Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 25 mars 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 25 maart 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 13 h 22 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.

De vergadering wordt geopend om 13.22 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Alexander De Croo.

 

Chers collègues, je voudrais entamer la séance par un hommage à la mémoire des victimes des attentats du 22 mars.

 

01 Hommage à la mémoire des victimes des attentats du 22 mars 2016

01 Huldebetoon ter nagedachtenis van de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016

 

La présidente (devant l'assemblée debout)

De voorzitster (voor de staande vergadering)

 

Chers collègues, il y a des dates qui restent gravées dans notre mémoire. Le 22 mars 2016 en fait indéniablement partie.

 

C'est avec effroi et consternation que nous avons appris ce jour-là que le terrorisme barbare avait frappé notre pays après avoir durement touché nos voisins français. Soudainement, tout ce qui nous occupait avec tant de force et tant de conviction nous est apparu quelque peu secondaire au regard de l'actualité qui se dévoilait à nous. Nous nous souvenons tous de ce que nous faisions lorsque les violentes explosions ont dévasté l'aéroport de Zaventem et la station de métro Maelbeek. Nous nous souvenons encore de l'horreur et de l'incrédulité ressenties à ce moment-là.

 

Door de omvang van de aanslagen, de doelwitten waartegen zij gericht waren, en de manier waarop zij uitgevoerd werden, werd ons land bruusk in een klimaat van ongeziene terreur gedompeld. Die dag hadden de terroristen het gemunt op de verdraagzaamheid, de rechtvaardigheid, het recht op verscheidenheid en de vrijheid van meningsuiting, fundamentele waarden van de democratie.

 

Ik was diep geraakt door het plichtsbesef en de moed waarvan de hulpverleners, de politieagenten, het medisch personeel en zelfs gewone voorbijgangers blijk gaven, toen zij geconfronteerd werden met dat gruwelijke, zinloze en blinde terrorisme.

 

Chers collègues, en ce cinquième anniversaire des attentats du 22 mars 2016, les cicatrices sont encore très profondes et si elles peuvent s'estomper avec le temps, jamais elles ne disparaîtront. Le terrorisme reste un défi mondial, comme nous l'ont rappelé les attentats récents à Paris, Nice ou encore Vienne. Il est de notre devoir de faire tout ce qui est en notre pouvoir pour vivre dans un monde plus sûr où le vivre-ensemble est la norme. Chaque vie brisée est une tragédie.

 

Woorden schieten absoluut te kort wanneer zo veel mensen het leven verliezen of ernstig gewond raken. Mijn gedachten gaan uit naar alle families en vrienden van de slachtoffers van de aanslagen. Mijn gedachten gaan ook uit naar de gewonden, die het trauma meedragen in lichaam en geest, en naar allen die van ver of dichtbij geconfronteerd werden met die aanslagen.

 

01.01  Alexander De Croo, premier ministre: Madame la présidente, je ne peux que me joindre aux mots qui viennent d'être prononcés et à ce qu'ils réveillent en chacun d'entre nous: un mélange d'émotions, de peine, de vide, d'insouciance envolée.

 

Lundi, lors de la cérémonie officielle d'hommage aux victimes d'actes terroristes qui s'est déroulée dans le cadre des commémorations du 22 mars 2016, les mots de l'écrivain Irving Washington ont été cités: "There is a sacredness in tears. They are not the mark of weakness, but of power. They speak more eloquently than ten thousand tongues. They are the messengers of overwhelming grief, of deep contrition, and of unspeakable love".

 

Die woorden vatten de belofte samen die we op 22 maart 2016 aan onszelf hebben gedaan en aan alle onschuldige mensen, partners, echtgenoten, broers, zussen, vaders en moeders, dochters en zonen van degenen die ons die ochtend hebben verlaten of zwaargewond zijn geraakt.

 

Als we erin slagen om van aanwezigheid, empathie en liefde ons antwoord te maken op die haat, dan zouden we gewonnen hebben. Vijf jaar later ben ik hiervan ten volste overtuigd. Laten wij ons aan die belofte houden.

 

De voorzitster: Collega's, ik verzoek u enkele momenten van bezinning in acht te nemen, ter nagedachtenis van alle slachtoffers van dat blind fanatisme en die moorddadige waanzin.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

02 Sanctions chinoises

02 Chinese sancties

 

Chers collègues, geachte collega’s, le 22 mars, l’Union européenne a approuvé à l’unanimité des sanctions contre un nombre d’autorités chinoises en raison de violations persistantes des droits humains de la minorité musulmane ouïghour au Xinjiang.

 

China vaardigde daarop onmiddellijk vergeldings­maatregelen uit tegen, in het bijzonder, collega’s van het Europees Parlement, het Litouwse parlement, het Nederlandse Parlement en onze assemblee. Die maatregelen zijn onaanvaardbaar en druisen in tegen de vrijheid van meningsuiting van onze parlementsleden.

 

De Conferentie van voorzitters heeft mijn voorstel aangenomen om het initiatief te nemen tot een gemeen­schappelijke benadering door de parlementen waarvan leden worden getroffen door die Chinese sancties. Zulke intimidaties die parlementsleden viseren, zijn inacceptabel.

 

J’ai donc adressé hier un courrier aux présidents du Parlement européen, du Parlement lituanien et de la Deuxième Chambre des Pays-Bas en leur proposant d’envoyer une lettre au Président du Congrès national du peuple chinois contenant une déclaration commune condamnant avec force ces sanctions. Certains m’ont déjà fait part de leur soutien.

 

La liberté d’expression, la liberté parlementaire et la défense des droits humains sont des piliers de nos démocraties. Nous ne transigerons jamais avec ces valeurs.

 

02.01 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, in naam van de regering wil ik mijn expliciete steun en solidariteit uitdrukken voor onze collega Samuel Cogolati.

 

Cher Samuel, au nom du gouvernement, je tiens ici à vous exprimer mon soutien face aux récentes décisions du gouvernement chinois que je rejette fermement.

 

Het gaat hier over een ernstige aantasting van onze vrijheid, onze vrijheid van uitdrukking en een aantasting van ons systeem van democratie. Ik heb die boodschap ook gisteren reeds gebracht in het adviescomité voor Europese Aangelegen­heden. Ik neem graag de gelegenheid te baat om die boodschap, in naam van de regering, ook hier te brengen. (Applaus)

 

La présidente: Monsieur le premier ministre, je vous remercie. Nous allons passer aux questions orales.

 

Questions

Vragen

 

03 Questions jointes de

- Catherine Fonck à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réunion du Codeco du 24 mars et les mesures contre le coronavirus" (55001481P)

- Barbara Pas à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les nouvelles mesures décidées par le Codeco" (55001482P)

- Wouter De Vriendt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les nouvelles mesures décidées par le Codeco" (55001483P)

- Nawal Farih à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le Comité de concertation du 24 mars" (55001484P)

- François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions prises par le Codeco le 24 mars et la vaccination" (55001485P)

- Melissa Depraetere à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions prises par le Codeco le 24 mars" (55001486P)

- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le Codeco" (55001487P)

- Benoît Piedboeuf à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions prises par le Codeco le 24 mars 2021" (55001490P)

- Jean-Marie Dedecker à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le Codeco du 24 mars 2021 et la gestion de la crise du coronavirus" (55001496P)

- Patrick Dewael à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions prises par le Codeco concernant la pandémie de covid" (55001497P)

- Hervé Rigot à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les mesures prises par le Codeco" (55001499P)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les décisions prises par le Codeco" (55001503P)

03 Samengevoegde vragen van

- Catherine Fonck aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vergadering van het Overlegcomité van 24 maart over de coronamaatregelen" (55001481P)

- Barbara Pas aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De nieuwe maatregelen van het Overlegcomité" (55001482P)

- Wouter De Vriendt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De nieuwe maatregelen van het Overlegcomité" (55001483P)

- Nawal Farih aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité van 24 maart" (55001484P)

- François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité van 24 maart en de vaccinatie" (55001485P)

- Melissa Depraetere aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité van 24 maart" (55001486P)

- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het Overlegcomité" (55001487P)

- Benoît Piedboeuf aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité van 24 maart 2021" (55001490P)

- Jean-Marie Dedecker aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité van 24 maart 2021 en de aanpak van de coronacrisis" (55001496P)

- Patrick Dewael aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité inzake de covidpandemie" (55001497P)

- Hervé Rigot aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De maatregelen van het Overlegcomité" (55001499P)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De beslissingen van het Overlegcomité" (55001503P)

 

03.01  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, les décisions prises hier par les gouvernements représentent un terrible coup de massue pour tous les citoyens. Elles témoignent d'un énorme échec, d'un gâchis, après toutes les fausses promesses des gouvernements au cours des derniers mois. Certains partis décideurs contestent aussi vite ce qu'ils ont décidé. Ce n'est plus un Comité de concertation, mais un comité de contestation, dont le comportement inspire de la méfiance. Une telle attitude est grave et pathétique!

 

Cependant, il y a encore plus grave. Depuis trois mois, nous savons que nous assistons à une course contre la montre entre la vaccination et les variants. Pourtant, nous devons constater toujours autant de ratés et de lenteur. Pourquoi 500 000 doses restent-elles encore et toujours dans les frigos? Pourquoi 200 000 doses ne sont-elles toujours pas administrées 15 jours après leur livraison? Pourquoi l'administration de la deuxième dose de Pfizer après 35 jours n'est-elle toujours pas appliquée pour protéger plus vite un plus grand nombre de personnes fragiles? Pourquoi constatons-nous toujours autant de ratés dans les convocations? Pourquoi retirer des doses à certains hôpitaux, les empêchant ainsi de vacciner leurs patients les plus gravement malades? Pourquoi vous obstinez-vous à interdire aux médecins généralistes de vacciner leurs patients? Pourquoi la Belgique tarde-t-elle à déployer une stratégie massive de tests rapides et d'autotests auprès de toute la population? Pourquoi n'a-t-elle pas commandé de traitements par anticorps monoclonaux dans le cadre de la commande européenne, sachant que ce traitement réduit le risque d'hospitalisation et de décès de 70 % (ce qui est capital pour les patients très fragiles)?

 

Voilà donc autant d'exemples de défaillance, monsieur le premier ministre, qui démontrent que la Belgique ne déploie pas à 100 % les armes efficaces contre le covid-19. C'est inacceptable et inexcusable un an après le début de la crise et après 22 000 décès!

 

03.02  Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, Duitse experts zijn van mening dat een zware lockdown niet het gewenste effect heeft. Op het moment dat mevrouw Merkel afziet van een strenge paaspauze, voert u er een in. Nochtans had u beloofd een nieuwe lockdown te willen vermijden door testing en tracing, door vaccinaties en gerichte maatregelen.

 

U hebt echter gefaald. Deze derde lockdown is een drieledige mislukking, om het met de woorden van de voorzitter van uw liberale coalitiepartner te zeggen.

 

De burger is niet alleen de maatregelen beu, hij is het vooral beu de schuld te krijgen van regeringsleiders die reeds meer dan een jaar met ongrondwettelijke, rammelende regels werken, een jaar van incompetentie en gebroken beloftes die het draagvlak voor de maatregelen zelf ondergraven.

 

De kapperszaken en contactberoepen die u overmorgen sluit, zijn veel beter georganiseerd dan uw vaccinaties. Uw minister van Volksgezondheid verklaarde zelf dat winkels geen hoog risico vormen. Waarom pakt u hen dan strenger aan? Opnieuw voor een zogenaamd schokeffect? Het signaal dat u wil geven, stort 3 op 10 burgers in diepe financiële ellende. Denkt u écht dat iemand gelooft dat een korte lockdown voor een oplossing zal zorgen als we reeds meer dan vijf maanden leven met een tijdelijke avondklok?

 

De enige korte pijn die deze crisis kan indijken, is een vaccinatieprikje, mijnheer de eerste minister. Wanneer zorgt u voor een schokeffect in het vaccinatiebeleid?

 

Krijg ik vandaag van u objectieve gegevens die aantonen dat het probleem effectief bij contactberoepen en winkels ligt?

 

Komt u zoals mevrouw Merkel met excuses voor uw falend beleid en verbroken beloftes?

 

03.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, moedeloosheid is het gevoel dat nu bij veel mensen overheerst. Ik begrijp dat volkomen.

 

Er was perspectief gegeven en het rijk van de vrijheid was dichtbij, maar we zijn ingehaald door de snelheid van de Britse variant van het virus. De huisartsen en ziekenhuizen slaan alarm. Zij verdienen echt wel onze steun. We vergeten dat soms. Alle sectoren laten van zich horen, maar het is het zorgpersoneel dat in de eerste lijn staat. We moeten de verspreiding van het virus afremmen. Wij zijn dat verplicht aan zij die zich nu al meer dan een jaar kapot werken.

 

Ik wil twee aandachtspunten aan u voorleggen.

 

Al van bij het begin van de crisis is het mentaal welzijn van onze bevolking voor ons een belangrijk principe. Mensen moeten nog naar buiten kunnen komen en moeten in eigen land kunnen reizen, ook met het openbaar vervoer. In welke mate is dat voor u een uitgangspunt tijdens het Overlegcomité?

 

Ik wil u ook vragen om aandacht te besteden aan degenen die kwetsbaar zijn wanneer de scholen sluiten. Tijdens de eerste lockdown hebben we schoolachterstand gemerkt bij kindjes die niet het geluk hebben om op te groeien in een sterk gezin, om nog maar te zwijgen van huiselijk geweld. Dit is niet uw bevoegdheid, maar ik wil u toch vragen om die boodschap heel duidelijk over te brengen.

 

Collega's, net nu zo veel mensen het moeilijk hebben, net nu ouders op zoek zijn naar oplossingen als de scholen sluiten en net nu de kleine zelfstandigen afzien, ligt de eenheid van commando aan diggelen. Er wordt open en bloot geruzied tussen politici. Dat is het laatste wat dit land nodig heeft. Ik vind dat een treurig en beschamend beeld en ik wil vragen om de rangen te sluiten.

 

Moet iedereen het eens zijn over elke coronamaatregel? Neen. Ook wij vinden het niet evident om de buitenbubbel van 10 naar 4 te verminderen, ook wij wilden liever de sluiting van de scholen vermijden. Het is echter niet simpel. Elk Overlegcomité is een evenwichtsoefening (…)

 

De voorzitster: Mijnheer De Vriendt, uw spreektijd zit erop. Vos derniers mots et votre question ne figureront donc pas au compte rendu.

 

03.04  Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, naast de covidgevallen en andere ziektesymptomen die we vandaag vaststellen, verzeilen ook honderden mensen in armoede, in een mentale depressie of in eenzaamheid. Alhoewel deze sanitaire crisis nog niet iedereen heeft geraakt, is het volgens mij maar een kwestie van tijd alvorens dat wel het geval zal zijn. In de voorbije drie weken heb ik in de plenaire vergaderingen drie concrete dingen gevraagd. Mijn eerste vraag was het moreel kompas juist te zetten, met extra aandacht voor jongeren. Mijn tweede vraag was de maatregelen leefbaar en haalbaar te maken en de gezondheidsaspecten op alle vlakken mee in acht te nemen, inclusief de sociale en mentale. Ten derde vroeg ik om onze ploeg van 11 miljoen niet te verliezen aan perspectief dat mogelijk onhaalbaar is.

 

Mijnheer de eerste minister, het is voor mij niet gemakkelijk om hier vandaag te staan, dat is geen evidentie. Ik heb heel veel respect voor de regeringsleden die moeten beslissen, want ik weet dat het allemaal niet evident is. Ik ben echter ook iemand van het volk en vanuit die optiek weet ik dat het volk al een jaar lang wacht om dierbaren terug vast te pakken. Jongeren horen al sinds januari dat er perspectief in zicht zou komen. Net daarmee heb ik het moeilijk. Als wij tijdelijke versoepelingen enkel kunnen toelaten om iedere keer weer in lockdown te gaan, dan moeten we daarmee stoppen en dan moeten we naar andere vormen kijken om het virus te bestrijden.

 

Volgens mij zijn er ter bestrijding twee mogelijkheden, twee effectief te volgen sporen. Het eerste spoor is de beperking van de contacten, wat we al doen, maar het tweede spoor is een vaccinatiegraad van 70 % behalen. Wij moeten er echt voor zorgen dat wij ter zake stappen vooruit kunnen zetten. De regio's zijn klaar, de vaccinatiecentra zijn open.

 

Mijnheer de eerste minister, hoeveel vaccins zijn er vandaag nog ongebruikt in ons land? Waarom gebruiken wij ze niet? Wanneer zullen we ze kunnen inzetten om aan een vaccinatiegraad van 70 % te geraken en eindelijk over echte versoepelingen te kunnen spreken?

 

03.05  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, voici une semaine, ici même, je vous demandais de prendre des mesures face à cette troisième vague que peu d'entre nous osaient encore nommer. Une laborieuse semaine plus tard, c'est enfin fait. Mais quelle semaine! Une semaine faite de compromis, de jeux politiques et de rapports de forces. Et surtout, que de temps perdu!

 

Nous pensons que ces mesures, même tardives, même injustes, sont hélas indispensables et nécessaires pour soulager les soignants. Mais, pour que ces mesures tiennent, pour que l'adhésion de notre population ne s'effondre pas, il y a deux conditions.

 

La première, c'est un minimum de cohésion et de solidarité. Bien sûr que ces mesures sont dures. Elles sont dures à expliquer. Elles sont dures à prendre. Elles sont dures à défendre. Mais ce qui ruine l'adhésion de la population, c'est de voir certains de vos partenaires flinguer ces mesures plutôt que de rassembler. À cet égard, monsieur le premier ministre, je me permets une question: le MR fait-il encore partie du gouvernement fédéral? Ou, alors, y aurait-il deux MR? L'un qui envoie trois ministres au Comité de concertation et qui assume ces mesures difficiles et l'autre qui gère les comptes Twitter et qui n'assume pas. C'est quand même ennuyeux et il n'est pas très normal que certaines voix de l'opposition comme la mienne se retrouvent parfois à faire plus de pédagogie sur ces mesures que certaines voix de votre propre majorité.

 

La deuxième condition, c'est évidemment une nette accélération des conditions de sortie de crise. L'efficacité des vaccins le montre. Nous sortirons un jour de cette pandémie. C'est sûr! Notre devoir est donc de faire en sorte que ce confinement soit le dernier. Il y a évidemment l'accélération possible sur les tests, les autotests, et puis, il y a la vaccination.

 

Monsieur le premier ministre, vous vous rendrez tout à l'heure à un sommet européen. Je souhaiterais que, pour une fois, l'Union européenne tape réellement du poing sur la table par rapport aux fournisseurs. Bien sûr, il y a des problèmes logistiques mais le gros problème de la vaccination, c'est l'approvisionnement.

 

Monsieur le premier ministre, allez-vous contribuer à ce que l'Union européenne tape du poing sur la table par rapport à un certain nombre de labos pharmaceutiques et aux livraisons de plus en plus laborieuses et parfois suspectes? La Belgique ne devrait-elle pas envisager, comme certains autres États européens, de commander hors contrat à des fournisseurs tels que la Russie, si jamais son vaccin Spoutnik est agréé? Cela contribuerait à obtenir des doses additionnelles de vaccin et à sortir de cette situation le plus rapidement possible.

 

03.06  Melissa Depraetere (Vooruit): Mijnheer de eerste minister, 175 nieuwe besmettingen, 10 nieuwe opnames en helaas ook een sterfgeval per uur en de cijfers schieten alleen maar meer de hoogte in. Het virus raast nu al meer dan een jaar door het land. Iedereen is het beu. Ik heb veel begrip voor die frustratie en voor de ontgoocheling bij de bevolking, maar die harde cijfers zijn nu eenmaal wel de realiteit.

 

We kunnen vanuit de politiek dan twee zaken doen. Of men pakt het aan en men lost het op. Of men kan ook mensen naar de mond praten. Het is net nu zo belangrijk om uit te leggen waarom die harde maatregelen nodig zijn, waarom het nodig is om nu strenger te zijn, zodat we binnenkort onze scholen en onze horeca volledig kunnen openen en we die stilstand kunnen doorbreken.

 

Collega's, alleen hoor ik hier partijen die soms ook met andere dingen afkomen. Zij zeggen: misschien kunnen de terrasjes wel open in de paasvakantie? Zij komen met 300 nieuwe ideeën om toch maar te versoepelen in tijden waarin de cijfers alleen maar stijgen. Of erger nog, partijen die in het Overlegcomité mee de beslissingen nemen, maar die daarna niet de moed hebben om die beslissingen te verdedigen.

 

Collega's, woorden doen er toe. Mensen snakken naar die vrijheid en ze klampen zich vast aan de beloftes, ook als het valse beloftes zijn. Als die valse beloftes niet kunnen worden waargemaakt, krijgt men natuurlijk verzuring. Dat zorgt ervoor dat er minder geloof in de politiek is.

 

Mijnheer de eerste minister, niet die valse beloftes, maar wel de vaccins zijn de weg naar de vrijheid. U hebt straks een belangrijk Europees overleg over de vaccins. Ik had graag van u gehoord wat u van die bijeenkomst verwacht.

 

03.07  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, j'ai bien écouté votre conférence de presse hier. Une nouvelle fois, vos ministres et vous-même avez eu le culot de dire que si nous nous trouvions dans la situation dans laquelle nous nous trouvons aujourd'hui, c'était de la faute des citoyens qui ne respectaient pas les règles. C'est incroyable! Alors qu'hier, vous auriez dû dire une seule chose, c'est-à-dire que si on était dans cette situation-ci, c'était de votre faute. La faute est chez vous! Ce sont vos gouvernements qui ne gèrent pas la situation. Dites-le! Prenez le micro en conférence de presse. Commencez votre conférence de presse en disant: "On a 'loosé'. On n'y arrive pas. On vous avait promis la liberté, elle n'est pas là, et c'est à cause de nous." Qu'est-ce que cela vous coûterait de dire cela? Cela ferait du bien, parce que monsieur le ministre, personne n'y comprend plus rien.

 

Et les petites tentatives que fait le MR via Georges-Louis Bouchez sont lamentables. Triple échec: "Ce n'est pas de ma faute. Je ne suis pas dans les gouvernements". Croyez-vous vraiment que les gens vont vous croire? Croyez-vous que dans l'horeca les gens n'ont pas compris que Georges-Louis Bouchez décidait lui-même également? Arrêtez de prendre les gens pour des cons, s'il vous plait! La situation est beaucoup trop grave et les gens ne comprennent plus rien à votre communication.

 

De quoi s'agit-il? Les écoles primaires ferment, les écoles maternelles restent ouvertes. C'est bien connu, le virus s'arrête à la porte de l'école maternelle. Qui a inventé cette règle selon laquelle on devait s'asseoir du côté de la vitre dans les trains de la SNCB? C'est connu. Le coronavirus a peur des vitres des trains de la SNCB. Par contre, les vitres des TEC, de la STIB ne font pas peur au virus, qui peut continuer à circuler dans ces véhicules où nous nous entassons comme des sardines. Mais il est connu que les vitres de la SNCB font virer le virus. Arrêtez, monsieur le ministre! Ce n'est pas sérieux.

 

On ferme les magasins, sauf si vous passez un petit coup de fil juste avant. Là, vous pouvez rentrer. Les clusters sont à 40 % dans les entreprises. On décide de refermer le robinet et de passer de 10 personnes à 4 dehors. Mais vous n'êtes pas sérieux! Ce n'est pas crédible, monsieur le premier ministre. Je vous demande maintenant de tenir un discours vraiment crédible et de prendre les choses en mains parce que cela va mal dans le pays.

 

03.08  Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, la période n'est facile pour personne. Pas pour nous, pas pour les autres pays occidentaux. Nous n'avions pas la culture du virus. Nous sommes malheureusement en train de l'apprendre difficilement.

 

Face à cette situation, les gouvernements font ce qu'ils peuvent, avec des mesures en dents de scie qui déstabilisent. Il n'y a pas toujours de perception de la logique. C'est parfois difficilement compréhensible. Il n'y a pas toujours d'objectivation scientifique. Finalement, cela aboutit à une gestion erratique. Mais c'est collectivement que nous devons assumer le mécontentement de la population et des métiers concernés.

 

Certains collègues réagissent parfois, et cela fait polémique. Je viens encore de l'entendre. Mais on ne peut pas à la fois vouloir un Parlement citoyen et dire aux députés qui représentent les citoyens de la fermer. L'hypocrisie, je n'en veux pas. Il vaut mieux dire haut et fort et défendre celui qui souffre, plutôt que de se cacher et de le faire par derrière.

 

Cela étant, monsieur le premier ministre, des interdictions d'exercice de profession sont faites. Des mesures d'aide sont prises. Nous venons encore d'en prendre cette semaine: le droit passerelle, le double droit passerelle, les exonérations de charges. C'est bien, cela permet de vivre. Cependant, cela ne couvre pas les charges fixes de ceux qui ne peuvent pas exercer leur métier.

 

Pierre Wunsch, le gouverneur de la Banque nationale, le rappelait: ce qu'il faudrait, c'est la politique du décideur-payeur. On décide de fermer des activités, et on renvoie aux Régions la possibilité de les soutenir en fonction de leurs moyens. Je me rappelle des propos d'un président de parti flamand disant: "Maintenant, nous allons voir où se trouve la richesse." C'est scandaleux, ce type de raisonnement! Nous devons être solidaires. Le gouvernement fédéral, l'État fédéral doit venir en soutien.

 

Monsieur le premier ministre, je souhaite vous poser deux questions. Quels moyens et quelle communication pour rallier les citoyens aux mesures qui sont prises? Et surtout, quel soutien complémentaire pour les frais (…)

 

03.09  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de eerste minister, wij vieren een verjaardag vandaag. Het is precies een jaar geleden dat wij met ons allen in ons kot moesten blijven, gecontroleerd met drones en monsterboetes.

 

Wij worden al een heel jaar geconfronteerd met het morbide wanbeleid rond de woon-zorgcentra, het wanbeleid rond de aankoop van mondmaskers, het falend beleid rond de testkits en de contacttracing, een blunderboek vol.

 

Mijnheer de eerste minister, wij verdragen al een jaar lang een regeltjeskermis van absurde maatregelen, van halve en hele lockdowns, en van avondklokken. Wij plaatsen ons onderwijs op achterstand. Wij ruïneerden de kleinhandel en de horeca.

 

U bent de perfecte handelsreiziger geworden van molochs als Amazon. Wij luisteren al een jaar lang naar de riedels van halve en hele experts, die nooit iets anders uit hun mond konden schudden dan dat wij in quarantaine moesten gaan.

 

Het is altijd de schuld van de bevolking.

 

U hebt geen pandemiestrategie, mijnheer de eerste minister, behalve deze van quarantaine.

 

Einstein heeft ooit gezegd: steeds hetzelfde doen en een andere uitkomst verwachten, is de definitie van waanzin. Ondertussen bent u ook al 'eerste minister van Loze Beloften'. U sluit de kapperszaken als het aantal besmettingen in de scholen stijgt. U beloofde telkens het licht aan het einde van de tunnel, maar het waren telkens de lichten van een aanstormende trein.

 

Deze lockdown is de zoveelste noodrem van uw falend beleid. Er is op dit moment maar één oplossing, mijnheer de eerste minister, en dat is vaccineren. Maar zelfs dat is een janboel geworden. In het Verenigd Koninkrijk worden per dag 800.000 mensen gevaccineerd. Dat is evenveel als gedurende twee maanden in ons land.

 

Ik heb maar één vraag: wanneer komt er een verlossende strategie in plaats van een politiek van pappen en nathouden en van valse beloften?

 

03.10  Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, vooreerst wil ik zeggen dat het goed is dat u vandaag in de Kamer aanwezig bent, net zoals het gisteren goed was dat u na de persconferentie onmiddellijk naar het federaal adviescomité voor Europese Aangelegenheden bent gekomen. Natuurlijk is uw plaats ook in Europa, want Europa heeft een agenda die belangrijk is voor de toekomst in de afwikkeling van deze pandemie. Op dit ogenblik is uw plaats in de Kamer, zodat wij u kunnen ondervragen. Zo hoort het.

 

Ten tweede, ons land heeft het virus in de afgelopen maanden onder controle kunnen houden. Zonder enig leedvermaak wil ik daaromtrent verwijzen naar Nederland, Duitsland en Frankrijk, de ons omringende landen. Wij hebben het onder controle kunnen houden dankzij de mensen die de maatregelen effectief hebben gerespecteerd. Net die mensen mogen wij vandaag niet ontgoochelen.

 

Ten derde, in een federaal land tot een consensus komen, is niet eenvoudig. Vraag maar aan Angela Merkel. Iedere regering, iedere sector en iedere partij komt met luide trom de eigen aspiraties verkondigen. De versoepelingsbrigade was nooit ver weg. Ze is luidruchtig als het over versoepelingen gaat, ze wordt heel wat stiller als aan die leden concreet gevraagd wordt wat zij in de plaats stellen tegenover het huidige beleid.

 

Mijnheer de premier, als het moeilijk gaat, rekenen we op politiek leiderschap. Uiteindelijk kijkt men naar u. U bent de voorzitter van het Overlegcomité, u moet uitvoeren wat daar werd beslist.

 

Wat mensen niet begrijpen, is dat ministers en partijvoorzitters afstand nemen van beslissingen van hun eigen regering. Ik noem dat onverantwoord gedrag ten opzichte van diegenen die verantwoordelijkheid dragen.

 

Mijnheer de premier, was er gisteren een volledige consensus tussen alle regeringen? Als die consensus er was, zult u de beslissingen van het Overlegcomité dan ook uitvoeren, verdedigen en implementeren?

 

03.11  Hervé Rigot (PS): Monsieur le premier ministre, les mesures que vous avez prises hier sont dures mais nécessaires pour garder des perspectives pour les jeunes et les écoles, pour l'horeca, mais aussi pour tous les autres secteurs à l'arrêt depuis si longtemps déjà. Pour ceux-là, c'est tabula rasa. C'est dur pour tous ces commerces qui font déjà face à une baisse cruelle de clientèle, dur pour tous ceux qui venaient de rouvrir, dur aussi pour la population qui, depuis plus d'un an, fait des efforts énormes et qui souffre. Aujourd'hui, il ne s'agit pas de pointer du doigt tel ou tel secteur. Aujourd'hui, ce qu'il faut, c'est limiter les contacts. Il faut faire un dernier effort collectif, je l'espère, et mettre l'accent sur la campagne de vaccination pour avoir de nouvelles perspectives.

 

Si l'on veut jouer collectif, il faut d'abord une stratégie concertée et elle est concertée. Vous avez tenu compte de l'avis des experts. Vous avez tenu compte aussi des hôpitaux qui vous demandaient des mesures fortes. Si l'on veut jouer collectif, il faut aussi une stratégie comprise par l'ensemble de l'équipe, et là, il faut reconnaître que la sortie du Comité de concertation a donné lieu à quelques cafouillages et informations parfois discordantes.

 

Si l'on veut jouer collectif, il ne faut pas que certains jouent contre leur propre camp. Quelques heures seulement après l'annonce des décisions, entendre un ex-ministre et un président de parti dire tout le mal qu'ils en pensent alors que leur formation est de celles qui prennent les décisions, désolé, mais c'est un manque cruel de loyauté, de solidarité, de sens politique et aussi de respect pour leurs propres ministres.

 

Monsieur le premier ministre, pouvez-vous aujourd'hui clarifier les mesures annoncées hier concernant notamment la suspension des cours dans l'enseignement? Comment allez-vous continuer à assurer le soutien financier des secteurs impactés? Comment allez-vous récupérer l'adhésion de la population?

 

Je vous remercie, monsieur le premier ministre.

 

03.12  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, premier, collega's, de bevolking wordt cynisch, zelfs sarcastisch. Ik heb net een verklaring van de heer Van Gucht gelezen dat de cijfers volgende week misschien stabiliseren. Ik kreeg een sms'je van een vriend met de vraag om u geluk te wensen, omdat uw persconferentie al de eerste resultaten heeft geboekt. Dat is absoluut spectaculair. Een andere vriend had de indruk dat er dagenlang een precisiebombardement van paniekbommen wordt neergesmeten, in de hoop dat daarna de verbodscommando's in burgerland kunnen binnendringen, omdat wellicht het verzet is gebroken na dagenlange voorbereiding. Dat gevoel wordt gedeeld door zeer veel mensen en dat is niet omdat ze de ziekte ontkennen. Er bestaan inderdaad covidontkenners, maar daar behoren slechts zeer weinigen in het Parlement toe, denk ik, en wij al zeker niet.

 

Het gaat hier namelijk over de medicijnen, het gaat niet over de ziekte. Het gaat over de vraag of de medicijnen die u uit het kastje haalt, ook helpen. Ik heb dat hier al wekenlang gevraagd en ik denk dat de bevolking daar ook naar snakt. Helpt een nachtklok? Kunt u daar eens een antwoord op geven? Hebben de niet-essentiële winkels, zoals dat dan heet, de voorbije weken het coronavirus doen toenemen? Wilt u daar een antwoord op geven? Of neemt u als een kwakzalver een paar extra pillen uit het kastje, omdat er dan wel eentje bij zal zitten dat werkt, men weet maar nooit? Maar die medicijnen hebben ook bijwerkingen en die brengen bij de bevolking cynisme en sarcasme teweeg. Vandaar mijn herhaalde vraag: wilt u nu aan de bevolking vertellen dat de maatregelen die u neemt, helpen, waarom ze helpen en welke problemen ze oplossen? Het debat gaat niet over de ziekte, het debat gaat over de gebruikte medicijnen.

 

03.13 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, het is duidelijk dat wij op een zeer bepalend moment zitten in de strijd tegen het virus. Ik vond het belangrijk om hier aanwezig te kunnen zijn en ik dank u voor het feit dat wij een uur vroeger konden beginnen, waardoor ik ook aanwezig kan zijn op de Europese Raad.

 

Er zijn een aantal vragen gesteld over de vaccinatie, maar die laat ik meer in detail beantwoorden door de minister van Volksgezondheid. Het is echter duidelijk dat de productie van vaccins een zeer belangrijk onderwerp is op de Europese Raad van vandaag, zoals ik al meermaals heb gezegd. De Europese Commissie en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat de akkoorden die gesloten zijn met de producenten, worden nageleefd en moeten bekijken hoe wij proactiever kunnen zijn om de productie van vaccins te vergemakkelijken. Dat wordt een van de belangrijke betogen die ik deze namiddag op de Europese Raad zal houden.

 

Wat de beslissingen betreft die zijn genomen en de manier waarop zij zijn genomen, vorige week na de plenaire vergadering heb ik op basis van verontrustende signalen beslist om het Overlegcomité versneld bij elkaar te roepen. Uit de clusteranalyses bleken er vooral virusuitbraken in de scholen en op de werkvloer. Ik had trouwens op dinsdag, in het begin van de week, ook al een overleg gehad met de werkgevers om te bekijken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat de verplichting tot telewerk kan worden nagekomen en wat wij kunnen doen opdat werken op de werkvloer voor wie niet kan telewerken, veiliger gebeurt en er bijvoorbeeld ook meer op de werkvloer zou kunnen worden getest.

 

Donderdagavond was trouwens ook al het federaal kernkabinet samengekomen en de consensus was dat wij bijzonder waakzaam moesten zijn en dat wij de situatie dag na dag moesten opvolgen. Op dat moment was het nog niet duidelijk of wij op een stijgend plateau zaten of veeleer in een situatie waarin de zaken zouden versnellen. Daarom heeft het Overlegcomité van vorige vrijdag een aantal beslissingen genomen. Ten eerste, een aantal versoepelingen die in het vooruitzicht waren gesteld, werden uitgesteld en, ten tweede, een aantal beslissingen die reeds waren genomen in sommige takken van het onderwijs, werden veralgemeend over het hele land.

 

Le Comité de concertation avait également chargé les ministres de l'Enseignement de la mission suivante – je cite la note qui a été rédigée à l'initiative de l'ensemble des gouvernements: "Compte tenu de l'accélération de l'augmentation du nombre de contaminations et foyers dans l'enseignement, le Comité charge les ministres de l'Enseignement de soumettre, d'ici lundi" – à savoir le 22 mars – "un plan détaillé et complet visant à réduire autant que possible et au plus vite le nombre de contaminations et de foyers."

 

Dat was de beslissing die de regeringen toen samen hebben genomen. Maandag en dinsdag werd echter duidelijk dat de situatie versneld verslechterde. Daarom heb ik dan ook gevraagd om zo snel mogelijk het Overlegcomité samen te roepen, op woensdagvoormiddag. Tevens heb ik onze experts gevraagd om advies te geven over de methodes die we zouden kunnen gebruiken om de blijvende lineaire stijging stil te leggen. Dinsdagavond had ik al een digitaal overleg met de ministers-presidenten. Iedereen voelde de sense of urgency, iedereen was ervan overtuigd dat een afkoelingsperiode nodig was en dat die periode een solidaire inspanning moest zijn, in alle takken van onze maatschappij.

 

Gisteren heeft het voltallige Overlegcomité de beslissingen genomen die intussen bekend zijn. Alle regeringen van ons land hebben zich geassocieerd. Na de vergadering van het Overlegcomité heb ik trouwens alle ministers-presidenten horen zeggen dat de genomen beslissingen nodig waren. Ze hebben die beslissingen verdedigd, wat ook zo hoort na een vergadering van het Overlegcomité.

 

Natuurlijk kwamen deze beslissingen er op een moment waarop we gehoopt hadden andere beslissingen te kunnen nemen. We hadden gehoopt dat we de bocht genomen hadden in de richting van perspectief. Het is duidelijk dat dit een ontgoocheling is.

 

Mais cette déception n'est pas uniquement ressentie dans notre pays. Tous nos pays voisins sont contraints de prendre des mesures qu'ils ne pensaient pas devoir prendre il y a quelques semaines. Le visage de la pandémie a changé, c'est clair, et c'est la raison principale de ces mesures. On ne parle pas ici du fait que les citoyens ont ou n'ont pas complètement suivi les règles, la pandémie a changé parce les variants sont maintenant dominants et plus virulents.

 

Die ontgoocheling mag ons niet afleiden van wat echt nodig is. Als wij een versnelde stijging van de ziekenhuisopnames zien, weten wij dat er slechts één oplossing is, namelijk overal de contacten zoveel mogelijk beperken. Of het nu op de werkplek, in winkels of in scholen is, alles moet worden gedaan om de contacten zoveel mogelijk te beperken. Dat is de basis en de kern van de beslissing die gisteren in het Overlegcomité is genomen. Doe alles om ervoor te zorgen dat contacten worden beperkt.

 

Het is logisch dat bevoegde ministers de manier bekijken waarop een en ander wordt georganiseerd. Zorg er echter voor dat wij vermijden met elkaar in contact te treden. Ik heb ook alle ministers-presidenten de maatregelen op die manier horen verdedigen, namelijk dat zij ervoor zullen zorgen dat er zo weinig mogelijk contacten zijn. Daar heeft het Overlegcomité ook naar gehandeld. Het zijn beslissingen die nodig zijn, om op dit moment de derde golf te breken. Ik heb daar geen twijfels over. Wij zullen allemaal samen, alle regeringen samen, maar ook alle burgers samen, de derde golf kunnen breken.

 

Als wij dit jaar één zaak hebben geleerd, als de huidige pandemie ons één zaak heeft geleerd, dan is het wel dat de pandemie geen politiek verdraagt. Wat de pandemie nodig heeft, is crisisbeheer, wendbaarheid, bijsturing en koelbloedigheid. Dat betekent dat moet worden bijgestuurd als de situatie verandert. Dat betekent dat soms plannen moeten worden opgeborgen als de situatie verandert. Ik heb geen schaamte om te bekennen dat ik niet aarzel om plannen bij te sturen, als dat nodig is, als de situatie fundamenteel is veranderd en onze bevolking in gevaar is. Dat is ook wat de bevolking van ons verwacht.

 

Dat betekent inderdaad ook dat het beheer van de pandemie soms ook een les in nederigheid is voor ons allemaal. Ik zal echter doen wat nodig is om onze bevolking te beschermen.

 

La pandémie nous a aussi appris que nous ne pouvions maîtriser une telle situation qu'en travaillant ensemble. Si chacun apporte sa part et que nous fournissons un effort collectif et solidaire, nous inverserons alors les chiffres. Il est certain qu'un effort d'une telle envergure n'est pas facile, mais si nous restons tous solidaires, nous y parviendrons. 

 

Indien het Overlegcomité gisteren niet tot een consensus was gekomen, dan zou het in de komende weken niet enkel over vaccinatiecentra gegaan zijn, maar ook over triagecentra. In die centra zouden artsen dan moeten kiezen wie er nog een bed krijgt en wie niet. De meeste bedden zouden intussen immers bezet zijn omdat er te veel covidpatiënten zouden zijn opgenomen. Ik ben dan ook blij dat het Overlegcomité in consensus tot een beslissing is kunnen komen. Ik kan mij niet inbeelden dat er hier iemand zou zitten die zou willen dat er een andere beslissing genomen was.

 

Il est vrai que prendre des décisions dans notre pays requiert parfois une patience angélique. Il faut parfois du temps alors que la situation voudrait que l'on agisse rapidement.

 

Ik hecht belang aan dat overleg. Ik hecht er belang aan naar alle regeringen te luisteren om samen tot een beslissing te komen. Ik wil dan ook alle ministers-presidenten uitdrukkelijk bedanken voor de inspanningen en de moed die gisteren nodig waren om in consensus tot een beslissing te kunnen komen.

 

Ik hecht belang aan overleg, maar ik hecht ook belang aan het nakomen van de afspraken en, daarna, het samen verdedigen van de beslissingen die we genomen hebben. In mijn ogen is dat de enige weg vooruit. Dit is ook wat men van ons verlangt: de nodige beslissingen nemen, naar elkaar luisteren en de beslissingen samen verdedigen en samen uitvoeren.

 

03.14  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Vous appelez à l'adhésion. Vous appelez à la confiance. Comment voulez-vous que les citoyens vous fassent confiance et fassent confiance à vos gouvernements quand, dans votre gouvernement, des partis de votre majorité dénoncent les mesures qui sont prises, quand des partis de votre majorité la jouent électoralistes, quand des partis de votre majorité ici encore, aujourd'hui, parlent de gestion erratique?

 

Monsieur le premier ministre, oui, cette gestion est erratique, même la majorité le reconnaît. Cela ne va pas nous faire sortir de la situation gravissime dans laquelle nous nous trouvons. Cela ne va pas permettre, demain, à nos concitoyens de retrouver leurs libertés. Cela ne va pas nous permettre non plus d'avoir enfin une vaccination beaucoup plus efficace.

 

En effet, le visage de la pandémie a-t-il changé? Oui, il a changé mais on sait depuis janvier qu'il va changer. On sait depuis janvier que les variants vont dominer le paysage en quelques semaines. On se retrouve donc dans la situation actuelle. Depuis début janvier, je vous fais des propositions sur la vaccination: espacer les deux doses pour Pfizer, administrer une seule dose pour les patients positifs au covid-19 en sachant que cela permettrait de leur donner une immunité correcte (…)

 

La présidente: Madame Fonck, votre temps de parole est écoulé.

 

03.15  Catherine Fonck (cdH): Vous avez fait le choix de ne pas les appliquer alors même que c'était validé sur le plan scientifique. On va seulement commencer à l'examiner. On a perdu un temps précieux. J'ose espérer que cela va maintenant être appliqué rapidement.

 

03.16  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, er is hier heel veel gezegd over mensen voorliegen en valse beloftes. Ik zal een paar valse beloftes citeren. Dan heb ik het nog niet eens over de coronabarometers die werden aangekondigd en die we nooit hebben gezien. Ik heb het over letterlijke beloftes uit uw beleidsverklaring van 1 oktober 2020: "Ik zeg hier klaar en duidelijk: ons land, onze economie, onze bedrijven, zij kunnen geen nieuwe algemene lockdown aan." Op 31 januari zei u: "Als de kappers openen, dan is dat voorgoed." Vandaag zijn de kappers nog veilig, zaterdag zijn ze dat niet meer. Dat zijn allemaal verklaringen waarin u de mensen voorliegt.

 

Ik denk dat dit ondertussen de mascotte van uw regering geworden is. (De spreker toont een Pinokkio)

 

Daar bent u goed in geworden, de mensen voorliegen. U vergist zich, de kern is niet contacten beperken, de kern is vaccineren, testen, tracen, alles waar deze regering in faalt.

 

Denkt u dat u na een jaar nog aan iemand kunt wijsmaken dat een korte lockdown voor een oplossing gaat zorgen? Niemand gelooft u nog. Uw coalitiepartners geloven u niet meer. Die maken ruzie op straat. De burger gelooft het niet meer. Ik denk dat u het zelf niet eens meer gelooft.

 

Deze is voor u, de pinokkioprijs. U bent kampioen in mensen voorliegen.

 

03.17  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Collega's, de coronacrisis is te ernstig en te pijnlijk, mevrouw Pas, om hier een goedkoop spektakel op te voeren en politieke spelletjes te spelen. Het is uw keuze om er zo mee om te gaan.

 

Collega's, premier, niemand neemt de coronamaatregelen voor zijn plezier. Niemand. Niemand heeft een toverformule om heel snel uit deze gezondheidscrisis te geraken, ook de oppositie niet. U moet mij eens uitleggen, mijnheer De Roover, dat u gisteren instemt met de maatregelen in het Overlegcomité en dat u hier vandaag niet anders dan kritiek spuit en negatief bent. Dat moet u mij eens uitleggen, want de mensen begrijpen dat niet. Straks hebt u misschien nog de gelegenheid om dat uit te leggen.

 

Wij moeten nu inderdaad hameren op de naleving van de maatregelen. Dat is nu cruciaal om de cijfers naar beneden te krijgen. Maar inderdaad, hoe willen we dat de mensen de maatregelen naleven, als ze zien dat politici over de straat rollen? Als het nut van de coronamaatregelen door politici zelf constant in vraag wordt gesteld, hoe willen we dan in vredesnaam dat het draagvlak bij de mensen groter wordt? Wie rond de tafel zit in het Overlegcomité en instemt met de maatregelen, moet achteraf niet publiek komen klagen.

 

03.18  Nawal Farih (CD&V): Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw antwoord. Het is waar, wij zitten met een virus waar wij helaas geen vat op hebben.

 

Maar als ik sommigen in dit Parlement bezig hoor, zak ik door de grond van plaatsvervangende schaamte. Ik zetel hier als nieuw parlementslid, en ik moet zeggen dat ik het betreurenswaardig vind hoe hier vandaag wordt omgegaan met de eerste minister, die probeert de crisis onder controle te krijgen.

 

Mijnheer de eerste minister, u hebt straks een belangrijke vergadering. Ik wens u daar heel veel succes mee. Wij rekenen op u, want wij hebben de vaccinaties echt wel nodig om hier uit te geraken.

 

03.19  François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, vous avez raison sur un point: les variants ont gagné la course contre la vaccination. Le problème est qu'on sait que ça va arriver et qu'on sait que cette course va être perdue depuis des mois. Depuis le mois de janvier, non seulement une série d'experts, mais certains d'entre nous expliquent que c'est inexorable. Cela allait arriver moins vite qu'en Grande-Bretagne, qui avait laissé ses bars et ses restaurants ouverts, mais on savait tous que dès le moment où le variant britannique serait majoritaire, le risque d'exponentielle serait là et que nous aurions une pandémie dans la pandémie. Malgré tout, dans votre gouvernement, nous avions des invitations à faire des promesses aux coiffeurs, aux restaurateurs et à tous les autres et c'est cela que nous payons aujourd'hui.

 

C'est incroyable! Il s'est passé la même chose en mars et en octobre de l'année dernière. À chaque fois, notre pays s'imagine que, par magie, la réalité qui frappe tous nos voisins va finir par nous épargner. À chaque fois, nous nous trompons et elle finit par nous rattraper, même plus durement que les autres.

 

La vaccination est la clé. Il faut mobiliser la population en donnant des objectifs clairs. Pourquoi ne pas prendre comme engagement de mobiliser toutes les volontés pour que, par exemple, tous les plus de 60 ans soient vaccinés avant l'été ou, en tout cas, à plus de 50 ou 60 %? Si vous donnez ce genre d'horizon, vous donnerez l'impression que les sacrifices que nous faisons tous vaudront la peine. Il nous manque quelque chose comme ça. Il nous manque une date, même de mobilisation, même théorique, pour pouvoir dire que la vaccination s'accélère et que ce que nous faisons vaut le coup.

 

Je crois qu'il faudrait prendre ce genre d'engagement et ce genre de mobilisation.

 

03.20  Melissa Depraetere (Vooruit): Mijnheer de premier, het is goed dat u het belang van solidariteit zo hard beklemtoond, maar die belangrijke boodschap is blijkbaar niet overal aangekomen. Politici dragen een ongelooflijke verantwoordelijkheid, als het gaat over de keuze, de resultaten en het draagvlak voor de maatregelen.

 

Mevrouw Pas, het virus is onze vijand. Laten wij de paasbreak niet gebruiken om het alleen maar nog erger te maken en ons te laten meeslepen in een politiek spel.

 

(Protest van mevrouw Barbara Pas)

 

Ik vind het ook jammer dat ik dat hier moet zeggen. Hoe dan ook, laten wij die periode gebruiken om samen solidair de strijd aan te gaan en ervoor te zorgen dat we het virus kunnen verslaan.

 

Het is de verantwoordelijkheid van iedereen in het Parlement om dat boven politieke profilering te plaatsen. Dit is wat de mensen van ons verwachten, dat we onze verantwoordelijkheid opnemen. Dat is ook waarvoor ze op ons mogen rekenen. Ik reken ook op u, collega's. Ik reken erop dat we die strijd samen en solidair zullen voeren. Dat is heel belangrijk.

 

03.21  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, gisteren hebben ministers van uw regering gezegd dat de fout weer eens bij de burger lag en vandaag zegt u dat de fout bij de variant van het virus ligt.

 

Waarom kunt u nu ook niet toegeven dat uw politiek van de voorbije maanden gefaald heeft? Er is toch duidelijk een link. Dat ziet u toch zelf ook? U komt hier vandaag weer emotionele druk uitoefenen en verklaren dat men in de ziekenhuizen voor de keuze zal staan wie welk bed krijgt. Dat is precies de keuze die ze een jaar geleden ook in Italië moesten maken en waar staan wij een jaar later? Voor dezelfde keuze. Dat toont toch alleen maar het falen van het beleid aan.

 

Daarom moeten we met oplossingen komen. Wij komen met oplossingen. Ten eerste, veralgemeen testing en tracing. We zijn daarin veel te zwak. Ten tweede, test in de bedrijven, in de vleesindustrie en in andere industrieën. Dat ontbreekt daar nog. Ten derde, schrap de patenten van de farma-industrie. Hoe kan het dat in Europa en in de wereld productieketens bestaan, dat de moleculen bekend zijn, maar niet worden geproduceerd? Hoe kan men in onze maatschappij toelaten dat de patenten zo'n rem zetten op de productie van vaccins? Ten vierde, de quarantainevergoeding moet naar 100 %, want mensen zouden niet moeten kiezen tussen minstens 30 % koopkracht verliezen of in quarantaine gaan. Dat zijn de vier oplossingen, die u vandaag moet toepassen.

 

03.22  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le premier ministre, j'ai parlé de gestion erratique parce qu'il s'agit d'une gestion par apprentissages, essais et erreurs. On fait ce que l'on peut parce qu'on n'a pas, comme certains, la science infuse, et il ne suffit pas d'un claquement de doigts pour obtenir la solution. Il y a toujours des gens qui ont des choses à dire et qui savent mieux que toute le monde. Mais, ici, ensemble, on essaie d'avancer et de résoudre les problèmes.

 

Il est clair que nous nous devons d'être solidaires entre nous, mais aussi avec les secteurs qui sont fermés. Il faut absolument aider ces secteurs à couvrir leurs charges fixes. Cela relève de notre responsabilité.

 

La crise est un révélateur de personnalités – on en voit qui s'expriment. C'est aussi un révélateur du fonctionnement de nos structures. Et il faut bien reconnaître qu'il n'est pas toujours idéal dans notre pays. Nous devrions, d'ailleurs, mener une réflexion à ce sujet.

 

Pour ce qui concerne Pinocchio, je connais l'histoire. Dans cette histoire, certains portent un bonnet avec des oreilles d'âne. Et bien, je le leur décerne!

 

03.23  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de eerste minister, ik ga niet in op uw theorie. Ons land is wereldkampioen in het aantal slachtoffers per 100.000 inwoners, ondanks drie lockdowns. Andere landen, zoals Zweden, hebben nooit een lockdown opgelegd en daar viel niet de helft van ons aantal slachtoffers.

 

Ik zal u de oplossing geven. Wij zijn een uur vroeger begonnen, omdat u naar de Europese Raad moet. Als u daar aankomt, neemt u Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad, bij de hand en u neemt de trein. U zit aan het venster, om niet te worden gestraft, en u spoort naar Leiden. Daar staan 4 miljoen vaccins te wachten om ingespoten te worden. Dan komt u terug, u neemt misschien nog andere mensen van de Europese Raad mee en u spoort naar Italië. Daar staan 27 miljoen vaccins te wachten.

 

Als u naar hier terugkomt, zorg er dan voor dat de vaccinatie voortgaat, want dat is de enige oplossing. Als zij voortgaat, dan nodig ik u uit op een terrasje aan de kust. Mevrouw Depraetere, u mag meekomen, want ik heb daarnet gehoord dat u daar een zekere frustratie aan overhoudt. Zorg er echter eerst voor, mijnheer de eerste minister, dat de elementaire zaken gedaan zijn en dat is de bevolking inenten. Na een jaar wanbeleid is het tijd dat er eens iets positiefs gezegd mag worden.

 

03.24  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, u hebt bevestigd dat er gisteren een consensus was in de regering. In het Overlegcomité hebben alle regeringen zich hier nadien bij aangesloten, de federale regering en de deelstaatregeringen. Ik vind dat uitzonderlijk belangrijk. Het komt er nu op aan om de consensus die u gisteren hebt bereikt, ook effectief uit te voeren. U hebt dat toegezegd.

 

Ik betreur wat er nadien is gebeurd. Ik behoor misschien nog tot de klassieke school, maar een minister die in een regering zitting heeft, sluit zich aan bij wat zijn regeringsleider op tafel heeft gelegd: un ministre assume ou il démissionne. Dat is misschien de klassieke school, maar er bestaat geen andere mogelijkheid.

 

Wat partijvoorzitters van de meerderheid betreft, ik begrijp dat een partijvoorzitter wil wegen op het beleid. Als men mee aan tafel wil zitten om beslissingen te nemen, is daar een eenvoudige mogelijkheid voor: un président de parti peut monter dans le gouvernement. Een regering heeft echter haar eigen opdracht, partijleiders hebben een andere opdracht. Wij zullen die twee niet met elkaar vermengen.

 

Mijnheer de premier, ik heb bewondering voor de moed waarmee u gisteren en vandaag zegt dat u het pakket maatregelen zult uitvoeren, omdat het noodzakelijk is in het algemeen belang voor de openbare gezondheid. Ga verder, doe wel en zie niet om.

 

03.25  Hervé Rigot (PS): Monsieur le premier ministre, avant toute chose, face au pitoyable spectacle que nous offrent certains aujourd'hui, je tiens à vous dire, une fois encore, que tout notre groupe est derrière vous et derrière le gouvernement car nous savons que vous prenez les mesures difficiles, certainement impopulaires mais courageuses parce que nécessaires, pour sortir gagnants de cette pandémie.

 

À ceux qui disent que ce nouveau lockdown est un triple échec, je leur dis que ce triple échec, c'est premièrement remettre en question les décisions qu'eux-mêmes prennent en Codeco; c'est deuxièmement diviser pour tenter de gagner des points individuellement; c'est troisièmement saper l'adhésion collective de la population.

 

J'en ai marre de ces jeux politiciens! Marre des ces cavaliers fous! Ces mesures ne pèsent pas uniquement sur la Belgique qui travaille mais sur tous. Et je m'adresse à ces twitteurs frénétiques: que dites-vous à ceux qui ne travaillent plus depuis des mois? Que dites-vous à ceux qui voient les patients covid défiler sous leurs yeux et qui doivent dire aux autres qu'ils ne peuvent être soignés faute de place? Que dites-vous à nos jeunes et nos aînés qui souffrent et qui se sentent seuls? Il n'est plus question d'accepter que certains opposent les secteurs les uns aux autres, les personnes les unes aux autres.

 

Les mesures sont difficiles et douloureuses et nous ne parviendrons pas à en sortir sans solidarité. Il est temps que la schizophrénie politique de certains cesse. Je le leur dis une fois encore: une équipe, un capitaine, une seule voix!

 

03.26  Peter De Roover (N-VA): Collega De Vriendt, net zoals collega Dewael behoort u tot een school. U behoort tot de school die past bij de regering, die vindt dat het Parlement bestaat om ootmoedig te buigen voor de regering wanneer die binnenkomt, en om ootmoedig te buigen wanneer die weer vertrekt, en dat het geen enkele eigen rol mag spelen of een kritische vraag mag stellen. Dat is uw visie van het Parlement, niet de mijne. Ik bedank daarvoor.

 

Mijnheer de eerste minister, u had een voorbereide tekst. Er zijn twaalf vragen gesteld. Ik heb niet de indruk dat u één jota bent afgeweken van uw tekst, die vanmorgen door uw kabinet is opgesteld. Of wij in het Parlement vragen stellen of niet, het zal uw antwoord niet beïnvloeden. Dat is eigenlijk onwaardig. Wanneer hier ernstige vragen gesteld worden, antwoordt u er niet op. Ik kan dan ook geen repliek geven op uw voorbereid tekstje.

 

Ik wil in de mij resterende tijd een eerbetoon brengen aan Vlaams minister Ben Weyts, die dankzij zijn optreden in de voorbije maanden en zijn weigering het onderwijs stil te leggen, een gigantische ravage voor onze jeugd heeft kunnen vermijden. Veel eer aan zijn manmoedig optreden wat dat betreft.

 

Tot slot, een van uw coalitiepartners steekt voortdurend stokken in de wielen van uw beleid. Een andere coalitiepartner verandert van naam. Maak daar gebruik van, mijnheer de eerste minister. Gebruik het enthousiasme van Conner Rousseau en maak tot slogan van uw regering: vooruit met de spuit!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Björn Anseeuw aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het telewerk en de extra verplichtingen" (55001488P)

- Tania De Jonge aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het telewerk en de aanwezigheidsregistratie in het kader van de covidpandemie" (55001494P)

- Sophie Thémont aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het toezicht op het telewerk en de ondersteuning van de werknemers" (55001502P)

- Florence Reuter aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De maatregelen ter aanvulling van cao 149 betreffende het telewerk" (55001507P)

04 Questions jointes de

- Björn Anseeuw à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le télétravail et les obligations supplémentaires en la matière" (55001488P)

- Tania De Jonge à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le télétravail et l'enregistrement des présences dans le cadre de la pandémie de covid" (55001494P)

- Sophie Thémont à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le contrôle en matière de télétravail et le soutien aux travailleurs" (55001502P)

- Florence Reuter à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Des mesures supplémentaires à la CCT 149 concernant le télétravail" (55001507P)

 

04.01  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik wil het hebben over telewerk. De overgrote meerderheid van de werkgevers doet er alles aan om een veilige werkomgeving te verzekeren, wat ook logisch is. Het is immers in hun eigen belang om alles in het werk te stellen, opdat zij zouden kunnen voortwerken.

 

Het Onderzoeksinstituut voor Arbeid van de KU Leuven maakte onlangs bekend dat 42 % van de jobs in ons land zich lenen tot telewerk. Tegelijk heeft het vastgesteld dat maar liefst 58 % van de werknemers in ons land telewerken. Dat geeft aan dat meer wordt getelewerkt dan zou moeten. Dat geeft minstens ook heel sterk aan dat heel wat werkgevers en werknemers hun best doen om tegemoet te komen aan het verplichte telewerk.

 

Niettemin wordt iedereen die zich netjes aan de regels houdt, nu extra belast met extra administratie voor het registreren van het verplichte telewerk in het bedrijf via een app, zodat de controle van de overheid op het verplichte telewerk gemakkelijker zou zijn. Daar komt nog bij dat de gegevens waarop u zich baseert, om te stellen dat er een probleem is met het verplichte telewerk, niet erg relevant zijn. U hebt bijvoorbeeld eerder in de commissie verwezen naar verkeersgegevens en Google Traffic Data, die echter geen onderscheid maken tussen woon-werkverkeer, vrachtverkeer en niet-essentiële verplaatsingen.

 

Is de maatregel van de extra administratie die u aan alle ondernemers oplegt, in proportie met het zogenaamde probleem dat u wil oplossen? Ik heb daarover dan ook enkele vragen.

 

Ten eerste, bent u bereid daarover in overleg te treden met de ondernemers zelf, om te zoeken naar alternatieven die geen extra administratieve lasten bezorgen aan de ondernemers?

 

Ten tweede, wat is de overheid van plan met de verzamelde gegevens, ook na de coronatijd? Hoe zal toezicht worden gehouden op het eigenlijke gebruik van de gegevens?

 

Ten derde en niet onbelangrijk, zal de overheid als werkgever ook worden verplicht telewerk op dezelfde manier te registreren?

 

04.02  Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, we moeten eerlijk zijn, de weerslag van de paaspauze is enorm. Opnieuw moeten sectoren sluiten, zelfs diegene die net opengegaan waren. Winkels worden bovendien gedwongen om op afspraak te werken. Dat zijn harde keuzes, die gezien de cijfers helaas noodzakelijk zijn.

 

Er worden op alle vlakken heel wat inspanningen gevraagd, ook aan de werkgevers. Nog sterker inzetten op telewerk is absoluut noodzakelijk. Dat is ook logisch. Het is goed dat er verhoogde aandacht is voor telewerk, zowel in de private als in de publieke sector. Toch is dat niet gemakkelijk, dat moeten we heel eerlijk toegeven. We beseffen dat het voor de werknemers heel zwaar begint te wegen, ze hebben nood aan contact op de werkvloer. Voor de werkgevers is het niet evident om dit allemaal goed georganiseerd te krijgen.

 

Ook onze fractie steunt de controle op telewerk, want die is nodig. Ik benadruk echter graag wat collega Verhelst een paar weken geleden gezegd heeft, namelijk dat we geen heksenjacht op de werkgevers mogen organiseren. Heel wat ondernemingen hebben het moeilijk en iedereen doet zijn best om het telewerk zo goed mogelijk te organiseren. We mogen echter niet vervallen in bijkomende administratieve rompslomp. Ik vernam dat u werk maakt van een applicatie voor de werkgevers om telewerk door te geven. Ik heb ook gelezen dat die gegevens vanaf morgen doorgegeven moeten worden via de applicatie van de RSZ.

 

Mijnheer de minister, ik heb hierover een aantal vragen.

 

Hoe werkt de applicatie precies? Is er rekening gehouden met de privacy van de werknemers? Betekent de procedure een extra administratieve last voor de ondernemers? Op welke wijze werden de bedrijven in deze korte periode geïnformeerd?

 

04.03  Sophie Thémont (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous le savons, le télétravail – pourtant obligatoire – est de moins en moins respecté. Il suffit de voir aujourd'hui les embouteillages aux heures de pointe, de même que les trains et les bus bondés le matin. Et nous comprenons très bien pour quelle raison: c'est long, et même très long! Cependant, une telle mesure est indispensable si nous voulons que les efforts consentis au cours des derniers mois paient. Elle constitue l'une des clefs destinées à limiter les contaminations et à voir enfin le bout du tunnel.

 

Beaucoup de travailleurs sont prêts à fournir ces efforts, car ils savent que rester travailler chez soi revient à limiter le nombre de contacts et les risques de contamination, à faire baisser les chiffres, à améliorer la situation générale et à offrir des perspectives à tout le monde. De même, le télétravail représente un moyen de soutenir ceux dont les secteurs sont fermés et qui attendent désespérément de reprendre le chemin du travail. C'est aussi à ce prix que tout le monde pourra retrouver une vie normale.

 

Pour certains, c'est particulièrement pénible. Je pense aux parents dont les enfants seront également à la maison dès la semaine prochaine, aux personnes isolées pour lesquelles le lieu de travail constitue le seul contact et qui, malgré tout, participent à cet effort de solidarité. Encore faut-il que ces gens puissent rester chez eux et qu'on leur en donne les moyens. En effet, trop d'employeurs mettent encore la pression sur leurs équipes. Dans les circonstances actuelles, il est difficile de dire à son patron: "Aujourd'hui, je reste chez moi."

 

Monsieur le ministre, les questions sont très simples. Comment allez-vous renforcer le contrôle pour rappeler que la règle de base reste la primauté du télétravail? Quelles inspections comptez-vous organiser sur les lieux de travail pour garantir que ceux qui s'y trouvent sont réellement indispensables?

 

04.04  Florence Reuter (MR): Madame la présidente, monsieur le vice-premier ministre, en janvier dernier, je vous interrogeais déjà sur la législation en vigueur concernant le télétravail et la crise du covid, qui ne tenait pas compte de toute une série de critères. Le télétravail à domicile était un terme qui n'existait pas dans la législation, le télétravail obligatoire non plus. Au même moment, une convention collective de travail était conclue par les partenaires sociaux. C'était une très bonne chose, mais comme je vous le disais déjà à ce moment-là, cela ne règle pas tout. Cela ne règle notamment pas toutes les dispositions liées au bien-être au travail, qui n'étaient pas reprises, ou reprises de façon très floue.

 

Aujourd'hui, au lendemain du Codeco, où les mesures sont renforcées comme nous l'avons entendu, le télétravail est plus que jamais de mise. Il est renforcé et indispensable. Ces questions reviennent. Des mesures au sein du gouvernement sont-elles prévues pour assurer ce bien-être au travail qui est exigé, d'ailleurs, par le Code du travail?

 

Permettez-moi ensuite de rebondir sur l'actualité. Vous annoncez aujourd'hui un renforcement des contrôles du télétravail dans les entreprises, qu'elles soient publiques ou privées. Vous parlez d'un formulaire à remplir, mentionnant le nombre de télétravailleurs. J'aimerais savoir sur quels critères vont se baser ces contrôles ciblés. Comment seront-ils ciblés? Est-ce en fonction du nombre de personnes qui télétravaillent, ou en fonction de la taille ou de la nature de l'entreprise?

 

J'ai une dernière question sur les tests rapides en entreprises. On sait que la question fait débat depuis quelques jours. Y a-t-il une avancée à ce sujet, et un protocole est-il prévu? Un avis des partenaires sociaux sera-t-il sollicité? Autant de questions qui se posent aujourd'hui plus que jamais. Surtout, il faudrait éviter d'alourdir encore la tension dans les entreprises. Les employeurs ont aussi beaucoup de mal à gérer cette crise.

 

04.05  Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, comme vous le savez, le télétravail à domicile est obligatoire dans toutes les entreprises, associations et services pour tous les membres du personnel, sauf si c'est impossible en raison de la nature de la fonction, de la continuité de la gestion de l'entreprise, de ses activités ou de ses services. Je cite ici l'arrêté ministériel datant du 28 octobre dernier.

 

Depuis ce 28 octobre 2020, le télétravail à domicile est donc une obligation; une obligation qui fait partie intégrante de la stratégie pour lutter contre cette pandémie. En effet, le télétravail permet de réduire les contacts au sein des entreprises, au sein des services publics, entre collègues, ainsi que les contacts lors des déplacements en transports en commun. C'est un élément important pour réduire les contacts et donc les contaminations.

 

Ik weet dat het moeilijk is, maar verplicht telewerk moet echt door iedereen worden gerespecteerd. De gezondheid van werknemers, en bij uitbreiding van de hele bevolking, moet worden beschermd. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid, ook in het belang van de gezondheid van onze economie.

 

Les services d'inspection ont procédé depuis le 17 décembre 2020 à près de 14 500 contrôles spécifiquement liés au respect du télétravail, que ce soit dans des entreprises privées ou dans des services publics. Hier matin, dans la presse régionale du Luxembourg, on relatait un contrôle au sein d'une grande intercommunale luxembourgeoise. C'est la preuve que les contrôles ont lieu à la fois dans le secteur privé et dans des administrations publiques.

 

Sur la base de ces contrôles, et pas uniquement de chiffres ou de données de circulation, notamment de certains opérateurs de téléphonie mobile ou de navigation, nous avons malheureusement dû constater que nous avons été confrontés à près de 19 % d'employeurs publics ou privés en infraction de cette obligation de télétravail.

 

C'est la raison pour laquelle le Comité de concertation a décidé hier de prendre des mesures complémentaires, avec un système d'enregistrement électronique des travailleurs qui ne peuvent pas faire de télétravail, un renforcement des contrôles et un durcissement des sanctions, singulièrement en cas de récidive.

 

Voor de elektronische registratie zal de RSZ morgenavond een instrument online zetten op zijn website. Werkgevers uit de private en de openbare sector zullen daar een formulier moeten invullen. Ik vind het belangrijk dat het instrument zo eenvoudig mogelijk is. Er worden maar twee gegevens opgevraagd. Ten eerste, het aantal werknemers van de onderneming per bedrijfsafdeling. Ten tweede, het aantal werknemers met een niet-telewerkbare functie. Deze gegevens moeten één keer per maand worden doorgegeven.

 

Cet outil, cette application permettra aux services d'inspection d'avoir une vision globale sur les chiffres du télétravail, que ce soit dans le secteur privé ou dans le secteur public. Cela permettra par ailleurs aux services d'inspection d'avoir immédiatement une vue claire sur l'importance du télétravail au sein d'un secteur ou au sein d'une entreprise et, enfin, de pouvoir mieux cibler les opérations de contrôle sur les entreprises ou les services publics qui, manifestement, exagèrent avec le travail en présentiel. Voici pour la première phase, la phase actuelle dans cette situation de crise encore aiguë.

 

Or, l'application, le système d'enregistrement a aussi pour vocation, avec l'évolution positive de la situation sanitaire, de permettre progressivement un retour en entreprise des travailleuses et des travailleurs qui, depuis longtemps maintenant, sont en télétravail. C'est une question fondamentale d'équilibre, de bien-être et aussi de gestion des entreprises et des services publics que de pouvoir au fur et à mesure, en fonction de l'évolution de la situation sanitaire, permettre le retour en présentiel, un jour, deux jours, trois jours par semaine, au sein des entreprises. Cet outil a aussi cette vocation d'encadrer le retour progressif en entreprise pour les travailleuses et travailleurs. Cela me semble être un élément important dans cette recherche d'équilibre, de bien-être au travail, tant en entreprise qu'à domicile pour l'instant.

 

Madame Reuter, cela s'inscrit dans cette volonté partagée, je pense, de pouvoir à la fois lutter rapidement contre cette pandémie et tenir compte du bien-être des travailleuses et des travailleurs. Je vous remercie.

 

04.06  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt het over welzijn op het werk. Mensen hebben sociale contacten nodig, ook om hun werk goed te doen. Toch houden de meeste werkgevers en werknemers zich echt wel aan het verplichte telewerk. Steeds meer mensen gaan ook gebukt onder dat telewerk. Uw enige antwoord is een app om dat telewerk te registreren. Dat zal het welzijn niet erg bevorderen, zeker niet op mentaal vlak.

 

U beweert ook dat 40 % van de besmettingen zich voordoet op de werkvloer. Dan is het toch wel bijzonder vreemd dat net op die plekken waar er niet kan worden getelewerkt geen extra maatregelen worden genomen. U maakt mensen het werken al moeilijk genoeg. Ik pleit helemaal niet voor extra maatregelen, maar het illustreert wel treffend dat deze app eigenlijk de exponent is van het falend coronabeleid van deze regering. Ik betreur dat heel erg. U moet mogelijk maken dat mensen werken. Welzijn op het werk betekent ook mentaal welzijn en geen extra administratie voor werkgevers die zich toch al aan de regels houden.

 

04.07  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de minister, ik besef dat het niet eenvoudig is. U benadrukt heel sterk dat er ook op de werkvloer zo weinig mogelijk contact moet zijn, dat is heel belangrijk. Het is natuurlijk een bezorgdheid van iedereen. Ik weet dat u samen met de eerste minister ook de werkgeversorganisaties daarop hebt aangesproken. Dat is zeker en vast een positief gegeven.

 

Ik wil u ook bedanken, het ingeven van de informatie zal eenvoudig kunnen en gebruiksvriendelijk zijn. Ik herhaal toch nog eens de boodschap dat er geen heksenjacht mag gehouden worden op onze bedrijven. Door deze registratie geven ze aan zeer sterk in te zetten op telewerk. Dat is belangrijk voor de aanpak van deze grote gezondheidscrisis.

 

04.08  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse complète.

 

Il est vrai que nous avons toutes et tous été abattus par l'annonce, hier, des nouvelles mesures. Personne n'applaudit. Personne ne prend ces mesures avec le sourire. On a le sentiment qu'on ne verra jamais le bout du tunnel.

 

Aujourd'hui, plus qu'hier encore, il faut en appeler à la solidarité et au sens du collectif. L'absence de solidarité nuit gravement à la santé. C'est aussi cette absence de solidarité qui pousse les travailleurs et les travailleuses à faire la grève. Je voudrais leur dire, ici, que nous comprenons et que nous les soutenons.

 

L'effort doit être collectif. Si on peut télétravailler, on doit le faire. Les employeurs doivent prendre leurs responsabilités. Ils doivent appliquer les règles, mais aussi soutenir leurs travailleurs qui sont chez eux parce qu'ils n'ont pas d'autre choix pour éviter les risques de contamination.

 

Pour conclure mon intervention, je suis tentée de dire que je m'exprime au nom des 11 millions de Belges qui tous ensemble veulent sortir de cette crise. Nous comptons sur vous.

 

04.09  Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos précisions. Il est vrai que depuis le début de la gestion de cette crise, c'est un travail d'équilibriste entre les mesures à prendre pour vaincre le virus et la liberté et le bien-être de la population. C'est la même chose pour le télétravail. L'équilibre entre le télétravail qu'il faut absolument renforcer pour contrer le virus mais aussi le bien-être de cette Belgique qui travaille et continue à travailler dans des conditions qui ne sont pas toujours faciles.

 

Je vous le disais quand je vous interrogeais, il y a quelques semaines. Pour beaucoup de télétravailleurs, le télétravail se fait sur une table de cuisine, dans de mauvaises conditions. Il faut être attentif à cela aussi et à la santé mentale de cette Belgique qui travaille. C'est un beau travail d'équilibre. J'invite vraiment le gouvernement à continuer à être très attentif à la fois à cette Belgique qui travaille et aux employeurs qui continuent à faire face à de grosses lourdeurs. Il faut veiller à ce que cet équilibre soit maintenu pour que tout le monde puisse s'y retrouver.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Nahima Lanjri aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De onduidelijkheid over de tijdelijke werkloosheid bij het schrappen van kampen" (55001495P)

05 Question de Nahima Lanjri à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La confusion en ce qui concerne le chômage temporaire et l'annulation de camps" (55001495P)

 

05.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, heel wat ouders zitten met de handen in het haar door de beslissing van het Overlegcomité om enkele maatregelen te verstrengen. Jeugdkampen mogen nog maar met 10 in plaats van 25 leden doorgaan. De paasvakantie wordt met een week vervroegd, aangezien de scholen sluiten, en nu wordt ook opgeroepen om de kinderen niet naar de kleuterscholen en evenmin naar de kinderopvang te brengen. Ouders moeten dus plots oplossingen zoeken voor hun kinderen.

 

Gelukkig bestaat de mogelijkheid om het zogenaamd quarantaineverlof op te nemen, een vorm van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in de coronapandemie wanneer de school of de kribbe dicht is. Zowel in de commissievergadering als in de media hebt u bevestigd dat ouders het quarantaineverlof ook kunnen gebruiken en aanvragen als een jeugdkamp wordt geannuleerd of als hun kinderen niet meer mee kunnen op kamp.

 

Uw antwoord in de commissie dinsdag stelde mij gerust, maar nu ben ik dat niet meer vanwege de getuigenis van een vertegenwoordiger van de Gezinsbond vanmorgen op de radio. Iemand had de RVA gecontacteerd omdat het kind niet meekan op jeugdkamp. De RVA meldde doodleuk dat het kamp niet afgelast is, maar dat het kind niet meer meekan omdat er maar 10 deelnemers mogen zijn, en noemde dat dan jammer.

 

Dat is natuurlijk niet de bedoeling, mijnheer de minister. De ouders hebben geen oplossingen omdat wij gezondheidsmaatregelen moeten nemen. Wij moeten dan ook de mogelijkheid bieden om quarantaineverlof te kunnen opnemen.

 

De scholen sluiten een week eerder dan gepland. Veel gemeentebesturen voorzien in extra opvang of noodopvang, sommige scholen evenzeer, maar dat zal niet voor iedereen volstaan. Ook in zulke gevallen vindt CD&V dat ouders die moeten werken en tegelijk voor de opvang van hun kinderen moeten zorgen, het quarantaineverlof moeten kunnen opnemen.

 

Mijnheer de minister, bent u het eens met onze visie dat ouders in zulke gevallen quarantaineverlof moeten kunnen opnemen? Wij bedoelen dat voor de gevallen waarin een kamp afgelast is of niet kan doorgaan, of met minder kinderen kan doorgaan. (…)

 

De voorzitster: Mevrouw Lanjri, uw spreektijd zit erop.

 

05.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw de voorzitster, het invoeren van de tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor alle sectoren is een van de eerste maatregelen die ik heb ingevoerd. Het is inderdaad de plicht van de overheid om werknemers tijdens deze crisis te beschermen. Op hetzelfde moment heb ik tijdelijke werkloosheid ingevoerd specifiek voor kinderen die in quarantaine moeten. De wet van 20 december 2020 biedt de mogelijkheid aan ouders om gebruik te maken van het systeem van tijdelijke werkloosheid wanneer hun kind niet naar school kan omdat de school of de klas sluit of omwille van quarantaine. Na overleg met onze administratie, de FOD WASO en de RVA zijn we van mening dat de annulering van een kamp kan worden gelijkgesteld met de sluiting van een klas. Dit geldt ook voor de kinderopvang of andere redenen. Een werknemer zal dus van dit recht gebruik kunnen maken wanneer het bewijs wordt geleverd dat het kamp geannuleerd is door de coronamaatregelen. Dat kan gaan per mail, per brief of met een attest van de organisatie. Het is uiteraard belangrijk dat ouders financieel worden ondersteund wanneer ze door de crisis verplicht worden verlof op te nemen. Al deze informatie zal in de komende uren op de website van FOD WASO en de RVA beschikbaar zijn.

 

05.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, het klopt dat we oplossingen moeten bieden wanneer verstrengde maatregelen worden genomen en ouders niet anders kunnen dan thuis te blijven om in opvang te voorzien voor hun kinderen omdat er geen opvang meer is of omdat de kinderen niet meer mee kunnen gaan op kamp omdat de groepen verkleind zijn naar tien. Ik hoop ook dat de informatie die op de website zal staan, heel duidelijk is. Deze maatregel geldt niet enkel wanneer het kamp niet doorgaat, maar ook wanneer kinderen niet mee kunnen gaan omdat de groepen verkleind zijn. Nu de scholen dicht zijn en de gemeenten onvoldoende opvang hebben om al die kinderen op te vangen, moet een bewijs van de gemeente dat er geen opvang meer is, ook volstaan.

 

Hopelijk bent u heel duidelijk dat de RVA ook de geest van de wet toepast die we goedgekeurd hebben in dit Parlement. We moeten ook in die gevallen de ouders kunnen ondersteunen om te vermijden dat kinderen naar de grootouders moeten, want het is niet de bedoeling om die mensen te besmetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Vicky Reynaert aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De reactie van China op de EU-sancties wegens mensenrechtenschendingen" (55001493P)

- Samuel Cogolati aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De sancties wegens schendingen van de mensenrechten van de Oeigoeren" (55001504P)

06 Questions jointes de

- Vicky Reynaert à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "La réaction de la Chine aux sanctions prises par l'UE en raison des violations des droits humains" (55001493P)

- Samuel Cogolati à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les sanctions pour les violations des droits humains des Ouïghours" (55001504P)

 

06.01  Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, het verschil tussen Europa en China werd deze week pijnlijk duidelijk. Beide spreken sancties uit, maar de doelstellingen achter deze sancties kunnen niet meer verschillend zijn. Het is goed dat de Europese Unie een krachtig signaal geeft dat de onderdrukking van de Oeigoeren niet getolereerd wordt. Het laat zien dat Europa staat voor mensenrechten en het is ook een bevestiging dat de Europese landen zich niet uit elkaar laten spelen.

 

China komt nu met een tegenreactie. Dat lijkt misschien hetzelfde, maar dat is het niet. De tegenreactie is een cynische poging van China om het vrije woord te beperken, om politici, tot in deze Kamer toe, te dwingen een andere kant op te kijken. Ik hoop en meen namens de volledige Kamer te spreken als ik zeg dat niemand onze democratische vrijheden kan beperken. Collega Cogolati, ik spreek dan ook mijn uitdrukkelijke steun uit aan u. Wij hebben geen lessen te leren van een land dat mensen onderdrukt, van Hongkong in het zuidoosten tot de Oeigoeren in het noordwesten.

 

Sancties, mevrouw de minister, zijn niet genoeg. Ze zijn goed als signaal, maar voor een echte oplossing is er een structurele, strategische aanpak nodig. Alleen zo gaan we vooruit. Mevrouw de minister, u gaf al aan dat u dit verder zal opvolgen met uw Europese collega's. Hoe zal u ervoor zorgen dat het niet enkel blijft bij sancties, maar dat we op Europees niveau werk maken van een structurele, strategische benadering ten aanzien van China?

 

06.02  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la vice-première ministre, je dois vous avouer que lorsque j'ai déposé cette question la semaine dernière, je ne m'attendais pas du tout à ce qui allait se passer ce lundi. Des sanctions individuelles ont été décrétées contre ma famille et moi, m'interdisant l'accès au territoire chinois, à Macao, à Hong Kong, mais m'interdisant aussi des échanges avec des entités ou des personnes chinoises.

 

Soyons clairs! Ces sanctions ne me touchent pas personnellement dans ma vie quotidienne. Elles ne me font pas peur. Elles ne sont rien en comparaison de ce que doivent subir des millions de Ouïghours. Je pense aux femmes ouïghoures stérilisées de force, aux Ouïghours enfermés dans des camps de concentration. Je pense aux Tibétains. Je pense aux jeunes manifestants pour la démocratie dans les rues de Hong Kong.

 

Ce que la Chine a visé, ce ne sont pas des intérêts militaires. Ce ne sont pas de grands intérêts économiques. C'est le cœur de notre démocratie. Ce sont nos libertés les plus fondamentales qui ont été visées à travers ces sanctions.

 

C'est pourquoi, madame la vice-première ministre, je tiens vraiment à vous remercier très sincèrement et du fond du cœur. Vous avez été la première, en Europe, à réagir et à condamner fermement ces sanctions. Madame la présidente, je tiens aussi à remercier le premier ministre et tous les collègues pour leurs signes très chaleureux de solidarité.

 

C'est vrai qu'il peut y avoir des différences entre nous, et c'est normal, c'est ce qui fait la richesse de nos débats démocratiques. C'est pour cela aussi que nous chérissons cette assemblée. C'est ici que, comme parlementaires élus démocratiquement, nous nous battons pour ces valeurs fondamentales. Nous n'accepterons jamais que d'autres pays, même puissants, les piétinent.

 

Le parti communiste chinois (…)

 

06.03 Minister Sophie Wilmès: Mevrouw de voorzitster, op maandag 22 maart 2021 hebben de EU-ministers van Buitenlandse Zaken inderdaad gestemd over een nieuwe lijst van sancties in het kader van het EU-mensenrechtensanctieregime. De lijst is opgesteld op basis van objectieve en verifieerbare elementen en weerspiegelt de ernstige bezorgdheid over de situatie in Xinjiang.

 

Par cette décision, l'Union européenne envoie un message très clair, comme vous l'avez rappelé à raison: nous ne sommes pas disposés à accepter des violations des droits fondamentaux sans réagir. Vous le savez, la Chine a réagi à travers des mesures de rétorsion que je ne rappellerai pas. Nous voyons bien, en tout cas, que c'est notre liberté d'expression qui est prise pour cible, notre Parlement et ses élus – jusqu'au cœur même de notre démocratie. Comme vous le savez, monsieur Cogolati, puisque je l'ai exprimé publiquement par un tweet et que nous nous sommes parlé en ligne, vous avez tout notre soutien politique – mais aussi personnel.

 

J'ai en effet publié un avis. Nous avons aussi convoqué l'ambassadeur de Chine à Bruxelles pour lui répéter formellement ce message.

 

Ons standpunt is duidelijk: mensenrechten zijn universele rechten. Zij moeten te allen tijde en overal gerespecteerd en beschermd worden.

 

Wij zijn vastbesloten onze waarden te verdedigen en wij roepen China op een constructieve dialoog over de mensenrechten aan te gaan en escalatie te vermijden in het belang van ons allemaal.

 

Wij zullen de discussie met onze Europese partners uiteraard voortzetten.

 

On me demande ce qu'il y a à faire en dehors des sanctions. Je pense qu'il faut continuer à travailler sur le dialogue, de manière bilatérale ou multilatérale, à travers les discussions que notre représentant Borrell peut avoir avec la Chine, ou la Commission ou d'autres institutions. J'ai eu une discussion ce matin avec le secrétaire d'État Blinken sur les relations avec la Chine. Lors des discussions qu'ils ont eues à Anchorage, ils ont aussi mis ce point sur la table. Nous ne sommes donc pas les seuls.

 

Ce dialogue doit continuer tout en marquant fermement notre capacité à agir quand les choses ne vont pas dans la bonne direction.

 

S'agissant de notre accord d'investissement au niveau européen, un accord de principe a été conclu en fin d'année. La Belgique a été un des premiers pays à exprimer en groupe de travail à quel point toute la question du respect des droits fondamentaux des travailleurs devait être absolument reprise dans cet avis.

 

Cet accord fait l'objet d'un toilettage juridique et la commission qui s'en occupe au niveau du Parlement européen a suspendu ses travaux justement en réponse aux rétorsions chinoises suite aux décisions que nous avons prises mardi. En ce qui concerne la position belge, nous nous sommes déjà fortement exprimés à ce sujet et nous continuerons à voir comment les choses évoluent. Je ne vous cache pas que ce qui s'est récemment passé aura une influence sur la position que nous adopterons.

 

06.04  Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Laten we eerlijk zijn, als Europa of België nu niet doorzet, dan zal dat gevolgen hebben. We moeten laten zien dat we mensenrechtenschendingen niet negeren. Dat moet voor ons gebeuren met een structurele oplossing. We moeten werken aan een strategisch beleid ten aanzien van China. Mijn beweging pleit daarnaast ook voor een ban op producten gemaakt in dwangarbeid, en voor een duidelijke zorgplicht bij bedrijven.

 

Het EU-China investeringsakkoord moet voor ons herbekeken worden. Indien nodig, moeten we verder durven te gaan met sancties omwille van mensenrechtenschendingen. Als dat op Europees niveau niet kan, dan maar op Belgisch niveau.

 

Mijn fractie heeft een wetsvoorstel klaar, zodat de regering daartoe het instrument heeft, een Belgische Magnitsky-wet.

 

Mevrouw de minister, de achteruitgang van vrijheden overal ter wereld moet worden gestopt, want in stilte sterft de democratie en overwinst de dictatuur.

 

06.05  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour ce soutien clair et intransigeant.

 

Je pense que personne ici ne plaide pour l'escalade. Au contraire, nous prônons un dialogue clair et franc, sans renier nos valeurs les plus fondamentales dont font partie évidemment les droits humains, les droits sociaux et les droits environnementaux. Merci d'avoir rappelé qu'on ne peut pas, d'un côté, prôner la liberté et, de l'autre, signer une convention d'investissement sans garantie contraignante contre le travail forcé des Ouïghours. Merci pour cela.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Séverine de Laveleye à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Le retrait de la Turquie de la Convention d'Istanbul" (55001501P)

07 Vraag van Séverine de Laveleye aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De terugtrekking van Turkije uit het Verdrag van Istanbul" (55001501P)

 

07.01  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, madame la ministre, comme vous le savez, dans la nuit de vendredi à samedi, la Turquie est sortie de la Convention dite d'Istanbul, convention du Conseil de l'Europe qui vise tout simplement à lutter contre les violences faites aux femmes. Il s'agit d'une décision qui a été prise de façon unilatérale par le président turc, M. Erdogan.

 

Depuis samedi, les femmes turques sont dans la rue pour dénoncer cette décision et exiger la reconnaissance de leurs droits.

 

Je voudrais saisir l'opportunité qui m'est donnée, aujourd'hui, pour leur manifester toute ma solidarité, à l'occasion de ce combat.

 

Elles sont d'autant plus mobilisées que cette décision a été prise dans un contexte d'extrême violence à l'égard des femmes en Turquie. Les observateurs ont compté jusqu'à 300 féminicides en 2020, pour ne parler que de ce type de crimes.

 

Cette décision fait de la Turquie le premier pays à quitter la Convention d'Istanbul, ce qui envoie, évidemment, un très mauvais signal. En effet, plusieurs pays européens ne l'ont pas encore ratifiée et certains, dont la Pologne, annoncent déjà qu'ils vont la quitter. L'Union européenne, elle-même, n'y a pas encore accédé, bloquée par plusieurs pays membres.

 

C'est un très mauvais signal surtout dans cette période de pandémie où on voit que les crimes dont sont victimes les femmes explosent partout sur la planète, en Europe, mais aussi en Belgique. Je veux le dire et le redire, la situation dans notre pays est loin d'être parfaite et elle s'est encore aggravée pendant cette période de crise covid-19. Pour 2021, on compte déjà pas moins de huit féminicides. Je ne me focalise ici que sur les cas d'extrême violence. Je ne parle pas du nombre d'appels à l'aide qui se multiplient.

 

Madame la ministre, vous avez dit regretter cette décision mais, vu la gravité des enjeux pour les droits des femmes, je pense que d'autres réponses sont attendues.

 

Madame la ministre, quelles réponses allez-vous donner à la Turquie? Avez-vous pris contact avec l'ambassadeur? Des sanctions sont-elles envisagées? Quand l'Union européenne va-t-elle enfin accéder à la Convention d'Istanbul? Quelles démarches la Belgique a-t-elle entreprises pour que la réponse du Conseil européen soit forte? En gros, quel est le message aux pays européens qui seraient tentés de faire la même chose?

 

07.02  Sophie Wilmès, ministre: Madame la présidente, madame de Laveleye, je vous remercie pour vos questions sur un sujet que je mets à l'avant-plan de nombreuses discussions, tant au niveau multilatéral – je l'ai encore fait à l'OTAN cette semaine – que bilatéral. J'ai tout de suite exprimé nos regrets quant au retrait de la Turquie de la Convention d'Istanbul qui prévient et lutte contre les violences à l'égard des femmes et la violence domestique, d'autant plus sur fond d'augmentation de ce type de violences dans ce pays. Mais vous avez bien fait de rappeler qu'il n'y a pas que la Turquie. La violence faite aux femmes est malheureusement mondiale, existe aussi dans notre pays. Nous devons donc faire en sorte de marquer les pas nécessaires et de prendre les décisions qui font que, nous aussi, nous nous améliorons dans ce domaine.

 

Il est également vrai que les attaques sur ce front-là se multiplient. Vous avez parlé de la Hongrie et de la Pologne. C'est une vérité à laquelle nous devons faire face dans une Union européenne. La Turquie n'en fait pas partie mais nos partenaires polonais et hongrois le font. Ce sont d'ailleurs des sujets que j'ai aussi abordés de manière extrêmement claire en début de semaine, comme nous avions un agenda international un peu chargé. Nous avions un Conseil des Affaires étrangères et un Conseil des Affaires européennes.

 

Je me suis immédiatement exprimée pour dénoncer ceci et réitérer notre engagement. Réitérer l'engagement, c'est bien. Il faut le dire, puis il faut le faire. Au niveau des Affaires étrangères, on a un outil parmi d'autres qui est le financement via le Conseil de l'Europe d'actions de soutien. J'ai demandé que l'on focalise ces actions de soutien sur le droit des femmes particulièrement à un moment où d'autres États décident de lever ces protections.

 

Y a-t-il moyen de faire autre chose? Nous travaillons avec la Turquie à un agenda positif au niveau européen. Nous avions dit que nous étions prêts à prendre les sanctions; je pense ici au processus d'escalade des tensions en Méditerranée par exemple. Nous avons constaté que la Turquie avait fait preuve de bonne volonté et qu'elle avait œuvré à la désescalade en Méditerranée. C'est la raison pour laquelle nous avons dit que nous pouvions peut-être nous inscrire dans un schéma positif à condition que cette situation devienne pérenne et que ce ne soit pas un one-off, histoire d'éviter la sanction, dans une dynamique où ce type de considérations sont et seront mises à l'agenda. La balle est désormais dans le camp de la Turquie.

 

La présidente: Madame la ministre, votre temps de parole est écoulé.

 

07.03  Sophie Wilmès, ministre: Je termine, madame la présidente.

 

Nous suivons cela de très près. Ce n'est pas une manière diplomatique de dire que nous ne faisons rien. Bien au contraire, madame, soyez assurée que je suis cela personnellement de très près!

 

La présidente: Je vous demande de respecter le temps de parole.

 

07.04  Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Merci, madame la vice-première ministre. Il était vraiment important de prendre le temps de ce débat aujourd'hui. J'ai écouté attentivement vos réponses. Je sais que nous sommes sur la même longueur d'ondes pour rappeler que les droits des femmes ne sont pas des droits que l'on choisit à la carte. Il s'agit bien de droits humains fondamentaux qui concernent 50 % d'entre nous. On ne peut tout simplement pas accepter que des pays proches de nous, avec lesquels nous avons beaucoup d'accords commerciaux et diplomatiques, puissent à ce point les fouler aux pieds.

 

Beaucoup de discussions sont en jeu. Vous en avez rappelé plusieurs. Nous attendons que ce type de décision ait des conséquences.

 

Ce qui se passe à l'extérieur de nos frontières ne doit pas nous détourner des efforts qui restent à faire chez nous. Vous l'avez souligné aussi, et je vous en remercie. Votre gouvernement, à l'initiative de la secrétaire d'État Sarah Schlitz, avance, mais l'attention de tous et de toutes dans le gouvernement doit être renforcée. La lutte contre les violences faites aux femmes doit être une priorité absolue en Belgique comme à l'échelle internationale. Pour les femmes turques, européennes et belges, vous avez tout notre soutien pour une réponse forte et à la hauteur de ces enjeux.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Frank Troosters aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De nieuwe coronamaatregelen met betrekking tot het treinvervoer" (55001491P)

08 Question de Frank Troosters à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les nouvelles mesures "corona" en matière de transport ferroviaire" (55001491P)

 

08.01  Frank Troosters (VB): De beelden van de chaos in de stations en in de treinen naar de kust tijdens de voorbije krokusvakantie liggen nog vers in ons geheugen. Wij zagen overvolle stations; zowel in de stationshal als op de perrons stonden reizigers die de trein wilden nemen, dicht op elkaar gepakt. Ook in de treinen zaten de reizigers soms veel te dicht bij elkaar. Hoezeer het personeel van de NMBS, de treinbegeleiders en de Securailagenten ook hun best deden om de coronamaatregelen te laten naleven, ze waren zo goed als machteloos om de grote toestroom van reizigers onder controle te houden.

 

De burgemeesters van diverse kuststeden drukten meermaals hun onvrede uit over het feit dat hun stad bijna overspoeld werd met bezoekers. Ook daar kon de grote massa van toeristen niet onder controle gehouden worden. Met aandrang vroegen ze meermaals aan de NMBS om maatregelen te nemen. Ze vroegen om zeker geen extra treinen in te leggen of extra reizigers aan te voeren naar hun steden. Het kan nauwelijks verbazen: de NMBS bleef daar doof voor. Nadat die burgemeesters meer dan een jaar aan de klaagmuur hadden gestaan, moesten ze uiteindelijk dreigen om stations te sluiten. Bovendien werd u, als bevoegde minister, gedagvaard. Dat heeft dan toch overleg en een aantal nieuwe maatregelen opgeleverd, maar die moeten hun waarde nog bewijzen; daarover wordt maandag definitief een oordeel geveld.

 

Een maatregel is alvast wel bekend. Vanaf de paasvakantie zullen reizigers die een toeristische bestemming hebben, dus toeristen, verplicht worden om aan het venster te zitten. Als ze geen toeristische bestemming hebben, mogen ze ergens anders zitten. Dan is het coronavirus veel minder gevaarlijk. Wat vindt u van die maatregel? Hoe zult u die doen naleven?

 

Welke garantie kunt u als bevoegde minister geven dat toestanden zoals tijdens de krokusvakantie zich niet herhalen?

 

08.02 Minister Georges Gilkinet: Mevrouw de voorzitster, collega's, wij vechten nu meer dan een jaar tegen de pandemie. Het is moeilijk voor iedereen. Wij snakken allemaal naar meer vrijheid. Sinds het begin van de pandemie blijven de treinen rijden om de werknemers die niet kunnen telewerken naar hun job te voeren, om studenten naar school te brengen of om de gewone burger naar de gewenste bestemming te brengen. Ik wil de medewerkers van de NMBS uitdrukkelijk daarvoor bedanken. Zij hebben er altijd voor gezorgd dat de treinen blijven rijden, ook in het diepste van de crisis, met respect voor de gezondheidsmaatregelen. De NMBS neemt al maandenlang verschillende maatregelen, opdat alles zo veilig mogelijk zou verlopen voor iedereen.

 

Ook de overheid neemt haar verantwoordelijkheid. Gelet op het feit dat het virus meer circuleert, op de evolutie van de pandemie en op de impact ervan voor de ziekenhuizen, heeft het Overlegcomité bijkomende maatregelen genomen op vrijdag 19 maart 2021 om de drukte op de treinen met vooral een toeristische bestemming, zoals de kust, te vermijden. De aangehaalde maatregel is er gekomen op vraag van het coronacommissariaat. Hij gaat in op 3 april 2021 en loopt tot eind april 2021; hij geldt niet op schooldagen.

 

Mijn kabinet staat in nauw contact met de NMBS en met het kabinet van mijn collega van Binnenlandse Zaken, mevrouw Verlinden, om de maatregel zo goed mogelijk uit te werken. Het is zeker geen gemakkelijk uitvoerbare maatregel, zeker niet voor de treinbegeleiders. Wij zullen ons best doen.

 

Ik wil er echter vooral op wijzen dat het belangrijk is dat de trein blijft rijden. Dat is cruciaal. Mobiliteit betekent immers vrijheid, waar ik mij als minister van Mobiliteit voor inzet. Die vrijheid wil ik zo goed mogelijk verdedigen voor iedereen, ook voor wie voor een dag naar de kust wil.

 

08.03  Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, ook al vind ik het een vreemd antwoord. In de regeringsverklaring en ook bij de bespreking van uw beleidsplan hebt u de ambitie uitgesproken om meer mensen aan te moedigen de trein te nemen. Daarvoor zou u het openbaar vervoer aantrekkelijker maken.

 

Wat heb ik sindsdien gezien? De NMBS heeft eerst haar prijzen verhoogd. Vervolgens hebt u bakzeil moeten halen in de lokettenkwestie en nu gaat u met de billen bloot, want u moet reizigers vragen de trein naar zee liever niet te nemen. Misschien weer naar de auto? Als zij toch de trein nemen, moeten zij aan het venster zitten. Dat staat volkomen haaks op de uitgesproken ambities van uw beleid.

 

Mijnheer de minister, ik heb bijna medelijden met u. U staat erbij en u kijkt ernaar en vanaf de paasvakantie zit u erbij, aan het venstertje, en u kijkt ernaar.

 

Vlaams Belang roept u op niet langer alles te ondergaan, maar uw verantwoordelijkheid op te nemen en eindelijk een concreet, efficiënt en krachtdadig treinbeleid op poten te zetten dat de treinreiziger op een veilige en comfortabele manier openbaar vervoer garandeert, ook in deze coronatijden.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Le traitement fiscal des allocations de chômage temporaire 'corona'" (55001500P)

09 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De fiscale behandeling van de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht (corona)" (55001500P)

 

09.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre des Finances, de nombreux travailleurs sont particulièrement inquiets aujourd'hui. En effet, plus d'un million d'entre eux ont subi l'année dernière un chômage temporaire à cause de la crise corona, ce qui leur a infligé une perte substantielle de leurs revenus bruts à hauteur de 44 % pour un salaire moyen. S'y ajoute le problème posé par la fiscalité.

 

Il est exact que le gouvernement a ramené le précompte professionnel de 26 à 15 % comme taux retenu sur ce chômage temporaire. C'est donc une bonne nouvelle dans l'immédiat. Toutefois, elle se transforme en mauvaise nouvelle à terme. En effet, sur la feuille d'impôt, ce revenu de chômage temporaire va être globalisé avec le salaire. C'est là que "la douloureuse" sera présentée, monsieur le ministre. Selon les chiffres de la FGTB, près de 600 000 personnes seront touchées par un tel supplément d'impôt, qui pourra atteindre 1 500 euros.

 

La solution est simple et consiste à imiter le droit passerelle qui est en quelque sorte le chômage des indépendants. Autrement dit, on taxe distinctement ce revenu, sans l'englober dans les autres ressources. De la sorte, le travailleur sur lequel on prélève 15 % ne devra payer aucun supplément d'impôt sur son chômage temporaire.

 

Quand je vous ai interrogé à ce sujet en commission, vous m'avez répondu que le gouvernement aviserait. C'est la même réponse que vous avez apportée à la presse. Et puis, nous constatons que le gouvernement décide finalement de refuser une telle exemption fiscale à ces travailleurs. Bref, "la douloureuse" leur sera présentée!

 

Monsieur le ministre, dans le cadre de la crise corona, le gouvernement a accordé des milliards. Pourquoi imposez-vous à ces travailleurs la double peine: une perte de revenus bruts et un supplément d'impôt? Comment justifiez-vous la différence de traitement entre le droit passerelle, qui est le chômage des indépendants, taxé distinctement, et le chômage des salariés qui sera, lui, globalisé avec les autres revenus?

 

09.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, le taux du précompte professionnel sur les allocations de chômage temporaire a été réduit de 26,75 % à 15 % à partir de mai 2020. Le précompte professionnel réduit a été introduit au début de la crise afin de répondre au problème des contribuables à faibles revenus, comme l'ont rapporté les médias à l'époque.

 

Je tiens à souligner que la décision de passer à un précompte professionnel réduit a été adoptée à la quasi unanimité du Parlement. Au cours de la réunion de la commission, ainsi qu'après, il a été clairement indiqué que la réduction du précompte professionnel ne signifie pas une réduction de l'impôt total. Le précompte professionnel est toujours imputé sur le montant total de l'impôt dû, ce qui signifie qu'il est donc possible que les contribuables concernés paient un montant supérieur ou récupèrent un montant inférieur, au moment de l'enrôlement de la déclaration d'impôts. C'est donc en toute connaissance de cause que le Parlement a décidé de procéder à la réduction du précompte professionnel.

 

Monsieur Van Hees, vous faites également référence aux calculs effectués par le syndicat socialiste FGTB et publiés dans la presse récemment. Ces calculs indiquent que les contribuables concernés devraient payer entre 1 000 et 1 500 euros d'impôts supplémentaires. Je n'ai pas vu ces calculs de la FGTB, mais les secrétariats sociaux ont déjà fait leurs propres calculs. Ils arrivent à des résultats complètement différents de ceux de la FGTB, surtout pour les salaires les plus bas. Je regrette donc que de telles informations erronées soient diffusées. Cela ne fait qu'inquiéter inutilement les contribuables concernés.

 

Pour conclure mon intervention, je tiens à souligner une fois de plus que tous les contribuables concernés ne paieront pas un impôt supplémentaire à l'IPP suite à l'application des mesures prises au niveau du précompte professionnel. En d'autres, termes, cette mesure est donc neutre en termes de fiscalité globale.

 

La présidente: Monsieur le ministre, puis-je également vous demander d'être attentif au temps de parole?

 

09.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous êtes incroyable! Vous enfoncez des portes ouvertes! Évidemment, tout le monde sait que le précompte professionnel est une avance sur l'impôt à payer. Ici, la question était claire: au vu des circonstances exceptionnelles, comment se fait-il que vous ne donniez pas la possibilité aux travailleurs salariés d'éviter une facture fiscale cette année ou l'année prochaine? Voilà la demande de la FGTB et de tous les travailleurs concernés.

 

Comment se fait-il que vous donniez des cadeaux fiscaux aux multinationales à travers la réserve de reconstitution? Vous donnez même des cadeaux fiscaux pour investir en actions. C'est ce dont nous avons discuté en commission aujourd'hui mais, par contre, des personnes ayant subi une perte de revenus parce qu'elles sont au chômage temporaire vont recevoir une facture fiscale supplémentaire. De cela, vous ne tenez pas compte. C'est tout simplement incroyable, monsieur le ministre! Je ne peux pas le concevoir!

 

De plus, il existe une discrimination entre le chômage pour les indépendants – pour lequel ils ont le droit d'être taxés distinctement – et celui pour les salariés. Pourquoi cette discrimination entre eux et les salariés? Vous n'y répondez pas. En commission, vous ne m'avez pas répondu sur ce point. Aujourd'hui, vous ne répondez pas non plus. Vous niez cette discrimination. C'est incroyable, monsieur le ministre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie en het aankoopbeleid inzake vaccins" (55001489P)

- Daniel Bacquelaine aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001492P)

- Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De stand van zaken wat de vaccinatiestrategie betreft" (55001506P)

- Sofie Merckx aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De stand van zaken wat de vaccinleveringen betreft en de vaccinatiestrategie" (55001505P)

10 Questions jointes de

- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie vaccinale et la politique d'achats de vaccins" (55001489P)

- Daniel Bacquelaine à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie vaccinale" (55001492P)

- Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'état de la question en ce qui concerne la stratégie vaccinale" (55001506P)

- Sofie Merckx à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'état de la question en ce qui concerne les livraisons de vaccins et la stratégie vaccinale" (55001505P)

 

10.01  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, een paar weken geleden loofde u het Europese aankoopbeleid van vaccins nog. Ik weet niet of u dat vandaag nog zou doen, want na meer dan drie maanden vaccinatiecampagne hebben we nog geen 10 % van onze bevolking gevaccineerd. Nu staan we voor een derde lockdown, maar we hadden die kunnen vermijden. Onze 65-plussers hadden gevaccineerd kunnen en moeten zijn.

 

Waar staan we vandaag? We hebben weinig vaccins en we weten niet hoeveel er zullen bijkomen en wanneer dat zal gebeuren. U hebt die contracten wel ondertekend – hoewel dat ook al eens vergeten werd – maar u hebt ze niet gelezen en u hebt er niet over onderhandeld. U weet zelfs niet waar de vaccins in Europa geproduceerd worden en hoeveel dat er zijn. Toch is dat uw bevoegdheid, uw verantwoordelijkheid. We mochten zelfs op u schieten, zo hebt u gezegd.

 

Mijnheer de minister, waar zult u extra vaccins halen? Zult u nieuwe contracten afsluiten met producenten of andere landen? Gaat u misschien in Nederland kijken, in de "Dutch mystery factory" zoals The Financial Times ze noemt? Daar worden 5 miljoen vaccins per maand geproduceerd en u en Europa wisten daar niets van. De 30 miljoen vaccins die in Italië klaarlagen om verkocht te worden kunnen uit Nederland komen, maar u weet het niet. Dat zijn er trouwens evenveel als het aantal dat Europa tot nu toe heeft ontvangen om de Europeanen te vaccineren. Dit is puur amateurisme.

 

U kreeg een aanbod van het SII, het Serum Institute of India, om anderhalf miljoen vaccins van AstraZeneca te kopen, maar u hebt dat afgewezen. Waarom hebt u dat gedaan? Waarom hebt u geen leiderschap getoond en daar een inspectieteam heen gestuurd, om te gaan kijken of we die vaccins hier zouden kunnen gebruiken?

 

10.02  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, le testing et la vaccination sont les armes principales à notre disposition pour vaincre la pandémie, retrouver nos libertés et permettre à chacun de sortir de situations parfois dramatiques sur le plan de la santé physique et mentale et sur le plan économique et social.

 

Reconnaissons que la campagne de vaccination est lente dans la plupart des pays européens. Au rythme actuel, certains disent qu'on pourrait vacciner jusqu'en 2024 pour couvrir la totalité de la population. En matière de vaccination, nous avons une obligation morale et éthique d'être performants, efficaces et rapides.

 

Monsieur le ministre, quelle est la programmation des livraisons dans les prochaines semaines et prochains mois? Quel est l'état actuel des stocks de vaccin? Quelles seront les actions entreprises par la Belgique au sommet européen de cet après-midi pour augmenter notre approvisionnement et assurer le respect des accords de production et de livraison?

 

Enfin, je reviens sur l'implication des médecins généralistes dans la stratégie de vaccination. Elle me semble essentielle. Les personnes fragiles devraient pouvoir être vaccinées rapidement par leur médecin traitant. L'option de la création d'un registre de personnes vulnérables sur la base d'une transmission de données de santé par des organismes assureurs privés, liés souvent à des partis politiques, ne me semble pas être la voie à suivre. Ce système de convocation est inefficace aussi sur le plan de l'adhésion à la vaccination.

 

Le recours aux vaccinateurs professionnels que sont les médecins généralistes et aux distributeurs professionnels que sont les pharmaciens est une alternative utile et nécessaire, respectueuse des personnes et de leur droit à la protection de leur intimité et de leurs données personnelles de santé.

 

Monsieur le ministre, quand et comment allez-vous impliquer davantage le pharmacien et le médecin dans la stratégie de vaccination?

 

10.03  Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, wat is dat toch met die vaccinatiestrategie? Is er eigenlijk een strategie? Ik begin hoe langer hoe meer te denken dat er helemaal geen strategie is, een soort nattevingerwerk.

 

Volgens eerste minister De Croo zouden alle 65-plussers tegen eind mei gevaccineerd zijn. Hou toch op met dergelijke berichten te verspreiden. Het kleinste kind weet ondertussen dat de zoveelste deadline niet zal worden gehaald, toch niet aan dit tempo. De doorlooptijd blijft te lang, waardoor er vandaag bijna 600.000 vaccins in de diepvries zitten. Dat krijg ik niet meer uitgelegd. Terwijl ik deze uiteenzetting voorbereidde, liep het bericht binnen dat het centraal systeem van de reservelijsten vertraging oploopt. Ook dat loopt verkeerd.

 

De schildpadstrategie van België en de hele Europese Unie zorgt niet alleen voor meer doden, maar heeft ook gevolgen voor ons economisch en maatschappelijk herstel. Als we aan dit tempo blijven vaccineren, dan duurt het tot eind 2022 voor we voldoende immuniteit hebben opgebouwd. Intussen beslissen u en de rest van de regering om de samenleving nog maar eens op slot te doen, om de mensen nog maar eens aan te moedigen om nog even vol te houden. Ook dat krijg ik niet meer uitgelegd. "Even" duurt ondertussen al een jaar.

 

Misschien moet u bij een volgende maatregel een verklarend woordenboek meegeven, zodat de mensen weten wat u eigenlijk bedoelt met "even volhouden". We horen voortdurend "we zullen schakelen, we zullen versnellen", maar gelet op het tempo waaraan we vandaag vaccineren, durf ik dat sterk te betwijfelen.

 

Mijnheer de minister, hoe zit het nu met de vaccinatie? Waar is die strategie? Waar blijft de echte versnelling? Wanneer wordt nu eens echt geschakeld?

 

10.04  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, gisteren werd de derde lockdown aangekondigd. Al onze vrijheden en rechten gaan weer op de schop, zelfs op slot, ondanks dat er middelen bestaan om de pandemie te bestrijden. Ik denk aan testen, tracen en vaccineren.

 

Ongeveer een jaar geleden, op 14 april, bespraken wij hier in de Kamer de PVDA-PTB-resolutie met de vraag om het mogelijke coronavaccin niet te patenteren. De collega's zeiden toen dat wij daarmee veel te vroeg kwamen, dat er vrijwillige samenwerking zou zijn. Er werd zelfs gezegd dat wij aan doemdenken deden omdat wij de firma's er op voorhand van zouden beschuldigden dat ze winst boven gezondheid zouden stellen. Sinds u minister van Volksgezondheid bent, heb ik u hierover al verschillende keren ondervraagd. Telkens antwoordt u mij dat patenten opheffen niet de oplossing is. Ondertussen tikt de klok wel verder en zijn we maanden verder.

 

Wat is er deze week nog gebeurd op het vlak van winstbejag? Een paar miljoen vaccins ligt in een hangar in Italië te wachten op de hoogste bieder. Er zijn parallelle circuits. Er worden vaccins aangeboden tegen een hogere prijs, ook aan ons land.

 

Het is vandaag wel duidelijk. Hoe langer wij braaf afwachten, hoe langer wij in de pandemie blijven. Het rijk der vrijheid is in zicht, maar het probleem is dat wij de sleutels van dat rijk aan Big Pharma hebben gegeven.

 

Mijnheer de minister, wat gaat u in België doen en wat is het standpunt van Europa? Bij de WHO werd het opheffen van de patenten op wereldvlak onlangs besproken. Wat horen wij daar? Zowel Europa als de VS houden de hand boven het hoofd van Big Pharma en blokkeren elke vooruitgang.

 

De eerste minister heeft daarnet gezegd in de Europese Raad de productie van vaccins aan te zullen kaarten, maar hij gaat het eigenlijk over (…)

 

La présidente: Madame Merckx, votre temps de parole est écoulée.

 

10.05 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, het virus test al ruim een jaar ons uithoudingsvermogen. Het test ons geduld en onze eenheid. We zijn nu inderdaad in een race tussen een nieuwe en meer besmettelijke, meer gevaarlijke variant van het virus en de vaccinaties. Het is onze verantwoordelijkheid om met zijn allen die besmettingen terug te dringen en tegelijk de vaccinatiecampagne te doen slagen.

 

Als ik u beluister, mevrouw Depoorter, heb ik de indruk dat het virus ook wel onze zin voor realisme test. U zegt dat u al alle 65-plussers zou gevaccineerd hebben. U zou dat gedaan hebben. Zou u de vaccins in uw apotheek geproduceerd hebben? Wat is dat nu? Waar zou u de miljoenen en miljoenen vaccins gehaald hebben die op dit ogenblik uit bedrijven komen en daar geproduceerd worden? Hoe zou u dat nu gedaan hebben? Als ik u hoor, denk ik: met mevrouw Depoorter vaccineert men altijd sneller. Ik wil het wel geloven.

 

Ik vind het ook vreemd dat u zegt dat ik 1,5 miljoen dosissen AstraZeneca had kunnen kopen in India. Ik heb inderdaad een mail gekregen van iemand die beweerde dat dit kon. Het bedrijf AstraZeneca heeft gezegd dat dit soort aanbod malafide is. Vindt u dat ik op een malafide aanbod moet ingaan? Vindt u dat nu echt? Bent u ernstig? Vindt u dat ik op een malafide aanbod moet ingaan? Dat doen wij niet. Wij werken in Europees verband samen om de bevolking te voorzien van vaccins.

 

Ik wil even zeggen waar we staan. We hebben op dit ogenblik 12 % van de volwassen Belgen een eerste dosis gegeven, 5 % is reeds volledig gevaccineerd. Meer dan de helft van de 85-plussers heeft een eerste dosis gekregen en een kwart is volledig gevaccineerd. Dit gaat vooruit.

 

Ik vind het dus een beetje gemakkelijk om te zeggen dat we die vaccins zo zouden kunnen vinden om meteen de hele groep van 65-plussers gevaccineerd te hebben. Het probleem waar wij voor staan, is hetzelfde als het probleem in andere landen.

 

De wetenschap is zeer sterk gebleken, maar de bedrijven produceren aan het ritme waarin zij produceren en bovendien – die ergernis delen wij met vele landen en met de Europese Commissie – hebben sommige bedrijven beloften gedaan die zij inderdaad niet nakomen. Onderschat dus niet de druk die wij uitoefenen, samen met de Europese Commissie, op een bedrijf als AstraZeneca om klare wijn te schenken.

 

Men vroeg mij wat de leveringsschema's zijn en die kan ik geven. Dat zijn nogal wat gedetailleerde cijfers. Voor de rest van maart verwachten wij voor deze week – dat is reeds geleverd – 176.670 dosissen Pfizer, volgende week normaal gesproken 179.010 dosissen Pfizer. Van AstraZeneca verwachten wij deze week – dat zou al geleverd moeten zijn – 28.800 dosissen en men heeft nog 250.000 dosissen toegezegd voor de rest van maart. Van Moderna verwachten wij deze week 96.000 dosissen. In de maand april verwachten wij van Pfizer 1.074.000 dosissen, van Johnson & Johnson – nog niet definitief bevestigd – 76.600 dosissen. Van AstraZeneca en Moderna kan ik niets zeggen voor de maand april. Wij hebben algemene toezeggingen, maar men kent het probleem voor het tweede kwartaal. Ik kan u dus veel gedetailleerde cijfers geven, maar wat wij niet kunnen, is in onze keuken zelf vaccins produceren. Dat kunnen wij niet en wie denkt dat dit mogelijk is, moet dat maar bewijzen.

 

En ce qui concerne le rôle des médecins généralistes et des pharmaciens, je me réfère, monsieur Bacquelaine, au débat que nous avons eu en commission.

 

Les organisations de médecins ont été associées à toute la préparation de la campagne, dans le cadre des groupes de travail qui ont travaillé au sein de la task force Vaccination. Les médecins généralistes sont également invités à communiquer l'identité de leurs patients vulnérables, ayant des comorbidités afin de les inviter collectivement à se faire vacciner. Nous avons débattu de cette question hier. Il s'agit, selon nous, d'une bonne approche pour aller vite.

 

Comme je vous l'ai déjà dit, il se peut que, lors d'une phase ultérieure de la campagne, les médecins généralistes soient appelés à jouer un rôle de manière plus directe. Il s'agit d'une éventualité que je n'exclus pas.

 

En guise de conclusion, sachez qu'hier matin, la Conférence interministérielle des ministres de la Santé a décidé de demander un nouvel avis au Conseil Supérieur de la Santé afin de savoir comment les experts, les vaccinologues conçoivent le déroulement de la campagne, après la phase de vaccination des personnes âgées et des patients avec une comorbidité. Cela sera l'occasion de rouvrir un débat sur les perspectives pour des groupes spécifiques dans le cadre de la campagne de vaccination.

 

La présidente: Monsieur le ministre, bien que vous ayez dépassé votre temps de parole, je vous ai laissé poursuivre car le sujet est de très grande importance, me semble-t-il.

 

10.06  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, er is niets erger dan een professor die een wetenschap predikt die er geen is. Er zijn 2 miljoen 65-plussers in ons land. Die fabriek in Nederland maakt 5 miljoen AstraZeneca-vaccins per maand. Vlaanderen is klaar om elke dag honderdduizend prikken in de arm te zetten. Er worden honderdduizend vaccins per week geleverd. Op twintig dagen kunnen wij in Vlaanderen al die 65-plussers inenten. Dan, mijnheer de minister, zouden wij efficiënt te werk gaan en het rijk van de vrijheid kunnen prediken.

 

U vraagt mij of ik de vaccins in mijn apotheek zal maken. U trekt het een beetje in het belachelijke. Uiteraard zal ik ze niet maken in mijn apotheek. Maar ik zal wel zoeken waar ik ze kan vinden. Ik zal als leider wel uitpluizen of de vaccins in India toch niet goed kunnen zijn. Want de paracetamol die wij nemen, komt uit India. De pacemakers die wij inplanten, komen ook uit India. Waarom de vaccins dan niet?

 

10.07 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Depoorter, mensen iets wijsmaken in deze omstandigheden is erg.

 

Wij kunnen niet bilateraal bij AstraZeneca vaccins kopen. Dat is contractueel uitgesloten, en het is ook logisch. Wij kunnen alleen in het raam van het Europese contract met AstraZeneca onderhandelen. Vraag het zelf, in plaats van hier de mensen iets voor te spiegelen wat niet waar is.

 

Het is fundamenteel onethisch wat u aan het doen bent. Het is onzin dat wij in Nederland AstraZeneca-vaccins zouden kunnen kopen. Het is onzin wat u vertelt!

 

10.08  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, weet u wat ik onethisch vind? Dat is een regering die de mensen wijsmaakt dat er effectief een vaccinatiecampagne bezig is en dat die werkt. Dat is een regering die zich telkens opnieuw achter dat Europese verhaal verschuilt, terwijl op het moment dat de contracten afgesloten moesten worden, er niet gelezen is, er niet gekeken is, er geen resultaatsverbintenissen zijn gevraagd. U weet evengoed als iedereen dat die contracten op juridisch drijfzand gebaseerd zijn. U weet heel goed dat u leiderschap zou kunnen tonen door zelf te zoeken en zelf te onderhandelen. Dat is wat men van u verwacht, veel meer dan hier te zitten toekijken en na één jaar de Europese Commissie aan te spreken om dan toch eens iets te doen.

 

Neen, mijnheer de minister, u hebt het niet juist. SII is een dochteronderneming van AstraZeneca. U had kunnen bekijken of die vaccins effectief voldeden en of wij daarmee vooruit konden.

 

10.09  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, la période que nous vivons est propice, malheureusement, à certaines accoutumances à des entorses à des principes pourtant fondamentaux. C'est un problème que nous devons tous gérer, me semble-t-il. Il me paraît qu'on assiste parfois à une certaine banalisation de mesures qui sont incompatibles avec les règles que nous nous appliquons traditionnellement. La constitution de listes de patients vulnérables à partir d'informations fournies, à l'insu de ces personnes et sans leur consentement, par des mutualités et des organismes privés me semble relever de ce type de mesures incompatibles. Lorsque l'on devra gérer les convocations que les gens vont recevoir parce qu'ils figurent sur des listes vulnérables alors qu'ils ne savent pas, cela sera très compliqué. Je vous mets en garde contre cela.

 

10.10  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, u wordt wel boos, maar niet rood. Mocht ik in uw plaats zijn, ik zou toch een klein tikkeltje schaamte tonen. Niet de bevolking heeft een les in nederigheid nodig, wel de regering. Door u waren er geen mondmaskers en te weinig tests. U verbood sneltests en zelftests. U had en hebt geen plan. U gooit voor de derde keer de maatschappij op slot omdat u er een boeltje van maakt. Stop dus met de mensen een geweten te schoppen, want zij volgen al een jaar heel braaf uw maatregelen.

 

U verwees de coronabarometer naar de vuilbak, maar de woedebarometer van de mensen staat op ontploffen. Stop met die pestmaatregelen en doe uw job: testen, tracen en vaccineren.

 

10.11  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, u staat scherp als het erop aankomt om bepaalde parlementsleden van antwoord te dienen. Misschien toont u beter eens uw tanden als u met de farma-industrie aan tafel zit. Daarover heb ik u echter niet gehoord.

 

U hebt nog eens herhaald dat de bedrijven doen wat zij kunnen. Dat is niet waar, de vaccins liggen daar in een hangar, de hoogste bieder kan ze krijgen. Slechts 43 % van de huidige productiecapaciteit wordt gebruikt.

 

U zegt dat we geen vaccins in de keuken kunnen maken, maar niemand vraagt dat. Er is hoge technologie voor nodig, en die is beschikbaar, ook in België. GSK is bijvoorbeeld zo'n grote industriële speler. Hebt u aan dat bedrijf al eens gevraagd of het de vaccins wil produceren? Blijkbaar is het te veel gevraagd om die vraag te beantwoorden. Productiecapaciteit opzetten vergt twee tot zes maanden tijd. Al sinds een jaar, en dus ook al sinds u minister bent, stel ik die vraag, maar toch geeft u er geen antwoord op.

 

Ook over de opheffing van de patenten zal ik vragen blijven stellen, want het is de enige oplossing om wereldwijd van deze pandemie verlost te geraken. (…)

 

De voorzitster: Mevrouw Merckx, uw spreektijd zit erop.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Catherine Fonck à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le non-paiement des primes promises aux soignants" (55001498P)

11 Vraag van Catherine Fonck aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De niet-uitbetaling van de aan het zorgpersoneel toegezegde premies" (55001498P)

 

11.01  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, il y a déjà quelques mois, vous aviez fait une série de promesses. Vous aviez notamment fait la promesse de l'intervention de l'INAMI dans le coût des équipements de protection individuelle pour les soignants. Tous les soignants qui font des soins en ambulatoire sont concernés, mais également les centres de revalidation ou encore les maisons médicales, pour ne citer que quelques exemples.

 

Pour la tranche de septembre à novembre 2020 – cela fait déjà un petit temps –, les primes étaient prévues pour le mois de mars. Et puis, il y a quelques jours, est tombée une mise à jour. Je vous cite: "Concernant le matériel de protection, l'arrêté royal relatif à cette période n'étant pas encore publié, les paiements n'auront par conséquent pas lieu pour le 31 mars comme prévu." Cet arrêté royal, c'est votre job.

 

Monsieur le ministre, me confirmez-vous que vous n'avez pas pris cet arrêté royal à temps? Pourquoi et comment justifiez-vous ce retard, l'absence de prise de cet arrêté royal? Si c'est le cas, je trouve que cela marque encore une fois un manque de respect vis-à-vis des femmes et des hommes que sont les soignants qui, depuis maintenant un an, sont au front pour lutter contre le covid.

 

Vous savez combien les équipements de protection individuelle sont les seules armes dont ils ont pu disposer longtemps pour se protéger eux-mêmes, eux qui ont été particulièrement touchés, avec un risque sept fois plus important que la population générale d'être touché par le virus. J'attends votre explication, et eux aussi. Je vous remercie.

 

11.02  Frank Vandenbroucke, ministre: Madame Fonck, nous avons défini trois périodes pour cette intervention financière en soutien aux soignants. La première s'est déroulée de début mai à fin août 2020, et son paiement a été exécuté. La deuxième a commencé début septembre pour se terminer à la fin novembre. L'objectif initialement fixé était de s'acquitter du paiement pour la fin mars, mais vous avez raison d'indiquer que cette date ne sera pas respectée. L'information a été communiquée aux prestataires de soins lors du comité de soins de santé du 15 mars et sera expliquée plus en détail lundi prochain. La raison du retard est un avis négatif de l'Inspection des finances à propos de l'arrêté royal.

 

Mes services ont analysé en profondeur cet avis négatif et ont fourni les arguments nécessaires pour que nous puissions garantir l'intervention financière aux prestataires de soins, car il s'agit d'une véritable priorité. Le dossier argumenté a ensuite été transmis, la semaine dernière, à la secrétaire d'État au Budget. L'urgence sera invoquée pour cette mesure, de sorte qu'il sera possible de s'écarter de la procédure habituelle en ce qui concerne l'avis du Conseil d'État, afin que l'arrêté royal puisse être publié à très court terme. Nous pourrons ainsi normalement exécuter le paiement en avril. Je précise que nous n'avons pas souhaité le faire sans base réglementaire, dans le but d'éviter des ennuis aux prestataires de soins eux-mêmes.

 

Bref, le retard est bien réel, mais nous croyons pouvoir dire que le paiement sera honoré en avril.

 

11.03  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous avoue que je suis quand même assez perplexe devant votre explication et cela, pour une double raison. La première, c'est qu'il y avait déjà eu un arrêté royal pour la période précédente qui portait exactement sur le même sujet, avec exactement la même intervention par rapport aux équipements de protection individuelle sur le coût. Rien ne justifie donc aujourd'hui que tout d'un coup, on découvre la lune alors même que l'arrêté existait déjà.

 

Il y a une deuxième raison. Excusez-moi mais cela portait sur la période de septembre à novembre. On est quatre mois plus tard. Il vous a fallu quatre mois pour prendre un arrêté royal, pour passer à l'Inspection des finances, pour découvrir que l'Inspection des finances n'était soi-disant pas d'accord et pour corriger éventuellement et/ou valider sur le plan juridique cet arrêté royal.

 

Bref, tout cela est très sympathique mais ce que moi, je constate, c'est que par rapport à votre engagement, cela pose un véritable problème quant à la crédibilité politique et au respect des promesses de ce gouvernement. Par ailleurs, je trouve que c'est une question qui, de nouveau, met à mal la confiance et le respect vis-à-vis des soignants. Vraiment, je le regrette!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

La présidente: Fin des questions orales.

 

12 Modification nom parti politique

12 Wijziging naam politieke partij

 

Par lettre du 21 janvier 2021, la présidente du groupe sp.a m’a fait part du changement de nom de son parti à compter du 21 mars 2021.

Bij brief van 21 januari 2021 heeft de voorzitster van de sp.a-fractie een naamswijziging van haar partij medegedeeld met ingang van 21 maart 2021.

 

Dès lors, le parti ne s’appellera plus "sp.a." mais "Vooruit".

De partij heet dus niet langer "sp.a" maar 'Vooruit".

 

13 Ordre du jour

13 Agenda

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 24 mars 2021, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 maart 2021 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

Projets de loi

Wetsontwerpen

 

14 Projet de loi relatif à l'implémentation de la Convention de l'UNESCO du 2 novembre 2001 sur la protection du patrimoine culturel subaquatique et la protection d'épaves de valeur (1794/1-4)

14 Wetsontwerp tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken (1794/1-4)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

14.01  Kris Verduyckt, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik zal een beknopt verslag uitbrengen van de werkzaamheden en, indien u het mij toestaat, meteen daaraan toevoegen waarom onze fractie straks het wetsontwerp zal steunen.

 

In de commissie heeft minister Van Quickenborne, die bevoegd is voor de Noordzee, het ontwerp toegelicht. De basis van het ontwerp is het UNESCO-verdrag ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water. In België kreeg het verdrag een eerste wettelijk vervolg in 2013. Met voorliggende wet wordt dat vervolg completer gemaakt. De minister heeft een toelichting gegeven bij de aanpassingen en bij de bepalingen die in de nieuwe wet staan.

 

Het wetsontwerp houdt rekening met het advies van de Raad van State inzake het gebied waarop de voorliggende wetgeving van toepassing is.

 

Tijdens de bespreking hebben drie leden een uiteenzetting gegeven om hun appreciatie voor het wetsontwerp uit te spreken, met name de heer Kurt Ravyts van het Vlaams Belang, mevrouw Kim Buyst van Ecolo-Groen en ikzelf namens toen nog sp.a. Mevrouw Verhaert heeft ook een toelichting gegeven, met name over een amendement dat tot doel heeft de wet uit te breiden tot fossielen van bijvoorbeeld mammoeten en bergolifanten, die ook in de Noordzee zouden kunnen worden gevonden.

 

Tot slot heeft de heer Raskin een vraag gesteld over de samenwerking met onder andere de Gewesten. De minister heeft op die vraag geantwoord, door te verwijzen naar een protocol tussen de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de DG Scheepvaart, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, het VLIZ en Onroerend Erfgoed Vlaanderen.

Na de bespreking is het wetsontwerp inclusief het amendement van mevrouw Verhaert eenparig goedgekleurd door de commissie.

 

Mevrouw de voorzitster, aldus rond ik mijn verslag af. Ik zou nu, indien u het mij toestaat, namens onze fractie willen toelichten hoe wij naar het ontwerp hebben gekeken. Het wetsontwerp kent natuurlijk zijn geschiedenis in het UNESCO-verdrag, dat ondertussen toch al van enige tijd geleden dateert. In twee stappen komen wij hier vandaag met een wet die volgens ons vrij omvangrijk is en geldt voor alles wat in onze Noordzee onder water ligt.

 

Het gaat vandaag vooral over de artefacten die er al meer dan honderd jaar liggen. Door de uitbreiding begrijpt u natuurlijk dat een aantal scheepswrakken die gelinkt zijn aan de Eerste Wereldoorlog, die ondertussen ook al meer dan een eeuw achter ons ligt, automatisch onder die bescherming vallen. Door het specifieke karakter van de wrakken die daar liggen en ook doordat zij afhankelijk van de aard en de bouwmaterialen soms vergaan, is het belangrijk die bescherming te bieden.

 

Naar schatting liggen in onze Noordzee zowat 280 wrakken van vooral schepen maar ook van vliegtuigen uit zeventien verschillende landen. Twee derde van de wrakken is te linken aan de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Waarom zijn dat belangrijke artefacten? Dat is, omdat het, mooi omschreven, om kleine tijdscapsules gaat die zijn ingepakt door de omstandigheden, zijnde de hoeveelheid water die er rond zit en de omstandigheden onderaan de bodem, en die een interessante cultureel-historische kijk geven op de constructie van die schepen en de technologie die indertijd werd gebruikt.

 

Het wetsontwerp beschermt hen onder andere tegen bepaalde soorten van visserij zoals sleepvissen, baggerwerkzaamheden en andere activiteiten op zee. Daardoor verlengen we de levensduur van die capsules.

 

Er zijn voor ons nog een paar andere redenen waarom we dit wetsontwerp kunnen steunen. Veel van die wrakken vormen een zeemansgraf. Het past onze beschaving en samenleving dat we daar eerbied voor hebben. Dat nemen we ook mee. Daarnaast is het opvallend dat vele van die scheepswrakken vandaag kleine ecologische zones vormen die zelfs dienen als schuilkamer of kraamkamer voor dieren.

 

Ik ben mij er ook wel van bewust dat deze scheepswrakken de biodiversiteit in de Noordzee niet zullen redden. Deze vaststelling geeft wel een extra motivering voor die bescherming en om in te zetten op een strengere bescherming.

 

Ten slotte is de bodem van de Noordzee om verschillende redenen een redelijk kale bodem. Deze wrakken zijn interessante locaties voor duikers en duikertoerisme.

 

Omwille van al deze redenen wil de Vooruitfractie haar steun uitdrukken voor dit wetsontwerp. Ik wil ook alle wetenschappelijke instellingen die ervoor gezorgd hebben dat we deze artefacten goed in kaart kunnen brengen, bedanken voor hun werk. Daar is bijzonder veel wetenschappelijk onderzoek naar gebeurd. Hun werk zal er ook voor zorgen dat investeerders die bijvoorbeeld windmolens willen inplannen in de Noordzee straks minder kans zullen hebben om onverwacht geconfronteerd te worden met een dergelijk scheepswrak. Wij zullen straks dit wetsontwerp dus steunen.

 

14.02  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de wet van 4 april 2014 en het KB van 25 april 2014 implementeerden het UNESCO-verdrag met betrekking tot de bescherming van het cultureel erfgoed onder water. Toch werd al vlug erkend dat deze wetgeving, die voor een eerste beschermend kader zorgde, nog een aantal lacunes vertoonde. Een onderzoek en studie die de Universiteit Gent in samenwerking met andere wetenschappelijke instellingen uitvoerde, lijsten een aantal aanbevelingen op om de wetgeving aan te passen, zodat een verbetering en uitbreiding van de bescherming van het cultureel erfgoed onder water kunnen worden gegarandeerd.

 

De ministerraad van 21 september 2018 – dat was nog onder de regering-Michel – keurde op voorstel van uw voorganger een voorontwerp goed dat met een aantal aanbevelingen rekening hield. De andere aanbevelingen zouden dan weer deel uitmaken van een samenwerkingsakkoord dat tussen de betrokken federale en gewestelijke diensten gesloten moet worden. Door het in lopende zaken gaan van de regering, raakte het dossier echter op de achtergrond, maar nu wordt, conform uw beleidsnota, hier toch prioritair werk van gemaakt.

 

Dat is een goede zaak. Zo zal alles wat meer dan 100 jaar onder water ligt en voldoet aan de definitie, nu automatisch als erfgoed onder water worden erkend, maar er is ook een herdefiniëring van wat men onder wrakken verstaat, gelet op het gegeven dat in de Belgische territoriale wateren ook meer recentelijk gezonken schepen liggen, bijvoorbeeld door de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voortaan zullen die wrakken of wrakstukken ook als cultureel erfgoed onder water kunnen worden aangemerkt en ook dat is een goede zaak.

 

Met betrekking tot aspecten van het eigendomsrecht zijn er een aantal belangrijke wijzigingen. Daar waar krachtens de vorige wet de Belgische Staat automatisch eigenaar werd, bepaalt het voorliggend wetsontwerp dat de eigenaar op het ogenblik van het zinken het eigendomsrecht blijft behouden. Is de eigenaar niet bekend, dan wordt de ontdekker eigenaar, maar gelukkig blijft er via een uitvoeringsbesluit wel een recht tot aankoop voor musea en openbare instellingen, want het kan voor ons niet de bedoeling zijn dat waardevolle stukken in private archieven zouden verdwijnen.

 

Een aantal andere aanbevelingen zal worden geïmplementeerd via het samenwerkingsakkoord waarover ik het reeds had.

 

Het wetsontwerp wil dus een grotere bescherming mogelijk maken, dit echter zonder afbreuk te doen aan het principe van het meervoudig ruimtegebruik. Mijnheer de minister, gezien de beperkte omvang van de Belgische territoriale wateren is dat een onvermijdelijk principe. Het wordt bovendien stilaan een beetje druk in onze territoriale wateren. Ik ben het ermee eens dat het principe van het meervoudig ruimtegebruik tot niets ander kan leiden dan tot het spreekwoordelijke wikken en wegen bij gebeurlijke bescherming. Er is immers ook een economische en ecologische realiteit.

 

U haalde in de toelichting terecht het voorbeeld aan van de ontdekking van een historisch wrak in de vaargeul naar een haven. Voor de beschermingsmaatregelen die een impact hebben op andere activiteiten in zee is dan ook het advies nodig van de raadgevende commissie die actief is met betrekking tot de wet ter bescherming van het mariene milieu en het marien ruimtelijk plan.

 

In het afgelopen jaar werden 55 scheepswrakken ouder dan 100 jaar in het Belgische deel van de Noordzee grondig onderzocht. Dit past binnen de Europese trend van het waarderend onderzoek door maritieme archeologen. Slechts 11 van de 280 geregistreerde scheepswrakken in het Belgische deel van de Noordzee zijn op dit ogenblik erkend als cultureel erfgoed onder water.

 

Voor de aanleg van de Nemo Link, de onderzeese hoogspanningskabel naar het Verenigd Koninkrijk, die sinds januari 2019 in gebruik is, is er trouwens een survey corridor van ongeveer 100 meter breed onderzocht. Hierbij werden bijvoorbeeld veel vliegtuigonderdelen ontdekt.

 

Van de 280 wrakken in het Belgische gedeelte blijkt twee derde te dateren uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het zijn hoofdzakelijk vissersschepen uit 17 verschillende landen. Een deel van die schepen werd ooit afgezonken of moedwillig gekelderd, een deel verging en een deel bestaat uit zeemansgraven uit de wereldoorlogen.

 

Een voorbeeld daarvan is HMS Wakeful, een Britse destroyer die zonk tijdens de evacuatie van Duinkerken in mei 1940, genoegzaam bekend als Operation Dynamo, nog niet zo lang geleden verfilmd. De site ligt in de Belgische territoriale zee en bij het zinken verloren maar liefst meer dan 700 personen het leven. De kwestie van de zeemansgraven ligt erg gevoelig bij de Britten, maar ook bij de Duitsers. Ze zijn manifest tegen berging. Voor hen kan alleen als een wrak een gevaar vormt voor de scheepvaart, onder heel specifieke voorwaarden, tot berging of liever verplaatsing worden overgegaan.

 

Ik verwijs ook naar de UB-29, een onderzeeër van de Duitse Kriegsmarine. Het duikbootwrak van de UB-29 werd tweeënhalf jaar geleden, kort na het ontdekken, door uw voorganger erkend als erfgoed. Aan boord vonden de wetenschappers nog de stoffelijke resten van 23 bemanningsleden. De Duitse regering eiste toen dat het zeemansgraf zou blijven waar het was en dat de bemanning daarin zou blijven rusten.

 

Mijnheer de minister, waarom zeg ik dat allemaal? Ik weet dat u van de gelegenheid wil gebruikmaken om ook het wrakduiken te promoten, waarbij de duiksector zal worden betrokken. We zijn daar niet a priori tegen gekant, maar laat ons toch behoedzaam en met respect te werk gaan wanneer het om zeemansgraven gaat. Bij de Britten bijvoorbeeld is het strikt verboden om boven oorlogsgraven – scheepswrakken en vliegtuigwrakken – te duiken. Ik wil hierbij aanstippen dat bij de erkenning als cultureel erfgoed van de nagenoeg intacte Duitse duikboot UB-29 in 2018 de exacte locatie van het wrak niet werd bekendgemaakt om avonturiers en plunderaars uit de buurt te houden.

 

Mijnheer de minister, het staat onmiskenbaar vast dat scheepswrakken niet alleen een goed beeld geven van de cultuur en technologie uit de voorbije eeuwen, maar ook schuiloorden zijn voor verschillende soorten fauna en flora die bijdragen tot de biodiversiteit. De automatisering van het erfgoed wordt ingrijpend voor de zaken die meer dan 100 jaar onder water liggen. Het is dan ook terecht dat u ruchtbaarheid wil geven aan de nieuwe regelgeving. Dat zal gebeuren met een campagne over de geheimen van de Noordzee, die deze zomer van start moet gaan. De onderzoeksrapporten zullen daarbij online beschikbaar zijn.

 

Bescherming is hoe dan ook niet onbelangrijk, want dan mogen er zonder toestemming geen werkzaamheden of baggerwerken worden uitgevoerd in de nabijheid van de site, en kunnen ook specifieke beschermingsmaatregelen worden opgelegd.

 

Mijnheer de minister, wie rond het aspect bescherming ongetwijfeld tevreden zal zijn over dit wetsontwerp is de inmiddels genoegzaam bekende flamboyante gouverneur van mijn provincie, West-Vlaanderen. De man is een fervent liefhebber van het mariene gegeven. Toen hij er vanaf 1 juni 2014 een nieuwe taak bij kreeg als ontvanger van cultureel erfgoed onder water, was hij apetrots met zijn meldpuntfunctie, registratiefunctie en adviserende functie voor de minister van Noordzee. De gouverneur is echter meer dan een doorgeefluik aan de administratie, want ik lees in artikel 7 van uw wetsontwerp dat de gouverneur een onderzoeksrapport moet opstellen dat het belang van de site aanduidt en de mogelijke maatregelen die kunnen worden genomen.

 

Wellicht wordt dan uitdrukkelijk naar het Vlaams Instituut voor de Zee gekeken. Hij is trouwens voorzitter van deze instelling. Tegelijkertijd is er de mogelijkheid voor u om niet te wachten op een onderzoeksrapport van de gouverneur om de site te beschermen als er voldoende en dringende redenen zijn. U kunt altijd individuele beschermingsmaatregelen nemen.

 

Hopelijk zullen de vier partners van het Maritieme Informatiekruispunt, onder andere Douane en Accijnzen, maar ook vooral de Scheepvaartpolitie en het Directoraat-generaal Scheepvaart bij de FOD Mobiliteit en Vervoer, effectief controleren. Ook vanuit de lucht zal erop worden toegezien, via hetzelfde soort vliegtuig van de BMM dat de uitstoot op schepen controleert. Daarin was u nog in januari te gast. We zullen dit wetsontwerp goedkeuren.

 

14.03 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, dames en heren volksvertegenwoordigers, ik wil u bedanken voor de uiteenzettingen en de goede werking in de commissie. Dit wetsontwerp en de werkzaamheden ter zake zijn een mooi voorbeeld van hoe een goede samenwerking in ons land mogelijk is.

 

Ik wil in de eerste plaats verwijzen naar de gouverneur van West-Vlaanderen. Hij heeft niet alleen een persoonlijke belangstelling voor dit dossier, maar hij is uiteraard nog altijd ontvanger van de stukken en gaat daar diligent mee om. Dat kunt u lezen in het wetsontwerp. Er was ook samenwerking met het Vlaams Gewest. Ik verwijs naar het Vlaams Instituut voor de Zee, en meer bepaald de heer Van Haelst, die verantwoordelijk is voor de opmaak van de onderzoeksrapporten. Die rapporten zullen ook te lezen zijn op het internet en getuigen van een zeer grote kennis en kunde van dit alles. Ik dank ook DG Scheepvaart, die ingestaan heeft voor de opmaak van de wetgeving en straks ook voor de coördinatie van het samenwerkingsakkoord en de uitvoeringsbesluiten.

 

Ik dank ook Onroerend Erfgoed Vlaanderen voor de expertise die ze telkens opnieuw aan de dag leggen als het gaat over het inschatten naar waarde van de verschillende wrakstukken.

 

Ik wil ook een bijzonder woord van dank richten tot het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, voor de expertise die zij ter beschikking hebben gesteld met betrekking tot de fossielen. U hebt gezien dat we middels een amendement van mevrouw Verhaert het voorwerp van erfgoedbescherming met de fossielen hebben uitgebreid. Er is onlangs een belangrijk fossiel ontdekt dat we binnenkort zullen prijsgeven.

 

Tot slot wil ik ook de duikers bedanken. Wrakken zijn belangrijke plaatsen waar kan worden gedoken, met respect voor het erfgoed maar ook voor de zeemansgraven, mijnheer Ravyts. Ik wil een bijzonder woord van dank richten aan de mensen van GUE Duikers, die hebben ingestaan voor het maken van de 3D-maquette.

 

Dat zijn dus veel partners die hebben samengewerkt en nog zullen samenwerken. Dit is een ongelooflijk boeiende materie waarvoor heel veel mensen interesse hebben. Wij hopen met deze reizende tentoonstelling de vele schatten die onze Belgische Noordzee herbergt aan onze mensen te kunnen tonen.

 

Dames en heren, dank u voor uw steun aan het wetsontwerp.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1794/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1794/4)

 

L’intitulé en français a été modifié par la commission en "projet de loi relatif à la mise en oeuvre de la Convention de l'UNESCO du 2 novembre 2001 sur la protection du patrimoine culturel subaquatique et la protection d'épaves de valeur".

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "projet de loi relatif à la mise en oeuvre de la Convention de l'UNESCO du 2 novembre 2001 sur la protection du patrimoine culturel subaquatique et la protection d'épaves de valeur".

 

Le projet de loi compte 25 articles.

Het wetsontwerp telt 25 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 25 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 25 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

15 Projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne le régime applicable aux ventes à distances de biens et à certaines livraisons de biens et prestations de services (1820/1-3)

15 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de regeling betreft die van toepassing is op afstandsverkopen van goederen en op bepaalde leveringen van goederen en diensten (1820/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De rapporteur is de heer Joris Vandenbroucke, die verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

15.01  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de minister, eerst en vooral verontschuldig ik collega Loones, die dit dossier heeft opgevolgd. U weet dat hij in de commissie op een zeer degelijke manier over deze materie het woord heeft gevoerd, maar hij geeft momenteel een gastcollege, zolang dat nog mag. Hij heeft daar snel nog gebruik van gemaakt, maar dit terzijde.

 

Dit wetsontwerp is een nauwgezette omzetting van de btw-richtlijn inzake e-commerce. Ze bouwt verder op het zogenaamde MOSS-systeem, bedacht voor telecommunicatiediensten, omroepdiensten en langs elektronische weg verrichte diensten aan particulieren, de zogenaamde TBE-diensten, teneinde te vermijden dat btw-plichtigen zich in elke Europese lidstaat zouden moeten registreren en daar ook btw-aangiften zouden moeten indienen. In een eerste fase bestond dit enkel voor non-EU-providers, maar nadien is dat meer uitgebreid naar de EU-providers. MOSS wordt nu OSS en IOSS, uitgebreid naar alle diensten en ook de verkoop van goederen via een elektronisch platform. In plaats van dat btw-plichtigen zich in elke EU-lidstaat moeten registreren, kunnen zij zich bijkomend registreren met een apart btw-identificatienummer voor aparte OSS- en IOSS-aangiften. De kunst van het registreren wordt dus eigenlijk vervangen door de kunst om te weten in welke aangifte welke handeling moet worden gerapporteerd.

 

Het probleem van de Europese Unie bestaat erin dat de 27 lidstaten maar niet tot een akkoord kunnen komen om een en hetzelfde btw-aangifteformulier te gebruiken in alle lidstaten voor alle btw-handelingen. Het zou nochtans voor de ondernemingen een geweldige administratieve vereenvoudiging betekenen als dit formulier over de hele Europese Unie hetzelfde zou zijn, quod non.

 

We kunnen ons ook niet van de indruk ontdoen dat de grote EU-platformen in dezen goed gelobbyd hebben. De OSS en de IOSS-aangiften zijn inderdaad op hun maat geschreven. Voor een kleine Belgische onderneming wordt het een hele uitdaging om via een webwinkel op te starten en producten in de andere EU-lidstaten te verkopen.

 

De drempel voor verkoop op afstand in België, 35.000 euro, wordt niet langer per land berekend, maar wel gecommunautariseerd en fors verlaagd. Vanaf 10.000 euro omzet aan verkoop op afstand en TBE-diensten zal de btw van de andere lidstaat moeten worden aangerekend. Daaraan zijn toch wel wat risico's verbonden, waarop wij ook hebben gewezen tijdens de bespreking in de commissie. De toepassing van het juiste btw-tarief in 27 EU-lidstaten oogt misschien wel eenvoudig, maar schijn bedriegt natuurlijk. Als de kmo zich vergist, dreigen niet alleen hoge boetes, maar ook nog eens rechtszaken in een van de 27 Europese lidstaten. Wie de taal niet machtig is, er geen contacten heeft of niet vertrouwd is met de procedures, dreigt in de problemen te geraken.

 

Sta me toe een voorbeeld te geven over de betwisting van de toepassing van het verlaagd btw-tarief. Ik herinner mij nog een discussie over de toepassing van het verlaagd btw-tarief van 6 % voor sojamelk. Wie de administratie belde, kreeg als antwoord dat sojamelk aan het gewone tarief van 21 % is onderworpen, aangezien het niet om melk van dierlijke oorsprong gaat. Maanden later oordeelde de Raad van State dan weer dat sojamelk toch onderworpen is aan het verlaagd btw-tarief van 6 %, omdat het valt onder de categorie andere voedingsmiddelen. Met dat voorbeeld wil ik maar aantonen dat heel de btw-regelgeving bijzonder complex is.

 

Als een kmo te veel btw aanrekent, dan is zij niet concurrentieel, maar de kmo die te weinig btw aanrekent, dreigt haar spreekwoordelijke btw-broek te scheuren. Bovendien vallen dan ook nog eens niet alle afstandsverkopen binnen het OSS-systeem, zoals blijkt uit het uitvoerig antwoord van de minister op de vraag van collega Loones.

 

Ondanks de One Stop Shop blijft individuele registratie in de andere EU-lidstaten niet uitgesloten. De one stop is dus eigenlijk een stop die de registratieplicht in de andere lidstaten niet geheel afsluit.

 

Tegelijkertijd, met de invoering van IOSS wordt de btw-vrijstelling bij invoer van goederen onder 22 euro afgeschaft. Bovendien zal bij de aankoop van een pakje via een e-platform de invoer worden vrijgesteld en zal het e-platform btw moeten aanrekenen op de levering.

 

De afschaffing van de btw-vrijstelling onder 22 euro zal de Schatkist, zoals u meldde in de commissie, iets meer dan 250 miljoen euro extra btw-inkomsten opleveren. Dat is niet niets, dat is veel. Als de consument dan toch btw moet betalen, dan vroeg collega Loones zich af of u kon bevestigen dat door de afschaffing van de vrijstelling de consument niet langer voor onaangename bijkomende kosten kan komen te staan.

 

Wij lazen in Het Belang van Limburg enkele dagen geleden het verhaal van de jonge Matteo. Hij had goed gezocht en had een goede prijs gevonden voor een voetbaltruitje. Hij kon dit truitje via het internet voor 50 euro op de kop tikken in de Verenigde Staten. Toen hij zijn pakje bij bpost ging afhalen, diende hij echter nog eens bijkomend 40 euro taksen te betalen. Een goede koop wordt zo wel een zeer dure koop.

 

In die context antwoordde u op een vraag van collega Loones in de commissie: "Door de diensten van de Europese Commissie wordt verwacht dat de meeste operatoren spontaan de invoerregeling binnen het OSS-systeem zullen toepassen, waardoor er voor de klant geen onaangename verrassingen meer zullen zijn, aangezien hij bij zijn aankoop zal weten hoeveel de totale aankoopprijs zal bedragen." Laten wij hopen.

 

Bij het gebruik van het OSS-systeem gaat het over goederen die reeds in de EU zijn ingevoerd en die door een onderneming die niet in de EU is gevestigd, aan consumenten in de EU worden verkocht. Dat is natuurlijk niet de situatie uit het voorbeeld dat ik aanhaalde van het pakje van Matteo. Hij kocht een pakje dat nog moest worden ingevoerd. De extra kosten die hij dan moest betalen, betroffen niet alleen de btw maar vooral de kosten die door de vervoerder worden aangerekend om het pakje in te klaren.

 

Die onverwachte kosten zullen ons inziens nog steeds voorkomen, hoewel u hoopt dat dit niet het geval zal zijn, en zelfs nog wat stijgen bij het wegvallen van de drempel van 22 euro. Want wat als een oneerlijke concurrentie wordt aanzien voor lokale ondernemingen, dan zal de consument de volle pot betalen.

 

Tot slot legde collega Loones in zijn betoog in de commissie een link tussen de btw-wetgeving enerzijds en de migratiepolitiek anderzijds. De Europese Unie moet haar buitengrenzen bewaken, waardoor immigratie gecontroleerd kan verlopen, maar dat moet zij ook doen ten aanzien van de invoer van goederen.

 

Wij zijn van mening dat het een kapitale vergissing is geen invoer-btw te heffen in het geval van e-commerce wanneer noch de verkoper noch het e-platform in de EU gevestigd is.

 

Gelukkig voorziet het wetsontwerp er wel in dat bij inschrijving in België een aansprakelijke btw-vertegenwoordiger moet worden aangesteld.

 

Het nieuwe IOSS-systeem laat echter toe dat deze ondernemingen zich kunnen inschrijven in de EU-lidstaat waar zij de minste weerstand zullen ondervinden, en dit is ons inziens dan weer de deur openzetten voor mogelijke fraude.

 

Mijnheer de minister, ondanks het feit dat het wetsontwerp een getrouwe omzetting is van de btw-richtlijn inzake elektronische handel en de richtlijn inzake afstandsverkopen en bepaalde buitenlandse leveringen, zullen wij ons om de redenen die ik daarjuist heb aangehaald toch bij de stemming over dit ontwerp onthouden.

 

In feite zou het geheel opnieuw naar de Europese tekentafel moeten worden verzonden. Ik ben zo vrij in die context te verwijzen naar wat u stelde: de Europese Commissie is er zich blijkbaar al van bewust en heeft zelf al aangekondigd dat zij wellicht volgend jaar een voorstel op tafel zal leggen, zowel om een aantal basisprincipes opnieuw aan te passen als om een aantal incoherenties weg te werken.

 

Mijnheer de minister, ik hoop dat u als minister de Europese Commissie en de vertegenwoordigers van de Europese lidstaten bij de les kunt houden en dat u de basisprincipes van de btw opnieuw als uitgangspunt zult nemen en ook zult behouden in dit dossier.

 

15.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, collega's, met het voorliggende wetsontwerp wil de regering twee Europese btw-richtlijnen inzake elektronische handel omzetten in Belgisch recht.

 

De eerste richtlijn was een reactie op de onmiskenbare explosieve groei van de elektronische handel. Zeker in coronatijden is het onmiskenbaar dat de elektronische handel een tweede vlucht neemt. Positief aan de richtlijn is dat hij een einde maakt aan het duidelijke nadeel voor Europese bedrijven ten opzichte van niet-Europese bedrijven, die legaal en zonder administratieve lasten btw-vrij kunnen leveren in de Europese Unie. De niet-Europese bedrijven hebben daarmee een duidelijk concurrentievoordeel, wat ik zelf ook altijd heb ervaren als importeur en handelaar. De richtlijn beoogt ook de btw-inkomsten van de lidstaten te doen toenemen en de administratieve kosten voor de bedrijven te doen dalen. Dat is positief.

 

Negatief is echter dat de richtlijn een verdere harmonisering van de btw-regels inhoudt. Fiscale bevoegdheden, zoals de btw, behoren voor ons onvoorwaardelijk tot de bevoegdheden van de lidstaten. De bestaande btw-uitzondering op de import van kleine zendingen – het werd al gezegd door collega Van der Donckt – wordt geschrapt. Dat betekent dus dat kleine zendingen voortaan ook zullen worden belast.

 

De tweede richtlijn legt een aantal aanvullende regels op. Het gaat om een erg technische aangelegenheid. Het is ook een turf van een paar honderden bladzijden, die vandaag ter stemming ligt. Als Vlaamse partij maken wij ons vooral zorgen over de rompslomp die het wetsontwerp met zich mee zal brengen voor de vele kmo's die Vlaanderen rijk is. Voor de vele webwinkels wordt het wetsontwerp een hele uitdaging. Door het weghalen van de minimale btw-drempels zal voortaan elke verkoop via een webshop aan een buitenlandse klant worden onderworpen aan een ander btw-tarief dan de Belgische btw. Het is de verantwoordelijkheid van de webwinkel om telkens het correcte btw-tarief aan te rekenen, terwijl de boetes voor inbreuken hierop heel hoog kunnen oplopen.

 

Daarnaast zijn webwinkels ook verplicht om steeds de correcte prijs, dus inclusief btw, weer te geven op het scherm. Webwinkels die toegankelijk zijn voor klanten in andere Europese landen, moeten dus naargelang van de locatie van die klant op de webpagina steeds het juiste btw-tarief tonen.

 

Gezien de niet te onderschatte impact voor de vele kmo's die een webwinkel in binnen- en buitenland hebben, roepen wij de regering op om onze kmo's te informeren en te ondersteunen bij de invoering van de nieuwe btw-regels.

 

Het Vlaams Belang is dus niet onverdeeld positief over onderhavig wetsontwerp. Wij zijn ook terughoudend gelet op de grote impact op onze kmo's. We zullen ons dus onthouden.

 

We roepen de regering ook nogmaals op om werk te maken van de sensibilisering van de vele webwinkels, die ons land ondertussen rijk is.

 

15.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, le projet de loi à l'examen transpose deux directives européennes relatives à la taxation sur la valeur ajoutée (TVA) sur la vente à distance. Sont ici visées particulièrement les plates-formes de vente en ligne.

 

Globalement, nous approuvons cette transposition, que nous allons d'ailleurs soutenir. En effet, ce projet de loi va dans le bon sens puisqu'il conduira incontestablement à une simplification qui sera utile pour les petites entreprises. Cela va permettre de mettre fin à des situations de concurrence déloyale entre les petits commerces et les plates-formes numériques. Cela pourrait également permettre – en tout cas, on l'espère – de contrer un évitement, voire une fraude à la TVA qui se pratique dans le cadre de ces activités en ligne.

 

Cela ne nous empêche pas de formuler certaines réserves. Or, avant d'arriver dans le vif du sujet, je voudrais aborder un aspect particulier, à savoir celui qui a trait à la consultation publique qui a été organisée – si j'ai bien compris ce qui a été dit en commission – à l'initiative du ministre. Cette consultation publique qui consistait à soumettre cette initiative législative à la population était, en soi, une très bonne façon de procéder. Elle n'a malheureusement pas rencontré un énorme succès, ce que j'ai relevé en commission. Le ministre des Finances s'est un peu offusqué de mes remarques. Je cite le rapport pour ne pas trahir ses paroles: "Le vice-premier ministre n'est pas d'accord avec les observations de M. Van Hees qui donnent l'impression que le résultat de cette consultation publique ne serait pas suffisamment représentatif en raison du faible nombre de participants".

 

Monsieur le ministre, convenez quand même que, pour un pays qui compte 11 millions d'habitants et plus d'un million d'entreprises, le nombre de réponses qui ont été données dans le cadre de cette consultation publique n'est pas important. En effet, il n'y a eu que 15 réponses émanant de cabinets de conseils, d'entreprises concernées ou de citoyens. Admettez que cela n'est pas énorme!

 

Au-delà de cela, mon propos n'était évidemment pas de dire que c'était une mauvaise idée de faire ce genre de consultation. Que du contraire! Je vous encourage à persévérer dans cette voie. Mais je vous invite à réfléchir à la manière de procéder, pour avoir plus de réponses à l'avenir. Je pense que ce sera plus crédible si vous avez plus de 15 contributions en tout et pour tout, pour toute la population du pays.

 

Venons-en au contenu. Le projet de loi comprend un important volet de simplification, dont l'intérêt est incontestable. Il comprend aussi deux mesures phares. C'est l'abrogation de l'exemption de la TVA pour les importations de moins de 22 euros et le fait que les plates-formes devront elles-mêmes payer la TVA. Ces mesures devraient permettre, comme je l'ai dit, de lutter contre une forme de fraude à la TVA, de récupérer des recettes de TVA qui actuellement sont perdues et de mettre fin à une situation de concurrence déloyale entre ceux qui sont soumis à la TVA et ceux qui peuvent vendre sans devoir la demander.

 

Pour donner un ordre de grandeur, en France, l'Inspection générale des finances a fait une enquête en 2019. Cette enquête montre bien l'ampleur du phénomène: sur 24 459 contrôles (environ 25 000), seulement 538 ont révélé une situation en règle. C'est une très faible proportion évidemment. La transposition de cette directive doit mettre fin à cette situation anormale.

 

J'émettrai quand même deux réserves. La première porte sur le contrôle qui sera opéré lors de l'entrée en vigueur de la loi, le 1er juillet 2021. On y est donc bientôt. Mais il faut les moyens pour pouvoir contrôler si la loi est bien suivie. Et là, le délai est nettement plus long puisque les dispositions qui seront relatives à la conservation et à la transmission des données – et donc à la perception et au contrôle des déclarations de versement à la TVA – n'entreront en vigueur que le 1er janvier 2024. Entre l'entrée en vigueur de la loi au 1er janvier 2021 et l'application des mesures de contrôle le 1er janvier 2024, on a évidemment une très longue période, et nous nous demandons si celle-ci n'aurait pas pu être raccourcie.

 

Toujours en matière de contrôle, une question se pose par rapport à cette nouvelle tâche, cette nouvelle disposition qui s'ajoute à toutes les tâches déjà dévolues au SPF Finances. Le personnel du SPF Finances est-il suffisamment fourni pour y faire face? Les centaines, voire les milliers d'emplois que vous allez supprimer au cours de cette législature au sein du SPF Finances, monsieur le ministre, ne me donnent pas l'impression d'arranger les choses. Vous avez dit fièrement en arrivant comme ministre des Finances que vous vouliez un SPF Finances le plus mince possible. J'ai l'impression que ce n'est pas avec un SPF Finances le plus mince possible qu'on arrivera à mener avec succès de telles tâches.

 

La seconde réserve, qui n'est pas moins importante, c'est de savoir qui va payer. Les montants ne sont pas anodins. Dans le budget 2021, on annonce 125 millions d'euros de recettes suite à la transposition de cette directive. Ce montant fait plus que doubler les années suivantes puisqu'on atteint 250 millions en 2022, 260 millions en 2023 et 270 millions en 2024. C'est un rythme de croisière de 270 millions d'euros par an de recettes de TVA supplémentaires. Qui va payer ces 270 millions d'euros de recettes de TVA supplémentaires? C'est assez clair: en matière de TVA, c'est toujours le consommateur final qui paie. Les sociétés ne font que jouer un rôle d'intermédiaires pour amener la TVA dans les caisses de l'État.

 

Nous avons donc de nouvelles recettes de TVA, une concurrence plus saine entre les petits acteurs et les plates-formes. Ces bonnes nouvelles cachent une nouvelle moins bonne: 270 millions de taxes en plus pour la population. Ce sont les taxes les plus injustes qui soient puisqu'on sait que les taxes sur la consommation comme la TVA ou les accises touchent proportionnellement plus durement les bas revenus que les hauts revenus, dans la mesure où les bas revenus consomment l'essentiel de leurs revenus.

 

Vous auriez pu compenser cette bonne mesure d'un point de vue de la concurrence et de la lutte contre la fraude par une réduction d'autres TVA. Vous auriez par exemple pu réduire à 6 % la TVA sur l'énergie. C'était une proposition du PTB mais la majorité a voté contre. Au contraire, ce gouvernement va majoritairement chercher des recettes fiscales dans ces taxes sur la consommation, les taxes les plus injustes qui soient.

 

Derrière une mesure qui, en soi, est bonne, nous formulons des réserves importantes.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1820/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1820/3)

 

L’intitulé en français a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne le régime applicable aux ventes à distance de biens et à certaines livraisons de biens et prestations de services".

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne le régime applicable aux ventes à distance de biens et à certaines livraisons de biens et prestations de services".

 

Le projet de loi compte 27 articles.

Het wetsontwerp telt 27 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 27 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 27 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 12 mars 2021 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune, la Région wallonne et la Commission communautaire française concernant le traitement de données relatives aux vaccinations contre la COVID-19 (1853/1-3)

16 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeen­schappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschaps­commissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot vaccinaties tegen COVID-19 (1853/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

16.01  Robby De Caluwé, rapporteur: Collega's, de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen heeft onderhavig wetsontwerp, dat vorige week de urgentie kreeg, besproken tijdens de vergadering van 23 maart 2021. De minister verwijst in zijn inleiding naar de toelichting van het wetsontwerp.

 

In de algemene bespreking verwijst mevrouw Kathleen Depoorter van de N-VA op de snelheid waarmee werd gewerkt. De spreekster spreekt haar steun uit voor het wetsontwerp. Het is van het grootste belang dat de vaccinatiecampagne wordt voortgezet. Niettemin wenst zij de aandacht te vestigen op een aantal punten en stelt een aantal vragen naar aanleiding van het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

 

Mevrouw Barbara Creemers van Ecolo-Groen stelt dat de minister in zijn uiteenzetting al heeft geantwoord op een aantal vragen waarmee zij zelf kampte. Het is voor iedereen een grote bezorgdheid dat de privacy van de mensen zo goed mogelijk wordt gerespecteerd bij het bijhouden en registreren van gegevens. Zij geeft ook aan dat met de opmerkingen van de GBA rekening werd gehouden. Mevrouw Creemers wenst, ten slotte, nog te vernemen hoe het zit met de timing voor de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord.

 

De heer Patrick Prévot van de PS beseft dat er hoogdringendheid is. Niettemin is het volgens hem nodig waakzaam te blijven, wanneer het gaat over de bescherming van de medische gegevens van de burgers. Het doel van de gegevensverwerking moet steeds proportioneel zijn. De spreker wenst ook nog een aantal verduidelijkingen te krijgen van de minister.

 

Mevrouw Dominiek Sneppe van het Vlaams Belang begrijpt dat de vaccinatiegegevens worden bijgehouden en dat zulks moet gebeuren met respect voor de regels van de privacy en met de nodige bescherming van de gegevens. Het is goed dat een advies werd gevraagd aan de GBA en aan de Raad van State. De spreekster stelt echter vast dat het advies van de GBA maar weinig werd gevolgd. Zij stelt de minister dan ook een aantal vragen daarover.

 

De heer Daniel Bacquelaine van de MR deelt niet de visie van de minister over de organisatie van de vaccinatiecampagne. Hij is van mening dat kwetsbaren en mensen met een slechte gezondheid zich beter hadden kunnen laten vaccineren in het circuit van apothekers en huisartsen. Dat gebeurt volgens hem in een aantal ziekenhuizen. De spreker vindt de aangehaalde argumenten om niet te vaccineren bij apothekers en huisartsen, weinig geloofwaardig. Hij wenst daarover echter geen achterhoedegevecht te leveren.

 

De spreker wijst ook op de ontwikkeling van een register voor kwetsbare personen in ons land. Hij heeft principiële moeilijkheden met de creatie van een dergelijk register van kwetsbare personen.

 

Collega Nawal Farih van CD&V stelde dat er goed overlegd was met de regio's en dat zij haar steun zou verlenen aan het voorliggende wetsontwerp.

 

Zelf gaf ik aan dat het essentieel is dat de vaccinatie op een goede manier georganiseerd wordt en dat er nood is aan een juridisch kader dat de gegevensverwerking in goede banen leidt. Het wetsontwerp bevat volgens mij proportionele maatregelen. Er wordt tevens in mogelijkheden voorzien om gegevens aan onderzoeksinstellingen te bezorgen, wanneer dat nodig blijkt voor wetenschappelijk of statistisch onderzoek, zonder dat de privacy wordt geschonden.

 

Collega Jiroflée van Vooruit drong aan op een snelle goedkeuring van het wetsontwerp. Ze stelde dat het een stevige basis vormt voor een reeks handelingen die moeten worden gesteld in deze crisistijden. Voorts worden de doelstellingen van het wetsontwerp volgens haar duidelijk omschreven en afgebakend en worden de rechten van de burgers gevrijwaard. Zij was er ook over verheugd dat er gebruik werd gemaakt van een klankbordgroep, waardoor experts mee de pen vasthielden bij het schrijven van de tekst.

 

Collega Catherine Fonck van cdH stelde vast dat een MR-minister het samenwerkingakkoord mee ondertekende. Volgens haar kampt de vaccinatiestrategie met vertragingen en hapert ze. Ze uitte een aantal bezorgheden en deelde enkele analyses. Tevens stelde ze vragen over de door de ziekenfondsen gebruikte methode om risicopatiënten te detecteren. Ze wees er nog op dat het samenwerkingsakkoord voorziet in de mogelijkheid om gegevens met andere gegevensbanken te kruisen. Ze vroeg de minister om welke andere bestaande gegevensbanken het daarbij gaat.

 

Collega Sophie Rohonyi van DéFI erkende dat er dringend een wettelijke basis nodig was voor de vaccinatie­campagne, zowel voor de uitnodigingen als voor de registratie van de vaccinaties. Ze herhaalde echter dat de strategie die de minister had gekozen, niet de meest efficiënte was. Volgens haar was het beter geweest om per leeftijdsgroep te vaccineren en de risicopatiënten door de huisartsen te laten inenten, zoals onder andere door BVAS voorgesteld werd. Ze vroeg of er met de huisartsen, verpleegkundigen en apothekers werd overlegd over de inhoud van het samenwerkingsakkoord. Ze bleef ook ongerust over het gebrek aan rechtszekerheid en transparantie in het wetsontwerp.

 

Tot slot beklemtoonde collega Warmoes van PVDA-PTB dat zijn fractie een correcte en doelmatige gegevensuitwisseling ter bestrijding van het virus alleen maar kan toejuichen en aanmoedigen. Zijn fractie plaatste wel vraagtekens bij het nut van het bijhouden van sommige gegevens. Gelet op de vele onduidelijkheden op dat vlak in het samenwerkingsakkoord zou zijn fractie zich onthouden bij de stemming.

 

De vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid preciseerde in zijn antwoord in de eerste plaats dat het samenwerkingsakkoord enkel betrekking heeft op de vaccinatiecampagne en de strijd tegen COVID-19 en dat de gegevens niet voor andere doeleinden mogen worden gebruikt. Hij antwoordde op de door de leden gestelde vragen en bezorgdheden. Voorts bevestigde hij dat er zeker meningsverschillen waren tussen de verenigingen. Hij gaf ook aan dat de doeleinden, de bewaartermijn, de categorieën van de verwerkte gegevens en de verwerkingsverantwoordelijken voor de twee gegevensbanken duidelijk beschreven zijn, zoals de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) voorschrijft.

 

Het is volgens hem niet werkbaar om alle mogelijke prioritaire personen op voorhand per brief om hun toestemming te vragen om in de gegevensbank te worden opgenomen. Dat zou de efficiëntie van de campagne enorm verlagen. Bovendien is het wettelijk toegelaten om personen op te nemen in een gegevensbank enkel en alleen met een code die hun prioritaire status aangeeft, maar die verder geen informatie geeft over de precieze aandoening waaraan zij lijden. Men kan volgens hem dus niet spreken van een register van kwetsbare personen.

 

De minister begrijpt ook dat bepaalde leden zich zorgen maken over het discriminatierisico dat is gekoppeld aan het wel of niet gevaccineerd zijn, maar hij herinnert eraan dat het gebruik van de persoonsgegevens in overeenstemming moet zijn met artikel 48 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met de Grondwet en met de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.

 

De data protection impact assessment werd uitgevoerd en een samenvatting daarvan is beschikbaar. In het licht van dat alles kan de minister stellen dat hij het advies van de GBA maximaal heeft gevolgd, maar hij wil ook een voldoende flexibel kader creëren dat een vlotte uitvoering van de campagne mogelijk maakt, samen met voldoende maatregelen om de privacy maximaal te garanderen.

 

Ook de timing voor de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord wordt goed gerespecteerd. Het is niet de bedoeling dat personen met comorbiditeiten worden uitgenodigd vooraleer het samenwerkingsakkoord van kracht is. De minister verwacht dat de uitnodigingen vanaf 2 april 2021 kunnen worden verstuurd.

 

Ter afronding bedankt de minister de leden voor hun opmerkingen en kritiek. De vaccinatiecampagne en de strijd tegen COVID-19 vormen volgens hem een ongeziene operatie en een uitzonderlijke crisis en het is dan ook goed dat daarover een debat wordt gevoerd.

 

De heer Bacquelaine vindt het nog steeds ongehoord dat ziekenfondsen de gegevens van hun leden zouden kunnen doorgeven zonder hun voorafgaande toestemming. Het is immers goed mogelijk dat bepaalde leden dat absoluut niet willen. Hij vraagt dat de minister daartoe richtlijnen uitvaardigt aan de ziekenfondsen, waarop de minister herhaalt dat de procedure niet onwettelijk is en dat het hem niet efficiënt lijkt om nog anderhalf miljoen brieven te moeten versturen om aan die personen eerst de toestemming te vragen om in de gegevensbank te worden opgenomen. Hij vreest dat er zelfs meer risico op stigmatisering van de kwetsbare personen zou kunnen zijn, als zij ook nog eens een aparte brief toegezonden krijgen. De minister geeft wel mee dat hij zal nadenken over de praktische uitwerking van de vraag. De heer Bacquelaine blijft van mening dat de communicatie beter op een discretere manier gebeurt, bijvoorbeeld via e-mail.

 

Er werd over de twee artikelen gestemd. Artikel 1 werd eenparig aangenomen. Over artikel 2 werden eveneens geen opmerkingen gemaakt. Dit artikel werd aangenomen met 14 stemmen voor en 1 onthouding. Het gehele wetsontwerp werd aangenomen met 14 stemmen voor en 1 onthouding.

 

16.02  Kathleen Depoorter (N-VA): Collega, ik dank u voor het mondeling rapport, dat mooi de discussie weergeeft en ook de pijnpunten blootlegt, met name dat dit heel snel is moeten gaan, terwijl mijn fractie al van in mei vorig jaar heel duidelijk aangaf dat wij de vaccinatiestrategie tot in de puntjes moesten voorbereiden en dat wij aan het werk moesten gaan om die organisatie praktisch, logistiek en wetmatig uit te werken.

 

Vandaag blijkt dat wij deze wet nog ter stemming moeten voorleggen, terwijl wij al 3,5 maand met een weliswaar slabakkende vaccinatiestrategie bezig zijn. Wij krijgen geen vaccins, maar wij zijn toch al begonnen. Het is een heel pijnlijk punt dat de federale regering ter zake toch heel laat over de brug is gekomen.

 

Ook typerend is de discussie over het register met de kwetsbare personen en het beroepsgeheim dat al dan niet gerespecteerd wordt.

 

De collega heeft er ook naar verwezen dat de mensen die op die lijst komen uiteraard voldoen aan het profiel dat door de Hoge Gezondheidsraad is opgesteld. Per definitie weet men aan welke mogelijke aandoening of aandoeningen een persoon die op die lijst staat kan lijden.

 

Het feit dat de minister vandaag nog moet zeggen te zullen bekijken hoe hij daarmee kan omgaan en hoe hij dat kan optimaliseren, betekent dat er toch nog werkpunten zijn en dat de bezorgdheden niet helemaal ondoordacht zijn.

 

De collega heeft ernaar verwezen, wij hebben inderdaad een aantal bemerkingen en bezorgdheden meegegeven. Op vele daarvan is er een antwoord gekomen, maar de bewaartermijn, 30 jaar na vaccinatie, blijft heel lang. Een pseudonimisering is nodig. Dat blijf ik benadrukken. De gegevens kunnen worden gebruikt voor wetenschappelijke en statistische doeleinden, maar niet meer voor operationele doeleinden, als we over zo'n lange termijn spreken.

 

De elektronische toegang van de burger tot de persoonsgegevens zal in orde komen, maar mijn fractie wijst er toch graag nog eens op dat het veel breder gezien moet worden en dat de burger veel meer recht heeft op informatie en toegang tot de data die de overheid opslaat.

 

Voor de discriminatieratio kwam er een antwoord, er wordt aan tegemoetgekomen, maar die blijft wel een aandachtspunt. Als parlementsleden zullen wij er zeker op moeten letten dat het zich al dan niet laten vaccineren geen discriminatie tot gevolg kan hebben.

 

De bottomline blijft dat wij dit ontwerp zullen steunen, omdat het noodzakelijk is, omdat wij moeten samenwerken in de vaccinatie en omdat wij al lang genoeg wachten op het vaccin, de terugkeer naar ons normale leven en het heropenen van onze maatschappij. Toch had het beter gekund en had men wat voorzichtiger kunnen omgaan met de gegevensbescherming van de burger.

 

16.03  Dominiek Sneppe (VB): Dat de gegevens van de vaccinatie moeten worden bijgehouden, staat buiten kijf; dat dat goed geregeld moet worden, met respect voor de privacy en de bescherming van deze gegevens ook. Het is daarom goed dat het advies werd gevraagd aan de GBA en de Raad van State. Ik vind het nog steeds jammer dat er weinig gevolg aan gegeven is. De Vlaams Belangfractie heeft in de commissie dan ook de nodige kritische vragen gesteld om er zeker van te zijn dat de opslag en verwerking van gezondheidsgegevens met respect voor de privacy gebeuren en dat de gegevens niet voor andere doeleinden gebruikt zouden kunnen worden. Waarom wordt bijvoorbeeld het globaal medisch dossier niet gebruikt? Hoever mogen de ziekenfondsen gaan in het doorgeven van informatie? De Gegevensbeschermingsautoriteit spreekt van een blanco cheque.

 

Dat zijn maar enkele vragen uit de opmerkingen en vragen die we in commissie hebben gesteld en die we hier zeker nog eens willen aanhalen om aan te tonen dat onze voorstem wel degelijk een kritische voorstem is. Het is dus een "ja, maar". De minister had het zelf over de snelheid waarin alles moet gebeuren. We zijn ons ervan bewust dat dit samenwerkingsakkoord er zo snel mogelijk moet komen. Het had er eigenlijk al moeten zijn. Die vaccinatie was immers toch te verwachten. We wisten dat die eraan kwam en toch zijn we weer niet klaar en moet een toch wel belangrijk document hier snel doorgeduwd worden. Ook dat loopt weer niet zoals het zou moeten lopen. Ook jammer dat het zo moet gebeuren. Dat zijn we ondertussen gewend geworden na een jaar van geklungel en geblunder. Dat kunnen we er nog wel bij nemen. Het Vlaams Belang zal straks met de nodige kritische vragen en opmerkingen voorstemmen omdat we de urgentie ervan inzien.

 

16.04  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, je suis un petit peu étonnée de ne pas voir le ministre Vandenbroucke. Est-ce normal, madame la présidente?

 

La présidente: Le gouvernement est représenté.

 

16.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Comme il s'agit du traitement des données, c'est le secrétaire d'État qui est présent.

 

Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, dans son texte publié le 16 juillet 2020, le Conseil Supérieur de la Santé donne un premier avis sur la stratégie de vaccination qui dit clairement que les groupes cibles sont les travailleurs de la santé, les personnes âgées de plus de 65 ans et les personnes ayant des comorbidités entre 45 et 65 ans (obésité, diabète, hypertension).

 

Il est tout de même étonnant que ce ne soit qu'aujourd'hui, le 25 mars 2021, que nous votons l'accord de coopération qui permet l'échange des données. En effet, nous savions, depuis le 16 juillet 2020, que nous devrions identifier les personnes à risque, qu'il était important de le faire et qu'il faudrait pour cela échanger des données. Nous regrettons dès lors que ce texte vienne si tard et qu'il doive être voté en urgence. On n'a pas anticipé. Du coup, il doit être voté vite fait.

 

J'en viens maintenant au contenu.

 

Ik wil benadrukken dat onze partij het belangrijk vindt om een correcte en doelmatige gegevensuitwisseling ter bestrijding van het virus aan te moedigen. Dat zal ons toelaten om de vaccinatiegraad op te volgen, de nevenwerkingen van het vaccin te kunnen opsporen en de vaccinaties te kunnen laten verlopen naar volgorde van prioriteit, opgesteld in het belang van de volksgezondheid.

 

Wij merken evenwel dat een groot deel van de bevolking zich terecht vragen stelt over wat er met de gegevens zal gebeuren. De burger heeft recht op transparantie en het is de taak van de regering om de burgers een correct gebruik van de gegevens te garanderen.

 

Net op dit vlak rijzen bij ons heel wat bezorgdheden bij het lezen van dit samenwerkingsakkoord. Wij zijn het eens dat de uitwisseling van gegevens belangrijk is. Toch mogen wij de beginselen van de gegevensverzameling niet uit het oog verliezen. In het samenwerkingsakkoord wordt nauwelijks of niet gedefinieerd welke specifieke gegevens aangewend zullen worden voor welke specifieke doeleinden, en welke specifieke personen of instanties daarin inzicht zullen krijgen. Volgens ons moet de gegevensverzameling en -verdeling gestructureerd worden volgens finaliteit. Een specifiek doel moet bereikt worden door een specifieke persoon of instantie die toegang heeft tot een specifiek deel van de gegevens.

 

In de commissievergadering heeft minister Vandenbroucke aangegeven dat het ultieme doel de vaccinatie van de bevolking is. Om dat vlot te laten verlopen, wenst de minister met het voorliggend wetsontwerp een voldoende flexibel kader te scheppen. De vaccinatie van de bevolking moet inderdaad het doel zijn, maar dat heiligt niet de te flexibele gegevensverzameling en -verdeling zoals die nu voorligt.

 

Wij geloven nog steeds dat wij ver genoeg in de vaccinatiecampagne zitten om daaromtrent voorafgaandelijk duidelijkheid te scheppen, maar dat gebeurt niet in deze tekst. Wat wij nu zien, en wat beaamd wordt door de Gegevensbeschermingsautoriteit, zijn onduidelijk geformuleerde doeleinden, wat het moeilijk maakt om de verwerking van de gegevens naar finaliteit te beoordelen. Het kan toch niet dat gegevens van onze bevolking voor het rapen liggen voor particuliere ondernemingen of verzekeringsmaatschappijen die niet handelen vanuit het algemeen belang?

 

Zoals u weet, zijn gepseudonimiseerde gegevens omkeerbaar en dus niet volledig anoniem. Volgens ons moesten er concrete bepalingen in de tekst staan over wie toegang krijgt tot welke gegevens en mag dit niet slechts in algemene bepalingen worden opgenomen in de wet. Ook de rol van het Informatieveiligheidscomité baart ons zorgen.

 

Hoewel we het eens zijn met de gegevensuitwisseling en we het belangrijk en noodzakelijk vinden in de strijd tegen het coronavirus en het opvolgen van de vaccinatie, bevat het voorliggende ontwerp, ons inziens, te veel onduidelijkheden en bezorgdheden inzake gegevensbescherming om er een positieve stem aan te koppelen.

 

Daarom zullen wij ons onthouden.

 

16.06  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, je considère également que le ministre de la Santé aurait dû être présent. Il est assez amusant et paradoxal d'examiner ce dossier avec le secrétaire d'État MR qui, du moins dans la presse, se déclare sensible à la protection des données, mais qui est manifestement présent ici pour défendre ce texte – tout comme l'a fait la ministre de la Santé en Communauté française.

 

Je vous en parle, parce que M. Bacquelaine – qui est absent en ce moment – répétait tout à l'heure à la tribune, devant le ministre Vandenbroucke, ce que je dis depuis plusieurs semaines. Je fus très intéressée par son propos. Toutefois, il ne s'agissait que de mots. Pour les actes, en revanche, il en va tout autrement.

 

Vous arrivez à présent avec ce texte qui apporte la démonstration limpide d'une préparation tardive de la stratégie de vaccination. Ainsi, pour les personnes fragiles, cela fait huit mois que les listes ont été établies par le Conseil Supérieur de la Santé. Nous sommes déjà en train de vacciner, y compris certaines de ces personnes, et voici que le présent accord de coopération est soumis au Parlement.

 

Le plus problématique dans ce texte est qu'il coule dans la loi le mode d'organisation de la vaccination tel que vous l'avez choisi. Vous avez en effet opté pour un modèle rigide pour les centres de vaccination, puisqu'il exclut que les médecins généralistes puissent vacciner leurs patients, tandis que tout est entrepris pour éviter de vacciner les patients très fragiles et les plus malades au sein des hôpitaux. Vous importez dans cet accord de coopération un modèle complexe d'organisation par convocation qui comprend des erreurs, des bugs, etc. De ce fait, des personnes déjà vaccinées sont convoquées à nouveau, sans parler du cas de personnes décédées. Vous auriez pu vous appuyer sur un autre type d'organisation, autorisant des candidats à la vaccination appartenant à un groupe cible – par exemple, par tranche d'âge – de pouvoir prendre rendez-vous par internet ou par téléphone – pour les plus âgés – soit avec leur médecin soit auprès d'un centre.

 

Le modèle que vous avez choisi n'est pas du tout le nôtre. Je ne veux pas dire qu'il ne faut pas de centres de vaccination; j'y suis favorable. Mais ce modèle uniquement organisé autour des centres de vaccination n'est pas le modèle que nous proposons.

 

Cela fait des mois que je dis qu'il faut vacciner là où sont les patients. Il faut travailler avec les médecins généralistes pour qu'ils puissent vacciner leurs patients qui ont des doutes, des interrogations, des difficultés pour se mobiliser. Et il faut vacciner les patients très fragiles et malades à l'hôpital.

 

J'ai été en contact avec plusieurs hôpitaux ces derniers jours. Il est particulièrement choquant qu'on leur retire des doses de vaccins en les empêchant ainsi de vacciner des patients extrêmement fragiles, qui ont des cancers, qui sont en chimiothérapie, ou des patients dialysés. Vraiment, c'est particulièrement choquant d'entendre cette manière de procéder et cette stratégie totalement incompréhensible sur le plan de la santé publique.

 

Cet accord de coopération coule aussi par écrit la sélection des patients à risque de moins de 65 ans par les mutuelles. J'entendais tout à l'heure M. Bacquelaine dire à M. Vandenbroucke ce que je dis depuis des semaines, mais en même temps, je constate que ce qu'il dénonce oralement est clairement mis par écrit.

 

La sélection par les mutuelles est problématique, d'abord pour une question de secret médical, et puis par rapport au respect des données médicales. De plus, en commission, le ministre n'a pas pu expliquer comment les mutuelles allaient sélectionner ces patients.

 

Je peux déjà vous dire que les mutuelles, sans le faire exprès, laisseront de côté toute une série de patients. On me dit qu'il ne faut pas stresser, que les médecins généralistes pourront eux-mêmes le faire. Savez-vous ce qu'il se passe, aujourd'hui? Les médecins généralistes ont le droit de sélectionner cinq patients par semaine, chers collègues! Ils peuvent notifier au centre de vaccination cinq patients par semaine. Est-ce sérieux?

 

Non seulement ce n'est pas du tout efficace, mais ce n'est pas non plus correct vis-à-vis des patients chroniques et des patients avec des pathologies lourdes. C'est aussi demander aux médecins généralistes de vérifier si ce que les mutuelles ont fait est correct. C'est d'une inefficience totale, et cela pose de gros problèmes en termes de type de sélection des patients et de respect du secret médical.

 

Un autre volet que je souhaite mettre en évidence concerne, de façon plus globale, les questions liées aux données de la population et au respect de la vie privée. Monsieur le secrétaire d'État, par rapport à vos déclarations dans la presse, on constate une ambivalence, une opposition, un fossé entre ce que vous dites et ce que vous soutenez à travers cet accord de coopération, que ce soit en matière de conservation des données, de pseudonymisation – qui est une anonymisation réversible, ce qui pose évidemment problème ici –, de respect de la vie privée et de tout le pouvoir qui est donné par ce texte au Comité de sécurité de l'information.

 

En fait, c'est le Comité de sécurité de l'information qui va, à travers ce texte, pouvoir lui-même décider des données qui peuvent être utilisées ou pas par telle ou telle structure dans une prétendue liste de finalités qui non seulement est longue et beaucoup trop large mais qui pourra par ailleurs être interprétée toujours dans le sens qu'on souhaitera. En effet, la dénomination des finalités reprises dans ce texte permettra toujours, pour toute demande qui a un lien direct ou indirect avec la vaccination, de justifier que c'est au nom de ces finalités que les données peuvent être utilisées. Il ne faut pas oublier non plus les questions sur le croisement des données entre différentes banques de données qui permet de retracer les personnes à titre individuel. Toutes ces questions, pour des raisons injustifiées et qui n'ont absolument pas été expliquées, se trouvent dans cet accord de coopération, et donc dans le projet de loi qui nous est soumis.

 

Cela pose d'énormes questions. Cela révèle l'approche des différents gouvernements, mais aussi le choix et l'option prise par les différents membres de ce gouvernement.

 

Il y a ce qu'on dit et il y a ce qu'on fait. Je connaissais votre point de vue quant à l'organisation de la campagne. J'entends ce que vous répétez à droite et à gauche. Je constate, pour ma part, qu'il y a surtout ce que vous faites et ce que vous décidez et que rien ne va, que ce soit au niveau de l'organisation de la campagne, que ce soit au niveau de la stratégie, que ce soit sur la manière de sélectionner les publics fragiles, que ce soit sur la question du respect des données.

 

Voilà les raisons pour lesquelles nous ne soutiendrons pas ce texte.

 

16.07  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, on sait aujourd'hui très clairement que la vaccination est la porte de sortie de cette crise.

 

C'est la vaccination combinée aux tests rapides et aux protocoles sanitaires de reprise qui nous permettra, notamment, de revoir nos proches sans ne plus avoir l'insupportable peur de les contaminer. On le sait désormais avec certitude puisque la vaccination dans les maisons de repos a fonctionné et a permis à la vie de reprendre ses droits en leur sein.

 

Notre objectif à tous est de faire en sorte que grâce à la vaccination la vie puisse reprendre ses droits dans toute la société. C'est pour cette raison que notre campagne de vaccination se doit d'être une réussite. Il en va de la crédibilité au niveau international de notre pays, mais aussi et surtout de la sécurité de la population et de la reprise de notre économie, de notre vie sociale et culturelle. C'est également pour cette raison que nous avons soutenu l'urgence de l'examen de ce texte en commission.

 

Le problème, monsieur le secrétaire d'État, c'est que cette campagne de vaccination est chaotique, comme on le sait. Il ne faut pas avoir peur de le dire. Les témoignages de nos concitoyens parlent d'eux-mêmes. Vous me direz que c'est sans doute subjectif. Je sais que le ministre Vandenbroucke préfère les chiffres. Je tiens à me rallier à certains de mes collègues pour regretter son absence. Que disent justement ces chiffres, qu'il a d'ailleurs lui-même rappelés tout à l'heure? Ils disent que ce 24 mars, soit près de trois mois après le lancement de notre campagne de vaccination, près de 12 % de notre population avaient reçu une première dose, et moins de 5 % de la population avaient reçu la seconde. On reste donc très loin du taux de vaccination que nous devons atteindre, à savoir 70 % de la population.

 

Pour y arriver au plus tôt, mon parti, comme d'autres, n'a eu de cesse, en commission mais aussi en plénière, de formuler des propositions pour faire évoluer la stratégie de vaccination. Je pense notamment au fait de procéder par tranches d'âge au moyen de convocations qui seraient envoyées directement par les communes, qui disposent de l'expérience et de l'ensemble des renseignements nécessaires pour ce faire. Il ne faut pas oublier les personnes qui présentent des comorbidités, en associant pleinement dans la stratégie de vaccination les médecins généralistes, les hôpitaux et les centres médicaux qui traitent ces patients, et qui connaissent par conséquent leur vulnérabilité et donc leur légitimité à être vaccinés en priorité.

 

Monsieur le secrétaire d'État, c'est précisément parce que votre gouvernement a refusé cette dernière proposition que la vaccination des personnes qui présentent des comorbidités n'a toujours pas pu commencer. Par conséquent, nous nous voyons obligés aujourd'hui de voter un accord de coopération qui entérine cette stratégie de vaccination misant essentiellement sur les centres de vaccination, alors que l'on sait que cette stratégie ne fonctionne pas. Je l'ai dit tout à l'heure. En tout cas, cette stratégie n'est pas, aujourd'hui, à la hauteur de l'enjeu.

 

M. le ministre de la Santé nous a indiqué en commission que les organisations de médecins avaient finalement été étroitement associées à cet accord de coopération. Encore heureux, ai-je envie de dire! Toujours est-il qu'il a admis lui-même que Domus Medica était enthousiaste quant à cet accord de coopération, mais pas l'ABSyM. Il s'est donc concerté avec le corps médical, mais il a finalement sélectionné les avis qu'il a bien voulu suivre. Il en a été de même pour les avis du Conseil d'État et de l'APD. Là aussi, comme le ministre l'a reconnu lui-même en commission, l'avis du Conseil d'État a été suivi au maximum. Mais il a ajouté que le gouvernement voulait un cadre qui soit flexible, comme l'a spécifié tout à l'heure notre collègue Merckx.

 

Sauf que flexibilité ne doit en aucun cas signifier insécurité juridique! Je m'en explique au moyen de trois arguments.

 

Premièrement, tant le Conseil d'État que l'Autorité de protection des données demandaient une analyse d'impact relative à cet aspect spécifique mais fondamental qu'est la protection des données, et ce avant même que notre assemblée ne puisse se prononcer sur l'accord de coopération. Je l'ai demandée en commission et le ministre ne m'a pas répondu, ce qui démontre que cette analyse d'impact n'a pas été réalisée ou qu'elle n'a pas été mise à la disposition des membres du Parlement.

 

Deuxièmement, s'agissant de la communication des données à caractère personnel qui sont issues des bases de données, l'accord de coopération prévoit une autorisation préalable et indispensable du Comité de sécurité de l'information en cas de transmission de données à caractère personnel à, je cite, "des instances ayant mission d'intérêt public pour les finalités dont sont chargées ces instances par ou en vertu d'une loi, d'un décret ou d'une ordonnance, mais aussi pour la communication de ces données après anonymisation ou, à tout le moins, pseudonymisation, à des institutions de recherche pour la réalisation d'études scientifiques ou statistiques". Donc, contrairement à ce qui a été demandé par le Conseil d'État, ces instances ne sont pas précisées. On ne sait pas non plus si l'autorisation qui sera donnée par le Comité consistera en un blanc seing ou s'il disposera bien d'un vrai droit de regard sur l'utilisation des données qui en résultera.

 

Troisièmement, l'Autorité de protection des données a pu constater un certain progrès dans la définition des finalités poursuivies par les enregistrements des données, sauf que certaines d'entre elles manquent encore aujourd'hui de précision dans le texte. À ce sujet, l'Autorité de protection des données cite plusieurs finalités: la prestation de soins de santé et de traitements, le suivi et la surveillance post-autorisation, l'exécution d'études scientifiques ou statistiques ou encore l'information et la sensibilisation des utilisateurs de soins.

 

Le danger, chers collègues, c'est qu'avec des finalités qui sont libellées de manière aussi large, on empêche nos concitoyens de savoir très clairement ce que l'on fait et ce que l'on fera de leurs données et de quelle manière. On est donc très loin du cadre clair et transparent permettant d'identifier les processus de traitement de nos données personnelles, comme vous l'avez pourtant promis, monsieur le secrétaire d'État, pas plus tard que cette semaine.

 

L'Autorité de protection des données sollicitait également une restructuration de l'accord de coopération par finalités, ce qui aurait permis de mieux veiller à ce que les traitements répondent aux principes élémentaires de nécessité et de proportionnalité. Là aussi, cette demande n'a pas été rencontrée par le texte final.

 

Chers collègues, en ces circonstances, vous l'aurez compris, notre groupe ne pourra que s'abstenir sur ce texte.

 

16.08  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Madame la présidente, cette discussion fait écho à la celle que j'ai eue hier dans ce même hémicycle, en commission de la Justice, au sujet des données personnelles. Il est effectivement important de rappeler que la situation dans laquelle nous sommes est particulièrement compliquée et que nous devons en sortir le plus rapidement possible. Comme cela a été dit, la campagne de vaccination est un élément essentiel pour cela. Je tiens à rappeler que c'est une responsabilité et une charge globale à l'échelle de l'État, puisque c'est non seulement l'État fédéral mais aussi l'ensemble des Régions qui sont mobilisés sur cet enjeu.

 

Je ne reviens pas sur les finalités, la campagne de vaccination ainsi que la stratégie. Je vous renvoie aux rapports de commission mais également aux questions qui ont été posées voici quelques minutes dans cette même assemblée. Vous aurez bien compris que mon attention est totale sur un aspect essentiel, puisqu'il s'agit ici d'un accord de coopération concernant les bases de données. Dans le cadre de mes compétences, mon attention est donc totale sur la protection des données et sur la vie privée car ces données personnelles sont, selon moi, le gage essentiel de la protection des libertés individuelles et des droits fondamentaux de nos concitoyens.

 

Il faut distinguer deux éléments. Il y a la situation d'urgence dans laquelle nous nous trouvons et dans le cadre de laquelle nous essayons d'avancer le plus rapidement possible pour être en mesure d'être le plus efficace possible.

 

J'entends un certain nombre de questionnements. J'entends aussi que, comme l'APD l'a signalé, nous avons progressé au niveau de la précision de ce texte. J'entends que nous devrons encore, à l'avenir, être plus précis dans le cadre législatif que nous allons construire.

 

Dans cette situation d'urgence, le RGPD est bien respecté. On évoque des éléments techniques qui figurent, d'ailleurs, dans le texte du règlement européen en termes d'anonymisation ou de pseudonymisation de données qui permettent d'identifier et de ressortir un certain nombre de profils sans leur attribuer des données particulières, ce qui permet d'identifier des personnes sans identifier leurs données spécifiques de santé. Toute une série de démarches techniques sont donc réalisées pour pouvoir avancer dans cette vaccination.

 

Comme vous l'aurez constaté, il est ici question de deux bases de données: l'une pour les vaccinations, l'autre pour le soutien aux campagnes de vaccination. Il est important d'avancer le plus rapidement possible à ces niveaux.

 

Pour ce qui concerne la question de joindre la parole aux actes, c'est avec ce sens de l'éthique que j'ai été éduqué. Lorsque je dis quelque chose, je le fais; et quand je le fais, je le dis!

 

Si vous avez regardé la vidéo de la commission d'hier ou lu son compte rendu, vous connaissez le plan que je propose afin de rétablir la confiance et la transparence en matière de gestion des données personnelles.

 

Il est vrai que la situation covid a peut-être mis en lumière des situations parfois un peu imprécises ou surprenantes par rapport à un certain nombre d'acteurs ou de processus qui régissent, aujourd'hui, les données personnelles.

 

Comme je l'ai exprimé hier, je suis convaincu que nous avons globalement besoin, dans le cadre de la situation qui nous occupe, mais aussi pour le long terme, de davantage de transparence pour rétablir la confiance du citoyen par rapport à l'utilisation des données par l'État.

 

J'ai présenté un plan au demeurant fort simple qui comprend trois étapes.

 

La première vise à rétablir un cadastre des données personnelles de nos concitoyens, enregistrant leur utilisation et leur finalité, mais aussi l'identité de ceux qui s'en servent et la base juridique sur laquelle ils s'appuient.

 

La deuxième étape consiste à rendre ces données accessibles à nos concitoyens, au travers d'un outil ergonomique – probablement numérique – grâce auquel chaque citoyen pourra, d'ici l'année prochaine, accéder en tout temps et en tout lieu à l'ensemble des données dont dispose l'État à son sujet. Il pourra de même savoir qui peut les consulter, pour quelle raison et pour quelle finalité, mais aussi tracer les fonctionnaires éventuels qui y auraient accédé.

 

Enfin, j'en viens probablement au plus important, à savoir l'évaluation de la loi sur la vie privée, comme je l'ai indiqué dans ma note de politique générale. Elle ne fera l'impasse sur aucune réflexion, qu'elle concerne l'APD ou le Comité de sécurité de l'information – qui suscite tant d'émotions, mais qui résulte d'une loi qui a été votée ici et qui lui a conféré des compétences. Il me semble donc important de nous demander, après trois ans de fonctionnement de la loi sur la vie privée, s'il y a lieu de l'aménager et de modifier le cadre dans lequel les données de nos concitoyens sont traitées. C'est en associant la parole et les actes que je compte bien m'y employer. Je vous remercie de votre attention.

 

16.09  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je ne sais pas très bien de quel texte vous parlez mais en tout cas, il ne s'agit pas du tout du texte qui est inscrit à l'ordre du jour de notre séance. Il n'y a pas un mot, dans votre réponse, sur les choix d'organisation de la campagne qui sont coulés dans cet accord de coopération. Pas un mot sur les différents éléments que je mets en avant.

 

J'entends maintenant que le MR répète ce que je dis déjà depuis quelques bonnes semaines. Vous venez avec des éléments sur les données personnelles, etc. Soit ce que vous dites ici sur les données personnelles et ce que j'entendais aussi de la part notamment de M. Bacquelaine tout à l'heure adressé au ministre Vandenbroucke, c'est ce que vous voulez, ce que vous portez. C'est ce que vous soutenez et dans ce cas, il ne faut pas voter ce texte. À l'inverse, si vous votez ce texte à la fois sur l'organisation de la campagne de vaccination et sur le volet des données sensibles, parce que ce sont des données médicales des patients concernés, alors ce que vous dites sur l'organisation et ces données, c'est juste du vent!

 

Je vous avoue que ce double discours est assez interpellant et problématique. En tout cas, je prends bonne note du fait que vous allez soutenir ce texte et que les annonces que vous faites en la matière sont donc pour le moins juste du vent!

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1853/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1853/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Projet de loi accordant un droit au petit chômage aux travailleurs afin de recevoir un vaccin contre le coronavirus COVID-19 (1849/1-5)

17 Wetsontwerp houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19 (1849/1-5)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

17.01  Sophie Thémont, rapporteur: Madame la présidente, chers collègues, ce projet accordant un droit de petit chômage aux travailleurs et travailleuses afin de recevoir un vaccin contre le covid-19 a obtenu l'urgence en séance plénière le 18 mars et a été examiné en commission ce mardi 23 mars.

 

Dans son exposé, le ministre a expliqué la nécessité d'une loi distincte pour ce régime de petit chômage particulier, qui concerne une situation très spécifique, temporaire et nécessite une mise en place rapide. Il a également fait part du champ d'application et des modalités de ce régime. Tous les travailleurs sous contrat de travail y ont droit. Une circulaire de Mme la ministre De Sutter accorde également une dispense de service à tous les membres du personnel du service public administratif fédéral.

 

Le travailleur dispose du temps nécessaire pour se faire vacciner, incluant notamment le temps de trajet pour se rendre sur le lieu de vaccination.

 

Le ministre a également précisé avoir tenu compte des avis favorables du Conseil national du Travail, du Conseil d'État et de l'Autorité de protection des données. Des mesures appropriées et spécifiques ont ainsi été prises pour protéger les droits et intérêts fondamentaux des travailleurs et travailleuses concernés.

 

J'ai par ailleurs déposé un amendement, cosigné par mes collègues de la majorité, pour préciser la nature du congé et le mode de calcul de la rémunération pour garantir une sécurité juridique. Il est ainsi précisé que le travailleur a droit à ses rémunérations normales.

 

Les discussions ont ensuite porté sur le champ d'application de la mesure et les cas spécifiques de certains groupes ou situations particulières. Le ministre a pu apporter des réponses claires et rassurantes.

 

Mme Fonck s'est interrogée sur l'absence d'effet rétroactif au dispositif du projet et a déposé un amendement à cette fin. Le ministre a indiqué que cet aspect avait été abordé par les partenaires sociaux sans qu'ils aient trouvé de solution consensuelle. Il considère que l'amendement déposé ne répond pas à l'objectif poursuivi par le projet.

 

Tous les articles ont été adoptés à l'unanimité, de même que notre amendement. L'amendement de Mme Fonck a été rejeté par 16 voix contre 1. L'ensemble du projet a été voté à l'unanimité.

 

17.02  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, het wetsontwerp dat voorligt, zorgt ervoor dat elke werknemer die zich wil laten vaccineren tegen het covidvirus de mogelijkheid krijgt afwezig te zijn voor de duur die nodig is om het vaccin te krijgen, met behoud van het normale loon. Wij van de N-VA steunen dit wetsontwerp, maar ik wil toch enkele bezorgdheden uiten.

 

Ten eerste, ik meen dat het ontzettend belangrijk is dat diegenen die uitgenodigd worden voor de vaccinatie op tijd verwittigd worden, al was het maar om een ordentelijke werkplanning op de werkvloer mogelijk te maken. Als de vaccinatie tijdens de arbeidstijd plaatsvindt, moet dat op het werk natuurlijk goed georganiseerd kunnen worden. Tijdig verwittigen is dus belangrijk.

 

Ten tweede, het is ook ontzettend belangrijk dat het toedienen van de vaccinaties vlot verloopt en dat er geen tijd wordt verloren. In heel wat vaccinatiecentra loopt alles voorlopig wel vlot, maar het volume aan vaccins dat tot nu toe toegediend werd is nog laag. De stresstest moet nog komen voor de vaccinatiecentra. Het is belangrijk dat het daar goed verloopt, zodat er niet onnodig tijd verloren wordt.

 

Ten derde, het is ook belangrijk dat de administratieve procedure, de uitnodiging, eenvoudig is. Waarom is dat belangrijk? Het kan niet de bedoeling zijn dat de werkgever op basis van bijvoorbeeld de timing of de inhoud van de uitnodiging het vermoeden zou krijgen van onderliggende aandoeningen bij de werknemer. Veel zal dus inderdaad afhangen van de kwalitatieve organisatie van de vaccinaties. Dat is een aandachtspunt dat wij toch in het oog moeten houden. Anders zullen wij echt geconfronteerd worden met problemen op de werkvloer, en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn van dit wetsontwerp.

 

Collega's, los daarvan is het toch opvallend dat als het gaat over twee uur kort verlet, het Parlement wordt ingeschakeld. Wij bespraken daarvoor een wetsontwerp in de commissie en doen dat vandaag in de plenaire vergadering. Maar wanneer het bijvoorbeeld gaat over het invoeren van de avondklok, als het gaat over het samenscholingsverbod, als het gaat over het reisverbod, over de sluiting van de horeca, de sluiting van de contactberoepen, de sluiting van scholen, het sluiten van de evenementen- en cultuursector, wordt hier geen debat gehouden. Het zou minstens net omgekeerd moeten zijn.

 

Ook hier, na een jaar broodnodige steunmaatregelen, moeten wij stilaan ook eens het debat voeren over de oorzaak van de nood aan die steunmaatregelen.

 

De oorzaak is niet het coronavirus. Ik weet dat sommige ministers in het bijzonder heel vaak andere eigenschappen toedichten aan het coronavirus. Het coronavirus wil dit; het coronavirus zegt dat; het coronavirus dwingt ons daartoe. Dat klopt niet. De oorzaak van de noodzaak aan de steunmaatregelen, die wij wel degelijk onderschrijven, ligt niet bij het coronavirus zelf maar bij de manier waarop de huidige regering het coronavirus wil aanpakken. Als de kappers moeten sluiten, is dat niet omdat het coronavirus de sluiting oplegt. Dat is omdat de regering dat doet. Als scholen moeten sluiten, is het niet het coronavirus die de sluiting oplegt. Het is de regering die ze oplegt.

 

De steunmaatregelen, waarover wij de voorbije maanden op gezette tijden hier keer op keer debatteren, zijn een symptoombestrijding van een aandoening die stilaan chronische eigenschappen begint te krijgen. Als ik eerste minister De Croo bezig hoor over de korte pijn na een jaar aanmodderen – wij staan fundamenteel immers geen stap verder in de aanpak van corona in vergelijking met een jaar geleden –, begrijp ik dat niet meer.

 

Ik wil ook aanduiden dat de corona-aanpak, die ons ook tot allerhande sociaal-economische steunmaatregelen noopt, een maatschappelijke kostprijs met zich zal brengen die heel hoog zal uitvallen: meer werkloosheid, meer faillissementen, meer geestelijke gezondheidsproblemen, meer schoolachterstand en meer schooluitval. Dat zijn zaken die een heel leven lang doorwerken.

 

Wij kunnen het er dus over eens zijn dat het te vrezen valt dat de maatschappelijke kostprijs van de corona-aanpak vandaag heel wat hoger zal uitvallen dan de baten ervan. Bovendien zal de maatschappelijke kostprijs veel langer doorwerken dan ons lief is. Het is onbegrijpelijk dat die kwestie in het Parlement niet in vraag wordt gesteld en dat daarvoor in het Parlement geen ruimte is voor een debat. Daarom breng ik het thema hier graag ter sprake. Het is mijn plicht dat te doen.

 

Ik rond af met mee te geven dat het echt niet de bedoeling kan zijn dat de maatschappelijke kostprijs van de corona-aanpak van de voorbije twaalf maanden hoger uitvalt dan de baten ervan. Als wij vaststellen dat zulks het geval dreigt te worden, wat vandaag wel degelijk werkelijkheid is, moeten wij daarover het debat voeren. Het kan niet de bedoeling zijn dat wij meer zullen betalen voor de corona-aanpak dan dat hij ons oplevert.

 

17.03  Sophie Thémont (PS): Madame la présidente, chacun sait à quel point la campagne de vaccination est un enjeu crucial pour la sortie de la crise. Avec mon groupe, nous nous réjouissons que cette disposition ait enfin été prise pour faciliter la campagne vaccinale en levant un obstacle pour les travailleurs qui souhaitent se faire vacciner et maintenir leur rémunération pendant le temps nécessaire à la vaccination. Ceci rejoint l'effort collectif que nous devons fournir pour élargir un maximum la couverture dans la population.

 

Nous soutiendrons évidemment ce projet de loi.

 

17.04  Nahima Lanjri (CD&V): Collega's, wij zullen het ontwerp met veel overtuiging goedkeuren.

 

Als we de coronacrisis te boven willen komen, is het van belang om zo snel mogelijk iedereen te vaccineren. Het is de bedoeling om tegen juli toch al 70 % van de bevolking te vaccineren, dus het moet vooruitgaan. Vandaar dat het van belang is om de mensen de mogelijkheid te geven om zich te laten vaccineren. Vaak krijgen zij een oproepingsbrief in de brievenbus en valt het vaccinatiemoment overdag. Het is dus goed dat via het vaccinatieverlof, klein verlet om zich te laten vaccineren, de tijd kan worden genomen om zich te verplaatsen van het werk naar het vaccinatiedorp, om daar het vaccin te laten zetten binnen de daarvoor benodigde tijd en daarna terug te gaan naar het werk. Het kan natuurlijk ook voor of na het werk.

 

Gisteren heb ik de heer Timmermans van het VBO horen pleiten om zo snel en breed mogelijk te vaccineren. Het is ook goed dat het initiatief wordt gesteund door werkgevers en vakbonden. Ook van belang is dat de werkgevers hun werknemers ertoe oproepen zich te laten vaccineren.

 

Tot slot ben ik blij met de bevestiging van de minister in commissie dat de regeling voor iedereen geldt. Elke werkende kan vaccinatieverlof nemen om zich te laten vaccineren, ook wanneer men een open uitnodiging krijgt waarbij men zelf het uur moet vastleggen. Niet iedereen kan zich nu eenmaal in het weekend laten vaccineren. Als iedereen voor het weekend dan wel voor een vaccinatiemoment buiten de werkuren kiest, lopen de vaccinatiecentra ook vast. Het is goed dat het recht er voor iedereen is. Laten we hopen dat iedereen op die manier zich snel laat vaccineren. Men heeft zo ook geen excuus meer om het niet te doen. Werk is belangrijk, maar zich laten vaccineren is in de huidige fase nog belangrijker.

 

17.05  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la présidente, mon groupe soutiendra ce projet de loi. Il nous importe en effet que les travailleurs puissent être libérés de leur tâche pour se faire vacciner, conformément à l'objectif d'une vaccination à grande échelle.

 

Il est également essentiel que ce projet ait disposé certaines balises visant à protéger la vie privée et la santé des travailleurs vis-à-vis de leur employeur.

 

En commission, nous avions déjà relayé certaines craintes des syndicats quant à d'éventuelles pressions d'employeurs en vue de contraindre le travailleur à se faire vacciner hors des horaires professionnels. Nous savons que ce sera plus facile à contrôler dans les structures où les syndicats sont présents, surtout lorsque nous savons que des travailleurs continuent de se battre pour obtenir des conditions de travail correctes sur le plan sanitaire.

 

Malgré ces réserves, nous soutiendrons ce projet.

 

17.06  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de minister, de titel van het voorliggend wetsontwerp is heel duidelijk: werknemers wordt het recht toegekend om korte tijd afwezig te zijn van het werk met behoud van loon om te worden gevaccineerd tegen het coronavirus. Dat is ontzettend belangrijk. Het staat buiten kijf dat de vaccinatiestrategie pas kan slagen wanneer minstens 70 % van de bevolking is gevaccineerd. Het is dus heel belangrijk dat er op verschillende niveaus wordt gesensibiliseerd om zeker in te gaan op de uitnodiging om gevaccineerd te worden, ook op het werk. Elke werkgever heeft er immers belang bij dat zijn werknemers ingeënt zijn.

 

Het is goed dat het klein verlet zich beperkt tot de duurtijd die nodig is om het vaccin te halen. Iedereen krijgt ongeveer 14 dagen vooraf een uitnodiging, waardoor er wel degelijk voldoende tijd is voor de werkgever voor de organisatie van het werk op de werkvloer of bij telewerk.

 

Ik kan bevestigen dat de vaccinatiecentra hier absoluut klaar voor zijn. Ik zat mee aan het stuur bij de oprichting van een vaccinatiecentrum en heb kunnen vaststellen dat het heel vlot verloopt. Er is nu een beperkt aantal lijnen open, maar dat vaccinatiecentrum is volledig operationeel en kan ook de openingsuren aanpassen, zodra er meer vaccins zijn. Ik denk dat alle vaccinatiecentra er klaar voor zijn om iedereen te vaccineren.

 

Wij steunen het wetsontwerp dan ook met als doel zoveel mogelijk mensen ongehinderd te vaccineren. Dat is een belangrijke doelstelling en is heel essentieel, zowel voor de werknemers als voor de werkgevers.

 

17.07  Anja Vanrobaeys (Vooruit): De Vooruitfractie steunt het wetsontwerp, want het moedigt werknemers natuurlijk aan om zich te laten vaccineren. Net bij een groepsimmuniteit van 70 % na vaccinatie hebben we allemaal belang. In die zin vinden we het ook goed dat mensen daartoe aangezet worden, doordat ze tijdens de werkuren dat klein verlet kunnen opnemen om zich te laten vaccineren.

 

Het helpt ook de vaccinatiecentra, die de vaccinatie van alle werkenden dan niet enkel 's avonds of in het weekend hoeven in te plannen, maar meer kunnen spreiden. Zo kan de vaccinatiecampagne beter georganiseerd verlopen. Belangrijk voor ons is dat de werknemer zich kan laten vaccineren met behoud van loon. We hebben er allemaal belang bij dat dat gebeurt. Het is in het belang van de volksgezondheid en de bedrijven, die momenteel nog altijd een grote haard van besmetting vormen. Zowel de werkgevers als de werknemers hebben er belang bij dat de vaccinatie vlot verloopt.

 

Ik ben ook tevreden met de aankondiging van de minister in commissie dat de FOD Werkgelegenheid een Q&A op zijn website zal publiceren met alle praktische vragen en antwoorden over de toepassing van het systeem van klein verlet, de voor te leggen bewijzen en de praktische organisatie op het werk.

 

17.08  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, nous soutiendrons ce texte même s'il a un petit goût particulier. Certains collègues ont dit que tous les travailleurs pouvaient avoir accès au dispositif. En pratique, c'est faux, notamment pour des membres du personnel dans le secteur des soins en général, qui n'ont pas été vaccinés là où ils travaillent, dans la maison de repos ou dans un hôpital. Ce sont des soignants extérieurs à une institution de soins. Depuis janvier, ces soignants-là ont dû prendre congé pour se faire vacciner. Ils sont donc traités de manière inéquitable. En effet, le dispositif que vous prévoyez ne sera pas en vigueur depuis le 1er janvier mais une fois que le texte sera publié. C'est donc problématique.

 

J'entends beaucoup de discours sur le soutien aux soignants, etc. En l'occurrence, ce sont les soignants qui auront déjà été vaccinés en ayant dû prendre, pour un certain nombre d'entre eux, un congé, qui ne seront pas traités de la même manière que ceux qui seront concernés par ce texte demain. C'est la raison pour laquelle j'ai déposé un amendement en commission et je le redépose ici en plénière. J'ose espérer que nous pourrons encore envisager de corriger le dispositif pour tenir compte des soignants afin qu'ils puissent eux aussi éviter de devoir prendre une demi-journée de congé, comme d'autres ont dû le faire, pour se faire vacciner.

 

17.09  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, je me souviens du débat télévisé du 17 janvier 2020 lors duquel le ministre Dermagne avait annoncé sa volonté d'instaurer ce congé. Afin de faciliter la campagne de vaccination et d'obtenir cette fameuse couverture vaccinale d'au moins 70 % de la population, un droit à un congé de petit chômage serait ainsi prévu pour les travailleurs qui devraient s'absenter pour se faire vacciner. J'ai été alors soulagée de voir, quelques semaines plus tard, que le ministre avait tenu parole en présentant son projet de loi au Parlement mais aussi en le faisant à temps, soit avant même qu'on entame la vaccination du grand public. Sans doute a-t-il été aidé par la lenteur de la campagne de vaccination. Mais soyons de bon compte! Ce texte, lui, n'a pas tardé.

 

Je regrette tout de même, comme l'a dit Mme Fonck, qu'on n'ait pas prévu d'effet rétroactif pour les travailleurs qui aujourd'hui ont déjà dû prendre un congé pour se faire vacciner. Je n'ai pas le droit de vote en commission mais soyez sûrs, chers collègues, que, si j'en avais eu l'occasion, j'aurais soutenu cet amendement avec beaucoup de conviction.

 

Toujours est-il que je suis soulagée de voir ce texte arriver au Parlement et de constater qu'il a bénéficié d'un avis positif tant des partenaires sociaux que de l'Autorité de protection des données. Celui-ci nous donne donc la garantie que, dès le moment où cette loi entrera en vigueur, un travailleur ou une travailleuse qui fait le choix civique de se faire vacciner ne sera pas pénalisé par une perte de salaire. C'est fondamental car cela participe à toutes les mesures que nous nous devons de prendre pour faciliter et encourager la vaccination. Ce sont des mesures également prises dans l'intérêt économique de l'entreprise et des travailleurs, mais aussi dans notre intérêt à toutes et tous car au plus vite les travailleurs seront vaccinés, au plus vite nos libertés à tous seront retrouvées.

 

Ce projet est un parfait exemple de solidarité qui doit être une de nos meilleures armes contre le virus. C'est donc avec beaucoup d'enthousiasme que mon groupe soutiendra ce projet de loi.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1849/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1849/4)

 

Le projet de loi compte 4 articles.

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

Art. 4

  • 2 – Catherine Fonck (1849/5)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservé: l'amendement et l’article 4.

Aangehouden: het amendement en artikel 4.

 

Adoptés article par article: les articles 1 à 3.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 3.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l’amendement et l’article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Commissions de nomination pour le notariat – Renouvellement de la moitié des mandats – Troisième appel aux candidats

18 Benoemingscommissies voor het notariaat – Hernieuwing van de helft van de mandaten – Derde oproep tot kandidaten

 

Vu le manque de candidats pour les mandats de membre suppléant non-notaire de la Commission de nomination de langue française pour le notariat, un deuxième appel aux candidats a été publié au Moniteur belge du 15 février 2021, conformément à la décision de la séance plénière du 28 janvier 2021.

Aangezien er onvoldoende kandidaten waren voor de mandaten van plaatsvervangend lid niet-notaris van de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat werd in het Belgisch Staatsblad van 15 februari 2021 een tweede oproep tot kandidaten bekendgemaakt, overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 28 januari 2021.

 

À la suite du deuxième appel, les candidatures suivantes ont été introduites pour les mandats de membre suppléant francophone:

Catégorie magistrat:

M. Adrien van der Linden d’Hooghvorst, conseiller près la cour d’appel de Mons

Catégorie membres externes:

M. Philippe Damman, ancien maître de stage à la faculté de droit de l’UCL.

Naar aanleiding van de tweede oproep werden de volgende kandidaturen voor de mandaten van Franstalig plaatsvervangend lid ingediend:

Categorie magistraat:

de heer Adrien van der Linden d’Hooghvorst, raadsheer bij het hof van beroep te Bergen

Categorie externe leden:

de heer Philippe Damman, gewezen stagebegeleider aan de faculteit rechten van de UCL.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 mars 2021, je vous propose:

- de déclarer la candidature tardive de M. Adrien van der Linden d’Hooghvorst recevable

- de déclarer la candidature de M. Philippe Damman irrecevable vu qu’il ne satisfait pas à la condition de nomination en ce qui concerne l’âge.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 maart 2021 stel ik u voor:

- de laattijdige kandidatuur van de heer Adrien van der Linden d’Hooghvorst ontvankelijk te verklaren

- de kandidatuur van de heer Philippe Damman onontvankelijk te verklaren, aangezien hij niet voldoet aan de benoemingsvoorwaarde inzake leeftijd.

 

Par conséquent, vu que le nombre de candidatures introduites pour le mandat de membre suppléant francophone (catégorie "membre externe") est toujours insuffisant, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel aux candidats pour le mandat de membre suppléant (catégorie "membre externe") de la Commission de nomination de langue française pour le notariat.

Aangezien er bijgevolg nog steeds onvoldoende kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van Franstalig plaatsvervangend lid (categorie "extern lid") stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor het mandaat van plaatsvervangend lid (categorie "extern lid") van de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

19 Demande d'urgence émanant du gouvernement

19 Urgentieverzoek van de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant assentiment à l’accord de coopération du 24 mars 2021 entre l’État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune concernant le transfert de données nécessaires aux entités fédérées, aux autorités locales ou aux services de police en vue du respect de l'application de la quarantaine ou du test de dépistage obligatoires des voyageurs en provenance de zones étrangères et soumis à une quarantaine ou à un test de dépistage obligatoires à leur arrivée en Belgique, n° 1882/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschaps­commissie betreffende de gegevensoverdracht naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers afkomstig uit buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België, nr. 1882/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

19.01  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Madame la présidente, je pense que vous avez déjà tout dit, et je vous en remercie.

 

Dit ontwerp van samenwerkingsakkoord is bedoeld om de handhaving van de verplichte quarantaine of testing mogelijk te maken van de reizigers afkomstig uit buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België.

 

Gelet op de termijn waarin het samen­werkings­akkoord dient te worden gepubliceerd en mede gelet op de actuele gezondheidscontext vragen wij de urgentie voor dit ontwerp houdende instemming met het samenwerkings­akkoord.

 

La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

20 Prise en considération de propositions

20 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je vous propose également de prendre en considération et de renvoyer à la commission compétente: la proposition de résolution (MM. Christophe Lacroix, Ahmed Laaouej, Mme Leslie Leoni, MM. Hugues Bayet, Patrick Prévot et Malik Ben Achour) visant à imposer aux banques de jouer pleinement leur rôle sociétal dans le cadre de la crise du COVID-19, n° 1885/1.

Ik stel u ook voor inoverweging te nemen en naar de bevoegde commissie te zenden: het voorstel van resolutie (de heren Christophe Lacroix, Ahmed Laaouej, mevrouw Leslie Leoni, de heren Hugues Bayet, Patrick Prévot en Malik Ben Achour) betreffende de verplichting voor de banken om in het raam van de COVID-19-crisis hun maatschappelijke rol ten volle te vervullen, nr. 1885/1.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

Madame Moscufo, vous demandez l'urgence pour la proposition de loi n° 1884/1 favorisant le travail faisable et le droit au repos en fin de carrière.

 

20.01  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous demandons l'urgence pour cette proposition pour pouvoir faire en sorte que la vie en fin de carrière pour la majorité des travailleurs puisse être allégée, avec une prépension à 58 ans. Nous demandons l'urgence car nous savons qu'il y a une explosion des chiffres des malades de longue durée et que les travailleurs entre 55 et 64 ans sont les plus touchés.

 

En outre, nous allons nous retrouver face à pas mal de restructurations. La Banque nationale annonce une perte éventuelle de 100 000 emplois. Nous pensons qu'une prépension à 55 ans dans le cadre de ces restructurations est très importante.

 

La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

Mevrouw Depraetere, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1886/1 inzake snelle antigeen- en zelftesten van mevrouw Jiroflée.

 

20.02  Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, het Overlegcomité heeft vorige week beslist om nieuwe stappen vooruit te zetten inzake de teststrategie. Repetitief afgenomen sneltesten zullen preventief worden ingezet op de werkvloer, zowel bij de overheid als in bedrijven. Ook zelftesten zullen een rol kunnen spelen, waarbij iedereen de kans krijgt om een steentje bij te dragen bij het opsporen van besmettingen. Zo bouwen we dijken, maar daarvoor is er snel een wettelijke basis nodig. Daarom vragen wij ook hiervoor de urgentie.

 

La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Nabil Boukili sur "la Smals et les marchés publics relatifs à la digitalisation du service public" (n° 105)

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Nabil Boukili over "Smals en de openbare aanbestedingen betreffende de digitalisering van de openbare diensten" (nr. 105)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions du 17 mars 2021.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen van 17 maart 2021.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 105/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Nabil Boukili;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Anja Vanrobaeys.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 105/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Nabil Boukili;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de mevrouw Anja Vanrobaeys.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? 

 

21.01  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Chers collègues, j'avais introduit cette interpellation avant les révélations du journal Le Soir. Celui-ci nous a informés du projet Putting data at the center, ce projet de Big Data qui a été dénoncé ici en plénière. Ce projet n'est que le fruit du fonctionnement même de Smals.

 

Trois problèmes sont à relever. Premièrement, Smals est une ASBL qui échappe à tout contrôle, qui ne rend de comptes à personne, ni au gouvernement, ni au Parlement. Elle est en roue libre pour faire son travail. C'est un vrai problème de contrôle démocratique.

 

Deuxièmement, cette ASBL ne respecte pas la législation concernant les marchés publics car elle s'appuie sur une exception dans la loi; mais elle ne respecte pas les règles qui peuvent permettre cette exception. Du coup, elle fait une interprétation abusive de la loi.

 

Troisièmement, elle est truffée de conflits d'intérêts. Des personnes à la tête de Smals se retrouvent aux différents niveaux et sont à la fois acheteurs et vendeurs du produit. Nous avons un gros problème.

 

Vu l'importance stratégique de ce genre d'entreprises, celles-ci ne peuvent pas rester en dehors de tout contrôle. C'est pour cela que nous avons introduit une motion de recommandation. Nous demandons qu'une entreprise comme Smals soit une entreprise publique sous contrôle démocratique. Nous demandons aussi qu'un audit de la Cour des comptes soit fait au sein de Smals, pour faire toute la clarté sur cette ASBL et voir ce qui cloche dans son fonctionnement.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

30

Non

Onthoudingen

29

Abstentions

Totaal

139

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

(M. Patrick Prévot et M. Michel De Maegd ont voté comme leurs groupes)

 

(M. André Flahaut a voté comme son groupe pour tous les votes)

 

22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Ellen Samyn sur "La pension de survie et l'allocation de transition octroyées aux veufs et aux veuves" (n° 108)

22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Ellen Samyn over "Het overlevingspensioen en de overgangsuitkering voor weduwen en weduwnaars" (nr. 108)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions du 17 mars 2021.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen van 17 maart 2021.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 108/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Sophie Thémont.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 108/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Sophie Thémont.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? 

 

22.01  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, het overlijden van een kind, een partner of een ouder heeft een grote emotionele impact op de nabestaanden. Na de eerste schok om het verlies te verwerken worden de nabestaanden vrijwel onmiddellijk geconfronteerd met de administratieve en financiële mallemolen waarmee het verlies gepaard gaat. Als nabestaande moet men plots alleen instaan voor alle financiële lasten, bijvoorbeeld het betalen van de huur of het afbetalen van een eigendom, indien men geen volledig dekkende schuldsaldoverzekering heeft afgesloten. Ook de huishoudkosten en de nutsvoorzieningen moeten alleen betaald worden. Dat brengt boven op het verdriet extra financiële en organisatorische zorgen met zich mee.

 

De overheid voorziet in een zogenaamd overlevingspensioen voor de achterblijvende partner, indien men aan een aantal voorwaarden voldoet. Er kan voor een beperkte periode ook een overgangsuitkering worden aangevraagd, evenwel beperkt tot één jaar of twee jaar indien men een kind of kinderen ten laste heeft. De overgangsuitkering wordt dus slechts gedurende een zeer korte periode uitbetaald.

 

Bovendien is de fiscale behandeling van het inkomen uitermate ongunstig voor wie het blijft combineren met een al dan niet deeltijds beroepsinkomen. Dat geldt trouwens ook voor het overlevingspensioen. Belangengroepen kaarten dit probleem al vele jaren aan en vragen om zowel de overgangsuitkering als het overlevingspensioen netto uit te keren. Door de verhoging van het inkomen volgt er nu immers steevast een zware belastingaanslag. Bovendien heeft deze tijdelijke verhoging van het belastbaar inkomen ook een directe weerslag op allerhande voordelen. Ik denk dan aan de sociale toeslag bij het Groeipakket, het sociaal tarief voor gas, elektriciteit en water en andere sociale tegemoetkomingen zoals kinderopvang en studiebeurzen.

 

Wij vragen in onze motie dan ook om werk te maken van specifieke steunmaatregelen voor deze doelgroep en initiatieven te nemen om het overlevingspensioen en de overgangsuitkering netto uit te keren. Als deze als niet-belastbare vergoedingen worden uitgekeerd, kan men hoge belastingaanslagen vermijden.

 

Verder vragen we om zo snel mogelijk werk te maken van één centraal meldpunt om de betrokkene bij te staan in de administratieve afhandeling bij een overlijden. Tot slot vragen we, indien men aan een aantal voorwaarden voldoet, te overwegen een overgangsuitkering uit te betalen zolang er studerende kinderen zijn.

 

Ik hoop op steun van u allen om eindelijk werk te maken van het verbeteren van de financiële situatie van nabestaanden. De situatie waarin velen nu terechtkomen, is immers onaanvaardbaar en een verzorgingsstaat onwaardig.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

84

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

138

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

(MM. Georges Dallemagne et Michel De Maegd et Mme Catherine Fonck ont voté comme leurs groupes)

 

(De heer Pieter De Spiegeleer heeft zoals zijn fractie gestemd)

 

23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Ortwin Depoortere sur "Les actions contre la criminalité organisée" (n° 112)

23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Ortwin Depoortere over "De acties tegen de georganiseerde criminaliteit" (nr. 112)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 17 mars 2021.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 17 maart 2021.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 112/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Ortwin Depoortere;

- une motion pure et simple a été déposée par MM. Servais Verherstraeten, Khalil Aouasti et Tim Vandenput.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 112/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Ortwin Depoortere;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Servais Verherstraeten, Khalil Aouasti en Tim Vandenput.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? 

 

23.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb de minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid geïnterpelleerd over de zogenaamde operatie-Sky, waarbij een grote slag werd toegebracht aan de georganiseerde criminaliteit in ons land. Ik denk dat het wel gepast is om vanop deze plaats ook een pluim te geven aan onze politie- en inlichtingendiensten om die operatie tot een goed einde te brengen.

 

Het werk is echter niet af. Helaas is er ook een keerzijde aan de medaille en kwam ook aan het licht dat die criminele organisaties soms gebruikmaken van personen binnen ons regulier systeem die over gevoelige informatie beschikken. De reden waarom die mensen zich voor de kar laten spannen van dergelijke criminele organisaties, ligt voor de hand en werd ook al bestudeerd in internationale wetenschappelijke onderzoeken. De eerste reden is het gemakkelijk geldgewin, maar een andere is demotivatie op de werkplaats. Dat laatste moeten we ook durven benoemen.

 

Ik heb dan ook een motie ingediend om aan de minister en de regering te vragen om vooreerst de onderbezetting van onze politiediensten – trouwens door niemand ontkend – te verhelpen. Ook vraag ik om de onderfinanciering van ons politieapparaat, eveneens door niemand ontkend, recht te trekken. Tot slot vraag ik om betere interne audits te organiseren, zodat de toegangsrechten tot cruciale gevoelige informatie beter en regelmatiger worden gecontroleerd.

 

Spijtig genoeg gaan enkele collega's, zoals de heer Verherstraeten en de heer Vandenput, liever over tot de orde van de dag. Ik hoop dat de meerderheid van de Kamer niet tot de orde van de dag overgaat, maar mijn motie van aanbeveling goedkeurt.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

90

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

144

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Gaby Colebunders sur "La liaison ferroviaire Hasselt-Maastricht" (n° 103)

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Gaby Colebunders over "De spoorverbinding Hasselt-Maastricht" (nr. 103)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales du 17 mars 2021.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van 17 maart 2021.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 103/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Gaby Colebunders;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Nicolas Parent.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 103/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Gaby Colebunders;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Nicolas Parent.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

91

Oui

Nee

28

Non

Onthoudingen

23

Abstentions

Totaal

142

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

(Mevrouw Annick Ponthier heeft zoals haar fractie gestemd)

 

(Mme Marie-Christine Marghem a voté comme son groupe)

 

25 Motions déposées en conclusion des interpellations de:

- Mme Marijke Dillen sur "L'indemnisation des victimes des attentats du 22 mars 2016" (n° 110)

- M. Nabil Boukili sur "Les victimes des attentats du 22 mars 2016 " (n° 111)

25 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:

- mevrouw Marijke Dillen over "De schadeloosstelling van de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016" (nr. 110)

- de heer Nabil Boukili over "De slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016" (nr. 111)

 

Ces interpellations ont été développées en réunion publique des commissions réunies de la Justice et de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 19 mars 2021.

Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de verenigde commissies voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 19 maart 2021.

 

Trois motions ont été déposées (MOT n° 110/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen;

- une motion de recommandation a été déposée par M. Nabil Boukili;

- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Katja Gabriëls et Laurence Zanchetta et MM. Tim Vandenput et Koen Geens.

Drie moties werden ingediend (MOT nr. 110/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen;

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Nabil Boukili;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Katja Gabriëls en Laurence Zanchetta en de heren Tim Vandenput en Koen Geens.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? 

 

25.01  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, maandag hebben we de trieste verjaardag van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek van vijf jaar geleden herdacht.

 

Naar aanleiding van deze terroristische aanslagen werd in het Parlement een onderzoekscommissie opgericht die een hele reeks belangrijke aanbevelingen heeft geformuleerd. Een daarvan was de oprichting van een garantiefonds, dat tot doel had een systeem uit te werken waarbij de overheid de slachtoffers van de aanslagen meteen de noodzakelijke hulp en schadevergoeding zou toekennen, waarna deze bedragen bij de verzekeringsmaatschappijen konden worden gerecupereerd.

 

We zijn nu vijf jaar verder en hebben verschillende schrijnende getuigenissen moeten aanhoren van slachtoffers die tot op vandaag in de kou zijn blijven staan. De regering heeft nu beslist dat het garantiefonds er niet zal komen en dat de slachtoffers een beroep moeten doen op de Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders.

 

Dat is een commissie, en ik wil daarover geen twijfel laten bestaan, die op zich goed werk levert, maar die in het kader van het dossier van de aanslagen en in het bijzonder van de vergoeding van de slachtoffers niet echt het geschikte instrument is, aangezien deze commissie met handen en voeten gebonden is aan een heel strikte wetgeving.

 

Zo zijn bijvoorbeeld de termijnen voor de slachtoffers die nog geen aanvraag hebben ingediend zelfs al verstreken en zijn de vergoedingen geplafonneerd tot maximaal 125.000 euro. Dat zijn twee ernstige hinderpalen, maar er zijn er nog heel wat andere die uitvoerig werden uiteengezet tijdens de bespreking in de gemengde commissie voor Justitie en Binnenlandse Zaken.

 

Wij vragen in deze motie dat de regering zich hierover nog eens ernstig bezint en wil overwegen om op deze beslissing terug te komen.

 

Ook een andere aanbeveling, het uniek loket, is vandaag nog altijd niet gerealiseerd. In 2018 werd het wel op papier uitgewerkt, maar we zijn ondertussen drie jaar verder en nog altijd werkt het niet in de praktijk.

 

Daarom vragen wij in deze motie dat alle aanbevelingen van de parlementaire onderzoeks­commissie "Terroristische Aanslagen" worden uitgewerkt, in het bijzonder de oprichting van het garantiefonds en het uniek loket, en dat de regering een regeling uitwerkt die hieraan beantwoordt.

 

Collega's, ik hoop op uw steun. Ik hoop dat deze regering niet overgaat tot de orde van de dag, wat zou betekenen dat de slachtoffers opnieuw in de kou blijven staan.

 

25.02  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, quand on parle de victimes d'attentats, on parle de personnes. On parle de parents. On parle d'enfants. On parle de gens et non pas de numéros de dossiers. On ne parle pas de comptabilité ou de statistiques mais d'êtres humains. J'ai d'ailleurs rencontré certaines victimes. Je peux parler d'Abdellah et de son épouse. Quand ils m'ont raconté leur histoire, j'avais la boule au ventre. Je n'imaginais pas que notre pays dysfonctionnait à ce point. Comment cela peut-il arriver?

 

C'est très bien de faire des commémorations chaque année. C'est un triste anniversaire. On fait des commémorations et on peut respecter une minute de silence en hommage aux victimes mais ce n'est pas cela qu'elles demandent.

 

Des recommandations ont été formulées par la commission d'enquête sur les attentats. La majorité de ces recommandations n'est toujours pas appliquée. Depuis cinq ans, ces victimes vivent un enfer et les recommandations ne sont toujours pas mises en oeuvre. Comment cela peut-il arriver dans notre pays, alors que ces recommandations sont essentielles aujourd'hui? J'ai de ce fait déposé une motion de recomman­dation pour demander d'instituer aujourd'hui en urgence une task force interfédérale qui sera chargée de rendre effectives la création d'un fonds d'urgence et la mise en place d'une expertise unique ainsi que de l'ensemble des recommandations de la commission d'enquête parlementaire. Il s'agit aussi de prévoir une deadline contraignante qui engage formellement le gouvernement à trouver une solution d'ici mars 2022 au plus tard.

 

Cette situation ne peut plus durer. Cela fait cinq ans que les victimes souffrent. Elles ont souffert de l'horreur des attentats, de tout ce qui a suivi et souffrent encore aujourd'hui de l'incompétence de notre pays à gérer leur situation. Il est temps que cela cesse. Il faut mettre fin à ce désastre. Je vous remercie.

 

La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

85

Oui

Nee

56

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

143

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

26 Wetsontwerp tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken (1794/4)

26 Projet de loi relatif à la mise en oeuvre de la Convention de l'UNESCO du 2 novembre 2001 sur la protection du patrimoine culturel subaquatique et la protection d'épaves de valeur (nouvel intitulé) (1794/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

140

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

140

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1794/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1794/5)

 

(M. Jean-Marc Delizée a voté comme son groupe)

 

(De heer Jasper Pillen heeft zoals zijn fractie gestemd)

 

27 Wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde wat de regeling betreft die van toepassing is op afstandsverkopen van goederen en op bepaalde leveringen van goederen en diensten (1820/3)

27 Projet de loi modifiant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée en ce qui concerne le régime applicable aux ventes à distance de biens et à certaines livraisons de biens et prestations de services (nouvel intitulé) (1820/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

101

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

40

Abstentions

Totaal

141

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1820/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1820/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

(Mevrouw Katleen Bury heeft zich onthouden)

 

28 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 12 mars 2021 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune, la Région wallonne et la Commission communautaire française concernant le traitement de données relatives aux vaccinations contre la COVID-19 (1853/1)

28 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeen­schappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschaps­commissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot vaccinaties tegen COVID-19 (1853/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

126

Oui

Nee

4

Non

Onthoudingen

15

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1853/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1853/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

29 Aangehouden amendement en artikel van het wetsontwerp houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19 (1849/1-5)

29 Amendement et article réservés du projet de loi accordant un droit au petit chômage aux travailleurs afin de recevoir un vaccin contre le coronavirus COVID-19 (1849/1-5)

 

Vote sur l'amendement n° 2 de Catherine Fonck à l'article 4. (1849/5)

Stemming over amendement nr. 2 van Catherine Fonck op artikel 4. (1849/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

23

Oui

Nee

121

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 4 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 4 aangenomen.

 

30 Ensemble du projet de loi accordant un droit au petit chômage aux travailleurs afin de recevoir un vaccin contre le coronavirus COVID-19 (1849/4)

30 Geheel van het wetsontwerp houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19 (1849/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

139

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

139

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1849/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1849/6)

 

(M. Daniel Bacquelaine a voté pour)

 

31 Adoption de l’ordre du jour

31 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Pas d’observation?

Geen bezwaar? 

 

31.01  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, nous avions demandé via la Conférence des Présidents que la proposition de loi concernant la délégation de sommes en cas de contribution alimentaire puisse être portée à l'agenda de la séance plénière de jeudi prochain via l'application de l'article 88 du Règlement. Nous vous avions envoyé un courrier en ce sens. Lors de la Conférence des Présidents d'hier, j'avais compris que c'était accepté puisque rien n'a été dit sur le sujet. Or je constate que cette proposition n'apparaît pas à l'agenda.

 

Les services m'ont expliqué que le rapport était disponible puisque cela a été traité en commission il y a quelques semaines. Ce n'est pas ce point qui occupera tout l'agenda! Je demande qu'on puisse ajouter ce point à l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

 

La présidente: Merci, madame Fonck.

 

S'il n'y a pas d'objection, ce point sera ajouté à l'ordre du jour de la séance, non de mercredi, mais du jeudi 1er avril 2021.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour modifié est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De gewijzigde agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 31 mars 2021 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 31 maart 2021 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 18 h 38.

De vergadering wordt gesloten om 18.38 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 094 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 094 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

080

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

030

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

029

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Buysrogge Peter, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Smet François, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

084

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet François, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

054

Nee

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Wollants Bert

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

090

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

054

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

091

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

028

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

023

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Safai Darya, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

085

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

056

Nee

 

Anseeuw Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Vuyst Steven, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

De Smet François, Rohonyi Sophie

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

140

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

101

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

040

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

126

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non         

004

Nee

 

Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa

 

Abstentions

015

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Smet François, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

023

Ja

 

Arens Josy, Boukili Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Smet François, De Vuyst Steven, Demon Franky, Fonck Catherine, Francken Theo, Hedebouw Raoul, Jadin Kattrin, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Prévot Maxime, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Non        

121

Nee

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

139

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen