Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 11 mai 2023 Après-midi ______ |
van Donderdag 11 mei 2023 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 20 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De
vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Alexander De
Croo, Frank Vandenbroucke, Marie-Colline Leroy.
Délégation
étrangère
Mesdames et messieurs, j'ai le plaisir de
saluer en tribune une délégation du Cameroun sous la conduite de
M. Vincent de Paul Emah Etoundi, président du groupe d'amitié
interparlementaire Cameroun-Belgique et représentant personnel du président de
l'Assemblée nationale. Nous saluons également la présence de Mme Emma Eno Lafon,
sénatrice, représentante personnelle de M. le président du Sénat du
Cameroun. (Applaudissements)
Chers collègues, je vous souhaite la bienvenue dans notre enceinte parlementaire et j'en profite pour signaler à l'ensemble des membres que nous avons signé ce matin le protocole qui nous permettra d'établir d'excellentes relations entre nos deux Parlements.
Par lettre du 2 mai 2023, le premier ministre transmet copie de l’arrêté royal du 2 mai 2023 intitulé "Gouvernement – Démission – Modification".
Bij brief van 2 mei 2023 zendt eerste minister een afschrift over van het koninklijk besluit van 2 mei 2023 met als opschrift "Regering – Ontslag – Wijziging".
L'article 50 de la Constitution dispose que le membre de l'une des deux Chambres, nommé par le Roi en qualité de ministre et qui l'accepte, cesse de siéger et reprend son mandat lorsqu'il a été mis fin par le Roi à ses fonctions de ministre.
Artikel 50 van de Grondwet bepaalt dat een lid van een van beide kamers dat door de Koning tot minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister.
Sur la base de l’article 104 de la Constitution, cette disposition est également applicable aux secrétaires d’État fédéraux.
Op grond van artikel 104 van de Grondwet is deze bepaling mede van toepassing op de federale staatssecretarissen.
Mme Sarah Schlitz ayant démissionné de ses fonctions de secrétaire d’État à l’Égalité des genres, à l’Égalité des chances et à la Diversité, reprend son mandat parlementaire.
Daar mevrouw Sarah Schlitz ontslag heeft genomen uit haar ambt van staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, neemt zij haar parlementair mandaat weer op.
M. Nicolas Parent, admis à siéger en
qualité de membre effectif de la Chambre des représentants en remplacement de
Mme Sarah Schlitz pour la durée de ses fonctions ministérielles, cesse de
siéger et redevient premier suppléant de la circonscription électorale de la
province de Liège. Ceci sur
base de l’article 12, al. 3., du Règlement.
De heer Nicolas Parent, die zitting heeft in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van mevrouw Sarah Schlitz zolang het ambt van deze duurt, houdt op zitting te hebben en wordt opnieuw eerste opvolger voor de kieskring van de provincie Luik. Dit op basis van artikel 12, derde lid, van het Reglement.
Je tiens à remercier M. Nicolas Parent.
Ik wens de heer Nicolas Parent te bedanken.
(Applaudissements)
(Applaus)
L'article 50 de la Constitution dispose que le membre de l'une des deux Chambres, nommé par le Roi en qualité de ministre et qui l'accepte, cesse de siéger et reprend son mandat lorsqu'il a été mis fin par le Roi à ses fonctions de ministre.
Artikel 50 van de Grondwet bepaalt dat een lid van een van beide kamers dat door de Koning tot minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister.
Sur la base de l’article 104 de la
Constitution, cette disposition est également applicable aux secrétaires d’État
fédéraux.
Op grond van artikel 104 van de Grondwet is deze bepaling mede van toepassing op de federale staatssecretarissen.
L'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives dispose que le membre de la Chambre des représentants qui cesse de siéger par suite de sa nomination en qualité de ministre ou de secrétaire d'État du gouvernement fédéral ou par suite de son élection en qualité de ministre ou de secrétaire d'État d'un gouvernement régional ou communautaire, est remplacé par le premier suppléant en ordre utile de la liste sur laquelle il a été élu.
Artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende Kamers bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat ophoudt zitting te hebben ten gevolge van zijn benoeming tot minister of staatssecretaris van de federale regering of zijn verkiezing tot minister of staatssecretaris van een gewest- of gemeenschapsregering wordt vervangen door de eerst in aanmerking komende opvolger van de lijst waarop hij gekozen is.
Mme Marie-Colline Leroy ayant été nommée secrétaire d'État, il y a lieu de la remplacer.
Daar mevrouw Marie-Colline Leroy staatssecretaris werd benoemd moet zij worden vervangen.
Nous devons donc procéder à l'admission et à la prestation de serment de son suppléant.
Wij moeten dus overgaan tot de toelating en de eedaflegging van haar opvolger.
Il s'agit de M. Louis Mariage, suppléant de la liste ECOLO de la circonscription électorale du Hainaut.
Het betreft de heer Louis Mariage, opvolger op de ECOLO-lijst van de kieskring Henegouwen.
Les pouvoirs de ce suppléant ont été validés en notre séance 20 juin 2019.
De geloofsbrieven van deze opvolger werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de M. Louis Mariage appelé à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement d’un membre nommé par le Roi en qualité de secrétaire d'État et pendant la durée des fonctions de celui-ci.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van de heer Louis Mariage, die zitting heeft in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van het lid dat door de Koning tot staatssecretaris werd benoemd en zolang het ambt van deze duurt.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle que les membres élus par les collèges électoraux relevant de la région de langue française font partie du groupe linguistique français.
Ik herinner eraan dat de leden gekozen door de kiescolleges die behoren tot het Franse taalgebied deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu
befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Louis Mariage de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Louis Mariage de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Louis Mariage prête le serment constitutionnel successivement en français, en néerlandais et en allemand.
De heer Louis Mariage legt de grondwettelijke eed achtereenvolgens af in het Frans, in het Nederlands en in het Duits.
M. Louis Mariage fera partie du groupe linguistique français.
De heer Louis Mariage zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
De voorzitster (voor de staande vergadering): Geachte dames, heren, maandag 17 april jongstleden overleed oud-collega Gilbert Bossuyt.
Gilbert Bossuyt werd op 26 september 1947 geboren te Lauwe, thans deelgemeente van Menen, als zesde van tien kinderen in een arbeidersgezin. Na zijn rechtenstudie aan de VUB ging hij in 1972 aan de slag in de studiedienst van de ABVV-Textielcentrale in Gent, waarvan hij van 1979 tot 1981 nationaal secretaris was.
Nog voor hij afgestudeerd was, stapte hij op 24-jarige leeftijd in de lokale politiek en werd hij in 1971 socialistisch gemeenteraadslid in Lauwe. Na de fusie met Menen zetelde hij tot 2012 in de Meense gemeenteraad.
Achttien jaar lang, van 1989 tot 1994 en van 2001 tot 2012, was Gilbert Bossuyt burgemeester van Menen. In die functie kreeg hij te maken met de uitdagingen en problematieken die een grensstad als Menen eigen zijn. Hij was zeer betrokken bij de grensoverschrijdende samenwerking, met name via de Eurometropool en akkoorden over politiesamenwerking.
Met de Franse buurgemeente Halluin had hij, net zoals de stad Menen zelf, een speciale band. In 2012 werd hij ereburger van Halluin. Zijn Franse ambtgenoot roemde hem als "un bâtisseur et un pourvoyeur d’idées", een bouwer en leverancier van ideeën.
Gilbert Bossuyt est également connu pour sa longue carrière politique à l'échelon national. En 1981, il est élu à la Chambre des représentants, dont il assume la fonction de secrétaire de 1985 à 1989 et celle de vice-président de 1989 à 1994.
En 1995, il intègre le Parlement flamand, au sein duquel il se profile comme fervent président du groupe socialiste. Lorsque Steve Stevaert devient président du parti, Gilbert Bossuyt devient ministre flamand de l'Énergie, des Travaux publics et de la Mobilité et inaugure notamment à ce titre la troisième bande de l'E17 entre la France et Waregem, une réalisation qui lui tient évidemment à cœur en tant que frontalier.
Gilbert Bossuyt was gekend om zijn directe, no-nonsense stijl – recht voor de raap en recht door zee. Als politicus was zijn engagement totaal, op elk niveau waarop hij actief was. Met zijn socialistische overtuiging en komend uit een kroostrijk gezin volgde hij ook een heel duidelijke politieke lijn: in onze samenleving moeten alle kinderen gelijke kansen krijgen om zich te ontplooien. Het beleid moet het brede kader scheppen waarin dat mogelijk is.
Gilbert Bossuyt was – daar was zijn rechtenstudie wellicht niet vreemd aan – goed ter tale. Vriend en vijand loofden ook zijn grote dossierkennis. Gilbert Bossuyt was echter meer dan een politicus, hij was echtgenoot, vader en ook grootvader. Als echte familieman genoot hij na zijn politieke loopbaan van de kleine dingen des levens.
Ik heb namens onze assemblee aan de familie van onze betreurde collega mijn deelneming betuigd.
Na de hulde van de regering zullen wij een minuut stilte in acht nemen.
04.01 Minister Frank Vandenbroucke: Ik richt mij niet alleen tot u, mevrouw de voorzitster, en de collega’s, maar ook tot Katleen, de echtgenote van Gilbert Bossuyt, en tot zijn kinderen, die hier aanwezig zijn: "Na een periode van sociale welvaart merk je dat alles wat door een maatschappij werd opgebouwd, eigenlijk heel kwetsbaar is. Je moet je overtuiging daarin weten te situeren, ook politiek." Die uitspraak van Gilbert Bossuyt typeert zijn levenslange engagement, zijn inzet en vooral het juiste morele kompas dat hij hanteerde, zeker voor wie kwetsbaar was, kwetsbaar in alle betekenissen. Immers, wie te veel pochte, enkel en alleen op basis van titels, carrière of geld, kon Gilbert in zijn rechttoe-rechtaanstijl wel eens de les spellen.
Maar wie het minder goed heeft, moet men niet alleen helpen maar ook altijd naar waarde schatten, het nodige respect tonen. Het hoeft dus niet te verbazen dat op het rouwkaartje voor Gilbert bij zijn uitvaart geen enkele van zijn titels stond. Die waren voor hem dan ook van geen enkel belang.
Van belang was wie men echt is en wat men echt doet. Het had altijd wel het voordeel dat Gilbert heel duidelijk was. Zijn hart lag op zijn tong. Dat maakte het niet altijd gemakkelijk, maar het getuigde van oprechtheid, een oprechtheid die heel veel mensen die hem hebben gekend en die met hem hebben samengewerkt, hebben gewaardeerd.
Gilbert was inderdaad een ruwe bast, in de goede betekenis van het woord. Men kon hem vaak van ver horen, luid soms, omdat hij doordrongen was van een overtuiging, de overtuiging van solidariteit, de overtuiging dat men het leven van heel veel mensen, niet het minst in Menen en in West-Vlaanderen, elke dag beter dan gisteren moest maken, de overtuiging dat men als beleidsmaker, als burgemeester of minister, echt het verschil kon maken voor heel veel mensen, dat men zaken in beweging kon brengen en de regie daarvoor in handen kon nemen.
Die regie bleef hij trouwens ondanks zijn slepende ziekte in handen houden, zelfs tot aan het einde van zijn leven.
Die overtuiging nam hij mee van thuis, waar hij opgroeide in een kroostrijk gezin dat het niet breed had. Overschot was er niet. Als enige kreeg hij de kans om te gaan studeren. Die kans greep hij met beide handen. Hij was daar bijzonder trots op, net zo trots als op zijn afkomst, die hij nooit verloochende.
In Menen, waar Gilbert inderdaad jarenlang burgemeester was, is er een Ontvoogdingsstraat. Wij zouden ze ook de Gilbert Bossuytstraat kunnen noemen.
Graag zou ik afronden met een persoonlijke noot aan de echtgenote van Gilbert, aan zijn kinderen en kleinkinderen.
Mevrouw de voorzitster, u hebt het opgemerkt. Gilbert was een echte familieman. Het geluk van zijn kleinkinderen en het hen omringen met de nodige warmte en liefde waren voor hem het allerbelangrijkste. Ook dat is zijn nalatenschap, die ongetwijfeld voortgaat in elk van hen. Ik wens u allen dan ook heel veel sterkte maar bovenal heel veel warme herinneringen.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
De voorzitster: Ik dank u, collega’s.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 10 mai 2023, je vous propose de remplacer Mme Marie-Colline Leroy par Mme Cécile Cornet en qualité de présidente de la commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 mei 2023 stel ik u voor mevrouw Marie-Colline Leroy te vervangen door mevrouw Cécile Cornet als voorzitster van de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
(Applaudissements)
(Applaus)
J’en profite pour saluer Mme Leroy, qui est de passage, et lui souhaiter un fructueux travail au sein de notre gouvernement.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 10 mai 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 mei 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
07.01 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, u kent bpost maar al te goed. U was zelf immers jarenlang de minister bevoegd voor bpost en u hebt destijds de regeringscommissaris afgeschaft. U hebt de sleutels van bpost uit handen gegeven. Een voorganger van u, de heer Magnette van de PS, trok met bpost naar de beurs en sindsdien is het alleen maar miserie. Een overheidsbedrijf hoort niet thuis op de beurs! Bpost is zich als een privébedrijf beginnen te gedragen met als doel zo veel mogelijk winst te maken. Om dat te bewerkstelligen, maakt men gebruik van allerlei illegale constructies. Het is zelfs gaan samenwerken met grote mediabedrijven om de staat op te lichten, bijvoorbeeld via het krantencontract. U gaf de overheidscontrole dus helemaal op.
Gisteren zei u doodleuk dat bpost nog verder geprivatiseerd mag worden. Dat gaat mijn verstand te boven. Er is niet te weinig autonomie, maar net te veel autonomie! Privatiseren staat gelijk aan de volledige Belgische postmarkt op straat gooien. En wie zijn de lijkenpikkers? Dat zijn PostNL en Amazon, de antisyndicale bedrijven in ons land. Mijnheer de eerste minister, ik raad u aan om eens twee dagen bij PostNL te werken zodat u ervaart hoe zwaar die job is. Ik denk niet dat u het ook maar één dag volhoudt! Die hele constructie zal leiden tot meer ontslagen, sluitingen van postkantoren, het verdwijnen van bankautomaten en een verslechtering van de werkomstandigheden in de gehele sector.
Ik heb slechts een vraag: klopt het dat u bpost wilt privatiseren?
07.02 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de premier, het is een zootje bij de post. Er liggen daar meer lijken in de kast dan op een kerkhof. De lijkgeur dringt bijna door tot in de regering. Ik richt mijn vraag tot u, omdat ik zie dat het zwartepieten begonnen is. Voogdijminister Petra De Sutter wijst naar de PS, wat logisch is, volgens mij, omdat er geheime onderhandelingen achter haar rug zijn gebeurd. De voorzitter van Open Vld, de heer Lachaert – waar is de heer Lachaert, onder zijn bank, nee? – verwijt de PS dat die de post gebruikt als sociale tewerkstellingsmachine. Om zich in te dekken tegen het misbruik van twee cabinetards die op de loonlijst van bpost stonden, verwijst minister De Sutter naar de gebruiken in het verleden. Zoals een collega al gezegd heeft, is er niemand uit het verleden die de post beter kent dan u, want van 2014 tot 2019 was u de voogdijminister.
We hebben het echter nog niet gehad over de leden van de raad van bestuur. Dat zijn allemaal politieke benoemingen. Degenen die van de overheid komen, hebben allemaal een lidkaart. Wat doen zij daar? Heeft er dan niemand van de raad van bestuur gewaarschuwd voor het kostprijsberekeningsmodel dat enkel bedoeld is voor overfacturatie en om consultingkantoor McKinsey rijker te maken? Wie daar werkt, heeft 2.000 euro dagloon, evenveel als een maandloon van een postbode. Heeft er dan niemand gewaarschuwd dat er gesjoemeld wordt bij het innen van de verkeersboetes en de verdeling van de nummerplaten? Heeft er dan niemand gewaarschuwd tegen het leegroven van de staatskas via de 679-rekeningen? Heeft er dan niemand gewaarschuwd voor concurrentievervalsing met het krantencontract? Bpost kreeg 4 miljard euro van de overheid op 10 jaar. De beurswaarde is met 70 % gedaald.
Mijnheer de eerste minister, wanneer zult u de augiasstal uitmesten?
07.03 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Vindevoghel, mijnheer Dedecker, dank u voor uw vragen. Wat gaande is bij bpost is ernstig. Wat nu noodzakelijk is, is dat we vooral het langetermijnperspectief voor de toekomst van dat bedrijf voor ogen houden, in het belang van de medewerkers, in het belang van de vele klanten, in het belang van de vele partners. Als er een prioriteit is, is het dat wij zekerheid moeten bieden voor de vele mensen die bij bpost betrokken zijn.
Dat betekent dat grondig moet worden onderzocht wat er is scheefgelopen. De raad van bestuur heeft daarin ook een leidende rol. De raad van bestuur heeft een aantal zaken naar boven getild en heeft gevraagd om die verder te onderzoeken. We moeten vooral ook kijken hoe men bpost kan stabiliseren en veilig maken voor de toekomst.
Voor mij is het duidelijk dat de kern van het probleem een scheefgetrokken governance is. Governance is een Engels woord voor bestuur. Op welke manier zorgt men ervoor dat de relatie tussen de aandeelhouders en het bedrijf duidelijk wordt? Doorheen de jaren hebben we een aantal stappen gezet om afstand te creëren tussen de Belgische overheid en bpost.
Mevrouw Vindevoghel, u bent het daarmee niet eens, maar we hebben dat bedrijf inderdaad gedeeltelijk geprivatiseerd. We hebben het naar de beurs gebracht. Ik heb inderdaad beslist om de regeringscommissaris af te schaffen, omdat het bedrijf autonoom moet kunnen werken en omdat het geen speelbal van politieke partijen moet zijn.
Er zijn zeer grote stappen gezet, maar ik denk dat we niettemin nog verdere stappen moeten zetten om de relatie tussen de overheid en haar autonome overheidsbedrijven scherp te stellen. Dat gaat in mijn ogen verder dan alleen de discussie over bpost. Dat betekent dat we duidelijke regels moeten hebben over welke bestuurders we aanduiden en de manier waarop we ze selecteren. Welke informatieverplichting hebben die bestuurders ten opzichte van de overheid? Welke informatie moeten ze delen? Welke informatie mogen ze niet delen? Op welke manier gedraagt de overheid zich in een algemene vergadering? Dat is een oefening die wij vandaag heel duidelijk moeten maken.
Ik heb dan ook gevraagd aan GUBERNA, het Instituut voor Bestuurders, om een handvest op te stellen dat heel duidelijk uitlijnt hoe de overheid met autonome overheidsbedrijven omgaat. Het lijkt mij logisch dat wij dat eindelijk eens heel scherp stellen en dat wij hierin een stap verder gaan, zodat situaties als degene die wij de voorbije maanden hebben gezien, zich niet opnieuw kunnen voordoen.
Wij hebben vandaag nood aan mensen die constructief zijn, mensen die de situatie willen oplossen, mensen zoals Petra De Sutter, die heel duidelijk heeft gesteld dat zij ervoor wil zorgen dat dergelijke zaken niet meer kunnen gebeuren. In mijn ogen heeft Petra De Sutter absoluut alle kwaliteiten om dat te doen. Zij heeft ook de volledige steun van de regering om met een plan van aanpak te komen. Het voorstel dat GUBERNA zal doen, zal ook een deel daarvan zijn.
Mevrouw Vindevoghel, wij hebben geen nood aan ideologische discussies. U bent daar natuurlijk een fan van en u vindt dat de overheid actief moet zijn in een bedrijf waarvan een zeer groot deel van de activiteiten vandaag uit pakjesbezorging bestaat. In het overgrote deel van Europa is dat absoluut niet meer het geval. Men moet soms de vraag stellen in welke activiteiten een overheid wel actief moet zijn en in welke niet. Laat het echter duidelijk zijn dat wij een globale analyse zullen maken in de regering. Ik zal wat dat betreft absoluut niet op de feiten vooruitlopen.
Wij hebben op korte termijn wel zeer duidelijke regels nodig over hoe een overheid omgaat met haar autonome overheidsbedrijven. Ik heb het volste vertrouwen dat minister De Sutter dat met de nodige doortastendheid en sérieux zal doen. Dat zijn wij allemaal verschuldigd aan bpost, zijn medewerkers en al zijn partners.
07.04 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, eerst en vooral, positief is dat de bonussen geschrapt zijn, overigens dankzij onze acties, want twee weken geleden hebben wij in onze interpellatie gevraagd dat de bonussen niet toegekend zouden worden. Gisteren werden de bonussen op de algemene vergadering geblokkeerd. Dat is goed. Dat betekent dat u als regering iets te zeggen hebt.
Ten tweede, wij zullen niet accepteren dat de mensen die in bpost dag in dag uit hun uiterste best doen opdat wij allemaal onze post krijgen, aangepakt worden en het slachtoffer worden van een systeem zoals dat bij PostNL in Nederland, een volledig geprivatiseerd bedrijf met kinderarbeid en zwartwerk, een systeem dat u tot stand wil brengen. Dat is niet waar wij voor staan. Wij willen een overheidsbedrijf dat ten dienste staat van de bevolking en een waar alle werknemers een goede job hebben.
07.05 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de premier, het gaat niet over de vraag of bpost een overheidsbedrijf dan wel een geprivatiseerd bedrijf moet zijn. Wel gaat het over concurrentievervalsing, al jarenlang. Het gaat over het niet uitschrijven van aanbestedingen en over een gebrek aan controle. Dat zijn volgens mij strafbare feiten. Daar moeten wij op doorgaan.
Bpost is een tewerkstellingsfabriek van de PS, zoals alles in Wallonië. We zien dat ook met de NMBS, met onder andere misbruik van cabinetards. Kijk ook eens naar minister Gilkinet, die een chauffeur heeft die op de loonlijst van de NMBS staat. Hij gaat met de auto op zwier in Vlaanderen, in plaats van met zijn fiets.
Mijnheer de eerste minister, ik vind wel dat u een keuze moet maken. Ofwel is het een overheidsbedrijf, ofwel een privébedrijf. Die keuze moet worden gemaakt, want men kan geen twee heren dienen, des te meer omdat het bedrijf beursgenoteerd is.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
08.01 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, je pense que, dans un sens, nous devons vous remercier puisque grâce à l’action ou plutôt à l’inaction de votre gouvernement, la Belgique continue à porter haut les couleurs du surréalisme politique. Nous voici aujourd’hui en train de devoir emprunter sur les marchés 408 millions d’euros pour financer notre propre plan de relance européen. Pourquoi? Parce que nous ne sommes pas dans l’état intellectuel, comme dirait l’autre, de demander le versement de la première tranche à l’Union européenne. Pourquoi? Parce que nous ne sommes pas capables de produire une réforme des pensions jugée soutenable.
On pourrait se dire que ce n’est qu’un contretemps, que si les taux étaient bas voire négatifs, pourquoi pas. Malheureusement, ce n’est pas le cas. Les taux sont hauts et continuent à remonter à toute vitesse. On pourrait aussi se dire que ce n’est qu’un incident isolé dans la vie d’un gouvernement qui engrange accord sur accord et où tout va bien. Malheureusement, le principe de réalité s’applique aussi à la réforme fiscale, à l’accord avec ENGIE, à toutes ces réformes qui sont supposées être conclues avant l’été. Ici, ce cas me paraît symptomatique et intéressant parce qu’il permet de donner une addition extrêmement précise du coût de votre indécision, du coût de l’indécision de votre gouvernement.
Monsieur le premier ministre, mes questions sont très simples. À combien estimez-vous le coût en intérêts versés et devant être payés par le contribuable de l’indécision sur la réforme des retraites qui empêche le versement de cette première tranche? Pour quand – et, si possible, ne me répondez pas ʺavant l’étéʺ comme d’habitude – pouvons-nous espérer une réforme des retraites jugée soutenable et acceptable par l’Europe et par l’ensemble de vos partenaires?
08.02 Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur De Smet, merci pour votre question. Dans notre pays, durant les dix dernières années, les réformes des pensions se sont enchaînées. Le résultat est là: l'âge moyen de départ à la retraite est passé de 58,7 ans, en 2011, à 62,4 ans. Cela signifie qu'on travaille presque quatre années de plus!
Ce gouvernement-ci a continué dans cet élan avec, par exemple, une condition de travail effectif qui a été ajoutée à notre système de pensions. Dans le contrôle budgétaire, nous avons aussi décidé de continuer à augmenter les pensions minimums, de manière plus prudente toutefois car il y a eu de nombreuses indexations.
Nous ne mettons pas en œuvre ces réformes pour la Commission européenne, mais parce que nous voulons que notre système de pensions soit soutenable. Pour qu'il le soit, il faut que suffisamment de gens travaillent; ce sont eux en effet qui financent les pensions de ceux qui ont travaillé par le passé. Et, pour que ce système continue à fonctionner, il faut que davantage de gens travaillent. Tous doivent donc faire l'effort de travailler un peu plus longtemps.
Il s'agissait effectivement d'un jalon pour la Commission européenne. Nous en avons beaucoup parlé. Nous avons estimé que nous avions besoin d'un peu plus de temps pour bien préciser les termes de la réforme des pensions additionnelle. C'est un sujet extrêmement délicat, car il s'agit du futur de millions de personnes. Nous voulons bien calculer et prendre ces décisions de manière sécurisée.
Pendant une courte période, nous avons décidé que les projets d'investissements se feront, mais avec un certain retard. L'impact financier en sera extrêmement réduit, même s'il est difficile de le calculer précisément. Cela vaut la peine de bien peaufiner cette réforme des pensions, qui aura lieu avant le 21 juillet.
08.03 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, nous apprenons que l'été tombera le 21 juillet cette année – c'est une première! Ma question ne portait pas tellement sur le bien-fondé d'une réforme des pensions, tout le monde sera d'accord sur ce point, mais plutôt sur le mode de gouvernement qui consiste, avec cette Vivaldi, à se retrouver systématiquement confrontés à un principe de réalité qui nous rattrape.
Vous évoquez un impact budgétaire assez restreint. Nous verrons à quel taux d'intérêt nous pourrons rembourser le montant de 408 millions d'euros, mais je crains qu'il s'agisse d'un taux pas du tout négligeable… De manière générale, regardons l'état de notre pays, et plus précisément les estimations de la charge de la dette, qui devrait s'élever à 16 milliards d'euros d'ici 2028, contre 8,5 milliards d'euros cette année, soit une hausse de près de 8 milliards d'euros en 5 ans.
Autrement dit, notre pays ne pourra sans doute pas se passer de cette aide européenne pour financer ses propres politiques. Dès lors, je vous en conjure, essayez de boucler cette réforme rapidement, et avant le 21 juillet, cela va sans dire!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, ik heb hier al meermaals gestaan als trouwe supporter van de fiscale hervorming. Daarnaast ben ik ook een trouwe supporter van Anderlecht, waardoor ik weet dat de sterren soms gunstig kunnen staan, maar dat dit niet noodzakelijk eeuwig blijft duren.
Mijnheer de premier, enkele weken geleden stelde ik u al een vraag over de wil van deze regering om voor de verkiezingen een belastinghervorming door te voeren om werken minder te belasten. Ik haalde toen ook stemmen aan uit uw eigen partij, Open Vld, die op de rem leken te staan. U vond het toen vervelend dat ik dat zei en ontkende het ook voor een stuk.
Vandaag sta ik hier opnieuw. U zegt zelf dat deze regering op een andere manier aan politiek moet doen. We moeten samenwerken in plaats van tegenwerken. Daarnet sprak u nog over mensen die constructief zijn. Deze week hoorden wij echter een vicepremier uit uw regering, opnieuw van uw partij, die dreigde met het opblazen van de fiscale hervorming. Hij is niet de enige, want ook anderen creëren een negatieve sfeer over de fiscale hervorming. We hoorden dat het een vermindering moet zijn en geen verschuiving, dat er verplicht een arbeidsmarkthervorming aan gekoppeld moet worden en dat er geen impact mag zijn op de deelstaten. De ene uitspraak is nog straffer dan de andere.
Tot welke conclusie komen de media? Op het einde wenkt een belastingverlaging van nul euro. Nul euro, mijnheer de premier. Al tientallen jaren zeggen alle partijen in het halfrond dat werken minder belast moet worden en dat de mensen netto meer moeten overhouden van hun loon, maar al even lang gebeurt er niets. Ik begin stilaan te begrijpen waarom.
Ikzelf ben, samen met de gehele groene fractie, overtuigd en vastberaden in dit dossier. Mijnheer de premier, hoe overtuigd en vastberaden bent u als regeringsleider om die belastingverlaging voor werkende mensen in deze legislatuur door te voeren?
09.02 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, blijkbaar twijfelt een belangrijke coalitiepartner aan uw doorzettingsvermogen in een heel belangrijk dossier. Waarom heet deze regering Vivaldi? Ik denk dat dit zo is omdat er na vier seizoenen opnieuw een eerste seizoen komt. Dat betekent dat u voortdurend kunt zeggen dat het er gaat komen. Wanneer komt het er? Klopt het nog dat het voor de zomer komt, hoewel wij reeds meerdere deadlines hebben gehad? Bevestigt u deze deadline?
Ten tweede, het moet budgetneutraal zijn. Indien de berekeningen kloppen, is dat echter alleen het geval voor het federale gedeelte. Het is immers niet budgetneutraal voor de deelstaten, voor hen komt er een serieuze rekening. U berekent vandaag per kop wat dit gaat opleveren, maar als ik aan de minister van Financiën vraag wat het de deelstaten gaat kosten, stelt hij dat hij dat nog niet kan zeggen. Hij kan dus tot op de euro zeggen wat het per kop gaat opleveren, maar hij kan zelfs op een paar miljoen na niet zeggen wat het de deelstaten gaat kosten. Kunt u ons eindelijk zeggen hoe hoog de factuur van de federale belastinghervorming zal zijn voor de deelstaten?
Ten derde, het ziet er alsmaar slechter uit. Er wordt immers een rode lijn getrokken. Het gaat niet over een rode lijn voor wat niet mag gebeuren, maar over een rode lijn voor de plannen zoals ze nu voorliggen. Een vice-eersteminister, dus niet een partijvoorzitter, zegt dat er geen fiscale hervorming komt als de minister van Financiën blijft vasthouden – het gaat dus over de bestaande plannen – aan een belastingvermindering voor leefloners en werklozen. Hij zegt dat wellicht een beetje met het oog op het komende congres, maar ik vermoed dat u daar ook aanwezig zult zijn. Kunt u bevestigen dat er geen verhoging komt door de belastinghervorming van de uitkeringen en de leeflonen? Dat zou een heel duidelijk en klaar antwoord zijn.
09.03 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Vanbesien, wij hebben een aantal zaken gemeenschappelijk. Naast het feit dat we beiden weten dat supporter van Anderlecht zijn vandaag niet eenvoudig is, hebben we ook gemeenschappelijk dat we die fiscale hervorming belangrijk vinden. Ik heb al meermaals in dit Parlement gezegd dat die fiscale hervorming cruciaal is. In mijn ogen moet een aantal elementen ons daarvoor het kader geven.
De fiscale hervorming moet er eerst en vooral voor zorgen dat werken financieel aantrekkelijker wordt, dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt. We moeten er ook voor zorgen dat we jobs kunnen blijven creëren in ons land, vooral voor onze kmo’s, waarbij we ervoor zorgen dat de kosten van de indexering - die een heel goede bescherming van onze koopkracht heeft geboden - nog gedragen kunnen worden.
Deze regering heeft ook een aantal belangrijke stappen gezet om onze begroting op het juiste spoor te houden en ervoor te zorgen dat wij uit de gevarenzone…
(Rumoer)
Ik heb uw verhalen gehoord, maar de praktijk is helemaal anders. Een aantal van u heeft gezegd dat dit de slechtste begroting van Europa was. De feiten tonen aan dat dit absoluut niet het geval is, maar moet het beter? Ja, het moet beter. Er is een duidelijk pad dat ervoor zorgt dat we met de komende drie begrotingen uit de gevarenzone zullen raken. We moeten er dus voor zorgen dat een fiscale hervorming onze begroting niet bezwaart.
Mijnheer Vanbesien, dit is inderdaad een gevoelig thema en dat is ook normaal. Fiscaliteit gaat immers over het geld van de mensen en het is logisch dat partijen daar verschillende klemtonen in leggen. Dat begrijp ik en dat is ook normaal, maar we hebben wel bepaalde zaken gemeenschappelijk. We willen er namelijk voor zorgen dat werken lonender wordt, we moeten ervoor zorgen dat meer mensen aan de slag kunnen en we moeten onze begroting verder op orde zetten, zodat we naar een gezond begrotingssysteem kunnen gaan. Dat hebben de partijen gemeenschappelijk.
Ik vraag dus dat we de komende weken goed naar elkaar luisteren en zoveel mogelijk rond de tafel gaan zitten om te werken aan een fiscale hervorming die beantwoordt aan wat volgens mij logisch is. Het is namelijk logisch dat mensen die werken er meer aan overhouden, dat ondernemen in ons land gestimuleerd wordt en dat iedereen een eerlijke bijdrage betaalt. Ik weet dat dit de uitgangspunten van de zeven partijen zijn en ik kan dus aangeven dat het absoluut mijn bedoeling is om voor het zomerreces, in principe rond 21 juli, te zorgen voor een akkoord om de fiscale hervorming te kunnen doorvoeren. Morgen zal minister Van Peteghem naar het kernkabinet komen met een volgende stap, die gebaseerd is op de discussie die we vorige week gevoerd hebben over de fiscale hervorming. Er moet dan over een aantal belangrijke knelpunten beslist worden.
Mijnheer De Roover, u stelde een aantal heel concrete vragen over hoe die hervorming er zal uitzien. Ik zal dat in detail uitleggen als er beslist is. Er moeten natuurlijk nog heel veel zaken besproken worden. Dat is ook normaal. Het is normaal dat we naar elkaar luisteren als we met zeven partijen een hervorming doorvoeren. Dan is het normaal dat er dingen opnieuw berekend worden. Dan is het normaal dat we kijken op welke manier we hierin een evenwicht kunnen vinden. De uitgangspunten hebben we al gemeenschappelijk, namelijk werken lonender maken, zorgen dat er voldoende ondernomen kan worden en zorgen dat we onze begroting gezond houden. Die uitgangspunten hebben we gemeenschappelijk. Die zullen we gebruiken om dat in de komende weken samen uit te werken.
09.04 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, een trouwe supporter laat niet zo snel los: ik zal dus tot de laatste dag aan de kar blijven trekken.
Collega’s, ik heb er alle begrip voor dat het niet eenvoudig is om evenwichten te zoeken waarin iedereen zich kan vinden. Dat is eigen aan de parlementaire democratie, zoals wij die wij kennen.
Mijnheer de eerste minister, zoals u echter zelf ook aangaf, moeten wij echt op zoek naar wat ons bindt en niet naar wat ons onderscheidt. Laat dat de zoektocht zijn voor de komende weken.
Ik besef ook dat bij elke maatregel die nog maar wordt gesuggereerd, onmiddellijk mensen en organisaties rechtspringen en aan onze mouw komen trekken om duidelijk te maken waarom dat dan een slechte maatregel is. Aan elke politieke mouw wordt getrokken.
Collega’s, indien wij resultaten willen boeken, zijn er twee punten waarvoor wij allemaal, ook ikzelf, aandacht moeten hebben. Ten eerste, laat de mouwtrekkers uw politieke werk niet beïnvloeden. Laat de lobbygroepen even voor wat ze zijn.
Ten tweede, laten we allemaal over de eigen schaduw stappen en handelen in het algemeen belang. Dat is immers onze verdomde plicht.
09.05 Peter De Roover (N-VA): "Op concrete vragen zal ik antwoorden wanneer alles is uitgerekend. Iedereen krijgt echter 835 euro korting." Mijnheer de eerste minister, wanneer het over goed nieuws gaat, hebt u het tot op de eurocent berekend. Wanneer echter de vraag wordt gesteld hoeveel dat aan de deelstaten zal kosten – ik richt mij specifiek tot de collega’s van de PS –, luidt het antwoord steevast dat men later wel zal zien. Hoe ongeloofwaardig is dat?
Mijnheer de eerste minister, u hebt eigenlijk weinig verteld. Wat echter wel interessant was, is dat u hier zelf met het budgettaire beleid van uw regering uitpakt als een van de succesnummers. Hoe naakt is de keizer, wanneer u dat hier nog naar voren schuift?
Mijnheer de eerste minister, er is binnenkort een congres bij Open Vld. Ik neem aan dat dat de reden is van uw antwoord. Het is immers heel moeilijk om aan Open Vld-kiezers uit te leggen dat zij vijfentwintig jaar hebben gestemd voor een partij die ervoor heeft gezorgd dat vandaag de belastingen in België op het hoogste peil staan van heel Europa. Dat klinkt weinig liberaal.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10.01 Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de vice-eersteminister, het krantencontract heeft de Belgische Staat in de voorbije vijf jaar bijna 900 miljoen euro gekost. Nu weten wij ook dat er collusie in het spel was, namelijk een samenzwering tussen enerzijds bpost en anderzijds een aantal uitgevers en een concurrent.
Maar wat lazen wij deze week in de krant? Er zou mogelijk ook collusie geweest zijn tussen bpost en uw kabinet. Mevrouw Audrey Hanard, de voorzitster van de raad van bestuur, die door de PS is voorgedragen, zou heimelijke contacten hebben gehad met uw administratie. Wij hebben de sms’jes gezien. Wij hebben de berichten aan uw kabinetschef, Christophe Soil, gezien, met de vraag de openbare aanbesteding aan te passen, om het voor bpost toch iets makkelijker te maken het contract binnen te halen. Manipulatie van een openbare aanbesteding is toch strafbaar?
Wat wij vandaag ook weten, is dat de vraag kwam van mevrouw Hanard. Er kwam misschien geen antwoord, maar ook die vraag stellen is strafbaar. Mijn vraag is: hebt u dat aangegeven?
En wat met de interne audit van bpost? Wij, de volksvertegenwoordigers, krijgen die niet te zien. Mevrouw De Sutter heeft deze week gezegd dat het aan bpost is om te beslissen wie die interne audit krijgt.
U hebt een kopie van die audit. U hebt ons dat een paar weken geleden verteld. Ik stel mij de vraag: hoe kan dat? Wij krijgen die niet, u krijgt die wel. Maar u bent betrokken partij. Uw FOD Economie beslist over dat monstercontract, en u krijgt een interne audit terwijl u betrokken partij bent. Wij krijgen die niet te zien.
Transparantie, dat is het grote woord. Wij horen altijd dat we transparantie zullen krijgen. U komt altijd vriendelijk antwoord geven, waarvoor dank, maar een vriendelijk antwoord volstaat niet. Wat wij nodig hebben, is transparantie. Wij willen de communicatie tussen uw kabinet en bpost kunnen inzien. Bent u bereid ons vandaag die transparantie te geven?
10.02 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, in die hele bpostzaak is er geen enkele regel inzake behoorlijk bestuur die niet werd overtreden. Nu het ene na het andere lijk uit de bpostkast valt, is er sprake van voortschrijdend inzicht bij uw coalitiepartners. Egbert Lachaert verkondigde deze week op de radio dat er iets ernstig mis is met de bedrijfscultuur van bpost. Een collega van Groen zei afgelopen dinsdag in de commissievergadering dat gesjoemel de rode draad vormt in de bedrijfscultuur van bpost. Dat verhinderde diezelfde regeringspartijen echter niet om bpost 40 % meer overheidsbijdragen toe te kennen. De PS is sinds jaar en dag zeer nauw verweven met bpost. Het opmerkelijke feit dat minister De Sutter dinsdag niet bevestigde dat zij over het rapport van die interne audit beschikt, terwijl u mij enkele weken geleden in de commissie wel bevestigde dat u dat rapport ontvangen had, illustreert hoe goed die PS-contacten met bpost tot op vandaag wel niet zijn. Ik wacht trouwens nog steeds op dat rapport.
Er waren contacten tussen PS en bpost, bijvoorbeeld met de heer Magnette, toevallig net voordat de prijs van het krantencontract moest worden vastgelegd. Ik citeer uw collega-vicepremier: "Ik vind dat niet normaal en ik stel mij daar vragen bij." Ik zou graag van een verklaring krijgen waarover dat precies ging, mijnheer de minister. Kunt u ook verklaren waarom bpost 40 % meer overheidsbijdragen krijgt? Op die vraag heb ik, ondanks haar omstandige uitleg, geen antwoord gekregen tijdens de commissievergadering dinsdag. Alle vertrouwen vestigen op een audit onder leiding van de raad van bestuur, dus onder PS-auspiciën, zoals mevrouw De Sutter doet, is haar volgende inschattingsfout.
Hoe zit het met een onafhankelijk onderzoek?
10.03 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mijnheer Freilich, mevrouw Pas, ik moet u een bekentenis doen. Als vice-eersteminister bevoegd voor Economie en Werk heb ik frequente contacten met bedrijven en bedrijfsleiders. Dat is een deel van mijn job.
Sta mij toe om u de lijst met vergaderingen toe te lichten die hebben plaatsgevonden tussen bpost en mijzelf en/of mijn kabinet sinds de aanstelling van mevrouw Hanard als voorzitster van de raad van bestuur van bpost. Ik heb mevrouw Hanard persoonlijk vier keer ontmoet. De eerste ontmoeting met de nieuwe voorzitster van bpost had plaats op mijn kabinet op 15 september 2021. Het ging om een eerste contactname. Ik had mevrouw Hanard nog niet eerder ontmoet.
De andere drie vergaderingen waaraan ik heb deelgenomen, vonden plaats in aanwezigheid van zowel de voorzitster van de raad van bestuur als de toenmalige CEO, de heer Tirez. Het eerste overleg had plaats op 10 maart 2022 via Teams en ging over de toekomst van bpost bank, de sociale fraude in de sector en een project rond stedelijke logistiek.
Het tweede overleg had plaats op 13 juni 2022 via Teams en ging over het al dan niet in aanmerking nemen van de inflatie voor de krantenconcessie. In het kader van de onderhandelingen over het best and final offer van bpost had het bedrijf namelijk per brief aan de regering gemeld dat rekening houden met de inflatie noodzakelijk was. Het kernkabinet had mij vervolgens gemandateerd om te onderhandelen met bpost over de voorwaarden van zo’n eventuele ingreep. Er werd echter geen akkoord gevonden tijdens dat gesprek. De onderhandelingen zijn nog voortgezet, maar ik nam er persoonlijk niet meer aan deel.
De derde ontmoeting vond plaats op 31 augustus 2022 op initiatief van bpost. Door een agendaconflict heb ik via Teams aan de vergadering deelgenomen. Het ging toen over de evolutie van het businessmodel van bpost en een benchmark van postbedrijven in de buurlanden met een focus op de mogelijke gevolgen voor de tewerkstelling in het bedrijf.
Daarnaast vonden zeven vergaderingen plaats op initiatief van mijn kabinet of bpost, waaraan ik persoonlijk niet aan heb deelgenomen. De details van die ontmoetingen zal ik bezorgen aan wie dat wenst. Het is een oefening in transparantie.
Ik vind het overigens perfect normaal dat ik als vice-eersteminister en minister van Economie en Werk overleg heb gepleegd met de vertegenwoordigers van een belangrijk bedrijf zoals bpost. Ten eerste, het bedrijf verzorgt een essentiële dienstverlening voor de bevolking, die vooral op het platteland van groot belang is. Ten tweede, het bedrijf is een van de grootste werkgevers van ons land. Voor mij zijn dat twee cruciale aspecten. Als minister heb ik daar aandacht voor. Dat lijkt mij niet meer dan logisch.
Ik heb daarnaast ook regelmatige contacten met andere vergelijkbare publiek-private bedrijven die hun strategie willen komen toelichten of die met bepaalde vragen zitten. Ik ben ervan overtuigd dat hetzelfde geldt voor mijn collega’s in de regering. Bpost heeft, net als andere actoren die ik heb ontmoet, een eigen specifieke agenda en doet zoals de andere bedrijven aan lobbying om de belangen van het bedrijf te verdedigen, maar we moeten daar niet naïef in zijn.
Ik kan u echter verzekeren dat mijn kabinet op vragen en verzoeken over de krantenconcessie alleen een vriendelijke ontvangstbevestiging heeft gegeven. Het is de FOD Economie die vervolgens de opvolging deed, conform de procedures. De FOD deed dat nauwgezet en onpartijdig, zoals het hoort. Er is trouwens geen enkele wijziging doorgevoerd naar aanleiding van de contacten met bpost.
De audit over de krantenconcessie hebben mijn kabinet en de FOD Economie ontvangen, wat logisch is, want ik ben bevoegd voor het dossier van de krantenconcessie.
10.04 Michael Freilich (N-VA): Dank u voor uw antwoord. Wat de vragen van mevrouw Hanard aan uw kabinetschef betreft, u weet dat, als er een aanbesteding loopt en men vragen heeft, dit moet gebeuren via een speciaal geijkt kanaal, zodat iedereen het kan zien. Dat kanaal heet Forum. Mevrouw Hanard heeft die vraag niet via Forum gesteld en dat op zich is strafbaar. U hebt haar nadien gezegd dat ze de vraag moest stellen via Forum, maar op zich is dat een probleem. Ik zal mevrouw Hanard die vraag ook stellen volgende week.
U zegt dat u altijd contacten hebt met bedrijven en bedrijfsleiders. Dat is evident. Bpost heeft evenwel Bart De Wever of Egbert Lachaert niet gezien, maar wel Paul Magnette, samen met u. Ik stel mij dan de vraag of het partijprogramma van de PS en het regeerprogramma hetzelfde zijn. Ik stel mij daar vragen bij.
Tot slot, wat de krantenconcessie betreft, kan ik u meedelen dat ik vandaag samen met collega Theo Francken opnieuw het wetsvoorstel zal indienen om een einde te maken aan de concessie. Ik kijk naar de collega’s van de Open Vld, ik kijk naar de heer Lachaert. Wij hebben deze week heel veel mooie woorden gehoord. Wij hopen dat u dit zult steunen en een einde zult maken aan deze megasubsidie voor de kranten en tijdschriften.
10.05 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, schaf de subsidie voor die krantenbedeling eindelijk af! Zo’n oneerlijk systeem bestaat alleen in België. Dat is een onverantwoorde miljoenenuitgave.
U geeft een verklaring voor uw aanwezigheid op de vergadering. Ik heb u niet horen spreken over de heer Magnette en zijn rechterhand de heer Caprasse, die daar ook aanwezig waren.
Het Vlaams Belang heeft een voorstel klaar tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie om de onderste steen in deze zaak boven te halen. Er moet hier met een luizenkam door gegaan worden, anders zal die beerput van bpost blijven stinken.
Mijnheer de minister, net door zulke fraudezaken, door zulke belangenvermenging zit het vertrouwen in de politiek vandaag bij de burger onder het vriespunt. Dat kan en moet helemaal anders. Om die reden zal ik op 29 mei om 14.00 uur hier in Brussel manifesteren, onder het motto Doe Ze Luisteren. Ik ben ervan overtuigd en reken erop dat vele Vlamingen daar aanwezig zullen zijn.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega’s, werkgevers in het zuiden van West-Vlaanderen smeken om arbeidskrachten. Tien kilometer verder, in Henegouwen, piekt de werkloosheid. Hetzelfde zien we in de regio rond Brussels Airport en vlak bij het Brusselse Gewest. Nergens in ons land is het zo erg gesteld. Potentiële werknemers steken de taalgrens haast niet meer over. Het lijkt alsof daar een muur staat.
Het is al langer dan vandaag bekend dat ons land gekenmerkt wordt door een veel te lage interregionale arbeidsmobiliteit. Die moet drastisch omhoog, als wij de werkzaamheidsgraad willen opkrikken. Dat is een ambitie die we met zijn allen delen.
U hebt al maatregelen genomen, maar we moeten echt wel een tandje bijsteken, want de cijfers zijn niet rooskleurig. De gewesten hebben als taak om werklozen naar een job te begeleiden, maar kijken nog veel te weinig over de eigen grenzen. Vorig jaar gaf Forem aan amper 51 Waalse werkzoekenden de opdracht om te solliciteren voor een vacature in Vlaanderen. Dat is echt wel een bedroevend aantal, gelet op het feit dat er in januari 2023 maar liefst 71.193 vacatures in Vlaanderen openstonden. Dat is een ongelooflijke mismatch, dat zijn duizenden gemiste kansen.
Mijnheer de minister, u hebt samen met de gewesten een interfederaal platform opgericht om de arbeidskrapte aan te pakken. Zijn daar al resultaten van? Zult u met de gewesten afspraken maken, zodat zij vacatures uit andere gewesten even au sérieux nemen als vacatures uit de eigen regio?
11.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw De Jonge, de werkloosheidsuitkering interregionale mobiliteit bestaat sinds 1 september 2022. Die uitkering moet werkzoekenden ertoe aanzetten om werk te zoeken in een andere regio. Het gaat dus om een recente maatregel en het is wat vroeg om de doeltreffendheid ervan te kunnen beoordelen.
Dat neemt niet weg dat ik er bij de regio’s op aangedrongen heb, en dat ook zal blijven doen, om de maatregel te promoten, zodat die federale maatregel geen lege doos wordt. De regio’s zijn integraal bevoegd voor de opvolging en begeleiding van werkzoekenden. Het is belangrijk dat de werkzoekenden worden geïnformeerd over het bestaan van een dergelijke uitkering en de toekenningsvoorwaarden ervan.
Wat het stimuleren van interregionale mobiliteit betreft, heb ik het interfederaal platform inderdaad gevraagd om te analyseren hoe de synergie en de samenwerkingsakkoorden tussen de regionale instellingen kunnen worden verbeterd. Naar aanleiding daarvan vernam ik dat de VDAB en Forem op het punt stonden om een nieuw samenwerkingsakkoord te sluiten, naar het voorbeeld van het samenwerkingsakkoord dat de VDAB en Actiris hebben gesloten. Volgens de betrokken regio’s functioneert die samenwerking goed. Dat is bemoedigend.
11.03 Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. De regering heeft de ambitie om de werkzaamheidsgraad tegen 2030 op 80 % te brengen, maar daar zijn we op dit moment absoluut niet. Interregionale arbeidsmobiliteit is dus heel belangrijk.
Mijn collega, Tom Ongena, vroeg de cijfers op in het Vlaams Parlement. Van de 117.000 vacatures die de VDAB heeft aan Forem meegedeeld, zijn er slechts 51 uitgemond in een sollicitatieopdracht, dus zelfs nog geen werk. Dat is 0,04 %, een dramatisch cijfer. De regio’s moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en het is aan u om daarin een coördinerende rol te vervullen, wat u ook doet. Wij zullen de kwestie blijven opvolgen, want de verhoging van de werkzaamheidsgraad is essentieel voor de welvaart van onze bevolking en van ons land.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
12.01 Khalil Aouasti (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, depuis de nombreuses semaines maintenant, nous assistons à la brutalité d'un groupe comme Delhaize qui refuse de négocier, qui judiciarise les relations sociales et qui nouvellement va jusqu'à obtenir une interdiction préventive et générale de faire grève contre des travailleuses et des travailleurs, des caissières et caissiers, des réassortisseurs, des livreurs.
Nous avons face à nous une multinationale qui mobilise les forces de l'ordre, les huissiers, les tribunaux pour briser des piquets de grève, avec pour seul motif le profit.
Hier, un huissier s'est même présenté chez un travailleur qui, lorsqu'il a eu le plaisir de lui ouvrir sa porte, s'est vu remettre un jugement lui interdisant toute action de solidarité à venir.
On passe désormais un palier. On ne se contente plus de briser un piquet de grève. On menace une intention. On attaque préventivement le droit de grève et on menace des citoyens qui veulent simplement exprimer leur solidarité.
Face à ces attaques, il nous faut rappeler notre soutien à ces hommes et à ces femmes qui s'inquiètent et se battent pour leur emploi, pour leur salaire, pour leur dignité.
Monsieur le ministre, la solidarité s'organise. Des actions sont encore prévues dans les prochains jours. Il nous faut rappeler aux travailleurs et aux travailleuses de chez Delhaize et à toutes celles et ceux qui souhaitent leur apporter du soutien qu'il ne saurait être question d'entraver leur liberté d'association, leur liberté syndicale, leur droit à faire grève. Pacte international relatif aux droits économiques et sociaux, Charte sociale européenne, Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, les textes internationaux ne manquent pas pour protéger le droit de grève des travailleurs et rappeler que la liberté d'association, la liberté syndicale et le droit de grève sont des droits fondamentaux consacrés.
Monsieur le ministre, en tant que ministre du Travail, comment rendre le droit de grève plus clair juridiquement pour éviter l'érosion de ce droit social chèrement acquis? En collaboration avec votre collègue, le ministre de la Justice, allez-vous mener une discussion pour envisager des modifications législatives?
12.02 Pierre-Yves Dermagne, ministre: Merci, monsieur le député, pour votre question sur un sujet qui est à la fois un sujet d'actualité et un sujet fondamental. Je pense que nous ne serions pas toutes et tous ici au sein de cette Assemblée si le droit de vote, le suffrage universel n'avait pas été conquis, notamment, par des actions de grève à une certaine époque.
N'oublions jamais que quand on se bat pour défendre la démocratie à travers le monde et aux frontières de l'Europe, encore aujourd'hui, cela comprend également ce type de liberté collective.
Vous savez que je n'ai pas pour habitude de commenter des décisions de justice, mais j'ai tout de même été surpris – et le mot est faible – par une tendance qui semble se généraliser en matière de droit de grève. En effet, le droit à l'action collective fait partie des droits fondamentaux protégés par les conventions internationales et européennes, comme vous l'avez rappelé. Ce droit, au sens des conventions internationales et européennes, n'est pas limité à la simple grève ou à la non-exécution du contrat de travail. Il prévoit également que des piquets de grève pacifiques font pleinement partie de ce que doit constituer le droit de grève.
Dès lors, les décisions unilatérales qui interdisent préventivement des piquets de grève pacifiques m'interpellent, à la fois en tant que socialiste et en tant qu'homme de gauche, mais aussi en tant que juriste de formation, comme vous-même, monsieur le député. Déjà en 2011, vous l'avez évoqué, le Comité européen des droits sociaux avait constaté que les restrictions imposées aux piquets de grève en Belgique par des décisions unilatérales de justice allaient au-delà de ce que permet normalement la Charte sociale européenne en matière d'encadrement et de contrôle de l'exercice du droit de grève.
La semaine dernière, j'ai donc écrit officiellement à mon collègue ministre de la Justice afin que tout soit mis en œuvre pour que la Belgique respecte effectivement ses obligations internationales. Je suis persuadé que le ministre de la Justice, qui est garant de l'État de droit et de la protection juridique du justiciable, veillera à rappeler aux cours et tribunaux – et principalement aux tribunaux de première instance – par l'intermédiaire du Collège des procureurs généraux, qu'il leur incombe de veiller au respect des normes européennes et internationales.
12.03 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos mots, votre définition du droit de grève et votre engagement à le renforcer et à le rendre effectif.
Rappelons que le délit de coalition ouvrière qui visait toute forme d'action ou d'association en vue de peser sur la formation des salaires et des conditions de travail a été abrogé en 1866. Rappelons que le délit d'atteinte à la liberté du travail a été abrogé en 1921.
Les grévistes ne sont donc pas des criminels, ce ne sont pas des casseurs à qui on envoie des huissiers aux piquets ou qu'on menotte. Ce sont des travailleurs qui se lèvent tôt et qui se battent pour vivre dignement et faire vivre leur famille. Ce sont des travailleurs qui se battent pour un modèle de société qui respecte l'humain et qui s'opposent à la disparition de nos protections sociales.
Il faut donc ici rappeler notre solidarité envers ces travailleurs et rappeler que la modernité, c'est le droit de grève et non une vision obsolète du travail qui divise, qui réprime, qui rompt les liens de solidarité et qui précarise.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
13.01 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, het is druk op de luchthaven. Dat is een goede zaak, want de tweede economische motor van dit land zorgt voor een hele hoop directe en indirecte tewerkstelling. Dit wil zeggen dat dag in, dag uit, van ’s morgens tot ’s nachts, een hele hoop werknemers ervoor zorgen dat de luchthaven blijft draaien. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om hen een pluim te geven voor al die volgehouden inspanningen, want zij zorgen ervoor dat er meerwaarde wordt gecreëerd.
Ik heb echter de indruk dat u het omgekeerde wilt. Ik stel vast dat u voor een verstrenging van de QC-norm voor de luchthaven wilt gaan, op een moment waarop u daar geen overleg over pleegt, op een moment waarop de luchthaven van Luik met een veelvoud van die norm werkt.
Ik moet vaststellen dat uw regering er al twee jaar niet in slaagt om ervoor te zorgen dat er een voorzitter wordt aangesteld bij Brussels Airport. Dat dossier zit helemaal geblokkeerd. Tot slot zult u binnenkort treinen inleggen zodat men vanuit Vlaanderen voorbij Zaventem kan sporen om in Charleroi het vliegtuig te nemen. Van oneerlijke concurrentie gesproken.
Ik vraag mij eigenlijk af wat uw bedoeling is in dit dossier. Is het uw bedoeling om de luchthaven te ondergraven? Anders hebben wij van u toch heel dringend een signaal nodig over hoe u de luchthaven wilt ondersteunen, hoe u de luchthaven wilt doen excelleren. Ik heb de indruk dat u dat niet wilt. Geef mij alstublieft een aantal concrete voorbeelden van hoe u de luchthaven zult steunen, want ik hoor vandaag van u alleen heel directe aanvallen. Dat zal niet met ons zijn.
Voorzitter: Valerie Van Peel, ondervoorzitster.
Président: Valerie Van Peel, vice-présidente.
13.02 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je pars du principe que, si l'on fait de la politique, c'est dans l'intérêt général et celui des citoyens. Il est exact que le survol de Bruxelles est un casse-tête politique et communautaire, mais il constitue avant tout un problème qui empoisonne la vie des riverains. Vous leur répondez régulièrement que les décisions ne sont pas simples – c'est vrai – et que ceux qui affirment le contraire sont soit des naïfs soit des manipulateurs. Je pense n'être ni l'une ni l'autre, mais je suis une bourgmestre qui ne détient aucun pouvoir sur le ciel – alors que, vous, vous en détenez un.
Cette semaine, nous avons appris qu'une décision avait été prise par skeyes et l'aéroport de Bruxelles en vue de tester une nouvelle procédure d'approche, susceptible – d'un point de vue environnemental – de réduire la pollution sonore et les émissions de CO2. C'est très bien. Voici à peu près six mois, j'avais évoqué cette solution avec vous. Selon moi, il faut avancer. Preuve en est que c'est le privé – même si skeyes n'en relève pas complètement – qui annonce des mesures, dans le sillage d'un plan européen baptisé HERON (Highly Efficient Green Operations). Et puis, d'autres dispositions peuvent être prises par arrêté ministériel. Je pense ainsi aux normes QC, qui pourraient être appliquées.
Monsieur le ministre, quelles mesures allez-vous prendre concrètement pour améliorer la situation? Preuve a été apportée que c'était possible. Des initiatives peuvent déjà être testées. Pourquoi cette procédure d'approche plus simple et moins nuisible n'est-elle pas suivie dans des zones densément peuplées? Je pense notamment aux communes concernées par la piste 01. Enfin, y avez-vous été associé? En effet, j'observe que la communication est, pour l'heure, uniquement assurée par l'aéroport.
13.03 Minister Georges Gilkinet: Mijnheer Wollants, mevrouw Reuter, ik hoef niet te herhalen dat dit reeds 30 jaar een uitermate complex politiek dossier is.
In de eerste plaats heb ik een zeer belangrijke mededeling met betrekking tot de procedure voor de vernieuwing van de milieuvergunning van de luchthaven. Ik heb deze week per brief een positief antwoord gekregen van de minister-president van het Vlaamse Gewest. Hij verzekert mij dat het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen worden uitgenodigd om een advies uit te brengen.
J'espère vraiment, monsieur Wollants, que la Région flamande tiendra compte des avis de la Région wallonne et de la Région de Bruxelles-Capitale qui seront certainement envoyés. En tout cas, madame Reuter, le ministre-président Jambon m'a assuré, dans sa réponse, qu'elles seraient informées à chaque phase de la procédure de renouvellement du permis d'environnement de notre aéroport national, ce dont je me réjouis évidemment.
U weet allebei dat ik de constructieve dialoog hoog in het vaandel draag, ook in dit dossier. We kunnen alleen een oplossing vinden door deze dialoog te voeren. Ik verwijs daarvoor naar meerdere bijeenkomsten in het voorbije jaar van het overlegplatform, dat in juni zijn werkzaamheden zal afronden met een nuttige synthese.
Vervolgens benadruk ik de regelmatige contacten die ik met onze nationale luchthaven heb, bijvoorbeeld, mijnheer Wollants, voor projecten zoals de shift naar het gebruik van andere, meer milieuvriendelijke brandstoffen of het verbeteren van het functioneren van de veiligheidsdiensten van de luchthaven en de politiecontroles aan de grens.
Wat uw vragen betreft, een goede verbinding van de luchthaven met de trein is uiteraard belangrijk. Ik werk daaraan in het kader van mijn bevoegdheid voor het spoor met het nieuwe openbaredienstcontract van de NMBS en het vervoersplan 2023-2026, met meer vroege en late treinen voor de pendelaars die op de luchthaven werken.
Madame Reuter, c'est un dossier très compliqué, comme vous l'avez dit vous-même. Depuis le début de la législature, nous avons fait réaliser une nouvelle étude d'incidences et mis en place la plateforme, à laquelle vous avez participé ce lundi. Ces deux préalables étaient indispensables du point de vue juridique.
Nous avons déjà pris des initiatives dans ce dossier. Nous avons libéré 3 millions d'euros pour permettre ces essais que vous avez décrits au décollage et à l'atterrissage. Le principe est simple: plus vite l'avion se retrouve plus haut au décollage et plus longtemps il reste plus haut à l'atterrissage, moins l'impact sonore est fort. Ces tests doivent permettre une aviation plus écologique, plus silencieuse, et donc soulager les riverains de l'aéroport, qu'ils habitent à Bruxelles, en Brabant flamand ou en Brabant wallon.
Ensuite, le nouveau système de redevance variable vise à encourager les compagnies aériennes à investir dans du matériel moins bruyant.
Ce ne sont pas les dernières initiatives. J'ai annoncé deux nouveaux projets pour les prochaines semaines:
- un arrêté de révision des quotas count, les quotas de bruit maximum autorisé appliqués à l'aéroport, avec l'objectif d'éloigner les avions les plus bruyants;
- la clarification des normes de vent qui ont une incidence sur l'utilisation des pistes de l'aéroport, avec la mise en place d'une autorité indépendante de contrôle. Vous comme moi sommes en effet régulièrement interrogés sur la raison de l'utilisation de telle piste tel jour.
Ce dossier, madame Reuter, ne reste pas enfermé dans le coffre dans lequel je l'ai trouvé il y a près de trois ans, en octobre 2020. Il a déjà connu des avancées importantes, que je veux pouvoir compléter dans les prochains mois. Je vais déposer ces propositions et je compte sur le soutien des membres du gouvernement mais aussi des Régions, monsieur Wollants, pour permettre à l'aéroport de Bruxelles National de rejoindre les aéroports les plus efficaces d'Europe du point de vue environnemental.
13.04 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de minister, het is erg belangrijk dat u de zaken met de luchthaven doet en niet tegen de luchthaven. Dat is het signaal dat ik natuurlijk wel voortdurend krijg. U vaardigt namelijk maatregelen uit, maar u zorgt er niet voor dat deze zijn doorgesproken. Dit brengt heel veel onzekerheid met zich mee, dezelfde onzekerheid die we in dit dossier kennen sinds een zekere Madame Durant 30 jaar geleden aan het dossier is beginnen te prutsen. Daar is het allemaal begonnen. Ik vraag mij af op welke manier u dit dossier tot een goed einde wilt brengen. U wilt immers niet raken aan een aantal zaken. U spreekt over sneller hoger gaan vliegen bij het opstijgen en landen. Misschien moeten we dan ook eens kijken naar de bocht naar rechts boven het paleis van Laken, bijvoorbeeld. Er zijn mogelijkheden, maar ik begrijp dat u dat niet zult willen doen. Dan spreken we immers over de survol de Bruxelles. Dat kan niet in dit dossier. U moet dringend aan de slag met de luchthaven, maar ook rekening houdend met de Vlaamse Rand.
13.05 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, il n’est pas question ici de faire de la politique partisane. Ce que nous voulons, ce sont des solutions. Le riverain n’en a que faire de savoir qui fait quoi. Ce qu’il veut, c’est pouvoir dormir tranquille. Il en va de sa santé. Ce que mon groupe réclame depuis le début de cette législature et depuis que vous avez ce dossier entre les mains, c’est un équilibre juste entre les priorités socio-économiques bien sûr de l’aéroport mais aussi et surtout la quiétude et la santé mentale des riverains. Il est vrai que j’ai plaidé pour ne pas encommissionner ce débat et donc, j’attends avec impatience des résultats. Il vous reste peu de temps d’ici juillet mais on a malgré tout la fâcheuse impression que la mesure annoncée aujourd’hui par skeyes est la première concrète. Par pitié, monsieur le ministre, du concret! Apaisez les nuits et les journées d’été de nos riverains! Vous savez que le Brabant wallon, la périphérie et notamment la commune de Waterloo sont fortement impactés. Il est de plus en plus difficile de faire comprendre aux riverains que le bourgmestre n’a pas de pouvoir sur le ciel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14.01 Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, de laatste tijd moeten de kabinetten van Ecolo en Groen behoorlijk door het stof. Enkele weken geleden nog waren er onaanvaardbare toestanden op het kabinet van toenmalig staatssecretaris Schlitz. Het kabinet van uw collega van Groen De Sutter kwam onder vuur. Sinds een week zijn de media ook gefocust op uw kabinet. Er kwamen vragen over de rol van gedetacheerde, door Skeyes betaalde medewerkers op uw kabinet. Er werd ook gewag gemaakt over andere gedetacheerde medewerkers, waarover nog aparte vragen lopen bij het Parlement. Mijn aandacht werd getrokken door uw chauffeur, die blijkbaar nog op de loonlijst van de NMBS staat, meer bepaald HR Rail. Het is zeer opvallend dat een Ecolominister, een ecologist, die alle mensen in het land bijna verplicht uit de wagen naar de trein wil drijven, zijn persoonlijk transport per auto laat financieren door de NMBS. Wat het Vlaams Belang betreft, hebt u reeds lang het vertrouwen verloren, maar ik denk dat u nu ook gezichtsverlies lijdt bij uw groene achterban. Ik vraag mij trouwens af welke bijzondere expertise men als chauffeur nodig heeft.
Wat zult u doen om de schijn van belangenvermenging die is ontstaan, te ontkrachten?
Bent u bereid om een onafhankelijke, externe doorlichting van uw kabinet met betrekking tot de rol van gedetacheerde medewerkers te laten uitvoeren?
Zult u, conform wat er is gebeurd bij het kabinet van mevrouw De Sutter, de samenwerking met gedetacheerde medewerkers herevalueren?
Wat doet u in de auto? Wat steekt u in godsnaam in de auto uit dat er niemand binnen uw eigen dienst met u wil rondrijden en er iemand van de NMBS moet worden betaald om u van punt A naar punt B te brengen? Welke bijzondere expertise is er dus nodig om de chauffeur te zijn van Georges Gilkinet?
14.02 Minister Georges Gilkinet: Wat verwacht men van een minister? Een minister moet besturen met kennis van zaken, tussenbeide komen in crisissen, vooruitziend zijn, resultaatgericht en efficiënt zijn en dit alles overeenkomstig de regels van goed bestuur binnen een wettelijk, ethisch en deontologisch kader. Dat is precies wat ik doe sinds iets minder dan drie jaar. Ik word omringd door een uitstekende ploeg met politieke profielen, technische experts en mensen die organisatorische ondersteuning bieden, zoals in alle kabinetten. Ik heb het systeem toegepast om medewerkers uit overheidsdiensten, die werken in het algemeen belang, te detacheren. Het gaat dus niet om medewerkers van beursgenoteerde bedrijven.
Op mijn kabinet werken 26 gedetacheerden: 6 van een autonoom overheidsbedrijf, 3 van de NMBS, 2 van Infrabel, 1 van Skeyes, conform de beslissingen van de raden van bestuur, respectievelijk van 2014 en 2016. Zij brengen veel expertise mee over technische complexe materies, zoals over de spoorwegen of de luchtvaart. Inderdaad, er is een chauffeur bij die ook al in dienst was bij de vorige minister. Et alors? Zelfs een groene minister die zich liever met de fiets of trein verplaatst, heeft soms een chauffeur nodig om zijn job te doen. Dat klopt. Alles is wettelijk en transparant en met een deontologische omkadering, zoals een duidelijk en specifiek werkkader dat elke medewerker bij intrede krijgt en ondertekent. Ze werken alleen met hun kwaliteit en specifieke taken voor de minister en onder zijn politieke verantwoordelijk om van de mobiliteit een mobiliteit te maken.
14.03 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, et alors?
Mijnheer de minister, het zijn de fracties waarvan u deel uitmaakt, met name de partijen Groen en Ecolo, die altijd de mond vol hebben over een deontologisch kader. U hebt het daarnet ook opnieuw uitgesproken: politieke correctheid, ethiek in de politiek, transparantie. Ik stel echter vast dat het uitgerekend op die kabinetten is dat een en ander niet zo nauw wordt genomen. Luister naar mijn woorden, maar zie niet naar mijn daden. Dat is precies het motto van de Ecolo-Groenfractie.
Wat u doet met de NMBS – u zegt: "Et alors?" –, is een cadeautje aannemen. U kunt zelf ook iemand financieren. U neemt een cadeautje aan van een overheidsbedrijf waarover u controle moet uitoefenen en waarmee u maandenlang hebt onderhandeld over een beheersovereenkomst waarmee miljarden euro gemoeid zijn. Dat is gewoon fout. Er is zelfs fundamenteel geen verschil tussen wat u doet of gewoon elke maand een luxueus etentje aannemen van de NMBS. Dat is gewoonweg even fout.
Het feit dat dat bij u blijkbaar niet doordringt, is heel erg en zegt heel veel. Voor het Vlaams Belang is het echt wel duidelijk dat alle mooie woorden over politieke correctheid van de Ecolo-Groenfractie een grap zijn en totaal ongeloofwaardig.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
15.01 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, le moment est historique puisqu'il y a maintenant un consensus autour de l'existence d'une pénurie croissante de médecins et de dentistes. Il y a enfin une unanimité des Communautés pour dire que les quotas actuels pour les médecins et les dentistes sont largement insuffisants.
J'espère que ceci pourra nous permettre de nous recentrer sur l'essentiel, à savoir faire de la formation des médecins et des dentistes une priorité pour répondre aux besoins des patients.
La Commission de planification vient de faire une proposition pour l'année 2029, qui correspond à l'année de diplôme en master des étudiants qui commenceront leurs études de médecine en septembre 2023, avec un quota de 929 médecins pour la Communauté française et 1 144 médecins pour la Communauté flamande.
Monsieur le ministre, vous devez maintenant trancher. La Flandre veut plus et demande de rehausser ce quota pour l'amener à 1 600. Elle le dit haut et fort et vous semblez y répondre positivement. Tant mieux pour la Flandre!
Je suis inquiète pour les patients francophones. Certains diront que c'est plus que ce qu'il n'y a aujourd'hui mais il s'agit alors d'une comparaison théorique. La vraie comparaison doit être faite avec le nombre de médecins réellement diplômés. En 2019, en 2020, en 2021, du côté francophone, ce sont chaque année entre 900 et 950 médecins qui ont été diplômés. Cela signifie que ce quota proposé ne permettra pas d'avoir un seul médecin de plus.
Monsieur le ministre, comme vous l'êtes pour la Flandre, êtes-vous également disposé à rehausser le quota du côté francophone?
15.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Fonck, la pression dans le secteur des soins est tout à fait réelle.
La solution est double. Les deux volets sont importants. Il faut, d'une part, former plus de médecins et, d'autre part, réformer le secteur.
En ce qui concerne les quotas des médecins, ces derniers ont été fortement augmentés l'année dernière. Une nouvelle augmentation importante aura lieu cette année. Pour ce faire, du côté francophone, nous nous baserons sur l'avis de la Commission de planification. Du côté flamand, j'ai personnellement invité le gouvernement flamand à envisager un supplément, supplément qui est possible sur base de la législation actuelle qui permet à une Communauté, où le nombre d'étudiants est inférieur au nombre prévu, de combler ce déficit. Il faut que la législation soit respectée des deux côtés de la frontière linguistique et conclure des accords sur cette base.
Comme je viens de l'évoquer, j'ai donc invité le gouvernement flamand à réfléchir à cette possibilité et je me réjouis du fait qu'il partage mon point de vue sur ce point.
Je veux insister sur le fait que je suis favorable à une augmentation significative du nombre d'étudiants qui peuvent entrer en médecine. Mais il faut aussi réformer, renforcer les cabinets des médecins généralistes, organiser des appuis concrets, repenser les métiers. Je ne vise pas ici seulement les médecins, mais aussi les infirmiers.
En résumé, il faut plus de médecins, mais il faut également réformer le secteur et renforcer la pratique des médecins généralistes.
15.03 Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, on peut réformer. La première chose intéressante à faire et qui est directement dans vos mains serait de diminuer les charges administratives sur les médecins.
15.04 Frank Vandenbroucke, ministre: Oui.
15.05 Catherine Fonck (Les Engagés): Oui, mais cela fait trois ans et demi que vous êtes là et nous attendons toujours!
Revenons à la pénurie. La pénurie règne sur l'ensemble du pays et vous prenez en compte la Flandre en disant que "on va faire plus que le quota proposé par la Commission de planification". Et c'est tant mieux! Mais ce que je vous demande, c'est que vous puissiez aussi prendre en compte les pénuries du côté francophone: tous ces patients qui ne trouvent pas de médecins généralistes, tous ces patients qui doivent attendre des mois pour voir certains spécialistes mais aussi pour passer des examens, tels qu'une résonance magnétique nucléaire!
Monsieur le ministre, le secteur est sous tension, comme il ne l'a jamais été. C'est inquiétant et les indicateurs du côté francophone sont au moins aussi inquiétants, si pas plus, que du côté néerlandophone. Un sursaut s'impose, y compris, je pense, une suspension de la limitation des médecins et des dentistes.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
16.01 Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, vous le savez, il y a un an, toute ma région a été choquée par le drame survenu à Strépy-Bracquegnies. Un chauffard avait foncé sur la foule en plein carnaval. Six personnes étaient décédées. Ces personnes étaient au mauvais endroit au mauvais moment. Je pense encore bien évidemment aujourd'hui à leurs familles, à leurs proches ainsi qu'à toutes les victimes blessées physiquement et psychologiquement par ce drame. Cet événement tragique a marqué non seulement une ville, mais aussi une région, un pays.
Cet événement est devenu le symbole de comportements routiers inacceptables qu'il faut absolument combattre. Or, pour le moment, seuls six mois et demi de retrait de permis avant le jugement sont autorisés par la loi en cas d'infraction grave. Si un chauffard représente toujours un danger pour la sécurité des autres usagers après ces six mois et demi, rien ne permet aujourd'hui de l'empêcher de conduire jusqu'à la tenue de son procès. Je pense aux victimes de ces chauffards. C'est douloureux, incompréhensible, et il est une véritable injustice de les revoir au volant alors qu'ils n'ont pas encore été condamnés.
C'est pourquoi ma collègue Laurence Zanchetta et moi-même avons déposé une proposition de loi pour le groupe PS. Une loi qui permettra à la justice, si elle l'estime nécessaire et dans des cas très graves, de suspendre un permis de conduire jusqu'à la tenue du procès. Monsieur le ministre, ce serait là un signal fort pour les victimes, leurs familles et leurs proches. Je sais que vous y êtes sensible. Qu'en pensez-vous? Vous êtes-vous déjà concerté à ce sujet avec votre collègue, le ministre en charge de la Mobilité? Je vous remercie pour vos réponses.
16.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame Leoni, 521, c'est le nombre de personnes tuées sur nos routes l'année dernière – 521 personnes! Le tribut payé à la circulation dans notre pays est bien trop élevé. Il en résulte que cette question constitue une grande priorité pour la justice et pour moi-même. C'est pourquoi nous avons créé un parquet unique de la sécurité routière et c'est pourquoi nous avons fortement réduit les marges de tolérance et les quotas sur les autoroutes, comme vous le savez. Aussi, nous développons une approche sur mesure pour combattre les terroristes de la route.
Avec votre proposition, vous souhaitez retirer préventivement ces pirates routiers de la circulation avant toute décision judiciaire. Elle me semble tout à fait pertinente. J'entends encore aller plus loin. En effet, je constate que la prolongation de cette mesure de sûreté par le parquet est très exceptionnellement demandée auprès du juge de police, car la loi impose au parquet des délais trop contraignants. Dès lors, je vais discuter de votre proposition avec le Collège des procureurs généraux. Sur le fond, je veux que les délais de traitement soient aussi brefs que possible. Notamment dans les affaires de circulation routière, un jugement sur le fond devrait – dans la plupart des cas – pouvoir être rendu dans les six mois. De la sorte, il ne serait pas nécessaire de recourir à la démarche que vous proposez.
Chère collègue, la sécurité routière doit être une préoccupation pour chacun de nous. Bien évidemment, la justice va continuer à y travailler avec beaucoup de détermination. Je vous remercie de votre attention.
16.03 Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Avec cette proposition de loi, le PS entend éviter que ces fous du volant, ces pirates de la route totalement irresponsables ne commettent d'autres accidents avant d'être jugés. Il nous semble essentiel de garantir la sécurité routière pour la société dans son ensemble. C'est urgent, car la Belgique a connu une hausse de 7 % de tués sur la route en 2021 et 2022. Vous l'avez dit: 521 personnes ont perdu la vie sur la route rien que l'année dernière. Ce chiffre est effrayant! La vitesse au volant et la multiplication de conduites sous l'influence de l'alcool et de la drogue provoquent de trop nombreux drames.
Pour mon groupe, la lutte contre l'insécurité routière doit constituer une priorité. Nous comptons sur vous pour qu'à l'avenir, nous ne vivions plus de tels séismes humains.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Gezinnen die problemen hebben met hun energiefactuur en vervolgens hun energieleverancier niet kunnen bereiken, mensen die niet aan hun energiefactuur uit kunnen en die het zaakje niet meer helemaal vertrouwen. Het zijn klachten die we vandaag horen over energiefacturen. Als ik in Limburg rondtrek met mijn Energiecafé kom ik dat soort zaken elke keer opnieuw tegen. Ik hoor niets anders.
Deze week heeft de Ombudsdienst voor Energie dit aanvoelen bevestigd. In hun jaarverslag lezen we dat het aantal klachten verdrievoudigd is. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar. Ondertussen stapelen de problemen zich op. We lazen deze week dat meer dan 100.000 gezinnen in dit land problemen hebben met hun eindfactuur. Ze krijgen geen eindfactuur of krijgen een foutieve eindfactuur. Fluvius zegt dat ze problemen hebben met hun software. De leveranciers zeggen dat ze problemen hebben om dat in orde te krijgen. Ik zal u zeggen wie de echte problemen heeft. Dat zijn natuurlijk die mensen die vandaag in onzekerheid leven over hun factuur.
Ik sprak met Bertrand. Hij kreeg al twee jaar geen eindfactuur meer. Twee jaar betaalt die man voorschotten en hij heeft geen enkel idee of die voorschotten te hoog of te laag zijn. Hij weet dus absoluut niet welke factuur straks op hem wacht. Dat soort zaken is natuurlijk niet acceptabel voor Vooruit. U hebt een consumentenakkoord afgesloten met de energieleveranciers, een soort gentlemen’s agreement. Misschien wringt daar wel het schoentje. Tien van de twintig leveranciers in dit land hebben dat akkoord immers niet ondertekend. Bovendien merken onze consumenten daar weinig van.
U hebt samen met uw collega’s een herziening van het consumentenakkoord aangekondigd. Hoe ver staat u daarmee?
Bent u het met mij eens dat we sommige zaken misschien gewoon meteen in de wet moeten zetten als leveranciers dat akkoord niet ondertekenen of niet opvolgen?
17.02 Minister Tinne Van der Straeten: Het rapport van de Ombudsdienst is deze week gepubliceerd. Daarin zien we inderdaad een stijging van de klachten, deels door de energiecrisis. Ik heb gemerkt dat dit voor een groot deel goed opgevangen is, maar de problematiek van die 100.000 mensen, zoals Bertrand die al een hele tijd geen factuur heeft ontvangen, blijft bestaan. Ze ontvangen geen facturen omdat er geen meterstanden worden doorgegeven. De meterstanden worden misschien wel opgenomen, maar ze worden niet op het IT-platform gebracht waar ze moeten terechtkomen om vervolgens naar de leveranciers doorgestuurd te worden.
Dat is het falen van een gigantisch groot IT-project, namelijk Atrias. Atrias werd indertijd opgericht door de verschillende distributienetbeheerders samen, net om die uitwisseling van gegevens vlotter te laten verlopen. Ik heb twee jaar geleden een brief gestuurd aan mijn regionale collega’s, omdat wij die problemen van ver zagen aankomen. Iedereen heeft daarop gewezen, in de eerste plaats ook de leveranciers. Ik heb van geen enkele regionale collega een reactie gekregen.
Vandaag stel ik vast, samen met de federale ombudsman, dat 100.000 mensen hiervan het slachtoffer zijn. Ik zie ook gewesten, regulatoren en netbeheerders die dat niet in handen pakken. Voor mij is dat, net als voor u, onaanvaardbaar. Het moet echter wel op het niveau van de gewesten aangepakt worden. Mijnheer Verduyckt, dit neemt niet weg dat wij uiteraard zullen bekijken of wij zelf enig initiatief kunnen nemen.
Ik kom nu tot het consumentenakkoord, dat op zich hiervan een beetje losstaat. Ik ben samen met staatssecretaris Bertrand bezig met de herziening van dat akkoord. Wij hopen voor de zomer daarover een akkoord te bereiken. Ik ben het helemaal met u eens, een deel van de herziening zal ook de vraag zijn welke bepalingen van het consumentenakkoord in de wet moeten terechtkomen, zodat ze van toepassing zijn op iedereen. Ik denk dan aan de voorwaarden voor het sluiten van het contract, de verlenging van het contract, het overstappen naar het goedkoopste product indien nodig. Dat zijn zaken die beter in de wet komen, zodat ze inderdaad van toepassing zijn op alle klanten in plaats van op sommige leveranciers.
17.03 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, ik verwacht dat u er alles aan zult doen, binnen uw bevoegdheden, om die problemen op te lossen. Wij zullen bekijken hoe het consumentakkoord evolueert.
Bedrijven zullen echter steeds manieren vinden om ervoor te zorgen dat het hen goed uitkomt. Daarom is het belangrijk dat wij wetgeving hebben die consumenten beschermt en ervoor zorgt dat mensen niet te veel moeten betalen.
Ik verwijs heel graag naar het voorbeeld van de slapende contracten. Wij hebben vastgesteld dat heel wat gezinnen in het land jarenlang veel te veel betaalden. Het was een groot probleem voor de leveranciers. Wel, ik heb een wet gemaakt. Wij horen vandaag niets meer over die praktijk, die is volledig van de baan. Dat is een goed voorbeeld. En er zijn er andere mogelijk om ervoor te zorgen dat wij onze gezinnen veel beter kunnen beschermen.
Dat is alleszins wat wij van u verwachten, mevrouw de minister.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
18.01 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, de Ombudsman voor Energie waarschuwt voor een factuurschok voor een half miljoen mensen. Op 1 juli stopt het uitgebreid sociaal tarief. Dat is al over anderhalve maand. Dan zal de energiefactuur van een half miljoen mensen er van de ene op de andere dag plots helemaal anders uitzien. Sommigen zullen op jaarbasis tot wel 1.400 euro extra moeten betalen.
De regeling voor het sociaal tarief is te veel een zwart-witverhaal. Het is alles of niets. Als men een euro te veel verdient, dan heeft men plots geen recht meer op het sociaal tarief. Als men als leefloner aan de slag gaat, dan verliest men het sociaal statuut en het sociaal tarief. Werkt men, maar verdient men nauwelijks meer dan iemand met een uitkering, dan heeft men ook geen recht op een sociaal tarief. Dat vinden wij niet fair.
Wij hebben vroeger al op een hervorming aangedrongen. Wij hebben bij de State of the Union gepleit voor een degressief systeem voor het sociaal tarief voor energie. Wij hebben dat herhaald bij de begrotingscontrole. We zijn ondertussen al mei en er ligt nog altijd geen hervormingsvoorstel op tafel.
Daarom hebben we onlangs zelfs een voorstel van resolutie ingediend met het verzoek om het sociaal tarief te hervormen. In ons voorstel willen we het sociaal tarief toekennen op basis van het statuut en het inkomen: wie werkt, maar een beperkt inkomen heeft, moet een beroep op het sociaal tarief kunnen doen. Maak dat sociaal tarief ook degressief. Als men weinig verdient, moet men het volledige sociaal tarief krijgen. Als men meer verdient, dan moet dat minder zijn, maar het is nooit alles of niets. Het sociaal tarief is degressief. Zorgt er ook voor dat iedereen die daar recht op heeft, het ook krijgt, mevrouw de minister. Niet iedereen krijgt vandaag waarop hij of zij recht heeft. Zorg dat mensen automatisch geïnformeerd worden.
Mevrouw de minister, hoe ver staat u met de hervorming? Wat is de timing? (…)
18.02 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, de piek van de energiecrisis ligt al enige tijd achter ons. De markten zijn gekalmeerd en functioneren weer normaal.
De regering heeft indertijd voor 8 miljard euro steunmaatregelen genomen. Dat is niet weinig. Er kwamen een tijdelijke uitbreiding van het sociaal tarief, een btw-verlaging en een basispakket energie. Het is waar dat de regels voor het sociaal energietarief per eind juni inderdaad op de oorspronkelijke perimeter terugvallen, maar nog liefst 600.000 gezinnen blijven ook na 1 juli het sociaal tarief genieten. In de uitzonderlijke crisis die we hebben meegemaakt, hebben wij de steun breder toegekend en dat was gerechtvaardigd, maar nu moeten wij onze aanpak opnieuw verfijnen en de steun concentreren op degenen die hem echt nodig hebben.
Nu de energiemarkten in kalmer vaarwater zijn gekomen, is het wellicht ook tijd om, zoals collega Lanjri bepleitte, de werking van het sociaal tarief verder te moduleren op basis van de echte noden, met een dosis degressiviteit. Wie tegen een laag loon vol aan de bak gaat en het geld voor zijn of haar energiefactuur zelf moet ophoesten, ziet immers met lede ogen hoe anderen de factuur doorschuiven naar de overheid. Daar is niets sociaal rechtvaardigs aan. Het zet evenmin aan tot zuinig energieverbruik.
Mevrouw de minister, kunnen wij het sociaal tarief bestendigen door het te verfijnen voor wie het echt nodig heeft?
18.03 Minister Tinne Van der Straeten: Collega’s, ik wil in mijn antwoord twee aspecten beklemtonen, namelijk maatregelen voor wie vanaf 1 juli het sociaal tarief verliest en de hervorming van het sociaal tarief.
Vanaf 1 juli geniet een grote groep mensen inderdaad niet meer van het uitgebreid sociaal tarief, maar wij hebben in de wet ingeschreven dat zij automatisch het goedkoopste commercieel product moeten krijgen. Wat is er de afgelopen weken gebeurd? De CREG, onze regulator, heeft een oplijsting gemaakt van wat bij elke leverancier het goedkoopste product is die hij die klanten moet bieden. De CREG heeft dat meegedeeld aan de leveranciers en op twee na hebben alle leveranciers daar positief op gereageerd. Dat wil zeggen dat de mensen die het sociaal tarief verliezen, de laagsteprijsgarantie krijgen, onder controle van de CREG. Morgen zit ik samen met de twee leveranciers die niet positief hebben gereageerd, om te bekijken hoe we een en ander zullen aanpakken, want ook hun klanten moeten de laagsteprijsgarantie krijgen.
Wat de hervorming betreft, u beiden hebt erkend dat het sociaal tarief tijdens de crisis een belangrijke schokdemper was die een heel grote groep beschermd heeft, waardoor een bloedbad kon worden vermeden. Tegelijkertijd hebben we vastgesteld dat het sociaal tarief een aantal uitdagingen met zich meebrengt. Het is te veel een pleister, maar geen springplank en het is te weinig oplossingsgericht. Zoals u hebt gezegd, is het alles of niets.
Mevrouw Lanjri, u hebt ook gewezen op de tegenstrijdigheden. Ook al verdient men evenveel als iemand met een leefloon, men krijgt het sociaal tarief niet. Vandaar dat de hervorming waaraan mijn team de laatste hand legt, ook die twee elementen in zich heeft. De regeling moet oplossingsgerichter zijn en er moet worden gekeken naar het inkomen, naar wie het echt nodig heeft en vanwege zijn laag inkomen proportioneel te veel moet uitgeven aan energie.
Daarnaast moet het sociaal tarief ook fungeren als springplank. Consumenten die zonnepanelen op hun dak liggen hebben, hebben een heel lage factuur, omdat zij hun elektriciteit zelf opwekken. Zoals u hebt gezegd, mijnheer Leysen, moedigt het sociaal tarief dat niet aan. Het sociaal tarief speelt niet in op energietransitie en energie-efficiëntie. Wij willen dus een tweede element in de regeling integreren. Wij moeten consumenten met een sociaal tarief meer aansluiting laten vinden bij de energietransitie, zodat zij ook kunnen genieten van de inherente voordelen.
De hervorming waaraan we momenteel de laatste hand leggen, zal die twee componenten bevatten. Ik hoop dat ik die de komende weken of maanden, zeker vóór de zomer, aan de regering kan voorleggen.
18.04 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik merk dat we alvast op een aantal punten op dezelfde golflengte zitten. Ik hoop ook dat u de urgentie van de zaak inziet, dat u dus inziet dat de tijd dringt. Die hervorming moet er snel komen, want zelfs met het aanbod van het laagste commerciële tarief voor 500.000 mensen die nu genieten van het uitgebreide systeem, moeten zij tot 700 euro meer betalen. Het kan zelfs tot 1.400 euro oplopen, maar ze zullen sowieso een pak meer moeten betalen dan vandaag.
Ons voorstel is klaar en we hopen dat we er samen met u aan kunnen werken. Ik hoop ook dat we zullen kunnen bewerkstelligen dat het sociaal energietarief niet alleen gekoppeld is aan een statuut, maar ook aan het inkomen. Het is immers niet fair dat mensen die werken en een klein inkomen hebben geen sociaal tarief krijgen. Als we dat hervormen, zullen we een heel grote groep mensen toegang geven tot het sociaal tarief en hen zo beschermen tegen energiearmoede.
18.05 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik verheug me over de constructieve samenwerking met de energieleveranciers, waaraan u nog een laatste duwtje moet geven. Laten we duidelijk zijn, het sociaal tarief moet een uitzondering blijven voor diegenen die echt niet zonder kunnen. Anders is het een blanco cheque die zuinig energiegebruik en de energietransitie tegenwerkt. Het bleek tijdens de afgelopen energiecrisis ook een bijkomende inactiviteitsval te zijn. Hervorm dus het sociaal energietarief, u hebt daarvoor onze volle steun.
Laat dat tarief datgene doen waarvoor het dient, namelijk kwetsbare mensen helpen. Laten we er ook voor zorgen dat we meer mensen aan de slag krijgen, om zo de hoognodige energieomslag te kunnen waarmaken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
19.01 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, stel dat ik energie produceer en dat de kostprijs daarvan 35 euro per megawattuur bedraagt. Mijn productiecapaciteit is al lang afgeschreven. Ik verkoop die geproduceerde energie voor 50 euro per megawattuur, dat is een mooi rendement. Dan komt er echter een crisis en dan verkoop ik diezelfde megawattuur niet meer voor 50 euro maar voor 100 euro, 150 euro of 200 euro. Mijn productiekosten zijn totaal niet gestegen, maar mijn winstmarge is maal twee, maal drie, maal vier gegaan. Dat is de situatie vandaag. Een crisis wordt gebruikt om overwinsten en woekerwinsten te boeken.
Vandaag zijn de cijfers van ENGIE Electrabel bekendgemaakt, waaruit blijkt dat ENGIE nu elektriciteit verkoopt voor 159 euro per megawattuur. Het gaat om nucleaire stroom voor de volgende jaren en ook een deel van 2025 is al verkocht. Dat betekent dus dat ENGIE tot 2025 overwinsten en woekerwinsten zal boeken en dat de gezinnen tot 2025 die prijs zullen betalen.
U hebt, onder meer onder onze druk, een heel kleine, bescheiden, tijdelijke overwinsttaks ingevoerd. Het probleem is dat die taks volgende maand afloopt. ENGIE zal echter tot 2025 overwinsten blijven boeken.
Mijn vraag aan iedereen van de vivaldimeerderheid is dus eenvoudig. Zullen jullie die bescheiden, kleine overwinsttaks verlengen tot 2025? Vinden jullie dat het goed geweest is en dat het bedrijf overwinsten mag boeken tot 2025? Dat is een eenvoudige vraag aan jullie.
Mijn tweede vraag is of jullie ook bereid zijn om die overwinsttaks een beetje serieuzer te maken en dus een serieuzer maximumbedrag in te stellen. Dat betekent dat het plafond, dat nu op 130 euro per megawattuur ligt, naar beneden gehaald wordt, bijvoorbeeld naar 95 euro per megawattuur. Dat zal heel veel opleveren voor onze Belgische overheid, mevrouw de minister. Dat zijn twee constructieve vragen en voorstellen van de PVDA.
19.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Mertens, bedankt voor uw vraag. Tegen de overwinsten, of laat ik zeggen de oorlogswinsten, heeft deze regering opgetreden. Niet alleen deze regering, ook die van alle lidstaten van de Europese Unie, want Europa heeft opgelegd dat het niet aanvaard wordt dat er winsten worden gemaakt op de rug van de oorlog.
Wij hebben de wet daartoe goedgekeurd. Vandaag kan ik u zeggen dat de aangiftes bij de CREG uiterlijk op 30 april 2023 binnen moesten zijn. Ik had eigenlijk verwacht dat u mij zou vragen hoe het staat met de uitvoering van de wet. Ik ga ervan uit dat u weet dat die goed aan het lopen is. En effectief, ik kan u zeggen dat er heel wat aangiftes binnengekomen zijn. Voor een 650-tal installaties is er een aangifte gedaan, waaronder de nucleaire centrales. Wij zijn dus op goede weg om de oorlogswinsten effectief te capteren.
Tegelijkertijd heeft een 700-tal installaties geen aangifte gedaan. Wij zullen verder bekijken met de CREG hoe wij die zullen aanpakken om de overwinsten verder op een goede manier op te volgen.
Wat uw vraag over de verlenging betreft, er is een Europese verordening om de oorlogswinsten af te romen. In principe ging het om een tijdelijk kader. De regering heeft altijd gezegd dat zij zich wil inschakelen in dat Europese kader. Het is nu in eerste instantie afwachten of Europa dat tijdelijke kader zal verlengen. Dat is op dit moment nog niet aan de orde. Er is geen duidelijkheid over. Daar wachten wij in elk geval op.
19.03 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het spijt mij, maar ik krijg wat een déjà-vugevoel. Ik heb het gevoel dat we dit gesprek al een aantal keren hebben gehad. Ik zal het nog eens samenvatten. U produceert energie, oorlog of niet, en het kost u 35 euro per megawattuur. U gebruikt de oorlog, de graaiflatie, de internationale kosten, om dat voor 160 euro per megawattuur te slijten. De bevolking is de dupe, kleine zelfstandigen zijn de dupe, kleine ondernemingen zijn de dupe van dat alles. Dan komt er na heel lang aandringen een bescheiden wetje om dat een beetje af te romen. Die overwinsten lopen door tot 2025, dat is zwart op wit bewezen, vandaag, door ENGIE zelf. Vervolgens vraag ik u of u dit zult verlengen. U zegt dat u het eigenlijk nog niet zo goed weet, dat we toch misschien Europa weer moeten raadplegen. Ik heb nu het gevoel dat we weer zijn vertrokken voor drie, vier, vijf, zes maanden onderhandelen, terwijl die stroom blijft doorlopen naar ENGIE Electrabel. Ik vraag deze regering en u een duidelijke positie: verleng de overwinsttaks tot in 2025!
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
20.01 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, voici deux jours, Arman Soldin, reporter de l'Agence France-Presse en Ukraine, a été tué par un tir de roquette près de Kharkiv. J'ai ici une pensée solidaire pour sa famille et pour ses proches.
Ce nouveau décès porte à 11 le nombre de reporters ou membres d'une équipe journalistique qui ont été tués en Ukraine depuis le début de l'invasion russe. Voici un an aujourd'hui, c'était la journaliste palestinienne, Shireen Abu Akleh, qui était abattue d'une balle dans la tête par un tir de soldat israélien. Alors que de nombreuses enquêtes internationales incriminent son armée, Israël n'a jamais reconnu totalement sa responsabilité dans cet assassinat, comme d'ailleurs pour aucun des 20 journalistes palestiniens tués par les forces israéliennes depuis 2020.
À l'heure où je vous parle, 542 journalistes et 22 collaborateurs des médias sont sous les verrous de par le monde.
Le 3 mai dernier, à l'occasion de la Journée mondiale de la liberté de la presse, Reporters sans frontières (RSF) a sorti son nouveau classement qui évalue les conditions d'exercice du journalisme dans le monde et le tableau n'est toujours pas brillant. Douze nouveaux pays sont entrés dans la liste rouge indiquant une situation très grave. Et, sans surprise, la Biélorussie et la Russie ont rejoint désormais la Chine, la Corée du Nord ou encore l'Iran dans le fond honteux du classement.
Et, interpellant, même si ce n'est pas encore comparable, quand la majorité des pays européens remontent, la plus mauvaise performance, à part Malte, est celle de la Belgique qui chute de huit places. RSF relève notamment que les journalistes belges subissent des violences de la part de la police et des manifestants lors des rassemblements ainsi que des menaces en ligne fréquentes et ciblant surtout les femmes.
Madame la ministre, ce n'est évidemment pas à vous que je dois le dire. Si c'est inquiétant pour la liberté de la presse dans notre pays, c'est donc inquiétant pour notre démocratie. Comment expliquez-vous cette mauvaise performance belge? Quelles sont les actions prises par la Belgique pour défendre la liberté de presse dans le monde mais surtout et avant tout chez nous?
20.02 Hadja Lahbib, ministre: Madame la présidente, monsieur Defossé, je ne peux évidemment que partager votre inquiétude, compte tenu de l'engagement qui fut le mien pendant plus d'un quart de siècle. Je vous remercie également pour votre question qui porte à sa manière la plume dans la plaie car, si le Parlement est le haut lieu de la démocratie, les rédactions en font aussi partie. Elles sont un baromètre précieux de la bonne santé de nos sociétés.
À chaque journaliste tué dans l'exercice de ses fonctions, c'est la liberté qui recule, la liberté d'informer, de savoir, de comprendre et de choisir. Dans toute guerre, parmi les premières valeurs que l'on assassine, il y a la vérité, et ceux qui la défendent le paient souvent au prix de leur vie. Depuis le début de la guerre en Ukraine, comme vous l'avez dit, au moins dix journalistes ont perdu la vie, des femmes et des hommes qui n'avaient d'autre but que d'informer.
La récente reprise des combats a fait une nouvelle victime le 9 mai. Arman Soldin a été touché par des tirs de roquettes près de Bakhmout. Je soutiens pleinement l'appel en faveur d'une enquête transparente et approfondie sur les circonstances de la mort d'Arman Soldin.
Ce 11 mai marque également – vous
l'avez dit – la commémoration de l'assassinat de la journaliste
palestinienne Shireen Abu Akleh. Déjà un an s'est écoulé depuis son décès
et, à ce jour, aucune enquête judiciaire n'a été ouverte par les autorités
israéliennes.
Ce ne sont que deux exemples de journalistes qui ont laissé leur vie
dans l'exercice de leur fonction, mais il y en a malheureusement bien d'autres.
En tant que ministre des Affaires étrangères, je soutiens activement la
liberté de la presse dans le cadre des Nations Unies, en soutenant des
initiatives au sein du Conseil des droits de l'homme, par exemple. Nous
soutenons également la politique de l'Union européenne en la matière, laquelle
vise à promouvoir la liberté d'opinion, d'expression, comme un droit exercé par
tous, pour tous, sur la base des principes d'égalité, de non-discrimination et
d'universalité.
J'ai pris, en outre, des initiatives plus ciblées en soutenant, par
exemple, des journalistes afghans – en particulier des femmes –, afin
qu'ils puissent continuer à exercer leur profession.
Pour ce qui est plus précisément du classement que vous avez cité, j'ai été moi-même surprise par la position en recul de la Belgique. Mais, selon les associations de journalistes du pays, cela ne représenterait pas la réalité de terrain. De plus, la manière dont ce classement a été établi est remis en question, même s'il est admis que les violences en ligne sont beaucoup plus fréquentes et qu'elles concernent, d'ailleurs, plus les femmes. Il s'agit bien sûr d'une tendance inquiétante. Nos services de sécurité doivent y remédier. Mais cela relève de la compétence des ministres de la Justice et de l'Intérieur.
20.03 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. La liberté de la presse est un point cardinal de la démocratie. C’est elle qui garantit une information libre et qui permet ainsi aux citoyens de se forger une opinion en âme et conscience. Sans presse libre, pas de démocratie. Je le redis: sans presse libre, pas de démocratie!
C’est vrai aussi pour la Belgique. Pourtant, c’est vrai que, parfois, la presse titille, que les journalistes dérangent, qu’on peut trouver injuste ou incomplet un article. C’est bien sûr vrai pour les hommes et les femmes politiques. Mais c’est là la preuve que la presse exerce correctement son rôle de contre-pouvoir.
Or, l’an dernier, un journal avait compté qu’un président de parti avait tweeté 78 critiques dénigrantes contre la presse en moins de six mois. Des journalistes se plaignent d’être harcelés. Certains partis jouent de populisme sur les réseaux sociaux, contre une presse qui ose critiquer leurs opinions.
Moi, je ne veux pas lire un journal et être à 100 % d’accord avec ce que j’y trouve. Je veux participer à des échanges contradictoires pour défendre mes idées et être confronté parfois à mes contradictions. Je veux une presse vivante et libre, parce que je veux une démocratie vivante et libre.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
21.01 Vincent Scourneau (MR): Monsieur le secrétaire d'État, j'ai énormément de chance parce que vous êtes là, ce n'est pas un avatar et ce n'est pas ChatGPT qui va répondre à ma question.
C'est une caricature qui pourrait être l'allégorie de l'avenir. C'est la raison pour laquelle on peut s'inquiéter à juste titre de l'évolution technologique qui concerne l'intelligence artificielle. Cela fait craindre de nombreuses pertes d'emploi dans les prochaines années. On ne sait pas trop vers quoi on va et certains pères fondateurs de l'intelligence artificielle demandent d'ailleurs un moratoire. Il y a quelques jours, le père de ChatGPT a démissionné avec beaucoup de fracas pour attirer l'attention. Une grande gesticulation a eu lieu sur ses considérations qui sont une pure crainte à l'égard de cette évolution technologique.
Bref, on se pose pas mal de questions.
L'Europe débat aujourd'hui de la législation en la matière. Nous sommes confrontés à une société qui change, avec beaucoup d'inconnues sur un sujet extrêmement délicat, qui peut être porteur de pas mal de choses mais qui peut aussi faire craindre le pire.
Ces craintes ont été exprimées et nous n'avons que peu de réponses aujourd'hui car il s'agit d'une technologie évolutive qui peut glisser dans des mains hostiles vis-à-vis desquelles nous avons peu de répondant.
Monsieur le ministre, avez-vous déjà une réflexion ou une orientation sur ce sujet? Travaillez-vous sur ce thème? Avez-vous des contacts avec des instances supranationales, européennes ou autres, pour nous préparer un avenir serein sur une question qui peut poser pas mal de doutes?
21.02 Mathieu Michel, secrétaire d'État: Monsieur Scourneau, merci pour votre question. Je sais que Braine-l'Alleud est d'ailleurs une des communes les plus à la pointe en matière de technologies, et probablement aussi en matière d'intelligence, notamment artificielle.
Nous avons tous conscience que l'intelligence artificielle est en train de bouleverser notre société, vous l'avez évoqué, et ce n'est manifestement qu'un début. Comme toute innovation majeure, l'intelligence artificielle offre des possibilités mais comporte également des risques. Des possibilités en matière de santé, de mobilité, d'énergie ou encore de changement climatique, mais aussi des menaces ou des risques graves, voire dramatiques.
Ainsi, j'ai été particulièrement affecté, il y a quelques semaines, par le drame subi par la famille de cet homme qui a mis fin à ces jours après avoir eu une conversation avec un chatbot. À cet égard, notre rôle dans cette assemblée – mais aussi dans d'autres – est d'être capables de supprimer les risques et de renforcer les possibilités. Au niveau belge, je tiens à vous rassurer, monsieur le député, un travail important est déjà réalisé.
J'ai d'ailleurs présenté, il y a quelques mois, le plan national de convergence en matière d'intelligence artificielle, plan dont le premier objectif est justement l'élaboration d'une intelligence digne de confiance. De ce plan découlent un certain nombre d'actions: nous avons par exemple mis en place un groupe de travail spécifique sur la confiance liée à l'intelligence artificielle, et nous lancerons prochainement une campagne de sensibilisation quant aux menaces que peut poser ce genre d'outil.
Au niveau européen également, je suis de très près les discussions que vous avez mentionnées en rapport avec le règlement sur l'intelligence artificielle, qui arrive dans sa phase de discussion en trilogue. Notre position est de garantir le plus haut niveau de protection des utilisateurs, mais aussi de responsabiliser davantage les promoteurs et éditeurs de ces outils d'intelligence artificielle. Dans ce cadre, je plaide auprès de mes homologues européens en faveur de la création d'une agence européenne des algorithmes.
Monsieur Scourneau, je suis optimiste et je crois en l'homme ainsi qu'en sa capacité d'innovation pour le bien commun. Mais nous devons rester attentifs à un élément essentiel: c'est l'humanité qui doit rester le maître de sa technologie, l'humanité doit être le maître de l'intelligence artificielle, et non l'inverse.
21.03 Vincent Scourneau (MR): Monsieur le secrétaire d'État, merci de nous avoir rassurés quant à votre préoccupation, cette matière nécessitant beaucoup d'attention.
Ensuite, merci d'avoir cité ma commune, qui est effectivement une smart city. Je ne boude pas le plaisir de le rappeler.
Nous attendons de nombreuses actions sur le plan législatif, dont une adaptation par rapport à l'évolution de la situation. Comme vous, nous avons tous été bouleversés par les dégâts que l'intelligence artificielle peut provoquer, jusqu'à pousser au suicide certaines personnes qui se retrouvent dépassées.
C'est l'intelligence naturelle plutôt qu'artificielle qui devrait caractériser cette assemblée.
Je vous remercie, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, et je ne doute pas que vous aurez fort à faire avec cette intelligence artificielle.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: De vragenronde is hierbij gesloten.
22.01 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik vraag de verwijzing naar de Raad van State van de amendementen nrs. 27 tot 40 bij het wetsontwerp betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving, stuknummer 3152, het laatste punt op de agenda, evenals van alle wijzigingen die sinds het jongste advies van de Raad van State zijn aangebracht.
22.02 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, nous soutenons ce renvoi au Conseil d’État.
22.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, mon groupe a également déposé un amendement n° 41 notamment à propos du champ d'application de ce projet de loi. Nous souhaitons donc envoyer cet amendement au Conseil d'État pour examen.
De voorzitster: Ik stel u voor om ons over deze vragen uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur ces demandes.
Ten minste 50 leden steunen de vragen om advies.
Au moins 50 membres appuient les demandes d'avis.
Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.
En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteurs, de heren Cogolati en Warmoes, verwijzen naar het schriftelijk verslag.
23.01 Bert Wollants (N-VA): Collega’s, over deze verzamelwet hebben we een hele discussie gevoerd in de commissie. We moeten die niet helemaal overdoen, maar wat ons natuurlijk nog altijd bijblijft, zijn twee elementen die het wat moeilijk maken.
Het eerste element is het element van de bevoegdheden. Zoals ik heb aangehaald in de commissie worden bepaalde definities verruimd, waardoor ze voortaan ook elementen bevatten die volgens ons nog altijd onder de bevoegdheid van de gewesten vallen. Als het gaat over specifieke bevoegdheden inzake waterstof heeft de minister aangegeven dat in de teksten een beperking tot de federale bevoegdheden ter zake voorzien is.
Tot heden is echter nog nooit uitgesproken welke die federale bevoegdheden nu exact zijn. We weten allemaal dat er enige tijd geleden een initiatief was om tussen de gewesten en de federale overheid tot een juridische uitklaring te komen van waar de bevoegdheden exact lagen. Dat bleek uiteindelijk een dood spoor, met als gevolg dat ieder zijn eigen weg is gegaan. Door hier nu te verwijzen naar de federale bevoegdheden, zonder duidelijk te maken welke die eigenlijk exact zijn, wordt de hele discussie verschoven naar een volgende fase. Daardoor vrezen we dat dit opnieuw voor onderlinge discussies zal zorgen. Dat is dus geen goede oplossing. Op de vraag waar de bevoegdheden dan exact lagen, heeft de minister in de commissie naar ons aanvoelen ook niet geantwoord. Dat maakt het natuurlijk nog complexer. Ik begrijp dat ze misschien net om die reden dat soort uitleg niet in de parlementaire voorbereiding bij deze wet wil.
Het tweede element is dat deze verzamelwet gedeeltelijk gedateerd is. Er staan elementen in die specifiek als bedoeling hadden om voor de low-carbon tender het kader te vormen, zodat dat die kon plaatsvinden. Er waren wel wat bezorgdheden op het vlak van bevoorradingszekerheid. Sinds het laatste verslag van Elia zijn die wat weggeëbd, wat natuurlijk niet wil zeggen dat ze niet opnieuw kunnen verschijnen. Die teksten staan nog allemaal in deze verzamelwet. We zullen die zo dadelijk ter stemming voorgelegd krijgen, maar de minister heeft al aangegeven dat ze niet zullen worden gebruikt. Ze heeft zelfs beloofd dat ze er bij een volgende aanpassing van de wet weer zullen worden uitgehaald. Ik zie dus niet goed in waarom het Parlement dergelijke ballast in de wet zou moeten goedkeuren. Het is dan ook onzorgvuldig. Volgens mij hadden die zaken er perfect uitgehaald kunnen worden.
Dat zijn de redenen, dat die bevoegdheidsoverschrijdingen – of de vrees daarvoor – niet voldoende uitgeklaard zijn en wij bovendien ballast in de wet krijgen, waarom onze fractie het ontwerp niet zal kunnen ondersteunen. Wij herhalen dus het stemgedrag dat wij ook in de commissie hebben aangehouden.
23.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het betreft hier inderdaad een verzamelwet. Een van de voorliggende wetswijzigingen moest onder meer de basis leggen voor een gerichte veiling voor het leveringsjaar 2024-2025, de zogenaamde low-carbon tender, die rond koolstofarme technologieën zou werken, onder meer en vooral batterijprojecten en vraagbeheer.
Mijnheer Wollants, het is inderdaad waar dat deze regering qua bevoorradingszekerheid – mijnheer Van Lommel, daarrond draait het hier allemaal – permanent moet rijden en omzien. U kent ongetwijfeld nog Koen Bultinck, een voormalig Kamerlid, die dat altijd zei: men moet rijden en omzien. Klaarblijkelijk moet deze regering een stop-and-gobeleid ontwikkelen, niet alleen door de tijdelijke onbeschikbaarheid van een deel van het nucleaire park in Frankrijk, maar heel duidelijk ook door een aantal politiek-ideologische keuzes, namelijk het stelselmatig verder uitrollen van de kernuitstap. Dat doen wij immers, wij rollen die kernuitstap stelselmatig verder uit. Mijnheer Wollants, dat is uiteraard ook een keuze van de vorige federale regeringen.
De situatie in Frankrijk gaf onder andere aanleiding tot bijkomende sensitiviteiten in Elia’s adequacy and flexibility study van twee jaar geleden. Mogelijk zou er een tekort van 500 megawattuur aan capaciteit zijn voor de winter van 2024-2025, eigenlijk het jaar voor de feitelijke inwerkingtreding van het CRM-mechanisme. Mevrouw de minister, daarom hebt u in 2022 een winterplan uitgewerkt. Daarin kaderde die low-carbon tender, die wij uiteindelijk in het najaar van 2023 toch niet zullen organiseren, omdat het niet langer nodig is. Er is een soort voorafname op de volgende adequacy and flexibility study van Elia gekomen, waarin staat dat het eigenlijk niet meer nodig is. Er is geen nood aan bijkomende capaciteit om de bevoorradingszekerheid voor de winter van 2024-2025 bijkomend te versterken. Er is zelfs een licht overschot volgens de studie. Daarom hebt u beslist om in het najaar van 2023 niet tot die veiling over te gaan. Dat is dus inderdaad enigszins gedateerd.
U hebt de keuze om de betrokken bepalingen uit de voorliggende wet weg te laten wel onderzocht, maar u hebt de beslissing om ze weg te laten uiteindelijk niet genomen. Het is blijkbaar de bedoeling dat u die slapende bepalingen later dit jaar zult opkuisen in het kader van een aantal wetswijzigingen voor het CRM. Dat is nogal merkwaardig allemaal, Vivaldi blijft innoverend.
Een ander onderwerp is waterstof. Mevrouw de
minister, de artikelen over waterstof in de voorliggende wet beperken zich
volgens u tot de federale bevoegdheden ter zake, namelijk de invoer van energie
in het kader van de bevoorradingszekerheid, de grootschalige energieopslag en
-productie en het energietransport. Mijnheer Wollants, dat is de invulling, ik
kan het ook niet helpen. U
hebt misschien een andere invulling, maar het is onduidelijk wat de echte
invulling is, aangezien er geen akkoord is tussen de Vlaamse en federale
regering. Een nota daarover werd nooit gevalideerd door de Vlaamse regering. De
Raad van State was wel zeer kritisch voor dit onderdeel van deze
verzamelwet. De Raad heeft die schemerzone over de bevoegdheid voor
klimaatneutrale waterstof zeer duidelijk aangemerkt.
Mevrouw de minister, low carbon tender of niet, we tasten voorlopig nog altijd in het duister over de bevoorradingszekerheid voor de winters na de kernuitstap. Collega Van Lommel volgt de onderhandelingen tussen de regering en ENGIE Electrabel van zeer nabij op. Vandaag is de nieuwe einddatum 30 juni 2023. Een einddatum heeft iets apocalyptisch, want als het tegen dan niet lukt een akkoord te sluiten, dan stort alles in elkaar. Dat is misschien een overdrijving, maar we blijven in onzekerheid leven en dat is het belangrijkste punt. Het is hallucinant dat we, hoewel we in het duister tasten, in de commissie voor Energie een uur lang blijven bakkeleien over een hoorzitting over SMR’s. Nog steeds zijn er verschillende collega’s in dit halfrond die nieuwe nucleaire infrastructuur als klimaatneutrale technologie blijven afweren, stoemelings of expliciet.
Vlaams Belang pleit ervoor om zo snel mogelijk nieuwe nucleaire infrastructuur aan te trekken en een echt aanbodbeleid te ontwikkelen. De energiemix van de toekomst moet hernieuwbaar én nucleair zijn. Vorig jaar nog zei de heer Bouchez, die zich teruggetrokken heeft uit het televisieprogramma Special Forces, naar aanleiding van deze low carbon tender, dat België tegen 2030 over vijf kernreactoren met een verlengde levensduur moet beschikken. De bouw van nieuwe reactoren, SMR’s, moet tegen dan zijn gestart. In 2024 zou een volgende regering – ik ga ervan uit dat de heer Bouchez een regering zonder de dames Van der Straeten, Khattabi, Leroy, De Sutter en de heer Gilkinet bedoelt – onmiddellijk moeten starten met de bouw van nieuwe kerncentrales. De locaties zouden nu al moeten worden vastgelegd.
Wij vinden dat zeer goed en zouden hem hierin graag steunen, maar wij zijn natuurlijk ook een klein beetje realistisch en houden van de eigenlijk gediskwalificeerde charmezanger Marco Borsato, een Nederlander, die ooit zong dat dromen bedrog zijn. Het is bij de heer Bouchez zoals bij Marco Borsato: als je wakker wordt naast hem, dan droom je nog. Wij voelen bijna dagelijks zijn adem en zien zijn gezicht en wij hopen dat een keer in de zoveel tijd dromen toch uitkomen.
Mevrouw de minister, er zijn duidelijk partijen in de huidige regering die andere plannen hebben dan u. Er is momenteel echter geen enkel lid van die partij aanwezig, waarvoor dank. (Gelach)
23.03 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wij bespreken een wetsontwerp houdende diverse bepalingen. Ik zal de kwalificaties die de commissievoorzitter daarop heeft toegepast maar vermijden, maar zoals zo vaak zitten er dan goede en minder goede zaken in voor ons. Wij kunnen ons dan ook alleen maar onthouden, maar dat moet ik toch even motiveren.
Wij steunen, ten eerste, uiteraard de aanpassing van de definitie van aardgas, omdat wij er uiteraard voorstander van zijn om de uit de aarde gewonnen fossiele brandstoffen te vervangen door andere brandstoffen die geen of een minder groot klimaateffect hebben.
Ten tweede, het is al door de collega’s aangehaald dat u niet van plan bent de gerichte veiling voor de winters van 2024 en 2025 uit te voeren, omdat de nieuwe berekeningen van Elia van begin april 2023 aantonen dat dat niet meer nodig is. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar wij vinden het toch een beetje gek dat artikels in een wetsontwerp worden goedgekeurd in het volle besef dat ze nooit zullen worden toegepast en dat u van plan bent om ze eind dit jaar weer uit de wet te halen. Wat ons betreft, had het beter geweest om een amendement op het wetsontwerp te laten goedkeuren, zodat de artikels er meteen uit worden gehaald.
Wij hebben om verschillende redenen een groter probleem met de artikelen 14 en 15 van het wetsontwerp over het subsidiestelsel ten gunste van waterstof. Ten eerste is er de bevoegdheidsdelegatie aan de Koning, die eigenlijk neerkomt op een blanco cheque aan de regering. Onze mening is dat het Parlement ter zake moet kunnen beslissen. Ten tweede is het voor ons evident dat er nog fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek moet gebeuren naar waterstof. Dat onderzoek moet natuurlijk worden gevoerd met het oog op het algemeen belang en dus vanuit de overheid komen. Daarom verzetten wij ons tegen de toekenning van onderzoeksubsidies aan privéondernemingen, die vaak winstgevend zijn en dat niet nodig hebben en die alleen onderzoeken wat past in hun strategie van winstmaximalisatie.
Waterstof is voor ons een deel van de puzzel van de energietransitie en geen wonderoplossing. Voor ons, en zo ik begrepen heb in de commissie, ook voor u, mevrouw de minister, geldt als algemene regel elektrificeren wat kan en alleen waterstof voor wat elektrisch niet kan. Dat is een gevolg van de wetten van de natuur, de fysica en de chemie, die maken dat veel energie verloren gaat bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof. Het is dan ook veel efficiënter om elektriciteit rechtstreeks te gebruiken, indien die beschikbaar is. Voor sectoren die niet of moeilijk geëlektrificeerd kunnen worden, bijvoorbeeld de zware industrie, staal en petrochemie of het zware transport, langeafstandscontainerschepen of -vliegtuigen, kan waterstof wel benut worden, maar niet voor andere toepassingen, bijvoorbeeld auto’s.
Met betrekking tot de opslag is het voor ons ook nog geen uitgemaakte zaak of waterstof de enige of meest geschikte technologie is. Dat zal moeten blijken. Waarschijnlijk zal een combinatie van technologieën nodig zijn.
Het gevolg is dat er voor ons inzake de productie van waterstof alleen geïnvesteerd kan worden in groene waterstof, dus geproduceerd op basis van hernieuwbare energie. Wij zijn gekant tegen het produceren van zogenaamde blauwe waterstof, met aardgas en carbon capture and storage. Dat is voor ons een model om het businessmodel van de gasindustrie in stand te houden. Vandaag waterstof produceren zonder overschot aan hernieuwbare energie verhoogt de uitstoot en is dus niet wenselijk. Momenteel is dat in ons land af en toe wel het geval, maar meestal niet. Het is eigenlijk alleen het geval als er zeer veel wind en zon is.
De productie van waterstof moet, volgens ons, voorafgegaan worden door een aanzienlijke ontwikkeling van hernieuwbare energie op een gecontroleerde en planmatige manier.
Dat betekent in een land als het onze natuurlijk ook dat de electrolysers om die waterstof te produceren niet volcontinu kunnen werken. Dat staat voor ons haaks op een private eigendom ervan, omdat een private ondernemer die in een installatie geïnvesteerd heeft, die natuurlijk zoveel mogelijk wil laten draaien om zoveel mogelijk winst te maken. Men kan hem dat niet kwalijk nemen, maar als ze dan moeten worden stopgezet omdat er niet voldoende hernieuwbare energie beschikbaar is, dan zullen de investeerders hiervoor gecompenseerd willen worden. Daarom is het onze visie dat de waterstofproductie in publieke handen moet gebeuren.
Wij verzetten ons tegen de import van waterstof van buiten de Europese Unie. Het zou wel kunnen als het exportland zelf al een overschot aan groene elektriciteit heeft, vanuit dezelfde redenering, maar bij ons weten is dat, zeker buiten Europa, nog nergens het geval. Wellicht zal dat in de toekomst wel kunnen in landen als Denemarken en Nederland, waarbij de Europese Unie dan zelf kan instaan voor de eigen hernieuwbare energiebevoorrading.
Mevrouw de minister, wij zullen ons bij de stemming over dit wetsontwerp onthouden.
23.04 Minister Tinne Van der Straeten: Wij hebben dit debat al uitvoerig in de commissie gevoerd.
Ik wil nog even reageren op het zogenaamde stop-and-gobeleid, waarbij men wel verklaringen aflegt maar vervolgens geen beslissingen neemt. Het feit dat de Low Carbon Tender niet wordt gelanceerd, is geen voorbeeld van een stop-and-gobeleid, maar wel van een vooruitziend beleid.
Wij hebben hierover vorig jaar vaak gesproken, toen we werden geconfronteerd met enerzijds, de inval van Rusland in Oekraïne en, anderzijds de problemen in Frankrijk met de onbeschikbaarheid van de nucleaire centrales. We hebben toen verschillende keren een assessment gemaakt over wat dit betekent voor onze bevoorradingszekerheid.
Aanvankelijk werd uitgegaan van een probleem voor de winter van 2024-2025. Dat probleem zou in de nieuwe adequacy- en flexibiliteitsstudie van Elia gekwantificeerd om zo het volume te kunnen berekenen.
Op die manier hebben wij parallel gewerkt. Er werd parallel al het nodige wetgevende werk opgestart. Wij hebben parallel met de Europese Commissie gesproken zodat, als het volume bekend zou zijn, we onmiddellijk tot de veiling zouden kunnen overgaan.
Uit de berekeningen van Elia bleek dat er geen tekort was, maar een overschot van 100 megawatt. Dat is op de eerste plaats een goede zaak want dat betekent dat we voor de winter van 2024-2025 in elk geval geen probleem hebben. In de commissie heb ik gezegd dat het inderdaad eleganter zou zijn geweest om die bepalingen er uit te halen. Het ontwerp van wet was evenwel reeds ingediend in het Parlement. We hebben daar geoordeeld dat het niet enkel het schrappen van een artikel betrof, maar dat het artikel ook doorwerkte in de definities. Daarom hebben we besloten dit mee te zullen doen met andere wetswijzigingen die er nog aankomen, waarmee we ook andere bepalingen kunnen opkuisen, bijvoorbeeld de strategische reserve die we dan ook niet meer nodig hebben voor de winter 2024-2025.
Voor de winters vanaf 2025 weet u dat we zeer intensief onderhandelen met de kernenergie-exploitant wat betreft de doorstart en levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3. Dat wilde ik nog graag even verduidelijken.
23.05 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, het blijft sowieso voor ons een vreemde manier van werken: eerst iets inschrijven dat we niet nodig zullen hebben, waarvan u hebt gezegd dat we het niet zullen gebruiken en dat u het er bij de eerstkomende gelegenheid uit zult halen. Het is een beetje uitgesteld werk, u schrijft het nu in om het er nadien terug uit te kunnen halen.
Ten tweede, uiteraard weten wij dat u onderhandelt over de verlenging van de levensduur van die twee centrales. We hebben reeds een tiental vragen gesteld om te vernemen hoe dat zit en hebben daar zeer parallelle antwoorden op gekregen, elke keer opnieuw. Vandaag moeten we uit de krant leren dat het alleen maar verder uit elkaar drijft en dat er heel wat discussie is over wanneer de centrales effectief zouden mogen starten. U ging ervan uit dat er een doorstart was richting 2025. We lezen dat ENGIE nog altijd spreekt over de winter 2026, wat opnieuw voor enige onzekerheid zorgt. Dit betekent dat we uiteraard zullen moeten bekijken wat er gebeurt als we niet kunnen rekenen op de in het verhaal meegetelde megawatt. Het zou kunnen dat u dan opnieuw naar de tafel moet om oplossingen te zoeken, maar dat is dan weer iets voor een andere avond.
23.06 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, taalkundig hebt u misschien gelijk wat het stop-and-gobeleid betreft, maar u kunt toch niet ontkennen – en collega Wollants is mijn getuige – dat u bij de lancering van het winterplan in commissie verschillende keren hebt beklemtoond dat dankzij het paradepaardje van de low carbon tender de energiebevoorradingszekerheid permanent zou worden gemonitord. Vandaar dat ik de omschrijving stop and go hebt gebruikt, ook al was dat misschien niet helemaal correct.
Ik zou het nog negatiever kunnen omschrijven, maar dat zou intellectueel oneerlijk zijn. Ik zou het woord improvisatie kunnen gebruiken, niet in de letterlijke zin van het woord, omdat u natuurlijk steeds moet verdergaan op actualiseringen in de monitoring door de netbeheerder. Hoe dan ook draagt dat bij tot de algemene sfeer van onzekerheid. Collega Wollants heeft daarnet zelfs heel omfloerst gezegd dat u, mocht het niet lukken op 30 juni, een en ander moet meenemen in de onderhandelingen, ook al zullen we er volgens hem altijd wel uitkomen. Dat alles voedt toch de sfeer van permanente onzekerheid.
Voorzitter:
Eliane Tillieux, voorzitster.
Président: Eliane Tillieux, présidente.
Eigenlijk kunnen we niet met 100 % zekerheid zeggen hoe het gesteld zal zijn met de bevoorradingszekerheid in de winters nadat vijf van de zeven kerncentrales gesloten zullen zijn, wat ik betreur. Die onzekerheid blijft, vandaar dat ik dat ter gelegenheid van de bespreking van het ontwerp van verzamelwet nog even wilde aankaarten.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3238/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3238/3)
Le projet de loi compte 15 articles.
Het
wetsontwerp telt 15 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 15 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 15 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Joris Vandenbroucke,
Chanelle Bonaventure.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(2881/8)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2881/8)
La discussion est
ouverte.
De bespreking is geopend.
De rapporteur, mevrouw Buyst, verwijst naar het schriftelijk verslag.
24.01 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, ik vraag het woord niet voor het inhoudelijke debat, wel wil ik even ingaan op het verslag, waar ik toch wel wat vragen en bedenkingen bij heb, waarvoor ik mij tot de verslaggeefster richt. Meer bepaald gaat het mij over de amendementen en hoe er over de amendementen gestemd zou zijn. De zaken die daarover in het verslag staan, lijken mij vreemd.
Ik zie twee keer een amendement nr. 6 staan. Een amendement nr. 6 voegt bij verzoek 2 een nieuwe tekst in en wordt goedgekeurd, daarmee is dat amendement van de baan. Later in het verslag komen nog amendementen aan bod. Bij verzoek 3 staat opnieuw een amendement nr. 6, dat een verzoek 3 invoegt en ook goedgekeurd zou zijn. Dat lijkt mij vreemd.
Bijkomend valt mij over het geheel van de amendementen op dat volgens het verslag zes amendementen bij de stemming verworpen worden, terwijl de oppositie, als ik mij niet vergis, maar vijf amendementen heeft ingediend, namelijk drie van mijn fractie, één van N-VA en één van PVDA. Samen zijn dat vijf amendementen, maar volgens het verslag worden er zes amendementen verworpen. Dat zou betekenen dat een lid van de meerderheid zijn amendement door de eigen meerderheidspartners heeft zien verwerpen, maar ik denk niet dat dat het geval geweest is.
Ik richt mij tot de verslaggeefster met de vraag om daarin duidelijkheid te scheppen.
De voorzitster: Mevrouw Buyst, hebt u een antwoord op die vraag?
24.02 Kim Buyst, rapporteur: Mijnheer Troosters, u overvalt mij een beetje met uw vraag. Ik zal het verslag erop nakijken, want ik kan nu niet meteen een antwoord geven. U formuleerde uw opmerkingen snel, maar ik heb begrepen dat volgens het verslag enkele amendementen werden goedgekeurd, die niet goedgekeurd zijn.
24.03 Frank Troosters (VB): In het verslag staan amendementen met hetzelfde nummer, maar die amendementen hebben een verschillende inhoud.
Daarnaast zijn volgens het verslag meer amendementen verworpen dan er amendementen door de oppositie werden ingediend en ik neem aan dat er geen meerderheidsamendement verworpen werd. Die zaken vind ik toch wel vreemd. In het bijzonder vernoem ik het amendement van collega Van den Bergh, wiens amendement over het Maasproject in het verslag vermeld staat als zijnde verworpen. Ik kan mij niet voorstellen dat collega Van den Bergh zich in dat verslag kan vinden.
De voorzitster: Ik stel voor dat mevrouw Buyst dat nakijkt.
24.04 Kim Buyst, rapporteur: Ja, ik zal het nakijken.
24.05 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de voorzitster, in afwachting van de verduidelijking over het verslag kan ik alvast mijn inhoudelijke kritiek op het betrokken stuk geven. Deze resolutie vermengt twee discussies. Ze draagt een titel die verwijst naar de discussie over tariefintegratie, maar de toelichting bij de tekst gaat eigenlijk over iets heel anders. Daar is tariefintegratie eigenlijk een bijkomstigheid. De toelichting gaat eerder over de noodzaak, volgens de indieners, van prijsdalingen voor de vervoersbewijzen. De opportuniteit daarvan is natuurlijk een discussie op zich. De heer Vandenbroucke heeft in de commissie ook bevestigd dat dit deel uitmaakt van de opzet en dat het inderdaad de bedoeling is om samen met de tariefintegratie prijsdalingen door te voeren, hoewel dat in het dispositief eigenlijk niet zo vermeld staat.
Mensen lagere prijzen beloven bij de aankoop van vervoersbewijzen, dat klinkt natuurlijk aantrekkelijk, maar we kennen allemaal de budgettaire context van de NMBS in het algemeen en het vervoersbeleid in het bijzonder. De NMBS heeft er in acht jaar financieel nooit zo slecht voor gestaan als vandaag. Hoewel de subsidies en de overheidstoelagen gestegen zijn, wordt daar sinds 2015 opnieuw verlies gedraaid ten gevolge van verkeerde beleidskeuzes. Opnieuw worden de schulden opgestapeld. De stabilisatie van de historische schuld is losgelaten. De NMBS maakt verlies. In zo’n context pleiten voor prijsverlagingen waarvan we eigenlijk allemaal weten dat daar geen geld voor is, is een beetje goedkoop willen scoren. Wie hoort vandaag niet graag de belofte dat hij of zij minder zal moeten betalen? Lagere prijzen beloven, dat kan een aantrekkelijke boodschap zijn. Als zo’n belofte echter wordt gedaan op een moment waarop alle potten leeg zijn en er bovendien geen bereidheid is om moeilijke keuzes te maken die bijkomende budgettaire ruimte zouden scheppen om zoiets te betalen, dan is dat geen eerlijke politiek. Dat is de eerste reden waarom de N-VA dit voorstel niet zal steunen.
Ten tweede is er de kwestie van de tariefintegratie zelf. Niemand is tegen de tariefintegratie op zich. Principieel kan iedereen die wel steunen. Ook alle adviezen over de teksten spreken zich daar gunstig over uit. Niemand is tegen het principe van een eerlijke tariefintegratie. Onze partij werkt daar ook graag aan mee. Ik verwijs naar eerdere jaren en legislaturen, toen mijn partijgenoot Ben Weyts nog Vlaams minister van Mobiliteit was. In die hoedanigheid verstrekte hij zijn medewerking aan de totstandkoming van de MoBIB-kaart. Recenter was er de intergewestelijke samenwerking rond de Brupass.
De moeilijkheid bij tariefintegratie is de verdeling van de middelen. Er zijn daarover al heel wat gesprekken, contacten en discussies geweest tussen de betrokken vervoersmaatschappijen, maar die strandden steeds op de vraag naar wie de opbrengst moet gaan als ze een gezamenlijk ticket verkopen. Wie moet dan welk aandeel van de omzet kunnen ontvangen? Het is inderdaad te vermijden dat het ene bedrijf het andere onbedoeld financiert. Dat zou een vervelend neveneffect zijn, zeker als men weet dat alle openbaarvervoersbedrijven het vandaag financieel moeilijk hebben.
Wij hebben het net gehad over de financiële beperkingen van de NMBS, maar ook De Lijn heeft 6 miljoen euro verlies gedraaid, terwijl men daar in de afgelopen jaren wel al harde keuzes heeft gemaakt om het verlies te beperken. Bij de TEC is het nog een pak erger. Daar draait men per jaar 14 tot 15 miljoen euro verlies. Het spreekt voor zich dat het ene bedrijf zwaarder bespaard heeft dan het andere. Het zou dus een spijtig neveneffect zijn als vervoersmaatschappijen die wel moeilijke keuzes durven te maken, moeten opdraaien voor bedrijven waar het beleid ervoor kiest om schulden op te stapelen. Sommige betrokken vervoersbedrijven vragen nadrukkelijk een dergelijke herverdeling.
Vandaar dat wij al in de commissie een amendement hebben ingediend om te verduidelijken dat de verdeling van de inkomsten zoveel mogelijk – er zal altijd enige discrepantie zijn – budgetneutraal moet zijn voor de bedrijven en dat er een spreiding van de inkomsten moet zijn overeenkomstig het feitelijk gebruik door de reizigers. De meerderheid heeft dat amendement verworpen. Ik vind dat spijtig. Het maakt immers de achterliggende intenties duidelijk. Blijkbaar is het de bedoeling, of wensen de indieners niet uit te sluiten, dat de opbrengsten van de verkoop herverdeeld worden tussen de vervoersbedrijven, van de bedrijven die er financieel beter voor staan naar de bedrijven die slechter boeren. In de praktijk betekent dit, zoals in zoveel beleidsdomeinen, een geldstroom van Vlaanderen naar de rest. Ik verwijs in dat verband naar het advies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat nadrukkelijk stelt dat er volgens hen rekening moet worden gehouden met de budgettaire situatie van elke autoriteit bij het ontwerpen van de tariefprincipes.
De voorzitster: Mijnheer Roggeman, mag ik u vragen om uw betoog af te ronden?
24.06 Tomas Roggeman (N-VA): Ik zal het kort houden, mevrouw de voorzitster.
Lees: Vlaanderen heeft zijn begroting op orde en mag hier alweer meer bijdragen. De meerderheid heeft geweigerd om die deur te sluiten. Ik leg ons amendement dus opnieuw ter stemming voor, om duidelijk te maken dat dergelijke nieuwe communautaire transfers niet de bedoeling zijn. Zolang die niet uitgesloten worden, zullen wij deze tekst niet steunen.
24.07 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, ik wil in eerste instantie de indiener van het voorstel, de heer Vandenbroucke, bedanken omdat hij dit voorstel in onze commissie indiende. Het voorstel gaat over een manier waarop we van de meest ecologische vervoerskeuze een meer logische keuze kunnen maken. Onze mobiliteit is immers een heel belangrijke hefboom om onze klimaatdoelstellingen te bereiken.
Om deze doelstellingen te bereiken kunnen we bijvoorbeeld investeren in collectieve vormen van vervoer, zoals de trein, de tram, de bus of de metro. In de steden kunnen we deze collectieve vervoersvormen daarenboven aantrekkelijker maken door het aanbod te verhogen en betaalbaar te houden, maar ook door het comfort voor de reiziger te vergroten.
Wat hier vandaag voorligt, is een geïntegreerd ticket, waarmee men veel gemakkelijker de overstap kan maken tussen verschillende openbare vervoersmodi. In het buitenland zien we mooie voorbeelden daarvan. Die tonen aan dat dit werkt. Zo’n ticket maakt van de meer ecologische keuze ook een meer logische keuze. Ook in eigen land zien we voorbeelden die werken. Kijk maar naar de Brupass, waarmee binnen een straal rond Brussel makkelijk overgestapt kan worden tussen verschillende vervoersmodi. In de nieuwe beheersovereenkomst wordt trouwens gevraagd om te kijken naar tariefintegratie om het gebruik van het openbaar vervoer te vergemakkelijken voor de reizigers.
Deze resolutie zet daarom volgens ons een stap in de juiste richting. De indieners vragen een onderzoek om te kijken op welke manier dit ingevoerd kan worden. Dat is meteen ook de reden waarom onze fractie dit voorstel zal steunen.
24.08 Chanelle Bonaventure (PS): Madame la présidente, mesdames et messieurs, chers collègues, nous le savons, augmenter la part modale du train, faire en sorte que plus de monde choisisse le train pour se déplacer, et de manière générale les transports en commun, nécessite que nous rendions ces modes de transport plus attrayants, plus accessibles. Le potentiel des transports en commun est grand. Nous en conviendrons tous.
C'est en vue d'assouvir ce potentiel que le gouvernement a, d'une part, fixé un objectif de 15 % de part modale du train pour le transport de personnes d'ici 2040 et, d'autre part, engagé les contrats de gestion de la SNCB et d'Infrabel qui augmenteront le nombre de trains en circulation sur le réseau, amélioreront la ponctualité et les correspondances et renforceront l'accessibilité de nos gares. Les défis sont donc importants. Si de grandes avancées ont déjà été réalisées pour les années à venir, il ne faut pas oublier qu'il reste du chemin à parcourir et de nombreux écueils à surmonter, en matière de tarifs notamment.
Pour inciter les voyageurs actuels à continuer de recourir au train et pour en attirer de nouveaux, il est primordial de favoriser une grille tarifaire avantageuse; ceci relève pleinement du rôle social de service public que doit assumer le rail dans notre pays.
Il est également fondamental de renforcer les liens entre les différentes formes de transport en commun. Aujourd'hui de nombreux déplacements ne peuvent être réalisés en utilisant un seul mode de transport, que ce soit le train, le bus, le métro ou le tram. Pensons à une personne qui habite à une certaine distance d'une gare; celle-ci devra d'abord prendre un bus pour se rendre à la gare et, après avoir pris le train, elle pourrait encore avoir à prendre un autre bus ou un tram avant d'arriver enfin à sa destination. Au total, cette personne serait contrainte de s'acquitter de trois billets différents. Je pense ici aux étudiants qui se rendent de leur domicile à leur kot ou à leur lieu d'enseignement, aux travailleurs qui se rendent au travail ou aux aînés pour qui les transports en commun sont parfois essentiels à la mobilité. Faire face à ce type de situation est très courant dans notre pays et présente néanmoins un certain nombre de contraintes: complexité des systèmes de billetterie, pas de tarif préférentiel, difficulté à organiser son voyage, multiplication des titres de transport – autant de points qui ont été épinglés récemment par l'ONG Greenpeace.
Si des projets sont à venir pour le rail et prévoient de faire de nombreuses gares de véritables plateformes multimodales entre les différents modes de transport, il nous revient d'agir pour faciliter l'usage du train et d'autres transports en commun pour un même déplacement. Des avancées doivent donc être réalisées.
La proposition qui nous concerne aujourd'hui vise à mettre en place un billet intégré à tarif unique; elle constitue clairement un pas en avant. Un tel outil permettrait non seulement de rendre l'usage des transports en commun plus attractif d'un point de vue financier – nous y appelons avec conviction – mais également d'un point de vue pratique. Un trajet, des correspondances mais un seul billet, cela signifie une mobilité plus intégrée et tend à favoriser une plus grande synergie entre les moyens de transport en commun en Belgique.
Il s'agit donc d'une mesure avantageuse du point de vue du climat et de la justice sociale. Si un tel billet existe aujourd'hui en Région bruxelloise et dans certaines villes, nous souhaitons qu'une mesure similaire s'applique à l'ensemble du pays à un prix avantageux. L'exemple allemand d'un abonnement bus-tram-métro-train à moins de 50 euros par mois, lancé début avril, ainsi que celui de l'Autriche, montrent que c'est possible et efficace. C'est pourquoi nous soutenons cette excellente proposition de résolution de nos collègues de Vooruit et appelons à l'adoption de ce texte par notre Assemblée, comme il fut approuvé en commission de la Mobilité.
24.09 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, ik stel mij, zoals gezegd, toch wel wat vragen bij het verdere verloop inzake het verslag en hoe dat moet worden opgelost, maar in afwachting daarvan zal ik al mijn betoog houden.
24.10 Kim Buyst, rapporteur: Mijnheer Troosters, wij hebben het even nagekeken. De aangenomen tekst is correct. Ik zal even ingaan op uw opmerkingen. Bij verzoek 3 werd amendement 7 eenparig aangenomen. Dat staat er eigenlijk twee keer in. Amendement 6 zou dus amendement 7 moeten worden en hetgeen daarboven staat, moet worden geschrapt uit het verslag. Dat klopt toch?
24.11 Frank Troosters (VB): Ja, maar ik stel mij de vraag of het voorstel dan terug naar de commissie moet. Wij kunnen een fout verslag toch niet gewoon mondeling aanpassen? Dat is toch heel essentieel voor de werking van het Parlement? Waarvoor dient een verslag dan eigenlijk nog? Moeten wij in het vervolg dan nog een verslag maken, als het toch gewoon fout kan zijn en wij er daarna wel wat van maken?
De voorzitster: De aangenomen tekst is juist. Het is een materiële fout.
24.12 Frank Troosters (VB): Het is inhoudelijk echt wel serieus fout. De aangenomen tekst speelt eigenlijk geen rol. Als wij in de toekomst alleen maar met een aangenomen tekst gaan werken, dan mag het verslag eruit. Dan moet er nooit meer een verslaggever worden aangeduid en dan kunnen wij dat gedeelte van het verhaal gewoon schrappen, ofwel is er een verslaggever en is het verslag juist, zodat wij op de juiste basis het debat kunnen aangaan. Als wat in het verslag staat echter geen rol speelt, dan hoeven wij het niet meer te maken. Dat is vrij essentieel voor de werking van het Huis.
De voorzitster: Het is een materiële fout en er zal een nieuw verslag worden gepubliceerd.
(…): (…)
De voorzitster: Neen, in het verslag van deze vergadering zal onze bespreking staan en er zal een nieuw verslag worden gepubliceerd waarin de materiële fout wordt rechtgezet.
24.13 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la présidente, il s'agit effectivement d'une erreur matérielle – qui vient d'être expliquée par Mme Buyst – qui a échappé aux membres de la commission. Nous recevons l'épreuve et je ne pense pas qu'il y ait de correction avant la séance plénière.
Le secrétariat et le personnel travaillent à flux tendu. Ils doivent aller dans plusieurs commissions et ont vraiment beaucoup de travail. Je pense que l'erreur est humaine et elle a été détectée.
Merci de l’avoir signalé, mais il s'agit simplement d'apporter une correction technique, il n'y a pas lieu d'avoir d'autres développements à ce sujet.
24.14 Frank Troosters (VB): Ik hoor wat u zegt en ik neem dat aan. Ik ben het er helemaal mee eens dat het moeilijk werken is voor de mensen van het secretariaat en dat zij hard en goed werken. Het is echter wel aan de verslaggeefster om het verslag na te lezen, wat ze blijkbaar niet heeft gedaan, en dat hier correct te brengen. Ik vind het zelfs geen materiële fout, maar een serieuze inhoudelijke, technische fout.
Men zegt dan dat men dit achteraf in een rapport zal rechtzetten. We gaan hierover dus gewoon stemmen. Het maakt niet uit wat er in het verslag staat. Het kan toch onmogelijk te bedoeling zijn om op die manier in het Parlement te werken?
De voorzitster: Wenst u uw interventie voort te zetten?
24.15 Frank Troosters (VB): Wat gaat u doen als voorzitster? Gaat dit terug naar de commissie?
De voorzitster: Neen, dit gaat, met de materiële fout, niet terug naar de commissie. Iedereen weet nu dat er een materiële fout is gemaakt.
24.16 Frank Troosters (VB): Ik zal mijn uiteenzetting voortzetten, maar ik heb mijn bedenkingen over wat hier nu gebeurt. Ik verwacht van een verslaggeefster degelijker werk dan dit. Er is zelfs geen werk gebeurd.
Wij zijn dit voorstel van resolutie wel genegen, vooral omdat het gaat om een verzoek om een onderzoek te doen. Als men vrij of open van geest is, kan men niets hebben tegen het feit dat iets wordt onderzocht. Iets onderzoeken kan nooit fout zijn, maar het is dan wel te zien wat daarna met het resultaat van dat onderzoek gebeurt of wat de gevolgen daarvan zijn. Wij hebben met een onderzoek op zich dus geen enkel probleem.
Wat wordt er onderzocht? Een prijsaspect, namelijk een goedkoop ticket. Men kan onderzoeken wat goedkoop, duur of heel duur is. Moet dat helemaal gratis zijn? Dat maakt voor mij allemaal deel uit van het onderzoek. Er is ook het gebruiksgemak, het gebruikscomfort en de tarificatie ervan. Wat neemt men daarin op en wat niet? Wat zijn de gevolgen? Dat maakt allemaal deel uit van een onderzoek en dat is op zich prima.
Wij zagen een prachtig voorbeeld in Duitsland met het ticket van 9 euro, waaruit we veel kunnen leren. We hebben het daar in de commissie al over gehad. Wat we daaruit leren, is vooral dat het werkt. Daarover zijn we het denk ik wel eens. In Duitsland is dat bewezen. Heel veel mensen werden daar van de auto naar de trein geleid.
Ik heb in de commissie wel mijn bedenking geuit over het doel, het effect op de CO2-emissie. Men kan natuurlijk de impact van de CO2-emissie uitrekenen afhankelijk van hoeveel mensen van de weg worden gehouden. Daarover bestaan echter ook andere rapporten, omdat de wegcapaciteit die wegvalt meteen wordt ingevuld. Het hangt ervan af hoe men dat bekijkt. Daarover zijn toch vragen te stellen.
Alleszins heeft de situatie in Duitsland ook geleerd dat er zeer negatieve effecten zijn, als het spoorsysteem en de infrastructuur daarvoor niet klaar zijn. De stiptheid is daar enorm gedaald. Wij hebben ook de getuigenis gehoord van de heer Lutz uit Duitsland.
Ik verwijs ook naar de uiteenzetting daarover in de commissie van mevrouw Dutordoir van de NMBS. Zij gaf aan niet per se voorstander te zijn van zo’n systeem, omdat ze zich vragen stelt bij de haalbaarheid. Die haalbaarheid is natuurlijk een grote zorg van ons. Ik zeg niet dat wij er per se tegen moeten zijn, ik wil het rapport afwachten, maar de haalbaarheid is natuurlijk wel essentieel. Wij weten in welke situatie de NMBS vandaag zit. Wij kennen de situatie van het spoor, op het vlak van infrastructuur, rollend materieel en personeel.
Dat is natuurlijk wel een absolute voorwaarde. Een onderzoek is goed, maar als het gaat over de invoering, dan willen wij eerst afwachten wat er in de rapporten staat en de zaken dan goed bespreken. De druk op de organisatie van de NMBS – de CEO noemde dat de stretch – is reeds enorm hoog en moet eerst onder controle zijn. Dat is een absolute waarschuwing die ik meegeef.
Ik ga ook niet akkoord met de adviezen van de NMBS. Dat wil ik ook nog even aanhalen. "De door de gebruiker betaalde prijs speelt slechts een ondergeschikte rol bij het aantrekken van nieuwe klanten." Het voorbeeld in Duitsland heeft bewezen dat dit absoluut wel zo is. "Het maakt voor de klant echter niet uit of het om geïntegreerde dan wel afzonderlijke tickets gaat." In Duitsland wordt aangetoond dat hetgeen de NMBS zegt, niet juist is. De MIVB zegt over het prijsaspect zelfs volledig het tegenovergestelde van de NMBS. Wij hebben hier dus kritische bedenkingen bij.
Ik kom nog terug op mijn amendementen, die ik vandaag ook terug indien. Ik vind het zeer jammer dat die weggestemd werden in de commissie. Ik hoop dat het vandaag anders zal zijn. Het eerste amendement gaat over de titel, over hetgeen gesuggereerd wordt. Dat werd door de indiener triviaal genoemd. Ik stel echter wel vast dat er in de media gecommuniceerd werd over de invoering ervan, terwijl er eigenlijk alleen maar een onderzoek is. Dat heeft toch wel voor verwarring gezorgd. Zo triviaal is het dus niet.
De parkings van de NMBS wil ik ook toevoegen. Dat is toch een wezenlijk onderdeel van het ultieme gebruiksgemak, zoals het genoemd werd door de indiener. Ik vraag om dat mee te nemen in het onderzoek. Ik zeg niet wat daarmee moet gebeuren. Ik loop daarop niet vooruit. Ik vraag gewoon om het mee te nemen in het onderzoek. Het is toch wel gemakkelijk als dat gekoppeld kan worden aan het ticket. Misschien vinden sommige mensen dat het gemakkelijk is om te moeten aanschuiven in een rij met 5 of 6 mensen, misschien nog in de regen, om een apart ticket te kopen. Dat staat dan haaks op het combiticket dat men wil aanbieden. Ik vind het onbegrijpelijk dat men wel citypassen en dergelijke wil onderzoeken, maar dat een parkingticket uit het onderzoek wordt gelaten. Ik heb daarover ook geen deftige uitleg gehoord.
Ik dien die amendementen zeker opnieuw in.
Mijn laatste amendement beoogt het rapport eerst te delen met de commissieleden of de parlementsleden. In het verleden is immers al vaker gebleken dat het delen van rapporten, studies en resultaten door de NMBS niet altijd vlot verloopt.
24.17 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Beste collega’s, de invoering van een eenheidsticket voor het openbaar vervoer is de logica zelve, tenzij u uit bent op de splitsing van ons land of op de privatisering van onze openbaarvervoersbedrijven. De PVDA is voorstander van een geïntegreerd ticket voor de trein, de tram, de metro en de bus. Waarom zouden we dat in godsnaam nog moeten onderzoeken? Er zijn voldoende goede voorbeelden. We gebruiken al allerlei combitickets zoals de Brupass, de dagtrips, bijvoorbeeld voor een bezoek aan Plopsaland, het is allemaal mogelijk. Er zijn ook geïntegreerde tickets voor trein, tram, bus en de toegang tot attractieparken of de dierentuin. Collega’s, u maakt zelf allemaal gebruik van het gratis openbaar vervoer, waarop u als parlementslid recht hebt. We vinden dat onderzoek een vertragingsmanoeuvre om dat eenheidsticket door te voeren. We hebben daarom een amendement ingediend om dit eenvoudig uit te voeren zonder onderzoek. We vinden dit te vrijblijvend. We hebben al zo veel resoluties over van alles en nog wat ingediend. Laten we het daarom gewoon uitvoeren. Daarnaast willen we dat het eenheidsticket ook gratis toegang geeft tot NMBS-parkings.
24.18 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Dit is een belangrijk discussiepunt. Wat is dat toch in België met al die verschillende tickets voor het openbaar vervoer? Men raakt er niet meer aan uit. Een vriend van mij legde me gisteren uit dat hij om van Luik naar de Belgische kust te gaan eerst een bus van de TEC moet nemen waarvoor hij een ticket van 2,10 euro moet kopen. Vervolgens moet hij de trein van Luik-Guillemins naar Oostende nemen en dat ticket kost 23,80. Eenmaal aangekomen in Oostende neemt hij de kusttram van De Lijn om naar de zee te gaan en daar moet hij 2,50 euro voor afdokken. Collega’s, waar zijn we mee bezig in België? Een trip naar de zee kost dus 28,40 euro, en dan is men nog niet terug thuis! Dat is dus maal twee, namelijk meer dan 56 euro. Dat kan toch niet in België? Dan heeft de betrokkene zes tickets nodig.
Collega’s, kan het in België niet wat eenvoudiger en goedkoper? Dat is de vraag.
24.19 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer Hedebouw, dat kan als iedereen de voorliggende resolutie goedkeurt.
Collega’s, ik dank de fracties, in het bijzonder mevrouw Bonaventure, die het voorstel mee heeft ondertekend en mee erkent dat er absoluut nood is aan een betaalbaar en eenvoudig ticket, waarmee mensen overal in België onbeperkt bus, tram, trein en metro kunnen combineren.
De fracties staan daarin niet alleen. Ook TreinTramBus is voorstander. Coalition Climat is voorstander. De BBL is voorstander. De Gezinsbond is voorstander. Het betreft inderdaad een no-brainer.
In een klein land als het onze, met een dicht spoorwegnet, dichter dan waar ook in Europa, een land dat kreunt onder de files, zou men verwachten dat de mensen er massaal voor kiezen zo vaak mogelijk het openbaar vervoer te gebruiken. Dat doen zij echter niet. Zij doen dat wel voor het woon-werkverkeer als zij een abonnement krijgen dat volledig of minstens gedeeltelijk wordt terugbetaald. Echter, voor onze vrijetijdsverplaatsingen – wij verplaatsen ons vaker in onze vrije tijd dan voor het woon-werkverkeer – laten wij het openbaar vervoer links liggen. In de daluren rijden de treinen quasi leeg rond. Ook mevrouw Dutordoir heeft dat al meer dan eens aangegeven in de commissie. Er is dus een enorm potentieel aan verplaatsingen die wij zouden kunnen verduurzamen, indien wij mensen ertoe kunnen aanzetten vaker het openbaar vervoer te gebruiken.
Uiteraard moet er daartoe voldoende aanbod zijn. Dat aanbod moet ook stipt en comfortabel zijn. Bovenal moet het echter ook betaalbaar zijn. Collega’s, dat is het absoluut niet. Greenpeace heeft een paar weken geleden een studie uitgebracht over de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van het openbaar vervoer in dertig landen. België scoort daarop een povere 29 op 100. Er wordt expliciet verwezen naar wat de heer Hedebouw illustreerde, namelijk dat het inderdaad noodzakelijk is soms tickets te kunnen combineren van verschillende openbaarvervoermaatschappijen. Wie bijvoorbeeld geen auto heeft en zich in alle vrijheid met de trein overal in het land en eender wanneer wil verplaatsen, moet daarvoor 5.672 euro betalen. Collega Roggeman, ik weet niet wat u verstaat onder betaalbaar openbaar vervoer, maar 5.672 euro enkel en alleen al voor een netabonnement voor de trein is waanzinnig duur.
Niet toevallig wordt in die studie verwezen naar Oostenrijk en Duitsland die veel beter scoren. In Oostenrijk kan men voor 3 euro per dag overal onbeperkt het openbaar vervoer gebruiken en in Duitsland kan men voor 49 euro per maand overal het openbaar vervoer gebruiken, uitgezonderd de langeafstandstreinen. Dat zijn de voorbeelden die we moeten volgen. Dat zijn formules die daar een groot succes kennen. Het is absoluut noodzakelijk om dat te doen.
Collega Vindevoghel, het zou fantastisch zijn mochten we hier met een resolutie of een wet zo’n combiticket kunnen invoeren. Alleen kunnen we dat niet. Of men daar voorstander van is of niet, hierbij zijn gewestelijke vervoersmaatschappijen betrokken. Wij hebben daarin geen enkele bevoegdheid. Dat is een gewestelijke bevoegdheid, dus er moet worden overlegd tussen de gewestministers en de federale ministers, tussen de gewestelijke openbaarvervoermaatschappijen en de NMBS.
Dat is de reden waarom ik in mijn resolutie aan de federale minister vraag om samen met zijn collega’s dat onderzoek te voeren. Ik had het ook liever meteen ingevoerd, maar dat gaat dus niet. Mocht het hier unaniem kunnen worden gedragen, dan zou dat wel een belangrijk signaal zijn. Ik vind het jammer dat de N-VA, bij monde van collega Roggeman, een karikatuur maakt van dit voorstel en het samenvat als een pleidooi voor prijsdalingen. Neen, het is een pleidooi voor een nieuwe formule, een formule die hier niet bestaat, maar die in andere Europese landen wel bestaat en daar haar succes heeft bewezen. Het is een pleidooi om daarnaar een onderzoek uit te voeren en na te gaan hoe dat hier kan worden ingevoerd.
U verwijst heel expliciet naar de passage van Ben Weyts in Vlaanderen als minister van Mobiliteit. Ben Weyts heeft toen inderdaad zwaar bespaard op het aanbod en de tickets duurder gemaakt, met als gevolg dat De Lijn massaal reizigers heeft verloren, dat het aandeel van het openbaar vervoer in de verplaatsingen in Vlaanderen is gedaald en dat de tevredenheid van de reizigers over het aanbod op een dieptepunt is aanbeland. Als dat het te volgen voorbeeld is, dan laat ik dat voor uw rekening. Ik zou graag het omgekeerde willen bewerkstelligen en ik dank de collega’s die dit willen steunen. Ik denk dat dit een belangrijke stap in de goede richting zou zijn als zoveel mogelijk fracties hier daarvoor zouden willen gaan, zoals men in Oostenrijk en Duitsland doet. Laat ons ervoor zorgen dat de Belgen in de toekomst hun verplaatsingen met het openbaar vervoer met een eenvoudig en betaalbaar ticket kunnen doen.
24.20 Tomas Roggeman (N-VA): Ik vind het interessant, mijnheer Vandenbroucke, dat u voorbeelden geeft van landen waar de spoordienst goedkoper is, met name Oostenrijk en Duitsland.
Laten we eerlijk zijn: de organisatie van het spoorvervoer is daar op een heel andere leest geschoeid dan hier. Daar heeft men immers een veel kleiner netwerk met veel minder stations, een kleiner aanbod met veel minder spoorlijnen, veel minder dienstverlening en veel minder toeters en bellen. Dat is een keuze.
Als men echter een spooronderneming wil met alles erop en eraan, is het ook logisch dat daar een prijskaartje aan vasthangt. Het is ook logisch dat dat geld ergens vandaan komt en het is niet onlogisch dat de reiziger die al die dienstverlening geniet, daaraan een stukje bijdraagt in de vorm van een ticket.
Wees gewoon consequent. Als u het maximale wilt, wees dan ook eerlijk over het kostenplaatje. Als u hier zegt dat u een Ferrari wil voor de prijs van een Dacia, houdt u uzelf voor de gek en de belastingbetaler des te meer.
24.21 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Daar is de karikatuur weer, mijnheer Roggeman. Met onderhavig voorstel van resolutie vragen we de gewesten en de federale overheid met hun respectieve openbare vervoersmaatschappijen te onderzoeken hoe zo’n combiticket kan worden ingevoerd.
Zo’n onderzoek gaat uiteraard ook over het aanbod, de randvoorwaarden en de kostprijs. Dan moet er een politieke beslissing komen op basis van een studie die aangeeft of zo’n ticket de moeite is of niet.
Ik ben er diep van overtuigd dat, als men de mensen een eenvoudiger en betaalbaarder alternatief geeft dan de tarieven van vandaag, veel meer mensen bereid zullen zijn om de overstap te maken. Er zijn mijns inziens ook grote maatschappelijke baten mee gemoeid, waarover u niet gesproken hebt, zoals minder filedruk, minder tijdsverlies, minder uitstoot, mogelijk meer inkomsten voor de openbare vervoersmaatschappijen. Dat is immers allemaal niet uitgesloten.
Ik sta open voor alle suggesties. U stemt echter zelfs tegen een voorstel van resolutie dat vraagt om een onderzoek. Wees dan gewoon eerlijk en zeg dan dat het u niet interesseert om van het openbaar vervoer een betaalbaar alternatief te maken! Dat is ook gebleken gedurende de periode waarin we een N-VA-minister van Mobiliteit hadden in Vlaanderen die het openbaar vervoer fors duurder gemaakt heeft. Hij heeft massaal in het aanbod geschrapt en zwaar bespaard. Het resultaat is dat minder mensen in Vlaanderen bereid zijn om de bus en tram te nemen. De tevredenheid is daarenboven gekelderd en De Lijn zit in slechte financiële papieren.
Als dat het voorbeeld is, dan laat ik dat voor uw rekening, dat is het niet voor mij. Onze ambitie ligt hoger en ik ben blij dat heel wat andere fracties die ambitie ondersteunen.
24.22 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer Vandenbroucke, eerst en vooral, u verwijst graag naar Vlaanderen en De Lijn, waar de dienstverlening inderdaad voor verbetering vatbaar is, dat zal ik niet betwisten. Men deed er de laatste tien jaar echter wel zijn best om met behulp van moeilijke, maar gegronde en gefundeerde keuzes de situatie recht te trekken. Dat het beter kan, klopt absoluut. Waar het nog veel beter kan en waar men nadrukkelijk weigert om die situatie ten gronde te bekijken, dat is in Wallonië, waar het verlies van de TEC voor nog veel minder dienstverlening het drievoudige bedraagt. Dan zie je dat daar een grote discrepantie is.
Wat uw voorstel zegt, wat het Brussels Gewest adviseert en wat u nadrukkelijk weigert tegen te spreken, is dat u de deur openzet voor een nieuwe financiële transfer en voor financiële herverdeling tussen de vervoersbedrijven, specifiek door middel van een geïntegreerd vervoersticket. Dat is de essentie van ons voorstel van amendement dat u hiervoor heeft weggestemd en waarover ik in de loop van dit debat nog geen enkele indicatie heb gekregen dat u het tegendeel zou doen.
Verder hoor ik u zeggen dat we naar aanleiding van dit voorstel niet enkel het ticket en de integratie daarvan moeten bekijken, maar ook de dienstverlening ten gronde. Van mij mag alles onderzocht worden, geen enkel probleem. Ik hoor u spreken over een onderzoek, ook voor de inrichting van de dienst. Prima, maar laat nu toevallig de NMBS de afgelopen weken haar dienstverlening voor de komende tien jaar vastgelegd hebben. U mag onderzoeken wat u wil, maar in dit stadium gaat daar niets aan veranderen. Als u zegt dat u het ticket zult veranderen en dat de dienst mee kan evolueren, dan is dat gewoon niet het geval. De beslissing is genomen, de dienst is afgeklopt en de budgettaire contouren zijn eveneens afgeklopt door de regering, dus houd daarmee alstublieft niemand voor de gek.
24.23 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Collega Roggeman, de regionale vervoersmaatschappijen zijn onze zorg niet. Ik ben gewoon verbijsterd dat u zelfs geen resolutie kunt steunen waarin wordt gevraagd om te onderzoeken hoe zo’n combiticket kan worden ingevoerd. Met andere woorden, wat de N-VA betreft niets aan de hand, geen probleem dat ons land kreunt onder de files, geen probleem dat de treinen blijkbaar leeg rondrijden in de daluren. Ik heb u nog geen voorstel horen doen. U maakt er nu graag een communautair verhaal van.
Wanneer we werken aan tariefintegratie en een combiticket, dan zijn daar vanzelfsprekend financiële stromen tussen openbaarvervoersmaatschappijen mee gemoeid. Ook dat is voorwerp van het onderzoek. Wij stellen voor dat het op zijn minst bekeken wordt. Door voor te stemmen, doet u iets constructiefs. U zou benieuwd kunnen zijn naar de voorwaarden waaronder de mensen in dit land mogelijk een goedkoop en eenvoudig ticket kan worden aangeboden, waarmee er een deftig alternatief is voor de wagen.
Om terug te keren naar de essentie van de zaak, in Het Laatste Nieuws werd een paar maanden geleden bijvoorbeeld voorgerekend dat een gezin van vier personen dat van Wilrijk naar de kust gaat, het traject Wilrijk-Oostende, hoe dan ook, in alle omstandigheden, minstens 40 % duurder uit is met het openbaar vervoer dan met de wagen, zelfs met prijzen van 2 euro per liter aan de pomp, inclusief de aankoop, de afschrijving, het onderhoud en de parkeerplaats. Dat is toch complete waanzin?
Als u daarin helemaal niet wilt meegaan, dan is dat uw visie, maar ik begrijp niet waarom u zelfs tegen het onderzoeken van de mogelijkheid van een combiticket naar buitenlands voorbeeld kunt stemmen. Wanneer er resultaten zijn, kunnen we daarover mogelijk een andere visie hebben, bijvoorbeeld wat betreft de randvoorwaarden, de kostprijs of de financiële stromen tussen openbaarvervoersmaatschappijen. Als u echter zelfs tegen een onderzoek stemt, dan kunt u beter toegeven dat u helemaal geen visie hebt of dat het u gewoonweg niet interesseert om het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken voor zoveel mogelijk mensen.
24.24 Frank Troosters (VB): Mijnheer Vandenbroucke, uw discours verbaast mij heel erg. Ik vraag namelijk om de parkings mee te nemen in het onderzoek, want ook die zijn essentieel, maar u draait dat om. U argumenteert net tegen de heer Roggeman met de vraag wat hij tegen een onderzoek kan hebben. Geldt dat voor u dan niet evenzeer voor de vraag inzake de parkings? Ik kan helemaal niet meer volgen. U zegt het ene moment iets en het volgende moment zegt u iets dat daar geheel haaks op staat.
24.25 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer Vandenbroucke, ik vind het jammer dat u ons standpunt ten kwade probeert te framen als zijnde tegen openbaar vervoer. Het tegendeel is vanzelfsprekend waar, wij zijn voor een modal shift naar het openbaar vervoer. Ik ben zelfs voorstander van een geïntegreerd vervoersbewijs, dus au fond steun ik de achterliggende doelstelling van uw resolutie. Met de vorm waarin u het voorstelt, creëert u echter onbedoelde neveneffecten die inderdaad van communautaire aard zijn.
Het probleem is eenvoudig op te lossen: zeg hier dat u dergelijke neveneffecten wil uitsluiten, dat u niet de bedoeling hebt om die communautaire neveneffecten te verwezenlijken. Keur ons amendement goed en dan zullen wij met zeer veel enthousiasme en van ganser harte uw voorstel steunen.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
*
* * * *
Amendements
déposés:
Ingediende
amendementen:
Demande/Verzoek 1
• 12 – Maria Vindevoghel (2881/9)
• 9 – Frank Troosters cs (2881/9)
• 13 – Tomas Roggeman cs
(2881/9)
Demande/Verzoek 4(n)
• 11 – Frank Troosters cs (2881/9)
Intitulé/Opschrift
• 10 – Frank Troosters cs
(2881/9)
* * *
* *
Les amendements sont réservés.
De
amendementen worden aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur
l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Cécile Cornet, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
25.01 Hans Verreyt (VB): Iedere verdere digitalisering van informatie-uitwisseling in de strijd tegen illegale arbeid en sociale fraude is toe te juichen. Ook de aanpassingen aan de realiteit van 2023 zijn toe te juichen. We moeten de sociale-inspectiediensten op alle mogelijke manieren ondersteunen, want enkel als we ook de sociale misbruiken aanpakken, kunnen we onze sociale zekerheid sociaal houden. Enkel als we ook de sociale misbruiken op een efficiënte manier aanpakken, kunnen we onze sociale zekerheid betaalbaar houden.
Als we met dit wetsontwerp kunnen zorgen voor een betere samenwerking tussen de verschillende instanties en diensten, een betere opvolging en hopelijk ook een snellere afhandeling van de dossiers sociale fraude en illegale arbeid, zetten we stappen in de goede richting. Hierbij mag het natuurlijk ook niet stoppen. Ook een intensievere samenwerking met de gewestelijke sociale-inspectiediensten en de overige partners in de strijd tegen sociale fraude en dus voor een nog betere gegevensuitwisseling met hen blijft een noodzaak.
Een nog grotere integratie is dus noodzakelijk. Ook het nuttig inzetten van de vrijgekomen middelen en mensen voor nog meer inspecties moet een uitgangspunt zijn. Er ligt immers nog werk op de plank. De SIOD wijst er ons regelmatig op, maar dit wetsontwerp is voor het Vlaams Belang een stap in de goede richting, een stap die mee door mijn fractie zal worden gezet.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3259/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3259/3)
Le projet de loi compte 38 articles.
Het
wetsontwerp telt 38 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 38 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 38 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Kathleen Verhelst.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(2335/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2335/4)
La discussion est
ouverte.
De bespreking is geopend.
De rapporteur, mevrouw Dierick, verwijst naar het schriftelijk verslag.
26.01 Erik Gilissen (VB): Door de mogelijkheden die geboden worden om pakjes gratis te retourneren, worden te veel pakjes na een onlineaankoop teruggestuurd. Met dit voorstel van resolutie wil men die problematiek verhelpen. Heel wat consumenten maken namelijk veelvuldig gebruik van de mogelijkheid tot retournering, vooral voor kleding en modeartikelen. Er wordt gesteld dat het retourneren een aanzienlijke impact op het milieu heeft. We moeten ons echter de vraag stellen of andere systemen minder impact zouden hebben.
We kennen allemaal de bestelwagens van diverse bedrijven die rondrijden om de pakjes te bezorgen. Stel u voor dat alle eigenaars van die pakjes zelf in de auto zouden springen om naar de winkel te rijden. Wat zou de impact daarvan zijn? Die zou vele malen groter zijn.
De argumenten betreffende de aanzienlijke milieu-impact van de onlineaankopen verdienen dan ook enige nuancering. Ook bij fysieke winkels is er natuurlijk een milieu-impact van het verpakkingsmateriaal, de leveringen en de goederen. Het bouwen, verwarmen en onderhouden van de winkels heeft ook allemaal een impact. Wanneer een klant iets naar een fysieke winkel wil retourneren, dan moet die ook terug naar die winkel rijden. Men wil de milieu-impact verminderen, maar het terugdringen van de onlineaankopen door het retourrecht te ondermijnen, zou wel eens net het tegenovergestelde effect kunnen hebben.
Er is in dit voorstel sprake van centrale drop-off- en pick-uppunten voor onlineaankopen. Dat kan wel een aantal voordelen hebben, op voorwaarde dat die punten zich in de nabijheid van de consument bevinden. Kleine pakjes kan men dan te voet of met de fiets afhalen, op het moment dat het past. Ik merk op dat een aantal pakjesdiensten al vergelijkbare diensten aanbieden, maar niet iedereen kan zich even gemakkelijk naar een drop-off- of pick-uppunt begeven.
Ook voor grotere pakjes geniet de levering aan huis toch de voorkeur voor heel wat mensen. Die keuze moet uiteindelijk bij de consument zelf liggen, net zoals bedrijven zelf moeten kunnen bepalen welk retourbeleid zij willen voeren. Het gratis retourneren waarover het hier gaat, is uiteraard niet gratis. Daar zijn wel degelijk kosten aan verbonden die uiteindelijk op een of andere manier worden doorgerekend aan de consument.
Wat kleding betreft, is er wel het probleem dat sommige mensen kleding kopen om ze eenmaal te dragen en dan te retourneren. De koper moet een kledingstuk kunnen passen, en retourneren als het niet zou passen, maar het kan niet de bedoeling zijn dat men het kledingstuk effectief draagt en daarna pas retourneert. Een soort retourvignet kan hiervoor een uitkomst bieden. Enkel bij een retournering met een onbeschadigd vignet en in perfecte staat krijgt de consument dan zijn geld terug.
Het verbaast ons toch enigszins dat het voorstel van resolutie van de liberalen komt, die toch net voor de vrije handel zouden moeten zijn. Men zou dit voorstel eerder van de Groenfractie verwachten.
Ik wil nog even inpikken op enkele adviezen. Zowel voormalig staatssecretaris De Bleeker als de FOD Economie verwees naar de Fitness Check van de Europese Commissie betreffende de richtlijnen die betrekking hebben op de consumentenrechten. Het kan wat ons betreft niet de bedoeling zijn om consumentenrechten en consumentenbescherming overboord te gooien. De klant moet ook steeds het recht hebben om bijvoorbeeld beschadigde goederen kosteloos te retourneren. Professor Els Breugelmans van de KU Leuven stelde in haar advies ook dat een verbod op retourneren geen goed idee is en Testaankoop stelde dat het beschermde herroepingsrecht cruciaal is.
Er zitten dus enkele zaken in die wij kunnen steunen. Een en ander wordt volgens ons echter bekeken door een dogmatische, groene bril, waarbij andere aspecten uit het oog worden verloren. In de commissie hebben wij ons daarom onthouden en de Vlaams Belangfractie zal zich straks bij de stemming in de plenaire vergadering opnieuw onthouden.
26.02 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, de Belgen kochten nog nooit zoveel pakjes online. Sinds de coronaperiode kiezen alsmaar meer consumenten voor onlineshoppen. Ook handelaars blijven niet achter en springen mee op de kar van de onlineverkoop.
E-commerce biedt heel wat voordelen, zowel voor de handelaars als voor de consumenten. Met slechts enkele muisklikken kan een bijna onbegrensd assortiment van producten en diensten aan huis geleverd worden. Dat is dus zeer verleidelijk.
Maar er is ook de andere kant van de medaille. De explosieve groei van onlineaankopen zorgt voor grote logistieke stromen, die toch wel een aantal problemen met zich meebrengen, zoals de gefragmenteerde leveringen, halfgevulde bestelwagens, vruchteloze leveringspogingen en het grote aantal retourzendingen. Negatieve externe effecten zoals wegcongestie, verkeersonveiligheid en aantasting van de luchtkwaliteit, worden hierdoor mogelijk ook versterkt. Dat alles zorgt voor een ecologische en maatschappelijke voetafdruk.
Het is de hoogste tijd dat wij inzetten op de verduurzaming van e-commerce. Dat is een heel grote uitdaging, die we alleen succesvol kunnen volbrengen, als iedereen zijn steentje bijdraagt, zowel de consument als de handelaar als de overheid.
Collega Verhelst geeft hier alvast een eerste voorzet met haar voorstel van resolutie. Wij hebben hierop een aantal amendementen ingediend, met bijkomende verzoeken om de sector van de e-commerce te verduurzamen en om elke speler in e-commerce bewuster te maken. Zo is de consument zich niet altijd bewust van de negatieve effecten van retourzendingen en vruchteloze leveringen. Wij stellen dan ook voor dat er een webtool wordt ondersteund die visueel aan de consument duidelijk maakt wat de duurzaamste leverings- en retourkeuze is. Zo kan de consument een bewuste keuze maken.
Niet alleen consumenten moeten gesensibiliseerd worden. Wij willen ook bedrijven stimuleren om in te zetten op de verduurzaming van het transport voor thuisleveringen, door in te zetten op de optimalisatie van leveringen en maximaal te werken met afhaalpunten en inzamelpunten.
Ten slotte hebben wij ook nog een amendement ingediend om de problematiek aan te pakken van goederen die na retour niet meer worden verkocht, maar door bedrijven worden vernietigd. Dat probleem moet volgens ons op het Europese niveau aangepakt worden. Daarom vragen wij om op het Europese niveau te pleiten voor een onderzoek naar manieren om vernietigingen te voorkomen en voor een duurzamere afhandeling.
Collega Verhelst, ik dank u voor het initiatief. Collega’s, ik dank u voor de constructieve houding. Wij zullen het met onze amendementen aangepaste voorstel van resolutie steunen.
26.03 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous avons demandé l’avis de Testachats concernant cette résolution. L’organisation de défense des consommateurs s’est montrée très critique concernant ce texte, c’est le moins que l’on puisse dire. En effet, ces propositions qui concernent l’e-commerce se limitent au retour des marchandises renvoyées par les consommateurs. Cette limitation est trop restrictive et donc inefficace, selon Testachats, mais elle se limite aussi à responsabiliser les consommateurs sans rien attendre des géants de l’e-commerce. À aucun moment, les enjeux liés à la qualité de la production ou à la durabilité des livraisons ne sont évoqués dans ce texte. On veut faire peser toute la responsabilité de la durabilité du commerce électronique sur les consommateurs plutôt que de demander plus d’engagement de la part des producteurs, des commerçants ou des entreprises de livraison.
Testachats estime qu’il y a de meilleures alternatives pour aller vers plus de durabilité dans le commerce électronique. Il faudrait notamment améliorer la durabilité du dernier kilomètre ou fixer des normes aux entreprises, par exemple, un pourcentage de la flotte d’une entreprise qui doit rouler à l’électricité ou l’obligation d’effectuer les livraisons à vélo dans les villes. On ne traite que des retours dans ce texte et pas des livraisons qui sont pourtant, par définition, beaucoup plus nombreuses. C’est donc clairement une occasion manquée. Nous pourrions aussi exiger des producteurs de fabriquer des biens plus durables en allongeant la durée de la garantie légale, par exemple. Encore une fois, pas un seul mot à ce sujet! Les produits seraient de meilleure qualité et on diminuerait de cette façon les retours.
Une garantie minimum légale de trois ans, voire plus pour les appareils plus chers, existe déjà dans plusieurs pays européens. On devrait s’en inspirer. C’est une proposition que j’ai déjà faite par amendement mais la majorité l’a refusée. Apparemment, la durabilité vous intéresse moins quand il s’agit de demander plus d’engagements aux entreprises et de protéger les consommateurs. Ce serait pourtant un excellent signal envoyé pour un commerce plus durable. Nous viendrons d’ailleurs très bientôt avec cette proposition.
Quant à la proposition de résolution de Mme Verhelst, nous ne la soutiendrons pas car ce texte véhicule simplement une idéologie libérale qui abandonne toute responsabilité collective et toute règle commune.
26.04 Kathleen Verhelst (Open Vld): Collega’s, het retaillandschap is de afgelopen jaren hertekend door de e-commerce. De manier waarop we kopen en verkopen is sterk veranderd en gedigitaliseerd. De coronapandemie heeft dit proces ook versneld. In 2020 hebben maar liefst 1,3 miljoen Belgen de e-commerce ontdekt. Dat is een opmerkelijk groot aantal, dat we nu vanop een afstand kunnen beschouwen. De e-commerce heeft de bijzondere duurzaamheid in zich. Veel logistieke ketens tussen verkoper en klant kunnen duurzamer zijn, waarmee onze ecologische voetafdruk verkleint.
Daarnaast zorgde de Europese wetgever destijds voor een lovenswaardig, sterk consumentrecht, waaronder ook het retourneringsrecht voor de e-commerce. Die forse evolutie van de e-commerce de afgelopen jaren noopt ons er ook toe de e-commerce en zijn huidige spelregels te evalueren. Het retourrecht werd de afgelopen jaren geïnstrumentaliseerd en door internetbedrijven gratis aangeboden aan de consumenten als een service. Het is in die mate ingeburgerd dat consumenten hun koopgedrag en leverancierskeuze afhankelijk maken van die dienstverlening. Misbruiken zijn dan natuurlijk niet veraf. Men bestelt kleding in meerdere maten of kleuren en stuurt vervolgens na het passen de overbodige kledij terug. De consument is creatief en haalt het pashokje naar huis. In de extreme gevallen worden kledingstukken zelfs gebruikt, gedragen en ongegeneerd teruggestuurd en dit zonder enige gevolgen voor de consument.
Deze wanpraktijken hebben nefaste gevolgen voor ons allemaal, bijvoorbeeld op mobiliteitsvlak. Zowel binnenwegen in steden en gemeenten als snelwegen beginnen op een mobiel magazijn te lijken, waardoor we allemaal vaker in de file staan. Ook op het vlak van klimaat en omgeving heeft deze praktijk nefaste gevolgen. Denk maar aan de stijging van de CO2-uitstoot door die heen-en-weercarrousel. De retourzendingen creëren ook een verspilling van grondstoffen en verpakkingen. Steeds vaker belanden teruggestuurde goederen ook op het stort. Vorig jaar waren die goed voor een bedrag van 22 miljard euro.
We moeten ook een aantal vragen durven te stellen op het sociaal-economische vlak. Internetgiganten kunnen de kostprijs van hun gratis retourneringen gemakkelijker omslaan over de grote volumes en het grote gamma en ze doen dit omdat dit de enige extra dienstverlening is aan hun klant. Kleine ondernemers in winkelstraten in onze steden en gemeenten kunnen dat niet. Zij hebben een beperkter assortiment, een kleiner klantenpotentieel en daarnaast zijn ze omnichannel, dus ook ter beschikking voor de klanten in hun duurdere winkels, naast hun webshop. Zij zijn dus minder georganiseerd op vlak van internetretours. Zij kunnen dus zo goed als onmogelijk concurreren met deze grote spelers die puur op digitale dienstverlening en retournering werken. Het level playing field is daar dus vaak zoek.
Aan de andere kant heeft de consument het gegeven van verlangen opgegeven. De consument wil alles zo snel mogelijk in huis omdat dat blijkbaar ook kan. Pakjesbedrijven boomen en werken de klok rond om zoveel mogelijk zo snel mogelijk op de juiste locatie te krijgen. We mogen niet naïef zijn. De buitensporigheden binnen de sector van de pakjeslogistiek en de sociale fraude door bepaalde spelers vinden minstens gedeeltelijk hun oorsprong in die praktijken.
Het spel moet dus kunnen worden gespeeld, maar op een meer faire en duurzame manier. Daarom pleiten wij ervoor om de praktijk van het retourneren aan te pakken. Het herroepingsrecht staat voor ons niet ter discussie, wel wie de verantwoordelijkheid en de kosten ervan draagt. De reflex om na te denken over de maatschappelijke, economische en ecologische kosten van het retourneren is ons als consument afgeleerd en daarop moeten we ingrijpen.
Dit is geen politieke keuze, maar een maatschappelijk noodzakelijke keuze, willen we een retaillandschap behouden, waarbij ook fysiek winkelen een sociale en economische rol heeft, waarbij we een gezonde combinatie van online en offline kennen, met respect voor consumentenrechten en ruimte voor responsabilisering van zowel de onderneming als de consument.
Concreet pleit ik met deze resolutie dus voor een aanpak om de consumenten te sensibiliseren voor de ecologische impact van de levering en retournering van online aangekochte goederen, voor een aanpak tegen het gratis retourneren, voor een aanpak die overigens Europees dient te zijn om het level playing field tussen ondernemingen te bewerkstelligen en voor een aanpak die maximaal inzet op good practices, zoals meer correcte informatie op de websites, zodat de retours spontaan verminderen, of pilootprojecten, zoals het retourvignet, uit te breiden en, tot slot, voor een aanpak die stimuleert dat de bedrijven ook in de verduurzaming van the last mile meedenken. Ik ben dan ook blij dat mijn resolutie, die in de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale agenda door veel collega’s werd gedragen en vandaag in de plenaire vergadering kan worden goedgekeurd, een leidraad kan zijn voor de regering.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Jasper Pillen, Michel De Maegd.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4)
(3045/5)
De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (3045/5)
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative à la lutte efficace et effective contre l’ingérence étrangère et la mise à mal de notre démocratie".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende het efficiënt en effectief bestrijden van de buitenlandse inmenging en de ondermijning van onze democratie".
La discussion est ouverte.
De
bespreking is geopend.
M. Guillaume Defossé, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
27.01 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega’s, in het bijzonder collega Pillen, we zijn het er allemaal over eens, ook onze fractie, dat het doel van deze resolutie, in casu het efficiënt en effectief bestrijden van buitenlandse beïnvloeding en het ondermijnen van onze democratie, een doel is dat we allemaal steunen. Alleen is de vraag hoe we dat zullen doen. In de commissie heb ik het al toegelicht. Deze resolutie is te weinig gefocust.
Ik geef enkele voorbeelden. Ten eerste wordt het te onderzoeken en door te lichten aspect heel ruim omschreven: politieke actoren, ambtenaren, universiteiten, denktanks, andere mogelijke organisaties, bewegingen of personen die voor buitenlandse inmenging kunnen worden geviseerd. Dat is bijna alles en iedereen, wat weinig gefocust is. Ook bij de inmenging die kwalijk wordt genoemd, is de scoop veel te groot. De buitenlandse inmenging lijkt van iedereen te kunnen komen, dus ook hier is er weinig focus, waardoor de toepassing heel erg moeilijk wordt. Ook de uitvoerders zijn onbekend. Er wordt gezegd dat de regering een onderzoek moet doen voor de Kamer en hier wetsaanpassingen uit voort moeten laten komen. De vraag is ook hier wie dat moet doen. Zijn dat de FOD’s? De VSSE? Justitie? Externe analisten?
Samengevat is de vaagheid van de resolutie voor ons problematisch. Het doel steunen we, maar wegens de vaagheid rond wie we onderzoeken, voor welke vormen van beïnvloeding, wie er onderzoekt, hoe we essentiële rechten respecteren, hoe we de objectiviteit zullen garanderen, zullen wij ons bij de stemming over deze resolutie onthouden.
27.02 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, chers collègues, je suis particulièrement fier de pouvoir apporter le soutien du groupe Ecolo-Groen à cette proposition de résolution visant une lutte efficace et effective contre l'influence étrangère et la mise à mal de notre démocratie.
Je pense qu'il s'agit d'un fléau de plus en plus réel, à l'heure où on constate les dégâts des fermes à trolls organisées par le grand patron du groupe Wagner en Russie dans le cadre de la guerre en Ukraine. Quand on voit les cyberattaques attribuées officiellement à la Chine et qui visent des infrastructures essentielles de notre État comme le SPF Intérieur ou la Défense, sans parler des valises pleines de cash du Qatar qui auraient circulé dans les travées du Parlement européen, je pense en effet qu'il est temps d'ouvrir les yeux, et je remercie mes collègues pour cette initiative.
Il faut accepter que le temps de la naïveté est complètement révolu. Les grands adeptes du néolibéralisme rêvaient, dans les années 1990, qu'en accroissant les échanges libres avec des États comme la Chine, ces échanges allaient amener comme par magie la démocratie, la liberté et nos valeurs liées aux droits humains. Évidemment, ils se mettaient le doigt dans l'œil, et on voit à quel point ces régimes sont plus que jamais autoritaires.
Je crois qu'aujourd'hui, avec la guerre d'agression contre l'Ukraine, avec ces cyberattaques clairement attribuées à la Chine, nous nous réveillons enfin. Nous percevons que nos démocraties sont, en fin de compte, extrêmement fragiles, qu'elles sont attaquées et qu'il est urgent de défendre nos valeurs.
Certes, il est vrai que la Belgique n'est pas bombardée comme l'est Marioupol en Ukraine. Non, je crois que cette guerre est beaucoup plus insidieuse. Cette guerre est secrète et perverse. Les régimes autoritaires infiltrent aujourd'hui nos démocraties et, souvent, dans la plus grande impunité et parfois même par la grande porte. Je voulais citer quelques exemples mais, comme vous le savez, je m'intéresse beaucoup à la place qu'occupe la Chine dans nos pays européens. Quand je vois, près de chez moi, l'aéroport de Liège et Alibaba, et que je reprends les déclarations du premier ministre de l'époque – Charles Michel – sur Alibaba, je suis sidéré.
Vous devriez faire l'exercice d'aller regarder sur Google les communiqués de l'époque. C'était il y a seulement cinq ans. Le premier ministre déroulait véritablement le tapis rouge à la Chine, au propre comme au figuré. C'était absolument dingue! "La Chine va nous amener des emplois locaux", "Nos PME vont pouvoir s'étendre sur le marché chinois", "Cela va être absolument génial, vive Jack Ma, Jack Ma est vraiment un super leader". C'est vraiment hallucinant de lire tout ça!
Aujourd'hui, enfin, on se réveille et on se rend compte que c'était une grosse blague. Et je ne veux pas viser que Liège: on se rend compte que les ports de Zeebrugge et d'Anvers subissent, eux aussi, un risque géopolitique d'emprise de la part d'un groupe d'État chinois. On se rend compte que le loup est dans la bergerie.
Il ne s'agit pas seulement d'un risque d'espionnage ou de fuite de données, mais également d'un risque d'expansion d'un régime autoritaire qui bafoue quotidiennement les droits humains.
Il me semble aussi important de parler du Qatar. Au moment du Qatargate, nous avons entendu de grandes et belles promesses du côté du Parlement européen, juste à côté de chez nous. Elles semblent avoir du mal à prendre effet. À travers cette proposition de résolution, il est essentiel, en tant qu'écologistes, de rappeler ces promesses qui doivent être tenues. Nous devons défendre la ligne la plus intransigeante de la transparence et de l'éthique. Quand des parlementaires sont achetés avec des liasses de billets, la démocratie est absolument perdante. Nous devons nous battre pour ces valeurs.
Il en va de même avec la Russie, qui manipule les opinions en Europe, à travers des médias tels que Russia Today ou Sputnik, sans parler des fake news ou des fermes à trolls.
Et puis, je pense à d'autres États comme le Rwanda. Cet après-midi, j'ai rencontré des réfugiés rwandais qui, alors qu'ils logent à Mouscron ou à Liège, sont directement confrontés à des menaces d'espionnage et d'agression physique de la part du régime de Paul Kagame. Ce type de pression étrangère doit également cesser.
On demandait comment réagir à ces menaces. Si vous me le permettez, je conclurai sur ce point. Tout d'abord, il convient de montrer l'exemple, au moyen d'un registre public. Ensuite, nous devons filtrer les investissements étrangers, en commençant évidemment le travail à Liège Airport. Enfin, nous devons lutter contre la corruption.
Chers collègues, je vous remercie infiniment. Nous soutiendrons, bien entendu, cette proposition de résolution.
27.03 Annick Ponthier (VB): Mevrouw de voorzitster, ik dank de indiener voor de resolutie die nu ter bespreking voorligt.
Volgens onze fractie is het zeker aan de orde om buitenlandse inmenging door zowel statelijke als niet-statelijke actoren kordaat aan te pakken. Wanneer de democratische processen van een staat, bijvoorbeeld verkiezingen, beïnvloeding ondervinden vanuit het buitenland, dan komt de soevereiniteit van die staat in het gedrang. Ik hoef u niet te zeggen dat het Vlaams Belang dat nooit zal tolereren.
Het fenomeen is een zeer actueel gegeven in de dynamische veiligheidsomgeving van vandaag, die gekenmerkt wordt door toenemende hybride oorlogsvoering. De voorliggende tekst had al zeer veel aandacht voor Rusland als staatsactor die onze democratie ondermijnt en die aandacht is terecht. Over nog veel andere actoren had de initiële resolutie het echter niet expliciet. Enkele collega’s vonden het voorstel daarom te vaag. Voor ons kon het wel wat uitgebreider als het daarop aankwam.
Ik denk dan aan Iran, Turkije, de Golfstaten, ook Pakistan en niet het minst China. Dat laatste land heeft, zoals iedereen weet, al grootschalige cyberaanvallen op België uitgevoerd. Ik hoef niet te herinneren aan de hacking van onze overheidsservers toen de Oeigoerse kwestie op de agenda van onze commissie voor Buitenlandse Zaken stond, om maar één voorbeeld te noemen. Ook de cyberaanval tegen de mailservers van Defensie was op het conto van Peking te schrijven. Het is in dezen dus zeer goed dat de ogen opengaan voor het gevaar vanuit China, bijvoorbeeld de app TikTok, die nu voor alle overheidspersoneel verboden wordt. Precies tegen de beïnvloeding van onze publieke opinie via onder andere sociale media als TikTok zou deze resolutie bedoeld moeten zijn.
In ieder geval hebben wij een amendement ingediend om de tekst wat breder open te trekken, zodat alle mogelijke buitenlandse inmenging opgenomen werd. Wij waren dan ook verheugd dat collega Pillen met een aantal amendementen onze kritiek op het initiële voorstel ter harte heeft genomen. Nu viseert de tekst veel meer potentiële dreigingen van buitenlandse inmenging dan louter Rusland, waaronder dus China, maar ook Marokko en Qatar.
Dit gezegd zijnde, vindt onze fractie wel dat de resolutie zoals ze nu voorligt nog altijd te weinig oog heeft voor de vrijwaring van de vrije meningsuiting, ook na de vele amenderingen. De essentiële strijd tegen buitenlandse inmenging en tegen de bewuste verspreiding van desinformatie mag nooit ten koste van het vrije woord gaan. Hierop wijzen ook de schriftelijke adviezen van de veiligheidsdiensten die wij hebben opgevraagd. Wij moeten ons daarvoor blijven hoeden als we spreken over factchecks om desinformatie en complottheorieën op publieke fora als de sociale media aan te kaarten.
Wij hoeden ons ook enorm voor een overheidsinstelling, een soort ministerie van Waarheid naar de boeken van George Orwell, die het onderscheid tussen waarheid en leugen moet maken, want wie factcheckt uiteindelijk de factcheckers vragen wij ons af. Een overheid heeft zowel de taak om de instellingen te vrijwaren van buitenlandse propaganda die doelbewust de ondermijning van de Staat nastreeft als de plicht om te waken over de vrije meningsuiting. Ook wat dit aspect betreft, hebben wij in de commissie een amendement ingediend - wij zullen dat straks ook hier doen - ter versterking van de originele tekst. Ik hoop uiteraard dat de indieners daar alsnog oor voor zullen hebben. Mochten onze amendementen goedgekeurd worden, dan zullen wij dit voorstel zeker steunen.
27.04 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, chers collègues, l'ingérence étrangère quelle qu'elle soit et quelle que soit sa forme a toujours existé. Des guerres du Péloponnèse aux guerre napoléoniennes, l'influence sur les sociétés ennemies a toujours fait partie des armes de guerre. Mais désormais – c'est devenu une évidence –, l'ère numérique offre des possibilités complètement inédites. Je pense notamment au secteur de l'espionnage qui a pu évoluer et se réinventer, mais aussi au numérique comme instrument visant à peser sur les sociétés civiles, en déstabilisant le front intérieur et les structures civiles situées au-delà de la ligne de front, dans le cadre d'un conflit direct ou même indirect.
Dans ce sens, deux événements récents nous ont ouvert les yeux: les ingérences russes lors des élections américaines de 2016 à l'encontre de Hillary Clinton, et les campagnes de désinformation à grande échelle liées au Covid 19 et suivies de cyberattaques contre les entités des pouvoirs publics.
La portée de l'ingérence étrangère peut être vaste et englober toute une gamme de techniques qui comprennent les opérations de renseignement humain, le recours à des médias financés par l'État ou influencés par l'étranger, et l'utilisation d'outils numériques souvent très perfectionnés.
Chers collègues, depuis plusieurs années, le nombre d'affaires illustrant des ingérences étrangères a connu une évolution très importante. Pas une journée, pas une semaine ne se passe sans une opération de piratage, que celle-ci soit dévoilée ou non, neutralisée ou pas. Le coût financier de ces attaques est bien plus large qu'en apparence.
Nous savons que ces cyberattaques se sont encore accentuées avec le début de l'invasion russe de l'Ukraine. Dans son dernier livre Au commencement était la guerre, Alain Bauer, professeur au Conservatoire National des Arts et Métiers, recense une foule d'exemples dont le cas de la Grande-Bretagne où le groupe criminel Cold River aurait attaqué, début 2023, de nombreuses cibles publiques et médiatiques. La Géorgie et l'Estonie ont subi des cyberattaques liées au gouvernement russe, alors que Taïwan – on le sait – subit régulièrement des offensives de ce type de la part de la Chine.
Ces attaques impactent de nombreux secteurs de la société. Elles ne vont pas seulement atteindre l'État dans son cœur, comme lors des élections, mais elles vont également engendrer des dégâts contre les infrastructures critiques, comme les réseaux électriques, les systèmes de contrôle et de trafic aérien, les réseaux financiers ou encore les centres médicaux.
Ces intrusions peuvent servir à museler la dissidence, à exercer des pressions sur des adversaires politiques et à semer une crainte généralisée à l'égard du pouvoir de l'État, peu importe où une personne se trouve.
Madame la présidente, ces offensives menacent in fine la sécurité des Belges, notre sécurité, et érodent leur confiance dans nos institutions démocratiques. L'ingérence étrangère se présente donc sous une menace double pour la souveraineté du pays, d'une part, et pour la sécurité de ses habitants, d'autre part.
Face à ce nouveau phénomène agressif, nous devons trouver de nouvelles parades dans le cycle récurrent de l'épée et du bouclier. Cette évolution nécessite un passage par la négociation multilatérale mais également une adaptation de la Belgique à son échelle. Internet doit être considéré comme un prolongement du monde réel où l'antagonisme des souverainetés, élaboré dans le cadre du système westphalien, peut s'exprimer.
Pour conclure, chers collègues, une nouvelle gestion de la menace cyber est devenue évidemment indispensable dans le contexte global actuel. L'ingérence étrangère agit de plus en plus de manière insidieuse, sous couvert de conflits, par le biais de cyberattaques ou d'opérations d'influence. L'impact engendré par ces actions est considérable, pouvant modifier l'opinion d'une population, attiser la turbulence dans les rues ou même faire dégénérer les conflits.
À la veille d'un scrutin électoral, nous devons
y être plus qu'attentifs. Nous devons défendre activement notre système
démocratique et notre État et, comme mon collègue, Jasper Pillen, j'en suis
convaincu, nous nous devons donc d'agir pour répondre à ces nouveaux défis qui
se présentent à nous. C'est
la raison d'être de cette résolution.
27.05 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Ik wil beginnen door een paragraaf te citeren uit het erg waardevolle advies van de militaire inlichtingendienst ADIV. "Le SGRS fait remarquer que les exemples illustratives cités dont l’exposée de motifs se concentrent principalement sur l’ingérence russe. Le SGRS souligne que la menace est beaucoup plus large et que la espionnage, l’ingérence et influence part des acteurs étrangers ne se limite pas au danger provenant du source russe ou chinoise. Le SGRS insiste cependant la priorité sur un approche global de ce type de menace et sur la nécessité de mettre en place des structures et des processus au niveau stratégique indépendant de toute orientation géopolitique." Wij zijn het daar volmondig mee eens, alleen wordt dat advies jammer genoeg niet echt weerspiegeld in deze resolutie, noch in het verzoekende of het toelichtende gedeelte.
Uiteraard is het vanzelfsprekend en evident dat we onszelf moeten beschermen tegen buitenlandse inmenging, dat we inspanningen moeten doen op vlak van cyberspace. We moeten ons daartegen wapenen, we moeten ons gegevensnetwerk beter beschermen. Daar is geen discussie over. Dat klopt. Het is echter een gemiste kans in deze tekst om alomvattend te zijn, met het detecteren van gevaren en bedreigingen die van alle kanten komen, niet alleen van bij de zelfverklaarde geopolitieke rivalen. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over TikTok, terwijl dat natuurlijk nog geen bewezen misbruik is. Enkel het risico op misbruik bestaat. We moeten dus waakzaam en alert zijn. Er zijn echter ook andere sociale netwerken die in het verleden al bewezen hebben dat ze het voorwerp kunnen uitmaken van misbruik. Data van bijvoorbeeld Facebook zijn ook al misbruikt. Dat wordt bijna doodgezwegen in deze tekst. Dat is heel merkwaardig.
Tien jaar geleden werd het schandaal PRISM naar buiten gebracht door klokkenluider Edward Snowden. De massale afluisterpraktijken door de Amerikaanse inlichtingendiensten kwamen aan het licht. De data die de NSA mag vergaren, omvat naar verluidt e-mail, chat, video’s, foto’s, gesprekken, bestandenuitwisselingen, inlogmeldingen en sociale netwerken. Volgens de uitgelekte documenten zou 98 % van de data voor PRISM gepasseerd zijn op Yahoo, Google en Microsoft. Alle internetbedrijven die aan PRISM zouden meewerken zijn Microsoft, Yahoo, Google en Facebook, beste collega’s!
Dus los van sociale media is trouwens recent ook nog duidelijk geworden dat de Verenigde Staten, onze zelfverklaarde bondgenoten, zich nog steeds schuldig maken aan wereldwijde afluisterpraktijken. Bondgenoot of tegenstander, het maakt hen niet uit. Afluisteren en spioneren zullen ze, tot zelfs in de telefoon van een secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
De olifant in de kamer is hier in ons land onlangs nog aan het licht gekomen. Er is geen omstandige vorsing aan voorafgegaan. Het volstaat gewoon om in Google ‘België VS spionage’ in te tikken – de Amerikanen kijken mee –, om op een artikel uit te komen van het Comité I, zijnde de Belgische toezichthouder op de inlichtingendiensten, dat zich heeft gebogen over de Crypto AG-zaak.
Bij die operatie werd België jarenlang bespioneerd door de Verenigde Staten, Duitsland en andere bevriende landen. Dat bleek drie jaar geleden uit geheime rapporten van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA en de Duitse dienst BND. Gelekte documenten gaven toen trouwens ook aan dat België daaraan niet heeft meegewerkt, maar dat België het doelwit van die spionage was. België was daarvan het doelwit.
Niettemin wordt daarin in de voorliggende tekst geen aandacht besteed. Die informatie heeft jammer genoeg niet de weg naar de voorliggende resolutie gevonden. Dat is jammer. Wij vragen ons ook af waarom. Is het blijkbaar normaal dat wij moeten aanvaarden van onze zelfverklaarde bondgenoten dat zij ons afluisteren en bespioneren? Voor ons is dat in elk geval niet normaal.
Ik herhaal dat de tekst een gemiste kans is om boven het jammer genoeg steeds verder voortschrijdende blokdenken van de Koude Oorlog uit te stijgen. Er komt blijkbaar enkel gevaar van de geopolitieke rivalen. Voor het problematische gedrag van onze bondgenoten zijn wij blijkbaar volledig of althans selectief blind. Collega’s, daarmee gaan wij helaas niet akkoord. Wij zullen ons bij de stemming over de voorliggende tekst onthouden.
Het laatste verzoek heeft het erover dat alle sociale media-apps moeten worden onderzocht. Dat wordt echter niet weerspiegeld in het toelichtende en verzoekende gedeelte. Ik herhaal dat wij akkoord gaan met de achterliggende idee dat wij ons moeten wapenen tegen buitenlandse inmenging. Wij gaan echter niet akkoord met de eenzijdigheid van de voorliggende tekst.
Daarom zullen wij ons onthouden.
27.06 Jasper Pillen (Open Vld): Collega’s, het thema van beïnvloeding heeft de afgelopen jaren in ons land, een van de meest open democratieën ter wereld, eindelijk de nodige aandacht gekregen, door de inspanningen van de regering enerzijds en door gevallen van beïnvloeding en pogingen daartoe anderzijds. Wat dat laatste betreft, geef ik graag een paar voorbeelden, in chronologische volgorde. Overigens – ik richt mij even tot mevrouw Van Bossuyt, die argumenteert dat we geen onderscheid maken –, wordt daarmee een en ander wel onmiddellijk duidelijk.
In 2018 stelde de Veiligheid van de Staat banden vast tussen Chinese vzw’s en een nationalistisch Parlementslid met jarenlange ervaring in onze assemblee en in het Vlaams Parlement, tot vandaag. In 2021 signaleerde admiraal Hofman dat er Russische interferentie was in Facebookgroepen rond de vlucht van Jürgen Conings. Vorig jaar waren er de schandalen in het Europees Parlement waarin verschillende landen werden genoemd. Er konden daarbij, gelukkig, sportzakken vol met geld in beslag worden genomen door het Belgische gerecht. Minder duidelijk – het doet wel de wenkbrauwen fronsen – is het wanneer partijen er maar niet in slagen om een duidelijke veroordeling in onze assemblee of het Europees Parlement uit te spreken of goed te keuren ten opzichte van Rusland voor de barbaarse oorlog in Oekraïne of ten opzichte van China wegens de situatie van de Oeigoeren. Collega De Vuyst, u slaagt er niet in om dat te veroordelen. Enkele weken geleden nog maar stelde de ADIV in het eerste jaarverslag vast dat spionage en buitenlandse inmenging het hoogste niveau hebben bereikt sinds het einde van de Koude Oorlog. Ik zou nog uren kunnen doorgaan met voorbeelden op te sommen, want sinds 2014 en 2022 heeft de Veiligheid van de Staat maar liefst 554 onderzoeksrapporten opgesteld over alleen al Russische inmenging in de Belgische politiek.
Collega, ik ken u als een actief parlementslid, maar u hebt echt liggen slapen, los van het feit dat we geen amendementen gezien hebben en we daarover niet hebben gesproken. U was trouwens afwezig bij de stemming. U hebt geciteerd uit adviezen die wij hebben gevraagd en die we allemaal hebben gekregen, maar u doet alsof u vergeten bent dat de teksten daarna zijn aangepast.
Wij hebben verschillende landen op basis van amendementen toegevoegd, maar dat verzwijgt u natuurlijk, omdat dat niet uw kraam past. In de tekst spreekt men duidelijk over alle apps, over alle vormen van beïnvloeding. Het staat duidelijk in de tekst. Maar dat past niet bij uw haat ten opzichte van onze trans-Atlantische relaties.
Hebt u voorstellen gedaan? U hebt nul voorstellen gedaan, omdat dat niet past in uw agenda.
Professor Holslag heeft de vermelde praktijken in 2018 al goed samengevat. China, het staat er ook in. Dit is wat men steevast doet: de zwakke, rotte plek in de samenleving zoeken. Wie het schoentje past, trekke het aan. Dat is mijn eigen toevoeging. Overal duwen en kijken wie het meest vatbaar is.
Het is een goed resumé van het probleem dat mijn voorstel van resolutie wil aanpakken: zwakke plekken opsporen, gaten in de verdediging dichten en de rotte appels eruit halen. Voor een land als het onze moet dat absoluut een prioriteit zijn. Brussel is immers niet zomaar onze hoofdstad, het is ook een van de belangrijkste diplomatieke hotspots van de wereld. Het mag nooit een hotspot van interference en espionage worden.
De federale regering heeft een aantal zeer belangrijke stappen gezet, onder meer in december 2021 met de eerste Belgische nationale veiligheidsstrategie, de oprichting van Cyber Command in oktober 2022, met de benoeming van dossiers, bijvoorbeeld in het geval van de heer Conings en met allerhande acties, zoals de intrekking van de erkenning van de moslimexecutieve door vice-eersteminister Van Quickenborne en de aanpak van Qatargate door het parket.
De tekst is inderdaad al een klein beetje achterhaald op het vlak van TikTok. Het kan alleszins niet genoeg worden herhaald dat de Kamer en heel wat overheidsinstellingen beslissingen hebben aangekondigd en uitgevoerd.
Ook wij als volksvertegenwoordigers moeten ons dringend over het probleem buigen. Het moet op de agenda worden geplaatst met maar een doel: de democratie beschermen en haar weerbaarheid versterken.
Collega’s, we mogen daar niet naïef over zijn: oorlog in Europa, een wereldwijde pandemie, druk op de koopkracht, dat zijn allemaal bekommernissen in ons systeem waar onze tegenstanders van houden. Zij houden ervan om ons te destabiliseren. Daarom moeten wij waakzaam zijn. Daar moeten wij tegen strijden.
Daarom vraag ik de regering in de tekst om verder te gaan daarin en een onderzoek in te stellen naar buitenlandse inmenging in België, met rapportering aan de Kamer.
Inderdaad, collega Van Bossuyt, ik geef de voorkeur aan een ruimer toepassingsgebied, liever te ruim dan te nauw, en vraag dat ook samen met collega De Maegd. Hier betreft het een voorstel van resolutie, geen wetsvoorstel. Het komt de regering toe om dat in een nationale strategie te gieten.
Het lijkt mij ook niet logisch om de risico’s van inmenging ten opzichte van politieke instanties aan de orde te stellen en het niet te hebben over bijvoorbeeld onze universiteiten of onze bedrijven met patenten en intellectueel eigendom. Dat is zeer belangrijk en het stelt mij dan ook wat teleur dat sommige collega’s het initiatief niet volmondig steunen, zeker wanneer het gaat over de overname van kritieke infrastructuur. De collega van Ecolo heeft het gehad over de luchthaven van Luik. Ik denk aan onze havens Antwerpen, Zeebrugge, Gent, die ons zeer na aan het hart liggen. Dat vraagt om aandacht. Collega Freilich, die momenteel afwezig is, is de eerste om te eisen dat er een lijst met verboden software wordt opgesteld en dat TikTok wordt verboden. Hij heeft gelijk. Daarom vind ik het jammer dat de N-VA-fractie zich bij de stemming zal onthouden.
Ik doe een warme oproep aan alle collega’s, ook al valt die zowel aan mijn rechter- als aan mijn linkerzijde op een koude steen, om de tekst volmondig te steunen.
27.07 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, je voudrais d'abord féliciter les auteurs de cette proposition de résolution pour l'initiative qu'ils ont prise. Il s'agit effectivement d'un enjeu très important pour nos démocraties, notre État, notre économie, notre sécurité.
Je commencerai par dire qu'il est en effet souhaitable de parler d'ingérence plutôt que d'influence, qui était dans le premier titre de cette proposition de résolution, parce que nous sommes une société qui est ouverte aux points de vue, aux avis, y compris ceux émanant de l'étranger, dans la mesure où ils permettent de renforcer la résilience de notre société, notre tissu économique et social, la stabilité du monde et nos valeurs démocratiques.
Par contre, et c'est l'enjeu de cette proposition de résolution, nous devons mieux nous armer contre les menaces qui ne sont pas nouvelles, mais qui s'amplifient, qui prennent de nouveaux visages, que sont l'ingérence et le cyberespionnage, qui visent à fracturer nos sociétés et à affaiblir nos démocraties. Aujourd'hui plus que jamais, des puissances étrangères agissent clandestinement pour corrompre nos sociétés, les affaiblir et tenter de démontrer que nos modèles démocratiques sont dépassés, faibles et incapables de protéger nos populations. Il ne faut pas les laisser faire.
Je me réjouis de l'appui que reçoit cette démarche de la part de nos services de renseignement. Nous aurions pu aller plus loin, à l'instar de l'Assemblée nationale, ou du Parlement européen, et mettre en place une véritable commission spéciale qui aurait enquêté sur l'ingérence étrangère. Cela n'aurait pas été un luxe, quand on voit l'actualité de l'ingérence de pays comme le Qatar, la Russie, la Chine, le Maroc et quand on connaît l'agressivité des services de renseignement, notamment, russes et chinois. Je reste en faveur d'une telle commission, mais nous verrons quelle sera la teneur du premier rapport annuel demandé au gouvernement et l'opportunité d'établir à ce moment-là un travail plus approfondi.
Je voudrais reprendre deux ou trois points de cette proposition de résolution qui me paraissent particulièrement intéressants, et j'annonce d'emblée que nous la soutiendrons. D'abord le point 1: demander à la Sûreté de l'État d'informer la Chambre et ses membres des dangers et des signaux d'ingérence. Notre groupe souhaite que ce point puisse être décliné concrètement. Cela fait un certain temps que nous pensons qu'un point de contact de la Sûreté devrait être établi pour les parlementaires, de telle manière que les parlementaires qui le souhaitent puissent interroger nos services de sécurité et de renseignement sur des dangers ou des signaux d'ingérence qui pourraient être relatifs à leurs activités parlementaires.
Madame la présidente, nous adresserons en ce sens un courrier à la Conférence des présidents pour voir de quelle manière on peut mettre en œuvre un tel point de contact, et en discuter avec nos services de renseignement pour faire en sorte que cela puisse se faire dans des conditions qui soient acceptables. Il nous paraît important de mettre en œuvre ce point concret entre la Sûreté et les parlementaires.
Le point 2 – entre autres – concerne TikTok. J'aimerais qu'on prenne cette résolution très au sérieux. J'espère qu'à l'issue du vote, tous les parlementaires qui sont encore sur TikTok s'en désengageront. J'ai vu que les propositions qui avaient été faites par le Conseil national de sécurité à l'égard des fonctionnaires et des membres du gouvernement n'ont pas vraiment eu de suite au niveau du Parlement. J'espère que tous les parlementaires qui sont encore sur TikTok – et à ma connaissance, il y en a plus d'une trentaine aujourd'hui – vont s'en désengager après le vote de cette résolution. C'est un message qui nous est envoyé.
Des membres du gouvernement sont encore sur TikTok: Mme Dedonder – qui y est particulièrement active –, M. Gilkinet, Mme De Sutter, Mme Lalieux, M. Dermine, Mme Verlinden – qui y est très peu active. Il s'agit surtout d'un exercice visiblement PS et Ecolo-Groen. Je leur demande véritablement de se désengager de TikTok. Je pense que c'est un signal à l'égard de notre sécurité, à l'égard de l'exemple que nous devons donner aux citoyens face à une menace qui est citée de manière assez exhaustive dans notre résolution.
Un autre point qui me paraît important concerne la nécessaire évolution de notre législation. Nous avons été très peu diserts à cet égard. Le SGRS fait toute une série de propositions et il serait bien que, dans le premier rapport qui sera établi par le gouvernement, ces propositions en matière de communication, d'informations erronées, de fake news, de méthodes disruptives, de neutralisation de cyberattaques puissent faire l'objet d'évolutions législatives. Ce serait tout à fait intéressant.
Je conclurai en disant que même si nous pouvions aller plus loin et être plus précis, il y a aujourd'hui un premier bon signal qui est envoyé par la Chambre par rapport à une menace très sérieuse sur nos démocraties. Je m'en réjouis et nous soutiendrons ce texte avec plaisir.
La présidente: S'il n'y a pas d'autres interventions, je vais clore le débat, non sans ajouter que la Chambre a déjà pris les mesures pour que nos réseaux propres ne puissent pas autoriser l'utilisation de l'application TikTok. Nous veillons ainsi à garantir la sécurité de nos données.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* * *
* *
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Considérant/Considerans F.F.(n)
• 41 – Ellen Samyn cs (3045/6)
Point/Punt 7.12.(n)
• 42 – Ellen Samyn cs (3045/6)
* * *
* *
Les amendements sont réservés.
De amendementen
worden aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur
l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La
discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Jean-Marc Delizée, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
28.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, de N-VA-fractie zal dit wetsontwerp tot invoering van een tijdelijk crisiskader overbruggingsrecht in geval van noodsituaties niet steunen. In de praktijk komt dit wetsontwerp immers neer op een te verregaande machtiging aan de Koning.
In dezen krijgt de regering vrij spel om de regels van het overbruggingsrecht, alsook de hoogte van de uitkeringen, te wijzigen, zowel voor nationale, regionale, en zelfs lokale crisissen. Ook voor het definiëren van wat een crisis is, krijgt de regering een heel ruime bevoegdheid. Dat is dus een verregaande delegatie.
Wij zien de noodzaak niet in waarom het
Parlement in crisissituaties buitenspel moet worden gezet. In de praktijk hoeft
de goedkeuring van een wetsontwerp niet langer te duren dan een goedkeuring van
een koninklijk besluit. Een gezond parlementair debat is de beste garantie
opdat de regering geen misbruik maakt van een te verregaande machtiging. Daarom zullen wij dit ontwerp niet
steunen.
28.02 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, ce projet de loi prévoit d’instaurer un cadre pour un droit passerelle de crise lorsqu’il y a situation d’urgence. On parle bien des moments où il y a une crise. Ce sont les moments que l’on a déjà connus par le passé et durant lesquels on s’est rendu compte que les travailleurs, qu’ils soient salariés ou indépendants, avaient besoin d’être soutenus quel que soit leur statut. À ce niveau-là, l’État a joué un rôle vraiment important et l’État a été l’organe légitime pour soutenir les travailleurs indépendants, pour soutenir les travailleurs salariés. Ce projet de loi propose un cadre et une stabilité pour pouvoir activer ces mesures de soutien. C’est le premier élément.
Le deuxième élément que je voudrais souligner, c’est qu’il est activé lorsqu’il y a crise mais surtout lorsqu’il y a impact sur l’activité et sur le revenu. Ces modalités pourront être définies en fonction de la situation.
Le troisième élément que je voudrais souligner concerne les montants qui seront compris entre 50 % et 150 % du droit passerelle, donc en fonction de la perte d’activité, en fonction de la situation.
Mais je voudrais souligner un élément qui est apparu dans notre discussion en commission et que je trouve vraiment important à rappeler en plénière. Ces montants ne sont à aucun moment liés aux revenus du conjoint. Ce sont des montants qui appliquent concrètement l’individualisation des droits comme c’est le cas avec le droit passerelle, c’est-à-dire avec un montant octroyé en raison de la diminution de l’activité et qui peut être augmenté lorsqu’il y a une charge de famille.
Nous avons lu dans le rapport que le ministre nous confirme son soutien à la notion même d’individualisation des droits. Je le remercie d’avoir été très clair à ce sujet. Je voulais quand même le souligner vu les auditions que nous avons eues en commission des Affaires sociales et les auditions que nous aurons encore dans cette même commission.
28.03 Hans Verreyt (VB): Mevrouw de voorzitster, de laatste jaren is gebleken dat het overbruggingsrecht hervormd moest worden. De Vlaams Belangfractie heeft tijdens de coronacrisis, de energiecrisis en na de overstromingen in Wallonië, waar wij steeds werkten met ad-hocregelingen, de meeste voorstellen tot steun aan zelfstandigen mee goedgekeurd. Wij hebben er echter ook steeds op gewezen dat er een manco was, namelijk het manco van een algemeen kader dat aangepast is aan crisissituaties.
Meer dan twee jaar na het begin van de coronacrisis zijn wij daarmee gestopt. Het was toen echt tijd voor een definitieve regeling, een definitieve aanpassing van het overbruggingsrecht in noodsituaties. Het was immers echt niet meer te verdedigen dat wij steeds met een ad-hocregeling moesten werken. Het was ook echt niet meer te verdedigen dat wij steeds te laat kwamen, waardoor met terugwerkende kracht bepaalde wetgeving ingevoerd moest worden.
Wetten die met terugwerkende kracht worden ingevoerd, leiden immers tot problemen, tot rechtsonzekerheid. Het was de vaste opmerking van de Raad van State bij deze ad-hocregelingen. Het leidde ook tot grote problemen bij de groep zelfstandigen die nu belangrijke sommen aan coronasteun moet terugbetalen. Dat was ook een gevolg van aanpassing die met terugwerkende kracht werd ingevoerd.
Dat dit wetsontwerp uiteindelijk een definitief kader schept waarnaar teruggegrepen kan worden in crisissituaties, is dus toe te juichen. Het zorgt voor duidelijkheid bij de zelfstandigen en de beleidsmakers. Dat de verjaringstermijnen ook worden aangepast zodat frauduleuze bedrijven langer kunnen worden vervolgd, is natuurlijk ook een goede zaak.
Maar toch zullen wij dit wetsontwerp niet goedkeuren. Met dit wetsontwerp trekt de regering zeer veel beslissingsmacht naar zich toe. Het gaat om beslissingen over de duur en de verlenging, de hoogte van het bedrag, wie in aanmerking komt enzovoort. Wanneer men alles aan de Koning overlaat, kan er in dit Parlement geen debat meer worden gevoerd. Geen enkel parlementslid wil de regering bij acute crisis stokken in de wielen steken, maar toch moet het Parlement zijn rol kunnen vervullen en toch moet er een parlementair debat kunnen worden gevoerd. Waarom kan het debat over de duur van het overbruggingsrecht en de hoogte van het bedrag niet in alle openbaarheid worden gevoerd in dit Parlement?
Daarom zal de Vlaams Belangfractie dit wetsontwerp niet steunen, maar wij zullen ook niet tegenstemmen. Het Vlaams Belang is immers reeds lang vragende partij voor een betere regeling van het overbruggingsrecht, zodat niet elke keer met die ad-hocregeling moet worden gewerkt.
Na alle verlengingen die Vivaldi hiervoor nodig had, is dit op zich reeds een hele prestatie. De voorgestelde regeling zet het Parlement echter bijna volledig buitenspel. Daarom mag u ons, als oppositiepartij, niet vragen om op het groene knopje te drukken.
28.04 Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, chers collègues, depuis 2020, les crises se sont succédé: le Covid-19, les inondations en Région wallonne, le conflit en Ukraine et les prix de l'énergie qui ont explosé, rien n'aura été épargné au citoyen. Les indépendants ont, eux aussi, été touchés en première ligne. Dès les premiers instants, le gouvernement a pris une série de mesures à différents niveaux pour aider les concitoyens à faire face à ces crises. Le ministre chargé des Indépendants a, quant à lui, pris les dispositions nécessaires à l'égard des travailleurs indépendants impactés.
Il est bien évidemment question ici du droit passerelle de crise. Au fur et à mesure de la spécificité des événements, le droit passerelle de crise a pu être modulé, adapté et réformé, pour tenir compte de la réalité de terrain. Aujourd'hui, le temps est venu de formaliser ce droit passerelle de crise. Le projet de loi qui nous est soumis crée la balise légale pour un véritable droit passerelle en cas de situation d'urgence qui pourra, dans le futur, être actionné rapidement.
Je remercie le ministre Clarinval pour avoir fait preuve de prévisibilité en créant la base juridique nécessaire tout en garantissant une certaine flexibilité en fonction de la gravité et de la durée de la crise. Car oui, il sera possible d'adapter le montant du droit passerelle à chaque crise, en fonction de sa gravité et de sa durée. Il sera également possible de le moduler en fonction de la perte de revenus, mais aussi de délimiter une zone géographique au sein de laquelle il pourra être actionné, ou encore de définir ses bénéficiaires. Tout cela est précisé dans le projet de loi et sera précisé au cas par cas par arrêté royal pour trois mois, avec possibilité de prolongation.
Enfin, je tiens à préciser que certaines modifications ont été apportées au texte originel. Ainsi, il est entre autres prévu de travailler par période de sept jours consécutifs afin de coller au mieux à la période d'interruption d'activité. Chaque période de sept jours sera compensée par 25 % du droit. Autre élément: les caisses d'assurance seront chargées de récupérer les montants indûment versés. Les indépendants qui s'estiment lésés pourront toutefois introduire un recours dans un délai fixé à trois mois.
Vous l'aurez compris, chers collègues, il est important d'avoir un cadre légal général qui puisse être activé rapidement en cas d'urgence. Si, à l'avenir, d'autres crises devaient surgir, nous aurions, grâce à ce dispositif, la base juridique requise pour agir, tout en offrant un cadre suffisamment flexible pour répondre au mieux à la situation vécue par les travailleurs indépendants impactés. Mon groupe et moi-même soutiendrons bien évidemment ce dispositif.
28.05 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, les travailleurs indépendants ont vécu les trois années les plus difficiles de ces dix dernières années. Il y a eu la crise sanitaire avec la fermeture de certains secteurs. On pense principalement à l'horeca, à la culture et aux coiffeurs. Sans qu'ils n'aient eu le temps de se redresser est ensuite intervenue l'explosion des prix de l'énergie, avec les montants des factures de gaz et d'électricité qui ont été multipliés par quatre voire cinq. Face à ces différentes crises, on a fait en sorte que le droit passerelle classique soit étendu et adapté. Déjà à l'époque, nous avions soutenu ces aides vraiment nécessaires qui permettaient d'apporter une bouffée d'oxygène aux travailleurs indépendants.
Ce projet de loi fixe un cadre pour pouvoir activer de manière plus rapide un droit passerelle de crise en cas de situation d'urgence. Nous soutiendrons ce projet, même si nous avons d'importantes critiques sur le fond que nous souhaiterions redire ici.
Le projet à l'examen ne tire pas le bilan du passé, sur plusieurs axes. Tout d'abord, le droit passerelle est une aide forfaitaire, alors que les acteurs de terrain demandaient plutôt des aides ciblées. Je prends ici l'exemple d'un traiteur possédant des congélateurs, des frigos et d'autres appareils électroménagers mais qui recevait le même montant qu'un autre indépendant qui, lui, avait la chance d'avoir une activité beaucoup moins énergivore. Les montants sont très faibles par rapport aux frais fixes de certains. Je reprends l'exemple de ce coiffeur à Herstal qui avait 10 000 euros de frais fixes et qui recevait un droit passerelle entre 1 500 et 1 800 euros. Avec ce montant, il est impossible de tenir le coup. De nombreux travailleurs indépendants ont ainsi dû mettre la clé sous le paillasson. Nous voudrions donc que les montants soient plus élevés et plus ciblés.
Par ailleurs, dans le projet qui nous est soumis, les modalités pratiques seront fixées via un arrêté royal. Or nous pensons vraiment que c'est une erreur de mettre le Parlement hors-jeu. À l'époque, lorsque le projet avait été discuté au Parlement, celui-ci n'avait pas freiné la mise en place du droit passerelle élargi. Au contraire, c'est plutôt le gouvernement qui traînait et les parlementaires qui poussaient pour que le gouvernement accélère.
Je voudrais donner deux exemples concrets pour illustrer la plus-value du Parlement. Tout d'abord, nous avons déposé une proposition de résolution visant à soutenir les travailleurs de la culture qui étaient victimes de la fermeture de leur lieu d'activité, proposition qui a été adoptée en juillet 2020. Le second exemple que je souhaite mentionner n'est pas lié aux indépendants, mais illustre bien le rôle important des députés. Je pense ici à l'assimilation des périodes de chômage temporaire dans le cadre du droit aux vacances annuelles. Malgré nos nombreuses interpellations et la proposition du gouvernement de régler cette question, ce n'est toujours pas chose faite. Nous regrettons donc l'argument selon lequel un arrêté royal visant à mettre en place toutes ces modalités sera pris pour aller plus vite. Nous ne sommes pas en faveur de cette disposition dans le projet.
Par ailleurs, dans le droit passerelle classique, il est question de maintenir les droits sociaux en matière d'assurance obligatoire de soins de santé, alors qu'avec le projet de loi qui nous est soumis tous ces droits ne seront plus de mise, ce que nous regrettons également
Selon le texte qui nous est présenté, le montant du droit passerelle ne dépend pas du revenu du conjoint. On se trouve donc face à une situation où il y a individualisation des droits, ce dont nous nous réjouissons. Toutefois, monsieur le ministre, lorsque vous avez été interrogé sur la question de savoir pourquoi une individualisation des droits pour les travailleurs indépendants était prévue et pas pour les salariés, je crois me rappeler que vous aviez déclaré que vous étiez favorable à cette individualisation. Je profite donc de l'occasion qui m'est donnée, aujourd'hui, pour dire que vous avez raté une occasion puisque nous avions introduit un amendement visant à supprimer le statut de cohabitant pour tout le monde et qu'il n'a pas été soutenu par la Vivaldi. Je ne peux donc que constater qu'une discrimination subsiste entre les travailleurs indépendants et les travailleurs salariés.
28.06 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik zal de commissievergadering niet meer overdoen, maar ik denk dat we vandaag een belangrijk wetsontwerp goedkeuren.
De voorbije crisissen hebben aangetoond dat we heel snel moeten kunnen schakelen. Tijdens de coronacrisis moesten heel wat zelfstandigen de deuren sluiten. Zij hadden geen eigen inkomsten en dan moeten we snel kunnen schakelen. Hetzelfde geldt voor de waterramp in Wallonië. Die heeft heel wat schade aangericht en er diende heel snel een oplossing te worden gevonden voor heel wat zelfstandigen, zodat zij inkomsten konden genereren, vooral om hun vaste kosten te kunnen betalen.
Bij elke verlenging werd aangegeven dat we snel moeten kunnen schakelen en dat er nood is aan een structureel kader. Dat werd door iedereen erkend. Vandaag ligt dat kader hier voor en wij zijn daar heel tevreden mee. Het overbruggingsrecht is een belangrijke sociale bescherming voor onze zelfstandigen en dat is en blijft nodig. Er was nood aan een structurele oplossing en die is er nu. Dit kader is gecreëerd en wij steunen dat volledig.
Het is echter geen carte blanche, het is een wet die ons in staat stelt om zo snel mogelijk te kunnen handelen. Zoals de minister ook in de commissie heeft gezegd, moeten er vaak heel wat stappen worden gezet, ook soms retroactief, om zaken te kunnen rechtzetten en de zelfstandigen te kunnen helpen. Ik vind het belangrijk dat wij rekening houden met rampen die ons zouden kunnen overkomen. We hebben allemaal de Vlaamse studie gezien over de waterlast. Die kan onze regio 8,6 miljard schade berokkenen. Dat is een gigantisch bedrag, laat staan dat we weten hoe het onze zelfstandigen zou raken.
Wij vinden het dus heel belangrijk dat dit kader vandaag voorligt en we zullen het met volle overtuiging steunen.
28.07 Anja Vanrobaeys (Vooruit): Eindelijk, nadat we bij elke crisis wel die tijdelijke maatregelen hebben genomen, waarbij we toen elke keer zeiden dat er toch wel een structureel kader zou moeten komen, ligt het voorspelbaar structureel kader er nu. Wanneer zelfstandigen getroffen worden door een noodsituatie kunnen zij nu terugvallen op die zo belangrijke solidariteit. De voorbije jaren, niet alleen tijdens corona, maar ook nadien, hebben we gezien dat die solidariteit erg belangrijk is geweest wanneer zelfstandigen getroffen werden door overstromingen, de energiecrisis, de oorlog in Oekraïne. Telkens opnieuw heeft de regering die schokken en het inkomensverlies opgevangen. Een overbruggingsrecht is een sociale zekerheid. Sociale zekerheid is bedoeld om het inkomensverlies van uw gezin op die momenten te helpen opvangen.
Er wordt hier aangehaald dat het gerichter kan zijn, zoals met traiteurs en hun frigo’s. Dat klopt, ik kan mij dat best voorstellen. Voor mij is dat echter economisch beleid, waarvoor de gewesten bevoegd zijn. Nochtans hebben we heel hard ons best gedaan. We hebben op bepaalde momenten in de coronaperiode zelfs een dubbel overbruggingsrecht toegekend. Voor een stukje ging de sociale zekerheid dan ook mee het economische beleid ondersteunen. Het is belangrijk dat we uit al die crisissen lessen hebben getrokken. De les die ik alvast heb geleerd, is dat op dergelijke momenten de zelfstandigen, maar ook hun socialeverzekeringskassen heel snel duidelijkheid en zekerheid nodig hebben. Ze moeten weten waar ze staan, op welke manier ze ondersteuning zullen krijgen en op wat ze kunnen rekenen om die moeilijke periode te overbruggen. Toen een tijdelijk crisiskader op zich liet wachten, toen het nog niet goedgekeurd was, heb ik geregeld telefoons gekregen van ongeruste zelfstandigen die wilden weten wat het precies was. Ik kon wel zeggen wat het normaal gezien zou zijn, maar het moest nog worden goedgekeurd. Zij moesten weten wat het zeker zou zijn en op wat ze konden rekenen om die periode te overbruggen.
Een andere belangrijke les is hoe belangrijk die solidariteit wel is gebleken. Voor corona kende 75 % van de zelfstandigen het overbruggingsrecht gewoonweg niet. Nu kent elke zelfstandige het overbruggingsrecht wel. Dat toont voor mij het belang aan van de sterke sociale zekerheid. Dat toont ook aan dat iedereen kan worden getroffen door een tegenslag, dat iedereen wel iets kan overkomen, waardoor hij of zij op die solidariteit kan terugvallen.
Mijnheer de minister, de Vooruitfractie zal dit wetsontwerp uiteraard steunen. Ik wil nog één zaak opmerken en dat zal u niet verbazen. Het aantal zelfstandigen in bijberoep neemt toe en zij betalen ook bijdragen. Indien zij echter niet aan het bedrag komen dat zelfstandigen in hoofdberoep betalen, kunnen zij geen beroep doen op dat overbruggingsrecht. Nochtans treffen tegenslag en rampspoed alle statuten, of het nu een werknemer, een zelfstandige in hoofdberoep of een zelfstandige in bijberoep betreft. Als door een overstroming in een gemeente iemands winkel of kantoor onder water loopt, dan is men even hard getroffen.
Ik blijf het dus zonde vinden dat zij daar geen beroep op kunnen doen. Ik hamer steeds op de versterking van de solidariteit. Hopelijk komt die globale studie er ook, want het hangt er mijns inziens wat mee samen. Wanneer men als zelfstandige in bijberoep bijdraagt aan een stelsel, dan moet men in geval van ramp ook proportioneel daar iets voor terugkrijgen.
28.08 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, chers collègues, le fond du projet sur le droit passerelle ne nous pose pas de problème, mais bien la manière dont il est mis en œuvre. Chacun se souviendra qu'en mars 2020, un ensemble de mesures temporaires de crise relatives au droit passerelle ont été instaurées pour les travailleurs indépendants fortement touchés par la crise du coronavirus.
À cet égard, notre parti a toujours soutenu et continuera à le faire, les mesures visant à soutenir les indépendants et tout particulièrement durant les périodes de crises économique et sanitaire. Le droit passerelle en tant que tel est une excellente mesure, une véritable bouée de sauvetage pour bon nombre de professionnels.
Toutefois, force est de constater que, depuis l'adoption de la loi Pandémie, une sorte de confiscation organisée des pouvoirs du Parlement, devenue habituelle, semble se dessiner. Et cela ne va pas! Il est en effet curieux de constater que le paragraphe 2 du projet dont nous parlons aujourd'hui prévoit que "le Roi déclare les situations d'urgence pour une durée déterminée qui est strictement nécessaire et qui ne peut en aucun cas dépasser trois mois, par un arrêté délibéré en Conseil des ministres. Pendant cette période, le cadre temporaire de crise de droit passerelle en cas de situations d'urgence s'applique. À l'issue de la période visée à l'alinéa 1er, le Roi peut déclarer le maintien des situations d'urgence chaque fois pour une nouvelle période de trois mois au maximum par un arrêté délibéré en Conseil des ministres."
En d'autres termes, un reliquat de la loi Pandémie, sur laquelle mon groupe avait marqué sa profonde opposition, refait surface ici. Pour DéFI, il ne semble pas opportun de priver une nouvelle fois le Parlement de son rôle de contrôle. Certes, il est vrai que le gouvernement a indiqué, encore heureux, qu'il se tiendra toujours à la disposition du Parlement pour répondre aux différentes questions relatives aux délégations confiées au Roi. Mais, malgré le fait que ce droit passerelle est une bonne mesure, il n'en demeure pas moins que le débat parlementaire s'en trouvera fortement affecté. Et à notre sens, l'instauration d'un droit passerelle de crise peut largement être adoptée et débattue au Parlement, sans que le délai de mise en œuvre soit fortement allongé.
Voilà pourquoi, madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, nous nous abstiendrons lors du vote sur ce projet.
28.09 David Clarinval, ministre: Madame la présidente, j'aimerais tout d'abord remercier les membres de l'Assemblée qui ont salué et qui vont soutenir le texte. Ensuite, je voudrais dire que j'entends et je comprends les remarques formulées par plusieurs groupes concernant la délégation, mais je tiens à préciser que cette délégation créée ici est similaire à celle que l'on connaît en matière de chômage temporaire.
Nous avons tous salué pendant la crise la souplesse, la rapidité et la possibilité de contrôle offertes dans la réactivité pour le chômage temporaire. On aura donc ici le même mécanisme, je crois qu'il n'y a pas lieu de s'inquiéter. En ce qui concerne le contrôle du Parlement, il aura évidemment lieu, je n'en doute pas une seconde. Il sera toujours possible d'interpeller le ministre dans la mise en œuvre, qui sera de toute façon chaque fois reportée par période de trois mois maximum.
En ce qui concerne les remarques relatives à l'individualisation des droits, en effet, madame Cornet, M. Delizée ne l'a pas dit, mais je suis sûr qu'il l'a pensé, je me suis exprimé clairement en faveur de l'individualisation des droits de manière générale. Je crois que dans notre société, nous devons aujourd'hui réfléchir dans ce sens-là. Maintenant, madame Moscufo, ce n'est pas parce que nous avons cette idée globale que nous allons faire un amendement sur le droit passerelle pour changer l'individualisation des droits de manière globale, cela ne se fait pas comme ça d'un coup de cuiller à pot. Ce serait trop facile, malheureusement, et je pense que cela doit faire l'objet de discussions avec mes collègues dans le cadre des différentes législations concernées.
Madame Moscufo, vous m'avez posé des questions concernant notamment l'assimilation, mais ce sont des questions que vous devez poser à ma collègue Lalieux ou à mon collègue Dermagne, car elles ne concernent pas mes compétences ministérielles. Je vous invite donc à adresser ces questions à mes deux collègues.
Madame Vanrobaeys, en ce qui concerne la question de la proportionnalité pour les indépendants à titre complémentaire, si ces personnes paient des cotisations au-delà du seuil, nous pourrons leur octroyer des droits par arrêté royal. En revanche, si elles se trouvent en-deçà du seuil, ce ne sera malheureusement pas possible. Autrement dit, cela dépendra du montant des cotisations qu'elles paient. Le cas échéant, il sera possible de leur octroyer le même droit si elles ont payé les montants suffisants.
Madame la présidente, je pense avoir répondu aux différentes questions. Mme Lanjri et Mme De Jonge m’avaient posé deux questions en commission. Je leur avais transmis les réponses dont une série de chiffres à Mme De Jonge. Je peux les transmettre si les collègues le souhaitent. Il s’agit de statistiques. Mme Lanjri avait également posé une question sur les durées de prescription. Je lui avais également répondu et comme elle n’est pas là, je ne pourrai pas en dire plus actuellement.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3284/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3284/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi instaurant un cadre temporaire de crise de droit passerelle en cas de situations d’urgence et modifiant la loi-programme du 26 décembre 2022".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot invoering van een tijdelijk crisiskader overbruggingsrecht in geval van noodsituaties en tot wijziging van de programmawet van 26 december 2022".
Le projet de loi compte 17 articles.
Het wetsontwerp telt 17 artikelen.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Conformément à la décision de la séance plénière du 9 mars 2023, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 30 mars 2023 pour le mandat de premier membre suppléant du membre néerlandophone du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité.
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 9 maart 2023 werd in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 2023 een oproep tot kandidaten bekendgemaakt voor het mandaat van eerste plaatsvervangend lid van het Nederlandstalig lid van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
La candidature suivante a été introduite: Filip Vanneste, conseiller à la Cour d'appel d'Anvers.
De volgende kandidatuur werd ingediend: Filip Vanneste, raadsheer bij het Hof van beroep van Antwerpen.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 mai 2023, je vous propose de transmettre cette seule candidature aux groupes politiques.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 mei 2023 stel ik u voor deze enige kandidatuur aan de politieke fracties over te zenden.
La commission spéciale d’accompagnement parlementaire du Comité permanent P et du Comité permanent R procédera à l'audition du candidat.
De kandidaat zal door de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I worden gehoord.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à la décision de la séance plénière du 9 mars 2023, un deuxième appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 30 mars 2023 pour le renouvellement de la moitié des mandats des membres (non-notaires) des Commissions réunies de nomination pour le Notariat.
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 9 maart 2023 werd in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 2023 een tweede oproep tot kandidaten bekendgemaakt voor de hernieuwing van de helft van de mandaten van de leden (niet-notaris) van de Verenigde Benoemingscommissies voor het Notariaat.
Les mandats suivants des Commissions de nomination doivent être renouvelés:
Membres effectifs:
- deux magistrats (1F + 1N);
- deux membres externes (1F + 1N).
Membres suppléants:
- deux professeurs/chargés de cours en droit (1F + 1N);
- deux membres externes (1F + 1N).
De volgende mandaten van de Benoemingscommissies dienen te worden hernieuwd:
Werkende leden:
- twee magistraten (1N + 1F);
- twee externe leden (1N + 1F).
Plaatsvervangende leden:
- twee hoogleraren/docenten in de rechten (1N + 1F);
- twee externe leden (1N+ 1F).
Les candidatures ont été introduites en nombre suffisant pour les différents mandats, excepté pour les mandats de membres suppléants francophone et néerlandophone pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit'.
Er werden voldoende kandidaturen ingediend voor de verschillende mandaten, behalve voor de mandaten van Nederlandstalig en Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten'.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 mai 2023, je vous propose de publier un troisième appel à candidats au Moniteur belge pour les mandats de membres suppléants francophone et néerlandophone pour la catégorie 'professeur/chargé de cours en droit'.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 mei 2023 stel ik u voor een derde oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de mandaten van Nederlandstalig en Franstalig plaatsvervangend lid voor de categorie 'hoogleraar/docent in de rechten'.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
(art. 75, n° 5,
Rgt)
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de
inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het
Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus
wordt besloten.
Demande
d'urgence
31.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, ik vraag de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 3355/1 tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met een onderzoek naar de aan bpost gegunde overheidsconcessies en de mogelijke belangenvermenging tussen bpost en het kabinet van de minister bevoegd voor overheidsbedrijven. Het is in de voorbije weken wel duidelijk geworden dat er allerlei zaken uitgeklaard moeten worden inzake de affaires bij bpost. Ik heb het dan niet alleen over de concessie van de krantenbedeling, maar ook over de buitensporig veel centen die werden aangerekend voor de zogenaamde 679-rekeningen van de Staat en de concessie van de nummerplaten. Er zijn ook nog de consultantbureaus die zonder aanbesteding onder de arm genomen zijn en, niet te vergeten, er was de belangenvermenging, of op zijn minst de schijn ervan, bij twee kabinetsleden van vicepremier De Sutter.
Het waren de collega’s van cd&v, net als vicepremier De Sutter zelf, die in de commissie zegden dat alle schijn van belangenvermenging weggewerkt moest worden. Ik heb tweets zien verschijnen van de MR-voorzitter die aangaf dat er een bijzondere commissie moet worden opgericht in dit Huis om een en ander uit te klaren. Als ik mij niet vergis, heeft collega Verhaert van Open Vld een gelijkaardig voorstel geponeerd. Ik heb de collega’s van de N-VA in de commissie ook terecht horen pleiten voor een forensisch onderzoek, waarbij het Parlement een belangrijke rol moet spelen.
Ik reken dus op alle steun voor een echt onderzoek, een echte parlementaire onderzoekscommissie, die zoals u weet veel meer bevoegdheden heeft dan een bijzondere commissie, namelijk de bevoegdheid van een onderzoeksrechter. Als het er u in dit dossier werkelijk om te doen is om de onderste steen naar boven te halen, dan is dit het middel bij uitstek om hierin duidelijkheid te brengen. Ik vrees dat het beerputje van bpost anders zal blijven stinken. Ik reken dus op uw steun voor de urgente behandeling van het wetsvoorstel tot oprichting van deze onderzoekscommissie.
La présidente: Je vous propose de nous
prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om
ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est rejetée
par assis et levé.
De urgentie wordt verworpen
bij zitten en opstaan.
31.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, twee collega’s zijn buitengaats en verkeren in de onmogelijkheid om zich hier uit te spreken. Collega Van Bossuyt zal haar stemgedrag aanpassen aan de afwezigheid van collega Ben Achour. De afwezigheid van onze onvolprezen collega Kristof Calvo zal in rekening worden gebracht door het stemgedrag van de heer Loones, in de veronderstelling dat die komt.
31.03 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, je vais pairer avec Mme Nawal Farih, qui observe actuellement les élections en Turquie.
La présidente: Merci, chers collègues.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
72 |
Oui |
Nee |
32 |
Non |
Onthoudingen |
18 |
Abstentions |
Totaal |
122 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3238/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3238/4)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Vote sur l'amendement n° 12 de Maria
Vindevoghel à la demande 1. (2881/9)
Stemming over amendement nr. 12 van
Maria Vindevoghel op verzoek 1. (2881/9)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
13 |
Oui |
Nee |
110 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(De heer Steven Creyelman heeft zoals zijn fractie
gestemd)
Vote sur l'amendement n° 9 de Frank
Troosters cs à la demande 1. (2881/9)
Stemming over amendement nr. 9 van
Frank Troosters cs op verzoek 1. (2881/9)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
15 |
Oui |
Nee |
95 |
Non |
Onthoudingen |
21 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 13 de Tomas
Roggeman cs à la demande 1. (2881/9)
Stemming over amendement nr. 13 van
Tomas Roggeman cs op verzoek 1. (2881/9)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
20 |
Oui |
Nee |
93 |
Non |
Onthoudingen |
18 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 11 de Frank
Troosters cs tendant à insérer une demande 4(n). (2881/9)
Stemming over amendement nr. 11 van
Frank Troosters cs tot invoeging van een verzoek 4(n). (2881/9)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
36 |
Oui |
Nee |
94 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 10 de Frank
Troosters cs sur l'intitulé. (2881/9)
Stemming over amendement nr. 10 van
Frank Troosters cs op het opschrift. (2881/9)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 5)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het
amendement verworpen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
96 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
38 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2881/10)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2881/10)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3259/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3259/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
106 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
16 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2335/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2335/5)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Vote sur l'amendement n° 41 de Ellen Samyn
cs tendant à insérer un considérant F.F.(n). (3045/6)
Stemming over amendement nr. 41 van
Ellen Samyn cs tot invoeging van een considerans F.F.(n). (3045/6)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
92 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 42 de Ellen Samyn
cs tendant à insérer un point 7.12.(n). (3045/6)
Stemming over amendement nr. 42 van
Ellen Samyn cs tot invoeging van een punt 7.12.(n). (3045/6)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 9)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het
amendement verworpen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
99 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
33 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (3045/7)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (3045/7)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
94 |
Oui |
Nee |
20 |
Non |
Onthoudingen |
19 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3284/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3284/5)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van
onthouding? (Nee)
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 17 mai 2023 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 17 mei 2023 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19 h 12.
De vergadering wordt gesloten om 19.12 uur.
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 242
annexe. |
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 242
bijlage. |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
|
DETAIL
VAN DE NAAMSTEMMINGEN
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
072 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie,
Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc,
Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Flahaut André, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed,
Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mariage
Louis, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Zanchetta Laurence
Non |
032 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt
Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen,
Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van der Donckt Wim, Van
Grieken Tom, Van Peel Valerie, Verreyt Hans, Wollants Bert
Abstentions
|
018 |
Onthoudingen |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De
Smet François, De Vuyst Steven, Fonck Catherine, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Prévot Maxime, Van Bossuyt
Anneleen, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
013 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De
Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van
Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
110 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Cornet Cécile, De Block Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Spiegeleer
Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Flahaut
André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers
Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame,
Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage
Louis, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta
Laurence
Abstentions
|
005 |
Onthoudingen |
Dallemagne
Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
015 |
Ja |
Creyelman Steven,
Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn
Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Verreyt Hans
Non |
095 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
021 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
020 |
Ja |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Wollants Bert
Non |
093 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
018 |
Onthoudingen |
Creyelman Steven,
Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Gilissen Erik, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Grieken Tom, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
036 |
Ja |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
094 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
002 |
Onthoudingen |
Loones Sander, Van Bossuyt Anneleen
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
096 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
038 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
133 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creyelman Steven, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
106 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Dallemagne Georges, De Block Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions |
016 |
Onthoudingen |
Creyelman Steven,
Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn
Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
035 |
Ja |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Peel Valerie, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
092 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
002 |
Onthoudingen |
Loones Sander, Van Bossuyt Anneleen
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
099 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
033 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Peel Valerie, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
094 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mariage Louis, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
020 |
Nee |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Wollants Bert
Abstentions |
019 |
Onthoudingen |
Creyelman Steven,
Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris,
Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Loones Sander, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank,
Van Bossuyt Anneleen, Van Grieken Tom, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans