Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 20 avril 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 20 april 2023

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 22 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Alexander De Croo.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 19 avril 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 april 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

02 Renvoi d'un amendement en commission

02 Verzending van een amendement naar een commissie

 

J'ai reçu un amendement au projet de loi modifiant les lois sur le Conseil d'État, coordonnées le 12 janvier 1973, n° 3220/1.

Ik heb een amendement ontvangen op het wetsontwerp tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, nr. 3220/1.

 

Je vous propose de renvoyer cet amendement en commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives (art. 93, n° 1, du Règlement).

Ik stel u voor dit amendement te verzenden naar de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veilig­heid, Migratie en Bestuurszaken (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Scrutin secret

Geheime stemming

 

03 Conseil central de surveillance pénitentiaire – Nomination d'un membre suppléant néerlando­phone

03 Centrale Toezichtsraad voor het Gevangenis­wezen – Benoeming van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid

 

L'ordre du jour appelle le scrutin secret en vue de la nomination d'un membre suppléant néerlando­phone du Conseil central de surveillance pénitentiaire.

Aan de orde is de geheime stemming met het oog op de benoeming van een Nederlandstalig plaats­vervangend lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.

 

L'unique candidature a été annoncée lors de la séance plénière du 2 mars 2023.

De enige kandidatuur werd aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 2 maart 2023.

 

La commission de la Justice a entendu le candidat le 29 mars 2023.

De commissie voor Justitie heeft de kandidaat op 29 maart 2023 gehoord.

 

Le rapporteur a fait rapport de cette audition lors de la Conférence des présidents du 12 avril 2023.

De rapporteur heeft verslag uitgebracht over deze hoorzitting tijdens de Conferentie van voorzitters van 12 april 2023.

 

Le document portant le nom du candidat vous a été distribué. (3285/1)

Het stuk met de naam van de kandidaat werd rondgedeeld. (3285/1)

 

Je rappelle que les membres du Conseil central de surveillance pénitentiaire sont nommés à la majorité des deux tiers des votes émis et que par conséquent il y a lieu de procéder à un vote secret.

Ik herinner eraan dat de leden van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen worden benoemd met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen en dat er bijgevolg dient te worden overgegaan tot een geheime stemming.

 

Les bulletins de vote seront distribués en salle 3, où vous pouvez émettre votre vote à partir de maintenant jusqu'à 17 h 00.

De stembiljetten zullen worden uitgedeeld in zaal 3, waar u uw stem kan uitbrengen vanaf nu tot 17.00 uur.

 

Il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat choisi.

Om te stemmen, moet men een kruisje in het vakje naast de naam van de gekozen kandidaat plaatsen.

 

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

Daar de stemming geheim is, mogen de stem­biljetten niet worden ondertekend.

 

Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.

Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.

 

Dès que le scrutin secret est clos, je vous propose de procéder au dépouillement du scrutin secret dans la salle 3, en présence des scrutateurs.

Zodra de geheime stemming gesloten is, stel ik u voor dat de stembiljetten van de geheime stemming geteld worden in zaal 3, in aanwezigheid van de stemopnemers.

 

Je vous propose de désigner les deux membres les plus jeunes pour dépouiller le scrutin, Mathieu Bihet et Chanelle Bonaventure.

Ik stel u voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen, Mathieu Bihet en Chanelle Bonaventure.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

04 Ordemotie

04 Motion d'ordre

 

04.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Beste collega’s, hier zitten we weer. Drie tot vier weken geleden was er het dossier van de ex-voorzitters van de Kamer die het plafond-Wijninckx gewoon opzijgeschoven hadden. Iedereen dacht toen dat het gedaan was, dat dat de laatste etappe was en dat het niet erger kon.

 

"Ce n'est pas possible! C'est fini!"

 

Wat blijkt vier weken later? We hebben met de PVDA het dossier verder uitgespit. On a creusé!

 

Het blijkt dat de uitzondering niet alleen voor de ex-voorzitters bestond, maar dat er ook een was voor alle parlementsleden. Tournée générale! Kunt u zich het verloop van die vergadering voorstellen?

 

La présidente: Monsieur Hedebouw, nous ne sommes pas au théâtre, nous sommes au Parlement. Je vous demande d’en venir aux faits par rapport à votre demande.

 

04.02  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Wat blijkt? In vergaderingen werd gesteld dat er voor de burgers een plafond van toepassing moest zijn en dat de burgers tot hun 67ste moesten werken om een pensioen te krijgen. Voor de burgers moest er zelfs in het budget worden gekrabd voor 11 euro per maand voor de minimumpensioenen. Als het echter gaat om de politici, on ouvre le champagne, pas de problème!

 

(…): Populist!

 

04.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Populist? U bent hier de populisten! Als wij er niet waren, zou niemand hiervan geweten hebben. Heel dat debat wordt achter gesloten deuren gevoerd.

 

Ik stel voor om, zoals in het Vlaams Parlement gisteren, een openbaar debat te organiseren. Ik leg een ordemotie ter stemming voor waarin ik vraag om hier een openbaar debat te voeren en een collectief en openbaar signaal te geven aan de publieke opinie dat alles zal veranderen. Het Vlaams Parlement heeft dat gedaan.

 

Arrêtez de dire que vous ne saviez rien! Tout cela a été décidé en 2013, chers collègues. Cela veut dire qu'on ne parle pas d'il y a 45 ou 50 ans.

 

La présidente: Monsieur Hedebouw, nous ne sommes pas dans un débat. Parlez de la motion!

 

04.04  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Je vous propose une motion d'ordre qui est évidemment soumise au vote. J'espère vraiment qu'elle sera soutenue par tout le monde.

 

04.05  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, als ancien in deze vergadering word ik het stilaan beu dat mensen constant hun eigen nest bevuilen. Mijnheer Hedebouw, steek uw hand maar op. Ik zit hier al 25 jaar. Naast die 25 jaar heb ik nog gewerkt, want ik heb een carrière van 52 jaar. Ik betaal hier vandaag nog 758,04 euro van mijn wedde voor pensioenrechten die ik nooit zal krijgen. Ik heb bijdragen alom geleverd. Als de wet overtreden is, is de wet overtreden. Als wij ten onrechte bedragen hebben gekregen, zullen wij ze terugbetalen. Hier echter constant op onze rug en op de rug van andere leden een platte populistische show verkopen, is totaal verkeerd. Ik heb geen euro gestolen.

 

Mijnheer Hedebouw, waarom heb ik nog een job naast mijn parlementair werk gehad? Ik wou niet afhankelijk zijn van de partijen en van de particratie. Jullie staan immers op de loonlijst van jullie partij en moeten dus mekkeren en papegaaien wat de partij voorschrijft. Mijnheer Hedebouw, door het feit dat ik dat heb gedaan, dat ik betaald heb en zal betalen wat moet worden betaald, ben ik onafhankelijk. U weet ook dat wij genoeg worden gecontroleerd door de fiscus. Geen enkel parlementslid heeft daar een probleem mee. U moet echter echt eens stoppen met het eigen nest te bevuilen.

 

04.06 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): (…)

 

De voorzitster: Mijnheer Hedebouw, er is geen debat. Ik zal uw motie nakijken.

 

Wij gaan over tot de mondelinge vragen.

 

Questions

Vragen

 

05 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beroepsethiek van de regeringsleden" (55003432P)

05 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'éthique profes­sionnelle des membres du gouvernement" (55003432P)

 

05.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, er zit een staatssecretaris in uw regering die de wet heeft overtreden. De controlecommissie heeft daarover vergaderd en er is unaniem beslist. De wetsovertreding is vastgesteld en de staatssecretaris heeft zich verontschuldigd. Er is ook een lichte sanctie uitgesproken en men zou denken dat het dossier daarmee is afgesloten. Dat blijkt echter niet het geval te zijn, want er is meer aan de hand. Ik schets even waarover het gaat.

 

De staatssecretaris heeft een persoonlijk logo en ze mocht dat niet gebruiken. Ze zei aan het Parlement dat ze nooit gevraagd heeft om het logo te gebruiken. Ze heeft daarover ook een brief geschreven aan de Kamer. In deze brief zegt ze letterlijk: "Il n’y avait aucune demande de matière de communication". Ze zei dus letterlijk dat ze nooit gevraagd had om het logo te gebruiken. Ze heeft dat dinsdag ook letterlijk herhaald in de controlecommissie. Ze heeft letterlijk gezegd dat ze dat niet gevraagd heeft.

 

In La Dernière Heure blijkt vandaag echter dat er een subsidiegids bestaat. Deze is opgesteld en onderschreven door mevrouw Schlitz. In deze subsidiegids staat een heel hoofdstuk over communicatie en controle. In dat hoofdstuk wordt gevraagd aan organisaties die subsidies krijgen om niet alleen te communiceren dat ze steun krijgen van mevrouw Schlitz, maar ook om het logo te gebruiken. Er staat dus zwart op wit dat mevrouw Schlitz gevraagd heeft om het logo te gebruiken, terwijl ze dinsdag verzekerd heeft dat ze dat nooit gedaan heeft. Dat was dus gelogen.

 

Collega’s, daarmee stopt het echter niet. Die subsidiegids blijkt intussen namelijk te zijn aangepast. Op de website van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen staat er nu een nieuwe versie. Plots staat de passage over het feit dat het logo moet worden gebruikt niet meer in de gids.

 

Liegen in het Parlement, mijnheer de premier, is dat de stijl van uw regering? Mijn vraag aan u is of u dit steunt en of u dit gedrag en deze houding van uw staatssecretaris steunt.

 

05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, het is inderdaad zo dat een regeringslid geen publieke middelen mag gebruiken om campagne te voeren voor zijn of haar persoonlijk imago, zoals u aangeeft. Die regels staan in de wet en bij aanvang van de regeerperiode worden de regeringsleden herinnerd aan de regels die gevolgd moeten worden. Het is ook terecht dat er hiervoor een controlemechanisme bestaat.

 

Ik stel vast dat de staatssecretaris haar fout heeft erkend in de commissie en hiervoor haar verontschuldigingen heeft aangeboden. Het lijkt mij dan ook logisch dat als er niet-toelaatbare zaken in een subsidiegids staan, die gids wordt aangepast om hem in regel te brengen met de regels die van toepassing zijn. Mijn indruk is niet dat het de bedoeling is om feiten weg te halen. Laat mij duidelijk zijn, dergelijke zaken zijn in mijn ogen niet voor herhaling vatbaar. Het is een fout en de staatssecretaris heeft die fout ook toegegeven in de commissie.

 

Ik wil herinneren aan een voorbeeld uit de vorige regering, maar ik gebruik dat niet om de gemaakte fout goed te praten. Toen had de minister van Financiën van uw partij een brief over de taxshift gestuurd naar alle belastingplichtigen in zijn naam en hij had die brief persoonlijk ondertekend. Dat heeft de commissie toen ook behandeld en de minister heeft toegegeven dat dat een fout was en heeft zich daarvoor verontschuldigd.

 

Ik geef dat aan omdat een staatssecretaris of minister het moet toegeven als er fouten gemaakt zijn en zich daarvoor moet verontschuldigen. De regels zijn duidelijk. Er is geen enkele reden waarom dit soort fouten voor herhaling vatbaar zou zijn. Ik heb dan ook aan de FOD Kanselarij van de Eerste Minister gevraagd om de regeringsleden de regels opnieuw door te sturen en duidelijk te maken dat dit soort fouten niet voor herhaling vatbaar is.

 

05.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dit is zo fout. Een staatssecretaris die eerlijk was over de begroting hebt u ontslagen, maar een staatssecretaris die aantoonbaar zwart op wit liegt en bedriegt ten aanzien van het Parlement mag van u blijven zitten. Dit is zo fout!

 

Mevrouw Schlitz heeft de wet overtreden. Zij heeft daarover foutieve, leugenachtige verklaringen afgelegd in het Parlement. Dat kan zwart op wit worden nagelezen, dat kan worden bewezen, online, in de krant en in documenten van het Parlement. In haar eigen brief aan de voorzitster van de Kamer heeft de staatssecretaris gelogen. Dat passeert allemaal in uw regering, u veroordeelt dat niet. Dat passeert gewoon allemaal!

 

Mijnheer de eerste minister, mevrouw Schlitz is alle geloofwaardigheid kwijt. Als dit de lijn is van uw regering, dan is ook uw regering alle geloofwaardigheid kwijt. Wij zullen in elk geval het ontslag van uw staatssecretaris vragen als u dat niet zelf doet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Kurt Ravyts aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het standpunt van de regering over de Europese koolstoftaks" (55003434P)

06 Question de Kurt Ravyts à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La position du gouvernement sur la taxe carbone européenne" (55003434P)

 

06.01  Kurt Ravyts (VB): Premier, komt er voorlopig geen Belgische koolstoftaks, dan is er nog altijd Europa en kunnen de meerderheidsleden, onder meer uit uw partij, die enkele jaren geleden tegen de plannen van mevrouw Khattabi in het Parlement stormliepen, hun handen in onschuld wassen. In het Europees Parlement keurde afgelopen dinsdag een meerderheid van Europese vivaldisten de uitbreiding van de handel in uitstootrechten naar gebouwen en transport goed. Dat is met andere woorden niets meer of minder dan een Europese koolstofheffing. Het betekent dat die voor veel mensen ver-van-mijn-bedshow vanaf 2027 heel concreet zal worden. We zullen vanaf dan immers nog meer moeten betalen voor benzine, diesel, stookolie en gas, omdat de kosten van de uitstootrechten voor de fossiele brandstoffen natuurlijk zullen worden doorgerekend. Dat betekent bijvoorbeeld bijna 100 euro per jaar meer voor wie een gemiddeld aantal kilometers rijdt en 17 euro per maand stijging voor een gezin met een gemiddeld gasverbruik. Het wordt steeds duidelijker wat wij hier al jaren voorspellen: de klimaatreligie en de iedereen door de strot geduwde energietransitie zullen ons allemaal veel geld kosten.

 

Dan is er natuurlijk ook nog het spreekwoordelijke doekje voor het bloeden, namelijk het sociaal klimaatfonds van de EU, goed voor 86 miljard uit de verkoop van uitstootrechten. Maar slechts 1,6 miljard euro komt naar dit land. Gelooft er iemand nu werkelijk dat met het uitdelen van wat energiecheques en isolatiepremies de meest kwetsbaren en de kwetsbaarste middenklasse in dit land minder zullen worden getroffen? De Europese Green Deal zal onder meer een gigantisch verlies aan patrimoniumwaarde bij onze bevolking creëren. De Europese Raad kan volgende week de beslissing van het Europees Parlement nog bijsturen. Het is theorie, want u zult zich onthouden, maar zult u toch nog initiatief nemen op die bijeenkomst van de Europese Raad om die voor de burgers nefaste wetgeving bij te stellen?

 

06.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Ravyts, de doelstelling van de Green Deal is de transitie naar een koolstofarme maatschappij. Ik hoop dat u die doelstelling deelt, want die doelstelling is er om ervoor te zorgen dat wij, maar vooral onze kinderen, nog een leven in welvaart kunnen hebben, maar een leven dat ook nog leefbaar is. Die doelstelling houdt ook in dat het koolstofarm leven toegankelijk is voor iedereen. Dat is trouwens de reden waarom de Green Deal spreekt over een rechtvaardige transitie. Die moet haalbaar zijn voor iedereen.

 

Om ervoor te zorgen dat zij haalbaar is voor iedereen, moeten wij wel beleid voeren. Wij moeten erover waken dat eenieders koopkracht niet aangetast wordt door dat beleid. Wij moeten er dus voor zorgen dat de alternatieven waardoor mensen zo weinig mogelijk koolstoftaksen moeten betalen, toegankelijk zijn voor de brede bevolking.

 

Ik zeg het opnieuw. Daarvoor moeten wij beleid voeren. De mensen verwachten dat de partijen die deel uitmaken van de federale of de regionale regering, daarvoor beleid voeren en dat zij gebruikmaken van de stem die zij hebben.

 

U bent bezorgd; ik maak mij ook zorgen. Ik stel bijvoorbeeld vast dat voor 7 van de 9 vergaderingen van de Europese Raad Milieu de bevoegde Vlaamse minister besliste niet aanwezig te zijn. Zij eiste haar plaats niet op en ging niet in debat om erop te hameren dat zij ervoor wil zorgen dat de alternatieven toegankelijk zijn voor iedereen. Ja, daar maak ik mij zorgen over. Ik stel vast dat degenen die de mogelijkheid hebben beleid te voeren, ervoor kiezen aan de zijkant te blijven staan en niet op te komen voor de mensen.

 

06.03  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de premier, wie betaalt de groene factuur? Dat wordt stilaan heel duidelijk. De burgers en de ondernemingen zullen door de dwangbuis van de EU zelfs twee keer de rekening betalen. Zij zullen niet alleen de Europese koolstoftaks betalen, maar ook nog eens netto bijdragen aan wat uiteindelijk andermaal een Europees transferfonds zal zijn. Opnieuw wordt de realiteit dat Vlamingen aan Zuid- en Oost-Europa meer afdragen dan zij terugkrijgen. Wij zullen ons met Vlaams Belang blijven verzetten tegen dat Europees wetgevingspakket, dat zowel de concurrentiepositie van onze Vlaamse bedrijven als de koopkracht en de patrimoniumwaarde van de Vlaamse gezinnen zal aantasten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Anja Vanrobaeys aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De mislukte bemiddelingspoging bij Delhaize" (55003433P)

- Gaby Colebunders aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Delhaize" (55003437P)

- Cécile Cornet aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het sociaal conflict bij Delhaize" (55003448P)

- Leslie Leoni aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De mislukte bemiddelingspoging bij Delhaize" (55003451P)

07 Questions jointes de

- Anja Vanrobaeys à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'échec de la tentative de médiation chez Delhaize" (55003433P)

- Gaby Colebunders à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Delhaize" (55003437P)

- Cécile Cornet à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le conflit social chez Delhaize" (55003448P)

- Leslie Leoni à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "L'échec de la conciliation chez Delhaize" (55003451P)

 

07.01  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, collega’s: nee, njet, nada! De arbeidsbemiddelaar had maar één dag nodig om vast te stellen wat werknemers en vakbonden allang beseffen, namelijk dat Delhaize niet met een sociaal plan komt. Delhaize wilt zo snel mogelijk winkels verzelfstandigen en hun werknemers bij een ander plaatsen. Mijnheer de minister, dat is schandalig en dat is alleen mogelijk omdat Delhaize een achterpoortje heeft gevonden om goedkoop van zijn personeel af te raken. Ondertussen opent die Nederlandse multinational nog een Albert Heijnfiliaal naast de deur om die toekomstige zelfstandige franchisenemers nog meer concurrentie aan te doen. Het is een bijzonder cynisch spel.

 

Het kan nochtans anders. Waar Delhaize aan zijn verantwoordelijkheid verzaakt, neemt Colruyt die. Colruyt neemt afscheid van Dreamland en voor die werknemers is dat een even harde klap. We stellen echter vast dat Colruyt gisteren zijn winkels heeft gesloten om die klap samen te verwerken en dat het bedrijf wel een sociaal plan heeft om die werknemers te beschermen. Dat is terecht, want zo hoort het. Ondertussen stapelen de problemen in andere supermarkten zich op. Bij Lidl wordt er gestaakt en bij Aldi zal men met minder personeel nog harder moeten werken. Vooruit gelooft in fatsoenlijk werk, eerlijke arbeidsvoorwaarden en een fair loon. Die werknemers kijken allemaal uit naar een sterke overheid die hen zal beschermen tegen multinationals die hun positie nu misbruiken.

 

Mijnheer de minister, een gewone onderhandeling zal dat probleem niet oplossen. Het debat over de toekomst van de sector moet starten en de achterpoortjes moeten worden gesloten. Wat zult u doen om het probleem bij Delhaize en in de sector in het algemeen aan te pakken?

 

07.02  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, de mannen en vrouwen van Delhaize zijn ondertussen hun zevende actieweek ingegaan. Dat is een duidelijke boodschap dat het hun menens is. Dat is bij u niet het geval, mijnheer de minister, want we hebben er zes weken op moeten wachten vooraleer u hier fier kwam aankondigen dat u een sociale bemiddelaar zou aanstellen. En wat zien we nu? De sociale bemiddelaar werd sneller buitengegooid bij de directie van de Delhaize, die weigert te luisteren, dan dat hij binnenkwam. Het is gewoonweg absurd. Dat toont meteen aan met welke agressie ze haar model hard wil maken.

 

Over welk model denkt u dat het gaat? We zijn eens gaan kijken bij onze noorderburen, bij Albert Heijn, een zusterbedrijf van Delhaize. Weet u hoe die warenhuizen georganiseerd zijn? Een minderheid van de winkels werkt met vaste contracten. De rest werkt met tijdelijke contracten, waarvan de meerderheid door studentenjobs wordt ingevuld. Dat is flexibiliteit ten top.

 

Mijnheer de minister, wilt u dat dat model hier ingang vindt? Dat is alvast niet het model dat wij hier willen. U kunt wel van neen schudden, maar eigenlijk doet u niets anders dan Delhaize steunen. Waterkanonnen inzetten, vakbondsmensen laten oppakken, deurwaarders sturen, politie sturen, is dat de manier waarop u met de kwestie omgaat? Ik vraag mij af aan welke kant u staat. Het gaat hier over brave mensen, die opkomen voor hun job en voor de boterham van hun kinderen. Zij worden hier gewoon als criminelen behandeld. Dat is repressie zoals ik die in ons land nog maar heel weinig heb gezien.

 

Mijnheer de minister, verdedigt u die ongeziene repressie? Wordt het nu geen tijd om partij te kiezen voor de werknemers van Delhaize en actie te ondernemen om de directie eindelijk een halt toe te roepen?

 

07.03  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous sommes actuellement dans un contexte social vraiment très difficile pour les travailleurs. Je voudrais une fois encore profiter de ma présence en séance plénière pour redire ma solidarité et la solidarité de notre groupe avec les travailleuses et les travailleurs.

 

Je suis ici parce qu’il y a deux éléments dans l’actualité récente qui attirent notre attention. Le premier, c’est la réunion de ce mardi. Vous avez désigné un conciliateur social. Son idée était de travailler à la fois sur les alternatives et sur les acquis sociaux. S'agissant des acquis sociaux, nous savons à quel point ils sont sujets à interprétation; il y a encore du travail à faire. S'agissant des alternatives, nous avons tous entendu que la direction de Delhaize affirmait que la franchisation est absolument non négociable.

 

Au sortir de la réunion de mardi, il semble même qu’une deuxième rencontre soit peu probable. C’est le blocage, en fait, monsieur le ministre. Alors, que va-t-il se passer ensuite? Face à cette absence de dialogue, il y a le droit de grève, qui est un droit vraiment essentiel pour les écologistes.

 

Cela m’amène au deuxième élément d’actualité: c’est la décision de justice qui est tombée cette semaine. On ne commente pas une décision de justice, je le sais. Mais aujourd'hui, nous savons que le droit de grève va désormais s’appliquer un peu différemment.

 

À la direction de Delhaize, qui dit aujourd'hui agir au nom du droit au travail, je lui pose la question: estimez-vous normal de faire appel à des contrats d’étudiants pour remplacer des travailleuses et des travailleurs qui sont en grève, alors même que le recours à des intérimaires est interdit? Je dénonce l’utilisation des étudiants dans un conflit, dans une grève. Et je redis que le droit de grève est vraiment important.

 

Monsieur le ministre, que faites-vous pour garantir à la fois une suite à la concertation sociale et une application réelle, concrète et complète du droit de grève? 

 

07.04  Leslie Leoni (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, je vous lis ces quelques lignes: "Chers collègues, une réunion a lieu ce jour. Les discussions n'ont, à cet instant, pas permis de fixer une nouvelle date de rencontre. Nous nous efforçons de mener un dialogue serein et constructif, nous faisons tout notre possible afin de répondre à toutes les questions relatives au plan d'avenir, et restons ouverts à la discussion."

 

Enlevés de leur contexte, ces mots utilisés par le CEO de Delhaize pour s'adresser à ses travailleuses et ses travailleurs sont presque touchants. Parler d'un dialogue serein et constructif, il faut oser le faire! Je ne sais pas ce que vous en pensez, mais, pour ce qui me concerne, j'ai du mal à voir concrètement comment il reste ouvert à la discussion.

 

Lors de la réunion de conciliation, des combis ont été placés devant les bâtiments, comme si des terroristes étaient attendus. Sur les sites des magasins, les directions vont chaque jour plus loin en termes de mépris des travailleurs et en matière d'attaques au droit de grève. Cette semaine Romina, employée au Delhaize d'épinois, m'a dit ceci: "Vendredi, ils ont fait venir deux fois l'huissier et quatre combis de policiers alors que nous étions sur le trottoir et qu'en aucun cas nous n'empêchions les clients d'entrer. Nous faisions juste de la sensibilisation. La direction a même donné la liste de nos identités à l’huissier et a retiré les cathy cabines installées vu que la direction ne laissait pas ses employés utiliser les toilettes du magasin."

 

La vérité, c'est que la direction n'a jamais eu la moindre intention de discuter. Elle a pris ses décisions dans ses beaux bureaux. Elle a décidé qu'elle ferait plus de bénéfices sur le dos des travailleurs. Le reste, c'est du pipeau!

 

Monsieur le ministre, je suis écœurée par l'attitude de ces patrons. J'imagine que vous aussi. Comment allez-vous réagir à cet échec de la conciliation? Quelles sont les prochaines étapes? Que peuvent encore espérer les travailleurs de Delhaize?

 

07.05  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la présidente, mesdames et monsieur les députés, je vous remercie pour vos questions sur ce sujet important et brûlant dans notre pays.

 

Je ne reviens pas sur la judiciarisation du conflit social. Je l'ai regrettée ici, au sein de cette Assemblée, voici une semaine. Je pense, en effet, que la saisine des cours et tribunaux dans le cadre d'un conflit social est un échec supplémentaire de la concertation sociale. Je le regrette. Mais, comme vous le savez, j'ai pour principe de ne pas commenter des décisions de justice et je me tiendrai à cette jurisprudence personnelle. Vous connaissez mon point de vue par rapport à la judiciarisation de ce conflit et des conflits sociaux de manière générale.

 

Je ne suis pas non plus responsable de la manière dont les forces de l'ordre ont été déployées sur le terrain et la manière dont elles sont intervenues. Je pense que la présence des forces de l'ordre doit être proportionnelle à une éventuelle menace et je ne pense effectivement pas que, devant le SPF Emploi et Concertation sociale, il y avait un risque de débordement ou d'émeute qui justifiait un tel déploiement. Je pense qu'à l'avenir, il faudrait être attentif à respecter l'expression des uns et des autres dans le cadre de ce mouvement social.

 

En ce qui concerne la conciliation qui est un exercice difficile, c'est toujours dans un contexte particulièrement difficile que le ou la ministre du Travail est amené(e) à désigner un conciliateur social. Nous savions dès le départ que cette conciliation ne serait pas simple.

 

Ik heb net overleg gehad met de sociaal bemiddelaar. We hebben gesproken over het verloop en de uitkomst van de vergadering van afgelopen dinsdag. Ook na de vergadering heeft hij in verscheidene bilaterale contacten bij beide partijen gepolst naar hun evaluatie van de vergadering en de verdere evolutie van het dossier.

 

D’après les contacts que j’ai eus avec lui, le conciliateur social estime que toutes les parties privilégient encore une solution négociée. À la fin de la réunion que je viens d’avoir avec lui, je lui ai bien entendu demandé de poursuivre sa mission et de ramener les parties autour de la table, et ce, dès que possible.

 

On doit tenir compte du rôle et de l’action de ce conciliateur social. Ce faisant, il a toute ma confiance pour trouver, avec l’ensemble des parties, la formule la plus appropriée pour les remettre autour de la table et enfin entamer une concertation sociale de qualité. J’appelle vraiment toutes les parties à s’engager dans la voie d’un dialogue constructif et ouvert pour trouver des solutions aux préoccupations légitimes des travailleuses et des travailleurs de Delhaize mais, au-delà et à travers eux, un avenir et des solutions pour l’ensemble des travailleuses et des travailleurs du secteur qui est en évolution.

 

On doit tenir compte de cette mutation. C'est la raison pour laquelle j’ai aussi demandé aux partenaires sociaux d’enfin sérieusement entamer ce travail d’harmonisation des commissions paritaires applicables au secteur. Je viendrai éventuellement avec des propositions si cette concertation sociale entre les partenaires sociaux du secteur n’aboutit pas à des propositions concrètes. Je pense qu’il est urgent de tenir compte de l’évolution du secteur et de garantir à l’ensemble des travailleuses et des travailleurs de ce secteur des conditions de travail de qualité et une juste rémunération.

 

07.06  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Eerlijk gezegd, elke partij verkiest wel een bemiddelde oplossing, maar Delhaize zit naar mijn mening op dit moment in een zetel. Ik hoor hier in het halfrond te veel rechtse partijen zeggen dat er geen probleem is: er is krapte op de arbeidsmarkt en die mensen moeten niet zagen. Leg dat maar eens uit aan al die werknemers die elke dag hard hun best doen, maar nu hun arbeidsvoorwaarden achteruit zien gaan. Leg dat eens uit aan de zelfstandige overnemers die zich omringd zien door steeds meer winkels en dus meer concurrentie. Leg dat ook eens uit aan iedereen in de sector die verkrampt onder een moordende concurrentie. Steeds weer komen gewone mensen in verdrukking door de grote multinationals.

 

Voor ons is duidelijk dat de enige die daar wat aan kan doen een sterke overheid is. Met Vooruit komen wij op voor mensen die zich dag in dag uit hard inzetten.

 

Mijnheer de minister, u hebt het voor een stuk gezegd, maar ik denk dat er meer urgentie nodig is. Bescherm hen en verbeter die wetgeving, want anders zullen er nog vele volgen.

 

07.07  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, wij zijn met vijf arbeiders-ex-vakbondsafgevaardigden die hier in het Parlement zitting hebben en stuk voor stuk hebben wij te maken gehad met represailles en met situaties waarbij het kanon op ons werd gericht, terwijl wij aan de poorten stonden voor de boterham van onze werknemers. Ik weet perfect hoe de mensen zich voelen die nu aan de poort staan voor de boterham van hun kinderen en die afgeschilderd worden als criminelen. Ik heb echter hoop. U veroordeelt de actie. U veroordeelt de politieactie met het waterkanon.

 

Wij hopen echt waar dat u mevrouw Verlinden hierover aanspreekt, zodat zoiets geen tweede keer gebeurt. Ik hoop dat het sociaal overleg voortgezet wordt, want alle Delhaiziens menen het serieus. Zij krijgen onze steun, de steun van de PVDA, niet alleen hier maar zeker ook op straat.

 

07.08  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses que vous répétez semaine après semaine, chaque fois que nous abordons ce sujet essentiel.

 

07.09  Pierre-Yves Dermagne, ministre: (…)

 

07.10  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): C'est une forme de concertation. Disons que c'est autre chose qui se passe au Parlement.

 

De notre point de vue, le respect est essentiel, non seulement celui des travailleuses et des travailleurs, mais également celui de leur dignité. À ce sujet, nous proposons trois pistes. Premièrement, je pense au droit de grève. Vous avez dit regretter cette judiciarisation. De mon point de vue, quand on installe un piquet de grève pacifique devant un magasin, ce n'est pas un trouble à l'ordre public; c'est un droit, à savoir le droit de grève.

 

Deuxièmement, des solutions doivent être apportées pour que les travailleurs puissent maintenir leurs droits. Vous devez encourager et pousser chacun à poursuivre une concertation qui aboutisse à des solutions.

 

Troisièmement, nous en parlons régulièrement, mais je vous invite à vous montrer encore plus actif dans l'harmonisation des commissions paritaires, de manière à empêcher le shopping par les employeurs et le dumping social.

 

07.11  Leslie Leoni (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je vous avoue que je ne sais plus quels mots utiliser pour exprimer la colère et la révolte que m'inspire la direction de Delhaize. Je n'ose même pas imaginer ce que doivent ressentir les travailleurs, et je dois avouer que j'appréhende la suite, parce qu'un tel mépris s'apparente à de la provocation.

 

Par contre, des mots, j'en aurai toujours pour exprimer notre soutien aux 9 000 travailleuses et travailleurs traités comme des marchandises, pour leur dire que nous sommes de leur côté, pour défendre le droit de grève, pour revendiquer la justice sociale et pour faire passer le travail avant le profit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Wouter Beke aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De wachtlijsten en de werkdruk bij de huisartsen" (55003438P)

- Catherine Fonck aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De werklast van de artsen, de wachtlijsten en de vraag van de Vlaamse regering" (55003444P)

- Sophie Rohonyi aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De mogelijke staking van de huisartsen" (55003431P)

08 Questions jointes de

- Wouter Beke à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Les listes d'attente et la charge de travail des médecins généralistes" (55003438P)

- Catherine Fonck à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La charge de travail des médecins, les listes d'attente et la demande du gouvernement flamand" (55003444P)

- Sophie Rohonyi à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La potentielle grève des médecins généralistes" (55003431P)

 

08.01  Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de minister, de huisartsen staan onder druk. Alsmaar meer huisartsen zijn gedwongen om een patiëntenstop in te lassen, wat de toegankelijkheid van onze gezondheidszorg niet ten goede komt. Alsmaar meer huisartsen klagen over de administratieve paperassen. Op de koop toe is er de vergrijzing van onze artsenkorps, met een grotere uitstroom dan instroom tot gevolg. Bovendien worden de mensen ook ouder en stijgt het aantal patiënten met chronische aandoeningen en dus ook de behoefte aan huisartsen, die vlug en dichtbij beschikbaar moeten zijn.

 

Ten eerste, wat de administratieve planlast en overlast betreft, u hebt aan de deelstaten gevraagd om onnodige ziekteattesten af te schaffen. Wat is daarvan het resultaat?

 

Ten tweede, wat de werkdruk betreft, we konden kennisnemen van uw new deal. Welke concrete beleidsmaatregelen zult u op korte termijn realiseren om de werkdruk van de huisartsen te verlichten?

 

Ten derde, de organisatie van de eerstelijnsgezondheidszorg is in principe een bevoegdheid van de deelstaten. Wanneer zult u daarover met hen overleg plegen?

 

Ten vierde, op het vlak van technologische innovatie en digitalisering zou u de werkdruk verlichten. Wat betekent dat concreet?

 

Ten slotte, er zijn gewoonweg te weinig huisartsen, vandaag en in de toekomst. U hebt aangegeven dat u het voorgestelde quotum aan Vlaamse zijde wilt verhogen. Wanneer zult u dat doen?

 

08.02  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, je suis ravie d'entendre ici le collègue Wouter Beke. Je suis ravie d'entendre qu'il y a un appel du gouvernement flamand qui tire la sonnette d'alarme sur la pénurie de médecins. Je répète cela depuis des années et je vais continuer à le faire. Je suis ravie qu'enfin on décide de sortir des chamailleries communautaires pour aller vers l'essentiel.

 

Monsieur le ministre, les appels se multiplient du côté des patients qui ne trouvent plus de médecin généraliste. Des patients doivent attendre quatre, cinq ou six mois pour avoir un rendez-vous chez un psychiatre, pour pouvoir passer une résonance magnétique nucléaire, pour avoir un rendez-vous chez un ophtalmologue ou un dermatologue. Les appels du terrain se multiplient. Les médecins généralistes sont débordés. Ils pensent même à se mettre en grève parce que, monsieur le ministre, vous refusez de prendre en compte ce qui existe de longue date sur la nuit noire au niveau de l'organisation des gardes de médecine générale.

 

Il y a aussi des appels du président de la conférence des hôpitaux académiques et universitaires de l'ensemble du pays. Le Pr Gillet dit combien, dans les hôpitaux, la situation est catastrophique, avec la fermeture de services – ce qui signifie des soins reportés pour les patients.

 

Monsieur le ministre, nous sommes depuis des années dans des comptes d'apothicaires sur le numerus clausus. On est tout le temps dans une logique comptable ou bien dans les conflits communautaires. Si nous songions maintenant aux patients? Quand va-t-on enfin augmenter de manière importante le nombre de médecins qui peuvent prester et le nombre de jeunes qui s'engageront dans les études? Vingt mille médecins vont partir dans les dix prochaines années et il faut de neuf à douze ans pour former de nouveaux médecins. Le compte est très clair!

 

08.03  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, vous avez sollicité il y a peu une enquête portant sur le temps de travail des médecins généralistes. Cette étude a été publiée ce lundi et confirme ce que mon parti DéFI et les associations de médecins ne cessent de vous dire, à savoir que les médecins sont de moins en moins nombreux pour assumer une charge de travail qui est de plus en plus importante.

 

Aujourd'hui, un médecin généraliste sur deux travaille entre 50 et 64 heures par semaine, et près d'un médecin généraliste sur deux travaille à raison de plus de 64 heures par semaine. C'est intenable et cette situation pourrait d'ailleurs s'avérer catastrophique à la suite de votre accord sur les quotas INAMI mais aussi du départ imminent à la retraite de près de 15 % des généralistes.

 

En tant que ministre de la Santé, vous devriez accorder la priorité à la santé des médecins et des patients dont ils ont la charge. Or ce n'est pas le cas, d'autant plus que vous avez décidé de les presser encore plus comme des citrons en exigeant que les gardes du service 1733 soient désormais assurées, de jour comme de nuit, par deux médecins. Il en ressort que les médecins généralistes sont en colère – une colère on ne peut plus légitime – et se disent prêts à observer une grève.

 

Monsieur le ministre, comment allez-vous assurer ces gardes dans le respect de médecins qui, déjà aujourd'hui, sont épuisés et vieillissants? Où allez-vous trouver ces médecins supplémentaires malgré les quotas INAMI et malgré leur surcharge administrative? Auront-ils droit à une rémunération particulière?

 

Enfin, êtes-vous en mesure d'éviter cette grève, qui est bien évidemment le droit le plus strict de ces médecins mais qui sera dommageable à tous ces patients qui, déjà aujourd'hui, éprouvent tant de difficultés à obtenir un rendez-vous chez un médecin dans les délais?

 

08.04 Minister Frank Vandenbroucke: Collega’s, de signalen zijn bijzonder duidelijk, de huisartsen staan onder zware druk. Wij moeten zorgen voor meer jonge mensen die beginnen aan een opleiding huisartsgeneeskunde. Zij moeten ook verlost worden van allerlei zinloze paperasserij. Het werk moet tevens anders en beter georganiseerd worden, met meer ondersteuning. Dat is de grote opdracht.

 

Laat mij beginnen met de vraag naar de paperasserij. Ik heb inderdaad aan een hele reeks collega’s in de federale regering maar ook in de deelregeringen, een brief gestuurd, opdat ze in hun sectoren, of dat nu cultuur, sport, onderwijs of ambtenarij is, alles wat aan attesten van huisartsen wordt gevraagd – vaak zinloos – kritisch zouden bekijken en verminderen. Ik heb een beetje moeten aandringen bij sommige collega’s, wat ik begrijp, maar ik heb nu van bijna al die collega’s een antwoord binnen. Ik vind dat aanmoedigend. Ik heb ook een eerste overzichtje gestuurd naar de nationale commissie artsen-ziekenfondsen en andere organisaties. Ik treed hier niet in detail, maar ik heb toch wel een zeker bewustzijn gezien bij heel veel collega’s dat er in verschillende sectoren van de samenleving voor moet worden geijverd om minder dingen te laten attesteren door huisartsen en artsen in het algemeen. Dat is een eerste punt.

 

Ten tweede, we moeten de huisartsen ondersteunen om zich beter te kunnen organiseren. Om die reden hebben we 16 miljoen euro voorzien in het kader van de RIZIV-begroting, specifiek voor de huisartsgeneeskunde. Dit zou zinvol kunnen worden ingezet om bijvoorbeeld praktijkassistenten te financieren, maar daarover moet nog overleg worden gevoerd en een beslissing genomen. Wij voorzien 23 miljoen euro ter ondersteuning van een nieuw type huisartsenpraktijk, waarrond wij een echte new deal willen sluiten, waarin ook praktijkverpleegkundigen aan de slag kunnen gaan. Anders werken, beter werken, samenwerken, dat alles is zeker een stuk van de oplossing. Natuurlijk overleggen we daarover ook met de gemeenschappen.

 

Ten slotte, wat het aantal artsen betreft, mijnheer Beke, wacht ik met ongeduld op het antwoord van de Vlaamse regering. Ik dring nu al maanden aan op een minimum aan overleg en duidelijkheid. Ik heb nog eens een brief gestuurd aan mijn Vlaamse collega’s Weyts en Crevits om te vragen hoe hoog zij denken dat het quotum zou moeten zijn. Ik krijg geen antwoord. Ik begrijp dat niet. De Planningscommissie heeft een advies gegeven. Zij zegt: quotum 2029: 1.144 voor Vlaanderen, 929 voor de Franstalige Gemeenschap.

 

Ik stel vast dat de Franstalige experts en de Vlaamse experts in de federale Planningscommissie de zaken anders invullen.

 

Persoonlijk ben ik van mening dat het Vlaamse cijfer hoger mag zijn. Dat mag echt hoger zijn. De wetgeving laat ons ook toe om specifiek voor Vlaanderen het quotum te verhogen. Artikel 92, § 2, 1°, van de WUG-wet laat dat toe. Ik verkeer dus in de wettelijkheid als ik dat quotum verhoog. Als ik nog weken moet wachten op de Vlaamse regering, zal ik dus zelf een voorstel doen en zal ik voorstellen wat ik in 2022 heb gedaan, namelijk er 8 % bij voegen. Ik verhoog dan het voorgestelde quotum met 92. Mevrouw Van Peel, dat betekent dat komende zomer 183 jonge mensen meer aan de opleiding zullen kunnen beginnen dan de Vlaamse regering vandaag voorziet.

 

De Vlaamse regering heeft alle tijd om dat te organiseren. Als zij mij dus geen advies geeft over de hoogte van het quotum, dan zal ik zelf een voorstel doen. Met mijn voorstel zullen 183 jonge mensen meer kunnen beginnen dan wat nu is voorzien voor het Vlaamse ingangsexamen. Ik doe in dat geval gewoon wat ik vorig jaar heb gedaan.

 

Madame Fonck, s'agissant du quota du côté francophone, je pense qu'il faut respecter l'avis de la Commission de Planification. En effet, cette augmentation – à nouveau considérable – me semble répondre aux besoins de la population et des médecins. Elle me paraît bien acceptée. Par conséquent, il faut qu'elle se poursuive.

 

Madame Rohonyi, en ce qui concerne les gardes, je puis vous indiquer que nous investissons de manière croissante dans celles-ci et dans le service 1733. Cela dit, il faut bien reconnaître que du côté francophone, les activités nocturnes ont été limitées à des interventions très spécifiques et trop restreintes, en contradiction avec le Manuel belge de la régulation et avec le devoir de la première ligne. Dès lors, d'une part, je dois renforcer la première ligne et le service 1733, mais, d'autre part, les médecins généralistes doivent aussi se conformer au Manuel belge de la régulation en ce qui concerne les actes accomplis durant la nuit.

 

08.05  Wouter Beke (cd&v): Mijnheer de minister, toegankelijke gezondheidszorg is een absolute prioriteit. Die start bij een toegankelijke eerstelijnszorg. Als er echter in toenemende mate patiëntenstops worden georganiseerd, als een op de drie patiënten zegt zijn huisarts niet meer vrij te kunnen kiezen, is er een probleem en moeten wij dat probleem oplossen.

 

Maar ik vind het een beetje misplaatst, mijnheer de minister, verwijten te sturen aan Vlaanderen. Inzake de contigentering is Vlaanderen altijd de beste en de enige goede, leerling van de klas geweest. (Applaus op de N-VA-banken) We kennen nu uw voorstel. Ik zal Vlaams minister Crevits daar uiteraard over informeren.

 

Tot slot, wanneer u het hebt over een new deal, ga daarover dan in overleg. U belooft daarover met de deelstaten te overleggen. Dat is tot op heden niet gebeurd. Er is veel ongerustheid dat uw new deal complex wordt en daar zijn de huisartsen niet mee gebaat.

 

08.06  Catherine Fonck (Les Engagés): Monsieur le ministre, des efforts radicaux doivent certainement être faits en matière de surcharge administrative mais je n'ai encore rien vu depuis le début de cette législature. On peut toujours rêver. J'attends de voir les actes.

 

Sur la cascade pour le médecin, où on refile une partie de son travail aux infirmiers, vous oubliez un détail majeur. Il y a aujourd'hui une pénurie d'infirmiers catastrophique dans nos soins de santé et vous refusez d'avancer sur un plan d'attractivité en la matière. Alors, refiler le boulot des uns en pénurie vers les autres encore plus en pénurie, ce n'est pas une solution!

 

Vous décidez d'augmenter les quotas pour la Communauté flamande. C'est une bonne chose. À l'inverse, c'est un refus total pour ce qui concerne le côté francophone. Et ne me racontez pas que la décision prise l'an dernier était une avancée! La Commission de Planification en prévoyait 711. Vous en avez fait 744, ce qui représente une augmentation de 33 futurs médecins. Vingt mille médecins vont partir à la pension dans les dix ans et vous êtes en train de nous parler de quelques médecins supplémentaires (…)

 

08.07  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, même si je la trouve teintée d’incohérence et d’hypocrisie. Je parle d'hypocrisie parce que vous prétendez être à l’écoute des médecins, tenir compte de leur nombre, de leur charge de travail, tout en leur adressant une nouvelle gifle.

 

Je parle d’incohérence parce que vous prétendez vouloir toujours plus de jeunes médecins. Sachez qu'aujourd'hui, on manque de près de 360 médecins généralistes. C’est très loin des 183 que vous nous promettez.

 

Dans le même temps, vous maintenez ce système de quotas INAMI alors que l’on sait très bien qu’il aggrave la pénurie de médecins, qui sont déjà sur les genoux.

 

À côté de cela, vous appelez effectivement des infirmiers en renfort alors que nous savons tous que nous connaissons une pénurie d’infirmiers et que ceux qui sont encore sur le pont sont sur les genoux. C’est juste inacceptable, monsieur le ministre!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Caroline Taquin à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'inquiétude quant à la perte de confiance en la vaccination des enfants" (55003440P)

09 Vraag van Caroline Taquin aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De bezorgdheid over het verlies van vertrouwen in de vaccinatie van kinderen" (55003440P)

 

09.01  Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, la confiance en la vaccination des enfants n’a jamais été aussi basse. Je vous interpelle sur le sujet depuis plusieurs années et en lisant ce matin que l’UNICEF annonçait qu’un enfant sur cinq n’était pas du tout ou insuffisamment vacciné dans le monde, on ne peut être qu’inquiet car notre pays n’échappe pas à cette baisse de confiance. Celle-ci aurait chuté de 16 % depuis 2020. La chute la plus forte se trouve chez les moins de 35 ans, c’est-à-dire la tranche d’âge dans laquelle on devient parent. La responsabilité publique est importante. En mars dernier encore, je vous questionnais sur le manque d’harmonisation dans l’encodage des vaccinations avec les nombreux acteurs: ONE, COCOM, AVIQ, Communauté germanophone ou les Réseaux Santé wallon et bruxellois.

 

On le sait, cette perte de confiance comporte des risques notamment pour les enfants et les personnes immunodéprimées qui ne peuvent pas toujours se faire vacciner. Il y a aussi des risques de voir ressurgir certaines maladies. La situation appelle donc des mesures à trois niveaux: information et sensibilisation, capacité des services et des professionnels et, enfin, institutionnel.

 

Monsieur le ministre, quelles sont précisément les tendances dans notre pays en matière de vaccination recommandée pour les nourrissons, enfants, adolescents et adultes? Quelles mesures ont-elles été prises au niveau fédéral pour soutenir les médecins généralistes et les pédiatres face à cette désaffection, en matière d’information et de capacité d’action? Quelle est l’évolution du financement des centres nationaux de référence pour la rougeole, les oreillons, la rubéole, pour les infections congénitales? Enfin, quelle concertation interfédérale est-elle prévue pour lutter contre cette perte de confiance? Vous me répondiez à une question écrite que vous y étiez ouvert.

 

09.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Madame la présidente, madame Taquin, je suis tout à fait d'accord avec vous. On se fait vacciner pour se protéger soi-même, pour protéger ses enfants, mais aussi pour protéger la société.

 

Cette semaine, les médias ont encore mentionné le rapport de l'Organisation mondiale de la Santé qui montre que les vaccins contre le covid ont sauvé plus d'un million de vies en Europe.

 

Cela dit, la vaccination contre la coqueluche, l'hépatite, le tétanos, la rougeole ou les oreillons est très importante pour la santé des enfants, mais aussi pour empêcher ces maladies de circuler. S'il y a une certaine lassitude à ce niveau, c'est inquiétant. On crée des risques. Mais je dois vous dire que cela relève de la compétence des entités fédérées. Je ne peux donc pas vous donner de chiffres ou vous parler des politiques menées en la matière.

 

Le gouvernement fédéral est évidemment responsable de la vaccination obligatoire contre la poliomyélite. Ne pas participer à la vaccination contre cette maladie peut entraîner des sanctions.

 

Dans les autres cas auxquels vous faites référence, il est question de vaccination volontaire. Comme vous le dites, il faut organiser des campagnes de sensibilisation, mais cela relève de la seule compétence des Communautés.

 

09.03  Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, je suis désolée de vous dire que ce n'est pas votre jour! Je vous entends intéressé et inquiet par la problématique, mais il me semble léger de dire que cela relève des Communautés, moi qui ai toujours vu en vous un acteur capable de rassembler tous les acteurs autour d'une problématique. J'entends que vous y travaillez, mais je vous demanderai quand même de passer à la vitesse supérieure.

 

À la suite de la pandémie, on sait qu'un rattrapage de vaccination était nécessaire, et il est toujours nécessaire d'assurer les capacités des professionnels de la santé qui doivent administrer les vaccins. Et cela, c'est votre travail. N'oublions pas qu'il faut également renforcer la vaccination contre les méningocoques, pneumocoques, rotavirus, papillomavirus, sur lesquels nous vous interrogeons régulièrement.

 

J'espère vraiment qu'on pourra avancer rapidement et de manière coordonnée, avec vous comme moteur entre l'échelon fédéral et les entités fédérées. Les décisions politiques, techniques et normatives – et notamment le code INAMI – doivent être prises rapidement pour un encodage harmonisé. Sans un rapportage…

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Robby De Caluwé aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het overmatig gebruik van slaapmiddelen" (55003447P)

10 Question de Robby De Caluwé à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La consommation excessive de somnifères" (55003447P)

 

10.01  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, het is ons bekend dat heel veel Belgen, te veel Belgen zelfs, de slaap niet kunnen vatten. We weten eveneens dat zij slaapmiddelen slikken die op voorschrift verkrijgbaar zijn. Eén Belg op de tien kan heel moeilijk de slaap vatten zonder een dagelijks pilletje. Jaarlijks wordt 400 miljoen euro aan slaapmedicatie uitgegeven. Dat slaappilletje lijkt onschuldig, maar dat is het niet, want het werkt verslavend, het leidt tot geheugenstoornissen en gebruikers vormen een gevaar op de weg.

 

Een vrij nieuw fenomeen zijn de vrij verkrijgbare slaapmiddelen. Mensen kunnen die dus kopen zonder medische begeleiding of advies. Fabrikanten zetten zulke middelen in de markt als voedingssupplement waarbij geen gewenning optreedt en zij voeren ook actief promotie door reclamefilmpjes te lanceren waarin de schaapjes de kijker om de oren vliegen. Op die manier spiegelen de fabrikanten een gemakkelijke en snelle oplossing voor. Dat doen zij succesvol, want de verkoop stijgt jaar na jaar. Vorig jaar ging het maar liefst over 1,3 miljoen doosjes. Verschillende professoren en slaapexperts trekken aan de alarmbel, want de inname van die slaapbevorderende middelen is volgens hen niet zonder risico.

 

Slaapproblemen zijn ernstig. Die problemen kunnen niet opgelost worden door te experimenteren met allerlei middeltjes of zomaar een hormoon als melatonine in te nemen. Slaapproblemen vergen een grondige aanpak. Experts vragen een actieplan om de slaapproblematiek structureel aan te pakken.

 

Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar het alsmaar toenemende gebruik van niet-voorgeschreven slaapmiddelen? Maakt u zich, net als de experts, ongerust?

 

Slaappillen worden nog al te vaak voorgeschreven als eerste oplossing. Hoe kunnen wij huisartsen nog beter ondersteunen om meer te investeren in een niet-medicamenteuze aanpak?

 

Zult u ook werk maken van een actieplan? Hoe wilt u de bevolking informeren over de gevaren?

 

10.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mijnheer De Caluwé, we gebruiken inderdaad veel te veel slaapmiddelen op en zonder voorschrift en we gebruiken ze vaak ook verkeerd. Dat is overigens ook een reden om door te zetten met onze investeringen in geestelijke gezondheid. Als het gebruik van slaapmiddelen samenhangt met het feit dat mensen zich slecht voelen, dan moeten ze hulp kunnen krijgen van een klinisch psycholoog, van iemand die hun mentaal welzijn ter harte neemt. We investeren in die laagdrempelige toegang tot geestelijke gezondheid en we moeten daarin blijven investeren.

 

Als mensen dan toch slaapmiddelen nemen, dan moet men actie ondernemen. Er loopt een project waarbij apothekers voorgeschreven slaapmiddelen kunnen bekijken met hun klanten en hen kunnen helpen om van hun verslaving daaraan af te kicken. Dat programma is een tweetal maanden geleden gestart en ik heb gehoord dat daar zeer veel belangstelling voor bestaat bij apothekers en hun klanten. Mensen ervaren immers zelf dat slaapmiddelen een probleem worden.

 

Wat de niet-voorgeschreven slaapmiddelen betreft, die niet het voorwerp uitmaken van deze actie met de apothekers, wil ik toch een beroep doen op hen. Apothekers hebben ook op dat vlak een cruciale rol te spelen, door mensen te adviseren wanneer zij merken dat mensen een probleem hebben, door te proberen dit ter sprake te brengen en door hen door te verwijzen naar een arts wanneer zij een hardnekkig slaapprobleem hebben en vaak terugkomen voor hetzelfde voedingssupplement omdat ze menen dat dit nodig is om beter te kunnen slapen.

 

Ik zou de apothekers willen oproepen om naast de georganiseerde campagne om mensen te helpen bij het afkicken van voorgeschreven slaapmiddelen, ook een actieve rol te spelen in het probleem dat u aanhaalt. Ik heb het FAGG ook gezegd dat het de niet-voorgeschreven slaapmiddelen kritisch moet bekijken. Als er dergelijke producten zijn waaraan meer risico is verbonden dat tot nu toe werd aangenomen, dan moet men mij maatregelen voorstellen.

 

10.03  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt voor uw heel duidelijke antwoord. Ik ben ook blij met de interesse bij de apotheken voor uw programma met betrekking tot slaapmiddelen op voorschrift. Ik hoor ook heel graag dat u het FAGG hebt gevraagd om de slaapmiddelen die niet op voorschrift zijn kritisch te bekijken. Slaapproblemen zijn immers ernstig en vormen de oorzaak van vele andere fysieke en – zoals u terecht opmerkte – ook psychische klachten. Het gebruik van allerlei middelen, met of zonder voorschrift, is vaak niet de oplossing. We mogen ons dan ook niet in slaap laten wiegen door allerhande zogenaamd onschadelijke supplementen die op de markt worden gebracht. We mogen ons ook niet in slaap laten wiegen door sympathiek ogende reclamespots die middelengebruik normaliseren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Vanessa Matz à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La demande des directeurs de prison de reporter l'exécution des courtes peines" (55003441P)

11 Vraag van Vanessa Matz aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De vraag van de gevangenisdirecteurs om de uitvoering van korte straffen uit te stellen" (55003441P)

 

11.01  Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le ministre, votre cabinet et vous-même avez été interpellés, une nouvelle fois, par l'association des directeurs des prisons francophones. Ils sont très inquiets, comme il vous l'ont déjà fait savoir, de la future application de la loi sur l'exécution des courtes peines, dont la deuxième phase débutera en septembre prochain – la première ayant commencé en septembre 2022. Ils tirent à nouveau la sonnette d'alarme en indiquant – comme nous l'avons relayé à de multiples reprises – que vous mettez la charrue avant les bœufs. En effet, pour le moment, vous ne disposez pas de suffisamment de places pour accueillir tous les détenus.

 

Je lis quelques chiffres. Avant septembre 2022, on comptait 10 919 détenus pour 9 679 places. En décembre 2022, après le vote de la loi, nous étions à 11 199 détenus pour une capacité de 9 739 places. Derrière ces chiffres, des situations dramatiques sont vécues en prison. J'ai eu l'occasion de me rendre à Lantin, à Mons et à Nivelles, dans des conditions catastrophiques. Dans les prisons flamandes, plus de 200 détenus dorment à même le sol. D'autres partagent à trois une cellule de 9 mètres carrés. L'insalubrité y est gravissime!

 

Aussi, monsieur le ministre, j'aimerais savoir comment vous allez répondre aux interrogations et à l'inquiétude légitime des directeurs des prisons francophones.

 

11.02  Vincent Van Quickenborne, ministre: Chère collègue, j'ai bien évidemment lu avec attention la lettre qui m'a été envoyée. Je comprends tout à fait l'inquiétude exprimée. Vous savez que ce gouvernement met tout en œuvre pour que les conditions dans les prisons s'améliorent et que des maisons de détention soient créées. Il faut savoir que le cadre du personnel pénitentiaire en place au sein des prisons n'a jamais été aussi rempli. On est à 98,4 % pour la totalité de notre pays, en faisant abstraction de Termonde et de Haren. Avec l'ouverture des nouvelles prisons de Haren et de Termonde, on a créé une capacité supplémentaire de 750 places.

 

Nous multiplions les démarches pour ouvrir encore des maisons de détention. Vous savez que la maison de détention de Berkendael sera ouverte d'ici l'été.

 

Madame Matz, il faut savoir que l'augmentation de la surpopulation de ces derniers mois n'est pas la conséquence de l'exécution des courtes peines. Elle est surtout liée au succès de l'affaire SKY ECC. Les projections réalisées par mon administration tablaient sur un impact de 720 détenus pour les maisons de détention. À ce jour, ces estimations semblent correspondre à la réalité. C'est vrai que le moment pour exécuter ces courtes peines est difficile et il le sera toujours. Mais si on n'agit pas, ce moment n'arrivera jamais. On en a discuté depuis des décennies. Ce gouvernement agit et il exécute.

 

Ce qu'il faut, c'est surtout lutter contre la récidive et le sentiment d'impunité qui actuellement entraîne les délinquants dans un cercle vicieux d'accumulation de condamnations. Exécuter les courtes peines lance au contraire un cercle vertueux qui aura à terme un impact positif sur la surpopulation et finalement sur la sécurité de notre société. Ce sont ces objectifs que ce gouvernement et moi-même poursuivons.

 

11.03  Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le ministre, j'ai déjà eu l'occasion de vous dire à plusieurs reprises que nous sommes évidemment en faveur de l'exécution des courtes peines. Cependant, comme je vous l'ai dit, vous mettez la charrue avant les bœufs. Évidemment qu'il faut exécuter ces courtes peines mais il faut se donner les moyens de pouvoir les exécuter. Et ce n'est pas en disant qu'on va reporter, c'est simplement en prévoyant les conditions matérielles pour assurer aussi le respect de la dignité humaine dans les prisons.

 

Comme je vous le dis depuis le début, vous vous êtes enfermé dans un slogan: "On va exécuter toutes les courtes peines." C'est un slogan! C'est une coquille vide, puisque concrètement vous impactez de manière très forte les prisons, leurs conditions de salubrité et les conditions humaines dans lesquelles les détenus évoluent.

 

Tout comme les directeurs le souhaitent, je demande que vous puissiez postposer l'application de cette deuxième phase et de prévoir d'abord les conditions nécessaires à la détention des personnes.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Questions jointes de

- Raoul Hedebouw à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L'application du plafond Wijninckx" (55003435P)

- Wim Van der Donckt à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La portée de la loi Wijninckx" (55003436P)

- Dieter Vanbesien à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le plafond Wijninckx" (55003449P)

12 Samengevoegde vragen van

- Raoul Hedebouw aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De toepassing van het plafond-Wijninckx" (55003435P)

- Wim Van der Donckt aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De draagwijdte van de wet-Wijninckx" (55003436P)

- Dieter Vanbesien aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "Het plafond-Wijninckx" (55003449P)

 

12.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het is weer van dat. Bij politici is het altijd hetzelfde. De mensen krijgen een laag pensioen, er is een plafond en ze moeten werken tot ze 67 jaar zijn. De regering kibbelde zelfs over de vraag hoe 11 euro per maand bij het minimumpensioen weg te halen. Wat blijkt nu echter? Voor henzelf is er geen probleem. Ze houden gewoon openbaar tournée générale. Er was een limiet van 7.500 euro, maar ze doen er nog eens 1.500 euro bij. Champagne!

 

Voor ons kan dat niet meer, beste collega’s. De graaicultuur in dit land is gewoon ongelooflijk. We kenden dat natuurlijk allemaal al van de traditionele partijen, want dat zijn we gewoon. Maar er is ook het Vlaams Belang. Ik vertel even wat het Vlaams Belang in het dossier gedaan heeft. Het Vlaams Belang heeft in 2013 gewoon meegedaan. Ze hebben mee gegraaid en de regeling mee ondersteund. Eigen graaiers eerst, dat is het Vlaams Belang! Natuurlijk hebt u meegedaan! Het is altijd taboe bij het Vlaams Belang en u vindt dat natuurlijk niet fijn, maar het is altijd hetzelfde bij u!

 

Een loon van 6.000 euro per maand voor alle politici kan niet meer voor ons als partij van het volk. Wat zegt het Vlaams Belang echter? Het Vlaams Belang zegt daar neen tegen. We mogen er niet aan raken, want politici mogen 6.000 euro verdienen. Het zijn de eigen graaiers eerst bij het Vlaams Belang!

 

Dan zijn er ook nog de uittredingsvergoedingen, hoewel het volk tegen uittredingsvergoedingen is. Bij het Vlaams Belang gaat dat echter in de pocket. Er was 370.000 euro voor Jan Penris. Felix Strackx heeft ook 370.000 euro gekregen en Alexandra Colen heeft ook 370.000 euro in de pocket.

 

Wij zeggen als PVDA duidelijk dat alle graaiers in dit land moeten stoppen. Stop met de graaicultuur. De PVDA zal dat regelen, daar kunt u van op aan, beste collega’s!

 

12.02  Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de minister, de pensioenen beroeren de gemoederen erg en dat is terecht. Dat neemt niet weg dat ze een sereen debat verdienen, op basis van juiste feiten en wars van populisme.

 

Iedereen heeft graag de zekerheid dat men na een leven lang werken een rechtvaardig en correct pensioen krijgt. Dat pensioen moet inderdaad correct en rechtvaardig zijn voor iedereen, ambtenaren, werknemers, zelfstandigen en uiteraard ook politici. Daar knelde het schoentje door riante regelingen uit een ver verleden. In de huidige tijdsgeest zijn dergelijke uitzonderingen niet meer te verantwoorden. Daarover is iedereen het eens.

 

In de vorige legislatuur werd onder impuls van de N-VA, mijnheer Hedebouw, de zeer riante pensioenregeling van de parlementsleden hervormd en drastisch herleid. Pas na 45 jaar, in de plaats van 20 jaar vroeger, heeft een parlementslid recht op een volledig pensioen. Niemand in het halfrond zal dat halen – ook al wens ik u dat wel toe – want een parlementair mandaat duurt gemiddeld zeven jaar. Nu wordt ook de uitzondering op de wet-Wijninckx geschrapt en dat is een goede zaak. Maar die kwestie belangt u niet rechtstreeks aan.

 

Laat ik het hebben over de reikwijdte van de wet-Wijninckx, die u ongetwijfeld kent, want in 2004 werd op het initiatief van uw collega Frank Vandenbroucke en uw partijgenote Laurette Onkelinx, een wet door het Parlement gedrukt waardoor het plafond-Wijninckx met 20 % kon worden overschreden voor de pensioenen van de topambtenaren. Mevrouw de minister, meent u dat er in de huidige tijdsgeest nog objectieve redenen zijn om van de wet-Wijninckx af te wijken? Hoe staan u en uw regering tegenover die wet van 2004? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

12.03  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega’s, gedurende 25 jaar heb ik gewerkt voor een groot privébedrijf in verschillende functies. Vier jaar geleden kreeg ik de kans om parlementslid te worden. Die kans heb ik dankbaar aanvaard. Ik ben overgestapt naar de politiek omdat ik idealen heb, omdat ik dingen wil veranderen, omdat ik mij wil engageren. Ik ben trots dat ik dat elke dag opnieuw mag doen.

 

Collega’s, politieke crisis na politieke crisis heb ik het moeilijker om trots te zijn. De schandalen van het Parlement zorgen ervoor dat ik mij niet meer goed voel als parlementslid. Hoeveel ik ook van de politiek houd, ik krijg het niet meer uitgelegd. Daarom roep ik iedereen hier op om samen onze job weer normaal te maken, zonder extra’s, uitzonderingen en bijjobs; gewoon, zoals iedereen. Mijn collega Kristof Calvo staat daarvoor al jaren op de barricades. Ik hoop dat ook de andere partijen zich stilaan bewust worden van de urgentie.

 

Kijk bijvoorbeeld naar de cumul. Groen zegt reeds jaren dat men verschillende jobs niet moet combineren. Geen cumul, een job is een job. Belgen verdienen immers voltijdse volksvertegenwoordigers. En parlementslid zijn én burgemeester van Antwerpen zijn, is niet geloofwaardig. De heer Loones van de N-VA stond hier daarstraks op het spreekgestoelte en had het over deontologie. Welnu, collega’s, hier gaat het ook over deontologie.

 

Mevrouw de minister, een eerste stap naar echte politieke vernieuwing is ervoor zorgen dat de pensioenen van de parlementsleden op een correcte manier worden berekend en gecontroleerd. De FOD Pensioenen is daarvoor beter uitgerust dan de Kamer zelf. Bent u bereid om de opdracht daartoe aan de administratie te geven?

 

12.04 Minister Karine Lalieux: Geachte leden, zoals u weet ben ik niet bevoegd voor de pensioenregeling van dit Parlement of de andere, maar ik kan het besluit dat het Bureau van de Kamer gisteren heeft genomen alleen positief onthalen. Het was van essentieel belang dat de antwoorden snel werden gegeven om ervoor te zorgen dat het plafond-Wijninckx wordt gerespecteerd en gecontroleerd.

 

C'est une décision essentielle! Nous avons tous, ministres, députés, élus de tous les niveaux de pouvoir, un devoir d'exemplarité.

 

Daarom heb ik al van bij het begin besloten om de Pensioendienst ter beschikking te stellen van de Kamer ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van het plafond. Dat valt niet onder de bevoegdheid van de Federale Pensioendienst, maar wij zijn het er allen over eens dat wij moeten handelen en dat zeer snel moeten doen.

 

Chers collègues, les citoyens sont totalement scandalisés par la situation que nous vivons aujourd'hui – et ils ont raison de l’être. Nous leur demandons effectivement beaucoup d’efforts. Nous devons donc, comme vous l’avez fait, agir avec fermeté et rapidité.

 

Aujourd’hui encore plus qu’hier, nous avons besoin de représentants irréprochables, qui agissent pour le bien des gens et pour une société plus juste, et non pour s’octroyer des privilèges – ce n’est pas le fait de l'actuelle assemblée – qui, aujourd'hui, sont totalement déplacés.

 

12.05  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre, le signal politique qui a été donné est désastreux. En effet, au moment où ce gouvernement décide d'épargner onze euros par jour sur les pensions minimales en grattant dans le budget, vous vous octroyez tous le champagne et 1 500 euros supplémentaires. C'est dégoûtant!

 

De N-VA heeft gelijk dat wij ons de vraag moeten stellen hoe het komt het dat alle politieke partijen, op de PVDA na, instemden met die maatregel. Ik zal het u zeggen. In 2014-2015 werd de pensioenleeftijd veranderd. Wie heeft dat toen in het Parlement binnengebracht? De PVDA, evidently. Kijk naar de pers. Drie weken voor de regering … Wij tonen al die schandalen aan omdat het gedaan moet zijn met dat gegraai!

 

12.06  Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de minister, ik stel vast dat ik als enige een vraag heb gesteld aan u en dat ik als enige geen antwoord heb gekregen. Mijn vraag had betrekking op uw bevoegdheden. Ik zou u willen danken voor uw antwoord maar dat kan dus niet.

 

Ik blijf er echter bij dat een correct en rechtvaardig pensioen voor iedereen moet gelden. Na een leven lang werken en bijdragen heeft iedereen daar recht op. We hebben hier, in tegenstelling tot wat anderen willen laten uitschijnen, in het recente verleden een en ander rechtgezet, zelfs recentelijk. Gisteren nog hebben wij een en ander uit het verleden rechtgezet, zodat de pensioenen ook voor ons perfect verdedigbaar en aanvaardbaar zijn.

 

U neemt geen standpunt in over mijn vraag, dus ik zal zelf het initiatief nemen. We weten wel hoe ijverig en doortastend u bent als het gaat over de pensioenhervorming. Wij zullen zelf eerstdaags het initiatief nemen om een wetsvoorstel in te dienen om die uitzondering voor de topambtenaren te laten schrappen.

 

Mijnheer Hedebouw, ik heb hier het initiatief daartoe genomen, u moet dat dus niet claimen, zoals gewoonlijk.

 

12.07  Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord op mijn vraag. Ik zou hier echter nog een andere vraag naar voren willen brengen. Wat is voor ons de definitie van het woord plafond? Ik zou denken dat het woord betekent dat er een bovengrens is waar niet boven kan worden gegaan. Blijkbaar heb ik het echter fout. Voor sommigen is het plafond geen plafond.

 

Iedereen is het erover eens dat de vergrijzingskosten een molensteen zijn rond de nek van onze Belgische financiën. Mevrouw de minister, wij weten allemaal dat hervormingen nodig zijn om de pensioenen betaalbaar te maken. Waarom kijken jullie daarvoor echter zo vaak naar de laagste pensioenen? Waarom moeten de minimumpensioenen het slachtoffer zijn van die betaalbaarheid? Wij moeten het geld niet halen bij diegenen die niks hebben, wij moeten het halen bij de hoogste pensioenen. Soms is veel immers echt wel genoeg. Laat ons de betekenis van het woord plafond opnieuw wat scherper definiëren in de Dikke Van Dale.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Barbara Pas aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De plannen met betrekking tot de tweede pensioenpijler" (55003439P)

- Jean-Marie Dedecker aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De plannen om de pensioenen extra te belasten" (55003443P)

- Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De tweede pensioenpijler" (55003445P)

13 Questions jointes de

- Barbara Pas à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Les projets autour du deuxième pilier de pension" (55003439P)

- Jean-Marie Dedecker à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Les plans visant à taxer davantage les pensions" (55003443P)

- Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Le deuxième pilier de pension" (55003445P)

 

13.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer Hedebouw, u kunt hier zo hard met uw armen zwaaien als u wilt. Ik zal u eens wat verklappen: een parlementslid van de PVDA kost de belastingbetaler exact evenveel als een parlementslid van het Vlaams Belang of eender welk ander parlementslid. In plaats van gratuit te schieten op het Vlaams Belang, dat nochtans de partijdotaties wil halveren, de pensioenen van de topambtenaren wil aftoppen, dat elke regeling die een afwijking van het plafond-Wijninckx mogelijk maakt wil afschaffen en onmiddellijk stopzetten voor eenieder die daar gebruik van maakt, zou u veel beter opkomen voor de vele mensen die geviseerd worden door de schandalige plannen van mevrouw Lalieux. Over de schandalige pensioenplannen van de minister om in de zakken van de burgers te zitten, heb ik u niet gehoord.

 

Bijna 4 miljoen burgers in dit land hebben rechten opgebouwd in het kader van de tweede pensioenpijler, waarvan het merendeel Vlamingen trouwens. Mevrouw de minister, de besparingsmaatregel die u voorstelt, is een extra belasting op die tweede pensioenpijler. Men heeft de burgers 25 jaar lang aangespoord om een aanvullend pensioen op te bouwen en vandaag wilt u hun dat met de glimlach afpakken. Dat ziet u ongetwijfeld zitten, omdat dat zowel in aantal als op het vlak van de gespaarde bedragen vooral de Vlamingen treft.

 

U zei dat de overheid bijna 2 miljard euro misloopt omdat de pensioenen niet even hard worden belast als het loon. Dat is een schandalige uitspraak, des te meer omdat we in dit land de hoogste belastingen op arbeid betalen, maar wel de laagste pensioenen hebben. Mevrouw de minister, uw oplossing is pure contractbreuk. Uw oplossing bestaat erin nog meer geld van de hardwerkende Vlaming af te pakken. Wanneer zult u dat waanzinnige voorstel van tafel vegen?

 

13.02  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de minister, ik wil u er eerst attent op maken dat hier iemand staat van 71 jaar die al zes jaar recht heeft op een van de hoogste pensioenen. Ik heb immers al een tijdje zitting in dit circus. Ik ben er nog en ik lever vandaag nog altijd een bijdrage van 758,04 euro voor een pensioen dat ik nooit zal krijgen. Mijnheer Hedebouw, tot genoegen.

 

Mevrouw de minister, mijn vraag gaat daar niet over. Zij gaat over de groepsverzekering. In 1987 was de pensioenkas leeg. Wat heeft men toen gezegd tegen de burger? Men zou met de burger een contract aangaan; men zou een verzekering afsluiten. Het begon met pensioensparen. Iedereen die al wat ouder is, kent waarschijnlijk de wet Cooreman-De Clercq. Ingevolge daarvan kon de burger aandelen kopen, waarmee meteen de pensioenkas werd gestijfd. Wanneer de betrokkene dan de pensioenleeftijd bereikte, kon hij of zij dat bedrag opvragen, na betaling van amper belasting.

 

Wat is er daarna gebeurd? Men heeft dat systeem uitgebreid naar groepsverzekeringen, bedrijfsleiderverzekeringen en VAPZ’s. Waarom? Dat was omdat de kosten van arbeid zo hoog waren opgelopen dat bij gebrek aan geld om de pensioenen te betalen, de burgers maar zelf voor hun pensioen moesten zorgen. En de burgers hebben dat gedaan, maar liefst 4 miljoen personen. Ook de bedrijven zijn daarin meegestapt.

 

Maar wat zegt u vandaag? U zegt dat u het geld zult terugnemen. U wilt dus contractbreuk plegen.

 

U wilt dat progressief doen en wie meer gespaard heeft, meer belasten. Dat is verkeerd en ik zeg u waarom. Men mocht enkel sparen op basis van wat men verdiende, conform de 80%-regel. Wie toen al de meeste belastingen betaalde, had natuurlijk ook het meest gespaard. Uw regering heeft twee jaar geleden, in 2020-2021, die regel al veranderd van 80 % naar 50 %. Mevrouw de minister, wat zult u nu doen? Zult u dat geld afnemen of niet?

 

13.03  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, de overheid moedigt de bevolking aan om naast het wettelijk pensioen ook een aanvullend pensioen, de tweede pijler, op te bouwen. CD&V is daar voorstander van en moedigt de burgers ook aan om dat te doen. Wij vinden dat de tweede pijler voor iedereen toegankelijk moet zijn, want op die manier beschermen we de welvaart en het welzijn van al wie zijn leven hard gewerkt heeft en dan op pensioen gaat.

 

Via de media vernemen we nu dat u van plan bent om de aanvullende pensioenen zwaarder te belasten, tot wel 33 %. U wilt dat blijkbaar gebruiken om het wettelijk pensioen, de eerste pijler, te financieren. Wij vinden het goed dat u nadenkt over een pensioenhervorming, maar met dat voorstel kunnen wij niet akkoord gaan. Voor ons moeten fiscale hervormingen worden beslist in een globaal fiscaal plan.

 

Minister Van Peteghem heeft een fiscaal plan klaar, waarin ook een voorstel staat met betrekking tot dat aanvullend pensioen, namelijk de begrenzing van wat er in een pensioenfonds of een groepsverzekering kan worden gestort. Dat is voor ons een rechtvaardige maatregel. Op die manier kan men ook excessen in de aanvullende pensioenen aanpakken, terwijl men niet raakt aan verworven rechten noch aan de pot die mensen jarenlang hebben opgebouwd, en pleegt u ook geen contractbreuk.

 

We hebben intussen de minimumpensioenen opgetrokken en dat is goed, want noodzakelijk. Maar daardoor is de vergrijzingsfactuur natuurlijk verder toegenomen, terwijl Europa al gewaarschuwd heeft dat België geen relancegeld krijgt als het niet hervormt om de pensioenfactuur betaalbaar te houden.

 

Mevrouw de minister, intussen heeft de regering al een begrotingsakkoord en een migratieakkoord kunnen afkloppen en zijn er al plannen voor een fiscale hervorming. Nu is het aan u om de pensioenen te hervormen. Wanneer zien we die hervorming? Bent u echt van plan om de aanvullende pensioenen zwaarder te belasten? Staat u open voor andere voorstellen om te zorgen voor de betaalbaarheid van de pensioenen?

 

13.04 Minister Karine Lalieux: Beste collega’s, u zou mij al moeten kennen, ik kom altijd op voor de rechten van de werknemers en de meest kwetsbaren. Ik doe dat met daden, niet met woorden. Daarom respecteer ik ook de sociale akkoorden. Het vertrouwen herstellen betekent luisteren naar en respect hebben voor de sociale dialoog, maar ook voor de bevolking in het algemeen.

 

Wat oneerlijk is, moeten we durven aanpakken. Wat de afgelopen dagen in de kranten is verschenen is niet nieuw. Het voorstel is een onderdeel van wat vandaag besproken wordt binnen de regering. Dat verandert niet. Het voorstel heeft geen impact op het traject van harmonisering tussen arbeiders en bedienden, wat de zorg is van de sociale partners.

 

Ik ben dan ook verbaasd over uw vragen. De werknemers wordt gevraagd om langer te werken om de houdbaarheid van het pensioenstelsel te waarborgen. Tegelijkertijd vraag ik dat ook zeer grote kapitalen bijdragen. Ik hoef er niet aan te herinneren dat een zeer groot deel van de opgebouwde reserve in handen is van slechts enkelen, terwijl de overgrote meerderheid van de werknemers, met name vrouwen, niet of nauwelijks een aanvulling opbouwt. Mijn voorstel zal niets veranderen voor 6 of 7, 19 % (96 of 97 %, n.v.d.r.) van de werknemers. Er is geen verandering voor de grote meerderheid van de mensen die een tweede pijler hebben. Dat is de realiteit.

 

Maar ja, het lijkt me eerlijk dat 4 % van de grootste vermogens een beetje meer belasting moeten betalen. Dat noemen we sociale rechtvaardigheid. Het is ook de basis van het principe van progressieve belastingheffing. Wat er vandaag gebeurt, is dat een gepensioneerde leraar twee keer zoveel belasting betaalt als een senior manager of bedrijfsleider met een zeer hoog aanvullend pensioen.

 

Dat is niet mijn persoonlijke visie op eerlijke belastingen. Ik begrijp dat het voor sommigen gemakkelijker is om de kwetsbaarsten hun rechten te ontnemen. Ik wil dat u weet dat het voor mij belangrijk is dat iedereen een waardig pensioen krijgt en dat werk eerlijk wordt beloond.

 

13.05  Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, het zal aan uw gebrekkige Nederlands liggen dat ik de percentages uit uw antwoord niet al te best heb begrepen, maar het blijft wachten op uw pensioenhervorming en eigenlijk verbaast mij dat niet. Een socialist die wil hervormen, is als een liberaal die de waarheid spreekt of een groene die een realistische oplossing voordraagt, namelijk onvindbaar.

 

Als u aanspraak wilt maken op de Europese miljoenen, als u de pensioenen betaalbaar wilt houden, maak dan werk van een wachttijd voor nieuwkomers die nog geen enkele bijdrage hebben geleverd aan onze sociale zekerheid. Maak werk van een plafond voor de hoogste pensioenen in plaats van nog meer centen af te nemen van de mensen die hier werken, sparen en ondernemen. Het Vlaams Belang heeft vandaag één duidelijke boodschap: blijf van het aanvullende pensioen van de hardwerkende Vlaming af!

 

13.06  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de minister, sinds het eerste idee van pensioensparen in het Parlement werd besproken, zijn er veertien socialistische ministers van Pensioenen geweest. In de huidige regering zitten zelfs vier voormalige ministers van Pensioenen. Het enige wat jullie doen, is geld afpakken, want ideeën hebben jullie niet. Dat doen jullie constant. Het gaat niet over die 10 % of 16,5 %, want wie vandaag met pensioen gaat als bedrijfsleider, betaalt al een eind in de 20 %. Maar het is nooit genoeg.

 

Steeds weer worden mensen aangesproken die gespaard hebben, maar hoeveel het ook is, dat is spaargeld. U bent een contract aangegaan. Voor wie met pensioen gaat, moet dat contract uitgevoerd worden. Al de rest is oplichting van jullie ten opzichte van die mensen in een bepaalde tijd.

 

Stop met die afgunststrategie ten opzichte van mensen die gespaard en gewerkt hebben en een appeltje voor de dorst aan de kant hebben staan.

 

13.07  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, wij hebben al een eerste belangrijke stap gezet, namelijk het optrekken van de minimumpensioenen. Dat was ook absoluut nodig. Het is echter niet voldoende. Wij weten dat wij voor iedereen moeten zorgen, zodat eenieder een aanvullend pensioen kan krijgen. Wij willen dat democratiseren. Wij willen de aanvullende pensioenen aanmoedigen en niet ontmoedigen. Wij vrezen echter dat dit laatste met uw voorstel het geval zal zijn.

 

Wij willen ook excessen aanpakken. Ons voorstel, dat minister Van Peteghem doet in zijn globaal fiscaal voorstel, wil effectief de excessen aanpakken zonder het aanvullend pensioen te ontraden.

 

Mevrouw de minister, u mag de pensioenhervorming niet zien als een kapot wegdek waarvan de gaten moeten worden gevuld met een extra belasting hier en daar. Wij moeten zorgen voor structurele maatregelen en structurele hervormingen, zodat iedereen erop kan vertrouwen en op beide oren kan slapen dat hij of zij later een goed pensioen kan krijgen, na een leven lang gewerkt te hebben.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Mathieu Bihet à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "La circonscription fédérale" (55003442P)

14 Vraag van Mathieu Bihet aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De federale kieskring" (55003442P)

 

14.01  Mathieu Bihet (MR): Madame la présidente, madame la ministre, je souhaiterais aborder avec vous la question de l'instauration d'une circonscription électorale fédérale, sujet sans doute moins polémique que certains, mais plus prospectif. Ce sujet me paraît important. Ce n'est d'ailleurs pas pour rien qu'il a déjà été mentionné à plusieurs reprises en commission de la Constitution et du Renouveau institutionnel.

 

La circonscription électorale fédérale, c'est quoi? C'est l'idée que des candidats puissent se présenter sur l'ensemble du territoire, en d'autres termes que les listes électorales soient soumises au vote de l'ensemble des Belges, peu importe qu'ils habitent à Schoten, comme vous, ou à Neupré, comme moi.

 

L'idée n'est pas neuve. Elle faisait déjà partie de la réflexion d'une éminence de votre parti, feu Leo Tindemans, dans les années 1970. Depuis, à travers les époques, plusieurs personnalités politiques appartenant à des partis parfois très différents se sont montrées ouvertes à l’instauration d'un tel mécanisme qui, malheureusement, ne s'est jamais concrétisé. Je dis "malheureusement" car – vous l'aurez compris – je suis un fervent défenseur de ce système et de cette circonscription, tout comme mon groupe.

 

On trouve, en effet, de nombreux avantages à ce projet comme, par exemple, la légitimité démocratique. Il n'est pas toujours aisé de voir certains responsables politiques prendre des décisions pour tout un pays alors que, vu notre système électoral, ils et leur parti ne rendent des comptes – si je puis m'exprimer ainsi – qu'à une partie de la population. En outre, cette circonscription participerait également à maintenir les ponts entre les Communautés de notre pays, ce qui me tient également particulièrement à cœur.

 

Madame la ministre, je voudrais vous poser trois questions. Dans le cadre de la consultation citoyenne "Un pays pour demain", pouvez-vous nous dire comment a été perçue cette idée d'une circonscription électorale fédérale? Ce projet fait-il l'objet d'une discussion au sein de votre gouvernement, et si oui, sous quelle forme? Le gouvernement aurait-il des points d'attention spécifiques concernant la concrétisation d'un tel mécanisme? Je pense, par exemple, à l'absolue nécessité de protéger les équilibres linguistiques qui sont source de stabilité politique dans notre pays.

 

14.02  Annelies Verlinden, ministre: Monsieur Bihet, vous me posez une question intéressante mais l'instauration d'une circonscription fédérale n'est pas explicitement mentionnée dans l'accord de gouvernement. Cela signifie qu'au début de cette législature, il n'y avait pas d'unanimité quant à l'opportunité de son introduction. Selon moi, cela est dû à la complexité de la problématique, à ses conséquences et à sa mise en œuvre.

 

Les questions soulevées sont, par exemple, les suivantes. Chaque citoyen aura-t-il le droit de voter deux fois? Premièrement, pour la circonscription provinciale et, deuxièmement, pour la circonscription fédérale. Les responsables politiques pourront-ils alors se présenter aux élections à la fois sur la liste provinciale et sur la liste de la circonscription fédérale? Combien de sièges au Parlement seront-ils attribués dans cette circonscription? Le premier ministre doit-il être élu dans cette circonscription fédérale?

 

Dans tous les cas, une répartition des sièges proportionnellement au nombre de voix me semble démocratique dans une circonscription fédérale. La discussion sur les circonscriptions électorales est importante. C'est d'ailleurs la raison pour laquelle nous avons intégré ce thème dans la consultation citoyenne.

 

La proposition d'une circonscription fédérale mérite d'être débattue dans cette Assemblée mais elle ne peut pas être envisagée de façon isolée. Le renforcement de la démocratie au niveau fédéral doit être examiné dans le cadre d'une approche plus large de la législation électorale et des systèmes électoraux. Comme je l'ai déjà dit en commission de la Constitution, le Parlement pourrait envisager d'organiser une commission mixte sur cette question importante.

 

Quoi qu'il en soit, nous devons être réalistes. Ce débat dépassera la durée de cette législature, puisque les élections auront lieu dans un peu plus d'un an.

 

14.03  Mathieu Bihet (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Ce n'est pas dans l'accord de gouvernement mais ce n'est sans doute pas le seul projet qui pourrait voir le jour malgré tout.

 

Avec mon groupe, nous plaidons pour une circonscription électorale fédérale qui ne soit pas naïve. L'élection dans cette circonscription ne doit pas se faire selon un système proportionnel pur et simple mais doit prendre en compte les réalités linguistiques de ce pays.

 

J'ai entendu que le premier ministre pourrait automatiquement être issu de cette circonscription mais je pense plutôt qu'il faut laisser un peu de flexibilité à notre système démocratique. Par contre, que l'impulsion des négociations en vue de former un gouvernement vienne de personnalités élues de cette circonscription fédérale me semble avoir du sens.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Karin Jiroflée aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De moord op het jongetje dat al maandenlang vermist was" (55003450P)

15 Question de Karin Jiroflée à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le meurtre du petit garçon disparu depuis des mois" (55003450P)

 

15.01  Karin Jiroflée (Vooruit): Mevrouw de minister, collega's, Raul is van de wereld verdwenen. Volgens zijn moeder was hij terug naar de andere kant van Europa, maar eigenlijk was hij verstopt in een dok. Hij was verstopt omdat hij was overleden. Hij was overleden omdat zijn stiefvader de laatste keer te hard had geslagen. Er werd immers wel vaker geslagen. Het was huiselijk geweld op een plaats die het woord 'huis' niet waardig is. Dat is wat we voorlopig weten over Raul, die 9 jaar geworden is en niet meer onder ons is.

 

De pijn die mensen voelen bij dit verhaal is terecht. De vragen die het oproept zijn logisch, net als het feit dat het parket vraagt om in dit onderzoek sereen te blijven.

 

Bij dit specifieke geval houdt onze verantwoordelijkheid als samenleving en als politiek niet op. De pijnlijke waarheid is immers dat Raul en zijn zusje niet alleen zijn. Te veel kinderen worden in dit land geconfronteerd met structureel huiselijk geweld. Het leed van veel kinderen blijft onder de radar en we moeten daaraan iets doen, beste collega’s. Vooruit gelooft vast in de bescherming van ieder kind, thuis en daarbuiten. Sommige kinderen en hun leed blijven vandaag te gemakkelijk onzichtbaar. Raul kon keer op keer geweld ondergaan zonder dat iemand aan de alarmbel trok. Hoe is het zover kunnen komen?

 

Collega’s, sommige signalen kan men niet negeren. Het verhaal van Raul leert ons dat we ons beter moeten organiseren, dat we kinderen beter moeten beschermen en dat we eerder moeten signaleren en optreden.

 

Mevrouw de minister, u bent verantwoordelijk voor de politie, zij vormt een belangrijk sluitstuk in detectie en opvolging op wijkniveau. Welke lessen trekt u uit dit verhaal en welke maatregelen kunt en zult u nemen?

 

15.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw Jiroflée, ik deel uw verontwaardiging. Ik krijg net als zovelen koude rillingen bij het horen van de omstandigheden van het overlijden van dit onschuldige kind. Net als u heb ook ik nog vele vragen die vandaag niet beantwoord kunnen worden. Laten we het gerechtelijk onderzoek in alle sereniteit afwachten, hoe hartverscheurend de situatie ook is. Politie en Justitie moeten hun werk kunnen doen.

 

We moeten als samenleving echter niet wachten met te doen wat we vandaag wel al kunnen doen. Ik ben ervan overtuigd dat alle betrokken actoren op de een of andere manier hun uiterste best doen bij dit soort kwetsbare situaties om onrecht en lijden te vermijden.

 

Dit voorval heeft ons echter geleerd dat de collectiviteit gefaald heeft. We moeten dus blijven zoeken naar manieren om dit soort drama’s te voorkomen. It takes a village to raise a child. Scholen, sociale diensten, politiediensten, Justitie, lokale besturen, private verhuurders, diensten van inburgering en integratie: allemaal samen moeten we ons inzetten in het belang van alle kwetsbare kinderen die zich in sociaal isolement bevinden.

 

Intrafamiliaal geweld is een bijzonder complex fenomeen. Ons systeem moet voldoende robuust en aanklampend zijn om tijdig signalen op te pikken en daar ook adequaat op te reageren. In de strijd tegen intrafamiliaal geweld heb ik 1,5 miljoen euro vrijgemaakt voor 15 innovatieve lokale projecten. Ook in Gent is zo’n project opgestart. Voor intrafamiliaal geweld kan immers enkel een ketengerichte aanpak leiden tot resultaat. Het is niet enkel een taak van de wijkpolitie – die in Gent overigens bijzonder goed is uitgebouwd –, we moeten het samen doen. Laten we zeker nu de collectieve verontwaardiging omzetten in een constructieve collectieve aanpak, zodat we straks met overtuiging kunnen zeggen: we have a village that protects our children.

 

15.03  Karin Jiroflée (Vooruit): Mevrouw de minister, ik denk dat we het eens zijn. Een vermoeden, een vraag, laten weten dat een kind altijd alles mag vertellen … het zijn de eerste stappen om uit een ellendige situatie te komen. Kinderen hebben buren, klasgenootjes, leerkrachten, een wijkagent. De rol die men heeft in het leven van een kind kan klein zijn, maar daarom niet minder essentieel.

 

Het opsporen van huiselijk geweld begint altijd met een vermoeden. Melden zonder onmiddellijk te veroordelen kan nooit kwaad. Honderd-en-een protocollen kunnen nooit een oplettende wijkbewoner vervangen.

 

Laten we samenwerken aan een betere bescherming. Kinderen zijn het waard. Kinderen zijn onze toekomst. Ik ben blij dat u die mening deelt, mevrouw de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Tim Vandenput aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie van de Belgen in Soedan" (55003446P)

16 Question de Tim Vandenput à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation des Belges au Soudan" (55003446P)

 

16.01  Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de minister, collega’s, sinds vorige week is er een guerrillaoorlog bezig in Soedan. Het gaat om een machtsstrijd tussen twee legers, namelijk dat van de president en dat van de vicepresident. Volgens internationale bronnen zijn er reeds 185 doden gevallen en meer dan 1.800 gewonden.

 

Humanitaire corridors zijn nodig om de hulp op de juiste plaats te krijgen. Er is echter geen politie die de veiligheid van de burgers kan garanderen. Het is één oorlogsgebied geworden, een oorlogsgebied waarin ook Belgen vastzitten. Zaterdag heeft Buitenlandse Zaken verklaard dat de Belgen in de hoofdstad Khartoem veilig zijn, dat alles onder controle is. Mevrouw de minister, getuigenissen van Belgen verstopt in schuilplaatsen geven soms een ander beeld. Momenteel weten wij zelfs niet hoeveel Belgen er juist in Soedan, in Khartoem, aanwezig zijn.

 

Gisteren werd bekendgemaakt dat het geweld in Soedan een eerste Belgisch slachtoffer heeft gemaakt. Onze landgenoot, hoofd van de EU-missie, die ik persoonlijk goed ken – het is een dorpsgenoot geweest –, werd neergeschoten. Zijn verwondingen zijn ernstig, maar hij is niet in levensgevaar. Namens mijn fractie hoop ik dat hij snel terugkomt, dat hij herstelt en in veiligheid wordt gebracht.

 

Mevrouw de minister, ondanks het zogezegde staakt-het-vuren gaan de gevechten verder. De Belgen lopen er nog steeds gevaar. Een algemene repatriëring dringt zich misschien op.

 

Staat Buitenlandse Zaken in rechtstreeks contact met de Belgen in Soedan? Op welke manier wordt hun veiligheid gegarandeerd? Zult u onze landgenoten oproepen om het land te verlaten? Denkt u misschien aan een algemene repatriëring, bijvoorbeeld in het kader van een EU-missie?

 

16.02 Minister Hadja Lahbib: Mijnheer Vandenput, de veiligheidssituatie in Soedan is inderdaad op zaterdag 15 april 2023 verslechterd, toen er gevechten begonnen tussen het leger en paramilitaire eenheden. Het reisadvies werd als gevolg daarvan onmiddellijk aangepast. Alle reizen naar Soedan worden nu afgeraden. Een tweede poging tot een humanitair staakt-het-vuren is gisteren gefaald. Er bestaat hoop dat er vandaag een derde poging komt, naar aanleiding van Eid-al-Fitr, het feest dat de ramadan afsluit.

 

De internationale gemeenschap heeft de gevechten unaniem veroordeeld. Wij zijn ons bewust van het feit dat de instabiliteit in Soedan een zeer negatief effect kan hebben op de hele regio. De VN-Veiligheidsraad is al samengekomen en maandag zullen wij op Europees niveau de situatie bespreken in de Raad Buitenlandse Zaken van de EU.

 

Wij zijn op de hoogte van de aanwezigheid van 24 Belgen en 12 rechthebbenden, in totaal 36 personen dus. De Belgen ter plaatse zijn voornamelijk mensen die zowel de Belgische als de Soedanese nationaliteit hebben, alsook ngo-medewerkers. Van die 36 personen heeft onze post in Caïro, bevoegd voor Soedan, er 30 met zekerheid kunnen lokaliseren in Khartoem. Van 6 personen is er voorlopig geen nieuws. Wij doen er alles aan om ook hen te lokaliseren.

 

Gisteren werden alle Belgen nog opgebeld door onze ambassade in Caïro. Onze landgenoten bevinden zich in relatieve veiligheid, maar zij ondervinden veel hinder van de vele stroomonderbrekingen en van problemen met de bevoorrading van voedsel en brandstof.

 

Op dit ogenblik is een evacuatie niet aan de orde, omdat de situatie in Khartoem te gevaarlijk is. Zo is eerder deze week een konvooi dat Amerikaans personeel buiten de ambassadecompound ging halen zwaar onder vuur genomen. België onderneemt stappen, in samenwerking met zijn partners, om voorbereid te zijn indien de situatie zou evolueren.

 

De toestand van onze landgenoot Wim Fransen is mij bekend. Wij volgen zijn situatie samen met zijn werkgever, de Europese Commissie, maar uit respect voor zijn privacy en die van zijn familie zal ik hierover verder geen commentaar geven.

 

16.03  Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de minister, bedankt voor uw heel grondig en uitgebreid antwoord. Ik ben blij dat u samen met de administratie de zaak zeer goed opvolgt. Dat bewijst u met de cijfers. De Belgen zijn geïdentificeerd en ze worden gecontacteerd vanuit Caïro. De evacuatie van de Belgen uit Afghanistan, operatie Red Kite, heeft ons geleerd dat wij inzake de veiligheid van onze landgenoten in het buitenland zeer snel moeten kunnen schakelen. Wij weten niet hoelang het conflict in Soedan zal duren of hoe het zal evolueren, maar we mogen geen risico’s nemen. Het is de taak van Buitenlandse Zaken om de veiligheid van onze landgenoten in het buitenland zeker te garanderen. Dat doet u ook.

 

De heer Wim Fransen ken ik persoonlijk en ik onderhoud ook contact met de familie. Ik begrijp dat u om privacyredenen niet meer kunt zeggen, maar ik denk dat uw diensten dat ook goed opvolgen.

 

Voorzitter: Valerie Van Peel, ondervoorzitster.

Président: Valerie Van Peel, vice-présidente.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Questions jointes de

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'escalade de la violence entre Israël et la Palestine" (55003452P)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation en Palestine" (55003453P)

17 Samengevoegde vragen van

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De escalatie van het geweld tussen Israël en Palestina" (55003452P)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De toestand in Palestina" (55003453P)

 

17.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, à Jérusalem, des fidèles palestiniens ont été la cible d’un déchaînement inouï de violence et de brutalité au cœur même de la mosquée Al Aqsa. En pleine Pâques, des pèlerins chrétiens se sont fait humilier, molester, des nonnes se sont fait cracher dessus par des colons ultras, ces mêmes extrémistes qui, il y a quelques semaines, avaient profané un cimetière chrétien. En Cisjordanie, 20 parlementaires et 7 ministres dont les néofascistes Smotrich et Ben-Gvir ont accompagné 15 000 colons dans une marche vers la colonie sauvage de Evyatar. En Israël, les tentatives de mise au pas de la justice mobilisent depuis des semaines ce que le pays compte encore de citoyens attachés à la démocratie et à l’État de droit. En Israël, madame la ministre, la radicalisation s’accélère. Les fascistes, les xénophobes, les homophobes, les annexionnistes sont en train de prendre la main. Vous le savez, nous, socialistes, nous refuserons toujours et résolument de détourner le regard.

 

Où sont passé les espoirs d’une paix juste? Où est passé l’horizon d’une solution à deux États? Face à la violence, face à l’apartheid, face à la radicalisation du gouvernement israélien, la parole des Européens est faible et leurs actes sont invisibles. En décembre dernier, madame la ministre, la Belgique a posé un acte remarquable aux Nations Unies en soutenant la demande d’enquête sur l’état des droits humains dans les territoires palestiniens. Nous avons ainsi démontré notre grande capacité de leadership. Dans ce contexte inquiétant, quelles sont les initiatives additionnelles que vous comptez prendre sur le plan bilatéral, sur le plan européen, sur le plan multilatéral pour défendre le droit international et dessiner enfin un nouvel horizon de paix pour la région? Je vous remercie.

 

17.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la ministre, comme vous le savez, il y a eu des élections en Israël voici quelques mois. Ces élections ont abouti à un gouvernement déclaré comme le plus à droite, le plus raciste de l’histoire de l’État d’Israël, notamment parce que ce gouvernement comprend deux partis d’extrême droite.

 

C’est un gouvernement violent envers ses propres citoyens, au niveau israélien. Il essaie notamment d’imposer des réformes de la justice pour éviter que le premier ministre soit poursuivi pour corruption. C’est aussi un gouvernement de corrompus. Il y a eu des centaines de milliers de manifestants au sein d’Israël contre ce gouvernement, qui a perdu toute légitimité démocratique.

 

Ce même gouvernement est encore plus violent envers les Palestiniens, qui subissent encore aujourd'hui une occupation meurtrière et injuste.

 

Ce gouvernement veut aller encore plus loin. Il déclare qu’il faut faire un nettoyage ethnique. Ce sont des ministres au sein de ce gouvernement qui déclarent faire un nettoyage ethnique des Palestiniens, qui déclarent détruire des villes palestiniennes.

 

Récemment, l’armée d’occupation israélienne a débarqué dans la mosquée Al Aqsa, pendant le mois de ramadan, qui est un mois sacré pour les musulmans. Des musulmans étaient en train de prier au sein de la mosquée Al Aqsa. L’armée est rentrée avec des bombes lacrymogènes, des matraques, et les soldats ont tapé sur des enfants, sur des femmes, sur des hommes. Voilà le quotidien de la population palestinienne!

 

Madame la ministre, je vous donne quelques chiffres: 291 structures appartenant à des Palestiniens ont été démolies en Cisjordanie cette année. Nous sommes à près d’une centaine de morts, dont des enfants et des femmes, depuis le début de l’année 2023. Et nous n’entendons aucune réaction dans ce pays.

 

Madame la ministre, allez-vous réagir et prendre une position de condamnation de cette politique israélienne? Quelles mesures allez-vous mettre en place pour punir l’État d’Israël de ce comportement antidémocratique et répressif?

 

17.03  Hadja Lahbib, ministre: Monsieur Ben Achour, monsieur Boukili, notre pays est évidemment très préoccupé par la ligne politique suivie par le gouvernement israélien. Un gouvernement dont les principes et les pratiques vis-à-vis des territoires occupés sont diamétralement opposés au droit international, aux résolutions du Conseil de sécurité des Nations Unies ainsi qu'à nos positions européennes et nationales. Dès la nomination aux Affaires étrangères du ministre Cohen, je lui ai personnellement écrit en lui rappelant que les relations entre Israël et la Belgique étaient fondées sur des valeurs communes, soulignant l'importance que nous accordions au respect des valeurs humaines et à la lutte contre les discriminations.

 

Les derniers développements sont effectivement très inquiétants. Le 8 avril dernier, j'ai condamné les violences israéliennes contre les fidèles de la mosquée Al Aqsa. Notre pays exige le respect du statu quo concernant les lieux saints. J'ai également condamné les tirs de roquettes en provenance de Gaza et du Liban vers Israël. Nous condamnons toute forme de violence, toute violation de l'intégrité territoriale, de la sécurité et de la souveraineté d'Israël et des autres pays de la région.

 

Nous condamnons tout aussi fermement les attaques terroristes. Les attaques contre des cibles civiles israéliennes et palestiniennes sont inacceptables et violent le droit humanitaire international. Des condamnations, donc, mais aussi des actes concrets. Durant le Conseil des Affaires étrangères de l'Union européenne du 20 mars dernier, j'ai mis le Proche-Orient à l'agenda. J'ai souligné le fait que les dernières conclusions du Conseil européen concernant le processus de paix au Proche-Orient datent de 2016. Il est donc urgent de les mettre à jour.

 

J'ai également demandé un inventaire des relations entre l'Union européenne et les parties au conflit, à savoir Israël et l'autorité palestinienne. J'ai demandé que ce soit réalisé avec quatre autres États membres et ai réitéré cette demande dans une lettre adressée au Haut représentant Borrell la semaine dernière. Sachez par ailleurs que le Service européen pour l'action extérieure vient tout juste de nous annoncer que cet inventaire serait prêt le mois prochain. On peut donc dire que la diplomatie menée par la Belgique a porté ses fruits.

 

Par ailleurs, j'ai demandé que la situation au Proche-Orient soit une nouvelle fois mise à l'agenda du Conseil des Affaires étrangères de l'Union européenne pas plus tard que lundi prochain. Je plaiderai alors à nouveau en faveur d'une action concertée des 27 pays de l'Union européenne. Notre pays est favorable à une solution à deux États. Cela signifie que "notre accord de coalition travaillera à la reconnaissance possible et opportune de l'État palestinien. Cela se fera en temps voulu et avec des pays qui partagent les mêmes idées".

 

Toutefois, vous n'ignorez pas que l'occupation israélienne croissante des territoires palestiniens depuis 1967, qui constitue une violation du droit international, continue de compromettre les perspectives d'une solution fondée sur la coexistence de deux États.

 

C'est pourquoi nous restons attachés à la politique de différenciation. Un groupe de travail interministériel dirigé par mon cabinet assure la mise en œuvre de l'accord du kern sur la différenciation. Cela a conduit à différentes initiatives diplomatiques de notre pays. Par exemple, nous avons pu recouvrer les droits de douane rétroactivement grâce au renforcement des contrôles par le ministère de l'Économie et celui des Finances. Les exportateurs des colonies israéliennes ne sont en effet pas autorisés à utiliser les tarifs préférentiels dont bénéficient les exportateurs israéliens en vertu de l'accord d'association Union européenne-Israël.

 

Si Israël devait annexer des parties des territoires palestiniens occupés, nous discuterions de contre-mesures avec les États membres de l'Union européenne, conformément à l'accord de coalition. Dans ce contexte, nous suivons de près le transfert de certains pouvoirs du ministère israélien de la Défense dans le domaine de la gestion administrative dans les territoires palestiniens occupés. Nous poursuivons donc notre travail et nous continuerons à suivre de très près la situation.

 

17.04  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie et je prends bonne note des actions entreprises. Il importe qu'elles produisent rapidement des effets et qu'elles débouchent sur des sanctions. Comme vous le savez, à l'enjeu de la paix s'ajoute celui du crédit à accorder à la parole européenne. À cet égard, le poison absolu est le double standard, le deux poids deux mesures. Comment, en effet, défendre la primauté du droit international en Ukraine et convaincre, par exemple, les pays du Sud à se rallier aux sanctions contre la Russie quand les grandes capitales européennes détournent le regard lorsque ce même droit international est ostensiblement violé dans les territoires palestiniens?

 

Vous savez que, dans les relations internationales, il n'y a pas les méchants d'un côté et les gentils de l'autre. À mes yeux, des trajectoires sont prises par des gouvernements et des sociétés. On ne peut plus nier que la trajectoire israélienne est absolument dramatique. Par conséquent, défendons des principes qui ne soient pas à géométrie variable, mais appliqués de la même manière partout, non pas en fonction de nos alliances et de nos intérêts. La dignité des hommes et des femmes doit se défendre partout et en permanence.

 

17.05  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la ministre, votre réponse est à la fois décevante, honteuse et hypocrite.

 

Elle est décevante car vous n'adoptez pas de position claire, vous ne prenez aucune mesure, vous ne suspendez pas les accords commerciaux avec Israël. Vous continuez à commercer avec Israël comme si c'était un pays normal, qui n'a pas de gouvernement d'extrême droite et qui ne viole pas le droit international. Vous avez agi différemment avec d'autres pays. C'est décevant parce que vous nous dites que vous allez faire des analyses et demander des inventaires alors que cela fait 74 ans que c'est colonisé. Cela ne date pas d'hier!

 

Votre réponse est honteuse parce que vous utilisez un discours d'équidistance. Vous oubliez qu'il y a un oppresseur – l'État d'Israël – qui colonise, et qu'il y a un peuple qui résiste à la colonisation. Ce n'est pas la même chose! Il faut se positionner contre l'oppresseur.

 

Enfin, votre réponse est hypocrite parce que vous agissez à géométrie variable. Quand cela concerne Israël, vous vous taisez dans toutes les langues et aucune sanction n'est prise. Par contre, pour d'autres pays, les résolutions, les déclarations et les sanctions s'enchaînent! Quelles sanctions avez-vous prises contre Israël? Aucune! C'est hypocrite!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitster: Daarmee sluiten we de vragenronde af.

 

Ik geef het woord aan de heer De Roover.

 

18 Agenda

18 Ordre du jour

 

18.01  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, wij hebben daarstraks een toch wel onthutsend antwoord van de premier gekregen, toen vragen werden gesteld over de deontologie van een van zijn regeringsleden, meer bepaald staatssecretaris Schlitz. Het is gebleken dat zij de wet heeft overtreden. Het is gebleken dat zij in het Parlement het Parlement heeft voorgelogen. Het is gebleken dat zij bewijzen wegmoffelt.

 

De heer Loones heeft de premier gevraagd of mevrouw Schlitz nog in deze regering kan functioneren. Ik denk dat het tijd is dat mevrouw Schlitz hier vandaag zelf verantwoording komt afleggen. Daarom hebben wij een interpellatie ingediend. Wij vragen de behandeling daarvan in deze zitting.

 

18.02  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, la demande exprimée par la N-VA est, selon moi, légitime.

 

Cela serait l'occasion pour la secrétaire d'État de s'expliquer sur les éléments qu'elle a utilisés, hier, pour sa défense, en reportant, en fait, la responsabilité et la faute sur l’administration ou sur les associations, alors qu'il semble que ce ne soit plus le cas aujourd'hui.

 

Nous soutenons donc la demande d'interpellation de la N-VA.

 

De voorzitster: Vraagt nog iemand het woord? (Neen)

 

Ik noteer dat de fracties van het Vlaams Belang, de N-VA en Les Engagés het interpellatieverzoek steunen, wat voldoende is.

 

De vraag is dan of het punt vandaag op de agenda kan. Normaal zou de interpellatie kunnen worden ingelast voor de stemmingen en na de bespreking van de wetsvoorstellen. Er moet natuurlijk even worden nagegaan of staatssecretaris Schlitz aanwezig kan zijn. Indien dat het geval is, wordt het op die manier geagendeerd.

 

Propositions

Voorstellen

 

19 Proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité, en ce qui concerne l'instauration d’une norme sur les pompes à chaleur (2828/1-5)

19 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wat de invoering van een warmtepompnorm betreft (2828/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Kris Verduyckt.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Ravyts, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

19.01  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega’s, in de commissie voor Energie debatteren wij regelmatig over de elektriciteitsproductie. Hoe we ons in de toekomst zullen verwarmen, de olifant in de kamer, stelt ons voor veel grotere uitdagingen en op dat vlak zijn we veel minder ver gevorderd. De context waarin de beslissingen genomen moeten worden, is alvast heel duidelijk. Wij streven naar klimaatneutraliteit in 2050 en naar bevoorrading met volledig hernieuwbare energie. Dat is, ten eerste, belangrijk om onze klimaatdoelstellingen te behalen. Ten tweede, in de huidige geopolitieke context is het veel duidelijker geworden dat wij zo snel mogelijk energieonafhankelijk moeten worden. Ten derde, die transitie zal ook goed zijn voor onze portemonnee, want op termijn zal een systeem van hernieuwbare energie zorgen voor lagere facturen voor onze gezinnen en onze bedrijven.

 

Om de doelstelling van klimaatneutraliteit te behalen, moet men voor het Belgische woningbestand nog een flinke tand bijsteken. Op dit moment verwarmt 66 % van de huishoudens zich nog met gas en 21 % met stookolie.

 

Voor ons, groenen, moet een belangrijke doelstelling de versnelde verduurzaming van het woningbestand zijn. Dat kan door isolatie, waardoor de energievraag van de woningen daalt, alsook door de decarbonisering van de verwarmingstechnologie. Dan zijn warmtepompen de meest beloftevolle duurzame technologie om die doelstelling te bereiken. Niet alleen stoten warmtepompen geen CO2 uit, omdat zij op elektriciteit werken, maar zij verbruiken ook minder dan gasketels of olieketels.

 

Wij zien dat België in Europa achteraan bengelt voor de plaatsing van warmtepompen. Een belangrijke – zo niet de belangrijkste – oorzaak van de achterstand, is dat het in België op het moment geen financieel interessante optie is een warmtepomp te plaatsen. Onze burgers worden immers vooral belast op de hoeveelheid verbruikte elektriciteit en veel minder op de manier waarop dat gebeurt, op een duurzame manier of niet.

 

Het is belangrijk de mensen en de bedrijven te helpen de overstap te maken naar verwarming met duurzame technologieën. Dat kan door de lasten te verschuiven naar fossiele brandstoffen, zodat zij die een ecologische keuze maken daar effectief voor beloond worden.

 

Het door de heer Verduyckt ingediende wetsvoorstel dat vandaag voorligt, is een eerste stap die moet toelaten dat de meest ecologische keuze ook de meeste logische keuze wordt. Immers, als uit een jaarlijkse studie van de CREG blijk dat het prijsverschil tussen het verwarmen met duurzame technologieën en het verwarmen met fossiele brandstoffen in de verkeerde richting evolueert – dus niet in de richting die wij willen – en het gebruik van duurzame technologieën dus niet wordt aangemoedigd, dan zal de CREG voorstellen kunnen doen aan de minister. Het mag duidelijk zijn dat dat een stimulans kan zijn om de omslag te maken naar het verwarmen op een duurzame manier.

 

De Ecolo-Groenfractie zal het wetsvoorstel heel graag mee ondersteunen en daarnaast blijven ijveren voor een meer structurele hervorming, die ook aanzet tot elektrificatie.

 

19.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb collega Buyst horen zeggen dat het wetsvoorstel voor de groenen eigenlijk maar een opstapje is naar – in hun visie – het bijna verplicht maken van de meest duurzame manier van verwarmen, de warmtepompen. Ik weet niet wat het voor u is, mijnheer Verduyckt, en ik zal het u straks nog eens vragen, maar u zult het hier wellicht zelf ook uiteenzetten.

 

Collega Verduyckt, ook het Vlaams Belang staat open voor een geleidelijke vermindering van onze wereldwijde afhankelijkheid van fossiele energiebronnen.

 

Tegelijkertijd kan er een ware boom worden opgezet over de vragen hoe en waartoe in de Europese Unie burgers tot de elektrificatie moeten worden aangemoedigd. Elektrische vervoermiddelen en verwarmingsbronnen uitrollen bekt gemakkelijk en klinkt goed. Wanneer wij echter afdalen naar de dagelijkse realiteit, is die zaak echt heel wat complexer. Over de ecologische voetafdruk, dus de totale milieu-impact van die technologie, zouden wij hier lang kunnen discussiëren. Ik verwijs u naar het debat in Nederland, dat veel minder ideologisch en veel zakelijker verloopt.

 

Warmtepomptechnologie maakt het mogelijk woningen elektrisch te verwarmen. Dat gebeurt ook bij mij thuis. Ik weet niet of dat bij u het geval is. Ik zal u vertellen hoeveel mij dat heeft gekost. Ik ga even de PVDA-toer op. Dat heeft mij in totaal 27.000 euro gekost. Wie immers een warmtepomp installeert, installeert logischerwijs best ook zonnepanelen. Wie zonnepanelen en een warmtepomp heeft, installeert best ook een thuisbatterij. Ik betaalde 27.000 euro en kreeg een paar premies. Ik ben geen technicus en moet de installatie laten doen. Er gingen een paar premies van de prijs. Er bleef dan nog 24.000 euro over. Dat is de technologische revolutie die u aan de mensen wilt opdringen.

 

Het wordt nog technischer. Van het bestaande woonpatrimonium in dit land komt slechts een beperkt gedeelte in aanmerking voor performante en betaalbare verwarming via een klassieke lucht-luchtwarmtepomp. Mijnheer Verduyckt, ik ga ervan uit dat u prioritair de klassieke lucht-luchtwarmtepomp bedoelt, dat dat de wensdroom is. Echter, mijnheer Verduyckt, lucht-waterwarmtepompen op lage temperatuur zijn de optimale keuze voor – nu komt het – nieuwbouwwoningen.

 

Is elke woning in dit land een nieuwe woning? Die zijn perfect om te combineren, mijnheer Verduyckt, met vloerverwarming of radiatoren op lage temperatuur. Door de werking op lage temperatuur houdt men immers het energieverbruik onder controle. Wanneer men over hoge­temperatuur-lucht-waterwarmtepompen spreekt, die inderdaad kunnen worden aangesloten op bestaande radiatoren, zit men in veel gevallen met veel minder performantie en vooral met veel meer elektrisch energieverbruik. Als men zijn woning dus verwarmt op gas en men heeft geen vloerverwarming, zal een warmtepomp veel minder performant zijn.

 

U bent een relatief eerlijk man, want u geeft in uw tekst toe dat een en ander een zware investering vereist. U bedoelt dan wellicht, naast de warmtepomp, voldoende hoge eigen productie van hernieuwbare energie en zelfs batterijopslag.

 

19.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Collega Ravyts, u wekt de indruk alsof we hier straks over een verplichting tot installatie van warmtepompen zullen stemmen. Om elke verwarring te voorkomen, laat het duidelijk zijn: de tekst gaat over de vaststelling dat de prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen in ons land ver zoek is en ondermaats is in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland en de Scandinavische landen. De vraag waarover we ons vandaag buigen, is of u bereid bent een transparant instrument te installeren om de verhouding te verbeteren. Daarover gaat het.

 

We willen net al wie die stevige investering heeft gedaan – net zoals u – het signaal geven dat men op lange termijn op de overheid kan rekenen als het gaat over de elektriciteitsprijs. De overheid garandeert namelijk een correcte prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen in dit land.

 

Het gaat hier niet over de verplichting om warmtepompen te installeren, hoewel ik wel hoop dat zoveel mogelijk mensen het gebruik van die technologieën overwegen om de uitstoot, waarover u net zei dat het Vlaams Belang die ook naar beneden wil krijgen, te beperken.

 

19.04  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer Verduyckt, mijn lange prelude – waarvoor mijn verontschuldigingen – gaat er eigenlijk om uw hoop wat realistischer te maken. Misschien hoopt u dan minder en spreekt u wat meer vanuit de realiteit. Inderdaad, vóór de energiecrisis stonden de elektriciteitsprijzen niet in verhouding tot die van gas, van fossiele brandstoffen. Op elektriciteit worden in de praktijk immers veel meer taksen en andere heffingen toegepast dan op fossiele brandstoffen als gas. De zaak van de zogenaamde shift kwam ook al aan bod bij het debat over de accijnzen, zeg maar de fiscale hertekening van de energiefactuur. Wij weten allemaal dat ondanks de sterk gedaalde gasprijzen, die echter nog steeds hoger zijn dan twee jaar geleden, niemand in de regering het in zijn hoofd zal halen om nu al die shift te bewerkstelligen en het gas duurder te maken. De Europese Commissie wil dat wel en spreekt over 2027, wat eerder in deze vergadering al aan bod kwam.

 

Binnen drie zal jaar het systeem van de uitstootrechten uitgebreid worden naar gebouwen en mobiliteit. Ik vind het schandalig hoe dat aan de mensen wordt voorgesteld. Ik heb deze week heel aandachtig geluisterd naar de socialistische Eurocommissaris, de heer Frans Timmermans, en ook naar de heer Delbeke, topambtenaar. Zij spreken over een aanmoediginkje, een prijsprikkeltje, om de mensen in de juiste richting te laten bewegen. Fantastisch, fantastisch!

 

Collega Verduyckt, wat hier nu voorligt is inderdaad niet meer dan een meetinstrument, de invoering van een warmtepompnorm als aanvulling op de al bestaande energienorm. Concreet zal aan de CREG worden gevraagd om jaarlijks tegen 15 mei onderzoek te doen naar het verschil in kostprijs tussen warmtepomptypes en fossiele energiebronnen om woningen te verwarmen en sanitair warm water te produceren.

 

Zoals u zegt, indien die verhouding volgens de studie ongunstig evolueert, zou de CREG voor de kostprijsbestanddelen van de elektriciteitsfactuur waarvoor de federale overheid bevoegd is, de bevoegde minister ter zake voorstellen kunnen aanreiken. Meten is weten, inderdaad.

 

Ik zeg er echter wel bij dat wij alleen geloven in een zeer geleidelijke evolutie naar minder gebruik van gas als verwarming. Wanneer men effectief kiest voor een beter evenwicht tussen de prijs van elektriciteit en die van fossiele energiebronnen, dient men hier over meer dan één nacht ijs te gaan, gelet op de toestand van het bestaande woningpatrimonium. Ik herhaal: gelet op de toestand van het bestaande woningpatrimonium. Dat betekent concreet, mijnheer Verduyckt, dat zeer veel mensen vandaag simpelweg niet over een woning beschikken waarin ze zonder substantiële renovatie naar elektrische verwarming kunnen overschakelen. Niemand die pakweg twintig jaar geleden een woning heeft laten bouwen, sleutel op de deur, gaat zomaar zijn vloer laten openbreken om er grondverwarming in te steken teneinde performant met een warmtepomp te kunnen verwarmen.

 

De kern van het probleem inzake de verhouding fossiel versus elektrisch is natuurlijk ofwel de elektriciteit minder duur maken, ofwel het gas duurder maken. Nederland heeft gekozen voor het tweede. Dan is investeren in een warmtepomp vanzelfsprekend interessant voor degenen die het kunnen betalen. Dit in België opleggen is een sociaal kerkhof veroorzaken, dat weet u ook.

 

De Vlaamse regering legt bij nieuwbouw het gebruik van duurzame verwarmingsmethoden op. Dat is volgens mij de enige realistische weg om de transitie geleidelijk aan te bewerkstelligen. Vergeet ook niet dat het de woning duurder maakt in aankoop.

 

19.05  Kris Verduyckt (Vooruit): Ten eerste begint u opnieuw over opleggen. Er staat hier nergens dat we iets opleggen. U probeert de mensen hier vooral weer schrik aan te jagen over kosten. U bent vandaag al twee keer tussengekomen over de Europese Green Deal. Ik zal u eens zeggen wat geld kost. U zegt dat dit de mensen geld zal kosten. Weet u wat geld kost? Als morgen uw woning scheurt omdat de grond te droog is, dan kost dat geld. Als morgen uw woning onder water loopt omdat de rivieren buiten hun oevers treden, dan kost dat geld. Als morgen uw oogst omwille van grote droogte mislukt, zoals vandaag in het zuiden van Europa, dan kost dat enorm veel geld. Dat kost enorm veel geld aan mensen die daar heel hun leven voor gespaard en gewerkt hebben en ook aan de maatschappij die daar vervolgens voor een stuk de gevolgen van draagt. Dat kost enorm veel geld.

 

U hebt vanmiddag gesproken over klimaatreligie, alsof de klimaatopwarming nog iets is waarin men moet geloven of niet. Het is bijzonder triestig dat zulke woorden hier in dit Parlement gebruikt worden. Wij leggen hier gewoon een transparant instrument voor, waarbij de overheid tenminste een betrouwbare partner is voor mensen die investeren in duurzame technologie, waarvan iedereen het erover eens is dat dat het te bewandelen pad is en waarvan we allemaal weten dat het een stevige investering is. Zo kunnen die mensen op ons rekenen en zullen wij ervoor zorgen dat de elektriciteitsprijs tenminste niet meer zal stijgen en dat de mensen het leven niet nog meer zuur wordt gemaakt. Daar gaat het over.

 

We moeten de mensen niets wijsmaken. We leggen de mensen hiermee niets op, maar we willen het voor hen makkelijker maken om te kiezen voor technologieën die echt goed zijn voor onze samenleving.

 

19.06  Kurt Ravyts (VB): Collega Verduyckt, als ik het woord klimaatreligie gebruik, dan gaat het niet over al of niet geloven in de klimaatopwarming, het gaat over het met de karwats opleggen van de energietransitie tegen bepaalde onrealistische tussentijdse deadlines. Het gaat dus om onrealistische tussentijdse doelstellingen tegen 2030-2035. Dit kan gewoon niet op een sociale manier worden bewerkstelligd. Steeds meer mensen geven mij gelijk, niet alleen mensen in dit Parlement, maar ook de man in de straat, die vanuit de realiteit spreekt.

 

Ik zal u echter heuglijk nieuws brengen, want we zullen ons niet verzetten tegen dit wetsvoorstel, aangezien het effectief alleen beoogt de beleidsmakers te informeren en het ervoor zorgt dat de problematiek scherper tegen het daglicht kan worden gehouden. Het is echter zeer belangrijk om te benadrukken dat men door de financiering van de transitie via consumptie een gevaarlijke weg inslaat. Straks zal een andere fractie dat hier ongetwijfeld nog beamen, zij het met het schaamrood op de kaken, aangezien ze een Vlaams Belanger gelijk zullen moeten geven.

 

De transitie financieren via consumptie is dus een gevaarlijk pad dat naar asociale toestanden zal leiden. Mijnheer Verduyckt, wees voorzichtig met prijsprikkels, ook al staan die niet in het voorliggende wetsvoorstel. Uw partij wil die immers wel, net zoals Groen. Een warmtepomp wordt voor de mensen namelijk niet plots betaalbaar omdat Europa bijvoorbeeld over drie jaar het gas duurder zal maken.

 

Maar goed, we zullen de warmtepompnorm als meetinstrument goedkeuren, want meer dan dat is het hier inderdaad niet.

 

De voorzitster: Collega’s, tot nog toe hebben maar zeer weinig leden gestemd met betrekking tot de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen. Wij zullen de stemming dus met een halfuur verlengen, tot 17.30 uur. Ik stel voor dat alle fractieleiders hun leden oproepen om hun stem te gaan uitbrengen.

 

19.07  Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, iedereen beseft ten volle dat we in een energietransitie zitten. We weten allemaal dat we meer moeten investeren in propere technologieën, om zo minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen.

 

Vaak willen mensen wel investeren in propere technologieën, maar helaas botsen ze vaak op financiële grenzen. Dat is ook het geval bij mensen die wensen te investeren in een warmtepomp. Als we meer mensen willen aanzetten tot het investeren in een warmtepomp, moeten we proberen om dat financieel interessant te maken.

 

Het is belangrijk dat mensen die investeringen doen in bijvoorbeeld een warmtepomp, daarbij ook voordeel hebben. En ja, meten is weten. Daarom steunen wij ook het voorstel van Vooruit, waarbij de CREG als onderdeel van de studie met betrekking tot de energienorm ook de verhouding moet publiceren tussen enerzijds de kostprijs voor de verwarming met een warmtepomp en andere duurzame technologieën en anderzijds de kostprijs voor de verwarming met fossiele verwarmingsbronnen, zoals aardgas. Het is belangrijk dat die verhouding gekend is, dat daarover transparantie bestaat, zodat er ook kan worden bijgestuurd.

 

De CREG krijgt ook de opdracht om een advies met aanbevelingen voor maatregelen aan de minister van Energie te bezorgen, zodat ook de minister daarmee aan de slag kan gaan.

 

Zoals u weet, heeft cd&v lang gestreden voor de energienorm. Wij zijn ook zeer tevreden dat die energienorm er uiteindelijk is. Wij steunen dan ook heel graag dit wetsvoorstel en kijken uit naar de verdere uitvoering en naar de impact ervan.

 

19.08  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Beste collega’s en beste indiener Verduyckt, uiteraard steunen wij de massale uitrol van warmtepompen. Het elektrificeren van onze verwarmingsvraag is een belangrijke stap in de energietransitie. Dat wil ik nogmaals duidelijk zeggen, mijnheer Verduyckt, want in de commissie hebt u geïnsinueerd dat wij ons zouden verzetten tegen het uitbannen van fossiele brandstoffen en dat wij zelfs onze plaats in de klimaatmarsen niet zouden hebben. Dat is ongelooflijk, want wij verzetten ons allerminst. Uiteraard zijn wij voor de transitie naar een koolstofvrije maatschappij, trouwens met meer ernst en daadkracht dan de federale regering. Uiteraard hebben ook warmtepompen daarin een rol te spelen.

 

De vraag is natuurlijk hoe dat moet gebeuren. Voor de meeste mensen is een warmtepomp onbetaalbaar, het gaat om bedragen tussen 5.000 en 10.000 euro, evenals een grondige renovatie en isolatie van de woning, wat de eerste maatregel in de ecologische transitie zou moeten zijn.

 

Daarom roepen wij op tot een switch. Wij hebben duidelijk nood aan publieke investeringen. De overheid moet via derde-betalersregelingen mensen helpen om hun huis te isoleren en een warmtepomp te installeren. Wij hebben dus wel degelijk constructieve voorstellen.

 

Wij geloven echter niet dat de energietransitie kan worden gerealiseerd, laat staan op een sociaal rechtvaardige manier, via het verhogen van en sturen met accijnzen. Dat is exact wat de regering met die accijnzen van plan is: de accijnzen verlagen voor elektriciteit en verhogen voor gas. Dat hebben verschillende ministers al duidelijk aangekondigd in het kader van de invoering van de accijnzen sinds 1 april van dit jaar. Dat was helaas geen aprilgrap. Die methode gaat volledig voorbij aan de sociale realiteit van veel mensen.

 

Dit wetsvoorstel draagt de CREG op om elk jaar een studie te doen naar de rentabiliteit van warmtepompen naar analogie van de energienorm. Op zich zijn wij niet tegen studiewerk. De vraag is echter wat men met de resultaten van die analyse zal doen. Dat is niet zo onschuldig.

 

We hebben in de commissie duidelijk gezegd dat wij dat wetsvoorstel zouden kunnen steunen mocht het leiden tot een algemene verlaging van de accijnzen, dus tot een vermindering van de accijnzen op elektriciteit zonder een verhoging van de accijnzen op aardgas. Het gaat in de debatten daarover immers altijd over de verhouding tussen die twee. Als het echter zou leiden tot een verschuiving van accijnzen op elektriciteit naar accijnzen op aardgas, waardoor gas dus nog duurder zou worden, dan kunnen wij dat niet steunen. Op de vraag waartoe dit zal leiden, kregen we van niemand een antwoord, ook niet van u, mijnheer Verduyckt.

 

19.09  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Warmoes, ik heb op de lagere school begrijpend lezen gekregen. Ik weet niet of u dat vak ook hebt gekregen, maar ik zou toch graag weten hoeveel punten u daarop behaalde. Wat u hier zegt, is onvoorstelbaar.

 

Wij vragen aan de CREG om ons een rapport te bezorgen waarin we heel transparant de verhouding tussen de kostprijs van elektriciteit en gas zouden kunnen zien. We vragen aan de CREG om ons een politiek instrument te geven dat we in elk parlement in dit land kunnen gebruiken om die verhouding beter te krijgen. U voegt daar evenwel onmiddellijk aan toe dat de gasprijzen zullen stijgen. Dat wordt nergens vermeld. Het is aan iedere regering in dit land om dan te beslissen wat ze ermee zullen doen.

 

U als oppositie – want u zult vermoedelijk nog in de oppositie zitten – kunt vervolgens aan de hand van die norm zeggen dat we niet goed bezig zijn. Als u meent wat u daarnet zei, namelijk dat u meer warmtepompen in het land wilt, dan geef ik u een extra politiek instrument waarmee u kunt zeggen dat we niet goed bezig zijn. U trekt echter nu al conclusies en stelt al vragen nog vóór de CREG maar één berekening heeft gemaakt en nog vóór enige regering in dit land zich daarover heeft gebogen.

 

U wilt dus zelfs geen deel van de oplossing zijn. Dat heeft mij er in de commissie toe aangezet om te zeggen dat u niets verloren hebt op klimaatmarsen. U wilt de klimaatactivisten en de mensen stroop om de mond smeren. U wilt bij iedereen goed staan. Dat gaat echt niet. Ik begrijp zelfs niet dat u naar dit instrument kijkt en zegt dat dit voor u niet kan. Dit is gewoon een manier om tot een oplossing te komen en het zal aan de beleidsmakers zijn om er vervolgens iets mee te doen, maar u loopt daar nu al op vooruit.

 

19.10  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer Verduyckt, ten eerste weet ik niet of u hebt geluisterd naar alles wat ik heb gezegd. Ik heb gezegd dat we voorstander zijn van een derde-betalersregeling. Dat de regeringen in dit land verkeerd bezig zijn, daar heb ik geen studie van de CREG voor nodig. Dat weet u al, dat kunt u gewoon afleiden uit het aantal warmtepompen in ons land vergeleken met andere landen. Zo simpel is het. Dat komt om te beginnen omdat warmtepompen veel te duur zijn. Veel mensen, en zeker de mensen waarvoor u zogezegd opkomt, de armste mensen, hebben gewoon het geld niet om dat te installeren, zo simpel is dat. Voer een derde-betalersregeling in. Dat is ons voorstel en dan zal het vooruitgaan. Dat is een eerste punt.

 

Ten tweede, denkt u echt dat wij naïef zijn? Ik lees u het verslag voor van de discussie in de commissie. Het gaat over de verhouding tussen de accijnzen – hier toeslagen genoemd – op elektriciteit en gas. Er staat letterlijk in het door u mee goedgekeurde verslag: "Bepaalde toeslagen zouden inderdaad van de elektriciteitsrekening kunnen worden gehaald. Omgekeerd kunnen aan de gasfactuur toeslagen worden toegevoegd." Dat betekent dat gas dus duurder wordt gemaakt. Collega Buyst heeft net gezegd: "De lasten verschuiven naar de fossiele brandstoffen." Wat is dat anders dan de accijnzen van gas optrekken? Er staat inderdaad niet in het wetsvoorstel dat dit omhoog zal gaan, maar ik weet heel goed waar u naartoe wilt. Ik ben niet naïef en mijn partij ook niet. Waarom dacht u dat we dit bestuderen?

 

19.11  Kris Verduyckt (Vooruit): Het klopt inderdaad dat dit een stevige investering is. Weet u wat het probleem is bij hernieuwbare energie? Vaak moet men eerst de investering doen om vervolgens te genieten van veel goedkopere elektriciteit of energie. Dat is dikwijls de heuvel waar men over moet, waar we mensen moeten over krijgen om die investering te doen, dat klopt. Daarvoor zijn er net maatregelen nodig. U vernoemt de derde-betalersregeling. Er staat al jaren in ons programma dat Vlaanderen via een derde-betalersregeling zou moeten inzetten op de renovatie van huizen. Dat is dus perfect een maatregel die hieruit zou kunnen resulteren.

 

Het gaat vandaag echter niet over een maatregelenpakket, maar gewoon over een instrument om meer duidelijkheid te krijgen over de prijs en daar vervolgens iets mee te doen. U geeft nu al kritiek op eventueel mogelijke gevolgen van het installeren van dit instrument. Dat gaat mijn petje te boven. Ik begrijp echt niet waarom u daar al over bezig bent. Als u straks kritiek hebt op de maatregelen, uit die dan, maar de maatregelen zijn er nog niet en u spuit nu al kritiek. Dat kan ik niet begrijpen, en ik begrijp zeker niet dat u het wetsvoorstel niet wilt steunen.

 

19.12  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer Verduyckt, ik zei al dat ik nog niet gedaan had, maar ik zal u al het einde van mijn betoog verklappen: wij zullen ons onthouden bij de stemming over het wetsvoorstel. Dat is voor u echter geen verrassing, want dat hebben wij in de commissie ook al gedaan.

 

Waarom zullen wij ons onthouden? Ik heb het net gezegd. Ik heb u, als eerste indiener, en de andere indieners de vraag gesteld waar het wetsvoorstel toe zal leiden. U zult natuurlijk antwoorden dat dat er niet in staat en dat u dat niet weet. Zal het wetsvoorstel zorgen voor een hogere gasfactuur? Zult u de accijnzen op de gasfactuur nog verhogen of niet? Daar hebben wij geen antwoord op gekregen. Wij hebben duidelijk gezegd dat u niet op ons zult kunnen rekenen als u de accijnzen wilt verhogen. Als dat erin stond, zouden wij zelfs tegenstemmen. Als er een verlaging van de accijnzen op elektriciteit in stond, zonder dat aan de accijnzen op gas wordt geraakt, zouden wij voorstemmen, maar wij hebben daar geen antwoord op gekregen. Wij onthouden ons dus omdat het noch het ene noch het andere is.

 

Formeel staat het inderdaad niet in het wetsvoorstel en u hebt zich daar ook niet toe geëngageerd – uw woord is natuurlijk ook maar een woord –, maar wij zien wel in welk kader het past. Eigenlijk past het voorstel in het plaatje – zoals collega Buyst en u ook hebben gezegd – waarbij de verhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen ten voordele van elektriciteit wordt omgebogen.

 

Er is daarstraks nog gesproken over de koolstoftaks op Europees vlak. We weten heel goed dat dat zal betekenen dat men eigenlijk de accijnzen op gas zal verhogen, een soort koolstoftaks. De ministers hebben ook duidelijk gezegd dat als de accijnzen ingevoerd zijn, dat ook is om de fossiele brandstoffen stilaan uit te faseren. De PVDA is daar voorstander van, maar niet ten koste van de burgers.

 

Dit wetsvoorstel heeft alleen de bedoeling om de CREG de opdracht te geven om analyses te maken over de rentabiliteit van warmtepompen en daar aanbevelingen over te doen. De onderliggende logica gaat natuurlijk in de richting van een klimaattaxshift, het duurder maken van fossiele energie en het goedkoper maken van hernieuwbare energie. Dat is daarstraks nog gezegd door mevrouw Buyst, die van dezelfde partij is als de minister van Energie.

 

De PVDA verzet zich tegen deze logica om verschillende redenen. Ten eerste vinden wij dat onze energiefactuur geen tweede belastingbrief mag zijn. U hebt dat in de commissie zelf ook verschillende keren gezegd, mijnheer Verduyckt. Dat is nochtans wat deze regering gedaan heeft. Ze heeft daar accijnzen aan toegevoegd. Wij willen een energietransitie, die effectief nodig is, financieren via eerlijke fiscaliteit. Dat doen via consumptie is per definitie regressief. Meer algemeen richt u zich met ecotaksen, prijsprikkels en dergelijke enkel op de consumenten, terwijl het grootbedrijf, dat bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt, buiten schot blijft.

 

Tot slot moeten er voor iedereen voldoende alternatieven beschikbaar zijn. Dat is ook een probleem. De mensen die dan een warmtepomp hebben of het geld hebben om die te installeren, zullen daar natuurlijk van genieten als de accijnzen op elektriciteit naar beneden gaan. Voor alle anderen die zich dat niet kunnen veroorloven, is dat onrechtvaardig. Dat is inderdaad een gewestelijke bevoegdheid. Wij gaan akkoord met de derde-betalersregeling, als die in uw programma staat.

 

Het is onrechtvaardig, want diegenen die het zich kunnen veroorloven, profiteren ervan; laten wij zeggen, de middenklasse . De anderen profiteren er niet van. Zolang de armere mensen geen alternatief hebben en met hun gasketel blijven zitten, is dat niet eerlijk. Daarom verzetten wij ons daartegen.

 

Ik meen dat het essentiële gezegd is, mevrouw de voorzitster. Wij zullen ons onthouden bij de stemming over dit voorstel, om de redenen die ik zonet toegelicht heb.

 

19.13  Kris Verduyckt (Vooruit): Collega’s, als wij één les geleerd hebben uit de energiecrisis, is het wel dat de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen echt een probleem is. Wij hebben een elektrificatie van onze samenleving nodig, een elektrificatie waarbij de meeste elektriciteit natuurlijk door hernieuwbare energie opgewekt wordt. Waarom? Betaalbaarheid is uiteraard belangrijk en betrouwbaarheid ook. We willen minder afhankelijk worden van staten waarvan wij vandaag eigenlijk niet afhankelijk willen zijn, staten die het misschien niet eens zo goed met ons voorhebben. Wij hebben die vooral nodig wegens de klimaatopwarming, waar wij daarnet al over gesproken hebben.

 

Daarom is er op alle niveaus actie nodig. Europa heeft deze week met de Green Deal belangrijke wetgeving goedgekeurd om de olietanker te doen keren. Dat is heel goed. De voorbije zomer was in Europa immers de heetste zomer die ooit gemeten is. Wij hebben hittegolven gehad, droogtes en bosbranden. Er zijn heel wat records gebroken waar wij niet trots op moeten zijn. De reden van dit gigantische probleem is dat wij nog altijd meer CO2 en methaan de lucht in blazen, tot het hoogste niveau dat ooit gemeten is.

 

We moeten dus actie ondernemen, want de gevolgen zijn vandaag al merkbaar. Mijnheer Ravyts, ik betreur uw kritiek van daarnet op de pogingen van de overheden om zich daartegen te wapenen en hun beleid daartegen. Wat hebben mensen aan uw kritiek? Wat hebben zij aan uw kritiek op nieuw beleid? Wat wij moeten doen, is mensen volop beschermen tegen de klimaatcrisis door hen te helpen bij het isoleren van hun huizen en hun toegang te geven tot hernieuwbare energie. Dat is wat we moeten doen in plaats van hier te zagen en fossiele brandstoffen te blijven promoten.

 

De uitdagingen zijn immens. Mevrouw Buyst heeft daarnet even naar de energieproductie verwezen. We hebben al heel vaak gediscussieerd over de vraag hoe we die het best aanpakken en hoe we de impact ervan zo laag mogelijk kunnen houden. Er is ook de uitdaging van de mobiliteit. In dat verband kunnen we onze ambitie voor het openbaar vervoer niet hoog genoeg leggen. De regering gebruikt de vergroening van de bedrijfswagens als katalysator voor de elektrificatie van ons wagenpark. Ik las recent ook de oproep van de luchtvaartsector voor steun bij de evolutie naar meer duurzame brandstoffen.

 

Vandaag gaat het over onze woningen.

 

19.14  Kurt Ravyts (VB): Ik ben al eens genoemd en ik zal misschien nog genoemd worden. Ik wil het even hebben over de elektrificatie van het wagenpark. Mijnheer Verduyckt, u volgt kennelijk de actualiteit van nabij gelet op uw verwijzing naar de CO2-uitstoot in de zomer van 2022 en de cijfers van FEBIAC over de elektrificatie van het wagenpark, die vandaag werden vrijgegeven. Bij particulieren bedraagt het aandeel van elektrische voertuigen 5 %. Dat is nog altijd zeer laag. Wanneer de cijfers verdrie- of verviervoudigen, gaat dat over de bedrijfswagens, maar dat zegt u er niet bij.

 

Wanneer een consument zijn wagen thuis volledig en vlot, dus in een tijdspanne van drie à vier uur, wil opladen, heeft hij een driefasig net nodig. Wie betaalt dat? Denkt u dat Fluvius dat betaalt? De consument betaalt dat.

 

Mijnheer Verduyckt, kwetsbare consumenten in dit land zullen zich nooit een elektrische wagen kunnen veroorloven die ze thuis kunnen opladen. Dat is de realiteit. Dat gaat niet over klimaatontkenning. Dat zijn gewoon praktische feiten. Als sociaaldemocraat zou u daarvoor gevoelig moeten zijn. Ik begrijp uw houding niet.

 

19.15  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Ravyts, ik gaf net aan dat de uitdagingen enorm zijn, ook op het vlak van mobiliteit. Een betere prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen zou alvast helpen.

 

Sta me toe nu in te gaan op de uitdaging waar we vandaag over moeten spreken, namelijk de verwarming van onze woningen, en die is nog veel groter dan die in verband met de mobiliteit, precies wegens de vele verouderde huizen in ons land. De cijfers zijn genoemd. Het aantal mensen dat vandaag nog verwarmt op aardgas en stookolie, is enorm hoog. Wij staan vandaag dus voor de enorme uitdaging om de verwarming te elektrificeren. Het maakt op zich voor mij niet zoveel uit welke technologie de mensen kiezen. Maar de warmtepomp, technologie die vandaag aan de orde is, wint alleszins aan belang. Ik wil even de cijfers geven. Vijf jaar geleden kozen in dit land nog 14.000 gezinnen voor een installatie met warmtepomp. In 2022 waren dat er al bijna vier keer zoveel, namelijk 42.000 gezinnen. Er kiezen dus inderdaad wel mensen voor die investering en die evolutie is een goede zaak.

 

Mijnheer Warmoes, het klopt dat daarbij een stevige investering komt kijken. Ik heb u dat net ook uitgelegd. De betrokkenen slagen er alvast in om zich goedkoop te verwarmen. Zij hebben wel een zorg, namelijk de prijs van de elektriciteit. De enige reden waarom ik van mening ben dat wij een goed zicht moeten krijgen op de prijsverhouding tussen elektriciteit en fossiele brandstoffen, bestaat erin dat we de burgers betere elektriciteitstarieven moeten kunnen garanderen, en dat op de langere termijn. Hiermee geven we het signaal dat de overheid een betrouwbare partner blijft op alle niveaus.

 

U hebt gelijk, de elektriciteitsfactuur is vandaag inderdaad een belastingbrief. Uw bewering dat de regering het nog erger heeft gemaakt, is triestig, des te meer omdat de regering de btw definitief op 6 % heeft gebracht. Mijnheer Warmoes, u moet een beetje ernstig blijven.

 

De elektriciteitsfactuur zou inderdaad naar beneden moeten gaan. Om die evolutie te leiden, hebben wij nood aan een goed politiek instrument. Dat is hetgeen ik hier vandaag voorleg, niet meer of niet minder. Vooruit denkt van de warmtepompnorm dat het een bijzonder goed politiek instrument is.

 

19.16  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer Verduyckt, ik vind het wel grappig hoe u zich op de borst slaat dat de elektriciteitsfactuur geen belastingbrief mag zijn en u de btw hebt verlaagd van 21 naar 6 %. Om te beginnen heeft de PVDA daarvoor 300.000 handtekeningen opgehaald en hebben wij daarvoor serieus campagne gevoerd. (Protest van de heer Calvo)

 

Mijnheer Calvo, u bent zeer grappig. Groen heeft hier steeds verdedigd dat een btw-verlaging niet kon, omdat de mensen hun ramen zouden openzetten en zo’n regeling zou leiden tot verspilling, en nu komt u zeggen dat de btw-vermindering uw verdienste is.

 

U hebt wel een lijn toegevoegd aan de factuur, namelijk de accijnzen. Ik zeg u, maar doel op de regering waarvan uw partij deel uitmaakt. U hebt een lijn toegevoegd en er dus nog meer een belastingbrief van gemaakt. U hebt wel de btw verlaagd, omdat u dat niet kon blijven negeren gezien de hoge energieprijzen. Wij voerden daarvoor echter reeds heel lang campagne. Dat wilde ik toch wel even duidelijk maken.

 

19.17  Kris Verduyckt (Vooruit): Collega Warmoes, discussies die we al gevoerd hebben zal ik niet heropenen. Iedereen weet ondertussen dat de btw definitief op 6 % is gebracht. Dat elke inwoner van dit land op dit moment beter af is met het thans ingevoerde systeem, is een goede zaak. Die discussie hebben we hier al lang en breed gevoerd.

 

Ik betreur vooral uw vraag van zonet. U vroeg in welk kader dat voorstel van die warmtepompnorm past. Vervolgens beantwoordde u die vraag zelf, waarbij u zei dat het onze bedoeling is om de gasprijzen hoger te maken. U hebt een hoop zaken opgenoemd die totaal niet in het wetsvoorstel staan. Daarom zal ik nog één keer zeggen binnen welk kader ik dit voorstel doe. Het kader is heel simpel. Wij moeten onze CO2-uitstoot absoluut naar beneden krijgen. Welnu, de overheid moet een partner zijn voor ieder gezin dat investeert in duurzame verwarmingstechnieken. Dat is het enige kader voor dit voorstel.

 

Met dit instrument vragen wij de CREG enkel om die verhouding duidelijk te maken, om ons die cijfers te bezorgen, oppositie en meerderheid, zodat we met die cijfers aan de slag kunnen. U steunt zelfs die vraag niet, blijkbaar bent u tegen die vorm van transparantie. Bij verschillende stemmingen in het Parlement heb ik de wenkbrauwen al gefronst, maar deze keer begrijp ik uw stemgedrag echt niet. Wij vragen gewoon meer transparantie, die ons allen helpt om datgene wat u zelf zegt te willen bestendigen voort te helpen. Ik kan niet begrijpen dat u dat niet steunt.

 

Collega’s, ter afsluiting, vandaag leg ik een wetsvoorstel ter stemming voor dat de CREG zal vragen om jaarlijks een analyse te maken van de verhouding. De bedoeling is dat we gaan naar wat er bijvoorbeeld in ons buurland Nederland wel voor zorgt dat mensen veel meer en massaler investeren in duurzame verwarmingstechnieken, namelijk dat de prijs van elektriciteit er veel lager is. Vooruit is van mening dat die warmtepompnorm een transparant en goed werkmiddel zal zijn dat het energiebeleid in ons land in de komende jaren mee zal sturen. Ik dank alle collega’s voor de steun.

 

De voorzitster: Mijnheer Verduyckt, wacht u nog even met uw dankwoord en blijft u nog even op het spreekgestoelte staan, want collega Warmoes wil u nog iets vragen.

 

19.18  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer Verduyckt, ik ben blij dat u Nederland als voorbeeld aanhaalt. Daar zijn er immers veel meer warmtepompen. Nederland heeft aardgas nu echter net veel duurder gemaakt, wat ons wantrouwen versterkt. U haalt dus net als in de commissie het voorbeeld van Nederland aan, terwijl men daar net datgene heeft gedaan waar wij voor vrezen. Gas werd er zo duur gemaakt dat de mensen die het financieel aankonden een warmtepomp hebben aangeschaft. Al wie echter met zijn gasketel blijft zitten, betaalt nu veel meer voor gas. U toont hiermee nogmaals aan welke richting u uit wilt.

 

19.19  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Warmoes, ik ben geen lid van de regering en dus ook geen minister van Energie. Ik leg hier een politiek instrument voor waarmee regeringen aan de slag kunnen gaan. U uit nu al kritiek op iets waarvan u niet weet welk effect het zal hebben. Als de regering aangeeft dat de norm niet goed is, waardoor ze volop zal inzetten op het derde-betalerssyteem, waardoor huizen gerenoveerd zullen worden, dan zou dat een perfecte oplossing kunnen zijn. Er zijn heel wat zaken mogelijk. Laat regeringen eerst hun werk doen en geef dan pas kritiek. Nu al op voorhand iets wat we transparant in kaart willen brengen afbreken en zeggen dat het de aanleiding is om het een of het ander te doen, getuigt van een bijzondere wijze van redeneren die ik niet begrijp. Ik zal het voorstel straks ter goedkeuring voorleggen en Vooruit hoopt op uw massale steun ervoor.

 

19.20  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, nous allons soutenir cette proposition de loi soumise à notre examen aujourd’hui. Nous sommes convaincus que les pompes à chaleur constituent une alternative solide aux sources d’énergie fossile que représentent les chaudières au mazout, notamment dans le cadre de la transition énergétique de décarbonation, et ce, tant en matière de chauffage que de production d’eau chaude.

 

Les Régions, dans l’exercice de leurs compétences, se sont déjà engagées en faveur d’un régime d’interdiction de vente de chaudières au mazout. C’est déjà le cas en Flandre depuis 2022 pour les bâtiments neufs. En Wallonie, pour les bâtiments neufs, l’installation d’appareils de chauffage au mazout et au charbon sera interdite à partir du 1er mars 2025. Le défi n’est pas mince puisqu’en Région wallonne, un ménage sur deux se chauffe au mazout. À cet égard, les pompes à chaleur de différents types, pour le chauffage, l’eau chaude sanitaire, à combiner, représentent des installations alternatives assez prisées selon les informations dont je dispose, d’autant plus que les possibilités de raccordement au réseau de gaz naturel ne sont pas disponibles partout.

 

Un tel projet prendra une génération. Il sera très profitable puisqu’il permettra immédiatement d’engranger des économies d’énergie et de CO2, d’autant que bon nombre d’experts sont confiants dans l’empreinte écologique laissée par les pompes à chaleur. Dans cette perspective, on peut noter à cet égard une complémentarité entre les compétences des entités fédérées et celles de l’État fédéral. Il est nécessaire de disposer d’un prix de l’électricité qui soit régulé afin que les citoyens investissant dans une pompe à chaleur puissent en bénéficier pleinement et rapidement.

 

On doit pouvoir disposer d’un équilibre entre le coût de l’électricité et celui des énergies. Les efforts entrepris aux différents niveaux de pouvoir pour atténuer les prix de l’électricité à la suite de l’inflation considérable que nous avons connue laissent à penser que l’électrification du chauffage par l’intermédiaire de l’installation de pompes à chaleur constitue un premier pas nécessaire dans la décarbonation que nous devons faire nôtre durant cette génération. Ce texte est un premier pas important. Nous le soutiendrons donc sans réserve.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2828/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2828/5)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité, en ce qui concerne l'intégration d'une analyse de la rentabilité des moyens de chauffage plus durables dans la norme énergétique actuelle".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wat de integratie van een analyse van de rentabiliteit van duurzamere verwarmingsmiddelen in de huidige energienorm betreft".

 

La proposition de loi compte 2 articles.

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

20 Proposition de résolution relative à l'endométriose (2510/1-6)

- Proposition de résolution relative à l'endométriose, à son diagnostic précoce et à la nécessité de concentrer l'expertise en vue de son traitement (2477/1-2)

- Proposition de résolution visant à garantir une meilleure prise en charge des patientes atteintes d'endométriose (2497/1-2)

- Proposition de résolution visant à améliorer le diagnostic et la prise en charge de l'endométriose (2519/1-2)

- Proposition de résolution relative à la prise en charge de l'endométriose (2696/1-2)

- Proposition de résolution relative à une meilleure prise en charge des endométrioses (2863/1-2)

20 Voorstel van resolutie met betrekking tot endometriose (2510/1-6)

- Voorstel van resolutie betreffende endometriose, de vroegtijdige diagnose ervan en de nood aan concentratie van expertise voor het behandelen ervan (2477/1-2)

- Voorstel van resolutie betreffende een betere opvolging van patiëntes met endometriose (2497/1-2)

- Voorstel van resolutie betreffende de verbetering van de diagnose en de behandeling van endometriose (2519/1-2)

- Voorstel van resolutie met betrekking tot de behandeling van endometriose (2696/1-2)

- Voorstel van resolutie betreffende een betere aanpak van endometriose (2863/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

- 2510: Nathalie Muylle, Karin Jiroflée, Sophie Thémont, Florence Reuter, Séverine de Laveleye, Robby De Caluwé, Katleen Pisman, Catherine Fonck, Sophie Rohonyi

- 2477: Karine Jiroflée, Gitta Vanpeborgh

- 2497: Florence Reuter, Daniel Bacquelaine, Caroline Taquin, Benoît Piedboeuf, Michel De Maegd, Nathalie Gilson, Vincent Scourneau, Robby De Caluwé

- 2519: Sophie Thémont, Hervé Rigot, Laurence Zanchetta, Patrick Prévot

- 2696: Sophie Rohonyi, François De Smet

- 2863: Séverine de Laveleye, Eva Platteau.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2510/5)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2510/5)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

De rapporteurs, de heer Steven Creyelman en de dames Frieda Gijbels en Dominiek Sneppe, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

20.01  Kathleen Depoorter (N-VA): "Al jaren heb ik klachten die te linken zijn aan endometriose en toch werd de aandoening slechts per toeval ontdekt, acht jaar na de feiten." Het is een citaat van een patiënte met wie ik een gesprek over endometriose had, nog niet zo lang geleden. Dat is eigenlijk de samenvatting van veel verhalen die we in de commissie hebben gehoord.

 

Daarom is het goed dat mevrouw Muylle een initiatief heeft genomen om deze aandoening onder de aandacht te brengen en om de regering aan te sporen om werk te maken van een betere behandeling, een vroegere diagnose, het verzamelen van data en dergelijke meer.

 

Wat ik in de commissie al heb gezegd en wat ik hier wil herhalen, is dat het toch zeer bijzonder is dat een aandoening waaraan 1 op de 10 vrouwen lijdt, leidt tot evenveel voorstellen van resolutie als er regeringspartijen zijn. We hebben de mond vol van een nieuwe politieke cultuur en partijoverschrijdende samenwerking. Dan zou ik de leden van de regering toch willen aansporen om met één tekst naar de commissie te komen en niet elk een pluim van welwillendheid op hun hoed te willen laten steken. Dat is een beetje jammer voor alle endometriosepatiënten, want zij hebben lang moeten wachten op heel wat nieuwe initiatieven van verschillende partijen.

 

Het is een goede zaak dat we nu werk zullen maken van deze aandoening, dat hiervoor aandacht komt en dat men nu ook een aanzet geeft tot gegrond wetenschappelijk onderzoek. We hebben vernomen dat er toch firma’s zijn die werken aan moleculen die voor pijnstilling bij de patiënten zullen proberen te zorgen. Zij zullen evidencebased behandelingen op de markt proberen te brengen. Zij willen onze patiënten vooruithelpen.

 

Wat hebben die patiënten nodig? We hebben een anamneseprotocol nodig. We hebben nood aan zorgverstrekkers die kennis van endometriose hebben. We hebben nood aan meer centra die deze kennis in huis hebben en die kunnen verdelen naar perifere centra. We hebben nood aan dataregistratie. Tot daar zijn we het helemaal eens, collega’s. We moeten gaan informeren en sensibiliseren, zowel bij onze patiënten als bij onze zorgverstrekkers.

 

Wij moeten ook nadenken over een RIZIV-conventie. Dat is wat in de tekst staat, collega’s, maar dat is nu net waar wij van de N-VA-fractie vinden dat de tekst niet ver genoeg gaat.

 

Vandaar dat ik toch even de tijd neem om u op te roepen de twee amendementen die onze fractie indient, goed te keuren. Ik weet het, dan zal dit voorstel pas nog wat later goedgekeurd kunnen worden, maar het is essentieel. Wij hebben immers allemaal de opmerkingen gehoord die wij hebben verwerkt in ons voorstel van amendement.

 

Wij vragen dat er rekening gehouden wordt met de evoluties in het buitenland. Wij vragen dat men onderzoekt of het mogelijk en opportuun is in ons land de dataverzameling inzake endometriose, behandelingsmethoden en chirurgische ingrepen uit te breiden.

 

Waarover hebben wij het dan, collega’s? Wij hebben het over videoregistratie van die ingrepen. Inzake mammografieën weten wij uit de good practices dat de mammografie van datum 1 vergeleken wordt met de mammografie van een paar jaar later.

 

Essentieel bij de behandeling van endometriose is te bekijken hoe de letsels van de patiënten geëvolueerd zijn, waar zij zich bevinden en hoe zij eruitzien. Er is nu te weinig kennis, en op basis van die videoregistraties zou heel wat onderzoek en heel wat vooruitgang kunnen plaatsvinden.

 

Collega’s, ik doe dus een warme oproep om dit op te nemen in het voorstel van resolutie.

 

Net hetzelfde geldt voor het onderzoeken van een eventuele conventie. Laten we het concreet maken. Laat ons via het tweede amendement ervoor zorgen dat er een pilootproject komt, dat effectief op korte termijn wordt uitgewerkt.

 

Wij weten, collega’s, dat wij hier stemmen over een voorstel van resolutie. Dat moet dus nog naar de regering. Daar moet nog over gedebatteerd worden. Als wij nu een pilootproject verankeren, weten wij dat endometriosepatiënten op korte termijn geholpen kunnen worden. Wij zullen dit pilootproject dan ook op korte termijn kunnen evalueren en echt vooruitgang kunnen maken.

 

De voorzitster: Ik heb begrepen dat collega Pisman en collega de Laveleye hun 5 minuten onder elkaar zullen verdelen.

 

20.02  Kathleen Pisman (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, wanneer patiënten systematisch zeven jaar moeten wachten op een juiste diagnose en dan pas een gepaste behandeling krijgen, wanneer vrouwen steeds weer te horen krijgen dat hun klachten en pijn bij het vrouw zijn horen en ze even op hun tanden moeten bijten, wanneer zorgverstrekkers, om welke redenen dan ook, de signalen van hun patiënten niet in een juiste diagnose kunnen omzetten, kunnen wij als wetgevende instantie in dit land niet langer aan de kant blijven staan en moeten wij dit verhelpen.

 

Met deze resolutie doen we dat. Ik wil mevrouw Depoorter van antwoord dienen. Er werden inderdaad heel veel resoluties ingediend, maar dat pleit alleen voor de diversiteit binnen deze meerderheid. Tenslotte hebben we daarin samengewerkt. Dat is het, samenwerken met verschillende gedeelde en soms andere ideeën, maar toch tot één resultaat komen. Dat is iets wat sterk is in deze meerderheid.

 

Met deze resolutie pleiten wij ervoor dat endometriose beter bekend zou worden bij het grote publiek en bij de zorgverstrekkers. We halen deze aandoening uit de taboesfeer en vragen meer onderzoek dat kan bijdragen aan een wetenschappelijk beleid. Historisch krijgen vrouwen minder aandacht in medisch onderzoek, waardoor er vaak weinig kennis is over genderverschillen in diagnoses en symptomen. Met deze resolutie zetten we een stap in de goede richting om ook die wetenschappelijke lacune te dichten.

 

Maar we doen meer. We pleiten ook voor juiste informatie die aan het ruime publiek kan worden verstrekt. Dat is nodig, want gisteren nog werd er een foute definitie gelanceerd in de nieuwe app Zoek Gezond, de app van de overheid die de bevolking correcte informatie wil verschaffen. Wij hadden hier graag de definitie gezien die de experts in de hoorzittingen naar voren schoven.

 

Daarnaast pleiten we er ook voor dat er meer behandelingen voor endometriose komen, die bovenal toegankelijk en kwaliteitsvol zijn. Alles begint namelijk met een correcte diagnose die tijdig wordt gesteld. Deze resolutie heeft een lange weg afgelegd, maar ik wil expliciet alle collega’s bedanken voor de constructieve samenwerking, zelfs over de partijgrenzen heen. Ik dank ook alle experts die ons tijdens de hoorzittingen maximaal informeerden, maar bovenal wil ik alle ervaringsdeskundigen bedanken, alle personen die deze problematiek onder de aandacht brachten, opdat patiënten na hen niet dezelfde lijdensweg zouden moeten doorlopen.

 

Wij hopen dan ook dat de regering zo vlug mogelijk aan de slag gaat met de richtlijnen in deze resolutie. Ecolo-Groen hoopt alvast dat de uitgebreide hoorzittingen en het grondige parlementaire werk de regering doen inzien dat er hierrond dringend actie nodig is.

 

20.03  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je prendrai la parole très brièvement pour, à mon tour, saluer les femmes qui ont mis – par leur combat – notre santé menstruelle à l'agenda politique. Pensons en effet à l'absence de réponses à leurs douleurs, aux préjugés selon lesquels il est normal de souffrir au moment des règles, à l'absence de sérieux réservé à l'impact énorme de leurs douleurs sur leur vie. Aujourd'hui, leur combat a été inscrit à l'agenda politique. Nous nous en réjouissons. Merci donc à elles et également aux médecins qui les ont prises au sérieux – car il y en a – et qui ont fait avancer la qualité de leur prise en charge.  

 

Si je prends la parole à la suite de ma collègue Kathleen Pisman, c'est pour évoquer un aspect qui ne sera peut-être pas débattu aujourd'hui. Je voudrais rappeler que l'endométriose est une maladie gynécologique qui est stimulée par la pollution. Cela nécessite de concevoir notre santé, y compris notre santé menstruelle, et notre environnement sous un même prisme. Si, en ce jour, tous les groupes qui prennent la parole de manière engagée sur la question de l'endométriose peuvent considérer la santé des femmes sous cet angle, ce sera une grande avancée pour notre santé.

 

Enfin, je souhaiterais terminer en saluant le travail de Mme Muylle, qui s'est montrée un excellent chef d'orchestre pour mettre en musique le travail des différentes familles politiques. Merci aussi à vous pour cela. Merci aux femmes pour leur combat. Et espérons que le gouvernement avancera vite au bénéfice de la santé des femmes, que nous représentons le mieux possible aujourd'hui.

 

20.04  Sophie Thémont (PS): Madame la présidente, chers collègues: "Tu es réglée? Tu as mal? C'est normal! Tu as mal? C'est dans ta tête! Tu es toujours fatiguée et tu n'arrêtes pas de te plaindre! T'es ronchonne! C'est sûrement ta mauvaise période." Eh bien, non, chers collègues, avoir mal pendant ses règles, ce n'est pas normal.

 

Non, les femmes qui ont des plaintes à répétition, qui souffrent de façon régulière doivent pouvoir être entendues et écoutées. Elles doivent pouvoir être prises en charge de manière adéquate pour éviter cette errance de diagnostic que beaucoup trop d'entre elles subissent encore aujourd'hui.

 

Sept longues années, c'est la durée moyenne avant qu'une femme se voie signifier que ses souffrances sont réelles, qu'il y a bel et bien une explication, qu'elle souffre d'endométriose. Et cela alors qu'on estime aujourd'hui qu'une femme sur dix en est atteinte.

 

Voici plusieurs mois de cela, j'ai été sensibilisée par des témoignages, y compris parmi mes proches. J'ai été sensibilisée aussi par des associations de patientes comme "Toi Mon Endo". J'ai aussi, à la suite de cela, décidé de déposer une proposition pour améliorer le diagnostic et la prise en charge de cette maladie encore trop méconnue qu'est l'endométriose.

 

D'autres groupes avaient d'ailleurs fait la même démarche et c'est ainsi que plusieurs textes ont été présentés au sein de notre commission de la Santé publique. Cette large volonté de faire bouger les lignes, de faire évoluer les choses, mais également le témoignage des personnes que nous avons auditionnées ont été déterminants pour permettre l'adoption du texte qui est sur nos bancs aujourd'hui.

 

Chers collègues, les auditions que nous avons menées nous ont en effet confirmé à quel point la situation des femmes touchées par l'endométriose était douloureuse à cause de la maladie elle-même évidemment (fatigue extrême, douleur intense, intervention médicale répétée) mais également à cause de la lenteur avant qu'un diagnostic ne soit posé. Les professionnels de la santé des centres de référence que nous avons entendus nous ont fait prendre conscience plus encore de la complexité de la maladie, de la complexité à la faire connaître et reconnaître. Il était donc de notre devoir de répondre aux besoins des patientes et du terrain.

 

Nous avons ainsi estimé important d'impliquer le Centre fédéral d'expertise dans ce cadre en vue d'établir enfin des indicateurs de qualité uniformes concernant la prise en charge des personnes atteintes d'endométriose. Une coopération avec les entités fédérées nous semble également indispensable pour améliorer la formation des professionnels de la santé, pour sensibiliser les prestataires de soins de santé mais aussi les employeurs, les médecins du travail, les assureurs, le monde de l'enseignement et le grand public dans son ensemble.

 

Chers collègues, ce qu'il faut absolument aujourd'hui – et c'est ce que nous souhaitons à travers ce texte –, c'est permettre un diagnostic le plus précoce possible, permettre une prise en charge de qualité pour toutes les patientes, mais c'est aussi permettre la visibilité de la maladie, du quotidien de ces femmes et de leur réalité. C'est prendre au sérieux une maladie qui, parce qu'elle ne touche que les femmes – car c'est là aussi que la bât blesse – peine à être reconnue, comprise par l'ensemble du monde médical, mais également par la société dans son ensemble. C'est ce que nous avons essayé de faire avec ce travail en commission. Cette maladie fait encore l'objet de bien trop de préjugés qui laissent aujourd'hui encore un très grand sentiment d'injustice auprès de nombreuses femmes touchées.

 

Nous appelons donc le gouvernement à mettre rapidement en œuvre les demandes que nous formulons aujourd'hui dans ce texte. Il en va de la santé et du bien-être de nombreuses femmes. Je vous remercie.

 

20.05  Florence Reuter (MR): Chers collègues, la proposition de résolution que nous soumettons aujourd'hui au vote est un bel exemple du travail constructif d'intérêt général que nous avons mené ensemble. Notre seul souci est de voir aboutir un texte qui vienne en aide aux femmes touchées par la maladie. Voilà le genre de texte qui donne un sens, me semble-t-il, à notre mission et redonne à la politique ses lettres de noblesse. J'en suis très fière et je tiens à remercier mes collègues qui ont eu à cœur, comme moi, de voir aboutir cette proposition pour une meilleure prise en charge de l'endométriose.

 

Il s'agit là d'un long travail. Plusieurs années ont été nécessaires, aux côtés de médecins, d'experts et d'associations comme l'ASBL "Toi Mon Endo", que je salue particulièrement ainsi que le combat de sa fondatrice, Laura Lequeu, dont je salue d'ailleurs aujourd'hui la présence. C'est une toute jeune femme pleine de vie, dont une grande partie pourtant s'apparente à un véritable parcours du combattant. Entre opérations et mauvais diagnostics, il lui aura fallu des années, plus de neuf ans, pour comprendre que non, avoir autant mal au ventre pendant les règles n'était pas normal. Laura en a fait un combat. Elle le porte au nom de toutes ces jeunes femmes – car au moins une, voire deux femmes sur dix souffrent d'endométriose. Elles ne le savent pas forcément et elles ignorent vers qui se tourner pour obtenir un diagnostic fiable. Et pourtant, l'endométriose est une maladie qui a été découverte il y a 160 ans et qui touche plus de 176 millions de patientes à travers le monde.

 

Et c’est seulement aujourd'hui que notre pays s’apprête à voter la première résolution concernant cette maladie.

 

Cette résolution est donc fondamentale parce qu’après plus de 160 ans, il faut encore, en moyenne, sept ans avant qu’un des nombreux médecins ou gynécologues que ces femmes consultent pose le bon diagnostic.

 

Bien sûr, jamais aucun texte de loi ne pourra faire disparaître une maladie, ses effets secondaires ou encore ses conséquences sur la vie physique, mais aussi mentale et psychologique d’une personne. Mais il est de notre devoir d’informer, d’améliorer la connaissance, la formation et la recherche autour de l’endométriose; de mettre en place les structures adéquates pour offrir les meilleurs soins aux jeunes filles et femmes – et même aux hommes d’ailleurs, dans une moindre mesure, qui en sont atteints.

 

C’est le sens de cette proposition que nous avons portée ensemble, avec Mme Muylle, dans le but d'informer, de sensibiliser, de soigner et de prévenir. Avec votre soutien, nous allons doter la Belgique des bases nécessaires à la création, enfin, d’une véritable stratégie de lutte contre l’endométriose.

 

Elle permettra une meilleure formation des professionnels de la santé; plus d’information et de sensibilisation; une meilleure prise en charge des patientes via le développement de centres de référence, de centres pluridisciplinaires; un remboursement des soins adaptés; des recherches scientifiques sur la maladie – nous manquons cruellement de données –; et aussi une concertation de tous les niveaux de pouvoir.

 

Le chemin à parcourir est encore long, c’est vrai. Mais il s’agit ici d’un pas de géant pour améliorer le quotidien de milliers de femmes, de jeunes femmes, de jeunes filles.

 

Ce texte, ce n’est pas un nom sur une proposition de résolution. Peu importe que la mienne soit englobée dans un texte global. Ce qui compte, c’est le résultat d’un travail collectif dans l’intérêt de tous. Je suis véritablement heureuse d’y avoir participé car, encore une fois, c’est l’essence même de notre travail d’élus. Nous portons le message de millions de jeunes femmes, comme Laura; et cela, c’est déjà une belle victoire.

 

20.06  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, nous soutenons aussi cette résolution qui, comme cela a déjà été dit, fait suite non seulement aux initiatives de plusieurs collègues mais également à celles de femmes qui se battent pour la reconnaissance de l’endométriose. Il faut en moyenne sept ans pour qu’une femme souffrant d’endométriose soit reconnue, alors qu’une femme sur dix en souffre dans notre pays. Il n’est pas normal de souffrir autant durant ses règles. J’espère de tout mon cœur que cette résolution attirera l’attention sur cette maladie et qu’elle sera suivie d’effets.

 

En tant que médecin généraliste, j’ai été confrontée à plusieurs reprises à des femmes souffrant d’endométriose et, plus particulièrement, à des femmes qui ont rencontré de grandes difficultés à être reconnues. Ainsi, je me rappelle cette jeune dame souffrant d’endométriose qui a perdu son travail car elle était régulièrement absente en raison de cette maladie. Elle s’est retrouvée au chômage, puis sous la mutuelle, qui n'a pas voulu reconnaître l'endométriose. Les médecins lui avait proposé comme seule solution l’hystérectomie totale, ce qui revenait à la priver de toute perspective d’enfanter. Elle s'est donc retrouvée durant plusieurs années dans un entre-deux avec peu de reconnaissance de son état de santé. Elle n'était pas prise au sérieux. Cette femme a heureusement pu avoir un enfant et a finalement subi une hystérectomie complète à la suite de ses douleurs. Aujourd’hui, elle vit mieux et est heureuse avec sa petite fille.

 

Je pense aussi à une autre patiente qui, à la suite d’une grosse opération liée à l’endométriose, se retrouve en incapacité de plusieurs mois et figure sur la liste des malades de longue durée. Vous connaissez le combat des malades de longue durée, les questionnaires qui sont envoyés et le processus mis en place par notre gouvernement qui consiste en une véritable chasse aux malades. Or, ce qu’il faut, c’est accompagner ces personnes. Cela reste un vrai parcours du combattant pour cette patiente car les rendez-vous de contrôle sont très difficiles à obtenir chez le gynécologue fort occupé. Il s’agit d’un cas complexe. De plus, cette dame qui vit à Charleroi doit se rendre à Bruxelles. Ce n’est vraiment pas évident du tout.

 

Je ne peux donc qu'espérer que le gouvernement prendra en main cette problématique afin que cette maladie soit reconnue comme elle le mérite. J'espère également que le gouvernement avancera sur une autre proposition, à savoir celle relative au congé menstruel pour les femmes.

 

Je conclus en précisant que mon groupe soutiendra cette proposition de résolution.

 

20.07  Karin Jiroflée (Vooruit): Collega’s, het staat als een paal boven water dat endometriose een probleem stelt in onze samenleving. Vooruit was dan ook de eerste partij om hierover een resolutie in te dienen. We zijn bijzonder blij dat we samen met zovelen hebben kunnen werken aan deze gezamenlijke tekst, waarmee we menen een eind verder te raken op weg naar een goede behandeling van endometriose en de opvang van vrouwen die daarmee kampen. Het kan natuurlijk niet dat mensen tot wel zeven jaar lang moeten wachten op een juiste diagnose, vooral omdat het hier gaat om groot lichamelijk en mentaal leed. Het is ongehoord dat we mensen letterlijk laten lijden in een land waarin we prat gaan op onze goede en efficiënte gezondheidszorg. De verhalen spraken voor zich en waren niet altijd prettig om naar te luisteren.

 

Het is duidelijk dat het voor velen een lijdensweg is, via tal van artsen, ziekenhuizen en soms zelfs het buitenland. Iemand zei me vorige week nog dat we er niet zomaar van mogen uitgaan dat het in de grote ziekenhuizen en zelfs in de universitaire centra in België allemaal rozengeur en maneschijn is. Ook daar stelt de opvang vaak teleur. De voorliggende resolutie geeft een overzicht van wat men belangrijk acht om de huidige praktijk te verbeteren. Voor Vooruit is het bijzonder belangrijk dat we expertise kunnen bundelen en dat men patiënten correct doorverwijst, want daar wringt het schoentje al te vaak.

 

Nog even dit, collega’s. Vaak worden we geconfronteerd met een soort schroom over zogenaamde ‘vrouwenproblemen’. Met het adviescomité Gender van de Kamer zijn we aan de slag met de zogenaamde genderdatabias in de gezondheidszorg. Dat is nodig, want er zijn helaas ook nog andere ‘vrouwelijke aandoeningen’ die nog altijd onder de radar blijven.

 

We komen daar binnen enkele maanden zeker mee naar de plenaire vergadering. Ik weet dat heel wat collega’s daar zeer actief aan meewerken, maar ondertussen hopen we alvast dat deze resolutie rond endometriose de start kan zijn van een betere behandeling van deze vreselijke ziekte voor heel wat vrouwen.

 

Président: Eliane Tillieux, présidente.

Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.

 

20.08  Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, chers collègues, comme vous l'avez dit, il est ici question d'une maladie qui peut peser très lourdement sur le quotidien de la vie des femmes, mais aussi sur leur vie professionnelle.

 

Rien qu'en en parlant, on fait progresser la lutte contre cette maladie. On permet aussi à certaines femmes qui ne connaissaient pas nécessairement cette maladie d'entreprendre elles-mêmes des démarches si elles se sentent concernées et si elles pensent en souffrir.

 

Des initiatives telles que celle qui nous occupe, aujourd'hui, permettent, tout d'abord, de faire bouger les lignes sur le plan politique. J'espère d'ailleurs que le ministre de la Santé concrétisera des demandes fortes, qu'il s'agisse de pouvoir obtenir un diagnostic le plus précoce possible, de reconnaître des équipes pluridisciplinaires permettant de garantir la qualité, la précocité et l'accompagnement des personnes concernées. Elles permettent aussi de faire bouger d'autres lignes que celle de la politique en matière de santé, notamment au niveau du monde du travail. Par exemple, inciter les employeurs à ouvrir le dialogue sur la question de la souplesse, de la flexibilité en matière de travail, en tenant en compte des jours plus difficiles que peuvent connaître les femmes, grâce au télétravail, à un horaire allégé, à un horaire déplacé. Cela permettrait également, au-delà de l'aspect thérapeutique, d'améliorer le quotidien de ces femmes.

 

Je terminerai par un point plus politique. Je voudrais vraiment, chère Nathalie, madame Muylle, vous remercier pour votre démarche politique collaborative. Cela n'arrive pas très souvent ici à la Chambre, et je pense que cela vaut la peine de souligner cette manière de faire dans le sens de laquelle, j'ose espérer, à titre personnel, au-delà des étiquettes, l'on puisse continuer à avancer parce que, dans le fond, les seules gagnantes en l'occurrence, ce sont les femmes.

 

20.09  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, on l'a dit, notre société a toujours banalisé les douleurs éprouvées par les femmes durant leurs règles. Ces douleurs s'inscrivent dès lors dans une sorte d'acceptation culturelle, de résignation populaire. Ces douleurs sont tellement banalisées que les femmes qui en souffrent sont incomprises et invisibilisées.

 

Si nous avons aujourd'hui ce débat pour que les choses changent enfin, c'est tout simplement parce que certaines femmes ont eu la force et le courage de s'organiser entre elles pour pouvoir sensibiliser et les médias, et les politiques face à cette injustice et face au calvaire qu'elles vivent au quotidien. Un calvaire qui se manifeste par des douleurs chroniques, insupportables et invalidantes. Une fatigue chronique due à ces mêmes douleurs ainsi qu'à la prise de traitements hormonaux souvent inadaptés. Des problèmes d'infertilité, des prob­lèmes gastriques, urologiques ou neurologiques. Des problèmes qui en entraînent d'autres, à savoir l'impossibilité de suivre un cursus complet, l'impossibilité de respecter ses horaires de travail et, partant, le risque de perdre son emploi, ou encore des tensions au sein du couple ou un isolement social. Ce calvaire est causé par une seule et même foutue maladie: l'endométriose.

 

Une maladie qui, comme on l'a souligné, présente l'insupportable paradoxe d'être extrêmement fréquente – elle touche en effet une à deux femmes sur dix – tout en étant méconnue. Par conséquent, cette maladie est souvent sous-diagnostiquée et mal traitée, avec des chirurgies répétées, alors qu'elles sont inefficaces et par ailleurs destructrices, ou par des médicaments aux effets secondaires catastrophiques.

 

Tout cela sans compter qu'au plus tard vous êtes diagnostiquée, au plus graves seront les effets de la maladie. Je pense, en l'occurrence, à Laura – qui, du reste, suit nos débats en ce moment – et qui a fondé l'association "Toi Mon Endo". Elle a été entendue lors de nos auditions en commission et elle en sait quelque chose, parce que la maladie s'est entre-temps attaquée à son nerf sciatique, de sorte que Laura a désormais besoin d'une canne pour se déplacer – elle a à peine 24 ans.

 

C'est donc grâce à sa détermination et à celle de toutes les autres, comme "Endométriose-Belgique", mais aussi aux équipes des centres multidisciplinaires, que nous avons été sept partis à introduire une proposition de résolution visant à, enfin, améliorer la prise en charge médicale et financière de toutes ces patientes. C'est grâce à ces dernières et à ces professionnels que nous disposons aujourd'hui d'un texte qui synthétise toutes ces recommandations portées par nos différentes propositions de résolution, dont celle de mon parti, DéFI, mais aussi et surtout tous les besoins exprimés au cours des auditions. Je tiens aussi à saluer chaleureusement le travail accompli par Mme Muylle, qui fut plus que constructif. C'est assez rare que pour être souligné.

 

Lors de ces auditions poignantes, les patientes nous ont expliqué la double peine qui est la leur. Il s'agit, d'une part, de cette maladie d'où découle la nécessité d'apprendre à vivre avec elle, au regard des symptômes, de leur impact sur leur vie privée et professionnelle, du coût des examens, des traitements et de soins; d'autre part, de l'incompréhension de la société à leur égard. Cette méconnaissance généralisée touche non seulement le grand public, mais également le corps médical lui-même – raison pour laquelle la durée moyenne pour être diagnostiquée est de six à dix ans, de sorte que les patientes se retrouvent dans une totale errance médicale. Durant toutes ces années, on leur raconte n'importe quoi, à savoir que leur corps rejette leur copain, qu'elles sont en train de faire une fausse couche, qu'elles sont simplement douillettes, voire folles. En outre, on expérimente sur elles de nombreux traitements et chirurgies, comme si elles étaient des cobayes.

 

C'est une situation insupportable pour ces filles et ces femmes. C'est un manque de prise en considération aussi d'une maladie qui touche spécifiquement les femmes dans un système de soins de santé conçu par les hommes pour les hommes.

 

Vous l'aurez compris, chers collègues, mon groupe DéFi est heureux de cosigner la proposition de résolution de notre collègue, Nathalie Muylle, et bien évidemment de la soutenir. Nous veillerons à ce que le ministre de la Santé mais aussi tous les autres gouvernements, puisqu'il s'agit ici d'avoir une vraie stratégique interfédérale, puissent concrétiser dans les meilleurs délais toutes ces demandes car, face à l'endométriose, chaque jour compte.

 

20.10  Nathalie Muylle (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, ik wil kort uitleggen hoe ik tot onderhavig voorstel van resolutie ben gekomen. Velen hebben hier vandaag getuigd over persoonlijke ervaringen of ervaringen van contacten die de aanzet waren voor parlementair werk. Een aantal jaar geleden – ik geef het met schaamrood op de wangen toe, want ik ben sinds 2007 lid van de commissie voor Gezondheid – hoorde ik voor het eerst het woord endometriose vallen in verband met mijn dochter, voor wie het wel goed is gekomen overigens, en andere jonge mensen in haar omgeving. Ik ben mij dus gaan inlezen in het dossier en leerde dat een op de tien vrouwen – sommige studies spreken over een op de negen en sommige zelfs over een op de zeven – daarmee of met een bepaalde vorm van pijn te maken hebben. Ik heb toen met heel veel mensen over de problematiek gepraat, onder wie patiëntengroepen. Die durven wel eens stout te zeggen dat als het om een mannenziekte ging, er misschien al een pilletje of therapie voorhanden zou zijn. Ik durf zo niet te denken. Ik denk dat er andere redenen zijn.

 

Het ziektebeeld is zeer divers. 13 à 14 % van de patiënten heeft hevige pijnen. Een groot deel heeft pijn. Bij sommigen is er nu en dan pijn. Er zijn ook heel veel taboes rond. Wij denken heel vaak dat endometriose een puur gynaecologische ziekte is. Dat is het niet. Geregeld worden menstruatiepijnen daaraan toegeschreven, maar is endometriose niet de oorzaak, terwijl sommige patiënten pijn lijden buiten de menstruatieperiodes. De ziekte treft bovendien vrouwen van uiteenlopende leeftijden. Kortom, voor endometriose is er een heel divers ziektebeeld.

 

Helaas moet men vaststellen dat patiënten echt tegen muren lopen en te maken krijgen met onbegrip, zelfs van zorgverstrekkers.

 

Mijn politieke actie ter zake werd enigszins verscherpt door een ontmoeting vorig jaar met een jonge vrouw. Zij heeft mij naar aanleiding van mijn tekst die ik over het onderwerp had ingediend, bij haar thuis uitgenodigd. Die jonge vrouw staat vandaag heel sterk in het leven. Zij staat op met pijn en gaat ermee slapen, en ondanks alle pijn is ze vandaag blij dat ze de mama is van een klein kindje, wat heel wat zorgverstrekkers onmogelijk achtten. Welnu, zij bracht mij in contact met een aantal praatgroepen die zij heeft opgericht. Daar ontmoet men dan veel jonge vrouwen die ook heel sterk staan in het leven, ondanks de pijn en ondanks de vele medische ingrepen.

 

Ook al hebben voorgaande sprekers oprechte getuigenissen afgelegd, het is nog te zeer onderbelicht hoe de betrokken patiënten in het leven staan en wat de ziekte betekent voor hun partners. Ik heb in die praatgroepen partners ontmoet en in hun ogen de hulpeloosheid gezien, omdat ze niet wisten hoe het verder moet, hoe ze een normale relatie kunnen uitbouwen met een partner die elke dag pijn lijdt, of een eventuele kinderwens kan worden vervuld, of nog, hoe ze hun seksuele relatie kunnen beleven. Ze zien geen oplossing. De patiënten ervaren onbegrip op het werk, in de school en bij hun familieleden, die zich afvragen waarom ze er weer niet bij kan zijn, of ze weer pijn heeft, of nog, wat er nu weer aan de hand is. Er is maatschappelijk zoveel onbegrip.

 

Geconfronteerd met dergelijke grote reddeloosheid ben ik blij dat we toch politieke actie kunnen ondernemen. Hopelijk kunnen we met onderhavig parlementair initiatief vandaag een kleine stap zetten naar meer bekendheid, naar meer wetenschappelijk onderzoek, naar betere inzameling van data en naar de ontwikkeling van goede zorgpaden met betere terugbetaling. Heel veel centra, zelfs universitaire centra, hebben vandaag te veel patiënten en raden vrouwen aan naar een pijnkliniek te gaan, omdat ze hen op dat moment niet kunnen helpen. Zowel specialistische, complexe zorg als eerstelijnszorg dichtbij door de huisarts, in de huisartsenpraktijk of het ziekenhuis dichtbij, moet multidisciplinair kunnen worden aangeboden.

 

Collega’s, tot besluit wil ik u allen danken voor de samenwerking. Er ligt nog heel veel werk op de plank. Ik hoop oprecht dat de regering met onze resolutie aan de slag gaat. Niemand van ons zal het dossier lossen, het zal door iedereen opgevolgd worden.

 

Ook al is dit niet altijd evident, ook niet in de commissie voor Gezondheid, wij hebben getoond dat wij constructief kunnen samenwerken ten dienste van patiënten en ik hoop dat wij dat in de toekomst nog veel meer kunnen doen. Nogmaals, we doen een kleine, bescheiden stap, een die hopelijk het begin is van een heel mooi traject voor de duizenden betrokken vrouwen.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Demande/Verzoek 1.1./1(n)

  • 9 – Kathleen Depoorter cs (2510/6)

Demande/Verzoek 7(n)

  • 10 – Kathleen Depoorter cs (2510/6)

*  *  *  *  *

 

Réservés: les amendements.

Aangehouden: de amendementen.

 

Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.

 

21 Proposition visant à instituer une commission d’enquête parlementaire chargée d’examiner les fraudes et les privilèges en matière de pension à la Chambre des représentants (3212/1-2)

21 Voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar pensioenfraude en pensioenprivileges in de Kamer van volksvertegenwoordigers (3212/1-2)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Raoul Hedebouw, Peter Mertens, Sofie Merckx, Marco Van Hees, Gaby Colebunders, Nadia Moscufo, Maria Vindevoghel, Roberto D'Amico, Thierry Warmoes.

 

La commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions propose de rejeter cette proposition. (3212/2)

De commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen stelt voor dit voorstel te verwerpen. (3212/2)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

 

21.01  Ellen Samyn, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, sta mij toe om eerst de diensten te danken voor het verslag.

 

Collega’s, de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen besprak op 29 maart 2023 het voorstel van de PVDA-fractie tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar pensioenfraude en pensioenprivileges.

 

De hoofdindiener, de heer Raoul Hedebouw, leidde zijn voorstel in en bracht de recente pensioenperikelen binnen de Kamer van volksvertegenwoordigers in herinnering. Hij achtte het tijd om die zaak op te helderen. Hij kaartte aan dat tijdens diverse vergaderingen in het verleden werd beslist om de wetgeving inzake pensioenplafonds te omzeilen.

 

De indiener van het voorstel vindt dat een openbaar debat over de zaak moet plaatsvinden om zo aan het licht te brengen wie wat heeft beslist en in welke context dat is gebeurd. Voorts moet worden opgehelderd of de Federale Pensioendienst op de hoogte was, welke rol de partijvoorzitters en de ambtenaren hebben gespeeld en wie destijds lid van het Bureau was. Er is volgens de indiener behoefte aan een instrument om uitleg te eisen van de diverse betrokkenen bij deze affaire en een parlementaire onderzoekscommissie is het meest geschikte instrument om ter zake opheldering te verschaffen.

 

De indiener is zich ervan bewust dat het parket een onderzoek heeft opgestart. Een gerechtelijk onderzoek sluit evenwel een parlementair onderzoek niet uit, want de bevoegdheden verschillen. Wegens de dringendheid stelde de indiener voor om spoedig over zijn voorstel te stemmen. De indiener rekende dan ook op de goedkeuring van de commissieleden.

 

Tijdens de algemene bespreking vond de N-VA-fractie het misplaatst om een opdracht over de uitwassen in de Kamer aan een onderzoekscommissie binnen de Kamer toe te vertrouwen. Dat zou er immers op neerkomen dat de Kamer zichzelf controleert. De N-VA-fractie stelde voorts dat de Kamer heeft aangekondigd dat zij zich achter de door de Federale Pensioendienst ingediende klacht zal scharen. Volgens de N-VA-fractie zijn de objectiviteit, de onpartijdigheid, de sereniteit en de doeltreffendheid op die manier veel beter gewaarborgd dan via een onderzoekscommissie. Uit ervaring weet men immers dat in een onderzoekscommissie het risico bestaat dat het politieke spel de bovenhand krijgt op de grond van de zaak. De N-VA-fractie stelde nadrukkelijk dat iedereen wil dat de waarheid in het dossier naar boven komt en wees op een elementair rechtsbeginsel: niemand mag rechter in eigen zaak zijn. Wegens dat principe kan de Kamer geen toezicht uitoefenen op zichzelf. Daarom treden het parket en het Rekenhof op in deze zaak.

 

De Ecolo-Groenfractie vond het gezond dat er een publiek debat werd gevoerd over de opportuniteit van het al dan niet oprichten van een onderzoekscommissie naar de recent onthulde, onaanvaardbare en niet eerder geziene uitwassen binnen de Kamer. Dit dossier bezorgt de Kamer niet enkel imagoschade, het maakt tevens duidelijk dat de instelling een probleem met haar eigen governance heeft. De Ecolo-Groenfractie heeft zich achter de verscheidene unaniem genomen initiatieven geschaard, zowel op het niveau van het bestuurscomité als op dat van het Bureau, teneinde klaarheid te scheppen over die onterecht betaalde aanvullende pensioenbedragen en om de situatie recht te zetten.

 

De Ecolo-Groenfractie ziet geen enkel bezwaar waarom de verscheidene recente maatregelen die in die context zijn genomen niet zouden kunnen worden voorgesteld en publiek verdedigd. Het voorstel om een onderzoekscommissie op te richten is in casu echter een fausse bonne idée. Het zou er immers op neerkomen dat de Kamer de opdracht krijgt om over zichzelf te oordelen.

 

De Ecolo-Groenfractie onderstreepte dat het belangrijk en noodzakelijk is dat er orde op zaken wordt gesteld inzake de Kamer en haar beheersorganen. Volgens de spreker zijn de initiatieven die het Bureau unaniem heeft genomen, met steun van de meerderheid en van de oppositie, daartoe het beste middel. Die zullen veel meer bijdragen dan een onderzoekscommissie. De waarheid zal via de gerechtelijke weg en via de audit die aan het Rekenhof wordt gevraagd efficiënter en serener aan het licht komen.

 

De Ecolo-Groenfractie zou tegen het voorstel stemmen en betreurde het standpunt van de PVDA-PTB-fractie in deze aangelegenheid. De Ecolo-Groenfractie onderstreepte nogmaals het belang van het dossier en de inzet van collega’s van andere politieke fracties om de waarheid aan het licht te doen komen.

 

De Vooruitfractie was net als iedereen geschokt door de recente onthullingen over de onterecht toegekende pensioenvoordelen, die bewust het door de wet-Wijninckx bepaalde plafond omzeilen. Net als de N-VA en Ecolo-Groen vond de spreekster echter dat een onderzoekscommissie niet het meest gepaste middel was in dit geval, daar de Kamer dan naar haar eigen werking een onderzoek zou moeten voeren. Volgens de spreekster, en in tegenstelling tot wat sommigen willen doen geloven, is er geen echte oppositie tussen de verschillende politieke fracties, die allemaal willen dat de waarheid aan het licht komt.

 

De Vlaams Belangfractie is voorstander van een volledige verduidelijking van de recentelijk ontdekte praktijken. De spreker herinnerde eraan dat Vlaams Belang alle initiatieven daartoe binnen het Bureau van de Kamer steunt en zal blijven steunen. Na de onthulling over de onterecht toegekende pensioenvoordelen eiste Vlaams Belang onmiddellijk een volledige terugvordering van de gelden en een onderzoekscommissie om te achterhalen hoe de frauduleuze regeling tot stand kwam en zo lang verborgen kon blijven.

 

De Vlaams Belangfractie stelde dat de verschillende beoogde opties van zowel een strafonderzoek als een parlementair onderzoek mogelijk moeten zijn. Naast de audit waarmee het Rekenhof is belast en het strafonderzoek dat zou kunnen worden gevoerd, kan het oprichten van een onderzoekscommissie, waarvoor ook het Vlaams Belang pleit, zorgen voor grotere openbaarheid bij het onthullen van de waarheid. Om die redenen zou de Vlaams Belangfractie het voorstel steunen.

 

De cd&v-fractie sloot zich aan bij wat zowel leden van de meerderheid als van de oppositie hebben verklaard over de erge feiten die zich hebben voorgedaan. Het is van belang de waarheid over die feiten te achterhalen. De spreekster verwees naar de recent genomen initiatieven, maar kon niet instemmen met de oprichting van een onderzoekscommissie. In deze context zou die voor verwarring kunnen zorgen of zelfs tot een mediaspektakel kunnen leiden, aangezien de Kamer zelf betrokken is bij de zaak.

 

In antwoord op de algemene bespreking nam de PVDA-PTB-fractie nota van het feit dat de traditionele partijen tegen het voorstel zijn gekant. De spreker stelde dat de traditionele partijen menen dat de Kamer niet in staat is om zichzelf te controleren. De spreker kon zich niet vinden in die zienswijze, die ertoe zou leiden dat er geen toezicht kan worden uitgeoefend in geval van eventuele wantoestanden binnen de Kamer. De PVDA-PTB-fractie is het dus niet eens met het idee dat de Kamer zichzelf niet zou kunnen controleren. De spreker is van mening dat in een parlementaire onderzoekscommissie een politiek debat kan worden gevoerd over de bedragen die aan de voorzitters van de Kamer werden uitgekeerd. In die zin staat het werk van de onderzoekscommissie los van het werk van het parket, dat de wettigheid van de maatregel dient te onderzoeken.

 

De PVDA-PTB-fractie pleitte er nogmaals voor dat de discussie in openbaarheid zou gebeuren in plaats van achter gesloten deuren. Het komt erop aan inzicht te verwerven in de mechanismen die in het verleden tot de genomen beslissing hebben geleid. Tot besluit beklemtoonde de spreker nogmaals dat een parlementaire onderzoekscommissie het meest geschikte instrument is om een openbaar debat te houden over het pensioen en de vergoedingen van de politieke mandatarissen.

 

Het voorstel werd weggestemd. Enkel de Vlaams Belangfractie en de indienende fractie stemden voor.

 

Dat was het verslag.

 

21.02  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Chers collègues, nous discutons aujourd'hui de la proposition de mise sur pied d’une commission d'enquête pour approfondir l’analyse des mécanismes profonds qui ont fait que la Chambre des représentants de Belgique a décidé, dans le passé, d’accorder des privilèges assez incroyables à son personnel politique, qu’elle ne donne pas aux travailleurs.

 

Je pense que la commission d'enquête est un bon outil pour cela, parce que nous devons analyser les mécanismes profonds. Il ne s’agit pas d’une petite erreur; il ne s’agit pas d’un oubli. À mon avis, une des premières hypothèses importantes est que le fil rouge de tous ces raisonnements était que le personnel politique devait pouvoir gagner plus que les gens qu’il représentait.

 

Vaak werd er als argument gebruikt dat wij in de privésector veel meer zouden verdienen en dat het dus logisch is dat wij ook alle privileges hebben die de hogere klasse in de privésector heeft. Dat is een redenering die door heel veel politici gebruikt wordt.

 

Ten eerste, sta mij toe om heel veel twijfels te hebben over het feit dat iedereen hier in de privésector veel meer zou kunnen verdienen.

 

Je crois surtout que nous devons analyser plus en détail le fond de ce mécanisme. Pourquoi le personnel politique dans notre pays – comme dans tous les autres pays européens – trouve-t-il logique de gagner la même chose que les élites économiques qui dirigent le capitalisme?

 

Nous devons étudier en détail ce mécanisme qui consiste à penser que le salaire du personnel politique doit être équivalent à celui des représentants du monde économique, ce que la commission d'enquête parlementaire que nous proposons de mettre en place permettrait de faire.

 

Je voudrais profiter du temps qui m'est imparti pour répondre à ceux qui disent que nous sommes des populistes. Non, nous ne sommes pas des populistes, nous sommes des marxistes. C'est très différent.

 

Du point de vue de la doctrine, le populisme fait une analyse en différenciant le peuple et une élite. En tant que marxistes, nous faisons une analyse de classe de la société, en différenciant les travailleurs, les salariés, les indépendants qui sont en front commun et ceux qui appartiennent à ce que l'on appelle la grande bourgeoise, celle qui possède les moyens de production. D'après la doctrine, ce n'est pas du populisme, mais du marxisme. C'est très important, pour ceux qui s'y intéressent un peu.

 

Vous avez posé la question de savoir pourquoi les marxistes s'occupent autant des conditions, des privilèges du personnel politique. Parce que, dès le départ, le mouvement ouvrier, le marxisme, s'est intéressé à cette question cruciale qui était de savoir comment les élites économiques, comment les possesseurs des moyens de production, comment la grande bourgeoisie assure son pouvoir sur le monde politique. Les premiers à avoir traité cette question sont évidemment Karl Marx et Friedrich Engels qui aborde cet aspect dans l'essai intitulé L'Origine de la famille, de la propriété privée et de l'État.

 

Permettez-moi de citer Friedrich Engels dont les propos me semblent vraiment pertinents: "Dans le système le plus démocratique, la richesse exerce son pouvoir de façon indirecte, mais d'autant plus sûre de deux façons, à savoir: premièrement, par la corruption directe et indirecte des politiciens professionnels, et deuxièmement, par l'alliance entre le gouvernement et la Bourse."

 

Il est très intéressant de voir que déjà à l'époque, il y avait un débat sur ce que garantissait le fait de donner ou non au personnel politique des privilèges économiques. C'est un mécanisme sociologique qui n'est même pas lié à vos choix individuels, mais qui est lié à des mécanismes dont Pierre Bourdieu a beaucoup parlé. Comment l'habitude, et le fait que le personnel politique gagne 6 000 euros par mois, le coupe des gens qu'il représente. Et il peut voter par exemple un saut d'index comme la droite l'a fait. Comment le fait que le personnel politique perçoive des pensions à 9 000 euros a un lien avec la facilité avec laquelle on retire de l'argent de cette pension minimale. Il y a donc un lien entre la base matérielle, qui est vécue ici, et les décisions qui sont prises.

 

C'est une leçon importante du mouvement ouvrier. C'est cela qu'on doit analyser en détail dans cette commission. C'est pour cela que les solutions du mouvement ouvrier sont radicales. Cela n'a rien à voir avec le populisme. Le bilan qui a été tiré par Karl Marx de la Commune de Paris, dans le livre La Guerre civile en France, montre qu'il analyse pourquoi la Commune de Paris a pris des mesures par rapport au personnel politique. Je me permets de les citer parce que j'ai retrouvé énormément de mesures que le PTB met ici aujourd'hui en avant.

 

Pour rappel, chers collègues, la Commune de Paris a eu lieu en 1871. La classe ouvrière se révolte. Pour la première fois dans l'histoire moderne, elle met ses propres revendications en avant, en n'étant pas uniquement docilement en train de suivre la bourgeoisie dans sa révolution de 1789. En 1871, lors de la Commune de Paris, la classe ouvrière se lève, avec les sans-culottes. Ils disent: "Nous allons diriger la société politiquement différemment. Et nous avons des mesures." Écoutez bien ces mesures de 1871. Elles restent pertinentes. Première mesure: une décision demandant à ce que tous les politiciens vivent avec un salaire d'ouvrier pour rester connectés à la réalité économique de ceux-ci. Deuxième mesure: tous les privilèges pécuniaires attachés au corps des hauts fonctionnaires seront abolis. C'est d'actualité aujourd'hui. Cela me paraît très clair. Troisième mesure: tous les responsables politiques de la Commune de Paris étaient responsables et révocables à tout moment. Quelle puissance démocratique! Quatrième mesure: une élection au suffrage universel, avec tous les candidats sur pied d'égalité dans le combat parlementaire. Cinquième mesure: une majorité des membres de la Commune de Paris étaient naturellement des ouvriers ou des représentants reconnus de la classe ouvrière.

 

Voilà donc cinq mesures qui ont émané de cette Commune de Paris et qui, à mon avis, gardent toute leur actualité dans le débat et le combat démocratiques des classes populaires et travailleuses en Europe et en Belgique.

 

Wat daar toen werd besloten, zijn essentiële maatregelen om een echte democratie uit te bouwen. De macht moet terug naar de werkende klasse, naar de klasse die alle rijkdom in ons land produceert. Stop met te denken dat het de grote burgerij is, de captains of industry, die rijkdom produceert. Steek een euro in de grond, daar zal niets uit groeien. Le capital ne crée pas de capital, kapitaal creëert geen kapitaal. Alleen werk, le travail, el trabajo produceert rijkdom. Die macht moet dus terug naar de werkende klasse komen. Daarover gaat het.

 

La question n'est pas celle d'un populisme qui surferait sur une vague. Nous sommes au cœur d'un besoin d'examiner en détail les puissants mécanismes de classe qui garantissent que la classe politique se met généralement au service des plus puissants. Ce sont ces mécanismes que la commission d'enquête devrait étudier. Comment expliquer, chers collègues et camarades, que des décisions aient été prises dans un coin sans grand débat pour décider d'une exception au plafond Wijninckx? Il n'y a pas eu de débat, parce qu'un consensus terrible régnait et qu'on s'est dit: "Nous travaillons quand même beaucoup, nous exerçons de grandes responsabilités pour lesquelles nous devons être mieux payés que les travailleurs ne le sont à travers nos lois." C'est ce consensus idéologique d'une puissance terrible que nous devons examiner pour que cela ne se reproduise pas.

 

C'est aussi pourquoi nous avançons à reculons parce que c'est après chaque révélation du PTB ou de la presse que nous découvrons un autre mécanisme. "Nous ne le savions pas. We wisten het niet." Eh bien, je vous crois! Vous ne le saviez pas, parce que c'était "naturel". Il y a la gravité – 9,81 m/s2 – et la décision de dépasser le plafond: c'est naturel! C'est là où il faut à tout prix, chers collègues, examiner en détail les mécanismes – et j'en terminerai – qui font que notre État n'est pas assez démocratique et ne se met pas au service de la classe travailleuse. Nous allons mobiliser toute notre énergie, chers collègues, pour que cet esprit de la Commune de Paris et de rébellion du peuple et du monde du travail exprime que nous avons droit à nos droits démocratiques et à des élus du peuple qui nous représentent en étant issus de notre classe. Ce combat du PTB, nous continuerons à le mener. J'espère que vous voterez en faveur de la commission d'enquête. Je vous remercie.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel zal later plaatsvinden.

 

Interpellation

Interpellatie

 

22 Interpellation de Sander Loones à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "La véracité des déclarations faites au Parlement" (55000405I)

22 Interpellatie van Sander Loones aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "Het waarheidsgehalte van de verklaringen in het Parlement" (55000405I)

 

22.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u bent bevoegd voor een zeer belangrijk beleidsdomein, namelijk samenleven, het respect binnen de samenleving en gelijke kansen. U voert beleid door middel van het steunen van organisaties via subsidies, om zo stappen vooruit te zetten. Dat is superbelangrijk. Er bestaat natuurlijk wetgeving die de voorwaarden voor het toekennen van subsidies vastlegt en u hebt die wetgeving niet gerespecteerd, zoals werd vastgesteld in de commissie.

 

De hier voorliggende vraag gaat niet zozeer over die wetgeving, maar wel over de deontologie. Bent u eerlijk geweest tegenover het Parlement? Hebt u het Parlement dinsdag volledig en correct geïnformeerd? Daar gaat deze interpellatie over. Hebt u gelogen of niet?

 

Collega’s, ik doe kort het verslag van de verga­dering van de controlecommissie van afgelopen dinsdag, opdat u zou begrijpen wat er aan de hand is.

 

De regering heeft beslist om een aantal organisaties te steunen met belastinggeld. De staatssecretaris heeft daarover op 21 juni 2022 gecommuniceerd op haar Facebookpagina. Ze publiceerde een lijst van gesubsidieerde organi­saties. Op een regenachtige dag in de paasvakantie was ik daar nieuwsgierig naar en ik klikte op de hyperlinks in die lijst om de websites te bezoeken. Telkens weer stootte ik op affiches en brochures van projecten waarop niet alleen staat dat zij steun krijgen van de overheid, maar ook dat zij steun ontvangen van Sarah Schlitz. Mevrouw de staatssecretaris, uw persoonlijke logo met uw naam stond erop. Ik was verbaasd, want ik ben het niet gewoon persoonlijke logo’s van regerings­leden op zulke documenten tegen te komen. We zijn vertrouwd met de neutrale logo’s van de overheidsdiensten, maar plots zag ik daar een naamlogo.

 

Ik meende dat dit niet helemaal correct was en diende daarover klacht in. We vroegen om dat te bespreken in de controlecommissie in het Parlement. Dat is dinsdag gebeurd.

 

In die controlecommissie zitten vier experts die ons begeleiden. Die hebben unaniem gezegd dat wat daar gedaan is door de staatssecretaris niet mocht. Dat was onwettig.

 

We hebben daarover gediscussieerd en de hele commissie, inclusief uw partij Ecolo, is tot dezelfde conclusie gekomen. Alle partijen hebben bevestigd dat wat daar gebeurd is door uw toedoen, mevrouw Schlitz, onwettig was en niet mocht. Die conclusie is duidelijk. Ze staat vast, is definitief en unaniem: wat u gedaan hebt is onwettig.

 

U deelt die conclusie, want u hebt zich veront­schuldigd. Daarmee hebt u zelf erkend dat wat er gebeurd is niet correct was. U hebt zich verontschuldigd en hebt als gevolg daarvan een lichte sanctie gekregen.

 

Daarmee zou het dossier afgesloten moeten zijn. Over tot de orde van de dag, zoals dat dan heet.

 

Wat gebeurde er echter? Er bleek opeens toch meer aan de hand te zijn. Vandaag kwam dat aan het licht in een artikel in La Dernière Heure. Het blijkt dat uw woorden misschien niet helemaal correct waren. Daarover gaat deze interpellatie, niet over het eerste deel. U mag daar straks iets over zeggen als u wilt, maar eigenlijk gaat het daar niet meer over. Wat u hebt gedaan is onwettig, dat staat vast. U hebt dat zelf erkend en hebt zich verontschuldigd. Waarover gaat het dan wel? Het gaat over uw verklaringen aan het Parlement.

 

Op verschillende momenten hebt u het Parlement geantwoord en geïnformeerd. U hebt dat een eerste keer gedaan in een brief van 31 maart, waarin u hebt kennisgenomen van de klacht over het gebruik van uw naamlogo. U zegt in die brief dat duidelijk moet zijn dat u nooit gevraagd hebt dat er communicatie met uw naamlogo zou gebeuren.

 

"Je souhaite indiquer ici que l'arrêté royal (…) ne comprend aucune demande en matière de communication."

 

In uw eigen brief, ondertekend met uw eigen handtekening, zegt u: "Ik heb nooit gevraagd dat mijn persoonlijke naam zou worden gebruikt." Wij hebben u in de controlecommissie opnieuw de vraag gesteld of u aan de organisaties gevraagd had om dat te doen. Daar hebt u letterlijk geantwoord: "Het gaat niet om een proactieve communicatie van mij. Het gaat om een onhan­digheid." U noemde het een maladresse. "Het is niet iets dat ik specifiek heb gevraagd". U kunt maar zo letterlijk – zwart op wit in uw eigen brief en in uw eigen woorden – zeggen: "Ik heb nooit aan die organisaties gevraagd om dat logo te gebruiken."

 

Dat is een superbelangrijke vraag, collega’s. Dat is geen fait divers. Hebt u aan organisaties gevraagd om uw naamlogo te gebruiken? Dat is niet niets. Stel u voor, collega’s, dat u in de lokale politiek zit, in de gemeenteraad, in de oppositie. Stel u voor dat u opeens zou vaststellen dat een schepen van de meerderheid in uw gemeente zou vragen aan een organisatie die subsidies krijgt om zijn persoonlijke naam op alle brochures te zetten. Het kot was te klein! U zou zeggen dat dat niet correct is, dat daar de naam van de gemeente moet staan en niet de naam van de schepen.

 

Dat is de vraag die hier voorligt. Heeft mevrouw Schlitz aan de organisatie gevraagd om dat logo te plaatsen? Mevrouw Schlitz heeft op die vraag zeer stellig geantwoord: "Neen, ik heb dat niet gedaan, ik heb dat nooit gedaan." Ze heeft dat gezegd in haar brief en ze heeft dat gezegd in de controlecommissie.

 

Factcheck: zijn de woorden van mevrouw de staatssecretaris correct? De factcheck kan ik hier doen, maar die kunt u ook in de krant La Dernière Heure lezen, die een en ander naar boven heeft gespit. Wat blijkt? Er was een subsidiegids, die niet van uw administratie kwam maar van u. Uw handtekening staat eronder: secrétaire d’Etat à l’Egalité des genres.

 

Mevrouw Schlitz, dat is uw gids, die gemaakt is door uw administratie, waarvoor u bevoegd bent. Een quote van uw woordvoerder bij Belga geeft trouwens ook aan dat u van deze subsidiegids op de hoogte was. Het is uw gids!

 

Wat staat daarin op de eerste bladzijde? Daar staat dat de gids informatie bevat om duidelijk aan te geven hoe men subsidies kan krijgen. De voorwaarden om subsidies te krijgen, staan in die gids. Een van die voorwaarden is een heel hoofdstuk over controle en communicatie. Daarin staat letterlijk dat om subsidies te krijgen de organisatie zich moet engageren om niet alleen melding te maken van het feit dat ze centen krijgt, maar ook van de logo’s van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) én het logo van de staatssecretaris, dus uw persoonlijke logo. In de gids staat letterlijk dat u gevraagd hebt om dat te doen. In uw brief schrijft u echter dat u dat niet gevraagd hebt en in het Parlement hebt u dinsdag gezegd dat u dat nooit gevraagd hebt. Mevrouw de staatssecretaris, hoe kan het dat volgens uw eigen subsidiegids blijkt dat het wel gevraagd werd?

 

Daarmee stopt het niet, want niet alleen staat er een fout in de gids, u bent betrapt. U hebt begrepen dat u daar zwart op wit iets gedaan hebt wat niet mocht, wat unaniem veroordeeld werd in de controlecommissie. U bent betrapt, maar u dacht dat u dat wel kon verdoezelen. Daarom hebt u een nieuwe gids gemaakt. Op de website van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen staat opeens een andere gids, zonder de passage die zegt dat het logo gepubliceerd moet worden. U hebt de gids gewoonweg aangepast om de bewijzen te verdoezelen. U bent dan nog zo slim geweest om de Duitstalige versie ervan niét aan te passen! (Gelach) Op de website van de administratie kunt u zien dat de Nederlandstalige en Franstalige gids is aangepast, maar de Duitstalige niet.

 

U liegt niet alleen, u liegt zelfs niet goed! U verbergt uw bewijzen, maar zelfs dat doet u niet goed. Mevrouw de staatssecretaris, dit is gewoonweg totaal onbetamelijk!

 

Collega’s, wat wij hier zien, is een flagrant voor­liegen van het Parlement, een flagrante inbreuk op de ethiek en op de deontologie. Het Parlement moet op een eerlijke en correcte manier volledig worden geïnformeerd. De regeringsleden dienen hun integriteit te bewaren. De regerings­leden moeten prioriteit geven aan het algemeen belang. Dat is niet gebeurd.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt de wet overtreden. Dat is vastgesteld. Maar u hebt vooral – daarover gaat het – oneerlijke informatie gege­ven aan het Parlement. U hebt ons niet correct geïnformeerd.

 

Uw reactie in de pers hebben we al vernomen, maar ik hoop dat u straks anders reageert. Blijkbaar is het schandalig om die analyse te maken. Mevrouw de staatssecretaris, wat vast­staat, wat zwart op wit aantoonbaar is, is dat u gelogen hebt.

 

De voorzitster: Het woord is aan de staats­secretaris. Mevrouw de staatssecretaris, u beschikt ook over tien minuten.

 

22.02 Staatssecretaris Sarah Schlitz: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, wij hebben ervoor gekozen om zo vlug mogelijk gevolg te geven aan de ingediende klacht. Ik kreeg kennis van uw klacht op 31 maart. Mijn kabinet nam contact op met de Kazerne Dossin om hen te informeren over de situatie en het logo werd verwijderd. Mijn kabinet bracht ook mijn administraties op de hoogte van de klacht. Ik wilde dat zij ervoor zorgden dat mijn gepersonaliseerde logo niet meer werd gebruikt.

 

Het is waar dat de eerste versie van de subsidie­gids was goedgekeurd door mijn kabinet. Dit is een nalatigheid die ik dinsdag in de commissie heb erkend en waarvoor ik van de controlecommissie een berisping heb gekregen.

 

Zoals ik zei in de commissie, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft momen­teel een dubbele functie. Enerzijds fungeert het als een equality body onder toezicht van zijn raad van bestuur. Anderzijds fungeert het als administratie voor het staatssecretariaat. Het is voor het instituut belangrijk om een onderscheid te maken tussen beide functies. Dit betreft geen nieuwe situatie.

 

Daarom vraagt het instituut dat de projecten die het financiert als administratie, steeds duidelijk aanduiden dat de financiering op die manier gebeurt. Het instituut stelde daarom beide logo’s ter beschikking van de winnende verenigingen. Daarom stonden in de voorbeelden die u vrijdag werden gegeven het logo van het instituut evenals het mijne.

 

Ik heb in de commissie erkend dat een eenvoudige, niet-gefinancierde vermelding "met steun van de staatssecretaris" voldoende zou zijn geweest om het onderscheid te maken en de voorkeur zou hebben gehad. Daarom heb ik het instituut gevraagd voortaan op deze manier te werk te gaan.

 

Na uw klacht heeft het instituut zijn subsidiegids en voor de toekomst ook de modelsubsidiegids aangepast, om ervoor te zorgen dat dat niet meer gebeurt.

 

Het is inderdaad belangrijk dat verenigingen waarvan het project nog loopt, op de hoogte zijn van de aanpassing, aangezien projecten tot 30 juni 2023 kunnen lopen. Het instituut heeft de datum van de update niet vermeld. Toen ik dat opmerkte, heeft mijn kabinet gevraagd om dat duidelijk aan te geven.

 

Hoewel ik opnieuw mijn onhandigheid en zekere nalatigheid van mijn kabinet bij het nalezen van de gids erken, bevestig ik nogmaals mijn goede intenties in de kwestie.

 

Ik ben naar de controlecommissie gekomen om uitleg te geven en heb mijn excuses aangeboden en een berisping gekregen, excuses die ik hier wil herhalen.

 

22.03  Sander Loones (N-VA): Iedereen in de politiek heeft een rode knop en als men op die knop duwt, begint men te dansen. Mijn rode knop is dat ik niet graag discussies heb over eerlijke politiek, over liegen. Ik kan daar niet tegen. Ik kan er niet tegen als iemand liegt. Als iemand zegt dat ik lieg, dan is dat mijn rode knop. Dan word ik nerveus en ambetant.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u hebt hier heel hard op de rode knop geduwd. Wat wij afgelopen week en vandaag in het Parlement vaststellen, is flagrant fout. De discussie van vandaag gaat er niet over of u de wet hebt overtreden en of u daartoe dinsdag een aantal beslissingen hebt genomen. Dat weten we. Dat is geconcludeerd. De experts hebben unaniem gezegd dat u de wet hebt overtreden. Uw hele repliek ging daarover, maar dat wisten we al. Dat stond niet ter discussie.

 

Waar de interpellatie wel over gaat, is over het feit of u eerlijk bent geweest in het Parlement. Mevrouw de staatssecretaris, op die vraag bent u in uw antwoord niet ingegaan. U hebt zich daarvoor zelfs niet verontschuldigd. Integendeel, u hebt er een nieuwe leugen aan toegevoegd. U hebt daarnet gezegd dat de gids op uw vraag werd aangepast, dat de eerste versie door het kabinet was goedgekeurd, dat het een nalatigheid was en dat u de nalatigheid over die gids dinsdag hebt bevestigd. Dat hebt u letterlijk gezegd, maar dinsdag werd er zelfs niet gesproken over de subsidiegids. U zegt hier dat u zich hebt verontschuldigd voor iets wat dinsdag niet werd besproken. Hoe oneerlijk kan een communicatie zijn?

 

Collega’s, het is een ramp. We zitten volop in een discussie over de geloofwaardigheid van de politiek en over het statuut en het imago van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Wat u doet, mevrouw de staatssecretaris, straalt niet alleen op uzelf af, maar op de hele regering. Die zou aan nieuwe politiek doen en het zou allemaal veel beter worden. Dat straalt af op de hele ploeg. Elke minister wordt meegesleurd in de desastreuze beeldvorming van een staatssecretaris die het Parlement oneerlijke informatie geeft, beliegt daarvoor geen verontschuldigingen aanbiedt. De hele regering en het hele Parlement is daar het slachtoffer van. Ik begrijp dat niet, zeker in tijden van discussie over ethiek en deontologie.

 

U komt hier zelfs niet vrijwillig voluntaristisch excuses aanbieden voor het feit dat u het Parlement onvolledig, niet correct hebt ingelicht en belogen hebt in woorden en op papier. U doet dat niet. Dat is toch desastreus.

 

Waar is de tijd dat politici verantwoordelijkheid opnamen voor eigen daden, zich verantwoordelijk voelden voor hun administratie, zich niet ver­schuilden achter uitvluchten volgens dewelke er sprake is van enige maladresse en men een en ander niet goed heeft opgevolgd. Het is uw verantwoordelijkheid om dat te doen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, het spijt mij verschrikkelijk, maar zoveel verantwoordelijkheden hebt u nu ook weer niet. De hele dag is het uw taak, uw opdracht om subsidies en steun te geven aan organisaties die belangrijke opdrachten uitvoeren. Dat is net uw taak. Alleen daarmee moet u bezig zijn en zelfs dat verloopt niet correct. Onwettig, bevestigd in de commissie, maar ook onethisch, deontologisch fout. U hebt het Parlement onvolledige informatie gegeven.

 

U hebt vandaag zelfs een extra onjuistheid, een extra onwaarheid, een extra leugen toegevoegd aan het dossier. Dat is gewoon beschamend. U wilt ons doen geloven dat een logo automatisch werd geproduceerd door een administratie en op magische wijze op het bureau van al die organisaties is beland. U wilt ons doen geloven dat die organisaties niet bang zijn geen subsidie te krijgen als zij het logo niet reproduceren. Hoe fout is dat! We hebben het gezien bij de organisatie Kazerne Dossin. Het logo stond op haar website. Nadat de klacht werd ingediend, werd het logo eraf gehaald en er werd een andere zin toegevoegd aan de website: "Met de steun van staatssecretaris Sarah Schlitz." In de controlecommissie hebben de experts gezegd dat zelfs die zin fout is. De organisatie heeft dan ook die zin vlug aangepast. Als organisatie is ze benauwd dat als ze niet danst naar de pijpen van de regering, ze geen steun of subsidies krijgt. Dat is zo fout!

 

U zou de eer aan zichzelf moeten houden om het imago van de politiek en van uzelf te herstellen. Gelet op het feit dat u dat niet doet, kan ik niet anders dan een motie voor uw ontslag indienen.

 

22.04  Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je voudrais solliciter une suspension de séance s'il vous plaît.

 

La présidente: Monsieur Piedboeuf, combien de temps souhaitez-vous?

 

22.05  Benoît Piedboeuf (MR): Un quart d'heure.

 

De vergadering is geschorst.

La séance est suspendue.

 

De vergadering wordt geschorst om 18.35 uur.

La séance est suspendue à 18 h 35.

 

De vergadering wordt hervat om 20.00 uur.

La séance est reprise à 20 h 00.

 

De vergadering is hervat.

La séance est reprise.

 

Moties

Motions

 

De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van wantrouwen werd ingediend door de heer Sander Loones en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Sander Loones

en het antwoord van de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit,

- gelet op de tegenstrijdigheden én de onwaar­heden die aan het licht kwamen over deze verklaringen van de staatssecretaris;

- gelet op de weigering van de staatssecretaris om volledige transparantie te bieden;

vraagt het ontslag van de staatssecretaris."

 

Une motion de méfiance a été déposée par M. Sander Loones et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Sander Loones

et la réponse de la secrétaire d'État à l'Égalité des genres, à l'Égalité des chances et à la Diversité, adjointe au ministre de la Mobilité,

- eu égard aux contradictions et aux contre-vérités qui ont été mises au jour concernant ces déclarations de la secrétaire d'État;

- eu égard au refus de la secrétaire d'État d'offrir une transparence totale;

demande la démission de la secrétaire d'État."

 

Une motion pure et simple a été déposée par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter De Vriendt et Gilles Vanden Burre.

Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter De Vriendt en Gilles Vanden Burre.

 

22.06  Sander Loones (N-VA): We kennen natuurlijk het Kamerreglement: als er geen eenvoudige motie met urgentie wordt ingediend, zal de stemming later volgen.

 

Ik wil de collega’s, in het bijzonder de collega’s van de meerderheid, uitdrukkelijk uitnodigen om alle details van het dossier nog eens zeer nauwgezet door te nemen.

 

De voorzitster: Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

Scrutin secret (continuation)

Geheime stemming (voortzetting)

 

23 Nomination d'un membre suppléant néerlando­phone du Conseil central de surveillance pénitentiaire – Résultat du scrutin secret

23 Benoeming van een Nederlandstalig plaats­vervangend lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen – Uitslag van de geheime stemming

 

Votants

99

Stemmen

Blancs ou nuls

1

Blanco of ongeldig

Valables

98

Geldig

Majorité des deux tiers

66

Tweederde- meerderheid

 

M. Patrick Verheijen a obtenu 98 voix.

De heer Patrick Verheijen heeft 98 stemmen gekregen.

 

M. Patrick Verheijen ayant obtenu la majorité des deux tiers des suffrages, est proclamé membre suppléant de Mme Lore Geraerts.

De heer Patrick Verheijen die de tweederde­meerderheid van de stemmen heeft gekregen, wordt tot plaatsvervangend lid van mevrouw Lore Geraerts uitgeroepen.

 

Communications

Mededelingen

 

24 Autorité de protection des données – Nomina­tion de deux membres du Comité de direction – Candidatures introduites

24 Gegevensbeschermingsautoriteit – Benoeming van twee leden van het Directiecomité – Ingediende kandidaturen

 

Conformément à la décision de la séance plénière du 22 septembre 2022, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 27 septembre 2023 pour les mandats de directeur du secrétariat général et directeur du service de première ligne, tous deux membres du comité de direction de l'Autorité de protection des données.

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 22 september 2022 werd een oproep tot kandidaten voor de mandaten van directeur van het algemeen secretariaat en van directeur van de eerstelijnsdienst, allebei leden van het directiecomité van de Gegevensbeschermings­autoriteit, in het Belgisch Staatsblad van 27 september 2023 bekendgemaakt.

 

Conformément à l'article 40, § 1, premier alinéa, de la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données, le comité de direction, excepté le président de la chambre contentieuse, compte autant de membres francophones que néerlandophones.

Overeenkomstig artikel 40, § 1, eerste lid, van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, telt het directie­comité evenveel Franstalige als Nederlandstalige leden, de voorzitter van de geschillenkamer uitgezonderd.

 

Outre le président de la chambre contentieuse, le comité de direction se compose actuellement d'un membre francophone et d'un membre néerlandophone.

Naast de voorzitter van de geschillenkamer, bestaat het directiecomité momenteel uit één Franstalig lid en één Nederlandstalig lid.

 

Conformément à l'article 40, § 1, deuxième alinéa, de la même loi, le directeur du secrétariat général et le directeur du centre de connaissances ne peuvent appartenir au même rôle linguistique.

Overeenkomstig artikel 40, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, mogen de directeur van het algemeen secretariaat en de directeur van het kenniscentrum niet tot dezelfde taalrol behoren.

 

Vu que le directeur actuel du centre de connais­sances est francophone, le nouveau directeur du secrétariat général doit être néerlandophone, et par conséquent, par souci de parité linguistique, le directeur du service de première ligne francophone.

Aangezien de huidige directeur van het kenniscentrum Franstalig is, dient de nieuwe directeur van het algemeen secretariaat Nederlandstalig te zijn en bijgevolg, omwille van de taalpariteit, de directeur van de eerstelijnsdienst Franstalig.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites pour le mandat de directeur du secrétariat général:

- M. Gertjan Boulet, conseiller en informatique et intelligence artificielle, cabinet de la vice-première ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises publiques, des Télécommunications et de la Poste;

- M. Matthias Dobbelaere-Welvaert, conseiller juridique freelance en matière de protection des données et DPO;

- M. Koen Gorissen, membre de l'Organe de contrôle de l'information policière;

- Mme Sylke Hamerijck, conseillère en fiscalité internationale et procédure, cabinet du vice-premier ministre et ministre des Finances;

- M. Vincent Medaer, inspecteur et conseiller juridique à l'Autorité de protection des données;

- M. Sigfried Sergeant, avocat;

- M. David Stevens, ancien directeur du secrétariat général de l'Autorité de protection des données;

- M. Thomas Van Gremberghe, juriste d'entreprise en matière de protection des données chez Agoria.

De volgende kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van directeur van het algemeen secretariaat:

- de heer Gertjan Boulet, adviseur 'Cyber & Artificial Intelligence', kabinet van de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post;

- de heer Matthias Dobbelaere-Welvaert, freelance rechtskundig adviseur inzake gegevensbescherming en DPO;

- de heer Koen Gorissen, lid van het Controleorgaan op de politionele informatie;

- mevrouw Sylke Hamerijck, adviseur inzake internationale fiscaliteit en procedure, kabinet van de vice-eersteminister en minister van Financiën;

- de heer Vincent Medaer, inspecteur en rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- de heer Sigfried Sergeant, advocaat;

- de heer David Stevens, voormalig directeur van het algemeen secretariaat van de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- de heer Thomas Van Gremberghe, bedrijfsjurist inzake gegevensbescherming bij Agoria.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites pour le mandat de directeur du service de première ligne:

- M. Vincent Medaer, inspecteur et conseiller juridique à l'Autorité de protection des données;

- Mme Anne-Charlotte Recker, conseillère juridique à l'Autorité de protection des données.

De volgende kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van directeur van de eerstelijnsdienst:

- de heer Vincent Medaer, inspecteur en rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- mevrouw Anne-Charlotte Recker, rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.

 

Conformément à l'article 36, § 2, deuxième alinéa, de la loi du 3 décembre 2017, les membres du comité de direction doivent avoir une connaissance fonctionnelle de la deuxième langue nationale et de l'anglais.

Overeenkomstig artikel 36, § 2, tweede lid, van de wet van 3 december 2017, moeten de leden van het directiecomité een functionele kennis hebben van de tweede landstaal en van het Engels.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 16 novembre 2022, des tests linguistiques ont été organisés par le SPF BOSA pour les candidats qui ne pouvaient amener la preuve d'une connaissance fonctionnelle de la deuxième langue nationale et/ou de l'anglais.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 16 november 2022, werden taaltesten door de FOD BOSA georganiseerd voor de kandidaten die geen bewijs konden leveren van een functionele kennis van de tweede landstaal of van het Engels.

 

Le niveau de connaissance de la deuxième langue nationale et de l'anglais a été fixé par la séance plénière du 20 janvier 2022 à C1 pour la lecture et à B2 pour l'expression orale.

Het kennisniveau van de tweede landstaal en van het Engels werd door de plenaire vergadering van 20 januari 2022 vastgesteld op C1 voor lezen en B2 voor spreken.

 

Les candidats qui n'ont pu démontrer la connaissance linguistique requise, ont été invités à un test linguistique au SPF BOSA.

De kandidaten die de vereiste taalkennis niet konden aantonen, werden uitgenodigd voor een taaltest bij de FOD BOSA.

 

Par courriel du 17 avril 2023, le SPF BOSA a communiqué les résultats des tests linguistiques.

Bij mailbericht van 17 april 2023 heeft de FOD BOSA de resultaten van de taaltesten medegedeeld.

 

Les candidats suivants ont démontré la connaissance linguistique requise sur base d'un diplôme ou d'un test linguistique pour le mandat de directeur du secrétariat général:

- M. Koen Gorissen, membre de l'Organe de contrôle de l'information policière;

- M. Vincent Medaer, inspecteur et conseiller juridique à l'Autorité de protection des données;

- M. David Stevens, ancien directeur du secrétariat général de l'Autorité de protection des données;

- M. Thomas Van Gremberghe, juriste d'entreprise en matière de protection des données chez Agoria.

De volgende kandidaten hebben de vereiste taalkennis aangetoond op basis van hun diploma of van een taaltest voor het mandaat van directeur van het algemeen secretariaat:

- de heer Koen Gorissen, lid van het Controleorgaan op de politionele informatie;

- de heer Vincent Medaer, inspecteur en rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- de heer David Stevens, voormalig directeur van het algemeen secretariaat van de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- de heer Thomas Van Gremberghe, bedrijfsjurist inzake gegevensbescherming bij Agoria.

 

Les candidats suivants ont démontré la connaissance linguistique requise sur base d'un diplôme ou d'un test linguistique pour le mandat de directeur du service de première ligne:

- M. Vincent Medaer, inspecteur et conseiller juridique à l'Autorité de protection des données;

- Mme Anne-Charlotte Recker, conseillère juridique à l'Autorité de protection des données.

De volgende kandidaten hebben de vereiste taalkennis aangetoond via diploma of via een taaltest voor het mandaat van directeur van de Eerstelijnsdienst:

- de heer Vincent Medaer, inspecteur en rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit;

- mevrouw Anne-Charlotte Recker, rechtskundig adviseur bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 19 avril 2023, je vous propose de transmettre le curriculum vitæ des candidats qui ont démontré la connaissance linguistique requise aux groupes politiques.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 april 2023, stel ik u voor het curriculum vitæ van de kandidaten die de vereiste taalkennis hebben aangetoond naar de politieke fracties over te zenden.

 

La commission de la Justice procédera à l'audition des candidats.

De kandidaten zullen door de commissie voor Justitie worden gehoord.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

25 Cour des comptes – Nomination d’un conseiller (Chambre française) – Candidatures introduites

25 Rekenhof – Benoeming van een raadsheer (Franse Kamer) – Ingediende kandidaturen

 

Conformément à la décision de la séance plénière du 2 mars 2023, un appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 8 mars 2023 pour le mandat de conseiller de la Chambre française de la Cour des comptes.

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 2 maart 2023 is in het Belgisch Staatsblad van 8 maart 2023 een oproep tot kandidaten voor het mandaat van raadsheer bij de Franse Kamer van het Rekenhof bekendgemaakt.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:

- M. Elie Doyez, auditeur à la Cour des comptes;

- M. Pierre Lacroix, premier auditeur-réviseur à la Cour des comptes;

- M. Cédric Libert, auditeur à la Cour des comptes;

- M. Bruno Place, auditeur à la Cour des comptes;

- M. Christophe Rappe, chef de Cabinet adjoint auprès du vice-premier ministre Pierre-Yves Dermagne;

- M. Christophe Sente, premier auditeur à la Cour des comptes;

- M. Thomas Grégoire, avocat au barreau du Brabant wallon.

De volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:

- de heer Elie Doyez, auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Pierre Lacroix, eerste auditeur-revisor bij het Rekenhof;

- de heer Cédric Libert, auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Bruno Place, auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Christophe Rappe, adjunct-kabinetschef bij de vice-eersteminister Pierre-Yves Dermagne;

- de heer Christophe Sente, eerste auditeur bij het Rekenhof;

- de heer Thomas Grégoire, advocaat bij de balie van Waals Brabant.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 19 avril 2023, le curriculum vitæ des candidats qui seront auditionnés par la sous-commission "Cour des comptes" sera transmis aux groupes politiques.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 april 2023 zal het curriculum vitæ van de kandidaten aan de politieke fracties worden bezorgd en zullen de kandidaten door de subcommissie "Rekenhof" worden gehoord.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

26 Ordemotie (voortzetting)

26 Motion d'ordre (continuation)

 

Je voulais aussi répondre à la demande de motion d’ordre introduite par M. Hedebouw tout à l’heure.

 

De motie is onontvankelijk, ten eerste, omdat zij de werkzaamheden van de Kamer niet betreft maar een inhoudelijk voorstel doet, ten tweede, omdat het statuut van de Kamerleden bovendien tot de bevoegdheid van het Bureau behoort, dat zich gisteren over de kwestie heeft uitgesproken, en, ten derde, omdat de vaststelling van de formele regeling betreffende het pensioen van de Kamerleden een bevoegdheid is van de vzw Pensioenen van de Volksvertegenwoordigers. De vzw zal de desbetreffende regeling aanpassen overeenkomstig de beslissing van het Bureau van de Kamer gisteren.

 

Er is hierover geen debat, mijnheer Hedebouw.

 

27 Demande d'urgence émanant du gouvernement

27 Urgentieverzoek van de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant, en ce qui concerne l’assurance indemnités et maternité, la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, n° 3306/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging, wat de uitkerings- en moederschapsverzekering betreft, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, nr. 3306/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

27.01  Ludivine Dedonder, ministre: Madame la présidente, l'urgence se justifie par le fait que la prime à la mobilité interrégionale et à la flexibilité mentionnée à l'article 3 est déjà prévue dans les règlements sur le chômage depuis le 1er septembre 2022. Il y a donc un besoin urgent de cohérence quant à son traitement dans le régime d'assurance invalidité.

 

En outre, depuis 2022, une qualification différente s'applique dans le secteur des pensions à la prime annuelle de rattrapage mentionnée à l'article 5.

 

Enfin, il convient de mettre la réglementation de l'assurance de prestations en conformité avec les articles 10 et 11 de la Constitution dans les plus brefs délais.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

28 Prise en considération de propositions

28 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement. (art. 75, n° 5, Rgt)

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

28.01  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik heb begrepen dat we niet over alles wat vandaag aan de orde was, zullen stemmen. Dat is uitzonderlijk en opmerkelijk in het geval van interpellaties.

 

Er zullen toch enkele stemmen worden uitgebracht. Collega Creemers kon vandaag onmogelijk aanwezig zijn en collega Gijbels zal daarmee rekening houden in haar stemgedrag. Hetzelfde geldt voor collega Verhaert, waarop collega Metsu zijn stemgedrag zal aanpassen.

 

De voorzitster: Bedankt, mijnheer De Roover.

 

29 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Ortwin Depoortere sur "Les conclusions et prochaines étapes concrètes des États généraux de la police" (n° 394)

29 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Ortwin Depoortere over "De conclusies en concrete volgende stappen van de Staten-Generaal van de politie" (nr. 394)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 12 avril 2023.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 12 april 2023.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 394/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Franky Demon.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 394/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Franky Demon.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

29.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de voorzitster, collega’s, in 1998, intussen 25 jaar geleden, werd de geïntegreerde politie op twee niveaus opgericht. Het is natuurlijk geen echte geïntegreerde politie, zoals aanvankelijk de bedoeling was, het werd een geïntegreerde politie op twee niveaus.

 

Dat tijd staat echter niet stil en een aantal crisissen is intussen gepasseerd. Ik som er enkele op. We hadden de terreuraanslagen in 2016. We hadden de coronapandemie in 2020. We hadden de overstromingen in 2021. We hebben ook het drugsgerelateerd geweld. Die crisissen hadden en hebben een grote impact op onze politie.

 

Daarom hebben experts van zowel de lokale als de federale politie, maar ook criminologen en academici, twee jaar lang gewerkt aan de opmaak van een blauwdruk van ruim 700 bladzijden in het kader van de Staten-Generaal van de politie. Het resultaat mag gezien worden.

 

Wij staan momenteel een goed jaar voor de volgende parlementsverkiezingen en ik ben eerlijk gezegd enigszins bezorgd over het tijdschema. Daarom heb ik minister Verlinden hierover ondervraagd. Het is immers goed om plannen te maken, maar welke concrete maatregelen kunnen er deze legislatuur nog worden genomen?

 

Ik som er een aantal op. Het gaat onder andere over het kerntakendebat. We moeten in deze legislatuur ten minste grondig nadenken om eens en voor altijd duidelijk te maken welke taken weggelegd zijn voor de federale politie en welke voor de lokale politie. Dat kan deze legislatuur nog worden bepaald.

 

Uiteraard moeten daar budgetten tegenover staan. Ook hier moeten we duidelijkheid over scheppen in deze legislatuur, zeker voor de politie zelf.

 

Daarnaast worden er verschillende pistes gelanceerd over de zogenaamde schaalvergroting. Kleine politiezones zouden moeten samensmelten. Ik zou graag zien dat deze regering daarvoor concrete maatregelen neemt, in plaats van ballonnetjes op te laten in de media.

 

Over het laatste punt is iedereen het over alle partijgrenzen heen eens, namelijk dat er iets gedaan moet worden aan de opleiding en de rekrutering.

 

Collega’s, daarom heb ik een motie van aanbeveling ingediend. Ik heb dat niet gedaan om mijn groot gelijk halen, integendeel, maar ik wil iedereen in deze assemblee even laten stilstaan bij en wijzen op het belang van die Staten-Generaal. In mijn motie van aanbeveling vraag ik om concrete stappen te zetten, zoals opgesomd, en die ook deze legislatuur nog uit te voeren.

 

Het is daarom een beetje verwonderlijk dat de heer Demon een eenvoudige motie heeft ingediend om over te gaan tot de orde van de dag. Mijn motie van aanbeveling heeft immers als doel iedereen bij de les te houden. Graag had ik van collega Demon vernomen waarom hij tot de orde van de dag wil overgaan, maar ik zie dat hij niet aanwezig is. Mevrouw de voorzitster, wanneer men naar aanleiding van een belangrijke motie toch een eenvoudige motie indient om zomaar over te gaan tot de orde van de dag, zou ik van de indiener van die motie eigenlijk graag vernemen waarom hij ze ingediend heeft.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

84

Oui

Nee

46

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

132

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

30 Proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité en ce qui concerne l'intégration d'une analyse de la rentabilité des moyens de chauffage plus durables dans la norme énergétique actuelle (nouvel intitulé) (2828/5)

30 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt wat de integratie van een analyse van de rentabiliteit van duurzamere verwarmings­middelen in de huidige energienorm betreft (nieuw opschrift) (2828/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

122

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2828/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2828/6)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

31 Amendements réservés à la proposition de résolution relative à l'endométriose (2510/1-6)

31 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie met betrekking tot endometriose (2510/1-6)

 

Vote sur l'amendement n° 9 de Kathleen Depoorter cs tendant à insérer une demande 1.1./1(n). (2510/6)

Stemming over amendement nr. 9 van Kathleen Depoorter cs tot invoeging van een verzoek 1.1./1(n). (2510/6)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

47

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

7

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

(De heer Christoph D'Haese heeft zoals zijn fractie gestemd.)

 

Vote sur l'amendement n° 10 de Kathleen Depoorter cs tendant à insérer une demande 7(n). (2510/6)

Stemming over amendement nr. 10 van Kathleen Depoorter cs tot invoeging van een verzoek 7(n). (2510/6)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 3)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

32 Ensemble de la proposition de résolution relative à l'endométriose (2510/5)

32 Geheel van het voorstel van resolutie met betrekking tot endometriose (2510/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2510/7)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2510/7)

 

33 Proposition de rejet par la commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions de la proposition visant à instituer une commission d’enquête parlementaire chargée d’examiner les fraudes et les privilèges en matière de pension à la Chambre des représentants (3212/1-2)

33 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen van het voorstel tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar pensioenfraude en pensioenprivileges in de Kamer van volksvertegenwoordigers (3212/1-2)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

98

Oui

Nee

28

Non

Onthoudingen

6

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition n° 3212/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel nr. 3212/1 is dus verworpen.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

34 Adoption de l’ordre du jour

34 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 27 avril 2023 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 27 april 2023 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 20 h 15.

De vergadering wordt gesloten om 20.15 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 240 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 240 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

084

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

046

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Gijbels Frieda, Metsu Koen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

122

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

047

Ja

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Non        

078

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Abstentions

007

Onthoudingen

 

Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Gijbels Frieda, Matz Vanessa, Metsu Koen, Prévot Maxime

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

132

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creyelman Steven, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vriendt Joris, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

098

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Metsu Koen, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

028

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Joris, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

006

Onthoudingen

 

Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie