Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 2 février 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 2 februari 2023

 

Namiddag

 

______

 

La séance est ouverte à 14 h 21 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Alexander De Croo, Georges Gilkinet.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 1er février 2023, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 1 februari 2023 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

Questions

Vragen

 

02 Questions jointes de

- Georges Dallemagne à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "L’ampleur des consultations sur le permis d’environnement de l’aéroport de Bruxelles" (55003200P)

- Khalil Aouasti à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Le permis de l’aéroport de Bruxelles-National" (55003202P)

- Tim Vandenput à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La menace que le dossier de l'azote fait planer sur l'exploitation de l'aéroport national" (55003211P)

- Koen Geens à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le dossier de l’azote" (55003210P)

02 Samengevoegde vragen van

- Georges Dallemagne aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De omvang van de raadpleging over de milieuvergunning van Brussels Airport " (55003200P)

- Khalil Aouasti aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De vergunning van Brussels Airport" (55003202P)

- Tim Vandenput aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De dreigende impact van het stikstofdossier op de exploitatie van de nationale luchthaven" (55003211P)

- Koen Geens aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het stikstofdossier" (55003210P)

 

02.01  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, carrément, un premier ministre et un vice-premier ministre pour répondre à une question sur le renouvellement d’un permis d’environne­ment d’un aéroport, fût-il national, cela montre à quel point c’est un sujet qui n’est pas seulement de la compétence de la Région flamande mais un sujet politique important dans notre pays depuis très longtemps, un sujet difficile.

 

Je vous remercie d’y accorder la plus grande attention car ce document va devenir l’instrument de pilotage principal pour l’aéroport ces 20 prochaines années. L’aéroport nous dit qu’il s’y prépare depuis déjà plusieurs années. Nous lisons dans la presse qu’il s’y prépare de manière telle qu’il voudrait, à l’avenir, continuer à augmenter sensiblement son exploitation, le nombre de vols, la quantité de fret, pour devenir un aéroport qui grandirait sans cesse et sans limites.

 

J'aimerais évidemment savoir comment nous allons enfin faire en sorte que cet aéroport tienne compte de ses riverains, sachant que la plupart des nuisances touchent Bruxelles et sa périphérie immédiate - le Brabant flamand mais aussi le Brabant wallon - et que nous souhaitons que soient enfin fixées des limites au nombre de vols, au bruit, aux vols de nuit, aux émissions de carbone et d’azote, autrement dit toutes ces questions essentielles qui permettraient aux riverains de pouvoir enfin jouir d’une qualité de vie acceptable autour de cet aéroport.

 

Mes questions sont simples. Comment vous préparez-vous au niveau fédéral, qui détient 25 % des actions de cet aéroport? L’aéroport compte trois administrateurs au sein du Conseil d’administration. Quelles instructions avez-vous déjà données à cet égard?

 

Êtes-vous en contact avec la ministre Demir, qui travaille sur ce dossier?

 

Êtes-vous également en contact avec les riverains? Ceux-ci demandent à être entendus, le seront-ils réellement dans le cadre de ces discussions?

 

Enfin, quelles sont les lignes rouges que vous avez déjà définies ou que vous allez définir concernant l’exploitation de cet aéroport? Je vous remercie.

 

02.02  Khalil Aouasti (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, vous le savez, l’aéroport de Bruxelles-National dont l’État est actionnaire à hauteur de 25 % doit introduire avant le 8 juillet prochain une nouvelle demande de permis d’environnement, demande qui sera validée pour les 20 prochaines années et qui sera analysée par l’autorité flamande, notamment au regard du taux d’émission d’oxyde d’azote. Le gouvernement flamand ne s’est pas encore prononcé sur ce taux d’oxyde d’azote. Or, on sait que le taux d’émission d’oxyde d’azote est principalement lié au décollage et à l’atterrissage des avions et que cette pollution environnementale définit non seulement la question des répercussions en termes de pollution pour les riverains mais aussi les routes aériennes et le bruit.

 

Il n’y a pas si longtemps que cela, au mois de décembre dernier, nous avions eu l’occasion de discuter des normes imposées aux compagnies aériennes concernant les avions qui devaient encore être autorisés à atterrir et à décoller de Zaventem (Bruxelles National) et le poids de ces avions. Il nous avait été répondu que des solutions seraient ʺplus vite, plus hautʺ mais cela veut dire aussi plus de pollution. Cette discussion qui sera jusqu’à présent intra-flamande sur les normes de pollution va déterminer les routes aériennes et on apprend qu’à ce jour, la Région de Bruxelles-Capitale, les communes bruxelloises et les communes du Brabant wallon ne seraient pas consultées dans le cadre de ce processus. Or, on évoque ce scénario qui est plus que vraisemblable selon lequel le développement de Bruxelles-National pourrait, sur la base des normes d’émission qui seraient développées et exigées, être soit potentiellement un arrêt de l’outil économique soit une redirection définie par l’autorité flamande – et elle seule – des routes, ce qui impacterait tout le monde.

 

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, l’analyse juridique qu’on trouve aujourd’hui dans la presse a-t-elle été vérifiée? Dans l’affirmative, quelle attitude entendez-vous prendre dans ce dossier d’essence éminemment fédérale? Enfin, quelles initiatives entendez-vous prendre dans ce dossier dans l’intérêt des Bruxellois, des Wallons et des Flamands qui habitent (…)

 

02.03  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de premier, mijnheer de vicepremier, de internationale luchthaven van Brussel is een kroonjuweel van ons land. Ze is meer dan een symbool, want als tweede economische poort van ons land stelt ze dagelijks 60.000 mensen tewerk. De luchthaven is een economische slagader van ons land en daarmee mag men niet spelen, die moet men koesteren.

 

Collega’s, een goed draaiende internationale luchthaven is essentieel voor ons land. Haar omgevingsvergunning verloopt in juli 2024 en daarom zal er een nieuwe aanvraag worden ingediend in Vlaanderen. Het doembeeld dat Vlaams minister Demir vandaag schetst over die vergunning is geen goed signaal. Ze koppelt die vergunning immers aan een stikstofakkoord dat op Vlaams niveau gesloten moet worden. Dat akkoord hangt al een tijdje in de lucht en het wordt tijd dat dat zal landen.

 

Het groeipad dat de luchthaven wil realiseren is evenwichtig en duurzaam. Onze fractie steunt dat volkomen. Er komen mij vaak voorstellen ter ore om de capaciteit te verminderen en om het aantal dag- en nachtvluchten te verminderen. Collega’s, een internationale luchthaven is geen bushalte. Het vliegverkeer is geen menukaart op basis waarvan men de ene dag kan kiezen om het aantal cargovluchten te verminderen en de andere dag kan beslissen om in het aantal langeafstandsvluchten te snoeien. Nee, alles is met elkaar verbonden. Wij pleiten er bijvoorbeeld al jaren voor om die korteafstandsvluchten naar Amsterdam en Frankfurt te vervangen door treinverkeer, maar daarvoor is een hst-verbinding met de luchthaven nodig, die er vandaag nog steeds niet is. Mijnheer de vicepremier, het wordt dringend tijd dat die er komt.

 

Ik heb twee vragen. Alle overheden in ons land moeten hun schouders zetten onder de internationale luchthaven. Zal de federale regering contact opnemen met de Vlaamse regering om een doorbraak te realiseren? Wat kan de federale regering nog doen om na 2024 duurzaam luchtverkeer op Brussels Airport te organiseren?

 

02.04  Koen Geens (cd&v): Mijnheer de premier, toen ik gisteren het nieuws in de pers las, moest ik denken aan die mooie tijd toen wij samen met toenmalig premier Wilmès in een kleine regering zaten en Lufthansa moesten redden. U was toen minister van Financiën. Wij hebben toen gedacht om in het nationaal belang iets goeds te doen, toch?

 

De luchthaven van Zaventem is eigenlijk onze poort op de wereld. Er valt niet veel aan te doen, ze ligt waar ze ligt, en ze ligt daar eigenlijk al lang. We kunnen ons afvragen of dat een gunstige ligging is, maar we kunnen die luchthaven niet verplaatsen, want ze ligt er nu eenmaal. Voor ons, Belgen, Brusselaars, Vlamingen en Walen, is die luchthaven een zeer belangrijke pool van economische groei.

 

Kunnen we daar ruzie over maken, bijvoorbeeld omtrent geluidsoverlast? Eindeloos, zeker met de bestaande regelgeving die in verschillende gewesten gecreëerd wordt.

 

Wij mogen niet blind zijn voor de ecologische gevolgen. Men zegt dat de luchtvaart in 2050 verantwoordelijk zal zijn voor 20 % van de CO2-uitstoot, nu is het 4 %, zoveel als Duitsland. We moeten dus ook redelijk en rationeel zijn. Ik vind de discussie prematuur.

 

De bevoegde Vlaamse minister, tot voor kort hier Kamerlid, maar nu naar Vlaanderen uitgeweken, heeft verklaard dat zij niets gezegd heeft. Het is enigszins opmerkelijk dat wij hier spreken over een verklaring van een bevoegde Vlaamse minister die niets gezegd heeft. Toch heb ik mij vanmorgen verslikt in mijn koffie. In mijn provincie, Vlaams-Brabant, hebben wij een gascentrale, de modernst mogelijke, maar die heb ik door die minister vernietigd gezien (…)

 

02.05 Eerste minister Alexander De Croo: Dank u voor uw vragen. Ik zal ze samen met vice-eersteminister Gilkinet beantwoorden.

 

Mijnheer Vandenput, mijnheer Geens, u bent beiden afkomstig uit de provincie Vlaams-Brabant. U kunt dus heel goed inschatten wat het belang is van de luchthaven in Zaventem. Rechtstreeks zorgt die luchthaven ervoor dat er bij duizenden gezinnen in Vlaams-Brabant brood op de plank komt. Dit is een luchthaven die rechtstreeks voor tienduizenden jobs zorgt en onrechtstreeks voor zovele andere jobs en industrieën waar wij best trots op zijn. Toen wij in de covidperiode miljarden vaccins produceerden en die naar de rest van de wereld stuurden, gebeurde dat dankzij deze luchthaven, die én passagiers én cargo afhandelt. Deze luchthaven is cruciaal voor de brede economie en voor de positie die ons land internationaal bekleedt. Een luchthaven waarmee men heel Europa en een deel van de rest van de wereld kan bereiken, is absoluut cruciaal.

 

Ik moet zeggen dat ik sinds gisteren een aantal zeer verontruste telefoontjes heb gekregen van mensen uit de luchthavengemeenschap, maar ook van mensen uit de bredere economische gemeenschap, die zich de vraag stelden: waarin zijn wij eigenlijk terechtgekomen? Het laatste wat wij nodig hebben, is dat wij terechtkomen in een soort politiek pokerspel tussen de industrie, de landbouw en de luchthaven, waarbij men probeert de ene tegen de andere op te zetten. Een dossier als dit, waar men een evenwicht moet vinden tussen economische ontwikkeling en natuurbehoud, lost men niet op door de ene tegen de andere uit te spelen.

 

Het enige waarvoor wij vanuit de federale regering kunnen pleiten, is dat men iedereen rond de tafel brengt en dat men begrijpt dat een oplossing voor dit probleem enkel gevonden kan worden door de mensen rond de tafel te brengen en door goed te zoeken naar een oplossing. Juridische stabiliteit en rechtszekerheid zijn absoluut cruciaal, en niet enkel voor de luchthaven.

 

Rechtszekerheid is minstens even belangrijk voor onze landbouw, is minstens even belangrijk voor onze industrie. Wat we de voorbije dagen gezien hebben, is net het tegenovergestelde. Ik mag hopen dat de koelbloedigheid terugkomt en dat men iedereen rond de tafel zal krijgen om tot een stabiel juridisch kader te komen. De heer Gilkinet zal spreken over de elementen die binnen de bevoegdheid liggen van de federale overheid, maar het komen tot een juridisch stabiel kader rond stikstof is natuurlijk volledig de bevoegdheid van de Vlaamse regering.

 

Ik ga ervan uit dat we niet zullen terechtkomen in een politiek pokerspel, maar net het tegenovergestelde. Men moet begrijpen wat hier op tafel ligt, begrijpen wat de inzet is van deze discussie. Men moet heel snel tot een systeem kunnen komen van juridische zekerheid, van rechtszekerheid, waar iedereen naar op zoek is en waar zeker tienduizenden mensen die rechtstreeks afhankelijk zijn van de luchthaven naar snakken. Het laatste waar zij op hopen is dat ze deel zouden worden van een politieke afruil, met als gevolg het tegenovergestelde van dat men hier zou komen tot iets evenwichtigs.

 

02.06 Minister Georges Gilkinet: Mevrouw de voorzitster, de vernieuwing van de milieuvergunning van de nationale luchthaven is een strikt regionale en dus Vlaamse bevoegdheid. De gevolgen van deze beslissing zullen echter veel verder reiken dan het Vlaamse Gewest gezien de ligging van de nationale luchthaven, aan de grenzen van Brussel en Wallonië, en haar statuut als nationale luchthaven die de hoofdstad van Europa bedient.

 

Le renouvellement de ce permis constitue une occasion unique – qui ne se produit que tous les vingt ans – d'opérer le virage souhaitable et nécessaire tant pour l'avenir de l'aéroport que pour la qualité de vie de ses riverains, comme cela a été réalisé récemment par le gouvernement wallon avec l'aéroport de Bierset.

 

Si la Région flamande est formellement seule aux manettes de ce processus, cela ne m'empêche bien évidemment pas de suivre avec attention le débat interne qui se déroule actuellement au sein du gouvernement flamand et de plaider pour une consultation large de toutes les parties prenantes.

 

J'ai pris contact à la fois avec la direction de l'aéroport et je continuerai le dialogue avec le gouvernement flamand pour en savoir davantage sur l'état de la question et sur ses intentions.

 

Mais mon message est clair: ne laissons pas l'aéroport national devenir la poubelle sonore de l'Europe alors que partout autour de nous, nous voyons les grands aéroports internationaux prendre des mesures environnementales fortes qui protègent les riverains et donnent un avenir à l'activité aéroportuaire et à l'emploi.

 

Ik ben er altijd voorstander van geweest een helpende hand te reiken in deze cruciale kwestie en moedig de Vlaamse regering aan ze op te lossen in dialoog met de twee andere gewesten, die rechtstreeks door de genomen beslissingen zullen worden getroffen, en met de federale regering. Van mijn kant zet ik, zoals ik reeds vaak heb uitgelegd, mijn werkzaamheden van verzoening en dialoog voort. Die zullen ons in staat stellen de kwestie tot een goed einde te brengen, tot groot voordeel van alle betrokken bewoners en van de luchthaven zelf.

 

Mon action tout entière est guidée par le souci de prendre des mesures au nom de l’intérêt général, des riverains comme de l’aéroport en vue d’extraire ce dossier de l’enlisement dans lequel il se trouve depuis trente ans. Pour ce faire, il est nécessaire de nouer un meilleur dialogue avec toutes les parties – c’est la plate-forme de concertation –, d’objectiver les faits – comme le fait l’étude d’incidence d’ENVISA –, de prendre des mesures de réduction des nuisances – comme en témoigne l’accord obtenu au sein du gouvernement pour des redevances variables en fonction de l’impact environnemental et du bruit des avions, de manière à privilégier le renouvellement de la flotte –, d’améliorer les procédures d’atterrissage et de décollage afin de soulager les populations survolées, ainsi que d’élaborer un cadre légal stable qui nous permettra de sortir ce dossier de l’enlisement judiciaire.

 

L’écologie est l’avenir de l’économie. Les entreprises qui se projettent dans le futur l’ont parfaitement compris – y compris celles qui sont actives dans le secteur aérien.

 

Ik hoop dat wij in die geest en in die richting aan het dossier kunnen blijven werken, ook met de Vlaamse regering.

 

02.07  Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, je regrette que vous ayez donné le sentiment de ne répondre qu'à mes deux collègues du Brabant flamand, en néerlandais, sur le fait que l'aéroport était un grand pôle d'emploi. C'est effectivement un pôle d'emploi, malheureusement insuffisant pour Bruxelles. C'est un des problèmes sur lesquels il faut travailler pour l'avenir. Cela réglera énormément de questions.

 

La deuxième chose qui m'a surpris, c'est que vous avez tenu tous les deux un discours parfaitement différent, si pas opposé. Le premier ministre nous dit qu'il faut un dialogue entre l'État fédéral et la Région flamande et le ministre en charge nous dit qu'il s'agit d'une compétence uniquement régionale: "Je suis les débats avec beaucoup d'attention." Autrement dit, en gros, "je suis sur le banc de touche." Non! Vous n'êtes pas sur le banc de touche!

 

(…): (…)

 

02.08  Georges Dallemagne (Les Engagés): Vous avez dit cela! Vous avez plaidé pour cela et votre collègue Vandenput l'a plaidé également, ce qui n'est pas tombé dans l'oreille d'un sourd.

 

Monsieur Gilkinet, vous n'êtes pas sur le banc de touche. Vous êtes actionnaire de cet aéroport. Vous y avez des administrateurs. Nous attendons dès lors qu'il y ait des instructions claires, formelles au niveau du conseil d'administration sur le développement futur de cet aéroport (…)

 

02.09  Khalil Aouasti (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, l'enjeu de l'aéroport de Bruxelles-National, c'est le développement économique, ce sont les performances environnementales, c'est la quiétude des riverains que ceux-ci soient flamands, bruxellois ou wallons.

 

Il est, selon moi, possible de trouver des solutions à des problèmes complexes, même si elles ne sont pas aisées. Mais, pour ce faire, il faut s'y intéresser, s'impliquer et veiller à ce que, dans le cadre des compétences exclusivement flamandes, il y ait une concertation avec les autres entités. En effet, comme cela a été dit, l'enjeu environnemental aura des répercussions sur les voies aériennes et sur la quiétude des riverains. Cet enjeu environnemental ne peut donc être isolé de ces deux autres questions. À cette fin, vous devez veiller à ce que les Bruxellois, les Wallons et les Flamands soient assis autour de la table et à ce que la concertation puisse avoir lieu.

 

Même si la décision qui sera prise sera propre à la Flandre, il faut que la concertation qui mène à cette décision (…)

 

02.10  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de vicepremier, ik dank u voor uw antwoorden. Ik ben blij te horen dat de luchthaven ook volgens u cruciaal is voor onze economie en dat er daarmee geen pokerspel mag worden gespeeld.

 

Iedereen rond de tafel brengen, dat zal zeker moeten gebeuren. De Europese hoofdstad verdient immers een internationale luchthaven. Wij hebben die nodig. Wij moeten daaraan blijven werken om ervoor te zorgen dat ze de tweede economische poort van ons land blijft.

 

Ook op Brussels Airport moeten er na juli 2024 vliegtuigen landen en opstijgen. Wij staan volledig achter de duurzame groeiplannen van onze luchthaven. Mijnheer de vicepremier, wij pleiten ook voor een hst-verbinding, zoals die in het regeerakkoord staat. Elk vliegtuig dat hier in de toekomst wegblijft zal ten koste van jobs gaan. Eén vliegtuig minder betekent dat er een halftijdse job verdwijnt op de luchthaven. Dat mogen we zeker niet toelaten.

 

02.11  Koen Geens (cd&v): Mijnheer de eerste minister, u weet dat wij in Vlaanderen – en trouwens in heel België – uiterst competente historici hebben. Een daarvan is Bruno De Wever. Niet zo heel lang geleden maakte hij ons duidelijk dat er in Vlaanderen geen sprake zou zijn van Vlamingen, maar wel van Brabanders indien de geschiedenis lichtjes anders was gelopen. De Slag bij Woeringen in 1288 zou de Guldensporenslag vervangen en wij zouden dus Brabanders zijn.

 

Mijnheer de eerste minister, één zaak is voor mij duidelijk in dit dossier, en dat is gelijke behandeling. Mijnheer de vicepremier, de ecologisten moeten zo streng zijn op de luchthaven van Luik als op de luchthaven van Brussel. Wij, in het zuiden van het hertogdom Brabant, eisen dezelfde behandeling als voor zij in het noorden (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Joris Vandenbroucke aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De stand van zaken met betrekking tot de invoering van het rijbewijs met punten" (55003217P)

- Wouter Raskin aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Inkomensgerelateerde verkeersboetes" (55003197P)

- Jef Van den Bergh aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Het rijbewijs met punten" (55003209P)

03 Questions jointes de

- Joris Vandenbroucke à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "L'état de la situation concernant l'instauration du permis de conduire à points" (55003217P)

- Wouter Raskin à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les amendes routières liées aux revenus" (55003197P)

- Jef Van den Bergh à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Le permis à points" (55003209P)

 

03.01  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het gaat weer goed mis met ons verkeer. Sinds corona voorbij is, gaat het alleen maar achteruit met de verkeersveiligheid. Een kleine groep mensen blijft in de fout gaan. Dat is ook perfect mogelijk in dit land, waar men maandelijks in de bebouwde kom drie snelheidsboetes kan opstapelen en gewoon kan doorrijden. Dat is de realiteit.

 

Dan verwacht ik actie, mijnheer de minister, geen proefballonnetjes. Het zal wel zijn dat sommigen hun verkeersboete gemakkelijker kunnen betalen dan anderen, maar daar verandert men niets aan door verkeersboetes te koppelen aan het inkomen. Men verandert dat pas wanneer men wegpiraten effectief van de weg haalt, wanneer men mensen die keer op keer in de fout gaan, arm of rijk, hun rijbewijs laat verliezen. Dat is pas rechtvaardig. Dat is niet nieuw, dat staat al 32 jaar in de wet. Ik heb het dan over het rijbewijs met punten.

 

Dat rijbewijs hebben uw voorgangers om God weet welke reden nooit ingevoerd. Deze regering heeft beslist om dat wel te doen, want het heeft lang genoeg geduurd. Waar staan we, twee jaar later? Het is er nog altijd niet! Ik heb zelfs de indruk dat het dossier weer van de tafel is verdwenen, als ik sommige berichten in de Franstalige media mag geloven. Ondertussen blijven sommigen het gaspedaal induwen en vrolijk boetes betalen. Eigenlijk lachen ze ons in ons gezicht uit, mijnheer de minister. Voor Vooruit is het helder, het rijbewijs met punten moet er komen als we iets willen doen aan de schande van 600 verkeersdoden in dit land. De tijd voor excuses is op.

 

Mijnheer de minister, wanneer zult u het rijbewijs met punten eindelijk invoeren?

 

03.02  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, u legt vaak de nadruk op verkeersveiligheid. Dat vertaalde zich in het regeerakkoord in ambities betreffende een puntenrijbewijs. Ik begrijp dat u, als minister afkomstig uit Wallonië, gevoelig bent voor verkeersveiligheid, want als men de cijfers van 2022 bekijkt, ziet men alleen al in de eerste negen maanden 39 doden in Wallonië meer dan het jaar ervoor. In Vlaanderen waren er slechts 5 meer. Ook die 5 zijn er 5 te veel, voor alle duidelijkheid. Ik begrijp dus uw bekommernis.

 

Wij zijn in de commissie aan de slag. Er ligt een wetsvoorstel klaar. U hebt ook een studie besteld bij Vias over het puntenrijbewijs. Wij hebben die besproken en hebben van gedachten gewisseld. Het schisma werd toen duidelijk. U sprak zich uit voor een vorm van puntenrijbewijs, net als de Vlaamse collega’s. Aan de andere kant van het spectrum staan de MR en de PS, die niet enthousiast waren. En dat is eigenlijk een beetje te zacht uitgedrukt als men de scudraket van de PS deze week ziet, het wetsvoorstel om verkeers­boetes inkomensgerelateerd te maken. Mijnheer de minister, dat is het goed recht van de PS, maar hetgeen vooral opvalt, is dat u onmiddellijk uw steun daarvoor uitsprak.

 

Was dat een naïef moment? Bent u plots minder voorstander van het puntenrijbewijs? Het is tijd dat u de kaarten op tafel legt. Komt er een vorm van puntenrijbewijs deze legislatuur, en zo ja, tegen wanneer?

 

03.03  Jef Van den Bergh (cd&v): Mijnheer de minister, 600 verkeersdoden, 3.000 zwaargewonden en 40.000 gekwetsten per jaar in ons verkeer. Als wij met dergelijke cijfers geconfronteerd zouden worden in de luchtvaart of de spoorwegen, dan zouden wij de boel onmiddellijk platleggen, maar in het verkeer wordt dat aangenomen en bijna als normaal beschouwd. Wij nemen dat mee en wij zoeken wel naar oplossingen, maar als er dan oplossingen op tafel liggen, dan blijven ze daar liggen uit onwilligheid.

 

Wij hebben de discussie al verschillende keren en meerdere jaren gevoerd. Het meest recent was dat bij de bespreking van uw beleidsnota. Toen ging het ook over het rijbewijs met punten. Dat had toen op de regeringstafel gelegen, waarop de PS zei dat wij meer moeten inzetten op preventie en sensibilisering. Daarmee zullen wij er echter niet komen – ik denk dat iedereen het daarmee eens is. Ik was dan ook blij dat er een voorstel op tafel kwam, ook van de PS, dat tot dezelfde conclusie kwam: met het systeem van boetes en overtredingen van vandaag lukt het niet en daarom moeten wij naar extra maatregelen gaan.

 

Het antwoord daarop was echter verkeerd. Het probleem vandaag is dat overtredingen gewoon afgekocht kunnen worden en dat er voorts niets gebeurt. De PS wil die boete nog wat verhogen voor de mensen die wat meer succes hebben, terwijl de hoogte van de boete toch moet afhangen van de ernst van de overtreding en niet van de hoogte van het inkomen.

 

Er ligt een veel beter systeem op tafel. Ik begrijp de weerstand daartegen niet, noch van de MR, noch van de PS. Ik begrijp dat niet. Het is een eerlijk, efficiënt en vergevingsgezind systeem dat niet inzet op nog meer betalen aan boetes, maar waarin overtreders hun recht om in het verkeer op te treden dreigen te verliezen. Die dreiging is veel efficiënter dan nog hogere boetes (…)

 

03.04 Minister Georges Gilkinet: Geachte leden, ik zal niet in naam van de PS antwoorden, maar als minister van Mobiliteit.

 

Mijnheer Vandenbroucke, mijnheer Van den Bergh, mijnheer Raskin, als ik punten moest geven telkens als er in ons land over het rijbewijs met punten wordt gepalaverd in de plaats van dat er echt actie voor onze verkeerveiligheid wordt ondernomen, dan hadden we ondertussen al de Champions League gewonnen.

 

De verkeersveiligheid is een ernstige zaak. Mensen verliezen elke dag onnodig hun leven in het verkeer. Daarom moeten we streng en efficiënt actie ondernemen en dat doen we ook om recidive van gevaarlijk gedrag achter het stuur te bestrijden.

 

Ja, voor het rijbewijs met punten hebben we eerst een benchmarkstudie gedaan, zoals in het regeerakkoord stond. Uit de ervaringen in het buitenland kunnen we lessen trekken uit wat werkt en wat niet werkt. We kunnen het beste uit elk systeem recupereren voor een rijbewijs met punten à la Belge.

 

Op basis van die conclusies heb ik samen met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie een voorstel uitgewerkt. Dat werd in de interkabinettenwerkgroep besproken. In december werd het ook een eerste keer in het kernkabinet besproken.

 

De tekst ligt er, maar er zijn nog opmerkingen gekomen. Er moet dus verder worden gewerkt. Zo moeten er in de wettekst meer preciseringen worden toegevoegd over de overtredingen die in het rijbewijs met punten moeten worden opgenomen.

 

Een tweede versie van de tekst is bijna klaar voor een tweede ronde van onderhandelingen. Ik hoop dat iedereen in de meerderheid mijn vastberaden­heid deelt om de recidive van gevaarlijk gedrag achter het stuur echt aan te pakken.

 

Het rijbewijs met punten is echter een middel en geen doel op zich. Er moeten ook andere acties worden ondernomen voor meer verkeersveiligheid. Er moeten bijvoorbeeld boetes komen die meer proportioneel zijn met de hoogte van de overdreven snelheid. Hoe hoger de snelheid, hoe gevaarlijker en dodelijker het voertuig is en dus hoe hoger de boete moet zijn om een effect te hebben op het gedrag.

 

Ook in de omgeving van scholen moeten wij strenger worden. Wie in de omgeving van een school te snel rijdt, weet dat er kinderlevens op het spel staan. Die houding moeten wij streng bestraffen.

 

Bovendien is het naar mijn mening de moeite om te bestuderen of het efficiënt is boetes ook te linken aan het inkomen. Een boete van vijftig euro weegt zwaar door voor een kleine gepensioneerde, maar is een peulschil voor een grootverdiener. In Zwitserland en Finland bestaat dat systeem en heeft het effect. Het is dus nuttig te bekijken of dat systeem ook in een Belgische context tot resultaten kan leiden.

 

Wat de acties ook zijn, de bedoeling is dat iedereen een duidelijk signaal krijgt en zijn of haar gedrag aanpast. Ondanks de vele inspanningen scoort ons land, zoals de heer Van den Bergh heeft aangegeven, slecht op het vlak van verkeers­veiligheid. Ik kan en zal niet accepteren dat wij gebuisd blijven. Ik zal ter zake zonder aarzelen voorstellen op tafel blijven leggen, efficiënte voorstellen steunen en acties ondernemen voor meer en betere verkeers­veiligheid. Zoals u evenwel weet, moeten zeven partijen akkoord gaan om een wet goedgekeurd te krijgen.

 

03.05  Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de minister, inderdaad, er is in dit al heel veel gesproken over het puntenrijbewijs. Het is ook niet de eerste keer dat ik hier sta om te vragen wanneer het er komt. Ik hoop wel dat het echt de laatste keer is.

 

Toen het puntenrijbewijs in 1990 werd ingeschreven in de wet in dit land, waren wij een pionier in Europa. Ondertussen zijn er 24 Europese landen waar het effectief is ingevoerd en staan wij nog nergens. Ik hoor dat er een dossier is in de regering. U weet dat Vooruit zal blijven strijden voor veilig verkeer. Wij steunen u daar volop in. Ik roep alle regeringspartners op om die steun ook uit te spreken, om eindelijk werk te maken van de dringende maatregel. Ofwel gaat u de geschiedenis in als de man die het rijbewijs met punten waarmaakte, ofwel moet u uw naam bijschrijven op het lange lijstje verkeersministers die er niks aan hebben gedaan. Ik wens u het eerste toe.

 

03.06  Wouter Raskin (N-VA): Joris, ik denk dat ik het antwoord op uw vraag wel weet.

 

Mijnheer de minister, er zijn systemen in de wereld waarin iedereen hetzelfde loon krijgt. Gelukkig is dat hier niet het geval, gelukkig zijn er hier wel mensen die meer mogen en kunnen verdienen, daarmee de sociale zekerheid onderstutten en de solidariteit in dit land garanderen. We weten allebei waar die mensen vooral wonen.

 

Wanneer stopt het nu eens? Als ik straks met mijn buurman koffie ga drinken, moet ik dan meer betalen voor mijn koffie omdat ik toevallig meer verdien dan hij? Er wordt hier misbruik gemaakt van de verkeersveiligheid om er een ideologische agenda door te rammen en de werkende Vlaming opnieuw langs de kassa te doen passeren. Joris, het spijt mij, maar het resultaat zal zijn dat er geen puntenrijbewijs zal komen.

 

Ik doe dus een oproep aan de collega’s van Open Vld en cd&v om ons confederaal streven en ons pleidooi te steunen om Mobiliteit voor 100 % bij de gewesten te leggen (…)

 

03.07  Jef Van den Bergh (cd&v): Mijnheer de minister, daarnet zei ik al dat de zwaarte van een boete moet afhangen van de zwaarte van de overtreding en van niets anders. Ik vind dat we dat systeem eenduidig en eenvoudig moeten houden.

 

Wat de verkeerscijfers betreft gaf u zelf aan dat we heel slecht scoren. Collega’s, we kunnen hier wel roepen en polariseren, maar we moeten vooral zoeken naar oplossingen. Laten wij daarvoor aan de tafel gaan zitten. Verkeersveiligheid is een moeilijk gegeven. Ik ben al twintig jaar bezig met zoeken naar manieren om de slechte statistieken te verbeteren. Echt goede instrumenten vinden is moeilijk. Wij zijn er echt van overtuigd dat het rijbewijs met punten een goed instrument is. Laten wij aan de tafel gaan zitten om elkaar te overtuigen, zodat we effectief stappen kunnen zetten ten voordele van de verkeersveiligheid.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Nadia Moscufo à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La situation des travailleurs des magasins franchisés" (55003213P)

04 Vraag van Nadia Moscufo aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De situatie van de werknemers van de gefranchisede winkels" (55003213P)

 

04.01  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, ce matin, les travailleurs de Mestdagh se sont mis à l'arrêt et ont bloqué le dépôt de Gosselies. La société Mestdagh a en effet revendu ses magasin à Intermarché.

 

Quelle est la question concrète aujourd'hui pour ces plus de 1 800 travailleurs? "À quelle sauce vont-ils être mangés?" Vont-ils garder leurs frais de transport, leurs chèques repas? Comment sera payé leur travail du dimanche? Hier, le conflit a éclaté. La direction refuse de mettre sur papier que leurs conditions actuelles seront maintenues et garanties.

 

"Comment faire confiance à une enseigne qui vous a lâché et à un repreneur qui ne veut rien mettre sur papier?" disent tous ensemble les syndicats, ce matin.

 

Vous savez déjà que j'ai travaillé 21 ans chez Aldi, dans ce secteur. Vous savez, une caissière-réassortisseuse n'y gagne pas de l'or en barres. C'est un travail très dur! Avant d'être élue députée, je m'étais engagée auprès de mes collègues à continuer à les défendre, à les soutenir et à relayer leurs luttes dans ce Parlement.

 

Ce matin, nous étions, avec une délégation du PTB, au piquet. Que nous ont dit les travailleurs? "Nos acquis sont remis en cause. C'est une perte de revenus de 20 % qui risque de nous tomber sur le dos et nous ne l'accepterons pas!"

 

Ma question est donc claire, monsieur le ministre. En tant que ministre en charge de l'Emploi, de la Concertation sociale et de l'Économie, qu'allez-vous faire pour garantir que ces travailleurs ne voient pas leurs conditions de travail se dégrader?

 

04.02  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la présidente, madame la députée, j'ai déjà eu l'occasion, il y a à peine deux jours en commission, de vous répondre sur ce sujet important des relations et des conditions de travail dans les magasins Mestdagh suite à la reprise de ces magasins par Intermarché.

 

Je pense vous avoir répondu clairement par rapport aux dispositions qui sont applicables en cas de rachat et de transfert d'entreprise, tel que ce fut le cas dans la situation qui nous occupe.

 

La disposition qui s'applique, vous la connaissez bien. Je vous l'ai rappelée mardi: c'est la convention collective de travail 32 bis, qui protège les travailleuses et les travailleurs en cas de transfert conventionnel d'entreprise et leur garantit, bien entendu, le maintien de leurs droits et conditions de travail. C'est effectivement le moins que l'on peut attendre.

 

Je partage comme vous les inquiétudes de ces travailleurs et de ces travailleuses, dans des emplois qui sont difficiles, souvent avec des horaires coupés, avec des rémunérations relativement faibles. C'est la raison pour laquelle, en tant que ministre en charge du Travail, je me suis battu pour augmenter le salaire minimum; parce que c'est cela, aussi, l'action politique! C'est très bien, madame la députée, de relayer des combats, de relayer des luttes; mais l'important, c'est aussi, au sein de ce Parlement, au sein d'un gouvernement, de pouvoir obtenir des avancées, comme l'augmentation historique du salaire minimum.

 

Je le disais: je comprends et je partage les craintes légitimes de chacune et chacun au sein de l'entreprise. Comme je vous l'ai dit mardi, en tant que ministre en charge du Travail, de l'Économie et de la Concertation sociale, ce n'est pas à moi d'aller à la table de négociations, puisque nous ne sommes pas encore dans une économie communiste, planifiée. C'est aux partenaires sociaux du secteur et de l'entreprise de le faire.

 

Mais bien entendu, j'ai la responsabilité de faire en sorte que cette concertation puisse fonctionner. C'est ce que je ferai, puisque j'ai demandé au bureau de conciliation de la commission paritaire de rappeler sa disposition aux partenaires sociaux pour favoriser la reprise du dialogue social et, je l'espère, obtenir un accord clair, précis et engageant pour les travailleurs et les travailleuses. Je vous remercie.

 

04.03  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en réalité, vous êtes donc ministre en charge de l’Économie, de la Concertation sociale et de l’Emploi, mais vous nous annoncez ici que, sous le capitalisme, vous ne pouvez rien faire sur le plan économique, si ce n’est… En ce cas, à quoi sert-il d’avoir un ministre? Il ne s’agit pas de noyer le poisson en invoquant la proposition d’un bureau de conciliation, comme vous l’avez dit mardi.

 

Pour ma part, je ne crois pas que vous soyez privé de pouvoir sous le capitalisme, puisque vous avez gelé les salaires, supprimé la journée des huit heures, étendu les flexijobs, encouragé le travail de nuit et coupé dans les crédits-temps! Pour prendre ces décisions, vous disposiez de compétences, monsieur le ministre, et vous ne vous êtes pas gêné! Vous ne vous êtes pas gêné! Les travailleurs méritent le respect, à plus forte raison quand leur ministre est socialiste.

 

Les travailleuses de Mestdagh ont déjà subi les restructurations à l’époque. Et, à présent, leurs conditions de travail vont être dégradées. Mestdagh est en difficulté, mais les frères Mestdagh sont la quinzième fortune mondiale (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Marie-Christine Marghem à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le ciblage de la réforme fiscale" (55003216P)

05 Vraag van Marie-Christine Marghem aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De doelgerichtheid van de fiscale hervorming" (55003216P)

 

05.01  Marie-Christine Marghem (MR): Madame la présidente, dans l'animation générale de cet après-midi, j'ose poser une question à M. le vice-premier ministre.

 

Monsieur le vice-premier ministre, n'estimez-vous pas que la réforme fiscale que vous projetez est essentiellement à charge des entreprises, comme on peut le lire dans la presse? En effet, dans l'état actuel des discussions, la réforme fiscale reposerait au moins pour deux tiers sur les entreprises via notamment le gel des dispenses de précompte professionnel et la réforme de la déduction des revenus définitivement taxés.

 

Les autres pistes de financement à charge des citoyens ne seraient guère plus réjouissantes: restriction concernant les deuxième et troisième piliers de pension, suppression du quotient conjugal, fin de la déduction des rentes alimentaires, notamment.

 

Ce qui interpelle, c'est qu'on envisage toujours la nécessaire réforme fiscale comme une série de trous à combler par des recettes nouvelles. Dans cet exercice, les contribuables, qu'il s'agisse des entreprises ou des citoyens, qui sont déjà fortement impactés par la crise, devraient, en plus, se laisser vider les poches et être réduits à des catégories de tiroirs-caisses dans lesquels l'État peut puiser indéfiniment. On en oublierait presque l'enjeu, à savoir rendre du pouvoir d'achat aux citoyens dans un des pays les plus taxés au monde. Monsieur le ministre, n'est-on pas en train de se tromper de cibles?

 

Mes questions sont les suivantes: quel est l'état d'avancement de votre proposition de réforme fiscale qui prévoit, enfin, une réduction vigoureuse des charges sur le travail? Allez-vous respecter la date limite du mois de mars? Hormis des taxes compensatoires, envisagez-vous, avec le gouvernement, d'autres formes de financement telles que des réformes ou des diminutions de dépenses?

 

05.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Madame la présidente, madame Marghem, comme vous le savez, la réforme fiscale plus large est un projet sur lequel nous travaillons dur. Notre système fiscal fait peser un poids trop lourd sur nos citoyens et nos entreprises. Une réforme est donc absolument nécessaire. J'ai l'intention d'en faire une véritable réforme allant au-delà de la simple augmentation du pouvoir d'achat des bas salaires. Je veux travailler sur ce que les experts internationaux et nationaux réclament depuis longtemps, à savoir un glissement des charges sur le travail vers le patrimoine et la consommation.

 

Il est donc impératif pour moi que la réforme fiscale ne soit pas considérée comme un moyen de consolider le budget. Pour cela, nous devons nous pencher sur un débat relatif aux tâches essentielles dans lequel nous examinons les réformes des pensions, des soins de santé et du marché du travail.

 

Si vous avez lu attentivement mon épure – je suppose que c'est le cas –, vous savez que mon intention n'est pas de greffer une réforme plus large sur un certain groupe de notre société mais de travailler à une réforme qui fasse avancer tout le monde. Cela demandera du courage. Il est important de considérer la réforme comme un ensemble équilibré non seulement au niveau microéconomique mais aussi au niveau macroéconomique.

 

Je suis convaincu que c'est le seul moyen de rendre notre système fiscal équitable, moderne et plus durable de manière structurelle. Il nous faut avoir un système fiscal qui encourage le travail et l'entreprise et qui les prépare pour l'avenir.

 

05.03  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le vice-premier ministre, merci pour cette réponse. La nécessaire diminution de la fiscalité sur le travail, vous l’avez évoqué, doit se voir selon nous comme l’occasion de revaloriser le travail et d’accroître le taux d’emploi. Je vois que vous y pensez, mais nous allons vous surveiller très attentivement sur ce chantier.

 

En effet, les entreprises et nos concitoyens sont créateurs de richesse et seront nos alliés dans cette réforme. Pour nous, il est indispensable qu’une réforme fiscale puisse être élaborée concomitamment à une réforme du marché du travail – et vous y pensez également. Il nous faut de réelles avancées pour avoir un marché du travail dynamique, efficient et responsabilisant, qui supprime vraiment les pièges à l’emploi encore trop présents dans notre pays.

 

Enfin, il faut également – vous n’en avez pas parlé – envisager une diminution du train de vie de l’État. Nous continuerons donc à marteler ce message en commission et ici même.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Vicky Reynaert aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De beloofde experts voor het onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne" (55003219P)

06 Question de Vicky Reynaert à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Les experts promis pour enquêter sur les crimes de guerre en Ukraine" (55003219P)

 

06.01  Vicky Reynaert (Vooruit): Mijnheer de minister, lichamen in de sneeuw, massagraven in bossen, in puin geschoten huizen, alle stille getuigen van de misdaden uit een oorlog die voortduurt. Landen uit de hele wereld steunen de Oekraïners in hun strijd voor vrijheid, tegen onderdrukking, tegen een dictator en zijn strijd om macht. Maar ze kunnen dat niet alleen.

 

De landen om ons heen sturen wat ze kunnen. Het gaat niet alleen om tanks of wapens, ook andere hulp vertrekt naar het oosten. Materiaal dat men niet heeft, kan men niet sturen, zegt ons ministerie van Defensie. Dat geldt misschien voor tanks, maar zeker niet voor onze forensische experts. Ons land heeft namelijk enorme expertise inzake forensisch onderzoek. Een beetje hulp wanneer er oorlogsmisdaden plaatsvinden, dat beloofden wij een jaar geleden, dat beloofde u hier in de Kamer een jaar geleden. Sindsdien is het wachten.

 

Anderen gingen wel, zoals het ICC en de Nederlandse Marechaussee, maar hier blijft het stil. Met deze snelheid wint men geen oorlog en ondertussen gaat kostbaar bewijs verloren. Ik hoef niemand uit te leggen dat snel onderzoek doen essentieel is om oorlogsmisdaden vast te stellen. Vooruit steunt slachtoffers van oorlogsmisdaden. Geen nieuwe excuses, geen verdere vertragingen, actie is noodzakelijk! Bovendien is langsgaan in Oekraïne en er steun betuigen weinig waard als de hulp niet volgt. Twee maanden geleden was onze premier ter plaatse om nogmaals forensische hulp te beloven. Oekraïne wacht nog steeds, de slachtoffers wachten nog steeds, de nabestaanden wachten nog steeds.

 

Mijnheer de minister, hoelang moeten de slachtoffers nog wachten vooraleer België de beloofde forensische hulp stuurt?

 

06.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Reynaert, ons land heeft zich uitdrukkelijk solidair getoond met Oekraïne en wij hebben ook onze afschuw uitgesproken over de gruwelijkheden die het Russische leger daar begaat. Het is precies daarom dat wij militaire en humanitaire steun verlenen, dat wij een half miljoen euro extra hebben gegeven aan het Internationaal Strafhof en dat wij expertise van de federale politie ter beschikking stellen van Oekraïne. Wij doen dat onder twee voorwaarden: de experten moeten vrijwillig gaan en hun veiligheid moet worden gegarandeerd. Dat laatste wil ik onderstrepen, want het is een belangrijk verschil met Nederland. Daar is de Koninklijke Marechaussee gemilitariseerd, terwijl dat bij ons niet het geval is.

 

Initieel werd gedacht aan ons gespecialiseerde Disaster Victim Identification-team, maar het Internationaal Strafhof liet vrij snel weten dat er vooral nood was aan crime scene investigators om bewijsmateriaal te verzamelen. Wij hebben ons engagement ondertussen vertaald in rules of engagement aangegaan tussen de federale politie en het Internationaal Strafhof, en ik kan u bevestigen dat ons land op dit ogenblik deelneemt aan een internationaal team dat bewijsgaring ter plaatse voorbereidt. Om evidente veiligheids­redenen kan ik daarover geen verdere details geven, maar wij nemen daar dus wel degelijk aan deel. Wij zullen er uiteraard alles aan doen opdat de verantwoordelijken voor de gruwelijkheden in Oekraïne verantwoording zullen afleggen voor de rechter.

 

06.03  Vicky Reynaert (Vooruit): Mijnheer de minister, dank voor uw antwoord. Het is goed nieuws dat er effectief vooruitgang geboekt wordt en dat er experts ter plaatse zijn. Er moeten dringend resultaten komen, want het is vervelend dat slachtoffers en nabestaanden zo lang op onze forensische experten hebben moeten wachten. Dit is zeer belangrijk voor de slachtoffers, want als zij geen bijstand zouden krijgen, worden ze twee keer slachtoffer: een eerste keer door het misdrijf en een tweede keer door de niet-vervolging van de misdadigers. Wij zijn dus verheugd dat er vooruitgang geboekt wordt. Vooruit steunt u om daar verder werk van te maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Kristien Van Vaerenbergh aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het terreurproces” (55003194P)

- Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De vertaling van de stukken op het terreurproces" (55003196P)

07 Questions jointes de

- Kristien Van Vaerenbergh à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le procès des attentats terroristes" (55003194P)

- Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La traduction des documents au procès des attentats terroristes" (55003196P)

 

07.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, twee weken geleden kon ik u al ondervragen over de opeenvolgende incidenten bij het proces over de aanslagen. De terroristen voelden zich geschonden in hun rechten, waarna er maatregelen volgden.

 

Deze week was er opnieuw commotie. De slachtoffers hebben erg lang moeten wachten op het proces en voelden zich al vlak na de aanslagen in de kou gelaten. Zij zijn hier meermaals over komen getuigen in de commissie voor Justitie en ook in de onderzoekscommissie naar de aanslagen. Nu moeten zij bovendien zelf opdraaien voor de vertaling van het dossier dat zij bij hun burgerlijkepartijstelling indienden.

 

Mijnheer de minister, dit proces kost 35 miljoen euro, waarvan 2 miljoen euro wordt gespendeerd aan vertalen en tolken voor dit proces. Elke dag zitten er wel mensen in de zaal die moeten tolken voor de daders, die soms zelfs niet komen opdagen voor het proces.

 

Vandaag verklaarde woordvoerder Hennart in de pers dat de slachtoffers de documenten ook in het Nederlands zouden kunnen indienen. Mijnheer de minister, u weet echter dat de taalwetgeving een gevoelige materie is. De taalwetgeving is immers van openbare orde. Die magistraat verklaart dat wel, maar ik stel mij de vraag of wij dan niet het risico van procedurefouten lopen in dit proces, dat toch het proces van de eeuw is.

 

Mijnheer de minister, ik heb slechts één vraag voor u, eigenlijk dezelfde als twee weken geleden. Had dit niet allemaal voorkomen kunnen worden? Welk antwoord zult u geven aan de slachtoffers? Hoe zult u ervoor zorgen dat de slachtoffers dit proces op een menselijke manier kunnen ondergaan?

 

07.02  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, juridisch gezien is het volledig in orde, geen discussie. Menselijk gezien is dit echter bijzonder pijnlijk en onrechtvaardig voor de slachtoffers. Zij hebben effectief van de griffie het bericht gekregen dat zij alle stukken die in het Nederlands zijn opgesteld om hun schadevordering kracht bij te zetten, moeten laten vertalen naar het Frans. Dat zal dan waarschijnlijk moeten gebeuren op eigen kosten. De daders die terechtstaan, zijn immers totaal onvermogend. Zij zullen deze kosten dus minstens moeten voorschieten, in de hoop die achteraf te kunnen recupereren via een vordering bij het Slachtofferfonds.

 

Mijnheer de minister, dat is onrechtvaardig. In het kader van dit proces is dat werkelijk wereldvreemd ten overstaan van de burgers en zeker ten overstaan van de slachtoffers. Voor de terroristen staat er een heel leger aan pro-Deoadvocaten, tolken en vertalers klaar, allemaal op kosten van de belastingbetaler, allemaal op kosten van de burger, ook van die slachtoffers zelf, want die betalen hier ook belastingen. De slachtoffers zelf worden echter aan hun lot overgelaten.

 

Daarenboven is het vandaag nog steeds niet duidelijk op welke wijze die vertaling moet gebeuren. Moet die gemaakt worden door een beëdigd vertaler of mag die gemaakt worden door eender wie? Dat is allemaal niet duidelijk. Het is dan ook logisch dat er grote consternatie is ontstaan op het proces en dat de slachtoffers bijzonder ongerust zijn.

 

Mijnheer de minister, het Vlaams Belang heeft een eenvoudig voorstel klaar, een voorstel dat heel snel kan worden ingevoerd, juridisch volledig sluitend is en tevens de taalwetgeving respecteert, wat ook niet onbelangrijk is. Geef de griffie de opdracht om alle stukken die in het Nederlands zijn opgesteld te laten vertalen, op initiatief van de griffie, door een vertaler.

 

07.03 Minister Vincent Van Quickenborne: Geachte leden, u weet allemaal dat dit een bijzonder complex proces is, met veel slachtoffers van over de hele wereld. Het federaal parket heeft er bij de voorbereiding alles aan gedaan om de slachtoffers toe te laten het proces ook in eigen taal te kunnen volgen. De 500 pagina’s van de akte van inbeschuldigingstelling werden vertaald. Er zijn dagelijks een tiental tolken aanwezig. Slachtoffers kunnen het proces ook bij hen thuis volgen – we hebben die wet hier in het Parlement goedgekeurd. Dat wordt ook vertaald in verschillende talen. Dat is belangrijk. Er mogen geen taalbarrières zijn die slachtoffers ervan weerhouden het proces ten gronde te kunnen volgen.

 

De voorbije dagen was er inderdaad onduidelijkheid bij heel wat slachtoffers en in de pers, over het al dan niet verplicht vertalen van bepaalde stukken. Ik betreur die onduidelijkheid. Die was immers voor niets nodig. De wet is duidelijk. De taalwetgeving bepaalt dat een proces gevoerd wordt in de taal van beklaagde. Dat is al zo sinds de wet-Coremans uit 1873, herinner u de rechterlijke dwaling en de veroordeling tot de doodstraf van de heren Coucke en Goethals in 1860. De eentaligheidsvereiste geldt echter enkel ten aanzien van officiële processtukken, niet voor bewijsstukken die burgerlijke partijen neerleggen.

 

Ik heb al eerder gezegd dat de veiligheid mijn verantwoordelijkheid is, maar het verloop van het proces is de verantwoordelijkheid van het hof volgens het Gerechtelijk Wetboek. De griffie heeft blijkbaar een brief verstuurd naar de slachtoffers die voor verwarring heeft gezorgd, met de vraag om alle stukken waarmee ze hun schade bewijzen zelf te laten vertalen. Dat is geen wettelijke vereiste, en maar goed ook. De slachtoffers hebben al een lange lijdensweg afgelegd, vaak van lange fysieke revalidatie, van moeizaam mentaal herstel. De lijdensweg werd nog bemoeilijkt door de administratieve mallemolen waarin ze terechtgekomen zijn. Dat ze dan nog eens de bewijsstukken van die lijdensweg op eigen kosten zouden moeten vertalen in de taal van de verdachten, zou te absurd voor woorden zijn. Ik verneem intussen dat de voorzitter van het hof dat gisteren ter zitting ook verduidelijkt heeft.

 

Dat is een goede zaak. Het zijn niet de slachtoffers die voor de vertaling zullen moeten zorgen of voor de kosten zullen moeten opdraaien. Laat dat duidelijk zijn. Ik hoop dat het proces nu opnieuw in alle sereniteit kan worden verdergezet.

 

U hebt mij hier twee of drie weken geleden vragen gesteld over de veiligheid. Ik ben verantwoordelijk voor de veiligheid. Ik heb u gezegd dat ik geen millimeter afwijk van de veiligheidsvereisten die door de politie worden gevraagd en ik blijf daar ook bij. Iedereen heeft het recht om naar de rechter te stappen. We leven immers in een rechtsstaat. Het is evident dat rechters beslissen, maar u weet ook dat wij in beroep zijn gegaan tegen die beschikking in kortgeding. U hebt trouwens gezien dat naaktfouilles in een andere zaak, de zaak van een drugsbaron, wel werden toegestaan. Collega’s, wij houden ons aan de rechterlijke uitspraken, maar als minister zet ik mij ook in voor de veiligheid.

 

Wat de talen betreft, ik heb u geantwoord wat het antwoord diende te zijn, en dat is het.

 

07.04  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, dit is het zoveelste incident en ik hoop dat ik hier binnen twee weken niet opnieuw moet staan voor een volgend incident. U hebt gezegd dat dit absurd is en dat u ervoor zult zorgen, maar dit had voorkomen kunnen worden. De slachtoffers klaagden al lang dat zij in de kou bleven staan en nu was er die brief. Die brief had nooit verstuurd mogen worden. Dit is geen menselijke Justitie.

 

07.05  Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid, het volgende: ik heb niet gezegd dat er niets gebeurd is inzake vertaling. Elke dag staan tolken klaar om te vertalen.

 

U zegt in te staan voor de veiligheid, wat klopt, maar dat de verantwoordelijkheid voor het verloop van het proces bij het hof ligt. U maakt mij echter niet wijs dat één griffier al die slachtoffers heeft aangeschreven met de vraag om alle bewijsstukken te vertalen in het Frans. Iemand moet die opdracht hebben gegeven. Ik hoop dat u dat verder uitklaart. Nogmaals, alleen de slachtoffers hebben rechten, niet de terroristen die heel veel schade hebben veroorzaakt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Christophe Bombled à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L’état d’avancement de la réforme des pensions " (55003212P)

- Jean-Marc Delizée à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions" (55003203P)

- Marie-Coline Leroy à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "Les pensions" (55003214P)

- Wim Van der Donckt à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La concertation sociale sur la réforme des pensions" (55003199P)

- Gaby Colebunders à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "La réforme des pensions" (55003207P)

- Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale, Personnes handicapées, Lutte contre la pauvreté et Beliris) sur "L’état de la situation concernant la réforme des pensions" (55003205P)

08 Samengevoegde vragen van

- Christophe Bombled aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Belirisover "De stand van zaken met betrekking tot de pensioenhervorming" (55003212P)

- Jean-Marc Delizée aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming" (55003203P)

- Marie-Coline Leroy aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Beliris) over "De pensioenen" (55003214P)

- Wim Van der Donckt aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Beliris) over "Het sociaal overleg over de pensioenhervorming” (55003199P)

- Gaby Colebunders aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoede­bestrijding en Beliris) over "De pensioenhervorming” (55003207P)

- Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris) over "De stand van zaken met betrekking tot de pensioenhervorming” (55003205P)

 

08.01  Christophe Bombled (MR): Madame la présidente, madame la ministre, la Commission européenne a donné à la Belgique le 13 janvier comme date limite pour revoir sa copie sur le dossier des pensions, au risque de perdre les fonds européen promis à notre pays. Après négociations, ce délai a été reporté d'un mois. Pour le dire plus clairement, soit le gouvernement propose des éléments de réforme structurels et soutenables en matière de pensions, soit la Belgique perdra une enveloppe de près de 850 millions d'euros. N'en déplaise à certains, cette manne européenne est essentielle. N'oublions pas que de nombreuses instances indépendantes ou internationales nous enjoignent de réformer, entre autres, notre système de pensions.

 

J'aurais tant aimé pouvoir en débattre hier soir avec vous. Malheureusement, vous ne pouviez venir car vous étiez en train de travailler à des propositions. Du coup, je profite de cette séance pour faire le point de la situation.

 

Madame la ministre, il me revient qu'à ce jour, aucune réunion de travail n'a été organisée au gouvernement et qu'aucune proposition concrète de votre part n'est aujourd'hui sur la table. Confirmez-vous cela?

 

Une note du premier ministre avec des pistes de réflexion a été soumise au gouvernement. Elle a au moins le mérite d'exister. Il me semble qu'elle peut servir de base aux discussions. Partagez-vous cet avis?

 

Vu les délais qui nous sont impartis et l'enjeu des 847 millions d'euros, je n'ose imaginer que la Belgique ne propose rien. Quelle date limite vous êtes-vous fixée? Quelle sera la méthodologie utilisée?

 

La Commission européenne estime qu'un effort supplémentaire de 1,3 % du PIB doit être réalisé pour que le système soit soutenable. Travaillez-vous de pair avec votre collègue du Budget afin de formuler des hypothèses qui tiennent la route budgétairement? Pouvez-vous nous rassurer à ce sujet?

 

Enfin, les partenaires sociaux devaient, quant à eux, se pencher sur les volets genre et soutenabilité de la réforme. Où en est-on?

 

08.02  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la présidente, madame la ministre, j’imagine la stupeur qui a dû saisir nombre de pensionnés en lisant leurs journaux ou en écoutant la radio. Il semble que certains veulent rogner, au nom d’une sacro-sainte rigueur budgétaire, l’augmentation des pensions minimales pourtant âprement négociée et coulée dans l’accord de gouvernement et que vous mettez en œuvre avec détermination au fil du temps. Nous entendons cette rumeur qui court et le fait que certains voudraient supprimer l’augmentation prévue en janvier 2024 et qui concerne pas moins de 850 000 pensionnés, celles et ceux qui perçoivent les pensions les plus basses. À titre personnel, je n’ose pas y croire une seule seconde et je sais que vous ne laisserez pas passer une telle ineptie. Cependant, je vous demanderai quand même de rassurer ces centaines de milliers de pensionnés sur leur pension à l’horizon de janvier 2024.

 

Au-delà de cette question, je souhaite revenir sur l’engagement qui est le vôtre de réduire l’écart entre les hommes et les femmes en matière de pensions, sachant qu’il y a un écart de plus de 33 % entre les montants qu’ils et elles perçoivent. Vous avez déjà pris certaines mesures mais celles-ci sont insuffisantes, raison pour laquelle vous voulez en prendre d’autres.

 

Madame la ministre, l’égalité entre hommes et femmes est au cœur de votre réforme. Pouvez-vous nous rassurer et nous dire aussi que la Commission européenne ne va pas mettre à mal les mesures en faveur de davantage d’égalité entre hommes et femmes que vous voulez prendre et que vous avez déjà prises? Concrètement, comment comptez-vous réduire l’écart, le fossé entre les pensions des femmes et des hommes?

 

08.03  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, comme mon collègue l’a dit, nous avons eu l’occasion de débattre hier soir des pensions avec d’autres collègues présents. Rassurez-vous: vous avez bien été représentée par le secrétaire d’État Thomas Dermine. Nous avons ainsi pu discuter de cette pension minimale et avons été rassurés en entendant que, tant pour lui que pour nous, ce n’était pas imaginable.

 

Lors de ce débat, j’ai été interpellée par les réactions des citoyens, en l’occurrence des travailleurs qui ont exprimé leur inquiétude à propos de deux aspects. Tout d’abord, il s’agissait de savoir si, une fois encore, les femmes allaient payer la facture d’une réforme. Il a été ainsi question de cette histoire de travail effectif. Nous avons déjà immunisé le congé de maternité et d’allaitement – un dossier auquel Ecolo-Groen s’est toujours montré extrêmement attentif. Toutefois, ce n’est pas suffisant. Soyons réalistes: si l’on veut éviter que les femmes soient sanctionnées par cette réforme, il faut aller plus loin et reconnaître qu’une période effective doit aussi intégrer les congés parentaux, par exemple. Pour Ecolo-Groen, c’est absolument indispensable.

 

Le deuxième motif d’inquiétude est la question de la pénibilité, qui est ressortie tout au long du débat. Les citoyens nous demandaient: "Comment vais-je faire? Je n’en peux plus et je suis, de toute façon, incapable d’arriver au bout de ma carrière." Madame la ministre, ne pouvons-nous pas nous inspirer de systèmes déjà en vigueur dans la fonction publique? Je pense notamment aux régimes préférentiels. Pouvons-nous les étendre à l’ensemble des travailleurs et enfin élaborer une méthode qui permettrait à chacun d’achever sa carrière de manière digne et (…)

 

08.04  Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de minister, het is al een tijdje geleden dat ik u nog eens een vraag over de pensioenen kon stellen. Ik veronderstel dat u van die tijd nuttig gebruik hebt gemaakt om hard te werken en vandaag eindelijk nog eens met concrete antwoorden te komen.

 

Uw regeerakkoord is zeer duidelijk, er komt een pensioenhervorming om de vergrijzingkosten te beheersen. Laat ons eerlijk zijn, tot op heden is er op dat vlak nog niets concreets gebeurd. U hebt dat dossier geparkeerd bij de sociale partners. Ondertussen kijkt ook de Europese Commissie mee en wordt de 850 miljoen euro Europees relancegeld gekoppeld aan een doorgedreven pensioenhervorming, die in de toekomst minstens budgetneutraal moet zijn.

 

Als we de kranten mogen geloven, bestaat er binnen uw regering onenigheid over de invulling van dat begrip. Uw partij, de PS, houdt vast aan de pensioendeal van juli 2022, die meer kost dan hij opbrengt. Volgens andere stemmen blijkt dat de Europese Commissie die budgetneutraliteit ent op de algehele pensioenhervorming die moet gebeuren, met inbegrip van de verhoging van de minimumpensioenen.

 

Mevrouw de minister, ik heb een aantal concrete vragen. Verschaf ons nu eindelijk eens duidelijkheid. Wat vraagt de EU precies van u? Kwam de regering recent nog samen om die pensioenhervorming te bespreken? Klopt dat het aanpassingen met betrekking tot de perequatie, de toegang tot het vervroegd pensioen en de preferentiële regimes op tafel liggen?

 

Wij horen uw coalitiepartners ook aandringen op urgentie. Ik heb echter de indruk dat u en uw partij met de verhoging van de minimumpensioenen het werk als voltooid beschouwen en het dossier van de betaalbaarheid doorschuiven naar de volgende generatie werkenden. Klopt dat? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

08.05  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, herinnert u zich de verkiezingen van 2019 nog? Er was toen één thema dat over alle tongen rolde, namelijk dat van de pensioenen. De PVDA, de vakbonden en het middenveld zagen snel dat de eisen rond het minimumpensioen van 1.500 euro al door veel partijen in dit halfrond werden overgenomen. De vivaldiregering kon bij haar regeringsverklaring dan ook niet anders dan zeggen dat de minimumpensioenen systematisch opgetrokken zouden worden. We kunnen discussiëren over de manier waarop dat gebeurt, maar uiteindelijk loont de strijd.

 

We horen nu echter dat bepaalde regeringspartijen zich opmaken voor een vestzak-broekzakoperatie, waarbij wat bij het pensioen erbij is gekomen aan de andere kant weer wordt weggehaald. Men haalt daarvoor het excuus aan dat Europa een budgetneutrale pensioenhervorming oplegt. Voor de liberalen kan dat maar één ding betekenen, namelijk besparen en afbreken, terwijl onze pensioenen al veruit tot de laagste van West-Europa behoren.

 

Mevrouw de minister, ik denk dat we net meer moeten investeren in de pensioenen. Mensen die gedurende hun loopbaan hard gewerkt hebben, moeten een degelijk pensioen krijgen. Slecht nieuws echter, want de eerste reacties van de vivaldipartijen gingen alle richtingen uit, maar nu voeren zelfs Groen, Vooruit en cd&v de druk op om toe te geven aan premier De Croo om toch maar op de pensioenen te besparen.

 

Welke maatregelen zult u nemen? Zit de verhoging van de minimumpensioenen mee in de budgetneutraliteit? Is dit het standpunt van de voltallige regering?

 

08.06  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, niet voor het eerst en ook niet voor het laatst dring ik hier aan op een grondige pensioenhervorming. Het heeft mij in het verleden al boze blikken en soms zelfs boze telefoontjes opgeleverd. Een pensioenhervorming is echter nodig om ervoor te zorgen dat onze pensioenen, zowel de huidige als de toekomstige, betaalbaar blijven. De Europese Commissie eist een budgetneutrale hervorming om de betaalbaarheid van ons pensioensysteem op lange termijn te waarborgen. Als wij daar niet tijdig in slagen, dan dreigen wij 850 miljoen euro van de eerste schijf van het relancegeld te mislopen. Voor onze partij is het cruciaal dat u dat niet laat gebeuren, mevrouw de minister, zeker gelet op de budgettaire toestand van ons land. Wij kunnen dat geld vast en zeker wel gebruiken.

 

Een grondige pensioenhervorming is niet alleen noodzakelijk om de huidige en toekomstige pensioenen te garanderen, die hervorming is ook mogelijk. Wij geloven er alvast in. We hebben er zelf ook al voorstellen voor uitgewerkt. In de Kamer dienden we onder meer een resolutie in. Daarin formuleren wij voorstellen om tot een betaalbaar en duurzaam pensioensysteem te komen dat ook zorgt voor een degelijk, goed pensioen voor iedereen. We willen niet dat mensen minder pensioen krijgen, we willen garanderen dat ze een goed pensioen krijgen. We formuleren voorstellen over bijvoorbeeld de afschaffing van de voordelige stelsels voor ambtenaren, maar ook over het ziektepensioen, waardoor mensen ongewild op pensioen worden gesteld, over een correctie afhankelijk van de pensioenleeftijd, over een aanvullend pensioen voor iedereen en over een sterkere beloning voor wie langer werkt. Al die maatregelen staan in onze resolutie, met nog veel andere.

 

Mevrouw de minister, hoe wilt u de pensioenen hervormen en wanneer krijgen wij uw concrete voorstellen te zien in de regering en in het Parlement? Hebt u intussen ook al de gevraagde voorstellen van de sociale partners gekregen?

 

08.07  Karine Lalieux, ministre: Mesdames et messieurs les députés, je vous remercie pour vos questions qui me permettent de faire un petit état des lieux des travaux en cours.

 

Cela en étonnera peut-être certains mais je ne négocie pas la réforme des pensions sur les plateaux de télévision ou dans les médias, tout comme je ne commente pas chaque article de presse.

 

Je vais sûrement en décevoir beaucoup dans cet hémicycle car je ne vais pas vous dévoiler la teneur des discussions en cours ni faire de grandes annonces. Je peux néanmoins vous rassurer sur le fait que des discussions sont en cours.

 

Monsieur Bombled, vous savez que les discussions sont en cours au sein du gouvernement. Nous avons pris l'engagement d'atterrir en matière de pensions ce mois-ci. Cet engagement a été pris avec le premier ministre et vous savez également que nous avons un ministre des Pensions pour les indépendants, M. Clarinval, qui est de votre parti. Si vous jugez que ces engagements et ces négociations doivent être conclus sur un plateau de télévision, nous n'avons clairement pas la même vision de la politique.

 

Aboutir à un accord équilibré demande du travail dans la discrétion avant de s'expliquer au Parlement et puis dans les médias. Je travaille pour obtenir une réforme juste pour l'ensemble des travailleurs de ce pays. Je le fais main dans la main avec le administrations, le Bureau du Plan, les partenaires du gouvernement afin de trouver les réponses justes au défi de notre société.

 

Mijnheer Van der Donckt, het sociaal overleg is voor mij zeker belangrijk. Sinds vorige zomer werkt men hard aan het opmaken van een globale visie over pensioenen. De antwoorden werden verwacht tegen einde vorig jaar, maar men vroeg wat uitstel. Wij hopen deze maand een antwoord te krijgen op de vragen die we stelden en die we u al vaak hebben toegelicht.

 

Mijnheer Colebunders, wat de Europese Commissie verwacht, is wat wij de burgers hebben beloofd. De mijlpaal van het relanceplan voorziet in maatregelen die solidariteit en verzekering versterken en convergentie garanderen, zowel bij prestatie als bij financiering, en gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Deze thema’s zijn voor ieder van ons belangrijk.

 

Je rappelle aussi, monsieur Bombled, que la Commission européenne n'a fixé aucun chiffre et n'a pas à fixer un chiffre d'économies pour la Belgique.

 

Monsieur Delizée, je peux vous rassurer. Nous ne reviendrons pas sur l'accord du gouvernement. Nous avons pris l'engagement ferme de relever progressivement les allocations les plus basses, dont la pension minimum, jusqu'en janvier 2024 et il faut rassurer l'ensemble des pensionnés. Il n'y aura donc pas de discussion sur ce sujet tant que les socialistes seront au gouvernement et j'ai entendu certains autres partis qui étaient sur la même longueur d'onde.

 

Quant à la pension des femmes, madame Leroy, là aussi j'ai un message à celles et ceux qui répandent des fake news à longueur de journée dans les médias. Non, nous n'avons pas réduit la pension des femmes et encore moins augmenté l'écart entre les pensions des femmes et celles des hommes. Nous avons fait exactement le contraire.

 

Le relèvement de la pension minimum a permis d'augmenter de 35 % le revenu de 500 000 femmes dans ce pays. Le relèvement de la GRAPA a permis de revaloriser le revenu de 70 000 femmes dans ce pays. J'ai modernisé la protection des jeunes veuves pour qu'elles ne soient poussées ni vers l'inactivité, ni vers la pauvreté. J'ai ouvert pour la première fois avec le ministre en charge des Indépendants l'accès à la pension minimum aux conjointes aidantes et aux gardiennes d'enfants. Dans la réforme de cet été, nous avons introduit un mécanisme de revalorisation du travail à temps partiel.

 

Madame Leroy, vous voyez que les femmes ne sont pas oubliées et vous pouvez compter sur moi pour continuer à travailler sur la réduction des inégalités.

 

Un mot encore sur l'accord de juillet; le gouvernement a pris l'engagement de le réévaluer après le rapport du Bureau du Plan. C'est ce qu'on est en train de faire et c'est ce que le premier ministre vous a déjà expliqué ici, me semble-t-il, deux fois depuis le mois de janvier. Alors, oui, il y aura des corrections sur l'accord de juillet, notamment sur les mesures de travail effectif et les périodes assimilées comme je l'ai entendu à l'instant, ainsi que des mesures complémentaires pour garantir un équilibre budgétaire, comme nous nous y étions engagés. C'est l'engagement de l'ensemble du gouvernement.

 

08.08  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je suis un peu comme Sœur Anne, je ne vois rien venir… Je constate néanmoins que, comme le MR, l'Open VLD et le cd&v réclament, à juste titre, que le dossier de réforme des pensions soit pris à bras-le-corps. Même votre parti frère, Vooruit, attend de vous des propositions sérieuses.

 

Le coût du vieillissement n’est pas à prendre à la légère: à la grosse louche, il s’élève à un milliard d’euros en plus chaque année. Alors, oui, il était important de revaloriser les pensions, et vous l’avez fait. Mais aujourd’hui, il est sérieusement question de faire mieux correspondre la pension avec la carrière effective et de rapprocher les régimes de pension des salariés, des fonctionnaires et des indépendants.

 

Il faut mettre fin à certains régimes avantageux s’ils ne se justifient plus. Et surtout, il faut garantir la pérennité de notre régime de pension à long terme, pour une maîtrise des dépenses. La situation est préoccupante et nous attendons de vous, madame la ministre des Pensions, que vous preniez vos responsabilités.

 

08.09  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Si le dossier de la réforme des pensions était un dossier facile, cela se saurait depuis longtemps. Dès lors, il est facile de clamer des slogans, mais la réalité est quelque peu plus complexe.

 

Merci en tout cas d’avoir confirmé qu’il n’y aurait pas de remise en cause de l’accord de gouvernement sur la revalorisation des pensions minimales en janvier 2024. Toutefois, ce n’est pas le député Delizée qu’il faut rassurer, mais bien les centaines de milliers de retraités concernés.

 

Merci également d’avoir confirmé la volonté de poursuivre dans la voie de la réduction des inégalités entre hommes et femmes. Certes, il faut un système soutenable et vous y travaillez avec le gouvernement et ses partenaires.

 

Nous refusons le principe d’une austérité budgétaire qui empêcherait les mesures de réduction des inégalités que vous avez envisagées et que vous proposez. Nous vous soutenons bien entendu dans cette voie-là. (…)

 

08.10  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je veux bien que l'on parle de maîtrise budgétaire, mais il est ici surtout question des pensions, de la vie après le travail. Il faut donc s'exprimer décemment quand il s'agit de pensions, et éviter de parler uniquement de budgets et d'ajustements budgétaires. Je vous rejoins complètement sur cette question.

 

Pour ce qui concerne la pension minimale, nous sommes tranquillisés puisqu'il n'y sera pas touché. C'est une bonne chose! On reste sur la lignée d'une augmentation, et c'est très bien.

 

Quant à l'effectivité et les périodes assimilées, je vous rassure en vous disant que vous avez deux alliés. Vous avez, en effet, le soutien d'Ecolo-Groen. Ce débat est extrêmement important pour nous, mais aussi et surtout pour toutes les femmes concernées.

 

En ce qui concerne la pénibilité, il y a des aménagements de fin de carrière, même s'il y a encore du travail sur la planche. Je ne doute pas que nous pourrons encore mener ce travail ensemble, madame la ministre. Je vous remercie.

 

08.11  Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de minister, het siert u dat u het debat hier in de Kamer wenst te voeren. Het is ooit anders geweest. Ik herinner mij nog september 2021, toen u uw grootse hervormingsplannen via de pers kond deed. Maar goed, u kunt er maar uit leren.

 

Het is ondertussen vijf na twaalf, wij zijn tweeënhalf jaar verder. De Europese Commissie heeft berekend dat de maatregelen die tot op heden genomen zijn, de pensioenfactuur enkel zwaarder hebben gemaakt.

 

Toen ik u vroeg wat de Europese Commissie nu van u verwacht, antwoordde u niet op mijn vraag. Ik zal er zelf op antwoorden. Zij verwacht van u compenserende maatregelen ter waarde van 1,2 % van het bbp, om te komen tot budget­neutraliteit. U komt slechts op een fractie van het percentage dat nodig is om de betaalbaarheid van de pensioenen te garanderen.

 

Mevrouw de minister, de toekomstige gepensioneerden zijn jullie gemorrel in de marge en de schaduwgevechten tussen de regerings­partijen meer dan beu. Zij willen zekerheid voor hun pensioen naar werken. Dat geldt voor iedereen. (…)

 

08.12  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, men moet niet alles geloven wat in de pers komt, want dat is fake news. Maar het enige nieuws dat ik krijg, komt via de pers!. Wij zitten al ik weet niet hoelang te wachten op dit dossier!

 

Komaan, mevrouw de minister, het fake news in de pers komt wel van uw eerste minister. Uw eerste minister zegt dat het budgetneutraal moet zijn, dat Europa u het mes op de keel zet. Maar wie is Europa? Staan wij tegenwoordig onder curatele, of zo?

 

Mevrouw de minister, als de regering eindelijk stopt de sociale zekerheid te ondermijnen, zijn de pensioenen perfect betaalbaar. Een fatsoenlijk pensioen is een maatschappelijke keuze. Geef de mensen die de rijkdom hebben vergaard eindelijk een fatsoenlijk pensioen. Breek uw hoofd daar eens over!

 

08.13  Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, eerst het goede nieuws: we leven alsmaar langer. Dat betekent echter ook dat wij meer middelen moeten voorzien om die pensioenen te betalen, ook op lange termijn. Wij moeten de mensen op dat vlak kunnen geruststellen. Daarom moeten wij zorgen voor een pensioenhervorming, zodat mensen terug op beide oren kunnen slapen, zodat niet alleen zij nu maar ook hun kinderen en kleinkinderen een deftig pensioen kunnen krijgen.

 

Mevrouw de minister, het is geen probleem als u niet wilt dat de debatten worden gevoerd op tv. Ik heb dat ook niet gedaan. Ik heb mijn vraag ingediend in de commissie. Laten wij dat debat dan hier in het Parlement voeren, waar het thuishoort.

 

Wij kunnen dat debat echter slechts voeren als er iets klaar is, als er een hervormingsplan is waarover wij kunnen debatteren. Dat is waar cd&v op aandringt. Zorg ervoor dat die hervorming er komt. Die hervorming is broodnodig, niet alleen om ervoor te zorgen dat wij die 850 miljoen niet mislopen, maar ook om ervoor te zorgen dat wij de mensen kunnen geruststellen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Vanessa Matz à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "L’absence de moyens supplémentaires pour la police fédérale" (55003201P)

09 Vraag van Vanessa Matz aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het uitblijven van bijkomende middelen voor de federale politie" (55003201P)

 

09.01  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la ministre, hier, nous avons été, et je pense que les policiers l'ont été aussi, particulièrement choqués par ce qui s'est passé en commission de l'Intérieur. Nous débattions d'un texte, d'une résolution sur les moyens à octroyer à la police judiciaire, suite à différentes auditions que nous avons eues avec ses représentants, mais aussi avec des magistrats, qui avaient tiré la sonnette d'alarme.

 

Plusieurs textes étaient déposés sur la table, émanant du PS. La N-VA avait également déposé des textes similaires. La proposition a été faite de travailler à quelque chose de commun, afin d'associer tout le monde pour que nous puissions aboutir au meilleur texte possible. Plusieurs partis étaient demandeurs sur la question.

 

Quelle ne fut pas notre surprise, notre désarroi, de constater que plusieurs membres de votre majorité se sont exprimés en disant qu'au fond, ce travail ne servait à rien, puisqu'il n'y aurait pas un euro de plus pour la police judiciaire et pour la police tout court. Je vous avoue que les bras m'en sont tombés! Passe encore pour moi, mais je pense à ceux qui, tous les jours, assurent notre sécurité. Effectivement, cela va beaucoup plus loin.

 

Tous les jours, j'entends dans les médias, ici, des membres de la majorité, quels qu'ils soient, dire que cela ne va pas et qu'il faut des moyens complémentaires pour cette police judiciaire, pour lutter contre le grand banditisme, pour lutter contre la drogue.

 

Au moment où nous pouvons travailler ensemble, on nous dit qu'il n'y aura pas un euro de plus pour la police judiciaire.

 

Madame la ministre, bas les masques! Je voudrais qu'ici, vous nous disiez s'il entre effectivement dans vos intentions de ne pas ajouter de moyens complémentaires à cette police qui est au bord de l'asphyxie et qui rapporte, vous le savez, énormément d'argent à l'État. Je vous remercie.

 

09.02  Annelies Verlinden, ministre: Chers collègues, madame Matz, vous brossez une image selon laquelle le gouvernement ne veut pas investir dans la police et ne le fera pas. Sachez toutefois, madame, que la sécurité est notre bien le plus précieux. C'est précisément pour cette raison que ce gouvernement investit plus que jamais dans la police et dans bien des moyens complémentaires.

 

Je laisserai la police dans une meilleure situation qu'elle ne l'était quand je l'ai trouvée. Je l'affirme avec une grande conviction, parce que la police est déjà en meilleure forme aujourd'hui qu'il y a deux ans et demi. En 2021 comme en 2022, nous avons recruté plus de 1 600 inspecteurs supplémentaires. À la fin de la législature, notre police fédérale comptera un effectif net de 1 000 collaborateurs supplémentaires dont 400 pour les PJF.

 

Nous avons en outre investi des millions dans des équipements tels que des bodycams, du matériel informatique et des voitures, entre autres. Nous avons lancé le projet "i-police". L'accord sectoriel a bien été confirmé et a notamment validé une augmentation salariale moyenne de 5 % pour nos policiers.

 

Mais d'autres efforts vont aussi être déployés pour rendre le métier de policier plus attractif avec des possibilités de formation et des carrières attrayantes. Nous avons conclu des accords clairs avec la direction de la police concernant des domaines où des ressources supplémentaires seront mobilisées dans les années à venir. Ceci n'est qu'un bref aperçu de tout ce que nous avons déjà investi et cela montre que ce gouvernement fédéral est bien aux côtés des policiers.

 

Un important travail a donc déjà été effectué. Je ne dis pas cela pour vous prouver que vous avez tort, mais parce que je veux pouvoir regarder tous les citoyens de notre pays et les policiers droit dans les yeux et leur dire avec conviction que je fais tout ce que je peux pour assurer aussi bien que possible leur sécurité.

 

Y sommes-nous déjà? Notre travail est-il terminé? Non! Mais le changement est en marche. Il faut continuer sur cet élan. Ces réalisations ne sont toutefois pas une évidence. Le recrutement de 1 600 policiers chaque année ne se fait pas tout seul. Pourquoi ces chiffres sont-ils difficiles à atteindre? Parce que le travail de policier n'est pas un métier facile. Cela est dû aussi à la pénurie et à la concurrence sur le marché du travail. De plus, il n'est pas facile d'être policier dans cette société complexe. Mais cherchons ensemble, de manière constructive, les moyens de continuer à renforcer la police. Je vous assure que nous allons continuer à investir des moyens supplémentaires dans notre police.

 

09.03  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la ministre, permettez-moi de ne retenir que votre dernière phrase: "Nous allons continuer à investir des moyens supplémentaires dans notre police." Les membres de votre majorité n'étaient-ils pas bien informés? Ou bien on nous fait croire ici que l'on va continuer à investir alors qu'on sait bien au fond qu'on ne le fera pas. Pourquoi ne pas permettre alors au Parlement, à tous les partis, d'être autour de la table pour déterminer ce qui est le mieux pour cette police? C'était en tout cas la volonté de la commission.

 

Pour la plupart, vous avez rappelé des choses que vous avez déjà faites. Pourquoi des textes sont-ils actuellement déposés, notamment par le PS, si effectivement tout a été fait? Je vous avoue que je ne comprends pas. Pourquoi demander des moyens complémentaires alors que tout aurait été fait? Nous avons par ailleurs une résolution sur les cryptomonnaies assortie d'une demande de moyens complémentaires pour la police judiciaire.

 

Il faut simplement assurer la cohérence. (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Raoul Hedebouw à Annelies Verlinden (Intérieur, Réformes instit. et Renouveau démocratique) sur "Le renouveau politique et le financement des partis politiques" (55003220P)

10 Vraag van Raoul Hedebouw aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De politieke vernieuwing en de financiering van de politieke partijen” (55003220P)

 

10.01  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wat is dat voor gedoe in België met de partijfinanciering? Dat is money, money, money! Voor de gepensioneerden van het land hebben we geen geld. Voor de openbare diensten hebben we geen geld. Voor de lonen van de werknemers hebben we geen geld. Voor de big business, voor de politieke partijen, hebben we echter wel geld, 80 miljoen euro per jaar! Gewoon zuigen aan de papfles. Dat is niet te doen, die politieke partijen.

 

C'est incroyable qu'on laisse faire cela! Mais quand on veut avoir un débat sur la question du financement des partis…

 

Als men daarover een debat wil voeren in het Parlement, dan zoekt men snel een lokaaltje waar er geen camera’s zijn. Dan kan niemand het debat volgen. De PVDA zal het debat hier open en bloot voor het hele volk voeren. Uiteraard doen we dat. Politieke partijen krijgen in België veel te veel geld.

 

Mevrouw de minister, hoe kan het dat politieke partijen in België vier keer meer krijgen dan in Nederland en zes keer meer dan in Frankrijk? U zegt allemaal dat het zo niet langer kan, maar zelf duwt u lustig op de knopjes van de jackpot en alles gaat in de pocket. Zo kan het niet langer doorgaan.

 

J'entends qu'au niveau politique, ça bloque même du côté de M. Magnette et de M. Bouchez. M. Bouchez est le premier à dire que les chômeurs sont des profiteurs mais quand c'est pour sa propre poche: 80 millions d'euros!

 

Mevrouw de minister, mijn vraag is duidelijk. De PVDA stelt voor om de dotaties te halveren. Wat vindt u van dit uitstekend idee?

 

10.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Hedebouw, ik ben het met u eens dat de partijdotaties in ons land gul zijn, te gul misschien, en dat ze verlaagd moeten worden. Ik ben het ook met u eens dat de partijfinanciering hervormd moet worden, al heb ik daar andere motieven voor, want partijen die vastgoedbedrijven worden of een hoofdsponsor van Facebook zijn, dat kan volgens mij de bedoeling niet zijn. Hoe kan dat beter?

 

Avant toute chose, permettez-moi de préciser que le financement des partis par l’autorité est quelque chose de sain. Si nous acceptons un financement étendu à l’argent privé, nous nous retrouverons dans des situations où des entreprises, de grands capitaux, les Russes et même les Chinois seront les sponsors de nos partis. Dans des pays comme l’Allemagne, les Pays-Bas et la France, les citoyens riches ont déjà davantage voix au chapitre grâce à ce système. Cela peut affecter notre démocratie. C’est donc totalement indésirable.

 

Een politieke partij moet haar democratische taak kunnen uitoefenen en daar is een basisbedrag voor nodig. Dat betekent middelen voor een goede studiedienst, voor opleiding en coaching, om met kandidaten en verkozenen samen te werken, samen beleid te ontwikkelen en te werken rond inhoud. Mijnheer Hedebouw, het half miljoen dat uw partij, de PVDA, jaarlijks besteedt aan Facebook, zou u bijvoorbeeld ook daarin kunnen investeren.

 

Ten derde, de middelen moeten wel goed besteed worden. Er moet meer controle komen op waar ze naartoe gaan. Het Vlaams Belang en de N-VA staan in de top drie van heel Europa op het vlak van belastinggeld uitgeven aan Facebook­propaganda. Ik pleit voor een plafond op uitgaven voor propaganda op sociale media, voor duidelijke afspraken en transparantie over hoe partijgeld besteed moet en mag worden. Dus ja, collega Hedebouw, de partijfinanciering zal hervormd worden, maar wel op een manier die de democratie ten goede komt. Ik kijk uit naar de laatste hoorzittingen in het Parlement en ik zal dit debat verder aandrijven.

 

10.03  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la ministre, mesdames et messieurs de l'ensemble des partis traditionnels, le peuple vous voit! (Protestations sur les bancs du PS) Bien sûr, le peuple vous voit! On aime le pognon au PS! (Nouvelles protestations sur les bancs du PS)

 

Mesdames et messieurs du PS, si des hauts salaires prémunissaient les élus de la corruption, le PS le saurait! Nous n'avons donc pas de leçon à recevoir en la matière.

 

Nous débattons maintenant des rentrées financières des partis, et vous voulez que nous discutions des dépenses?

 

Je demande à tous les partis, y compris au PS, s'ils sont d'accord de diminuer les dotations de moitié. La réponse est "non". C'est scandaleux!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Kim Buyst aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De energieprijzen en de voorschotfacturen" (55003218P)

- Marianne Verhaert aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De onmiddellijke verlaging van de voorschotfactuur bij dalende energieprijzen" (55003206P)

11 Questions jointes de

- Kim Buyst à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les prix de l’énergie et les factures d'acompte" (55003218P)

- Marianne Verhaert à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La réduction immédiate de la facture d’acompte en cas de baisse des prix de l’énergie" (55003206P)

 

11.01  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, u zult het met mij eens zijn dat het vandaag voor de consument niet evident is om in te schatten welk bedrag hij of zij moet betalen als voorschot op de energiefactuur. Het is heel belangrijk om dat goed in te schatten omdat men dan niet voor verrassingen komt te staan bij de eindafrekening. Vorig jaar werden gezinnen murw geslagen met hoge voorschotfacturen om voldoende marge in te bouwen voor de verwachte prijsstijgingen. Vandaag leest diezelfde consument wat beter nieuws in de pers. De prijzen staan immers op hetzelfde niveau als vlak voor de Russische inval. Dan kan ik begrijpen dat het gevoel begint te heersen dat de energiecrisis voorbij is. De consument begrijpt niet dat hij dat niet ziet in het bedrag dat hij elke maand moet betalen. We moeten voorzichtig blijven. We mogen de mensen geen blaasjes wijsmaken. De energiecrisis is niet gedaan. We mogen echter wel van energieleveranciers verwachten dat ze met die lagere energieprijzen rekening houden in de voorschotfactuur.

 

Consumenten beschermen is voor Ecolo-Groen een prioriteit. Ook u hebt al initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat de consument meer grip krijgt op zijn factuur, door bijvoorbeeld te hoge voorschotfacturen lager te kunnen laten zetten. Voor de wetswijziging van vorig jaar kon dat niet. Dat kan vandaag wel.

 

Vandaag lijkt het alsof de energieleveranciers wel heel afwachtend zijn om hun voorschotbedragen te laten dalen.

 

Op welke manier zal de consument beschermd worden?

 

Op welke manier zullen we ervoor zorgen dat de lage energieprijzen meteen door onze gezinnen gevoeld worden?

 

11.02  Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, ik kom wekelijks mensen tegen die klagen over hun absurd hoge elektriciteits­factuur, over hun absurd hoge gasfactuur. Als ik die bedragen hoor, het is terecht dat ze klagen.

 

Vandaag horen wij echter eindelijk goed nieuws. De prijzen van elektriciteit en gas dalen eindelijk. Ik las in de krant dat wie vandaag een contract afsluit, 25 % minder betaalt dan in het begin van vorige maand. Dat is uiteraard goed, maar we zijn er nog niet. De mensen voelen het nog niet in hun portefeuille, want de bedrijven en burgers zien dat nog niet op hun maandelijkse factuur. De voorschotfacturen blijven even hoog als in de periode toen de prijzen de pan uit swingden. Toen de prijzen stegen konden de voorschotfacturen niet snel genoeg stijgen. Maar nu de marktprijzen eindelijk dalen, horen of zien wij die leveranciers niet, de facturen blijven even hoog.

 

Collega’s, what goes up, must go down. Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, u hoort ongetwijfeld ook dergelijke verhalen. Wat kunt en zult u daaraan doen?

 

11.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Buyst, mevrouw Verhaert, wij worden vandaag inderdaad nog steeds geconfronteerd met hoge prijzen. Het zijn echter niet meer dezelfde hoge prijzen als tijdens de zomer, september, oktober en november van vorig jaar. Wij hebben toen allemaal de krantenkoppen gezien die alarm sloegen en stelden dat de jaarafrekening 10.000 euro zou kunnen bedragen.

 

Vandaag zien wij een dalende lijn en vraagt iedereen zich af wat er zal gebeuren met zijn voorschotfactuur. Uiteraard is het voor elke energieconsument van belang dat de voorschotten die elke maand betaald worden, zo goed mogelijk de eindafrekening weerspiegelen, niet te veel, niet te weinig, zoveel mogelijk in lijn. Dit wil zeggen dat als de prijzen in dalende lijn gaan, als verwacht wordt dat de eindfactuur lager zal uitvallen, die voorschotten daaraan aangepast moeten worden.

 

We hebben de consument al meer grip gegeven op die factuur door de wet aan te passen en daarin in te schrijven dat men zijn voorschotbedrag op elk moment zelf kan wijzigen. Wij willen echter dat de consument nog meer grip krijgt op die factuur en daarom hebben de staatssecretaris voor Consumentenbescherming, mevrouw Bertrand, en ikzelf de leveranciers deze week gezien en tegen hen gezegd dat de prijsdaling moet worden gereflecteerd op de factuur. Ze zijn met ons akkoord gegaan, hebben hun klantendiensten op de hoogte gebracht en alles klaargezet om ervoor te zorgen dat de groep die het meest kwetsbaar is, namelijk de groep die toen de prijzen het hoogst waren, tussen augustus en november, alleen maar een variabel contract kon sluiten, die dalende prijs op heel korte termijn in zijn voorschotten weerspiegeld ziet.

 

Deze regering, de staatssecretaris voor Consumentenbescherming en ikzelf als minister van Energie staan aan de kant van de consument die grip moet krijgen op zijn factuur.

 

11.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mevrouw Buyst, mevrouw Verhaert, de prijzen op de energiemarkt dalen inderdaad. Ik ben het met u eens dat die daling zichtbaar moet zijn op de voorschotfactuur van de mensen. Zoals mijn collega net zei, heb ik deze week samengezeten met haar en met de energieleveranciers en ik heb de indruk dat de energieleveranciers het hebben begrepen. We hebben beslist dat de energieleveranciers nieuwe verbintenissen moeten aangaan. We zullen dat via een protocol doen, want dat gaat veel sneller dan via wetgeving. We willen immers dat de consument snel geholpen wordt.

 

Wat staat er precies in dat protocol? Een gemeenschappelijke ambitie, namelijk het budget van de consumenten onder controle houden, zonder verrassingen bij de eindafrekening. Wat betekent dat concreet? Op korte termijn zullen de energieleveranciers zelf voorschotverlagingen voorstellen via gepersonaliseerde communicatie aan consumenten voor wie dat nodig is, zoals de mensen die een contract hebben afgesloten tussen augustus en oktober 2022, toen de prijzen het hoogst waren. De energieleveranciers zullen de voorschotfacturen ook snel aanpassen voor de mensen die minder verbruiken en die dat aangegeven hebben. Op lange termijn – want we kijken ook naar de toekomst – gaan zij ook nieuwe verbintenissen aan. Om de vier maanden gaan zij proactief op zoek naar alle consumenten die een voorschotaanpassing nodig hebben.

 

De doelstelling, die ik volledig steun, is toewerken naar een zo realistisch mogelijke voorschotfactuur. Dat is essentieel om verrassingen op de eindfactuur te vermijden. Omgekeerd is het ook niet de bedoeling dat de consument bank speelt voor de leverancier. Wat zien wij vandaag bij de eindafrekeningen? Uit cijfers van de vijf grootste leveranciers blijkt dat de helft van de consumenten een stukje terugkrijgt omdat hun voorschotten te hoog waren en dat de andere helft moet bijbetalen wegens te lage voorschotten. Dat bij te betalen bedrag is vaak hoog. Die cijfers maken duidelijk dat een realistisch voorschot cruciaal is. Een consument met een erg lage voorschotfactuur krijgt op het eind van het jaar alsnog een hoge eindafrekening. Sommige consumenten komen in een situatie van afbetalingsplannen boven op de nieuwe facturen. Dat aantal afbetalingsplannen is momenteel in stijgende lijn. Dat moeten wij absoluut op alle mogelijke manieren proberen te vermijden, want dat zijn vicieuze cirkels.

 

Tot slot hebben wij nog eens gehamerd op het belang van informatie, zodat consumenten door het bos de bomen weer zien, informatie over hoe een voorschot en een factuur juist in elkaar zitten, informatie over hoe de consument een voorstel tot wijziging van de voorschotfactuur kan weigeren en hoe de consument een alternatief kan voorstellen.

 

Lang verhaal kort, we pakken het aan, met nieuwe verbintenissen en concrete stappen vooruit. Waar het aan de orde is, gaan de voorschotten omlaag.

 

11.05  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor een heel duidelijk antwoord. De huidige regering treft maatregelen om de energiefacturen te verlagen. De energieleveranciers moeten dat ook doen. Ik ben het met u eens dat een gezin niet de bank moet zijn van een energieleverancier. Lagere prijzen moeten zorgen voor lagere voorschotfacturen.


Ik dank u dan ook omdat u ervoor hebt gezorgd dat de maatregel in werking zal treden en omdat u hier vandaag kunt komen verklaren dat het duidelijk is dat de huidige federale regering blijft inzetten op klantenservice. Klantenservice is immers belangrijk. Wij moeten daar dus op blijven inzetten. Ik ben dan ook heel blij dat u beiden de voornoemde initiatieven hebt genomen.

 

11.06  Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, ik dank jullie allebei voor jullie duidelijke en uitgebreide antwoord. Ik dank jullie vooral, omdat jullie op korte termijn stappen ondernemen. Wij zijn het in de politiek immers niet gewoon dat het snel gaat. Met een dergelijk protocol gaat het echter snel. De consument zal de dalende prijzen ook snel voelen. Wij mogen inderdaad ook niet voor verrassingen komen te staan bij de eindfactuur.

 

U levert in ieder geval mooi werk. Ik hoop dus dat wij een en ander snel zullen zien. Mocht dat niet het geval zijn, dan zal ik hier in mijn hoedanigheid van volksvertegenwoordiger snel opnieuw staan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Dries Van Langenhove aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De dwangsommen, inbeslagnames en openbare verkopen van kabinetsgoederen" (55003193P)

- Theo Francken aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De veroordelingen en dwangsommen" (55003204P)

12 Questions jointes de

- Dries Van Langenhove à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les astreintes, les saisies et les ventes publiques de biens d’un cabinet" (55003193P)

- Theo Francken à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les condamnations et les astreintes" (55003204P)

 

12.01  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, 30.000 euro per maand zult u betalen per asielzoeker, per asielfraudeur, voor wie u geen opvang hebt kunnen voorzien. Een paar dagen geleden is men zelfs de meubels van uw kabinet komen confisqueren om ze te verkopen en met de opbrengst asielzoekers te betalen.

 

Beseffen jullie wat dat betekent, collega’s? Beseffen jullie wat er gebeurt als al die fraudeurs in de omgeving horen dat men in België tienduizenden euro’s contant kan krijgen als men hier een asielaanvraag indient? Zijn jullie wel goed wakker? De staatssecretaris heeft een excuus, want zelfs haar koffiemachine werd geconfisqueerd, maar wat is jullie excuus?

 

Er zijn vandaag slechts twee vragenstellers over deze totale waanzin. Jullie slapen blijkbaar gewoon verder. Onze steden zijn totaal aan het verloederen, met groepsverkrachtingen, granaat­aanslagen, vandalisme en illegale tewerkstelling. In Brussel duiken intussen zelfs al sloppenwijken op, maar jullie slapen gewoon verder. Het is zo erg dat zelfs de politie er niet meer binnen wil komen. Jullie slapen echter blijkbaar gewoon verder.

 

Mevrouw de staatssecretaris, uw offer van 703 miljoen euro belastinggeld voor asielopvang blijkt niet genoeg. Nu worden zelfs de meubels en de koffiemachine van uw kabinet verkocht om – ik citeer – “tientallen miljoenen euro’s aan dwangsommen rechtstreeks te betalen aan asielzoekers en asielfraudeurs”. Maar jullie slapen gewoon verder, collega’s.

 

Op weg naar hier vernam ik dat er in het asielcentrum in Berlaar vannacht weer eens een veldslag is uitgevochten tussen honderd Syriërs en Afghanen, de derde al op een week tijd. Maar toch zie ik jullie gewoon verder slapen. Wanneer worden jullie eindelijk wakker? Wanneer zullen jullie eindelijk beseffen dat ons land gewoon vol is? Zet die gewelddadige asielzoekers het land uit, zet al die illegalen het land uit en stop eindelijk de instroom.

 

12.02  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik denk niet dat u slaapt, ik denk dat u heel goed wakker bent. Ik denk wel dat u in een heel moeilijke situatie zit. Ik heb als staatssecretaris zelf ook ooit meegemaakt dat men tot inbeslagname wou overgaan omdat ik een bepaalde dwangsom niet wenste te betalen. Dat is uiteindelijk goed afgelopen, na een aantal jaren procederen.

 

Wat ik vooral wil weten, is hoe de vork precies aan de steel zit. Ik heb vorige week uw collega geïnterpelleerd, omdat u bezig was op het internationale toneel. Hij heeft een aantal zaken gezegd die mij geïntrigeerd hebben. Hij heeft gezegd dat er potentieel honderden miljoenen euro’s aan dwangsommen boven het hoofd van de Belgische belastingbetaler zouden hangen. Ik was daarvan geschrokken, omdat het Rekenhof het over tientallen miljoenen had. Het zou echter over een veelvoud daarvan gaan.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe zit het daarmee? Ik denk dat het nodig is dat de belastingbetaler eindelijk transparantie krijgt. Er stond onlangs een heel pijnlijk artikel in Het Laatste Nieuws. Toen ik daarover tweette, reageerde u onmiddellijk en zei u dat het niet helemaal zo in elkaar zat. Ik meen dat de bevolking nood heeft aan transparantie in dit dossier.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe zit het met die veroordelingen? Hoe vaak is België veroordeeld? Er wordt gezegd dat het over 7.000 veroordelingen gaat. Klopt dat?

 

Hoe zit het met de dwangsommen? Klopt het dat er mogelijks voor honderden miljoenen euro’s aan belastinggeld aan individuele asielzoekers zou moeten worden gegeven?

 

Hoe zit het met de inbeslagnames? Is het waar dat er geen koffiezetapparaat meer op uw kabinet staat of is dat allemaal veel te voorbarig? Hoe zit dit alles in elkaar? Hoe zit het met de verkoop? Is het juist dat er in februari twee verkoopdata zijn gepland voor een aantal stoelen, bureaus enzovoort?

 

Tot slot heb ik nog een vraag waarop ik vorige week geen antwoord heb gekregen. Hoe zit het met dossier van Spa?. Daar zou een dwangsom gevorderd zijn door de burgemeester van de MR en ook uitgesproken zijn. Ik kreeg daarover graag transparantie en duidelijkheid. De bevolking verdient dit.

 

12.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, 33.884, dat is het aantal opvangplaatsen waarover ons land vandaag beschikt, het grootste opvangnetwerk ooit. Is dat genoeg? Neen. Met een historisch hoge instroom zal het netwerk de komende weken en maanden nog groeien. Daarvoor verzet Fedasil elke dag bergen. Zal dat voldoende zijn? Neen, ook niet. Ik ben daar eerlijk over. Er zal meer nodig zijn om uit deze crisis te geraken. De systeemfouten moeten uit het asielsysteem worden gehaald, zowel op Belgisch als op Europees niveau. Zolang wij bijvoorbeeld mensen moeten blijven opvangen die al in een ander Europees land bescherming hebben gekregen, zal het niet opgelost zijn. Ik kan niet genoeg herhalen dat dwangsommen of inbeslagnames niets oplossen. Ze leveren geen enkele extra opvangplaats op. Integendeel, ze kosten tijd en moeite die we beter zouden investeren in het opvangnetwerk, want elke asielzoeker heeft recht op een bed. Daar zetten we ons elke dag voor in.

 

Inderdaad, het klopt dat er dwangsommen werden uitgesproken omdat we mensen niet kunnen opvangen en ook omdat we mensen opvangen in bepaalde gemeentes als Spa, waar er een dispuut met de burgemeester was. Ik weiger wel om die dwangsommen uit te betalen, dat is een kwestie van gezond verstand. Dwangsommen van 30.000 euro per maand aan elke individuele asielzoeker betalen, dat zal de opvangcrisis niet oplossen. Integendeel, het zal de asielinstroom naar ons land, die nu al disproportioneel hoog is, alleen doen toenemen. Afgelopen vrijdag is er inderdaad een deurwaarder langs geweest op mijn kabinet om een lijst op te stellen van goederen die niet essentieel zijn voor de werking. Net als bij Fedasil blijven we alle juridische stappen zetten om een effectieve inbeslagname en openbare verkoop te vermijden. Die is dus nog niet gepland.

 

Ja, ik heb het moeilijk met die inbeslagnames, vooral voor het personeel van Fedasil en van mijn kabinet, dat zich al twee jaar lang uit de naad werkt om extra opvangplaatsen te creëren. Ondertussen werken we daar verder aan, elke dag, maar daarnaast vecht ik ook voor een ander systeem.

 

Ook de Europese Commissie heeft onze boodschap eindelijk begrepen. Volgende week donderdag en vrijdag zitten de Europese staats- en regeringsleiders samen over migratie. De Europese Commissie wil nu op korte termijn maatregelen nemen om de situatie in landen met veel secundaire migratie, zoals België, te verlichten. Ook met de Dublinmeeting, die ik zelf organiseerde een aantal weken geleden met acht andere lidstaten, zetten we daar mee druk op. Dat zullen we blijven doen. Alleen zo zullen we de asieldruk op ons land opnieuw onder controle kunnen krijgen.

 

12.04  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u beweert over gezond verstand te beschikken. Wel, dan hebt u eigenlijk slechts twee opties. De eerste optie is de Vlamingen eindelijk het kordate en strenge migratiebeleid geven waar ze al zovele decennia om smeken. Dan kunnen we ons volk nog redden. De tweede optie die u hebt, is gewoon voortdoen zoals u nu bezig bent. Dan zult u tientallen miljoenen aan dwangsommen blijven betalen aan asielfraudeurs. Dan gaan onze steden verder verloederen en krijgen we meer granaataanslagen, verkrachtingen, steekpartijen, illegale tewerkstelling, dalende onderwijskwaliteit, stijgende woningprijzen en totale vernietiging van ons sociaal weefsel. Dat is dus alleen maar ellende.

 

Uw sprookjeswereld, waarin we ieder jaar tienduizenden Afghanen, Eritreeërs en andere illegale migranten naar hier laten komen en dan samen rond het kampvuur Kumbaya zingen tot ze opeens bij toverslag Vlamingen worden, bestaat niet. Dat is geen optie. Kies dus voor de eerste optie. Kies voor democratie. Kies voor een einde aan de massamigratie. Red uw volk.

 

12.05  Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik noteer dat u de uitspraak van uw collega van vorige week over die honderden miljoenen niet hebt ontkend. Dat hangt dus wel degelijk potentieel boven de hoofden van de belastingbetalers, de Belgen, de Vlamingen. U zit natuurlijk in een moeilijk parket. De heer Rigot zei in de commissie op een bepaald moment: “Ce pays n’est plus un État de droit.” De heer Rigot heeft heel veel ervaring, hij komt van Fedasil.

 

U wordt veroordeeld. U moet opvang voorzien, dat is internationaal recht. U doet dat niet en wordt veroordeeld. U moet dwangsommen betalen. U doet dat niet. Op een bepaald moment zit men dan in een heel moeilijke situatie. En ik vraag mij af of dat houdbaar is. Ik denk eerlijk gezegd dat dat niet houdbaar is.

 

Op mijn vraag is er volgende week een actualiteitsdebat ter voorbereiding van de Commissie. Men gaat twee dagen Europees op topniveau vergaderen. Het is een goede zaak dat wij daarover nog verder inhoudelijk kunnen debatteren in de commissie.

 

Tot slot nog één oproep: luister naar Manfred Weber, de fractieleider van de EVP, die gisteren in het Europees Parlement pleitte voor het Australische model, het Deense model. Doe dat nu eindelijke ook, want het is de enige oplossing.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- Sophie Rohonyi à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "Les expulsions de ressortissants iraniens" (55003195P)

- Khalil Aouasti à Nicole de Moor (Asile et Migration) sur "L'expulsion d'Iraniens" (55003208P)

13 Samengevoegde vragen van

- Sophie Rohonyi aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De uitwijzing van Iraanse onderdanen” (55003195P)

- Khalil Aouasti aan Nicole de Moor (Asiel en Migratie) over "De uitwijzing van Iraniërs" (55003208P)

 

13.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d’État, voici tout juste dix jours – c’était un lundi –, une amie iranienne m’a appelée en catastrophe. Elle était en pleurs et m’a dit: "Sophie, il faut absolument faire quelque chose. Ils vont être tués." Je me suis alors rendue, tout naturellement, à l’aéroport de Bruxelles-National afin de pouvoir rencontrer les proches de deux jeunes Iraniens qui, en effet, allaient être expulsés vers leur pays. J’ai alors tenté de leur trouver des avocats. Ce n’est que grâce à l’intervention en extrême urgence de ces derniers que cette tentative d’expulsion a pu être empêchée, tout comme celles qui ont suivi le vendredi, le samedi et le dimanche. Ces opérations sont tout simplement incompréhensibles lorsque l’on sait que ces jeunes sont des manifestants qui se sont opposés au régime iranien – ce qui leur a, du reste, valu d’être sous le coup d’un mandat d’arrêt –, mais surtout quand on sait qu’ils risquent, au mieux, la torture en prison et, au pire, la pendaison.

 

Madame la secrétaire d’État, vous auriez pu intervenir pour mettre fin à la torture psychologique que vivent en ce moment ces jeunes et leur famille. Vous auriez pu décider de suspendre, dès aujourd’hui, toute expulsion d’opposants iraniens vers un régime que l’on sait tyrannique. Mais non! Vous avez laissé faire. Pire, vous avez laissé l’Office des Étrangers aller en appel contre la décision de la chambre du conseil qui demandait de libérer ces jeunes. Résultat: ils sont toujours en détention au centre de Steenokkerzeel – et ce, au mépris total de l’État de droit –, de sorte qu’ils tremblent à l’idée de devoir faire l’objet d’une énième tentative d’expulsion.

 

Madame la secrétaire d’État, pourquoi un tel acharnement contre eux? Et pourquoi ne pas décider dès aujourd’hui de suspendre toute expulsion vers l’Iran (…)

 

13.02  Khalil Aouasti (PS): Madame la présidente, madame la secrétaire d'État, chers collègues, depuis le 16 septembre 2022 et le meurtre de Mahsa Amini en Iran, on voit que des manifestations éveillent les aspirations de liberté du peuple iranien autant qu'elles secouent le régime théocratique de la République islamique d'Iran.

 

Cela fait donc plusieurs mois que des personnes se battent pour leur liberté. En fonction des nombres et des institutions, plusieurs centaines de morts sont déjà décriées sur le territoire iranien. Des personnes sont condamnées, soit à des peines d'emprisonnement très longues, soit à des traitements inhumains et dégradants.

 

Depuis le 23 janvier dernier, une saga relative à trois ressortissants iraniens vient secouer le paysage belge. Cette saga nous amène à considérer que ces trois ressortissants, qui indiquent avoir participé à des manifestations en Iran, seraient ou pourraient être renvoyés vers la Turquie d'abord, pour ensuite être renvoyés vers la République islamique d'Iran. Je dois rappeler qu'il y a quelques semaines déjà, une jeune fille du nom de Aisha a été renvoyée en Turquie. Elle erre toujours sur le territoire d'Istanbul.

 

Lorsqu'on s'intéresse à ces dossiers – et c'est là le plus important –, on remarque que le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) baserait ses conclusions sur une analyse datée du 21 octobre 2022. C'est-à-dire qu'il ne prend pas en considération les dernier éléments. Il nous paraît donc complètement hallucinant de considérer que les dernières données techniques sur lesquelles se base le CGRA seraient des données actualisées incluant le phénomène iranien actuel.

 

Madame la secrétaire d'État, mes questions sont simples. Le CGRA va-t-il mettre à jour ses lignes de conduite à l'égard de la République islamique d'Iran afin de garantir la sécurité des ressortissants? Allez-vous prendre des initiatives dans l'intervalle pour garantir la sécurité de ces personnes? (…)

 

13.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Beste collega’s, vorig jaar vroegen bijna 37.000 mensen in ons land asiel aan. Deze personen zijn afkomstig uit onder meer Afghanistan, Palestina, Syrië, Eritrea en Iran, allemaal landen met schrijnende situaties zoals sociale achterstand, economische problemen en schendingen van mensenrechten. Bepalen wie van die mensen nood heeft aan bescherming en wie niet, dat doet men niet zomaar, want dat vereist expertise.

 

Heureusement, nous disposons dans notre pays d'un organisme solide et indépendant, à savoir le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides qui examine minutieusement chaque cas, avec des entretiens individuels et sur la base d'informations vérifiées. Il examine toujours la situation individuelle de chacun. La personne concernée risque-t-elle d'être persécutée dans son pays d'origine? Si tel est le cas, le CGRA lui accorde l'asile. S'il rejette la demande d'asile, cela signifie que cette personne n'a pas besoin de protection. Si, après une procédure de recours, elle n'est pas autorisée à rester dans notre pays, elle doit quitter ce dernier. Et si de nouveaux éléments devaient indiquer l'existence d'une crainte fondée, une nouvelle demande d'asile peut être introduite. Celle-ci sera également examinée par le CGRA, toujours avec précision et de façon indépendante.

 

Collega’s, ik begrijp jullie bezorgdheid over de situatie in Iran. Ik deel ze ook. Het is echter niet aan mij en evenmin aan jullie om in individuele dossiers te oordelen over wie asiel moet krijgen in ons land en wie niet. Ik pas voor een samenleving waarin politici beslissen over wie bescherming krijgt en wie niet. Dat behoort toe aan onafhankelijke instanties en dat moet zo blijven.

 

Une politique d’asile ne peut fonctionner que si elle est cohérente, si elle est décidée sur la base d’une analyse indépendante et non d’une intervention politique. Pour moi, c’est fondamental.

 

13.04  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d’État, je vous remercie pour votre réponse. Vous avez parlé de cohérence, mais reconnaissez tout de même qu’il est assez incohérent de voir systématiquement la Vivaldi apporter son soutien aux manifestants en Iran alors que, dans le même temps, elle les renvoie vers la mort. J’ai l’impression que le soutien apporté par la Vivaldi à ces manifestants ne se limite qu’à des tweets ou encore à des propositions de résolution votées ici même.

 

Vous aviez ici l’occasion d’agir concrètement pour leur sauver la vie, et vous ne le faites pas. Quelle hypocrisie! Dès lors, je suis soulagée de voir qu’il y a quand même certains députés de la majorité qui osent remettre en cause le fait qu’à un moment donné, nous sommes face à un gouvernement qui ne respecte ni sa parole, ni ses engagements internationaux, ni les droits humains, ni les décisions de justice. Sincèrement, ce ne sont que des mots et il faut des actes!

 

Il faut pouvoir suspendre ces expulsions, à tout le moins tant que le régime des mollahs réprimera ces opposants. C’est ce qu’ont fait les gouvernements allemand et français ainsi qu’Amnesty International. (…)

 

13.05  Khalil Aouasti (PS): Madame la secrétaire d’État, le régime de la Convention européenne des droits de l’homme inclut deux droits fondamentaux: le droit à la vie – l’article 2 – et le droit à ne pas être soumis à des traitements inhumains et dégradants – l’article 3. Il s’agit de deux droits fondamentaux et par ailleurs absolus, ce qui signifie qu’il n’existe en ce qui les concerne ni marge de manœuvre ni marge d’interprétation des États parties.

 

En matière d’asile et de protection internationale, il devrait être considéré que tant qu’il n’y a pas de certitude absolue que ces deux droits fondamentaux – le droit à la vie et le droit à ne pas être soumis à des traitements inhumains et dégradants – ne sont pas protégés de manière certaine, c’est le doute qui doit prévaloir à l’égard des demandeurs de protection internationale.

 

En matière de doute, il est important de permettre à l’organisme indépendant qu’est le CGRA de statuer en pleine connaissance de cause, avec certitude, sur la base de données actualisées. (…)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Merci monsieur Aouasti, merci madame la secrétaire d'État. Ceci clôture notre heure des questions d'actualité.

 

Projet de loi et propositions

Wetsontwerp en voorstellen

 

14 Demande d'avis du Conseil d'État

14 Verzoek om advies van de Raad van State

 

14.01  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, avant d’entamer les travaux sur les propositions et les projets fixés à l’ordre du jour, j’aimerais, avec mon groupe, faire une demande de renvoi au Conseil d’État d’amendements concernant la loi sur l’APD (n° 2793/11) qui figure à l’ordre du jour de cette séance-ci. Par le passé, nous avions envoyé des amendements au Conseil d’État sur lesquels des remarques et des rectifications ont été formulées. Nous y répondons dans de nouveaux amendements. Nous avons aussi déposé…

 

La présidente: Monsieur Boukili, vous évoquez le point 2 de l’ordre du jour alors que nous sommes au premier point pour l’instant. Vous perturbez l’ordre du jour.

 

14.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, d’habitude, on fait les demandes au Conseil d’État avant d’entamer les discussions générales.

 

La présidente: Tout le monde est-il d’accord d’évoquer ce point maintenant? Oui. Dans ce cas, allons-y!

 

14.03  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Nous avons donc déposé de nouveaux amendements qui répondent à ces remarques du Conseil d’État mais aussi un nouvel amendement à la suite des différentes déclarations des anciennes directrices que nous avons lues dans la presse aujourd’hui. Avec mon groupe, nous demandons l’envoi de ces amendements pour avis au Conseil d’État. Je vous remercie.

 

14.04  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, nous avons déposé un amendement qui nous semble extrêmement important. Je ne vais pas m’étendre sur le fond car ce n’est pas l’objet de la discussion en ce moment. Cet amendement tente d’apporter une réponse à la lettre de la Commission européenne qui nous met une nouvelle fois en demeure, au sujet de l’APD, de trouver des solutions sur un recours effectif par rapport à l’article 45, celui qui a été utilisé précédemment pour révoquer les différents directeurs. Nous avons donc tenté de trouver une formule juridique la plus sûre possible. Nous demandons que notre amendement puisse être renvoyé au Conseil d’État à des fins d'analyse par celui-ci pour, à tout le moins, répondre à la lettre de la Commission européenne sur l’APD.

 

14.05  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, il se trouve que, par hasard, nous avons également des amendements. Nous n’allons pas entrer dans le vif du sujet, mais nous savons tous que ce texte n’est pas prêt. Le fruit des amendements déjà déposés par le passé n’a pas été recueilli. Il ne s’agit absolument pas de flibuste, car l’objectif est de déboucher sur un texte bien mieux charpenté. Il est donc vital que le Conseil d’État se penche sur les amendements de l’opposition. La pression internationale ainsi que celles de la société civile et des lanceurs d’alerte le demandent.

 

14.06  Christoph D'Haese (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik vind het belangrijk om even het woord te nemen.

 

We zullen het advies van de Raad van State vragen voor deze nieuwe amendementen. Onze fractie heeft drie nieuwe amendementen ingediend, rekening houdend met de retroacta in dit dossier. Soms wordt de oppositie verweten een wetgevingscarrousel te organiseren. In dit heel concrete dossier is één iemand ervoor verantwoordelijk dat die carrousel niet stopt in een uiterst belangrijke en maatschappelijk relevante aangelegenheid, namelijk al wat te maken heeft met bescherming van gegevens.

 

Het is du jamais vu, hoever het moet komen in dit dossier. Op 30 juni 2022 werd de urgentie in deze Kamer goedgekeurd. Op 18 oktober 2022 kwam het in de commissie voor Justitie en werd het uitgesteld na een wetgevingstechnische nota met 56 opmerkingen. Vivaldi vond het maar nodig om 3 van die 56 opmerkingen te weerhouden.

 

Daarna was er een tweede lezing, waarbij niemand van de meerderheid in de commissie het woord vroeg. Dat is ook nog nooit gezien. Vervolgens kwam het naar de plenaire vergadering en werd het advies van de Raad van State gevraagd, die onze amendementen volgt. Als het daar zou stoppen, dan zou dat nog te aanvaarden zijn, maar het dossier is er niet beter op geworden, met die brief van 26 januari van de heer Reynders.

 

Daarin zegt hij wat de heer Francken daarnet op een andere manier heeft gezegd: “Ce pays n’est plus un État de droit”. Mijnheer de staatssecretaris, u leeft in een rechtsstaat. Dat betekent dat wanneer mensen van een belangrijk orgaan worden ontslagen, zij een beroepsmogelijkheid moeten hebben. Dat is vastgelegd in Europese regelgeving. Dat is de basis, de achilleshiel van ons rechtssysteem. U noch uw meerderheid vindt het echter nodig om daarop te amenderen. U zegt gewoon dat dit vandaag kan worden gestemd en doet niet eens de moeite om uw tekst aan te passen.

 

Er is de procedure van de Europese Commissie, het begin van de ingebrekestelling. Ik vind u heel charmant, maar dit kan toch niet? Dit is een rechtsstaat absoluut onwaardig. In die zin zullen wij de amendementen indienen. Mevrouw de voorzitster, ik weet dat u de verwijzing van die amendementen naar de Raad van State hebt gesteund. Het staat u vrij om dat vandaag opnieuw te doen.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

Au moins 50 membres appuient la demande d'avis.

Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.

 

En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.

Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.

 

15 Projet de loi modifiant la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics et la loi du 17 juin 2016 relative aux contrats de concession, en ce qui concerne la gouvernance (3023/1-3)

15 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, met betrekking tot bestuur (3023/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

15.01  Joris Vandenbroucke, rapporteur: Ik verwijs naar het schriftelijk verslag, mevrouw de voorzitster.

 

15.02  Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, le projet de loi relatif aux marchés publics attribués par les différents pouvoirs adjudicateurs de notre pays qui est soumis à notre approbation aujourd'hui a un objectif tout à fait louable sur papier. Nous le reconnaissons.

 

Après une première lecture rapide du projet de loi, comment ne pas vouloir soutenir un accroissement de la transparence dans l'attribution des marchés publics? Je précise ici que c'est Mme Bertrand qui nous a présenté ce projet en commission.

 

Rappelons qu'avec les principes de liberté d'accès et d'égalité de traitement dans nos démocraties européennes, cet objectif de transparence est au cœur même de notre conception de l'action publique, dès lors que des personnes morales extérieures sont chargées d'exécuter des missions imparties à des pouvoirs publics.

 

Cependant, la poursuite de cet objectif d'accroissement de la transparence se fait quasiment toujours au détriment des pouvoirs adjudicateurs et des soumissionnaires. En effet, comment envisager d'accroître cette transparence si l'on n'impose pas des contraintes supplémentaires à l'une ou l'autre de ces parties?

 

L'objectif du pouvoir législatif fédéral est de trouver un équilibre subtil entre les résultats qui seront obtenus en termes de transparence et la lourdeur administrative ajoutée.

 

Madame la ministre, je constate que vous regardez votre gsm, mais il est important d'écouter ce que dit un membre qui appartient à la minorité. Je n'ai pas dit de "l'opposition".  

 

Dès lors, madame la ministre, dans le cadre de l'examen du projet de loi qui nous est soumis aujourd'hui, la question à laquelle il faut répondre est simple. Les résultats en matière de transparence après l'adoption dudit projet de loi par notre Parlement justifient-ils l'accroissement des exigences que nous imposerons à nos entreprises, en particulier aux PME? Justifient-ils l'accroissement des exigences que nous imposerons à nos communes, à nos provinces, à nos administrations étatiques?

 

Le projet de loi à l'examen vise plusieurs objectifs. Premièrement, afin de faciliter la collecte structurée de données, y compris pour les marchés publics inférieurs aux seuils européens – je dis bien "inférieurs aux seuils européens" –, l'exécution actuelle de non-utilisation de plates-formes électroniques pour les marchés publics inférieurs aux seuils européens et utilisant la procédure négociée, sans publication préalable de la mise en concurrence, sera supprimée.

 

Pour ces marchés également, l'utilisation de plates-formes électroniques pour la soumission des offres sera obligatoire dès le 1er septembre 2023. C'est beaucoup trop rapide, madame la ministre! Le jour où nous avons discuté de ce projet en commission, dans ma commune, se trouvaient des formateurs pour former les agents qui s'occupent de la gestion des marchés publics. Ces formateurs m'ont contacté pour me dire: "De grâce, battez-vous contre parce que la lourdeur administrative supplémentaire qu'on est en train d'imposer à nos communes est tout simplement catastrophique et beaucoup trop rapide."

 

Deuxièmement, un avis d'attribution simplifié pour tous les marchés publics et accords-cadres inférieurs aux seuils européens sera créé dans un but avoué par le gouvernement d'améliorer "ses obligations statistiques vis-à-vis de la Commission européenne". La systématisation des données aidera en effet. Dès lors, on est en droit de s'interroger. La Commission, madame la ministre, est-elle mécontente de nos statistiques? N'est-elle pas satisfaite? Je veux une réponse à cette question. La Belgique est-elle le seul pays dans ce cas? Pourquoi une directive européenne ne corrige-t-elle pas sa demande de collecte de données en la matière si ces données sont en effet nécessaires à la Commission européenne?

 

Troisièmement, pour ce qui concerne les accords-cadres, il est prévu que chaque pouvoir adjudicateur devra soumettre chaque année la valeur totale de ses marchés par entreprise bénéficiaire ventilée – pour complexifier bien entendu – en travaux, fournitures ou services, et ce, afin d'assurer le suivi de la participation des PME. L'objectif est sans doute louable mais justifie-t-il la charge de travail supplémentaire?

 

Je vais être plus clair encore et faire comme pour la Police des chemins de fer, puisque nous ne sommes pas d'accord à son sujet, madame la ministre. Prévoyez-vous une aide aux pouvoirs adjudicateurs et aux communes pour ces travaux supplémentaires? C'est important. J'ai posé la question à Mme Bertrand qui n'y pas répondu.

 

Quatrièmement, on imposera dorénavant aux pouvoirs adjudicateurs un mécanisme de collecte des données pour les marchés de faible montant. Ils devront transmettre chaque année, au plus tard le 15 février, la valeur totale de leur marché pour l'année précédente au point de référence.

 

Ils utiliseront à cet effet un formulaire électronique spécifique mis à leur disposition par le service fédéral compétent. Un formulaire électronique! Bien sûr, on connaît la complexification. Je ne cesse d'en parler dans nos communes. Et chaque fois que l'on parle de simplification, je suis convaincu que l'on va vers plus de complexité. Ils devront transmettre sur ce formulaire dispensé par le service compétent la valeur totale de leur marché, qui devra par ailleurs être ventilée suivant qu'il s'agit de marchés de travaux, de fournitures, de services, mais également par entreprises bénéficiaires.

 

Je lance un appel aux bourgmestres présents pour qu'ils se rendent compte de ce que tout cela veut dire au niveau administratif, madame la ministre. Je voudrais le savoir. Comment osez-vous demander tout ce travail supplémentaire aux pouvoirs adjudicateurs et même aux soumissionnaires? Dernièrement, nous avons lancé dans ma commune, puisque j'aime bien parler de ce que je connais très bien, un petit appel d'offre pour deux camionnettes pour le service des travaux. C'était rédigé d'une façon assez complexe. Aucune offre ne nous a été remise. Vous rendez-vous compte?

 

Bref, ce sont autant de charges qui pèseront demain encore un peu plus sur l'ensemble des pouvoirs adjudicateurs, des entreprises, et des PME. Je le dis franchement. Mme Bertrand nous a dit qu'il s'agissait aussi de faciliter l'accès des PME aux appels d'offres. Mais honnêtement, avec la complexité actuelle, nous sommes en train de tout mettre en œuvre pour que ces petites entreprises ne puissent plus soumissionner sans faire appel à des avocats ou à des juristes pour s'en sortir. Mais où sommes-nous? Et ces avis ne sont pas neufs. Ils n'émanent pas que de moi, madame la ministre.

 

Au budget, si nous avons pu prendre connaissance de l'avis de la Commission des marchés publics qui s'est réunie le 4 octobre 2021…parce que la secrétaire d'État ne nous a pas tout dit. On ne nous a pas tout dit en commission.

 

Entre parenthèses, je salue l'entrée de mon excellent collègue Benoît Piedboeuf qui est aussi bourgmestre d'une commune. Bonjour! Je défends des communes. J'espère que tu me soutiendras parce qu'au sujet des marchés publics, nous sommes réellement en train de vivre une complexification extraordinaire.

 

Madame la ministre, je reviens au fait que Mme la secrétaire d'État ne nous a pas tout dit. Elle ne nous a pas fait part de l'avis de la Commission des marchés publics. J'ai contacté moi-même l'Union des Villes et Communes de Wallonie pour lui demander: "Comment se fait-il que vous, qui êtes notre syndicat, celui des communes, n'avez pas réagi par rapport à ce projet de loi qui alourdit le travail de nos administrations?" C'est là que j'ai appris que l'Union des Villes et Communes belges avait réagi via la Commission des marchés publics. Mais on ne nous a rien dit!

 

Je reste convaincu que si nous avions eu toute cette information, le débat aurait été plus riche pour les interlocuteurs que nous sommes. En effet, ces critiques à l’égard du texte ont été émises, comme je l’ai dit, par les représentants de l’Union des Villes et Communes belges, du gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, du gouvernement wallon ou, dans une moindre mesure - je vous le concède -, par le représentant du gouvernement flamand. Dès lors, ma question est simple: pourquoi ne pas nous avoir transmis cet avis? Aujourd’hui même, l’Union des Villes et Communes me demande de déposer une proposition de loi afin de rendre obligatoire l’annexion de ces avis-là lorsque des textes de loi sont déposés ici au Parlement, et je suis tout à fait d’accord avec eux.

 

Mais pire encore: dans l’exposé de Mme la secrétaire d’État tel que repris dans le rapport de la commission, elle n’hésite pas à brandir des menaces indirectes pour les pouvoirs adjudicateurs. Des menaces indirectes, monsieur Prévot, pour les pouvoirs adjudicateurs, puisqu’affirmant que le SPF Stratégie et Appui mettra plus particulièrement à la disposition de la société civile et des médias des données concernant le respect d’une série d’obligations de transparence. Ces données seront regroupées par pouvoir adjudicateur et présentées de manière neutre.

 

Bref, après nous avoir imposé des contraintes supplémentaires, on n’hésitera pas ensuite à pointer du doigt ceux que l’on considérera comme les mauvais élèves de la classe, lesquels seront traînés dans ce que j’appelle la boue médiatique. Mais le gouvernement se rend-il bien compte de la réalité de terrain de certains pouvoirs adjudicateurs? Je pense bien évidemment en particulier aux communes. Rappelons que notre pays compte pas moins de 581 communes, dont 66 sont peuplées de moins de 5 000 habitants et 174 de moins de 7 500 habitants.

 

Pour ces communes, avoir un seul expert en matière de marchés publics au sein de leur administration communale est déjà considéré comme un luxe. Ne devrions-nous pas tenter de les soulager administrativement plutôt que de rajouter des contraintes? Ne devrions-nous pas leur proposer un soutien plutôt que de les pointer du doigt médiatiquement afin d’en faire des mauvais élèves?

 

Bref, vous l’aurez compris, madame la ministre, et je le regrette vivement parce que l’objectif initial du texte est très bon: le groupe des Engagés ne pourra pas soutenir ce projet de loi à l’examen, tant l’arbitrage entre accroissement de la transparence et charge administrative sur les pouvoirs adjudicateurs et entreprises semble disproportionné.

 

Je vous remercie de votre attention et j’espère – comme d'ailleurs je reviens sur la Police des chemins de fer – que vous allez quand même accepter, probablement dans des circulaires ministérielles, de prolonger le laps de temps durant lequel les communes pourront étudier ce problème en profondeur.

 

Il est vrai que cela coûtera à nos communes. Il faut que les agents, dans nos différentes administrations, puissent avoir le temps pour se préparer à répondre à vos exigences afin que tant nos administrations que les politiques ne soient pas traînés dans la boue médiatique par cette complexification nouvelle que vous êtes en train de mettre en place.

 

15.03  Annelies Verlinden, ministre: Madame la présidente, monsieur Arens, vous savez que ce projet relève de la compétence de la secrétaire d’État Alexia Bertrand. Je tiens à souligner que ce texte vise à faciliter la transparence, tant pour les plates-formes que pour les participants aux marchés publics, de manière à encourager les PME à y concourir.

 

Le SPF BOSA va créer une plate-forme qui devra être opérationnelle au début mai et dans laquelle les données relatives aux marchés publics peuvent être aisément introduites. De la sorte, les autorités et les participants pourront recueillir des informations intéressantes. Nous sommes convaincus que ce projet est bien proportionné, au contraire de ce que vous avez indiqué en conclusion de votre intervention. Tout d’abord, l’Union européenne nous demande de collecter ces données. Du reste, nous poursuivons nos efforts en ce sens dans d’autres procédures de marché public déjà en cours – y compris celles qui se situent sous les seuils européens. Après examen, nous nous sommes rendu compte que cela ne posait pas d’énormes problèmes. De plus, la qualité des données récoltées sur les marchés publics, en particulier en ce qui concerne la participation des PME, n’est pas satisfaisante et reste insuffisante. C’est la raison pour laquelle nous voulons l’améliorer dans l’intérêt de nombreux acteurs des marchés publics.

 

Nous sommes également convaincus que cette transparence présente bien des avantages. Si nous souhaitons collecter des données, des efforts additionnels sont nécessaires. Les devoirs et obligations énumérés dans le projet sont de nature à convaincre que celui-ci est bien proportionné.

 

15.04  Josy Arens (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses Je ne m'attendais pas à vous affronter dans ce dossier, je m'étais préparé à affronter votre collègue Mme Bertrand.

 

J'estime que ce n'est pas proportionnel du tout. Des formateurs d'agents locaux me disent clairement que tout ceci va générer des heures de travail supplémentaires dans nos administrations communales.

 

En outre, le 1er septembre 2023, c'est dans quelques mois. On parle toujours des plates-formes et quand je rencontre les employés qui s'occupent des marchés publics, je vois le nombre de difficultés qu'il éprouvent pour travailler avec toutes ces plates-formes.

 

Le pouvoir fédéral charge déjà les communes d'énormément d'activités sans les rémunérer, ce que je ne peux accepter. Nous sommes un petit groupe mais nous montrons clairement que nous ne sommes plus d'accord avec la logique défendue par le fédéral à l'égard de nos communes.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3023/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3023/3)

 

Le projet de loi compte 13 articles.

Het wetsontwerp telt 13 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Proposition de résolution relative à la régulation de l'usage des cryptomonnaies et de ses impacts sociétaux, fiscaux et environnementaux (3115/1-3)

16 Voorstel van resolutie betreffende de regulering van het gebruik van cryptomunten en van de maatschappelijke, fiscale en milieueffecten ervan (3115/1-3)

 

Cette proposition a été adoptée par le comité d'avis des Questions scientifiques et technologiques en application de l'art. 76 du Règlement.

Dit voorstel is aangenomen door het adviescomité voor Wetenschappelijke en Technologische Vraagstukken met toepassing van art. 76 van het Reglement.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par le comité d'avis sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3115/3)

De door het adviescomité aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (3115/3)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

De rapporteurs, mevrouw Gijbels en de heer Vicaire, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

Mevrouw Gijbels heeft het woord.

 

16.01  Frieda Gijbels (N-VA): De opmars van blockchaintechnologie en cryptomunten in het voorbije decennium stelt ons voor een aantal maatschappelijke uitdagingen. De blockchaintechnologie heeft een enorm potentieel voor de authentificatie en de beveiliging van gegevens. Het is een innovatieve technologie met in zich de belofte economische, administratieve en financiële processen efficiënter en effectiever te maken.

 

Op dit moment vormen cryptomunten het belangrijkste toepassingsgebied voor blockchain­technologie. Steeds meer burgers beleggen ook in cryptomunten en ondertussen gaan er fikse bedragen in om. Een deel van deze beleggingen is speculatief van aard, en dat wordt door mensen die in cryptomunten beleggen niet altijd even goed ingeschat, zo blijkt uit de berichtgeving. Dit werd ook aangehaald door de experts die wij hebben gehoord ter voorbereiding van deze resolutie.

 

Het nut van cryptomunten om de opbrengsten van criminele activiteiten te verbergen en te transfereren, is zeker ook een debatthema dat aandacht verdient. Maar cryptomunten bieden ook een aantal onmiskenbare voordelen. Zo maken zij het mogelijk op een veilige manier grote bedragen wereldwijd te transfereren; er kan internationaal handel gedreven worden zonder de kosten van tussenpersonen, financiële instellingen, wisselkoersen enzovoort. Zij kunnen ook een buffer bieden tegen inflatie. Zoals een medaille hebben dus ook cryptomunten twee zijden: de hypezijde en de innovatiezijde. Het feit dat de hypezijde meer media-aandacht krijgt, mag er niet toe leiden dat de zijde van het enorme potentieel voor economische en financiële innovatie al te zeer wordt ingeperkt door regelgeving.

 

Op het niveau van de Europese instellingen wordt gewerkt aan een duidelijk kader voor toepassingen van blockchaintechnologie en cryptomunten, waarbij enerzijds het evenwicht moet worden bewaard tussen het mitigeren van de risico’s naar het brede publiek en het tegengaan van criminele activiteiten, terwijl anderzijds innovatie op basis van blockchaintechnologie voluit moet worden gestimuleerd.

 

Blockchain zal in de komende jaren ongetwijfeld wereldwijd een prominente rol spelen in digitale innovatie, en elk juridisch kader dat wordt gecreëerd op Europees of nationaal niveau moet voldoende ruimte laten voor innovatie, om te vermijden dat wij ook in dit segment van de digitale economie zouden achterlopen op de Verenigde Staten of Azië, zoals in andere segmenten van de digitale economie al het geval is.

 

Daarom heeft onze fractie er in het adviescomité consequent op gewezen dat een regelgevend kader, om onder andere de negatieve toepassingen van cryptomunten en de speculatie door onervaren beleggers te beperken, er niet toe mag leiden dat innovatie in deze veelbelovende technologie in Europa wordt gefnuikt. Anders dreigt Europa zichzelf weer buitenspel te zetten, terwijl de rest van de wereld aan de slag gaat met nieuwe economische, administratieve en financiële toepassingen op basis van deze technologie. Het is dus belangrijk dat deze resolutie bij het uitspreken van de steun aan de Europese initiatieven niet gelijktijdig het Europees initiatief stuurt richting een meer restrictieve regelgeving. Ik verwijs hiermee naar verzoek 1, a) tot c), dat toch eerder de negatieve aspecten belicht. Op vraag van onze fractie is die lijst ook niet exhaustief gemaakt door toevoeging van de woorden ‘onder andere’.

 

Verzoek 5, waarbij gevraagd wordt dat de overheid de kwaliteit van innovatie zou kwantificeren en kwalificeren, blijft wat bizar en staat volgens ons in contrast met het principe dat ondernemers en vrije markt het best geplaatst zijn om in te schatten hoe innovatief een nieuwe technologie is en wat het potentieel is qua commerciële toepassingen.

 

Bij verzoek 10 stelt onze fractie zich nog steeds de vraag of het de overheid wel toekomt om digitale portefeuilles te creëren voor alle burgers, wetende dat een groot deel van de burgers daarvan geen gebruik zal maken. Burgers die toch zo’n portefeuille willen verwerven, zullen voldoende keuze hebben uit commercieel ontwikkelde portefeuilles. De rol van de overheid zou er volgens ons hoogstens in moeten bestaan om een kader te creëren voor de eenvormigheid van de gegevens.

 

We verheugen er ons wel over dat het adviescomité veel van onze constructieve bijdragen heeft overgenomen, zoals de vermelding dat het energieverbruik van verschillende cryptomunten snel daalt naarmate de technologie evolueert. We zijn ook blij dat we de resolutie zo meer hebben kunnen sturen richting een beter evenwicht tussen het beschermen van de burgers voor misbruiken van een nieuwe technologie, terwijl het enorme toekomstpotentieel van die technologie ook wordt onderschreven.

 

Onze fractie heeft de meeste consideransen en verzoeken gesteund. Om consequent te zijn met de door ons geuite bedenkingen bij de verzoeken die ik zonet vermeld heb, hebben we ons onthouden op het geheel en dat zullen we ook vandaag doen.

 

16.02  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je vous remercie. Chers collègues, comme vient de le dire Mme Gijbels, nous nous sommes plongés dans presque deux ans de travaux au comité d’avis sur les questions technologiques, que j’ai d’ailleurs eu le plaisir de présider, dans l’univers des cryptomonnaies et de la blockchain qui est effectivement la technologie à la base de la cryptomonnaie. La blockchain a d’ailleurs d’autres applications que des monnaies et concentre aujourd’hui toute l’attention à la création de cryptomonnaies et cryptoactifs parce qu’il ne s’agit pas uniquement de monnaies.

 

Je voulais commencer par quelques mots. Tous les groupes politiques, majorité comme opposition, ont trouvé opportun et intéressant de se plonger dans ces défis qui ont clairement des impacts énormes sur notre société. Il était vraiment intéressant qu’on puisse s’y plonger ensemble. Évidemment, c’est complexe et technique. Nous ne sommes pas toutes et tous à la base des informaticiens et nous ne maîtrisons pas ces concepts. C’est pour cela que nous avons eu presqu’un an et demi d’auditions avec tous les experts et expertes que compte ce pays en la matière. Je voulais saluer en particulier le professeur Jean-Jacques Quisquater de l’Université de Louvain qui est vraiment considéré comme une ʺrockstarʺ dans ce secteur. Oui, en Belgique, nous avons des académiques de tout premier plan. C’est d’ailleurs le tout premier à avoir écrit un papier universitaire sur le bitcoin. On a aussi reçu la Banque nationale de Belgique, des académiques, des entrepreneurs, la Banque nationale des Pays-Bas, des entreprises. C’était extrêmement riche et je tiens vraiment à souligner la collaboration de tous les groupes, majorité comme opposition. Nous n’étions pas d’accord sur tout mais nous nous sommes plongés dans le sujet avec, je pense, un intérêt réel à tous les niveaux. En tout cas, nous avons toujours essayé d’être constructifs, même dans la rédaction du texte qui est soumis au vote aujourd’hui.

 

Plusieurs aspects ont effectivement été pris en compte par rapport à l’impact de ces technologies sur notre vie quotidienne et sur notre société. Il y a évidemment énormément de préoccupations très justes sur lesquelles je vais revenir. Il y a aussi des opportunités qui sont mentionnées dans ce texte, certainement par rapport à la technologie blockchain. On recommande de former par exemple les agents publics afin de comprendre ces nouvelles technologies. Cela nous paraît le bon sens parce qu’il n’y a pas de raison de ne pas se plonger dans ces technologies. Ce qui est important, c’est de les réguler, de les contrôler et que l’humain et le législateur gardent la main pour les encadrer.

 

Ce sont quelques constats importants tirés des préoccupations qui ont été partagées très largement dans le comité d'avis.

 

Je reprends à présent les priorités du groupe Ecolo-Groen.

 

Tout d'abord, celle relative à la protection de nos concitoyens. Nous savons bien qu'aujourd'hui, 10 % des ménages belges investissent dans les cryptomonnaies. Ce sont potentiellement des publics fragiles. Je pense aux jeunes; je pense à des publics qui n'ont parfois pas accès à l'information. Avec un tel actif extrêmement volatil, extrêmement incertain, des citoyens pourraient effectivement soit se faire avoir, dans des cas de fraude, soit perdre beaucoup d'argent.

 

Il faut évidemment lutter contre les pratiques frauduleuses ainsi qu'informer les citoyens, en particulier les jeunes. Nous avons vraiment beaucoup insisté sur les jeunes qui, aujourd'hui, en trois clics, peuvent investir tout leur compte épargne dans des cryptomonnaies. Ces dernières sont d'ailleurs parfois mises en avant, sans aucun filtre, sur les réseaux sociaux par des stars du cinéma américain ou du foot, par exemple. Il faut donc clairement pouvoir protéger les publics les plus fragiles face à cela.

 

Une deuxième constatation était relative à la fraude. Selon les chiffres de février 2022, plus de 25 millions d'euros de fraudes aux cryptomonnaies ont été recensées par la FSMA. Il s'agit de fraudes constatées. C'est énorme, et cela augmente.

 

Il faut pouvoir aussi, et c'est ce que nous faisons, demander aux parquets de se renforcer, d'instruire des dossiers concernant des plateformes de cryptomonnaies ou des comptes en cryptomonnaies.

 

Le dernier élément, évidemment très important pour nous, écologistes, c'est l'impact environne­mental. Nous savons à quel point la consommation énergétique du bitcoin, par exemple - nous l'avons indiqué dans le texte - est estimée à environ 100 térawattheures par an. C'est une estimation de novembre 2022. C'est plus que la consommation annuelle de la Belgique, pour se donner un ordre de grandeur. C'est énorme!

 

Heureusement, il y a d'autres technologies, au sein des cryptomonnaies, qui sont moins consommatrices d'énergie. C'est pour cela que nous demandons, sur la base de ce qu'il se fait au niveau européen, à avoir une véritable labellisation des cryptomonnaies par rapport à leur empreinte environnementale et par rapport à leurs dépenses énergétiques.

 

J'ai essayé d'aller à l'essentiel. Je remercie encore tous les collègues, majorité comme opposition, d'avoir été constructifs sur un sujet compliqué, complexe, mais qui va avoir un impact immense sur la société.

 

16.03  Leslie Leoni (PS): Madame la présidente, chers collègues, pour mon groupe, la lutte contre la fraude organisée est un enjeu majeur. Cette fraude n'hésite pas à se saisir de tous les outils, de tous les moyens existants pour extorquer les plus faibles, pour se soustraire à sa juste participation au financement des services à la collectivité par l'impôt mais aussi pour financer des activités criminelles, pour blanchir l'argent, pour financer des activités et des réseaux de grand banditisme.

 

Les cryptoactifs, la technologie blockchain font partie des outils visés. Oui, c'est une technologie innovante – et il faut certainement pouvoir compter avec les innovations – mais l'innovation ne peut pas être le Far West. Pour mon groupe, il faut que les pouvoirs publics prennent les mesures nécessaires pour protéger la population de l'usage malveillant de ces innovations.

 

Dans le cadre particulier des cryptoactifs, il est nécessaire de donner aux services de l'État les moyens techniques et le cadre légal adaptés à la lutte contre l'usage malveillant de cet instrument. La police, la Justice, les Finances, autant de services qui doivent pouvoir agir avec efficacité. S'agissant de la prévention, il faut un cadre permettant de protéger la population contre les activités des escrocs et des voleurs, de la rétablir dans son droit quand elle en est victime.

 

Un cadre clair, des moyens adaptés, des mesures de prévention aux niveaux belge et européen, voilà ce que postule cette résolution que nous adressons au gouvernement. Nous serons attentifs aux suites qui lui seront données.

 

16.04  Erik Gilissen (VB): Mevrouw de voorzitster, het voorliggend voorstel van resolutie is het resultaat van zowat een jaar aan hoorzittingen betreffende cryptovaluta. In tegenstelling tot conventionele betaalmiddelen worden cryptovaluta door niemand uitgegeven of beheerd. De waarde van cryptovaluta is bovendien, in tegenstelling tot traditionele valuta, allerminst stabiel. Bij cryptovaluta kan niet ingegrepen worden als koersen ontsporen, terwijl centrale banken de waarde van traditionele valuta wel kunnen beïnvloeden.

 

Diverse centrale banken werken op dit ogenblik aan een eigen digitale munt, een central bank digital currency. Ook de Europese Centrale Bank werkt aan een dergelijke digitale versie van de euro. Dat mag men echter niet verwarren met de cryptovaluta die onderwerp zijn van het voorliggend voorstel van resolutie.

 

In de commissie was er dan ook een debat ontstaan over verzoek 11, waarin het specifiek ging over de digitale euro. Zowel Vlaams Belang als N-VA verzetten zich tegen dat verzoek, waarna het middels amendering uiteindelijk geschrapt werd en vervangen werd door een considerans.

 

Het is twijfelachtig welke van de huidige cryptovaluta zullen overleven en of die ooit een noemenswaardige rol zullen kunnen spelen in de reguliere economie. Cryptovaluta kunnen, zoals gezegd, al snel in waarde stijgen of dalen, waardoor ze ongeschikt zijn als betaalmiddel en ook onbetrouwbaar als investering. Ze genereren geen cashflow of dividend, ze kunnen niet productief gebruikt worden zoals grondstoffen en ze leveren evenmin speciale voordelen op zoals bij goud. Cryptomunten vallen ook niet onder het depositogarantiestelsel. Cryptovaluta lijken zich dan ook vooral te beperken tot speculatie met een hoog risico.

 

Voor het gebruik van cryptomunten is een veilige en stabiele internetverbinding en geschikte hard- en software nodig. Digitaal zwakkere personen vallen daarbij uit de boot. Zowat één Belg op de twee is digitaal kwetsbaar. Cryptomunten geven dus toch wel aanleiding tot ongelijkheden.

 

Men wil ook de jeugd beschermen tegen gevaren van cryptomunten. Dat is op zich een nobele doelstelling, maar ook ouderen verdienen aandacht. Sensibilisering moet er voor iedereen zijn.

 

Men wil ook een op blockchain gebaseerde digitale portefeuille voor iedere Belg. Ik stel mij de vraag wat er mis is met klassieke systemen. Waarvoor moet die digitale portefeuille eigenlijk dienen? Iedereen aan de blockchain, maar wat dan met alle digitaal kwetsbare personen?

 

Wat energieverbruik betreft, zijn diverse cryptomunten recent overgeschakeld naar een proof of stake-concept. Die procedure vereist heel wat minder energie dan de klassieke methodes. Er is dus een duidelijke tendens naar minder energieverbruik. Tevens plaatsen wij vraagtekens bij de haalbaarheid van een kwaliteitslabel dat cryptomunten zou rangschikken volgens hun ecologische voetafdruk. Cryptoactiva hebben bij uitstek een wereldwijd karakter. De manier waarop bijvoorbeeld elektriciteit overal ter wereld wordt geproduceerd, is toch wel erg verschillend. Het lijkt ons in die omstandigheden dan ook onmogelijk om op een zinvolle manier de ecologische voetafdruk van een bepaalde cryptomunt te bepalen.

 

Wij zijn uiteraard niet tegen cryptomunten op zich. Er zit een aantal zaken in de resolutie die wij steunen – de instanties moeten fraude kunnen bestrijden en moeten cryptomunten in beslag kunnen nemen, misdaad moet bestreden kunnen worden – maar er zitten ook zaken in waar wij niet achter staan. In de commissie hebben wij ons onthouden bij de stemming en dat zullen wij straks opnieuw doen.

 

16.05  Vincent Scourneau (MR): Madame la présidente, chers collègues, comme cela a déjà été dit et répété, cette proposition de résolution est le fruit d'un très long travail qui s'est déroulé en deux temps.

 

Dans un premier temps, de nombreuses auditions ont été organisées pour comprendre et appréhender cette thématique aussi complexe que passionnante qu'est la cryptomonnaie. En effet, ces dernières années de nombreux cryptoactifs sont apparus dans le monde entier. Dans un deuxième temps, de multiples réunions techniques ont été organisées. Elles ont donné lieu à la version finale de cette proposition de résolution qui nous est proposée aujourd'hui.

 

Le groupe MR a évidemment contribué à l'élaboration de cette résolution par le biais des nombreuses auditions et de différentes études consacrées à la blockchain en tant que telle, mais également à la technologie, son historique, ses caractéristiques, l'étendue des possibilités et leur diversité. Mentionnons également les risques liés à cette technologie, notamment en termes de consommation énergétique, ce point concentrant la majorité des critiques dont fait l'objet cette innovation. Ces études traitent également des cryptomonnaies qui ont popularisé la technologie blockchain via leur historique, leur fonctionnement et les principales crytomonnaies, notamment.

 

De manière plus générale, nous nous prononcerons en faveur de ce texte qui, selon nous, représente un équilibre entre ces innovations qui ont le potentiel de changer profondément nos sociétés, mais également un secteur encore jeune, pas encore réellement régulé, peut-être pas encore assez mûr, et qui traverse de fréquentes crises.

 

Mentionnons aussi les effets directs et indirects des cryptomonnaies sur le développement d'initiatives européennes comme la création, à terme, d'un euro numérique. Celui-ci a d'ailleurs été mentionné à de nombreuses reprises lors des auditions. Le sujet est effectivement intimement lié aux cryptomonnaies, pour deux raisons, selon nous. Premièrement, la multiplication des cryptomonnaies inquiète les autorités en raison de l'instabilité qu'elles peuvent générer. Une des réponses européennes, comme celle d'autres pays dont notamment les États-Unis, serait l'euro numérique, une monnaie numérique de banque centrale qui diffère, dans de nombreux aspects, d'une cryptomonnaie. Deuxièmement, l'euro numérique partagerait des caractéristiques communes avec les cryptomonnaies dont l'utilisation de la technologie blockchain à laquelle il a déjà été fait référence.

 

En outre, nous devons veiller à la planète et à la consommation énergétique et au coût énergétique des infrastructures liées aux cryptoactifs. Ces impératifs énergétiques et environnementaux sont maintes fois rappelés dans la résolution. Il y a des impératifs de sécurité numérique également, comme la volonté de la résolution de fournir les ressources et les formations nécessaires aux parquets et à la Federal Computer Crime Unit (FCCU) pour appréhender la fraude aux cryptomonnaies ainsi que de renforcer la coopération internationale. Il faudra également être attentif à l'avenir à éventuellement doter les régulateurs financiers, notamment l'Autorité des services et marchés financiers (FSMA) et la Banque nationale de Belgique (BNB), de spécialistes en blockchain comme l'a fait l'Autorité des marchés financiers (AMF) en France. De plus, nous serons attentifs aux évolutions rapides en ce qui concerne les cryptoactifs, les technologies blockchain et les défis sociétaux qui y sont liés.

 

En conclusion, chers collègues, nous sommes convaincus des opportunités technologiques et économiques que représentent les cryptomonnaies et les blockchains dans le cadre d'un usage responsable. Des libertés sont donc indispensables au marché des cryptoactifs, à leurs détenteurs et aux personnes qui investissent dans le vaste monde des cryptoactifs et des technologies y afférentes.

 

Je vous remercie pour votre attention et je m'adresse au président de la commission en lui disant que c'est avec beaucoup d'enthousiasme que nous nous lançons sur le prochain sujet qui est, cette fois, le métavers.

 

16.06  Jef Van den Bergh (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, het groeiend belang en de impact van cryptomunten werden al door verschillende collega’s aangehaald. We hebben hierover een twaalftal hoorzittingen georganiseerd. We zijn daar anderhalf jaar mee bezig geweest. Dat was ook wel nodig, in elk geval voor mij, om met de soms wat abstracte wereld van de cryptomunten vertrouwd te raken en te ontdekken wat daarmee allemaal mogelijk is en wat ermee gedaan wordt. Ik denk dat het belangrijk was om ons goed te informeren en wij hebben dat dus grondig gedaan. Dat heeft geleid tot een evenwichtig voorstel van resolutie, dat ook sterk rekening houdt met de regelgeving in de EU.

 

Ik ga niet de hele resolutie overlopen. Wel wil ik namens cd&v graag op één element focussen. De passage waarin extra sensibilisering wordt gevraagd, ligt mijn partij na aan het hart. Mevrouw Gijbels zei het al, de wereld van de cryptomunten heeft twee kanten. Er is de innovatieve kant, met interessante toepassingen voor de toekomst, maar daarnaast zijn er ook risico’s en gevaren, de frauduleuze kant die door verschillende collega’s werd aangehaald.

 

Een paar jaar geleden was er een hype met bitcoinopbrengsten en -beleggingen. Toen was er echt nood om jongeren daarvoor te sensibiliseren. Ik erken dat die sensibilisering niet alleen op jongeren moet worden gericht, maar een specifieke focus is hier toch wel aangewezen. Via deze resolutie vragen we dan ook voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over de risico’s van cryptoactiva en ondersteuning van programma’s ter bevordering van de financiële geletterdheid.

 

Het was trouwens onze vroegere collega Steven Matheï die in het Parlement eerder al initiatieven had genomen en voorstellen had gedaan. Het is fijn om vast te stellen dat zijn ideeën van ongeveer een jaar geleden vandaag een plaats in de voorliggende resolutie hebben gevonden, waarvoor mijn dank aan hem.

 

Ten slotte dank ik graag alle collega’s van het adviescomité. Er werd de voorbije maanden op een constructieve manier gewerkt. Er ligt dan ook een mooie en evenwichtige tekst voor, die cd&v straks ten volle zal ondersteunen.

 

16.07  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, de digitalisering van de economie, de overheid en talloze aspecten van ons dagelijks leven is niet tegen te houden. Het leven wordt daardoor vaak gemakkelijker, ook als het gaat over financiële transacties. De digitalisering van de financiële sector biedt kansen voor vooruitgang in overvloed. Er is heel wat innovatieve fintech, bijvoorbeeld om met de smartphone te betalen. Die bestormt vandaag de Belgische markt.

 

Als dat gecombineerd wordt met een interessante technologie als blockchain, met eveneens veel mogelijke toepassingen, lijkt het zo te zijn dat cryptocurrencies een bijzondere waardevolle toevoeging kunnen vormen aan onze maatschap­pij. Wie kan er tegen dergelijke innovatie zijn, collega’s? Dat is een beetje de ondertoon van sommige tussenkomsten hier, onder andere die van mevrouw Gijbels. Zij zegt dat blockchain een innovatieve technologie is die veel mogelijkheden biedt. Ze voegt daar bitcoin aan toe en zegt dat ook dit een veelbelovende technologie is. Na het voorbije anderhalf jaar vele sprekers gehoord te hebben, moet ik dat toch sterk nuanceren. Mevrouw Gijbels, u verwart de innovatie van fintech en blockchain een beetje met de opkomst van bitcoin.

 

Na alle hoorzittingen kan ik immers enkele vaststellingen doen. Ten eerste, heeft bitcoin een maatschappelijke meerwaarde? Is dat nu een betaalmiddel, zoals sommigen hier zeggen? Wel, amper of niet, collega’s. Dat is ook heel logisch, want een betaalmiddel dat zo extreem fluctueert in waarde en een netwerk heeft dat geen massale transacties aankan, is eigenlijk niet geschikt als betaalmiddel. Het is ook geen bonafide belegging. Zelfs achter risicovolle beleggingen, beurs­genoteerde aandelen, zitten vaak nog bedrijven die reële goederen of diensten produceren.

 

Achter bitcoin zit er uiteindelijk niets. Het systeem is gebouwd op het principe dat sommigen hopen dat anderen later en meer investeren, om zo de prijs naar nieuwe hoogten te stuwen, vanuit het idee dat er altijd een gek bereid zal zijn om die gok op een nog hogere prijs te wagen. Dat is het principe dat daarachter zit.

 

Een tweede aspect is het energieverbruik. Het werd door sommige collega’s al gezegd en ik vond dat er in de commissie wel wat aan greenwashing werd gedaan, maar de feiten zijn de feiten. Vandaag verbruikt het systeem bitcoin – er zijn er inderdaad nog andere – meer dan een volledig land als Polen. De energie die nodig is voor één bitcointransactie is goed voor meer dan 800.000 visatransacties. Dat is complete waanzin. Inderdaad, vandaag is er de opkomst van de proof of stake en dat is veelbelovend, maar de situatie is vandaag zoals ze is.

 

Een ander belangrijk punt, en het zal u niet verbazen dat dit een kritiek punt voor Vooruit is, is dat mensen die vandaag opbrengst van bitcoin genieten, daar weinig of niet op worden belast. We zien wel eerste pogingen van de wetgever om daar verandering in aan te brengen, maar ook daar valt nog een hele weg af te leggen.

 

Een vierde punt. Blockchain als technologie is inderdaad veelbelovend vanwege de volledige traceerbaarheid. Ik denk alleen dat bitcoin een van de slechtst mogelijke toepassingen is, net omwille van de anonimiteit en de daaraan gekoppelde illegale activiteiten. Dat blijkt uit vele studies en is door bijna alle sprekers hier gezegd. Dat is een probleem. Met al deze vaststellingen in het achterhoofd zal onze fractie elk voorstel voor meer regulering steunen. We kunnen er niet aan voorbij: het grote schandaal van de afgelopen tijd was het FTX-debacle inzake bitcoin. Wat heeft ons dat geleerd? Niet alleen dat op heel korte tijd meer dan 10 miljard euro verdampte, maar ook dat dergelijk drama morgen opnieuw kan gebeuren, zeker in een omgeving waar er nauwelijks of geen regulering is. De oproep van sommigen hier dat regulering deze technologie zal afremmen, gaat volledig voorbij aan de realiteit van dit soort schandalen.

 

De Vooruitfractie is een koele minnaar van de cryptomunten als dusdanig, niet van de technologie bitcoin die erachter zit. Wij geloven echter wel dat het zelfs in het belang van de believers is om een goede regulering te hebben. We hebben trouwens een aantal voorstanders van deze technologie in de commissie gevraagd. Waar de bitcoin ooit ontstaan is vanuit het idee het zonder de bankensector te doen, merkt men vandaag dat men diezelfde bankensector nodig heeft om opbrengsten te kunnen genereren.

 

Mijnheer Van den Bergh verwees naar de sensibilisering. Mensen uitleggen wat het risico is van een belegging is inderdaad nodig, maar we mogen nooit de illusie hebben dat de budgetten van de overheid voor sensibiliseringscampagnes maar enigszins opwegen tegen de budgetten voor al die hippe reclamecampagnes die in de bioscoop of online te zien zijn en die soms heel ver van de realiteit staan. Om die reden geloven wij dat regelgeving nog altijd de kortste weg is naar het voorkomen van persoonlijke drama’s en verstandige investeringen in de plaats van blind mee te lopen in een trend die vandaag zijn maatschappelijke meerwaarde nog altijd niet bewezen heeft.

 

16.08  Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, chers collègues, s’il faut en croire les médias, après un premier report en février, le vote sur la réglementation MiCA (marché de cryptoactifs) pour encadrer les cryptomonnaies dans l’Union européenne, devrait finalement avoir lieu en avril. Malgré le retard enregistré par rapport à la date annoncée, l’adoption de ce texte constituera assurément une bonne nouvelle, vu les enjeux, les opportunités, mais aussi les risques que présentent les cryptoactifs. Il est donc grand temps d’élaborer un cadre juridique clair qui leur permette de se développer, tout en évitant les dérives.

 

Les cryptoactifs permettent de stocker et de transmettre de la valeur sans l’intervention d’un intermédiaire. De la sorte, des paiements plus faciles et rapides sont possibles, de même qu’est ainsi ouverte la voie à des services financiers novateurs, y compris dans des régions du monde jusqu’à présent non bancarisées. Tout cela est rendu possible par l’écosystème des cryptoactifs et va modifier profondément notre environnement financier.

 

Toutefois, à côté de ces faits, si l’on en croit différents rapports du Fonds monétaire international (FMI) à ce propos, des risques sont également présentés par des acteurs centralisés qui se développent autour de cette innovation: les manipulations sur les bourses de cryptoactifs, le piratage informatique qui a déjà débouché sur des vols de fonds placés par des particuliers, la disparition d’émetteurs, l’utilisation à des fins spéculatives de cryptoactifs ou encore le déficit de données pour les autorités de régulation pouvant ainsi ouvrir la porte au blanchiment d’argent et au financement du terrorisme.

 

Après le boom de l’année dernière et un sommet historique de 3 000 milliards de dollars atteint en novembre 2021, la capitalisation boursière du marché s’est effondrée et a fait la une des médias. Force est pourtant de constater que, depuis lors, le marché est remonté et que, depuis dix ans, malgré des hauts et des bas, cette capitalisation ne fait qu’augmenter – signe d’une adoption grandissante. Selon la Banque centrale européenne (BCE), 10 % des Belges possèdent des cryptoactifs, soit plus que le nombre de compatriotes possédant des actions. Si, jusqu’à présent, ce phénomène n’a pas entraîné d’effet notable sur la stabilité du système financier, à mesure que les cryptoactifs se démocratiseront, les répercussions potentielles sur l’économie au sens large vont nécessairement augmenter.

 

Au-delà des risques propres au marché des cryptoactifs, des changements systémiques de l'économie et donc de la société pourraient en découler. À en croire le FMI toujours, la cryptorisation risque d'entraver la capacité des banques centrales à mettre efficacement en oeuvre la politique monétaire. Elle va créer des risques nouveaux pour le système financier, par exemple en matière de financement et de solvabilité associée à des asymétries de devises ou de sorties de capitaux avec des conséquences sur le marché des changes. Elle pourrait également aggraver certains risques évoqués précédemment, en matière de protection des consommateurs et d'intégrité financière.

 

Les menaces pour la politique budgétaire pourraient également se multiplier étant donné le potentiel des cryptoactifs en matière de fraude fiscale. Par ailleurs, le seigneuriage, l'avantage financier qui découle de la frappe de la monnaie, risque aussi de pâtir de l'essor des cryptoactifs.

 

Comment réagir face à ces risques et à ces opportunités? Il faut tout d'abord renforcer la coordination internationale. C'est ce que propose de faire la réglementation MiCA. Cependant, peut-être d'autres actions par notre gouvernement sont-elles possibles? Ne serait-il pas intéressant de tenter de dégager une vision globale propre aux pays de l'Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) ou encore au sein de l'Organisation mondiale du commerce (OMC)? Au-delà de proposer un soutien à la réglementation MiCA, et d'en assurer la mise en application, le projet de résolution ne parle pas de ces aspects.

 

Ensuite, relevons que la plupart des normes applicables aux cryptoactifs se cantonnent pour le moment à la lutte contre le blanchiment de capitaux et à des propositions concernant les expositions de banques. Toutefois, d'autres normes internatio­nales, relevant de la réglementation des valeurs mobilières, des paiements, des compensations et des règlements, peuvent également s'appliquer ou parfois être adaptés aux cryptoactifs et doivent retenir l'attention des autorités. À nouveau, ces sujets ne sont même pas évoqués dans le projet de résolution.

 

Troisièmement, au vu de leur rôle grandissant, la réglementation des cryptoactifs doit être proportionnelle aux risques qu'ils représentent et aux fonctions économiques qu'ils remplissent. Ainsi, les règles qui leur sont appliquées doivent s'inspirer de celles qui régissent les entités proposant des produits similaires, par exemple les dépôts bancaires ou les fonds communs de placement monétaire, mais en tenant compte des particularités de la technologie qui les sous-tend.

 

Malheureusement, le projet de résolution ne parle d'aucun de ces enjeux majeurs.

 

Je relèverai néanmoins deux éléments que soulève cette proposition de résolution et qui méritent notre attention: la régulation de la publicité en faveur des cryptomonnaies et le traitement fiscal qui leur sera réservé. Sur ces aspects, la proposition de résolution soulève des questions pertinentes.

 

Vous me permettrez de relever un aspect que je juge assez cynique de la part des membres de la majorité, à savoir demander au gouvernement de doter les parquets et la police des moyens nécessaires à l'appréhension des fraudes et des saisies nécessaires en la matière. Il est inutile de rappeler le débat que nous avons eu tout à l'heure: lorsqu'il faut un euro de plus pour la police judiciaire, cela pose énormément de problèmes et derrière les intentions, il n'y a pas souvent d'actes qui sont posés.

 

J'invite mes amis membres de la majorité et signataires du projet de résolution à augmenter les moyens pour les départements concernés pour le contrôle plutôt que de faire des promesses dans des propositions de résolution.

 

En conclusion, nous devons voir arriver ces cryptoactifs et ce monde financier décentralisé comme une nouvelle opportunité qui, comme chaque nouveauté, comporte des risques qu'il faut encadrer au mieux.

 

Nous sommes demandeurs d'un cadre clair et adapté mais cette proposition de résolution est incomplète et comporte des éléments hasardeux. Nous nous abstiendrons.

 

16.09  François De Smet (DéFI): Chers collègues, depuis plusieurs années, l’intérêt que suscitent ces actifs numériques ne cesse de croître. Rien qu’en 2021, les investissements en cryptoactifs ont augmenté de 880 % dans le monde, et la capitalisation globale du marché des cryptomonnaies est évaluée à près de 1 000 milliards d’euros.

 

Il est donc nécessaire, c’est évident, d’encadrer les plates-formes de cryptoactifs afin de mieux protéger mais aussi de rassurer les consomma­teurs. À cet égard, selon les informations communiquées par l’Autorité des services et marchés financiers (FSMA) en 2021, les consommateurs belges ont rapporté une perte de plus de 25 millions d’euros du fait de plates-formes de trading frauduleuses.

 

L’instauration d’un cadre réglementaire pour les plates-formes d’échange de cryptoactifs opérant en Belgique doit donc être rapidement engagée. La présente résolution adoptée par le Comité d’avis des questions scientifiques et technologiques reprend en substance les différentes avancées devant encore être prises ou soutenues par le gouvernement, notamment en ce qui concerne la proposition européenne de règlement relative aux marchés en cryptoactifs. Pour notre groupe, l’initiative européenne constitue inévitablement la pierre angulaire d’un nouveau cadre légal en matière de cryptoactifs et d’une harmonisation législative entre les pays membres. Elle doit donc être encouragée et vivement soutenue.

 

En ce qui concerne la lutte contre la fraude fiscale et la criminalité financière, on ne peut que se réjouir de constater – en espérant que cela ne reste pas de vaines promesses – que la présente résolution entend fournir les ressources et les formations nécessaires au parquet et à la Federal Computer Crime Unit, pour appréhender la fraude aux cryptomonnaies et renforcer la coopération internationale.

 

Je rappelle à cet égard que notre groupe a déposé voici quelques mois une proposition visant à instaurer un parquet financier devant permettre de mieux lutter contre la fraude fiscale. Je n’ai désormais plus aucun doute sur le fait que mes collègues de la majorité soutiendront ce texte, qui s’inscrit également dans cet objectif.

 

Enfin, sur le volet fiscal, je salue l’objectif énoncé dans la résolution et dont l’objectif est de clarifier la classification fiscale des revenus des cryptoactifs, mais aussi d’examiner l’opportunité d’un cadre juridique spécifique pour le traitement fiscal des cryptoactifs conforme au cadre réglementaire européen. Il ne peut être nié, en effet, qu’actuellement, bon nombre de spéculateurs utilisent les cryptoactifs pour générer des revenus mobiliers colossaux qui échappent à toute forme d’imposition.

 

Toutefois, nous nous interrogeons sur la dernière demande énoncée dans la proposition, selon laquelle il est proposé d’accorder à chaque citoyen, après consultation des autorités nationales compétentes, un portefeuille de données numériques décentralisées fonctionnant grâce aux technologies de la blockchain. Comme indiqué précédemment, seul un faible pourcentage de la population connaît et utilise la technologie blockchain.

 

Il serait donc assez malvenu d’ouvrir un portefeuille numérique pour l’ensemble des Belges. À cet égard, je rappelle que bon nombre de citoyens subissent encore quotidiennement les conséquences de la fracture numérique. Cette demande oublie totalement cette catégorie de la population.

 

En conclusion, même s’il a quelques faiblesses, ce texte nous paraît un bon premier pas et, malgré ses quelques défauts et quelques manques, il nous semble devoir être soutenu. Je vous remercie, madame la présidente.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de loi modifiant l'ancien Code civil en vue d'abroger la cessation de la cohabitation légale pour cause de mariage avec un tiers (2909/1-4)

17 Wetsvoorstel tot wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek met het oog op de afschaffing van de beëindiging van de wettelijke samenwoning door het huwelijk met een derde (2909/1-4)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Koen Geens, Nawal Farih, Nahima Lanjri, Els Van Hoof, Jef Van den Bergh, Servais Verherstraeten.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mevrouw Gabriëls, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

 

17.01  Koen Geens (cd&v): Mevrouw de voorzitster, collega’s, ik zal bijzonder kort zijn.

 

Mevrouw de voorzitster, collega’s, dit wetsvoorstel probeert een anomalie te remediëren in onze wetgeving. Destijds, toen het Parlement de wettelijke samenwoning creëerde, is men er ten onrechte van uitgegaan dat een huwelijk dat op een wettelijke samenwoning volgt, altijd een huwelijk is tussen dezelfde partners als de partners die wettelijk samenwoonden, zodoende dat de wettelijke samenwoning van rechtswege automatisch eindigt op het ogenblik dat het huwelijk wordt aangegaan. Eén bepaling is vergeten, meer bepaald dat wettelijke samenwoning slechts automatisch van rechtswege eindigt wanneer het huwelijk tussen dezelfde partners wordt gesloten.

 

Nu schijnt het in de praktijk te gebeuren, zeker wanneer personen in het buitenland huwen, dat van koppels die al wettelijk samenwoonden een van de wettelijk samenwonende partners met een derde huwt en niet met de persoon met wie hij wettelijk samenwoonde. Dat betekent dat de partner die wettelijk samenwoonde met iemand die nadien in het huwelijk treedt met een derde, mogelijk niet op de hoogte is van het feit dat degene met wie hij wettelijk samenwoonde gehuwd is en dat daardoor de wettelijke samenwoning beëindigt.

 

Onderhavig wetsvoorstel heeft dus tot doel ervoor te zorgen dat voortaan, zolang de wettelijke samenwoning niet op een correcte manier beëindigd is, degene die wettelijk samenwoont vooralsnog niet kan huwen met een derde.

 

Mevrouw de voorzitster, kort is dat de inhoud van het wetsvoorstel, dat met groot enthousiasme en unaniem door de commissie voor Justitie is goedgekeurd.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2909/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2909/4)

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Proposition de résolution relative à l'autonomie stratégique ouverte de la Belgique dans le monde (2591/1-5)

18 Voorstel van resolutie betreffende de open strategische autonomie van België in de wereld (2591/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Els Van Hoof.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2591/5)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2591/5)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative à l'autonomie stratégique ouverte de la Belgique et de l'Union européenne dans le monde".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende de open strategische autonomie van België en de Europese Unie in de wereld".

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

Le rapporteur, M. Defossé, renvoie au rapport écrit.

 

18.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, voor onze zeer open economie is de open strategische autonomie van België zeer belangrijk. Dat vindt de N-VA ook. Internationalisering is natuurlijk een noodzakelijke voorwaarde voor een open economie, maar wij mogen ook niet blind zijn voor de risico’s die eraan verbonden zijn. Wij verwelkomen elk constructief debat over het veiligstellen van onze toegang tot kritieke en hoogwaardige producten die raken aan onze nationale veiligheid of cruciaal zijn voor onze productielijnen. Wij moeten inzetten op diversificatie en het opbouwen van voorraden en capaciteiten, maar moeten ook bekijken hoe wij de Europese en Vlaamse waardeketens meer met elkaar kunnen vervlechten.

 

Een positief element in het voorstel van resolutie is dat er systematisch wordt gesproken over open strategische autonomie, want wij zien dat strategische autonomie door sommige andere EU-lidstaten maar al te graag gebruikt – of beter, misbruikt – wordt om aan protectionisme te doen, wat wij absoluut moeten vermijden.

 

Onze fractie heeft een aantal amendementen ingediend. Positief is dat er enkele daarvan werden goedgekeurd, ook door de meerderheid, bijvoorbeeld het amendement dat benadrukt dat de open strategische autonomie in samenwerking met de deelstaten moet worden gerealiseerd. Ons amendement waarin wij de nadruk leggen op urban mining is ook goedgekeurd. In het kader van de circulaire economie kunnen heel veel waardevolle grondstoffen uit het stedelijke afval worden gerecycleerd. Het is dus belangrijk om ook daarnaar te kijken als deel van het antwoord inzake de open strategische autonomie wat betreft de kritieke grondstoffen.

 

Voorzitter: André Flahaut, oudste lid in jaren.

Président: André Flahaut, doyen d’âge.

 

Minder positief is dat bepaalde amendementen die volgens ons belangrijk waren niet werden goedgekeurd. We hadden bijvoorbeeld in de tekst willen inschrijven dat vrijhandelsakkoorden mee de sleutel vormen in de diversificatie van handelsstromen, wat onontbeerlijk is voor onze economie. Een ander niet goedgekeurd amendement, vandaag actueler dan ooit, bepaalde dat de Amerikaanse Inflation Reduction Act niet tot een subsidiewedloop mag leiden. Ten slotte werd ook ons amendement niet goedgekeurd dat bepaalde dat de zorgplicht voor bedrijven in eerste instantie op Europees niveau genomen moet worden om het gelijke speelveld voor ondernemingen te garanderen.

 

Alle voorgaande argumenten in acht genomen, zal onze fractie zich onthouden bij de stemming, net zoals in de commissie.

 

18.02  Annick Ponthier (VB): Collega’s, dat dit land en de EU steeds meer in de richting van strategische autonomie kijken, lijkt ons evident. In dit voorstel komt dat ook heel sterk naar voren. Wij leven immers in een steeds grilligere geopolitieke omgeving, waarin bijvoorbeeld de aandacht van de Verenigde Staten meer en meer wegdrijft van Europa, onder meer richting de Indo-Pacific. Vooral op economisch gebied manifesteert zich dat, maar ook op veiligheidsvlak speelt er een beleid waarmee de Unie binnen de NAVO eigen accenten wil leggen en vooral een autonomer beleid wil voeren dat rekening houdt met de gedeelde Europese geopolitieke belangen.

 

Dat is uiteraard een piste waarover wij het debat zeker willen voeren, zowel in de commissie voor Buitenlandse Zaken als in de commissie voor Landsverdediging. Wij hebben ook gezien dat een Strategisch Kompas, dat een autonomer en een krachtiger veiligheids- en defensiebeleid nastreeft, complementair zou zijn met de NAVO. In de concrete uitwerking blijft het heden echter nog erg vaag.

 

Wat in dit voorstel duidelijk naar voren komt, is, eerder dan een Europese pijler binnen de NAVO, een streven naar een eengemaakt Europees leger. Zo voelen wij het althans aan. Men heeft het herhaaldelijk over een defensie-unie, een eigen Europese militaire eenheid, en het opgeven van soevereiniteit binnen het gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, door onder meer het overboord gooien van de unanimiteitsprocedure in de Raad. Dat kunnen wij van de Vlaams Belangfractie allerminst onderschrijven. Een vrijwillige door­gedreven defensiesamenwerking met Europese partners, met blijvende aandacht voor de autonomie van de lidstaten inzake veiligheidsbeleid, zou ons inziens beter zijn.

 

Het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU blijft overigens een lege doos als wij de eigen defensie-industrie niet ten volle ondersteunen. Daarvoor lijkt België op dit moment echter geen voortrekker te willen of kunnen zijn. We moeten dat dus ook in vraag durven stellen.

 

Ik kom dan bij het economische aspect, meer bepaald de afbouw van onze afhankelijkheid inzake strategische sectoren. Wij waarschuwen al sinds jaar en dag voor de te grote afhankelijkheid van onder meer China. De Alibabahub op de luchthaven van Luik, de grote concessie aan Chinees baggerbedrijf COSCO Shipping voor de haven van Zeebrugge en de verkoop van de haven van Hamburg aan de Chinezen door de Duitsers zijn maar enkele voorbeelden.

 

We zien dat onze tekorten op de Europese handelsbalans met China intussen blijven oplopen. In april 2022 was er sprake van een handelsdeficit van 249 miljard euro. Er stromen dus constant Chinese containers binnen via onze haven­terminals, maar er keert bitter weinig terug naar China. Intussen doet China aan concurrentievervalsing. Hun eigen markt schermen ze nog steeds af, ondanks al hun gemaakte en gebroken beloftes, terwijl wij onze markt wel liberaliseren. Het Europees-Chinees investeringsakkoord dat – voorlopig althans – in de koelkast zit, is daarvan ook een mooi voorbeeld.

 

Laten we het politieke luik zeker niet vergeten. Economische samenwerking is voor China uiteraard een middel om hun eigen geopolitieke doelstellingen te bereiken. Het is hun hefboom om landen onder de knoet te houden. Zij misbruiken de strategische afhankelijkheden die wij in de loop der jaren hebben opgebouwd om hun politieke agenda en hun wereldmodel te promoten. Die agenda heeft zeer weinig met een vrije wereldorde te maken, maar alles met het recht van de sterkste.

 

Wij stellen echter vast dat deze meerderheid nog steeds aan die naïeve Pekingpolitiek blijft vasthouden, ondanks alles. Niet enkel om die reden, maar onder meer daarom, blijft deze resolutie te veel op de vlakte en gaat het meer over lippendienst dan over concrete vooruitzichten, hoewel er uiteraard ook veel positieve elementen in dit voorstel zitten. Er gaapt echter een grote kloof tussen woord en daad.

 

De geest van de resolutie zijn wij wel genegen. Dat hebben wij ook in de commissie gezegd. Wij pleiten zelf ook voor het nastreven van meer strategische autonomie. Behoudens de opmerkingen die ik kort heb toegelicht, zullen wij deze resolutie in haar geheel steunen, net zoals in de commissie.

 

18.03  Els Van Hoof (cd&v): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ons land steunt voluit de strategische autonomie die Europa de komende jaren moet ontwikkelen. Het is een passage uit het federaal regeerakkoord die vandaag actueler is dan ooit. We herinneren ons allemaal hoe wij tijdens de coronacrisis moesten wachten op mondmaskers en medisch materiaal uit China. Een nieuw woord was geboren: mondmaskerdiplomatie. Door de inval van Poetin in Oekraïne worden we geconfronteerd met onze energieafhankelijkheid van Rusland.

 

Een studie van IPAC, de Inter-Parliamentary Alliance on China, toonde aan dat België afhankelijk van China is voor maar liefst 159 goederen en 29 sectoren. Als dat gaat om pakweg speelgoed voor de kermis is dat niet erg, maar als het gaat om producten die cruciaal zijn voor onze nationale veiligheid en de werking van onze industrie, dan is dat echt verontrustend.

 

Met deze resolutie willen we bereiken dat België die te grote afhankelijkheid van grootmachten in cruciale sectoren gaat afbouwen. Dat betekent uiteraard niet dat we ons zullen afsluiten. Het gaat over open strategische autonomie. Dat betekent dat we werken volgens het motto ‘samenwerken waar het kan, alleen als het moet’. Dat is ook wat de Europese Commissie heeft vooropgesteld.

 

De Europese afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen leidt ertoe dat Poetin ons chanteert om de steun aan Oekraïne op te geven. Chantage via handelsbetrekkingen, het is het favoriete wapen van autoritaire leiders. De afhankelijkheid van handel met China zorgt ervoor dat we moeten opletten met het betuigen van steun aan Xinjiang, Hongkong, Tibet of Taiwan, of we worden afgestraft, zoals Litouwen.

 

Daarom moeten wij diversifiëren in onze bevoorradingsbronnen. Dat is cruciaal in deze resolutie. Wij moeten op zoek gaan naar nieuwe bondgenootschappen. Daarom geloof ik sterk in het initiatief, dat eigenlijk veel concreter moet worden ingevuld, in het Global Gateway Initiative, dat eigenlijk een antwoord is op het Chinese Belt and Road Initiative. Wij moeten daarin investeren. De Europese Unie moet daarin zeer zeker investeren. Wij moeten een gepast Europees antwoord bieden. Dat mag inderdaad niet gebeuren door middel van een subsidiepolitiek die alles doodmaakt. Wij moeten ook een gepast antwoord bieden op de Verenigde Staten, met zijn Inflation Reduction Act. Wij zijn dus niet alleen gefocust op China en Rusland, wij moeten ook kijken naar de Verenigde Staten.

 

Om concreet een grotere strategische autonomie te realiseren, moeten wij natuurlijk eerst een goed zicht hebben op de Belgische afhankelijkheid van buitenlandse importproducten. Daarom is die onafhankelijke audit nodig van onze afhankelijkheid vandaag. Wij moeten daar een duidelijke strategie tegenover zetten vanuit ons land. Wij moeten vooral ook Europees samenwerken met grondstofagentschappen, om op die manier veerkrachtiger te zijn dan vandaag in tijden van crisis, om ons te bevoorraden met grondstoffen die cruciaal zijn voor onze veiligheid en economie.

 

Een nieuw hot topic is de cyberveiligheid. Wij hebben daar ook in Vlaanderen mee te maken, zelfs in onze gemeenten. Ik was eind vorig jaar in Taiwan, waar men dagelijks te maken heeft met tientallen cyberaanvallen. Men heeft daar strategieën tegenover gezet die heel sterk zijn. Wij kunnen daarvan nog veel leren. Ook Rusland is bijzonder actief op het vlak van cyberaanvallen. Wij moeten ons niet alleen militair beveiligen, maar ook op dat vlak moeten wij sterker uit de hoek komen.

 

Onze bedrijven, gemeenten, gemeentebesturen, gezondheidsinstellingen, de privacy en de persoonlijke gegevens van de burgers zijn van belang. Wij moeten ervoor zorgen dat wij autonoom blijven en niet afhankelijk zijn van of kunnen gechanteerd worden door autoritaire regimes. Daarom is het van belang dat wij meer gaan investeren in cyberveiligheid. Wij moeten een kader creëren, wetgeving implementeren en middelen voorzien om aangepast te kunnen reageren op de bestaande bedreigingen.

 

Collega’s, de wereld is op korte tijd enorm veranderd. Het soortelijk gewicht van Europa en vooral van democratie in deze wereld neemt af. Het wegstemmen van het rapport over de Oeigoeren in de Mensenrechtenraad was voor mij ook een eyeopener. Dat betekent dat China erin slaagt om vooral Afrikaanse landen aan zich te binden. Dat moet ervoor zorgen dat we autonomer gaan werken, maar ook dat we meer bondgenoot­schappen zoeken overal ter wereld, om ervoor te zorgen dat we autonoom kunnen blijven en niet afhankelijk worden van autoritaire regimes. Zowel het diversifiëren van bevoorradings­bronnen als het samenwerken met nieuwe bondgenoten zijn van belang om ons als rentmeesters te wapenen in de toekomst, zowel op politiek, economisch als militair vlak. Dat willen we met deze resolutie bereiken en ik hoop dat ze ten volle op uw steun kan rekenen. Ik dank alvast de collega’s voor de steun in de commissie.

 

18.04  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, l'examen de cette proposition de résolution a débuté par l'audition de plusieurs intervenants. Les membres académiques du panel n'avaient manifestement pas un point de vue unanime sur le texte. Il se sont même montrés assez critiques.

 

Les auteurs du texte ont, ensuite, tenté de l'adapter ici et là en vue de le rendre moins unilatéral, en déposant de nombreux amendements, sans que ceux-ci ne soient de nature à modifier son esprit.

 

Si l'intitulé du texte porte sur l'autonomie stratégique ouverte de la Belgique et de l'Union européenne dans le monde, le texte à proprement parler va dans le sens contraire. Au lieu d'une autonomie stratégique, il s'oriente plutôt vers une plus grande dépendance stratégique vis-à-vis des États-Unis. Par exemple, il y est question de travailler à la création d'une Union européenne de la Défense, mais en tant que pilier de la politique de l'OTAN, autrement dit sous la direction de cette organisation qui est placée sous la houlette des États-Unis. Ce n'est un secret pour personne! Cela signifie que la Défense européenne serait davantage contrôlée par les États-Unis. On ne peut donc guère parler ici d'autonomie. On constate déjà une première tromperie.

 

On peut également constater l'attitude de la Vivaldi quand il s'agit de désarmement nucléaire, alors que la majorité relative de ce gouvernement est composée des verts et des socio-démocrates qui ont parlé de l'occasion manquée, par le précédent gouvernement, de signer le traité d'interdiction des armes nucléaires. Et nous les voyons maintenant agir en totale opposition avec l'esprit de l'accord du gouvernement, en votant contre toutes les résolutions relatives au traité d'interdiction à l'ONU.

 

De plus, ce gouvernement considère que le parapluie nucléaire des États-Unis au sein de l’OTAN est plus important que le désarmement nucléaire parce que les armes nucléaires américaines seront remplacées par des mini-missiles à Kleine-Brogel. Toutefois, la signature du traité d’interdiction et la restitution des armes nucléaires étatsuniennes ne sont pas incompatibles avec l’adhésion à l’OTAN. Où est donc l’autonomie de la Belgique dans tout cela?

 

Les États-Unis ont beau se dire nos alliés, dans la pratique, nous ne le remarquons pas. En Europe, par exemple, nous payons le gaz naturel américain à des prix extrêmement élevés par rapport à leur marché intérieur. Ce sont des alliés qui ont la cargaison de gaz à 60 millions de dollars et qui nous la revendent à 260 millions de dollars. Est-ce cela le comportement d’un État allié? Je cite Ivo Van Isterdael: ʺSi nous sommes en guerre, nos trois amis, c’est-à-dire les États-Unis, le Qatar et la Norvège devraient dire: ʺNous vous livrons du gaz à 50 euros le MWh." Cela ferait automatiquement dégringoler les prix du marché et cela saborderait Poutine.ʺ Pourtant, nos alliés n’ont pas appliqué cette politique-là. Au contraire, ils en ont profité pour spéculer et pour gagner de l’argent sur le dos de l’Europe et des Européens. Peut-on vraiment parler d’une autonomie stratégique et d’alliés quand on a ce genre de comportement? Notre premier ministre a même parlé de la désindustrialisation de l’Europe provoquée par l’attitude des États-Unis notamment avec leur acte sur l’inflation. Là aussi, peut-on parler d’alliés quand une politique réfléchie conduit à la désindustrialisation de l’Europe?

 

Le titre de ce texte est donc contredit par son contenu. Plusieurs intervenants à cette audition sont également revenus sur cette question. D'ailleurs, les professeurs. Sauer et Biscop ont tous deux indiqué au cours de leurs interventions qu'une plus grande autonomie stratégique pour l'Europe était un objectif noble, mais que nous ne pourrions pas l'atteindre en restant accrochés à une autre superpuissance. C'est exactement ce que fait ce texte: il nous accroche encore plus à une superpuissance.

 

On ne peut pas parler d'autonomie stratégique si l'Europe suit aveuglément les États-Unis lorsqu'ils font la guerre ou préparent une guerre contre une autre puissance mondiale. On ne peut parler d'autonomie stratégique que si l'on est autonome par rapport à la Chine et aux États-Unis.

 

Cette résolution appelle, à juste titre, principalement à réduire notre dépendance économique vis-à-vis de la Chine, ce qui apparaît clairement. Par exemple, dans la section explicative, l'on ne trouve qu'une discussion très unilatérale de la dépendance économique, en chiffres et par secteurs, vis-à-vis de la Chine. Par contre, il n'est pas question des États-Unis.

 

Le président: Monsieur Boukili, veuillez conclure.

 

18.05  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, je vais conclure. Le texte qui nous est présenté ici a un titre qui nous parle d'autonomie. Mais ce texte va nous rendre encore plus dépendants des Américains. Si nous voulons une autonomie stratégique, la première chose à faire est de nous libérer de ces superpuissances, et en premier lieu aujourd'hui des Américains qui sont dominants dans notre politique étrangère. Je vous remercie.

 

18.06  Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le président, je me permets d'intervenir très brièvement. Je vois que, quel que soit le texte, M. Boukili a une espèce de réflexe pavlovien où le mot "américain" doit revenir toutes les cinq minutes.

 

Je n'ai pas eu l'impression de lire le même texte que vous, monsieur Boukili.

 

(…): (…)

 

18.07  Georges Dallemagne (Les Engagés): Absolument. Je me permettais un petit clin d'œil.

 

Le président: Allez-y, votre temps s'écoule!

 

18.08  Georges Dallemagne (Les Engagés): Ne vous en faites pas! Je vais être très court, monsieur le président.

 

Je voulais d'abord féliciter ma collègue, Els Van Hoof, car c'est un sujet vraiment important et je regrette de ne pas avoir eu l'occasion de participer aux débats en commission. C'est la raison pour laquelle j'interviens brièvement ici.

 

On sort en fait d'une période d'une trentaine d'années d'optimisme sur le plan des relations internationales. C'est notamment le texte de la boussole stratégique de l'Union européenne qui le dit. On a pensé qu'à travers nos relations internationales, nos relations commerciales, on aurait effectivement une interdépendance à la fois sociale, humaine, économique, politique qui permettrait de converger vers des standards internationaux en matière de droits humains, de droit international, de droit des conflits, par exemple, et en matière sociale et environne­mentale. On se rend compte qu'en fait, ce n'est pas le cas. Malheureusement, ce qu'on pouvait même espérer être un atout à un moment donné, cette dépendance internationale aux autres qui, du coup, seraient dans une relation étroite avec nous, aujourd'hui, on se rend compte qu'elle joue contre nous. Elle nous fait du mal. Elle nous fragilise. Elle fragilise nos valeurs, notre économie et nos droits humains.

 

Oui, il faut pouvoir avoir cette indépendance stratégique dans cinq domaines: la santé, l'énergie, l'intelligence artificielle, la défense, l'agriculture. Ce sont les domaines dans lesquels il faut pouvoir compter sur nous-mêmes, sur nos propres forces, le cas échéant, et ne pas dépendre de l'extérieur, y compris de ce lien transatlantique, monsieur Boukili. Cela dit, il y a quand même des pays avec lesquels il est plus facile de commercer qu'avec d'autres et qui sont moins éloignés, si je peux me permettre, de notre modèle que la Chine ou la Russie aujourd'hui. Il faut pouvoir le faire.

 

Je ne reviens pas sur tous les éléments de la résolution. Ce qui manque peut-être un peu dans cette résolution, c'est un élément de pilotage.

 

Il y est proposé un audit au départ, mais il faut pouvoir vérifier comment nous progressons dans cette autonomie stratégique et comment augmenter notre capacité de résilience. C’est fondamental. Je le dis, parce que j’ai l’impression qu’on patine un peu. Ainsi, dans le cas du paracétamol, nous restons dans une position de dépendance. Je prends cet exemple anodin qui montre que nous n’avons pas beaucoup progressé depuis la pandémie de covid sur le plan de notre autonomie sanitaire. Il importe donc d’examiner comment nous progressons à cet égard.

 

Voilà pour l’essentiel ce que je tenais à dire. Encore une fois, je remercie et dis bravo à ceux qui ont porté ce texte, que nous voterons bien évidemment.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

19 Proposition de résolution relative à la situation au Liban (2350/1-5)

19 Voorstel van resolutie betreffende de toestand in Libanon (2350/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Malik Ben Achour, Vicky Reynaert, André Flahaut, Christophe Lacroix, Ahmed Laaouej.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2350/4)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2350/4)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

19.01  Samuel Cogolati, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie au rapport écrit.

 

19.02  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, chers collègues, comme je n'ai pas eu le temps de prendre mon texte, je vais me contenter de remercier les membres de la commission des Relations extérieures qui ont travaillé avec nous sur ce texte. Bien qu'il ne soit "qu'une résolution", il a en réalité une vraie importance et, je pense, un véritable impact au Liban, en tout cas à en croire les Libanais avec qui j'ai travaillé et pour qui j'ai une pensée, compte tenu de la situation dramatique dans laquelle ils vivent depuis maintenant plusieurs années.

 

Ce pays s'est effondré sur lui-même en raison, ou en conséquence, du comportement d'une élite politico-financière qui a littéralement vidé les caisses, ruiné le pays et plongé 80 % de la population dans la pauvreté. On parle du Liban, un pays qui a été considéré longtemps comme le phare culturel et économique du monde arabe. Un pays multiculturel, à l'histoire séculaire. Je pense aujourd'hui à ce peuple qui souffre énormément. Ce texte est un hommage à ces gens qui font preuve d'une dignité extraordinaire malgré le contexte dans lequel ils vivent. Ce texte est un hommage aussi à tous les magistrats qui continuent à se battre alors que le système judiciaire paraît aussi pourri que le système politique là-bas. Il continuent à faire preuve d'honnêteté, de probité et de rigueur dans la dénonciation et dans le combat contre cette caste mafieuse qui sévit aujourd'hui à la tête de ce pays.

 

Ce texte est également un hommage aux magistrats européens qui, depuis quelques années maintenant, enquêtent sur cette filière de l’argent et sur la manière dont, une fois les caisses des banques vidées, cet argent a été investi chez nous. Chez nous en Europe, mais aussi chez nous en Belgique, dans de l’immobilier de luxe, notamment à Bruxelles.

 

Le fait que cet argent se soit retrouvé chez nous en Belgique, au Luxembourg, en France, en Allemagne, au Liechtenstein ou en Suisse nous donne une responsabilité. C’est cette responsabilité-là que nous avons voulu mettre en avant à travers ce texte, en espérant bien évidemment qu’il fera bouger les lignes. Croyez-moi, chers collègues, faire bouger les lignes, j’y compte bien, d’où je suis, depuis ma modeste place de parlementaire.

 

J’y compte bien, parce que ce texte, au-delà du symbole et des signes de sympathie envers le peuple et les magistrats honnêtes, est aussi un engagement qui est pris de plaider au niveau européen pour l’activation des dispositifs de sanction disponibles en Europe. Sur la base de cette résolution que, je l’espère, nous voterons à l’unanimité, comme ce fut le cas en commission, j’interpellerai régulièrement la ministre des Affaires étrangères pour lui demander si, effectivement, elle a pu porter à l’agenda européen la question du Liban et de la sanction à l’encontre des personnes politiquement exposées qui sont suspectées de corruption.

 

Nous avons ici affaire à un texte qui, je pense, change la donne, contribue à changer la donne ou, à tout le moins, est une pierre à l’édifice de la construction du nouveau Liban que nous souhaitons voir naître le plus rapidement possible.

 

Président: Eliane Tillieux, présidente.

Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.

 

19.03  Christophe Bombled (MR): Madame la présidente, chers collègues, le Liban est un pays qui souffre dans sa chair depuis 1975. Cela fera donc bientôt un demi-siècle: une guerre civile qui a duré 15 ans, une reconstruction marquée par l’assassinat du premier ministre Rafik Hariri en 1995, puis 20 années de blocage politique en partie dû aux Accords de Taëf de 1989 qui divisent le pouvoir libanais sur la base confessionnelle.

 

L’impossibilité de créer un État palestinien viable à côté d’Israël et la crise syrienne maintiennent au Liban des centaines de milliers de réfugiés qui pèsent involontairement mais réellement sur les structures sociales du pays.

 

L’explosion de silos à blé dans le port de Beyrouth, le 4 août 2020, a entraîné la mort de plus de 200 personnes auxquelles il faut ajouter 6 500 blessés et la dévastation de quartiers entiers de la capitale libanaise. Pour rappel, la déflagration avait été déclenchée dans un entrepôt abritant des centaines de tonnes de nitrate d’ammonium stocké sans précaution. Pour le moment, aucune responsabilité n’a pu être juridiquement prouvée. Un comble!

 

In fine, nous constatons la vacance du pouvoir au niveau de la présidence de la république depuis le 30 octobre 2022 et l’absence d’un gouvernement de plein exercice. Depuis plusieurs mois déjà, deux candidats à la présidence se dégagent. L’un est le commandant en chef de l’armée, Joseph Aoun; l’autre est Jihad Azour, le directeur du département Moyen-Orient et Asie Centrale du Fonds monétaire international. Les deux candidats semblent pouvoir faire l’objet d’une entente sur la scène locale et obtenir un feu vert sur les scènes régionale et internationale. Quelle que soit l’issue du scrutin, l’identité du prochain président est bien entendu un facteur essentiel et entraînera la nomination du futur premier ministre.

 

Chers collègues, ces causes conjoncturelles et structurelles peuvent expliquer les conditions de vie que connaissent les Libanais. Les prix explosent. L’inflation est galopante et la chute de la livre libanaise est vertigineuse. En effet, cette augmentation des coûts de la vie s’accompagne d’un effondrement dramatique du pouvoir d’achat en raison de la dépréciation de la monnaie qui a perdu 95 % de sa valeur face au dollar.

 

De son côté, l’Union européenne vient d’accorder 25 millions d’euros pour lutter contre l’insécurité alimentaire au Liban.

 

Les enquêteurs français, allemands et luxembourgeois sont à Beyrouth pour auditionner ensemble des témoins libanais à l’encontre de Riad Salamé à la tête de la Banque centrale depuis trois décennies. Celui-ci est cité dans des enquêtes ouvertes dans plusieurs pays dont la France et est notamment soupçonné de détournement de fonds.

 

Il est aussi visé par des investigations en Suisse et même dans son pays. En juin, son cinquième mandat touchera à sa fin. Sauf surprise de dernière minute, il ne devrait pas être prolongé. Si personne n’a été élu président de la République d’ici là, la Banque du Liban pourra se retrouver sans gouverneur, et ses réserves pourraient encore se réduire comme peau de chagrin dans les prochains mois.

 

Chers collègues, dans ce contexte politico-financier, comment dessiner son avenir au Liban quand on a 20 ou 25 ans, comment engager des réformes, notamment dans les domaines du secret bancaire, de la restructuration des banques et du contrôle des capitaux - bref, dans tous les secteurs qui ont trait aux activités financières sans les outils de l’autorité de l’État, à savoir un président, un gouvernement fonctionnel, une autorité judiciaire indépendante qui sanctionne les abus et une autorité financière? Pourtant, aucune réforme d’envergure n’a été entreprise malgré les appels et les pressions qui viennent de toutes parts.

 

En conclusion, cette proposition de résolution vise à souligner la nécessité d’œuvrer à la souveraineté et à la stabilité du Liban, nation du pourtour méditerranéen qui possède ses fragilités propres et qui a été déstabilisée par des crises multiples et dans laquelle s’importent tous les déséquilibres régionaux. La Belgique est, certes, moins marquée que la France, qui y a un long passé et y a exercé un mandat de la Société des Nations. Notre pays a sans doute un message plus neutre et moins passionnel à transmettre, mais nous pouvons fournir certains renseignements bancaires et financiers aux magistrats qui tentent de faire toute la clarté sur les montages financiers de certaines personnalités libanaises indélicates. Il importe également de répéter que c’est l’intérêt de tous les Libanais qui doit primer. Je vous remercie de votre attention.

 

19.04  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, très brièvement, je tiens à féliciter et remercier mon collègue Malik Ben Achour d’avoir amené ce sujet sur la table. J’ai reçu cette résolution comme un cri d’alarme, un appel à se réintéresser à ce pays que l’on oublie parfois étant donné la gravité d’autres crises mais qui se situe aujourd’hui dans une situation totalement dramatique et vous avez eu raison, cher collègue, de rappeler à quel point ce pays a été prospère, brillant, et reste un pays de grande intelligence sur le plan humain.

 

Il a beaucoup influencé et nourri l’Europe à travers toute sa diaspora. C’est un pays qui mérite que l’on s’y arrête et que l’on tente de trouver des solutions avec eux car, effectivement, les Libanais font eux-mêmes le constat qu’ils ne s’en sortent pas. Ils ont besoin de la communauté internationale et de nous car il y a dans ce pays cette élite politico-financière qui a accaparé les richesses du pays et corrompu complètement cet État et qui continue à l’entraîner dans cette dérive d’immense pauvreté que connaît aujourd’hui la population libanaise.

 

Vous avez d’ailleurs raison d’utiliser le terme de sanction à l’égard de ceux qui ont mené ce pays jusque-là. Je tenais donc à vous dire que c’était un cri d’alarme bien nécessaire aujourd’hui à l’égard du Liban et je tenais à vous en remercier.

 

19.05  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, je ne serai pas long car le principal a été dit.

 

Le Liban est frappé par une crise financière et économique décrite par la Banque mondiale comme une dépression délibérée d'une gestion défaillante des dirigeants et l'absence de politiques publiques efficaces.

 

Cette crise est l'une des trois plus graves crises financières mondiales. La livre libanaise a perdu 90 % de sa valeur, plongeant les Libanais dans une impasse terrible. Ils rencontrent des difficultés pour accéder à la nourriture, à l'eau, aux soins de santé, à l'éducation. Les prix des produits alimentaires ont augmenté de 550 % entre août 2020 et août 2021. La population doit aussi faire face à une pénurie de carburant, plongeant dans le noir les plus grandes parties du pays durant plusieurs heures par jour. Dans un tel contexte, il est difficile,voire impossible pour les écoles, les hôpitaux, les boulangeries de fonctionner.

 

Nous savons aussi à quel point – cela est très bien développé dans la proposition de résolution – la corruption est largement répandue et mine les fondations de l'État. Il n'y a pas que la survie des Libanais qui est menacée. Leurs droits humains le sont aussi. Les journalistes et militants qui critiquent les dirigeants sont de plus en plus menacés et les femmes continuent de faire l'objet de discriminations et de violences, en vertu de 15 textes de loi distincts sur le statut personnel fondé sur la religion. Les abus à l'encontre des travailleurs étrangers domestiques se sont multipliés dans le contexte de la crise économique libanaise et de la pandémie.

 

Ce texte envoie un signal important. Mon groupe le soutiendra et félicite leurs auteurs.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

Point/Punt 1

  • 1 – Malik Ben Achour cs (2350/5)

*  *  *  *  *

 

L'amendement est réservé.

Het amendement wordt aangehouden.

 

Le vote sur l'amendement réservé et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.

 

20 Commission nationale d’évaluation de l’inter­ruption volontaire de grossesse – Renouvelle­ment des mandats

20 Nationale Evaluatiecommissie zwangerschaps­afbreking – Hernieuwing van de mandaten

 

Conformément à la décision de la séance plénière du 17 novembre 2022, un nouvel appel à candidats a été publié au Moniteur belge du 28 novembre 2022 pour le renouvellement des mandats de membre de la Commission nationale d’évaluation de l’interruption volontaire de grossesse.

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 17 november 2022 werd een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2022 bekend­gemaakt voor de hernieuwing van de mandaten van lid van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking.

 

Le nombre de candidatures introduites est toujours insuffisant pour les mandats de membre francophone pour la catégorie professeur (émérite) ou chargé de cours en médecine et de membre néerlandophone (toutes catégories).

Er werden nog steeds onvoldoende kandidaturen ingediend voor de mandaten van Franstalig lid voor de categorie (emeritus) hoogleraar of docent in de geneeskunde en van Nederlandstalig lid (alle categorieën).

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 janvier 2023, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel à candidats pour les mandats de membre de la Commission nationale d'évaluation de l'interruption volontaire de grossesse pour les catégories pour lesquelles les candidatures ont été introduites en nombre insuffisant.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 januari 2023 stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de mandaten van lid van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking voor de categorieën waarvoor onvoldoende kandidaturen werden ingediend.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

21 Conseil d'État – Présentation d'un conseiller d'État francophone

21 Raad van State – Voordracht van een Franstalige staatsraad

 

Par lettre reçue le 26 janvier 2023, le premier président du Conseil d'État porte à la connaissance de la Chambre que le 22 novembre 2022, l'assemblée générale du Conseil d’État a procédé, conformément à l'article 70 des lois sur le Conseil d'État coordonnées le 12 janvier 1973, à l'établissement de la liste de trois candidats pour une place vacante de conseiller d'État dans le groupe linguistique français, suite à la désignation du président de chambre Pascale Vandernacht en qualité de chef de corps et président du Conseil d'État avec effet au 29 septembre 2022.

Bij brief ontvangen op 26 januari 2023 deelt de eerste voorzitter van de Raad van State mede dat de algemene vergadering van de Raad van State op 22 november 2022, overeenkomstig artikel 70 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, is overgegaan tot het opmaken van een lijst van drie kandidaten voor een vacant ambt van staatsraad in de Franse taalgroep, ten gevolge van het feit dat kamervoorzitter Pascale Vandernacht met ingang van 29 september 2022 is aangewezen als korpschef en voorzitter van de Raad van State.

 

Ont été présentés par le Conseil d'État, sans unanimité toutefois:

- premier candidat: M. Lionel Renders, auditeur au Conseil d'État;

- deuxième candidat: Mme Géraldine Rosoux, référendaire à la Cour constitutionnelle;

- troisième candidat: Mme Joëlle Sautois, avocate au barreau de Bruxelles.

Werden door de Raad van State voorgedragen, evenwel zonder eenparigheid van stemmen:

- eerste kandidaat: de heer Lionel Renders, auditeur bij de Raad van State;

- tweede kandidaat: mevrouw Géraldine Rosoux, referendaris bij het Grondwettelijk Hof;

- derde kandidaat: mevrouw Joëlle Sautois, advocaat bij de balie van Brussel.

 

La présentation n'étant pas unanime, la Chambre peut, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, et dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la communication de cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d'État, soit présenter une autre liste de trois noms formellement motivée.

Aangezien de voordracht niet unaniem is, kan de Kamer, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van deze voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede uitdrukkelijk gemotiveerde lijst met drie namen voordragen.

 

La présentation éventuelle d'une liste par la Chambre doit se faire sur base des candidatures reçues par le Conseil d'État.

De eventuele voordracht van een lijst door de Kamer dient op grond van de door de Raad van State ontvangen kandidaturen te geschieden.

 

Le délai dont dispose la Chambre pour présenter une liste ou pour confirmer la liste expire le 26 février 2023.

De termijn waarover de Kamer beschikt om een lijst voor te dragen of om de lijst te bevestigen, verstrijkt op 26 februari 2023.

 

Compte tenu du congé de carnaval, la Chambre doit se prononcer au plus tard au cours de la séance plénière du jeudi 16 février 2023.

Rekening houdend met het krokusreces dient de Kamer zich dus uiterlijk tijdens de plenaire vergadering van donderdag 16 februari 2023 uit te spreken.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites:

- M. Lionel Renders, auditeur au Conseil d'État;

- Mme Géraldine Rosoux, référendaire à la Cour constitutionnelle;

- Mme Joëlle Sautois, avocate au barreau de Bruxelles;

- M. Jean-Baptiste Levaux, auditeur au Conseil d'État.

De volgende kandidaturen werden ingediend:

- de heer Lionel Renders, auditeur bij de Raad van State;

- mevrouw Géraldine Rosoux, referendaris bij het Grondwettelijk Hof;

- mevrouw Joëlle Sautois, advocaat bij de balie van Brussel;

- de heer Jean-Baptiste Levaux, auditeur bij de Raad van State.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 1er février 2023, la présentation du Conseil d’État et le curriculum vitæ des candidats seront transmis aux groupes politiques.

Overeenkomst het advies van de Conferentie van voorzitters van 1 februari 2023 zullen de voordracht van de Raad van State en de cv's van de kandidaten aan de politieke fracties worden bezorgd.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

22 Prise en considération de propositions

22 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement. (art. 75, n° 5, Rgt)

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Urgentieverzoek

Demande d'urgence

 

Il y a une demande d’urgence pour la proposition de résolution de M. Boukili et consorts relative au récent rapport de la coalition "Don’t Buy Into Occupation", n° 3117/1.

 

22.01  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, collega’s, de situatie in Palestina is zeer ernstig. Op de Westelijke Jordaanoever zijn dit jaar al achttien Palestijnen om het leven gekomen, waaronder vier kinderen. Zij werden vermoord door het Israëlische leger en Israëlische kolonisten. Minstens 145 Palestijnen werden al gedwongen te verhuizen en 120 gebouwen werden verwoest. Ik spreek nu alleen maar over de Westelijke Jordaanoever, want ook de Gazastrook ligt regelmatig onder vuur. Ondertussen heeft de nieuwe extreemrechtse Israëlische regering het voor kolonisten nog eenvoudiger gemaakt om aan wapenvergunningen te komen. We houden ons hart vast voor wat er de komende dagen, weken en maanden nog te gebeuren staat.

 

Op 5 december 2022 werd het recentste rapport van Don't Buy into Occupation gepubliceerd, een coalitie van verschillende ngo’s die actief zijn in België, Frankrijk en Nederland. Onder meer 11.11.11 en FairFin zijn daarvan lid. De coalitie onderzoekt ook de financiële relaties tussen de financiële instellingen en bedrijven die actief zijn in de illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Die investeringen in de Israëlische nederzettingenpolitiek zijn illegaal volgens het internationaal recht en toch zijn verschillende Belgische financiële instellingen en bedrijven erbij betrokken, en het zijn niet de minste. Het gaat hier over BNP Paribas en Belfius, waarin de Belgische overheid een rechtstreeks belang heeft, hetzij als eigenaar, hetzij als aandeelhouder.

 

Gezien de ernst van de situatie in Palestina, gezien de oplopende spanningen, gezien het feit dat de nieuwe extreemrechtse Israëlische regering blijft volharden in haar annexatie-, kolonisatie- en bezettingspolitiek en gezien blijkbaar zelfs de betrokkenheid van de Belgische regering, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, vragen wij dan ook de urgente behandeling van deze tekst in de commissie.

 

La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est rejetée par assis et levé.

De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

22.02  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de ziekenboeg zit weer vol. Enkele collega’s uit mijn fractie zullen hun stemgedrag aanpassen. Voor de afwezigheid van collega Bonaventure past collega D’Haese zijn stemgedrag aan, voor collega Dewael past collega Raskin zijn stemgedrag aan en voor collega Cornet past collega Anseeuw zijn stemgedrag aan. Voor de afwezige collega Chanson, voor wie het niet om ziekte maar om een afwezigheid om een andere reden gaat, past collega Ingels haar stemgedrag aan.

 

22.03  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, l'épaule et le pied de notre collègue M. Nicolas Parent sont toujours fracturés. Je vais donc, cette semaine encore, adapter mon vote en conséquence.

 

22.04  Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, j'ai pairé avec Mme Mélissa Hanus, sauf pour la loi sur les marchés publics.

 

La présidente: Merci, monsieur Arens. Nous pouvons procéder au vote.

 

23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Marijke Dillen sur "La circulaire COL 9/2021 (transaction pénale immédiate)" (n° 368)

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen over "De omzendbrief COL 9/2021 (onmiddellijke minnelijke schikking)" (nr. 368)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 25 janvier 2023.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 25 januari 2023.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 368/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Christian Leysen.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 368/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Christian Leysen.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

23.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, collega’s, dat de gebruikers van drugs in het algemeen en die van cocaïne in het bijzonder een verpletterende verantwoordelijkheid dragen, begint stilaan meer en meer door te dringen. De minister van Justitie heeft naar aanleiding van het recente drugsgeweld, met als trieste dieptepunt de dood van een elfjarig meisje, in de media aangekondigd dat alle gebruikers van harddrugs, in het bijzonder van cocaïne, een geldboete tot 1.000 euro moeten krijgen. Nu zijn deze aankondigingen mijlenver verwijderd van de inhoud van de rondzendbrief COL 9/2021, waarin voor het bezit van liefst 10 gram cocaïne slechts een geldboete van 300 euro wordt voorzien. Deze rondzendbrief dient dus dringend te worden aangepast. De aankondigingen en woorden van de minister van Justitie mogen resulteren in daden, vandaar deze motie.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

48

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

132

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Marijke Dillen sur "L'absence de désignation d'un procureur portuaire" (n° 370)

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen over "Het uitblijven van de aanstelling van een havenprocureur" (nr. 370)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 25 janvier 2023.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 25 januari 2023.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 370/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Christian Leysen.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 370/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Christian Leysen.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

80

Oui

Nee

48

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

132

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

25 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Theo Francken sur "L'entente et la collaboration entre la Belgique et la Fédération de Russie" (n° 341)

25 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Theo Francken over "De verstandhouding en de samenwerking tussen België en de Russische Federatie" (nr. 341)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Relations extérieures du 25 janvier 2023.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van 25 januari 2023.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 341/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Theo Francken;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Michel De Maegd.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 341/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Theo Francken;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Michel De Maegd.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

73

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

5

Abstentions

Totaal

132

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

26 Projet de loi modifiant la loi du 17 juin 2016 relative aux marchés publics et la loi du 17 juin 2016 relative aux contrats de concession, en ce qui concerne la gouvernance (3023/3)

26 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en de wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, met betrekking tot bestuur (3023/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

126

Oui

Nee

5

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3023/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3023/4)

 

27 Proposition de résolution relative à la régulation de l'usage des cryptomonnaies et de ses impacts sociétaux, fiscaux et environnementaux (3115/3)

27 Voorstel van resolutie betreffende de regulering van het gebruik van cryptomunten en van de maatschappelijke, fiscale en milieueffecten ervan (3115/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

73

Oui

Nee

12

Non

Onthoudingen

45

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (3115/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (3115/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

28 Proposition de loi modifiant l'ancien Code civil en vue d'abroger la cessation de la cohabitation légale pour cause de mariage avec un tiers (2909/4)

28 Wetsvoorstel tot wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek met het oog op de afschaffing van de beëindiging van de wettelijke samenwoning door het huwelijk met een derde (2909/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2909/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2909/5)

 

(De heer Jef Van den Bergh heeft zoals zijn fractie gestemd.)

 

29 Proposition de résolution relative à l'autonomie stratégique ouverte de la Belgique et de l'Union européenne dans le monde (nouvel intitulé) (2591/5)

29 Voorstel van resolutie betreffende de open strategische autonomie van België en de Europese Unie in de wereld (nieuw opschrift) (2591/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

96

Oui

Nee

12

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2591/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2591/6)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

30 Amendement réservé à la proposition de résolution relative à la situation au Liban (2350/1-5)

30 Aangehouden amendement op het voorstel van resolutie betreffende de toestand in Libanon (2350/1-5)

 

Vote sur l'amendement n° 1 de Malik Ben Achour cs tendant à supprimer le point 1. (2445/5)

Stemming over amendement nr. 1 van Malik Ben Achour cs tot weglating van punt 1. (2445/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

En conséquence, l'amendement est adopté

Bijgevolg is het amendement aangenomen.

 

31 Ensemble de la proposition de résolution relative à la situation au Liban, telle qu'amendée (2350/4+5)

31 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende de toestand in Libanon, zoals geamendeerd (2350/4+5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

117

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

129

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution, telle qu'amendée. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2350/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan, zoals geamendeerd. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2350/6)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

32 Adoption de l’ordre du jour

32 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 9 février 2023 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 9 februari 2023 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 18 h 32.

De vergadering wordt gesloten om 18.32 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 230 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 230 bijlage.

 


DETAIL DES VOTES NOMINATIFS

 

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

048

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, D'Haese Christoph, Ingels Yngvild, Raskin Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

048

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, D'Haese Christoph, Ingels Yngvild, Raskin Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

073

Ja

 

Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

054

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

005

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, D'Haese Christoph, Ingels Yngvild, Raskin Wouter

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

126

Ja

 

Anseeuw Björn, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

005

Nee

 

Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

073

Ja

 

Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

012

Nee

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

045

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

130

Ja

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

096

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie

 

Non        

012

Nee

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

022

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Raskin Wouter, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

132

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

117

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

012

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry