Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 12 novembre 2020 Après-midi ______ |
van Donderdag 12 november 2020 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 20 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Alexander
De Croo.
01 Admission, vérification des pouvoirs et
prestations de serment
01 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedafleggingen
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment de la suppléante appelée à siéger en remplacement de M. Jan Bertels, démissionnaire en date du 1 novembre 2020.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolgster die in aanmerking komt om de heer Jan Bertels, die op 1 november 2020 ontslag nam, te vervangen.
La suppléante appelée à le remplacer est Mme Gitta Vanpeborgh, suppléante de la circonscription électorale de la province d'Anvers.
De opvolgster die hem zal vervangen is mevrouw Gitta Vanpeborgh, opvolgster voor de kieskring van de provincie Antwerpen.
Les pouvoirs de Mme Gitta Vanpeborgh ont été validés en notre séance du 20 juin 2019.
De geloofsbrieven van mevrouw Gitta Vanpeborgh werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie Mme Gitta Vanpeborgh de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek mevrouw Gitta Vanpeborgh de grondwettelijke eed af te leggen.
Gitta Vanpeborgh prête le serment
constitutionnel successivement en néerlandais, en français et en allemand.
Gitta Vanpeborgh legt de grondwettelijke
eed achtereenvolgens af in het Nederlands, in het Frans en in het Duits.
Mme Gitta Vanpeborgh fera partie du groupe linguistique néerlandais.
Mevrouw Gitta Vanpeborgh zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment de la suppléante appelée à siéger en remplacement de Mme Jessika Soors, démissionnaire en date du 11 novembre 2020.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolgster die in aanmerking komt om mevrouw Jessika Soors, die op 11 november 2020 ontslag nam, te vervangen.
La suppléante appelée à la remplacer est Mme Eva Platteau, suppléante de la circonscription électorale de la province de Brabant flamand.
De opvolgster die haar zal vervangen is mevrouw Eva Platteau, opvolgster voor de kieskring van de provincie Vlaams-Brabant.
Les pouvoirs de Mme Eva Platteau ont été validés en notre séance du 20 juin 2019.
De geloofsbrieven van mevrouw Eva Platteau werden tijdens onze vergadering van 20 juni 2019 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie Mme Eva Platteau de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek mevrouw Eva Platteau de grondwettelijke eed af te leggen.
Eva Platteau prête le serment
constitutionnel successivement en néerlandais, en français et en allemand.
Eva Platteau legt de grondwettelijke eed
achtereenvolgens af in het Nederlands, in het Frans en in het Duits.
Mme Eva Platteau fera partie du groupe linguistique néerlandais.
Mevrouw Eva Platteau zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
02 Regeling van de werkzaamheden
02.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mag ik beide nieuwe leden veel succes toewensen, vooral omdat een van hen een stadsgenote van mij is? Mortsel verdubbelt daarmee de aanwezigheid in dit Huis.
Dat is echter niet de bedoeling van mijn betoog, mevrouw de voorzitster; ik wil ermee een beroep doen op het Reglement.
De regering werd door de eerste minister voorgesteld op donderdag 1 oktober 2020. Een van de rode lijnen was de nieuwe politieke cultuur, die hij hoog in het vaandel draagt. Misschien wordt daaraan echter een aparte invulling gegeven. Wij zijn vandaag immers donderdag 12 november 2020, wat dag op dag zes weken later is. Artikel 121bis van het Reglement bepaalt in punt 2 dat de beleidsverklaringen door de bevoegde commissies worden besproken binnen de zes weken na de eerste plenaire vergadering na de benoeming van het regeringslid of de regeringsleden. Dat betekent dat die termijn vandaag afloopt. Nochtans zijn een paar ministers er nog niet in geslaagd hun beleidsverklaring in te dienen, bijvoorbeeld voor de belangrijke bevoegdheid Binnenlandse Zaken. Daarop is dinsdag nog aangedrongen, maar blijkbaar met weinig resultaat.
Andere beleidsverklaringen werden ingediend in de loop van de herfstvakantie, wat betekent dat één nuttige dag overbleef, om nog binnen de tijd tot een volledige bespreking over te gaan. De facto is op twee uitzonderingen na dat proces nooit afgerond.
Dat betekent dat de regering, die trouwens bij de installatie de thematische debatten met de ministers al heeft ontlopen, er zes weken later niet in is geslaagd het Reglement na te leven. Dat is toch wel een aanfluiting van het hele idee van de nieuwe politieke cultuur. Dat is ook een minachting voor ons Huis. Ik zou daartegen willen protesteren en de eerste minister, die hier aanwezig is, willen vragen een woordje uitleg te geven bij de reden waarom zijn regering die reglementaire verplichting niet nakomt ten opzichte van de Kamer van volksvertegenwoordigers, die nog altijd de controlerende macht van de huidige regering blijft.
Ik heb de indruk dat hij en zijn regering zich iets te gemakkelijk aan die controle probeert te ontwringen.
02.02 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, ik wil mij daarbij aansluiten.
Voor de herfstvakantie heb ik er in de Conferentie van voorzitters al op aangedrongen dat de beleidsnota's tijdig zouden worden ingediend, zodat wij de tijd hebben om ze deftig te kunnen bekijken, vooraleer ze worden besproken. Wat collega De Roover nu in plenaire vergadering zegt, heb ik afgelopen dinsdag in de Conferentie al aangekaart en ertegen geprotesteerd. Bijna alle beleidsbrieven komen te laat aan bod. Op enkele uitzonderingen na staan ze allemaal volgende week in de commissies geagendeerd. Van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Mobiliteit zijn de beleidsbrieven nog niet eens ingediend. Ik sluit mij dus volledig hierbij aan en herhaal wat ik dinsdag in de Conferentie al heb gezegd: de niet-naleving van het Reglement toont allesbehalve respect voor ons Huis en is alleszins geen toonbeeld van nieuwe politieke cultuur, waarvan de regering beweert voorstander te zijn.
02.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, je tiens aussi à profiter de la présence du premier ministre pour préciser que nous avions insisté sur le respect de ces délais. Je vous rappelle que le respect de ces délais est lié au contrôle que nous pouvons exercer sur les options politiques présentées. Ici, plusieurs ministres n'ont même pas rendu leur "devoir" à temps. Je rappelle que, même lorsque les notes ont été introduites, certains débats qui devaient avoir lieu cette semaine ont été postposés car d'autres sujets ont été mis à l'ordre du jour.
Je trouve que cela ne va pas! Il y avait un engagement: le Règlement prévoit clairement six semaines.
Enfin, nous avions reçu l'engagement du gouvernement la semaine dernière de débattre de ces options politiques. À présent, nous sommes en quelque sorte mis devant le fait accompli de postposer le débat, qui risque de se mélanger avec les débats budgétaires. Je rejoins dès lors les différentes remarques déjà émises en Conférence des présidents, mais aussi en séance plénière la semaine passée, pour obtenir dans les temps l'ensemble de ces notes.
La présidente: Monsieur le premier ministre, souhaitez-vous apporter une réponse?
02.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, mijnheer De Roover, u zegt dat wij bij het aantreden van deze regering de thematische debatten uit de weg zijn gegaan. Dat is absoluut niet het geval. Er was daarvoor ruim tijd voorzien. Wat ik heb vastgesteld, is dat de fracties een debat onder elkaar zijn beginnen voeren over bepaalde thema's. Als mij dat werd gevraagd, ben ik op bepaalde debatten ingegaan, maar de tijd die was voorzien werd bijna volledig opgebruikt door debatten tussen de fracties, waardoor het klassieke thematisch debat is verwaterd.
Ik engageer mij ertoe die beleidsverklaringen zo snel mogelijk in orde te brengen. Het feit dat de herfstvakantie ertussen kwam, gevolgd door een week met een feestdag erin, heeft gezorgd voor een zekere moeilijkheid om ze allemaal aan de agenda te kunnen plaatsen.
Ik engageer mij ertoe ervoor te zorgen dat de daardoor veroorzaakte vertraging wordt weggewerkt. Strikt genomen is de beleidsverklaring een individueel document van de minister, dus kunt u zich steeds rechtstreeks tot die minister richten, maar ik ben mij er ten volste van bewust dat het ook mijn verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat dit op tijd kan gebeuren.
02.05 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, als de ministers zich bij de presentatie van de regering zeventien uur lang in stilzwijgen hullen en u komt hier zeggen dat ze de kans niet hebben gehad om te reageren, dan klinkt dat nogal bizar. In 2014, bij de vorige regering, heeft elke minister wél het fatsoen gehad om zich bij de regeringsverklaring in het debat te mengen.
Het excuus dat u hier naar voren brengt, is wel bizar. Ik meen dat al enige tijd bekend is dat 11 november, Wapenstilstand, op 11 november valt. De herfstvakantie valt ook in het weekend na Allerheiligen en Allerzielen. Ik neem aan dat de regering kennis heeft van het feit dat die vakanties geagendeerd zijn.
Ik vind dat u hier een heel bizar excuus naar voren schuift voor wat een manifeste miskenning is van het parlementaire prerogatief om tijdig te weten waar uw ministers mee bezig zijn. Daarover gaat het. Dit is geen detail. Er is nog altijd geen beleidsverklaring over het domein Binnenlandse Zaken ingediend, laat staan dat er al over gediscussieerd is.
De excuses die u hier naar voren schuift, vind ik bijzonder flauw. Ik had verwacht dat u iets beter in de mouw had dan dat. Ik ben wel blij dat u erkent dat het Parlement manifest en aantoonbaar door uw regering in zijn rechten is miskend. Ik betreur dat bijzonder.
De voorzitster: Collega's, mag ik u op vraag van de Conferentie van voorzitters vragen om de regels inzake de spreektijd te respecteren? Artikel 124 van het Reglement bepaalt dat de spreektijd beperkt is tot twee minuten voor de vraag, twee minuten voor het antwoord van het regelingslid en één minuut voor de eventuele repliek van de vraagsteller.
Le temps de parole est limité à deux minutes pour l'exposé de la question, à deux minutes pour la réponse du gouvernement, à une minute pour l'éventuelle réplique de l'auteur de la question.
On m'a demandé d'être plus stricte dans l'application de cette règle. Cela sera le cas à partir d'aujourd'hui. Je demande à chacun d'en être conscient.
- Kristof Calvo aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De coronamaatregelen en het vaccin" (55001093P)
- Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vaccinatiestrategie in de strijd tegen COVID-19" (55001096P)
- Laurence Zanchetta aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De toegankelijkheid van de vaccins" (55001102P)
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het vaccinatieplan tegen COVID-19" (55001108P)
- Kristof Calvo à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les mesures de lutte contre le coronavirus et le vaccin" (55001093P)
- Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La stratégie de vaccination contre la COVID-19" (55001096P)
- Laurence Zanchetta à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'accessibilité des vaccins" (55001102P)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le plan de vaccination contre la COVID-19" (55001108P)
03.01 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, de cijfers op het vlak van corona blijven akelig hoog en de getuigenissen die ons bereiken vanuit woon-zorgcentra en ziekenhuizen blijven ons allemaal beroeren. Ik las vandaag nog een bericht over de grote bezorgdheid bij de voedselbanken. Er is dus nog heel veel werk aan de winkel.
Tegelijkertijd zijn er ook wel signalen van hoop. Men ziet dat de cijfers een plateau lijken te bereiken en dat de inspanningen van de burgers en de regering toch stilaan zorgen voor wat licht aan het einde van de tunnel. Een tweede hoopvol signaal is alles wat wij lezen en horen over het vaccin, dat nog niet binnen handbereik lijkt, maar waar stilaan toch ook perspectief is.
Er is dus reden tot hoop, maar ik ben bijzonder bezorgd – ik steek dat niet weg – over de uitrol van de vaccinatiestrategie. Dat is opnieuw een stresstest voor de politiek, voor alle overheden en regeringen samen. Het is opnieuw iets waarin de bevoegdheden versnipperd zijn, met een stuk van de verantwoordelijkheid op federaal niveau en een ander stuk bij de deelstaten. Het is dus echt een stresstest voor ons politiek systeem en een uitnodiging aan politici en overheden om samen te werken. Ik hoop, mijnheer de eerste minister, dat de strategie dezelfde zal zijn in heel het land. Hopelijk komen er geen andere spelregels in Wallonië, Vlaanderen en Brussel. Het is ergens ook een stresstest voor de samenleving, een stresstest voor de solidariteit, want wij zullen heel moeilijke keuzes moeten maken.
Daarom wil ik mij aansluiten bij de oproep van professor De Maeseneer. Hij riep op om tijdig te beginnen met een publieke dialoog, misschien zelfs in het Parlement, om samen te proberen afspraken te maken over de vaccinatiestrategie, om het samen uit te leggen, er samen keuzes in te maken en aan hetzelfde zeel te trekken.
Er is morgen Overlegcomité. Wat mogen wij daarvan verwachten? Welke stappen hebt u al gezet met betrekking tot de vaccinatiestrategie? Bent u het met mij eens dat wij dat het best zo goed mogelijk voorbereiden, met veel publieke dialoog en met zoveel mogelijk empathie voor de moeilijke keuzes?
03.02 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, de aankondiging van Pfizer dat er een eventueel werkzaam vaccin tegen corona zou zijn, ging als een lopend vuurtje de wereld rond. Het perspectief dat er een vaccin komt, is effectief hoopvol en kan een stap vooruit betekenen in de strijd tegen het coronavirus.
De Europese Commissie tekende meteen in op een miljardendeal met Pfizer. Het aandeel van Pfizer ging de dag erna dan ook de hoogte in. De CEO van Pfizer verkocht 60 % van zijn aandelen en werd op één dag 5 miljoen euro rijker. Vijf miljoen, voor één persoon!
In dit verhaal, net als in vele andere verhalen over de ontwikkeling van geneesmiddelen, zien wij dat Pfizer miljoenen binnenhaalt, maar dat het 375 miljoen Duits publiek geld gekregen heeft en dat de technologie voor dit vaccin ontwikkeld is in een publiek onderzoeksinstituut. Het geeft een wrange nasmaak dat Pfizer dankzij die publieke investeringen op één dag miljoenen, of zelfs miljarden, binnenhaalt.
Mijnheer de eerste minister, hoe zal dit verhaal verder gaan? Hoe zullen wij ervoor zorgen dat de inspanningen van duizenden onderzoekers over de hele wereld met het oog op een coronavaccin ertoe leiden dat iedereen toegang zal hebben tot dat vaccin? Hoe zorgen wij ervoor dat er voor dat vaccin een faire prijs gevraagd wordt, en dat het niet enkel een cashkoe wordt voor Big Pharma.
Mijnheer de eerste minister, welke rol speelt België in de onderhandelingen op Europees vlak? Zet België zich in voor transparantie in de contracten met Big Pharma? Zet België zich in voor een faire prijs? Eist België dat iedereen toegang krijgt tot dit vaccin? Steunt België ook niet-commerciële onderzoeksprojecten naar de ontwikkeling van een coronavaccin?
03.03 Laurence Zanchetta (PS): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, avec cette crise sanitaire mondiale, l'arrivée d'un vaccin est évidemment attendue avec espoir, interrogations, appréhensions pour certains. Malheureusement, pour d'autres, elle s'accompagne, comme on l'a entendu, d'une spéculation financière.
Plusieurs candidats vaccins sont actuellement en phase finale d'approbation. La Commission européenne a d'ailleurs déjà souscrit quatre contrats de pré-commandes avec différentes firmes. Ces contrats sont, bien sûr, conditionnés au feu vert de mise sur le marché.
La Belgique s'est quant à elle déjà engagée dans deux de ces contrats. Elle devrait donner prochainement sa réponse pour un troisième, et semble attendre des informations complémentaires concernant le dernier contrat signé au niveau européen avec Pfizer et BioNTech.
Monsieur le premier ministre, pourriez-vous faire le point sur la participation de la Belgique aux appels d'offres au niveau européen? Pouvez-vous, à ce jour, garantir que notre pays disposera de suffisamment de doses pour vacciner toutes les personnes qui le souhaitent, et spécifiquement les personnes appartenant aux groupes à risque? Qu'en sera-t-il de notre stratégie de vaccination? Des campagnes de sensibilisation et d'information sont-elles d'ores et déjà en préparation? Pouvez-vous aujourd'hui garantir que ce futur vaccin sera accessible financièrement à tous les citoyens?
La distribution et l'administration de ce vaccin constitueront par ailleurs un défi logistique important. L'anticipation sera le maître-mot, et notre meilleure arme. Pouvez-vous nous confirmer que nous serons bien en mesure de distribuer et d'administrer ces vaccins efficacement, d'un point de vue logistique?
03.04 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de eerste minister, we hebben deze week het positieve nieuws vernomen dat het vaccin van Pfizer een zekere immuniteit kan geven en ons dus kan helpen in de strijd tegen het coronavirus. Dat is goed nieuws, hoewel we met beide voeten op de grond moeten blijven. Het covidvaccin is de sleutel voor onze vrijheid, voor de terugkeer naar ons normale leven. We moeten er dan ook alles op inzetten om dat vaccin veilig, vlot en efficiënt bij onze patiënten te brengen.
Ik heb daarover enkele vragen want de chaos die we vandaag beleven met de griepvaccinatie moeten we absoluut vermijden.
Zal de regering voldoende vaccins hebben? We nemen deel aan een Europese aanbesteding maar we hebben daar niet bepaald goede ervaring mee. We zitten daar ook niet aan tafel. Kunt u garanderen dat de vaccins waarop wij intekenen ook effectief naar ons land zullen komen?
Zijn we eigenlijk voorbereid op de gigantische logistieke uitdaging die ons te wachten staat? De collega's hebben al gezegd dat dit niet evident zal zijn.
Zult u het fijnmazige en laagdrempelige netwerk van de eerste lijn meenemen in dit verhaal om te vaccineren en te registreren? Zult u er bijvoorbeeld voor zorgen dat het vaccin zonder voorschrift in de apotheek kan worden afgehaald?
Hebt u ook een plan voor de reboost? We hebben immers twee vaccins nodig om voldoende immuniteit op te bouwen.
De laatste vraag
is misschien ook de belangrijkste. Hoe zult u ervoor zorgen dat onze burgers
zich laten inenten, dat ze mee zijn en dat voldoende mensen bereid zijn om zich
te laten vaccineren? We moeten immers allemaal samen die groepsimmuniteit
bereiken.
De voorzitster: Mijnheer de eerste minister, u krijgt het woord voor acht minuten.
03.05 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitster, geachte collega's, uit de cijfers blijkt duidelijk dat de bocht is ingezet. Dat zien we op het niveau van de incidenties en ook op het niveau van de nieuwe hospitalisaties. Daartegenover zien wij ook nog steeds heel duidelijk de enorme druk in onze intensieve zorg, ondanks een heel lichte daling. De nog altijd zeer hoge druk in de intensieve zorg vertaalt zich nog steeds naar iedereen die daar werkt. De werkomstandigheden blijven nog steeds bijzonder zwaar.
Morgen is er een vergadering van het Overlegcomité gepland. De agenda daarvan zal vooral op de epidemiologische situatie focussen, om fijnmazig te kunnen begrijpen waar we vooruitgang boeken en waar de situatie nog altijd bijzonder ernstig is. Wij zullen nagaan of de maatregelen die genomen zijn ertoe geleid hebben dat de bocht genomen is. De huidige situatie is echter nog niet van die aard dat wij het geweer van schouder kunnen veranderen.
Maandag zal een eerste grote test zijn, want vanaf maandag zullen heel wat leerlingen opnieuw naar school gaan. Voor de tweede en de derde graad in het middelbaar onderwijs is er een regeling uitgewerkt van afstandsonderwijs, waarbij de leerlingen maximaal 50 % van de tijd aanwezig zijn. In het onderwijs zullen wij de situatie van heel nabij opvolgen. Het is belangrijk dat de kinderen opnieuw naar school kunnen gaan, maar we zullen een evenwicht moeten vinden waarbij dit op een veilige manier kan gebeuren.
Nog een andere reden waarom wij voorzichtig zullen moeten zijn, is het seizoen. We hebben het seizoen tegen, want we zitten in de herfst en gaan richting winter.
En cette période où les gens restent davantage à l'intérieur et ont moins la possibilité d'aller à l'extérieur, il est clair que toutes les activités qui se font à l'intérieur présentent un risque plus important que celles qui ont lieu à l'extérieur. Outre les règles que nous devons respecter, il est nécessaire de prendre des mesures pour ventiler et aérer davantage.
Recente studies geven trouwens heel duidelijk aan dat een groot deel van de infecties in binnenruimtes hebben plaatsgevonden.
S'agissant du vaccin, en effet, on entend des nouvelles plutôt positives jusqu'à présent.
Nous nous sommes inscrits dans une stratégie européenne dont je vais expliquer les éléments de base.
Het concept van die Europese strategie is dat het ons, als land, toegang geeft tot een veel breder scala aan vaccins dan wanneer wij dat volledig individueel zouden doen. Als individueel land zou het voor ons onmogelijk zijn om akkoorden af te sluiten met zeven verschillende producenten. Daar gaat het in dit Europees schema namelijk over. Het zou ook onmogelijk zijn om garanties te verkrijgen met zeven verschillende fabrikanten. Een land als België zou eigenlijk bijna gedwongen zijn om lang op voorhand een keuze te moeten maken. Die keuze zou juist kunnen zijn, maar zou ook fout kunnen zijn. Die Europese strategie maakt het voor ons mogelijk onze eieren in verschillende manden te leggen. Dit systeem maakt het mogelijk dat onderzoek geprefinancierd wordt. In ruil voor de prefinanciering krijgen we toegang tot een soort voorkeursrecht ten opzichte van die vaccins.
Quatre contrats de ce genre ont été conclus jusqu'à présent avec AstraZeneca, Sanofi-GSK, Janssen Pharmaceutica et, plus récemment, Pfizer. Des explorations prometteuses sont également en cours avec CureVac et Moderna.
Zij die kritiek hebben op dit soort systemen, wil ik even wijzen op de filosofie hiervan, naast het feit dat het ons mogelijk maakt om onze Europese omvang volledig te kunnen gebruiken. Dit gaat om wat men kan betitelen als de aankoopkracht van 27 landen, om die te kunnen gebruiken om ten volle te kunnen inzetten op een zeer grote versnelling van de ontwikkeling van een vaccin. Normaal gezien neemt de ontwikkeling van een vaccin vele jaren tijd in beslag, maar hier slaagt men erin om deze periode van ontwikkeling zeer sterk te verkorten.
Een tweede element is dat er een zeer doorgedreven vorm is van publiek-private samenwerking. Ja, enerzijds, werd een deel van de wetenschap waarop men steunt ontwikkeld binnen de academische wereld. Anderzijds, maakt men volop gebruik van de innovatiekracht, de commercialisatiekracht en de ontwikkelingskracht die de private sector heeft. Wereldwijd worden wij geconfronteerd met één van de grootste uitdagingen die wij ooit hebben gehad. Als wij op zo'n moment de publieke en private sector met hun sterktes samenbrengen en wij op basis daarvan proberen om er het beste uit te halen voor de Europese bevolking, dan lijkt mij dat de juiste aanpak.
Omtrent de vaccinatiestrategie die men zal kunnen gebruiken, werd een taskforce opgericht die daarmee volop bezig is. Ik zou daar zeer graag vandaag al alle details van kennen. Die details zijn echter voor een groot deel gebaseerd op de karakteristieken van de vaccins, waarvan de werkingsmechanismen zeer verschillend zijn ten opzichte van elkaar. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat vandaag nog zal moeten blijken uit klinische studies, waarvan de resultaten de komende weken bekend zullen worden, of die vaccins allemaal even aangewezen zijn om te gebruiken bij, bijvoorbeeld, jongeren of bij oudere personen. De details van de werking van de vaccins zijn vandaag nog onvoldoende bekend. Wij zijn volop bezig met het uittekenen van de vaccinatiestrategie, maar voor de verschillende vaccins zal nog moeten blijken welk vaccin voor welke strategie het meest aangewezen is.
En tout cas, je peux déjà vous repréciser – parce que les informations ne sont pas toutes récentes – que dans le cadre de l'accord européen Advance Purchase Agreement, nous avons déjà conclu des contrats pour l'achat de 12,9 millions de doses auprès de deux firmes pharmaceutiques. Il s'agit de 7,7 millions de doses chez AstraZeneca (avec un vaccin prévoyant l'administration de deux doses) et de 5,2 millions chez Johnson & Johnson. Le système actuel est un système de opt-out. Dès lors, si nous ne réagissons pas, nous entrons dans la mécanique européenne, c'est-à-dire l'accord qui a été conclu entre la Commission et Pfizer ce week-end. Nous avons une clause de opt-out mais pour l'instant, il n'y a pas d'indication que la Belgique utilisera ce système.
Sommigen hebben al aangegeven dat dit belangrijke positieve signalen zijn. Het zijn belangrijke positieve signalen dat onze gedragswijziging ervoor gezorgd heeft dat de cijfers eindelijk dalen. We zitten echter nog steeds dichter bij de start van de marathon dan bij de aankomst. Het goede nieuws op wetenschappelijk niveau vormt een goede eerste indicatie. De echte details van de effectiviteit, de veiligheid en de werking van de vaccins moeten echter nog komen. Wij zullen ons daarop baseren om onze strategie uit te werken. Die strategie moeten we politiek op dezelfde manier aanpakken, zoals we dat ook van onze bevolking vragen. We vragen van onze bevolking om als één ploeg te werken en allemaal samen aan hetzelfde zeel te trekken. Ik ga er van uit dat we ook politiek hetzelfde kunnen doen, als één ploeg werken en allemaal samen aan hetzelfde zeel trekken om onze bevolking zo goed mogelijk te beschermen.
03.06 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u hebt terecht heel vaak het woord 'samenwerking' gebruikt. Een land alleen kan dit niet. De universiteiten alleen kunnen dit niet. De knowhow van de sector zelf is ook nodig. Om er uiteindelijk echt een succes van te maken, zal samenwerking essentieel zijn. Hopelijk zal dat voor ons land ook het geval zijn en zullen we voor het volledige land een gelijkaardige strategie uitrollen. Hopelijk zorgt dit ook niet voor extra frictie, onduidelijkheid of onzekerheid.
Er is uiteraard een belangrijke rol weggelegd voor de regering. Er blijven nog heel veel vragen open. Een belangrijke nuance die u vandaag aanbrengt, is dat de karakteristieken van het vaccin heel bepalend zullen zijn voor de strategie zelf. Over dit thema moeten we ook open met elkaar van gedachten wisselen in dit Parlement. Eerder heeft het Parlement ook de modaliteiten van de app vastgelegd. Dat is ook een gevoelig thema. Rond de vaccinatiestrategie kan iets gelijkaardigs gebeuren, hopelijk over de grenzen van meerderheid en oppositie om als één team aan hetzelfde zeel te trekken.
03.07 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de eerste minister, u hebt het over samenwerking. Ik wil het volgende echter toch nog eens benadrukken.
Ten eerste, publiek geld wordt geïnvesteerd in onderzoek. Ten tweede, publiek geld wordt geïnvesteerd in de vooraankoop van die vaccins. Ten derde, dat hebt u niet gezegd, maar in de clausules die op Europees niveau worden onderhandeld, komt het er ook nog eens op neer dat, indien er nevenwerkingen zijn, wij daarvoor ook nog eens opdraaien.
De winst gaat wel naar Big Pharma. Dat hebt u niet gezegd. Pfizer haalt direct, zo maar, een deal van 4,9 miljard euro binnen. Als we willen dat de gezondheid boven de winst komt te staan, moeten we serieus met die firma's onderhandelen. De overheid moet erop toezien dat het vaccin voor iedereen toegankelijk en efficiënt is. Als we Big Pharma gewoon laten voortdoen, is dat voor hen winst. Dat is het enige wat voor hen telt.
03.08 Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie de ces précisions.
La course au vaccin, nous l'avons entendu, est donc lancée. Les annonces des différentes firmes se succèdent, avec cet espoir qui gagne la population. Toutefois, ces annonces ont aussi pour objectif de faire tressaillir les Bourses et les cœurs des actionnaires – et cela nous révolte.
Dans un sondage publié en octobre, les Belges se sont exprimés à l'unisson en faveur de la solidarité et d'un accès de tous au vaccin. En décembre prochain, vous participerez à la trente-septième session plénière de l'ONU, qui sera consacrée à la COVID-19. Il conviendrait vraiment de s'y positionner en faveur d'un vaccin inscrit dans le domaine public, sans brevet, universel et au service de la santé de tous les humains. En effet, ce vaccin tant attendu doit être considéré comme un bien de première nécessité. L'Union européenne et les organisations internationales doivent en être les garants. Ce vaccin n'est clairement pas une marchandise comme une autre, mais plutôt un bien de première nécessité.
03.09 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de eerste minister, na de mondmaskersaga, de testsaga en de griepvaccinsaga voorspel ik u de covidvaccinsaga. Wat hebt u nu al concreet ondernomen om ervoor te zorgen dat het covidvaccin correct zal worden verdeeld en op een vlotte manier tot bij onze patiënten en bij wie het echt nodig heeft, zal geraken? Ik heb daarover niets gehoord in uw antwoord.
Zijn wij voorbereid? U stelt mij niet gerust. Wij zitten niet aan tafel. Het spreekt voor zich dat nog niet alle details bekend zijn, maar wij moeten nú bekijken hoe we dat vaccin zullen verdelen en het is nu dat we de eerstelijn moeten aanspreken. Het ene vaccin moet op -70 graden worden bewaard, maar blijft wel vijf dagen stabiel in de koelkast bij de apotheek en het andere vaccin is een koudeketenvaccin. De huisartsen en de apothekers staan klaar, waarom u niet?
Het incident is gesloten.
04 Question de Samuel Cogolati à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "Les élections aux États-Unis" (55001094P)
04 Vraag van Samuel Cogolati aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De verkiezingen in de Verenigde Staten" (55001094P)
La présidente: La réponse sera donnée par le premier ministre.
04.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, la démocratie a parlé. Joe Biden a été élu président des États-Unis et, surtout, Kamala Harris est devenue la première femme d'origine africaine et indienne à accéder à la fonction importante de vice-présidente. J'espère de tout cœur que cela ne sera pas la dernière.
Il est important que nous nous mettions une seconde à la place de ces générations de femmes noires discriminées, d'amérindiens spoliés et de personnes d'origine asiatique moquées directement par le président Trump à l'occasion de ses discours officiels. Je pense surtout à George Floyd et je me dis que c'est une nation entière, un pays entier qui peut aujourd'hui se réveiller après avoir vécu un cauchemar en termes de vulgarité, de haine et de violence.
En même temps, monsieur le premier ministre, nous aurions tort de croire que la page pourrait être bêtement tournée en Belgique, que le trumpisme serait derrière nous. En effet, le travail ne fait que commencer. Certains, ici, dans cette assemblée, supportent encore et toujours les idées nauséabondes de Donald Trump. Certains sont même directement conseillés par Steve Bannon qui était encore présent à Bruxelles, il y a quelque temps, pour soutenir cette vague brune au sein de notre pays.
Monsieur le premier ministre, comment allez-vous faire pour vaincre le trumpisme en Belgique?
Si je puis me le permettre, lorsque vous rencontrerez le président Biden, j'aimerais que vous lui glissiez deux messages en notre nom:
- "Osez vous battre pour les droits humains, même quand cela dérange, même en Arabie saoudite, même si vous devez aller à l'encontre de la colonisation de la Cisjordanie";
- "Welcome back Mr. President, revenez au sein des accords de Paris et devenez, avec l'Europe, avec la Belgique, une locomotive de la transition écologique".
04.02 Alexander De Croo, premier ministre: Madame la présidente, monsieur Cogolati, je vous remercie pour votre question.
La démocratie s'articule différemment dans les différents pays mais ce qui garantit la démocratie, ce sont les institutions: des institutions fortes, des institutions qui sont respectées. Lors de chaque élection, un candidat a la possibilité de contester un résultat devant les tribunaux et le jugement rendu devra ensuite être respecté. Le concept d'institutions indépendantes et fortes est clairement le meilleur garde-fou dans une démocratie.
Comme la quasi-totalité de mes homologues du Conseil européen, j'ai transmis mes félicitations au président élu, Joe Biden. Entre la Belgique, l'Europe et les États-Unis, il y a évidemment pléthore de dossiers qui ne peuvent attendre et pour lesquels on aimerait bien pouvoir entamer une nouvelle discussion. Mais il faut donner le temps au temps. Il faut respecter le fonctionnement des institutions américaines et nous respecterons leur jugement.
Je voudrais enfin
terminer sur une phrase très explicite qui a été reprise par certains aux
États-Unis: "The orderly transfer of authority as called for in the
Constitution routinely takes place as it has for almost two centuries and few
of us stop to think how unique we really are. In the eyes of many in the world,
this every-4-year ceremony we accept as normal is nothing less than a
miracle." Cette
phrase a été prononcée par l'ancien président républicain Ronald Reagan que je
respecte beaucoup et qui, lui aussi, respectait les institutions.
04.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie.
Nothing less than America! Je pense effectivement que nous pouvons nous inspirer de l'élection de Joe Biden. Quand les démocrates, quand les progressistes décident de travailler ensemble à des solutions concrètes pour les gens, ils peuvent vaincre les idées populistes et nauséabondes de l'extrême droite. Cela doit aussi nous inspirer dans notre travail, dans le travail de votre gouvernement.
Je me rappelle qu'il y a quelques mois, j'étais à Harlem. Je faisais du porte-à-porte avec les supporters de Bernie Sanders, pas tellement pour voter pour un candidat en particulier, mais pour convaincre les Américains de s'inscrire sur les listes d'électeurs. Ici, c'est avant tout la démocratie qui a gagné. J'espère que la démocratie gagnera encore et toujours dans notre pays.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: Monsieur Prévot, vous souhaitez prendre la parole.
04.04 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, j'aimerais avoir une explication parce qu'on voit que le premier ministre répond à des questions de politique internationale qui ont pourtant été adressées à Mme Wilmès. Par contre, à d'autres questions de politique internationale comme celle du Haut-Karabakh qui ont été adressées au premier ministre, il ne daigne pas répondre et renvoie vers M. Clarinval dont il faudra d'ailleurs nous convaincre de la capacité à répondre, vu ces matières, sur ces enjeux de conflits mondiaux.
Je ne comprends pas ce deux poids deux mesures sur les questions internationales. Le premier ministre accepte-t-il de répondre uniquement à ce qui est sympathique tandis que, quand on lui adresse personnellement des questions, il renvoie vers d'autres de ses ministres?
Je vous remercie.
04.05 Alexander De Croo, premier ministre: Madame la présidente, comme vous le savez, la discussion sur qui répond aux questions est pratiquement hebdomadaire. Pratiquement chaque semaine on en parle, on essaie de trancher et ce faisant, on est toujours ouvert à la critique. La question sur les États-Unis était liée au fait qu'il y a eu des félicitations adressées par moi au président élu. J'ai pensé que, comme j'avais exprimé ces félicitations au nom de tout le gouvernement, c'était peut-être une bonne idée que je réponde à cette question-là. J'entends bien les éléments que vous mettez en avant et j'admets qu'on peut voir les choses d'une autre manière. Je ne conteste pas cela mais, à un moment donné, il faut faire un choix, ce que j'ai fait.
04.06 Maxime Prévot (cdH): J'entends bien que cela reste la prérogative du gouvernement de déterminer comment il ventile les questions.
Cependant, ne perdez pas de vue le signal que cela envoie aux personnes concernées par ces enjeux qui déplorent que cela ne mérite pas que le premier ministre se positionne sur tel sujet ou tel conflit international, alors même que c'est lui qui est interpellé – renvoyant le sujet vers un ministre qui n'est pas secrétaire d'État en charge des relations internationales, ni même adjoint aux Affaires étrangères.
Je vous invite à l'avenir, ainsi que votre cabinet, à peut-être être plus attentif à la manière dont ces questions internationales, en l'absence de Mme Wilmès, peuvent être traitées. La Pologne a, semble-t-il, aussi subi le même revers.
Je vous remercie.
04.07 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je voudrais dire à mon collègue que M. Clarinval n'est pas un sous-ministre et que dans le cadre de l'organisation du gouvernement, la ministre des Affaires étrangères délègue en général quelqu'un qui lui est proche pour répondre à sa place, en dehors de l'explication que M. le premier ministre vient de donner.
04.08 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, mon collègue, M. Piedboeuf, me donne l'occasion d'intervenir dans ce débat. Je suis surpris de la réponse du premier ministre. Je rappelle que ma question était adressée au premier ministre, alors que la question sur les États-Unis de M. Cogolati était adressée à la ministre des Affaires étrangères. Je rappelle aussi que sur la Pologne – alors là je ne vois pas très bien quelles félicitations nous allons adresser au gouvernement polonais –, vous avez aussi pris la question de la ministre des Affaires étrangères, et que vous avez là encore refusé la question sur l'Arménie, qui est pourtant brûlante. Il s'y passe un drame. Nous attendions effectivement la voix du premier ministre sur cette question.
La présidente:
Nous revenons à la question
d'actualité de Mme Gabriëls.
05 Vraag van Katja Gabriëls aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De acties tegen de lgbt+-gemeenschap in Polen" (55001100P)
05 Question de Katja Gabriëls à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les actions contre la communauté LGBT+ en Pologne" (55001100P)
05.01 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de premier, gisteren bereikten ons via sociale media opnieuw schandelijke beelden naar aanleiding van een optocht in Polen op 11 november. Poolse nationalisten en rechts-radicalen kwamen op straat, wat opnieuw uitmondde in zwaar geweld. In Warschau werd een appartement waaraan een regenboogvlag hing, bestookt met vuurwerk, wat leidde tot een zware brand in het appartementencomplex.
Collega's, we moeten beseffen dat dat gebeurt op 1.300 km van ons Parlement, in een Europees land, een land waar mensen niet zichzelf kunnen zijn en zelfs fysiek worden aangevallen wegens hun geaardheid. We mogen niet gewoon toekijken, want het is al langer bekend dat de Poolse eerste minister Duda de lgbtiq-gemeenschap de mond wil snoeren en de klok jaren terugdraaien.
Mijn goede collega Goedele Liekens heeft in juni al een voorstel van resolutie ingediend bij de commissie voor Buitenlandse Zaken om dat probleem in Polen aan de kaak te stellen. Het incident is immers niets nieuws. Polen geeft telkens opnieuw aan dat het een interne aangelegenheid is van een lidstaat van de Europese Unie, maar dat argument moet voor ons onaanvaardbaar zijn. Artikel 2 van het verdrag van de Europese Unie somt de waarden van de unie op, namelijk vrijheid en gelijkheid alsook eerbied voor de mensenrechten en de menselijke waardigheid. Als men de beelden uit Polen bekijkt, ziet men dat alles absoluut niet.
Er is wel een nieuwigheid, want op 5 november hebben de Europese Raad en het Europees Parlement een akkoord bereikt over het rule-of-lawmechanisme. Het krijgen van subsidies wordt hierdoor gekoppeld aan het respecteren van de waarden van de Europese Unie. Als staten toetreden of lid willen zijn, dan verbinden ze zich ook aan die waarden.
Mijnheer de premier, wat is de reactie van ons land op wat gisteren gebeurde? Hoe zal de deal van 5 november de situatie in Polen beïnvloeden? Hebt u hierover al contact gehad met uw Europese collega's?
05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Gabriëls, dank u wel voor de vraag.
De brandstichting, die ik bloedstollend vond, is absoluut onaanvaardbaar en gaat volledig in tegen alles waar de Europese Unie voor staat. Toch gebeurde dat op Europees grondgebied, in de Europese Unie.
De Europese Unie is zoveel meer dan een eenheidsmarkt. De Europese Unie staat ook voor waarden, die niet onderhandelbaar zijn. Elke Europeaan heeft het recht om te kunnen zijn wie hij of zij is, ongeacht het geslacht, ongeacht de huidskleur, ongeacht de seksuele geaardheid.
Laat ik heel duidelijk zeggen dat lgbt-rechten mensenrechten zijn. Mensenrechten zijn universeel. Er is in Europa absoluut geen plaats voor relativisme ten opzichte van mensenrechten en er is dus ook absoluut geen plaats voor relativisme ten opzichte van lgbt-rechten.
België steunt het mechanisme van de Europese Commissie, waarbij Europees Commissaris Didier Reynders lgbt-rechten, net zoals de invoering van de zogenaamde lgbt-vrije zones – de regering heeft daaromtrent ook al gewerkt de voorbije maanden – meeneemt in zijn opvolging van de Poolse rechtsstaat. In onze ogen is het absoluut duidelijk dat die review op een zeer nauwgezette manier moet kunnen plaatsvinden. Wij hebben ter zake het volste vertrouwen in de heer Reynders.
Aan onze ambassade in Warschau heb ik ook gevraagd om een reactie voor te bereiden, samen met andere Europese landen, en om daarbij zo veel mogelijk Europese landen te associëren. Onze ambassade in Polen is ook zeer actief rond het thema, de voorbije maanden ook vaak samen met het Pools middenveld.
Het probleem waar u de vinger op legt, zien wij vandaag in Polen en, jammer genoeg, ook op nog te veel verschillende plaatsen in Europa. Ook in ons land is er duidelijk nog absoluut werk om dat soort van haat en discriminatie aan te kaarten. Om die reden bereidt de regering ook een nieuw lgbt-plan voor. Als we de wereld willen veranderen, dan moeten we bij onszelf beginnen.
05.03 Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw duidelijk statement.
Het is inderdaad totaal onaanvaardbaar dat dat in een Europees land gebeurt en wij moeten dat, als democratische lidstaat in de Europese Unie blijven veroordelen, ook vandaag. Wij moeten een signaal geven dat wij de lgbt+-gemeenschap in Polen blijven steunen en dat de waarden van gelijkheid en tolerantie moeten worden gerespecteerd, niet alleen in Polen, zoals u zei, maar in iedere lidstaat van de Europese Unie.
L'incident est clos.
06 Vraag van Anja Vanrobaeys aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De naleving van de coronaregels op het werk" (55001089P)
06 Question de Anja Vanrobaeys à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le respect des règles corona au travail" (55001089P)
06.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, "het werk is de veiligste plek op de wereld". Dat zijn de woorden van het VBO. Niks is minder waar. Uit de cijfers die u maandag uitbracht, blijkt immers dat meer dan de helft van de ondernemingen de coronamaatregelen niet naleeft. Dat verbaast mij niet.
De signalen die ik van de werkvloer krijg, zijn echt onvoorstelbaar. Werknemers werken samen in een landschapskantoor, hoewel zij kunnen telewerken. Een werknemer, een magazijnier, moet voortwerken, hoewel zijn collega besmet is. De preventiedienst vindt het zelfs prima dat er wordt voortgewerkt, want "de veilige afstand kon toch worden bewaard". Dat zij echter samen uren na elkaar in een slecht verluchte ruimte met dozen hebben zitten sleuren, wordt niet in rekening gebracht. Huishoudhulpen komen een woning binnen en krijgen doodleuk te horen krijgen dat de man in zijn bed ligt met corona. Het meest weerzinwekkende voorbeeld dat mij is gegeven, is een werkgever met corona die met zijn werknemers is blijven doorwerken. Op dit moment zijn vier van zijn acht werknemers ziek.
Mijnheer de minister, dat is onverantwoord. Veel werknemers zijn bang; zij zijn doodsbang om zelf ziek te worden, om hun gezin te besmetten, maar ook om hun werk te verliezen. Het is onvoorstelbaar en zelfs wraakroepend dat wij cafés en winkels sluiten, dat iedereen enorme opofferingen doet, terwijl meer dan de helft van de ondernemingen de elementaire regels niet naleeft en onze gezondheid en onze economie aantast.
Indien wij onze gezondheid en onze economie willen beschermen, moeten wij ook de werknemers beschermen die onze samenleving doen draaien. De welzijnsinspectie wil wel meer gericht controleren, maar heeft daarvoor te weinig mankracht.
Daarom heb ik ook de hiernavolgende vragen. (…)
06.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Vanrobaeys, dank u voor uw vraag.
Telethuiswerk is verplicht voor alle personeelsleden, tenzij dit onmogelijk is wegens de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening. Indien telethuiswerk niet kan worden toegepast, nemen de werkgevers de maatregelen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen.
Aan wie niet kan telewerken, moet de werkgever een attest of een ander bewijsstuk bezorgen dat de noodzaak van de aanwezigheid van het betrokken personeelslid op de werkplaats bevestigt. Voor dit attest werd geen modelformulier opgesteld, maar op de website van mijn administratie wordt aangegeven welke vermeldingen erin moeten worden opgenomen.
De sociale partners in de Nationale Arbeidsraad werden in juni uitgenodigd de bestaande regelgeving inzake telewerk te evalueren in het licht van de gezondheidscrisis en aan te geven of er bijkomende initiatieven of regels nodig zijn op het vlak van telewerk. Ik heb begin deze maand naar aanleiding van het door de overheid verplichte telewerk opgeroepen zo snel mogelijk een antwoord te geven op de kwestie van het toepassen van de bepalingen die vervat zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 85 inzake het wegens corona opgelegd telewerk.
Ik herhaal die oproep vandaag zeer expliciet. Werknemers en werkgevers hebben immers dringend nood aan een zeer duidelijk en veilig wettelijk kader. Werkgevers die de maatregelen niet respecteren, riskeren zware sancties. De maatregelen waartoe het Overlegcomité heeft beslist, zijn van openbare orde en moeten worden nageleefd door eenieder die zich op het Belgische grondgebied bevindt.
Is iemand van mening dat zijn werkgever de federale regelgeving niet naleeft, kan hij contact opnemen met in de eerste plaats de werkgever en/of de hiërarchische lijn; in de tweede plaats de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij afwezigheid daarvan de syndicale delegatie; in de derde plaats de preventieadviseur van de interne en/of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk; en in de vierde plaats de bevoegde regionale directie van Toezicht Welzijn op het Werk.
Het toezicht op de naleving van deze maatregelen inzake telewerk is toevertrouwd aan de Inspectie Toezicht Welzijn op het Werk en Toezicht op de Sociale Wetten. Bij inbreuken kunnen zij vaststellingen doen en verbaliserend ingrijpen. Deze inspectiedienst heeft trouwens voor de controles versterking gekregen van andere inspectiediensten, zoals het Toezicht op de Sociale Wetten, de inspectiedienst van de RSZ en het RIZIV. Zij doen naast controles na klachten ook meer algemene onderzoeken op eigen initiatief.
06.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de minister, ik vind het eerlijk gezegd weinig respectvol dat sommige werkgevers nog altijd zo reageren, weinig respectvol tegenover het eigen personeel, maar vooral tegenover het zorgpersoneel dat momenteel kreunt en bijna crasht onder de druk.
Ik ben blij dat u een tandje bij steekt bij de inspectiediensten door onmiddellijk in een samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten te voorzien, maar ik denk dat veel werknemers nog altijd bang zijn om actie te ondernemen op basis van de richtlijnen aan de preventiediensten en contact op te nemen met hun hiërarchisch oversten. Zij zijn ook bang om in deze coronatijden hun werk te verliezen.
Ik hoop dus, samen met u, dat de inspectiediensten vlug nog bijkomend versterkt kunnen worden, zodat zij de controles kunnen uitvoeren en er dan daadwerkelijk sancties worden getroffen tegen werkgevers die spelen met onze gezondheid, maar ook met onze economie en onze toekomst.
L'incident est clos.
07 Vraag van Tania De Jonge aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De tijdelijke werkloosheid als opportuniteit voor bij- en herscholing" (55001099P)
07 Question de Tania De Jonge à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le chômage temporaire, occasion de formation complémentaire et de reconversion professionnelle" (55001099P)
07.01 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de regering heeft vorige week een nieuw pakket maatregelen uitgewerkt om de impact van de coronacrisis op burgers en ondernemingen zoveel mogelijk op te vangen.
Een van de maatregelen is opnieuw het openstellen voor alle ondernemingen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Dit geldt minstens tot eind maart 2021 en kan nog eventueel worden verlengd. Dat is een broodnodig vangnet om jobs en ondernemingen te helpen levend en wel door deze crisis te komen.
Het is geen goed nieuws als bedrijven hun toevlucht moeten nemen tot het systeem van tijdelijke werkloosheid, noch voor de werknemer noch voor de onderneming. We kunnen er echter wel voor zorgen dat deze periode heel nuttig wordt gebruikt om te investeren in de loopbaan van de getroffen werknemer. Waarom niet extra inzetten op vorming en opleiding tijdens die tijdelijke werkloosheid? Dat zorgt ervoor dat deze werknemers niet in een sociaal isolement terechtkomen en dat zij of hij beter geschoold uit de crisis komen, wat goed is voor de werkgever, maar ook voor onze samenleving.
Daarnaast kan er ook worden ingezet op een snellere toeleiding van tijdelijke werklozen naar een andere tijdelijke job. Bovendien heeft Vlaanderen extra middelen vrijgemaakt om te voorzien in digitale opleidingen en staat in het regeerakkoord dat de regering werkgevers en werknemers moet aansporen om tijdens de tijdelijke werkloosheid opleidingen te volgen.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Welke inspanningen zult u leveren om te komen tot een intensievere samenwerking tussen RVA en VDAB, FOREM en Actiris om periodes van tijdelijke werkloosheid aan te wenden voor tijdelijke vorming? Hoe ziet u de samenwerking tussen het federale niveau en de deelstaten? Een aantal tijdelijk werklozen die voor langere tijd hun job niet kunnen hervatten, is absoluut vragende partij voor een tijdelijke job. Denk maar aan de mensen uit de horeca die zich nuttig willen maken in de zorgsector. Hoe wilt u de regelgeving vereenvoudigen, zodat werknemers tijdelijk aan de slag kunnen bij een andere werkgever?
07.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw De Jonge, ik ben mij ervan bewust dat de opleiding van werknemers gedurende hun hele loopbaan van fundamenteel belang is om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op veranderingen op de arbeidsmarkt.
Zoals u weet neemt opleiding ook een belangrijke plaats in het regeerakkoord in. In overleg met de sociale partners en de deelstaten zal de regering investeren in de opleiding en vorming van werknemers gedurende hun hele loopbaan. Zo zullen we een individuele opleidingsrekening opzetten, waardoor elke voltijdse werknemer recht heeft op gemiddeld tenminste vijf dagen opleiding per jaar. Samen met de minister van Financiën zullen we ook fiscale voordelen ontwikkelen voor bedrijven die hun werknemers meer uren opleiding geven dan wordt voorgeschreven.
Het regeerakkoord bepaalt dat we werkgevers en werknemers zullen aanmoedigen om van langere periodes van tijdelijke werkloosheid gebruik te maken om opleidingen en vorming te volgen. We zullen overleg plegen met de deelstaten om opleidingen mogelijk te maken voor werknemers die tijdelijk werkloos zijn voor een vrij lange of structurele periode. Werknemers die tijdelijk werkloos zijn, zullen dus gemakkelijker toegang tot opleidingen hebben.
Het is de ambitie om van deze periode van werkloosheid gebruik te maken om kennis en vaardigheden te verbeteren en om nieuwe mogelijkheden te bieden zoals de toegang tot nieuwe functies of meer verantwoordelijkheden.
Voor bedrijven biedt dit ook opportuniteiten. Opleiding is immers een fundamenteel element om het concurrentievermogen te garanderen.
07.03 Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, het is inderdaad nu, tijdens die tijdelijke werkloosheid, dat het kan. Nu moet men de mensen sensibiliseren en ervoor zorgen dat ze opleidingen volgen. Op die manier kunnen ze zich dan misschien herscholen en heroriënteren. Dat is heel belangrijk.
Het is ook van belang om de nadruk te leggen op de samenwerking tussen alle tewerkstellingsinstellingen in ons land. De VDAB weet pas sinds kort wie er werkloos is, er is dus nog wat werk aan de winkel. Bijkomend moeten wij ook blijven nagaan of tijdelijke werklozen niet in een andere job terechtkunnen.
Het is alleszins een positieve evolutie om ervoor te zorgen dat het sociaal isolement van tijdelijke werklozen doorbroken wordt.
L'incident est clos.
08 Vraag van Nahima Lanjri aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het quarantaineverlof" (55001105P)
08 Question de Nahima Lanjri à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "Le congé de quarantaine" (55001105P)
08.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de herfstvakantie is met een week verlengd. Volgende week maandag moeten de meeste scholieren weer naar school. Scholen zullen wellicht opstarten in code oranje, waarbij soms niet de volledige klas wordt toegelaten, maar slechts een gedeelte van de klas. Heel wat ouders zitten dus met de handen in het haar. Zij vragen zich af of ze ook in dat geval quarantaineverlof kunnen aanvragen.
De meerderheid in het Parlement heeft onlangs een wet goedgekeurd die toelaat dat ouders via hun werkgever tijdelijke werkloosheid kunnen aanvragen, wanneer een school of een klas, crèche of instelling voor gehandicapte kinderen sluit of gedeeltelijk sluit. Zo kunnen zij voor hun kinderen zorgen. Nu vragen zowel ouders als scholen en bedrijven of de regeling ook toegepast kan worden wanneer een klas niet voor alle leerlingen, maar voor de helft ervan gesloten wordt. Volgens mij moet dat kunnen. We hebben ook quarantaineverlof toegestaan wanneer een deel van de school niet bereikbaar is.
De regering is in het kader van de 38 genomen coronamaatregelen van plan om de tijdelijke werkloosheid wegens quarantaine van het kind uit te breiden naar andere situaties waarin het kind in quarantaine moet. Ouders moeten mijns inziens dan ook bij een gedeeltelijke sluiting, namelijk wanneer de klas maar voor de helft van de leerlingen is toegelaten, het recht krijgen om het quarantaineverlof aan te vragen.
Bent u het eens met mijn interpretatie? Zo ja, bent u ook bereid om daar de nodige duidelijkheid over te verschaffen, onder meer via de website van de RVA, zodat werkende ouders op de hoogte zijn van de maatregel en niet langer met de handen in het haar hoeven te zitten wegens de opvang van hun kinderen?
08.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw Lanjri, bedankt voor uw vraag.
De regering deelt uw bezorgdheid met betrekking tot de opvang van kinderen die niet alle dagen van de week of slechts één week op twee naar school kunnen gaan.
De bepalingen van de wet van 23 oktober hebben voorzien in een recht op tijdelijke werkloosheid voor de ouders van kinderen van wie de school sluit. De scholen die overstappen van les geven op alle dagen van de week naar een stelsel van afwisselend les geven op school en online, voldoen niet echt aan de definitie van sluiting van een school. Daarom heb ik een ontwerp van wet voorbereid, dat morgen aan de ministerraad zal worden voorgesteld. Het ontwerp voorziet erin dat de ouders van kinderen tot 18 jaar en van gehandicapte kinderen zonder leeftijdbeperking die niet naar school kunnen door de gedeeltelijke sluiting van de school, ook recht zullen hebben op tijdelijke werkloosheid corona tijdens de periode waarin de kinderen thuis moeten blijven en online les zullen krijgen, omdat ze niet naar school kunnen.
08.03 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
Ik ben blij dat die bezorgdheid ook leeft bij de regering en dat u bereid bent om daar ook die interpretatie aan te geven. Toen we de tekst een maand geleden in de commissie goedkeurden, hadden wij dergelijke situatie ook wel voor ogen, maar het stond er niet letterlijk in. In de geest van de wet, die wij met een meerderheid in het Parlement hebben goedgekeurd, vinden wij dat ouders van leerlingen voor wie de klas niet toegankelijk is, omdat een deel van de leerlingen digitaal les moet volgen, het recht op quarantaineverlof moeten krijgen. U zult de kwestie oplossen met een wetsontwerp en ik hoop dat de regering dat snel goedkeurt. Aangezien we dat vandaag al weten, mag worden gecommuniceerd dat het in orde komt, de scholen starten immers komende maandag al. Het is dringend tijd om de regeling vanaf maandag al toe te staan.
L'incident est clos.
09 Vraag van Katrien Houtmeyers aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "De definitie van het begrip essentiële sector" (55001103P)
09 Question de Katrien Houtmeyers à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La définition du concept de secteur essentiel" (55001103P)
09.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, zeven maanden geleden heb ik uw voorgangers meermaals gevraagd naar de definitie van essentiële winkels en nooit heb ik daar een duidelijk antwoord op gekregen. Ze probeerden zich elke keer te verschuilen achter de Nationale Veiligheidsraad of een crisiscentrum. Intussen heeft men tien dagen geleden opnieuw beslist om de niet-essentiële winkels opnieuw te sluiten en weer is het onduidelijk welke zaken er nu al dan niet essentieel zijn. Het was dan ook bang wachten op het miniserieel besluit om te zien wat erin zou staan. Opnieuw bood dit geen duidelijkheid, het was weer een en al willekeur.
Ik weet niet of u beseft hoe het in de praktijk werkt, maar op dit moment mag een tegelzaak open zijn en een keukenzaak niet. Nu moet u mij eens uitleggen hoe het mogelijk is dat ik tegels mag gaan kiezen maar geen keuken. Ik begrijp dat niet en ik ben er zeker van dat heel veel andere Belgen en ondernemers dat evenmin begrijpen.
In de afgelopen week hebben meer en meer sectoren hun bezorgdheid daarover geuit. Ze schreeuwden om hulp want zij begrijpen de logica die daarachter schuilt ook niet. Uit het nieuws bleek deze morgen weer dat ondernemers creatief aan de slag gaan met de regels en men kan hen eigenlijk geen ongelijk geven.
Op zich is het een nobel doel dat de regering een gelijk speelveld wil creëren door winkels die open mogen blijven geen niet-essentiële producten te laten verkopen, maar ook hier is de logica zoek. Kunt u mij uitleggen waarom ik wel een kerstboom mag gaan kopen maar de lichtjes en kerstballen online moet bestellen?
Mijnheer de minister, na zeven maanden staan we eigenlijk nog steeds niet verder. Kunt u mij de logica uitleggen achter deze regels? Maak dit toch eens voor eens en voor altijd duidelijk. Op basis van welke criteria hebt u beslist welke winkels open mogen blijven en welke producten essentieel zijn en welke niet?
09.02 Minister Pierre-Yves Dermagne: Mevrouw Houtmeyers, u stelt een belangrijke vraag die een moeilijk antwoord zal krijgen.
Essentiële en niet-essentiële sectoren zijn gedefinieerd in het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken. Dat ministerieel besluit wordt geregeld gewijzigd naar aanleiding van besluiten van het Overlegcomité, die onder meer gebaseerd zijn op de gegevens van deskundigen in Sciensano. Het meest recente is, zoals u weet, het ministerieel besluit van 1 november.
De gegevens van de deskundigen hebben ertoe geleid dat wij opnieuw zeer bindende beslissingen moeten nemen voor ieder van ons, bijvoorbeeld, door het verminderen van onze sociale contacten, voor werknemers en werkgevers door telewerken verplicht te stellen en ook voor alle sectoren van onze economie die moeten sluiten. Het is duidelijk dat die beslissingen moeilijk te nemen zijn, maar zij zijn bindend voor ons voor de gezondheid van ons allemaal.
Het ministerieel besluit geeft een lijst van essentiële of cruciale sectoren die open moeten blijven, omdat zij onmisbaar zijn voor de bevolking. Het ministerieel besluit spreekt meer concreet over privé- en openbare ondernemingen, bedrijven en diensten die nodig zijn om de vitale behoeften van de natie en de behoeften van de bevolking te beschermen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om defensie en veiligheid, alsook de diensten voor de afvalophaling en -verwerking. In de privésector kunnen wij de productie van geneesmiddelen noemen. Zo is de lijst van essentiële en niet-essentiële sectoren gedefinieerd.
09.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, sta mij toe dat ik zeg dat het nog altijd niet duidelijk is. Het is mij en heel veel ondernemers nog altijd niet duidelijk waarom de tegelzaak open mag zijn en de keuken- of badkamerzaak niet. Het is een moeilijke periode voor iedereen, niet het minst voor onze ondernemers, dus vind ik dat het de plicht is van de regering om absolute duidelijkheid te verschaffen. U mag niet overgaan tot willekeur of arbitrair gedrag, u moet er gewoon voor zorgen dat de regels duidelijk zijn.
Op dit moment zijn heel wat ondernemingen in heel wat sectoren gesloten, terwijl waarschijnlijk zal blijken dat zij helemaal niet hadden moeten sluiten. Zij hadden in alle veiligheid kunnen functioneren, maar ze lijden nu gigantisch veel economische schade. Dat komt door een falend beleid ter zake en in mijn ogen is dat uw verantwoordelijkheid als minister van Economie.
Het incident is gesloten.
10 Question de Malik Ben Achour à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les négociations européennes sur la taxe sur les transactions financières" (55001087P)
10 Vraag van Malik Ben Achour aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Europese onderhandelingen over de belasting op financiële transacties" (55001087P)
10.01 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, nul besoin de vous faire un dessin, nous traversons une crise terrible. Il faut défendre les travailleurs; sauver l'emploi; préserver le tissu de PME, de commerces et d'artisans; réinvestir dans le secteur de la santé; relever le défi historique du climat. Cette solidarité est vitale, mais coûtera des milliards. La réponse à ce coût ne pourra plus jamais se traduire en vastes plans d'austérité. Ces recettes nous mèneront toujours dans l'impasse. Même les plus convaincus d'autrefois s'en rendent compte aujourd'hui.
Dans ce contexte, l'Union européenne joue évidemment un rôle déterminant – à condition qu'elle forme les bons choix. Pour le moment, elle cherche des milliards. Le débat relatif au budget de l'Union se poursuit. En plus de son manque d'ambition budgétaire, le Conseil a osé, une fois encore, proposer de faire l'impasse sur la création d'une taxe sur les transactions financières. Pourtant, pendant ce temps, les marchés spéculatifs se portent bien: "Coronavirus, opportunité boursière de la décennie", c'est ce qu'on peut lire et entendre dans certains milieux. Bref, cela signifie que, tandis que nos yeux restent rivés sur les courbes d'admission à l'hôpital ou sur les chiffres des faillites, certains scrutent les cours de la Bourse et spéculent. Pourquoi la spéculation serait-elle immunisée contre la COVID-19?
Vous le savez, la taxe sur les transactions financières représente, au bas mot, 50 milliards d'euros par an, si l'on s'en tient à la proposition de directive présentée par la Commission Barroso en 2011 – laquelle est le minimum de ce que nous devons accomplir. L'accord conclu entre le Parlement européen et le Conseil aurait acté l'intégration de cette taxe dans le budget pluriannuel de l'Union européenne. Cela constitue un premier pas. Toutefois, la vraie question est la suivante: quelle en est l'ampleur? S'agit-il d'une taxe minimaliste ou d'un outil conforme aux défis qui s'offrent à nous?
Monsieur le ministre, je vous le demande: quelle position la Belgique va-t-elle adopter à l'échelle européenne? Notre pays défend-il bien – conformément, du reste, à l'accord de gouvernement – un accord ambitieux, susceptible de rapporter plus de 50 milliards d'euros par an?
10.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Ben Achour, je vous remercie pour votre question.
Avec l'introduction d'une taxe sur les transactions financières, dite TTF, l'objectif est d'apporter une contribution équitable du secteur financier au coût de la crise actuelle.
Cette proposition au niveau de la coopération renforcée européenne avec dix pays s'inscrit dans le cadre de l'harmonisation fiscale européenne. Et conformément à l'accord de gouvernement, la Belgique joue un rôle constructif dans la réalisation de cette TTF.
Le groupe de travail technique sur la TTF s'est réuni pour la dernière fois, le 12 novembre 2019. La Belgique y a participé de manière constructive et a souligné un certain nombre de préoccupations de notre pays: l'imposabilité dans la proposition actuelle des transactions de Fonds de pension; l'impact de la TTF sur les opérations boursières et l'impact économique sur la Bourse belge pour la délocalisation des activités financières, par exemple les Pays-Bas et le Luxembourg, qui ne participent pas à la coopération renforcée en matière de TTF; l'exclusion du champ d'application des transactions spécifiquement spéculatives.
Le ministre des Finances autrichien a récemment exprimé son souhait de revenir à la proposition initiale de la commission de septembre 2011. Cette proposition optait pour une large base imposable couvrant tous les types d'instruments financiers.
En raison de l'apparition de la pandémie de COVID-19, la question de la TTF ne sera plus traitée en 2020. Ainsi, la réunion prévue le 29 octobre dernier n'a-t-elle pas eu lieu et aucune nouvelle réunion n'est prévue pour le moment. Cependant, dès que le dossier sera repris, vous en serez averti.
10.03 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Ce qui compte, c'est l'intégration de cet outil dans le budget pluriannuel de l'Europe. La vraie question est en fait très simple: qui paie? Qui paie la crise et la relance? Qui paie l'urgence climatique? Donc, monsieur le ministre, avons-nous envie que votre gouvernement, que nous soutenons, doive dire aux travailleurs et aux entreprises: "C'est vous qui allez payer"? Ou bien leur expliquera-t-on plutôt que l'Union européenne doit maintenant être capable de se doter de moyens propres, qu'elle ira notamment chercher dans la spéculation financière, mais aussi auprès des géants du numérique ou des multinationales qui fuient l'impôt, pour prendre à sa charge le fardeau de la crise et soulager ainsi les États et leurs contribuables? C'est la vraie question. Pour nous la réponse est claire, nette et sans ambiguïté. Ce n'est pas aux gens à payer la crise. Et conformément à l'accord de gouvernement, la Belgique doit donc défendre un accord qui soit le plus ambitieux possible pour la création d'une taxe sur les transactions financières. C'est une question de justice mais aussi une question de bon sens.
L'incident est clos.
- Peter Mertens aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "Het standpunt van de regering inzake de rijkentaks en de koolstoftaks" (55001091P)
- Kurt Ravyts aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De uitvoering van de aangekondigde koolstoftaks" (55001095P)
- Joy Donné aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "Het fiscaal beleid van de regering" (55001101P)
- Peter Mertens à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "La position du gouvernement sur la taxe des riches et la taxe carbone" (55001091P)
- Kurt Ravyts à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "La mise en oeuvre de la taxe carbone annoncée" (55001095P)
- Joy Donné à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "La politique fiscale du gouvernement" (55001101P)
11.01 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, zonet heeft de PS hier gevraagd wie de crisis zal betalen. Op het Europese vlak is men heel ambitieus. In de pers las ik echter dat deze regering, met de PS erin, van plan is om geen echte rijkentaks in te voeren, maar wel een koolstoftaks. Nochtans zegt ongeveer iedereen dat die rijkentaks vandaag niet op tafel ligt. De specialisten zeggen dat, de pers zegt dat en zelfs Vincent Van Quickenborne zegt dat. Het moet dus wel echt waar zijn dat er geen rijkentaks op tafel ligt. De cijfers zeggen dat ook, want de effectentaks die nu op tafel zou liggen, zal nauwelijks 400 miljoen euro opbrengen, terwijl de koolstoftaks 2,6 miljard euro moet opbrengen.
Deze regering zou de sterkste schouders laten betalen en zou eindelijk werk maken van een eerlijke fiscaliteit, zodat de werknemers deze crisis niet zouden moeten betalen. Het lijkt er echter op dat Pasen en Kerstmis sneller op één dag zullen vallen dan er werk wordt gemaakt van een eerlijke fiscaliteit. Wat u doet, is de effectentaks van de Zweedse regering opnieuw in de microgolfoven steken. Het was al slechte koffie, opgewarmd wordt het nog slechtere koffie.
Men laat ook effectief de sterkste schouders buiten schot, want de aandelen op naam, die voornamelijk gebruikt worden door de grootste fortuinen, zal men niet belasten. Ik ben dus ook benieuwd wat het Grondwettelijk Hof ervan zal vinden dat men de allergrootste fortuinen buiten schot zal laten. Wie wel zal moeten betalen, dat zijn de gewone gezinnen, met een koolstoftaks die tot 281 euro zou kunnen oplopen. Daarmee treft men de gewone man die met zijn autootje naar het werk moet gaan omdat er geen goed openbaar vervoer als alternatief is.
Vandaar mijn twee vragen aan deze regering, die ambitie zou tonen op het vlak van een rechtvaardige fiscaliteit.
Zult u die koolstoftaks invoeren? Hoeveel zal die bedragen?
Bent u van plan om de grootste fortuinen deze keer wel aan te spreken of zullen fortuinen zoals die van de Spoelberch en Colruyt, die op naam staan, opnieuw de dans ontspringen? Zult u werk maken van een eerlijke fiscaliteit, beste minister?
11.02 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, sinds de bekendmaking van de beleidsbrief van het klimaatgeweten van deze regering, mevrouw Khattabi, is de hartstochtelijke en passionele paringsdans tussen de liberalen en de groenen in deze regering blijkbaar voorbij. De beelden van de ontroerde liberale reacties op de traantjes van collega Calvo in het plenum van het Europees Parlement liggen alweer een tijdje achter ons.
Minister Khattabi wil blijkbaar met onmiddellijke ingang een – ik citeer – "koolstoftarifering" invoeren, zeg maar een onvervalste CO2-taks. Er volgde meteen een stormloop van de liberalen, met de heer Lachaert en uiteraard ook de heer Bouchez op kop, die zeggen dat er geen koolstoftaks komt die de gewone mensen en de middenklasse treft.
De voorgangster van minister Khattabi, mevrouw Marghem, liet al eens onderzoek uitvoeren naar een dergelijke CO2-taks. Mijn collega van de PVDA citeerde zonet nog de cijfers uit dat onderzoek uit 2018. Dat onderzoek gebeurde, jawel, mijnheer De Roover, met medeweten en goedkeuring van de N-VA, immers vóór Marrakesh.
Collega's, wij weten allemaal wat een CO2-taks voor de mensen zal betekenen. In het regeerakkoord wordt dat heel abstract verwoord als zijnde prijssignalen, mijnheer de minister, maar in de praktijk gaat het over een belasting op het gebruik van fossiele brandstoffen. Concreet worden daardoor gas en ook fossiele brandstoffen aan de pomp duurder. Het gaat dus over energie, over wonen, over de verwarming van onze huizen en ook over mobiliteit.
Mijnheer de minister, nu de intimiteit tussen Open Vld en Groen-Ecolo iets minder erotisch en lichamelijk wordt, kunt u ongetwijfeld rustig midden in het bed plaatsnemen, uw vertrouwde positie tussen de lakens. Ongetwijfeld zult u in uw antwoord de CO2-taks kaderen in een globale fiscale hervorming. Wat moet de bevolking zich daarbij echter in godsnaam voorstellen? Welke garanties kunt u vandaag aan onze bevolking geven dat de koolstoftaks van mevrouw Khattabi geen nieuwe belasting van inderdaad bijna 300 euro per gezin, per jaar zal betekenen?
11.03 Joy Donné (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben opgelucht dat u hier zit om mijn vraag te beantwoorden en niet mevrouw Khattabi. Na de aankondiging van mevrouw Khattabi deze week dat er onmiddellijk een koolstoftaks zal worden ingevoerd, meende ik even dat deze regering niet alleen zeven vice-eersteministers telde, maar ook twee ministers die verantwoordelijk zijn voor de belastingen.
Ik ben natuurlijk niet echt opgelucht. Ik ben verontrust. Wij hebben tijdens de verkiezingscampagne al gewaarschuwd voor een paars-groene belastingtsunami, en kijk, de regering is amper een maand bezig en er zijn al twee nieuwe belastingen aangekondigd. Dat kan tellen als eerste beleidsdaden van deze paars-groene regering.
Ik herinner mij de woorden die de eerste minister een maand geleden in De Tijd liet optekenen: "er is nu vooral behoefte aan fiscale rust." Dat heeft hij gezegd. Ik weet echter niet of de vele hardwerkende burgers, spaarders en ondernemers zich gerust voelen. Veel rust heb ik ook niet gezien bij uw coalitiepartners toen het deze week over de koolstoftaks ging.
Er is één iets dat mij nog meer verontrust in het regeerakkoord, namelijk de passage die stelt dat deze regering geen nieuwe belastingen zal invoeren behalve twee keer per jaar. Bij iedere budgettaire bespreking zullen er nieuwe belastingen op tafel komen. Wij kunnen dus minstens twee keer per jaar belastingverhogingen verwachten, of nieuwe belastingen. Ik zie daarentegen op korte termijn niets van de nodige taxshift die ten goede kan komen aan al wie werkt, spaart, en onderneemt.
Mijn vraag aan u is dan ook de volgende.
Wanneer zal u, na al die ingezette, aangekondigde en neergeschreven belastingverhogingen, ook iets teruggeven aan de mensen die werken, sparen en ondernemen?
De voorzitster: Mijnheer de minister, u krijgt volgens de regels zes minuten spreektijd voor uw antwoord.
11.04 Minister Vincent Van Peteghem: Mevrouw de voorzitster, ik dank u voor die zes minuten. Ik kreeg immers stilaan het gevoel dat het volledige fiscale beleid van de huidige regering hier vandaag werd bevraagd.
Er zijn drie belangrijke elementen in drie belangrijke vragen die mij zijn gesteld.
Er was eerst een impliciete vraag van de heer Mertens over de effectenrekeningentaks. Er was ook nog een vraag over de koolstoftarifering en ook een vraag over de globale fiscale hervorming die de huidige regering nastreeft.
Laat ons beginnen met de eerste vraag over de effectenrekeningentaks.
Het klopt dat wij een eerlijke bijdrage of solidariteitsbijdrage vragen op effectenrekeningen met een gemiddelde waarde van meer dan een miljoen euro. Wij zullen die middelen gebruiken om de bestaande noden in onze gezondheidszorg mee te ondersteunen. De voorlopige opbrengst die door de FOD Financiën naar voren wordt geschoven, zal 428 miljoen euro zijn, wat toch wel een significant bedrag is.
Wij hebben voor die heffing gekozen omdat ze een aantal voordelen heeft. Eén voordeel is dat de heffing traceerbaar en heel efficiënt is. Ze is traceerbaar omdat heel eenvoudig na te gaan is wie een dergelijke effectenrekening heeft. Wij kunnen dat navragen bij onze financiële instellingen. Wij kunnen in tweede instantie ook op een heel efficiënte manier met de heffing omgaan omdat het heel eenvoudig is de waarde en het te heffen bedrag na te gaan en de inning te doen.
Wij hebben dus een stabiel, stevig juridisch, solide instrument, waarmee wij nu naar de Raad van State zullen stappen. Wij zullen luisteren naar de feedback van de Raad van State. Nadien zullen wij met het dossier verder aan de slag gaan.
Ten tweede, mijnheer Ravyts, inzake de koolstoftarifering ben ik blij dat u aangeeft dat ik mag kiezen waar ik in het bed lig. Ik doe dat meestal zelf, tenzij mijn vrouw naast mij ligt. (Gelach)
(…): (…).
11.05 Minister Vincent Van Peteghem: Nee, er zijn geen andere gelegenheden. Ik hoop dat zij nu niet kijkt. (Hilariteit)
In ieder geval, mijnheer Ravyts, ligt er vandaag geen voorstel op tafel. Ik kan u dus eigenlijk niets vertellen over modaliteiten, zoals wat, wanneer, welke opbrengst. Er ligt vandaag niets op tafel.
Wij kunnen echter natuurlijk niet ontkennen dat wij het gebruik van fossiele brandstoffen moeten ontmoedigen. Wij trachten ook het principe na te streven dat in het regeerakkoord staat, namelijk: de vervuiler betaalt.
Als we daarbij een aantal fiscaal sturende elementen en instrumenten inzetten, zoals in het regeerakkoord staat, zijn daarbij twee zaken belangrijk voor mij. Ten eerste, als we dat doen, moet dat op een rechtvaardige manier gebeuren, met sociale correcties. We moeten ook zorgen voor een gelijk speelveld voor onze bedrijven en ondernemingen. Ten tweede, als we dat doen, moeten we dat binnen een grotere fiscale hervorming doen.
We moeten er inderdaad voor zorgen dat die hervorming het klimaatbeleid in ons land ondersteunt. Tezelfdertijd moeten we ook met rekening houden met de verlaging van de lasten op arbeid, het vereenvoudigen van het systeem, het weghalen van de koterijen en alle uitzonderingen die bestaan, met als doel een duurzame financiering van de overheid. Ik besef maar al te goed dat we daarin zeer ambitieus zijn en dat we die voorbereidingen moeten aanvangen. Dat is een zeer grote uitdaging, maar ze is noodzakelijk.
Ik ben niet de eerste die hiermee afkomt. De OESO heeft ook al verschillende elementen naar voren geschoven. Ook de Hoge Raad van Financiën heeft al verschillende keren gezegd dat we ons fiscaal systeem moeten hervormen.
Ik wil daar heel graag mijn schouders onder zetten. Zoals ik al zei, dit land heeft naast steunmaatregelen binnenkort ook relancemaatregelen nodig. De belangrijkste relancemaatregel is, naast de bijkomende investeringen, het doorvoeren van structurele hervormingen, ook in onze fiscaliteit. Daar zet ik graag mijn schouders onder.
11.06 Peter Mertens (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, u hebt de ambitie van een schildpad, zowel voor de rijkentaks als voor de ecologische ambitie. U hebt wat dat betreft geen ambitie.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag over de effectentaks, namelijk de vraag waarom u de grootste fortuinen in ons land niet aanspreekt. Zoals u weet, werken zij niet via effectenrekeningen, maar veel meer via aandelen op naam. U spreekt de grootste fortuinen in ons land, daar waar de ongelijkheid zit, die 1 % die op een berg van 500 miljard zit, niet aan. We zullen inderdaad afwachten wat het Grondwettelijk Hof ervan vindt dat u die niet aanspreekt en dat de aandelen op naam buiten schot blijven.
Wat dat betreft, hebt u dus geen ambitie, maar ook niet wat betreft ecofiscaliteit. U zegt dat de vervuiler betaalt, maar u bedoelt daarmee dat de vervuiler op het einde van de keten betaalt, namelijk de consument en niet de producent. Diegenen die het moeilijk hebben om hun huis te isoleren of de auto nodig hebben om op hun werk te raken omdat er geen openbaar vervoer is, die zullen de rekening betalen onder het mom van eerlijke fiscaliteit. Dat heeft niets met eerlijke fiscaliteit te maken. Dat is het geld opnieuw zoeken waar het niet moet worden gezocht, bij de gewone mensen in plaats van naar boven te durven kijken.
11.07 Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, de heer Vermeersch zal u volgende week ongetwijfeld aan de tand voelen over de globale fiscale hervorming, maar ik hecht weinig geloof aan de bewering dat het enkel maar om een verschuiving zou gaan.
Ik voel u al aankomen. Een verschuiving, zoals in plaats van gas duurder maken de prijs voor elektriciteit doen dalen. De liberalen spreken al tien jaar over het saneren van de energiefactuur als verkapte belastingfactuur. Wat is er hiermee tot nog toe gebeurd? U bent burgemeester geweest en u bent nu nog titelvoerend burgemeester; wat is gebeurd op gewestelijk niveau? Niets. De liberale burgemeesters blijven rekenen op de dividenden via de torenhoge nettarieven, goed voor meer dan een derde van de energiefactuur.
Wat Vlaams Belang bij het aantreden van Vivaldi heeft voorspeld, wordt nu al werkelijkheid. De groene houdgreep, het meest groene regeerakkoord ooit, staat borg voor een belastingregering en dat ondanks de liberale belofte. Eerst hebben we een nieuwe, meer uitgebreide versie van de effectentaks, vervolgens vorige week nog een stijging van de accijnzen op tabak en deze week het debat over een koolstoftaks.
11.08 Joy Donné (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb heel weinig gehoord over de grote fiscale hervorming. Ik weet ook niet wanneer die er aan zit te komen. Ik lees in het regeerakkoord dat er twee keer per jaar een belastingverhoging zal komen. De eerste twee zijn al ingezet. Ik veronderstel dat de derde ook al onderweg is, dat zullen we de komende weken misschien leren.
Maar ik heb ook wel een beetje politieke ervaring: wat zwart op wit geschreven staat, haalt het meestal eerder dan een vage, fiscale hervorming waarvoor u nog naar een compromis moet beginnen te zoeken. Ik vrees het ergste de komende weken, maanden en jaren voor onze hardwerkende burgers, spaarders en ondernemers.
Het incident is gesloten.
12 Question de François De Smet à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le report des crédits bancaires pendant la seconde vague de COVID-19" (55001092P)
12 Vraag van François De Smet aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het uitstel van bankkredieten tijdens de tweede coronacrisis" (55001092P)
12.01 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le ministre, on a parlé tout à l'heure des avancées déterminantes sur l'arrivée d'un vaccin, ce dont chacun se réjouit évidemment. L'une des conséquences importantes, c'est que, pour la première fois depuis très longtemps, cela donne un horizon et une perspective à toutes les victimes économiques de la crise. L'horeca, le monde culturel, le monde événementiel peuvent enfin envisager, avec un peu plus d'espoir, un retour possible à la normale, et ce, bien sûr, dans plusieurs mois et avec beaucoup de prudence. Mais tout de même!
Pour nous, les autorités, cela signifie ici et maintenant que cela vaut vraiment le coup de s'accrocher et de continuer à sauver ce qui peut l'être, à sauver tous les secteurs impactés. Bien sûr, nous saluons les mesures déjà prises dans le prolongement du kern + 10 sur le moratoire sur les faillites, le droit passerelle, l'élargissement du chômage temporaire, etc.
Mais il reste un enjeu majeur qui me semble encore obscur. C'est le rôle des banques et des créanciers en général dans cette seconde vague. Nous sommes aujourd'hui à un moment crucial. Nombre de reports de crédit hypothécaire accordés lors de la première vague arrivent maintenant à échéance. Nombreux sont les commerçants, les indépendants ou simplement certains particuliers qui ont la corde au cou pour un bail commercial ou privé. En septembre déjà, une entreprise belge sur cinq risquait la faillite. Le moratoire en vigueur jusqu'au 31 janvier nous laisse tout juste le temps d'agir.
Monsieur le ministre, nous savons que de nombreux commerces et établissements horeca ne tiendront pas si les banques ne jouent pas maintenant une nouvelle fois le jeu, comme elles l'ont fait. Pouvez-vous dès lors nous dire où en sont les négociations avec le secteur bancaire sur cette seconde vague? Quelles perspectives pouvez-vous donner aux commerçants, aux indépendants et même aux particuliers asphyxiés par des charges impossibles à rembourser, faute du moindre revenu?
12.02 Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur De Smet, je vous remercie pour cette question.
En mars 2020, le gouvernement fédéral, la Banque nationale de Belgique et le secteur financier ont conclu un accord visant à maintenir l'octroi de crédits aux particuliers et aux entreprises. Cet accord comportait deux parties. D'une part, un moratoire sur les crédits aux entreprises et crédits hypothécaires accordés par les institutions financières, et d'autre part, l'activation par le gouvernement fédéral d'un régime de garantie d'un montant total de 50 milliards d'euros.
Compte tenu de la deuxième vague, le kern a décidé trois choses:
1. Prolonger le régime de garantie pour les PME jusqu'au 30 juin 2021.
2. En ce qui concerne l'extension du moratoire sur les prêts aux entreprises et les hypothèques, des consultations se tiennent aujourd'hui avec Febelfin.
3. En ce qui concerne l'extension du moratoire sur les crédits à la consommation, mon collègue en charge de l'Économie consultera le secteur.
Un élément important pour l'extension des moratoires est que l'Autorité bancaire européenne (ABE) – ou European banking authority (EBA) – n'a pas encore pris de décision finale sur la prolongation de son assouplissement des règles prudentielles pour les crédits et les reports de paiements dans le cadre du COVID-19.
Les orientations existantes de l'ABE s'appliquaient jusqu'au 30 septembre 2020 et permettaient aux crédits couverts par le moratoire de ne pas être considérés comme des crédits problématiques par le régulateur, qui est la Banque nationale de Belgique.
La décision de l'ABE est attendue pour la fin du mois de novembre. En attendant, je poursuivrai les discussions avec le secteur financier. J'espère arriver à une solution aussi rapidement que possible.
12.03 François De Smet (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, que je dois bien qualifier de complète. Recevez mes encouragements pour les discussions avec le secteur financier.
Je pense vraiment que les banques ont une responsabilité sociétale très forte. C'est pour cette raison que l'État les a sauvées en 2008. C'est pour cette raison qu'aujourd'hui, cette responsabilité sociétale fait d'elles des acteurs de la solution, tout comme d'ailleurs toutes les personnes et toutes les institutions publiques ou privées qui n'ont peut-être pas eu à souffrir de la crise comme d'autres.
C'est une question de solidarité. On ne leur demande pas de faire de la philanthropie. On leur demande de montrer l'exemple, ce dont peuvent d'ailleurs éventuellement aussi s'inspirer un certain nombre de bailleurs publics et privés face à des locataires affaiblis. Ils pourraient, eux aussi, faire un geste durant cette crise.
L'incident est clos.
- Dominiek Sneppe aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De werking van het Fonds voor de medische ongevallen" (55001090P)
- Kathleen Depoorter aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De audit van het FMO door het Rekenhof" (55001107P)
- Dominiek Sneppe à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le fonctionnement du Fonds des accidents médicaux" (55001090P)
- Kathleen Depoorter à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'audit du FAM par la Cour des comptes" (55001107P)
13.01 Dominiek Sneppe (VB): Schrijnend. Dat waren de beelden in de Panoreportage van gisteren. Schrijnend. Een verzorgingsstaat onwaardig en onbegrijpelijk. Het Vlaams Belang heeft de Panoreportage niet nodig om daarover de nodige vragen te stellen. Dat deden we al naar aanleiding van de publicatie van het rapport van het Rekenhof vier maanden geleden. De beelden en de getuigenissen die we gisteren zagen, doen onze verontwaardiging weer oplaaien.
Het Fonds voor de medische ongevallen werd opgericht in 2010 en vertoont na tien jaar nog steeds zogenaamde startersfouten. Hoelang heeft een instantie nodig om die startersfouten op te lossen? Toch geen tien jaar? Dan spreken we niet meer van startersfouten, maar van structurele fouten. In 2018 werd er reeds een audit uitgevoerd. Wat is er de afgelopen twee jaar met die aanbevelingen gebeurd? Wat is er met de aanbevelingen uit het rapport van het Rekenhof van vorige zomer gebeurd? Die liggen blijkbaar ergens stof te vergaren.
Nu is er de reportage van Pano, met beklijvende beelden en met moedige getuigenissen. Matti, Jan, Ilse en Frank zijn maar enkele voorbeelden van de vele gevallen waaruit blijkt dat het Fonds voor de medische ongevallen zijn doelstelling niet haalt. Medische ongevallen voortaan efficiënter afhandelen dan met een gerechtelijke procedure was toch de bestaansreden van het fonds? Uit de praktijk blijkt echter dat daar in de verste verte geen sprake van is. Het is de zoveelste federale instelling die gretig belastinggeld opsoupeert, maar geen enkele meerwaarde heeft.
Wat zult u daaraan doen?
Wat is uw actieplan?
13.02 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, de Panoreportage was inderdaad beklijvend. Dat het leven van mensen zo verandert in één vingerknip laat niemand onberoerd, ongeacht of er een schuldvraag bij is, dan wel of het brute pech is.
Het Fonds voor de medische ongevallen kan een zeer mooi, toegankelijk instrument zijn om die slachtoffers te helpen. Het is toch echt ronduit schandalig dat er een Panoreportage nodig is om duidelijk te maken dat er actie moet worden ondernomen? In de vorige legislatuur heeft mijn collega Valerie Van Peel aangedrongen op een audit. Ikzelf heb in juni een voorstel van resolutie ingediend, waarin ik vraag naar een hertekening van het fonds. Wij waren daarin heel duidelijk: er moet iets worden gedaan, er moet sneller worden gewerkt, er moet een betere communicatie komen, de slachtoffers moeten daarop kunnen rekenen en zij moeten ook uitbetaald worden.
Wat wij gisteren gezien hebben en wat uw voorgangster ook al lang wist, is ronduit beschamend. Dat er niets aan gedaan is, is eigenlijk nog erger. Mensen die niet meer kunnen werken, mensen die hun kind moeten afgeven of wier kind normale ontwikkeling gestuit werd of geen vooruitzichten meer heeft, krijgen te horen dat het niet om abnormale schade gaat. Leg dat maar eens uit.
Mijnheer de minister, mijn vraag is eenvoudig.
Ons N-VA-voorstel ligt er. Wij hebben het geschreven en afgetoetst. Wij willen ermee vooruit. Wij willen geen politieke spelletjes op een dergelijk moeilijk dossier. Gaat u met ons aan de slag? Zullen wij samenwerken en samen het belang van al die slachtoffers verdedigen?
13.03 Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, ik ben het met de collega's eens dat de reportage in Pano gisteren ons niet onberoerd kan laten. Wat we gezien hebben, was inderdaad schrijnend en tevens een bevestiging van de zeer kritische vaststellingen in het auditrapport van het Rekenhof. Het kan vele jaren duren voor iemand uiteindelijk een advies en uitzicht op een of andere oplossing krijgt en in die periode is ook de communicatie niet goed. Dat was absoluut niet de bedoeling bij het opzetten van het fonds.
Volgens de bevindingen van het Rekenhof heeft dat blijkbaar te maken met louter interne vertragingen bij het fonds. Tot slot is er slechts een laag aantal dossiers dat uiteindelijk tot vergoeding leidt. De ambitie van het fonds om het aantal gerechtelijke dossiers te doen afnemen, lijkt eigenlijk ook niet gerealiseerd te worden. Er zijn dus fundamentele problemen.
Er zijn ongetwijfeld ook verzachtende omstandigheden voor het personeel van het fonds. Men is immers gestart in moeilijke omstandigheden en het is een zeer complexe opdracht. Er is bij het fonds gewerkt om stappen vooruit te zetten, maar ik meen dat we het fonds nu moeten vragen om een versnelling hoger te schakelen, omdat de doelstellingen van de wetgever niet gehaald zijn. Ik zeg dat trouwens niet vrijblijvend.
Collega Depoorter, ik hoor uw constructief aanbod. Ik leg de vraag om met iedereen, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, samen na te denken zeker niet naast mij neer, maar u zult begrijpen dat ik nu in de eerste plaats een goede analyse wil krijgen. Van het beheerscomité en de administratie heb ik reeds de toezegging gekregen dat ik voor het einde van november een grondige analyse zal krijgen, die ook een antwoord zal bieden op de audit van het Rekenhof. Uiterlijk eind november wil ik dan een begin maken met een plan van aanpak. Ik wil zelf dus eerst meer inzicht krijgen in wat er allemaal fout loopt en wat we kunnen doen. Ik denk eerlijk gezegd dat er problemen zijn van praktische aard, dingen die fout lopen, maar misschien zijn er ook diepere, fundamentele problemen met de opdracht en de manier waarop we menen dat die ingevuld moet worden. Dan komen we bij de meer conceptuele discussie over wat zo'n fonds eigenlijk moet doen en wat de rol van de overheid in dezen is.
Ik hoop dat ik uiterlijk einde november een begin kan maken met een plan van aanpak. Ik wil op basis daarvan natuurlijk graag ook in dialoog gaan met de Kamer. Niet alleen het publiek heeft recht op een betere aanpak, maar zeker de slachtoffers die we gehoord hebben, en de vele andere slachtoffers alsook de zorgverstrekkers hebben daar recht op.
13.04 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
U zult nog eens een analyse laten uitvoeren, terwijl er al een audit is geweest en we het rapport van het Rekenhof hebben. Welke analyse moet er nog gebeuren? Als constructieve oppositiepartij hebben wij drie suggesties voor u. Ten eerste, stel een crisismanager aan op basis van het verslag van het Rekenhof, die de dienst op een efficiënte manier doet draaien. Ten tweede, heropen alle dossiers en herevalueer ze. Ten derde, vraag een bijdrage op alle polissen inzake medische aansprakelijkheid, om zo te komen tot een regeling op basis van foutloze aansprakelijkheid.
Mijnheer de minister, we moeten niet meer samenzitten, er is al genoeg tijd verloren. Er moet concrete actie komen. Doe nu eindelijk iets concreets voor Matti, Jan, Ilse, Frank en de vele andere slachtoffers van medische ongevallen. Renoveer het fonds grondig of doek het op!
13.05 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, u zult begrijpen dat verzachtende omstandigheden een heel flauwe boodschap is voor de slachtoffers. Daar kunnen ze niet mee vooruit. Ze hebben nu hulp nodig, ze hebben nu middelen nodig. Ook met een nieuwe analyse kunnen ze niet vooruit. Er zijn audits gebeurd door het Rekenhof en consultancybureaus. Gebruik die audits! Einde november is voor sommige mensen toch nog veraf.
Ik ga erin mee, mijnheer de minister, ik zal het dossier blijven opvolgen. Ik zal blijven vragen wat de stand van zaken is in de aanpassingen die u zult doen.
Eén opmerking vond ik terecht, die van de zorgverstrekkers. Er is geen grotere nachtmerrie dan een fout maken, een fout die men niet wil, maar waar men misschien niet aan kan doen. Voor onze slachtoffers vraag ik u: neem onze uitgestoken hand aan en laten we samen aan het dossier voortwerken; laten we er samen mee vooruitgaan.
L'incident est clos.
14 Vraag van Jean-Marie Dedecker aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het strafbaar stellen van islamofobie" (55001097P)
14 Question de Jean-Marie Dedecker à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'incrimination de l'islamophobie" (55001097P)
14.01 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik heb gisteren naar uw discours geluisterd, de verdediging van het beleidsplan. Ik moet eerlijk zeggen, na 1 uur en 49 minuten ben ik van mijn stoel gevallen. In een klein intermezzo zei u: "Islamofobie en homofobie kunnen niet worden bestraft omdat dit in principe drukpersmisdrijven zijn. Dat moet door assisen worden behandeld en die doen niets. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat islamofobie in de toekomst als correctioneel misdrijf wordt bestraft."
Dat is voor mij onbegrijpelijk. Een fobie is een irrationale angst, net als arachnofobie angst is voor spinnen en claustrofobie angst voor kleine ruimtes is. Islamofobie is eigenlijk een angst voor de islam of voor moslims. Islamofobie is geen vorm van racisme, mijnheer de minister. Moslims zijn geen ras, maar aanhangers van een specifiek geloof. Godslastering is tot nader order niet strafbaar.
Mijnheer de minister, zult u mensen vervolgen omdat ze angst hebben voor een godsdienst die de goddelijke wetten boven de wereldlijke wetten stelt? Zelfs 60 % van de gematigde moslims is aanhanger van de sharia. Het gaat dus niet alleen om extremisten. Zult u mensen vervolgen omdat ze angst hebben voor een godsdienst die oproept om ongelovigen te doden en homo's van het dak te gooien, mijnheer de minister?
Niet alleen de extremisten, maar zelfs een derde van de gematigde moslims vindt dat mensen die uit de islam stappen de doodstraf zouden moeten krijgen. Zult u mensen vervolgen omdat ze angst hebben voor een godsdienst die de elementaire vrouwenrechten niet erkent en ze zelfs opsluit in een gevangenis van textiel?
Door terechte zorgen en angsten met betrekking tot de islam te bestempelen als een irrationele vorm van haat wordt het begrip islamofobie misbruikt om van de slachtoffers daders te maken. Godslastering is spot, die op een religie gericht is, niet op mensen. Haat zaaien moedigt aan tot geweld tegen individuen. Dat is iets anders.
De strategie (…)
14.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Dedecker, voor u staat niet alleen een lid van de regering, maar ook een volbloed liberaal. Ik laat er geen twijfel over bestaan dat de vrijheid van meningsuiting voor mij een fundament van onze democratie is. Men mag kwetsen, men mag provoceren, men mag beledigen, ja, men mag zelfs aan godslastering doen in ons land, gelukkig maar.
De vrijheid van meningsuiting is echter niet onbegrensd. Van laster en eerroof kennen sommige leden van het Vlaams Belang veel. De antiracisme- en antidiscriminatiewetten hebt u, mijnheer Dedecker, destijds samen met mij goedgekeurd in de Senaat. De grens is zeer duidelijk, collega's. Aanzetten tot haat en geweld omdat iemand tot een bepaalde nationaliteit, ras, geloof of geslacht behoort, is strafbaar.
Islamofobie gaat voor mij niet over het beledigen van de islam, niet over kwetsen, provoceren of lachen, want dat mag, dat is absoluut het probleem niet. Wie echter bewust en in het openbaar aanzet tot haat, geweld en discriminatie tegen mensen vanwege hun geloof, overschrijdt een grens en is strafbaar.
Mijnheer Dedecker, ik pleit dus niet voor een uitbreiding van de strafwet, wel bepleit ik het tegengaan van de straffeloosheid. Vandaag doet er zich op dat vlak een probleem voor. Drukpersmisdrijven ingegeven door racisme worden vervolgd voor de correctionele rechtbank, maar andere haatmisdrijven blijven ongestraft in ons land, omdat ze voor assisen moeten komen. Dat is niet meer van deze tijd.
Daarom roep ik alle parlementsleden ertoe op om artikel 150 van de Grondwet te wijzigen, zodat wij álle haatzaaiers kunnen bestraffen. Of de haatzaaier nu een islamextremist is, zoals Fouad Belkacem, dan wel een rechts-extremist, zoals de man uit Denemarken die we vandaag gezien hebben, dan wel een links-extremist, of het iemand is die oproept tot haat en geweld tegen homo's, tegen moslims of tegen Joden: Justitie moet elk van hen vervolgen. Dat zijn wij namelijk aan de slachtoffers van haatmisdrijven verschuldigd, omdat wij een halt willen toeroepen aan alle haatzaaiers in ons land.
14.03 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): U hoeft daarvoor de wet niet te veranderen, mijnheer de minister. Ik heb gezegd: islamofobie op zich is niet strafbaar.
Ik zal u een mooi citaat voorlezen uit een boekje dat ik bij mij heb, geschreven door Charb. Charb is de man die vijf jaar geleden vermoord werd, de uitgever van Charlie Hebdo. Morgen wordt trouwens de herdenking gehouden van de moordpartij van vijf jaar geleden in de Bataclan.
Ik zal even voorlezen wat die man geschreven heeft, net voor zijn dood: "Als je meent dat de islam het beste verdedigd kan worden door het begrip 'islamofobie', ben je verkeerd. Als je meent dat moslims het beste verdedigd worden door de islam te verdedigen, als je meent dat er in de koran staat dat het verboden is de profeet Mohammed te tekenen, als je meent dat de islam wordt beledigd als er een spotprent wordt gemaakt van een jihadist, als je meent dat fascisten vooral de islam aanvallen wanneer zij een Arabier als doelwit kiezen, als je meent dat elke gemeenschap zijn eigen antiracistische organisatie zou moeten hebben, wel dan ben je een huichelaar."
Dat zeg ik niet over u. Dat zeg ik alleen
over het feit dat termen constant misbruikt worden. (…)
Het incident is gesloten.
- Maxime Prévot à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les aides à certaines professions libérales dans le cadre de la crise du COVID-19" (55001085P)
- Florence Reuter à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'impact de la crise sanitaire sur les commerces indépendants" (55001098P)
- Maxime Prévot aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De steun voor bepaalde vrije beroepen in het kader van de coronacrisis" (55001085P)
- Florence Reuter aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De impact van de gezondheidscrisis op de zelfstandige handelszaken" (55001098P)
15.01 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, très régulièrement, nous sommes nombreux dans cette enceinte à vous interpeller quant à la situation dramatique vécue par un grand nombre d'indépendants dans la diversité de leurs activités. Et je mesure que la tâche qui est la vôtre ne doit pas être simple pour pouvoir répondre adéquatement à la pluralité de cette situation.
Vous avez récemment publié un petit tableau beaucoup plus didactique sur les cas de figure, où il est possible, selon l'activité exercée, de bénéficier du droit passerelle, simple, de reprise ou doublé. C'est une bonne initiative. Il y a, malgré tout, encore des professionnels, - je pense singulièrement à certaines professions libérales - qui passent par les mailles du filet. Je ne cherche pas ici à évoquer la situation des notaires, des avocats, des médecins, dont j'imagine bien qu'ils n'ont pas nécessairement, ou dans de moindres proportions, été impactés par la crise.
Toutefois, je reçois encore régulièrement des témoignages de psychologues, de logopèdes, d'ergothérapeutes. Récemment, une psychologue de famille monoparentale m'a interpellé. Elle vit seule avec ses enfants et n'a plus de clients. En effet, ceux-ci, soit ne se rendent plus aux entretiens par crainte du virus, soit sont eux-mêmes indépendants, n'ont plus de ressources et ne savent dès lors plus assumer le coût des séances hebdomadaires de suivi d'un enfant; les séances deviennent donc mensuelles, avec des chutes vertigineuses des revenus, à l'instar de la dame qui m'a interpellé et qui se demande comment elle remplira sa cuve à mazout le mois prochain, alors même que jusqu'avant la crise, c'était une professionnelle qui n'était pas confrontée aux difficultés.
J'aimerais connaître les initiatives que vous comptez prendre pour tenir compte aussi des vécus de ces professionnels, de ces professions libérales qui sont, elles aussi, impactées par une diminution des recettes à défaut de patientèle.
15.02 Florence Reuter (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, la santé prime, c'est une évidence que personne ne conteste. Toutefois, sur le terrain, la situation économique des petits commerçants indépendants est gravissime. À peine remis du premier confinement, ils se voient maintenant imposer la fermeture de leur commerce durant une période cruciale, déterminante. En effet, la période des fêtes de fin d'année est la plus importante pour la plupart de ces petits commerçants, le plus gros de leur chiffre d'affaires étant généralement réalisé entre le 15 novembre et le 20 décembre.
Même si des mesures ont été mises en place pour leur venir en aide et si une de ces mesures impose aux grandes surfaces de fermer certains rayons, la concurrence reste bel et bien présente, que ce soit dans les grands magasins à proprement parler, que ce soit via le commerce en ligne.
Comment expliquer, à nos indépendants, l'affluence dans les grandes surfaces quand eux ne sont pas autorisés à ouvrir leurs portes même à un client à la fois? Comment leur expliquer que certaines enseignes qui appartiennent souvent à de grands groupes peuvent rester ouvertes sous prétexte qu'elles vendent du savon parfumé?
Les commerçants doivent continuer à payer leurs charges, leur loyer. Certes, des mesures ont été prévues. Je pense notamment au click and collect, mais cela représente un coût. Je pense aussi à la création d'un webshop performant, qui nécessite des investissements. Cela ne va pas leur permettre de survivre sur le long terme.
Je rappelle qu'ils avaient déjà beaucoup investi pour appliquer les mesures de sécurité (gel, plexiglas) pour pouvoir rester ouverts.
Je le répète, la période des fêtes est cruciale pour tous ces petits commerçants qui vont se retrouver avec des quantités de stocks qu'ils ne pourront pas écouler.
Monsieur le ministre, mes questions sont assez simples.
Quelles perspectives pouvons-nous leur offrir à court terme? Pouvons-nous envisager de les autoriser à ouvrir leur commerce au moins sur rendez-vous avec une personne à la fois, voire deux si elles appartiennent à la même famille? Avez-vous déjà réfléchi à la période des soldes qui sera également fondamentale pour eux? Des discussions à ce sujet sont-elles déjà en cours avec le secteur?
15.03 David Clarinval, ministre: Madame la présidente, madame et monsieur les députés, cela fait en effet plus de huit mois que le gouvernement a mis en place des mesures pour faire face à la terrible crise qui frappe nos citoyens comme nos indépendants, nos commerçants et nos entreprises. Vendredi passé, nous avons annoncé trente-huit nouvelles mesures qui visent à soutenir ceux qui sont dans cette situation. Il y a des exonérations de cotisations sociales, des prises en charge de primes de fin d'année, la prolongation du chômage temporaire et de nombreuses autres mesures. Encore récemment, nous avons aussi annoncé la mise en place d'un moratoire sur les faillites jusqu'à la fin du mois de janvier.
En ce qui concerne mon département plus spécifiquement, j'ai, dès ma prise de fonction, mis en oeuvre la prolongation de toute une série de mesures, notamment celles qui visent à permettre aux entreprises de bénéficier de reports et d'étalements de cotisations.
Le droit passerelle de soutien à la reprise a été prolongé jusqu'à la fin de l'année. J'ai aussi mis en place le droit passerelle double pour les entreprises et les indépendants qui ont dû fermer soit par une décision d'une autorité publique, soit de facto parce que ce sont des fournisseurs, ou bien parce que leur secteur est lié à des secteurs qui sont fermés. Ceux-là vont bénéficier d'un droit passerelle double.
Cependant, monsieur Prévot, je partage votre constat. Certains secteurs, notamment les professions libérales, qui ne sont pas obligées de fermer – et c'est là que leur situation diffère – voient pourtant une diminution de leur chiffre d'affaires. Des clients ont peur, certains reportent leur rendez-vous. Du point de vue du droit passerelle, pour le moment, ces professions libérales passent entre les mailles du filet, je vous le concède. Ces personnes subissent toutefois durement l'impact de la diminution du chiffre d'affaires. C'est pourquoi le kern m'a demandé de réfléchir à un nouveau système, qui sera mis en place dès le 1er janvier, et auquel je travaille. Celui-ci vise à instaurer une nouvelle passerelle, de manière transversale, à travers tous les secteurs, dès le 1er janvier, en ce compris pour les professions libérales. Pour en bénéficier, ces professions devront démontrer une diminution de leur chiffre d'affaires et montrer qu'elles subissent un impact, même si elles n'ont pas dû fermer.
Ma volonté est d'avancer très rapidement dans ce dossier parce qu'en effet, il ne faut laisser personne au bord du chemin.
Par ailleurs, madame Reuter, vous m'interrogez au sujet des perspectives. Vous comprenez bien que personnellement, je souhaite que les entreprises puissent redémarrer le plus vite possible. Je partage totalement votre analyse mais ce n'est pas à moi de vous dire quand les commerces pourront rouvrir. Nous allons évaluer cela dans les comités de concertation et en partenariat avec mes collègues. J'espère que nous pourrons rouvrir ces commerces le plus rapidement possible mais il est trop tôt aujourd'hui pour donner une date.
Quant aux soldes, évidemment, le débat a immédiatement été engagé au sein de mon département. J'ai demandé une analyse au Conseil Supérieur des Indépendants et des PME. Les avis sont partagés. Tout le monde n'est pas d'accord. On se rend compte qu'il n'est pas simple de décider s'il y aura des soldes en janvier ou en février. Pour le moment, vu la situation, nous attendons et nous collectons les avis afin de nous forger une opinion et de trancher dès que nous serons en mesure de dire quand les commerçants pourront rouvrir.
Madame la présidente, chers députés, voilà les réponses que je suis en mesure de vous donner à l'heure d'aujourd'hui.
15.04 Maxime Prévot (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. J'apprécie que vous reconnaissiez avec lucidité que les expériences de terrain que je vous relate sont effectivement conformes à la réalité et qu'il y a bien des professionnels qui, aujourd'hui, ne parviennent plus à tenir le coup parce qu'ils passent à travers les mailles du filet.
J'entends votre volonté d'avoir un mécanisme à portée générale à partir du 1er janvier prochain. C'est une bonne chose. J'aurais envie de dire qu'on a pu voir ces derniers mois et ces dernières semaines, combien le gouvernement pouvait parfois faire œuvre de rapidité lorsqu'il voulait sortir une nouvelle mesure. Pour certains, c'est maintenant que la difficulté est vécue. Par conséquent, dans l'attente de ce statut à portée générale de début janvier, ne pourrait-il pas y avoir une règle permettant l'accès au droit passerelle simple, par exemple dès lors qu'il y a une chute avérée et comparée du chiffre d'affaires par rapport à l'année dernière? Cela permettrait au moins de faire le pont, la passerelle en quelque sorte, vers ce nouveau statut que vous appelez de vos vœux et pour lequel je ne peux que vous encourager. Cela apporterait au moins du soulagement dès maintenant, au moment où les gens en ont le plus besoin. Je vous invite réellement à travailler cette piste.
15.05 Florence Reuter (MR): Monsieur le ministre, je sais que vous êtes aux côtés des indépendants et que vous faites tout votre possible pour trouver des solutions et dégager des moyens supplémentaires. Il reste que la solution est gravissime pour ces commerçants indépendants. Pour cette raison, je vous demande instamment d'insister auprès du gouvernement afin de leur offrir des perspectives à très court terme. Une concertation devrait aussi être menée avec les entités fédérées, notamment en ce qui concerne la question des loyers.
Il y a urgence. Les commerces indépendants constituent des acteurs clefs de notre économie. Ce sont les moteurs de la vie, car ils font vivre nos communes. C'est pourquoi nous devons vraiment les soutenir au maximum. Je vous remercie de votre attention.
Het incident is gesloten.
- Georges Dallemagne à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le conflit dans le Haut-Karabakh" (55001086P)
- Els Van Hoof à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le conflit du Haut-Karabagh" (55001106P)
- Georges Dallemagne aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het conflict in Nagorno-Karabach" (55001086P)
- Els Van Hoof aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het conflict in Nagorno-Karabach" (55001106P)
16.01 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, avec tout le respect que je vous dois, j'ai dit au premier ministre tout à l'heure que j'étais déçu du fait qu'il avait refusé de répondre à cette question qui lui était adressée, en même temps qu'il répondait à deux autres questions de politique étrangère. Je pense qu'il s'agit malheureusement d'un nouveau signal de désintérêt ou plutôt de l'abandon des Arméniens du Haut-Karabakh et des Arméniens d'Arménie face à l'offensive azérie, face aux milices djihadistes employées par la Turquie sur place, face à de nouvelles armes, des drones turcs, des drones israéliens.
Le rapport de forces était trop inégal et l'Arménie a dû concéder un cessez-le-feu qui ressemble à une capitulation. La mort de milliers de soldats, de dizaines de civils pour défendre leurs terres ancestrales, pour défendre l'endroit où ils ont toujours vécu depuis des centaines d'années n'a servi à rien.
Derrière cette victoire de l'Azerbaïdjan, il y a la victoire de la Turquie totalement hors la loi, totalement hors de contrôle, qui bafoue la Charte de l'OTAN, qui bafoue la Charte des Nations Unies, qui utilise des terroristes – il faut les nommer ainsi – recrutés en Syrie. Il y a également le Groupe de Minsk qui est mis complètement de côté et il y a l'Europe impassible.
Monsieur le ministre, je demande à votre gouvernement et au premier ministre de ne pas rester impassibles, d'enfin condamner cette violence, cette offensive et de ne pas accepter que le désordre, le chaos, l'illégalité s'installent aux portes de l'Europe, de ne pas accepter qu'un de nos alliés au sein de l'OTAN utilise des armes interdites et se trouve aux côtés de l'Azerbaïdjan. Je vous demande de reconnaître le droit à l'autodétermination des habitants du Haut-Karabakh. Je vous demande également de revenir aux principes du Groupe de Minsk et d'apporter enfin une aide humanitaire aux populations réfugiées, déplacées et aux blessés (…)
16.02 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, ik weet dat de situatie u niet koud laat. We waren samen met de heer Dallemagne in Nagorno-Karabach. Zes weken lang zijn er zeer zware gevechten geweest met de inzet van ongeoorloofde wapens zoals clusterbommen en de inzet van huurlingen, jihadisten en drones van NAVO-bondgenoot Turkije. De heer Dallemagne verwees er al naar. Azerbeidzjan gooide dit allemaal in de strijd, waardoor Armenië een strijd met ongelijke wapens moest voeren. Er zijn heel wat slachtoffers gevallen en er zijn heel wat mensen op de vlucht geslagen. De humanitaire gevolgen zijn enorm.
Afgelopen maandag was er dan plots een akkoord, onder leiding van Rusland, tussen Armenië en Azerbeidzjan. Dat akkoord is tot stand gekomen los van het Minskproces. Het kan een wapenstilstand genoemd worden, maar het is geen vredesakkoord. Een gedwongen vrede kan moeilijk een duurzame vrede genoemd worden. Een akkoord met één winnaar en één verliezer kan moeilijk een goed en duurzaam akkoord genoemd worden. Armenië is hier duidelijk de pineut. Vanuit Rusland worden 2.000 manschappen op het terrein gestuurd. Nagorno-Karabach heeft heel wat terrein moeten verliezen. Het is ook heel opmerkelijk dat Turkije plots een rol opneemt in dit conflict, terwijl er helemaal geen afspraken rond werden gemaakt. De Armeense bevolking komt heel duidelijk in opstand tegen het parlement en ook tegen de Armeense premier. Het is heel duidelijk dat dit conflict niet bevroren is en dat dit binnenkort opnieuw zal uitbarsten.
Welke rol zal de internationale gemeenschap toch spelen om tot een duurzame vrede te komen en om uiteindelijk het perspectief te geven aan Nagorno-Karabach en het statuut waarop ze recht hebben? Welke rol zal de EU spelen? Welke rol zal het Minskproces spelen? Wat denkt u over de rol van Turkije?
16.03 David Clarinval, ministre: Madame la présidente, madame Van Hoof, monsieur Dallemagne, nous étions, en effet, ensemble à Stepanakert, il y a quelques années et c'est avec beaucoup de tristesse que j'ai suivi les événements qui se sont déroulés ces derniers temps au Nagorno-Karabach. Mais permettez-moi de vous donner lecture de la réponse que Mme Wilmès tenait à vous communiquer, vu la situation sanitaire actuelle.
"La Belgique se félicite de la trêve annoncée avant-hier par l'Arménie, l'Azerbaïdjan et la Russie dans le Nagorno-Karabach et les districts alentours.
Ons land heeft gisteren in de VN-Veiligheidsraad alle betrokken partijen opgeroepen om zich te houden aan het staakt-het-vuren. Het is een eerste stap op de weg naar een politieke oplossing voor dit decennia-oude conflict. De afgelopen weken hebben wij in de Veiligheidsraad meermaals onze bekommernis geuit over de humanitaire gevolgen van de oorlog en de nood aan respect voor het internationaal humanitair recht.
België is ontzet over de schendingen van het internationaal humanitair recht. Wij betreuren het aantal doden en gewonden onder de burgerbevolking. Volgens het Internationaal Comité van het Rode Kruis zou ook kritieke infrastructuur, zoals scholen, ziekenhuizen en energiecentrales, zijn vernietigd. Amnesty International en Human Rights Watch hebben bericht dat er clusterbommen zijn ingezet. Dat kan niemand onberoerd laten. Ook zijn huurlingen ingezet in deze oorlog, onder meer Syrische huurlingen door Azerbeidzjan, met de hulp van Turkije. Dat werd gisteren officieel bevestigd door de UN Working Group on the use of mercenaries. Wij hebben onze bezorgdheid hierover gisteren in de Veiligheidsraad van de VN geuit.
De prioriteit is nu onmiddellijk een ongehinderde humanitaire toegang en hulpverlening. Het recht op terugkeer van de vluchtelingen en interne ontheemden moet gegarandeerd zijn. Via onze financiering van organisaties als het Internationaal Comité van het Rode Kruis en de UNHCR dragen wij hieraan bij. Het is van primordiaal belang dat het staakt-het-vuren duurzaam is. Zodoende kan de politieke dialoog ter resolutie van het conflict in het kader van de Minsk Group van de OVSE worden hervat.
Dès le 27 septembre, la Belgique a appelé les belligérants à cesser le combat et à retourner à la table des négociations. Nous avons soutenu sans relâche les efforts du Groupe de Minsk. Trois cessez-le-feu ont été négociés – respectivement les 10, 17 et 23 octobre –, mais ils n'ont pas été respectés. L'accord conclu le 9 novembre dernier a enfin permis de mettre un terme aux hostilités.
Le cessez-le-feu est intervenu après des avancées militaires azéries considérables. Les lignes de défense arméniennes ont cédé. Confronté à la perspective de pertes territoriales supplémentaires, le gouvernement arménien s'est résigné à accepter un cessez-le-feu immédiat.
Celui-ci prévoit quatre éléments clefs:
- l'arrêt des hostilités et l'acceptation d'une nouvelle ligne de contact;
- une évacuation phasée des districts azéris autour du Haut-Karabakh, conquis par l'Arménie en 1994;
- le déploiement d'une force d'interposition russe de 1 960 hommes pour veiller au respect du cessez-le-feu;
- la création de deux corridors sous contrôle russe, l'un relayant le Haut-Karabakh à l'Arménie, et l'autre relayant l'Azerbaïdjan à l'enclave azerbaïjdjanaise de Nakhitchevan.
Bien que l'accord ait été négocié par la Russie, il est d'ores et déjà certain que le Groupe de Minsk jouera un rôle important dans le processus. Pour la Belgique, le cessez-le-feu doit donc représenter le début d'un processus diplomatique et politique visant à une paix durable dans la région du Caucase oriental et à une réconciliation entre les populations arménienne et azérie."
Voilà, madame la présidente, la réponse de Mme la ministre Wilmès aux questions sur le Haut-Karabakh.
16.04 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, j'étais au Haut-Karabakh il y a encore une semaine. J'ai vu l'offensive azérie. J'ai vu l'utilisation de drones. J'ai vu l'utilisation d'armes à sous-munitions. J'ai vu le bain de sang. J'ai vu que les Arméniens, lâchés par tout le monde – lâchés par tout le monde, il faut le répéter – étaient seuls face à cette barbarie. Il n'y a pas d'autre mot quand on utilise des terroristes qui viennent de Syrie.
Ils ont effectivement dû capituler. Vous vous réjouissez de ce cessez-le-feu. Je me réjouis effectivement de la fin du bain de sang. Mais on ne peut pas accepter cette utilisation de la force. On ne peut pas accepter que la loi du plus fort prévale dans un pays qui était la seule démocratie de cette région. On ne peut pas accepter qu'un allié au sein de l'OTAN utilise des terroristes, utilise des armes interdites pour mener une guerre dans un pays tiers.
On ne peut pas accepter non plus ce corridor qu'ils créent entre le Nakhitchevan et l'Azerbaïdjan, dont vous vous félicitez, et qui fragilise encore plus l'Arménie, qui supprime la frontière qu'elle avait avec l'Iran, son seul allié dans la région, et qui crée un corridor à travers lequel Erdogan pourra construire son grand rêve néo-ottoman avec toutes les républiques turcophones de ce côté-là. Surtout, il mettra la main sur le pipeline en provenance de la mer Caspienne.
Je pense qu'il ne faut plus accepter ce genre de violences à nos portes. Je ne vous ai pas entendu non plus sur l'aide humanitaire que réclame l'Arménie depuis des semaines pour ses blessés, pour ses réfugiés. Nous ne pouvons pas non plus laisser la Russie seule.
Vous dites que le Groupe de Minsk sera sollicité. Le Groupe de Minsk est en état de coma dépassé. Il n'a pas été sollicité. Il est temps qu'il y ait là, sur place, aussi des observateurs européens, des observateurs de l'OSCE, pour qu'enfin l'Arménie, sa démocratie, son territoire, là où ils ont toujours vécu, puisse être enfin (…)
16.05 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De erkenning van wat ginds is gebeurd en de ontzetting van België zijn helemaal terecht. De heer Dallemagne heeft al verwezen naar het feit dat er ongeoorloofde wapens zijn gebruikt in het internationaal recht in dit conflict, wat wij niet kunnen aanvaarden. Het is niet aanvaardbaar dat de wet van de jungle heerst in dat gebied en dat de sterkste dan maar wint. Dat is vandaag nochtans het geval.
De vier voorwaarden van het vredesakkoord, die u hebt vernoemd, zijn duidelijk niet afdoende voor Armenië. Er zal geen duurzaam vredesakkoord en geen bevriezing van het conflict tot stand komen. Wij en de internationale gemeenschap kunnen dat dus ook niet aanvaarden.
Er zijn duidelijk een aantal winnaars, namelijk Rusland, dat greep krijgt op het terrein en Azerbeidzjan, dat heel duidelijk meer grondgebied krijgt met de steun van het provocerende Turkije. Er zijn duidelijk twee verliezers. Ook de internationale gemeenschap is een verliezer. Zij keek ernaar en deed niets.
Erkenning en ontzetting zijn goed. Er is echter ook actie nodig. Die actie is nodig binnen het kader van de internationale gemeenschap. Het Minskproces met de Verenigde Staten, Frankrijk en de Europese Unie moet beter zijn rol opnemen, om te ijveren voor de totstandkoming van een duurzaam vredesakkoord in de regio.
L'incident est clos.
17 Vraag van Vicky Reynaert aan Karine Lalieux (Pensioenen en Maatschappelijke Integratie) over "De sterk stijgende vraag naar voedselhulp" (55001088P)
17 Question de Vicky Reynaert à Karine Lalieux (Pensions et Intégration sociale) sur "La forte hausse de la demande d'aide alimentaire" (55001088P)
17.01 Vicky Reynaert (sp.a): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, corona duwt veel mensen in de miserie. Tijdens de eerste coronagolf vroegen al een pak meer mensen om voedselhulp. De media berichtten deze ochtend dat het aantal mensen dat een beroep heeft gedaan op de voedselbanken tijdens de eerste lockdown met 15 tot 20 % is gestegen. Sinds het begin van de tweede golf stijgt dat aantal mensen nog meer.
Voedingswinkels zijn tijdens de lockdown wel open, maar voor veel mensen is de harde realiteit dat ze vandaag gewoon het geld niet hebben om voedsel te kopen. Ze kunnen dus niet anders dan naar de voedselbank gaan voor basisproducten, zoals melk, groenten en pasta. Die doelgroep wordt steeds groter. De voedselbanken melden dat er steeds meer nieuwe armen langskomen. Het gaat dan om jongeren, zelfstandigen, alleenstaande ouders en zelfs werkende mensen.
Niet al die mensen, en al zeker niet al die nieuwe mensen, vinden de weg naar de OCMW's, die nochtans een heel belangrijke rol hebben te spelen. Is het niet via het leefloon, dan is er ook nog andere steun mogelijk. Maar helaas gebruiken niet alle OCMW's al die steunmaatregelen.
Mevrouw de minister, ik heb twee vragen voor u.
Ten eerste, hoe zult u de drempel richting de OCMW's verlagen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de mensen die bij de voedselbank aankloppen ook structurele hulp krijgen?
Ten tweede, hoe zult u de OCMW's stimuleren om in te zetten op alle vormen van steun, ook op die van de aanvullende hulp?
17.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Reynaert, het recht op voeding is een basismensenrecht. Iedereen zou zich waardig moeten kunnen voorzien van voedsel. Helaas beschikken heel wat mensen reeds jaren niet meer over de nodige middelen om dit te kunnen realiseren. Tussen 2014 en 2019 is het aantal personen dat van voedselhulp gebruik heeft gemaakt, gestegen met 83 %.
Door de coronacrisis is de situatie van heel veel mensen verslechterd. Een nieuwe groep mensen heeft een beroep moeten doen op voedselhulp. Volgens verenigingen die actief zijn op het terrein, moet de stijging voor dit jaar geschat worden op 15 à 20 %. De coronacrisis heeft in ons land voor een sociale crisis gezorgd. Voor de regering zijn solidariteit en het bieden van oplossingen de grootste prioriteiten. Daarom werd er een subsidie van 6 miljoen euro vrijgemaakt voor de OCMW's en 1 miljoen euro voor de voedselbanken, om een antwoord te bieden op deze steeds grotere vraag.
Zoals u terecht zegt, bevinden ook steeds meer andere bevolkingsgroepen zich in een precaire situatie, zoals zelfstandigen en werknemers uit de culturele sector. Het is absoluut noodzakelijk dat mensen die hulp nodig hebben, de weg naar het OCMW vinden, zodat ze de aanvullende steun kunnen krijgen. Om dit te bereiken, hebben wij meerdere communicatiecampagnes gelanceerd. De OCMW's hebben ook via de KSZ, de RVA en het RSVZ reeds een lijst gekregen met namen van mensen met wie ze zelf contact kunnen opnemen.
Je le répète, de l'argent a été débloqué par le gouvernement et il faut absolument que les personnes qui sont aujourd'hui dans le besoin puissent s'adresser aux CPAS. Ces derniers peuvent les aider eu égard à des aides complémentaires, comme vous l'avez mentionné.
17.03 Vicky Reynaert (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
U weet, in de sp.a hebt u altijd een bondgenoot om de armoede aan te pakken. Alleen samen kunnen wij dat probleem aanpakken.
U weet dat mijn partij heel hard gepleit heeft voor het inzetten van aanvullende financiële steun door de OCMW's via het invoeren van het zogenaamde REMI-systeem, het referentiebudget voor een menswaardig inkomen. Dit systeem berekent hoeveel geld iemand nodig heeft om van te leven, en in die situaties waar mensen te weinig hebben om menswaardig rond te komen, zullen de OCMW's moeten bijpassen. Voor onze partij is het echt van belang dat daarop ingezet wordt tijdens deze legislatuur.
Morgen komt u met uw beleidsverklaring naar het Parlement. Ik kijk ernaar uit morgen met u verder te bespreken hoe wij dit systeem in de praktijk kunnen uitrollen.
Het incident is gesloten.
18 Question de Denis Ducarme à Annelies Verlinden (Intérieur et Réformes institutionnelles) sur "La collaboration entre la police et la Défense dans la lutte contre le terrorisme" (55001104P)
18 Vraag van Denis Ducarme aan Annelies Verlinden (Binnenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen) over "De samenwerking tussen de politie en Defensie in de strijd tegen het terrorisme" (55001104P)
18.01 Denis Ducarme (MR): Madame la présidente, madame la ministre, le gouvernement a communiqué sur la prolongation de Vigilant Guardian et de la mission de sécurisation anti-terroriste de nos militaires sur les points critiques jusqu'au 2 décembre. La ministre de la Défense, à qui j'aurais pu également adresser la question que je vous pose aujourd'hui, a indiqué qu'elle envisageait un phasage de retrait de nos militaires de ces missions de sécurisation. Son chef de cabinet indiquait également, par voie de presse, que ces missions devaient revenir à d'autres départements.
Pourtant, la situation et le contexte ont changé en Europe: le professeur Paty en France, d'autres attaques à Nice ayant fait trois morts, d'autres à Vienne, quatre morts et vingt-deux blessés. En Belgique nous ne sommes pas épargnés par cette situation. Comme vous le savez, le 5 octobre, un homme est arrêté à Bruxelles en possession d'armes blanches et d'armes à feu. Il voulait s'en prendre à un poste de police. Le 30 octobre, un homme est arrêté dans le train, en possession d'une machette. Son dossier est classé terroriste. Le 30 octobre toujours, sur les réseaux sociaux, nos services interceptent des incitations à des attaques sur Bruxelles. Le 5 novembre, un attentat est déjoué à Eupen. Il visait nos policiers. Il semblerait donc, mais je vous demande de le confirmer, que le DAB, le corps de sécurisation, n'est aujourd'hui pas en mesure de remplacer nos militaires dans leur opération de sécurisation.
Ceci m'incite à vous faire part de ce que nous souhaiterions et à vous demander s'il serait possible d'aller en ce sens. Avant de réduire la voilure de l'exercice de sécurisation de nos militaires, pourrions-nous envisager une évaluation de la situation, afin de veiller à opérer ce phasage sans déforcer la sécurité des Belges face au terrorisme?
18.02 Annelies Verlinden, ministre: Madame la présidente, monsieur Ducarme, comme vous le savez, la menace qui pèse sur notre pays est déterminée par l'OCAM à l'aide de plusieurs indicateurs tels que le nombre de dossiers de menaces en cours, leur gravité et le risque qu'elles se concrétisent. Le contexte national et international est aussi bien pris en compte.
Après les récents attentats en France et en Autriche et l'intervention opportune à Eupen, la menace a été, à chaque fois, réévaluée. Pour le moment, elle est maintenue au niveau 2. L'OCAM a fourni les explications nécessaires lors du Comité stratégique du renseignement et de la sécurité en sa séance du mercredi 4 novembre. Du reste, le vice-premier ministre de votre parti y était représenté.
Le niveau de la menace à l'égard de la police est également évalué au niveau 2. Le Centre de Crise peut toutefois prendre des mesures supplémentaires en concertation avec elle. Par souci de sécurité pour nos policiers, préoccupation qui vous tient également à cœur, je ne révélerai pas d'autres détails.
En ce qui concerne la Défense, l'évaluation de la menace est également prise en compte lors du déploiement des soldats en rue. Comme vous le savez, le déploiement ultérieur est décidé sur une base mensuelle en accord avec le ministre de la Défense et au sein du Conseil national de sécurité. Conformément à l'accord de coalition, il est prévu de discuter à nouveau d'une éventuelle réduction ou suppression progressive lors d'une prochaine réunion du Conseil national de sécurité.
Tout cela vise à vous faire comprendre qu'il n'est certainement pas question d'absence de menace ou de menace négligeable. Au cours de ces dernières années, nous avons cependant évolué vers une culture de la sécurité beaucoup plus forte. Nous devons donc continuer à nous focaliser sur ce renforcement. En tant que ministre, je m'engage à poursuivre le développement de cette culture de la sécurité, en collaboration avec la justice et les services de police. À ce titre, je tiens à les féliciter une fois de plus pour leur approche décisive dans le dossier d'Eupen, approche qui a permis d'éviter un attentat.
En tous les cas, je continuerai d'approfondir ce débat avec vous ce lundi en commission de l'Intérieur. Je vous remercie de votre attention.
18.03 Denis Ducarme (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Je me joins naturellement aux félicitations que vous avez adressées à nos services qui font un travail extraordinaire.
Cela dit, il y a plusieurs menaces. Il y a, bien sûr, la COVID, mais il y a également la menace terroriste. Ce Parlement résonne encore des minutes de silence que nous avons dû respecter durant ces dernières années lorsque les victimes tombaient sous les balles de terroristes en Europe et en Belgique. Ensemble, nous devons rester vigilants.
Madame la ministre, pour le Mouvement réformateur, il n'est pas question d'envisager une réduction de la voilure en termes de contrôles, au niveau des points de sécurité, aujourd'hui opérés par nos militaires sans une évaluation complète du système. En effet, le corps de sécurisation, le DAB, n'est pas en mesure de remplacer poste pour poste les militaires présents sur le terrain pour assurer la sécurité.
On pourra discuter de la question dans le cadre du prochain Conseil de sécurité, mais, pour ce qui concerne le Mouvement réformateur, on ne pourra pas avancer sans une évaluation globale préalable.
Het incident is gesloten.
La présidente: Fin des questions orales.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 10 novembre 2020, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 november 2020 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
20 Renvoi d'amendements en commission
20 Verzending van amendementen naar een commissie
J'ai reçu un amendement 17 à la proposition de loi (MM. Steven Matheï, Dieter Vanbesien, Servais Verherstraeten et Joris Vandenbroucke et Mme Laurence Zanchetta) modifiant le Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe en vue de rendre obligatoire l'enregistrement d'actes notariés étrangers, nos 1357/1 à 10. Les amendements 15 et 16 ont été retirés.
Ik heb een amendement 17 ontvangen op het wetsvoorstel (de heren Steven Matheï, Dieter Vanbesien, Servais Verherstraeten en Joris Vandenbroucke en mevrouw Laurence Zanchetta) tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten, nrs 1357/1 tot 10. De amendementen 15 en 16 werden ingetrokken.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 novembre 2020, je vous propose de renvoyer cet amendement en commission des Finances et du Budget (art. 93, n° 1, du Règlement).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 november 2020, stel ik u voor het amendement te verzenden naar de commissie voor Financiën en Begroting (art. 93, nr. 1, van het Reglement).
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
21 Proposition de loi portant l'introduction d'une réserve de reconstitution pour les sociétés (1412/1-6)
21 Wetsvoorstel houdende de invoering van een wederopbouwreserve voor vennootschappen (1412/1-6)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Christian Leysen,
Kathleen Verhelst, Steven Matheï.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
21.01 Joris Vandenbroucke, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, met uw goedkeuring zou ik willen verwijzen naar het schriftelijk verslag, waarin kan worden gelezen wat het wetsvoorstel, dat al een lange geschiedenis heeft, aan discussies heeft opgeleverd.
21.02 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, in de beginfase van zowel de eerste golf als de tweede golf van de coronacrisis namen de federale en regionale regeringen verscheidene maatregelen om de liquiditeits- en kaspositie, van onze ondernemingen te versterken. Zo denk ik aan het uitstel van de betaling van belastingen en socialezekerheidsbijdragen, uitkeringen aan bedrijven en tijdelijk werkloze werknemers en zelfstandigen, de gewestelijke premies zoals de compensatiepremies en hinderpremies. Die maatregelen zijn absoluut noodzakelijk en steunen wij ook.
In de volgende fase, die van het herstel, dus in de heropstartfase na de tweede golf, moet de solvabiliteit versterkt worden en moet er gewerkt worden aan de schuldgraad. De balans wordt als het ware proper gezet. Na het herstel van de kas volgt het herstel van de balans.
Het is van belang om vandaag bedrijven en zelfstandigen met solvabiliteitsproblemen te ondersteunen. Het gaat hier om ondernemingen wier financiële gezondheid en balans door de coronacrisis werden aangetast. Wij hebben hier samen al een eerste fiscale steunmaatregel ingevoerd in die zin, de zogenaamde carrybackregeling, waardoor bedrijven en zelfstandigen hun verliezen van 2020 kunnen afzetten tegenover de winst van 2019. Die maatregel zal ervoor zorgen dat de belastingschuld voor die bedrijven voor 2019 getemperd wordt.
De maatregel die nu voorligt, laat onze ondernemingen toe om in de komende jaren een wederopbouwreserve aan te leggen. Bedrijven die door de coronacrisis verlies lijden, kunnen gedurende drie jaar een reserve aanleggen, die zal worden vrijgesteld van inkomstenbelasting.
Waarom steunt het Vlaams Belang het voorstel? De partij doet dat, omdat verzwakte bedrijven een gemakkelijke prooi zijn voor mogelijks ongewenste overnemers. De versterking van de solvabiliteit past in het kader om bedrijven hier lokaal te verankeren. De maatregel in verband met de wederopbouwreserve is belangrijk om ook na de coronacrisis aan het herstel van onze bedrijven te werken.
Mevrouw de voorzitster, dat gezegd zijnde, verzoek ik u mij toe te staan even uit te weiden over de handel en wandel rond voorliggend wetsvoorstel in de commissie en in het Parlement.
In een eerste poging werd de tekst in verband met de wederopbouwreserve gekoppeld aan het wetsontwerp inzake carry back. Samen met andere partijen vroeg het Vlaams Belang dat de Raad van State advies zou verlenen over een dergelijke belangrijke maatregel.
Begin juli 2020 probeerde de heer Leysen in een tweede poging de wederopbouwreserve te koppelen aan andere in een wetsontwerp uit de superkern uitgewerkte fiscale maatregelen. Na een dreigement van onder meer de socialisten om het hele wetsontwerp te kelderen, werd het amendement uiteindelijk ingetrokken.
Half juli 2020 werd in een derde poging de tekst over de wederopbouwreserve als apart wetsvoorstel voorgelegd aan de commissie voor Financiën. Derde keer goede keer, dankzij de steun van het Vlaams Belang werd de maatregel inzake de wederopbouwreserve goedgekeurd.
Het moet gezegd dat toenmalig minister van Financiën De Croo daar correct op heeft gereageerd. Hij gaf toen sportief toe dat – ik citeer zijn woorden uit de commissie – "het Vlaams Belang wetsvoorstellen op hun merites beoordeelt". Vlaams Belang was in die periode, toen er nog geen sprake was van de huidige regering, meermaals bepalend voor de stemming in het Parlement.
Ik herhaal wat ik toen in de commissie heb verklaard: onze deur staat altijd open voor de minister en de leden; wij zijn altijd bereid mee te denken en te werken aan oplossingen, indien zij in het belang zijn van Vlaanderen, van de Vlamingen en van onze Vlaamse werkgevers en werknemers. Dat is met de maatregel inzake de wederopbouwreserve zeker het geval.
De heer Leysen was trouwens nog explicieter in De Standaard. Ik citeer even uit De Standaard van juli 2020: "Het is de inhoud die telt." Aldus reageert de heer Leysen op de noodzakelijke steun van het Vlaams Belang. "De relance zal moeten komen van investeringen door bedrijven. De consumptie stimuleren is niet de juiste weg. In woorden is de sp.a er altijd als de kippen bij om de kmo's en de zelfstandigen te steunen, maar in de praktijk zien wij daar niet veel van. Deze maatregel is nochtans op maat van kleine bedrijven geschreven." Aldus eindigt het citaat uit De Standaard.
Voor de start van de nieuwe regering trad het Vlaams Belang in het Parlement wel vaker op als spelverdeler tussen het linkse blok van socialisten, groenen en PTB-PVDA, enerzijds, en de voormalige Zweedse partijen, anderzijds. Zo kwam er met de steun van Vlaams Belang een fonds voor extra zorgpersoneel. Evenzeer steunden en steunen wij de belangrijke belastingvrijstelling voor bedrijven in verband met de wederopbouwreserve als coronaherstelmaatregel. Afhankelijk van het thema maar vooral van de inhoud bepaalt Vlaams Belang zijn stemgedrag. Deng Xiaoping zei het al: "Het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, zolang ze maar muizen vangt." Of een wetsvoorstel nu van een donkerrode of een lichtblauwe partij komt, als er een goed voorstel op tafel ligt, dan krijgt dat onze steun.
Ik hoef u niet te tekenen hoe graag men het Vlaams Belang in hokjes duwt en dat geldt ook voor ons sociaal-economisch programma. Al te graag zetten commentatoren en politieke tegenstanders het Vlaams Belang weg als een linkse partij, sommigen zelfs als een socialistische partij. Laat ik echter heel duidelijk zijn, wij zijn geen socialisten, wij zijn niet links, wij zijn niet rechts, wij zijn in de eerste plaats nationalisten. Wij komen eerst op voor eigen volk, voor onze mensen. Precies volgens dat principe, de bescherming van onze mensen en onze ondernemingen, bepalen wij ons stemgedrag in het Parlement.
Wij vinden dat bij het herstelbeleid de volledige aandacht moet gaan naar het beschermen van het economisch weefsel in dit land, vooral de specifiek getroffen sectoren en de vele kleine en middelgrote ondernemingen die dit land groot hebben gemaakt. In die zin steunen wij de maatregel in verband met de wederopbouwreserve in het Parlement.
Hoewel ik de minister hier momenteel niet zie, heb ik nog een concrete vraag, die ik graag vandaag beantwoord zou zien. Ook al zal de belastingvrijstelling voor de wederopbouwreserve, die hier wordt goedgekeurd, op termijn een terugverdieneffect genereren, de maatregel zal in 2021 toch enige impact op de begroting hebben. Wij schatten die inderdaad niet in als een budgetneutrale maatregel voor 2021. Op 30 oktober werd de ontwerpbegroting voor 2021 ingediend bij de Europese Commissie, maar daarin vinden wij helemaal geen directe impact van die maatregel inzake de wederopbouwreserve terug.
Hoe verklaart u dat, mijnheer de minister? Kunt u even toelichten waarom de impact van de wederopbouwreserve op het eerste gezicht niet werd opgenomen in de ontwerpbegroting die aan Europa werd toegestuurd?
21.03 Dieter Vanbesien (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, collega's, het is inderdaad niet de eerste keer dat wij dit dossier bespreken. Het heeft immers al een hobbelig parcours afgelegd, en de heer Vermeersch heeft het daarnet even toegelicht.
In het kader van de covidmaatregelen heeft onze fractie in maart 2020 het vertrouwen gegeven aan een minderheidsregering. Toen wij dat deden, hebben wij altijd een onderscheid gemaakt tussen herstelmaatregelen en relancemaatregelen. Herstelmaatregelen zijn dringende maatregelen die onmiddellijk moeten worden genomen, die een impact hebben op heel korte termijn en die tijdelijk en dikwijls ook eenmalig zijn. Relancemaatregelen komen later, het zijn maatregelen op middellange of lange termijn en zijn eventueel recurrent of structureel. Ons vertrouwen aan de minderheidsregering diende om steun te geven aan de herstelmaatregelen, want dat was dringend en nodig. De relancemaatregelen hebben wij doorverwezen naar een volgende regering met een parlementaire meerderheid.
Laten wij dat even vertalen naar de bedrijven. Wij hebben ingeschat – meestal komt het zo uit – dat herstelmaatregelen focussen op de liquiditeit en dat solvabiliteitsmaatregelen eerder relancemaatregelen zijn op iets langere termijn. Alle voorstellen in de voorbije maanden die gericht waren op de liquiditeit van bedrijven, hebben wij altijd gesteund.
Het voorliggende wetsvoorstel betreft de solvabiliteit. Het is bij uitstek een relancevoorstel, omdat het ook pas ingaat in 2022, dus het beoogt de iets langere termijn, en daarom hebben wij in de voorbije maanden en in de commissie altijd gezegd dat wij het tot nu toe niet wilden steunen zolang er een minderheidsregering aan de macht was. Wij hebben het doorverwezen naar een volgende regering met een parlementaire meerderheid, die het voorstel kan passen in een groter relanceplan. Daar staan wij vandaag.
Nu is het ook het moment om verder naar de inhoud te kijken, want die is belangrijk.
We verwachten in de komende maanden een mogelijke golf van faillissementen. Die faillissementen moeten nog komen. Solvabiliteit is een belangrijke parameter voor een bedrijf om levensvatbaar te zijn en om aan een faillissement te kunnen ontkomen. Deze maatregel komt tegemoet aan de roep om hulp van de bedrijfswereld om deze golf van faillissementen tegen te gaan.
De manier waarop het wetsvoorstel is gemaakt, geeft ook vertrouwen dat de maatregelen zullen worden getroffen voor die bedrijven die in het doelpubliek zitten. Het gaat immers over bedrijven die dit boekjaar verlies hebben gemaakt wegens de coronacrisis.
We weten ook dat op termijn het geld terug in omloop zal komen en alsnog belast zal worden. Op langere termijn, langer dan een jaar, is dit een budgetneutrale oefening. Daarenboven zijn er een aantal interessante voorwaarden en precedenten aan dit wetsvoorstel gekoppeld. Een aantal daarvan kenden we al van de maatregelen die we genomen hebben inzake liquiditeit, met name de bedrijven die er gebruik van maken mogen geen dividenden uitkeren. Ze mogen de eigen aandelen niet inkopen. Ze mogen ook geen kapitaalvermindering doen. Die voorwaarden worden hier herhaald. Er is nog een bijkomende voorwaarde opgelegd: het tewerkstellingspeil moet door dit bedrijf worden behouden. Het is niet mogelijk om gebruik te maken van deze maatregelen om dan de helft van de werknemers te ontslaan.
Dit is een interessant experiment. We zullen zien hoe dit zal evolueren en op welke manier onze bedrijven daarmee omgaan. Dat geeft ook inspiratie voor toekomstige maatregelen en permanente wetgeving. Wij kijken met veel belangstelling uit naar de manier waarop de voorwaarden zullen worden vervuld, alsook naar het effect ervan op de bedrijven en de arbeidsmarkt.
Collega's, om die redenen zullen wij deze relancemaatregel steunen.
21.04 Steven Matheï (CD&V): Mevrouw de voorzitster, beste collega's, de hele gezondheidscrisis heeft een heel grote impact, niet alleen op de gezondheid en het dagelijkse leven, maar vast en zeker ook op de economie. De afgelopen maanden hebben wij hier in het halfrond heel wat maatregelen goedgekeurd in de zogenaamde corona I-, II- en III-wetten. Die maatregelen waren dienstig voor de burgers, voor non-profitinstellingen, voor werknemers, maar ook voor bedrijven.
Wat die laatste betreft, werd er al echt ingezoomd op het liquiditeitsvraagstuk, met onder andere de carrybackregeling, de vervroegde verliesaftrek waarbij de verliezen van dit jaar kunnen worden verrekend met de winsten van vorig jaar. Er was onder andere ook de vrijstelling van het doorstorten van de bedrijfsvoorheffing, maar de maatregelen inzake solvabiliteit stonden nog open. Dat zat vervat in dit wetsvoorstel, dat inderdaad een hele weg heeft afgelegd. Het is heel belangrijk dat er ook wordt gewerkt aan de solvabiliteit van bedrijven. Dat gebeurt in dit voorstel door toekomstige winsten vast te houden in de bedrijven en ondernemingen op een fiscaal vriendelijke manier, door ze vast te zetten en onbelast te laten. Daardoor treden tal van voordelen op. Zo zullen de bedrijven vanzelf aansterken, zal het vertrouwen in de bedrijven en door de bedrijven stijgen en zullen er investeringen kunnen worden gedaan. Dat is heel belangrijk om de economie te doen aantrekken en de bijbehorende tewerkstelling te waarborgen.
De hele regeling
van de wederopbouwreserve die in dit voorstel zit vervat, is geen blanco
cheque. Er is een aantal belangrijke voorwaarden aan verbonden. Er mag geen
link zijn met de belastingparadijzen, iets wat we al kennen uit de corona I-,
II- en III-wetten. Er is voor de eerste keer ook een tewerkstellingsvoorwaarde,
waarbij de positieve effecten van deze regeling worden verbonden met het behoud
van tewerkstelling, op zich ook een belangrijk aspect in het bemeesteren van de
economische crisis. Daarnaast is er ook een onaantastbaarheidsvoorwaarde, wat
wil zeggen dat als de winsten toch uit de vennootschap worden gehaald, ze alsnog
zullen worden belast. Ten slotte, werd ook een maximumbedrag bepaald en
gaat dit dus niet tot in het oneindige.
Het zijn
belangrijke voorwaarden, maar des te belangrijker is dat door deze regeling het
vertrouwen in de bedrijven en door de bedrijven met de bijbehorende
economische- en tewerkstellingseffecten, groot kan zijn. Zo kan de economie
aansterken.
Daarom zal onze
fractie dit voorstel steunen.
21.05 Marco Van Hees (PVDA-PTB): Madame la présidente, je vous remercie. Voilà un projet ou une proposition, puisqu'il a connu les deux dénominations, qui a connu un long parcours, certains collègues l'ont dit. Je pense qu'il est intéressant politiquement de revenir un peu sur ce long historique parce qu'il y a pas mal de leçons à en retenir.
Épisode 1. Nous sommes en juin 2020 et le ministre des Finances de l'époque, M. De Croo, insère cette disposition dans son projet de loi portant des dispositions fiscales afin de promouvoir la liquidité et la solvabilité des entreprises. Cette réserve de reconstitution se trouve dans le chapitre IV de ce projet de loi. Un vote a lieu en commission et l'ensemble du projet de loi est accepté sauf ce chapitre IV, c'est-à-dire cette réserve de reconstitution dont nous débattons aujourd'hui. À l'époque, qui vote contre? L'ensemble des partis de gauche et le Vlaams Belang qui dit en fait, comme on l'entend ici, que c'est uniquement parce qu'on n'a pas reçu l'avis du Conseil d'État qu'il ne vote pas en faveur de ce texte.
Épisode 2. Le collègue Leysen introduit cette disposition qui avait donc été rejetée. Il l'introduit sous la forme d'un amendement dans le cadre du projet Corona 3. Finalement, après tractations avec différents partis, il retire cet amendement.
Épisode 3. La disposition est alors réintroduite sous forme d'une proposition de loi signée par M. Leysen et adoptée en commission. C'est bien cela, monsieur Leysen? Et là, qui vote contre? Les socialistes, les verts et le PTB. Tous les autres votent pour, y compris le Vlaams Belang qui aime bien soutenir les propositions patronales de M. Leysen. En effet, M. Leysen aime bien souligner et rappelle tout le temps que le Vlaams Belang avait voté pour le Fonds blouses blanches du PTB mais il oublie chaque fois de rappeler que le Vlaams Belang soutient toutes les mesures pro-patronales que lui-même, son parti ou sa famille politique déposent pour donner des cadeaux aux multinationales, pour éviter qu'on ne taxe les plus riches, pour attaquer les syndicats, pour bloquer les salaires via la modération salariale. Chaque fois que de telles mesures patronales ou qui limitent les libertés syndicales sont proposées par les libéraux, le Vlaams Belang les soutient toujours. L'histoire d'amour, c'est plutôt entre M. Leysen et le Vlaams Belang. D'ailleurs, on a entendu un représentant du Vlaams Belang dire: "On n'est pas de gauche". On le savait. Il aime beaucoup le patronat, le patronat flamand certes mais cela reste le patronat!
Épisode 4: la proposition arrive ici, en plénière. Mais M. Laaouej fait de la flibuste – on le soutient d'ailleurs – et dépose des amendements qui sont envoyés au Conseil d'État. Épisode 5: aujourd'hui! Le Conseil d'État a rendu son avis et la proposition est soumise à la discussion et au vote aujourd'hui.
J'ai oublié l'épisode 4bis, entre l'épisode 4 et l'épisode 5: un gouvernement est constitué! Il est d'ailleurs dirigé par le père de la mesure, M. De Croo, et l'accord gouvernemental indique noir sur blanc que le gouvernement va faire adopter cette mesure. Du coup, quatre des cinq partis qui ont voté contre la mesure en commission voteront normalement en sa faveur aujourd'hui: les deux partis qui constituent le groupe Ecolo-Groen, les socialistes flamands et les socialistes francophones normalement vont voter "pour". C'est ce qu'on a entendu de la part de M. Van Besien. Le PS va voter "pour". M. Laaouej n'a pas pris la parole, mais je suppose qu'il va passer du statut de flibustier au statut de presse-bouton aujourd'hui pour soutenir cette proposition qu'il a tant combattue et soutenue avec tant de vigueur et de conviction.
J'aimerais vous rappeler, chers collègues, quelques-unes des critiques qui avaient été formulées par les députés qui avaient voté contre la proposition en commission et qui, aujourd'hui, voteront normalement "pour". M. Joris Vandenbroucke: "Ma fraction est fondamentalement opposée à cette mesure"… "L'intervenant ne croit pas", dit le rapport "contrairement à M. Leysen, que la mesure proposée sera remboursée par le biais de ses effets-retours dont l'intervenant n'a pas non plus vu de calculs."… "L'introduction d'un mécanisme de réserve de constitution aura de lourdes répercussions sur les finances publiques à court et à long termes, puisqu'il est impossible de prévoir la date d'imposition de ces réserves."… Il craint que "la législation complexe prévue dans le projet de loi à l'examen ouvre la porte à des opérations d'optimisation fiscale avec, pour conséquence, qu'une partie de ces mesures de soutien bénéficieront à des sociétés qui n'ont pas réellement besoin de ce soutien".
Selon M. Laaouej: "C'est une réserve exonérée d'impôts, destinée aux entreprises, qui réalisent des bénéfices, alors qu'il semble plus judicieux et compréhensible de développer des mesures d'aide destinées aux entreprises qui pâtissent des répercussions économiques de la crise du coronavirus". Tous de très bons arguments!
Du côté du groupe Ecolo-Groen, je cite M. Gilkinet: "La mesure avantagera les entreprises qui disposent de fonds propres. Leur solidité financière sera encore renforcée par un avantage fiscal. Les entreprises qui sont en difficulté et ne possèdent pratiquement plus de fonds propres ne pourront pas, quant à elles, bénéficier de cette mesure." L'intervenant fait enfin observer que cette mesure ressemble fort à la déduction des intérêts notionnels, tant du point de vue du coût budgétaire qu'en ce qui concerne son efficacité douteuse en termes de maintien de l'emploi. Il ajoute que "la mesure avantagera les entreprises qui disposent de fonds propres. Leur solidité financière sera renforcée par un avantage fiscal."
Toutes ces critiques très pertinentes ont été formulées par des collègues mais, si j'ai bien compris, aujourd'hui, ils vont plutôt voter pour. Il serait intéressant de connaître la raison de ce retournement.
J'en viens maintenant aux critiques du PTB à l'encontre de cette mesure. Celles-ci rejoignent en grande partie ce qui a été dit. Du coup, je pourrais être plus bref.
Revenons tout d'abord sur le fond de la mesure. En quoi consiste-t-elle? Que contient ce texte? Qu'est-ce que cette réserve de reconstitution? Personne ne l'a dit. Je ne l'ai pas entendu une seule fois dans les interventions ni lu dans les journaux. Il s'agit en fait d'un principe simple: les entreprises qui font des pertes en 2020 à cause de la crise du coronavirus pourront déduire ces pertes au cours des trois années ultérieures. Vous me direz que c'est logique. Elles ont fait des pertes à cause du coronavirus. Elles peuvent les récupérer. C'est logique! Sauf que le Code fiscal le prévoit déjà! Cela existe déjà dans le CIR 92. Cela s'appelle "la déduction des pertes antérieures". Cela fait des années que c'est prévu. La Belgique est d'ailleurs très souple en la matière. On peut déduire autant et aussi longtemps qu'on veut. Les limites fixées à l'époque ont été supprimées.
On a donc une mesure de déduction des pertes qui existe déjà. Que ferons-nous finalement avec cette mesure? On va déduire deux fois les mêmes pertes. Les entreprises vont pouvoir déduire deux fois les mêmes pertes. C'est fou! Et il est intéressant de savoir de quelle façon elles vont pouvoir le faire. Elles pourront déduire ces pertes à l'avenir mais, grâce au système carry back qui figurait aussi dans le projet de loi initial de M. De Croo, elles peuvent aussi les déduire dans le passé, en 2019.
Je vous l'explique en prenant un exemple. Une société qui fait 20 millions d'euros de pertes en 2020 pourra déduire 10 millions d'euros grâce au système carry back sur le bénéfice 2019. Elle pourra également déduire 10 millions de pertes sur 2021 ou les années antérieures.
Cela fait déjà 20 millions. Et puis, elle va encore pouvoir déduire 20 millions grâce à la réserve de reconstitution. Elle a donc fait 20 millions de pertes et elle peut déduire 40 millions. Il est ici question du passé et de l'avenir. C'est stupéfiant!
Si M. De Croo avait vendu la mesure en la présentant de cette manière, cela aurait fait tiquer pas mal de gens. Mais il l'a vendue en parlant de réserve de reconstitution avec la mise au passif d'une réserve qui est bloquée, etc. On a également vendu la mesure en avançant l'argument des fonds propres, argument qui fonctionne toujours. On l'a déjà fait avec les intérêts notionnels en disant que ces derniers avaient pour objectif de renforcer les fonds propres. Pas du tout! On sait bien que c'était pour remplacer les centres de coordination, un cadeau aux multinationales d'ailleurs condamné par l'Europe. On a vendu cela en invoquant le renforcement des fonds propres. Comme ce genre d'argument fonctionne bien politiquement, on a décidé de ressortir le même marketing politique pour la mesure qui est, aujourd'hui, à l'examen.
Pour ce qui concerne l'impact budgétaire, il est quand même question de 690 millions d'euros sur 3 ans, ce qui n'est pas rien. Et espérons qu'il s'agit bien du coût réel. En effet, si on se réfère aux intérêts notionnels, on se rappellera que M. Reynders, qui était à l'époque ministre des Finances, avait estimé le coût à 500 millions d'euros alors que le coût réel a atteint 6 milliards par an, à savoir 12 fois plus que le montant qui avait été avancé. J'espère que, dans ce cas, on n'arrivera pas à 12 x 690 millions.
Il est également incroyable de constater que ce sont les grosses sociétés qui sont avantagées puisque ce sont elles qui auront la plus grande marge pour déduire. J'ai cité M. Gilkinet qui l'a très bien expliqué.
La ministre avait attiré mon attention sur le fait que l'avantage fiscal avait été limité à 20 millions d'euros. C'est exact. Une limite a effectivement été fixée. Mais cela veut dire qu'une grande multinationale, par exemple, pourra bénéficier de cet avantage fiscal à concurrence de 20 millions d'euros alors qu'une PME ne pourra bénéficier, par exemple, que de 20 euros. Quoi qu'il en soit, si l'avantage fiscal a effectivement été limité à 20 millions d'euros, je ne pense pas que beaucoup de PME bénéficieront de 20 millions d'euros suite à cette mesure.
J'en arrive ainsi au risque d'ingénierie fiscale, aspect que j'ai évoqué, tout comme plusieurs collègues, lors des débats que nous avons eus en commission. En effet, on sait très bien que les multinationales peuvent jouer sur les prix de transfert et transférer un bénéfice ou une perte d'une filiale à l'autre. Elles vont donc pouvoir faire travailler leurs ingénieurs fiscaux pour profiter de cette mesure et voir comment en tirer la substantifique moelle, le maximum.
Les collègues nous disent que des conditions ont été prévues. M. De Croo était d'ailleurs très fier d'avoir mis des conditions sur l'emploi, sur les paradis fiscaux. C'est très bien! On ne pourrait qu'applaudir – sauf si on gratte un peu dans les détails.
La condition des paradis fiscaux: l'entreprise ne peut pas avoir de filiale dans les paradis fiscaux pour bénéficier de cette mesure. D'abord, quels paradis fiscaux? La liste officielle belge des paradis fiscaux, en vertu de laquelle on doit déclarer les montants qui sont versés aux paradis fiscaux. Mais on sait très bien qu'un grand nombre de paradis fiscaux ne se retrouvent pas sur cette liste, y compris et en particulier, parmi les plus redoutables…
Vous avez peut-être lu dans la presse aujourd'hui que les deux paradis fiscaux préférés des grandes entreprises françaises (les entreprises du CAC 40) sont la Belgique et les Pays-Bas. La Belgique, forcément, on ne peut pas l'inclure dans la liste des paradis fiscaux. Mais les pays européens comme les Pays-Bas, le Luxembourg et Malte, pourraient l'être. De même que le Delaware, qui met un nouveau président à la tête des États-Unis. Cet État est un des pires paradis fiscaux du monde. En résumé, la liste des paradis fiscaux est déjà très problématique.
Mais le problème ne s'arrête pas là! En effet, c'est seulement si la société qui bénéficie de l'avantage fiscal a des filiales dans ces paradis fiscaux qu'elle est exclue de l'avantage. Or, on sait très bien que toutes les sociétés d'un groupe multinational ne sont pas dans les paradis fiscaux. Il y a toujours quelques sociétés dédiées pour avoir des filiales dans les paradis fiscaux.
Si le groupe, dans son ensemble, a des filiales dans les paradis fiscaux, mais pas la société qui bénéficie de la déduction, il n'y a aucun problème. De même, si la maison mère de la société qui a l'avantage fiscal se trouve dans un paradis fiscal, il n'y pas de problème, elle pourra bénéficier de l'avantage fiscal.
Cette condition dont M. De Croo a fait grand bruit me fait un peu rire! Quand on gratte un peu, il n'y a pas grand-chose de sérieux dans la lutte contre les paradis fiscaux.
Il en va de même pour la condition de l'emploi. Monsieur Vanbesien, vous dites que le niveau d'emploi doit être maintenu pour bénéficier de l'avantage. C'est faux! Si vous lisez convenablement le texte, vous verrez que si on réduit l'emploi, l'avantage est réduit proportionnellement à l'emploi supprimé. On se dit qu'une grande entreprise, qui met en œuvre un gros plan de licenciement, qui licencie 10 % de son personnel, ne va pas avoir droit à l'avantage. Si elle licencie 10 % de 5 000 personnes, cela fait 500 personnes qui sont mises dehors. On se dit qu'elle ne va quand même pas recevoir ce cadeau fiscal! Bien sûr que si! Mais elle pourra avoir seulement 90 % de l'avantage fiscal, puisqu'elle a supprimé seulement 10 % de son personnel.
Chers collègues, vous aurez compris que nous ne sommes pas très enthousiastes par rapport à cette proposition.
Nous espérions être soutenus dans notre refus par nos collègues des partis de gauche, mais à ce que je crois comprendre, ils ont changé d'avis depuis leur vote en commission. Toutefois, on n'est pas à l'abri d'une surprise. Si M. Laaouej, M. Vandenbroucke, pas M. Gilkinet forcément puisqu'il n'est plus là, mais ses collègues d'Ecolo Groen, voulaient changer leur position, nous en serions fort aise, mais je crois que cela ne sera pas le cas.
21.06 Joris Vandenbroucke (sp.a): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik zal niet ingaan op de zeer eenzijdige lezing van Vlaams Belang en de PVDA van de lange voorgeschiedenis van dit wetsvoorstel. Daarin hebben beide partijen elkaar gevonden. Het herschrijven van de geschiedenis beperkt zich spijtig genoeg niet tot de anekdotiek van wetsvoorstellen, maar goed.
Ik zal natuurlijk ook niet verhelen dat onze fractie in illo tempore niet enthousiast was over dit voorstel. Wij hadden daar uiteraard een zeer goede reden voor. Er is later een reden bijgekomen waarom wij het nu wel een goed voorstel vinden, maar goed.
De eerste belangrijke reden was dat dit wetsvoorstel destijds was ingediend in het raam van een pakket dringende fiscale maatregelen. De collega's hebben het al toegelicht, die dringende fiscale maatregelen hadden toen als doel de liquiditeit van bedrijven die op dat moment volop in de eerste golf of door de naweeën van die eerste golf, in de problemen zaten. Wij vonden het niet verstandig in het raam van zo'n pakket dringende fiscale maatregelen met focus op de zeer korte termijn, een wetsvoorstel goed te keuren dat gaat over de relance, over het duurzaam herstellen van het economische weefsel op lange termijn.
Dit wetsvoorstel heeft een impact op de langere termijn. Dat is de belangrijkste reden om het goed te keuren. Ik nodig u uit, collega Van Hees, om het verslag ook op dat punt te citeren. De eerste reden is weggevallen. Wij hebben ondertussen een volwaardige regering die de ambitie heeft een coherent relancebeleid te voeren. Wat ons betreft, kan zo'n maatregel daar zeker in passen. De context is vandaag ook verschillend van die van een half jaar of langer geleden omdat wij een tweede coronagolf met volle kracht op ons hebben zien afkomen. Die tweede golf dreigt ook een enorme economische schade teweeg te brengen voor bedrijven die nauwelijks naar adem hebben kunnen happen. Na de eerste lockdown worden zij nu volop getroffen.
Het lijkt ons inderdaad een goede maatregel ervoor te zorgen dat zij, wanneer zij naar een tweede of zelfs een derde adem moeten happen, de kans krijgen extra zuurstof in hun bedrijf te pompen. Wij willen hen de kans geven het eigen vermogen te verhogen als dat absoluut noodzakelijk is om de solvabiliteit te verstevigen. Solvabiliteit is noodzakelijk om te kunnen investeren. Bedrijven die niet kunnen investeren, hebben geen kans duurzaam door te gaan.
Collega's van de PTB, blijf gerust blind voor die tweede economische golf. Roep gerust dat u opkomt voor de mensen die werken. Maar die twee zijn niet met elkaar verzoenbaar, collega Van Hees. Wat is uw voorstel om ervoor te zorgen dat die tweede golf niet een nog grotere en desastreuzere impact zal hebben dan de eerste golf? Ontkent u dan dat de solvabiliteit van bedrijven die twee keer vol worden geraakt effectief onder druk dreigt te komen?
Er is een volwaardige regering die werkt aan een relanceplan. We zitten bovendien volop in een tweede coronagolf. Om die reden vindt de sp.a-fractie het voorstel verdedigbaar.
Verschillende collega's hebben ook verwezen naar een aantal belangrijke voorwaarden verbonden aan het fiscaal gunstregime. Die voorwaarden hadden we eerder ook al ingeschreven in de wetsontwerpen rond dringende fiscale bepalingen. Een voorwaarde stelde dat er geen duurzame banden aangehouden kunnen worden met belastingparadijzen. Andere voorwaarden waren geen inkoop van eigen aandelen noch het uitkeren van dividenden. Bij dit wetsvoorstel komen ook nog tewerkstellingsvoorwaarden. Dit zou toch als muziek in de oren van de PTB moeten klinken. Ik zit hier nog maar anderhalf jaar, maar ik weet heel goed dat een van de fundamentele kritieken van links, ook van mijn partij, inzake fiscale gunstmaatregelen voor bedrijven was dat er geen tewerkstellingsvoorwaarden werden aan gekoppeld. Daar is het ons namelijk toch wel om te doen. We willen mensen aan het werk houden. Die voorwaarde zit nu in dit wetsvoorstel. Gelet op de gewijzigde context en de belangrijke voorwaarden gekoppeld aan deze maatregel, vinden wij dat die maatregel absoluut verdedigbaar is.
21.07 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, mon intervention sera brève et portera uniquement sur le fond. Je laisse le soin à tous les partis de gauche de s'entre-déchirer, les uns en pointant du doigt avec ironie les changements d'opinion des autres, et les autres en tentant des circonvolutions pour essayer de justifier qu'il ne s'agit plus tout à fait de la même chose et que tout d'un coup, on peut soutenir ce que l'on avait combattu. Je pense que le débat de positionnement nombriliste de l'un ou l'autre parti de gauche importe peu aux bénéficiaires potentiels de cette disposition, en l'occurrence les entreprises qui sont confrontées aux difficultés, et qu'il est important de soutenir en cette période.
Du côté du cdH, nous sommes en faveur de cette mesure, car il s'agit d'une mesure de soutien à la solvabilité des entreprises, et elles en ont fortement besoin. L'élément suivant reste vrai: la première vague a plutôt généré des questionnements quant à la rentabilité des entreprises, puis est venue une phase de questionnement quant à la disponibilité des liquidités, et aujourd'hui, nous sommes réellement dans une phase d'inquiétude quant à la solvabilité des entreprises. C'est une évolution qui est plus aiguë et plus problématique.
Ce qui nous réjouit, c'est que le texte a pu évoluer. Des mesures de balise sont désormais bien présentes, avec des conditions importantes et justifiées en termes de liens avec les paradis fiscaux, la politique de distribution des dividendes ou encore de maintien de l'emploi.
La crise qui perdure a un impact énorme. Les restrictions sanitaires passées et actuelles font souffrir les entreprises avec comme conséquence un déficit de fonds propres, qui a des répercussions directes sur leur situation, celle de leurs travailleurs et celle des ménages. Il faut donc pouvoir y trouver des remèdes, sinon cela nous conduira vers une longue période d'investissements moindres et, je le crains, d'emplois perdus.
Mais la nouvelle majorité ne doit pas s'arrêter à ce texte et considérer que la mesure est suffisante en matière de recapitalisation de nos entreprises. On suppose que ceci n'est qu'une première étape du plan de relance de soutien à notre économie que l'on attend. D'ailleurs, j'imagine que le secrétaire d'État à la Relance, le premier qui porte ce titre dans un gouvernement belge, doit s'affairer aux détails de ce plan. Il serait en effet peut-être opportun de relancer le secrétaire d'État à la Relance, puisque pour le moment, on ne voit encore rien venir.
J'imagine en tout cas que Mme la ministre Khattabi, qui est la représentante du gouvernement et qui m'écoute avec beaucoup d'attention, pourra se faire le relais auprès de ses collègues des quelques pistes additionnelles que nous proposons de formuler pour compléter le dispositif.
En effet, à nos yeux, le curseur doit réellement porter sur la notion d'investissement. Il faut que, dès à présent, d'autres mécanismes fiscaux soient disponibles en vue de réinjecter des capitaux dans les entreprises et ainsi de soutenir les investissements productifs. Je pense, par exemple, à une mesure incitant les actionnaires à recapitaliser les entreprises, en particulier celles qui se trouvent en difficulté et qu'une recapitalisation serait susceptible de sauver. Une souscription à de nouvelles actions donnant droit à un dividende préférentiel et à un avantage fiscal à l'ISOC et/ou au précompte mobilier, moyennant évidemment certaines conditions en termes d'investissement réel, doit aussi constituer une mesure supplémentaire dans l'arsenal de soutien aux entreprises.
Du reste, on peut s'inspirer d'une réactualisation des arrêtés royaux n° 15 et n° 150 datant de 1982, dits "arrêtés Cooreman-De Clercq", qui avaient permis, à l'époque, une recapitalisation très importante des entreprises et la création de nombreux emplois. Pour rappel, ces dispositions prévoyaient l'octroi de dividendes préférentiels pour ceux qui recapitalisaient, dividendes prélevés avant ISOC, à la condition que l'essentiel de l'argent investi serve à des investissements réels, en résumé pas à des investissements financiers. Le tout était réparti sur plusieurs années pour la réalisation des investissements (trois ans) et de l'avantage fiscal (dix ans). À l'époque, 26 000 sociétés avaient bénéficié de ce mécanisme, dont 95 % de PME. En fait, il s'agissait surtout d'entreprises familiales.
Ce mécanisme peut encore se révéler extrêmement intéressant à réactualiser, à la lumière de la présente crise économique. Comme cette idée était alors portée par deux représentants du CVP et du PVV – comme on disait jadis –, je postule qu'elle pourrait servir de base de travail judicieuse à l'actuel gouvernement. En tout cas, voilà un dispositif à prendre en considération afin de compléter le texte que nous examinons aujourd'hui et qui recevra le soutien du cdH. Je vous remercie de votre attention.
21.08 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik zal de geschiedenis niet herschrijven. Ik wil alleen maar bevestigen wat collega's Vanbesien en Vandenbroucke hebben gezegd, namelijk dat er effectief een discussie was over wat nu relance en herstel is.
Ik moet toegeven dat dit waarschijnlijk meer relance dan herstel is. In die zin wil ik hier heel duidelijk de partijen van de meerderheid danken voor hun steun voor dit wetsvoorstel. Voor sommigen stond dat niet boven aan hun prioriteitenlijstje, anderen hebben we tijdens de regeringsvorming moeten overtuigen van de merites ervan in het kader van een evenwichtig regeerakkoord. Ik dank ook de partijen die niet tot de meerderheid behoren, maar die dit wetsvoorstel in de commissie wel hebben gesteund.
Relance verdient een zo breed mogelijk draagvlak. We staan voor tien moeilijke jaren en daarom is het goed dat de maatregelen die worden genomen zo breed mogelijk worden gedragen. Ik begrijp ook degenen die niet tot de meerderheid behoren en dit wetsvoorstel niet steunen. Dat zijn degenen die niets geleerd hebben uit de geschiedenis. We kunnen niet leven zonder een slagkrachtige overheid, maar het is het ondernemerschap dat de drijvende kracht is achter duurzame welvaartcreatie. De taart moet eerst worden gebakken vooraleer ze kan worden verdeeld.
Collega's, het is de tweede keer in een jaar dat COVID-19 delen van onze economie platlegt. We zijn terechtgekomen in een 90 %-economie en ik hoop dat het geen 85 %-economie wordt. Er zijn heel wat maatregelen genomen om de liquiditeit van de ondernemingen en de koopkracht van de mensen te ondersteunen. Die vormen een buffer voor een aantal zaken, wat goed is, maar dat is niet voldoende.
Wij worden dagelijks overspoeld met cijfers over de evolutie van de ziekenhuisopnames en overlijdens. Het is terecht dat wij die bezorgdheid hebben. Die cijfers zorgen voor heel wat angst, maar dat betekent niet dat wij blind mogen zijn voor de dieperliggende gevolgen van deze crisis voor onze samenleving en economie.
COVID-19 is zoals elke crisis een deeltjesversneller, wat Schumpeter creative destruction noemt. De veranderingen in onze maatschappij versnellen. Er zijn altijd ondernemingen die op hun retour zijn en ondernemingen die een boost krijgen. Daartussen zit een middenmoot van bedrijven die de volhouders moeten zijn. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen. Ze moeten durven te investeren in mensen en materiaal, om de activiteiten en de economische groei voort te zetten en te ondersteunen.
Belangrijk is ook dat we moeten investeren in de toekomst en niet in het verleden. We mogen op langere termijn niet terechtkomen in wat De Tijd de zombie-economie noemde. Daarom zijn gerichte maatregelen nodig om structureel gezonde bedrijven een doorstart te kunnen geven. De vorige regering nam reeds een aanzet door de invoering van de carry back. In voorliggend wetsvoorstel geven we ondernemingen de kans om de door de coronacrisis aangetaste solvabiliteit versneld te herstellen.
Ik ga niet verder in op de details, maar ik wil nog benadrukken dat dit een zeer doelgericht pakket is. Het gaat om bedrijven die het moeilijk hebben door de covidcrisis. Zij willen gaan voor relance. Zij willen hun tewerkstelling behouden. Het gaat om bedrijven die zich goed gedragen en die hun winst in het bedrijf willen houden. Dit is een voorwaardelijke vrijstelling van belastingen en een maatregel die op termijn wellicht een return zal opleveren om twee redenen.
Ten eerste, minder ondernemers zullen de handdoek in de ring gooien. Dat zorgt ervoor dat minder mensen in de werkloosheid zullen belanden. Dat is belangrijk als basis voor onze sociale zekerheid. Ten tweede, op middellange termijn zal men door deze maatregel investeringen kunnen versterken doordat bedrijven door de versterking van hun kapitaalsbuffers eenvoudiger kunnen lenen en daardoor ook beter en sneller kunnen groeien.
Ik ben altijd kritisch geweest als het gaat over terugverdieneffecten, maar ik denk, en een aantal analyses tonen ook, dat er goede indicaties zijn dat dit op lange termijn een positief effect zal hebben, ook al weten wij dat dit op korte termijn een verschuiving van de belastinginning tot gevolg zal hebben. Dit geld wordt aangewend als buffer, als een versterking van het eigen vermogen en zal, zoals ook de FOD Financiën het duidelijk heeft gezegd, op termijn geen effect hebben.
21.09 Wouter Vermeersch (VB): Aangezien de minister van Financiën niet aanwezig is, stel ik mijn vraag aan u, als indiener, mijnheer Leysen. Als mevrouw Khattabi zou antwoorden, zouden we misschien een antwoord krijgen dat niet zo wenselijk is voor de liberalen. Dat hebben we bij de koolstoftaks ook gezien.
De wederopbouw wordt hier goedgekeurd en zal op termijn een terugverdieneffect hebben, zoals u zelf hebt gezegd. Toch zal deze maatregel in 2021 een zekere impact hebben op de begroting. Op 30 oktober werd de ontwerpbegroting bij Europa ingediend. In die ontwerpbegroting zit geen enkele directe impact van de wederopbouwreserve. Hoe verklaart u dat? Kunt u toelichten waarom de impact van de wederopbouwreserve op het eerste zicht niet werd opgenomen in die ontwerpbegroting?
Als indiener kent u ongetwijfeld de cijfers van uw voorstel. Hoeveel bedraagt de impact van het voorstel dat we nu goedkeuren op de begroting voor 2021?
21.10 Christian Leysen (Open Vld): Ik spreek niet in naam van anderen, maar in de begroting zoals ze hier voorligt, zal zonder twijfel rekening worden gehouden met dit voorstel, zeker als u het straks goedkeurt.
Wij moeten onze samenleving voorbereiden op het postcovidtijdperk. Met deze maatregel zetten we een stap in de goede richting. Als we deze maatregel goedkeuren, ben ik dan ook een gelukkig parlementslid. De goedkeuring van deze maatregel heeft ook een belangrijke signaalfunctie en toont aan dat wij ook nadenken over de relance, dat wij steun verlenen aan de ondernemers, of het nu een kleine middenstander of de CEO van een groot bedrijf is.
Als u deze wet stemt, krijgen zij de boodschap dat de Wetstraat natuurlijk bezorgd is om de gezondheid van de mensen, maar ook om de toekomst van onze bedrijven. Dit extra duwtje in de rug van bedrijven die structureel gezond zijn, maar gehavend door de covidcrisis, zullen die bedrijven onthouden en zal ook een positieve impact hebben op de relance als geheel.
Als dit goedgekeurd wordt, hebben we de eerste stap gezet in een reeks relancemaatregelen waarbij de andere hopelijk snel zullen volgen. Hopelijk zullen we ook een brede steun krijgen in dit halfrond voor deze maatregel.
21.11 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, ik wil nog even reageren op mevrouw De Block en de heer Leysen, die ongetwijfeld heel veel kennen van balansen en boekhouding en dus ongetwijfeld ook weten dat bedrijven in 2021 voorafbetalingen op de belastingen zullen doen. Boekhoudkundig gezien zullen de bedrijven anticiperen op de maatregel van 2022. Er kan hier bijgevolg onmogelijk worden beweerd dat er in 2021 geen enkele budgettaire impact zal zijn. Evenmin kan men aan Europa wijsmaken dat een maatregel die hier wordt goedgekeurd, geheel geen impact zal hebben op de begroting.
Mijnheer Leysen, u kunt de mensen veel wijsmaken, maar dat niet. Ik zou graag de impact op de begroting van 2021 kennen.
21.12 Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer Vermeersch, in de begroting, die gefinaliseerd en ingediend zal worden, zal onder meer rekening worden gehouden met datgene wat u straks beslist.
La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1412/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1412/4)
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
Les amendements 2 à 4 ont été retirés. (1412/5)
De amendementen 2 tot 4 werden ingetrokken. (1412/5)
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
22 Conseil d'État – Présentation d’un conseiller d'État francophone
22 Raad van State – Voordracht van een Franstalige staatsraad
La liste de trois candidats présentés par le Conseil d'État pour une place de conseiller d’État francophone, vous a été communiquée au cours de la séance plénière du 22 octobre 2020.
De lijst met drie kandidaten voorgedragen door de Raad van State, voor een ambt van Franstalige staatsraad, werd u meegedeeld tijdens de plenaire vergadering van 22 oktober 2020.
La
présentation n'étant pas unanime, la Chambre peut, conformément à
l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le
Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, et dans un délai ne
pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de la communication de
cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d'État,
soit présenter une autre liste de trois noms formellement motivée.
Aangezien de voordracht niet unaniem is, kan de Kamer, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van deze voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een tweede uitdrukkelijk gemotiveerde lijst met drie namen voordragen.
Le délai dont dispose la Chambre pour présenter une autre liste ou pour confirmer la liste expire le 15 novembre 2020.
De termijn waarover de Kamer beschikt om een andere lijst voor te dragen of om de lijst te bevestigen, verstrijkt op 15 november 2020.
Je vous propose de confirmer la liste présentée par le Conseil d'État.
Ik stel u voor de door de Raad van State voorgedragen lijst te bevestigen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
UNIA/MYRIA –
Désignation des membres effectifs des conseils d’administration (1583/1)
UNIA/MYRIA –
Aanduiding van de effectieve leden van de raden van bestuur (1583/1)
La Chambre doit procéder à la désignation des membres effectifs des conseils d’administration d’UNIA/MYRIA.
De Kamer dient over te gaan tot de aanduiding van de effectieve leden van de raden van bestuur van UNIA/MYRIA.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 17 septembre 2020.
De kandidaturen werden tijdens de plenaire vergadering van 17 september 2020 aangekondigd.
Conformément à la décision de la séance plénière du 29 octobre 2020, nous procéderons à ces nominations au cours de la séance plénière du 26 novembre 2020.
Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 29 oktober 2020, zullen wij tot deze benoemingen overgaan tijdens de plenaire vergadering van 26 november 2020.
Étant donné la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous rappelle la procédure suivante:
Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, herinner ik u de volgende procedure aan:
- Les membres peuvent voter dès le vendredi 13 novembre 2020 jusqu’au jeudi 26 novembre 2020 à 16 h 00. Les bulletins de vote (F et N) ainsi que le document parlementaire sont à leur disposition au Secrétariat général.
- De leden kunnen stemmen vanaf vrijdag 13 november 2020 tot donderdag 26 november 2020 om 16.00 uur. De stembiljetten (N en F) en het parlementair stuk liggen ter beschikking bij het Secretariaat-generaal.
Je rappelle que seuls les membres peuvent recevoir les bulletins de vote, ceux-ci doivent être remplis sur place et déposés dans l’urne.
Ik herinner eraan dat enkel de leden de stembiljetten in ontvangst kunnen nemen, ze ter plaatse dienen in te vullen en in de stembus deponeren.
- Les urnes contenant les bulletins de vote seront ouvertes au cours de la séance plénière du jeudi 26 novembre 2020 à 16 h 00 dans la Salle 3. Les deux plus jeunes membres sont invités à assister au dépouillement.
- De urnes met de stembiljetten worden geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 26 november 2020 om 16.00 uur in Zaal 3. De jongste twee leden worden uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn.
24 Prise en considération de propositions
24 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Monsieur Prévot, vous demandez l'urgence
pour la proposition de résolution visant à
reconnaître et à soutenir les patients souffrant de "COVID-19 longue
durée", n° 1596/1.
24.01 Maxime Prévot (cdH): Madame la présidente, effectivement, nous sollicitons la prise en considération urgente de cette proposition de résolution déposée par ma collègue Fonck et mes collègues du groupe cdH à propos précisément du soutien apporté aux patients souffrant de COVID-19 de longue durée.
Vous savez qu'il y a une situation très contrastée en milieu hospitalier avec certains patients qui vont conserver pour de longues semaines et de longs mois encore des séquelles, des stigmates liés à leur infection au COVID-19. À l'heure où nous parlons, ces patients ne savent pas à quelle sauce ils vont être mangés. Autrement dit, ils ne peuvent pas avoir de la clarté sur leurs droits, par exemple, au bénéfice d'un soutien médical ou sur le plan administratif, sur le plan social, sur les aides financières éventuelles parce que tout le processus de revalidation va être long et coûteux. Oui ou non, pourront-ils, par exemple, bénéficier du maximum à facturer?
Les patients COVID-19 de longue durée ont besoin de clarté quant à l'accompagnement que le gouvernement est prêt à leur offrir. Il en va de même des soignants qui, aujourd'hui, ont besoin de lignes directrices pour savoir ce qu'il en est au niveau de la prise en charge. Doit-elle être multidisciplinaire, comme chacun l'imagine bien? Doit-elle être à long terme? Comment va-t-elle pouvoir s'organiser? Comme va-t-elle pouvoir être financée?
C'est face à la situation à laquelle une série de Belges sont confrontés avec ces infections de longue durée que nous demandons que cette proposition de résolution bénéficie de l'urgence.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est rejetée.
De urgentie wordt verworpen.
Mijnheer Verherstraeten, u vraagt de urgentie voor het voorstel van bijzondere wet tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten (I), nr. 1635/1.
24.02 Servais Verherstraeten (CD&V): Mevrouw de voorzitster, ik vraag inderdaad de urgentie voor het voorstel van bijzondere wet nr. 1635/1. Het is gelinkt aan het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op de verplichte registratie van buitenlandse notariële akten.
Collega's, het gaat hier om het wetsvoorstel met betrekking tot de kaasroute dat wij op 7 juli in de commissie voor Financiën hebben goedgekeurd. Dat is vervolgens naar de plenaire vergadering gestuurd en men heeft het advies van de Raad van State gevraagd. Dat advies stelde dat een deel van het oorspronkelijk wetsvoorstel bicameraal is en dat er dus een opsplitsing moet zijn waardoor er een voorstel van bijzondere wet moet worden ingediend. Dit is dat voorstel van bijzondere wet.
Het voorstel dat wij in de commissie hebben goedgekeurd had de urgentie gekregen en vermist het eraan gelinkt is lijkt het de logica zelf dat ook dit voorstel van bijzondere wet de urgentie moet krijgen. Ik wil de collega's er nog aan herinneren dat de datum van inwerkingtreding van het ingediende voorstel 1 december is en dat we ons dus dienen te haasten. Daarom krijgt ook dit voorstel best de urgentie, zodat het dinsdag aan de agenda kan komen van de commissie voor Financiën.
La présidente: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
25 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Wouter Vermeersch sur "le tableau budgétaire du gouvernement arc-en-ciel+" (n° 42)
25 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van heer Wouter Vermeersch over "de begrotingstabel van paars-groen+" (nr. 42)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 27 octobre 2020.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Financiën en Begroting van 27 oktober 2020.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 42/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Wouter Vermeersch;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Christian Leysen.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 42/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door heer Wouter Vermeersch;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Christian Leysen.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
25.01 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, op 1 oktober 2020 ontvingen wij allen het slordige A4'tje van de kersverse regering met de begrotingstabel van paars-groen plus. Het document riep uiteindelijk meer vragen op dan het vragen beantwoordde.
Tijdens het debat over de regeringsverklaring werd de verwarring over het document alleen maar groter, niet het minst op de regeringsbanken zelf. Tijdens het eerste Kamerdebat ontspon zich een discussie tussen de eerste minister en kritische Kamerleden over de bedragen in de tabel. De begroting werd op één nacht afgeklopt. De te verwachten kater kwam achteraf. De nieuwe paars-groene regering dreigt dan ook dezelfde nefaste budgettaire goocheltrucs te gebruiken als het paars-groene Verhofstadtkabinet. Met diverse eenmalige maatregelen en het zichzelf rijk rekenen aan fraudebestrijding wordt het alsmaar groter wordende gat in de begroting dichtgereden. Verschillende economen wijzen er ondertussen op dat zelfs eerste minister De Croo de begrotingstabel verkeerd interpreteerde.
In de beleidsverklaring van de nieuwe staatssecretaris van Begroting, mevrouw De Bleeker, lezen wij letterlijk – ik citeer: "Wij werken aan meer transparantie en duidelijkheid. Dat zijn twee andere rode lijnen, die u zal terugvinden in mijn beleid."
De regering verhindert echter een ernstige discussie over de beleidsbrieven. Wij zijn vandaag 12 november 2020. Conform het Kamerreglement moest de beleidsverklaring uiterlijk vandaag worden besproken. Dat is niet gebeurd. De meerderheidspartijen in het Parlement leggen het Kamerreglement naast zich neer. Dat is alvast naar ons oordeel een slecht begin en getuigt ook allesbehalve van transparantie en duidelijkheid.
Wij zullen de huidige regering en het begrotingsbeleid constructief maar kritisch opvolgen in de commissie en in het Parlement in het belang van alle Vlamingen die werken, sparen en ondernemen.
Daarom dienden wij ook onze motie in. Wij willen het begrotingswerk grondig kunnen bekijken. Daarom vragen wij de regering alle achterliggende informatie, parameters en toelichting bij de begrotingstabel te bezorgen aan het Parlement. Vooralsnog is dat immers niet gebeurd.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
90 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
140 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(De dames
Marijke Dillen, Katleen Bury, Nathalie Gilson en de heer Michael Freilich
hebben zoals hun fractie gestemd)
26 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Barbara Pas sur "les actes inconstitutionnels du Roi dans le cadre des tentatives de formation d’un gouvernement" (n° 35)
26 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Barbara Pas over "het ongrondwettig optreden van de Koning bij de pogingen om een regering te vormen" (nr. 35)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 28 octobre 2020.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 28 oktober 2020.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 35/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Tim Vandenput.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 35/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Tim Vandenput.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
26.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, mijn vorige motie van aanbeveling ging over het schenden van een grondwetsartikel, waarvan minister De Sutter toegaf dat het geschonden werd, maar dat blijkbaar geen kwaad kan. Nu gaat het over een ander grondwetsartikel, namelijk artikel 96, dat wel zeer ruim geïnterpreteerd wordt. Ik had deze interpellatie reeds ingediend aan toenmalig eerste minister Wilmès, maar het is niet haar gewoonte om regelmatig vragen te komen beantwoorden, en ik heb ze dan terug ingediend aan de huidige eerste minister.
Wij kenden immers een zeer bizarre situatie. Iedereen kent de rol van de Koning na verkiezingen om, als er geen regering is, tot een nieuwe regering te komen. Als er echter een regering met volheid van bevoegdheden is, zijn er heel veel grondwetsspecialisten die het zeer ongrondwettelijk en bijzonder gevaarlijk vinden dat de Koning zich een rol toe-eigent die hij grondwettelijk niet heeft.
Wij hebben vanaf 20 juli rare dingen zien gebeuren, met een Koning die zich actief mengde door opdrachthouders en preformateurs aan te stellen, die zelfs het ontslag van preformateurs weigerde en zeer selectief was in de audiënties van partijvoorzitters; wat een schending is van zijn verplichte neutraliteit. Diverse grondwetsspecialisten wijzen op het gevaar en de precedentwaarde daarvan.
Daarom leg ik een motie van aanbeveling voor aan dit Huis, gesteld dat de Grondwet voor u geen vodje papier is. Mijn motie van aanbeveling vraagt de regering en de eerste minister om op zijn minst de Koning diets te maken dat hij zich in de toekomst aan de rol moet houden die hem is toebedeeld, aan de neutrale rol die hem is toebedeeld, want anders komt daar alleen maar ellende en narigheid van.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
91 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
27 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- Mme Barbara Pas sur "les collaborateurs mis à la disposition d'anciens ministres et secrétaires d'État" (n° 43)
- M. Raoul Hedebouw sur "les collaborateurs mis à la disposition d'anciens ministres et secrétaires d'État" (n° 48)
27 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- mevrouw Barbara Pas over "het ter beschikking stellen van medewerkers aan gewezen ministers en staatssecretarissen" (nr. 43)
- de heer Raoul Hedebouw over "de medewerkers die ter beschikking gesteld worden van gewezen ministers en staatssecretarissen" (nr. 48)
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives du 28 octobre 2020.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken van 28 oktober 2020.
Trois motions ont été déposées (MOT n° 43/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Raoul Hedebouw;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Tim Vandenput.
Drie moties werden ingediend (MOT nr. 43/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Raoul Hedebouw;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Tim Vandenput.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
27.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, mijn motie gaat over de regeling die u allen bekend is, namelijk de regeling dat oud-ministers en oud-staatssecretarissen maar liefst een volledige legislatuur beroep kunnen doen op twee voltijdse medewerkers.
Al sinds 2011 wordt door de opeenvolgende federale regeringen aangekondigd dat die regeling moet worden aangepast, maar in de praktijk gebeurt dat nooit. De meest concrete aankondiging kwam van toenmalig premier Michel die zei dat het systeem zou worden aangepast vanaf de huidige legislatuur. Ook dat bleek een loze belofte. Ik heb de huidige premier erover ondervraagd en die heeft helemaal geen plannen in die richting. Hij wist in zijn antwoord wel te zeggen dat er per oud-regeringslid jaarlijks 112.152,30 euro wordt voorzien voor dit schandalige systeem. Tel daarbij de 13 oud-ministers en oud-staatssecretarissen die daarop een beroep kunnen doen en dan zit men aan 1.458.000 euro per jaar. Deze regeling geldt tot de volgende federale regering is benoemd en u weet dat die volledige legislatuur allicht nog tot na 2024 loopt. In dit land kan het immers nog tot jaren na de verkiezingen duren vooraleer die volgende regering is benoemd.
Ik zie niet in waarom oud-ministers en oud-staatssecretarissen die hier opnieuw in het Parlement zetelen, zoals collega's De Block, Geens, Ducarme en Bacquelaine allemaal twee extra voltijdse medewerkers moeten hebben, terwijl ze al kunnen beschikken over parlementaire medewerkers. Dit is een archaïsche en dure regeling die moet worden afgeschaft. Als de eerste minister in zijn antwoord op mijn vraag nog maar eens herhaalt dat deze regering prioriteit wil maken van democratische vernieuwing en het vertrouwen in de politiek wil versterken, dan denk ik dat u, als u daaraan nog een greintje geloofwaardigheid hecht, geen andere keuze heeft dan deze motie van aanbeveling te steunen die deze dure en archaïsche regeling wil afschaffen.
27.02 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Collega's, hoe is het nu mogelijk? Hoe is het mogelijk?
Wij zeggen al tien jaar dat het niet kan dat ministers die geen minister meer zijn, toch nog twee voltijdse medewerkers krijgen. Iedereen zegt al jaren dat dat systeem moet worden afgeschaft, maar de Vivaldiregering doet er gewoon mee verder. Die ex-ministers krijgen allemaal twee voltijdse medewerkers. Nog erger is dat vandaag ex-ministers Kamerlid zijn en daardoor al twee voltijdse medewerkers krijgen, maar toch vragen zij nog twee extra voltijdse medewerkers aan. Dat is de dubbele jackpot winnen.
Mag de natie weten wie de ex-ministers zijn die de dubbele jackpot aanvragen? Mevrouw De Block, dubbele jackpot, vier mensen tewerkgesteld; de heer Bacquelaine, vier voltijdse medewerkers – er zal gewerkt moeten worden –; de heer Goffin; de heer Peeters; de heer Reynders, die nu Europees commissaris is, dubbele jackpot.
Hoe is dat mogelijk? Er zou een andere politieke cultuur komen, maar het systeem van de dubbele jackpot blijft maar duren en dat zal de belastingbetaler 6 à 7 miljoen euro kosten. Bent u niet beschaamd?
Toen ik de eerste minister vroeg wat hij daarvan vindt, draaide hij met zijn ogen. Ik vroeg de lijst met de mensen die de dubbele jackpot hebben gevraagd. Hij moest die voorlezen. Het was beschamend. Hoe durft u? Hoe durft u die aanvraag te doen? Denkt u dat een arbeider die buitengegooid wordt bij de fabriek twee voltijdse medewerkers krijgt?
U hebt nu allemaal de keuze. De motie van de PVDA ligt ter stemming. Stem ervoor, zodat dat systeem gewoon beëindigd wordt, zodat het gedaan is dat ex-ministers in België twee goedbetaalde voltijdse medewerkers krijgen. Ik vind dat gewoon een schande!
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
90 |
Oui |
Nee |
52 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
28 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Katleen Bury sur "les effets de l'arrêt du 6 octobre 2020 rendu par la Cour de justice de l'Union européenne" (n° 44)
28 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Katleen Bury over de "de gevolgen van het arrest van 6 oktober 2020 van het Europees Hof van Justitie" (nr. 44)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 28 octobre 2020.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Justitie van 28 oktober 2020.
Deux motions ont été déposées (MOT n°44/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Katleen Bury;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Katja Gabriëls.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 44/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Katleen Bury;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de mevrouw Katja Gabriëls.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
28.01 Katleen Bury (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb hier een heel belangrijke motie. Daar de dataretentiewetgeving, die zeer belangrijk is voor de onderzoeksrechters, door het Europees Hof van Justitie tot brandhout is vernietigd, zal de Belgische wetgever de wet moeten aanpassen.
Nu, die dataretentiewetgeving is zeer belangrijk. Telecomaanbieders moeten de data van hun gebruikers preventief een jaar lang bijhouden. Het gaat er niet om met wie die gebruikers in contact stonden, maar gewoon om waar die gebruikers zich bevonden. Het gaat dus niet om de inhoud.
De plicht die telecomdata bij te houden, zou in strijd zijn met het recht op privacy. Daar wringt nu net het schoentje voor het strafonderzoek. De onderzoeksrechters zitten met de handen in het haar. Als zij op een plaats aankomen waar een misdrijf is gepleegd, is na het sporenonderzoek en het buurtonderzoek, het eerste wat zij doen: nagaan wat de telefoongegevens opbrengen. Dat is niet alleen voor zware criminelen het geval, maar vaak ook in zaken waar iemand vermist is.
Nu, het Hof laat een opening en zegt: de bewaring van die data kan nog steeds voor gerichte groepen van personen, namelijk ex-criminelen. Maar daar wringt het schoentje. Een kind dat verdwijnt, heeft geen strafblad. Daar kan dus niet meer gekeken worden naar de data op de gsm om te weten waar het kind zich het laatst bevond.
De onderzoeksrechters hebben de alarmbel geluid. Ik heb in de commissie de alarmbel geluid.
Ik heb dan ook een motie ingediend om dringend de nodige initiatieven te nemen om de wetgeving ter zake aan te passen, zodat tegemoet kan worden gekomen aan de zienswijze van het Europees Hof van Justitie en zodat kan worden gekeken hoe andere EU-landen dat oplossen. Er blijken immers maar drie landen veroordeeld te zijn. Laten we dus kijken hoe de andere EU-landen dat aanpakken en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de onderzoeksrechters verder kunnen blijven werken, en dat ook de lopende strafonderzoeken niet worden gefnuikt door de nieuwe regelgeving.
28.02 Maggie De Block (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ik moet u melden dat bij vorige stemming mevrouw Verhaert haar stem niet kon uitbrengen.
28.03 Peter De Roover (N-VA): Dat geldt ook voor collega Raskin.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
92 |
Oui |
Nee |
50 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
142 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
(De heren Wouter Raskin en Michel De Maegd hebben gestemd zoals
hun fractie)
29 Wetsvoorstel houdende de invoering van een wederopbouwreserve voor vennootschappen (1412/4)
29 Proposition de loi portant l'introduction d'une réserve de reconstitution pour les sociétés (1412/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
134 |
Oui |
Nee |
11 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(1412/7)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition
de loi. Elle sera soumise en tant que projet de la loi à la sanction royale. (1412/7)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
30 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Je clos la
séance, non sans vous dire qu'il y a des services de la Chambre qui travaillent
encore pendant quelques heures après notre séance. Nous avons une pensée pour
eux et pour tout le travail qu'ils fournissent lors de chaque séance plénière.
Nous les remercions. (Applaudissements)
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 19 novembre 2020 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 19 november 2020 om 14.15 uur.
La séance est levée à 18 h 31.
De vergadering wordt gesloten om 18.31 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 070 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 55 PLEN 070 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
090 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bombled
Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd
Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée
Jean-Marc, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja,
Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
050 |
Nee |
Boukili Nabil, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven,
Daems Greet, D'Amico Roberto, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Donné Joy, Francken Theo, Gijbels
Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo
Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman
Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien,
Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants
Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
090 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie,
Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont
Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den
Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
052 |
Nee |
Boukili
Nabil, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet,
D'Amico Roberto, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, D'Haese Christoph, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu
Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt,
Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van
Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
090 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie,
De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goblet
Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix
Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz Vanessa, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter
Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita,
Zanchetta Laurence
Non |
052 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Roover Peter, De Spiegeleer
Pieter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen
Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones
Sander, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van
Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
092 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De
Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih
Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriels Katja, Geens Koen, Gilson
Nathalie, Goblet Marc, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon
Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Marghem Marie-Christine, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Parent
Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi
Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Van den Bergh Jef, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanbesien Dieter, Vanden
Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys
Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
050 |
Nee |
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby,
Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Roover Peter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken
Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid,
Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Mertens Peter, Metsu Koen,
Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh
Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
134 |
Ja |
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour
Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges,
De Block Maggie, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De
Maegd Michel, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, Delizée Jean-Marc, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke,
Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken
Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen
Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus
Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut
Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van
Hecke Stefaan, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vandenput Tim, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta
Laurence
Non |
011 |
Nee |
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco,
Warmoes Thierry
Abstentions |
002 |
Onthoudingen |
De Smet François, Rohonyi Sophie