Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 28 septembre 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 28 september 2023

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 18 et présidée par Mme Valérie Van Peel, vice-présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door mevrouw Valerie Van Peel, ondervoorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Alexander De Croo, Vincent Van Quickenborne.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 26 septembre 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance de cette semaine.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 september 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van deze week ontvangen.

 

Le projet de loi modifiant la loi du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé, n°s 3562/1 à 4, figurait "pour mémoire" à l’ordre du jour.

Het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, nrs. 3562/1 tot 4  stond "pro memorie" op de agenda vermeld.

 

En application de l’article 83, n° 1, du Règlement, la commission de la Santé et de l’Égalité des chances doit encore procéder à une deuxième lecture.

In toepassing van artikel 83, nr. 1, van het Reglement dient de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen nog over te gaan tot een tweede lezing.

 

Par conséquent, le projet de loi ne pourra pas faire l’objet de discussion ce jour.

Bijgevolg kan het wetsontwerp vandaag niet worden besproken.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

02 Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales – Application de l'article 67 du Règlement

02 Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen – Toepassing van artikel 67 van het Reglement

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 26 septembre 2023, je vous propose de rendre l'article 67 du Règlement de la Chambre applicable aux pièces relatives aux audits internes menés par bpost sur la gestion des comptes 679 ainsi que les contrats des plaques d’immatriculation et des amendes routières, transmis par bpost.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 26 september 2023 stel ik u voor artikel 67 van het Kamerreglement van toepassing te verklaren op de stukken met betrekking tot de interne audits uitgevoerd door bpost inzake het beheer van de 679-rekeningen en de contracten over de nummerplaten en de verkeersboeten overgemaakt door bpost.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

03 Parlements – Constitution

03 Parlementen – Wettig- en voltalligverklaring

 

Nous font connaître qu'ils se sont constitués en leurs séances de ce jour:

- par message du 18 septembre 2023: le Parlement bruxellois,

- par message du 19 septembre 2023: l’Assemblée réunie de la Commission communautaire commune,

- par message du 20 septembre 2023: l’Assemblée de la Commission communautaire flamande,

- par message du 20 septembre 2023: l’Assemblée de la Commission communautaire française.

Brengen ons ter kennis dat zij ter vergadering van die dag voor wettig en voltallig verklaard zijn:

- bij brief van 18 september 2023: het Brussels Parlement,

- bij brief van 19 september 2023: de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps­commissie,

- bij brief van 20 september 2023: de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie,

- bij brief van 20 september 2023: de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie.

 

Questions

Vragen

 

Collega's, aangezien ik zelf een vraag zal stellen en niet direct een ondervoorzitter in de zaal zie zitten, zou ik willen vragen aan de heer Delizée om het voorzitterschap waar te nemen.

 

Voorzitter: Jean-Marc Delizée, oudste lid in jaren.

Président: Jean-Marc Delizée, doyen d'âge.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Katja Gabriëls aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Misbruik in de katholieke kerk" (55003787P)

- Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Misbruiken in de katholieke kerk" (55003789P)

- Stefaan Van Hecke aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het kindermisbruik in de kerk" (55003790P)

- Peter Mertens aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Misbruiken in de katholieke kerk" (55003792P)

- Barbara Pas aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Seksueel misbruik in de kerk" (55003793P)

- Catherine Fonck aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Pedofilie in de kerk" (55003801P)

- Servais Verherstraeten aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Kindermisbruik in de kerk" (55003805P)

- Valerie Van Peel aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het dossier inzake kindermisbruik" (55003804P)

04 Questions jointes de

- Katja Gabriëls à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les abus au sein de l'Église catholique" (55003787P)

- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les abus commis au sein de l'Église catholique" (55003789P)

- Stefaan Van Hecke à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les abus commis sur des enfants au sein de l'Église" (55003790P)

- Peter Mertens à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les abus commis au sein de l'Église catholique" (55003792P)

- Barbara Pas à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les abus sexuels commis au sein de l'Église" (55003793P)

- Catherine Fonck à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La pédophilie dans l'Église" (55003801P)

- Servais Verherstraeten à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les abus commis sur des enfants au sein de l'Église" (55003805P)

- Valerie Van Peel à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le dossier des abus commis sur des enfants" (55003804P)

 

04.01  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de premier, mijnheer de minister: godvergeten, de letterlijke betekenis van dat woord is gruwelijk, schandelijk, verschrikkelijk. Welnu, het was schandelijk en verschrikkelijk voor velen onder ons om kennis te nemen van de moedige getuigenissen in de reportage. Het is echter vooral gruwelijk en bijzonder pijnlijk voor de vele slachtoffers hoe zij vandaag nog steeds worstelen met het hun aangedane onrecht. Het is toch godgeklaagd dat slachtoffers van seksueel misbruik tot op heden niet datgene krijgen waarnaar ze zo hunkeren, namelijk erkenning van het aangedane leed. De kerk minimaliseert de wijdverspreide wantoestanden en houdt het potje liever gedekt dan de daders verantwoordelijk te stellen.

 

De Canvasreeks heeft opnieuw de vinger op de pijnlijke wonden gelegd. De Open Vld-fractie vraagt dat het Parlement de nodige initiatieven neemt, opnieuw, want ruim tien jaar na de eerste bijzondere commissie over het misbruik in de kerk blijven nog te veel vragen onbeantwoord. We moeten kijken naar de rol van de kerk in het voorbije decennium. Waar is ze tekortgeschoten in het verleden? Maar de belangrijkste vraag is wat er mogelijk is en wat we kunnen doen om de slachtoffers te geven waar ze recht op hebben. Heeft justitie ergens gefaald?

 

Mijnheer de minister, u zult straks samen met de eerste minister in gesprek gaan met slachtoffers. U hebt vanochtend bisschop Bonny ontvangen en stelt terecht dat de tijd van woorden voorbij is. Het is meer dan ooit tijd voor daden van een instituut dat te lang in gebreke blijft.

 

Mijnheer de premier, kunt u ons informeren over welke stappen er zullen worden gezet? Mijnheer de minister, kunt u ons de correcte stand van zaken van het onderzoek bij justitie meedelen?

 

Le président: Chers collègues, j'ai pris le train en marche un peu vite et j'ai oublié de préciser que M. le ministre de la Justice était assis sur le banc du gouvernement pour partager les réponses avec M. le premier ministre.

 

04.02  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, heel Vlaanderen is in shock. Pedofielen in de kerk, dat wisten wij al. Dat de kerk dat crimineel gedrag niet bestreed en zelfs toedekte, ook dat wisten wij jammer genoeg al. Al decennia walgt elke Belg hiervan. Voor het eerst slaagt een documentaire er nu in om de slachtoffers echt centraal te zetten. Hun boodschap komt keihard binnen.

 

Al decennia strijden de slachtoffers, zonder resultaat. Er is heel veel gebeurd, maar er is niets veranderd, zeggen zij, en zij hebben verdomme overschot van gelijk. Zij zijn misbruikt door priesters, zij zijn uitgelachen door de kerk, zij zijn in de steek gelaten door het gerecht. Vierduizend bewijsstukken zijn verdwenen. Ze zijn teruggegeven aan de kerk of bij het grofvuil gezet. Kunt u zich dat indenken?

 

De slachtoffers hebben nu recht op erkenning, op duidelijkheid, op antwoorden. Alle Belgen hebben recht op een antwoord op de vraag waarom wij met belastinggeld van elke Belg, gelovig of niet, een instelling blijven subsidiëren die crimineel gedrag weigert te bestrijden en zelfs toedekt. Laten we over de partijgrenzen heen duidelijke antwoorden geven, zodat er na Godvergeten niet alleen iets gebeurt, maar ook echt iets verandert.

 

Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, er zijn echt heel veel vragen die een antwoord behoeven. Vooruit eist daarom een onderzoekscommissie. Ons wetsvoorstel is kant-en-klaar ingediend. Kunnen wij op uw steun rekenen opdat ons voorstel op alle mogelijke manieren zal worden ondersteund?

 

04.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de gruwel is onbeschrijflijk. Het leed van de slachtoffers is immens. Hoe de kerk met seksueel misbruik omgegaan is, is onmenselijk. Feiten werden genegeerd, ontkend, toegedekt. De slachtoffers werden vaak niet gehoord en soms verstoten, alsof het seksueel misbruik op zich nog niet erg genoeg is.

 

De slachtoffers verdienden gerechtigheid. Daarvoor kijken zij terecht ook naar justitie. Wat horen wij vandaag echter? Er blijken heel veel twijfels te zijn over het verloop van het gerechtelijk onderzoek, dat al heel lang duurt. Er zou druk uitgeoefend zijn. Er zouden duizenden stukken uit het dossier verdwenen zijn.

 

Er zijn heel veel vragen en daar moeten duidelijke antwoorden op komen. Justitie moet in volle onafhankelijkheid kunnen werken, dat is duidelijk. In een democratische rechtsstaat kunnen wij echter niet aanvaarden dat stukken verdwijnen uit een strafdossier. In een rechtsstaat kunnen wij niet aanvaarden dat strafonderzoeken gesaboteerd worden. In een rechtsstaat kunnen wij niet aanvaarden dat niet-democratische instellingen als de kerk een strafonderzoek proberen te beïnvloeden.

 

Als er aanwijzingen zijn dat dit hier gebeurd is, moeten wij dat onderzoeken tot op het bot. Daarom is een onderzoekscommissie meer dan nodig.

 

Mijn vragen zijn heel concreet, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister. Jullie hebben vanochtend de slachtoffers ontmoet, wat een heel goede zaak is. Wat zal de regering doen om de slachtoffers bij te staan en te helpen? Welke andere initiatieven zullen er nog door de regering worden genomen in deze context?

 

04.04  Peter Mertens (PVDA-PTB): Van de beelden die ik zag op televisie, wordt volgens mij iedereen stil en is iedereen een beetje in shock. Ik denk dat heel veel vrijzinnigen in ons land gechoqueerd zijn, maar ook heel veel gelovigen, mensen die zich vanuit hun geloof inzetten voor de samenleving, in hun buurt, in hun vakbond, voor vluchtelingen. Men is in shock, want de getuigenissen zijn erg en de uitspraken van sommigen in die serie zijn ronduit verbijsterend. Zo horen we iemand als de heer Vangheluwe in die reeks veertien jaar misbruik vergoelijkend beschrijven als een "soort relatietje." Dat de betrokkene nog altijd priester is en het Vaticaan tot op vandaag weigert om hem uit zijn priesterambt te ontzetten, doet concluderen dat er iets grondig mis is met de wijze waarop wij omgaan met daders en slachtoffers.

 

Een van de meest wraakroepende zaken in het dossier is naar mijn mening dat een aantal instituties de daders een hand boven het hoofd houdt, terwijl de slachtoffers moeten vechten voor elke centimeter waarheid, om gehoord te worden, om erkend te worden, om beschermd te worden, om recht te doen zegevieren.

 

In oktober 2010 heeft het Hof van Cassatie beslist dat burgerlijke partijen betrokken moeten worden bij het onderzoek naar de regelmatigheid van de procedure. Dat is essentieel voor een tegensprekelijke procedure. In de betreffende procedure is dat blijkbaar niet gebeurd. Als het waar is dat zittingen hebben plaatsgevonden zonder de burgerlijke partijen en dat op die zittingen onder meer beslist werd om dossiers uit Operatie Kelk uit het onderzoek te weren, dan is dat ongezien.

 

Daarom moeten zulke zaken publiek onderzocht worden. Wij steunen dan ook het voorstel voor de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie. Zo kunnen we tot op het bot gaan in het onderzoek en alle malfuncties, ook bij Justitie, blootleggen.

 

04.05  Barbara Pas (VB): De documentairereeks Godvergeten heeft heel wat losgemaakt in Vlaanderen. De getuigenissen van die meerdere slachtoffers van seksueel misbruik in de kerk en hun strijd om rechtvaardigheid laten werkelijk niemand onbewogen. Alles moet worden uitgeklaard. Als er iets zeer pijnlijk duidelijk is geworden met de getuigenissen de voorbije weken, is het wel de schandalige manier waarop met het leed van slachtoffers werd omgegaan. Ook het Vlaams Belang steunt de oprichting van een onderzoekscommissie. De volledige waarheid over het misbruik en het toedekken ervan moet worden bovengehaald. Dat is wel het minste waar de slachtoffers allemaal recht op hebben.

 

Kindermisbruik tekent voor het leven. Of daders nu geestelijken zijn, VRT-coryfeeën, politici, jeugdleiders of om het even wie, elke dader moet gestraft worden en elk slachtoffer van kindermisbruik is een slachtoffer te veel. Het Vlaams Belang ijvert al heel lang voor strengere straffen, een hardere aanpak van seksueel misbruik en van pedofilie. Het belangrijkste is dat we voorkomen dat er in de toekomst nog slachtoffers vallen.

 

De bijzondere commissie over het misbruik in de kerk heeft tien jaar geleden een dertigtal bladzijden aan aanbevelingen geformuleerd. De recentste bijeenkomst van de opvolgingscommissie om na te gaan wat er met die aanbevelingen is gebeurd, dateert volgende maand ook alweer van tien jaar geleden. Het Parlement moet uiteraard onderzoeken en opvolgen, terwijl de uitvoerende macht uitvoert. Mijnheer de eerste minister, wat er is de voorbije tien jaar gebeurd?

 

04.06  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Justice, chers collègues, les documentaires de la VRT glacent le sang. Godvergeten, les oubliés de Dieu. Ces documentaires montrent la douleur abominable et, surtout, persistante des victimes. L’abus inqualifiable de confiance de leurs bourreaux. La manière aussi dont l’Église a voulu nier et cacher les faits. Les faits sont souvent anciens, mais la souffrance des victimes, la souffrance de leurs proches, elle, reste terriblement actuelle.

 

Alors certes, il y a eu le travail réalisé par la commission ici à la Chambre, les modifications législatives qui ont suivi, le Centre d’arbitrage également. Mais cela ne suffit pas. Le Parlement doit reprendre son travail, et nous devons parvenir à une meilleure reconnaissance de la souffrance des victimes. Des questions majeures se posent également sur le plan judiciaire, et nous devons déterminer si l’enquête judiciaire a été menée correctement, et dans ce cadre se pose aussi la question de saisir le Conseil supérieur de la Justice. Nous devons examiner tous les moyens possibles pour répondre aux demandes et aux souffrances des victimes et de leurs proches, tout en évitant impérativement de les décevoir ou de créer de faux espoirs.

 

Monsieur le premier ministre, vous rencontrerez les victimes cet après-midi. Quelle sera votre approche? Quelles suites pouvez-vous donner à leurs demandes et de quels moyens dispose le gouvernement?

 

Monsieur le ministre de la Justice, avez-vous déjà ou allez-vous saisir le Conseil supérieur de la Justice concernant la manière dont ont été menées les enquêtes passées?

 

04.07  Servais Verherstraeten (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de vice-eersteminister, collega’s, het programma Godvergeten laat een diepe indruk na. Het leidt terecht tot verontwaardiging en het maakt ons allen boos, gelovigen en ongelovigen.

 

Na Operatie Kelk heeft dit Parlement ook niet stilgezeten. Wij hebben een bijzondere commissie opgericht. Die heeft aanbevelingen gedaan. Die hebben we gecontroleerd. Vele parlementsleden hebben, terecht, hun schouders gezet onder strengere regelgeving. Er werd ook een centrum voor arbitrage opgericht, dat de slachtoffers hoorde en deels vergoedde.

 

Dat is goed maar het is onvoldoende. Daarom is een parlementaire onderzoekscommissie op haar plaats, in de eerste plaats – meer dan de vorige bijzondere commissie – om de slachtoffers te horen die dat willen, om hen een stem te geven, om hen te erkennen en om hun leed te verzachten. Dat vereist nazorg.

 

Daarnaast is er de verantwoordelijkheid van de kerk. Ik heb ook geluisterd naar het interview met bisschop Bonny. Hij reikte de hand, hij wil de slachtoffers opnieuw horen. Hij vindt ook dat er meer moet gebeuren dan er tot heden is gebeurd. Dat moet worden geconcretiseerd.

 

Er zijn vragen over het onderzoek. Er zijn zorgen over of alles wel perfect is verlopen. Mijnheer de minister van Justitie, het federaal parket verklaarde gisteren dat de zaken verjaard zouden zijn. Het is aan de kamer van inbeschuldigingstelling om te beslissing wat er met het onderzoek moet gebeuren. Ongeacht wat die beslissing van justitie – die onafhankelijk is – ook zal zijn, vind ik het belangrijk dat de slachtoffers onmiddellijk daarna worden gehoord, ingelicht en geïnformeerd en dat er op al hun vragen wordt geantwoord.

 

Er is ook de vraag naar een onderzoek van het onderzoek. Als slachtoffers denken dat het oneerlijk zou zijn gebeurd, dan moeten wij die zorgen wegnemen. De vraag is dan of dat volgens u kan worden gedaan door de Hoge Raad voor de Justitie, mijnheer de minister. Kan dat door een onderzoekscommissie worden gedaan? Kan dat door beide?

 

Ten slotte heb ik de heel belangrijke vraag wat wij regelgevend nog kunnen doen om dingen te voorkomen, in de eerste plaats in de kerk maar ook buiten de kerk. Hoe kunnen wij slachtoffers sneller opvangen en daders sneller straffen?

 

04.08  Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, collega’s, waar zaten jullie de voorbije tien jaar? Waar waren de leden in de hoorzitting, nog maar net voor de zomer, tijdens de vergadering over de resolutie voor een betere justitiële aanpak van kindermishandeling en kindermisbruik? Gemiddeld waren er, toen de experts aan het woord waren, drie leden aanwezig. Waar zitten jullie als de camera’s er niet staan?

 

Mijnheer de minister, waar zit u telkens opnieuw? Waarom had u een documentaire nodig, om dan bovendien alle verantwoordelijkheid van u af te schuiven, hoewel er binnen justitie nog zoveel verbeterd kan worden in de aanpak van de strijd tegen kindermisbruik, niet alleen door leden van de kerk?

 

Ik heb u destijds betrokken bij een werkgroep en u hebt toen verkondigd dat u zou meewerken. Het betrof een werkgroep met daarin de top van de Belgische experts, waarvoor leden van alle partijen waren uitgenodigd. U kon niet snel genoeg uit die werkgroep vertrekken. Alleen de experts daagden elke keer weer op.

 

Gisteren hoorde ik u bovendien op tv de wetswijziging die wij in 2019 met veel moeite door het Parlement hebben gekregen en waarmee de verjaring van kindermisbruik eindelijk werd afgeschaft, feitelijk verkeerd uitleggen aan de slachtoffers. Dat deed u, als minister van Justitie. U had met die stap dan ook niks te maken.

 

Wat hebt u al gedaan? Dat het elke keer opnieuw hier in het halfrond moet afhangen van de ongelooflijke en onvoorstelbare kracht van slachtoffers om hun nek uit te steken om het thema opnieuw op de agenda te krijgen, zoals ditmaal de slachtoffers in de documentaire, is verschrikkelijk cynisch. Dat is ook de reden waarom ik hier vertrek. Beseffen jullie welke opoffering dat van die mensen vergt?

 

Ik hoop dat ik hier helemaal ongelijk krijg. Ik hoop dat ik helemaal fout zit en dat de politiek nu eens echt aan de slag gaat. Misbruik van kinderen is namelijk de grootste schandvlek die de huidige maatschappij draagt. Een kind op de tien maakt dergelijk misbruik mee. Dat weten wij al heel lang. Een mens op de tien leeft daar tot zijn laatste adem mee.

 

We doen, verdorie, veel te weinig!

 

Ik heb dus maar één vraag, mijnheer de minister, mijnheer de premier, collega’s. Bewijs dat ik ongelijk heb. Bewijs dat u het voor één keer meent en iets wilt betekenen in deze strijd. Bewijs voor één keer dat er geen electorale redenen spelen. Dan zal ik uw trouwste en beste partner zijn en zal ik er van a tot z aan meewerken. Dan ben ik uw grootste fan en krijgt u mijn stem.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

04.09 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, vanochtend heb ik samen met de minister van Justitie de slachtoffers van seksueel misbruik en geweld in de kerk ontmoet en daarna ook de bisschop van Antwerpen, Johan Bonny. We voerden die gesprekken om een duidelijk beeld te krijgen na de heel grote en terechte verontwaardiging die de reeks Godvergeten opriep.

 

Ik wil beginnen met alle getuigen te bedanken. Wij delen hun verontwaardiging. Het onrecht dat hun is aangedaan, zeer vaak op jonge leeftijd, is bijzonder groot en het misbruik heeft hen voor de rest van hun leven getekend.

 

L'injustice qui vous a été faite n'a pas de nom. Comment peut-on s'attaquer à une jeunesse de cette manière? Chacun a été marqué pour la vie. Je pense que nous comprenons tous cette douleur insurmontable.

 

Jarenlang hebben de slachtoffers schaamte gevoeld en stonden zij machteloos, omdat de kerk op alle niveaus er heel vaak alles aan heeft gedaan om niet te luisteren. Stilzwijgen en doofpot waren zo vaak het gruwelijke antwoord. De belangen van een instituut kunnen nooit boven de menselijke waardigheid staan. Het is onbegrijpelijk dat ook na gerechtelijk onderzoek slachtoffers heel vaak niet het nodige gehoor hebben gevonden of de nodige hulp hebben gekregen.

 

Mijn boodschap aan hen is zeer duidelijk: wie verantwoordelijkheid draagt, moet die verantwoordelijkheid opnemen. Er is oprecht schuldinzicht nodig, ook voor het verwerkingsproces. Dat moet er bovendien voor zorgen dat kindermisbruik nooit meer kan gebeuren in de kerk, noch op een andere plaats in onze samenleving.

 

Bisschop Johan Bonny heeft ons vanochtend zijn volledige medewerking aan justitie en politie beloofd. Justitie moet haar werk doen. In een rechtsstaat kan geen enkele persoon of geen enkele organisatie boven de wet staan. Naast de juridische redenering is er de morele redenering. Een eventuele verjaring verhindert niet dat organisaties vanuit een moreel oogpunt de juiste acties ondernemen. Het gaat niet alleen over de wet, maar ook over wat vandaag moreel het juiste is om te doen.

 

Les enquêtes sont en cours et elles doivent se dérouler de manière indépendante. Dans un État de droit, aucune organisation, personne ne peut être au-dessus de la loi; mais à côté de la loi, il y a aussi une responsabilité morale d’agir et de faire ce qui est nécessaire et correct.

 

De regering neemt kennis van het initiatief voor een parlementaire onderzoekscommissie. Dat zou een zeer sterk signaal zijn.

 

Er is inderdaad een commissie geweest na de affaire-Vangheluwe. Die commissie heeft heel veel aanbevelingen gedaan, maar niet alle aanbevelingen zijn uitgevoerd.

 

Ik heb bisschop Bonny gevraagd om in al zijn acties het slachtoffer, en niemand anders dan het slachtoffer, centraal te stellen. Ik heb hem gevraagd om volop in te zetten op preventie, om bij te dragen tot therapie en de compensaties voor de schade opnieuw te bespreken. Wij zien dat die in de omliggende landen een stuk hoger zijn.

 

Ik wil ook een boodschap geven aan de honderden die zich in de voorbije dagen hebben laten ontdopen, mensen die te kennen gegeven hebben dat zij niets meer met de kerk te maken willen hebben. Wij moeten consequent zijn en ervoor zorgen dat de regels inzake gegevensbescherming op de juiste manier worden toegepast. Als mensen vragen om een daadwerkelijke schrapping te krijgen, moeten zij die daadwerkelijke schrapping kunnen krijgen.

 

Ik hoor ook de oproep om de financiering van de erediensten opnieuw te bespreken. Ik stel voor om als deze roep er is binnen dit Parlement, die bespreking hier te laten plaatsvinden.

 

Collega’s, ook elders gebeurt het te vaak dat slachtoffers op ongeloof stoten. Er zijn ook meldingen van seksueel misbruik in andere omgevingen dan de kerk. Ook daar is preventie cruciaal. Ouders en kinderen die zich vragen stellen, die zich niet goed in hun vel voelen, moeten weten waar zij naartoe kunnen gaan. Zij moeten alle mogelijkheden hebben om hun ongerustheid te bespreken.

 

Tot slot, er zijn weinig opdrachten die voor onze samenleving belangrijker zijn dan ervoor te zorgen dat onze kinderen in vrijheid en in veiligheid kunnen opgroeien. Het is onze verantwoordelijkheid als maatschappij, het is de verantwoordelijk van ons allemaal om waakzaam te zijn en ervoor te zorgen dat onze kinderen weerbaar zijn en in volle vrijheid kunnen opgroeien.

 

04.10 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega’s, de documentaire Godvergeten laat ons allemaal verbijsterd achter. De moedige getuigenissen van de slachtoffers gaan door merg en been. Jonge kinderen, tieners, kwetsbare personen werden jarenlang seksueel misbruikt in kerken, scholen en internaten. Het is wraakroepend. Even wraakroepend is het wegkijken en het toedekken ervan door de katholieke kerk, een kerk die zich onaantastbaar waande en koos voor het eigenbelang en niet voor de belangen van de slachtoffers.

 

De jeunes vies ont été détruites. De nombreuses familles ont été brisées. L'indignation et la colère collective ressenties par la société sont quelque peu réconfortantes pour les victimes et leurs proches.

 

Het mag echter niet bij verontwaardiging en verontschuldigingen blijven. Dat is de reden waarom de eerste minister en ikzelf vanmiddag een eerste gesprek hebben gehad. Wij hebben geluisterd naar de slachtoffers, om te horen wat zij willen van de kerk en van de overheid. Wij hebben ook bisschop Bonny ontboden.

 

Nous lui avons fait comprendre que les paroles ne suffisent pas et que les victimes attendent aussi des actions concrètes, menées sans ambiguïté et avec fermeté, sans aucune hésitation et sans renvoyer simplement à Rome ou à d’autres.

 

Wij hebben afgesproken om drie concrete stappen te zetten.

 

Ten eerste, slachtoffers moeten in alle vertrouwen gehoord kunnen worden en geholpen worden. Zij moeten ook laagdrempelig aangifte kunnen doen, niet, zoals vandaag het geval is, bij het meldpunt van het instituut dat zelf ter discussie staat, maar wel bij een neutrale instantie. Daarvoor hebben wij een instrument gecreëerd, dat intussen meer dan ooit zijn absolute noodzaak heeft bewezen, met name de zorgcentra na seksueel geweld. Die zorgcentra zijn laagdrempelig voor slachtoffers van seksueel geweld. Maar liefst een op de drie slachtoffers is minderjarig. Wij zullen die zorgcentra nog toegankelijker maken om ook slachtoffers van dat soort misbruik een toegang te geven.

 

Ten tweede, godsdiensten en de niet-confessionele beschouwingen worden vandaag volgens onze Grondwet door de belastingbetaler betaald. Degenen die met belastinggeld worden vergoed, dienen van onbesproken gedrag te zijn. Dat betekent dat daders en schuldigen van de loonlijsten moeten worden geschrapt. Dat geldt voor alle erediensten.

 

Ten derde, de daders moeten actief worden opgevolgd, onder andere door meer dadertherapie, en zij mogen nooit meer in contact komen met jongeren en kwetsbare mensen.

 

Als samenleving moeten wij ook meer doen. Daarom hebben wij de voorbije jaren een nieuw seksueel strafrecht goedgekeurd in het Parlement. Daar hebben we hard aan gewerkt en de huidige resultaten bewijzen het nut. We beschermen vandaag slachtoffers beter en daders worden vandaag strenger bestraft, in zowel als buiten de Kerk. Daarom heeft het Parlement, inderdaad stap voor stap, de verjaringstermijn opgetrokken, want sommige slachtoffers kunnen of willen pas jaren later de stap zetten naar de openbaarheid.

 

Ook justitie moet haar verantwoordelijkheid nemen. Justitie moet verantwoording afleggen. Ja, als het Parlement beslist om een parlementaire onderzoekscommissie op te richten, dan zal justitie haar volle medewerking verlenen. Zo hoort het in een rechtsstaat.

 

Het is u bekend dat op dit ogenblik een onderzoek loopt. Het federaal parket heeft de dossiers destijds gefederaliseerd. Sinds 2010 zijn meer dan 600 dossiers opgestart over feiten die zich vaak decennia geleden hebben afgespeeld.

 

Helaas bleek het merendeel verjaard. Dat is, was en blijft de kern van het probleem voor justitie. Dat is trouwens ook het probleem voor de Operatie Kelk, die het federaal parket vandaag voert.

 

Als maatschappij moeten we eindelijk in het reine kunnen komen met dat donkere verleden. Dat kan alleen door te luisteren naar slachtoffers, ondubbelzinnig op te treden en effectief te handelen, het Parlement, de regering, justitie en de samenleving, schouder aan schouder.

 

04.11  Katja Gabriëls (Open Vld): Collega’s, we moeten als vertegenwoordigers van het volk doen wat de kerk al die tijd heeft nagelaten: achter en naast de slachtoffers gaan staan.

 

Dit Parlement heeft wel degelijk inspanningen geleverd en initiatieven genomen. In alle partijen zijn er mensen die hun schouders hebben gezet onder de vorige commissie. Dat is echter niet belangrijk. Door de reportage wordt vandaag namelijk pijnlijk duidelijk dat het leed bij de slachtoffers nog steeds heel groot is.

 

We moeten als Parlement dus opnieuw onze verantwoordelijkheid nemen en ook van hieruit de druk op de kerk hoog houden. We moeten dat doen om zorg te dragen voor de slachtoffers en om de daders effectief aan te pakken. We moeten echt schoon schip maken, want het is genoeg geweest. Genoeg is genoeg, ça suffit !

 

04.12  Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, bedankt voor de concrete engagementen, voorbij de verontwaardiging. We moeten er voor de slachtoffers samen voor zorgen dat de onderste steen boven komt. Slachtoffers wachten immers al decennia op erkenning. Laten we dus nu meteen verder bouwen op het voorstel van Vooruit tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie.

 

Mevrouw Van Peel, we hebben uw woorden ook goed gehoord en treden die ook bij. Voor zij die willen, is niets onmogelijk. Er is inderdaad genoeg gezeverd. Over de partijgrenzen heen moet het mogelijk zijn om tegen het einde van deze legislatuur resultaten te boeken. Dat moet lukken, verdorie. Op Vooruit kunt u allen rekenen, want dat zijn we de slachtoffers verschuldigd.

 

04.13  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, dank voor uw uitgebreide antwoorden.

 

We moeten veel respect hebben voor de moed van de slachtoffers die met hun getuigenissen naar buiten komen, met die gruwelijke verhalen die heel persoonlijk zijn. Dat vergt heel veel moed. We moeten ook zeer veel respect hebben voor diegenen die jarenlang binnen de kerk hebben gestreden om een aanspreekpunt voor de slachtoffers te zijn en hen te helpen, gedurende tientallen jaren, terwijl ze vaak tegen gesloten deuren aan liepen. De heer Devillé heeft bijvoorbeeld onwaarschijnlijk veel werk verricht.

 

Het is goed dat u de slachtoffers zeer snel hebt ontmoet. Het idee om met de zorgcentra na seksueel geweld aan de slag te gaan en hen een centralere rol te geven in de ondersteuning van slachtoffers is een zeer goede piste. Mijnheer de minister, stuur de factuur dan maar naar de betrokken religieuze instanties van de kerk, met de groeten van het Parlement.

 

04.14  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, mijnheer de minister, ik wil het nog even over die onderzoekscommissie hebben, want er zijn terecht zeer harde woorden over de kerk als instituut gevallen. Dat was nodig en de wantoestanden moeten worden onderzocht. Men ziet immers dat dezelfde daders decennialang hun gang konden gaan, dat dit kon blijven gebeuren. We spreken dan niet meer over een blinde vlek, maar wel over een doofpotoperatie.

 

Ik ben voorstander van een onderzoek hiernaar, maar ik hoop ook dat die parlementaire onderzoekscommissie, die de volledige steun van de PVDA-PTB-fractie krijgt, ook een aantal onopgehelderde vragen over de rol van justitie zal onderzoeken. Wat is er misgelopen in Operatie Kelk? Wat was de rol van justitie in de afgelopen tien jaar? Waar ging het fout en waar moet het beter? Die parlementaire onderzoekscommissie moet de rol van de kerk onderzoeken, maar ze moet ook kritisch durven te zijn voor justitie zelf.

 

04.15  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, het misbruik en het toedekken daarvan moeten volledig worden bovengespit. Alle personen die zich schuldig hebben gemaakt aan zulke misdrijven moeten worden vervolgd en veroordeeld. Met een onderzoekscommissie kunnen wij tegemoetkomen aan de terechte roep van de slachtoffers om gerechtigheid.

 

Voor ons is het essentieel dat die gerechtigheid en die erkenning er effectief komen voor de slachtoffers. Wij pleiten al jaar en dag voor een hardere aanpak van seksueel misbruik. Zorg daarvoor, maak de straffen nog strenger. Zorg ervoor dat de aanbevelingen van de bijzondere commissie van meer dan tien jaar geleden eindelijk allemaal worden uitgevoerd en – u zei het al, mijnheer de eerste minister – zorg er vooral voor dat geen enkel kind nog het slachtoffer wordt van misbruik.

 

04.16  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Justice, je vous remercie pour vos interventions.

 

J'ai podcasté hier ces documentaires pour les regarder; j'ai ressenti évidemment du dégoût. Une question lancinante me revient: comment tenter de redonner un peu d'espoir à ces victimes? La réponse est loin d'être simple, mais nous avons par rapport à toutes les victimes un devoir de reconnaissance et de réparation.

 

Mais cela va évidemment bien au-delà de cela. Nous avons aussi le devoir de mettre en lumière tous les dysfonctionnements potentiels de la justice. Nous avons aussi un devoir de vigilance, demain, en tous lieux, pour protéger tous les enfants. Nous avons aussi le devoir de renforcer tous les dispositifs là où c'est nécessaire. Nous avons aussi le devoir de ne pas commettre les mêmes erreurs, pour ces 86 victimes qui ont enregistré leur plainte en 2021 et 2022. C'est aussi, comme l'a dit Valérie Van Peel, le devoir, au Parlement, de faire ce travail sans hypocrisie, sans faux espoir ni faux-semblant.

 

04.17  Servais Verherstraeten (cd&v): Mijnheer de voorzitter, collega’s, elk slachtoffer verdient erkenning en respect. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de kerk en in het bijzonder van de daders die nog in leven zijn. Het is ook onze collectieve verantwoordelijkheid om daarin een rol te spelen. Slachtoffers moeten vergoed worden. Zij die reeds bekend waren, moeten misschien beter worden vergoed dan tot op heden het geval was en zij die zich recent hebben aangemeld, dienen ook vergoed te worden. Ik doe een oproep aan de slachtoffers die zich nog niet hebben aangemeld, om hun moed bijeen te rapen en zich kenbaar te maken, zodat wij hen kunnen helpen.

 

Erkenning is echter meer dan vergoeding. Erkenning is ook luisteren en nazorg bieden. Het is onze ambitie om de wonden van gisteren te helen, alsook om de wonden van morgen te voorkomen.

 

04.18  Valerie Van Peel (N-VA): Ik heb mooie woorden gehoord. Ik hoop binnenkort ook iets te zien. Vergeef me dat cynisme, maar het is niet de eerste keer dat we hier het thema aankaarten.

 

Het valt mij alweer op dat iedereen doet alsof het misbruik enkel in de kerk gebeurde. Er zijn enorm veel redenen om de kerk op de vingers te tikken en aan te klagen dat men te weinig doet. De kerk doet te weinig; dat is absoluut waar. Ze zou beter zelf het kot uitmesten in de plaats van te wachten op meldingen van slachtoffers. Ze zou beter zelf de priesters die men keer op keer heeft verplaatst, tot in Afrika toe, terughalen om hen voor het gerecht te brengen. Dat zou de kerk moeten doen; wat dat betreft, ben ik het met u eens.

 

Het gaat hier echter niet om een verhaal uit het verleden. Word wakker. Het gaat niet alleen over feiten die in de documentaire worden besproken. Het gaat niet alleen om feiten uit het verleden of misbruik in de kerk. Het gaat om ons probleem.

 

De cijfers zijn duidelijk: vandaag wordt 0,5 % van de daders berecht. 99,5 % lacht de slachtoffers elke dag in het gezicht uit, omdat men zich onaantastbaar weet. Dat moeten we verhelpen, als we misbruik echt willen voorkomen. Dat betekent dat we, zoals ik al honderd keer heb herhaald, de discussie moeten aangaan over onder andere het beroepsgeheim. Dat zijn geen gemakkelijke discussies. Dan moeten we durven te discussiëren over het feit dat sommige ouders het niet meer waard zijn om kinderen op te voeden, evenmin een gemakkelijke discussie, want misbruik gebeurt in 80 % van de gevallen in de gezinnen. Dan moeten we over talloze andere zaken die ik in mijn voorstel van resolutie heb opgenomen, discussiëren, ook al krijg ik ze aan de straatstenen niet verkocht. Ik zal alleszins mijn voorstel van resolutie opnieuw laten agenderen, want u zult allen ongetwijfeld klaarstaan om daarmee aan de slag te gaan.

 

Le président: Chers collègues, je remercie tous les intervenants qui ont posé des questions à ce sujet, ainsi que le premier ministre et le ministre de la Justice pour leurs réponses. Je voudrais seulement indiquer que, vu la gravité et l'importance du sujet, il m'a paru qu'un minutage trop précis ou des interruptions impromptues n'étaient pas mérités ou nécessaires. Par conséquent, j'ai fait preuve d'un peu de souplesse dans ma position très temporaire ici. Pour les questions suivantes, je voudrais rappeler que la règle est bien de deux minutes pour chaque question et d'une minute pour les répliques.

 

Monsieur le ministre de la Justice, vous êtes déjà installé à votre banc pour répondre aux questions respectives de deux collègues.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Olivier Vajda à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lettre de Life4Brussels adressée au ministre concernant les victimes des attentats de Bruxelles" (55003791P)

05 Vraag van Olivier Vajda aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De aan de minister gerichte brief van Life4Brussels over de slachtoffers van de aanslagen in Brussel" (55003791P)

 

05.01  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je viens à mon tour vous parler de victimes, d'autres victimes.

 

Le 20 septembre dernier, un courrier vous a été envoyé de la part de Life4Brussels, cette association qui défend les victimes des attentats de Bruxelles de 2016 et qui commence comme ceci: "Monsieur le ministre, le procès des attentats du 22 mars 2016 fut long et pénible mais ô combien essentiel pour bon nombre de victimes. Cette étape importante est arrivée à son terme, procurant ainsi un soulagement aux victimes. Mais, monsieur le ministre, en réalité, la fin de ce procès ne signifie pas la fin du combat de ces victimes. Elles mènent toujours un combat pour leur indemnisation et, de manière plus large, pour leur réparation face aux atrocités dont elles ont été les victimes."

 

La réparation, principalement la réparation psychologique des victimes, passe par une médiation. Pour celles et ceux qui l'ignorent, la médiation, c'est cette rencontre entre les condamnés à une infraction et leurs victimes. La médiation permet aux personnes de se rencontrer, peut-être pas de se comprendre mais au moins d'essayer de comprendre pourquoi elles ont subi. Cette procédure de médiation a été entamée mais elle est rendue plus difficile à tout le moins pour trois des condamnés, Salah Abdeslam, Sofiane Ayari et Osama Krayem, qui doivent prochainement être extradés vers la France pour y subir la peine à laquelle ils ont été condamnés à la suite des attentats de Paris.

 

Monsieur le ministre, apporterez-vous une réponse favorable à la demande qui vous est faite par cette association de victimes, par ces victimes, d'être entendues, de pouvoir mener cette médiation, y compris avec ces trois condamnés? De manière fort simple, allez-vous suspendre l'extradition de ces trois condamnés vers la France?

 

05.02  Vincent Van Quickenborne, ministre: Monsieur le président, cher collègue, j’ai bien entendu pris connaissance de ce courrier. Je tiens à exprimer mon plus profond respect pour le courage dont les victimes des actes terroristes concernés ont fait preuve, tout au long du difficile processus auquel elles ont été confrontées. Je comprends parfaitement à quel point cela est éprouvant, et ce, depuis plusieurs années.

 

Le chemin parcouru pour atteindre ce stade où nous pouvons maintenant envisager des trajectoires de médiation avec les acteurs de ces actes a été long et difficile. L’engagement des associations des victimes de terrorisme est un élément essentiel dans le processus de guérison des victimes. Certaines d’entre elles souhaitent entreprendre une médiation avec des condamnés qui font l’objet d’une demande de transfèrement vers la France, et demandent à ce que ce transfert soit reporté.

 

Afin de ne pas intervenir dans le processus d’exécution de la peine, il ne sera pas possible de retarder le transfèrement des condamnés une fois que l’État français en aura fait la demande. Mais je peux vous assurer et assurer aux victimes que les contacts nécessaires seront pris avec mon homologue français et les services compétents en Belgique afin de déterminer comment nous pouvons faciliter ce processus de manière efficace et respectueuse.

 

05.03  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. J’entends bien qu’il n’est pas possible d’interférer dans un processus d’exécution d’une décision de justice, mais vous apportez tout de même une lumière d’espoir pour les nombreuses victimes qui sont intéressées très fortement par cette procédure de médiation. La médiation fait partie du processus de réparation de ces victimes, vous l’avez dit.

 

J’entends que l’État français n’a pas encore introduit de demande et que vous êtes en contact avec votre homologue français pour que cela se passe dans de bonnes conditions, en respectant l’intérêt de toutes les victimes. Je rappelle simplement que les victimes des attentats de Bruxelles sont finalement des victimes collatérales d’un attentat qui a été commis non pas contre elles, mais contre la Belgique. Et donc les victimes ont un grand besoin de soutien de l’État belge et ce soutien s’exprime aussi par son ministre de la Justice. Dès lors, je vous remercie vraiment pour votre réponse et j’attends des nouvelles de ce dossier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Goedele Liekens aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De strijd tegen de gokverslaving, in het bijzonder bij jongeren" (55003798P)

06 Question de Goedele Liekens à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre la dépendance au jeu, en particulier chez les jeunes" (55003798P)

 

06.01  Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, zes op de tien doen het maandelijks en ongeveer anderhalf op de tien doet het dagelijks. Voor u rare gedachten krijgt, ik heb het over gokken, vooral bij jongeren. Weet u dat iets meer dan de helft van de jongeren tussen 18 en 30 jaar de voorbije drie jaar gegokt hebben? En als men kijkt naar alleen jongens, is het zelfs een op de drie. Ik zal het nog dramatischer maken, ook bij minderjarigen stijgt het aantal gokkers. Het is heel eigenaardig, maar het gaat om 14-, 15-, 16-jarigen. Het mag niet maar het gebeurt wel. Het gaat dan om blackjack, roulette enzovoort, waarschijnlijk vooral online.

 

Het is vooral verontrustend dat die jongeren heel veel geconfronteerd worden met reclame voor gokken en reclame waarin gokken afgespiegeld wordt als iets avontuurlijks en hip, echt iets voor jongeren, iets waaraan men moet meedoen, met gegarandeerd easy money. "Ka-ching!", zou de heer Hedebouw zeggen. Waar is hij als je hem nodig hebt? Op radio en tv is reclame niet meer toegestaan. Daarvoor hebt u gezorgd. Bij sportwedstrijden is het echter wel nog toegestaan, en blijkbaar kijken die jongeren naar de truitjes en gaan ze dan googelen.

 

Mijnheer de minister, er is niets mis met gokken als dat met mate gebeurt. Collega’s, er is niets mis met gokken als dat verantwoord gebeurt en door volwassenen. Maar de hersenen van jonge mensen zijn een spons. Zij zijn heel beïnvloedbaar. Zij kunnen dat een heel leven lang met zich meedragen. Zij zijn de meest kwetsbaren en wij moeten hen beschermen.

 

Hoe zult u met name die jongeren beschermen tegen een zware verslaving, die trouwens heel moeilijk te behandelen is? Het spelletje mag leuk blijven maar het gevaar moet wijken. Welke maatregelen zult u nemen?

 

06.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Liekens, de cijfers hebben ons allemaal gechoqueerd: een op de twee jongeren gokt.

 

Ik was vanmorgen nog op een school in Brugge, met 250 studenten van het vijfde en zesde middelbaar. Ik stelde hun de vraag wie van hen het voorbije jaar had gegokt. Eén iemand had de moed om zijn vinger in de lucht te steken. Voor het overige werd er veel gefluisterd. Dat is de realiteit, waarbij wij niet stilstaan.

 

Mocht ik u de vraag stellen wie van u het voorbije jaar heeft gegokt, zouden weinig mensen antwoorden. Weinig mensen zouden hebben gegokt. Het betreft een verandering van generatie, die het gevolg is van de bestaande normalisering van het gokken. Een normalisering waarbij men stelt dat gokken zoals een broodje eten is.

 

Mevrouw Liekens, dat is de reden waarom wij het verbod op gokreclame hebben kunnen invoeren tegen alle gelobby en alle rechtszaken in.

 

Daarbij stopt het echter niet. Wij willen meer doen. Samen met het Parlement, samen met een aantal overtuigde parlementsleden, die hopelijk ook de andere leden zullen overtuigen, zullen wij de leeftijd voor gokken optrekken van 18 naar 21 jaar. Veel leden hier in het Parlement vragen dat al lang. We zullen de lijst van uitgesloten personen uitbreiden naar toestellen in de krantenwinkels, wat bepaalde leden ook hebben gevraagd. We zullen bovendien de toegang tot het onlinegokken moeilijker maken, want vooral jongeren spelen online.

 

Ik heb het Belgabericht van de gokbedrijven gelezen. Zij stellen dat door al die maatregelen het illegaal gokken alleen maar aantrekkelijker zal worden gemaakt. Wij hebben echter net de Kansspelcommissie versterkt om meer controles uit te voeren op het illegaal gokken.

 

Collega’s, we merken dat dat nodig is. Er is immers een tsunami van gokverslaafden en van mensen die daardoor hun job kwijtspelen. Wij zullen ons dus niet laten verleiden door de diepe zakken van de goklobby. Wij zullen blijven strijden.

 

06.03  Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt de voorbije jaren inderdaad al initiatieven genomen. Dat was ook nodig, want de politiek heeft de gokkwestie veel te lang op haar beloop gelaten. Tot enkele maanden geleden zag men bijvoorbeeld op de Sporzawebsite reclamespots voor gokken. Daarmee normaliseert men het gokken. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat die bedrijven gokken niet uitlokken en niet aanzetten tot overmatig gokken en het proberen goedmaken van zijn verliezen.

 

Ik ben blij dat u nog meer maatregelen neemt. Het spelletje mag leuk blijven, maar zware verslavingen, zoals gokken, die een effect hebben op het hele gezin en de hele familie, moeten we te allen prijze tegengaan. Ik prijs u voor uw moed om tegen die lobby in te gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Gaby Colebunders aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De toestand bij Delhaize" (55003795P)

- Sophie Thémont aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De forcing door de directie van Delhaize" (55003799P)

- Anja Vanrobaeys aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De wurgcontracten voor de overnemers van Delhaize en de gevolgen ervan voor het personeel" (55003810P)

- Cécile Cornet aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De ontwikkelingen in het dossier Delhaize" (55003807P)

- Catherine Fonck aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het sociaal conflict bij Delhaize" (55003808P)

07 Questions jointes de

- Gaby Colebunders à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La situation chez Delhaize" (55003795P)

- Sophie Thémont à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le passage en force de la direction de Delhaize" (55003799P)

- Anja Vanrobaeys à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les contrats léonins des repreneurs de Delhaize et leurs conséquences pour le personnel" (55003810P)

- Cécile Cornet à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'évolution du dossier Delhaize" (55003807P)

- Catherine Fonck à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le conflit social au sein de Delhaize" (55003808P)

 

07.01  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, gisteren heeft de directie van Delhaize voor de zoveelste keer het sociaal overleg opgeblazen om eenzijdig haar plannen door te voeren. Al zes maanden lang zijn de vakbonden samen met de werknemers van Delhaize een zware sociale strijd aan het voeren. Ze strijden niet alleen voor hun eigen boterham, hun eigen job, maar ook voor alle werknemers in de retailsector die bedreigd worden door franchising. Franchising betekent slechtere werkomstandigheden en lagere lonen. Daar hebt u natuurlijk geen last van.

 

Na talloze intimidaties door het management, zoals de politie sturen naar piketten, deurwaarders die aankloppen bij de kassiersters en aan de poorten en vakbondsafgevaardigden die als enigen gefouilleerd worden voor de ondernemingsraad, gaat de strijd toch gewoon door. Weet u waarom? Omdat de directie van Delhaize haar voeten veegt aan het sociaal overleg, aan de sociaal bemiddelaar en aan u, mijnheer de minister.  Multinationals krijgen hier in België gewoon vrij spel.

 

Zes maanden geleden hebben we u gewaarschuwd voor de werkwijze van multinationals als Delhaize. De werknemers van Delhaize wachten al even lang op een reactie van deze regering. Waar was u? Zelfs president Joe Biden ging aan de piketten staan van de automobielbedrijven in Amerika om hun zaak te steunen.

 

Mijnheer de minister, wanneer zult u eindelijk partij kiezen voor de werknemers van Delhaize en ervoor zorgen dat het management van Delhaize vóór 10 oktober weer aan de tafel komt zitten om het huidige franchiseplan in de vuilnisbak te gooien?

 

07.02  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, chers collègues, aujourd’hui, ce sont des mois et des mois de lutte des travailleuses et des travailleurs de Delhaize qui sont reniés: des grèves; un premier conciliateur désigné; une direction qui refuse de venir autour de la table; des patrons qui jouent la montre; un conflit qui s’enlise; un nouveau facilitateur; un premier refus des syndicats d’une proposition insuffisante de Delhaize et, en guise de réponse, un passage en force de la direction.

 

Une prime de 1 500 euros avec 125 euros supplémentaires par année d’ancienneté, j’espère que c’est une blague! Ce sont 1 500 euros proposés par une direction qui distribue des dividendes à ses actionnaires: on a donc d’un côté, des miettes et de l’autre, l’opulence! C’est l’ultime coup de force après les huissiers, les astreintes, la police, la justice. Tout l’arsenal aura été déployé par Delhaize pour arriver à ses fins: externaliser la force de travail. Un vrai hold-up sur les travailleurs et sur les futurs franchisés qui ne sont pas rassurés, eux non plus, car ils en paieront le prix dans quelques mois ou quelques années.

 

Monsieur le ministre, je suis scandalisée par cette situation. Je suis inquiète pour ces milliers de familles qui ne savent pas ce qui les attend demain et je suis aussi alarmée par l’avenir du secteur. Hier, c’était Macro, puis Delhaize et, aujourd’hui, c’est Match avec des centaines d’emplois menacés. On est face à cette attitude toujours plus agressive des multinationales qui traitent leurs travailleurs comme des marchandises (licenciements collectifs, restructurations, transferts d’entreprises). Tout un secteur se transforme ainsi en économie de rente, avec des patrons qui déploient tout ce qui est possible pour contourner la législation sociale.

 

Monsieur le ministre, quels sont les outils que vous avez à votre disposition pour freiner cette hémorragie sociale? Je vous remercie.

 

07.03  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, wat is het resultaat na maandenlang protest en wekenlang overleg en onderhandelingen? Het plan om de 128 winkels te verzelfstandigen, wordt verder uitgevoerd. Ja, er werden symbolische maatregelen genomen, maar het fundamentele probleem blijft bestaan: 9.000 personeelsleden worden in de solden gezet en de rekening wordt niet betaald. Een multinational ontloopt in ons land zijn verantwoordelijkheid en de wetgeving en gaat gewoon met de buit aan de haal. De overheid staat erbij en kijkt ernaar.

 

Mijnheer de minister, Vooruit waarschuwde maanden geleden al dat de hele sector meekijkt en dat, als we dergelijke strategieën toelaten, andere zullen volgen. En kijk, vorige week kondigde Jumbo een franchisingplan aan.

 

Ondertussen komen er ook meer details over de zelfstandigencontracten aan het licht. Ook op dat vlak gebeurt exact wat wij voorspelden: de zelfstandigen krijgen wurgcontracten aangeboden. Winst zal men er als ondernemer niet mee maken, laat staan dat men vrijheid krijgt.

 

Collega’s, iedere liberale partij in het land moet zich eens afvragen welk soort ondernemerschap zij wil beschermen. Iedere sociale partij in het Parlement moet zich afvragen hoe de personeelsleden, die zo fier waren op hun winkel, de klap te boven zullen komen.

 

Het moet en kan anders. Als wij willen dat de werknemers in die sector er opnieuw op vooruitgaan, moeten we nu handelen. Genoeg gezeverd. Als een multinational zijn franchiser behandelt als een eigen winkel, moeten wij de multinational behandelen als eindverantwoordelijke. Ons wetsvoorstel laat dat toe. Mijnheer de minister, wat zult u doen, nu de tijd van praten voorbij is?

 

07.04  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je ne répéterai pas ce qui a été dit. On assiste aujourd'hui à un véritable passage en force. En effet, l'entreprise Delhaize passe en force au-delà de la négociation.

 

Je veux aujourd'hui vous manifester, monsieur le ministre, ma plus profonde inquiétude ainsi que mon indignation. Vous aviez désigné un médiateur qui a été suivi d'un facilitateur censé faciliter la négociation. Mais, après des mois, un acteur impose son point de vue à un autre et ce n'est plus ce que l'on peut appeler de la négociation.

 

L'enseigne nous dit qu'il n'y aura pas de perte pour les travailleurs sauf qu'en fait, c'est faux! C'est faux, monsieur le ministre. Car c'est inhérent au modèle économique que Delhaize impose à ses franchisés. Les conditions de travail seront modifiées.

 

Je pense aux départs naturels qui ne seront pas remplacés. Cela augmente la pression sur les travailleurs qui restent. Il y a le nettoyage qui sera désormais effectué par les travailleurs après clôture de leur caisse ou réassortiment des rayons. C'est aussi augmenter la pression que d'en demander plus à moins de personnes.

 

Il y a aussi la question du travail du dimanche. Il est beaucoup plus fréquent chez les franchisés. Dans une même entreprise se côtoieront des personnes avec des contrats, des salaires et des conditions de travail autres. Certains travailleront le dimanche et d'autres non. Est-ce vraiment cette société-là que nous voulons? Voulons-nous d'une société où les travailleurs se font concurrence pour savoir qui travaillera le dimanche ou quel travailleur sera le moins cher?

 

Je voudrais que nous parlions de l'éléphant qui est dans la pièce dans ce dossier. L'éléphant dans la pièce, c'est la responsabilité de l'entreprise Delhaize. Donner aujourd'hui aux travailleurs 10 000 euros en leur demandant de bien vouloir démissionner pour que Delhaize n'assume pas ses responsabilités, nous ne sommes pas d'accord! Ce n'est pas de la négociation mais du mépris.

 

Delhaize n'assume pas ses choix économiques. En fin de compte, nous constatons que la franchisation est ce que nous disions dès le premier jour: une stratégie pour changer unilatéralement les conditions de travail des travailleurs. Monsieur le ministre que comptez-vous faire?

 

07.05  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, le conflit social chez Delhaize reste encore et toujours bloqué, c'est le moins que l'on puisse dire. Le plan d'accompagnement proposé par la direction vient, du reste, d'être refusé par les syndicats.

 

Reconnaissons que la situation est complexe. Néanmoins, monsieur le ministre, force est de constater que c'est très tardivement que vous avez sollicité l'intervention d'un conciliateur social. Force est également de constater que, depuis des mois vous n'avez cessé – soit vous directement, soit votre parti, soit encore des ministres d'autres partis de la majorité – de promettre des mesures qui allaient censément tout régler au profit des travailleurs de Delhaize. Vous avez ainsi promis une réforme de la loi Renault qui se serait appliquée a posteriori à Delhaize. Vous avez aussi annoncé une harmonisation des commissions paritaires de la grande distribution.

 

Monsieur le ministre, où en sont vos promesses et toutes vos annonces? Comment désamorcer ce conflit qui semble de plus en plus inextricable? Et, surtout, comment préserver l'emploi de tous les travailleurs concernés?

 

Le président: Monsieur le ministre, vous avez la parole pour répondre à nos collègues, me dit-on, pour cinq minutes.

 

07.06 Minister Pierre-Yves Dermagne: Geachte Kamerleden, ik heb akte genomen van het feit dat de verschillende vakbonden de voorstellen van het management van Delhaize bijna unaniem hebben verworpen. Die voorstellen werden op tafel gelegd na verschillende vergaderingen onder leiding van de facilitator, de heer Robert Tollet. Ik wil hem hier graag expliciet bedanken. Zijn benoeming en optreden hebben ervoor gezorgd dat wij alle actoren samen rond de tafel hebben gekregen voor overleg. Ik neem ook akte van de beslissing van Delhaize om zijn plannen verder uit te rollen.

 

Mevrouw Vanrobaeys, de werknemers zijn en blijven inderdaad het gezicht van het merk Delhaize, ook al gaat hun winkel over naar een franchisenemer. Ik ga ervan uit dat iedereen zich daarvan bewust is en roep alle partijen op om te blijven samenwerken.

 

Il faut vraiment que les partis puissent se remettre autour de la table et continuer à négocier sérieusement, dans l'intérêt des travailleurs de Delhaize. Ils ne sont pas seuls. Madame Thémont, vous avez évoqué des travailleurs de Match et de Smatch. Madame Vanrobaeys, vous avez évoqué des travailleurs de Jumbo. On pourrait citer aussi ceux de Makro ou encore de Mestdagh. Nous sommes confrontés à un secteur de la distribution en profonde mutation. Ce n'est pas neuf, mais on constate une accélération de cette tendance depuis plusieurs mois maintenant.

 

Vous m'avez demandé, madame Thémont, quels sont les outils que j'avais en ma possession et que j'allais saisir pour pouvoir agir dans ce secteur. Je voudrais d'abord rappeler les initiatives que j'ai d'ores et déjà prises. Des initiatives, madame Fonck, des actes posés, pas des mots, pas des annonces.

 

Tout d'abord, j'ai enjoint aux partenaires sociaux du secteur d'enfin travailler à l'harmonisation des commissions et sous-commissions paritaires; malheureusement, je dois bien constater que les discussions semblent s'enliser. Dès lors, comme la loi me le permet aujourd'hui, je vais formuler, dans les tout prochains jours, une proposition de modification du champ d'application des commissions paritaires du secteur.

 

La définition actuelle est, comme vous l'avez rappelé madame Cornet, de nature à générer une concurrence déloyale au détriment des travailleurs du secteur mais aussi des employeurs loyaux qui jouent le jeu. Je pense notamment à une série de petits franchisés. C'est une situation qui n'est pas acceptable. On ne peut pas utiliser des commissions paritaires pour faire du shopping et du dumping social. Il faut le rappeler ici.

 

C'est la raison pour laquelle, suite à l'enlisement des négociations concernant l'harmonisation du paysage des commissions paritaires, je ferai dans les prochains jours une proposition d'harmonisation moi-même, qui sera soumise, dans le respect de la concertation sociale, comme la loi le prévoit, à l'avis des partenaires sociaux du secteur, qui auront un délai pour remettre un avis. La loi prévoit un certain délai. J'espère que ce délai sera anticipé par les acteurs du secteur pour enfin apporter une réponse aux travailleurs et aux employeurs qui jouent le jeu.

 

Par ailleurs, comme vous le savez, j'ai posé un acte en faisant une proposition aux partenaires sociaux au sein du Conseil National du Travail (CNT) pour revoir la loi Renault, pour la compléter et pour tenir compte du mécanisme de mise en franchise. À nouveau, c'est un acte que j'ai posé, madame Fonck. Ce n'est pas une annonce ou des mots en l'air.

 

Mevrouw Vanrobaeys, ik kan u bevestigend antwoorden dat het specifieke doel van dit initiatief is ervoor te zorgen dat de overdragende groep hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de schulden bij de werknemers in geval van faillissement van de overnemer, zoals dat het geval was in het Makro-dossier.

 

J’espère très prochainement recevoir un avis de ces partenaires sociaux. J’ai d’ailleurs relancé le CNT en vue d’obtenir, dans les prochains jours, une position de la part des partenaires sociaux, des interlocuteurs sociaux, sur ce point.

 

Quelle que soit la réponse qui me sera formulée par les partenaires sociaux, je compte bien entendu amener ce point au sein du gouvernement, avec – je l’espère – ou sans l’avis des partenaires sociaux. Toutefois, j’appelle vraiment les partenaires sociaux du secteur à me remettre un avis le plus rapidement possible, de telle manière à ce que le gouvernement dans son ensemble et, dans un deuxième temps, votre assemblée, puissent enfin se saisir de cette question.

 

07.07  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, verstop u niet langer. U wist het al. Waarom geloofde u nog in het sociaal overleg met een werkgever die geen centimeter toegeeft, die alles opblaast en volhoudt: "tot hier en niet verder; er zal niets meer bij komen"?

 

Zeg niet dat u niet wist dat wij zes maanden later zouden staan waar wij nu staan. Zes maanden geleden, in maart, gaf Delhaize al te kennen aan zijn aandeelhouders dat het 1 miljard euro extra zou uitkeren. Hoe zal Delhaize dat betalen, meent u? Dat doet het door slechtere arbeidsomstandigheden voor de werknemers, door slechtere handelsvoorwaarden voor de zelfstandigen en door duurdere producten voor de klanten!

 

Mijnheer de minister, wat doet u in het dossier? U bedankt de betrokkenen door een antibetogingswet, een antivakbondswet op tafel te leggen.

 

Mijnheer de minister, ik zal u één ding zeggen: volgende week, op 5 oktober, komen de werknemers hier bijeen in Brussel. Wij van de PVDA zullen daar zijn, omdat wij zo’n sociaal bloedbad nooit meer willen meemaken en om de duidelijke boodschap te brengen dat wij blijven strijden en de werknemers van Delhaize blijven steunen.

 

07.08  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse qui est, à mon sens, très claire: harmonisation des commissions paritaires et reformulation d'une proposition de modification. Je suis très heureuse d’entendre les actions que vous allez entreprendre. Il revient aussi au gouvernement, dans son ensemble, de faire un choix en soutenant vos propositions. Le choix est très simple. Il s’agit de soutenir soit les travailleurs et les travailleuses qui font tourner notre économie, soit les grands patrons qui sont de plus en plus voraces; il s'agit de protéger soit les travailleurs, soit les grands capitaux. De notre côté, le choix est fait depuis longtemps. Nous serons jusqu’au bout aux côtés des travailleurs et des travailleuses. Les autres, nous les trouverons sur notre chemin!

 

07.09  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, ik juich toe dat u voorstellen hebt, maar er moeten ook knopen worden doorgehakt. Het is een kwestie van snelheid. Ondertussen organiseert men achter de schermen een nieuwe stilstand. De onderhandelingen op alle niveaus in de sector worden opnieuw professioneel vertraagd door de werkgeversorganisaties. Ondertussen neemt de onzekerheid alleen maar toe.

 

Te vaak komt in het halfrond de vraag terug hoe het zo ver is kunnen komen. De sector is in volle evolutie en het is absoluut niet zeker dat gewone werkende mensen daarbij aan het langste eind zullen trekken. Alleen een sterke overheid kan hen beschermen. Vooruit staat voor een sterke overheid. Wij staan aan de zijde van de gewone werkende mensen, want al veel te vaak hebben zij alleen gestaan.

 

07.10  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Vous avez dit que vous enjoignez les partenaires sociaux  à avancer, à se mettre autour de la table, mais encore faudrait-il qu’il y ait quelque chose à négocier. Un passage en force est l’exact opposé de la négociation. Alors, se remettre autour de la table, certainement, mais pour parler de quoi?

 

Vous avez rappelé votre intention de travailler sur l’harmonisation des commissions paritaires. Cela fait partie des éléments dont nous avons déjà débattu depuis le mois de mars. J’aurais aimé que vous nous annonciez une avancée de ce côté-là plutôt que de dire que vous attendez toujours quelque chose de la part des partenaires sociaux.

 

Je vous enjoins à aller encore plus vite, parce que, à Delhaize qui nous dit que la seule option pour renouer avec la croissance, c’est la franchisation, j’ai envie de répondre la croissance pour qui et la croissance de quoi. J’ai quelques propositions, qui se rapportent plus à la croissance du respect des travailleurs. D’ailleurs, c’est ce que veulent les clients: le respect de la négociation, de la concertation sociale et du modèle belge. La concertation est vraiment essentielle. Un passage en force, c’est un qui gagne et neuf mille qui perdent.

 

07.11  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, aujourd’hui nous faisons le constat d’un échec total. Vous n’avez pas réussi à apaiser le conflit, ni à renouer le dialogue. Vous portez là une lourde responsabilité parce que, comme ministre de l’Emploi, en prenant parti pour les uns contre les autres, directement ou indirectement, en annonçant des mesures magiques comme si ces mesures allaient s’appliquer a posteriori et régler la situation des travailleurs de Delhaize, vos propos n’ont eu de cesse d’éloigner les deux bancs de la négociation et d’aboutir à la situation d’aujourd’hui, qui pour nous est un triple échec: les travailleurs n’auront pas plus de droits qu’au début de ce conflit, l’emploi reste menacé et la situation économique de Delhaize est plus précaire qu’au début du conflit. Votre responsabilité n’est pas d’être un ministre socialiste de l’Emploi, mais un ministre de l’Emploi qui veille à l’intérêt général et, ici aussi, à la résolution de ce conflit.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Caroline Taquin à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'état d'avancement du dossier du service citoyen" (55003802P)

08 Vraag van Caroline Taquin aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De stavaza met betrekking tot de samenlevingsdienst" (55003802P)

 

08.01  Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, les jeunes ont des envies, des rêves et des projets, mais aussi une histoire, des difficultés et une place à trouver dans la société. De nombreux acteurs s'investissent à leurs côtés. Il existe des outils concluants pour qu'ils deviennent de vrais CRACS (Citoyens responsables, actifs, critiques et solidaires).

 

Le service citoyen et le service d'utilité collective en offrent des exemples importants. Si le gouvernement est en accord sur le principe du service citoyen à officialiser, soutenir et institutionnaliser, aucun cadre légal n'a encore été adopté, de même qu'aucun engagement budgétaire précis n'a encore été pris. L'attente est grande chez les jeunes depuis de nombreux mois. Les annonces faites encore dernièrement créent de nouvelles attentes.

 

Monsieur le ministre, avez-vous bien prévu vos 8,5 millions d'euros dans votre budget, comme annoncé? Ce serait une très bonne nouvelle. Un projet de loi est-il en cours d'achèvement? Celui-ci précise-t-il les services susceptibles d'accueillir les personnes qui pourraient s'engager, ainsi que la durée du stage qui pourrait s'y dérouler? Des services publics fédéraux pourront-ils accueillir des stagiaires? Le statut tant attendu a-t-il été discuté et élaboré? Pour terminer, avez-vous entrepris des concertations avec les entités fédérées ou comptez-vous le faire?

 

08.02  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le président, madame la députée, je vous remercie pour votre question qui permet de faire le point sur un dossier important voire essentiel pour la vie en société, pour la démocratie dans son ensemble et pour la vivacité de celle-ci.

 

Avant-hier, nous avons eu l'occasion et le plaisir de pouvoir accueillir au sein de cette illustre assemblée – vous étiez d'ailleurs présente – une délégation de jeunes s'étant investis dans cette magnifique expérience de vie individuelle et collective qu'est le Service Citoyen. C'était la conclusion d'une magnifique action initiée par la Plateforme pour le Service Citoyen qui a abouti, en plus des témoignages qui nous ont été livrés par ces jeunes, au dépôt de plus de 300 chartes signées par toute une série de communes au sein de ce pays, dont la commune de Courcelles, Rochefort, Tintigny, Ixelles et bien d'autres pour ne pas les citer. Il y a aussi Koekelberg… Quand on commence une énumération, il y a toujours le risque d'en oublier. Comme 315 chartes ont été déposées, que les communes que je n'aurais pas citées à cette tribune, ne m'en tiennent pas grief! Elles sont bien entendu également remerciées pour l'engagement qui est le leur de faire aboutir enfin ce projet et faire en sorte qu'il reçoive effectivement une reconnaissance officielle depuis le niveau fédéral avec bien entendu un budget de fonctionnement à la clé.

 

C'est la raison pour laquelle je travaille maintenant depuis plusieurs mois avec les représentants de la Plateforme pour le Service Citoyen pour déposer un projet de loi, ce qui a été fait. Celui-ci a été présenté aux collègues du gouvernement lors de réunions intercabinets. Il a été répondu aux différentes questions et notamment aux points précis que vous avez évoqués. Je n'ai malheureusement pas le temps de vous répondre de manière précise mais cela a bien été concerté avec la Plateforme pour le Service Citoyen. Bien entendu, un travail sera également mené avec les entités fédérées qui sont déjà, en particulier pour la Wallonie, Bruxelles et la Flandre, bien actives en soutien du Service Citoyen. La volonté est donc de faire adopter ce texte le plus rapidement possible avec l'obtention d'un budget qui sera demandé dans les prochains jours au conclave budgétaire auprès de mes collègues. Cette demande a donc bien été déposée officiellement.

 

08.03  Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos engagements et pour la motivation que vous envoyez à destination des jeunes. Le MR et moi-même sommes extrêmement motivés par la question. Nos jeunes ont du talent et aucun de ceux-ci ne doit rester sur le bord de la route.

 

Cette loi doit effectivement arriver très rapidement et être financée tout aussi rapidement. Je sais que vous savez faire preuve de beaucoup d'efficacité et de créativité pour la financer par le biais de vos 8,5 millions d'euros. Nous serons à vos côtés.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Nathalie Muylle aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "ING" (55003806P)

09 Question de Nathalie Muylle à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La situation chez ING" (55003806P)

 

09.01  Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, oudere werknemers vormen de meest gediscrimineerde groep op onze arbeidsmarkt. Het is vandaag niet evident om een job te vinden, maar we moeten helaas ook vaststellen dat het steeds moeilijker wordt om aan het werk te blijven. Ze krijgen duidelijk minder promotiekansen en minder opleiding. In bepaalde gevallen hoeven ze zelfs niet te komen om arbeidsprestaties te leveren, zoals we deze week bij ING hebben gehoord. Men zegt deze mensen dat ze vanaf 58 jaar thuis kunnen blijven tot aan het vervroegd pensioen, terwijl het bedrijf hun loon blijft betalen.

 

Men zou kunnen denken dat dit een alleenstaand geval is, maar de cijfers leren ons dat er vorig jaar voor meer dan 11 miljoen euro aan activeringsbijdrage is betaald. Dat is de boete die werkgevers betalen wanneer ze werknemers zonder prestaties thuislaten. Dat betekent dat een paar duizend mensen in ons land gewoon thuis worden gelaten zonder dat ze hoeven te  presteren. Ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat het heel belangrijk is om de expertise van deze oudere werknemers op de arbeidsmarkt te behouden, als we die werkzaamheidsgraad van 80 % willen halen.

 

Collega Vanrobaeys zei daarnet dat we niet aan de zijlijn kunnen blijven staan. Ook in dit dossier gaat dit op. Mijnheer de minister, wat kunnen we doen? Ik hoor van de collega’s van de Open Vld dat ze de activeringsbijdrage willen verhogen. Dat kan, we hebben dat in het begin van het jaar al eens gedaan. We moeten echter ook achterpoortjes sluiten, zoals een terugkomdag. Er is echter veel meer nodig, bijvoorbeeld inzake activering. Hoe kunnen we die mensen actief houden op de arbeidsmarkt? Dat kan via terbeschikkingstelling en werkgeversgroeperingen. Er zijn vandaag veel mogelijkheden om die expertise te blijven inzetten. Wat zult u doen met die duizenden werknemers, niet enkel die van ING, en welk plan zult u voorleggen?

 

09.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw Muylle, eerst en vooral is het belangrijk om de zaken goed te scheiden. In het plan van ING, dat met de sociale partners werd besproken, gaat het niet over een vorm van prepensioen of SWT. Bij ING gaat het over een dienstvrijstelling waarvan het bedrijf alle kosten zal dragen. Dat neemt niet weg dat men hiermee toch wel een heel vreemd signaal stuurt, dat bovendien in strijd is met onze ambitie om mensen langer aan het werk te houden.

 

In dat kader zijn er al veel maatregelen genomen, zoals de activeringsbijdrage. Sinds 2018 is die ontradende maatregel ingevoerd. Het gaat om een bijdrage die werkgevers die hun werknemers vrijstellen van prestaties moeten betalen. Ik heb die bijdrage al verhoogd voor de begroting van 2023. Ze is ook afhankelijk van de leeftijd van de werknemer: hoe jonger de betrokken werknemer, hoe hoger de bijdrage. Wanneer een werkgever te veel werknemers tegelijk vrijstelt, wordt de bijdrage ook verhoogd.

 

Daarnaast is het essentieel om loopbanen duurzaam en werkbaar te maken, zodat oudere werknemers ook effectief aan de slag kunnen blijven. Ook daar zet de regering sterk op in. Ik ben bereid om ook andere maatregelen te bekijken om meer mensen langer aan het werk te houden. Dat is een van onze collectieve uitdagingen.

 

09.03  Nathalie Muylle (cd&v): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Dit heeft inderdaad niets te maken met SWT, maar de vaststelling is wel dat werknemers systematisch vanaf de leeftijd van 58 jaar tot het vervroegd pensioen, volgens de loopbaan vaak op 62 of 63 jaar, voorgoed van de arbeidsmarkt verdwijnen. Dat kunnen we echt niet verdragen.

 

U hebt verwezen naar de activeringsbijdrage. Dat klopt, maar dit gaat slechts over enkele honderden euro per kwartaal per werknemer. Hetzelfde geldt voor de verhoogde bijdrage. Voor kapitaalkrachtige ondernemingen is dat niet het zwaarste wat ze moeten dragen. Daarom is die activering zo belangrijk en u moet als minister werk maken van een manier om de expertise en ervaring waarover heel wat oudere werknemers vandaag beschikken te kunnen blijven inzetten. Dat kan, want we hebben dat tijdens corona ook gedaan met de terbeschikkingstelling. Er zijn dus heel wat mogelijkheden en ik hoop dat u niet alleen het overleg met ING aangaat, maar ook met die duizenden anderen. Ik kom hier zeker nog op terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De stijgende brandstofprijzen" (55003794P)

10 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La hausse des prix des carburants" (55003794P)

 

10.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de benzineprijzen gaan morgen opnieuw de hoogte in. De olieprijzen zitten al maanden opnieuw in de lift. Ruwe olie is sinds juni 2023 met een derde in prijs gestegen. De basisprijs van diesel zelf steeg sindsdien met meer dan de helft. Dat laat zich natuurlijk voelen aan de pomp. Wie zijn wagen wil voltanken, stelt vast dat benzine en diesel opnieuw duurder zijn geworden. Alleen op het hoogtepunt van de energiecrisis waren de prijzen van brandstoffen nog hoger. Toen greep de regering eindelijk in onder druk van het Vlaams Belang.

 

Vandaag zien wij van de regering echter geen enkele poging daartoe. Integendeel, toen de brandstofprijzen weer een klein beetje daalden, heeft de federale regering de accijnzen op brandstoffen verhoogd. Door de perverse werking van het cliquetsysteem stijgen de belastingen aan de pomp trouwens alleen nog maar verder door. De belastingen worden dus sluipend hoger.

 

Ook Europa speelt een nefaste rol door de verplichting een bepaald percentage van dure biobrandstoffen te mengen in zowel benzine als diesel. De recente aankondigingen van Arabische landen, maar vooral van Rusland, om minder op te pompen, duwen de prijzen alleen nog maar verder omhoog.

 

Niet alleen benzine en diesel worden duurder. Ook de prijs van stookolie stijgt, terwijl de winter voor de deur staat. De stijging van de olieprijs dreigt ook de wereldwijde inflatie, de wereldwijde prijsstijging van allerlei producten en diensten, verder aan te wakkeren. Het is een kwestie van tijd, vooraleer een vat olie opnieuw honderd dollar kost.

 

Mijnheer de minister, het Vlaams Belang is opnieuw de eerste partij om aan het begin van het politieke jaar het debat ter zake te openen. Wat zal uw regering doen om de prijsstijgingen aan te pakken en de aanhoudende verhoging van de belastingen op olieproducten te keren?

 

10.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, vorig jaar, in een periode van piekende energieprijzen, heeft de regering inspanningen geleverd om de koopkracht van onze gezinnen en onze alleenstaanden te ondersteunen door de prijzen van elektriciteit en gas en de brandstoffactuur te drukken. Vandaag zitten wij, gelukkig, in een andere context. De variabele energiecontracten voor elektriciteit en gas zijn gestabiliseerd op een lager tarief. Vele gezinnen en alleenstaanden konden voorbije zomer opnieuw intekenen op betaalbaardere vastetariefcontracten, waardoor ze zich ook konden verzekeren van een winter met meer gemoedsrust.

 

De prijzen in de tankstations fluctueren daarentegen wel nog steeds, niet omdat de vraag toegenomen is, maar omdat olieboringen als economisch en geopolitiek wapen ingezet worden in de context van de oorlog in Oekraïne en omdat de OPEC-landen de productie gericht verlagen.

 

Ons land houdt trouwens reeds de rem op de prijzen aan de pomp. In tegenstelling tot bijvoorbeeld in Nederland bestaat er in ons land geen jaarlijkse indexering van de accijnzen op brandstof, wat de prijzen trouwens ook aanzienlijk lager houdt dan bij onze noorderburen.

 

Natuurlijk, elke extra inspanning heeft ook een aanzienlijke impact op de begroting en daarom is het aan de volledige federale regering om zich over die vraag uit te spreken.

 

10.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, wij zijn weinig wijzer geworden. De regeringspartijen, die de mond vol hebben over het behoud en de versterking van onze koopkracht, zwijgen vandaag allemaal als vermoord. Het Vlaams Belang is opnieuw de enige partij om het probleem van de stijgende brandstofprijzen, waarvan onze mensen, de vele Vlamingen die dag in, dag uit hun wagen nodig hebben om te werken, om hun kinderen naar school te brengen of om familie te bezoeken, echt wakker liggen, op de politieke agenda te plaatsen.

 

Daarom moet de regering nu ingrijpen en niet, zoals vorig jaar, wekenlang afwachten. De regering blijft onze auto misbruiken als melkkoe voor de staatskas. Dat moet stoppen. Verlaag de accijnzen tot het Europese minimum en verlaag dus de belastingen aan de pomp. Een tankbeurt moet betaalbaar blijven voor iedereen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Tomas Roggeman aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "Het functioneren van de staatssecretaris in de regering" (55003796P)

11 Question de Tomas Roggeman à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Le rôle de la secrétaire d'État au sein du gouvernement" (55003796P)

 

11.01  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de minister, er was een paginalang artikel over een vergadering van Groen waarin vicepremier De Sutter en haar partijvoorzitster het asielbeleid van cd&v tot op de grond afbrandden. Het beleid van mevrouw de Moor faalt, ze communiceert niet, ze schendt de rechtstaat en het ergste van al, ze krijgt de slappe steun van de eerste minister. Dat zegt mevrouw De Sutter. Is de conclusie dan dat Groen uit de regering stapt? Bij lange niet, Groen blijft zitten. Als men de keuze heeft tussen de principes over humane asielopvang of de macht en de ministerposten, dan kiest men immers zonder aarzeling voor het tweede. Minister zijn is toch zo plezant.

 

Mevrouw De Sutter heeft er echter iets beters op gevonden. Niet zij neemt ontslag, maar cd&v moet dat doen. Het is mevrouw de Moor die moet vertrekken. Als ze dat niet doet… dan blijft Groen in de regering. Ik had dus verwacht dat hier een kopstuk van Groen op de tafel zou kloppen om een onmiddellijke beleidswijziging te eisen, ofwel het hoofd van de staatssecretaris. Niks van dat alles, het is hier stil aan de overkant. Er wordt niet gevraagd om haar ontslag. Er wordt zelfs geen enkele vraag gesteld. Groene vrienden, geen zorgen, u kunt op mij rekenen. Ik zal u vanmiddag depanneren. Ik zal hier aan de regering de vraag stellen die op uw ecologische lippen brandt en die u hier vanmiddag niet durft te stellen.

 

(De heer Vanbesien verlaat de zaal.)

(M. Vanbesien quitte la salle.)

 

Mijnheer de minister, nu u weet dat Groen zelf nooit de regering verlaat, gaat u het dan doen? Zal mevrouw de Moor ontslag nemen ter wille van mevrouw De Sutter die dat zelf niet wil, voor een dossier dat ze zelf geen val van de regering waard vindt, of hebt u nu nog meer de baan vrij met cd&v om verder te doen voor dit beleid zoals u bezig bent, nu Groen haar laatste stok achter de deur gewillig wegneemt?

 

11.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Roggeman, wij blijven doorwerken om voldoende opvang te creëren. Dat vraagt inderdaad inspanningen en creativiteit van iedereen, over de partijgrenzen heen. Ook uw partij kan daartoe bijdragen en ik ga ervan uit dat zowel u als uw partij geen mensen op straat wil zien slapen deze winter.

 

Daarom vaart de regering samen met staatssecretaris de Moor een realistische koers, door niet enkel in te zetten op opvang maar ook door de systeemfouten aan te pakken op het Europese niveau. Ze geniet daarvoor de steun van de regering.

 

Staatssecretaris de Moor speelt eveneens een voortrekkersrol in het zoeken naar een consensus over een nieuw Europees asiel- en migratiebeleid, met een sterke controle aan onze buitengrenzen en verplichte solidariteit tussen de lidstaten. De staatssecretaris heeft hierin al verschillende successen geboekt en op dit ogenblik vergadert men in de Europese Raad over dat crisismechanisme.

 

Collega’s, ons land doet vandaag bovendien meer dan zijn deel om bescherming te bieden aan de mensen die die nodig hebben. Elke lidstaat moet echter zijn of haar deel doen en de druk op ons land moet verlichten. Wie deel wil zijn van een oplossing werkt ook mee aan het Europese migratiepact. Wie dit tegenhoudt, bestendigt immers het huidige beleid met al zijn systeemfouten.

 

Ondertussen zet de staatssecretaris echter stappen om ook in ons land tot een beter systeem te komen. Deze week kondigde ze bijvoorbeeld het nieuwe systeem aan om asielzoekers die werken ook een faire bijdrage te laten leveren.

 

11.03  Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor uw respectabele antwoord. Ik vind het spijtig dat niet elke regeringspartij hetzelfde respect kan handhaven in deze zaal.

 

Er zijn twee redenen waarom deze regering niet valt. Ten eerste, de verslaving aan de macht, en ten tweede, de angst voor de kiezers. Het brokkenparcours van deze regering op Asiel en Migratie is compleet, met duizenden veroordelingen, tientallen miljoenen aan dwangsommen, een opvangnetwerk dat uit zijn voegen barst, het hoogste budget ooit, open oorlog met de lokale besturen, een halvering van de terugkeercijfers tegenover de vorige regering, de grootste instroom sinds jaren en een massale dossierachterstand.

 

Vivaldi heeft er een knoeiboel van gemaakt. Deze regering zou het zoveel beter en zoveel menselijker doen dan de vorige, maar wat zien wij? Het is nog nooit zo erg geweest. Het is nog nooit zo duur geweest. Zo kan het niet langer. Zet de ontradingscampagnes opnieuw online. Durf opnieuw een gedwongenterugkeerbeleid te voeren. Pak het probleem eindelijk aan bij de wortel, in plaats van te blijven dweilen met de kraan open.

 

11.04  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, aangezien het een handgebaar betreft, zal het niet in het verslag worden opgenomen. We kunnen in het halfrond wel meningsverschillen hebben – dat is de essentie van de democratie –, maar ik mag toch hopen dat dat met een minimum aan respect kan?

 

Daarnet stak een collega zijn middelvinger op naar collega Roggeman, die met zijn vraag aan Ecolo-Groen duidelijk raak heeft getroffen. Ik had verwacht dat Ecolo-Groen een inhoudelijk antwoord zou geven. Dat kan echter niet, want men meende daar geen vraag over te moeten stellen. Wanneer de reactie echter beperkt is tot het opsteken van een middelvinger naar een collega, dan vind ik dat bijzonder betreurenswaardig en het zou passend zijn dat de Ecolo-Groenfractie zich daarvoor verontschuldigt.

 

De voorzitter: Collega De Roover, ik heb eerlijk gezegd niets gezien, maar ik neem akte van uw verklaring.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Vanessa Matz à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L'augmentation significative du nombre d'homicides" (55003800P)

12 Vraag van Vanessa Matz aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De aanzienlijke toename van het aantal moorden" (55003800P)

 

12.01  Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, les dernières statistiques de la police fédérale sont plutôt inquiétantes puisqu’on enregistre 1 375 homicides et tentatives d’homicide, ce qui fait près de quatre meurtres ou tentatives de meurtre par jour, et 179 homicides, qu’il s’agisse d’assassinats ou de meurtres. Cela peut paraître peu, mais au regard des chiffres de 2019, c’est évidemment important, puisqu’il s’agit d’une hausse de 17 % et même de 21 % si on exclut les tentatives.

 

C’est inquiétant, malgré la sécurisation croissante, la mise en place de caméras ou encore la mise à disposition d’agents de prévention. Nous observons donc une recrudescence des phénomènes criminels. Il suffit de citer quelques exemples en date: à Bruxelles une personne a été tuée par 17 balles de kalachnikov, une autre l'a été à la gare des Guillemins à Liège par arme blanche et une autre encore aux Fêtes de Wallonie, dans les mêmes conditions.

 

La question qui se pose est de savoir si ces mesures sont adaptées et efficaces. J’aurais souhaité connaître les commentaires de Mme la ministre – et donc, dans le cas qui nous occupe, de vous, monsieur le vice-premier ministre – sur ces statistiques de la police fédérale. J’aurais souhaité savoir si elles avaient été croisées, notamment avec celles de la Justice.

 

J’aurais souhaité également connaître les solutions nécessaires pour endiguer ce phénomène, dont les causes résident dans les crises successives ou dans la forte présence de la mafia de la drogue sur notre territoire. Il convient donc de mettre en place des solutions durables. J’aurais souhaité connaître les pistes de solutions que Mme la ministre compte mettre en œuvre.

 

12.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Madame Matz, les statistiques policières de la criminalité sont les statistiques des crimes et des délits enregistrés par les forces de police en Belgique. Les données de base de ces statistiques reposent sur les procès-verbaux initiaux établis par les services de la police intégrée, structurée à deux niveaux, qu’il s’agisse d’un délit accompli ou d’une tentative.

 

Pour ce qui est des homicides en particulier, on observe une augmentation des meurtres de 15,2 % par rapport à 2021. Les tentatives représentent une proportion majeure de ce chiffre. Ce sont donc principalement les tentatives qui augmentent, alors que le nombre de faits accomplis n’augmente que légèrement. Ces données quantitatives doivent faire l’objet d’une analyse qualitative et être replacées dans un contexte spécifique. La police fédérale continuera à travailler sur cette question afin de l’analyser de manière plus approfondie.

 

Il est clair que cette problématique mérite toute notre attention et doit nous inciter à prendre davantage de mesures. Aujourd’hui, tous les dossiers d’homicide sont traités avec un haut degré de priorité par nos services de police. Ces dossiers se soldent par un taux élevé d’élucidations, comme le disait encore récemment le directeur de la police judiciaire de Bruxelles. Quoi qu’il en soit, je tiens à remercier vivement les services de police pour leur engagement au quotidien afin de répondre le plus efficacement possible à ces faits horribles.

 

12.03  Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie.

 

Je ne doute pas que la police travaille d'arrache-pied. Nous savons qu'elle le fait dans des conditions particulièrement difficiles, non seulement au regard de la violence extrême à laquelle notre société est confrontée mais aussi de celle à laquelle les forces de l'ordre sont confrontées dans leur fonction.

 

La question des moyens – effectifs, matériel et bâtiments que la police réclame depuis longtemps –, que nous avons martelée sans cesse depuis le début de cette législature, devrait être une priorité pour ce gouvernement. Il faut enfin entendre ces demandes pour que la police, notamment judiciaire, mène à bien des enquêtes sur de grands phénomènes criminels. Nous appelons ce gouvernement à réfléchir aux moyens dévolus à la police dans son ensemble et, en particulier, à la police judiciaire.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Sophie Rohonyi à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La journée internationale pour le droit à l'avortement et l'état d'avancement du dossier en Belgique" (55003786P)

13 Vraag van Sophie Rohonyi aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De Internationale Dag voor het recht op abortus en de stavaza van het dossier in België" (55003786P)

 

13.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, au-delà de nos clivages politiques, nous sommes nombreuses dans ce Parlement à avoir le cœur serré en ce 28 septembre. En cette journée mondiale du droit à l'avortement, nous pensons à ces dizaines de milliers de femmes qui, chaque année dans le monde, meurent des suites d'un avortement clandestin parce qu'elles ont dû utiliser une aiguille à tricoter, de l'eau de Javel ou encore un cintre. Nous pensons aussi à toutes ces autres femmes qui sont poursuivies, arrêtées et même emprisonnées pour avoir tenté d'aider ces femmes et de leur éviter un tel supplice.

 

Nous avons aussi le cœur serré parce que notre texte, qui vise à répondre aux femmes les plus vulnérables de notre pays, est purement et simplement bloqué par un seul parti, et ce, depuis plus de trois ans maintenant. Par ce blocage, ces femmes, que nous devons pourtant aider et protéger, sont en réalité abandonnées à leur sort et même menacées de peines de prison si elles doivent avorter au-delà de 12 semaines de grossesse. Des peines de prison qui les obligent soit à subir une grossesse contrainte, soit à aller avorter à l'étranger, soit, pour les plus précaires d'entre elles, à avorter en Belgique avec l'aide d'un courageux médecin qui se met ainsi hors-la-loi.

 

Il existe pourtant une solution, monsieur le ministre. Dépénaliser totalement l'IVG et aussi en assouplir les conditions, exactement comme le prévoit notre proposition de loi, mais aussi comme vous l'ont demandé de manière expresse les experts mandatés par votre propre gouvernement.

 

Ma question est donc très simple, monsieur le ministre: à présent que vous avez toutes les cartes en main pour avancer, qu'attendez-vous pour enfin vous distancer du cd&v et laisser le Parlement voter ce texte? Je vous remercie.

 

13.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Rohonyi, à la demande du Parlement, j'ai en effet commandé une étude qui a ensuite formulé de nombreuses recommandations de politiques en matière d'IVG. Comme vous le savez sans doute, des auditions furent organisées sur ce thème en début d'année.

 

Comme convenu dans l'accord de gouvernement, les dossiers éthiques sont examinés au Parlement. Par conséquent, j'attends la suite des travaux à ce sujet. À titre personnel, j'espère qu'il pourra avancer rapidement dans ce dossier important. C'est donc à lui et, en particulier, à la majorité qu'il incombe de progresser.

 

13.03  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, lorsque vous dites que le Parlement est maître de ses travaux, vous n'avez en réalité qu'une lecture partielle de l'accord de gouvernement auquel vous vous êtes vous-même référé. En effet, celui-ci indique qu'il n'y aura pas de vote sur ce texte tant qu'aucun consensus n'aura été réuni au sein de la Vivaldi à ce propos.

 

La vérité est que votre gouvernement continue de marchander les droits des femmes comme s'il négociait le prix d'un tapis. Pardonnez-moi, mais c'est totalement indigne de l'enjeu, à savoir assurer la santé de toutes les femmes et toutes les filles de ce pays, en particulier lorsque vous êtes en charge de la Santé publique.

 

Sans doute, pour vous, un jour de plus ou de moins à négocier avec le cd&v sur cette question ne change rien, mais sachez que, lorsqu'une femme est confrontée à la violence d'une grossesse contrainte et à l'angoisse de devoir subir un avortement clandestin dans l'illégalité, chaque jour qui passe est un jour de trop; il s'agit de non-assistance à personne en danger.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Gitta Vanpeborgh aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De gratis medisch consulten voor min-25-jarigen uit financieel kwetsbare gezinnen" (55003788P)

- Laurence Zanchetta aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het medisch consult voor kwetsbare min-25-jarigen" (55003797P)

14 Questions jointes de

- Gitta Vanpeborgh à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les consultations médicales gratuites pour les moins de 25 ans issus de familles précarisées" (55003788P)

- Laurence Zanchetta à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La consultation médicale pour les jeunes précarisés de moins de 25 ans" (55003797P)

 

14.01  Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de gezondheidszorg zou voor iedereen van jongs af betaalbaar en toegankelijk moeten zijn. Goede zorg van jongs af aan betekent immers ook minder gezondheidszorg op latere leeftijd.

 

Vandaag zien we echter dat heel wat gezinnen en personen nog steeds uit de boot vallen. Ook financieel kwetsbare jongeren ervaren drempels en hindernissen. Ze stellen zorg uit, omdat ze bijvoorbeeld hun ouders niet willen vragen om die zorg te bekostigen. Dat moeten we vermijden. Het is onze verantwoordelijkheid en ook de uwe, mijnheer de minister, om zo veel mogelijk drempels weg te werken.

 

De komende week wordt effectief komaf gemaakt met zo’n belangrijke drempel: een grote groep kwetsbare jongeren hoeft voortaan niet meer te betalen voor een bezoek aan de huisarts of specialist, op voorwaarde dat er een globaal medisch dossier wordt geopend en dat de specialist geen supplementen vraagt. Dat is een goede zaak, want dat betekent gezondheidswinst voor heel wat jongeren. We kunnen echter niet ontkennen dat onze gezondheidszorg behoorlijk complex is. Het gaat niet alleen om geld; men moet ook de weg vinden in de gezondheidszorg en daar zijn er weer andere obstakels, terwijl de noden van de jongen bijzonder groot zijn.

 

Mijnheer de minister, denkt u dat de maatregel echt een verschil kan maken? Of is er meer nodig en moet u, in de korte tijd die u nog rest, een versnelling hoger schakelen? Hoe zorgt u ervoor dat de maatregel bekend en uitgevoerd wordt en dus impact zal hebben?

 

14.02  Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le ministre, en Belgique, une personne sur quatre dit avoir reporté ou renoncé à un soin, à une consultation médicale pour des raisons financières. Solidaris ne cesse d’ailleurs de mettre en avant ce triste constat, rapport après rapport. Ce sont surtout les ménages à faibles revenus, les personnes en incapacité de travail ou encore les familles monoparentales qui se privent de soins de santé alors qu’elles en ont besoin. C’est une triste réalité qui touche aussi les enfants et les jeunes qui vivent dans ces ménages où le choix entre manger et se soigner est bel et bien une réalité.

 

Cette réalité touche aussi de plein fouet les étudiants qui cumulent petits boulots et aide sociale pour mener à bien leur cursus et pour lesquels se rendre chez le médecin n’est absolument pas une priorité. Pourtant, les besoins sont là. Il n’y a qu’à regarder les problèmes de santé mentale chez les jeunes. On le sait aussi, la prévention reste la meilleure arme pour des citoyens en bonne santé plus longtemps et cela passe évidemment par un suivi médical régulier.

 

Monsieur le ministre, c’est une très belle avancée que le gouvernement permet aujourd’hui. Tous les jeunes de moins de 25 ans bénéficiaires de l’intervention majorée (BIM) pourront se rendre chez un médecin généraliste ou chez un spécialiste gratuitement, à la seule condition d’avoir un dossier médical global (DMG). Pour ces jeunes qui vivent seuls avec peu de moyens ou qui vivent dans des familles précarisées, c’est un nouveau pas en avant. Il faudra aller plus loin pour que demain, plus personne ne se dise: ʺJe ne suis pas bien mais on verra plus tard. Je n’ai pas les moyens de consulter.ʺ

 

Monsieur le ministre, d’autres mesures sont-elles prochainement envisagées?

 

14.03 Minister Frank Vandenbroucke: Geachte collega’s, het is heel belangrijk dat iedereen tijdig de weg vindt naar goed georganiseerde zorg, zeker kinderen en jonge mensen. Daar mag geen enkele drempel of belemmering voor bestaan. Dat is de reden waarom deze regering die absurde verbodsbepaling op het toepassen van de derde-betalersregeling heeft afgeschaft. Vandaag kan elke zorgverstrekker, elke arts, tandarts of kinesitherapeut de patiënt enkel het remgeld doen betalen en niet de hele factuur laten voorschieten. We zien op dat vlak grote vooruitgang bij de huisartsen, die zich meer en meer beperken tot het remgeld.

 

Voor sommige mensen zal echter zelfs het remgeld een drempel vormen. Daarom maken we het jaarlijkse mondonderzoek bij de tandarts en het verwijderen van tandsteen tot aan de negentiende verjaardag volledig gratis. Het is ook de reden waarom de eerste sessie psychologische hulp in de eerste lijn bij een geconventioneerde psycholoog gratis zal zijn. Bovendien kunnen centra voor leerlingenbegeleiding dit hele aanbod gratis aanbieden wanneer ze dat in scholen organiseren. Vanaf 1 december maken we om die reden ook voor kinderen en jongeren met overgewicht gratis dieetadvies mogelijk, zodat ze geholpen worden om op een betere manier om te gaan met voeding. Het is tevens ook de reden waarom we zeggen dat voor raadplegingen bij artsen-specialisten en bij huisartsen kinderen en jongvolwassenen tot en met 24 jaar zonder enige financiële zorg naar deze artsen moeten kunnen gaan. Ze moeten geen remgeld betalen, op één voorwaarde, namelijk dat er een goed georganiseerde opvolging is van hun gezondheidstoestand en gezondheidszorg doordat de huisarts hun medisch dossier bijhoudt. Er zijn nog net iets te weinig mensen voor wie dat gebeurt. Het is heel belangrijk dat met name jongeren en studenten ook een vaste relatie ontwikkelen met een huisarts die hun gezondheidssituatie opvolgt. Daarom doen wij dat. Wij willen dus dat financiële drempels nooit een reden zijn – nooit – om zorg uit te stellen.

 

Is dat op zich voldoende? Ik denk, mevrouw Vanpeborgh, dat u gelijk hebt en dat wij heel deze batterij maatregelen, in de tandzorg, in de diëtetiek, bij de huisarts, bij de arts-specialist en in de psychologische zorg, moeten doen leven op het terrein. Naar aanleiding van uw vraag zal ik een initiatief nemen, samen met de ziekteverzekering, de ziekenfondsen en de artsenorganisaties, om te onderzoeken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat zowel alle jongeren en studenten als de zorgverstrekkers goed weten dat deze mogelijkheden er nu zijn.

 

Je crois, madame Zanchetta, que vous avez souligné à juste titre l'importance de la dimension préventive dans cette approche. Qu'il s'agisse des soins dentaires qui, depuis septembre, sont désormais gratuits jusque l'âge de 18 ans inclus pour le contrôle annuel, qu'il s'agisse de l'avis auprès d'un diététicien qui sera gratuit pour les personnes en surpoids dès le mois de décembre, qu'il s'agisse des soins psychologiques de première ligne, il y a toujours pour nous cette nécessité de prévenir l'escalade des problèmes et d'avoir des interventions précoces. C'est pourquoi il faut éliminer toutes sortes de barrières.

 

14.04  Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister.

 

Ik ben als voorzitster van een OCMW de mening toegedaan dat deze nieuwe maatregel echt wel een verschil kan maken, op voorwaarde dat, zoals u zei, de verzekeringsinstellingen en ook alle eerstelijnszones hun schouders zetten onder een betere bekendmaking van die maatregel. Dat is heel belangrijk. Ik deel ook uw mening dat deze ene maatregel alleen het verschil niet zal maken. Wij hebben er meer nodig.

 

U bent terecht teruggekomen op een reeks maatregelen die al genomen is. Ik meen dat die belangrijk zijn en ik hoop in stilte, mij aansluitend bij de woorden van onze PS-collega, dat er voor de korte regeerperiode die rest toch nog een aantal maatregelen voor een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg in de pipeline zit.

 

14.05  Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le ministre, dès demain, 400 000 jeunes vivant des situations compliquées, dans des ménages à faibles revenus, pourront se rendre gratuitement chez le généraliste ou le spécialiste. C'est une belle avancée car le prix ne doit pas être un obstacle aux soins de santé.

 

Nous devons continuer ce combat qui est porté par les socialistes depuis toujours afin d'arriver à la gratuité des soins de première ligne pour tous chez le généraliste, le dentiste, le psychologue. En effet, l'accès à la santé est un droit fondamental pour chacun.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Questions jointes de

- Michel De Maegd à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L'aide belge octroyée aux réfugiés arméniens en Arménie" (55003803P)

- Ellen Samyn à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "Le corridor de Latchine" (55003809P)

15 Samengevoegde vragen van

- Michel De Maegd aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De Belgische hulp aan de Armeense vluchtelingen in Armenië" (55003803P)

- Ellen Samyn aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De Lachincorridor" (55003809P)

 

15.01  Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, j’ai eu l’occasion, jeudi dernier et ce mardi, d’interroger le gouvernement sur le volet diplomatique de la crise profonde que vivent en ce moment l’Arménie et le Haut-Karabagh. Permettez-moi aujourd’hui de vous lancer un appel à l’aide humanitaire car la Belgique a un rôle à jouer en faveur des Arméniens, mais aussi de ceux qui fuient le Haut-Karabagh.

 

Après neuf mois d’un blocus azéri, déclaré illégal par la justice internationale, ces habitants vivent depuis près de dix jours un nouveau drame, une nouvelle tragédie face à la peur de représailles azéries sur les 120 000 personnes qui peuplent cette région. Plus de 65 000, déjà, ont pris le chemin de l’exode, conscientes, bien souvent, qu’il s’agit là d’un voyage sans retour.

 

Pour ceux qui restent, la situation est bien sûr chaotique: les habitants essayent d’enterrer les morts et de s’occuper des déplacés. En Arménie, l’arrivée massive et soudaine de tant de réfugiés représente un défi immense. Pourtant, il est impératif de garantir un accueil digne, un tant soit peu humain, à ces hommes, ces femmes et ces enfants qui du jour au lendemain sont dépourvus de tout. L’horloge tourne. Il y a urgence, d’autant plus que l’on s’attend à ce que plusieurs milliers de réfugiés supplémentaires arrivent sur le sol arménien dans les prochaines heures.

 

Madame la ministre, avez-vous eu des contacts avec les autorités d’Erevan ou avec des ONG actives en Arménie afin de pouvoir connaître les besoins humanitaires nécessaires à court, moyen et long termes? Sur la base de ceux-ci, avez-vous eu une évaluation complète et concrète de leurs besoins immédiats?

 

La ministre des Affaires étrangères nous a annoncé avant-hier que la Belgique financera un programme de consolidation de la paix centré sur l’accueil des déplacés en Arménie. En tant que ministre de la Coopération, quels moyens comptez-vous mobiliser pour participer à une aide internationale en leur faveur? Enfin, la communauté européenne et internationale se coordonne-t-elle? Cette coordination est-elle selon vous à la hauteur du drame vécu par cette population civile durement éprouvée et pour laquelle, je le répète, il y a une profonde urgence?

 

15.02  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, na de hevige aanval van Azerbeidzjan op Nagorno-Karabach vorige week zien we schrijnende beelden van inwoners die hun geboortegrond en thuis voorgoed achterlaten uit vrees voor etnische zuiveringen en een genocide. Internationale onderzoekers van het VN-Genocideverdrag trekken aan de alarmbel. Dat is een terechte vrees, want de president van Azerbeidzjan, de heer Aliyev, dreigt ieder spoor van het millennia oude christelijke Armeense bestaan in Nagorno-Karabach uit te wissen. U hebt de beelden van hongerige en getraumatiseerde families allicht ook gezien. Met luttele bezittingen zetten ze zich in beweging op de uitvalswegen. Van de 120.000 inwoners van Nagorno-Karabach zijn er al 53.000 gevlucht naar het moederland Armenië.

 

Intussen slaakt ook het ziekenhuis in Stepanakert, de hoofdplaats van Artsach, opnieuw een noodkreet. Er is een nijpend tekort aan personeel en medicijnen om de achtergebleven bevolking en de gewonden te behandelen. Armenië wil opvang bieden aan de vluchtelingen en vraagt veiligheidsgaranties voor de achterblijvers. Hoe kan de veiligheid worden gegarandeerd? Nu al wordt in verontrustende rapporten verslag gedaan van geweld tegen de bevolking en ernstige verstoringen van de toegang tot medicatie en voedsel. De Europese Unie maakt amper 5 miljoen euro vrij: 500.000 euro aan noodhulp en 4,5 miljoen euro voor de achterblijvers en de bevolking die gedwongen vlucht.

 

Mevrouw de minister, waarop wacht België? Vlaams Belang vraagt al sinds eind 2020 om rechtstreeks humanitaire hulp te sturen en niet te wachten op de EU. Bij aanvang van de blokkade aan de Lachincorridor vroegen we u om rechtstreeks actie te ondernemen. Zijn die mensen nog steeds geen prioriteit, zoals uw collega Frank Vandenbroucke het verwoordde toen ik hem hierover ondervroeg? Wij waarschuwden toen al voor de gevolgen en uw regering neemt de situatie niet ernstig. Waarop wacht u om noodhulp te bieden?

 

15.03 Minister Caroline Gennez: Mijnheer De Maegd, mevrouw Samyn, wij wachten nergens op: waar mensen in nood zijn, treden wij op.

 

La situation dans le Haut-Karabagh est absolument préoccupante. À la suite de la récente offensive militaire de l'Azerbaïdjan, des dizaines de milliers d'hommes, de femmes et d'enfants arméniens n'ont d'autre choix que de tout laisser derrière eux pour chercher la sécurité. Des citoyens innocents victimes de violences de guerre, c'est inacceptable quelles que soient les circonstances!

 

Je tiens à souligner encore une fois que la Belgique, coordonnée avec l'Union européenne, condamne fermement la récente escalade de la violence. La Belgique soutient bien évidemment la réponse humanitaire et, aujourd'hui déjà, madame Samyn, au travers de ses contributions structurelles aux organisations d'aide internationales qui sont déjà présentes sur le terrain. Il s'agit de l'Agence des Nations Unies pour les réfugiés et de la Croix-Rouge internationale qui sont  sur le terrain et aident immédiatement les populations en danger. L'Agence des Nations Unies pour les réfugiés à laquelle nous contribuons à hauteur de dix millions d'euros par an est très impliquée dans l'accueil et la protection des réfugiés arméniens. Cette organisation aide le gouvernement arménien à distribuer des articles de base tels que la nourriture, des matelas, des lits de camp. Elle contribue également à l'enregistrement des réfugiés.

 

Er blijft nog een deel van de Armeense bevolking voorlopig achter in Nagorno-Karabach en het is van het allergrootste belang dat ook de rechten en veiligheid van die mensen gegarandeerd worden.

 

Zoals u terecht aanstipt, mevrouw Samyn, zijn de humanitaire noden al langer groot, omdat Azerbeidzjan de toegang van humanitaire organisaties tot nu toe bewust bemoeilijkte. Het Internationale Rode Kruis, waaraan België jaarlijks 12 miljoen euro bijdraagt, is de enige internationale humanitaire organisatie die vandaag al actief is in Nagorno-Karabach. Na langdurige inspanningen kon het Internationale Rode Kruis sinds begin september opnieuw levensnoodzakelijke goederen zoals voedsel en medicijnen transporteren via de Lachincorridor. Na de ontploffing van een gastank eerder de week hielp de organisatie bovendien met de evacuatie van gewonden en de ondersteuning van ziekenhuizen in de regio. België is dus aanwezig via internationale, goed gecoördineerde hulp.

 

Bovendien heeft de bevoegde Europese commissaris Lenarčič bijkomend 5 miljoen euro voor dringende humanitaire hulp vrijgemaakt, zowel voor de mensen in Nagorno-Karabach als voor de mensen op de vlucht die nu aankomen in Armenië.

 

Collega’s, het is evident dat de internationale gemeenschap zich inzet voor de bescherming van de Armeense bevolking. Het is essentieel dat humanitaire organisaties zoals de UNHCR en het Internationale Rode Kruis ongehinderd toegang krijgen tot mensen in nood. Levensreddende hulp mag nooit een politiek wapen zijn. Zowel in de Europese Unie als internationaal, kan men blijven rekenen op ons engagement voor het respect voor het humanitair recht. Ik zal ook niet aarzelen om dat in de regering, samen met de collega’s, op te volgen.

 

15.04  Michel De Maegd (MR): Merci, madame la ministre. Vous avez raison, l’Agence des Nations Unies pour les réfugiés et la Croix-Rouge internationale sont mobilisées. Vous évoquez des montants de 10 millions ou 12 millions d’euros mais, soyons tout à fait francs: ce n’est pas suffisant et à la hauteur des enjeux qui se posent aujourd’hui en ce moment-même. C'est vraiment un S.O.S. d’êtres humains en profonde détresse que je vous adresse, madame la ministre.

 

Car depuis plus de neuf mois, la population du Haut-Karabagh se sent abandonnée de tous, isolée et privée du strict minimum en raison du blocus illégal imposé par Bakou. Depuis tout ce temps, je n’ai eu de cesse de lancer des appels pour mettre fin à cette injustice. Ce qui est arrivé était prévisible, mais la communauté internationale était incapable de l’empêcher.

 

Aujourd’hui, telle une épuration ethnique, le Haut-Karabagh se vide de milliers d’Arméniens, une région arménienne, chers collègues, depuis plus de vingt siècles et chrétienne depuis près de trois millénaires et qui, nous venons de l’apprendre, sera incorporée à l’Azerbaïdjan le 1er janvier prochain. L’urgence absolue, j’insiste, madame la ministre, est de ne pas abandonner une nouvelle fois cette population. Je vous demande de poursuivre l’effort et de l’accentuer afin de mobiliser toutes les ressources disponibles et de convaincre vos homologues européens d’en faire de même.

 

15.05  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, terwijl voor onze ogen een etnische zuivering aan de gang is, neemt de Europese Unie ongestoord gas en olie af van de agressor Azerbeidzjan. Met EU-geld heeft Azerbeidzjan zijn oorlog tegen Artsach gefinancierd. Ik hoop dat u zich daar ten volle van bewust bent.

 

Een veroordeling is bijlange niet voldoende. De schamele noodhulp uit de Europese Unie is simpelweg een doekje voor het bloeden. België staat steevast op de eerste rij om ergens ter wereld geld uit te delen, maar voor rechtstreekse steun aan dat volk kon er geen eurocent af. Nochtans is uw zogenaamde definitie van humanitaire hulp gebaseerd op menselijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid.

 

Collega’s, op 1 januari 2024 houdt de republiek Artsach op te bestaan. Daar is niet alleen de Europese Unie, maar ook België verantwoordelijk voor. Deze regering heeft Artsach aan zijn lot overgelaten en u bent niet opgekomen voor een volk in nood.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Fin des questions orales.

 

Rapport de la commission des Poursuites

Verslag van de commissie voor de Vervolgingen

 

16 Vervolgingen ten laste van een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (3584/1)

16 Poursuites à charge d'un membre de la Chambre des représentants (3584/1)

 

Aan de orde is de bespreking van het verzoek om vervolging ten laste van mevrouw Kathleen Bury.

L’ordre du jour appelle la discussion de la demande d’autorisation de poursuites à charge de Mme Kathleen Bury.

 

Ik herinner eraan dat het woord alleen mag worden gevoerd door de rapporteur, door het betrokken lid of een lid dat het vertegenwoordigt, alsmede door één spreker voor en één spreker tegen (art. 160, § 3, van het Reglement).

Je vous rappelle que seuls peuvent prendre la parole le rapporteur, le membre intéressé ou un membre le représentant, un orateur pour et un orateur contre (art. 160, § 3, du Règlement).

 

De rapporteur, de heer Van Hecke, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La commission propose, à l’unanimité, d’accéder à la demande de levée de l’immunité parlementaire de Mme Katleen Bury pour l’ensemble des préventions figurant dans le réquisitoire final.

De commissie stelt met eenparigheid van stemmen voor om in te gaan op het verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van mevrouw Katleen Bury, voor alle in de eindvordering vermelde tenlaste­leggingen.

 

Tout le monde peut-il se rallier à la proposition de la commission?

Kan iedereen instemmen met het voorstel van de commissie?

 

Pas d'observation? (Non)

Geen bezwaar? (Nee)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition. (art. 61, n° 4, Rgt)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan. (art. 61, nr. 4, Rgt)

 

Naamstemming

Vote nominatif

 

16.01  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le président, je voudrais vous signaler des pairages.

 

Nous assurerons un pairage pour Christophe Lacroix et c'est Georges Dallemagne qui adaptera son vote. Nous pensons à lui. De même, un pairage sera assuré pour Nahima Lanjri, et c'est Vanessa Matz qui adaptera son vote. Enfin, nous assurerons également un pairage pour Koen Geens et c'est Josy Arens qui adaptera son vote. Tous les trois ont des raisons médicales d'absence.

 

16.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le président, Maria Vindevoghel assurera un pairage pour Mme Chanelle Bonaventure.

 

Le président: Merci beaucoup.

 

17 Geheel van het wetsontwerp betreffende maatregelen van bestuurlijke politie inzake reisbeperkingen en het passagier lokalisatie formulier en houdende wijzigingen van diverse wetsbepalingen betreffende het informatieveiligheidscomité, zoals geamendeerd tijdens de plenaire vergadering van 21 september 2023 (3264/12)

17 Ensemble du projet de loi concernant des mesures de police administrative en matière de restrictions de voyage et de formulaire de localisation du passager et modifiant diverses dispositions relatives au comité de sécurité de l'information, tel qu’amendé lors de la séance plénière du 21 septembre 2023 (3264/12)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

75

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

6

Abstentions

Totaal

126

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi, tel qu'amendé. Il sera soumis à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp, zoals geamendeerd, aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

17.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil even opmerken dat er slechts 75 collega’s van de meerderheid aanwezig zijn, wat niet eens een meerderheid is. De agenda van vandaag zal de regering niet aan het wankelen brengen, maar ik wou toch graag die opmerking maken. Collega’s, ik wil u oproepen om in de toekomst meer ijver van uw fractiegenoten te vragen. De oppositie zal met deze gang van zaken immers geen vrede kunnen nemen in de toekomst.

 

De voorzitter: Ik neem akte van uw verklaring, mijnheer De Roover.

 

18 Adoption de l’ordre du jour

18 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 5 octobre 2023 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 5 oktober 2023 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 16 h 39.

De vergadering wordt gesloten om 16.39 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 260 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 260 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

075

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence

 

 

Non        

045

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bruyère Robin, Bury Katleen, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Abstentions

006

Onthoudingen

 

Arens Josy, Dallemagne Georges, De Smet François, Matz Vanessa, Rohonyi Sophie, Vindevoghel Maria