Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 6 octobre 2022 Après-midi ______ |
van Donderdag 6 oktober 2022 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 25 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.25 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is
geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Pierre-Yves Dermagne.
Par courrier du 29 septembre 2022, le groupe Ecolo-Groen m'a informé de la désignation de M. Gilles Vanden Burre en qualité de président de groupe à partir du 6 octobre 2022.
Bij brief van 29 september 2022 heeft de Ecolo-Groenfractie mij de aanstelling van de heer Gilles Vanden Burre als fractievoorzitter medegedeeld vanaf 6 oktober 2022.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 5 octobre 2022, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 oktober 2022 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Chers collègues, je vous informe que l'interprétation en langue des signes française commencera avec quelques minutes de retard. L'interprète est retenue dans les embouteillages, me dit-on. L'interprétation en langue des signes néerlandaise aura bien lieu.
J'ai reçu des amendements au projet de loi visant la création du Registre central pour les décisions de l'ordre judiciaire et relatif à la publication des jugements et arrêts, n° 2754/1.
Ik heb amendementen ontvangen op het wetsontwerp tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen en arresten, nr. 2754/1.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 28 septembre 2022 je vous propose de renvoyer les amendements du gouvernement nos 25 et 26 en commission de la Justice (art. 93, n° 1, du Règlement).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 28 september 2022, stel ik u voor de amendementen van de regering nrs 25 en 26 te verzenden naar de commissie voor Justitie (art. 93, nr. 1, van het Reglement).
Les groupes Défi, PVDA-PTB, Les Engagés et Vlaams Belang demandent d'envoyer leurs amendements nos 27 à 37 également à cette commission.
De DéFI-, PVDA-PTB-, Les Engagés-, en Vlaams Belangfractie vragen hun amendementen nrs. 27 tot 37 eveneens naar deze commissie te verzenden.
La discussion du projet de loi sera poursuivie en séance plénière, après examen des amendements en commission.
Het wetsontwerp zal, na bespreking van de amendementen in commissie, vandaag in plenaire vergadering worden behandeld.
Pas
d'observation?
Geen bezwaar?
03.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, wij hebben vanzelfsprekend geen bezwaar, want dit is een noodzakelijke aanpassing. Het getuigt echter niet van degelijk wetgevend werk wanneer zo'n essentiële gebeurtenis nu plots op een diefje te elfder ure wordt ontdekt. Het is zeer opmerkelijk dat dit niet eerder in het wetgevend proces werd meegenomen. Voor hetzelfde geld waren we het helemaal vergeten en dan zou er een lacune zijn ontstaan. Zeer betrouwensvol vinden we het niet, maar we gaan vanzelfsprekend helemaal mee in de mogelijkheid om dat straks te rectificeren. Het lijkt me echter wel een blaam op dergelijk belangrijk wetgevend werk.
De voorzitster: Er wordt dus om 14.30 uur vergaderd in de Yourcenarzaal in het Forumgebouw. Dat is nu dus, tijdens het vragenuurtje.
03.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, het lijkt me logisch dat dit na het vragenuurtje gebeurt. Stel u voor dat iemand van de commissie voor Justitie een vraag wil stellen, dan wordt hij of zij verhinderd om dat te doen.
(…): Of als die persoon geïnteresseerd is om te luisteren.
03.03 Peter De Roover (N-VA): Het valt inderdaad zelfs niet uit te sluiten dat die daarin geïnteresseerd is.
03.04 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, les sujets d'actualité me semblent tellement importants qu'il est tout aussi important de permettre à chacun de nous de les écouter et d'entendre les réponses du gouvernement. Par conséquent, je propose plutôt, au nom de DéFI, de réunir la commission de la Justice à l'issue des questions d'actualité et d'entamer à ce moment-là l'examen du projet numéro deux.
La présidente:
Tout le monde est-il d'accord avec la proposition de Mme Rohonyi de réunir
la commission de la Justice après les questions d'actualité? (Assentiment)
Mevrouw de
commissievoorzitster, gaat u daarmee akkoord?
03.05 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Wij zijn ter beschikking om de commissievergadering na de vragen te organiseren.
De voorzitster: Dank u wel, mevrouw de voorzitster.
04.01 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, les écologistes demandent au gouvernement qu'il protège les plus faibles. Les plus fragiles ne doivent en aucun cas payer cette crise.
Pour le moment, monsieur le ministre, vous êtes en conclave. Vous prenez des décisions. Vous êtes le ministre compétent et avez dans vos mains simultanément différents leviers permettant la construction d'un bouclier social. Les écologistes veulent un bouclier social. Comme vous, nous voulons protéger, mais c'est à vous d'en prendre la décision aujourd'hui.
Ce bouclier peut passer par différentes choses. Il peut passer par l'indexation automatique des salaires, un mécanisme qui reçoit énormément d'attaques à la fois en matière de bidouillage et sur le principe lui-même. Pourtant, rappelons que l'indexation automatique des salaires a lieu d'être parce que, dans la société, des prix augmentent. Elle permet le maintien du pouvoir d'achat et la capacité de vivre dans la dignité. Pour ceux qui voudraient la rendre plus équitable, ce qui est notre cas, parce que l'on sait que lorsqu'il y a indexation des salaires sur un petit salaire, l'indexation est faible par rapport à une indexation sur un gros salaire, il convient d'agir sur la fiscalité. On peut diminuer la fiscalité sur les petits salaires et augmenter la contribution des épaules les plus larges.
Ensuite, un deuxième élément du bouclier social m'inquiète particulièrement. Nous écologistes, nous voulons un congé parental dont l'allocation permette à la fois de soutenir les familles et de répondre à l'enjeu de l'égalité entre les hommes et les femmes.
Mais, monsieur le ministre, j'ai lu dans la presse, la proposition de diminuer cette allocation. Sérieusement, si l'ONEM doit faire des économies, orientez vos budgets pour soutenir les familles plutôt que pour compter les brosses à dents dans les salles de bain des chômeurs!
Vous avez les choses en main, monsieur le ministre. Les écologistes veulent un bouclier social. C'est sur votre table maintenant. Donnez-nous une explication! En tout cas, nous comptons sur vous et vous soutiendrons contre ceux qui ne protègent pas les citoyens.
04.02 Hans Verreyt (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de pijlsnelle stijging van de kosten voor brandstof, voor boodschappen en voor energie hakt er bij heel veel mensen keihard in.
Ik citeer: "De index is een goed systeem, maar nu gaat het zodanig hard dat we dreigen in een inflatiespiraal te komen. Heel wat kleine en middelgrote bedrijven kunnen dit niet langer betalen." Dat zijn niet mijn woorden, maar wel de woorden van de partijvoorzitter van een van uw coalitiepartijen, die ik onderschrijf.
Laten wij de factuur van de torenhoge inflatie en de bijhorende loonindexatie dus niet alleen doorschuiven naar de werkgevers. Dat is net hetgeen wat ze niet nodig hebben, na een coronacrisis te hebben overwonnen en na zich te hebben moeten wapenen tegen de desastreuze gevolgen van de Russische oorlog in en tegen Oekraïne, de dalende koopkracht en de peperdure energieprijzen. Net als de energieprijs stijgt ook het aantal faillissementen en sluitingen of tijdelijke sluitingen van bedrijven. Ieder bedrijf dat al dan niet verplicht moet sluiten of zijn productie tijdelijk moet stilleggen, zorgt voor drama's in de Brusselse, Waalse en Vlaamse huiskamers.
Mijnheer de minister, is de regering bereid om de index netto uit te betalen aan de werknemers en bijvoorbeeld de patronale bijdragen te laten vallen?
Wat doet de regering om de concurrentiekracht van onze bedrijven te beschermen?
04.03 Melissa Depraetere (Vooruit): Mijnheer Verreyt, ik denk dat u de verkeerde debatfiche hebt voorgelezen, want uw partijvoorzitter heeft enkele weken geleden op het Voka-debat net gezegd dat hij daar heel hard tegen is.
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de maand is nog maar net gestart en heel veel mensen vragen zich nu al af hoe zij het einde van de maand zullen halen. Het leven wordt duurder, de rekeningen stapelen zich op, de energiefactuur gaat door het dak en zelfs tweeverdieners krijgen het nu echt wel moeilijk.
Het VBO en Unizo hebben aangeboden om mee na te denken over een oplossing. Verrassing, zij komen opnieuw met een pleidooi voor een indexsprong. Ze willen dat we morrelen aan het systeem van de automatische indexering waarvan vriend en vijand zegt dat het de beste bescherming van de koopkracht van de mensen is.
De regering is altijd heel duidelijk geweest, dat doet ze niet. Voor socialisten is het natuurlijk extra duidelijk. Het is een echte rode lijn, geen halve rode lijn, geen tijdelijke rode lijn, geen stippellijn. Met Vooruit in de regering komt er geen indexsprong. Dat is nog maar rechtvaardig. Op het moment dat het leven zoveel duurder wordt, moeten de lonen omhoog en moeten de pensioenen omhoog. Dat betekent niet dat er geen bedrijven zijn die het moeilijk hebben. Er zijn vandaag bedrijven die minstens voor een deel hun productie moeten stilleggen en het heel moeilijk hebben. Zij hebben er natuurlijk niks aan als hun werknemers op het einde van de maand niet rondkomen. Die werknemers hebben er ook niks aan als een bedrijf binnenkort de deuren moet sluiten. Net daarom heeft minister Vandenbroucke een tijd geleden een voorstel op tafel gelegd om ervoor te zorgen dat de kosten worden opgevangen, precies om ervoor te zorgen dat de indexering kan worden gegarandeerd.
Er wordt heel veel geïnsinueerd, ook over de indexsprong. Kunt u bevestigen dat er geen gemorrel aan de indexering op tafel ligt?
Bent u bereid om extra maatregelen te nemen om de bedrijven in nood te ondersteunen?
04.04 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, door het falende energiebeleid kunnen niet alleen de burgers hun facturen niet meer betalen. Ook de steden en gemeenten, bijvoorbeeld, komen in de problemen. Door de automatische indexering werden de lonen van de ambtenaren al vier keer aangepast. Nu dreigt hetzelfde te gebeuren bij de bedrijven. De lonen zullen verhogen met ongeveer 10 %. De steden en gemeenten hebben dit al moeten doen. Dat is een groot probleem. De Belgische loonhandicap ten opzichte van het buitenland is 9 %. Als de zaak verder geïndexeerd wordt met die 10 %, komen we op een loonhandicap van 11 %
Mijnheer de minister, wij leven in een land waar de lasten op arbeid de hoogste van de wereld zijn. Wat zult u daarmee doen? Als een burger 100 euro loonsopslag krijgt, kost dat aan de werkgever 135 euro en heeft hij 35 euro in zijn zak.
Gisteren of vanochtend hoorde ik de vrienden van de liberale familie. Ik heb het 20 jaar geleden reeds voorgesteld, maar het duurt soms 20 jaar vooraleer ze tot inzicht komen. Als ze 's ochtends iets zeggen, zijn ze het 's avonds reeds vergeten, daarom volgende vraag aan u. Staat u open voor een netto-indexering van de lonen in plaats van een bruto-indexering van de lonen?
Nog perverser op dit moment is dat er geen indexering is van de belastingschalen. Wie meer geld in zijn loonzakje krijgt, komt in een hogere loonbelastingschaal en moet nog meer afdragen aan de Staat. Zult u een einde maken aan dat perverse gegeven?
Zult u ervoor zorgen, door een netto-indexering, dat de bedrijven kunnen ademhalen en dat de burger meer in zijn zak krijgt?
04.05 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, les problèmes sociaux débordent partout dans le pays. Les gens ont déjà trop peu de pouvoir d'achat et, aujourd'hui, il est question de remettre en cause l'indexation des salaires. Le patronat vient nous demander des sauts d'index, etc. Je trouve scandaleux que ce genre de proposition puisse être mis sur la table.
Le vrai débat n'est pas un saut d'index parce que, là, vous êtes tous d'accord, il n'y aura pas de saut d'index. Le vrai débat, c'est la question de savoir si on va défiscaliser, comme on dit, une partie de cet index. C'est cela le vrai débat politique. Arrêtons de parler du saut d'index, ce n'est pas cela le débat! Le saut d'index n'est pas sur la table mais la défiscalisation est sur la table.
Et là, j'ai un problème, parce que vous, les
libéraux, c'est facile de toujours diminuer les cotisations sociales. Vous êtes
les premiers à dire qu'il n'y a pas d'argent pour les pensions. Vous êtes les
premiers à dire qu'il n'y a pas d'argent pour le chômage, qu'il n'y a pas d'argent
pour les malades de longue durée. Mais quand il s'agit de casser la sécurité
sociale et de diminuer les cotisations sociales, vous êtes les premiers à le
faire, les libéraux. C'est
cela qu'il faut dire!
Ik heb het over de liberalen gehad, en nu hoor ik ook het Vlaams Belang over de looninflatiespiraal. Er is geen looninflatiespiraal! Dat is totaal fout. Daar klopt niets van! Ik zal het duidelijk zeggen: in Nederland en Duitsland worden de lonen niet geïndexeerd, en toch is de inflatie daar het hoogst.
C'est un "argument de nuls" des libéraux! Il n'y a pas de spirale inflationniste à cause des salaires! Vous vous trompez! Le vrai problème, monsieur le ministre, ce sont les prix des produits énergétiques. Toutes les analyses internationales montrent que le problème est là. C'est pour cela que les kmo et les PME ne savent pas survivre aujourd'hui.
Monsieur le ministre, allez-vous opérer un
blocage des prix de l'énergie? C'est ce qu'on doit faire économiquement.
Pouvez-vous me garantir qu'il n'y aura pas de diminution des cotisations
sociales sur le salaire des travailleurs? Je vous rappelle que, les cotisations
sociales, c'est notre salaire! C'est notre salaire!
04.06 Servais Verherstraeten (cd&v): Mijnheer de minister, de automatische indexering van de lonen is de beste bescherming van de koopkracht van onze gezinnen. Voor cd&v geen indexsprong, voor cd&v geen aanpassing van de indexkorf. De automatische aanpassing is niet alleen noodzakelijk voor gezinnen met lagere inkomens, ze is ook nodig voor de middenklasse en de hogere middenklasse. Zelfs de allerhoogste inkomens hebben wat ons betreft recht op indexering, hoewel die wat ons betreft kan worden afgetopt.
De arbeiders en de bedienden in bijvoorbeeld de bouwsector en de voedingssector vragen zich af waarom die aanpassing dit jaar bij velen al vier keer is gebeurd, terwijl zij nog altijd moeten wachten tot 1 januari. Wij vinden het goed dat de aanpassing snel gebeurt, zo snel mogelijk zelfs, maar ook voor zoveel mogelijk mensen. Daarom vragen wij of in tijden van hyperinflatie, zoals dit jaar, de tijdstippen van aanpassing niet beter op elkaar kunnen worden afgestemd.
De koopkracht van de gezinnen kan alleen duurzaam behouden blijven als dat gebeurt met respect voor de competitiviteit van onze ondernemingen. De regering heeft, meer dan terecht, al veel inspanningen gedaan voor de ondernemers, in coronatijden en tijdens de energiecrisis. Wij zullen dat ook het komende jaar doen.
Ten slotte, het uitstel van de betaling van RSZ-bijdragen bestaat nu reeds, maar moet absoluut worden verlengd. Mijnheer de minister, bent u bereid te overleggen met de sociale partners over een eventuele aftopping van de indexering voor de allerhoogste inkomens, gelijkere tijdstippen van aanpassing en uitstel van betaling voor RSZ-bijdragen?
04.07 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, après le saut d'index, Unizo a eu une nouvelle brillante idée: défiscaliser l'indexation automatique des salaires pour "amortir" le choc des entreprises. Je crois qu'ils n'ont que cette solution à la bouche: toucher, d'une quelconque manière, à l'index!
Oui, les très petites et moyennes entreprises subissent aujourd'hui la hausse des prix de plein fouet. Trop de boulangers, de fleuristes, de bouchers n'arrivent plus à suivre et sont parfois condamnés à mettre la clé sous la porte. Faut-il les aider? Bien sûr que oui! Mais pas en pénalisant les travailleurs de ces entreprises parce que, eux aussi, ils doivent faire face aux prix et aux factures quand ils rentrent chez eux après leur boulot. Les patrons des PME et des TPE ont bien compris qu'il fallait soutenir le pouvoir d'achat de leurs travailleurs.
Quant à baisser l'indexation des salaires sur les plus hauts revenus, limiter les cotisations sociales sur l'index, c'est se priver de cotisations et d'impôts pour assurer la solidarité, pour assurer des services publics. C'est un pied dans la porte pour détricoter ce bouclier social. Pour nous, socialistes, c'est non évidemment!
Les grands patrons parlent de l'indexation des salaires mais je vais parler d'autre chose à tous ceux qui donnent des leçons aux travailleurs! Je vais dire aux grands patrons qu'en tant que socialiste, je récupérerai l'argent là où il se trouve: taxer les très hauts revenus, taxer les gros patrimoines pour soutenir ceux qui en ont besoin, à savoir les PME, les indépendants, les travailleurs, les allocataires sociaux, les pensionnés.
Monsieur le ministre, pouvez-vous rappeler ici de manière très claire qu'on ne touchera pas à l'indexation des salaires?
04.08 Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, dit vragenuurtje is toch wel een schouwspel, als ik zie hoe de coalitiepartners over elkaar heen vallen om elkaar aan te vallen. De toestand is vandaag nochtans bijzonder zorgwekkend. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven heeft becijferd dat de loonkosten in dit land tussen 2020 en 2024 veel forser zullen stijgen dan in onze buurlanden.
Een bedrijf op de drie schroeft de activiteiten terug, niet alleen door de hoge energieprijzen maar ook wegens de snel stijgende lonen. Erger nog, een bedrijf op de vier heeft aangekondigd dat het in de komende zes maanden het personeelsbestand wil afbouwen. Ik denk dat we daarover allemaal bezorgd moeten zijn.
Voor een goed begrip, het gaat hier over kerngezonde bedrijven die vandaag ook in de problemen komen. Dat dreigt ons en onze gezinnen in een negatieve spiraal te storten. Als bedrijven noodgedwongen hun activiteiten en hun personeelsbestand moeten afbouwen, onder meer omdat u werken in dit land veel te zwaar belast, dan zijn het onze gezinnen die in de eerste plaats het gelag zullen betalen. Als meer mensen werkloos worden, dan moet u bovendien meer uitkeringen betalen en zijn er tegelijkertijd minder werkende mensen om die uitkeringen te financieren. Dit model is onhoudbaar, onhaalbaar en onbetaalbaar.
Tegelijkertijd swingen de kosten voor onze gezinnen de pan uit. Ook daar mag u niet blind voor zijn, mijnheer de minister, want net als onze bedrijven weten ook onze gezinnen hoe langer hoe minder van welk hout pijlen te maken.
Enkele weken geleden heeft de N-VA voorgesteld om de index netto te laten uitbetalen. Ondertussen is ook Open Vld ons daarin bijgetreden, wat een goede zaak is, maar we zullen de komende dagen en weken wel zien hoe zwaar ze deze keer wegen in deze regering. Als ik de PS hier bezig hoor, dan zal dat opnieuw vederlicht zijn. Dat noopt echt wel tot bezorgdheid.
Mijnheer de minister, wat zult u eindelijk doen om ervoor te zorgen dat de mensen die in dit land werken aan het einde van de maand meer overhouden dan vandaag om hun kosten te dekken, zonder de bedrijven op kosten te jagen?
04.09 Minister Pierre-Yves Dermagne: Collega's, dank u voor uw vele vragen. Ze bieden mij de gelegenheid om hier heel duidelijk te zeggen dat alle werknemers recht hebben op de volledige indexering van hun loon.
Comme beaucoup d'entre vous, alors que la crise fait rage, j'ai entendu, à nouveau, certains remettre en question cet outil de protection du pouvoir d'achat des travailleurs.
Je veux répéter ici clairement qu'il n'est absolument pas question de remettre en cause l'indexation automatique des salaires et des allocations. Cette indexation doit être attribuée intégralement et elle le sera!
Twee dagen geleden werd in de Europese Raad de richtlijn inzake adequate minimumlonen goedgekeurd. De lidstaten hebben nu twee jaar om deze om te zetten. Ook systemen van automatische indexering krijgen een plaats in de Europese regelgeving. Het mechanisme wordt dus duidelijk erkend op Europees niveau en de belangrijkste vakbond in Nederland pleit daar voor een invoering naar Belgisch model. U weet dat ook de premier recent nog het belang van onze automatische indexering heeft benadrukt.
Ik onderschat echter zeker niet het probleem van de inflatie. We weten dat de hoge inflatie in België vooral te wijten is aan de hoge energieprijzen en deels ook aan de stijgende prijzen voor voeding. Ze is niet te wijten aan de arbeidsmarkt of aan de reële lonen van werknemers. Daarom moeten wij onze inspanningen richten op de energieprijzen en dat is wat deze regering doet.
Nous allons continuer à le faire, notamment en utilisant les moyens que nous allons capter en recherchant les surprofits chez les producteurs d'énergie. Nous nous sommes battus au niveau européen, depuis des mois, pour obtenir un cadre légal, qui nous permette d'aller rechercher ces surprofits auprès des producteurs d'énergie. Ce cadre légal existe maintenant, et nous allons l'utiliser. Il prévoit aussi que ces surprofits doivent être utilisés pour être redistribués aux ménages et aux entreprises qui souffrent de cette crise énergétique. Ils doivent être utilisés de manière ciblée. C'est ainsi que le projet de règlement est prévu et qu'il a été négocié. C'est ainsi qu'il sera utilisé en Belgique également.
Nous devons aider les entreprises qui sont en difficulté, qui ont du mal, aujourd'hui, au jour le jour, tout comme les ménages, à payer leurs factures d'énergie. Nous devons les aider plus que nous ne l'avons fait par le passé. Cela est certain. Et cela vaut aussi pour les Régions, que j'appelle vraiment à faire leur part du travail en soutien à notre tissu économique. Nous allons donc effectivement mettre en place des dispositifs pour aider de manière ciblée les entreprises qui en ont le plus besoin.
Pour ma part, je ne plaide pas pour une mesure générale qui ne serait pas conditionnée. Nous devons fixer des conditions, comme le cadre européen le prévoit, et nous devons aider au maximum les entreprises qui en ont le plus besoin.
Mijnheer Verherstraeten, ik ben zeker niet tegen uitstel van betaling van de socialezekerheidsbijdragen. Dat werd al gedaan tijdens corona en ligt nu bij de regering op tafel. Ik steun dat voorstel. Het is absoluut nodig voor veel bedrijven, maar we moeten voorzien in voorwaarden. Dat kan niet in één regel die geldt voor alle bedrijven, maar moet doelgericht gebeuren.
Madame Cornet, je ne vous rappellerai rien en indiquant qu'en Belgique, il existe un magnifique bouclier social: c'est l'État social, incarné tout d'abord par la sécurité sociale, et qui comprend des mécanismes tels que l'indexation automatique des salaires, la liaison au bien-être des allocations sociales et les différents filets de sécurité qui ont été activés – en particulier pendant la crise du coronavirus –, aussi bien pour les travailleurs que pour les indépendants ou les entreprises. Les piliers fondamentaux de cet État social, nous les connaissons: ce sont nos services publics, qui doivent évidemment être correctement financés; c'est absolument nécessaire pour qu'ils soient efficaces, car ils sont constitutifs de notre modèle social. Face à la crise et aux changements majeurs auxquels nous sommes confrontés aujourd'hui, il ne faut pas affaiblir ces mécanismes, mais bien les renforcer, les faire évoluer en fonction de la situation et de ce monde en mutation. Nous devons nous tenir prêts à relever les nouveaux défis.
Si vous le permettez, je terminerai par une citation d'un homme politique qui m'est cher, Jean Jaurès: "L'État social favorise et augmente la liberté." Je vous remercie de votre attention.
04.10 Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses en partie rassurantes, notamment au sujet de l'indexation ainsi que de la nécessité de renforcer et de financer les mécanismes de la sécurité sociale.
Comme je l'ai dit, la priorité des écologistes, c'est plus de protection et plus de solidarité. Alors que nous sommes en pleine crise et que certains pensent à aider ceux qui souffrent – les indépendants, les PME, les travailleurs, les allocataires sociaux –, d'autres proposent des mesures telles que l'augmentation de la dégressivité des allocations de chômage. Ce n'est pas notre option. Affamer les gens n'a jamais permis de s'extraire de la moindre crise! Des études universitaires l'ont prouvé.
Allons plus loin, monsieur le ministre!
Pourquoi un allocataire social vivant avec quelqu'un perd-il de l'argent à
cause du statut de cohabitant? Pourtant, c'est sensé de ne chauffer qu'une
seule maison! Dans le contexte actuel, levons les tabous! C'est un appel que je
vous lance. L'individualisation des droits représente une authentique solution
qui peut être durable. Ouvrons
ce débat, s'il vous plaît!
04.11 Hans Verreyt (VB): De enige die echt victorie kraait bij de overschrijding van de spilindex is de staatskas. Iedere keer dat de automatische loonindexering wordt geactiveerd, wint de staatssecretaris van Begroting meerdere malen de grote pot van EuroMillions. De werkgevers storten elke keer dat de spilindex wordt overschreden 1,5 miljard euro extra in de bodemloze putten van onze staatsfinanciën.
Het Vlaams Belang is een voorstander van de automatische loonindexering. We zijn echter tegenstanders – en dat in tegenstelling tot de partij van mevrouw Depraetere – van meer lasten. Betaal de netto-indexering aan de werknemers, maar blokkeer en verlaag de lasten op arbeid. Zorg ervoor dat onze werknemers erop vooruitgaan, zonder dat de bedrijven kapot belast worden.
04.12 Melissa Depraetere (Vooruit): Mijnheer Verreyt, Vooruit is voor lagere lasten, zeker op arbeid. Uw voorzitter vond uw voorstel echter een dom idee. Maar goed, ik stel dat enkel vast.
Mijnheer de minister, het is goed dat u duidelijkheid schept voor de mensen thuis. Dat is vooral belangrijk omdat de oproepen voor een indexsprong echt wel eens mogen stoppen. Er wordt immers gedaan alsof dat maar iets kleins is, zo'n klein sprongetje. Dat is het echter voor alle duidelijkheid niet. Als we kijken naar de gevolgen van de vorige indexsprong, die door de Zweedse regering in 2015 werd doorgevoerd, zien we dat mensen tot op vandaag en zelfs in de toekomst tot duizenden euro's aan koopkracht verliezen. Dat is allemaal door die ene indexsprong. Deze duizenden euro's koopkracht zouden de mensen vandaag zeer goed kunnen gebruiken.
Ik weet dat de N-VA er nog steeds trots op is, maar cd&v was zeer duidelijk vandaag: morrel niet aan de index. Ik verwacht echter ook dat andere partijen die dat toen meebeslisten deze duidelijkheid verschaffen. Ik zeg het immers heel duidelijk: het zal niet met ons gebeuren.
04.13 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Collega Lachaert, één ding is duidelijk, uw proefballonnetje is al doorgeprikt. Gisteren hoorde ik u met veel poeha op tv aankondigen: "Wij gaan voor een netto-indexering." Nee. Ik heb het juist gehoord, nee.
Wat ik me afvraag, collega's is het volgende. Moet de overheid nog geld verdienen aan de miserie van de werknemer? Aan de miserie van de bedrijven? Zeg me dan eens waarom er geen netto-indexering komt. Want telkens als er een verhoging komt, loopt de Staat weg met twee derde van de verhoging die het bedrijf aan de werknemer betaalt. En wie heeft daar iets aan? Niemand, behalve de overheid zelf.
De overheid is dan ook nog eens zo'n grote dief – nee, ik let niet op mijn woorden – dat ze de belastingschalen niet aanpast zodat al wie iets meer krijgt in een hogere schaal terechtkomt en in veel gevallen minder gaat verdienen. Leg me dat verdorie eens uit. Niemand is tegen een indexering. Niemand, mevrouw Depraetere, maar een beetje gezond verstand zou absoluut welkom zijn.
04.14 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous avez dit que l'indexation serait respectée intégralement. On ne touchera donc pas aux cotisations sociales. Le dossier, qui a été négocié au sein de la Vivaldi, est clos. Personne ne touchera à cette indexation. Je vous crois sur parole et je vous remercie, monsieur le ministre.
Il faut aller un petit peu plus loin maintenant. Beaucoup d'entreprises font et feront encore beaucoup de bénéfices. Je vous rappelle que les dividendes des entreprises du BEL20 atteignent huit milliards d'euros. La loi de 1996 prévoit le cadenassage des salaires. Il faut permettre l'augmentation des salaires dans ces entreprises.
Een tweede belangrijk punt zijn de sociale lasten. De rechtse partijen die al maanden zeggen dat er geen geld is in de sociale zekerheid en dat we niet meer geld kunnen geven aan alle gepensioneerden en langdurig zieken, zijn dezelfde die nu zeggen dat we minder geld in de sociale zekerheid moeten steken.
C'est vraiment un truc de fou!
Het gaat hen om sociale bijdragen. Het gaat hen niet om belastingen. Het gaat om de sociale bijdragen, voor rechts. Die zijn voor hen belangrijk.
Dat Vlaams Belang hieraan meedoet, is degoutant. Vlaams Belang pleit vandaag voor een vermindering van de sociale bijdragen. Dat is tegen het volk, dat is tegen de werkende klasse!
04.15 Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de automatische loonindexering en de loonnormwet van 1996 zijn aan elkaar gekoppeld en noodzakelijk, ook voor de concurrentiekracht van onze ondernemingen. Ik zou er echter hoe dan ook voor blijven pleiten dat u met de sociale partners de timing van de uitbetaling bespreekt, zodat sommigen niet een vol jaar dienen te wachten in periodes van hyperinflatie.
Het is goed dat u de energieprijzen aanpakt. Dat kan, door overwinsten te voorkomen en door ze, waar dat onmogelijk is, desgevallend op de ene of andere wijze af te romen. Mag ik u echter ook nog het volgende suggereren? U bent minister van Economie. Ook onze voedingsprijzen stijgen meer dan in onze buurlanden. Laat ons ook van die prijsstijgingen werk maken.
Collega's, sommigen onder u stellen dat de automatische loonindexering een netto-indexering moet zijn. Dat betekent dat daarop geen personenbelasting en geen RSZ worden geheven. Collega's, de bomen groeien niet tot in de hemel. Wij moeten ook aan de komende generaties denken.
04.16 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour la clarté de vos propos et, moi aussi, je vais être très clair: pour les socialistes, bloquer l'indexation des salaires, c'est non! Détricoter l'indexation des salaires, c'est non! Défiscaliser l'indexation des salaires, c'est non! C'est étrange, c'est même fascinant, cette obsession des grands patrons, cette pensée unique du grand patronat…
À croire qu'ils sont nés avec des œillères qui les empêchent de voir, et de voir quoi? Mais de voir tout ce que les personnes qui souffrent voient! Les marges bénéficiaires, les dividendes, les surprofits, les gros patrimoines… La manne d'argent pour soutenir nos PME, elle est là! Et c'est évident! Et nous, socialistes, refusons de punir les travailleurs et d'enrichir les nantis. Mettre la main à leurs poches pleines, ça leur brûle les doigts, au patronat, et nous ferons en sorte qu'ils se les brûlent bien fort!
04.17 Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, niemand heeft er hier vandaag voor gepleit om de sociale bescherming af te bouwen. De beste sociale bescherming vandaag is trouwens er alles aan doen opdat iedereen zijn job zou kunnen behouden. Dat is ook de best mogelijke manier om de sociale uitgaven onder controle te houden. U geeft echter niet thuis, u laat de mensen en bedrijven in de steek. Voor een goed begrip voor degenen die denken dat het werkgevers tegen werknemers is: zonder bedrijven geen werknemers, zonder werknemers geen bedrijven. Die luxe om dat gevecht tegen elkaar te voeren hebben we niet, we moeten de strijd samen voeren. Ik had echter kunnen weten dat u niet thuis zou geven. Het valt hier heel erg op dat Open Vld gisteren in de krant luid toeterde, maar hier vandaag in het Parlement geen woord zegt over de problemen waarmee de mensen vandaag kampen. Geen woord. Ze steken zich weg, ze kruipen nog liever onder hun bank hier in het Parlement. Ook dat is schuldig verzuim.
Mijnheer de minister, ik roep u op om u daar niet aan te bezondigen. Doe vandaag eindelijk wel iets om ervoor te zorgen dat mensen hun job kunnen behouden.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
05.01 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le ministre, je vous interroge aujourd'hui sur l'indemnisation des victimes des attentats terroristes. Le procès des auteurs des attentats va démarrer. Il a été reporté, ce qui a blessé les victimes. Mais ce qui blesse bien plus considérablement les victimes, c'est qu'elles n'ont toujours pas accès à un système d'indemnisation décent.
Je rappelle que notre commission d'enquête parlementaire avait demandé que l'État crée un fonds qui puisse indemniser de manière équitable, rapide, efficace, intégrale, les victimes des attentats terroristes. Six ans après, nous n'y sommes toujours pas! Et je prends à témoin les différents membres de cette commission d'enquête, dont le président, Patrick Dewael, est ici présent. Six ans après, nous sommes toujours avec un système qui est éminemment complexe, lent, inéquitable et qui laisse les victimes face à face avec les assurances.
Le magazine Investigation de la RTBF d'hier soir a effectivement rappelé, de manière bouleversante, le calvaire de ces victimes. Je cite deux de ces témoins. Mme Vermandel qui dit: "Les blessures les plus profondes ont été causées par une société sans empathie." Une autre témoignait de "l'horreur du contact avec les assurances". Elle rajoutait: "Quand je sors d'une expertise, j'ai envie de mourir." Il y a chez beaucoup de victimes une gigantesque perte de confiance dans les institutions, monsieur le ministre.
Je sais que vous avez remis en chantier un nouveau projet de loi qui ne répond toujours pas aux attentes des victimes. Elles vous l'ont dit. Elles vous l'ont dit en commission, le 6 juillet dernier. Elles vous ont adressé des courriers. Le gouvernement va-t-il enfin entendre la supplique des victimes, les recommandations de notre commission d'enquête pour mettre en place un projet de loi qui correspond à leurs vœux, c'est-à-dire un fonds d'indemnisation équitable et pris en charge par l'État? Allez-vous enfin répondre à cette supplique? Je vous remercie.
05.02 Pierre-Yves Dermagne, ministre: Monsieur le député, je vous remercie pour votre question. Bien entendu, je partage une série de constats que vous avez posés. Je partage la peine et la douleur des victimes des attentats notamment dans les difficultés qu'elles ont pu rencontrer face à toute une série d'institutions. Effectivement, nous leur devons une réponse à la hauteur des enjeux et des souffrances qui ont été et qui sont toujours les leurs. C'est la raison pour laquelle avec des membres du gouvernement – le premier ministre, le ministre de la Justice et la secrétaire d'État à la Protection des consommateurs –, nous avons travaillé sur un texte censé répondre à une série d'attentes formulées par les victimes et leurs familles et rencontrant les recommandations de la commission d'enquête.
Ce projet de loi vise à faire évoluer la législation sur une série de points. En premier lieu, il s'agit de veiller à ce que les victimes non assurées puissent être effectivement indemnisées sur la même base que les victimes assurées. Deuxièmement, nous voulons instaurer le principe d'une indemnisation complète et sans délai des dommages corporels causés par un acte de terrorisme sur la base du droit commun. C'était, comme vous le savez, une demande forte des associations de victimes que nous avons voulu rencontrer. Ensuite, nous avons également voulu améliorer la procédure au sujet de l'expertise médicale. Vous avez évoqué dans votre question le témoignage douloureux d'une victime et son ressenti après chacune des expertises. Dans un passé professionnel lointain, j'ai aussi accompagné des victimes lors d'expertises telles que celles-là et il est vrai que c'est, à chaque fois, une épreuve particulièrement difficile à surmonter. C'est la raison pour laquelle nous avons voulu améliorer cette procédure d'expertise médicale, comme le demandent également les associations de victimes.
En outre, nous voulons prolonger le délai d'introduction d'une demande d'indemnisation de trois à cinq ans pour éviter les erreurs du passé. C'était encore une demande des associations. Nous allons enfin mettre en place un point de contact unique afin de faciliter l'orientation des victimes vers les différentes instances concernées.
En ce qui concerne la création d'un fonds d'État, nous avons sérieusement et profondément examiné cette demande avec mes différents collègues et nous sommes malheureusement arrivés à la conclusion qu'il était trop compliqué de mettre en place un fonds tel que celui-là. Nous avons voulu continuer à travailler avec les assureurs tout en simplifiant la procédure, en garantissant l'indemnisation des victimes non assurées, en faisant en sorte que les expertises médicales soient moins douloureuses et plus faciles à passer, en faisant en sorte que l'échange d'informations et que l'introduction des demandes se fasse de manière plus fluide et plus rapide que ce ne fut le cas par le passé.
Je pense, monsieur le député, qu'avec ces différents éléments, nous répondons à toute une série de demandes légitimes de la part des victimes et des associations de proches de victimes.
La présidente: Monsieur le ministre, vous aurez remarqué que, vu la gravité du sujet et la teneur de votre réponse, je vous ai laissé dépasser votre temps de parole.
05.03 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le ministre, je suis affligé après avoir entendu votre réponse. En effet, vous vous entêtez. Vous savez que vous ne répondez pas à la demande des victimes. Vous continuez à créer un système subsidiaire où les victimes vont continuer à être confrontées aux assurances.
Hier, en regardant le magazine Investigation, j'ai pu constater – il n'y a pas d'autres mots – une forme d'arrogance de la part des assurances. Ethias a refusé de répondre aux questions de la RTBF. Les autres assurances ont estimé, quant à elles, que les propositions qui ont été faites, dont la mienne, étaient complexes. C'est pourtant une proposition très simple. Elle a notamment été mise en place en France et en Espagne pour les victimes. Vous ne répondez pas à leurs demandes.
Il est franchement temps de regarder la réalité en face. Vous devriez regarder cette émission. Vous devriez entendre les plaintes de ces victimes, entendre leur défiance à l'égard des institutions, à l'égard du gouvernement.
Il est tragique d'en arriver à une telle défiance à l'égard d'un gouvernement qui était censé les accompagner, les aider, les soutenir et qui ne le fait toujours pas, six ans après les faits.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, vroeger was er niets en sinds vijf jaar is er de gegarandeerde dienstverlening.
Gisteren was het voor sommige pendelaars jammer genoeg heel moeilijk. Het treinverkeer was ernstig verstoord door de stakingsacties bij de NMBS en ik wil hier dan ook iedereen die wel heeft gewerkt uitdrukkelijk bedanken. U weet dat wij lang hebben geijverd voor de gegarandeerde dienstverlening bij stakingen. De reden is eenvoudig. Wij respecteren het stakingsrecht, dat uiteraard niet ter discussie staat, maar er is ook het recht op werken. Mensen die willen werken, moeten op het werk geraken.
Eergisteren werd de dienstverlening voor gisteren bekendgemaakt. Een op de vier treinen zou rijden en de boodschap aan de reizigers was dat ze de app moesten gebruiken om hun reis uit te stippelen. Jammer genoeg moesten we vaststellen dat er ondanks de gegarandeerde dienstverlening te weinig garanties waren voor de reizigers. Aangekondigde treinen kwamen niet, andere hadden enorme vertraging en nog andere reden met een halve capaciteit. Het gevolg is dat de dapperen die het toch aandurfden om de trein te nemen als sardienen in een blik zaten, hun aansluiting misten of zelfs helemaal niet op hun bestemming geraakten.
Vreemd genoeg verklaarde zowel de NMBS-woordvoerder als uzelf gisteren dat de uitgewerkte gegarandeerde dienstverlening zoals gepland was verlopen. Niet dus. Mijnheer de minister, wat is de reden dat de gegarandeerde dienstverlening, die sinds een vijftal jaar goed werkt, gisteren niet heeft gewerkt, waardoor sommige treinreizigers in de kou bleven staan? Nog veel belangrijker, wat zult u doen opdat de gegarandeerde dienstverlening in de toekomst toch werkt?
06.02 Minister Georges Gilkinet: Mevrouw Verhaert, dank u voor uw vraag over het alternatieve vervoerplan tijdens de spoorstaking van gisteren.
Eerst en vooral hoop ik dat de reizigers net zoals u gisteren een oplossing vonden om op hun bestemming te raken. Voor alle duidelijkheid, de wet voorziet niet in een minimale dienstverlening, wel in een alternatief vervoersplan in geval van staking. De wet, die u zelf hebt goedgekeurd in de vorige legislatuur, legt op dat de essentiële personeelsleden uiterlijk 72 uur voor het begin van de staking moeten meedelen of zij eraan deelnemen. Op die basis wordt het alternatieve vervoersplan georganiseerd.
U vertelde dat het gisteren voor u en voor andere reizigers niet verlopen is als gepland. Dat spijt mij heel erg. Ik heb de NMBS gevraagd een evaluatie te maken van het alternatieve vervoersplan, zodat dit bij een volgende staking, waarvan ik van harte hoop dat zij er niet komt, nog beter georganiseerd wordt.
Mevrouw Verhaert, het beste wat wij nu samen kunnen doen, is de toekomst van de treinen schrijven, de toekomst voor onze reizigers en voor ons spoorwegpersoneel, de toekomst voor onze mobiliteit, conform onze ambitie in het regeerakkoord. Wij hebben in de afgelopen twee jaar al veel werk verzet in die richting. Nu moeten wij dat afronden. Wij moeten daarvoor tegen het einde van dit jaar een nieuw contract afsluiten met de spoorbedrijven, met duidelijke en ambitieuze doelstellingen en verbeteringen. Wij moeten daar de nodige middelen tegenover plaatsen, middelen die efficiënt zullen worden ingezet voor een betere dienstverlening en voor een efficiënte organisatie van het spoorvervoer, die het verschil maken voor onze burgers en voor onze economie.
Mevrouw Verhaert, u weet het, het is money time voor de trein. Ik reken op de steun van uw partij en van alle collega's van de meerderheid om samen de toekomst van de mobiliteit te schrijven.
06.03 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik ben blij dat u een evaluatie hebt gevraagd. Verder hopen wij ook dat er geen stakingen meer komen.
Als er geld gevraagd wordt, blijft het natuurlijk belangrijk dat in de eerste plaats de dienstverlening werkt die men vandaag voorziet. Wij zullen er ook op blijven toezien dat die gegarandeerde dienstverlening in de toekomst werkt, zodat de reiziger toch kan rekenen op het openbaar vervoer.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
07.01 Mathieu Bihet (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, la situation de la banque NewB interpelle, et le message que nous envoyons à la société à travers elle pose question.
Pour rappel, selon les créateurs, une nouvelle banque était nécessaire pour orienter l'épargne des ménages vers les projets durables et l'économie locale. Ce projet a débuté en 2011. En 2013, un premier appel public à l'épargne avait lieu et, en 2019, un second a suivi. Celui-ci a été hyper médiatisé et a été soutenu par de nombreux responsables politiques. Nous savons aujourd'hui que la troisième souscription n'a pas convaincu. Et pour cause: KPMG, auditeur et réviseur agréé de la société, a rentré un rapport négatif sur la situation de l'entreprise. Les coopérateurs institutionnels de l'entreprise ont majoritairement rejeté le budget de NewB pour l'année 2022. La banque n'a pas réussi à rassembler les 40 millions nécessaires et exigés par la Banque nationale pour la poursuite de ses activités. Cela traduit un manque de confiance, voire une défiance des investisseurs dans le projet NewB.
Il y a donc un risque élevé de retrait de l'agrément bancaire de NewB, ce qui ne réjouit absolument personne. Sans que cela me réjouisse non plus, loin de là, des épargnants pourraient perdre une part de leur épargne. Ce scénario catastrophe engendrerait l'activation du Fonds de garantie fédéral pour garantir les dépôts bancaires des ménages. L'argent du contribuable, qui a largement servi à financer cette banque de manière directe ou indirecte par le biais de différents organismes subventionnés, servirait ici à renflouer une dernière fois NewB.
Enfin, que dire de l'attitude imprudente, qualifiée parfois d'irresponsable, de certains mandataires politiques qui ont encouragé voire invité certains citoyens à investir dans cette banque?
Monsieur le ministre, l'État fédéral a-t-il investi directement ou indirectement dans la banque? À combien chiffrez-vous le montant probable de l'intervention du Fonds de garantie? Pensez-vous qu'il faille modifier et rendre plus clair le message au public lors de l'appel public à l'épargne privée?
07.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Bihet, comme vous, j'ai pris connaissance des discussions entre la Banque nationale de Belgique et NewB par voie de presse. C'est à elle qu'il revient, en toute indépendance, de prendre les mesures qu'elle estime utiles et nécessaires. Il ne m'appartient pas d'intervenir dans les tâches de supervision prudentielle de la Banque nationale. Je rappelle, en outre, qu'elle est soumise à un secret professionnel strict.
À l'heure actuelle, d'après les informations communiquées par NewB, il n'y a pas de raison que le Fonds de garantie intervienne dans ce dossier, qui est suivi de près par la Banque nationale. Pour rappel, le Fonds de garantie n'est susceptible d'intervenir – conformément à la réglementation belge et européenne – que s'il s'avère qu'un établissement de crédit, pour des raisons liées à sa situation financière, n'apparaît pas en mesure de restituer les dépôts et qu'il n'y a pas de perspective rapprochée qu'il puisse le faire. Une telle intervention est limitée à un remboursement de maximum 100 000 euros par déposant.
Cette question n'est toutefois pas d'actualité à ce jour. S'il devait s'avérer que NewB n'arrive pas à lever les fonds nécessaires, il lui incombera alors de considérer les différentes options crédibles qui se présenteront à elle. Discuter d'une éventuelle intervention du Fonds de garantie est, tout comme la question d'une éventuelle responsabilité des administrateurs, prématurée. Enfin, je précise également que l'État n'a pas investi dans NewB.
07.03 Mathieu Bihet (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Cependant, l'inquiétude demeure puisque, à ce stade, aucune intervention du Fonds de garantie n'est programmée. Je ne manquerai donc pas de vous interpeller à nouveau en commission pour en connaître le suivi.
Je vous rappellerai néanmoins que 36 millions d'euros est la somme que les coopérateurs privés ont investi dans cette banque. Ils ne les reverront sans doute jamais!
Je me permets aussi d'insister pour qu'à l'avenir les responsables politiques fassent preuve de davantage de réserve et de retenue quant à l'encouragement voire à l'incitation à l'investissement dans une banque qui n'était pas, au final, si durable.
Comme le ministre Dermagne citait un auteur, je me baserai sur une citation de Shakespeare. "NewB, or not NewB", nous avons désormais la réponse!
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
08.01 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, ce mardi, la Croix-Rouge de Belgique a décidé, "faute de rentabilité", de fermer les départs du 112 de Libramont en province de Luxembourg et d'Ampsin en province de Liège. La Croix-Rouge se dit contrainte à un vaste plan de réduction des coûts en raison d'un sous-financement de l'aide médicale urgente par le SPF Santé publique. Elle travaillerait complètement en déficit sans même parvenir à couvrir le coût de ces départs.
Le résultat dramatique, outre l'emploi des personnes concernées – auxquelles nous pensons –, est que si aujourd'hui à Libramont, une ambulance peut être sur place dans les cinq minutes, demain, cela pourrait aller jusqu'à trente. Ces minutes peuvent s'avérer cruciales et pourraient coûter des vies.
Monsieur le ministre, "faute de rentabilité", nous dit la Croix-Rouge. Mais que peut bien vouloir dire le concept de rentabilité pour des antennes 112? Comment est-il possible qu'en Belgique, où que ce soit, en 2022, on parle de rentabilité pour des ambulances? Cela veut-il dire que les Belges ne tombent pas assez malade ou qu'ils ne font pas suffisamment appel aux services de secours? Ce calcul n'a tout simplement aucun sens et inquiète beaucoup les populations locales qui, légitimement, peuvent craindre qu'une ambulance puisse ne pas arriver à temps.
Monsieur le ministre, comment comptez-vous empêcher la fermeture des départs 112 de Libramont et d'Ampsin? Quels moyens pouvez-vous dégager pour qu'aucun autre départ 112 dans notre pays ne doive fermer "faute de rentabilité"?
08.02 Caroline Taquin (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, la question de l'aide médicale urgente (AMU) est cruciale. Secourir, soigner, sauver des vies – ne serait-ce qu'une vie – nécessite des départs 112 rapides. Peut-on admettre la suppression de départs 112 dès le mois de décembre de cette année? Non! Un délai d'intervention plus long? Non plus! Pourtant, on annonce une diminution des départs à La Calamine, à Libramont, à Amay et à Mons et une augmentation du délai d'intervention qui passera de 5 à 20 minutes. C'est en tout cas ce qu'annonce le plan de la Croix-Rouge francophone. Pourquoi? Pour combler un déficit de 250 000 euros. Certains avancent des problèmes de gestion tandis que d'autres dénoncent un manque de subventions du SPF Santé publique.
L'AMU existe dans les zones de secours. Cette organisation de départs décentralisés, concentrés et concertés date de 2019. C'est donc récent. Monsieur le ministre, vos services ont-ils été informés de ces fermetures? Ont-ils analysé cette réduction en collaboration avec les zones de secours? Quelle est l'évolution des subventions fédérales à la Croix-Rouge ces dernières années? Y a-t-il des mesures envisageables et possibles?
08.03 Mélissa Hanus (PS): Monsieur le ministre, un accident de la route, un malaise, une chute sont autant de situations qui peuvent inciter les citoyens à composer le 112. S'ensuit alors une prise en charge par les secouristes-ambulanciers des centres 112, qui transportent le patient vers l'hôpital le plus proche.
Depuis quelques heures, ce sont l'émoi et l'incompréhension qui règnent au sein des centres de secours de Libramont et d'Ampsin. En effet, ils ont appris qu'ils devraient cesser leurs activités en décembre prochain, alors qu'ils participent à plusieurs centaines d'interventions par an. Cette fermeture a été décidée par la Croix-Rouge, faute de rentabilité. "Faute de rentabilité": une expression bien difficile à entendre lorsqu'il est question de la santé des citoyens.
Les citoyens concernés redoutent des conséquences dans leur prise en charge le jour où ils pourraient recourir aux services d'aide médicale urgente. Ces craintes sont partagées par les membres du personnel et les nombreux volontaires qui font tourner ces services de secours.
Monsieur le ministre, des discussions préalables ont-elles eu lieu avec la Croix-Rouge au sujet de la fermeture de ces deux centres 112? D'autres fermetures sont-elles prévues? Avez-vous pu évaluer leur impact sur les citoyens de ces communes rurales lorsqu'ils feront appel au 112? Les zones de secours concernées, et donc les communes, devront-elles se réorganiser et prévoir davantage de moyens pour pallier ces fermetures?
La Croix-Rouge pointe un manque de financement de l'aide médicale urgente. Qu'en est-il réellement? Des concertations sont-elles organisées pour évaluer les besoins? Est-il envisagé d'engager des moyens supplémentaires?
08.04 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame la présidente, chers collègues, j'ai été informé des problèmes qui se posent sur le terrain. Ils sont réels. La situation est très préoccupante.
Madame Taquin, je ne peux pas vous donner les chiffres exacts des subsides pour la Croix-Rouge, mais je peux vous dire qu'il est question d'un montant global de 77 millions de subsides pour l'aide médicale urgente au niveau fédéral. Il y a aussi le revenu de la facturation qui équivaut à environ 41 millions.
Le montant actuel des subsides est absolument insuffisant. Il faut donc un refinancement. De plus, on ne peut plus travailler sur la base d'un budget fermé, au regard de l'inflation, de l'augmentation des prix de l'énergie, etc.
Avec l'aide du Conseil national des secours médicaux d'urgence, j'ai donc préparé et déposé un dossier étoffé en vue de demander un refinancement significatif qui sera examiné lors du conclave budgétaire. J'espère que les ministres du PS et du MR ainsi que ceux de tous les autres partis de la coalition m'apporteront leur soutien à cette occasion.
Cela permettra aussi de travailler sur la qualité. Un nouvel arrêté royal sur les normes d'agrément est en préparation. En effet, des questions de qualité se posent, y compris en matière de conditions de travail du personnel, lesquelles sont liées à la qualité des soins dispensés.
Il est essentiel de renforcer l'aide médicale urgente au niveau du financement, mais aussi au niveau des normes de qualité. Il s'agit ici d'un devoir primordial du gouvernement fédéral.
08.05 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse qui est objectivement engageante. Je crois pouvoir dire que nous serons nombreux à être attentifs à l'issue des travaux du conclave budgétaire sur ce point.
Rappelons que, dans ce dossier, il y a l'apparente absurdité de la décision. Vous en partagez le constat. Il y a aussi la brutalité de la méthode avec laquelle une série de travailleurs se retrouvent, du jour au lendemain, avec une absence totale de perspective. Mais il n'est surtout pas concevable – et je serais heureux que l'État fédéral remplisse ici son devoir – que des concitoyens quels qu'ils soient même s'ils vivent dans une province parfois moins accessible ou plus éloignée puissent se trouver à vingt ou trente minutes d'accès d'une ambulance. L'aide médicale urgente relève d'une obligation commune. Nous vous soutiendrons donc dans votre volonté d'atteindre cet objectif.
08.06 Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre retour. Il est évident que votre appel ne me concerne pas, mais concerne bien le gouvernement. Je vous laisserai négocier.
Le retour est plus qu'alarmant et à peine assise dans l'hémicycle, je recevais déjà des messages de personnes qui s'inquiètent réellement, notamment du côté de Libramont. Je reprendrai une conclusion que les pompiers ont l'habitude d'utiliser. C'est la certitude que la vie des citoyens en cas d'urgence impérieuse à La Calamine, Libramont, Amay et Mons peut être gravement compromise.
J'entends bien que vous souhaitez renforcer l'aide médicale urgente par un refinancement, par des normes, par de la qualité. Il y a urgence. Et je ne doute pas un seul instant que vous ayez réfléchi ou que vous réfléchirez à la tarification également.
08.07 Mélissa Hanus (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour les éléments rassurants donnés concernant la prise en charge des citoyens des communes concernées. La ruralité ne doit en effet pas constituer un frein à l'accessibilité aux soins.
Je vous rejoins, monsieur le ministre, sur le fait que le secteur de la santé est à nouveau sous pression, secteur qui, ne l'oublions jamais, n'a pas vocation à faire de la rentabilité. La hausse des coûts de l'énergie, des prix des carburants, du matériel et des produits médicaux va faire mal, très mal. Je rappelle que nos institutions de soins sont au bord du gouffre. Mon groupe en appelle à nouveau à votre bon sens et à une intervention urgente pour leur éviter de sombrer et pour éviter que la qualité des soins ne soit dégradée.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, we hebben de bankencrisis gehad, we hebben de coronacrisis gehad en vandaag hebben we een energiecrisis. Bij de bankencrisis klonk het dat de speculanten aan banden moesten worden gelegd. Met de coronacrisis hebben we geapplaudisseerd voor bouwvakkers, voor brandweerlui, voor zorgpersoneel, voor al die hardwerkende mensen die het land recht houden. Laat nu precies diezelfde mensen vandaag in de moeilijkheden zitten door de nieuwe crisis. En laat nu opnieuw de grote speculanten en de grote monopolisten profiteren van de miserie van anderen.
Daarover, over dat probleem, gaat de overwinsttaks. Dat is precies de reden waarom ik er voor de tiende keer over begin. Al tien maanden lang stelt de PVDA wetsvoorstellen en initiatieven in die richting voor, en nu hebben we opnieuw een wetsvoorstel herwerkt dat 5,3 miljard euro opbrengt.
Nu lees ik van u dat u onze grootteorde volgt. U hebt zelf een voorstel om 4,7 miljard binnen te halen. Het doet me deugd dat u onze grootteordes volgt, want we hebben dat bedrag echt nodig. Uw woorden waren echter nog niet koud, of daar was al Mathieu Michel, liberaal staatssecretaris in uw eigen regering. De heer Michel denkt er duidelijk anders over, hij denkt eerder aan 1 miljard. 1 miljard, dat is nauwelijks meer dan de nucleaire rente, die 700 miljoen bedraagt. Hoe kan men tegen overwinsttaksen zijn zonder te zeggen dat men ertegen is? De liberalen kunnen dat blijkbaar.
Voor u blijven er twee vragen over. Ten eerste, houdt u vast aan de grootteorde van 5 miljard euro of zakt u naar het bodemtarief? Ten tweede, waar gaat het geld naartoe? Zal het daadwerkelijk naar nieuwe maatregelen gaan om de facturen te verlichten of wordt het gebruikt om andere putten in de begroting te vullen?
09.02 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, steeds meer gezinnen komen in de problemen. De temperaturen dalen, dure eindafrekeningen vallen in de brievenbus en de koopkracht van de gezinnen komt onder druk te staan. Op zulke momenten kijkt men naar de politiek voor steunmaatregelen. De septemberverklaring in het Vlaams Parlement was dan ook intriest, want die zal er niet voor zorgen dat de eindfacturen van de mensen zullen dalen.
Binnen Europa is wel een akkoord over de overwinstbelasting bereikt en die maatregel zal impact hebben. Volgens Europa mogen bedrijven die profiteren van de hoge energieprijzen worden aangepakt. Daar ligt volgens onze fractie een unieke kans. Vooruit pleit al maanden voor een overwinstbelasting en die unieke kans dient zich nu aan. De premier stelde deze week ook dat die belasting er moet komen en dat die terug naar de gezinnen moet vloeien. We zijn het daar volledig mee eens. Na alle uitspraken die ik de afgelopen maanden in het Parlement heb gehoord, kan ik me niet voorstellen dat de regeringspartijen hier geen akkoord over zouden maken. Geen getwijfel en getreuzel meer, er moet een stevige overwinstbelasting komen! Ik zal duidelijk zijn, collega's, zelfs met die overwinstbelastingen zullen de winsten van die bedrijven nog steeds hoger dan verwacht zijn. Die grens die u voorstelt, ligt zelfs hoger dan die die de CREG voorstelt. Het is echter een rechtvaardig voorstel waarmee we de strijd tegen de hoge energieprijzen kunnen aangaan.
Mevrouw de minister, u hebt zich daarover uitgesproken en voorstellen plannen op tafel gelegd. De Vooruitfractie verwacht vandaag de concrete uitwerking van dit voorstel en een beslissing van de regering. Wanneer komt die beslissing er?
09.03 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, wanneer zullen de overwinsten afgeroomd worden? Dat is een vraag die ik in mei van dit jaar stelde. Ondertussen zijn we bijna een half jaar verder en is er nog niet veel veranderd. We weten allemaal dat er een repartitiebijdrage is, om de winsten van de nucleaire centrales af te romen, maar er is wel meer nodig. Vanuit cd&v pleiten wij er al maanden voor om de overwinsten af te romen. We zeggen er echter wel bij dat dit op een juridisch correcte en waterdichte manier moet gebeuren.
De Europese Unie speelt een heel belangrijke rol in het onder controle houden van de energiefactuur. De Europese verordening schets nu een duidelijk kader waarbinnen men kan werken om de overwinsten af te romen. Het is nu aan u, mevrouw de minister, om effectief met een voorstel te komen dat we in België kunnen toepassen.
Deze week hebben we uw voorstel vernomen via de pers. U wenst verder te gaan dan wat de Europese verordening voorziet, zowel qua timing als qua bedrag. Ambitie is heel mooi, maar experts waarschuwden al meteen dat het mogelijk een negatieve impact kan hebben op het investeringsklimaat in ons land. Ze stelden zich ook heel wat vragen bij de juridische correctheid en afdwingbaarheid.
Wij delen deze bezorgdheid en wachten ook op het Europese prijsplafond voor gas. Begin september hebt u aangekondigd dat het prijsplafond in Europa was goedgekeurd. Deze communicatie was echter een beetje voorbarig en werd daarna bijgestuurd. Er was wel hoop, want steeds meer landen volgden u in uw pleidooi en steunden u. Dat is een goede zaak. Gisteren maakte de voorzitster van de Europese Commissie ook een bocht. Ze stelde namelijk dat een tijdelijk prijsplafond voor gas een mogelijke oplossing kon zijn.
Mevrouw de minister, mijn vragen zijn heel eenvoudig. Wanneer komt er een voorstel om de overwinsten af te romen? Wanneer zal het eerder aangekondigde prijsplafond voor gas er effectief zijn?
09.04 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, dank u voor uw vragen. Dinsdag hadden we het in de commissie voor Energie uitvoerig over het voorstel dat ik zondag heb voorgelegd aan het kernkabinet. Het kernkabinet heeft de primeur gehad. Dinsdag, enkele dagen later, zijn we in de commissie uitvoerig ingegaan op de technische aspecten van dat voorstel. De crisisbijdrage zorgt ervoor dat de gigantische overwinsten, herhaaldelijk in kaart gebracht door de CREG, kunnen worden afgeroomd en teruggegeven aan de gezinnen en bedrijven die de hoge facturen betalen.
Dames en heren, dit is op zich een primeur. Een maatregel van deze orde in een crisis van deze orde is eigenlijk nooit eerder tot stand gekomen. Ja, dit is een technische uitdaging, maar het is haalbaar. Het juridische kader van Europa is sinds vrijdag goedgekeurd. Dit juridisch kader is een verplicht kader. Het legt het minimum vast aan acties die de lidstaten moeten implementeren.
Ik schets even de basis van de verordening. Ten eerste gaat het om een inkomensplafond van maximum 180 euro per megawattuur. Er komt honderd procent belasting boven het maximumplafond van 180 euro. Verder gaat het om een bijdrage van de petroleumsector en dienen de middelen besteed te worden aan de gezinnen en bedrijven die het hardst lijden onder de hoge facturen. Dat is het kader met het minimum aan acties.
Het voorstel dat ik zondag aan het kernkabinet heb voorgelegd, stelt voor om het plafond op 130 euro per megawattuur te leggen en alles daarboven voor honderd procent te belasten. Verder wil het ook een bijdrage invoeren voor de petroleumsector en kijken naar de jaren waarin er effectief overwinsten worden gerealiseerd, namelijk 2022 en 2023.
Wat de heer Verduyckt hier gezegd heeft klopt, de CREG heeft inderdaad gesuggereerd om te vertrekken van 80 euro. Het klopt ook, nog steeds zoals de heer Verduyckt heeft gezegd, dat een investeringssignaal behouden moet blijven, want de energietransitie vergt nog vele miljarden aan investeringen. Het voorstel dat we op tafel hebben gelegd roomt niet alle winsten af, maar wel de overwinsten. Daarom ligt het plafond op 130 euro.
Het is juist dat het technisch uitdagend is, maar de techniek kunnen wij altijd laten werken. Hier gaat het over de politieke wil om dat ook effectief te doen, om vast te stellen dat er grote winnaars zijn in dit land, die vandaag meer verdienen dan ze ooit gedacht hebben. Er zijn ook grote verliezers, gezinnen en bedrijven die evengoed nooit gedacht hadden dat ze geconfronteerd zouden worden met zulke hoge facturen. Die winsten, die nooit verwacht waren, moeten dus effectief teruggegeven worden, om die facturen, die ook nooit verwacht waren, te kunnen rechtzetten. Het is een onrechtvaardige situatie die wij hier moeten rechtzetten.
De eerste minister zei voor de UGent dat het een stevige belasting zal zijn dit jaar. Dat is zeker. Ik heb dinsdag ook in de commissie toegelicht dat wij hiervoor een wetgevend voorstel moeten goedkeuren. Ik zal daarmee naar het Parlement komen voor het einde van het jaar.
Het is een belangrijke stap vooruit, maar die lost het probleem bij de bron niet op. Wij moeten in de eerste plaats iets doen aan de oorzaak, namelijk de stijgende prijzen. Europa is daarvoor het beste niveau. Gisteren heeft de voorzitster van de Europese Commissie een brief gepubliceerd waarin ze maatregelen en verschillende pistes voorstelt, waaronder ook het ingrijpen op de groothandelsprijzen. Dat is het voorwerp van de discussie van de staats- en regeringsleiders. De eerste minister en ikzelf werken reeds maanden aan die discussie en wij zullen dat ook blijven doen.
09.05 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik ben oprecht blij dat er sprake is van voortschrijdend inzicht, want ik herinner mij nog de discussies over overwinsten. Allerlei collega's zeiden toen dat overwinsten zelfs niet bestaan. Ik vind het dus een positieve zaak dat wij verder gaan, niet alleen in België, maar ook in Europa. Laat dat gezegd zijn.
De CREG spreekt over 80 euro, u spreekt over 130 euro. Wij zullen uw voorstel steunen als het bij die grootteorde blijft, maar niet als het wordt afgezwakt tot iets wat niet meer opbrengt dan de nucleaire rente vandaag. Daar hebt u echter niet op geantwoord.
Misschien het belangrijkste element is dat heel wat mensen die net geen sociaal tarief hebben, vandaag zitten te krabben. Zij doen er dan een tweede of een derde flexi-job bij. Ik vraag dat de opbrengst van de overwinsttaks echt teruggaat naar die mensen en dat die niet verdwijnt in liberale folietjes in de begroting, die wij volgende week zullen goed- of afkeuren.
09.06 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, het is goed dat er nu concrete plannen zijn. Dat werd ook hoog tijd. Uiteraard moeten die plannen goed zijn. Wij hebben niets aan voorstellen die worden afgeschoten, zoals die van de PVDA. Mensen verwachten vandaag vooral daadkracht. Zij verwachten dat politici hun nek uitsteken.
Mevrouw Dierick, ik heb naar uw betoog namens cd&v geluisterd. U zegt terecht dat u al maanden naar een overwinstbelasting vraagt, dus het is nu niet het moment om op de rem te gaan staan. Aan een enerzijds-anderzijdsverhaal heeft niemand iets. De regering heeft beslist om niets te verdienen aan deze energiecrisis op de kap van de gezinnen. Wij geven dat geld terug via heel veel maatregelen die wij nemen. Wel, we gaan toch niet toelaten dat bedrijven wel aan deze crisis verdienen. Dat kan voor ons niet door de beugel.
09.07 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de minister, ik kan u garanderen dat er wel degelijk een politieke wil is om de overwinsten af te romen, zowel bij cd&v als bij vele andere partijen. Wij staan niet op de rem, maar wij zeggen al maanden dat de regeling juridisch correct en waterdicht moet zijn en dat blijven wij herhalen.
Bij het voorstel dat is gelanceerd in de pers, zijn meteen twijfels geuit door experten, niet door ons, maar door experten. Wij willen dat verder onderzoeken, want wij willen geen regeling goedkeuren die kaduuk is en die wij daarna moeten repareren en waardoor bovendien onze investeringszekerheid in het gedrang zou komen. Dat wensen wij niet. U hebt aan ons dus een bondgenoot als u met voorstellen op de proppen komt die juridisch correct en afdwingbaar zijn.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
10.01 Josy Arens (Les Engagés): Madame la ministre, je suis le bourgmestre d'une commune située à 20 km de Luxembourg-ville et 60 % de la population active de ma commune travaille au Grand-Duché de Luxembourg. Tous les jours, je reçois des questions concernant le télétravail et, en particulier, au sujet du deuxième avenant qui a été signé par les deux pays au printemps. Nous sommes déjà en automne. Le premier avenant concerne la mise en place des 24 jours et a mis pratiquement cinq ans et l'arrivée de Mme Sophie Wilmès aux Relations extérieures; alors que j'aurais souhaité qu'elle reste première ministre.
Madame la ministre, j'espère que vous avez dans vos cartons une date précise de dépôt de ce document au Parlement. En effet, depuis que Charles Michel et Xavier Bethel, deux premiers ministres, avaient annoncé 48 jours, les travailleurs frontaliers sont devenus très prudents et ne souhaitent pas aller au-delà des 24 jours actuellement. Si vous me dites maintenant que vous allez le présenter le 27 décembre au Parlement, je vous dirais qu'il est trop tard, parce que les dix jours supplémentaires ne peuvent pas être prestés en une semaine. Donc il faut au moins quatre ou cinq semaines de un jour et demi à deux jours.
Madame la ministre, quand allez-vous déposer ce document pour que nous puissions l'examiner au Parlement, l'amender s'il n'est pas bon, et en fin de compte l'approuver, pour qu'il puisse entrer en vigueur et être appliqué sur le terrain? J'attends avec impatience votre réponse.
10.02 Hadja Lahbib, ministre: Madame la présidente, monsieur Arens, effectivement, la question m'a d'ailleurs été posée lors d'une rencontre bilatérale avec mon homologue luxembourgeois.
Près de 48 000 résidents belges travaillent au Grand-Duché de Luxembourg. Ils y paient donc leurs impôts sur le revenu.
Vous le savez, le régime de double imposition entre nos deux pays prévoyait un maximum de 24 jours de télétravail pour éviter que le régime fiscal du pays du domicile s'applique. Avec les mesures liées à la pandémie, une exception a permis aux travailleurs frontaliers de rester couverts par le système fiscal et de sécurité sociale du Grand-Duché de Luxembourg lorsqu'ils étaient obligés de télétravailler. En août 2021, lors de la réunion des gouvernements belge et luxembourgeois, les deux ministres des Finances ont convenu de porter ce seuil à 34 jours maximum. Pour répondre aux inquiétudes entendues sur l'application de la disposition de 34 jours, je vous confirme qu'elle est en fait déjà d'application par les services fiscaux belges.
Cet accord a été conclu en même temps qu'une augmentation de la contribution versée par le Grand-Duché de Luxembourg aux communes frontalières pour compenser la perte de revenus liée au travail transfrontalier. Le Fonds est donc passé de 36 à 48 millions d'euros au bénéfice des communes. Il sera augmenté annuellement de 2,4 millions d'euros.
Le processus de ratification de l'accord sur le télétravail est actuellement en cours. Il sera mis à l'agenda du Conseil des ministres très prochainement, même si je ne peux pas vous préciser de date, de sorte qu'il puisse être ratifié par le Parlement dans les meilleurs délais – je l'espère, avant la fin de l'année.
10.03 Josy Arens (Les Engagés): Madame la ministre, je ne suis pas satisfait de votre réponse. Vous dites que c'est déjà d'application, mais vous rendez-vous compte qu'on se fout de ce Parlement? La Constitution belge, en son article 167, paragraphe 2, indique clairement ceci: "Le Roi conclut les traités. Ces traités n'ont d'effet qu'après avoir reçu l'assentiment de la Chambre des représentants."
Mais où sommes-nous? Je demande au gouvernement de respecter ce Parlement, et je vous demande, madame la ministre, de déposer cet avenant que vous avez négocié avec nos amis du Grand-Duché de Luxembourg le plus rapidement possible au Parlement afin que nous puissions encore le voter dans le courant du mois d'octobre. Je vous remercie.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, al drie weken komen Iraanse vrouwen en mannen op straat voor hun vrijheid, voor democratie, voor hun basisrechten. Ze doen dat naar aanleiding van de moord op Mahsa Amini, een jonge vrouw wiens leven werd beëindigd omdat er een lokje haar zichtbaar was onder haar hoofddoek.
Vrouwen verbranden massaal hun hoofddoeken en knippen hun haar af uit solidariteit. Ze worden samen met heel wat mannen koelbloedig vermoord door de troepen van het regime, alleen omdat ze op straat komen voor hun basisrechten. Dit is tegen alle internationale afspraken die Iran heeft ondertekend en onderschreven.
Het ene Westerse land na het andere reageert, uit zijn ongeloof, maakt een vuist. Onze eerste minister horen we niet, omwille van de Assadideal misschien? Ik heb nochtans veelvuldig gewaarschuwd voor het sluiten van verdragen met zulke regimes. Het is hoog tijd dat er een signaal komt van de heer De Croo, niet vandaag, maar gisteren.
Zal dat signaal er komen?
Zullen de Belgische regering en eerste minister de heer De Croo het geweld tegenover de manifestanten openlijk veroordelen? Ons voorstel van resolutie om dat te doen, ligt op tafel. U bent zeer welkom om het te steunen, voor Mahsa Amini, voor vrouwen, voor vrijheid en voor het leven.
(Mevrouw Safai, minister Lahbib en
mevrouw Liekens knippen een haarlok af, waarna er applaus volgt.)
11.02 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, in ons land is het normaal dat vrouwen hier vooraan komen staan om hun mening te geven. Dat kan hier allemaal gelukkig. Men kan hier zelfs, gelukkig voor mij, een grote muil opzetten. Hier kan dat allemaal, maar het is niet in alle landen van de wereld zo vanzelfsprekend. Collega Safai zei net dat in Iran momenteel meisjes en vrouwen op straat komen om te strijden voor vrijheden die voor ons als heel vanzelfsprekend lijken. Die meisjes en vrouwen strijden voor keuzevrijheid, in dit geval de keuze om al dan niet een hoofddoek op te zetten, met de vraag of zij moeten sterven voor de keuze die zij maken. Dat laatste is wat Mahsa Amini heeft voorgehad, ze moest sterven omdat er ergens een haarlok onder haar hoofddoek uitkwam. Ze was 22 jaar oud, zowat de leeftijd van mijn dochter. Het is alsof mijn dochter hier zou moeten sterven omdat zij een topje met spaghettibandjes draagt of, godbetert, een tegenwoordig zo hippe croptop. Dat kunnen wij niet toelaten.
Vergis u niet, het gaat niet over een hoofddoek of over een topje. Het gaat wel over vrijheid, over zelfbeschikkingsrecht. Daar moeten wij allemaal samen voor ijveren. In dit geval zijn wij, iedereen die voor vrijheid is, allemaal een beetje Mahsa Amini. Laten wij dat nastreven.
Laten wij dan ook veroordelen hoe het Iraans regime dat protest neersabelt, want er zijn al 133 mensen voor gesneuveld. Dat kunnen we niet tolereren.
Mevrouw de minister, we kunnen symbolisch actie ondernemen, door zoals daarnet een lok haar af te knippen, maar ook politiek. Zult u sancties uitvaardigen, zult u luidkeels veroordelen? Wat zal België doen?
11.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, mes collègues ont raison de rappeler qui était Mahsa. Mahsa avait seulement 22 ans. Elle était kurde. Elle a été arrêtée et tuée par la police des mœurs à Téhéran en Iran simplement parce qu'une petite mèche de cheveux dépassait.
Depuis des semaines, les Iraniennes forcent le respect et même l'admiration partout dans le monde en osant descendre dans la rue affronter la brutalité du régime des mollahs et retirer leurs voiles. Leur mot d'ordre doit aussi résonner entre ces murs: femme, vie, liberté! Si des dizaines d'Iraniennes sont mortes pour avoir simplement voulu vivre libres en Iran, elles mènent sous les balles la bataille de toutes les femmes contre le même modèle patriarcal qui tue partout ailleurs dans le monde. Nous devons affirmer notre solidarité, notre admiration même, mais je pense que les femmes iraniennes attendent de notre part beaucoup plus que des mots: des actions concrètes de soutien.
Madame la ministre, soutiendrez-vous financièrement la société civile qui défend les droits des femmes en Iran? Imposerez-vous des sanctions aux bourreaux, aux responsables, à tous les responsables de la répression? Enfin, et cela me tient particulièrement à cœur, parce que je pense que nous devons aussi oser regarder dans notre propre assiette, oserez-vous accorder l'asile à toutes ces femmes iraniennes qui fuient la persécution du régime des mollahs parce qu'il y a à peine quelques jours, Aisha une jeune femme iranienne qui fuyait un mariage forcé en Iran a été expulsée de notre pays? Très chers collègues, je vous le dis solennellement, c'est une honte absolue au XXIe siècle! À l'avenir, montrons-nous dignes du courage des femmes iraniennes!
11.04 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, ce qu'il se passe depuis trois semaines en Iran témoigne des terribles ravages de l'islamisme radical, dont les femmes sont toujours les premières cibles et toujours les premières victimes. La police iranienne a tué Mahsa Amini, une jeune femme de 22 ans, pour un foulard mal porté.
Cela démontre bien que, contrairement à ce que vous avez affirmé sur les antennes de la RTBF ce matin, en Iran, on ne porte pas le foulard par respect d'une culture. On le porte parce qu'on a peur d'être tuée par un régime tyrannique qui a fait du voile un instrument politique de contrôle et de domination des femmes. C'est la réalité aujourd'hui en Iran.
Pour la première fois depuis 43 ans, les Iraniennes marchent et dansent dans les rues de Téhéran et d'autres villes d'Iran aux côtés d'hommes qui les soutiennent. C'est sans doute en cela que nous assistons à ce qui pourrait être un véritable tournant dans notre histoire contemporaine. Sauf que ce tournant est sanglant aujourd'hui. Nonante-deux personnes ont été tuées et 1 200 personnes ont été arrêtées de manière arbitraire parce qu'elles osent manifester pour leur liberté.
Cette répression est meurtrière et le régime iranien la poursuit en toute impunité, à l'abri des regards, parce qu'il a également coupé l'accès à internet. Silence, on tue!
Madame la ministre, allez-vous exiger la libération des personnes qui ont été arrêtées? Allez-vous solliciter une enquête internationale indépendante pour faire la lumière sur la répression en cours et sur le meurtre de Mahsa Amini? Allez-vous faire pression pour obtenir l'abrogation de la loi qui exige le port du voile obligatoire pour toutes les Iraniennes? Quelles sanctions allez-vous exiger auprès de l'Union européenne à l'encontre de ce régime?
11.05 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, na jaren terreurbeleid en onderdrukking lijkt de Iraanse bevolking eindelijk genoeg te hebben van dat islamitische totalitaire regime. Aanleiding is de dood van een onschuldige jonge vrouw, Mahsa Amini, die door de zedenpolitie is vermoord omdat ze haar hoofddoek niet correct droeg. U hebt de beelden ook gezien. Iran zou Iran niet zijn. De protesten van de voorbije weken werden bloedig onderdrukt door dat terreurregime, waarbij nu al meer dan 130 doden vielen en 1.200 mensen werden opgepakt.
Deze massale en brutale schendingen van de mensenrechten in Iran zijn helaas geen alleenstaand feit. Vrijheid van meningsuiting wordt niet gerespecteerd. Gewetensgevangenen worden op de gruwelijkste manier gemarteld. Holebi's worden er vervolgd. Vrouwen worden als tweederangsburgers behandeld. Er is verkrachting binnen het huwelijk. Kindhuwelijken worden niet strafbaar gesteld. Mannen die hun vrouwen of dochters vermoorden, krijgen geen evenredige straf.
Minderheden zoals de bahais worden al decennialang vervolgd op basis van hun geloof. Onder het bewind van president Raisi werden een aantal wetswijzigingen aangenomen om de 800.000 christenen in Iran te onderdrukken. Het is niet verwonderlijk dat Iran de negende plaats bekleedt als het gaat over christenvervolgingen. De huidige president was overigens betrokken bij de massa-executie van politieke gevangenen in Iran in 1988, waarbij 4.500 mensen omkwamen.
Dit regime schrikt voor niets terug. Zelfs buiten de landsgrenzen zet men het terreurbewind gewoon verder. Ik verwijs naar het beramen van aanslagen op Europese bodem.
Mevrouw de minister, ik heb maar een vraag voor u. Hoe is het in godsnaam te verantwoorden dat de Belgische Staat met zo'n terreurregime verdragen afsluit?
11.06 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, madame la ministre, nous constatons chaque jour avec effarement cette effroyable répression à l'égard de celles qui se battent pour leur liberté en Iran. Nous soutenons – je tiens à le dire ici haut et fort – ces femmes qui ont le courage de s'opposer à un régime théocratique, autoritaire qui les oppresse depuis le premier jour de sa mise en place.
Notre message doit être clair et sans la moindre ambiguïté. Nous demandons fermement, avec d'autres pays de la communauté internationale, qu'une enquête indépendante soit menée sur l'assassinat de Mahsa Amini parce que, oui, chers collègues, à nos yeux, c'est un assassinat. Les mots ont leur importance.
Cette jeune femme de 20 ans a été tuée car elle refusait en réalité de porter le voile comme l'exigeait le régime des mollahs, ce qui doit être son droit. Elle est hélas l'arbre qui cache la forêt puisque, à la suite de la vague de contestations de cet assassinat, d'autres femmes comme Hadis Najafi ont été sommairement abattues par balle lors de cette répression sanglante. À ce jour, on dénombre plus de 100 victimes innocentes.
La Belgique a toujours mis au cœur de sa politique la lutte pour les droits des femmes et contre l'impunité. Les personnes qui ont commis ou commandité cette répression doivent rendre des comptes. En ce sens, nous devons maintenir sans relâche un dialogue ferme et exigeant avec le pouvoir iranien pour le mettre face à ses contradictions flagrantes.
Madame la ministre, hier en commission, vous avez plaidé pour une enquête indépendante sur l'assassinat de Mahsa Amini. Cette enquête doit inclure toutes les autres femmes qui meurent dans des conditions atroces. Comment concrètement voyez-vous cette enquête? Comment la réaliser? Via quel organisme? Pouvez-vous nous faire part de l'état de vos discussions avec vos homologues? Quel message envoyez-vous aux autorités politiques iraniennes?
Le mot "sanctions" ne peut pas non plus être un mot tabou. Quelle est votre position à ce sujet? Êtes-vous prête à plaider en ce sens? Si oui, dans quel cénacle?
Enfin, madame la ministre, l'Accord de Vienne sur le nucléaire iranien peut-il, à vos yeux, être un levier d'action?
11.07 Hadja Lahbib, ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, je vous remercie pour ces questions très sensibles qui m'ont, comme vous, bouleversée depuis le début des événements – c'est-à-dire depuis l'arrestation, le 15 septembre dernier, d'une jeune femme iranienne au simple motif qu'elle portait mal son foulard.
Comme vous, j'ai été bouleversée. J'ai publiquement condamné l'arrestation et le décès de Mahsa Amini, en demandant qu'une enquête crédible et indépendante soit menée. En tant que femme, en tant que politique et en tant qu'être humain, tout simplement, j'ai été profondément révoltée de voir une jeune fille de 22 ans perdre la vie.
Een geloofwaardig onderzoek moet de dood van Mahsa Amini ophelderen. Op 23 september heb ik een onderhoud gehad met mijn Iraanse homoloog. Tijdens dat gesprek heb ik het belang van een geloofwaardig onderzoek benadrukt. Hij refereerde aan een onderzoek dat de Iraanse president had bevolen en beloofde dat de schuldigen gestraft zullen worden.
Depuis lors, des femmes et des hommes exercent, partout en Iran, leur droit fondamental de manifester. Mais comme le monde entier a pu le voir, la réaction des forces de sécurité et de la police iranienne est disproportionnée. Selon des sources indépendantes, la répression aurait déjà fait plus de 150 morts, sans compter les centaines de blessés et les arrestations.
La suspension de l'accès à internet et aux réseaux sociaux constitue aussi une atteinte flagrante – une de plus – à la liberté d'expression des Iraniens.
Les autorités iraniennes se doivent de respecter les principes consacrés par le Pacte international relatif aux droits civils et politiques auquel leur pays est partie prenante.
Concrètement, vous demandez tous ce que nous avons fait pour faire entendre notre voix, notre indignation face à l'Iran.
Tout d'abord, l'ambassadeur d'Iran a été appelé à fournir des explications et à relayer notre message auprès des autorités iraniennes, à savoir que la Belgique appelle à la fin des violences à l'encontre des manifestants. Ces exactions sont intolérables et nous les avons condamnées de la manière la plus ferme possible.
Ensuite, mes collègues européennes et moi-même avons lancé un appel en faveur du droit des femmes, mais aussi en faveur de sanctions. La Belgique plaidera d'ailleurs au sein de l'Union européenne, avec la France, l'Allemagne, le Danemark, l'Espagne, l'Italie, la République tchèque et le Luxembourg, pour l'application de sanctions prévues dans le cadre des droits humains aux responsables iraniens des services de sécurité qui se sont livrés à la répression contre les manifestants.
In tegenstelling tot wat sommigen beweren, steunt ons land sancties tegen Iran wel degelijk. We liggen aan de basis ervan. Op 17 oktober zullen wij een sanctievoorstel op tafel leggen bij de Raad Buitenlandse Zaken.
Voilà ce que nous pouvons faire pour l'instant, compte tenu des très faibles relations et des pouvoirs dont nous disposons à l'encontre de l'Iran.
11.08 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de minister, als u sanctiemaatregelen wilt opleggen, moet u beter communiceren.
Het is een heel belangrijk feit dat u de minister van Buitenlandse Zaken gewoon ontmoette in New York. Dat was de bevestiging dat wij met hen kunnen spreken. Net drie dagen na de moord op Mahsa vroeg u om een onpartijdig onderzoek. U vroeg de moordenaars een onpartijdig onderzoek te voeren. Dat is onmogelijk, maar zij krijgen blijkbaar veel krediet van de westerlingen.
Wij weten nu waar wij staan. Ik ben blij te horen dat u strenge sanctiemaatregelen wil opleggen. De vraag is echter of u de terrorist Assadi zult repatriëren. Als u dat doet, is dat onvergetelijk, het blijft in de geheugens van de Iraniërs. Dat zou onaanvaardbaar zijn. Ik hoop dat u gewoon een duidelijk statement zult maken dat dit nooit zal gebeuren.
11.09 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u de eerste stappen hebt gezet om internationaal mee te strijden voor vrijheid. Ik meen dat ik ook alle collega's daartoe mag uitnodigen. Het is immers gemakkelijk om naar anderen te wijzen. Misschien moeten wij ons zelf ook eens laten horen? Vele collega's laten zich gemakkelijk horen als het erom gaat elkaar een hak te zetten en om de man te spelen in plaats van de bal, maar misschien is dit het moment om zich ook eens te laten horen voor een goed doel, dus niet alleen om politieke spelletjes te spelen, maar ook om zich luidkeels uit te spreken on deze zaak te veroordelen.
Collega's, laat u horen voor vrouwenrechten,
laat u horen voor vrijheid. Stop met de politieke spelletjes, want de Irandeal
heeft hier niets mee te maken. De Irandeal deelt geen schouderklopjes uit aan
het regime en heeft hier niets mee te maken. (Rumoer)
11.10 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, chers collègues, j'ai été très touché par les différentes expressions d'un soutien très sincère en faveur du droit des femmes en Iran. Mais je vous avoue être malgré tout embêté par ces donneurs de leçon de l'extrême droite chez nous, par ces fachos du Vlaams Belang chez nous, qui sont les premiers à exclure les femmes parce qu'elles sont musulmanes, les premiers à dire que nous n'avons pas besoin de quotas parce que les droits de femmes n'en valent pas tellement la peine et qui sont les premiers à discriminer.
Si nous voulons rester dignes et nous battre
réellement pour le droit des femmes en Iran, battons-nous ici et maintenant en
Belgique, et ce, pour tous les droits humains, peu importe le genre,
l'orientation ou l'origine. (Tumulte)
11.11 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): (…) Hypocriet. U zou beter zwijgen.
11.12 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Aujourd'hui nous sommes face à un véritable appel à l'aide de femmes qui risquent leur vie pour leur liberté. Que répondez-vous? Vous nous dites que vous avez sollicité auprès de votre homologue iranien une enquête sur les répressions en cours!
Mais madame la ministre, c'est précisément le gouvernement de votre homologue iranien qui a ordonné aux forces de l'ordre d'agir "fermement" contre les manifestants. Je considère que votre réponse est finalement un peu schizophrénique.
Il nous faut absolument une enquête internationale indépendante, mais aussi des sanctions. Et pour cela, je vous remercie, vous avez dit soutenir ces sanctions. J'ose espérer que vos paroles seront suivies d'actes parce qu'aujourd'hui, ne pas agir, c'est être complice!
11.13 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, de terreurbarrière in Iran is doorbroken. Ze is doorbroken door die moedige manifestanten, door die moedige schoolmeisjes, door al degenen die hun stem laten horen. Laten wij hen steunen in hun vrijheidsstreven tegen het Iraanse regime.
En neen, dat doen wij niet door het afsluiten van verdragen. Iran blijft een land dat bedreigingen uit aan westerse landen, een land waar er geen enkel respect is voor de mensenrechten, een land dat kritische stemmen zonder pardon of proces in de gevangenis stopt, dat onschuldige burgers gijzelt en als pasmunt gebruikt. Elke relatie met Iran, hetzij politiek, hetzij economisch, hetzij diplomatiek, moet in dat licht bekeken worden.
Collega's, mijn fractie diende vandaag een voorstel van resolutie in om de aanhoudende mensenrechtenschendingen in Iran te veroordelen. Ik hoop dan ook op de steun van u allemaal.
11.14 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Nous allons prochainement, je l'espère, obtenir un siège au Conseil des droits de l'homme de l'ONU. Ce sera en 2023. La Belgique devra alors plaider sans relâche pour la protection des valeurs qui nous sont fondamentales. Ces valeurs, chers collègues, sont intangibles et doivent être universelles. Je me réjouis d'ailleurs que la piste des sanctions soit clairement lancée.
Le droit des femmes ne peut pas être à géométrie variable. Qu'elle soit née à Bruxelles, à Washington, à Pékin ou à Téhéran, toute femme doit bénéficier de ses droits, de ses libertés, y compris celle de ne pas porter le voile. Cela a toujours fait partie de l'ADN de notre politique étrangère, et je compte sur vous, madame la ministre, pour que cela reste ainsi. Nous devons faire passer un message clair et n'être ni ambigus, ni calculateurs. Nous devons lever le voile sur ces atrocités commises à l'égard des femmes en Iran.
Mon groupe politique a d'ailleurs déposé une résolution en ce sens, qui sera prise en considération la semaine prochaine. C'est un devoir moral pour les proches de Mahsa Amini et pour toutes celles qui combattent courageusement pour leurs libertés.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, collega's, de regering staat voor een moeilijke begrotingsoefening in maatschappelijk moeilijke en woelige tijden. In deze moeilijke tijden is het normaal dat we burgers en bedrijven helpen met hun energiefactuur. In deze moeilijke tijden is het normaal dat de minister van Energie op zoek gaat naar de woekerwinsten in de energiesector. In deze moeilijke tijden is het evenwel ook normaal dat politici en partijen hun steentje bijdragen.
Wat is er immers niet normaal, collega's? Het is niet normaal dat Belgische partijen ondertussen vastgoedbeheerders zijn, dat ze niet alleen spelen met ideeën, maar ook beleggen met geld. In deze moeilijke tijden is het niet normaal dat Belgische partijen de grootste sponsoren zijn van Facebook, Instagram en TikTok, dat ze meer geld uitgeven aan reclame buiten campagnetijden dan partijen in andere landen tijdens de campagne. In deze tijd is het ook niet normaal dat topverdieners hun loon zomaar zien toenemen en dat we dat laten gebeuren.
Daarom, collega's, ben ik heel blij dat de eerste minister het initiatief heeft genomen om een pakket voor te bereiden en in te dienen in het kader van soberheid in de politiek. Het gaat hier niet over miljarden, het gaat niet over honderden miljoenen, maar toch lijkt het mij een belangrijk signaal.
Die kortetermijnbesparingen zijn belangrijk en betekenisvol, ze zijn een signaal in moeilijke tijden. Tegelijk is het ook belangrijk om op de lange termijn te werken, aan de hervorming van de partijfinanciering en het statuut, zoals opgenomen in het regeerakkoord. Daarom, mevrouw de staatssecretaris, heb ik twee vragen voor u.
Ten eerste, kunt u het voornemen van de eerste minister bevestigen om een pakket aan besparingen in de politiek in te dienen?
Ten tweede, bent u het met mij eens dat structurele hervormingen inzake partijfinanciering en het statuut even belangrijk zijn?
12.02 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt uzelf ooit geprofileerd als iron lady. De Tijd berichtte dat u wilt besparen op het politieke systeem. U wilt ministers en staatssecretarissen 8 % van hun loon laten inleveren. Ik vind dat u daar als zelfverklaarde iron lady slechts een symbolische daad verricht. U bent eigenlijk maar een iron lady'tje.
Het is niet enkel een symbolisch voorstel, maar het is vooral ook heel hypocriet. Uw regering heeft namelijk het aantal ministers en staatssecretarissen opgetrokken tot 15 ministers en 5 staatssecretarissen! U hebt het budget voor de kabinetten ook met 25 % laten stijgen! We hebben hier kabinetten die ondertussen 838 mensen tewerkstellen.
Als u echt de ambitie hebt om een iron lady te zijn, heb ik enkele vragen voor u. Bent u bereid om de vivaldikabinetten, inclusief chauffeurs en privékoks, te halveren? Bent u bereid om de muffe Senaat van een paar meter verder, die bijna 50 miljoen euro per jaar kost, eindelijk af te schaffen? Bent u bereid om de partijfinanciering gewoon lineair te halveren?
Ik denk immers dat steeds meer Vlamingen die het moeilijk hebben om hun energiefactuur te betalen de woorden van uw voorbeeld, mevrouw Thatcher, herhalen: "We want our money back".
12.03 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Geachte leden, deze vragen werden eigenlijk gesteld aan de premier. Hij bevindt zich echter op dit moment op een Europese top in Praag. Hij heeft mij dan ook gevraagd om dit antwoord te brengen.
In het kader van de begrotingsbesprekingen wordt de impact van de indexering op diverse aspecten van de overheid onder de loep genomen. De stijgende levensduurte heeft ook gevolgen voor de kostprijs van het volledige politieke systeem. De koppeling aan de index zorgt ervoor dat de lonen van politici en de partijdotaties gevoelig stijgen. Politici maken zoals iedere burger kosten, maar er zijn twee verschillen. De weddes van politici zijn niet aan de lage kant en dat stemt overeen met de grote verantwoordelijkheid. Dat laatste neemt echter niet weg dat de impact van de stijgende energieprijzen voor deze categorie personen lager is. Een sterk stijgende wedde geeft daarnaast ook de indruk dat er lucratieve doeleinden zijn, wat het vertrouwen in het politieke systeem schaadt. In moeilijke economische tijden moet de politiek sober zijn. Het kan met minder. We moeten dat durven te zeggen en ernaar handelen.
Mijnheer Calvo, de premier heeft inderdaad een aantal maatregelen voorgesteld aan de kern. Hij stelde een inlevering van 8 % van de lonen van ministers voor. Hij hoopt hiervoor een breed aanvaard akkoord te vinden dat ook de aanzet tot hervormingen in het algemeen kan bevatten. Het spreekt voor zich dat de Kamer hier ook bij betrokken is. Het is dus de bedoeling om de parlementsleden en de politieke partijen uit te nodigen om het debat hierover op te starten.
12.04 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Dank u wel, mevrouw de staatssecretaris. Het is belangrijk dat u deze boodschap in dit halfrond hebt gebracht en dat men dit voorstel van de premier niet alleen in de krant kon lezen. Ik ga ervan uit dat, wanneer de premier een pakket voorstellen neerlegt, daar gevolg aan wordt gegeven.
De bal ligt echter niet alleen in het kamp van de regering, maar ook in het kamp van dit Parlement. Ik begrijp dus ook wel de scepsis van een aantal collega's, want in het regeerakkoord staat dat de partijfinanciering en het statuut door de Kamer hervormd moeten worden.
Laat ons eerlijk zijn, collega's, niet iedereen heeft daar even veel zin in, maar zelfs als je er geen zin in hebt, moet het gebeuren. In dit Huis zijn er een aantal functies voor 1 tot 3 uur vergaderen per week die 1.000 tot 2.000 euro netto opleveren. Dat zijn dingen die moeten verdwijnen.
12.05 Tom Van Grieken (VB): Ik ben teleurgesteld in uw antwoord, in de liberalen die geen 50 miljoen willen besparen door de Senaat af te schaffen, liberalen die niet willen snoeien in kabinetten. Ik ben echter vooral teleurgesteld dat u de partijfinanciering wilt halveren, hoewel ik daar niet verbaasd over moest zijn. Het zit hier vol met hypocrieten. Toen het Vlaams Belang het voorstel had ingediend om de partijfinanciering te halveren, stemden de hypocrieten van de PVDA tegen. De heer Calvo van Groen voert hier nu het hoge woord, maar de hypocrieten van Groen stemden tegen het voorstel van het Vlaams Belang om de partijfinanciering te halveren. De socialisten deden hetzelfde. U bent blijkbaar van de liberale partij. De liberale partij had ooit, toen ze nog principes had, een heel mooie slogan, namelijk 'Niet de burger leeft boven zijn stand, maar de politiek'. Het wordt hoog tijd dat u daarnaar handelt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, er heerst oorlog en er is een energiecrisis zonder weerga. In de marge van de Congocommissie is er verwarring ontstaan over eventuele herstelbetalingen voor het koloniale verleden. Wie dat thema nu op tafel heeft gelegd, weten we niet. Het was zeker niet cd&v, hebben we begrepen, zeker niet. We weten wel dat het op tafel ligt. Dankzij de lekken naar de pers kennen we ook de inhoud. Het zal u zeker interesseren. Wat wordt er overwogen? De opening van een nieuwe budgetlijn, met een jaarlijkse dotatie van 100 miljoen euro gedurende twintig tot dertig jaar, alstublieft. Wij spreken dus over herstelbetalingen van twee tot drie miljard, uit een fonds gespekt met belastinggeld. Te midden van deze crisis, op een moment waarop de mensen thuis niet meer rondkomen en hun rekeningen niet meer kunnen betalen, op een moment waarop we allang door de bodem van de staatskas zijn gezakt, zijn er in dit halfrond nog altijd collega's die het een goed idee vinden om elk jaar 100 miljoen euro naar Centraal-Afrika te dragen om daar grote sier te maken, met geen enkele andere reden dan het afkopen van opgeklopte, valse schuldgevoelens voor het koloniale verleden. Ik vind dat hallucinant.
Mevrouw de staatssecretaris, de eerste minister heeft hier eerder al verklaard dat hij dat geen goed idee vindt. Dat is natuurlijk het enige logische antwoord. Hij had gelijk. Als ik echter lees wat er vandaag besproken wordt, ook door mensen van uw partij, dan maak ik mij daar wel zorgen over. Ik zou deze middag heel graag duidelijkheid krijgen van u over het standpunt van de regering. Ben u er wel of niet toe bereid om budget vrij te maken voor herstelbetalingen in eender welke vorm, of het nu een Lumumbafonds is of iets anders? Steunt u de oprichting van koloniale herstelfondsen met belastinggeld of blijft u vasthouden aan het standpunt dat hier vertolkt werd door de eerste minister?
13.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Roggeman, deze vraag was gericht aan de eerste minister en ik antwoord namens hem.
De vraag naar excuses en herstelbetalingen werd al verschillende keren aan de eerste minister gesteld, dus er kan integraal worden verwezen naar zijn eerdere antwoorden. Zoals u zelf hebt gezegd, kreeg u een jaar geleden al een antwoord. De premier stelde toen dat het fout zou zijn om het debat te verengen tot een financiële discussie. Ik citeer: "Ik denk niet dat een geldsom de situatie van de bevolking in onze ex-kolonies grondig zou verbeteren."
In juni antwoordde vicepremier Gilkinet hier namens de premier, die toen in Congo was, op gelijkaardige vragen. Tijdens het bezoek aan Congo heeft de Koning zijn diepste spijt uitgedrukt en de premier heeft tijdens zijn gesprekken met onder andere de Congolese president, de eerste minister en de aartsbisschop kunnen vaststellen dat er van de kant van de Congolese bevolking geen vraag om excuses is. De premier heeft gemerkt dat dit debat niet leeft in de Democratische Republiek Congo. Enkele weken geleden nog was hij in New York, waar hij de Congolese president heeft ontmoet en die repte daar met geen woord over.
De Congolezen zijn vooral vragende partij om samen een nieuw hoofdstuk te schrijven en om vooruit te kijken naar hoe we bijvoorbeeld kunnen samenwerken met het oog op verdere democratisering en stabilisering van de Democratische Republiek Congo en hoe we corruptie kunnen aanpakken.
Ten slotte, en ook dat heeft de premier in juni gezegd, wil de regering niet tussenkomen in het parlementaire proces dat momenteel in de Kamer loopt, maar wij zullen uiteraard de finale conclusies afwachten.
13.03 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
De regering komt wel tussen in het parlementaire proces. Het is de regering die met een wetsontwerp is gekomen voor de restitutie van kunst, het is de regering die samen met de Koning naar Kinshasa is gevlogen om daar grote verklaringen af te leggen en het zijn mensen van onder andere uw partij die vandaag samen met de coalitiepartners achter de schermen overleg plegen over herstelbetalingen.
U schiet dat hier af, maar ik stel vast dat het vandaag op tafel ligt. Bekijk de gelekte nota's, die laten daarover geen enkele twijfel bestaan. Hoe zit dat nu? Wat voor een schizofrene situatie is dat nu? U zegt: geen herstelbetalingen, Open Vld zegt bij elke gelegenheid 'geen herstelbetalingen', maar achter de rug onderhandelt u wel over herstelbetalingen. Stop die poppenkast. Voor ons het duidelijk, de Vlaming is niet verantwoordelijk voor het verleden, laat staan dat hij ervoor moet betalen. Eerlijk gezegd hebben wij allang niet meer de luxe om tijd, geld en energie te spenderen aan problemen van 100 jaar geleden.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
La présidente: Ceci clôture les questions orales.
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene
bespreking is geopend
Le rapporteur est M. Cogolati, qui renvoie à son rapport écrit.
14.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, het vandaag voorliggende wetsontwerp heeft een heel traject doorlopen. Het gebeurt immers zelden dat tussen het vragen van een advies aan de Raad van State over een omzetting van een richtlijn en de effectieve voorlegging aan het Parlement zoveel tijd zit.
De Raad van State heeft al in november 2021 advies over het ontwerp gegeven en kwam daarbij tot de vaststelling dat er heel wat problemen waren met het wetsontwerp. Het gevolg was dat er ook een procedure is geweest in het Overlegcomité om te bekijken wat er precies met het ontwerp moest gebeuren. Het stond immers vol met bevoegdheidsoverschrijdingen.
U hebt in de commissie aangehaald dat u rekening had gehouden met het advies van de Raad van State. U was met dat advies aan de slag gegaan, om op die manier …
Mijnheer Vanden Burre, u stond in mijn gezichtslijn met de minister, die aandachtig aan het volgen was. Nu kan ze alle aandacht opnieuw mijn richting uitsturen.
14.02 Minister Tinne Van der Straeten: (…)
14.03 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, ik hervat.
Naar eigen zeggen was u aan de slag gegaan met het advies van de Raad van State. Wij moeten echter vaststellen dat u, ondanks het feit dat er een Overlegcomité is geweest, nadien, zoals u in de commissie hebt toegegeven, over het onderwerp geen gesprek meer hebt gevoerd met de Gewesten. Op geen enkele manier is dus teruggekoppeld met als gevolg dat het ontwerp in de Kamer is geagendeerd zonder dat de Gewesten finaal hun fiat hebben gegeven.
U bent op dat vlak door de Raad van State immers behoorlijk ernstig op uw plaats gezet. Zoals de Raad van State zelf heeft aangegeven, hebt u op diverse punten de teksten moeten terugsnoeien naar de materies waarvoor u werkelijk bevoegd bent. Alleen komen wij nu tot de vaststelling dat er toch nog problemen zijn met het ontwerp zoals het hier nu voorligt. Ik heb u naar die problemen ook gevraagd in de commissie. U hebt toen geantwoord dat u met alle opmerkingen van de Raad van State en dus ook van de Gewesten rekening hebt gehouden. Ik moet echter tot de vaststelling komen dat dat eigenlijk niet het geval is.
Ik zal een aantal opmerkingen met u overlopen.
Voorzitter: Valerie Van Peel, ondervoorzitster.
Président: Valerie Van Peel, vice-présidente.
Als het gaat over de energiegemeenschappen van burgers, stelt u in artikel 22 ter zake een beperking in voor een aantal aspecten van flexibiliteit en zo meer. Maar in de ontworpen paragraaf 3 hebt u dat niet gedaan. Dat wil zeggen dat u daar nog steeds met een bevoegdheidsoverschrijding zit, terwijl de Gewesten, dat weet u zeer goed, wel de bevoegdheid hebben over flexibiliteit, onder meer in het kader van congestiebeheer op distributienetten. U doet daarover hier uitspraken, wat maakt dat u opnieuw een bevoegdheidsoverschrijding organiseert.
Hetzelfde geldt voor alles wat te maken heeft met de actieve afnemers. Daar hebt u op een aantal vlakken, ik heb het dan meer bepaald over uw artikel 11 en uw artikel 21, uitspraken gedaan over de nettarieven op distributienetniveau. Waarom hebt u dat niet beperkt tot het transmissienet? We zitten hier opnieuw met een bevoegdheidsoverschrijding. Moet dat daar niet worden uitgehaald om te voorkomen dat u naar een procedure bij het Grondwettelijk Hof zal worden geleid?
Hetzelfde artikel 21 geldt ook voor alles wat te maken heeft met het leveren van elektriciteitsdiensten door actieve afnemers. Ook hier gaat dat bijvoorbeeld over huishoudelijke afnemers met een thuisbatterij die zijn aangesloten op het distributienet. U hebt dat niet uitgesloten, waardoor u in de praktijk opnieuw een overschrijding organiseert. Mijn vraag is heel concreet. Waarom hebt u die bevoegdheidsoverschrijding daar ook niet uitgehaald?
Mijn derde punt gaat over de opzegvergoedingen bij leveringscontracten. Ook daar is het duidelijk geworden, zelfs al in het advies van de Raad van State, dat u zich niet kunt beroepen op uw federale bevoegdheid in het kader van de consumentenbescherming om een aantal zaken op te nemen. Dat is ook wat de Raad van State letterlijk zegt. Waarom hebt u daarmee in dit ontwerp geen rekening gehouden? Waarom houdt u vast aan die bevoegdheidsoverschrijding? Het lijkt mij dat dit absoluut moet worden aangepast.
Een vierde element gaat over het recht om flexibiliteit te valoriseren. Dat is opgenomen in het artikel 18 van het wetsontwerp. Het aspect flexibiliteit, onder meer in het kader van het congestiebeheer op de distributienetten, zit op basis van de bijzondere wet bij de Gewesten. U zet dat hier opnieuw in. U organiseert eigenlijk de ondergraving van dat wetsontwerp. Dat zorgt ervoor dat dit op korte termijn opnieuw ter discussie zal komen te staan. Waarom hebt u dit punt niet aangepast? Waar bent u het niet eens met deze lezing?
Ten vijfde, wat betreft alles wat te maken heeft met de productie- en opslagvergunning, weet u dat er in het verleden al problemen waren. Wij hebben u daarop gewezen, maar u hebt besloten om dat niet op te volgen. In artikel 3 van het wetsontwerp over de definities staat dat opnieuw. Zo wordt er opnieuw een probleem ingeschreven. Waarom dringt u opnieuw aan op een overschrijding van uw bevoegdheden? Het lijkt erop dat u zeer goed weet dat het overschrijdingen zijn, maar dat u tracht om op die manier, stap voor stap, de koek enigszins te vergroten, zodat u ook op die elementen kunt ingaan. Dat is trouwens ook gebleken uit verschillende betogen van de meerderheid, die over afnemers lijken te gaan waarover u in het Parlement absoluut geen enkele bevoegdheid hebt.
Met het voorliggende ontwerp organiseert u natuurlijk de volgende procedure. Het is op zich al heel sterk dat, wanneer er terechte opmerkingen worden gemaakt die trouwens ook worden ondersteund door de Raad van State, u niet eens de moeite doet en niet eens het fatsoen hebt om daarover terug te koppelen met de Gewesten. De Gewesten kunnen alleen uit de parlementaire behandeling vernemen wat er exact is gewijzigd. Dat lijkt mij niet de beste manier van handelen.
Niemand is tegen de basis van het verhaal, namelijk dat de richtlijn moet worden omgezet, maar u moet dat natuurlijk wel doen door binnen de lijntjes te kleuren en u moet niet trachten om het op een andere manier in te vullen om daar achteraf weer rechten uit te putten. Dat lijkt mij absoluut geen goede zaak.
Ik ga nog heel kort in op het aangenomen amendement dat door de meerderheid is ingediend. Dat had natuurlijk niets te maken met wat er vandaag op tafel ligt en is niet gelinkt aan de omzetting van de EMD-richtlijn, maar gaat over een ander dossier in het kader van offshore windenergie. Daar zijn wij op zich niet tegen, ondanks het feit dat dat geen enkele link heeft met dit verhaal. Wij hebben dat amendement dan ook gesteund, maar wij hopen natuurlijk wel dat u voortmaakt met het hele pakket van het offshorewindenergieverhaal. Wij hebben daarover nog niet zo lang geleden een vragensessie gehad, waarin u zei dat het hele dossier van de uitrol van offshorewindenergie naar achteren is geschoven. De eerste molens zullen volgens de huidige schatting pas halfweg 2028 operationeel worden, terwijl de regering in maart nog had beslist om dat te vervroegen, namelijk naar het laatste kwartaal van 2027. Ik kijk heel erg uit naar wat u daaromtrent van plan bent, want dat gaat ver buiten de huidige legislatuur en nadert zelfs al het einde van de volgende legislatuur. Daarom wil ik graag van u vernemen op welke manier u daarmee aan de slag wil gaan en wat dat zal geven.
Afhankelijk van de antwoorden die u hier geeft en van de amendementen die u hier nog indient om ervoor te zorgen dat de bevoegdheidsoverschrijdingen uit heel dat pakket gaan, zullen wij uw wetsontwerp al dan niet volmondig kunnen steunen. U begrijpt dat onze partij het zeer belangrijk vindt dat iedereen binnen zijn pakket blijft en dat het federale niveau geen acties onderneemt die de bevoegdheden van de Gewesten helemaal ondergraven.
Ik kijk dan ook uit naar uw gedetailleerde antwoorden. Ik heb speciaal de artikelnummers erbij vernoemd, zodat u die een voor een kunt overlopen en er de volledige uitleg bij kunt geven. U weet immers dat de parlementaire voorbereiding met aandacht zal worden gelezen in de procedure bij het Grondwettelijk Hof.
14.04 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, anders dan de voorgaande spreker wil ik even blijven stilstaan bij de redenen voor het wetsontwerp dat we nu bespreken. Energie is een belangrijke hefboom voor het bereiken van onze klimaatdoelstellingen. Op Europees niveau werd vastgelegd dat wij onze uitstoot van broeikasgassen moeten verminderen met 55 % tegen 2030, maar ook dat wij het aandeel hernieuwbare energie tot 35 % willen verhogen. Als wij die doelstellingen willen behalen, dan hebben we nood aan een flexibeler systeem dan we vandaag kennen.
In onze weg naar een energiesysteem gebaseerd op 100 % hernieuwbare energie integreren wij steeds meer zon en wind, alsook opslag en vraagsturing. De Europese groenen hebben in een recente studie met de Finse universiteit LUT gesteld dat Europa wereldleider kan worden met een versnelde transitie naar een energiesysteem gebaseerd op 100 % hernieuwbare energie. Een dergelijk systeem zorgt ervoor dat onze energiezekerheid verbetert, dat de prijsstabiliteit gewaarborgd wordt op lange termijn en het is een sterke dam tegen klimaatverandering.
Sleutelwoorden met betrekking tot dergelijk systeem zijn flexibiliteit en opslag. Er moet ook een grotere rol gegeven worden aan de burger, door productie van hernieuwbare energie ook in de handen van de burgers te geven. Bij dat laatste moet men steeds voor ogen houden dat de energiemarkt zoals wij die nu kennen, complex is en dat wij het systeem dus eenvoudiger en transparanter moeten maken, ook voor onze burgers. Het voorliggende wetsontwerp, dat wij besproken hebben in de commissie, is inderdaad de omzetting van een Europese richtlijn die net dat voor ogen heeft, die het systeem waarover wij vandaag beschikken, flexibeler wil maken, met oog voor rechten en bescherming van de consument.
Ik heb het reeds gehad over het waarom, nu kom ik aan het hoe. Het wetsontwerp verandert enkele principes die ervoor zorgen dat er duidelijke en precieze informatie voor de consument is. Het legt het recht om van leverancier te veranderen wettelijk vast. Verder voorziet het wetsontwerp in de organisatie van een opener en democratisch systeem, door productie van windenergie op zee mee in handen te geven van energiegemeenschappen en coöperatieven. Door de burger centraler te stellen bij de productie van hernieuwbare energie wordt een gelijker speelveld gecreëerd.
In het wetsontwerp staat ook dat er, naast meer regionale en internationale samenwerking tussen transmissienetbeheerders en regulatoren, in een nieuwe prijsstrategie op basis van dynamische prijzen moet voorzien worden. Die dynamische prijzen zouden een voordeel kunnen hebben, namelijk dat de vraag afgestemd wordt op de productie en dat er dus een veranderend verbruiksgedrag kan optreden.
Hetgeen ik daarstraks zei, is belangrijk. En ik meen dat ook echt. Die energiemarkt is complex. Een systeem dat gebaseerd is op dynamische prijzen verwacht dat de individuele verbruiker zijn verbruik nauwkeuriger opvolgt en zo zijn afname aanpast. Het is een systeem dat ook bepaalde risico's met zich meebrengt en dat wij dus goed in het oog moeten houden in de komende maanden en jaren.
Concreet biedt dit wetsontwerp een juridisch kader dat meer rechtszekerheid biedt aan degenen die mee willen bijdragen aan een energiesysteem dat de uitdagingen van de toekomst aankan en zo mee een hefboom kan worden voor de klimaatneutrale toekomst.
Collega's, dat is de reden waarom onze fractie dit wetsontwerp zo dadelijk zal steunen.
14.05 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, bijna anderhalf jaar geleden pakte u uit met deze omzetting van een toch wel belangrijke Europese richtlijn. Dat was een beetje voorbarig. U was toen te gast aan de Vlaamse kust, waar u twee keer sprak, onder andere voor de coöperaties die deelnemen aan het huidige offshoregebeuren. U zei daar dat het bijna geregeld was. Bijna is uiteindelijk anderhalf jaar later geworden.
Collega Buyst, het is inderdaad zo dat de zich ontplooiende energietransitie naar meer hernieuwbare energie een flexibele elektriciteitsmarkt vergt. Die is nodig om een groeiend aantal windturbines, zonnepanelen en opslagsystemen op te vangen. Wie het over hernieuwbare energie heeft, heeft het immers over fluctuerende elektriciteitsproductie en de verwerking daarvan. Zeker nu er zulke hoge gasprijzen zijn en de gasprijs blijkbaar onwrikbaar gekoppeld blijft aan de elektriciteitsprijs, een probleem waarvoor mevrouw von der Leyen een oplossing zoekt, groeit de decentrale elektriciteitsproductie. Ik ken mensen die lang moeten wachten op hun zonnepanelen. De zonnepaneleninstallateurs hebben het bijzonder druk.
Decentrale elektriciteitsproductie groeit, mijnheer Vermeersch. Hierin ligt voor onze contreien een kans om minder afhankelijk te worden van import van energie. Voor ons gaat het bouwen aan een toekomst met nieuwe nucleaire energieproductie, inclusief een politiek beleid dat de verlenging van het merendeel van het huidige productiepark bewerkstelligt, hand in hand met een decentralere productie. U ziet dat niet zo, dat weten we.
Nu moet u goed luisteren, Thierry Warmoes. Wij kanten ons dan ook niet tegen de mogelijkheden – les possibilités – voor individuele burgers die wel over genoeg financiële middelen beschikken. Mevrouw de minister, hoe u het ook draait of keert, dat is immers jammer genoeg de keerzijde van de medaille. De mogelijkheden om een actieve rol te spelen op de energiemarkt en een actieve afnemer te worden, vereisen wel enige financiële slagkracht. Dat wordt er natuurlijk niet bij gezegd.
Artikel 11 van de richtlijn verplicht de federale overheid om de zogenaamd dynamische prijs in haar rechtsorde op te nemen. De grote leveranciers zullen dit tarief op basis van een dynamische elektriciteitsprijs moeten aanbieden aan de afnemers, die uiteraard in het bezit van een digitale meter moeten zijn. Ik ben mij er zeker van bewust dat dit voor de meeste mensen vandaag niet voor de hand ligt, en dit niet alleen om financiële redenen. Met een dynamische elektriciteitsprijs zal de consument, als hij zijn verbruiksgedrag niet wijzigt afhankelijk van de prijzen op de markt, waarschijnlijk nog te veel verbruiken tijdens de piekuren, wanneer de prijzen het hoogst zijn. Wie over zo'n contract beschikt, dient regelmatig de prijzen per uur te raadplegen op de site van de leverancier. Men moet dan het gebruik van energieverslindende toestellen plannen voor uren met lage prijzen.
Contracten met een dynamische prijs kunnen alleen interessant zijn wanneer men alles heeft. Men moet zowel zonnepanelen als een digitale meter, warmtepompen en opslagcapaciteit hebben. Dan kan men zelf programmeren.
U zult zeggen dat er ook zoiets is als een Vlaams Parlement. Wat zeggen Sam Van Rooy en anderen in het Vlaams Parlement over het capaciteitstarief? Zij zeggen neen. Het gegeven dat mijn partij zich in het Vlaams Parlement momenteel kant tegen een algemeen opgelegd capaciteitstarief, impliceert voor ons niet dat er voor consumenten die elektriciteit buiten de pieken willen en kunnen verbruiken – misschien zijn er hier onder ons aanwezig – geen mogelijkheden mogen worden gecreëerd om een prijs te betalen die de realtimemarktprijs weerspiegelt. Waarom ook niet, mijnheer Warmoes? Burgers mogen immers niet worden gestraft omdat ze kopen op een welbepaald uur, maar degenen die daarvan wel gebruik willen maken, moeten dat evengoed kunnen. Dat is het verschil tussen communisten en democraten, mijnheer Warmoes.
We steunen het gegeven dat de eindgebruikers actieve spelers op de markt kunnen worden, die niet alleen energie kunnen produceren maar ook opslaan en delen. Daar komen natuurlijk de energiegemeenschappen van burgers om de hoek kijken.
Mevrouw de minister, ik zal uiteraard de uiteenzetting van collega Wollants niet herhalen, maar ik hoop voor u dat er genoeg overleg is gepleegd met de Gewesten. Op nogal wat terreinen en voor verscheidene onderdelen zijn die namelijk ook betrokken partij in de toepassing van deze richtlijn, zeker wat betreft de energiegemeenschappen van burgers, het concept van de actieve afnemer en de contracten met de dynamische energieprijs. Mijn N-VA-collega heeft een lijstje gemaakt met een aantal moeilijkheden, bezorgdheden en onvolkomenheden op het vlak van bevoegdheidsoverschrijding. Ik wil ze niet allemaal herhalen, maar het is natuurlijk wel a pain in the ass, zoals ze dat in het Angelsaksische taalgebied zeggen. Ik herinner me uw gevecht met uw Vlaamse ambtsgenoot Demir rond de grootschalige vormen van opslagcapaciteit. Dat was niet zo leuk, we leven nu eenmaal in dit vermaledijde kunstmatige landje aan de Noordzee.
Maar goed, mevrouw de minister, we zullen straks wel horen wat u zegt. Wij zullen ons stemgedrag daarop afstemmen. We hebben het voorstel in de commissie goedgekeurd, ik dacht net als de N-VA-collega's, op een paar artikels na bij de eindstemming. We horen straks dus wel wat u antwoordt.
Collega Warmoes, het is voor ons duidelijk dat de PVDA-PTB met uw benadering van dit wetsontwerp kleur bekent. Kleur bekennen is altijd leuk. U bent blijkbaar toch nog een orthodoxe communistische partij, waarbij creativiteit en persoonlijk initiatief van burgers – en laat dat maar de hardwerkende Vlaming, Brusselaar of Waal zijn – voor u uit den boze zijn. Voor de PVDA-PTB mag zelfs de mogelijkheid voor de burgers om actieve afnemers te worden niet bestaan. Daar bedanken wij voor.
De voorzitster: Mijnheer Warmoes, het kan niet anders dan dat u zit te popelen om te antwoorden.
14.06 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik zal mij tot het wetsontwerp beperken en niet de ideologische toer opgaan. Wij bekennen altijd kleur. Dat is duidelijk.
Wij wijzigen hier een wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. In de volledige titel staat interne markt en de tekst staat vol met woorden als de flexibele markt, de markt moderniseren en marktgebaseerd werken. U weet dat, als het over energie gaat en het woord 'markt' verschijnt, dat bij ons als een rode lap op een stier werkt.
Ik hoor hier vanuit alle hoeken, inclusief zelfs van onze liberale premier, zeggen dat de markt niet werkt. Dat klopt. De huidige energiecrisis is net het gevolg van het werken van de markt. De markt werkt dus wel, met alle gevolgen en ellende van dien, zoals de hoge prijzen. Dat is de markt. Als er iets aan deze energiecrisis is dat we moeten onthouden, dan is het wel dat die markt failliet is en dat al wie indertijd de liberalisering van de elektriciteitsmarkt heeft goedgekeurd - wat ze nu zeggen is soms iets anders - zich heeft vergist.
Het laatste waaraan we nood hebben, is een nieuwe liberaliseringsrichtlijn. Ik moet lachen als men het heeft over de burger een centrale plaats geven in de energieproductie of, zoals in de commissie ook werd gezegd: la démocratie énergétique en action, de energetische democratie in actie.
Wat heeft
de burger nu te zeggen over de energiebevoorrading en de energiemarkt van ons
land? Helemaal niets. Men kan wel zonnepanelen leggen als men er het geld voor
heeft, maar over de globale energievoorziening van dit land hebben burgers
niets te zeggen. Als dat wel het geval zou zijn, dan was de energie niet zo
duur geweest als ze vandaag is. Het zijn wel degelijk de energiemultinationals
zoals ENGIE en collega's die een centrale rol in de markt innemen en niet de
burgers. Dat is de realiteit van de markt vandaag.
We hebben
dus een publieke energiesector nodig onder democratische controle. Dat zal de
energiefactuur van de mensen, de ecologische transitie en de planeet ten goede
komen. Echte democratie is immers goedkope, groene en ecologische energie
naargelang de noden van de mensen en onder democratische controle.
Wat we in
zo'n democratie niet nodig hebben zijn prijsprikkels die de consument 'sturen'.
We zien immers tot wat dat vandaag leidt. De fossiele brandstoffen zijn duur
geworden, de prijs van steenkool neemt toe en we voeren Amerikaans schaliegas
in. Dat is allemaal zeer schadelijk voor het milieu. Dat is de realiteit die
gelinkt is aan het functioneren van de markt.
Wij zullen
onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen niet afbouwen met prijsprikkels,
maar met publieke investeringen. Wat ons betreft, kunnen we de energietransitie
niet overlaten aan de privésector. Er kan wel wat gerommeld worden in de marge
door iemand die iets op zijn dak wil leggen. Dat moet kunnen en we zijn daar
niet tegen, maar dat zal de fundamentele energiebevoorrading en de prijzen niet
beïnvloeden.
Dan komen
we bij het punt van de dynamische prijs die sommigen als een heil zien en men
nodig denkt te hebben om de energietransitie te verwezenlijken. Wij verzetten
ons daar van in het begin tegen, omdat de CREG nog voor deze crisis gezegd
heeft dat de dynamische energiecontracten de energieprijs met 15 % zouden
doen stijgen. De prijzen zijn al genoeg gestegen, dus daar nog een
prijsstijging bovenop doen is niet ons ding.
Wij zijn dus tegen de zogenaamde scarcity princing. Scarcity pricing houdt in dat wanneer er schaarste is tijdens de piekuren, de prijs van elektriciteit duurder wordt en de consument dus meer betaalt. Wanneer er een overaanbod is, daalt de prijs en kan de consument 'genieten' van een lagere prijs. Dat is dus eigenlijk het volledig doortrekken van de marktlogica van vraag en aanbod tot in het huisgezin en tot bij de consument. Dat is de kers op de taart van de liberalisering van de energiesector, waarbij elektriciteit eigenlijk geen basisbehoefte meer is, maar een product als een ander dat gehoorzaamt aan de wet van vraag en aanbod en waar vooral veel winst mee geboekt wordt. Dat gaat natuurlijk volledig voorbij aan de concrete realiteit van de consumenten, met name van de gezinnen, maar ook van de zelfstandigen en de kmo's, die niet kunnen kiezen wanneer ze hun energie kunnen gebruiken. Als iemand na een dag hard werken thuiskomt en wil beginnen te koken of zijn huis verwarmen, kan hij dit niet uitstellen en bijvoorbeeld om 23.00 uur 's avonds eten. Die persoon doet dat wanneer hij thuiskomt.
In onze visie is elektriciteit dus een publiek goed, een basisbehoefte die voor iedereen altijd betaalbaar moet zijn, ook tijdens de piekuren. Zelfs na een jaar energiecrisis blijven u, de vivaldiregering en Europa, ondanks de vele uitlatingen, geloven in de markt. Er worden geen lessen getrokken uit deze crisis. De PVDA gelooft dus duidelijk niet in de markt. Een marktaanpak kan onmogelijk met een sociaal rechtvaardige energietransitie gelinkt worden. Een sociaal rechtvaardige energietransitie kan niet via een marktaanpak gerealiseerd worden. Dat weten we al tientallen jaren.
De PVDA kan deze wet dan ook niet steunen, ook al erkennen we dat er een aantal positieve elementen in de wet aanwezig zijn, zoals het beter beschermen van de persoonsgegevens van consumenten, de bepaling dat energiecoöperaties kunnen meedoen met wind op zee en de criteria voor energiearmoede. De PVDA heeft in de commissie dan ook voor deze specifieke artikels gestemd. Het globale pakket van nog meer prutsen in de liberale markt ligt ons echter niet.
14.07 Christian Leysen (Open Vld): Collega's, we zijn het er allemaal over eens dat het energievraagstuk een cruciaal vraagstuk is voor onze burgers en onze economie, en dus ook voor onze welvaart.
Als we echter blijven tokkelen op de gevoelige snaar van de bevoegdheidsverdelingen, dan stel ik me de vraag of we echt bezig zijn met het belang van de bevolking. We willen iets realiseren wat complex is, in een complexe omgeving, waar de markten verstoord zijn. De markten werken, maar als er extern geopolitieke schokken zijn, dan zijn er momenten waarop ze niet meer normaal werken en dan moet de overheid daarop toezien.
Beste collega en vertegenwoordiger van onze coalitiepartner in de Vlaamse regering, er zijn veel gebieden waarop men kan discussiëren over bevoegdheidsverdeling. Ik heb u echter nooit horen klagen over de talrijke maatregelen die de federale overheid neemt in wat men de "usurperende bevoegdheden" noemt, bevoegdheden waar men op het gebied van economie en cultuur fiscale voordelen of gunstregimes aanbiedt voor zaken die in feite tot de regionale bevoegdheid behoren. Ik zal hier geen groot betoog houden. Wij kennen een zeer complexe staatsstructuur en het zal waarschijnlijk nodig zijn om orde op zaken te stellen, maar in belangrijke dossiers moeten wij samenwerken en niet vitten wie wat mag doen of niet. Dit is een belangrijk ontwerp dat moet worden goedgekeurd ter omzetting van Europese richtlijnen. Wij zullen dat volledig steunen.
14.08 Bert Wollants (N-VA): Mijnheer Leysen, ik denk dat u ons de afgelopen jaren en misschien zelfs decennia niet zo goed heeft beluisterd, want wij zijn hierover heel vaak tussenbeide gekomen. Hier zitten immers verschillende partijen die, als ze eenmaal in een federale meerderheid zitten, heel graag buiten de lijntjes kleuren en dat liefst zo veel mogelijk willen doen.
Weet u wat werkelijkheid is? Dat zijn de spelregels waarmee wij in dit land werken. Het lijkt erop dat u die spelregels eigenlijk niet zo belangrijk vindt en niet kent. Daarmee ondergraaft u natuurlijk het wetsontwerp van de minister, want daardoor verzwakt zij wat zij hier op tafel legt.
Als men in een voetbalwedstrijd het reglement niet naleeft, dan wordt er gefloten. Dan wordt de match stilgelegd. In het slechtste geval verliest men met forfaitcijfers. Ik denk dat dit dreigt te gebeuren als u daar lak aan hebt. Daarom wil ik toch oproepen om de regels te respecteren, net zoals ik oproep om de regels in de commissie te respecteren, wat af en toe ook een punt is. Ik zie overal monkellachjes. Dat zijn de afspraken waar we mee aan de slag moeten.
Hier zeggen dat bevoegdheid niet belangrijk is, ik zal het noteren voor de toekomst, maar ik weet niet of het Grondwettelijk Hof daar op dezelfde manier naar kijkt.
14.09 Christian Leysen (Open Vld): (…) wij in staat zijn geweest onze bevoegdheidsstructuren zo complex te maken, dat wij alle advocaten in de materie een werkgelegenheidsgarantie voor tientallen jaren hebben gegeven. We zouden er goed aan doen om dat allemaal een beetje zuiver te maken. Ik zeg niet dat men dit niet moet respecteren, maar mijn ervaring is dat advocaten altijd een probleem vinden.
Wij moeten soms ook bescheiden zijn. Mijnheer Loones, laten we de zaken die de federale overheid financiert en die tot de bevoegdheid van de regio's behoren eens oplijsten. Bij de volgende staatshervorming kunnen we dat aftrekken van de dotaties die zo rijkelijk geïndexeerd zijn. Ik wil dat dossier hier niet op tafel gooien. Ik wil alleen dat we allemaal bescheidenheid aan de dag leggen en in dit belangrijke dossier voor een oplossing gaan. Dat is het mandaat dat wij van de bevolking gekregen hebben.
14.10 Sander Loones (N-VA): Mijnheer Leysen, ik vind het mooi dat u oproept tot bescheidenheid en de erkenning dat uw institutioneel werk uit het verleden alleen maar bric-à-brac heeft opgeleverd. Het is misschien wel goed om te herhalen dat de verdeling van de bevoegdheden, zoals die vandaag geldt, niet door onze partij werd goedgekeurd. Die bevoegdheidsverdeling werd onderhandeld en in wetsontwerpen gegoten door de traditionele partijen, waaronder uw partij. Wij stellen nu vast dat die bevoegdheidsverdeling op niets trekt, dat die inefficiënt is en dat er overal stukjes en brokjes van bevoegdheden zitten. Dat was een van de redenen waarom wij tegengestemd hebben toen die bevoegdheidsverdeling op tafel lag.
Ten tweede, ik wil inpikken op uw begrotingsvraag. Het klopt dat de Belgische begroting in zeer slechte papieren zit, met een tekort van 23 miljard euro. Dat komt inderdaad ook doordat de federale overheid bevoegdheden financiert die haar niet toekomen. Om dat te stoppen is er echter geen staatshervorming nodig, zoals collega Wollants al zei. U kunt dat gewoonweg nu stopzetten. Het grootstedenbeleid, bijvoorbeeld, is een bevoegdheid van minister Kitir, maar dat is geen federale bevoegdheid. Stop dat, en dan komt het de deelstaten toe om die rol over te nemen. Daar is geen staatshervorming voor nodig en het zal goed zijn voor de federale begroting. Ik vernoem ook het verhaal van de extensieve invulling van de federale culturele instellingen. Als u daarmee stopt, dan hoeft u die instellingen ook niet meer te financieren. In een begrotingsdiscussie kan dat met een gewone meerderheid worden goedgekeurd, daar is geen staatshervorming voor nodig. Nog een voorbeeld is buitenlandse handel, als bevoegdheid al jarenlang gedefederaliseerd, maar u houdt daaraan nog altijd vast als een federale bevoegdheid. Stop daarmee, en dat zal goed zijn voor het federaal budget. Ontwikkelingssamenwerking is niet één keer, maar al verschillende keren gesplitst. Stop met daaraan financiering te geven, dat zal goed zijn voor de federale begroting. Dergelijke maatregelen kunnen de put van 23 miljard euro misschien wat kleiner maken en er is geen staatshervorming voor nodig. Zelfs met de bric-à-bracstructuur die u ervan gemaakt hebt, kan dat onmiddellijk. Het enige wat ervoor nodig is, is wat politieke moed om de consequenties op te nemen van uw eigen keuzes.
14.11 Minister Tinne Van der Straeten: Geachte leden, eerst en vooral wil ik even ingaan op de discussie over de bevoegdheden. Wij hebben die discussie al uitputtend behandeld tijdens de commissievergadering en in het verslag zijn de argumenten van de ene en de antwoorden van de andere opgenomen. Bevoegdheden zijn natuurlijk altijd een complexe zaak, zeker in het geval van energie en in andere domeinen, in het bijzonder gelet op de huidige grote crisis en de energietransitie die zich nog zal moeten voltrekken. Dat impliceert dat elk niveau vanuit zijn bevoegdheden zal moeten ageren en zal moeten samenwerken. Ik hoor hier vooral dat het geïsoleerd moet worden bekeken, namelijk of het klopt dat elkeen binnen zijn eigen bevoegdheden moet blijven. Vervolgens is de vraag hoe elkeen binnen zijn bevoegdheden ageert om tot oplossingen te komen.
Ik wil graag even ingaan op uw uitspraak, mijnheer Leysen. U zei dat advocaten altijd problemen zien, maar ik kan u verzekeren dat er ook advocaten zijn die oplossingen zien. Ik wil u niet te hard pakken op uw woorden, maar de essentie doet er wel toe: men kan problemen zien of men kan oplossingen benoemen.
Bij het ontwikkelen van het voorliggende ontwerp is er uitgebreid overleg geweest binnen de geëigende kanalen – ENOVER en het Overlegcomité. Dat heeft ertoe geleid – ik heb dat toegelicht in de commissie en dat is ook te vinden in het ontwerp – dat er bij de adviesaanvraag bij de Raad van State uitdrukkelijk is gevraagd om heel specifiek naar een aantal bepalingen te kijken. Op basis van het advies van de Raad van State zijn nadien heel wat bepalingen uit het voorontwerp aangepast. Het gaat dan met name over de bepalingen die hier zijn vermeld over de actieve afnemers en over de hernieuwbare-energiegemeenschappen die beperkt zijn tot aan de ene kant de aansluiting op het transmissienet en die aan de andere kant heel strikt genomen zijn om binnen de federale bevoegdheden te blijven, want er blijven uiteraard wel bevoegdheden bij de federale overheid wat betreft energie. Het zou maar zonde zijn voor het beleid dat wordt gevoerd in de Gewesten als het federale sluitstuk er niet is. Ik denk met name aan alles wat te maken heeft met hernieuwbare-energiegemeenschappen en met flexibiliteit.
Dat is de link die ik wil maken naar de oplossingen die wij nodig hebben. Wij hebben hier daarstraks tijdens het vragenuurtje uitgebreid gesproken over de overwinsten en de verordening die vorige vrijdag werd goedgekeurd op Europees niveau. Die verordening bestaat niet alleen uit bepalingen met betrekking tot overwinsten, ze heeft ook betrekking op het verminderen van de vraag naar elektriciteit, met name op een verplichte reductie van 5 % tijdens piekuren.
Tijdens de bespreking van dit wetsontwerp in de commissie heb ik er ook bij stilgestaan wat de volgende stappen zijn en hoe wij met deze wet aan de slag zullen gaan. De voorliggende wet, die de omzetting is van die Europese richtlijn over het marktdesign van elektriciteit, gaat met name over het marktmodel als het gaat over flexibiliteit.
Met betrekking tot de verordening die vorige vrijdag werd goedgekeurd, ik heb een paar weken geleden in de commissie toegelicht dat, met betrekking tot flexibiliteit, een studie uitgevoerd op vraag van Elia door E-CUBE, heeft aangetoond dat er 1.600 megawatt aanwezig is op het net als market response.
Vandaag doet ruim 400 megawatt reeds actief mee op de markt voor de ondersteunende diensten. De reductie van 5 % die wij vrijdag goedgekeurd hebben in het kader van de dringende maatregelen voor de elektriciteitsmarkt, komt overeen met 650 megawatt die moet kunnen gereduceerd worden tijdens piekuren. Vandaag is er reeds 400 megawatt aanwezig, met een potentieel van 1.600 megawatt.
In de wet die vandaag voorligt, gaat het ook over uitwisseling van gegevens, over marktdesign, een model dat daarvoor verder ontwikkeld wordt om dit in de toekomst te kunnen verbeteren.
Deze wet gaat over het voorbereiden van onze markt op de energietransitie die er aankomt. Ik ben ervan overtuigd dat dit een volgende stap gaat zijn die ertoe gaat leiden dat wij niet alleen op het vlak van onze bevoorradingszekerheid stappen vooruit kunnen zetten, maar ook met betrekking tot het realiseren van de energietransitie.
14.12 Bert Wollants (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Het is inderdaad zo dat u speciale aandacht hebt gevraagd voor de bevoegdheidsverdeling bij de adviesvraag aan de Raad van State. Er is een uitwisseling gebeurd tussen de Gewesten via ENOVER en het Overlegcomité. U hebt op een aantal vlakken zaken aangepast, alleen al omdat de bevoegdheidsoverschrijdingen bijzonder manifest waren.
In tegenstelling tot wat u hier zegt, hebben we in de commissie niet specifiek gesproken over de vijf luiken die ik hier heb aangekaart en waar u nu niet op in wil gaan. Die vijf luiken gaan over bevoegdheidsoverschrijdingen die behouden zijn na uw aanpassingen en die dus niet zijn opgelost. Ik heb de artikelnummers opgesomd, zodat u punt per punt zou kunnen aantonen dat de wet binnen de federale bevoegdheden blijft, maar dat is niet het geval. Ik snap daarom ook dat u er niet op in wil gaan, omdat het plaatje namelijk niet klopt. Daarmee ondergraaft u uw volledige wetsontwerp.
Ik begrijp met de beste wil ter wereld niet hoe het mogelijk is dat die EMD-wet een jaar lang op uw kabinet heeft gelegen alvorens u ermee naar het Parlement kwam, maar dat u in dat jaar niet de tijd hebt gevonden om daarover terug te koppelen naar de Gewesten. Het gevolg daarvan is dat de in de vijf punten genoemde bevoegdheidsoverschrijdingen behouden blijven. U geeft hiermee aan dat u niet op mijn specifieke vragen kunt antwoorden en dat ze u daarom negeert. Dat zorgt er alleen maar voor dat zodra de wet wordt aangenomen, een nieuwe procedure over de bevoegdheidsoverschrijdingen zal beginnen. U hebt dat al meegemaakt, want in het kader van de grootschalige opslag en de daaraan verbonden vergunningsproblematiek had u exact hetzelfde probleem. U trapt opnieuw in dezelfde val, terwijl overleg tussen u en uw collega's van de Gewesten waarschijnlijk veel problemen had kunnen verhelpen.
U wil natuurlijk het grotere plaatje schetsen van wat er allemaal moet gebeuren, precies omdat u wil vermijden dat u moet ingaan op wat volgens mij fouten zijn in uw ontwerp. U wil daar vandaag geen tijd aan spenderen, wellicht omdat de advocaat in u wil vermijden dat u hier dingen zegt die tijdens de procedure zullen worden aangegrepen.
Om eerlijk te zijn, ik meen dat wat ik heb aangekaart, op zich ook al zal worden aangegrepen. Ik weet dus niet of u hiermee veel tijd of resultaat koopt. Gelet op het feit dat u er niet op wil ingaan, zullen wij natuurlijk ons stemgedrag aanpassen. Wij zullen dit ontwerp dan ook niet steunen.
14.13 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, het zal u niet verwonderen dat ook ik op mijn honger blijf zitten. Collega Wollants heeft vijf domeinen naar voren gebracht waar er een probleem blijft bestaan.
Ik herinner mij dat u in de commissie wel hebt erkend dat u na de aanpassingen die u hebt aangebracht na de vergadering van het Overlegcomité de tekst die nu ter stemming wordt voorgelegd niet opnieuw hebt teruggekoppeld naar de Gewesten.
In de kwestie van de grootschalige versus de kleinschalige opslagcapaciteit heeft het toch ook wel even geduurd eer er een – ik zal de vivalditerm gebruiken – "oplossing" voorhanden was.
Enigszins met spijt in het hart, omdat er een aantal betrachtenswaardige zaken in het wetsontwerp staan, zullen wij ons stemgedrag dus ook moeten wijzigen in een onthouding.
14.14 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Ik stond op het punt om tussen te komen in het debat tussen de heren Wollants, Leysen en Loones. Het is ongelooflijk hoeveel tijd en energie in dit land, in dit Parlement, in onze commissies, in andere parlementen wellicht, bij de Raad van State en bij het Grondwettelijk Hof, verloren gaat aan discussies over bevoegdheden. Eigenlijk hebben de mensen daar niks aan.
Ook voor de prijsdaling van energie wordt gedebatteerd welke maatregel de federale regering neemt en welke maatregel de Vlaamse regering. Daar gaat het dan over de factuur. Dat is niet alleen voor deze thematiek zo, maar dat is ook zo voor het klimaatbeleid, voor de burden sharing bijvoorbeeld. De heer Beke wist zelfs niet dat hij voor bepaalde gezondheidsaspecten bevoegd was.
Voor de PVDA is het vrij duidelijk dat dit één land, één economisch geïntegreerd land is en dat we dus één nationaal energiebeleid nodig hebben. Dan zijn we van al die onzin en al die discussies af en kunnen we echt voor de mensen en de ecologische transitie werken. Dan verliezen we daar minder tijd aan.
14.15 Christian Leysen (Open Vld): Ik heb mijn punt gemaakt. Ik volg u in dat punt. Of we nu bevoegd zijn of niet, we zijn allemaal verantwoordelijk voor het vinden van oplossingen voor de grote uitdagingen.
14.16 Sander Loones (N-VA): Ik zal het institutionele debat niet verder voeren, maar het is interessant om te horen dat de heer Leysen zich schaart achter de heer Warmoes en de facto pleit voor een herfederalisering van de energiebevoegdheid.
Ik ben een geïnteresseerde fan van de plenaire vergadering, omdat je hier eens hoort wat er in alle andere mogelijke commissies gebeurt. Ik ben totaal geen expert in energie, maar ik ben wel geïnteresseerd in van alles en nog wat.
Ik begrijp niet zo goed waarom de minister niet in detail ingaat op de concrete vragen. Meer specifiek lijkt dit mij volledig in contrast met de stijl die u wenst te zetten en die uw regering pretendeert te willen zetten. We horen immers constant in alle mogelijke dossiers dat deze regering het belangrijk vindt te luisteren naar experts en hun mening te integreren. We hebben hier de mening van experts. De Raad van State heeft de beste juristen van het land, die een aantal zeer kritische vragen stellen bij een wetsontwerp. Blijkbaar heerst er nog onduidelijkheid over of alle vragen nu beantwoord zijn. Ik zou dan verwachten van een regering die respect vraagt voor experts dat zij daarop repliceert.
Ten tweede, u en de regering zeggen constant dat u kiest voor samenwerking. Ik hoor hier dat dit niet echt lijkt te zijn gebeurd en dat vloekt dan toch wel wat met de stijl die hier constant in de markt wordt gezet. Ook daar had ik gehoopt een antwoord te krijgen op de vraag waarom dat zo is. Waarom wel experts, maar niet die van de Raad van State? Waarom wel samenwerking, maar niet in dit dossier?
14.17 Minister Tinne Van der Straeten: Ik wil hier wel op ingaan, maar we hebben dit natuurlijk in de commissie al gedaan. Als het dat is wat u wil, dan herhaal ik wat ik in de commissie heb gezegd. We hebben een brief gericht aan de Raad van State, zoals reeds gezegd, waarin we in het bijzonder aandacht hebben gevraagd voor de energieagentschappen zoals bepaald in artikel 21, en voor alles wat te maken heeft met de actieve afnemers – artikelen 10 en 20 – voor de contracten met de dynamische energieprijs en ook voor het gegevensbeheer. Het valt mij in de hele discussie op dat dit niet in het lijstje werd opgenomen. Dat was een specifiek onderdeel van de vraag aan de Raad van State, een specifieke vraag die werd gesteld. Kwam dit doordat dit van een ander Gewest kwam? Ligt uw focus alleen op de vragen van het Vlaams Gewest? Er waren ook vragen van de andere Gewesten.
Hoe is daar nu mee omgegaan? Wat betreft de bepalingen van de actieve afnemers, die zijn in artikel 21 beperkt tot degene die zijn aangesloten op het transmissienet. Voor degene die zijn aangesloten op het distributienet gaat het over een beperking tot de federale bevoegdheid, met name onevenwicht. Onevenwicht is nog altijd een federale bevoegdheid en wordt op dat niveau geregeld.
Op dezelfde manier is daar ook bepaald dat de actieve afnemers niet onderworpen worden aan onevenredige of discriminerende technische of administratieve vereisten, procedures en heffingen die geen kosten weerspiegelen, zoals onder meer met betrekking tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in artikel 4 van de elektriciteitswet indien dit vereist zou zijn, met name wat de productievergunning betreft.
Wat vervolgens de energiegemeenschappen van burgers betreft, geldt hetzelfde. Ook hier wordt het beperkt tot de federale bevoegdheid. In artikel 22 gaat het over de beperking, onder andere voor de opslagfaciliteiten, aangesloten op het transmissienet. Wat betreft de verantwoordelijkheid voor het onevenwicht, is het beperkt tot het transmissienet, zoals ook verduidelijkt werd.
Voor de hernieuwbare-energiegemeenschappen is in de definitie een aanpassing gebeurd na het advies van de Raad van State wat betreft de zone voor de uitvoering van de activiteiten: beperkt en verder verduidelijkt door het toevoegen van de F die in het ontwerp staat en waar is aangevuld om uitsluitend binnen de federale bevoegdheden te blijven, zodat reeds in de definitie duidelijk wordt dat er geen gemengde hernieuwbare-energiegemeenschappen kunnen bestaan, waardoor er ook geen samenwerkingsovereenkomst nodig is voor die specifieke toepassing van energie op zee.
De bepaling die in het voorontwerp stond betreffende het delen van energie is geschrapt.
Aangaande de dynamische energieprijzen gaat het erover dat elke leverancier die 200.000 afnemers heeft minstens één dynamisch prijscontract moet aanbieden. Dat hebben we zo gelaten, na het advies van de Raad van State, omdat de telling van het aantal klanten dat de leverancier dient te hebben voor hij een dergelijk contracttype in zijn bestand moet hebben dient te gebeuren op lidstaatniveau. We zijn hier bezig met de omzetting van een richtlijn, waarbij gekeken wordt naar een lidstaat. Ik meen trouwens dat dit niet strijdig is met de bepalingen zoals die vandaag bestaan in de decreten ter zake.
De consumentenbescherming, een bevoegdheid van mijn collega De Bleeker, wordt beperkt tot de federale bevoegdheid. De consumentenbescherming en de informatieverstrekking aan de eindafnemers in geval van overstap zijn enkel geregeld en verduidelijkt voor de eindafnemers die zijn aangesloten op het transmissienet. Voor de huishoudelijke en de kmo-eindafnemers aangesloten op het distributienet wordt enkel de overstapperiode gewijzigd van vier naar drie weken, zoals de overstapperiode en de switchtermijn vandaag al geregeld zijn in de federale gas- en elektriciteitswet. Dit is een aanpassing van de termijn, zoals vereist door de richtlijn.
De informatieverschaffing van leveranciers aan klanten wordt in elk geval vandaag al geregeld op het federale niveau. Ik had het commissieverslag kunnen voorlezen, maar het is eigenlijk aan de rapporteur om dat te doen. Op een aantal punten hebben wij het advies van de Raad van State niet gevolgd. Mijnheer Wollants, u hebt erop gealludeerd dat het Grondwettelijk Hof zou worden gevat. Als dat het geval zou zijn, dan zal het Grondwettelijk Hof daar in fine zijn zegje wel over doen.
14.18 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik weet wat u in de commissie hebt gezegd, aangezien ik daar aanwezig was.
Ik heb hier echter ook zaken aangehaald die niet in de commissie werden besproken. Over de zaken die u hier aanhaalt, heb ik het vandaag voor het grootste deel niet gehad. Ik hoefde het immers niet opnieuw te hebben over de zaken die opgelost zijn. Zoals gezegd hebt u stappen gezet er om een aantal bevoegdheidsoverschrijdingen uit te halen en aangezien die eruit zijn gehaald, is er voor mij ook geen reden om die hier opnieuw ter sprake te brengen. De zaken die ik heb opgeworpen, zijn deze die niet zijn opgelost.
Ik heb het gehad over de energiegemeenschap van burgers. In paragraaf 1 van ontworpen artikel 19quinquies, waarin u dat hebt opgenomen, hebt u een beperking ingesteld, maar u hebt geen beperking ingesteld in paragraaf 3. Dat is nog steeds een probleem.
Als ik het had over de actieve afnemers, had ik het niet over alle onderwerpen die u hier hebt aangehaald, maar wel over de link met de distributienettarieven. Deze zitten nog wel altijd in de formulering die u gebruikt. U sluit immers niet uit dat het ook gaat over distributienettarieven en daardoor ontstaat er een schending van de bevoegdheidsverdeling. We leiden dat af uit wat u gezegd hebt in de commissie en uit wat u hier opnieuw hebt voorgelezen.
Hetzelfde geldt voor het consumentenrecht. Het probleem is dat er bij de totstandkoming van de BWHI heel duidelijk is gemaakt dat het gelinkt moest zijn aan de minimumnormen op het vlak van consumentenbescherming. U gaat hier verder. De Raad van State heeft daar in zijn advies van 19 november al naar verwezen, maar u hebt dat niet willen opnemen of aanpassen, dus dat probleem blijft bestaan.
Dat zijn dus een heel aantal zaken die ik heb aangekaart en waarop u niet in detail hebt geantwoord. De zaken die u in de commissie al hebt toegelicht en die geen probleem meer vormen in de eindtekst hebben we natuurlijk niet opnieuw op tafel gelegd. Daar zit dus het probleem.
De oplossing kan zijn dat het Grondwettelijk Hof in al zijn wijsheid zal oordelen. Dat zal het inderdaad wel doen en dan zullen we zien waar we uitkomen.
14.19 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Wollants, ik zal iets zeggen wat u of de Vlaamse minister van Energie niet graag zal horen. De tariefbevoegdheid, of het nu over de federale transmissietarieven gaat, of over de gewestelijke distributietarieven, is een voorbehouden bevoegdheid van de regulatoren.
De bevoegdheid van de beleidsniveaus op dit vlak is het geven van beleidsrichtsnoeren. Wat u mij dus eigenlijk verwijt, is dat ik een aantal zaken niet geëxpliciteerd heb. Denkt u nu echt dat de federale overheid zou ageren op een terrein waarvan het qua bevoegdheidsverdeling evident is dat het bij de Gewesten ligt en vervolgens zich nog zou inmengen in de voorbehouden bevoegdheid van de regulator?
Ik weet dat er op Vlaams niveau een minister is met een eigen mening daarover. Voor ons is het evenwel niet noodzakelijk om iets wat evident is, nog verder te expliciteren. Het komt neer op een verschil tussen handelen in vertrouwen of in wantrouwen.
Mijnheer Wollants, wat u hier zonet zegt, overtuigt mij niet. Over de distributienettarieven is er geen enkel misverstand. De tekst is aangepast in een aantal zaken die onduidelijk waren. We hadden een richting genomen in het voorontwerp en daaromtrent heeft de Raad van State een advies gegeven. Vervolgens hebben wij aanpassingen doorgevoerd in de tekst waar dat nodig was. Wij gaan niet telkens als we een wet maken honderden pagina's tekst toevoegen over zaken die eigenlijk evident zijn. Dat kan toch echt niet de bedoeling zijn? Tenzij er hier een verborgen wens of intentie is om alleen maar meer pagina's in het Belgisch Staatsblad te publiceren.
14.20 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik denk dat het debat van daarstraks verduidelijkt heeft dat de federale overheid zich in het verleden – het lijstje is hier daarnet zowat voorgelezen – niet altijd heeft gehouden aan die lijn, maar heeft geageerd op thema's waarvan bijzonder duidelijk is dat zij daarvoor niet bevoegd was. Verbaast het u dan dat er op dat vlak enig wantrouwen bestaat als u zaken schrijft die anders kunnen worden gelezen of anders kunnen worden toegepast? Daarover verschillen we van mening.
Volgens mij moet het absoluut helder zijn
wie waarvoor bevoegd is. Op de punten waar dat duidelijk is, mag u in uw
wetsontwerp niet de indruk geven dat u iets anders mogelijk wil maken. Daarover
hebben we de vorige keer gediscussieerd en die discussie voeren we nu opnieuw.
We zullen kijken wat ervan komt. Bij een vorig ontwerp hebt u op dat vlak geclasht
met de Gewesten. Zo eenvoudig is het. U had wellicht een aantal dingen kunnen
oplossen door uw aanpassingen gewoon terug te koppelen naar de Gewesten, maar
eigenlijk hebt u gezegd dat u hen wel hebt gehoord, maar nog zult zien wat u
ermee zult doen. Als de Gewesten willen weten wat het is geworden, moeten zij
dat naderhand maar in het Belgisch Staatsblad lezen. Dat vind ik geen manier van werken.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2831/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2831/4)
Le projet de loi compte 31 articles.
Het wetsontwerp
telt 31 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 31 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 31 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Collega's, er is even een discussie of wij het agendapunt inzake Justitie nu zouden behandelen.
Ik wil wel even opmerken dat er amendementen zijn goedgekeurd, waardoor wij eigenlijk moeten wachten op de nieuwe teksten.
Ik stel dus voor, mijnheer de minister, als dit geen grote problemen meebrengt, eerst het ontwerp van minister Van der Straeten te behandelen en meteen daarna het ontwerp dat net besproken is in de commissie voor Justitie.
Het probleem ligt bij de aangenomen amendementen waarvan hier nog geen teksten beschikbaar zijn.
15.01 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, alle begrip voor wat u zegt. We kunnen niet debatteren over een tekst die nog niet is ingediend, na de aanpassingen in de commissie. Ik heb vanavond verplichtingen in het buitenland en ik zou hier wel omstreeks 19 uur moeten vertrekken. Ik vermoed dat het volgende punt enige discussie vraagt. Mijn vraag is of we vijf minuten kunnen schorsen, tot de tekst is ingediend? Het gaat om een aantal heel beperkte aanpassingen.
De voorzitster: Ik krijg hier wel te horen dat vijf minuten niet voldoende zal zijn.
15.02 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, is het een suggestie om het volgende agendapunt aan te vatten en af te spreken dat we rond 18u15 het debat onderbreken voor het ontwerp van de heer Van Quickenborne? Ik hoor dat daarover weinig discussie zal zijn. Op die manier kunnen we verder werken en hoeven we niet te schorsen.
De voorzitster: Dan wilt u dat debat onderbreken?
15.03 Marijke Dillen (VB): Ik ben verslaggever van het ontwerp. Ik kan een korte mondelinge toelichting geven. Er zijn drie amendementen goedgekeurd.
De voorzitster:
Ik begrijp dat de oppositie zeer bereidwillig is. Ik stel voor dat we het
voorstel van de heer Loones volgen om het volgende agendapunt aan te vatten en
het debat te onderbreken, tenzij iedereen heel erg to the point is vandaag. (Instemming)
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend
De rapporteur, de
heer Senesael, verwijst naar het schriftelijk verslag.
16.01 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, wij zullen zien hoe ver wij raken, maar ik denk dat het niet onmogelijk is om het debat te splitsen, aangezien het voorliggende ontwerp handelt over de kernsplijting. Daar zijn dus wel mogelijkheden.
Het ontwerp gaat specifiek over de bepalingen die nodig zijn om de eenheden van Doel 1 en 2 ook na het einde van 2022 open te houden. U herinnert zich ongetwijfeld dat wij in het verleden zeer veel debat hebben gehad over het wetsontwerp van destijds. Als ik het mij goed herinner, ging het ongeveer over 70 uur debat. De heer Delizée zal zich nog levendig herinneren dat wij het daarover gedurende vele uren hebben gehad. Ondanks het feit dat wij in ons land al eerder de levensduur van kerncentrales hebben verlengd – ik spreek dan over de centrale van Tihange 1 – bleek dat er toch een vraag was om een uitspraak te doen over het al dan niet opmaken van een milieueffectenrapport.
Nochtans werd in verband met verschillende beslissingen die in ons land werden genomen over de kerncentrales, voordat wij met het ontwerp over Doel 1 en 2 zijn gekomen, nooit de vraag gesteld of er een milieueffectenrapport moest worden gemaakt. Denk aan de wet van 2003, die werd voorbereid door toenmalig staatssecretaris Deleuze. Daarover is nooit een milieueffectenrapport gemaakt. Het is nooit aan de orde geweest dat dat moest, ondanks het feit dat die wet wel degelijk een heel aantal milieugevolgen had. Hetzelfde geldt ook voor Tihange 1 en uiteindelijk heeft de rechtbank dan beslist dat het toch absoluut noodzakelijk was om alsnog een milieueffectenrapport te maken voor Doel 1 en 2. Dat is dan ook gebeurd.
De opmaak van dat milieueffectenrapport is eigenlijk al in gang gezet door de vorige minister. Daar zijn heel wat studies over gebeurd en er is uiteindelijk ook een grensoverschrijdende consultatie geweest in een straal van 1.000 kilometer. Er is dus wel wat tijd en moeite in gekropen om dat allemaal te onderzoeken.
Aan het eind van de rit kennen wij ook de resultaten van dat milieueffectenrapport. Wat is nu het effect van het openhouden van Doel 1 en 2? Dat zijn volgens mij uitspraken die net zo goed kunnen worden herhaald voor andere kerncentrales in dit land. De opvallende conclusie is, voor sommigen misschien, dat die levensduurverlenging van Doel 1 en 2 geen aanzienlijke effecten op het milieu heeft en dat dit geen aantasting veroorzaakt van de habitatrichtlijn houdende beschermde soorten en habitats.
Dat maakt dat het goed was om de studie uit te voeren, om te voldoen aan de verwachtingen van het Grondwettelijk Hof, maar dat er geen milieugevolgen zijn, althans geen negatieve milieugevolgen, aan het langer openhouden van de kerncentrales van Doel 1 en 2. Dat maakt dat wij ongetwijfeld reeds een aantal ideeën hebben met betrekking tot het milieueffectenrapport dat momenteel wordt opgestart voor Doel 4 en Tihange 3. Ik heb het gevoel dat daar dezelfde conclusie zal kunnen worden getrokken. Dat moeten wij in de toekomst misschien nog verder bekijken.
Het is vooral een goede zaak dat er zo breed door iedereen kan worden bevestigd dat de milieueffecten voor die centrales heel klein zijn. Dat moet volgens mij ook leiden tot een aantal inzichten over andere kerncentrales.
Over de basis van het ontwerp, dat Doel 1 en 2 niet mogen sluiten, is er volgens mij, op enkele mensen in dit halfrond na, geen discussie. Die centrales moeten openblijven, dat lijkt logisch. Als ik mij niet vergis is alleen de PVDA tegen het openhouden van Doel 4 en Tihange 3, tenzij ik slecht heb geluisterd. En dus is de vraag of wij ons ook niet moeten uitspreken over een aantal andere eenheden.
In het verleden was het zo dat een aantal politieke partijen zich heel sterk uitdrukte over het feit dat het wetsontwerp voor de verlenging van Doel 1 en 2 eigenlijk een bevestiging was van de datum van de kernuitstap. Ik denk dat Vooruit en Ecolo-Groen zich daar heel vaak op hebben geënt. Alleen moet ik vaststellen dat, op het moment dat die vraag werd gesteld aan de minister, namelijk of zij het voorliggende wetsontwerp ziet als een bevestiging van de kernuitstap, zij daarop niet met zoveel woorden antwoordde. Voor haar is het een technische uitvoering van wat er voor de rechtbank moest gebeuren.
De vraag is dan of het hele lijstje opnieuw naar voren moet worden geschoven om goedgekeurd te worden zodat ook de data voor alle andere kerncentrales worden vastgelegd. Deze regering heeft in voorontwerp al een verlenging van Doel 4 en Tihange 3 goedgekeurd. De N-VA heeft dan het voorstel gedaan om dat euvel te verhelpen en ervoor te zorgen dat we ons enkel zouden moeten uitspreken over de verlenging van Doel 1 en 2 en niet moeten overgaan tot het vastleggen van de rest van de kalender. Daar is de meerderheid niet in willen meegaan. Er moest absoluut kunnen worden gesproken over het vastleggen van de hele kalender, wat nog steeds niet noodzakelijk was. Het levert natuurlijk wel de vraag op of we niet zeer dringend een uitspraak moeten doen over de andere centrales. Binnen de regering hebben zich natuurlijk al heel wat mensen uitgesproken over een mogelijke verlenging van Doel 3 en Tihange 2. Waar zit dat debat? De minister zegt heel duidelijk dat dat niet aan de orde is. Verschillende partijen in de meerderheid zeggen dat dat wel het geval is.
Dit wetsvoorstel gaat over de verlenging van Doel 1 en 2. Op verschillende banken wordt gepleit voor een langere verlenging van Doel 4 en Tihange 3. Dan is de vraag of we dat in dit kader toch niet allemaal moeten meenemen, zodat we hier in het geheel een debat over kunnen voeren. Dat zou het wel wat coherenter maken. Er zullen opnieuw een heel aantal amendementen voorliggen in die zin, wat ook logisch lijkt. Zo kunnen alle partijen zich uitspreken over de richting waarin ze eigenlijk willen gaan met de andere kerncentrales. Zo kunnen ze ook bepalen of het midden in de grootste energiecrisis die we de laatste 70 jaar hebben gekend een goede zaak is om nog meer kerncentrales te laten sluiten en daar geen actie rond te ondernemen.
Gelet op dit alles en op het feit dat de regering absoluut niet bereid was om die elementen mee te nemen in haar verhaal en absoluut eiste dat ook de kalender van de andere kerncentrales in dit wetsontwerp werd vastgelegd, is hier een ernstig debat nodig. De N-VA-fractie zal dit wetsontwerp niet goedkeuren. Wij zullen ons onthouden. Zo kunnen we ook verder en kunnen we spreken over de verlenging van andere centrales. Er zijn momenteel heel wat voorstellen over meerderheid en oppositie heen om dat te doen. Het zou misschien niet slecht zijn om daar een concreet debat over te voeren. Ik kijk uiteraard uit naar een voortschrijdend inzicht dat zou kunnen ontstaan bij de minister en haar collega's.
16.02 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Collega's, anders dan het wetsontwerp over maatregelen voor de voorbereiding van de toekomst, dat we daarnet hebben besproken, is dit een wet waarmee we het verleden willen herstellen. Het wetsontwerp herstelt een vernietigde wet. Het is belangrijk om die focus voor ogen te houden in de discussie vandaag.
Ik zet de feiten daarom kort op een rijtje. In 2015 besliste de vorige regering om de twee oudste kerncentrales, Doel 1 en Doel 2 tien jaar langer te laten draaien dan initieel was voorzien. Wetende dat de gemiddelde levensduur van een kerncentrale 26,6 jaar is, hadden beide kerncentrales oorspronkelijk moeten sluiten na 40 jaar dienst. Die levensduurverlenging werd in 2015 goedgekeurd zonder onderzoek naar de weerslag op het milieu. Nochtans wees het FANC toen al in zijn advies op enkele juridische knelpunten, zoals het ontbreken van dat milieueffectenrapport. Het Grondwettelijk Hof oordeelde op 5 maart 2020 dat de wet nietig moest worden verklaard. Zowel het Hof van Justitie van de Europese Unie als het Belgisch Grondwettelijk Hof oordeelden dat een verlenging van een kerncentrale hetzelfde project is als de opstart van een kerncentrale en dat daarom een milieueffectenrapport alsook een grensoverschrijdende raadpleging een vereiste was.
Laat het duidelijk zijn, de levensduur van een kerncentrale verlengen is geen sinecure. Het volstaat niet om een aan- en uitknop in te drukken. Dat proces vergt de nodige voorbereiding en het moet met de hoogst mogelijke rechtszekerheid worden uitgevoerd. Het is net het verzekeren van die rechtszekerheid dat dit wetsontwerp beoogt. Niets meer, niets minder.
De wet van 28 juni 2015 moet hersteld worden, zo niet zullen Doel 1 en Doel 2 hun productie moeten staken op 1 januari 2023, oordeelden de hoven. In het licht van de bevoorradingszekerheid en de rechtszekerheid zal onze fractie deze herstelwet dan ook steunen.
16.03 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, vandaag ligt de langverwachte herstelwet voor, een voorwerp van discussie waarover we de voorbije twee jaar in de commissie bijzonder veel gedebatteerd hebben en waarover ook geregeld vragen zijn gesteld aan de minister. Over dat onderwerp is ook al bijzonder veel inkt gevloeid. We weten allemaal dat we onder impuls van de groene activisten en milieuorganisaties uiteindelijk in deze situatie zijn terechtgekomen. Het is dan ook leuk om te zien dat een groene minister dit binnen de regering uiteindelijk moet rechttrekken.
Hoe dan ook, het Grondwettelijk Hof heeft de wet uit 2015 vernietigd en als we niets zouden doen, dan zou het eind dit jaar over en uit zijn voor Doel 1 en 2, zoals de collega daarnet al aanhaalde. Toch is dit arrest op z'n zachtst gezegd vreemd te noemen. Hoe verklaar je nu in godsnaam dat je een bevraging moet doen voor een milieueffectenrapport in een straal van 1.000 kilometer? Dat lijkt een Belgenmop. Als je zoiets in de wereld vertelt, dan zou men toch wel vreemd opkijken, en dat allemaal voor kerncentrales die op ons eigen grondgebied staan. Dat is ongezien, om maar te zwijgen van hoeveel dergelijke bevragingen kosten. Heel dat riedeltje begint nu opnieuw, nu er wordt gesproken over Doel 4 en Tihange 3. Dat moet blijkbaar elke keer gebeuren als de levensduur van die kerncentrales verlengd wordt.
Nog opvallender is dat als men naar de resultaten van die onderzoeken kijkt, alles in orde blijkt te zijn. Ik kan de uitkomst van het rapport over het traject dat in gang is gezet voor Doel 4 en Tihange 3 nu al voorspellen. Het is ongelooflijk hoe dat werkt in dit land, hoe alles wordt vertraagd en een hele bureaucratische procedure moet doorlopen. Ondertussen tikt de klok en zitten we na 2025 al zeker met een onderbreking.
Wij zijn niet tegen die herstelwet op zich en ik denk dat niemand in dit halfrond daartegen is, maar op het einde van de rit wordt die volledige uitstapkalender wel hernomen in dit wetsontwerp en dat is natuurlijk een heel ander verhaal. We kunnen dit wetsontwerp dan ook niet los zien van de actualiteit. Mevrouw Marghem heeft dat trouwens in de commissie duidelijk bevestigd en zij heeft gelijk. Het was schrijnend om te zien hoe sommige meerderheidspartijen tijdens de bespreking in de commissie spartelden om de stoere uitspraken die ze in de media hadden gedaan onder de mat te vegen. Het waren net staatsmannen die zeiden dat we dat juridisch moeten bekijken, dat het hier gaat over een herstelwet en dat al de rest daar los van staat.
Goed, mij niet gelaten. U verwachtte een hygiënisch debat dat alleen zou gaan over Doel 1 en 2, maar u bent zelf begonnen over alle andere kerncentrales. Als de oppositie dan spreekt over die andere kerncentrales, dan zegt u echter dat we het daar vandaag niet over mogen hebben.
Ik vind de uitspraken van al die partijvoorzitters die naar de tv-studio's trekken en de pers opbellen, toch wel bijzonder opvallend. Niet het minst Open Vld, waarvan de voorzitter eerst zei dat de kerncentrales een dood lijk waren dat niet meer te reanimeren viel. Hij heeft dat gezegd tijdens Villa Politica in de zaal hier naast dit halfrond, om dan een paar maanden later te zeggen dat het maar om te lachen was, dat het dode lijk perfect te reanimeren valt. Meer zelfs, het zou, volgens hem, onverantwoord zijn in tijden van crisis dat Doel 3 werd gesloten. Dat is een letterlijke uitspraak, hij heeft het zelf op Twitter gezet. Nu gaat hij nog veel verder dan Doel 4 en Tihange 3, die op dat moment ter discussie voorlagen.
Hetzelfde geldt voor de heer Mahdi die ook in de media stoere uitspraken doet over kerncentrales waarvan de levensduur verlengd moet worden. De MR met de heer Bouchez, opnieuw hetzelfde verhaal. Als ik die uitspraken zie, kan ik alleen maar vaststellen dat de groenen hoe langer hoe meer geïsoleerd raken in dit Parlement.
Natuurlijk raken we er niet met stoere uitspraken alleen. Uitspraken doen is één ding, maar daadkracht is nog een heel ander verhaal. Ik vind die houding dan ook bijzonder onverantwoord.
Dat de levensduur van de kerncentrales niet verlengd zou kunnen worden, is niet zomaar alleen de schuld van de exploitant. Het is potsierlijk te moeten vaststellen dat vier of vijf dagen voor de sluiting van een kerncentrale de politiek plots ontwaakt en het een schande vindt dat Doel 3 sluit. Dat is dus wel de realiteit, collega's. Het FANC stelt dan dat dit op een paar dagen niet zomaar kan en de groenen misbruiken dan het rapport van het FANC om te zeggen dat dit niet kan. Wat het FANC eigenlijk zegt is dat het technisch perfect wel kan, maar dat het gaat om de manier waarop alles gebeurt.
Ik begrijp de frustratie van die verschillende partijvoorzitters enigszins wel, want zolang de groenen in deze federale regering zitten, zal er nooit een deftig debat kunnen worden gevoerd over onze huidige kerncentrales en over energiezelfstandigheid. Mevrouw Van der Straeten vindt dat zelfs een bijzonder vies woord, want zij noemde dat een riedeltje. Daar komt ook altijd hetzelfde verhaal bij dat de exploitant niet wil, dat ENGIE Electrabel niet geïnteresseerd is in de verlenging van onze centrales.
Dat is echter heel logisch. U hebt daar zelf voor gezogd, door te blijven palaveren, door te zeggen dat we tijd genoeg hadden. En nu komt mevrouw Buyst hier ook nog eens zeggen dat een kerncentrale geen aan- en uitknop heeft. Dat moet voorbereid worden. U spreekt eigenlijk de minister tegen, mevrouw Buyst, want zij heeft altijd gezegd over genoeg tijd te beschikken om de centrales te verlengen.
Collega's, ik denk dat het hoog tijd wordt om de oogkleppen af te zetten en eensgezind met ENGIE Electrabel aan tafel te gaan zitten. Ik denk dat dit de enige manier is om die problematiek op te lossen. Niet door stoere verklaringen in de pers af te leggen. Niet door naar Terzake te trekken en te zeggen wat er moet gebeuren. Neen, overleg met elkaar, wees eensgezind en ga met de exploitant rond de tafel zitten.
Mevrouw de minister, u hebt de toelichting van de herstelwet gebruikt om ook over het traject van Doel 4 en Tihange 3 te spreken. U hebt bevestigd dat er opnieuw een traject loopt, dat er op 1 juni een notificatie is verstuurd om opnieuw een bevraging te gaan doen in een straal van 1.000 km. Ik vind het raar dat men op 1 juni een notificatie doet, terwijl men in juli een persconferentie houdt waarbij er wordt gecommuniceerd over een vrijblijvende intentieverklaring. U hebt een persconferentie gehouden, waarin u opnieuw voorbarig was. U hebt gezegd dat die kerncentrales verlengd werden gedurende tien jaar. De exploitant was er als de kippen bij om te zeggen dat er geen akkoord was maar dat het ging om een vrijblijvende intentieverklaring.
Tien jaar ligt er op tafel, wat naar mijn mening bijzonder onbegrijpelijk is.
Ik vind, collega's en mevrouw de minister, dat het tijd wordt dat iedereen in dit halfrond, en ook de ministers in de regering, elkaar goed in de ogen kijkt en alle bestaande centrales tegen het licht houdt.
Ik neem het verwijt niet meer dat ik altijd hetzelfde riedeltje afsteek in het Parlement wanneer ik pleit voor energiezelfstandigheid. Sorry, maar ik ga er helemaal niet licht over. Een aantal van uw coalitiepartners durft trouwens het woord "energiezelfstandigheid" ook in de mond te nemen. U bent het daar blijkbaar niet mee eens.
Als deze ongeziene energiecrisis u de ogen nog altijd niet heeft doen openen, vrees ik dat dit nooit zal gebeuren.
Mevrouw de minister, ik ben helemaal niet tegen interconnectiviteit. Ons land is geïnterconnecteerd met alle buurlanden. Ik ben wel van mening dat energieproductie zoveel mogelijk in eigen handen genomen moet worden en behouden moet blijven.
Ik ben het eigenlijk beu te zien hoe dit dossier van de kerncentrales mismeesterd is in de afgelopen twintig jaar. Eerst was er de wet over de kernuitstap, dan heeft men, in 2006, de kerncentrales in de etalage gezet en ze in Franse handen gegeven, waardoor wij nu helemaal niets meer te zeggen hebben over de kerncentrales.
In die twintig jaar is er eigenlijk heel weinig gebeurd. Wat werd er gedaan om de nucleaire capaciteit verder te vervangen? De levensduur van de kerncentrales is een aantal keren verlengd, maar voor de rest is er bijzonder weinig gebeurd.
Ik ben het ook beu dat het debat over het kernafval altijd opnieuw wordt misbruikt. Dat is het enige argument dat altijd terugkomt.
Ik ben het ook beu dat wij in de toekomst afhankelijk moeten worden van het buitenland. Onze afhankelijkheid zal alleen maar toenemen. Stel dat ENGIE Electrabel zegt niet voor die tien jaar te willen gaan en er dus geen akkoord is, dan zullen wij voor een derde van onze behoeften afhankelijk zijn van het buitenland.
Ik ben het ook beu dat het simplisme gebruikt wordt dat energie uit het buitenland per definitie goedkoop is. Ik ben daar helemaal niet van overtuigd.
De groenen zeggen ook steeds dat we onze CO2-uitstoot tegen 2030 met 55 % moeten verminderen en tegen 2050 CO2-neutraal moeten zijn. De mensen worden thuis aangemoedigd om hun gasketel buiten te gooien en te investeren in een warmtepomp waarvan de energiekosten echter nog hoger zijn dan deze van aardgas in dure tijden zoals nu. De overheid mag echter binnenkort bijkomende gascentrales openen en weelderig CO2 de lucht inblazen.
Ik ben het ook beu dat energiezelfstandigheid wordt weggezet als iets wereldvreemds. Ik zie immers dat heel veel landen in de rest van de wereld alles in het werk stellen om energiezelfstandig te zijn. Zelfs in deze tijden van een ongeziene energiecrisis, wordt het dogmatische denken rond kernenergie niet opzijgezet.
Het njet van de exploitant, dat deze regering trouwens zelf in de hand werkte, wordt – ik heb het daarnet gezegd – ook altijd misbruikt. Men draait het hele debat nu zelfs om. Eerst was ENGIE Electrabel immers de vragende partij. Ze hebben herhaaldelijk contact opgenomen met de vorige regering en met de regering in lopende zaken. Men zei toen dat de centrales tot een bepaalde periode opengehouden konden worden, maar dat het daarna moeilijk zou worden. Er was echter tijd genoeg. De exploitant zegt dan uiteindelijk: "Teute gerard, het is voorbij en we zullen onze kerncentrales afwaarderen en ontmantelen." Dat is toch logisch? Men kan niet met de voeten spelen van een organisatie waarin direct en indirect 6.000 mensen tewerkgesteld zijn. Ik begrijp deze houding enigszins wel.
Jullie, als vivaldiregering, staan echter nu met de rug tegen de muur en moeten met geboeide handen aan de tafel in Parijs gaan zitten en elke dag een schietgebedje doen in de hoop dat de kernexploitant uiteindelijk meegaat in het verhaal. Jullie hebben de exploitant in een zetel geplaatst, terwijl die zelf eerst vragende partij was.
Collega's, ik roep u allen op tot redelijkheid. Vanzelfsprekend is deze herstelwet noodzakelijk, daarover bestaat geen discussie. Daarnaast is echter de uitstapkalender er onlosmakelijk mee verbonden. Vanwege die uitstapkalender kunnen wij de herstelwet zoals die vandaag voorligt, niet steunen. Wij zullen ons dan ook onthouden.
Desalniettemin, wij hebben een realistische uitstapkalender in een amendement gegoten, waarbij wij vinden dat over alle kerncentrales gesproken moet kunnen worden. Wij stellen dat Doel 3 en Doel 4 twintig jaar langer opengehouden kunnen worden, dat de levensduur van Tihange 1 tien jaar verlengd kan worden en Tihange 2 en 3 twintig jaar. Collega's, ik hoop dan ook dat al de stoere verklaringen die u of uw partijvoorzitters in de media hebben afgelegd – in dit land regeren de partijvoorzitters, niet de ministers – worden omgezet in steun voor ons amendement. Ik denk dat we dan pas echt een steen verlegd zullen hebben.
De voorzitster: Collega's, ik herhaal dat we afgesproken hadden om het agendapunt betreffende Justitie te behandelen om 18.15 uur, dus binnen een tiental minuten.
16.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, chers collègues, j'interviendrai brièvement. Je voudrais rappeler, comme je l'évoquais en commission, que nous attendions les dispositions de cette loi depuis un certain temps. Une évaluation des incidences environnementales ainsi qu'une participation du public et une consultation transfrontière quant à la prolongation pour dix ans des réacteurs de Doel 1 et Doel 2 auraient dû avoir lieu en 2015. Depuis 2020 et le jugement de la Cour constitutionnelle, nous savions que la prolongation des deux réacteurs serait annulée si ces conditions n'étaient pas remplies d'ici la fin de 2022.
Le texte qui est aujourd'hui soumis à notre assemblée remplit ces conditions et constitue, ce faisant, une réparation des manquements de 2015. Aussi pouvons-nous nous réjouir de son adoption en commission ainsi que de son adoption en plénière ce soir, comme nous pouvons l'espérer.
Nous pouvons d'autant plus nous en réjouir qu'il est ici question de sécurité d'approvisionnement, c'est l'enjeu majeur. Concrètement, sans cette loi, les réacteurs de Doel 1 et de Doel 2 devraient fermer dans moins de trois mois, alors que nous avons encore besoin de leur électricité pendant au moins trois ans. Et ce alors qu'en France, comme tout le monde le sait, la moitié du parc nucléaire est actuellement à l'arrêt et que l'Allemagne annonce un arrêt temporaire de ses exportations. Il faut que le calendrier prévu quant à ces deux réacteurs soit respecté.
Je le répète, il est ici question de sécurité d'approvisionnement, un sujet qui nécessite que nous fassions preuve de sérieux, de responsabilité et de pragmatisme. En ce sens, je souhaite simplement rappeler que pour prolonger d'autres réacteurs que Doel 4 et Tihange 3, il est nécessaire d'avoir un exploitant qui soit disposé à le faire, ce qui n'est pas le cas pour le moment.
De même, il ne faut pas affaiblir la position de notre pays face à une entreprise qui, depuis le début de la crise, génère des profits démesurés et cède des dividendes astronomiques à sa maison mère. Il ne faut pas que, sous prétexte de positions idéologiques tranchées, nous nous éloignions des questions de première importance, à savoir maintenir la sécurité d'approvisionnement et faire baisser le coût des factures d'énergie des foyers.
Dès lors, madame la ministre, nous vous appelons une nouvelle fois, premièrement, à faire aboutir les négociations avec ENGIE sur la prolongation de Doel 4 et de Tihange 3, en vue d'un accord qui soit favorable au contribuable belge et aux générations futures et, deuxièmement, à faire aboutir la question du plafonnement des prix, en faveur duquel nous plaidons depuis de nombreux mois.
Pour conclure, je rappellerai que ce projet de loi consiste fondamentalement en une réparation des manquements du passé et qu'il permet de prolonger deux réacteurs pendant une durée de trois ans, selon le scénario prévu pour garantir la sécurité d'approvisionnement. Ce projet doit dès lors être adopté. Je vous remercie.
De voorzitster: Ik stel voor dat er nog één spreker aan het woord komt over dit ontwerp en dat wij dan de bespreking even schorsen om het wetsontwerp over Justitie te behandelen, zoals afgesproken.
Mevrouw Marghem, u hebt het woord.
16.05 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la présidente, chers collègues, voici 15 jours, nous avons longuement débattu en commission de ce texte. Il s'agit, en l'occurrence, d'un projet technique qui vise à réparer une loi ayant été annulée, bien que ses effets aient été maintenus – sinon Doel 1 et Doel 2 auraient dû s'arrêter immédiatement –, en raison de la décision de la Cour constitutionnelle de février 2020. Celle-ci a annulé la loi parce que les enquêtes environnementales auraient dû précéder la prolongation de ces centrales, et non l'inverse comme cela s'est produit dans la réalité.
Dans sa grande sagesse, la Cour a recommandé aux autorités de se livrer à des études environnementales. En vérité, c'était une première en Belgique, puisque l'on aurait dû les faire également avant la prolongation de Tihange 1. En outre, le dispositif des conventions internationales d'Aarhus et Espoo avaient déjà été conclues avant la loi de 2003, qui prévoyait un cadre d'extinction de nos centrales sur le plan de la production d'électricité sur le réseau, mélangeant deux concepts fondamentaux – et je réponds ici à une intervenante qui s'est quelque peu emmêlée les pinceaux tout à l'heure, entre les durées de vie et les durées d'exploitation. Nos centrales ont en effet une durée de vie qui dépasse de loin la durée d'exploitation que la loi limite à 40 ans ou, tout au plus, jusqu'en 2025.
J'ai établi la matrice de ces enquêtes environnementales, très sérieuses, puisqu'elles ont été ouvertes dans la foulée de l'arrêt de la Cour constitutionnelle de février 2020, au moyen de plusieurs réunions entre l'administration, ENGIE et mon cabinet pour établir le cadre dans lequel elles devaient se dérouler. Comme elles ont pris un certain temps, elles se sont achevées sous cette législature. Il est donc très heureux qu'un projet de loi vienne corriger ce dispositif – comme le demande la Cour constitutionnelle – avant la fin décembre 2022. Vu que nous sommes le 6 octobre, il nous reste encore un peu de temps. Le projet de loi permet ainsi à Doel 1 et Doel 2 de participer à notre sécurité d'approvisionnement. Je vois mal qui, dans ce pays, pourrait s'y opposer en arguant que, de la même manière que Doel 3 s'éteint aujourd'hui et que Tihange 2 s'éteindrait en février prochain, nous pourrions également nous passer de Doel 1 et Doel 2. Je pense que personne ne le désire et que tout un chacun ici souhaite que ces centrales continuent de produire au moins jusqu'en 2025 – si pas plus tard, nul ne connaissant l'avenir.
J'aimerais faire un point sur les enquêtes environnementales car c'est quelque chose de suffisamment important que pour être souligné. Elles doivent être faites avant tout démantèlement. Il est absolument évident que les conventions internationales Aarhus-Espoo s'imposent également préalablement à tout démantèlement et au plus petit acte préparatoire à un démantèlement également. Je m'y suis intéressée de plus près, chers collègues, et vous savez peut-être que des ASBL ont introduit des actions en justice. Il y a une action en justice introduite par une ASBL néerlandophone devant le tribunal des référés, chambre néerlandophone de Bruxelles, qui dit précisément que ces enquêtes environnementales doivent être absolument réalisées avant le plus petit acte de démantèlement ou préparatoires au démantèlement de Doel 3, ce qui n'est pas le cas actuellement.
Il y a également une autre action introduite au fond par une ASBL francophone devant les juridictions francophones. Elle est fondée sur la sécurité d'approvisionnement et la garantie que cette sécurité d'approvisionnement doit fournir à tous les citoyens de ce pays. Elle demande qu'on ne fasse pas d'acte irréversible sur les centrales qui, d'après la loi de 2003 restant inchangée à ce jour, devraient arrêter de produire de l'électricité et devraient être démantelées selon certains d'ici quelques semaines, voire quelques mois.
Voici donc un premier point très important: ce qui va dans un sens va dans l'autre. J'attire l'attention de tous les collègues sur le fait qu'il y a, pour l'instant, dans la réalité, des actes préparatoires au démantèlement qui se font sans que les études environnementales et les consultations transfrontalières dans le rayon de 1 000 km n'aient été accomplies. On se retrouve donc dans une situation qui est tout à fait identique à celle de Doel 1 et Doel 2. Il importe de garder cela à l'esprit avant d'aller plus loin. Nous y reviendrons dans les questions posées à la ministre en commission.
Nous attendons de la ministre qu'elle dise clairement maintenant que la loi réparatrice qu'elle s'apprête à nous demander de voter concerne uniquement Doel 1 et Doel 2 et que si le calendrier dépassé par la réalité de la loi de 2003 est accolé à cette réparation de la prolongation de Doel 1 et Doel 2, c'est pour des raisons purement techniques et non politiques et légistiques qui tendraient à vouloir faire confirmer par cette assemblée un calendrier de sortie du nucléaire qui ne correspond plus à la réalité. En effet, le gouvernement a décidé de prolonger Doel 4 et Tihange 3 et nous n'avons aucun élément concret qui nous permette de savoir dans quel état se trouvent les négociations entre le gouvernement et ENGIE pour la réalisation concrète de cette prolongation.
Un projet de loi a été déposé en première lecture sur la table du gouvernement par la ministre de l'Énergie dans lequel elle inscrit que Doel 4 et Tihange 3 devront produire jusqu'en 2035. Cela signifie qu'elle a déjà de facto changé le calendrier de la loi de 2003, suivant en cela la décision du gouvernement, et que le calendrier d'aujourd'hui est dépassé par la réalité.
Si elle confirme que c'est parce qu'elle a techniquement examiné le problème et qu'il convient de remettre le calendrier de la loi de 2003 aux cotés de celui de Doel 1 et Doel 2 dûment corrigé, nous pourrons éventuellement soutenir son projet. Si, malheureusement, elle ne confirme pas cela, nous réfléchirons en groupe à la qualité de notre vote tout à l'heure.
De voorzitster: Collega's, zoals afgesproken, zullen wij de bespreking van het wetsontwerp even schorsen voor de bespreking van het ontwerp dat zonet in de commissie voor Justitie werd goedgekeurd. Wij doen dat wegens de weinige tijd die minister Van Quickenborne deze avond nog heeft. Wij schorsen de bespreking en gaan er na de behandeling van het volgende ontwerp mee door.
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
17.01 Marijke Dillen, rapporteur: Mijnheer de minister, wat de bespreking in de commissie tijdens de eerste en tweede lezing betreft, verwijs ik naar de twee zeer uitvoerige schriftelijke verslagen.
Vandaag is de commissie opnieuw bijeengekomen om een aantal amendementen van de meerderheid en de oppositie te bespreken. Er werden drie amendementen aangenomen. Het eerste amendement van de meerderheid op artikel 5 betreft de rechtzetting van een vergetelheid, want in de wet van 31 juli 2020 werd het aantal plaatsvervangende gezworenen voor het hof van assisen verhoogd van 12 naar 24, maar het aantal juryleden dat gewraakt kon worden, werd er niet in opgenomen. Dat foutje wordt nu rechtgezet.
Het tweede aangenomen amendement is van de hand van collega Rohonyi en heeft betrekking op artikel 13, waarvan de oorspronkelijke tekst wordt gewijzigd in die zin dat gepseudonimiseerde arresten binnen een redelijke termijn gepubliceerd moeten worden in het centraal register.
Het derde aangenomen amendement van de meerderheid heeft betrekking op de inwerkingtreding.
De overige amendementen zijn herhalingen van amendementen die al waren ingediend bij de tweede lezing door de collega's Matz, Boukili, Rohonyi en mezelf. Ik zal die niet meer bespreken aangezien ze uitvoerig werden besproken en toegelicht naar aanleiding van de tweede lezing. Ook de minister heeft haar antwoord daarop gegeven. Ik verwijs hiervoor naar het schriftelijke verslag van de tweede lezing. Tot zover mijn verslag over de zitting van vandaag.
17.02 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de voorzitster, het wetsontwerp werd, op één uitzondering na, met unanimiteit aanvaard, het is dus breed gedragen. We hebben twee lezingen besteed aan dit wetsontwerp. Wij hebben het toen goedgekeurd en zullen dat straks ook doen.
Ik neem nog even het woord omdat dit een belangrijke stap is in de juiste richting voor de modernisering van Justitie. Het idee werd al in 2009 in een wetsvoorstel gegoten en door de Kamer aanvaard, maar zoals te vaak gebeurt, bleek nadien dat de wet moeilijk uitvoerbaar was. Vandaar een nieuwe poging om tot die verbetering te komen.
Zoals artikel 149 van de Grondwet bepaalt, is de rechtspraak openbaar. Er was met de recente wijziging al tegemoetgekomen aan de verouderde praktijk van ellenlange uitspraken die volledig worden voorgelezen. Het is belangrijk dat burgers op een andere manier rechtspraak kunnen raadplegen en in de 21ste eeuw is het logisch dat dit online kan. Het online kunnen raadplegen van een vonnis of arrest is op dit ogenblik, helaas, nog geen evidentie. Met deze wet hopen we te kunnen evolueren naar een moderne Justitie waarbij burgers op een eenvoudige en toegankelijke manier rechtspraak kunnen opzoeken en raadplegen. Ook voor de vele actoren binnen Justitie zal het handig zijn om na verloop van tijd, in een volgende fase, over een overzichtelijke databank te beschikken. Het kan de voorspelbaarheid, de transparantie en ook de rechtszekerheid alleen maar verhogen. De inwerkingtreding was oorspronkelijk voorzien voor 1 september 2022 en werd ter zitting uitgesteld naar 2023. Wij vonden dat wat bizar, omdat het wetsontwerp met hoogdringendheid werd behandeld in de commissie. Wij hopen uiteraard dat die datum zal worden gehaald.
Wij hebben net een commissie gehad en ik merk op dat daar een amendement werd ingediend naar aanleiding van het proces rond de aanslagen, waar er nog een kleine rechtzetting moest gebeuren. Wij betreuren wel de werkwijze waarop. Het proces is gestart, wij hebben al een preliminaire zitting gehad. Blijkbaar is bij de eerste zitting gebleken dat er misschien onduidelijkheid was en dat er toch nog een rechtzetting moest gebeuren. Wij betreuren dat dit nu pas zo is, maar ook dat dit via een amendement moet bij een wetsontwerp dat daar helemaal niets mee te maken heeft. Dat is niet netjes, juridisch en wetgevend gezien. Het is ook spijtig voor het proces van de aanslagen.
Wij hopen dat er geen andere fouten meer zijn die wij hadden kunnen voorkomen. Wij zijn echter voor het principe van het wetsontwerp en wij zullen het straks dan ook goedkeuren. Wij hopen op een goede uitvoering van het ontwerp.
De voorzitster: De heer Aouasti was ook ingeschreven, maar ik zie hem nergens. Ik geef het woord aan mevrouw Dillen.
17.03 Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb nog een kleine aanvulling op het mondeling verslag: het wetsontwerp is aangenomen met vijftien stemmen voor en er was één onthouding.
Mijnheer de minister, collega's, wij hebben uitvoerig de gelegenheid gehad om het wetsontwerp te bespreken in de commissie. Ik zal hier niet alles herhalen wat ik in de commissie heb uiteengezet en wens mij te beperken tot een aantal klemtonen die voor mijn fractie belangrijk zijn.
Mijn fractie was al lang vragende partij om een centraal register voor de bekendmaking van vonnissen en arresten te organiseren, want dat is heel belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het recht en voor de wijze waarop in de toekomst recht zal worden gesproken. Dergelijke databanken laten ook een efficiëntere rechtsbedeling toe, zeker wanneer artificiële intelligentie kan worden toegepast op de gepseudonimiseerde beslissingen in de databank, maar zo ver staan wij helaas nog niet. Ik heb begrepen dat werkgroepen zullen worden samengesteld die daaraan zullen werken.
Wij hebben een aantal vragen en bedenkingen waarover wij geen voldoende duidelijkheid hebben gekregen, noch tijdens de hoorzittingen, noch tijdens de bespreking in de commissie. Zo is er bijvoorbeeld een belangrijke kritiek van het Hof van Cassatie, dat stelt dat de implementatie van het centraal register in de praktijk op meerdere bezwaren zal stoten. Er is bijvoorbeeld geen identieke informaticatechnische infrastructuur voor alle hoven en rechtbanken, waardoor het vinden van een geschikte blauwdruk voor de interne databank, het voeden van de interne en externe databank en de consultatie van de interne databank geen sinecure wordt.
Een andere kritiek betreft de bedenking of het niet voorbarig is om te werken aan het einde van de keten, wanneer het begin ervan, het elektronisch dossier, nog in de kinderschoenen staat. De vraag rijst dan ook of het niet beter was geweest eerst te werken aan het vervullen van alle randvoorwaarden, voor de inwerkingtreding van deze wet, om nadien te starten met de gefaseerde aanpak, in plaats van nu een wet goed te keuren waarvan nadien nog veel dient te worden uitgewerkt. Er is ook nog weinig informatie beschikbaar over de technische mogelijkheden met betrekking tot pseudonimisering. Er is veel onderzoek nodig om met kennis van zaken een beslissing te nemen. De vraag rijst dan ook of dit wetsontwerp voldoende rijp is.
Mijnheer de minister, terecht wezen de OVB en AVOCATS.BE er gisteren in een opiniestuk op dat dit wetsontwerp alleen in de verwerkingstechnieken uit de 20ste eeuw voorziet, zoals rangschikken en samenvatten, en het gebruik van artificiële intelligentie aan de kant laat. Nochtans maakt artificiële intelligentie grondigere en nauwkeurigere juridische opzoekingen mogelijk, die kunnen bijdragen tot innovatieve oplossingen en dus tot de ontwikkeling van het recht. Het stelt ons bijvoorbeeld in staat om de waarschijnlijkheidsgraad van de uitkomst in een geschil in te schatten. Mijnheer de minister, dat kan belangrijk zijn om procedures met onvoldoende slaagkansen te vermijden, waardoor, en dat moet toch zeker een zorg van u zijn, de werklast van Justitie kan afnemen.
Daarenboven kan artificiële intelligentie ook een efficiënt hulpmiddel zijn voor magistraten om tot een beslissing te komen. Dat betekent dat dit een efficiëntere rechtsbedeling toelaat, zeker wanneer artificiële intelligentie kan worden toegepast op de gepseudonimiseerde beslissingen in de databank. Helaas bepaalt de tekst die hier vandaag voorligt, dat de databank slechts voor beperktere doeleinden kan dienen, waaronder historische doeleinden en wetenschappelijke doeleinden, maar nog niet ten volle ter ondersteuning van de rechtzoekende en de advocaat.
Een ander pijnpunt dat ik kort wil aanhalen, is het gegeven dat er geen zicht is op de kostprijs en de extra werklast. We zijn er allemaal van overtuigd dat de pseudonimisering van de rechtspraak veel tijd in beslag zal nemen en zal leiden tot een significante extra werklast. De kostprijs van die extra werklast en de impact ervan op het functioneren van het gerecht is evenwel helaas niet in kaart gebracht. De werklast kan wel voor een deel verminderd worden door software te gebruiken voor de pseudonimisering, maar die software is voorlopig nog niet voorhanden.
Dit wetsontwerp bepaalt terecht dat het resultaat van de geautomatiseerde pseudonimisering nog steeds onderworpen zal worden aan een menselijke controle. In dat verband wil ik toch even het erg duidelijke advies van de Raad van State aanhalen. Daarin staat namelijk ondubbelzinnig dat dit moet worden georganiseerd door de rechterlijke macht, of dat het in elk geval onder haar toezicht moet gebeuren. Het is belangrijk te beklemtonen dat enkel de wetgever bevoegd is om de regels te bepalen voor de pseudonimisering en de menselijke controle hierop. Het is niet aanvaardbaar dat er een machtiging wordt verleend aan de Koning om de regels nader te bepalen.
Een controle, georganiseerd door de rechterlijke macht, betekent echter in de praktijk een aanzienlijk werk, dat zal moeten worden uitgevoerd door personen die een gerechtelijk ambt uitoefenen. Dat moet toch ook wel een aandachtspunt zijn. Die personen zullen dus extra worden belast. De vraag dient dan te worden gesteld of er voldoende mankracht en middelen worden vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat de rechtscolleges deze extra werklast het hoofd kunnen bieden. Er moet zeker over worden gewaakt dat de hoofdopdracht van de rechtscolleges niet in het gedrang komt.
Tot slot ga ik in op de samenstelling van het beheerscomité. Dat blijft voor onze fractie een zeer groot pijnpunt. Er is lang gediscussieerd over de samenstelling van dat beheerscomité, dat toch wel over belangrijke bevoegdheden beschikt. Het is immers het beheerscomité dat bepaalt wie toegang krijgt tot de databank. Collega's, aanvankelijk was er geen plaats vrijgehouden voor een vertegenwoordiging van de advocatuur en de rechtzoekenden in dat beheerscomité. Dat was compleet onbegrijpelijk, gezien de deelname van de advocaten aan het beheer. Het was belangrijk, precies gezien het grote belang van de databanken voor de toekomstige rechtspraak.
Het moet mij toch even van het hart dat het argument van de magistratuur dat de deelname van de advocatuur "een werkbaar beheer van het beheerscomité zal verhinderen" niet echt getuigt van groot respect voor de advocatuur. Gelukkig was er tijdens de besprekingen sprake van voortschrijdend inzicht na de terechte kritiek van de Orde van Vlaamse Balies, Advocaat.be, en wordt er nu toch in een, jammer genoeg bijzonder beperkte, vertegenwoordiging voorzien. De balie moet zich tevredenstellen met drie vertegenwoordigers, puur als raadgever zonder stemrecht. Dat betekent dat zij zullen worden gehoord, wat dat concreet ook moge inhouden.
Ik blijf zeggen dat dit verontrustend is en dat het ook niet strookt met het advies van de Raad van State. Die beklemtoonde immers dat advocaten als actoren van de justitie een volwaardige plaats verdienen in het beheerscomité, aangezien zij als procesactor een wezenlijke bijdrage leveren aan de totstandkoming van vonnissen en arresten en dus ook een stem moeten hebben in de wijze waarop de gegevens van de uitspraken worden verwerkt. Vergeten we hierbij ook niet dat de advocatuur niet alleen zichzelf, maar ook de rechtszoekende burger vertegenwoordigt.
Concreet is het resultaat dat de rol van de advocatuur beperkt is. Wij hopen dat er verder wordt nagedacht over en gewerkt aan een regeling waarbij de advocatuur op dezelfde wijze zal kunnen deelnemen als de andere partners en niet op de ondergeschikte wijze, zoals vandaag is voorzien. Op dat vlak moet ik toegeven dat de minister tijdens de bespreking naar aanleiding van de tweede lezing wel een opening heeft gelaten.
Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.
Président:
Eliane Tillieux, présidente.
Ik heb nog een laatste opmerking, iets waarnaar ook collega Van Vaerenbergh heeft al heeft verwezen. Vandaag is er een amendement gesteund dat slaat als een tang op een varken. Het amendement heeft helemaal niets te maken met de materie van het wetsontwerp zelf. Het gaat namelijk om een amendement in het kader van het proces van de aanslagen. Wij hebben dat gesteund, want het is een inhoudelijk terecht amendement. Nog een geluk dat u dat nog tijdig hebt gezien, mijnheer de minister. Collega De Wit vroeg zich daarnet af wat er zou zijn gebeurd als dat niet was opgemerkt vóór 10 oktober, de aanvankelijke datum waarop de jury zou zijn samengesteld. Nu is dat uitgesteld tot 24 november. Gelukkig hebt u het nog tijdig opgemerkt.
Ik moet wel zeggen dat ik deze werkwijze betreur. Ze heeft immers niet echt veel te maken met degelijk wetgevend werk.
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de
minister, collega's, wij zullen straks een gesplitste stemming vragen, waarbij
wij tegen artikel 8 inzake de hele regeling van de advocatuur zullen
stemmen. Het geheel zullen
wij echter steunen.
17.04 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, nous venons de débattre de ce texte pour la troisième fois en commission (première lecture, deuxième lecture, discussion de l'amendement).
L'importance du texte qui nous est soumis est évidente. Il est le pendant de la révision constitutionnelle de l'article 149 qui visait à rendre publics les jugements et arrêts autrement que par le prononcé intégral des décisions de justice en audience publique.
Cependant, il était tout aussi fondamental de rendre les données publiques et d'entrer à pieds joints dans les moyens technologiques de notre siècle.
Ce registre des jugements et arrêts est un des dispositifs essentiels pour aider la justice à devenir plus efficace, plus rapide, en permettant l'accès à des bases de données de jurisprudences.
Le rendez-vous de ce projet, pour un saut dans le XXIe siècle, est malheureusement un rendez-vous manqué. Vous voulez moderniser et rendre la justice plus efficace. C'était le moment de le faire et vous avez manqué l'occasion.
L'accès à une banque de données de décisions judiciaires devrait pouvoir aider à accélérer le traitement des dossiers pour chacun des intervenants judiciaires. Je pense ici, bien sûr, aux magistrats, pour accélérer et éclairer leur jurisprudence. Pour les autres intervenants judiciaires, il s'agit de connaître les chances et risques d'une action judiciaire. Cela pourrait aider grandement les justiciables et les avocats à décider s'ils se lancent ou non dans une procédure qui ne serait pas d'office vouée à l'échec et donc dans des dépenses tant énergétiques que financières pour les justiciables. Le conseil juridique pourrait être valablement orienté avant toute démarche vers un avocat (aide juridique de première ligne, plannings familiaux, etc.).
Le projet qui nous est présenté crée un déséquilibre inacceptable entre les différents acteurs de la justice (magistrats et avocats). Les personnes figurant sur la liste électronique de l'article 315ter du Code judiciaire ont accès aux décisions non pseudonymisées sur demande motivée. Les avocats n'y sont pas visés.
Le risque est réel de voir émerger la possibilité d'un casier judiciaire civil où les magistrats pourraient piocher des informations sur les parties au procès alors que les autres parties n'y auraient pas accès, mais aussi d'orienter, même sans mauvaise intention, le magistrat dans le procès en cours.
Pour reprendre l'avis commun d'AVOCATS.BE et de l'Orde van Vlaamse Balies, "il est indispensable que les justiciables et leurs avocats bénéficient de la possibilité d'exploiter le Registre central par le biais de l'intelligence artificielle, ce que le projet de loi ne prévoit pas."
En effet, le projet ne prévoit cette possibilité que pour les magistrats. Le projet de loi prévoit qu'une des finalités du Registre central est de soutenir les membres de l'ordre judiciaire visés à l'article 315ter dans l'exécution de leur mission légale. Il n'y a aucune raison de priver le justiciable et son avocat de ce soutien.
Le traitement des données par l'intelligence artificielle permettrait aux avocats de mieux conseiller et défendre les intérêts de leur client et de faciliter les recherches juridiques, ce qui favoriserait une bonne administration de la justice. D'après le Conseil d'État, qui reprend la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, "le bon fonctionnement des tribunaux ne saurait être possible sans des relations fondées sur la considération et le respect mutuel entre les différents acteurs de la justice au premier rang desquels les magistrats et les avocats". Il ne peut dès lors être question de traitement différencié entre les avocats et les justiciables sans avocat, les magistrats et particulièrement les magistrats du ministère public dont on ne peut accepter que les armes ne soient pas égales de part et d'autre.
Dans toutes les matières, le fait que les magistrats du siège puissent se donner accès de manière privilégiée à d'autres sources du droit que celles mises à la disposition des parties peut entraîner une violation du principe du débat contradictoire et partant du procès équitable garanti notamment par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme.
Cette différence est difficilement acceptable pour plusieurs raisons. Il n'y a aucune justification de cette différence de traitement entre les magistrats et les avocats et l'égalité de traitement dans les moyens de défense, lesquels sont essentiels pour une justice démocratique.
Vous avez déclaré en commission que vous n'y étiez pas opposé et qu'un groupe de travail allait être constitué pour en discuter, entre autres avec les avocats. Ceux-ci nous disent que cette promesse a été énoncée depuis longtemps et que rien n'est venu. Il est temps, dès lors, d'inscrire le principe dans la loi, en attendant les mois qui s'écouleront avant l'entrée en vigueur, pour définir les modalités d'accès. C'est pourquoi nous redéposons, comme nous l'avons fait en commission en début d'après-midi, un amendement en ce sens.
En ne prévoyant pas la possibilité pour les justiciables et les avocats d'exploiter les données que constituent les jugements ou d'accéder au traitement de ces données prévu par le présent projet, le projet de loi méconnaît aussi un règlement du Parlement européen et du Conseil du 30 mai 2022, portant sur la gouvernance européenne des données. Ce règlement a été publié au Journal officiel de l'Union européenne le 3 juin 2022, soit postérieurement à l'avis du Conseil d'État, qui n'a donc pas pu le prendre en considération. Il vise à promouvoir la disponibilité des données protégées du secteur public et à créer un environnement fiable pour faciliter leur utilisation à des fins de recherche et de création de nouveaux services et de produits innovants. Les jugements et arrêts sont clairement visés par ce règlement.
Il est à noter que le rapport de la Commission européenne sur l'État de droit a été publié début juillet. Parmi les recommandations à la Belgique figure la recommandation suivante: "Renforcer le cadre régissant l'accès aux documents officiels, notamment en améliorant les procédures de demande et de recours et en limitant les motifs de rejet des demandes de divulgation, tout en tenant compte des normes européennes sur l'accès aux documents officiels."
Nous avons largement eu l'occasion de débattre et vous avez justifié cet état de fait en disant qu'il fallait absolument que cet accès soit balisé, ainsi que l'utilisation de ces algorithmes, dont on sait évidemment qu'ils peuvent mener à des excès. Nous sommes tout à fait d'accord pour que ce travail soit balisé, mais il faut qu'il le soit de manière à ce que l'ensemble des parties au procès soit à armes égales. On ne comprend pas pourquoi il y a lieu de se précipiter dès lors que l'entrée en vigueur de ce texte ne se fera pas avant un an ou un an et demi.
Il était possible, selon nous, de consulter les avocats et les barreaux afin d'offrir cette accessibilité dans les mêmes conditions que pour les parquets et les magistrats en général, de manière à jouer à armes égales. Le but est, évidemment, de baliser l'accès à ces données, de sorte qu'on ne s'en serve pas abusivement.
Nous avons donc redéposé notre amendement, sans grand espoir, considérant que la majorité s'est obstinée dans ce dossier de manière incompréhensible. D'autres groupes politiques en avaient également déposé un, qui n'a pu être avalisé par la majorité. Par conséquent, nous nous abstiendrons sur ce projet de loi, tout en reconnaissant la vraie plus-value qu'il propose pour une justice efficace et moderne. Je vous remercie de votre attention.
17.05 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, monsieur le ministre, mon parti – je tiens tout de même à clarifier les choses – soutient le registre mis en œuvre par ce projet de loi parce qu'il concrétise enfin un principe qui est fondamental et qui est consacré à l'article 149 de notre Constitution, à savoir la publicité des décisions rendues par nos cours et tribunaux.
Un principe qui est une véritable nécessité dans une société démocratique. La justice est rendue "au nom du peuple", raison pour laquelle les citoyens doivent pouvoir en contrôler l'exercice quotidien. Plus encore, cette publicité permet aux acteurs du droit d'honorer correctement leur mission, qui est de rendre cette justice "au nom du peuple".
Cette obligation de publicité des jugements est non seulement un principe général du droit, mais aussi une garantie de l'effectivité du droit fondamental à un procès équitable, tel que prévu par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. Pour toutes ces raisons, nous soutenions l'idée d'un registre des décisions de justice dans notre programme électoral, et nous avons en outre soutenu la loi du 5 mai 2019 modifiant le Code d'instruction criminelle et le Code judiciaire en ce qui concerne la publication des jugements et arrêts.
Chers collègues, monsieur le ministre, cette banque de données des jugements, nous l'attendions depuis le début des années 2000, si ce n'est qu'elle ne constituait qu'un premier pas vers une justice qui soit résolument moderne et accessible. Un premier pas, parce que ses modalités telles que contenues actuellement dans votre projet de loi font obstacle à une application large du principe de publicité des décisions judiciaires, à savoir une jurisprudence qui soit accessible non seulement aux praticiens du droit comme les magistrats ou les avocats, mais aussi aux professeurs, aux étudiants, aux éditeurs juridiques ou encore aux journalistes, autrement dit à tous ceux qui s'intéressent au travail rendu par la justice.
J'en veux pour preuve que, d'emblée, dès le début de l'examen de ce projet en commission, les avocats – qui représentent pourtant les justiciables – ont non seulement été purement et simplement exclus du comité de gestion de ce registre, mais ont également été privés – ils le restent d'ailleurs aujourd'hui – d'exploiter le Registre central par le biais de l'intelligence artificielle, contrairement aux magistrats.
Certes, les ordres communautaires ont finalement été associés au comité de gestion par le biais d'un amendement de la majorité – et je remercie d'ailleurs les collègues qui ont porté cet amendement –, même s'il faut bien reconnaître qu'il a fallu attendre la deuxième lecture du projet de loi pour pouvoir remédier à cela.
Le problème, c'est que les représentants des avocats n'y sont toujours pas reconnus à leur juste valeur, puisqu'ils n'y ont pas de voix délibérative. Il s'agit d'une voix consultative. Autre injustice, les Ordres des avocats ne pourront pas exploiter le registre par le biais de l'intelligence artificielle à des fins de développement du droit et ce, malgré nos amendements. Cette situation est, il faut bien le dire, inacceptable, insultante même pour les Ordres des avocats tant francophones que néerlandophones qui nous l'ont fait savoir, pas plus tard qu'hier, dans une carte blanche qui s'intitule "L'occasion manquée d'une justice plus efficace". Je la mets d'ailleurs à votre entière disposition.
En commission tout à l'heure, monsieur le ministre, vous avez justifié cette injustice par l'application d'un principe de précaution à l'égard des algorithmes qui permettraient de scanner, en quelque sorte, la manière dont nos magistrats disent le droit. Je peux comprendre cette inquiétude et je la partage même. Mais pourquoi ce principe de précaution s'applique-t-il aux avocats mais pas aux magistrats? Vous comprendrez qu'à défaut de réponse satisfaisante à cette question, nous devrons maintenir notre amendement à cet égard.
Je me dois également de souligner la nécessité pour les éditeurs juridiques de pouvoir exploiter ce registre parce que c'est en accédant au registre qu'ils pourront jouer leur rôle essentiel de développement et d'innovation du droit. À cet égard, par contre, je vous remercie d'avoir soutenu notre amendement en commission. Grâce à cet amendement, il sera désormais prévu de manière explicite, et non plus implicite, que l'accès aux décisions pseudonymisées sera garanti dans un délai aussi court que possible. C'était capital parce qu'un certain nombre de professions juridiques, parmi lesquelles les journalistes et les éditeurs juridiques, ont besoin de cet accès pour pouvoir réagir rapidement à l'actualité des cours et tribunaux et remplir ainsi correctement leur mission.
Par contre, je regrette qu'il demeure un flou quant à leur place au sein du groupe de travail que vous avez annoncé en vue de la mise en place concrète de ce registre. Pouvez-vous aujourd'hui nous garantir qu'ils en feront bien partie? Ils remplissent en effet l'une des missions de ce registre, à savoir le traitement des données à des fins scientifiques.
Je souhaiterais aussi brièvement aborder la question du téléchargement massif des données, sans lequel il est impossible pour les éditeurs juridiques d'exploiter les données pour faire bénéficier l'ensemble du monde judiciaire des évolutions technologiques. C'est la raison pour laquelle j'espère, monsieur le ministre – et peut-être êtes-vous en mesure de me le confirmer – qu'il est bien prévu que les maisons d'édition puissent bénéficier d'une exception en vertu du point 5 de l'alinéa 1er du paragraphe 8 de l'article 782 en projet, à savoir qu'elles pourront obtenir une dérogation du gestionnaire du registre pour pouvoir recourir au téléchargement massif de données.
Quoi qu'il en soit, si l'on regarde un peu autour de nous, chez nos voisins français ou néerlandais, par exemple, on constate que notre registre – qui, c'est vrai, a le mérite d'exister – souffre aussi de ce défaut d'entourer son accès d'une série de contraintes, contrairement à ces pays où l'accès au registre est libre. Autrement dit, les acteurs de la justice en Belgique n'auront pas les mêmes moyens que leurs homologues étrangers pour faire évoluer le droit.
Comme l'ont très justement dit les représentants d'AVOCATS.BE dans leur carte blanche, ce projet est donc une occasion manquée, pour reprendre leurs mots, en ce que cette base de données n'est pas mise à la disposition du public, alors que les décisions judiciaires constituent, ou sont en tout cas censées constituer, un bien public, qui doit être utilisé pour le bien commun.
En conclusion, vous l'aurez compris, nous soutenons certes la création de ce registre, mais nous restons insatisfaits sur toute une série de ses modalités. C'est la raison pour laquelle nous devrons nous abstenir lors du vote de ce projet de loi. Je vous remercie.
17.06 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je souhaite mettre en avant nos critiques principales vis-à-vis de ce projet. Ce projet fait certes avancer le fonctionnement de notre justice mais il porte en lui quelques lacunes.
D'abord, dans le cadre de l'élaboration de cette loi, les avocats n'ont été à aucun moment écoutés. Ils n'ont pas été impliqués malgré de nombreuses demandes introduites auprès du cabinet. Ils ont été entendus en commission et ont proposé eux-mêmes des amendements pour répondre aux problèmes fondamentaux de ce projet de loi. Là encore, la majorité n'en a pas tenu compte.
Il s'agit pourtant d'un projet important pour la justice, les avocats et les citoyens. Nous soutenons la digitalisation de la justice quand elle se fait dans le respect des droits des citoyens et permet de maintenir ou d'améliorer la qualité de ce service public essentiel. Les avocats se sont beaucoup intéressés à la question. Ils ont une expérience particulière de la justice et ils avaient vraiment une plus-value à apporter à ce débat.
Comme l'indiquait le représentant d'AVOCATS.BE lors de son audition en commission, ce projet de loi a été élaboré par des groupes de travail presque exclusivement composés de magistrats. Cela se ressent dans le texte au travers de deux grosses lacunes que nous avons déjà dénoncées en commission. La première est que les avocats ne sont impliqués dans le comité de gestion du registre qu'à titre consultatif. Ils n'y ont pas de voix délibérative. Le projet initial prévoyait qu'ils n'y seraient pas du tout et c'est une première victoire pour eux que le projet actuel les y invite. Mais ils ont vraiment peur de ne pas avoir leur mot à dire sur les décisions qui seront prises.
Conformément à leur demande, nous déposons un amendement pour qu'ils puissent participer au comité de gestion du registre, comme tous les autres acteurs de la justice.
Cela ne déséquilibrera pas le Comité de gestion puisqu'ils y sont très minoritaires. Cette demande est conforme à la mission légale de l'Ordre des avocats. Leur mission est en effet de défendre les intérêts des justiciables. C'est aussi conforme à ce qui a été demandé par le Conseil d'État dans son avis et qui rappelle la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme et la justice: "Le bon fonctionnement des tribunaux ne saurait être possible sans des relations fondées sur la considération et le respect mutuel entre les différents acteurs de la justice au premier rang desquels les magistrats et les avocats." Les avocats sont des acteurs de la justice. On ne nous a jusqu'ici donné aucune raison valable de les exclure de la gestion du registre.
La seconde lacune est que ce projet ne respecte pas le principe d'égalité des armes. Les magistrats, y compris les procureurs, pourront utiliser des outils de recherche modernes pour exploiter le registre. Cela va améliorer la qualité des décisions et constituer une vraie aide pour les magistrats. Mais toutes ces raisons sont aussi valables pour les avocats qui, pourtant, ne pourront pas bénéficier de cet outil mis à la disposition des juges et des parquets. Il est pourtant important que les avocats puissent fournir un travail de qualité pour permettre aux magistrats de prendre des décisions sur la base d'arguments complets avec de bonnes références de la jurisprudence existante.
Nous déposons un amendement demandé par les
avocats pour leur donner également cette possibilité qui est dans l'intérêt de
toutes les parties ainsi que des citoyens. Comme l'a indiqué, je le répète
encore une fois, M. Haenecour, les décisions de justice appartiennent à
l'État. Elles sont un bien commun qui doit être mis à la disposition des
justiciables pour leur permettre de débattre sur un pied d'égalité avec les
autres acteurs de la justice. Je vous remercie.
17.07 Minister Vincent Van Quickenborne: Het voordeel van twee lezingen over dit ontwerp en nog eens een heen-en-terug naar de commissie te hebben gehad, is dat het debat is uitgeput. De tussenkomsten van de collega's zijn weliswaar interessant, maar ik had ze al gehoord in de commissie.
Ik wil graag drie belangrijke conclusies delen. Ten eerste is dit een belangrijke stap vooruit. Niemand ontkent dat. Het had eigenlijk ook al langer moeten gebeuren en geeft uitvoering aan artikel 149, tweede lid, van de Grondwet om te komen tot een databank van vonnissen en arresten. We zullen dat in twee fasen doen. De eerste fase zal klaar zijn eind september 2023, op het ogenblik dat we magistraten zullen verplichten om alles digitaal te publiceren. De tweede fase zal plaatsvinden eind december 2023 wanneer de databank ook publiek consulteerbaar zal zijn.
We laten er dus telkens drie maanden tussen om stap voor stap te gaan. Wanneer we zien dat er in oktober, november of december problemen zijn, kunnen we alsnog corrigeren. Als de databank eind december wordt opengesteld, zullen er in elk geval al drie maanden vonnissen en arresten in te vinden zijn.
Deuxième élément: une chose est de voter des
lois, mais il faut aussi que la technologie fonctionne. Par le passé, on a
souvent constaté que les parlementaires, le gouvernement et les gens étaient
très enthousiastes pour voter des lois, mais que si les lois n'étaient pas
praticables, cela ne servait à rien. C'est pourquoi nous avons bien entendu
combiné ce processus de législation avec les demandes du marché pour trouver
des applications permettant de pseudonymiser ces arrêts et ces jugements. C'est
la raison pour laquelle nous avons programmé l'entrée en vigueur et l'exécution
de cette loi en septembre 2023. Il nous faudra donc encore un peu de temps.
Mevrouw Dillen, u hebt verwezen naar het Hof van Cassatie en andere, en u hebt gevraagd waarom ik nu met die databank kom, als het digitaal dossier nog niet volledig rond is en als de dossierbeheerssystemen nog niet volledig rond zijn. Dat zijn terechte vragen, maar technisch kan het ene los van het andere. Wij zijn op alle mogelijke terreinen stap voor stap vooruitgang aan het boeken. Inzake de dossierbeheerssystemen werken wij aan ons project JustInventaris en inzake het digitaal dossier hebben wij sinds eind juni een aantal stappen ondernomen voor de strafdossiers. Ook daar zal stap voor stap meer mogelijk zijn. Ook e-Deposit zal begin volgend jaar worden uitgebreid tot de strafketen.
Kortom, wij doen op alle terreinen stappen
vooruit, maar als wij moeten wachten met deze databank tot de rest gerealiseerd
is, zal die databank niet gerealiseerd worden vóór het einde van de
legislatuur. U zult begrijpen
dat ik dat niet zie zitten.
Il y a eu un débat sur le traitement des magistrats versus le traitement des avocats. À l'occasion de la deuxième lecture, j'ai pu convaincre les magistrats d'accepter des avocats dans le comité de gestion.
Vous aurez pu constater que nous avons fait preuve d'un peu de flexibilité. Certains voudraient encore aller plus loin en demandant une voix non pas consultative mais délibérative pour les avocats. Je vous ai expliqué tout à l'heure pourquoi j'estime que ce n'est pas une bonne idée.
Une seconde discussion a porté notamment sur l'utilisation des données par les magistrats et les avocats. Lors de la deuxième lecture, mais aussi tout à l'heure, nous avons eu un débat intéressant, me semble-t-il.
Je vous ai promis que le groupe de travail serait constitué à partir de la semaine prochaine. J'espère, en tout cas, pouvoir présenter des solutions raisonnables pour tous les partis avant l'entrée en vigueur de cette loi.
Quoi qu'il en soit, je tiens à remercier les membres de la commission pour leur travail.
17.08 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je souhaite prendre la parole pour qu'il soit notifié dans le rapport que ce n'est pas parce que nous sommes d'accord avec le ministre que nous n'intervenons pas mais parce que le débat a déjà eu lieu en commission.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2754/11)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2754/11)
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi visant la création du Registre central pour les décisions de l'ordre judiciaire et relative à la publication des jugements et modifiant la procédure d'assises relative à la récusation des jurés".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen en tot wijziging van de assisenprocedure betreffende de wraking van de gezworenen".
Le projet de loi compte 22 articles.
Het wetsontwerp telt 22 artikelen.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Art. 8
• 38 – Sophie Rohonyi (2754/12)
• 40 – Vanessa Matz (2754/12)
• 41 – Nabil Boukili (2754/12)
• 39 – Sophie Rohonyi (2754/12)
• 42 – Nabil Boukili (2754/12)
* * *
* *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les amendements et l’article 8.
Aangehouden: de amendementen en artikel 8.
Adoptés article par article: les articles 1 à 7
et 9 à 22.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot
7 en 9 tot 22.
* * *
* *
Auront lieu ultérieurement:
- le vote sur les amendements et l'article réservés;
- à la demande du groupe Vlaams Belang un vote divisé sur l'article 8;
- et le vote sur l'ensemble.
Zullen later plaatsvinden:
- de stemming over de aangehouden amendementen en het artikel;
- op verzoek van de Vlaams Belangfractie een gesplitste stemming over artikel 8;
- en de stemming over het geheel.
Comme convenu, nous reprenons la discussion sur le projet n° 2846.
Discussion
générale (continuation)
Algemene bespreking (voortzetting)
La discussion générale
est reprise.
De algemene
bespreking is hervat.
18.01 Leen Dierick (cd&v): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, de herstelwet die hier voorligt, is nodig om Doel 1 en Doel 2 open te kunnen houden. In 2015 heeft dit Parlement een verlenging goedgekeurd van de levensduur van beide reactoren tot 2025. Dat waren toen zeer lange debatten. Er kwamen zelfs collega's binnen met Curverboxen vol nota's om hun tussenkomsten te staven. We hebben hier ettelijke uren en zelfs nachten gezeten. Dat waren memorabele debatten.
Door een arrest van het Grondwettelijk Hof moet er voor het eind van dit jaar een nieuwe herstelwet worden goedgekeurd. Vandaag ligt deze herstelwet voor. Dat is een absolute noodzaak om ervoor te zorgen dat Doel 1 en Doel 2 kunnen openblijven tot 2025. Zeker op een moment waarop we geconfronteerd worden met zeer hoge energiefacturen en onze bevoorradingszekerheid onder druk staat, moeten we er toch wel voor zorgen dat Doel 1 en Doel 2 tot 2025 kunnen openblijven. Dit wetsontwerp is dus niets meer of niets minder dan een herstelwet. Dit is voor ons een juridisch dossier, een technisch dossier en geen politiek dossier. De cd&v-fractie zal dit wetsontwerp dus zeker volledig steunen.
Ik wil toch even benadrukken dat het wetsontwerp dat nu voorligt geen afbreuk doet aan de beslissingen die deze regering al genomen heeft over de andere kerncentrales. Deze regering heeft in maart beslist dat er onderhandeld wordt met de exploitant om de levensduur van twee kerncentrales, namelijk Doel 4 en Tihange 3, te verlengen. De eerste minister en de minister van Energie hebben het mandaat om hierover te onderhandelen met de exploitant. Op 22 juli werd er een principeakkoord gesloten met ENGIE. Wij kijken alvast uit naar de verdere stappen in de onderhandelingen en hopen dat er snel een definitief akkoord uit de bus komt.
Deze herstelwet doet dus geen afbreuk aan de engagementen die deze regering heeft genomen. De levensduur van kerncentrales verlengen vereist een ernstig en belangrijk debat. We kunnen dat niet zomaar doen via een wetsvoorstel of via een amendement, zoals sommige collega's voorstellen. De levensduur van kerncentrales verlengen doe je via onderhandelingen met de exploitant.
Collega's, ik denk dat wij allen beseffen dat we in een ongeziene energiecrisis zitten. Niemand van ons kon voorspellen dat dit ons zou overkomen. Wij moeten dus samen zoeken naar oplossingen, want de uitdagingen zijn zeer groot.
Wij hebben al gezegd dat we met open vizier kijken naar de manier waarop wij onze bevoorradingszekerheid en onze energieonafhankelijkheid kunnen versterken. Voor ons zijn alle mogelijke opties bespreekbaar. Voor ons is een levensduurverlenging van meerdere centrales en voor een langere termijn bespreekbaar. Meer en langer, dat hebben wij al voorgesteld en dat mag, wat ons betreft, ook besproken worden met de exploitant. Sommigen vinden dat wij stoere uitspraken formuleren, maar ik vind van niet. Ik noem dat zoeken naar oplossingen zonder taboes. Dat vraagt politieke moed. Het vraagt veel politieke moed en politieke wil om, los van wat er in het verleden is gezegd en gedaan, samen tot oplossingen te komen. Zonder taboes willen wij zoeken naar oplossingen.
Wij hopen dat wij het debat over de levensduurverlenging van de andere centrales snel kunnen aangaan. Dat vergt een ernstig debat en het zal wellicht ook weer een lang debat zijn, maar we hebben geen tijd te verliezen. We willen dat debat heel graag aangaan, maar vandaag is dat niet het onderwerp van debat.
Het nu voorliggend wetsontwerp is een herstelwet en dat krijgt onze volledige steun. De uitdagingen op het vlak van energie zijn echter zeer groot en wij rekenen erop dat iedereen met open vizier en met veel politieke moed een antwoord zoekt op de uitdagingen om de bevoorradingszekerheid, de energieonafhankelijkheid en de betaalbaarheid te verzekeren.
18.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik kan u geruststellen want ik zal het niet als zoveelste in de rij over de bewuste kalender hebben.
Als PVDA hebben we wel een ander groot probleem met de onderhavige wet, namelijk dat de fameuze wurgbepalingen, door de vorige regering afgesloten met ENGIE Electrabel, ook in deze wet vervat zitten. Mevrouw de minister, het gaat om dezelfde wurgbepalingen die u en anderen gebruiken om te stellen dat het heel moeilijk is om aan de overwinsten van de nucleaire sector te raken.
Ik doel meer bepaald op artikel 3, § 2, waaruit ik citeer: "De vergoeding, bedoeld in paragraaf 1, sluit alle andere heffingen ten voordele van de federale Staat uit, met uitzondering van de belastingen van algemene toepassing en de jaarlijkse heffingen, krachtens de wet van 15 april 1994, die zouden zijn verbonden aan de eigendom of de exploitatie van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2, aan de inkomstenproductie of productiecapaciteit van deze centrales of aan het gebruik van kernbrandstof door deze centrales."
Het Grondwettelijk Hof heeft de wet van de vorige regering vernietigd en de wet, inclusief die bepaling, van de huidige regering met de socialisten en de groenen hersteld. Dat vind ik ongelooflijk. Iedereen zegt altijd dat niemand zich in deze crisis mag verrijken. Door het invoeren van die bepaling maakt de regering het zichzelf een stuk moeilijker om die fameuze overwinsten af te romen.
Wij hebben daar nu wel rekening mee moeten houden. In ons wetsvoorstel voor het afromen van de overwinsten hebben we ter zake een antwoord gevonden. U hebt ondertussen ook een voorstel gedaan dat dit opvangt, mevrouw de minister, maar dat neemt niet weg dat men zo'n obstakel invoert om het moeilijker te maken om de overwinsten af te romen.
We aanvaarden ook niet, maar het is er wel mee verbonden, dat de nucleaire taks voor Doel 1 en Doel 2 vastgelegd wordt op een vast bedrag van een belachelijke 20 miljoen euro. Dat is belachelijk ten opzichte van de miljardenwinst, want dat staat ook in deze wet. We aanvaarden niet dat de regering zichzelf wurgbepalingen oplegt die ertoe leiden dat de enorme overwinsten van een energiemultinational, van ENGIE Electrabel, worden beschermd.
Wij gaan niet akkoord met een verlenging van Doel 1 en Doel 2 op deze manier. Daarom zullen wij hiertegen stemmen, zoals wij ook in de commissie hebben gedaan.
18.03 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, het gaat om een reparatiewet die repareert wat moet worden gerepareerd, niet meer dan dat. Andere discussies horen thuis in andere fora op andere momenten op basis van goed voorbereide dossiers. Wij zullen het ontwerp dus goedkeuren.
18.04 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Leysen, dan moet u mij eens uitleggen wat die andere
fora zijn. Is het dan op de tv en in de gazet waar dat debat moet worden
gevoerd, want dat is waar het nu de facto gebeurt? In het Parlement mag het
debat niet worden gevoerd, maar blijkbaar wel in de pers. Wat noemt u dan andere fora? Twitter misschien?
18.05 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la ministre, mais surtout chers collègues, ce dossier est particulièrement préoccupant.
Tout d'abord, s'agissant de la correction que vous apportez à la suite de l'annulation de la loi de 2015 prolongeant Doel 1 et Doel 2 par la Cour constitutionnelle, nous sommes favorables à la réparation en tant que telle, puisque ces deux réacteurs doivent évidemment pouvoir continuer à produire au-delà du 31 décembre prochain. Il en va, en l'occurrence, de notre sécurité d'approvisionnement.
Toutefois, et c'est sur ce point que je vais m'attarder, votre projet de loi ne traite pas seulement de cette correction. En effet, chers collègues, pour des raisons incompréhensibles et totalement injustifiées, la ministre vous fait voter le calendrier de sortie de tous les réacteurs, de 2022 à 2025. J'entends certains décrire ce texte comme exclusivement technique et juridique. Mais si c'était vraiment le cas, il aurait tout simplement suffi de modifier le délai pour Doel 1 et Doel 2, afin de réparer les conséquences de l'arrêt de la Cour constitutionnelle. Or, madame la ministre, vous n'avez pas opté pour un projet de loi technique et juridique, mais bien pour une réaffirmation, que voteront les membres de la majorité, du calendrier de sortie de tous les réacteurs. Pour ma part, je ne crois pas au hasard en politique. C'est manifestement voulu et calculé.
Vous choisissez de reprendre les dates de sortie de tous les réacteurs et de les faire confirmer par les votes du MR, de l'Open Vld, du cd&v.
Au fond, à ce sujet, on peut aussi s'étonner qu'en Conseil des ministres, les partis qui pourtant dans les médias disent ou font croire presque tous les jours – je ne sais plus – qu'il est important pour eux de prolonger le nucléaire, agissent comme ils le font. Ces partis ont, au sein du gouvernement, au moins à deux reprises, soutenu la réaffirmation d'un calendrier de sortie du nucléaire de 2022 à 2025.
C'est justement parce que nous ne voulons pas que vous reconfirmiez ici encore une fois par un vote ce calendrier de sortie de tous les réacteurs entre 2022 et 2025, que nous avons déposé des amendements. Je l'avais déjà fait en commission. Ces amendements permettraient de prolonger l'ensemble de notre parc nucléaire à la condition, et le texte comporte cette condition, que les autorités en charge de la sûreté nucléaire aient rendu des avis favorables, et que toutes les consultations environnementales obligatoires préalables aient été effectuées. C'est le sens des amendements que nous avons déposés.
Ils sont liés à une prolongation de 10 ans ou de 20 ans, en fonction de l'ancienneté des différentes centrales, mais avec une condition très stricte et l'obligation pour le Roi, préalablement à la poursuite ou à la reprise de la production d'électricité pour chacune des centrales et chacun des réacteurs, de s'assurer que toutes les conditions (consultations et avis) sont réunies. Ces avis ne peuvent être que positifs pour permettre la poursuite du fonctionnement d'un réacteur.
Nous avons un triple devoir:
- garantir l'approvisionnement;
- de manière concomitante, préserver le climat;
- maîtriser au mieux le prix, malgré la situation en Ukraine, pour les citoyens mais aussi pour l'ensemble du monde économique, marchand ou non marchand.
Sur ce triple devoir, confirmer le calendrier de sortie du nucléaire est en fait un triple échec. D'abord sur le plan de la garantie de la sécurité d'approvisionnement puisque, eu égard aux données dont nous disposons et aux projections, soyons responsables, bien au-delà de 2025, les éléments témoignent à souhait combien nous sommes dans une situation où la demande finale d'électricité à l'horizon 2050 sera 2,7 à 3,6 fois plus importante qu'aujourd'hui – je fais référence notamment aux données d'Elia.
Cela dépendra de notre investissement dans l'efficacité énergétique mais aussi de notre sobriété au niveau de notre consommation. N'allons pas imaginer que, demain, nous n'aurons pas une électrification plus importante qu'aujourd'hui. La hausse de nos besoins en électricité restera considérable, même vis-à-vis du scénario le plus sobre.
On sait aussi les difficultés par rapport au retard important que vous avez pris au niveau de la mise en place de nouvelles centrales au gaz. Effectivement, combinée à des importations d'électricité qui pourraient très bien nous poser des problèmes compte tenu de l'évolution de la situation en France mais également des difficultés que connaît l'Allemagne, cette sécurité d'approvisionnement n'est en rien garantie par les choix politiques que vous avez fait jusqu'à présent.
Échec également pour ce qui est de notre devoir en matière de préservation du climat. Nous observons une accélération dramatique du réchauffement climatique, et notre devoir est donc de tout faire pour privilégier l'énergie décarbonée ou la plus décarbonée possible. En la matière, les décisions de construire de nouvelles centrales à gaz, de fermer des réacteurs ou de ne pas permettre sur le plan juridique que des prolongations techniques puissent, à un moment donné, avoir lieu, c'est clairement faire le choix de millions de tonnes de CO2 supplémentaires dans l'atmosphère.
C'est enfin un échec pour ce qui est du devoir de maîtriser au mieux le coût énergétique. Pourtant, dans votre accord de gouvernement, vous aviez juré qu'il n'y aurait pas d'augmentation du prix de l'énergie. On l'a vu! En juillet dernier, madame la ministre, vous disiez haut et fort dans les médias que les citoyens et les entreprises ne devaient pas se tracasser. On le voit…
Pour tous ces motifs, ce n'est pas une décision technique et juridique que vous prenez ici. Vous portez le choix politique de voter ici le calendrier 2022-2025, pour tous les réacteurs, de la fermeture du nucléaire. Nous pensons que c'est une erreur. Si vraiment ce que vous dites à droite à gauche dans les médias, parfois en bombant le torse, est vrai pour ce qui concerne votre volonté, en tout cas pour plusieurs partis de la majorité gouvernementale – pas pour tous, certes –, votre discours doit également se porter sur les actes lorsqu'il s'agit ici, à la Chambre des représentants, où vous représentez les citoyens, de voter de manière cohérente.
Chers collègues, je vous invite dès lors à voter ces amendements, à assumer vos propos, à avoir du courage politique et à enfin passer des paroles aux actes.
18.06 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, je ne serai pas très long car Mme Fonck a à peu près résumé ce que j'aurais pu vouloir vous dire. Ce n'est en effet pas un projet de loi purement technique. Non, la réparation ne pose guère de problème sur Doel 1 et 2. Mais il y a effectivement un agenda réaffirmé de sortie. Et, comme à chaque fois qu'on parle de nucléaire dans cet hémicycle, c'est surtout une gigantesque occasion manquée, une occasion de s'interroger pour savoir si nous n'allons pas dans le mur, d'une part, sur l'extinction de l'ancien nucléaire, qu'il faudra bien sûr éteindre un jour ou l'autre mais peut-être pas maintenant en se privant, en pleine crise climatique, énergétique, géopolitique, des moyens qui sont à notre disposition et, d'autre part, sur le nucléaire de nouvelle génération qui ne permet pas d'être déployé car cette loi qui se veut technique entérine un calendrier pour enfermer une série de partenaires.
Nous avons quand même tenté, comme Les Engagés, de déposer une série d'amendements pour rendre juridiquement possible la prolongation des réacteurs qui peuvent l'être: vingt ans pour les deux derniers pour lesquels une négociation aléatoire, hypothétique avec ENGIE devrait peut-être permettre d'obtenir une prolongation, mais aussi, parce qu'on pense que c'est possible moyennant les avis techniques requis; dix ans pour les réacteurs les moins récents.
Encore une fois, nous passons à côté du sujet, c'est-à-dire à la fois sécuriser l'approvisionnement, sécuriser les prix – engagement phare de ce gouvernement, faut-il le rappeler – et sauver le climat. Je ne vois pas comment il est possible d'être au rendez-vous de ces trois enjeux avec le calendrier de sortie du nucléaire que vous nous demandez de confirmer.
L'attentisme du gouvernement fédéral sur la durée de vie de ces réacteurs, tout comme à l'égard d'ENGIE de manière générale, n'est plus tolérable.
Ce texte est celui de la renonciation et le vote positif des partenaires du gouvernement, dont par exemple le MR, en sera le symbole, montrant au passage la dissonance entre la parole et les actes.
Notre groupe s'abstiendra car, si le gouvernement fédéral répond à un arrêt de la Cour constitutionnelle de manière logique, le projet de loi en lui-même est insuffisant parce qu'il n'offre pas de perspective quant au maintien des centrales qui peuvent être maintenues.
Madame la ministre, vous regarder nous emmener dans le mur, à la rigueur, mais nous demander de vous applaudir pendant ce temps-là, c'est un peu trop!
18.07 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik heb even getwijfeld of ik wel tussenbeide zou komen, want op zich vind ik dat slecht wetgevend werk niet zo'n lang debat verdient. Want dat is het uiteindelijk, wat wij vandaag behandelen is een herstelwet om slecht wetgevend werk uit het verleden recht te zetten.
Wij vinden het nog altijd onbegrijpelijk dat men indertijd geprobeerd heeft de levensduur van kerncentrales te verlengen zonder er een MER op toe te passen. Ik zie waarop MER-wetgeving allemaal van toepassing is, dus het lijkt mij niet zo vreemd dat dit hier ook het geval is. Vooruit heeft daar indertijd ook op gewezen. Een van mijn voorgangers, de heer Vande Lanotte heeft toen een amendement in de commissie ingediend om toch een MER op te stellen. Dat werd echter weggelachen, en nadien is het fout gegaan.
Vandaag zetten wij die fout recht en voorkomen wij zo dat de rechtbank Doel 1 en Doel 2 eind dit jaar sluit. Dat is waar het vandaag over gaat. Niet meer, maar ook niet minder.
Wat stel ik vast? Ik stel vast dat een aantal oppositiepartijen, zoals de N-VA en Vlaams Belang, en daarnet ook mevrouw Fonck, probeert van dit stukje reparatiewetgeving te profiteren om een debat te beginnen over andere centrales, die hier eigenlijk niets mee te maken hebben. Zij willen extra centrales openhouden, want dat zou de oplossing zijn voor al onze problemen. Uitgerekend vandaag werd een tweede kerncentrale stilgelegd. De heer Van Lommel zegt: ik haal er graag de actualiteit bij. Maar daar zegt hij natuurlijk niets over. Hij heeft niet de moed daarover te spreken. Wel, ik vind dat dit debat niet hier moet gevoerd worden. Dit is gewoon de reparatie van wetgevend werk uit het verleden. Wij zullen dit ontwerp goedkeuren, om dit dossier af te sluiten.
Ja, mijnheer Warmoes, het is inderdaad een beetje wrang dat mensen die deze wet in het verleden bevoogd hebben, nu mee de verantwoordelijkheid moeten opnemen om haar weer in orde te maken. Het is niet meer dan normaal, vind ik, dat men de beslissingen uit het verleden mee ondersteunt, als men in de regering zit.
Bij kerncentrales gaat het vaak over langetermijnpolitiek. Dat is wat hier vandaag door elkaar gehaald wordt. De beslissingen over de kerncentrales hadden veel eerder genomen moeten worden, eerder dan er kortetermijnpolitiek over te voeren. Dat werkt niet. De kerncentrales zijn daar niet voor gemaakt. Velen in dit halfrond zouden beter aan de lange termijn denken.
18.08 Bert Wollants (N-VA): Ik wil de geschiedschrijving van de heer Verduyckt nog kort aanvullen. In de vorige legislatuur was de heer Vande Lanotte inderdaad Kamerlid. In de legislatuur daarvoor was hij vicepremier. Toen hij vicepremier was, heeft hij inderdaad meegewerkt aan de verlenging van Tihange 1.
Op dat moment was hij echter nog niet slim als u nu wel bent. Toen hij vicepremier was, zei hij immers dat er geen verlenging meer noodzakelijk was. Dat is dus zo goedgekeurd.
Ik ben wel blij dat u tot de vaststelling komt dat u slimmer bent dan de heer Vande Lanotte. Maar goed, deze dingen overkomen ons misschien ooit wel eens allemaal.
18.09 Reccino Van Lommel (VB): Ik wil de situatie verduidelijken voor de heer Verduyckt, want hij heeft daarnet blijkbaar niet zo goed naar mij geluisterd. Hij beweert immers dat ik de andere kerncentrales bij deze reparatiewet betrokken heb. Dat klopt en ik geef dat toe. De minister heeft echter zelf tijdens de commissie bij de toelichting van dit wetsontwerp de uitstapkalender toegelicht met daarin wat er de komende tijd in Doel 4 en Tihange 3 staat te gebeuren. Ik heb dat niet gedaan.
Mevrouw Marghem, uw coalitiepartner, de heer Verduyckt, heeft zelf gezegd – het staat letterlijk in het verslag, misschien moet u dat ook nog eens nalezen – dat we deze debatten niet los van elkaar kunnen zien. U verwijt mij nu dat ik de andere kerncentrales in dit debat betrek. Dat is toch de wereld op zijn kop?
Mijnheer Verduyckt, ik heb daarnet gezegd dat we het debat hygiënisch moeten voeren. Als we zaken uit elkaar trekken, dan is dat voor mij geen probleem. Het zijn echter de mensen van de meerderheid zelf – en dat heb ik trouwens tijdens de commissie ook gezegd tegen de heer Verherstraeten – die het debat door elkaar zijn beginnen te halen. Ik heb dan toch ook het recht om over de andere kerncentrales te spreken?
De actualiteit is trouwens wat ze is, mijnheer Verduyckt. U moet een panne nu niet beginnen te misbruiken, want dat is telkens hetzelfde verhaal. De groenen gebruiken altijd het kernafval als argument, nu hebt u het over een technisch probleem. Dan moeten wij het misschien ook eens hebben over alle andere energievormen, waarmee er ook problemen zijn en die ook niet altijd draaien.
Laat ons echter vooral het debat eerlijk blijven voeren. Dat doet u immers blijkbaar niet.
18.10 Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, het ontwerp dat wij hier vandaag bespreken, betreft inderdaad de reparatie van de wet van 28 juni 2015, die lang werd besproken in verschillende commissies. Daar is naar verwezen tijdens de debatten. Die wet heeft ertoe geleid dat het de centrales van Doel 1 en Doel 2 toegelaten is tien jaar langer elektriciteit te produceren.
In het hart van die debatten was de vraag of de wet kon worden goedgekeurd met of zonder een voorafgaande MER en met of zonder een voorafgaande consultatie van de aanliggende buurlanden. Er waren mensen die opperden dat dat wel kon. Daar is door de heer Verduyckt naar verwezen, maar ook door leden van de groene fractie. Anderen waren van mening dat die niet nodig waren. Uiteindelijk is de wet goedgekeurd zonder dat de milieueffectenbeoordeling werd uitgevoerd.
Vervolgens zijn een aantal organisaties en milieuverenigingen naar het Grondwettelijk Hof gestapt, om precies op dat punt de vernietiging van de wet te vragen. Dat heeft in de procedure voor het Grondwettelijk Hof geleid tot een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie alsook tot een arrest van het Hof van Justitie, dat van oordeel was dat de milieueffectenrapportage effectief moest gebeuren, inclusief een grensoverschrijdende consultatie.
Het is dat arrest dat of die prejudiciële vraag die is gevolgd door het Grondwettelijk Hof en heeft geleid tot de vernietiging van de wet. Daarmee is ook bijzonder duidelijk geworden wat er nodig is om de levensduur van een kerncentrale te verlengen. Ik heb dat in de commissie ook toegelicht. Een milieueffectenrapport, opgesteld door erkende deskundigen, is daarbij noodzakelijk. Er moet een raadpleging van de bevoegde overheden in België gebeuren. Er moet raadpleging gebeuren van de EU-lidstaten en van de Espooverdragspartijen. Er moet een grensoverschrijdende publieksconsultatie plaatsvinden. Vervolgens moet het onderzoek gebeuren van de verzamelde informatie en adviezen en moet er een gemotiveerde conclusie opgesteld worden. Daarna moet er een integratie gebeuren van de gemotiveerde conclusie in de vergunning.
Dat proces is doorlopen door de Belgische overheid om tot deze herstelwet te kunnen komen. Dat traject heeft gelopen van april 2020 tot 20 september 2022, ofwel twee jaar. Na de vernietiging van de wet in april 2020 is beslist om een MER te laten opstellen door erkende deskundigen aangesteld door de Belgische Staat en Electrabel. Op 31 augustus 2020 is de notificatie gebeurd van het project verlenging Doel 1 en 2 aan de bevoegde overheden. Vervolgens is de nationale publieke consultatie en de raadpleging van de bevoegde overheden gebeurd van 15 april 2021 tot 15 juni 2021. Parallel is in de maanden april tot en met juni de grensoverschrijdende raadpleging gebeurd binnen een straal van 1.000 kilometer. Dit heeft tussen juli en november 2021 geleid tot interacties met de betrokken landen. Dat geheel heeft geleid tot de analyse van de MER, het opstellen van de gemotiveerde conclusie, het aanpassen van het voorontwerp en het advies van de Raad van State.
In juli 2022 werd de parlementaire behandeling gestart. Het is dat wat hier voorligt. Het is uiteindelijk het Parlement dat zich nu de milieueffectenbeoordeling eigen moet maken. Dat kan ik als minister niet doen, dat gaat over zaken die niet tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren. Het Parlement moet zich nu dus de gemotiveerde conclusie eigen maken. Dat betekent dat er een juridische basis is om Doel 1 en Doel 2 verder te kunnen laten produceren. Toen het Hof de wet vernietigd heeft, heeft het dat gedaan met behoud van de rechtsgevolgen gedurende twee jaar. Dat betekent dat dit uiterlijk op 31 december 2022 aangenomen moet worden.
Wat hier vandaag voorligt, is dat herstel, uiteraard op basis van de wet die vernietigd is en op basis van het artikel dat voorlag. Als wij kijken naar de inhoud, betreft wat hier vandaag voorligt de levensduurverlenging van de centrales Doel 1 en Doel 2 voor de periode voorzien in de wet van 28 juni 2015. Als dit niet gebeurt, kunnen ze niet verder produceren. Wij hebben natuurlijk ook geleerd, door de vernietiging en het traject, dat men effectief de levensduur van een kerncentrale niet kan verlengen dan nadat die procedure werd doorlopen.
Ondertussen heeft de regering, op 18 maart 2022, in het licht van de crisis - op dat moment lieten de gevolgen zich nog niet zo sterk voelen, maar ze konden wel ingeschat worden - beslist om de twee reactoren Doel 4 en Tihange 3 tien jaar langer te laten werken. Dit wil zeggen dat wij heel dit traject ook moeten doorlopen.
Dat traject werd reeds aangevat door de regering. Als wij het proces nemen van Doel 1 en Doel 2, hebben wij reeds op 1 april 2022, dus twee weken na de politieke beslissing om over te gaan tot levensduurverlenging, een goedkeuring van voorontwerp van wet tot wijziging van de wet op de kernuitstap voor Doel 4 en Tihange 3 aangenomen in de regering. Het is een voorontwerp van wet om onmiddellijk en aansluitend de nodige stappen te kunnen zetten in de MER. Wij weten dat dit tijd in beslag neemt en wij willen tijd winnen.
Dit wil zeggen dat wij reeds in juni 2022 een notificatie gedaan hebben van het project voor de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3 aan de bevoegde overheden binnen een straal van 1.000 kilometer en ook aan de Espoocontactpunten. Dat wil ook zeggen dat wij ondertussen, in september 2022, de overheidsopdracht voor het opstellen van de MER hebben toegewezen aan de erkende deskundige, in dit geval het SCK CEN, dat ook de aangeduide deskundige was in het traject van Doel 1 en Doel 2.
In de huidige periode, van september 2022 tot januari 2023, zal de MER opgesteld worden door het SCK CEN en zal vervolgens de verdere procedure doorlopen worden, dus de nationale publieke consultatie, de raadpleging van de bevoegde overheden, de grensoverschrijdende raadpleging, de interacties met de betrokken landen, de analyse van de MER, het opstellen van de gemotiveerde conclusie, het opstellen van het voorontwerp en het vragen van het advies van de Raad van State. Vervolgens zal dan een ontwerp van wet in het Parlement worden ingediend. Het zal immers opnieuw het Parlement zijn dat de geïntegreerde conclusie zal moeten aannemen, om dan vervolgens een wettelijke basis te kunnen creëren voor de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3.
Als we die procedure doorlopen, dan zullen we ongeveer een jaar verder zijn. Het is nu 6 oktober: wellicht in dezelfde periode volgend jaar zullen we hier stemmen over het wetsontwerp betreffende Doel 4 en Tihange 3 voor een aanpassing van de kalender, dus nadat de hele procedure doorlopen is.
Ik wil hier expliciet benadrukken dat het uiteindelijk allemaal niet zo bijzonder is. Ten eerste heeft deze wet betrekking op Doel 1 en Doel 2. Een aantal van u zegt dat ik iets laat herbevestigen. Nee, wat hier herbevestigd, wat hier hersteld wordt, is de elektriciteitsproductie van Doel 1 en Doel 2.
Wat Doel 4 en Tihange 3 betreft is het zeer duidelijk dat er een nieuw ontwerp naar dit Parlement zal komen om er daadwerkelijk voor te zorgen dat die twee verder kunnen produceren. Daartoe wordt een aantal stappen ondernomen. Een MER opstellen is daar uiteraard één aspect van, onderhandelen met de kernexploitant is daar een ander aspect van. Dat onderhandelen doen met name de premier en ikzelf, die daartoe de opdracht hebben gekregen van de kern om die gesprekken te voeren met de exploitant. We hebben op 30 augustus 2022 in de commissie toegelicht waar die gesprekken staan, en met name waar de letter of intent (LOI) of principeovereenkomst toe heeft geleid.
Het is nogal evident dat we niet wachten tot het akkoord rond is. Dat moet evengoed uiterlijk tegen eind dit jaar rond zijn, en daarom wordt er elke dag aan gewerkt in de verschillende workstreams: de LTO, de structurering, maar ook rond het afval. Mijnheer Van Lommel, u suggereerde min of meer dat we zouden wachten tot dat rond is, maar dan zouden we tijd verliezen. Nu hebben we die maanden alvast benut om bijvoorbeeld de buurlanden te notificeren of de erkende deskundigen al aan te duiden, zodat er al kan worden begonnen met het opstellen van het MER. Dan kunnen, zodra het akkoord er is, onmiddellijk de volgende stappen gezet worden.
Op die manier kan er geen twijfel bestaan over het engagement van de regering: wij willen dit ambitieuze project, met name een levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3, tot een goed einde brengen. Ik citeer daarbij de premier: "Het is geen limonadefabriek."
Vandaag ligt echter het herstel van Doel 1 en 2 voor. Ondertussen wordt er gewerkt aan de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3, die evengoed zal uitmonden in een wetsontwerp dat dezelfde structuur zal hebben als het voorliggende ontwerp. Ik bedoel daarmee dat dat ook een wetsontwerp zal zijn met een gemotiveerde conclusie over het milieueffectenrapport dat is uitgevoerd en een aangepaste kalender wat betreft de kernuitstap.
18.11 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, er is een duidelijke koerswijziging, vooral bij uw partij, want ik heb de afgelopen maanden en jaren herhaaldelijk moeten vernemen dat de levensduurverlenging van Doel 1 en 2 – de oorspronkelijke wet – voor hen de herbevestiging van de kernuitstap was. Die passage heb ik tientallen keren zien passeren op de Twitteraccount van Groen, maar u zegt nu dat dat onzin is. Ik vind dat ook, maar het is wel uw partij die dat elke keer op die manier naar voren heeft geschoven. Ik stel voor dat dit het compromis is binnen de coalitie om het zo te duiden om iedereen toe te staan om het groene knopje te vinden, maar het is wel een serieuze bocht die u maakt op dat vlak.
Er moet echter ook absoluut werk worden gemaakt van de andere kerncentrales en er moet worden gekeken naar een aantal andere landen waarvan wij de milieueffectenrapporten absoluut niet zo kritisch bekijken. De levensduurverlenging van Borssele is zonder milieueffectenrapport gebeurd. De back-up die men in Duitsland wil organiseren met twee kerncentrales, gebeurt momenteel zonder milieueffectenrapport. Het is dus allemaal niet zo zwart-wit als men wil doen uitschijnen.
Ik kijk uit naar het moment waarop de regering met het milieueffectenrapport voor de andere centrales – niet enkel voor Doel 4 en Tihange 3, maar voor allemaal – zal komen. Ik veronderstel dat binnenkort ook dat traject wordt opgezet. U hebt zelf aangegeven wat het traject is voor Doel 4 en Tihange 3. Ik meen te weten dat er andere eenheden op dezelfde site staan, dus u kunt in een beweging het milieueffectenrapport voor al die eenheden maken. Na de uitleg die u hier hebt gegeven, reken ik erop dat u dat ook zult doen.
18.12 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je veux sincèrement remercier la ministre pour tout le travail qui a été abattu et pas seulement pour le projet de loi dont il est question ici mais surtout pour les erreurs du passé qui ont été rectifiées. En effet, je pense que les choses sont assez simples en réalité: soit on vote contre cette loi et, le 31 décembre, l'arrêt de la Cour constitutionnelle reprendra effet, ce qui conduira à l'arrêt de Doel 1 et Doel 2, soit on vote pour et on garantit, quelque part, le peu de sécurité d'approvisionnement en plus que l'on peut.
J'aimerais revenir sur la petite polémique apparemment suscitée par certains amendements. Le seul sujet ici concerne la réparation de la loi de 2015 sur Doel 1 et Doel 2, et il est complètement impossible juridiquement d'évoquer quoi que ce soit d'autre. J'ai l'impression qu'on oublie les fondements juridiques qui sont la raison d'être du texte que nous allons justement voter. Nous devons tirer une leçon juridique – qui a d'ailleurs été tirée dans tous les autres pays européens – des arrêts de la Cour de justice de l'Union européenne mais aussi de la Cour constitutionnelle. Nous ne pouvons tout simplement pas prolonger de nouveaux réacteurs sans consultations transfrontalières jusqu'à 1 000 km, jusqu'en Suède, ni d'études d'incidences environnementales.
Encore une fois, on ne prolonge pas un réacteur
nucléaire comme on allume on/off sa lampe de chevet. Non, les populations ne
peuvent pas être ignorées, pas chez nous mais pas non plus à l'extérieur de la
Belgique. S'il devait subsister encore le moindre doute juridique sur le
bien-fondé de cette loi, j'invite sincèrement les collègues à aller consulter
l'avis du Conseil d'État du 13 juillet 2022 sur le projet de loi qui
va être voté aujourd'hui et qui rappelle que l'article 2 de l'avant-projet
vise à remplacer l'article 4, paragraphe 1er, de la loi du
31 janvier 2003 en prévoyant un nouveau calendrier pour la sortie du
nucléaire qui correspond sur le fond – et c'est là toute l'ironie – à
celui du régime annulé.
Pour terminer, comme ma collègue Kim Buyst l'a dit, cette loi n'est rien d'autre que la réparation d'une loi qui a été annulée par la Cour constitutionnelle.
18.13 Catherine Fonck (Les Engagés): On est en train de nous expliquer que quand on corrige une partie de la loi, il faut reprendre tous les paragraphes, tous les alinéas qui précèdent ainsi que ceux qui suivent les dispositions à modifier.
La question se pose de savoir s'il s'agit d'un projet de loi qui ne vise à corriger que les alinéas que la Cour constitutionnelle a annulés, à savoir ceux qui concernent Doel 1 et Doel 2. Pourquoi? Parce qu'en annulant la loi de 2015, l'arrêt de la Cour constitutionnelle rétablit la loi de 2003 qui prévoyait exactement la même chose que ce que prévoit votre projet de loi, excepté en ce qui concerne Doel 1 et Doel 2 que la loi de 2015 prolongeait de dix ans. Donc, il s'agit de savoir s'il est question ou non d'un projet technique et surtout juridique. En effet, madame la ministre, vous n'avez peut-être pas bien écouté les partenaires de votre majorité mais j'en ai entendu deux dire qu'il s'agit d'un projet technique. S'il s'agit d'un projet technique et juridique, il ne fallait pas "recoller" tout le calendrier!
Monsieur Cogolati, vous avez dit quelque chose de très intéressant. Vous avez dit que c'était un nouveau calendrier. Si tel est le cas, madame la ministre, vous faites voter, valider, revalider ici, par les différents partis qui s'expriment de manière différente dans les médias, le calendrier de fermeture alors que nous avons aujourd'hui le devoir, comme je l'ai dit tout à l'heure, de préserver le climat en évitant l'utilisation de gaz, de garantir l'approvisionnement et de maîtriser au mieux les prix. Je pense ici aux familles, aux entreprises et au secteur non marchand.
Monsieur Vanden Burre, je vous ai entendu, hier, à la télévision, dire que vous alliez appliquer le tarif social aux boulangers. Pour les lavoirs, c'est la catastrophe aussi! Je peux vous citer plein d'artisans et plein de secteurs: les hôpitaux, les maisons de repos, les crèches. Rien! Il y a même des secteurs qui sont royalement oubliés!
Le fait de travailler sur le moyen et le long terme en évitant les choix politiques que vous avez faits permettrait de bien mieux répondre à ce triple devoir, sûrement pas dans un scénario parfait – parce que je pense qu'aujourd'hui, il n'y a pas de configuration idéale et parfaite – mais en tout cas bien mieux que les choix que vous avez faits.
En ce qui concerne le fait que ce ne soit pas un bouton on/off, évidemment, ce n'est pas un frigo! Mais la loi, ce n'est pas un bouton on/off! La loi et la modification du calendrier de sortie, c'est surtout ouvrir la possibilité sur le plan technique, après les différents contrôles et la récolte des avis favorables. C'est cela que fait la loi.
Aujourd'hui, on a déjà dépassé la date butoir d'une centrale et vous rendez les choses impossibles par les choix que vous faites. Évidemment que ce n'est pas un bouton on/off. Faire croire cela, c'est vraiment de la manipulation. La loi, ce n'est pas un bouton on/off, vous le savez aussi bien que moi. Mais sans la loi, c'est alors techniquement impossible de l'envisager, impossible de pouvoir le lancer, impossible d'avoir un message clair envers les gestionnaires de ces réacteurs aujourd'hui.
Madame la présidente, ayant entendu ces différents arguments, je tenais à rappeler quelques considérations juridiques, mais aussi les choix stratégiques opérés par ce gouvernement sur le plan énergétique.
18.14 Marie-Christine Marghem (MR): Madame la présidente, j'ai écouté très attentivement les interventions très intéressantes de mes collègues, puisque ce sont des dossiers palpitants pour lesquels nous mobilisons énormément d'énergie et de technique parlementaire autant que juridique.
S'agissant des études d'incidence, comme M. Cogolati n'était pas présent tout à l'heure – et cela m'a même étonnée –, il n'a pas entendu qu'elles étaient valables aussi bien pour une prolongation que pour la loi qui institue le cadre de limitation de la durée d'exploitation des centrales ou que pour les démantèlements. Toutes les erreurs du passé n'ont pas été corrigées, contrairement à ce que vous avez dit. En effet, le cadre de la prolongation de Tihange 1 n'avait pas fait l'objet d'études d'incidence et de consultations transfrontalières préalables. La loi de 2003 elle-même n'avait pas non plus été soumise à ce dispositif préalable. Ce ne fut pas le cas non plus lors du démantèlement de Doel 3 et Tihange 2 – en tout cas, pour Doel 3 à ce jour. Une erreur a donc été corrigée. D'autres ne l'ont pas été, tandis qu'une autre est en train d'être commise.
Vous attachez beaucoup d'importance, comme vous semblez le montrer à chaque occasion, à l'environnement et à l'appropriation de ce dossier par les populations, je vous rejoins complètement là-dessus. J'y ai été très attentive moi-même, puisque j'en ai longuement discuté avec des représentants de votre groupe, notamment au sujet des déchets. Du reste, j'ai relancé une consultation publique contre laquelle vous aviez déposé une résolution qui ne fut finalement pas soutenue par une majorité. Vous estimiez en effet qu'il fallait une grande appropriation par le public de la politique nationale des déchets dans ce pays. Donc, nous nous rejoignons grosso modo à ce propos. Cela étant, quand on dit A, il faut dire B; il faut tout dire, au lieu d'omettre certains faits antérieurs et certaines exigences actuelles qui devraient vous faire démarrer au quart de tour en considérant que les populations doivent s'approprier toute l'activité de démantèlement, du plus petit acte préparatoire au dernier, au moyen d'une consultation transfrontalière. Dès lors, je vous invite sincèrement à examiner ce point.
Pourquoi y a-t-il des études d'incidence? C'est la deuxième chose que je voulais dire. Tout d'abord parce que nous avons une législation pour tout projet quel qu'il soit, petit ou grand, qui prévoit ce type d'étude d'incidence et ces consultations transfrontalières, qui sont directement inspirées des conventions internationales Aarhus et Espoo traduites dans le droit communautaire, et dans notre droit belge d'une certaine manière. Cette manière n'est d'ailleurs peut-être pas tout à fait compatible avec le droit international. Il y a sûrement des choses à approfondir sur ce plan. Nous y reviendrons. Mais les pays qui nous entourent n'ont pas de loi de limitation dans le temps de l'exploitation de leurs centrales. Ils fonctionnent dans un régime d'arrêtés d'exploitation à durée illimitée, et la plupart du temps d'arrêtés individuels par réacteur. Ils ne sont donc forcément pas soumis par les conventions dont je viens de parler, ni par le droit communautaire, à la réalisation de ces consultations transfrontalières. Voilà pourquoi les pays aux alentours ne sont pas critiquables de ne pas les faire.
Ce qui aurait permis d'éviter que l'on doive y souscrire était de ne pas voter la loi de 2003, tout à fait artificiellement inopérante pour des centrales qui, de toute façon, comme M. Cogolati l'a reconnu lui-même dans une émission télévisée, sont supervisées tous les 10 ans, sous le contrôle de l'AFCN. Donc, tous les 10, 20 ou 30 ans, une révision se fait automatiquement, loi de 2003 ou pas. C'est ce qui à mon avis n'aurait pas dû être fait à l'époque et qui aujourd'hui a montré toutes ses limites.
C'est la raison pour laquelle j'ai déposé une proposition de loi visant à l'abrogation de la loi de 2003. Bref, nous ne sommes pas encore dans ce régime d'abrogation. Nous sommes encore pour l'instant dans le régime de 2003.
Je vois que Mme la ministre a déjà lancé les notifications et les travaux pour les études environnementales et les consultations publiques devant précéder la prolongation de Doel 4 et de Tihange 3. Elle a dit clairement que le projet s'attachait uniquement à réparer la loi sur le point de Doel 1 et de Doel 2.
Mais nous sommes le 6 octobre. Je vous ai interrogée la semaine dernière au sujet de l'avancement des négociations. Nous y sommes revenus en séance de commission; malheureusement, vous avez beau préparer tout un dispositif, avancer de manière administrative sur celui-ci, s'il n'y a pas d'accord qui concrétise, entre l'exploitant et le gouvernement, les points essentiels, nous n'aurons pas de prolongation de Doel 3 et de Tihange 4. Nous devons avoir le véhicule juridique, la décision sur les déchets et le capping sur le financement dans le cadre du traitement des déchets.
Évidemment qu'on le veuille ou non, toute la problématique de la taxation des surprofits aura un impact énorme sur ENGIE, qui a d'ailleurs réagi en la matière. Nous n'aurons pas concrètement de prolongation de Doel 4 et de Tihange 3. Nous ne pourrons dès lors pas espérer concrètement, à l'horizon 2026, profiter de leurs capacités de production dans notre mix énergétique. Il y a là un bémol. Nous verrons tout à l'heure lors des votes comment les choses se présenteront.
18.15 Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik wil een korte aanvulling geven op wat mevrouw Marghem heeft gezegd over de ongelimiteerde vergunningen die in onze buurlanden van kracht zijn. Zij heeft hiermee eigenlijk aangetoond hoezeer die vermaledijde wet van 2003 de zaken bemoeilijkt. Voor die wet van 2003 hadden ook onze kerncentrales vergunningen door de Koning voor onbepaalde duur verleend. Dat wil zeggen dat wat de paars-groene regering-Verhofstadt destijds heeft gedaan eigenlijk het beperken van onze mogelijkheden was om in deze energiecrisis adequaat te kunnen reageren door onze kerncentrales langer open te houden.
Als die wet er niet was geweest, was er geen milieueffectenrapportage nodig geweest om de kerncentrales langer open te houden. Die kerncentrales waren immers vergund voor onbepaalde duur en het was de tienjaarlijkse herziening die ervoor zorgde dat dit altijd op een veilige manier kon gebeuren. Er was dus geen verlenging nodig, want er was geen eindmoment. Zolang het op een veilige manier kon, konden die kerncentrales blijven draaien.
Naast het feit dat dit ons energiebeleid op korte termijn een pak moeilijker heeft gemaakt, zorgt het er ook voor dat we aan handen en voeten zijn gebonden door de wet-Deleuze die destijds door paars-groen door het Parlement is gejaagd.
18.16 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb bijzonder goed geluisterd naar dit debat en kan alleen concluderen dat de groenen in dit halfrond hoe langer hoe meer geïsoleerd beginnen te raken. Strikt genomen is er een meerderheid in dit Parlement om te praten over meer, meer dan deze herstelwet met betrekking tot Doel 1 en 2 en meer dan Doel 4 en Tihange 3, waarvoor er op dit moment maar over een verlenging van tien jaar wordt gesproken.
Dat begrijp ik niet. Toch, mevrouw de minister, zit u op dit moment met uw premier rond de tafel in Parijs om enkel te spreken over de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 voor een periode van tien jaar. Als er binnen de regering dan toch zoveel animo bestaat om kerncentrales langer open te houden, dan vraag ik mij af of het de bedoeling is om al dat huiswerk binnenkort over te doen.
De groenen hebben hier vandaag herhaaldelijk bevestigd dat het verlengen van de levensduur van een kerncentrale niet hetzelfde is als de knop van een nachtlampje bedienen. Dat is voortschrijdend inzicht, mevrouw de minister. Het bevestigt immers dat u er, vanaf uw aantreden als minister van Energie, alles aan hebt gedaan om dit dossier vakkundig te saboteren. Ik zal even uitleggen waarom. Toen u minister werd, hebt u gezegd dat we nog jaren de tijd hadden om de kerncentrales te verlengen zodat ze zonder problemen verder zouden kunnen werken na 2025. Verschillende van uw collega's hebben vandaag gezegd dat dit niet hetzelfde is als een limonadefabriek aanzetten of een knopje van een nachtlampje bedienen. Dat bevestigt wat ik altijd heb gezegd, namelijk dat u dit hele dossier hebt willen vertragen en saboteren, met als doel om een verlenging totaal onmogelijk te maken. Uw partij heeft in 2003 die vermaledijde wet op de kernuitstap in dit Parlement geïnitieerd en goedgekeurd. U probeert nu met uw vivaldiregering af te maken wat uw Agalev-collega's hier destijds hebben uitgespookt. Indien die wet er niet zou zijn geweest, dan zou het vandaag allemaal veel eenvoudiger zijn. In neem daar akte van. Mijn eerder gemaakte conclusie wordt hier vandaag bevestigd.
18.17 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, j'aimerais rétablir la vérité sur deux faits qui sont indiscutables et qu'on peut vérifier à l'envi sur internet ou dans les bibliothèques. Premièrement, j'entends que les centrales nucléaires seraient éternelles et que leurs durées de vie et d'exploitation ne seraient pas réglées dans la loi chez nos voisins. C'est ce que nous venons d'entendre dans ce débat. C'est faux, archi-faux! Tournez-vous vers l'Allemagne, le premier grand pays voisin, il y existe une "Loi atomique", reconfirmée en 2021, et qui régit à la fois la durée de vie et la durée d'exploitation des centrales nucléaires sur le territoire allemand.
Tournez-vous vers la France, et là, c'est le système de programmation pluriannuelle de l'énergie (PPE). Ici, une fois de plus, tout cela est réglementé par le gouvernement français. D'ailleurs, une polémique a vu le jour récemment en France, et l'Agence de sûreté nucléaire – l'équivalent de notre Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) – a prévenu le gestionnaire de réseau français qu'il ne pouvait pas aller au-delà de 50 ans pour ce qui concerne la prolongation de réacteurs nucléaires, et ce pour des raisons de prescription, de sécurité et de sûreté nucléaires. Dès lors, dire que la loi dans les pays voisins ne réglemente pas cet aspect est faux, archi-faux, et je ne veux plus l'entendre au sein de cette plénière.
Deuxième élément, et, de nouveau, ce n'est pas moi qui le décide mais la Cour constitutionnelle, allez voir la page 59 de l'arrêt de la Cour constitutionnelle. La loi de prolongation doit être précédée, avant son adoption – je réponds ici à Mme Fonck – d'une évaluation appropriée des incidences environnementales, dès lors qu'à ce moment, les incidences potentielles sur les sites protégés sont suffisamment identifiables. Il s'agit donc d'une étude d'incidences préalable à l'adoption d'une nouvelle loi.
Bref, je conclus, il n'est techniquement et juridiquement pas possible – même si on le souhaite ardemment – d'adopter une loi de prolongation et de dire "Ce sera 2034 ou 2000 machin". Non, ce n'est pas possible! Il faut avant tout, au préalable, comme l'indique clairement la Cour constitutionnelle, puisqu'elle applique la directive 92/43/CEE, une évaluation appropriée des incidences environnementales.
18.18 Catherine Fonck (Les Engagés): Pour répondre de façon très courte sur cet "avant tout", monsieur Cogolati, la Cour constitutionnelle ne dit pas la manière d'écrire juridiquement l'"avant tout".
Lisez mes amendements, mais sans doute n'avez-vous même pas pris la peine de les lire! Ils prévoient expressément un processus conditionnel à la prolongation des réacteurs. Je rappelle qu'il y a le volet juridique, les études de faisabilité, des réinvestissements éventuels si des adaptations sont à faire en matière de sécurité ou autres, et les consultations.
Il y est prévu expressément que, préalablement à la poursuite ou à la reprise de la production d'électricité pour chacun des réacteurs, soit publiée la conclusion motivée (visée à l'article 4) qui concerne toutes ces questions techniques de faisabilité, d'études, de consultations et autres.
Cet "avant tout" est expressément prévu et cela répond aux arguments que vous avancez en disant que techniquement et juridiquement ce n'est pas possible. Ce n'est pas correct! C'est possible. Mais vous avez fait le choix de ne pas juste réparer Doel 1 et Doel 2. Vous faites le choix, dans ce gouvernement, de vous exprimer ici aujourd'hui sur chaque réacteur en confirmant le calendrier de sortie. Vous n'aviez pas à le faire, vous ne deviez pas le faire et rien sur le plan juridique ne le justifiait sauf des choix politiques. Ces choix politiques, c'est ce que vous faites. Et c'est ce que nous tentons de contrer par nos amendements.
18.19 Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur Cogolati, vous venez donc de vous engager sur vos pensées et votre raisonnement juridique, que nous allons évidemment vérifier. Bien entendu, dans ce contexte, je ne comprends dès lors pas pourquoi vous ne volez pas au secours de la France, en demandant hic et nunc qu'elle réalise les enquêtes environnementales et les consultations transfrontalières qui concernent la Belgique, puisque les centrales françaises sont en bordure de frontière et très proches de notre frontière belge. Je suis étonnée que vous ne lui demandiez pas de réaliser ces enquêtes environnementales et ces consultations transfrontalières qui, ma foi, s'appliquent à tous les pays qui développent de l'électricité par le nucléaire. Notamment aussi en Hollande, par exemple. En Allemagne, on ne sait pas encore très bien ce qu'ils vont faire avec leurs dernières centrales. C'est encore un problème plus particulier. Je retiendrais donc ces deux pays.
Nous allons analyser cela et j'aimerais quand même vous demander d'omettre de votre langage, de manière permanente désormais, que vous ne souhaitez plus entendre ceci ou cela de la bouche de vos collègues parlementaires dans ce Parlement. Je trouve inadmissible que vous vous arrogiez le droit d'être le censeur de ce qui peut être dit ou pas dit. C'est inadmissible! Je tiens désormais à ce que vous ayez une ouverture d'esprit envers tous les propos qui peuvent être échangés ici dans ce Parlement, même si vous n'êtes pas d'accord avec eux car vous n'êtes pas, monsieur Cogolati, ni le camp du bien, ni le camp de la science infuse juridique. Je vous remercie.
18.20 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame Marghem, restons simplement dans le camp de la vérité!
18.21 Marie-Christine Marghem (MR): La maladie est loin d'être guérie! Les croisés de la vérité, c'est magnifique!
18.22 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Cogolati, het enige wat u vandaag hebt gedaan, al van tijdens het vragenuurtje, is heel de boel hier karikaturiseren. Zelfs van dit dossier maakt u een karikatuur. U verwijt de parlementsleden van de oppositie, en blijkbaar ook van uw eigen meerderheidspartijen, dat hier een emotioneel debat wordt gevoerd. Wie voert hier eigenlijk een emotioneel debat? Dat zijn toch wel de groenen, die met hun dogmatische oogkleppen op blijven strijden voor de sluiting van de kerncentrales en die er alles voor over hebben, zelfs de opening van gascentrales, die weelderig CO2 de lucht inblazen. Misschien moet u dat eens bespreken met al die klimaatjongeren die in 2019 op straat zijn gekomen.
Wat in andere landen wel kan, wat daar wel perfect mogelijk is, waar men wel een deftig debat kan voeren, waar men niet jaren palavert over de verlenging van de levensduur, dat kan hier blijkbaar niet. Andere landen beslissen op enkele maanden tijd om dat te doen en bij ons moet dat jaren duren. Uw vivaldiregering zit al vanaf 2020 in het zadel en eigenlijk staan we helemaal nog niet ver.
Ik raad u één ding aan, mijnheer Cogolati, want ik vind dat u en de groenen zich een beetje belachelijk beginnen te maken in dit Parlement. Als ik hoor wat de andere meerderheidspartijen te vertellen hebben, dan denk ik dat u, voor u verder gaat met dit non-debat, het best eerst in gesprek kunt gaan met uw coalitiepartners om tot een akkoord te komen over de andere centrales en daarover met ENGIE Electrabel te gaan onderhandelen.
U staat er hier eigenlijk behoorlijk alleen voor. De groenen zijn in dit dossier redelijk geïsoleerd aan het geraken. Ik geef het maar even mee. Misschien hebt u dat zelf nog niet door.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2846/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt
85, 4) (2846/4)
Le projet de
loi compte 5 articles.
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
*
* * * *
Amendements
déposés:
Ingediende
amendementen:
Art. 2
• 8 –
Reccino Van Lommel (2846/5)
• 16 – François De Smet (2846/5)
Art. 2/1(n)
• 9 –
Catherine Fonck cs (2846/5)
Art. 2/2(n)
• 10
– Catherine Fonck cs (2846/5)
Art. 3
• 11
– Catherine Fonck cs (2846/5)
Art.3/1(n)
• 12
– Catherine Fonck cs (2846/5)
Art.3/2(n)
• 13
– Catherine Fonck cs (2846/5)
Art.4/1(n)
• 14
– Catherine Fonck cs (2846/5)
Art. 5
• 15 – Catherine Fonck cs
(2846/5)
* * *
* *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les amendements et les articles 2, 3 et
5.
Aangehouden: de amendementen en de artikelen 2, 3 en 5.
Adoptés article par article: les articles 1 et 4.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 en
4.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend
Le rapporteur,
M. Van Hees, s’en réfère au rapport écrit.
19.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, aan dit wetsontwerp moeten we geen langdurige bespreking wijden, aangezien we het er vanzelfsprekend in de commissie voor Financiën over hebben gehad. Ik wil alleen een handjevol woorden wijden aan het feit dat wij ons bij de stemming zullen onthouden.
De beslissing om via de btw-regeling soelaas te bieden in de energierekening van de burgers, lijkt ons nog altijd een verkeerde aanpak voor een goed doel. Ik denk dat wij alle experts ter zake aan onze zijde hebben. Op het eerste gezicht klinkt wat de experts zeggen contra-intuïtief, maar technisch gesproken valt er geen speld tussen te krijgen: de tegemoetkoming via de btw is de verkeerde aanpak.
Om die reden verkozen wij een andere benadering, namelijk een benadering via de fiscaliteit. Een van de voordelen van die benadering is dat het voordeel niet gekoppeld is aan het elektriciteitsverbruik. Dat betekent dat de burger zelf autonoom kan beslissen wat hij met de middelen doet, bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen nemen die op termijn meer fundamentele en structurele mogelijkheden bieden, of andere zaken, of effectief de energierekening verlichten.
Als wij dit wetsontwerp vandaag geïsoleerd wegstemmen zonder dat er een alternatief is, dan snap ik natuurlijk wel dat er een probleem ontstaat voor heel veel mensen. Vandaar dat wij ons bij de stemming zullen onthouden. De rest van uw wetsontwerp kan trouwens wel onze goedkeuring wegdragen, maar ik wilde even de context van ons stemgedrag meegeven.
19.02 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, dit wetsontwerp bevat een aantal noodzakelijke verduidelijkingen en aanpassingen. Het uniformiseert ook de verwijzingen naar diverse verordeningen en richtlijnen in het Btw-wetboek. Het ontwerp verduidelijkt ook het verlaagde btw-tarief voor fotovoltaïsche zonnepanelen, thermische zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en renovatiewerken.
U weet dat u in het Vlaams Belang een bondgenoot vindt voor btw-verlagingen. Ik herinner u eraan dat mijn collega Kurt Ravyts en ikzelf twee jaar geleden, lang voor de stijging van de energieprijzen die wij vandaag zien, een wetsvoorstel in de commissie indienden om de btw op elektriciteit en gas permanent te verlagen naar 6 %. Iedereen van de andere partijen verklaarde ons toen gek. Ze zeiden dat het onhaalbaar en onbetaalbaar was. Ons voorstel werd weggelachen en uiteindelijk weggestemd.
Het kan echter verkeren. Ondertussen werd ons voorstel overgenomen door de regering. Het is weliswaar veel te laat en slechts tijdelijk, maar wij blijven druk zetten om de btw-verlaging op gas en elektriciteit permanent te maken. Wij steunen dus de btw-verlagingen omdat wij in dit land met torenhoge belastingen elke vorm van belastingverlaging verwelkomen.
Energie, elektriciteit en gas zijn voor ons ook basisbehoeften en geen luxeproducten. Er is echter een partij die zich tegen de permanente btw-verlaging kant: de liberalen, tenzij ze over dat onderwerp vandaag weer van gedacht veranderd zijn. Ik heb echter altijd begrepen dat zij zich tegen de verlaging van de btw gekant hebben. De Vlaamse liberalen kanten zich dus tegen belastingverlaging in de energiefactuur, wat de facto een tweede belastingsbrief is in dit land. U moet zich dat eens indenken, liberalen die zich kanten tegen belastingverlagingen. Dat kan dus bij de Vlaamse liberalen. Het liberale vuur blijkt dus nog een klein vlammetje te zijn dat stilaan aan het doven is.
Het ergste van al zijn dus de liberalen. Hun partij is tegen een btw-verlaging op de energiefactuur en heeft een tijdje geleden ook de btw-verlaging op fietsen geschrapt, terwijl wij hier in het Parlement allemaal overeengekomen zijn die verlaging in te voeren. De liberale partij heeft ondertussen wel gepleit voor een btw-verlaging op luxepaarden. Compleet wereldvreemd is die partij ondertussen geworden. Zij houdt de gewone man en vrouw in de straat voor gek.
De federale regering heeft eind augustus beslist de btw-verlaging op gas en elektriciteit van 21 % naar 6 % te verlengen, en dit tot het einde van de winter. Die verlaging zou eerst tot 31 december 2022 lopen, maar wordt nu dus verlengd conform het akkoord van de regering tot eind maart 2023.
Voor alle duidelijkheid, wij steunen dat. Vlaams Belang was, zoals ik al zei, altijd al voorstander van een permanente btw-verlaging. Begin september en vorige week heeft de vice-eersteminister voor Vooruit, de heer Vandenbroucke, in De Ochtend verklaard dat het federale kernkabinet beslist heeft om de btw op gas en elektriciteit nooit meer te verhogen naar 21 %.
Ik heb toen in de commissie gevraagd aan de minister van Financiën, die de dossierverantwoordelijke is, of hij dit kon bevestigen. Ik heb het verslag erbij genomen. Ik citeer het verslag: "Daarnaast benadrukt de vice-eersteminister dat er pas een permanente verlaging van de btw mogelijk is zodra er een akkoord is over de hervorming van de accijnzen."
Het antwoord van de minister is eigenlijk bijzonder duidelijk: minister Vandenbroucke heeft voor zijn beurt gesproken, door begin september tijdens de radio-uitzending De Ochtend te verklaren dat er binnen de regering al een akkoord was voor een permanente btw-verlaging, terwijl minister Van Peteghem in de commissie zwart op wit heeft verklaard dat er pas van een permanente btw-verlaging sprake kan zijn zodra er een akkoord is over de accijnshervorming.
Ondertussen heeft de regering plannen om een soort van cliquetsysteem in te voeren voor onze energiefactuur, zoals we in de pers hebben kunnen vernemen. We kennen dat systeem van aan de pomp. Telkens als de prijzen dalen aan de pomp verdwijnt het overgrote deel van die daling in de staatskas. Dat komt dus niet de bevolking maar vooral de staatskas ten goede. Dat nefaste systeem zal nu blijkbaar ook worden ingevoerd voor onze energiefactuur. Als de energieprijzen eindelijk zullen dalen, is de regering van plan om de accijnzen te laten stijgen, om de belastingen op die tweede belastingbrief die onze elektriciteitsfactuur is te verhogen. Zo zorgt de federale regering er eigenlijk voor dat de btw-verlaging geheel of gedeeltelijk teniet wordt gedaan en het overgrote deel in de staatskas verdwijnt, op kap van de bevolking in moeilijkheden. Dat is natuurlijk een vestzak-broekzakoperatie.
19.03 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Niemand in de regering heeft ook maar geopperd dat de permanente verlaagde btw op energie van 6 % opnieuw moet worden opgetrokken tot 21 %. De heer Van Peteghem heeft bevestigd dat het de bedoeling is om de btw op dat niveau te verankeren, in combinatie met een wijziging van de accijnzen. Dat is een steriel debat, een voorbeeld van politique politicienne. Ik zal hier verder niet op ingaan. U fulmineert nu zo tegen die hervorming, maar kan u mij het voorstel bezorgen dat u aan het bekritiseren bent? Het zou interessant zijn om te weten waarop u zich precies baseert en welk hervormingsvoorstel u aan het becommentariëren bent. Anders zijn we hier onze tijd aan het verdoen.
19.04 Wouter Vermeersch (VB): Ik baseer mij natuurlijk op feiten, namelijk de KB's die gepubliceerd worden door deze regering en de beslissingen die genomen worden door het kernkabinet. Ik kan alleen vaststellen dat er door het kernkabinet beslist is om de btw-verlaging te verlengen tot eind maart. Dat werd beslist. Dat weten wij, dat staat op papier.
We weten ook dat binnen de regering werd afgesproken dat de minister van Financiën en de minister van Energie, die nu jammer genoeg vertrokken is, samen een slimme btw-hervorming zouden uitwerken. Over die slimme btw-hervorming hebben allerlei plannen gecirculeerd in de pers. Dat is niet mijn verantwoordelijkheid, dat is uw verantwoordelijkheid. Ik kan echter alleen vaststellen – dat werd ook bevestigd door de minister in de commissie – dat het de bedoeling is om aan het accijnssysteem te gaan sleutelen. Voor alle duidelijkheid, het gaat niet over sleutelen in de richting van minder accijnzen maar in de richting van meer accijnzen.
De minister heeft het trouwens ook verklaard op de VRT-website. Iedereen kan dat filmpje bij het artikel bekijken. Hij werd daar geïnterviewd. De minister zegt daarin dat bekeken zal worden of de accijnzen kunnen worden verhoogd, zodra de energieprijzen dalen. Dat heeft hij gezegd, dat is het systeem dat voorligt. U moet mij als parlementslid toch toestaan om wat de regering verklaart, met de koninklijke besluiten die wij hebben, kritisch te benaderen.
Wij stellen vast dat hier een vestzak-broekzakoperatie wordt georganiseerd. Daarom neemt u ook het woord, want dat ligt moeilijk voor uw partij. Het Vlaams Belang heeft daar ook steeds voor gewaarschuwd. De belastingen werden eerst verlaagd door een verlaging van het btw-tarief, maar op termijn zullen de belastingen op de energiefactuur opnieuw worden verhoogd door een accijnsverhoging.
Mijnheer de minister, ik heb slechts één duidelijke vraag. Het is de hamvraag voor vanavond. Kunt u bevestigen dat die btw-verlaging definitief is? Ik zou graag van u weten of er een akkoord is binnen de regering over die accijnshervorming. U zei immers dat er pas een permanente en definitieve btw-verlaging kan zijn als er een akkoord is over die accijnshervorming. Is die nu rond? Zo ja, kunnen wij de teksten zien?
Collega Vandenbroucke, ik zou die namelijk graag zien. Misschien kunnen we de teksten dan vanavond nog rondsturen naar iedereen in het Parlement, zodat we ze kunnen bekijken en op hun merites beoordelen.
Mijnheer de minister, dat wil ik van u weten: is de btw-verlaging nu wel of niet definitief, en is er een akkoord binnen de regering over de accijnshervorming? Dat is vanavond de hamvraag.
19.05 Peter De Roover (N-VA): Ik kan collega Vandenbroucke een klein beetje volgen, in die zin dat het inderdaad een debat is dat wellicht in de toekomst gevoerd zal moeten worden. Waar ik hem echter niet kan volgen, is in het feit dat hij de indruk wekt uit de lucht te vallen alsof het woord cliquetsysteem nog nooit gevallen zou zijn. U vraagt: welke documenten? Tja, volgens mij zijn er talloze replieken van de minister geweest waarin hij dat aankondigde.
De reden waarom ik er hier niet op ben ingegaan, is dat het hier niet in de tekst staat. Het debat wordt wat naar voren getrokken, maar op zich is het niet oninteressant om het toch te weten. Als minister Vandenbroucke namelijk zegt dat het definitief is, en als minister Van Peteghem dan zegt dat hij het koppelt aan een cliquetsysteem, dan spreekt ofwel een van beiden voor zijn beurt – wat niet uit te sluiten valt –, ofwel is er wel degelijk al meer aan de hand dan hetgeen aan het Parlement wordt meegedeeld.
De vraag is ook al in de commissie gesteld, en ook daar denk ik dat de minister geen geheim heeft gemaakt van het idee om inderdaad bij een latere daling van de prijzen, die daling te compenseren. Wij hebben dat ook al eerder opgemerkt: het betekent dat een stuk van de steun die vandaag verleend wordt via de techniek van de btw, in feite niet zozeer steun is, als wel een lening bij de mensen die ze zelf later mogen terugbetalen. Dat nuanceert toch wel het hulppakket dat hier voor de publieke opinie wordt voorgesteld als zijnde verworven, definitief, een ondersteuning waarop ze niet moeten terugkomen.
Ik volg u in die zin dat het met de voorliggende teksten vandaag misschien een beetje prematuur is om dat debat te voeren. Anderzijds is wel de indruk gewekt dat een van de twee er ooit toch komt. Ofwel komt het er definitief zonder dat cliquetsysteem.
Ik denk dat minister Vandenbroucke nooit heeft gezegd dat er geen cliquetsysteem is. Hij heeft niet gezegd dat er wel een is. Hij heeft alleen gezegd dat het definitief is. U hebt me verbaasd omdat u de indruk wekt dat dat cliquetsysteem een uitvindsel van de oppositie is. Ik vind uw opmerking vervelend voor de minister en niet voor de collega's van het Vlaams Belang. Het debat van vandaag, waarvan ik dacht dat het niet zo interessant zou zijn, is dankzij u wel interessant geworden. Hoe zit het nu? Klikt het of klikt het niet tussen jullie?
19.06 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Ik ben blij dat u mijn uiteenzetting verrijkend vond. Het
punt dat ik eigenlijk wilde maken, is dat u voortdurend veronderstellingen doet
en spreekt over vestzak-broekzak en leningen, collega's De Roover en
Vermeersch. U relativeert dat de energiefactuur van gezinnen vandaag effectief
1.000 euro lager is, dankzij de btw-verlaging van de regering naar 6 %.
Daar was de N-VA trouwens tegen en volgens haar zouden we de volle pot moeten
betalen. Ik maakte net het punt dat dit op tafel ligt en dat er nog geen
beslissing is genomen. We
zullen te gepasten tijde hierover verder discussiëren.
19.07 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, ce texte contient évidemment des dispositions diverses, comme son nom l'indique, mais il contient en particulier des dispositions en matière de TVA, confirmant les arrêtés royaux qui ont réduit le taux de TVA sur le gaz et l'électricité de 21 à 6 %.
Évidemment, nous soutenons une telle confirmation d'une mesure passant la TVA sur le gaz et l'électricité de 21 à 6 %. Nous étions les premiers à recueillir des dizaines de milliers de signatures pour cette revendication, qui est très populaire. Nous avions même commencé avant la crise de l'énergie. C'est vous dire si c'est une revendication que nous soutenons depuis très longtemps.
Pourquoi? Simplement parce que l'énergie, c'est un produit de base. Sur un produit de base, sur un produit de première nécessité, qu'applique-t-on? On applique le taux réduit de TVA, c'est-à-dire le taux de 6 %, et pas de 21 %. C'est une évidence, mais visiblement, ce n'est pas évident pour tout le monde.
En plus, c'est une taxe qui est socialement injuste et antisociale, parce qu'elle touche plus durement les revenus les plus faibles.
C'est une évidence, et aujourd'hui cela semble presque une évidence pour tout le monde; mais cela n'a pas toujours été le cas. Monsieur le ministre, vous vous souvenez? Il y a un an, que disiez-vous de la TVA à 6 % sur l'énergie? Vous y étiez opposé. Vous vous en souvenez. Mais voilà, c'est bien! Vous évoluez dans le bon sens. Vous vous rapprochez des idées du PTB. C'est une bonne évolution, monsieur le ministre.
À l'époque, nous entendions aussi le président du PS, Paul Magnette, qui déclarait: "Je n'ai jamais pensé, à titre personnel, que la TVA sur l'énergie était une bonne mesure. Elle profite surtout à ceux qui consomment beaucoup, donc aux plus riches." Heureusement qu'il a dit cela à titre personnel! Nous savons que c'est faux, puisqu'elle touche plus durement les revenus les plus faibles. Le PTB a remis le sujet à l'ordre du jour chaque jour et chaque semaine. Nous avons relayé une revendication qui est soutenue par la population. Il est essentiel de retenir cette idée, à savoir que c'est la pression de la rue, du monde du travail, qui a forcé le gouvernement à changer d'avis. Du reste, c'est une leçon de notre histoire sociale, puisqu'elle montre que les conquêtes sociales ont été arrachées par le peuple à travers des luttes et dans la rue, et non pas parce que le monde politique les aurait concédées spontanément. C'est bien parce que la pression sociale a été très forte qu'il a dû céder.
Aujourd'hui, nous nous rendons compte qu'au vu de l'évolution des prix de l'énergie, cette baisse de la TVA est insuffisante, tout comme le récent accord énergétique du gouvernement, qui est particulièrement décevant, étant donné que cela revient à dire aux gens: "Débrouillez-vous, ne comptez pas sur nous." Consultez le site de la RTBF. On y lit: "Les acomptes d'énergie explosent en octobre: jusqu'à 1 600 euros pour un particulier." Je ne sais pas comment on s'y prend pour s'acquitter d'un tel montant. En tout cas, ce n'est pas avec ce que l'accord énergétique a proposé. En effet, sur un an, on calcule que la facture peut atteindre jusqu'à 9 200 euros! Ce n'est pas une réduction de 392 euros sur deux mois qui va compenser ce montant. Entre 9 200 euros – la réalité de la vraie vie – et les 392 euros concédés par le gouvernement, vous voyez le décalage!
Ensuite, ce texte confirme les arrêtés royaux – puisque c'est ainsi que cela fonctionne avec la TVA –, mais pour une durée limitée. Le texte qui sera soumis au vote ce soir et que nous allons voter vise simplement à confirmer la baisse de la TVA de 21 à 6 % pour une durée limitée.
Tout le monde se pose la question de savoir si le gouvernement va rendre permanente cette TVA de 6 % sur l'énergie. La réponse dépend du ministre que l'on écoute. À entendre Frank Vandenbroucke, qui s'est déjà exprimé à plusieurs reprises dans la presse à ce sujet, la pérennisation de la TVA à 6 % a déjà été décidée par le gouvernement, ce que la cheffe du groupe Vooruit a confirmé. Alexander De Croo qui est quand même le premier ministre belge tient, quant à lui, des propos assez différents. Il s'est exprimé sur le plateau de la VRT. Permettez-moi de lire ici le compte rendu de son intervention paru dans La Libre Belgique: "Le premier ministre Alexander De Croo s'est montré prudent, dimanche, sur le plateau de la VRT, à propos d'un bétonnage pour plusieurs années de la baisse de la TVA sur le gaz et l'électricité ainsi que du tarif social élargi. Il veut éviter de charger de mesures structurelles le budget en préparation." Donc, pour le premier ministre cette pérennisation semble moins évidente.
Monsieur le ministre des Finances, quelle est votre position? On vous a entendu en commission à ce sujet. Vous avez déclaré qu'un accord interviendrait sur la pérennisation de la TVA à 6 % sur l'énergie dans la seule hypothèse où il y aurait un accord sur une réforme des accises. Autrement dit, vous seriez éventuellement d'accord pour pérenniser la TVA à 6 %, si les accises étaient augmentées. Pour les gens, payer la TVA ou des accises revient finalement au même. C'est toujours de l'argent à débourser. Cela ne change donc pas fondamentalement les choses.
S'il faut conclure sur le dossier, premièrement, à ce jour, le gouvernement n'a pas tranché. Deuxièmement, s'il tranche, on aurait une TVA réduite mais avec des accises à payer en plus, ce qui revient au même. Troisièmement, on sait, monsieur la ministre, que dans votre projet de réforme fiscale, il n'est plus question d'un taux réduit de TVA de 6 % mais de 9 %. Donc, on aurait non seulement une TVA peut-être à 9 % avec des accises en plus. C'est de cette façon que vous réduisez la facture pour le citoyen! C'est quand même assez impressionnant!
Nous déposons donc un amendement dont le premier volet vise à pérenniser cette TVA à 6 % pour le gaz et l'électricité. J'invite les partis, surtout ceux qui disent de manière franche et ferme que la décision a déjà été prise par le gouvernement, à soutenir cet amendement. Le deuxième volet vise à réduire la TVA à 6 % également pour le mazout de chauffage qui reste soumis à un taux de 21 %. Certes, la législation européenne ne permet pas d'appliquer un taux réduit au mazout de chauffage mais pour le PTB, il faut passer outre cette interdiction européenne pour répondre à l'urgence sociale que constitue la flambée des prix.
Notre idée, c'est de s'y prendre de deux manières, une double voie en parallèle. D'un côté, il faut que la Belgique lance un débat au niveau de l'Union européenne pour revoir la directive 2612 afin de permettre une TVA réduite sur le mazout de chauffage et sur toutes les énergies. De l'autre côté, sans attendre l'aboutissement de ce débat européen, la Belgique doit immédiatement et unilatéralement réduire le taux de TVA sur les différentes énergies de chauffage dans notre pays – et c'est le sens de l'amendement.
On a vu lors de la crise bancaire ou de celle
du covid que les règles européennes pouvaient rapidement tomber en cas de
situation de crise. Si vous estimez que la situation actuelle de l'énergie
n'est pas une crise, je pense que vous êtes un peu à côté de la plaque. Je vous appelle donc à soutenir notre
amendement.
19.08 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, ik wil nog even reageren op het debat daarnet omdat de heer Vandenbroucke onze uitspraken in twijfel trekt. Ik heb het daarnet nog even opgezocht op de website van de VRT.
Mijnheer Vandenbroucke, wellicht herkent u de man in beeld, hij lijkt sprekend op de minister en er staat bij: Vincent Van Peteghem, federaal minister van Financiën. Boven dat beeld staat een mooi citaat, dat ik even voorlees, als ik ervan mag uitgaan dat de website van de VRT voor u, socialisten, betrouwbaar is. "Tegelijk komt er een kleine accijnsverhoging als de prijzen gaan dalen." Dat zegt de minister van Financiën, Vincent Van Peteghem, letterlijk.
(De heer Vermeersch toont een beeld op
zijn laptop.)
Mijnheer de minister, misschien kunt u datgene wat u aan de VRT zegt, ook even hier in het Parlement bevestigen, zodat alles duidelijk is.
Mijnheer Vandenbroucke, dat geeft dan meteen aan dat wij ons niet baseren op nonsens, maar wel op de verklaringen van de minister, de beschikbare koninklijke besluiten, de feiten die ons bekend zijn.
Mijnheer de minister, als u al teksten hebt, dan stel ik voor dat u die alvast deelt met het Parlement.
19.09 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw de voorzitster, geachte Kamerleden, ik heb eigenlijk niet veel vragen gehoord, buiten de vraag of de regeling definitief is en hoe het zit met de slimme btw-verlaging.
Ten eerste, op basis van de reglementaire teksten is de btw-verlaging naar 6 % voor gas en elektriciteit beslist tot eind december 2022. Dat is zo al gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Op basis van beslissingen binnen het kernkabinet en de ministerraad duurt de btw-verlaging al tot 31 maart 2023.
U weet dat er inderdaad altijd sprake is geweest van een slimme btw-verlaging, waarbij bekeken wordt op welke manier wij een meer sturend instrument kunnen installeren.
Daarover onderhandelen wij momenteel. Het voorstel ligt op de tafel van de regering. Ik weet niet of het filmpje volledig op de VRT-site staat, maar ik heb altijd gezegd: er is maar een akkoord als er een akkoord is over alles, ook binnen de begrotingsbespreking. Mijnheer Vermeersch, de bedoeling van de slimme btw-verlaging is een accijnshervorming die gekoppeld is aan een permanente btw-verlaging op gas en elektriciteit.
19.10 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, wij zaten in de commissie, dus uw antwoord verbaast ons niet, maar het voordeel van de plenaire vergadering is dat nu ook de heer Vandenbroucke verneemt hoe de vork aan de steel zit. Misschien consulteert hij niet dikwijls de website van VRT NWS. Ik vind u vooral een heel slimme communicator, want u spreekt over een slimme btw-verlaging. Het is eigenlijk een sluwe btw-verlaging, want daarin zit een volgende kunstmatige prijsverhoging ingebakken. Dat zegt u nu. U zult de burgers nu dus een beetje soelaas bieden, maar zij zullen dat later terugbetalen.
Er was nog iets interessants aan uw antwoord. Minister Vandenbroucke was in zijn communicatie – hij is niet de enige bij Vivaldi – een beetje voluntaristisch. Hij zegt de waarheid half. Men moet opletten met halve waarheden, want die komen heel dicht bij hele leugens. Hij zegt namelijk dat er een definitieve btw-verlaging komt en dan zwijgt hij. U voegt er dan de voorwaarde aan toe. Ik heb nu begrepen dat dit voor u wel degelijk vast aan elkaar is gekoppeld. Het is goed voor het debat dat dit klaar wordt gesteld. Die volgende discussie zal er dus echt wel komen. Ofwel eindigt eind maart de btw-verlaging, ofwel zal ze gekoppeld worden… Wij wachten natuurlijk met spanning de teksten af. Er is ook gevraagd of er al teksten zijn, maar ik vermoed dat wij uit uw antwoord mogen afleiden dat die er nog niet zijn en dan kunt u ze ook niet delen. De onderhandeling is echter bezig. Wij zitten in spanning te wachten.
19.11 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u was heel duidelijk, er kan slechts een akkoord zijn als er over alles een akkoord is. U bevestigt daarmee het punt dat we vanavond hebben willen maken, namelijk dat minister Vandenbroucke voor zijn beurt gesproken heeft. Er is nog helemaal geen sprake van een akkoord over een definitieve of permanente btw-verlaging. Het gaat ook niet om een slimme btw-verlaging of om wat u een accijnshervorming noemt, in feite gaat het om een accijnsverhoging, een platte belastingverhoging.
We zien dat immers ook aan de pomp. Zodra de prijzen aan de pomp dalen – dat hebben we op 28 september gezien, toen de prijs van benzine onder de 1,70 euro daalde – verdwijnt het overgrote deel van de prijsdaling in de zakken van de overheid. Dat is op 28 september gebeurd en de burger is bij deze gewaarschuwd. Dat is ook de reden waarom het Vlaams Belang zo hamert op de permanente btw-verlaging en waarom we wetsvoorstellen in deze zin hebben ingediend. Wij waarschuwen de bevolking dat zodra de energieprijzen zullen dalen deze vivalidregering van plan is om de accijnzen op hun energiefactuur opnieuw te verhogen. De energiefactuur is en blijft op deze manier dus een tweede belastingbrief.
Mijnheer de minister, ik wil ook nog iets zeggen over uw voorstel van slimme btw-verlaging of accijnshervorming. Het is eigenlijk een accijns- of belastingverhoging. Aanvankelijk werd er binnen de regering afgesproken dat jullie met dat voorstel naar het Parlement zouden komen rond de begrotingscontrole. Ik heb dat toen opgevolgd. Jullie zeiden toen dat het voor de zomer zou gebeuren. In september kwam de heer Vandenbroucke op de radio en zei dat de accijnshervorming tegen eind september rond zou zijn. Ondertussen is het oktober en is er nog steeds geen sprake van.
Eén ding is echter duidelijk, de minister heeft op de VRT heel duidelijk verklaard dat de accijnzen omhooggaan, zodra de prijzen dalen. Het Vlaams Belang blijft dus op dit dossier hameren, net zoals bij de prijzen aan de pomp. Wij blijven dit dossier van nabij volgen, zodat de gewone burger niet opnieuw de rekening moet betalen. Wie vandaag bijvoorbeeld niet kan tanken in het buitenland, die betaalt de rekening van het beleid van deze regering. Dat scenario dreigt zich opnieuw voor te doen bij de energiefactuur. Als het van het Vlaams Belang afhangt, zal dat niet gebeuren.
19.12 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous étiez beaucoup plus explicite en commission. Ici il y a du monde et je comprends que vous soyez un peu timide, mais je pense qu'il est intéressant de revenir au rapport. Puisque je suis rapporteur, je vais rapporter vos propos tenus en commission. Car ici vous parlez d'un taux de TVA "intelligent"! Qu'est-ce que cela veut dire? Vous expliquiez ceci et c'est dans le rapport: "Le gouvernement a déjà fait part de son intention de maintenir ce taux réduit de TVA à condition qu'il soit couplé à une réforme des accises."
Par réforme des accises, il faut bien sûr comprendre "augmentation des accises". Ce que vous nous dites finalement, c'est simple: le gouvernement est d'accord de réduire les taxes à la seule condition d'augmenter les taxes! C'est ce qui ressort du rapport.
Vous comprendrez bien que l'on ne peut pas soutenir ce genre de propos, même si l'on va soutenir le texte! Ce qu'il faut, c'est une TVA réduite sur les produits de première nécessité et a fortiori sur l'énergie qui, aujourd'hui, pèse si lourdement sur le budget des ménages.
Visiblement, il est difficile pour vous de comprendre ce que représente actuellement le coût de l'énergie dans le budget des ménages puisque vous envisagez déjà d'augmenter les accises pour compenser la baisser la TVA! C'est assez incroyable!
Je vous mets au défi de descendre dans la rue, d'aller dans un magasin ou dans votre Lunch Garden préféré, expliquer aux gens que vous réduisez la TVA à la seule condition d'augmenter les accises. Je suis prêt à vous accompagner et à écouter la réaction des gens lorsque vous leur expliquerez cela. Je suis vraiment curieux!
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2833/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt
85, 4) (2833/4)
Le projet de
loi compte 27 articles.
Het wetsontwerp telt 27 artikelen.
*
* * * *
Amendement
déposé:
Ingediend
amendement:
Art. 28(n)
• 3 –
Marco Van Hees (2833/5)
* * *
* *
Conclusion de la discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
L'amendement est réservé.
Het amendement wordt aangehouden.
Adoptés article par article: les articles 1 à
27.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot
27.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend
20.01 Wouter Vermeersch, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, onze gewaardeerde voorzitster, mevrouw Marghem, duidt mij graag aan als rapporteur omdat ik mijn werk graag nauwgezet uitvoer. Ik wil hier graag kort verslag uitbrengen over dit wetsontwerp.
Onze commissie heeft dit wetsontwerp op 21 september besproken. Het gaat over de omzetting van een Europese richtlijn. Gezien de richtlijn van 2008 al herhaaldelijk ingrijpend werd gewijzigd en aangezien nieuwe wijzigingen nodig waren, is er gekozen voor een zogenaamde herschikking.
Een eerste reeks aanpassingen heeft tot doel om verwijzingen en terminologie in lijn te brengen met het Douanewetboek. Dat ligt mij trouwens bijzonder na aan het hart, want dat Douanewetboek werd, met steun van de minister, ook geamendeerd door het Vlaams Belang. In het kader van die herschikte richtlijn werden ook verschillende begrippen en artikelen gemoderniseerd.
De heer De Roover heeft een aantal opmerkingen over de procedure gemaakt. Hij zei dat een opmerking van de Raad van State om advies in te winnen bij de GBA door de werkdruk bij de GBA moest worden beperkt tot een weinig zeggend algemeen advies. De spreker merkte op dat hij betwijfelt of de aanbevelingen van de Raad van State bij bepaalde artikelen werden opgevolgd. Hij heeft ook een amendement op het wetsontwerp ingediend.
Het Vlaams Belang heeft zich ook in het debat gemengd. Ik heb namens het Vlaams Belang aangegeven dat wij onze steun toezeggen aan het amendement van het Vlaams Belang.
De heer Verherstraeten vond het een goede zaak dat de verantwoordelijkheid van de uiteindelijke geadresseerde wordt opgeheven in lijn met de reeds geldende praktijk en wordt verschoven naar de afzender.
Tot slot wenste de spreker van de minister te vernemen of dit wetsontwerp ook werd besproken op het nationale forum, met name in het overlegorgaan van de administratie Douane en Accijnzen en de private sector.
De minister heeft geantwoord op de vragen van de heer De Roover en vervolgens op de vragen van de heer Verherstraeten.
In het kader van de replieken wenste de heer De Roover nog te vernemen hoe de Belgische particulier kan weten of een buitenlandse leverancier gecertificeerd is. Toen heeft de minister geantwoord dat hij nog eens navraag zou doen bij zijn administratie. In de commissie hadden wij begrepen dat de minister vandaag in de plenaire vergadering die vraag nog zou beantwoorden.
20.02 Peter De Roover (N-VA): Wij neigen naar een voorstem, hoewel de Gegevensbeschermingsautoriteit technisch wel gevat is, maar op een manier die het hen niet mogelijk maakte om daarmee te werken zoals zij dat wenst. U hebt gezegd dat er geen probleem was. Dat wil ik aannemen, maar het is prettig dat de Gegevensbeschermingsautoriteit daar niet van uit moet gaan omdat de indiener dat zo meent. Gelieve die instelling daar in de toekomst passend bij te betrekken.
De toepassing van de wetgeving wordt ook geïnterpreteerd op basis van zowel de bespreking in de commissie als de bespreking in de plenaire vergadering. Daarom had ik erop aangedrongen om uw antwoord te verduidelijken. U zou dat vandaag doen.
Iemand bestelt in het buitenland een krat wijn. Die krat wordt geleverd en aan de grens stelt de douane vast dat de leverancier, de buitenlandse verkoper, zich niet heeft geregistreerd. Ik denk dat de douane die krat dan in principe in bewaring zal nemen. De wijn zal bijgevolg niet worden geleverd aan de koper, die ervoor heeft betaald. Hoe moet die particuliere koper zich ervan vergewissen dat die Italiaan, Fransman of Duitser zich gecertificeerd heeft of een Belgische vertegenwoordiger heeft aangesteld? Of is de koper zijn krat wijn kwijt?
Dit was het voorbeeld bij mijn vraag. Veel wijnliefhebbers zullen ongetwijfeld met veel aandacht naar uw antwoord luisteren.
20.03 Minister Vincent Van Peteghem: Dank u wel, mijnheer De Roover. Ik had mijn antwoord uiteraard voorbereid op basis van het voorbeeld uit uw dagelijkse leven, namelijk champagne. Mijn antwoord is even geldig als het wijn betreft. Ik heb mijn medewerkster gevraagd of het ook op tafelbier van toepassing kan zijn, maar dat moest ze navragen bij de administratie.
Ik kom bij uw vraag. Het is eerst en vooral belangrijk een onderscheid te maken tussen de B2B en de B2C. In het geval van B2B-procedure tussen twee commerciële operatoren moet bij een grensoverschrijdende verkoop van accijnsgoederen nog steeds een papieren document worden gebruikt. Deze procedure wordt vanaf 13 februari 2023 geautomatiseerd. Daarvoor worden ook twee nieuwe vergunningen in het leven geroepen. De gecertificeerde afzender en de gecertificeerde geadresseerde zullen, net als in de vergunningen die nu gelden voor de overbrenging onder de accijnsschorsingsregeling raadpleegbaar zijn in de SEED-databank. Die informatie is dus beschikbaar.
Daarnaast is een andere procedure van toepassing voor B2C. Uw vraag gaat eigenlijk over de aankoop door een particulier, als ik het goed begrijp. Die procedure wordt niet geautomatiseerd. Het voorliggende wetsontwerp verandert ook niets aan die procedure. De vraag hoe een koper kan weten of een verkoper over een vergunning als gecertificeerde afzender beschikt, rijst dus ook niet in dat voorbeeld. De buitenlandse afzender moet immers ook niet over zo'n specifieke vergunning beschikken.
20.04 Peter De Roover (N-VA): Ik heb in de commissie gezegd dat ik champagne wel als voorbeeld nam, maar dat ik zelf geen gebruiker ben van dat product. Tafelbier kopen wij hier. Dat gebeurt niet grensoverschrijdend.
Goed, u hebt zich geïnformeerd bij de
administratie, dus ik ga ervan uit dat uw antwoord duidelijk is: voor een
particulier rijst dat probleem gewoon niet. Dit zal in de huiskamers een zucht
van verlichting doen opwellen. Daar ben ik van overtuigd.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2862/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2862/4)
Le projet de loi compte 38 articles.
Het wetsontwerp
telt 38 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 38 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 38 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Dries
Van Langenhove, Ortwin Depoortere, Frank Troosters, Hans Verreyt, Tom
Van Grieken.
La
commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières
administratives propose de rejeter cette proposition de loi. (2781/2)
De commissie voor Binnenlandse Zaken,
Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken stelt voor dit wetsvoorstel te verwerpen.
(2781/2)
Conformément
à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette
proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les
auteurs.
Overeenkomstig
artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over
dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te
hebben gehoord.
De heer Tomas Roggeman, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
21.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de voorzitster, ik moet hier even iets rechtzetten.
Volgens mij is er een foutje gebeurd. Volgens mij hebt u zich vergist toen u in de commissie tegen mijn wetsvoorstel stemde. Dit wetsvoorstel doet eigenlijk niet meer of niet minder dan asielfraude tegengaan en wie kan daar nu tegen zijn.
Ik zal het even kort uitleggen. De voogdijwet is al bijna twee decennia van toepassing. In die wet staat beschreven hoe we moeten omgaan met minderjarige asielzoekers, de NBMV, niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Indien een overheid de aanwezigheid van een NBMV vaststelt of als deze zich aanmeldt, moet de Dienst Voogdij daarvan worden ingelicht en komt er een identificatiefiche.
Het is niet altijd gemakkelijk om de echte naam, leeftijd en persoonsgegevens van die minderjarige vreemdelingen te krijgen, vooral omdat die zogezegd minderjarige asielzoekers er heel veel baat bij hebben om te liegen en te frauderen. Immers, wie als minderjarige asielzoeker wordt geregistreerd, krijgt gemakkelijker centen en asiel.
In meer dan de helft van de gevallen zien de asieldiensten zelf al van bij het begin dat er iets niet klopt en dat de zogezegd minderjarige er toch een pak ouder uitziet dan de 16 of 17 jaar die hij beweert te zijn. In de meeste gevallen wordt er dan een leeftijdstest uitgevoerd om na te gaan of die zelfverklaarde minderjarige vreemdeling effectief minderjarig is. Die leeftijdstesten, vaak botscans, kosten trouwens heel veel geld, dat moet worden opgehoest door de Vlaamse belastingbetaler.
In maar liefst 70 % van de gevallen blijken de geteste zelfverklaarde minderjarige asielzoekers helemaal niet minderjarig te zijn, ondanks het feit dat er bij die testen een heel ruime foutenmarge wordt gehanteerd in het voordeel van de zelfverklaarde minderjarige. Het zijn dus asielfraudeurs die met leugens gemakkelijk asiel en centen willen krijgen in dit land.
Men zou verwachten dat die fraudeurs dan meteen worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. Maar neen, in kermis België is het altijd prijs. Asielzoekers die gelogen blijken te hebben, kunnen gewoon alsnog asiel krijgen in ons land.
De heer Freddy Roosemont, directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken, geeft terecht aan dat deze fraude nefaste gevolgen heeft voor de procedures en zorgt voor een stijging van de nu reeds veel te hoge werklast. Ook de recente audit van de asieldiensten door Capgemini toont aan dat de NBMV's en de fraude bij de leeftijdstesten een groot pijnpunt is dat heel dringend moet worden aangepakt.
Het feit dat die
asielfraudeurs liegen over hun leeftijd, nadien worden betrapt op die leugens
en dat die asielfraude vaak niet wordt bestraft, is al heel erg en zou heel
dringend moeten worden aangepakt, maar vandaag wil ik iets aanpakken dat
eigenlijk nog schandaliger is dan dat. Het kan wel degelijk nog iets
schandaliger, collega's.
Wist u immers dat
wanneer die zelfverklaarde minderjarige asielzoekers die een leeftijdstest
moeten ondergaan, die tests soms gewoon weigeren? Wist u dat het weigeren van
die leeftijdstest gewoon geen negatieve gevolgen heeft?
Als een gewone
burger verdacht wordt van fraude en weigert dat de fiscus zijn boekhouding
controleert, wat gebeurt er dan, denkt u? Gaat de fiscus hem gewoon gerust
laten? Natuurlijk niet, collega's, die burger zal veroordeeld worden voor
fraude.
Als een man
weigert om een vaderschapstest te ondergaan nadat er vermoedens zijn dat hij de
vader is die zijn verantwoordelijkheid ontloopt, dan gaat de familierechtbank
er automatisch en terecht vanuit dat hij de vader is.
Maar, collega's, als het gaat om asielzoekers in plaats van gewone burgers, dan is opeens die logica volledig weg. Want een zelfverklaarde minderjarige asielzoeker die weigert om zo'n leeftijdstest te ondergaan, zal niet automatisch als volwassene worden beschouwd. Men gaat dan, ik citeer: "een beslissing nemen op basis van de beschikbare dossierstukken."
Nu moeten u even met mij volgen. Dat is immers een heel belachelijke redenering.
Het feit dat een dergelijke zelfverklaarde minderjarige asielzoeker een leeftijdstest moet ondergaan, wil net zeggen dat er twijfel bestond over de minderjarigheid van de migrant in kwestie. Dat wil op zijn beurt zeggen dat die beschikbare stukken per definitie geen duidelijk uitsluitsel konden geven.
De huidige regelgeving bevat dus overduidelijk een onmogelijkheid en een contradictie. Ze moedigt niet alleen fraude aan maar ook een totale tegenwerking van de asieldiensten die gewoon hun job proberen te doen.
Het wetsvoorstel dat ik hier vandaag ter stemming voorleg, wil die onmogelijkheid oplossen. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat een zelfverklaarde minderjarige asielzoeker die weigert een leeftijdstest te ondergaan, zal worden behandeld als een meerderjarige, wat hij in casu natuurlijk gewoon ook effectief is.
Het wetsvoorstel is dan ook een uitvoering van de aanbevelingen van de commissie-Bossuyt waarin wordt gesteld dat – ik citeer opnieuw – "een wettelijk kader dient te worden gecreëerd zodat een minderjarige die weigert een leeftijdsonderzoek te ondergaan en waarvoor twijfel wordt geuit omtrent de leeftijd, als een meerderjarige kan worden behandeld door de Dienst Vreemdelingenzaken."
U loopt allemaal heel hoog op met de Dienst Vreemdelingenzaken en met de asieldiensten. U loopt allemaal heel hoog op met de conclusies van de commissie-Bossuyt. Hier is een kans om eindelijk eens de daad bij het woord te voegen en die conclusies in de praktijk te brengen.
Ik merk het enthousiasme dat hier in de Kamer opborrelt. Ik hoop dat ik u alsnog heb kunnen overtuigen en dat u het wetsvoorstel zult goedkeuren.
La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.
22.01 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la ministre, nous sommes bien conscients que nous vous ôtons des travaux budgétaires du gouvernement. Ces travaux seront cruciaux quant à leur issue largement attendue par nos citoyens, les artisans, les indépendants, les PME, le secteur associatif et non marchand et les pouvoirs publics.
Si je ne conteste en rien que la plus grande des urgences est d'abord de trouver des solutions pour ces catégories de population, je profite de la séance pour vous dire l'indignation et la colère à travers le Royaume d'une série de pouvoirs publics locaux, singulièrement communaux ou zonaux, s'agissant des services de secours ou de police, au regard des moyens qui s'apprêtent à être donnés, sous réserve de l'issue du conclave. Nous avons été nombreux à voter la réforme de la zone de secours parce qu'elle contenait dans son article 67 cette ambition de tendre vers une prise en charge à parts égales des montants nécessaires pour faire fonctionner nos pompiers. Cette prise en charge n'est toujours pas une réalité, plus de quinze ans plus tard!
Pire! Dans la zone de secours que je préside, il nous faudra rajouter 6 millions d'euros l'an prochain pour équilibrer le budget, quand la dotation fédérale va augmenter de 177 euros! Le ratio de contribution fédéral à la dotation de cette réforme, portée à l'époque par l'ancien président de la Chambre, sera de 17 %, pour 83 % de contributions locale, provinciale et communale.
C'est déjà en soi, et de longue date, un problème et c'est la raison pour laquelle la zone NAGE (Namur, Andenne, Gembloux, Éghezée) singulièrement a traîné l'État devant la justice. Nous avons obtenu gain de cause en première instance. Évidemment, l'arrêté royal n'avait jamais été pris et vous avez été contrainte de le prendre au pas de charge avec, à nos yeux, de la malhonnêteté intellectuelle quand on voit la manière dont le fédéral réinvente a posteriori le calcul de sa contribution en y mettant également à grandes lampées ses interventions pour la Protection civile, par exemple, pour justifier que le 50/50 serait un objectif atteint. Nous sommes maintenant en appel et je formule le souhait, et je le crois, que l'État sera à nouveau condamné.
Ce n'est pas vous à titre personnel qui êtes visée par la démarche. Ce sont les carences des gouvernements successifs par rapport au non-respect de leurs engagements vis-à-vis des pouvoirs locaux. Nous sommes encore, et c'est heureux, dans cette Assemblée, un grand nombre de bourgmestres, d'échevins ou de présidents de CPAS. Nous savons combien les pouvoirs locaux sont les premiers refuges des citoyens confrontés aux difficultés et encore plus en cette période, parce qu'ils n'attendent hélas plus grand-chose d'un gouvernement qui traîne à prendre des décisions et qui se réfugie alors vers le seul niveau de pouvoir qui, de crise en crise, a apporté la démonstration de son efficacité.
En ce qui concerne les indexations, il est vrai que l'indexation des dotations s'agissant des zones de secours n'a pas été initialement prévue dans la réforme; mais quand on voit le dérapage important dû au contexte inflationniste, il est plus qu'urgent et c'est ce que l'Union des villes et des communes tant du Nord, du Sud que du Centre plaide. Elle plaide pour qu'il y ait enfin une adaptation des dotations fédérales à la hauteur des enjeux. La sécurité ne saurait être sacrifiée sur l'autel des économies: rien que 8 à 10 % d'augmentation!
Un autre élément nous préoccupe: vous répondez favorablement au niveau fédéral aux demandes formulées par les syndicats des forces de police. Et c'est très bien puisque, ma foi, quand vous décidez, notamment au travers des accords sectoriels, de les revaloriser, vous n'assumez qu'une partie du coût. Le reste devra automatiquement être porté à charge des communes et des zones de police, sans qu'on ait eu voix au chapitre. Le premier accord représente 40 millions, nécessaires pour que les pouvoirs locaux ne passent à nouveau à la caisse. Pour le second accord sectoriel, 90 millions sont à nouveau nécessaires. Là aussi, quand le fédéral décide d'octroyer quelque chose à ses policiers fédéraux, il faudrait que les pouvoirs locaux ne soient pas obligés de suivre comme de bons toutous, sans en avoir nécessairement les moyens. Et la concertation fait régulièrement défaut.
Simplement pour répondre aux besoins financiers découlant des décisions fédérales – je ne parle pas ici de décisions qui seraient prises à l'échelle locale par les pouvoirs locaux, tous seuls dans leur coin, et dont il conviendrait bien entendu qu'ils les assument –, sans les moyens appropriés, il vous faudrait certainement obtenir 200 millions d'euros. Car quand on entend les moyens qui ont été dégagés et dont je ne doute que vous allez à nouveau me les rappeler, ces sommes permettent au mieux de pouvoir combler les cadres existants lors des départs à la pension et des quelques recrutements qu'il faut opérer. Et encore, car le montant n'est pas certain.
Il y a eu, sous le précédent gouvernement, celui avant Mme Wilmès, des restrictions dans les académies de police: moins de personnel a pu en sortir, de sorte qu'aujourd'hui, il devient même compliqué pour les zones de police de recruter. On n'a même plus le choix! On est simplement heureux quand quelqu'un postule.
Il y a donc un vrai problème de sous-financement qui est connu de longue date, puisque la norme KUL est systématiquement évoquée quant il s'agit de la fustiger, et à raison.
Et qu'attend-on d'un gouvernement, surtout quand j'en relis la déclaration gouvernementale de début de législature, que nous n'avons pas rejetée pour ce qui nous concerne? Nous nous sommes abstenus, ce qui est plutôt atypique pour une formation d'opposition, parce qu'enfin, un gouvernement émergeait après la période de turpitude que nous connaissions et nous voulions lui faire confiance. Aujourd'hui, cette confiance n'est pas au rendez-vous.
J'interviens dès lors, madame la ministre, au nom de mes collègue et de Josy Arens, vaillant député de notre formation qui vous interpellait hier encore sur ces questions. On le sait, la question du refinancement des zones de secours, celle du refinancement des zones de police, bref, la question de la sécurité de nos concitoyens ne souffre pas de couleurs politiques. Elle ne souffre pas de querelles de minorité ou de majorité. Elle souffre tout court sur le terrain avec des vraies préoccupations et inquiétudes quant à la capacité de disposer toujours demain des effectifs suffisants. Je ne parle même pas du matériel. Je parle bien des effectifs suffisants pour assumer nos missions de protection à l'égard de nos concitoyens.
L'arrêté sur l'aide adéquate la plus rapide, qui est d'ailleurs parfois un summum anti-bon sens, notamment lorsqu'il faut envoyer six pompiers pour débloquer un ascenseur, génère lui-même des coûts fondés sur l'absurde. Va-t-on demain devoir expliquer aux citoyens qu'ils n'auront pas l'ambulance qui est censée les prendre en charge, que le délai s'allonge s'agissant des interventions des pompes à eau par défaut de moyens et donc par nécessité de restreindre les capacités d'intervention.
Je voudrais, madame la ministre, au nom de
l'ensemble des municipalistes, certainement, dès lors qu'ils conservent dans
cette enceinte au moins encore la capacité de s'exprimer et de relayer les
préoccupations de terrain, avoir des apaisements quant au combat que vous
comptez mener pour arracher ces moyens auprès du secrétaire d'État au Budget et
du premier ministre parce que, réellement, l'urgence est là. Elle a été
réclamée depuis de nombreuses années. Aujourd'hui, nous avons le nez dessus. On
parle ni plus ni moins de la sécurité de nos concitoyens. Je vous remercie.
22.02 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik verwonder mij enigszins over de vreemde gang van zaken. Ik zou het heel kort kunnen houden en vragen of u blijft bij uw antwoorden van gisteren op soortgelijke mondelinge vragen in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Toch zou ik van de gelegenheid gebruik willen maken om een andere weg in te slaan en het financiële plaatje wat breder te bekijken dan enkel de terechte bekommernissen die de heer Prévot hier zonet schetste.
Ten eerste weet u dat Belfius in zijn jaarlijkse studie van de lokale financiën onderzocht in welke mate de gemeentelijke meerjarenplannen bestand zijn tegen de grote financiële schokken die veroorzaakt worden door de energiecrisis en de inflatie. Belfius verwacht dat de uitgaven van de Vlaamse gemeenten in 2022 maar liefst 465 miljoen euro hoger zullen liggen dan verwacht. Dat komt door de onvoorziene loonkostenstijgingen, door hogere dotaties en door extra energiekosten. Gemeenten ondervinden een nog sterker effect van de inflatie volgens Belfius, dat de prijsstijgingen specifiek voor de gemeenten dit jaar op 9,7 % raamt.
Zoals u weet, verloopt onder meer de financiering van de politiediensten nog steeds op basis van een verouderde KUL-norm. De heer Prévot heeft er ook terecht naar verwezen. Die KUL-norm is gebaseerd op criteria die dezer dagen niet langer meer gangbaar zouden mogen zijn, daarover is zo ongeveer iedereen het eens. Het resultaat is onder meer een scheeftrekking in de financiering van de politiezones, in het nadeel van Vlaanderen.
Zal daar iets aan veranderen, mevrouw de minister? Overweegt u de financiering van de politiezones op een andere manier te bekijken, te herbekijken? Ziet u dat nog gebeuren in deze regeerperiode? U schermt vaak met het argument dat in de Staten-Generaal van de Politie werkgroepen zijn opgericht die de zaak bespreken en onderzoeken, maar ik had graag geweten wat de stand van zaken is, in hoeverre de nieuwe financieringswijze van de politiezones een ander pad inslaat dan de verouderde KUL-norm en wanneer dit daadwerkelijk aan bod zal komen.
Ik grijp de interpellatie van de collega van Les Engagés ook aan om, zoals gezegd, het financiële plaatje wat breder te bekijken en ook het communautaire aspect, dat toch belangrijk is in ons land, even onder de aandacht te brengen. De algemene transfers tussen Vlaanderen en Wallonië zijn begroot op jaarlijks minstens 7,6 miljard euro. Als er druk komt van Franstalige regeringspartijen om de bijdrage van de federale dotatie aan de politiezones lineair te verhogen, dan moet ook die scheeftrekking rechtgetrokken worden, dan moet ook die financiering herbekeken worden.
Mevrouw de minister, op basis van welke objectieve criteria en parameters wil u de financiering van dat dotatiesysteem volledig objectiveren?
22.03 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, le 28 septembre dernier, les pouvoirs locaux vous ont lancé un énième appel au secours, un véritable S.O.S. déplorant notamment votre absence et celle du gouvernement pour les soutenir face à la crise énergétique, sanitaire et socio-économique qui les frappe de plein fouet.
Leurs factures énergétiques explosent, comme pour nous tous, bien sûr. On parle ici d'un quadruplement des coûts d'ici 2023, ce qui va inévitablement impliquer la recherche de nouvelles sources de financement pour équilibrer les budgets des autorités locales ou des grandes sources d'économie. On sait par exemple, à Bruxelles et ailleurs, que certaines municipalités envisagent tout simplement de fermer les piscines cet hiver.
Néanmoins, cet équilibre n'est pas mis à mal uniquement à la suite de la hausse des prix de l'énergie. Il faut en effet rappeler que les pouvoirs locaux sont légalement tenus d'éponger les déficits d'autres organismes communaux ou paracommunaux. Nous pouvons également citer la hausse de l'allocation de fin d'année pour le personnel des zones de secours et de police, mais aussi l'ensemble des coûts liés à l'inflation, qui ne cessent de croître.
C'est pourquoi il est impératif, madame la ministre, de trouver des solutions, et vite. Parce qu'aujourd'hui, les pouvoirs locaux vont être obligés soit de reporter leurs investissements et dépenses, soit d'augmenter les taxes communales, et ce alors même que les ménages sont déjà en grande difficulté. Ou alors, ils devront tout simplement abandonner le financement de tout ce qui n'est pas régalien, à savoir la culture, le lien social, le sport ou le vivre ensemble.
Mes interpellations sont simples, madame la ministre. Quelles mesures entendez-vous enfin prendre pour soutenir les pouvoirs locaux face à la hausse des prix de l'énergie mais également de l'ensemble des coûts liés à l'inflation?
Où vont-ils trouver des ressources pour équilibrer leurs finances? Des solutions seront-elles mises sur la table lors du conclave budgétaire qui s'ouvre?
Pourquoi les pouvoirs locaux ne reçoivent-ils aucune réponse de votre part à leurs interpellations? Estimez-vous encore aujourd'hui que l'autorité fédérale est effectivement compétente pour venir en aide à ces pouvoirs locaux, qui en auraient bien besoin?
22.04 Minister Annelies Verlinden: Beste collega's, ik ben uiteraard niet ongevoelig voor de financiële situatie van de lokale besturen.
Je dirais même, bien au contraire. Les autorités locales, qui ont fait des efforts considérables pendant la crise covid pour accueillir les personnes fuyant l'Ukraine, ressentent les importantes augmentations de prix sur le marché de l'énergie. Nous entendons leur appel. Les soutenir est, pour moi, une priorité, notamment à l'occasion du conclave budgétaire en cours.
De middelen van de federale regering zijn
natuurlijk niet onbeperkt en die van andere overheden evenmin. Het is daarom
mijn vaste overtuiging dat wij de handen in elkaar moeten slaan om de lokale
overheden te ondersteunen en dat wij allemaal, federaal en zeker ook regionaal,
ons steentje moeten bijdragen. Ook Binnenlandse Zaken neemt zijn
verantwoordelijkheid. Binnen de bevoegdheden die ik heb, doe ik er alles aan om
naar bijkomende middelen voor de lokale besturen te zoeken. Natuurlijk kunnen
wij de noden van de lokale besturen niet enkel vanuit Binnenlandse Zaken
oplossen. Wij moeten een
collectieve verantwoordelijkheid opnemen.
En ce qui concerne les zones de secours, nous avons défini une nouvelle trajectoire de croissance pour leur dotation. Nous mettons 129 millions d'euros supplémentaires à disposition. La dotation fédérale passe ainsi de 152 millions d'euros en 2020 à près de 190 millions d'euros en 2024. Cette augmentation de 20 % est notable d'autant que rien n'avait été fait à ce niveau en 2019 et en 2020.
Je comprends très bien que cela ne couvre pas tous les besoins. Dans les circonstances actuelles, avec une inflation galopante et des hausses de prix sans précédent, des mesures supplémentaires doivent être prises. C'est la raison pour laquelle j'ai mis sur la table du gouvernement, lors du conclave budgétaire, une proposition visant à indexer la dotation aux zones de secours en 2023 et à ancrer de manière structurelle un mécanisme d'indexation pour les années suivantes.
Pour moi, l'indexation de la dotation aux zones de secours sonne comme une évidence. Mais en ces temps budgétaires difficiles, il faut se battre pour ce qui semble évident. Avec votre soutien, je défendrai cette position lors du conclave budgétaire qui se tiendra ce week-end. Soyons clairs, les besoins sont importants! J'appelle les membres du gouvernement à soutenir ma proposition et à approuver l'indexation de la dotation aux zones de secours pour répondre aux besoins urgents sur le terrain.
Uiteraard zijn de hulpverleningszones niet de enige die financieel moeilijke tijden beleven. Hetzelfde geldt immers voor de lokale politiezones. In tegenstelling tot de dotatie voor de hulpverleningszones wordt de dotatie voor de lokale politiezones wel jaarlijks en automatisch geïndexeerd.
Plus particulièrement, 64 millions d'euros de moyens supplémentaires sont prévus cette année pour l'indexation au sein des zones de police.
We hebben de discussie al eerder gevoerd in de commissie voor Binnenlandse Zaken. Ik bestudeer nu met onze diensten hoe wij de automatische indexering voor de lokale besturen zo snel mogelijk, dus voor het einde van de nuttige periode, die er nu in oktober en november aankomt, kunnen opnemen in de voor hen beschikbare kredieten en begrotingsbeslissingen.
Naast de verwerking van die automatische indexering vraag ik voor de lokale politie inspanningen tijdens de begrotingsbesprekingen.
Zoals u weet, hebben wij eind vorig jaar en begin dit jaar met de politievakbonden een overeenkomst afgesloten voor een loonsverhoging van gemiddeld 5 % voor de politiemedewerkers. Na twintig jaar stilstand was dat akkoord broodnodig om van de politie een blijvend aantrekkelijke werkgever te maken.
Inderdaad, wij moeten bijkomend rekruteren om onze verschillende politiediensten te versterken. In dat proces zijn wij altijd bondgenoot geweest van de lokale besturen.
Mijnheer Prévot, u hebt gezegd dat het overleg niet altijd goed verlopen is. De lokale besturen hebben aan elke onderhandeling deelgenomen. Zij zijn altijd uitgenodigd. Wat dat betreft, is het geplande proces meer dan rigoureus gevolgd.
Om de lokale besturen te ondersteunen, rekening houdend met de financiële uitdagingen waar ze voor staan, vraag ik aan de tafel van de begrotingsbesprekingen de volledige compensatie van de meerkosten van het sectoraal akkoord en de NAVAP-regeling inzake het wachtgeld van de niet-actieven.
Die besprekingen zijn, zoals u weet, niet afgelopen. Maar zo heb ik het alvast in de voorbije weken geformuleerd.
Ik meen dat het noodzakelijk is ook een oefening voor de financiering van de lokale zones op lange termijn te maken. Ik trap effectief een open deur in wanneer ik zeg dat de KUL-norm herzien moet worden. De KUL-norm voor de politiezones kan geen gegevenheid blijven voor de toekomst. Daarom hebben wij vanaf het begin van deze legislatuur de werkzaamheden ter zake gestart.
Maar ook mijn voorgangers hebben die oefening al gemaakt, samen met notoire experts. Dat is geen gemakkelijke oefening, want de criteria die daarvoor gehanteerd moeten worden, moeten objectief en transparant zijn, en uiteraard ook rekening houden met de evoluerende realiteit van de veiligheidsnoden in de verschillende zones.
Je suis bien informée des messages des bourgmestres, qui s'inquiètent des missions de police de base. Un paysage policier comportant 185 zones de police n'est plus tenable, d'après moi. Chaque citoyen mérite de bénéficier de services de qualité, peu importe où il vit. C'est pourquoi je réitère mon plaidoyer en faveur d'économies d'échelle. Cette approche ne doit, en aucun cas, nuire à la proximité. Je dirais même: au contraire. En effet, lorsque des économies d'échelle apportent de la valeur aux services, ceux-ci peuvent être organisés plus efficacement. De la sorte, leur mode de fonctionnement sera plus résilient. À long terme, cela rendra nos zones de police financièrement plus saines – et c'est vraiment nécessaire.
Comme vous le savez, les polices locales et la police fédérale ont beaucoup à faire. Ces derniers mois, nous avons tous pu constater que les criminels et les narcotrafiquants n'opèrent plus dans l'ombre. La violence extrême devient monnaie courante. Tout le monde est sur le qui-vive. Avec la loi sur l'approche administrative, nous voulons offrir aux bourgmestres et aux pouvoirs locaux un outil ciblé dans la lutte contre la criminalité déstabilisante. Les pouvoirs locaux le réclament depuis longtemps.
À la mi-septembre, le premier ministre a organisé une consultation des bourgmestres des 14 centres urbains. À cette occasion, j'ai pu constater que la loi sur l'approche administrative bénéficiait d'un large soutien, même si – bien sûr – les répercussions financières suscitent également des inquiétudes. Et je le comprends. J'ai bien entendu la question relative à l'impact de l'exécution de cette loi sur les autorités locales. Je consulte régulièrement de nombreux bourgmestres wallons et flamands, en vue de l'approbation de ce projet de loi par le Conseil des ministres. Les éventuels surcoûts pour les autorités locales qui découlent directement de ce texte seront objectivés.
Ik benadruk evenwel dat de finale toepassing van de wet op de bestuurlijke handhaving ook financiële en sociologische voordelen met zich zal meebrengen. Zo zal een snelle sluiting van de malafide onderneming minder opvolging met zich meebrengen voor justitie en politie. Een bonafide ondernemer zal voor een maatschappelijke return voor de buurt, de burgers en de gemeente kunnen zorgen. Ook de inkomsten van eventuele bestuurlijke dwangsommen zullen bij de gemeenten terechtkomen.
Bovendien voorziet het wetsontwerp ook in de mogelijkheid voor gemeenten om samenwerkingsverbanden met andere gemeenten te sluiten om op een goede manier uitvoering aan die wet te geven. Evident zullen dergelijke samenwerkingsverbanden leiden tot efficiëntiewinsten.
Afsluiten wil ik doen door te zeggen aan de lokale besturen dat zij uiteraard de noden die zij hebben met ons mogen delen. Het is soms moeilijk om gehoor te krijgen, maar ik hoor de lokale besturen, ik hoor de noodkreten. Ik gebruik ook dit forum, dit Parlement, om de noodkreet van de lokale besturen te versterken en iedereen op te roepen om datzelfde pleidooi te houden rond de tafel van de begrotingsbesprekingen.
Daarom wil ik aan mijn collega's uit de
regering maar ook uit de andere regeringen zeggen dat de lokale besturen ons
nodig hebben. Het water staat hen aan de lippen. Binnenlandse Zaken kan niet
hun enige bondgenoot zijn. We
hebben hen allemaal nodig.
22.05 Maxime Prévot (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses qui, jusqu'à présent, n'ont pas vraiment été convaincantes. J'attends l'issue du conclave pour espérer être convaincu. Trop régulièrement, à chaque fois qu'il s'agit de plaider pour obtenir des moyens supplémentaires en matière de police, la réponse presque bateau qui est formulée est celle d'un appel à une fusion des zones – et je le regrette.
La fusion des zones, intellectuellement, je peux l'entendre, et peut-être même qu'en matière de gouvernance, la fusion pourrait amener ci et là une amélioration. Mais je ne connais aucune fusion entre pouvoirs publics qui ait jamais amené une révision à la baisse des coûts. À chaque fois, on aligne sur la situation la plus haute et, de surcroît, pour une police de proximité, on l'éloignerait encore plus.
J'ai la chance de présider une zone monocommunale mais je sais que les bourgmestres des plus petites communes, des zones pluricommunales qui n'ont peut-être que deux combis disponibles durant la nuit et qui doivent parcourir cinq, six, sept communes, reçoivent des doléances permanentes des citoyens qui ne comprennent pas pourquoi entre l'appel et l'arrivée – quand il y en a une – de policiers, autant de temps s'écoule. Je ne crois donc pas à cette recette miracle.
De même, vous avez évoqué, madame la ministre, cette récente rencontre, à l'initiative du premier ministre, avec les bourgmestres des plus grandes villes du pays. J'ai eu le plaisir d'en faire partie. On a entendu là aussi le premier ministre dire: "Écoutez, pour améliorer le travail de terrain, ce n'est pas qu'une question de moyens supplémentaires!" La messe était dite. "C'est surtout une optimisation du travail, de la collaboration." Oui, peut-être mais ce n'est certainement pas suffisant.
J'ai entendu votre appel, l'appel au soutien de vos partenaires. Le nôtre vous est acquis, madame la ministre. Nous sommes d'accord que vous obteniez 100 % de ce que vous avez demandé, même si je ne suis pas certain que ce que vous avez demandé corresponde suffisamment aux besoins réels du terrain.
J'entends que vous exhortez vos partenaires, via leurs relais ministériels respectifs, à vous octroyer ce même soutien. J'y vois donc un appel à soutenir la motion que je dépose puisqu'elle ne fait que plaider pour un juste refinancement des zones de secours et des zones de police, ce pour quoi j'entends aussi plaider chaque semaine des bourgmestres, y compris de votre majorité. Je n'imagine pas qu'ils éjecteront cet appel aujourd'hui, via une motion simple.
La motion déposée exhorte le gouvernement mais cela ne constitue pas encore une garantie de résultat.
Mais si les bourgmestres, les mandataires des partis quels qu'ils soient, la rejettent, il ne faudra pas se plaindre par après qu'il n'y a pas de moyens suffisants ou de soutiens lourds à votre demande.
Je vois dans cette motion qui exhorte le gouvernement à verser les indexations, à prévoir le mécanisme d'indexation, à augmenter les dotations, à revoir le mécanisme de financement des zones de police et des zones de secours, le meilleur soutien possible pour le moment au combat que vous menez au sein du gouvernement.
Ce sera l'heure de vérité et l'occasion de voir, selon le résultat des votes, si vous devez craindre d'être seule et soutenue uniquement par l'opposition ou si la majorité vous soutient pour obtenir les crédits que vous revendiquez pour la sécurité de nos concitoyens.
22.06 Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, de realiteit is dat steeds meer lokale politiezones bijstand moeten verlenen aan de federale politie, terwijl het net omgekeerd zou moeten zijn. Er worden steeds meer taken en opdrachten toegewezen aan de lokale politiezones. Niet alleen moeten de lokale besturen steun krijgen om deze economische crisis te doorstaan, er moet daarnaast ook werk worden gemaakt van een herziening van de KUL-norm en het politielandschap, zodat de taken van de lokale en de federale politie eindelijk duidelijk worden afgebakend. De herziening van de schaalgrootte van politiezones mag geen taboe zijn. Lokale besturen en politiezones worden tegenwoordig het slachtoffer van de stijgende energiekosten en de inflatie.
Mevrouw de minister, als het opnieuw de bedoeling is om een extra geldstroom naar Wallonië te creëren, dan passen ik en mijn partij voor deze gedachteoefening. De steun aan lokale besturen en politiezones kan en mag geen synoniem zijn van de instandhouding van een linkse, Waalse hangmatcultuur. Ik stel klaar en duidelijk dat er een nieuw financieringssysteem moet komen, met een nieuwe KUL-norm met objectieve criteria waarnaar u zelf ook hebt verwezen.
Wanneer we tot het besluit komen dat er een andere kijk is op de financiering van het politielandschap in Vlaanderen en Wallonië en als we objectief kunnen vaststellen dat er twee verschillende veiligheidsculturen zijn in dit land, dan moet u de consequenties daarvan in acht nemen. Dan moet u naar een ander veiligheidsbeleid in het andere landsgedeelte toewerken. Dat is absoluut niet erg.
Ik citeer mijn fractievoorzitster, Barbara Pas, die in een lijvig boek, Bodemloos, de transfers op een zeer heldere en duidelijke manier heeft geschetst. Ik beveel het boek van harte aan. Zie stelde: "Het is in het belang van Vlaanderen en Wallonië dat de transfers zo snel mogelijk stoppen. Dat kan door de regio's bevoegd te maken voor de belastingen en de sociale zekerheid." Ikzelf voeg daar het veiligheidsbeleid nog aan toe. Als dat er niet van komt, dan is de onafhankelijkheid van Vlaanderen de enige mogelijke weg.
22.07 François De Smet (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. J'espère, comme mes collègues, que vous serez entendue lors du conclave budgétaire. Nous vous soutenons évidemment dans vos demandes. Heureusement que l'opposition est de temps en temps là pour permettre au Parlement que la Vivaldi parle à la Vivaldi.
Les communes, c'est de plus en plus de missions et de moins en moins de moyens. De plus en plus de responsabilités pour les zones de secours, les zones de police, pour des enjeux que vous avez notamment rappelés, comme l'étendue formidable du problème des narcotrafiquants, qui prennent possession, de plus en plus, de nos quartiers.
Mais cela reste aussi, de loin, le niveau de pouvoir qui a le plus la confiance des citoyens. À ce titre, pour qu'il puisse continuer à exercer ses responsabilités et à servir à l'ensemble du monde politique de lien avec les citoyens, il est important de continuer à le soutenir. C'est pour cela que nous espérons de tout cœur que vous obtiendrez les moyens nécessaires. Nous espérons que l'on va continuer à investir dans les communes et qu'on n'oubliera pas que nous dépendons tous de ce pilier de la démocratie. Nous comptons sur vous et, pour vous encourager, nous déposons nous aussi une motion en ce sens.
Motions
La présidente: En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une première
motion de recommandation a été déposée par M. Maxime Prévot et est
libellée comme suit:
"La
Chambre,
ayant
entendu les interpellations de MM. Maxime Prévot, Ortwin Depoortere et
François De Smet
et la
réponse de la Ministre de l’Intérieur, des Réformes institutionnelles et du
Renouveau démocratique,
- vu l’étude de Belfius du 10 juin 2022 sur les finances publiques locales;
- considérant le choc financier auquel les zones de secours et les zones de police doivent faire face cette année;
- considérant le niveau élevé de l’inflation responsable de la forte augmentation des coûts salariaux induite par leur indexation automatique;
- considérant que les dépenses de personnel constituent pour les zones de secours et les zones de police, respectivement plus de 80% et 90% de leurs dépenses ordinaires;
- considérant le cri d’alarme des 3 unions des villes et communes du pays qui ont relayé leurs préoccupations auprès du gouvernement afin d’obtenir un soutien financier supplémentaire dans le cadre du conclave budgétaire;
demande au gouvernement
- de prévoir
une indexation de la dotation fédérale aux zones de secours comme la ministre
s’y est engagée en commission de l’intérieur du 5 octobre 2022;
- de prévoir
une enveloppe budgétaire supplémentaire au profit des 34 zones de secours
pour rapprocher la part du fédéral actuelle évaluée à 20% dans les surcoûts
liés à la mise en œuvre de la réforme de la sécurité civile d’une part de 50%
telle que prévue dans l’article 67 de la loi organique de 2007;
- de verser
sans délai le montant de l’indexation de 8% aux zones de police qui figure au
troisième ajustement budgétaire après avoir si nécessaire levé les obstacles
juridiques au versement de cette indexation;
- d’examiner
la possibilité d’institutionnaliser un organe de concertation regroupant le
fédéral et les pouvoirs locaux en charge des matières liées à la
sécurité."
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Maxime Prévot en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Maxime Prévot, Ortwin Depoortere en François De Smet
en het antwoord van de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing,
- gelet op de studie van Belfius van 10 juni 2022 over de financiële situatie van de lokale besturen;
- gelet op de financiële schok waaraan de hulpverleningszones en de politiezones dit jaar het hoofd moeten bieden;
- gelet op de hoge inflatie die tot een forse stijging van de loonkosten geleid heeft als gevolg van de automatische indexering van de lonen;
- overwegende dat de personeelsuitgaven respectievelijk meer dan 80 % en 90 % uitmaken van de gewone uitgaven van de hulpverleningszones en van de politiezones;
- gelet op de noodkreet van de drie verenigingen van steden en gemeenten in ons land, die hun bezorgdheden kenbaar gemaakt hebben aan de regering, teneinde extra financiële steun te verkrijgen in het kader van het begrotingsconclaaf;
vraagt de regering
- te voorzien in een indexering van de federale dotatie voor de hulpverleningszones, zoals de minister toegezegd heeft in de vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken op 5 oktober 2022;
- te voorzien in bijkomende begrotingsmiddelen ten behoeve van de 34 hulpverleningszones, teneinde het huidige, op 20 % geraamde federale aandeel in de meerkosten verbonden aan de tenuitvoerlegging van de hervorming van de civiele veiligheid dichter te doen aansluiten bij een aandeel van 50 %, zoals voorzien in artikel 67 van de wet van 2007;
- onverwijld het bedrag van de indexering van 8 % aan de politiezones te storten dat in de derde begrotingsaanpassing opgenomen is, na zo nodig de juridische hinderpalen voor de storting van die indexering te hebben weggenomen;
- de mogelijkheid te onderzoeken van de oprichting van een institutioneel overlegorgaan waarin het federale beleidsniveau en de lokale overheden die bevoegd zijn voor de veiligheidsgerelateerde materies zitting hebben."
Une deuxième
motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet et est
libellée comme suit:
"La
Chambre,
ayant
entendu les interpellations de MM. Maxime Prévot, Ortwin Depoortere et
François De Smet
et la
réponse de la Ministre de l’Intérieur, des Réformes institutionnelles et du
Renouveau démocratique,
- vu l’article 162, deuxième alinéa, 2° et 6° de la Constitution;
- vu la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, qui ne prévoit pas de mécanisme d’indexation des dotations fédérales;
- vu les articles 238 à 263 de la Nouvelle loi communale;
- vu les articles L1332-1 à L1332-26 du Code de la démocratie locale et de la décentralisation;
- vu l’arrêté royal du 20 juin 2019 modifiant la position juridique pécuniaire du personnel des services de police;
- vu l'ordonnance conjointe à la Région de Bruxelles-Capitale et à la Commission communautaire commune du 27 juillet 2017 fixant les règles de répartition de la dotation générale aux communes et aux CPAS de la Région de Bruxelles-Capitale;
- considérant que les villes et les communes du pays ont été confrontées, en moins de 3 ans, à une série de crises sanitaire, migratoire, climatique, énergétique, économique et sociale, durant lesquelles elles ont été particulièrement sollicitées sur le plan humain et financier;
- considérant que la charge financière pour les pouvoirs locaux n’a cessé de croître depuis de nombreuses années, nécessitant parfois le report des investissements ou encore l’augmentation des taxes et redevances communales;
- considérant l’imprévisibilité actuelle croissante en matière de finances communales;
- considérant la note « Hausse des prix de l’énergie » de l’UVCW (ndlr: Union des Villes et Communes de Wallonie) adressée en mars 2022 au premier ministre Alexander De Croo et au ministre wallon de l’énergie Philippe Henry, qui insistait sur la nécessaire amplification des politiques de soutien aux Pouvoirs locaux pour favoriser la transition énergétique et sur les mesures à prendre à très court terme pour diminuer l’impact de la hausse des prix de l’énergie sur les finances des pouvoirs locaux;
- considérant la sonnette d’alarme tirée par les bourgmestres des communes de Wallonie Picarde du 24 septembre 2022 quant à la situation extrêmement difficile des finances communales;
- considérant le nouvel appel à l’aide des pouvoirs locaux du 28 septembre 2022 déplorant notamment l’inaction du gouvernement pour les soutenir face à la crise énergétique, sanitaire et socio-économique qui les frappe;
- considérant le courrier adressé fin septembre 2022 à la Ministre de l’Intérieur et à l’ensemble du gouvernement fédéral dans lequel l’Union des Villes et des Communes de Wallonie mettait en garde quant à la catastrophe financière qui s’annonce pour les villes et les communes si rien n'est fait pour rééquilibrer radicalement les efforts fédéraux et locaux actuels;
- considérant le courrier adressé le 4 octobre 2022 à la Ministre de l’Intérieur dans lequel les bourgmestres des communes de la zone de secours NAGE font part de leur indignation quant à l’absence de budget supplémentaire dégagé par le gouvernement fédéral pour faire face aux indexations et à l’inflation;
- considérant que les pouvoirs locaux font actuellement face à un choc financier encore plus important que lors de l’épidémie de Covid-19 et que la hausse des coûts de l'énergie conduit à une explosion des factures énergétiques des pouvoirs locaux;
- considérant toutefois que la hausse des prix de l’énergie n’est pas seule responsable du déficit budgétaire des pouvoirs locaux;
- considérant que les autorités locales subissent également l’augmentation de la dette des CPAS, suite à l’augmentation de nouvelles demandes de prise en charge, mais aussi le financement de la hausse de l’allocation de fin d’année pour le personnel des zones de secours et de police, ainsi que l’ensemble des coûts liés à l’inflation et à l’indexation des salaires;
- considérant l’insuffisance, voire l’absence, d’indexation des dotations fédérales pour faire face à l’inflation;
- considérant qu’une proposition d’indexation des dotations fédérales sera posée sur la table du conclave budgétaire par la Ministre de l’Intérieur et qu’une modification de la loi du 15 mai 2007 est en cours de préparation en ce sens;
- considérant qu’une augmentation de la dotation fédérale affectée aux zones de secours de près de 37 millions d’euros entre 2021 et 2024 a été adoptée;
- considérant que 25 000 licenciements seraient à craindre dans la fonction publique communale en Wallonie d’ici à 2027 si la situation reste inchangée;
- considérant que les négociations pour le budget fédéral 2023 et 2024 sont en cours;
demande au gouvernement
- de dégager
une enveloppe budgétaire pour aider financièrement les pouvoirs publics locaux
face à la hausse des prix de l’énergie;
- de
supporter totalement la hausse de l’allocation de fin d’année pour le personnel
des zones de secours et de police;
- de prendre
pleinement en charge l’augmentation de la dette des CPAS ainsi que
l’intégralité du financement du revenu d’intégration sociale;
-
d'anticiper, en concertation avec les pouvoirs publics locaux, la hausse des
taux et de la charge d’intérêt qui pèsera inévitablement sur les communes;
- de
proposer aux pouvoirs locaux une prise en charge de l’augmentation des coûts
salariaux qui s’élèvent à 9,2% en Wallonie, soit 85 millions de dépenses
supplémentaires, et de 10,6% en Région bruxelloise, soit 45 millions de
dépenses supplémentaires;
- de
respecter ses obligations en matière de financement des zones de secours,
lesquelles doivent être financées de manière égale par les communes et le
fédéral, sur base d’une répartition 50-50;
- de mettre
en place un organe de concertation contraignant avec les pouvoirs locaux pour
assurer un dialogue permanent et efficace avec les représentants des villes et
des communes du pays."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Maxime Prévot, Ortwin Depoortere en François De Smet
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing,
- gelet op artikel 162, tweede lid, 2° en 6°, van de Grondwet;
- gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, die niet in een indexeringsmechanisme voor de federale dotaties voorziet;
- gelet op de artikelen 238 tot 263 van de Nieuwe Gemeentewet;
- gelet op de artikelen L1332-1 tot L1332-26 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie;
- gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 2019 tot wijziging van de geldelijke rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
- gelet op de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 27 juli 2017 tot vaststelling van de regels voor de verdeling van de algemene dotatie aan de gemeenten en de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf het jaar 2017;
- overwegende dat de Belgische steden en gemeenten in minder dan drie jaar tijd het hoofd hebben moeten bieden aan een reeks gezondheids-, migratie-, klimaat-, energie- en ook economische en sociale crisissen, tijdens dewelke ze op menselijk en financieel vlak bijzonder zware inspanningen hebben moeten leveren;
- overwegende dat de financiële lasten voor de lokale besturen sinds vele jaren gestaag toenemen, waardoor ze soms investeringen moeten uitstellen of de gemeentelijke belastingen en retributies moeten verhogen;
- gelet op de huidige toenemende onvoorspelbaarheid van de toestand van de gemeentefinanciën;
- gelet op de nota 'Hausse des prix de l’énergie' die de UVCW (Union des Villes et Communes de Wallonie) in maart 2022 aan eerste minister Alexander De Croo en Waals minister van Energie Philippe Henry gericht heeft en waarin er aangedrongen wordt op de noodzakelijke versterking van het steunbeleid voor de lokale besturen om de energietransitie te bevorderen en op de maatregelen die op zeer korte termijn genomen moeten worden om de impact van de stijgende energieprijzen op de financiën van de lokale besturen te beperken;
- overwegende dat de burgemeesters van de gemeenten in Waals Picardië op 24 september 2022 de alarmbel geluid hebben over de zeer hachelijke toestand van de gemeentefinanciën;
- gelet op de nieuwe vraag om hulp van de lokale besturen op 28 september 2022, waarin er met name betreurd wordt dat de regering niets onderneemt om hen te steunen teneinde de energie-, gezondheids- en sociaal-economische crisis die hen treft het hoofd te bieden;
- gelet op de brief die eind september 2022 naar de minister van Binnenlandse Zaken en de gehele federale regering verzonden werd en waarin de Union des Villes et Communes de Wallonie waarschuwde voor de financiële ramp die voor de steden en gemeenten dreigt als er niets gedaan wordt om de huidige federale en lokale inspanningen radicaal te herschikken;
- gelet op de brief van 4 oktober 2022 aan de minister van Binnenlandse Zaken waarin de burgemeesters van de gemeenten van de hulpverleningszone NAGE hun verontwaardiging uiten over het niet toekennen van een extra budget door de federale regering om de indexeringen en de inflatie op te vangen;
- overwegende dat de lokale besturen thans met een nog grotere financiële schok geconfronteerd worden dan tijdens de coronapandemie; dat de stijgende energiekosten tot een explosie van de energierekeningen van de lokale besturen leiden;
- overwegende evenwel dat de stijgende energieprijzen niet de enige oorzaak zijn van het begrotingstekort van de lokale besturen;
- overwegende dat de lokale besturen ook lijden onder de stijging van de schuld van de OCMW's ten gevolge van de toename van de nieuwe aanvragen tot tenlasteneming, maar ook onder de financiering van de verhoging van de eindejaarstoelage voor het personeel van de hulpverlenings- en politiezones, alsmede onder alle kosten die verband houden met de inflatie en de loonindexering;
- overwegende dat de indexering van de federale dotaties ontoereikend is – of zelfs geheel ontbreekt – om de inflatie op te vangen;
- overwegende dat de minister van Binnenlandse Zaken op het begrotingsconclaaf een voorstel tot indexering van de federale dotaties zal indienen en dat een wijziging van de wet van 15 mei 2007 in die zin voorbereid wordt;
- overwegende dat een verhoging van de federale dotaties voor de hulpverleningszones met bijna 37 miljoen euro tussen 2021 en 2024 goedgekeurd werd;
- overwegende dat er bij een ongewijzigde situatie in Wallonië tegen 2027 25.000 ontslagen bij het gemeentelijk openbaar ambt te vrezen vallen;
- overwegende dat de onderhandelingen over de federale begroting voor 2023 en 2024 aan de gang zijn;
vraagt de regering
- begrotingsmiddelen uit te trekken om de lokale besturen in het licht van de stijgende energieprijzen financieel te steunen;
- de kosten van de verhoging van de eindejaarstoelage voor het personeel van de hulpverlenings- en politiezones volledig op zich te nemen;
- de toename van de schuld van de OCMW's en de volledige financiering van het leefloon geheel ten laste te nemen;
- in overleg met de lokale besturen te anticiperen op de stijging van de rente en de rentelast die onvermijdelijk op de gemeenten zal wegen;
- de lokale besturen voor te stellen dat ze de stijging van de loonkosten, die in Wallonië 9,2 %, of 85 miljoen euro extra uitgaven, en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 10,6 %, of 45 miljoen euro extra uitgaven bedraagt, op zich zal nemen;
- haar verplichtingen na te komen met betrekking tot de financiering van de hulpverleningszones, die in gelijke mate door de gemeenten en de federale overheid volgens een 50-50-verdeelsleutel gefinancierd moeten worden;
- een bindend overlegorgaan met de lokale besturen op te richten om een permanente en efficiënte dialoog met de vertegenwoordigers van de Belgische steden en gemeenten van het land te waarborgen."
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej,
Benoît Piedboeuf et Gilles Vanden Burre.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Gilles Vanden Burre.
22.08 Servais Verherstraeten (cd&v): Mevrouw de voorzitter, ik vraag de urgentie met
betrekking tot de stemming over deze interpellatie en de neergelegde moties. (Instemming)
La présidente: Le vote sur les motions
aura lieu ultérieurement. La
discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions fiscales et financières diverses, n° 2899/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse fiscale en financiële bepalingen, nr. 2899/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
23.01 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, collega's, de hoogdringendheid is in dezen gerechtvaardigd, aangezien diverse bepalingen opgenomen in dit wetsontwerp zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 januari 2023 in werking moeten treden.
Voorbeelden daarvan zijn de vrijstelling van de Vlaamse jobbonus, een verlenging van de termijn waarbinnen de regionale regeringen belastingvrije vergoedingen kunnen betalen of toekennen voor de economische gevolgen van de coronapandemie en de regeling van de forfaitaire kilometervergoedingen voor dienstverplaatsingen.
Om die reden vragen wij de urgentie voor de behandeling van dit wetsontwerp.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
(art. 75, n° 5,
Rgt)
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de
inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het
Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera
ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus
wordt besloten.
Demandes d'urgence
24.01 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik vraag de urgentie voor het wetsvoorstel van mijzelf, de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Gilles Vanden Burre en Servais Verherstraeten, mevrouw Melissa Depraetere en de heer Wouter De Vriendt houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de energiecrisis, document nr. 2915/1, ingediend met mijn collega-fractieleiders. Het gaat om een pakket tijdelijke ondersteuningsmaatregelen om zowel burgers als bedrijven bij te staan als zij het hoofd bieden aan de gevolgen van de huidige energiecrisis.
24.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, deze vraag tot urgentie krijgen wij plots voorgelegd. Het is een nogal stevig document. Het zou prettig geweest zijn als wij eerder van het urgentieverzoek op de hoogte waren gesteld.
De tekst is ingediend als wetsvoorstel, wat de bedoeling heeft om de adviesprocedure bij de Raad van State te ontlopen. Mevrouw de voorzitster, het lijkt mij echter geen gek idee dat u het initiatief neemt om toch een advies van de Raad van State te vragen, want anders loopt men natuurlijk het risico dat er bij de behandeling van het wetsvoorstel toch nog onverwachte manoeuvres opduiken.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
Mijnheer De Roover, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 2916/1.
24.03 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, tijdens het vragenuurtje is het woord index veelvuldig gevallen. De meeste prominente van alle sprekers, de heer Dermagne, zei letterlijk dat de indexatie dankzij de inspanning van deze regering intégralement wordt uitbetaald aan de mensen. Dat is immers de verdediging van de koopkracht.
Toen ik dat allemaal hoorde, dacht ik dat de ironiebarometer de temperatuur aardig zou kunnen doen oplopen, wat een zekere besparing kan teweegbrengen op de energierekening. Terwijl hier lippendienst wordt bewezen aan het indexmechanisme, wordt er, zoals vorige week in een hoorzitting berekend door professor Defeyt, van die indexatie elk jaar voor een gezin met een bescheiden inkomen zonder kinderen 1.000 euro afgeroomd. Indien het gezin kinderen heeft, ligt dat bedrag nog hoger. Dat betekent eigenlijk dat er de facto een indexsprong wordt toegepast. Het is niet anders.
Aangezien iedereen zo gehecht is aan de
integrale, volwaardige uitbetaling van de index, dienen wij een voorstel in om
daar ook voor te zorgen en het niet alleen te zeggen. Dat voorstel willen wij
bovendien graag met urgentie laten behandelen. Dit is eigenlijk een voorstel
tegen de overwinsten van de overheid. Iedereen hier is tegen overwinsten, dus
wij zullen zonder enige twijfel op ieders steun kunnen rekenen. Ik dank u daar trouwens voor.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 327/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Maxime Prévot;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. François De Smet;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Servais Verherstraeten, Ahmed
Laaouej, Benoît Piedboeuf et Gilles Vanden Burre.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 327/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Maxime Prévot;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer François De Smet;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Servais Verherstraeten, Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en Gilles Vanden Burre.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
81 |
Oui |
Nee |
58 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
139 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
Vote sur les amendements n° 38 de Sophie
Rohonyi, n° 40 de Vanessa Matz et n° 41 de Nabil Boukili à
l'article 8. (2754/12)
Stemming over amendementen nr. 38 van
Sophie Rohonyi, nr. 40 van Vanessa Matz en nr. 41 van Nabil Boukili
op artikel 8. (2754/12)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
34 |
Oui |
Nee |
107 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, les amendements sont rejetés.
Bijgevolg zijn de amendementen verworpen.
(Mevrouw Maggie De Block en de heer Egbert Lachaert hebben tegengestemd)
Vote sur les amendements n° 39 de Sophie
Rohonyi et n° 42 de Nabil Boukili à l'article 8. (2754/12)
Stemming over amendement nr. 39 van
Sophie Rohonyi en nr. 42 van Nabil Boukili op artikel 8. (2754/12)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
80 |
Non |
Onthoudingen |
25 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
En conséquence, les amendements sont rejetés.
Bijgevolg zijn de amendementen verworpen.
(Mevrouw Maggie De Block en de heren
Egbert Lachaert en Franky Demon hebben tegengestemd)
Vote sur
l’article 8. (2754/11)
Stemming over artikel 8. (2754/11)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
108 |
Oui |
Nee |
22 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
En conséquence, l’article 8 est adopté.
Bijgevolg is
artikel 8 aangenomen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
136 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2754/13)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2754/13)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
91 |
Oui |
Nee |
10 |
Non |
Onthoudingen |
42 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2831/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2831/5)
Raison
d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
Vote sur l'amendement n° 8 de Reccino Van
Lommel à l'article 2. (2846/5)
Stemming over amendement nr. 8 van
Reccino Van Lommel op artikel 2. (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
42 |
Oui |
Nee |
101 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 16 de François De
Smet à l'article 2. (2846/5)
Stemming over amendement nr. 16 van
François De Smet op artikel 2. (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
7 |
Oui |
Nee |
111 |
Non |
Onthoudingen |
25 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
Vote sur l'amendement n° 9 de Catherine
Fonck cs tendant à insérer un article 2/1(n). (2846/5)
Stemming over amendement nr. 9 van
Catherine Fonck cs tot invoeging van een artikel 2/1(n). (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
32 |
Oui |
Nee |
94 |
Non |
Onthoudingen |
17 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 10 de Catherine
Fonck cs tendant à insérer un article 2/2(n). (2846/5)
Stemming over amendement nr. 10 van
Catherine Fonck cs tot invoeging van een artikel 2/2(n). (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
24 |
Oui |
Nee |
90 |
Non |
Onthoudingen |
26 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(De dames Nahima Lanjri, Marianne
Verhaert en Tania De Jonge hebben tegengestemd)
Vote sur l'amendement n° 11 de Catherine
Fonck cs à l'article 3. (2846/5)
Stemming over
amendement nr. 11 van Catherine Fonck cs op artikel 3. (2846/5)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van
de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 10)
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.
Vote sur l'amendement n° 12 de Catherine
Fonck cs tendant à insérer un article 3/1(n). (2846/5)
Stemming over amendement nr. 12 van
Catherine Fonck cs tot invoeging van een artikel 3/1(n). (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
7 |
Oui |
Nee |
94 |
Non |
Onthoudingen |
42 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 13 de Catherine
Fonck cs tendant à insérer un article 3/2(n). (2846/5)
Stemming over
amendement nr. 13 van Catherine Fonck cs tot invoeging van een
artikel 3/2(n). (2846/5)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van
de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 11)
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het
amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 14 de Catherine
Fonck cs tendant à insérer un article 4/1(n). (2846/5)
Stemming over amendement nr. 14 van
Catherine Fonck cs tot invoeging van een artikel 4/1(n). (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
24 |
Oui |
Nee |
93 |
Non |
Onthoudingen |
25 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 15 de Catherine
Fonck cs à l'article 5. (2846/5)
Stemming over amendement nr. 15 van
Catherine Fonck cs op artikel 5. (2846/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
7 |
Oui |
Nee |
94 |
Non |
Onthoudingen |
42 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 5 est adopté.
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 5 aangenomen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 14) |
||
Ja |
82 |
Oui |
Nee |
10 |
Non |
Onthoudingen |
50 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2846/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2846/6)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
Stemming over amendement nr. 3 van
Marco Van Hees tot invoeging van een artikel 28(n). (2833/5)
Vote sur l'amendement
n° 3 de Marco Van Hees tendant à insérer un article 28(n). (2833/5)
Begin van de stemming
/ Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 15) |
||
Ja |
29 |
Oui |
Nee |
109 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 16) |
||
Ja |
113 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
29 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2833/6)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2833/6)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison
d'abstention? (Non)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd
en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 17) |
||
Ja |
128 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
15 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2862/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2862/5)
Reden van
onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il
voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 18) |
||
Oui |
100 |
Ja |
Non |
42 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
142 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 2781/1 est donc rejetée.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 2781/1 is dus verworpen.
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour des séances de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergaderingen van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le mardi 11 octobre 2022 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering dinsdag 11 oktober 2022 om 14.15 uur.
La séance est levée à 21 h 57.
De vergadering wordt gesloten om 21.57 uur.
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 204
annexe. |
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 204
bijlage. |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
|
DETAIL
VAN DE NAAMSTEMMINGEN
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
081 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
058 |
Nee |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
034 |
Ja |
Arens Josy, Boukili Nabil, Bury Katleen, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
107 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
035 |
Ja |
Arens Josy, Boukili Nabil, Bury Katleen, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
080 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
025 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
108 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
022 |
Nee |
Arens Josy, Bury Katleen, Dallemagne Georges, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Abstentions |
012 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, D'Amico Roberto, De Smet François, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Rohonyi Sophie, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
136 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
007 |
Onthoudingen |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot
Maxime, Rohonyi Sophie
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
091 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
010 |
Nee |
Boukili Nabil, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions |
042 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
042 |
Ja |
Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
101 |
Nee |
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
007 |
Ja |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot
Maxime, Rohonyi Sophie
Non |
111 |
Nee |
Aouasti Khalil,
Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye
Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven,
Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis,
Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé,
Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van
Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
025 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn,
Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De
Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
032 |
Ja |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dallemagne Georges, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Non |
094 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
017 |
Onthoudingen |
Bury Katleen, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
024 |
Ja |
Arens Josy, Bury Katleen, Dallemagne Georges, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non |
090 |
Nee |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
026 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Lanjri Nahima, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
007 |
Ja |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot
Maxime, Rohonyi Sophie
Non |
094 |
Nee |
Aouasti Khalil,
Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter,
De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa,
Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem
Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper,
Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence,
Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh
Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta
Laurence
Abstentions |
042 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van
Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
024 |
Ja |
Arens Josy, Bury Katleen, Dallemagne Georges, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Matz Vanessa, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Non |
093 |
Nee |
Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
025 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
007 |
Ja |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot
Maxime, Rohonyi Sophie
Non |
094 |
Nee |
Aouasti Khalil,
Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée
Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt
Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman
Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot
Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Abstentions |
042 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit
Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo,
Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van
Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 014
Oui |
082 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
010 |
Nee |
Boukili Nabil, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions |
050 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Arens Josy, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dallemagne Georges, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 015
Oui |
029 |
Ja |
Boukili Nabil, Bury Katleen, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
109 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
005 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote nominatif - Naamstemming: 016
Oui |
113 |
Ja |
Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
029 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn,
Arens Josy, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dallemagne Georges, Dedecker
Jean-Marie, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Goethals Sigrid,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen,
Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 017
Oui |
128 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Claes Mieke, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wilmès Sophie, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
015 |
Onthoudingen |
Arens Josy,
Boukili Nabil, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Fonck
Catherine, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo
Nadia, Prévot Maxime, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Vote nominatif - Naamstemming: 018
Oui |
100 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Beke Wouter, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pisman Kathleen, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wilmès Sophie, Zanchetta Laurence
Non |
042 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Claes Mieke, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |