Séance
plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 20 mai 2021 Après-midi ______ |
van Donderdag 20 mei 2021 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze
vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Alexander
De Croo, Ludivine Dedonder.
- Kris Verduyckt aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De klopjacht op een zwaarbewapende beroepsmilitair die op de OCAD-lijst staat" (55001641P)
- François De Smet aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De klopjacht op een zwaarbewapende militair" (55001642P)
- Steven Matheï aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De klopjacht op de militair die op de OCAD-lijst staat" (55001648P)
- Steven De Vuyst aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De klopjacht op een gewapende extreemrechtse militair" (55001652P)
- Catherine Fonck aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "Het in de gaten houden door Defensie van de militairen die op de OCAD-lijst staan" (55001653P)
- Guillaume Defossé aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De voortvluchtige militair en de strijd tegen extreemrechts" (55001654P)
- Kattrin Jadin aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De radicalisering van een militair" (55001657P)
- Jean-Marie Dedecker aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De rol van het OCAD en de klopjacht op een militair" (55001658P)
- Wouter De Vriendt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De voortvluchtige extreemrechtse militair" (55001660P)
- Jasper Pillen aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De voortvluchtige militair en onze nationale veiligheid" (55001662P)
- Khalil Aouasti aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De aanwezigheid van extreemrechts in het leger" (55001659P)
- Peter Buysrogge aan Ludivine Dedonder (Defensie) over "De voortvluchtige militair" (55001663P)
- Kris Verduyckt à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La traque d'un militaire de carrière lourdement armé figurant sur la liste de l'OCAM" (55001641P)
- François De Smet à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La traque d'un militaire lourdement armé" (55001642P)
- Steven Matheï à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La traque du militaire figurant sur la liste de l'OCAM" (55001648P)
- Steven De Vuyst à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La traque d'un militaire armé d'extrême droite" (55001652P)
- Catherine Fonck à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le suivi par la Défense des militaires fichés par l'OCAM" (55001653P)
- Guillaume Defossé à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le militaire fugitif et le combat contre l'extrême droite" (55001654P)
- Kattrin Jadin à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La radicalisation d'un membre de l'armée" (55001657P)
- Jean-Marie Dedecker à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le rôle de l'OCAM et la traque d'un militaire" (55001658P)
- Wouter De Vriendt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le militaire fugitif d'extrême droite" (55001660P)
- Jasper Pillen à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le militaire fugitif et notre sécurité nationale" (55001662P)
- Khalil Aouasti à Ludivine Dedonder (Défense) sur "La présence de l'extrême droite au sein de l'armée" (55001659P)
- Peter Buysrogge à Ludivine Dedonder (Défense) sur "Le militaire fugitif" (55001663P)
01.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, collega's, honderden politieagenten en militairen houden nu in Limburg met gevaar voor eigen leven een klopjacht op een extreemrechtse militair die bedreigingen uitte. Dat is in de eerste plaats triest.
De bedreiging op zich is niet nieuw. Het is reeds een hele tijd bekend dat er bij Defensie een kleine groep militairen extreemrechtse ideeën aanhangt. Het ergste van al is dat zij daar leren omgaan met zware wapens en trainen om mensen te doden.
Mevrouw de minister, toen ik u in de commissie ondervroeg over 30 potentiële risicogevallen op de lijst van de veiligheidsdiensten, gaf u in algemene bewoordingen aan dat men daaraan eigenlijk niet heel veel kan doen. Dat is waanzin. Het is waanzin dat een lid van verwerpelijke organisaties die ons land willen ondermijnen, dat reeds tuchtstraffen heeft gekregen en dat op de lijst van de veiligheidsdiensten staat, rekruten kan opleiden en toegang heeft tot zware wapens. Dat is natuurlijk onbegrijpelijk.
Het gaat hier natuurlijk niet om gewone ambtenaren. Het gaat hier over mensen die leren vechten op leven en dood. Ik vraag mij echt af wat er zou zijn gebeurd als de eerste stop van die man het marktplein van Leopoldsburg was geweest. Dat er vandaag nog geen doden zijn gevallen, is niet te danken aan het feit dat men erin geslaagd zou zijn om hem tegen te houden, maar alleen aan het feit dat de man nog niet geschoten heeft. Dat vind ik echt problematisch.
Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, ik besef dat er pas op het moment dat hij met zware wapens aan de haal ging, een grond was voor ontslag. Dat risico kan onze maatschappij niet nemen. Welke wetgeving hebben wij nodig om sneller te kunnen ingrijpen en om ervoor te zorgen dat dat soort extremisten geen toegang heeft tot zware wapens? Beter nog, wat hebben wij nodig om hen uit het leger te kunnen ontslaan, vooraleer ze een gevaar worden voor onze samenleving?
01.02 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la ministre, cette histoire est invraisemblable! Il y a en ce moment même une chasse à l'homme autour d'un homme armé suspecté de vouloir s'en prendre à un virologue et aux structures de l'État. Ainsi donc en 2021, il est possible en Belgique d'être militaire, d'être classé comme extrémiste sur la liste de l'OCAM et d'avoir accès à des armes. On a beau le retourner comme on veut, c'est le fond du problème. Ce fugitif figure sur une liste d'une trentaine de militaires suivis par les services de renseignement, et ce, en raison de leurs liens supposés avec des mouvements suprémacistes.
Madame la ministre, vous avez déjà eu l'occasion d'aborder ce dossier devant ce Parlement. Vous avez alors indiqué que ces informations devaient être interprétées prudemment, en ce qu'elles incluent des personnes pour lesquelles l'enquête pourrait conclure à l'absence de forme d'extrémisme. Oui, c'est vrai. Figurer sur une liste en tant que tel n'est pas répréhensible en soi. Mais je suppose, j'espère qu'aucun militaire ne se trouve sur la liste de l'OCAM juste pour avoir liké trois photos Facebook ou pour avoir volé un dessert à la cantine. La question majeure est la suivante. Que diable! Quels peuvent être les faits justifiant que quelqu'un se trouve sur la liste de l'OCAM mais ne justifiant pas que cette même personne puisse être suspendue ou exclue de l'armée? Sincèrement, c'est ma toute grande et principale question.
Par ailleurs, confirmez-vous qu'une trentaine de personnes sont toujours suivies, classées, fichées par la Sûreté de l'État dans l'armée? Pouvez-vous nous indiquer comment ces personnes, potentiellement dangereuses, sont surveillées? Ont-elles eu accès ou non à des armes qu'elles peuvent emmener à leur domicile? À la lumière de ces événements, n'estimez-vous pas, comme certains le soulignent, qu'il existe aujourd'hui un vrai problème dans les échanges de renseignements entre la Sûreté de l'État et les services militaires? Si oui, comment comptez-vous y remédier?
01.03 Steven Matheï (CD&V): Limburg en bij uitbreiding ons hele land staan al enkele dagen in rep en roer. Ondertussen is er een autosnelweg afgesloten, heel wat ongeruste ouders houden hun kinderen van school thuis en er is allerlei versterking aangevoerd. De situatie boezemt de inwoners van Limburg heel wat angst in. Tegelijkertijd worden ook de militairen in een slecht daglicht geplaatst, terwijl ze het eigen leven op spel zetten voor ons aller veiligheid. Het is dan ook niet meer dan logisch dat wij hier een paar vragen bij stellen.
Ten eerste, hoe is het mogelijk dat een beroepsmilitair die sinds juni 2020 op de OCAD-lijst staat, toch met zware wapens kan rondlopen?
Ten tweede, hoe is het mogelijk dat een militair als tuchtstraf als het ware de sleutels van het wapendepot krijgt? Het is alsof men een pyromaan bewaker laat zijn van een benzinedepot.
Tot slot, hoe is het mogelijk dat tegen een militair met een extreemrechts gedachtegoed, die opgevolgd moet worden, geen maatregelen genomen kunnen worden?
Wij van CD&V vragen in de eerste plaats een snel en diepgaand onderzoek. Het is triest dat het leger op die manier onnodig imagoschade lijdt.
In de tweede plaats vragen wij dat er op basis van de resultaten van dat onderzoek ook duidelijke maatregelen genomen worden.
Tot slot willen wij ook een oproep doen aan iedereen, ook in het halfrond hier, om extremisme in elke vorm te veroordelen. Immers, woorden doen ertoe. Woorden op de sociale media zijn de munitie van individuele losgeslagen gevallen zoals de voortvluchtige militair.
Mijnheer de eerste minister en mevrouw de minister, welke stappen zult u ondernemen of hebt u al ondernomen om een onderzoek in te stellen?
Welke maatregelen kunnen wij nemen om dergelijke feiten de toekomst te vermijden?
01.04 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, sinds gisteren zijn we op zoek naar een zwaarbewapende beroepsmilitair die eergisteren vier antitankraketten en ander zwaar wapentuig uit de kazerne van Leopoldsburg heeft gestolen. We hebben heel sterke redenen om aan te nemen dat de man in kwestie van plan is om in ons land een aanslag te plegen.
Dat is wel frappant, want de man is bekend bij de militaire inlichtingendiensten en staat op de lijst van het OCAD gecatalogeerd als potentieel gevaarlijke extremist wegens extreemrechtse overtuigingen en opvattingen en wegens zijn contacten. De man kreeg al disciplinaire sancties opgelegd voor de verspreiding van haatdragende boodschappen en het uiten van doodsbedreigingen op sociale media, onder meer aan het adres van Marc Van Ranst. Daarom werd hij overgeplaatst, zeg maar gedegradeerd, uit een functie van militaire politieagent naar logistiek beheerder van wapendepots. Hij had dus toegang tot munitie. Zo zet men de kat bij de melk. Door de VRT werd het treffend omschreven: het is alsof iemand met een alcoholprobleem wordt overgeplaatst naar de kantine om er als barman te worden tewerkgesteld.
Mijnheer de premier, mevrouw de minister, hoe is dat kunnen gebeuren? Heeft dat te maken met een gebrekkige doorstroming van informatie bij de inlichtingendiensten of met laksheid? Of minimaliseert men de invloed van en de infiltratie door extreemrechts in het leger? Wat er ook van zij, op het moment lopen wij nog altijd het gevaar het slachtoffer te worden van een aanslag door een extreemrechtse terrorist.
Mijnheer de premier, mevrouw de minister, zult u de militaire politie doorlichten, specifiek wat screening van haar kandidaten betreft? (…)
De voorzitster: Uw tijd zit erop, mijnheer De Vuyst.
01.05 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, les détails de cette chasse à l'homme viennent d'être rappelés par les collègues, avec ce militaire potentiellement dangereux et lourdement armé. Je ne vais pas reprendre son histoire mais plutôt me concentrer sur les très nombreuses questions que pose la situation qui se produit aujourd'hui et qui, disons-le, doit être particulièrement difficile à vivre pour tous ceux qui sont menacés. Je pense notamment à Marc Van Ranst et à sa famille.
Madame la ministre, la situation était connue, puisque le pedigree dangereux de cet homme était bien connu des services de sécurité et de renseignement, mais aussi de la Défense. Il était dans le viseur de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace (OCAM), il était dans le viseur du Service de renseignement militaire, et ce non pas depuis un mois mais bien depuis l'été dernier.
Selon plusieurs journaux, il avait été transféré de la caserne de Peutie à celle d'Evere, en assistance logistique, tout en étant responsable de la fourniture des armes et des munitions. Selon le journal Het Nieuwsblad, il avait également fait l'objet d'une nouvelle peine disciplinaire, qui avait entraîné le retrait de son habilitation de sécurité fin 2020, déjà pour des menaces proférées à l'encontre de Marc Van Ranst.
Madame la ministre, de quelles informations disposiez-vous concernant cet individu et son suivi? Comment justifiez-vous qu'une personne fichée par l'OCAM et plusieurs fois sanctionnée par l'armée puisse encore avoir accès à des armes? Quelles mesures ont-elles été prises? Je pense notamment à ce rôle potentiel d'influence auprès de jeunes recrues, puisqu'il fut en charge, notamment, des formations de tir.
Quelles initiatives avez-vous prises pour renforcer les mesures qui, manifestement, étaient insuffisantes? Pour seule réponse, vous proposez une enquête interne, mais qu'attendez-vous réellement d'une enquête interne, à part qu'elle n'enfonce des portes ouvertes, puisque l'individu était déjà fiché par l'OCAM et avait été sanctionné par l'armée?
Madame la ministre, il faut surtout agir. Screener est une chose, neutraliser est indispensable.
01.06 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la ministre, en ce moment-même, un radical d'extrême droite lourdement armé, formé au combat et au tir par notre Défense nationale, est en cavale! Nous n'avons actuellement aucune idée de la façon dont cette histoire va se terminer et nous ne pouvons qu'espérer que tout le monde s'en sortira sain et sauf.
La menace terroriste d'extrême droite au sein de la Défense n'est pas nouvelle. Nous savons qu'une trentaine de personnes radicalisées y sont présentes et actives. Mon groupe interpelle régulièrement le gouvernement à ce propos. Le patron des services de renseignement, dans les médias, et vous-même, madame la ministre, en commission, nous assuriez encore le mois dernier que les procédures existaient pour restreindre la menace et que le danger n'était finalement pas si élevé. Or, aujourd'hui, nous ne pouvons que constater que ces procédures n'ont pas empêché une personne fichée par l'OCAM de prendre des armes dans une base militaire et de repartir armé de ces mêmes armes. Et attention, il n'est pas ici question de petites armes, mais bien de lance-roquettes, de fusils mitrailleurs et d'armes de poing, de quoi mener une véritable guérilla! C'est très interpellant.
Monsieur le premier ministre, plus largement, nous nous interrogeons sur le maintien de ces personnes au sein de la Défense, mais également de toute personne potentiellement dangereuse dans les services publics, impliquant l'accès à des armes et à des lieux sensibles. Il est évident que l'on ne peut sanctionner une personne pour ses idées à partir du moment où leur expression reste dans le cadre de la loi. En l'occurrence, cet homme avait été arrêté en juin 2020 pour avoir proféré des menaces de mort contre Marc Van Ranst, le virologue. En outre, la Défense avait elle-même déposé une plainte contre lui pour racisme.
Monsieur le premier ministre, madame la ministre, comment est-il possible qu'il n'ait pas été mis à l'écart? Quelles procédures ont-elles été mises en place pour suivre cette personne? Quelles procédures sont-elles mises en place pour les autres individus potentiellement dangereux au sein d'autres services sensibles? Comment se fait-il qu'une personne radicalisée puisse rester membre de la Défense et avoir accès si facilement à des armes? Comment la coordination s'est-elle faite entre les services de renseignement et la Défense et au sein même de cette dernière?
01.07 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, madame la ministre, les événements qui se déroulent au Limbourg posent une multitude de questions, et tout d'abord en ce qui concerne les orientations politiques de cet individu. Ont-elles été émises au sein du corps militaire? Ont-elles été propagées au sein du corps militaire?
Ensuite vient la question des armes que cet ex-militaire a pu se procurer. Madame la ministre, monsieur le premier ministre, comment est-il possible qu'il ait eu accès à des armes aussi lourdes que des lance-roquettes? Comment ont-elles pu être emportées? Comment n'a-t-on pas pu mieux contrôler ce processus?
Enfin, que va-t-il se passer avec ces 30 militaires qui sont surveillés par le Service Général du Renseignement et de la Sécurité (SGRS) depuis un certain temps déjà? Pour mon groupe et moi, il est évident qu'ils n'ont pas leur place au sein de l'armée et qu'ils n'auront jamais plus leur place au sein de celle-ci. L'enquête interne que vous avez lancée, madame la ministre, doit être tout à fait claire et transparente sur les informations que nous attendons et que toute la population belge est en droit d'attendre.
01.08 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, ik weet niet of ik moet lachen of huilen, omdat wij een militair hebben die zo goed getraind is dat de rest van het leger hem zelfs niet vindt. Het is beschamend.
Mevrouw de minister, ik weet niet of ik moet lachen of huilen, omdat iemand die twee keer een tuchtstraf kreeg wegens extremistische ideeën, die daardoor zijn job bij de militaire politie al verloor, die daardoor werd opgepakt door de politie en verhoord door het parket en die op de lijst staat van de Veiligheid van de Staat, een loper krijgt om in het wapenarsenaal binnen te gaan.
Mevrouw de minister, kan u mij uitleggen hoe iemand vier antitankraketten, een P90-automatisch geweer, een handvol granaten, tweeduizend kogels, een handgeweer en een kogelvrije vest ongezien en ongecontroleerd kon meenemen? Kan u mij vertellen waarom de camcorder niet werkte en die man niet is gefilmd in ons leger?
Mevrouw de minister, kan u mij aangeven waarom onze Veiligheid van de Staat niet heeft gewerkt? Wij hebben nochtans twee inlichtingendiensten en ook het OCAD, die de extremisten in de gaten moeten houden, waaronder een 38-tal extreemrechtse personen, een 13-tal extreemlinkse personen en voor het overige de jihadisten. Mevrouw de minister, kan u mij uitleggen waarom dat niet heeft gewerkt?
Kan u mij vertellen waarom de ADIV, de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, die er speciaal voor het leger is en waarvoor 600 mensen werken, niet in staat is om een militair – er staat immers maar één militair op de extreemrechtse lijst van de Veiligheid van de Staat – in de gaten te houden? Mevrouw de minister, ik vraag mij echt af of de ADIV een instituut voor doven en blinden, dan wel een veiligheidsinstelling is.
01.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, in tegenstelling tot de vorige spreker, wil ik eerst en vooral een woord van dank formuleren voor onze veiligheidsdiensten, die hard op zoek zijn naar die militair. Ik hoop dat zij echt succes kunnen boeken.
Collega's, laat dit een wake-upcall zijn. Voor wie het nog niet was opgevallen, extreemrechts is een bedreiging voor onze samenleving en voor onze veiligheid. Hebben wij die dreiging niet onderschat? Eigenlijk wel. Sinds 2016 zetten onze veiligheidsdiensten en onze Veiligheid van de Staat vooral in op de strijd tegen het jihadisme, wat volledig terecht is, maar wij hebben toen al gewaarschuwd om ook die andere dreiging niet uit het oog te verliezen.
Mevrouw de minister, de vragen moeten worden beantwoord. Het gaat om een rechts-extremist, geseind door het OCAD, met een verleden van doodsbedreigingen. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een dergelijk persoon met een heel wapenarsenaal onder zijn arm naar buiten loopt? Vier raketlanceerders en een P90-machinegeweer, dat valt toch niet uit te leggen? Er zijn fouten begaan en wij willen daarover de nodige uitleg.
Er zijn nog andere vragen. Waren het leger en zijn militaire eenheid eigenlijk wel op de hoogte van zijn OCAD-seining? Dat zou toch moeten. Klopt het verhaal dat de betrokkene vanwege eerdere racistische uitspraken op het internet gedegradeerd werd tot wapendrager, waardoor hij gewoon rechtstreeks toegang had tot de wapenmagazijnen? Dat is toch de kat bij de melk zetten? Daar kan ik met mijn verstand niet bij.
Hoe streng is de controle binnen Defensie, binnen ons leger, als iemand, een militair, toegang wil tot wapens? Naar onze mening is het logisch als die persoon ook een veiligheidsmachtiging kan voorleggen. Ik ga er daarbij van uit dat een persoon die geseind is door het OCAD of die op een zwarte lijst staat vanwege extreemrechtse sympathieën geen veiligheidsmachtiging krijgt. In dat geval zaten we niet in de miserie die we vandaag kennen.
Mevrouw de minister, ik kijk met bijzonder veel interesse uit naar uw antwoorden.
01.10 Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, een jaar geleden waarschuwde de voormalige OCAD-topman al dat rechts-extremisten de gezondheidscrisis via het internet proberen te recupereren. Het bleken jammer genoeg profetische woorden, want al twee dagen wordt gezocht naar een militair met dergelijke ideeën.
U kondigde gisteren al meteen een uitgebreid onderzoek aan. De juiste vragen moeten inderdaad worden gesteld. In de eerste plaats moeten we nagaan hoe het zover is kunnen komen. Hoe kunnen haat en desinformatie tot dergelijke acties leiden en dergelijke proporties aannemen?
Ook omtrent Defensie moeten vragen worden gesteld. Waarom was er geen betere opvolging, hoewel de man op de OCAD-lijst stond? Op die lijst staan, zijn veiligheidsmachtiging verliezen en toch het beheer van zware wapens mogen doen, hoe kan dat? Was er onvoldoende doorstroming van die informatie of werd er niets mee aangevangen? Het onderzoek moet daarop antwoorden verschaffen. Het OCAD en de procedures met betrekking tot de noodzakelijke veiligheidsmachtigingen lijken gewerkt te hebben, maar wat ging er dan precies mis bij Defensie?
Het is echter belangrijk niet de fout te maken alleen op dit geval te focussen. We moeten ook lessen op lange termijn trekken wat betreft het omgaan met personen die worden opgevolgd, de veiligheidsprocedures en het wapenbeheer. Het is niet normaal dat iemand zomaar met antitankwapens aan de haal kan gaan.
Mijnheer de eerste minister, structureel ingrijpen is de boodschap. Het personeelstekort bij Defensie is gekend en ik krijg signalen dat ook dit dossier daaraan gelinkt is. Deze regering ondernam daartegen actie en 10.000 nieuwe militairen worden gerekruteerd. Dat is terecht, maar het is prioritair dat screening en opvolging van deze nieuwe militairen wordt gegarandeerd. De kwantiteit moet altijd ondergeschikt zijn aan de kwaliteit.
Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, kunt u een eerste stand van zaken geven over het onderzoek dat u hebt bevolen? Kunt u bevestigen dat dit onderzoek alle aspecten zal omvatten, zowel op het vlak van Defensie als op het vlak van het toenemend rechts-extremisme in de samenleving, maar ook bij Defensie?
01.11 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, la Défense – qui compte aujourd'hui plus de 24 000 femmes et hommes de qualité, servant notre État de droit et notre démocratie – se voit malheureusement montrée du doigt en raison de la gangrène que constituent une trentaine d'individus d'extrême droite, tous suivis par le SGRS, comme l'annonçait encore le général-major Philippe Boucké au début du mois.
Ce suivi n'a pourtant pas empêché Jürgen Conings, militaire et adhérent à cette philosophie meurtrière qu'est l'extrême droite, de se doter d'armes lourdes et de passer à l'action mardi, en disparaissant et laissant derrière lui une lettre contenant des menaces d'attentat contre les structures de l'État, les politiques en général, le virologue Marc Van Ranst et sa famille en particulier et, à travers lui, la communauté scientifique. Dans cette même lettre, il indique être prêt à une confrontation jusqu'à la mort avec les forces de l'ordre. Ces dernières – plus de 250 policiers et 90 soldats, auxquels nous exprimons notre solidarité – sont toujours en ce moment à pied d'œuvre pour mettre hors d'état de nuire le terroriste, vraisemblablement caché dans le parc national de la Haute-Campine, où sa voiture a déjà été retrouvée, piégée avec des grenades.
Ces éléments rendent difficilement compréhensible qu'un adhérent d'extrême droite, fiché comme extrémiste violent par l'OCAM en raison de ses sympathies et suivi effectivement par le SGRS, soit en activité.
Madame la ministre, vous avez été claire dans vos discours en déclarant publiquement que l'extrémisme n'a pas sa place à la Défense. Vous avez été ferme dans vos actes, notamment en déposant plainte auprès du parquet contre un ancien militaire ayant participé en uniforme à la Boum 2.
Madame la ministre, monsieur le premier ministre, comment expliquer qu'un militaire fiché comme extrémiste violent par l'OCAM et apparemment muté pour ce motif à une fonction logistique puisse se retrouver en possession d'un tel armement? Quid du screening des éventuels profils similaires au sein de la Défense? Enfin, madame la ministre, que comptez-vous entreprendre pour lutter davantage que vos prédécesseurs contre le racisme et la xénophobie au sein de la Défense? Un screening périodique – qui viendrait après le seul profilage au moment de la sélection – pourrait-il être envisagé pour éviter une radicalisation violente?
01.12 Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de minister, u maakt in uw functie geen hoogdagen mee op dit moment. Sinds uw aantreden maakt u er eigenlijk al een zootje van: een heide die in brand vliegt, geen fysieke proeven meer voor nieuwe militairen, een falend digitaal loonsysteem, een C-130 die per se in Beauvechain moest staan. Dat is jammer voor al die hardwerkende en bekwame militairen.
Vandaag beleven we alweer een nieuwe episode met een korporaal die met een heel wapenarsenaal de kazerne buiten wandelt, zogezegd om schietoefeningen te gaan houden. Hoe kan zoiets gebeuren? Dat is voor ons de kern van de discussie. Oorlogsmateriaal kan blijkbaar zonder checks en dubbelchecks zomaar mee naar huis worden genomen, terwijl er de afgelopen tijd toch heel wat alarmbellen waren.
Vorige zomer werd deze persoon al door het parket aangehouden wegens doodsbedreigingen en werd hij als potentieel gewelddadige extremist op de OCAD-lijst geplaatst. Als sanctie werd hij toen naar Leopoldsburg verplaatst, zogezegd om daar toegang te kunnen krijgen tot wapens en munitie. Hoe pijnlijk kan het zijn?
Na aanhoudend wangedrag kreeg hij in december alweer, volgens de media dan toch, toen was u al minister, een bijkomende tuchtstraf. Zijn veiligheidsmachtiging werd ingetrokken, maar hij bleef vlotjes toegang krijgen tot die munitie.
Exact een maand geleden werd u door collega's in de commissie ondervraagd over de aanpak van extremisme in het leger. U had toen blijkbaar geen behoefte om op een of andere manier op te treden tegen mensen op de OCAD-lijst.
Collega's, laat ons duimen voor een goede afloop in dit verhaal, maar ongeacht de afloop, mevrouw de minister, is de verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn, inclusief uzelf, verpletterend.
Daarom hebben wij de volgende vragen voor u, mevrouw de minister.
Klopt het dat de betrokkene op de OCAD-lijst als potentieel gevaarlijke extremist stond? Hoe komt het dat iemand met een dergelijk profiel kon blijven functioneren en toegang had tot wapens en munitie?
Wat denkt u over uw verantwoordelijkheid en die van de hele hiërarchische lijn?
01.13 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, dames en heren, ik zal deze vragen samen met de minister van Defensie beantwoorden.
Le Conseil national de sécurité s'est longuement penché ce matin sur l'affaire dont nous parlons. Les services de sécurité ont d'emblée pris cette situation très au sérieux. Le dossier a été fédéralisé et l'enquête est entre les mains du procureur fédéral.
Het OCAD heeft ook een analyse gemaakt met betrekking tot deze persoon. Men heeft bepaald dat het voor hem om dreigingsniveau 4 gaat, terwijl het algemene dreigingsniveau van ons land op 2 blijft.
Depuis mardi soir, la situation a été fédéralisée. Le parquet fédéral et le Centre de crise dirigent les opérations. Actuellement, plus de 400 personnes sont en train de balayer un certain périmètre pour essayer de résoudre une situation dangereuse.
Uit de eerste analyses die besproken werden in de Nationale Veiligheidsraad vanmorgen, blijkt dat de betrokkene sinds 17 februari 2021 op de OCAD-lijst staat. De minister van Defensie zal straks meer details geven over de manier waarop Defensie is omgegaan met de informatie die doorgegeven is.
In de Nationale Veiligheidsraad hebben wij een eerste analyse gemaakt. De opdracht voor Defensie is zeer duidelijk: de interne procedures en de interne controles moeten absoluut worden aangescherpt. Het is onaanvaardbaar dat iemand die door onze veiligheidsdiensten beschouwd wordt als potentieel gevaarlijk een vrije toegang tot wapens kan hebben. Samen met de minister van Defensie heb ik deze morgen zeer duidelijk die boodschap gegeven. Wat wij hier zien – dit soort toegang voor iemand die op die manier geboekstaafd staat – is onaanvaardbaar en wij verwachten dat Defensie hieromtrent zeer snel actie onderneemt.
De façon générale, notre pays se trouve au niveau 2 de la menace établi par l'OCAM depuis janvier 2018. Cela ne veut pas dire que nous ne devons pas être vigilants. Nous restons vigilants. Nos services de sécurité le font. La liste de l'OCAM est une manière de cartographier la menace de la part de certaines personnes dans notre pays.
De OCAD-lijst bevat ook personen die men lone actors noemt.
Initieel werd die lijst opgemaakt om de jihadistische dreiging in kaart te brengen. Sinds een aantal jaren is meer en meer dreiging afkomstig vanuit extreemrechts. Het OCAD bevestigt dat vandaag één beroepsmilitair op deze lijst stond. Vandaag staan er meer en meer mensen met een extreemrechtse achtergrond op die lijst.
Ceci rejoint une analyse de sécurité plus générale. La menace qui provient de l'extrême droite a clairement gagné du terrain ces dernières années. Outre la menace djihadiste, la menace de l'extrême gauche et de l'extrême droite est de plus en plus présente dans notre pays.
Laat het zeer duidelijk zijn, jihadisten, extreemrechts en extreemlinks doen er alles aan om hun aanhang te radicaliseren door tegenstanders te ontmenselijken, door een redenering aan te houden van wij tegen zij, door mensen te beschimpen, door mensen te bedreigen, door mensen weg te zetten en door te dreigen met fysiek geweld. Wie anders leeft, wie andere ideeën heeft, moet aan de kant gezet worden. En als het moet, is men bereid daar geweld voor te gebruiken.
Laat het zeer duidelijk zijn. In onze maatschappij is er geen plaats voor haatspraak, geen plaats voor ongebreideld racisme, is het oproepen tot haat en geweld onaanvaardbaar. Of het nu gaat om virologen, om wetenschappers, of om politieke tegenstanders, oproepen tot geweld is bij wet strafbaar en is iets wat wij als maatschappij nooit kunnen aanvaarden.
Dans notre société, il n'y a pas la moindre place pour cela, ni auprès des autorités, ni auprès de nos services de sécurité, qui ont comme mission de tous nous protéger. Nous ne pouvons pas tolérer ceci au cœur de notre société, et certainement pas au cœur de nos services de sécurité. Qu'ils soient corrompus de l'intérieur est clairement quelque chose que nous ne pouvons que condamner. C'est une chose contre laquelle nous allons entreprendre des actions.
Repressie is één element. Repressie zal echter nooit de totale oplossing zijn voor de uitdaging waarmee wij worden geconfronteerd. Ingaan tegen haat en geweld moet ook lokaal gebeuren. Dat moet ook gebeuren door mensen die weten wat er leeft op het terrein en door maatwerk.
Le point de départ de la lutte contre chaque forme d'extrémisme, de terrorisme ou de radicalisation reste une société inclusive, une société où tout le monde compte et où personne n'est mis sur le côté. Dès lors, mon message final est le suivant: ne nous laissons pas diviser par des situations telles que celle-ci. Je vous remercie.
01.14 Ludivine Dedonder, ministre: Madame la présidente, Jürgen Conings est militaire depuis 1992. Jusqu'en 2019, il a mené une carrière sans histoires comme fusilier et sniper. Il a été déployé en opération et a ensuite intégré la police militaire. À partir de 2019, il a progressivement été repéré par le Service Général du Renseignement et de la Sécurité, notamment pour sa proximité avec des mouvements d'extrême droite. Il a tenu des propos racistes sur Facebook, après quoi l'état-major a réagi en portant plainte auprès de la police. Lorsque le dossier a été classé sans suite par le parquet, quatre jours d'arrêt simple lui ont été infligés.
En juin 2020, il a été muté dans une fonction de support, en appui des instructeurs chargés de la préparation aux missions à l'étranger. Il avait accès à des armes et munitions pour les mettre à la disposition des militaires qui étaient formés. Toujours en 2020, son habilitation de sécurité lui a été retirée en raison de menaces proférées sur Facebook.
Dans ce cas-ci, l'individu était donc suivi et une enquête approfondie était en cours. Des mesures avaient été prises (plainte au pénal, sanctions disciplinaires, retrait de son habilitation), mais force est de constater que cela n'a pas suffi. Jusqu'aux événements de ces derniers jours, le comportement de l'intéressé n'avait par contre plus été jugé problématique par sa hiérarchie.
Il n'est pas acceptable que ce type d'individu ait accès à des armes. Dès que ces comportements sont apparus, il aurait dû ne plus avoir accès à des armes et faire l'objet d'un suivi plus strict par sa hiérarchie militaire.
Een organisatie die verantwoordelijk is voor de veiligheid van ons land en haar bevolking, moet in staat zijn om te allen tijde de eigen taken en interne processen uit te voeren zonder compromissen te moeten sluiten. De recente ontwikkelingen tonen dat er geen sluitend kader meer is op het vlak van veiligheid.
Malgré toutes les difficultés, je suis résolue à agir fermement, comme je l'ai déjà fait à l'égard de militaires ou d'anciens militaires qui sont injurieux, racistes ou sexistes sur les réseaux sociaux ou qui bafouent l'uniforme en l'utilisant à des fins politiques.
Er is geen plaats bij Defensie voor extremisten en fascisten. Op korte termijn zullen harde maatregelen worden genomen, zoals een toegangsverbod tot kwartieren of wapenkamers, een schorsing, alsook, in geval van gedrag dat onverenigbaar is met het militaire statuut, ontslag.
Des contrôles de sécurité sont effectués lors du recrutement. Ils ne suffisent plus. J'étudie, depuis plusieurs semaines, une modification de la loi sur les habilitations de sécurité et des règles sur le screening des candidats militaires. Je souhaite pouvoir multiplier les vérifications tout au long de la carrière des militaires, mais aussi de celle des civils. On étudiera la possibilité de lier ces screenings à l'accès aux armes et matériels dangereux.
Ik wil ook niet dat het harde werk en de reputatie van de duizenden andere militairen teniet wordt gedaan door enkelingen die geen plaats hebben bij Defensie. Defensie telt duizenden hardwerkende mensen, in al hun diversiteit, die zich dag in, dag uit inzetten in het belang van ons land en zijn bevolking.
Er lopen meerdere interne onderzoeken naar wat zich de voorbije dagen heeft afgespeeld. De nodige diensten, waaronder de ADIV, en middelen werden gemobiliseerd. Het inspectoraat-generaal is gestart met een onafhankelijk onderzoek, dat zal moeten uitwijzen of er lacunes in de huidige procedure zijn en op welke manier die dan zo snel mogelijk kunnen worden opgevuld.
Op basis van de resultaten van de onderzoeken zullen duidelijke keuzes moeten worden gemaakt. Op zeer korte termijn heb ik de CHOD gevraagd de nodige maatregelen te nemen om de veiligheid en de veiligheidsprocessen aan te scherpen, in het belang van de organisatie en de maatschappij. Op het vlak van personeelsbeleid zal ik er alles aan doen om orde op zaken te stellen en een evenwichtig, veilig en compleet hr-beleid neer te zetten.
Ce n'est pas par hasard que je me suis attaquée dès ma nomination à la recapitalisation des femmes et des hommes qui composent la Défense. C'est en les renforçant qu'on pourra les aider à remplir leurs missions à l'égard de la Nation et à faire en sorte que la Défense ne soit pas perméable à ces idées nauséabondes.
Monsieur Buysrogge, j'hérite du chaos, oui, mais du chaos dont vous êtes à l'origine par votre désinvestissement dans ce département, pour avoir fermé les yeux, atténué la norme, accepté ce qui n'était pas acceptable, pour avoir alimenté depuis des années le populisme et la haine de l'autre. Oui, ce type d'individu, avec ce gouvernement, n'aura plus sa place à la Défense. Avec ce gouvernement, nous mettrons tout en œuvre pour avoir ce second souffle tant nécessaire à la Défense.
01.15 Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, er zijn nog veel open vragen en ik vermoed dat de antwoorden daarop in de komende weken en maanden zullen volgen. Ik heb hier vandaag veel terechte verontwaardiging gehoord, want op één na hebben alle partijen hier vandaag het woord genomen.
Het is goed om extremisme te veroordelen, maar verontwaardiging op zich volstaat uiteraard niet, er moet ook echt iets gedaan worden. De wet laat vandaag immers toe dat mensen lid zijn van schimmige organisaties die ons land ondermijnen om vervolgens in het leger bijvoorbeeld te leren hoe men mensen moet doden. Dat is iets wat echt niet kan, we mogen dat niet wegwuiven.
Voor Vooruit is er alleszins een lijn overschreden. Wij hebben een wetsvoorstel ingediend om extremistische groeperingen aan te pakken. We zullen daar zeker verder aan werken want extremisten horen niet thuis bij Defensie. Zij maken ons leger te schande terwijl onze soldaten en de hele samenleving beter verdienen.
01.16 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses qui ont le mérite de l'honnêteté. Vous admettez qu'il y a eu négligence. Vous admettez même qu'il y a eu négligence structurelle. Je suis d'accord avec vous, jamais un tel individu, dès le moment où des menaces ont été proférées, n'aurait dû se retrouver autorisé à avoir accès à des armes. Après ce constat, j'espère que vous n'en resterez pas là.
L'armée est un corps essentiel de l'État, qui mérite la confiance des citoyens. Il ne doit pas être éclaboussé plus que cela par le comportement inadmissible de quelques-uns. En luttant contre cette gangrène, c'est la relation de confiance entre l'armée et les citoyens qu'il faudra contribuer à conserver et à améliorer.
01.17 Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, het is een goede zaak dat er maatregelen worden getroffen, dat er wordt opgetreden, dat er procedures worden aangescherpt en dat er onderzoek wordt ingesteld. We moeten absoluut vermijden dat er in de toekomst blindheid voor rode vlaggen blijft voortbestaan. Extremisme heeft geen plaats in organisaties die de veiligheid van ons land moeten waarborgen.
We moeten ook de wortel aanpakken, namelijk het extremisme. We moeten dat absoluut veroordelen. Woorden zijn immers belangrijk en doen ertoe. Alle fracties zijn vandaag tussengekomen, behalve het Vlaams Belang.
We delen allemaal de hoop dat de situatie snel en vreedzaam kan worden opgelost, zodat de rust in Limburg kan weerkeren.
01.18 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, ik onthoud dat u hebt gezegd dat extreemrechtse personen niet gewenst zijn in het leger. Dat is jammer genoeg momenteel niet de mening van de legertop. Volgens de legertop is er niet echt een probleem en zijn het militairen, ondanks het feit dat ze ook op een OCAD-lijst staan. Het fundamentele probleem is het steeds wegwuiven en minimaliseren van het extreemrechtse gevaar dat wel degelijk aanwezig is. U noemt ook alle andere mogelijke vormen van extremisme en gevaar, bijvoorbeeld ook extreemlinks.
In de praktijk zien we echter dat het gevaar van extreemrechts komt, zoals bij de brand in het asielcentrum van Bilzen, de aanwezigheid van paramilitairen en rechtse groeperingen in dit land die op trainingskamp gaan in Oost-Europa en zich klaarmaken voor de ultieme rassenstrijd. Die dreiging is er. Die dreiging is reëel. Het is uw verantwoordelijkheid als er effectief aanslagen zullen plaatsvinden op het grondgebied. Dat probleem moet voor eens en voor altijd aangepakt worden. We zullen ook om een hoorzitting vragen. We zullen de Generale Staf en de chef van de militaire inlichtingendienst ook vragen om zich te komen verantwoorden.
01.19 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, vous dites que tout cela est évidemment inacceptable mais vous n'avez pas répondu à propos des informations dont vous disposiez concernant ce militaire au pedigree particulièrement dangereux, pas aujourd'hui ici à la Chambre. Vous êtes arrivée maintenant depuis de nombreux mois comme ministre de la Défense. Qu'avez-vous entrepris? Que saviez-vous exactement? En tant que ministre de la Défense, je ne peux imaginer que vous n'ayez pas été au courant depuis votre entrée en fonction.
Ce qui frappe, c'est votre passivité par rapport à ce militaire au pedigree très dangereux. Votre responsabilité comme ministre de la Défense est engagée.
Madame la ministre, monsieur le premier ministre, au-delà des mots, il est temps maintenant d'agir car, oui, je suis d'accord avec vous pour dire que l'extrémisme n'a évidemment pas sa place ni à la Défense, ni dans les services de sécurité. Screener ne suffit plus. Il faudra neutraliser et écarter si nécessaire. C'est maintenant urgent, puisque c'était hier qu'il aurait fallu agir.
01.20 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, je vous remercie. Nous avons déjà, dans notre pays, des milices privées d'extrême droite qui organisent des camps d'entraînement. Nous ne pouvons pas nous permettre qu'en plus, la Défense entraîne et arme de potentiels terroristes.
Les enjeux de sécurité pour les Belges, pour les institutions, sont ici extrêmement élevés. Nous devons prendre le temps d'identifier toutes les responsabilités politiques dans cette affaire et, évidemment, mettre sur pied – vous l'avez dit – des procédures plus strictes pour éviter ce genre d'épisodes.
La haine et le radicalisme violent n'ont pas leur place dans nos services publics, encore moins à la Défense, qui doit rester une institution garante de nos libertés, de notre démocratie et de la sécurité de notre pays. Cet événement doit être un rappel pour chacun. La lutte contre les discours de haine doit être une priorité, parce qu'il n'y a que de la peur et de la souffrance au bout de ce chemin.
Enfin, nous avons également une autre responsabilité en tant que politiques: celle de ne pas participer à ces lynchages médiatiques d'experts qui contredisent ce que nous voudrions entendre. Parce qu'en faisant cela, nous ne faisons que participer à faire monter la colère qui peut alors trouver un écho aux oreilles de certains et les encourager à finalement passer à l'acte.
01.21 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le premier ministre, madame la ministre, comme vous l'avez dit très justement, ne nous laissons pas diviser sur un fait aussi grave que celui-ci. Soyons forts dans la lutte contre les extrémismes au sein de nos institutions! Ils n'y auront jamais leur place. Soyons clairs à ce sujet!
Monsieur le premier ministre, madame la ministre, j'entends également – et j'en suis satisfaite – que vous comptez tirer les leçons claires de cet épisode en renforçant au sein de la Défense les contrôles, les screenings et les habilitations de sécurité. C'est tout à fait nécessaire.
Je veux aussi peut-être lancer ce message, puisque j'aime les militaires. J'aime ces hommes et ces femmes qui se battent pour nous, qui assurent notre sécurité, qui portent l'uniforme avec loyauté et qui défendent la Belgique pour les justes causes. Madame la ministre, monsieur le premier ministre, ne salissons pas la Défense par ce fait, renforçons l'image positive que nous souhaitons lui donner, afin de créer encore (…)
01.22 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de eerste minister, ik dank u dat u zegt dat er fouten gemaakt zijn en dat er structurele problemen zijn, waar men iets aan zal doen. Er is echter maar één kapitale fout gemaakt: degene die aan een doorgeslagen extremist de sleutels van het wapenkot heeft gegeven, draagt een verpletterende verantwoordelijkheid. Daar zit de grote fout.
Collega's, wij hebben hierin een taak. Er bestaat zoiets als het Comité I dat de inlichtingendiensten moet controleren. Niet de minste politici zitten daarin, zoals de heren Verherstraeten en Dewael, mensen met een trackrecord in het Parlement. U hebt de taak te bekijken wat de rol is van het OCAD – het OCAD, dat een oogje in het zeil moest houden, heeft dit toegestaan – en van de ADIV, die als enige taak heeft die mensen te controleren, maar die zelfs daar niet in is geslaagd. Dat het Parlement zijn job doet in plaats van de zwartepiet onmiddellijk door te spelen. Dat is de eerste taak voor het Parlement.
01.23 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, u gaf de duidelijke boodschap dat u de zaak zult aanpakken. Er blijven echter nog vragen onbeantwoord. Moeten bepaalde procedures worden veranderd of gaat het over een menselijke fout? Persoonlijk blijf ik ook zitten met de vraag inzake de doorstroming van informatie van het OCAD naar de militairen en de legereenheden. Er komt nog verder onderzoek en wij zullen de zaak ook blijven opvolgen in het Parlement.
Zowat alle fracties stonden op de tribune om rechts-extremistisch, gewelddadig gedrag af te keuren, behalve één fractie: de Vlaams Belangfractie. Mocht het een jihadist geweest zijn, dan was het kot te klein geweest zijn. Wij meten niet met twee maten: gewelddadig extremisme moet eruit, uit onze samenleving en uit onze Defensie. Laat de boodschap zeer helder zijn: er is geen plaats voor jihadisten in Defensie, er is geen plaats voor rechtse extremisten in Defensie. Dat staat haaks op de normen en waarden die ons leger en onze militairen dag in, dag uit verdedigen.
01.24 Jasper Pillen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, het is nu vooral uitkijken naar het – hopelijk spoedige – einde van deze crisis. Dank trouwens aan de honderden mensen die hier nu al dagen mee bezig zijn.
Mevrouw de minister, het onderzoek loopt en daarna moeten we aan de slag gaan met de resultaten ervan. Ik heb daarvoor alle vertrouwen in u. Eén iets mogen we echter niet doen, en dat is blind ageren tegen Defensie. De man op de vlucht vertegenwoordigt onze Defensie niet. De meer dan 26.000 andere militairen en burgers doen dat wel, zij die onze veiligheid in het buitenland, ver van huis, verdedigen, zij die de natie dagelijks bijstaan in de strijd tegen COVID-19 en zij die mensen redden op zee doen dat wel. Dat is de ziel van Defensie, dat zijn de mensen die onze Defensie vertegenwoordigen.
Tot slot, mijnheer de eerste minister, dit verhaal bewijst inderdaad opnieuw dat de strijd tegen alle vormen van extremisme een absolute prioriteit moet blijven. Sommige onlinereacties op de daden en de vlucht van de militair zijn misselijkmakend. We hebben die hier allemaal veroordeeld, maar één fractie koos ervoor om dat niet te doen. Alle democraten in dit Parlement en in dit land moeten dit blijven veroordelen, moeten blijven ageren, want (…)
01.25 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le premier ministre, madame la ministre de la Défense, vous l'avez rappelé, le racisme et la xénophobie n'ont pas leur place dans nos administrations. Ils n'ont pas leur place à la Défense et nuisent à la réputation et à l'image de notre armée. Madame la ministre, les réformes que vous avez initiées, le réinvestissement que vous opérez dans l'armée et dans son personnel permettront enfin de disposer du personnel nécessaire, de renforcer les différents services et notamment ceux qui seront chargés de réaliser les screenings supplémentaires que vous appelez de vos vœux et qui permettront de nous renseigner d'éventuelles radicalisations post-recrutement. Il en va de notre sécurité à toutes et à tous.
Madame la ministre, vous l'avez également dit, si certains de vos prédécesseurs ici, si certains sur ces bancs et leurs discours ont contribué à polariser les opinions, ont contribué à favoriser les populismes, ont légitimé les discours anti-scientifiques, s'ils ont permis de favoriser ou de rendre acceptables des propos et des expressions racistes, ceux-là même doivent savoir que ce temps est révolu. Le cancer du racisme n'a sa place ni dans le corps social ni dans le corps de l'État. Il n'a sa place nulle part!
01.26 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de premier, het beeld dat hier vandaag achterblijft is hallucinant. Laten we met zijn allen hopen dat dit goed afloopt. Jürgen Conings, als u dit hoort, geef u over, maak alstublieft geen onnodige slachtoffers.
Mevrouw de minister, er zijn in de afgelopen
maanden heel wat fouten gemaakt. Dat gebeurde echter niet ten tijde van de
Zweedse voorgangers maar onder uw verantwoordelijkheid. Die
verantwoordelijkheid moet nu echt genomen worden want het is al te gemakkelijk
als u naar het verleden kijkt. Deze persoon kwam vorig jaar op de radar en
staat sedert enkele maanden op de OCAD-lijst. Toch werd hij overgeplaatst naar
een depot waar hij kon grabbelen in de munitie en de wapens. Maar vandaag
slaagt u erin om gratuite beschuldigingen te uiten aan het adres van uw
voorgangers. Ik kan daar niet akkoord mee gaan. Laten we hopen dat dit verhaal
goed afloopt. Als dat gebeurt, dan is dat te danken aan de veiligheidsdiensten.
Als het echter slecht afloopt, dan zou ik niet graag in uw schoenen staan,
mevrouw de minister. Ofwel houdt u de eer (…)
L'incident est clos.
- Steven De Vuyst aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De redenen voor het uitblijven van sancties tegen Israël" (55001645P)
- Patrick Dewael aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "Het conflict tussen Israël en Palestina" (55001661P)
- Michel De Maegd aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De conflicten tussen Israël en Palestina" (55001665P)
- Malik Ben Achour aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "Het Israëlisch-Palestijnse conflict" (55001666P)
- Vicky Reynaert aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De escalerende situatie in Israël en Palestina en de reactie van België" (55001670P)
- Guillaume Defossé aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De situatie in Israël en Palestina" (55001669P)
- Peter De Roover aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "Het Israëlisch-Palestijns conflict" (55001655P)
- Steven De Vuyst à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les raisons de l'absence de sanctions contre Israël" (55001645P)
- Patrick Dewael à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Le conflit entre Israël et la Palestine" (55001661P)
- Michel De Maegd à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les conflits entre Israël et la Palestine" (55001665P)
- Malik Ben Achour à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Le conflit israélo-palestinien" (55001666P)
- Vicky Reynaert à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "L'aggravation de la situation en Israël et en Palestine et la réaction de la Belgique" (55001670P)
- Guillaume Defossé à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La situation en Israël et en Palestine" (55001669P)
- Peter De Roover à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Le conflit israélo-palestinien" (55001655P)
02.01 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, gisteren zijn wij tot de constatering gekomen, waren wij enorm verontwaardigd en hebben wij er kennis van genomen dat de regering heeft beslist geen sancties op te leggen aan Israël.
Wij vragen ons af wat Israël nog moet doen opdat de huidige regering of de Europese Unie acties zou ondernemen of sancties zou opleggen om Israël eindelijk het internationaal recht te laten naleven.
Mevrouw de minister, er is de illegale muur op de Westelijke Jordaanoever. Er is de illegale bezetting. Er is de illegale kolonisatie. Er is de illegale blokkade van Gaza. Er is de illegale apartheid. Wij weten dat Israël ondertussen al 60 VN-resoluties naast zich neerlegt.
Mevrouw de minister, stel u voor dat er morgen een inbreker inbreekt bij u thuis en u en uw gezin op straat zet. Hij gaat in uw huis wonen en u moet vluchten. U gaat naar een kamp. Daarna gaat diezelfde inbreker die bezit heeft genomen van uw huis, dat kamp ook nog eens bombarderen. Zult u dan ook pleiten voor dialoog? Zult u dan niet pleiten voor sancties voor diegene die u uit uw huis heeft gezet? Dat is immers wel degelijk wat nu al decennialang gebeurt in de Palestijnse gebieden.
Mevrouw de minister, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat wij er altijd als de kippen bij zijn om onze strategische rivalen de les te spellen en sancties uit te delen wanneer het gaat om mensenrechten en om internationaal recht. Wanneer het echter gaat om onze zelfverklaarde bondgenoten, zoals Israël, blijft het bij veroordelingen in woorden.
Laat ons eens de balans opmaken. Sinds gisteren weten wij dat al 227 mensen zijn omgekomen door de moordende bommenregen op Gaza, waarvan een vierde kinderen zijn. Ondertussen zijn ook al meer dan 15.000 mensen dakloos geworden. Het is duidelijk wie de agressor is en wie de slachtoffers zijn.
Mevrouw de minister, als u geen sancties wil nemen, wat zult u dan wel doen om rechtvaardigheid voor de Palestijnse bevolking (…)
02.02 Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw de minister, beste collega's, het is opnieuw oorlog. Het geweld tussen Palestina en Israël is het resultaat van een falen van de internationale inspanningen om dat conflict op te lossen. Burgers komen om, kinderen zijn doelwitten en de gebouwen waarin onder meer de pers gehuisvest is, worden aangevallen.
Ik denk dat nu 3 D's centraal staan: de-escalatie, dialoog en diplomatie. Er moet onmiddellijk een staakt-het-vuren komen en een dialoog is de enige weg naar de oplossing, want we zitten in een vicieuze cirkel van haat en geweld en die moet worden doorbroken. Zolang we die cirkel niet doorbreken, zolang we geen oplossing vinden voor de grondoorzaak van dat conflict, zal er nooit vrede en veiligheid voor beide partijen zijn.
De vraag is wat wij, wat ons land kan doen. Kunnen wij iets doen? Ja.
Mevrouw de minister, maak werk van die Europese routekaart met initiatieven en dwingende maatregelen om partijen opnieuw rond de tafel te brengen. Werk op Europees en multilateraal niveau om tot een tweestatenoplossing te komen. Maak werk van een nieuw Oslo-bis-akkoord om het vredesproces opnieuw te activeren. Verdiep en versterk het differentiatiebeleid. Maak werk van een humanitair corridor.
Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen voor u.
Bent u reeds aan de slag gegaan om deze Europese routekaart uit te werken? Gaat u in overleg met de deelstaten om ervoor te zorgen dat Belgische wapens niet meer richting het conflictgebied worden geëxporteerd? Zal een humanitaire corridor worden opgesteld?
02.03 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, les tensions entre Israël et la Palestine ont causé de trop nombreuses victimes ces derniers jours. Nous déplorons et regrettons cette nouvelle escalade de violence. Elle nous choque, elle nous bouleverse.
Une intense activité diplomatique est menée dans différents cénacles pour parvenir dans un premier temps à une cessation des hostilités. Je sais votre détermination équilibrée pour y parvenir et je vous fais confiance.
Le Conseil de sécurité des Nations Unies s'est déjà réuni à quatre reprises et les ministres des Affaires étrangères de l'Union européenne se sont réunis ce mardi. Nous constatons, au sein de ces deux cénacles, des lignes de clivages qui ne sont pas neuves. Le Conseil de sécurité n'a pas encore pu se mettre d'accord sur une déclaration. Au niveau européen, les États membres ont souvent des difficultés à trouver une position commune sur ce dossier.
La Belgique, par votre entremise, a une position claire et pertinente: d'abord et avant tout la désescalade pour préserver les vies de civils et d'innocents de part et d'autre. La cessation des hostilités est et doit rester notre priorité! Le moment n'est pas aux sanctions, le moment est à l'accalmie. Il faut que les armes se taisent et que l'Union européenne puisse alors créer une feuille de route comportant des mesures incitatives et contraignantes pour les deux parties.
Madame la ministre, depuis votre dernière intervention en séance plénière la semaine dernière, quelles actions et propositions concrètes ont été faites au Conseil Affaires étrangères ce mardi?
La Belgique seule ne peut rien faire, le multilatéralisme est la clé. Quel est l'état d'avancement des discussions des vingt-sept avec M. Josep Borrell?
Enfin, comme le stipule l'accord de gouvernement, cette majorité a la volonté de peaufiner la politique de différenciation à l'égard des colonies israéliennes. Quelles sont actuellement les pistes sur la table?
02.04 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, le décompte macabre continue à Gaza: 239 morts en 10 jours, dont des enfants. Au début de la semaine, c'était une route menant à un hôpital qui était visée. Quelques heures plus tard, c'était un immeuble abritant deux rédactions de presse internationale. Cet engrenage, madame la ministre, a une origine: la politique de colonisation, d'expulsion et d'apartheid menée par un gouvernement israélien qui est radicalisé et fanatisé. Il ne faut donc jamais se laisser duper par un discours d'équidistance qui nierait la réalité de la répression sur le terrain et la violation grave et répétée du droit international.
Madame la ministre, hier en kern, des décisions ont été prises et un chemin a été tracé. Bien entendu, il a été décidé de répondre à l'urgence, et notamment à l'urgence d'un cessez-le feu, pour mettre fin au bain de sang. De ce point de vue, nous pensons que la Belgique devrait prendre une initiative forte en matière d'aide humanitaire. Sur cette question, nous avons les moyens d'être ambitieux.
Mais pour mon groupe, cette urgence n'occultera pas une autre urgence: la nécessité historique d'envoyer un signal fort et clair à l'égard d'un gouvernement qui se radicalise, comme je l'ai déjà dit. Ce gouvernement se nourrit de la violence des colons en même temps qu'elle leur offre un mandat d'impunité dans une politique d'apartheid que nous dénonçons depuis longtemps.
Jeudi prochain, vous participerez à une réunion essentielle au niveau européen. Pouvez-vous donc nous garantir que la Belgique jouera un rôle de premier plan pour avancer sur des mesures fortes, susceptibles de contraindre le gouvernement israélien à enfin rendre des comptes sur ses agissements contraires au droit international? Comment comptez-vous concrètement travailler sur la question des sanctions économiques à l'égard d'Israël? Des groupes de travail sur la politique de différenciation seront-ils mis en place? La question de l'interdiction des produits des colonies y sera-t-elle abordée? Enfin, l'aide humanitaire de la Belgique est-elle envisagée pour soutenir la population palestinienne de Gaza qui, je le rappelle, est sous blocus depuis 14 ans? Je vous remercie.
02.05 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, vorige week stelden wij hier ook al vragen, want toen al was de situatie verschrikkelijk. Ook toen al kwamen kinderen om, raakten families hun huis kwijt en leek de situatie uitzichtloos. Er is nog niets veranderd.
Wij maken ons hier terecht zorgen over de bezetting van onze ziekenhuizen, maar in het Israëlisch-Palestijns conflict zijn er ondertussen al achttien ziekenhuizen en klinieken zeer zwaar beschadigd. Een gebouw waarin de internationale pers zich huisvest, is van de aardbodem verdwenen. De strijdende partijen zijn niet gelijk, ook al vallen er slachtoffers aan beide zijden. Ja, Hamas is een terroristische organisatie die wij veroordelen, maar neen, de schade aan beide kanten valt niet te vergelijken.
De grondoorzaak van het huidige conflict mogen wij dan ook niet vergeten. De Israëlische wetgeving maakt het mogelijk om Palestijnse families hun huis uit te zetten. De Israëlische wetgeving maakt van de kolonisatie van Oost-Jeruzalem een werkelijkheid. Israël annexeert en treedt daarmee het internationaal recht en de mensenrechten flagrant met voeten.
Sommige politici komen bij al dat geweld niet verder dan schouderophalen. Zij roepen dat België toch geen invloed kan uitoefenen op dat conflict en dat het geen zin heeft om zich erover uit te spreken. Mijn beweging legt zich daar niet bij neer. Een fundamentele ongelijkheid ligt aan de basis van dit conflict. Ook nu zien wij de verschillen. Het gaat om de vernietiging van gebouwen, van levens, van een toekomst. Wie dat ziet, als democratisch land, moet zich uitspreken en ook handelen. Onverschilligheid is immers het meest verraderlijke gevaar van allemaal.
Niemand heeft iets aan symboolpolitiek. Er vindt een annexatie plaats in Palestina in alles behalve in de naam. Daartegen moet worden gestreden.
Ook België laat nog steeds goederen toe die gedeeltelijk geproduceerd worden in illegale nederzettingen. Daarmee houden wij een systeem in stand.
Mevrouw de minister, kunt u aangeven hoe België zijn bijdrage aan dit (…)
02.06 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, les violences n'ont pas débuté il y a deux semaines, mais bien avec la tentative d'expulsion de familles palestiniennes à Cheikh Jarrah, ainsi qu'en 1967 avec l'invasion des territoires occupés et qu'en 1948 avec la Nakba ("catastrophe" en arabe), qui s'est traduite par l'expulsion de 800 000 personnes de leur foyer.
Ce matin, un président de parti expliquait que l'accord de gouvernement ne devait s'appliquer qu'en cas de déclaration formelle d'annexion par le gouvernement israélien. Cette position relève d'une profonde méconnaissance de la réalité de terrain. L'annexion est un processus qui est en cours depuis de nombreuses années: l'expansion croissante des colonies et des infrastructures israéliennes en Cisjordanie participe d'une imposition de la souveraineté israélienne par la force. Dans ce processus, les Palestiniens subissent l'accaparement progressif de leurs terres, que ce soit à Cheikh Jarrah, en Cisjordanie ou dans la baie du Jourdain. Cet accaparement de fait s'accompagne de la négation de leurs droits.
Comme je vous le disais la semaine dernière, nous ne pouvons se laisser commettre une telle injustice en prétextant la complexité ou l'équidistance pour refuser d'agir. L'équidistance n'est pas la justice. Or, sans justice, il n'est pas de paix durable. Donc, l'équidistance ne peut tout simplement pas mener à la paix. C'est pourquoi nous devons agir pour ramener et imposer la justice dans ce conflit qui n'a que trop duré.
Dès lors, appelez les mesures à prendre comme vous voulez – des sanctions, des dispositions, des remontrances –, peu importe, mais agissez! Agissez pour faire respecter le droit international et pour faire cesser les raisons systémiques de ces violences: l'occupation, l'annexion, la colonisation et ce que Human Rights Watch et l'ONG israélienne B'Tselem qualifient de "crimes d'apartheid". Ce sont là les racines de la violence, qu'il est temps de couper définitivement.
Madame la ministre, quelles ont été les initiatives diplomatiques prises aux plans bilatéral et multilatéral pour mettre fin à la violence actuelle? Quelles seront les mesures et initiatives bilatérales et multilatérales pour mettre un terme aux violences structurelles: celles de l'occupation, de l'annexion et de la colonisation?
02.07 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, we beleven een hoogtepunt in het conflict in Israël en Palestina, wat meteen ook een dieptepunt is op het humanitaire vlak. We zijn daar allemaal bekommerd om. We hebben daarin genuanceerde stemmen, ook hier, die voor de-escalatie pleiten, zoals de heer Dewael. Ook zijn er daarin extremistische stemmen. Dat zijn stemmen die hier toch wel zeer expliciet haatdragende taal bezigen. Dat is een beetje vreemd tegen de achtergrond van de discussie van daarnet. Zij menen op een bijzonder eenzijdige manier dat zij juist de tegenstellingen moeten opdrijven. Regeringspartijen sluiten zich aan bij betogingen waar het antisemitisme schijnbaar de rode draad is.
We hebben net een heel relevante vraag gekregen die eigenlijk de essentie hier op tafel legt, met name een aanval van een Ecololid tegen uw eigen partijvoorzitter. Dat betekent dat u hier toch wat in moeilijkheden komt. Trekt u de lijn door van uw eigen partijvoorzitter, die een terecht zeer genuanceerd beleid voorstaat dat gericht is op de tweestatenoplossing en een internationaal aanvaarde oplossing? Dat is ongeveer de lijn die u hier vorige week hebt verdedigd. Aan de andere kant staat het extremisme van de linkerzijde, dat niet alleen op straat aanwezig is, maar dat ook in uw regering aanwezig is, en dat op de parlementaire tribune uw eigen partijvoorzitter hier komt bekritiseren.
Mevrouw de minister, wat is uw houding in deze aangelegenheid?
Zult u de genuanceerde lijn van de-escalatie en het vinden van oplossingen volgen of zult u de lijn volgen van uw linkse coalitiepartners die juist meer escalatie en haatdragende provocatie als regeringsbeleid bepleiten?
02.08 Minister Sophie Wilmès: Mevrouw de voorzitster, geachte leden van de Kamer, dank u voor de talrijke vragen over de dramatische ontwikkelingen in het Nabije Oosten en over de situatie daar, die niemand onberoerd kan laten. Onze gedachten zijn bij alle onschuldige burgerslachtoffers en hun naasten. Ik denk ook aan de bevolking die nu in angst en onzekerheid leeft.
Vorige week ben ik tijdens de plenaire vergadering uitvoerig ingegaan op de context van de escalatie van spanningen en geweld in Israël en de bezette Palestijnse gebieden. Zoals u weet, veroordeelt België voortdurend de illegale nederzettingen, de sloop van huizen en infrastructuur, alsook de verdrijving van Palestijnen in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever. Die praktijken zijn immers strijdig met het internationaal recht, het internationaal humanitair recht en de mensenrechten. De kolonies brengen de levensvatbaarheid van de tweestatenoplossing in gevaar. Eerbiediging van het status-quo op de heilige plaatsen is van fundamenteel belang.
Daarnaast heb ik ook verwezen naar de raketten die door Hamas en de Islamitische Jihad op Israëlische burgers zijn afgevuurd, ondertussen duizenden. Ik heb duidelijk gemaakt dat dit onaanvaardbaar is, en in strijd met het internationaal humanitair recht. Israël reageert op deze aanvallen, waarbij helaas ook burgerslachtoffers vielen. Dit is iets wat wij nooit kunnen aanvaarden, niettegenstaande het recht van Israël zich te verdedigen en zijn bevolking te beschermen.
Ik heb het al eerder gezegd, en ik zeg het nogmaals: het maakt niet uit waar de slachtoffers vallen, de dood van burgers, en vooral van kinderen, is altijd een tragedie. In een gewapend conflict is het internationaal humanitair recht ons kompas. De principes van terughoudendheid, van onderscheid tussen burgers en strijders, en van proportionaliteit, zijn de leidraad. De situatie en de omstandigheden zijn ernstig. Het is daarom ook dat ons land geen gelegenheid laat liggen om op te roepen tot de-escalatie en een einde aan de vijandelijkheden.
La question de la différenciation avait également été posée. Je rappelle que notre pays fait depuis des années la différence entre Israël d'un côté, et les colonies dans les territoires de l'autre. Toutefois, l'application du principe de la différenciation peut être améliorée. C'est également le cas pour de nombreux pays de l'Union européenne. C'est la raison pour laquelle, conformément à l'accord de gouvernement, j'ai annoncé ma volonté d'en améliorer son application dans ma note de politique générale présentée déjà en novembre 2020.
Les services du SPF Affaires étrangères ont été chargés, en collaboration avec d'autres services publics fédéraux, d'examiner l'application de la politique de la différenciation en Belgique. La semaine prochaine aura lieu une réunion technique pour faire le point sur la situation et voir comment améliorer l'application du droit communautaire européen et la jurisprudence. Il s'agit d'un travail de coordination du ministère des Affaires étrangères car il doit être effectué par différents départements gouvernementaux. Le point sera aussi abordé au niveau européen avec les like-minded.
Au niveau diplomatique, quelles actions ont-elles été menées cette semaine? Samedi dernier, j'ai pris contact avec le Haut représentant Borrell et j'ai plaidé pour que l'UE en fasse plus. Je pense sincèrement qu'elle doit faire plus. Un Conseil extraordinaire des Affaires étrangères de l'UE a donc été organisé consécutivement. Tous les États membres de l'UE (à l'exception de la Hongrie) ont convenu de la nécessité de demander une cessation immédiate des hostilités. Nous avons également été nombreux à plaider en faveur de l'ouverture d'un corridor humanitaire pour Gaza.
Comme annoncé en plénière la semaine dernière, j'ai également demandé des résultats concrets sous la forme d'une revitalisation du quartet et d'une feuille de route.
Het kwartet dat bestaat uit de Verenigde Staten, de EU, de VN en Rusland en de rol van de EU daarin zijn prioritair. De internationale gemeenschap moet haar verantwoordelijkheid nemen. Het kwartet kwam op 16 mei bijeen op het niveau van de speciale gezant. We hebben ook besloten dat de Europese speciale gezant Koopmans zo snel mogelijk naar Israël en de bezette Palestijnse gebieden moet afreizen. Crisisdiplomatie is nu immers nodig. Zodra de de-escalatie een feit is, moet het kwartet de vredesonderhandelingen terug op de rails krijgen. Het doel is een tweestatenoplossing, gebaseerd op de grenzen van 1967, in lijn met het internationaal recht.
J'en viens à présent à la feuille de route. J'espère que vous me laisserez le temps de terminer, madame la présidente.
L'Union européenne, en tant que partenaire commercial principal d'Israël et principal donateur, a le devoir de prendre les responsabilités qui lui correspondent. L'Europe peut et doit contribuer à la résolution du conflit pour rétablir la paix et garantir la sécurité pour tous. C'est pourquoi j'ai conclu personnellement mon intervention lors du Conseil par un appel à établir une analyse, une feuille de route de leviers incitatifs et/ou contraignants vis-à-vis des deux parties au conflit afin de les orienter vers la voie de véritables négociations de paix. Nous continuerons donc à faire pression en faveur de cette approche avec des pays partageant la même position. Enfin, notre pays continuera à appeler à la fin immédiate des hostilités et au respect du droit international humanitaire, du droit international et des droits humains aux Nations Unies tant à New York qu'à Genève.
Il y avait encore deux questions qui concernaient un contact avec les Régions pour voir dans quelle mesure elles peuvent, elles aussi, contribuer à l'intérieur de leurs compétences à œuvrer à la désescalade et à la construction de la paix. Je m'y emploierai. Certains ont aussi évoqué l'aide humanitaire. La Belgique a fortement plaidé pour que les accès soient larges. Je parlerai aussi avec ma collègue, la ministre Kitir, pour voir ce qu'elle compte faire à ce sujet.
Je vous remercie.
02.09 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wij nemen akte van uw antwoord, dat eigenlijk niet verschilt van het antwoord dat u vorige week hebt gegeven, want u blijft bij hetzelfde standpunt. U blijft het ook voorstellen als een conflict tussen twee landen die op evenwaardige voet staan, maar dat is niet zo. U hebt net gezegd dat u wilt dat het internationaal recht en de mensenrechten worden gerespecteerd, maar dan moet Israël tot de orde worden geroepen. Israël moet het internationaal recht respecteren. In het regeerakkoord staat inderdaad dat, als Israël het internationaal recht blijft schenden, er ook tegenmaatregelen zullen worden genomen. Dus wij roepen u op om de veroordelingen, die altijd bij woorden blijven, ook eindelijk in daden om te zetten.
Er moet mij ook het volgende van het hart. De progressieve partijen, die vroeger altijd de straffeloosheid van Israël wilden bestrijden, maken nu deel uit van de regering en hebben zich blijkbaar volledig gealigneerd met uw lijn. Dat is gewoon plichtsverzuim. Men blijft gewoon verder doen, er zal niets veranderen (…)
02.10 Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw de minister, ik kom terug op één punt, dat volgens mij cruciaal is, ook al gaat het om een beleidsdomein op het niveau van de deelstaten. Laten we overleggen met de deelstaten om de wapenexportlicenties op te schorten. Zorg ervoor dat er geen wapens meer vanuit België richting Hamas en Israël vertrekken. Het is onze plicht om ginder onschuldige burgers en kinderen te beschermen.
02.11 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, vous avez un chemin pragmatique, celui de la paix, pas à pas. Je vous en remercie. Il faut dire que ces populations subissent aussi les effets d'agendas personnels de leurs dirigeants, entre report d'élections d'un côté, incapacité à former un gouvernement de l'autre et montée des extrémismes de part et d'autre.
Il y a une seule priorité: il faut que les armes se taisent.
Madame la ministre, vous avez raison, avec les partenaires européens, nous pourrons créer une feuille de route incitative et/ou contraignante pour les deux parties, plutôt que de crier vainement à d'hypothétiques sanctions. Je suis heureux d'entendre qu'il y a un point de vue commun au sein du kern. Il n'y a qu'un camp possible, celui de la paix. Ces derniers jours, des manifestations ont réuni en Israël des Juifs et des Arabes proclamant leur refus d'être des ennemis. Prenons-en de la graine! Le dialogue, plutôt que l'huile sur le feu! Pendant que, de façon irréfléchie, certains – parfois même au niveau local – prennent des initiatives qui risquent d'importer le conflit ici, ce sont des familles entières qui en paient le prix là-bas. (…)
02.12 Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Un chemin a été tracé. Avant d'espérer reprendre des négociations de paix, il faut mettre fin à ce qui rend la paix impossible sur le terrain. Je compte sur vous pour passer de la parole aux actes car, nous, nous serons là pour rappeler qu'on ne renvoie pas dos à dos une population privée de ses droits fondamentaux et un gouvernement qui est engagé sur une voie violente et radicale. Nous serons là aussi pour réclamer des sanctions car nous estimons que si cela n'avance pas assez vite dans le bon sens, nous devrons agir pour faire respecter le droit international et les droits humains, ni plus ni moins.
Pour conclure, je voudrais m'adresser aux collègues du PTB qui, sur les réseaux sociaux, se sont engagés dans une démarche de désinformation indigne. Vous voulez donner des leçons – vous venez encore de la faire – mais vous êtes mal placés pour le faire! En Birmanie ou en Chine, des minorités musulmanes sont massacrées, exterminées dans des camps de travail, stérélisées de force et vous (…)
02.13 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Zoals ik vorige week al zei, vormen oproepen tot een staakt-het-vuren, de-escalatie en de veroordeling van geweld pas de eerste stap. Dat is niet voldoende, want als de storm van vernieling gaat liggen, is het probleem immers nog niet opgelost.
Dan verdwijnt de kwestie wel uit het beeld, maar voor de mensen daar blijft het realiteit. Heropbouw en herstel van gebouwen via humanitaire hulp zijn nodig, maar niet voldoende. Men kan kinderen een nieuw schoolgebouw en een nieuw huis geven, maar wie zal hun een nieuwe toekomst geven?
Daarom is het tijd voor een structurele oplossing. Het regeerakkoord geeft u een duidelijke opdracht tot meer dan een veroordeling. Ik kijk dus uit naar de resultaten van de aangekondigde besprekingen in en buiten de regering, zeker die met betrekking tot het differentiatiebeleid.
Dat is uw opdracht, dat is onze boodschap, dat is wat het regeerakkoord van u vraagt.
02.14 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je remercie aussi nos amis du PTB pour leur discours enflammé sur les droits de l'homme. J'aurais espéré l'entendre hier et avant-hier lors des auditions sur la question des Ouïghours mais je pense que certains choix politiques sont éloquents.
Madame la ministre, dans La guerre de Troie n'aura pas lieu, Jean Giraudoux fait dire à Hector: "Si le droit n'est pas l'armure des innocents, à quoi sert-il?" Voilà le fond de la question, madame la ministre. Le droit doit être respecté si nous voulons sortir de la guerre. Voilà notre extrémisme, monsieur De Roover, celui du respect du droit international. Pour pouvoir faire respecter ce droit, nous devons parfois l'imposer. En effet, la solution n'est pas seulement humanitaire mais avant tout politique. Il est important d'aller au-delà de l'urgence du cessez-le-feu et des questions diplomatiques dans ce cadre.
J'entends aujourd'hui que le gouvernement va s'attaquer à la différenciation entre les produits issus des colonies et ceux issus d'Israël. C'est important et encourageant car, pour la première fois, un gouvernement lie explicitement les bombardements et les violences aux causes structurelles de la question, l'occupation et la colonisation. C'est là le cœur. C'est la racine que nous devons couper. C'est enfin un premier pas de la Belgique en ce sens. Il en faudra d'autres à l'avenir, de manière multilatérale ou bilatérale.
02.15 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitleg. De richting en de bekende weg naar de tweestatenoplossing, die we met de Zweedse regering hebben verdedigd, is natuurlijk de enige juiste. U probeert terecht een genuanceerde benadering ter zake te vinden. Dat roept gefrustreerde reacties op bij coalitiegenoten van u, wat logisch is, want zij staan geenszins voor de-escalatie. Al wat zij doen, hier in het Parlement of daarbuiten, is juist gericht op een eenzijdig escalatiebeleid met de verspreiding van haat.
Weet, mevrouw de minister, dat wij over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, uw genuanceerde beleid en uw genuanceerde koers, de enige die tot oplossingen kunnen leiden, steunen. Wij hopen dat u kunt weerstaan aan de druk van de uiterst linkse vleugel in uw regering, die bijzonder gefrustreerd op uw beleid moet blijven reageren.
L'incident est clos.
- Jef Van den Bergh aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De invulling van de fietsvergoeding" (55001664P)
- Nicolas Parent aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De fietsvergoedingen voor het personeel van de spoorwegondernemingen" (55001671P)
- Jef Van den Bergh à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les frais couverts par l'indemnité vélo" (55001664P)
- Nicolas Parent à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les indemnités vélo en faveur du personnel des entreprises ferroviaires" (55001671P)
03.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, eergisteren werd in de regering een belangrijk akkoord gesloten over de voorstellen van minister Van Peteghem, die moeten leiden tot een vergroening van ons wagenpark, met als hefboom de bedrijfswagens. Een duidelijk kader en een duidelijke tijdslijn bieden een helder investeringskader voor een versnelde evolutie naar minder CO2-uitstoot en een betere luchtkwaliteit, met een gezonder leefklimaat tot gevolg.
Dit is een belangrijk akkoord, dat een belangrijke bijdrage zal leveren aan de ambitieuze klimaatdoelstellingen die deze regering heeft vooropgesteld. Daarmee is het werk natuurlijk niet af. Onze mobiliteitsproblemen gaan verder dan alleen deze aspecten.
Met elektrische voertuigen in de file staan, lost de file uiteraard niet op. Daarom moeten we ook verder inzetten op het verleiden naar alternatieven, naar het inzetten op het juiste vervoermiddel voor elke verplaatsing. Als we weten dat meer dan 50 % van onze verplaatsingen over een afstand van minder dan 5 km gaat, dan is het duidelijk dat de fiets daarin een cruciale rol kan en moet spelen.
Voor het fietsgebruik in het woon-werkverkeer kan de fietsvergoeding een belangrijk verschil maken en het nodige duwtje in de rug zijn. Dat was ook de reden waarom het Parlement een tiental maanden geleden een resolutie goedkeurde om de fietsvergoeding veralgemeend toe te passen en de reden waarom de fietsvergoeding in het regeerakkoord werd opgenomen. De doelstelling was om ze veralgemeend toe te passen in het woon-werkverkeer.
Het is ook de reden waarom ik u graag drie problemen met betrekking tot de fietsvergoeding wil voorleggen, mijnheer de minister.
Ten eerste, er blijven ons berichten bereiken dat de speedpedelecgebruikers geen recht krijgen op een fietsvergoeding, terwijl anderen dit wel krijgen. Ik denk dat u nog eens moet bevestigen dat dit onderscheid niet langer mag worden gemaakt.
Ten tweede, de NMBS (…)
De voorzitster: Uw tijd zit erop, mijnheer Van den Bergh.
03.02 Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, les solutions que nous apportons en matière de mobilité aux différents niveaux de gouvernement répondent à plusieurs enjeux: améliorer la qualité de l'air – 9 000 personnes décèdent prématurément chaque année à cause de la pollution atmosphérique –, désengorger les villes et offrir des solutions de mobilité accessibles à toutes et tous pour bouger mieux et autrement. Cela passe notamment par le shift modal et par des solutions visant à renforcer l'attractivité des transports publics, mais aussi celle des modes actifs, dont le vélo.
À ce sujet, je suis interpellé par la situation paradoxale du personnel de la SNCB et d'Infrabel, soit 30 000 travailleurs qui, à ce jour, ne disposent pas d'indemnité pour l'utilisation du vélo dans le cadre des déplacements entre le domicile et le lieu de travail. C'est triplement incompréhensible. Premièrement, c'est incompréhensible parce que cette possibilité existe depuis vingt ans au sein de la fonction publique et que l'indemnité vélo a été rendue obligatoire dans le secteur privé. Deuxièmement, c'est incompréhensible compte tenu des missions de la SNCB, colonne vertébrale de notre projet de mobilité. Enfin, c'est incompréhensible pour les membres du personnel de la SNCB qui, vu leurs horaires, ne disposent pas toujours d'un bus pour rentrer chez eux quand ils terminent tard, et qui ne sont pas incités à utiliser le vélo.
Monsieur le ministre, sachant que des discussions sont en cours et qu'un accord est intervenu au sein de ces entreprises publiques, je souhaite vous poser trois questions. La SNCB et Infrabel comptent-elles enfin proposer une indemnité vélo à leur personnel? Dans l'affirmative, selon quelles modalités? Enfin, quel rôle avez-vous pu jouer dans ce dossier, notamment compte tenu de l'accord de gouvernement, qui nous engage effectivement pour une stratégie ambitieuse pour le train et pour le vélo?
03.03 Georges Gilkinet, ministre: Monsieur Van den Bergh, monsieur Parent, merci pour vos questions. On ne parle pas assez de vélo au sein de ce Parlement, mais je compte bien, avec votre aide, faire en sorte que cela change.
L'engouement pour le vélo est de plus en plus important, ainsi qu'on peut le voir dans les rues de Bruxelles, et je m'en réjouis, bien évidemment. Son utilisation ne cesse de s'accroître. Le vélo, c'est bon pour la santé, c'est bon pour la mobilité, c'est bon pour l'économie et c'est bon pour le climat.
Ik heb ook goed nieuws voor u. Ik ben heel blij dat ik kan aankondigen dat ook onze spoorwegmedewerkers vanaf nu aangemoedigd zullen worden om met de fiets naar het werk te komen. Dit is een scoop voor het Parlement, vanaf 1 juni zullen alle Belgische spoorwegmedewerkers een tegemoetkoming kunnen krijgen voor woon-werkverkeer met de fiets. Deze beslissing werd op maandag 17 mei bevestigd door de Nationale Paritaire Commissie, het hoogste orgaan van sociaal overleg bij het spoorbedrijf. Deze vergoeding zal worden toegekend aan alle personeelsleden van de spoorwegen, van de NMBS, Infrabel en HR Rail, die de fiets gebruiken voor een deel of het volledige traject tussen hun woning en werkplaats.
Cette indemnité s'élèvera à 0,24 euro par kilomètre avec un minimum d'un kilomètre et, pour commencer, un maximum de dix kilomètres indemnisés par trajet. L'indemnité pourra également être perçue lorsque l'utilisation du vélo sera combinée avec l'usage d'un transport en commun, ce qui est une bonne manière de susciter davantage encore l'utilisation du vélo complémentairement aux déplacements en train, bus ou métro.
L'application BiketoWork pourra être utilisée. Le paiement de l'indemnité se calculera automatiquement en fonction du kilométrage parcouru.
Ik ben zeer verheugd over deze mooie stap vooruit want hier is lang op gewacht. Mijnheer Van den Bergh, u moet blij zijn. Ik ben dus tevreden over de beslissing die op mijn vraag werd genomen.
Het is goed dat de fietsvergoeding wordt ingevoerd bij deze drie publieke bedrijven. We zullen ze later evalueren en indien mogelijk ook uitbreiden.
La SNCB montre l'exemple. C'est normal pour une entreprise publique qui est la colonne vertébrale de notre mobilité. En outre, monsieur Van den Bergh, l'accord de gouvernement prévoit d'améliorer en général l'accès de l'indemnité vélo à tous les travailleurs, qu'ils recourent à un vélo électrique ou non. Cela ne relève pas seulement de ma compétence de ministre de la Mobilité, mais notamment aussi de celle de mes collègues en charge de l'Emploi ou des Finances, ainsi que de la concertation sociale.
Je vous confirme que j'inscrirai ce thème à l'agenda dans les prochaines semaines, à côté d'autres initiatives en faveur des déplacements cyclistes. Vive le vélo!
03.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, u zegt dat ik blij moet zijn.
Het zou er nog aan mankeren dat een overheidsbedrijf, midden in de sector van het duurzame transport en de duurzame mobiliteit, geen fietsvergoeding zou toekennen. Dat was een kiezel in de schoen de voorbije tien jaar. Ik ben dus blij dat er een doorbraak is.
Ik ben er echter maar halfblij mee omdat het, mijns inziens, maar om een halve oplossing gaat. Waarom die elfde kilometer niet wordt vergoed, is mij een compleet raadsel.
Ik heb daarnet al aangegeven dat ik ervan overtuigd ben dat de fietsvergoeding het verschil kan maken. In bedrijven waar de fietsvergoeding wordt toegekend, komen dubbel zoveel mensen met de fiets naar het werk als in andere bedrijven. Dat is een kleine inspanning of een kleine kostprijs met een grote winst voor bedrijven, de maatschappij en de gezondheid. Wij moeten daarop dan ook ten volle inzetten.
Ik kijk uit naar de volgende stappen in de richting van de sociale partners. Ik had gehoopt dat de vraag bij hen al op tafel lag. U hebt dat hier niet bevestigd, wat ik betreur. Ik neem echter aan dat de komende weken ter zake stappen zullen worden gezet.
03.05 Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je pense que c'est bien d'annoncer de bonnes nouvelles ici au Parlement. On s'en réjouit.
Le verre est-il à moitié plein ou à moitié vide? C'est un débat que nous menons. En tout cas, l'allocation vélo est un outil puissant pour encourager davantage de personnes à se rendre au travail à vélo. Ce devait être un droit pour tous les employés de ce pays, y compris pour ceux des entreprises ferroviaires. C'est une question d'équité. Je me réjouis donc que vous ayez fait avancer ce dossier qui stagnait de manière incompréhensible depuis vingt ans. Le fédéral est de retour sur l'enjeu du vélo et cela augure, je l'espère, comme vous l'avez annoncé, d'autres avancées pour soutenir la politique cyclable et l'intermodalité entre le train et le vélo depuis le fédéral et en soutien des Régions et des communes qui travaillent aussi sur cet enjeu.
L'incident est clos.
04 Vraag van Gitta Vanpeborgh aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het sociaal statuut van de artsen-specialisten in opleiding" (55001643P)
04 Question de Gitta Vanpeborgh à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le statut social des médecins assistants candidats spécialistes" (55001643P)
04.01 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, het mag en moet gezegd, onze huidige positie in de coronacrisis is toch een behoorlijke prestatie. Vandaag zijn de terrassen weer open en we kijken uit naar een zomer met nog meer vrijheid, binnenkort.
Dat wij op dit punt staan, heeft zeker te maken met het noeste werk achter de schermen, ook en bovenal in onze ziekenhuizen, ook en bovenal verricht – dit wil ik benadrukken – door jonge mensen, artsen-specialisten in opleiding in de ziekenhuizen, die naast hun opleiding ook de zorg voor al die patiënten opnemen. Met meer dan 6.000 man hebben zij echt wel alles gegeven, tot burn-outs toe.
Al jaren pleit mijn beweging Vooruit voor een betere erkenning en waardering van het werk van en ook een betere verloning voor artsen-specialisten in opleiding. Nog geen twee jaar geleden hadden twee van mijn collega's in de Kamer een soortgelijk voorstel ingediend, maar dat kon op weinig enthousiasme rekenen. Gisteren echter was er een doorbraak, eindelijk een beter statuut en een betere sociale bescherming voor die 6.000 mensen die zo veel gegeven hebben. Blijkbaar was er een crisis nodig om tot het inzicht te komen dat wij al hadden en vooraleer het tot een doorbraak kon komen.
Collega's, ik ben de eerste om te erkennen dat de eindmeet nog niet in zicht is. Enkele zaken moeten nog verbeterd worden. De stap die nu is gezet, is echter wel een essentiële stap voorwaarts, de basis om op verder te bouwen.
Mijnheer de minister, dat brengt mij bij uw belangrijke verantwoordelijkheid. Een akkoord tot stand brengen, wat u goed gedaan hebt, is één zaak, maar de uitwerking ervan is nog een ander aspect. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat die jonge artsen-specialisten in opleiding zo snel mogelijk echt het verschil zullen voelen in zowel hun beroeps- als hun gezinsleven?
04.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Vanpeborgh, het akkoord dat gisteren tot stand is gekomen, maakt inderdaad een einde aan een situatie die al 40 jaar lang aansleept en aan de basis ligt van soms regelrechte wantoestanden in de ziekenhuizen. Jonge mensen in opleiding moeten zeer veel uren kloppen, zijn onderbetaald en kunnen hun eigen leven niet organiseren zonder enige sociale controle. Zoals de Vlaamse assistenten in opleiding gisteren zelf hebben gezegd, is dit wel degelijk een historisch akkoord.
In vergelijking met de situatie vandaag, met heel verschillende overeenkomsten, verschillend van ziekenhuis tot ziekenhuis, komt er een eenvormige opleidingsovereenkomst. Er komt gemiddeld 10 % verbetering in de verloning. Er komen betere arbeidsvoorwaarden en ook betere mogelijkheden om het persoonlijke leven en gezinsleven te combineren met dit werk. Er komen controlemogelijkheden en een aantal verbeteringen inzake sociale bescherming. Vorige week was er een documentaire op Eén, waarbij een jonge arts in opleiding getuigde hoe ze ondanks haar zwangerschap en een moeilijk moment in de zwangerschap moest doorwerken. We zullen ervoor zorgen dat jonge vrouwen die in verwachting zijn in deze situatie veel beter beschermd worden.
U hebt echter gelijk, er moet nog veel werk gebeuren. In de eerste plaats zal ik de conventie die hier voorligt, bekrachtigen, zodat ze algemeen bindend en geldend wordt. Dit is een heel belangrijke eerste stap. Vervolgens moet onmiddellijk worden gewerkt aan de tweede fase. Dit is immers slechts een eerste fase. De tweede fase behandelt een nog verdere vooruitgang inzake sociale bescherming, onder meer inzake het pensioenstatuut. De tweede fase heeft ook te maken met het volwaardig onderbrengen van de vertegenwoordigers van deze jonge artsen-specialisten in opleiding, in het overleg binnen het RIZIV. Dat is vandaag nog niet echt geregeld. Ze zaten aan de tafel, maar eigenlijk meer als waarnemer dan als echte onderhandelaar. Ze hebben hun rol wel goed gespeeld, maar ze zullen een plaats krijgen in ons overlegsysteem. Ook zal er verder worden gewerkt aan verbeteringen inzake sociale bescherming en opleiding. Er is dus nog een belangrijke tweede fase, maar de eerste fase vindt hier toch haar beslag.
Boven op de 10 miljoen euro die al gereserveerd was binnen de begroting van het RIZIV, zullen we nog eens 20 miljoen euro zoeken en vinden om dit akkoord te financieren. De ziekenhuizen doen overigens zelf ook wel een duit in het zakje. Ik zou hulde willen brengen aan de onderhandelaars, onder leiding van de heer De Cock, die als administrateur-generaal van het RIZIV ook wel een heel belangrijke rol heeft gespeeld, en aan de vertegenwoordigers van de artsen-specialisten in opleiding. Zij hebben een fantastisch mooie, stevige actie gevoerd, maar hebben ook laten blijken dat ze in staat zijn om een akkoord te sluiten.
04.03 Gitta Vanpeborgh (Vooruit): Mijnheer de minister, na de zorgpremie, na het Zorgpersoneelfonds, na de betere verloning in de zorgsector, staan wij hier vandaag dus weer met een vraag om verbeteringen voor de zorgsector. Deze verbeteringen zijn absoluut nodig. Er moet een verbetering komen van het statuut en de sociale bescherming van de artsen-specialisten in opleiding. Wederom wordt een stevige stap vooruit gezet, wederom wordt er na jaren stilstand eindelijk vooruitgang geboekt.
Er is nog werk aan de winkel, u zei het zelf ook. Meteen zien wij echter ook dat het werk dat nog verricht moet worden op tafel ligt en dat er verder zal worden gewerkt. Men kan blijven stilstaan bij het negatieve, maar vooruitgang boeken en daarop verder bouwen, is de enige weg vooruit. Mijnheer de minister, dat doet u vandaag weer, waarvoor dank.
L'incident est clos.
05 Vraag van Kathleen Depoorter aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het mentale welzijn van de studenten" (55001656P)
05 Question de Kathleen Depoorter à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le bien-être mental des étudiants" (55001656P)
05.01 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, begin februari vlak na de examenperiode kondigde de eerste minister aan dat er maatregelen voor onze studenten werden genomen. Het hoeft geen betoog dat de studenten het in deze coronaperiode heel moeilijk hebben. De federale regering deelde de Vlaamse studentenorganisaties mee dat er in 1.500 extra psychologen zouden worden voorzien. Ook communiceerde u dat de OCMW's 30 miljoen extra zouden krijgen voor de studenten die hun studentenjob verloren hadden door de coronapandemie.
Vandaag staan we opnieuw voor een examenperiode en onze studenten zitten nog altijd achter hun laptop. Ze hebben hun medestudenten en hun professors amper fysiek tijdens de lessen kunnen ontmoeten. Een aantal enquêtes van hogescholen en universiteiten leverde echt verontrustende resultaten op. De mentale veerkracht is namelijk volledig op.
Mijnheer de minister, hoeveel is er al uitbetaald aan de OCMW's om degenen die hun studentenjob verloren, tegemoet te komen? Hoeveel studenten heeft men daarmee kunnen helpen? Is 30 miljoen toereikend?
Hoeveel extra psychologen hebt u tussen 10 februari en vandaag kunnen inzetten om de studenten vooruit te helpen? Hoeveel studenten hebt u geholpen?
De Vlaamse overheid heeft een teststrategie ontwikkeld op basis van zelftesten, opdat er zoveel mogelijk les kan worden gegeven op alle niveaus, in de scholen, de universiteiten en de hogescholen. Die zelftesten zijn wel toegestaan, maar niet gevalideerd. In zeven weken heeft het FAGG er slechts drie kunnen valideren. Dat is wel heel weinig, want de Vlaamse studenten rekenen op u. Wat zult u hieraan doen? Hoe zult u meer van die testen valideren?
De voorzitster: Mijnheer de minister, mag ik u vragen om met de spreektijd rekening te houden?
05.02 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Depoorter, u raakt verschillende onderwerpen aan. Een deel van uw vraag betreft eigenlijk een bevoegdheid van mijn collega Karine Lalieux. Ik moet mij verontschuldigen dat ik niet in haar plaats details kan geven over de manier waarop de middelen die ter beschikking zijn gesteld van de OCMW's, besteed zijn, maar ik kan u wel iets zeggen over de andere punten welke u aanstipt.
Onze ondersteuning van studenten die te maken hebben met stress heeft als bedoeling te voorkomen dat stresssituaties leiden tot ernstige psychische problemen. We hebben voorgesteld om de door de instellingen van hoger onderwijs aangeboden groepssessies, met 15 studenten online of maximaal 10 studenten fysiek, die betalend waren voor de studenten, gratis te maken.
Ik heb de facturen daarvoor nog niet gekregen. Dus ik kan u nog niet zeggen hoeveel wij daarvoor terugbetaald zullen hebben; het systeem lijkt mij alleszins te werken. Er bestond daarover veel enthousiasme bij de universiteiten. Wij hebben dat samen met de instellingen van het hoger onderwijs in Vlaanderen en de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad uitgewerkt en daarvoor ampel overleg gepleegd met de collega's Beke en Weyts, die ook heel enthousiast waren. Aan Franstalige zijde hebben wij overlegd met mevrouw Morreale, mevrouw Glatigny, de heer Maron en met de Pôles académiques, die ook enthousiast waren.
Nogmaals, ik heb de facturen nog niet gekregen, maar volgens mijn informatie wordt het systeem wel degelijk gebruikt. Het gaat echter niet over de aanwerving van psychologen, die wij financieren, maar wel over het gratis maken van een bestaand aanbod. Ik maak uit uw vraagstelling op dat er daarover misschien wat misverstand bestaat.
Wat de zelftesten betreft, dat vind ik een beetje moeilijk. U wekt als het ware de indruk dat ik die zelftesten zelf zou moeten produceren. Wij kunnen alleen maar wachten tot bedrijven dossiers bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten indienen en vragen om hun zelftesten te laten erkennen. Drie bedrijven zijn naar voren gekomen met zelftesten en die hebben wij erkend. Wij kunnen de productie natuurlijk niet in de plaats van de bedrijven doen.
Eerlijk gezegd, ik denk niet dat er een tekort aan aanbod is. Dat lijkt mij vandaag niet het geval te zijn, maar meer bedrijven die sneller voortgang maken met de indiening van dossiers, zouden natuurlijk welkom zijn.
05.03 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, wat de zelftesten betreft, hebt u mij zelf gezegd dat er 600 dossiers zijn bij het FAGG. Als u zo verder gaat, duurt het vijf jaar, eer er voldoende zelftesten zijn. De studenten zijn dan allang afgestudeerd en hopelijk is de coronacrisis dan ook voorbij.
Wat uw repliek betreft aangaande de 1.500 extra psychologen, de eerste minister kondigt misschien liever op Twitter aan dat ze er komen dan dat er hier een antwoord komt in de Kamer. Mijnheer de minister, u hebt in twaalf extra psychologen voorzien voor 270.000 Vlaamse studenten. Dat is bijna niets, dat is een druppel op een hete plaat. Er is geen veerkracht meer. Onze studenten, onze toekomst, talentvolle jongeren, schreeuwen om hulp, maar toch komt u hun niet tegemoet. Dat is een heel jammere zaak.
05.04 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Depoortere, ik weet niet of het aan u ligt, maar u kletst alles door elkaar. Al wat u door elkaar kunt mengen, mengt u door elkaar. Misschien heeft dat te maken met uw professionele achtergrond.
Uw vraag ging over de sessies voor studenten. Daarop heb ik geantwoord dat die met een facturatiesysteem werken, waarbij we de sessies gratis maken. Nu begint u over de aanwerving van 1.500 mensen in de eerste lijn van psychologische ondersteuning. Die was helemaal niet bedoeld voor studenten, maar voor de algemene bevolking. Daar ging het daarnet niet over, maar ik kan er u ook een antwoord op geven. Dat is een langlopende investering, waarbij er zeer veel overleg is over de manier waarop die moet gebeuren. Probeert u alstublieft de dingen wat uit elkaar te houden.
05.05 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, het klopt: ik ben inderdaad een professionele menger. Mij lijkt het dat u, die in tandem werkt met de eerste minister, ook een communicatieprobleem hebt. Ik lees u voor wat er op Twitter werd gezegd: "Boeiend overleg met Alexander De Croo omtrent extra ondersteuning voor studenten. Goed te horen dat er op zoek gegaan wordt naar 1.500 extra psychologen." Met de Vlaamse studentenvereniging heeft uw eerste minister een afspraak gemaakt, mijnheer de minister. Ik constateer vandaag dat er in 12 extra psychologen voorzien is voor 270.000 studenten.
Blijkbaar wil u noch uw eerste minister, die zelfs niet wil antwoorden, aan die populatie, die de toekomst van ons land is, voldoende aandacht schenken.
Het incident is gesloten.
06 Question de Catherine Fonck à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La télémédecine et le soutien en faveur de l'application de consultation Doktr" (55001644P)
06 Vraag van Catherine Fonck aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De telegeneeskunde en de steun voor de consultatie-app Doktr" (55001644P)
06.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, la politique de santé publique en Belgique repose de manière importante, en tout cas à mes yeux, sur la première ligne, dans une relation de confiance entre le patient et son médecin traitant, dans un suivi à long terme via le dossier médical global (DMG). Dans ce cadre, bien sûr, les téléconsultations ont toute leur place. Mais ma surprise a été totale lorsque Proximus a annoncé son investissement dans l'e-santé avec l'application Doktr, permettant un rendez-vous, gratuit dans un premier temps, de téléconsultation avec un médecin aléatoire, du lundi au vendredi de 09 h 00 à 17 h 00. Donc pas avec son médecin, mais avec un médecin. Proximus affirme "être sûre de la réussite de son application, comptant sur la confiance des consommateurs de sa marque". Tout est dit ou presque!
La palette des problèmes de santé des patients qui peuvent faire appel à Proximus est large: maladies infantiles, infections urinaires ou respiratoires, covid-19, troubles du sommeil, contraception, certificats médicaux… Bref, autant de problèmes de santé qui logiquement devraient être pris en charge par le médecin traitant du patient.
Mais ma surprise a encore été plus grande en entendant le gouvernement, par la voix de la ministre Ecolo-Groen De Sutter, soutenir pleinement cette stratégie de Proximus. Elle vante même le dispositif. Elle explique que cela soulagera la pression sur notre système de santé. Comment pouvez-vous, comme ministre de la Santé, justifier le soutien du gouvernement à ce que l'on peut appeler un virage à 180 degrés? Il ne s'agit plus de privilégier la relation du patient avec son médecin traitant, dans le cadre du DMG. Cela risquera de mener, dans un grand nombre de cas, à un renvoi en salle d'urgence dans les hôpitaux pourtant déjà saturés. Tout cela est-il de nature à augmenter la qualité des soins? Je ne le crois pas. Comment le gouvernement ose-t-il dire qu'il va ainsi soulager la pression sur nos soignants? Monsieur le ministre, comment justifiez-vous tout cela? Soutenez-vous cette initiative?
06.02 Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Fonck, je suis convaincu que les téléconsultations feront certainement partie de la médecine de l'avenir. Mais ce genre d'application ne pourra jamais remplacer la relation entre le médecin et le patient. Il est crucial pour le médecin de connaître le patient, le contexte et les antécédents. C'est la raison pour laquelle je n'ai pas tellement apprécié l'initiative de Proximus qui me semble prématurée.
Des discussions avec Proximus étaient en cours et de nombreux éléments devaient encore être clarifiés. Cependant, Proximus a choisi de ne pas attendre. L'objectif ne peut être de contacter un médecin de manière arbitraire pour recevoir une téléconsultation. Par contre, il doit être de donner la priorité à la continuité et à la qualité des soins et de limiter ces téléconsultations au seul médecin généraliste qui tient le DMG. Cela me semble être la voie à suivre.
C'est celle suivie par le groupe de travail de l'INAMI qui examine cette question. Ce groupe de travail sur la télémédecine au sein de l'INAMI travaille à un déploiement structurel des téléconsultations et de la santé mobile avec des conditions claires. Un angle d'approche important est de faire en sorte que les téléconsultations aient lieu par l'intermédiaire du médecin qui gère le DMG de son patient.
S'adresser à des médecins de manière aléatoire n'est pas le but recherché et certainement pas du point de vue de l'efficacité des soins.
Cette initiative publicitaire est prématurée. Des atouts ont été présentés pour ce qui concerne la confidentialité de l'application, etc. Mais il y a encore un certain nombre d'éléments qui doivent être clarifiés et encadrés.
06.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, avouez qu'on se retrouve dans une situation un peu particulière. J'entends ici vos constats et vos commentaires. Dans le fond, vous êtes d'accord avec moi. Le gouvernement dont vous faites partie a pourtant très fortement, très clairement affiché son soutien à l'initiative de Proximus. J'ose espérer qu'en la matière, au-delà de la discussion très sympathique ici, vous avez quand même eu une discussion assez stricte et forte en interne du gouvernement. J'imagine que la ministre des Télécommunications va revoir sa position et que vous interviendrez avec elle auprès de Proximus. Tout cela me semble être d'abord et avant tout une grande opération de communication et non une grande opération visant à augmenter la qualité des soins de santé ni une grande opération en faveur d'un plus grand soutien à nos soignants.
Monsieur le ministre, un autre défi vous attend: déterminer un cadre légal fort et clair sur les téléconsultations. C'est indispensable!
L'incident est clos.
07 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De vrijlating van de moordenaar van Kitty Van Nieuwenhuysen" (55001649P)
07 Question de Katleen Bury à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La libération de l'assassin de Kitty Van Nieuwenhuysen" (55001649P)
07.01 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, in december 2007 werd politieagente Kitty Van Nieuwenhuysen onder vuur genomen met een kalasjnikov door drie Marokkaanse beroepsgangsters met een vuistdik strafblad.
Hoewel zij 30 jaar celstraf kregen, kwam één van de daders al vrij in 2019. De tweede dader mocht de gevangenis vorig jaar al overdag verlaten en mag vandaag naar huis met een enkelband. De vader van Kitty reageerde vanochtend op Radio 2. Hij zei: "Wij zijn opnieuw zwaar ontgoocheld in Justitie; dit is geen slag maar een boks in ons gezicht."
Mijnheer de minister, wij hebben hier te maken met daders die respectievelijk 11,5 en 13 jaar celstraf kregen in plaats van de voorziene straf van 30 jaar. Ook de schadevergoeding die de daders moeten betalen blijft tot heden dode letter. Er is nog geen eurocent vergoed.
Onze fractie verzet zich al jaren tegen de systematische uitholling van de opgelegde straffen die het gevolg is van een wereldvreemde visie die Justitie al jaren in de greep houdt. Die visie leidt tot een steeds grotere frustratie bij de strafrechters. Zij voelen zich onmachtig en hebben nauwelijks greep op het verdere lot van de meeste criminelen die zij voor zich krijgen.
Niet alleen komt dit inkortingsbeleid neer op een manifeste uitholling van de rechtsstaat, bovendien zorgt het voor grote rechtsonzekerheid en ongelijkheid, daar de ene rechter bij de straftoemeting wel rekening zal houden met de inkorting en de andere niet of minder.
Onze fractie wil komaf maken met de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling. Vandaar mijn vraag, mijnheer de minister, die ik ook reeds aan uw voorganger heb gesteld.
Hoever zijn de plannen gevorderd om de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling, voorheen de Wet-Lejeune, af te schaffen en te vervangen door een systeem met onder meer onsamendrukbare straffen voor dit soort misdrijven?
07.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Bury, Kitty Van Nieuwenhuysen, een jonge, beloftevolle agente, werd brutaal om het leven gebracht eind 2007. Anderhalve maand later werden drie verdachten opgepakt. Zij werden voor assisen gebracht en veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf.
Wij zijn nu dertien jaar na de feiten. Onlangs besliste een strafuitvoeringsrechtbank te Brussel om een van de veroordeelden zijn straf verder te laten uitzitten onder elektronisch toezicht, na een tegensprekelijke procedure waarin ook slachtoffers een stem hebben. De straf wordt dus voortgezet, maar onder elektronisch toezicht. Het gaat om een beslissing van een rechter, niet van een minister. Dat heeft het Parlement vastgelegd na de affaire-Dutroux, toen wij allemaal beseften dat in een rechtsstaat zo'n beslissing toekomt aan een onafhankelijke rechter. Zoals het hoort in een rechtsstaat, moet een minister – bij uitstek een minister van Justitie – zo'n uitspraak ook respecteren, hoe moeilijk dat ook is.
De mogelijkheid om na die periode vervroegd de gevangenis te verlaten, strookt echter niet met ons rechtvaardigheidsgevoel. Daarom hebben wij tot twee keer toe de oude wet-Lejeune, intussen de wet op de externe rechtpositie, verstrengd: een eerste keer in 2013, waardoor iemand die veroordeeld wordt tot een straf van 30 jaar, pas na 15 jaar de invrijheidstelling kan vragen, en een tweede keer in 2017, waardoor een rechter voor een aantal zware feiten kan beslissen dat een persoon die een gevangenisstraf van 30 jaar krijgt, daarvan 25 jaar effectief moet uitzitten. Op die manier maken wij Justitie menselijker en rechtszekerder voor de slachtoffers en ook strenger voor daders. Ik ben van plan dat te blijven doen.
07.03 Katleen Bury (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de burgers gaan ervan uit dat u eindelijk werk maakt van een strengere aanpak van de criminaliteit. De zaak altijd doorschuiven naar een rechter en aangeven dat u minister bent en dat niet kan, is geen antwoord voor de samenleving.
Het verhaal doet ons terugdenken aan het verhaal van rijkswachter Marc Munten, die in 2001 door gangsters werd afgeschoten met een kalasjnikov. De daders werden in 2011 vrijgelaten. Er was toen enorm veel commotie. De daders moesten slechts negen van hun van twintig jaar straf in de gevangenis doorbrengen. De politiek zou er toen werk van maken. De wet zou worden aangepast. Politiemoordenaars, kinderverkrachters en ander tuig zouden effectief hun celstraf moeten uitzitten.
Ik zie tot op vandaag echter geen verandering.
Ik heb hier ook gestaan met uw voorganger over het dossier-Lelièvre. Dat was exact hetzelfde verhaal.
Mijn vraag blijft dus. Wanneer zal u eindelijk werk maken van een strengere aanpak van de criminaliteit?
L'incident est clos.
08 Vraag van Tom Van Grieken aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "Het met twee maten meten bij de ordehandhaving tijdens een betoging in Brussel" (55001651P)
08 Question de Tom Van Grieken à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La politique de maintien de l'ordre de deux poids deux mesures lors d'une manifestation à Bruxelles" (55001651P)
08.01 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw de minister, de afgelopen dagen hebben we gezien dat een multiculturele samenleving omarmen niet alleen het importeren van buitenlanders maar ook van buitenlandse conflicten impliceert. We hebben dat gezien bij de pro-Palestinabetogingen in Antwerpen, Gent en Brussel. Begrijp me niet verkeerd, ik vind dat er betoogd mag worden, ook al meen ik persoonlijk dat al die pro-Palestinabetogers best in Palestina gaan betogen en niet hier.
Mevrouw de minister, er worden duidelijk twee maten en twee gewichten gehanteerd bij manifestaties en betogingen. Tijdens een verboden betoging pro Palestina, in aanwezigheid van groene en socialistische politici, werden er amper coronaboetes uitgeschreven. Ik heb me zelfs laten vertellen dat er geen enkele boete gegeven werd. Als men echter een tuinfeestje met meer dan tien man zonder cateraar organiseert, dan moet men coronaboetes vrezen. Een betoging voor een buitenlands conflict wordt gedoogd in dit land maar een betoging voor onze binnenlandse vrijheid die aan banden wordt gelegd zoals La Boum in het Ter Kamerenbos, die wordt verboden. Wanneer allochtone jongeren betogen, dan kunnen ze op de sympathie van mevrouw Verlinden rekenen. Als autochtone jongeren betogen in Brussel, dan kunnen ze op de matrak van mevrouw Verlinden rekenen.
Mevrouw de minister, wanneer zult u nu eindelijk stoppen met dat beleid van twee maten en twee gewichten? Als bijvoorbeeld Vlaams-nationalisten een gelijkaardige betoging zouden organiseren op dezelfde plek, kunnen die dan op dezelfde steun van de politie en de overheid rekenen als de pro-Palestinabetogers?
08.02 Minister Annelies Verlinden: Mijnheer Van Grieken, u probeert hier een aantal zaken naast elkaar te zetten die eigenlijk niet gepast zijn. U maakt er bovendien een persoonlijk verhaal van. Ik denk dat dit nog minder aan de orde is.
Bij het bepalen van de coronamaatregelen, dat weet u, maken wij een onderscheid volgens de aard van de activiteiten. Het spreekt ook voor zich dat versoepelen een moeilijke oefening is. Ik pleit daarom nu nog meer dan ooit voor maatregelen die duidelijk en logisch zijn, zodat ze voor zo veel mogelijk mensen zo goed mogelijk begrijpbaar zijn.
De regels voor private samenkomsten werden besproken in het Overlegcomité en worden nu vertaald in een ministerieel besluit. Ik betreur de verwarring die daarover werd gecreëerd in een talkshow op televisie, maar ik ga mij verder richten op het zo helder mogelijk maken van een ministerieel besluit.
Het is ook goed dat mensen thuis terug mensen in kleine groepen kunnen ontvangen.
Voor de pro-Palestijnse betoging was op voorhand toelating gevraagd bij de lokale overheid. Het was de burgemeester die de betoging heeft toegelaten.
Er is ook op voorhand overleg geweest tussen de organisatoren en de lokale overheid. De initiële inschatting was dat er een beperkter aantal mensen aanwezig zou zijn. Toen ter plaatse bleek dat een groter aantal mensen aanwezig was, heeft de politie op basis van haar expertise en haar inschatting haar politioneel optreden op het evenement afgestemd.
Ik kan u in elk geval verzekeren dat de incidenten die zich daar hebben voorgedaan door de politie zullen worden onderzocht. Het moet duidelijk zijn dat een Israëlisch-Palestijns conflict op geen enkel moment een verantwoording kan zijn voor boodschappen van haat, geweld en antisemitisme of oproepen van haat tegen een gemeenschap of een geloof.
Dat de betoging op voorhand werd aangevraagd en dat er overleg mogelijk was met de organisatoren maakt het een compleet andere aangelegenheid dan de evenementen in Ter Kamerenbos van La Boum, die niet werden aangevraagd. Een toelating geven was dus niet mogelijk, noch was er contact met de organisatoren mogelijk.
Het was ook zo dat de politie bij La Boum pas zichtbaar is opgetreden op het moment dat er projectielen naar de politie werden gegooid en er schade aan de politiewagens en andere zaken werd toegebracht. Dat is een andere situatie dan de pro-Palestijnse betoging van dit weekend.
Ik roep alle lokale besturen in elk geval wel op om te blijven toezien op de handhaving van de coronamaatregelen, wat ik ook geregeld onderstreep in mijn overleg met gouverneurs, met de Vaste Commissie van de Lokale Politie en met de commissaris-generaal van de federale politie.
Met het zomerplan, dat eraan komt, kunnen wij terug heel wat contacten en ontmoetingen tegemoet zien. Stilaan kunnen wij uitkijken naar een leven waarin COVID-19 onze contacten en onze ontmoetingen niet langer domineert, en dat is ook maar goed zo.
08.03 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw de minister, misschien ligt het aan het gegeven dat het de laatste vraag van vandaag is en dat we gemeentegenoten zijn, maar ik ben blij met het signaal dat u hier geeft, want u zegt dat al die pro-Palestijnse betogers die opriepen tot moord en geweld, ook vervolgd zullen worden.
Ik ben blij dat u zegt dat u de lokale overheden stimuleert om aangevraagde betogingen zoveel mogelijk te laten plaatsvinden. Ik ben dus blij met de bocht die u eindelijk genomen hebt, want onze vrijheden, waaronder het recht op vergaderen en betogen, zijn toch wel essentieel. Ik ben blij dat u van rol bent veranderd. Bij de betoging in het Ter Kamerenbos zocht u nog actief de media op om de betoging te verbieden, maar nu hebt u het geweer van schouder veranderd. Ik kijk dan ook uit naar betogingen, die in de toekomst naar hartenlust zullen kunnen plaatsvinden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Dit is het einde van de mondelinge vragen.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 19 mai 2021, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 mei 2021 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Ik heb ook twee moties van de fractievoorzitters van de meerderheidspartijen ontvangen.
En application de l’article 17.3 du Règlement de la Chambre, nous demandons que le projet de loi relatif aux mesures de police administrative lors d’une situation d’urgence épidémique (n° 1951) soit ajouté à l’ordre du jour de la séance plénière de ce jour, à savoir le 20 mai 2021.
Met toepassing van artikel 17.3 van het Kamerreglement vragen wij dat aan de agenda van de plenaire vergadering het wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie (nr. 1951) aan de agenda van de plenaire vergadering van heden 20 mei 2021 wordt toegevoegd.
Le projet de loi portant des mesures de gestion de la pandémie COVID-19 et d’autres mesures urgentes dans le domaine des soins de santé (n° 1929) a été adopté en seconde lecture en commission de la Santé le 10 mai dernier. Le rapport de cet examen en seconde lecture a été publié le 19 mai dernier.
La séance plénière du 22 avril dernier a accordé l’urgence à ce projet de loi. Par conséquent, le délai figurant à l’article 85, premier alinéa n’est pas d’application.
Il n’existe donc plus aucun obstacle réglementaire à l’examen de ce projet de loi en séance plénière.
Les soussignés demandent donc officiellement d’ajouter le projet de loi susmentionné à l’ordre du jour de la séance plénière du jeudi 20 mai 2021.
Het wetsontwerp houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidszorg (nr. 1929) werd in de commissie voor Gezondheid in tweede lezing goedgekeurd op 10 mei jl. Het verslag van deze bespreking in tweede lezing werd gepubliceerd op 19 mei jl.
De plenaire vergadering van 22 april jl. heeft de urgentie toegekend aan dit wetsontwerp, waardoor de in artikel 85, eerste lid vermelde termijn niet van toepassing is.
Er is dan ook geen enkel reglementair obstakel meer om dit wetsontwerp in plenaire vergadering te behandelen. Ondergetekenden verzoeken dan ook om bovengenoemd wetsontwerp toe te voegen aan de agenda van de plenaire vergadering van donderdag 20 mei 2021.
Quelqu'un demande-t-il la parole?
Vraagt iemand het woord?
09.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, over de motie met betrekking tot het wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens de epidemische noodsituatie, document nr. 1951, hebben we binnen de schoot van de bevoegde commissie een uitvoerig debat gevoerd. Deze Kamer heeft de urgentie daarover aangenomen. Deze zaak is ook hoogdringend. Ik verzoek dan ook bij motie om dit punt toe te voegen aan de agenda.
09.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, op basis van artikel 98 van het Reglement zou ik willen dat de Raad van State zich uitspreekt over de wijzigingen die zijn aangebracht op het wetsontwerp zoals de minister dat heeft ingediend bij de commissie en die hebben geleid tot de goedkeuring in commissie van het wetsontwerp. Ik reken op voldoende steun daarvoor bij de collega's.
09.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, le projet d'ordre du jour a encore été modifié en certains points non négligeables. Je citerai un exemple au hasard: la réquisition du personnel hospitalier, qui n'est pas un petit détail.
Il me semble donc important que nous puissions, suivant l'article 98.6, demander l'avis du Conseil d'État sur la proposition qui nous est soumise aujourd'hui. Cette demande me paraît pertinente. Je propose qu'un maximum de collègues nous rejoignent pour obtenir cet avis.
La présidente: Merci, monsieur Hedebouw. Je vous entends. Néanmoins, nous devons d'abord nous prononcer sur l'ordre du jour.
09.04 Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, puisque la question des amendements et de leur renvoi vers le Conseil d'État est posée par les collègues, je souhaite mentionner que nous avons déposé un amendement pour lequel nous aimerions solliciter l'avis du Conseil d'État. Il concerne les peines, car cette partie du projet gouvernemental présente plusieurs problèmes. Au demeurant, certains groupes de la majorité, dont le MR, ont fait acter au procès-verbal que certaines questions se posaient à ce sujet. Dès lors, nous aimerions obtenir l'avis du Conseil d'État à propos de l'amendement que nous avons déposé.
09.05 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, nous avons également déposé trois amendements qui sont de nature à améliorer le caractère démocratique du texte. Nous souhaitons aussi qu'ils soient soumis au Conseil d'État. Je précise néanmoins qu'il n'est pas question de s'engager dans une manœuvre éternelle de flibuste. Ici, le texte a objectivement été changé. Objectivement, les amendements de nos collègues et les miens n'ont jamais pu avoir l'avis du Conseil d'État. Je veux dire par-là qu'il ne s'agit pas de jouer ce jeu éternellement mais en l'occurrence, pour nous, c'est indispensable.
09.06 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik veronderstel dat wij ons eerst zullen uitspreken over de agenda. Daarom wil ik ook kort iets zeggen over de andere motie, die over de toevoeging gaat van het wetsontwerp houdende maatregelen ter beheersing van de covidpandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidszorg, zijnde document nr. 1929.
Wij hebben een tijd geleden de urgentie verleend aan het wetsontwerp, omdat de tekst gaat over een aantal zaken die nog steeds erg belangrijk zijn in tijden van een gezondheidscrisis. Het gaat om het verzekeren van de bevoorrading van hulpmiddelen. Het gaat over het verminderen van risico's op tekorten aan geneesmiddelen en het vastleggen van een wettelijk kader voor de financiering van testen. Het wetsontwerp kreeg toen de urgentie. Ik benadruk nog eens graag waarom.
Wij vragen ook dat wetsontwerp toe te voegen aan de agenda. Het verslag stond gisteren in de voormiddag online. Daarom vraagt de meerderheid het wetsontwerp, document nr. 1929, toe te voegen aan de agenda.
09.07 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, er zijn nu al twee punten die de meerderheid vandaag plots aan de agenda wil toevoegen.
Mevrouw Depraetere, dezelfde discussie hebben wij gisteren in de Conferentie van voorzitters al gevoerd. Het voorstel heeft inderdaad van de meerderheid de urgentie gekregen. U weet echter net zo goed als ik dat de inhoud ervan helemaal niet zo urgent is. Het staat geagendeerd voor volgende week. Voor mij mag dat ook zo blijven en zullen wij het volgende week tijdens de plenaire vergadering behandelen.
Voor het andere wetsontwerp, dat de meerderheid hier nu ook nog eens dringend en stoemelings wil behandelen, wil ik mij aansluiten bij de collega's die het niet op de agenda van vandaag willen geplaatst zien. Ik wil hen ook steunen in hun vraag om de aangebrachte wijzigingen en de definitieve versie voor te leggen aan de Raad van State.
09.08 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, wij hebben de voorbije weken in de Conferentie van voorzitters een toch wel belangwekkende nota besproken die werd opgesteld door de diensten in verband met de sterke verzwaring van de werklast van het personeel. Dat zal voor een belangrijk deel wel te maken hebben met corona.
Wij moeten daarvoor reglementair misschien hier en daar een oplossing vinden, maar ik vrees dat reglementen niet opgewassen zijn tegen de aanhoudende neiging van de regering om alles als urgent te beschouwen. Men heeft maanden de tijd om een dossier voor te bereiden en wanneer het dan in behandeling is, kan het plots niet snel genoeg gaan, met alle bezwaring en verzwaring van het werk van de diensten tot gevolg, waarvoor op die manier eigenlijk weinig respect wordt opgebracht.
Er is een algemene regel: wanneer alles urgent is, is niets urgent. De regering zou er volgens mij goed aan doen om wat dat betreft enige terughoudendheid aan de dag te leggen, al was het maar uit respect voor het personeel van deze Kamer.
09.09 Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, ma collègue invoque une urgence terriblement importante dans le cadre de la gestion du covid. Puis-je peut-être l'inviter à consulter le texte? Il s'agit en bonne partie de valider rétroactivement des politiques dont certaines ont débuté il y a un an. Je pense notamment au testing et à la vaccination. On ne peut pas dire aujourd'hui qu'il y a une urgence à voter un texte, alors que les vaccinateurs sont déjà en route depuis fin décembre. Si vous me le permettez, au-delà de la forme avec la pression permanente de la majorité sur les services, sur le fond, ce n'est pas non plus audible.
On voit bien qu'une majorité, la majorité numérique, va imposer la mise à l'ordre du jour aujourd'hui. Mais je le dis tout de suite: nous souhaitons consulter le Conseil d'État sur des amendements à ce projet de loi, et ce, pour plusieurs raisons. Nous avons eu des discussions en commission, à la va-vite. Le ministre a parfois dit tout et son contraire entre la première et la deuxième lecture.
Par ailleurs, certaines décisions sont fondamentales pour l'avenir, notamment le fait de se donner le pouvoir de contourner complètement la concertation. Le fait également de ne pas pouvoir ouvrir la porte à un testing gratuit. Le fait de persister à ne pas associer les médecins généralistes à la vaccination.
Alors que la crise a démontré combien nous perdons de l'efficacité quand chaque niveau de pouvoir fait sa popote dans son coin, vous choisissez, pour l'avenir, l'option d'une gestion des stocks stratégiques qui ne tient pas compte de structures importantes comme les maisons de repos. Certes, elles sont de compétence régionale, mais nous savons combien il est vital qu'elles soient associées dans l'approche de gestion d'une pandémie.
Madame la présidente, notamment pour toutes ces raisons, j'avais déjà déposé certains amendements en commission. Nous en avons ajouté d'autres. Je signale d'emblée que je n'enverrai pas tous les amendements au Conseil d'État, mais quatre d'entre eux. Je donnerai les précisions aux services. Tout cela justifie largement le fait de pouvoir se donner, avec le Conseil d'État, la possibilité de faire évoluer le texte. Je vous remercie.
09.10 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, deux motions nous sont proposées, l'une concernant la loi Verlinden et l'autre concernant la loi Vandenbroucke. Les deux dossiers sont différents.
S'agissant de la loi Verlinden, le Conseil d'État a été très clair: si des changements étaient opérés dans le cadre des débats, il serait utile de lui demander son avis sur ces changements. Tout le monde est d'accord pour dire qu'il y a eu des changements. J'ai pris l'exemple de la réquisition du personnel. Dans la loi de 2007, on parle de réquisition pour un accident ou une catastrophe naturelle. Ici il y a la fameuse question de savoir si on peut réquisitionner le personnel médical. Vous savez que les travailleurs du secteur ont vécu cette réquisition comme une humiliation, à juste titre. Ce n'est pas un petit détail. Qu'on soit d'accord ou pas, c'est un autre débat, mais il y a eu un changement entre l'avant-projet et le projet. On propose donc de demander un avis du Conseil d'État sur une loi qui a été changée en chemin par rapport à l'avant-projet. Si le Conseil d'État le demande, on peut quand même l'accepter.
S'agissant de la loi Vandenbroucke, nous avons l'envie de pouvoir soumettre des amendements d'une grande pertinence au Conseil d'État.
Madame la présidente, vous nous proposez deux motions et je propose de passer méthodiquement à chaque motion et à chaque débat.
De voorzitster: De eerste motie wenst het wetsontwerp betreffende maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, nr. 1951, ook wel bekend als de pandemiewet-Verlinden, toe te voegen aan de agenda.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur la modification de l'agenda.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich uitspreken over de agendawijziging.
La modification de l'agenda est adoptée.
De agendawijziging wordt aangenomen.
De tweede motie wenst het wetsontwerp houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidszorg, nr. 1929, ook wel de pandemiewet-Vandenbroucke genoemd, toe te voegen aan de agenda.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur la modification de l'agenda.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich uitspreken over de agendawijziging.
La modification de l'agenda est adoptée.
De agendawijziging wordt aangenomen.
09.11 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, ik heb akte genomen van de vraag van sommige collega's advies van de Raad van State te vragen voor de twee ontwerpen die hangend zijn. Mijn vraag is een naamstemming te houden over deze adviesvraag.
09.12 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik wil toch even opmerken dat de oorspronkelijk nogal interessante manier van werken die geïntroduceerd is door een voorontwerp in te dienen, dat zowel aan de Kamer als aan de Raad van State is bezorgd, werd verkocht als een model van nieuwe politieke cultuur. Over dat voorontwerp heeft de Raad van State een advies gegeven. En dan is er een definitief ontwerp gekomen.
Wat door deze regering verkocht werd als een totale nieuwigheid van openheid en nieuwe politieke cultuur heeft ertoe geleid dat diezelfde regering geweigerd heeft een advies te vragen bij de Raad van State voor het definitieve wetsontwerp dat ingediend is. Dat is, meen ik, ongezien. Dat is een ongeziene minachting van de normale procedure van werken. Dat is ook een ongeziene minachting voor de Raad van State als instituut. De Raad van State heeft in zijn advies over het voorontwerp expliciet gezegd dat hij opnieuw geconsulteerd wou worden wanneer er wijzigingen werden aangebracht die niet het gevolg zijn van zijn oorspronkelijke advies.
Ik merk trouwens nog even op dat er bij de tweede lezing – een zeer nuttige tweede lezing – problemen zijn opgedoken die onmogelijk gevat konden zijn in het advies van de Raad van State, omdat het een artikel betrof dat in de definitieve versie die is ingediend, anders was beschreven dan in het voorontwerp. Zo waren er nog drie of vier voorbeelden.
Daarin is dus de vraag van de Raad van State miskend. Wij hebben gevraagd om toch een advies te vragen, maar dat is in de commissie door de meerderheid op een brutale manier – met misbruik van de meerderheidssituatie – afgewezen. Het gevolg daarvan is dat wij een zeer manke manier van besluitvorming hebben moeten ondergaan. Tegen die achtergrond moet onze vraag worden geïnterpreteerd. Wij gaan immers door van het Reglement gebruik te maken ervoor proberen te zorgen dat de Raad van State toch minstens een deel van het werk op een fatsoenlijke manier zou kunnen doen.
Ik wil er ook even op wijzen dat door de urgentie wellicht bijzondere termijnen gelden voor het advies dat wij vragen aan de Raad van State. Daarom is het misschien goed dat wij het werk voor de Raad van State wat opdelen, vandaar onze vraag op basis van artikel 98 van het Reglement om ons nu te beperken tot de onderdelen die gewijzigd zijn tijdens de bespreking en die trouwens amendementen betreffen die zijn ingediend door de meerderheid, omdat zij zelf heeft gezien dat de ingediende versie nog wat gebreken bevatte, die trouwens werden opgemerkt door de juridische dienst van de Kamer. Wij hebben gevraagd dat de Kamer een juridische nota zou opstellen ter beoordeling van het ingediende wetsontwerp en wij hebben vastgesteld dat dat toch nog aardig wat slordigheden bevatte, wat zelfs werd toegegeven door de meerderheid, die amendementen heeft ingediend om ervoor te zorgen dat de wijzigingen nog konden worden doorgevoerd. Uiteraard zijn zij niet voorgelegd en hebben zij geen onderdeel uitgemaakt van de beoordeling door de Raad van State, vandaar mijn vraag.
Aangezien er een hoofdelijke stemming wordt gevraagd, zou ik wel graag de nodige tijd willen vragen zodat alle leden in de mogelijkheid zijn om hun stem uit te brengen. Wij mogen de covidomstandigheden niet laten misbruiken om met reglementair gesjoemel een zeer voor de hand liggende vraag te proberen tegen te houden. Ik dank u voor uw inschikkelijkheid.
La présidente: S'il n'y a pas d'autres interventions, peut-être pourrais-je préciser exactement ce qui pourrait alors être renvoyé au Conseil d'État.
Monsieur De Roover, vous proposez les passages modifiés en commission ainsi que les amendements 46, 47, 48, 49 et 50 apportés au document n° 1951 relatif aux mesures de police.
Pour ce qui concerne l'autre motion, nous avons eu l'annonce de nombreux amendements déposés (28, 29, 32, 34, 20, 21, 40, 22, 33, 27, 25, 26, 39, 23, 35, 36, 30, 37, 24, 31 et 38). Vous voyez ainsi, chers collègues, le travail fourni!
09.13 Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, comme je le disais tout à l'heure, je n'envoie pas tous mes amendements au Conseil d'État. Ce que je me propose de faire, c'est d'indiquer aux services les quatre amendements que je souhaite soumettre au Conseil d'État. Les autres ne nécessitent pas un renvoi au Conseil d'État.
La présidente: Je vous remercie de signaler exactement quels amendements vous souhaitez voir renvoyés au Conseil d'État.
Chers collègues, je vous propose de suspendre la séance dix minutes pour que tous puissent se connecter.
Un sms est envoyé à tous les membres pour les informer du vote.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue à 16 h 58.
De vergadering wordt geschorst om 16.58 uur.
La séance est reprise à 17 h 13.
De vergadering wordt hervat om 17.13 uur.
La séance est reprise.
De vergadering is hervat.
10 Verzoek om advies van de Raad van State over de amendementen 46 tot 50 en de tekstwijziging in commissie van het wetsontwerp nr. 1951
10 Demande d'avis du Conseil d'État sur les amendements 46 à 50 et les passages modifiés en commission du projet de loi n° 1951
Er wordt overgegaan tot een elektronische telling.
Il est procédé au comptage électronique.
(Stemming/vote 1)
Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.
50 membres
au moins appuient la demande d'avis.
Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.
En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.
11 Verzoek om advies van de Raad van State over de amendementen 20 tot 34 en 40 op het wetsontwerp nr. 1929
11 Demande d'avis du Conseil d'État sur les amendements 20 à 34 et 40 au projet de loi n° 1929
Er wordt overgegaan tot een elektronische telling.
Il est procédé au comptage électronique.
(Stemming/vote 2)
Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.
50 membres
au moins appuient la demande d'avis.
Bijgevolg zal de voorzitster het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.
En conséquence, la présidente demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.
Je vous signale que je vais demander l'urgence pour les deux demandes d'avis.
(Mevrouw Yngvild Ingels heeft zoals haar fractie gestemd)
12 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 12 juin 2020 modifiant l'arrêté royal du 4 octobre 2006 déterminant le mode de calcul et de perception de la contribution pour APETRA et abrogeant l'article 1er, § 4, de l'arrêté ministériel du 27 décembre 1978 relatif à l'enregistrement des personnes qui interviennent dans le circuit d'approvisionnement du pays et des consommateurs en pétrole et produits pétroliers (1925/1-3)
12 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 12 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA en tot opheffing van het artikel 1, § 4, van het ministerieel besluit van 27 december 1978 betreffende de inschrijving van de personen die optreden in de bevoorradingsketen van het land en van de verbruikers in aardolie en aardolieprodukten (1925/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
12.01 Séverine de Laveleye, rapporteur: Madame la présidente, je
m'en réfère à mon rapport écrit.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1925/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1925/3)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article, avec une correction technique à l'intitulé et à l'article 3.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen, met een technische verbetering in het opschrift en artikel 3.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Proposition de résolution visant à accroître la sécurité aux passages à niveau (1640/1-6)
13 Voorstel van resolutie betreffende het verhogen van de veiligheid aan spoorwegovergangen (1640/1-6)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Kim Buyst,
Nicolas Parent, Joris Vandenbroucke.
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (1640/5)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1640/5)
L’intitulé en français a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative à une sécurité accrue aux passages à niveau".
Het
opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "proposition de
résolution relative à une sécurité accrue aux passages à niveau".
La discussion est ouverte.
Le rapporteur est Mme Zanchetta, qui s'en réfère à son rapport écrit.
13.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mevrouw de voorzitster, eerst en vooral mijn dank aan de indieners, die dit interessante debat geopend hebben.
Collega's, in het spoorverkeer geldt: safety first. Dat geldt bij uitstek voor de gelijkgrondse overwegen, die de aanleiding vormen tot een groot deel van de ongevallen of bijna-ongevallen op ons spoornet. We moeten erkennen dat een overweg een potentieel veiligheidsrisico in zich draagt. Infrabel investeert gelukkig al sinds zijn oprichting zwaar in de verbetering van de veiligheid van spoorwegovergangen, door middel van beveiligingsmaatregelen op het terrein. Tevens werden heel wat preventiecampagnes uitgerold, die zeker hun verdienste hebben.
Ondanks al die inspanningen kiezen mensen, spijtig genoeg, er nog steeds voor om grote risico's te nemen aan spoorwegovergangen, met gevaar voor eigen leven. Soms heeft dat, spijtig genoeg ook, dramatische gevolgen. Het spreekt voor zich dat wij Infrabel verzoeken om die situatie nauwgezet op te volgen en inspanningen te blijven leveren om de risico's maximaal in te perken. Het lijkt mij maar normaal dat er brede steun is voor dat evidente verzoek. Ik ben er trouwens van overtuigd dat ook Infrabel zelf het daar volledig mee eens is. Elke betrokken partij zit hierin op dezelfde lijn.
Een groter punt van discussie is een andere uitverkoren maatregel van Infrabel om de veiligheid te verbeteren, met name de afschaffing van overwegen. Als ik het over "discussie" heb, verwijs ik niet zozeer naar een politiek meningsverschil in deze Kamer of zelfs niet naar het middenveld. Uit de besprekingen en de hoorzittingen in de commissie is immers gebleken dat zo goed als iedereen, bijna elke partij en elke betrokken middenveldorganisatie, het erover eens is dat Infrabel vaak op de verkeerde manier te werk gaat bij het afschaffen van spoorwegovergangen. Het spanningsveld situeert zich tussen enerzijds Infrabel, dat meent recht in de schoenen te staan om vanuit de belangen van het spoorvervoer de gelijkgrondse overwegen af te schaffen, en anderzijds lokale overheden, maar ook landbouw en middenstand en andere belanghebbenden bij het behoud van mobiliteit over de weg. De afschaffing van een overweg haalt de spoorveiligheidsrisico's weg op één locatie, maar dwingt alle wegverkeer naar een andere locatie, waar de risico's er niet kleiner op worden, integendeel. In de praktijk zijn het vooral de rustige, minder gebruikte overwegen langs de kleinere invalswegen die de afgelopen jaren werden afgeschaft. Zelden zijn dat de grotere overwegen met meer verkeer en grotere veiligheidsrisico's.
Bovendien zorgt de afschaffing van een overweg in een lokale gemeenschap voor andere problemen, bijvoorbeeld inzake mobiliteit, toegankelijkheid en ontsluiting. Infrabel heeft daar minder oog voor omdat die zaken simpelweg niet tot zijn kerntaken behoren. Dit spanningsveld zorgt voor heel wat discussie. Ik verwijs naar de hoorzittingen met de vzw Trage wegen en de VVSG die zich daarover het sterkst uitgesproken hebben.
De afschaffing van een spooroverweg zonder alternatief voor het verkeer heeft vaak nefaste gevolgen en stuit dan ook op verzet, omdat lokale gemeenschappen in twee gedeeld worden en de ontsluiting van hele dorpen onderuitgehaald wordt. Wanneer een lokaal bestuur kiest voor het behoud van de spoorwegoverwegen, dan schrikt Infrabel er soms niet voor terug om druk uit te oefenen op gemeentebesturen om toch een akkoord te krijgen voor de afschaffing van de overweg. Dergelijke problemen zien we in verschillende steden en gemeenten in Vlaanderen, bijvoorbeeld in Lier, Asse, Deinze, Kalmthout, Lissewege en tal van andere plaatsen. Zowel de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten als de vzw Trage Wegen heeft daarover getuigd in onze commissie. Zij spraken in dat verband van een ongelijk partnerschap tussen Infrabel en de lokale besturen. Er zijn heel wat voorbeelden van gemeenten waar Infrabel bijvoorbeeld de bouw van een fietssnelweg langsheen het spoor blokkeert zolang het gemeentebestuur niet akkoord gaat met de afschaffing van één of meerdere overwegen. Infrabel gaat daarin soms zijn boekje te buiten.
Infrabel leeft ook sommige aspecten van het huidig regelgevend kader niet na. Ik verwijs in dat verband naar artikel 38 van het beheerscontract en artikel 12 van het KB van 11 juli 2011. Het is wel duidelijk dat dit in de toekomst anders moet. Vooraleer er besloten kan worden een overweg permanent af te sluiten, moeten de gevolgen voor de lokale gemeenschap en de mobiliteit grondig worden bestudeerd.
De vraag tot sluiting van een spoorovergang, die wel degelijk gegrond en gemotiveerd kan zijn, kan er enkel komen met akkoord van de gemeente, binnen een gelijkwaardige relatie. Dat laatste punt is belangrijk want juist daarvan is er vandaag vaak geen sprake. Vandaar dat het oorspronkelijke voorstel van resolutie ook grondig geamendeerd werd. Ik dank de collega's voor de samenwerking daarvoor. Verschillende van hen, uit diverse partijen, hebben vanuit hun lokale beleidservaring het probleem onderschreven. Zij vragen in deze resolutie om een nieuw wettelijk kader voor het afschaffen van overwegen. Daarbij moet de oprechte en gelijkwaardige stem van lokale besturen gegarandeerd zijn. Ook de inwoners van de lokale gemeenschappen moeten daarbij worden betrokken en hun maatschappelijke belangen moeten worden erkend.
Deze resolutie is zeker een stap in de goede richting, maar is wat ons betreft ook niet het einde van dit dossier. N-VA heeft alvast een wetsvoorstel ingediend voor een verbetering ten gronde in het belang van de veiligheid van het spoorwegnet en in het belang van de mobiliteit over de weg.
13.02 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, de trein is een van de veiligste manieren om zich mee te verplaatsen. De heer Roggeman verwees er al naar dat er zich vaak zwarte punten vormen waar sporen het andere verkeer kruisen. Jaarlijks zijn er aan die spoorwegovergangen ongeveer 44 ongevallen waarbij 9 mensen het leven laten. In België zijn er op dit moment net iets minder dan 1.700 spoorwegovergangen. Infrabel koos er de laatste jaren voor om de veiligheid te verhogen door spoorwegovergangen af te sluiten en deed dat aan een tempo van ongeveer 20 overgangen per jaar. Dat betekent dat het nog 80 jaar zal duren om alle overwegen af te sluiten. Daarnaast spendeert Infrabel jaarlijks 30 miljoen aan het verhogen van de veiligheid aan spoorwegovergangen en 10 miljoen daarvan aan het afschaffen van die spoorwegovergangen. Sinds 2015 is er bij Infrabel een actieplan voor het verhogen van de veiligheid. De voormalige minister van Mobiliteit, de heer Bellot, antwoordde mij op een van mijn vragen dat Infrabel ook wel aan internationale benchmarking doet en dat dat geresulteerd zou hebben in een lijst met aanbevelingen. Toch zien we slechts een beperkte daling van het aantal ongevallen aan spoorwegovergangen in België, zeker in vergelijking met heel wat andere Europese landen.
Het afsluiten van een overweg heeft daarnaast zware consequenties voor de lokale mobiliteit. Verschillende gemeentebesturen voelen zich met de rug tegen de muur gezet. Buurtbewoners voelen zich afgeknipt van de rest van hun dorp. Wandelaars en fietsers moeten voortaan een hele omweg maken, wat de modal shift bemoeilijkt. Ook landbouwers geraken niet meer vlot op hun akkers. In meer dan 60 % van de gevallen komt er immers geen doorgang meer in de vorm van een tunnel of een brug.
Die twee delen van het verhaal resulteren in de indiening van een resolutie door de Ecolo-Groenfractie in onze commissie. Er zijn dan hoorzittingen georganiseerd, waarna we de tekst hebben geamendeerd.
Wij zijn ook op een constructieve manier de dialoog aangegaan met alle partijen. Dat heeft geleid tot het resultaat dat hier vandaag voorligt.
In de resolutie formuleren wij enkele aanbevelingen en vragen wij ze te verankeren in het nieuwe beheerscontract dat zal worden gesloten met Infrabel, alsook om ze op te nemen in de investeringsplannen van Infrabel.
Met onze resolutie stellen wij een aantal vragen.
Om het aantal slachtoffers te laten dalen, zal meer moeten worden geïnvesteerd in het veiliger inrichten van overwegen.
Er zullen ook meer politiecontroles moeten zijn op overtredingen en er moet strenger worden toegezien op het oversteken van belemmerde en gesloten overgangen.
Het is duidelijk dat de huidige strategie van het sluiten van overwegen veel geld kost en traag gaat. Wij vragen dus onderzoek te voeren naar andere oplossingen voor het beveiligen van overwegen. Bijvoorbeeld, in het buitenland, met name in Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, zien wij dat meer gebruik wordt gemaakt van obstakeldetectie met volledige slagbomen, waarbij het systeem kijkt of de overweg vrij is. Pas op dat moment zal de trein doorrijden. Die keuze lijkt veiliger te zijn dan de keuze voor halve slagbomen.
Wij zouden ook kunnen onderzoeken in welke mate een overweg voorbehouden kan zijn voor voetgangers en fietsers.
In de resolutie hebben wij ook opgenomen dat het afsluiten van een overweg grote gevolgen heeft voor een gemeente. Soms snijdt een spoorweg een gemeente gewoon in twee en moeten voetgangers en fietsers een grote omweg maken. Daarom is het belangrijk buurtbewoners en verenigingen actief te betrekken bij spoorwegovergangprojecten.
De heer Roggeman heeft er al naar verwezen. In de hoorzittingen kwam heel duidelijk naar voren dat goed moet worden nagedacht over het kader dat wordt gecreëerd bij het afschaffen van een overweg.
Daarom vragen wij in de resolutie het wettelijk kader te herzien, het goed te bestuderen en te bekijken op welke manier het beter kan, zodat lokale overheden en inwoners bij het proces worden betrokken en maatschappelijke belangen mee in acht kunnen worden genomen.
Op die manier willen wij streven naar een halvering tegen 2030 van het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers op spoorwegovergangen en willen wij een strategie uitwerken om tot nul ongevallen te komen op overwegen, zoals gedefinieerd in het Europese kader van verkeersdoelstellingen.
Tot zover de inhoud van de resolutie die vandaag ter stemming voorligt.
Rest mij enkel om alle collega's van de commissie voor Mobiliteit te bedanken voor de constructieve dialoog en medewerking en de brede steun die onze resolutie kreeg in diezelfde commissie.
13.03 Laurence Zanchetta (PS): Madame la présidente, je vous remercie. J'intervenais plutôt par rapport à la proposition de loi suivante et je vais déjà dire quelques mots à son propos.
On l'a rappelé, et je pense qu'il est nécessaire d'y revenir: suivant les chiffres d'Infrabel, il y a eu 45 accidents aux passages à niveau en 2019, faisant 7 morts et 6 blessés. C'est parfois "la faute à pas de chance" mais ces accidents résultent surtout d'une erreur dans le chef du conducteur. C'est sur ces accidents causés par une infraction que nous pouvons agir par le biais de cette résolution et par le biais de la proposition de loi qui suit. Je ne sais pas si je peux continuer à en dire un mot ou si j'y reviens par après.
Actuellement, le Code de la route interdit à tout conducteur "de s'engager sur un passage à niveau si l'encombrement de la circulation y est tel qu'il serait vraisemblablement immobilisé sur ce passage". La violation de cette disposition est seulement considérée comme une infraction du premier degré. C'est l'objet de la proposition suivante. Pourtant, s'engager sur un passage à niveau, alors qu'il y a de la circulation, est insensé et dangereux, et ce, même quand les barrières sont levées. C'est certainement plus dangereux que de s'engager dans un carrefour routier alors qu'il y a déjà du trafic – même si c'est interdit – puisqu'on le sait, un train contrairement à une voiture, ne peut pas s'arrêter à la vue d'un obstacle. Il nécessite une grande distance de freinage.
On le sait aussi, certains automobilistes ne mesurent pas le danger ou, en tout cas, prennent des risques inconsidérés. Or, en général, les victimes de tels accidents ne viennent pas témoigner de la gravité de la situation. Il n'y a jamais de retour possible. Il est en effet très rare de n'avoir que des blessés. L'issue est très souvent et malheureusement fatale. C'est la raison pour laquelle la proposition de loi suivante vise à faire passer cette infraction dans la catégorie des infractions du deuxième degré. Ici, on ne veut pas augmenter les amendes pour simplement les augmenter. Le but est évidemment, comme c'est bien écrit dans le texte, d'une part, de faire comprendre aux usagers de la route qu'il est dangereux de s'engager de façon irréfléchie sur un passage à niveau et, d'autre part, de veiller à ce qu'une plus grande priorité soit accordée à ces infractions, dans le cadre de la répression policière et judiciaire.
13.04 Pieter De Spiegeleer (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik zal straks een tweetal amendementen van de Vlaams Belangfractie toelichten, maar eerst wil ik benadrukken dat het doel van dit voorstel van resolutie zeker onze steun geniet.
De actualiteitswaarde ervan is en blijft hoog. Naast het feit dat het voorstel, zoals het nu voorligt, nog wat kan worden geoptimaliseerd middels onze amendementen, is het in elk geval een document dat na debatten en hoorzittingen toch een hele weg heeft afgelegd, en dit in positieve zin, zoals daarnet al is aangehaald. Zelden of nooit heb ik in onze commissie een dergelijke mate van consensus gemerkt.
Er was een algemene consensus over de partijgrenzen heen, maar ook bij de diverse middenveldorganisaties, zoals de VVSG, Trage Wegen en de Fietsersbond, maar ook bij landbouworganisaties, die trouwens op uitdrukkelijke vraag van onze fractie werden uitgenodigd, met de steun van onze collega Arens.
Er waren gezamenlijke bezorgdheden en bedenkingen en ook ongenoegen over het Infrabelbeleid, met de daarbij horende onbeholpen communicatie als grote gemene deler, en over het archaïsche belgicistische bestuur vanuit een Brusselse ivoren toren, weg van regionale en lokale gevoeligheden en weg van gevoeligheden bij verschillende sectoren, zoals de landbouw en de haven.
Niet alleen worden die regionale en lokale gevoeligheden veel te weinig opgepikt, ook de lokale besturen en middenveldorganisaties worden te weinig of niet betrokken bij gesprekken of bij de zoektocht naar mogelijke oplossingen.
Ik wil nogmaals namens mijn fractie benadrukken dat veiligheid in deze prioritair is, maar het Vlaams Belang zal blijven hameren op realisme wat betreft het sluiten van overwegen. Dit kadert in de veiligheid, maar vormt ook een belangrijk onderdeel van deze resolutie. We moeten maximale betrokkenheid en inspraak van de belanghebbende klassieke gebruikers en van sectorfederaties hoog in het vaandel dragen.
Wat het realisme inzake het sluiten van overwegen betreft, verwijs ik graag naar de uiteenzetting van de heer Bultinck, de vertegenwoordiger van Infrabel, tijdens onze hoorzitting van 10 maart. Volgens hem mogen we ons absoluut niet focussen op statistieken en op de jaarlijkse cijfers om het aantal gesloten overwegen te evenaren of zelfs te verhogen. Een verhoging van die cijfers staat absoluut niet gelijk aan een globale verbetering want, zoals de heer Bultinck mooi parafraseerde, het laaghangend fruit is inmiddels ervantussen. Lees, de overwegen waarvoor het evidenter was om ze te sluiten en die dus op minder weerstand stuitten, zijn er bij deze al van tussen.
Ik wil nog even de vaak gegeven perceptie, door Infrabel maar ook door minister Gilkinet, in herinnering brengen dat het aantal overwegen moet verminderen om de veiligheid aan overwegen te verhogen. Daartussen zou een rechtevenredig verband bestaan. Dat lijkt ons een beetje een gemakkelijke redenering, want minder overwegen zorgen uiteraard niet voor minder kruisingen aan overwegen. Integendeel, op die manier komt er een concentratie van kruisingen. Als men van vijf overwegen op een traject gaat naar twee, zal dat verkeer natuurlijk naar die twee overwegen geleid worden. Dan krijgt men nog vaker situaties met een tractor tussen auto's, bestelwagens en kinderen die naar school fietsen. Op die manier wordt dus absoluut geen gevoel van veiligheid gecreëerd. Dat is onze visie. Er zijn natuurlijk ook regionale verschillen. In rurale gebieden of semirurale gebieden maken landbouwvoertuigen een aanzienlijk deel van het verkeer uit.
Dat alles neemt niet weg dat bij het maken van politieke keuzes en van beleidskeuzes een aantal pijlers en invalshoeken in acht moet worden genomen. Dat is iets waarmee Infrabel helaas niet altijd even handig omgaat. De ene overweg is de andere niet. De ene regel is de andere is. De ene belanghebbende is de andere niet. Het sluiten van een overweg in het stedelijke Ganshoren en die vervangen door een voetgangers- en fietstunnel is natuurlijk een heel ander verhaal dan het sluiten van een spoorovergang is de landelijke gebieden in Haaltert, Oosterzele, Lierde of Hoeselt.
Dan is er nog de problematiek in havengebieden. Helaas vernemen wij vaak slecht nieuws in de pers. Onlangs was er nog een ongeval in Zeebrugge. Naar onze bescheiden mening blijft dat nog een beetje onderbelicht. Wij zullen dat ook symbolisch nader toelichten in een amendement.
Dit voorstel van resolutie is een belangrijke stap, maar wij zullen in de nabije en verdere toekomst met de nodige argusogen bekijken welke vruchten het zal afwerpen.
Ik kom tot de toelichting van de amendementen.
Vooreerst licht ik ons amendement nr. 20 toe. Volgens verzoek 6 dient een actieplan specifiek gericht op de veiligheid van overwegen en in havengebieden uitgewerkt te worden. De Vlaams Belangfractie vraagt expliciet om de volgende bijzin toe te voegen: "en dit in nauwe samenwerking met deze havenbedrijven". Het is namelijk van het grootste belang om een constructieve samenwerking en overleg aan te gaan met betrokkenen. In verzoek 8 wordt de samenwerking met actoren namelijk wel meer gespecificeerd, bijvoorbeeld met landbouwers en gemeentebesturen. Aangezien de resolutie niet spreekt over de havenbedrijven, terwijl het actieplan in verzoek 6 specifiek gericht is op de havenproblematiek, denk ik dat het toch van enige duidelijkheid getuigt om een zin over de havenbedrijven toe te voegen.
Met ons volgend amendement wensen wij verzoek 11 te vervangen. Wij willen ook de volgende zin toevoegen: "Zoals de aanleg van kunstwerken in de vorm van tunnels en bruggen die maximaal toegankelijk zijn voor alle weggebruikers". Initieel stond in de tekst dat opties onderzocht moeten worden omtrent de vervanging door bruggen of tunnels voor fietsers en voetgangers. Door in dat zinsdeel de fietsers en voetgangers te vernoemen, worden andere weggebruikers eigenlijk uitgesloten, wat moeilijk te rijmen valt met verzoek 3 en verzoek 8.
Wij hopen dat onze amendementen de resolutie zoals die nu voorligt zeker vervolledigen. Wij hopen ook, zoals al aangehaald, dat wij in de toekomst aan de hand van deze resolutie in onze commissie constructief kunnen voortwerken.
13.05 Emmanuel Burton (MR): Madame la présidente, mon intervention pourra valoir pour cette proposition de résolution comme pour le point suivant, la proposition de loi portant sur la sécurité au niveau des passages à niveau. Je ne me répéterai donc pas lorsque nous passerons au deuxième point.
Un accident à un passage à niveau est toujours un accident de trop. On y compte en moyenne un accident par semaine et une personne décédée ou grièvement blessée par mois. C'est ce que déplorait, il y a quelques mois, le porte-parole d'Infrabel. Il est vrai que les passages à niveau sont encore nombreux en Belgique. Il en reste environ 1 700. Pourtant, depuis la naissance d'Infrabel en 2005, environ 400 d'entre eux ont été supprimés pour un coût moyen d'un million d'euros par chantier, ce qui n'est pas négligeable.
Nous nous réjouissons de renforcer encore par cette résolution les mesures de sécurité aux passages à niveau avec l'objectif ultime de réduire de moitié le nombre d'accidents et de morts aux passages à niveau à l'horizon 2030 et d'élaborer une stratégie en vue d'y réduire à zéro le nombre d'accidents.
Je profite de l'occasion pour saluer l'action de l'ex-ministre, François Bellot pour ce qui concerne la sécurisation de ces passages à niveau. Je songe notamment à l'arrêté royal du 21 novembre 2017 qu'il a porté, modifiant l'arrêté royal du 11 juillet 2011 relatif aux dispositifs de sécurité des passages à niveau sur les voies ferrées.
Cet arrêté prévoit entre autres le renforcement de la signalisation passive, la fermeture des passages à niveau privés après chaque franchissement et, lorsqu'un système à fermeture existe de manière à sécuriser le trafic ferroviaire, l'obligation stricte de respecter les injonctions données par le personnel du gestionnaire de la voirie. Les mesures étaient nombreuses.
Citons également l'opération Railspect lancée par et avec le soutien du ministre Bellot visant à lutter contre les comportements dangereux sur le domaine ferroviaire belge. Elle se déclinait en trois axes: prévention, répression et sensibilisation. Elle visait la poursuite de la suppression des passages à niveau, l'implémentation de stickers d'identification de ceux-ci (en 2019) et des contrôles renforcés aux passages à niveau avec la police des chemins de fer, la police locale et Securail.
En 2020, des ingénieurs d'Infrabel ont commencé à tester un dispositif anti-intrusion conçu par leurs soins, de nouveau sous l'égide du ministre Bellot. Cette warningbox détecte les intrusions et déclenche une alarme destinée à avertir la personne en danger. Il s'agit d'une aide à la sécurité qui vise un effet dissuasif immédiat.
Chers collègues, vous le voyez, nous sommes avec ces résolutions et l'action de ce gouvernement dans la continuité d'une politique antérieure visant à sécuriser au maximum les passages à niveau afin que, dans le futur, plus aucun drame ne soit encore à déplorer. Nous soutiendrons donc sans réserve ces deux propositions.
13.06 Jef Van den Bergh (CD&V): Mevrouw de voorzitster, collega's, eerst wil ik de initiatiefnemers danken voor hun voorstel. De veiligheid op de spoorwegovergangen houdt ons allemaal bezig en verdient onze aandacht. De cijfers zijn al door de collega's aangehaald.
De problematiek is natuurlijk niet nieuw. In het verleden heeft Infrabel al meermaals veiligheidsplannen opgemaakt om die te verhelpen. Er waren ook al meerdere onderzoeken naar de veiligste situatie. Gebruiken we halve of hele slagbomen? Kunnen we ANPR-camera's inzetten? Kunnen we andere technologieën toepassen om bewegingen op het spoor tegen te gaan als de slagbomen gesloten zijn? Het was reeds een lange zoektocht en die is ook nog lang niet beëindigd.
Een oplossing die heel vaak naar voren wordt geschoven, is de afschaffing van de overwegen. De afschaffing van overwegen is op zich geen probleem, als ze worden vervangen door een ongelijkgrondse kruising. Het is belangrijk voor het debat om dat specifiek te vermelden, omdat men het al te snel heeft over de afschaffing van overwegen. Als in een ongelijkgronds alternatief wordt voorzien, is er op zich immers geen probleem.
Als er geen of te weinig alternatieven zijn, dan komen we wel in de problemen. De hoorzittingen die we daarover hebben georganiseerd, hebben dat duidelijk aangetoond. De impact van de afschaffing van overwegen op de omgeving en op mensen die gewoon zijn om de spoorwegovergang te gebruiken, is enorm. Wij hebben de indruk dat die impact soms door Infrabel wordt onderschat.
We hebben begrip voor het bekende standpunt van Infrabel. Een niet-gelijkgrondse overweg is voor het bedrijf goed, maar geen overweg is ideaal, omdat er dan geen kruising is met andere weggebruikers, waardoor het risico op incidenten en technische mankementen kleiner is, en omdat dat gemakkelijker is in het beheer. De impact echter op de omgeving is echter onvermijdelijk. Ik denk dat daarmee soms te weinig rekening wordt gehouden.
Het voorstel van resolutie wijst daarop. De tekst vraagt om rekening te houden met die impact. Het vraagt om de omwonenden en de gebruikers zoals landbouwers en wandel- en fietsverenigingen te betrekken bij de beslissing om overwegen te sluiten, wat tot nu toe een eenzijdige gebeurtenis was, zoals de heer Roggeman ook al opmerkte.
In die zin is het een goede stap om ter zake nader onderzoek te laten doen met het oog op een wettelijk kader. Wij zullen de komende maanden en jaren zeker nog werk maken van zo'n wettelijk kader en meer veiligheidsmaatregelen voor de spoorwegovergangen.
Ik dank alvast de initiatiefnemers van het voorstel van resolutie, net zoals mevrouw Verhaert voor het hiernavolgende wetsvoorstel op de agenda, dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan de veiligheid van de verkeersovergangen.
13.07 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, de PVDA-PTB steunt het voorstel van resolutie, net zoals we dat deden in commissie. Graag haal ik enkele punten naar voren uit de heel boeiende hoorzitting, waar we heel veel uit hebben geleerd en op basis waarvan nog aanpassingen aan het voorstel van resolutie werden aangebracht.
Ten eerste werd in de hoorzitting nog maar eens aangetoond hoe moeilijk het is in ons land om gelet op de versnipperde bevoegdheden tot snelle en goede oplossingen te komen. De bevoegdheid voor het spoor is federaal. Nog andere partijen zijn Infrabel en de NMBS, de gemeenten en de Gewesten, om nog maar te zwijgen van de buurtbewoners, voetgangers en landbouwers, waarmee we rekening moeten houden. Kortom, het is een heel complex dossier.
Ten tweede hebben wij uit de hoorzittingen geleerd dat de sluiting van overwegen vaak de gemakkelijkste maar daarom niet de beste oplossing is. Als wij minder ongevallen willen op de spooroverwegen, moeten die zo worden ingericht dat wegen onder of boven de spoorlijn lopen. Er is een hogere kans op ongevallen, als men moet wachten voor een gesloten overweg.
Om ongevallen en vertragingen op het spoor te vermijden, zijn er dus ingrijpende werken nodig, zoals de bouw van tunnels onder en bruggen over de sporen. Dat vraagt natuurlijk enorme investeringen en daar ligt het kalf gebonden. Het ontbreekt Infrabel toch nog aan middelen om daar snel werk van te maken en ervoor te zorgen dat de spoorwegovergangen veilig zijn.
Ook de huidige regering slaagt er nog niet in in voldoende middelen te voorzien voor Infrabel om een groot deel van de spoorwegovergangen te beveiligen en het aantal ongevallen tot een minimum te herleiden, zoals wij allemaal willen.
Een ander belangrijk punt betrof de ANPR-camera's, waarvan sprake in de oorspronkelijke tekst. De indieners wilden de overwegen controleren via slimme camera's met nummerplaatherkenning. Wij vonden dat niet zo'n goed idee. Dat heeft namelijk niet echt een effect op de veiligheid, wat overigens door Infrabel na de hoorzitting schriftelijk werd beaamd. Dat soort camera's gebruiken aan de spoorwegovergangen verhoogt de veiligheid niet.
Wij dringen erop aan dat men niet langer dergelijke camera's als oplossing voor alle problemen naar voren schuift. Onze privacy komt daardoor alsmaar meer in het gedrang en wij willen niet evolueren naar een maatschappij waarin iedereen verdacht is en iedereen systematisch moet worden gecontroleerd. Om de cameracontrole uit de tekst te halen, hadden wij dan ook een amendement ingediend en wij zijn heel blij dat de definitieve tekst niet meer spreekt van de ANPR-camera's. Wij bedanken dan ook iedereen voor de samenwerking hieromtrent.
Tot slot, als wij onze spoorwegovergangen echt willen beveiligen, zullen er meer middelen nodig zijn voor Infrabel om conflictvrije spooroverwegen te realiseren.
13.08 Marianne Verhaert (Open Vld): Collega's, op spoorwegovergangen kruisen veel verschillende vervoersmodi elkaar. Mobiliteit gaat er gepaard met onveiligheid. Jaarlijks gebeuren er jammer genoeg verschillende ongevallen aan spoorwegovergangen, met grote gevolgen. Een aanrijding met een trein loopt zelden goed af; het menselijk leed is dramatisch. Zo'n ongeval heeft een enorme maatschappelijke en economische impact.
Het is dan ook niet meer dan terecht dat Infrabel een prioriteit maakt van de veiligheid van gelijkgrondse spoorwegovergangen door de bestaande veiligheidsmaatregelen te verbeteren, door in te zetten op sensibilisering, onder andere in veelbekeken series zoals Thuis, door handhaving van de verkeersregels en door, waar mogelijk, gelijkgrondse spoorwegovergangen weg te werken.
Jammer genoeg betekent dat vaak dat gelijkgrondse spoorwegovergangen simpelweg worden afgeschaft, zonder enig alternatief. Zo'n afschaffing is dan misschien wel positief voor de veiligheid van het treinverkeer, maar daarom niet per definitie voor de verkeersveiligheid in het algemeen of voor de leefbaarheid voor de omwonenden. Het afschaffen van een overweg doorbreekt vaak bestaande veilige verbindingen voor voetgangers en fietsers, zoals collega Buyst al aanhaalde. Het zorgt ook vaak voor nieuwe conflicten.
Uit mijn ervaring als burgemeester kan ik ook beamen dat er jammer genoeg weinig tot geen dialoog is met Infrabel en dat de ambities van Infrabel niet altijd overeenstemmen met de visie van de lokale besturen, wat uiteraard zeer jammer is.
Iedereen wil namelijk hetzelfde: meer verkeersveiligheid op het spoornet, op de overwegen, maar zeker ook op het omliggende wegennet. Met deze resolutie zetten we een stap in de juiste richting. Ze wil een duidelijk kader creëren, waarbij zowel wordt ingezet op het drastisch verminderen van het aantal ongevallen op overwegen, als op de verkeersveiligheid en de mobiliteit op het onderliggende wegennet. Het simpelweg afsluiten van een overweg is immers niet altijd de beste oplossing. Bestaande overwegen kunnen ook op een veiligere manier worden ingericht of voorbehouden aan duurzame weggebruikers. Het inzetten op handhaving van de verkeersregels zal ook een positief effect hebben. Misschien nog belangrijker is dat beslissingen over overwegen moeten worden genomen in samenspraak met lokale besturen en alle belanghebbenden, zodat er gewerkt wordt vanuit een gezamenlijke visie en ambitie.
Met deze resolutie is het werk zeker niet ten einde. Het is integendeel een startpunt voor verdere werkzaamheden. Verscheidene collega's haalden het al aan: uit de hoorzittingen die we over dit thema hebben gehouden, bleek duidelijk dat er op dit moment een wettelijk kader ontbreekt voor het afschaffen van overwegen. Wie is er eigenlijk bevoegd om beslissingen te nemen? Kunnen bestaande verbindingen zonder meer worden onderbroken wanneer dit in strijd is met de gewestelijke gemeentewegendecreten? Over deze vragen zullen we ons de komende maanden zeker nog buigen. Ik heb hierover zelf nog een wetsvoorstel ingediend, dat als basis voor deze discussie kan dienen. Laat me duidelijk zijn, dit is alvast een eerste, belangrijke stap. Ik wil de collega's danken voor dit initiatief. Onze fractie zal deze resolutie zeker goedkeuren.
13.09 Nicolas Parent (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je voudrais remercier l'ensemble des collègues qui ont contribué de manière constructive – et le débat qui a lieu maintenant l'atteste – à cette question et à ce travail sur la sécurisation des passages à niveau. Au-delà de cela, j'aimerais également remercier tous les acteurs qui ont participé aux auditions, tels qu'Infrabel ou les différentes associations d'usagers.
Dans le cadre de ces auditions, nous avons vu la balance des intérêts qu'il ne faut pas rechercher à opposer, mais plutôt à croiser pour trouver de meilleurs équilibres dans ce dossier.
D'une part, la sécurisation des passages à niveau n'est pas une stratégie contestable. Chaque année, il y a des accidents graves et des personnes qui perdent la vie. Quelque 50 % des accidents sur le réseau se produisent d'ailleurs sur des passages à niveau. Ce constat nous amène à élaborer des propositions visant à restreindre les comportements dangereux des usagers, comme le fait la proposition de notre excellente collègue Mme Verhaert, mais aussi à remettre en question la stratégie d'Infrabel, qui mobilise des moyens importants sans que les résultats sur le terrain ne suivent de manière proportionnelle.
D'autre part, les auditions ont mis en évidence les désagréments causés par la fermeture complète pour les usagers actifs et pour les plans de mobilité communaux ou régionaux, mais aussi les difficultés du dialogue entre Infrabel et les autres parties. Ce problème de dialogue donne lieu à des blocages – comme cela a été le cas à Namur pendant de nombreuses années – qui prolongent la présence de situations accidentogènes et le sentiment partagé, dans le chef des associations notamment, de subir la situation malgré les solutions proposées.
Sans revenir sur les différents considérants et propositions du texte, je pointe trois axes dans cette proposition.
Premièrement, la sécurité, ainsi que certains l'ont souligné. "Go for zero" est en effet l'objectif essentiel de notre proposition et de la stratégie du groupe Infrabel.
Deuxièmement, le renforcement nécessaire de la concertation – fermement demandée – en amont entre Infrabel, les riverains, les communes, les associations de piétons et de cyclistes, avec une participation renforcée tout au long du processus. Ceci doit permettre le renforcement de la qualité des solutions proposées lors de la fermeture complète d'un passage à niveau. Le cadre légal encadrant la prise de décision devra être revu en ce sens, ce qui doit faire l'objet d'approfondissements de la discussion, notamment en associant les parties. Il y a un consensus sur ce point, cette volonté d'aller plus loin.
Troisièmement, le soutien au déploiement de solutions autres que la fermeture complète des passages à niveau. Nous avons eu de nombreux exemples et témoignages d'Infrabel, mais aussi des associations, sur ces solutions qui misent sur l'information, la technologie, l'ouverture à des passages pour les modes actifs.
Il s'agit des éléments de base constructifs pour le déploiement d'une nouvelle stratégie alliant sécurité et soutien aux enjeux de mobilité locaux. Comme rappelé lors des précédents débats sur l'accessibilité du rail, nous sommes à un moment important de redéfinition des objectifs des entreprises ferroviaires. Il est donc important que le Parlement puisse adresser des signaux au gouvernement, et notamment sur cet enjeu des passages à niveau, pour plus de sécurité et pour une meilleure mobilité.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Demande/Verzoek 6
• 20 –
Pieter De Spiegeleer cs (1640/6)
Demande/Verzoek 11
• 21 – Pieter De Spiegeleer cs
(1640/6)
* * *
* *
Les amendements sont réservés.
De amendementen worden aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 30 septembre 2005 désignant les infractions par degré aux règlements généraux pris en exécution de la loi relative à la police de la circulation routière en ce qui concerne la traversée des passages à niveau en cas d'encombrement de la circulation (1711/1-4)
14 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, wat betreft het oprijden van overwegen wanneer het verkeer belemmerd is (1711/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Marianne
Verhaert, Jef Van den Bergh, Laurence Zanchetta, Emmanuel Burton, Nicolas
Parent, Joris Vandenbroucke, Kim Buyst, Vincent Scourneau.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De
rapporteur is de heer Roggeman, die verwijst naar zijn schriftelijk verslag.
14.01 Kim Buyst (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik wil nog even onze steun uitspreken voor dit wetsvoorstel, ingediend door mevrouw Verhaert van Open Vld. Zoals ik reeds zei in mijn toelichting bij de resolutie die de veiligheid van spoorovergangen wil verhogen, zullen er naast de nodige investeringen voor het veiliger inrichten van overwegen ook meer politiecontroles nodig zijn. Het voorliggend wetsvoorstel vormt in onze ogen dan ook een sterk signaal. Niet elke overtreder zal bewust slagbomen of knipperlichten negeren, want soms creëren de omstandigheden gewoon een gevaarlijke situatie. Zo kan het verkeer een vlotte overgang van de spoorweg belemmeren.
Het is echter wel zo dat de wet bepaalt dat het verboden is om een overweg op te rijden wanneer de kans bestaat dat men op de overweg halt moet houden. Dat kan immers leiden tot gevaarlijke situaties. Dit wetsvoorstel heeft als doel hiervan een overtreding van de tweede graad te maken. De definitie van die tweede graad zegt dat men hierdoor de veiligheid van anderen onrechtstreeks in gevaar brengt. Dat doet men zeer duidelijk wanneer men een overweg onvoorzichtig oversteekt.
Om de veiligheid van spoorovergangen te verhogen, voeren we ten eerste sensibiliseringsacties. Daarnaast verbeteren we de infrastructuur, zodat deze veiliger wordt. Het sluitstuk is dan een strengere controle met zwaardere sancties. Onze fractie zal dit wetsvoorstel steunen.
14.02 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, collega's, zonet bespraken wij de resolutie over de verhoging van de veiligheid aan spoorwegovergangen. Met het wetsvoorstel dat nu voorligt, kunnen wij alvast een kleine stap voorwaarts zetten in de verbetering van de veiligheid aan spoorwegovergangen.
De wegcode bepaalt dat een overweg niet opgereden mag worden als de slagbomen in beweging of gesloten zijn, als de rode knipperlichten branden of als het geluidssein werkt. Het gaat om overtredingen van de vierde graad, de allerzwaarste categorie van overtredingen.
Een gesloten overweg oprijden, leidt haast altijd tot een ongeval met dramatische gevolgen. Wie dat doet, speelt met het eigen leven, maar ook met het leven van passagiers en een treinbestuurder. Een treinbestuurder kan de trein onmogelijk tijdig tot stilstand brengen als hij ziet dat er zich personen of een voertuig op de sporen bevinden. Een treinbestuurder ziet het ongeval seconden op voorhand aankomen zonder ook maar te kunnen ingrijpen, een zeer traumatische ervaring.
Het oprijden van een gesloten overweg is een bewuste actie die getuigt van roekeloosheid of simpelweg dwaasheid. Wie dat bewust doet, hoort uiteraard niet thuis in het verkeer. De meeste ongevallen op spoorwegovergangen gebeuren evenwel niet door een bewuste overtreding. De meeste weggebruikers zijn niet zo roekeloos of dwaas om op een dergelijke manier met hun leven te spelen. Veel vaker is het een gevolg van achteloosheid, bijvoorbeeld nietsvermoedend aanschuiven in een file, en plots gaan de slagbomen dicht. De automobilist krijgt zijn wagen niet tijdig terug aan de praat of zit geblokkeerd tussen een voorganger en de slagboom. Dat is geen pech, maar het gevolg van een verkeersovertreding.
De kans dat men zomaar stilvalt op een overweg, waarna de slagbomen sluiten, is haast nul. De kans stil te vallen op een overweg omdat men op die overweg al stilstond, is vele malen groter. Stilstaan op een overweg is op dit moment al verboden. Artikel 20.4 stelt dat een bestuurder een overweg niet mag oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op die overweg zal moeten stoppen. Een overtreding op dat artikel is evenwel maar een overtreding van de eerste graad, de allerlaagste categorie overtredingen. Nochtans kunnen de gevolgen van een dergelijke overtreding desastreus zijn.
Met dit wetsvoorstel wil ik de laatstgenoemde overtreding dan ook indelen in de tweede graad. Daardoor zullen die overtredingen zwaarder worden bestraft en vormen zij een grotere prioriteit in de handhaving. Veel belangrijker is dat wij bestuurders hiermee duidelijk willen maken hoe ongelooflijk gevaarlijk het is om stil te staan op een overweg, ook al is het maar heel even.
De adviezen waren alvast unaniem positief. In de commissie voor Mobiliteit werd het wetsvoorstel ook unaniem goedgekeurd.
Ik wil de collega's dan ook danken voor de constructieve samenwerking tijdens de bespreking van mijn wetsvoorstel. Ik hoop ook dat het vandaag op jullie unanieme steun kan rekenen in het belang van de veiligheid van alle weggebruikers.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1711/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1711/4)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Proposition de résolution visant à sécuriser les ascenseurs mis en service avant le 1er janvier 1958 et à sauvegarder leur valeur patrimoniale (1496/1-5)
15 Voorstel van resolutie over de beveiliging van de vóór 1 januari 1958 in bedrijf gestelde liften en de vrijwaring van hun erfgoedwaarde (1496/1-5)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Gilles Vanden
Burre, Stefaan Van Hecke, Patrick Prévot, Sophie Rohonyi, Nathalie Gilson,
Anneleen Van Bossuyt.
Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1496/4)
De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking
(Rgt 85, 4) (1496/4)
La discussion est ouverte.
De bespreking is geopend.
De rapporteur is mevrouw Verhelst, die verwijst naar haar schriftelijk verslag.
15.01 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, het dossier dat hier voorligt, heeft inderdaad te maken met historische liften. Historische liften zijn liften van voor 1958 die een bijzondere erfgoedwaarde hebben. In elke stad zijn er wel dergelijke liften. Die liften dreigen te verdwijnen omdat ze niet meer voldoen aan de veiligheidsnormen. Momenteel hebben de eigenaars van die liften, die zich vaak in appartementsgebouwen bevinden, tot 2022 de tijd om die liften te restaureren zodat ze aan de huidige veiligheidsnormen voldoen. Laat het duidelijk zijn: niemand trekt in twijfel dat die liften aan de huidige veiligheidsnormen moeten voldoen. De vraag is alleen op welke manier dat moet gebeuren. Dat is een beetje het probleem. Vandaag bestaat nog geen duidelijke methode om liften met die erfgoedwaarde als veilig te bestempelen.
Voor de resolutie die voorligt, hebben we niet alleen samengewerkt over de partijgrenzen heen, meerderheid en oppositie samen dus, maar ook tussen de verschillende regeringen en beleidsniveaus in dit land. Het veiligheidsaspect wordt federaal geregeld, het erfgoedaspect is dan weer een bevoegdheid van de deelstaten. Het is zeer positief dat hierover samengewerkt kan worden. Er is in dit dossier heel lang een stilstand geweest, maar gelukkig zitten de betrokken partijen vandaag opnieuw rond de tafel om die liften te kunnen beschermen en te bekijken wat er gedaan kan worden.
De voorliggende resolutie vraagt heel concreet om uitstel te geven aan de historische liften met erfgoedwaarde, totdat er een duidelijke methode is vastgelegd op basis waarvan het al of niet veilig zijn van die liften geëvalueerd kan worden. Zoals ik eerder zei, was er tot nu toe nog niet zo'n duidelijke methode, waardoor heel wat eigenaars niet tot een aanpak van die liften overgingen. Ze wisten immers niet of de kosten die ze erin zouden steken, uiteindelijk zouden leiden tot het veilig verklaren van die liften.
Wij zijn ervan overtuigd dat, zodra het kader van de evaluatie duidelijk is, veel meer liften zullen worden gerestaureerd. Aan eigenaars die al inspanningen hebben gedaan om hun liften in orde te brengen, biedt deze resolutie de mogelijkheid ze terug te brengen naar de oorspronkelijke staat, zij het dan wel op hun eigen kosten.
Onze fractie heeft wel nog drie amendementen ingediend hier in de plenaire vergadering. De reden daarvan is vooral het maximaliseren van de leesbaarheid van de teksten.
Het eerste amendement strekt ertoe expliciet te wijzen op de erfgoedwaarde wanneer de term 'historische liften' wordt gebruikt. Immers, niet elke lift daterend van vóór 1958, is een lift met een erfgoedwaarde.
Met het tweede amendement passen wij het negende verzoek lichtjes aan omdat momenteel twee keer hetzelfde wordt gesteld. Wij zijn ervan overtuigd dat, door de kleine wijziging die wij willen aanbrengen, de leesbaarheid verbetert.
Een derde amendement heeft betrekking op de bestaande subcommissie Historische Liften. Eigenaars van historische liften kunnen bij deze subcommissie dossiers indienen om de lift in orde te brengen. We stellen echter vast dat er amper dossiers worden behandeld en de subcommissie geen alternatieve oplossingen goedkeurt. De bestaande standaardmethodes voor het al dan niet veilig verklaren van liften zijn immers natuurlijk niet de methodes die kunnen worden toegepast op de historische liften met erfgoedwaarde.
Aangezien wij die problematiek vaststellen bij de subcommissie, vragen wij ons af wat er fout is gelopen met de werking van de commissie. Bovendien zien wij ook dat de subcommissie zonder voorwerp wordt, indien de regering de voorstellen zou doorvoeren die in de resolutie naar voren worden geschoven.
Daarom dienen wij dat derde amendement in.
Ik wil heel graag nog eens alle collega's, en in het bijzonder collega Vanden Burre, hartelijk danken voor de heel fijne en constructieve samenwerking in dit dossier. We vragen dus niet enkel om een uitstel, maar vooral om een duidelijke methode zodat er meer rechtszekerheid komt voor de eigenaars van historische liften met erfgoedwaarde.
15.02 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, cette résolution concerne les vieux ascenseurs. Il est vrai qu'il semble un peu étonnant de mener une telle discussion au Parlement fédéral. Elle est cependant importante en termes de conservation du patrimoine et c'est évidemment de cela dont il s'agit.
Nous parlons des vieux ascenseurs qui ont été mis en service avant 1958, comme l'a rappelé la collègue Van Bossuyt, et qui ont une haute valeur patrimoniale. Le problème, c'est que nous n'avons pas de recensement exact. L'estimation serait celle-ci: 10 000 ascenseurs mis en service avant 1958, dont environ 200 à 300 à haute valeur patrimoniale.
Que signifie cette haute valeur patrimoniale? J'ignore si les collègues ont une idée de ce dont nous parlons. Ces ascenseurs se situent souvent dans des immeubles anciens, dans certains quartiers et sont de style Art nouveau, Horta, Art déco, beaux-arts. On trouve ces bâtiments dans des communes bruxelloises: Ixelles (où j'habite moi-même), Forest, Saint-Gilles, Bruxelles-ville; mais aussi à Gand, Anvers, Liège, Charleroi. À l'intérieur de ces immeubles, il y a vraiment de beaux ascenseurs qui ont une valeur patrimoniale importante.
Que se passe-t-il avec ces ascenseurs? C'est l'enjeu du texte: ils doivent évidemment être mis aux normes. Ils doivent être sécurisés. C'est totalement normal. Or, le problème, c'est que trop souvent, cette modernisation intervient sans considération pour cette valeur patrimoniale. On se retrouve avec des ascenseurs très fonctionnels mais qui n'ont plus aucun charme, qui ont perdu ce style Art nouveau, Horta, Art déco, beaux-arts.
Quelques articles sont parus à ce sujet dans la presse francophone, plutôt écrite. J'indique à nos collègues néerlandophones que ce mardi, l'émission Terzake – un programme très regardé en Flandre sur la VRT – a consacré un reportage à Bruxelles, pour montrer ce qu'il se passe quand on procède beaucoup trop vite à la modernisation de ces ascenseurs, qui perdent alors leur valeur patrimoniale.
Je ne serai pas beaucoup plus long, mais voici en deux ou trois points ce que nous demandons à travers cette proposition de résolution.
Tout d'abord, un arrêté royal du 9 mars 2003, relevant du SPF Économie, prévoyait que tous les ascenseurs belges soient sécurisés et que ceux qui avaient été construits avant 1958 le soient au 31 décembre 2022. Nous demandons, à travers ce texte, qu'un moratoire soit pris pour les appareils antérieurs à 1958 à haute valeur patrimoniale. De la sorte, nous pourrons, calmement et sans précipitation, trouver des solutions pour éviter la destruction du patrimoine que représentent ces 200 à 300 ascenseurs.
Ensuite, nous demandons au SPF Économie, en partenariat avec les Régions – puisque plusieurs niveaux de pouvoir sont impliqués –, d'adapter la législation et, surtout, son analyse à ces ascenseurs très particuliers. C'est vraiment le cœur de notre proposition. Tant sur le plan des méthodes, des travaux à entreprendre que du délai, nous ne pouvons pas traiter ces appareils à haute valeur patrimoniale comme les autres. Pour cette raison, il faut en établir un recensement. C'est le message fort et clair que nous tenons à faire passer au gouvernement fédéral, au SPF Économie et aux Régions. J'espère qu'il sera appuyé à l'unanimité, comme il le fut en commission.
Je conclurai en remerciant les collègues car – majorité comme opposition – nous avons pu travailler sur ce texte, cosigné par plusieurs collègues du MR, du PS et de la N-VA. Nous avons donc pu nous rejoindre sur des questions de patrimoine. Cela méritait d'être souligné car cet enjeu nous concerne tous.
15.03 Nathalie Gilson (MR): Madame la présidente, chers collègues, l'heure est enfin venue de défendre le patrimoine constitué par les ascenseurs anciens. Celui-ci a déjà en partie disparu ou est menacé de disparaître à l'échéance imposée par l'arrêté royal du 9 mars 2003, fixée au 31 décembre 2022.
Je voudrais mettre en exergue le geste important que nous allons poser aujourd'hui, si nous votons cette résolution, comme nous l'avons déjà fait en commission. Il fut une époque où notre pays était à l'avant-garde dans la réalisation de ce que l'on peut appeler des œuvres d'art et d'artisanat. Plusieurs fabricants belges étaient mondialement réputés: les ateliers Jaspar à Liège, Daelemans Liften, Etienne Thiery à Anvers, Strobbe à Gand.
On trouve ces ascenseurs dans toute la Belgique, dans les immeubles à appartements. À partir du moment où la loi sur la copropriété a été modifiée, ces immeubles ont pu être construits, et on a assisté à une nouvelle esthétique de ces ascenseurs pleins d'un charme qui saute aux yeux, avec un sens impeccable de l'art dans le cadre architectural d'ensemble des immeubles. En fait, ces ascenseurs étaient conçus dans le même style architectural que l'immeuble dans lequel ils étaient placés. Chaque ascenseur était réalisé sur mesure. Ce sont des pièces uniques.
J'évoque les ferronneries d'art, les bois tropicaux, les parquets, les boutons de commande en cuivre, les miroirs biseautés, le verre taillé, l'éclairage spécifique de la cabine, avec des matériaux nobles, toujours sélectionnés avec soin, et qui contribuent ainsi au charme général et toujours actuel de ces immeubles.
Ce patrimoine est aujourd'hui en sursis, à l'abri de la législation qui impose aux propriétaires une modernisation qui risque de modifier ces caractéristiques uniques et les prouesses d'artisanat de ces ascenseurs.
Ils font l'objet, pour certains, d'une reconnaissance historique ou d'un classement. Ils sont parfois repris dans l'inventaire du patrimoine architectural des Régions. Cependant, ce n'est pas toujours le cas, soit parce que les Régions n'ont pas toutes terminé leur inventaire, soit parce que le classement est une procédure très lourde qui offre parfois une protection compliquée pour les propriétaires et qui va peut-être trop loin. Il ne faut pas devoir choisir à chaque fois entre le classement ou la démolition de l'ascenseur.
Ce n'est donc pas parce qu'un ascenseur ne serait pas classé qu'il pourrait être détruit ou dénaturé, défigurant ainsi les halls d'entrée et les cages d'escalier de ces immeubles anciens.
Aujourd'hui, nous franchissons une étape importante pour préserver ces ascenseurs avec cette proposition de résolution, déposée et cosignée par plusieurs groupes parlementaires dont le MR, visant à sauvegarder la valeur patrimoniale des immeubles et des ascenseurs qui s'y trouvent.
Le fait que cette proposition ait été adoptée à l'unanimité par tous les groupes politiques démontre l'importance de cet enjeu au-delà des différences politiques. Nous devons en être fiers.
Je remercie mes collègues cosignataires. Ce texte, fruit d'un travail commun, répond largement à la "détresse" de nombreux propriétaires et d'acteurs de terrain dont les ascensoristes. Ce dossier m'a toujours tenu à cœur dans mon passé de députée régionale de la Région de Bruxelles-Capitale et, puis, d'échevine de l'Urbanisme et du Patrimoine dans la commune d'Ixelles qui compte de nombreux spécimens.
Plusieurs demandes sont adressées au gouvernement fédéral. Nous demandons d'imposer un moratoire sur le délai de mise en conformité. Ce moratoire est fort important car les ascensoristes ne disposent pas du personnel suffisant pour mettre ces ascenseurs aux normes dans les délais requis.
Nous demandons également de valider des solutions techniques pour concilier cette exigence de sécurité et la sauvegarde du patrimoine. La méthode Kinney, qui est utilisée pour les sous-marins américains, est une technique d'évaluation des risques. Elle est préconisée pour déterminer les travaux à réaliser pour moderniser ces ascenseurs. Dans la réalité, cette méthode n'est pas utilisée, vu le manque de qualification et de connaissance de son application. Cette méthode Kinney est complètement différente de celle qui est actuellement utilisée, à savoir celle de la check-list afin de vérifier si l'ascenseur répond à tel et tel critère et qui aboutit d'office à proposer des travaux qui dénaturent l'ascenseur ancien. Nous insistons pour que tout soit mis en œuvre afin que cette méthode d'évaluation des risques alternative, dite méthode Kinney, soit désormais utilisée.
Nous demandons, en outre, que les moyens nécessaires soient fournis aux services externes pour les contrôles techniques (SECT) en matière de formation pour qu'ils puissent valider les travaux proposés sur la base de cette méthode Kinney.
À la suite d'un amendement proposé par le MR et adopté à l'unanimité, nous demandons que le gouvernement examine la possibilité de rendre la législation et la réglementation plus coercitives pour déterminer les obligations des sociétés d'entretien des ascenseurs. Il y a effectivement des indications de pratiques de prix, de renouvellement automatique de contrat pour des durées trop longues et qui mettent les copropriétés dans des situations compliquées. Beaucoup ne portent pas plainte. Peu introduisent des procédures en justice. Comme libéraux, nous voulons un marché concurrentiel, libre et ouvert pour que la concurrence au sein du secteur des sociétés d'ascenseurs bénéficie aux consommateurs et aux citoyens. En effet, nous avons eu des retours de terrain de nombreux co-propriétaires concernant cette difficulté. Je rappelle qu'en 2006, la Commission européenne avait déjà condamné les quatre géants du secteur à près d'un million d'euros d'amende pour une entente sur les prix.
Chers collègues, je souhaitais attirer votre attention sur ces quatre points, tout en étant consciente qu'il reste beaucoup de travail à faire. La main est maintenant au gouvernement pour concrétiser notre résolution. Dans les prochains mois, nous resterons attentifs aux avancées concrètes qu'apportera cette résolution aux co-propriétés pour la préservation de ces magnifiques ascenseurs, exemples du savoir-faire de nos artisans. Je vous remercie.
15.04 Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Madame la présidente, l'objectif de la résolution n'est pas de remettre en cause la législation relative à la sécurité des ascenseurs mais, telle qu'elle est appliquée dans les faits, la réglementation représente une menace pour la préservation d'anciens ascenseurs ayant une valeur patrimoniale. Le style de ceux-ci est généralement en osmose avec l'architecture des immeubles qu'ils équipent. Un grand nombre de ces bâtiments sont situés à Bruxelles. Mais des villes telles qu'Ostende, Charleroi et Anvers possèdent également un riche patrimoine en la matière. Ces anciens ascenseurs font partie de l'histoire industrielle de notre pays et témoignent du savoir-faire des métiers liés aux industries de l'acier, du verre et du bois.
Nombre d'ascenseurs sont classés, font partie de l'inventaire du patrimoine architectural des Régions, et pourtant, ils ont déjà subi de lourdes transformations ayant complètement dénaturé leur valeur architecturale ou ont été purement et simplement remplacés par de nouveaux. Or, des solutions alternatives existent, mais pour les mettre en œuvre, il faut changer de méthodologie au niveau de l'analyse des risques et travailler au cas par cas plutôt que de vouloir toujours appliquer la même méthode standardisée.
La résolution demande notamment au gouvernement d'imposer d'urgence un moratoire sur la mise en conformité des ascenseurs mis en service avant 1958, de contribuer au développement d'une méthode d'analyse des risques spécifiques pour les ascenseurs ayant un intérêt historique, de travailler à la validation de solutions techniques pour concilier sécurité et sauvegarde du patrimoine et de prévoir un délai de cinq ans pour la mise en œuvre des solutions validées.
Le PTB soutient cette résolution. Nous sommes soucieux de préserver ce patrimoine lié à l'histoire industrielle de notre pays et au savoir-faire des artisans.
Je voudrais également attirer l'attention sur la dimension sociale du problème. La sécurisation de ces ascenseurs doit pouvoir se faire à un coût abordable. Nous avons reçu des témoignages faisant état de coûts de mise aux normes de sécurité qui pourraient atteindre 75 000 euros pour un petit ascenseur. Des pensionnés ont dû vendre leur appartement en urgence car leur pension ne leur permettait pas de payer leur quote-part d'une telle facture.
Enfin, la résolution demande au gouvernement de rendre la législation et la réglementation plus coercitives afin de lutter contre certaines pratiques abusives de la part de sociétés assurant le fonctionnement des ascenseurs, qui agissent en oligopole, mettant ainsi leurs clients dans une situation de dépendance. Nous adhérons bien évidemment aussi à cet objectif. Nous voterons donc en faveur de cette proposition de résolution.
15.05 François De Smet (DéFI): Chers collègues, ma collègue Sophie Rohonyi, cosignataire de la proposition de résolution, ne peut être parmi nous aujourd'hui pour prendre la parole. Je vais donc le faire à sa place.
J'en profite tout d'abord pour saluer le travail accompli durant ces nombreux mois de discussions sereines dépassant nettement le clivage majorité-opposition. C'est l'aboutissement d'un long processus, avec aujourd'hui un vote démocratique sur un texte équilibré.
Notre pays compte un grand nombre d'ascenseurs. S'il est compliqué d'avoir une estimation exacte de ce nombre, il se disait, lors de l'adoption de l'arrêté royal en 2003, qu'il y en avait entre 75 000 et 80 000, dont environ 10 000 antérieurs à 1958. Les ascenseurs anciens ou historiques font partie intégrante de notre patrimoine, un patrimoine qu'il convient de sauvegarder et de respecter tout en garantissant les règles de sécurité essentielles à leur usage.
La présente proposition de résolution satisfait parfaitement à cet objectif. Depuis l'adoption de l'arrêté royal du 9 mars 2003, il est certes exact de dire que les propriétaires ont eu plus de 18 ans pour préparer la mise en conformité de leur ascenseur ancien. Toutefois, les termes utilisés dans l'arrêté ainsi que les critères auxquels les ascenseurs doivent répondre pour être considérés comme sûrs sont particulièrement flous. La proposition de résolution apporte une première tentative de solution pour bon nombre de propriétaires désireux, eux aussi, de garantir la sécurité de leurs ascenseurs historiques.
Notre groupe, en tant que cosignataire, ne peut donc que se réjouir de l'adoption de ce texte que nous soutenons depuis son dépôt, que ce soit au fédéral ou au niveau local. En effet, de nombreuses initiatives existent également dans nos communes; la valeur patrimoniale et historique des ascenseurs anciens doit être garantie. Nous soutiendrons donc évidemment ce texte. Je vous remercie.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Demande/Verzoek 1
• 10 – Anneleen Van Bossuyt
(1496/5)
Demande/Verzoek 9
• 11 – Anneleen Van Bossuyt
(1496/5)
Demande/Verzoek 10(n)
• 12 – Anneleen Van Bossuyt
(1496/5)
* * *
* *
Les amendements sont réservés.
De amendementen worden aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Unia/Myria –
Désignation du suppléant de M. Didier Dochain aux conseils
d’administration (1987/1)
La Chambre doit procéder à la désignation du suppléant de M. Didier Dochain aux conseils d’administration d’Unia/Myria.
De Kamer dient over te gaan tot de aanduiding van de plaatsvervanger van de heer Didier Dochain in de raden van bestuur van Unia/Myria.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 1er avril 2021.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergadering van 1 april 2021 aangekondigd.
Unia/Myria –
Désignation du suppléant de Mme Shaireen Aftab aux conseils
d’administration (1988/1)
La Chambre doit procéder à la désignation du suppléant de Mme Shaireen Aftab aux conseils d’administration d’Unia/Myria.
De Kamer dient over te gaan tot de aanduiding van de plaatsvervanger van mevrouw Shaireen Aftab in de raden van bestuur van Unia/Myria.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 6 mai 2021.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergadering van 6 mei 2021 aangekondigd.
Dans le cadre du renouvellement de la moitié des mandats des Commissions de nomination pour le notariat, la Chambre doit procéder à la nomination des membres effectifs.
In het kader van de hernieuwing van de helft van de mandaten van de Benoemingscommissies voor het notariaat dient de Kamer over te gaan tot de benoeming van de vaste leden.
Les candidatures ont été annoncées au cours des séances plénières des 28 janvier 2021, 25 mars 2021 et 12 mai 2021.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergaderingen van 28 januari 2021, 25 maart 2021 en 12 mei 2021 aangekondigd.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 19 mai 2021, je vous propose de procéder à ces nominations au cours de la séance plénière du 3 juin 2021.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 mei 2021, stel ik u voor over te gaan tot deze benoemingen tijdens de plenaire vergadering van 3 juni 2021.
Étant donné la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous propose de suivre la procédure suivante:
Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, stel ik u voor de volgende procedure te hanteren:
- Les membres peuvent voter dès le mardi 25 mai 2021 jusqu’au jeudi 3 juin 2021 à 16 h 00. Les bulletins de vote ainsi que les documents parlementaires sont à leur disposition au Secrétariat général.
- De leden kunnen stemmen vanaf dinsdag 25 mei 2021 tot donderdag 3 juni 2021 om 16.00 uur. De stembiljetten en de parlementaire stukken liggen ter beschikking bij het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.
- Les urnes contenant les bulletins de vote seront ouvertes au cours de la séance plénière du jeudi 3 juin 2021 dans la Salle 3.
- De urnes met de stembiljetten worden geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 3 juni 2021, in Zaal 3.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
17 Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité – Nomination du premier suppléant de M. Thibaut Vandamme
17 Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten – Benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Thibaut Vandamme
L’ordre du jour appelle le scrutin en vue de la nomination du premier suppléant de M. Thibaut Vandamme.
Aan de orde is de stemming met het oog op de benoeming van de eerste plaatsvervanger van de heer Thibaut Vandamme.
La candidature de M. Thierry Werts a été annoncée au cours de la séance plénière du 28 janvier 2021.
De kandidatuur van de heer Thierry Werts werd tijdens de plenaire vergadering van 28 januari 2021 aangekondigd.
Le 18 mai 2021, M. Thierry Werts a été entendu par la commission spéciale d’accompagnement parlementaire du Comité permanent P et du Comité permanent R. M. André Flahaut a fait rapport de cette audition à la Conférence des présidents du 19 mai 2021.
Op 18 mei 2021 werd de heer Thierry Werts door de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het Vast Comité P en het Vast Comité I gehoord. De heer André Flahaut heeft verslag van deze hoorzitting aan de Conferentie van voorzitters van 19 mei 2021 uitgebracht.
Étant donné qu’il n’y a qu’un seul candidat, la Chambre peut déclarer élu M. Thierry Werts en qualité de premier suppléant de M. Thibaut Vandamme, en application de l’article 157, n° 6, du Règlement de la Chambre.
Aangezien er slechts één kandidaat is, kan de heer Thierry Werts, met toepassing van artikel 157, nr. 6, van het Kamerreglement, voor verkozen worden verklaard voor het mandaat van eerste plaatsvervanger van de heer Thibaut Vandamme.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18 Prise en considération de propositions
18
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
19 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 12 juni 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 tot bepaling van de berekening- en inningwijze van de bijdrage voor APETRA en tot opheffing van het artikel 1, § 4, van het ministerieel besluit van 27 december 1978 betreffende de inschrijving van de personen die optreden in de bevoorradingsketen van het land en van de verbruikers in aardolie en aardolieproducten (1925/3)
19 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 12 juin 2020 modifiant l'arrêté royal du 4 octobre 2006 déterminant le mode de calcul et de perception de la contribution pour APETRA et abrogeant l'article 1er, § 4, de l'arrêté ministériel du 27 décembre 1978 relatif à l'enregistrement des personnes qui interviennent dans le circuit d'approvisionnement du pays et des consommateurs en pétrole et produits pétroliers (1925/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
134 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1925/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1925/4)
(MM. Maxime Prévot, Daniel Bacquelaine
et Simon Moutquin ont voté comme leurs groupes)
(Mme Marie-Christine Marghem a voté
comme son groupe, pour ce vote et les votes suivants)
(De heer Michael Freilich heeft zoals
zijn fractie gestemd)
(M. Patrick Prévot a
voté comme son groupe jusqu'au vote 5)
20 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie betreffende het verhogen van de veiligheid aan spoorwegovergangen (1640/1-6)
20 Amendements réservés à la proposition de résolution relative à une sécurité accrue aux passages à niveau (nouvel intitulé) (1640/1-6)
Stemming over amendement nr. 20 van
Pieter De Spiegeleer cs op verzoek 6. (1640/6)
Vote sur
l'amendement n° 20 de Pieter De Spiegeleer cs à la demande 6. (1640/6)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
42 |
Oui |
Nee |
98 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
(Mme Nathalie Gilson a voté comme son
groupe)
20.01 Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, je trouvais que l'expérience du vote simultané sur plusieurs amendements, proposée par M. De Roover, était intéressante. Il m'avait semblé que cela s'était passé de manière positive. Est-ce déjà abandonné?
La présidente: Pas du tout. Ce sont deux amendements des mêmes auteurs. Il ne nous a pas semblé devoir procéder ainsi. Mais nous pouvons le faire, si vous le préférez.
20.02 Catherine Fonck (cdH): Si quelqu'un dit que ce n'est pas le même vote, nous devrons quand même le faire. C'est pour gagner un peu de temps.
La présidente: Tout à fait. Vous avez raison.
De voorzitster: Stemming over
amendement nr. 21 van Pieter De Spiegeleer cs op verzoek 11. (1640/6)
Vote sur l'amendement n° 21 de Pieter De Spiegeleer cs à la demande 11. (1640/6)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
(Stemming/vote 4)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
21 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende het verhogen van de veiligheid aan spoorwegovergangen (1640/5)
21 Ensemble de la proposition de résolution relative à une sécurité accrue aux passages à niveau (nouvel intitulé) (1640/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
140 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1640/7)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné conséquence au gouvernement. (1640/7)
(MM. Khalil Auoasti et
Guillaume Defossé ont voté comme leurs groupes)
22 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 30 septembre 2005 désignant les infractions par degré aux règlements généraux pris en exécution de la loi relative à la police de la circulation routière en ce qui concerne la traversée des passages à niveau en cas d'encombrement de la circulation (1711/4)
22 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, wat betreft het oprijden van overwegen wanneer het verkeer belemmerd is (1711/4)
Quelqu'un
demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring?
(Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
142 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
En
conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant
que projet de loi à la sanction royale. (1711/5)
Bijgevolg
neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter
bekrachtiging worden voorgelegd. (1711/5)
23 Amendements réservés à la proposition de résolution visant à sécuriser les ascenseurs mis en service avant le 1er janvier 1958 et à sauvegarder leur valeur patrimoniale (1496/1-5)
23 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie over de beveiliging van de vóór 1 januari 1958 in bedrijf gestelde liften en de vrijwaring van hun erfgoedwaarde (1496/1-5)
Vote sur l'amendement n° 10 d'Anneleen Van
Bossuyt à la demande 1. (1496/5)
Stemming over amendement nr. 10 van
Anneleen Van Bossuyt op verzoek 1. (1496/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
41 |
Oui |
Nee |
98 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
144 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Vote sur l'amendement n° 11 d'Anneleen Van
Bossuyt à la demande 9. (1496/5)
Stemming over amendement nr. 11 van
Anneleen Van Bossuyt op verzoek 9. (1496/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
40 |
Oui |
Nee |
96 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(M. Malik Ben Achour a
voté comme son groupe)
Vote sur l'amendement n° 12 d'Anneleen Van
Bossuyt tendant à insérer une demande 10(n). (1496/5)
Stemming over amendement nr. 12 van
Anneleen Van Bossuyt tot invoeging van een verzoek 10(n). (1496/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
44 |
Oui |
Nee |
96 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
(M. Malik
Ben Achour a voté comme son groupe)
24 Ensemble de la proposition de résolution visant à sécuriser les ascenseurs mis en service avant le 1er janvier 1958 et à sauvegarder leur valeur patrimoniale (1496/4)
24 Geheel van het voorstel van resolutie over de beveiliging van de vóór 1 januari 1958 in bedrijf gestelde liften en de vrijwaring van hun erfgoedwaarde (1496/4)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
141 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
141 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1496/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1496/6)
25 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 27 mei 2021 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 27 mai 2021 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 18.51 uur.
La séance est levée à 18 h 51.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 55 PLEN 105 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 105 bijlage. |
|
|
|
|
Comptage
électronique – Elektronische telling: 001
Oui |
060 |
Ja |
Comptage
électronique – Elektronische telling: 002
Oui |
062 |
Ja |
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
134 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico
Roberto, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter,
De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De
Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme
Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals
Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut
Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen,
Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
042 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De
Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné
Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Goethals Sigrid,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn
Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino,
Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Wollants Bert
Non |
098 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst
Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja,
Geens Koen, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lachaert
Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf
Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hees
Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
140 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Colebunders
Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico Roberto,
D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen,
Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen,
Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon
Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie,
Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken
Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta
Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
142 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour
Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara,
Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye
Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer
Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick
Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André,
Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen,
Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe,
Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon
Claire, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas
Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut
Eric, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco,
Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
041 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De
Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné
Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Goethals Sigrid,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn
Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Van der Donckt Wim, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie,
Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
098 |
Nee |
A ouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim,
Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Block Maggie, De Caluwé
Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François,
De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc,
Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri
Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Mathei Steven, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert
Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van
den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Abstentions
|
005 |
Onthoudingen |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
040 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De
Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke,
Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
096 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe,
Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara,
D'Amico Roberto, Daems Greet, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania,
de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Abstentions
|
005 |
Onthoudingen |
Arens Josy, Dallemagne
Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime
Vote
nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
044 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph,
Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gilissen
Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz
Vanessa, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Non |
096 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe,
Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara,
D'Amico Roberto, Daems Greet, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania,
de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Abstentions
|
001 |
Onthoudingen |
Arens Josy
Vote
nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
141 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour
Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel,
De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné
Joy, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet
Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo
Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas
Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie,
Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |