Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 21 octobre 2021 Après-midi ______ |
van Donderdag 21 oktober 2021 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par Mme Valerie Van Peel, vice-présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Valerie Van Peel, ondervoorzitster.
Mme Eliane Tillieux est excusée en raison de devoirs de mandat.
Mevrouw Eliane Tillieux is verontschuldigd omwille van ambtsplichten.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks mededelingen
en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze
terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze
vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Frank
Vandenbroucke.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 20 octobre 2021, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance de cette semaine.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 oktober 2021 heeft u een gewijzigde agenda voor de vergadering van deze week ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
- Steven Creyelman aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De door minister Vandenbroucke aangekondigde coronamaatregelen" (55001957P)
- Franky Demon aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De stijgende coronacijfers" (55001959P)
- Barbara Creemers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stijgende coronacijfers" (55001967P)
- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Corona" (55001964P)
- Steven Creyelman à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les mesures de lutte contre le coronavirus annoncées par le ministre Vandenbroucke" (55001957P)
- Franky Demon à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La hausse des chiffres de l'épidémie de covid" (55001959P)
- Barbara Creemers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La hausse des chiffres de l'épidémie de covid" (55001967P)
- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le coronavirus" (55001964P)
02.01 Steven Creyelman (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, "laat u allemaal vaccineren, dat is de weg naar de vrijheid", zo zei u ongeveer tien maanden geleden en dat hebben wij nagenoeg allemaal braafjes gedaan. We zijn nu tien maanden later en wat blijkt? Het rijk van de vrijheid, dat is eigenlijk terug naar af, tenminste toch als het aan u ligt. U kondigde gisteren in de media immers de vierde golf aan en stelde alweer bijhorende maatregelen in het verschiet. De mondmaskers zijn terug, de pasjesmaatschappij wordt verder uitgerold en zelfs gepromoot en, wie weet, komt er weer een lockdown. De belofte van de vrijheid door vaccinatie kan dus stilaan ook op de grote hoop van de gebroken beloftes.
Mijnheer de minister, wanneer zullen we eindelijk in dat rijk van de vrijheid zijn? Dat wordt al veel te lang beloofd. Zult u over de maatregelen waarover u het gisteren in de media had, overleggen met uw partners van de deelregeringen? Ik kan mij inbeelden dat de Vlaamse regering daar toch een iets andere mening op nahoudt, gezien de vaccinatiegraad in Vlaanderen.
Sinds bijna een jaar geleden stelde ik u ook tot drie keer toe de vraag of u de zorgverleners zou verplichten zich te laten vaccineren. Het antwoord was negatief; we zouden het slechte voorbeeld van Frankrijk niet volgen, maar een week later klonk precies het tegenovergestelde. Tot zover dus de waarde van de antwoorden die wij tegenwoordig in dit huis krijgen. Nu schakelen we zelfs een versnelling hoger en zullen we niet alleen de vaccinatie verplichten, maar ook de zorgpersoneelsleden die niet zijn gevaccineerd, bedreigen met sancties en ontslag.
Mijnheer de minister, zult u een wettelijk kader creëren waardoor het mogelijk wordt om niet-gevaccineerde personeelsleden in de zorg te ontslaan?
02.02 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, ik sta hier vandaag op uw verjaardag om u een hart onder de riem te steken in de strijd tegen corona.
De afgelopen weken waren we allemaal fier en tevreden, want we konden stilaan de draad van ons sociaal leven opnieuw oppakken dankzij het succes van onze vaccinatiecampagne. Momenteel zien we echter dat de coronacijfers de slechte kant opgaan. Afgelopen maandag waren er 6.500 nieuwe besmettingen in ons land en in één week tijd was er een verdubbeling van het aantal ziekenhuisopnames. CD&V maakt zich ongerust.
Ondertussen komt er vanuit verschillende hoeken de vraag om het Covid Safe Ticket (CST) te gebruiken, ook in Vlaanderen, zoals dat al het geval is in Brussel en Wallonië. Het CST is wat ons betreft het middel bij uitstek om op een veilige manier te kunnen blijven genieten van onze vrijheden. Niet alleen u als minister hebt die vraag reeds aan de Vlaamse regering gesteld, maar ook onze Vlaamse burgemeesters hebben reeds in kranten aan de bel getrokken.
Voor ons het duidelijk: het gebruik van het CST staat niet gelijk aan een pasjesmaatschappij. Het is wel de weg om op een veilige, correcte manier van onze vrijheden te kunnen blijven genieten. Momenteel bevinden we ons nog steeds in de federale fase. Minister Verlinden gaf aan nog vast te houden aan die federale fase, terwijl ze ook de opheffing ervan reeds voorbereidt. Het Overlegcomité dat volgende week bijeenkomt, moet zich hierover buigen. In de huidige situatie is er voor CD&V dan ook voldoende grond om een verlenging van de federale fase te overwegen.
Heeft de federale regering reeds formeel contact opgenomen met de Vlaamse collega's om een uitgebreide toepassing van het CST te bepleiten?
En zult u, minister, en zal het Overlegcomité de verlenging van de federale fase (…)
02.03 Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de minister, de toename van de coronacijfers is voor niemand een verrassing. We wisten allemaal dat het najaar gepaard zou gaan met een stijging van het aantal besmettingen. We staan mijns inziens dan ook voor een belangrijke keuze. Ofwel maken we onze burgers bang met onheilspellende boodschappen, ofwel kijken we met een nieuwe, frisse bril naar het beheer.
Na anderhalf jaar coronapandemei hebben we heel wat lessen geleerd. De vaccinatiegraad is in vele gebieden heel hoog. Nu moeten we bekijken waar we moeten bijsturen, met heel veel aandacht voor het menselijke, mentale aspect.
Het huidige test- en quarantainebeleid zorgt voor heel wat onrust en uitval, ook in essentiële sectoren zoals zorg en onderwijs, terwijl heel wat positief geteste patiënten asymptomatisch zijn en eigenlijk geen last hebben van de ziekte en de vaccinatie tegen ziekenhuisopname beschermt. De grootste stijging van het aantal besmettingen situeert zich dan ook bij onze jongere bevolking; veel eerstelijnswerkers pleiten ervoor om het virus te laten circuleren onder de jongeren.
Ik heb dan ook drie vragen voor u. Ten eerste, op basis van welke criteria doet u de uitspraken in de media dat er een vierde golf is en dat die stevig zal zijn? Waarop is die communicatie gebaseerd en wat wenst u daar vooral mee te bereiken?
Ten tweede, wat is de impact van die uitspraken op het behoud van de federale fase? Zowel de eerste minister als minister Verlinden heeft al vaak gezegd dat de regering het einde voorbereidt en van crisisbeheer overgaat naar risicobeheer. Aan wie zij die taak zal geven, was overigens nooit duidelijk, de gouverneurs, de burgemeesters, of de regio's. Hoe ziet u dat? Hoe ziet de regering dat?
Ten derde, hoe zit het dan met de criteria voor de epidemische noodsituatie? Tot voor kort zei men dat daar niet aan is voldaan. Welke invloed hebben de stijgingen op de definitie?
02.04 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, gelukkige verjaardag!
Mijnheer de minister, tijdens het etentje vanmiddag met onze Youca-vertegenwoordigers, die nu op de tribune zitten, hadden we het over de vierde golf, waar u sinds gisteren officieel van spreekt. Zij hebben de indruk dat de coronacrisis voorbij is en ze nergens nog met corona in aanraking komen. Ik woon een paar kilometer van Oudsbergen, waar de harde realiteit is dat de coronapandemie niet voorbij is. Onze activiteiten worden opnieuw geannuleerd, de sociale contacten worden beperkt en ook de mondmaskers zijn helemaal terug.
Hun gevoel staat ook in schril contrast met dat van de zorgsector, die onderbemand is, die uitgeput is en die de bui alweer ziet hangen. Er zijn elke dag meer opnames. Dan maak ik mij ook wel zorgen wanneer ik u hoor zeggen dat de vierde golf een feit is en dat de cijfers stijgen.
Ten eerste, zegt u dat het toch tot Kerstmis of het begin van volgend jaar zal duren, voor er een wettelijk kader is voor de verplichte vaccinatie in de zorgsector. Hoe komt het dat het zo lang duurt en kunnen we dat in de tussentijd niet versnellen om toch meer gevaccineerden in de zorg te hebben?
Een tweede vraag. De federale fase wordt in principe beëindigd als de crisis onder controle is. Is het slim om op dit moment over het einde van de federale fase te spreken? Hebben we de crisis onder controle?
Ten derde, wat kunnen we nu doen, op federaal, regionaal en lokaal vlak om de vierde golf, die stijgende curve, nu heel snel terug plat te slaan zodat we niet in kleine of grotere lockdowns terechtkomen?
02.05 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, dames en heren, de komende dagen zullen we sterke stijgingen zien van het aantal mensen dat besmet is door covid en, helaas ook, een toename van het aantal mensen dat opgenomen wordt in het ziekenhuis. Dat is niet onverwacht, maar de stijging van de besmettingen is wel sterk.
We weten wat we moeten doen om deze vierde golf te bedwingen. Om te beginnen moeten we ons inderdaad allemaal laten vaccineren. Vaccins bieden een zeer goede bescherming tegen de ziekte en tegen opname in het ziekenhuis. Het is geen perfecte bescherming, dat weten we ook, maar een uiterst goede bescherming. We moeten ervoor zorgen dat in alle regio's, gemeenten en wijken voldoende mensen gevaccineerd zijn, wat op vandaag nog niet overal zo is. We moeten er ook voor zorgen dat de scholieren in onze middelbare scholen massaal gevaccineerd worden. Dat middelbare scholieren allemaal gevaccineerd worden is een mobilisatie die nu werkelijk overal moet gevoerd worden. In de zorgsector moet het evident zijn dat artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten zich laten vaccineren.
We zullen die vanzelfsprekende plicht in een wet gieten en dat vraagt wat tijd en overleg. We zijn immers een land van overleg, met werkgevers en vakbonden bijvoorbeeld. Wij luisteren naar hun standpunten. Wij zijn een land van advies. Op dit ogenblik is een voorbereidde tekst klaar en ik hoop daarmee zo snel mogelijk naar regering en Parlement te kunnen komen. Ook daar, mevrouw Creemers, zullen nog adviesprocedures volgen, zoals met de Raad van State.
Het signaal zal echter duidelijk zijn. Zelfs met een overgangsperiode zullen mensen die in de zorg werken uiteindelijk de plicht hebben om zich te laten vaccineren, voor hun patiënten, voor de kwetsbare bewoners van woonzorgcentra, maar ook voor zichzelf.
Ik ga ervan uit dat volgende zomer niemand in de zorg zo onachtzaam zal zijn, zo onvoorzichtig zal kunnen zijn om niet gevaccineerd te zijn.
Wij weten ook wat wij zelf moeten doen, op een ogenblik dat meer en meer mensen binnen zullen zitten, ook in cafés, restaurants en fitnesszalen. Er moet gezorgd worden voor een goede luchtkwaliteit, voor ventilatie. Dat is essentieel, ook in klaslokalen. Ik vind dat de vooruitgang daar onvoldoende is.
Wij weten ook dat mondmaskers belangrijk zijn, als men in een gesloten ruimte komt, met mensen die men niet zo goed kent en waar men redelijk dicht bij elkaar komt, zeker als men zich zelf ziek voelt. Dat geldt trouwens ook bij griep. Draag dat mondmasker. Het is gewoon een zaak van zorgzaamheid, van beleefdheid tegenover andere mensen. Als men zich ziek voelt, of het nu griep is of iets anders, moet men thuis blijven.
Wij moeten inderdaad ook blijven testen. Het heeft geen enkele zin om de thermometer weg te gooien als de ziekte daar is. Dat heeft geen enkele zin. Wij moeten het wel goed organiseren, ervoor zorgen dat het leefbaar is in scholen en ervoor zorgen dat het leefbaar is voor de huisartsen. Wij werken ter zake nodige maatregelen uit zodat mensen die zich moeten laten testen, niet steeds bij de huisarts langs moeten gaan.
Het Covid Safe Ticket is ook een goed instrument om veilig vrij te zijn. Het is geen instrument van onvrijheid, het is een instrument van vrijheid. De Vlaamse regering weet wel dat de federale regering van oordeel is dat dit een interessant instrument is, dat misschien beter op meer plaatsen zou ingezet worden.
Wij voeren overleg met onze Vlaamse collega's, met onze Waalse collega's, met onze Brusselse collega's, onder meer over de vraag of wij de federale fase op een bepaald ogenblik kunnen beëindigen en wat er dan moet gebeuren. Dat is nu niet onmiddellijk aan de orde, maar wij spreken erover met de regeringen van de deelstaten.
De pandemiewet is er nu gelukkig. U kent de procedure. Op basis van advies over de epidemiologische situatie kan de pandemiewet geactiveerd worden. Dat advies moet een wetenschappelijk advies zijn. Wij krijgen zo'n advies op een voortdurende basis. Op basis van het eerstvolgende advies zullen wij ons inderdaad opnieuw de vraag stellen of de pandemiewet eventueel moet geactiveerd worden en of wij op basis van die pandemiewet, met een stevige wettelijke basis, ook een sterk beleid zullen kunnen voeren.
Ik denk niet dat we bang
moeten zijn. We moeten zelfzeker zijn. We weten dat het een zaak is van meer
vaccineren en minder virus. De twee zijn belangrijk. Het volstaat niet om te
zeggen: u moet zich laten vaccineren. (…)
02.06 Steven Creyelman (VB): Mijnheer de minister, u hebt nauwelijks op mijn vragen hebt geantwoord.
U weet ook dat er een tekort aan mensen in de zorg is. Door bepaalde mensen in de zorg de facto een beroepsverbod op te leggen, vrees ik dat we dat probleem alleen zullen vergroten. Mensen ontslaan die een jaar geleden nog als de helden van de zorg werden bestempeld, is voor het Vlaams Belang totaal onaanvaardbaar. Ik had gehoopt dat u dat ook zou vinden.
Mijnheer de minister, u moet stoppen met de bevolking een wortel voor te houden. U hebt de bevolking het rijk van de vrijheid beloofd. Elke keer gaat die wortel verder weg. U neemt die vrijheid gewoon af wanneer u dat goed uitkomt.
U biedt de bevolking geen enkel perspectief. De gewone Vlaming heeft daar genoeg van. De gewone Vlaming wil geen pasjesmaatschappij, die wil geen Covid Safe Ticket om bij wijze van spreken naar het toilet te gaan en die wil al zeker geen zoveelste lockdown.
Mijnheer de minister, u moet stoppen met die
paniekzaaierij op basis van cijfers. De gewone Vlaming wil zijn leven terug. De
gewone Vlaming (…)
02.07 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, er is een sterke stijging, ook van de ziekenhuisopnames. Ik hoop dat we met goede maatregelen de vierde golf zo kort mogelijk kunnen maken. Een veilige vrijheid krijgen we door in te zetten op vaccineren, het vaccineren van onze jongeren en ons zorgpersoneel. Laat ons ook het CST in de winter gebruiken om verder te kunnen genieten van de vrijheid in de winter.
Ja, CD&V is voor een eenheid van commando, voor een federale fase, met een doel: op weg naar een veilige vrijheid die zo coronasafe mogelijk is.
02.08 Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt niet al mijn vragen beantwoord, maar toch bedankt.
Collega's spreken over de verplichte vaccinatie en de uitbreiding van het Covid Safe Ticket. Sommigen willen de beslissing ook laten afhangen van het expertenadvies. Natuurlijk is dat advies belangrijk, maar de vraag is over welke experten het gaat. Wie zit daar allemaal bij? Is er ook aandacht voor het mentaal welzijn van onze jongeren? Is er ook een zicht op wat het betekent voor mensen om tien dagen in quarantaine te zitten? Nog maar eens gaan wij naar een winter van quarantaines.
Het lijkt alsof wij onze politieke verantwoordelijkheid afschuiven op de experten. De experten leveren advies. Dat is zo en moet zo, maar daarna is er zoiets als een politieke beslissing: waar gaan wij naartoe en welke motiverende boodschap willen wij geven aan de bevolking? Ik denk niet dat men op dit moment de juiste weg bewandelt.
02.09 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik kan alleen maar toejuichen dat er zoveel mogelijk overleg is over de verplichte vaccinatie voor de zorgsector en de wet daarover in de hoop dat er zo'n groot mogelijk draagvlak voor komt. Ik roep alle collega's op om de stemming niet nodeloos te vertragen wanneer de wet zal voorliggen.
Ik deel uw oordeel over de federale fase, mijnheer de minister: in samenwerking met alle partners – de deelstaten, de gouverneurs, de burgemeesters – moeten wij zo goed mogelijk bekijken hoe wij de problematiek zullen aanpakken.
Uiteraard deel ik ook uw oproep aan de mensen om zich zoveel mogelijk te laten vaccineren, maar in Oudsbergen is op dit moment 93 % van de bevolking gevaccineerd en toch dreigt het daar fout te lopen. Uw oproep is dus dubbel: u roept op tot vaccinatie, maar dan nog moeten wij voorzichtig blijven. Het is niet alleen door de regering dat wij onze vrijheid zullen terugkrijgen, mijnheer Creyelman. Dat doen wij allemaal samen, individueel en collectief.
L'incident est clos.
03 Vraag van Gaby Colebunders aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De sectoronderhandelingen over de lonen" (55001956P)
03 Question de Gaby Colebunders à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les négociations sectorielles sur les salaires" (55001956P)
03.01 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, zoals u weet, beweegt er sinds de voorbije weken een en ander op de werkvloer. Het ongenoegen is echt wel tastbaar. Deze week zijn er stakingen bij Agfa Gevaert, Arcelor, Lonza, BASF, Baxter, Takeda en vorige week bij Lidl. Mijnheer de minister, maak u niet ongerust. Er komen de eerstkomende weken nog heel veel acties bij. Eigenlijk hebben wij u daarvoor al een half jaar geleden gewaarschuwd tijdens de ipa-onderhandelingen.
Vanmorgen vertelde iemand van Aperam mij dat hij het niet meer snapte. Hij had die ochtend zijn energiefactuur gekregen. Ze ging van 100 euro naar 240 euro per maand. Hij vroeg zich af hoe dat kon. Hetzelfde gebeurt eigenlijk aan de pomp. Hij merkte op dat mensen gingen werken om hun benzine te kunnen betalen, om te mogen gaan werken. Dat is de realiteit. Ook aan de kassa in de winkel tikken de euro's aan. Het leven wordt een pak duurder. De mensen beginnen het echt te voelen aan hun koopkracht.
Mijnheer de minister, waar is het respect? De mensen zijn immers niet dom. Zij zien nu echt wel wat zij waard zijn ten opzichte van het kapitaal. Zij waren wel goed genoeg om tijdens de corona-epidemie in de frontlijn te blijven werken. Zij maakten de winsten voor de werkgevers. Zij hebben gezorgd dat er megawinsten op de bankrekeningen van de werkgevers stonden. BASF speelde het bijvoorbeeld klaar om 2,7 miljard euro aan de aandeelhouders te betalen. Nu het tijd is om de werkende klasse beter te verlonen en boter bij de vis te geven, krijgen de werknemers een grote njet.
Gisteren vernamen wij via uw partij dat zij de werknemers steunt in hun eisen. Er is echter wel een heel klein probleem. Het is uw koninklijk besluit dat hen in die situatie heeft gebracht.
Daarom heb ik de hiernavolgende eenvoudige vraag. Zal u consequent zijn en uw koninklijk besluit over de loonblokkering intrekken?
03.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Colebunders, ik dank u voor uw vraag.
Zoals u weet, zijn de sectorale onderhandelingen in de meeste sectoren nog volop bezig. Enkele sectoren hebben al een akkoord, zoals bijvoorbeeld de voedingsnijverheid, de handel in brandstoffen, de transport- en logistieke sector, de taxisector en de verhuissector.
Het gaat om maatregelen inzake koopkracht, maar ook inzake kwaliteit van de arbeid, eindeloopbaan, opleiding, mobiliteit enzovoort. We zien dat er ook akkoorden worden gesloten over de coronapremie. In sommige sectoren wordt die sectoraal toegekend, in andere legt men criteria vast voor een toekenning op ondernemingsniveau.
In sommige sectoren loopt het overleg moeilijker, zoals in de chemiesector, maar dat is niet uitzonderlijk. De onderhandelingen gaan ook hier over meer dan loonsverhogingen, en zoals u weet is de sector recent getroffen door zware incidenten zoals bij 3M. De vakbonden eisen dus maatregelen voor het welzijn van de werknemers en vragen een uitgebreider medisch toezicht. Deze legitieme eisen lijken de werkgevers vooralsnog af te wijzen. Ik heb echter vernomen dat men bereid is verder te onderhandelen. Volgende week staat een nieuw overleg gepland. De sociale bemiddelaars van mijn administratie faciliteren dit sectoraal overleg en staan ook ter beschikking indien er verzoening wordt gevraagd.
Wat ArcelorMittal Gent-Zelzate betreft, daar gaat normaal morgen een verzoeningsvergadering door. Ik ben zeer blij met de aandacht voor opleiding en andere kwalitatieve aspecten van het werk. Zoals u weet, zet ik daar hard op in, onder meer met het individuele recht van alle werknemers op vijf dagen opleiding.
Tot slot zal ik binnenkort met een plan komen voor welzijn op het werk, en ik twijfel er niet aan dat dit de sectorale onderhandelingen in de toekomst zal vergemakkelijken.
03.03 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, u vindt het normaal dat er al werkgevers zijn – u noemde zonet de chemiesector – bij wie de onderhandelingen al afgesprongen zijn, hoewel ze niet eens aan de 0,4 % komen. Wat hebt u gedaan tijdens deze ipa-onderhandelingen? U hebt de werkgevers in een luie zetel geplaatst. Zij voelen zich gesterkt door een regering die toch altijd hun kant kiest.
Mijnheer de minister, laat mij duidelijk zijn, die 0,4 % is al het minimum. Dat is zo voor heel veel werknemers. Voor u is dat het maximum. En laten we eerlijk zijn, veel sectoren, zoals de poetssector en de dienstenchequesector, komen zelfs niet aan die 0,4 %. Ik ben benieuwd wat u aan die mensen te vertellen hebt. Er is maar één boodschap, mijnheer de minister, trek die wet van 1996 in, want anders weet u niet wat voor heet najaar u te wachten staat.
Het incident is gesloten.
04 Question de Catherine Fonck à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les économies dans le rail" (55001968P)
04 Vraag van Catherine Fonck aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De besparingen bij het spoor" (55001968P)
04.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, vous avez communiqué haut et fort un budget d'investissement: 365 millions du budget européen et 250 millions du budget fédéral en one shot d'ici 2024. Toutefois, dans le même temps, nous apprenons qu'avec le gouvernement Vivaldi, vous avez décidé de procéder à un définancement dont vous ne vous êtes évidemment pas vanté.
Les chiffres mis en évidence par différents chercheurs font apparaître des économies pour les dotations du rail à raison de 255 millions d'euros d'ici 2028, de 420 millions d'euros d'ici 2032, et bien plus encore pour la suite. Ces coupes budgétaires - vous l'aurez tous rapidement compris en faisant le calcul - dépassent à moyen terme le refinancement que vous avez annoncé. Pourtant, l'urgence et l'ampleur du défi climatique s'imposent à nous, et le rail devrait donc être une priorité, pas uniquement dans les discours mais aussi dans les actes. Une priorité majeure pour des raisons climatiques, mais aussi socioéconomiques, ne pensons un instant qu'au poids des bouchons quotidiens.
Le gouvernement a finalisé hier ses notifications officielles, ses notifications budgétaires et la transposition de l'accord de gouvernement annoncé il y a une semaine. Il est l'heure maintenant, monsieur le ministre, de nous dire exactement ce qu'il en est. Lorsque vous étiez député, vous avez souvent plaidé en faveur de la transparence. Dès lors, ma question est très claire: quelles économies imposez-vous au rail, à la SNCB et à Infrabel? L'heure est à la transparence et à un discours vérité.
04.02 Georges Gilkinet, ministre: Madame Fonck, avec ce gouvernement, la SNCB et Infrabel ne sont plus des variables d'ajustement budgétaire mais des leviers pour la mobilité du futur, pour le climat et les emplois de demain.
Le passé, c'est 210 millions d'euros d'économies structurelles décidées par le gouvernement Di Rupo dont vous faisiez partie; 2 milliards d'euros d'économies décidées en 2014 par le gouvernement MR/N-VA et toutes leurs conséquences sur les travailleurs et sur le réseau qui n'a pas été suffisamment entretenu ni développé au cours des dernières années.
J'ai fait les comptes de ce gouvernement. Depuis le début de la législature, en plus de la dotation ordinaire, 1,510 milliard d'euros supplémentaires seront d'ores et déjà injectés dans le rail belge à mon initiative d'ici à 2024:
- Le financement du Plan Boost qui permet d'intervenir là où c'est le plus urgent sur le réseau.
- Les moyens européens (365 millions d'euros) destinés à la modernisation, la digitalisation et au renforcement du réseau.
- Les 250 millions d'euros du dernier conclave budgétaire pour renforcer l'accessibilité des gares et financer nos ambitions en matière de shift modal de marchandises.
- Les compensations pour la SNCB liées à la crise sanitaire et à la perte de recettes.
- Le financement des travaux de remise en état du réseau à la suite des inondations.
- Des moyens opérationnels nouveaux pour nos deux entreprises ferroviaires et en soutien aux trains de nuit (812 millions d'euros pour la SNCB et 692 millions pour Infrabel).
Est-ce utile? Certainement! Est-ce suffisant? Certainement pas! De nombreux besoins non rencontrés et des investissements utiles sont à assumer. Est-ce fini? Bien sûr que non! Je ne suis là que depuis un an et j'ai encore plein de projets.
Le train menaçait de dérailler, madame Fonck. Nous l'avons remis sur les rails. Il y a encore du boulot, mais nous sommes sur la bonne voie.
04.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, savez-vous ce que vous aurait répondu le député Gilkinet? Il vous aurait répondu: "Monsieur le ministre, ce que vous me dites là, c'est de l'enfumage!" Et le député Gilkinet aurait eu raison car vous reprenez d'une main ce que vous donnez de l'autre. Vous mettez d'ailleurs surtout en évidence ce que vous donnez. Pas un mot ici sur les économies! Pourtant ces économies sont clairement imposées au niveau du rail, pas en one shot comme pour les investissements mais de manière structurelle. C'est évidemment un définancement.
Comme vous, je peux déplorer le définancement
de ces dernières années. Mais est-ce là votre seule satisfaction et votre seule
justification? Moi, ce qui m'intéresse, c'est qu'on se tourne vers l'avenir.
Moi, ce qui m'intéresse, pour un gouvernement qui soi-disant se dit climatique,
avec soi-disant des ambitions climatiques fortes, c'est qu'il y ait un
investissement qui ne soit pas accompagné d'un définancement du rail. Or c'est
ce que vous faites! Ils sont loin vos deux trains par heure dans chaque gare! (…)
L'incident est clos.
- Joris Vandenbroucke aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De miljardenfraude via aandelenconstructies" (55001952P)
- Joy Donné aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De belastingzwendel via aandelenconstructies" (55001962P)
- Joris Vandenbroucke à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Les montages financiers à l'origine d'une fraude de plusieurs milliards" (55001952P)
- Joy Donné à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Les montages fiscaux abusifs" (55001962P)
05.01 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de minister, honderden miljoenen euro's extra voor de begroting hadden vorige week op de onderhandelingstafel kunnen liggen. Dat is echter niet gebeurd, omdat een aantal grootaandeelhouders van Belgische beursgenoteerde bedrijven erin geslaagd is om in de afgelopen twintig jaar maar liefst 7 miljard euro aan belastingen te ontwijken. Ik heb al vaak herhaald dat elk zijn deel niets te veel is. Dat zou de kern moeten zijn van ons belastingssysteem.
Toch slagen sommige aandeelhouders erin om jaar na jaar die 30 % belasting op de dividenden te ontwijken. Dit zal opnieuw voer zijn voor veel frustratie en woede bij al die burgers en bedrijven die wel netjes hun deel betalen, vaak aan tarieven die een pak hoger liggen dan 30 %. Zij betalen te veel belastingen omdat sommigen helemaal niets willen bijdragen. Dat is onaanvaardbaar, die valsspelers moeten eruit.
We moeten het geld halen waar het zit. Precies om die reden heeft deze regering afgesproken dat we de strijd tegen fiscale fraude fors zullen opvoeren. Tegen het einde van de legislatuur moeten we maar liefst 1 miljard euro extra uit de zakken van die grote fiscale fraudeurs kloppen. Sommigen in de oppositie maken dat graag belachelijk. Wat zij doen, is lachen met al die burgers die wel netjes hun belastingen betalen.
Is onze wetgeving streng genoeg om dat soort aandelenconstructies te verhinderen? Voeren we voldoende controles uit? Nemen de banken en andere financiële tussenpersonen via welke die constructies worden opgezet voldoende hun verantwoordelijkheid om fraude te vermijden?
05.02 Joy Donné (N-VA): Mijnheer de minister, drie jaar geleden, op 18 oktober 2018, kwamen de CumEx-Files 1.0 uit, die een waarde van 55 miljard in elf landen vertegenwoordigden. Nu, exact drie jaar later, gaat het om 140 miljard in negen landen. Collega Joris Vandenbroucke zei al dat dit aanleiding geeft tot misnoegdheid en mistroostigheid. Voor België zou het om 300 miljoen per jaar aan gemiste belastinginkomsten gaan.
Bij het horen van die cijfers heeft men het gevoel continu achter de feiten aan te hollen. Toch wil ik niet alleen met de wolven in het bos meehuilen. Ik wil eerst even zeggen dat er wel degelijk dingen gebeuren en ook gebeurd zijn in de afgelopen vijf jaar. De fiscus heeft, specifiek aangaande deze problematiek, bijna 800 miljoen euro aan onterecht teruggeclaimde roerende voorheffing kunnen tegenhouden. Het parket is nu in enkele rechtszaken tot een conclusie aan het komen om een aantal mensen voor het gerecht te brengen. Er gebeurt dus niet niets. Als de fiscus en het parket goed werk leveren, mag dat ook eens gezegd worden. Ook voor de burger is het belangrijk te weten dat er dingen gebeuren. De bewering dat er niets gebeurt, is populistisch.
Het probleem blijft echter immens groot. De strijd tegen fiscale fraude loopt voortdurend door. Veel oplossingen zijn internationaal, maar ook op nationaal vlak kunnen wij nog dingen doen.
De cijfers in het onderzoek dat vandaag aan het licht is gekomen, zijn alarmerend. Mijnheer de minister, uw administratie heeft de cijfers van de onderzoekers betwist. Hoe ziet uw administratie de grootteorde van het probleem?
Welke impact had de wetgeving die in 2019 unaniem door de Kamer werd goedgekeurd aangaande deze problematiek, zoals die in 2018 was gesignaleerd?
Hoe staat u tegenover de onthullingen die deze morgen aan het licht zijn gekomen? Op welke manier wil u één en ander aanpakken? Overweegt u nieuwe maatregelen, nieuwe middelen, wettelijke initiatieven of een aanpak op internationaal niveau?
05.03 Minister Vincent Van Peteghem: Collega's Donné en Vandenbroucke, de artikels die vanmorgen verschenen in De Tijd en L'Echo tonen nog maar eens aan dat de strijd tegen de fiscale fraude een absoluut speerpunt moet zijn, niet alleen van de volledige regering maar ook van het volledige Parlement. Onze burgers aanvaarden die fraude immers niet meer, en het is eigenlijk meer dan terecht dat zij dat niet meer doen.
De mogelijke fraude met vrijstelling of terugvordering van roerende voorheffing op dividenden zit natuurlijk al langer in het vizier van de fraude-inspecteurs en de fraudespeurders. Mijn administratie heeft deze constructie enkele jaren geleden gedetecteerd en zij heeft op dat ogenblik ook een wetswijziging voorgesteld. In 2018 was dat. Zij is toen ook gestart met een doortastende controle. Toch blijft de opsporing ervan een hele uitdaging, precies wegens de internationale dimensie van de mogelijke fraude. Het gaat om constructies die uiteraard gebruikmaken van internationale regels. Die internationale regels zitten vervat in onze dubbelbelastingverdragen en onze vrijstellingsregels voor de roerende voorheffing.
Die specifieke fraude aanpakken is dus een hele uitdaging. Het is wel een uitdaging die wij niet uit de weg mogen gaan. Er loopt op dit moment een aantal rechtzaken voor de rechtbank in New York, waarbij zowel rechtspersonen als natuurlijke personen gedetecteerd en aangeklaagd zijn. Er is een gespecialiseerd advocatenbureau ingezet om de belangen van onze Belgische Staat te verdedigen, precies wegens het internationale karakter van dit dossier.
U weet dat wij ook in ons land de strijd tegen fraude verder opvoeren. Wij investeren daar ook in. De recente begroting voorziet trouwens in de aanwerving van extra fraudespeurders. Morgen al zullen de selectieprocedures voor de aanwerving van controleurs met ervaring in internationale fiscaliteit gelanceerd worden. Wij spelen dus echt wel kort op de bal.
Ik heb tijdens het begrotingsdebat van vorige week ook gezegd dat we momenteel volop werken aan een tweede actieplan. Dat is specifiek gericht op internationale constructies. Maandag werden de voorstellen voor de eerste keer toegelicht door de leden van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude toegelicht. Daar werd ook een project ingediend om de procedure voor de teruggave van de roerende voorheffing te verbeteren. Dat ligt dus ook nog voor ter bespreking.
In ons eerste actieplan hechtten we heel veel belang aan de samenwerking tussen fiscus, politie en het gerecht, zeker bij ernstige fiscale fraude. Het is nu aan het parket om de prioriteiten inzake dat vervolgingsbeleid te bepalen, maar deze internationale fraudedossiers komen daar zeker en vast ook voor in aanmerking.
Collega's, laat mij duidelijk stellen dat het opsporen van belastingontduiking inzake de roerende voorheffing de afgelopen jaren prioritair was en dat de komende jaren ook zal blijven. U kunt blijven rekenen op mijn inzet en die van mijn administratie.
05.04 Joris Vandenbroucke (Vooruit): Mijnheer de minister, ik hoor u graag een tweede actieplan tegen fiscale fraude aankondigen, want dat zal ook nodig zijn. Het systeem is steeds hetzelfde: terwijl de overgrote meerderheid in dit land netjes belastingen betaalt, houden sommigen zich bezig met het opzetten van allerlei ingewikkelde constructies, van de Brusselse beurs tot in Panama, om niets te moeten bijdragen.
Mijnheer de minister, u hebt de volle steun van de Vooruitfractie om dat actieplan in realiteit om te zetten. Collega Donné, de steun van de N-VA verheugt mij. Ik ben heel blij met uw discours van vandaag, want dat klinkt helemaal anders dan dat van het afgelopen jaar, aangezien u toen tegen elke antifraudemaatregel van deze regering hebt gestemd. Ik verheug me er dus ook over dat wij samen met de oppositie het actieplan tegen fraude van deze regering zullen uitvoeren.
05.05 Joy Donné (N-VA): Mijnheer de minister, ik zal mij beperken tot een repliek op uw antwoord en niet op de uitspraken van collega Vandenbroucke, die zullen later nog wel aan bod komen.
U zult aan ons een partner hebben, als het over fraudebestrijding gaat. Als u met intelligente maatregelen komt die de bonafide bedrijven niet meesleuren, zult u zeker onze steun hebben.
Ik wil het even niet alleen over de fraudeurs hebben, maar ook over de burgers die wel correct hun belastingen betalen. Zij moeten immers ook voelen dat die onrechtvaardigheid wordt aangepakt. Wanneer die fiscale plannen gewoon een sluitpost vormen in de begroting, met actieplannen die wij hier wel bepreken, gaat de burger daarvan weinig merken. Daarom wil ik twee voorstellen doen.
Ten eerste, zorg voor een periodieke rapportering, niet alleen hier in het Parlement, maar ook rechtstreeks aan de burger, over de evolutie van de opbrengst in de strijd tegen de fiscale fraude. Geef aan de burger mee wat die strijd opbrengt, wat de fiscus en het parket allemaal binnenhalen. Dat zal hen betrekken bij die hele strijd.
Ten tweede, het belangrijkste voorstel is om de opbrengsten van de fraudebestrijding terug te geven onder de vorm van een belastingverlaging voor degenen die werken, sparen en ondernemen. Dat is fiscale rechtvaardigheid.
Het incident is gesloten.
- Emmanuel Burton à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'incidence environnementale de l'augmentation de la distribution de colis par bpost" (55001966P)
- Marianne Verhaert à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'augmentation des livraisons de colis" (55001974P)
- Emmanuel Burton aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De milieu-impact van de groei van de pakjesbedeling door bpost" (55001966P)
- Marianne Verhaert aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De groei bij de pakjesbedeling" (55001974P)
06.01 Emmanuel Burton (MR): Madame la présidente, madame la ministre, depuis quelques années, bpost est confrontée à une sérieuse évolution, avec une diminution du courrier de 5 à 10 % en moyenne, et une augmentation de 56 % de la distribution de colis. Le confinement de ces derniers mois a d'ailleurs renforcé cette situation.
J'ai appris que vous aviez l'idée de demander un supplément pour les colis livrés en 24 heures. J'ai tout de suite pensé à ma voisine Raymonde qui, tous les jours ou toutes les semaines, reçoit un certain nombre de colis livrés par bpost, et je me suis demandé ce qu'elle allait devoir payer en plus.
Il est clair que bpost est confrontée à ce genre de situation, mais elle est également tenue de respecter certains impératifs écologiques. Avec le nombre de colis à livrer, la circulation est plus importante. L'accord de gouvernement précise en outre qu'il faut investir dans les objectifs environnementaux au sein du secteur postal. Cela a été écrit, et je pense que nous sommes tous d'accord sur ce point.
D'un autre côté, il y a également une nécessité de protéger le consommateur. En effet, avec la flambée des prix de l'énergie, les ménages sont aujourd'hui soumis à de nombreuses augmentations. Vous avez aussi évoqué l'application d'un système selon lequel les derniers kilomètres sont plus respectueux de l'environnement, notamment par la création des écozones. Enfin, vous avez manifesté la volonté d'harmoniser le cadre légal en ce qui concerne les conditions sociales et environnementales du secteur.
Madame la ministre, tous ces éléments ont-ils donné lieu à une concertation avec le secteur? Cette concertation a-t-elle fait l'objet d'un accord au sein du gouvernement?
Avez-vous une idée du prix de ce supplément éventuel? Qu'en est-il du cadre légal pour cette harmonisation des conditions sociales et environnementales dans le secteur des postes?
Si on impose un supplément pour les personnes qui passent par bpost, qu'en est-il des autres acteurs? Bpost se trouve malgré tout dans un secteur concurrentiel difficile.
06.02 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de minister, ongeveer een jaar geleden stonden wij hier ook. Dat is niet toevallig, want het is weer de periode van het jaar waarin de eerste boekjes van de sint in de bus vallen en wij stilaan beginnen uit te kijken naar de feestdagen, die wij dit jaar hopelijk met de volledige familie kunnen doorbrengen.
Dat is een fijne periode voor ons, maar voor de postbode ook een ontzettend drukke periode. Vanaf Black Friday tot de eindejaarsperiode zetten de medewerkers van bpost enorme extra prestaties neer om alle pakjes tijdig te kunnen leveren. Ook nu wij weer volop fysiek kunnen winkelen, blijven de pakjesvolumes hoog: bpost verwerkt momenteel gemiddeld 450.000 à 500.000 pakjes per dag en in de periode vanaf december verwacht men zelfs een veelvoud daarvan. Dat is een enorm volume, dat moet worden verwerkt. Gelet op de leveringsproblemen op de internationale markten zal het allesbehalve gemakkelijk worden om elk pakje tijdig te leveren.
In die periode betaalt de verzender wel een extra toelage, die bpost heft om de grote toestroom aan pakjes te kunnen coördineren, maar de verzender verwacht dan natuurlijk ook dat die duurdere pakjes op tijd worden geleverd. Bpost staat dus voor een hele uitdaging, vandaar heb ik een paar vragen.
Welke inschatting maakt bpost over de verwachte volumes dit najaar? Hebt u daar exacte cijfers van?
Is bpost dit jaar beter voorbereid dan vorig jaar? Welke maatregelen worden er nog genomen om alles vlot te laten verlopen en de pakjes tijdig te leveren?
Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat onze lokale handelaars mee kunnen surfen op de golf van de e-commerce?
06.03 Petra De Sutter, ministre: Monsieur Burton, je peux vous assurer que je n'ai nullement l'intention d'intervenir au niveau du prix du marché des colis. C'est un malentendu. J'ai eu une discussion à l'occasion d'un workshop de l'IBPT sur la durabilité de l'e-commerce. L'e-commerce est un sujet important pour lequel on a perdu pas mal d'activités dans notre pays. Il faut donc tout faire pour aider ce secteur et aider nos commerçants.
Il y a un problème de durabilité non seulement sociale mais aussi écologique. Il existe en effet des possibilités dans la loi postale pour introduire des critères auquel tout le secteur – on ne parle pas que de bpost – devra se conformer. Il revient au législateur d'introduire certains critères sociaux et économiques. Nous sommes en train de réfléchir avec l'IBPT et le secteur aux directions à prendre.
Dans une interview, j'ai dit qu'il serait normal que le coût social et écologique de l'e-commerce – qui est tout à fait externalisé actuellement – soit internalisé dans les prix et donc qu'il y ait une différence pour les livraisons ultra-rapides et les livraisons normales. J'ai dit que les livraisons normales peuvent être moins chères que les livraisons ultra-rapides. Dans les journaux, on a renversé le message et je conteste le but de cette interview. Il n'y aura aucune intervention dans les prix. Il reviendra au marché de s'organiser et de choisir le business model qui conviendra en internalisant les coûts sociaux et écologiques.
J'espère que j'ai pu clarifier cette question, qui est extrêmement importante. Au sein du gouvernement, nous trouvons que c'est un sujet auquel nous devons réfléchir. Il y a beaucoup de concurrence déloyale dans ce secteur. Il faut garder les standards sociaux et écologiques, par exemple en réglant le last mile avec des systèmes comme Ecozone, qui sont suivis non seulement par bpost mais aussi par beaucoup d'autres acteurs du secteur.
Nous n'entreprendrons rien sans concertation au sein du gouvernement et avec le secteur et l'IBPT. J'espère que ceci vous rassure et corrige la fausse information que vous avez pu lire dans certains médias.
Mevrouw Verhaert, uw vraag hoe bpost zich voorbereidt, is heel relevant, nu we weer het einde van het jaar naderen. U gaf zelf al de cijfers van de verwachte volumetoenames in de pakjessector. Ik heb van bpost een aantal gedetailleerde maatregelen gekregen, die ik graag met u wil delen.
Bpost zal in extra sorteercapaciteit investeren met twee extra machines in Gent en in Charleroi. Het zal de investeringen in andere sorteercentra opdrijven en in meer dan 50 distributiekantoren extra ruimte creëren om pakjes te verwerken. Voorts investeert het bedrijf onder andere ook in rollend materieel en in vrachtwagens met een grotere laadcapaciteit tegen het einde van het jaar en heeft het 15.000 containers, 2.000 mobile devices of scantoestellen voor het einde van het jaar besteld, alsook extra voertuigen.
Wat de organisatie betreft, zal men dagelijks de situatie opvolgen, zodanig dat men heel snel op de bal kan spelen en coördineren. Men zal investeren in extra pakjesautomaten, dat sluit aan bij mijn eerste vraag. Men zal klanten meer bewust maken van de mogelijke levervoorkeuren, waar ze uiting aan kunnen geven.
Wat het personeel betreft, tot slot, heeft men nu al beslist om 700 werknemers van ondersteunende diensten in operationele diensten te (…)
06.04 Emmanuel Burton (MR): Merci, madame la ministre. Je vais donc pouvoir rassurer ma voisine!
Pour vous comme pour nous, bpost doit s'intégrer dans une durabilité économique, environnementale et sociale. La société doit continuer à investir dans l'e-commerce et dans sa logistique, les challenges étant encore nombreux. Je vous remercie de prendre en compte cette concertation avec le triple objectif: économique, environnemental et social.
06.05 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik ben blij om te horen dat bpost heel duidelijk een aantal maatregelen heeft genomen en investeringen doet, want er is niets vervelender dan na 6 december een pakje voor de deur te vinden of een pakje na het kerstfeest te moeten afgeven. Ik ben blij te horen dat er dit jaar investeringen worden gedaan om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.
Er moet ook over worden gewaakt dat de impact op de omgeving zo laag mogelijk is. Ik ben blij te horen dat het niet om een algemene prijsverhoging gaat. We moeten nadenken over concepten met in het achterhoofd het belang van de consumenten, die er zeker geen nadelen van mogen ondervinden.
Het incident is gesloten.
-Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre les violences sexuelles" (55001954P)
- Maria Vindevoghel à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La lutte contre les violences sexuelles" (55001958P)
- Els Van Hoof à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La lutte contre les violences sexuelles" (55001960P)
- Claire Hugon à Sarah Schlitz (Égalité des genres et Égalité des chances) sur "Les violences sexuelles" (55001965P)
- Nathalie Gilson à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le balancetonbar et le suivi des agressions sexuelles" (55001963P)
- Laurence Zanchetta à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le balancetonbar et le suivi des plaintes" (55001970P)
- Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De strijd tegen seksueel geweld" (55001954P)
- Maria Vindevoghel aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De strijd tegen seksueel geweld" (55001958P)
- Els Van Hoof aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De strijd tegen seksueel geweld" (55001960P)
- Claire Hugon aan Sarah Schlitz (Gendergelijkheid en Kansengelijkheid) over "Seksueel geweld" (55001965P)
- Nathalie Gilson aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "balancetonbar en de opvolging van seksueel geweld" (55001963P)
- Laurence Zanchetta aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "balancetonbar en de opvolging van de klachten" (55001970P)
07.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, madame la ministre, madame la secrétaire d'État, je tenais tout d'abord à saluer le courage de toutes les victimes de viol qui osent, aujourd'hui, sortir de leur silence, un silence qui les rongeait jusqu'ici. Leurs témoignages font littéralement froid dans le dos mais ce qui est encore plus terrifiant, c'est que ces violences systémiques à l'encontre des femmes et des jeunes filles dépassent très largement le seul quartier du cimetière d'Ixelles puisqu'elles concernent tout le pays.
Pour y répondre, j'entends les mesures qui sont mobilisées par votre gouvernement, un projet pilote pour objectiver le chiffre noir des agressions sexuelles, la généralisation des centres de prise en charge des violences sexuelles ou encore, votre projet de réforme du Code pénal. Ce faisant, n'avez-vous pas l'impression de faire les choses à l'envers à savoir agir uniquement en aval de ces violences, soit quand le mal est déjà fait, et non en amont. C'est d'autant plus étonnant que la Convention d'Istanbul qui sert de ligne directrice à votre gouvernement dans ce combat insiste sur la protection des victimes, sur la répression des auteurs mais aussi sur la prévention et la coordination des politiques, deux volets qui sont totalement absents de votre stratégie jusqu'ici.
Quelles mesures allez-vous mettre en place pour prévenir ces violences? Ce point est-il discuté au sein de la Conférence interministérielle Droits des femmes? Où en est-on dans l'élaboration du nouveau plan d'action national de lutte contre les violences basées sur le genre? Où en sommes-nous dans les formations des magistrats, des policiers ou encore des médecins? Quand les fameux sept nouveaux centres de prise en charge des violences sexuelles ouvriront-ils? De quelle manière allez-vous concrètement soutenir les centres actuels qui sont déjà saturés mais aussi les centres de prise en charge des délinquants sexuels pour limiter au maximum la récidive? Enfin, allez-vous intégrer la dimension de genre dans votre projet de réforme du Code pénal sexuel comme vous l'impose la loi relative au gender mainstreaming puisque près de 90 % des victimes de violences sexuelles sont des femmes?
07.02 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, vorige week zijn er 1.300 jongeren op straat gekomen in Ixelles omdat ze het niet meer pikken dat ze niet op een normale manier als jongere kunnen leven in onze maatschappij, omdat ze bang zijn om op straat te komen, omdat ze bang zijn om op café te gaan of om uit te gaan, na een lange coronaperiode. Dit is ongelooflijk. Ze zijn heel boos. Ze willen dat er concrete maatregelen komen. Het is immers niet normaal dat het zo lang geduurd heeft: de feiten waren immers gekend. Heel wat feiten zijn al jaren gekend, bijvoorbeeld over cafés waar aanrandingen gebeuren. Die feiten zijn gekend en toch is er niets gebeurd.
Er zijn heel veel mooie intenties en verklaringen, maar hoe is het mogelijk dat tot op vandaag nog de helft van de klachten geseponeerd wordt? U kondigt nieuwe zorgcentra aan, maar zelfs vandaag kan het bestaande zorgcentrum in Brussel niet meer volgen. Het zit vol. Er zijn onvoldoende personeel en middelen. Zal u dan ingaan op de vraag van de jongeren om een extra zorgcentrum te openen in Ixelles, dicht bij de studenten?
Wanneer wordt uw langverwachte programma in de praktijk gebracht of blijft het op de bureaus liggen? Welke budgetten staan daar tegenover? Dat is natuurlijk cruciaal. Deze week in de commissie rond het Strafwetboek hoorde ik nog van alle sprekers uit het middenveld dat er te weinig middelen zijn om de zaken te doen die ze willen doen. Er zullen dus middelen tegenover gesteld moeten worden.
07.03 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, mevrouw de minister, geachte staatssecretaris, een glas wijn drinken op café kan onze dochters tegenwoordig een levenslang trauma opleveren. Een verkrachtingsdrug is een heel cynische drug, hij laat geen sporen na, noch in het bloed, noch in het geheugen. Er zijn alleen kneuzingen en blauwe plekken op het halfontklede lichaam. Wij trachten onze dochters weerbaar en assertief te maken ten aanzien van ongewenste seksuele intimiteiten, maar iemand weerloos maken, is van een ongeziene lafheid. Het neemt elke kans weg bij het slachtoffer om afwijzing te laten blijken. Het draagt ook bij tot victim blaming, want misschien lag het toch aan dat glaasje te veel. Dat verklaart ook voor een stuk de onderrapportering.
Nochtans is een zerotolerancebeleid vereist. U hebt alledrie de sense of urgency goed begrepen, u bent meteen gaan samenzitten. Wij weten allemaal dat de strijd tegen seksueel geweld een absolute prioriteit is van deze regering, maar er is nog meer nodig. 1.300 jongeren en vrouwen hebben hun onmacht uitgeschreeuwd in de straten van Elsene. Ook op sociale media zien wij chats verschijnen van meisjes die aangeven in welke cafés dit fenomeen zich ook voordoet.
Er is inderdaad veel meer nodig. Politie,
parket en opvang moeten nog meer de handen in elkaar slaan om dit fenomeen in
de kiem te smoren. Er zijn inderdaad de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG),
die worden uitgerold. Dat is een heel goed gegeven. Er is ook het nieuwe
Strafwetboek met betrekking tot seksuele handelingen, dat wordt besproken. Er
is vandaag echter nood aan laagdrempeligheid en preventie. Wij hebben heel
laagdrempelige digitale aanmeldingspunten nodig. (…)
07.04 Claire Hugon (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, madame la ministre, messieurs les ministres, les témoignages d'agressions sexuelles dans deux bars d'Ixelles sont glaçants. Je ferai avant tout part de ma solidarité aux victimes. La semaine passée, des collectifs d'étudiantes, de femmes et leurs alliés étaient dans les rues d'Ixelles pour crier leur colère et leurs attentes. Elles se réunissent ce soir à nouveau. Elles veulent être prises au sérieux. Elles veulent être crues. Elles veulent être en sécurité.
Ces témoignages sont très graves et il faut bien sûr y réagir à la hauteur de leur gravité. Ne nous trompons pas de débat! Balance ton bar n'est pas un fait isolé. C'est la partie immergée d'un énorme iceberg. Nous vivons dans une société violente envers les femmes. Ce sont les femmes qui portent au quotidien la charge de cette violence. Il n'est pas acceptable que, depuis leur plus jeune âge, les femmes apprennent que leur sécurité dépend de leur prudence. Il n'est pas acceptable qu'elles doivent déployer des stratégies de protection et d'évitement pour se sentir en sécurité.
Alors, oui! Il y a un problème de violence sexuelle à Ixelles et aussi à Charleroi et aussi à Anvers… partout en Belgique et ailleurs! Les violences sexuelles sont dans les bars, mais aussi sur nos lieux de travail, dans nos domiciles. Elles sont partout, elles sont systémiques, elles font partie de ce continuum de violence genrée allant de remarques sexistes aux féminicide, en passant par les inégalités socio-économiques.
Madame la secrétaire d'État, avec vos collègues, depuis votre arrivée, vous avez pris ces questions à bras-le-corps. Hier, vous avez tenu à trois une réunion d'urgence. Pouvez-vous détailler davantage les initiatives que vous prendrez à court, moyen et long terme pour prévenir et endiguer ce fléau ainsi que pour une meilleure prise en charge des victimes?
Le modèle des centres de prise en charge des violences sexuelles a fait ses preuves. Avez-vous pris contact avec le centre de prise en charge de Bruxelles à la suite des témoignages? Quels en sont les échos?
07.05 Nathalie Gilson (MR): Madame la présidente, madame la ministre, madame la secrétaire d'État, monsieur le ministre, nous sommes ici à la Chambre des représentants et je vous interroge en tant que députée fédérale mais aussi comme ixelloise et comme maman. Nous avons tous été atterrés en entendant les témoignages diffusés sur les réseaux sociaux, en entendant la manifestation. Ce qui se passe est inacceptable.
Monsieur le ministre, je sais que la lutte contre les violences sexuelles, la lutte contre les agressions est une priorité du gouvernement. Je sais que vous poursuivez et que vous allez développer la création de centres de prise en charge des violences sexuelles. Vous avez lancé la réforme du Code pénal sexuel pour mettre l'accent sur la question du consentement et justement viser les cas où la personne ne présente pas de réaction, soit parce qu'elle est droguée, soit parce qu'elle est en état de sidération. C'est essentiel!
Néanmoins, ces manifestations, ces témoignages montrent qu'il y a quand même un problème. On entend qu'il y a dix-sept plaintes, dont certaines auraient été classées sans suite et que d'autres plaintes auraient été classées sans suite. Pouvez-vous nous donner des informations à ce sujet? Confirmez-vous que ces plaintes ont été classées sans suite? Si oui, pourquoi? Le parquet est libre de déterminer sa politique de poursuites criminelles. Qu'en est-il à cet égard? La poursuite des viols et des agressions sexuelles est-elle une priorité pour le parquet? Il en va de notre sécurité à tous.
07.06 Laurence Zanchetta (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, après les hashtags "balancetonporc", "balancetonfolklore", c'est maintenant "balancetonbar" qui fait le tour des réseaux sociaux.
Les récentes agressions sexuelles de jeunes femmes qui se sont fait droguer à leur insu dans les bars du quartier du cimetière d'Ixelles sont gravissimes mais elles ne sont que la face visible de l'iceberg. De scandale en scandale, de nombreux témoignages affluent. Aujourd'hui, les langues se délient. C'est une véritable colère qui s'exprime partout dans les rues, sur internet, pour dénoncer l'insécurité à laquelle sont confrontées les jeunes filles et les femmes.
En réalité, les victimes se sentent abandonnées; elles n'ont plus confiance en la Justice. Nous leur demandons de porter plainte mais, selon les estimations, 70 % de ces plaintes seraient classées sans suite par les parquets. Il faut en finir avec cette impunité! Les auteurs de ces infractions doivent répondre de leurs actes devant les tribunaux.
Monsieur le ministre, nous sommes las d'interroger à tour de rôle Mme Schiltz, Mme Verlinden et vous-même. Vous vous êtes réunis hier en urgence. Pouvez-vous nous dire quelles sont les mesures concrètes que vous avez prises pour protéger les victimes? Que proposez-vous concrètement pour améliorer leur accompagnement afin qu'elles portent plainte? Si la lutte contre les violences sexuelles est effectivement une des priorités du gouvernement, qu'allez-vous mettre en œuvre pour éviter les classements sans suite? Quelles sont les directives données aux parquets en la matière?
07.07 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chères collègues, tout comme vous, je suis consterné par les témoignages de ces dernières semaines sur les violences sexuelles à Ixelles et à Bruxelles. Le fait que l'on soit si nombreux à réagir avec indignation prouve que nous sommes toutes et tous unis, car ces actes sont inadmissibles. Vous comprendrez que je ne peux pas faire de commentaires sur l'enquête que le parquet de Bruxelles mène pour le moment. Je peux, cependant, vous assurer que ce même parquet fera tout pour faire éclater la vérité dans cette affaire,- il me l'a confirmé.
Dès le début de cette législature, notre gouvernement a fait de la lutte contre les violences sexuelles sa priorité. Trop souvent, les filles et les femmes de notre pays sont victimes de telles violences. C'est un combat que nous menons sur tous les fronts et nous savons très bien où se situent les problèmes: trop d'obstacles à franchir pour les victimes avant de porter plainte, trop peu de condamnations et des peines trop légères. Nous nous attaquons à ces problèmes un à un, en collaboration avec ma collègue Verlinden et ma collègue Schlitz.
Eerst en vooral moeten er meer aangiftes gedaan worden, want dat gebeurt nog altijd te weinig in ons land. Daar maken we het verschil met de fameuze Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG). In die centra wordt de drempel om een aangifte te doen serieus verlaagd. Slachtoffers kunnen daar aangifte doen in de beste omstandigheden, in de juiste omgeving en met professionele begeleiding. We moeten die zorgcentra ook beter bekend maken bij een breder publiek. Ik was onlangs te gast bij de Hogeschool PXL in Hasselt. Veel meisjes toonden daar interesse in de werking van die zorgcentra. Een dame suggereerde mij om ook in de middelbare scholen, in het bijzonder bij meisjes, het belang is van die zorgcentra uit te gaan leggen.
Uit de cijfers blijkt dat de aangiftebereidheid dankzij die zorgcentra stijgt met maar liefst 70 %. Sinds januari 2021 ontvingen de 3 zorgcentra samen maandelijks gemiddeld 112 slachtoffers: 44 in Brussel, 40 in Gent en 28 in Luik. Op 10 november openen we de deuren van een nieuw zorgcentrum in Antwerpen. Eind november volgt Charleroi. Onze ambitie is om een ZSG te hebben in elke provincie van ons land.
Deuxième objectif: plus de poursuites. Le problème des preuves se pose bien trop souvent. C'est la parole de l'un contre celle de l'autre; la parole de la victime contre la parole du suspect. Nous devons et pouvons faire mieux dans ce domaine; et nous faisons mieux.
Un projet Code 37, mené avec succès à Anvers, sera mis en œuvre à l'échelle nationale, en commençant par Bruxelles. Ce projet constitue une nouvelle stratégie d'enquête qui permet d'obtenir des preuves matérielles plus nombreuses et de meilleure qualité grâce à des recherches à la pointe en matière de traces.
J'ai libéré plus de 600 000 euros de moyens nécessaires à cette fin. Nous allons engager cinq personnes supplémentaires pour soutenir cette mesure. Le plus important, c'est que cette approche conduit à un doublement du nombre de condamnations. C'est ce que nous avons constaté à Anvers.
Entre-temps, près de 2 000 magistrats ont été formés.
Ten derde, strengere straffen. Dan kom ik tot het ontwerp met betrekking tot seksueel strafrecht dat hier in het Parlement in de commissie voor Justitie wordt behandeld. Er zijn hoorzittingen bezig. Ik hoop weldra de besprekingen te kunnen aanvatten.
Mevrouw Van Hoof, een belangrijk nieuw element in dat ontwerp is dat we er uitdrukkelijk in voorzien dat spiking, het toevoegen van zogenaamd weerloos makende stoffen aan drank, als een verzwarende omstandigheid zal gelden, niet alleen bij verkrachting, maar ook bij elke vorm van aantasting van de seksuele integriteit. Dat zal nieuw zijn in het Strafwetboek. De gecorrectionaliseerde straf kan tot 15 jaar oplopen. Eenmaal gestraft moet de veroordeelde ook de juiste begeleiding krijgen, zodat hij niet in zijn gedrag hervalt. Daarvoor bestaan er centra voor de behandeling van seksuele delinquenten. We zijn volop in gesprek met de deelstaten om de samenwerkingsakkoorden die dateren van het jaar 2000 te actualiseren, te verbeteren en te versterken, met het oog op een aanpak op maat van de delinquenten.
Chers collègues, la justice constitue un élément important mais, madame Rohonyi, elle n'est pas la seule réponse à ces terribles phénomènes. Les personnes doivent demander des comptes en cas de comportement inapproprié. Dire stop et ne pas se contenter d'en rire ou de minimiser les choses, pour permettre à nos jeunes de vivre plus librement et dans une plus grande sécurité et ne pas avoir à se soucier des prédateurs (…)
07.08 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, geachte leden, wat er gebeurd is in Elsene, raakt mij diep, zeker omdat zulke feiten niet alleen in Elsene gebeuren. Net op het moment dat jongeren opnieuw met volle teugen van hun vrijheid kunnen genieten, leven zij in angst om uit te gaan. Ik leef met hen mee. Ik hoop dan ook van harte dat de jongens en meisjes die slachtoffer zijn van dit soort feiten, hun levenskracht en onbevangenheid niet verliezen. In elk geval zal ik er alles aan doen, samen met mijn collega's, om daarvoor te zorgen en daartoe bij te dragen.
Mevrouw Van Hoof, zoals u weet, is de strijd tegen seksueel geweld een prioriteit in het beleid van de politie en Binnenlandse Zaken. Wat zich in Elsene heeft afgespeeld, maar wat ook buiten de grenzen van Elsene gebeurt, toont aan dat wij nog een zeer belangrijke en lange weg af te leggen hebben.
De feiten worden momenteel onderzocht door de lokale politiezone Brussel Hoofdstad Elsene onder leiding van het Brussels parket. Ik waardeer in elk geval dat het onderzoek onmiddellijk werd opgestart. De procureur bevestigt dat hij het onderzoek als zeer ernstig en prioritair beschouwt en dat spreekt voor zich. De inhoud valt echter onder het geheim van het onderzoek, dus daar kan ik momenteel niet verder op ingaan.
Zoals mijn collega Van Quickenborne net heeft toegelicht, heeft gisteren overleg plaatsgevonden met de collega's van Justitie en Gelijke Kansen om een gezamenlijke aanpak uit te werken. Het gaat, zoals sommige sprekers stelden, effectief om een ketenbenadering, niet om het huiswerk van één beleidsdomein.
Vanuit Binnenlandse Zaken wil ik in elk geval meewerken aan een betere fenomeenanalyse. Daartoe moeten wij alle beschikbare kanalen gebruiken. Naast politie en Justitie zetten heel wat vzw's en preventiediensten zich in en dragen een steentje bij. Mevrouw Rohonyi, dat is heel belangrijk, ook in het kader van de preventie, want het slachtoffer moet op de eerste plaats gezet worden. Voor sommige slachtoffers voelt het meer vertrouwd aan als zij zich niet onmiddellijk tot de politie hoeven te richten, maar als zij naar een andere omgeving kunnen gaan. Het is dus onze taak om al die vzw's en organisaties die zich inzetten op dat thema, te ondersteunen en te helpen in de diensten die zij leveren aan slachtoffers.
De problematiek is veel groter dan wat de politiestatistieken ons vertellen omdat veel slachtoffers geen aangifte doen. Ik wil het zo eenvoudig mogelijk maken om klacht in te dienen en op die manier voor slachtoffers de drempel verlagen om toch aangifte te doen, waardoor de statistieken verbeteren, in de eerste plaats ter bescherming van de slachtoffers, niet louter voor de statistieken. Door meer aangiftes verkrijgen we meer informatie en kunnen we beter en accurater te werk gaan in de preventie en in de repressie.
Momenteel bekijken wij de mogelijkheid van een onlineaangifte. De onlineaangifte brengt enkele uitdagingen met zich mee aangaande zorg voor de slachtoffers, waarmee we goed rekening moeten houden.
Daarnaast is de opvang en begeleiding van slachtoffers een prioriteit. In de politieopleiding moeten wij daarom bijkomende en verdere aandacht hebben voor zedenfeiten, niet alleen vanuit repressieve, maar ook vanuit preventieve kant bekeken, zodat politieleden vanuit hun politietaak jonge meisjes en jongens kunnen begeleiden in dit fenomeen.
Het is in elk geval de bedoeling meer gespecialiseerde zedeninspecteurs te kunnen opleiden zodat die in de verschillende politieteams actief kunnen zijn.
Vanuit de IMC Vrouwenrechten waarin ook de Gemeenschappen vertegenwoordigd zijn, wat zeer belangrijk is met het oog op preventie, zullen wij in de toekomst ook inzetten op die preventie en daartoe sensibiliserend optreden ten aanzien van de lokale besturen. Ook hun preventiediensten en sociale diensten hebben een belangrijke rol te spelen. Als de federale overheid hen daarbij ondersteunt, kan ook het sensibiliserend karakter van dit fenomeen verder worden versterkt.
Wij hebben al gesproken over de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Ik heb al een aantal van hun activiteiten bezocht. Het is fenomenaal welk baanbrekend werk zij verrichten, niet alleen inzake de begeleiding bij de administratieve formaliteiten die de slachtoffers moeten doormaken, maar vooral inzake psychosociale begeleiding in een context buiten het politiecommissariaat en buiten de normale structuren. Slachtoffers kunnen daar echt op de meest menselijke manier begeleid worden. Vandaar de duidelijke keuze van de federale overheid daarop in te zetten.
Het is een open deur intrappen wanneer ik zeg dat seksueel geweld bestrijden een geïntegreerde en een ambitieuze aanpak vereist. Wij zullen alles in het werk stellen om de strijd tegen seksueel geweld verder te ondersteunen en om seksueel geweld een halt toe te roepen.
Straten, parken en cafés zijn plekken waar
iedereen plezier moet kunnen beleven en waar iedereen onbevangen naartoe moet
kunnen gaan. (…)
07.09 Sarah Schlitz, secrétaire d'État: Madame la présidente, chères collègues, les témoignages que j'ai pu lire ces derniers jours font froid dans le dos.
De vele getuigenissen van slachtoffers van seksueel geweld zijn vreselijk. Ik huldig alle slachtoffers voor de moed die zij hebben getoond om hun verhaal te vertellen.
Ils révèlent aussi l'ampleur des violences sexuelles et leur dimension structurelle dans notre société.
Les victimes de violences sexuelles portent encore trop peu plainte: elles ne seraient qu'une sur dix à se rendre à la police. Ce chiffre noir est très inquiétant. Il est primordial que toute victime soit entendue et prise en charge par les autorités policières et judiciaires.
U hebt daarover net mijn collega's Verlinden en Van Quickenborne gehoord. Onze drie kabinetten werken nauw samen in het kader van het nationaal actieplan gendergerelateerd geweld, en uiteraard ook met de deelstaten die cruciale bevoegdheden rond bijvoorbeeld preventie hebben. De afwerking van dit plan zit in een laatste fase.
Il y a bien un budget qui a été alloué lors du récent conclave budgétaire pour la mise en place de ce plan au niveau fédéral.
Les Centres de prise en charge des victimes de violences sexuelles (CPVS) jouent un rôle central. Les victimes y reçoivent un accompagnement médical et psychologique. Des policiers y sont également présents et, par leur formation, permettent aux victimes de davantage déposer plainte.
S'agissant du cas précis du quartier du cimetière d'Ixelles, le CPVS me confirme qu'il a accueilli au moins trois victimes du cimetière d'Ixelles en octobre auxquelles s'en ajoutent d'autres en juin et juillet. Le CPVS a également reçu des dizaines d'appels de personnes ayant subi des agressions sexuelles au cimetière d'Ixelles ces derniers mois.
Ons land heeft drie zorgcentra. Volgende maand komen er nog twee bij, in Leuven en in Charleroi. We gaan voor een nationale uitrol van dit model: tegen het einde van de legislatuur zullen er in het hele land tien zijn.
Je souhaite également travailler à un meilleur ancrage des Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles (CPVS) au niveau local et, en particulier, dans les milieux estudiantins. On sait que la majorité des victimes qui passent par un CPVS ont entre 18 et 25 ans, ce qui correspond à la population étudiante. Lors du déploiement des nouveaux centres, je serai particulièrement attentive à la bonne coopération entre les milieux estudiantins, les milieux universitaires et les CPVS. J'étudie actuellement la possibilité de mettre en place un projet pilote dans ce domaine.
En ce qui concerne le contexte local, j'aimerais également vous informer que je rencontrerai juste après cette séance le bourgmestre d'Ixelles, Christos Doulkeridis, afin de mettre en commun nos informations et d'évoquer d'autres pistes.
J'aimerais aussi en profiter pour saluer la réaction ambitieuse de certaines autorités universitaires et de certains cercles étudiants qui ont décidé de ne plus prendre cette question à la légère. En effet, ces derniers mois, vous l'avez souligné, d'autres étudiants ont dénoncé des phénomènes de violence sexuelle sur les campus. En réaction à cela, de nouvelles chartes ont été mises en place et certains dispositifs d'aide aux victimes ont été développés sur certains campus universitaires. C'est fondamental.
Je suis convaincue que nous devons lutter contre les violences sexuelles en impliquant tous les acteurs de la société à leur juste place: les citoyens et les citoyennes qui retourneront encore dans la rue ce soir, la société civile qui détient une grande expertise en la matière, et nous, les autorités politiques qui à tous les niveaux devront prendre en compte tous ces éléments dans différents plans d'action et dans l'ensemble de nos politiques.
Je m'engage ici devant vous à mettre tout en œuvre pour que chacune et chacun mène la vie qu'il souhaite sans avoir peur lorsqu'il sort, sans se poser la question de savoir comment il va rentrer à la maison et par quel chemin pour éviter d'être agressé. C'est le projet que je poursuis et auquel je m'engage aujourd'hui devant vous.
07.10 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la secrétaire d'État, madame la ministre, monsieur le ministre, je vous remercie sincèrement pour toutes les initiatives que vous mettez en place pour faire en sorte que les victimes reprennent confiance dans notre justice, dans notre police, et aillent ainsi porter plainte. Je vous remercie aussi d'avoir rappelé que la répression n'est pas la seule réponse. Il faut aussi changer les mentalités et travailler sur la prévention même si, à mon sens, cela manque encore de concret. C'est pourtant urgentissime. Nous en avons marre, aujourd'hui, de devoir sortir en ayant constamment cette peur au ventre. Nous en avons marre de devoir vivre dans cette culture du viol où la parole de la victime ne cesse d'être remise en cause.
Monsieur le ministre, à quoi bon alourdir les peines si la justice n'a pas les moyens de les appliquer, mais aussi, si un homme sur cinq continue de penser qu'une femme aime être forcée? Le risque zéro, bien sûr, n'existera jamais, malheureusement. Mais vous devez agir, tous et toutes. Nous devons le faire aussi, à vos côtés, pour que ce risque ne soit plus, comme aujourd'hui, la normalité.
07.11 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik wil graag beginnen met de jongeren die op straat gekomen zijn, te feliciteren. Dankzij hen hebben de bevoegde ministers eindelijk overlegd over de te nemen maatregelen. Ondanks dat we hier al een jaar lang discussiëren en een resolutie hebben goedgekeurd over het geweld tegen vrouwen, is er nog geen enkele stap vooruit gedaan. Doordat de jongeren op straat zijn gekomen, is onze vraag naar maatregelen hier weer aan de orde.
Ten tweede, het is met de aangiftes zoals met het verhaal van de kip of het ei. Een vrouw klaagde ooit bij mij aan dat er nog nooit iets uit een klacht is voortgekomen. Dan is natuurlijk de stap om aangifte te doen al te belastend. Slachtoffers wenden zich niet eens meer tot de politie, omdat ze ervan uitgaan dat er niets met hun klacht wordt gedaan. Zij moeten het geloof dat ze serieus genomen worden, herwinnen.
Ik hoop dat uw maatregelen een stap vooruit zijn. Vanavond gaan de jongeren terug de straat op om concrete maatregelen te eisen voor hun problemen.
07.12 Els Van Hoof (CD&V): We zien duidelijk dat de regering de aanpak van seksueel geweld heel serieus neemt en niet sinds vandaag; ze doet dat al een hele tijd met de uitrol van allerhande maatregelen op het terrein, ten bewijze de initiatieven rond de Zorgcentra na Seksueel Geweld.
We moeten echter niet alleen de brand blussen, maar moeten ook rookdetectors plaatsen. Niet alleen repressie en vervolging zijn van belang, maar vooral preventie. We moeten misdrijven met een verkrachtingsdrug voorkomen. Dat is niet eenvoudig, dat geef ik grif toe. Daarom hoor ik graag dat hier maatregelen worden aangekondigd. Er zullen voor het einde van de legislatuur nog ZSG's worden opgericht, maar er moeten ook onmiddellijk maatregelen genomen worden.
Zoals mevrouw de minister zei, is het digitaal platform om online aangifte te doen, heel belangrijk, net zoals de opleiding van zedeninspecteurs, opdat de juiste vragen in het verhoor worden gesteld, want we mogen (…)
07.13 Claire Hugon (Ecolo-Groen): Madame la ministre, monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, je voudrais vous remercier pour vos réponses. Elles mettent en lumière l'importance de faire de la lutte contre les violences sexuelles une priorité transversale du gouvernement. Nous voyons bien, en vous entendant tous les trois, comment tout s'imbrique. Il est également très important de vous avoir entendus notamment sur le Plan d'action national de lutte contre les violences; et de savoir que vous travaillez avec les entités fédérées, qui sont aussi responsables, notamment pour la prévention.
Par ailleurs, l'ouverture le mois prochain des deux CPVS en charge montre bien que vous ne travaillez pas à ces enjeux uniquement dans l'urgence et en fonction de l'actualité, mais de façon structurelle, et je vous en remercie également.
Je voudrais aussi m'adresser à mes collègues dans l'hémicycle, parce que si les réponses mises en place par le gouvernement sont importantes, elles ne vont pas suffire. La sécurité de la moitié de la population repose non pas sur quelques personnes dans l'Exécutif, mais sur nous toutes et tous. Ce dont nous avons besoin, c'est d'un changement culturel majeur; et cela passe aussi par chacune et chacun d'entre nous.
Nous sommes tous responsables, de là où nous sommes, pour faire avancer cela. Nous avons tous un rôle à jouer. Je vous appelle collectivement à endosser cette responsabilité, avec une vision transversale des enjeux, pour faire advenir ensemble une société où les femmes et les filles sont réellement libres.
07.14 Nathalie Gilson (MR): Madame la ministre, monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses. Un chiffre m'interpelle: 53 % des affaires de viol sont classées sans suite, dont 63 % pour manque de preuves. Je crois que l'axe très important dans lequel notre action doit se mener, c'est le temps.
C'est parfois une course contre la montre que de collecter des preuves. Nous l'avons vu dans certains dossiers, où il a été dit que certaines drogues qui ont été administrées ont disparu dans le sang après 12 heures. Cette collecte de preuves est donc essentielle. Nous vous soutenons dans la piste que vous avez évoquée d'améliorer la collecte de preuves. Mais il faut aussi vraiment que tous, vous œuvriez pour que la chaîne entre police, parquet, tribunaux (…)
07.15 Laurence Zanchetta (PS): Madame la ministre, monsieur le ministre, madame la secrétaire d'État, merci pour vos réponses. Information, prévention, sanctions, il faut accélérer car il y a urgence. Des moyens sérieux doivent être dégagés, comme vous l'avez dit, et mis en œuvre pour permettre aux parquets de poursuivre les auteurs et faire de la lutte contre ces violences une réelle priorité.
L'accent doit être mis sur la formation et la sensibilisation des magistrats, en vue d'une meilleure prise en considération des victimes de violences sexuelles, depuis le dépôt de leur plainte jusqu'à l'aboutissement de la procédure judiciaire. Les Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles (CPVS) sont de véritables leviers en la matière, et nous insistons pour qu'ils soient encore davantage développés et rendus plus accessibles aux victimes.
Nous attendons évidemment avec impatience l'aboutissement du Plan national de lutte contre les violences de genre. La tolérance zéro à l'égard de ces prédateurs doit être notre réponse.
L'incident est clos.
08 Vraag van Tania De Jonge aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Zinloos geweld en onaangepast gedrag 'op en naast' het veld" (55001961P)
08 Question de Tania De Jonge à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La violence gratuite et les comportements inappropriés "sur le terrain et en dehors"" (55001961P)
08.01 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, voetbalgeweld is terug van nooit weggeweest. In Gent werd een scheidsrechter aangevallen door de verzorger van een van beide teams. In datzelfde weekend werden voetzoekers op het veld gegooid, waardoor een doelman tijdelijk zijn gehoor verloor. Begin oktober 2021 raakten vijf vrijwillige stewards gewond bij rellen tussen supporters van Antwerp en Eintracht Frankfurt.
Mevrouw de minister, vorige dinsdag gebeurde een incident op de parking langs de E40 te Drongen. Een inwoner van de stad waarvan ik burgemeester ben, een man van 63 jaar en supporter van Manchester City, werd aangevallen, vermoedelijk door andere voetbalsupporters. Hij werd levensgevaarlijk gewond en werd voor dood achtergelaten. Inmiddels verschenen vijf verdachten voor de onderzoeksrechter.
Heethoofden verpesten het voor de grote meerderheid van sportieve supporters. Geweld op en naast het voetbalveld is onaanvaardbaar. Wie zich misdraagt, moet daarvan ook de gevolgen dragen. Het maakt niet uit voor wie iemand supportert. Het moet altijd met respect voor elkaar gebeuren.
Mevrouw de minister, ik heb dan ook een aantal vragen voor u.
Kunt u de jongste stand van zaken geven van het incident te Drongen? Merkt u een stijging van het voetbalgeweld op en rond de voetbalterreinen en de stadions? Welke maatregelen zult u treffen om een mogelijke opstoot van nieuw voetbalgeweld in de kiem te smoren?
08.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, mevrouw De Jonge, voetbal is een feest, dat zowel voor de spelers, de staf, de trainers, de buschauffeur van de spelers als de supporters in veilige en prettige omstandigheden moet kunnen plaatsvinden, zowel in als buiten het stadion. Voetbal moet net als andere sporten in de eerste plaats een aanleiding zijn voor ontmoeting en plezier van gezinnen, kinderen en vrienden. Voetbal moet iedereen verzamelen in een gedeeld enthousiasme voor de club of gewoon maar voor de sport.
Mevrouw De Jonghe, net als u ben ik van mening dat de incidenten die de voorbije weken hebben plaatsgevonden, absoluut verwerpelijk zijn. Zeker de feiten in Drongen tarten alle verbeelding en kunnen niet worden aanvaard. Geweld kan niet worden aanvaard, in welke context dan ook. Ook bij voetbal hoort geen geweld, vroeger niet, nu niet en ook later niet.
Ik wens op dit moment zeker nog eens mijn medeleven te betuigen met het slachtoffer en de familie. Ik hoop dat hij spoedig kan herstellen. Het onderzoek loopt nu. U zult begrijpen dat ik in het kader van dat onderzoek vandaag geen verdere details kan geven, maar ik reken op Justitie om een passend gevolg te geven aan dit incident.
Het is wat mij betreft voorbarig om op dit moment al een conclusie te trekken met betrekking tot toegenomen supportersgeweld en voetbalgeweld. Duizenden supporters hebben de terugkeer naar de stadions na de lockdown ervaren als een groot feest en als een heugelijke gebeurtenis, zowel binnen als buiten de stadions. Gelukkig is dat voor de overgrote meerderheid van de supporters, alsook voor de spelers en de staf zonder problemen verlopen. We kunnen en zullen niet tolereren dat enkelingen dat feest verpesten voor anderen en op die manier ook een zeer negatief imago scheppen over het voetbal, wat volgens mij niemands bedoeling kan zijn.
Ik heb dan ook gevraagd aan de Voetbalcel en aan de FOD Binnenlandse Zaken om streng op te treden tegen iedere vorm van geweld. Morgen zit ik samen met de vertegenwoordigers van de clubs uit eerste klasse, de Pro League en de Voetbalbond, onder meer om dat fenomeen te bespreken. Zij hebben ook een verantwoordelijkheid in dit verhaal want we moeten dit samen doen. Het is goed dat de betrokken clubs dat geweld onmiddellijk zeer streng veroordeeld hebben, maar ik vraag hen ook om alle mogelijke maatregelen (…)
08.03 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord en de initiatieven die u zult nemen. Het is natuurlijk belangrijk dat mensen veilig naar een voetbalwedstrijd kunnen gaan en dat voetballers zelf op het veld niet aangevallen worden door supporters. Het is ook duidelijk dat de voetbalclubs, de supportersclubs maar ook de voetballers zelf dat zinloos geweld openlijk afkeuren, dat geeft een heel fijn gevoel.
Krachtdadig optreden tegen geweld is belangrijk. Of het nu gaat om geweld op en rond de stadions, bij de politie, bij de hulpverleners of in de samenleving in het algemeen; we kunnen dit echt niet aanvaarden. Ik hoop dat de voetbalclubs en de supportersverenigingen blijvend betrokken worden en ook door u als minister geresponsabiliseerd worden opdat een nieuwe golf van geweld bij het voetbal vermeden wordt. Het moet duidelijk zijn dat dit moet stoppen. En zoals u zelf zegt, voetbal moet een feest blijven.
Het incident is gesloten.
09 Question de Vanessa Matz à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le malaise au sein de la police" (55001969P)
09 Vraag van Vanessa Matz aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De malaise bij de politie" (55001969P)
09.01 Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, madame la ministre, hier, environ 350 agents de police manifestaient à Bruxelles. Le ton est semble-t-il quelque peu monté après que vous n'ayez pas accepté de les recevoir pour entendre leurs différentes revendications. Toutefois, la manifestation s'est terminée dans le calme.
On peut comprendre la colère légitime des policiers. Après des années de disette organisées par le gouvernement précédent, la police manque structurellement de moyens.
Les annonces que vous avez faites relatives à son refinancement sont quelque peu contredites par des économies prévues dans le budget 2022. Le commissaire général de la police, lors d'une émission de télévision, dimanche dernier, a aussi émis toutes ses craintes par rapport à ce financement. Les revendications sont toujours du même ordre: la NAPAP, un refinancement, une revalorisation.
Madame la ministre, pourriez-vous réaffirmer ici très clairement et avec force toutes les mesures que vous avez l'intention de mettre en œuvre? En effet, il faut que vos promesses soient traduites dans les faits. Vous ne pouvez pas vous contenter de dire qu'on va engager 700 policiers afin de remplir les effectifs car, sur le terrain, la situation est extrêmement compliquée. Sur l'année 2021, on n'a pas atteint le chiffre de 1 600 policiers complémentaires.
La police a besoin d'être rassurée. Même si ce groupe n'est pas représentatif au sens syndical du terme, il est, en tout cas, l'émanation de ce qui se passe actuellement dans la police qui a été mise à rude épreuve, avec des tâches qui lui ont été confiées suite au covid, aux actes de terrorisme et aux inondations. Cette reconnaissance leur revient. Pourriez-vous nous dire comment cela se traduira?
09.02 Annelies Verlinden, ministre: Madame la présidente, madame Matz, je peux confirmer ou reconfirmer l'importance de la police qui doit parfois effectuer son travail dans des conditions très complexes. Je lui apporte donc tout mon soutien.
Cependant, permettez-moi de recontextualiser les choses. La police fédérale a effectivement subi des économies linéaires cette année, mais pas à la même hauteur que les autres départements. L'année prochaine, les mêmes économies sont prévues. Il est ici question d'un montant total d'environ 20 millions d'euros.
Mais, en contrepartie de ces économies, il y a beaucoup d'investissements dans la police également, tant quantitatifs que qualitatifs. Par exemple, en 2021, comme vous le savez, 50 millions d'euros de moyens supplémentaires ont été prévus et seront investis dans la police et, pour 2022, ce seront 70 millions d'euros d'investissements supplémentaires. En outre, environ 80 millions d'euros seront investis et spécifiquement destinés au projet de la digitalisation de la police. C'est un suivi donné aux recommandations de la commission parlementaire sur les attentats terroristes de 2016. Par ailleurs, comme vous l'aurez déjà constaté, le coût des traitements d'attente NAPAP sera égalementt compensé en 2022, tant pour la police fédérale que pour la police locale.
Le budget prévu pour l'année prochaine montre, une fois de plus, qu'on va investir dans le domaine de la sécurité et que cela reste une priorité absolue pour ce gouvernement.
Vous doutiez qu'on arrive au nombre de 1 600 policiers additionnels cette année-ci. L'année n'est pas encore terminée mais nous sommes on track (…)
De voorzitster: Ik geef toch nog even mee dat de micro uitgezet wordt wanneer de spreektijd verlopen is. Ik vraag dus zowel de ministers als de parlementsleden om zich aan de voorziene spreektijd te houden.
09.03 Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse complète et pour votre engagement à une pro-activité que vous voulez joindre à ce dossier.
Ce que les policiers demandent, ceux qui ont manifesté hier et les autres, c'est que cela se traduise sur le terrain. Ce n'est pas encore perceptible. Je sais que vous devez rattraper un bon nombre d'années marquées par un sous-investissement, mais il faut vraiment que cela soit extrêmement visible.
Nous nous indignons tous lorsque l'un d'eux tombe sous les balles, par exemple, lors d'une agression, mais la reconnaissance que nous pouvons leur donner est à trouver dans les moyens humains et dans le matériel mis à leur disposition pour leur sécurité. Il est vrai que le groupe de policiers présents hier n'est pas représentatif. Néanmoins, il aurait été bon de faire un geste et d'écouter leurs revendications, qui ne sont pas très différentes de celles des syndicats.
Het incident is gesloten.
De voorzitster: De vragen gericht aan minister Vandenbroucke worden beantwoord door minister Kitir.
- Gitta Vanpeborgh aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De goedkeuring van het RIZIV-budget en de afschaffing van het verbod op de derde-betalersregeling" (55001953P)
- Hervé Rigot aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het akkoord over het budget voor de gezondheidszorg" (55001971P)
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De derde-betalersregeling bij de artsen en tandartsen" (55001973P)
- Gitta Vanpeborgh à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'approbation du budget de l'INAMI et la suppression de l'interdiction du régime du tiers-payant" (55001953P)
- Hervé Rigot à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'accord sur le budget des soins de santé" (55001971P)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le régime du tiers-payant chez les médecins et les dentistes" (55001973P)
10.01 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mevrouw de minister, naast corona ligt mijn fractie uiteraard voor wat de gezondheidszorg betreft ook wakker van andere zaken, onder andere van het feit dat er vandaag heel wat mensen zijn die een bezoek aan hun huisarts of een specialist uitstellen, omdat zij niet weten wat zij moeten betalen of omdat zij de rekening vrezen.
Weten wat men moet betalen, hoeveel of hoe weinig het ook is, is essentieel om de drempel tot de huisarts of specialist te verlagen. Ik ben dan ook heel blij dat straks over ons wetsvoorstel over het afficheren van de tarieven zal worden gestemd. Dankzij dat voorstel zullen wij zorgverstrekkers voortaan vragen om hun tarieven en conventiestatus zichtbaar aan te geven.
Ik ben ook blij met het door het RIZIV goedgekeurde budget voor de gezondheidszorg 2022. Daarin worden drie nieuwe, belangrijke maatregelen genomen, namelijk de afschaffing van het verbod op de toepassing van de derde-betalersregeling, zodat een huisartsbezoek van 4 euro voor iedereen mogelijk wordt in de toekomst, het versterken van de maximumfactuur, zodat de zorg voor lagere inkomens nog betaalbaarder wordt en, niet te vergeten, een betere terugbetaling van de tandzorg en de inzet van mondhygiënisten, zodat niemand met tandpijn hoeft te blijven zitten. Zo zetten wij zelfs vier ongekende stappen vooruit naar een toegankelijker en betaalbaarder gezondheidszorg en naar meer solidariteit.
De uitdaging schuilt er echter in om dit alles in praktijk om te zetten en op te volgen. Strak monitoren om te zien of wij de drempels echt verlagen in de praktijk wordt de uitdaging. Mevrouw de minister, kunt u toezeggen dat u de effecten van de nieuwe maatregelen nauwlettend zult monitoren, zodat wij ook echt een toegankelijke en betaalbare zorg kunnen garanderen voor alle mensen?
10.02 Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, les socialistes en avaient fait une exigence pour monter dans cet attelage gouvernemental, un véritable credo. Cette exigence, c'était le refinancement des soins de santé. Et le moins que l'on puisse dire, c'est que le budget des soins de santé approuvé ce lundi le démontre. Les socialistes sont là et bien là. Et je dis bravo. Bravo tout d'abord pour ce premier budget, basé sur de vrais objectifs de soins de santé avec, au cœur de celui-ci l'accès aux soins pour chaque patient! Bravo aussi pour le retour à une vraie concertation avec les acteurs de terrain!
Un budget global de 36 milliards, c'est 1,5 millions de plus qu'en 2021. C'est tout d'abord la pérennisation d'un budget d'un milliard d'euros pour le personnel soignant, pour l'activation du fonds blouses blanches et pour la mise en oeuvre de l'accord social. C'est la pérennisation d'un budget de 200 millions d'euros pour les soins de santé mentale. Ce sont aussi, et c'est important, de nouveaux moyens pour de nouvelles politiques telles que la possibilité de généraliser l'application du tiers payant par tous les praticiens au profit de chaque patient. C'est une mesure d'accessibilité que nous, socialistes, défendons depuis longtemps.
Pouvez-vous nous dire aujourd'hui quelles sont les nouvelles mesures qui seront au cœur de ce refinancement des soins de santé et nous indiquer comment se sont déroulées les discussions au sein du Conseil général?
10.03 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de minister, de regering zal de algemene derde-betalersregeling uitwerken en uitrollen, dat is goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het RIZIV. Dat is een goede zaak, het is iets wat de N‑VA-fractie al langer bepleit. Toegankelijke, laagdrempelige zorg is zeker belangrijk. Ik lees in de tekst ook dat er een verlaging komt van het plafond voor de maximumfactuur. Dat wil zeggen patiënten met een hoge zorgnood sneller een terugbetaling zullen krijgen en sneller aan de volledige terugbetaling van hun noden zullen komen. Toch heb ik een aantal vragen over de uitwerking en de toepassing van beide beslissingen.
Ten eerste, wat de algemene derde-betalersregeling betreft, lees ik dat het om consultaties in het ziekenhuis gaat. De patiënt zal zich dus naar de arts moeten begeven. Voor de huisarts is er gesteld dat het budgetneutraal moet zijn. Ik had dan graag geweten of u ook rekening hebt gehouden met een eventuele verandering van het zorgpatroon, met name dat patiënten sneller een huisbezoek door de huisarts zouden kunnen aanvragen. Zoals u weet, is dat duurder en tijdrovender. Aangezien er in sommige landelijke regio's weinig huisartsen zijn, moeten we er bovendien voor zorgen dat elke patiënt een huisarts kan bereiken en zorg kan krijgen. Ten slotte had ik ook graag geweten of er rekening is gehouden met nachtelijke consultaties en huisbezoeken. In hoeverre vallen die onder dat patroon?
Wat de uitbreiding van de maximumfactuur betreft, lees ik dat het over patiënten gaat die in aanmerking komen voor de sociale maximumfactuur. U weet, mevrouw de minister, dat dit de mensen zijn die van een uitkering leven of een verhoogde tegemoetkoming hebben en niet voltijds werken. Mijn vraag is dus wat de regering in petto heeft voor de mensen die net boven dat barema vallen, mensen die werken en bijdragen aan het systeem, maar die jammer genoeg ook ziek kunnen worden en dan echt wel nood kunnen hebben aan de maximumfactuur.
10.04 Minister Meryame Kitir: Collega's, een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg vereist naast het meest doeltreffende organisatiemodel ook een doeltreffende financiering. Sinds het aantreden van deze regering hebben we fors geïnvesteerd in onze gezondheidszorg en dat blijven we ook doen.
De vraag die we van meet af aan hebben gesteld, is hoe we onze middelen en ons geld inzetten opdat ze het meeste zouden opbrengen in termen van maximale gezondheid voor alle Belgen.
C'est pourquoi pour la première fois dans l'histoire, le budget des soins de santé a été établi à partir des besoins en soins de la société. Cela semble logique à première vue mais jusqu'à présent, ce n'était pas le cas. Jusqu'à aujourd'hui, tous les intervenants et les parties prenantes de notre système de soins – des hôpitaux aux mutualités en passant par les prestataires de soins – recevaient un budget sur demande et par secteur. Le ministre de la Santé publique a abandonné cette approche classique et obsolète. Pour ce budget, le point de départ a été de se demander de quels soins les personnes avaient besoin. Seulement ensuite, les moyens ont été affectés efficacement en fonction de ces besoins précisément pour rendre nos soins de santé plus accessibles et plus abordables financièrement.
In 2021 investeerde de regering al fors in onze gezondheidzorg. Ook in 2022 blijven we investeren met 123 miljoen euro in een nieuw beleid door onder meer de groeinorm op 2,5 % vast te leggen.
De tijd is te kort om in te gaan op alle voorstellen van de minister van Volksgezondheid om onze zorg toegankelijk en betaalbaar te maken, maar ik geef graag enkele blikvangers mee die dat concreet maken. Ten eerste, de minister van Volksgezondheid zorgt ervoor dat de zorgverstrekker in 2022 de mogelijkheid krijgt om zijn patiënt niet meer alles te laten voorschieten en alleen nog het remgeld aan te rekenen, bijvoorbeeld 4 euro bij de vaste huisarts en 3,5 euro voor de preventieve controle bij de tandarts.
Mevrouw Depoorter, het betreft hier de afschaffing van het verbod, de zorgverstrekker zal dus zelf de keuze kunnen maken. Het voorstel wordt geformuleerd door het Verzekeringscomité van het RIZIV en komt dus voort uit overleg met de actoren. U verwees naar enkele specifieke situaties. Het is evident dat er een kader met randvoorwaarden wordt uitgewerkt.
Ten tweede, een forse investering van 45 miljoen euro in tandzorg zal onder meer dienen voor de verhoogde terugbetaling van verschillende vaak dure en complexe behandelingen, maar ook voor het opheffen van de leeftijdsgrenzen voor preventieve tandzorg.
Ten derde komt er een verlaging van de maximumfactuur in onze gezondheidszorg. Voor gezinnen met de laagste inkomens brengen we de maximale uitgaven op 250 euro per jaar. Voor hen verlagen we de gezondheidsfactuur met 13,3 miljoen euro.
Ten vierde wordt er 50 miljoen euro geïnvesteerd in preventie. We voorzien onder meer extra begeleiding voor mensen met diabetes en kwetsbare en zwangere vrouwen en extra hulp voor jongeren met eetstoornissen.
Ten vijfde, mevrouw Vanpeborgh, zorg betaalbaar en toegankelijk maken, begint inderdaad met weten hoeveel zorg kost, zoals in uw voorstel staat dat straks ter stemming voorligt. Artsen en andere zorgverleners moeten hun tarieven duidelijk uithangen in de wachtkamer en duidelijk op hun website plaatsen. Zo zorgen we ervoor dat mensen niet langer zorg uitstellen uit angst voor onvoorziene kosten. Dat is een grote stap vooruit naar toegankelijke en betaalbare zorg.
Ten zesde, zeker op deze Dag tegen Kanker vind ik het ook niet onbelangrijk om toe te voegen dat we ook zorgen voor een betere terugbetaling van de vervoerskosten voor kankerpatiënten.
Collega's, onze gezondheidszorg is van onschatbare waarde, dat heeft deze coronacrisis meer dan ooit aangetoond.
Investeren in betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen, is wat deze minister van Volksgezondheid doet, het is wat deze regering doet, om de simpele reden dat dit investeren in ons allen is.
10.05 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord namens minister Vandenbroucke. U hebt nogmaals duidelijk gemaakt dat er een hele kentering is in het beleid en in de investeringen in de gezondheidszorg. Dat stelt ons echt gerust.
Vooruit heeft jaren gestreden voor de verworvenheden inzake het RIZIV die recentelijk zijn goedgekeurd. Met ons wetsvoorstel inzake de affichering hopen wij de drempel te verlagen.
Wij vinden het ook belangrijk dat er monitoring plaatsvindt. Zeker wat de derde-betalersregeling betreft, zijn wij zeer gelukkig. Ik wil mij wat dat betreft aansluiten bij de collega's van de N-VA. Nu gebeurt het nog op vrijwillige basis, maar wat ons betreft, wordt het indien nodig verplicht, zeker voor onze kinderen en jongeren. Naar de tandarts of de huisarts gaan, moet niet immers alleen betaalbaar zijn, het moet ook een gewoonte worden van jongs af. Zo drukken wij ook de kosten op langere termijn, niet alleen voor die jongeren, maar voor de hele samenleving. Wij gaan er dan allemaal op vooruit.
10.06 Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, la santé est notre bien le plus précieux. Cela peut être une phrase banale, une évidence pour certains, mais en tout cas, pour le Parti socialiste, c'est une conviction. Une conviction qui nous pousse au combat au quotidien en faveur de soins de santé de qualité, justes, accessibles à toutes et à tous et transparents. Parce qu'il est intolérable que des personnes aujourd'hui soient obligées de reporter des soins de santé, pire encore, d'y renoncer, faute de moyens.
Les mesures que vous avez présentées aujourd'hui vont absolument dans le bon sens et placent le patient au cœur de nos préoccupations. Plus de prévention et plus d'accessibilité, ce sont moins de freins pour aller se faire soigner. Ce ne sont pas des slogans, pas des paroles en l'air, mais bien des engagements que les socialistes ont pris, et soyez convaincue que nous serons toujours là pour mener à bien ces objectifs, pour une politique des soins de santé plus juste, plus équitable et plus solidaire. Je vous remercie.
10.07 Kathleen Depoorter (N-VA): Deze regering bewijst opnieuw dat ze de regering van de uitkeringsgerechtigden is, want weer houdt u geen rekening met de middenklasse die gaat werken en ook ziek kan worden. Opnieuw neemt u maatregelen die enkel gericht zijn op de personen die nu al problemen hebben, u houdt geen rekening met de mensen die net boven de grens zitten. Er staat voor twee miljard aan belastingen op de teller, waarvan 20 miljoen van de extra btw die u zal innen op de tandzorg en bepaalde prestaties. U zal de factuur wel doen dalen, de middenklasse betaalt hier voor de inactieven. Die middenklasse moet ook hopen niet ziek te worden, want u hebt het vangnet voor hen niet meegenomen, u hebt enkel uw inactieven verzorgd.
L'incident est clos.
11 Vraag van Robby De Caluwé aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De strijd tegen kanker" (55001972P)
11 Question de Robby De Caluwé à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La lutte contre le cancer" (55001972P)
11.01 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, het is vandaag Dag Tegen Kanker. Wellicht laat dat thema niemand onberoerd, aangezien velen van ons van ver of van dichtbij reeds met de ziekte te maken kregen. Elk jaar krijgen in ons land 70.000 mensen de diagnose van kanker. Van de ene dag op de andere starten zij een strijd tegen die vreselijke ziekte. Gelukkig zijn er in België vele behandelingen mogelijk en zijn we pionier in nieuwe en innovatieve behandelingen, zoals immunotherapieën en andere therapieën, waardoor ook heel veel patiënten, gelukkig, genezen.
Dat neemt niet weg dat we aandacht moeten hebben voor de schadelijke gevolgen van die behandelingen. Voormalig minister De Block leverde daaraan al een bijdrage met haar beslissing om haarprotheses terug te betalen. Nu roept Think Pink op ook om de behandeling van huidkoeling terug te betalen.
Vanochtend hoorde we tijdens de conferentie rond longkanker, die ik samen met collega Vanpeborgh heb georganiseerd, niet alleen experten, maar ook patiënten met pakkende getuigenissen. We leerden ook dat er ruimte is voor verbetering. Zo is het belangrijk dat er meer wordt gescreend om kanker tijdig te kunnen detecteren. Er zou ook een update moeten komen van de klinische richtlijnen en een snelle terugbetaling van behandelingen. Ook op het vlak van psychologische omkadering is er nog ruimte tot verbetering. Patiënten vragen ook om betrokken te worden in het beleid.
Mevrouw de minister, mijn kernboodschap is dat wij moeten blijven inzetten op een gunstig klimaat voor onderzoek en clinical trials naar innovatieve behandelingen. Is minister Vandenbroucke het daarmee eens? Wil hij daarvoor ook de nodige middelen inzetten?
Is hij bereid om in overleg met de regio's sterker in te zetten op vroegtijdige opsporing?
Erkent hij dat er nood is aan een nieuw kankerplan, specifiek ook voor longkanker?
11.02 Minister Meryame Kitir: Mijnheer De Caluwé, de minister van Volksgezondheid heeft structureel overlegd met de ministers van Volksgezondheid van de deelstaten over preventie en vroegtijdige opsporing van onder andere kanker.
Het is absoluut de ambitie van de regering om patiënten vlotte toegang te blijven bieden tot waardevolle en innovatieve behandelingen. Ik onderstreep bewust het woord waardevol, omdat niet elk innovatief geneesmiddel even effectief blijkt te zijn als initieel verhoopt of gedacht. Het Kenniscentrum illustreerde dat recent nog in zijn studie over innovatieve oncologische geneesmiddelen. Het is dus belangrijk dat de geneesmiddelenindustrie ook na het verkrijgen van een EMA-goedkeuring doorgedreven klinische studies blijft doorvoeren.
Om patiënten ook zeker in een vroeg stadium snel toegang te geven tot een innovatief en potentieel waardevol geneesmiddel, is het belangrijk over een dynamisch en efficiënt wettelijk kader te beschikken.
In antwoord op uw laatste vraag geef ik u mee dat longkanker de belangrijkste oorzaak blijft van overlijden door kanker in ons land. Het goede nieuws is dat uit de cijfers van ons Kankerregister blijkt dat de driejaarsoverlevingen voor alle kankertypes tezamen vanaf 2013 verbeteren. Die overlevingswinst kan gedeeltelijk worden verklaard door een vroegere diagnose. Dat blijft dus een prioriteit.
Tot slot wil ik graag nog iets meegeven over de manier waarop de minister van Volksgezondheid gebruik wil maken van het Europe's Beating Cancer Plan, dat recent door de Europese Commissie werd gelanceerd. Het laat toe om in alle domeinen van kanker initiatieven op te starten die kunnen bijdragen aan de verbetering van Belgische kankerzorg.
Om optimaal gebruik te maken van de opportuniteit, hebben wij de opdracht gegeven aan het Kankercentrum om een structuur uit te werken die een efficiënte kennis- en informatie-uitwisseling tussen de verschillende belanghebbenden faciliteert. Piloot- en onderzoeksprojecten zullen worden geïdentificeerd en uitgevoerd. Op termijn kunnen zij leiden tot beleidsinitiatieven met de focus op voordelen voor patiënten.
11.03 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de minister, ik ben blij te horen dat wij inderdaad moeten blijven inzetten op innovatieve behandelingen en op de toegankelijkheid van die behandelingen en dat wij er alles aan moeten doen om het goede klimaat daarvoor in ons land te vrijwaren met het oog op het behoud van die vlotte toegang.
Ik had het daarnet ook over de terugbetaling van pruiken of haarprotheses.
Vandaag wordt een voorstel in overweging genomen van mezelf en een aantal collega's, waarin we de terugbetaling vragen van alternatieve hoofddeksels, zoals bandana's en hoeden. Van verschillende patiënten hebben we namelijk gehoord dat er betere alternatieven zijn dan pruiken. Een aantal collega's heeft al aangegeven dat zij het voorstel zullen steunen. Ik wil op de Dag tegen Kanker dan ook alle collega's oproepen om het voorstel kamerbreed te steunen.
L'incident est clos.
12 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De nieuwe asielcrisis" (55001955P)
12 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La nouvelle crise de l'asile" (55001955P)
12.01 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de staatssecretaris, het gaat niet goed met het asielbeleid in dit land. Een jaar nadat u het roer overnam op het departement Migratie, zitten we dik in de miserie. De cijfers swingen de pan uit. Niet minder dan 3.326 asielaanvragen werden ingediend in de afgelopen maand, en 10.528 in de afgelopen vier maanden, een stijging van maar liefst 15,5 % in vergelijking met 2019. We stevenen af op 30.000 asielzoekers in onze opvangcentra. De medewerkers van Fedasil beslisten daardoor zelfs, terecht, om het werk neer te leggen. De druk is te hoog. Daardoor ontstaan er gewelddadige conflicten, zowel binnen als buiten onze asielcentra. Toch wijdt deze regering in een acht bladzijden tellende regeerverklaring amper één schamel zinnetje aan migratie, alsof het probleem gewoon onbestaande is. Dat is werkelijk onthutsend en onwezenlijk om vast te stellen.
Mijnheer Mahdi, in plaats van een boek uit te brengen over de teloorgang van uw partij, had u misschien beter werk gemaakt van een pakket maatregelen om deze asielcrisis te voorkomen. U zult namelijk iets moeten ondernemen, want Fedasil kan de druk niet meer aan. Uw terugkeercoaches en ontradingscampagnes zijn wel goed, maar we weten beiden dat die absoluut niets structureels zullen veranderen aan de huidige crisis. Ook uw belofte om de asielprocedure te versnellen, wat u zo dadelijk ongetwijfeld weer zult aanhalen in uw antwoord, blijft dweilen met de kraan open.
Mijnheer de staatssecretaris, wat zult u, behalve wachten op een Europese oplossing die er nooit zal komen, eindelijk concreet doen om de instroom te verminderen? Ons land zit vol. Waarom maakt u geen werk van een verstrenging van de gezinshereniging voor erkende asielzoekers en van een beperking van de gezinshereniging voor subsidiair beschermden? Waarom maakt u geen werk van een efficiënt en effectief terugkeerbeleid? Waarom maakt u geen werk van stevige sancties tegen derde landen die hun illegale onderdanen weigeren terug te nemen? Waarom niet?
12.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Van Langenhove, ik zal voor u geen boek citeren, maar u vraagt naar wat het beleid doet, en ik zal u met veel plezier antwoorden.
Ik was eergisteren in Albanië voor een ontradingscampagne in dat land, dat in de top 6 van de herkomstlanden zit. Die ontradingscampagne is gericht op Afghanen die al in Europa zijn en die naar België zouden kunnen komen. Het is een ontradingscampagne op de sociale media.
Wij moeten erop toezien dat de Dublinakkoorden in zeer moeilijke omstandigheden, ook ondanks de covidcrisis, uitgevoerd worden. Wij blijven de druk opvoeren op het Europees Asiel- en Migratiepact, waarin effectief een groot stuk van de oplossing zit, omdat het opvangnetwerk niet belast mag zijn met mensen die eigenlijk al opvang krijgen in een ander Europees land.
Ik ben een beetje verbaasd, maar u vraagt terecht ook om structurele oplossingen. Het beleid heeft veel te lang geen werk gemaakt van structurele oplossingen. Ondanks het feit dat niet enkel België, maar alle Europese landen vandaag kampen met heel wat opvangproblemen, merkt men dat dit land in de voorbije jaren veel te weinig geïnvesteerd heeft in structurele oplossingen.
U had het over terugkeerbegeleiders, maar het gaat over meer dan terugkeerbegeleiders alleen. Het gaat over besparingen in personeel in de hele asiel- en migratieketen in de voorbije jaren, waardoor de realiteit vandaag is dat een asielzoeker gemiddeld een jaar moet wachten op een antwoord. Een jaar lang zit hij dus in een asielcentrum, wachtend op een ja of een nee. En dan zijn wij verbaasd dat er een opvangprobleem is? Wij hebben beslist ook daar te investeren in personeel, omdat het nodig is.
Na het jojobeleid van de voorbije jaren, van het openen en sluiten, weer openen en weer sluiten van opvangplaatsen, heeft deze regering beslist werk te maken van buffercapaciteit, om de volgende keer wel te kunnen omgaan met de stromen die komen en gaan.
Last but not least, als wij het hebben over structurele oplossingen, er is al veel gezegd over het migratiewetboek. De commissie is er nu mee bezig. Het moet er mee voor zorgen dat de beroepsprocedures, die voor die mensen veel te lang duren, aangepakt worden.
Wij werken aan structurele oplossingen. Wij doen niet aan het ondoordachte beleid dat (…)
12.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, uw denkkader en dat van uw collega's zit volledig fout. We hebben geen verhoging van de financiële middelen voor uw departement Asiel en Migratie nodig, maar een verkleining van de instroom aan illegale migranten en valse asielzoekers naar dit land. Wij, Vlamingen, hebben ons deel gedaan. We zijn gastvrij, maar we zijn niet gek.
We zitten midden in een nieuwe asielcrisis die u mee hebt veroorzaakt en de toestroom aan illegale migranten en valse asielzoekers verandert stilaan in een tsunami. Dat blijkt ook uit de alarmerende cijfers die ik hier vandaag presenteerde. In de plaats van te kiezen voor minder migratie, zoals de Vlamingen vragen, kiest u opnieuw voor meer migratie. U blijft het verkeerde signaal sturen door dure opvangplaatsen in asielcentra bij te blijven creëren. Dat is totaal verkeerd. Ons land heeft geen opvangplaatsen te kort, ons land heeft asielzoekers te veel. We hebben niet meer opvangcentra nodig. We hebben minder asielzoekers nodig.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Dit is het einde van de mondelinge vragen. Ik stel voor dat we nu een kleine technische pauze houden.
De vergadering wordt geschorst.
La séance est suspendue.
De vergadering wordt geschorst om 16.32 uur.
La séance est suspendue à 16 h 32.
De vergadering wordt hervat om 16.43 uur.
La séance est reprise à 16 h 43.
De vergadering is hervat.
La séance est reprise.
Projets de loi et propositions
13 Projet de loi modifiant l'article 2 de la loi du 22 juillet 1985 relative à la responsabilité civile dans le domaine de l'énergie nucléaire (2207/1-3)
13 Wetsontwerp houdende wijziging van het artikel 2 van de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie (2207/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw Kim Buyst.
13.01 Kim Buyst, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
13.02 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het is wel vreemd dat ik alleen het woord neem. De kwestie lijkt misschien wat formeel, maar ze is heel belangrijk. Wat gebeurt er bij een ernstig kernongeval of een kernramp in ons land? De vraag is dan vooral wie betaalt voor de schade. U weet immers dat die aanzienlijk kan zijn. Iedereen heeft nog de ramp in Fukushima in gedachten, nu tien jaar geleden.
Dit wetsontwerp zorgt ervoor dat het toepassingsgebied van het Verdrag van Parijs, dat de aansprakelijkheid regelt bij een kernramp, uitgebreid wordt. Daarom steunen wij het. Het toepassingsgebied wordt met name uitgebreid tot staten die zelf geen kerninstallaties hebben en dus buiten het Verdrag vielen, maar er wel slachtoffer van kunnen worden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het Groothertogdom Luxemburg, dat hierdoor wel gedekt is bij een kernramp in ons land.
We hebben de wet van 22 juli 1985 die de nucleaire aansprakelijkheid regelt al besproken in de commissie, omdat de Vooruitfractie een wetsvoorstel had ingediend om de verantwoordelijkheid van de exploitant uit te breiden. Die is nu immers bijzonder klein, afgezet tegen de enorme schadebedragen die een kernramp kan veroorzaken. Het gaat dus eigenlijk om verborgen kosten van kernenergie. Het is nagenoeg onmogelijk om die maximaal te dekken, maar de aansprakelijkheid was veel te beperkt en zij wordt nu een beetje uitgebreid.
Het gevolg is natuurlijk dat de Staat, met andere woorden de belastingbetaler, ervoor moet opdraaien als er iets zou gebeuren. Dat is merkwaardig. Er is een exploitant die een installatie uitbaat, daar winst mee maakt en dividenden uitdeelt. Als er echter iets ernstig mis gaat, dan is die plots niet meer verantwoordelijk. Stel je even voor dat je onverzekerd met een auto rondrijdt en een ongeval veroorzaakt terwijl de Staat er dan voor opdraait.
In het geval van de kerncentrales is er dus een bijzondere situatie. Dat wetsvoorstel is besproken en er zijn hoorzittingen over gehouden in de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat.
Ik betreur het dat het voorstel van Vooruit weliswaar niet ingetrokken is, maar toch niet meer geagendeerd wordt. Dat geldt voor wel meer voorstellen die dateren van voor de vorming van de vivaldiregering. Er was ook een voorstel van de PS over het verbieden van plastic zakjes en een voorstel van Ecolo-Groen over een verbod op neonicotinoïden, de bijenkillers onder de pesticiden. Die voorstellen staan nu allemaal on hold en ik betreur dat. Ik meen dat dit ook in andere commissies gebeurt.
Ik kom terug naar het voorliggende wetsontwerp. Mevrouw de minister, u hebt in de commissie eigenlijk niet echt geantwoord op mijn vraag of u zelf ook vindt dat de wettelijke aansprakelijkheid voor nucleaire exploitanten onvoldoende is. Deelt u die analyse? Toen dat voorstel werd ingediend, in een periode waarin u zelf nog Kamerlid was, deelden de Ecolo-Groenfractie en de Vooruitfractie die analyse. Is dat nog altijd het geval?
Ik vind het spijtig dat het voorliggende ontwerp niet direct maatregelen neemt op dat vlak en dat u de aansprakelijkheid niet sterker uitbreidt dan het Verdrag van Parijs en het aanvullende protocol daarbij u opleggen.
Ik denk dat ik hiermee het meeste heb gezegd. Ik hoop dat het nog steeds hangende voorstel van de Vooruitfractie om de wettelijke aansprakelijkheid van de exploitanten fatsoenlijk uit te breiden ooit nog wordt geagendeerd in de commissie.
13.03 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Warmoes, het gaat hier over het technisch in orde brengen van onze regelgeving met betrekking tot de wettelijke aansprakelijkheid bij een kernongeval. Die aansprakelijkheid is geregeld in een aantal internationale verdragen. De uitbreiding zit in een protocol bij het verdrag.
Dit dateert al van na de ramp in Fukushima. Daaraan ziet men hoe inert het aansprakelijkheidsverdrag eigenlijk is. Wij hebben in België alles tijdig klaargemaakt om daarmee in orde te zijn, zelfs nog voor de andere landen. Wij hadden zelfs in onze wet opgenomen dat wij, totdat alle andere landen klaar zouden zijn, via KB een aantal zaken zouden regelen. Dat halen we er nu uit. Dat betekent dat wij vanaf 1 januari helemaal klaar zijn voor de uitgebreide aansprakelijkheid die 1,2 miljard euro per kernongeval voor heel Europa zal bedragen. Dat is een belangrijke uitbreiding. Ook de schade aan personen, het milieu en de omgeving en de economische schade zullen mee worden gedekt. Tevens wordt de vorderingstermijn uitgebreid.
Over de onbeperkte aansprakelijkheid hebben wij het tijdens de bespreking in de commissie gehad. Ik herhaal wat ik toen heb gezegd, namelijk dat er inderdaad landen zijn met een onbeperkte aansprakelijkheid, maar dat daar nog altijd beperkingen in zitten. Ik verwijs ter zake naar Duitsland. Een onbeperkte aansprakelijkheid leidt natuurlijk ook nooit tot een onbeperkte verzekering. Elke verzekering is beperkt, ook de verzekering van een onbeperkte aansprakelijkheid. Daarvoor hoeven we maar naar Duitsland te kijken.
Met dit wetsontwerp nemen we wel een belangrijke nieuwe stap op het vlak van het aansprakelijkheidsrecht met betrekking tot de risico's van een kernongeval. Wij weten dat dit maar een fractie van de werkelijke schade is. Dat betekent dat er nog altijd een belangrijke verantwoordelijkheid blijft bestaan op het vlak van de veiligheidsreglementering. Die wetgeving moet dus mee evolueren. Er moet een goed toezicht en een diligente houding van de exploitant zijn. Op zich hebben wij geen redenen om daaraan te twijfelen.
Het is echter een belangrijke verwezenlijking die we zeker niet moeten minimaliseren.
13.04 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zei het misschien niet met zoveel woorden, maar ik leid uit wat u zei toch af dat de aansprakelijkheid niet volstaat. Er zijn landen met onbeperkte aansprakelijkheid. U zegt dat deze toch wel enigszins beperkt is. Dat wil alleszins zeggen dat er voor het Parlement nog werk aan de winkel is, maar ook voor u, mevrouw de minister. Het is immers een relatief klein bedrag. U had het over 1,1 miljard, wat niet veel is voor een serieus kernongeval. Kijk maar eens naar de schade van de overstromingen in Wallonië. Het is dus een relatief beperkt bedrag dat zeker voor verbetering vatbaar is. Wij moeten verder gaan met die aansprakelijkheid.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2207/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2207/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Projet de loi modifiant l'article 179 de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980 (2093/1-3)
14 Wetsontwerp houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 (2093/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is de heer Kris Verduyckt, die verwijst naar het schriftelijk verslag.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2093/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2093/3)
Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Proposition de résolution sur la Conférence COP26 des Nations Unies sur le climat à Glasgow en novembre 2021 (2200/1-5)
- Proposition de résolution sur la politique climatique de la Belgique en vue de la préparation de la COP 26 (2194/1-2)
15 Voorstel van resolutie over COP26, de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties te Glasgow in november 2021 (2200/1-5)
- Voorstel van resolutie over het klimaatbeleid van België ter voorbereiding van de COP 26 (2194/1-2)
Propositions déposée par:
Voorstellen ingediend door:
- 2200:
Christian Leysen, Bert Wollants, Mélissa Hanus, Christophe Bombled, Séverine de
Laveleye, Nawal Farih, Kris Verduyckt, Kim Buyst, François De Smet
- 2194:
Greet Daems, Thierry Warmoes, Raoul Hedebouw, Peter Mertens, Steven De Vuyst,
Maria Vindevoghel.
Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2200/1)
De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking
(Rgt 85, 4) (2200/1)
La discussion est ouverte.
De rapporteur is de heer Raskin, die verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
15.01 Bert Wollants (N-VA): Collega's, vandaag bespreken we een voorstel van resolutie dat het resultaat is van een zeer lange onderhandeling. U weet dat we de vorige legislatuur gestart zijn met het maken van resoluties op basis van de interparlementaire klimaatdialoog. Ter herinnering, die werd in het leven geroepen naar aanleiding van een initiatief van toenmalig Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans, om ervoor te zorgen dat er op het vlak van klimaatbeleid bepaalde zaken met één stem zouden kunnen worden gesproken.
Een aantal jaren geleden mochten we hier al een eerste resultaat boeken. Ik heb voor de interparlementaire klimaatcommissie de eerste stappen mogen zetten naar gezamenlijke standpunten en ben blij dat we die lijn kunnen doortrekken. Op die manier kunnen we immers met een gedragen standpunt komen als we naar een COP gaan. U zal zich herinneren dat in het verleden elk parlement in dit land elk jaar opnieuw een eigen klimaatresolutie maakte. Gelet op het aantal parlementen in dit land maakten wij als gevolg daarvan zeer veel klimaatresoluties, waardoor we op de daaropvolgende COP, ongeacht waar die plaatsvond, eigenlijk niet zoveel konden gaan doen.
Ik ben blij dat we na langdurig overleg en dankzij de kundige leiding van de heer Philippe Muyters – die ervoor gezorgd heeft dat de neuzen in dezelfde richten gingen, wat in dit land niet altijd even evident is, ook niet als het over klimaat gaat – erin geslaagd zijn om met een tekst te komen die de goedkeuring van heel veel fracties kon wegdragen. Nog belangrijker, het is een tekst die momenteel ook in de verschillende parlementen wordt behandeld en naar ik verneem goedgekeurd. Gisteren heeft het Vlaams Parlement de tekst behandeld in zijn plenaire vergadering en werd hij aangenomen.
Collega's, het is belangrijk dat we in de tekst een aantal goede klemtonen leggen om ervoor te zorgen dat het duidelijk is waar de uitdagingen liggen op het vlak van klimaat, en vooral dat we dat doen op een manier die impact kan hebben op de internationale klimaatconferentie.
Het pijnpunt van die vroegere klimaatresoluties was ook dat die heel vaak over onszelf gingen. Wat zouden we hier doen? Op welke manier zouden we dat hier doen? Met welke middelen zouden we dat hier doen? En wie is het daarmee eens? Zo'n klimaatconferentie gaat echter ook voor een groot deel over hoe we ervoor kunnen zorgen dat een mondiaal probleem ook mondiaal wordt aangepakt. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de juiste klemtonen op tafel komen zodat we zo veel mogelijk landen meekrijgen in dit verhaal? We weten natuurlijk allemaal dat er mondiale actie nodig is om een mondiaal probleem op te lossen. Dat is van zeer groot belang.
Voor de N-VA is het zeer belangrijk dat er in de resolutie een aantal klemtonen worden gelegd die ook heel duidelijk maken dat het nodig is dat die andere grote handelsblokken meegaan in het verhaal om ervoor te zorgen dat er aan het eind van de rit een effect is. Als Europa de vooropgestelde hoge doelstellingen haalt, maar de rest van de wereld niet meekrijgt, is dat een zwakheid waar toch aandacht aan moet worden besteed. Ik wil in dat opzicht verwijzen naar de brief aan de Tweede Kamer in Nederland van de bevoegde staatssecretaris. Zij drukt ook heel duidelijk haar bezorgdheid uit over het feit dat een aantal grote handelsblokken vandaag die verantwoordelijkheid nog niet voldoende nemen. Er wordt heel duidelijk naar grote industriële landen verwezen, zoals Australië, India en China. Het is belangrijk dat ook wij hier stappen rond zetten.
De resolutie raakt heel veel aspecten aan waarop stappen vooruit moeten worden gezet. Het is belangrijk dat we daar de nodige zaken organiseren zodat we in de juiste richting blijven gaan.
Het belangrijkste is dat we er met deze resolutie in slagen om alle relevante parlementen in dit verhaal in dezelfde richting te sturen om met één stem te kunnen spreken in Glasgow over wat er moet gebeuren. De volgende sprekers zullen nog verschillende elementen die van belang zijn in de resolutie aanhalen.
De grootste stap is dat we aantonen dat die interparlementaire klimaatresolutie van een paar jaar geleden niet het eindpunt was, maar dat we stappen blijven zetten zodat de verschillende regeringen zich op deze teksten kunnen baseren. Volgens mij weegt zo'n interparlementaire resolutie zwaarder door dan zes of zeven verschillende resoluties met elk een eigen klemtoon.
Ik kijk op dat vlak uit naar wat er op die top in Glasgow zal gebeuren en hoe we dat op een goede manier kunnen vertalen. Ik juich toe dat we met één stem spreken als we zeggen dat bijvoorbeeld alle grote handelsblokken aan hetzelfde zeel moeten trekken om ervoor te zorgen dat er qua CO2-uitstoot echte stappen vooruit worden gezet, zodat niet een paar blokken aan de kar trekken terwijl andere dat niet doen.
Collega's, ik denk dat wat hier vandaag voorligt een gedragen tekst is, waar al die parlementen zich achter kunnen scharen. Ik denk dat de boodschap vandaag is dat we vooruit kunnen gaan door dat verhaal te brengen, en dat we in een volgende fase kunnen bekijken hoe we dat bij ons kunnen aanpakken. De tekst was nogal ambitieus over de betrachting een burden sharing-operatie te doen binnen België. We weten dat dat altijd een zeer moeilijk verhaal is, en ik vrees dat dit deel van de resolutie – het bereiken van een akkoord daarover – moeilijk te realiseren zal zijn. Maar zeg nooit nooit, wij kijken uit naar de initiatieven van de regering op dat vlak. Ik denk dat dit alvast een belangrijke stap is en we zijn blij dat we deze resolutie kunnen steunen.
15.02 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, collega's. "Als de dijken breken" was een fictiereeks die in de herfst van 2016 uitgezonden werd door Eén. Ik herinner me dat wij op zondagavond met het hele gezin voor de buis zaten. Mijn jongens waren toen 13 en 11 jaar. Wij volgden die reeks die de belevenissen toonde van vijf hoofdpersonages die te maken kregen met brekende dijken. Beelden van ondergelopen straten en huizen, mensen die op hun dak zaten te wachten op hulp, radeloze mensen omwille van vermiste familieleden en vrienden volgden elkaar in sneltempo op.
Toen de reeks afgelopen was, prezen wij de programmamakers, die met behulp van speciale effecten mooie beelden konden brengen. In ons gezin waren wij het er toen ook wel over eens dat het verhaal erg vergezocht was.
Op 15 juli 2021 zit ik opnieuw met mijn gezin, mijn jongens nu 18 en 16 jaar, voor de buis te kijken. Beelden van ondergelopen straten en huizen, mensen die op hun dak wachten op hulp en radeloze mensen vanwege vermiste familieleden en vrienden, volgen elkaar in snel tempo op. Deze keer is het echter bittere ernst, want hevige overstromingen teisteren het zuiden van ons land. Op datzelfde ogenblik tekenen we een hittegolf op in Spanje met nieuwe hitterecords en vinden er hevige bosbranden plaats in Cyprus, waar acht dorpen geëvacueerd moeten worden en meer dan vijftig vierkante kilometer bos verdwijnt. Kortom, er doen zich extreme weersomstandigheden voor als gevolg van de klimaatverandering, die ons allemaal treft. Het is geen ver-van-mijn-bedshow, het is geen fictie, het is bittere ernst. Vandaag nog konden we in De Standaard lezen dat het tijdsvenster voor actie snel sluit.
Op dat moment kwamen wij ook in de laatste fase van de werkzaamheden van de interparlementaire klimaatdialoog onder leiding en voorzitterschap van de heer Muyters. Het doel van die werkgroep, zonet al geschetst door collega Wollants, was om onze onderhandelaars tijdens de COP26, de internationale klimaattop die binnen twee weken plaatsvindt in Glasgow, een sterk mandaat te geven. Wij vergaderden en overlegden in die werkgroep met vertegenwoordigers van de verschillende parlementen van ons land. De klimaattop in Glasgow wordt bijvoorbeeld ook door John Kerry, de Amerikaanse klimaatgezant, bestempeld als de laatste kans om de meest schadelijke gevolgen van de opwarming van de aarde te beperken.
Voor onze Ecolo-Groenfractie is de opdracht altijd heel helder geweest. De wetenschap toont aan dat we de opwarming van de aarde moeten beperken tot maximum 1,5 graden Celsius, dus moeten wij ons als beleidsmakers elke dag opnieuw afvragen of wij daar voldoende voor doen. Als we dat niet doen, dan heeft dat gevolgen voor mensen, hun omgeving en hun gezondheid, en ook voor de economie. Er bestaat immers niet zoiets als een sterke economie in een zwakke leefomgeving.
Daarvoor stak Europa reeds een stevige tand bij met de Green Deal, die streeft naar een vermindering van de CO2-uitstoot met 55 % tegen 2030 en klimaatneutraliteit tegen 2050. Daartoe stelde de Europese Commissie haar Fit for 55-pakket voor met een hele reeks maatregelen en investeringsmiddelen. Laat het heel duidelijk zijn, voor onze fractie moet ons land zijn stem laten horen in de internationale en Europese onderhandelingen. Meer nog, ons land moet hierin een actieve en een proactieve rol opnemen. Het werd al opgenomen in het federale regeerakkoord: wij kunnen niet langer wegkijken van de klimaatcrisis. Hiertoe zullen alle regeringen en alle parlementen van alle beleidsniveaus moeten samenwerken. Net dat samenwerken moest een uitkomst vinden in de voorliggende resolutie. Als volksvertegenwoordigers zijn wij verplicht om het immobilisme inzake klimaat dat ons land de voorbije legislaturen kenmerkte, te doorbreken.
De eerste sneuveltekst of schiettekst, zoals de heer Muyters hem zelf noemde, die werd opgemaakt door de voorzitter, heeft onze fractie afgeschoten, omdat hij gewoon geen rekening hield met de insteken van de verschillende fracties. Wij zijn dan helemaal opnieuw begonnen. Het ondubbelzinnige onderschrijven van de -55 %-doelstelling was voor onze fractie een minimum om tot een gezamenlijke resolutie te komen.
Wij vragen daarbij niet enkel mondiale inspanningen, maar engageren er ons met de resolutie ook toe dat Europa en België de nodige inspanningen leveren met bijkomende maatregelen. Daarom wordt in verzoek 16 uitdrukkelijk vermeld dat België en Europa extra inspanningen zullen moeten doen om de verhoogde Europese doelstelling van -55 % tegen 2030 te realiseren. Daarnaast werd in verzoek 20 opgenomen dat de koolstofmarkt op geen enkele manier het akkoord van Parijs mag ondermijnen. Wij willen immers geen achterpoortjes die effectieve koolstofreducties in de weg zouden staan.
Onze fractie vroeg ook meer aandacht voor internationale rechtvaardigheid tijdens de klimaatcrisis. Het is nu eenmaal een feit dat de Europese Unie, waarvan België een lidstaat is, historisch gezien verantwoordelijk is voor de opwarming.
Hoewel de gemiddelde Congolees 273 keer minder uitstoot dan de gemiddelde Belg, zal de impact daar groter zijn dan hier. De extreme weerfenomenen die zich daar nu reeds manifesteren en die zich in de toekomst nog vaker zullen manifesteren, doen de opgebouwde welvaart van een lokale gemeenschap volledig teniet.
Vanwege die ongelijkheid was het voor onze fractie de logica zelve dat de solidariteitsovereenkomst waarmee ingestemd werd bij het akkoord van Parijs, gehonoreerd werd. België draagt op dit moment slechts 50 miljoen bij aan de 100 miljard euro die afgesproken werd, en wij zijn het 18de rijkste land. Onze fractie vroeg eigenlijk om een toename van de middelen op te nemen, maar nu staat in de resolutie de uitdrukkelijke vermelding dat er voldoende middelen gemobiliseerd moeten worden voor projecten in ontwikkelingslanden, die een aanvulling vormen op de middelen voor ontwikkelingssamenwerking. Dit zijn enkele van de punten die heel belangrijk zijn voor onze fractie.
Collega's, wij kunnen er niet omheen, wanneer wij het niet bij loze woorden willen houden, zullen onze regeringen moeten samenwerken. Elke regio zal inspanningen moeten doen om tot die Europese doelstelling van –55 % CO2 te komen. Wij vragen dan ook aan de verschillende regeringen om dat werk te doen en tot een akkoord te komen over die lastenverdeling. Bouw mee aan die toekomst.
Collega's, deze resolutie blijft natuurlijk algemeen, het is geen revolutionaire stap voorwaarts. Drie belangrijke elementen verdienen echter onze steun.
Ten eerste, de verbintenis om onze verantwoordelijkheid op te nemen en ons deel te doen voor de verlaging van CO2 met 55 % tegen 2030, die nodig is om het klimaatakkoord van Parijs te kunnen naleven.
Ten tweede is er het interparlementaire karakter van deze resolutie. Wij zijn erin geslaagd, als rechtstreeks verkozen vertegenwoordigers, om samen met de verschillende parlementen van ons land, afspraken te maken over klimaatdoelstellingen.
Ten derde wil ik de timing aanhalen. Deze resolutie komt nu, voor COP 26, op het bureau van al onze klimaatministers, die dus met een sterk Belgisch mandaat de onderhandelingen op internationaal en Europees niveau kunnen aanvatten. Zo kunnen ze voor meer daadkracht pleiten en voor meer concrete maatregelen. De tijd van praten is immers voorbij, het is tijd voor actie. Dat is waarom onze fractie deze resolutie zal ondersteunen.
15.03 Mélissa Hanus (PS): Madame la ministre, avant toute chose, je remercie mes collègues régionaux et fédéraux, membres du dialogue interparlementaire Climat, pour avoir œuvré positivement, presque deux années durant, à la réalisation de ce texte lequel témoigne d'ambitions fortes à l'aube de la COP 26.
Le 15 décembre 2019 s'achevait, à Madrid, la COP 25. Au sortir de cet événement, dont les résultats furent pour le moins mitigés, les membres du DIPC se tournaient déjà vers l'avenir et la prochaine étape: Glasgow.
Entre temps de nombreux événements sont survenus. Les conclusions scientifiques se sont faites plus précises, une prise de conscience de l'urgence climatique plus forte s'est plus largement imposée.
Tout d'abord, j'évoquerai l'impact de la crise de la covid-19 sur nos modes de vie et notre rapport au monde. Si ses conséquences et enseignements ne nous apparaissent pas encore de manière claire et distincte, il nous est apparu que lorsque des vies humaines sont en jeu, lorsqu'un mal touche à grande échelle le monde que nous connaissons, nous étions capables de nous montrer solidaires face aux difficultés. Cette solidarité est aujourd'hui celle dont nous avons besoin pour affronter les défis qui se profilent, ceux qu'il nous faut traverser afin d'assurer la protection de notre climat, de nous protéger des événements climatiques extrêmes, de garantir à chacun un environnement sain.
Ensuite, lors de la crise sanitaire s'est imposée comme nécessaire la mise en place d'un plan de relance ambitieux, propre à changer le monde, de telle sorte qu'il soit durable sur le plan climatique, économique et social. En attestent le rapport sur la relance durable de l'Agence internationale de l'Énergie (IEA) et du Fonds monétaire international (FMI) ou encore celui des objectifs du développement durable 2021 de l'ONU, rapports plaçant au premier plan la transition durable économique et sociale, soulignant non seulement l'importance de protéger le climat et les populations de notre planète, mais également les opportunités offertes en termes d'activité et d'emploi.
Nous étions persuadés – et la chose est aujourd'hui unanimement reconnue – que l'inaction et le manque d'investissements nous coûteraient bien plus cher que l'action à tous niveaux.
Troisièmement, les scientifiques ont alerté le monde des risques du changement climatique d'une manière si pressante, si assertive, si assurée qu'aucun doute ne pourrait plus planer sur l'avenir noir qui nous attend si nous n'agissons pas aujourd'hui. Augmentation des températures de 1,5° d'ici 2030, réchauffement des océans, fonte des glaciers, hausse du niveau des océans ou encore augmentation des phénomènes météorologiques extrêmes, telles sont les prévisions du sixième rapport du GIEC publié il y a peu, des prévisions qui revêtent toute leur importance à l'approche de la COP26.
Enfin, les inondations dramatiques de la mi-juillet nous ont montré que les conséquences du réchauffement climatique ne touchent pas seulement les habitants de pays lointains mais nous concernent tous. Ces événements démontrent, à nouveau, la nécessité de protéger les plus vulnérables car ce sont eux les premiers à être touchés par les conséquences du changement climatique tandis qu'ils ne sont responsables que d'une minorité des émissions de gaz à effet de serre.
En 2019, 1 % des personnes les plus fortunées ont émis 17 % des émissions mondiales de CO2. Les 10 % les plus riches sont, quant à eux, responsables de la moitié des émissions. Le contraste avec les personnes les plus défavorisées est saisissant. La moitié la plus pauvre de la population n'a en moyenne émis que 12 % des émissions globales. Ces chiffres, que nous révèle une étude du World Inequality Lab (WIL), ne peuvent être tolérés. Il s'agit là d'une inégalité flagrante contre laquelle il nous faut impérativement agir.
La COP sera un événement de première importance pour le climat, pour l'égalité aussi, pour notre présent et pour notre avenir. La démonstration de l'urgence est flagrante. La COP devra aboutir à des mesures ambitieuses, fortes, à la hauteur des défis qui s'imposent à nous. Notre proposition de résolution traduit une réelle volonté d'aller plus loin pour assurer à nos concitoyens, à leurs enfants et petits-enfants, un avenir sain.
Les échéances arrivent à grands pas. Réduction de 55 % des émissions de gaz à effet de serre en 2030, neutralité carbone d'ici 2050… Et 2030, c'est demain, 2050, après-demain! Pour atteindre ces objectifs, entités fédérales et régionales devront s'accorder, assumer les responsabilités qui sont les leurs, et assumer les engagements qui s'imposent.
15.04 Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, het is vandaag een hoogmis voor de klimaatfetisjisten in ons halfrond, want zij kunnen zich opmaken voor de top van Glasgow. Klassiek ligt er hier dan een voorstel van resolutie dat tot stand kwam in de werkgroep inzake de interparlementaire klimaatdialoog met het oog op de COP26.
U zult het mij ongetwijfeld vergeven, collega's, maar ik moest in de voorbije dagen vaak denken aan het beroemde liedje dat het Nederlands Orkest Zonder Naam in het begin van de jaren 50 uitbracht, namelijk het liedje wie zal dat betalen; wie heeft dat besteld; wie heeft zoveel pingping-ping; wie heeft zoveel geld. De leden van het Orkest Zonder Naam waren 70 jaar geleden wel vooruit op hun tijd, want het refrein vat perfect de gevolgen van de onhaalbare ambities samen. Zoek het liedje straks maar eens op en beluister het eens goed.
Alle gekheid op een stokje, het doel van een interparlementaire resolutie is een tekst die gedragen wordt door een meerderheid in elk deelnemend Parlement. Dat komt neer op een omgekeerde bruiloft van Kana, bruiloft waar water in wijn verandert, want in dit geval moet iedereen water in de wijn doen.
De wijn hier is wel nogal fel verwaterd. Ik kijk daarbij weliswaar niet beschuldigend naar de N-VA-collega's, omdat de voorzitter van de interparlementaire klimaatdialoog, alsook delegatieleider voor het Vlaams Parlement, niemand minder is dan oud-minister Philippe Muyters, die de moeilijke taak kreeg toebedeeld als ecorealist het verhaal tot een goed einde te brengen en in eerste instantie een voorstel van sneuveltekst op te maken en rond te sturen.
In tweede instantie moest hij de gesprekken met de verschillende fracties aangaan en in talrijke amendementen, desiderata en no pasarans een grootste gemene deler trachten te vinden. Ik heb dus echt wel begrip voor de totstandkoming van de verwaterde wijn, die amper nog kleur heeft. Het strekt de voorzitter van de interparlementaire klimaatdialoog overigens tot eer dat hij ook met onze fractie het gesprek over de sneuveltekst is aangegaan.
Onze fractie realiseerde zich van meet af dat de initiële tekst bezwaarlijk een kans op slagen had. Het beste bewijs daarvan was dat wij de tekst eigenlijk best te pruimen vonden, al zouden wij misschien op een onthouding zijn geland, gelet op onze kritiek op het Europese klimaatbeleid met de Europese klimaatwet en het Fit for 55-pakket. De initiële sneuveltekst vertrok in ieder geval van een aantal basisprincipes, die volgens ons misschien wel de juiste kunnen zijn. Dat is, ten eerste, de bottom-upbenadering, waarbij elke regio zelf bepaalt hoeveel en welke inspanningen zullen worden geleverd om de vooropgestelde klimaatdoelstellingen te bereiken. Dat is, ten tweede, de noodzaak om de implementatie en doelstellingen kostenefficiënt te organiseren. Dat is, ten derde, aandacht hebben voor de koopkracht van de mensen en voor de concurrentiepositie van de bedrijven.
De voorzitter hoopte ook dat elke fractie zich zou kunnen vinden in de beperking van de tekst tot de grote globale themata en niet zou willen gaan voor een sectorale aanpak met intra-Belgische aandachtspunten, gelet op het gegeven dat in dit land elk parlement de sectorale aanpak zelf dient uit te werken conform de bevoegdheden, die op zich al meer dan moeilijk genoeg zijn.
Collega's, ik zou de voorzitter, die uiteraard geen deel uitmaakt van het Parlement, zeggen dat hij het goed heeft geprobeerd, maar dat het in de sterren stond geschreven dat een en ander voor een aantal collega's niet ver genoeg zou gaan. Hoe kon het immers ook anders? Het kwam tot de verwachte stormloop van vooral de ecologisten en socialisten op de sneuveltekst, die door sommigen werd afgedaan als een uittreksel uit het N-VA-programma. De sneuveltekst moest inderdaad sneuvelen. Dat brengt ons vandaag tot een tekst die volledig aansluit bij het Europese klimaatverhaal van de -55 %.
Ik neem punt 16 als ultiem voorbeeld. Er wordt gevraagd dat akte zou worden genomen van de richtsnoeren van de Europese Raad van 11 december 2020 om tegen 2030 de uitstoot met minstens 55 % te reduceren, maar daar stopt het niet bij. Het stopt niet bij het louter akte nemen, want daar werd de cruciale zin "zich hiervoor actief te engageren en bijkomende maatregelen te nemen om de opgelegde doelstellingen te kunnen realiseren" aan toegevoegd, waarmee de tekst uiteindelijk in het klimaatbeleid van de vivaldiregering past.
Voor onze fractie was het zeer belangrijk dat veel forser zou worden ingezet op de verantwoordelijkheid van de niet-Europese groeilanden. Dat nu in punt 19 aan de regering wordt gevraagd om "te streven naar en ondersteuning te bieden aan alle initiatieven die een evaluatie mogelijk maken van hoe de aangescherpte, Europese nationale bijdragen zich verhouden tot bijkomende inspanningen van andere handelsblokken", is voor ons veel te vrijblijvend. Dat geldt ook voor punt 13 waarin erop wordt aangedrongen dat de regering erover waakt dat de Europese klimaatambities voor 2050 actief worden uitgedragen en gevraagd wordt dat de regering de andere handelsblokken zou oproepen om zich aan te sluiten bij de klimaatneutraliteit voor 2050.
Ik breng graag in herinnering dat een aantal weken geleden de Chinese staatsleiders stelden dat China geen kolencentrales en kolengestookte energieprojecten meer zal bouwen in het buitenland en de steun aan andere ontwikkelingslanden bij de ontwikkeling van groene en koolstofarme energie zal verhogen. Men herhaalde ook nog eens dat China ernaar zal streven om voor 2060 koolstofneutraliteit te bereiken. Collega's, laat mij vooral eens goed lachen, want China bouwde wereldwijd de meerderheid van de kolencentrales die in 2020 werden voltooid en is goed voor 85 % van de kolencentrales die nog in de steigers staan. In China zelf worden in de talrijke provincies, zeker in de minder welvarende, naarstig nog steenkoolcentrales gebouwd. Steenkool is de bron van bijna 40 % van de koolstofemissies in dat reusachtige land met een enorme energiebehoefte.
Als het dan toch richting koolstofneutraliteit zou gaan – ik zeg wel degelijk: zou gaan –, dan zal dat via zeer veel kerncentrales van de nieuwste generatie verlopen. In Europa, maar gelukkig niet in alle landen, spuwt men kernenergie uit en is men politiek niet meer bereid om een aanbodbeleid voor investeerders te presenteren. Daarover zo dadelijk meer, collega's.
China is niet het enige land waar kolencentrales nog lang niet worden uitgefaseerd. Australië bijvoorbeeld is zwaar afhankelijk van kolengestookte energie en is daardoor per hoofd van de bevolking een van de grootste uitstoters van CO2 in de wereld. De Australische minister van Grondstoffen voorspelde onlangs nog dat steenkool ook na 2030 een belangrijke bijdrage zal leveren aan de Australische economie.
Inderdaad,
collega's, de CO2-uitstoot van de energiesector in de Europese Unie
is tijdens de eerste helft van 2021 gedaald ten opzichte van de eerste helft
van 2019. De CO2-uitstoot in de hele wereld is echter gestegen.
Wanneer men de elektriciteitsproductie analyseert in 63 landen die 87 %
van de mondiale vraag naar elektriciteit vertegenwoordigen, en de eerste helft
van dit jaar vergelijkt met de eerste helft van 2019, stelt men vast dat de
wereldwijde emissies van de energiesector met 12 % zijn gestegen ten
opzichte van de dip van de eerste helft van 2020. We weten allemaal dat die
periode werd gekenmerkt door de uitbraak van de coronapandemie en de op dat
moment nog krimpende economie.
De wereldwijde
emissies van de eerste helft van 2021 liggen zelfs 4,75 % hoger dan de
emissies van de eerste helft van 2019. De wereldwijde vraag naar elektriciteit
is dan ook met 5 % gestegen ten opzichte van de periode voor de
coronapandemie.
De productie van
wind- en zonne-energie werd belangrijker en maakte voor het eerst meer dan
10 % uit van de totale, globale energieproductie.
Dat volstond echter niet om aan de stijgende vraag naar elektriciteit te beantwoorden. Er werd in de wereld steeds meer een beroep gedaan op steenkool, wat zeer vervuilend was. Dat was vooral het geval in Aziatische landen, onder meer in China, zoals ik daarnet zei, waar de vraag naar elektriciteit en de emissies van de energiesector stegen met 14 %, maar ook in Bangladesh, India, Kazachstan, Mongolië, Pakistan en Vietnam.
Een wereldwijde ultrasnelle energietransitie tijdens dit decennium, essentieel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5° C, lijkt mij op wereldschaal wishful thinking. U mag daarvan dromen zoveel u wil en nog zoveel conferenties bijwonen als u wil, het resultaat zal finaal hetzelfde zijn. De energietransitie is in verschillende werelddelen aan de gang. In Europa daalde de energieproductie uit steenkool bijvoorbeeld wel met 16 %, terwijl de productie van windenergie en zonne-energie steeg met 9 % en nu zelfs goed is voor 20 % van de energieproductie binnen de Europese Unie, maar het aandeel van groene energie stijgt gewoon niet snel genoeg om de Europese doelstellingen te halen.
Ondertussen wordt door mijn groene en socialistische collega's steeds meer toegegeven dat de energietransitie ons allemaal in de portefeuille zal treffen. Het is eigenlijk meer een redenering in de trant van volhouden en doorbijten en dan komt het Rijk Gods met 100 % productie uit hernieuwbare energie eraan! Ondertussen zal apostel Frans uit Nederland soelaas bieden met een soort vermenigvuldiging van de broden. En die broden zijn dan het Europees sociaal klimaatfonds dat zal ons redden.
Minister Van der Straeten verwoordde het een tijd geleden in De Afspraak nog anders. Ze maakte de vergelijking met de renovatie van een woning, waarbij men in het begin in het stof zit en het nadien alleen maar beter kan gaan. Ik vrees eerlijk gezegd dat er nog veel in het stof zal worden gebeten en dat dit stoffig beleid nog veel stof zal doen opwaaien.
In deze resolutie staat inderdaad ook een en ander over een sociaal billijke transitie. Blijkbaar groeit de bezorgdheid over wat dan omschreven wordt als een soort voortijdige torpedering van sommige onderdelen van de zo geroemde Green Deal. De voorbije weken werden we in dit land naar aanleiding van de stijgende gas- en elektriciteitsprijs nog overspoeld met een tsunami aan oplossingen om de bedreigde koopkracht van de gezinnen en de concurrentiepositie van onze bedrijven te vrijwaren. Zoals steeds was er heel wat divergentie in de vivaldipartituur. In plaats van een thematische regeringstop over het klimaat zou men beter een regeringstop houden over het indammen van de stijgende energieprijzen, maar goed, collega's, daarover hebben we vorige week uitgebreid in dit halfrond gedebatteerd.
De Europese Commissie belooft nu trouwens ook snel nieuwe richtlijnen over wat de lidstaten mogen en kunnen doen met die prijzen. Echte prijsblokkeringen ziet de Commissie natuurlijk niet zitten, hoogstens sociale correcties en inkomenssubsidies. Ik ben benieuwd hoe de regeringsleiders op de volgende Europese Raden zullen staan tegenover bepaalde onderdelen van het op 14 juli – onlangs dus – voorgestelde Fit For 55-pakket. Een uitbreiding van het ETS-systeem naar woningen en transport kan enorme sociale gevolgen hebben. Zelfs zonder Fit For 55 heeft de steeds meer opgedreven CO2-prijs nu al een grote invloed op de prijzen want veel elektriciteitsproductie verloopt nog steeds via gasgestookte centrales. Ik verwijs graag naar een uiterst interessant artikel uit De Tijd van gisteren dat stelt dat de uitbreiding van de CO2-handel de Vlaamse energiefactuur tot 460 euro duurder zal maken. Dat betekent concreet dat aardgas 36 % duurder zou worden met een CO2-prijs van meer dan 100 euro per ton. Stookolie wordt in dat geval 31 % duurder en benzine 16 %. Dat, collega's, is de impact van de waanzinnige Europese plannen om de CO2-emissiehandel uit te breiden naar de transport- en bouwsector. De opbrengst van de emissiehandel is onvoldoende om de prijsstijgingen te compenseren, met dank dus aan diezelfde Europese Commissie.
Ik denk dat de Europese Commissie nog niet klaar is met de Europese Raad. Op de Raad van 25 mei 2021 werd in de conclusies gesteld dat de milieu-impact en de economische en sociale impact van de nieuwe klimaatdoelstellingen op lidstaatniveau moeten worden onderzocht, waarbij finaal bij de interne verdeling van de totale Europese doelstellingen tussen lidstaten welvaart en kostenefficiëntie gelijkwaardig worden meegenomen.
Vivaldi zou Vivaldi niet zijn als men in het vragende gedeelte de regeringen niet zou oproepen om zo snel mogelijk te komen tot een nieuwe Belgische verbintenis, een nieuw intra-Belgisch samenwerkingsakkoord met betrekking tot zowel de internationale klimaatfinanciering als de lastenverdeling voor de verhoogde EU-doelstelling voor 2030, bij voorkeur zelfs vóór de start van de COP26. Een van de voorstellen voor het verlichten van de energiefactuur betrof trouwens de aanwending van de opbrengsten uit de veiling van de CO2-emissierechten, opbrengsten die voor dit jaar geblokkeerd staan, omdat de oude verdeelsleutel geen basis meer heeft doordat de huidige overeenkomst is verlopen.
Als we het dan toch over CO2 hebben, een aantal wetenschappers is het met elkaar eens dat de energietransitie niet kan zonder nucleaire energie. Ook in Frankrijk begrepen ze dat. Terwijl men er eerst zei dat men over een aantal jaren Frankrijks nucleair aandeel van 75 % zou laten dalen naar 50 %, is men daar nu op aan het terugkomen en kiest men in ruil voor kleine, modulaire kerncentrales die geen CO2 uitstoten, betrouwbaar zijn en flexibel kunnen worden ingezet.
Twee weken geleden nog is een coalitie opgestaan in Europa met tien lidstaten die ook de mening toegedaan zijn dat een energietransitie niet kan zonder kernenergie. Het gaat dus niet alleen om Frankrijk, maar ook om Finland, Hongarije, Polen, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Slovenië, Kroatië, Slovakije en Italië, dat op het moment overweegt om dezelfde weg te bewandelen.
Ik heb er in het verleden al vaker voor gepleit – daar gaan overal ter wereld stemmen voor op – dat kernenergie erkend wordt als groen, wars en los van alle dogma's ter zake.
En wat te zeggen over het door staatssecretaris Dermine afgelopen week opgelaten ballonnetje dat de Europese Unie 5.000 miljard euro in het klimaat moet pompen? Dat is pure waanzin. Wie zal dat betalen? Wie heeft zo veel pingping?
Het Vlaams Belang participeert niet in de hoogmis die vandaag en in de komende weken zal worden gevoerd. Het is bijzonder wrang om te zien tot welke knotsgekke toestanden regeringsverantwoordelijkheid kan leiden. De N-VA loopt in de media storm tegen het klimaat- en energiebeleid van de vivaldiregering, maar is bij de interparlementaire klimaatresolutie dan weer uitermate buigzaam. De heer Ravyts heeft de laatste besprekingen in de interparlementaire klimaatcommissie bijgewoond. Het was bijna aandoenlijk hoe de N-VA-onderhandelaars, Vlaamse Parlementsleden dus, zich uit de naad werkten tijdens het overleg met de vivalditroepen over de laatste punten en komma's. Een sterke internationale klimaatfinanciering, aandacht voor klimaatmigratie, klimaat en gender enzovoort enzovoort, al die snoepjes van Vivaldi staan erin. De Vlaamse regering mag natuurlijk niet afgaan. Er moest nu eenmaal een tekst liggen waarmee gezichtsverlies kon worden voorkomen. Dat is dus de omgekeerde bruiloft van Kana.
Nu begrijp ik ook de uitspraken van de N-VA-voorzitter rond samenwerking met mijn partij beter. Hij verklaarde ooit: "Ik zal duidelijk zijn: als ik moet kiezen tussen politiek of dát, dan stop ik direct." of nog: "Ik ga mezelf niet verloochenen; politiek is me niet alles waard." Welnu, kiezen tussen politiek en dát, is inderdaad kiezen tussen bijvoorbeeld de knieval voor Vivaldi en de beginselvastheid waar wij voor staan.
Ik heb ondertussen wel geleerd wat besturen de N-VA allemaal waard is. Politiek is de N-VA-voorzitter niet alles waard, maar zeker wel de verloochening van de eigen communicatie, het eigen programma nog in het midden gelaten. Het voorliggende voorstel van interparlementaire resolutie is daar het sprekend voorbeeld van.
Met Vlaams Belang zullen wij het voorstel van resolutie vandaag niet goedkeuren.
15.05 Christophe Bombled (MR): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, ce texte de résolution est le fruit d'un compromis au sein du Dialogue interparlementaire pour le Climat. En effet, le 14 juillet dernier, le groupe de travail du Dialogue interparlementaire pour le Climat s'est accordé sur une version définitive de résolution.
Les demandes portent sur de nombreux sujets. Si ce texte aborde les objectifs climatiques à poursuivre, il traite en outre de la question du financement international de la lutte contre le changement climatique ainsi que de celle des pertes et préjudices. Il invite les différents gouvernements à œuvrer de concert en assurant une présence efficace et utile à la COP26.
La proposition de résolution précise les principes généraux appliqués dans le cadre de négociations internationales et intra-européennes, comme le fait de souligner que la lutte contre le changement climatique est porteuse d'opportunités économiques et d'appeler à miser sur une innovation poussée dans le cadre de l'ambition de neutralité climatique. Ce texte souligne aussi l'importance d'œuvrer en faveur d'une économie circulaire dans laquelle les déchets constituent une nouvelle matière première et d'étendre ce principe au CO2.
La proposition appelle enfin à définir une proposition intrabelge des charges en ce qui concerne l'objectif majoré que l'Union européenne s'est fixé pour 2030 en matière de politique énergétique et climatique et en matière de financement international du climat, de préférence avant le début de la prochaine COP.
Chers collègues, le changement climatique est un véritable défi. Nous devons dès lors renforcer notre action, prendre des mesures, que ce soit au niveau belge, européen ou international. En effet, il est nécessaire de prendre des mesures à tous les niveaux de pouvoirs et, bien évidemment, au niveau européen avec le Green Deal, qui plaide pour une diminution des gaz à effet de serre de 55 % à l'horizon 2030 afin de parvenir à la neutralité climatique pour 2050.
Notre pays fait partie du peloton de ceux qui ont l'ambition d'adopter une stratégie visant à atteindre les objectifs de Paris à l'horizon 2050.
C'est ainsi que, dernièrement, le gouvernement fédéral a approuvé les ambitions et engagements de la politique climatique fédérale pour la période 2021-2030, avec une trajectoire de réduction de 55 % des émissions de gaz à effet de serre par rapport à l'année de référence 1990. Cette ambition est conforme à l'accord de gouvernement.
Des mesures supplémentaires ont été décidées pour un objectif total de diminution des émissions de 25 millions de tonnes afin de renforcer l'objectif fédéral du Plan national Énergie-Climat. En matière de finances et de fiscalité, cela concerne notamment la réforme de la fiscalité environnementale. En matière d'énergie, la feuille de route prévoit notamment de renforcer la capacité offshore de la mer du Nord, d'adapter l'infrastructure du réseau de transport à la transition énergétique et de recourir à l'hydrogène. Le verdissement de la flotte de véhicules des pouvoirs publics ou encore la rénovation des bâtiments publics sont également mentionnés.
En conclusion, cette proposition de résolution est le fruit d'un travail entre les différents groupes parlementaires qui a abouti en quelques semaines à peine. Peut-être que certains trouveront que cette résolution interparlementaire n'est pas assez ambitieuse. Pour le Mouvement réformateur, elle constitue une avancée et elle est le résultat d'une approche réaliste qui a été adoptée dès le début de sa rédaction. Bien évidemment, notre groupe soutiendra ce texte.
15.06 Jan Briers (CD&V): Mevrouw de voorzitster, Glasgow was net 30 jaar geleden een van de succesvolste culturele hoofdsteden van Europa. Het werd de echte start voor de overgang van de oude industrie naar de creatieve economie. Het werd een succes omdat van bij de start iedereen – jong en oud, arm en rijk – werd meegenomen in het verhaal.
Over tien dagen start in dezelfde stad de 26ste klimaatconferentie. Het wordt ongetwijfeld opnieuw de grote uitdaging: iedereen meenemen. Die sleutel vindt men toch in Glasgow. De noodzaak om op te treden tegen de klimaatverandering is nog nooit zo groot geweest. Wij kunnen het niet genoeg herhalen. Deze zomer nog werd ons land, vooral Wallonië, hard getroffen door nooit geziene overstromingen. De verwachtingen voor de COP26 zijn dan ook terecht hoog en ik ben dan ook heel verheugd dat de voorliggende resolutie niet alleen door de meerderheid wordt onderschreven.
Ook vermeldenswaardig is dat wij over de parlementen van ons land heen een akkoord hebben bereikt over de resolutie in de interparlementaire klimaatdialoog. Door die inspanningen heeft de resolutie een zeer groot draagvlak bij de bevoegde parlementen en de politieke partijen. Met de resolutie hebben wij een duidelijke boodschap, die de Belgische delegatie straks kan meenemen naar Glasgow.
De resolutie bevat verschillende thema's, die al ruim aan bod zijn gekomen. Belangrijk is dat wij benadrukken dat de inspanningen die tot nu toe op wereldniveau zijn geleverd, onvoldoende zijn om de doelstellingen van het akkoord van Parijs te halen. De ambitie op mondiaal niveau moet hoger. Wat de Europese ambitie betreft, spreken wij onze steun uit om tegen 2050 te evolueren naar een klimaatneutrale Europese samenleving, maar wij zijn geen eiland. Ook andere handelsblokken buiten Europa moeten gelijkaardige inspanningen doen. Ook wij moeten hen oproepen om zich aan te sluiten bij de Europese ambities voor 2050. Wij zijn geen eiland, maar de opdrachten in eigen land eisen minstens even grote inspanningen. Soms worden wij een beetje geholpen. Onze auto-industrie – Volvo Gent, Audi Vorst – bouwt nu met haar meer dan 10.000 werknemers elektrische wagens.
Binnen twee jaar zullen dat trouwens alleen nog maar elektrische wagens zijn. Het wordt echter een grotere uitdaging om onze eigen landbouwers te helpen met de European Green Deal.
Een ander belangrijk punt in de resolutie betreft het Carbon Border Adjustment Mechanism. Er moet op Europees niveau een systeem worden ingevoerd waarbij ingevoerde producten van buiten de EU op een even duurzame wijze moeten worden geproduceerd als producten van binnen de EU. Hiertoe kan eventueel een koolstofgrensheffing worden ingevoerd. Op die manier worden wij beschermd tegen producenten die zich niet inspannen voor het klimaat en zo vervuilende of vervuilde producten op onze markt brengen. Natuurlijk moet dit systeem worden ingevoerd met respect voor de WTO-regels.
Met betrekking tot internationale klimaatfinanciering vraagt CD&V te pleiten voor een evenwichtige, gepaste bijdrage, zoals werd vastgelegd in het VN-klimaatverdrag, en zelf daarbij internationale klimaatambitie te tonen, door correct bij te dragen aan de internationale klimaatfinanciering en de ontwikkelingssamenwerking.
Collega's, het laatste verzoek in de resolutie is een van de belangrijkste. Wij vragen aan onze bevoegde ministers om zo snel mogelijk binnen België de lasten te verdelen voor de verhoogde EU 2030-doelstelling en voor de internationale klimaatfinanciering. Het zal niet evident zijn om, zoals gevraagd in de resolutie, dit nog te doen voor de start van de COP 26, maar wij roepen onze ministers op om hiermee niet te talmen.
Ten slotte wil ik nog eens de deelnemers aan de interparlementaire klimaatdialoog bedanken voor hun werk. Deze resolutie is een belangrijke stap, voor iedereen. Wij hopen dan ook op de steun van iedereen vandaag in deze plenaire vergadering.
15.07 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, collega's, op de voorpagina van De Standaard stond vanmorgen: gevaarlijk grote kloof tussen klimaatretoriek en realiteit. Het zou bijna de titel kunnen zijn van de COP26-resolutie van de vivaldicoalitie en de N-VA. De maatregelen die ik lees in die resolutie zijn vooral klimaatretoriek, politieke klimaatretoriek die mijlenver weg staat van de wetenschappelijke realiteit. De Klimaatcoalitie heeft dan ook gelijk als zij zegt: "De politici staan erbij als ramptoeristen." 50 000 burgers kwamen op straat om een ambitieus klimaatbeleid te vragen, en een Belgisch klimaatplan met concrete maatregelen, maar wat krijgen zij? Een vaag federaal plan met een budget dat peanuts is.
Het is twee weken voor de COP26, maar er is nog altijd geen akkoord over de verdeling van de Belgische klimaatinspanningen. Er ligt zo goed als niets aan Belgisch klimaatbeleid vast. Het enige wat wij hebben om mee naar de COP te gaan, is een interparlementaire resolutie die uitblinkt in gebrek aan ambitie. Dan vragen jullie je af waarom de klimaatjongeren morgen niet braafjes op hun schoolbanken willen blijven zitten, terwijl de politici erop staan te kijken hoe de wereld verder naar de knoppen gaat?
Jullie kennen ons intussen evenwel: wij van de PVDA hebben een alternatieve resolutie ingediend. Wij blijven niet bij de pakken zitten. Onze resolutie is wel ambitieus. Zij maakt komaf met het blinde vertrouwen in de markt. Zij maakt komaf met de institutionele versnippering van het klimaatbeleid in ons land. Daarnaast vragen wij absolute garanties dat er geen koolstoftaks komt die de rekening van de klimaattransitie doorschuift naar de werkende klasse.
Wat mij eigenlijk nog het meeste stoort, is dat men blijft zoeken naar oplossingen en uitwegen uit de klimaatcrisis binnen het falende kapitalistische marktsysteem. Dat is gewoon een klimaatbeleid voeren op de meest asociale manier. Men zet koolstofmarkten op, men creëert nieuwe taksen, en men maakt alles duurder voor de gewone werkmens.
De vervuiler betaalt, heet dat dan. In principe komt dat er echter op neer dat wie kan betalen ook volle bak kan blijven vervuilen. Wie het niet kan betalen, blijft gewoon in de kou staan. In een land waar 20 multinationals verantwoordelijk zijn voor evenveel uitstoot als alle huishoudens samen, is het fundamenteel onrechtvaardig dat die huishoudens steevast de rekening gepresenteerd krijgen terwijl de multinationals steevast buiten schot blijven. In plaats van te vergroenen, schuiven de grote vervuilers de factuur voor hun uitstootrechten gewoon door naar de burger. Het resultaat is dat de burger zich blauw betaalt en de klimaattransitie geen stap dichterbij komt.
Collega's, daar passen wij voor. Wij willen een sociaal en daadkrachtig klimaatbeleid, via een publieke aanpak. We moeten vertrekken van een doorgedreven ecologische planning om op een doelgerichte manier ambitieuze overheidsinvesteringen te kunnen doen. Dan spreken we wel over meer dan de peulenschil die Vivaldi overheeft voor het klimaat.
Daarnaast moeten de grote vervuilers vooral zelf betalen voor hun vergroening in plaats van de factuur door te schuiven naar de belastingbetaler. Daarom willen wij bindende normen opleggen, zodat zij verplicht zijn om de nodige investeringen te doen om hun uitstoot snel genoeg naar beneden te brengen. Alleen zo zullen we er op tijd geraken met de transitie, zonder een sociaal bloedbad aan te richten.
Om een deftig klimaatbeleid te kunnen voeren, is er eenheid van commando nodig. Die is er in ons land niet. De klimaatbevoegdheden zijn versnipperd over vier regeringen die allemaal een ambitieus klimaatbeleid kunnen blokkeren. Het is zelfs zo absurd dat klimaatwetten die voor heel België gelden momenteel ongrondwettelijk zijn. Onze staatsorganisatie zorgt er met andere woorden voor dat er in België geen klimaatwetgeving kan bestaan. Dat is te gek voor woorden. Wij vinden het daarom absoluut noodzakelijk dat het federale niveau weer de volledige bevoegdheid krijgt om het klimaatbeleid van ons land uit te stippelen. De klimaatcrisis is te belangrijk om over te laten aan het Belgische vechtfederalisme.
Collega's, de keuze is duidelijk. Blijven we in België hopeloos achter de feiten aanhollen met het klimaatbeleid of grijpen we de COP26 aan om het eindelijk over een andere boeg te gooien? De PVDA kiest in elk geval voor het laatste, maar ik stel vast dat dit niet de keuze van de meerderheid is.
De resolutie van Vivaldi en de N-VA is immers geen product van wat wetenschappelijk noodzakelijk is, maar wel van wat politiek mogelijk wordt geacht, alle verzoeken om een science-based policy uit te dragen ten spijt. Dat vertaalt zich in een schrijnend gebrek aan ambitie. De voorliggende resolutie neemt akte van de EU-klimaatdoelstelling om de uitstoot tegen 2030 met 55 % te verminderen ten opzichte van 1990. De wetenschap en het middenveld stellen al lang dat die vermindering 65 % moet bedragen.
Dan spreken wij bovendien nog over een echte, netto uitstootvermindering. Wanneer wij kijken naar de manier waarop de huidige EU-doelstelling voor 2030 is opgesteld, komt het in feite immers neer op minder, namelijk op een slordige 52 % effectieve uitstootvermindering.
Burgers komen daartegen in opstand en ik geef ze geen ongelijk. Ook vanavond is er een protest aan de gang voor het gebouw van de Europese Raad, om een meer ambitieuze en bindende Europese klimaatwet te vragen aan de regeringsleiders op de Europese Top. Laat het duidelijk zijn, met die ontoereikende doelstelling zullen wij de mondiale opwarming niet kunnen beperken tot anderhalve graad Celsius.
Ik weet wel dat het standaardriedeltje van sommige partijen is dat de Europese Unie slechts verantwoordelijk is voor 8 % van de wereldwijde uitstoot en dat de rest van de wereld dus maar beter zijn best moet doen. Wanneer wij echter kijken naar onze consumptie-uitstoot in plaats van naar onze productie-uitstoot, dan komen wij bij een heel ander plaatje uit, zeker indien wij één en ander ook nog eens in historisch perspectief plaatsen. De ontwikkelingslanden worden nu geremd in hun ontwikkeling door de gevolgen van de historische uitstoot van de ontwikkelde landen. Het lijkt mij dus niet meer dan eerlijk dat de ontwikkelde landen extra klimaatinspanningen leveren, om landen in ontwikkeling de ruimte te geven om zich te kunnen ontwikkelen.
De meeste landen in het globale Zuiden hebben bijna niets gedaan om de klimaatcrisis te veroorzaken. Zij worden nu echter wel overspoeld door de gevolgen ervan. Ze hebben al amper middelen om zich aan te passen aan een veranderend klimaat, laat staan om de crisis actief tegen te gaan.
Het minste wat België dus kan doen, is een correcte bijdrage leveren aan de internationale klimaatfinanciering. Die correcte bijdrage vragen jullie ook in de voorliggende resolutie, zij het natuurlijk zonder het correcte bedrag te vermelden. Wij weten echter allemaal dat het om 500 miljoen euro per jaar gaat en dat België tot nu toe niet meer dan 100 miljoen euro per jaar bijdraagt.
Als we de verschillende begrotingen zien, weten we dat de verschillende regeringen in werkelijkheid niet van plan zijn om daar nog verandering in te brengen. Dat toont een totaal gebrek aan verantwoordelijkheidszin voor onze historische uitstoot. Het is essentieel om arme landen te steunen om de mondiale doelstelling van het Akkoord van Parijs te kunnen behalen.
Het Akkoord van Parijs moeten we echt respecteren, maar het invoeren van een internationale koolstofmarkt, waarvoor deze resolutie pleit in verzoek 20, zal juist contraproductief zijn om de doelstelling te halen. De resolutie mag nog zo vaak "met respect voor het Akkoord van Parijs" vermelden, met de invoering van een koolstofmarkt zal dat niet lukken. Welk land zal immers zijn ambities nog verhogen, als het weet dat het voor alle uitstootvermindering dat het realiseert bovenop de doelstelling certificaten mag verkopen? Een internationale koolstofmarkt zal onvermijdelijk leiden tot een neerwaartse druk op de nationale ambities. Men krijgt immers een financiële prikkel om nationale ambities niet te verhogen, maar die juist laag te houden.
Dat jullie het voorstel voor een internationale koolstofmarkt blijven steunen, tegen beter weten in, kan ik echt niet begrijpen. Alle voorbeelden uit het verleden waren dramatisch. Denk maar aan het debacle met het Clean Development Mechanism uit het Kyotoprotocol. Dichter bij huis hebben we ook het ETS. Dat heeft sinds het bestaat amper voor emissiereductie gezorgd. De uitstoot van de industrie is slechts gestagneerd onder het ETS. Die daalt al tien jaar niet meer significant.
Het gros van de uitstootreducties in de energiesector is niet te danken aan ETS, maar aan de doorbraak van hernieuwbare energie en aan energie-efficiëntie. Het ETS op zich geeft bedrijven geen prikkel om hun uitstoot te verminderen, ze rekenen de prijs van de uitstootrechten gewoon rechtstreeks door aan hun klanten.
We kunnen het klimaatbeleid niet aan de grillen van de markt overlaten, maar dat is helaas exact wat deze resolutie doet. Men volgt de logica van de neoliberale Green Deal tot op de letter: Het klimaatbeleid moet ten dienste staan van de economische slagkracht. We moeten het verder vermarkten met internationale koolstofmarkten en koolstofgrensmechanismes. Overheidssubsidies moeten vooral dienen als hefboom voor privé-investeerders. Of nog: Private financiële instellingen moeten wij ondersteunen, zodat zij hun financiering in overeenstemming brengen met het Akkoord van Parijs en een klimaatneutrale samenleving.
Door hier en daar de privésector te steunen en wortels voor te houden, zodat ze alsjeblieft toch maar de klimaatdoelstellingen willen naleven, zullen we er evenwel niet geraken. We hebben een serieus beleid nodig met bindende normen voor uitstootreductie, zodat de privésector verplicht wordt te investeren, in plaats van dat beleidsvoerders met cadeautjes blijven gooien naar de grote vervuilers met de vraag of ze alsjeblieft een beetje willen vergroenen.
Wij willen dat de echte vervuilers de transitie bekostigen. Onze bedrijven keren riante dividenden uit. Niemand kan dus beweren dat de bedrijven in België geen geld hebben om te investeren in een groene omslag. Nu doen ze dat pas als de overheid hen daarvoor rijkelijk geld toestopt. Zo krijgt ArcelorMittal bijvoorbeeld honderden miljoenen euro's belastinggeld cadeau voor uitrusting om groen staal te vervaardigen, terwijl het in de vorige jaren een veelvoud van dat bedrag aan zijn aandeelhouders heeft uitgekeerd. Met andere woorden, de burger betaalt de rekening en de aandeelhouder slaapt op beide oren. Zo kan het toch niet verder? Wij moeten bedrijven dwingen om zelf te investeren in hun transitie via bindende normen om hun uitstoot te verminderen. Dat is echt nodig om de klimaatcrisis aan te pakken.
Wij moeten absoluut de shift maken van een neoliberale marktconforme aanpak van de klimaatcrisis naar een publieke en planmatige aanpak. Die hebben wij nodig, als we iedereen willen meekrijgen in het verhaal en als we krachtig willen optreden tegen de klimaatverandering. De overheid moet investeren in alternatieven, zodat de burger klimaatneutraal kan leven zonder aan welzijn in te boeten.
Ik geef een concreet voorbeeld. We moeten geen ETS voor gebouwen invoeren. Volgens een recente studie van Climact zou dat immers de energierekening voor huishoudens nog eens met een dikke 400 euro per jaar de hoogte injagen, zoals vandaag nog in de krant stond. Eigenlijk is dat een koolstoftaks. Wij moeten daarentegen de burgers in staat stellen om hun huis voldoende te isoleren. Er is nood aan een andere, publieke aanpak, waarbij de overheid planmatig te werk gaat om hele buurten in een keer aan te pakken en waarbij ze de renovatiekosten prefinanciert via een derde-betalersregeling. Daarmee wordt zowel de burger als het klimaat geholpen. Die aanpak moeten we mondiaal bepleiten op de COP26.
Collega's, laat het duidelijk zijn: wij zijn niet tevreden met het voorliggende voorstel van resolutie. De maatregelen komen amper in de buurt van wat effectief nodig is.
De voorzitter: Er is een vraag van collega Buyst.
15.08 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw Daems, ik heb aandachtig naar u geluisterd. Ik zou graag een aantal zaken willen zeggen.
Is het voorstel van resolutie perfect? Nee, het is een compromis. Er staan heel veel maatregelen niet in, die onze fractie belangrijk vindt en ik ben ervan overtuigd dat er een aantal zaken instaan waar de N-VA-fractie niet warm van wordt. Maar door een compromis te maken, worden stappen vooruit gezet en wordt er aan oplossingen gewerkt. En dat is wat we in de politiek moeten doen.
We zijn erin geslaagd om met alle parlementen van ons land één tekst te maken. Nu kunnen we, zoals ik al eerder betoogde, de volgende stap zetten, indien elke regering en elk parlement volop mee aan de kar trekt. Men kan altijd aan de zijlijn blijven staan of men kan beslissen om samen te werken om een eerste stap te zetten. En onderhavig voorstel van resolutie is een opstap naar meer.
15.09 Greet Daems (PVDA-PTB): Ja, we werken samen. We hebben heel hard constructief samengewerkt in de interparlementaire klimaatdialoog. Mijn collega Warmoes heeft deelgenomen aan die onderhandelingen. We waren constructief en hebben bijvoorbeeld amendementen ingediend, maar op een bepaald moment groeit het besef dat het voorliggende voorstel gewoon niet voldoende is.
Wij zijn zeker bereid om compromissen te sluiten, maar op voorwaarde dat ze in overeenstemming zijn met de klimaatwetenschap natuurlijk. Met de wetten van de natuur valt niet te onderhandelen en dat is wat u wel hebt gedaan. De wetenschap zegt dat er 65 % uitstootreductie nodig is, maar u vindt dat 55 % genoeg is. Zo zullen we er niet geraken. Er zijn rode lijnen, er is de klimaatwetenschap en die moet gevolgd worden.
15.10 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mijn collega Daems geeft onze bevindingen bij het uiteindelijke resultaat van die interparlementaire klimaatdialoog weer. Ik was daar zelf voor de PVDA, vandaar dat ik even het woord neem.
We hebben heel hard meegewerkt aan het voorstel van resolutie. Zoals collega Buyst daarnet al aanhaalde, was de eerste versie van de heer Muyters niet alleen voor ons, maar ook voor Ecolo-Groen en andere partijen niet aanvaardbaar. Wij moesten toen voorstellen formuleren en heb de heer Muyters, waarmee ik ook gesproken heb, het onze bezorgd.
Er is een tweede versie gekomen, waarop wij 22 amendementen hebben ingediend. Ik heb gevraagd of erover mocht worden gestemd, maar dat mocht blijkbaar niet in de interparlementaire klimaatdialoog. Verschillende amendementen werden aangehouden. Daarom staat er nu bijvoorbeeld "minimum 55 % te reduceren" in plaats van "55 % te reduceren", en werd geremedieerd aan het feit dat er niet werd ingeschreven hoeveel middelen er voor klimaatfinanciering moeten worden vrijgemaakt. Verschillende verbeteringen, die wij, maar ook anderen, hadden voorgesteld, werden aanvaard.
Desondanks zijn er elementen in de tekst om redenen die mijn collega aangaf, voor ons niet aanvaardbaar. Het is ons recht om dat te vinden en erop te wijzen dat de stappen volstrekt onvoldoende zijn. Men kan stappen zetten, maar men weet al sinds de jaren tachtig van de klimaatontaarding en we zijn ondertussen dus al 50 jaar stappen aan het zetten. Op een bepaald moment moet het wel vooruit gaan.
Ik aanvaard dus de bewering niet alsof wij aan de zijlijn zouden zijn blijven staan. Dat hebben wij niet gedaan. Wij hebben ons ingezet en samen met anderen bijgedragen aan een verbeterde of minder slechte tekst door er bepaalde passages aan te laten toevoegen.
15.11 Kris Verduyckt (Vooruit): Ik hoor collega Daems zeggen dat zij zich baseert op klimaatwetenschap, maar u komt hier aanzetten met discussies over het kapitalistisch systeem en over onze staatsstructuur. Ik wil de discussie daarover heel graag met u voeren, want er valt inderdaad heel wat te zeggen over ons klimaatbeleid en de staatsstructuur, maar mevrouw Daems, we zijn twee weken voor de COP26 in Glasgow. Dat soort discussies zullen we niet onder elkaar beslechten. Dat weet u ook. Als we daarover met elkaar beginnen te discussiëren, dan zijn we nog jaren bezig en die tijd is er gewoon niet.
Wat we hier hebben geprobeerd, is een tekst te maken met een aantal zaken waarin al de parlementen in ons land zich konden vinden en die als boodschap dient voor onze onderhandelaars. Ik denk niet dat we erin geslaagd zouden zijn om een compromis te bereiken over staatsstructuren of kapitalistische systemen. Dat lijkt mij onmogelijk.
15.12 Greet Daems (PVDA-PTB): Ook wij willen niet tot in het oneindige palaveren over het kapitalistische systeem. Wij hebben een alternatief voorstel van resolutie ingediend met 36 concrete maatregelen. Ik zou niet weten wat we nog meer kunnen doen.
Laat het duidelijk zijn: de maatregelen in de voorliggende resolutie, komen niet in de buurt van wat echt nodig is. Wat wij nu moeten doen, is het verhaal van fossiele energie verlaten. Daarom moeten we stoppen met investeringen in fossiele brandstoffen en met zoektochten naar fossiele bronnen. Dat is de logica zelve, wil men de klimaatcrisis effectief tegengaan. We lezen vanmorgen in de krant dat landen en bedrijven blijven investeren in fossiele energie. Als we niet ingrijpen, zal de productie van fossiele brandstoffen in 2030 meer dan dubbel zo hoog zijn als wat mag of kan om onder de 1,5 °C opwarming te blijven.
Daarom riepen vorige maand duizenden wetenschappers en honderden ngo's op tot een non-proliferatieverdrag voor fossiele brandstoffen. Wij hebben ook voorgesteld om in het voorstel van resolutie een verzoek op te nemen tot een moratorium op de zoektocht naar nieuwe bronnen van fossiele brandstoffen en de exploitatie ervan, maar u stemde daar gewoon tegen. Dat is weer zo'n voorbeeld. Ik kan daar echt niet bij. Die maatregel is gewoon een wetenschappelijke no-brainer. Volgens het IPCC en het Internationaal Energieagentschap kunnen we nog slechts een fractie van de bekende reserves exploiteren om onder de 1,5° C opwarming te blijven. Daarom heb ik het verzoek vandaag nogmaals als amendement ingediend. Het is nu aan u om te tonen dat u het echt meent met het klimaat.
Collega's, zoals ik daarnet al zei, zijn wij altijd constructief blijven meewerken in de interparlementaire klimaatdialoog door steeds met voorstellen te komen ter verbetering van de resolutietekst. Enkele van onze suggesties, zoals verzoek 34 over de ongelijke genderimpact van de klimaatcrisis, hebben het zelfs gehaald en zijn in de tekst terechtgekomen. Daar zijn we blij mee, maar het voorstel van interparlementaire resolutie blijft in de praktijk toch ver van wat nodig is om de opwarming tot 1,5° C te beperken.
Daarom hebben wij in dezelfde geest van constructiviteit nog enkele amendementen ingediend op fundamentele punten. Wij willen verzoek 16 vervangen, opdat men niet langer akte neemt van de ontoereikende EU-doelstelling van 55 % uitstootreductie tegen 2030, maar voluit de kaart trekt van de doelstelling van 65 % uitstootreductie, conform de wetenschap en onze verantwoordelijkheid als historische uitstoter.
Voorts willen wij verzoek 20 vervangen, zodat het niet langer voor de installatie van een internationale koolstofmarkt pleit, maar zich daar juist tegen verzet. Het klimaatbeleid in handen van de markt leggen, ondermijnt immers de verwezenlijking van onze klimaatdoelstellingen.
Daarnaast willen we verzoek 21 vervangen. Dat pleit voor een Europese koolstofgrensheffing. We hebben namelijk geen nood aan nog een marktmechanisme om de uitwassen van een ander marktmechanisme te corrigeren. We hebben niet méér markt, maar net minder markt nodig voor het klimaatbeleid.
We willen ook verzoek 30 vervangen, omdat de formulering van de interparlementaire resolutie te vrijblijvend is. Desinvestering uit fossiele brandstoffen mag absoluut niet vrijblijvend zijn. Het verzoek heeft bovendien enkel betrekking op de overheid en niet op de banken, die nochtans tot de grootste financiers van fossiele investeringen behoren. Als we de transitie willen maken naar een koolstofneutrale wereld, moeten zowel publieke als private investeerders desinvesteren uit fossiele brandstoffen. Degenen die in "fossiel" blijven investeren, moeten we kunnen sanctioneren.
Verzoek 43 rond de burden sharing willen we vervangen door een verzoek om de klimaatbevoegdheden te herfederaliseren om zo een einde te maken aan het eindeloze gekibbel over de verdeling van de klimaatinspanningen en eindelijk een coherent en gecoördineerd klimaatbeleid te faciliteren.
Tot slot willen wij een nieuw verzoek invoegen om absolute garanties te krijgen dat er geen asociale en ineffectieve koolstoftaks wordt ingevoerd.
15.13 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, collega's, klimaatbeleid is vandaag alomtegenwoordig, of het nu gaat over de NAVO-top, de G7 of die internationale klimaattoppen, zoals binnen twee weken in Glasgow.
De ernst van de opwarming van onze planeet wordt vandaag algemeen erkend. Dat is ooit anders geweest. De eerste wetenschappelijke voorspellingen zijn ondertussen meer dan honderd jaar oud. Collega Warmoes sprak over de jaren 80, maar ik denk dat samenleving en politiek pas na de eeuwwisseling echt wakker geworden zijn. Een van de eerste belangrijke politieke feiten was het akkoord van Kyoto, dat België, samen met alle andere Europese landen, in 2002 heeft geratificeerd. Ik denk ook aan de documentaire An Inconvenient Truth van Al Gore 15 jaar geleden, die voor heel mensen dat verhaal heel helder schetste.
15 jaar is op zich geen eeuwigheid. Dat is misschien vandaag een van de weinige goednieuwsfeiten. In 15 jaar tijd hebben wij immers wel wat gedaan. Wij hebben in die 15 jaar heel wat structuren gebouwd. Wij hebben klimaatadministraties gemaakt. Wij hebben internationale klimaattoppen georganiseerd. Wij hebben wetenschappelijke structuren, zoals het IPCC, in het leven geroepen. Er zijn ministers van Klimaat gekomen. Dat is er allemaal gebeurd op institutioneel vlak.
Bedrijven zijn aan de slag gegaan. Sommige hebben hun ecologische voetafdruk bekeken en hebben daarop ernstig ingegrepen. Bij andere is het meer een vorm van greenwashing geweest. Bedrijven zijn ook op zoek gegaan naar technologische oplossingen voor het probleem dat voor ons ligt.
Ook de burgers hebben in die 15 jaar niet stilgezeten. Er zijn nieuwe organisaties ontstaan, burgerinitiatieven, klimaatmarsen die tienduizenden mensen op de been hebben gebracht.
Dat is er allemaal gebeurd in die 15 jaar. Wij hebben vandaag de mankracht, de wetenschap, de technologie, de plannen. Nu is het tijd om de excuses echt aan de kant te zetten.
Er zijn immers de feiten. Nooit in de geschiedenis is de aarde zo snel opgewarmd als de voorbije 50 jaar: plus 1,2° C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Collega's, de planeet die wij 150 jaar geleden zijn beginnen volbouwen met fabrieken, snelwegen en luchthavens, bestaat niet meer. Wij leven vandaag op een andere planeet. Dan heb ik het niet over exotische eilandstaten zoals de Malediven en de Seychellen, waarvan wij nu reeds met wetenschappelijke zekerheid weten dat zij het einde van de eeuw niet zullen halen. Ik heb het dan niet over steden als Havana, Sjanghai en Miami die eigenlijk nu reeds weten dat ze ernstig bedreigd zijn door de zeespiegel. Ik heb het niet over die planeet. Neen, ik heb het over een planeet waarvan wij als beleidsmakers niet meer kunnen garanderen – en dat is toch hetgeen wij het liefst zouden willen – dat mensen op die planeet een veilig leven kunnen hebben, een dak boven het hoofd hebben. Die veiligheid kunnen wij vandaag niet meer garanderen, ook niet meer in ons land.
Dat is de les die we moeten trekken uit de overstromingen van de voorbije maanden, overstromingen vlak bij onze deur. De beelden die wij zagen uit Verviers, Trooz en Heppeneert, kwamen niet uit verre oorden, zoals Griekenland of Californië met hun enorme branden, of uit het smeltende Groenland of uit Canada met die enorme hitte. Die beelden werden vlak bij ons gemaakt. De situatie in ons land is dus meer dan ernstig. De kostprijs daarvan is ook enorm. Er zijn scholen en ziekenhuizen vernield. Ik vraag mij af wie dat zal betalen, mijnheer Van Lommel. Wie heeft zoveel pingping?
Dat is de situatie bij een stijging van maar 1,2° C. De 1,5° C is niet meer veraf. Ik weet niet wie nog gelooft dat wij die zullen halen. Vandaag zitten wij met alle toegezegde reducties op een pad naar 2,7° C. Dat betekent dat grote delen van de aarde onbewoonbaar zullen zijn. Dat gaat over plaatsen waar vandaag honderden miljoenen mensen wonen. Ik haal er de woorden van António Guterres bij, de secretaris-generaal van de VN. Hij spreekt over een catastrofale weg, op weg naar een helse toekomst.
De redenen voor die catastrofale weg kennen wij allemaal. Onze samenleving drijft vandaag op fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en steenkool. Er is al gezegd dat men in Azië vandaag zelfs nog steenkoolcentrales wil bijbouwen. Dat is waanzin. Ik vind dat Europa de Europese bedrijven daartegen echt mag beschermen, maar dat mag geen reden zijn – dat hoor ik bij sommigen – om onze daadkracht vervolgens in de achterzak te steken.
De tweede belangrijkste reden is immers een gebrek aan daadkracht. Beleidsmakers kijken naar de steeds warmer wordende lamp en wij kijken naar elkaar. Vandaag lekte uit dat sommige landen zelfs proberen om de VN-klimaatrapporten te minimaliseren. Dat maakt mij woest en triest tegelijk. Dat is niet de weg die wij moeten opgaan.
Wij weten allemaal dat er nood is aan een systeemverandering. Dat is overduidelijk, maar die systeemverandering komt met een kostprijs en onzekerheid. De grootste onzekerheid is echter hetgeen wij vandaag in de lucht blazen. De enorme kostprijs schuiven wij bovendien voor ons uit, zoals ik daarnet al zei.
Dat wil niet zeggen dat er enkel slecht nieuws is. Ook in ons land worden er maatregelen genomen. Ik heb vandaag het rapport van de SERV gezien. Hij geeft een aantal belangrijke insteken voor de Vlaamse regering inzake isolatie en elektrificatie, waarmee men op gewestelijk vlak aan de slag moet. Dat zeggen wij al lang.
Ook op dit niveau zijn er in de afgelopen week maatregelen aangekondigd die goed zijn, zoals investeringen in het spoor of internationale klimaatfinanciering. Mevrouw Kitir vertrekt binnenkort weer naar het buitenland om in een kwetsbaar land aan projecten te werken. Een andere maatregel is de afbouw van fossiele subsidies, absoluut niet voldoende, maar het is een eerste begin. Windmolens op zee ook. Dat zijn goede projecten, maar ik zal duidelijk zijn, collega's, zij zijn niet voldoende. Er is meer nodig.
Het goede aan deze resolutie is ook dat wij bewijzen dat wij in dit land stappen kunnen zetten en dat wij samen akkoorden kunnen afsluiten, ook al zat niet iedereen op dezelfde snelheid. Daar moeten wij niet flauw over doen, dat was zo. Toch hebben wij akkoorden kunnen afsluiten. Wij hebben een tekst kunnen maken die kan dienen om onze onderhandelaars in Glasgow uit één mond te laten spreken als zij dat willen. Dat is goed. Daar wil ik de collega's dan ook voor bedanken, en ook de voorzitter, de heer Muyters.
Maar ben ik vandaag optimistisch? Nee, absoluut niet. Ik vind dat het resultaat van de tekst te beperkt is. Voor mij moet de ambitie hoger liggen. Ik zou vandaag de remmende krachten rond de tafel met de vinger kunnen wijzen, of ik zou kunnen zeggen dat de PVDA weer van de tafel is weggelopen en absoluut de strafste van de klas wilde zijn. Ik zal dat niet doen. Vooruit zal dat niet doen, want dat helpt ons vandaag geen centimeter vooruit. Dat zal ons niets vooruit helpen, en zeker niet onze onderhandelaars in Glasgow.
15.14 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Ik kan dit niet laten passeren. Ik heb het net gezegd: wij zijn helemaal niet van de tafel weggelopen. Wij hebben ons in de commissie onthouden. Wij zullen ons ook vandaag onthouden. Dat is helemaal niet van de tafel weglopen. Wij hebben tot het bittere einde meegevochten om de tekst te verbeteren door er een aantal zaken in te brengen waar mijn collega het al over gehad heeft, bijvoorbeeld gender en internationale klimaatfinanciering.
Wij zijn helemaal niet weggelopen. Wij blijven ermee bezig.
U zegt zelf, mijnheer Verduyckt, dat de tekst onvoldoende is. Wel, keur dan onze amendementen goed, dan zal hij beter worden.
15.15 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer Warmoes, eigenlijk is dat gemakkelijk. Dat hadden wij allemaal kunnen doen. Wij hadden allemaal onze lijst op tafel kunnen leggen. Bij mij hadden er dan andere zaken in gestaan dan in uw tekst, andere zaken dan in de tekst van de N-VA, en andere zaken dan in de teksten van Groen. Daar ben ik zeker van. Wij hadden dan met die papieren de weg naar Glasgow kunnen plaveien, maar wat lossen wij daarmee op?
Uiteindelijk was de bedoeling een akkoord af te sluiten. Dat is wat hier gebeurd is.
Wat ik u verwijt, is net dat u van uw grote gelijk niet kan afstappen en maar blijft zeggen hoe het moet. Dan weet u dat u nooit een akkoord kan afsluiten. Dat is het probleem.
Wij zullen deze resolutie dus wel steunen omdat wij onze onderhandelaars daarmee verder kunnen helpen in Glasgow. Vanaf morgen gaan wij opnieuw aan de slag voor een nog ambitieuzere, sociaal rechtvaardigere klimaattransitie, want wij menen dat die absoluut nodig is. Wij gaan verder op zoek naar partners voor dat verhaal. Ik ben ervan overtuigd dat wij die hier in het Parlement kunnen vinden.
Vandaag moet iedereen zich de vraag stellen of hij voldoende heeft gedaan om deze immense uitdaging aan te gaan en of hij kan leven met de compromissen die we sluiten over onze planeet. Dat moet ieder voor zichzelf doen. Ik was twee weken geleden op de klimaatmars en een jongere stelde mij twee vragen. Hij vroeg mij of ons land zijn best doet en ik heb geantwoord dat ons land zijn best doet. Daarna vroeg hij mij of we genoeg doen en ik heb geantwoord dat we niet genoeg doen. De excuses zijn bijna op.
15.16 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, madame la ministre, chers collègues, cette conférence mondiale de Glasgow sur le climat est cruciale, comme toutes les conférences sur le climat de ces dernières années.
Les mois que nous venons de vivre, les inondations gravissimes dans notre pays mais aussi dans d'autres pays comme en Allemagne, les incendies catastrophiques dans le sud de l'Europe, les pluies diluviennes aujourd'hui en Australie avec des grêlons d'une taille de 16 centimètres – on n'aurait jamais vu un tel phénomène de mémoire d'homme – nous rappellent, s'il le fallait encore, à quel point nous devons agir vite et fort pour ralentir le réchauffement de la planète afin de tenter d'éviter les pires conséquences des dérèglements climatiques.
Il n'est pas 23 h 55, il est en fait minuit passé. On sait qu'on n'arrivera pas, ou plus tout à fait, à préserver un climat qui nous éviterait des catastrophes environnementales, démographiques et sanitaires – The Lancet l'a rappelé encore aujourd'hui – qui pourraient être extrêmement dommageables pour l'humanité et son environnement.
On sait qu'on peut encore éviter les pires scénarios. Pour reprendre l'expression des manifestants pour le Climat, "l'heure n'est plus au blabla". Pourtant, je dois vous le dire, madame la ministre, que c'est un peu l'impression que nous donne la résolution qui nous est soumise. Elle est sympathique; elle est même ambitieuse sur le plan des résultats, du cap à suivre – réduction des gaz à effet de serre de 55 % en 2030 par rapport à 1990 –, mais elle reste floue sur la feuille de route.
Pour montrer que nous passons réellement de l'intention à l'action, cette résolution manque d'un tableau de bord, d'une répartition des charges entre les entités fédérées, d'éléments chiffrés dans des domaines comme le financement international dans la lutte contre les changements climatiques. Il manque d'actions concrètes et de chiffres!
Au sujet de la répartition des charges entre les entités fédérées, j'avais une devinette à vous soumettre. Qui a dit, en 2015: "Madame la ministre, nous sommes à dix-sept jours du début de la Conférence de Paris et la Belgique n'a toujours pas d'accord climatique sur la répartition des efforts à faire. Nous avons perdu toute crédibilité." Qui a dit cela?
C'est l'actuel coprésident d'Ecolo. Ici même, le 12 novembre 2015, il proclamait que, parce qu'il n'y avait pas de répartition des charges, le gouvernement avait perdu toute crédibilité internationale.
On est à onze jours de la COP26 et nous n'avons pas d'accord entre les entités fédérées et l'État fédéral pour la répartition des charges. Je me demande donc ce qu'il en est aujourd'hui de notre crédibilité. J'ai entendu ici des interventions assez dithyrambiques. Il y a six ans, dans la même situation, les déclarations étaient pour le moins différentes.
Cette absence d'accord entame la portée et la sincérité de la proposition de résolution débattue. Un texte sans le détail des actions concrètes qui seront menées pour atteindre les objectifs ne sera – nous le craignons –, en tout cas à ce stade, qu'un catalogue de bonnes intentions. Si tel est le cas, l'image de la Belgique sera largement et durement écornée. J'espère que nous n'en arriverons pas là. Nous le saurons dans les prochaines semaines et les prochains mois.
Quoi qu'il en soit, j'ai quelques doutes, au vu des dernières déclarations de Mme Khattabi qui n'est malheureusement pas présente aujourd'hui. Je la cite: "Nous pouvons maintenant nous rendre à Glasgow avec une position fédérale et négocier un nouvel accord de coopération avec les Régions." Ce n'est pas d'une position fédérale dont on a besoin, mais d'une position belge. À travers sa déclaration, la ministre avait presque une position défensive.
Le cdH souhaite, pour sa part, une véritable position belge. Il reste encore quelques jours pour la définir. Nous n'avons pas besoin d'une seule position au niveau fédéral, mais bien d'une position consolidée de toutes les entités de ce pays.
Des actes concrets, c'est également ce que demandent bon nombre d'acteurs et d'associations. C'est le cas de Rise for climate Belgium qui s'exprimait, ce matin, dans la presse.
Encore une fois, je dis bravo pour la diminution de 55 % des émissions de gaz à effet de serre, bravo pour la neutralité carbone en 2050, bravo pour la réduction de 233 millions de tonnes de CO2 à l'horizon 2030! Mais comment va-t-on y arriver? À ce sujet, la page est vierge. Il n'y a pas de tableau de bord. C'est véritablement là que le bât blesse.
Malgré cette déception, comme nous sommes des gens constructifs, nous allons voter cette résolution, madame la ministre. En effet, un effort est fait par l'ensemble des parlements de ce pays, par l'ensemble des entités fédérées, et cet effort doit être souligné. De plus, une voix faible est préférable à de la cacophonie, à l'absence de communication consolidée.
Nous préférons cette voix-là mais, c'est vrai, nous n'avons pas signé cette résolution pour cette raison: elle manque cruellement de données précises, d'un chemin, d'une route qui permettrait de nous rassurer sur le fait qu'il ne s'agit pas, aujourd'hui, simplement, de déclarations d'intentions. Il faudrait qu'il s'agisse, dans les semaines et dans les mois qui viennent, d'actions concrètes, de tableaux de bord, d'indicateurs qui nous montreraient que nous arrivons effectivement à cet objectif-là. Nous espérons sincèrement pouvoir être rassurés au cours des semaines et des mois qui viennent.
15.17 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, la réalité tangible du dérèglement climatique s'est invitée de manière meurtrière et violente en juillet dernier lors des inondations cataclysmiques qui ont frappé notre pays. Dans la foulée de la récente marche pour le climat du 10 octobre dernier, la résolution soumise au vote de notre assemblée, à laquelle mon groupe souscrit pleinement, vient préciser à nouveau, à quelques jours du début de la COP26 à Glasgow, l'urgence climatique auprès de nos dirigeants de l'État fédéral et des entités fédérées, et se veut rassembleuse.
Cette résolution a le mérite d'être fouillée, voire exhaustive sur les enjeux qui concernent l'application de l'Accord de Paris, nos obligations européennes, mais aussi le marché du carbone, le financement de la transition et de la lutte contre le changement climatique, la reconnaissance de la migration climatique, les efforts à fournir par les secteurs comme l'aviation ou la navigation, producteurs considérables de gaz à effet de serre, ou encore la biodiversité, et ce, tout au long des 43 considérants qui sont autant de revendications en faveur du climat.
Plus particulièrement, je me réjouis qu'en fin de résolution, celle-ci demande de manière claire à nos autorités de fixer rapidement une nouvelle répartition intrabelge des charges répondant à l'objectif majoré de l'Union européenne pour 2030 en matière de politique énergétique et de financement international du climat. Je ne sais pas si cela pourra être réalisé avant le début de la COP26, mais en tout état de cause, évitons le psychodrame navrant auquel notre pays s'était livré concernant cette répartition des charges en amont de la COP21. Nous mesurons tous les difficultés parfois structurelles et les efforts à consentir pour être efficients dans la lutte contre le dérèglement climatique mais nous n'avons plus le choix. La question n'est plus de savoir ici qui gagne et qui perd, entre l'État fédéral et les entités fédérées, de manière conjoncturelle, mais bien d'avoir une vision et des objectifs chiffrés à l'échelle de notre pays, afin d'avancer dans la quête du sommet de cette montagne qui n'est pas infranchissable, et de donner une image de notre pays qui doit se révéler un leader et un exemple en termes d'ambition climatique.
La résolution insiste enfin sur le caractère transversal de la question climatique et de son intégration dans le contexte plus large du développement durable, concept onusien qui doit guider notre action afin d'assurer cette transition économique et sociale, l'urgence climatique étant une priorité vitale, mais aussi une opportunité.
Ceci n'est qu'une résolution, mais le moment est important. Il donne au gouvernement belge, aux gouvernements régionaux et aux négociateurs représentant la Belgique à la COP26 un cadre juridique et politique fort, qui dépasse les dogmatismes et les idéologies,. Il leur appartient maintenant d'être à la hauteur de ce challenge important pour notre pays et pour la planète tout entière.
15.18 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, collega's, yes, we can. In dit land kunnen we toch nog samen een gemeenschappelijke resolutie uitwerken over alle instellingen heen. Ere wie ere toekomt, het was Jan Peumans die als voorzitter van het Vlaams Parlement de dialoog heeft opgestart om de verschillende fracties samen te brengen, en in dit land zijn dat er 11. Ik ben dan ook bijzonder blij dat er 9 daarvan elkaar gevonden hebben. De extremen hebben zich er niet bijgevoegd.
Ik dank die fracties daarvoor en ik bedank ook Philippe Muyters, want het was geen sinecure. Dank ook aan iedereen die er constructief aan meegewerkt heeft. Ik dank ook mijn voorganger. Ik heb het geluk dat ik dit als voorzitter van de commissie Energie, Leefmilieu en Klimaat ingediend heb, maar ook Patrick Dewael heeft een belangrijke bijdrage geleverd namens de Kamer.
Wie is er echt gelukkig met deze tekst? Vinden de liberalen hem perfect? Neen, maar de socialisten en de groenen ook niet, en ook de N-VA niet. In een land waar de kiezer een mandaat heeft gegeven aan zoveel partijen, moet je om iets te realiseren proberen van je verkiezingsprogramma af te stappen. We willen onze ministers op de COP26 in Glasgow een duidelijk mandaat geven.
Ik wil nogmaals alle collega's die zich bij deze mindset hebben aangesloten, danken voor hun inzet. Al Gore sprak ooit over an inconvenient truth, maar zo zijn er heel veel. Het IPCC-rapport van augustus wijst er nog eens op dat de klimaatverandering en de gevolgen ervan nog sneller op ons zullen afkomen. De nood om de verandering te mitigeren en ons eraan aan te passen wordt steeds groter.
Laten we eerlijk zijn, de COP26 is belangrijk omdat we daar willen aftoetsen wat er juist gedaan wordt om het commitment van het Akkoord van Parijs te realiseren. Alle landen moeten nu kleur bekennen.
Er moet op veel andere waarschuwingen beleidsmatig worden gereageerd.
Het Belgische engagement valt natuurlijk onder het Europese engagement. De Europese Commissie heeft met de Green Deal en de Fit for 55 duidelijk een ambitieuze bundel op tafel gelegd. Deze resolutie ondersteunt de Europese ambitie, want ik ben ervan overtuigd dat wij dit mondiaal probleem niet regionaal of subregionaal zullen oplossen. Wij willen allemaal dat Europa hierin een voortrekkersrol opneemt, liefst samen met zo veel mogelijk anderen, maar we moeten er wel voor zorgen dat er een globaal gelijk speelveld is. Anders gaan ook onze inspanningen verloren. Een belangrijk wereldwijd instrument dat ook internationale samenwerking vergt, is de internationale koolstofmarkt. De uitdaging daar is om de juiste speelregels vast te leggen.
Collega's, de discussies in Glasgow zullen niet evident zijn, maar we moeten eerlijk zijn, de agenda's van de Aziatische en Afrikaanse landen lopen niet parallel met de agenda van Europa. Een belangrijk element voor hen is dat hun energiebehoeften de volgende jaren nog zullen stijgen, ofwel omdat ze worden geconfronteerd met een belangrijke bevolkingsaangroei, ofwel omdat ze een belangrijk deel van hun bevolking uit de armoede en de energiearmoede willen halen.
Een inconvenient truth is dat, toen ik geboren werd, er 2,7 miljard mensen op de aarde waren. Vandaag zijn het er drie keer meer. Deze ongemakkelijke waarheid mogen we niet over het hoofd zien. China heeft de voorbije 50 jaar waarschijnlijk het meest voor het klimaat gedaan met de beperking van de bevolking. Laten we dat niet te theoretisch bekijken. Ik zal het even stout zeggen: zit de planeet wel te wachten om gered te worden? Wat maakt het de planeet uit om terug naar de ijstijd of de tijd van de dinosauriërs te gaan? Laten we daarom eerlijk zijn. Het is overduidelijk dat wij wijs en verantwoord met de planeet moeten omgaan, om ons eigen voortbestaan als mensheid te verzekeren.
It's the economy, stupid. Het zal u niet verbazen dat ik dit citeer als ondernemer, maar ik wil dat veranderen naar we need the economy, stupid. Laten we ons niet vergissen. Handelen is nodig. Met slogans en internationale hoogmissen alleen zullen we het niet halen.
Niet alleen de overheid, noch louter de burgers, maar ook de ondernemingen hebben een belangrijke rol te spelen als partners in deze energetische omslag. Ondernemers en ondernemingen zijn actoren die moeten meespelen en zich aanpassen. Zij kunnen bovendien de noodzakelijke hefbomen realiseren om deze transitie mogelijk te maken door innovatie, door gerichte investeringen en door de ESG-principes in te voeren en te belijden.
De transitie is en blijft een grote uitdaging, maar is ook een opportuniteit. Via economische groei, waardoor via meer werk meer mensen aan de slag zijn, worden meer middelen gecreëerd, wat het mogelijk maakt de energieomslag mee te financieren. Dat is des te meer een reden om de hervorming van de arbeidsmarkt grondig en snel aan te vatten.
De financieringsaspecten komen in Glasgow aan bod, en ook in deze resolutie, meer bepaald het gebruik van overheidsmiddelen als hefboom om in combinatie met privémiddelen tot de juiste investeringen te komen. Europa heeft daartoe ook duidelijk opgeroepen. Het is natuurlijk wel belangrijk dat de doelmatigheid van die financiering in het klimaatbeleid verzekerd wordt. Wij ijveren ervoor dat de middelen ook altijd goed worden besteed. Het probleem wordt niet opgelost door grote verklaringen, evenmin door grote uitgaven op zichzelf, maar wel door de juiste uitgaven op de juiste manier.
Last but not least, wij moeten ons ook
realiseren dat er maatregelen nodig zijn om ons aan de klimaatverandering aan
te passen. In het achterhoofd hebben we zowel de droogteperiodes van
verschillende recente zomers als de hevige wateroverlast in Wallonië. We kunnen
er lang over twisten of het al dan niet om een rechtstreekse impact gaat en of
dat historisch gezien normale of abnormale fenomenen zijn. Ik stel voor om ook
veel aandacht te hebben voor de biodiversiteit. Onze bossen zijn natuurlijke
airco's, de natuur is als een spons. Als maritiem man vind ik dat er ook een
rol voor onze oceanen is weggelegd. Yes, we can. Maar, we
can only together.
Tot slot wil ik onder de aandacht brengen dat dit een eerste stap is. Wij roepen de regeringen ertoe op zo snel mogelijk werk te maken van duidelijke afspraken en dus ook de interne lastenverdeling. Ik hoop dat er op dezelfde wijze, zoals bij de voorbereiding van deze resolutie, gewerkt wordt, waarbij afstand wordt gedaan van hardleerse standpunten, van wie dan ook afkomstig.
Ik hoop ook dat wij tot een coherent bevoegdheidsoverschrijdend klimaatbeleid komen in ons land.
De grootste bedreiging voor ons leefmilieu is het geloof dat wij met goede intenties en met hoogmissen de problemen alleen kunnen oplossen. Daarom doe ik nogmaals de oproep dat wij allen onze verantwoordelijkheden zouden opnemen, daadkracht zouden tonen en maatregelen zouden treffen als overheid, maar evenzeer als ondernemers en burgers.
Ik dank allen die de resolutie zullen steunen.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Demande/Verzoek 16
• 6 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 20
• 7 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 21
• 8 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 30
• 9 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 43
• 10 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 44(n)
• 11 –
Greet Daems (2200/5)
Demande/Verzoek 45(n)
• 12 – Greet
Daems (2200/5)
* * *
* *
Le vote sur les amendements est réservé.
De stemming over de amendementen wordt
aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
16 Proposition de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en ce qui concerne l'affichage des tarifs par les dispensateurs de soins (346/1-8)
16 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wat het afficheren van de tarieven door zorgverstrekkers betreft (346/1-8)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Karin Jiroflée,
Gitta Vanpeborgh.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw Hennuy, die verwijst naar haar schriftelijk verslag.
16.01 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, het voorliggende wetsvoorstel heeft al een behoorlijk parcours afgelegd in de commissie. Het is er al een paar keer teruggekomen.
De N-VA is voorstander van het duidelijk communiceren naar de patiënt hoeveel een behandeling zal kosten. Het is noodzakelijk dat onze patiënten weten waar ze aan toe zijn. Het is vandaag de Dag tegen Kanker en we dragen allemaal een geel lintje om onze steun te betuigen aan onze patiënten. Niets is erger dan een zware diagnose te krijgen, zijn hele leven overhoop gegooid te zien en dan ook nog eens zorgen te hebben hoeveel de behandeling zal kosten en of men ze wel kan betalen. Duidelijkheid ten aanzien van de patiënt is een boodschap die wij steunen.
Onze fractie heeft ook een aantal initiatieven genomen die ertoe moeten leiden dat een patiënt niet voor verrassingen komt te staan wanneer hij in behandeling is. Wanneer een patiënt naar een geconventioneerde arts gaat en voor verder onderzoek wordt doorverwezen, moet hij de garantie krijgen dat de conventie ook voor de vervolgonderzoeken wordt gerespecteerd. Dat is een heel belangrijke stap, want wanneer patiënten door de ene arts naar een andere arts worden doorverwezen voor bijvoorbeeld een anatomo-pathologisch onderzoek en zij die arts zelf niet spreken, moeten zij duidelijkheid krijgen over hoeveel dat zal kosten en weten of er gegarandeerd wordt dat het onderzoek ook onder de conventie wordt uitgevoerd als die mogelijkheid er is.
Mocht dat niet het geval zijn, mocht er geen mogelijkheid tot conventie zijn bij een zorgverstrekker waarnaar de patiënt wordt doorverwezen of mocht de specialist in kwestie niet geconventioneerd zijn, dan is het aan die zorgverstrekker om heel duidelijk met zijn patiënt te communiceren en hem duidelijk te maken dat de conventie niet gegarandeerd wordt bij de doorverwijzing.
Bij het voorstel dat hier ter stemming voorligt, hadden wij een aantal kanttekeningen. Die hebben we in de commissie heel duidelijk gemaakt en ik ga ze nog eens herhalen.
De grootste fout die we kunnen maken is kwetsbare patiënten, die het al moeilijk hebben, via een exhaustieve, lange lijst van prijzen in het ongewisse laten of in twijfel brengen. Als die lijst wordt uitgehangen zal het voor de patiënt niet altijd eenvoudig zijn om eruit af te leiden welke nomenclatuur en hoeveel behandelingen hij nodig heeft. Sommige behandelingen worden immers terugbetaald per acht beurten terwijl dat voor andere per achttien gebeurt. De patiënt moet dat heel duidelijk kunnen inschatten. Hoe kwetsbaarder de patiënt, hoe moeilijker het echter voor hem is om aan de hand van een lijst te weten te komen hoeveel het hem zal kosten.
De opmerking over de maximumfactuur heb ik ook meegenomen. Door in de lijst op te nemen of men in aanmerking komt voor de maximumfactuur of niet, kan u daar deels aan tegemoetkomen, maar niet altijd. Wij blijven dus met de bezorgdheid zitten dat die lijst, waarmee we symbolisch aan de patiënt willen duidelijk maken dat we transparant zijn, niet meer is dan een symbool wanneer de communicatie van de zorgverstrekker er niet op volgt. Daarom hebben wij opnieuw een amendement ingediend waarin we heel duidelijk stellen dat het communicerende luik van de zorgverstrekker met de patiënt te allen tijde gegarandeerd moet worden, zodat de patiënt duidelijk geïnformeerd wordt.
Een tweede bemerking van onze N-VA-fractie gaat over de verwijzing naar de meest gangbare praktijken. Wij hebben daarover een amendement ingediend dat u tot mijn spijt niet hebt aangenomen. De prijzen moeten geafficheerd worden, het zou voor de zorgverstrekker toch duidelijk moeten zijn wat de overheid bedoelt met de meest gangbare verstrekkingen.
We hebben voorgesteld om die lijsten samen met de beroepsverenigingen op te stellen. U hebt dat voorstel niet gevolgd en wij blijven dat zeer jammer vinden.
Deze discussie hebben we al heel uitgebreid gevoerd. De N-VA is absoluut voorstander van de geest van het voorstel. We hopen dan ook dat we met u mee zullen kunnen stemmen, dat u ons amendement grondig bekijkt en dat we dat alsnog kunnen invoeren. Een patiënt die enkel een lijst ziet, is wat mij betreft een onvoldoende geïnformeerde patiënt. Er moet duidelijkheid komen van de zorgverstrekker voor de persoon die voor hem zit. Onduidelijkheid is immers echt de vijand van elke zieke persoon die in de wachtkamer zit.
Voorzitter:
André Flahaut, oudste lid in jaren.
Président:
André Flahaut, doyen d'âge.
16.02 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, chers collègues, notre système de soins de santé doit être au cœur de nos préoccupations. Je le disais encore tout à l'heure dans le cadre des questions d'actualité. C'est ce que, nous, socialistes, répétons avec force et conviction. Depuis toujours, nous défendons sa qualité mais aussi son accessibilité. La proposition de Vooruit va tout à fait dans ce sens et je tiens à remercier nos collègues pour cette excellente et indispensable initiative.
Cette proposition de loi, c'est du concret pour les patients. C'est du concret maintenant. Un affichage clair des principales prestations chez les différents dispensateurs de soins va permettre enfin au patient de savoir à quoi s'attendre lorsqu'il devra ouvrir son portefeuille et payer ses soins.
La transparence est primordiale. Mon groupe a pris de nombreuses initiatives dans ce sens. Je rappelle, à titre d'exemple, la mise en place du formulaire d'admission, l'obligation de voir figurer des informations claires sur les sites internet des hôpitaux, l'obligation aussi d'avoir dans chaque hôpital une personne de contact auprès de laquelle le patient peut obtenir les informations utiles et personnalisées sur les détails de la facturation qui lui sera appliquée.
La transparence, c'est aussi l'obligation pour les dispensateurs de soins d'informer clairement qu'ils sont ou non conventionnés, complètement ou partiellement.
Aujourd'hui, un pas de plus vers cette clarté et vers la transparence est franchi en permettant au patient de connaître au préalable les tarifs qui seront pratiqués par le prestataire de soins qu'il souhaite consulter via un affichage obligatoire des prestations les plus courantes. C'est un pas de plus vers la protection du patient car il se retrouve souvent perdu face au coût de certaines prestations habituelles dont il a besoin. Et qui peut dire avec certitude qu'il sait quel est le montant qu'il paiera demain? Pas moi en tout cas! Pas souvent les proches que je côtoie, pas souvent les concitoyens qui ont souvent cette crainte de la facture, d'avoir de mauvaises surprises et quelquefois des catastrophes financières.
Le fait de ne pas savoir peut aussi mener à des conséquences dramatiques: le report par peur des soins nécessaires, voire pire leur annulation et le renoncement. C'est ce que nous devons absolument éviter, chers collègues!
Avec ce texte, le patient saura donc au préalable combien coûte telle ou telle prestation, de quel montant il sera remboursé et quels seront les suppléments éventuels; bref, ce qu'il devra débourser de sa poche au moment de franchir la porte du médecin.
Je tiens également à dire que ce texte est le fruit d'un travail constructif entre les membres de la majorité. Nous avons pris le temps de demander de nombreux avis auprès des acteurs de terrain aux différents stades du parcours de ce texte. Un travail considérable a également été réalisé afin que cette mesure soit pratiquement praticable. En effet, pour le patient, il doit s'agir d'un accès facile à des informations claires et compréhensibles, et pour le prestataire, cela doit être une action facile à entreprendre qui ne nécessitera pas de charge administrative trop importante.
Bref, c'est une belle avancée: couplée aux dernières décisions prises par le Conseil général de l'INAMI dans le cadre du budget de soins 2022, elle vise à permettre une généralisation du tiers payant et ne pourra qu'être bénéfique – j'en suis convaincu – à l'ensemble des patients.
Monsieur le président, chers collègues, la santé est notre bien le plus précieux, je vous le disais encore tout à l'heure. Nous le répétons sans cesse et nous le répéterons encore. C'est un credo pour nous, socialistes, avec cette volonté constante de défendre notre système de soins dans son ensemble, sa qualité, son accessibilité et sa transparence.
16.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, het voorstel waarnaar collega Depoorter ook heeft verwezen, is inderdaad al een aantal keer teruggekomen. Het is ook een aantal keer heen en weer gegaan tijdens een vorige legislatuur. Het heeft toen al op tafel gelegen en toegegeven, ik was er in de vorige legislatuur maar een koele minnaar van. Dat had vooral te maken met de angst waar collega Depoorter ook over gesproken heeft met betrekking tot transparantie.
We weten allemaal dat de tariefstructuren heel complex zijn. Ik herinner mij het voorbeeld dat ik een aantal jaar geleden gegeven heb, en dat ik in mijn nota's teruggevonden heb: de diensten oftalmologie hebben 1.161 nomenclatuurnummers, gynaecologie meer dan 800. Ik dacht toen het volgende. Als dat allemaal in de wachtkamer moet worden geafficheerd, met alle verschillende tariefstructuren (terugbetaling, eigen aandeel, conventiestatus, de maximale supplementen), dan riskeert men het omgekeerde effect. Zo'n affichage mag er niet voor zorgen dat het net minder transparant wordt en patiënten afschrikt. Dat is precies wat we met dit voorstel willen vermijden. We weten allemaal dat er qua toegankelijkheid en transparantie een duidelijk probleem is en dat we heel wat maatregelen moeten nemen om die te verbeteren.
Tijdens deze legislatuur hebben we veel overleg gepleegd met de collega's, ook op basis van de adviezen, en bleek er een groot draagvlak om dit te doen. Ik vind dat er een aantal betekenisvolle garanties in de tekst zijn opgenomen die het mogelijk maken om die stap te zetten. Het is de bedoeling dat een model van affichage wordt uitgewerkt, samen met de actoren van het terrein, zoals het Verzekeringscomité, waar zowel mutualiteiten als artsenvertegenwoordigers aan tafel zitten, en ook altijd in samenspraak met de overeenkomstencommissies.
Wat de discussie over de gangbare verstrekkingen betreft, ga ik ervan uit dat dit op een degelijke manier wordt uitgewerkt, ook rekening houdend met wat de meest gangbare verstrekkingen zijn.
Verstrekkingen kunnen in een wachtkamer immers zodanig worden omschreven dat geen kat begrijpt waarover het gaat. De bij de uitwerking van het model betrokken partijen zullen ervoor moeten zorgen dat een en ander op een eenvoudige, duidelijke en begrijpbare manier voor de patiënt gebeurt en dat ter zake ook de meest gangbare verstrekkingen vrij eenvoudig worden geafficheerd. Ze zijn nu ook al heel makkelijk te raadplegen. Van een aantal specialisten kan nu al perfect worden geconsulteerd op de websites van een aantal organisaties wat de patiënt vandaag moet betalen, wat het eigen aandeel is en wat de maximumsupplementen zijn. Daarom is het belangrijk dat de oefening met de stakeholders wordt gedaan.
Ik heb in de commissie ook aangegeven dat voor CD&V de sanctie zwaarder had gemogen. Ik ben daar ook duidelijk in geweest. Als men het traject met alle partners doorloopt en vervolgens tot een model komt, moet de afspraak ter zake ook worden gehonoreerd en moeten voldoende sancties worden ingebouwd.
Mij gaat het voorstel echter niet om het sanctioneren. Het gaat om het informeren. Het is belangrijk dat wij hier een eerste stap vooruitzetten.
Hebben wij nu een eindpunt bereikt? Neen, dat hebben wij niet. Mevrouw Depoorter heeft gelijk als ze stelt dat het geen verhaal is van alleen maar afficheren of het mooi op een website plaatsen van alle info. Het is veel meer dan dat. Het is de verantwoordelijkheid van heel veel mensen, vandaag in de eerste plaats van de zorgverstrekkers zelf, maar ook van heel veel actoren op het terrein om de informatie ter zake te geven, ook door ziekenhuizen of sociale diensten van ziekenhuizen. Wij kennen alle actoren op het terrein. Het is dus geen verhaal van enkel een affiche en de zaak is klaar.
Toch geldt ook bij dit voorstel, clichématig uitgedrukt, the proof of the pudding is in the eating. Die stap moeten wij zetten. Wij moeten nagaan wat die stap teweegbrengt. De oefening die hier vandaag voorligt, is slechts een eerste stap, maar wel een eerste stap die onze steun verdient, vooral omdat het een eerste belangrijke stap is op het vlak van transparantie en van meer toegankelijkheid.
Zal een evaluatie nodig zijn? Dat zal heel zeker het geval zijn. Zullen wij misschien moeten bijsturen? Ik vermoed van wel. Die eerste stap is voor ons echter voldoende om voorliggend voorstel te steunen.
16.04 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, met het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, zullen alle zorgverleners in de loop van 2022 verplicht de tarieven van hun meest gangbare zorgverstrekkingen moeten uithangen in hun praktijk en op de website.
Voor de PVDA is dat een stap vooruit. Wij steunen het wetsvoorstel. Wanneer het goed is, moet dat ook gezegd worden, wat wij dan ook doen. Wij steunen het voorstel.
Vanochtend zag ik in een lokale Facebookgroep van burgers van mijn wijk een berichtje verschijnen van iemand die een afspraak had met de dermatoloog in een bepaalde straat, waar geen bancontact was. Die persoon vroeg of iemand wist hoeveel daar zou moeten worden betaald. Het is dus wel van belang om daar meer duidelijkheid in te scheppen voor de patiënten. Die tarieven moeten op voorhand gekend zijn.
Mevrouw Vanpeborgh, u stelde in de commissie dat het effectief tegemoetkomt aan de schrik van mensen omdat ze niet weten wat de zorg kost. Zo komen ze nadien niet voor verrassingen te staan. Dit voorstel is voor ons dus effectief een positieve tussenstap, maar het verandert niets aan het probleem zelf van de vaak te hoge prijzen voor consultaties en zorgverstrekkingen. In mijn praktijk zie ik dat mensen zich heel bewust zijn van de prijzen van sommige behandelingen en een bezoek aan de tandarts of huisarts daarom uitstellen. De cijfers over het zorguitstel om financiële redenen zijn bijzonder verontrustend, ondanks dat wij een rijk land zijn. Recent nog deed ACV Puls een ondervraging bij de huishoudhulpen. 80% daarvan verklaarde dat zij doktersbezoeken uitstellen. Slechts 20% verklaarde dat niet te doen. Eén ondervraagde zei dat elke uitgave moest worden afgewogen. Elke factuur betaalde die persoon in schijven af, en hij of zij had niet de middelen om zelf naar de dokter te gaan. Dat geld werd opzij gezet voor het moment dat een van de kinderen ziek werd. Dat is de realiteit.
Volgens de PVDA is de beste en structurele oplossing tegen die angst voor onverwacht hoge facturen en zorguitstel het gratis maken van de consultaties bij de huisarts. Daar hebben wij dan ook een wetsvoorstel voor op tafel liggen in het Parlement. De PVDA en Geneeskunde voor het Volk voeren daar niet alleen al jarenlang campagne voor, maar zetten dat ook elke dag in de praktijk om. We pleiten dan ook voor een verplichte veralgemening van de derde-betalersregeling over de hele eerste lijn. Vandaag bewegen de lijnen, want het verbod op de derde-betalersregeling zal binnenkort worden opgeheven. Dat is een stap in de goede en juiste richting naar een universelere aanpak. Het probleem daarmee is echter dat de arts nog altijd kan beslissen of hij de derde-betalersregeling zal toepassen of niet.
De derde-betalersregeling komt erop neer dat de persoon alleen het remgeld betaalt en niet het deel dat hij of zij terugkrijgt van het ziekenfonds.
Selectieve maatregelen kunnen contraproductief zijn, omdat ze kunnen leiden tot stigmatisering, waarbij patiënten die recht hebben op de derde-betalersregeling, niet tegen hun arts in durven te gaan als die weigert dat systeem toe te passen. Tijdens de hoorzittingen in de commissie voor Gezondheid, onder andere over het wetsvoorstel dat ertoe strekt dat patiënten zonder geld op consultatie bij de huisarts kunnen, werd de al te grote willekeur aangeklaagd wanneer de arts beslist of hij al dan niet de regeling toepast. Door de derde-betalersregeling te veralgemenen, vermijdt men net willekeur en stigmatisering.
Ik wil hier dan ook even uit het persbericht van gisteren van het Vlaams Patiëntenplatform citeren: "In een volgende stap zouden wij bij het Vlaams Patiëntenplatform graag zien dat de derde-betalersregeling automatisch wordt toegepast. Nu moet elke zorgverlener voor zich beslissen of hij de derde-betalersregeling al dan niet toepast. Patiënten zullen dus moeten vragen om het systeem toe te passen. Dat creëert opnieuw een drempel. Een automatische regeling zou de financiële toegankelijkheid van de gezondheidszorg echt verhogen."
Alleszins adviseerde het Belgian Anti-Poverty Network affichering. Ik citeer: "Zolang de veralgemening van de derde-betalersregeling voor alle geneeskundige verstrekkingen in de eerste lijn geen realiteit is op het terrein en aangezien conventionering niet verplicht is, stellen wij voor om alle zorgverleners te verplichten om de patiënten te informeren over het al dan niet toepassen van de derde-betalersregeling." Wij hebben die aanbeveling als amendement bij de tekst in de commissie ingediend, zodat niet alleen de tarieven zouden worden geafficheerd, maar ook het toepassen of niet van de derde-betalersregeling. U wierp echter op dat dat zulks het wetsvoorstel complexer maakte en dat de discussie gescheiden moet blijven. Ik ben het daar niet mee eens. Ook al is de opheffing van het verbod op de derde-betalersregeling een positieve stap, zonder een verplichting tot de derde-betalersregeling is er ruimte voor meer willekeur en verwarring bij de patiënten. Het is perfect haalbaar om in het affichemodel te laten opnemen of de arts de derde-betalersregeling toepast of niet. Voor ons is dat eenzelfde discussie.
Mijnheer de minister, in De Standaard van 18 oktober zei u ook dat u wel wilt onderzoeken of een verruiming van de verplichte toepassing wenselijk is. We zien dus ook op dat vlak zaken bewegen en dat vinden wij zeer positief.
Desalniettemin is het punt van het Netwerk tegen Armoede duidelijk: zolang de derde-betalersregeling niet algemeen verplicht is, is het volgens ons nodig dat de arts afficheert of hij de regeling toepast of niet. Daarom dienen wij vandaag ons amendement opnieuw in en hopen wij dat men ons volgt, dat is onzes inziens een logische toevoeging. Het is zeer belangrijk voor de patiënt te weten of de derde-betalersregeling toegepast zal worden of niet.
16.05 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Eerst en vooral dank ik alle collega's voor de verrijkende debatten in de commissie en ook vandaag weer. De argumenten die hier op tafel gelegd worden, vind ik belangrijk en verdienen een antwoord.
Ik ga even terug in de tijd. Toen ik nog geen jaar geleden Parlementslid werd, was onderhavig voorstel een van de eerste die op mijn bureau belandden en maakte ik mij de bedenking hoe het mogelijk was dat zo'n tekst nog nooit was goedgekeurd, terwijl het mij toch vanzelfsprekend leek dat alle zorgverleners duidelijkheid over hun conventiestatus en over de tarieven die zij hanteren, aan de patiënten geven. Ik heb toen de elf amendementen bij de hand genomen. Die waren zeer leerrijk. Men leert zo waar de knelpunten zitten: bij één artsensyndicaat en bij andere organisaties. Op basis daarvan diende de meerderheid een aantal amendementen in, die wij in commissie toelichtten. Bij de bespreking ervan beloofden we ook ze ter advies aan diverse instanties voor te leggen om na te gaan of wij het juist hadden. Dat hebben wij ook gedaan. Wij hebben in de tweede adviesronde elf adviezen gekregen en die waren allemaal positief, met uitzondering van het advies van één artsensyndicaat, met name BVAS-ABSyM. Het ging hoofdzakelijk over technische correcties. Dat mag en moet ook gezegd worden. Hier en daar werden er ook wel bedenkingen en suggesties meegegeven. Ik wil die herhalen, want die komen ook terug in sommige bedenkingen van voorgaande sprekers.
Sommigen zeiden dat het wetsvoorstel goed is, maar dat het niet alles oplost. Er zijn inderdaad complementaire acties nodig. Ik heb dat ook in de commissie beklemtoond, mevrouw Depoorter. We werken stap voor stap en alleszins is het verhaal hiermee nog niet afgelopen. Ik heb in de commissie ook gewezen op het belang van een publiekscampagne, die er eindelijk moet komen om het publiek te informeren over de conventiestatus. Wij gebruiken dat woord hier, maar dat is in de wereld hierbuiten niet altijd evident. Mevrouw Depoorter, u klaagde ook aan dat de ziekenhuisfacturen nog steeds niet transparant zijn. Inderdaad, we lossen dat probleem hiermee niet op; wij moeten daarmee verder. Ik ben er vast van overtuigd dat we het publiek gezondheidswijzer moeten maken.
We moeten mensen ook duidelijk maken wat hun rechten zijn. In 2022 bestaat de wet op de patiëntenrechten 20 jaar. Dat is een uitgelezen moment om de patiëntenrechten nog te versterken. Men moet de mensen duidelijk maken dat er niet alleen de derde-betalersregeling is, maar dat ook tal van andere statuten korting op de zorgkosten met zich kunnen brengen.
Een andere bedenking luidde – ik kom daarmee ook terug op een opmerking van mevrouw Muylle en mijnheer Creyelman – dat de boete toch wat hoger had moeten liggen. Die was in het oorspronkelijke voorstel opgetrokken van 125 naar 1.000 euro. Wij hebben daar lang over gepalaverd, maar uiteindelijk beslist om de boete op 125 euro te houden. Zorgverleners zullen wel online of in de wachtzaal hun tarieven en hun conventiestatus moeten afficheren, wat voor de eerste keer een visuele controle mogelijk maakt. Tegelijk zullen ze wel worden afgestraft voor de supplementen die zij durven te vragen. Bovendien kan de boete in de toekomst altijd nog worden verhoogd.
Zoals in een advies werd gevraagd, hebben wij de apothekers van de regeling uitgesloten. Die worden namelijk via het RIZIV terugbetaald en bovendien moeten zij – u had daar zeker een punt – alles etiketteren en wordt dat stevig gecontroleerd.
Dat sterkt mij in de gedachte dat controle ook in dit geval mogelijk moet zijn, zowel door de Economische Inspectie als door de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV.
Wij hebben lang gediscussieerd over dat affichemodel, over de vraag of het aan ons om de definitie van de meest gangbare verstrekking te bepalen en om te zeggen hoe de lijst er moet uitzien. We hebben daar met de beroepsgroepen over gesproken en uiteindelijk was het heel duidelijk dat we het aan hen moesten overlaten. In de overeenkomstencommissies van het RIZIV zijn al die beroepsgroepen immers vertegenwoordigd en ik heb er alle vertrouwen in dat zij daar met kennis van zaken zullen kunnen zeggen welke de meest gangbare verstrekking is en een leesbaar model zullen kunnen ontwikkelen.
Ik heb al gezegd dat we hen de nodige tijd moeten geven. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, dan moeten we de minister vragen om al die overeenkomstencommissies te vragen hun job te doen en zo'n affichemodel te ontwikkelen. Wij moeten hen daarvoor een redelijke termijn geven. Op dit moment denk ik aan een jaar, maar we moeten dat halverwege evalueren en een stand van zaken opmaken om te zien of het lukt en waar er moet worden bijgestuurd. Dat is ook een heel belangrijk gegeven.
Ik kom nog heel even terug op de opmerkingen die hier door de collega's werden geformuleerd. Ik begin met u, mevrouw Merckx. U zei dat het goed is, een stap vooruit, maar dat die zorgkosten toch een bezorgdheid blijven. Ik deel uw mening. Er is het budget voor gezondheidszorg dat door het RIZIV werd goedgekeurd, namelijk 45 miljoen voor tandzorg, en ook de inzet van de mondhygiënisten, die nu eindelijk erkend zijn en het werk van de tandartsen kunnen verlichten. Verder is er ook de maximumfactuur, waar de drempel wordt verlaagd tot 250 euro voor de kwetsbare gezinnen.
U zegt dat dit nog niet genoeg is en mevrouw Depoorter vraagt wat men doet voor gezinnen die hier net buiten vallen. Zo ziet men natuurlijk waar de verschillen zitten, maar het is goed dat er iets gebeurt. Mevrouw Depoorter, ik ben in mijn thuisstad voorzitster van een bijzonder comité en ook daar kunnen mensen terecht voor financiële steun voor zorg, zelfs als ze niet het statuut van kwetsbaar gezin of individu hebben. Er worden dus echt wel inspanningen gedaan.
Dat brengt mij bij het derde-betalersysteem. In de commissie heb ik voorgesteld om dat er nu niet bij te betrekken, omdat het de zaken nog complexer maakt. Eigenlijk heb ik zonet argumenten gehoord om het derde-betalersysteem er nu niet bij te zetten. De discussie daaromtrent is namelijk nog niet volledig uitgeklaard, al zit er gelukkig wel beweging in de zaak. U kent ons standpunt. Wij zijn alleszins voorstander van een verplichte derde-betalersregeling voor kinderen en jongvolwassenen. Tijdens de hoorzittingen kreeg dat standpunt overigens veel bijval. We zijn er echter nog niet helemaal uit, wat precies het argument is om de discussie daarover apart te voeren. Met de beweging die op komst is, is het de moeite waard om dat apart te bekijken.
Eerder deze middag heb ik minister Kitir nog ondervraagd. Wij kunnen hier wel heel veel wetsvoorstellen bedenken en uitschrijven, maar we moeten nagaan of er ook gemonitord wordt. Ook voor de derde-betalersregeling is de monitoring en opvolging heel belangrijk. Als we zien dat het niet loopt zoals wij verwachten, kunnen en moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen en bijsturen.
Mevrouw Muylle, op wat u opmerkte over de sanctie, heb ik al geantwoord dat die wel krachtiger mocht zijn.
Mevrouw Depoorter, ik kom nu bij uw opmerkingen. Meerderheid of oppositie, ik vind het belangrijk dat we naar elkaar luisteren en daaruit leren. U had drie bekommernissen.
Uw eerste bekommernis is de communicatie met de patiënten. U hebt gelijk als u stelt dat een affiche niet alles oplost. Ik deel uw bekommernis. In principe wordt er verondersteld dat alle zorgverleners informeren. Op dat vlak wil ik u geruststellen. Het heeft niets met uw amendement te maken, maar twee dagen geleden heb ik toevallig in mijn mailbox een uitspraak ontvangen van het Hof van Cassatie, vers van de pers, daterend van 6 september 2021, tegenover de vzw Emmaüs. De rechter stelt heel duidelijk dat de zorgverstrekker op eigen initiatief de patiënt moet inlichten over de financiële gevolgen van een verstrekking. Met recht en reden. Die uitspraak maakt samen met ons voorstel dat amendement inhoudelijk overbodig. Ik geloof erin en het is ook bij het Hof van Cassatie zo uitgedragen. Er leeft duidelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel bij de zorgverstrekkers.
Het wetsvoorstel, de amendementen en subamendementen die wij geschreven hebben, zijn tien keer de revue gepasseerd bij diverse adviesinstanties. Ik stond soms versteld van die adviezen, maar ze waren wel belangrijk. Een aantal keren zijn we bijvoorbeeld door het RIZIV op de vingers getikt omdat we niet de juiste juridische terminologie gebruikten. Ook dat is wel belangrijk.
Het is niet dat ik uw bekommernis niet deel, maar ik aanvaard dit amendement niet, want het is niet geschreven op basis van een advies en het is ook niet ter advies voorgelegd. Ik weet nu uit ervaring dat dit heel belangrijk is.
Hiermee heb ik alle opmerkingen en bedenkingen beantwoord. Ik heb dat met veel respect gedaan, want men leert daar veel uit. Ik wil eindigen met een dankwoord aan alle mensen die hieraan meegewerkt hebben, ook alle mensen die in de commissie mee gedebatteerd hebben. Dat heeft mij als nieuweling ongelooflijk verrijkt. Ik ben er slimmer door geworden en het heeft me nog meer overtuigd, mevrouw Depoorter, dat dit geen eindpunt is. Het is een beginpunt, een eerste stap vooruit en we moeten daarmee verder. Ik hoop dan ook dat alle partijen dit wetsvoorstel uiteindelijk zullen goedkeuren.
16.06 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe partage pleinement l'objectif poursuivi par cette proposition de loi, à savoir améliorer la transparence des tarifs médicaux. Mais la démarche proposée ne nous paraît malheureusement pas suffisamment convaincante.
Je m'en explique. Nos collègues de Vooruit ont bien sûr tout à fait raison de s'inquiéter du fait que nombre de médecins ne respectent pas l'obligation qui leur incombe d'indiquer leur statut de conventionnement. Je crois aussi que de trop nombreux patients ne comprennent pas ce que signifie ce statut de conventionnement et ce qu'il implique pour leur portefeuille. Si nous pouvions commencer par faire respecter les obligations existantes, adopter un langage pédagogique et privilégier le dialogue avec le patient, cela serait déjà une très bonne chose.
Passer à un affichage des tarifs nous paraît toutefois plus complexe. Ces informations sont d'ailleurs déjà disponibles auprès des mutuelles ou encore sur le site officiel de l'INAMI. La complexité des tarifs est ainsi telle que l'information par affichage risque d'être faussée, par exemple selon que l'on bénéficie, ou non, d'un tarif préférentiel; sans compter l'incidence du dossier médical global, ou encore, d'un éventuel trajet de soins.
Résumer tout cela sur une affiche, dans une salle d'attente, sans plus d'explications, sans grille de lecture, nous paraît peu efficace. J'entends bien que les autrices de la proposition visent ici les prestations les plus courantes, et donc un affichage compréhensible, mais sans les préciser. Il ne faut donc pas créer dans le chef des patients des attentes qui ne pourraient pas être pleinement rencontrées pour tous.
Certains arguments me laissent d'ailleurs perplexe. Je cite un extrait du rapport, dans lequel Mme Jiroflée expliquait, en tout cas pour ce qui concerne les prestations les plus courantes, puisque c'est de cela dont il s'agit: "Leur affichage pourrait dissiper en partie la crainte du patient de recevoir une facture élevée; cette crainte entraînant une sous-consommation des soins de santé."
Je me permets de reprendre cet argument parce que si le patient se trouve déjà dans la salle d'attente de son médecin, cela signifie qu'il a déjà décidé de se faire soigner, ce qui nous fait penser que l'information doit plutôt venir en amont, pour susciter la consultation.
De plus, se faire soigner comporte aussi un coût de traitement en aval, inconnu à ce stade dans la salle d'attente, de sorte qu'un dialogue franc et transparent avec le médecin s'impose plus logiquement.
Enfin, je partage d'autres réserves qui ont été exprimées par certains collègues, comme par exemple les suppléments d'honoraires, qui pénalisent aujourd'hui les patients.
En conclusion, chers collègues, ne souhaitant pas compromettre la démarche entreprise par un vote négatif alors que nous ne sommes pas suffisamment convaincus pour exprimer un vote positif, l'abstention nous paraît, dès lors, constituer le vote le plus approprié.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (346/7)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (346/7)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Art.
2
• 12 – Kathleen Depoorter (346/8)
• 13 – Sofie Merckx (346/8)
* * *
* *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les
amendements et l'article 2.
Aangehouden: de amendementen en het artikel 2.
Adoptés article par
article: les articles 1 et 3.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 en
3.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
17 Proposition de loi interprétative de l'article 124, § 1er, d), de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances (1022/1-5)
- Proposition de loi interprétative de l'article 124, § 1er, d), de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances (1737/1-4)
17 Voorstel van interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (1022/1-5)
- Voorstel van interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (1737/1-4)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 1022: Melissa
Depraetere, Patrick Prévot, Christophe Lacroix, Kris Verduyckt, Albert Vicaire,
Dieter Vanbesien, Leen Dierick, Florence Reuter, Jasper Pillen, Egbert Lachaert
- 1737:
Anneleen Van Bossuyt, Katrien Houtmeyers, Michael Freilich.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw Van Bossuyt.
17.01 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag. Ik zal echter wel mijn uiteenzetting houden.
Collega's, dit voorstel van interpretatieve wet heeft betrekking op een problematiek die jammer genoeg steeds meer mensen treft. Steeds meer mensen worden geconfronteerd met schade aan hun woning door het inklinken van de bodem. Dat is een grondverzakking ten gevolge van aanhoudende droogte, die tot gevolg heeft dat huizen beginnen te scheuren. De schade om dat te herstellen, loopt vaak op tot in de tienduizenden euro's.
Voor deze schade bestaat een verzekering, met name de brandverzekering. In 2005 werd de wet uitgebreid, waardoor ook natuurrampen en meer bepaald aardverschuivingen en grondverzakkingen door de brandverzekering worden gedekt. Heel wat verzekeraars willen echter de schade te vergoeden, die door de aanhoudende droogte en het inklinken van de bodem aan de huizen worden veroorzaakt. Volgens hen valt dit niet onder die brandverzekering en zou een grondverzakking niet aan de definitie van een natuurramp beantwoorden. Dat is onterecht omdat bij de voorbereiding van de aanpassing van de wet inzake de brandverzekering van 2005 heel duidelijk was aangegeven dat het de bedoeling van de wetgever was om de mensen een zo ruim mogelijke dekking te geven.
Daarom hebben wij een voorstel van interpretatieve wet ingediend om die mogelijke onduidelijkheid, die er volgens sommigen was, op te helderen door te bepalen dat de schade aan woningen ten gevolge van het inklinken van de bodem door aanhoudende droogte wel degelijk door de brandverzekering wordt gedekt. Waarom kozen wij voor een interpretatieve wet? Omdat daardoor ook de schade die sinds 2005 is ontstaan door aanhoudende droogte kan worden gedekt en niet alleen de toekomstige schade. Mocht men een nieuwe wet maken, dan zou die natuurlijk enkel van toepassing zijn op toekomstige schade en niet op de reeds bestaande schade.
De staatssecretaris voor Consumentenbescherming was daarover een andere mening toegedaan. Ze zei dat ze wel wilde werken aan wetgeving, maar dan enkel met betrekking tot toekomstige schade. Daarom leggen wij een voorstel van interpretatieve wet op tafel. Ook van de meerderheid kwam een voorstel van interpretatieve wet, dat door een ruim aandeel van die meerderheid ondertekend was. De Open Vld-fractie ondertekende het niet, net omwille van het feit dat het voor de indieners enkel om toekomstige schade kon gaan.
Om zeker te zijn van de wettelijkheid van ons voorstel hebben wij een advies gevraagd aan de Raad van State. Dat advies liet duidelijk verstaan dat het wel degelijk de bedoeling was van de wetgever om die ruime dekking te geven, waarna ook de Open Vld-fractie haar kar heeft gekeerd en ze niet anders meer kon dan zich aansluiten bij het voorstel van interpretatieve wet om die problematiek aan te pakken.
Er waren in de commissie voor Economie dus twee voorstellen van interpretatieve wet, enerzijds een voorstel van de meerderheid, dat de Open Vld-fractie uiteindelijk toch mee ondertekend heeft, en anderzijds ons voorstel. De vraag rees toen op welke tekst vervolgens verder gewerkt zou worden, waarop wij het constructieve voorstel deden om mee het voorstel van de meerderheid te ondertekenen, maar blijkbaar zijn politieke spelletjes belangrijker dan het signaal te kunnen geven dat wij vanuit de Kamer samen aan de kar trekken, wat we tot dan toe altijd gedaan hadden met hetzelfde belang voor ogen. Het was blijkbaar een groot probleem dat wij zouden meetekenen.
Ik herinner me nog
heel goed de nieuwe politieke cultuur die premier De Croo en toenmalig
fractieleider van Ecolo-Groen Kristof Calvo aankondigden. Deze regering zou
zich onderscheiden door de nieuwe politieke cultuur, maar als het erop aankomt
geldt dat blijkbaar niet. Collega Depraetere, ik heb het niet kunnen zien, maar
heb gehoord dat ook u vorige week, tijdens de State of the Union en de
bespreking ervan, de woorden "nieuwe politieke cultuur" in de mond
hebt genomen, maar als het erop aankomt om die toe te passen, kan het blijkbaar
niet, wat ik ten zeerste betreur.
We hebben altijd een zeer constructieve houding aangenomen. Ook in de commissie zijn wij nooit te beroerd om voorstellen van wie ook mee goed te keuren als wij ons daarachter kunnen scharen. Omgekeerd gaat dat blijkbaar niet. Dat betreur ik ten zeerste. Wij willen geen politieke spelletjes spelen. Voor ons is het vooral belangrijk dat de consument de bescherming krijgt waar hij recht op heeft. De schade aan een woning door het inklinken van de bodem door aanhoudende droogte moet dus effectief worden terugbetaald door de verzekeraar. De N-VA-fractie zal het voorliggende voorstel daarom wel steunen.
17.02 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, de problematiek rond het voorstel van interpretatieve wet dat hier vandaag voorligt, treft natuurlijk hoe langer hoe meer mensen. De woningen van heel wat burgers in Vlaanderen die barsten, zijn immers op kleigrond gebouwd, terwijl die de voorbije jaren of in het verleden toch wel bepaalde periodes van droogte moesten ondergaan. Het is erg om vast te stellen dat verzekeringsmaatschappijen weigeren die schade te dekken, waardoor die eigenaars met een gepeperde factuur achterblijven, omdat de verzekeraars zich verschuilen achter onduidelijkheden in de wet. Dat leidt dan ook tot sociale drama's bij gezinnen en dergelijke.
Het gaat hier vaak over gebieden in West- en Oost-Vlaanderen, maar ook sommige gedeelten van Vlaams-Brabant. De huizen worden daar gebouwd op kleigrond die juist gevoelig is voor lange droogteperiodes. Die klei zwelt immers in bijzonder natte periodes, maar krimpt opnieuw wanneer er sprake is van langdurige droogte. De grond kan uiteindelijk verzakken en schade veroorzaken aan de huizen die erop gebouwd zijn. Volgens de huidige wetgeving van 2014 zouden de verzekeraars nu al verplicht zijn om die schade aan die woningen effectief te vergoeden.
Collega's, het is vooral straf dat de huidige wetgeving van 2014 de verzekeraars nu al verplicht om de schade aan de woningen te vergoeden. Wij zien echter dat sommige verzekeraars zich achter de interpretatie van de wet verschuilen, wat natuurlijk bijzonder spijtig is. Zij beweren onterecht dat de wet enkel van toepassing is op woningschade die werd veroorzaakt door aardbevingen of aardverschuivingen. Hierdoor ontsnappen zij aan hun verplichtingen.
Het is dan ook spijtig dat wij hier vandaag een voorstel van interpretatieve wet moeten goedkeuren om nogmaals de puntjes op de i te zetten. Ik denk dan bij mezelf dat een verzekering wordt afgesloten in de hoop ze nooit nodig te hebben. Wanneer iemand ze echter uiteindelijk nodig heeft, moet hij of zij ook op die verzekering kunnen rekenen.
Lange tijd hebben de ministers van de verschillende niveaus, zowel Vlaams als federaal, de vraag wie deze problematiek moest oplossen als een hete aardappel naar elkaar doorgeschoven. Mijn collega's in het Vlaams Parlement hebben de voorbije jaren regelmatig aan de boom geschud met de vraag om verantwoordelijkheid op te nemen.
Collega's, voor ons is het geen kwestie van wie de pluim op de hoed mag steken, voor ons is het vooral belangrijk dat wordt samengewerkt en dat het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, zoals dat met unanimiteit gebeurde in de commissie. Wij zitten hier allemaal om te zorgen voor een betere samenleving en om er onder meer voor te zorgen dat de bevolking niet in de zak wordt gezet door een verzekeraar als zij wordt geconfronteerd met een dergelijk probleem. Wanneer de wet hier vandaag wordt goedgekeurd, is dat in feite een verdienste van ons allemaal.
Het wetsvoorstel komt ook niks te vroeg. Wij zijn ook blij dat het hier vandaag kan worden goedgekeurd. U kan uiteraard vandaag net als in de commissie rekenen op onze steun.
Ik waarschuw bij deze echter tegelijkertijd de verzekeraars. Het kan nu immers wel zijn dat verzekeringsmaatschappijen zich hebben verscholen achter de wetgeving. Het kan echter niet de bedoeling zijn dat zij zich, nadat voorliggend voorstel is goedgekeurd, al meteen in de handen wrijven en verzekeringspremies en dergelijke duur maken omdat zij meer schadegevallen verwachten in de toekomst.
Mocht dat het geval zijn, zullen ze alvast tegen onze hand lopen, want dit zou gewoon schandalig zijn. In feite moesten zij volgens de huidige regelgeving de schadedossiers al uitbetalen. Het zou dan goedkoop zijn om in de toekomst die verzekeringspremies aan te passen ingevolge de wetgeving die vandaag wordt goedgekeurd.
17.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, laat me heel duidelijk zijn: mijn fractie, en ook ik persoonlijk, zijn blij dat hier vandaag een regeling voorligt, vooral om de vele zwaar getroffen slachtoffers te vergoeden.
Het klopt dat het dossier een lange historiek kent. De heer Van Lommel heeft er ook naar verwezen. Veel mensen zijn er mee bezig geweest, ook ik in de regering als minister van Economie. Het is nooit de bedoeling geweest om de hete aardappel door te schuiven. Binnen wetgevende kaders hebben we gezocht naar wat mogelijk was.
Ik herinner mij dat ik in 2020 op het kabinet een aantal situaties te horen kreeg van slachtoffers in Zuidwest-Vlaanderen en niet te vergeten in Henegouwen, Moeskroen en Doornik met veel kleigronden. Binnen de regelgeving hebben we toen bekeken wat er gedaan kon worden. Heel snel kwamen we uit bij de wet van 2005. Van de ombudsdienst Verzekeringen kregen we toen onmiddellijk de reactie dat die eigenlijk niet van toepassing was. Ik kom daar straks nog op terug.
We hebben dan onderzocht of er mogelijkheden waren via het Rampenfonds, want het gaat over algemene droogte. Het federale Rampenfonds was na de laatste staatshervorming echter naar de Gewesten overgeheveld. Er is toen een debat geweest in het Vlaams Parlement. Men heeft er bekeken of het onder de toepassing kon vallen van het Rampenfonds. Dat was echter niet het geval. Zo is de kwestie opnieuw op het federale niveau terechtgekomen.
Ik ben blij dat er hier vandaag een oplossing voorligt. Ik herinner mij dat de ombudsdienst in 2020 ook op de complexiteit heeft gewezen. De argumenten hiervoor zijn vandaag al aangehaald. Zoals zo vaak in verzekeringskwesties vroeg men zich af of er wel een verband tussen oorzaak en schade was. Men beweerde toen zelfs dat het krimpen van de grond geen verzakking was en dat de krimp van de hele ondergrond geen beweging is van een belangrijke massa van de bodemlagen, zoals de wet vereist. Sommige verzekeraars zeiden zelfs dat het helemaal niets met droogte te maken had.
Ik heb intussen ook ontevreden reacties gekregen, maar we zijn hier niet om de verzekeringsmaatschappijen te plezieren. We zijn hier om ervoor te zorgen dat de wetgeving van 2005 effectief wordt toegepast.
Ik was toen een beetje betrokken, ik heb hun dat ook geantwoord. Weinigen weten dat, maar ik heb een verleden in de verzekeringssector, ik deed onder andere brandverzekeringen. Ik herinner mij die discussie begin jaren 2000 over de uitbreiding van de polis met natuurrampen. Toen was de intentie zeer duidelijk om daarin zeer breed te gaan. Het is ook steeds de intentie van de wetgever geweest om dit te doen. Hetgeen hier vandaag voorligt, is dus hetgeen rechtmatig ook bedoeld was in 2005. Wij doen dat vandaag ook met de interpretatieve wet.
Voorzitter:
Valerie Van Peel, ondervoorzitster.
Président:
Valerie Van Peel, vice-présidente.
Ik vind het belangrijk dat er een oplossing komt, niet alleen naar de toekomst toe, maar ook met betrekking tot het verleden. Mensen hebben premies betaald en zijn ervan uitgegaan dat ze voor de geleden schade vergoed zouden worden.
Hetgeen hier vandaag voorligt is het werk van velen. Ik wil ook collega Dierick bedanken die voor ons het dossier gevolgd heeft in de commissie voor Economie. Ik wil ook alle initiatiefnemers van de verschillende voorstellen bedanken. Soms is een Pano-reportage nodig om dingen in beweging te zetten. Het is jammer dat zoiets eerst in de openbaarheid moet komen, want voorheen was het probleem niet groot genoeg of waren er niet genoeg slachtoffers. Het naar buiten brengen van het probleem heeft geholpen om een draagvlak te vinden. Ik wil alle collega's bedanken die een rol gespeeld hebben, want hetgeen voorligt, is wat reeds in 2005 de bedoeling was, namelijk om de mensen te vergoeden wanneer zij schade hebben, binnen het kader van de wet van 2005. Ik ben heel blij dat er vandaag een oplossing komt, die onze fractie heel graag steunt.
17.04 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, collega's, u hebt de problematiek van de droogte en de grondverzakking al goed geschetst. Ik zal de verschillende elementen niet herhalen, maar ik wil wel nog eens terugkomen op de wet van 2005.
Mevrouw Muylle, u herinnert die zich nog. Ik niet, want ik was er toen nog niet actief bij, maar ik heb bij de opmaak van dit voorstel wel de verslagen van toen opnieuw gelezen. Die zijn nog allemaal te vinden op de website van de Kamer. Dat is wel heel nuttig, omdat uit die verslagen letterlijk blijkt dat het toen inderdaad de bedoeling van de wetgever was mensen die hiermee geconfronteerd worden, te helpen en te beschermen. Dat was in 2005 de duidelijke opdracht die de wetgever aan de verzekeraars heeft gegeven: bescherm mensen die geconfronteerd worden met de gevolgen van natuurfenomenen; bescherm ze zo ruim mogelijk, en zorg ervoor dat zij niet opdraaien voor de schade, die soms oploopt tot tienduizenden euro's. Ik heb mensen gekend die zelfs meer dan honderdduizend euro schade hebben geleden. Dan gaat het wel over enorme bedragen.
Wie dat verslag van 16 jaar geleden leest, zal zien dat er toen ook discussie is geweest over de manier waarop dit exact in de wet moest worden geformuleerd en hoe ruim de interpretatie kon zijn. Op een bepaald moment in het debat werd voorgesteld om ruimte te geven aan de verzekeraars, aan de vrije markt, want de bedoeling van de wet was duidelijk en het zou wel in orde komen.
Nu, 16 jaar later moeten wij vaststellen dat het niet goed gekomen is en heel veel mensen daar intussen de dupe van zijn geworden. Natuurlijk was er 16 jaar geleden van droogte veel minder sprake dan vandaag. Dat speelt uiteraard ook wel mee. Het is in elk geval wel duidelijk dat het altijd de bedoeling is geweest mensen hiertegen te beschermen.
Ik meen dat dit voorstel van interpretatieve wet - iets wat hier niet vaak voorligt - een typisch voorbeeld is van hoe wij het wel kunnen regelen. Dat heeft de Raad van State ook heel duidelijk gezegd, zoals collega Van Bossuyt reeds aanhaalde. De tekst is ook aangepast aan alle opmerkingen die door de Raad van State zijn gemaakt. Zij zijn in de commissie ook toegelicht.
Het belangrijkste wat wij doen, is gewoon het achterpoortje sluiten en ervoor zorgen dat die mensen wel opnieuw beschermd worden. Het voordeel is dat het terug in de tijd gaat. Het geldt niet enkel voor mensen die er nu of in de toekomst mee geconfronteerd worden, maar ook iedereen die in de voorbije jaren hiermee te maken kreeg, zal op een oplossing kunnen rekenen. Ik vind dat een heel belangrijk principe.
Die wet is 16 jaar geleden goedgekeurd met een bepaalde bedoeling, maar de verzekeraars vonden op dag één een achterpoortje om niet te doen wat van hen gevraagd werd. Dan kan men twee dingen doen in het Parlement, meen ik.
Ofwel kunnen we dat gedrag van die 16 jaar, waarbij zij alles gedaan hebben om mensen niet te helpen, eventjes vergeten en ons focussen op de toekomst ofwel we kunnen ervoor zorgen dat iedereen die er al lang recht op had daar eindelijk een beroep op kan doen. De Kamer maakt de juiste keuze om dat te doen. Het voorstel werd in de commissie unaniem goedgekeurd en ik wil alle collega's daarvoor bedanken.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1022/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1022/5)
La proposition de loi compte 2 articles.
Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
- Vanessa Matz à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le suivi du rapport d’analyse de la gestion des voies hydrauliques" (55000186I)
- Nabil Boukili à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le rapport d'analyse de la gestion des voies hydrauliques" (55000188I)
- Yngvild Ingels à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Le rapport indépendant sur la gestion des inondations la semaine du 12 juillet 2021" (55000189I)
18 Samengevoegde interpellaties van
- Vanessa Matz aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De follow-up van het analyserapport betreffende het beheer van de waterwegen" (55000186I)
- Nabil Boukili aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het analyserapport betreffende het beheer van de waterwegen" (55000188I)
- Yngvild Ingels aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het onafhankelijke rapport over het beheer van de watersnood in de week van 12 juli 2021" (55000189I)
De interpellatie van collega Boukili vervalt wegens overmacht. Ik geef het woord aan mevrouw Matz voor 10 minuten.
18.01 Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, madame la ministre, je reviens encore sur le dossier de la gestion des inondations en région liégeoise. Ces inondations terribles ont coûté la vie à plusieurs dizaines de personnes et ont plongé des milliers de personnes dans un désarroi profond.
J'habite dans cette région et j'ai des contacts réguliers avec des associations, des sinistrés, des bénévoles. Il n'y a plus beaucoup d'espoir, l'hiver est presque là et de nombreuses familles vivent dans des conditions indignes d'un État de doit. Il n'y a pas d'eau chaude, il n'y a pas de chauffage, on sait à peine cuisiner.
La priorité absolue reste l'aide aux sinistrés. Vous avez annoncé que la cellule d'appui fédéral serait levée à la mi-novembre. Nous ne savons pas jusque quand la Défense sera sur place. Il reste beaucoup de travail pour faire en sorte que les sinistrés puissent passer l'hiver dans des conditions dignes.
C'est la priorité absolue de tous les gouvernements de ce pays, peu importe la répartition des compétences, qui ne compte pas sur le terrain!
Si la priorité absolue est à l'aide aux sinistrés, il reste des questions sans réponse. On s'est demandé si les sinistrés étaient intéressés par une commission d'enquête parlementaire.
Ce n'est pas cela qu'ils veulent. Ce qu'ils veulent, ce sont des réponses quant à ce qu'il s'est réellement passé. Il y a non seulement les familles endeuillées par la perte d'un proche, mais aussi comme je l'ai souvent dit, toutes ces familles qui n'ont pas perdu un proche mais qui sont néanmoins endeuillées après avoir vu toute une vie balayée en quelques instants.
Pour avancer, il faut comprendre. Ces familles doivent, comme lors d'un deuil, comprendre ce qu'il s'est passé et ne pas avoir l'impression que les uns et les autres se rejettent la balle ou restent les bras ballants, fatalistes, en disant n'avoir rien pu faire en raison de la puissance des flots ou des quantités anormales de précipitations, rien pu faire pour prévenir mais aussi pour secourir.
Nous ne pouvons pas nous satisfaire de cette réponse-là. D'autres formations politiques l'ont dit: il faut absolument des réponses. La Région wallonne a pris ses responsabilités, a mis sur pied une commission d'enquête et procède tous les vendredis à des auditions, et ce jusque fin janvier, pour arriver à une série de recommandations. Je sais que vous allez me répondre que vous avez, de votre côté, commencé à évaluer certaines choses, commandé des études pour la Protection civile ou mis en place des groupes de travail et de réflexion. Toutefois, je pense qu'il est important que chacun sache réellement ce qu'il s'est passé.
À ce titre, un élément important du dossier qui a, me semble-t-il, été absent de nos discussions et qui fait l'objet de cette interpellation, est le rapport d'analyse sur la gestion des voies hydrauliques commandé par la Région wallonne, principalement pour la question des barrages et de l'aménagement du territoire. Ce rapport comporte par ailleurs une vingtaine de pages sur les compétences fédérales et soulève une série de questions.
Il me semble y avoir un élément de plus sur lequel nous devons nous interroger et tirer des conclusions. Je relève principalement trois questions. La première concerne la communication et la mise en œuvre des arrêtés d'évacuation pris par le gouverneur de la province de Liège les 14 et 15 juillet derniers. Lors d'une précédente séance, vous m'avez répondu que ces arrêtés étaient bien évidemment contraignants. Dès lors, la première question qu'on se pose - ainsi que plusieurs bourgmestres l'ont souligné -, c'est "Comment a-t-on eu connaissance de ces arrêtés?".
C'est tombé parfois dans la boîte obscure d'une administration communale qui n'était pas relevée. On ne s'est pas assuré par un appel téléphonique ou une présence physique de la bonne réception de ces arrêtés ni de leur exécution. Cela reste une question sans réponse. Si le gouverneur de la province de Liège est évidemment l'auteur de ces arrêtés et qu'il devait donc, avec ses services, s'assurer de leur réception et exécution, il est dans cette qualité votre représentant dans cette mission. C'est un organe déconcentré qui ressortit de vous. C'est comme si vous agissiez pour que ces arrêtés d'évacuation puissent être effectivement pris, connus et surtout exécutés. On sait que cela n'a pas été le cas. Certains bourgmestres ont pris eux-mêmes des initiatives, d'autres n'ont pas eu connaissance de cet impératif venant de la province. Nous demandons clairement que vous puissiez évaluer la mission du gouverneur dans la gestion de la crise sur cet aspect très précis mais qui est crucial parce que si, effectivement, les zones avaient été évacuées, il y aurait probablement eu moins de décès ou pas de décès du tout.
La deuxième question que ce rapport soulève, c'est la question des barrages et de la raison pour laquelle ils ne sont pas repris dans la liste des infrastructures critiques qui sont fixées dans la loi du 1er juillet 2011 relative à la sécurité et à la protection des infrastructures critiques. Cette loi impose au Centre de crise national de mettre ce listing à jour. Les barrages ne faisaient pas partie de ces infrastructures critiques. Pourquoi?
Le troisième point que ce rapport soulève, c'est l'impossibilité d'établir, lors des inondations, un poste de commandement stratégique et opérationnel alors que l'arrêté royal du 22 mai 2019 prévoit sa mise en place en cas de crise. Je pense singulièrement à la question des attentats. Ici, nous sommes dans la planification d'urgence et on continue à se poser la question: pourquoi ce commandement opérationnel, ce pilote dans l'avion, n'a-t-il pas été mis en place malgré tous les rapports, toutes les auditions, tous les témoignages des intervenants de terrain? Tous disent la même chose: au fond, chacun a pris sa part comme ça sans très bien savoir ce que faisait un autre service ni chercher à se coordonner avec lui parce que chacun a agi dans l'urgence.
Et on ne peut pas le leur reprocher. Mais pourquoi n'y a-t-il pas eu la mise en place de ce moment qui est important? On me dira qu'il faut légiférer! Mais non! Les textes légaux existent et dès lors il n'y a pas besoin de légiférer.
Je souhaiterais avoir votre avis sur le rapport précité de la Région wallonne, connaître votre rôle dans la mise en œuvre des arrêtés d'évacuation, puisque le gouverneur vraisemblablement n'a pas agi avec la diligence nécessaire alors qu'il était, à ce titre, votre organe de représentation.
Pour quelle raison les barrages ne font-ils pas partie des infrastructures critiques? Pour quelle raison une unité de commandement opérationnelle n'a-t-elle pas été mise en place sur le lieu des inondations? Comment comptez-vous remédier aux lacunes?
D'autres membres l'ont dit, n'est-il pas temps de mettre en place une commission qui s'inscrirait dans la durée, non pas selon les circonstances, et qui apporterait des réponses aux sinistrés? C'est la moindre des choses que nous puissions faire. Je vous remercie.
18.02 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de voorzitster, zowel het Waals Parlement als de Waalse regering neemt de zaken in handen en zet de eerste stappen om te leren uit de crisis. Er was de oprichting van de parlementaire onderzoekscommissie in het Waals Parlement en er is een onafhankelijke studie besteld door de Waalse regering. Ook wij moeten de nodige stappen zetten om uit de ramp te leren. Dat is onze morele plicht.
In het rapport staan niet alleen heel veel interessante zaken voor het Waals Gewest, maar komen ook heel veel federale aspecten aan bod. De burgerbevraging die de onafhankelijke experts hebben gedaan, heeft mij heel erg gefrappeerd. Zo luidde een opmerking van veel burgers dat er een grote tegenstrijdigheid was alsook een gebrek aan betrouwbare informatie en antwoorden van de overheid. Er wordt niet gespecificeerd over welke overheid het gaat. Het gaat vooral over het niet nakomen van beloftes, wat zorgde voor frustratie en tijdverlies, omdat mensen zelf geen initiatieven konden nemen. Men getuigt ook van een ongezonde concurrentie tussen de verschillende vormen van hulpverlening. Een ander element dat heel scherp wordt gesteld, is dat sommige slachtoffers zich vandaag nog steeds in shock zijn, in een staat van grote verbazing of sidération en nog altijd niet begrijpen wat hen is overkomen. Zij willen weten hoe zo'n ramp mogelijk was en welke lessen er worden getrokken.
Bekijken we de vaststellingen in het rapport die voor het federaal niveau interessant zijn. Eerst en vooral blijkt dat de risico-inschatting, zowel bij de lokale overheden als bij de burgers, ondermaats was. Als burgers al kaarten bekijken, gaan ze ervan uit dat wie in een groene zone woont, veilig is, maar voor een groen ingekleurde zone geldt dat er een redelijk zwak risico op overstromingen is, wat niet wil zeggen dat er geen risico is. Alles begint dus bij voldoende risico-identificatie en bij het communiceren over risico's. Wij moeten echt actief aan de bevolking communiceren met welke risico's zij geconfronteerd kunnen worden.
Het rapport stelt ook vast dat de noodplanning zowel tussen de verschillende provincies als tussen de verschillende gemeentes van die provincies zeer heterogeen was. Er werden nooit multidisciplinaire oefeningen georganiseerd en ook het aspect evacuatie kwam te weinig aan bod. De communicatie aan de bevolking was op zijn minst gebrekkig, er kwamen onbetrouwbare antwoorden, sommige inlichtingen werd niet meegedeeld en de informatie was soms verkeerd of heel verscheiden. Er was daarnaast een gebrek aan coördinatie van de hulpverlening, zowel tijdens de acute crisis als achteraf. Iedereen heeft de solidariteit in de praktijk gezien met de acties van het Rode Kruis en allerhande initiatieven, maar er was bijna geen coördinatie. Eigenlijk vervulde het regionaal crisiscentrum eigenlijk enkel de rol van brievenbus.
Ik heb de documenten van het crisisbeheer opgevraagd en u hebt mij de verslagen van de verschillende vergaderingen bezorgd. Daarin zie ik dat u verschillende keren voorgesteld hebt om, indien de noodzaak zich aandiende, de federale fase af te kondigen. Elke keer werd dat voorstel ontkennend beantwoord, maar op donderdagnamiddag beslist u daar toch toe. Er vindt om 16.30 uur een COFECO-vergadering plaats, waar de directeur van het Crisiscentrum meedeelt dat de federale fase geactiveerd wordt, "mais néanmoins la manière de travailler avec les provinces impactées ne changera pas. Le rôle du fédéral reste celui d'une aide logistique et il organise le callcenter 1771." Ik vraag mij af hoe dat mogelijk is. In mijn ogen is de afkondiging van de federale fase een terechte beslissing. Daarmee hebt u uw verantwoordelijkheid genomen. Tegelijk zegt u aan de provincies dat er niets verandert en dat zij mogen voortdoen. Hoe zit het met de coördinatie van de hulpverlening? Hoe zit het met de opstart van de nazorg? Er was toch heel veel werk?
Niet alleen ik vind dat vreemd, een gouverneur vraagt zelfs: "Quelle est validité juridique pour les décisions prises par le CC-PROV en phase fédérale? Est-ce qu'on doit à chaque fois passer par le Centre de crise pour valider nos décisions?" Die vraag wordt niet beantwoord. Onduidelijkheid is troef.
Het is tijd dat we lessen trekken en dat we een en ander beginnen te organiseren. U stelde al de oprichting van een leercommissie in het vooruitzicht. Ik heb daar absoluut geen probleem mee. Ik vind dat een goede zaak. U hebt daarover gezegd dat die grondig werk moet leveren en dat daar verschillende partners bij betrokken worden, maar ook het Parlement heeft daarin een rol, mevrouw de minister. De bevolking voelde zich in de steek gelaten. Het is hoog tijd dat wij ook eens iets doen in het Parlement en dat wij hen niet opnieuw in de steek laten.
Mevrouw de minister, hebt u kennisgenomen van het rapport? Welke acties zult u ondernemen op federaal vlak?
Hoe ver staat het met de aanbesteding van uw leercommissie? Wanneer zal die er komen? Wanneer mogen we resultaten verwachten? Hoe kijkt u naar de rol van de regionale crisiscentra?
We hebben ook gezien dat er een compleet gebrek is aan harmonie tussen de provinciegouverneurs, uw commissarissen op het terrein. Er is een groot verschil in risicocultuur. Hoe kijkt u daarnaar? Welke acties zult u nemen om daaraan te remediëren?
18.03 Annelies Verlinden, ministre: Chers collègues, j'ai pris connaissance du rapport qui a été fait et il sera analysé avec attention, au cours des jours qui viennent, par le Centre de crise. Il sera analysé de manière détaillée pour savoir quelles actions devront être entreprises. Il est, néanmoins, important de souligner que ce n'est que le premier volet du rapport. On a annoncé une deuxième partie. Il est important d'également attendre le deuxième volet avant de nous prononcer sur tous les détails et sur toutes les actions. D'après moi, il est également important d'attendre les travaux de la commission d'enquête au Parlement wallon avant de nous prononcer. En outre, le rapport aborde, pour la plupart, des compétences des Régions. Je me limiterai, ici, aux questions que vous avez posées concernant les aspects fédéraux.
Concernant les compétences et les services fédéraux, je veux tout d'abord souligner que nous sommes là pour les victimes,. Nous restons présents. Il y a une date limite pour la CAF. Nous nous sommes mis d'accord sur la date du 15 novembre mais nous allons évaluer si il est encore nécessaire de prolonger la CAF et, si oui, nous le ferons. En cas de disparition de la CAF, en termes d'entités, d'organisation ou de structures, on pourra toujours apporter de l'aide via la protection civile. Au cas où la CAF serait limitée dans le temps, nous n'allons pas disparaître avec tous les services fédéraux. Nous nous concerterons avec tous les acteurs, ainsi qu'avec le gouvernement wallon et ses services. Il n'est pas question de partir trop tôt.
Comme vous le savez, et nous avons déjà eu l'opportunité d'en discuter à plusieurs reprises, la gestion d'une situation d'urgence se déroule en plusieurs phases. Lors de cette crise également, nous avons vécu ces différentes phases.
Les phases communales ont, tout d'abord, été lancées. Les phases provinciales sont, ensuite, intervenues. Elles ont été lancées le 14 juillet par les gouverneurs de Liège, Namur et Luxembourg. Le 15 juillet, en fin de matinée, ce sont les gouverneurs du Brabant wallon et du Hainaut qui les lançaient.
Comme l'arrêté royal de 2019 le prévoit, lors d'une phase provinciale, c'est le gouverneur qui prend en charge la coordination stratégique. Pour ce, il est assisté par un Comité de coordination qu'il préside.
Cependant, il faut savoir que, même dans une phase provinciale, conformément au cadre réglementaire, les bourgmestres impliqués dans la province appuient la coordination stratégique du gouverneur sur le territoire par la mise en œuvre des décisions qu'il a prises et par la prise de décisions complémentaires qui s'imposent, ce en concertation avec lui. Le même schéma est suivi au niveau de la phase fédérale. C'est le gouverneur qui assure la coordination stratégique, mais ce sont les bourgmestres qui appliquent les décisions sur le terrain.
Dans le cadre d'une phase provinciale, dans l'attente des décisions des gouverneurs, les bourgmestres peuvent prendre les mesures provisoires nécessaires en vue de limiter les conséquences de la situation d'urgence, en en informant immédiatement le gouverneur de leur province.
Comme cela a été constaté, même après le déclenchement de la phase provinciale, certaines communes ont déclenché une phase communale.
Il y a des interactions entre les deux. Vous êtes déjà au courant des rapports et de tout ce qui a été fait les 14 et 15 juillet 2021 au niveau fédéral. On a décidé, le 15 juillet 2021 à 14 h 30, de prendre en charge la coordination stratégique au niveau fédéral pour assurer le suivi. J'ai déjà expliqué les raisons de cette décision, due au fait que plusieurs provinces étaient touchées et qu'il y avait plusieurs victimes. Pour garantir une coordination stratégique, on a pris cette décision au niveau fédéral. Avant cela, s'étaient d'ailleurs tenues plusieurs réunions avec les gouverneurs qui avaient confirmé avoir encore le contrôle de la situation. L'analyse a été faite et, vu l'ampleur de la crise et les prédictions météorologiques à venir des 15 et 16 juillet, il a été décidé de déclencher la phase fédérale.
Comme je viens de l'expliquer pour la phase provinciale, lors d'une phase fédérale, ce sont les gouverneurs concernés, avec les bourgmestres, qui appuient la coordination stratégique du ministre de l'Intérieur sur leur territoire par la mise en œuvre de ses décisions et par la prise de décisions complémentaires qui s'imposent, en concertation avec lui. C'est ce que stipule l'article 28 de l'arrêté royal du 22 mai 2019. Là aussi, les gouverneurs sont concernés.
Madame Matz, madame Ingels, vous avez fait référence au rapport du Codeco, selon lequel des gouverneurs se demandaient s'il fallait toujours passer par le niveau fédéral.
Certaines décisions sont une implémentation des décisions prises par le Centre de crise et moi-même. Alors s'ils les exécutent, il ne faut plus passer par le fédéral. Si ce sont des décisions complémentaires, c'est à eux-mêmes de les motiver et de les formaliser. C'est la pratique actuelle basée sur le cadre réglementaire de la gestion de la crise.
Lors d'une phase fédérale, on a mis en place la cellule de gestion fédérale COFECO avec les gouverneurs qui sont chargés de préparer et de coordonner la mise en œuvre des décisions stratégiques pour faire face à la crise. La cellule d'évaluation qui se compose d'experts a conseillé le COFECO.
Les gouverneurs des zones impactées étaient entourés de leurs cellules de crise provinciales car ils devaient implémenter les décisions prises au niveau fédéral. Là aussi, les structures de crise résultant du déclenchement des phases provinciales ont été maintenues. Les gouverneurs pouvaient profiter de la présence de leurs propres cellules de crise provinciales pour implémenter les décisions. Il en va de même pour les bourgmestres.
En ce qui concerne les évacuations, certains bourgmestres ont pris des décisions d'évacuation avant la phase fédérale, déjà lancée le 13 ou le 14.
Vous vous rappelez peut-être que le gouverneur de la province de Luxembourg a également pris une décision d'évacuation des camps de jeunesse. C'était déjà fait avant la phase fédérale.
Le gouverneur de la province de Liège a également pris une décision d'évacuation le 14 juillet, également avant le déclenchement de la phase fédérale.
Cet arrêté du gouverneur de la province de Liège du 14 juillet prévoit clairement que la décision serait diffusée par le provincial par différents canaux, à savoir les bourgmestres de certaines communes comme Baelen, Chaudfontaine, Eupen, Limbourg, Pepinster, Trooz et Verviers. Il y avait également une communication via les zones de police et la police fédérale, les entités régionales et provinciales et le Centre de crise. Le gouverneur a pris cette décision, cet arrêté provincial, et ensuite, cela a été communiqué par ces canaux.
Comme vous l'avez dit, c'est contraignant. Les autorités communales et les services de police étaient chargés de faire appliquer l'arrêté, dans la mesure du possible. On sait très bien que ce n'est pas parce qu'on prend un arrêté que les gens sont informés. Il nous faut des systèmes pour informer les gens.
Dans l'organisation de la gestion de la crise qu'on connaît aujourd'hui, c'est aux autorités locales de préciser comment ces actions ont été exécutées ou devront être exécutées sur le terrain. C'est à elles, qui sont près du terrain, de prendre les décisions d'exécution.
Nous connaissons les systèmes d'alarme que nous utilisions auparavant. Nous avons décidé de les abandonner à cause de leur coût. À présent, nous utilisons par exemple le système BE-Alert.
D'après moi, il y a un point à travailler au sein de la commission d'apprentissage fédérale: comment améliorer la mise en œuvre de ces arrêtés d'évacuation? Il est vrai que si les gens n'ont pas de moyen de communication normal, ils ne liront par leurs mails! Je le comprends. Mais nous avons travaillé avec des systèmes connus. S'il faut changer, il y a des moyens pour optimaliser le système d'alerte et d'évacuation, ce qui fera l'objet d'une analyse au sein de la commission d'apprentissage fédérale.
Quand la phase fédérale a été lancée, on a encore donné des instructions pour des évacuations préventives après son déclenchement. Par exemple, le gouverneur du Limbourg a pu annoncer des évacuations préventives, alors que l'eau n'avait pas encore envahi toutes les communes. La prise en charge par la phase fédérale a engendré cette décision.
À votre deuxième question, à savoir comment la liste des infrastructures est-elle réalisée, je peux répondre que cela relève de la loi relative à la sécurité et à la protection des infrastructures critiques de 2011. Son champ d'application se limite aux secteurs de l'énergie, des transports, des finances, de la santé, de l'eau potable, d'infrastructures numériques et de communication électronique. Dans le cadre de cette loi, le Centre de crise national a un rôle de coordination et de conseil aux autorités sectorielles. Il incombe cependant à ces dernières d'identifier les infrastructures nationales et européennes relevant de leur compétence sur la base d'une analyse et de critères.
Le cadre législatif et politique concernant les infrastructures critiques connaît actuellement quelques évolutions au niveau européen. Une nouvelle directive, la critical entities resilience directive, remplacera la directive européenne sur les infrastructures critiques. Cette nouvelle directive donnera également lieu à un nouveau processus d'identification.
Dans le cadre de cette directive, l'approche spécifique – focalisée sur les risques d'origine humaine – de la législation actuelle relative aux infrastructures critiques sera étendue à une approche tous risques. C'est une question qu'on peut se poser concernant les barrages. Ceci devra mener à la mise en place de mesures de résilience au regard de divers risques au sein des entités critiques. La finalité de la directive reste d'assurer la continuité des services vitaux afin que les entités concernées puissent continuer à assurer leurs fonctions de base de manière optimale.
Les compétences ne sont pas transférées, c'est simplement le cadre légal pour les infrastructures critiques.
Vous demandiez également comment la coordination était organisée sur le terrain. On a parlé des Dir-PC-Ops qui pourraient être engagés. Dans les situations d'urgence, on peut avoir une coordination opérationnelle ou une coordination stratégique ou la combinaison des deux.
En présence sur le terrain de plusieurs opérateurs compétents, il est nécessaire de procéder à une coordination opérationnelle. À ce moment-là, il est décidé de mettre ou de ne pas mettre en place un poste de commandement opérationnel (PC-Ops) sur le terrain. Cette décision opérationnelle est appréciée en concertation par les services d'intervention impliqués sur le terrain en fonction de la nature de la situation.
En cas de déclenchement d'une phase, la coordination multidisciplinaire a également lieu au sein du comité de coordination de l'autorité compétente. Dès lors, l'absence d'un PC-Ops n'implique pas nécessairement l'absence de coordination. En vertu des réglementations actuelles, notre première tâche est la coordination et la facilitation dans le cadre des inondations du mois de juillet, et ce dans plusieurs réunions, même avant le déclenchement de la phase fédérale où, comme vous le savez, le Centre de Crise avait déjà organisé des réunions de suivi avec les gouverneurs. À ces occasions, il a demandé à de multiples reprises aux gouverneurs, dont celui de la province de Liège, de faire part de leurs besoins. À ce moment-là, le message est passé, et il appartient alors au gouverneur de décider si, sur le plan opérationnel, il est nécessaire ou non de recourir aux Dir-PC-Ops ou aux PC-Ops.
En tout état de cause, je ne cesse d'insister sur l'importance de l'évaluation de la gestion de la crise. Aujourd'hui, comme nous avons l'habitude de le faire, une évaluation sera réalisée sous la houlette du Centre de Crise, en étroite collaboration avec l'ensemble des partenaires impliqués dans la coordination stratégique.
Le but est de mettre en lumière les enseignements à tirer. Les gouverneurs seront également invités, avec leurs cellules de crise provinciales, à porter un regard critique sur la gestion de cette crise, y compris sur la gestion pendant les phases provinciales, les arrêtés d'évacuation et les décisions opérationnelles qu'ils ont prises par rapport au PC-Ops. Il est logique et évident que les plans d'urgence devront être adaptés afin d'y intégrer les leçons qui auront été tirées. En outre, comme vous le savez, nous allons lancer une commission d'apprentissage.
Mevrouw Ingels, u verwees ook naar de rol van de regionale crisiscentra en de interactie met hen. Het is zeker zo, ook in een crisis zoals we die gekend hebben in juli, dat niet enkel de federale Staat betrokken is bij de hele ketenbenadering, ook de deelstaten hebben een belangrijke rol te vervullen. Zij hebben daar overigens ook een bijzondere expertise in die vandaag al ingezet wordt voor het crisisbeheer. Het lijkt me dat hun inbreng en expertise belangrijk zijn in alle fasen van het crisisbeheer, van de informatie over de preventie en de opvolging tot de nazorg.
Ik wil niet vooruitlopen op de lessen die we hieruit moeten trekken, maar het lijkt mij dat een formalisering van de samenwerking tussen de deelstaten en het Crisiscentrum van belang is, precies omwille van de informatie-uitwisseling en de integratie. Zoals u allicht weet, hebben er in het verleden ook al gesprekken plaatsgevonden met de ministers-presidenten van de deelstaatregeringen om daartoe te komen. Naast het meer interdepartementaal karakter van het Crisiscentrum moeten we op die manier zeker ook zijn interfederaal karakter versterken.
Gelet op de timing ga ik het niet helemaal uit de doeken doen, maar met betrekking tot de informatie weet u dat wat de gemeentelijke en provinciale crisisplannen betreft, men die ANIP's (algemende nood- en interventieplannen) en BNIP's (bijzondere nood- en interventieplannen) opmaakt om aan noodplanning of crisisplanning te doen. Ze worden al dan niet aangevuld na bepaalde praktische multidisciplinaire oefeningen die men af en toe doet om de noodplanning te testen.
Het is aan de gouverneurs om te beslissen voor welke risico's zij een BNIP opmaken. Er zijn gouverneurs die dat hebben gedaan voor overstromingen en er zijn er die dat niet hebben gedaan. Dat laatste betekent niet altijd dat men niet voorbereid is, want men kan overstromingen uiteraard ook opnemen in het ANIP. Op die manier kunnen de noodsituaties zo goed mogelijk beheerd worden. Het lijkt me ook logisch dat we die plannen zullen actualiseren met de informatie die we nu hebben, om de lessons learned erin te integreren.
Ik wilde u nog een overzicht geven van een aantal multidisciplinaire noodplanoefeningen uit het verleden. In Vlaams-Brabant gebeurde dat in 2019 en in Oost-Vlaanderen en Antwerpen in 2018. In Limburg was er een gepland in 2020, maar dat kon door corona niet doorgaan. In Luik zijn er overstromingen geweest in 2016 en 2018 en die plannen zijn dus ook aangepast aan de reallife situatie die zich daar heeft voorgedaan. Dat verder optimaliseren is dus zeker een work in progress.
Dat is natuurlijk niet alles. Zoals u weet, organiseert het Crisiscentrum ook toelichtingen voor lokale besturen. Er zullen alvast minstens twee sessies worden ingepland in 2022 om nieuwe bestuurders, nieuwe burgemeesters op de hoogte te brengen van de wetgeving met betrekking tot de noodplannen, van de verschillende risico's en eventueel van de nood om dergelijke plannen voor hun grondgebied op te stellen of bij te werken. Dat is zeker iets wat gebeurt. Het is niet omdat we dat niet samenvatten in een grote commissie dat we de ervaring die we hebben niet meenemen. Het is onze verantwoordelijkheid om dit te verbeteren of te actualiseren.
Mevrouw Matz, in verband met uw twee specifieke vragen over het feit dat de gouverneurs hadden gezegd dat het dezelfde manier van werken was, moet ik de tekst van het verslag van het Crisiscentrum er opnieuw bijhalen, maar ik heb die hier nu niet bij. Mogelijks houdt dat verband met het feit dat het Crisiscentrum overleg had met de gouverneurs alsof er een federale fase was. Zonder de coördinatie over te nemen was er op 14 juli ook al regelmatig overleg, ook bilateraal, tussen het Crisiscentrum en de gouverneurs. Mogelijk heeft diezelfde manier van werken betrekking op het aantal vergaderingen en op de contacten die er waren. Ik zal dat nagaan.
Ik heb daarnet al iets gezegd over het al dan niet langs het Crisiscentrum moeten passeren. Dat is voor bepaalde beslissingen tijdens de crisis uiteraard niet nodig. Als men vragen heeft over de implementatie van beslissingen die op federaal vlak genomen worden, kan dat wel.
Ik blijf ter beschikking van het Parlement om over dit thema te debatteren. We moeten zeker een leercommissie lanceren. We hebben daar een bestek voor opgemaakt, dus dat zal in de komende weken gebeuren. Ik heb deze week in de commissie ook gezegd dat we ons huiswerk goed moeten maken. We zullen daar toch wel een vijftal maanden voor nodig hebben. Het is mijn bedoeling om dat samen met het Parlement te doen, zodat ook uw suggesties en ideeën, van personen die vaak ook een lokale verantwoordelijkheid dragen, kunnen worden meegenomen.
18.04 Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse exhaustive, reprenant toutes les références juridiques et techniques qui s'imposent. Cela faisait partie des questions que nous posions mais si on nous écoute dans la région liégeoise, je doute que vos propos soient clairs quant au rôle des uns et des autres.
Il y a une chose qui me semble en tout cas lisible, c'est le rôle du gouverneur de province – ou le non-rôle dans ce cas-ci. Vous avez rappelé que c'est lui qui prend en charge la coordination stratégique en cas de phase fédérale, que c'est lui aussi qui devait éventuellement imaginer une coordination opérationnelle, que le Centre de crise lui a demandé à plusieurs reprises s'il avait besoin de quelque chose. De toute évidence, d'après ce dossier, le rôle du gouverneur en province de Liège est particulièrement crucial et particulièrement interpellant quant à une série de missions dont il avait la charge.
Si, effectivement, certains bourgmestres ont pris des arrêtés d'évacuation complémentaires, il n'en demeure pas moins que le gouverneur avait, lui-même, pris pour certaines communes des arrêtés d'évacuation, à propos desquels les bourgmestres concernés disent ne pas les avoir reçus et n'avoir pu mettre les mesures en œuvre.
Ils sont extrêmement tardifs également: 14 et 15 juillet! Le 14 juillet, nous étions ici, nous parlions de la loi pandémie. À ce moment-là, nous avions déjà une idée. Par exemple, chez moi et dans ma commune, on avait déjà été inondé pendant la nuit. On sent le caractère tardif des arrêtés. Pourquoi? Parce que le numéro d'appel 1722 pour les demandes d'aide est activé le 12 juillet. Par contre, les arrêtés d'évacuation du gouverneur de la province de Liège ne sont pris que les 14 et 15 juillet. Avouez quand même qu'il y a quelque chose qui dysfonctionne! D'un côté, on active ce numéro parce qu'on se dit que quelque chose va se passer, de l'autre, les arrêtés d'évacuation sont pris trop tard. Non seulement, c'est trop tard mais on ne s'assure pas non plus de savoir si les destinataires sont bien au courant ni si ces arrêtés sont bien exécutés. Cela me pose vraiment question.
Vous me dites que vous allez associer les gouverneurs et que vous allez leur demander d'évaluer. Mais c'est le gouverneur de la province de Liège dont nous demandons l'évaluation. C'est sa mission qui doit être évaluée. Ce n'est pas lui-même qui va pointer les problèmes et vous dire "j'ai manqué" de discernement, j'ai agi tardivement". On sait bien que cela ne se passera pas comme cela. C'est vous, en tant que tutelle, qui devez l'évaluer tout comme les procédures qu'il a mises en place afin de savoir si, effectivement, les bourgmestres concernés étaient bien au courant. C'est trop facile de dire que les bourgmestres n'ont pas voulu, n'ont pas su, n'ont pas pu exécuter. Il fallait qu'ils sachent et qu'ils aient aussi les moyens de le faire et qu'on leur dise: "Attention, c'est très important." Je pense que vous devez vraiment évaluer la mission du gouverneur de la province dans les compétences qui sont les vôtres évidemment.
En effet, c'est sous votre autorité qu'il assure ses missions, principalement les ordres d'évacuation. Ces derniers continuent à poser problème; même si nous savons qu'il y a une moindre culture du risque en Belgique. Mais certaines communes l'ont fait. Et certaines communes ont pris leurs dispositions. Je voudrais vraiment insister à nouveau.
La commission d'apprentissage va-t-elle nous donner les éclaircissements à ce sujet? Je ne le pense pas. Je pense que c'est une fonction politique qui a été défaillante. Pendant tout votre exposé, ce n'est pas une fois, peut-être cinquante fois que vous avez cité: le gouverneur, le gouverneur, le gouverneur, dans des missions essentielles.
On se rend bien compte qu'il y a un problème. Il y a un problème de procédure, peut-être un problème de non-anticipation. En tout cas, on doit le savoir.
Vous dites que les gens pouvaient l'apprendre par B-Alert. Vous savez, j'ai reçu un sms de B-Alert le jour suivant, pour me dire: "Ne bougez pas de chez vous!" Tout était sous eau, nous n'aurions de toute façon pas pu bouger!
Voilà, il y a quand même une question. Il y a un problème. Je voudrais vraiment qu'on réfléchisse au-delà de la commission d'apprentissage; qu'on puisse être associé, dès maintenant, à une évaluation, à des auditions, afin de ne pas dire aux gens qu'on va reporter cela de plusieurs mois, qu'on verra bien, etc.
Je pense que les gens ont besoin de réponses maintenant, parce que c'est vraiment difficile pour eux. Et, pour pouvoir avancer, comme je l'ai dit, il faut des réponses. Je pense qu'elles doivent arriver rapidement. Je vous invite vraiment à réfléchir, ainsi que la majorité, à l'ensemble des procédures que nous pourrions mettre en œuvre pour avoir ces réponses pour les sinistrés.
18.05 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik maak mij wel heel veel zorgen over de timing. Ik begrijp dat u de zaken grondig wil doen en ik respecteer dat. Ik zou zeker en vast verder gaan met die leercommissie, maar ik denk dat er ook voor ons werk is. U zegt dat het Crisiscentrum dit zal beheren. U zei ook: we gaan de gouverneurs uitnodigen, maar we zijn drie maanden na de feiten. Waarom gaan we dat doen? Dat moest al gebeurd zijn. Ik maak mij heel veel zorgen over de timing die u vooropstelt.
Ik hoor sommige collega's zeggen dat bepaalde aanbevelingen van de coronacommissie kunnen helpen. Het klopt dat daarin nuttige zaken staan die hier van toepassing kunnen zijn, maar we hebben het hier over een heel ander risico. Er moet voorafgaand risico-informatie aan de bevolking worden gegeven, waarbij timing en communicatie essentieel zijn. Bij corona was er een opbouw. Hier hebben we met een plotse gebeurtenis te maken. Daarop moet men anders ageren. U zult een leercommissie opzetten, wat goed is, maar het Parlement moet die mensen ook kunnen horen. Ik denk dat er heel hard nood is aan een parlementaire onderzoekscommissie.
Collega's, als jullie geen voorstel van de oppositie willen steunen, mij goed, maar er zijn veel collega's van de meerderheid die mij al persoonlijk hebben gezegd dat ze dit ook willen, dat zij ook mensen willen horen, dat wij ook aanbevelingen kunnen doen. Kom dan zelf met iets, collega's. Ik weet dat ik mij niet tot u moet richten, mevrouw de minister, maar tot de collega's, maar het zou ook helpen als u zou zeggen dat u geen bezwaar hebt tegen een parlementaire onderzoekscommissie. Dat zou de meerderheid misschien motiveren om hierin mee te gaan of zelf met een voorstel te komen.
18.06 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, ik heb begrepen dat mevrouw Matz een motie heeft ingediend. Ik wil op mijn beurt een gewone motie indienen. Ik wil de Kamer ook vragen om de hoogdringendheid te aanvaarden, zodat wij ons vandaag nog over de respectievelijke moties kunnen uitspreken.
18.07 Vanessa Matz (cdH): J'ai oublié de dire que j'avais déposé une motion de recommandation. J'étais tellement emportée par mon sujet… Tout le monde sait que cela me prend aux tripes. J'ai donc bien déposé une motion de recommandation.
De voorzitster: Collega Verherstraeten vraagt dus de urgentie voor de stemming over deze moties. Kan iedereen daarmee instemmen? (Ja)
Goed.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Vanessa Matz et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu les interpellations de Mmes Vanessa Matz et Yngvild Ingels
et la réponse de la ministre de l'Intérieur, des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique,
- vu la loi provinciale du 30 avril 1836, en particulier son article 128;
- vu la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, en particulier son article 182;
- vu l'arrêté de police du gouverneur de la province de Liège du 14 juillet 2021 concernant l'évacuation préventive de la population des zones inondables (rouge et orange), dans le cadre des inondations;
- vu I'arrêté de police du gouverneur de la province de Liège du 15 juillet 2021 concernant l'évacuation préventive de la population située dans des zones particulièrement exposées, dans le cadre des inondations;
- vu le rapport d'analyse sur la gestion des voies hydrauliques, réalisé par l'Université de Liège, lors des intempéries de la semaine du 12 juillet 2021 commandé par le ministre wallon, M. Philippe Henry;
- considérant que ce rapport fait apparaître une série de difficultés qui relèvent de la compétence de l'autorité fédérale;
demande au gouvernement d'assumer ses compétences dans la gestion des catastrophes naturelles qui touchent une ou plusieurs régions du pays en:
- exécutant sans délai les recommandations de la résolution relative à la réforme de la Protection civile adoptée par la Chambre des représentants le 9 juillet 2020 (Doc 55 0947);
- réinvestissant tant en matériel qu'en effectifs dans la Protection civile pour que ce service soit pleinement opérationnel en cas de nouvelle catastrophe naturelle;
- insérant les barrages dans la liste des infrastructures critiques fixée dans la loi du 1er juillet 2011 relative à la sécurité et la protection des infrastructures critiques;
- chargeant le Centre de crise nationale de vérifier à chaque catastrophe naturelle la désignation d'une unité de commandement conformément au prescrit de l'arrêté royal du 22 mai 2019 relatif à la planification d'urgence et la gestion de situation d'urgence à l'échelon communal et provincial et au rôle des bourgmestres et des gouverneurs de province en cas d'événements et de situations de crise nécessitant une coordination ou une gestion à l'échelon national;
- évaluant, d'une part, la manière dont le
gouverneur de la province de Liège, sous l'autorité de la ministre de
l'Intérieur, s'est assuré de la bonne réception et de la mise en oeuvre
effective de ses arrêtés de police portant sur l'évacuation des personnes et a
assumé ses fonctions dans la gestion de la crise, et, d'autre part, les
procédures prévues en la matière."
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Vanessa Matz en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellaties van de dames Vanessa Matz en Yngvild Ingels
en het antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing,
- gelet op de provinciewet van 30 april 1836, en in het bijzonder artikel 128 van die wet;
- gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, en in het bijzonder artikel 182 van die wet;
- gelet op het politiebesluit van de gouverneur van de provincie Luik van 14 juli 2021 betreffende de preventieve evacuatie van de bevolking in de overstromingsgebieden (rode en oranje zones), in het kader van de overstromingen;
- gelet op het politiebesluit van de gouverneur van de provincie Luik van 15 juli 2021 betreffende de preventieve evacuatie van de bevolking die woont in de gebieden die tijdens de overstromingen in het bijzonder aan risico’s blootgesteld werden;
- gelet op het door de Universiteit van Luik opgemaakte analyseverslag over het beheer van de waterwegen tijdens het noodweer in de week van 12 juli 2021, dat besteld werd door Waals minister Philippe Henry;
- overwegende dat het genoemde verslag een aantal problemen aan het licht brengt die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen;
Verzoekt de regering haar verantwoordelijkheid op te nemen voor haar bevoegdheden in het beheer van natuurrampen die één of meer regio’s van het land treffen door:
- onverwijld de aanbevelingen uit te voeren van de resolutie betreffende de hervorming van de Civiele Bescherming, die op 9 juli 2020 door de Kamer van volksvertegenwoordigers aangenomen werd (Doc 55 0947);
- zowel in materiaal als in personele middelen voor de Civiele Bescherming te herinvesteren opdat die dienst volledig operationeel zou zijn in geval van een nieuwe natuurramp;
- de stuwdammen in de lijst van kritieke infrastructuur op te nemen, die vastgesteld werd bij de wet van 1 juli 2011 betreffende de beveiliging en de bescherming van de kritieke infrastructuren;
- het Nationaal Crisiscentrum de opdracht te geven om bij elke natuurramp na te gaan of er een eenheid van commando aangesteld werd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
- een evaluatie uit te voeren van de manier waarop de gouverneur van de provincie Luik, onder het gezag van de minister van Binnenlandse Zaken, zich verzekerd heeft van de goede ontvangst en de daadwerkelijke uitvoering van de politiebesluiten met betrekking tot de evacuatie van de burgers en waarop hij zijn functies in het crisisbeheer uitgeoefend heeft enerzijds, en van de ter zake geldende procedures anderzijds."
Une motion pure et simple a été déposée par
Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter De
Vriendt et Servais Verherstraeten.
Een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter De Vriendt en Servais Verherstraeten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
19 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
19 Urgentieverzoeken van de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions diverses en matière sociale, n° 2247/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, nr. 2247/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
19.01 Minister Meryame Kitir: De urgentie wordt gevraagd omdat een aantal zaken as soon as possible retroactief in werking moeten treden naar aanleiding van arresten van het Grondwetteljk Hof, bijvoorbeeld inzake de erkenning van mantelzorg of een aantal bepalingen inzake verloven.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence
est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant les lois relatives à la prévention des maladies professionnelles et à la réparation des dommages résultant de celles-ci, coordonnées le 3 juin 1970, n° 2251/1.
De regering heeft ook de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende wijziging van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, nr. 2251/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
19.02 Minister Meryame Kitir: De regering vraagt de urgentie omdat het hier gaat over de erkenning van de beroepsziekte voor werknemers bij een coviduitbraak op de werkvloer. De werknemers moeten zo snel mogelijk weten wat te doen voor de gedekte periode COVID sinds mei 2020.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence
est adoptée.
De urgentie
wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant transposition du code des communications électroniques européen et modification de diverses dispositions en matière de communications électroniques, n° 2256/1.
De regering heeft ook de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende omzetting van het Europees wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie, nr. 2256/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
19.03 Minister Meryame Kitir: Mevrouw de voorzitster, het genoemde voorontwerp van wet voorziet in de omzetting van de Europese richtlijn. De deadline daarvoor was vastgelegd op 21 december 2020. Het bevat ook diverse bepalingen die niet konden worden goedgekeurd door het ontslag van de vorige regering, waaronder het voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie.
De deadline voor de omzetting is inmiddels verstreken en de Europese Commissie heeft België bij brief reeds gewezen op de urgentie van de omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie.
De regeringsvorming heeft uiteraard ook een rol gespeeld in de opeenvolgende vertragingen in het dossier. Vanaf het aantreden van de huidige regering werd de omzetting als prioritair behandeld. Niettegenstaande dat, diende het dossier een heel traject te doorlopen via de federale ministerraad, het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie, het Overlegcomité en de Raad van State.
Gezien de boetes die kunnen worden gekoppeld aan het niet respecteren van EU-wetgeving en het belang van het dossier voor ons land, vraagt de regering de urgentie.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence
est adoptée.
De urgentie
wordt aangenomen.
19.04 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, l'urgence me semble justifiée par la démission du gouvernement mais il me semble qu'il y a déjà un petit temps que cette démission a eu lieu. Je ne vais dès lors pas pouvoir soutenir l'urgence.
La présidente: Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, n° 2257/1.
De regering heeft ook de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende de wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, nr. 2257/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
19.05 Minister Meryame Kitir: Mevrouw de voorzitster, de urgentie wordt gevraagd voor het wetsontwerp ter oprichting van een centrale databank. Proximus beheert een nummerdatabank die de grote meerderheid aan vaste en mobiele nummers bevat die in België in gebruik zijn. Op enkele kleine operatoren na, leveren alle operatoren abonneegegevens aan die databank. Die nummerdatabank wordt geraadpleegd door de nooddiensten wanneer zij een noodoproep ontvangen. Aan de hand van de databank kunnen de nooddiensten nagaan welk adres en welke oproeper verbonden is aan het nummer van de noodoproep. In dat opzicht is die databank absoluut essentieel in het licht van de volksgezondheid en de veiligheid. Die databank kan ook gebruikt worden door de leveranciers van telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten, om langs die weg de nodige gegevens voor de levering van diensten te bekomen.
Momenteel is er geen wettelijke basis voor die databank, het beheer ervan door Proximus is historisch gegroeid. Proximus heeft echter beslist om eind 2021 het beheer van die databank stop te zetten. Gelet op die beslissing en gezien het belang van dat dossier voor ons land, vraagt de regering de urgentie.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
20 Comité permanent de contrôle des services de police - Remplacement d’un membre
20 Vast Comité van toezicht op de politiediensten - Vervanging van een lid
Par lettre du 5 octobre 2021, M. Wouter Benoit, membre du Comité permanent de contrôle des services de police, communique qu’il souhaite mettre fin à son mandat avec effet le 1er janvier 2022.
Bij brief van 5 oktober 2021 deelt de heer Wouter Benoit, lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, mee dat hij zijn mandaat wenst te beëindigen met ingang van 1 januari 2022.
Le mandat de M. Wouter Benoit court jusqu’au 30 mai 2022.
Het mandaat van de heer Wouter Benoit loopt tot 30 mei 2022.
L'article 6, alinéa trois, de la loi organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de renseignements et de l’Organe de coordination pour l’analyse de la menace, stipule que le membre dont le mandat prend fin avant l’expiration du terme de six ans est remplacé, pour la durée restante du mandat, par son premier suppléant et, si celui-ci y renonce, par son second suppléant.
Artikel 6, derde lid, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse bepaalt dat het lid wiens mandaat een einde neemt vóór het verstrijken van de termijn van zes jaar voor de resterende duur van het mandaat wordt vervangen door zijn eerste plaatsvervanger, en indien deze daaraan verzaakt, door zijn tweede plaatsvervanger.
Lors de la séance plénière du 12 décembre 2019, Mme Ariane Braccio a été nommée premier membre suppléant de M. Wouter Benoit.
Tijdens de plenaire vergadering van 12 december 2019 werd mevrouw Ariane Braccio tot eerste plaatsvervangend lid van de heer Wouter Benoit benoemd.
Par courriel du 13 octobre 2021, Mme Ariane Braccio fait savoir qu’elle achèvera le mandat de M. Wouter Benoit.
Bij e-mail van 13 oktober 2021 deelt mevrouw Ariane Braccio mee dat zij het mandaat van de heer Wouter Benoit wenst te voltooien.
Mme Ariane Braccio sera invitée à prêter serment début janvier en qualité de membre du Comité permanent de contrôle des services de police.
Mevrouw Arianne Braccio zal worden uitgenodigd om begin januari de eed af te leggen als lid van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten.
21 Conseil central de surveillance pénitentiaire - Désignation du vice-président
21 Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen - Aanwijzing van de ondervoorzitter
À la suite de la désignation de M. Bart De Temmerman au cours de la séance plénière du 23 septembre 2021, tous les membres du bureau du Conseil central de surveillance pénitentiaire ont été désignés.
Als gevolg van de aanwijzing van de heer Bart De Temmerman tijdens de plenaire vergadering van 23 september 2021 werden alle leden van het bureau van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen aangewezen.
La Chambre peut par conséquent procéder à la désignation du vice-président du Conseil central de surveillance pénitentiaire.
De Kamer kan bijgevolg overgaan tot de aanwijzing van de ondervoorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Conformément à l’article 24, § 5, de la loi de principes du 12 janvier 2005 concernant l’administration pénitentiaire ainsi que le statut juridique des détenus, la Chambre désigne, en effet, un des membres du bureau en qualité de président et un autre en qualité de vice-président. Le président et le vice-président appartiennent à un rôle linguistique différent.
Overeenkomstig artikel 24, § 5, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, wijst de Kamer immers één lid van het bureau als voorzitter en één lid als ondervoorzitter. De voorzitter en de ondervoorzitter zijn van een verschillende taalrol.
Le président, M. Marc Nève, ressortissant
au rôle linguistique francophone, le vice-président doit être choisi parmi les
membres néerlandophones, à savoir MM. Pieter Houbey et Bart De Temmerman.
Aangezien de voorzitter, de heer Marc Nève, behoort tot de Franstalige taalrol dient de ondervoorzitter te worden gekozen onder de Nederlandstalige leden, zijnde de heren Pieter Houbey en Bart De Temmerman.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 20 octobre 2021, je vous propose de procéder à cette désignation au cours de la séance plénière du 10 novembre 2021.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 20 oktober 2021, stel ik u voor over te gaan tot deze aanwijzing tijdens de plenaire vergadering van 10 november 2021.
Étant donné la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous propose de suivre la procédure suivante:
Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, stel ik u voor de volgende procedure te hanteren:
- Les membres peuvent voter dès le vendredi 22 octobre 2021 jusqu’au mercredi 10 novembre 2021 à 16 h 00. Le bulletin de vote ainsi que le document parlementaire sont à leur disposition au Secrétariat général.
- De leden kunnen stemmen vanaf vrijdag 22 oktober 2021 tot woensdag 10 november 2021 om 16.00 uur. Het stembiljet en het parlementaire stuk liggen ter beschikking bij het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.
- L’urne contenant les bulletins de vote sera ouverte au cours de la séance plénière du mercredi 10 novembre 2021 dans la Salle 3.
- De urne met de stembiljetten wordt geopend tijdens de plenaire vergadering van woensdag 10 november 2021 in Zaal 3.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
22 Prise en considération de propositions
22 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
23 Motions déposées en conclusion des interpellations de
- Mme Vanessa Matz sur "Le suivi du rapport d’analyse de la gestion des voies hydrauliques" (n° 186)
- Mme Yngvild Ingels sur "Le rapport indépendant sur la gestion des inondations la semaine du 12 juillet 2021" (n° 189)
23 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van
- mevrouw Vanessa Matz over "De follow-up van het analyserapport betreffende het beheer van de waterwegen" (nr. 186)
- mevrouw Yngvild Ingels over "Het onafhankelijke rapport over het beheer van de watersnood in de week van 12 juli 2021" (nr. 189)
Ces interpellations ont été développées en séance plénière de ce jour.
Deze interpellaties werden gehouden in de plenaire vergadering van heden.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 186/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Vanessa Matz;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mmes Maggie De Block et Melissa Depraetere et MM. Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter
De Vriendt et Servais Verherstraeten.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 186/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Vanessa Matz;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Maggie De Block en Melissa Depraetere en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf, Wouter De Vriendt en Servais Verherstraeten.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
74 |
Oui |
Nee |
55 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(Mme Marie-Christine Marghem a voté comme
son groupe)
(Mme
Florence Reuter a voté comme son groupe pour ce vote et les deux suivants)
(Mme Nathalie Gilson et MM. Georges Dallemagne et Jean-Marc
Delizée ont voté comme leurs groupes pour ce vote et tous les suivants)
(Mevrouw Goedele Liekens heeft voor deze
stemming en alle volgende zoals haar fractie gestemd)
24 Wetsontwerp houdende wijziging van het artikel 2 van de wet van 22 juli 1985 betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie (2207/1)
24 Projet de loi modifiant l'article 2 de la loi du 22 juillet 1985 relative à la responsabilité civile dans le domaine de l'énergie nucléaire (2207/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2207/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2207/4)
(Mevrouw Katleen Bury heeft zoals haar
fractie gestemd)
25 Wetsontwerp houdende wijziging van artikel 179 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980 (2093/3)
25 Projet de loi modifiant l'article 179 de la loi du 8 août 1980 relative aux propositions budgétaires 1979-1980 (2093/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
136 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2093/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2093/4)
26 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie over COP26, de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties te Glasgow in november 2021 (2200/1-5)
26 Amendements réservés à la proposition de résolution sur la Conférence COP26 des Nations Unies sur le climat à Glasgow en novembre 2021 (2200/1-5)
Stemming over amendement nr. 6 van
Greet Daems op verzoek 16. (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 6 de Greet Daems à la demande 16. (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
127 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 7 van
Greet Daems op verzoek 20. (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 7 de Greet Daems à la demande 20. (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
127 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 8 van
Greet Daems op verzoek 21. (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 8 de Greet Daems à la demande 21. (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
113 |
Non |
Onthoudingen |
14 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 9 van
Greet Daems op verzoek 30. (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 9 de Greet Daems à la demande 30. (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
127 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 10 van
Greet Daems op verzoek 43. (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 10 de Greet Daems à la demande 43. (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
15 |
Oui |
Nee |
123 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 11 van
Greet Daems tot invoeging van een verzoek 44(n). (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 11 de Greet Daems tendant à insérer une
demande 44(n). (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
15 |
Oui |
Nee |
123 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 12 van
Greet Daems tot invoeging van een verzoek 45(n). (2200/5)
Vote sur
l'amendement n° 12 de Greet Daems tendant à insérer une demande 45
(n). (2200/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
11 |
Oui |
Nee |
110 |
Non |
Onthoudingen |
15 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
27 Geheel van het voorstel van resolutie over COP26, de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties te Glasgow in november 2021 (2200/1)
27 Ensemble de la proposition de résolution sur la Conférence COP26 des Nations Unies sur le climat à Glasgow en novembre 2021 (2200/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
105 |
Oui |
Nee |
17 |
Non |
Onthoudingen |
11 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2200/6)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2200/6)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(Mme Özlem Özen et M. Raoul Hedebouw
ont voté comme leurs groupes)
(M. François De Smet a voté pour)
28 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wat het afficheren van de tarieven door zorgverstrekkers betreft (346/1-8)
28 Amendements et articles réservés de la proposition de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en ce qui concerne l'affichage des tarifs par les dispensateurs de soins (346/1-8)
Stemming over amendement nr. 12 van
Kathleen Depoorter op artikel 2. (346/8)
Vote sur
l'amendement n° 12 de Kathleen Depoorter à l'article 2. (346/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
44 |
Oui |
Nee |
80 |
Non |
Onthoudingen |
11 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 13 van
Sofie Merckx op artikel 2. (346/8)
Vote sur
l'amendement n° 13 de Sofie Merckx à l'article 2. (346/8)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
27 |
Oui |
Nee |
108 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.
29 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, wat het afficheren van de tarieven door zorgverstrekkers betreft (346/7)
29 Ensemble de la proposition de loi modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, en ce qui concerne l'affichage des tarifs par les dispensateurs de soins (346/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 14) |
||
Ja |
110 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
24 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(346/9)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (346/9)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
30 Proposition de loi interprétative de l'article 124, § 1er, d), de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances (1022/5)
30 Voorstel van interpretatieve wet van artikel 124, § 1, d), van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (1022/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 15) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (1022/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(1022/6)
31 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 28 oktober 2021 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 28 octobre 2021 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 21.01 uur.
La séance est levée à 21 h 01.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 135 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 135 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
074 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe,
Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Vriendt Wouter, Defossé
Guillaume, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaut André, Gabriels Katja, Geens Koen, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Mathei Steven, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Patrick, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Vajda Olivier,
Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden
Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys
Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Vicaire Albert, Zanchetta Laurence
Non |
055 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders
Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet,
Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Smet François, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen
Marijke, Donné Joy, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya,
Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
132 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman
Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé
Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné
Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson
Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul,
Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri
Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Loones Sander, Marghem Marie-Christine,
Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie,
Thiébaut Eric, Troosters Frank, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel
Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden
Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys
Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
136 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd
Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens
Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien,
Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi
Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
011 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
127 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese
Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge
Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter,
De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau
Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai
Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
011 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
127 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese
Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge
Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter,
De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau
Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai
Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
011 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
113 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael,
Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels
Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones
Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky,
Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
014 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Gilissen Erik,
Pas Barbara, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom,
Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
011 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
127 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese
Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge
Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter,
De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau
Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai
Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
015 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De
Vuyst Steven, Fonck Catherine, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Prévot Maxime, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry
Non |
123 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese
Christoph, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel,
De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf
Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin
Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi
Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Troosters Frank, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den
Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
015 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De
Vuyst Steven, Fonck Catherine, Hedebouw Raoul, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Prévot Maxime, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry
Non |
123 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese
Christoph, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel,
De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf
Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut
Eric, Troosters Frank, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van
Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
011 |
Ja |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Non |
110 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal,
Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen,
Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Vajda Olivier, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
015 |
Onthoudingen |
Bury Katleen,
Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Gilissen Erik, Pas
Barbara, Ponthier Annick, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van
Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans
Vote nominatif
- Naamstemming: 011
Oui |
105 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bombled
Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vriendt
Wouter, De Wit Sophie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné
Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Vajda Olivier,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
017 |
Nee |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke,
Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Pas Barbara, Ponthier Annick, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Abstentions
|
011 |
Onthoudingen |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Dedecker Jean-Marie, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel
Maria, Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
044 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph,
Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Fonck
Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen,
Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
080 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Gabriels Katja, Geens Koen, Goffin Philippe, Hanus
Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf
Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
011 |
Onthoudingen |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
027 |
Ja |
Boukili
Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems
Greet, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke,
Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken
Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Non |
108 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis,
Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels Katja,
Geens Koen, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa,
Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri
Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem
Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Vajda Olivier, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els,
Van Peel Valerie, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Wollants Bert, Zanchetta
Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 014
Oui |
110 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel,
Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico
Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw
Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers
Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut
Eric, Troosters Frank, Vajda Olivier, Van den Bergh Jef, Van Grieken Tom, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino,
Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
024 |
Onthoudingen |
Anseeuw
Björn, Buysrogge Peter, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Freilich Michael, Gijbels
Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander,
Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote
nominatif - Naamstemming: 015
Oui |
132 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil, Briers Jan,
Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd
Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven,
De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van
der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten
Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |