Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 4 juin 2020 Après-midi ______ |
van Donderdag 4 juni 2020 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Sophie
Wilmès.
- Melissa Depraetere aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De beslissingen van de NVR van 3 juni en de nood aan bijkomende steunmaatregelen voor de horeca" (55000776P)
- Raoul Hedebouw aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De beslissingen van de NVR van 3 juni en de vrijheid van demonstratie" (55000783P)
- Kathleen Verhelst aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Een slimme relance na de coronacrisis" (55000788P)
- Jan Briers aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad en de relancemaatregelen" (55000796P)
- Ludivine Dedonder aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De exitstrategie en het relanceplan" (55000797P)
- Peter De Roover aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De versoepeling van de coronamaatregelen door de Nationale Veiligheidsraad" (55000798P)
- Melissa Depraetere à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le CNS du 3 juin et la nécessité de mesures de soutien supplémentaires pour l'horeca" (55000776P)
- Raoul Hedebouw à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les décisions du CNS du 3 juin et la liberté de manifestation" (55000783P)
- Kathleen Verhelst à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Une politique de relance intelligente après la crise du coronavirus" (55000788P)
- Jan Briers à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les décisions du Conseil national de sécurité et les mesures de relance" (55000796P)
- Ludivine Dedonder à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les mesures de déconfinement et la stratégie de relance" (55000797P)
- Peter De Roover à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'assouplissement des mesures contre le coronavirus décidé par le Conseil national de sécurité" (55000798P)
01.01 Melissa Depraetere (sp.a): Mevrouw de eerste minister, u hebt gisteren op de persconferentie weer wat perspectief geboden voor iedereen die snakt naar sociale contacten, voor de cultuursector, de cafés en de restaurants. Dat was ook nodig, maar u hebt één ding niet gezegd. U hebt niet gezegd op welke steun de horecazaken de komende periode kunnen rekenen. Dat is nochtans de belangrijkste vraag van een sector die als een van de eerste de deuren moest sluiten, maar die als een van de laatste kan heropstarten.
Zelfs die heropstart verloopt niet zonder kopzorgen. De premies vallen weg, terwijl de inkomsten wellicht lager zullen liggen door de afstandsregels. En wat met een feestzaal of met een klein café zonder terras? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat cafés en restaurants failliet gaan, omdat ze opnieuw de deuren mogen openen.
Mevrouw de eerste minister, de steunmaatregelen van de voorbije maanden hebben niet kunnen voorkomen dat cafés en restaurants aan de rand van een faillissement staan. Ze zijn enthousiast om weer op te starten, maar ze hebben ook schrik dat als een sterke overheid hen niet ondersteunt en er niet in investeert, zij door de beperkende maatregelen binnenkort definitief de deuren zullen moeten sluiten.
Een sterke overheid die snelle en concrete beslissingen neemt, dat is wat zij vragen. De sp.a wil daaraan meewerken. Wij hebben vier concrete voorstellen op tafel gelegd: verleng de tijdelijke werkloosheid, verlaag de lasten op vaste werknemers, maak komaf met de wurgcontracten van de brouwerijen en zorg ervoor dat een renteloze lening via de belastingen mogelijk is voor de horecazaken. Dat is ons plan. Op die manier denken wij dat de horeca goed kan worden ondersteund.
Ik heb maar één vraag voor u. Wat is uw plan en wanneer zult u een concreet pakket aan maatregelen voorstellen?
01.02 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de eerste minister, gisteren kregen wij goed nieuws: eindelijk zullen we elkaar weer kunnen zien met meer dan tien mensen; eindelijk zullen de horecazaken weer kunnen openen; eindelijk mag sociaal contact weer en gaan we alsmaar meer naar een normale toestand.
Wat ik echter niet begrijp, is waarom u nog altijd het samenscholingsverbod toepast. Waarom mogen er geen acties gebeuren?
Madame la première ministre, vous avez pris hier de bonnes décisions: la possibilité de voir dix personnes, de rouvrir les établissements horeca, d'augmenter les contacts sociaux. Nous pouvons aller dans les magasins, il y a plein de monde dans les rues pour faire des courses… Mais vous maintenez l'interdiction de manifester, vous interdisez les grands rassemblements. C'est un peu facile. Il ne faudrait pas que le COVID-19 serve d'alibi pour museler la contestation sociale! Et le patronat, lui, n'attend pas.
Hebt u gelezen wat de heer Pieter Timmermans in de pers eist: een indexsprong, stoppen met het brugpensioen, opnieuw de lonen aanvallen?
La privatisation de la sécurité sociale est demandée par le patronat avec le deuxième pilier et le troisième pilier. Le patronat vient avec son agenda et, nous, les travailleurs, nous n'aurions pas le droit à l'action collective. Madame la première ministre, les infirmiers et les infirmières ont-ils ce droit? Bien sûr qu'ils peuvent mener des actions! Bien sûr qu'il faut respecter la distanciation physique, mais des actions peuvent être menées.
Bij VCST in Sint-Truiden gaan 171 jobs verloren. Hebben die werknemers het recht om samen acties te voeren? Zeker en vast, zij moeten dat recht hebben. Heeft de jeugd die tegen racisme wil vechten het recht om vandaag tegen racisme te protesteren? Dat hebben zij zeker.
Madame la première ministre, je ne comprends vraiment pas que vous disiez qu'il n'y a pas de problème pour aller dans les magasins, etc., mais qu'on n'aurait pas le droit de manifester. Je vous demande donc de prendre une position. Oui, il y a le droit à l'action sociale et non, on ne va pas la museler au nom du COVID-19! Le patronat n'attend pas. Nous avons le droit de réagir.
De voorzitter: Mevrouw Verhelst heeft vertraging. Ik ga onmiddellijk over naar collega Jan Briers.
01.03 Jan Briers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de premier, de meeste media zijn het erover eens dat de coronateugels gevierd kunnen worden omdat de burger zich verantwoordelijk en waardig gedragen heeft. Daarom mogen vanaf 1 juli op evenementen ook 200 toeschouwers worden uitgenodigd. Dat geldt zowel voor binnen- als buitenactiviteiten, maar de sector begrijpt dat niet. We mogen met duizenden op de dijk wandelen en shoppen en met duizenden naar dieren- en pretparken gaan. We mogen met 600 in een gesloten hal examens afleggen. Komend weekend mogen we in Antwerpen en Brussel, terecht, betogen tegen racisme, maar er mogen slechts maximaal 200 mensen een openluchtconcert bijwonen, met vaste stoelen en met inachtneming van anderhalve meter afstand.
Ondertussen merken we dat in Duitsland en Spanje 1.000 bezoekers toegelaten worden. Voor de organisatoren is het duidelijk: het huidige scenario is een wurgscenario, tenzij u duidelijk maakt wanneer zij kunnen uitbreiden. De festival- en evenementenorganisatoren zijn ons Parlement dankbaar voor de steunmaatregelen, maar vandaag hebben zij nood aan een economisch model voor de toekomst.
Mevrouw de premier, wat is de reden van de beperking tot 200 toeschouwers voor openluchtconcerten? Wanneer zal bijvoorbeeld de Memorial Van Damme van de Nationale Veiligheidsraad horen dat meer dan 200 atletiekliefhebbers in het Heizelstadion mogen? Kan het Crisiscentrum opnieuw met de sector in overleg gaan om die maatregel te bekijken? Hoe zullen de betogingen komend weekend in goede banen worden geleid?
01.04 Ludivine Dedonder (PS): Madame la première ministre, depuis quelque temps, les nouvelles sur le front de la santé sont de plus en plus rassurantes. Cependant, ne nous trompons pas: le virus est toujours là. Et même si on a depuis hier un sentiment de liberté retrouvée, il faudra garder à l'esprit la prudence requise.
Comme nous l'avions déjà dit, il y a quelques semaines, cette crise sanitaire grave ne doit pas se transformer en crise économique. En parallèle à la lutte contre le COVID-19, il faut donc d'urgence un plan de relance économique. Sans relance, les familles, les indépendants, les restaurateurs, les commerces, le secteur culturel: tous ces acteurs économiques touchés de plein fouet pourraient ne pas se relever. Or, l'un des enjeux majeurs est la pérennité des acteurs de ce secteur, avec en toile de fond la sauvegarde des emplois.
Cette relance est vitale et surtout urgente. Elle doit être de grande ampleur pour surmonter les difficultés.
Il y a deux semaines, mon groupe tirait la sonnette d'alarme. La relance est nécessaire, tout de suite, et certainement au moment de la réouverture de tous ces secteurs d'activité.
Or, lundi, le déconfinement passera un cap important, notamment pour l'horeca. Face à toutes les précautions sanitaires utiles, certains préviennent qu'une réouverture est complexe ou devra attendre. Face aux craintes et aux demandes, nous devons prendre des mesures d'aide sectorielles, comme la baisse de la TVA dans l'horeca par exemple.
Madame la première ministre, nous travaillons ensemble, c'est vrai; mais alors, travaillons bien, et surtout, vite. Pourriez-vous dès lors nous donner un agenda précis des travaux relatifs à l'élaboration des différents plans de relance? Quelles mesures sont sur la table et peuvent être rapidement implémentées? Je vous remercie.
01.05 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de eerste minister, ik ben blij met de maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad heeft genomen. Ik wil mij minder concentreren op hoe en wanneer we verder willen gaan, hoe terecht die vragen ook zijn, maar wel op de haalbaarheid van de maatregelen.
Burgers zijn zich bewust van de problemen die vandaag rijzen en willen zich zonder meer aan de regels onderwerpen, maar die regels moeten logisch en hanteerbaar zijn.
Wij zagen vorige week erg veel onrust ontstaan omtrent de horrorlijst die de opening van de horeca zou begeleiden. De cafés en restaurants gingen niet open, ze moesten zich omvormen tot cafetaria's in Oostblokstijl.
Gelukkig is er een evolutie geweest, zodat men in normale omstandigheden kan openen. Men kan nu met vrienden op café en niet met Kafka. Dat was de angst die vorige week bij veel uitbaters leefde. Ik ben daar zeer blij om.
Ik verzoek u in de toekomst de haalbaarheid van regels mee in het oog te willen houden. Vraag van burgers dat ze zich volwassen gedragen, maar beschouw burgers ook als volwassen mensen die regels kunnen naleven als die enigszins leesbaar zijn.
Mevrouw de eerste minister, zullen de controles gebaseerd zijn op een duidelijke reglementering en niet vervallen tot pestinspecties?
Ik ben ook heel blij dat wij terug naar de normaliteit gaan en dat alles toegestaan is wat niet verboden is en expliciet op een lijst staat. Kunt u bevestigen dat het heel klaar en duidelijk is dat alles mag wat niet verboden is, zoals dat trouwens in een normale rechtsstaat hoort?
01.06 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, de coronacrisis heeft onze maatschappij diep geraakt, zeker op economisch vlak. In de eerste fase werden terecht bazooka's bovengehaald om de economie te stabiliseren. Nu we uit de lockdown komen, zullen de economische gevolgen echter nog sterker voelbaar worden.
Ons land staat voor de grootste uitdaging sinds de Tweede Wereldoorlog, toen de basis werd gelegd voor jaren economische groei. Nu moeten we nog meer cruciale keuzes maken om de economische groei in de toekomst te verzekeren. Er volgt deze keer immers geen logische heropbouw zoals in een naoorlogse periode.
Een weloverwogen herstelplan uitdokteren dat onze economie redt en jobs creëert is de opdracht, zonder als overheid overbodig tussen te komen in economische wetmatigheden. Dat plan moet afstappen van de dure bazooka's van de beginfase. Bedrijven die al voor de crisis ongezond waren, kunnen we nu onmogelijk met belastinggeld in leven houden. We kunnen ook de stilstand van de economie niet langer steunen, het wordt tijd voor maatwerk.
Aan de linkerzijde hoor ik allerlei recepten uit het verleden, bijvoorbeeld brugpensioen uitbreiden en ontslagen verbieden. Als liberaal kijk ik echter liever naar een betaalbare en haalbare toekomst. Al voor de crisis was de productiviteitsgroei in België te laag. Laten we deze relance gebruiken om de productiviteit in ons land te verhogen, niet door mensen af te schrijven, maar door levenslang leren te steunen. Alleen investeringen die de productiviteit verhogen zullen zichzelf terugverdienen en onze schuldgraad doen dalen. Sommige hoeven de Staat zelfs niets te kosten, bijvoorbeeld de introductie van het 5G-netwerk.
Ik kom dan bij mijn vragen. Wordt er voldoende op toegezien of de maatregelen nu zorgen voor een relance in plaats van stilstand? Wordt er getoetst of er geen overlappingen zijn met de deelstaten? Wordt er nagegaan of de maatregelen fraudebestendig zijn? Hoe gebeurt dat? Worden misbruiken door bedrijven, maar zeker ook door werknemers, rechtgezet?
De voorzitter: Mevrouw de premier, het feit dat er steeds minder vragen zijn, geeft aan dat het de goede richting uitgaat.
01.07 Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, plusieurs secteurs sont concernés par la reprise de l'activité dans le cadre de la phase 3. Les principaux sont les secteurs de l'horeca, de la culture et du sport. Je ne vais pas répéter l'ensemble des décisions qui ont été détaillées hier, mais m'attarderai sur les points plus spécifiques qui font l'objet de questions.
Comme je l'ai dit hier, le secteur de l'horeca pourra reprendre le 8 juin avec quelques exceptions. Un protocole négocié avec les représentants du secteur a été mis en place afin de permettre le redémarrage tout en assurant la sécurité du personnel et des clients. Ce protocole est repris dans un guide des bonnes pratiques qui a été publié aujourd'hui. Il est vrai que par rapport au protocole de départ, nous avons tenu compte de la praticabilité sur le terrain. Nous avons veillé à garder les règles suffisamment conviviales pour que l'envie d'aller au restaurant persiste, tout en protégeant quand même la santé de nos concitoyens, ce qui reste notre premier devoir.
Nous sommes conscients que les adaptations demandées nécessiteront un effort de la part du secteur. Nous espérons que les règles en vigueur n'entameront pas le plaisir de se rendre dans ces établissements. Il n'en demeure pas moins que le respect de ces mesures est fondamental pour la santé de nos concitoyens, des clients et de ceux qui y travaillent.
Je me réjouis cependant d'entendre que, selon un sondage réalisé par Edenred, huit Belges sur dix ont l'intention de retourner dans un café ou dans un restaurant dès leur réouverture. J'espère moi aussi en faire partie. Je cherche encore qui fera partie de ma bulle élargie mais je serai certainement dans un de ces endroits lundi, ne fût-ce qu'à titre de soutien.
Ik zal zeker reserveren. Bedankt voor de tip. Ik kan echter niet iedereen uitnodigen.
01.09 Sophie Wilmès, première ministre: Je ne peux pas inviter tout le monde. Vous ne faites pas partie de ma bulle élargie, monsieur Laaouej! Pas encore, du moins – avec tout le respect que je vous dois, bien entendu, et l'amitié que je vous porte.
Wat de culturele sector betreft, gaan de eerste regels over de noodzaak de veiligheidsafstand tussen de mensen te respecteren. Het was natuurlijk belangrijk een limiet vast te leggen om te voorkomen dat te veel mensen tegelijk op dezelfde plaats zouden komen. Dit heeft ook te maken met de capaciteit van de uitbater om de aankomst en het vertrek van de mensen op een veilige manier te kunnen organiseren.
Het is ook waar dat wij er altijd voor moeten zorgen dat de verschillende cultuurorganisaties die kunnen heropenen, een kans krijgen om de crisis te overleven.
Het moet ook duidelijk zijn dat de limiet van 200 mensen, die geldt vanaf 1 juli, van toepassing is op alle activiteiten die een publiek vereisen.
J'ai entendu la question sur les rassemblements que je trouve un peu – si je peux me permettre – énorme. Venir expliquer ici que nous utiliserions la crise du COVID-19 et les malheurs qu'elle a entraînés pour notre société afin d'éviter la contestation sociale, alors que la concertation sociale existe pleinement, c'est tout simplement énorme et indigne.
Les rassemblements dont vous parlez peuvent réunir jusqu'à des milliers de personnes qui ne peuvent pas suffisamment se protéger et qui, si elles devaient, à un moment, être contaminées, ne pourraient pas se retourner pour faire du testing et du tracing alors qu'on sait très bien que ces derniers sont fondamentaux.
S'il en va du droit d'exprimer son sentiment – ce que je peux comprendre –, il en va aussi du respect du personnel soignant à qui on doit éviter de devoir faire face à une nouvelle vague. Pour vous qui prétendez le défendre, cet élément doit également peser dans la balance.
Pour ce qui concerne les comparaisons, et pour revenir sur la fameuse question des 200 personnes, je voudrais vous rappeler qu'au Luxembourg, le nombre de personnes est limité à 30 pour les rassemblements culturels et qu'il passera à 100 le 1er juillet. On peut évidemment établir des comparaisons avec des chiffres qui nous paraissent plus favorables, mais on peut aussi regarder autour de nous. On peut ainsi constater que la situation est similaire aux Pays-Bas puisque le nombre de personnes est, aujourd'hui, limité à 30; il passera à 100, la prochaine fois.
Quoi qu'il en soit, il faut toujours faire attention lorsqu'on établit des comparaisons. En effet, les décisions prises sont la conséquence de la situation épidémiologique, mais aussi d'une volonté d'équilibre et des stratégies menées par chaque pays.
Er moet altijd controle zijn. Zonder controle zijn er immers geen regels. Het is echter ook waar dat excessieve controle niet nodig is. Dat is de reden waarom wij het ministerieel besluit moeten aanpassen. Daarna zullen de regels heel duidelijk omschreven zijn.
Fase 3 van het gisteren opgestelde afbouwplan is belangrijk. Veel mensen hebben er inderdaad op gewacht.
Wij beseffen dat de komende weken nog moeilijk kunnen zijn voor wie door de inperkingsmaatregelen zijn of haar activiteit heeft moeten stilleggen. Wij weten ook dat, zelfs nu mensen hun zaak mogen heropenen, de voorwaarden die hun worden opgelegd een impact op hun zakencijfer zullen hebben. Dat is het geval voor de horeca en voor de cultuur- en evenementensector, bijvoorbeeld, maar ook voor sectoren die al eerder hun activiteiten konden hervatten.
Om de sectoren die tot stilstand zijn gekomen te ondersteunen, hebben wij, zoals u weet, al twee luiken van het federaal plan voor sociale en economische bescherming goedgekeurd. De eerste twee delen bevatten maatregelen die gelden voor alle sectoren en voor iedereen, en die dus ook de horecasector ten goede komen, zoals het overbruggingsrecht, de tijdelijke werkloosheid of de uitgestelde betaling.
Un troisième volet a été préparé par le gouvernement et présenté aux dix présidents de partis associés aux pouvoirs spéciaux. Il comprend trois parties: les mesures déjà en vigueur qui peuvent être prolongées, par exemple le chômage temporaire jusqu'au 31 août, des mesures transversales, par exemple des réductions de précompte professionnel pour les entreprises qui visent à encourager le retour au travail des personnes en chômage temporaire, et des mesures ciblées sur les secteurs les plus impactés.
Parmi les nouvelles mesures sectorielles, certaines visent effectivement directement le secteur horeca, dont nous savons qu'il a été particulièrement touché, même s'il n'est pas le seul. Je citerai la diminution de la TVA de 12 à 6 % sur les services de restauration et de 21 à 6 % sur les boissons non alcoolisées, l'augmentation de la déductibilité à 100 % des frais de restaurant ou un droit passerelle axé sur les secteurs sous contrainte, dont l'horeca.
Ces mesures ont été approuvées par le gouvernement la semaine dernière, mais elles doivent encore faire l'objet de discussions avec les dix partis afin de dégager une majorité la plus large possible au sein de ce Parlement. C'est bien au sein de ce Parlement qu'auront lieu ces discussions.
Ces discussions doivent d'abord être encadrées et nous avons à nouveau rendez-vous ce samedi avec les présidents des partis qui soutiennent ce gouvernement pour pouvoir atterrir le plus rapidement possible avec un plan de soutien.
Je rappelle qu'en ce qui concerne la relance, l'objectif demeure de pouvoir discuter de tout cela dans le cadre de la formation d'un gouvernement qui bénéficierait en son sein d'une majorité à la Chambre, ce que j'appelle de mes vœux, encore et toujours. Je vous remercie.
01.10 Melissa Depraetere (sp.a): Mevrouw de eerste minister, ik heb helaas geen concrete timing gehoord wanneer die beslissing kan worden genomen. Ik wil er toch nog eens op aandringen dit snel te doen, best vóór de heropstart van maandag aanstaande. Het zou bijzonder spijtig zijn, mocht het enthousiasme in al die horecazaken bij de heropstart worden overschaduwd door nog meer zorgen over het financiële aspect.
De horecasector is bijzonder divers en vergt veel verschillende gerichte maatregelen. Wij zijn bereid om daaraan samen te werken, aangezien er in die sector duizenden jobs op het spel staan. Het belang ervan is ongelooflijk groot.
Het kan dan ook niet dat ministers al maatregelen aankondigen alsof die zijn beslist en goedgekeurd, terwijl dat helemaal niet het geval is. De discussie zal in het Parlement moeten worden voortgezet. Wij zullen hier de lead moeten nemen voor een concreet, volledig goedgekeurd pakket aan steunmaatregelen voor de horecasector.
01.11 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la première ministre, vous parlez de concertation sociale, mais je ne la perçois pas. Regardez ce patronat!
Bij Brussels Airlines liggen 1.000 mensen buiten, bij VCST Sint-Truiden vallen 171 jobs weg. Intussen komt de heer Timmermans van het VBO af met ouderwetse maatregelen, zoals een indexsprong. De indexsprong is al 30 jaar oud. Dat is ouderwets, gewoon niet te doen! Al 30 of 40 jaar zeuren zij over de afschaffing van het brugpensioen. Ouderwets! Hoe is dat nu mogelijk. Al 50 jaar komen zij af met de uitbreiding van het nachtwerk. Zulke ouderwetse maatregelen, zo'n agressie tegen het werkvolk!
Dans ce cadre-là, on autorise 100 personnes dans une église, 150 au Colruyt ou au Aldi. Les rues commerçantes sont bourrées de monde le samedi après-midi et tant mieux. Et on ne permettrait pas la manifestation en prenant bien évidemment des précautions?
Regardez les blouses blanches! Elles ont été les premières, madame la première ministre, à prendre ce droit que vous ne leur avez pas donné. La haie de déshonneur qu'elles ont faite, c'est une manifestation. Elles ont eu raison d'agir ainsi.
En prônant la distanciation, oui, on a le droit de manifester et il serait temps de déconfiner la démocratie en Belgique plutôt que de la confiner!
01.12 Jan Briers (CD&V): Mevrouw de premier, ik dank u voor uw antwoord. U weet ook dat de organisatoren eerst en vooral denken aan de gezondheid van de mensen, dat moet duidelijk zijn. U weet ook dat er geen sector is waar men zo goed is in het begeleiden van publieksstromen als in die sector. Dus als zij vragen om een onderscheid te maken tussen de Munt, Bozar en Vorst Nationaal of de Lotto Arena, dan denk ik dat we daarnaar moeten luisteren en met hen moeten bekijken hoe zij zo vlug mogelijk echt werk kunnen maken van hun toekomst.
01.13 Ludivine Dedonder (PS): Madame la première ministre, je me réjouis de vous entendre parler ici de la déductibilité des frais de restaurant, de la diminution du taux de TVA. Ce sont des mesures que nous vous proposions déjà à la fin avril. Nous en sommes satisfaits.
Comme je l'ai dit précédemment, nous insistons aussi sur un accompagnement rapide et des mesures d'urgence pour les secteurs qui ont été les plus durement touchés: l'horeca, les bars, les hôtels, les restaurants qui sont finalement le symbole de la joie de vivre à la belge – mais aussi le secteur événementiel, culturel, les artistes et tous les travailleurs de l'ombre. Il nous faut un plan de relance rapide, très rapide.
Il faut un soutien aux secteurs les plus touchés pour limiter les faillites, préserver l'emploi. Il faut des mécanismes de primes pour stimuler la demande intérieure, accélérer la relance et éviter le piège de la pauvreté.
Enfin, il faut un plan massif d'investissement pour faire de cette crise une opportunité d'accélérer la transition écologique et sociale.
01.14 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de eerste minister, ik ben ook heel blij dat wij op 15 juni eindelijk weer de grenzen over zullen kunnen gaan. Dat is voor heel veel mensen belangrijk.
Ik wil graag twee lessen aanhalen, die wij moeten meenemen. Ten eerste, wij moeten ervoor zorgen dat mensen weten aan welke regels zij zich moeten houden, vooraleer wij kunnen controleren of zij zich aan die regels houden. Transparantie en duidelijkheid zijn wij aan hen verplicht.
Ten tweede, wanneer wij bij de maatregelen steunen op de expertise van experts, dan moeten wij dat zo breed mogelijk doen. Dat betekent dat wij daarbij ook experts betrekken die in de volle breedte van de menselijke samenleving weten wat het bijvoorbeeld is om een zaak te runnen, en dat wij ook daar oor voor hebben.
Ik zou iedereen willen oproepen om zo snel mogelijk in een café en een restaurant te boeken en een nuttige bijdrage te leveren aan de heropstart van de economie.
01.15 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, ik vind het leuk dat wij allemaal inzitten over de horeca. Dat is terecht, want wij verlangen er enorm naar, maar er zijn sectoren die in de luwte nog wachten op een heropening.
Als volksvertegenwoordiger hoor ik dank, maar ook veel ergernis over te vrijgevige maatregelen bij bedrijven en werknemers, die weten dat het niet klopt. Zij beseffen allemaal dat het geld er niet is. De mensen zijn echt niet naïef en weten dat zo'n beleid als een boemerang terugkomt. Laten we een en ander alstublieft goed overwegen en waken over de juiste maatregelen. Dat zijn wij als een verantwoordelijke overheid verplicht.
Het incident is gesloten.
- Simon Moutquin à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000778P)
- Gaby Colebunders à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000782P)
- Goedele Liekens à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000784P)
- Hervé Rigot à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La vague d'émotion mondiale suscitée par le meurtre de George Floyd et la lutte contre le racisme" (55000785P)
- Meryame Kitir à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000787P)
- Sophie Rohonyi à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000789P)
- Michel De Maegd à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme" (55000790P)
- Jessika Soors à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte globale et quotidienne contre le racisme structurel" (55000793P)
- Els Van Hoof à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La lutte contre le racisme et l'attitude de la Belgique face à la situation aux États-Unis" (55000799P)
- Simon Moutquin aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000778P)
- Gaby Colebunders aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000782P)
- Goedele Liekens aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000784P)
- Hervé Rigot aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De wereldwijde consternatie over de moord op George Floyd en de strijd tegen racisme" (55000785P)
- Meryame Kitir aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000787P)
- Sophie Rohonyi aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000789P)
- Michel De Maegd aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme" (55000790P)
- Jessika Soors aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De globale en dagelijkse strijd tegen structureel racisme" (55000793P)
- Els Van Hoof aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De strijd tegen racisme en de houding van België ten opzichte van de gebeurtenissen in de VS" (55000799P)
De voorzitter: De volgende vragen handelen over racisme en de dood van George Floyd.
U weet dat deze problematiek mij zeer na aan
het hart ligt, en ik wil graag ter inleiding van het debat Elie Wiesel citeren:
"Geen enkel ras is meerderwaardig, geen enkel geloof is minderwaardig.
Alle collectieve oordelen over mensen zijn verkeerd. Alleen racisten doen
dat." (Applaus)
02.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, "I can't breathe", "Ik kan niet meer ademen", "Je ne peux plus respirer". Ces derniers mots sont ceux de George Floyd, mort en raison d'un genou laissé sur sa carotide pendant de longues minutes. Ces mots sont devenus le symbole des violences policières racistes aux États-Unis, violences policières qui nous révoltent et qui semblent, tout au contraire, stimuler le président américain – sans doute à des fins électoralistes. Ces faits nous inquiètent.
Cela dit, ne soyons pas aveugles: nous ne pouvons pas nous émouvoir des événements outre-Atlantique sans regarder notre propre société. Alors, retraversons l'océan pour observer la situation en Europe et, en particulier, en Belgique. Le racisme y progresse également: dans les parlements, sur les réseaux sociaux, au travers des discriminations au logement ou encore sur le marché de l'emploi. Madame la première ministre, ici aussi, des personnes suffoquent. Ne devrions-nous pas laisser respirer ces jeunes qui subissent quotidiennement des discriminations racistes lorsqu'ils postulent pour un travail, cherchent un appartement, sont contrôlés dans la rue ou confrontés à la libération de la parole raciste sur les réseaux sociaux, ainsi que le souligne Unia?
Ce matin, le directeur d'une AMO (service d'aide aux jeunes en milieu ouvert) à Anderlecht nous expliquait que des jeunes étaient systématiquement renvoyés à leur origine sociale et coincés dans une détermination. Ne faudrait-il pas, en définitive, laisser respirer les personnes migrantes dont, selon un rapport de Médecins du Monde, un quart subirait des violences policières graves? De même, ne devrions-nous pas laisser respirer les sans-papiers qui, reniés et livrés à leur sort depuis le début de la crise, sont mis au ban de la société, alors qu'ils y participent économiquement et socialement? Ne conviendrait-il pas également de laisser respirer ces policiers et ces pompiers qui subissent, eux aussi, dans leur travail des discriminations en fonction de leurs origines?
Oui, le racisme est également présent chez nous: dans nos administrations et dans les services publics, ainsi que sur les réseaux sociaux. Il est, bien entendu, minoritaire, mais son extension est trop grande pour que nous puissions imaginer nous trouver en présence de cas isolés et, partant, admettre une quelconque impunité.
Madame la première ministre, ma question est simple. Cela fait 20 ans que la Belgique s'est engagée à déployer un véritable plan d'action interparlementaire contre le racisme. Voilà 20 ans que rien n'est fait! Dès lors, quelle action allez-vous entreprendre pour, enfin, lancer ce plan interparlementaire contre le racisme dans notre pays?
02.02 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij hebben allemaal de beelden gezien van die zwarte man die in Amerika 8,5 minuten heeft gevochten voor zijn leven. De woorden I can't breathe zijn miljoenen keren de wereld rondgegaan. Het is duidelijk dat in de Verenigde Staten, onze grote democratische bondgenoot, 150 jaar na de slavernij nog altijd zwarte mensen worden vermoord op straat. Erger nog, door de politie.
Mevrouw de minister, ik kijk even naar u. Ik ben er niet zeker van, maar ik hoop dat u de ambassadeur van de Verenigde Staten al op het matje hebt geroepen en duidelijk wilt maken dat we zulke dingen van onze bondgenoten niet kunnen tolereren. Laten we duidelijk een officieel schrijven richten tot de Verenigde Naties, waarin we het geweld op zwarte mensen sterk veroordelen. Dat zou moeten gebeuren.
Mijn collega heeft het net al gezegd: het gebeurt niet alleen in Amerika. Hier worden we nog dagdagelijks geconfronteerd met racisme. Dertig jaar geleden zette ik mijn eerste stappen in de uitgaanswereld. Ik kijk nu naar veel mensen die mijn leeftijd hebben. In bepaalde discotheken hingen borden met "honden en vreemdelingen niet toegelaten", trouwens uitgedeeld door een politieke partij hier in het halfrond, lichtjes van naam veranderd, maar nog even racistisch. Maar goed, dat daargelaten. We zijn dertig jaar later, het bordje is weg, maar de problemen zijn er nog steeds. Als ik met mijn moslimvrienden op stap ga, is de kans heel groot dat mij de toegang tot een discotheek wordt geweigerd. Dagdagelijks.
In 2001 ondertekende België de belofte om een actieplan op te maken, net als heel veel andere Europese landen. Daar moesten heel veel duidelijke dingen in staan, waaronder de praktijktesten op interimbureaus en op de huurmarkt. Nog steeds doen achternaam, religie of kleur ertoe of men in aanmerking komt voor een job of voor een huurwoning. Mevrouw de minister, het is duidelijk: waar is dit plan, 19 jaar later? Wanneer gaan we nu eens echt beginnen met die praktijktesten?
02.03 Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben blij dat wij met zijn allen zo verontwaardigd zijn over de beelden uit de States die wij hebben gezien.
Dat doet mij enerzijds plezier. Anderzijds moeten wij misschien beschaamd zijn in plaats van verontwaardigd. Natuurlijk is het al te gemakkelijk naar de States te wijzen en te zeggen: dat rare land met die rare president, met zijn agressie en zijn racisme. Maar misschien zijn er wel meer parallellen tussen de States en België dan wij eigenlijk willen toegeven.
Ja, wij leven in een land waar wettelijk gezien iedereen gelijk is. Maar hoe gelijk zijn wij in de praktijk? Dat is de vraag. Wel, ik zal het u zeggen: niet.
Het is heel duidelijk. De ene is al wat gelijker dan de andere, zegt men dan al grappend. Maar voor heel veel mensen is het geen grap. Mijn collega's hebben het net aangehaald: ook vandaag nog getuigen vele mensen – Vlamingen, Belgen – duidelijk: mijn huidskleur bepaalt of ik wel of niet in een discotheek binnen mag, mijn achternaam belemmert dat ik uitgenodigd word voor een sollicitatiegesprek of dat ik een huis mag huren.
Een exotische voornaam als Zelfa, een prachtige naam, is genoeg om een hele hoop bagger over zich heen te krijgen op de sociale media. Ik heb er lang over nagedacht of ik dit zou citeren, maar ik doe het toch. U moet weten wat sommige mensen durven schrijven: "moslimhoer, bruine, ik schop u in elkaar, u bent moreel achterlijk met uw islam".
Dus, nee, wij leven niet in de States. De meeste politiemensen hier doen goed en betrouwbaar hun job. Maar ook hier krijgen mensen toch niet dezelfde kansen, gewoon omdat zij anders zijn.
Begin nu niet over migratieproblemen en asielzoekers en zo, want het gaat grotendeels over mensen die hier geboren zijn of die hier al generaties lang zijn.
Wij, geprivilegieerden, zijn dan verontwaardigd over dat beeld uit de States. Wel, wij zouden beschaamd moeten zijn dat wij dat al zo lang laten gebeuren.
Het is tijd om een erezaak te maken van de strijd tegen racisme, tegen discriminatie. En, ik zal het er toch maar bij lappen, ook tegen seksisme.
Mevrouw de eerste minister, ik verneem dat er interfederale actieplannen tegen racisme worden opgesteld en dat er een horizontaal gelijkekansenplan komt, dat er een interministeriële meeting gepland is. Dat is vast allemaal heel ambitieus, maar kunt u deze simpele ziel eens uitleggen wat er precies zal gebeuren? Hoe zullen wij ervoor zorgen dat er niet zomaar een plan op papier wordt gemaakt, maar dat er ook snel en echt actie kan worden ondernomen?
02.04 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la première ministre, chers collègues, l'émotion déclenchée aux États-Unis par l'assassinat de George Floyd provoque une réaction et une émotion mondiales. Les mobilisations contre le racisme institutionnalisé rassemblent des milliers de personnes à travers le monde malgré la situation sanitaire. Oui, aujourd'hui encore, le racisme tue. Il tue aux États-Unis, il tue en France également, comme le rappelle douloureusement le cas d'Adama Traoré. Mais, lorsqu'il ne tue pas, il détruit les vies de façon insidieuse en excluant, en rabaissant, en niant l'humanité de centaines, de milliers, de millions de citoyens à travers le monde.
L'émotion, je l'ai dit, est forte. Mais cette émotion, cette indignation face à des faits qui se produisent au loin est vaine si elle ne nous force pas à nous interroger sur notre propre pays. Oui, ici aussi, le racisme touche des milliers d'hommes et de femmes. Il est bien présent aussi. On incendie des centres d'accueil pour demandeurs d'asile; des hommes du feu se permettent des propos inacceptables; des événements tragiques endeuillent certains quartiers; des emplois restent encore et toujours fermés pour des hommes et des femmes du fait de leur origine réelle ou supposée.
Depuis 2001, le pays attend le plan d'action contre le racisme. En février dernier, madame la première ministre, vous annonciez la mise sur pied d'une Conférence interministérielle dédiée à ce sujet. Concrètement, quelles mesures sont prises aujourd'hui pour lutter contre le racisme? Quelles avancées législatives sont à l'ordre du jour? Quel message envoyez-vous à nos concitoyens qui vivent ces difficultés, ces souffrances au quotidien? D'un point de vue plus terre à terre, que proposez-vous à celles et ceux qui souhaitent, aujourd'hui, manifester leur soutien aux victimes du racisme dans le monde et en Belgique?
02.05 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de premier, collega's, "Papa, wat is een bruine aap?" is een vraag die hier en nu wordt gesteld door een zoontje aan zijn vader, niet in Amerika, maar hier in België, niet in 1950, maar in 2020. Dat is de harde realiteit die wij vandaag meemaken. Wat moet je als vader antwoorden op een dergelijke vraag?
Racisme is ook in ons land nog altijd heel sterk aanwezig. Nog veel andere voorbeelden zijn helaas geen fake news, zoals sommigen beweren. Het is een verhaal van ons allemaal.
Ik vind het heel erg hoopvol dat er in de betogingen in Amerika ook blanke mensen meelopen. Ook in ons land zijn de mensen die het racisme kotsbeu zijn, heel divers.
Collega's, laten wij echter eerlijk zijn: de afgelopen jaren zijn wij er niet op vooruitgegaan. Het wij-zijdenken is toegenomen. Het taalgebruik is onbeschofter geworden, zeker op sociale media. De verruwing van de maatschappij is toegenomen. Het zwijgen helaas ook. Daar moeten wij nu een einde aan maken. Racisme moeten wij erkennen en veroordelen. Het zal niet vanzelf stoppen.
Ik doe dan ook een oproep aan iedereen om in eigen boezem te kijken.
De politiek moet ook ingrijpen. Er moet een duidelijk politiek signaal komen met acties.
Mevrouw de premier, de regering heeft praktijktests ingevoerd, maar die zijn veel te ingewikkeld en ze werken niet. Bent u bereid om dat instrument, dat helpt, te versoepelen?
De onderhandelingen over een nationaal plan tegen racisme zijn bezig. Welke initiatieven zal uw regering daarover op tafel leggen?
02.06 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, madame la première ministre, chers collègues, "black lives matter"! Aujourd'hui, ces mots ne sont plus ceux du mouvement afro-américain qui se mobilise contre la violence et le racisme qui sont systémiques envers les noirs aux États-Unis ces dernières années et, en particulier, depuis le meurtre de George Floyd. Ces mots sont devenus ceux d'un mouvement national qui dépasse les clivages ethniques, générationnels ou encore politiques. Ce mouvement est en train de devenir au racisme ce que le mouvement MeToo est aujourd'hui au sexisme, un mouvement universel, un message universel.
Aujourd'hui, les personnes noires ne marchent plus seules pour réclamer respect et protection. Elles marchent désormais accompagnées de personnes blanches. Elles marchent aux côtés de tous les démocrates parce que nous sommes finalement tous victimes de ce racisme qui est destructeur pour notre paix sociale.
Le 23 janvier dernier, madame la première ministre, nous vous interpellions justement sur le rôle de votre gouvernement dans notre lutte contre le racisme et contre la haine car si le racisme n'est pas aussi structurel en Belgique qu'aux États-Unis, il est malgré tout présent. En témoignent les nombreux faits rapportés à Unia et qui augmentent d'année en année de manière interpellante.
Vous aviez alors eu des mots très forts rappelant que le racisme n'était pas une opinion mais un délit et qu'il constituait notre ennemi commun, sauf que six mois plus tard, le plan d'action interfédéral contre le racisme n'est toujours pas là et reste un vœu pieux.
Une crise sanitaire sans précédent est passée par là. Ce n'est pas une excuse pour autant car cette crise a eu pour effet de renforcer les inégalités, les colères et les peurs qui constituent ce terreau propice au racisme.
Madame la première ministre, mes questions rejoignent celles de mes collègues et sont fondamentales. Quand la Belgique disposera-t-elle enfin de ce plan d'action contre le racisme et avec quel calendrier? Ce plan inclura-t-il des mesures fortes également contre l'extrême droite qui alimente ce racisme? Allez-vous, à l'instar de ce qui a été fait par les entités fédérées, vous engager pour des actions concrètes contre le racisme dans l'attente de ce plan?
02.07 Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, madame la première ministre, nous avons toutes et tous été profondément émus et choqués par ces images affreuses, ignobles, effrayantes en provenance des États-Unis: un policier américain qui, par abus d'autorité, inhumanité et racisme primaire, étouffe la personne qu'il interpelle, le genou sur la carotide durant 8 minutes et 46 secondes, le tout sous le regard complice de ses collègues. Ce sont des images insoutenables. George Floyd au sol face contre terre, qui ne présente pas la moindre menace à l'autorité publique, supplie et implore pour sa vie, jusqu'à rendre son dernier souffle.
Quelle est, chers collègues, cette ignorance, cette intolérance qui jaillit de je ne sais quel bas-fond obscurantiste pour bafouer et mépriser ainsi les valeurs essentielles de notre condition humaine? Quelle est cette vision de l'esprit selon laquelle un homme en 2020 aurait droit de vie ou de mort sur son semblable car sa couleur de peau est plus foncée?
Madame la première ministre, ces images ont suscité une vague d'indignation à travers le monde. Partout, des voix s'élèvent pour dénoncer un racisme devenu, hélas, trop ordinaire. Diana Floyd, la fille de six ans de la victime, a dit hier: "Mon papa a changé le monde." Peut-on y croire dans cette société où le racisme, l'intolérance et la peur de l'autre divisent, tel un cancer invasif ne cessant de progresser, de rechute en rechute, sans qu'on puisse y trouver un vrai remède?
Madame la première ministre, à travers cette intervention, je tiens avant tout à rendre hommage, en mon nom et en celui de mon groupe politique, à George Floyd ainsi qu'à toutes les autres victimes de ces inqualifiables méfaits aux États-Unis, dans le monde et, malheureusement, aussi en Belgique.
J'entends qu'un événement s'organise dimanche à Bruxelles, réunissant déjà plusieurs milliers de personnes via internet. Par ces temps de crise du COVID-19, madame la première ministre, comment pouvons-nous exprimer notre solidarité sans pour autant – et c'est fondamental – mettre en péril la santé des uns et des autres? Pouvez-vous nous rappeler concrètement les outils dont nous disposons en Belgique pour lutter contre ce fléau?
02.08 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de eerste minister, racisme is overal en is in opmars. Dat is geen politiek correct statement, maar de dagelijkse realiteit voor mensen die op basis van hun huidskleur een woning niet mogen huren en voor mensen die, omdat zij een vreemd klinkende achternaam hebben, tot 46 % meer kans hebben om niet voor een jobinterview te worden uitgenodigd. Dat is wat de meeste onder ons hier misschien nooit echt zullen ervaren, maar wat voor veel te veel mensen de dagelijkse denkbeeldige knie op hun luchtpijp is, waartegen zij zich moeten verzetten.
Collega's, ons politiek klimaat draagt daaraan bij. Wanneer tijdens vorige zomer wekenlang voor de vorming van de Vlaamse regering met het Vlaams Belang wordt onderhandeld, wanneer een organisatie als Voka complexloos durft te stellen dat een meerderheid en een coalitie met een partij die dagelijks de haat aanwakkert, legitiem is, dan zeg ik aan de democratische collega's hier vandaag dat wij die lat nooit mogen laten opschuiven.
Mevrouw de eerste minister, mijn eerste vraag aan u is heel eenvoudig. Wilt u expliciet erkennen dat structureel racisme in onze samenleving en in onze instellingen is ingebakken?
Mevrouw de eerste minister, het doet mij als volksvertegenwoordiger pijn te zien dat er op straat zoveel activisme is en dat er zoveel organisaties zijn die zich inzetten, maar dat de politieke beloftes tot nu toe al twintig jaar niet zijn ingevuld.
Ik zal dus niet zoals de andere vraagstellers vragen wat u zult doen, maar wanneer u het zult doen.
Kunt u een deadline op het interfederaal actieplan kleven?
Tot slot, u en ik zijn geprivilegieerd. Wij zullen wellicht nooit de pijn ervaren van slachtoffers van racisme. Dat neemt niet weg dat wij er ons dagelijks tegen moeten verzetten. Meer nog, tegen racisme zijn, is niet voldoende. Wij moeten ons uitspreken.
Mevrouw de eerste minister, ik vraag u dus om u, als medeburger en als boegbeeld van ons land, uit te spreken, ook internationaal, en aan te geven dat België aan de kant van de slachtoffers staat. (…)
02.09 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, "We can't breathe", dat is de slogan van de massale protesten in de Verenigde Staten.
De Afro-Amerikaanse bevolking is in ademnood door racisme. Ook de reactie van president Trump doet naar adem happen. Hij houdt zijn ene hand op de bijbel en gooit met de andere olie op het vuur. Zijn law-and-order-beleid verstikt de bevolking. Trump duwt zijn knie in de nek van iedereen die het niet met hem eens is.
Laten we niet naïef wezen, ook in België is er nog veel open en verdoken racisme. Racisme is elke dag opnieuw een vernedering ondergaan. Unia heeft vandaag 1.000 dossiers van racisme in behandeling. Dat aantal is de laatste vijf jaar met 50 % gestegen. Vrouwen durven de bus niet meer nemen omwille van racistische uitlatingen en kinderen worden voor bruine aap uitgescholden.
Mandela stelde dat niemand wordt geboren om een persoon met een andere huidskleur te haten. Mensen leren haten. Als mensen leren haten, moeten ze ook terug leren liefhebben. Dat is onze opdracht. Wij mogen in onze samenleving nooit haat tolereren.
U kondigde al een plan aan naar aanleiding van de rellen in Bilzen. Er zou een Interministeriële Conferentie komen met een interfederaal actieplan, met een plan op alle bestuursniveaus. We wachten daar al 19 jaar op, sinds de conferentie in Durban, Zuid-Afrika. Het wordt stilaan tijd dat we een plan afleveren. Mijn vraag is dus binnen welke termijn dit plan zal worden afgeleverd.
Op internationaal niveau reageerde Justin Trudeau gepast door te zwijgen. De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, Josep Borrell, veroordeelde het machtsmisbruik in de Verenigde Staten, maar uitte ondertussen ook zijn bezorgdheid over het gebruik van geweld tegen betogers.
Hoe zal België reageren en zijn bezorgdheid uiten ten aanzien van de Verenigde Staten? Ik wil daarop aandringen.
02.10 Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, j'ai dit hier, après le Conseil national de sécurité, que je sais à quel point la situation actuelle aux États-Unis suscite l'émotion. Les derniers mots de George Floyd résonnent en chacun de nous. Ils suscitent l'émotion, l'indignation, la colère, voire la révolte. George Floyd est devenu malgré lui un symbole de la lutte contre le racisme, mais aussi, plus largement, de la lutte contre la violence et la haine de l'autre.
Les manifestations qui se déroulent actuellement aux États-Unis ont donné lieu à d'autres expressions de solidarité aux quatre coins du monde, et en Belgique également. Je partage cette volonté farouche de lutter toujours, encore plus, contre le racisme et les violences sous toutes leurs formes qui sont malheureusement encore présents partout dans le monde. Vous avez raison: en Belgique aussi.
Ik wil u er toch aan herinneren dat wij in België over een behoorlijk arsenaal beschikken om ons tegen racisme te beschermen. Ons land beschikt al enkele jaren over een duidelijk wettelijk kader om racisme en discriminatie te bestrijden. Deze aspecten worden in afzonderlijke wetten geregeld. Mensen die zichzelf als slachtoffers beschouwen worden aangemoedigd om een klacht in te dienen.
Meer in het bijzonder speelt Unia, als onafhankelijke openbare instelling die discriminatie bestrijdt en gelijke kansen bevordert, ook een rol bij de bestrijding van discriminatie of racisme door en tegen de politie, want ja, slachtoffers van racisme zitten overal.
Unia doet dat onder meer door het adviseren en begeleiden van mensen die gediscrimineerd worden en door het opleiden van politieagenten in de antidiscriminatiewetgeving.
Naast de gebruikelijke juridische middelen kunnen slachtoffers een klacht indienen bij het specifieke controleorgaan bij de politie, het Comité P, de interne controledienst of de Algemene Inspectie.
Ik heb hier in januari de oprichting van de Interministeriële Conferentie ter bestrijding van racisme aangekondigd als antwoord op de incidenten in Bilzen en De Panne. Die conferentie is er daadwerkelijk gekomen, na de goedkeuring van het Overlegcomité van 19 februari, dus net vóór de coronacrisis.
Het hoofddoel van deze Interministeriële Conferentie is het bevorderen van de coördinatie tussen de verschillende beleidsniveaus van de initiatieven die worden genomen in de strijd tegen racisme in de brede zin. Het is van essentieel belang om een gecoördineerd interfederaal beleid te voeren om ervoor te zorgen dat wat we doen ook echt effect heeft.
Dit forum kan ook dienen als adviesorgaan voor de voorbereiding van het toekomstig nationaal plan tegen racisme, dat al wordt uitgewerkt.
De voorstellen van mevrouw Kitir kunnen daar zeker ook worden bestudeerd. Initiatieven kunnen ook hier in dit Parlement worden genomen.
De COVID-19-crisis heeft de voortgang van het proces on hold gezet. De vertegenwoordigers van de federale regering en de deelstaatregeringen in het Overlegcomité moeten nu worden aangeduid. De bedoeling is om alle stappen zo vlug mogelijk af te ronden om ze dan met mevrouw Muylle te kunnen organiseren.
Je sais que certains voudraient pouvoir se mobiliser en Belgique en réaction aux récents événements. J'ai déjà appelé hier les Belges qui souhaiteraient manifester à tenir compte des conséquences que de tels rassemblements peuvent avoir sur la propagation de l'épidémie, et donc sur l'ensemble de la population.
Selon les dernières informations dont je dispose, il semble que plus de 5 000 personnes auraient l'intention de se mobiliser dimanche. J'entends, par ailleurs, que le bourgmestre de Bruxelles, M. Close, est en discussion avec les organisateurs. J'espère sincèrement qu'il trouvera avec eux une alternative à une manifestation qui, non seulement serait contraire aux décisions qui ont été prises pour protéger la population du coronavirus – il n'est donc nullement question de la museler –, mais qui ferait également courir un bien grand risque à ses participants. De plus, comme je l'ai dit, il en va aussi du respect du personnel soignant.
02.11 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, je vous remercie pour votre réponse.
J'ai été ravi d'entendre votre émotion que nous partageons toutes et tous ici, mais aussi votre indignation.
Vous avez expliqué que la crise du COVID avait suspendu toute une série d'initiatives. Cette crise doit maintenant nous permettre de nous remobiliser.
On a pu malheureusement constater que les personnes qui sont restées confinées en famille dans des appartements de 70 m2 sont parfois issues de l'immigration. La crise du COVID a aussi été l'occasion de s'apercevoir que les populations victimes du racisme ont été plus exposées que les autres à cette maladie.
Par ailleurs, si l'émotion est justifiée, on doit rapidement la dépasser pour proposer des solutions, ce qui est le cas du groupe Ecolo-Groen qui a des propositions à faire, outre la mise en place du plan interfédéral. Les tests aléatoires notamment au niveau des discriminations dans le cadre des recherches d'emploi sont, selon moi, importants. Combattre le racisme sur internet doit également être une priorité. En outre, il faut réfléchir – il est ici question d'un débat difficile en Belgique – à certains folklores qui peuvent avoir un impact sur certaines personnes.
On fêtera bientôt l'anniversaire des
60 ans de l'indépendance (…)
02.12 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, gelukkig zijn er in Amerika niet alleen racisten en zien we honderdduizenden mensen op straat komen tegen het racistische beleid. Ze zitten er echter opgezadeld met een president die niet het racisme wil aanpakken, maar wel de betogers. Hij wil het leger inzetten om op het eigen volk te schieten. Dat is het schandaligste. Zijn masterplan is om antifascisme illegaal te maken.
Mevrouw de minister, u zult daar weinig aan kunnen doen in Amerika, maar het stemt mij wel ongerust, want ook hier zitten we met een politieke partij die rassenhaat enorm aanwakkert. Laten we eerlijk zijn, als Trump zegt dat hij op zijn volk wil schieten, dan zal de heer Van Grieken dat op Twitter alleen aanmoedigen. Als Trump zegt dat hij antifascisme illegaal wil maken, dan zal het Vlaams Belang dat ook nog eens verduidelijken en aanmoedigen.
Mevrouw de minister, racisme is geen idee, racisme is een misdaad en moet hard aangepakt worden, tot in de wortels. Wij smeken u dat hard (…)
02.13 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, u zegt dat de politiek haar werk moet en zal doen tegen het structurele racisme.
Ik wil echter nog iets zeggen dat ik megabelangrijk vind. Niet alleen de overheid zal dit kunnen oplossen. Het is al te gemakkelijk van ons allemaal om verontwaardigd te zijn en zelfs om ons te schamen. Racisme, discriminatie en ook seksisme zitten heel diep geworteld in onze maatschappij en daar moeten wij met zijn allen tegen optreden: u, ik, politici, alle mensen, ook iedereen thuis die zit te kijken. Leest u iets wat racistisch is, reageer daar dan op. Blokkeer dat soort mensen. Hoort u ergens iets, zelfs al is het uw nonkel, uw tante of een collega, reageer daarop. Laat het niet gewoon gebeuren. Dit is niet de strijd van mensen met een bepaald kleurtje tegen de rest van de wereld. Dit is de strijd van ons allemaal tegen racisme. Bewijs dat dit niet meer gepikt wordt, dat racisme niet meer kan. Haat tegen joden, tegen holebi's…
De voorzitter: U moet afronden.
02.14 Goedele Liekens (Open Vld): Laat ons daar gewoon heftig tegen reageren.
Ten slotte, iedereen zegt dat er hier een partij is (…)
02.15 Hervé Rigot (PS): Madame la première ministre, je vous remercie pour vos propos.
Oui, ensemble, nous pouvons agir. Nous devons dire non au racisme, non à la xénophobie, non au sexisme et à tous les comportements haineux. Nous avons le devoir de le faire au niveau du gouvernement et de notre assemblée. Nous avons le pouvoir de prendre des textes forts qui garantiront la liberté pour chacun de vivre qui il est et d'être ce qu'il a envie d'être.
Nous devons le faire parce que le racisme n'est pas propre à l'Amérique de l'oncle Trump. Le racisme est ici, vicieux, insidieux, dans la vie quotidienne, au travers des blagues lourdes, des comportements de certains concitoyens, des discours haineux, des propos populistes mais aussi, quelques fois, des propos politiques de certains. Nous devons le faire, sans quoi notre voisin, notre frère, notre conjoint, peut-être même nous-mêmes, nous n'aurons plus demain la liberté de pouvoir respirer.
02.16 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, u gaf een oplijsting van de wettelijke mogelijkheden die vandaag bestaan in ons land. Dat is goed. U erkent samen met ons echter dat dit onvoldoende is. Er moet meer gebeuren, dit debat toont dat voor een stuk aan.
De sp.a heeft op dit vlak niet stilgezeten. Ik heb vorig jaar reeds een wetsvoorstel ingediend om de praktijktests soepeler te maken. Ik ben blij dat er ruimte zal zijn om het bespreekbaar te maken tijdens de aankomende onderhandelingen. Dit is een verhaal van ons allen. De politiek moet een duidelijk signaal geven, maar ieder van ons, zoals de voorgaande spreker zei, moet ook in eigen boezem kijken. Elk steentje dat wij verleggen, draagt bij tot het grotere geheel.
02.17 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la première ministre, je vous remercie pour vos propos forts et pour votre engagement, duquel je n'ai jamais douté. Je suis soulagée d'entendre que la Conférence interministérielle contre le racisme va pouvoir être relancée, mais je me dois toutefois de regretter qu'à chaque fois, il faille attendre que des drames surviennent pour pouvoir agir, alors que cela fait près de 20 ans que la Belgique est tenue de respecter ses engagements internationaux dans le cadre de la lutte contre le racisme.
Je me dois aussi de vous rappeler, encore une fois, parce que je n'ai obtenu aucune réponse par rapport à cela, que nous ne lutterons efficacement contre le racisme que si cette lutte est accompagnée également d'une lutte contre l'extrême droite qui, justement, galvanise les peurs, les colères et la haine de l'autre, tant sur les réseaux sociaux que dans l'espace public.
Depuis dix jours, les citoyens du monde entier se mobilisent pour crier leur indignation, pour réclamer, auprès de leurs dirigeants, des actes forts contre le racisme. À nous désormais de travailler ensemble, Parlement et gouvernement, pour répondre à ces attentes plus que légitimes.
02.18 Michel De Maegd (MR): Madame la première ministre, merci pour votre réponse.
Je le disais: le racisme est le cancer de l'ignorance, le cancer de l'intolérance, de la peur de l'autre. Il rentre partout dans notre société, dans nos rues, sur les réseaux sociaux. Pour peu que votre couleur soit plus foncée, basanée, il est plus dur de trouver un logement, un emploi.
Mais en fait, le racisme, l'intolérance n'a pas une couleur. Voyez les Asiatiques, victimes de racisme en cette période de pandémie COVID-19. Voyez cette femme insultée dans le métro bruxellois car vêtue à l'occidentale. Voyez ce policier traité de sale blanc. Voyez ces actes antisémites. Le racisme, dirais-je même les racismes, nous devons les dénoncer, mais nous devons aussi les combattre.
Pour un combat juste, chers collègues, il faut une réponse adéquate et vous l'avez donnée, madame la première ministre, via la Conférence interministérielle qui sera dans l'avenir organisée, et dans l'immédiat, vous avez raison, avec raison garder, sans regroupement insensé dans nos rues, au mépris de la santé de tous, au mépris du personnel des soins de santé qui redoute une seconde vague.
Chers collègues, la couleur de peau est une affaire de pigmentation. C'est une affaire de soleil. Je le dis solennellement en regardant dans les yeux la représentante, cheffe de file de l'extrême droite en Belgique: en Belgique, madame, le soleil brille pour tout le monde!
02.19 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de eerste minister, bedankt voor uw blijk van verontwaardiging en medeleven, die u deelt met de meeste partijen hier in het halfrond. Ik snap wat u zegt over de crisis, die de aanpak on hold heeft gezet.
Ik vraag u echter om daden in plaats van woorden. Ik vraag u evenveel daadkracht als waarmee u de COVID-crisis hebt aangepakt, want ook dit is een crisis. Hoeveel generaties moeten nog anders worden behandeld? Hoeveel generaties moeten nog basisrechten worden ontzegd? Racisme is een misdaad. De woede die weerklinkt hier in het Parlement, op sociale media en in de straten, moet worden omgezet in verandering.
Collega's, ik richt mij ook tot u allen. De meeste partijen hebben zich uitgesproken. Collega's van N-VA, kies kant. Straks staat een vraag van uw partij over een asielcentrum op de agenda, maar wij horen jullie niet in dit debat. Dit is een democratisch debat. Kies kant. Dank u.
02.20 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de premier, bedankt voor uw antwoord. Wij hebben een plan tegen homofobie, een plan tegen seksisme en een plan tegen geweld tegen vrouwen. Het is goed dat u nu ook een IMC hebt waar een interfederaal plan tegen racisme wordt opgebouwd. Dat is heel erg belangrijk, want een plan mobiliseert heel de samenleving. Wij moeten dat op diverse sporen aanpakken: werk, huisvesting, sport, cultuur, sociale media. Overal waar mensen worden gediscrimineerd, moet er een krachtig plan komen. Daarmee moet u niet te lang meer wachten. Het is goed als er dit jaar een rapport zou worden afgeleverd, bijna twintig jaar na de Durbanconferentie. Zoals Mandela stelde, wij moeten de mensen leren elkaar terug graag te zien. Het moet niet alleen gaan over repressie, maar ook over bewustmaking en educatie. Daar moeten wij met zijn allen aan werken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Collega's, ik heb getracht minister Geens te bereiken, maar dat lukt voorlopig niet. Minister De Block is wel zeer tijdig aanwezig en ook voor haar staan er vragen op de agenda. Met uw goedvinden stel ik voor dat wij nu de vragen aan minister De Block behandelen.
03 Vraag van Wouter Raskin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het toekomstige asielcentrum in Bilzen" (55000795P)
03 Question de Wouter Raskin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le futur centre d'accueil pour demandeurs d'asile à Bilzen" (55000795P)
03.01 Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de minister, laat ik even recapituleren. Op 25 oktober vorig jaar verneemt de Bilzenaar in mijn stad via de krant dat u hebt beslist om in deelgemeente Grote-Spouwen een asielcentrum te openen. Het gaat om 170 plaatsen, op een kleine oppervlakte, zonder buitenruimte, voor volwassenen en kinderen, in een kleine dorpsgemeenschap. Slechte beslissing, consternatie alom.
Ik had met u te doen, mevrouw de minister. In steden en gemeenten met een sterk lokaal leiderschap zullen de mensen u uit de wind zetten. Zij gaan ter plekke, informeren, sensibiliseren en zoeken draagvlak. Maar wat doet uw partijgenoot, de toekomstige burgemeester van Bilzen? Die kruipt onder een steen. Die trekt zijn paraplu open en wijst naar u, mevrouw de minister. Een maand lang hebben we moeten wachten op informatie van het Rode Kruis. Een maand lang borrelt het ongenoegen. Wat er daarna gebeurde, is alom bekend. Dat was een grote schande, mevrouw Soors, dat wil ik hier nogmaals herhalen.
Mevrouw de minister, ik dacht dat we daaruit geleerd hadden. Wat zie ik echter, wanneer ik u in de commissie ondervraag over de samenwerkingsovereenkomst inzake de uitbating tussen Fedasil en het Rode Kruis? U zegt tot tweemaal toe dat die bestaat. Op mijn vraag om die in te kijken, krijg ik geen antwoord. U negeert mij gewoon. Ik richt mij dan tot Fedasil en baseer mij op de wet betreffende de openbaarheid van bestuur. Ik vraag het document op en Fedasil zegt mij dat er op dit moment geen overeenkomst is.
Mevrouw de minister, schenk klare wijn. Vertel de inwoners van Grote-Spouwen of er een overeenkomst is inzake de uitbating van dat asielcentrum, ja of nee. Dat is een heel eenvoudige vraag. Als die er is, wil ik ze graag zien. Gaat dat centrum nu open, ja of nee? Stilaan weten wij heel graag wanneer.
03.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Raskin, zoals u zei, vloog het asielcentrum in Bilzen, dat eigenlijk klaar was voor de ingebruikname, op een onverklaarbare manier in brand. Dat was een echte daad van onverdraagzaamheid: niet alleen de brand, maar ook de slogans en de commentaren die werden gefilmd en op de sociale media werden geworpen, zal ik hier niet herhalen. Dat is onmiddellijk veroordeeld in het halfrond, zowel door de eerste minister als door mijzelf. Er was een redelijk grote eensgezindheid dat zoiets niet kan. Mijn oproep om onvoorwaardelijk afstand te nemen van dergelijke daden werd dan ook unaniem gedeeld en ik denk dat dat vandaag nog steeds het geval zou zijn.
Er was een overeenkomst. Ik zou niet weten hoe het asielcentrum anders kon worden ingericht en hoe het Rode Kruis anders contact zou hebben opgenomen met scholen en andere betrokkenen in Bilzen. De schade aan het gebouw na de brandstichting was aanzienlijk. Er is onderzocht hoe het gebouw in brand is gevlogen. De eigenaar, die eigenlijk het grootste slachtoffer van het verhaal is, is bezig met plannen voor de heropbouw en de renovatie, maar die hebben vertraging opgelopen door de coronacrisis, zoals zoveel bouwwerven.
Het Rode Kruis zal, samen met de eigenaar, bekijken wanneer de opstart van het centrum mogelijk zou zijn. U vraagt mij een datum, maar die kan ik u niet geven, want ik heb ook geen glazen bol om te weten wanneer het gebouw voor ingebruikname veilig zal zijn.
03.03 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik begrijp absoluut dat u mij geen datum kunt geven, zeker in de gegeven omstandigheden.
Ik heb u echter ook gevraagd of er een overeenkomst is of niet. U hebt een beetje rond de hete brij gedanst, maar het is mij nog steeds niet duidelijk of deze er is of niet. Ik weet nog steeds niet wie wij moeten geloven: Fedasil, dat zegt dat er geen overeenkomst is, of u die hier in de Kamer zegt dat er wel een is. Wij zouden ondertussen toch geleerd moeten hebben dat het belangrijk is om duidelijk en transparant te communiceren met de mensen om een draagvlak te zoeken en drama's in de toekomst te vermijden.
Mevrouw de minister, geef toe, dit dossier is te complex. Het lukt u niet om die overeenkomst op papier te krijgen. De omstandigheden zijn te moeilijk. Het was een slechte beslissing om dat centrum op die plaats uit te bouwen. Heb de moed om de beslissing terug te draaien. Dat is de vraag van Grote-Spouwen. Dat is de vraag die ik u hier stel.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ondertussen is vice-eersteminister Geens aangekomen en keren wij terug naar de voorziene volgorde van de vragen, met eerst de vragen aan minister Geens en daarna de vraag van mevrouw Samyn aan minister De Block.
- Katleen Bury aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De vrijlating van terroristen" (55000781P)
- Sophie De Wit aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De aanpak, vervolging en opvolging van geradicaliseerden n.a.v. de gijzelingszaak" (55000786P)
- Katleen Bury à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "La libération de terroristes" (55000781P)
- Sophie De Wit à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Les questions sur la gestion et le suivi des individus radicalisés à la suite du rapt d'un enfant" (55000786P)
04.01 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, gisteren heb ik tijdens de commissievergadering enkele vragen gesteld over de ontvoering van een minderjarige jongen door een bende moslimextremisten. Uw antwoord was hallucinant en vaag en baart ons heel grote zorgen voor de toekomst. Op vier jaar tijd werden ongeveer 400 terroristen vrijgelaten. Zij worden allemaal opgevolgd, maar de Veiligheid van de Staat kan niet garanderen dat zij niks meer uitspoken.
Het jongste wapenfeit, waarover wij het gisteren hadden, bestaat erin dat een doorwinterde moslimextremist een jongen kan ontvoeren, een handlanger zijn enkelband kan doorknippen en nog een andere handlanger zijn probatievoorwaarden niet naleeft. Niemand reageert, ook het hof van beroep niet, dat een lidmaatschap van een terroristische organisatie eigenlijk niet zo erg inschat en de brave man met drie jaar uitstel opnieuw op pad stuurt. Het systeem is zo lek als een zeef.
Mijnheer de minister, wanneer neemt u daarvoor uw verantwoordelijkheid? Wanneer wordt er werk gemaakt van een veel strengere bestraffing? Wanneer komt er de wetswijziging over de terbeschikkingstelling van dat soort tuig? Wanneer wordt werk gemaakt van het afnemen van de nationaliteit van dergelijke extremisten?
Ons systeem is momenteel zo laks dat wij ermee worden uitgelachen in kringen van IS en Al Qaida.
04.02 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het gaat om zeven kerels met een gerechtelijk verleden, geregistreerd als geradicaliseerd. Eentje had zijn bandje doorgeknipt. Een andere was al veroordeeld wegens terrorisme. Zij zijn erin geslaagd gedurende 42 dagen een jongen van 13 jaar oud te gijzelen.
Ik wil een pluim geven aan de onderzoekers, die schitterend werk hebben geleverd en de daders hebben opgepakt.
Mijnheer de minister, hoe meer wij echter over de casus te weten komen, hoe meer vragen er zijn, ook na de commissievergadering van gisteren.
De Brusselse rechter in eerste aanleg was immers gewraakt. Waarom was dat? Heeft daarom het proces zolang geduurd?
Is de lange duur van een proces de reden om een lagere straf op te leggen? Moeten wij dat goed vinden? Mogen wij daarover iets zeggen?
Waarom werden enkel standaardvoorwaarden opgelegd? Waarom werd bijvoorbeeld geen traject van deradicalisering opgelegd? Moeten wij in ons Huis niet verplichten dat een dergelijk traject wordt opgelegd?
Hoe legt men uit dat überhaupt een straf met uitstel werd opgelegd? Erg ontradend heeft dat alleszins niet gewerkt. Hoe konden ze trouwens zo gemakkelijk aan wapens geraken? Dat zijn allemaal vragen en blinde vlekken, mijnheer de minister. Daardoor komt Justitie negatief in beeld. Het is echt belangrijk dat alle actoren hierin hun verantwoordelijkheid opnemen.
U hebt gisteren al geantwoord dat de opvolging geen waterdicht systeem is. Die moet worden verbeterd. Daarmee trapt u een open deur in. Vanmorgen op de radio schoof u al twee voorstellen naar voren. Dat zijn er trouwens van ons. Het eerste voorstel betreft de terbeschikkingstelling en de verplichte opvolging van terroristen. Dat voorstel ligt ter bespreking in de Kamer. Ik kijk even naar de collega's, want steun daarvoor kan nu toch niet meer uitblijven. Ten tweede pleitte u voor een verdere regionalisering van justitie. Ook in het aangehaalde dossier zien we dat versnippering niet altijd tot de beste resultaten leidt. Ik hoop echt dat u mee aan de kar trekt om de voorstellen van toepassing te maken.
De afgelopen jaren zijn er al goede stappen gezet. De straffen zijn verzwaard. Keer op keer blijkt het werk echter verre van af te zijn. Zo kan het gewoon niet verder.
Kunt u wat verduidelijking geven over de blinde vlek? Het is nodig dat we hier meer informatie over krijgen.
U sprak gisteren zelf over de verbetering van de opvolging. Wat bedoelt u concreet? Wat kunt u of zult u doen? (…)
04.03 Minister Koen Geens: Gisteren heb ik al op heel veel vragen geantwoord, maar ik herhaal het graag.
Vandaag zitten er 27 mensen in de gevangenis die voor terrorisme veroordeeld zijn of die geradicaliseerd zijn en die tegen eind 2021 vrijgelaten zullen worden. Dat is misschien een nuttig cijfer om mee te nemen in de oefening van de terbeschikkingstelling. Ik heb gisteren over de Local Task Forces gesproken en onderstreept dat dat volgens mij de beste manier is om dergelijke personen op te volgen. Wanneer een terreurverdachte de gevangenis verlaat, maakt de Veiligheid van de Staat altijd een rapport op. Dat wordt aan de partnerdiensten bezorgd. Op basis daarvan gebeurt recurrent de interdisciplinaire evaluatie in de Local Task Force.
Wat ik nog uit mijn schuif zal halen, hangt ervan af hoelang ik nog aan die schuif zit, mevrouw De Wit. Het is bij manier van spreken, ik weet het wel. Maar ik mag toch ook eens lachen? Wat ik er nog uit zal halen, weet ik niet. In elk geval, een evaluatie van de Local Task Forces is lopende.
U zult zeggen: Justitie is traag, die man is ook in Zweden onder de rechter geweest. Er verloopt nu eenmaal altijd heel wat tijd tussen de feiten en de uitspraak.
Dat betekent, mevrouw Bury, dat u nu oordeelt over een rechterlijke uitspraak die geveld is op basis van oud recht.
Wij hebben in de voorbije vijf jaar niet stilgezeten. Maar wij weten allemaal dat het strafrecht niet retroactief kan worden toegepast. De straffen inzake terrorisme zijn intussen verzwaard, bij herhaling.
Wij hebben geprobeerd afreizen naar het buitenland strafbaar te maken. Dat is gelukt. Wij hebben voorbereidende daden strafbaar gemaakt, zelfs de poging tot het plegen van voorbereidende daden. De strafmaten zijn opgetrokken. Net voor de verkiezingen hebben wij allemaal samen een nieuwe wet goedgekeurd, die stelt dat wanneer iemand vrijkomt na terreurverdachte te zijn geweest, het psychologisch verslag een aanvullend addendum nodig heeft – door een expert in de materie opgesteld – dat specifiek handelt over het terreurrisico van de verdachte. Er kan hem als bijkomende voorwaarde van vrijlating een aangepast begeleidingstraject worden opgelegd. De recidive komt opnieuw op twee derde. Herinner u, die stond op één derde, door een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Tot slot mag zo iemand enkel naar het buitenland reizen wanneer de toelating bijzonder gemotiveerd wordt door de strafuitvoeringsrechtbank.
Kortom, wij hebben naast de voorwaarden die klassiek worden opgelegd een aantal bijkomende zaken opgelegd. Als ik het goed heb, dateren die van na de feiten waarover het hier gaat.
Ik heb al heel vaak gehoord dat die terreurverdachten niet meer bij ons horen. U heeft het altijd over "zij", mevrouw Bury, in tegenstelling tot "wij". Dat is uw volste recht, ik merk dat alleen even op. Ik moet u er echter wel op wijzen dat wij de nationaliteit enkel kunnen afnemen wanneer zij meerdere nationaliteiten hebben. We hebben die wet immers sterk verstrengd. We kunnen mensen niet staatloos maken en we leven in een rechtsstaat die de internationale verdragen moet respecteren. Het is gemakkelijk om te doen alsof die mensen van de aardbol moeten verdwijnen, maar ze bestaan nu eenmaal.
Zoals ik al vaker heb gezegd, wil ik er helemaal in meegaan om de terbeschikkingstelling voor terreurveroordeelden te verstrengen, maar we kunnen die mensen niet definitief doen verdwijnen. Begrijpt u dat? Het is zo gemakkelijk om er altijd op die toon over te spreken, want in dit concreet geval moet ik natuurlijk zeggen dat het totaal laakbaar is, maar dat wij niet weten of dit terreurfeiten zijn. Wij weten alleen dat deze feiten gepleegd zijn door mensen die ooit van ver of dichtbij met terrorisme in aanraking zijn geweest. Er zitten tussen die daders heel veel mensen die een gewoon strafverleden van crimineel recht hebben, ook diegene die permanent als hoofdverdachte wordt aangeduid. De vraag is altijd in hoeverre zo iemand uit diepe overtuiging terrorist is. Is hij niet gewoon een crimineel van gewoon recht die daarmee aan de kost komt? Op dit moment hebben wij immers geen motief en weten wij niet waarom de feiten gepleegd zijn. Ook ik lees daarover echter allerlei zaken in de krant die niet terreurgerelateerd zijn.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u bent een beetje over uw spreektijd gegaan, dus ik zal de repliektijd van de twee sprekers verdubbelen, van 1 naar 2 minuten.
04.04 Katleen Bury (VB): Mijnheer de voorzitter, ik krijg erg weinig tijd en de minister krijgt zoveel tijd.
De voorzitter: Het is al gecorrigeerd, mevrouw.
04.05 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, uw antwoord was weer vaag. Het hallucinante deel is achterwege gelaten. Dat is maar best, want dan kunnen de mensen niet horen dat de probatievoorwaarden niet worden nageleefd, dat iemand gedurende 42 dagen wordt ontvoerd zonder dat iemand reageert. Dat zijn zaken die u gisteren zei en die u nu niet meer zegt.
Die bestraffing moet nog strenger. Er moet absoluut verder worden gewerkt aan het afnemen van de nationaliteit. Dat moet aan de agenda worden toegevoegd.
Ik ben al heel blij dat u werk wil maken van de terbeschikkingstelling en ik hoop dat dit echt zal gebeuren. Wij zullen alvast een wetgevend initiatief indienen om de straf op het lidmaatschap te verhogen tot tien à vijftien jaar. Een middenkaderpositie in zo'n gezelschap zouden wij graag verhoogd willen zien tot vijftien à twintig jaar. Het hele strafsysteem rond terreur dient te worden herbekeken.
De kans op recidivisme moet ernstig worden genomen. U zegt dat ze misschien ooit lid zijn geweest van zo'n organisatie, maar nu niet meer en dat ze het eigenlijk niet slecht bedoelen. Mijnheer de minister, jihadisten organiseren terrorisme vanuit een kwaadaardige overtuiging. Dat is niet zoals een crimineel die dat uit geldgewin doet. Zij hebben totaal andere drijfveren. Die denkbeelden van de jihadisten verdwijnen niet zomaar. Het is soms heel moeilijk om ze te rehabiliteren. In werkelijkheid radicaliseren ze in de gevangenis. Ook dat moet worden herbekeken.
Wij moeten dat vervangen door een ander beleid, zodat we er zeker van zijn dat wij veilig zijn als die mensen op de samenleving worden losgelaten. Ik hoop van harte dat daarvan over de partijgrenzen heen eindelijk snel en constructief werk kan worden gemaakt.
04.06 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor de antwoorden, waarvan ik er natuurlijk al een paar kende. Er zijn een aantal vragen die u vandaag echter ook niet hebt beantwoord. Als volksvertegenwoordigers moeten we hierop druk blijven uitoefenen en mogen we dit niet loslaten, aangezien we ook wel tools hebben om hieraan wetgevend te sleutelen. Als we nog niet genoeg hebben gedaan, moeten we meer doen. Zo eenvoudig is dat.
Het voorstel tot terbeschikkingstelling, de verplichte opvolging, niet enkel van terroristen, maar ook van seksueel delinquenten, ligt voor in deze Kamer. Laten we hieraan allemaal samen zo snel mogelijk verder werken en ervoor zorgen dat dit wordt goedgekeurd.
De regionalisering is toch ook interessant, hoewel u er niet op hebt geantwoord. In de commissie voor Justitie hebben reeds hoorzittingen plaatsgevonden over het nut van de straf. Dat loopt uiteen. Er zijn stellingen dat gevangenissen niet meer nodig zijn en dat problemen zichzelf oplossen. We hebben ze wel nodig. In dit geval is geen dag effectief opgelegd. Het heeft niet echt ontradend gewerkt. Een enkelband heeft niet echt geholpen.
Als we dan toch niet overeenkomen over hoe het dan wel moet en als adviezen verschillend zijn, is er maar één oplossing. Dat is de regionalisering. We proberen federaal te hervormen, maar eenvoudig is het niet. Ik hoop dat iedereen dat inziet en dat Justitie toch wat meer kan worden overgeheveld naar dat andere niveau. Dan kunnen we misschien elk volgens onze eigen visie onze stempel daarop drukken en kunnen we zorgen voor een sterke, kordate aanpak, zoals de Vlaming dat vraagt.
Het incident is gesloten.
05 Question de Nathalie Gilson à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Les poursuites judiciaires pour infraction aux mesures contre le coronavirus" (55000792P)
05 Vraag van Nathalie Gilson aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De gerechtelijke vervolging van inbreuken op de coronamaatregelen" (55000792P)
05.01 Nathalie Gilson (MR): Monsieur le ministre, dans une dépêche Belga de ce jour, la magistrate de presse s'est inquiétée du nombre conséquent de dossiers relatifs au traitement des violations des mesures de confinement décidées pour limiter la propagation du coronavirus, susceptibles d'augmenter le nombre de dossiers devant les tribunaux de police. Suivant les estimations actuelles, nous serions à 30 000 dossiers COVID-19 pour l'année, avec une augmentation de la charge de travail de l'ordre de 15 %.
Lors de la discussion de la loi portant des dispositions diverses COVID (II) en commission de la Justice, le Collège des procureurs généraux avait insisté et attiré l'attention des membres de la commission quant aux conséquences du retrait de l'ordre de paiement. Ce dernier aurait permis de résoudre de manière souple et modérée le non-paiement des procès-verbaux. Malheureusement, cette disposition, que mon groupe avait soutenue et qui était pourtant temporaire, a été retirée de la proposition de loi à la suite du vote négatif de certains partis.
Aujourd'hui, il me paraît indispensable de réserver une suite à tous ces procès-verbaux COVID-19. Par ailleurs, en cas d'une nouvelle vague de l'épidémie en septembre, dont parlent certains épidémiologistes, il ne faudrait pas qu'un sentiment d'impunité soit prégnant dans la population. Ce risque est réel et inquiétant.
Monsieur le ministre, comment les parquets, qui ont un pouvoir d'appréciation quant aux suites à donner aux procès-verbaux en cas de non-paiement des transactions pénales, gèrent-ils de manière générale les dossiers COVID-19? Des consignes ont-elles déjà été données? Des mesures sont-elles prises pour éventuellement augmenter la capacité de traitement des dossiers par les tribunaux de police pour faire face à cette augmentation de 15 % de leur charge de travail durant la prochaine année?
05.02 Koen Geens, ministre: Madame Gilson, vous étiez présente en commission au moment où celle-ci a préféré ne pas donner suite à notre amendement dont l'adoption aurait permis que l'ordre de paiement qui, pour l'instant, est appliqué aux infractions routières le soit également aux infractions coronavirus. Sans doute cette décision de la commission de la Justice et de votre Parlement produira-t-elle des effets en termes de charge de travail. Au demeurant, c'est la raison pour laquelle j'ai accepté que les litiges soient transférés du niveau correctionnel à celui de la police.
Tout d'abord, je crois savoir que le système Crossborder qui, à ce jour, a numérisé tout le processus des infractions routières aboutit à un paiement rapide et sans procédure judiciaire de 93 % des amendes. Ensuite, en raison même de cette numérisation, le nombre d'affaires que doivent traiter les tribunaux de police a baissé de 18 % entre 2017 et 2019 – soit 42 000 affaires de moins. De ce fait, ces tribunaux acquièrent une certaine marge pour les infractions coronavirus. Par ailleurs, depuis le début de la crise, le nombre d'infractions routières a diminué de 40 %.
Bref, selon moi, ces deux faits peuvent apporter un peu d'oxygène aux tribunaux de police, qui s'en trouveront ainsi soulagés et pourront traiter les infractions coronavirus en temps utile.
Quoi qu'il en soit, le défi est considérable. Le ministère public et le siège entretiennent des contacts permanents à l'échelle locale et au sein des collèges nationaux, dans la recherche de solutions adéquates susceptibles de relever ce défi.
05.03 Nathalie Gilson (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Je regrette effectivement qu'Ecolo, la N-VA et le sp.a aient voté contre cet ordre de paiement qui a fait ses preuves dans le système Crossborder et dans le système des infractions routières. Pour le MR, il est essentiel que les infractions aux règles de confinement qui ont donné lieu à des procès-verbaux soient suivies d'effets. On peut peut-être compter sur la bonne volonté des citoyens qui paieront certaines transactions, mais ce ne sera sans doute pas une majorité. Il faudra donc que le parquet poursuive les contrevenants en défaut de paiement.
Monsieur le ministre, je suis contente d'avoir entendu vos réponses, mais nous comptons sur vous pour que dans le respect de la séparation des pouvoirs exécutif et judiciaire, vous puissiez donner aux tribunaux les moyens de poursuivre ces infractions. N'oublions pas que c'est pour sauver des vies que ces règles de confinement ont été imposées!
L'incident est clos.
06 Vraag van Ellen Samyn aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De coronadankpremie en de regionalisering van de zorg" (55000794P)
06 Question de Ellen Samyn à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La prime promise au personnel soignant et la régionalisation des soins de santé" (55000794P)
06.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, niettegenstaande de belofte van uw collega, de heer De Croo, om een bonus te geven aan werknemers die in moeilijke omstandigheden aan het werk bleven, kwam die bonus er niet. De zwartepiet voor de premie van de zorgsector werd doorgeschoven naar de deelstaten.
Omdat de regering hierin blijkbaar geen verantwoordelijkheid wil nemen, willen verschillende sectoren nu zelf een premie of bonus aan hun personeel kunnen uitbetalen. De sectororganisatie van uitbaters van private ouderenvoorzieningen is momenteel in gesprek met de federale regering over een eenmalige dankpremie voor hun personeel, vrijgesteld van fiscale en sociale lasten, uiteraard zowel voor de werknemer als de werkgever. Uw collega, de minister van Financiën, zei het eind april reeds: indien bedrijven zouden vragen om een dergelijke premie uit de fiscaliteit te halen, zou de regering daartoe bereid zijn. Waarop wacht men dan nog?
Er is ook nog goed nieuws vandaag. Uw collega Koen Geens steunt het pleidooi voor een staatshervorming en het onderbrengen van de gezondheidszorg bij de Gemeenschappen, naar aanleiding van de mededelingen van mevrouw Cloet van Zorgnet-Icuro, de grootste zorgkoepel van het land. Ze stelt samen met ons vast dat het huidige systeem op is.
Mevrouw de minister, hoever staat het overleg om eenmalige dankpremies door sectoren of bedrijven van fiscale en sociale lasten te laten vrijstellen? Zal de regering ervoor zorgen dat al degenen die aan het werk bleven een zorgpremie of zorgbonus krijgen? Wanneer gaat de regering rond de tafel zitten met alle belanghebbenden over de volledige overheveling van de gezondheidszorg naar de Gemeenschappen?
06.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Samyn, met het idee van een zorgpremie – u noemt het een dankpremie – willen we onze waardering uitspreken voor de zorgverleners, die zich hard hebben ingezet en nog steeds bezig zijn met de verzorging van de coronapatiënten en nu ook alle andere patiënten die opnieuw behandeld worden. Dankzij hen werd een kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor onze mensen in België verzekerd.
Op het federale niveau was er inderdaad al een akkoord over, maar er is ook een afstemming met de regio's nodig. Die loopt nog altijd en u weet dat het hier snel, maar ook moeizaam kan verlopen. Dat laatste is nu het geval.
Er werd een overleg opgestart met de sociale partners van de federale gezondheidssector. Minister Muylle, minister Clarinval en ikzelf nemen daaraan deel. Op een eerste vergadering deze week werd duidelijk dat de sector nood heeft aan structurele maatregelen. Ik heb vandaag gelezen dat er in de Kamer een akkoord is over het Zorgpersoneelfonds en dat het eerstdaags in de bevoegde commissie zal worden besproken. Het gaat daarbij ook om meer handen aan het bed, meer zorgverleners en meer kansen om mensen op te leiden tot verpleeg- of zorgkundige.
Het is belangrijk om met de volgende stap, tijdens het sociaal overleg, samen met de sector te bekijken wat de behoeften zijn inzake loon- en arbeidsvoorwaarden voor het zorgpersoneel en hoe wij, zoals de vorige keer, opnieuw tot een nieuw sociaal akkoord voor de non-profitsector kunnen komen. Iedereen heeft zich ertoe geëngageerd om op een constructieve manier en in alle sereniteit daaraan te werken.
In het tweede deel van uw betoog bent u de ideologische toer opgegaan. Wij kennen uw riedeltje dat alles beter zal zijn als alles wordt overgeheveld. Ik kijk liever naar wat werkt en wat niet werkt. Een goede dienstverlening voor een aanvaardbare prijs in heel ons land en dezelfde kwaliteit van zorg voor alle patiënten in heel ons land zijn belangrijk. De besluitvorming op dat vlak moet snel kunnen gaan. Waar er schaalvoordelen zijn, moeten wij er gebruik van maken.
Op dat vlak heb ik dus geen taboes, ook niet dat bevoegdheden beide richtingen uit kunnen gaan, soms een herfederalisering, soms eerder een regionalisering. Als deze coronacrisis ons één ding heeft geleerd, dan is het dat wij sneller moeten kunnen schakelen. Dat dit met negen ministers geen sinecure is, kan ik u wel zeggen. Er moet ook een centrale coördinatie met single command kunnen zijn. Er is dus een betere afstemming nodig tussen meer preventie en een goed gezondheidszorgbeleid. Ook dat hebben we geleerd en dat heeft zijn prijs gehad.
U wilt over een dergelijk ernstig vraagstuk hier op een tijdsbestek van twee minuten in het vragenuurtje beslissen. Daar pas ik voor. Ik wil het debat aangaan na deze coronacrisis. Ik zal zeker niet zwijgen. Ik heb al een boekje volgeschreven met uitleg over wat er beter kan. Ik denk echter dat wij nu andere prioriteiten hebben.
De voorzitter: Mevrouw Samyn, u hebt een dubbele repliektijd. Regering en Parlement moeten in evenwicht zijn.
06.03 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, het doet mij plezier dat u ervan op de hoogte bent dat wij sowieso voorstander zijn van de splitsing van de sociale zekerheid en daar altijd voor zullen blijven staan.
Voor Vlaams Belang verdient iedereen die aan het werk is gebleven een dankpremie, dus niet alleen in de zorgsector, maar ook de buschauffeurs, de havenarbeiders en de mensen in de logistieke sector; zij hebben zich in deze uitzonderlijke en moeilijke omstandigheden uit de naad gewerkt. De coronahelden zijn niet gebaat met loze beloften. Eventuele maatregelen mogen niet in de schoenen van de bedrijven worden geschoven.
Uiteraard wordt de zwartepiet ook nog eens doorgeschoven naar de deelstaten. Ik had niet anders verwacht.
Wij blijven herhalen – u kaartte het zelf ook even aan – dat er structurele oplossingen moeten komen voor de zorgsector: loon naar werken, investeringen in opleidingen en meer handen aan het bed.
Mevrouw de minister, de regering blunderde de afgelopen maanden op veel vlakken. U geeft zelf toe dat er heel veel lessen kunnen worden getrokken. Een eerste les is alvast dat de zorg volledig moet worden overgeheveld naar de deelstaten als homogeen bevoegdheidspakket. De financiering moet dezelfde weg volgen.
U en uw partij hebben twee opties. U kunt mee zorgen voor de splitsing van de gezondheidszorg. Een andere mogelijkheid is dat u blijft dienen als handpop van de Franstaligen, waardoor u uiteindelijk – wellicht ongewild – mee zorgt voor de splitsing van dit land. Daar zal ik alvast niet rouwig om zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Als de minister aan het woord blijft, zorg ik ervoor dat het voor het Parlement evenwichtig blijft en dat het Parlement minstens zoveel spreektijd heeft als de regering. Het blijft altijd zeer moeilijk, mevrouw Kitir. Daar ben ik het over eens. De moeilijkheden beginnen wanneer sommigen de spreektijd overschrijden.
07 Question de Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les tests et le traçage dans le cadre de la lutte contre le COVID-19" (55000791P)
07 Vraag van Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De tests en het contactonderzoek in de strijd tegen COVID-19" (55000791P)
Mme Fonck avait adressé sa question à Mme Wilmès, qui l'a transférée à M. De Backer.
Madame Fonck, vous m'avez fait savoir que vous n'étiez pas convaincue par l'argumentation. Néanmoins, c'est le gouvernement qui décide.
07.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, j'avais effectivement adressé cette question à la première ministre. Je déplore qu'elle ait refusé et qu'elle se soit ainsi dédouanée de ses pleines et entières responsabilités. En effet, le Conseil national de sécurité d'hier a décidé d'un déconfinement large, ce qui va inévitablement mener à un brassage beaucoup plus important des citoyens. Dans ce puzzle de décisions, une pièce majeure est encore et toujours manquante pour éviter un rebond de COVID-19.
La bonne recette doit tenir dans un testing rapide, avec des résultats PCR dans les 24 heures. Le test doit être élargi aux personnes asymptomatiques mais également aux personnes suscitant le moindre doute. La bonne recette tient également dans une sérologie, pour assurer le diagnostic de rattrapage. La bonne recette tient, encore, et enfin, dans un tracing efficace et manuel, complété par un tracing digital parce qu'on n'a pas d'autre choix. Tous ces points posent aujourd'hui problème. Les résultats arrivent, dans certains cas, bien trop tard, trois, quatre, parfois cinq jours après. Le test ne peut toujours pas être appliqué aux personnes asymptomatiques. Le tracing manuel est bien trop faible. En témoignent les modalités utilisées, le peu d'appels et le peu de rattrapages de porteurs de COVID-19. Il n'y a toujours pas de tracing digital; celui-ci s'impose pourtant avec les décisions du CNS d'hier. L'ouverture de l'horeca, des cinémas, mais aussi des frontières, et donc la reprise du tourisme à l'échelle européenne, nécessitent un tracing à une autre mesure.
Dans son avis, le Conseil d'État tacle les propositions de loi sur le volet de la répartition des compétences. J'avais moi-même déposé une série d'amendements. En effet, toute une série de points posent problème quant au respect de la vie privée. Il était possible de faire autrement et bien plus efficacement.
Depuis deux semaines, beaucoup de déclarations sont faites. Les actes manquent et l'efficacité n'est pas au rendez-vous; les conséquences en cas de rebond seraient catastrophiques.
Monsieur le ministre, quand pourra-t-on effectivement tester les personnes asymptomatiques? Quand le résultat des tests PCR sera-t-il garanti en 24 heures? Quand aura-t-on des directives de tracing manuel élargies? Quand déploiera-t-on enfin un tracing digital? Quand un cadre législatif via un accord de coopération sera-t-il réalisé?
07.02 Philippe De Backer, ministre: Madame Fonck, je vous remercie pour ces différentes questions.
Vous avez tout à fait raison: la stratégie du tracing et du testing est essentielle pendant un déconfinement. Vous avez aussi mentionné l'avis du Conseil d'État qui précise que cette stratégie relève des compétences des Régions. Je le cite: "Les Communautés sont cependant compétentes pour le dépistage et la lutte contre les maladies contagieuses et sociales en tant que composantes de leurs compétences en matière de médecine préventive."
Néanmoins, le gouvernement fédéral a toujours essayé de soutenir cet effort important pendant ce déconfinement. Nous nous sommes réunis samedi dernier pour décider de la manière de créer un cadre légal. Les Régions ont, quant à elles, élaboré un accord de coopération dont la mise en place a débuté. J'insiste pour que cela avance le plus vite possible car le Conseil d'État a clairement indiqué que le gouvernement fédéral n'était pas compétent en la matière. C'est également l'avis de l'Autorité de protection des données.
Entre-temps, au gouvernement fédéral, nous avons continué à soutenir les efforts des différentes Régions. Par exemple, dans la stratégie de testing, nous avons augmenté les capacités. Samedi, nous avons également eu une réunion avec tous les ministres-présidents et tous les ministres de la Santé pour élargir ce critère du testing aux contacts asymptomatiques. Ce pas me semble essentiel. Ce soir, j'espère qu'en CIM avec les ministres compétents, nous allons pouvoir valider la mise en œuvre de cette stratégie qui inclut aussi un deuxième test de sérologie qui nous permettra de faire un rattrapage, si nécessaire.
Par ailleurs, le système de tracing est mis en œuvre par les Régions. Là aussi, le gouvernement fédéral a apporté son soutien, par exemple dans la gestion de la banque de données ou par la mise à disposition de la plate-forme eHealth. Ensemble, avec le Comité interfédéral qui a été créé, nous allons faire de ce testing et de ce tracing un succès pendant le déconfinement.
07.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je voulais adresser cette question à la première ministre.
Pendant tous ces mois, il a manqué d'anticipation et de rapidité de réaction. Et si un dispositif solide de testing, de tracing, d'isolement des porteurs avait été mis en place dès mars dernier, on aurait sans doute pu se passer d'un confinement collectif et long comme on l'a vécu.
Le pire, c'est qu'aujourd'hui, trois mois plus tard, on manque toujours d'anticipation et de rapidité de réaction. Ce que vous annoncez aujourd'hui, cela fait des semaines qu'on en parle. Cela fait des semaines que cela devrait être efficace, effectif et opérationnel. Aujourd'hui, plus aucune excuse ne tient la route. Vous renvoyez aux Régions. Les Régions vous montrent du doigt. Bref, chacun d'entre vous est compétent et responsable.
Aujourd'hui, il s'agit d'avoir une stratégie qui soit digne de ce nom pour éviter un rebond. Il s'agit d'être efficace. Ce n'est toujours pas le cas et ce n'est encore et toujours pas acceptable.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Daarmee zijn we aan het einde van de mondelinge vragen.
Vous avez reçu un projet d'ordre du jour
modifié pour la séance d'aujourd'hui.
U hebt een gewijzigde ontwerpagenda voor de
vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
Projets de loi et propositions
09 Proposition de résolution relative à la participation d'Infrabel et de la SNCB à la réalisation d'un réseau de pistes cyclables rapides (944/1-8)
09 Voorstel van resolutie betreffende de medewerking van Infrabel en NMBS bij de realisatie van een netwerk van fietssnelwegen (944/1-8)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Tomas Roggeman,
Yoleen Van Camp, Marianne Verhaert, Joris Vandenbroucke, Bert Wollants, Jef
Van den Bergh.
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (944/8)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (944/8)
Notre rapporteur, Laurence Zanchetta, renvoie au rapport écrit.
09.01 Tomas Roggeman (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, de fiets en de trein zouden elkaars grootste bondgenoot moeten zijn als instrumenten van een duurzame mobiliteit, in de strijd voor een betere luchtkwaliteit, tegen de files en voor een veiliger verkeer. Spijtig genoeg is dat niet altijd het geval.
De Gewesten hebben sinds enige jaren ambitieuze projecten lopen op vlak van fietsinfrastructuur. In Vlaanderen zijn er de fietssnelwegen, waarvan ongeveer de helft aangelegd is. In Wallonië wordt gebouwd aan de versterking van het netwerk van RAVeL en pré-RAVeL. Veel van de voorziene fietspaden worden gepland langs spoorwegen of op voormalige spoorwegbeddingen. Dat is het geval voor naar schatting zevenhonderd kilometer van de nog duizend kilometer aan te leggen fietssnelweg die de Vlaamse provincies en lokale overheden samen willen aanleggen.
Voor de voltooiing van die nieuwe, grootschalige fietsnetwerken is de medewerking van Infrabel en NMBS als grondbezitters daarom onontbeerlijk. Daar durft het schoentje al eens te knellen. Beide spoorbedrijven grijpen deze projecten graag aan als hefboom voor hun eigen strategische of commerciële doelen. Het is niet ongezien dat maatschappelijk waardevolle fietsprojecten afgeblokt worden omdat ze geen direct particulier belang opleveren voor deze spoorbedrijven of omdat er buitensporige eisen tegenover geplaatst worden, die de realisatie van een nieuwe fietsverbinding sterk bemoeilijken of in de praktijk zelfs onmogelijk maken.
In Oudegem, bijvoorbeeld, weigerde Infrabel haar instemming met een tijdelijk bezettingscontract voor drie kilometer fietssnelweg, tenzij dat gecompenseerd werd door de sluiting van maar liefst drie overwegen in één enkel dorp. In Herentals dreigde de NMBS ermee een bestaand fietspad buiten werking te stellen, tenzij de gemeente de gronden zou overkopen.
Lokale overheden gelegen langs aan te leggen trajecten zullen die problematiek herkennen. De adviezen die we op dit voorstel mochten ontvangen vanwege verschillende provinciebesturen, aan weerskanten van de taalgrens, bevestigen dat de opstelling van beide spoorbedrijven regelmatig een hindernis oplevert die een vlotte aanleg van nieuwe fietsverbindingen in de weg staat. De eigen particuliere doelstellingen van beide spoorwegbedrijven, zoals de afbouw van gelijkgrondse overwegen, zijn op zichzelf vaak legitiem. Wanneer zulke projecten echter gekoppeld worden aan fietsprojecten groeien die meer dan eens uit tot een nodeloos struikelblok. Op die manier komen trein en fiets te vaak met elkaar in botsing. Dat is betreurenswaardig.
Het opzet van dit voorstel van resolutie is precies om dit te corrigeren. NMBS en Infrabel zijn belangrijke publieke grondeigenaars, die overheidseigendom beheren voor het openbaar nut en met het oog op de realisatie van de modal shift. Dit voorstel wijst beide overheidsbedrijven op hun grote verantwoordelijkheid bij de realisatie van duurzame vervoersmodi in het algemeen, ook wanneer ze die zelf niet beheren. Daarom dringt dit voorstel bij NMBS en Infrabel aan op een constructieve samenwerking met andere overheden ten voordele van de fietssnelwegen, van RAVeL en pré-RAVeL, inclusief de welwillende terbeschikkingstelling van de gronden die daarvoor nodig zijn.
De resolutie vraagt dat die gronden bij voorkeur ter beschikking worden gesteld door de vestiging van een zakelijk recht of door een bezettings- of gebruiksovereenkomst waarbij een financiële compensatie mag worden aangerekend voor de administratieve verwerking, maar niet voor de terbeschikkingstelling van de gronden zelf, en dat bovendien naar aanleiding van het bouwen van de fietssnelwegen geen voorwaarden worden opgelegd die kaderen in andere projecten die niets te maken hebben met de fiets.
Ik benadruk dat het niet de intentie is om afbreuk te doen aan de spoorwegbedrijven of hun belangen. Wel zien wij graag dat een constructieve opstelling van de overheidsbedrijven bij de realisatie van fietssnelwegen niet enkel in woorden, maar ook in daden vertolkt wordt. Op die manier betekent een goedkeuring van deze resolutie een doorstart in de bouw van de fietssnelwegen in Vlaanderen en in Brussel, en van de RAVeLs in Wallonië, ten bate van de burgers, van het leefmilieu en van een veilige mobiliteit.
Dan rest mij nog om de collega's van de commissie voor Mobiliteit nadrukkelijk te bedanken voor de goede samenwerking. De debatten waren soms uitvoerig, maar steeds constructief. Het doet mij plezier dat wij in de commissie tot een consensus en unanimiteit konden komen, want dat maakt dit signaal des te sterker.
09.02 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, gezien het uitgebreide betoog van collega Roggeman kan ik het behoorlijk kort houden.
Ik wil nog eens de klemtoon leggen op de noodzaak om snel fietsinfrastructuur aan te leggen. De heer Roggeman verwees al naar de inspanningen die de provincies de voorbije jaren hebben gedaan op het vlak van fietssnelwegen of fietsostrades, zoals zij in Antwerpen worden genoemd. Dat levert ook resultaten op: de afgelopen vijf jaar is het fietsverkeer – het gaat dan vooral over functioneel fietsverkeer, wat niet onbelangrijk is in ons mobiliteitsbeleid, omdat dit de filedruk kan verminderen – met liefst 30 % gestegen en dat is voor een heel groot stuk te danken aan de realisatie van de fietssnelwegen.
Dat netwerk is uiteraard niet af. De heer Roggeman verwees er al naar. Het vereist verdere inspanningen en realisaties. De fietsostrades en ook de jaagpaden langs de kanalen beginnen overvol te geraken. De coronacrisis heeft daar nog een schep bovenop gedaan en een extra stimulans gevormd om de fiets te gebruiken, bijvoorbeeld voor woon-werkverplaatsingen.
Een snellere realisatie, in goede samenwerking met bijvoorbeeld de NMBS en Infrabel, zijn daarvoor van cruciaal belang. In die zin kan de resolutie, die straks hopelijk ook unaniem in de plenaire vergadering wordt goedgekeurd, een bijdrage leveren tot het creëren van extra ruimte voor de fietser, waardoor de druk op onze wegen wat kan verminderen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.
Er werden geen amendenten ingediend of heringediend.
Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.
10 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone relatif aux compétences des communautés et de l'État fédéral en matière du régime Tax Shelter pour les oeuvres audiovisuelles et les oeuvres scéniques et à l'échange d'informations, fait à Bruxelles le 19 mars 2020 (1115/1-3)
10 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenschappen en de Federale Staat inzake het Tax Shelter stelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken en tot informatie-uitwisseling, gedaan te Brussel op 19 maart 2020 (1115/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
10.01 Benoît Piedboeuf, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie au rapport écrit.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1115/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1115/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
11 Projet de loi visant à adapter divers codes fiscaux à la loi du 5 mai 2019 portant des dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes, et modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie et le Code pénal social (1147/1-3)
11 Wetsontwerp tot aanpassing van verscheidene belastingwetboeken aan de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek (1147/1-3)
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1147/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1147/3)
Le projet de loi compte 13 articles.
Het wetsontwerp telt 13 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Projet de loi portant poursuite de la modernisation de l'enregistrement des baux (1221/1-3)
12 Wetsontwerp houdende verdere modernisering van de registratie van de huurovereenkomsten (1221/1-3)
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1221/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1221/3)
Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale en vue d'indemniser l'utilisation de speed pedelecs (912/1-4)
- Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale en ce qui concerne l'indemnité vélo pour des speed pedelecs (332/1-4)
13 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt met het oog op het vergoeden van het gebruik van speedpedelecs (912/1-4)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wat de fietsvergoeding voor speedpedelecs betreft (332/1-4)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 912: Jessika
Soors, Cécile Thibaut, Kim Buyst, Sarah Schlitz, Stefaan Van Hecke, Julie
Chanson, Tinne Van der Straeten, Anja Vanrobaeys, Joris Vandenbroucke, Kris
Verduyckt
- 332: Anja
Vanrobaeys, Joris Vandenbroucke, Kris Verduyckt.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Éric Thiébaut, rapporteur, se réfère à son rapport écrit.
Ik geef eerst, in volgorde van de fracties, het woord aan collega Van den Bergh.
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik wil even bij onderhavig wetsvoorstel stilstaan, omdat het een dossier betreft dat ik al meer dan vijf jaar volg. Met minister Van Overtveldt werd hier in 2017 een regeling uitgewerkt waardoor werknemers die recht hebben op een fietsvergoeding, die ook ontvangen als ze een speedpedelec voor woon-werkverkeer gebruiken. Dat betekende evenwel niet automatisch dat ook de federale ambtenaren of de leden van de federale politie in aanmerking kwamen voor die fietsvergoeding. Daarvoor moest de wetgeving met betrekking tot het ambtenarenstatuut aangepast worden.
Die aanpassing werd vele keren naar aanleiding van mondelinge vragen toegezegd door de ministers die op het departement Ambtenarenzaken de revue zijn gepasseerd. Alleen was het aspect van de fietsvergoeding vervat in een ruimere herziening van het ambtenarenstatuut en daarover werd in het Comité B geen consensus gevonden, terwijl de regering eind 2018 in lopende zaken ging. Om die reden is de regeling nooit rond geraakt, tot mijn frustratie en die van veel federale werknemers.
We hebben vervolgens een resolutie voorbereid om de vraag dat de fietsvergoeding ook zou gelden voor werknemers die met een speedpedelec rijden, vanuit het Parlement kracht bij te zetten. We werkten hiervoor met een resolutie, omdat we dachten dat een wetsvoorstel geen correcte piste zou zijn. Nu ligt hier echter wel een wetsvoorstel ter bespreking om dat te realiseren en als dat lukt, dan is het voor ons een zeer goede zaak.
In de commissie hebben we echter gediscussieerd over de vraag of de voorgelegde tekst wel het geschikte instrument is. Dat kan een semantische discussie lijken, maar ik verwijs naar artikel 107 van de Grondwet, dat bepaalt dat de Koning de ambtenaren benoemt. Bij afleiding regelt hij ook het bestuur en de organisatie, wat betekent dat het statuut van de ambtenaren met de loon- en arbeidsvoorwaarden daar onlosmakelijk deel van uitmaakt. Dat geldt dus ook voor de fietsvergoeding. Het gaat op zijn minst in tegen alle gebruiken van het Belgisch administratief recht om een dergelijke vergoeding via een wetsvoorstel te regelen.
Wel geldt natuurlijk ook het principe dat de wetgever de volheid van bevoegdheid heeft en dus alles mag doen wat de Grondwet hem niet expliciet verbiedt. In die zin kan het Parlement natuurlijk wel dat recht uitoefenen en via dit wetsvoorstel toch tot deze regeling komen.
Het is wellicht niet de meest gewone manier om tot het doel te komen, maar het doel op zich kunnen wij wel steunen. Vandaar dat wij dit wetsvoorstel straks zullen goedkeuren
Ik wil hierbij toch opmerken dat voor deze maatregel het sociaal overleg – want dergelijke zaken moeten normaal in het Comité B besproken worden – gepasseerd wordt. Nu, voor deze maatregel zou dat sociaal overleg ongetwijfeld weinig problemen opleveren. Dus dat kan wel. Maar ook dat is een precedent.
Alles voor de goede zaak, zullen wij maar denken, dus wij zullen dit wetsvoorstel straks steunen. Daardoor zal eindelijk het recht op een fietsvergoeding voor ambtenaren en leden van de federale politie geregeld zijn. Dat is een goede zaak.
13.02 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik pik in waar collega Van den Bergh gebleven is. Dit wetsvoorstel brengt eindelijk een oplossing waar lang op gewacht is. Dat merk ik ook in de vele reacties die ik intussen gekregen heb van ambtenaren die zeer tevreden zijn dat deze oplossing voor hen er nu komt.
Wij weten dat de fietsvergoedingen steeds toenemen in populariteit. Wij weten dat er vraag was naar een vergoeding voor speedpedelecs omdat mensen daarmee een grotere afstand tussen de woonplaats en het werk kunnen overbruggen. Wij weten ook dat de fiets sinds de crisis herontdekt en gewaardeerd wordt.
Wij zijn dus zeer blij met de oplossing die er nu eindelijk is. Wij zijn ook blij dat wij op unanieme steun hebben kunnen rekenen voor dit wetsvoorstel, ondanks de discussie over de manier waarop.
Wij zijn ook blij met de timing. Op het moment dat mensen er zelf voor kiezen om vaker de fiets te gebruiken en het er in de exitperiode op aankomt dat mensen zich zo gezond mogelijk verplaatsen, toont het Parlement dat het daaraan tegemoetkomt en dat op elke mogelijke manier aanmoedigt. Voor mij maakt het wetsvoorstel daarvan deel uit. Ik ben heel tevreden dat het hier voorligt en dat het vandaag zal worden goedgekeurd.
De voorzitter: Dat zal zo dadelijk blijken.
13.03 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, zoals mevrouw Soors aangeeft, is het geen nieuw gegeven. Onze partij heeft in 2019 zelf een wetsvoorstel ingediend. Omwille van de overeenkomst met de verkeerswetgeving hebben wij ons echter uiteindelijk bij het voorstel van Groen aangesloten.
Het gaat om een gezond en een duurzaam voorstel. Het is ook een logisch voorstel, want het schikt zich in de verkeerswetgeving of in de wetgeving rond de fietsvergoedingen die in het verleden al is goedgekeurd door de Gewesten. Er is verwezen naar Vlaanderen. Vlaamse ambtenaren kunnen al sinds 2019 van de vergoeding genieten. Het is dus een goede zaak.
Het voorstel past ook in een beleid van betere mobiliteit voor ons land. Daarnet lag hier nog het voorstel over de fietssnelwegen voor. Een aantal zaken verandert stilaan in ons land, ook onze kijk op fietsen. Speedpedelecs maken dat mogelijk. Zij halen geen mensen uit het verkeer die rond de kerktoren fietsen. Zij halen straks wel ambtenaren en politieagenten uit het verkeer die een iets grotere afstand afleggen. Het gaat bijvoorbeeld om een politieagent die van Lommel naar Mol fietst en dus een verdere afstand aflegt, maar op die manier de mogelijkheid geboden krijgt, wat een goede zaak is.
Mevrouw Soors heeft ook verwezen naar de mogelijke juridische moeilijkheden. Ik heb vooral gezien dat alle adviezen uiteindelijk positief waren, behalve de vragen die waren gesteld. Ik vrees dan ook niet dat er uit om het even welke hoek bezwaar zal zijn tegen het feit dat wij meer dan 60.000 werknemers de kans geven om in de toekomst vergoed te worden omdat zij met de speedpedelec naar het werk komen.
Als een voorstel goed, logisch, gezond en duurzaam is, dan kan het op onze steun rekenen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (912/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (912/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant l’arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale en vue d’indemniser l’utilisation de speed pedelecs".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt met het oog op het vergoeden van het gebruik van speed pedelecs".
La proposition de loi compte 4 articles.
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de loi modifiant l’arrêté royal du 11 octobre 1991 en vue de permettre le report après le congé postnatal des périodes de chômage temporaire liées au COVID-19 survenues durant le congé prénatal (1231/1-9)
14 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 om periodes van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het COVID-19 die plaatsvinden tijdens het prenataal verlof te kunnen overdragen tot na het postnataal verlof (1231/1-9)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Marie-Colline
Leroy, Evita Willaert, Ludivine Dedonder, Florence Reuter, Nahima Lanjri, Anja
Vanrobaeys, Sarah Schlitz, Barbara Creemers, Laurence Hennuy, Kim Buyst.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Sophie Thémont, rapporteur, se réfère au rapport écrit.
14.01 Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, onze fractie wilde onderhavig voorstel in zijn oorspronkelijke vorm, dat ertoe strekte om de periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of om economische redenen tijdens het prenataal verlof met arbeidsperiodes gelijk te stellen, steunen. Het betrof immers duidelijk een coronagerelateerde, in de tijd beperkte maatregel van 1 maart tot 30 juni. Tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor arbeiders werd wel al gelijkgesteld met gewerkte dagen, maar voor bedienden nog niet. Wij vonden dat de verschillende behandeling van arbeiders en bedienden in de huidige omstandigheden onlogisch en onuitlegbaar was. Voorts werd de kans op misbruik heel beperkt, omdat de tijdelijke werkloosheid er bijna altijd komt door externe factoren, dus buiten de wil van de werkgever en de werknemer om.
Tijdens de commissievergadering heeft men amendementen ingediend om het wetsvoorstel uit te breiden naar arbeidsongeschiktheid in de prenatale periode. Bovendien heeft men er een structureel voorstel van gemaakt door de tijdslimiet weg te halen.
Dat maakt dat het fundamenteel een heel ander voorstel is geworden, dat ook niet meer COVID-19-gerelateerd is. Men heeft er een structurele maatregel van gemaakt. Het voorstel kunnen wij niet meer steunen, niet alleen omdat het een structurele maatregel wordt, maar ook omdat de dagen van arbeidsongeschiktheid zijn toegevoegd.
Wij vrezen net zoals het Rekenhof trouwens dat de voorgestelde maatregelen tot een substantiële stijging van het ziekteverzuim in die periode leiden. Prenataal verlof is bedoeld voor de zwangere werknemer die niet meer kan werken. De verleiding is groot voor zowel werkgever als werknemer dat er gekozen wordt voor ziekteverlof en dat die dagen vervolgens worden toegevoegd aan het postnataal verlof, met dus meer ziekteverzuim tot gevolg tijdens de prenatale fase van een werknemer.
Bovendien is het moederschapsverlof slechts een van de stelsels waarop ouders een beroep kunnen doen. Er zijn, terecht, veel meer stelsels. Wij zijn voor een COVID-19-gerelateerde uitbreiding van de maatregel, maar we moeten zeer voorzichtig zijn met een structurele uitbreiding, zeker gelet op de sterk oplopende budgettaire tekorten in de sociale zekerheid door de COVID-19-crisis. Dat is jammer genoeg de realiteit.
Als wij naar maatregelen gaan die de kosten structureel zullen opdrijven, ook na de COVID-19-periode, zouden we dit best koppelen aan voorstellen die nadenken over hoe wij onze sociale zekerheid in de toekomst financieel duurzaam kunnen houden.
Ik heb nog een technische opmerking van onze kant. Dit voorstel heeft een retroactieve werking, vanaf 1 maart. Door arbeidsongeschiktheid daaraan toe te voegen, zou dit betekenen dat werkgevers retroactief nog een gewaarborgd loon zouden moeten betalen voor werkneemsters wier arbeidsongeschiktheid al was omgezet in moederschapsverlof. Dat kan administratieve overlast en onvoorziene kosten voor de werkgevers met zich meebrengen. Dat is niet de hoofdreden om tegen dit voorstel te stemmen, maar het is wel een bijkomende technische reden.
Het is niet de eerste keer dat iets dat in COVID-19-context hier de hoogdringendheid verkrijgt en inhoudelijk daaraan wordt opgehangen, met een aantal amendementen, zowel inhoudelijk als qua periode, helemaal wordt gewijzigd in een structurele maatregel die niet meer COVID-19-gerelateerd is en die ook veel verstrekkendere gevolgen heeft. Wij zien dat keer op keer gebeuren in de commissie voor Sociale Zaken en ik betreur dat. Ik vond dit een heel goed voorstel, dat we hadden willen steunen, maar met deze oneigenlijke ingrepen zullen wij jammer genoeg tegen moeten stemmen
14.02 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, in ons land hebben moeders recht op vijftien weken moederschapsrust. Zij zijn verplicht om daarvan een week op te nemen vóór de uitgerekende datum en hebben dan veertien weken postnataal verlof.
Als zij de pech hebben om in de laatste zes weken voor de bevalling ziek of werkloos te worden of in werkverwijdering verkeren omwille van veiligheidsredenen op het werk, dan worden die weken als het ware afgesnoept van dat postnataal verlof. Dat is een absurde, onlogische regeling, die bovendien kind- en vrouwonvriendelijk is.
Het gevolg van die regeling is dat baby's van negen weken oud naar de crèche gestuurd moeten worden of dat er zelfs een andere oplossing moet worden gezocht door de ouders. Sommige crèches willen namelijk niet eens zulke kleine zuigelingen aanvaarden. Dit zijn zeer jonge zuigelingen of 'platte baby's', die nog niet kunnen rechtzitten en vooral nog nood hebben aan hun mama en melk, idealiter borstvoeding. In heel wat crèches zijn baby'tjes pas welkom na drie maanden.
Een ander gevolg daarvan is dat mama's soms ziek blijven rondlopen, met alle gevolgen van dien, zoals het risico van vroeggeboorte. Een vrouw getuigde dat ze al enkele weken rondliep met een ziektebriefje dat ze nog niet had ingediend omdat ze niet wilde dat de tijd die ze zou doorbrengen met haar kind nadien korter was. Ze vroeg mij of ze eindelijk mocht stoppen zo ellendig rond te lopen en of ze eindelijk het ziektebriefje kon gebruiken.
Er is in België duidelijk een verschil in behandeling tussen mama's die pech hebben en andere mama's die die pech niet hebben en wier zwangerschap vlekkeloos verloopt. Voor Ecolo-Groen hebben alle mama's recht op die vijftien weken samen met hun baby. Ook met die vijftien weken bengelt België al helemaal onderaan in Europa. De meeste landen bieden mama's twintig tot vierendertig weken aan. Oost-Europa is daarin guller dan West-Europa, dat klopt. Ook in vergelijking met de andere West-Europese landen bengelt België helemaal onder aan de staart.
Eigenlijk was er al wat parlementair werk verricht rond een dergelijk voorstel. Wij hadden dit voorstel in de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen een tijd terug, vóór de coronacrisis uitbrak, als prioriteit in behandeling gebracht. Andere partijen hadden ook al voorstellen ingediend, ook in de vorige legislatuur. Door de coronacrisis is dit eindelijk in een stroomversnelling gekomen. De crisis heeft de diepe onrechtvaardigheid in de moederschapsregeling extra hard blootgelegd. Mama's die tijdelijk werkloos werden door corona begonnen ons ook massaal te contacteren om te vragen of ze die weken nu kwijt zouden zijn.
Ik zou dat dus niet "misbruik maken van" noemen, maar de kans grijpen om iets in orde te brengen dat al geregeld had kunnen worden, maar vooral had moeten zijn.
Collega's, dit is iets dat mij diep raakt, als politica en als mama. Ik heb dat ook gevoeld in de commissie voor Sociale Zaken bij andere collega's, bij andere vrouwen, maar ook bij jonge papa's. Dat was een mooi moment om mee te maken in de commissie. In de weg die wij de voorbije weken aflegden, ben ik ook heel erg ontroerd geworden door de vele berichten van mama's hierover, gaande van een grote opluchting tot tranen in de ogen.
Er ligt natuurlijk nog veel werk op de plank. Wij moeten dit ook regelen voor zelfstandige mama's, want zij worden ook met zo'n regeling geconfronteerd. Er ligt werk op de plank om ook papa's meer tijd te geven om door te brengen met hun pasgeboren baby, om het vaderschapsverlof te verlengen en ook automatisch toe te kennen. Wij moeten ook incentives geven om ervoor te zorgen dat meer mannen het ouderschapsverlof opnemen.
Dit maakt nu echt een verschil. Ik wil alle collega's bedanken die hier mee hun schouders onder hebben gezet.
14.03 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le président, aujourd'hui, c'est un grand jour, une grande avancée pour les femmes, pour toutes les futures mamans.
Nous avons l'occasion de réparer une injustice, une discrimination dont elles ont été les victimes toutes ces années. Ces mamans avaient la malchance de tomber malade durant les semaines précédant leur accouchement, au moment même où l'on doit être sereine, joyeuse, où l'on termine les derniers préparatifs en attendant la venue d'un bébé. Ces mamans se voyaient raboter leur congé postnatal, pénalisées doublement pour un accident ou une maladie qu'elles n'avaient pas choisis, sanctionnées pour des circonstances indépendantes de leur volonté. Elles étaient contraintes de devoir se séparer plus rapidement de leur enfant, de rompre ce lien primordial dans la relation mère-enfant, de devoir prématurément stopper un allaitement, de trouver une solution plus rapide pour garder leur bébé. Elles étaient obligées de reprendre le travail dans des conditions difficiles, sans avoir pu profiter pleinement de leur enfant, stressées fatiguées par des nuits trop courtes, avec le risque avéré de rechute, de surmenage, de burn out.
Ce texte pour corriger cette injustice, le groupe PS l'avait déposé en début de législature également. Entre-temps, la crise du COVID-19 est passée par là, ajoutant à la liste des mamans discriminées, celles ayant été mises au chômage temporaire, elles aussi voyant leur congé de maternité réduit. Avec mes collègues d'Ecolo-Groen, nous avons remis avec insistance le dossier sur la table des discussions pour réparer cette iniquité. En ces moments particulièrement douloureux, les futures mères devaient être soutenues. Mais pas seulement, car une injustice se doit d'être corrigée, qu'on soit victime du coronavirus ou de toute autre maladie ou accident.
Voorzitter: André Flahaut, ondervoorzitter.
Président:
André Flahaut, vice-président.
J'ai pu déposer, au nom du groupe PS, des amendements au texte de loi initial, pour n'oublier personne! Je pense particulièrement à nos héroïnes de la crise: celles qu'on applaudit à 20 h 00, celles qui nous soignent, celles qui gardent nos enfants, celles qui les éduquent, celles qui ont continué à assurer les services essentiels durant cette crise. Un jour, quand elles auront le désir de devenir des mères, elles seront écartées pour leur santé ou celle de leur enfant à naître. Ce sont ces infirmières, aides-soignantes, puéricultrices, institutrices, personnel d'entretien dans des milieux à risques, et tant d'autres encore, sans lesquelles nous serions peu de choses.
Ce sont aussi ces femmes, dont les salaires sont injustement bas, et dont on reconnaît pourtant le rôle indispensable dans le fonctionnement de notre société. Elles non plus ne choisissent pas d'être mises en écartement le jour venu. Elles aussi ont droit à un congé de maternité plein et garanti. Leurs enfants ont tout autant besoin de leur maman.
C'est donc une proposition assez complète qui vous est soumise au vote final aujourd'hui. C'est un moment important et tellement attendu par toutes les femmes. Qui peut prédire l'avenir et les situations que l'on sera amené à vivre?
Ces quinze semaines de repos de maternité, ce doit être un droit pour toutes les femmes, et notre devoir, à nous, parlementaires, est de le garantir. Je vous remercie.
14.04 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de voorzitter, in het oorspronkelijke voorstel kon de prenatale rust van zwangere werkneemsters die door COVID-19 op tijdelijke werkloosheid vallen, naar de postnatale rust worden overgeheveld. Door amendering wordt die regeling nu opengetrokken naar alle zwangere werkneemsters die wegens een ziekte of een ongeval, niet zwangerschapsgerelateerd, hun zes weken prenatale rust verliezen. Een te korte postnatale moederschapsrust door onvoorziene omstandigheden is nefast voor de baby en de ouders. Ik denk maar aan het geven van borstvoeding of het zoeken naar vervroegde opvang. Voortaan zal de moeder nu over haar volledige postnatale moederschapsrust beschikken, wat ten goede komt aan moeder en kind.
In de commissie hadden we ook een amendement betreffende werkverwijdering ingediend. Werkverwijdering werd tijdens de COVID-19-crisis ingeroepen voor zwangere vrouwen door hun werkgever, bijvoorbeeld in ziekenhuizen. Ook buiten de coronacrisis wordt werkverwijdering vaak ingeroepen voor zwangere vrouwen, indien zij met gevaarlijke stoffen in contact komen of werken in een arbeidsmilieu dat een risico inhoudt voor moeder en/of kind tijdens de zwangerschap of tijdens de periode van borstvoeding. Aangezien het voorliggende wetsvoorstel volledig werd opengetrokken, waarbij erin wordt voorzien om alle zwangere werkneemsters een recht te geven op een volledige periode van moederschapsrust, leek het ons dan ook te verantwoorden om de regeling uit te breiden naar aanstaande moeders met werkverwijdering in de prenatale periode, die dus die dagen zullen kunnen overhevelen naar de postnatale periode. Ons amendement werd helaas niet aangenomen; we steunden wel het amendement hierover van mevrouw Dedonder. Het Vlaams Belang zal het wetsvoorstel zeker mee steunen.
14.05 Florence Reuter (MR): Monsieur le président, chers collègues, il me tient aussi à cœur d'intervenir sur ce sujet important, à la fois pour le droit des femmes mais également pour moi-même en tant que maman.
Je souhaite surtout répéter ici devant l'assemblée combien je regrette vraiment que certaines formations politiques profitent de cette urgence liée au COVID pour amener des modifications structurelles à la loi, et cela, sans tenir compte du travail qui avait été entamé par les partenaires sociaux.
Cette proposition de loi concernant le report des périodes de chômage temporaire survenues durant le congé prénatal après le congé postnatal en est un bel exemple. La proposition a en effet reçu l'urgence car elle était directement liée à la période COVID. Mais ce n'est plus le même texte qui est proposé au vote aujourd'hui. J'aimerais donc expliquer les raisons qui nous ont amenés à nous abstenir finalement sur cette proposition que nous avions cosignée à la base, en toute bonne foi.
Sur la forme, tout d'abord. Il va de soi que, lorsque j'ai cosigné cette proposition, nous partagions la finalité de la mesure et il était important pour nous de la soutenir, à savoir l'assimilation des jours de chômage temporaire pour force majeure comme jours de travail presté. Il était pour nous profondément injuste que ces futures mamans se voient pénalisées deux fois à cause de la crise sanitaire.
Mais, à peine ma signature apposée, les auteurs déposaient un amendement qui modifiait profondément le texte pour, d'une part, assimiler également les jours d'incapacité de travail durant la période prénatale et, d'autre part, supprimer toute limite dans le temps, rendant donc ces assimilations structurelles.
Je dois avouer que c'est bien la première fois, dans ma vie parlementaire, que je suis confrontée à ce que j'appelle véritablement une manœuvre politicienne. C'est une manière de procéder malhonnête et indigne de notre fonction. Alors, il fallait choisir. Il fallait saisir l'opportunité, m'a-t-on répondu. Le COVID n'était donc qu'un prétexte.
Ça c'est pour la manière. Sur le fond, c'est encore pire, puisque certains ont décidé de faire fi de tout le travail accompli dans ce dossier par les partenaires sociaux ces derniers mois. En effet, tout le monde – moi la première – s'accordait à reconnaître que toute maman a le droit de passer ses quinze semaines de congé de maternité avec son enfant. Il était anormal que ce congé fût raboté, car la future maman se retrouvait alors en chômage temporaire quelques semaines avant la naissance. Il y avait bien là une injustice sur laquelle il convenait de retravailler.
Cela dit, le dossier était sur la table depuis longtemps. Du reste, il était tellement complexe qu'il avait été renvoyé aux partenaires sociaux. Certes, son examen a pris du temps. Pourtant, en décembre dernier, un accord de principe favorable a été annoncé dans un avis intermédiaire du Conseil national du travail (CNT). Il restait encore à en régler les modalités, vu son impact sur le budget de la sécurité sociale et sur les entreprises, mais aussi sur le bien-être des travailleuses et de leur nouveau-né. Je vous cite l'avis: "Afin de répondre à ces préoccupations, les partenaires sociaux souhaitent prendre le temps nécessaire pour un examen approfondi. Ils se sont engagés à élaborer, d'ici la fin du mois de juin 2020, un report phasé de semaines d'incapacité pendant la période prénatale vers le congé de maternité postnatal." Dès lors, ne pouvions-nous pas encore attendre un mois de plus?
Cette question se pose d'autant plus que la FEB, dans un dernier courrier adressé à la commission, s'engageait une nouvelle fois à respecter le timing prévu – et ce, malgré la crise. Force est de constater que ceux qui se disent les plus prompts à défendre la concertation sociale sont aussi les premiers à la bafouer. Je le regrette sincèrement, car nous aurions pu aboutir à un accord unanime à propos d'un thème important, dont mon groupe et moi partageons sans réserve la philosophie.
Dans les faits, ce coup de force provoquera des répercussions catastrophiques pour les entreprises, déjà bien malmenées par cette crise sanitaire.
Par ailleurs, cela risque également de desservir les femmes sur le marché du travail. Cela va, en tout cas, contribuer à renforcer davantage la discrimination envers les femmes, ce qui est tout le contraire de l'effet escompté, et ce, pour quelques semaines de plus.
Voilà les raisons pour lesquelles mon groupe et moi-même nous abstiendrons lors du vote de cette proposition de loi, ce que je déplore.
Quoi qu'il en soit, nous continuerons à travailler sérieusement pour lutter contre la discrimination à l'embauche des femmes et des futures mamans, notamment via un texte qui a été pris en considération et qui vise le partage des semaines facultatives du congé postnatal. Je ne doute pas, chers collègues, que vous soutiendrez cette proposition de loi lorsqu'elle sera sur la table des discussions en commission.
14.06 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, de corona-epidemie verplichtte ons de voorbije maanden om snel te handelen, om snel te schakelen en om een aantal ondersteunende maatregelen te nemen op het vlak van gezondheidszorg maar ook op sociaal-economisch vlak. Zo is er bijvoorbeeld de maatregel gekomen om de tijdelijke werkloosheid te versoepelen. Op het piekmoment hebben 1,3 miljoen mensen daarvan gebruikgemaakt.
Daardoor kwamen echter hiaten in onze wet aan het licht. Een van die hiaten kwam naar boven toen wij massaal telefoontjes kregen, en ook minister Muylle kreeg reacties. Men zei dat het goed was dat de tijdelijke werkloosheid werd ingevoerd, maar dat men plots een deel van de moederschaprust verloor. Iedereen weet het, elke mama heeft recht op vijftien weken zwangerschapsverlof, waarvan een deel verplicht vooraf moet worden opgenomen, minstens één week; het mag ook langer zijn, bijvoorbeeld zes weken, maar één week vóór de bevalling is verplicht. Naarmate ze die weken al dan niet volledig heeft opgenomen voor de bevalling, kan ze de rest na de bevalling opnemen.
De meeste mama's, en dat valt te begrijpen, willen zolang mogelijk aan het werk blijven, als ze kunnen en fit zijn. Geconfronteerd met tijdelijke werkloosheid verloren zij echter plots een deel van hun moederschapsverlof. Men telt immers alleen de effectief gewerkte dagen en als men niet effectief gewerkt heeft, kan men dat niet overdragen naar het moederschapsverlof na de bevalling. Nochtans is dit bij economische werkloosheid wel degelijk geregeld. Er is dus een hiaat in de wet. Daardoor verliezen mama's die erop gerekend hadden om na de geboorte veertien weken door te kunnen brengen met hun kindje een deel van de rust en krijgen ze vaak slechts negen weken, omdat zij de weken voor de bevalling tijdelijk werkloos waren vanwege corona.
In juli 2018 heb ik hier in de plenaire vergadering het probleem aangekaart van moeders die vanwege ziekte een deel van hun moederschapsverlof verloren. Er is toen beslist om een advies te vragen aan de sociale partners. Jammer genoeg heeft het tot december 2019 geduurd, dus anderhalf jaar, vooraleer wij dat advies kregen van de sociale partners. Gelukkig was dat advies wel positief.
Wij ontdekten dat er een probleem was met de tijdelijke werkloosheid en dat vrouwen hun verlof verloren, gekoppeld aan het feit dat wij vooraf al wisten dat vrouwen die ziek werden, ook een deel van hun verlof verloren. Minister Muylle had zelf ook al een koninklijk besluit uitgewerkt om dat probleem te verhelpen. Tegelijkertijd was er in het Parlement het initiatief van Ecolo-Groen, om het probleem via een wetsvoorstel te regelen. Wij hebben toen opgeroepen de krachten te bundelen. Ik ben blij dat wij dat hebben gedaan. Wij hebben samengewerkt aan het voorstel. Wij hebben de ingediende teksten samen ondertekend. Wij hebben ze ook samen geamendeerd en gemaakt dat nu alle mama's in eender welk geval vijftien weken moederschaprust zullen krijgen.
Het gaat dus niet enkel over het probleem dat recent is opgedoken, namelijk mama's die omwille van corona tijdelijk werkloos zijn. Zij zullen nu geen verlof meer verliezen. Het gaat net zo goed over vrouwen die vóór de bevalling ziek zijn geworden. Die ziekte kan al dan niet aan de bevalling zijn gerelateerd. Men kiest er niet voor om ziek te worden. Indien iemand een moeilijke zwangerschap doormaakt en de dokter schrijft bijvoorbeeld twee of drie weken ziekteverlof voor, dan verliest de betrokkene momenteel die weken. Met ons wetsvoorstel, dat wij gezamenlijk hebben ingediend en geamendeerd, gunnen wij nu ook vrouwen die vóór de bevalling ziek worden de moederschapsrust van veertien weken en een week vóór de bevalling.
Ook voor vrouwen die preventief van de werkvloer worden verwijderd, omdat zij een job uitvoeren waarin er een risico is voor de zwangerschap en het kind, zoals zorgverstrekkers maar ook mensen in het onderwijs, is op het laatste moment via een amendement diezelfde regeling toegevoegd.
Wij hebben er tot slot ook voor gezorgd dat vrouwen die werkloos zijn, niet aan het werk waren en ziek waren voor de bevalling, na de bevalling van veertien weken moederschapsrust kunnen genieten, zonder dat zij voor een of andere job worden opgeroepen. Zij moeten nadien uiteraard wel beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar ook zij krijgen recht op de totale vijftien weken, namelijk een week vóór de bevalling en veertien weken na de bevalling. Ik geef u nog mee dat in het geval van de geboorte van een meerling of tweeling de mama's uiteraard recht hebben op vier weken extra.
Met voorliggend wetsvoorstel komen wij echt tegemoet aan een vraag die leeft bij de bevolking en niet alleen bij de mama's. Ook de papa's zullen tevreden zijn. Ook heel wat organisaties zijn heel tevreden, zoals de Vrouwenraad, de Gezinsbond, de vakbonden en de Vlaamse Vereniging voor Gynaecologie. Zij waren ook voorstander.
Ook de Nationale Arbeidsraad, die na anderhalf jaar een advies gaf op een vraag die ik gesteld heb, is het er principieel mee eens. De NAR wilde een gefaseerde invoering, maar door de coronacrisis zijn wij in snelheid gepakt en zijn wij verplicht sneller te handelen. Dat betreur ik ook niet. Het is goed dat wij dit ineens voor iedereen geregeld hebben.
Ik meen dat wij vandaag met ons gezamenlijk wetsvoorstel een grote onrechtvaardigheid hebben weggewerkt. De vorige regeling bestrafte ongewild vrouwen die vroeger moesten stoppen, ofwel omdat zij ziek waren, ofwel omdat zij in de tijdelijke werkloosheid terechtgekomen waren door een geval van overmacht, ofwel omdat zij van de werkvloer verwijderd werden.
Met dit wetsvoorstel wordt dit nu rechtgezet. Dat is echt een belangrijke en goede stap. Ik wil dan ook iedereen danken die daar van ver of dichtbij aan heeft meegewerkt, de initiatiefnemers zelf, maar ook alle fracties die het voorstel mee gesteund, ondertekend en geamendeerd hebben.
Uiteraard bedank ik ook Mevrouw Muylle voor de steun die wij van haar hebben gekregen.
14.07 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, nous sommes devant une proposition de loi qui est très importante dans la lutte pour l'égalité entre les hommes et les femmes dans notre société. Ces inégalités sont encore très loin de disparaître et la discrimination dont il est question ici en fait partie. C'est très important pour nous de pouvoir contribuer de manière constructive à cette proposition de loi et en soutenir les auteurs.
Les travailleuses doivent pouvoir concilier vie familiale et vie professionnelle. Elles ont droit à quinze semaines de repos quand elles ont un bébé. Mais si, pour des raisons x ou y, elles doivent prendre des jours de maladie durant les six semaines qui précèdent leur accouchement, ces jours leur sont retirés de leur congé.
Cette proposition était dans un premier temps liée au COVID-19. Ensuite, des amendements ont été ajoutés pour en faire une proposition structurelle et à long terme. Je ne vois pas pourquoi la situation actuelle nous interdirait de mener une réflexion et un débat démocratique sur le sujet et les opportunités créées par cette situation.
J'entends ici des critiques, surtout de la part des partis de droite. Je n'accepte vraiment pas la manière dont ma collègue du MR explique qu'il s'agirait de manœuvres politiciennes malhonnêtes visant à utiliser l'épidémie de COVID-19 pour avancer avec cette proposition. Celle-ci est soutenue par toutes les organisations progressistes qui travaillent pour les droits des femmes. Les hommes et les femmes qui font partie de ces organisations, tout comme les organisations syndicales, ne le reprocheront certainement pas au camp progressiste de la commission des Affaires sociales, qui a pu amener cette grande avancée pour les femmes.
La Fédération des Entreprises de Belgique (FEB) n'était pas très enthousiaste, et le MR plaint encore les entreprises qui sont malmenées par la crise. Mais, pour nous, cette opportunité de donner plus de droits aux travailleuses ne pouvait être manquée. Nous nous réjouissons de l'existence de cette proposition et j'en remercie les autrices.
14.08 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ik hoop dat wij vandaag een historische stap vooruit kunnen zetten op het vlak van vrouwenrechten. Met het voorliggende wetsvoorstel wordt er namelijk een onrechtvaardige situatie rechtgezet. De onrechtvaardigheid bestaat erin dat de huidige regeling een onderscheid maakt. Vrouwen met een probleemloze zwangerschap kunnen na de bevalling veertien weken bij hun baby blijven; voor vrouwen met problemen tijdens de zwangerschap gaande van een hoge bloeddruk tot bekkeninstabiliteit, simpelweg een griep of een verkoudheid of een beenbreuk, zijn dat slechts negen weken. Tot die laatste groep behoren ook de vrouwen die wegens hun gezondheid of de gezondheid van de baby van hun werk verwijderd worden. En dat zijn nu net vaak vrouwen uit de zorgsector, vrouwen voor wie wij elke avond om 20.00 uur stonden te applaudisseren. Ook zij zullen een beroep kunnen doen op de voorgestelde regeling en dus tot veertien weken na hun bevalling bij hun baby kunnen blijven.
Het klopt dat de coronacrisis de bestaande onrechtvaardigheid meer op scherp stelde. Zwangere vrouwen werden door de coronacrisis massaal op tijdelijke werkloosheid gezet, wat alle fracties de urgentie deed inzien om die onrechtvaardigheid de wereld uit te helpen.
Die onrechtvaardigheid, scherper gesteld door de coronacrisis, mag ons evenwel de algemene onrechtvaardigheid niet doen vergeten. Er werden daarover trouwens al twee jaar geleden in de Kamer besprekingen gevoerd en ook in de huidige legislatuur dienden verschillende fracties al wetsvoorstellen in om de situatie recht te zetten.
Verscheidene organisaties hebben de vinger op de wond gelegd, met name de Gezinsbond, de vakbonden en zelfs de vereniging van gynaecologen. Zij stellen dat deze regeling discrimineert tussen vrouwen die een probleemloze zwangerschap hebben en vrouwen voor wie dat niet geldt. Dat kan zelfs een enorme impact hebben op hun gezondheid, want zij merken dat vrouwen die vóór de bevalling een hoge bloeddruk hebben, met gevaar van zwangerschapsvergiftiging, er alles aan doen om toch te blijven werken. Ze blijven zich naar het werk slepen om toch maar die veertien weken na de bevalling te kunnen behouden.
Dat gebeurt om een band te kunnen opbouwen met hun kindje, want dit is een heel belangrijke periode, maar ook vannwege het gebrek aan kinderopvang. Eerlijk gezegd, meestal is de crèche eerder op de hoogte van een zwangerschap dan de eigen moeder of schoonmoeder. Dat is immers de enige manier om op tijd een plaatsje te krijgen in de kinderopvang.
Wanneer de zwangerschap niet probleemloos verloopt, dan moet men plots zes weken vroeger een plaats in de crèches zien te bemachtigen terwijl die crèches overal overvol zitten. Dat is niet evident en men moet heel wat doen om die opvang toch vroeger te kunnen krijgen.
De financiële impact van deze regeling was tot nu toe steeds ten laste van de individuele vrouwen. Als vrouwen om deze reden na negen weken terug moesten gaan werken, dan verlengden zij die het zich konden veroorloven het zwangerschapsverlof met ouderschapsverlof of zelfs met onbetaald verlof, enerzijds om een band met hun kindje te kunnen opbouwen en, anderzijds, wegens het plaatsgebrek in de crèches. Daarbij moet men natuurlijk inleveren op het inkomen en vrouwen die zich dat niet kunnen veroorloven slepen zichzelf, soms nog niet helemaal hersteld van de bevalling, toch maar naar het werk.
Wanneer kinderen 's nachts nog borstvoeding moeten krijgen, kan men zich natuurlijk niet zo goed op het werk concentreren als anders. Die vrouwen proberen wel om alles te combineren, maar men merkt dat zij sneller ziek worden in de eerste periode waarin ze weer gaan werken. Daar dragen ze dan opnieuw de gevolgen van, zowel voor hun gezondheid als voor hun inkomen.
Vooral daarom zou ik de collega's willen oproepen om het wetsvoorstel goed te keuren.
Ook de NAR heeft zich in december positief uitgesproken over de structurele regeling. Het klopt dat de werkgevers er zich plots toe engageerden om de regeling technisch uit te werken, maar dat is volgens mij eerder omdat zij het te heet onder de voeten voelden worden door de druk vanuit het Parlement. Zij zagen immers dat wij door samen te werken vooruitgang konden boeken. Het is nu juni. Tot nu toe was er geen vergadering gepland in de NAR. Wij hebben de modaliteiten uitgewerkt. Waarop moeten wij nog wachten om de situatie structureel te verbeteren voor de vrouwen?
Ik zou iedereen willen oproepen om het voorstel goed te keuren, zodat wij ervoor zorgen dat zwangere vrouwen, ongeacht hun werksituatie en het verloop van hun zwangerschap, allemaal kunnen rekenen op vijftien weken moederschapsbescherming, één week vóór de bevalling en veertien weken na de bevalling. Eerlijk gezegd, ook internationale experts erkennen dat die veertien weken na de bevalling bijzonder weinig is. Zij zeggen dat een vrouw minstens twintig weken nodig heeft om de band met haar kind op te bouwen en te herstellen van de bevalling.
Tot slot wil ik alle organisaties bedanken die mee aan de kar hebben getrokken om dit te realiseren, gaande van de Gezinsbond, de vakbonden, de Vrouwenraad en de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie tot al mijn vriendinnen met wie ik samen hiervoor voor de verkiezingen campagne heb gevoerd, al mijn vriendinnen van zij-kant en Borst Vooruit, van wie er momenteel één in die situatie zit en spijtig genoeg nog net buiten de regeling valt en haar zwangerschapsverlof noodgedwongen moet verlengen met ouderschapsverlof om het een beetje op een degelijke manier te organiseren en zichzelf eigenlijk recht te houden. Ik zou ook alle collega's in het Parlement willen bedanken. Door samen te werken, zijn wij tot dit resultaat gekomen.
Ik was begonnen met te zeggen dat dit een eerste, historische stap voor de vrouwen is. Er is uiteraard nog meer nodig om een degelijke combinatie van werk en gezin mogelijk te maken, om tot een eerlijke taakverdeling te komen binnen het gezin. Er liggen hier nog tal van voorstellen voor rond uitbreiding van vaderschapsverlof, zodat dit op een meer evenwichtige manier kan gebeuren.
Ik ben ervan overtuigd dat dit wetsvoorstel een heel groot verschil kan maken voor de vele vrouwen die zich in die situatie bevinden en voor de gezinnen die nu met kleine baby'tjes zitten. Het is ook een belangrijke stap voor de kleine kinderen, die kan zorgen voor een goede hechting tussen mama, papa en de kinderen.
14.09 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, je voudrais rendre hommage ici à l'instigatrice de toute la réflexion sur le sujet. Il s'agit d'une jeune maman qui a lancé une pétition en 2016 parce qu'elle était elle-même directement concernée par cette pénalisation. C'est dans la foulée des contacts que j'ai eus avec elle que j'avais déposé une proposition de loi que j'ai d'ailleurs redéposée sous cette législature. Vous voyez donc, madame Reuter, que cela fait quand même quatre ans maintenant que les débats sont ouverts à la Chambre.
Personnellement, je dis tant mieux si à travers la pénalisation du chômage du fait du COVID-19, nous avons pu avancer pour régler les différents aspects. Il est vrai que pour les femmes concernées, quelle que soit la raison pour laquelle elles le sont, le COVID-19 et le chômage ont accéléré le dossier. Le point de départ, c'était clairement la double peine en cas de maladie. Il y avait non seulement la difficulté d'être malade en fin de grossesse mais également le fait d'avoir ensuite une double peine; en effet, les femmes étaient pénalisées sur le nombre de semaines à prendre en termes de congé postnatal.
Il est d'autant plus crucial de régler ce problème que toutes les mamans ne sont pas sur le même pied d'égalité. Il y a des demi-mamans, celles qui sont concernées par les correctifs apportés par ces textes, et d'autres mamans, les fonctionnaires par exemple, qui, elles, peuvent bénéficier d'un report de leurs semaines prises en congé prénatal à la suite d'une maladie et les reporter sur leur congé postnatal.
Pour nous, il était important que le coût ne soit pas à charge de l'employeur, mais à charge de la sécurité sociale, et de la solidarité.
Enfin, j'ai entendu des commentaires aujourd'hui, selon lesquels ce texte irait à l'encontre des femmes et de leur place au travail, et pourrait les discriminer. Je m'inscris en faux par rapport à cela. D'abord et avant tout parce qu'il n'y a pas d'obligation de reporter les quinze semaines.
14.10 Florence Reuter (MR): (…)
14.11 Catherine Fonck (cdH): Non, madame Reuter, il n'y a pas d'obligation: revoyez la législation actuelle! Il s'agira d'une faculté pour les femmes concernées. Elles pourront éviter cette double peine qui s'impose à elles. D'autres, comme les fonctionnaires, ne subissent pas cette pénalité.
En la matière, je pense que ce qui peut être une réelle discrimination est d'être une jeune maman qui doit reprendre le travail de manière anticipée par rapport à d'autres. Elle peut se retrouver en difficulté, soit en raison d'un problème du nourrisson, soit en raison d'une incapacité à pouvoir elle-même tout assurer. Elle a quand même accouché. C'est bien de transférer une partie des congés au conjoint et de penser à cette idée, mais physiologiquement, c'est encore la femme qui accouche. Quand elle est malade en fin de grossesse, on sait que le postnatal est doublement plus compliqué, pour des raisons physiologiques pures et dures. C'est le médecin qui vous le dit. Si vous aviez un certain collègue derrière vous dans la salle, il vous dirait que les gynécologues partagent pleinement les propos que je viens de tenir.
Ces femmes qui, pour des raisons médicales personnelles ou liées au fœtus, doivent reprendre anticipativement à neuf semaines après l'accouchement, peuvent aussi être réellement discriminées dans leur travail. Finalement, cela ne rend service à personne. Elles doivent reprendre après un congé de maladie. Dès lors, elles doivent à nouveau quitter le travail. Dans ce cas, on peut dire que des difficultés se surajoutent clairement. Il aurait bien mieux valu qu'elles aient un certain nombre de semaines supplémentaires avant de reprendre le travail.
Cela complique aussi la réalité de l'employeur, d'abord au niveau du coût. Appelons un chat un chat. En effet, si elles prennent un congé de maladie dans un deuxième temps, celui-ci sera d'abord à charge de l'employeur pendant un mois. Et cela complique la tâche de l'employeur parce qu'une femme qui revient au travail après son accouchement et puis qui repart en congé de maladie dans un deuxième temps ne facilite pas non plus l'organisation au sein de l'entreprise.
Donc, avant de parler d'une discrimination à l'égard des femmes dans le cadre de leur travail en leur permettant simplement de ne pas faire l'objet d'une double peine, à savoir la maladie et l'amputation du congé de maternité postnatal, je vous invite à regarder la situation dans son ensemble et à prendre en compte, d'abord et avant tout, les réalités du terrain du point de vue non seulement médical – et j'insiste à nouveau sur ce point –, mais aussi du point de vue du travail. Si ces jeunes femmes souhaitent reprendre leur activité professionnelle plus tôt, elles le pourront, mais si elles ont besoin de bénéficier du nombre total de semaines de congé, elles auront la possibilité de reprendre leur travail de manière plus sereine avec un nourrisson un peu plus âgé et donc, sans doute aussi, avec un peu moins de difficultés en termes de réinsertion et de reprise de leur activité professionnelle.
J'en ai ainsi terminé, monsieur le président.
Le président: Madame Fonck, j'allais vous interrompre pour donner la parole à Mme Reuter.
14.12 Catherine Fonck (cdH): Je m'en doutais, monsieur le président. Si besoin, j'interviendrai tout à l'heure.
14.13 Florence Reuter (MR): Madame Fonck, vous travestissez tout à fait mes propos. Sur le principe de ce report, nous sommes tout à fait d'accord. Je l'ai dit et redit: il est injuste de priver une maman de ces semaines de congé de maternité après la naissance; et il est injuste qu'une maman qui serait contrainte de prendre congé avant la naissance ait ce que j'ai appelé une "double peine", puisqu'elle ne pourrait pas bénéficier totalement du congé postnatal, alors qu'elle ne l'a pas choisi.
Ne me faites donc pas dire ce que je n'ai pas dit! Je n'ai jamais dit que nous n'étions pas d'accord sur le fond. Même si cela risque malgré tout de créer des abus, parce qu'on sait qu'une maman en fin de grossesse peut être fatiguée – j'ai trois enfants, je sais de quoi je parle – et peut très bien dire "je vais me reposer, je ne vais pas aller travailler aujourd'hui" – et on sait que certains médecins sont plus complaisants que d'autres. Mais cela, je vais le mettre entre parenthèses, car ce n'est pas le point principal.
Le point principal, c'est qu'il y a un accord de principe entre les partenaires sociaux. Tous les employeurs sont, eux aussi, d'accord pour dire qu'il y a là une injustice qu'il faut régler. Tout ce qu'ils demandaient, c'était un phasage. Vous dites que cela fait quatre ans qu'on discute de ce problème. Que demandaient-ils? Trois semaines de plus. Était-ce trop demander pour avoir un accord global? Là est mon propos. On n'a pas été capables d'écouter l'accord des partenaires sociaux, qui promettaient une décision pour fin juin. À partir de ce moment-là, tout le monde se mettait d'accord, on se mettait d'accord sur un phasage, les employeurs s'organisaient pour que cela fonctionne.
Quel effet pervers cette situation aura-t-elle pour les femmes et les futures mamans? Il y aura une crispation au niveau des employeurs. Les employeurs vont, encore une fois, réfléchir à deux fois avant d'engager une jeune femme s'ils doivent choisir entre un homme et une femme de même qualification et aux mêmes compétences. Et c'est cela que je regrette. Tout cela parce qu'on n'a pas voulu attendre trois semaines. Là, effectivement, cela me pose un vrai problème!
14.14 Catherine Fonck (cdH): Madame Reuter, je ne suis pas d'accord avec vous. J'attends que vous me donniez des chiffres sur cette théorie des abus des femmes en fin de grossesse. Vous nous présentez cela comme s'il ne fallait pas changer les choses car ce dispositif risque d'accentuer les abus. Je laisse cela de côté. Cela me peine que vous souteniez une telle théorie.
En ce qui concerne les employeurs, c'est mon texte qui a été envoyé aux partenaires sociaux. Ils ont rendu un avis positif. Si ce texte est voté, le fait de nous dire que cela va inciter les employeurs à moins recruter les femmes, c'est considérer les employeurs de manière incroyablement sexiste. J'ai plutôt confiance en la majorité des employeurs pour penser qu'ils ne vont pas utiliser ce texte pour éviter d'engager des femmes. J'ose espérer que des employeurs se soulèveront pour ne pas agir de la sorte. Je pensais qu'au MR, vous aviez plus confiance en la capacité des employeurs à voir qu'il est aussi à leur avantage que les femmes puissent reprendre le travail dans les meilleures conditions possibles. Je pensais qu'au MR, vous aviez confiance en la capacité des employeurs à voir que les femmes disposent de nombreuses compétences. J'ai une autre vision que la vôtre.
Peut-être que certains employeurs ne souhaitent pas engager de femmes aujourd'hui. Je ne suis pas naïve. Néanmoins, je pense que la majorité des employeurs se comporteront avec un grand sens des responsabilités en ce qui concerne l'engagement de femmes, comme ils le font déjà aujourd'hui. Nous avons une approche différente, ce qui n'est pas exclu en politique.
14.15 Florence Reuter (MR): Monsieur le président, j'ai été prise à partie. Juste un mot: si nous ne faisions pas confiance aux employeurs, nous ne nous serions pas battus pour leur laisser les quelques semaines supplémentaires qu'ils demandaient pour pouvoir organiser ce changement de législation. C'est tout ce que nous demandions, puisque, encore une fois, sur le principe, nous sommes d'accord.
Le président: Madame Fonck, vous êtes également d'accord avec les employeurs. Il n'y a donc pas de problème.
14.16 Catherine Fonck (cdH): Madame Reuter, savez-vous ce que voulaient les employeurs? Ils voulaient que ce ne soit pas à leur charge et le texte ne prévoit pas que ce soit à leur charge. C'était effectivement important.
Le président: Je remercie Mme Fonck et Mme Reuter pour cet échange et je donne la parole à Mme Rohonyi.
14.17 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour cet important débat. La présente proposition vise à réparer une profonde injustice qu'ont connue et que connaissent encore aujourd'hui de trop nombreuses femmes.
Aujourd'hui, les femmes qui ne peuvent plus travailler avant la naissance de leur enfant pour des raisons qui sont totalement indépendantes de leur volonté (maladie, accident, mise au chômage) perdent automatiquement les six semaines de leur congé prénatal. Notre législation est ainsi à l'origine de ce qui est véritablement devenu un congé de maternité à deux vitesses, à savoir un congé qui récompense, d'une part, les femmes qui ont eu la possibilité de travailler jusqu'à sept jours avant leur date d'accouchement présumée et qui sanctionne, d'autre part, celles qui n'ont malheureusement pas eu cette possibilité. Ces dernières doivent alors accomplir de lourdes démarches administratives pour se voir rembourser le salaire garanti perçu pendant l'incapacité.
Comme je l'ai dit, cette situation touche de nombreuses femmes. Qui d'entre nous n'a pas, dans son entourage, une amie, une voisine, une collègue qui a rencontré des complications durant sa grossesse et qui, en raison de cette grossesse à risque, a dû arrêter temporairement, prématurément son travail et ainsi voir son congé de maternité raboté en raison de cet arrêt forcé?
Alors, il est vrai que la proposition de loi devait au départ être temporaire, en ne visant que la période de chômage temporaire qui est survenue durant le congé prénatal lorsque cet arrêt de travail est intervenu durant la crise. Elle avait ainsi pour ambition de mettre fin à cette double peine qui touche toutes les femmes qui ont été mises au chômage temporaire depuis le début de cette crise et qui, comme si cela ne suffisait pas, ont vu leur congé de maternité raccourci, là où les femmes qui ont pu continuer à travailler ou à télétravailler durant le confinement ont, elles, bien eu droit à ce congé de maternité plein et entier de quinze semaines.
Très vite, c'est vrai, les auteurs de la proposition – que je tiens à remercier – se sont demandé pourquoi, à partir du moment où l'occasion nous était offerte de mettre fin à cette injustice, il faudrait se limiter à la crise sanitaire et ne pas mettre toutes les femmes sur un pied d'égalité une fois pour toutes ou encore ne pas répondre à la demande exprimée par le Conseil national du travail, en décembre dernier.
En commission, et encore en cette séance, certains ont regretté cette évolution, en particulier au regard du coût que cette mesure implique. Aujourd'hui, j'entends un autre argument, selon lequel les femmes seraient davantage pénalisées et discriminées sur le marché du travail. Pour nous, aucun de ces deux arguments ne peut être retenu, surtout quand nous savons que la durée du congé de maternité en Belgique – qui s'étend sur quatre semaines – est déjà l'une des plus courtes dans l'Union européenne. En effet, une directive européenne exige que le congé de maternité dure au moins quatorze semaines. Du reste, Défi a déposé une proposition de loi visant à accorder aux pères et aux coparents la possibilité d'un congé de naissance d'une durée égale à celui de la mère.
Pour revenir à la présente proposition de loi, vos deux arguments ne peuvent pas non plus être retenus au regard de l'importance du congé de maternité pour le bon développement physique, social et psychologique des enfants, pour les familles et, in fine, pour la société en général. Ce n'est donc certainement pas une disposition dont nous devrions nous priver pour des raisons budgétaires, sans compter que, depuis le début de la crise, plusieurs secteurs et profils ont bénéficié de mesures de soutien budgétaire – initiatives qui étaient, bien entendu, totalement justifiées. Ce soutien, les femmes doivent aussi pouvoir en bénéficier.
Pour ce faire, nous devons veiller à leur accorder à toutes – quelle que soit leur situation sociale ou professionnelle – le congé de maternité plein et entier de quinze semaines auquel elles ont droit. Il s'agit purement et simplement de rétablir une égalité entre toutes les femmes pour la période si cruciale et si unique que représentent les premières semaines suivant l'accouchement, tant pour elles et leur repos que pour leur enfant et la relation qu'elles doivent construire avec lui.
La crise sanitaire fait figure, aujourd'hui, d'électrochoc dans de nombreux secteurs. Elle met en lumière l'inefficacité et le caractère contre-productif de certains systèmes, qui méritent d'être réformés pour plus de justice fiscale, sociale et environnementale. Elle met aussi en lumière des injustices que nous connaissions depuis longtemps, mais qui – compte tenu du contexte économique – sont telles que cette crise doit être comprise comme une occasion d'y mettre un terme.
Mon groupe soutient donc avec un grand enthousiasme cette proposition de loi qui met fin à une injustice qui touche toutes les femmes qui ont payé un lourd tribut à cette crise, à une injustice envers notamment celles qui ont rendu possible le combat contre le coronavirus. Je pense en particulier à toutes les femmes qui se sont mobilisées dans les maisons de repos et de soins, dans les hôpitaux, les crèches, les supermarchés, mais aussi dans leur foyer.
Le vote qui interviendra tout à l'heure sera, en quelque sorte, une manière très concrète de remercier toutes ces femmes, mais aussi toutes les associations, notamment la Ligue des familles, qui demandent depuis des années de ne plus assimiler l'incapacité survenue dans les six semaines qui précèdent l'accouchement à un congé de maternité prénatal.
Nous connaissons effectivement une crise sanitaire, sociale et économique sans précédent, crise qui a renforcé les inégalités sociales déjà existantes avant l'apparition de cette crise.
Si nous pouvons mettre fin, aujourd'hui, ne fût-ce qu'à une seule de ces nombreuses inégalités sociales, ne nous en privons pas. Les femmes, les jeunes parents, les parents en devenir nous regardent, vous regardent. Ne les décevez pas!
14.18 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, la proposition de loi qui vous est soumise aujourd'hui, c'est l'histoire d'une injustice sans cesse répétée. C'est l'histoire d'une mère qui a eu des contractions à 36 semaines de grossesse et qui a dû arrêter de travailler pour préserver son bébé. C'est l'histoire d'une mère qui n'a pas voulu arrêter de travailler, malgré une tension trop élevée, un mal de dos quotidien, la fatigue, une rétention d'eau, parce qu'elle voulait sauvegarder son congé postnatal. C'est l'histoire d'une maman mise au chômage pour raison de force majeure et qui perd de facto des semaines de congé postnatal. C'est l'histoire d'une mère qui est retournée travailler après neuf semaines de repos – chacun sait que ces semaines sont tout sauf reposantes – sans l'énergie nécessaire pour effectuer sont travail correctement. C'est l'histoire d'une mère qui ne dort pas ou peu depuis que son bébé est né et qui décompte les jours avant la fin de son congé, les douleurs qu'elle a suite à l'accouchement et qui lui rappellent sans cesse que cela ne fait que huit semaines que son bébé est né. C'est donc l'histoire de toutes ces mères qui se sont retrouvées tiraillées entre le désir d'être auprès de leur nourrisson qu'elles ont dû quitter trop vite et leur travail qu'elles n'étaient pas encore en état de reprendre correctement, malgré la meilleure volonté du monde.
C'est surtout l'histoire de ces bébés. À 9 semaines, un bébé fait en moyenne 60 cm et pèse 5 kg. C'est petit, tout petit, trop petit d'ailleurs pour imaginer une séparation avec son environnement familial. Cette séparation est en outre dangereuse pour sa santé, son immunité et son besoin primaire de sécurité. Alors, au sein de ce Parlement, nous avons voulu réécrire cette histoire.
Depuis plusieurs semaines, au milieu d'une crise sanitaire sans précédent, la commission des Affaires sociales a décidé de s'arrêter sur un dispositif imparfait dont l'injustice se voyait renforcée par l'augmentation du recours au chômage pour force majeure. En effet, si durant les six dernières semaines de sa grossesse, une femme a été mise au chômage temporaire, cette période était automatiquement convertie en congé de maternité prénatal. La durée du congé de maternité postnatal se voyait donc rabotée de ces six semaines. Cette situation nous était insupportable car elle était injuste et inadaptée aux premiers jours si précieux d'une vie.
J'ai entendu dire dans cette assemblée, cet après-midi, qu'il y avait injustice, que tout le monde était d'accord là-dessus, qu'il fallait faire attention, qu'il fallait trouver une solution et qu'en même temps, il fallait attendre. Cela fait quatre ans. Certains l'ont dit, mes collègues l'ont dit. Je ne vais pas revenir sur la polémique. Il a fallu plus de deux ans pour obtenir un avis et puis, attendre encore une fois, encore un mois, sans garantie d'obtenir une réponse. Pour moi, quand il y a injustice, c'est simple, il y a urgence. Alors, on n'attend pas et on travaille!
J'ai aussi entendu dire qu'il y aurait un éventuel problème d'engagement des femmes, une espèce de discrimination à l'embauche. Imaginons, cela pourrait arriver et cela tombe bien parce qu'on rejoint la même idée, celle de régler ce problème de discrimination à l'embauche. Il y a une solution: celle d'allonger le congé de paternité ou de coparentalité. J'ai entendu qu'il y avait donc une volonté pour éviter les discriminations. J'en prends bonne note pour les prochains travaux en commission.
Lors de ces débats en commission, des questions liées à l'impact économique ont été posées. Nous estimons qu'il ne peut s'agir de priorités économiques lorsqu'on parle de santé publique mais puisque le sujet a été abordé, parlons-en! L'impact d'un retour précipité d'une femme sur son lieu de travail et de l'arrivée d'un bébé trop petit dans un milieu d'accueil, c'est de la fatigue, du stress, un burn out parental pour l'une et, pour le bébé, ce sont des maladies à répétition, l'absence de vaccin dans certains cas, l'interruption prématurée de l'allaitement. Toutes ces conséquences inévitables d'un congé postnatal trop court ont nécessairement un impact sur la sécurité sociale.
Ce n'est pas pour rien que la durée moyenne européenne du congé de maternité est supérieure à ce que nous proposons actuellement. Ce que le système corrigé du congé de maternité propose, c'est de couvrir par un congé postnatal les 98 premiers jours d'une vie. N'est-il pas normal qu'un nourrisson puisse bénéficier des meilleurs soins possibles durant les 98 premiers jours de sa vie? N'est-il pas évident qu'une mère ait besoin au minimum de ces 98 jours pour se remettre d'une grossesse, d'un accouchement et pour construire une relation sécurisante et bienveillante avec son enfant?
À ces deux questions, le groupe Ecolo-Groen répond par l'affirmative! C'est ce qui nous a poussés à déposer cette proposition de loi et à la défendre en commission, pour finalement la soumettre aujourd'hui à cette assemblée. La maternité implique des droits qui doivent être protégés. Aujourd'hui, nous avons la possibilité d'agir et de régler un débat qui dure depuis trop longtemps, comme certains l'ont rappelé ici.
Je terminerai en disant que j'ai vécu une grossesse que l'on peut qualifier de tranquille, un accouchement supportable et un congé postnatal serein. Et je peux vous dire que j'ai pensé dix fois, cent fois, mille fois à toutes ces femmes qui n'ont pas eu cette chance. Et je serai très fière de dire à toutes ces futures mères qu'elles n'auront plus à trouver des solutions de fortune ou à quémander quelques jours de congé ci et là pour tenir le coup. Je serai fière de dire que ce Parlement a estimé qu'il était temps de réparer une injustice, qu'il a avancé sur un droit fondamental pour les femmes qui sont, ou seront un jour mères.
Je tenais à dire merci à tous ces groupes politiques qui ont travaillé en commission, qui ont souhaité avancer. Vraiment, un réel grand merci! Et puis merci à ces associations qui ont travaillé, qui nous ont sollicités, qui ont continué à le faire, qui ont rappelé ce combat important. Je vous remercie vivement parce que je suis très contente que nous soyons ici, aujourd'hui, pour voter ce texte sur le congé postnatal.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1231/8)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1231/8)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant les périodes survenues durant le repos prénatal et pouvant être prises en compte pour la prolongation du repos postnatal".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust".
La proposition de loi compte 8 articles.
Het wetsvoorstel telt 8 artikelen.
* *
* * *
Amendement déposé:
Ingediend
amendement:
Art. 8
• 20 – Florence Reuter cs
(1231/9)
* * *
* *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés:
l'amendement et l'article 8.
Aangehouden: het amendement en artikel 8.
Adoptés article par
article: les articles 1 à 7.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1
tot 7.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l’article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel, en over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Proposition de résolution visant à soutenir le secteur culturel dans le contexte de la crise du COVID-19 (1165/1-5)
15 Voorstel van resolutie over steun aan de culturele sector in de context van de COVID-19-crisis (1165/1-5)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Nadia Moscufo,
Steven De Vuyst, Greet Daems, Roberto D'Amico, Raoul Hedebouw.
Le texte
adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1165/4)
De door
de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking
(Rgt 85, 4) (1165/4)
La discussion est ouverte.
15.01 Anja Vanrobaeys, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
Président:
Patrick Dewael, président.
Voorzitter:
Patrick Dewael, voorzitter.
De voorzitter: Men vraagt mij hier om het voorstel van resolutie met twee sprekers voor te stellen, maar er is reeds een volgorde van sprekers vastgelegd. U mag zich inschrijven voor de bespreking, maar de heer Spooren krijgt sowieso als eerste het woord.
Eerst komt de rapporteur en daarna volgen de sprekers in de algemene bespreking. Daarbij moet ik de volgorde van de fracties respecteren. De heer Spooren, mevrouw Dedonder, de heer De Vuyst, mevrouw Moscufo, mevrouw Vanrobaeys en mevrouw Matz hebben zich ingeschreven voor de bespreking.
15.02 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, je suis nouvelle ici. Ne dois-je pas d'abord expliquer ma résolution?
Le président: Non. Vous avez eu une discussion en commission. Il y a une discussion générale et il y a un rapport écrit auquel le rapporteur s'est référé.
15.03 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Je n'aurais pas accès au micro parce que je ne me suis pas inscrite?
Le président: Si vous le souhaitez, je vous donnerai la parole pendant le débat. Ce n'est pas compliqué.
15.04 Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de voorzitter, gezien het ongeduld van sommige collega's om aan het woord te komen, zal ik het zeer kort houden. Wij zullen onderhavig voorstel van resolutie niet steunen. Het doel is natuurlijk wel nobel, namelijk in deze COVID-19-tijden mensen uit de culturele sector steunen. Wij denken echter dat er al een aantal mechanismen bestaan om dat te doen. Bovendien mogen COVID-19-maatregelen een aantal basisprincipes van de sociale zekerheid niet ondergraven, zoals wel gebeurt in heel wat voorstellen.
De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen wordt vandaag als onderdeel van de coronamaatregelen met drie maanden stopgezet. Daarnaast wordt de referteperiode waarbinnen kunstenaars activiteiten moeten bewijzen om aanspraak te kunnen maken op het kunstenaarsstatuut of het vastklikken van de degressiviteit voor een jaar, met drie maanden verlengd. Er werden dus al maatregelen genomen, waardoor kunstenaars niet te veel nadelen ondervinden van de onmogelijkheid om te werken tijdens de coronacrisis.
Het voorstel vraagt om nog een stap verder te gaan en om het vereiste aantal te bewijzen arbeidsdagen om aanspraak te kunnen maken op een werkloosheidsuitkering, gedurende de periode van 1 mei tot 30 september te verminderen met een vierde. Op die manier zou een hele groep mensen aanspraak kunnen maken op een volledige werkloosheidsuitkering op basis van een lager aantal gewerkte dagen gedurende een langere referentieperiode. We willen toch opmerken dat dagen van tijdelijke werkloosheid vandaag ook gelijkgesteld worden aan arbeidsdagen. Tijdelijk werklozen, ook kunstenaars, verliezen in die zin geen arbeidsdagen. In het algemeen heb ik al gezegd dat wij, nu onze sociale zekerheid met het hoge aantal zieken en werklozen zo onder druk staat door de coronacrisis, het niet echt zien zitten om een soepele toegang tot de gewone werkloosheidsuitkering te creëren.
Voorts dringt men in het voorstel aan op een betere, gemakkelijkere toegang tot het stelsel van de tijdelijke werkloosheid. Wij denken dat er vandaag al een mogelijkheid bestaat om op basis van niet-verrichte prestaties voor afgelaste evenementen in de culturele sector een tijdelijke werkloosheidsuitkering te ontvangen. Dat kan zelfs al zonder dat er een arbeidsovereenkomst was getekend, op basis van bijvoorbeeld een of ander schriftelijk bewijs, zoals mailverkeer.
In de tekst wordt nu voorgesteld om wie in de sector een aantal dagen tijdens de drie maanden vóór 1 april 2020 heeft gewerkt – er wordt niet gespecificeerd hoeveel dagen –, toegang te verschaffen tot de uitkering voor tijdelijke werkloosheid, ongeacht of er plannen waren om na 1 april bepaalde activiteiten te verrichten.
Volgens ons dient de uitkering voor tijdelijke werkloosheid ertoe om personen te beschermen wier werk door onvoorziene omstandigheden wegvalt en niet zozeer om een verhoogde uitkering te geven aan personen die sowieso niet zouden hebben gewerkt.
Onze fractie zal het voorstel van resolutie dus niet steunen.
15.05 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le président, depuis le dépôt de nos propositions de loi pour une réforme structurelle en faveur du secteur culturel et artistique, plusieurs mois, dans le cadre de la crise, ou devrais-je dire plusieurs années, en dehors de celle-ci, ont passé.
Ces propositions sont en faveur des artistes et des techniciens du secteur au sens large. Je vous avoue que je me sentais assez isolée. Je me réjouis donc très sincèrement de l'ensemble des initiatives des différents groupes politiques qui arrivent progressivement ces dernières semaines.
Car parler de la culture n'est pas anecdotique, tout d'abord, du point de vue des travailleurs du secteur culturel et créatif. Cela concerne 250 000 personnes, qui attendent d'être enfin mises sur le devant de la scène du Parlement. Elles attendent des actes concrets. Au-delà de cela, la culture est un élément essentiel d'une société dynamique. La culture nous décentre de nous-même et nous ouvre aux autres. Elle élargit notre champ de réflexion, forme notre esprit critique. Elle est un réel vecteur d'épanouissement, de partage, de communication, d'échanges, de lutte contre l'isolement et de lien social. Elle contribue pleinement au mieux-être de l'ensemble des citoyens. C'est pourquoi au Parti socialiste nous défendons la culture et sommes depuis toujours aux côtés de ses acteurs.
Aujourd'hui, dans cette crise que nous vivons, le moins que l'on puisse dire est que les artistes et les techniciens sont particulièrement malmenés. L'interdiction des rassemblements a privé de travail et de rémunération de nombreux artistes et techniciens. Depuis le 13 mars dernier, les annulations de représentations se succèdent. Les contrats de prestations avec les organisateurs prévoient, dans leur grande majorité, qu'en cas de force majeure, le contrat se trouve suspendu ou annulé de plein droit et sans indemnités.
Si la situation est compliquée pour tous les travailleurs, elle l'est davantage encore pour les travailleurs qui, en raison d'un travail intermittent, n'ont ni accès aux allocations de chômage, ni au statut d'artiste. Ces travailleurs se retrouvent sans aucune ressource, dans une situation de très grande précarité. La situation exceptionnelle liée à la pandémie du COVID-19 impose des mesures fortes pour protéger les travailleurs et leur garantir de pouvoir subvenir à leurs besoins. Elle doit aussi poser les bases de solutions plus structurelles, passé la crise.
Les propositions que j'ai présentées au nom du PS et qui ont été votées en première lecture à la majorité en commission des Affaires sociales ces dernières semaines, vont dans ce sens: celle permettant à tous les travailleurs intermittents du secteur artistique, aux artistes et techniciens, d'obtenir des allocations de chômage s'ils peuvent démontrer soit cinq prestations artistiques, soit dix journées de travail comme artiste ou technicien; celle permettant le cumul entre les allocations de chômage et les revenus tirés de l'activité artistique; celle instaurant une période blanche pour l'obtention et le maintien du statut d'artiste. Nous aurons l'occasion d'y revenir précisément dans les semaines qui viennent, puisque de nouveaux votes sont prévus à l'ordre du jour.
Cette proposition de résolution va dans le bon sens, mais me semble restrictive, puisqu'elle va moins loin que les propositions de loi que nous avons déposées et qui ont déjà été adoptées par la commission des Affaires sociales. Voici un exemple: dans les mesures proposées ici, visant à protéger et faciliter l'accès au statut d'artiste, vous demandez une diminution de 25 % des jours de travail à démontrer pour accéder aux allocations de chômage, et une prolongation de la période de référence de six mois pour le secteur artistique. Cela entre en contradiction avec ce que nous avons adopté en première lecture en commission des Affaires sociales. En effet, dans notre proposition, on passe de 312 jours de travail à 10 journées à prester. On est donc bien au-delà d'une réduction de 25 %. Et on demande le gel du 13 mars au 31 décembre, donc bien plus que six mois.
J'insiste vraiment: je me réjouis des propositions qui sont amenées, de la volonté de plusieurs groupes politiques d'avancer maintenant vers une meilleure reconnaissance factuelle des artistes et techniciens. Le secteur aspire à un cadre clair et cohérent dans lequel ils se retrouvent tous, ce qui n'est pas le cas aujourd'hui. Ils nous en ont fait la démonstration durant les auditions.
Ce cadre clair et cohérent, c'est à nous tous de le leur garantir. Je vous remercie.
15.06 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, j'ai tout d'abord une pensée très solidaire pour l'ensemble des travailleurs du secteur culturel qui, depuis plus de trois mois, font partie de tous ces travailleurs qui ont été un petit peu oubliés dans cette crise du COVID-19. Je suis dès lors heureuse que cette résolution soit mise au vote ici. Nous l'avons déposée voici deux mois justement pour faire face à cette détresse sociale des travailleurs et travailleuses du secteur culturel.
Quand je parle des travailleurs de la culture, je parle des travailleurs au sens large car ils sont vraiment le patrimoine culturel qui compte une diversité de joyaux. À ce titre, je pense aux cadreurs, aux maquilleurs, aux monteurs de podiums, aux décorateurs, aux costumiers, aux caméramans, aux artistes, aux intermittents, aux salariés, aux indépendants et à tous les autres. Ce sont en fait 250 000 travailleurs et travailleuses de ce secteur qui se retrouvent bien trop souvent dans l'ombre et qui font face aujourd'hui à un vrai bain de sang social.
Ce sont donc une multitude de professions qui traversent de plein fouet la crise actuelle. Les raisons sont nombreuses et, parmi les plus importantes, il y a, sans conteste, le fait que, dans ce secteur, toutes sortes d'emplois sont précaires et flexibles. Ils sont trop nombreux à être techniciens ou intermittents et à cumuler les contrats très courts. En plus du risque évident de paupérisation, c'est une angoisse permanente qu'on leur inflige.
L'impact énorme de la crise sur ce secteur n'est donc pas le fruit du hasard. Il est la conséquence d'une situation qui était déjà très préoccupante avant le COVID pour l'ensemble de ce secteur. Comme je l'ai dit, cela fait déjà plus de trois mois que cela dure. Trois mois, pour beaucoup d'entre eux, sans revenu de remplacement.
Pour cette raison, nous demandons au gouvernement de faciliter et de protéger l'accès au statut d'artiste car, pour l'instant, ces travailleurs n'ont pour miettes qu'un statut qui n'en est d'ailleurs pas vraiment un et qui en exclut pas mal d'entre eux. Or c'est tout l'inverse que nous voulons et la crise nous donne malheureusement raison. En effet, nous voulons un statut qui soit le plus protecteur et le plus inclusif possible.
En outre, je tiens à souligner le climat constructif – nous ne sommes pas les seuls à le dire – que nous avons en commission des Affaires sociales depuis que nous discutons de ce secteur.
Nous avons eu la chance d'organiser toute une journée d'auditions avec plus de vingt intervenants. Depuis le dépôt de notre proposition de résolution, d'autres propositions de loi ont été déposées dont celle du Parti socialiste qui sera votée la semaine prochaine et que nous soutiendrons bien évidemment.
Ensemble, nous demandons au gouvernement d'élargir le chômage temporaire pour cas de force majeure à tous les travailleurs du secteur de la culture durant toute la période de la crise sanitaire. Il s'agit, pour nous, d'une mesure indispensable car sans cette dernière, c'est l'ensemble du secteur que l'on va laisser crever – et je pèse mes mots.
Le nombre de personnes qui ne bénéficient pas de revenus de remplacement durant cette crise est insensé. Cela est d'autant plus injuste que le temps que beaucoup de travailleurs consacrent pour élaborer leurs œuvres n'est pas pris en compte dans le calcul du droit au chômage. Encore une fois, c'est tous ensemble que nous devons continuer à œuvrer pour élargir le chômage temporaire pour ces travailleurs et travailleuses. Les déclarations des différents intervenants, lors des auditions, étaient unanimes à ce sujet. Nous devons sortir de l'eau toutes ces personnes qui passent sous les radars de la protection sociale alors qu'elles travaillent durement.
Enfin, nous regrettons qu'une de nos demandes n'ait pas pu être prise en compte, suite aux différents amendements qui ont été déposés. Je veux parler de notre proposition visant à demander au gouvernement d'organiser une collaboration beaucoup plus efficace entre les différentes entités de notre pays afin de pouvoir travailler ensemble plutôt que de sortir des mesures chacune de leur côté.
Quoi qu'il en soit, avec notre résolution, nous souhaitons notamment relayer les revendications des organisations syndicales et des différentes fédérations professionnelles qui représentent ce secteur. Nous voulons également faire écho au monde artistique et au monde culturel qui, à maintes reprises, ont tiré la sonnette d'alarme durant la crise. Je pense notamment à la carte blanche qui a été signée par 300 personnalités belges, dont Adamo et les frères Dardenne, qui ont voulu alerter la population de ce drame social en cours. Je pense également au manifeste pour la culture qui a reçu plus de 13 000 signatures.
Notre proposition de résolution représente donc une avancée significative pour l'ensemble des 250 000 travailleurs de la culture qui sont en attente de réponses.
Enfin, je tiens une nouvelle fois à remercier tous les partis qui, en commission, ont soutenu notre proposition de résolution, à savoir le PS, le sp.a et Ecolo-Groen, en leur disant que nous continuerons à leur tendre la main pour améliorer encore la situation de ces travailleurs par le biais des différentes propositions de loi qui seront déposées sur la table.
Je lance donc un appel aux autres partis pour qu'ils réfléchissent bien avant de voter. En effet, un consensus avait été atteint en commission pour reconnaître l'existence d'un problème. Toutefois, quand les choses viennent à se concrétiser, on constate que le travail peut être ralenti.
Je tiens aussi à remercier les auteurs des amendements qui ont encore été déposés aujourd'hui en vue d'améliorer notre proposition de résolution. Je pense, entre autres, à ceux du Parti socialiste et du cdH, que nous soutiendrons évidemment.
Il me faut vous rapporter le témoignage d'un technicien désemparé et sans revenu de remplacement, au point qu'il a été contraint de se tourner vers le CPAS pour s'assurer de trouver une réponse aux besoins essentiels de sa famille. En plus d'un présent très difficile, il vit l'angoisse de l'avenir. Il devait travailler sur une scène dans la région d'Anvers au début de ce mois, mais ce ne sera finalement pas possible.
Enfin, je reprendrai les mots de Fabian Hidalgo, le représentant du Rassemblement des Intermittents du Secteur des Arts, que nous avons reçu lors des auditions en commission. Selon lui, tant que les salles ne pourront pas être remplies à 100 %, que les festivals ne pourront pas accueillir tous leurs visiteurs et que les sorties littéraires ou audiovisuelles seront reportées, les pouvoirs publics devront apporter le soutien nécessaire aux travailleurs qui ne pourront pas reprendre normalement leur activité. Cela doit constituer une priorité pour nous tous, parce que personne ne doit être laissé sur le carreau. C'est la raison pour laquelle nous vous demandons de répondre ensemble à cette urgence sociale et de soutenir notre proposition de résolution.
Par la suite, il faudra se pencher sur une autre réforme afin d'appliquer un statut d'artiste digne de ce nom. Je me réjouis donc de la convergence à laquelle nous sommes parvenus et remercie encore le cdH et le Parti socialiste pour leurs amendements.
15.07 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal niet herhalen welke impact corona cijfermatig heeft op de cultuur- en evenementensector. De tekst die Amplo, een sociaal secretariaat in de sector, bij zijn cijfers had gepubliceerd, vond ik wel sprekend. Zij geven aan dat corona in hun sector is binnengekomen als een atoombom: eerst de flits, nu de schokgolf en de straling zal nog lang nazinderen.
Daarom hielden we vorige week in de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen een hoorzitting met diverse vertegenwoordigers uit de sector. Die getuigenissen waren soms heel aangrijpend. Ondanks alle versoepelingen van tijdelijke werkloosheid of inkomenscompensatie bleek toch niet iedereen gedekt door een vervangingsinkomen. Het gaat dan vooral over freelancers en technici die werken op basis van dagcontracten, wier contracten massaal geannuleerd werden. Voor hen roepen de versoepelingen toch nog steeds te veel vragen op, bijvoorbeeld over Dimona-aangiftes, om een afdoend antwoord te krijgen op hun inkomensprobleem. Er werd ook aandacht gevestigd op de problemen van jonge starters met geannuleerde opdrachten. Starters die nog geen enkele reserve hebben en die bezig waren met de voorbereiding van projecten. Zij kunnen deze periode niet zomaar zonder reserve overbruggen.
Ook de specificiteit van deze sector, waarin dikwijls gewerkt wordt met korte opdrachten, maar ook met seizoensgebonden opdrachten of waarbij evenementen een lange voorbereidingstijd nodig hebben, noopt ons tot specifieke maatregelen voor hen. Wanneer Werchter in juli wordt geannuleerd, zal Werchter niet plots op 1 september doorgaan. Het inkomen van iedereen die daar werkt, van de catering tot technici en optredende artiesten, wordt niet gewoon met twee maanden uitgesteld. Dat vergt een zodanige voorbereidingstijd en is zodanig seizoensgebonden dat het evenement eigenlijk volledig wegvalt.
Hetzelfde geldt voor kleinere evenementen, waarop bijvoorbeeld producten gelanceerd worden. Eens het product gelanceerd is, is het moment voorbij en is voor heel de keten die zo'n evenement opzet het moment en de kans op inkomen verleden tijd.
De Nationale Veiligheidsraad heeft gisteren een gedeeltelijk perspectief gegeven, zij het met heel wat beperkingen. Deze sector is op dat vlak te vergelijken met de horeca. Uiteraard is men enthousiast dat men opnieuw aan de slag kan gaan, maar om gezondheidsredenen worden beperkingen opgelegd inzake het aantal toeschouwers dat toegelaten wordt, en daar heeft men alle begrip voor. De sector vraagt daarom dat er extra ondersteuning geboden zou worden om deze crisis te kunnen overleven.
Wij kunnen uiteraard de amendementen steunen die cdH heeft ingediend op de resolutie. In het voorstel van resolutie vragen wij een verlenging van de tijdelijke werkloosheid, een verlenging van het overbruggingsrecht, een versoepeling van de toegang tot het kunstenaarsstatuut in de werkloosheid, en ook een versoepeling voor jonge starters. Wij vragen een verlenging met negen maanden, terwijl oorspronkelijk in drie of zes maanden voorzien was.
Het enige amendement waarin wij niet zullen meegaan, is dat over de fiscale aftrek. Wij willen uiteraard de cultuur- en evenementensector op alle mogelijke manieren ondersteunen, maar wij menen dat het niet nodig is om aan die fiscale koterijen nog een extra kotje toe te voegen. Het is al ingewikkeld genoeg. Wij menen dat dit evengoed op andere manieren kan gebeuren.
Ik meen dat wij het hier allemaal over eens zijn. Daarom hebben wij in de commissie met verschillende fracties afgesproken volgende week dinsdag verder te gaan met de bespreking van de wetsvoorstellen ter zake. Er zijn vanuit allerlei hoeken initiatieven genomen. Ik meen dat iedereen de intentie heeft in de commissie goed te overleggen en te bekijken hoe wij voor de cultuur- en evenementensector kunnen komen tot een duidelijk en goed pakket aan maatregelen. Er mag echter geen sprake zijn van overlapping. Het moet gaan over een aanvullend pakket aan maatregelen dat komt naast de maatregelen die de regering in uitvoering van deze resolutie eventueel zal nemen.
Wij moeten elkaar niet voor de voeten lopen voor deze sector. Daar heeft deze sector helemaal geen nood aan.
Deze sector heeft er nood aan dat wij samenwerken en ervoor zorgen dat hij op een goede ondersteuning kan rekenen. Ik hoop dat wij daar dinsdag in de commissie toe komen. Ik denk dat wij het er allemaal over eens zijn dat we de cultuursector niet mogen laten kapotgaan. De cultuursector brengt mensen samen en in deze COVID-19-periode brengt de cultuursector troost en hoop. Niemand kan zich immers een lockdown voorstellen zonder muziek, een goed boek, een goede film of een spannende televisieserie.
Naast die tijdelijke maatregelen en de relancemaatregelen die wij in deze resolutie voorstellen en die wij in de commissie verder zullen bespreken, wil onze fractie zich er ook toe engageren om te werken aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden in de cultuursector en aan een verbetering van het kunstenaarsstatuut. Sommigen denken dat het een sector is waar men creatief bezig is en dat dit creatief proces eigenlijk niet zoveel voorstelt. Niets is minder waar. Het is ook economisch een belangrijke sector. Momenteel wordt dat creatief proces niet betaald of is er weinig waardering voor, maar repetities, projecten uitwerken, projecten aan de man proberen te brengen, voorbereidingen treffen, zaken instuderen en opzoekingen doen: dat maakt allemaal deel uit van het creatief proces, dat leidt tot de heel mooie creaties die wij uiteindelijk te zien krijgen. Het is niet de bedoeling dat alleen het eindpunt, die mooie creatie, wordt vergoed, maar ook het hele proces daarnaartoe.
Wij zijn bereid om te werken aan de structurele verbetering van het kunstenaarsstatuut, zodat artiesten niet alleen op het einde van hun proces applaus krijgen, maar dat ze ook een waardig statuut hebben, waardoor zij doorheen dat creatief proces kunnen leven.
15.08 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, je remercie les différents collègues qui se mobilisent depuis des semaines pour tenter de trouver des solutions d'urgence et de dessiner les lignes de l'avenir par rapport au secteur culturel, qui souffre de plein fouet de la crise COVID-19.
Il est clair qu'avant cette crise, il y avait déjà de nombreux appels du secteur culturel pour revoir ce statut qui n'en porte que le nom, puisqu'il est relativement compliqué, peu lisible et ne correspond pas du tout à ce que vivent les travailleurs des arts. Je pense à la législature dernière lors de laquelle une série de textes – qui avaient notamment été cosignés par Catherine Fonck – avaient été déposés, mais sur lesquels nous n'avions pas pu aboutir faute de majorité.
Aujourd'hui, il s'agit de prendre des mesures d'urgence. C'est ce que préconise la résolution proposée par le PTB. Ces mesures d'urgence sont fortes et nous les soutenons car elles sont essentielles pour remédier aux situations dans lesquelles des personnes se retrouvent sans aucun revenu. C'est bien là la difficulté du secteur culturel car, pour les périodes pendant lesquelles il n'y a pas de prestation, on considère qu'il ne "travaille" pas et il n'y a dès lors pas de revenu. Il faut complètement changer le paradigme puisque les artistes travaillent, répètent, écrivent. Il y a toute une série de prestations hors contrat dont il faut absolument tenir compte. Le fait de les ranger dans le domaine du chômage, ce n'est pas acceptable pour eux, ni pour nous. Ce sont des travailleurs, tout simplement, et il faut en tenir compte.
Dans nos réflexions futures, nous devrons tenir compte de cet aspect des choses pour réformer ce qu'on appelle le statut.
Non seulement au travers des entités fédérées, où des mesures ont été prises et vont encore l'être, mais également au niveau fédéral, il nous appartient dans nos compétences respectives d'être le plus proactif et le plus ambitieux possible par rapport aux attentes que nous avons suscitées. Nous avons vécu une très belle journée d'auditions où chacun est venu s'exprimer et a mis sur la table tous les problèmes du secteur. Et nous pensons qu'il faut pouvoir en tenir compte. Il ne faut pas juste les écouter, mais surtout les entendre dans leurs demandes.
C'est pour cette raison que nous avons pris l'initiative de déposer quelques amendements en complément de ce texte. En effet, nous pensons que certaines demandes doivent être entendues et qu'elles ne l'étaient pas. Forcément, cette proposition de résolution était antérieure aux auditions. Nous sollicitons quatre amendements. Le principal pour nous reste que la période de référence soit la plus longue possible. Se limiter à une période de référence très courte ne correspond pas à la demande, alors que celle-ci a été formulée de manière extrêmement forte par le secteur.
Au travers de propositions de loi déposées par le PS, notamment, il est clair qu'il y a une période de référence sur laquelle il y aurait un accord. Nous pensons, et c'est l'objet d'un amendement que nous déposons avec le groupe DéFI, que nous devons aller plus loin. En effet, quand le secteur aura repris ses activités, il faudra évidemment une période tampon pendant laquelle la relance totale pourra se faire. C'est vraiment essentiel pour nous que cette période de référence puisse être la plus longue possible. Idéalement, nous aurions souhaité qu'elle couvre totalement l'année 2021, mais nous voulons en tout cas qu'elle aille jusqu'au mois de mars, c'est-à-dire un an après l'arrêt des activités en 2020.
Un deuxième amendement porte sur une période temporaire pour le statut d'artiste. Le temps que nous réfléchissions à un statut total et pérenne, nous voulons une période temporaire allégeant les conditions d'entrée dans ce statut, notamment pour tous ceux qui avaient un dossier en cours de traitement avant l'arrêt des activités, ceux qui peuvent attester de revenus liés aux droits d'auteur ou à des contrats d'emploi sur les cinq dernières années, et ceux qui sont sur le marché du travail artistique au sens large et ont un diplôme d'une école des arts.
Il est aussi essentiel d'avoir cette période tampon qui permette l'élargissement de l'assiette des bénéficiaires de ce statut dans l'attente d'un statut plus complet.
Notre troisième amendement est destiné à soutenir le secteur par la mesure consistant en un chèque culture qui permettra à chacun de dépenser 500 euros pour des activités culturelles et des produits culturels. Ces 500 euros seront bien sûr déductibles.
Un dernier amendement vise à travailler au statut en créant une commission intersectorielle pour travailler en collaboration avec l'ensemble des secteurs relatifs à la culture afin de mettre en place ce statut définitif.
On investit beaucoup dans la recherche fondamentale et dans la recherche appliquée. C'est essentiel. Investir dans la culture, c'est comme pour la recherche parce qu'il s'agit de soutenir un travail créatif et qui est quelque part au bénéfice de l'ensemble de la société et de l'intérêt général.
Nous aurons mardi à trancher de nouvelles questions. Nous soutenons donc les textes qui ont été déposés par le Parti socialiste notamment mais aussi d'autres déposés par Ecolo et par DéFI. Comme nous l'avons dit, ce qui nous importe, c'est de pouvoir élargir la période de référence de manière beaucoup plus large car cela a été une demande permanente du secteur lors de nos journées d'audition. Nous sommes extrêmement vigilants à ce point parce que nous voulons répondre à cette demande-là.
Nous attendons mardi pour pouvoir concrétiser davantage. Ici, il s'agit d'une résolution qui est déjà un petit peu dépassée par les votes qui risquent d'intervenir en seconde lecture mardi prochain. Néanmoins, nous aimerions vraiment que ces amendements puissent intégrer le texte afin d'accorder notre soutien. En effet, on aurait ainsi un paquet global de mesures sur le court terme et bien sûr, un peu plus sur le long terme pour réfléchir à l'avenir.
15.09 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je souhaitais faire une courte intervention en tant que présidente de la commission. Au sein de cette commission, l'activité y est très intense et très dynamique. Le secteur artistique, événementiel et culturel a enfin été entendu en commission. On s'en réjouit bien entendu.
Je voudrais faire au moins trois remarques. Premièrement, j'ai beaucoup entendu dire, après cette journée d'auditions, que c'était un moment historique. Je lance un appel à l'ensemble des collègues pour que ce ne soit plus "historique" et que les artistes, les travailleurs des arts et le monde culturel soient davantage entendus par ce Parlement fédéral. Lors de ces auditions, nous avons pris toute la mesure de l'importance de les entendre, et de comprendre comment ils fonctionnent sur le terrain. Cela explique dès lors un tant soit peu le fait que tous ces textes arrivent maintenant en commission, et que cette résolution fasse l'objet d'amendements.
Ces auditions ont permis de comprendre davantage les besoins. Ce sera mon deuxième point. Nous avons clairement identifié quatre priorités et peut-être une cinquième. En ce qui concerne l'année blanche, il est important de reconnaître que le secteur culturel prendra plus de temps dans son redéploiement et qu'il faudra considérer cela. Il faudra réfléchir à ce statut d'artiste, et faire en sorte que l'on considère concrètement un artiste ou un travailleur de l'art comme un travailleur, et non pas comme quelqu'un qui bénéficie d'une allocation de chômage, mais comme un travailleur qui a besoin, par intermittence, d'un soutien pour lui permettre de créer, de produire, de s'entraîner, de s'exprimer, et d'aboutir à un projet créatif.
Je tenais aussi à souligner que nous travaillons sur ces propositions de loi, mais que nous devrions peut-être aussi travailler davantage pour ceux qui, pour l'instant, restent oubliés parce qu'ils passent entre les mailles du filet. Je lance un appel ici, en voyant le travail qui commence grâce à cette résolution du PTB, qui est une sorte d'entrée en matière, d'apéritif. J'espère que nous pourrons rapidement passer au plat principal puis au dessert pour mener ensuite, dans quelques mois, un travail parlementaire qui aboutira, après une observation, à la concrétisation du statut d'artiste, à un travail sur les droits d'auteur et à un redéploiement pour le secteur artistique, événementiel et culturel. Je vous remercie.
15.10 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijn collega Nadia Moscufo heeft al heel wat gezegd, maar ik zou daar graag nog een aantal zaken aan toevoegen.
De resolutie die wij twee maanden geleden in de commissie hebben ingediend, is er niet alleen voor de vele artiesten en kunstenaars die de afgelopen weken en maanden zwarte sneeuw hebben gezien. Ze is ook bedoeld om een oplossing te vinden voor de vele cultuurwerkers die vaak achter de schermen of in de coulissen werkzaam zijn.
Ik denk bijvoorbeeld aan de decorbouwers, de technici, de cameramannen en cameravrouwen of de visagisten. Velen van hen hebben hun opdrachten de voorbije weken en maanden in rook zien opgaan. Het gaat vaak ook over jonge freelancers die afhankelijk zijn van korte contracten. Omwille van de aard van die contracten hebben zij ook geen recht op tijdelijke werkloosheid, laat staan op enige werkloosheidsvergoeding, want het kunstenaarsstatuut is momenteel zeer rigide. Van alle cultuurwerkers, zo'n 250.000, zijn er slechts 3.000 die er aanspraak op kunnen maken.
Zo zijn er ook al een aantal schrijnende
getuigenissen door collega's vermeld. Er verscheen ook een heel frappant
artikel in het tijdschrift rekto:verso met als ontluisterende titel
"Tussen de mazen van het vangnet: cultuurwerkers getuigen".
Sta mij toe om de getuigenis van Zaza Dupont aan te halen, scenograaf, 25 jaar. Ze studeert bij als scenografe en werkte in de horeca om haar studies te kunnen betalen. Zij had kortlopende contracten die haar geen recht geven op tijdelijke werkloosheid. Op de gewone werkloosheid heeft ze ook geen recht omdat de producties waarvoor ze heel lang heeft gewerkt niet zijn doorgegaan. Noodgedwongen maakt ze nu haar spaargeld op aan huur en eten. Haar vriend is ondertussen ook op technische werkloosheid gezet. Zij moeten nu rondkomen met 1.150 euro per maand. Met twee kan men daar niet van overleven.
Ze is dan ook naar het OCMW gegaan om te informeren of ze recht heeft op een leefloon, maar dat zou amper 100 euro extra bedragen omdat er zoiets bestaat als onderhoudsplicht, terwijl haar vriend en zijzelf geen juridische band hebben, want ze wonen gewoon samen. Ze zegt: "Er is nul sociaal vangnet momenteel voor mij." Ze heeft geen flauw benul op wat of op wie ze nu nog een beroep kan doen voor hulp.
Collega's, dat is een van de vele schrijnende getuigenissen die erin zijn opgelijst. Daarom hebben wij via de voorliggende resolutie voor de regering drie eenvoudige verzoeken.
Ten eerste, wij moeten de toegang tot het kunstenaarsstatuut, zeker nu tijdens de huidige periode van overmacht, versoepelen.
Ten tweede, wij moeten er ook voor zorgen dat de tijdelijke werkloosheid kan worden uitgebreid naar alle werknemers en alle cultuurwerkers uit de sector, zonder uitzonderingen en gedurende de hele periode van de huidige gezondheidscrisis.
Ten slotte, het is jammer dat ons laatste verzoek door heel wat amendementen niet mee is opgenomen. Dat verzoek is dat er in de toekomst een betere samenwerking en een betere coördinatie zou moeten zijn tussen de verschillende deelgemeenschappen, om een nog beter en efficiënter cultuurbeleid te voeren. Het is jammer dat dit verzoek niet in aanmerking is genomen.
Collega's, ik richt mij ook tot de vertegenwoordigers van de Vlaamse partijen die ook in de Vlaamse regering zijn vertegenwoordigd. Onlangs hebben zij immers ook bekendgemaakt dat er steun zou komen en dat een plan is uitgewerkt. De Vlaamse regering zou over de brug komen met 68 miljoen euro. Zij heeft daar heel veel ruchtbaarheid aan gegeven. Voor alle duidelijkheid, dat is een goede zaak.
Michael De Cock, artistiek directeur van de KVS, heeft ook gereageerd. Hij stelde de interessante vraag of dat geld enkel en alleen bestemd is voor de cultuurhuizen en de erkende gesubsidieerde cultuurorganisaties of dat het ook zal worden toegekend aan alle cultuurwerkers die nu nog meer lijden.
Als het de collega's van de Vlaamse partijen in de Vlaamse regering menens is met het lot van de cultuurwerkers, is het nu het moment om de resolutie goed te keuren. Op die manier zullen wij immers heel veel mensen eindelijk eens wat perspectief kunnen bieden.
Het is daarnet ook al door behoorlijk veel collega's aangehaald dat wij in de commissie grondig werk moeten maken van een hervorming van het kunstenaarsstatuut opdat cultuurwerkers nog meer en beter kunnen worden beschermd en niet volledig zonder inkomen vallen.
Beste collega's, in de afgelopen weken hebben we cultuur geademd. We hadden nood aan cultuur, want we zaten in de lockdown, in isolatie, waardoor we onze toevlucht zochten in amusement, vertroosting en verbeelding. Dat zijn vaak producten van de creativiteit van de vele kunstenaars, artiesten en cultuurwerkers, die met veel passie voor hun vak de samenleving kleur geven met een heel divers palet. Als wij die vele cultuurwerkers niet te hulp snellen, dan zal ook onze samenleving inboeten op verbeelding en ons kritisch denkvermogen. Dat mogen wij in geen geval laten gebeuren.
Daarom roep ik u op om iets terug te doen voor de vele cultuurwerkers die het nu zeer moeilijk hebben.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Demande 1/Verzoek 1
• 9 – Vanessa Matz cs (1165/5)
Demande 4(n)/Verzoek 4(n)
• 10 – Vanessa Matz cs (1165/5)
Demande 5(n)/Verzoek 5(n)
• 11 – Vanessa Matz cs (1165/5)
Demande 6(n)/Verzoek 6(n)
• 12 – Vanessa Matz cs (1165/5)
* * *
* *
Les amendements sont réservés.
De amendementen worden aangehouden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
16 Proposition de loi relative à la durée de vie des centrales nucléaires belges et à la construction et à l'exploitation de nouvelles centrales nucléaires (933/1-4)
16 Wetsvoorstel betreffende de levensduur van Belgische kerncentrales en het bouwen en exploiteren van nieuwe kerncentrales (933/1-4)
Proposition déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Reccino Van Lommel, Kurt Ravyts, Erik Gilissen, Nathalie Dewulf.
La
commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat propose de rejeter
cette proposition de loi. (933/4)
De
commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat stelt voor dit wetsvoorstel te
verwerpen. (933/4)
Conformément
à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette
proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement,
l’auteur.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indiener te hebben gehoord.
De rapporteur, Kris Verduyckt, verwijst naar het schriftelijk verslag.
16.01 Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, ons wetsvoorstel met betrekking tot de verlenging van de levensduur van de kerncentrales en de mogelijke bouw van nieuwe centrales was naar onze mening logisch. Wij betreuren het bijzonder dat er in de commissie geen debat ten gronde is gevoerd. Het debat werd immers door heel wat politieke partijen geweigerd, op enkele uitzonderingen na. Wij danken de N-VA, sp.a en de PVDA, die uiteindelijk wel het debat durfden aan te gaan. Alle andere partijen gaven niet thuis en het debat was dus een schijnvertoning. Men heeft ook getracht het wetsvoorstel er bij de initiële bespreking in 30 minuten door te jagen, onder andere zonder adviezen in te winnen.
In het debat haalde men heel wat drogredenen aan om toch maar niet te gaan voor de levensduurverlenging van een aantal kerncentrales. Zo argumenteerde men zelfs dat kernenergie een deel van het probleem is en dat de kerncentrales te oud zijn. Op een gegeven moment heeft men er zelfs de kleilagen bijgehaald, net als de investeringen in onder andere windmolens en zonnepanelen.
Collega's, het is duidelijk uit de diverse debatten over het CRM, zelfs gisteren nog, dat we er tegen 2025 niet uit zullen raken, wat er ook beslist wordt. Hoe dat vehikel er uiteindelijk ook zal uitzien, de bedrijven en de consumenten zullen ervoor moeten betalen. De bevoorradingszekerheid is hier in het gedrang. Ik betreur dan ook de houding van minister Marghem, die zich steeds verstopt achter de wet op de kernuitstap van 2003, als ik mondelinge vragen stel in de commissie of als het woord kerncentrales valt.
Die blauwe plaat is ondertussen naar mijn mening grijsgedraaid.
Hoe dan ook, 2025 zal er snel zijn. Als wij niets doen, dan zal de import en dus afhankelijkheid in 2025 verhogen naar 38 % van onze energiebehoefte. Wilt u die verantwoordelijkheid op uw schouders dragen, wilt u zodanig de importafhankelijkheid verhogen dat wij met problematische situaties te maken krijgen? Ik betreur de houding van de PVDA, die geen probleem ziet van importafhankelijkheid, aangezien zij geen grenzen rond België ziet. Waar is uw geloofwaardigheid als het gaat over de betaalbaarheid van energie, collega's van de PVDA?
De beloofde initiatieven uit het Nationaal Energie- en Klimaatplan, zoals de offshoreprojecten, zijn uiteraard allemaal nodig, maar zij zijn te weinig doeltreffend. Wij zullen er niet komen. Het zijn druppels op een hete plaat.
De enige logische conclusie is dat een levensduurverlenging mogelijk gemaakt moet worden, maar dat sluit het andere niet uit. Ik wil daarmee zeggen dat wij moeten gaan voor een mix van energiebevoorrading. Er moeten parallel verschillende pistes uitgewerkt en gevolgd worden. Doe vooral uw oogkleppen af. Kijk naar de andere landen, naar Frankrijk bijvoorbeeld, waar vandaag nog steeds 70 % van de energiebevoorrading van kerncentrales komt. In de toekomst wil men dat behouden op 50 %.
Overal in de wereld waar kerncentrales staan, gaat men voor een levensduurverlenging. In alle belangrijke economieën in de wereld is kernenergie de belangrijkste energiebron. Vooraanstaande ingenieurs waarschuwen dat wij niet beschaamd hoeven te zijn en moeten durven kiezen voor een levensduurverlenging. Vandaag las ik in de krant nog de verklaring van milieueconoom Johan Albrecht, niet per se het rechtse type, dat een levensduurverlenging noodzakelijk is.
Collega's, wat mij des te meer ontzette, was de werkwijze bij de stemming over het wetsvoorstel. Artikel 1, dat een aangelegenheid regelt in de Grondwet, werd zomaar weggestemd. Waarom hebt u dat gedaan? U deed dat om geen kleur te hoeven bekennen. Zelfs de heer De Croo stelde in een interview op de radio dat een levensduurverlenging noodzakelijk is, maar toen de bespreking ten gronde werd gevoerd, was de commissievoorzitter toevallig afwezig.
Collega's, ik vind dat we een principiële keuze moeten maken, een keuze van het gezond verstand. Dat wil zeggen dat we moeten durven te kijken naar de bevoorradingszekerheid en de betaalbaarheid van onze energie in de toekomst. U zou perfect met het wetsvoorstel als een stok achter te deur naar de onderhandelingstafel met ENGIE Electrabel kunnen trekken. Zijn wij dan de enige partij die problemen verwacht wanneer in 2025 alle kerncentrales zullen sluiten? Zijn wij dan de enige vooruitziende partij, die vandaag wel aan de boom durft te schudden en durft te waarschuwen voor de problemen? Collega's, laten we die schijnvertoning in de commissie, een absolute schande door de manier waarop het wetsvoorstel werd behandeld en waarbij elk deftig debat werd geweigerd, rechtzetten en tegen de verwerping stemmen vandaag. Daardoor kunnen we op een echte en volwassen manier het debat, dat tot op vandaag ontbrak, opnieuw voeren in de commissie.
Le président: Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen
andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur
la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De
stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later
plaatsvinden.
17 Cour des
comptes – Nomination d’un conseiller (Chambre française) – Candidatures
introduites
17 Rekenhof – Benoeming van een raadsheer (Franse Kamer) – Ingediende
kandidaturen
Conformément à la décision de la séance
plénière du 9 avril 2020, un appel aux candidats a été publié au
Moniteur belge du 22 avril 2020 pour le mandat de conseiller de la
Chambre française de la Cour des comptes (en remplacement de M. Franz
Wascotte).
Overeenkomstig de beslissing van de
plenaire vergadering van 9 april 2020 is in het Belgisch Staatsblad
van 22 april 2020 een oproep tot kandidaten voor het mandaat van
raadsheer bij de Franse Kamer van het Rekenhof bekendgemaakt (ter vervanging
van de heer Franz Wascotte).
Les candidatures suivantes ont été
introduites dans le délai prescrit:
- M. Jean-Michel
Cassier, fonctionnaire dirigeant du Service commun d’audit entre la Fédération
Wallonie-Bruxelles et la Wallonie;
- M. Dominique
Guide, auditeur à la Cour des comptes, détaché comme conseiller à la cellule
stratégique de la première ministre;
- M. Olivier Hubert, chef de
cabinet adjoint du vice-président du gouvernement wallon et ministre du Climat,
de l’Energie et de la Mobilité;
- M. Christophe Legulier, greffier
ad interim du Comité P;
- M. Cédric Libert, auditeur
adjoint à la Cour des comptes;
- Mme Nelly
Mercier, première auditrice à la Cour des comptes;
- Mme Pascale
Stenne, première auditrice réviseuse à la Cour des comptes;
- M. Daniel Vanpetegem, premier
conseiller du Médiateur de la Communauté française et de la Région wallonne;
- Mme Françoise Winant, première
auditrice réviseuse à la Cour des comptes.
De volgende kandidaturen werden binnen de
voorgeschreven termijn ingediend:
- de heer Jean-Michel Cassier, leidinggevend
ambtenaar van de ‘Service commun d’audit entre la Fédération Wallonie-Bruxelles
et la Wallonie’;
- de
heer Dominique Guide, auditeur bij het Rekenhof, gedetacheerd als expert naar
de beleidscel van de eerste minister;
- de
heer Olivier Hubert, adjunct-kabinetschef van de vicevoorzitter van de Waalse
regering en minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit;
- de
heer Christophe Legulier, griffier ad interim van het Comité P;
- de
heer Cédric Libert, adjunct-auditeur bij het Rekenhof;
- mevrouw
Nelly Mercier, eerste auditeur bij het Rekenhof;
- mevrouw
Pascale Stenne, eerste auditeur-revisor bij het Rekenhof;
- de
heer Daniel Vanpetegem, eerste adviseur van de Ombudsman van de Franse
Gemeenschap en van het Waalse Gewest;
- mevrouw
Françoise Winant, eerste auditeur-revisor bij het Rekenhof.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 juin 2020, le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques. La sous-commission "Cour des comptes" procédera à l'audition des candidats.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 juni 2020 zal het curriculum vitae van de kandidaten aan de politieke fracties worden bezorgd. De kandidaten zullen door de subcommissie "Rekenhof" worden gehoord.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
17.01 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, nous avons fixé la date des auditions au 17 juin à 09 h 00. Il y a dix candidats et vingt minutes par candidat.
18 Conseil central de surveillance pénitentiaire – Nomination d’un membre suppléant – Candidatures introduites
18 Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen – Benoeming van een plaatsvervangend lid – Ingediende kandidaturen
Conformément à la décision de la séance
plénière du 16 avril 2020, un second appel aux candidats a été publié
au Moniteur belge du 22 avril 2020 pour le mandat de membre suppléant
néerlandophone de M. Tony Vermeulen, membre du Conseil central de
surveillance pénitentiaire.
Overeenkomstig de beslissing van de
plenaire vergadering van 16 april 2020 werd in het Belgisch
Staatsblad van 22 april 2020 een tweede oproep tot kandidaten
bekendgemaakt voor het mandaat van Nederlandstalig plaatsvervangend lid van de
heer Tony Vermeulen, lid van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen.
Les candidatures
suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:
- M. Jacques Germeaux
- M. Louis Thienpont.
De
volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:
- de heer Jacques Germeaux
- de
heer Louis Thienpont.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 juin 2020, je vous propose de transmettre le curriculum vitae des candidats aux groupes politiques. La commission de la Justice procédera à l'audition des deux candidats.
Overeenkomstig
het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 juni 2020 stel ik
u voor het curriculum vitae van de kandidaten aan de politieke fracties te
bezorgen. Beide kandidaten zullen door de commissie voor Justitie worden
gehoord.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
19 Prise en considération de propositions
19
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Mijnheer Laaouej, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1308/1 tot bestendiging van het Zorgpersoneelsfonds en tot toewijzing van de betreffende middelen voor 2020.
19.01 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je voudrais tout d'abord remercier l'ensemble des partis et des groupes qui ont participé à ce groupe de travail et qui ont pu faire avancer les choses.
C'est un dossier particulièrement compliqué et technique, s'il en est. Je crois qu'il est inutile ici de se convaincre de l'urgence de cette proposition de loi visant à répondre aux besoins du secteur et nous en avons largement débattu.
19.02 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, je vais dans le même sens.
Je pense que le moment est politiquement important par rapport à ce secteur. En novembre, nous avons déjà mené de nombreux débats sur l'importance de pouvoir lui donner cette bouffée d'oxygène. Ces 400 millions sont une première étape importante.
Depuis, beaucoup d'eau a coulé sous les ponts et je suppose qu'il faudra aussi rouvrir les débats sur d'autres initiatives à prendre, mais celle-ci mérite vraiment l'urgence pour pouvoir être rapidement discutée en commission et être approuvée en plénière.
Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Mevrouw Kitir, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1312/1 tot invoering van een "vervroegde verliesaftrek" en een belastingkrediet in verband met de verliezen van het jaar 2020 als gevolg van de COVID-19-crisis.
19.03 Meryame Kitir (sp.a): Heel wat bedrijven en kmo's hebben hun activiteiten opnieuw opgestart of mogen opnieuw opstarten. Sommige deels, denk aan de horeca. Met die heropening vallen heel wat steunmaatregelen weg. Door de afstandsregels zijn er nu echter minder klanten en is er minder omzet. Daarom moeten er extra steunmaatregelen komen. Dit voorstel biedt daarop een antwoord.
Aangezien wij nog midden in de crisis zitten, vragen wij de hoogdringende behandeling.
Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
De urgentie wordt eveneens gevraagd voor het wetsvoorstel nr. 1315/1 tot opname wettelijke en conventionele vakantie-, feest- en verlofdagen in 2020 naar aanleiding van de COVID-19-crisis.
19.04 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het wetsvoorstel is COVID-19-gerelateerd en het is ook tijdelijk, wat voor ons de beide criteria zijn.
Meestal werden de sociale akkoorden in onderling overleg gesloten eind 2019, dus vóór de COVID-19-crisis. De werkorganisatie bij de heropstart kan dermate gewijzigd zijn dat partijen – de sociale groepen, werkgevers en werknemers – de ruimte moeten krijgen om met respect voor de bestaande sociale wetgeving de eerder gemaakte collectieve afspraken in onderling overleg en in onderling akkoord te wijzigen.
Aangezien de heropstart lopende is, vragen wij de hoogdringende behandeling.
De voorzitter: Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
L'urgence est adoptée.
De urgentie wordt aangenomen.
Monsieur Laaouej, vous demandez l'urgence pour la proposition de résolution visant à garantir le droit et l'accès à la santé sexuelle et reproductive dans le cadre de la crise du COVID-19, n° 1317/1.
19.05 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, comme nous l'avions déjà évoqué précédemment, malheureusement, outre la santé physique qui est atteinte en cette période de crise du coronavirus, nous devons aussi déplorer des problèmes de nature plus psychologique ou affective. C'est la raison pour laquelle nous souhaitons également ouvrir un débat, avec cette proposition de résolution, sur les autres aspects liés à la santé de nos concitoyens en cette période de crise du coronavirus.
Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.
Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.
L'urgence est rejetée.
De urgentie wordt verworpen.
20 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Reccino Van Lommel sur "la relance du secteur des voyages" (n° 14)
20 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel over "de relance van de reissector" (nr. 14)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Économie, de la Protection des Consommateurs et de l'Agenda numérique du 27 mai 2020.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda van 27 mei 2020.
Deux motions ont été déposées (MOT n°14/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Leen Dierick.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 14/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leen Dierick.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
20.01 Reccino Van Lommel (VB): De ene na de andere sector trekt aan de alarmbel. Sommige sectoren krijgen al wat meer aandacht dan de andere. De ene vraagt al wat meer aandacht van de politiek dan de andere. Een van de sectoren die nog lang gebukt zal gaan onder de coronacrisis is ongetwijfeld de reissector. Aan de aanbodzijde zijn ze afhankelijk van de evolutie van de pandemie wereldwijd. Aan de vraagzijde zal alles afhangen van het vertrouwen van de reiziger, dat zal moeten worden hersteld.
Ondertussen kreunen reisorganisaties en kunnen ze amper het hoofd boven water houden en zijn tal van jobs bedreigd. Volgens de federatie zou de sector zich in het slechtste geval pas in 2027 kunnen herstellen. De reissector had het al niet gemakkelijk en het faillissement van Thomas Cook zit nog vers in ons collectief geheugen. We moeten bovendien vermijden dat er een domino-effect zal ontstaan en dat een te sterke uitdunning van het reisorganisatielandschap zou leiden tot een oligopolistische marktsituatie. Dit zou voor de consumenten tevens geen goede zaak zijn.
Net als sommige andere sectoren vraagt de reissector bijzondere aandacht. Met onze motie willen wij de regering dan ook vragen om verder in gesprek te gaan met de sector en een afgestemd pakket van maatregelen uit te werken die de sector in staat moet stellen om de crisis, voortvloeiend uit de uitbraak van COVID-19, te overwinnen. Wij roepen op de eenvoudige motie, die oproept over te gaan tot de orde van de dag, niet te steunen. Wij vragen aandacht voor de echte realiteit, de echte orde van de dag. We mogen problemen in onze samenleving niet negeren en moeten elke sector die het nodig heeft gepaste maatregelen bieden. Het is onze plicht als politici. Het is onze taak als volksvertegenwoordigers.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
92 |
Oui |
Nee |
51 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
143 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
21 Voorstel van resolutie betreffende de medewerking van Infrabel en NMBS bij de realisatie van een netwerk van fietssnelwegen (944/8)
21 Proposition de résolution relative à la participation d'Infrabel et de la SNCB à la réalisation d'un réseau de pistes cyclables rapides (944/8)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration
avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
143 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
144 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (944/9)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (944/9)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(Mevrouw Katrien Houtmeyers heeft zoals
haar fractie gestemd.)
22 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeenschappen en de Federale Staat inzake het Tax Shelter stelsel voor audiovisuele werken en podiumwerken en tot informatie-uitwisseling, gedaan te Brussel op 19 maart 2020 (1115/1)
22 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone relatif aux compétences des communautés et de l'État fédéral en matière du régime Tax Shelter pour les oeuvres audiovisuelles et les oeuvres scéniques et à l'échange d'informations, fait à Bruxelles le 19 mars 2020 (1115/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
135 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1115/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1115/4)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
23 Wetsontwerp tot aanpassing van verscheidene belastingwetboeken aan de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek (1147/3)
23 Projet de loi visant à adapter divers codes fiscaux à la loi du 5 mai 2019 portant des dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes, et modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie et le Code pénal social (1147/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
146 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
146 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1147/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1147/4)
24 Wetsontwerp houdende verdere modernisering van de registratie van de huurovereenkomsten (1221/3)
24 Projet de loi portant poursuite de la modernisation de l'enregistrement des baux (1221/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
147 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1221/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1221/4)
25 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt met het oog op het vergoeden van het gebruik van speed pedelecs (nieuw opschrift) (912/4)
25 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 13 juillet 2017 fixant les allocations et indemnités des membres du personnel de la fonction publique fédérale en vue d'indemniser l'utilisation de speed pedelecs (nouvel intitulé) (912/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
147 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(912/5)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (912/5)
(Mevrouw Tania De Jonge heeft zoals haar
fractie gestemd.)
26 Aangehouden amendement en artikel van het wetsvoorstel tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust (nieuw opschrift) (1231/1-9)
26 Amendement et article réservés de la proposition de loi modifiant les périodes survenues durant le repos prénatal et pouvant être prises en compte pour la prolongation du repos postnatal (nouvel intitulé) (1231/1-9)
Stemming over amendement nr. 20 van
Florence Reuter cs op artikel 8. (1231/9)
Vote sur l'amendement n° 20 de Florence
Reuter cs à l'article 8. (1231/9)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
51 |
Oui |
Nee |
96 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 8 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 8 est adopté.
27 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust (nieuw opschrift) (1231/8)
27 Ensemble de la proposition de loi modifiant les périodes survenues durant le repos prénatal et pouvant être prises en compte pour la prolongation du repos postnatal (nouvel intitulé) (1231/8)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
98 |
Oui |
Nee |
41 |
Non |
Onthoudingen |
9 |
Abstentions |
Totaal |
148 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(1231/10)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (1231/10)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(Tout le groupe MR s'est abstenu.)
28 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie over steun aan de culturele sector in de context van de COVID-19-crisis (1165/1-5)
28 Amendements réservés à la proposition de résolution visant à soutenir le secteur culturel dans le contexte de la crise du COVID-19 (1165/1-5)
Stemming over amendement nr. 9 van
Vanessa Matz cs op verzoek 1. (1165/5)
Vote sur
l'amendement n° 9 de Vanessa Matz cs à la demande 1. (1165/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
69 |
Oui |
Nee |
76 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
145 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
28.01 Peter De
Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb
bij de vorige stemming helaas verkeerd gestemd. Ik heb voorgestemd terwijl ik
tegen ben. Voordat ik het weet, vorm ik hier een regering. Dat was niet de
bedoeling. (Gelach)
De voorzitter: Uw correctie wordt genoteerd.
(De heer Peter De Roover heeft
tegengestemd.)
Stemming over amendement nr. 10 van
Vanessa Matz cs tot invoeging van een verzoek 4(n). (1165/5)
Vote sur
l'amendement n° 10 de Vanessa Matz cs tendant à insérer une
demande 4(n). (1165/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
67 |
Oui |
Nee |
80 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 11 van
Vanessa Matz cs tot invoeging van een verzoek 5(n). (1165/5)
Vote sur l'amendement n° 11 de Vanessa
Matz cs tendant à insérer une demande 5(n). (1165/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
8 |
Oui |
Nee |
101 |
Non |
Onthoudingen |
40 |
Abstentions |
Totaal |
149 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 12 van
Vanessa Matz cs tot invoeging van een verzoek 6(n). (1165/5)
Vote sur
l'amendement n° 12 de Vanessa Matz cs tendant à insérer une
demande 6(n). (1165/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
95 |
Oui |
Nee |
28 |
Non |
Onthoudingen |
24 |
Abstentions |
Totaal |
147 |
Total |
Bijgevolg is het amendement aangenomen.
En conséquence, l'amendement est adopté.
Ik herinner eraan dat in het geval van een voorstel van resolutie artikel 95, derde lid, van het Reglement (zie artikel 11, § 1, tweede lid, van de wet van 6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State) niet van toepassing is. Wij kunnen bijgevolg stemmen over het geheel.
Je vous rappelle que dans le cas d’une proposition de résolution, l'article 95, alinéa 3, du Règlement (voir article 11, § 1er, alinéa 2, de la loi du 6 avril 1995 organisant la commission parlementaire de concertation prévue à l'article 82 de la Constitution et modifiant les lois coordonnées sur le Conseil d'État) n’est pas d’application. Par conséquent, nous pouvons procéder au vote sur l’ensemble.
29 Geheel van het voorstel van resolutie over steun aan de culturele sector in de context van de COVID-19-crisis, zoals geamendeerd (1165/4+5)
29 Ensemble de la proposition de résolution visant à soutenir le secteur culturel dans le contexte de la crise du COVID-19, telle qu'amendée (1165/4+5)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
68 |
Oui |
Nee |
81 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
149 |
Total |
Bijgevolg verwerpt de Kamer het voorstel van resolutie.
En conséquence, la Chambre rejette la proposition de résolution.
30 Proposition de rejet faite par la commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat de la proposition de loi relative à la durée de vie des centrales nucléaires belges et à la construction et à l'exploitation de nouvelles centrales nucléaires (933/1-4)
30 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat van het wetsvoorstel betreffende de levensduur van Belgische kerncentrales en het bouwen en exploiteren van nieuwe kerncentrales (933/1-4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote / Begin van de stemming.
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote
14) |
||
Oui |
106 |
Ja |
Non |
42 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
148 |
Totaal |
En
conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi
n° 933/1 est donc rejetée.
Bijgevolg
neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 933/1
is dus verworpen.
31 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 11 juin 2020à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 11 juni 2020 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19 h 13.
De vergadering wordt gesloten om 19.13 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 55 PLEN 043 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 55 PLEN 043 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
092 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet
François, De Vriendt Wouter, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux
Bram, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dock
Magali, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels
Katja, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kitir
Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei
Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz
Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors
Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van
Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden
Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire
Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
051 |
Nee |
Boukili Nabil, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto,
D'Haese Christoph, Daems Greet, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie,
Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones
Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn
Ellen, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel
Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel
Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
143 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John,
D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Caluwé
Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux
Bram, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit,
Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet
Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Khattabi Zakia, Kitir Meryame, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven,
Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen,
Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne,
Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Arens Josy
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
135 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, D'Haese Christoph, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delvaux Bram, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih
Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart
Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence,
Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi
Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones
Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon,
Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der
Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
012 |
Onthoudingen |
Boukili Nabil, Colebunders
Gaby, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx
Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
146 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée
Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant
Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej
Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der
Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
147 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée
Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine,
Francken Theo, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa,
Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven,
Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der
Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre
Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
147 |
Ja |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson
Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, D'Amico Roberto, D'Haese Christoph, Daems Greet, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc,
Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock
Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels
Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven,
Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin
Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors
Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut
Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen,
Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne,
Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles,
Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
051 |
Ja |
Anseeuw Björn, Bihet
Mathieu, Bombled Christophe, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, D'Haese
Christoph, De Caluwé Robby, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Wit Sophie,
Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Depoorter Kathleen, Dewael Patrick, Dock
Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit,
Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Metsu Koen, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Raskin Wouter, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent,
Spooren Jan, Taquin Caroline, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der
Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh
Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Wollants Bert
Non |
096 |
Nee |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil,
Briers Jan, Bury Katleen, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel,
Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, D'Amico
Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, de Laveleye Séverine, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder
Ludivine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Flahaut André, Fonck
Catherine, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa,
Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir,
Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline,
Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo
Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah,
Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van
Lommel Reccino, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter,
Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert
Evita, Zanchetta Laurence
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
098 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil,
Briers Jan, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati
Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John,
D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, de Laveleye Séverine, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder
Ludivine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir
Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy
Marie-Colline, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens
Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot
Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen,
Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane,
Tison Philippe, Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van
Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
041 |
Nee |
Anseeuw Björn, Buysrogge
Peter, D'Haese Christoph, De Caluwé Robby, De Maegd Michel, De Roover Peter, De
Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Depoorter Kathleen, Dewael
Patrick, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Gijbels
Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Lachaert Egbert, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Metsu Koen, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Spooren Jan,
Taquin Caroline, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van
Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput
Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Wollants Bert
Abstentions |
009 |
Onthoudingen |
Bihet Mathieu, Bombled
Christophe, Burton Emmanuel, Dock Magali, Friart Benoit, Galant Isabelle,
Gilson Nathalie, Jadin Kattrin, Reuter Florence
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
069 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara,
Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, de Laveleye
Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw
Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir
Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Segers Ben,
Senesael Daniel, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van
Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris,
Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes
Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
076 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Caluwé Robby,
De Maegd Michel, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie,
Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewael
Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy,
Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja,
Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lanjri Nahima, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Pas
Barbara, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter
Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Slegers
Bercy, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof
Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
067 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara,
Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, de Laveleye
Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder
Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck
Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej
Ahmed, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Prévot Maxime, Prévot Patrick,
Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Non |
080 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Caluwé Robby,
De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael,
Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson
Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima,
Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven,
Metsu Koen, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn
Ellen, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Taquin
Caroline, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh
Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries,
Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh
Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
008 |
Ja |
Arens Josy, Creemers
Barbara, Dallemagne Georges, De Smet François, Fonck Catherine, Matz Vanessa,
Prévot Maxime, Rohonyi Sophie
Non |
101 |
Nee |
Anseeuw Björn, Aouasti
Khalil, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled
Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd
Michel, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky,
Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick
Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André,
Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant
Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Kir Emir, Laaouej
Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Pas
Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Patrick,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe
Dominiek, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken
Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt
Hans, Wollants Bert, Zanchetta Laurence
Abstentions |
040 |
Onthoudingen |
Bertels Jan, Boukili Nabil,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby,
Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, de Laveleye Séverine, De Vriendt
Wouter, De Vuyst Steven, Depraetere Melissa, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul,
Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kitir Meryame, Leroy
Marie-Colline, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon,
Schlitz Sarah, Segers Ben, Soors Jessika, Van der Straeten Tinne, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke
Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Willaert Evita
Vote nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
095 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buyst
Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara,
Creyelman Steven, Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne
Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Roover
Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst
Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Depoortere Ortwin,
Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir
Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn
Ellen, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Soors
Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison
Philippe, Troosters Frank, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees
Marco, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden
Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Non |
028 |
Nee |
Bihet Mathieu, Bogaert
Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Demon Franky, Dierick
Leen, Dock Magali, Farih Nawal, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle,
Gilson Nathalie, Jadin Kattrin, Lanjri Nahima, Mahdi Sammy, Mathei Steven,
Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Reuter Florence, Scourneau Vincent, Slegers
Bercy, Taquin Caroline, Van den Bergh Jef, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van
Langenhove Dries, Verherstraeten Servais
Abstentions |
024 |
Onthoudingen |
Anseeuw Björn, Buysrogge
Peter, D'Haese Christoph, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen,
Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim,
Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert
Vote nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
068 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo
Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara,
Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, de Laveleye
Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder
Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck Catherine,
Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence,
Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix
Christophe, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter,
Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé,
Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Soors Jessika,
Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter,
Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Non |
081 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bihet
Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Caluwé Robby,
De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit
Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen
Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael,
Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert
Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi
Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman Tomas,
Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek,
Spooren Jan, Taquin Caroline, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp
Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els,
Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants
Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 014
Oui |
106 |
Ja |
Aouasti Khalil, Arens Josy,
Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik,
Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez
John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De
Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De
Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux
Bram, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dock
Magali, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels
Katja, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus
Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin,
Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie,
Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie,
Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy,
Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van der Straeten
Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Quickenborne
Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput
Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Non |
042 |
Nee |
Anseeuw Björn, Bury
Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, D'Haese Christoph, De Roover Peter,
De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo,
Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van
Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |