Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 3 décembre 2020 Après-midi ______ |
van Donderdag 3 december 2020 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 20 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Alexander De
Croo, Frank Vandenbroucke.
01 Éloge funèbre – M. Martial Lahaye
01 Rouwhulde – de heer Martial Lahaye
De voorzitster:
(voor de staande vergadering)
Dames en heren, geachte collega’s,
Op 22 november overleed in Ieper Martial Lahaye, erelid van de Kamer. Hij was 75.
De politiek was Martial Lahaye met de paplepel ingegeven: hij was de zoon van Hilaire Lahaye, liberaal Kamerlid voor het arrondissement Ieper van 1946 tot 1961 en de kleinzoon van Nestor Lahaye, burgemeester van Poperinge.
Naast zijn beroep als verzekeraar engageerde Martial Lahaye zich als volbloed liberaal in de toenmalige PVV.
Van 1976 tot 1994 was hij gemeenteraadslid in zijn geboortestad Ieper.
En décembre 1991, Martial Lahaye est devenu sénateur provincial pour le PVV.
De mai 1995 à avril 2003, il a siégé comme député du VLD pour l’arrondissement Furnes-Dixmude-Ostende-Ypres.
Martial Lahaye était connu comme un parlementaire assidu, qui s’est rendu particulièrement utile, notamment au sein de la commission de la Défense nationale.
Verknocht als hij was aan Ieper en aan de Westhoek, verdedigde Martial Lahaye zijn stad en zijn regio op het federale niveau.
Zo zette hij zijn schouders onder de dossiers van de legerkazerne en de gevangenis van Ieper, en spande hij zich jarenlang in voor de verlenging van de A19 van Ieper naar de kust.
Dames en heren, geachte collega’s, met Martial Lahaye verliezen we een rechtschapen politicus, maar ook een eenvoudig en groothartig man, die zich steeds om iedereen bekommerde.
Namens de Kamer heb ik zijn echtgenote en zijn familie onze oprechte deelneming betuigd.
01.01 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, de regering sluit zich aan bij de blijken van medeleven aan de familie en de vrienden van Martial Lahaye.
Ik herinner me Martial zeer goed. C'était un
homme chaleureux et jovial, quelqu'un de très direct. C'est l'image que nous
retiendrons de lui.
Zoals de voorzitster aanhaalde, had Martial een ongebreidelde werklust en was hij een trekker van heel wat dossiers, die belangrijk waren voor zijn streek, maar hij vergat ook niet om van het leven te genieten. Hij was een echte bon vivant, een echte volksliberaal.
Ook na zijn politieke loopbaan stond zijn deur steeds open voor mensen die hulp zochten. Ik denk dat dat alles zegt over zijn karakter.
Het mag dan ook niet verbazen dat hij veel vrienden had bij andere partijen, zoals voormalig gouverneur Paul Breyne.
Naast zijn mooie carrière op nationaal vlak zal hij ons vooral bijblijven als iemand met een enorm lokaal engagement voor zijn streek, voor de Westhoek. Hij was iemand met een echt hart voor zijn gemeenschap.
Il était très impliqué dans la vie associative yproise, notamment à travers l'action de son épouse, Katrien Bulens. Mes pensées lui sont d'ailleurs adressées en ce moment.
Namens de regering wens ik haar en de twee zonen die Martial achterlaat, alle sterkte toe.
La présidente: Respectons à présent une minute de silence.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 décembre 2020, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 december 2020 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
- Sophie Rohonyi à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La gestion de la crise du coronavirus par le gouvernement" (55001160P)
- Laurence Hennuy à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La gestion de la crise du coronavirus et le plan de vaccination" (55001161P)
- Karin Jiroflée à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination" (55001162P)
- Robby De Caluwé à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination dans le cadre de la crise du coronavirus" (55001164P)
- Maxime Prévot à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination" (55001165P)
- Daniel Bacquelaine à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination" (55001169P)
- Barbara Pas à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La gestion de la crise du coronavirus" (55001170P)
- Steven Creyelman à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination" (55001171P)
- Thierry Warmoes à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination et la transparence des contrats avec les entreprises pharmaceutiques" (55001172P)
- Nawal Farih à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le plan de vaccination" (55001173P)
- Barbara Creemers à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'importance de la communication dans la stratégie de vaccination" (55001176P)
- Kathleen Depoorter à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La stratégie de vaccination" (55001177P)
- Jean-Marie Dedecker à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La stratégie de vaccination" (55001179P)
- Laurence Zanchetta à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La stratégie de vaccination" (55001181P)
- Sophie Rohonyi aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De aanpak van de coronacrisis door de regering" (55001160P)
- Laurence Hennuy aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De aanpak van de coronacrisis en het vaccinatieplan" (55001161P)
- Karin Jiroflée aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001162P)
- Robby De Caluwé aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie in het kader van de coronacrisis" (55001164P)
- Maxime Prévot aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001165P)
- Daniel Bacquelaine aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001169P)
- Barbara Pas aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De aanpak van de coronacrisis" (55001170P)
- Steven Creyelman aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001171P)
- Thierry Warmoes aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie en de transparantie van de farmacontracten" (55001172P)
- Nawal Farih aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het vaccinatieplan" (55001173P)
- Barbara Creemers aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het belang van communicatie in de vaccinatiestrategie" (55001176P)
- Kathleen Depoorter aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vaccinatiestrategie" (55001177P)
- Jean-Marie Dedecker aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De vaccinatiestrategie" (55001179P)
- Laurence Zanchetta aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vaccinatiestrategie" (55001181P)
Chers collègues, avant de donner la parole à Mme Rohonyi, je propose que nous puissions octroyer à chacun des ministres dix minutes pour les réponses plutôt que les cinq traditionnelles qui me semblent trop courtes pour pouvoir répondre à l'ensemble des interpellations, au nombre de quatorze.
03.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, "une équipe, 11 millions de Belges", votre message est fort!
Mais il le serait beaucoup plus s'il était d'abord observé par les membres de votre gouvernement. C'est un constat que je me devais déjà de dresser, il y a un mois, à la suite de la cacophonie qui a entouré les mesures qui visaient à endiguer la deuxième vague de l'épidémie. Aujourd'hui, le constat n'a malheureusement pas changé, puisque, à peine trois jours après avoir déclaré qu'aucune mesure ne serait assouplie, vos partenaires de majorité ont réclamé un nouveau Comité de concertation à la mi-décembre.
Monsieur le premier ministre, nous n'avons certainement pas besoin d'une énième guerre d'ego ou encore d'une énième cacophonie. Ce dont nous avons besoin aujourd'hui, c'est d'un gouvernement qui décide selon la science et qui avance derrière un seul homme et non en ordre dispersé avec des trophées passés ou potentiellement à venir. C'est non seulement indécent mais cela sème la confusion. Cela nourrit de faux espoirs et, surtout, cela réduit l'adhésion déjà si fragile de la population aux mesures, alors qu'on sait qu'elle est indispensable.
Autant je pense que nous devons rester stricts sur la question de la bulle sociale pour Noël pour préserver nos aînés, autant je pense qu'il faut examiner, sur la base de récentes études scientifiques, la question des métiers de contact qui sont habitués à observer des règles sanitaires strictes et qui fonctionnent sur rendez-vous. À défaut, il vous faudra prévoir absolument des aides complémentaires pour soutenir ces métiers.
Dans tous les cas, il est urgent de doter cette équipe de 11 millions d'habitants d'un capitaine qui recueille leur adhésion par un discours clair et rationnel et non pas par des clips vidéo ou encore par des mesures chocs. Ce n'est que comme cela que les mesures, même les plus difficiles, seront acceptées et appliquées.
03.02 Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé publique, nous y sommes! Vous avez annoncé les premiers vaccins pour le 5 janvier. La lueur apparaît enfin au bout du tunnel. Cela fait du bien!
Nous n'avons pas excellé dans le testing, le tracing et la gestion des masques. Alors, s'il vous plaît, monsieur le premier ministre, efforçons-nous d'effectuer un sans-faute dans la gestion de la vaccination! Nous nous trouvons dans le peloton de tête européen et nous devons y rester.
Le plan de vaccination représente un défi logistique en termes de communication, mais surtout de confiance entre la population et nous. Or cette confiance se gagne au moyen de la transparence dans les contrats conclus avec les firmes pharmaceutiques, dans les prises de décision, dans les études cliniques, ainsi que dans toutes les déclarations d'intérêt de la chaîne de commandement. Nous attendons donc clairement du gouvernement qu'il se montre irréprochable en tous ces aspects.
Vous avez jeté les bases d'une stratégie et avez défini un cap très clair, visant une vaccination de 70 % de la population, autrement dit un objectif d'éradication du virus. Cependant, tout le monde doit être conscient que le chemin pour y parvenir reste encore à définir et suscite évidemment des inquiétudes. Je vais vous en relayer deux.
Premièrement, beaucoup de parents s'inquiètent de savoir si leur enfant devra se faire vacciner. La stratégie parle de publics prioritaires. Or, pour les enfants comme pour les femmes enceintes, ce n'est pas clairement exclu – du moins, dans la note de la stratégie de vaccination.
Deuxièmement, si le vaccin n'est pas obligatoire, il pourrait néanmoins devenir une condition pour travailler, voyager ou participer à certaines activités. Qui sera chargé des contrôles, et de quelle manière?
03.03 Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de voorzitster, heren ministers, de mensen hebben het laatste jaar zware inspanningen geleverd. Kinderen konden plots niet meer of maar af en toe naar school, de jongere kon weken zijn lief niet zien en de beginnende horeca-uitbater zag zijn droom in rook opgaan. Een van de ergste dingen is dat vrouwen en mannen zich thuis niet veilig voelden. Er zijn dus offers gebracht in de laatste maanden.
Wie dacht dat de zomer het einde van deze crisis zou betekenen, is door schade en schande wijs geworden. De maatregelen werden net iets te snel verlicht en we tuimelden een zwaardere crisis in dan voorheen. Hoe graag we het ook zouden willen, zonder vaccin is een terugkeer naar het normale leven onmogelijk.
Nu is er echter zicht op een vaccin en dus ook een uitweg uit de impasse. De verleiding is dan ook heel groot om te denken dat we nog slechts een paar weken moeten wachten tot alles terug zijn gangetje kan gaan. Dat is natuurlijk niet zo. Mijnheer de minister, u hebt het in Het Journaal goed verwoord, het zijn moeilijke keuzes en we zullen de schaarste moeten verdelen. Dat toont ook aan dat een zorgvuldig vaccinatieprogramma bij u in goede handen is.
Ik denk aan de jonge mensen die fysiek gezond zijn, maar mentaal onder druk staan. Zij staan niet bovenaan de lijst, wat heel logisch is. Eerst komen het zorgpersoneel, de ouderen en de kwetsbaren aan de beurt. Mijnheer de minister, het zou goed zijn als u nog eens heel duidelijk uitlegt waarom deze keuzes gemaakt zijn. Mijnheer de premier, het is tijd voor een boodschap van hoop aan de jonge mensen die (…)
03.04 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, 2021 wordt het jaar van de vaccinatie. Elke dag worden we overspoeld met nieuwsberichten over vaccins, over wie het als eerste toegediend zal krijgen en wat uiteindelijk het effect ervan zal zijn.
De hamvraag is echter of die vaccins ervoor zullen zorgen dat we eindelijk terug kunnen keren naar het oude normaal. Alhoewel 2021 nog steeds een jaar zal zijn waarin iedereen voldoende voorzichtigheid aan de dag zal moeten leggen, zorgt de aankondiging toch voor enig licht in de duisternis.
Iedereen kijkt reikhalzend uit naar de strategie die ervoor moet zorgen dat iedereen zo snel mogelijk kan worden gevaccineerd. We vernamen dat eerst de kwetsbare groepen zullen worden gevaccineerd, wat ook logisch is. Ook de zorgberoepen en de mensen die actief zijn in de eerste lijn zijn de mensen die we prioritair moeten vaccineren.
De praktische organisatie ligt in handen van de Gemeenschappen en de Gewesten en vormt ongetwijfeld een hele uitdaging. Tot wanneer iedereen gevaccineerd is, zal het noodzakelijk zijn de nodige preventiemaatregelen te blijven respecteren. Dat stelt ons voor een aantal uitdagingen waarover ik u graag wil bevragen.
Staat de praktische organisatie van de vaccinatie ondertussen op punt zodat we heel snel van start kunnen gaan? Zijn de Gemeenschappen en de Gewesten klaar? Wie wordt ingezet om te vaccineren? Het is immers ook een kwestie van voldoende man- en vrouwkracht.
Er is ook hoopgevend nieuws. Uit de Grote Coronastudie is gebleken dat 78 % van de mensen zich zeker of waarschijnlijk wil laten vaccineren. Men kan het echter ook omgekeerd bekijken. Dat betekent dat we een vijfde van de bevolking nog altijd moeten overtuigen om zich te laten vaccineren. Dat is ook niet weinig.
Er werd online al heel veel informatie verschaft rond de vaccins en ik wil vragen om die inspanningen zeker te blijven leveren.
03.05 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, nous sommes très nombreux ce jour à vous questionner sur la stratégie de la vaccination et cela ne relève pas du hasard.
C'est le reflet d'une grande préoccupation exprimée par le Parlement, et plus largement par nos concitoyens à l'égard de cette stratégie qu'ils peinent à cerner, si ce n'est au travers des informations que vous venez de distiller récemment, il y a deux ou trois heures à peine, et qui permettent d'offrir quelques éléments de perspectives.
On est certainement 11 millions à être très fiers d'être présentés comme le futur hub aérien du transport et de la distribution mondiale des vaccins, mais je pense qu'on est aussi nombreux à être sceptiques sur la stratégie de notre propre pays en la matière. Selon l'adage "nul n'est prophète en son pays", on remarque en discutant avec les citoyens un double effet: à la fois, une très grande attente de pouvoir enfin bénéficier de ces vaccins susceptibles d'offrir une sortie de ce tunnel, et en même temps, parallèlement, une grande méfiance à l'égard de ce vaccin.
Je suis personnellement surpris de voir la grande réticence exprimée par un grand nombre de Belges quant au fait d'aller ou non se faire vacciner. Je pense, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, qu'il y aura au-delà de la stratégie à clarifier, un grand effort à devoir réaliser de conviction et de pédagogie, sans quoi, il n'est pas certain que le seuil des 70 % puisse être aussi facilement atteint, tant le scepticisme est grand.
Les gens peinent à croire que le vaccin n'aura pas d'effets néfastes collatéraux en ayant été réalisé si précipitamment par rapport à bien d'autres cas de figures. Il faut donc expliquer, rassurer, y compris sur la pertinence de notre stratégie et, surtout, sur le fait d'être prêt à temps et à heure. D'aucuns annoncent le 5 janvier, Mme la ministre Morréale l'a dit aussi, mais le ministre Vandenbroucke, pas plus tard que dans les journaux télévisés ce midi (…)
03.06 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, comme lors de la plupart des grandes épidémies, ou lors des nombreuses agressions infectieuses subies par l'humanité, en général, le génie humain, grâce aux connaissances accumulées par la science, est parvenu à livrer un remède ou une prévention efficace.
Aujourd'hui, face au coronavirus, la mondialisation de l'intelligence a fonctionné de manière plus rapide encore que précédemment. C'est de notre façon de développer la campagne de vaccination que dépend l'atteinte d'une immunité collective et le retour à des conditions de vie favorables, compatibles avec la santé physique, psychique, économique et sociale de notre population et de tout un chacun.
La responsabilité des gouvernements est donc essentielle en la matière. Je dirais même la responsabilité de chacun d'entre nous. Celle de tous les citoyens est essentielle. Comme toute découverte scientifique, comme toute évolution extrêmement rapide, le vaccin anti-covid suscite des interrogations légitimes. Des réponses franches, claires, sans ambiguïté sont nécessaires. La clarté est nécessaire et indispensable en ce qui concerne les processus scientifiques mis en œuvre, les essais cliniques réalisés, les commandes opérées, les budgets engagés. Je dirais qu'il faut jouer vaccins sur table. L'adhésion de la population au vaccin est la condition sine qua non de la réussite d'une immunité collective. Il convient de rappeler que l'histoire médicale moderne, basée sur les connaissances et sur l'esprit critique et rationnel, a permis de sauver des centaines de millions de vies grâce aux vaccins.
Mes questions sont les suivantes. Comment
allez-vous associer le personnel soignant de première ligne, les médecins et
pharmaciens, qui sont capables d'insuffler de la confiance dans le processus?
Cela me paraît extrêmement important. J'ai une question annexe. Comment les
citoyens vont-ils appréhender le type de vaccin qui leur sera administré? (…)
03.07 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, eerst werd de horeca gesloten, zonder dat dit gebaseerd was op enige wetenschappelijke basis.
Dan waren de vele handelaars en winkeliers, die het reeds maanden moeilijk hebben, gechoqueerd door een van de denigrerende uitspraken van de man met het jobje van minister van Volksgezondheid, namelijk dat het eigenlijk niet nodig was om de winkels te sluiten, dat dit louter een schokeffect beoogde.
Dan waren er de contactberoepen. Een bezoek aan een prostituee kan wel in dit land maar een bezoek aan de kapper of een schoonheidssalon kan niet. Hoe valt hun langere verplichte sluiting nog uit te leggen, mijnheer de eerste minister?
Na de eerste lockdown zorgde hun heropening immers niet voor stijgende cijfers. Ze hebben zich ondertussen aangepast om perfect coronaproof te kunnen werken. En vooral, in alle omliggende landen zijn ze wel opnieuw open. Uit een enquête van de sector zelf blijkt dat 80 % van de kappers door hun klanten benaderd worden om toch maar knipbeurten te doen. In Ekeren ging er zelfs reeds een kapper in hongerstaking omdat hij zijn zaak niet mag openen.
Mijnheer de eerste minister, vindt u het niet beter dat zij opnieuw veilig aan de slag kunnen in plaats van dat de consumenten hiervoor de grens oversteken?
Ten slotte, in verband met kerst, een deel van uw zogenaamd eensgezinde ploeg, uw Franstalige liberale familie, blijft om extra versoepelingen vragen. Wij vragen u om consequent te zijn. Gelet op de ernst van de omstandigheden vragen wij uiteraard niet om de teugels te vieren, maar vragen wij wel om in te grijpen als er grote massa's bijeenkomen, zoals gisteren nog in Evere.
Mijnheer de eerste minister, wij hebben nog
een vraag. Valt er voor de vele mensen die voor een hartverscheurende keuze
staan, tussen ofwel hun bomma van 84 jaar ofwel hun schoonvader van
73 jaar alleen laten op kerstavond, echt (…)
03.08 Steven Creyelman (VB): Mijnheer de minister, al sinds augustus van dit jaar probeer ik, samen met een aantal collega's, uit te vissen wat de vaccinatiestrategie van ons land is, maar elke vraag daarover wordt begroet met een – laten we eerlijk zijn – nietszeggend antwoord, te beginnen met dat van voormalig minister van Volksgezondheid De Block dat het nog te vroeg was, tot uw antwoord afgelopen dinsdag in de commissie voor Gezondheid dat u beseft dat het frustrerend is, maar dat u niet kunt en mag vooruitlopen op de feiten.
Ondertussen is de vaccinatiestrategie in onze buurlanden Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland al klaar en duidelijk en, misschien vooral, volledig uitgewerkt. In het Verenigd Koninkrijk komen de vaccins op 7 december aan en start men midden december met vaccineren en ook in Duitsland zal men daarmee midden december starten. Daar zal men het zelfs via een onlinetool kunnen volgen, als ik de media mag geloven.
In ons land kondigde de eerste minister gisteren fier aan dat wij op 5 januari met vaccineren zullen starten, maar hij hield wel een slag om de arm en zei dat ons land er klaar voor is op voorwaarde dat de vaccins er zijn. Daarom heb ik een aantal eenvoudige vragen, mijnheer de minister.
Zullen wij op 5 januari voldoende vaccins hebben? Zullen wij trouwens ook voldoende spuitjes en de juiste naalden hebben om de mensen te vaccineren? Kortom, is er een plan? Wat is uw plan en is het plan klaar?
03.09 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Volksgezondheid, het covidvaccin komt er nu dus aan. Voor sommige mensen betekent dat eindelijk wat hoop, eindelijk het einde van de tunnel. Maar het roept ook veel vragen op.
Wij moeten eerlijk zijn, er is een enorm wantrouwen bij de bevolking over dat vaccin. Daar kunt u niet omheen. Dat blijkt uit peilingen en dat blijkt ook uit wat onze dokters van Geneeskunde voor het Volk, die dagelijks met patiënten in contact staan, ons vertellen.
Laat het duidelijk zijn, wat ons betreft is dat wantrouwen normaal. Ik begrijp niet hoe sommige collega's dat nu pas plots ontdekken. Ik begrijp niet hoe zij plots zo verwonderd zijn over dat wantrouwen. Soms vraag ik mij af op welke planeet sommigen leven. De farmaceutische industrie heeft een bijzonder slechte reputatie bij de mensen. Die industrie denkt altijd aan winst. Winst gaat voor gezondheid voor hen. Dat voedt het wantrouwen.
Het feit dat er nu een hele mist hangt rond de vaccincontracten voedt het wantrouwen nog meer.
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, Test Aankoop heeft u en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) gecontacteerd om inzage te krijgen in de contracten met de grote farmabedrijven: AstraZeneca, Johnson & Johnson, Moderna, CureVac en BioNTech-Pfizer. Eigenlijk weten wij nog niet veel. Het aantal dosissen dat wij zullen kopen, kennen wij, maar er is heel weinig informatie gekend over de resultaten van het onderzoek, en of die vaccins nu werken of niet. Wij kennen alleen de persberichten van de farma-industrie zelf. Wat zijn de nevenwerkingen? Wie neemt de verantwoordelijkheid op zich? De Europese Commissie zegt blijkbaar dat zij hun verantwoordelijkheid zouden kunnen ontlopen.
U hebt heel veel vergaderd met de acht ministers van Volksgezondheid. Maar wat het antwoord zal worden op dat wantrouwen van de bevolking blijkt daar niet uit.
Ik kom tot mijn vragen.
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten heeft negatief geantwoord op de vraag (…)
De voorzitster: Uw tijd is om, mijnheer Warmoes.
03.10 Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, 5 januari 2021, de datum die wij gisteren in de kranten lazen, zal voor ons land geen datum zoals normaal meer zijn, want 5 januari is voor ons land en voor onze burgers een datum van hoop geworden, aangezien 11 miljoen burgers wachten op de eerste stappen in ons vaccinatieplan.
Vijf januari ligt nog maar 33 dagen van ons af. Daarom heb ik enkele bedenkingen. Met ons land wachten wij op het advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap. Totdat wij dat advies, die laatste go, hebben, kunnen wij nog niet starten met de bedeling en toediening van ons vaccin.
Het proces van bedeling tot toediening van het vaccin wordt een zeer complex verhaal. Het transport moet in orde zijn. Het vaccin moet bij correcte temperatuur bewaard worden. Testcentra moeten tot vaccinatiecentra omgevormd worden. We moeten dus nog heel wat uitdagingen aangaan. De deadline die we hebben vooropgesteld, is in dat opzicht zeer belangrijk. Wij moeten ervoor zorgen dat het proces vlekkeloos verloopt om het vertrouwen in het vaccin ook voor de burgers te verhogen. Om te slagen in ons doel, hebben we een vaccinatiegraad van 70 % nodig. Ook daarom is het belangrijk dat het parcours vlekkeloos wordt afgelegd.
Mijnheer de eerste minister, wanneer verwacht u het laatste advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap? Ziet u dat op korte termijn toekomen? Ik verneem namelijk dat het pas eind december klaar zal zijn.
Hoe ziet u de vaccinatiestrategie precies? Wij moeten ervoor zorgen dat onze 11 miljoen burgers en onze artsen weten wie op welk ogenblik in aanmerking komt voor het vaccin. Daarover moeten we niet enkel de artsen inlichten, wij moeten ook, laagdrempelig, de burgers informeren, zodat zij weten waar zij aan toe zijn. Ik dank u alvast.
03.11 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega's, er verschijnen hoeraberichten in de media voor de vaccins en de vaccinatiestrategie. De mensen zijn euforisch, maar er is ook wantrouwen. Daar hebben we het al over gehad. Op dit moment mis ik een goede reactie op die twee gevoelens. Voor euforie is het jammer genoeg nog te vroeg. Dit kan namelijk de indruk wekken dat het ergste al voorbij is. We zien wel licht aan het einde van de tunnel, maar we zullen met zijn allen toch nog een hele tijd moeten volhouden. De zorgsector heeft namelijk jammer genoeg nog geen marge in die nauwe tunnel. Aan de andere kant hoor ik ook veel wantrouwen en angst voor dat vaccin.
Die twee gevoelens mogen we niet negeren. In de zomer was nog 30 tot 50 % niet zeker of ze zich zouden laten vaccineren. Nu is dat volgens studies nog 20 tot 21 %. We moeten hier iets mee doen. Communicatiewetenschappers zeggen dat op dit moment heldere en eerlijke communicatie dé sleutel is om het draagvlak te vergroten. We moeten de groep twijfelaars overtuigen en dat kan alleen met heldere en eerlijke antwoorden op vragen waarmee de mensen zitten. Dit zijn vragen over bijvoorbeeld de effectiviteit van het vaccin, als er alleen maar persberichten over het ontwikkelende bedrijf verschijnen. Daarnaast vragen de mensen naar de mogelijke bijwerkingen. Daar maken mensen zich zorgen om. Hoe zit het met de prijszetting? Hoe zit het met het overheidsgeld dat al naar het onderzoek is gegaan? Hoe zit het met de gegevens uit de patent pool die in het voorjaar nog Kamerbreed werd goedgekeurd. Op deze vragen hebben de twijfelende mensen op dit moment een antwoord nodig.
Wat zal u doen om het vertrouwen in het vaccin te vergroten?
Hoe wil u de groep die het vaccin op dit moment niet vertrouwt toch bereiken en overtuigen om zich te laten inenten?
Hoe gaan we om met de vraag naar meer transparantie? Wat zullen we daarop antwoorden? Dit betreft dan transparantie over de bedrijven, de prijszetting en de effectiviteit.
03.12 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, mijnheer de eerste minister, u bracht gisteren goed nieuws. U bracht hoop voor vele mensen, die wachten op het vaccin. Ons land zal op 5 januari 2021 starten met de vaccinatie.
Dat is goed nieuws en tegelijk een uitdaging. U hebt heel wat mensen positief verrast, waaronder een aantal ministers uit de eigen regering en uit de deelstaten. U hebt echter vooral de mensen uit het veld verrast, degenen die het werk effectief zullen moeten doen.
Ten gevolge van het advies van de Hoge Gezondheidsraad, dat er al in juli 2020 was, zullen wij eerst de mensen in de woonzorgcentra en hun verzorgend personeel vaccineren. Heel goed zou zijn dat wij ook de mensen uit de covidzone vaccineren.
Daarvoor hebben wij een miljoen vaccins nodig, maar u geeft mee dat er maar 600.000 vaccins ter beschikking zijn. Hoe komt dat eigenlijk? Hebben wij niet goed onderhandeld? Die vaccins worden immers om de hoek gefabriceerd.
In andere landen zal met de griepvaccinatienetwerken worden gewerkt. U geeft aan dat in fase 2 en fase 3 ook te zullen doen. Hebt u eigenlijk al contact gehad met de huisartsen, de apothekers en de verpleegkundigen?
Voor de registratie wil u werken met Vaccinnet, het performante systeem van de Vlaamse overheid. Uiteraard zal de Vlaamse overheid ook de partner zijn bij de ontwikkeling van Vaccinnet bij de Waalse vrienden. Zult u echter op tijd klaar zijn? Zult u beschikken over een registratiesysteem, zodat elk flesje kan worden getraceerd van bij de producent tot bij de patiënt, zodat de mensen gerust kunnen zijn?
Wij zullen, zoals reeds vermeld, ook heel wat vaccinatoren nodig hebben. Zullen zij echt kunnen doen waarvoor zij zijn opgeleid, namelijk vaccineren? Zult u bijvoorbeeld de evenementensector inschakelen om te doen wat hij heel goed kan, namelijk organiseren en logistiek begeleiden?
03.13 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, premier, ik ga niet voor de dertiende keer dezelfde vraag stellen of een voorzet geven, want de helft van de vragen zijn in feite voorzetten vanuit uw fractie. Ik wend me tot minister van Volksgezondheid Vandenbroucke.
Er staan 23 miljoen vaccins klaar en er moeten ongeveer 11 miljoen mensen worden gevaccineerd. Ik zie vandaag dat jullie klaarstaan voor de nieuwe vaccinatie, maar de oude is nog niet voorbij. Er is een groot probleem wat het huidige griepvaccin betreft. Er werden bijvoorbeeld 2,7 miljoen vaccins besteld, die moesten worden geleverd in september. Dat is niet gebeurd, het gebeurde pas in oktober. Er is nu een heel grote achterstand inzake de vaccinatie. Daar zijn prioritairen en risicogroepen bij. Ik krijg telefoons van apothekers. Ik spreek nu vanuit mijn gemeente. Er staan 400 mensen op de wachtlijst om gevaccineerd te worden, waarvan 90 % tot de risicogroep behoort. Ik heb een apotheker uit Kortrijk opgebeld: 132. Lokeren, Gent, Brugge, het is overal hetzelfde.
Ik verheug mij dat het nieuwe vaccin er is, daar zal ik nu geen bedenkingen bij maken. De toestand momenteel wat het huidige griepvaccin betreft, is wat dramatisch aan het worden. Vooraleer u begint aan het volgende, denk ik dat dit toch zou moeten worden afgewerkt.
03.14 Laurence Zanchetta (PS): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, la course au vaccin est lancée depuis de nombreux mois. Les procédures d'approbation accélérée s'intensifient. Il faudra donc être prêt, avant même que ce vaccin ne soit mis sur le marché, à mener cette campagne de vaccination d'envergure sans précédent. Pour ce faire, vous devrez relever deux défis de taille.
Premièrement, la logistique devra être sans faille, si on veut pouvoir vacciner huit millions de personnes et permettre que cette vaccination soit efficace.
Deuxièmement, il y a la question de l'adhésion. On le voit, les complotistes de tout bord s'épanchent sur les réseaux sociaux et, à côté d'eux, une frange de la population manifeste des craintes et des inquiétudes quant au futur vaccin.
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, le manque d'anticipation dans le cadre de cette crise a été légion. On l'a vu avec le matériel de protection, le testing, le tracing. Il ne faudrait pas commettre une nouvelle erreur avec cette vaccination.
Vous avez annoncé, hier, que nous pourrions commencer à vacciner dès le 5 janvier prochain. Mais notre pays disposera-t-il bel et bien de suffisamment de doses pour vacciner huit millions de personnes? Comment prévoyons-nous de transporter et de conserver ces vaccins? Allons-nous disposer de tout le matériel et des moyens humains nécessaires pour les administrer? Différents groupes devraient être vaccinés en priorité, à savoir le personnel de santé, les personnes de plus de 65 ans et les personnes de plus de 45 ans avec une comorbidité. Un calendrier a-t-il été établi pour les autres phases de la vaccination? Enfin, question essentielle, une stratégie de communication et d'information est-elle prête pour expliquer, rassurer et convaincre la population, y compris les publics les plus vulnérables, du bien-fondé de cette vaccination?
La présidente: Monsieur le premier ministre, je vais maintenant vous donner la parole pour une dizaine de minutes avant de la passer au vice-premier ministre Vandenbroucke, également pour une dizaine de minutes.
03.15 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, ik wil mij aansluiten bij de vraagstellers die het hadden over hoop, over perspectief, over licht aan het einde van de tunnel. Ik denk dat we allemaal blij zijn dat we dat zien. Het moet echter duidelijk zijn dat dit inspanningen zal vragen. We mogen ons niet laten afleiden.
Ik zal iets over de vaccinaties zeggen, maar het grootste deel zal door minister Vandenbroucke worden toegelicht.
Voor de vaccinaties ligt er een strategie op tafel. Dat is een stevig doorwerkt document dat er dankzij de taskforce is gekomen, die daarin bijzonder veel energie en consultatie heeft gestoken.
Ce matin, à ma grande satisfaction, le comité interministériel a approuvé cette stratégie. Hier, deux producteurs de vaccins, Pfizer et Moderna, ont introduit une demande d'approbation auprès de l'Agence européenne des médicaments.
Je voudrais souligner deux éléments importants.
Eerst en vooral, wij hebben als individueel land geen vat op de datum en snelheid van productie van de vaccins. In het meest gunstige scenario zullen vaccins begin januari beschikbaar zijn in ons land, net zoals in andere landen. Ons land moet dus klaar zijn voor dat meest gunstige scenario. Dat is de opdracht voor ons land, voor alle regeringen van ons land. Wij moeten en zullen klaar zijn voor het meest gunstige scenario. Dat zijn wij de kwetsbaarsten onder onze bevolking verschuldigd. Wij zullen klaar zijn. Die opdracht moeten wij met beide handen aannemen en wij moeten er allemaal samen voor zorgen dat wij dat kunnen realiseren.
Ten tweede, vaccineren zal tijd nemen en het tempo van vaccineren in ons land zal afhangen van het tempo van productie van de producenten. Hoe sneller de producenten produceren, hoe sneller wij kunnen vaccineren. Als er vertragingen optreden bij de productie, dan kunnen wij daar natuurlijk weinig aan doen, maar onze strategie moet klaar zijn om de snelheid van productie te kunnen volgen.
Il est clair que produire des millions de vaccins va prendre un certain temps. M. Vandenbroucke vous parlera de la séquence. Toute la population belge ne sera pas vaccinée durant le mois de janvier. Cela prend du temps de produire tous ces vaccins. Pendant le deuxième et le troisième trimestre, encore plein de vaccins seront disponibles dans notre pays.
Je voudrais quand même souligner ce que M. Bacquelaine a dit. Ce qu'on voit ici, ce qu'on a réalisé montre un incroyable triomphe de la science et un triomphe de la coopération et surtout de la coopération au niveau européen. Si les Européens n'avaient pas travaillé ensemble, il n'aurait pas été possible de concrétiser ce projet.
Mevrouw Pas, laat mij duidelijk zijn, de beslissing over de niet-essentiële winkels is genomen op basis van zeer heldere, wetenschappelijke adviezen, die geen enkele twijfel lieten bestaan. In een rapport van de Risk Assessment Group van 28 oktober sprak men over een potentieel catastrofale situatie in ons land, met een potentiële implosie in onze zorg. We waren toen het land met de hoogste incidentie van heel Europa. In het Celevaladvies sprak het overgrote deel van de leden zich uit voor een sluiting van de niet-essentiële winkels.
Wij hebben de beslissing genomen op basis van zeer heldere adviezen. Minister Vandenbroucke heeft die adviezen trouwens ook publiek gemaakt.
Het moet duidelijk zijn, dat zijn zeer moeilijke beslissingen. Dat zijn beslissingen die bepaalde beroepsgroepen midscheeps raken, die hun activiteit stilleggen, die hun inkomen onder druk zetten. Dat zijn beslissingen die niemand gemakkelijk neemt. Dat heeft een zeer zware impact. Die beslissingen hebben er wel voor gezorgd dat wij in een periode van vijf weken van de slechtste leerling in de Europese klas zijn geëvolueerd naar een situatie waar maar enkele landen het beter doen dan wij.
We moeten daar niet euforisch over doen. Dat vraagt bijzonder grote offers van heel specifieke groepen, van handelaars die moeten sluiten en die zeer grote offers moeten brengen. Het is belangrijk dat we duidelijk maken dat die offers, die ongelijk verdeeld zijn, tot resultaten leiden. Die hebben ervoor gezorgd dat ons land uit die zeer gevaarlijke zone is kunnen evolueren. Het zijn moeilijke maatregelen, maar die zijn in mijn ogen gemakkelijker te verdedigen en verteren als men ziet dat ze tot resultaten leiden. Het is zeer duidelijk dat ze tot resultaten leiden.
Pour toute une série de professions, le Comité de concertation n'a pas prononcé de réouverture. Le Comité de concertation s'est aussi appuyé sur un avis clairement négatif au sujet de la réouverture des métiers de contact non médicaux. Cet avis expliquait que des activités à l'intérieur qui durent plus de 15 minutes et où les gens sont très proches et ne peuvent pas respecter les distances de 1,5 mètre faisaient encourir un risque de contamination qui reste très élevé. Dans les avis, on parle également d'un grand risque de contamination par aérosol. Des activités physiques combinées à une humidité de l'air restent donc malheureusement dangereuses.
We moeten die adviezen ernstig nemen. Ze werden opgesteld door onze beste experten, ze zijn er gekomen met een goede reden. De situatie in de zorg blijft nog steeds bijzonder moeilijk. Op een moment als nu kan het kleinste gevaar dat leidt tot een groei in besmettingen, zich een paar weken later opnieuw vertalen in een bijzonder explosieve situatie in de zorg. Wij kunnen het de zorgverstrekkers, die al maanden het beste van zichzelf geven, niet aandoen om opnieuw risico's te nemen die zouden leiden tot een ondraaglijke situatie in de zorg. Ik hoop dat wij uit de moeilijke eerste golf en de bijzonder moeilijke tweede golf toch wel lessen kunnen trekken inzake mogelijke gevolgen.
Laat het duidelijk zijn: als de cijfers blijven dalen zoals wij dat de voorbije weken hebben zien gebeuren, en als die cijfers onder de grens duiken die wij in het Overlegcomité als een veilige grens hebben vastgelegd, dan kan er meer. Als een situatie veiliger is, kan er meer. Laat dat de grootste motivatie zijn voor ons allemaal. Als we ons houden aan de maatregelen en ons niet laten afleiden, zullen de cijfers verder dalen. Wij hebben de voorbije weken gezien dat als we ons gedrag wijzigen, dat zich vertaalt in een verbetering van de cijfers. Dat is het doel, waar wij onze blik niet van mogen laten afleiden.
Ik geef nog een laatste element mee, namelijk over Kerstmis. Ik heb het hier al meermaals gezegd, ik begrijp de ontgoocheling van degenen die dachten een ander kerstfeest te kunnen vieren. Zoals ik al aangaf, laten we toch op een periode van vier dagen tijd niet te grabbel gooien wat we de voorbije vier tot zes weken hebben gerealiseerd.
Wat ik hier zeg, begrijpen de mensen. De Grote Coronastudie van de Universiteit Antwerpen die elke twee weken verschijnt, is vandaag opnieuw uitgekomen. Ze geeft zeer duidelijk aan dat de mensen begrijpen waarom de coronaregels er zijn. Die regels zijn bijzonder moeilijk met Kerstmis, maar telkens die studie om de twee weken verschijnt, zijn er meer mensen die stellen zich aan de regels te zullen houden. Dat bewijst dat mensen wel degelijk de ernst van de zaak begrijpen. Duidelijke regels, die duidelijk worden uitgelegd en waarvan de mensen de resultaten zien, daar klampen mensen zich aan vast. Laat dat mijn laatste boodschap zijn.
Ik hoor sommigen vragen of we niet meer menselijkheid moeten betonen. Welnu, is het beste signaal van menselijkheid niet dat wij ons allen samen houden aan maatregelen die voorkomen dat de zwaksten in onze samenleving ziek worden en die ervoor zorgen dat zij hun leven door het gedrag van sommigen niet op het spel gezet zien worden? Is dat niet het beste signaal van menselijkheid? Is dat niet het signaal dat wij moeten geven met Kerstmis, een boodschap van menselijkheid waarbij wij ons houden aan de regels om de meest kwetsbaren te beschermen? Ik hoop dat dat voor ons allemaal samen de enige boodschap zal zijn voor Kerstmis en Nieuwjaar.
De voorzitster: Mijnheer Vandenbroucke, ook u krijgt tien minuten spreektijd voor uw antwoord.
03.16 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, sta me toe om te beginnen met de vraag van de heer Dedecker, die ik belangrijk vond, niet alleen vanwege de inderdaad bestaande zorg bij veel apothekers en apothekersklanten, maar ook omdat die vraag illustreert hoe moeilijk een vaccinatiecampagne, die eigenlijk een geroutineerde campagne is, kan worden. Er rijst inderdaad een moeilijkheid. Volgens de telling van 16 november hadden wij een voorraad van 474.000 griepvaccins bij de groothandel, in de apotheken en de ziekenhuisapotheken. Op dat ogenblik was de raming dat wij voor de belangrijkste prioritaire doelgroep, de zogenaamde groep A, waarvan ik dadelijk uiteenzet wie daartoe behoort, misschien wel nog 420.000 griepvaccins nodig zouden hebben. Dat betekende eigenlijk dat wij alles moesten inzetten op de levering van griepvaccins aan de groep A. De eerste doelgroep, de groep A, wordt gevormd door 65-plussers, welbepaalde chronische patiënten, personen die samenleven met 65-plussers en/of met bepaalde chronische patiënten en ten slotte ook de gezondheidswerkers.
We hebben de apothekers en iedereen die het moest horen, laten weten dat men nu eerst die mensen van het griepvaccin moet voorzien. Dat heeft als gevolg dat sommige mensen in groep B, die wat jonger zijn dan 65 jaar en hun vaccin gereserveerd hadden, in de apotheek te horen kregen dat ze moesten wachten. Dat is natuurlijk een zeer vervelende boodschap, maar ik heb u de reden gegeven.
Misschien zullen de apothekers de voorraad ook onderling zodanig moeten spreiden dat alle klanten die tot groep A behoren, namelijk vijfenzestigplussers, chronisch zieken en de mensen die met hen samenwonen en gezondheidswerkers, effectief bediend kunnen worden. Wij brengen dus de vervelende boodschap dat we die categorie met topprioriteit nu eerst willen bedienen. Half december zullen we dat beoordelen en bekijken wat we kunnen doen voor groep B.
Dat illustreert hoe moeilijk zelfs een routinevaccinatiecampagne kan worden, terwijl de vorige regering nochtans meer vaccins heeft besteld dan normaal. Die kan men dus geen verwijt sturen, hoewel dat gemakkelijk zou zijn voor mij. Zij heeft echter meer vaccins besteld dan normaal en toch komen we voor die moeilijkheid te staan.
Om te beginnen, wil ik bevestigen wat de eerste minister heeft gezegd, namelijk dat er zeer goed nieuws is van de wetenschap en dat is een opluchting, een grote opluchting. Wij moeten daar niet euforisch over doen, maar evenmin moeten we daar totaal wantrouwig tegenover staan. Het Europese Geneesmiddelenagentschap heeft gisteren op de Raad van ministers van Volksgezondheid van Europa nog bevestigd dat zijn opinie uiterlijk op 29 december klaar zal zijn. Insiders zeggen mij dat we die niet moeten verwachten voor 29 december, maar ik herhaal de letterlijke uitspraak van het Europees agentschap tijdens de Raad van gisterenvoormiddag, namelijk dat de opinie over het vaccin van Pfizer er uiterlijk op 29 december zal zijn en die over het vaccin van Moderna op 12 januari.
Vervolgens moet de Europese Commissie nog beslissen en natuurlijk moeten de vaccins door de producenten geleverd worden. Dat laatste hebben wij niet in handen. Wij hebben onze diensten gezegd, na grondig overleg met alle collega's van Volksgezondheid, dat zij klaar moeten zijn voor het meest gunstige scenario. We hebben daar ook een datum op geplakt, namelijk 5 januari. Wij gaan ervan uit dat het ook zo zal zijn. Dat is een hels karwei, maar wij gaan daarvan uit.
Je crois qu'il y a, en effet, deux conditions de succès pour cette vaste campagne. D'une part, la confiance, d'autre part, l'organisation et la logistique.
En ce qui concerne la confiance des citoyens, je crois qu'il y a trois éléments. D'abord, il est nécessaire d'être tout à fait exigeants vis-à-vis de l'industrie en ce qui concerne la qualité de ces vaccins et la sécurité. Et je peux vous dire que la délégation belge auprès de l'Agence européenne des médicaments a reçu comme instruction explicite de recevoir des réponses de l'industrie, même dans une procédure raccourcie – les rolling review –, à toutes les questions scientifiques. Toutes les questions de sécurité et de qualité doivent obtenir une réponse, sinon, l'autorisation n'est pas donnée, même si cela prend davantage de temps.
C'est l'instruction explicite donnée à la délégation belge auprès de l'Agence européenne des médicaments. Et je crois qu'il en sera de même pour tous mes collègues en Europe. Même dans une procédure raccourcie, toutes les questions de sécurité et de qualité, toutes les questions scientifiques doivent recevoir une réponse. Ce n'est que dans ce cas que l'autorisation suivra. C'est le premier élément de confiance.
Pour le deuxième élément, je trouve, monsieur Bacquelaine, que votre formule est parfaite. Je vais la répéter: "vaccin sur table". Information et transparence totale, tant vis-à-vis des prestataires de soins, des médecins généralistes, de tous les autres, que du grand public. Nous allons informer. C'est le deuxième élément.
Il y a un troisième élément: il faut aussi écouter. Quelles sont les inquiétudes, quelles sont les difficultés, que pensent les gens? Nous allons écouter et organiser des focus groupes, etc. Nous allons faire tout cela sous la direction de l'ex-recteur de l'ULB, qui est aussi un médecin bien connu, Dr Yvon Englert.
Ensuite la logistique.
Voor de logistiek hebben we enkele opties genomen die het mogelijk maken om snel uit te rollen. De spil in de allereerste fase zijn de ziekenhuizen. Zij hebben ofwel zelf installaties die kunnen vriezen tot –80°C of zijn in staat, als ze deze installaties niet zelf hebben, installaties die Pfizer meelevert, goed te gebruiken. Met die installaties is het mogelijk om gedurende een voldoende lange periode –80°C te garanderen in het ziekenhuis. De ziekenhuizen hebben dus ofwel zelf zo'n diepvries ofwel zorgt Pfizer er in overleg met ons voor dat dit in het ziekenhuis op die manier kan gebeuren.
Vanuit de ziekenhuizen wordt er dan in de eerste plaats naar de woonzorgcentra en andere zorginstellingen gegaan. Het zijn inderdaad moeilijke keuzes. Het gaat over solidariteit in een context van schaarste. In die woonzorgcentra leven kwetsbare mensen, omwille van hun hogere leeftijd. Ze leven echter ook dichter bij elkaar. Dat is goed, maar daardoor zijn ze ook erg besmettelijk. Ze vormen ook een groter risico dan oudere mensen die apart leven. Oudere mensen die dicht bij elkaar leven, zijn een topprioriteit. Hiernaar zullen we het eerste uitrukken vanuit de ziekenhuizen. Dit zal ook zo zijn voor het personeel en de vrijwilligers die de woonzorgcentra vandaag helpen rechthouden. Hetzelfde geldt voor andere zorginstellingen.
De zorgverleners in de ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen zijn vervolgens aan de beurt. De eerste minister heeft al aangehaald dat die instellingen moeten blijven draaien. Daarna volgt het andere personeel van ziekenhuizen dat niet direct in contact komt met patiënten, maar toch in de ziekenhuizen en gezondheidsinstellingen actief is.
Over de volgende stap moeten we nog een debat voeren. Dit betreft mensen met een essentiële maatschappelijke of economische functie. Ik zal geen voorbeelden geven. Dat leidt enkel tot allerlei debatten over zaken die we nog moeten uitklaren. Daar is ook nog wat tijd voor. In een volgende fase zijn de 65-plussers en mensen met bepaalde ziektes of aandoeningen waardoor ze kwetsbaar zijn, aan de beurt. Daarna volgt de hele bevolking.
Ik zal vandaag niet veel data geven. Wij denken dat de allereerste fase, in de woonzorgcentra, in januari of februari kan plaatsvinden, als alles meevalt. De fase waarbij de ouderen buiten de instellingen aan de beurt zijn, zal helemaal op het einde van februari of in maart vallen, als alles meevalt, ook wat de leveringen van de vaccins betreft. Op de volgende fase zal ik zelfs uitdrukkelijk nog geen datum plakken. In de volgende fase zullen we inderdaad ook onder meer triagecentra moeten gebruiken.
Des questions importantes ont été posées au sujet des femmes enceintes, mais je ne vais pas y apporter de réponse maintenant, car la task force doit d'abord les déterminer. Cela vaut aussi pour le choix, mais peut-être vais-je en dire un mot, monsieur Bacquelaine. Cette question est partiellement théorique, car il est possible que nous soyons privés du luxe de disposer de deux vaccins au même moment. Cependant, c'est un point important. Ayant posé la question à la task force, je ne préjugerai pas de sa réponse. En tout cas, nous aurons ce débat.
Mevrouw Jiroflée, ik heb impliciet een antwoord gegeven op de vraag over de jongeren. U hebt gelijk. Alle mensen hebben het moeilijk, maar jongeren hebben het op een bijzondere manier moeilijk. Zij worden in hun ontwikkeling zo erg en zo lang gefnuikt.
Er is even verwezen naar mijn uitspraak dat er ook nog veel jongeren zijn die misschien een klein maar voor hen belangrijk jobje in een café, restaurant of winkel verliezen.
Mevrouw Pas, dat heb ik inderdaad opgemerkt. Ik heb aangegeven dat het erg is, ook al gaat het maar om een kleine job, wanneer een student dat verliest.
Jongeren krijgen nu ook de boodschap niet tot de meest prioritaire doelgroep te behoren. Dat is moeilijk. Wij vragen heel veel solidariteit. Ik weet het. Wij vragen eigenlijk veel van vele mensen.
Ik zou als volgt willen afronden.
Je crois qu'il y a vraiment de l'espoir à présent, pas de l'euphorie parce qu'on vivra encore une période fort compliquée pendant laquelle il faudra mesurer les assouplissements possibles et le retour graduel à la vie que nous aimons, la vie normale. Si nous réussissons cela, le triomphe de la science sera le triomphe de la coopération européenne et de la solidarité. Ainsi, nous allons vaincre!
Ik wil eindigen met die prachtige woorden van Martine Tanghe, voor mij de mooiste woorden van 2020. "Hou vol. Het komt allemaal weer goed."
03.17 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, sincèrement, j'ai envie de croire en votre stratégie de vaccination.
Deux points au moins, continuent toutefois à m'inquiéter: la logistique et la communication auprès de la population et auprès des médecins généralistes.
Vous le savez, les mouvements antivaccins font des ravages sur les réseaux sociaux. Vous expliquez que la campagne de vaccination prendra du temps. La campagne de communication, elle, prendra aussi du temps. C'est pour cela que je vous invite vraiment à faire ce travail de conviction auprès de la population, pour les convaincre de l'utilité de ce vaccin, mais aussi de les rassurer par rapport à l'absence d'effets secondaires.
C'est un travail qui doit être fait dès aujourd'hui et non à l'arrivée du vaccin. C'est un travail qui sera difficile, sachez que vous pourrez compter sur notre soutien. D'ailleurs, j'en appelle à tous les partis politiques et à tous les leaders d'opinion pour faire en sorte que cette campagne de vaccination soit un véritable succès. Dans cette gestion de crise, nous avons perdu trop de batailles pour pouvoir encore se permettre de perdre celle-ci, qui sera la plus décisive pour nous permettre de retrouver nos libertés.
03.18 Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): (…) Il est agréable d'entendre que nous sommes prêts pour le scénario le plus favorable.
Il est important aussi, pour rester cohérents par rapport à notre objectif de vaccination et de préoccupation de la sécurité des vaccins, d'expliquer à la population que nous n'avons pas toutes les réponses aujourd'hui. Nous allons avancer en marchant, ce qui est une notion importante car nous n'aurons pas toutes les réponses, ce qui n'est pas forcément inquiétant. Il est clair que nous attendons encore des validations d'études cliniques de l'EMA. Il faudra un monitoring des effets secondaires, surtout sur les plus jeunes. Il faudra voir comment nous pourrons avancer. En fin de compte, il faudra aussi faire comprendre que le vaccin, ce n'est pas le graal. Cela ne signifie pas la fin de toutes les mesures barrières.
Je terminerai par une vue plus meta: la vaccination, c'est aussi un enjeu international. La Belgique devra se battre pour que le vaccin soit un bien commun. Nous avons voté ici à l'unanimité une résolution à l'OMS. Son esprit doit maintenant rentrer dans la pratique. Ce vaccin doit être mondialement accessible, aux plus pauvres et aux plus vulnérables, sinon nous aurons collectivement raté l'objectif, à force de vouloir regarder un peu trop notre propre pays.
03.19 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de meeste mensen hebben, ondanks de moeilijkheden, volgehouden, doorgezet, zich gedisciplineerd gedragen. Ik meen dat wij daar bewondering voor moeten hebben. Ik meen dat de regering daar bewondering voor moet hebben.
Zij verdienen nu een regering die op een ordentelijke, zorgvuldige manier de exit uit de crisis uitrolt, stap voor stap, in samenspraak met de bevolking, in solidariteit met de bevolking.
De sp.a rekent op u, mijne heren, om er schouder aan schouder voor te zorgen dat wij de veilige haven bereiken.
03.20 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, hartelijk dank voor uw antwoorden.
Er zijn drie dingen belangrijk.
Ten eerste, wij moeten de mensen overtuigen, wij moeten de mensen antwoorden bieden, zodat ook die 20 % twijfelaars overtuigd worden om zich te laten vaccineren.
Ten tweede, de praktische organisatie. Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen zo snel mogelijk gevaccineerd kan worden.
Ten derde, wij moeten de mensen gemotiveerd houden om ook in 2021 de moeilijke inspanningen vol te houden die zij nu leveren. Ook dat is heel belangrijk.
Ik ben ervan overtuigd dat wij dat kunnen en moeten doen met één team van 11 miljoen Belgen.
03.21 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, certes, vous nous appelez à avoir de l'espoir.
Pour beaucoup de gens, c'est parfois tout ce qui leur reste. Je suis heureux, monsieur le ministre, de vous avoir entendu dire que la rapidité n'amènera pas à fouler du pied la qualité des vaccins. J'ignore encore si cela suffira à ce stade à convaincre les plus réticents à participer à cette campagne générale de vaccination, mais c'est un élément essentiel, en tout cas, pour obtenir leur conviction.
Vous avez présenté une stratégie sur les publics cibles. Soyons de bon compte, elle était attendue depuis longtemps! Peut-être, d'ailleurs, aurait-elle pu être annoncée depuis bien plus longtemps déjà. Mais ce qui nous importe aujourd'hui, c'est d'avoir une véritable stratégie opérationnelle. La mise en œuvre concrète de tous ces scénarios, de toutes ces options, est ce sur quoi vous êtes attendu et que la population aura l'occasion de juger ou pas de l'efficacité du gouvernement.
Je conclus, en appelant aussi – bien que je respecte les priorités définies; il fallait faire des choix – à ne pas oublier la démarche ambulante vis-à-vis de ceux qui sont à leur domicile ou de ceux qui n'en ont pas (les sans-abri), qui doivent aussi être pris en considération (…)
03.22 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses.
J'insisterai sur le fait que la campagne d'adhésion est fondamentale pour obtenir une immunité collective. Pour ce faire, il faut miser sur la confiance et sur la transparence, sur la qualité aussi. L'exigence de qualité est importante dans tous les processus. Mais il faut bien se rappeler qu'il vaut mieux miser sur l'intelligence et la solidarité que d'infantiliser la population. Ce point est très important, parce que les interrogations sont légitimes. Il faut y répondre!
Je voudrais également rappeler que la vaccination n'est pas un acte administratif. C'est un acte médical. Je plaide vraiment, pour que, quelle que soit la forme – je comprends bien qu'on ne va pas vacciner dans chaque cabinet médical. Ce n'est pas possible – l'on y associe la première ligne (les pharmaciens, les infirmiers, infirmières, les médecins généralistes) pour renforcer la confiance au sein de la population. Et il faut qu'ils puissent répondre aux questions que va leur poser la population. Cette étape est indispensable à la réussite d'une adhésion massive pour une immunité collective.
03.23 Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.
Mijnheer de eerste minister, u verwijst naar een advies van Celeval om te tonen dat de beslissing om de winkels te sluiten wetenschappelijk onderbouwd was. In dat advies staan ook zaken die u niet bent gevolgd. In datzelfde advies wordt aangeraden om de grenzen te sluiten. Het blijft dus een politieke beslissing en ik neem er akte van dat u liever winkels sluit dan grenzen.
Mijnheer de eerste minister, uw antwoord maakt de schokeffectuitspraak van minister Vandenbroucke er alleen maar onaanvaardbaarder op. Ik denk niet dat u ooit door het leven bent gegaan als zelfstandige of als ondernemer, laat staan dat u misschien een jobke hebt gehad in een winkel, maar als u nog eens dergelijke uitspraken doet, stel u dan voor één keer in deze mensen plaats, zodat uw uitspraken niet zo misprijzend zijn.
Mijnheer de eerste minister, u hebt geen perspectief geboden voor de kappers en de schoonheidssalons. Nochtans denk ik dat, zeker met de feestdagen in het vooruitzicht, een bezoekje aan hen ook een goede zaak zou zijn geweest voor het mentaal welbevinden van onze burger.
03.24 Steven Creyelman (VB): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, mooie woorden, maar ik heb niet al te veel vertrouwen in die mooie woorden. Ik heb in dat kader al te veel mooie woorden en mooie beloftes gehoord tijdens de coronacrisis. Denk maar aan de woorden van minister De Block bij het begin van de crisis, toen ze zei dat ons land klaar was om het coronavirus aan te pakken. En kijk waar wij nu staan. Het land ligt zo goed als plat, de menselijke en economische schade is niet te overzien en er vallen in ons land 17.000 doden te betreuren. Zo klaar was ons land dus om het coronavirus aan te pakken.
Hoe moeten wij vertrouwen hebben in een regering die er niet in slaagt om de juiste spuitjes aan te kopen om de mensen die dat wensen te kunnen vaccineren? Mijnheer de minister, als u er niet in slaagt om dit tot een goed einde te brengen, dan vrees ik dat u niet meer zult moeten zorgen voor een schokeffect, want dan zal de kiezer in 2024 in uw geval zorgen voor een schopeffect.
03.25 Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Mijnheer de minister Vandenbroucke, ik heb u straffe woorden horen gebruiken: u zult streng zijn qua veiligheid en kwaliteit, alle vragen moeten worden beantwoord, er moet totale transparantie zijn, zowel voor de dokters als voor de publieke opinie. Daar kunnen wij alleen maar akkoord mee gaan, maar ik heb u, mijnheer de eerste minister, de vraag van Test-Aankoop herhaald: zullen wij of zij de contracten met de farmamultinationals kunnen inzien? Daar hebt u niet op geantwoord en dat was nochtans mijn enige vraag, een simpele vraag waar ja of neen op kan worden geantwoord.
Dat is natuurlijk meteen een fout signaal, want zo ondermijnt u uw eigen vaccinatiestrategie: als u het vertrouwen van de bevolking niet kunt winnen en als u geen inzage geeft in die contracten, denkt u dan dat de mensen uw informatiecampagnes zullen geloven? Daarenboven is dat ook een recht, want het gaat over enorm veel geld. Artsen Zonder Grenzen kwam tot een bedrag van 10 miljard dollar dat aan de farmamultinationals wordt gegeven (…)
03.26 Nawal Farih (CD&V): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, het was belangrijk voor de bevolking om vandaag wat nuancering te brengen over 5 januari. Ik hoor heel wat goede dingen, ik hoor ook dat het proces het vertrouwen in het vaccin zal verhogen en ik ben blij dat de regering daar heel bewust mee omgaat.
Laten wij echter zeker de twee factoren om dat succes te realiseren, in acht nemen, met name laagdrempelig blijven communiceren naar de bevolking en transparant blijven ten opzichte van de bevolking. Zo zullen wij ervoor kunnen zorgen dat de vaccinatiegraad van 70 % wordt gehaald.
03.27 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, wanneer zowel minister Vandenbroucke en onze eerste minister als Martine Tanghe zeggen dat het goed komt, geloven wij dat.
Wij zijn bij de betere leerlingen van de klas, wat een aantal weken geleden anders was. Dat is omdat wij de experts hebben gevolgd. Ik doe dus een warme oproep om ook de experts te volgen op het vlak van heldere communicatie in de vaccinatiestrategie. Ze is er echt een onderdeel van.
We hadden en hebben 11 miljoen redenen om de maatregelen te volgen. Eigenlijk hebben wij ook 11 miljoen redenen om ons te laten vaccineren. Laat ons die verhalen vertellen.
Mijnheer de eerste minister, u hebt dat heel goed gedaan. Wij willen niet dat er in 2021 nog meer stoelen leeg zijn op Kerstmis. Daarom houden wij ons nu aan de maatregelen. Dat is ook de reden waarom wij ons moeten laten vaccineren. Wij willen niet langdurige covidbesmettingen erbij hebben. Wij willen niet nog meer lege stoelen.
Dat is de reden waarom ik mij zal laten vaccineren. Dat is ook de reden waarom wij dat allemaal zouden moeten doen.
03.28 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, u antwoordde: "als alles meevalt", wat ik oprecht hoop. U hebt de mensen in de woonzorgcentra hoop en perspectief gegeven, wat echt wel nodig was.
Wat mij enigszins bezorgd maakt, is de paraplu die u al opentrekt.
Wat mij echt interesseert, zijn de acties achter de powerpointpresentatie van vanmorgen en de concrete plannen die er zijn.
Heel pijnlijk tijdens de persconferentie was de uitlating van een van de actoren, die zei: "Kijk, dat zijn wij. Daar worden wij vernoemd, maar wij hebben nog niet eens een uitnodiging ontvangen."
Dat is wat ik in het veld hoor.
U hebt ontzettend veel werk en een verpletterende verantwoordelijkheid. U kondigt aan dat u zal vaccineren, maar u hebt nog niet eens de centen ervoor begroot. Ik zal morgen in de commissie voor Financiën een amendement indienen. Ik nodig u uit het goed te keuren, waardoor wij die centen kunnen inschrijven en vooruitgaan met de vaccinatie waarop onze bevolking effectief wacht.
03.29 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het was concreet en helder. Dat is hier vaker uitzondering dan regel. Het verheugt mij dat ik tegen de apothekers kan zeggen dat Sinterklaas de rest van de griepvaccins brengt en dat tegen 15 december de zaak volledig rond is.
03.30 Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre de la Santé, cette campagne de vaccination doit être une réussite.
Il faut permettre à ceux qui attendent le vaccin, et ils sont nombreux, de le recevoir le plus vite possible et en toute sécurité. Il faudra aussi convaincre ceux qui nourrissent des inquiétudes ou des doutes que ce vaccin sera la clé pour sortir de cette crise, et déconstruire les discours mensongers et complotistes. Pour que cela marche, il faudra aussi jouer la transparence, sur les contrats, sur l'efficacité des vaccins, sur leur coût. Car pour l'instant, que savons-nous et que savent les citoyens? Pas grand-chose, alors que de l'argent public a été investi pour voir arriver ce vaccin; celui-ci doit être considéré comme un bien public et non comme une simple marchandise permettant de faire des profits grâce à des contrats opaques.
Pour terminer, je reprendrai avec un peu d'humour ces quelques mots adressés voici peu par notre humoriste Guillermo Guiz à ses auditeurs: "Allez viens, on s'immunise tous avec le vaccin, on revit comme avant et on laisse les soignants respirer!"
Je vous remercie.
Het incident is gesloten.
04 Question de Maxime Prévot à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Les aides aux indépendants et le silence assourdissant des assurances" (55001166P)
04 Vraag van Maxime Prévot aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De steun voor zelfstandigen en de oorverdovende stilte van de verzekeraars" (55001166P)
04.01 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, entendez-vous ce silence assourdissant du secteur des assurances? Depuis le début de la crise, on demande à chaque fois à l'État de faire des efforts, tous niveaux de pouvoir confondus. On a appelé à la barre les banques. Elles ont répondu présent pendant la première vague. Elles sont beaucoup plus frileuses à l'occasion de cette seconde vague et, pourtant, maintenant plus que jamais, les acteurs de terrain ont besoin de gestes et de soutien de leurs partenaires bancaires.
Mais les assurances, rien! Cela fait des semaines que le cdH interpelle votre gouvernement en demandant de l'action. À plusieurs reprises, j'ai questionné votre collègue, le ministre Clarinval. Sans succès. Aujourd'hui, c'est à vous que je m'adresse pour qu'il y ait enfin un sursaut à l'égard du secteur des assurances, qui se fait très discret et qui continue à percevoir les primes d'un secteur économique tournant au ralenti voire à l'arrêt. Soyons clairs! Le secteur des assurances doit aussi faire sa part d'efforts en ces temps de crise. Il ne peut pas rester au balcon.
Chez nos voisins français, le ministre de l'Économie a exhorté le secteur des assurances de mettre la main au portefeuille en gelant les primes, notamment pour les "horécaistes" qui sont à l'arrêt. À défaut, il menace de taxer les groupes d'assurance. Il y a d'ailleurs 1,2 milliard d'euros prévus dans un article budgétaire qu'il a la capacité d'activer. Et chez nous, toujours rien!
Est-il possible, pour venir en soutien concret à ces indépendants dont l'activité est au ralenti ou a été fermée, de faire en sorte aussi que les assurances mettent la main au portefeuille, exonèrent du paiement d'une série de traites ou, dans le pire des cas, les reportent? Pour le moment, cela reste des frais fixes que les indépendants doivent assumer, alors qu'ils n'ont plus de rentrées.
04.02 Pierre-Yves Dermagne, ministre: Madame la présidente, monsieur le député, je vous remercie de votre question.
Comme vous, j'entends les cris et la détresse de plusieurs commerçants, indépendants et entrepreneurs. Comme vous, je considère que nous ne pouvons pas uniquement mutualiser les pertes, mais que nous devons unir nos efforts. Il importe que chaque acteur de la société, chaque citoyen qui n'est pas, aujourd'hui, affecté en propre par cette crise sanitaire ou par ses conséquences économiques et sociales, participe au processus de soutien de celles et ceux qui en ont le plus besoin. En l'occurrence, vous venez de citer les secteurs qui sont parmi les plus frappés.
Ainsi que je vous l'avais annoncé, plusieurs contacts ont été établis avec Assuralia (Union professionnelle des entreprises d'assurances), qui nous a rappelé que certaines initiatives avaient d'ores et déjà été prises au niveau sectoriel, eu égard à la crise sanitaire et économique que nous traversons. Ces mesures comprennent, entre autres, et en relation avec le report de remboursement de certains crédits hypothécaires, le report ou la suspension de certaines primes d'assurances, notamment pour l'assurance solde restant dû ou l'assurance incendie en rapport avec les crédits immobiliers, ou encore la suspension de certaines assurances responsabilité civile professionnelle.
On ne peut donc pas dire que rien n'ait été entrepris ni que rien ne le soit. Était-ce efficace? Je le pense. Était-ce suffisant? Je ne le pense pas. C'est pourquoi, monsieur le député, nous devons poursuivre notre travail avec le secteur des assurances afin que soit apporté un soutien complémentaire à nos indépendants et à nos entreprises, qui sont particulièrement frappés par les conséquences de cette crise sanitaire. L'objectif est que ce soutien soit efficace dans l'accompagnement et l'aide à apporter.
Les mesures doivent être précises et concrètes. De même, elles doivent être bien communiquées à l'adresse de nos indépendants qui connaissent parfois des difficultés à saisir l'information dans toute sa complexité. Nous travaillons avec Assuralia à la mise en place d'une plate-forme de communication spécifique aux secteurs particulièrement touchés, en l'occurrence aux indépendants.
04.03 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le ministre, comme vous n'avez pas été applaudi par votre majorité, je vais me permettre de le faire, en vous remerciant.
En effet, c'est la première fois, depuis que j'interpelle le gouvernement sur cette question, que l'on reconnaît que le secteur des assurances n'est pas suffisamment intervenu jusqu'à présent et qu'il doit donc davantage venir en aide aux indépendants.
Je formule dès lors le souhait de voir ces engagements traduits dans les faits, en évitant que les assurances gagnent au grattage et au tirage, au grattage en restant au balcon, comme cela a été le cas jusqu'à présent, au tirage en écrivant, comme elles ont commencé à le faire en France, à leurs affiliés en leur faisant savoir qu'ils pourront payer moins chers leur(s) assurance(s) demain parce que le taux de couverture va être réduit. Il s'agit d'une approche scandaleuse qui ne doit pas être suivie en période de crise durant laquelle la solidarité doit être au rendez-vous de tous les acteurs, y compris ceux du secteur des assurances. Je vous remercie de l'avoir souligné. J'attends désormais des actes concrets qui pourraient être portés par le gouvernement.
L'incident est clos.
05 Vraag van Katrien Houtmeyers aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het perspectief voor ondernemingen die de deuren nog niet mogen openen" (55001178P)
05 Question de Katrien Houtmeyers à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Les perspectives pour les entreprises qui ne peuvent pas encore rouvrir leurs portes" (55001178P)
05.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, vandaag zijn er nog altijd heel veel ondernemingen die geen perspectief hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan de 25.000 kappers, de 15.000 schoonheidsspecialisten, meer dan 800 fitnesscentra en zeker en vast ook de horeca.
Wat wij soms vergeten, is dat er achter die ondernemingen mensen van vlees en bloed zitten. Zij hebben al hun spaarcenten in hun zaak gestoken. Tegelijkertijd moeten zij ook nog eens een gezin onderhouden. Dat leidt niet alleen tot financiële drama's, maar vaak ook tot persoonlijke drama's. Hun mentale weerbaarheid staat op het spel. Dat zal ook voor problemen voor onze volksgezondheid zorgen.
Alsof dat nog niet genoeg is, kan die zware periode ook nog eens uitmonden in een faillissement. U weet, als men dat in België een keer meemaakt, krijgt men een stempel die men voor de rest van zijn leven meedraagt. Als men daarna ooit nog naar de bank wil gaan, wordt men niet meer behandeld als mens maar als degene die failliet is gegaan. Een moratorium op faillissementen zal daarvoor geen soelaas bieden.
December is voor heel wat contactberoepen een zeer belangrijke periode. In het buitenland gaan heel wat van die contactberoepen gewoon door. We zien ook dat onze landgenoten de grens overtrekken, met als gevolg dat heel veel geld, miljoenen, naar het buitenland vloeit.
Mijnheer de minister, er is gekozen om de handelaars de kans te geven om nog een deel van het jaar goed te maken door de winkels terug te laten openen. Waarom geeft u de contactberoepen niet dezelfde kans? Vindt u hun inkomen minder essentieel?
Het sluiten van de winkels bleek niet op objectieve argumenten of zeker niet op een causaal verband te berusten in verhouding tot de ernst van de pandemie. Is dat wel zo voor het sluiten van de contactberoepen? Zijn daar wel causale verbanden of objectieve criteria? Zo neen, waarom zet u dan toch door? Hoe legt u dit in hemelsnaam aan de mensen uit? Bent u van plan om hen op korte termijn perspectief te bieden?
05.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Houtmeyers, ik dank u voor uw vraag.
Ik begrijp natuurlijk de enorme teleurstelling van de werkgevers en de werknemers van de sectoren die gesloten moeten blijven. Ik denk dan aan de contactberoepen, de horeca, en ook aan een groot stuk van de culturele sector.
Ik weet dat de sluiting die mensen financieel en persoonlijk hard treft. Vaak gaat het over het levenswerk van die mensen. Uiteraard maak ik mij ook zorgen over de gevolgen voor onze economie. Maar wij vechten tegen een virus dat nog elke dag vele doden maakt. Het is daarom dat wij deze moeilijke maatregelen treffen.
De regering laat de getroffen sectoren niet in de steek. Integendeel, wij hebben een groot aantal maatregelen genomen om ze te helpen. Ik denk bijvoorbeeld aan de tijdelijke werkloosheid wegens corona voor werknemers, de verhoging van de vergoeding voor de tijdelijke werkloosheid tot 70 % en een toeslag van de RVA, het dubbele overbruggingsrecht voor zelfstandigen, de specifieke maatregelen voor artiesten, en tot slot het uitstel van betaling zonder kosten en een garantieregeling voor kredieten.
U ziet, de regering staat schouder aan schouder met de getroffen sectoren. Wij hebben tijdens de tweede golf nog meer steunmaatregelen genomen dan tijdens de eerste golf. Bovendien staan wij constant in contact met de getroffen sectoren om onze hulp verder te verfijnen.
Ik herhaal: de regering laat de betrokken sectoren niet in de steek. Vandaag niet, morgen niet, nooit. Wij zullen steun bieden zolang het nodig is, tot de OCC besluit te heropenen.
05.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Heel veel draait niet om geld. Het zorgpersoneel is daarvan het mooiste bewijs: het belangrijkste is respect, dat is misschien nog belangrijker dan geld. Zeker en vast ondernemers wachten niet op overheidsgeld dat ze niet zelf hebben verdiend, ze willen zelf hun geld kunnen verdienen. Als we dan zien dat velen onder hen hun levenswerk verloren zien gaan, niet zozeer door de coronacrisis, wel door een overheid die maatregelen neemt die niet op wetenschappelijk bewijs zijn gebaseerd als het sluiten van de handel dat een ernstige impact zou hebben op de pandemie, dan is dat natuurlijk heel erg pijnlijk.
De noodkreten van de ondernemers klinken alsmaar luider en worden belangrijker. Dat zullen we nog heel lang meedragen. Mijnheer de minister, geef ten minste de mogelijkheid aan onze ondernemers om op een veilige manier te ondernemen. Laat hun alstublieft zien dat hun werk ook essentieel is.
L'incident est clos.
06 Vraag van Tania De Jonge aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De uitbetaling van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen naar aanleiding van de coronacrisis" (55001167P)
06 Question de Tania De Jonge à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le versement du droit passerelle aux indépendants dans le cadre de la crise du coronavirus" (55001167P)
06.01 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de zelfstandigen hebben het heel moeilijk in deze periode, zoals u uiteraard wel weet. Niet alleen moeten zij zich zorgen maken over hun gezondheid en die van hun familieleden en vrienden, daarbovenop ondervinden zij van dichtbij de economische gevolgen van de genomen maatregelen. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de zelfstandigen die hun zaak verplicht moesten sluiten om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, zoals de horeca, de evenementensector en de vele contactberoepen. Het gaat om mensen wier zaak hun levenswerk is. Nu zien zij de vruchten van jarenlang hard werken verloren gaan. Vaak gaat het ook om jonge mensen die vorig jaar met heel veel enthousiasme hun zaak hebben opgestart. Het hakt er diep in en de slapeloze nachten van de zwaarst getroffenen zijn niet meer te tellen.
De regering heeft een aantal maatregelen genomen om de ergste financiële schok op te vangen totdat het maatschappelijk leven weer normaal kan verlopen. Een van de belangrijkste instrumenten is het overbruggingsrecht. Op 19 november, met een weekje vertraging vanwege de tweede lezing gevraagd door de heer Anseeuw, werd in de plenaire vergadering het ontwerp met dubbel overbruggingsrecht goedgekeurd. De maatregel geldt voor de zelfstandigen die moeten sluiten, maar ook voor de zelfstandigen die vasthangen aan de sectoren die moesten sluiten.
De jongste dagen krijg ik, ongetwijfeld ook heel wat collega's en vast en zeker ook u als minister, paniekerige reacties van zelfstandigen die het dubbel overbruggingsrecht voor oktober en november nog niet hebben ontvangen. Dat toont de noodzaak van die maatregel aan om die mensen en vooral hun zaak toe te laten de crisis te overleven.
Mijnheer de minister, wanneer zullen de mensen het dubbel overbruggingsrecht uitgekeerd krijgen?
De maatregelen gelden nog steeds en zullen nog een tijdje van toepassing zijn. Wat zal de regering ondernemen om die steun eventueel ook in december te voorzien?
U gaf eerder al aan dat u het overbruggingsrecht anders wilt organiseren. Op welke manier wilt u dat doen en vanaf wanneer?
06.02 Minister David Clarinval: Mevrouw De Jonge, om de zelfstandigen in deze crisisperiode te steunen heeft de federale regering talrijke steunmaatregelen genomen, waaronder het overbruggingsrecht. Van maart tot september werd aan 1.693.512 zelfstandigen een overbruggingsrecht uitbetaald. Voor de maand oktober komt dit neer op meer dan 115.000 dossiers voor het overbruggingsrecht.
Tot heden werd 100 % van de overbruggingsrechten ter ondersteuning van de heropstart uitbetaald. Ook van het enkelvoudige crisis-overbruggingsrecht werd 100 % uitbetaald. Van het dubbele crisis-overbruggingsrecht werd 80 % uitbetaald en de resterende 20 % wordt uiterlijk vandaag uitbetaald.
De uitbetaling van het dubbele overbruggingsrecht voor oktober was afhankelijk van de stemming in het Parlement over de wet tot invoering van dit recht. Deze stemming vond plaats op 19 november en daarna heb ik onmiddellijk contact opgenomen met de socialeverzekeringsfondsen om hen te vragen de dossiers zo snel mogelijk af te handelen. Hiervoor had men twee weken nodig.
Nu de situatie
genormaliseerd is, zullen de overbruggingsrechten voor november uiterlijk op
7 december uitbetaald worden. De overbruggingsrechten voor de
maand december worden uiterlijk op 7 januari uitbetaald. Ik weet dat
deze wachtperiode moeilijk is voor de zelfstandigen die zwaar worden getroffen
door de crisis en daarom heb ik de socialeverzekeringsfondsen aangeschreven om
hen te vragen het tempo op te voeren.
Mijn prioriteit is
dat de uitbetaling van de overbruggingsrechten zo snel mogelijk wordt gedaan.
Om de zelfstandigen in staat te stellen deze ongelooflijk moeilijke tijden door
te komen is het namelijk van cruciaal belang dat zij deze hulp zo snel mogelijk
krijgen.
06.03 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik dank u voor het geruststellende antwoord.
Ik ben heel tevreden dat u hier de trekker bent en hiervan heel snel werk zult maken. Ook al gaat het over een kleiner percentage, ik denk echt dat de mensen die middelen nodig hebben.
De horeca en verschillende andere sectoren beleven de moeilijkste tijden in decennia. Zij zijn het kloppend hart van het sociaal weefsel. Het gaat om plaatsen waar heel wat mensen mekaar ontmoeten, waar heel wat te beleven valt en heel wat evenementen plaatsvinden.
Ze hebben dit dubbel overbruggingsrecht zeker nodig om de financiële problemen te overbruggen die ze nu hebben. Gezien de vaste kosten, zoals de huur van een pand of leningen die moeten betaald worden op het einde van de maand, is een snelle storting van dat overbruggingsrecht echt noodzakelijk. Uw inzet om hier spoed achter te zetten, zal enorm gewaardeerd worden door de sector.
Het incident is gesloten.
- Gaby Colebunders à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale) sur "La Journée Internationale des personnes handicapées" (55001174P)
- Nahima Lanjri à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale) sur "Le prix du travail pour les personnes handicapées" (55001175P)
- Gaby Colebunders aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie) over "De Internationale Dag van Personen met een Beperking" (55001174P)
- Nahima Lanjri aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie) over "De prijs van de arbeid voor personen met een beperking" (55001175P)
07.01 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, vandaag is het de dag voor personen met een beperking of handicap. Voor mij is dit geen dag zoals een andere. Ik ben de fiere vader van een prachtige, gehandicapte dochter. Vanuit dit perspectief bekijk ik zo'n dag met argusogen. Ik weet namelijk perfect welke problemen er leven bij deze groep mensen en wat zij elke dag moeten meemaken. Mijn dochter heeft dan nog het geluk dat ze ouders heeft die voor haar zorgen, maar veel mensen hebben die luxe niet.
Net vandaag bevestigt Unia nogmaals een enquête bij meer dan duizend mensen waaruit de problemen naar voren komen die ik en velen onder ons al kennen. Uit dat rapport blijken heel veel dingen waar ik enorm boos om word. Als ik ze allemaal zou opnoemen, zou ik niet toekomen met twee minuten. Ik lees over de financiële problemen, hoe moeilijk het is om op straat te komen, om samen te wonen of, erger nog, een woning te vinden. Er zijn ook problemen met het openbaar vervoer. Een heel belangrijk aspect is echter het eenzaamheidsgevoel. De talloze getuigenissen die we krijgen, gaan echt wel door merg en been. In een rampjaar, met de coronacrisis die al twee golven kende, houd ik mijn hart enorm vast. Ik word ook wel boos door dat rapport.
Het ergste dat uit het rapport van Unia naar voren komt, is dat er op zes jaar tijd geen verbetering is. Dit stellen de ondervraagden, en op alle vlakken. Voor hen is er geen verbetering. Vandaag leeft 40 % van de mensen die een uitkering krijgen door een beperking onder de armoedegrens. Dat is in België. Dat kan toch niet. Deze mensen komen in heel wat andere problemen terecht doordat ze te weinig geld hebben. Daarom sta ik hier. Ik wil niet dat we in 2026 duidelijk hetzelfde meemaken en dat we weer geen stap vooruit zijn.
Kunt u garanderen dat er in 2024 geen enkele landgenoot met een beperking nog moet rondkomen met een loon onder de armoedegrens? Zal u eindelijk zorgen voor een goede afstemming van het beleid tussen de federale regering en de verschillende deelstaten?
07.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, vandaag is een belangrijke dag. Het is de Internationale Dag voor personen met een handicap. Ik denk dat het dan past om stil te staan bij de vraag of we erin slagen te streven naar een inclusieve samenleving, een samenleving waaraan iedereen kan participeren, dus ook mensen met een beperking.
Ik ben trots deel uit te maken van deze coalitie, want we hebben samen al een aantal stappen richting inclusieve samenleving gezet. Ten eerste, vanaf 1 januari wordt de prijs van de liefde afgeschaft. Momenteel verliezen mensen met een beperking die gaan samenwonen of trouwen een deel van hun integratietegemoetkoming. Vanaf 1 januari zal dat niet meer het geval zijn. Dat is positief, want de integratietegemoetkoming is er vooral om ervoor te zorgen dat mensen de meerkosten die ze hebben omwille van hun handicap kunnen financieren.
Ten tweede, het is belangrijk dat de inkomensvervangende tegemoetkoming voor wie niet of slechts deeltijds kan werken omhooggaat. Dat is ook een belofte die deze regering heeft gemaakt en die we zullen waarmaken. We zullen die tegemoetkoming optrekken tot aan de armoedegrens. Dat komt eraan, en dat is geen dag te vroeg. Uit de bevraging van Unia blijkt immers dat heel veel mensen met een beperking zich vooral zorgen maken over hun financiële situatie. Het is dus goed dat we daaraan werken.
Het werk is echter nog niet af en dat beseffen we allemaal. Heel wat mensen met een beperking willen deel uitmaken van de samenleving en willen volop participeren en dat wil zeggen dat ze moeten kunnen werken. Als zij vandaag gaan werken, verliezen ze echter een deel of het geheel van hun integratietegemoetkoming. Dat zou niet mogen. Mensen moeten kunnen participeren en werken zonder dat ze hun integratietegemoetkoming verliezen, zeker als men weet dat daaraan heel wat andere sociale voordelen verbonden zijn.
Mevrouw de minister, ik heb de volgende vragen. Vindt u ook dat mensen dat moeten kunnen combineren? Bent u bereid om ervoor te zorgen dat mensen niet meer worden afgestraft als ze gaan werken en hun integratietegemoetkoming niet meer deels of helemaal verliezen?
07.03 Minister Karine Lalieux: Mijnheer Colebunders, mevrouw Lanjri, het is vandaag 3 december, de Internationale Dag van personen met een handicap. Op die dag wordt wereldwijd aandacht gegeven aan de situatie van personen met een handicap. Het is echter te vaak de dag van de goede voornemens.
Ik wil u graag vertellen wat ik wil doen en wat ik al gedaan heb. Mevrouw Lanjri, een van de beslissingen die wij al hebben genomen, betreft de prijs van de arbeid. Werk is een belangrijk instrument voor integratie. Er zijn heel wat personen met een handicap, die willen werken. De regering is een engagement aangegaan om de prijs van de arbeid structureel te verminderen en arbeid nog meer lonend te maken. Ik zal hiervoor binnenkort een koninklijk besluit voorleggen. Wij hebben bij dat voorstel rekening gehouden met de opmerkingen van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap en ik kan u verzekeren dat de impact hiervan groot zal zijn. U hoort hier binnenkort meer over en zult worden geconsulteerd.
Wat de tweede vraag betreft, kan ik bevestigen dat het voor de meeste mensen mogelijk zal zijn om een job met een arbeidsinkomen te combineren met een integratie-uitkering. Zo wordt de minimumleeftijd voor het recht op een uitkering verlaagd van 21 naar 18 jaar. Het wetsontwerp ter zake wordt volgende week besproken in de commissie voor Sociale Zaken. Meer dan 10.000 personen zullen hiervan positieve gevolgen ondervinden.
Ook zal er geen sprake meer zijn van een prijs van de liefde voor personen met een handicap, want zij zullen niet meer benadeeld en gestraft worden als ze willen samenwonen.
Bovendien zullen de inkomensvervangende toelagen geleidelijk worden opgetrokken tot het niveau van de armoedegrens. Ook hier zal de impact significant zijn, maar mijn prioriteiten beperk ik niet tot de toelagen. Ik wil het hebben over sociale inclusie en toegankelijkheid en daarom had ik al een eerste contact met mijn federale collega's, met de bedoeling daar extra aandacht voor te hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan middelen voor een betere toegankelijkheid van de NMBS.
Door de crisis zijn de problemen nog groter geworden. Daarom heb ik in het kader van het herstelplan aan de ministers van de verschillende Gewesten voorgesteld om samen inclusiegerichte projecten te lanceren. Men kiest er niet voor om een persoon met een handicap te zijn. Als maatschappij moeten wij er voor hen zijn.
07.04 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, het beleidsdomein inzake personen met een beperking is een voorbeeld van een Belgische lappendeken van bevoegdheden en daar loopt het mis, als ik zie wat er de voorbije zes jaar is gebeurd. De regionalisering van bevoegdheden, wat de N-VA hier zo graag verheerlijkt, is duidelijk geen oplossing. Er moet meer federaal gestuurd kunnen worden.
Mijnheer De Roover, u lacht, maar ik zou niet te hard lachen, want uit de enquête blijkt dat de Nederlandse deelnemers meer dan de Franstalige vinden dat er de voorbije jaren geen noemenswaardige vooruitgang werd geboekt. Ik zou dus niet op de borst slaan dat uw beleid daar echt goed aan heeft gedaan.
Mevrouw de minister, u spreekt over een aanzienlijke verhoging. Tweeëntwintig procent kan inderdaad een stevige verhoging betekenen, maar u moet wel rekening houden met drie indexeringen en vier welvaartsenveloppen, en dan komt u er nog niet, mevrouw de minister. Misschien werpen heel wat parlementsleden hier in het halfrond op dat het voor de PVDA nooit genoeg zal zijn, maar wij willen gewoon dat het inkomen van personen met een beperking boven de armoedegrens uitkomt, nu en zeker ook in 2024.
07.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u op dezelfde golflengte zit. Wij zullen zeker nog kunnen samenwerken.
Het is goed dat u werk maakt van de afschaffing van de prijs van de arbeid, dat u er minstens naartoe werkt. Daadoor zal een hele grote groep mensen voortaan mogen werken en dat is belangrijk. Ik citeer uit een getuigenis in het rapport van Unia van vandaag: "Zorg dat zij die willen en kunnen werken, niet alles verliezen. Zij dragen hun steentje bij in de samenleving en moeten worden beloond en niet worden gestraft." Die boodschap moeten wij in het achterhoofd houden. Wij moeten ervoor zorgen dat mensen volop kunnen participeren, dat zij worden beloond en niet worden afgestraft door een deel van hun integratietegemoetkoming te verliezen.
Ik kijk dus zeker en vast uit naar uw initiatieven die binnenkort in de commissie voor Sociale Zaken zullen worden besproken. Ik wens u veel succes.
L'incident est clos.
08 Vraag van Bert Moyaers aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De vraag om federale steun van de steden en gemeenten voor een veilige heropening van de winkels" (55001163P)
08 Question de Bert Moyaers à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les aides fédérales demandées par les villes et communes pour une réouverture sûre des commerces" (55001163P)
08.01 Bert Moyaers (sp.a): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, het is duidelijk, de lastige maatregelen die werden genomen, blijken te werken. De sp.a is ontzettend blij dat de inspanningen van alle 11 miljoen Belgen worden beloond. Met het openen van de niet-essentiële winkels zetten we een eerste stap in de goede richting. Niet langer staat ons land achteraan op Europese lijstjes. Niet langer dreigt onze gezondheidszorg in elkaar te vallen.
Toch, de grootste fout die we nu kunnen maken, is denken dat we de overwinning mogen uitroepen, een dalende trend als een garantie zien of een gebrek aan algehele paniek zien als victorie. Nog geen twee maanden geleden hebben we gezien hoe snel het kan mislopen. Zelfs met alle inspanningen die men doet, kan het toch nog fout lopen. Elke versoepeling die we doen, moet dus met de nodige veiligheid gebeuren.
Iedereen kan zich de beelden van de laatste koopzondagen nog voor de geest halen. Overvolle winkelstraten waar de anderhalve meter ver zoek was, straten zo afgeladen vol dat men dacht dat men in een stadion zat tijdens een wedstrijd van de Champions League. Daar willen we niet meer naartoe. Dat kan niet, dat mag niet en dat zal ook niet meer gebeuren.
Winkeliers doen vandaag hun uiterste best om alles in zo veilig mogelijke omstandigheden te laten verlopen: handgels, beperkte inloop, looppaden. Kortom, men doet alles. Ook burgemeesters doen hun uiterste best om alles in hun winkelstraten zo veilig mogelijk te laten verlopen. We krijgen nu de kans om onze kerstinkopen op een gespreide manier te doen, maar dan hebben we een deftig plan nodig en misschien ook de steun van de federale politie.
Mevrouw de minister, zijn er vandaag centrumsteden die u al helpt bij het uitrollen van een bepaald draaiboek voor een veilige winkelstraat? Zal de federale overheid ook ondersteunen door het inzetten van de federale politie als dat noodzakelijk is?
08.02 Minister Annelies Verlinden: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Moyaers, er is inderdaad bijzonder veel inzet. Ik heb dat ook met mijn eigen ogen kunnen vaststellen. Alle winkeliers hebben hun uiterste best gedaan om zich zeer goed voor te bereiden op de openingsvoorwaarden. Zij waren en zijn er klaar voor.
Hetzelfde geldt bovendien voor de lokale besturen, de gemeentebesturen, die er in de voorbije periode ook alles aan hebben gedaan om de concrete coronamaatregelen op hun grondgebied te nemen en op te volgen. Dat de heropening deze week op een weekdag heeft plaatsgevonden, heeft er ook toe bijgedragen dat die goed kon gebeuren, en vooral, dat eventuele pijnpunten opgevolgd kunnen worden voor het weekend dat er aankomt.
Tijdens de voorbereiding van de maatregelen, maar ook nadien, hebben wij nauw contact gehouden met de gouverneurs om op basis van briefings met de burgemeesters te bekijken of en hoe er bijgestuurd moet worden. Het is immers mijn overtuiging dat het veilig winkelen en de veilige opening van de winkels essentieel zijn bij het verder bestrijden van de covidcrisis en voor het tegenhouden van een toename van het aantal besmettingen.
Ik heb op het terrein kunnen vaststellen dat iedereen ervan overtuigd is dat wij dit goed moeten doen, opdat wij de situatie niet zouden moeten omkeren. Daarom heb ik het initiatief genomen een ministerieel schrijven te richten aan de gouverneurs en de burgemeesters over het beheer van de openbare ruimte inzake de winkels, de winkelcentra en de winkelstraten. Die richtlijnen werden op 29 november, dus nog tijdens het weekend, aan de burgemeesters en aan de gouverneurs bezorgd. Ik heb begrepen van hen dat die goed onthaald zijn.
Inzake federale steun kan de lokale politie een beroep doen op het Interventiekorps op het niveau van de provincie, de DirCo's. Dat Interventiekorps wordt vandaag ter beschikking gesteld en het wordt op vele plaatsen preventief ingezet ter vermijding van drukte. Bovendien heeft de federale overheid het initiatief genomen om de evenementensector erbij te betrekken en goede praktijken ter kennis te geven aan de gouverneurs en aan de burgemeesters om de komende kerst- en nieuwjaarsperiode, maar ook de winterkoopjes, goed voor te bereiden.
Op 1 december hebben wij een coördinatievergadering gehouden met het Crisiscentrum, de gouverneurs, en de vertegenwoordigers van de evenementensector en het Coronacommissariaat om de heropening op te volgen na de eerste dag. Ook zal er volgende week dinsdag een meeting zijn om de evolutie tijdens het weekend goed te bekijken.
In elk geval kan ik u verzekeren dat de situatie op de voet wordt gevolgd en dat het Interventiekorps ter beschikking staat. Als de gemeenten bijkomende steun nodig hebben, kunnen zij die via de gouverneurs of het Crisiscentrum aanvragen en dan zal die aanvraag ook tot bij mij komen.
08.03 Bert Moyaers (sp.a): Mevrouw de minister, het is goed te horen dat u maximaal zal ondersteunen. Het is echter ook een verantwoordelijkheid van ons allemaal: van alle overheden, van alle winkeliers, maar ook van alle potentiële klanten. Ik roep dus alle burgers op om bij het boodschappen doen het gezond verstand te gebruiken. Ga gespreid naar de winkels en niet allemaal in het weekend. Ga alleen en niet met uw hele gezin. Hou altijd en overal afstand.
Het kan alleen maar een succes worden, als wij ons allemaal aan de afspraken houden. Op die manier houden wij de winkels open en ondersteunen wij elkaar in de huidige moeilijke tijden. Alleen op die manier zetten wij allemaal samen een stap vooruit.
Het incident is gesloten.
09 Question de Christophe Bombled à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "Les subventions fédérales pour la sécurité routière dans les zones de police" (55001168P)
09 Vraag van Christophe Bombled aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De federale subsidies voor de verkeersveiligheid in de politiezones" (55001168P)
09.01 Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, chaque année, les zones de police reçoivent une subvention fédérale complémentaire "sécurité routière" qui émane d'un fonds alimenté par les recettes consécutives aux infractions constatées en matière de sécurité routière.
Dans la circulaire PLP 60 qui traite des directives pour la confection du budget de police 2021, vous demandez qu'aucun montant ne soit inscrit dans le budget des zones de police à l'article "subventions fédérales sécurité routière", arguant que les montants de la première tranche ne sont pas encore connus.
Cette décision inquiète fortement les zones de police car vous n'ignorez certainement pas que le système a été mis en place depuis 2005 et repose sur une logique où l'État attribue des fonds aux services de police en contrepartie d'engagements clairs et durables en matière de sécurité routière. En d'autres termes, chaque zone de police a développé un plan d'action "sécurité routière" en cohérence avec son plan zonal de sécurité pluriannuel qui est validé par le ou la ministre de l'Intérieur.
Ces actions s'inscrivent dans des cycles et font l'objet d'évaluations régulières. Leur financement porte aussi bien sur des engagements et des prestations de personnels, qu'il s'agisse de formations, d'opérations de prévention ou de contrôle, que sur des investissements, par exemple des achats de biens d'équipement, de radars ou de véhicules. Bon nombre d'engagements s'inscrivent dans la durée et il ne sera pas possible pour le niveau local de les financer, tant les montants sont importants.
Afin de ne pas mettre en difficulté les zones de police dans la confection de leur budget et afin qu'elles puissent mener à bien leur plan d'action en matière de sécurité routière, comment pouvez-vous remédier à ce problème? Serait-il envisageable que vous revoyiez la circulaire PLP 60 en permettant aux zones de police d'inscrire un montant égal à celui de la première tranche de 2020 et que, dès que les chiffres officiels seront connus pour l'année 2021, le montant inscrit antérieurement puisse être adapté par le biais d'une modification budgétaire? Dans la négative, que pouvez-vous proposer? Je vous remercie.
09.02 Annelies Verlinden, ministre: Cher collègue, en effet, dans la circulaire PLP 60, qui reprend les orientations budgétaires pour les zones de police, il leur a été demandé de ne pas inclure, pour l'instant, les recettes du fonds dédié à la sécurité routière. Nous étions, lors de la rédaction de ladite circulaire, à la veille de la prise de mesures restrictives suite à la deuxième vague du COVID-19.
Sur la base des chiffres disponibles, nous avions constaté un impact énorme des mesures restrictives prises suite à la première vague sur les recettes de ce fonds. Pour vous donner une idée, en février, les amendes pénales s'élevaient encore à 11,5 millions d'euros; mais en avril, à moins de 500 000 euros. En avril et mai de l'année dernière, les recettes fédérales perçues par la justice s'élevaient au total à 30 millions d'euros; cette année, à peine 16 millions d'euros pour la même période.
Si ces tendances s'étaient poursuivies au cours des derniers mois de cette année, les recettes fédérales n'auraient pas été suffisantes pour transférer la première tranche de 101,5 millions d'euros aux zones de police locale en 2021.
J'ai eu, au début de cette semaine, une concertation avec les trois associations des villes et communes à ce sujet. J'ai alors également annoncé que, sur la base des chiffres du mois de novembre, nous pourrions donner d'éventuelles autres instructions.
Entre-temps, les chiffres sont disponibles. La baisse des recettes que nous avions observée au printemps ne s'observe actuellement pas en automne. C'est une bonne nouvelle.
Pour l'ensemble de l'année 2020, il y aura encore une énorme baisse des recettes fédérales, de près de 40 %; mais sur la base des derniers calculs, nous serons en mesure de transférer la première tranche aux zones de police locale.
Je ferai savoir, par l'intermédiaire des gouverneurs, que la circulaire PLP 60 peut être adaptée sur ce point et que les zones de police peuvent, comme chaque année, inclure dans leurs recettes un montant ne dépassant pas celui de l'année dernière. Je crois que c'est une bonne nouvelle pour les zones de police. Je vous remercie.
09.03 Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, c'est en effet une fort bonne nouvelle et je vous remercie pour votre réponse. Le versement de la subvention "sécurité routière" est indispensable aux zones de police pour équilibrer leur budget et pour leur permettre de mener leurs actions. Sans cela, les budgets seraient vraiment en déséquilibre et on ne peut décemment pas demander aux communes de pallier cette absence de recettes. Le fait de pouvoir inscrire, comme les années antérieures, le montant de la première tranche versée l'année précédente est vraiment une bonne nouvelle.
Je profite de mon intervention pour vous demander d'être attentive à la prolongation du financement des mesures de fin de carrière pour les membres du personnel de la police locale. Il s'agit, en d'autres mots, du subside fédéral NAPAP. C'est fort important également pour les zones de police.
La police a un rôle essentiel. Il est dès lors nécessaire de garantir son financement. Je sais que le sujet a déjà été abordé lors du débat relatif à votre politique générale. J'entends ici les mesures que vous avez prises, en concertation avec les gouverneurs. Encore une fois, merci beaucoup. En tant que bourgmestre et président d'une zone de police, je peux vous affirmer que les inquiétudes étaient grandes.
Het incident is gesloten.
10 Question de Khalil Aouasti à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "L'enquête du Forum des Jeunes sur les jeunes et la police" (55001180P)
10 Vraag van Khalil Aouasti aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De enquête van het Forum des Jeunes over jongeren en de politie" (55001180P)
10.01 Khalil Aouasti (PS): Madame la présidente, madame la ministre, permettez-moi, avant toute chose, de vous féliciter puisque c'est la première fois que je m'adresse à vous.
Madame la ministre, les crises exacerbent les difficultés et les relations entre les jeunes et la police ont de tout temps malheureusement été difficiles. L'année 2020 n'aura été qu'un révélateur. Cours annulés, loisirs restreints, interactions sociales réduites à néant, difficulté à obtenir ou à créer son emploi, voire à le conserver et donc à se projeter: notre jeunesse est particulièrement affectée par cette période de restriction.
La crise aura également mobilisé notre police chargée d'appliquer strictement les règles édictées. Il en est résulté que les interactions ont trop souvent pris la forme de contrôles et que les liens se sont trop souvent faits d'autorité.
À cette difficulté se sont ajoutées la visibilité et la publicité de certains comportements, de certains abus. Avec eux, la confiance disparaît et les liens nécessaires à toute cohésion se sont distendus.
Cette semaine, vous ne l'ignorez pas, un rapport compilant les réponses de 1 400 jeunes âgés de 16 à 30 ans nous est parvenu. Ce document d'utilité publique établit un paradoxe et offre une perspective. Un paradoxe parce que, alors même que la représentation de la police chez les jeunes est décrite avec lucidité comme un service de sécurité, un service de justice et un service à la population, ils qualifient ces services de justice et ces services à la population dans le cadre des relations par les mots "crainte" et "manque de respect". Il dresse également une perspective et offre une main tendue en formulant des propositions précises, à savoir une information suffisante par rapport à leurs droits, base de toute confiance, un respect dans les rapports quotidiens, une meilleure connaissance au travers d'initiatives innovantes, et une meilleure formation de nos agents de police, dès la formation initiale.
Madame la ministre, avez-vous pris connaissance de ce rapport? Pouvez-vous me dire si des échos de ces conclusions se retrouveront dans le Moniteur de la sécurité? Quelles mesures entendez-vous prendre en particulier en termes d'informations quant aux droits?
10.02 Annelies Verlinden, ministre: Madame la présidente, monsieur Aouasti, l'enquête menée par le Forum des Jeunes à laquelle vous vous référez s'insère bien dans ma politique en diverses matières et je salue d'ailleurs chaque initiative prise pour réduire la distance entre la jeunesse et la police.
En effet, la problématique de la perception des jeunes touche à beaucoup d'aspects de la gestion de la police. Même si la formation contient déjà des éléments très pointus afin de cibler ces problèmes de perception par les jeunes, je suis consciente que nous pouvons faire plus.
D'un côté, deux services de la police fédérale sont dédiés à l'intégrité et à la diversité. Ils ont pour mission de créer des trajets d'amélioration aussi bien sur le plan de l'intégrité que de la diversité. Il est d'ailleurs clair que la diversité de la police même et la formation de nos inspecteurs ont un grand effet sur la perception de la police dans la rue chez les jeunes. Ces services continueront, à ma demande, d'entreprendre des initiatives afin d'écouter les soucis exprimés par des groupes représentatifs comme le Forum des Jeunes.
De l'autre côté, les zones de police, qui s'inscrivent toutes dans le concept de la police orientée vers la communauté, mènent des projets concrets que je soutiens et encourage. Un exemple est le projet informatif Mag da? à Anvers qui vise à informer les jeunes si certains comportements par la police ou par les jeunes eux-mêmes sont autorisés ou pas.
Dans ma déclaration de politique, j'ai également souligné l'importance de la participation citoyenne et, dans ce cas-ci, de la médiation du quartier dans le but de rompre, de façon préventive, l'escalade des conflits. Dans ce sens, nous sommes en train d'initier un projet spécifiquement orienté vers les jeunes de Bruxelles. Conjointement avec le ministre Dalle en Flandre, responsable pour la Jeunesse, et la Communauté flamande, nous avons mis sur pied une collaboration entre les organisations de jeunesse bruxelloise et quelques zones de police bruxelloises, dont la zone Midi. Cette collaboration vise à entamer un projet pilote médié par des experts en la matière. J'insiste sur le fait que le projet prendra forme sur la base de l'input des organisations de jeunesse. Nous voulons écouter avant de voir comment nous pouvons y remédier ensemble. Sur la base de ce projet pilote entre autres, nous allons incorporer l'évaluation dans nos structures existantes qui aident à renforcer la formation, le recrutement, la diversité et l'intégrité.
Pour conclure, je souligne à nouveau l'importance de construire de bonnes relations entre la police et les citoyens, les jeunes en particulier. Ces missions ont été incorporées dans ma déclaration de politique sur la base de nos propres analyses mais également en écoutant les voix des partenaires externes comme le Forum des Jeunes. Je m'engage fermement à continuer sur cette voie et à explorer des pistes concrètes.
10.03 Khalil Aouasti (PS): Madame la ministre, Sartre dans Huis clos faisait dire à son personnage "l"enfer, c'est les autres". Autrement dit, la vie se ressent et se perçoit à travers les autres et l'image qu'ils nous renvoient. Ce ressenti, vous l'avez lu, est aujourd'hui malheureusement négatif.
S'il convient de déplorer les mauvais rapports entre jeunes et policiers et non de les condamner, il est de notre responsabilité de les améliorer. Je note votre intention, votre volonté d'entreprendre. Je note votre volonté de faire mieux, de faire plus et j'espère que les projets pilotes feront place à des ambitions structurelles. Une main vous est tendue. J'ose espérer qu'il y en aura une autre pour la saisir et co-construire l'avenir avec des jeunes qui ont exprimé, à travers leurs réponses, leur volonté d'être acteurs actifs des relations et de la société de demain.
Je vous remercie, madame la ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Fin des questions orales.
Projets de loi et propositions
11 Projet de loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (I) (1441/1-3)
- Projet de loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) (1442/1-4)
11 Wetsontwerp tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I) (1441/1-3)
- Wetsontwerp tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (1442/1-4)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
11.01 Joy Donné, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar het schriftelijk verslag voor beide wetsontwerpen.
11.02 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, het heeft weinig zin om de discussies die wij een half jaar geleden in de commissies hebben gevoerd vandaag over te doen. Wij hebben toen per koninklijk besluit laten weten of het een goed besluit was. Wij hebben juridisch-technische opmerkingen gemaakt, en vaak ook inhoudelijke opmerkingen, als wij het niet eens waren.
Wat de bekrachtiging van die hele reeks KB's vandaag betreft, kunnen wij ons stemgedrag verantwoorden door een onthouding, omdat er nu eenmaal goede en minder goede KB's bij waren. Een deel moest worden genomen, een ander deel zat net iets minder goed in elkaar.
Ik kan vandaag echter mijn wrang gevoel niet verhelen. Het is een bekrachtiging van KB's die in zeer bijzondere omstandigheden zijn genomen. U kent de situatie en de context. We hadden een volmachtenregering, een regering die eigenlijk maar één opdracht had, de aanpak van de coronacrisis. Die ene opdracht bleek achteraf, en ook al op dat moment zelf, een grandioze mislukking, vandaar mijn wrang gevoel.
Toen stonden wij met 10.000 doden aan de wereldtop. Ondertussen hebben wij een bijzondere covidcommissie opgestart om na te gaan wat daar is misgelopen. In die commissie hebben wij verscheidene experten gehoord. Richard Horton heeft daar letterlijk gezegd dat de meeste van de duizenden overlijdens tijdens de eerste golf vermeden hadden kunnen worden. Dat is zeer wrang. Het is niet de bedoeling om hier mijn volledige coronablunderboek voor te lezen, maar ik wil toch meegeven dat er heel hard geblunderd is. Het is dan ook met een zeer wrang gevoel dat wij vandaag over die KB's zullen stemmen.
11.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, normaal gezien ben ik absoluut geen voorstander van volmachten of bijzondere machten, maar uitzonderlijke omstandigheden vergen soms ook uitzonderlijke maatregelen. Een gezondheidscrisis zonder voorgaande sedert vele generaties, is een uitzonderlijke omstandigheid die uitzonderlijke maatregelen met bijzondere machten dan ook heeft gerechtvaardigd. Ze hebben gefunctioneerd in politiek niet evidente omstandigheden onder een regering in lopende zaken, gesteund door een minderheid van nauwelijks 38 Kamerzetels. In zulke extreem moeilijke omstandigheden kon regelgeving worden uitgevaardigd om de gezondheid van de mensen te trachten te garanderen, de veiligheid van de mensen te trachten te verzekeren en om de zorgsector te helpen. Ook gezinnen, ondernemingen en verenigingen werden geholpen. Dat was volgens mij een huzarenstuk en daarvoor dank ik dan ook de toenmalige regeringsleden, evenals de parlementsleden binnen de schoot van de bevoegde commissie over de partijgrenzen heen. Gelijklopend vonden er conflicten plaats in de regeringsformatie of de 'regerings-non-formatie', maar toch zijn de regering en parlementsleden erin geslaagd om die dingen op accurate wijze tot een goed einde te brengen.
Collega's, het is geen nutteloze oefening geweest, aangezien de huidige regering van diverse regels die toen bij koninklijk besluit werden uitgevaardigd gebruikmaakt in de huidige tweede golf waarmee wij geconfronteerd worden, overigens niet alleen in ons land, ook in andere landen. Misschien hebben we niet alles perfect gedaan, dat geven we toe, maar veel dingen zijn wel schitterend gebeurd en ook in andere landen is in moeilijke omstandigheden niet alles perfect gelopen. Het feit dat de huidige regering inspiratie vindt in een gedeelte van de toenmalige regelgeving, waarover wij in de komende dagen en weken stemmen, toont aan dat er toen ook goede inspanningen werden geleverd. Ik dank de toenmalige regering en de parlementsleden die in de schoot van de commissie zeer constructief hebben samengewerkt.
11.04 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, collega's, de PVDA stemde in maart als enige partij tegen de volmachtwet. De traditionele partijen hebben ons daar scheef voor bekeken maar als we het afgelegde traject bekijken, dan moeten we vaststellen dat onze bezwaren en onze vrees achteraf terecht bleken te zijn. Een groot deel van de werkende bevolking verloor immers snel het vertrouwen in de aanpak van de crisis. Het trieste hoogtepunt kwam toen de voormalige premier in het St-Pietersziekenhuis werd onthaald op een erehaag van haar toegekeerde ruggen van het zorgpersoneel. We hebben ook heel veel kritiek op de volmachten gehoord van het middenveld, een aantal grondwetspecialisten, de Liga voor de Mensenrechten en de vakbonden.
Wij hebben dan ook om verschillende redenen tegen de volmachtenwet gestemd. Ik zal ze hier nog even overlopen. Ten eerste was het opzet van de volmachten veel breder dan enkel en alleen ingrijpen in het domein van de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid. De regering heeft zich immers het recht voorbehouden om in te grijpen in heel wat andere domeinen, zowel het economische als het sociale en het juridische. Op die manier heeft ze het Parlement in al die domeinen volledig buitenspel gezet.
Ook de Raad van State had kritiek op die manier van werken want in een advies werd gesteld dat volmachten zeer duidelijk en nauwkeurig afgebakend en gedefinieerd moeten worden. In de praktijk hebben we echter gezien dat de regering de domeinen heeft afgebakend waarin ze niet zou ingrijpen, de omgekeerde logica dus.
Het Parlement
heeft trouwens getoond dat het zeer snel en efficiënt kan werken want ironisch
genoeg is de volmachtenwet zelf immers in drie dagen door het Parlement
gejaagd. Ook de heel belangrijke wet met betrekking tot de bankgarantie, de
financiële bazooka van toenmalig minister van Financiën De Croo, is heel snel
door het Parlement gejaagd. De Raad van State stelde nochtans dat volmachten
enkel in uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden gebruikt, op een moment
waarop de normale procedure het publieke belang in het gedrang zou brengen.
Wel, als we kijken hoe bepaalde wetten, waaronder de volmachtwet, tijdens de lockdown
wegens de coronacrisis tot stand zijn gekomen, dan blijkt dat we die volmachten
eigenlijk niet nodig hadden.
Niettegenstaande ons verzet tegen de volmachten hebben we uiteraard wel elke maatregel goed bekeken en onderzocht en hebben we uiteraard ook de koninklijke besluiten ondersteund die de gezondheid van de mensen, en meer bepaald de werkende bevolking, hebben beschermd. Toch werd het hele debat naar de achterkamers verhuisd in plaats van naar het Parlement. Die volmachten waren overbodig om deze crisis aan te pakken. Het klopt dat de regering-Wilmès op dat moment geen meerderheid had in het Parlement. Dat is net een reden te meer om het debat open te gooien. Het is geen argument om alles en petit comité te regelen.
De tweede reden waarom de PVDA-PTB de regering geen blanco cheque wil geven in al die domeinen is omdat wij vrezen dat de regering unilateraal ook een aantal asociale maatregelen zou nemen ten nadele van de werkende bevolking, zonder inspraak van of overleg met de sociale partners. Wij hebben op dat punt jammer genoeg ook gelijk gekregen. Een aantal maatregelen met betrekking tot de flexibilisering van de arbeidsmarkt die genomen is in deze crisistijd stond ook heel lang op het verlanglijstje van heel wat werkgeversorganisaties en van de rechtse partijen.
Op een bepaald moment werd in een koninklijk besluit de beslissing opgenomen om het aantal vrijwillige overuren tot 220 op te trekken. Ook werd beslist dat studentenarbeid ongelimiteerd kon worden toegepast in al die essentiële, kritieke sectoren. Voor gerichte maatregelen was misschien nog iets te zeggen geweest, maar het gold voor al die sectoren, dus voor twee derde van de werknemers. Dat heeft toch wel enorm zijn doel gemist. Dat zou in normale omstandigheden ook nooit gepasseerd zijn op het sociaal overleg. De vakbonden hebben zich daar altijd tegen verzet. Het is echter wel doorgevoerd. Niemand heeft mij tot nu toe kunnen uitleggen hoe die maatregel heeft bijgedragen aan de bestrijding van de gezondheidscrisis.
De regering kon ook niet echt ingrijpen om de werkende bevolking te beschermen. Denk maar aan de golf van gratis ontslagen omdat er een achterpoortje was gevonden in het koninklijk besluit dat de tijdelijke werkloosheid regelde. Dat achterpoortje was niet gesloten wegens de overmacht. Heel veel werkgevers hebben daar gebruik van gemaakt om mensen goedkoop te ontslaan en op werkloosheid te zetten. Toen is nagelaten om de verantwoordelijkheid te nemen om die fout bij koninklijk besluit recht te zetten. Heel veel mensen zijn op die manier gratis ontslagen.
Ondanks het krachtige instrument dat de regering in handen had, weigerde ze daadkrachtige maatregelen te treffen tegenover de bankensector. De mensen kregen immers wel uitstel van betaling, maar de uiterste betaaltermijn van de hypotheeklening bleef hetzelfde.
Bovendien kregen wij ook heel veel berichten op het terrein dat leners wel uitstel kregen, maar dat extra kosten in rekening werden gebracht om het uitstel te verlenen. Nochtans was de afspraak met de bankensector dat hij uitstel kon geven voor hypothecaire kredieten en voor ondernemingen in ruil voor een staatsgarantie voor nieuwe leningen.
Wij hebben op het terrein gezien dat een en ander voor grote ondernemingen vlot liep. Voor de kleine eigenaar van een huis of appartement verliep het veel moeilijker. Er werd dus met twee maten en twee gewichten gewerkt.
De meest bekende asociale maatregel was die voor de zorgsector; ik hoef u wellicht niet te herinneren aan de beelden van het zorgpersoneel. De regering besliste namelijk om via koninklijk besluit heel wat zorgkundigen en niet-gekwalificeerd personeel op te vorderen. Heel veel mensen, ook het personeel van de zorgsector zelf, waren daarmee niet tevreden. Had de regering op dat moment de vakbonden geraadpleegd of een minimum aan consultaties gedaan, dan had zij doorgehad dat zij het koninklijk besluit op dat moment niet meer hoefde te nemen. Gelukkig is onder druk van het zorgpersoneel het koninklijk besluit nadien ingetrokken.
Ten derde, er is bij de handhaving op democratisch vlak een aantal bedenkelijke zaken gebeurd. Er zijn vele duizenden GAS-boetes uitgeschreven voor inbreuken op de wetgeving, nog vooraleer een en ander juridisch was geregeld door de toenmalige minister van Justitie, die zelf ook toegaf dat ze op dat moment illegaal waren.
Recent toonden grondwetspecialisten zich nogmaals bezorgd over de disproportionele en ongrondwettelijke maatregelen die in de crisissfeer plots ook gangbaar zijn geworden. Denk maar aan de invoering van de avondklok door de burgemeester van Willebroek.
Niettemin hebben wij strenge coronamaatregelen altijd gesteund, zij het op voorwaarde dat zij grondwettelijk verankerd en democratisch geregeld zijn en proportioneel zijn.
Terwijl de burgers tienduizenden boetes kregen, die zij vaak direct moesten betalen, zagen wij ook dat heel wat ondernemingen die de coronarichtlijnen niet hadden gerespecteerd, ervanaf kwamen met een verwittiging en zelfs geen boete moesten betalen.
De sociale inspectie, die sowieso al onderbemand is, heeft in juli en augustus 2020 heel veel ondernemingen gecontroleerd. Het bleek dat zes op tien ondernemingen in gebreke waren. Bovendien zijn negen op tien ondernemingen die in gebreke waren, ervanaf gekomen met een schriftelijke waarschuwing.
Ook op dat vlak is er dus sprake van twee maten, twee gewichten.
PVDA heeft tegen de maatregelen gestemd, omdat ze de democratie overbodig inperken, de deur openzetten voor antisociale maatregelen en er in de handhaving van die maatregelen een hellend vlak op democratisch vlak ontstaat.
Wij willen net meer democratisch debat en betrokkenheid van de bevolking in plaats van alles in achterkamers met volmachten geregeld te zien. Laten wij vanaf nu een democratisch debat blijven voeren over de toekomstige aanpak van de crisis en over een heel belangrijke vraag die alsmaar prangender zal worden, namelijk hoe we de crisis zullen betalen. Wie zal de coronafactuur betalen? Ik kijk ernaar uit om dat debat binnenkort in het Parlement te kunnen voeren.
11.05 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, mon intervention sera assez brève. Prendre la parole maintenant, c'est surtout l'occasion de saluer une gestion de la crise sanitaire qui a pu rassembler, par-delà leurs divergences, les différents partis démocratiques.
Soyons clairs! Cela n'a pas toujours été facile. Je me souviens de ces réunions du kern élargi. Mais chacun a veillé à ce que les divergences ne mettent pas à mal l'essentiel, à savoir la gestion de la crise elle-même.
Sur le fond des différents arrêtés de pouvoirs spéciaux, il en est certains que nous avons, au cdH, refusé de valider, comme ceux sur le financement des hôpitaux ou sur les tests sérologiques. Mais notre opposition à ceux-ci était moins motivée par ce qu'ils contenaient que par ce qu'ils ne contenaient pas.
Il en est d'autres que nous avons validés à contrecœur, comme ceux sur la réquisition du personnel de soins ou sur la délégation de certains actes à du personnel non qualifié pour les poser. Je me suis d'ailleurs battu pour qu'ils soient retirés au plus vite. Je me réjouis que cela ait pu être le cas.
Mais vu la nature des deux projets de loi qui ne nous laissent d'autre choix que de confirmer les arrêtés ou de refuser de le faire, avec comme conséquence leur disparition rétroactive, et surtout considérant les conséquences qu'auraient un tel refus, nous voterons bien entendu, avec le sens des responsabilités collectives, en faveur de la confirmation de l'ensemble des arrêtés repris dans les deux projets de loi. Il y en a aussi beaucoup auxquels nous avons apporté notre adhésion - Maggie De Block s'en souviendra - lors des nombreux échanges que nous avons eus sur le sujet.
Ce que nous souhaitons avec ce vote favorable, c'est évidemment de ne pas ajouter, par un rejet, un chaos juridique au chaos sanitaire. Je pense que nous ne pouvons pas nous le permettre et que nous devons pouvoir, par rapport à ce qu'ont pu être nos aspirations personnelles ou nos positions partisanes sur certains dossiers, mettre l'intérêt général au-dessus de toute autre considération. Je vous remercie.
11.06 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, je serai bref et m'inspirerai de mon prédécesseur, M. Maxime Prévot.
Nécessité fait loi! La crise sanitaire et économique à laquelle nous continuons de faire face depuis le printemps nous imposait de soutenir des mesures aussi urgentes et nécessaires. Nous nous devons de souligner que ces mesures destinées à limiter l'impact sanitaire, mais aussi social et économique, étaient indispensables. Elles ont donc été prises très rapidement.
Il est vrai que les discussions dans ce fameux kern élargi n'étaient pas toujours aisées. Les dix formations qui ont participé à l'exercice ont parfois dû "mordre sur leur chique" et accepter ou négocier des arrêtés qui n'allaient peut-être pas tout à fait dans le sens de ce qu'elles auraient voulu; elles ont dû se battre pour que certains arrêtés soient retirés – je pense à celui qui portait sur la réquisition du personnel hospitalier. Il reste qu'en définitive, si les deux projets de loi confirmant les arrêtés royaux de pouvoirs spéciaux n'étaient pas adoptés par le Parlement, ce serait l'ensemble des mesures prises pendant la première phase de l'épidémie qui devraient être considérées comme n'ayant jamais existé. On comprend aisément qu'il s'agit d'une hypothèse qui ne peut être envisagée.
Par conséquent, bien que mon groupe n'ait pas été particulièrement enthousiasmé par le contenu de certains arrêtés de pouvoirs spéciaux –, notamment le texte relatif aux sanctions administratives communales (SAC) –, nous soutiendrons les deux projets de loi portant confirmation des mesures prises pendant la première vague de l'épidémie. En effet, l'intérêt général doit primer. Je vous remercie de votre attention.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1441. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (1441/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 1441. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1441/3)
Le projet de
loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1442. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (1442/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 1442. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1442/4)
Le projet de loi compte 34 articles.
Het wetsontwerp telt 34 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 34 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 34 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue de limiter l'émission de référence-CO2 (904/1-10)
12 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ter begrenzing van de referentie-CO2-uitstoot (904/1-10)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Dieter
Vanbesien, Kristof Calvo, Séverine de Laveleye, Kim Buyst, Julie Chanson,
Barbara Creemers, Laurence Hennuy.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is de heer
Joris Vandenbroucke. Il
se réfère à son rapport écrit.
12.01 Joy Donné (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik begin met een positieve noot. Het wetsvoorstel van de heer Vanbesien en anderen, zoals het nu na amendering voorligt, voorziet gelukkig niet meer in een retroactiviteit voor 2020, zodat de belasting op een bedrijfswagen in ieder geval niet meer zal stijgen, als kerstgeschenk, maar dat is ook het enige goede nieuws dat wij kunnen melden.
De indieners van
het voorstel stellen dat men niet wil dat de stijging van de gemiddelde CO2-uitstoot
van nieuwe wagens zou leiden tot een belastingverlaging. Ten eerste vind ik het
vreemd dat de indieners per se willen vermijden dat de belastingen op een
bedrijfswagen zouden dalen. De wetgever heeft ervoor gekozen om het voordeel
van alle aard van een individuele wagen te berekenen ten opzichte van de
gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuwe ingeschreven wagens in de
referentieperiode van het jaar voordien. Op die manier wil de wetgever juist
vermijden dat door de technische evolutie zoals bij de fiscale PK's de
belastbare grondslag wordt uitgehold. De gemiddelde CO2-uitstoot van
de nieuwe inschrijving kan jaar op jaar gelijk blijven, stijgen of dalen.
Doorgaans zal het gemiddelde dalen, maar toevallig steeg in 2019 en 2020 de
referentie-CO2-uitstoot lichtjes doordat mensen meer benzinewagens
en SUV's hebben gekocht.
De gebruikers van
een bedrijfswagen zouden volgens de indieners niet gerekend hebben op een
verlaging. Dat is de redenering. Diezelfde gebruikers hebben er echter evenmin
op gerekend dat zij hun salariswagen tijdens de lockdown in het voorjaar
gedurende acht weken niet konden gebruiken, terwijl zij wel de belasting verder
bleven betalen. De poetshulp, de mensen van het Wit-Gele Kruis, de
zelfstandigen, de ondernemers en honderdduizenden andere mensen met een
salariswagen zullen zo'n redenering heel graag horen. De redenering is ook niet
consequent, tenzij men natuurlijk vindt dat de belastingen altijd alleen maar
mogen stijgen of hooguit gelijk blijven. Dat is namelijk wat dit wetsvoorstel
juist doet.
Ten tweede stijgt
de belasting op bedrijfswagens sowieso vanaf 2021, met of zonder dit
wetsvoorstel. Dat verandert er niets aan. De referentiecoëfficiënt zal immers
opnieuw dalen door de verdere elektrificatie van de automarkt. Als nieuwe
waarde wordt door de autosector 102 gram per kilometer voor dieselwagens
en 84 gram per kilometer voor benzinewagens vooruitgeschoven. Dit
wetsvoorstel verandert daar niets aan.
Dit betreft
uiteindelijk een stijging van de belastingen van gemiddeld 300 euro per
jaar voor wie een bedrijfswagen heeft, maar daar stopt het niet. Volgend jaar
zal er, zonder aanpassing voor de nieuw gehomologeerde modellen die alleen nog
over de nieuwe berekeningsmethode WLTP beschikken, daarnaast nog eens een
belastingverhoging van 300 euro per jaar bijkomen.
Die methode levert immers gemiddeld zo'n 30 gram meer CO2-uitstoot per kilometer op in vergelijking met de oude methode. Dat betekent dus dat de belasting op bedrijfswagens de volgende twee jaar zeker met gemiddeld 600 euro zal stijgen.
De Vlaamse regering heeft dat heel anders aangepakt: zij past de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling aan via het programmadecreet zodat de hogere WLTP-waarden niet leiden tot een globale belastingverhoging. Ik betreur dan ook dat de paars-groene ploeg niets aan die belastingverhoging doet, maar, in tegendeel, haar energie steekt in het verstrengen van de berekeningswijze van deze belasting door wettelijk vast te leggen dat de referentievoet in de toekomst niet meer kan stijgen.
In die zin kan ik het wetsvoorstel dan ook alleen maar zien in de bredere tendens van deze regering waarbij de belastingen sluipenderwijs worden verhoogd, zonder dat die verhogingen worden ingebed in een bredere hervorming van de fiscaliteit en een shift zou worden gerealiseerd naar minder belastingen voor wie werkt, spaart of onderneemt.
12.02 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, ongeveer een jaar geleden wees ik op een bepaald ongewenst neveneffect van de wet op de salariswagens. Ergens in december 2019 stelde ik in de plenaire vergadering de vraag aan toenmalig minister van Financiën De Croo of hij het met mij eens was dat dit een ongewenst neveneffect is. Hij antwoordde daarop dat dit inderdaad zo was. Een van de parameters die worden gebruikt om de belasting op de salariswagens te berekenen, is namelijk de referentie-CO2-uitstoot, die staat voor de gemiddelde CO2-uitstoot van alle nieuwe wagens die het jaar voordien werden verkocht. De wetgever ging er toen die wet werd opgesteld van uit dat de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe wagens jaar na jaar zou dalen door de technologische vooruitgang.
Zowel in 2019 als in 2020 is de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe wagens echter gestegen. Dat was onverwacht, maar dat komt doordat – de heer Donné heeft er al naar verwezen – in België de voorbije jaren vaker zware wagens van het type SUV, die een grotere uitstoot hebben, worden gekocht. Ik ben het er echter niet mee eens dat u verwijst naar de zogenaamde ontdieseling, mijnheer Donné. Er zijn de voorbije jaren campagnes geweest om mensen aan te sporen een benzinewagen aan te schaffen in plaats van een dieselwagen. Een benzinewagen is wel veel voordeliger wat de uitstoot van fijnstof betreft, maar heeft een hogere CO2-uitstoot.
Deze parameter waarover het hier gaat, wordt dubbel berekend. Er is de parameter voor de dieselwagens en er is de parameter voor de benzinewagens. Het feit dat er een shift is van diesel naar benzine, heeft geen impact op deze parameter. Dit betekent dat er zowel binnen de benzinewagens als de dieselwagens een tendens is om grotere, zwaardere wagens aan te kopen.
Het effect daarvan is dat zowel in 2019 als in 2020 het belastingvoordeel dat een salariswagen toch al heeft, nog groter wordt. Dat is uiteraard een ongewenst effect, omdat de CO2-uitstoot groter wordt en dat wordt beloond door een groter belastingvoordeel. Dat is omgekeerd sturende fiscaliteit, dat is precies het tegenovergestelde van wat we eigenlijk willen. Daarom is er dit wetsvoorstel, om ervoor te zorgen dat dit niet meer kan gebeuren, dat deze specifieke parameter in de toekomst niet meer kan stijgen. Dit is dus de reparatie van een ongewenst neveneffect in de bestaande wet. Het heeft zijn tijd geduurd. We zijn een jaar later. De commissie voor Financiën staat er niet om bekend om wetsvoorstellen vlot af te werken, maar uiteindelijk zijn we er toch geraakt.
Mijnheer Donné, ik zou het nog even willen hebben over uw bewering inzake de belastingverhoging. Het zou u sieren als u zou stoppen met onwaarheden te verspreiden, zoals u in de sociale media hebt gedaan.
Deze parameter werd in 2020 niet aangepast. Dat is niet gebeurd. Er is dus geen impact geweest op de belasting. In 2021 gaat de parameter vanzelf naar beneden, dus zal dit mechanisme in 2021 niet worden geactiveerd. Als het in de toekomst toch zou worden geactiveerd, dan gaat het niet om een belastingverhoging, maar om het verhinderen van een belastingverlaging omwille van meer CO2-uitstoot. Een belasting moet ook sturend zijn en die willen we dan ook in de juiste richting sturen, niet in de omgekeerde richting. Ik vermoed dat het Vlaams Belang straks dezelfde onzin zal uitkramen.
In alle geval, beste collega's, ben ik blij dat we uiteindelijk grote steun hebben gekregen voor dit voorstel. Ik ben blij dat we vandaag deze anomalie eindelijk kunnen wegwerken.
12.03 Joy Donné (N-VA): Mijnheer Vanbesien, het zou u sieren als u naar mijn uiteenzetting luistert en niet iets afleest wat u op voorhand hebt opgesteld. Ik heb op geen enkel ogenblik in mijn uiteenzetting gezegd – u mag ze komen lezen – dat het wetsvoorstel de belastingen verhoogt. Ik heb zelfs gezegd dat uw wetsvoorstel geen enkel verschil uitmaakt voor de hoogte van de belasting. Dat staat hier letterlijk in. Ik heb dat zelfs tot twee keer toe gezegd.
Wat ik wel heb gezegd, is dat u niet van de gelegenheid hebt gebruikgemaakt om iets te doen aan de belastingverhoging die er sowieso zal zijn. Ik heb gezegd dat u niets doet, zoals de Vlaamse regering dat wel doet, aan de gemiddeld 600 euro belastingverhoging per bedrijfswagengebruiker.
Ik stel voor dat u de volgende keer goed luistert naar wat ik zeg en dat u niet voortgaat op iets wat ik eerder in een interventie heb gezegd.
Tot slot, "onzin"? Wij hebben het de laatste tijd veel over nieuwe politieke cultuur gehad. Misschien moet de nuance en het respect die de oppositie wel aan de meerderheid geeft ook eens in omgekeerde richting worden gebruikt?
12.04 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mijnheer Donné, ik heb verwezen naar de boodschappen die u vorige week via uw sociale media hebt gelanceerd. Daarin hebt u gezegd dat dit voorstel tot gevolg heeft dat in 2021 de belasting wordt verhoogd. Dat is niet waar. Ik kan dat alleen maar bestempelen als onzin. Als u liever het woord "onwaarheid" hoort, zal ik dat gebruiken.
12.05 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer Vanbesien, u kunt mij verwijten hier onzin te vertellen, maar volgens mij moet u dan wel Madame Blanche zijn, want ik heb hier nog niet eens iets gezegd en u trekt al conclusies. Ik kan daaruit alleen maar concluderen dat u doof bent voor elk debat in het Parlement.
Voor het Vlaams Belang mogen er geen heilige huisjes zijn. Alles kan en mag ter discussie worden gesteld, maar laat vooral één zaak duidelijk zijn, het Vlaams Belang staat voor een eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit. Wat ik in onderhavig wetsvoorstel vaststel, is de ongebreidelde afgunst voor bedrijfswagens, waarbij de groenen opnieuw een kans hebben geroken, nu ze eenmaal aan de knoppen zitten.
De indieners gaan initieel uit van een fiscale onrechtvaardigheid, zoals zij dat noemen, maar ik sta niet voor de bakfietsmaatschappij, waar de groenen wel voor staan. Wat mij in heel het debat stoort, is dat ook heel vaak de term salariswagens wordt gebruikt en niet bedrijfswagens. Alles wordt op een hoopje gegooid. Dat is onterecht, want sommige werknemers hebben nu eenmaal een wagen nodig voor de uitoefening van hun job. Ik denk daarbij onder andere aan vertegenwoordigers en ingenieurs die projecten moeten opstarten en opvolgen.
Het lijkt mij niet meer dan logisch dat het waardevoordeel voor privégebruik wordt belast, maar de wetgever moet toch ernstig nadenken. Een aantal jaar geleden werden de accijnzen op diesel verhoogd en die op benzine verlaagd om dieselrijders te ontmoedigen en consumenten aan te sporen meer benzinewagens te kopen. Dat zorgde echter voor meer benzinerijders en dus een stijging van de gemiddelde uitstoot, ook al is er een verschil tussen diesel en benzine in het waardevoordeel.
Dat de referentiecijfers voor uitstoot zouden stijgen, lijkt ons heel logisch. Het probleem schuilt wellicht – en de collega heeft er daarnet ook naar verwezen – in de nieuwe WLTP-norm, die resulteert in een hogere gemiddelde CO2-uitstoot.
Vanaf 1 januari 2021 zal er bij de vaststelling van het belastbaar voordeel alle aard rekening kunnen worden gehouden met ofwel de NEDC-CO2-waarde, die van toepassing is als de wagen alleen nog maar een NEDC-waarde heeft, wat geldt voor de iets oudere wagens, ofwel met de WLTP-CO2-waarde, als die bekend is, wat de facto betekent dat er een hogere CO2 zal zijn, ofwel met een van beide als beide waarden bekend zijn.
Op zich lijkt daar wel wat voor te zeggen, maar door de WLTP-norm zal de fiscale aftrekbaarheid ook al dalen in de vennootschapsbelasting. Daarmee passeert de fiscus eigenlijk twee keer langs de kassa.
De WLTP-regelgeving, die er onder meer kwam in de nasleep van de affaire met de sjoemelsoftware in wagens, heeft ervoor gezorgd dat de CO2-waarden correcter worden berekend. Dat heeft wel geresulteerd in een stijging van de gemiddelde CO2-waarden en dat zal uiteindelijk ook worden weerspiegeld in de referentie-uitstoot.
Wie een correcte weergave van de CO2 wil, moet ook maar zo correct zijn om de referentie-uitstoot aan de realiteit aan te passen. Als dat niet gebeurt, eet men eigenlijk van twee walletjes. Als die daalt, waar het in het voorliggend wetsvoorstel op neerkomt, bent u de eerste om de regelgeving aan te passen, zodat werknemers meer belastingen zullen betalen. Zodra echter de referentie-uitstoot stijgt, kijkt u omhoog, hebt u niets gezien en blijft alles bij het oude. Mijnheer Vanbesien, dat noem ik nu onrechtvaardig.
Hoe hoger de referentie-uitstoot, hoe kleiner het waardevoordeel wordt voor de werknemer, wat een lagere belasting zou impliceren. Door die norm te blokkeren, wil men ervoor zorgen dat het voordeel alle aard uiteindelijk niet kan dalen.
Naar onze mening kan een referentie-uitstoot niet als iets lucratiefs beschouwd worden. Het is pas een referentie als de realiteit er effectief in wordt weerspiegeld. Door een bodem vast te stellen, wordt de realiteit heel duidelijk aangetast. De overheid zou veel beter de nodige maatregelen nemen opdat de bedrijven op een betaalbare manier – ik beklemtoon de noodzaak van de betaalbaarheid – een omslag naar schonere auto's kunnen maken.
Met dit wetsvoorstel zal men uiteindelijk zowel de bedrijven extra belasten door de verdere inperking van de aftrekbaarheid als raken aan de portemonnee van de werknemer.
Men moet stoppen de illusie te wekken dat elk bedrijfswagen een salariswagen is.
Collega's, een voordeel van alle aard is uiteindelijk gebaseerd op twee zaken, enerzijds de CO2-uitstoot en, anderzijds, de cataloguswaarde. Auto's worden sowieso al duurder, waardoor het belastbaar voordeel verder stijgt. Voor identiek dezelfde wagen betaalt men voortaan met de WLTP een pak meer dan het equivalent van de NEDC.
Collega's, ik pleit ervoor het hele kader in zijn geheel te bekijken. Het uitgangspunt was hier niet correct. Dat heb ik daarjuist ook gezegd. Dit wetsvoorstel komt de facto neer op een belastingverhoging van de werknemer omdat de regels in 2021 sowieso zullen worden aangepast met de nieuwe WLTP-regelgeving.
Daarom kunnen wij dit wetsvoorstel niet steunen.
12.06 Steven Matheï (CD&V): Mevrouw de voorzitster, er is al veel gezegd over het mechanisme en over het feit dat wanneer bedrijfswagens privé gebruikt kunnen worden, de gebruikers ervan ook belast kunnen worden voor dat privégebruik, op een voordeel van alle aard. Dat voordeel van alle aard is dan gekoppeld aan onder andere de gemiddelde CO2-uitstoot.
De gedachte achter die koppeling was in het verleden inderdaad dat de gemiddelde CO2-uitstoot door het beter worden van de wagens zou dalen.
Zoals collega Vanbesien heeft toegelicht, is er in 2019 en 2020 iets gebeurd wat niet verwacht was, namelijk een stijging van de gemiddelde CO2-uitstoot, waardoor er ineens een fiscaal gunstiger regime tot stand kwam, namelijk dat het voordeel van alle aard groter was.
Wat dit wetsvoorstel doet, is niet teruggrijpen naar het verleden. Het grijpt niet terug naar 2019 of 2020. Er worden geen corrigerende fiches opgemaakt of wat dan ook. Daar blijft alles bij het oude. Wat dit wetsvoorstel wel doet, is kijken naar de toekomst. Men wil vermijden dat hetzelfde effect zich nog eens voordoet.
Dan gaat het helemaal niet om een afgunst ten opzichte van bedrijfswagens maar om een ander soort logica. Als de CO2-uitstoot stijgt, is het in deze tijd niet logisch dat daar een extra belastingvoordeel aan gekoppeld is.
Het is dus inderdaad een wetsvoorstel dat niet meer doet dan een einde maken aan dat ongewenste neveneffect, maar dan op een realistische manier: door enkel te kijken naar de toekomst.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (904/10)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (904/10)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Projet de loi relatif aux bénéficiaires de l'accord sur le retrait du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord de l'Union européenne et de la Communauté européenne de l'énergie atomique (1644/1-3)
13 Wetsontwerp betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1644/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Hervé Rigot, rapporteur, se réfère à son rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1644/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1644/3)
Le projet de loi compte 7 articles.
Het wetsontwerp telt 7 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants, concernant les pétitions (1044/1-5)
- Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne les pétitions (1062/1-2)
14 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, wat betreft de verzoekschriften (1044/1-5)
- Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers met betrekking tot de verzoekschriften (1062/1-2)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 1044:Sophie
De Wit, Kristof Calvo
- 1062:
Raoul Hedebouw, Peter Mertens, Marco Van Hees, Nadia Moscufo, Maria
Vindevoghel, Roberto D'Amico.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De rapporteur is
mevrouw Barbara Pas. Wenst u het woord, mevrouw Pas?
14.01 Barbara Pas, rapporteur: Ik verwijs naar het schriftelijke verslag, mevrouw de voorzitster.
14.02 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je souhaite intervenir sur cette proposition qui sera votée aujourd'hui parce qu'elle marque la fin d'un long processus. Nous avons commencé ce travail sous la dernière législature. C'est un aboutissement tout à fait positif. Nous ouvrons enfin les portes et les fenêtres du Parlement fédéral. En tant qu'écologistes, cela nous réjouit. Nous sommes très attachés à toutes les formules de participation citoyenne, à ce qui peut faire rentrer des citoyens dans le Parlement pour qu'ils participent. Aujourd'hui, ils peuvent suivre les travaux par vidéo, et venir en commission parlementaire pour écouter. Nous avons toujours plaidé, depuis longtemps, pour qu'ils puissent participer, avec les élus, aux discussions.
L'initiative que nous allons voter aujourd'hui est un premier pas qui va permettre à des citoyens de venir concrètement en commission parlementaire présenter un projet pour lequel ils auront réussi à récolter au minimum 25 000 signatures sur l'ensemble du pays. C'est un grand pas vers une démocratie plus participative, qui rapproche le citoyen des décisions politiques. Cela se fait au niveau local et au niveau régional. Des initiatives très intéressantes ont lieu aujourd'hui en Communauté germanophone, et à Bruxelles, avec des citoyens qui vont les co-créer, y participer, et même les voter en commission parlementaire avec des élus.
Avoir les deux est vraiment une richesse: des élus et des citoyens tirés au sort. Ici nous faisons un premier pas. Des citoyens pourront venir présenter une proposition devant une commission parlementaire. Ce n'était pas possible jusqu'à présent. C'est extrêmement positif. Ce midi, une présentation de l'ensemble de la plate-forme a eu lieu. C'est important de communiquer cela vers l'extérieur, et de montrer à nos concitoyens que c'est possible. On peut s'inscrire. Vous l'avez montré ce matin, madame la présidente, avec d'autres collègues. On peut s'inscrire et récolter les signatures de manière électronique.
J'espère que l'année prochaine, quand nous serons sortis de la crise sanitaire, et j'espère que ce sera le plus rapidement possible, on pourra accueillir des citoyens en commission parlementaire, pour débattre avec eux, et échanger sur des textes qu'ils vont nous soumettre à nous, élus. Nous pourrons ainsi avancer ensemble vers des améliorations sur des sujets majeurs. Je pense au défi climatique, mais cela peut porter sur le fonctionnement de nos institutions, la protection sociale ou le redéploiement économique. Les sujets peuvent être divers et variés; mais je rêve que, d'ici fin 2021, on ait pu, en commission parlementaire, avoir accueilli des citoyens et avoir débattu avec eux. C'est une avancée importante que le Parlement effectue aujourd'hui.
14.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, ik vind het een zeer goede zaak dat er meer burgerparticipatie is. Dat is iets waar wij reeds lang vragende partij voor zijn. Ik herinner mij hoe deze discussie tot stand kwam in de werkgroep Politieke Vernieuwing tijdens de vorige legislatuur.
Ik moet echter een grote maar verbinden aan deze uitwerking. De wet werd vorig jaar goedgekeurd en dit is de vertaling ervan in ons Reglement zodat het eindelijk kan toegepast worden. Met betrekking tot die grote maar had ik op het oorspronkelijke wetsvoorstel amendementen ingediend, maar deze hebben het niet gehaald. De grote maar zit in de wet en in het Reglement. De collega zei daarnet – en zijn collega Calvo schreef het zeer enthousiast ook zo – dat de ramen en deuren van onze instelling worden opengegooid.
Voor een heel aantal zaken is dat zo, maar men vergeet erbij te vermelden dat men meteen wel een belangrijke rem heeft ingebouwd. Terwijl het juist de bedoeling is dat de burgers, door 25.000 handtekeningen te verzamelen, zonder taboes elk thema bespreekbaar zouden moeten kunnen maken in dit Parlement, bouwt men tegelijkertijd een grendel in, een communautaire grendel, want die 25.000 handtekeningen moeten een bepaalde verdeelsleutel volgen. De petitie moet ondertekend worden door minstens 8.000 inwoners van het Waals Gewest, minstens 2.500 Brusselaars en minstens 14.000 Vlamingen.
Ik vraag mij af, en ik denk dat ik het antwoord reeds ken, waarom die grendel is ingebouwd. De beide delen van dit land stemmen anders. Dat ziet men aan de verkiezingsuitslagen. Er zijn zaken waar wij een totaal andere kant uit willen. Stel dat 25.000 Vlamingen zeggen dat ze in de Kamer toch eens graag de discussie willen openen over de splitsing van de sociale zekerheid. Of stel dat 25.000 Vlamingen op de agenda zouden willen zetten dat de excellenties in deze Kamer perfect tweetalig moeten zijn, dat alle excellenties ook het Nederlands perfect machtig zouden moeten zijn. Of stel dat het thema met betrekking tot de voorbereiding van een Vlaamse onafhankelijkheid op tafel wil gelegd worden door heel wat mensen. Het is dan uiteraard niet evident om daarvoor in Brussel en Wallonië aan dat aantal stemmen te komen.
Het is dus met enige teleurstelling dat ik vaststel dat er in die idyllische ontmoetingsplaats geen plaats zal zijn voor de klassieke Vlaamse eisen. Dat geldt uiteraard ook in omgekeerde richting. Door deze grendel mis ik die inclusiviteit toch.
Wat mij dan weer wel positief stemt is het feit dat men de mosterd in Europa gehaald heeft. Daar vereist het systeem 100.000 handtekeningen uit minstens zeven lidstaten om met petities een en ander aan de agenda te kunnen zetten. Dat stemt mij hoopvol, niet omdat ik aan die Europese Unie een groot voorbeeld wil nemen maar wel omdat men België blijkbaar toch ziet als een soort Europese Unie in het klein als men daar de mosterd haalt. Die unie is nu eenmaal een samenwerkingsverband tussen soevereine staten. Er is dus nog hoop.
Mevrouw de voorzitster, ik zal het hierbij laten. Het is een goede zaak dat er eindelijk meer burgerparticipatie komt maar we hebben kansen gemist. In mijn ogen zouden er absoluut geen grendels en belemmeringen mogen zijn, men zou geen onderscheid mogen maken tussen Waalse, Brusselse of Vlaamse handtekeningen. Dat is ook de reden waarom mijn fractie zich bij de stemming zal onthouden.
14.04 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Chers collègues, je ne vais pas vous cacher ma déception. Mon groupe et moi-même nous étions réjouis de la participation citoyenne. Enfin, on allait ouvrir les fenêtres! Enfin, on va vraiment permettre aux citoyens de prendre une place dans la démocratie participative qui ne se résume pas aux élections une fois toutes les années.
Quand j'entends des collègues dire qu'on ouvre la fenêtre, j'ai l'impression qu'on a très vite mis un petit bloque-fenêtre, ce petit outil qu'on claque pour être sûr qu'il n'y ait que trois ou quatre centimètres d'ouverture. J'ai vraiment senti dans tous les débats parlementaires à quel point, très vite, le stress est monté à l'idée de se dire: "Que va-t-on faire avec tous ces citoyens qui vont débarquer ici? Ils vont parler des heures et des heures. Cela va être incontrôlé et incontrôlable. Notre travail de parlementaires va être mis en difficulté."
Je lis dans le rapport mais je ne vais pas citer le parti parce qu'il n'y a pas de raison de pointer du doigt un parti en particulier: "Le citoyen doit, en effet, être entendu et la confiance doit être rétablie mais le rôle du législateur doit être assumé par le législateur. En outre, il convient d'éviter que les commissions ne puissent plus bien fonctionner en raison" – chers collègues, écoutez bien! – "d'une accumulation d'initiatives citoyennes qui deviendraient" – là c'est vraiment le danger ultime – "des lois citoyennes qui seraient renvoyées en commission sur la base du souhait des auteurs". C'est terrifiant. Quand on lit le rapport, on se demande quel est ce danger qui va nous arriver.
Ik vind de Nederlandse vertaling ook echt wel goed, ik citeer: "De burger moet inderdaad gehoord worden en het vertrouwen dient hersteld, maar de rol van de wetgever moet door de wetgever opgenomen worden. Bovendien dient te worden vermeden dat de commissies moeilijker kunnen functioneren omdat ze overbelast raken door burgerinitiatieven die zelfs burgerwetten zouden worden en naar de commissies zouden worden verwezen op basis van de wens van de indieners." Men voelt in het parlementair debat dat de deur slechts op een heel klein kiertje mag worden gezet.
Le débat n'est pas du tout abstrait. Il est même très technique. La première question a trait à la question de savoir s'il fallait prévoir une limitation du temps de parole.
Chers collègues, il n'y a pas de limitation de temps de parole pour les députés et Dieu sait que certains en abusent et en abusent! Ce ne sont pourtant pas toujours les plus passionnants. Mais je ne suis pas là pour juger. Je dis juste que la question de la durée du temps de parole n'est pas un problème dans ce Parlement.
Pourquoi le droit des parlementaires à parler pendant des heures et des heures lors de l'examen d'une proposition de loi ne pose pas de problème alors qu'on limite le temps de parole des citoyens en le réduisant à un maximum de dix minutes. Pourquoi? De quoi avez-vous peur? Les gens vont venir ici pour participer à la démocratie, expliquer leur point de vue, donner des exemples. Ils vont même peut-être venir à trois ou quatre. Accrochez-vous bien! Imaginez-vous le désastre! Tous les trois ou quatre vont même peut-être s'exprimer. Que craignez-vous? Où se situe le problème?
Ouvrons la porte! Laissons entrer de l'air frais! On en a besoin ici où pas une fenêtre n'est ouverte sur le monde! Un peu d'air frais nous aurait fait du bien!
J'en arrive ainsi au deuxième élément que je souhaite évoquer. Une voix citoyenne, c'est génial! En quoi soumettre à ce Parlement des lois rédigées par les citoyens pourrait constituer un problème? Si vous n'êtes pas d'accord avec une proposition, votez contre ou abstenez-vous! Vous pouvez également voter pour. Il n'y a pas de problème. Qu'est-ce qui explique ce stress? Pourquoi faut-il à tout prix raccrocher ces initiatives citoyennes à des propositions de loi écrites par messieurs et mesdames les députés pour qu'ils puissent dire dans la presse qu'ils ont introduit la proposition de loi, qu'ils sont d'accord avec les citoyens. Non! Permettez aux citoyens d'introduire eux-mêmes des lois et de les expliquer eux-mêmes ici avant que vous ne les votiez! C'est cela ouvrir les fenêtres, apporter un peu d'air frais! Cela ferait du bien! Cela fait 150 ans qu'on n'a pas d'air frais ici!
Je ne comprends pas pourquoi on cadenasse cette chance historique d'avoir une loi d'initiative citoyenne.
On pourrait prévoir un petit bloc-fenêtre de trois ou quatre centimètres!
Et ce n'est pas de la théorie. La première loi d'initiative citoyenne a déjà été introduite.
Er werden 180.000 handtekeningen verzameld tot indiening van een
burgerwetsvoorstel inzake een minimumpensioen van 1.500 euro netto. Dat is
een zeer concreet debat: netto, bruto, wat komt er in 2024. Daarvoor werden
180.000 handtekeningen verzameld. Hoe lang wachten wij al om dit debat in
het Parlement te voeren? Negen maanden wachten wij al.
Als ik dan
in de commissie vraag hoe het daarmee zit, krijg ik als antwoord: we zijn nog
aan het uitpluizen of die handtekeningen wel echt zijn. Er zijn
25.000 handtekeningen nodig en er waren er 180.000. Ik begrijp echt niet
wat het probleem is.
Ik heb in de
commissie ook gepleit voor spreekrecht voor de burger. Mensen willen zichzelf
niet uren en uren horen spreken zoals parlementsleden. Zij zullen wel een
zekere limiet hanteren.
Laat ook toe
dat een burgerwet hier autonoom ter stemming kan voorliggen, zonder een
wetsvoorstel van een parlementslid. Ik denk echt dat dit geen probleem is. Dan
kan iedereen er gewoon over stemmen zoals men wil.
Dit zijn
voor mij de twee grote problemen met een dergelijk initiatief, wat maakt dat
het geen goed initiatief is. Men zit op de handrem voor burgerinitiatieven en
dat is geen goed signaal aan de burgers.
14.05 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, dans un autre registre, même s'il est toujours appréciable et agréable d'entendre M. Hedebouw – indépendamment de la forme et de l'emphase qu'il y met –, on peut considérer que, sur le fond, ce qui nous est proposé aujourd'hui constitue un pas dans la bonne direction, qu'il convient de saluer. C'est ce que je comptais faire. Cela dit, il ne faut pas le présenter comme le trophée du siècle, puisque des améliorations devront encore y être apportées.
Toujours est-il que nous sommes satisfaits de voir davantage se concrétiser l'initiative citoyenne consacrée par la loi du 2 mai 2019 issue du travail sur le renouveau politique. Cette proposition de modification du Règlement de la Chambre vise à exécuter la loi susnommée relative aux pétitions adressées à la Chambre des représentants. Ce texte issu du travail de renouveau politique auquel nous avons participé a transformé le droit de pétition en une initiative citoyenne à part entière, afin que les citoyens puissent inscrire les thèmes à l'ordre du jour politique, en conférant aux pétitionnaires le droit d'être entendus par la Chambre selon les modalités déterminées par son Règlement.
La proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants vise donc à définir ces modalités. La loi constitue un pas intéressant, dans le sens d'une démocratie plus participative. C'est seulement une étape, mais il vaut mieux marcher pas à pas, que de se précipiter au risque de trébucher et de chuter. En tout cas, une telle démarche nous paraît d'autant plus utile qu'elle vise à mieux articuler la démocratie participative, à laquelle nous restons attachés, avec la démocratie parlementaire, qui reste aussi un pilier essentiel de l'État de droit. De la sorte, l'une pourra nourrir, enrichir, voire bousculer l'autre. Nous nous en étions déjà réjouis.
Nous sommes également satisfaits que le Règlement de la Chambre puisse à présent être modifié pour concrétiser cette avancée que représente la loi du 2 mai 2019. Je ne serai pas plus long, madame la présidente, pour saluer ce progrès sur lequel les autorités de la Chambre ont déjà pu communiquer.
14.06 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, la majorité nouvelle Vivaldi a de grandes ambitions en termes de démocratisation et d'ouverture aux citoyens. Nous verrons à l'usage et nous verrons s'ils se fracasseront ou non sur la réalité. En attendant, il faut pouvoir saluer chaque petit pas dans la bonne direction, en l'occurrence celui d'aujourd'hui.
Injecter davantage de démocratie participative dans le fonctionnement de notre démocratie parlementaire a toujours été une priorité pour mon groupe. On a mis plusieurs initiatives en place dans une série de communes où nous sommes majoritaires. Cela fonctionne très bien, surtout au niveau local.
Nous avons proposé, sous la précédente législature, le fait de consacrer dans la Constitution le réferendum d'initiative citoyenne. Nous sommes convaincus que l'implication plus étroite du citoyen dans le processus démocratique et parlementaire est une excellente chose si on le fait pas à pas.
Dans ce contexte, la proposition de modification du Règlement de la Chambre qui est soumise à notre vote cet après-midi s'inscrit, en effet, dans la continuité de la loi du 2 mai 2019 et des travaux du groupe de travail Renouveau politique et cela constitue une bonne avancée.
Cela vise à rendre opérationnel au niveau du Règlement de la Chambre, et plus particulièrement au niveau de la commission des Pétitions, la loi du 2 avril 2019 qui a transformé la pétition en initiative citoyenne à part entière et confirmé le droit aux pétitionnaires d'être entendus par la Chambre sous certaines conditions. C'est une vraie avancée. Il importe, effectivement, d'ouvrir des fenêtres.
Ce qui retient notre attention, c'est que, si les conditions d'une audition ne sont pas réunies, ladite pétition peut être renvoyée au ministre, au Collège des médiateurs fédéraux ou à la commission compétente sur lesquels pèsera une obligation de résultat. Bien sûr, il est toujours possible que la commission des Pétitions classe celle-ci mais, en tout état de cause, des délais et des modalités sont prévus pour que la traçabilité de la pétition soit, en quelque sorte, assurée.
De surcroît, les analyses et les décisions de la commission des Pétitions feront l'objet de rapports trimestriels. Nous verrons à l'usage ce qu'il en ressortira et si cette disposition rend effective un peu plus de démocratie participative dans notre Assemblée mais elle correspond indéniablement à une évolution saine pour renforcer l'adhésion de la population à notre démocratie parlementaire qui, certes, reste représentative mais a bien besoin de sang neuf.
14.07 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, het is belangrijk te weten wat straks ter stemming voorligt. Het is daarnet al aangegeven, het gaat om de modaliteiten ter uitvoering van de wet van 2 mei 2019.
Nadat die wet was goedgekeurd, moesten wij de modaliteiten daarvan uitwerken. Dat is wat hier vandaag voorligt en dus niet meer de kern van de wet zelf. Net als wij toen in 2019 hebben gedaan, sluit ik mij absoluut aan bij de basiskritiek op de wet zelf, die bijvoorbeeld vanuit communautair oogpunt een enorme scheeftrekking in zich houdt. Die kritiek doen wij gestand.
Het is natuurlijk heel bizar dat 25.000 mensen uit één regio van het land schijnbaar niet gelijk zijn aan 25.000 mensen uit diverse regio's van het land. Het is onbegrijpelijk dat zij die de wet van 2 mei 2019 hebben uitgeschreven, het principe van – ik zal het nu maar in die termen plaatsen – "één Belg is gelijk aan één Belg" ernstig met de voeten hebben getreden. Dat is manipulatie van wat burgerparticipatie zou moeten zijn. De betrokkenen hebben een en ander duidelijk met bepaalde achterliggende bedoelingen gemanipuleerd. Dat is een bijzonder kwalijk element dat in die wet is geslopen en waartegen wij ons ook toen, zij het tevergeefs, hebben verzet.
Dat is niet meer wat vandaag voorligt. Vandaag liggen de modaliteiten voor. Eens een wet is goedgekeurd, moet zij immers ook mogelijk worden gemaakt. Niettemin wil ik die kritiek hier heel graag even herhalen, omdat ze verregaand is.
Nog een heel korte reactie op collega Hedebouw. Burgerparticipatie is zeer belangrijk en daarbij mag ik nog altijd hopen dat de belangrijkste vorm van burgerparticipatie aan onze democratie plaatsvindt in het kieshokje. Daar worden op een afgewogen en ernstige manier de verhoudingen bepaald. Wanneer bijvoorbeeld wordt verwezen naar petities met 150.000 of meer handtekeningen, is dat vertaald in Kamerzetels een tweetal. De collega's van DéFI vertegenwoordigen 150.000 kiezers, denk ik, en dat heeft consequenties, namelijk dat die hier terecht zijn vertegenwoordigd in het halfrond, maar natuurlijk met het gewicht dat aan dat getal vastkleeft.
Wanneer een bepaalde groep van burgers een bepaald punt op de agenda wil plaatsen, moeten we daar aandacht aan besteden, maar ik herhaal toch wel dat de kern van de democratie deze blijft waarbij de gewichten worden gemeten en waarbij iedereen in aanmerking wordt genomen, niet alleen de meest activistische burgers. In die zin zijn de modaliteiten zoals ze bepaald worden en zoals ze bekritiseerd worden door collega Hedebouw, wel echt in overeenstemming met de basisbeginselen van de representatieve democratie, waardoor een kleine minderheid zich niet groter kan voordoen dan ze in de feiten is. Hoe en op welke manier dat initiatief van de burgers op een bepaald ogenblik een vertaling krijgt, zal hier blijken.
Ik wil toch nog even opmerken, specifiek over het voorbeeld dat collega Hedebouw aansnijdt, dat zijn fractie uit meer dan genoeg mensen bestaat om dat thema op de parlementaire agenda te plaatsen. Zij hebben alle middelen om alle mogelijkheden uit te putten om dat hier ter stemming te brengen. We zullen dan zien hoe daarop wordt gereageerd. Dat de publieke opinie ons alert kan maken op punten die wij uit het oog verloren hebben, is een goede en positieve zaak. Ik vind het vooral heel belangrijk dat bij de modaliteiten wel rekening wordt gehouden met de beginselen van de representatieve democratie.
14.08 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer De Roover, ik word door u geïnterpelleerd. Ik denk inderdaad dat de visie van de PVDA op wat democratie moet zijn, verschilt van die van de N-VA. U zegt dat alles eigenlijk moet worden verengd tot wat er gebeurt in het stemhokje, maar daar ga ik echt niet mee akkoord. Democratie is veel meer dan een keer om de twee of drie jaar te stemmen. Het is heel belangrijk dat burgers elke dag in de besluitvorming tussenbeide kunnen komen, omdat men anders alles herleidt tot een grote kiescampagne en dan hebben de burgers geen controle meer over wat daarna gebeurt.
Ik geef het theoretisch voorbeeldje van de verkiezingen van 2014. In het programma van de N-VA stond niet dat zij mensen tot 67 jaar wilde doen werken. Er stond ook niet in haar programma dat er een indexsprong zou komen. Dat is toch juist? Herinnert u zich dat nog? Herinnert u uw programma van 2014 nog? De burgers gingen dus naar het stemhokje in 2014 en stemden voor de N-VA.
Op de dag na de verkiezingen zegt koning Bart De Wever dat hij zal onderhandelen en de pensioenleeftijd wil verhogen tot 67 jaar. Hij zou onderhandelen en er komt een indexsprong. Het gaat echter niet alleen over de N-VA. Omdat Peter De Roover een discussie met mij aangaat, spreek ik over de N-VA, maar dat was eigenlijk het geval bij de vier partijen die mee onderhandelden. Geen enkele van die partijen had in het programma staan dat men tot 67 jaar zou moeten werken en dat er een indexsprong zou komen. U hebt dat toch gedaan. Dat is fundamenteel ondemocratisch. U liegt tegen de mensen: u gaat naar de verkiezingen met een programma en zegt de dag nadien iets anders. Op dat moment moeten burgers via democratische, participatieve processen kunnen aangeven dat er gelogen is. De mensen moeten in het Parlement kunnen komen zeggen dat zo'n maatregel niet kan.
Dat mag niet alleen het monopolie van een partij zijn, zelfs al zou dat de PVDA zijn. Wij zullen natuurlijk vaak achter het volk staan. Dat is gewoon ons DNA, maar dat is niet genoeg. De participatieve democratie moet veel breder zijn.
In die zin hebt u gelijk, mijnheer De Roover, dat er over die voorstellen moet worden gestemd, maar dat is het probleem niet. Mijn vraag is gewoon dat burgers eigen wetten ter stemming mogen voorleggen. Dan doet u nog wat u wilt.
Dan kunt u nog altijd even rechts en antisociaal stemmen, zoals de N-VA altijd gedaan heeft. Mijn probleem is dat er niet over die voorstellen kan worden gestemd. Er komt een grote filter waarbij burgerparticipatie via een partij of wetsvoorstel moet gebeuren. Dat is echt spijtig in onderhavig voorstel. Het duidt goed aan hoe verschillend de visies van de N-VA en de PVDA op democratie wel zijn.
14.09 Peter De Roover (N-VA): Debat leidt ertoe dat men elkaar beter leert kennen. Dit is dus een goed debat. Ik ben het volkomen eens met het besluit. We hebben een totaal andere visie op democratie. U zegt dat u permanent achter het volk staat. Uit de verkiezingsuitslag blijkt dat u een heel eind achter het volk staat. Het volk heeft niet eens door dat u erachter staat. U blijft namelijk toch redelijk beperkt in uw succes bij de enige echte toetsing van de populariteit van uw programma, namelijk in het stemhokje.
U kunt zich natuurlijk verstoppen achter activistische campagnes. Ik ben daar voorstander van. Dertig jaar lang was ik in het maatschappelijke middenveld actief. Dertig jaar lang heb ik professioneel zo veel mogelijk mensen proberen aan te zetten om zich maatschappelijk actief te bewegen, op alle terreinen die daarvoor mogelijk zijn. Dat kan op vakbondsterrein zijn, in jeugdbewegingen of de Vlaamse beweging of op allerhande terreinen.
Wat ik nooit opeiste, was representativiteit zolang ik mij niet waagde aan een confrontatie met de kiezer. Ik heb nooit een representativiteit opgeëist die niet afgetoetst was. Ik was woordvoerder van een belangengroep. Ik wenste dan ook gehoord te worden als woordvoerder van die belangengroep. Op een bepaald ogenblik is er echter maar één ordentelijk orgaan, waar het gewicht van die belangengroep kan worden afgemeten, namelijk in dit huis. Op het ogenblik ligt dat ons een beetje minder goed. We zijn in de oppositie terechtgekomen. Er zijn betere tijden geweest en ongetwijfeld komen er opnieuw betere tijden.
Ik respecteer de uitspraak van de kiezer wel. Dat is de basis van ons model. De kiezer moet absoluut niet vier of vijf jaar, tussen twee stembusslagen, zijn mond houden. De burger voedt ons. De burger geeft signalen aan de politici. U zei dat de burger elke dag in de besluitvorming moet kunnen interveniëren. Dat vind ik een bijzonder gevaarlijk principe. Op dat ogenblik verliezen wij namelijk de beginselen van de democratische vertegenwoordiging, die uiteraard alleen in dat stemhokje tot uiting komt. Het is daar dat de democratische prijzen verdeeld worden.
Dus ik ben voorstander van burgerparticipatie. Heel mijn leven staat symbool voor de grote burgerparticipatie aan het maatschappelijk debat en op zeer gezegende leeftijd heb ik dan de beslissing genomen om mij bij de kiezer aan te bieden, die vervolgens heeft bepaald wat het gewicht is van wat ik in de besluitvorming kan inbrengen. De ene keer valt dat meer mee dan de andere keer, dat moet ik u toegeven.
14.10 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je ne souhaitais pas m'immiscer dans le débat PTB-N-VA, mais juste réagir à la première réaction du collègue Hedebouw.
Que nous n'allions pas assez loin avec ce texte, je peux parfaitement l'entendre. En ce qui me concerne, en ce qui concerne mon parti et mon groupe politique, nous aimerions aussi pouvoir installer des commissions mixtes, comme je le disais, avec des élus et des citoyens et des citoyennes tirés au sort. Nous aimerions aussi pouvoir avancer sur la transformation du Sénat en assemblée citoyenne. Nous aimerions bien, aussi, pouvoir mettre en place un droit d'initiative citoyenne, c'est-à-dire que des citoyens puissent directement proposer des textes qui pourraient être votés au Parlement. Je trouve que c'est intéressant.
Il faut changer la Constitution, pour cela, ce qui nécessite une majorité des deux tiers avec un quorum dans chaque groupe linguistique.
Je suis tout à fait preneur d'avancer encore davantage dans cette direction. Je peux comprendre qu'on souhaite être plus ambitieux. Nous le sommes, nous, écologistes.
Mais ce que je ne comprends pas, et que je regrette, c'est que vous ridiculisiez ce qui est fait ici. Honnêtement, je ne peux pas l'accepter. Oui, c'est un pas. Nous aimerions aussi aller plus loin. Mais c'est un pas. C'est comme cela que nous pouvons avancer vers davantage de démocratie participative et convaincre les collègues d'autres partis – peut-être pas encore totalement convaincus, mais qui d'ici fin 2021, fin 2022, à la fin de la législature, le seront peut-être. À ce moment-là, nous pourrons aller plus loin ensemble.
J'ai envie de dire: faites quelque chose par rapport à cela! Engagez-vous dans les groupes de travail qui se sont formés lors de la dernière législature. Déposez des textes! Je vous dis que je peux comprendre qu'on ait plus d'ambition. Mais venir ridiculiser, comme vous l'avez fait, ce qui est fait ici, et qui est un pas, selon nous dans une très bonne direction, je trouve que c'est dommage. Cela casse cette initiative aux yeux des citoyens et des citoyennes que nous attendons au Parlement, alors qu'elle est louable. Elle ne va pas assez loin, mais elle est louable. Et la ridiculiser, je trouve que ce n'est pas correct. Cela dessert la politique. Cela dessert l'objectif que nous nous fixons ici.
14.11 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je me réjouis de cette avancée qui modernise un peu ce que l'article 28 de la Constitution proposait.
C'est une façon intéressante et malgré tout meilleure que par le passé. En effet, avec le système d'enregistrement par carte d'identité, on peut aussi mieux voir le contenu d'une pétition même si on ne connaît pas les signataires. On peut voir et filtrer les pétitions que l'on reçoit parfois dans nos communes, qui sont remplies de signatures sans qu'on sache qui signe ou si quelqu'un a signé dix fois.
Ici, c'est vrai qu'il y a des chiffres. J'ai entendu la remarque de mon collègue, M. De Roover, concernant la répartition du nombre de signatures entre les trois Communautés. La matière concernée doit être une matière fédérale au risque d'être rejetée. Si c'est une matière fédérale, elle concerne évidemment l'ensemble de notre pays puisque ce sont des dispositions fédérales éventuelles qui seront prises ou contre lesquelles la population réagira. C'est plutôt une bonne idée de faire une répartition entre les différentes Régions du pays. Si on s'attaque à un problème qui est national, n'en déplaise à certains, il est normal que toutes les Communautés s'expriment. Je trouve cela plutôt original.
Il est clair que cela va à l'encontre de certains mouvements ou de certaines envies mais cela correspond à une réalité qui est notre réalité. Je suis donc très heureux de voir cette proposition. Cela va rendre les choses un peu plus difficiles, il faut bien le dire, pour les citoyens quand il n'y a pas de répartition sur l'ensemble du territoire de certaines organisations. Il y a des partis qui sont représentés partout et ils vont certainement y voir une porte ouverte pour inciter le citoyen à intervenir. Je ne me fais aucune illusion à ce sujet mais c'est cela aussi la démocratie. Si une population répartie sur l'ensemble de notre territoire s'exprime par une pétition de 25 000 signatures et demande à être entendue, on l'écoutera et on verra quelle suite on pourra donner à cette revendication.
Nous étions donc favorables à cette modernisation et nous allons, bien entendu, la voter.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1044/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1044/5)
La proposition compte 4 articles.
Het voorstel telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Proposition de résolution concernant l'exécution imminente de la condamnation à mort du professeur Ahmadreza Djalali (1684/1-2)
15 Voorstel van resolutie betreffende de nakende uitvoering van de doodstraf tegen professor Ahmadreza Djalali (1684/1-2)
Cette proposition a été adoptée par la
commission des Relations extérieures en application de l'art. 76 du Règlement.
Dit voorstel is aangenomen door de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen met toepassing van art. 76 van het Reglement.
Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1684/2)
De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking
(Rgt 85, 4) (1684/2)
La discussion est ouverte.
De rapporteur is
de heer Wouter De Vriendt.
15.01 Wouter De Vriendt, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, ik zal een mondeling verslag uitbrengen omdat gisteren de beslissing in de commissie genomen is en het schriftelijk verslag nog niet beschikbaar is.
Collega's, de Conferentie van voorzitters van 2 december heeft met toepassing van artikel 76 van het Reglement van de Kamer de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen de opdracht gegeven om de nakende uitvoering van de doodstraf van de heer Djalali te bespreken en daarover verslag uit te brengen aan de plenaire vergadering. De commissie heeft zich voor de bespreking gebaseerd op een basistekst die is ingediend door mevrouw Van Hoof als voorzitster van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen.
Mevrouw Van Hoof stipte aan dat deze tekst gebaseerd is op een reeds in 2017 door de Kamer aangenomen tekst en vooral de nadruk legt op vijf verzoeken, meer bepaald om de executie van de heer Djalali niet uit te voeren, om gratie te verlenen, om te vragen dat er een eerlijk proces zou komen, om te verzoeken om de mensenrechten te respecteren en om een moratorium op de uitvoering van de doodstraf te vragen. Volgens de voorzitster is het belangrijk dat ook de Kamer een signaal geeft, zeker gezien de talrijke contacten van de laatste dagen van de Belgische diplomatie in Iran, Zweden, ons land en zelfs Italië. Het is noodzakelijk om dat signaal zo snel mogelijk te geven, rekening houdend met de tegenstrijdige berichten van de laatste dagen en zelfs uren.
De leden van de commissie zijn het eens met de hoogdringendheid van de kwestie en staan achter de idee om een duidelijk signaal te geven. Mevrouw Safai merkte op dat dit een belangrijk thema is en dat ze ook een initiatief ter zake heeft genomen. Ze kan zich vinden in de tekst en stelt een aantal tekstwijzigingen voor. Deze worden deels opgenomen in de definitieve tekst. Meer bepaald gaat het om het aandringen op het respecteren van de mensenrechten, wat de hervatting van de diplomatieke betrekkingen met Iran zeker ten goede zou komen, en over het zoeken van overeenstemming binnen de Europese Unie om een zo sterk mogelijk gemeenschappelijk signaal te kunnen geven.
Mevrouw Safai, de heer De Vriendt, de heer Ben Achour, mevrouw Samyn, de heer De Maegd, de heer De Vuyst, mevrouw De Block, mevrouw Reynaert en de heer Dallemagne stippen de dringendheid aan, alsook de noodzakelijkheid om een signaal te geven en een unaniem gedragen standpunt te verwoorden.
Er worden tekstwijzigingen voorgesteld door de heer De Maegd en de heer De Vriendt. De commissie gaat akkoord met de wijzigingen op de basistekst en neemt eenparig het voorstel van resolutie aan, dat de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen nu ter bespreking en ter stemming aan de plenaire vergadering voorlegt.
Mevrouw de voorzitster, mag ik verder gaan met mijn bedenkingen vanuit mijn fractie?
De voorzitster: Ik geef eerst het woord aan de voorzitster van de commissie, mevrouw Van Hoof. Zij was ook de eerste ondertekenaar van het voorstel van resolutie.
15.02 Els Van Hoof (CD&V): Als voorzitster van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen heb ik inderdaad het initiatief genomen om deze kwestie hoogdringend op de agenda te zetten, met ruime steun van alle partijen.
Menselijke waardigheid is waarvoor wij vandaag vechten, het idee dat elk mens het verdient om waardig en eerlijk behandeld te worden. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het helaas niet, want hoe professor Djalali door het Iraanse regime wordt behandeld is mensonwaardig.
Gespecialiseerd in rampengeneeskunde is zijn eigen leven en dat van zijn familie rampzalig geworden. Als Zweeds gedoctoreerd professor met gastcolleges aan de VUB ging hij geregeld op bezoek in Iran om contact te houden met zijn collega's om kennis uit te wisselen.
In 2016 werd zijn auto door de inlichtingendiensten gestopt. Hij werd ondervraagd, beledigd, geïntimideerd, gevangen genomen en gemarteld. Na zeven maanden in de gevangenis krijgt hij voor het eerst een advocaat te zien. In 2017 wordt hij na een kort en heimelijk proces veroordeeld tot spionage. Zonder bewijs, zonder schriftelijk vonnis, krijgt hij de doodstraf als verdict.
Ons land kan niet akkoord gaan met deze gang van zaken. Mensen van de weg plukken, opsluiten, isoleren en ter dood veroordelen zonder bewijs kan niet. Dit druist in tegen alle fundamentele principes waar ons land voor staat.
Zijn familie en kinderen heeft hij al vier jaar niet meer gezien. Zijn gezondheidstoestand is slecht.
Vorige week kwamen tegenstrijdige berichten over de executie. Ons land zet alle druk via de VUB, via mensenrechtenorganisaties, via iedereen die kan, via onze minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Wilmès, die bij de minister van Buitenlandse Zaken van Iran heeft aangedrongen om de executie niet te laten doorgaan.
Ook ik drong in een persoonlijk gesprek met de Iraanse ambassadeur aan op gratie. Ook al wordt men in Iran geconfronteerd met een spiraal van geweld, met vorige week de moord op de kernfysicus, die we uiteraard ook veroordelen, toch is niets een verantwoording voor de doodstraf.
De commissie voor Buitenlandse Betrekkingen was dan ook unaniem in het veroordelen van deze gang van zaken. Met de tekst die vandaag voorligt, benadrukken wij nogmaals dat het eerbiedigen van de rechtsstaat en van de mensenrechten principes zijn waarover we niet onderhandelen. We grijpen de situatie van Djalali aan om hierover diplomatieke druk te zetten op Iran.
We verzetten ons uiteraard tegen de doodstraf van de professor. Meer nog, we vragen dat er gratie wordt verleend. We vragen Iran uitdrukkelijk dat de doodstraf wordt afgeschaft voor alle Iraanse gevangenen, jong en oud, man en vrouw.
In 2019 werd de doodstraf nog 657 keer toegepast, waarvan meer dan 250 keer in Iran. Dat is een bijzonder weinig benijdenswaardig cijfer.
De commissie voor Buitenlandse Betrekkingen stelt ook dat de houding van Iran inzake mensenrechten moet verbeteren. Zoniet zal dat gevolgen hebben voor onze bilaterale relaties. Wij bepleiten dat ook op Europees vlak en we zullen deze relaties in het licht hiervan evalueren.
Het is dan ook hartverwarmend dat iedereen eensgezind is over deze tekst. Ik dank u voor de samenwerking.
15.03 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega's, vandaag is een heel belangrijke dag. Wij zitten hier samen en willen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dokter Djalali wordt vrijgelaten die al bijna vijf jaar onterecht wegkwijnt in een Iraanse gevangenis en ter dood veroordeeld is.
Al drie jaar wordt hij elke ochtend wakker met de gedachte dat ze hem die dag komen halen om te worden geëxecuteerd. Elke dag opnieuw mist hij zijn gezin, zijn familie en vrienden, zijn werk als arts en als docent, zijn collega's. Hij mist de zonsopgang en een perspectief, kortom een gewoon leven. Al vijf jaar wordt hem dat recht om gewoon te leven ontzegd en mist hij de kleine en de grote dingen van het leven.
Hij ondergaat schrijnende toestanden van fysieke en psychologische marteling. Ik heb zelf ook gevangengezeten in Iran en ik kan mij dus voorstellen hoe verschrikkelijk de situatie moet zijn voor Ahmadreza Djalali. Om u een idee te geven hoe erg het is, wil ik een stukje uit mijn boek Plots mocht ik niet meer lachen voorlezen.
"In de gevangenis miste ik alles, maar vooral de blauwe hemel, waarvan ik hoopte dat ik die ooit terug kon zien. En ik vroeg mij elke dag af: 'Zijn ze mij niet vergeten, daar in de buitenwereld?' Tweeënhalve meter op twee, geen matras, geen kussen en op de grond een matje. Geen lakens of dekens, geen toilet of wc-pot. Je moest een bewaakster roepen om mee naar de gemeenschappelijke badkamer te gaan. Ik moest strijden tegen de wanhoop. De gevangenis in Iran is als een donkere tunnel. Je weet niet of er een uitgang is of hoever het andere eind zou kunnen zijn. Je weet van niets, niet wat er de volgende dag zal gebeuren, zelfs niet het volgende uur. Ik voelde mij triest, een beetje angstig ook. In het slechtste geval zou ik de doodstraf kunnen krijgen om een voorbeeld te stellen. Het zou niet de eerste keer zijn dat zoiets gebeurt in Iran. Ik hield mij sterk. Ze mochten niet zien dat ik bang ben of verdrietig. Een paar uur later moest ik voor de rechter verschijnen. Die zit in hetzelfde gebouw. Eén man in één klein kamertje, vergezeld van een ondervrager. Geen procureur, geen advocaat. Dit is een revolutionaire rechtbank."
Zoals u wellicht weet, kreeg ook dokter Djalali geen eerlijk proces. Hij is onschuldig en hij is het slachtoffer van een walgelijk regime dat al jaren onschuldige mensen gijzelt om hen dan ooit te kunnen gebruiken als pasmunt voor een ruil met Iraanse terroristen die gevangenzitten in het buitenland.
Collega's, kan u zich voorstellen ooit naar Iran te reizen en daar zomaar te worden beschuldigd van spionage, om vervolgens in de gevangenis van de ayatollahs te eindigen, zonder enige hoop of enig vooruitzicht?
Het is nu aan de regering om een versnelling hoger te schakelen en er alles aan te doen om de executie te vermijden en zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating te eisen. Wij moeten hen duidelijk maken dat, indien zij met de executie doorgaan, dit zware gevolgen zal hebben voor onze diplomatieke relatie.
Het regime in Iran spreekt harde taal, dreigt en manipuleert. België wil graag verzoenen. Er komt echter een moment waarop wij toch moeten aangeven dat het genoeg is geweest en dat wij ons niet zullen laten doen.
Gisteren hebben wij over de partijgrenzen heen samen een tekst opgesteld waarin we de regering vragen de vrijlating van professor Djalali te helpen realiseren. Als misdaad immers niet gekoppeld wordt aan zware gevolgen, zal er – geloof mij maar – niks aan dat onaanvaardbare en gruwelijke gedrag veranderen. Dan is het voor niemand nog veilig om naar Iran af te reizen.
Ik wil iedereen bedanken die zich inzet voor Djalali en opkomt voor de mensenrechten in Iran. Ik hoop dat wij op deze manier in de toekomst nog kunnen samenwerken.
15.04 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega's, het ziet er naar uit, dat is bijzonder heuglijk nieuws, dat we deze resolutie zo meteen unaniem over de partijgrenzen heen zullen kunnen goedkeuren. De Kamer is verenigd: vanuit België is er de eensgezinde vraag om de executie van de heer Djalali niet plaats te laten vinden en hem zo snel mogelijk vrij te laten. België is eensgezind en we zijn dat eigenlijk al enige jaren.
Het werd daarnet ook al gezegd: een aantal jaren geleden werd een soortgelijke vraag hier goedgekeurd. Niet alleen in de Kamer, maar ook in het Vlaams Parlement, het Brussels Parlement, het parlement van de federatie Wallonië-Brussel, het Europees Parlement, de Senaat. Daar bovenop komen ook nog eens de diplomatieke inspanningen en initiatieven van onze minister de afgelopen dagen. Dit bewijst dat vanuit België een krachtig signaal wordt gegeven. Dan is het aan de Iraanse autoriteiten om daar oor voor te hebben of niet. Dit signaal komt ook uit andere Europese landen. Ik wil straks ook nog iets zeggen over de context van onze diplomatieke relaties met Iran.
Hier speelt natuurlijk veel meer dan enkel de eventuele executie van Ahmed Djalali. Het werd reeds gezegd door mevrouw Safai, maar wij kunnen enkel een inspanning doen om ons het leed in te beelden dat Ahmed Djalali nu al meer dan vier jaar ondergaat. De heer Djalali is een gastdocent aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is een Zweeds-Iraans academicus en werd opgepakt op 25 april 2016 tijdens een werkbezoek aan Iran. Eerst werd hij vele maanden vastgehouden zonder aanklacht, vele maanden ook in totaal isolement en in slechte omstandigheden. Hij werd gefolterd, om dan in oktober 2017 ter dood te worden veroordeeld in iets wat volgens Amnesty International alleen maar een schijnproces kan worden genoemd, met verklaringen onder dwang. De aanklacht luidde: verspreiding van corruptie op aarde. Zijn gezondheidstoestand is na die vele jaren in detentie en absolute, psychologische terreur, zeer zorgwekkend.
De heer Djalali heeft twee jonge kinderen en een echtgenote. Voor zijn gezin en familie is dat uiteraard elke dag een marteling. Collega's, alle knipperlichten staan op oranje. Er zijn vorige week hier in de Kamer actuele vragen gesteld door mijzelf en vanuit andere fracties, door quasi elke fractie hier in het Parlement. De situatie blijft bijzonder gespannen.
Er is politieke reactie, er is diplomatieke reactie, om de vrijlating te vragen en om te vragen dat de executie niet zou doorgaan, maar ook om respect te vragen voor de mensenrechten in Iran. België engageert zich al vele jaren en is ook een fel tegenstander van het uitvoeren van de doodstraf. Wereldwijd, niet alleen in Iran, ook in andere landen. Ook vanuit de Verenigde Naties zijn er al vragen gesteld en uitspraken gedaan. Ook vanuit het middenveld: de VUB, Amnesty International. Dat is daarnet al gezegd.
Ik ben heel blij met de snelheid van werken in ons Parlement. De geesten zijn snel aan elkaar gekoppeld, en er zijn goede discussies gehouden, ook in de commissie. Ik wil speciaal mevrouw Safai bedanken voor haar actieve bijdrage aan het debat, vanuit haar eigen levenservaring en expertise. Mede daardoor zijn wij tot een zeer goede tekst kunnen komen.
Ik kom tot de globale context. Na de nederlaag van Donald Trump, die ondertussen gelukkig definitief is, wordt er een nieuw venster geopend, een window of opportunity, voor een nieuw soort relatie met Iran. Dan kan de Europese Unie een heel belangrijke rol spelen. Wij waren altijd al tegenstander van het bruuskeren van onze relaties met Iran. Wij waren altijd al tegenstander van het opblazen van de nucleaire deal met Iran, die al bij al vrij goed werkte, tot de Verenigde Staten beslisten die eenzijdig op te blazen.
Er bieden zich nu, met Joe Biden als Amerikaans president, en met een Europese Unie die zich assertief wil tonen op het wereldtoneel, een aantal kansen en mogelijkheden aan. Maar, die openheid die de Europese Unie nu aan de dag wil leggen in haar diplomatieke relaties met Iran, en het perspectief op een nieuw tijdperk na het laten uiteenspringen van het nucleair akkoord door Donald Trump, hebben toch een aantal limieten.
Er zijn limieten aan onze flexibiliteit, onze buigzaamheid, onze welwillendheid ten opzichte van Iran. In de tekst waarover wij zo meteen gaan stemmen, staat dat, als blijkt dat de executie doorgaat, dit kwalijke gevolgen zal hebben. In de tekst staat dat, als Iran tot een aantal andere inzichten kan komen, dit een gunstig effect zal hebben op de positie van ons land en Europa ten aanzien van de diplomatieke relaties met Iran. De openheid en het potentieel herstel van de diplomatieke relaties met Iran, dat momenteel op tafel ligt, moeten natuurlijk wel worden beantwoord door het land zelf. Het is dus absoluut een zaak van leven of dood, in eerste instantie voor de heer Djalali zelf, maar er staat veel meer op het spel dan dat.
15.05 André Flahaut (PS): Madame la présidente, je n'ai malheureusement pas eu la possibilité de participer à la réunion de la commission. C'est M. Ben Achour qui représentait mon groupe. Cela dit, au nom du PS, je voudrais tout d'abord remercier la présidente pour son initiative et la façon dont elle a présidé la commission.
Par ailleurs, il est très difficile de parler après avoir entendu le témoignage de Mme Safai. Mais il faut organiser, en priorité, la solidarité avec la famille de M. Djalali.
Le texte que nous défendons aujourd'hui dans cette assemblée est incontestablement très important. Dans d'autres assemblées – je pense ici notamment au Parlement wallon –, la même démarche est en cours.
Comme cela a été dit et répété, le texte à l'examen répond à une urgence. Il s'agit, en effet, d'une condamnation à mort. L'exécution que nous espérons voir annulée est prévue au terme d'un procès qui s'est révélé parfaitement inéquitable, qui n'a pas respecté les droits élémentaires de la défense et qui s'est basé sur des aveux extorqués sous la torture.
Nous venons d'apprendre que, finalement, M. Djalali n'a pas été transféré vers la prison où doit avoir lieu son exécution. C'est sans doute une bonne nouvelle, mais c'est aussi très inquiétant parce que rien n'est gagné. Les défenseurs des droits humains que nous sommes tous doivent rester mobilisés plus que jamais pour maintenir la pression.
On sait que, professeur à la VUB, M. Djalali a été accusé d'espionnage, sans preuve tangible. On sait aussi que les violations aux droits humains sont monnaie courante en Iran. Et on doit bien constater que, ces derniers temps, les binationaux et les étrangers sont devenus les cibles privilégiées du régime iranien. C'est évidemment une stratégie qu'il faut placer dans un contexte – M. De Vriendt vient de le rappeler –, à savoir celui de la dégradation du cadre politique et diplomatique autour du dossier iranien et en particulier autour du dossier nucléaire.
Il faut bien comprendre que le point de départ de cette dégradation a été le retrait unilatéral américain, suite à la décision de l'administration Trump, de l'Accord de Vienne sur le nucléaire iranien, et la mise en œuvre de la politique de pression maximale sur l'Iran.
Il ne faut pas non plus perdre de vue le contexte géostratégique régional avec un axe Israël - États-Unis - Arabie saoudite hostile à l'Iran. C'est à partir de là que la situation historiquement difficile avec l'Iran s'est considérablement détériorée, enclenchant une dynamique de surenchère qui est, aujourd'hui, vraiment catastrophique.
M. Djalali ne pourra être sauvé que par la diplomatie. La sécurité dans la région, la sécurité des binationaux et des étrangers en Iran, l'amélioration du respect des droits de l'homme, passeront par une meilleure intégration de ce pays dans le contexte des nations, et l'une des clés de cette intégration est le retour urgent du cadre multilatéral de l'Accord de Vienne. L'héritage de Donald Trump – sortie de cet accord et pression maximale – est très lourd de conséquences de ce point de vue.
Quoi qu'il en soit, outre la position que nous adoptons tous ensemble aujourd'hui, nous soutiendrons sans réserve les démarches qui ont été entreprises par notre diplomatie, par le premier ministre et notre ministre des Affaires étrangères pour M. Djalali. Nous le soutenons aussi par d'autres interventions moins connues. C'est le seul but du texte que nous présentons et que nous soutenons aujourd'hui. Nous répétons notre solidarité et notre soutien total à la famille de M. Djalali. Nous croisons les doigts pour qu'une solution positive intervienne. Je vous remercie.
15.06 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, de precaire toestand van professor Ahmadreza Djalali laat niemand onberoerd. In een recent bericht meldt Amnesty International dat professor Djalali een groot risico blijft lopen op executie, aangezien het aangegeven uitstel maar voor enkele dagen geldt.
Het is duidelijk dat het Iraanse regime een vuil spel speelt met onze overheid en, bij uitbreiding, de EU. De Iraanse staat zet België onder druk in een poging een gevangenenruil te organiseren en zo de Iraanse diplomaat-terrorist Assadollah Assadi, aangehouden voor zijn medeplichtigheid aan de voorbereidingen van een aanslag tegen een Iraanse oppositiebijeenkomst buiten Parijs, vrij te krijgen en ons gerecht zijn werk niet te laten doen.
In de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen, en daarnet ook nog, werd er gesproken over diplomatieke openheid. Vanuit de commissie moet er een signaal van diplomatieke openheid gegeven worden ten aanzien van Iran. Wij plaatsen vraagtekens bij welke openheid dan ook, diplomatiek, politiek of economisch, tegenover een land dat zonder enige reden mensen vastzet om hen dan in een ordinaire gevangenenruil te gebruiken om terroristen vrij te krijgen, een land waarin er geen enkel respect is voor de mensenrechten, een land dat kritische stemmen zonder pardon of proces in de gevangenis stopt, een land dat een geopolitieke dreiging voor de regio en een terroristische dreiging voor het Westen is.
Het is in dezen de verantwoordelijkheid van de federale regering om in de toekomst te beoordelen hoe zij haar verhouding ziet met een streng islamitisch regime als dat in Iran, dat volgens ons niet als een normaal land kan worden behandeld. Vorig jaar nog zette België, samen met vijf andere Europese landen, het handelsmechanisme INSTEX op, zodat er handel gedreven kon worden met het regime in kwestie en de Amerikaanse sancties konden worden omzeild. Mijn partij was de enige in het halfrond die zich verzette tegen INSTEX. De meerderheid heeft, een jaar na datum weliswaar, vastgesteld dat het mechanisme gefaald heeft en dat Iran meerdere engagementen niet is nagekomen en zich zo eenzijdig uit het verdrag heeft gezet.
Op enige diplomatieke openheid of politiek engagement van de zijde van Iran is het vooralsnog vruchteloos wachten. De aankondiging dat de executie van professor Djalali nakend was, doet Iran alleen maar om de druk op te voeren. Misschien stellen zij de executie, zo hopen wij allen, opnieuw uit, omdat zij, hoe cynisch ook, hun troefkaart in de onderhandelingen niet willen kwijtraken.
We mogen niet meestappen in deze chantage, we moeten samen met andere westerse democratieën als een verenigd blok Iran laten weten dat we ons niet laten chanteren noch onder druk laten zetten. We moeten hen klaar en duidelijk maken dat Djalali onvoorwaardelijk vrijgelaten dient te worden en dat, als dat niet binnen een redelijke termijn zou gebeuren, we collectief harde economische en diplomatieke sancties zullen nemen, met of desnoods zonder de instemming van de VN Veiligheidsraad.
Onze fractie hoopt samen met u allen op een goede afloop voor Ahmadreza Djalali zelf. We zullen deze resolutie zeker steunen, in de hoop dat het signaal ook door de Iraanse overheid gehoord wordt. Het is nu aan hen om hun menselijk gelaat te tonen.
15.07 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, chers collègues, quelques jours après notre débat en commission sur la note de politique générale, notre nouvelle ministre des Affaires étrangères, Sophie Wilmès, a pu rappeler les fondements de notre politique extérieure: la défense des droits de l'homme, la lutte contre l'impunité, le renforcement de l'État de droit et son respect, la transparence des procédures judiciaires, la préservation de la Défense et – point qui nous est cher – le refus de la peine de mort ainsi que la volonté de commuer les peines capitales en peines à long terme.
Ces valeurs transcendent tous les clivages politiques, philosophiques, religieux. Tous les partis démocratiques défendent ces positions et doivent continuer à le faire; pas uniquement au cas par cas ou en fonction d'un intérêt médiatique, mais bien au jour le jour et dans tous les pays du monde. La lutte contre la peine de mort est un combat permanent, qui doit occuper nos postes diplomatiques à travers la planète, dans des pays avec lesquels nous entretenons des relations parfois seulement courtoises, mais aussi avec des États alliés qui condamnent à mort en commuant la peine – tel le Japon – ou d'autres qui appliquent concrètement la sentence – à l'instar des États-Unis.
Nous devons poursuivre ce combat, tant sur le plan gouvernemental que sur celui de la diplomatie parlementaire, à travers laquelle nous pouvons atteindre des résultats partiels, bien sûr, mais positifs en définitive. Alors que nous préparons notre candidature au Conseil des droits de l'homme de Genève, comme le rappelait notre ministre des Affaires étrangères, nous devons nous montrer ambitieux et, vu l'inhumanité de cette question, offensifs, pour obtenir des résultats tangibles en quatre points: premièrement, l'universalisation des conventions sur la peine de mort; deuxièmement, la peine de mort commuée; troisièmement, des procès dignes pour la défense des accusés; enfin, des procédures spécifiques pour les mineurs ou pour des personnes qui ont commis des crimes de sang lorsqu'ils l'étaient.
Madame la présidente, chers collègues, j'en viens au cas dramatique de M. Djalali. Mon collègue De Vriendt vient de le rappeler, notre assemblée avait adopté une résolution sous la précédente législature, afin de souligner la situation de M. Ahmadreza Djalali, condamné à mort à Téhéran le 21 octobre 2017. Cette résolution, signée alors par le MR, l'Open VLD, le CD&V, le PS, Ecolo-Groen et le cdH, avait déjà pour objectif de dénoncer la procédure judiciaire qui avait été utilisée, la condamnation à mort et la possible exécution de M. Djalali. Aujourd'hui, à nouveau, nous nous mobilisons en faveur d'une demande de grâce, d'une révision de ce procès et même d'une demande de sa libération. D'autres pays européens se mobilisent également. Nous pouvons nous associer à ces démarches, afin d'empêcher cette exécution qui semble imminente.
Chers collègues, nous partageons la crainte que le sort de M. Djalali – qui repose déjà sur des présupposés très fragiles – ne soit mêlé à des dossiers qui le dépassent strictement: les relations entre l'Iran et les États-Unis avec l'arrivée de Joe Biden; l'avenir de l'accord nucléaire, déjà évoqué; le rôle de l'Iran vis-à-vis de ses voisins; les luttes d'influence au sein du pouvoir iranien, à la veille des élections présidentielles de juin prochain; les mouvements de contestation politique et socio-économique qui parcourent ce pays; ou encore la tenue à Anvers du procès d'un ressortissant iranien accusé de terrorisme d'État.
La vie d'un homme, celle de M. Djalali, ne peut être prise en otage au sein des rouages complexes de la vie internationale.
Comme je l'ai dit en séance plénière la semaine dernière, chers collègues, nos efforts sont le reflet de notre conscience. Nous avons agi vite – je m'en réjouis – par le biais de l'article 76 et j'ai encore l'espoir, aujourd'hui, que notre mobilisation peut changer le cours de son histoire personnelle et que notre combat n'est pas vain.
J'ai, ce soir, une pensée sincère, émue pour le Pr. Djalali et sa famille. Qu'ils tiennent bons! Nous nous battons pour lui et pour eux.
15.08 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): De PVDA ondersteunt uiteraard het voorstel van resolutie om het leven van de heer Djalali te redden. De doodstraf is immoreel en een aanslag op de menselijke waardigheid. De doodstraf mag nooit de uitkomst zijn van een gerechtelijke procedure, ook al is die gerechtelijke procedure eerlijk en correct verlopen. Dat is niet enkel het geval voor Iran, maar zou over de hele wereld het geval moeten zijn. Het is een universeel principe.
Daarnaast is een belangrijk principe van de rechtstaat geschonden. Men is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. De heer Djalali had volgens ons ook geen toegang tot het recht op verdediging en een eerlijk proces, met een degelijke bewijsvoering. Dat is natuurlijk ook een schending van het fundamentele mensenrecht. Men moet beschermd worden tegen de willekeur van een overheid en men moet te allen tijde recht hebben op een eerlijk proces.
Daarom dringt de PVDA er via het voorstel van resolutie op aan dat de regering de Iraanse autoriteiten via diplomatieke weg zou verzoeken om de heer Djalali gratie te verlenen en vrij te laten. Desnoods wordt hem een rechtvaardig en correct proces toegekend, zonder dat dat natuurlijk leidt tot de executie van de heer Djalali. De PVDA zal het voorstel van resolutie dus goedkeuren. Hopelijk kunnen we met de Kamerbreed goedgekeurde resolutie ook een heel krachtig signaal uitsturen en een krachtig instrument geven aan het diplomatiek korps en aan onze regering, zodat we het leven van de heer Djalali kunnen redden.
15.09 Vicky Reynaert (sp.a): Mevrouw de voorzitster, collega's, wij danken iedereen om zo snel te willen schakelen in de huidige situatie via een resolutie van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen op basis van artikel 76 van het Reglement. Onze fractie had vorige week het voorstel gedaan om op die manier te werken omdat het de snelste werkwijze is en iedereen weet dat in de huidige situatie urgentie geboden is.
Onze fractie staat uiteraard achter de tekst die eerst en vooral dieper ingaat op de situatie van professor Djalali, die hier daarnet uitgebreid is toegelicht door de vorige sprekers. Mevrouw Safai heeft net heel duidelijk omschreven en uitgelegd wat die toestand exact inhoudt.
Laat ons nogmaals duidelijk zijn. Wat met professor Djalali gebeurt, is een grove schending van de mensenrechten. Hij is veroordeeld tot de doodstraf zonder een eerlijk proces en wordt opgesloten in mensonterende omstandigheden.
De tekst gaat echter verder en verwijst niet alleen naar de diplomatieke context maar ook naar de noodzaak van een Europese samenwerking in dergelijke zaken, wat ook heel erg van belang is. Ook onderdanen van verschillende andere Europese lidstaten worden immers vaak onterecht vastgehouden in Iran.
Zoals ik vorige week al opmerkte tijdens de plenaire vergadering, is de strijd onmogelijk te winnen als wij hem alleen voeren. De andere Europese lidstaten, zoals bijvoorbeeld Zweden, zijn daarbij waardevolle bondgenoten. Immers, alleen met één stem spreken, zal indruk maken. In het andere geval zal het niet om één mensenleven gaan, maar zullen er nog vele mensenlevens volgen. Het is goed dat de tekst daarnaar verwijst.
Ten derde, de tekst verwijst uiteraard ook heel duidelijk naar het eerbiedigen van de mensenrechten. Voor onze fractie is dat een fundamentele waarde en een van de hoekstenen van het Belgische buitenlands beleid. Het is iets wat altijd op de agenda zou moeten worden geplaatst en de rode draad moet zijn in het beleid, zeker ook in de contacten met Iran.
Ten slotte, de tekst verwijst ook naar het afschaffen van de doodstraf. Ook dat is voor ons heel erg belangrijk. De doodstraf is onverenigbaar met de menselijke waardigheid. Er is geen enkele rechtvaardiging, noch moreel noch religieus noch juridisch, die kan worden ingeroepen om de doodstraf te rechtvaardigen.
Wij zijn dan ook blij dat de tekst een en ander uitdrukkelijk vermeldt. Wij zijn blij dat iedereen in de Kamer zich achter de tekst schaart.
15.10 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, de Kamer is zelden eensgezind, maar wat onderhavige tekst betreft, is dat wel het geval, over alle partijgrenzen heen, omdat de heer Djalali, die tot de doodstraf is veroordeeld, gered moet worden. Het is een mooi en krachtig signaal van de Kamer, zoals in de tekst staat. Wij geven daarmee aan zijn familie ook het signaal dat wij hem niet vergeten zijn na vijf lange jaren, waarin veel is gebeurd, maar het doel nog niet bereikt is. Wij moeten de strijd samen blijven voeren om een mens te redden van de dood.
15.11 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, je voudrais d'abord remercier notre collègue Els Van Hoof d'avoir pris l'initiative dans ce dossier, et nos autres collègues – notamment Mme Safai – de l'avoir nourri, et d'être arrivés à un travail aussi rapide et de qualité, au point de pouvoir le porter aujourd'hui en séance plénière.
À cet égard, il semble opportun de rappeler l'indivisibilité, au sein du Parlement fédéral et en commission des Relations extérieures, concernant le respect des droits humains.
Ni la dégradation du contexte diplomatique, ni les dossiers parallèles déjà évoqués comme celui de M. Asadi, n'excusent l'attitude de l'Iran depuis maintenant quatre ans concernant l'emprisonnement du Dr Djalali. Comme le rappelait le directeur d'Amnesty International encore récemment, le Pr Djalali a été condamné à l'issue d'un procès inique, arbitraire, entaché de torture, pour avoir refusé d'espionner pour le compte des autorités iraniennes. Il n'a de toute évidence rien à faire dans le couloir de la mort.
Malgré les crises traversées par l'Union européenne, il est primordial que nous puissions nous exprimer d'une voix forte et unique sur ce dossier afin de faire bouger les lignes du régime iranien. Le professeur Ahmadreza Djalali ne doit pas payer le prix fort pour avoir refusé de collaborer avec un régime qui ne respecte pas les droits humains.
Je me réjouis très sincèrement de l'unanimité de cette assemblée pour s'élever contre cette condamnation. Je me réjouis du message fort qui sera ainsi envoyé par notre démocratie pour tenter de sauver la vie d'un homme.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
16 Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne les règles spécifiques applicables aux commissions spéciales afin de permettre à la commission des Achats et des ventes militaires de se réunir publiquement lorsqu'elle le décide (1319/1-2)
16 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de specifieke regels geldend voor de bijzondere commissies teneinde de commissie belast met de controle op de legeraankopen en -verkopen openbaar te kunnen laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist (1319/1-2)
Proposition déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Steven Creyelman, Peter Buysrogge, Michael Freilich, Annick Ponthier.
La
commission du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire propose de
rejeter cette proposition. (1319/2)
De
commissie voor het Reglement en voor de Hervorming van de parlementaire
werkzaamheden stelt voor dit voorstel te verwerpen. (1319/2)
Conformément
à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette
proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les
auteurs.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.
De rapporteur is
de heer Van der Donckt.
16.01 Wim Van der Donckt, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, het is altijd een eer om rapporteur te zijn van een voorstel en ik houd eraan om dat in alle ernst te doen.
Er ligt een voorstel voor tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de specifieke regels geldend voor de bijzondere commissies teneinde de commissie belast met de controle op legeraankopen en -verkopen openbaar te kunnen laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist. Het voorstel beoogt een aanpassing door te voeren in ons Reglement, meer bepaald in artikel 39.
Voor een goed begrip neem ik u even terug in de geschiedenis. Een beetje geschiedenis kan nooit kwaad in een verslag. Wat is die commissie belast met de controle van de legeraankopen en -verkopen? Die commissie is tot stand gekomen in 1993 in de nasleep van het Agustaschandaal. Ik citeer uit het onvolprezen naslagwerk van onze griffier: "Volgens het huishoudelijk reglement zijn de vergaderingen van de commissie in principe openbaar, met dien verstande dat de commissie op ieder ogenblik kan beslissen om met gesloten deuren te vergaderen en dat zij hetzelfde doet wanneer de bevoegde minister daarom verzoekt.".
Dat was het initiële huishoudelijke reglement, maar op 27 november 2001 besliste de commissie echter om voortaan steeds met gesloten deuren te vergaderen. Die bepaling in het huishoudelijk reglement heeft haar weerslag ook gevonden in het Reglement onder artikel 39, waarin expliciet vermeld staat dat deze commissie met gesloten deuren vergadert.
In het kader van een aanbestedingsprocedure ter vervanging van onze F-16's in 2017 is er onder impuls van de Groen-Ecolofractie een wijziging van het huishoudelijk reglement gekomen, in die zin dat in artikel 2 werd opgenomen dat er toch een openbare vergadering kan plaatsvinden indien er daaromtrent in de commissie consensus bestaat.
Dat huishoudelijk reglement is op dat punt dus eigenlijk in strijd met artikel 39 van het Kamerreglement. Tijdens de commissievergaderingen op 13 mei en 20 mei van dit jaar werd dat vastgesteld en was er, naar ik vernam, consensus om het Reglement in overeenstemming te brengen met het huishoudelijk reglement. De voorzitter van de betrokken commissie en de voorzitter van de commissie voor Landsverdediging hebben samen op 4 juni 2020 het voorstel tot wijziging van het Reglement ingediend. Analoog aan artikel 149, dat slaat op de commissie belast met de controle op de politie-, de inlichtingen- en de veiligheidsdiensten, waar de vergaderingen in principe ook met gesloten deuren geschieden, behalve wanneer de commissie anders beslist, wilden de indieners het huishoudelijk reglement met het Reglement van de Kamer in overeenstemming brengen. Dat voorstel werd besproken in de commissie voor het Reglement op 8 juli en 20 november.
Tijdens de vergadering van 8 juli heeft de heer Dewael, toenmalig Kamervoorzitter, advies gevraagd aan het ministerie van Defensie en ook aan het ministerie van Economie. Beide ministeries hebben hun adviezen ingediend, die bij het verslag zijn gevoegd, en het komt erop neer dat beide ministeries eerder terughoudend en zelfs afwijzend waren ten opzichte van de voorgestelde wijziging van het Reglement.
Tijdens de vergadering van 20 november heeft zich een discussie ontsponnen tussen de aanwezige fracties, voornamelijk Vlaams Belang, PS, sp.a, N-VA en PTB. Wat de verschillende standpunten betreft, kan ik naar het schriftelijk verslag verwijzen. Nadat er blijkbaar een overeenkomst was in de commissie belast met de controle op de legeraankopen en -verkopen is er een wijziging van de standpunten gekomen. Uiteindelijk keurden N-VA en Vlaams Belang het voorstel tot wijziging goed terwijl de andere aanwezige fracties het verwierpen.
Tot daar mijn objectief overzicht van de werkzaamheden in dit dossier.
16.02 Steven Creyelman (VB): Mevrouw de voorzitster, ik wil de rapporteur danken voor zijn uitgebreid verslag, alsook voor het mooie stukje geschiedenis dat hij daarbij heeft gegeven.
In de commissie Legeraankopen en -Verkopen zijn wij midden april, begin mei tot de vaststelling gekomen dat er onder de aanwezige leden een zekere vraag leefde om af en toe openbaar te kunnen vergaderen als daartoe de noodzaak bestond. Deze noodzaak werd vooral gevoed door het dossier van de mondmaskers in de commissie voor Defensie. U zult zich dat wel herinneren. De commissie vond dat de man in de straat recht had op eerlijke en correcte informatie, ook in dat dossier.
Zo groeide over de partijgrenzen heen een vorm van consensus dat er bij de commissie Legeraankopen en -Verkopen bij gelegenheid openbaar moest kunnen worden vergaderd.
Ik druk mij zelfs verkeerd uit, want er was geen consensus. Dat is misschien het enige minpuntje aan het verslag. Er was eigenlijk unanimiteit bij de aanwezige leden.
Mevrouw de voorzitster, ik ben als bescheiden voorzitter van de bescheiden commissie Legeraankopen en -Verkopen in mijn pen gekropen en ik heb een voorstel van reglementswijziging van de Kamer gebrouwen.
Omdat het idee in de commissie was gegroeid en ik daarvoor niet zelf alle krediet wilde nemen, heb ik het voorstel aan alle collega's in de commissie voorgelegd. Dat leek mij niet meer dan normaal en ook intellectueel het eerlijkst.
Een beetje tot mijn grote verbazing was het niet alleen mevrouw Ponthier, mijn goede collega, die mee wou ondertekenen, maar ook de heren Buysrogge en Freilich van N-VA en jawel, zelfs de heer Verduyckt van sp.a.
Tot zover het goede nieuws, want vanaf hier gaat het alleen bergaf.
Eerst werd collega Verduyckt – ik vermoed dat dit door sp.a nationaal of moet ik zeggen Vooruit is gebeurd, ik ben er nog niet uit wanneer de naamsverandering precies ingaat – attent gemaakt op het feit dat hij een voorstel van het Vlaams Belang had ondertekend. Dat kon natuurlijk niet. Het gevolg daarvan was de exit van de heer Verduyckt als medeondertekenaar.
Even later werd een regering gevormd. Een regering vormen heeft blijkbaar gevolgen aan de linkerzijde van dit halfrond. Dat bepaalt blijkbaar mee wat er publiek besproken kan worden. Het gevolg was: exit sp.a, exit Ecolo, exit Groen en al de rest wat de steun aan dit voorstel betreft.
Blijkbaar was de openbaarheid van bestuur opeens niet meer belangrijk. Een post in de regering misschien des te meer. Maar dat laat ik in het midden. Ik laat het aan u over dat te beoordelen.
Mevrouw de voorzitster, ik heb de uitsmijter voor het laatste gehouden. Tijdens de besprekingen in de commissie werd door de PVDA een vurig pleidooi gehouden, zoals alleen onze goede collega 'Hedeshow' van de PVDA dat kan. Ik zeg dat zonder kwade bedoelingen. Hij hield een vurig pleidooi tegen de achterkamerpolitiek en de duistere krachten van de kapitalistische wapenindustrie die zich moeiden en moeien met het democratische proces.
Dat vurig pleidooi eindigde met een stem tegen dit voorstel dat net komaf moest maken met die achterkamerpolitiek, en tegen dit voorstel dat de openbaarheid van bestuur een duwtje in de rug moest geven.
Het zal wel aan mij liggen, collega's, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik dat niet zo goed begrijp. Vooral omdat de goede collega's van de PVDA amper een week later in de commissie voor Defensie een aanbeveling indienden om het gebrek aan openbaarheid van bestuur aan te klagen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik kerkhanen ken met minder draaivermogen. Lachend bedoeld kan ik ook zeggen dat ik CD&V'ers ken die consequenter zijn.
Mevrouw de voorzitster, collega's, dit voorstel heeft enkel de goede bedoeling de commissie Legeraankopen en –Verkopen openbaar te laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist.
De indieners stonden open voor amendementen. Die zijn er blijkbaar niet gekomen. Ik wil u dus in alle vriendelijkheid verzoeken, collega's, eens goed na te denken en met het oog op de openbaarheid van bestuur toch enige vorm van consequent gedrag te vertonen, en dit voorstel alsnog goed te keuren.
La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen
andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur
la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De
stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later
plaatsvinden.
17 Renvoi de propositions de loi à une autre
commission
17 Verzending van wetsvoorstellen naar een andere commissie
Conformément à l’avis de la Conférence des
présidents et à la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer la
proposition suivante à la commission de l'Économie:
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters en op verzoek van de indieners, stel ik u voor volgend wetsvoorstel te verwijzen naar de commissie voor Economie:
- la proposition de loi (MM. Koen Geens et
Steven Matheï) modifiant le Code civil et le Code des sociétés et des
associations concernant la participation aux assemblées générales des
copropriétaires et aux assemblées générales des sociétés et des associations,
n° 1602/1.
- het wetsvoorstel (de heren Koen Geens en Steven Matheï) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen aangaande de deelname aan de algemene vergadering van mede-eigenaars en van vennootschappen en verenigingen, nr. 1602/1.
Cette proposition avait été précédemment
envoyée à la commission de la
Justice.
Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar de commissie voor Justitie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18 Cour constitutionnelle - Présentation d'un juge d'expression néerlandaise - Procédure
18 Grondwettelijk Hof - Voordracht van een Nederlandstalige rechter - Procedure
La Chambre doit procéder à la présentation d’une liste double de candidats en vue de la nomination d'un juge d'expression néerlandaise à la Cour constitutionnelle.
De Kamer dient over te gaan tot de voordracht van een lijst met twee kandidaten met het oog op de benoeming van een Nederlandstalige rechter in het Grondwettelijk Hof.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 17 septembre 2020.
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 17 september 2020.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 2 décembre 2020, je vous propose de procéder à la présentation de candidats au cours de la séance plénière du 17 décembre 2020.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 december 2020, stel ik u voor over te gaan tot de voordracht van kandidaten tijdens de plenaire vergadering van 17 december 2020.
Étant donné la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous propose de suivre la procédure suivante:
Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, stel ik u voor de volgende procedure te hanteren:
- Les membres peuvent voter dès le vendredi 4 décembre 2020 jusqu’au jeudi 17 décembre 2020 à 16 h 00. Le bulletin de vote ainsi que le document parlementaire n° 1549/1 sont à leur disposition au Secrétariat général.
- De leden kunnen stemmen vanaf vrijdag 4 december 2020 tot donderdag 17 december 2020 om 16.00 uur. Het stembiljet en het parlementair stuk nr. 1549/1 liggen ter beschikking in het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir le bulletin de vote, celui-ci doit être rempli sur place et déposé dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden het stembiljet in ontvangst kunnen nemen, het ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.
- L’urne contenant les bulletins de vote sera ouverte au cours de la séance plénière du jeudi 17 décembre 2020.
- De urne met de stembiljetten wordt geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 17 december 2020.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
19 Commissions de nomination pour le notariat - Renouvellement de la moitié des mandats - Appel aux candidats
19 Benoemingscommissies voor het notariaat - Hernieuwing van de helft van de mandaten - Oproep tot kandidaten
Conformément à l’article 38, § 7, 1er alinéa, de la loi du 19 mars 1803 contenant organisation du notariat, les membres des Commissions de nomination pour le notariat sont nommés pour un terme de quatre ans, les mandats de la moitié des membres étant renouvelés tous les deux ans.
Overeenkomstig artikel 38, § 7, eerste lid, van de wet van 19 maart 1803 op het notarisambt worden de leden van de Benoemingscommissies voor het notariaat benoemd voor een termijn van vier jaar, waarbij om de twee jaar de mandaten van de helft van de leden worden vernieuwd.
Les mandats de la moitié des membres expirent le 30 juin 2021.
De mandaten van de helft van de leden verstrijken op 30 juni 2021.
La Chambre doit, tant pour la Commission de nomination francophone que pour la Commission de nomination néerlandophone, renouveler les mandats suivants:
- mandats de membre effectif: un chargé de cours ou un professeur de droit et un membre externe,
- mandats de membre suppléant: un magistrat et un membre externe.
De Kamer dient zowel voor de Nederlandstalige als de Franstalige Benoemingscommissie de volgende mandaten te hernieuwen:
- mandaten van werkend lid: één docent of hoogleraar in de rechten en één extern lid,
- mandaten van plaatsvervangend lid: één magistraat en één extern lid.
Conformément à l’article 4 de l’arrêté royal du 9 mars 2001, les vacances pour les mandats de membre des Commissions de nomination doivent être publiées au Moniteur belge au plus tard six mois avant l’expiration des mandats.
Overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 maart 2001 dienen de vacatures voor de mandaten van lid van de Benoemingscommissies uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de mandaten in het Belgisch Staatsblad te worden bekendgemaakt.
La Chambre doit donc publier un appel aux candidats au plus tard le 1er janvier 2021.
De Kamer dient dus uiterlijk 1 januari 2021 een oproep tot kandidaten bekend te maken.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 2 décembre 2020, je vous propose de publier au Moniteur belge un appel aux candidats pour le renouvellement de la moitié des mandats des membres des Commissions de nomination pour le notariat.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 2 december 2020 stel ik voor een oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken voor de hernieuwing van de helft van de mandaten van de leden van de Benoemingscommissies voor het notariaat.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
20 Demandes d'urgence émanant du gouvernement
20 Urgentieverzoeken vanwege de regering
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi-programme, n° 1662/1.
De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement bij de indiening van het ontwerp tot programmawet, nr. 1662/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, de programmawet bevat bepalingen die nodig zijn voor de realisatie van de begroting van 2021. De urgentie wordt hier gerechtvaardigd of gemotiveerd, doordat deze wet maatregelen bevat die voor het einde van het jaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd moeten zijn.
Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de
voorzitster, deze urgentie is natuurlijk het gevolg van het feit dat de
programmawet zo laattijdig werd ingediend. Dat is niet door externe
omstandigheden gestuurd. De regering heeft dit zelf uitgelokt. Wij zullen de
urgentie dan ook niet steunen.
De voorzitster:
Dank u.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi instituant une avance unique sur les frais de gestion des caisses d’assurances sociales pour travailleurs indépendants, n° 1667/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement bij de indiening van het wetsontwerp houdende instelling van een eenmalig voorschot op de beheerskosten van de sociale verzekeringsfondsen der zelfstandigen, nr. 1667/1.
Tinne Van der Straeten, ministre: Madame la présidente, le but de ce projet de loi est de permettre à chaque caisse de sécurité sociale d'utiliser une intervention financière pour atténuer l'impact de la crise du coronavirus sur son budget de gestion. L'intervention financière prendrait la forme d'une subvention qui serait entièrement prise en charge par le Fonds de bien-être qui fait partie de la gestion financière globale pour les travailleurs indépendants. L'urgence, madame la présidente, est motivée par le fait qu'il s'agit de mesures urgentes dans le cadre de la crise du coronavirus.
La présidente: Merci.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux personnes handicapées, portant adaptation du critère d'âge de 21 à 18 ans, n° 1665/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, houdende de aanpassing van het leeftijdscriterium van 21 naar 18 jaar, nr. 1665/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, het ingediende wetsontwerp biedt een antwoord op het arrest nr. 103/2020 van het Grondwettelijk Hof van 9 juli 2020. In dat arrest was het hof van oordeel dat de leeftijdsvoorwaarde van 21 jaar die in de wet van 27 februari 1987 zit, ongrondwettelijk is. De urgentie wordt ingeroepen om te reageren op dat arrest en de wetgeving in overeenstemming te brengen met de Grondwet, om een beroep tot nietigverklaring van de bestreden regel te vermijden en, niet het minst, om rechtszekerheid te bieden inzake de beslissingen die genomen zijn door de administratie sinds het arrest.
De voorzitster: Dank u.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des mesures de soutien temporaires en raison de la pandémie du COVID-19, n° 1674/1.
De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, nr. 1674/1.
Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.
Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.
Minister Tinne Van der Straeten: Mevrouw de voorzitster, zoals de titel aangeeft, bevat het ontwerp tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de coronacrisis. De urgentie wordt hier ook gemotiveerd doordat deze tijdelijke maatregelen voor het einde van het jaar in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd moeten zijn.
De voorzitster: Dank u.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
21 Prise en considération de propositions
21
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Mijnheer De Roover, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1681/1 tot regeling van de financiering van de eindeloopbaanmaatregelen voor de personeelsleden van de lokale politie voor het jaar 2021.
21.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, het wetsvoorstel dient concreet om de eindeloopbaanregeling voor de operationele personeelsleden van de geïntegreerde politie te financieren voor het jaar 2021, dat met rasse schreden naderbij komt. Zonder deze voorgestelde regeling dienen politiemannen of -vrouwen die een eindeloopbaankeuze maken, te worden betaald door de politiezones, waardoor die laatste geen ruimte meer overhouden voor broodnodige nieuwe aanwervingen, waarvan wij allemaal weten hoe belangrijk zij zijn.
Momenteel is er geen budget voor NAVAP voorzien in de begroting 2021. Toen wij de minister van Binnenlandse Zaken daarover hebben bevraagd in de commissie, stelde zij dat er nog een structurele oplossing zou volgen, maar het probleem is dat het enige tijd vergt om die structurele regeling uit te werken en te laat zal komen voor het jaar 2021, zeker aangezien de huidige regeling vervalt op 31 december 2020.
Het is dus geen politiek voorstel voor nieuw beleid, maar een correctie om de werking van onze politie te verzekeren voor het jaar 2021. Wij hopen dan ook dat u dit voorstel tot urgentie allen kunt steunen.
De voorzitster: Dank u.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est rejetée.
De urgentie wordt verworpen.
22 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Nabil Boukili sur "la protection juridique des lanceurs d'alerte" (n° 52)
22 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Nabil Boukili over "de rechtsbescherming van klokkenluiders" (nr. 52)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 25 novembre 2020.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 25 november 2020.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 52/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Nabil Boukili;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Franky Demon.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 52/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Nabil Boukili;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Franky Demon.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
22.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, chers collègues, le 4 janvier prochain, la justice britannique rendra son jugement concernant l'extradition de Julian Assange et sa remise aux autorités américaines suite à un procès fallacieux et inéquitable. Son extradition aux États-Unis risque de lui valoir 175 ans de prison pour avoir divulgué des crimes de guerre commis par l'armée américaine pendant les guerres en Irak et en Afghanistan. On aurait pu s'attendre à ce que ce soit le gouvernement américain qui doive rendre des comptes, ou qui soit condamné pour crimes de guerre, mais non. C'est le lanceur d'alerte qui est condamné pour avoir fait la transparence sur ces crimes.
Chers collègues, cette injustice ne concerne pas seulement M. Assange et ses proches. Elle concerne tous ceux qui aspirent à une société démocratique qui respecte les droits humains. Aujourd'hui, en effet, ce sont ces valeurs qui sont attaquées. C'est le droit à l'information, le droit à la transparence, la liberté d'expression et la liberté de la presse. Ces valeurs constituent le fondement de notre démocratie.
Aujourd'hui, nous devons prendre position dans cette affaire pour que la Belgique donne un signal fort. Notre gouvernement doit prendre une position politique en accordant l'asile à M. Assange. Nous devons nous affirmer comme un pays qui défend la liberté d'expression et les droits humains. Nous devons affirmer que nous n'acceptons pas que les lanceurs d'alerte et les journalistes d'investigation, qui informent la population au risque de leur vie et de celle de leur famille, au risque de leur stabilité sociale, puissent être sanctionnés pour le simple fait de faire leur travail, et de divulguer des informations d'intérêt public.
Chers collègues, si vous refusez d'accorder votre soutien à M. Julian Assange, pour moi, cela veut dire que vous acceptez la censure et que vous renoncez à la défense d'une liberté fondamentale. Il ne faut pas attendre le 10 décembre, la Journée internationale des droits humains, pour faire de grandes déclarations. C'est aujourd'hui qu'il faut agir. Ce sont des actes qu'il faut et non pas juste des paroles!
Chers collègues, je vous invite à voter contre la motion d'ordre pure et simple pour permettre le débat sur notre motion afin d'accorder l'asile politique à M. Julian Assange.
Je vous remercie.
22.02 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, je tenais à faire cette justification de vote car le texte a évidemment des fins dans lesquelles on peut se reconnaître. Mais il entretient une petite confusion qui continue à être faite régulièrement en ce qui concerne Julian Assange et c'est peut-être le moment d'en parler.
À la page 4, la proposition nous dit qu'il faut accorder l'asile politique à M. Assange et à d'autres lanceurs d'alerte qui défendent des idées démocratiques. Mais c'est là tout le problème, Julian Assange n'est pas techniquement et réellement un lanceur d'alerte. Ce n'est pas pour cela qu'il ne doit pas être protégé. J'y reviens. Il n'est pas à la source des informations qui ont été divulguées. La personne à la source, et donc le lanceur d'alerte dans l'histoire, c'est Chelsea Manning, ancienne analyste de l'armée américaine.
Et même s'il ne constitue pas un média d'information au sens classique avec une rédaction traditionnelle, WikiLeaks a été reconnue comme une organisation médiatique par deux décisions de justice britannique et américaine. À ce titre, les collaborateurs de WikiLeaks, en ce compris Julian Assange, sont définis dans tout État de droit démocratique comme éditeurs et comme journalistes.
L'urgence de la situation est donc qu'il faut essayer de faire bénéficier Julian Assange de la protection en tant que journaliste et reconnaître cette qualité de journaliste et non pas de lanceur d'alerte. C'est pourquoi nous nous abstiendrons sur cette motion. Mais nous allons surtout proposer deux textes distincts qui vont essayer de résoudre ces problèmes. Le premier vise à octroyer une protection adéquate à Julian Assange en tant que journaliste. Le second vise à pousser le gouvernement à transposer rapidement en droit belge la directive européenne sur la protection des lanceurs d'alerte.
22.03 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, c'est un débat important, et je regrette un peu l'intervention du collègue du PTB, qu'il a caricaturée en faisant ce genre de raccourci, tel que ce que je viens d'entendre: "Si vous ne votez pas contre la motion pure et simple, c'est que vous cautionnez la censure."
Je pense que le sérieux du projet aurait mérité d'éviter ce genre de caricature, parce que j'ose espérer que nous sommes tous, dans cette assemblée, d'ardents défenseurs de la liberté d'expression. Nous avons beaucoup de sympathie pour M. Assange. Nous partageons d'ailleurs les inquiétudes formulées quant à son sort futur.
Mais en complément à ce que le collègue De Smet vient de préciser, je voudrais aussi indiquer que dans sa demande, le PTB a choisi la mauvaise voie. Vous demandez que le gouvernement accorde à M. Assange l'asile politique, alors que d'une part, il ne l'a pas demandé en Belgique, et qu'il ne remplit pas la condition de localisation en Belgique pour pouvoir demander ce statut; et d'autre part, en Belgique, ce n'est pas le gouvernement qui accorde l'asile ou qui reconnaît le statut de réfugié, mais c'est le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides, qui statue en toute indépendance.
Faire droit à votre demande, ce serait créer un précédent dont les effets pour ce qui concerne la situation personnelle de M. Assange seront nuls, puisqu'il n'est pas en Belgique; et dont les effets sur l'indépendance du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides par rapport au gouvernement seront problématiques.
C'est la raison pour laquelle, si nous soutenons moralement M. Assange, nous ne soutiendrons pas la motion du PTB qui pose le problème en le prenant par le mauvais bout. Je vous remercie.
22.04 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, (…)
22.05 Servais Verherstraeten (CD&V): (…)
22.06 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je souhaite intervenir pour un fait personnel.
La présidente: Je vais donc considérer qu'il s'agit d'un fait personnel. Mais, avant de vous donner la parole, je vous demande d'être bref, monsieur Boukili.
22.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente …
22.08 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, we zijn hier al weken aan stuk bezig met stemverklaringen die de in het Reglement vastgelegde duur ruimschoots overschrijden. Collega Boukili heeft zonet ook meer tijd gebruikt voor zijn stemverklaring dan wat in het Reglement is bepaald. Hem nu een tweede keer het woord geven, is tegen het Reglement en ik verzet mij daar tegen.
La présidente: Je pense qu'une majorité de membres ne souhaite pas qu'il y ait de réplique. Nous ne considérons pas qu'il y ait de fait personnel et nous allons pouvoir voter.
22.09 Nabil Boukili (PVDA-PTB): (…)
La présidente: Il existe un Règlement qui semble être interprété distinctement.
22.10 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, puis-répondre à certains points?
La présidente: Vous pourrez le faire après la séance.
Début du
vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
108 |
Oui |
Nee |
30 |
Non |
Onthoudingen |
7 |
Abstentions |
Totaal |
145 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
23 Projet de loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (I) (1441/3)
23 Wetsontwerp tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I) (1441/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
113 |
Oui |
Nee |
13 |
Non |
Onthoudingen |
17 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (1441/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1441/4)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
(Mevrouw Nathalie Dewulf heeft zoals haar fractie gestemd)
24 Projet de loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en application de la loi du 27 mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) (1442/4)
24 Wetsontwerp tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (1442/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
115 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
18 |
Abstentions |
Totaal |
145 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1442/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1442/5)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
25 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue de limiter l'émission de référence-CO2 (904/10)
25 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ter begrenzing van de referentie-CO2-uitstoot (904/10)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
102 |
Oui |
Nee |
41 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (904/11)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(904/11)
(Mme Florence Reuter a voté comme son groupe)
26 Projet de loi relatif aux bénéficiaires de l'accord sur le retrait du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord de l'Union européenne et de la Communauté européenne de l'énergie atomique (1644/3)
26 Wetsontwerp betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1644/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
146 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
146 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1644/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1644/4)
27 Proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants, concernant les pétitions (1044/5)
27 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers, wat betreft de verzoekschriften (1044/5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
115 |
Oui |
Nee |
12 |
Non |
Onthoudingen |
18 |
Abstentions |
Totaal |
145 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition. La présente modification sera publiée au Moniteur belge. (1044/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan.
Deze wijziging zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. (1044/6)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
28 Proposition de résolution concernant l'exécution imminente de la condamnation à mort du professeur Ahmadreza Djalali (Règlement, article 76) (1684/2)
28 Voorstel van resolutie betreffende de nakende uitvoering van de doodstraf tegen professor Ahmadreza Djalali (Reglement, artikel 76) (1684/2)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
145 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
145 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1684/3)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1684/3)
29 Proposition de rejet faite par la commission du Règlement et de la Réforme du travail parlementaire de la proposition de modification du Règlement de la Chambre des représentants en ce qui concerne les règles spécifiques applicables aux commissions spéciales afin de permettre à la commission des Achats et des ventes militaires de se réunir publiquement lorsqu'elle le décide (1319/1-2)
29 Voorstel tot verwerping door de commissie voor het Reglement en voor de Hervorming van de parlementaire werkzaamheden van het voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers betreffende de specifieke regels geldend voor de bijzondere commissies teneinde de commissie belast met de controle op de legeraankopen en -verkopen openbaar te kunnen laten vergaderen wanneer de commissie daartoe beslist (1319/1-2)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote
8) |
||
Oui |
101 |
Ja |
Non |
42 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
143 |
Totaal |
En
conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition
n° 1319/1 est donc rejetée.
Bijgevolg
neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel nr. 1319/1 is
dus verworpen.
(M. Malik Ben Achour a voté comme son groupe)
30 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Soyez tous sages pour être récompensés par Saint Nicolas.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 10 décembre 2020 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 10 december 2020 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19 h 23.
De vergadering wordt gesloten om 19.23 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 073 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 073 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
108 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim,
Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara,
D'Haese Christoph, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Francken Theo, Freilich
Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goblet Marc,
Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon
Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants
Bert, Zanchetta Laurence
Non |
030 |
Nee |
Boukili
Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems
Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
007 |
Onthoudingen |
Arens Josy,
Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot
Maxime, Rohonyi Sophie
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
113 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, D'Haese Christoph,
Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De
Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels
Frieda, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima,
Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones
Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen,
Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert
Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
013 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven, Dewulf
Nathalie, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees
Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
017 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dillen
Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
115 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cornet Cécile, Creemers Barbara,
D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé
Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa,
Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens
Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Hanus
Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa,
Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael
Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den
Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel
Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
018 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts
Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
102 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst
Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers
Barbara, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja,
Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper,
Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison
Philippe, Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
041 |
Nee |
Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Roover Peter,
De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo,
Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
146 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel,
De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné
Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul,
Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri
Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele,
Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît,
Pillen Jasper, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie,
Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters
Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt
Wim, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants
Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
115 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, D'Haese Christoph, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De
Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis,
Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goblet Marc,
Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon
Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers
Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut
Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van
Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
012 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Abstentions
|
018 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts
Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
145 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel,
De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De
Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa,
Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih
Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael,
Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie,
Goblet Marc, Goethals Sigrid, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni
Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper,
Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter,
Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut
Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van
Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire
Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert,
Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
101 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Block
Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel,
De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Defossé Guillaume,
Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels
Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul,
Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej
Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi
Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanbesien
Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh
Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
042 |
Nee |
Ben Achour
Malik, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De
Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné
Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals
Sigrid, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas
Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Lommel Reccino, Van Peel
Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants
Bert
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |