ontstaat.
Ik wil een aantal concrete punten aanhalen om toe te lichten waarom onze fractie zich zal onthouden. Wanneer men dit GAS-systeem hanteert, zorg er dan voor dat het werkzaam en consequent is. Dat men de maximumstraf tot 500 euro wil verhogen, is begrijpelijk. Dat men dit weigert te verhogen voor minderjaren is vooral een politieke knieval voor linkse partijen. Nadelig is ook dat de strafrechter kan variëren in de hoogte van de gerechtelijke boete. De sanctionerende ambtenaar krijgt die mogelijkheid niet.
De focus op bemiddelen blijft vreemd. Naar schatting 90 % van de GAS-boetes heeft betrekking op parkeerovertredingen, waarvoor geen bemiddeling bestaat. In nauwelijks 1 % van de gevallen van gemengde inbreuken kunnen slachtoffers worden geïdentificeerd. Waar in gerechtelijke zaken bij bemiddeling de toestemming van het slachtoffer vereist is, meent men dat dit in het GAS-systeem niet nodig is. Dat is inconsequent en weinig respectvol tegenover de slachtoffers. Bemiddeling in strafzaken hoort volgens ons op het niveau van het parket thuis, niet in een alternatief sanctionerend administratief systeem.
Een ander problematisch punt is dat met artikel 27 van dit wetsontwerp de diplomavereiste voor gemeenschapswachten wordt verlaagd. Dat is duidelijk een maatregel voor jobcreatie. Het Vlaams Belang eist dat er een bepaald niveau van opleiding nodig is voor mensen die een proces-verbaal mogen opstellen en die daarvoor toegang tot het Rijksregister krijgen.
Een gemiste kans is ook dat er geen overzichtelijk systeem van de registratie van de GAS-boetes komt. Er bestaat vandaag geen duidelijke rapportage over. Elke vorm van ernstige evaluatie is hiermee uitgesloten. Justitie kan dus op geen enkele manier zien of een verdachte al eerder GAS-inbreuken heeft gepleegd. Volgens de minister zal de registratieplicht de administratieve rompslomp voor de gemeente danig verzwaren. Zij acht het verkieselijk vertrouwen te hebben in de gemeentelijke instanties.
Inbreuken betreffende het plaatsverbod mogen ook nog enkel door agenten worden vastgesteld, maar het blijft bij slechts één maand.
Tot besluit, enkele van de ingediende amendementen krijgen de steun van onze fractie, omdat ze tegemoetkomen aan bepaalde van onze bezwaren, maar bij de stemming over het geheel van het voorliggend wetsontwerp zullen wij ons onthouden.
20.04 Philippe Pivin (MR): Madame la ministre, chers collègues, nous avons pu discuter longuement en commission de ce projet de loi important pour la sécurité publique, qui concerne un levier d'action très concret pour les pouvoirs locaux. Les sanctions administratives communales visent ce qu'on appelle communément les incivilités. Ce sont ces infractions qui troublent la vie sociale, qui détériorent l'espace public et, souvent aussi, les biens.
Elles trouvent leur origine légale en 1999, dans la nouvelle loi communale, et puis, plus précisément, en 2014 avec la loi fédérale qui est l'objet de votre projet. Il était donc largement temps d'évaluer en profondeur cette législation, ce qui a été fait. Des auditions ont été réalisées, des rapports chiffrés ont été produits, et de nombreux témoignages d'experts et d'acteurs de terrain ont pu être recueillis pour nous donner des pistes d'amélioration. Des pistes pour simplifier leur travail, pour rendre plus efficaces les procédures et pour, d'une part, garantir le travail de prévention et aussi de protection de la jeunesse et, d'autre part, assurer une sanction effective pour lutter contre une impunité trop souvent constatée. Cette impunité est néfaste pour la collectivité et la cohésion sociale, mais est aussi un bien mauvais service rendu aux auteurs de ces infractions, souvent de peu de gravité, parce qu'ouvrant la porte vers une délinquance plus dure et d'ailleurs avérée de plus en plus tôt.
Le groupe MR attendait donc une révision en profondeur de cette loi de 2014, d'autant que nous avions déposé en 2022 une proposition de loi relativement ambitieuse et que tous les avis et expertises recueillis pouvaient guider le travail de réflexion menant au projet sur bien des points. Ainsi, sur l'indexation des plafonds d'amendes pour les majeurs, mais aussi pour les mineurs; sur la création de nouvelles alternatives aux amendes; sur l'harmonisation territoriale du dispositif par arrondissement judiciaire; sur la valorisation de la place de la victime dans les procédures de médiation; sur l'extension possible de certaines infractions mixtes; sur l'élargissement des possibilités de perceptions immédiates; sur la valorisation de la fonction de médiateur; sur le caractère obligatoire de l'implication parentale; sur l'uniformisation de l'âge dès lequel une sanction administrative communale (SAC) peut être décidée. Sur bien des sujets concrets, donc. Et pourtant, il n'en fut rien.
Alors, ce projet de loi qui nous est présenté n'est certainement pas un mauvais texte. Il simplifie la désignation des agents constatateurs, reconnaît l'expérience professionnelle des gardiens de la paix, met à niveau les obligations en matière de protection des données à caractère privé et simplifie enfin les constatations de certaines infractions de roulage. J'ai dit "enfin", parce qu'il se limite quasiment à cela. Du reste, l'introduction du texte est claire, et je vais la relire: "Il ne s'agit pas de changements majeurs, mais de modifications plus limitées." Durant nos discussions, madame la ministre, vous aviez clairement indiqué que le projet était un compromis. En effet, c'en est un sur presque tout. Dès lors, très peu de dispositions légales sont en réalité modifiées et améliorées.
Bien sûr – j'ai pu le dire d'emblée en commission au nom du groupe MR –, nous soutiendrons ce texte. En effet, je le répète, les dispositions qu'il prévoit sont bonnes. Mais, au regard des ambitions espérées, si nous considérons les auditions d'experts; les rapports d'évaluation depuis plusieurs années; les avis des associations de communes, du Collège des procureurs généraux, d'Avocats.be et de la CPPL, nous constatons que rien de cela ne voit le jour à travers ce texte. Alors, nous n'allons pas vivre de regrets, madame la ministre. Cependant, il faudra nécessairement poursuivre et compléter ce travail de réforme et de modernisation de la législation en question. C'est une évidence. Je vous remercie.
20.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, le PTB est toujours monté au front pour s'opposer aux sanctions administratives communales (SAC) – que ce soit à la Chambre ou dans les communes, où ces sanctions sont appliquées. Bref, notre opposition ne surprendra pas les collègues.
Pour le dire simplement, les SAC sont ces amendes infligées par une commune, sans passage devant un tribunal, pour toutes sortes de comportements jugés répréhensibles, qualifiés d'incivilités.
Quand on lit les règlements communaux qui fixent ces incivilités, on trouve des choses très diverses. Ainsi, on peut recevoir une SAC pour le fait d'effrayer des passants, de jouer au ballon dans la rue, de stocker des déchets en vue de les recycler, de sonner aux portes, de s'asseoir sur le dossier d'un banc public, de lancer des boules de neige. Dans ma commune à Anderlecht, on peut recevoir une sanction administrative pour un graffiti dessiné à l'aide d'un nettoyeur haute pression, c'est-à-dire pour des traces de propre. Quand on passe cet outil sur le trottoir et qu'il devient propre, ces traces-là peuvent être punies par une sanction administrative communale. On peut aussi en recevoir une pour avoir secoué un tapis par la fenêtre.
Encore récemment, nous recevions une plainte d'un particulier qui avait reçu 350 euros d'amende pour avoir laissé quelques mauvaises herbes sur son trottoir. C'était 350 euros pour quelques herbes non arrachées; pas une victime, aucun préjudice pour la commune. Pendant ce temps, on casse nos voitures sur des routes mal entretenues. Mais pour cela, les gouvernements responsables ne reçoivent aucune sanction pour négligence; par contre, c'est 350 euros pour des mauvaises herbes.
Dans certains cas, les SAC ont été utilisées pour sanctionner l'usage de droits démocratique. L'institut fédéral des droits humains dénonce ainsi qu'à de nombreuses reprises, les SAC ont été utilisées pour restreindre la liberté d'expression, d'association, de manifestation, ainsi que le droit de grève. Trois exemples: des manifestations syndicales pendant la période covid ont été l'objet de SAC, dont certaines furent d'ailleurs annulées en appel par le tribunal de police. Certaines communes ont sanctionné la distribution de tracts. Certaines communes ont sanctionné des critiques de la police formulées sur un site internet. Nous sommes donc face à un dispositif fondamentalement liberticide à double titre.
D'abord, il permet de sanctionner des micro-comportements qui, auparavant, ne seraient jamais arrivés devant un tribunal, car trop peu importants ou relevant simplement de l'exercice d'une liberté. On instaure alors une répression de tout et de n'importe quoi.
Deuxièmement, ces comportements sont sanctionnés par une autorité administrative et non pas par un tribunal, ce qui n'apporte pas la même garantie au niveau de la procédure ni de l'indépendance, et viole la séparation des pouvoirs.
Face à ces faits punis de sanctions administratives communales (SAC), il n'y a que deux attitudes possibles: soit on estime que ces comportements ne sont en majorité pas punissables et qu'il faut y répondre par d'autres moyens sociaux comme la prévention, de sorte qu'il n'est pas utile de les sanctionner par un fonctionnaire ou un tribunal, soit on estime que certains comportements constituent malgré tout une forme de petite délinquance – on pourrait penser à un dépôt d'immondices par exemple –, auquel cas il appartient au tribunal de juger, avec toutes les garanties qu'il peut offrir. Dans les deux cas, les SAC n'ont pas lieu d'être.
L'argument souvent invoqué pour justifier les SAC est le manque de moyens dont dispose la Justice pour traiter les dossiers. La solution ici n'est pas de créer un système tel que les SAC, qui peut présenter des aspects liberticides, mais bien de concentrer la justice sur les priorités, avec les moyens suffisants et nécessaires. Récemment, d'ailleurs, le parquet de Bruxelles, par manque de magistrats, a annoncé vouloir renvoyer aux communes les affaires de coups et blessures. Dès lors, demain à Bruxelles, si vous vous faites agresser en rue, le dossier sera renvoyé à un fonctionnaire communal qui ne peut pas imposer une indemnisation pour la victime et ne peut que prononcer une amende maximale de 500 euros.
Ce n'est pas normal! Ces dossiers ont leur place devant un tribunal, et s'il n'y a pas suffisamment de moyens pour les traiter, il faut prévoir ces moyens et non pas contourner la justice. Dans les deux cas, le mécanisme des SAC doit être aboli: il est liberticide, il envoie un mauvais signal aux acteurs et victimes d'actes réellement graves qui devraient être réservés au pouvoir judiciaire, il entraîne la pénalisation de comportements qui n'auraient jamais été punis en temps normal et constitue une violation de la séparation des pouvoirs.
Les SAC sont également discriminatoires car elles s'appliquent de façon disproportionnée aux classes populaires et aux jeunes, comme nous avons pu notamment le voir pendant la crise sanitaire. Nous avons donc déposé une proposition de loi pour supprimer ce système. Malheureusement, le gouvernement, avec votre projet, madame la ministre, a choisi d'aller dans l'autre direction et de renforcer ce système en augmentant les amendes pour les majeurs. Le montant maximal de l'amende passe ainsi de 350 euros à 500 euros.
Peut-être que, demain, celui qui aura à plusieurs reprises oublié de désherber son trottoir devra payer 500 euros au lieu de 350 euros. Il est difficile de ne pas penser que le but est tout simplement de faire rentrer de l'argent dans les caisses à un moment où les communes manquent de financement. Pour que le fédéral se dédouane de ce financement, on augmente les tarifs pour les SAC.
En outre, le projet ne change pas le fait que les sanctions administratives communales peuvent être appliquées à des jeunes à partir de 14 ans. La société civile demande pourtant explicitement que les SAC ne puissent plus s'appliquer aux mineurs. C'est le cas de la Liga, du Forum des Jeunes mais également de l'Institut fédéral des droits humains. Les conventions internationales nous imposent de privilégier l'intervention des services sociaux pour les mineurs et pas celle d'autorités administratives. Au regard de ces principes, le comité des droits de l'enfant a jugé que l'application des SAC aux mineurs était incompatible avec la convention des droits de l'enfant. Pourtant, on va la voter dans ce texte.
Dans les cas où les mineurs doivent être poursuivis et sanctionnés, cela doit se faire devant des juridictions judiciaires spécialisées et pas devant des autorités administratives, pas par des amendes qui aggravent encore la situation des plus précaires.
En conclusion, nous ne soutiendrons pas ce texte. Nous répétons notre intention d'en finir avec ce système de SAC qui est contraire à la séparation des pouvoirs et injuste. Certains amendements proposent d'élargir les sanctions administratives communales en y incluant le sexisme dans l'espace public. Nous sommes tout à fait d'accord qu'il faille lutter contre le sexisme dans l'espace public. Cet espace appartient à tout le monde et les femmes doivent s'y sentir en sécurité mais nous ne pensons pas qu'il revienne aux communes de rechercher et de sanctionner ces infractions qui peuvent déjà être poursuivies et punies par des tribunaux. Il a été décidé dans la loi de 2014 contre le sexisme de punir ces comportements par la loi pénale avec des peines d'amende et d'emprisonnement pour les cas les plus graves. Là encore, si la justice n'est pas en mesure de suivre, il ne faut pas compenser en confiant cela aux communes. Il faut donner les moyens nécessaires pour lutter contre ces faits.
Chers collègues, vous l'aurez compris, nous voterons contre ce projet.
20.06 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, nous avons eu de très longues discussions en commission au sujet de ce projet de loi relatif aux sanctions administratives communales.
Ce texte aurait pu être une avancée par rapport à de nombreuses demandes formulées à divers égards. Or, ce projet de loi est un texte ad minima. Il parait évident, madame la ministre, que vous n'avez pas souhaité de débat politique puisque vous n'abordez que des sujets peu sensibles et vous reprenez tout ce qui fait consensus, des points minimes qui constituent le suivi d'un arrêt de la Cour constitutionnelle, les recommandations de l'Autorité de protection des données ou ce qui ressort de manière unanime du rapport quinquennal du 21 décembre 2020.
Nous aurions voulu aller plus loin et voir intégrée une série de points importants comme l'harmonisation des règlements généraux de police et des protocoles au niveau des arrondissements judiciaires, l'extension plus large du scope des sanctions administratives à des infractions comme l'ivresse publique ou la loi sur la lutte contre le harcèlement sexuel de rue et la manière dont la médiation SAC s'organise.
Le rapport final sur la recherche portant sur les pratiques en matière de médiation dans le cadre des sanctions administratives communales de janvier 2021 énonce toute une série de pistes en une centaine de pages. Tout le rapport se résume à un seul paragraphe inséré à l'article 8 de la loi.
Il est dommage que l'on n'ait pas eu plus d'ambition: la mise à plat des mesures alternatives aux sanctions administratives, la possibilité pour les fonctionnaires sanctionnateurs de tenir compte de circonstances atténuantes pour adapter les montants des amendes pour arrêt et stationnement.
En résumé, le projet ne nous choque pas sur ses principes dans son ensemble, mais il manque terriblement de souffle et d'ambition.
Nous ne déposerons pas à nouveau les 21 amendements que nous avions déposés en commission, mais nous nous limiterons aux sujets suivants. S'agissant de l'harmonisation des règlements généraux de police au niveau judiciaire, nous ne comprenons pas pourquoi cet amendement n'a pas pu être accepté; en effet, il n'est pas très politique.
Cela paraît une évidence de travailler à des échelles qui sont coordonnées et, en tout cas, cohérentes par rapport à ce qui est demandé sur un territoire à des citoyens. Cela fait l'objet d'un certain nombre d'amendements que nous redéposons.
Nous redéposons également nos amendements concernant l'extension des infractions mixtes à l'ivresse publique. Comme il y avait un consensus sur cela, nous ne comprenons pas pourquoi cela n'a pas été retenu dans votre texte. Nous redéposons également les amendements qui concernent la lutte contre le sexisme de rue. Il est évident que cette loi importante, initiée en 2014 par Joëlle Milquet, alors ministre de l'Intérieur, reste actuellement lettre morte pour la plupart de ses dispositions, tout simplement parce qu'il n'y a pas de suivi au niveau judiciaire.
Il faut certes augmenter les moyens des parquets pour faire en sorte de ne plus aboutir à des non-lieux, faute de moyens. Mais il est évident qu'une partie de cette loi pourrait passer dans le champ d'application des sanctions administratives. Ici, notre amendement est le redépôt d'une proposition de loi que nous avions déposée voici quelques mois et qui nous semblait cohérente.
Nous avons aussi des amendements par rapport à l'extension de certaines infractions routières. C'est mon collègue, Maxime Prévot, qui les redépose parce qu'il importe aussi de pouvoir lutter contre l'insécurité routière. À ce titre, il lui semble, comme bourgmestre d'une grande ville, qu'un certain nombre d'infractions routières pourraient être sanctionnées via des amendes administratives. L'amendement énonce donc tout ce qui aurait trait à la sécurité routière (sens interdit, accès interdit aux conducteurs de véhicules à moteur, etc.). Je ne vais pas vous énumérer l'ensemble des infractions à la sécurité routière que nous voulons voir étendues et faire partie du dispositif des sanctions administratives.
Par ailleurs, nous réintroduisons un amendement qui nous semble très important qui concerne la réinsertion du consentement de la victime dans la médiation. Si on veut que cela fonctionne, il importe que la victime puisse consentir à ce dispositif. On dit la même chose du côté judiciaire. Il est donc assez normal que nous puissions le dire aussi du côté administratif.
J'ai entendu des collègues dire tout le mal qu'ils pensent du système des sanctions administratives. Au-delà du refinancement de la justice qui est essentiel quand on sait qu'il manque 260 magistrats et plus de 3 500 policiers sur notre territoire pour poursuivre tous ces comportements – sujet sur lequel nous ne sommes pas suspects d'insister depuis un certain nombre d'années, et ce même avant l'avènement de ce gouvernement, puisque le gouvernement Michel a eu le tort de désinvestir de manière assez importante dans ces missions régaliennes –, une réponse plus immédiate peut être fournie par ce système des sanctions administratives moyennant, évidemment, un certain nombre de garanties. Il s'agit aussi de lutter contre le sentiment d'impunité, sentiment tout à fait exécrable qui plombe le lien social, la vie dans les communes et exacerbe une certaine violence parce qu'il prête à certains des désirs de faire justice eux-mêmes. Nous pensons donc que ce système des sanctions administratives peut être étendu à un certain nombre d'infractions dont les parquets, quand bien même ils seraient refinancés de manière optimale, n'ont pas le temps de s'occuper.
Si, sur les principes, nous soutenons ce que vous avez mis en place dans ce dossier, nous estimons qu'on aurait pu aller beaucoup plus loin. Il y avait un consensus politique, notamment sur l'ivresse, pour octroyer davantage de moyens aux communes afin de répondre à ces missions et de donner une réponse immédiate à des comportements inacceptables qui restent actuellement impunis, en tout cas pour partie.
Voilà ce que nous pensons de ce texte. Nous avons redéposé auprès des services les amendements que je vous ai énoncés.
20.07 Minister Annelies Verlinden: Collega's, ik heb de indruk dat we een stukje van de discussie in de commissie overdoen. Een aantal van uw opmerkingen en suggesties daarnet hebben we reeds verschillende malen uitgebreid besproken in de commissie.
Ik kan me voorstellen dat sommige collega's vinden dat het ontwerp niet ver genoeg gaat.
J'imagine que nous pouvons discuter d'autres choses que celles qui ont été proposées dans ce projet de loi.
Ik herinner aan mijn toelichting in commissie dat de tekst het resultaat van een uitgebreide consultatieronde met onder meer steden en gemeenten naar aanleiding van de opmaak van het vijfjaarlijkse GAS-verslag.
Het is belangrijk dat het GAS een gedragen instrument is. Dat is ook ons uitgangspunt. Het blijkt alvast dat alle actoren de meerwaarde zien van het GAS-verslag en van de wijzigingen, die we met respect voor de gemeentelijke autonomie hebben ingevuld. Maatregelen waarvoor er geen draagvlak was bij de steden en gemeenten, werden ook niet in de tekst ingeschreven.
S'agissant de la suggestion de M. Pivin, suite à un prochain rapport d'analyse des SAC, il n'est pas exclu que nous discutions d'autres choses que celles qui ont été proposées aujourd'hui.
We hebben bij de opmaak van dit ontwerp ook als uitgangspunt genomen dat GAS-boetes gebaat zijn bij vaststellingen die eenvoudig door een sanctionerend ambtenaar kunnen worden gedaan. Dat is ook de reden waarom bepaalde inbreuken, zoals openbare dronkenschap of seksisme, niet zijn meegenomen. Dat is immers niet zo evident om vast te stellen door een sanctionerend ambtenaar. We vragen al veel van de mensen die zorgen voor onze veiligheid, waaronder de sanctionerende ambtenaren, en we willen dat zij hun job goed kunnen doen en we willen daarbij niet voor onnodige moeilijkheden zorgen. U weet dat de GAS-sanctionerende ambtenaren op het moment van de vaststelling niet worden bijgestaan door flankerende diensten, waardoor in de uitoefening van hun taak ook rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid om bepaalde zaken vast te stellen. Dat is bijvoorbeeld bij seksisme niet evident.
Een ander element dat we al bespraken in de commissie is de verhoging van de boetes voor minderjarigen. Dat voorstel werd niet door alle actoren gedragen en dat is de reden waarom we het niet hebben voorgesteld. Bovendien blijkt uit het vijfjarig verslag dat er niet zo vaak boetes worden opgelegd aan minderjarigen omdat er eerst een aantal stappen moeten worden doorlopen voor boetes aan minderjarigen kunnen worden opgelegd. Het gaat dan om de verplichte bemiddeling, de betrokkenheid van de ouders en de mogelijkheid om een gemeenschapsdienst voor te stellen. Het is dus nog maar de vraag of een verhoging zonder meer van de boetes voor minderjarigen zou kunnen bijdragen aan een oplossing.
Mevrouw Goethals, u vroeg de verhoging van de boete tot 500 euro. Dat is een mogelijkheid, maar zoals ook op andere vlakken in ons sanctionerend apparaat moeten boetes proportioneel zijn. Het is dus niet wenselijk dat een hogere boete zomaar zou kunnen worden opgelegd voor een eerste lichte overtreding wanneer er geen sprake is van recidive. Dat is de reden waarom we dat als een maximum hebben opgenomen en niet als een automatisch in alle gevallen toepasbare boete. U verwees onder andere naar openbare dronkenschap. Het is niet omdat dit niet in deze reglementering is opgenomen en dus niet als GAS-overtreding kan worden gesanctioneerd dat er niets anders is voorzien in het lokaal instrumentarium. Als dronken mensen voor overlast zorgen, kan dat uiteraard ook op een andere manier worden aangepakt, al dan niet via het gemeentereglement.
Het plaatsverbod, waarnaar u ook hebt verwezen, hebben wij behouden, zijnde de maximumtermijn van drie maanden, met name een maand die telkens verlengbaar is. Die bepaling is immers in overeenstemming met het arrest van het Grondwettelijk Hof over dat instrument of over die sanctie. Wij hebben ons dus gericht naar wat het Grondwettelijk Hof naar aanleiding van eerdere procedures daarover al heeft geoordeeld.
Tot slot, mevrouw Goethals, u verwees naar het samengaan van of het onderscheid tussen sanctionerende ambtenaren voor geldboetes en de politie. Wij kunnen hierover uiteraard spreken naar aanleiding van andere discussies, maar het lijkt mij goed een onderscheid te behouden tussen wat politiemensen kunnen doen, namelijk in het ultieme geval ook het gebruiken van geweld, en wat GAS-ambtenaren kunnen doen. Dat is ook het onderscheid dat wij hebben willen behouden, namelijk de prerogatieven voorbehouden aan politiemedewerkers, die daarvoor zijn opgeleid. Wij willen ze niet op basis van dat instrument zomaar uitbreiden naar de sanctionerende ambtenaren in het kader van geldboetes. Dat zou immers tot een heel andere context leiden.
Mevrouw Platteau, het punt dat u aanhaalde, hebben wij ook tijdens de commissie besproken. Ik begrijp wat u bedoelt. Hoe meer informatie wij hebben, hoe beter dat is natuurlijk. In dat geval krijgen wij immers een vollediger beeld. Voor de GAS-sancties en het apparaat dat daarvoor geldt, kijken wij echter heel erg naar de lokale autonomie. Het zijn ook de gemeenten die vandaag de cijfers moeten bezorgen. Voor de opmaak van het meest recente verslag heeft 60 % van de gemeenten dat al gedaan. Dat betekent dat 40 % van de gemeenten dat nog niet heeft gedaan.
Wij kunnen de communicatie en de oproep om informatie te delen, uiteraard voortzetten. Dat moeten wij allicht ook doen naar aanleiding van het komende GAS-verslag. Het is echter geen verplichting. Bovendien is het evident dat, gelet op de lokale autonomie, de gemeenten ook eigen keuzes maken, waardoor er niet per se één model is dat zonder meer voor alle gemeenten kopieerbaar is. Dat zorgt dus voor een lokale inkleuring van de categorisering van de inbreuken en van het aantal boetes dat wordt uitgedeeld,
Mijnheer Troosters, in uw opmerkingen stelt u terecht samen met ons allemaal en op basis van het overleg met de actoren in het verslag vast dat de GAS-instrumenten door alle actoren als waardevol worden beschouwd.
Als ik mij niet vergis, hebt u even verwezen naar de GAS 5 in het kader van deze discussie. Dat kunnen wij hier niet in extenso bespreken, omdat die GAS 5-boetes worden opgelegd op basis van een Vlaams decreet. Zij maken dus geen deel uit van het ontwerp dat hier ter discussie voorligt.
Dan was er uw opmerking over de uitbreiding van de gemengde inbreuken. Het is zo, en dat blijkt ook uit de discussie met de actoren van Justitie, dat wij met de GAS-wet geen strafwetboek bis willen maken. Er is een onderscheid tussen de sanctionerend ambtenaar en de politieagent en het is ook wenselijk om het onderscheid tussen het harde strafrecht en de GAS-overtredingen te behouden.
U zei ook al eerder dat de indruk wordt gewekt dat GAS gebruikt wordt om tekortkomingen bij Justitie te repareren of om daarvoor een oplossing te vinden. Dat is ietwat kort door de bocht, omdat dit natuurlijk een zeer efficiënt instrument is. De vraag is ook of het enigszins realistisch is om dergelijke kleinere inbreuken onmiddellijk bij Justitie te brengen, met de hele administratie en procedure die daarop zou volgen, terwijl de eerste doelstelling natuurlijk is om overlast te beteugelen, zodat men daarmee zo snel mogelijk stopt en zodat men het vooral ook niet opnieuw doet. Denken dat juridische procedures zomaar snel snel kunnen gebeuren of even snel zouden kunnen gebeuren als een administratieve sanctie, is natuurlijk niet helemaal realistisch en houdt geen rekening met de realiteit van Justitie. Dat is dus niet de bedoeling.
Wij willen wel het volgende doen en hebben dit geprobeerd op basis op van het verslag. Wij willen lokale besturen, steden en gemeenten, handvaten geven om overlast die relatief eenvoudig vast te stellen is, zo goed mogelijk aan te pakken. Weliswaar kan er, naar aanleiding van de opmaak van de protocollen, per gemeente of per groep van gemeenten overleg zijn tussen de gemeenten en de parketten, waardoor men niet alleen een stukje kan harmoniseren – wat de bedoeling is –, maar waardoor men ook goed kan afspreken welke autoriteit welke klemtoon kan leggen in het beteugelen of aanpakken van overlast. Zo is er afstemming en een stuk harmonisatie, wat wenselijk is voor de aanpak van overlast.
U verwees ook naar die maximale bedragen. Voor GAS 1 tot 3 zijn er maximumboetes opgenomen in de tekst. Het is de bedoeling om proportionele boetes op te leggen. De bedoeling is uiteraard om ontradend te werken en onaangepast of overlastgedrag aan te pakken.
Dat is de reden waarom die proportionaliteit tussen de boete en de aard van de vastgestelde overtreding daar is ingeschreven.
Wat uw opmerking over bemiddeling bij parkeerovertredingen betreft, klopt het dat hierin niet is voorzien. Hetzelfde geldt voor de strafrechtelijke afhandeling van parkeerovertredingen waarin evenmin is voorzien. Die parallel hebben we gelegd.
In de commissie hebben we ook al uw punt besproken met betrekking tot de diplomavereisten voor de ambtenaren. U weet dat men allerlei zaken kan afmeten aan diploma’s, maar we leven in een tijd waarin elders verworven competenties mensen ook in staat stellen om bepaalde taken goed uit te voeren. Op basis van het verslag zijn we van oordeel dat dit hier ook kan. Het is niet zo dat de eerste de beste die nog nooit met dergelijke vraagstukken in aanraking is gekomen, dit zal doen. We vragen een relevante ervaring van vijf jaar, wat toch niet niets is.
Ik heb met uw collega’s al vaak gepraat over het beschikken over voldoende personeel en de mogelijkheid om overheidstaken uit te voeren. We denken dat dit tegemoetkomt aan de noden op het terrein en tegelijkertijd geen afbreuk doet aan de kwaliteit van de vaststellingen en van de administratieve afwikkeling die we vragen.
Monsieur Pivin, comme vous l'avez mentionné, vos questions ont déjà été largement discutées en commission. Je salue votre reconnaissance du travail approfondi que tous les acteurs ont accompli, l'administration mais aussi tous les acteurs impliqués. Nous avons voulu traduire ce travail dans le projet de loi qui est discuté aujourd'hui et nous pourrons peut-être, prochainement, nous baser sur l'analyse de l'utilisation des sanctions administratives communales (SAC) qui suivra pour élargir encore cet appareil.
Nous avons voulu créer des éléments de support qui ne soient pas trop compliqués, car il n'est pas toujours facile pour les fonctionnaires de déterminer les infractions. C'est la raison pour laquelle nous avons choisi d'opérer l'élargissement qui est présenté dans ce projet.
Monsieur Boukili, nous avons eu longuement l'occasion de discuter de vos arguments. Une sanction n'est pas le point final pour quelqu'un qui a commis une infraction. Il est toujours possible de saisir la justice pour contester une décision prise sur la base de la législation relative aux SAC. Si une personne trouve que la sanction n'est pas justifiée ou motivée, elle peut se défendre. Il en va de même pour les violations des droits de l'homme et de la liberté d'expression.
Les exemples que vous avez donnés dans votre exposé ne me semblent pas complets. Je ne connais pas ces dossiers, mais il est facile de faire des caricatures. Je suis convaincue que tous les fonctionnaires qui sont chargés de constater les SAC le font avec rigueur et professionnalisme. Il ne s'agit pas de punir les gens.
Vous avez aussi évoqué l'inconstitutionnalité du mécanisme des SAC. Vous savez comme moi qu'un arrêt de la Cour constitutionnelle de 2015 a confirmé que le recours aux SAC, les outils pour motiver ce recours ainsi que les ordonnances et les règlements communaux, étaient conformes à notre Constitution. Je tenais à le rappeler.
S'agissant de votre référence à la crise du covid, elle ne me paraît pas tout à fait valable. En l'espèce, il s'agissait d'amendes pénales et non d'amendes en application de la loi SAC. Pour cette raison, votre comparaison ne me semble pas pertinente.
Quant à l'augmentation des amendes SAC, comme je viens de le dire, celles-ci sont maximales. Il a été tenu compte de la possibilité de sanctionner encore davantage les récidives et les infractions plus graves. En tout cas, le principe de base reste la proportionnalité, et non une application automatique.
Et puis, en ce qui concerne les mineurs, j'ai encore rappelé que peu de sanctions étaient prises en rapport avec leur comportement. Un parcours de médiation et d'implication parentale est suivi. Je dois ajouter que, dans la commune de Zelzate, où votre parti siège dans la majorité, un règlement SAC prévoit des sanctions contre les mineurs de 16 ans et plus – telles que le nettoyage des rues. Que votre parti siège dans la majorité communale atteste que cette mesure n'est pas disproportionnée. Sinon, vous devriez interroger vos collègues de Zelzate.
S'agissant des commentaires et suggestions de Mme Matz, nous avons longuement discuté en commission de la question de l'harmonisation, dont je suis bien consciente. Sur ce thème, nous devons partir de la subsidiarité.
L'harmonisation des règlements est déjà une possibilité, comme cela a d'ailleurs été fait à Bruxelles. Je crois que c'est aussi un rôle que la Justice doit jouer: harmoniser les règlements dans un certain arrondissement, en tenant compte des particularités des villes et des communes, qui sont spécifiques pour l'application de ce système. Nous croyons fortement en la compétence et en l'expertise des autorités locales, et c'est une chose que nous voudrions faciliter.
J'ai déjà commenté la suggestion par rapport au sexisme. Nous sommes convaincus que cela doit rester préférentiellement dans le droit pénal. C'est difficile à déterminer et, parfois, ce n'est pas possible pour les fonctionnaires de constater les infractions et les faits. C'est la raison pour laquelle nous avons considéré ce point, mais nous avons finalement décidé de ne pas le reprendre dans le projet de loi.
Concernant votre suggestion, discutée aussi en commission, relative à l'obligation de consentement de la victime, cela signifiera que, si la victime s'oppose à la médiation, l'auteur de l'infraction ne pourra pas bénéficier du processus de médiation. Ainsi, la victime est aussi impliquée dans la sanction qui pourrait être prise contre les auteurs de certaines infractions.
J'ai essayé de répondre à toutes les questions.
20.08 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je ne comptais pas répliquer, mais Mme la ministre a quelque peu provoqué ma réaction. Il y a des choses que je ne peux pas laisser passer. Madame la ministre, vous dites vous-même que les gens peuvent aller en justice pour contester la décision. Vous-même, vous passez outre la justice parce que vous dites que celle-ci est surmenée et manque de temps; mais par contre, les gens, eux, doivent aller vers la justice!
Sachant, comme je l'ai dit dans mon développement, que les premières victimes, et la plus grande part de la population qui reçoit ces SAC, sont les plus précarisés, pensez-vous que ceux-ci ont les moyens d'aller en justice, avec une justice de classe, non accessible à tous, comme on en a une ici?
Ils n'ont pas les moyens d'intenter des actions en justice, et ceux qui ont eu les moyens de le faire et qui l'ont fait ont fait annuler des SAC. Vous dites vous-même ne pas connaître les dossiers mais vous les contestez sans les connaître! Or, les exemples que j'ai cités viennent de l'Institut fédéral des droits humains (IFDH), c'est lui qui les avance, ce n'est pas moi, madame la ministre! Vous contestez donc ses propres remarques?
Quand on vous dit que la question des mineurs constitue une violation des droits de l'enfant, ce n'est pas moi qui le dis, c'est l'IFDH! De même, quand on dit qu'il est question d'une attaque aux libertés d'association ou d'expression, ce n'est pas moi qui le dis mais l'IFDH! Dans ce cas, adressez-vous à l'IFDH et ne dites pas que je raconte des choses incomplètes! Moi, je ne fais que rapporter. Apparemment, vous ne les prenez pas en considération et je suis, moi, dès lors, dans l'obligation, en tant que député, de vous faire savoir ce que disent les institutions qui défendent le droit démocratique. Ce sont elles qui le disent, ce n'est pas moi! Il serait donc utile de les prendre en considération plutôt que de vouloir contester en m'attribuant ces propos comme étant des exagérations. Je n'exagère rien du tout, je ne fais que transmettre, madame la ministre!
Vous avez parlé de la Constitution, mais moi je n'en ai pas parlé. Je ne sais pas pourquoi vous m'avez répondu qu'il s'agissait d'un aspect constitutionnel. Je ne vous ai jamais dit que ça ne l'était pas, j'ai juste dit que c'était liberticide et contraire à la séparation des pouvoirs, tout simplement. Et je le répète, ce n'est pas Nabil Boukili qui le dit mais l'IFDH et les autres instances qui défendent les droits démocratiques. À un moment donné, il faut l'entendre.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3490/7)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3490/7)
Le projet de loi
compte 29 articles.
Het wetsontwerp telt 29 artikelen.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Art. 1/1(n)
• 33 – Vanessa Matz (3490/8)
Art. 2
•
34 – Vanessa Matz (3490/8)
• 35 – Vanessa Matz (3490/8)
• 36 – Maxime Prévot (3490/8)
Art. 6
• 37 – Vanessa Matz (3490/8)
Art. 13/1(n)
• 38 –
Vanessa Matz (3490/8)
Art.
24
• 39 – Vanessa Matz (3490/8)
* *
* * *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les amendements et les articles 2, 6
et 24.
Aangehouden: de amendementen en de artikelen 2, 6
en 24.
Adoptés article par article: les articles 1, 3
à 5, 7 à 23 et 25 à 29.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 3
tot 5, 7 tot 23 en 25 tot 29.
* *
* * *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Samuel Cogolati, Christophe Lacroix, Michel De Maegd,
Els Van Hoof, Goedele Liekens, Vicky Reynaert, Wouter De Vriendt,
Peter De Roover, Georges Dallemagne, François De Smet.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(3147/5)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (3147/5)
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Le rapporteur, Mme Annick Ponthier, renvoie au rapport écrit.
21.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Il y a un peu plus d'un an, j'étais très fier d'accueillir avec plusieurs collègues Mme Svetlana Tikhanovskaïa, l'icône de la résistance bélarusse ici, sur la place de la Nation à la Chambre des représentants. Il faut en effet le faire: combattre et s'opposer au dernier dictateur d'Europe, Alexandre Loukachenko, au pouvoir sans discontinuité depuis 1994.
C'est elle qui en 2020 s'est portée candidate à l'élection présidentielle à la place de son mari emprisonné. Dans son machisme absolu, Loukachenko s'était dit qu'en emprisonnant les hommes, il n'aurait plus à craindre cette opposition dans son pays. C'était sans compter l'incroyable combat, la lutte des femmes toujours en liberté. C'est donc elle, Svetlana, qui se bat aujourd'hui en exil pour son peuple contre la machine de guerre de Vladimir Poutine en Ukraine, alors que le père de ses enfants est toujours écroué au Bélarus.
Il faut prendre conscience de l'horreur du régime de Loukachenko.
Le KGB existe encore dans son pays: il torture les travailleurs qui oseraient faire grève ou les jeunes étudiants qui marchent pacifiquement dans la rue. Depuis 2020, plus de 16 000 affaires pénales à motivation politique ont été engagées. Le Bélarus compte à ce jour 1 453 prisonniers politiques, dont l'ancienne candidate à la présidentielle, Maria Kolesnikova, condamnée à plus de 3 000 ans de prison au total; 765 ONG y ont été fermées et 20 personnes carrément tuées. L'hiver dernier, Loukachenko a propulsé des migrants comme de la chair à canon sur les zones forestières bordant les frontières de la Pologne et de la Lituanie.
Nous avions promis à nos collègues bélarusses de ne pas lâcher le combat et de les soutenir dans leurs efforts pour une transition démocratique dans leur pays. Nous avons ainsi créé un groupe informel de soutien à l'opposition bélarusse et aujourd'hui, je suis très fier de pouvoir leur annoncer que nous adoptons enfin une résolution de soutien à la transition démocratique dans leur pays.
C'est assez rare que pour ne pas le mentionner: nous sommes dix partis démocratiques à avoir cosigné le même texte en soutien à l'opposition démocratique au Bélarus. Je salue de tout cœur les collègues qui d'emblée ont accepté de cosigner ce texte.
Au cours des débats, néanmoins, je dois tout de même observer que deux partis, deux partis uniquement, ont émis des réserves, voire carrément une abstention. Il s'agit du PTB, qui s'est abstenu, jugeant qu'il ne faut pas sanctionner le régime de Loukachenko et ses sbires, et du Vlaams Belang, jugeant qu'il faut éviter de trop soutenir le modèle démocratique, – je cite – "par crainte de créer des soulèvements, comme en Syrie, en Égypte et en Libye" et, plus loin "il faut se garder de soutenir l'entame d'un processus de transition démocratique au Bélarus".
Eh bien moi, je veux dire au PTB et aussi au Vlaams Belang que, quand les travailleurs font grève à Minsk et manifestent dans la rue avec des drapeaux rouge et blanc, que ces travailleurs sont matraqués par des agents encagoulés de la police de Loukachenko, quand ils sont arrêtés en masse, torturés, condamnés à mort dans ces geôles de la honte, moi je suis fier de dire que nous, partis démocratiques belges, sommes et resterons toujours à leurs côtés. Ce sont des dizaines de milliers de personnes qui subissent les persécutions sans relâche de la part de ce dictateur de Loukachenko et vous, aujourd'hui, vous jugez qu'il ne faudrait pas s'en mêler? Franchement, not in my name!
Voilà, chers collègues, le texte que nous adoptons aujourd'hui. Je crois qu'il convient en effet de choisir son camp, non pas celui de l'ignoble mais le camp de ceux qui résistent. C'est ce que nous faisons, en déclarant solennellement aujourd'hui en plénière que, oui, nous sommes aux côtés de Svetlana.
Svetlana est d'ailleurs au courant de l'adoption aujourd'hui de ce texte à la Chambre des représentants. Elle envoie un signal de gratitude à l'ensemble des collègues et nous invite aussi, le 6 décembre prochain, au Parlement européen, pour la grande réunion de coordination entre l'opposition démocratique bélarusse et l'Union européenne.
J'ai envie de terminer en disant Жывы Беларус! (vive le Bélarus)!
21.02 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, les pratiques répressives et antidémocratiques du régime de Loukachenko sont bien connues et tout à fait condamnables. Je pense que personne ne les approuve dans cet hémicycle, je l'espère en tout cas. Nous condamnons également les fraudes électorales et la répression contre l'opposition politique, les citoyens et les syndicats, bien sûr.
Comme toujours, la question est de savoir comment traiter avec un gouvernement qui bafoue les principes démocratiques et humanitaires. Optons-nous pour des contacts diplomatiques intensifs avec des échanges et une diplomatie quand c'est possible ou allons-nous dans la logique présentée dans ce texte, c'est-à-dire la logique de sanction? Dans cette résolution, vous avez choisi la voie des sanctions unilatérales, qui sont non seulement illégales mais aussi inefficaces et même contreproductives.
Nous sommes d'accord sur le constat des nombreuses violations des principes démocratiques et des droits de l'homme au Bélarus, dernière dictature en Europe de l'Est, mais nous divergeons sur la manière de les traiter. Vous reconnaissez d'ailleurs vous-même dans ce texte que non seulement les sanctions contre le Bélarus n'ont pas atteint leur objectif mais que la situation s'est même aggravée depuis ces sanctions. Or, dans le même paragraphe, vous demandez encore plus de sanctions. Cela défie toute logique. Permettez-moi de citer le passage en question au bas de la page 5 de l'exposé des motifs: "Malgré la série de sanctions successives contre son régime, Loukachenko refuse toujours d'entamer un dialogue avec l'opposition. Dans le même temps, la répression des opposants politiques et des médias dissidents s'intensifie sans relâche. En conséquence, la Belgique doit urgemment appeler à des sanctions économiques et diplomatiques fortes." Ce texte dit explicitement que les sanctions n'ont pas fonctionné et que donc il faut plus de sanctions. On prend un chemin qui ne fonctionne pas mais on continue droit dans le mur. C'est votre choix.
Les sanctions croissantes ont d'ailleurs poussé le pays à se rapprocher de la Russie, ce qui a déjà permis à la Russie d'envahir l'Ukraine par son intermédiaire. Le pays est maintenant également prêt à autoriser les armes nucléaires russes sur le territoire du Bélarus. C'est tout à fait dangereux et condamnable.
Après, vous le condamnez dans ce texte et dans une de ses demandes, ce qui est tout à fait hypocrite parce qu'en Belgique, on fait tout à fait la même chose – et, de cela, vous ne dites pas un mot. Vous coopérez à un accord de partage nucléaire en tant qu'État théoriquement exempt d'armes nucléaires, en permettant à une superpuissance d'y installer des armes nucléaires. Il est d'ailleurs frappant de constater que vous n'avez aucune difficulté à admettre le danger de cette stratégie lorsqu'il s'agit du Bélarus, à juste titre, mais que, par contre, vous ne dites pas un mot sur les armes nucléaires américaines à Kleine-Brogel. C'est pourtant exactement la même chose. Dans le cas du Bélarus et de la Russie, c'est dangereux; mais, à Kleine-Brogel, c'est tout à fait acceptable.
Lors de l'examen de ce texte, l'avis du rapporteur spécial des Nations Unies a également été sollicité. Dans son avis, elle n'a pas du tout mentionné les sanctions, au contraire, elle s'est contenté d'encourager le dialogue avec le gouvernement de Loukachenko.
Cette résolution est une démonstration supplémentaire du deux poids deux mesures pratiqué dans ce Parlement. Les sanctions contre le Bélarus ne relèvent pas du droit international, elles ne sont pas non plus demandées par les Nations Unies et, pourtant, ce Parlement est tout à fait disposé à l'ignorer et à opter pour des sanctions illégales, contre l'avis du droit international.
D'autre part, nous voyons la situation autour d'Israël. Là, il y a un mandat des Nations Unies; là, des sanctions peuvent être imposées selon le droit international; et que fait ce Parlement? Rien du tout. Pas une sanction n'a été émise contre Israël. Quelle hypocrisie de venir faire la morale ici sur le respect du droit international et des droits humains! S'il y a une urgence vis-à-vis de laquelle il faut agir aujourd'hui en termes de sanctions contre des massacres opérés sur des milliers de personnes, c'est en Israël. Et, là, vous ne levez pas le petit doigt. Mais vous venez faire la leçon sur le Bélarus, tout en étant en contradiction avec le droit international.
Chers collègues, nous condamnons les pratiques autoritaires et dictatoriales de Loukachenko, mais l'approche proposée dans ce texte n'est à notre avis pas la bonne et n'aura pour effet que de renforcer sa position. Nous choisissons de suivre l'approche proposée par l'ONU, à savoir celle du dialogue, et c'est pourquoi nous nous abstiendrons sur ce texte.
21.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): J'aimerais intervenir rapidement car je ne peux pas laisser dire n'importe quoi. Quand vous dites que vous soutenez des sanctions contre Israël à la suite de crimes de guerre et de massacres commis notamment à Gaza, vous savez pertinemment bien que plusieurs partis au sein de cette assemblée soutiennent l'initiative de prendre des sanctions aujourd'hui contre Israël pour faire suite à des crimes de guerre.
Toutefois, là où vous n'êtes pas logique et là où votre vision du droit international est particulièrement à géométrie variable, c'est que quand on parle de Loukachenko, autrement dit du grand ami de Vladimir Poutine, là, soudainement, on ne peut plus appliquer de sanctions! Mais où est la provision? Citez-moi l'article du moindre traité international qui interdirait aujourd'hui l'application de sanctions de la part de l'Union européenne au Bélarus? Vous ne trouverez pas cet article, tout simplement parce que ces sanctions sont légales au regard du droit international!
Non seulement elles sont légales, mais elles sont même préférables à un conflit armé. Il vaut mieux aujourd'hui geler les fonds des oligarques qui sont à la solde de Vladimir Poutine que de sanctionner la population civile, qui ne demande qu'à vivre en paix et en liberté!
21.04 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur Cogolati, il faut quand même revenir sur terre! Quelle est la résolution qui demande que des sanctions soient prises contre le Bélarus? Il y en a 104 contre Israël! Vous n'avez pas présenté un texte pour le faire. Il n'y a pas de résolution contre le Bélarus, vous avez un texte de sanctions.
Ce n'est pas moi qui suis à géométrie variable pour ce qui est du droit international, c'est bien vous et ce Parlement! Parce que quand il y a 104 résolutions, la moindre des choses est de les faire appliquer. Vous ne le faites pas! Parce que devant Israël, vous vous taisez tous, complètement, tous! Vous ne prenez aucune mesure concrète dans ce Parlement! Quelles mesures et quelles sanctions ce Parlement a-t-il prises contre Israël? Aucune! Aucune!
La présidente: Monsieur Dallemagne, vous avez la parole.
21.05 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, est-ce le moment de ma prise de parole ou dois-je réagir aux propos de M. Boukili?
La présidente: C'est votre prise de parole.
21.06 Georges Dallemagne (Les Engagés): D'accord.
Tout d'abord, je tenais à remercier les auteurs, en particulier M. Cogolati, d'avoir proposé ce texte à la cosignature de tous les partis démocratiques de ce Parlement. C'est un signal important que nous envoyons, un signal de solidarité et de soutien à l'opposition, à ces femmes et ces hommes qui se battent courageusement – parfois au prix de leur vie – contre cette dictature, ce totalitarisme dans le Bélarus.
Je ne serai pas très long, mais je dirai qu'il importait que le Parlement envoie ce signal à toutes les personnes qui ont des ambitions démocratiques, à tous les peuples qui se battent pour la démocratie, en particulier à nos voisins. Il ne faut pas oublier que la Russie n'est évidemment pas étrangère à la situation du Bélarus. Le stationnement d'armes nucléaires tactiques sur le sol bélarusse constitue une menace pour la sécurité de l'Europe et du monde. C'est un accord qu'il faut dénoncer, comme l'indique la proposition de résolution. Et puis, le texte évoque aussi les manipulations des élections présidentielles de 2020, les prisonniers politiques, les fraudes massives. Il importait d'envoyer ce signal.
Nous allons tous voter, sauf le PTB, mais nous sommes habitués à cette posture de sa part. Nous sommes habitués à son ralliement systématique aux tyrans: la Chine, l'Iran, puis la Russie. Par ailleurs, il n'est pas une seule situation que nous dénoncions sans que le PTB s'exclame à propos d'Israël: "Deux poids deux mesures!" Chaque fois, il pratique cette réduction ad hitlerum. Il ne pourrait exister qu'un seul désastre.
Je ne vous ai jamais entendu parler, monsieur Boukili, des 600 000 victimes du conflit en Éthiopie. Peut-être l'ignoriez-vous… Je ne vous ai jamais entendu évoquer la question des Ouïghours. Je ne vous ai jamais entendu aborder celle des…
21.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): (…)
21.08 Georges Dallemagne (Les Engagés): Non, monsieur Boukili, ne dites pas cela!
Chaque fois, vous n'avez qu'une seule obsession, comme s'il n'y avait qu'un seul désastre sur cette Terre. En réalité, vous montrez par là votre indifférence, plus encore: votre complicité à l'égard de ces grands crimes. Voilà la vraie nature du PTB! Quand on observe sa politique étrangère, il n'y a qu'un seul Axe du Mal: États-Unis - Israël! Tout le reste n'existe pas!
Tous les autres peuples peuvent être démolis, tyrannisés, réduits à l'esclavage par tous les tyrans de la terre, vous n'en avez cure. Ce n'est pas votre problème. Ça, c'est votre politique étrangère, monsieur Boukili!
Il faut dénoncer cette politique étrangère. Pour vous, un Congolais qui meurt sous les coups de machette des tyrans, cela n'a pas d'importance! Quand cela se passe au Yémen, cela n'a pas d'importance! Tout cela n'a aucune importance. Les femmes iraniennes n'ont pas d'importance pour vous! Ça, c'est votre politique étrangère! Et c'est effectivement le symptôme de ce que vous êtes vraiment, et du parti que vous représentez ici dans cette Assemblée.
21.09 Nabil Boukili (PVDA-PTB): J'ai été cité, je vais donc répondre.
Monsieur Dallemagne, il faut vérifier vos sources, parce que vous vous trompez complètement. Les journalistes sont ici et peuvent très bien aller vérifier. Je suis intervenu sur le Yémen, sur le Congo, sur la Libye, sur d'autres conflits. Concernant les Ouïghours, j'ai condamné les méthodes chinoises. Vous mentez, tout simplement!
21.10 Georges Dallemagne (Les Engagés): (…)
21.11 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur Dallemagne, pourriez-vous écouter? Dans ce cas vous aurez la réponse, même si ce n'est pas celle que vous souhaitez. Si vous posez une question, il faut écouter la réponse.
Dans ce texte, j'ai dit que je condamnais le régime de Lukashenko.
21.12 Georges Dallemagne (Les Engagés): (…)
21.13 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Soyez patient, monsieur Dallemagne! Laissez-moi finir mes phrases!
J'ai dit que je condamnais; ce n'est pas parce que je ne suis pas d'accord avec vos méthodes que je suis pour le régime de Lukashenko. C'est juste que je ne suis pas d'accord avec les méthodes qui sont avancées, parce qu'elles ne fonctionnent pas.
21.14 Georges Dallemagne (Les Engagés): (…)
21.15 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Soyez patient, monsieur Dallemagne! Moi, je vous ai écouté jusqu'à la fin. Je ne vous ai pas interrompu.
La question de "deux poids, deux mesures" n'est pas une obsession du PTB. Ce fait est dénoncé par l'ensemble de la population mondiale. Avez-vous vu les millions de manifestants qui dénoncent le "deux poids, deux mesures", monsieur Dallemagne? C'est une politique occidentale où le droit international est utilisé à géométrie variable en fonction des intérêts des pays occidentaux. C'est un fait, qui est reconnu par le monde entier, sauf par vous.
Alors que des violations du droit international et des crimes de guerre ont été commis par Israël, vous n'avez pris aucune sanction, et vous n'avez même pas appelé au cessez-le-feu. Trouvez-vous cela normal?
C'est du deux poids deux mesures. Je me suis exprimé sur le Yémen, sur la Lybie, sur d'autres confits. J'ai la même logique sur l'ensemble des conflits. Vous, pas du tout, vous êtes à géométrie variable. Quand il s'agit d'Israël, vous la soutenez de manière inconditionnelle, jusqu'à ne pas appeler au cessez-le-feu alors qu'il y a des milliers de morts tous les jours. Et vous osez me faire la leçon sur le respect des droits humains et du droit international! À votre place, je me tairais sur la question.
21.16 Georges Dallemagne (Les Engagés): Je pense que vous êtes vraiment culotté! Vous êtes culotté parce que vous vous exprimez mais vous ne votez pas. Vous venez de dire que l'expression d'un parlement passe par un vote. Mais, à chaque fois, vous vous abstenez!
Vos condamnations sont de pure forme, quand elles existent! Vous vous abstenez sur tous ces conflits!
Vous nous dites qu'il y a deux poids deux mesures mais on ne parle plus que d'un seul conflit. On en parle évidemment à raison et chaque victime est une victime de trop, mais on ne parle que de cela. C'est assez gonflé de dire qu'il y a deux poids deux mesures alors qu'on a oublié tous les autres confits de la planète. Qui sait ce qui se passe aujourd'hui au Congo? Qui sait ce qui se passe en Éthiopie? Six-cent mille victimes! Qui en a parlé? En avez-vous parlé? Jamais! Cela ne vous intéresse pas! Ce n'est pas dans votre axe du mal!
21.17 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer Cogolati, onze fractie steunt uw resolutie volledig en het lijkt erop dat u dat vervelend vindt. We hebben namelijk de repressie van de democratische oppositie en politieke tegenstanders door Loekasjenko al van begin af aan veroordeeld. We hebben er geen enkel probleem mee om woordelijke en diplomatieke steun te bieden aan de Wit-Russische burgers en opposanten van het regime, wier grondrechten op brutale wijze dag na dag worden geschonden.
We hadden inderdaad wat opmerkingen en dat mag toch nog in een democratisch debat. We hoeden ons andere voor het opruien van mogelijke opstanden tegen het Wit-Russische regime. De geschiedenis van de mislukte Arabische Lente in Syrië, Egypte en Libië, waarnaar ik in de commissie heb verwezen, leert ons dat we het eigen democratisch model en onze waarden niet zomaar op andere landen kunnen projecteren. Ook toen hebben we interne conflicten opgepookt door de oppositie militair te steunen. Het heeft in die landen echter geen democratische transitie ingezet, integendeel zelfs. Het resultaat was een gewelddadige escalatie, chaos en een machtsvacuüm, waarvan terreurgroepen gretig gebruikmaakten om terrein te winnen.
Mijnheer Cogolati, mijn partij kijkt niet van welke hand een voorstel komt. Wij beoordelen een voorstel op zijn inhoud, maar dat kan van u niet gezegd worden. Of u het nu leuk vindt of niet, we zullen uw voorstel van resolutie steunen.
21.18 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, je voudrais moi aussi remercier les auteurs principaux de ce texte, en particulier M. Cogolati pour l'initiative. Je crois que nous lançons ici un signal important, puisque cela fait de nombreuses années, hélas, que les régimes autoritaires avancent en Europe et dans le monde.
En témoigne en premier lieu le régime russe, qui tente d'avancer depuis plus d'un an en Ukraine, et il est de notre devoir, en tant que représentation nationale, de nous lever ensemble pour soutenir et promouvoir la démocratie là où elle est menacée, en péril et dans ce qui est, en effet, la dernière dictature en Europe.
La Biélorussie se trouve dans une période critique de son histoire. Les élections récentes ont été entachées d'allégations de fraude et de manipulation, mettant en péril – si cela était encore possible – la confiance des citoyens dans ce qui reste de processus démocratique. Alexandre Loukachenko détient le pouvoir depuis plus de 28 ans. La situation des droits fondamentaux du peuple bélarusse s'aggrave de jour en jour et les derniers chiffres disponibles font état de plus de 1 200 prisonniers politiques. La répression est sévère à l'encontre de ceux qui se battent encore aujourd'hui pour un pays plus libre.
La démocratie, chers collègues, ce n'est pas juste un système politique, un organisme de gestion, c'est aussi la clé de voûte d'une voix collective qui émane du cœur de la nation. Cette voix est actuellement étouffée et c'est notre responsabilité de participer à la faire résonner à nouveau. C'est également un message fort en faveur de M. Roman Protassevitch et de sa compagne, Sofia Sapega, arrêtés arbitrairement pour leur opposition au régime en place. C'est tout simplement ne pas prendre acte du fait que les régimes autoritaires puissent continuer leur répression sans que notre pays n'élève sa voix pour soutenir un regain de liberté.
Donc, mesdames et messieurs, chers collègues, notre engagement en faveur de nouvelles élections en Biélorussie est un acte de solidarité envers un peuple qui aspire à la démocratie. C'est un appel à l'action et un appel à défendre des principes fondamentaux. J'aurais souhaité, comme d'autres, qu'il y ait ce soir unanimité sur ce texte. J'entends les arguments habituels que le PTB nous sort sur tous les dossiers internationaux, où il oublie d'être anti-impérialiste mais où il n'oublie pas assez souvent de mettre dos à dos agresseur et opprimé dans ses abstentions coupables. C'est assez troublant d'avoir, avec le PTB, une boussole qui indique le sud sur les droits humains mais ça finit par être pratique.
Nous allons aussi envoyer un signal en unissant nos voix et en agissant de manière concertée et nous pouvons, même petitement, contribuer à jeter les bases d'un avenir meilleur pour ce pays, nous pouvons inspirer l'espoir dans le cœur de tous ceux qui aspirent à vivre dans une société plus juste et c'est pourquoi nous cosignons et voterons avec force cette résolution commune.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Christophe Lacroix, Vicky Reynaert, Malik
Ben Achour, André Flahaut, Laurence Zanchetta, Séverine de Laveleye,
Els Van Hoof, Goedele Liekens, Wouter De Vriendt, Michel De Maegd.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(1783/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (1783/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative au conflit à l’Est de la République démocratique du Congo et à la lutte contre les violences sexuelles".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende het conflict in het oosten van de Democratische Republiek Congo en betreffende de bestrijding van seksueel geweld".
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Le rapporteur, M. De Maegd, renvoie à son rapport écrit.
22.01 Christophe Lacroix (PS): Madame la présidente, chers collègues, de ma voix quelque peu éraillée aujourd'hui, mais néanmoins vibrante, je suis là pour rappeler que contrairement à la propagande communiste – dont nous venons encore d'avoir un bel étalage il y a quelques minutes –, notre Parlement et le Parti Socialiste, entre autres, se préoccupent du sort de toutes les populations qui sont opprimées dans le monde.
En l'occurrence, on va parler d'un conflit à l'Est de la République démocratique du Congo et de la lutte contre les violences sexuelles, qui existent depuis 30 ans. Depuis près de 30 ans, effectivement, mon groupe s'intéresse à ces situations et à tout ce que cela engendre pour la population: accaparement des terres et des ressources naturelles, populations déplacées et brisées, exactions, destruction de villages entiers, morts par milliers et, par-dessus tout, violences sexuelles et viols comme armes de guerre.
L'homme est un loup pour l'homme, disaient les Romains. Pauvre loup, qui est comparé aux hommes. Début octobre, la violence s'est encore intensifiée dans le Nord-Kivu, au nord de la ville de Goma, entre la rébellion du M23, l'armée de la République démocratique du Congo, et les groupes armés dits "patriotes". À cause de cette situation, le nombre de déplacés internes avoisine les sept millions de personnes dans le pays. Et parmi eux, comme souvent, de nombreuses femmes et jeunes filles qui se retrouvent encore plus vulnérables.
En septembre dernier, l'organisation Médecins Sans Frontières alertait sur le combat des femmes déplacées dans les camps autour de Goma. Imaginez-vous, chers collègues: chaque jour, environ 70 femmes sont victimes d'agression sexuelle ou de viol et se présentent dans les structures de Médecins Sans Frontières. Sur trois camps, l'ONG a soigné 1 500 femmes, rien qu'en juillet dernier. Souvent seules dans les camps parce qu'elles ont été rejetées, bannies par leur mari, les femmes qui ont déjà subi des violences sexuelles abominables sont obligées de sortir pour aller chercher de la nourriture ou du bois de chauffage et s'exposent ainsi à nouveau à de grands risques de violence.
Les agresseurs sont souvent des enfants de la rue ou des soldats mais elles sont également victimes de viol au sein même du camp, dans leur tente.
En juillet dernier, l'Organisation des Nations Unies révélait le chiffre des violences basées sur le genre en République démocratique du Congo. Rien que sur les trois premiers mois de 2023, 31 000 cas avaient déjà été répertoriés et documentés. Un haut responsable des Nations Unies s'exprimait alors très durement: "Si ce rythme se poursuit, cela atteindra un nombre extraordinaire de 125 000 cas cette année. La République démocratique du Congo pour moi incarne la nature effroyable de l'inhumanité des hommes." Ce chiffre est probablement sous-évalué, tout comme ceux de Médecins Sans Frontières, étant donné le faible signalement des violences sexuelles.
En effet, face à ces violences endémiques, la stigmatisation et le manque de prise en charge restent le lot de la majorité des victimes. De plus, les femmes ne rapportent pas toujours les agressions, souvent par honte mais aussi parce qu'elles peuvent difficilement disposer de services d'accueil quand elles souhaitent le faire, ce qui n'est pas toujours le cas dans les zones les plus reculées du pays. Au cours du premier semestre 2020, seule une victime sur quatre aurait ainsi bénéficié de soins médicaux et seulement 5 % d'entre elles d'une assistance psychosociale, toujours selon les données des Nations Unies.
Dans les zones de conflits, les violences sexuelles commises par les combattants s'ajoutent à d'autres qui ont lieu dans un cadre domestique ou dans un cadre criminel. Au Nord-Kivu, 76 % des victimes reçues par exemple par Médecins Sans Frontières ont été violées par des hommes armés, les autres ayant été agressées par des civils.
En 2020, le gouvernement congolais a révisé une stratégie nationale de lutte contre les violences basées sur le genre qui inclut un volet lié aux violences sexuelles. Mais, si les choses bougent dans les grandes villes, les viols restent un tabou dans les villages et il existe de nombreux témoignages de femmes qui ont été rejetées par leur mari et par leur famille après avoir été violées. Certaines ont même raconté avoir été violées devant leurs enfants, puis chassées de la maison avec eux par leur époux. Certaines victimes sont même parfois contraintes – c'est inimaginable – de payer une amende à la communauté pour laver leur faute et pouvoir se réhabiliter.
Mais ce qui ressort surtout des témoignages est le rejet des familles et l'exclusion socio-économique des femmes. C'est pour cette raison que des ONG internationales parlent de double peine. Non seulement les femmes sont violées mais beaucoup se retrouvent après, seules, en raison d'un manque de prise en charge et du rejet abject d'une société complètement déshumanisée. Rappelons enfin que depuis 30 ans, le viol est utilisé comme arme de guerre en République démocratique du Congo.
Pour toutes ces raisons, je suis heureux du consensus que nous avons trouvé avec les collègues de la majorité sur cette résolution très importante pour le groupe socialiste.
Je vous demanderai donc, chers collègues, de bien vouloir la soutenir avec vigueur et cœur pour tenter, à notre niveau, sans doute avec l'humilité qui nous caractérise, d'enrayer ce phénomène et de permettre aux femmes de ne plus subir cette double peine en toute impunité. Il faut conscientiser l'ensemble de la communauté internationale à l'urgence de l'action pour dénoncer et agir sur ces monstruosités que nous ne voulons plus jamais voir de notre vivant.
22.02 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, chers collègues, ce texte que nous allons voter aujourd'hui est très important pour moi parce qu'il est le fruit d'un long travail parlementaire. Je remercie les collègues et l'initiateur de ce texte. Nous avons visionné en commission des Relations extérieures le film de Thierry Michel et, surtout, nous avons auditionné le Dr Mukwege dont le témoignage restera marqué dans la mémoire des parlementaires.
Ce qui me rend fou, c'est la passivité et l'indifférence, l'inaction et l'hypocrisie face à ce qui se passe à l'est du Congo. Il faut se rendre compte que le Haut-Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés (HCR) au Congo n'est financé qu'à hauteur de 19 %. C'est le programme de protection des réfugiés le moins financé au monde. Il en va de même pour le Programme alimentaire mondial. Cela fait dire à certaines ONG que c'est la crise humanitaire la plus négligée au monde.
Cette émotion à géométrie variable m'insupporte, alors que les massacres continuent, que les violences sexuelles se poursuivent à l'égard des femmes et des filles, et que la résurgence des violences, qui a provoqué le déplacement de près de sept millions de personnes, n'émeut presque plus personne. Rendez-vous compte, cela correspond à trois quarts de la population belge en exil, et on ne fait quasi rien.
Ce qui se passe à l'Est du Cogo me touche d'autant plus, à titre personnel, parce que je pense en premier lieu à mes étudiants de l'Université catholique du Graben, à Butembo dans le Nord-Kivu, à qui je donne cours, à distance, de droit international durant mes vacances. Je veux dire à mes étudiants de Butembo que nous sommes ce soir à leurs côtés et que nous ne les oublions pas, que nous ne les oublierons jamais. Je veux dire mon admiration devant leur travail absolument incroyable de défense des droits humains, dans un contexte sécuritaire absolument monstrueux, catastrophique et, surtout, face au travail de mon ami Richard Kaseraka et de son ASBL Colibri, active dans l'Est du Congo.
En même temps, je n'ai pas envie de vendre du rêve. Il s'agit ici d'une résolution, d'un texte non contraignant. Mais je pense que nous pouvons dire aujourd'hui que, de manière solennelle, en plénière, nous brisons au moins quatre tabous. Le premier tabou que nous brisons collectivement, c'est que nous disons stop au silence complice à l'égard des agressions étrangères. Oui, chers collègues, comme l'Ukraine, la République démocratique du Congo a le droit d'exiger que son intégrité territoriale soit respectée. C'est un principe cardinal du droit international et toute agression armée de la part d'un État tiers représente à cet égard une violation flagrante de la charte des Nations Unies.
L'Union européenne devrait condamner ces agressions de manière beaucoup plus virulente, sans équivoque, comme en Ukraine. Quand un groupe d'experts des Nations Unies et Human Rights Watch observent objectivement que le régime de Paul Kagame au Rwanda soutient le M23, ce groupe rebelle responsable d'atrocités à l'Est du Congo, nous devons oser clairement et publiquement condamner cette agression rwandaise. C'est ce que fait cette résolution, très clairement, au paragraphe 1.7, et j'en suis fier. Nous devons appeler l'Union européenne à faire de même et à arrêter de subventionner l'armée rwandaise.
Je tiendrai le même discours à l'égard de tous les autres groupes armés qui commettent des violations graves des droits humains au Kivu et en Ituri, et qui sont soutenus par des gouvernements tiers. Ces agressions armées doivent cesser, c'est le premier message.
Le deuxième tabou que nous brisons, c'est l'échec de la Mission de l'Organisation des Nations Unies pour la stabilisation en République démocratique du Congo (MONUSCO), qui est l'opération de maintien de la paix de l'ONU qui a certainement duré le plus longtemps et qui a coûté le plus cher à l'humanité.
Président. Jean-Marc Delizée, doyen d'âge.
Voorzitter: Jean-Marc Delizée, oudste lid in jaren.
Pourtant, force est de constater que cela n'a pas marché. La MONUSCO n'a pas pu efficacement protéger les populations civiles congolaises contre les massacres commis par les rebelles. Il y a un plan de désengagement – qui a été signé hier par le ministre des Affaires étrangères congolais –, mais il faut aujourd'hui à tout prix un plan de transition pour garantir la paix et la sécurité à l'est.
Troisième tabou: il n'y aura pas de paix sans justice. Il faut mettre fin au régime d'impunité qui règne à l'est. Les crimes contre l'humanité documentés par le rapport Mapping datent déjà d'il y a vingt ans: viols collectifs contre les femmes, emploi généralisé d'enfants soldats, esclavage dans l'exploitation du cobalt, du coltan. Treize ans après sa publication dans le journal Le Monde en France, force est de constater que très peu a été fait. Ce rapport semble avoir pris la poussière dans les tiroirs de l'ONU. Pire, les criminels de guerre identifiés dans ce rapport sont aujourd'hui formellement réintégrés au sein de l'armée congolaise et dans bien d'autres institutions.
Depuis 2003, pourquoi n'y a-t-il pas eu de rapport Mapping 2 pour documenter de manière systématique tous les autres crimes de guerre, tous les autres crimes contre l'humanité commis à l'égard des populations civiles depuis 2003? Là, comme nous appelons à la fin du processus génocidaire contre les Ouïghours ou à la poursuite de tous les crimes de guerre commis en Israël et à Gaza devant la Cour pénale internationale de La Haye, nous devons appeler à la fin de l'impunité en République démocratique du Congo. Nous devons cesser de passer ce massacre sous silence sous prétexte de "stabilité africaine" et soutenir les appels de la société civile congolaise à créer un vrai tribunal pénal international ou des chambres mixtes spécialisées ainsi que des initiatives concrètes de réconciliation telles que la création d'une commission "vérité et réconciliation".
Quatrième tabou que nous brisons à travers ce texte: nous devons regarder en face la responsabilité historique de la Belgique. Oui, la Belgique a un rôle à jouer sur la loi et sur le devoir de vigilance, sur des sanctions individuelles. Nous devons prendre des sanctions individuelles – et je regarde le collègue Boukili – contre les auteurs de violations des droits humains. C'est simplement une question de justice et il n'y aura pas de paix durable sans justice.
22.03 Annick Ponthier (VB): Het voorliggende voorstel van resolutie is om twee redenen belangrijk en daarmee treed ik de heer Cogolati bij, ook al heeft hij dat misschien niet graag.
Ten eerste verdient verkrachting als oorlogsmisdaad specifieke aandacht. Het gaat om gendergerelateerd geweld waarbij vrouwen het grootste slachtoffer zijn, doordat zij fysiek nu eenmaal kwetsbaarder zijn dan mannen. Omdat zij een kwetsbare groep vormen, net zoals kinderen, moeten overheden en de internationale gemeenschap specifieke maatregelen nemen om hen tijdens gewapende conflicten extra te beschermen.
We hebben gezien waar seksueel geweld als oorlogstactiek toe kan leiden. Leden van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen herinneren zich ongetwijfeld de aangrijpende getuigenis in de bewuste commissie van een Jezidivrouw over de verkrachtingen door IS op Jezidi’s, met als enige en ultieme doel de identiteit en de etniciteit van dat volk uit te wissen. De hele internationale gemeenschap moet zulke gruweldaden veroordelen.
Ten tweede is er het lot van dokter Denis Mukwege, die in het Panziziekenhuis in Zuid-Kivu onwaarschijnlijk waardevol werk leverde met de behandeling van slachtoffers van verkrachting. Met gevaar voor het eigen leven heeft hij als mensenrechten- en vrouwenrechtenactivist opgeroepen om de straffeloosheid in Congo ten opzichte van seksueel geweld een halt toe te roepen. Hij en zijn entourage worden nu bedreigd. Dat er nu zoveel tegenstand is tegen iemand die simpelweg oproept om daders van seksueel geweld effectief te straffen, legt pijnlijk bloot hoe het met vrouwenrechten in de bredere Congolese cultuur gesteld is. We moeten een kat een kat noemen. Er is op dat vlak in Congo nog heel wat werk aan de winkel.
Mevrouw de voorzitster, collega's, er zijn wel kritische bedenkingen bij de voorliggende tekst te maken, ook al is het moeilijk die naar voren te brengen, zonder dat we meteen een waardeoordeel over ons heen krijgen.
Ten eerste, is de oproep om de daders van seksueel geweld in Congo voor een internationaal of gemengd gerechtshof te bestraffen, wel levensvatbaar? Mevrouw Van Hoof, voorzitster van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen, momenteel niet aanwezig, opperde zelf wat we met internationaal recht zijn als een land als Congo dat aan zijn laars lapt. Inderdaad, een soevereine staat als Congo zal waarschijnlijk niet aanvaarden dat een internationale jurisdictie boven de eigen nationale rechtbanken geplaatst wordt. Net omdat de verkrachtingscultuur daar zo diep ingebakken zit, denk ik dat de Congolese autoriteiten daar niet voor staan te springen.
Ten tweede hebben we ook felle kritiek op de recente herbevestiging van het Belgisch-Congolees samenwerkingsakkoord ter waarde van 250 miljoen euro. Wij zijn inderdaad koele minnaars van dat soort van ontwikkelingshulp, gegoten in langetermijnsamenwerkingsakkoorden met landen als Congo. Het verleden heeft al aangetoond dat dergelijk concept niet altijd succesvol is. Onze belastingbetalers mogen niet opdraaien voor dergelijke samenwerkingsakkoorden.
Ten derde, wij plaatsen ook vraagtekens bij het responsability-to-protectprincipe in considerans KK. Volgens de doctrine ter zake mag de internationale gemeenschap bij mandaat van de VN-Veiligheidsraad gewapend tussenbeide komen in een soevereine staat wanneer die niet meer kan instaan voor de bescherming van zijn bevolking tegen misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en genocide. Maar dat beginsel werd destijds door de Verenigde Staten misbruikt voor hun gewapend optreden in Libië, met de bekende chaos in de regio tot gevolg.
Al snel werd duidelijk dat Operation Unified Protector niet alleen bedoeld was om de lokale bevolking tegen Khadaffi te beschermen, maar dat de NAVO de facto luchtmacht speelde voor de rebellen. Sindsdien is de responsibility-to-protectdoctrine een zo goed als dood internationaalrechtelijk principe. De niet-westerse permanente leden van de Veiligheidsraad stellen immers steeds opnieuw hun veto uit wantrouwen dat men het principe opnieuw voor de westerse geopolitieke agenda's zal misbruiken.
Mevrouw de voorzitster, collega's, ondanks
al die terechte bedenkingen, die we ook in de commissie al naar voren hebben
gebracht, scharen we ons achter de geest van het voorstel van resolutie, want
we moeten de problematiek zowel op internationale fora als in eigen huis
blijven aankaarten. Daarom zullen
wij het straks volmondig steunen.
22.04 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, ce texte met en avant des points importants. Il appelle à un engagement en faveur des efforts diplomatiques dans la région et de la désescalade ainsi que d'une paix durable. Il est également très important et positif que le texte exhorte les gouvernements de la région et la société civile à s'impliquer activement dans ce processus. L'appel à la protection des droits de l'homme ainsi que des ressources naturelles contre les extractions illégales constitue évidemment quelque chose de louable.
Nous soutenons également l'appel à la création d'un tribunal pénal international pour la République démocratique du Congo, par l'intermédiaire des Nations Unies, afin d'enquêter sur les violations des droits de l'homme. En outre, nous saluons l'accent mis sur la traduction en justice des auteurs de violences sexuelles dans le contexte de ce conflit, en soutenant les forums internationaux pertinents.
D'un autre côté, ce texte comporte nombre de points problématiques. Les demandes qui y sont formulées sollicitent en effet une sorte d'ingérence dans des affaires relevant de la politique intérieure congolaise, ou alors ces demandes ne pourraient prendre forme qu'à travers un mandat des Nations Unies. Or ce n'est pas le cas ici. Il n'appartient pas à la Belgique de s'immiscer dans la politique intérieure du Congo, surtout quand on connaît le passé de notre pays en ce domaine. Par ailleurs, des sanctions sont également demandées. Toutefois, en ce qui nous concerne, elles ne sont possibles que dans le cadre d'un mandat de l'ONU. En l'occurrence, chers collègues, vous reconnaîtrez une certaine cohérence entre la présente discussion et ce qui a été dit auparavant. Ni la Belgique ni l'Union n'ont leur mot à dire quant à la détermination de la cible de sanctions à appliquer sans passer par les instances internationales reconnues, parmi lesquelles l'ONU.
De même, la demande 3.18 est également problématique, puisqu'elle vise à examiner l'opportunité de supprimer une recommandation de la commission Rwanda qui indique que les troupes belges ne seront pas envoyées pour des missions de l'ONU dans les anciennes colonies. Une telle suppression ouvrirait la voie à un nouveau déploiement de nos troupes pour des interventions dans une ancienne colonie. Pour nous, c'est problématique.
En résumé, ce texte contient plusieurs aspects positifs, que nous soutenons, comme nous l'avons en fait en commission quand nous avons voté les différents considérants et demandes.
Nous avons soutenu tout ce que j'ai cité au début. Mais plusieurs éléments portent atteinte à la souveraineté du Congo et par conséquent nous allons nous abstenir sur l'ensemble; je vous remercie.
22.05 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le président, je voudrais d'abord me réjouir et féliciter les auteurs principaux de cette résolution de mettre celle-ci à notre ordre du jour. Cela faisait bien longtemps que nous ne nous étions plus préoccupés de la situation en Afrique centrale et au Congo en particulier. Depuis des décennies résonnent ces cris de ces femmes, surtout, mais aussi de ces hommes et de ces enfants, qui connaissent les pires crimes et abominations, ces viols par milliers, utilisés comme arme de guerre, ces viols traumatisants avec des complications extrêmement lourdes sur le plan médical, comme ces fistules vésico-vaginales pour les femmes.
J'avais eu l'occasion il y a déjà quinze ans de voir le docteur Mukwege dans son hôpital à Panzi et il plaidait déjà, appelant à la rescousse, à l'aide, à cause de l'ampleur, de la gravité et de la systématisation de ces crimes que mon collègue Lacroix a décrits. Je pense que les Congolais attendaient et attendent toujours de la Belgique que nous ne soyons pas indifférents, que nous soyons à leurs côtés et que nous essayions de changer le cours des choses. Pour avoir été longtemps et souvent au Congo, et être en contact encore très souvent avec des députés ou des associations ou encore de simples citoyens de l'Est du Congo, qui m'envoient, comme à d'autres probablement ici, des images, peut-être pas quotidiennement mais chaque semaine, sur les violences commise à l'Est du Congo. Ils attendent que nous fassions quelque chose et que nous essayions d'enrayer cette barbarie et cette violence. Il ne s'agit pas d'ingérence, mais au contraire de solidarité, et du secours que ces Congolais réclament. Ils réclament la fin du silence, la fin de ces crimes et la justice.
Je pense que l'ensemble des propositions qui figurent dans cette résolution pourront, peut-être modestement – c'est en tous cas une tentative –, essayer de changer le cours des choses. C'est notre devoir et notre responsabilité. Vous l'avez dit, monsieur Lacroix ou monsieur Cogolati, le rapport Mapping a vingt ans. Il couvre une décennie, de 1993 à 2003, et il désigne les coupables de ces horreurs. Pourtant, effectivement, ces coupables sont en liberté. Ils ont parfois aujourd'hui des fonctions importantes au Rwanda ou au Congo.
Je pense qu'il est de notre devoir de dénoncer
cette ignominie, cette injustice et de faire en sorte que le peuple congolais
puisse vivre enfin avec un peu plus de sécurité, de paix et que ces femmes
congolaises puissent être à l'abri de ces violences, que justice soit rendue pour que plus jamais
ce type de crime ne soit perpétré.
Nous avons longuement discuté de banques ADN il y a déjà une décennie. Je pense qu'il est important qu'on essaie de retrouver les auteurs de ces violences et les assassins, que nous soyons proactifs en matière de justice et que nous mettions les moyens, comme cela est proposé dans la résolution, pour que justice soit rendue.
Je serais personnellement plus assertif sur la possibilité pour la Défense belge de participer à des opérations de rétablissement et de maintien de la paix dans la région, c'est une question qui est pendante depuis trop longtemps. Je pense que si on veut vraiment peser politiquement, il ne faut pas a priori éviter l'idée qu'en plus de la coopération et de la diplomatie, la Défense puisse jouer un rôle dans la protection de ces femmes et ces hommes dans l'Est du Congo.
C'est donc avec beaucoup de volontarisme que nous voterons cette résolution tout à l'heure.
22.06 François De Smet (DéFI): Chers collègues, voici un texte important puisque avec cette proposition de résolution, nous souhaitons adopter une position claire sur la situation terrible de ces nombreuses femmes, de ces nombreuses jeunes filles qui vivent en République démocratique du Congo et qui subissent, parce qu'elles sont des femmes, des violences inouïes dans leur chair.
Les violences sexuelles font malheureusement partie intégrante des conflits armés, causant des souffrances inimaginables à ces femmes et ces filles souvent très jeunes. Si toute personne peut être victime de violences sexuelles, les femmes et les enfants particulièrement vulnérables sont souvent les plus exposés à ce type d'agression et ce, dans l'ensemble des conflits que nous connaissons, en témoignent les récentes informations de la guerre en Ukraine, qui nous décrivent le même genre de procédés employés par l'armée russe.
Il y a ces actes qui marquent à tout jamais, il y a également la suite qui leur est donnée. Cette suite, c'est bien souvent l'abandon, parce qu'il réside, chers collègues, une impunité majeure pour ce type de faits au Congo. Les explications sont connues et sont diverses: manque de moyens pour entamer une procédure judiciaire, sentiment de honte face à l'entourage familial et amical, méconnaissance des bourreaux, peur de phénomènes de représailles et, plus terrible encore, crainte d'une nouvelle agression commise peut-être même parfois par la police nationale elle-même, comme en témoigne un rapport des Nations Unies de 2017.
Face à ces constats, chers collègues, il y a aussi des héros, des personnes qui combattent pour rétablir ce qu'ils peuvent de justice, pour défendre des principes consacrés par les droits humains, pour porter la victime à l'accès à ses droits, pour tenter de placer les premières briques d'un long combat.
Denis Mukwege fait partie de ces héros, de ceux qui risquent leurs vies et celles de leurs familles pour le simple fait de soigner et de se battre pour mettre fin à l'impunité de ces crimes atroces, et pourtant bien souvent trop répandus.
Il est donc de notre devoir de lutter à ses côtés et avec beaucoup d'autres dans l'intérêt des victimes de ces crimes de guerre. Que ces femmes et fillettes soient entendues, qu'elles aient droit à une juste réparation et que cesse la culpabilisation ambiante liée à ce qu'elles ont subi.
C'est pourquoi aux niveaux belge, européen et via notre siège au Nations Unies, nous devons faire de cette lutte contre les viols de masse et les féminicides une priorité politique. Cette résolution est un élément portant, un élément partiel dans un long combat que nous soutiendrons.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Els Van Hoof, Jan Briers.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(3381/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (3381/4)
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Le rapporteur, Mme Goedele Liekens, se réfère au rapport écrit.
23.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil een aantal bedenkingen uiten bij deze resolutie, die handelt over de voorbereiding van democratische verkiezingen in de republiek Congo.
Het is goed dat wij het verkiezingsproces in een land als Congo opvolgen, laat dat duidelijk zijn. Wij moeten meer bepaald aandacht besteden aan het verkiezingsproces en aan het verloop van het conflict in Oost-Congo, met het oog op de veiligheid van onze troepen en van onze ontwikkelingsmedewerkers ter plaatse. Het is belangrijk dat wij de verkiezingen op de voet volgen en diplomatiek aansturen op een eerlijke, vrije en transparante stembusslag. De reden daarvoor is duidelijk. Het gaat met name om het beperken van het risico van verdere escalatie van het geweld in die regio, en dus ook om de veiligheid van onze mensen in Congo.
Als de tekst enkel zou focussen op dit aspect, namelijk het verzekeren van de veiligheid van onze burgers en onze militairen in dat land, zouden wij daar uiteraard geen enkel probleem mee hebben. Dat is helaas niet het geval in deze resolutie. Wat men hiermee wil bewerkstelligen, is vooral het verkiezingsproces beheren en controleren.
Ik heb het in de commissie al gezegd, maar ik wil het hier herhalen: wij willen expliciet de aandacht vestigen op het feit dat de Democratische Republiek Congo al enige decennia lang een onafhankelijk land is dat zijn eigen democratie kan of zou moeten kunnen organiseren. De titel van deze resolutie alleen al, het voorbereiden van democratische verkiezingen in Congo, laat vermoeden dat België daarvoor expliciet moet instaan. Ik wil de collega's vragen om de Congolezen toch eindelijk hun beleid zelf te laten uitstippelen, om Congo zijn eigen instellingen en zijn eigen verkiezingen te laten beheren. Controleer indien nodig, maar laat het land de verantwoordelijkheid voor het eigen beleid.
Ik weet het, deze vivaldiregering vindt het heel belangrijk om onze burgers te geselen over ons koloniaal verleden, over de negatieve impact ervan op het Congolese volk en de diaspora. Jullie blijven daarmee hangen in de neokoloniale visie op Congo. Ik meen dat wij moeten kunnen stellen dat indien wij menen nu nog altijd de zaken daar te moeten regelen, dit eigenlijk je reinste paternalisme is.
Dat is paternalisme, eens te meer, omdat een land als België, waar de verliezers van de verkiezingen samenhokken om een regering te vormen tegen de twee grootste partijen en de zevende partij de premier levert, weinig lessen te geven heeft aan een land als Congo. Bovendien prijkt België in de Democracy Index op een bedroevende 36ste plaats en staat het dus als gebrekkige democratie geboekstaafd. Ik denk dat we best eens in eigen boezem zouden kijken op dat vlak vooraleer we Kinshasa de les denken te moeten spellen.
Ondanks onze historische band met het land denk ik dat onze mensen hier vooral met hun eigen democratie bezig zijn. Zoals gezegd is er nogal wat werk aan de winkel op dat vlak. Onze mensen staan echt niet te wachten op meer financiering voor ontwikkelingslanden, want ook dat zit rechtstreeks of onrechtstreeks vervat in deze resolutie, of op het regelen en organiseren van verkiezingen in andere landen.
Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.
Président:
Eliane Tillieux, présidente.
Collega's, gelet op de zonet aangehaalde uiting van paternalisme en de hypocrisie die van deze resolutie afstraalt en omdat onze mensen een buitenlands beleid vragen dat focust op onze belangen en niet op het handjes vasthouden van soevereine landen, waar dan ook ter wereld, zullen wij tegen deze resolutie stemmen.
23.02 Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega's, over minder dan een maand zullen verkiezingen plaatsvinden in Congo. De logistieke organisatie daarvan zou meer dan 1 miljard euro kosten. Na de omstreden verkiezingen van 2018 moet het Congolese vertrouwen in het democratisch proces worden hersteld. Het is belangrijk dat de verkiezingen van 2023 vrij, transparant, inclusief en vreedzaam verlopen, met de aanwezigheid, op vraag van de Congolese overheid – dat is dus niet paternalistisch – van nationale en internationale waarnemers.
Het land kan hiervoor alle steun gebruiken. Een politiek glissement moet absoluut worden voorkomen, zoals wij ook vragen in het voorstel van resolutie. Het is ongrondwettelijk en nefast voor het Congolese vertrouwen in het democratiseringsproces. België moet dat blijven benadrukken, ook in zijn bilaterale onderhouden met Congo. Enkel in geval van onregelmatigheden mag een glissement een optie zijn. Wij hebben minister Lahbib daarover deze week nog gehoord.
In heel Afrika komen democratieën steeds meer onder druk te staan. Dat zien wij in de Centraal-Afrikaanse Republiek, Niger, Burkina Faso, Zuid-Soedan, Gabon enzovoort. Dat gaat steeds ten koste van de lokale bevolking die hier nooit achter staat en vlucht naar betere oorden. Daarom is het belangrijk om op te komen voor de democratie. Het Vlaams Belang vindt ons voorstel van resolutie paternalistisch, maar het vindt dat blijkbaar niet als het gaat over Taiwan, Hongkong, Armenië en christelijke minderheden. Wij vinden dat wij niet met twee maten en twee gewichten mogen werken. Wij kiezen steeds dezelfde kant, de kant van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten omdat dat de mondiale stabiliteit bevordert.
De afgelopen maanden is de vraag gekomen van zowel de Congolese overheid als het Congolees maatschappelijk middenveld om hun ondersteuning te bieden tijdens het verkiezingsproces. Het gaat hier dus duidelijk niet over paternalisme. Wij beslissen niet hoe Congo zijn verkiezingen moet organiseren. Dat kan en doet Congo zelf, maar wij kunnen wel op hun vraag ondersteuning bieden waar wij kunnen. Dat kan op verschillende manieren. Politici worden vandaag immers bedreigd, geïntimideerd en zelfs vermoord. Dat hebben wij ook gehoord in de adviezen die naar aanleiding van het voorstel werden gegeven.
Journalisten worden gearresteerd. Demonstranten worden hardhandig aangepakt. Sinds vorig weekend is de verkiezingscampagne officieel gestart. We hebben ondertussen echter provinciegouverneurs horen verkondigen dat niet alle kandidaten in hun provincie welkom zijn. Daarom vragen wij dat België zich uitspreekt tegen dit geweld.
De escalatie van het geweld in het oosten, waarover we daarnet al hebben gesproken, bemoeilijkt uiteraard het hele verkiezingsproces. Eén miljoen geregistreerde kiezers dreigt daardoor niet te kunnen gaan stemmen. We roepen de regering dan ook op in de verzoeken 5, 6 en 7 om ook Congo te steunen in zijn ambitie om de veiligheid in het oosten als prioriteit te behouden en de verkiezingen toch te laten doorgaan.
De pacificatie van het verkiezingsklimaat is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat iedereen zich in aanloop naar de verkiezingen vrij kan uiten. Op vraag van het Congolese middenveld worden, met de ondersteuning van de daar actieve ngo’s, zoals 11.11.11, bijeenkomsten georganiseerd om te sensibiliseren tegen haatboodschappen tijdens de verkiezingscampagne. Er wordt gedebatteerd over de sociale cohesie tijdens het verkiezingsproces en er worden voorlichtingssessies gegeven over hoe correct een stem uit te brengen. Wij ondersteunen hen daarin op hun vraag. Dit is geen paternalisme. Op deze manier geven we de democratie een kans.
Ik wil eindigen met het bedanken voor de steun van alle partijen, behalve die van de extreme partijen. Dat zegt misschien genoeg.
23.03 Annick Ponthier (VB): Hier kan ik toch niet anders dan reageren, mevrouw Van Hoof. Het gaat hier over een resolutie die handelt over de voorbereiding van democratische verkiezingen in een ander land. Wij hebben gezegd in onze tussenkomst, waarvan ik niet weet of u die beluisterd hebt, dat wij geen enkel probleem hebben met de controle van die procedure. Als u daarvoor een missie naar Congo wil sturen, zullen wij dat steunen. Dat heb ik ook gezegd in de commissie.
Hier absoluut de vergelijking willen maken met dit voorstel van resolutie en andere voorstellen van resolutie, zoals Taiwan, u moet het maar durven. Dat is de resolutie van Taiwan die wij hebben ingediend, die u hebt ingediend en die u nu al minstens een halfjaar op de lange baan schuift, die u zelfs niet meer durft te agenderen in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. Meent u dat nu echt? Wil u deze resolutie volgende week dan misschien agenderen, zodat ook wij onze besprekingen daaraan kunnen hervatten? U hebt het over christenvervolging. Wij hebben een resolutie ingediend over christenvervolging. U hebt geweigerd om die goed te keuren. Wij hebben een resolutie ingediend over de vervolging, de gedwongen orgaanextracties bij Falun Gongminderheden in China. U hebt geweigerd om die goed te keuren. U hebt daarvan gezegd dat dat niet belangrijk was. U weigert zelfs de betrokken organisaties die u daarover rechtstreeks aanschrijven als voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van antwoord te dienen. Ik zal u de mails ter zake voorleggen. Als het over consequentie met betrekking tot mensenrechten gaat, hebben wij van u absoluut geen lessen te leren.
23.04 Els Van Hoof (cd&v): Ik denk dat dit wederzijds is. Ik herinner mij nog goed dat u de resolutie met betrekking tot Rusland als staatssponsor van terrorisme ook niet hebt gesteund. Nochtans is dat een zwaar misdrijf. U zei toen: dat is niet bewezen, wij vinden dat niet nodig.
Over Taiwan heb ik in deze legislatuur al een resolutie ter stemming voorgelegd. Dat vermeldt u niet. De opvolgingsresolutie kan nog altijd aan bod komen. Wij hebben het nu over de beleidsnota’s. Wij hebben de prioritaire voorstellen opgevraagd. Wij hebben eerst Congo aan bod laten komen omdat het nu verkiezingen zijn. Het zou een beetje raar zijn om dat na de verkiezingen te doen. Ik heb ook zeer goede contacten met de Taiwanese vertegenwoordiging, die mij ook vragen om dat te gepasten tijde te doen.
Ik doe dit trouwens op vraag van de Taiwanese of de Congolese overheden. Ik ben niet paternalistisch. Ik doe dat niet op mijn eigen initiatief. Ik probeer alles in overleg en dialoog te doen. Dat zou u beter ook doen.
23.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je ne sais si je vais apaiser les choses.
Chers collègues, le texte qui nous est proposé semble être un texte sortant tout droit des années 1950. Il part du principe que le gouvernement congolais a besoin du Parlement belge et de la Belgique venant à sa rescousse pour bien organiser ses élections. Ça, c'est l'esprit colonial dans son essence-même.
Le texte affirme que la Belgique a une relation unique avec le Congo sans mentionner un seul mot de la colonisation, sans s'excuser, sans mentionner notre rôle dans l'assassinat du premier ministre démocratiquement élu à l'époque, M. Lumumba. Pas un mot sur notre rôle dans la mise en place du dictateur Mobutu et des décennies de soutien à son régime. Aucune mention de l'ingérence de nos ministres des Affaires étrangères dans la politique intérieure du pays – les ministres Belges sont intervenus pour abroger une loi visant à donner à l'État congolais plus de revenus provenant de l'extraction des ressources, etc. On pourrait continuer à dresser une liste toute la soirée sur les rôles affreux que la Belgique a joués durant son histoire au Congo.
Rien de tout cela n'est surprenant lorsque l'on voit à quel point la commission Passé colonial n'a pas tenu ses promesses et à quel point il est difficile pour notre pays de reconnaître son passé colonial et encore plus de s'en excuser.
C'est difficile mais, par contre, pour aller faire la leçon aux Congolais et leur dire comment ils doivent organiser leurs élections, la Belgique est toujours au taquet. La Belgique n'est pas capable de faire un rapport de commission sur son passé colonial, mais elle est capable d'organiser les élections du Congo!
La Belgique est, en tout état de cause, particulièrement mal placée pour s'immiscer dans les élections du Congo. Un seul pays a cette légitimité: le Congo, et non la Belgique!
Nous trouvons étrange que même les partis progressistes soutiennent ce texte et que le président de la commission Passé colonial le soutienne également. C'est hallucinant!
Dans la demande n° 11, "nous demandons d'insister au niveau européen sur le développement d'une coopération européenne coordonnée pour rendre l'ensemble du processus électoral congolais aussi fluide que possible". Dans le même temps, "nous demandons l'adoption de sanctions s'il apparait que le Rwanda ou d'autres pays voisins tentent d'influencer le processus électoral".
En d'autres termes, nous avons le droit d'aller influencer le processus électoral, mais si d'autres le font, il faut les sanctionner. La Belgique va-t-elle s'appliquer des sanctions à elle-même pour avoir influencé le processus électoral? Il y a ici une forme de schizophrénie dans le sens où ce qui est permis à la Belgique n'est pas permis aux autres. Même l'Union africaine, dont la République démocratique du Congo fait partie, n'a pas le droit d'avoir une influence sur les élections, mais nous, l'Union européenne, oui!
Chers collègues, ce n'est pas un scoop, nous allons voter contre ce texte. Il n'appartient pas à notre pays d'interférer dans le processus électoral d'un autre pays, surtout pas quand il s'agit d'une ancienne colonie. Je pense qu'il faut un peu de décence, et voter ce genre de texte aujourd'hui en 2023 ne nous grandit pas.
23.06 Georges Dallemagne (Les Engagés): Je voudrais, par contre, me réjouir que nous ayons ce texte aujourd'hui à l'examen. Oui, monsieur Boukili, moi je m'intéresse au sort de tout le monde, encore une fois, et je ne suis pas surpris de votre solidarité à géométrie variable.
Je vais vous dire une chose: les Congolais sont de grands amoureux de la démocratie et ils vont voter en masse, comme ils ont déjà voté en masse la dernière fois. Ils vont y croire. Ils vont essayer d'y croire et de faire en sorte que cette démocratie ne soit pas manipulée, distordue, ils vont essayer de faire en sorte que cela marche bien. Et vous savez quoi? Ils s'adressent à nous. Ils nous demandent un coup de main.
Nous sommes allés au Congo récemment à la demande de la coopération. Nous avons en effet une forte coopération avec le Congo. Je ne comprendrais pas que, d'un côté, nous ayons une forte coopération et que, de l'autre, nous nous cachions et nous fermions les yeux sur les problèmes de liberté, de démocratie ou de droits pour faire de la coopération aveuglément. C'est finalement cela que vous nous demandez, à savoir d'accroître la coopération sans regarder le contexte politique dans lequel se joue cette coopération. Ce serait totalement absurde.
Pour vous, tous les autres peuples qui vous laissent indifférent doivent se démerder avec leurs dictateurs, leur pauvreté ou leurs problèmes. Nous avons bien compris que c'était votre message, mais telle n'est pas notre vision. Nous ne sommes pas comme ça. Nous sommes des humanistes, des universalistes, et nous pensons effectivement que la dignité humaine a le même prix partout.
Vous savez, le président Tshisekedi nous a reçus longuement, très longuement, pour un dialogue politique.
Pourtant, il revenait de Chine et tous ses ministres l'attendaient dans l'antichambre. Il nous a accordé – à cinq parlementaires belges – deux heures et demie d'entretien à sa descente d'avion. Cela peut impressionner. Rarement, un président d'un aussi grand pays avait accordé autant d'importance à un si petit pays, avec des parlementaires qui, finalement, n'avaient pas beaucoup de poids ou de droit à discuter avec lui. Il l'a fait. Et nous avons abordé toutes les questions avec lui. Nous avons abordé les choses courtoisement, comme il sied avec un président de la République, mais clairement sur chacun des points: chaque problème sur le processus électoral, chaque question en matière de droits de l'homme. Il nous a écouté, il nous a répondu, il y avait un vrai dialogue.
Pour moi, c'est la responsabilité du dialogue sur les questions internationales et c'est la responsabilité de notre Parlement. C'est faire preuve à la fois de responsabilité, de courage et d'implication dans la liberté des peuples, dans le sort de cette population qui croit à la démocratie et qui a besoin de nous, de notre assistance technique, de notre regard, de cette relation qui existe entre le Congo et la Belgique et qui n'est pas aujourd'hui aussi insupportable aux Congolais que vous ne pouvez le croire. Au contraire, ils souhaitent qu'on rétablisse cette coopération, ce lien, ce dialogue, cette amitié que nous avons avec ce pays depuis longtemps. C'est exactement le message que nous avons reçu à chaque discussion là-bas, avec chaque intervenant. Nous avons vu le président de l'Assemblée nationale congolaise, nous avons vu les ONG, nous avons vu tous les opposants. Ils nous ont dit leur effroi, ils nous ont dit leurs cris, ils nous ont dit la dérive des institutions et la dérive de la gouvernance.
Nous avons abordé tout cela avec le président Tshisekedi parce que c'est important et parce que c'est cela se préoccuper de l'avenir du monde, de l'avenir de cette population, de l'avenir du Congo. C'est cette responsabilité que nous prenons aujourd'hui à travers cette résolution.
Je veux me réjouir que ce Parlement ne soit pas à nouveau indifférent à ce qu'il se passe là-bas, dans ce pays de 100 millions d'habitants qui connaît toutes les tragédies qu'on peut imaginer – la pauvreté, la violence, la guerre, le déplacement massif de population, les graves problèmes climatiques. Nous faisons en sorte d'être attentifs à toutes ces questions, y compris les questions démocratiques et les questions électorales. Je me réjouis que nous ayons pu le faire dans cette résolution.
23.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur Dallemagne, vous avez encore répété que je ne me souciais pas des autres conflits. Dans ce parlement, j'ai appelé à des sanctions contre l'Arabie saoudite pour ce qu'elle fait au Yémen. Mais, ici, aucune sanction n'a été prise contre l'Arabie saoudite, parce que c'est un pays allié. Donc, ce n'est pas moi qui suis hypocrite dans la gestion du droit international, ce n'est pas moi qui l'utilise à géométrie variable, ce sont ce parlement et ce gouvernement. Les exemples sont là. Arrêtez de déformer la réalité!
Concernant le Congo, monsieur Dallemagne, il n'y a bien sûr que des bonnes intentions dans votre discours et dans ce texte. C'est exactement avec ces bonnes intentions qu'on justifiait la colonisation à l'époque. C'est exactement avec ces bonnes intentions qu'on a soutenu la dictature de Mobutu pendant des années.
Ce qui se passe actuellement au Congo, c'est
aussi le résultat de notre colonisation. La Belgique fait partie du problème
dans ce qui se passe au Congo, elle ne fait pas partie des solutions.
Aujourd'hui, vous venez avec un esprit paternaliste, en disant dans ce texte
aux Congolais comment ils doivent organiser leurs élections. C'est quand même
incroyable! Et vous justifiez cela comme si c'était de la bonne volonté. La
bonne volonté a permis de coloniser, elle a permis de mettre des zoos humains
ici, elle a permis d'exploiter ces pays-là et de soutenir des dictatures. C'est
ça la bonne volonté du colon! Et cette bonne volonté du colon n'est plus à
l'ordre du jour en 2023. Il faut arrêter d'avoir cet état d'esprit de
supériorité européenne, qui va faire la leçon aux autres et leur dire comment
ils doivent vivre. C'est
insupportable!
23.08 Els Van Hoof (cd&v): (…) niet de verkiezingen organiseren. Nogmaals, wij gaan geen verkiezingen organiseren in Congo. Weet u wie de verkiezingen organiseert? Dat is de instelling CENI, die we ook hebben bezocht en waaraan we in dialoog hebben gevraagd hoe ze die gaat organiseren. We hebben vragen gekregen van het parlement en van de regering voor ondersteuning en het sturen van waarnemers. Wat is in godsnaam het probleem? We ondersteunen daar de democratie in het grootste land van Afrika. Wij hebben er alle belang bij dat dit land stabiel wordt. Ik zou u toch willen vragen om daar ondersteuning aan te geven, want ik denk dat ook uw kiezers daar zeer veel belang aan hechten.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée.
Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt een beperkte algemene bespreking gehouden.
Discussion
générale limitée
La discussion générale limitée est ouverte.
De beperkte algemene bespreking is geopend.
Le rapporteur, M. Piedboeuf, renvoie à son rapport écrit.
24.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik val net binnen in de plenaire vergadering, maar ik begrijp dat wij de democratie in Congo net hebben gered. Wij kunnen dus nu beginnen met het op orde zetten van het land. Dat zal blijkbaar nodig zijn, want wij hebben allemaal de begrotingscijfers gezien.
Mevrouw de minister, ik begrijp dat u hier ter vervanging bent van de staatssecretaris van Begroting, mevrouw Bertrand. Op de agenda staat de tweede begrotingsaanpassing voor het jaar 2023. U bent niet de staatssecretaris van Begroting. U zit hier echter namens de regering.
Collega’s, wij hebben in de commissie een uitvoerig en heel technisch debat gehad. Het gaat in alle eerlijkheid over een kleine aanpassing en niet over een gigantische hervorming. Het is bovendien de tweede aanpassing. Dat is goed nieuws. Vorige jaren hebben wij hier soms nog een zesde of zevende aanpassing over één jaar besproken. Dat toonde vooral aan dat wij in budgettair onzekere tijden leefden. Alles fluctueerde heel snel. Er was de coronacrisis; er moest vaak worden ingegrepen en budgetten moesten vaak worden verschoven. Wij zijn opnieuw in de normaliteit beland. Wij zitten aan de tweede begrotingsaanpassing, wat normaal is voor een normale begrotingskalender.
Het technische debat hebben wij gehad. Ik wil hier tijdens de plenaire vergadering aan het debat alleen nog een politieke notie toevoegen.
Ten eerste, dat het om de tweede aanpassing gaat, is op zich goed nieuws. Dat het om een kleine begrotingsaanpassing gaat, is slecht nieuws. Dat is gewoonweg slecht nieuws. Er had veel meer kunnen gebeuren. Er zou ook veel meer moeten gebeuren, om de begroting op orde te zetten. Het had een begrotingsaanpassing kunnen zijn die ernstige maatregelen bevatte op het vlak van de arbeidsmarkt. Het had een begrotingsaanpassing kunnen zijn die ernstige maatregelen bevatte op het vlak van de fiscaliteit en de belastinghervorming. Het had een ernstige begrotingsaanpassing kunnen zijn waarin wij het over de pensioenen hadden kunnen hebben.
Dat alles is echter niet opgenomen in de begrotingsaanpassing. Het gaat om een kleine oefening. Het is in alle eerlijkheid gemorrel in de marge. Het is zelfs geen gemorrel buiten de marge, maar gewoon binnen de marge. Het gaat om wat ditjes en datjes, die goede aanpassingen zijn. Dat is geen enkel probleem. Het grootste probleem ligt echter vooral in de vaststelling dat een en ander te weinig is. Het is te weinig.
Ten tweede, mevrouw de minister, ik maak mij daarover zorgen. Wij zien immers een gebrek aan ambitie bij uw regering. Wij zien echt een gebrek aan sociaaleconomische en hervormingsambitie. Dat zien wij keer op keer wanneer het over de centen en de begroting gaat. Hier zien wij opnieuw een kleine aanpassing, hoewel veel meer nodig is.
Dat geldt ook voor het begrotingsdebat dat in de komende weken aan de orde is. Laten we eerlijk zijn, collega's, het is te weinig.
Deze week ontvingen we het nieuw rapport van de Europese Commissie en daaruit blijkt dat België bij de allerslechtsten van heel Europa zit. Bij de mondelinge vragen eerder vandaag heb ik het al aan minister Dermagne gezegd: als Griekenland in de beste kolom zit en België hoort bij de slechtsten, dan vervallen alle excuses. In al die landen is er ook een coronapandemie geweest en ze lijden ook onder de Oekraïnecrisis, ze hebben ook inflatie en energieproblemen. Alle Europese landen hebben die problemen, maar ze doen het allemaal beter. Ik mis de ambitie binnen uw regering om daar actief mee aan de slag te gaan. Dat zien we ook in de nu voorliggende zeer beperkte tweede aanpassing.
Voor mijn tweede punt heb ik een boodschap die ik liever tot de staatssecretaris voor Begroting had gebracht. Dat zal ik alsnog doen, maar bij deze richt ik mij via indirecte wijze tot u. Ik mis gretigheid van uw premier en van de staatssecretaris voor Begroting. Een minister of staatssecretaris met begroting als bevoegdheid, moet volgens mij twee eigenschappen hebben. De eerste eigenschap is koppigheid, ultra koppig zijn, een lastige mens zijn. De beste begrotingsministers zijn gewoonweg lastige mensen. De tweede eigenschap is zuinigheid, of beter nog gierig zijn. De begrotingsminister moet beseffen dat op elke uitgegeven cent gekauwd moet worden, dat nagedacht moet worden over wat ermee gebeurt. Ik mis dat bij zowel de premier als de staatssecretaris voor Begroting. Ik zie die koppigheid niet en die zuinigheid of gierigheid evenmin.
Nochtans worden verschillende voorzetten gegeven. Deze week zegt de Europese Commissie dat er meer moet gebeuren. Vandaag heeft het Rekenhof een heel rapport uitgebracht, waarin het zegt dat er meer moet gebeuren. Het Internationaal Monetair Fonds zei enkele weken geleden al dat er veel te weinig gebeurt in België, de groei is te laag en de staatsschuld is te hoog, en beveelt meer hervormingen aan. De Nationale Bank, het Planbureau, de Hoge Raad van Financiën en de commissie voor de Vergrijzing verkondigen allemaal dezelfde boodschap. Iedereen zegt dat er meer moet gebeuren. Er ligt niet één bal op de stip, er liggen tien ballen, en ze liggen niet op de stip, maar zelfs al op de doellijn. We hebben alleen nood aan een koppige premier en koppige staatssecretaris voor Begroting om ervoor te zorgen dat de bal over die lijn belandt. Dat zien we niet gebeuren, hier in het Parlement. Dat blijkt dan ook uit de cijfers.
De begroting is gewoonweg rampzalig. Sommigen beginnen daar zelfs al cynische strategieën achter te vermoeden. Het lijkt alsof uw vivaldiregering er alles aan doet om de situatie zo slecht als mogelijk te maken, zodat een context gecreëerd wordt waarin de huidige beleidsploeg voort kan doen na de komende verkiezingen. Voor een land in chaos en met budgettaire problemen is immers stabiliteit nodig, toch? Dat schrijft uw regering zelf. Er werd zelfs een staatsbon uitgegeven die ons volgend jaar budgettair gezien in de problemen brengt. Ik mis die gretigheid, ik mis die koppigheid, ik mis die ambitie, terwijl nochtans elke instelling zegt dat er wat moet gebeuren.
We zien hier het resultaat. Deze tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting die eigenlijk veel spreektijd van mij heeft gevraagd voor wat het is: het is niets. U zou beschaamd moeten zijn dat het de facto zo goed als niets is.
24.02 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'ai un souci avec l'absence de la secrétaire d'État au Budget. Déjà en commission, nous n'avons reçu pratiquement aucune réponse à nos questions et, ici, elle est carrément absente. C'est inacceptable. Il fallait mettre ce point à l'agenda d'une autre séance plénière si la secrétaire d'État ne pouvait pas être présente aujourd'hui. C'est quand même grave.
Je souhaitais aborder deux points aujourd'hui. Il y a tout d'abord la vision simpliste du budget que défend la secrétaire d'État. Comme je vais être un peu critique sur son approche, j'aurais préféré qu'elle soit présente. Il n'est pas agréable d'être critique en l'absence de la personne concernée mais c'est elle-même qui nous impose cet exercice.
La vision simpliste de la secrétaire d'État par rapport au budget illustre bien un des points principaux de cet ajustement qui est la sous-utilisation des crédits de personnel du SPF Finances. Comme tout le monde le sait, un budget, ce sont des dépenses et des recettes, sauf que ce deuxième ajustement pour 2023 ne concerne que les dépenses et non pas les recettes. Il est vrai que, dans toutes ses interviews, la secrétaire d'État répète sans cesse que le problème du budget, ce ne sont pas les recettes, mais bien les dépenses. Or, en l'occurrence, ce raisonnement simpliste ne prend pas en considération, par exemple, les interactions qu'il peut y avoir entre les dépenses et les recettes. C'est ce que démontre précisément la sous-utilisation des crédits de personnel pour le SPF Finances; en effet, dans cet ajustement figure un montant gigantesque de 45 millions d'euros provenant rien que de cette sous-utilisation. Ce montant est inscrit au budget mais n'est pas utilisé parce qu'on a engagé moins de personnel que ce qu'il fallait pour compenser les nombreux départs auxquels on assiste au SPF Finances.
Pour la secrétaire d'État, dans sa logique budgétaire simpliste, c'est une très bonne nouvelle. C'est comme cela qu'on l'a perçu en commission. C'est une réduction des dépenses de 45 millions d'euros qu'elle utilise dans le cas précis pour régler les factures impayées de la police. Mme la ministre de l'Intérieur doit être contente comme nous nous réjouissons qu'on puisse payer les factures impayées de la police.
Pour la police, c'est une bonne chose. Toutefois, cela ne règle pas le problème pour les années suivantes. S'il faut en effet chaque fois compter sur des sous-utilisations pour régler les factures impayées, cela posera quelques problèmes… Donc, avec cette manne divine, le ministre des Finances devient le grand champion, le héros de Mme la secrétaire d'État au Budget dont les attentes sont même dépassées. Ce n'est pas une médaille qu'il mérite, mais un bonnet d'âne! Quelle est la réalité au SPF Finances? Depuis vingt ans, 12 000 postes ont été perdus. Vous pouvez quand même mesurer l'ampleur du phénomène. Depuis 2020, ce gouvernement a décidé des économies linéaires cumulatives de 2 % par an dans tous les SPF, y compris le département des Finances. Il a encore programmé une sous-utilisation de 100 millions d'euros au cours de cette année. Enfin, quatrième tuile pour le SPF Finances: il y a cette sous-utilisation de 45 millions d'euros. Pour le seul SPF Finances.
Mme la secrétaire d'État y voit une réduction de dépenses. Or, en réalité, moins d'agents au SPF Finances, cela veut dire moins de moyens dans la lutte contre la grande fraude fiscale, donc moins de recettes pour le budget de l'État. Bref, il en découle un impact budgétaire négatif. Nous savons bien qu'un contrôleur fiscal rapporte plus qu'il ne coûte. Ce sont donc autant de moyens et de recettes en moins pour la lutte contre la fraude fiscale. Voilà à quoi aboutit la vision simpliste de la secrétaire d'État au Budget, qui y perçoit une bonne nouvelle, alors qu'il s'agit d'une mauvaise nouvelle tant pour l'égalité et la justice fiscale que pour le budget – lequel relève de sa principale tâche.
Ensuite, je souhaite relever l'absence de réponse de la secrétaire d'État à nos questions. Elle répète toujours que le problème vient, non des recettes, mais des dépenses. Or, lorsqu'on l'interroge en commission sur les dépenses, il est difficile d'obtenir des réponses.
Le prédécesseur de Mme Bertrand, Mme De Bleeker, partageait la même vision ultra-libérale que Mme Bertrand mais, au moins, elle faisait son possible pour nous fournir des réponses quand nous posions des questions, alors que Mme Bertrand, en commission, se contente de renvoyer aux ministres de tutelle respectifs, dans les différents dossiers. "Cela, il faut le demander au ministre Machin, cela il faut le demander au ministre X" etc. Comme si, en fait, elle se fichait de toutes ces dépenses, car il s'agit de questions sur les dépenses, qui sont pourtant si importantes pour elle. Par exemple, quand je lui demande pourquoi les sous-utilisations apparaissent essentiellement au SPF Finances et pas dans les autres SPF, la question ne l'intéresse pas. Elle me répond – c'est dans le rapport –: "Le monitoring de la sous-utilisation ne constitue pas ma principale préoccupation". La secrétaire d'État au Budget ne se soucie donc pas de savoir pourquoi il y a une importante sous-utilisation au SPF Finances mais pas dans les autres SPF.
Autre exemple: comment faire pour éviter les fameuses factures impayées pour la police au cours des prochaines années? Elle renvoie à la ministre compétente. Peut-être aurons-nous la réponse aujourd'hui de la part de la ministre de l'Intérieur.
Elle renvoie aussi les questions sur les scanners de la douane au ministre compétent. Elle renvoie aussi la question des subsides dans le dossier F-35 à la ministre compétente. Pourtant, si les dépenses sont notre principal problème, les dépenses pour les F-35 ne sont pas négligeables. Il s'agit de milliards d'euros dans un cadre pluriannuel, 15 milliards d'euros sur la durée de l'investissement.
On en rajoute une couche dans cet ajustement budgétaire. On sait que nous avons très peu de retombées économiques de ces F-35 en Belgique. Concernant les quelques retombées économiques que l'on aura en Belgique, Lockheed Martin, la multinationale américaine qui produit les F-35, pose des conditions nous obligeant à subsidier les industries qui auront ces maigres retombées pour qu'elles puissent satisfaire aux conditions qu'impose Lockheed Martin, et que son profit soit assuré. Donc, les dépenses existent pour assurer les profits de Lockheed Martin. Ce genre de questions, pourtant éminemment budgétaires puisque c'est l'État qui paie pour les profits de Lockheed Martin, n'intéresse pas la secrétaire d'État au Budget. Elle renvoie à la ministre compétente.
Ces renvois à d'autres ministres posent un sérieux problème démocratique dans notre fonctionnement parlementaire. En effet, l'ajustement budgétaire qui nous est soumis ici ne passe qu'en commission Finances. Donc, on ne peut pas demander en commission Défense ce qu'il en est des F-35. On ne peut pas demander en commission Intérieur ce qu'il en est des factures impayées de la police, ou des scanners de la douane. On ne peut pas poser ces différentes questions en Finances, puisque la secrétaire d'État au Budget ne répond pas. On ne peut pas le faire dans les autres commissions puisque l'ajustement budgétaire n'y est pas débattu et il n'est pas possible d'introduire des questions et d'obtenir des réponses à des questions parlementaires puisque les délais ne nous le permettent pas.
On nous demande donc de voter en aveugle un texte sur lequel on n'a aucune précision, aucune réponse aux questions que nous posons. Nous étions déjà contre le contenu même de l'ajustement budgétaire et l'absence de réponse est pour nous un argument supplémentaire pour voter contre cet ajustement.
24.03 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik wil even reageren op de heer Loones en de sprekers die in het begin van de vergadering het woord hebben genomen.
Mijnheer Loones, u bent specialist in het geven van complimenten om vervolgens over te gaan naar banbliksems. U hebt gezegd dat het goed, maar ook slecht is. U bent uitermate welbespraakt; op dat vlak kom ik nog niet aan uw enkels. U bent specialist in anderen de les spellen, maar na enige tijd komt dat zeer hol over. U bent uiteindelijk immers de verpersoonlijking van het gebrek aan moed om het werk af te maken. Na hoeveel weken als minister hebt u er de brui aan gegeven? Heeft uw partij er niet voor gezorgd dat er aan het einde van de vorige legislatuur geen begroting was?
Mijnheer De Roover en mijnheer Van Hees, u hebt zeer genereus gepleit voor de herziening van de dotaties van de politieke partijen. Ik wil u op twee zaken wijzen. Ten eerste moet men de dotatie zelf aanvragen. Indien u dus van mening bent dat het te veel is, moet u minder aanvragen. Mijnheer De Roover, u hebt daarenboven een spaarpot opgebouwd die groter is dan die van alle andere partijen samen. Ik vind dat wat grof en ik nodig u daarom uit het goede voorbeeld te geven door de overmatige ontvangsten die u niet gebruikt en in immobiliënbezit hebt geïnvesteerd ofwel terug te storten, ofwel om het voorstel van de heer Van Hees uit te voeren door minder uit te geven aan de socialemediabedrijven die geen belastingen betalen. Dat wilde ik toch even zeggen.
24.04 Sander Loones (N-VA): Het is verleidelijk om in te gaan op de partijfinanciering, maar dat laat ik over aan Peter, die dat deel voor zijn rekening wilt nemen. Ik wil twee punten aanhalen.
Mijnheer Leysen, u verwijst graag naar een periode in 2018 en dat is uw goed recht in een parlementair debat. Ik wil graag verwijzen naar 19 september 2023, toen er in De Tijd een opiniestuk van Christian Leysen, Kathleen Verhelst en Bart Van Hulle stond. Daarin verklaarden zij het volgende: "De partijleiding van de Open Vld moet moedige keuzes maken", "De jongste vooruitzichten zijn onrustwekkend" en "We moeten naar een slankere, daadkrachtige overheid."
Dat moet het doel zijn.
"Als ondernemers,"- dat zegt u graag -, "zijn wij uitermate bezorgd en moedigen wij de partijleiding aan om duidelijke keuzes te maken."
Op een bepaald moment spreekt u over subsidie en steun: "Bij ongewijzigd beleid gaan wij verder afglijden naar een subsidie- en steuneconomie, die bedrijven en burgers aanzet om hun professionele activiteiten te beperken."
Mijnheer Leysen, misschien moet u uw eigen opiniestuk nog eens herlezen. Kom daarna terug naar het begrotingsdebat, neem de consequentie van uw woorden en zeg dat hetgeen gebeurt, niet genoeg is.
Het is gewoon niet genoeg. Hebt u het advies van de Europese Commissie ontvangen? De Europese Commissie komt maandag naar de commissie.
Ten tweede, met het risico het gras voor de voeten van de heer De Roover weg te maaien maar ik ga wegblijven van de partijfinanciering, wil ik het hebben over een andere uitspraak van Open Vld, uit juni van dit jaar, van de voorzitster van de Senaat, ook een Open Vld'ster, mevrouw D'Hose. Zij stelde de Senaat te willen afschaffen. Wij zien nu dat het budget voor de Senaat met 20 % gestegen is, naar 43 miljoen euro. Het budget voor het politiek personeel van de Senaat zal met 14,7 % stijgen. Onder het voorzitterschap van de Open Vld'ster die zegt dat de Senaat moet verdwijnen, gaat het budget voor politiek personeel van de Senaat met 14 % stijgen, mijnheer Leysen.
Bent u niet beschaamd om überhaupt nog het woord te nemen in een debat en te spreken over zuinigheid, te zeggen dat mevrouw Bertrand meer gesteund moet worden? Als u de consequentie van uw eigen opiniestuk en de woorden van uw eigen voorzitster van de Senaat serieus zou nemen, zou u misschien op een andere manier het woord nemen hier in plenum.
24.05 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer Leysen, ik kan gewoon zeggen dat de heer Loones mooi aantoont waarom uw woorden totaal geen indruk maken. U verwijst namelijk voortdurend naar het ogenblik waarop wij wel in een regering hebben gezegd dat er een ondergrens is.
U schijnt het ons te verwijten dat wij in een coalitie wel loyaal willen zijn en wel een regeerakkoord willen sluiten en mee uitvoeren, maar dat wanneer wij niet worden gerespecteerd er een ondergrens is en wij dan vertrekken. U verwijt ons dat en dat is natuurlijk de reden waarom de mensen van de vivaldimeerderheid de heer Leysen maar laten praten, omdat die toch geen ondergrens heeft.
Integendeel, mijnheer Leysen, u valt mensen aan die wel een ondergrens hebben. U vindt dat onbegrijpelijk, u vindt het onbegrijpelijk dat men in de politiek niet alleen woorden heeft, maar dat men die ook in daden omzet. U zegt dat het bij woorden eindigt. U schrijft goede opiniestukken – ik weet niet of u ze zelf schrijft – en legt daarin de vinger terecht op de wonde. Collega Loones heeft er net uit geciteerd, maar blaffen zonder bijten noemt men keffen, mijnheer Leysen. Dat is de definitie. U keft dus en de vivaldikaravaan – ik moet het spreekwoord nu geweld aandoen – blijft stilstaan. U weet hen niet op te jagen. Daarom zou het verstandig zijn om die ballen niet voor uw eigen open goal te werpen, iedere keer en elk debat opnieuw. U weet dat wij met een visadempje wachten tot u het woord vraagt. Wij komen daar speciaal voor naar het halfrond, want dat zijn elke keer weer hoogtepunten. Elke keer weer biedt dat ons de mogelijkheid om het discours van uw partij te doorprikken, op een zeer eenvoudige wijze.
Ten tweede, wat de partijfinanciering betreft, hebt u een prachtige oplossing uitgevonden. U wil de partijfinanciering namelijk verminderen doordat de andere partijen hun geld niet opvragen. Dat is de oplossing volgens u. U kunt ons niet verwijten dat de partijfinanciering te ruim is, wij hebben toen tegengestemd. Die partijfinanciering is zoals u weet ingevoerd omdat u stemmen verloor en dus een inkomstenverlies moest tegemoetzien. Toen hebt u voorgesteld om per stem de overheidssteun te verhogen en nu komt u tot de verrassende vaststelling dat succesrijke partijen op die manier veel geld binnenkrijgen.
Ja natuurlijk, dat is zo omdat wij ervoor moesten zorgen dat uw amechtige partij nog een klein beetje inkomsten zou hebben.
Ik vrees zelfs dat jullie in de vivaldimeerderheid nu denken dat jullie een briljant idee hebben: we gaan dat hervormen en we geven geld naargelang een partij geen succes heeft bij de verkiezingen. We gaan partijen beboeten die veel stemmen halen. Wij gaan daar een cap opzetten. Als echte liberalen gaan we succes ontmoedigen. We gaan wie veel stemmen haalt minder geld geven. Ik vermoed - want die ideeën bestaan binnen uw meerderheid - dat u daar waarschijnlijk een opiniestuk tegen zal schrijven en vervolgens met uw blauwe vinger op het groene knopje zal drukken, zodanig dat het rode cijfer van de begroting dieper zakt.
Laatste punt. Wanneer u verwijst naar een periode waar u geen kennis van hebt, met name de val van de regering-Michel, past behoedzaamheid. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel hebt u zich verkeerd laten inlichten, ofwel zegt u zomaar iets. Ik weet niet welke van de twee opties het is. Ik heb dit al geregeld beantwoord en ik zal dat nu opnieuw doen, niet omdat ik denk dat u luistert, maar omdat er misschien hier en daar mensen uw discours beluisteren. Ik was erbij, collega Leysen.
Wij hadden effectief een ondergrens en we hebben gezegd dat we niet meer meespeelden en eruit stapten. We hebben toen echter ook gezegd dat afspraken gevolgd moesten worden en dat wij dus de afspraken gemaakt over het opstellen van de alweer goede begroting onder Michel zouden honoreren. Dat gold uiteraard binnen de context dat ook de afspraken van het zomerakkoord en de daar afgesproken hervormingen gehonoreerd werden. Toen heeft ook uw partij gezegd: ʺNeen, jullie moeten die begroting mee goedkeuren, maar de hervormingen die we samen hebben afgesproken in het zomerakkoord, daar kunnen we u geen garanties over geven.ʺ Opnieuw – het zal u verbazen – hadden wij een ondergrens. Dat betekent dat zolang de N-VA meegewerkt heeft aan de begroting het de goede richting uitging. Vanaf het ogenblik waarop we ongewenst waren om er nog aan mee te werken, is het cijfer almaar roder geworden.
Collega Leysen, opnieuw, dit zijn de feiten. Bevraag de collega’s in uw fractie die het hebben meegemaakt. Als ze eerlijk zijn, zullen ze dat bevestigen. Onthoud u van het verspreiden van schertsargumenten die absoluut op niets steunen.
24.06 Christian Leysen (Open Vld): Dat u zo veel woorden nodig hebt om niet te antwoorden, verbaast mij niet. U bent de kampioen van de verbale hoogstandjes. Als u de geschiedenis wil herschrijven, dan bent u daar goed mee bezig.
24.07 Sander Loones (N-VA): Mijnheer Leysen, ik wil u gewoon een korte vraag stellen. Vindt u dat er met deze regering voldoende wordt hervormd? Vindt u dat de begroting voldoende in de goede richting gaat?
24.08 Christian Leysen (Open Vld): Ik heb schrik van degene die zegt dat hij goed of perfect bezig is en dat we niet meer kunnen doen, waarde partner in de Vlaamse regering. Dat geldt voor de Vlaamse regering, dat geldt voor de andere regionale regering en dat geldt voor de federale regering. Het moet beter. Ik zal daarvoor blijven pleiten.
U kunt er altijd weer de geschiedenis bijhalen, maar vandaag moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat zeg ik ook en daar blijf ik bij. We moeten altijd bovenaan beginnen met het voorbeeld te geven. Als u te veel geld krijgt - dat kan terecht of onterecht zijn - en u vindt dat het verminderd moet worden, geef dan het voorbeeld. Het staat iedereen vrij om af te zien van datgene waarvoor hij geen bestemming heeft.
Mevrouw de voorzitster, we moeten er alleen voor zorgen dat de gelden van de onderbenutting niet, zoals in het verleden, door hoge ambtenaren worden gebruikt voor doeleinden waarvoor ze niet bestemd zijn.
24.09 Sander Loones (N-VA): Ik wil even een eminent politicus citeren: het komt mij voor dat u veel woorden gebruikt om niet te antwoorden op de vraag, collega.
24.10 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, ik wil namens de staatssecretaris nog even reageren op de geformuleerde opmerkingen.
Mijnheer Loones, u gebruikt dezelfde teksten als voor de discussies over de controle en de opmaak van de begroting. Dit is een aanpassing en het is niet de bedoeling om met dit aanpassingsblad een heel nieuwe begrotingscontrole te doen. We hebben die gedaan en een inspanning geleverd van 1,8 miljard. Ook bij de opmaak voor 2024 is er opnieuw een inspanning geleverd ten belope van 1,2 miljard. Dat hebt u allemaal nagerekend. Er waren critici die op voorhand niet geloofden dat die inspanning van 1,2 miljard voor 2024 kon worden waargemaakt. Dat betekent dat er voor de hele legislatuur een inspanning is geleverd van 11 miljard.
Ik kan besluiten dat we er nog niet zijn, wat niemand vandaag ook beweert, maar dat we ons wel proberen te houden aan de beloftes van het Stabiliteitsprogramma die ons tekort de komende jaren op minder dan 3 % zouden moeten brengen. Dat is niet hetzelfde voor alle beleidsnota's. Dat konden we ook vaststellen, maar het is duidelijk dat we verder moeten gaan. De regering heeft ook nooit iets anders beweerd. De volgende legislatuur zullen alle regeringen van de verschillende beleidsniveaus die inspanningen moeten leveren. Wat mij en ons betreft, moet er in die hervormingen een versnelling hoger worden geschakeld.
Wat betreft de opmerking van collega Van Hees, in de controle is er inderdaad een aanpassing gedaan, in de zin dat er middelen van de FOD Financiën die in de onderbenutting zaten voor 2023 gebruikt zijn om andere belangrijke facturen te betalen, onder meer die van de federale politie. Het is goed dat we erin geslaagd zijn om geen extra belastingen in te schrijven in de begroting, maar een oplossing hebben gezocht binnen de onderbenutting. Dat doet geen afbreuk aan de andere initiatieven die deze regering neemt in de strijd tegen de fiscale fraude. Er zijn wat dat betreft al twee actieplannen opgesteld en een derde is in opmaak. Die worden allemaal uitgevoerd.
Het ene hoeft het andere dus niet uit te sluiten. Integendeel, in het beste geval kunnen zij samenlopen.
24.11 Sander Loones (N-VA): Dank u om deel te nemen aan het debat, mevrouw de minister. Het is mij alleen niet helemaal duidelijk of u spreekt in eigen naam en als cd&v-minister, of in naam van de staatssecretaris voor Begroting. Dat is een oprechte vraag.
Als u spreekt in naam van de staatssecretaris voor Begroting wil ik zeer mild zijn. Voor u, niet voor de woorden. Voor de woorden wil ik wel wat scherper zijn. Ik wil u aanraden, mevrouw de minister, op te passen als men u dingen voedt.
Ten eerste, u zegt dat het om een aanpassingsblad gaat en dat het niet de bedoeling was een grote aanpassing te doen. Dat is precies het probleem. Het zou wel de bedoeling moeten zijn een grote aanpassing te doen. De miserie is immers gigantisch groot. Dat is precies het probleem. U doet te weinig.
Ten tweede, u zegt ook dat de regering toch van alles heeft gedaan, met beleidsplannen voor 1,2 miljard of 1,8 miljard. De heer Wunsch van de Nationale Bank heeft becijferd dat België eigenlijk 5 miljard structureel moet verbeteren, elk jaar opnieuw, voor de komende 6 jaar. Dat zijn de woorden van de gouverneur van de Nationale Bank. U komt daar bijlange niet aan. Dan doen alsof er grote beslissingen worden genomen… Dat is niet zo. Pas dus wat op met wat u gevoed wordt.
Ten derde, er wordt volgens u een inspanning gedaan van 11 miljard euro. Dat is gewoon feitenvrij, om het op een beleefde manier te zeggen. Wat er gebeurd is, is dat mevrouw Bertrand met het idee gekomen is om de percentages van wat gedaan is tijdens de legislatuur op te tellen tegenover een geïnflateerd bbp, en dan doen alsof wij een grote oefening gedaan hebben van 11 miljard euro. Elke expert zal u zeggen dat dit gewoon feitenvrij is. Al is het maar omdat de maatregelen die genomen zijn, geen structurele maatregelen zijn. U telt uw eenmalige maatregelen op en doet dan alsof er een structurele oefening van 11 miljard gedaan is. Met u bedoel ik hier mevrouw de staatssecretaris, want daar heb ik het nu over.
Dat klopt gewoon niet. Het verbaast mij dat het hier keer op keer in de plenaire vergadering gezegd wordt, terwijl het gewoon niet klopt.
Ten vierde, mevrouw de staatssecretaris zegt via u dat de federale begroting op deze manier onder de 3 %-norm gaat. Er ligt nog geen stof op dat advies van de Europese Commissie, want het is pas van dinsdag. Maandag komen ze het hier voorstellen in het Parlement. U zegt hier gewoon dingen die niet juist zijn. We zitten nu immers bijna aan 5 %. Volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing gaat het tekort in het beste geval richting 8 %. Waarschijnlijk zal er zelfs een tekort zijn van 10 %. En we hebben nu al de slechtste begroting van Europa!
Ten vijfde, u zegt dat niet iedereen inspanningen levert in dit land. U schiet dus impliciet op Vlaanderen. Het is altijd hetzelfde. Er is echter slechts één overheid, die wel de cijfers op orde heeft. Uw partij zit zelfs in die regering. Ze heeft niet alleen een traject, maar ook de maatregelen beslist – dus niet enkel aangekondigd – die er automatisch zullen toe leiden dat de begroting in evenwicht zal zijn in 2027, misschien zelfs al in 2026. De federale vivaldiregering heeft echter geen beslist beleid. Ze zegt alleen dat de volgende regering maatregelen zal moeten nemen die kunnen leiden tot het halen van de 3 %-norm. Dat is van een totaal andere orde. Er is geen ongewijzigd beleid. Er staat lucht achter en niet meer dan dat. Het is dus vreemd dat u zulke argumenten gebruikt.
Ik wil ook nog kort reageren op het punt van collega Van Hees: de fiscale fraude. Hij heeft namelijk wel een punt. U hebt een punt, collega Van Hees. Als een regering fictief hoge cijfers inschrijft rond de strijd tegen fiscale fraude en er dan nog eens maatregelen worden genomen om capaciteit bij de administratie weg te halen waardoor de cijfers nog fictiever worden, dan heeft de heer Van Hees een punt. De aangeleverde argumentatie daarvoor verdient dus nog een extra controle.
Na al deze complimenten, collega Van Hees, wil ik u ook bedanken voor de rode balpen die ik hier daarnet gevonden heb. Ik merk wel dat er blauwe inkt uitkomt. Misschien kan de partijfinanciering gebruikt worden om andere balpennen te kopen?
24.12 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la ministre, votre réponse est inquiétante. Vous êtes le relais de l'équipe du Budget mais vous répondez justement sur une de vos matières, la police. Vous dites que c'est une bonne chose qu'on puisse puiser dans la sous-utilisation du SPF Finances pour régler les factures impayées de la police. En fait, cela devrait vous inquiéter qu'on soit obligé de miser sur la sous-utilisation en Finances pour pouvoir régler des factures impayées de la police. Cela devrait vous alerter et vous devriez vous demander comment on va faire pour que, l'an prochain, il n'y ait plus de factures impayées à la police. C'est la réflexion de vous devriez avoir plutôt que de dire que c'est une bonne chose.
S'agissant de la fraude fiscale, vous pouvez créer autant de plans anti-fraude que vous voulez, si vous n'avez pas le personnel pour les mener à bien, vous êtes à côté de la plaque.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale limitée est close.
De beperkte algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3652/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3652/3)
Le projet de loi compte 12 articles, ainsi que des tableaux en annexe.
Het wetsontwerp telt 12 artikelen, alsmede tabellen in bijlage.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 12 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.
De artikelen 1 tot 12 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble, ainsi que sur les tableaux annexés aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel, evenals de tabellen gevoegd als bijlage, zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Le rapporteur, M. Michael Freilich, se réfère au rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3469/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3469/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 13juin 2005 relative aux communications électroniques en ce qui concerne l’utilisation des brouilleurs".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie wat het gebruik van stoorzenders betreft".
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur, mevrouw Katrien Houtmeyers, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3601/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3601/3)
Le projet de loi compte 16 articles.
Het wetsontwerp telt 16 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 16 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 16 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Propositions
déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 2657: Leen Dierick, Nathalie Muylle, Nawal Farih, Koen Geens,
Servais Verherstraeten
- 2512: Maxime Prévot, Vanessa Matz, Georges Dallemagne, Josy Arens,
Catherine Fonck
- 2689: Leslie Leoni, Patrick Prévot, Christophe Lacroix, Eric
Thiébaut, Daniel Senesael, Ahmed Laaouej, Melissa Depraetere
- 2690: Leslie Leoni, Patrick Prévot, Christophe Lacroix, Eric
Thiébaut, Daniel Senesael, Ahmed Laaouej
- 2699: Florence Reuter, Benoît Piedboeuf
- 2715: Kathleen Verhelst, Tim Vandenput, Tania De Jonge.
Discussion générale
La
discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Le rapporteur, Mme Katrien Houtmeyers, se réfère au rapport écrit.
27.01 Leslie Leoni (PS): Chers collègues, je voudrais me réjouir du travail parlementaire que nous avons mené sur ce dossier. J'inclus tant la majorité que l'opposition. Il s'agit de réformer le cadre légal sur les heures d'ouverture des commerces. Ce dossier a des répercussions concrètes sur les citoyens, les indépendants, les commerçants, les nombreux salariés actifs dans le secteur, sans oublier les consommateurs et, bien évidemment, les riverains qui vivent à proximité des magasins.
Nous devons veiller à l'intérêt général et à un bon équilibre entre vie privée et vie professionnelle pour toutes ces personnes. À la base du texte que nous votons, plusieurs propositions de loi étaient sur la table du Parlement. D'abord, la proposition de loi de notre collègue du cd&v. Celle que nous votons prévoyait initialement deux mesures. Nous en avons retenu une, bien balisée, qui répond à une demande des commerçants.
Il s'agit de prévoir que le jour de repos hebdomadaire doit être le même pendant au moins trois mois, au lieu de six mois actuellement. En outre, mon groupe a également mis sur la table deux propositions de loi qui ont été incluses dans le dispositif que nous votons aujourd'hui. Premièrement, il s'agit d'offrir davantage de souplesse aux boutiques dans les hôpitaux, afin que les heures d'ouverture correspondent mieux aux heures de visite. Les hôpitaux sont malheureusement des lieux de vie pour certains, et la possibilité pour leurs visiteurs, que ce soit à l'occasion d'un moment réjouissant tel qu'une naissance ou à l'occasion d'une hospitalisation, d'acheter un petit cadeau est quelque chose d'appréciable pour le patient. Il n'est pas question ici de créer de la concurrence déloyale avec les commerces hors des hôpitaux: la mesure est très bien balisée et est soutenue par les fédérations hospitalières.
Par ailleurs, mon groupe a également voulu donner davantage de pouvoir aux communes pour lutter contre les fausses librairies et les fausses boutiques de DVD qui ouvrent 24 heures sur 24 et 7 jours sur 7, et qui génèrent des plaintes dans les communes. Une proposition de loi des Engagés portait aussi sur cet objet. L'objectif est clairement de réaffirmer l'intention du législateur de 2006, qui avait voulu habiliter les communes à soumettre à un règlement communal tout projet d'exploitation d'un magasin de nuit, et ce dans un but de prévention des nuisances. Malheureusement, une faille dans la loi a été exploitée et, aujourd'hui, de nombreux magasins de nuit se déclarent faussement comme des librairies ou des boutiques de DVD, alors qu'ils ne le sont pas réellement. Cette situation rend les contrôles des services de police et de l'inspection économique extrêmement compliqués.
Les bourgmestres sont démunis face à ces magasins qui échappent aux règlements communaux. Ils ouvrent 24 heures sur 24 et 7 jours sur 7, ils s'installent dans les lieux inappropriés et génèrent parfois des nuisances. Les fédérations de librairies, qui subissent une concurrence déloyale, étaient également demandeuses d'une révision. Je me réjouis qu'elle soit ici intégrée dans la loi.
Concernant la mesure amenée par ma collègue du MR, celle-ci s'est rajoutée ultérieurement dans les travaux. L'objectif est d'inclure les magasins érotiques dans la réglementation sur les heures d'ouverture. Il ne s'agit pas, comme cela a été dit pendant les travaux, d'interdire l'implantation ou l'exploitation des "love shops" ou sex-shops, mais de faire en sorte qu'une commune puisse, via un règlement bien balisé, non discriminatoire, encadrer l'implantation de ces commerces et éviter, par exemple, la proximité avec une école pour protéger les plus jeunes. L'avis du Conseil d'État permet d'avancer dans cette direction.
Enfin, il y avait encore initialement deux mesures sur la table de la commission. Des assouplissements très larges étaient proposés: permettre aux commerces d'étendre les heures d'ouverture jusqu'à 22 h 00 et abroger complètement le jour de repos hebdomadaire – une proposition de l’Open Vld. Je me réjouis qu'on ait entendu l'avis des organisations représentatives des commerçants et des syndicats du secteur du commerce, qui disent clairement que ces assouplissements ne seraient pas bons pour l'équilibre entre vie professionnelle et vie privée et que, par ailleurs, cela nuirait à la saine concurrence entre petits commerces et grandes enseignes, au détriment des petits commerces. Ceci ne répond pas à une demande. Ces mesures ne sont donc pas reprises dans le texte qui nous est soumis.
Chers collègues, le Parlement a pu mener sur ce dossier un travail sérieux, lors duquel l'avis des organisations concernées a été recueilli et des auditions organisées. Nous avons inclus dans l'élaboration de la loi les représentants des consommateurs, des indépendants et commerçants, les fédérations d'hôpitaux, les unions des villes et communes, les avis de nos ministres Dermagne et Clarinval. Le Conseil d'État et les syndicats ont aussi été sollicités. Au final, cela nous permet d'avoir un texte équilibré. Les avis montraient qu'il y avait matière à légiférer pour faire évoluer la loi de 2006. Il ne s'agit pas d'assouplissements larges, mais de mesures balisées. Le groupe PS soutiendra donc cette proposition de loi.
27.02 Florence Reuter (MR): Madame la présidente, je remercie Mme Leoni pour son intervention. Je suis également particulièrement heureuse de voir que cette proposition, qui adapte la loi de 2006 et la rend plus concrète et adaptée au terrain, est présentée aujourd'hui. C'est effectivement le fruit d'un travail extrêmement constructif.
Je suis contente, d'abord parce que c'est une réforme de bon sens. Il s'agit d'une réforme pragmatique inspirée réellement par la réalité du terrain à laquelle sont confrontés tous les bourgmestres et les élus communaux. Ensuite, je me réjouis parce qu'elle répond aux attentes du terrain mais surtout parce qu'elle a su dépasser les clivages qui peuvent parfois nous diviser. Je remercie encore une fois mes collègues pour ce travail. Nous avons pu travailler ensemble quelle que soit la couleur politique, majorité et opposition. Cela mérite d'être souligné.
Par ailleurs, cette réforme est également importante sur le fond, puisqu'elle permettra dorénavant aux autorités locales d'adopter une réglementation spécifique pour une nouvelle catégorie d'établissements appelés centres de plaisir pour adultes ou encore love shops ou sex shops.
Je suis une députée libérale. Donc, bien loin de moi l'idée de toucher à la liberté de commerce ou à celle d'entreprendre. Ce n'est pas dans mon ADN ni dans celle de mon parti. Pas question d'interdire ou d'entraver la liberté. Il s'agit de permettre aux autorités locales d'avoir leur mot à dire sur la localisation de certains types de commerces. Vous conviendrez tous qu'un sex shop installé sur la place communale, entre la boulangerie et l'école communale, pourrait heurter la sensibilité des plus jeunes, des familles.
Dès lors, qui mieux que les autorités communales, qui connaissent extrêmement bien leur territoire, pour se prononcer sur la localisation de certains types d'établissements, encore une fois sans jugement de valeur mais sur la base de critères objectifs et dans l'intérêt général, comme cela existe déjà pour d'autres établissements.
Bien sûr, cette limitation doit être réglementée pour ne pas devenir arbitraire. C'est précisément ce que nous faisons ici en nous appuyant sur la législation existante qui s'applique déjà aux magasins de nuit. Dans le même ordre d'idées, il sera désormais également possible pour les autorités communales de soumettre à leur autorisation certaines catégories de magasins de nuit qui bénéficient d'une dérogation aux dispositions légales relatives aux heures de fermeture obligatoire et au repos hebdomadaire, ce afin de prévenir d'éventuelles nuisances et d'éviter l'installation de ces commerces dans des lieux manifestement inappropriés.
Une attention particulière est aussi portée aux établissements qualifiés de librairies mais qui détournaient l'esprit de la loi. Désormais, les dérogations ne seront appliquées aux librairies presse ou vidéothèques que si celles-ci souhaitent ouvrir ou qu'elles ouvrent avant 5 h et après 21 h.
Je remercie tous les collègues qui ont participé à ce travail. Je soutiendrai fermement, avec mon groupe, ce texte empreint de bon sens et de pragmatisme et qui répond réellement à une attente du terrain.
27.03 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, ik trap een open deur in als ik zeg dat onze handelszaken voor heel wat uitdagingen staan. De coronacrisis trof hen zeer hard. Ze moeten opboksen tegen grote ketens en tegen het online shoppen. Vandaag onderscheiden heel wat kleinere handelszaken zich vaak door in te zetten op een persoonlijke service. Ze onderscheiden zich door van hun winkel een plek van beleving te maken. Ze proberen ook een goede service na verkoop aan hun klanten aan te bieden. Ze willen vaak opboksen tegen de hoge concurrentie, maar hun creativiteit en flexibiliteit worden toch vaak door een aantal stugge regels beknot.
De bedoeling van mijn wetsvoorstel is om hen wat meer flexibiliteit te geven, zodat ze beter op bepaalde trends of evenementen kunnen inspelen door hun openingsuren gemakkelijker te kunnen aanpassen. Dankzij het wetsvoorstel kunnen ze ervoor kiezen, bijvoorbeeld tijdens de zomer of tijdens de solden, om een andere wekelijkse sluitingsdag te kiezen. Ook wanneer er openbare werken zijn, is het soms aangewezen om een andere rustdag te kiezen. We geven hen meer flexibiliteit, maar we gooien niet alle regels inzake openingsuren overboord. Voor de klanten en het personeel is het immers belangrijk dat de sluitingsdag niet voortdurend verandert. Daarom is drie maanden voor ons een gulden middenweg. Ons voorstel werd door de meeste adviesinstanties gesteund. Dat stemde ons uiteraard zeer tevreden.
Collega’s, ik ben ook tevreden dat we over de partijgrenzen heen, en zelfs over de grenzen van meerderheid en oppositie, hebben samengewerkt om tegelijkertijd nog een aantal andere aspecten aan te pakken. We geven meer flexibiliteit aan handelszaken die in een ziekenhuis zijn gevestigd. Zij kunnen voortaan open zijn tijdens de bezoekuren. Daarnaast sluiten we ook achterpoortjes die sommige nachtwinkels gebruiken om de wetgeving inzake sluitingsuren te omzeilen. Ook de overlast van bepaalde seksshops, bijvoorbeeld in de omgeving van scholen, wordt aangepakt door de zaken onder de vergunningsplicht te brengen.
We zijn met de commissie voor Economie tot een pakket van maatregelen gekomen dat onze handelaars meer flexibiliteit en rechtszekerheid geeft. Deze maatregelen lossen een aantal hiaten in de wetgeving met betrekking tot de openingsuren op en sluiten de achterpoortjes, zonder daarbij te raken aan het evenwicht tussen werk en vrije tijd van zelfstandigen en personeel.
Ik wil de collega’s bedanken voor de zeer fijne samenwerking. Ik hoop op een grote steun voor dit wetsvoorstel.
27.04 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): La proposition de loi aujourd'hui sur la table est un peu un pot-pourri de différentes propositions de loi, déposées par plusieurs groupes, qui ont toutes en commun de traiter du secteur du commerce. Les partis de droite de la majorité avaient déposé des textes afin de flexibiliser encore davantage les conditions de travail du secteur, en visant les horaires d'ouverture et les jours de repos hebdomadaire.
Vous avez fait ces propositions dans un contexte de lutte sociale chez Mestdagh, Aldi et aussi Delhaize. Évidemment, là où les travailleuses et les travailleurs se sont mobilisés depuis près de neuf mois pour protéger leurs emplois mais aussi pour en garantir la qualité face à une multinationale qui a pour seul objectif de verser plus de profits à ses actionnaires. Dans ce contexte, la droite a décidé de se joindre aux grandes multinationales pour flexibiliser encore davantage l'emploi, mettre la pression sur les travailleurs et aussi sur les petits indépendants.
Parce que oui, il faut le dire, vos propositions ne sont pas du tout faites pour les indépendants et les petites entreprises. Les organisations représentatives des indépendants ont clairement dit, lors des auditions dans notre commission, qu'elles ne demandaient pas de telles mesures, qu'elles tenaient à des règles pour garantir un équilibre sain entre travail et vie privée, qu'elles ne voulaient pas d'une concurrence intenable avec les grands groupes et que la flexibilité que vous vouliez imposer ne bénéficierait qu'aux géants du commerce.
Les propositions des libéraux auront eu au moins le mérite d'éclaircir les choses. Vous prétendez défendre les indépendants et les petites entreprises mais vous ne roulez que pour les multinationales. Toutes vos propositions n'ont heureusement pas été retenues, mais la majorité a malgré tout décidé de maintenir le passage de six à trois mois pour annoncer le choix du jour de repos hebdomadaire.
À l'époque, quand je travaillais chez Caterpillar, il fallait planifier ses congés à l'avance et je peux vous dire qu'on avait intérêt d'annoncer nos congés six mois à l'avance, sinon on ne pouvait pas les prendre. Mais les grands magasins pourront désormais changer tous les trois mois leur jour de fermeture!
Comme vous l'aurez compris, nous ne soutiendrons pas ce texte.
27.05 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la présidente, chers collègues, je tiens à remercier en particulier Mme Leoni d'avoir longuement planté le décor en rappelant les rétroactes de nos discussions. Cela me permettra d'être plus bref, pour ma part.
Merci, en tout cas, aux collègues de la majorité. Sur les bancs de l'opposition, on peut parfois être gagné par le sentiment d'être moins apte à obtenir des résultats lorsque sont rejetées des propositions, fussent-elles de bon sens – de l'aveu même de membres de la majorité –, puisqu'il est traditionnel de veiller à éconduire un texte émanant de l'opposition pour mieux la paraphraser en changeant deux mots et trois virgules afin que la majorité puisse se sentir mieux au moment du vote. Dans le cas d'espèce, s'est manifestée en commission la volonté de faire œuvre collective. En définitive, le résultat est tel que le jeu en valait la chandelle. Je voudrais remercier les collègues qui se sont prêtés, non au jeu puisque nous discutions de choses sérieuses, mais à cette pratique visant à contourner les clivages partisans afin d'être orientés "résultat et solution".
De plus, et cela reste à mes yeux un atout, nous étions plusieurs mandataires locaux à pouvoir siéger dans cette commission. Rien ne remplacera l'expérience d'un bourgmestre ou d'un membre de Collège confronté à la réalité de terrain quand il s'agit de prendre des décisions qui emportent des conséquences sur la vie quotidienne des citoyens. Travailler à la Chambre, c'est une chose; travailler en chambre, c'en est une autre. Grâce à cette expérience de municipaliste, on peut – pour reprendre les termes de Mme Leoni – remédier à des failles dans la loi lorsqu'elles sont identifiées.
Mme Reuter et les collègues ont pu expliquer la valeur ajoutée du correctif qui va être apposé. Et j'y souscris, puisqu'il fait écho à une proposition de loi que j'avais déposée avec mes collègues de groupe, en premier lieu Vanessa Matz. Il s'agissait de répondre à une aspiration du terrain exprimée de longue date par les bourgmestres qui sont souvent les premiers à se faire tirer dessus par les citoyens mécontents des difficultés de cohabitation, notamment avec les magasins de nuit.
Je suis évidemment heureux que l'expérience de terrain vécue par Mme Reuter ait permis d'élargir le spectre aux eros centers ou autres magasins de plaisir, comme elle les a elle-même qualifiés. Il est vrai que souvent, les horaires des magasins de nuit, le peu d'attention d'une série de clients, une fois les heures plus tardives arrivées, au respect du voisinage, amènent souvent un grand nombre de doléances, sans que les mandataires ne disposent toujours de leviers d'action. En effet, ces magasins se sont précisément engouffrés dans cette faille de la législation que nous souhaitons corriger aujourd'hui.
J'aspire, grâce à ce vote, à ce que les différents conseils communaux puissent désormais valider des règlements à leur initiative, pour offrir un cadre à cette implantation, opportune ou non, à cette exploitation opportune ou non, à ces horaires opportuns ou non, à la lumière de leurs réalités territoriales respectives. Comme cela a été rappelé, il ne s'agit pas d'interdire ces commerces, mais d'offrir des balises pour leur éclosion sur le territoire où elle est certainement plus indiquée que ce que l'expérience de terrain a parfois pu démontrer.
Nous nous réjouissons de ce travail collectif qui produit un résultat intéressant auquel nous allons évidemment apporter notre soutien. Nous espérons qu'il sera lui-même un élément de jurisprudence pour bien d'autres textes à venir, sur lesquels nous pourrons œuvrer de manière collective.
La présidente: Merci aux collègues de rester attentifs lorsqu'un orateur parle.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2657/9)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2657/9)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi du 10 novembre 2006 relative aux heures d’ouverture dans le commerce, l’artisanat et les services".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening".
La proposition de loi compte 7 articles.
Het wetsvoorstel telt 7 artikelen.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 7 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 7 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Propositions
déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 384: Stefaan Van Hecke
- 655: Els Van Hoof, Nawal Farih
- 701: Els Van Hoof, Jan Briers, Franky Demon, Nahima Lanjri, Nawal Farih
- 805: Melissa Depraetere, Ben Segers
- 957: Els Van Hoof
- 958: Els Van Hoof.
Discussion
générale
La
discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Les rapporteurs, Mmes Claire Hugon et Katleen Bury, se réfèrent au rapport écrit.
29.01 Christoph D'Haese (N-VA): Mevrouw de voorzitster, beste collega's, een belangrijk wetsvoorstel ligt vandaag voor. Het is zoals het in de goksector en in de kansspelen wel eens wordt gezegd: een spel waarin kans en kansen prijzen zijn. Ik wil eerst een prijs uitreiken vandaag, de prijs voor de strijdlust. Die gaat naar de heer Van Hecke. De heer Van Hecke heeft getracht om heel goede ethische principes in de gokwetgeving te introduceren.
Het is echter minder goed dat er geschermd wordt met heel wat ethische principes. In het voorstel dat vandaag voorligt, zitten zaken die tegen de borst stoten en die vooral het gelijkheidsbeginsel niet eerbiedigen. Het is uiteraard goed dat de problematiek wordt aangepakt, maar het is natuurlijk niet ernstig te noemen dat dit niet op een gelijkwaardige wijze gebeurt.
Er zijn drie grote punten van kritiek, meteen ook de reden waarom er vandaag een amendement is ingediend. Eerst en vooral is het een gemiste kans. Er wordt immers niet overgegaan tot de hervorming van de Kansspelcommissie. De Kansspelcommissie is absoluut noodzakelijk. Dat moet werken in een rechtsstaat. We weten dat ongeveer 90 % van de gokactiviteiten zich aftekenen in de sfeer van de illegaliteit. Het eerste probleem is dus de niet-hervorming van de Kansspelcommissie. Dat is een gemiste kans.
Het tweede probleem betreft de controle van mensen. Men moet zwakkeren beschermen via de EPIS-controle, een controle van de mensen die op een lijst staan, iets waarvoor ze zich vaak vrijwillig aanbieden, om niet langer gokverslaafd te zijn. De mensen die op deze lijst staan, worden niet gecontroleerd wanneer ze een dagbladwinkel binnenkomen. Dat is toch aberrant. De Nationale Loterij beschikt over 7.000 verkooppunten. Een vierde van de mensen die op de EPIS-lijst staan, begint opnieuw te gokken. Dat zijn eigenlijk recidivisten. Het zijn precies die mensen die u en ik willen beschermen. Daar schiet het voorstel manifest tekort. Dat is bijzonder spijtig.
U ziet ook dat er een absoluut vrijgeleide is voor dat wat niet gereglementeerd is in de sector. Uiteraard zijn de casino's en de kansspelen goed gereglementeerd, maar de dagbladhandels niet. Het is dus perfect mogelijk om duizenden loten te kopen, bijvoorbeeld van Win for Life, Subito, Lucky 13, Astro, SUPER 20, Pick3 en zo kan ik nog wel even doorgaan. Daarnaast zijn er ook de trekkingsspelen Vikinglotto, Keno en Joker. Die blijven allemaal buiten schot in die dagbladhandels.
Mijn laatste punt brengt mij bij het amendement waarmee wij de Raad van State vragen om dit te toetsen aan het gelijkheidsbeginsel. Er ontstaat hiermee immers een zeer onethische en oneerlijke praktijk, aangezien het belangrijke deel van de Nationale Loterij niet inbegrepen is in deze wetgeving. Het is niet ernstig dat u een ongelijke behandeling introduceert. Het is ook niet ernstig dat de heer Haek – om hem niet bij naam te noemen – met buitenlandse gokoperatoren onderhandelt om hun activiteit door de Nationale Loterij over te laten nemen. Dat is niet meer ernstig en niet ethisch. Het is dus een gemiste kans om de non-regulering van de Nationale Loterij aan te pakken. In het geheel zet men een stap vooruit, maar die gaat onvoldoende ver. Daarom vragen wij op basis van het ingediende amendement om dit voor advies voor te leggen aan de Raad van State.
29.02 Vanessa Matz (Les Engagés): Nous allons soutenir ce renvoi au Conseil d'État pour des raisons qui tiennent, notamment, à la discrimination qui existe et à la non-couverture de la Loterie nationale par une législation. Il y a donc une mise en concurrence inégale par rapport aux différents secteurs.
D'autre part, la proposition que M. Van Hecke avait déposée initialement était beaucoup plus protectrice à l'égard des joueurs et d'une série de personnes. Nous connaissons bien évidemment les addictions au jeu, qui sont un véritable fléau. Il y a toute une série de reculs – je ne les citerai pas tous –, notamment pour ce qui concerne la limite des sommes qui peuvent être engagées par jour ou par semaine, le fait que des exceptions peuvent être faites à l'interdiction de la publicité, ou encore la suppression de la limitation du nombre de jeux de hasard dans les établissements de classe 3, etc.
Tous ces reculs nous laissent perplexes, le principal étant la discrimination qui existe avec la Loterie nationale. Pour ces raisons, nous soutiendrons le renvoi au Conseil d'État.
La présidente: Monsieur Boukili, vous avez la parole.
29.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Je ne répéterai pas ce qui a été dit ni les arguments avancés, mais il est clair que si l'on doit interdire les jeux de hasard aux personnes atteintes d'addiction aux jeux et que la Loterie nationale peut y jouer un rôle et qu'elle ne le fait pas, il y a un problème.
La question se pose et, dès lors, nous soutenons la demande de l'avis du Conseil d'État.
29.04 François De Smet (DéFI):
Je n'ai pas d'autres arguments à développer après ceux développés par Mme Matz.
Je soutiendrai moi aussi le renvoi
au Conseil d'État.
29.05 Stefaan Van Hecke
(Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, wij
hadden natuurlijk verwacht dat er iets zou gebeuren. De goklobby doet zijn
werk. (Applaus)
Ik zal het uitleggen. Ik apprecieer het
begin van uw tussenkomst, collega D'Haese. U zegt dat wij niet alleen de wet
moeten verstrengen, maar ook de Kansspelcommissie hervormen. Ik ben het daar
volledig mee eens. Ik heb u dat al tien keer gezegd, mijnheer D'Haese. Wij
moeten ook de wet op de loterijen verstrengen. Ik ben het daarmee eens, maar
weet u hoe lang het heeft geduurd om dit wetsvoorstel hier te krijgen, tegen
alle lobbyisten in? Vier jaar. Als wij ook nog de Kansspelcommissie moeten
hervormen, zal dat nog eens vier jaar kosten en als wij de loterijwetgeving
moeten verstrengen, zal er nog eens vier jaar bijkomen. U vraagt dus eigenlijk
dat wij alles uitstellen, nog tien of twaalf jaar. Wie zal er champagne drinken
vanavond? De goklobby! (Applaus)
Aan al wie straks zal beslissen om dat vertragingsmanoeuvre te steunen, vraag ik om goed na te denken. Wie dat steunt, zit in the pocket, om het met de woorden van de N-VA te zeggen, maar doe het maar. Voor alle duidelijkheid en helderheid vraag ik dat er nu wordt gestemd en dat er wordt geteld of 50 leden voor zijn, mevrouw de voorzitster.
29.06 Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur Van Hecke, c'est l'hôpital qui se moque de la charité! Vous avez dit vous-même, en commission, avoir fait des compromis parce qu'il y avait des lobbies au sein de certains partis de la majorité pour rabaisser une série de dispositions qui étaient "plus protectrices" dans votre texte initial. Il faut arrêter de fustiger les autres et il y a peut-être aussi des lobbies dans votre majorité pour la Loterie Nationale!
La présidente: J'ai entendu une demande d'envoi des amendements nos 28 à 30 pour avis au Conseil d'État.
29.07 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Ik wil nog even tussenkomen in verband met de verwijten van de heer Van Hecke over de goklobby. Ik denk dat hier de laatste twee jaar maar één lobby actief is geweest, met name die van de Nationale Loterij.
Mijnheer Van Hecke, als het zou gaan over het verhelpen van gokverslaving, dan wil ik een voorbeeld aanhalen uit 2015. U weet waarschijnlijk, of u weet het niet, of u wil het niet weten, dat er een pot staat bij de Kansspelcommissie van 43 miljoen euro, die ondertussen nog is opgelopen. Die pot dient om actie te ondernemen tegen gokverslaving. Wat heeft de regering in 2015 gedaan? Ze heeft geprobeerd die pot te ledigen, ze heeft geprobeerd er 15 miljoen uit te halen om in de begroting te storten. Het Grondwettelijk Hof heeft de regering teruggefloten en het geld moest teruggestort worden.
Wat is er nadien ondernomen om aan die pot te kunnen? Die pot, collega’s, die dient om gokverslaving te bestrijden, maar die niet wordt gebruikt. Vervolgens is de heer De Graaf van de Nationale Loterij met 30 miljoen euro op zak naar de vivaldiregering gestapt en heeft hij gezegd dat hij dat bedrag in de begroting zou storten, op enkele voorwaarden. De belangrijkste voorwaarde was dat hij een monopolie wou. De anderen mogen geen reclame meer maken. De Nationale Loterij is de grote baas. Alle privébedrijven moeten verdwijnen. Momenteel werken daar 4.000 mensen en 12.000 daarnaast. We hebben ook nog legale casino’s, maar daar ga ik niet op in.
Het gaat hier in feite niet over gokken, want de grote baas van de Nationale Loterij heeft zelfs een demarche ondernomen met 350 miljoen euro op zak naar Ierland om daar een gokbedrijf over te nemen voor de Nationale Loterij. Waarover gaat het hier eigenlijk? Wie praat hier over de gokmaffia?
Durft u ons in die context te verwijten dat wij de goklobby steunen? Excuseer, dat woord is mij te zwaar.
Ik heb echt niets tegen een verbod op gokreclame, maar dat moet voor elke aanbieder gelden, voor iedereen gelijk. Volgens uw wetsvoorstel mag de Nationale Loterij constant publiciteit maken. Dat gebeurt niet alleen op tv. De Nationale Loterij heeft 61 miljoen geïnvesteerd in media, waarvan ongeveer de helft, 44 %, op tv. De Nationale Loterij bereikt ook kinderen.
Mijnheer Van Hecke, heel uw wetsvoorstel betekent een win for life voor de Nationale Loterij, niet meer, niet minder. Als het u menens is, dan keurt u toch gewoon ons amendement goed? Met ons amendement vragen wij alleen dat de Nationale Loterij behandeld wordt net als andere gokaanbieders. Dat is gelijkheid. Met uw wetsvoorstel institutionaliseert u de ongelijkheid. Stem met de hele meerderheid dat wat geldt voor de Nationale Loterij, ook geldt voor de anderen, en omgekeerd, en dan is de zaak opgelost. Ik daag u uit om dat te doen.
29.08 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Collega's, als u het wetsvoorstel had gelezen, dan zou u weten dat de verstrenging van de gokwetgeving ook van toepassing is op de Nationale Loterij voor alle kansspelen en gokproducten die de Nationale Loterij aanbiedt. Het is niet van toepassing op de loterijproducten, want dat is iets anders. Dat moeten de mensen goed weten vooraleer ze hun stem uitbrengen.
Mevrouw de voorzitster, ik vraag een hoofdelijke stemming over de vraag tot verzending naar de Raad van State.
La présidente: Je vous propose de nous
prononcer sur cette demande d'envoi des amendements nos 28 à 30 au
Conseil d'Etat.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag tot verzending naar de Raad van State uit te
spreken.
51 leden steunen de vraag om advies.
51 membres appuient la demande d’avis.
Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.
En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.
|
Nombre de votants |
93 |
Aantal stemmen |
|
Votes valables |
90 |
Geldige stemmen |
|
Majorité des
deux tiers |
60 |
Tweederdemeerderheid |
M. Frank Douchy a obtenu 11 voix.
De heer Frank Douchy heeft 11 stemmen gekregen.
M. Stefaan
Van der Vliet a obtenu 79 voix.
De heer Stefaan Van der Vliet heeft 79 stemmen gekregen.
M. Stefaan Van der Vliet ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamé membre suppléant du Conseil central de surveillance pénitentiaire et achèvera le mandat de M. Jacques Germeaux, membre effectif démissionnaire.
De heer Stefaan Van der Vliet die de tweederdemeerderheid van de stemmen heeft gekregen, wordt tot plaatsvervangend lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen uitgeroepen en zal het mandaat van de heer Jacques Germeaux, ontslagnemend effectief lid, voltooien.
|
Nombre de votants |
93 |
Aantal stemmen |
|
Votes valables |
82 |
Geldige stemmen |
|
Majorité des
deux tiers |
55 |
Tweederdemeerderheid |
M. Daniel De Wolf a obtenu 82 voix.
De heer Daniel De Wolf heeft 82 stemmen gekregen.
M. Daniel De Wolf ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamé membre suppléant pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit' de la Commission de nomination néerlandophone pour le notariat.
De heer Daniel De Wolf die de tweederdemeerderheid van de stemmen heeft gekregen, wordt benoemd tot plaatsvervangend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten' van de Nederlandstalige Benoemingscommissie voor het notariaat.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
(art. 75, n° 5,
Rgt)
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de
inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het
Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus
wordt besloten.
Demandes d'urgence
Il y a une demande d'urgence pour une proposition de loi de Mme Thémont portant sur le financement complémentaire du Fonds social pour le gaz et l'électricité, n° 3699/1.
32.01 Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, chacun comprendra que vu l'objet de cette proposition et l'intérêt de nos concitoyens à pouvoir augmenter leurs possibilités de jouir de la mesure, il y a évidemment urgence.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over die vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L’urgence est demandée pour la proposition de loi modifiant la loi du 23 mars 1989 relative à l'élection du Parlement européen et modifiant l'ancien Code civil, afin de permettre aux jeunes âgés de seize et dix-sept ans de prendre part à cette élection sans formalité préalable d'inscription, n° 3700/1.
De urgentie wordt gevraagd voor het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en tot wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek, teneinde de deelname van 16- en 17-jarigen aan de verkiezing van het Europees Parlement mogelijk te maken zonder voorafgaande inschrijvingsplicht, nr. 3700/1
32.02 Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de voorzitster, ook voor dit wetsvoorstel vragen wij de urgentie. Wij doen dat omdat de kiezerslijsten dienen te zijn opgesteld voor 1 april 2024. De Belgen in het buitenland dienen zich zelfs uiterlijk op 29 februari 2024 in te schrijven.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée
par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi relatif à la détention des stocks obligatoires de pétrole et des produits pétroliers, à la détention de stocks stratégiques additionnels destinés à l’approvisionnement énergétique du pays en cas de crise énergétique, à la gestion de crise d’approvisionnement pétrolière et à l’organisation d’ASEVA, n° 3669/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp betreffende de aanhouding van een verplichte voorraad aardolie en aardolieproducten, de aanhouding van bijkomende strategische voorraden voor de energiebevoorrading van het land in geval van een energiecrisis, het beheer van een aardoliebevoorradingscrisis en de organisatie van ASEVA, nr. 3669/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
33.01 Minister Annelies Verlinden: De regering (…) de APETRA-wet op technisch en wetgevend vlak een aanpassing omvat van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen, met als uiterste datum voor naleving, 1 januari 2024. Daarom wordt verzocht om urgentie zodat de tekst voor het einde van het jaar kan worden behandeld en ter stemming voorgelegd in het Parlement.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
La proposition est adoptée par assis et levé.
Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant création de la plateforme numérique pour les consommateurs “Consumerconnect”, n° 3690/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende oprichting van het digitaal consumentenplatform “Consumerconnect”, nr. 3690/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
33.02
Minister Annelies Verlinden: Het dossier is de wettelijke onderbouwing van het hybride
consumentenplatform Consumerconnect dat al meermaals ter sprake is gekomen in
de Kamer. Het is de bedoeling om met de oprichting hiervan de positie van de
consument te versterken door de consument vooreerst te begeleiden in diens
zoektocht naar informatie over consumentenbescherming. Verder zal de consument
meldingen kunnen doen en klachten kunnen neerleggen tegen vermeende inbreuken
op zijn of haar rechten als consument. Aangezien het platform van start gaat in
januari is het nodig om de wettelijke basis op dat moment rond te hebben. Het
wetsontwerp voorziet ook in een wettelijke regeling voor de verwerking van
persoonsgegevens in het kader van het Consumerconnectproject. De nodige
adviezen van de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State werden
gevraagd en waren positief. Zonder deze wettelijke basis kan het
consumentenplatform niet van start gaan. Daarom vraagt de regering de urgentie.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée
par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet modifiant la loi-programme du 27 décembre 2021 en ce qui concerne les mesures relatives au transport de fret ferroviaire organisant le transfert modal, n° 3695/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de programmawet van 27 december 2021 voor wat betreft de maatregelen inzake het goederenvervoer per spoor ter regeling van de modal shift, nr. 3695/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef
het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
33.03 Annelies Verlinden, ministre: En réponse à l'avis du Conseil d'État, le complément financier versé aux entreprises ferroviaires doit faire l'objet d'une analyse de la part de la Commission européenne conformément à l'article 4 du règlement CE 794/2004 dont le calendrier précisé par un avis juridique externe requiert de demander l'urgence afin d'exécuter la décision du gouvernement du 22 septembre de cette année-ci. En effet, cette mesure reposant sur un budget prévu en 2023, je demande l'urgence et ce, en application de l'article 51 du Règlement de la Chambre des représentants.
La présidente:
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u
voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée
par assis et levé.
De urgentie
wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
33.04 Catherine Fonck (Les Engagés): Nous assurons un pairage pour la collègue Nawal Farih absente pour raison de maladie. Georges Dallemagne adaptera son vote.
33.05 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Nous assurons un pairage pour Mme Chanelle Bonaventure. C'est Mme Maria Vindevoghel qui l'assumera.
La présidente: Chers collègues, dans notre Assemblée, il y a des points à l'ordre du jour, des débats, parfois houleux, et des votes. Mais il y a aussi des soutiens administratifs et linguistiques et des personnes qui œuvrent pour la bonne exécution de nos travaux. Il en est une, aujourd'hui, pour qui cette séance sera la dernière.
Au terme d'une carrière plutôt longue, puisque
presque 35 ans à notre service, un parcours d'huissier-guide, d'huissier de première
classe, avec beaucoup de reconnaissance dans son travail, de l'intégrité et du
dévouement, un visage familier de notre Assemblée va nous quitter pour prendre
une retraite bien méritée. De votre part, j'imagine que nous pouvons souhaiter
tous nos vœux pour ses années futures et exprimer toute notre gratitude à
M. Didier Arnhem. (Applaudissements
nourris)
Cette
interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires
sociales, de l'Emploi et des Pensions du 14 novembre 2023.
Deze
interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Sociale
Zaken, Werk en Pensioenen van 14 november 2023.
Deux motions
ont été déposées (MOT n° 459/1):
- une
motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn;
- une
motion pure et simple a été déposée par Mme Sophie Thémont.
Twee
moties werden ingediend (MOT nr. 459/1):
- een
motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn;
- een
eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Sophie Thémont.
La motion
pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de
eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in
stemming.
Quelqu'un
demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring?
34.01 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, reeds in 2007 besliste de toenmalige regering dat iedere federale overheidsdienst een tewerkstellingsgraad van 3 % personen met een handicap diende te halen. Meer dan 15 jaar later zien we dat deze doelstelling allesbehalve wordt gehaald, want sinds het aantreden van Vivaldi is het tewerkstellingscijfer zelfs gedaald tot 1,06 %. België is de op een na slechtste leerling van de Europese klas. Het verschil in werkzaamheidsgraad tussen mensen zonder en met een beperking bedraagt 38 %. Aan de motivatie van personen met een handicap zal het in ieder geval niet liggen. Een groot deel van de niet-tewerkgestelde personen geeft aan dat hij of zij wel wil werken, mits ondersteunende maatregelen of een aanpassing van de werkopdrachten.
Deze regering is wel druk bezig met het opmaken van allerhande plannen en rapporten, maar hinkt achterop in het nemen van de structurele maatregelen die echt nodig zijn. Een aantal grote obstakels moet dringend worden weggewerkt. Ten eerste, de kost van de arbeid. Er is wel een belangrijke stap gezet met het optrekken van het plafond, maar zoals ik al zei in de commissie, ook gisteren tijdens de bespreking van de beleidsnota van minister Lalieux, wij vragen de integrale afschaffing van de prijs van de arbeid.
Ten tweede, het openbaar vervoer en de algemene infrastructuur zijn anno 2023 nog te vaak inadequaat ingericht. Bij de bouw en renovatie van overheidsgebouwen wordt er te weinig rekening gehouden met de toegankelijkheidsnormen. Ontoegankelijke bussen, stations en treinen en de verplichting om op voorhand te reserveren zorgen ervoor dat personen met een handicap niet alleen niet de noodzakelijke kans krijgen om een sociaal netwerk uit te bouwen, maar dat hun ook de kans op opleiding en werk wordt ontnomen.
We pleiten dan ook voor een fundamentele beleidsomslag en voor het eindelijk wegwerken van deze letterlijke en vooral figuurlijke drempels. Collega's, ik reken op uw steun en zeker op die van de collega's van cd&v. Zij dienden immers een voorstel van resolutie in ter bevordering van de tewerkstelling van personen met een handicap enerzijds terwijl anderzijds, toch ook niet onbelangrijk, hun eigen minister van Binnenlandse Zaken het slechtste rapport kreeg, met 0,45 %.
La présidente: Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il
voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
|
(Stemming/vote 1) |
||
|
Ja |
79 |
Oui |
|
Nee |
43 |
Non |
|
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
|
Totaal |
123 |
Total |
La motion
pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est
caduque.
De
eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Vote sur l'amendement n° 33 de Vanessa Matz
tendant à insérer un article 1/1(n). (3490/8)
Stemming over amendement nr. 33 van Vanessa
Matz tot invoeging van een artikel 1/1(n). (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 2) |
||
|
Ja |
6 |
Oui |
|
Nee |
109 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(Mevrouw
Nathalie Dewulf heeft tegengestemd)
Vote sur l'amendement n° 34 de Vanessa Matz à
l'article 2. (3490/8)
Stemming over amendement nr. 34 van Vanessa
Matz op artikel 2. (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 3) |
||
|
Ja |
19 |
Oui |
|
Nee |
96 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 35 de Vanessa Matz à
l'article 2. (3490/8)
Stemming over amendement nr. 35 van Vanessa
Matz op artikel 2. (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 4) |
||
|
Ja |
19 |
Oui |
|
Nee |
107 |
Non |
|
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 36 de Maxime Prévot à
l'article 2. (3490/8)
Stemming over amendement nr. 36 van Maxime
Prévot op artikel 2. (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 5) |
||
|
Ja |
19 |
Oui |
|
Nee |
84 |
Non |
|
Onthoudingen |
22 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 2 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
Vote sur l'amendement n° 37 de Vanessa Matz à
l'article 6. (3490/8)
Stemming over amendement nr. 37 van Vanessa
Matz op artikel 6. (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 6) |
||
|
Ja |
26 |
Oui |
|
Nee |
76 |
Non |
|
Onthoudingen |
23 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 6 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 6 aangenomen.
Vote sur l'amendement n° 38 de Vanessa Matz
tendant à insérer un article 13/1(n). (3490/8)
Stemming over amendement nr. 38 van Vanessa
Matz tot invoeging van een artikel 13/1(n). (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 7) |
||
|
Ja |
7 |
Oui |
|
Nee |
108 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(M. Daniel Senesael a voté contre)
Vote sur l'amendement n° 39 de Vanessa Matz à
l'article 24. (3490/8)
Stemming over amendement nr. 39 van Vanessa
Matz op artikel 24. (3490/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 8) |
||
|
Ja |
6 |
Oui |
|
Nee |
109 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
125 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 24 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 24 aangenomen.
(Mevrouw
Nathalie Dewulf heeft tegengestemd)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 9) |
||
|
Ja |
77 |
Oui |
|
Nee |
9 |
Non |
|
Onthoudingen |
41 |
Abstentions |
|
Totaal |
127 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 10) |
||
|
Ja |
117 |
Oui |
|
Nee |
0 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
127 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en
sera donné connaissance au gouvernement.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 11) |
||
|
Ja |
116 |
Oui |
|
Nee |
0 |
Non |
|
Onthoudingen |
10 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en
sera donné connaissance au gouvernement.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 12) |
||
|
Ja |
104 |
Oui |
|
Nee |
21 |
Non |
|
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en
sera donné connaissance au gouvernement.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 13) |
||
|
Ja |
76 |
Oui |
|
Nee |
47 |
Non |
|
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi, ainsi que les tableaux annexés. Il sera soumis à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan, alsmede de bijgevoegde tabellen. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
Raison
d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 14) |
||
|
Ja |
126 |
Oui |
|
Nee |
0 |
Non |
|
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 15) |
||
|
Ja |
125 |
Oui |
|
Nee |
1 |
Non |
|
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
|
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(Door een technisch probleem heeft mevrouw
Nathalie Dewulf niet kunnen voorstemmen)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
|
(Stemming/vote 16) |
||
|
Ja |
117 |
Oui |
|
Nee |
9 |
Non |
|
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
|
Totaal |
127 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale.
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 30 novembre 2023 à 15 h 00.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 30 november 2023 om 15.00 uur.
La séance est levée à 20 h 25.
De vergadering wordt gesloten om 20.25 uur.
|
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 55 PLEN 272 annexe. |
|
De bijlage is
opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 272 bijlage. |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
|
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
|
Oui |
079 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour
Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, Dierick Leen, Ducarme Denis,
Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa,
Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Liekens Goedele, Mariage
Louis, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf
Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Segers
Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
043 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders
Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De
Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones
Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn
Ellen, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Hees
Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Verreyt
Hans
|
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 002
|
Oui |
006 |
Ja |
Arens Josy, Dallemagne
Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
|
Non |
109 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Francken
Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman
Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier,
Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van
Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys
Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta
Laurence
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 003
|
Oui |
019 |
Ja |
Arens Josy, Bury
Katleen, Dallemagne Georges, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt
Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz
Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen,
Troosters Frank, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans
|
Non |
096 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter
Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix
Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Loones Sander, Mariage Louis, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt
Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh
Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire
Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 004
|
Oui |
019 |
Ja |
Arens Josy, Bury
Katleen, Dallemagne Georges, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt
Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz
Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen,
Troosters Frank, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans
|
Non |
107 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan,
Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems
Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De
Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Wit
Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Francken
Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals
Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien,
Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen,
Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît,
Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya,
Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den
Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der
Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta,
Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 005
|
Oui |
019 |
Ja |
Arens Josy, Bury Katleen, Dallemagne Georges, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans
|
Non |
084 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
022 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien
Vote nominatif - Naamstemming: 006
|
Oui |
026 |
Ja |
Arens Josy, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans
|
Non |
076 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
023 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 007
|
Oui |
007 |
Ja |
Arens Josy, Dallemagne
Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime,
Senesael Daniel
|
Non |
108 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Francken
Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman
Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier,
Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel
Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh
Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 008
|
Oui |
006 |
Ja |
Arens Josy, Dallemagne
Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
|
Non |
109 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Francken
Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman
Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Troosters Frank, Vajda Olivier,
Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van
Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys
Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie,
Zanchetta Laurence
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 009
|
Oui |
077 |
Ja |
Aouasti Khalil,
Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van
Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie,
Zanchetta Laurence
|
Non |
009 |
Nee |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco
|
Abstentions |
041 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Arens
Josy, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Dallemagne Georges, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De
Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck
Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz
Vanessa, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Troosters Frank,
Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie,
Van Vaerenbergh Kristien, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 010
|
Oui |
117 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour
Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De
Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers
Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen,
Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît,
Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky,
Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen,
Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van
der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh
Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt
Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
000 |
Nee |
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 011
|
Oui |
116 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour
Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De
Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers
Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters
Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh
Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt
Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van
Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
000 |
Nee |
|
Abstentions |
010 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria
Vote nominatif -
Naamstemming: 012
|
Oui |
104 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour
Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby,
Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine,
Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De
Roover Peter, De Smet François, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels
Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers
Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys
Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta
Laurence
|
Non |
021 |
Nee |
Boukili Nabil, Bruyère
Robin, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De
Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt,
Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans
|
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 013
|
Oui |
076 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
047 |
Nee |
Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Verreyt Hans
|
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, Vindevoghel Maria
Vote nominatif - Naamstemming: 014
|
Oui |
126 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
000 |
Nee |
|
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 015
|
Oui |
125 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bruyère Robin, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
001 |
Nee |
Dewulf Nathalie
|
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 016
|
Oui |
117 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
|
Non |
009 |
Nee |
Boukili Nabil, Bruyère Robin, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco
|
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Vindevoghel Maria