Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 30 avril 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 30 april 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 15 et présidée par M. Patrick Dewael.

De vergadering wordt geopend om 14.15 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Sophie Wilmès.

 

Questions

Vragen

 

01 Samengevoegde vragen van

- Peter Mertens aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De exitstrategie en de communicatie van de NVR" (55000650P)

- Ludivine Dedonder aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De ongerustheid van de werknemers over COVID-19 en de peiling van de FGTB" (55000651P)

- Sophie Rohonyi aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het exitplan" (55000652P)

- Meryame Kitir aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De exitstrategie zoals vorige week beslist door de NVR" (55000653P)

- Raoul Hedebouw aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het exitplan" (55000655P)

- Jessika Soors aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Tracing als onderdeel van de exitstrategie" (55000656P)

- Goedele Liekens aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De stavaza i.v.m. reizen voor beroepsdoeleinden en privéreizen binnen de EU" (55000657P)

- Barbara Pas aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De communicatie over de exitstrategie en de beschikbaarheid van mondmaskers en testen" (55000659P)

- Jean-Marie Dedecker aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De recente maatregelen naar aanleiding van de coronacrisis" (55000661P)

- Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De beslissingen van de NVR van afgelopen vrijdag en van het overlegcomité i.v.m. COVID-19" (55000663P)

- Benoît Piedboeuf aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De exitstrategie" (55000665P)

- Peter De Roover aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De follow-up van de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad" (55000669P)

- Georges Gilkinet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De sociale dimensie van het door de NVR aangekondigde exitplan" (55000671P)

01 Questions jointes de

- Peter Mertens à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La stratégie de déconfinement et la communication du CNS" (55000650P)

- Ludivine Dedonder à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'inquiétude des travailleurs face au COVID-19 et le sondage de la FGTB" (55000651P)

- Sophie Rohonyi à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le plan de déconfinement" (55000652P)

- Meryame Kitir à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La stratégie de déconfinement décidée par le CNS la semaine dernière" (55000653P)

- Raoul Hedebouw à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le plan de déconfinement" (55000655P)

- Jessika Soors à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le tracing en tant qu'élément de la stratégie de déconfinement" (55000656P)

- Goedele Liekens à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'état de la question sur les voyages professionnels et privés au sein de l'UE" (55000657P)

- Barbara Pas à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La communication sur la stratégie de déconfinement et la disponibilité de masques et de tests" (55000659P)

- Jean-Marie Dedecker à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les mesures décidées récemment à la suite de la crise du coronavirus" (55000661P)

- Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les décisions du CNS de vendredi dernier et du comité de concertation en rapport avec le COVID-19" (55000663P)

- Benoît Piedboeuf à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La stratégie de sortie de crise" (55000665P)

- Peter De Roover à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le suivi des décisions du Conseil national de sécurité" (55000669P)

- Georges Gilkinet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La dimension sociale dans le plan de déconfinement annoncé par le CNS" (55000671P)

 

Collega's, u kent intussen het systeem. Iedereen stelt zijn vraag van op zijn bank en de eerste minister mag vooraan plaatsnemen aan een van beide pupiters.

 

Ik vestig er nog eens de aandacht op dat de spreektijd strikt gereglementeerd is. Er zijn 13 vragen. Dat betekent dat ik de regering minstens 1 minuut spreektijd per vraag moet geven. Dat betekent 13 minuten, mevrouw de eerste minister. Daarna hebben de leden 1 minuut tijd voor hun repliek.

 

Deze vergadering wordt uitgezonden. Zodra uw micro uitvalt, hoort men in de huiskamer niets meer. Probeer u dus te houden aan die 2 minuten spreektijd.

 

Mijnheer Mertens, u mag de spits afbijten.

 

01.01  Peter Mertens (PVDA-PTB): Het probleem met de persconferentie van afgelopen vrijdag was dat alles in orde was, behalve één ding. De cijfers waren in orde, de fases, de tussenfases, de abstracte verklaringen en de aandacht voor onze twee nationale sporten, kajak en golf. Maar hoe later het werd, hoe duidelijker het ook werd dat u iets aan het vergeten was, namelijk de mens.

 

Waar is de mens die zich al weken terugtrekt en zich strikt houdt aan alle mogelijke maatregelen in deze coronacrisis en hunkert naar familie? Waar is de mens die soms eenzaam is, die het moeilijk heeft en ernaar snakt om kinderen of kleinkinderen terug te zien? Zijn wij vergeten hoe mensen leven?

 

Er lag begin vorige week een voorstel op tafel om eventueel twee, vijf of tien mensen van de familie thuis te mogen ontmoeten. Dat voorstel is door de Nationale Veiligheidsraad van tafel geveegd onder druk van de lobby van het VBO en Voka. Blijkbaar is in ons land de lobby van het grootbedrijf groter dan de lobby van het hart. In essentie heeft u immers twee dingen besloten: ten eerste dat we onze baas sneller gaan terugzien dan onze familie en vrienden, en ten tweede dat de veiligheid op de werkvloer vanaf 4 mei niet langer helemaal gegarandeerd zal zijn.

 

Daarom heb ik twee vragen voor u, mevrouw de eerste minister.

 

Wie heeft uiteindelijk besloten om dat voorstel om familie terug te zien niet te bespreken op de Veiligheidsraad, of om het daar van de tafel te gooien. Vanwaar komen de krachten die zeggen dat enkel de economie telt en niet het sociale, en die geen evenwicht zoeken tussen het economische, het sociale en het wetenschappelijke?

 

Bent u bereid om in deze tijden de sociale inspectie te versterken om vanaf 4 mei massaal controles te kunnen laten uitvoeren op de werkvloer?

 

01.02  Ludivine Dedonder (PS): Madame la première ministre, dans quelques jours, nous entamerons la première phase de déconfinement décidée par le Conseil national de sécurité. Cela signifie un retour progressif à l'emploi.

 

Je l'ai dit la semaine dernière, et je le répète: pour le PS, la santé des travailleurs est et restera la priorité absolue. L'humain doit passer avant l'économie. Nous avons déjà connu plus de 7 000 décès. Des personnes sont encore à l'hôpital, en soins intensifs. Nous ne pouvons prendre aucun risque.

 

Le retour au travail ne peut avoir lieu que si la sécurité des travailleurs, de leurs familles, de la population est garantie dans l'entreprise.

 

Contrairement à ce que l'on a pu entendre ce matin avec les nouvelles provocations du patron de la FEB, nous estimons que le confinement a un sens et permet de sauver des vies. Prétendre que se rendre au travail est le plus sûr pour ne pas être contaminé, c'est vraiment vivre sur une autre planète.

 

Un grand sondage de la FGTB avec 10 000 répondants montre qu'au cœur de la crise, près de 10 % des travailleurs se sont retrouvés en travail sans pouvoir respecter la distanciation sociale et sans matériel ou protection spécifique. La plupart des travailleurs sont inquiets et craignent une forte augmentation du stress et de la pression au travail.

 

Madame la première ministre, il est plus que temps d'annoncer des mesures fortes pour rassurer les travailleurs qui devront retourner au travail. Comment leur sécurité sera-t-elle assurée? Les employeurs devront-ils mettre en place des mesures spécifiques avant le retour à l'emploi? Devront-ils respecter le guide négocié par les partenaires sociaux? Des contrôles seront-ils effectués? Quelles seront les possibilités du travailleur s'il estime que sa sécurité n'est pas assurée? Pourra-t-il refuser de se rendre au travail, sans risque de représailles et avec maintien de sa rémunération?

 

01.03  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, madame la première ministre, nous avons besoin de perspectives de sortie dans cette crise. Nous devons reprendre notre vie économique et sociale. Mais pas à n'importe quel prix! Et certainement pas au prix de notre santé! Or, on le voit, les conditions qui entourent le déconfinement ne sont toujours pas présentes à ce jour.

 

Premièrement, certes, le nombre d'hospitalisations baisse mais il reste bien au-dessus des 100 hospitalisations par jour qui sont recommandées par les experts. Aujourd'hui, nous sommes encore à 178 hospitalisations par jour.

 

Deuxièmement, nous aurions une capacité de testing de 25 000 tests par jour, sauf que les médecins généralistes nous disent aujourd'hui qu'ils ne testeront pas les personnes qui présentent des symptômes dès lors qu'ils n'auront pas obtenu, de votre part, des garanties quant au lieu de prélèvement, au matériel de protection ainsi qu'à leur rémunération.

 

Troisièmement, les modalités précises du tracing sont toujours floues. Il en est de même en ce qui concerne la distribution des masques en tissu à la population. En plus de tout cela, madame la première ministre, les experts s'inquiètent du court délai qui a été prévu entre les différentes étapes du déconfinement. On parle du 4 mai, du 11 mai, et ensuite, du 18 mai. Or, on sait qu'il faut un minimum de 15 jours pour pouvoir évaluer les effets qu'auront les mesures économiques et sociales sur la propagation du virus, si elles auront pour effet de l'accélérer ou au contraire de la ralentir. Mais si cela a pour effet de l'accélérer, les conséquences seront catastrophiques sur nos hôpitaux et sur notre personnel soignant qui est littéralement épuisé aujourd'hui.

 

J'en viens à mes questions. Que répondez-vous aujourd'hui aux experts, aux médecins qui s'inquiètent de ce plan de déconfinement ainsi que par rapport à une potentielle deuxième vague de l'épidémie. Pourquoi ne pas avoir prévu un délai de deux semaines entre les différentes étapes de ce plan de déconfinement? Pourquoi avoir privilégié l'ouverture des grands magasins aux réunions familiales? Enfin, quelle est votre stratégie et quel est votre calendrier précis pour que les conditions du déconfinement soient réunies dans leur intégralité d'ici le 4 mai?

 

01.04  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de premier, ik begrijp dat de uittekening van een exitstrategie niet eenvoudig is. Het lijkt een keuze te zijn tussen ofwel gezondheid, ofwel economie ofwel sociale contacten.

 

Voor sp.a is het geen of-ofverhaal maar een en-enverhaal. Het is een moeilijk evenwicht, maar het moet wel een evenwicht zijn. Gisteren hebt u bevestigd dat de eerste fase van de versoepeling inderdaad vanaf maandag aanvangt. Bedrijven uit essentiële of uit niet-essentiële sectoren mogen opnieuw aan de slag.

 

Iedereen hoopt dat de rest van de timing – de winkels op 11 mei, de scholen op 15 mei en eindelijk perspectief op sociaal contact – behouden kan worden, maar dan is het wel belangrijk dat iedereen gemotiveerd blijft. De motivatie bij de bevolking daalt zienderogen. Ze is vooral sterk gedaald na de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad van vorige vrijdag. U hebt een zeer lange persconferentie gegeven, maar uw boodschap was niet begrijpelijk en de mensen hebben afgehaakt.

 

Om van de exitstrategie een succes te maken, mogen wij niet alleen op de helden van vandaag rekenen, maar ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de overheid. De exitstrategie zal pas slagen, als ook de overheid haar deel doet, en wat dat betreft, is er nog veel werk aan de winkel.

 

U beloofde vrijdag voor iedereen een mondmasker, maar al snel kwam de communicatie dat niemand weet wanneer die er zullen zijn. U beloofde heel veel tests, maar uit de communicatie blijkt dat er nu al te weinig zijn. U koos voor 2.000 traceerders in plaats van voor een app, maar de communicatie achteraf was dat er nog geen enkele is aangeworven.

 

De mensen zijn coronamoe, maar wat ze vooral moe zijn, is de verwarring en de onduidelijkheid. Een sterke overheid kijkt vooruit, bereidt beslissingen voor en communiceert pas dan. Mijn vraag is heel simpel. Waarom hebt u de maatregelen niet op voorhand voorbereid? Enkel op die manier zullen de aangekondigde maatregelen het vertrouwen genieten van de mensen en zullen die blijven volhouden.

 

01.05  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, madame la première ministre, comme des milliers et des milliers de Belges, j'ai écouté votre conférence de presse de vendredi passé. Après vous avoir entendue, je me suis demandé sur quelle planète vous pouviez bien habiter. En tout cas ailleurs, pas ici en Belgique.

 

C'est quoi ce mépris? C'est quoi ce mépris qui consiste à débarquer à 22 h 30, alors que les gens attendaient depuis 17 h 30 devant leur poste de télévision? C'est quoi ce mépris? Ce n'est pas de cela dont on a besoin aujourd'hui. On a besoin de mesures claires et constructives.

 

Que nous a-t-on proposé, vendredi passé? Sérieusement? En réalité, vous avez pris deux décisions. Suite à la première, nous reverrons tous nos patrons avant de revoir nos familles. Suite à la deuxième, toutes les conditions de sécurité qui devaient être garanties dans les entreprises ne devront plus l'être. Voilà les deux décisions que le gouvernement a proposées, vendredi soir.

 

Madame la première ministre, je ne suis pas d'accord avec vous! Je ne comprends pas que nous devions aller retrouver notre papa, notre maman, nos cousins et nos cousines dans les rayons d'Hema! Un de vos ministres libéraux l'a même confirmé. Trouvez-vous cela normal? Dans quel rayon va-t-on se rencontrer? Dans celui des conserves? Un peu de sérieux, s'il vous plaît! Il faut donner la priorité à l'humain! C'est cela que les gens attendent. Il ne faut pas uniquement tenir compte de l'aspect économique.

 

Qui a écrit votre texte, madame la première ministre? Qui vous a félicitée vendredi soir? Une seule organisation vous a félicitée: la Fédération des Entreprises de Belgique. Cette dernière a effectivement applaudi. Mais, depuis dix ans, je n'ai jamais connu une telle manifestation de colère de la part du peuple. Cette colère est terrible!

 

Ma question est très claire: allez-vous revoir votre plan pour donner la priorité aux familles, à la chaleur humaine plutôt qu'au business, à l'argent, à la froideur du pognon? D'autres priorités doivent être prises en compte dans le cadre du plan de déconfinement!

 

Madame la première ministère, je suis en colère et vous devez le savoir!

 

01.06  Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, het wordt steeds duidelijker dat contact tracing een belangrijke rol zal spelen in de exitstrategie. Dat kan manueel of via een app. Experts pleiten ervoor om die twee complementair in te zetten.

 

Mijn vragen voor u zijn echter niet van technologische aard, ze gaan over de essentiële politieke coördinatie. Mevrouw de eerste minister, ik stel de vragen aan u, want u bent eigenlijk mijn laatste hoop op duidelijkheid.

 

Drie weken geleden bleek uit een debat in de plenaire vergadering dat er op zeer korte termijn zo'n app zou komen. Voor onze fractie was dat de impuls om een resolutie in te dienen om aan de noodzakelijke voorwaarden van zo'n app te voldoen. Er blijkt daarvoor ook een breed parlementair draagvlak te zijn. Vorige week vernamen ik en de collega's dat zo'n app er toch niet zou komen. Diezelfde dag werd er echter wel een wetsvoorstel voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit. Dat wetsvoorstel gaat over een app die er niet zou komen. Mevrouw de eerste minister, ik kan niet meer volgen.

 

Ondertussen werven de regio's massaal coronaspeurders aan. Het werk van die speurders is arbeidsintensief maar ook invasief: gegevens worden tien jaar lang bewaard, mensen kunnen zich aan huisbezoeken verwachten. De federale overheid levert het platform en de deelstaten het personeel. Mevrouw de eerste minister, eerlijk gezegd, deze aanpak klinkt meer en meer als een compromis à la belge. Iedereen kleurt netjes binnen de lijntjes van zijn bevoegdheid, maar een globale visie ontbreekt.

 

Mevrouw de eerste minister, wat zal er gebeuren met mensen die in Vlaanderen of Wallonië wonen en in Brussel werken?

 

Welke afspraken betreffende coördinatie zijn er gemaakt? Met hoeveel diensten gaan zij in contact komen?

 

Verschillende landen maken ondertussen wel gebruik van zo'n app. Komt die er nu wel of niet bij ons?

 

Waar blijft het wettelijk kader dat voorziet in de regeling van de hele aanpak van contact tracing?

 

01.07  Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, als de COVID-crisis al voor één ding goed is, dan is het wel voor het bedenken van nieuwe woorden zoals de "anderhalvemetereconomie" en de "COVID-kapsels". Gisteren is er nog een nieuw woord ontstaan, "exitenthousiasme". U hebt nog maar pas een heel voorzichtige versoepeling van de maatregelen aangekondigd en we beginnen al massaal te dromen. Het exitenthousiasme slaat sterk toe.

 

Na zo'n stresserende periode en met de zomer voor de deur dromen we dan natuurlijk van vakantie, zon, zee en strand. U hebt gisteren gehoord dat de kustburgemeesters de mening zijn toegedaan dat niet iedereen naar de kust kan komen.

 

Ja, reizen ligt dus moeilijk. Er zijn ook Europese landen die al vooruitkijken en stellen dat toeristen wel welkom zijn maar dat ze bepaalde voorwaarden willen opleggen. Met het COVID-paspoort, alweer een nieuw woord, zou men moeten bewijzen dat men gezond is. Oostenrijk zegt enkel toeristen te willen toelaten die heel gezond zijn, als het virus heel goed onder controle is. Er komen ook coronacorridors.

 

Kortom, waarheen en hoe er gereisd kan worden binnen Europa staat nog lang niet vast. De mensen die zo hun best gedaan hebben om zich aan de regels te houden en daar echt een pluim voor verdienen, verdienen nu ook duidelijkheid over waarheen en hoe ze zullen kunnen reizen. Ze verdienen minstens een perspectief, ook al zegt u dat men niet in zijn kot maar wel in eigen land zal moeten blijven. We weten dat dan en we zoeken dan wel alternatieven. De Belgen hebben getoond dat ze daar heel goed en creatief mee kunnen omspringen. Desnoods komen ze kamperen bij u of bij mij in de tuin.

 

Mevrouw de eerste minister, is er zicht op een gecoördineerde aanpak binnen Europa wat het grensbeleid betreft voor niet-essentiële verplaatsingen en familiebezoeken? Bestaat er daarover een afspraak met de collega's?

 

01.08  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, elke week opnieuw vraag ik u om duidelijk te communiceren over de maatregelen in deze crisis. Elke week denk ik dat het niet erger meer kan, maar u blijft verbazen.

 

De tenenkrommende persconferentie van voorbije vrijdag moest dan nog komen. Chaos, surrealisme en incompetentie, dat vat niet alleen die late persconferentie samen, maar ook het laattijdige beleid van uw regering. Wekenlang communiceerde u dat mondmaskers niet helpen, iets wat uw minister van Volksgezondheid tot op vandaag nog steeds beweert. Vorige week heeft u hier verklaard dat die mondmaskers een belangrijke rol zouden spelen bij de exitstrategie. Nu maakt de regering mondmaskers in het openbaar vervoer, op school en op sommige werkplekken verplicht vanaf 4 mei, maar daags na die mededeling blijkt dat de mondmaskers nog niet eens besteld zijn.

 

Mevrouw de eerste minister, hoe kan dat? De helft van uw regering is bevoegd voor mondmaskers! We hebben minister De Block, de minister van vernietiging van mondmaskers die weigert vragen hierover in het Parlement te beantwoorden. Er is minister De Backer die de medische mondmaskers moet aankopen voor het zorgpersoneel dat nu, na maanden lang, nog steeds niet de bescherming krijgen die zij nodig hebben. Minister Muylle moet de filters bestellen. Minister Goffin staat in voor de buitenlandse aankoop van mondmaskers. Ondertussen is minister Geens de minister van huisvlijt geworden en moet hij zorgen voor de stoffen die de burgers nodig hebben om zelf mondmaskers te maken.

 

Mevrouw de eerste minister, wanneer zullen de burgers de door u tegen 4 mei beloofde mondmaskers ontvangen? Vindt u het werkelijk getuigen van goed bestuur dat een belangrijke pijler van uw exitstrategie is gebaseerd op het zelf knutselen en naaien door burgers? Vindt u dat werkelijk? Of denkt u, net als ik, dat dit zeer vernederend is en een welvaartsstaat onwaardig?

 

01.09  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de eerste minister, eigenlijk gaat het van kwaad naar erger met uw beleid. Ik vraag mij zelfs af of men het nog een beleid kan noemen. Ik vraag u al weken wie verantwoordelijk is voor de vernietiging van miljoenen mondmaskers. Als u de bewijzen daarvan wilt hebben, ik heb ze bij mij. U kunt misschien even naar hier kijken: de opdracht aan de firma Van Gansewinkel om de mondmaskers te verbranden. Ik heb die bij mij, mevrouw de eerste minister. U zou beter even luisteren. U geeft geen antwoord. Is het leuk?

 

Intussen moet iedereen een cursus snit en naad volgen om zijn eigen mondmasker te stikken. In de jaren 90 kregen wij nog een milieubox; nu krijgen wij zelfs geen naaidoos. U gaf vorige week vrijdagavond een persconferentie met maatregelen, die zo verwarrend waren dat een kat er haar jongen niet in terugvond. Wat u vrijdagavond zei – dit vind ik nog het ergste –, verloochende u allemaal toen u zondagmorgen op tv kwam.

 

Onze winkeliers staat het water aan de lippen en ze zijn nog altijd niet zeker wanneer zij hun winkel mogen opendoen, misschien op 11 mei. Het is zelfs zo cynisch dat de tuincentra al weken open zijn, maar de kleine florist misschien een bloemetje zal mogen verkopen de dag na moederdag. Straks mogen de scholen weer open, maar men moet al een wiskundeleraar zijn om de indeling van de klasjes te begrijpen. Het is een communautair akkoord in plaats van een onderwijsakkoord.

 

Onze oudjes blijven opgehokt in de woon-zorgcentra, zonder enig perspectief. Er moet massaal worden getest, maar er zijn niet voldoende testkits. Er moet massaal worden gecontroleerd, maar u vindt niet genoeg contact tracers. U belooft opheldering, maar u brengt duisternis, mevrouw de eerste minister. Zelfs de virologen spreken elkaar tegen. Het volk mort, er komt een einde aan de burgerzin, vandaar één vraag.

 

Wanneer zult u leiderschap tonen, wanneer zult u concrete maatregelen nemen en wanneer zult u hoop geven aan de bevolking?

 

01.10  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la première ministre, vous avez pris des décisions au Conseil national de sécurité différentes de celles des experts. On peut discuter à l'infini de chaque décision, mais je pense qu'il n'est pas responsable d'ajouter de la confusion. Les citoyens qui ont été particulièrement courageux jusque maintenant ont besoin de clarté.

 

Nous devons réussir ce déconfinement et ne pas y parvenir serait d'ailleurs catastrophique. Pour cela, il est impératif de se doter de tous les moyens nécessaires pour contrôler le virus. Les experts ont listé une série de conditions préalables qui doivent être réunies avant le déconfinement. Cela, c'est votre job et votre responsabilité! Il s'agit de protéger, de tester dès le moindre doute, de tracer le virus et d'isoler les porteurs.

 

Protéger. Le masque n'est toujours pas à disposition pour chacun. Vous n'avez pas encore déterminé que le port était nécessaire dans des lieux bien fréquentés et bien plus largement que ce que vous avez décidé. Vous n'avez rien précisé sur la disponibilité pour tous ceux qui vont reprendre leur travail et singulièrement leur activité au niveau médical. Il manque des équipements de protection.

 

Tester dès le moindre doute. Entendez ce que disent aujourd'hui les médecins généralistes! Il ne s'agit pas seulement d'avoir une capacité théorique de tests. Il s'agit aussi d'avoir une capacité effective, opérationnelle et que cela fonctionne.

 

Tracer le virus. Madame la première ministre, vous organisez des call centers mais ce virus est extraordinairement rapide. On ne peut pas se permettre de se passer d'un outil technologique à condition évidemment de bien le baliser: anonyme, volontaire et décentralisé. C'est un véritable atout pour nous donner des chances d'être aussi rapides que ce virus.

 

Enfin, isoler les porteurs du virus. C'est un élément majeur que vous n'avez pas expliqué lors de la conférence de presse. Qui va le dire? Comment va-t-on isoler? Où va-t-on isoler? S'agira-il d'un arrêt maladie? Ce sont autant de questions qu'il faut résoudre. Sur tous ces points, vous n'êtes pas prête. Toutes ces garanties seront-elles, oui ou non, mises en place pour le 4 mai prochain?

 

01.11  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, madame la première ministre, l'exercice de votre fonction a débuté par la crise la plus grave depuis la Seconde Guerre mondiale – une crise dont les conséquences humaines, sociales et économiques sont dramatiques. Dans votre communication relative aux cas, aux constats et aux mesures, vous avez opté pour la transparence et la vérité, lesquelles ne peuvent connaître ni filtre ni manipulation. Dans notre pays, on  ne manipule pas!

 

De nombreuses critiques se font entendre. Nous en avons encore entendu aujourd'hui. Des jeux politiques reprennent; on reparle des élections; les mutuelles et les syndicats sortent du bois. Bref, cela va dans tous les sens. Certaines critiques sont constructives et peuvent contribuer à améliorer la situation. D'autres, en revanche, sont dépourvues de fondement, voire se situent à la limite du mensonge. On parle ainsi de manque de concertation. Ceux qui se mettent d'accord au Conseil national de sécurité ou en kern le samedi matin changent d'avis le lundi – parfois, par personne interposée. C'est se tromper de combat! Hier, aujourd'hui et demain, l'objectif est la santé des citoyens et l'humain. On nous oppose économie et santé. Il ne faut quand même pas oublier que le redémarrage de l'économie consiste aussi à faire repartir ce qui fait vivre les gens, car ils doivent travailler pour que leurs besoins soient satisfaits.

 

Des mesures ont été prises pour limiter la propagation du virus. Elles ont fonctionné, mais nous ne pouvons pas nous réjouir trop vite. Le déconfinement doit être organisé étape par étape. Il faut donc que chacun soit responsable de sa propre sécurité. Il revient en effet à chaque citoyen d'agir, et de le faire en concertation avec le gouvernement, afin d'y travailler progressivement.

 

Madame la première ministre, pouvez-vous rappeler les étapes ainsi que les conseils que doit suivre la population? Qu'en est-il des tests, si essentiels pour mesurer l'évolution de la maladie et parvenir à la détecter? Enfin, comme nous ne vivons pas sur une île, que peut entreprendre l'Union européenne en ce qui concerne la politique des frontières et de la circulation?

 

01.12  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, collega's, u kent mij allen als een mild man. Ik zal dus met het goede nieuws beginnen.

 

Wij zijn blij dat vorige week een perspectief op een economische heropstart is geboden. Ik weet dat bepaalde figuren ter linkerzijde daar problemen mee hebben. Ik verwacht binnenkort trouwens coronapiketten.

 

Wij staan aan de kant van de mensen die hun winkel open willen omdat hun inkomensbron is uitgedroogd. Wij staan aan de kant van de mensen die bekommerd zijn om de vraag of hun bedrijf na de lockdown nog zal bestaan en of het niet door de omstandigheden failliet is gegaan. Kortom, wij willen dat de economische lockdown niet eindigt in een knockdown.

 

Wij steunen op dat vlak dus – wij hebben er ook op ingezet – het perspectief dat is geboden. Communicatief is dat perspectief echter verdronken in een zee van onduidelijkheid. Mensen willen hun eigen logica nog herkennen in de genomen maatregelen.

 

Ik hoor hier leden vragen stellen om verduidelijking. Dat zou eigenlijk niet nodig moeten zijn. Wij zouden die verduidelijkingen immers moeten kunnen lezen in het ministerieel besluit, dat op de vergadering van vorige week is gevolgd. Wij hebben heel lang op dat besluit moeten wachten, wat toch wel bevreemdend is.

 

Daarom heb ik de hiernavolgende vragen. Hoe komt het dat de concretisering zo lang op zich laat wachten en de onduidelijkheid dus zoveel dagen een eigen leven kan leiden? Waarom duurt de operationele vertaling zo lang?

 

Het is natuurlijk van het allergrootste belang dat de economische heropstart in de meest gezonde omstandigheden kan plaatsvinden. Welke maatregelen zullen bijvoorbeeld worden genomen voor alle mensen die zich opnieuw met de NMBS naar het werk zullen moeten verplaatsen? Wij hebben immers berichten ontvangen dat op dat vlak nog maar erg weinig maatregelen zijn genomen, wat absoluut onaanvaardbaar zou zijn.

 

01.13  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, la première condition du déconfinement est la fourniture effective du matériel nécessaire, des masques médicaux, du matériel de protection pour les soignants, et notamment pour les médecins généralistes, des tests en nombre suffisant, et la certitude que tous les acteurs sont prêts à collaborer. Je m'adresse à vous, monsieur De Backer: il faut des masques en tissu pour l'ensemble de la population, comme vous vous êtes engagé à en fournir, avec le Conseil national de sécurité.

 

Je suis au regret, semaine après semaine, de constater que cette condition matérielle minimale n'est pas remplie.

 

La seconde condition est la prise en compte de la dimension sociale et humaine de cette crise. Cela concerne les parents qui doivent travailler en s'occupant de leurs enfants, les personnes ayant les plus bas revenus, les personnes qui n'arrivent plus à accéder à leurs droits, les personnes qui n'arrivent pas à faire leur travail de deuil ou qui ne peuvent rendre visite à ceux qui leur sont chers et qui en souffrent.

 

Le groupe d'experts que vous avez désigné pour vous accompagner vous a fait des suggestions en la matière. En effet, les questions méritent réponse. Les aspects sanitaires de la pandémie sont essentiels. Les dimensions économiques nous préoccupent tout autant, mais nous souhaitons que le gouvernement s'occupe aussi, à présent, avec la même force, des conséquences psychologiques et sociales de cette crise. Le risque est grand que de nombreux Belges aient perdu "la patate", le moral, cette volonté de se battre et d'agir, et qu'ils plongent dans la précarité. Nous devons être attentifs à cela.

 

Mes questions sont très simples, madame la première ministre. Pourquoi avoir décidé de reporter le Conseil national de sécurité qui devait se tenir ce vendredi? Pourquoi ne pas le tenir et y décider des mesures sociales qui sont nécessaires et qui figurent dans les propositions du groupe d'experts que vous avez désigné pour préparer le déconfinement? Quand ces mesures seront-elles enfin prises pour prendre en compte les inégalités énormes entre nos concitoyens face à la pandémie?

 

01.14  Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, chers collègues, dès le début de la crise, nous avions une priorité: limiter et réduire la propagation du virus. Les mesures portent leurs fruits puisque le taux de reproduction du coronavirus est de 0,79, ce qui signifie qu'une personne contamine en moyenne moins d'une personne. La courbe des hospitalisations continue aussi de s'aplatir et nous avons ainsi évité la principale menace que constituait une saturation de nos capacités hospitalières. Le taux d'occupation des unités de soins intensifs dédiées au COVID-19 n'a de fait jamais dépassé les 58 % et est actuellement de 36 %. Nous constatons également une stabilisation du nombre de décès au sein des hôpitaux et nous mesurons tous que chaque décès représente une immense souffrance pour les familles et les proches des victimes. Nous y pensons quotidiennement.

 

Cette évolution de la situation pourtant favorable a été rendue possible grâce à la discipline de la grande majorité de nos concitoyens ainsi qu'à l'implication du personnel médical. Une fois encore, comme à chaque fois, je les remercie.

 

De Nationale Veiligheidsraad, uitgebreid met de ministers-presidenten, heeft afgelopen vrijdag een akkoord bereikt over een stappenplan op basis van het advies van de Groep van Experts die belast is met de Exit-Strategie (GEES). De mededeling die volgde op die Nationale Veiligheidsraad, werd bekritiseerd. Wij moeten naar die kritiek luisteren en haar accepteren. Wij moeten er vooral rekening mee houden voor de toekomst.

 

Ik wil er alleen maar op wijzen dat de exitstrategie een delicate en complexe operatie is, waarbij heel het functioneren van onze samenleving moet worden heruitgevonden en tegelijk de gezondheid van onze mensen moet worden gewaarborgd. Ik wens te onderstrepen dat het aanvangsuur van de persconferentie nooit aangekondigd is geweest. Wij hebben de gewoonte in België om genomen politieke beslissingen onmiddellijk aan te kondigen, wat waarschijnlijk voortvloeit uit het feit dat mensen over de beslissingen praten zelfs als die nog niet genomen zijn.

 

Het kernkabinet heeft gisteren inderdaad ook vergaderd met de ministers-presidenten van de Gewesten en de Gemeenschappen en met de experts van de GEES. De experts hebben verduidelijkt dat de huidige evolutie van de epidemie het mogelijk maakt om de fase 1a van het exitplan te activeren zoals gepland. Dat groen licht is gegeven gelet op het aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag, het groeipercentage van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames, het aantal beschikbare bedden op intensive care, de beschikbaarheid van beschermingsmiddelen, de testing en de tracing.

 

De experts hebben erop aangedrongen dat de aspecten met betrekking tot persoonlijke bescherming, testing en tracing, in de week van 4 mei verder worden ontwikkeld. De bedoeling is ook om op termijn de monitoring te verfijnen met het aantal potentieel zieke COVID-19-patiënten dat door de huisartsen zal worden gerapporteerd, om zodoende een vroegere monitoring mogelijk te maken. Monitoring is essentieel omdat het de overgang van de ene naar de andere fase van het exitplan bepaalt.

 

Ik herinner eraan dat afhankelijk van de ontwikkeling van de gezondheidssituatie het mogelijk is dat wij een stap terug moeten zetten. Het is ook mogelijk, indien nodig, om de overgang naar een nieuwe fase uit te stellen.

 

Op 4 mei komen we dus in fase 1a. Concreet betekent dit het hernemen van de economische activiteit tussen professionals en bedrijven en de heropening van de stoffen- en garenwinkels. Telewerk blijft de norm. De veiligheid en de afstand op het werk moeten worden gerespecteerd. Compenserende maatregelen zijn echter toegestaan.

 

Je comprends l'anxiété qui peut entourer la reprise du travail. Nous devons nous assurer que cette reprise pourra se faire en toute sécurité et c'est pour cela que le Groupe des Dix a adopté un guide général de bonnes pratiques, qui est une référence pour un redémarrage économique progressif dans des conditions saines et sûres pour toutes et tous.

 

Approuvé par les partenaires sociaux, ce document circule parmi les commissions paritaires au sein des secteurs. Ceux qui ont déjà élaboré leurs propres protocoles de sécurité pourront les compléter en s'inspirant de ce guide générique. Comme ces protocoles seront conclus sous forme de conventions collectives de travail, ils seront applicables. Les inspecteurs sociaux de la DG Contrôle du bien-être au travail du SPF Emploi sont chargés d'informer et d'accompagner les employeurs et les travailleurs et, conformément au code pénal social, de veiller au respect des obligations en vigueur dans les entreprises.

 

Bien évidemment, au-delà des mesures spécifiques qui seront adoptées au niveau des secteurs et des entreprises sur la base du guide dont je viens de parler, l'arsenal législatif protégeant les salariés trouve toujours à s'appliquer. Je rappelle qu'il est dans l'intérêt de tous de veiller au respect des bonnes pratiques pour éviter un regain de la propagation du virus. C'est dans l'intérêt des travailleurs et des employeurs.

 

Vanaf 4 mei is het dragen van mond-neusbedekking verplicht in het openbaar vervoer voor passagiers vanaf 12 jaar. Het wordt ook aanbevolen in openbare ruimtes of op de werkplek als er geen veilige afstand kan worden gegarandeerd. Alle vormen van bescherming – mondmaskers of andere alternatieven – om de mond en neus te bedekken, zoals een sjaal of een bandana, worden ook geaccepteerd.

 

De strategie bestaat erin de inspanningen te bundelen om de Gewesten, die hiervoor bevoegd zijn, te ondersteunen en ervoor te zorgen dat elke burger gratis ten minste één gestandaardiseerd stoffen masker krijgt dat de mond en neus bedekt. Met het oog hierop zal de federale regering per persoon één masker in stof beschikbaar stellen, en er zijn ook 22 miljoen stoffilters, dus twee per burger, besteld voor gekochte of zelfgemaakte maskers.

 

Wij blijven werken aan andere maatregelen, naast de reeds bestaande, die het mogelijk maken dat alle Belgen zich snel en ruim kunnen beschermen. Gelet op de verwachting van de mensen is het inderdaad belangrijk, ook als dit niet onze bevoegdheid is, dat alle beleidsniveaus blijven werken aan bijkomende mogelijkheden.

 

Certains sous-entendent que l'économie passerait avant l'humain dans la stratégie de déconfinement. Cette vision binaire qui oppose l'économie et l'humain est, pour moi, caricaturale. Derrière les commerces, les entreprises appelées à ouvrir, il y a des hommes et des femmes qui souhaitent sortir de leurs quatre murs et reprendre une activité. Gagner leur vie, aussi. Je continue à penser que le travail peut être un facteur d'épanouissement, même dans des conditions difficiles.

 

Par ailleurs, je le sais, et je le comprends, nous avons tous envie de revoir nos proches. Moi aussi. Et nous en tenons compte.

 

Ik heb de vraag gehoord over het document dat werd gelekt over de GEES-strategie. Dat was een voorlopige tekst. Daarin was er inderdaad sprake van dat tien familieleden elkaar opnieuw zouden kunnen bezoeken. Maar de GEES is van mening veranderd. Dat is ook zijn recht. De experten waren immers van oordeel dat dit te grote groepen zou geven en dat is niet veilig.

 

Het lekken van dat document heeft valse hoop gebracht aan de bevolking. Dat betreur ik inderdaad.

 

Je rappelle qu'il y a déjà, avant la phase 1a, plusieurs manières de voir ses proches. Je sais que ce n'est pas suffisant. Bien sûr que ce n'est pas suffisant! Mais c'est obligatoire. C'est comme ça. Nous sommes dans la situation dans laquelle nous sommes. Ce n'est vraiment pas un choix. J'aimerais bien qu'on se rende au moins compte de cela, peu importe les critiques qu'on puisse faire à ce gouvernement.

 

Pour rappel, vous pouvez vous rendre chez une personne si vous devez lui apporter assistance ou rendre visite à une personne isolée qui ne peut se déplacer. C'est possible depuis le début et heureusement, d'ailleurs! Vous pouvez aussi, depuis plus récemment, rendre visite à un parent en maison de repos, quand toutes les conditions de sécurité sont remplies. On voit que c'est déjà le cas pour certaines maisons de repos à Bruxelles et en Wallonie. Et là aussi, tant mieux, d'ailleurs!

 

Vous pouvez aussi vous promener et faire de l'exercice avec une personne, toujours la même, qui n'habite pas sous votre toit. Et, dès le 4 mai, cette possibilité sera élargie à deux personnes. Cela suffit-il? Cela nous contente-t-il? Probablement pas. Mais, à nouveau, nous sommes face au COVID-19 et, lui, ne prend pas de gants avec nous.

 

Je rappelle aussi que nos parents nous manquent. Évidemment que nos parents nous manquent! Mais on n'est pas tous égaux devant le COVID et on se doit d'être particulièrement attentif à la génération au-dessus de nous qui, quand elle est touchée par le COVID, développe plus rapidement et plus durement les symptômes. Protéger ces gens-là et les autres personnes plus faibles de notre société, c'est aussi notre responsabilité!

 

Monsieur Gilkinet, vous avez parlé des mesures sociales. Il y en a effectivement dans le rapport du GEES. Elles étaient assez larges. Elles doivent être implémentées. La ministre Muylle et le ministre Ducarme sont en train de discuter de ces mesures sociales avec les membres du GEES.

 

Et soit dit en passant, non, on n'a pas convoqué de Conseil national de sécurité cette semaine. Dès lors, on n'aurait pas pu non plus annuler ladite réunion.

 

Bij de vermindering van de inperkingsmaatregelen zullen testing en tracing inderdaad een essentiële rol spelen. De omvang ervan zal een directe invloed hebben op onze capaciteit om het risico van een heropflakkering van het virus te beperken.

 

Het tempo van de PCR-testen is sterk opgedreven. De analyse bevestigt dat we nu gemiddeld meer dan 15.000 testen per dag uitvoeren. Ook onze screeningscapaciteit is hoger en bedraagt 25.000 testen per dag.

 

S'agissant des tests sérologiques, ils doivent permettre de déterminer si la personne a déjà été en présence du virus et a développé des anticorps. Là aussi, on a pu sécuriser 50 000 tests rapides au cours du mois d'avril. Cela signifie que les laboratoires ont accès à ce volume d'achat. C'est le sens du terme "sécurisé". L'objectif est de disposer de 900 000 tests sécurisés en mai et de 3 millions en juin. Ils seront distribués en fonction des recommandations de Sciensano.

 

Le testing est fondamentalement lié au tracing. De nouveau, bien que le tracing soit une compétence régionale, le fédéral viendra en soutien aux efforts déployés et c'est bien normal. Le tracing permet d'intervenir afin d'être en mesure de diagnostiquer des patients qui, sans cela, ne se présenteraient pas spontanément ou le feraient tardivement pour un test. Une fois encore, il s'agit de prévenir les chaînes de transmission éventuelles du virus. Hier, en Conférence interministérielle Santé publique, une série de décisions ont été prises. Le comité interfédéral "testing & suivi des contacts" a pu officiellement être lancé le 24 avril.

 

La phase de démarrage pour le suivi des contacts sera lancée le 4 mai. Les call centers sont actuellement en cours d'installation et les personnes en charge du suivi sont formées. D'autres encore seront recrutées par les entités fédérées puisque, à nouveau, c'est leur compétence. Le gouvernement fédéral, quant à lui, finalise le cadre juridique précis qui vise à garantir la protection de la vie privée, vu l'utilisation d'une banque de données pour le call center.

 

En ce qui concerne le développement d'une application, un projet de loi réglementant le développement d'un tel instrument sera prochainement déposé à la Chambre, à la demande des Régions, et ce sera de nouveau à ces dernières de décider si, oui ou non, elles veulent utiliser cette possibilité. Je ne doute pas qu'elles le feront en concertation avec le fédéral puisque nous avons décidé d'unir nos efforts dans la lutte contre le COVID-19.

 

Wat Europa betreft, tijdens de laatste Europese Raad hebben verschillende lidstaten en de Commissie gevraagd om aanbevelingen te doen voor verplaatsingen binnen Europa, rekening houdend met de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen door de lidstaten. Het is inderdaad wenselijk dat er op dat vlak binnen de Schengenzone en daarbuiten maximaal wordt samengewerkt. België steunt dat verzoek volledig. Wij denken dat het vrije verkeer van goederen en diensten absoluut gegarandeerd moet blijven. De reisbeperkingen voor mensen moeten zeker ook gecoördineerd worden, maar niet te vroeg opgeheven worden, zodat wij de gezondheidssituatie kunnen blijven controleren.

 

01.15  Peter Mertens (PVDA-PTB): Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de eerste minister.

 

De liberalen zeggen hier vandaag dat er geen tegenstelling is tussen het sociale en het economische, omdat het economische sociaal is. Het probleem is dat die sofismen van de Aldi in de praktijk absoluut niet werken, want naast het economische leven en het werk hebben mensen, of toch de meeste mensen, wel degelijk nog een sociaal leven. Daar ging mijn vraag over.

 

Wij zijn ervoor dat de mensen op 4 mei opnieuw kunnen gaan werken, maar dat moet wel veilig kunnen gebeuren. Het is positief dat er een gids is uitgewerkt door het sociaal overleg, maar het gevecht gaat voort, want de patroons van het VBO zeggen nu dat die gids alleen maar een symboolgids is, waar men iets kan uitpikken. Wij vragen dat die gids verplicht wordt en dat elk bedrijf en elke sector de gids in de praktijk toepassen, zodat de mensen op 4 mei effectief veilig opnieuw kunnen gaan werken en niet moeten vrezen als zij naar hun werk gaan. Dit is de inzet van 4 mei en de herneming van het werk: veilig opnieuw aan het werk en geen symboolgidsen.

 

01.16  Ludivine Dedonder (PS): Madame la première ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Mais lorsque l'on évoque le déconfinement, il faut systématiquement avoir la santé et la sécurité à l'esprit. Alors s'il vous plaît, faisons les choses dans l'ordre. Renvoyez les personnes au travail une fois que vous vous serez assurés que les mesures pour les protéger sont bien appliquées au sein de chaque entreprise. Et pas l'inverse.

 

Vous dites que le guide doit être une référence et que les entreprises doivent s'en inspirer. Est-ce suffisant? Je ne le pense pas. Ce guide doit être imposé à l'ensemble des secteurs, pas pour les ennuyer, mais pour les protéger, pour protéger les travailleurs et éviter de véhiculer ce virus qui a déjà beaucoup trop tué. Est-ce si difficile? Je ne le pense pas non plus. C'est faire preuve de bon sens.

 

Vous dites que le travail est un facteur d'épanouissement. Oui, c'est vrai. Mais sans la santé, vous n'aurez jamais ce travail épanouissant.

 

01.17  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la première ministre, je vous remercie, même si vous n'avez absolument pas répondu à mes questions en ce qui concerne les étapes du plan de déconfinement.

 

Vous vous réfugiez finalement derrière l'aval que vous avez obtenu au sein du Comité de concertation ainsi qu'au sein du GEES, sauf que, ce faisant, vous ne répondez absolument pas aux inquiétudes des médecins qui sont tous les jours sur le terrain et qui s'inquiètent d'une deuxième vague épidémique.

 

Vous dites avoir obtenu un feu vert en ce qui concerne la capacité des hôpitaux. Mais à côté de la capacité des hôpitaux, il y a aussi la capacité du personnel soignant. Leur capacité mentale et physique, alors qu'ils sont aujourd'hui littéralement épuisés.

 

Vous dites aider les commerçants en leur permettant de rouvrir leurs commerces. Sauf que je pense que si l'on va trop vite aujourd'hui, finalement, on ne va pas du tout leur rendre un bon service. Que du contraire, ce serait un très mauvais service à leur rendre que de les obliger à finalement fermer la porte de leur commerce parce que la vague de propagation du virus serait à nouveau face à nous.

 

En ce qui concerne les masques, le tracing, le testing, je vous entends être tout à fait confiante. Sauf que la population n'a pas besoin de promesses ou d'espoir, mais bien de garanties et de transparence. C'est ainsi que nous avons réussi le confinement. C'est aussi ainsi que nous réussirons le déconfinement.

 

01.18  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de eerste minister, ik ben wel ontgoocheld door uw antwoord en ook een beetje door uw houding. U begon uw antwoord met te zeggen dat u openstaat voor kritiek en dat u daarnaar luistert, maar voorts doet u verder wat u afgelopen vrijdag gedaan hebt, het communiqué van de persconferentie gewoon aflezen.

 

Week na week nam u dezelfde houding aan hier in het Parlement. Ik wil toch nogmaals zeggen, mevrouw de eerste minister, dat u de kritiek niet mag onderschatten. Als het u irriteert dat wij vragen stellen en de vragen van de mensen overbrengen, moet u eens naar de mensen zelf luisteren.

 

Ik heb onderstreept dat het om een moeilijk evenwicht gaat en dat de uittekening van de exitstrategie niet gemakkelijk is. Het is als koorddansen: gaat men de snel, dan valt men, gaat men te traag, dan valt men ook. Men moet op voorhand bekijken hoe men aan de overkant kan geraken. Ik heb de indruk dat u dat laatste niet doet.

 

Ga er niet te licht overheen. Er is een grote bezorgdheid. Het is geen verhaal van ondernemers of van werknemers, het is een verhaal van iedereen samen, het is een en-enverhaal. Ik hoop dat u de bezorgdheid toch wat meer au sérieux neemt.

 

01.19  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la première ministre, tout d'abord, vous déclarez ne pas avoir pris cette décision toute seule: "Il n'y a pas que le MR à l'avoir prise." Je suis tout à fait d'accord avec vous: les entités fédérées ont accompagné le mouvement. Il me paraît clair que le PS et Ecolo ont approuvé cette décision, mais cela ne la rend pas plus digeste pour la population. Ce petit jeu politicien doit cesser.

 

(…): (…)

 

01.20  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, vous entendez? Il commence déjà!

 

Ensuite, madame la première ministre, vous mentez par omission. Dans votre discours, vous avez dit que les règles de distanciation devaient être appliquées dans les entreprises. Or vous savez que c'est faux! La décision majeure qui a été prise vendredi est qu'il n'y aura désormais plus d'obligation de résultats, mais uniquement une obligation de moyens. Les inspecteurs sociaux, chers collègues, sont désarmés en se rendant dans les entreprises. Ils ne pourront en effet plus demander une obligation de résultats. C'est la décision majeure qui a été adoptée, et je vous demande de la revoir et de mandater nos inspecteurs sociaux pour vérifier que le mètre cinquante est respecté dans les entreprises.  

 

01.21  Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de eerste minister, ik was verbaasd u te horen zeggen dat tracing vanaf 4 mei verder wordt uitgerold en dat er een federaal juridisch kader komt. Immers, 4 mei is al over vijf dagen en mijn collega's in het halfrond en ikzelf hebben van dat juridisch kader nog niets gezien. Ik maak mij zorgen.

 

Wij hebben gezien wat het oplevert als ons land vier of vijf ministers van mondmaskers heeft. Het laatste wat wij nodig hebben, is nog vier of vijf ministers van tracing erbij.

 

Ik herhaal dat ons land zich geen valse start meer kan veroorloven. De exitstrategie zal staan of vallen met de transparante en verbindende manier waarop de overheid over de maatregelen communiceert.

 

Daarvoor reken ik op u, mevrouw de eerste minister. Schep duidelijkheid en zorg voor coördinatie.

 

01.22  Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de premier, ik ben blij te horen dat er toch Europees overleg was, want wij horen daar veel te weinig over. Ik vind dat Europa veel te afwezig is.

 

Ik wil toch nog eens beklemtonen hoe belangrijk wij het vinden dat er met de Europese collega's over het grensbeleid wordt gesproken en niet alleen over toerisme en familiebezoeken. Ook over werkgerelateerde reizen is er geen duidelijkheid. Nu al staan er ellenlange files. Ik werk zelf veel in Nederland. Wat zullen we doen, als de economie weer van start gaat?

 

Wat gebeurt er met de seizoensarbeiders die hier langere tijd zijn? In principe moeten zij twee weken in quarantaine. Als dat niet voor alle Europese landen geldt, komen we daarmee in de problemen. Dan zullen zij ervoor kiezen om in Nederland bloembollen uit te trekken en laten zij het fruit hier aan de bomen hangen.

 

Ook wat dat betreft, hebben we een gecoördineerde en een heel duidelijke aanpak nodig. Wij rekenen erop dat u daarvan werk maakt.

 

De voorzitter: Ik maak van de gelegenheid gebruik om te melden dat de eerste minister zich ertoe heeft geëngageerd om volgende week in het adviescomité voor Europese Aangelegenheden een debriefing over de recente Europese top te geven. Die en andere bekommernissen kunnen op dat ogenblik in het Parlement naar voren worden gebracht.

 

Ik geef het woord aan mevrouw Pas voor haar repliek.

 

01.23  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, u blijft achter de feiten aanhollen. Na de tekorten aan medische maskers voor de zorgverleners blijkt dat u nu niet in staat bent aan iedere burger tijdig en voor de zelf opgelegde deadline een kwalitatief stoffen masker te bezorgen.

 

Het is een blijk van incompetentie dat u voor die belangrijke pijler van uw exitstrategie, zijnde de productie van die miljoenen stoffen maskers, op de huisvlijt van de burgers moet rekenen.

 

U verwacht dat de burger braaf aan alle maatregelen gehoorzaamt, maar als overheid mislukt u en blijft u in gebreke bij de belangrijkste kerntaak, namelijk het beschermen van de bevolking. Het massaal testen, dat ook essentieel is voor een goede exitstrategie, ontbreekt tot op vandaag. In dit land werden al meer GAS-boetes uitgedeeld dan dat er burgers werden getest. Ondertussen blijft u volharden in warrige en tegenstrijdige communicatie.

 

Mevrouw de eerste minister, de burger verdient veel beter.

 

01.24  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, ik had geen antwoord verwacht op de vraag wie voor de vernietiging van de mondmaskers verantwoordelijk is. U draagt echter een ontzettend grote verantwoordelijkheid.

 

Ongeacht hoe u de statistieken ook interpreteert, wat u graag doet, wij blijven wereldkampioen in het aantal sterfgevallen per 100.000 inwoners. Ook in de tweede statistiek, namelijk de oversterfte, zijn wij samen met Engeland wereldkampioen in wording.

 

Mevrouw de eerste minister, wij hebben geen goede gezondheidszorg zonder goede economie. Die economie moet worden betaald.

 

De mensen morren omdat zij de valse hoop beu zijn. De winkeliers zijn ook de valse hoop beu. U stelt de datum van 11 mei 2020 voorop. Wordt het 11 mei of niet? Gaan de stranden open of niet?

 

Mevrouw Goedele Liekens, ik nodig u met open armen uit aan de kust, liefst morgen al, maar indien het kan, op 18 mei 2020.

 

Mevrouw de eerste minister, luister goed. U kan vrijdag beslissen om alle mensen verse lucht te geven, hetzij in het bos hetzij aan het strand. Ik wacht op uw antwoord vrijdag.

 

01.25  Catherine Fonck (cdH): Madame la première ministre, chaque citoyen peut agir, à son niveau, avec les mesures barrières, mais aussi avec le port du masque. En s'y mettant tous, chacun y gagne.

 

Mais il ne faudrait pas que les gouvernements rejettent la responsabilité d'une recrudescence de la maladie sur la population. En effet, les clés et les garanties de la réussite sont connues. Elles sont dans les mains des différents gouvernements: protéger, tester dès le moindre doute, tracer et isoler les nouveaux porteurs du virus. Or, certaines de ces mesures ne sont pas implémentées, d'autres le sont insuffisamment.

 

Nous devons réussir ce déconfinement. C'est donc aux différents gouvernements qu'il appartient d'agir et de rattraper le retard.

 

01.26  Benoît Piedboeuf (MR): Madame la première ministre, nous sommes tous attachés à la santé. C'est certainement également le cas du gouvernement puisque cela relève de sa responsabilité.

 

Il prend des mesures difficiles, structurées, progressives pour essayer de faire redémarrer l'économie. Mais il n'est pas question de la santé contre l'économie. En revanche, pour d'aucuns, il s'agit de politique plutôt que d'économie. Certains font de la politique avec tout.

 

Quand on fait une analyse de la situation, on se rend compte, madame la première ministre, que certains n'ont absolument pas intérêt à ce qu'un gouvernement soit mis en place. Car tant qu'il n'y a pas de gouvernement, on peut dépenser à tort et à travers. On a un trou budgétaire; si ce dernier est un peu plus grand, ce n'est pas très grave!

 

Il faut impérativement continuer à travailler sérieusement. Il faut arrêter de faire de la politique; il faut faire passer la santé avant toute chose et faire redémarrer notre économie pour nos PME et nos autres entreprises.

 

01.27  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de premier, eerst een vaststelling. Enkele weken geleden heeft een ruime meerderheid hier het vertrouwen in uw regering uitgesproken. Die idylle was kort, want als dit vertrouwen is, als ik deze vragen hoor, dan vraag ik mij af hoe wantrouwen er dan wel zou uitzien.

 

Intussen is er nog altijd geen ministerieel besluit en ik betreur dat. De mensen blijven dus op hun honger zitten wat de concrete uitvoering betreft. U hebt mijn bekommernis niet kunnen wegnemen dat de NMBS niet klaar is en geen maatregelen heeft genomen om op een veilige manier voor transport te zorgen.

 

Ik lees net een communicatie van het Crisiscentrum dat mensen gebruik moeten maken van de trein als ze geen eigen vervoer hebben. Hoe kan men zoiets controleren? Dat is een mooi voorbeeld van de onuitvoerbaarheid van veel maatregelen. Het draagvlak bestaat maar wanneer de regels duidelijk zijn. Mensen willen de regels volgen, maar alleen wanneer de logica van die regels te volgen is, en dat ontbreekt te veel.

 

01.28  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, je le concède, il est plus facile de confiner que de déconfiner. Vous n'exercez pas aujourd'hui la fonction politique la plus évidente. Vous êtes seule à assumer une décision qui a été prise avec les ministres-présidents des Régions. J'apprécie aussi une certaine capacité de remise en question chez vous.

 

J'espère que vous avez entendu notre message. Dans le rapport des experts que vous avez vous-même désignés, il y a la mise en évidence de la dimension psychosociale de cette crise qui, jusqu'ici, n'a pas été prise suffisamment en compte. Vous nous dites avoir donné mission à Mme Muylle et M. Ducarme de mettre sur la table des propositions. Nous en avons aussi et elles sont à l'agenda des commissions de ce Parlement. Je vous demande d'aboutir avec une obligation de résultat meilleure que ce que vous avez fait en matière de fournitures de matériel. Nous serons alors des partenaires des solutions pour que tout le monde se sorte de cette crise, avec une attention pour les plus fragiles, qui ont été oubliés jusqu'ici.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Ellen Samyn aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De alternatieven voor een coronapremie" (55000660P)

02 Question de Ellen Samyn à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Les alternatives à une "prime corona"" (55000660P)

 

02.01  Ellen Samyn (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij weten allemaal wie de coronahelden zijn: zorgkundigen, verpleegkundigen, artsen, winkelbedienden, transporteurs, buschauffeurs, restaurateurs, de vele werknemers en zelfstandigen die in heel deze crisis zijn blijven doorgaan en nog steeds in deze moeilijke omstandigheden aan het werk blijven. Zij kloppen overuren en werken zich uit de naad om onze samenleving momenteel draaiende te houden.

 

Wel, die coronahelden zullen geen coronapremie krijgen. Nochtans stelde u op 1 april voor om een coronapremie toe te kennen aan werknemers die in moeilijke omstandigheden aan het werk bleven. Er werd gesproken over een bonus van maximaal 1.000 euro, zonder dat men daarop sociale lasten of belastingen zou moeten betalen en er zouden bijkomende vakantiedagen worden toegekend aan deze werknemers. Ook voor de zorgsector zou een premie worden uitgetrokken, maar die valt allicht ook in het water. Wij moeten vernemen dat dit de schuld is van de deelstaten. De federale regering maakt er zich gemakkelijk vanaf door de zwartepiet door te schuiven naar de Gemeenschappen.

 

De werknemers in de kritieke sectoren krijgen nu de mogelijkheid om 220 vrijwillige overuren te presteren, maar slechts 120 vrijwillige overuren worden vrijgesteld van de overwerktoeslag. Daarom heb ik de volgende vragen voor u, mijnheer de minister.

 

Waarom werd de coronapremie afgevoerd? Denkt de regering na over een compensatie voor wie aan de slag bleef en veel meer diende te presteren dan gewoonlijk? Wat met de bonus voor de zorgsector? Waarom worden niet alle 220 vrijwillige overuren vrijgesteld? Tot slot, aangezien er nu bijvoorbeeld al een tekort is in de zorgsector en werknemers er allicht ook eventjes tussenuit willen, lijkt eind juni mij vrij kort. Wordt er nagedacht over een verlenging van die termijn?

 

02.02 Minister Alexander De Croo: Mevrouw Samyn, bedankt voor uw vraag. Het is gepast om op de vooravond van 1 mei hulde te brengen aan al wie keihard heeft gewerkt, zowel in de zorg als daarbuiten zoals u aangeeft, om ons te helpen aan de noodsituatie het hoofd te bieden. Als de situatie vandaag hoopgevend is, dan is dat dankzij degenen die het beste van zichzelf geven naast het ziekbed, maar vaak ook dankzij degenen die voor de ondersteuning van iedereen zorgen. Ik denk dat ik gerust in naam van het hele Parlement onze zeer diepe waardering voor iedereen mag uitdrukken.

 

Dan wat betreft de gestelde vragen. Als minister van Financiën is het mijn bevoegdheid om bijvoorbeeld een premie te defiscaliseren, als men die zou toekennen. Ik wil hier heel duidelijk zeggen dat ik zeker bereid ben om bij een akkoord over dergelijke premie dat uit de fiscaliteit te halen.

 

U stelde ook een vraag over overuren. Zoals u aangaf, werd dat gisteren nog besproken in de commissie voor de Financiën. Vandaag ligt een voorstel ter zake op tafel om dat in de kritische sectoren door te voeren. U weet zeer goed dat fiscale bepalingen niet kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van de bijzondere machten. Het Parlement heeft daarin het laatste woord. U stelde de vraag waarom dit is beperkt tot een aantal uren. Het Parlement kan daarin autonoom verder gaan.

 

Ik wil ook verwijzen naar wat collega De Block gisteren heeft gezegd in de commissie: er moet iets gebeuren voor mensen die in de ziekenhuizen werken. Niet enkel in de ziekenhuizen, maar ook in de woon-zorgcentra en in de thuisverpleging. Dat behoort niet tot de federale bevoegdheden. Ik wil hier wel bevestigen dat die vraag door de federale overheid wordt bekeken. Men moet die vraag voldoende breed bekijken: er zijn verschillende manieren om onze steun uit te drukken ten opzichte van wie in de zorg werkt.

 

Om te besluiten, op een moment als nu is het duidelijk dat we voor elkaar zorg moeten dragen, maar dat we bijzonder zorg moeten dragen voor degenen die voor onze zorg zorgen in moeilijke momenten. Dank u wel.

 

02.03  Ellen Samyn (VB): Dank u, mijnheer de minister. Ik hoop dat deze maatregelen er dan ook komen. Het is eigenlijk niet te begrijpen dat er maatregelen worden aangekondigd, die dan worden ingetrokken. Al degenen die zich nu uit de naad hebben gewerkt en heel de economie draaiende houden, worden zeer terecht de helden van de oorlog tegen het coronavirus genoemd. Laten we hen dan ook belonen. Het kan niet de bedoeling zijn dat werknemers die massaal overuren hebben gepresteerd en aan meer dan 120 vrijwillige overuren zitten, op het einde van de rit worden gestraft door hogere belastingen te moeten betalen.

 

Uitzonderlijke tijden verdienen uitzonderlijke maatregelen. Heel veel van onze coronahelden rekenen nu op een coronapremie van 1.000 euro. Heel veel van onze coronahelden rekenen op extra vakantiedagen. Heel veel van onze coronahelden rekenen op erkenning. Schuif geen zwartepiet door, maar heb de moed om maatregelen die werden aangekondigd, ook te nemen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik zie minister De Block niet in de zaal. Ik behandel dan eerst de vragen voor minister Bellot, met uw goedvinden collega's.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Joris Vandenbroucke aan François Bellot (Mobiliteit) over "De heropstart van het treinverkeer vanaf maandag 4 mei" (55000654P)

- Jef Van den Bergh aan François Bellot (Mobiliteit) over "De exitstrategie en het openbaar vervoer" (55000666P)

03 Questions jointes de

- Joris Vandenbroucke à François Bellot (Mobilité) sur "Le redémarrage du trafic ferroviaire à partir du lundi 4 mai" (55000654P)

- Jef Van den Bergh à François Bellot (Mobilité) sur "La stratégie de déconfinement et les transports publics" (55000666P)

 

03.01  Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, als de coronamaatregelen de komende weken stap voor stap versoepeld worden, zullen steeds meer mensen zich willen verplaatsen, naar het werk, de winkel of de school. Ik juich het dan ook toe dat vanaf maandag 4 mei zowat het volledige treinaanbod van de NMBS beschikbaar zal zijn.

 

Ik vond het vorige week donderdag eigenlijk betreurenswaardig dat premier Wilmès adviseerde om de trein te mijden en liefst de auto te nemen. We gaan ons dan binnen de kortste keren weer allemaal vast rijden. U moet dus garanderen dat wie de trein neemt, zowel personeel als reiziger, dat ook op een gezonde manier kan doen. De gezondheid moet voldoende beschermd worden.

 

Ik zie ter zake twee grote uitdagingen. Ten eerste, vanaf maandag zijn mondmaskers verplicht voor mensen ouder dan 12 jaar die het openbaar vervoer nemen. Niet iedereen heeft echter al zo'n masker. Ik las op een aantal websites dat de NMBS mondmaskers zal gaan verkopen in 80 stations. Klopt dat bericht? Wie gaat controleren of reizigers hun gezicht wel voldoende beschermen? Hoe zal dat gehandhaafd worden?

 

Een tweede misschien nog grotere uitdaging is social distancing. Afstand houden is er de afgelopen weken echt ingeramd bij de bevolking en het blijft een algemene regel in het publieke leven. Het verbaasde mij twee weken geleden dan ook dat mevrouw Dutordoir in een interview zei dat men de nodige afstand niet zou kunnen garanderen als het weer drukker zou worden op de trein. Dat zou natuurlijk onaanvaardbaar zijn en ik vraag dan ook creativiteit op dat vlak. In het buitenland worden de plaatsen op de perrons en de treinen gemarkeerd. Bovendien wordt de eerste klasse opengesteld en werkt men met plexiglaswanden. Indien nodig wordt het treinaanbod opgedreven.

 

Hoe gaat u ervoor zorgen dat iedereen die vanaf maandag de trein wil nemen erop kan rekenen dat dit veilig kan gebeuren?

 

03.02  Jef Van den Bergh (CD&V): De voorbije weken waren er hoeraberichten over onder andere de toestand op onze wegen, over onze mobiliteit, over de zuivere lucht en over het vele telewerken en men keek er al naar uit dat een en ander structureel zou worden. Maar toen ik vanmiddag met de wagen naar Brussel kwam – meestal doe ik dat met de trein, maar het beperkte treinaanbod gooide roet in het eten –, stond ik na twintig minuten al in de file. Zelfs op een zonnige donderdagmiddag met een economie op halve kracht en veel mensen die thuiswerken, met borden boven de weg met de vermelding geen onnodige verplaatsingen, stond ik in de file op de Antwerpse ring. Ik wil maar aangeven dat we ongetwijfeld heel snel opnieuw met drukke wegen geconfronteerd zullen worden.

 

Hoe dan ook, als op een dergelijk moment opgeroepen wordt om in de mate van het mogelijke niet het openbaar vervoer te nemen, denk ik dat er een probleem rijst, zowel op het vlak van onze mobiliteit, als op het vlak van onze openbaarvervoermaatschappijen, waaraan gevraagd wordt om opnieuw een volledig aanbod uit te rollen.

 

Heel veel zal te maken hebben met vertrouwen. Ik vrees dat, ondanks de verplichting om met mondmaskers of sjaals op de trein te stappen, het vertrouwen om het openbaar vervoer te nemen, bijzonder klein zal zijn en dus het gebruik ervan volgende week heel laag. Er moet dus vertrouwen bij het publiek worden gecreëerd dat men het openbaar vervoer veilig kan gebruiken. Maar dat mis ik vandaag. Er wordt helemaal geen vertrouwen gecreëerd, integendeel, er wordt opgeroepen om het openbaar vervoer niet te nemen.

 

Nochtans kan men het openbaar vervoer op een veilige manier nemen, maar dat vergt maatregelen, die ook afgedwongen moeten worden. Ik hoor vandaag bijvoorbeeld niets over de ontsmetting van deurklinken. Ik hoor heel weinig over het ter beschikking stellen van mondmaskers. In sommige stations zouden er automaten komen. Ik zie dat ze in andere landen in de stations worden uitgedeeld.

 

Mijnheer de minister, ik denk dat er heel wat uitdagingen liggen om het vertrouwen in het openbaar vervoer stap voor stap weer op te bouwen. Daar ligt een belangrijke taak voor u. Zo niet zal onze mobiliteit vastlopen en komen onze openbaarvervoermaatschappijen in financiële problemen. Dat kan niet de bedoeling zijn.

 

Mijn vraag is dus duidelijk: hoe zult u het vertrouwen in de trein herstellen?

 

03.03 Minister François Bellot: Beste collega's, de spoorsector is een belangrijke economische sector, die niet immuun is voor de coronacrisis en die zich snel heeft moeten aanpassen om de veiligheid van eenieder te garanderen. De continuïteit van de activiteiten van het spoorvervoer is immers van vitaal belang. Daarom hebben wij vanaf 23 maart een treindienst van nationaal belang uitgevoerd en maximaal het goederenvervoer gegarandeerd. Ik wil eerst en vooral uitdrukkelijk al het spoorwegpersoneel bedanken voor zijn inzet.

 

Tijdens de vergadering van de Nationale Veiligheidsraad van 24 april werd in overleg en samenspraak met alle deelstaten beslist om vanaf 4 mei over te gaan tot de eerste fase van de uitstap uit de lockdown. Hoewel telewerken de norm blijft, werd besloten opnieuw te voorzien in een maximaal aanbod van openbaar vervoer en dus ook van de treinen.

 

Om maximaal tegemoet te komen aan de eisen inzake social distancing en aan de verplaatsingsbehoeften van de reizigers, zullen wij zorgen voor een maximaal aanbod van treinen en voor een maximale samenstelling ervan.

 

De reizigers kunnen vanaf morgen 1 mei het treinaanbod raadplegen op de website van de NMBS. De reizigers die niet anders kunnen dan de trein te nemen, krijgen bovendien de raad hun verplaatsingen te spreiden en liefst in de daluren te reizen.

 

Het is koffiedik kijken hoeveel passagiers de trein zullen gebruiken. Uiteraard zal dat continu opgevolgd worden.

 

België is zo een van de eerste landen die maximaal terugkeren naar de bijna normale situatie op het vlak van het aanbod. De situatie die wij meemaken, vereist maatregelen ter bescherming van zowel de reizigers als de werknemers.

 

Naarmate de bezetting van de treinen zal toenemen, zal social distancing, die een algemene aanbeveling blijft, moeilijker worden. Daarom werd beslist dat aan alle medewerkers en reizigers ouder dan 12 jaar de verplichting opgelegd wordt om een mondneusmasker of een andere mondneusbescherming te dragen, zowel in het station als op het perron en in de trein. De politie en Securail zullen daarop controleren. Uitgebreide communicatie daarover wordt opgezet.

 

Elke NMBS-medewerker zal gepaste beschermingsmiddelen krijgen. Er zal ook worden voorzien in extra schoonmaakbeurten in de treinen, in de stations en in de gebouwen.

 

Wij hebben dus alles in gereedheid gebracht om ons treinaanbod vanaf 4 mei te maximaliseren in de meest optimale omstandigheden. Dat zal medewerking van iedereen vragen. Ik roep dan ook op tot burgerzin en tot individuele en collectieve verantwoordelijkheid.

 

De voorzitter: Aan de gebruikers van de spreektribune geef ik als tip dat de microfoon aan uw rechterzijde vooraan van iets betere kwaliteit is. Te kort in de microfoon praten, geeft bij beide microfoons echter een vervorming van de klank.

 

Mijnheer Vandenbroucke, u krijgt het woord voor uw repliek.

 

03.04  Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

U zegt dat het koffiedik kijken is, maar dat klopt natuurlijk niet. Wij weten dat het land zich in de komende weken langzaamaan terug op gang zal trekken. Wij moeten er echt alles aan doen om te vermijden dat wij ons opnieuw, zoals voor de coronacrisis, massaal vast rijden in files. Als er iets is dat mensen niet gemist hebben in de afgelopen weken, dan zijn het wel de files. Ik reken er dan ook op dat u samen met de NMBS ervoor zorgt dat iedereen de garantie heeft dat hij op een veilige manier de trein kan nemen. Vanzelfsprekend zal het drukker worden op een aantal treinlijnen en op een aantal momenten. Dat zal in de komende weken niet anders zijn dan voor de coronacrisis. Welnu, daartoe is er maar één simpele, maar goede oplossing: de capaciteit opdrijven. U moet meer treinen laten rijden, zodat de mensen er zeker van zijn dat de trein een perfect alternatief is voor de auto.

 

03.05  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de elementen die we de voorbije dagen hebben kunnen vernemen.

 

We zullen ons de komende weken vast rijden. Het vertrouwen in het openbaar vervoer zal heel langzaam moeten worden heropgebouwd. Er zal daaraan moeten worden gewerkt. In die zin heeft het weinig zin om nu te zeggen dat reizigers die niet anders kunnen de trein dan maar moeten nemen.

 

Ik denk dat dit niet de manier is om vertrouwen op te bouwen. Integendeel, het ter beschikking stellen van maskers of de mogelijkheid om de handen te kunnen reinigen op de trein zullen belangrijke voorwaarden zijn om dat veiligheidsgevoel te verbeteren en het vertrouwen in het openbaar vervoer te doen toenemen.

 

Er ligt nog heel veel werk op de plank. Dat zal de enige manier zijn om onze mobiliteit draaiende te houden. Als er dagelijks 900.000 treinreizen op de weg moeten worden gerealiseerd, dan hebben we een groot probleem. Dan hebben we geen ochtend- en avondspits meer, maar dan staat heel het land de hele dag stil en dat kan niet de bedoeling zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Maxime Prévot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'annulation par la Cour constitutionnelle de la loi sur le travail associatif" (55000662P)

- Nahima Lanjri à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'annulation par la Cour constitutionnelle du régime des activités complémentaires non taxées" (55000672P)

04 Samengevoegde vragen van

- Maxime Prévot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De vernietiging door het Grondwettelijk Hof van de wet over het onbelast bijverdienen" (55000662P)

- Nahima Lanjri aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De vernietiging door het Grondwettelijk Hof van de regeling inzake het onbelast bijverdienen" (55000672P)

 

04.01  Maxime Prévot (cdH): Madame la ministre, au regard de nos responsabilités respectives, nous sommes tous – en tant que parlementaires et mandataires de terrain – mobilisés dans la lutte contre le coronavirus.

 

Cependant, comme élus locaux, nous restons aussi attentifs et perméables à d'autres dossiers qui rythment aussi la vie des gens et qui ne sont pas sans les inquiéter ou les perturber. L'actualité est riche et, cette semaine, a été émaillée par une décision, en l'occurrence l'annulation par la Cour constitutionnelle de la loi sur le travail associatif. Est-ce une surprise? Non, en rien! Tous ceux qui ont pu suivre ce dossier depuis le départ savaient qu'il était particulièrement mal emmanché. Le sort de cette mesure, défendue par le précédent gouvernement – ou devrais-je dire: par ce même gouvernement, mais avec un autre premier ministre –, était inscrit dans les astres.

 

Nous l'avions dénoncée, notamment en raison des risques de discrimination et de dumping social à l'égard de plusieurs indépendants et branches du secteur non marchand (garde des enfants et des personnes handicapées, soins apportés aux seniors, etc.). De surcroît, cette disposition allait réduire le financement de la sécurité sociale. Bref, voilà autant de raisons pour lesquelles nous avions tiré la sonnette d'alarme en vous indiquant que c'était un mauvais texte.

 

À l'époque, nous vous demandions de pouvoir en préserver la générosité du principe pour les secteurs culturel et sportif, car c'était porteur de sens. Aujourd'hui, ils sont tous les deux frappés en tant que victimes collatérales de cette crise et se retrouvent désormais comme les dindons de la farce, auxquels est infligée une double peine. La première est qu'ils ont cru à ce que vous leur aviez vendu. La deuxième est qu'à présent, ils déchantent et doivent faire marche arrière. Or, grâce à ces défraiements, des clubs sportifs étaient parvenus à régler les cas de travail au noir et à s'orienter vers une réorganisation vertueuse. Ils vont à présent devoir revenir sur leurs mesures, alors que leurs activités sont interrompues et que l'argent ne rentre plus! (…)

 

Ma question est donc simple, madame la ministre: quels enseignements comptez-vous tirer de cette annulation – attendue – par la Cour constitutionnelle? Comment allez-vous remettre la casserole sur le feu? Est-il au moins possible de cibler opportunément les secteurs sportif et culturel, qui en ont bien besoin et aux côtés desquels le cdH continue d'agir?

 

De voorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw Lanjri over hetzelfde thema met een vraag die komt uit de commissie.

 

04.02  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, wij hebben in 2018 lang gediscussieerd over de regeling in verband met het onbelast bijverdienen waardoor mensen tot 6.340 euro onbelast konden bijverdienen voor het verenigingwerk, voor klusjes tussen particulieren en voor de zogenaamde erkende deelplatformen.

 

Het Grondwettelijk Hof heeft deze regeling vorige week vernietigd omdat het oordeelde dat er een discriminatie is. Dezelfde activiteiten worden immers enerzijds uitgevoerd door werknemers of zelfstandigen die volledig bijdragen aan de sociale zekerheid en de fiscaliteit en die onderhevig zijn aan de arbeidswetgeving en anderzijds door mensen die onbelast kunnen bijverdienen zonder aan deze regels te moeten voldoen.

 

Er is volgens het Grondwettelijk Hof dus een vorm van discriminatie die moet worden aangepakt. Het Grondwettelijk Hof vindt dit bovendien geen oplossing om het zogenaamde zwartwerk tegen te gaan. Het Grondwettelijk Hof geeft ons de tijd tot 31 december van dit jaar. Tegen dan moet er zeker een andere oplossing zijn.

 

Mevrouw de minister, hoe zult u met deze vernietiging omgaan? Welke aanpassingen vindt u dat er moeten gebeuren? Kunt u die aanpassingen nog doen? Of moet u dat doorschuiven naar een volgende regering of het Parlement?

 

Uw Vlaamse collega van Sport heeft gisteren aangekondigd dat hij alvast een oplossing zou bieden voor het verenigingswerk in de sport. Hij zou contact met u opnemen. Is dat al gebeurd? Wat hebben jullie afgesproken? Zijn er oplossingen voor het verenigingswerk in de sport? Kan dit eventueel worden uitgebreid?

 

De voorzitter: Ik geef het woord aan minister De Block. Kunt u naar hier komen voor het antwoord? Dat is beter voor de camera. Anders moet men op uw rug inzoomen.

 

04.03 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat hier overal camera's hingen.

 

Collega's, het systeem van het onbelast bijverdienen werd inderdaad vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Dat is vooral jammer voor de mensen die er terecht gebruik van hebben gemaakt.

 

C'est regrettable pour le secteur du sport – qui utilise ce système à 70 % – mais aussi pour le secteur culturel et pour les personnes qui pouvaient obtenir une aide à un prix raisonnable via les services de citoyen à citoyen. Un quart des prestations effectuées dans ce système de services de citoyen à citoyen concernent l'aide et l'assistance à des personnes nécessitant des soins. C'est deux fois plus que les petits travaux d'entretien.

 

De huidige regeling geldt tot 31 december 2020. Vooral voor de sportsector, de hulpbehoevende personen en de culturele sector is er het minst discriminatie. Er moet misschien een nieuwe regeling worden uitgewerkt, zodat deze mensen zeker niet in de kou blijven staan.

 

Deze regeling moet worden uitgewerkt, ofwel door een nieuwe regering, maar het is koffiedik kijken of wij daarvoor al tegen 30 december groen licht zullen krijgen en dan is er ook nog de uitwerking, ofwel door deze Kamer, mevrouw Lanjri.

 

Ik ben blij dat mijn Vlaamse collega-minister van Sport mij zal contacteren. Ik herken zijn nummer wel als hij mij opbelt, maar dat is tot nu toe niet gebeurd.

 

Le président: Monsieur Prévot, il vous reste une demi-minute, étant donné que vous avez un peu abusé de votre temps.

 

04.04  Maxime Prévot (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour ces réponses même si on entend bien que les réponses plus concrètes sont encore à venir, par une hypothétique nouvelle législation à l'initiative des parlementaires ou d'un tout aussi hypothétique futur gouvernement. Je le regrette.

 

Si le secteur culturel mérite pleinement d'être soutenu en cette période, le secteur sportif, à travers ces 500 euros par mois défiscalisés – sans cotisation pour les travailleurs bénévoles, indépendants ou les pensionnés –, en était probablement l'un des plus grands bénéficiaires, ce qui avait effectivement mis de l'ordre et avait soutenu ces clubs qui, eux-mêmes aujourd'hui, sont en train de tirer la langue.

 

Madame la ministre, je ne peux donc que vous exhorter à ne pas attendre en refilant la patate chaude à un futur gouvernement. Prenez l'initiative! Nous sommes disposés au cdH à travailler avec vous – le CD&V avait également marqué des points d'attention sur le dossier à l'époque – pour que nous puissions progresser et venir en soutien de ces aides de proximité qui sont bien utiles sur le terrain et dans le secteur associatif qui nous est cher.

 

Le président: La famille politique se remet petit à petit grâce à la culture!

 

04.05  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, in de vorige legislatuur hebben we over die wettekst heel lang in de commissie voor Sociale Zaken gediscussieerd, er hoorzittingen en zelfs nachtelijke vergaderingen aan gewijd. Toen al maakten wij de bedenking dat het risico op vernietiging van de wet bestond, wat nu ook is gebeurd. Anderzijds moeten we vaststellen dat heel wat personen gebruikmaken van de regeling.

 

Wij vinden het vooral belangrijk dat er een oplossing komt voor het verenigingswerk, voor de begeleiders van schooluitstappen, voor de jeugdtrainers, voor de dirigent van het jeugdkoor. Wij zullen daar zelf initiatieven voor nemen en ik hoop dat we er hier in het Parlement samen uit raken, want we moeten voor 31 december tot een oplossing komen. Als u niet weet of we tegen dan een regering zullen hebben, dan kunnen we beter goed voorbereid zijn en proberen om minstens het aangehaalde probleem alvast op te lossen.

 

Misschien moeten de collega's van de N-VA uw nummer eens doorgeven aan de minister van Sport, want die heeft u blijkbaar nog niet kunnen vinden.

 

De voorzitter: Ik hoop dat we in de komende weken druk telefoonverkeer kunnen verwachten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Nathalie Gilson à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "L'état des lieux en ce qui concerne le tracing" (55000664P)

05 Vraag van Nathalie Gilson aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De stand van zaken met betrekking tot de tracing" (55000664P)

 

05.01  Nathalie Gilson (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous savons que le choix du mode de tracing physique ou via une application, en complément du dépistage, est une compétence régionale.

 

Selon nos informations, lors de vos travaux au sein de la task force, environ 72 applications ont été proposées et une dizaine ont été retenues à la mi-avril. Cependant, le jeudi 23 avril, il semble qu'il ait été mis fin à une application de contact tracing. Vous nous avez annoncé qu'il n'y aurait pas de choix d'une application fédérale et que vous passiez la main aux Régions, faute d'accord sur une stratégie commune sous l'égide du fédéral.

 

Vous continuez cependant à préparer un cadre légal ad hoc pour des applications indépendantes qui pourraient être lancées, afin que celles-ci répondent aux critères émis par le fédéral, les Régions et l'Autorité de protection des données (APD). Nous venons d'ailleurs de recevoir l'avis de l'APD sur votre avant-projet d'arrêté royal. On pourrait donc se retrouver avec plusieurs applications de contact tracing d'ici quelques semaines, des applications différentes par Régions, ou différentes par pays, voire avec rien de tout cela. La multiplication d'applications ne répond sans doute pas à la nécessité d'une interopérabilité; l'APD conseille d'ailleurs une application labellisée.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous éclairer concrètement sur la situation actuelle? Vu que les entités fédérées privilégient à ce jour le traçage manuel même via un marché de services, comment y aurait-il moyen d'encadrer au mieux ce traçage par rapport à la protection de la vie privée? Cet aspect sera-t-il pris en compte dans votre projet de loi? Nous l'avons prévu dans des amendements que nous avons déposés sur la proposition de résolution actuellement à l'étude.

 

Le président: Madame Gilson, vous devez conclure.

 

05.02  Nathalie Gilson (MR): L'Autorité insiste, dans son avis, sur les garanties à imposer aux agents des call (…)

 

05.03  Philippe De Backer, ministre: Monsieur le président, madame Gilson, je voudrais rappeler le message envoyé par la première ministre suivant lequel la colonne vertébrale de la stratégie en matière de testing et de tracing, ce sont les chercheurs qui relèvent de la compétence des Régions. Le gouvernement travaille donc en collaboration avec les entités fédérées en vue de mettre en œuvre un comité interfédéral chargé de coordonner la stratégie mise en place.

 

Il y a, d'abord, le testing qui est, bien entendu, nécessaire. Le 15 avril, on a dépassé les 10 000 tests par jour et la capacité en la matière est encore en train de progresser. Il faudra d'ailleurs travailler, dès lundi, avec les médecins généralistes qui, suite à l'élargissement des critères et dans le but d'augmenter le nombre de personnes testées, sont maintenant compétents pour procéder à ces tests. Je tiens à les remercier pour leur travail et souligne que nous sommes en discussion avec eux pour pouvoir leur fournir le matériel nécessaire. Il s'agit ici d'un élément important.

 

Il y a, ensuite, le tracing qui relève de la compétence des Régions. Nous allons travailler avec les call centers qui constituent la colonne vertébrale de notre stratégie puisque nous ne disposons pas actuellement de l'application technologique nécessaire.

 

Il est important que, dès qu'une personne développe des symptômes COVID ou grippaux, elle contacte son médecin généraliste par téléphone; celui-ci décidera si elle doit être testée.

 

Pour en revenir aux call centers, les Régions sont en train de tout mettre en œuvre afin de recruter et de former le personnel nécessaire. Le fédéral mettra également à disposition de ces call centers une partie de sa technologie. Il est également en train de développer l'encadrement des bases de données afin d'offrir toutes les garanties en matière de respect de la vie privée.

 

Enfin, il y a également l'application technologique. Comme je l'ai déjà dit, un projet de résolution a été déposé au Parlement à ce sujet. J'attends le débat et le vote de ce projet de résolution. Nous tiendrons compte de toutes les remarques qui auront été émises pour déposer un projet de loi et discuter avec vous, en toute transparence, des critères retenus pour cette application. Nous pourrons ainsi avancer sur la base des piliers testing et tracing.

 

05.04  Nathalie Gilson (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour le travail que vous avez réalisé. Nous sommes conscients que les mesures destinées à combattre cette pandémie doivent être complémentaires.

 

Une application avec toutes les précautions nécessaires pour la protection de la vie privée me paraît particulièrement utile, vu que les porteurs sains asymptomatiques sont contagieux et transmettent le COVID-19. Il est donc fondamental de stopper la chaîne de transmission le plus en amont possible. Or, le traçage classique manuel ne répond pas à cette exigence.

 

Enfin, je vous remercie de considérer que le Parlement n'est pas uniquement consulté pour la forme et que nous travaillons ensemble sur ce sujet. J'ajoute que les Régions doivent évidemment prendre leurs responsabilités. Nous continuerons à être attentifs à la suite de ce dossier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Tania De Jonge aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De aanhoudende problemen met de uitbetalingen via de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen" (55000658P)

- Björn Anseeuw aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De uitbetalingen via de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen" (55000670P)

- Nadia Moscufo aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De werklast bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen" (55000674P)

- Mathieu Bihet aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen en de aanvullende vergoeding" (55000675P)

- Ellen Samyn aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De vertraging bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen m.b.t. de tijdelijke werkloosheid" (55000673P)

06 Questions jointes de

- Tania De Jonge à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les problèmes persistants liés aux paiements par l'entremise de la CAPAC" (55000658P)

- Björn Anseeuw à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les paiements effectués par l'entremise de la CAPAC" (55000670P)

- Nadia Moscufo à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La charge de travail auprès de la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage" (55000674P)

- Mathieu Bihet à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le versement des allocations de chômage et de l’indemnité complémentaire" (55000675P)

- Ellen Samyn à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les retards de paiement des allocations de chômage temporaire par la CAPAC" (55000673P)

 

06.01  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er bereiken ons heel wat mails en telefoontjes van ongeruste burgers, die in het systeem van tijdelijke werkloosheid zitten en nog steeds op de uitbetaling van hun uitkering van de maand maart 2020 wachten.

 

Het gaat daarbij steeds om werknemers die hun aanvraag bij de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen hebben ingediend. Wij vernemen ook dat zij tevergeefs bellen en hun dossier meermaals uploaden. Voor velen is dat een schrijnende situatie.

 

Op 21 april 2020 hadden meer dan 1,3 miljoen werknemers tijdelijke werkloosheid aangevraagd, wat natuurlijk ongezien is. Wij hebben dus zeker begrip voor het feit dat een aantal zaken vertraging oploopt, ondanks het harde werk dat momenteel door de RVA en de andere uitbetalinginstellingen wordt geleverd.

 

Niettemin valt het op dat de problemen zich vooral bij de Hulpkas situeren. De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen is er voor werknemers die ervoor kiezen niet naar een vakorganisatie te stappen om hun werkloosheidsuitkering aan te vragen. Zij verdienen uiteraard een even snelle behandeling van hun aanvraag en een even snelle uitbetaling van hun uitkering als alle andere werknemers.

 

Daarom heb ik een aantal vragen voor u.

 

Hoe komt het dat er meer vertraging is bij de Hulpkas dan bij de andere uitbetalinginstellingen, zoals de vakbonden? Wat is de oorzaak van de vertraging?

 

Wij lezen op 22 april 2020 in de krant dat 85 à 90 % van de dossiers is afgehandeld. Kloppen die cijfers? Wat is de huidige stand van zaken?

 

Wanneer kunnen de werknemers die nog steeds op hun uitkering voor de maand maart 2020 wachten, de betaling ervan verwachten?

 

Zullen de betalingen van de uitkeringen voor de maand april 2020 vlotter verlopen? Zal het lukken om ze begin mei 2020 te betalen?

 

Welke acties onderneemt de Hulpkas om de komende maanden sneller uit te betalen?

 

De voorzitter: Collega's, voor mevrouw Tania De Jonge was het haar eerste uiteenzetting in onze assemblee, waarvoor ik haar van harte wil gelukwensen. (Applaus.)

 

06.02  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de minister, vandaag liggen nog altijd grote delen van onze economie stil. Dat is al bijna anderhalve maand het geval. Het is dan ook goed en belangrijk dat onze economie kan worden ondersteund, onder andere door middel van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid, waardoor werknemers hun job alsnog kunnen behouden en bedrijven na de lockdown ook onmiddellijk opnieuw kunnen rekenen op hun ervaren personeel.

 

Het is ook goed dat er in het kader van de coronacrisis een versoepeling is van de regeling voor tijdelijke werkloosheid, al is al snel gebleken dat er grote verschillen zijn in het tempo van uitbetaling van het vervangingsinkomen. Wie niet is aangesloten bij een vakbond, kan terecht bij een overheidsinstelling, de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, maar daar is het toch al een hele tijd flink langer wachten op de uitbetaling van de uitkeringen.

 

Ik heb u hierover al begin april aangesproken om kort op de bal te spelen, maar het is nu eind april en wij stellen vast dat er eigenlijk nog niets is veranderd. Het is nog steeds zo dat het gemiddeld gesproken veel langer wachten is op de uitbetaling door de Hulpkas dan op een uitbetaling door eender welke vakbond.

 

Mevrouw de minister, laat het duidelijk zijn dat dit echt niet kan. Ik heb dat begin deze maand ook al gezegd. Ook wie ervoor kiest om zich niet aan te sluiten bij een vakbond, moet zijn facturen op tijd kunnen betalen. Omdat de overheid er blijkbaar niet in slaagt om haar zaakjes te regelen, zijn er vandaag, eind april, nog altijd duizenden tijdelijk werklozen die vruchteloos wachten op hun geld voor de maand maart.

 

Hier is eigenlijk een cynisch spel aan de gang, want het zijn namelijk de vakbonden zelf die de Hulpkas mee beheren. Objectief gezien is het dan ook duidelijk dat die vakbonden er eigenlijk alle baat bij hebben dat de Hulpkas niet al te goed werkt, zodat zij de werklozen alsnog kunnen overtuigen om zich aan te sluiten bij de vakbond in ruil voor een snellere uitbetaling van de werkloosheidsuitkering. Het is bijzonder cynisch dat dit gebeurt op kap van mensen die ongewild niet kunnen gaan werken, vandaar heb ik drie vragen, mevrouw de minister.

 

Wat is uw boodschap aan de duizenden mensen die u zo lang laat wachten? Wat gaat u doen voor de mensen die in financiële problemen komen, omdat zij zo lang moeten wachten op het geld waar zij recht op hebben? Hoe lang geeft u de vakbonden nog vrij spel in de Hulpkas?

 

06.03  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, dans cette situation de crise sanitaire, il y a plus d'un million de personnes qui sont en situation de chômage temporaire. Pour beaucoup d'entre elles, c'est d'ailleurs la première fois qu'elles ont dû introduire un dossier. Cela a de grandes conséquences sur la charge de travail des différentes institutions de paiement d'allocations sociales.

 

La FGTB avait d'ailleurs annoncé dans l'émission télévisuelle De Zevende Dag qu'à un certain moment, elle recevait même plus de 60 demandes à la minute. Les travailleurs de ces différentes institutions de paiement font évidemment tous de leur mieux pour traiter ces demandes dans les temps mais des échos parvenus du terrain concernant la CAPAC nous indiquent que les travailleurs y seraient submergés de travail.

 

Toutes les demandes qui ne sont pas traitées à temps ont des conséquences directes sur des milliers de Belges qui sont privés de leurs revenus. Beaucoup d'entre eux se retrouvent en bien mauvaise posture parce que la CAPAC est débordée.

 

Madame la ministre, sur le total des demandes d'allocations, combien ont été payées à l'heure actuelle? Quel est le délai moyen entre l'introduction de la demande et le paiement de l'allocation? Quel est le pourcentage d'absentéisme actuel du personnel de la CAPAC?

 

Par ailleurs, 120 autres fonctionnaires des services publics sont venus prêter main forte. Est-ce suffisant, selon vous? Enfin, voyez-vous d'autres possibilités pour réduire la charge de travail actuelle?

 

06.04  Mathieu Bihet (MR): Madame la ministre, le nombre de concitoyens actuellement en chômage temporaire est d'environ 1,3 million de personnes. Avec le plan de déconfinement mis sur pied par le Conseil national de sécurité, ce chiffre devrait peu à peu se réduire. Des premiers signes encourageants ont d'ailleurs été soulignés par l'Economic Risk Management Group (ERMG) dans son dernier rapport. Nous espérons tous que notre machine économique, moteur de notre système de solidarité, pourra se relancer le plus rapidement possible et de façon pleine.

 

Néanmoins, toutes ces personnes au chômage temporaire ont perçu, et pour certaines, percevront encore, leurs allocations prévues par le gouvernement fédéral via des organismes de paiement ordinaires, à savoir la Caisse auxiliaire de paiement des allocations de chômage (CAPAC) ou les organisations syndicales. Toutes ces organisations semblent enregistrer un retard dans le versement des allocations. Loin de moi l'idée de les blâmer! Ce retard  est tout à fait compréhensible au vu de la période exceptionnelle que nous connaissons actuellement. Cependant, nous sommes à la fin du mois d'avril et il semblerait que certaines allocations de mars n'aient toujours pas été versées. C'est pourquoi, j'aurais aimé obtenir de votre part quelques éclaircissements sur cette situation.

 

Le versement des allocations de chômage dans un délai raisonnable est primordial pour nos concitoyens, afin de ne pas tomber dans une spirale négative de retard de paiement, comme je vous le disais voici déjà quelques semaines.

 

Madame la ministre, la CAPAC a reçu l'aide de 120 fonctionnaires afin de faire face à l'afflux énorme de demandes. Pouvez-vous nous donner aujourd'hui une idée de l'augmentation du nombre de chômeurs pris en charge par la structure et nous dire ce que cela représente en pourcentage sur l'ensemble des chômeurs temporaires actuels? La CAPAC mais aussi les syndicats sont-ils aujourd'hui à jour dans leurs versements? Dans le cas contraire, pourriez-vous nous dire combien de travailleurs n'ont toujours pas reçu leur paiement d'indemnités de chômage et quand le problème sera enfin résolu? Les organisations syndicales et la CAPAC seront-elles en mesure de tenir les délais pour le mois d'avril?

 

06.05  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, op 7 april 2020 diende ik reeds een schriftelijke vraag in over de vertraging in de verwerking van de dossiers bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen. In het actualiteitsdebat van 8 april 2020 stelde u dat er inderdaad een achterstand is in de verwerking van de dossiers bij de Hulpkas omdat de getroffen werknemers die er terechtkomen niet gesyndiceerd zijn en nog nooit in tijdelijke werkloosheid hebben gezeten. Deze dossiers vragen meer administratief werk en blijkbaar kent men bij de Hulpkas de procedure nog niet zo goed. Drie weken geleden hoopte u dat het overgrote deel van de mensen hun uitkering voor de maand maart binnen een aantal dagen zou krijgen.

 

We zijn nu drie weken verder en blijkbaar is er bij de Hulpkas nog steeds een behoorlijke werkachterstand. Nog steeds wachten mensen op een uitkering voor de maand maart. Ook zouden verschillende dossiers niet in orde zijn. Bij bepaalde dossiers zijn de uitgekeerde bedragen dan weer niet correct. Er zijn ook klachten over de bereikbaarheid. Blijkbaar is de Hulpkas dagenlang niet bereikbaar en wordt er doorverwezen naar een onlineformulier.

 

Mevrouw de minister, wat is thans de opgelopen vertraging? Hoeveel personen wachten nu nog op een uitkering voor de maand maart? Wat is de prognose voor de maand april? Zal hier wel op tijd uitbetaald worden? Welke interne maatregelen heeft de Hulpkas getroffen om de dossiers zo spoedig mogelijk te behandelen? Beschikt de Hulpkas over voldoende personeel om de overvloed van vragen op te vangen? Heeft de dienst extra personeel toegewezen gekregen in het kader van de flexibele inzet van overheidspersoneel tijdens de coronacrisis?

 

06.06 Minister Nathalie Muylle: Collega's, zoals u weet, heeft COVID-19 ervoor gezorgd dat meer dan één miljoen werknemers tijdelijk werkloos zijn.

 

Voor velen onder hen, zoals ook aangehaald in de vraagstelling, is het de allereerste keer dat zij geconfronteerd worden met tijdelijke werkloosheid, maar voor heel veel werkgevers is het ook de eerste keer dat zij worden geconfronteerd met tijdelijke werkloosheid en met de aanvraagprocedure die daarmee samengaat.

 

Vele van deze werknemers zijn niet aangesloten bij een vakbond en hebben een dossier bij de Hulpkas ingediend.

 

À ce jour, la CAPAC a reçu environ 286 000 dossiers de chômage temporaire pour mars, alors qu'il y a en moyenne 5 000 dossiers par mois. La Caisse auxiliaire a reçu plus de 25 000 appels téléphoniques par jour et plus de 200 000 courriels.

 

De Hulpkas heeft gewoonlijk een marktaandeel van 12,5 % van de dossiers, terwijl dat nu 28 % is. Er wordt verwezen naar antwoorden die ik begin april heb gegeven. Dat klopt, maar ik heb moeten vaststellen dat op 14 april, twee weken ver in april, de werkgevers voor 16 % van de dossiers voor maart nog altijd geen prestaties voor hun werknemers hadden ingegeven. Als we geen prestaties hebben, dan kunnen we niet betalen. Het gaat over meer dan 45.000 dossiers.

 

Op 23 april, al drie weken ver in april, waren er dat nog altijd meer dan 5,5 %. In meer dan 15.000 dossiers waren de prestaties nog niet ingegeven. Zelfs afgelopen week, nadat er vorige week voor een tweede keer – ik ben persoonlijk tussenbeide gekomen – een e-mail was gestuurd naar alle personen waarvan er een aangifte was ingediend, maar nog steeds geen prestaties, moesten wij vaststellen dat voor 4.000 dossiers werkgevers geen prestaties voor de maand maart hebben ingegeven. Wij doen ons best, maar als we geen prestaties hebben, kunnen we niet betalen.

 

Van de 286.000 dossiers kunnen we er 21.000 niet afhandelen. Voor 15.000 daarvan zijn er aanvragen ingediend door de werkgevers, maar zijn er gewoonweg geen prestaties. Dat betekent dat werkgevers hun personeel in tijdelijke werkloosheid hebben geplaatst, terwijl die gewoon niet tijdelijk werkloos waren. Daarnaast hebben wij 6.000 dossiers dubbel. Dat betekent dat werknemers zich eerst tot de Hulpkas hebben gewend en nadien tot een andere uitbetalingskas, waardoor de Hulpkas dus geen betaling hoeft te doen.

 

De meeste uitkeringen voor de maand maart die na midden april werden uitbetaald, betreffen dossiers waarmee er problemen waren. Ik heb persoonlijk veel boze mensen aan de lijn gehad die volhielden dat de prestaties zeker waren ingegeven en dat hun dossiers in orde waren, terwijl achteraf wanneer ik individueel ter zake navraag deed, bleek dat er fouten waren in verband met de identificatiegegevens zoals de geboortedatum of het rekeningnummer, waardoor we niet konden uitbetalen.

 

De Hulpkas behandelt vandaag dagelijks 2.400 dossiers op een manuele wijze en contacteert individuele werknemers. Zoals ik al gezegd heb, werd er ook een globale mailing gedaan. Ook op de website wordt duidelijke informatie verschaft.

 

Via le Special Federal Forces, 154 fonctionnaires sont venus apporter un soutien à la Caisse auxiliaire, principalement pour l'encodage des dossiers de demandes.

 

De huidige doorlooptijd bedraagt drie tot vier dagen voor een onlineaanvraag en tien dagen voor een aanvraag op papier, omdat er bijkomend elementen gecontroleerd moeten worden, die moeten worden doorgegeven.

 

Voor de 4.000 dossiers van maandag is er al betaald. Op enkele individuele dossiers na, waarin wij gegevens missen, denken wij dat wij het geheel van de dossiers van maart verwerkt hebben.

 

Voor de maand april is het gemakkelijker, omdat wij de dossiers ondertussen kennen. Werkgevers weten nu ook dat er prestaties ingegeven moeten worden. Begin deze week zijn er voor de maand april ook in dossiers waarvoor werkgevers prestaties hadden ingegeven, al 100.000 betalingen automatisch gebeurd. Men is dus volop bezig met de betalingen voor april, terwijl er morgen alweer een nieuwe maand begint.

 

Mevrouw Samyn vroeg of er fouten zijn gebeurd met het supplement. Het supplement van 5,63 euro wordt niet samen met de uitkering betaald, maar vandaag apart aan de hele groep van 286.000 personen. De betrokkenen zullen vandaag dus bijkomend 5,63 euro krijgen. Voor de maand april zal het supplement automatisch met de uitkering zelf worden betaald.

 

Je comprends qu'il s'agit d'un énorme défi pour les travailleurs et les employeurs concernés ainsi que pour l'administration de soumettre et de traiter correctement tous les dossiers en cette période particulière. Pour plus de 90 % des dossiers, tout s'est déroulé sans problème.

 

Ik ben dan ook werkgevers, werknemers en mijn administratie erkentelijk voor de inspanningen. Ik hoop dat er heel wat problemen vandaag zijn opgelost dankzij alle inspanningen. Mocht u nog zaken hebben, geef die dan door. Ik ben ervan overtuigd dat er vanaf april vlotte betalingen zullen zijn. We hebben 1,3 miljoen aanvragen of meer voor mensen in tijdelijke werkloosheid. Ik vind dat er fantastisch werk is geleverd. Veel mensen werden heel snel betaald. U moet weten dat wij dergelijke situaties tot vandaag nog nooit gekend hebben. Normaal zijn er 400.000 werklozen, nu 1,3 miljoen. Er werd hard gewerkt. Waren er problemen, we hebben ze opgelost, we zijn daar trouwens nog elke dag mee bezig. Ik ben tevreden te zien waar we vandaag staan, met de oplossingen die werden aangereikt.

 

06.07  Tania De Jonge (Open Vld): Mevrouw de minister, bedankt voor het antwoord.

 

Ik ben heel blij te horen dat er een flinke inhaalbeweging is gebeurd. Ik wil nog even drie belangrijke aspecten meegeven. Er zijn mensen die er absoluut niet voor kiezen zich tot een vakorganisatie te wenden en ook zij verdienen een gelijke behandeling.

 

Als er dan capaciteitsproblemen zijn, is het goed dat er bijkomend personeel is. Er zijn creatieve manieren om dat op te lossen, zoals bijvoorbeeld interim-medewerkers die op dit moment geen werk hebben of ambtenaren die het minder druk hebben door de crisis en die misschien de Hulpkas kunnen bijspringen.

 

Niet onbelangrijk om te herhalen is dat er toch wel wat dossiers zijn blijven liggen, waarvan de mensen wel een ontvangstmelding hebben gekregen. Dat is jammer, maar ik ben wel blij dat we u die dossiers mogen melden.

 

06.08  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de minister, uw antwoord is eigenlijk hallucinant. Ik vroeg u welke boodschap u hebt voor de mensen die al anderhalve maand geen euro hebben gezien terwijl ze er wel degelijk recht op hebben. U sloot uw antwoord af met de woorden dat u eigenlijk tevreden bent met hoe het tot nu toe is verlopen.

 

Die mensen zitten al anderhalve maand op droog zaad, omdat ze er vaak bewust voor kiezen om zich niet aan te sluiten bij een vakbond. Ik wil erop wijzen dat het recht om zich te verenigen of niet te verenigen een grondrecht is. Die mensen betalen daar nu een zeer hoge prijs voor en u bent tevreden. Ik heb u zeer goed gehoord, u bent tevreden dat een overheidsinstelling mensen zes weken laat wachten op hun geld. Vorige week bent u in actie geschoten, in de vierde week van april, omdat u vaststelde dat een aantal dossiers uit maart misschien toch niet in orde was. Dat is dus uw boodschap aan die mensen.

 

Ik heb u ook gevraagd hoe lang u de vakbonden de plak nog zal laten zwaaien in uw overheidsinstelling. Blijkbaar is dat voor u immers geen enkel probleem. Voor ons is dat wel een probleem en wij zullen dan ook een voorstel indienen om daar paal en perk aan te stellen.

 

Het is een levende schande dat u tevreden bent met het feit dat mensen die ervoor kiezen om niet bij de vakbond te gaan, zes weken moeten wachten op geld waarop ze recht hebben en dat ze ook broodnodig hebben.

 

06.09  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je ferai une réplique en trois temps. Je voudrais tout d'abord rappeler que la sécurité sociale a été inventée, créée par les travailleurs. Et, encore aujourd'hui, elle est payée par l'ensemble des travailleurs. Elle a été obtenue grâce à la lutte. Aujourd'hui, les formations politiques de droite qui attaquent n'ont pas de leçon à nous donner là-dessus. Elles feraient d'ailleurs mieux de se taire car, si les travailleurs n'avaient pas lutté contre leur vision de société, aujourd'hui, nous vivrions toujours comme au temps de Germinal.

 

Pour ceux qui crient au scandale des privilèges et des discriminations, je tiens à rappeler que les travailleurs qui décident de se syndiquer paient une cotisation qu'ils mettent dans un pot commun. Par ailleurs, il est prouvé que le paiement des allocations familiales organisé par les syndicats coûte moins cher à l'État et est même plus efficace. On ferait mieux d'apprendre d'eux en cette période de crise. Ils ont 100 ans d'expérience au niveau de l'organisation de la solidarité dans le monde du travail et, cette année, ils ont fêté fièrement les 75 ans de la sécurité sociale.

 

Enfin, en ce qui concerne la CAPAC, depuis 2004, nous sommes passés de (…)

 

Le président: Je regrette, madame Moscufo. Le temps de parole pour la réplique est d'une minute.

 

06.10  Mathieu Bihet (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Au vu du nombre de chômeurs temporaires actuellement recensés et du nombre de dossiers à la CAPAC, cela correspond à un million de dossiers qui sont actuellement gérés par les syndicats. Une question vous est d'ailleurs adressée à ce titre en commission et j'espère que nous aurons une réponse également sur la ventilation de ces différents dossiers.

 

Nous serons évidemment très attentifs à ce que ces solutions soient poursuivies et maintenues et à ce que la vigilance soit accrue pour les dossiers en retard, en espérant que, pour le mois d'avril, cela se passe un peu mieux que pour le mois de mars.

 

Enfin, je suis tout à fait étonné du propos de notre collègue du PTB qui relève que finalement quand une institution qui n'est pas l'État gère mieux certains dossiers que l'État, il faudrait l'encourager.

 

06.11  Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, voor heel veel werknemers die nu in een of andere vorm van werkloosheid zitten door COVID-19 zijn dit onzekere financiële tijden. Als daarbovenop de uitbetaling van hun uitkering uitblijft, nota bene door een overheidsinstantie, dreigen zij het financieel niet meer te trekken.

 

Het manklopen van de Hulpkas is ook een politieke verantwoordelijkheid. De Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen werd in 1952 opgericht. Het is bijna 70 jaar later en de Hulpkas blijft een zorgenkind. Naast een degelijk plan voor noodsituaties, wat nu nodig is, moet er ook gekeken worden naar de toekomst. Er moet worden gestreefd naar een efficiënte werking van de Hulpkas.

 

Het kan niet de bedoeling zijn dat mensen die aangesloten zijn bij de Hulpkas naar een ander uitbetalinginstelling gaan omdat de vakbonden beter georganiseerd zijn. Een overheidsdienst, in dit geval een van de vier uitbetalingsinstellingen, moet er vooral voor zorgen bereikbaar te zijn en de mensen niet van het kastje naar de muur sturen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Nahima Lanjri aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De gevolgen van tijdelijke werkloosheid voor de moederschapsrust" (55000667P)

- Ellen Samyn aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De verloren postnatale zwangerschapsrust voor tijdelijk werkloze zwangere vrouwen" (55000676P)

07 Questions jointes de

- Nahima Lanjri à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les conséquences du chômage temporaire sur le repos de maternité" (55000667P)

- Ellen Samyn à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La perte de jours de congé postnatal pour les femmes enceintes en chômage temporaire" (55000676P)

 

07.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, de geboorte van een kind is voor de meeste ouders iets om naar uit te kijken. Zeker de moeders willen na de geboorte zo veel mogelijk tijd met hun kind doorbrengen. Gelukkig kunnen zij daarvoor rekenen op 15 weken moederschapsverlof, waarvan men een week verplicht voor de geboorte moet opnemen. De rest mag men volledig na de geboorte opnemen of eventueel ook ervoor.

 

Door het coronavirus zitten heel wat mensen in tijdelijke werkloosheid. Dat zijn er in ons land ongeveer één miljoen. Daar zijn ook heel wat zwangere vrouwen bij. Zij worden nu extra benadeeld want zij verliezen een deel van hun moederschapsverlof door die tijdelijke werkloosheid. Als zij tot zes weken voor de bevalling verplicht thuis worden gezet in tijdelijke werkloosheid, kunnen zij na de geboorte geen veertien weken opnemen zoals ze gepland hadden, maar dan worden zij verplicht om al na negen weken terug aan het werk te gaan. Daarmee komt hun droomplaatje niet uit. De tijd die zij wilden doorbrengen met hun kind krijgen zij niet.

 

Ook voor bedienden die om economische redenen tijdelijk werkloos zijn, rijst hetzelfde probleem.

 

Mevrouw de minister, wat zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat de moeders hun moederschapsverlof niet verliezen omdat zij verplicht thuis worden gezet in tijdelijke werkloosheid omwille van het coronavirus? Zij zouden anders gewerkt hebben, maar dat kunnen zij nu niet. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat zij die weken niet verliezen?

 

Kan het een piste zijn om de periode voor de bevalling dat zij thuiszitten in tijdelijke werkloosheid als een gewerkte periode te zien? Ik denk dat deze periode met een gewerkte periode zou moeten worden gelijkgesteld.

 

07.02  Ellen Samyn (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, voor aanstaande moeders brengt het vooruitzicht te moeten bevallen tijdens deze coronacrisis extra zorgen met zich mee. Velen onder hen werden op tijdelijke werkloosheid gezet, wat bijkomende financiële zorgen met zich meebrengt.

 

Daar blijft het echter niet bij. Zwangere vrouwen die tijdelijk werkloos zijn door de coronacrisis, dreigen nu ook nog een deel van hun postnatale periode van de moederschaprust te verliezen. In het ergste geval blijven slechts negen weken postnatale moederschaprust over. Aanstaande moeders in het statuut van tijdelijke werkloosheid hebben hiervoor niet gekozen en hebben hierop ook niet gerekend. Zij maken zich nu extra zorgen, over de opvangsituatie van hun baby, over de verlofstelsels zoals dat van borstvoeding of geplande terugkeer naar het werk. Los van deze praktische problemen, een te korte moederschaprust is nefast voor ouders en baby.

 

Meer dan een maand geleden werd de tijdelijke werkloosheid door overmacht ingevoerd. Op 8 april stelde u de gelijkstelling van dagen van tijdelijke werkloosheid met gewerkte dagen in het kader van de moederschaprust nader te willen bekijken met uw collega van Sociale Zaken.

 

Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw voorstel om de prenatale bevallingsrust helemaal te verschuiven tot na de bevalling?

 

Hebt u reeds overleg gehad met uw collega van Sociale Zaken? Zo ja, wat was hiervan het resultaat?

 

Zult u hiervoor een meerderheid vinden in de regering?

 

Wat zal er gebeuren met de timing? Hebt u daarop zicht?

 

Wat zal er gebeuren met de kersverse moeders bij wie de teller reeds loopt?

 

07.03 Minister Nathalie Muylle: Artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 biedt de werkneemster de mogelijkheid om haar postnatale rustperiode te verlengen met de periode waarin zij verder heeft gewerkt vanaf de zesde week voor de wettelijke datum van de bevalling of vanaf de achtste week wanneer bij de geboorte een meerling wordt verwacht.

 

De Koning kan de periodes bepalen die met de periodes van arbeid gelijkgesteld kunnen worden met het oog op de verlenging van postnatale rustperiodes. Periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en periodes van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden zijn niet opgenomen in een koninklijk besluit en geven in de huidige stand van de regelgeving dus geen aanleiding tot het verlengen van de postnatale rustperiode.

 

Gelet op de sterke toename van de tijdelijke werkloosheid tijdens de huidige gezondheidscrisis en de onzekerheid die dit voor zwangere werkneemsters teweegbrengt, heb ik mijn administratie gevraagd een tekstvoorstel op te stellen dat in de gelijkstelling voorziet van de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden die zich sinds het begin van deze crisis voordoen. Op die manier wordt aan zwangere werkneemsters die momenteel tijdelijk werkloos zijn de zekerheid gegeven dat zij hun postnatale rustperiode zullen kunnen verlengen met de dagen van tijdelijke werkloosheid die vallen tijdens het prenatale tijdvak.

 

Dit tekstvoorstel kwam tot stand in samenwerking met de administratie van minister De Block en bevat dus ook de noodzakelijke aanpassingen met betrekking tot het recht op moederschapuitkeringen. Het voorstel wordt in de komende dagen voorgelegd aan het sociaal overleg en daarna ook aan de regering.

 

07.04  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord, ook namens de vele zwangere vrouwen en de vrouwen die inmiddels bevallen zijn en hun moederschapsrust ingekort zagen.

 

Ik ben ervan overtuigd dat u voor hen ook een regeling zult treffen en dat deze ook retroactief zal werken voor hen die nu reeds enkele weken verloren hebben. Ik kijk ernaar uit dat één en ander ook een officiële go krijgt van de andere ministers en de sociale partners.

 

Dan kan ik u namens al deze ouders zeggen dat zij heel blij zullen zijn met deze regeling. Dat geldt trouwens ook voor bedienden. Zij verliezen die weken ook omdat ze in tijdelijke werkloosheid zitten. Ook voor hen zal er een oplossing zijn.

 

07.05  Ellen Samyn (VB): Bedankt voor uw antwoord, mevrouw de minister.

 

Een te korte postnatale moederschapsrust is nefast voor de baby en de ouders. Tijdelijke werkloosheid wegens coronaovermacht moet dus worden gelijkgeschakeld met gewerkte periodes voor moeders in spe. Op die manier kunnen zij over hun volledige postnatale moederschapsrust beschikken. Het kan dus niet de bedoeling zijn dat zwangere vrouwen die ongewild in tijdelijke werkloosheid zijn beland verschillende weken van die postnatale moederschapsrust verliezen.

 

Ik hoop dan ook dat het voorstel snel door de regering en in het Parlement zal worden goedgekeurd, zodat de kersverse ouders en aanstaande ouders ten volle kunnen genieten van hun kleine wonder.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Christophe Lacroix à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'évolution des prix à la consommation et les derniers chiffres de Statbel" (55000668P)

08 Vraag van Christophe Lacroix aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De evolutie van de consumptieprijzen en de jongste cijfers van Statbel" (55000668P)

 

08.01  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, madame la ministre, Statbel a publié hier des statistiques permettant d'avoir une idée claire de l'impact de la pandémie sur les prix. Ce ne sera pas une surprise pour beaucoup, puisque le prix des produits alimentaires augmente de manière très importante: + 5,9 % pour les légumes par rapport au mois précédent; + 11,8 % pour les fruits par rapport à avril 2019.

 

Madame la ministre, les citoyens ont besoin d'être rassurés sur l'évolution des prix. On entend tant de gens qui ont l'impression de ne rien avoir dans leur caddie pour 40 euros. J'ai lu que vous souhaitiez le retour total des réductions dans les supermarchés. C'est bien, mais les promotions, cela n'empêche pas la spéculation, et cela ne concerne pas tous les produits.

 

En France, des prix maximaux ont été fixés sur certains produits, comme le gel hydroalcoolique. En Belgique aussi, nous devons, je pense, être extrêmement fermes et vigilants sur ce point. Il faut mettre l'Observatoire des prix en alerte et lui donner davantage de force de frappe.

 

De deux choses l'une: soit les prix n'ont pas augmenté et nous pourrons l'expliquer aux gens. Soit ils ont augmenté et vous devez alors, madame la ministre, intervenir avec un prix maximum. Nous ne pouvons pas laisser les citoyens dans la misère et nous ne pouvons pas nous permettre que la spéculation s'invite dans la crise sanitaire. Ce serait totalement indécent et scandaleux.

 

Madame la ministre, quelles mesures allez-vous mettre en place en matière de contrôle des prix?

 

08.02  Nathalie Muylle, ministre: Monsieur le président, monsieur Lacroix, hier, j'ai répondu à plusieurs questions concernant ce sujet en commission.

 

Le SPF Économie fournit un rapport hebdomadaire sur l'évolution des prix à l'Economic Risk Management Group. Il montre effectivement une augmentation des prix des produits alimentaires. En outre, cette tendance à la hausse des prix dure depuis un certain temps et n'est pas directement liée à l'épidémie de COVID-19.

 

En plus de ces rapports hebdomadaires, des chiffres mensuels de l'inflation sont publiés à un niveau détaillé par Statbel, sur lesquels se basent les rapports trimestriels de l'Observatoire des prix.

 

Le premier rapport trimestriel examinera en détail l'évolution des prix par groupe de produits. Dans le groupe des aliments, les produits tels que les fruits de mer, le poisson et les légumes ont connu de fortes hausses de prix ces dernières semaines. Cependant, suite aux nouveaux chiffres de Statbel communiqués hier, le SPF Économie souligne qu'au mois de mars, les prix des denrées alimentaires ont augmenté moins rapidement en Belgique qu'aux Pays-Bas ou en Allemagne.

 

Il convient de noter que l'alimentation et les boissons non alcoolisées ne représentent qu'une partie – certes importante – du budget des ménages, dont d'autres dépenses – comme l'énergie – ont diminué depuis le début de la crise du COVID-19. Il est possible que ce phénomène ne soit perçu que tardivement par le public, car les factures de gaz et d'électricité restent identiques d'un mois à l'autre, tandis qu'une réduction tarifaire des contrats énergétiques n'apparaît que dans le décompte annuel.

 

Ensuite, un texte a été déposé en Conseil des ministres, visant à supprimer l'interdiction des promotions et des réductions. Pour de nombreuses familles qui ont du mal à joindre les deux bouts en ce moment, les réductions sont en effet importantes en termes de pouvoir d'achat. Comme nous l'avons appris hier, l'inflation dans notre pays a continué de diminuer en avril pour le troisième mois consécutif. Son taux se situe à 0,57 %.

 

Enfin, pour conclure, dans le cadre de la législation en vigueur, l'Inspection économique prend des mesures contre les prix usuraires. Elle se montre particulièrement vigilante aux pratiques telles que la contrefaçon, l'escroquerie ou l'application de prix anormaux. 

 

08.03  Christophe Lacroix (PS): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse, qui ne me satisfait cependant qu'à moitié.

 

En effet, vous indiquez que les promotions et réductions vont être réintroduites intégralement. C'est une bonne initiative que vous avez prise. Il n'en reste pas moins vrai que ce sera difficile sur le terrain. Au demeurant, Carrefour, Cora et Delhaize déclarent que, pour remettre en route les promotions, cela prendra du temps, ne fût-ce que parce que la logistique ne suit pas ou que les fournitures n'arrivent pas dans les magasins. Cela représente donc un problème important.

 

Par conséquent, madame la ministre, vous devez vous montrer encore plus ferme et plus vigilante. À cette fin, nous avons introduit deux propositions de loi. La première vise à contrôler le prix maximal du gel hydroalcoolique. La seconde a pour but de placer l'Observatoire des prix en état d'alerte et de lui conférer davantage de force de frappe, en recourant à des contrôles tarifaires là où c'est nécessaire. Si nous avons déposé ces textes, ce n'est pas pour vous embêter, mais bien pour venir en aide aux consommateurs et aux plus précarisés, de manière aussi à renforcer votre autorité sur ceux qui auraient tendance à spéculer.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

09 Ordre du jour

09 Agenda

 

Vous avez reçu un projet d'ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

U hebt een gewijzigde ontwerpagenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

Propositions de loi

Wetsvoorstellen

 

10 Proposition de loi relative aux diverses mesures relatives à la sécurité civile (1144/1-5)

10 Wetsvoorstel betreffende diverse maatregelen in de civiele veiligheid (1144/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Franky Demon, Jan Briers, Yngvild Ingels.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Meryame Kitir, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1144/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1144/5)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant suspension de certains délais relatifs à la sécurité civile".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende schorsing van bepaalde termijnen betreffende de civiele veiligheid".

 

La proposition de loi compte 4 articles.

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

11 Proposition de loi visant à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 en matière ferroviaire (1161/1-5)

11 Wetsvoorstel om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 inzake spoorvervoer (1161/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Emmanuel Burton, Vincent Scourneau, Jef Van den Bergh, Marianne Verhaert.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mevrouw Cécile Thibaut, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

 

11.01  Pieter De Spiegeleer (VB): Mijnheer de voorzitter, wij kunnen ons uiteraard grotendeels vinden in de geest van het voorliggend wetsvoorstel. Maandag aanstaande is een belangrijke dag voor het reizigersvervoer en staan wij alweer voor belangrijke uitdagingen. Bij het reizigersvervoer zal het maandag vooral de pendelaar zijn, die een stap in het onbekende zet, onder andere omdat de vraag rijst – die is vandaag al ter sprake gekomen – of er wel voldoende mondmaskers, die verplicht zijn, ter beschikking zijn.

 

De maatregelen in het voorstel hebben uiteraard ook betrekking op het vrachtvervoer per spoor. De noden in dat segment van het spoorvervoer zijn al langer groot tot heel groot. Dat was al voor de coronacrisis zo, maar bij de aanvang van de crisis zijn die noden uiteraard nog verder versterkt. Meer zelfs, de knelpunten van voor de crisis werden en worden geaccentueerd tijdens en door de crisis.

 

De slordigheid en de laattijdigheid waarmee het voorliggende wetsvoorstel op tafel kwam, zijn opmerkelijk te noemen. De laattijdigheid ervan doet onder andere vermoeden dat u, mijnheer de minister, en uw kabinet niet of veel te weinig bezig waren met de noden van de sector vóór de coronacrisis. Dat is opmerkelijk en roept vragen op. Wij vernemen dat ook van op het terrein: in de ons omliggende landen werden veel sneller stappen in de problematiek ondernomen. Het Groothertogdom Luxemburg, Nederland, Duitsland en Frankrijk voerden reeds maatregelen in, toen wij nog in slaapmodus waren.

 

Andere opmerkelijke slordigheden hadden dan weer te maken met het inwinnen van adviezen van de Gewesten en het communiceren daarvan. Zo is men ook niet ingegaan op een aantal vragen van de Raad van State, bijvoorbeeld om te specificeren over welke procedures het in artikel 2 precies gaat. De Raad van State vindt de wettekst, net zoals wij, zeer vaag en slordig opgesteld en daarom wenst onze fractie zich te onthouden.

 

De geest van het wetsvoorstel is positief, maar de tekst op zich is zeer slordig. Dat werd ook gezegd door de Raad van State, maar dat advies heeft men naast zich neergelegd.

 

11.02  Emmanuel Burton (MR): Monsieur le président, chers collègues, le secteur ferroviaire a dû s'adapter face à cette pandémie et la continuité des activités de transport ferroviaire est vitale pour faire face à la crise. Nous devons assurer le transport dans les meilleures conditions des personnes dont l'activité est essentielle pour combattre cette pandémie. Cela vaut aussi pour le transport et l'approvisionnement de fret, tant en matériel de soins qu'en denrées alimentaires, qui sont absolument cruciaux et constituent l'un des maillons les plus importants d'approvisionnement du pays et des pays voisins.

 

La SNCB et Infrabel ont mis en place un service d'intérêt national tandis que les entreprises privées de fret continuent de fonctionner au bénéfice des grands secteurs encore en activité. Cependant, ces entreprises font face à des difficultés opérationnelles grandissantes. Elles doivent assumer des coûts fixes élevés alors que l'activité de transport est ralentie.

 

Nous devons prendre nos responsabilités et permettre au secteur ferroviaire de continuer à opérer ses missions indispensables dans la crise que nous traversons. Nous devons agir vite mais dans le respect du principe de proportionnalité et des valeurs essentielles que nous avons à cœur de préserver.

 

La première urgence est de s'assurer du maintien de la validité des licences et autorisations du personnel de sécurité (principalement les conducteurs et accompagnateurs de trains) qui viendraient à échéance et qui ne peuvent actuellement pas être renouvelées vu les suspensions des formations ou des examens. Sans action rapide, ce sont plus d'une centaine de conducteurs de trains par mois qui perdraient leur licence. L'ensemble du rail belge se retrouverait alors à l'arrêt très rapidement. Cela nécessite d'adopter des dérogations temporaires à la réglementation afin d'assurer le maintien de la validité des licences et des autorisations du personnel de sécurité.

 

La seconde urgence est de garantir la fluidité des opérations de transport de fret avec nos pays voisins qui, eux aussi, sont soumis à des perturbations. Ainsi, le transport de fret pourra recevoir la priorité sur les autres trafics afin de garantir une circulation fluide aux frontières, et au-delà pour le transport international. Ces dispositions sont vitales afin de conserver nos capacités d'approvisionnement et, comme vous l'avez constaté, des garde-fous sont prévus pour préserver les droits de circulation des trains de voyageurs.

 

Dans cette optique et au vu des difficultés de déplacements internationaux, nous devons également prendre des mesures pour le personnel de conduite. La faculté sera donc prévue pour les entreprises et les représentants des travailleurs de conclure un accord social permettant le découchage deux jours de suite, au lieu d'un seul actuellement. Cette mesure temporaire, autorisée par le droit européen, est appliquée en Allemagne et aux Pays-Bas mais n'est pas encore permise en Belgique. Elle doit être fermement liée au principe de la concertation sociale préalable.

 

Il est également important de souligner que les règles limitant la durée du temps de travail, la durée du temps de conduite et les moments de prise de périodes de repos restent évidemment applicables.

 

En outre, au vu de l'importance de faire respecter les mesures sanitaires, une dérogation temporaire à la loi sur l'emploi des langues est prévue. Cette mesure temporaire est limitée à la durée de la crise et vise à permettre à la SNCB de communiquer dans les trois langues nationales mais également en anglais afin d'assurer une communication efficiente dans l'intérêt de tous.

 

Au regard de ces différents éléments, nous vous proposons cette proposition de loi, rédigée en étroite collaboration avec le ministre de la Mobilité et le SPF Mobilité et Transports, pour laquelle nous avons demandé l'urgence au vu des circonstances exceptionnelles.

 

Je ne doute pas un instant que vous serez nombreux à soutenir cette proposition. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Ik zie dat mevrouw Thibaut ondertussen is aangekomen. U moest eigenlijk nog een verslag uitbrengen, maar ik heb verwezen naar uw schriftelijk verslag. Dat kan echter niet, want u zult een mondeling verslag uitbrengen. Als mevrouw Vindevoghel daarmee kan leven, gaan we eerst luisteren naar mevrouw Thibaut als rapporteur.

 

11.03  Cécile Thibaut, rapporteur: Monsieur le président, je suis désolée pour mon retard. J'étais dans la maison mais j'ai mal évalué les temps de parole. Je vais essayer d'être rapide même si c'est un rapport oral.

 

Avant de faire un rapport de nos travaux en commission, je vous rappelle que la proposition de loi déposée par M. Burton et M. Scourneau qui est présentement à l'ordre du jour a obtenu l'urgence en séance plénière du 16 avril 2020. Vu les circonstances exceptionnelles et l'importance du problème à gérer, il en va en effet de la continuité des activités du transport ferroviaire qui est vital pour faire face aux défis posés par la crise sanitaire causée par le SARS-CoV-2.

 

Le président de la Chambre, soutenu par les groupes, a alors immédiatement décidé d'inviter la section de législation du Conseil d'État à donner un avis motivé sur le texte soumis à l'examen de la séance plénière d'aujourd'hui, dans un délai de cinq jours ouvrables. La communication de l'avis du Conseil d'État à la Chambre était une condition nécessaire afin de pouvoir procéder au vote final du texte en commission. L'examen de la proposition de loi initialement mise à l'agenda de la réunion du mercredi 22 avril 2020 a été reporté au 28 avril 2020, soit avant-hier, à la demande des auteurs. En effet, l'avis du Conseil d'État a été transmis aux membres le 22 avril dans les délais demandés. Je reviendrai sur le contenu de cet avis dans quelques instants.

 

M. Burton, comme il l'a fait maintenant, a présenté son texte, rédigé en étroite collaboration avec le ministre de la Mobilité et le SPF Mobilité et Transports. La pandémie qui sévit impose au secteur ferroviaire de notre pays de s'adapter. Notre collègue a souligné l'importance d'assurer le transport des personnes dont l'activité sur le terrain est essentielle pour résister à la zoonose, dans les meilleures conditions. Le membre a précisé que cela valait aussi pour le transport et l'approvisionnement du fret, tant en matériel de soins qu'en denrées alimentaires, les deux étant absolument cruciaux et constituent l'un des maillons le plus importants de l'approvisionnement du pays et des pays voisins.

 

La SNCB et Infrabel ont mis en place un service d'intérêt national tandis que les entreprises orientées privées de fret continuent de fonctionner au bénéfice des grands secteurs encore en activité. Cependant, ces entreprises font face à des difficultés opérationnelles grandissantes. Elles doivent assumer des coûts fixes élevés alors que l'activité de transport ralentit. M. Burton nous a appelés à prendre nos responsabilités et à permettre au secteur ferroviaire de continuer à opérer ses missions indispensables dans la crise actuelle du coronavirus.

 

Il y a deux urgences mises en évidence. La première consiste à s'assurer du maintien de la validité des licences et des autorisations du personnel de sécurité (les conducteurs et accompagnateurs de trains notamment) qui viendront à échéance et qui ne peuvent pas être renouvelées, vu la suspension des formations et des examens. Sans action rapide, un nombre important de conducteurs perdraient leur licence chaque mois. L'ensemble du rail belge se retrouverait alors à l'arrêt très rapidement. C'est pourquoi, il conviendrait d'adopter des dérogations temporaires à la réglementation afin de maintenir la validité des licences et des autorisations du personnel de sécurité.

 

La seconde urgence est de garantir la fluidité du transport de fret avec les pays voisins, soumis eux aussi à des perturbations. Ainsi, le transport de fret pourra recevoir la priorité sur les autres trafics afin de veiller à la circulation fluide aux frontières et au-delà, pour le transport international. Ces dispositions sont considérées comme vitales par l'auteur de la proposition, afin de conserver nos capacités d'approvisionnement. Il affirme que des garde-fous sont prévus pour préserver les droits de la circulation des trains de voyageurs.

 

Dans cette optique et vu les difficultés des déplacements internationaux, nous devrions également prendre des mesures pour le personnel de conduite. La faculté sera prévue pour les entreprises et les représentants des travailleurs de conclure un accord social permettant le découchage deux jours de suite au lieu d'un seul actuellement.

 

M. Burton a élaboré le texte et la portée de cette mesure temporaire. Autorisée par le droit européen et appliquée en Allemagne et aux Pays-Bas, cette mesure n'est pas encore permise en Belgique. Elle doit être fermement liée au principe de la concertation sociale préalable. Le député a tenu à souligner que les règles limitant la durée du temps de travail, la durée du temps de conduite et les périodes de repos resteront applicables.

 

En outre, au vu de l'importance de faire respecter les mesures sanitaires, une dérogation temporaire à la loi sur l'emploi des langues est prévue. Limitée à la durée de la crise, elle vise à permettre à la SNCB de communiquer dans les trois langues nationales, mais également en anglais afin d'assurer une communication efficiente dans l'intérêt de tous.

 

Enfin et non des moindres, le secteur du transport et du fret ferroviaire risque d'être durablement impacté. Il subit déjà des pertes importantes à la suite de l'arrêt des différentes industries. Le secteur risque en plus de se voir privé des subsides dont il bénéficiait. Or, il est décrit comme essentiel au redémarrage des activités et donc de l'emploi dans nos ports maritimes et dans nos grands secteurs industriels nationaux.

 

Le système d'aide est présenté comme vital par l'auteur du texte. Or, le système en cours se termine à la fin de cette année et vu la mobilisation de l'administration dans la mise en place des mesures de lutte contre le COVID-19, le risque est grand que le nouveau système ne puisse être mis en place dans les temps. M. Burton propose dès lors de prolonger d'un an le mécanisme actuel. Cette proposition donnerait au secteur des garanties de stabilité et une visibilité sur ses retours financiers à moyen terme. En effet, le secteur doit être capable de négocier rapidement avec les bailleurs de fonds, avec les aides comme garanties.

 

Cependant, chacun devrait garder à l'esprit que la mise en œuvre de cette prolongation dépendra d'une décision préalable des services de la concurrence de la Commission européenne.

 

Compte tenu du fonctionnement au ralenti, y compris des institutions publiques européennes, il est primordial que nous prenions, sans tarder, une décision, au risque de dépasser l'échéance du 31 décembre sans nouveau régime.

 

Après l'exposé introductif de l'auteur principal de la proposition de loi, le ministre Bellot a lourdement insisté sur la nécessité de voter la proposition de loi dans les délais les plus brefs, à défaut de quoi de grandes difficultés s'annonceraient dans quelques jours déjà.

 

Le président, M. Delizée, a, ensuite, ouvert la discussion générale caractérisée par de nombreuses interventions témoignant à la fois d'une grande diversité des points de vue et de la volonté de chacun d'examiner le texte en profondeur. 

 

Vu l'urgence, d'une part, et les contraintes matérielles liées au rapport oral à produire dans un délai ultra-bref, d'autre part, il serait excessif d'entrer dans le détail. Les membres pourront prendre la parole, s'ils le souhaitent.

 

Pour ce qui est du travail en commission, je résumerai notre réunion en constatant que les membres ont demandé une série d'éclaircissements au ministre et à l'auteur principal, notamment sur la question de l'absentéisme. Les réponses dont on pourra lire le détail dans le rapport, une fois qu'il aura été publié, ont été fournies.

 

Un débat important sur une question juridique relativement complexe, de nature essentielle, procédurale a eu lieu, avant que ne soit entamée la discussion des articles.

 

L'avis du Conseil d'État a rappelé l'existence d'une formalité préalable dont les membres de la commission de la Mobilité sont bien conscients: la proposition de loi doit être soumise à la procédure d'association des gouvernements des Régions puisqu'elle relève de la compétence de l'autorité fédérale en matière de réglementation relative aux transports.

 

Pour ce qui concerne la spécificité technique de cette procédure, je vous renvoie à l'article 6, § 8 de la loi spéciale du 8 août 1980 précitée ainsi qu'à l'article 97 du Règlement de la Chambre qui consacre la coopération obligatoire de la Chambre avec les entités fédérées, une technique de concertation propre à notre État fédéral que la commission de la Mobilité invoque scrupuleusement, chaque fois qu'elle consacre une séance aux propositions de loi.

 

Nous avons assisté à l'affrontement de deux courants distincts quant à l'exécution des prescrits légal et réglementaire, quoique unis sur un principe; en effet, la commission souhaitait disposer des observations des Régions avant de passer au vote sur l'ensemble, compte tenu du fait que ce vote ne pouvait intervenir en l'absence d'avis.

 

Si d'un côté, on pouvait discerner les partisans d'une thèse que je qualifierai peut-être d'indulgente ou de compréhensive, je pense avoir identifié, de l'autre côté, des opposants faisant preuve d'une attitude plus réglementaire, dans la mesure où elle exigeait un respect davantage littéral du Règlement. Néanmoins, je pense pouvoir affirmer correctement que nous étions tous d'accord sur le fait que le délai de 30 jours ne devait pas nécessairement s'appliquer dans le contexte actuel.

 

Plus concrètement, certains membres, dont moi-même, pouvaient se satisfaire des explications fournies par le ministre qui a déclaré, pour ainsi dire, solennellement devant la commission, que le contenu du texte présenté à la commission disposait du soutien des Régions consultées préalablement à nos travaux. Le ministre a d'ailleurs communiqué à la commission le point de vue écrit du gouvernement flamand qui marque son accord avec un arrêté royal garantissant la continuité du service ferroviaire pendant la pandémie. Le transport ferroviaire est un service public nécessaire.

 

En revanche, la commission ne disposait d'aucun écrit émanant des Régions bruxelloise et wallonne. C'est pourquoi d'autres groupes, dont la N-VA, ont estimé que la proposition de loi ne pouvait être votée. Le ministre a dès lors rappelé que les circonstances de pandémie, auxquelles les organes de l'État sont confrontés, posent des obstacles insurmontables car, si le Règlement de la Chambre devait être appliqué à la lettre, en dépit de la situation d'urgence tout à fait exceptionnelle, la loi arriverait trop tard, ce que les personnes touchées par l'absence de mesures ne parviendraient pas à comprendre.

 

Le président de la commission a proposé une solution qui permettrait de sortir de l'impasse. Il a demandé aux membres présents physiquement ou virtuellement s'ils étaient d'accord de soumettre la proposition de loi au vote, dès lors que le ministre s'engageait à fournir un effort afin d'obtenir de la part des ministres régionaux, ayant la Mobilité dans leurs attributions, un avis qu'ils transmettraient au président de la Chambre dans les meilleurs délais. C'est chose faite puisque les avis manquants nous sont parvenus.

 

Le consensus ayant été trouvé, la proposition de loi a pu être soumise au vote. M. Roggeman a déposé une série d'amendements visant à modifier certains articles et à en supprimer d'autres dont la commission a jugé qu'ils échappaient à l'avis de la Région flamande citée plus haut. Ils ont tous été approuvés de sorte que les articles 11 à 17 de la proposition, qui en comptait 18 dans sa mouture de base, ont été extraits du texte. Ces articles 11 à 17 peuvent faire l'objet d'une proposition de loi distincte dont on peut considérer que l'urgence est acquise, compte tenu du fait que la proposition de loi dont ils sont scindés avait obtenu l'urgence.

 

Le reliquat, quant à lui, si je peux m'exprimer ainsi, c'est-à-dire les 12 articles subsistants, à savoir les articles 1 à 11 et 18, a été adopté par 14 voix (N-VA, Ecolo-Groen, PS, MR, CD&V, Open Vld) et 3 abstentions du VB et du PTB.

 

Je terminerai, monsieur le président, par une observation d'ordre légistique et linguistique quant à l'intitulé de la proposition de loi qui a subi une modification d'ordre technique lors de la confection du texte adopté, dans la mesure où il convient de faire la distinction entre la maladie COVID-19 et le virus SARS-CoV-2. C'est pourquoi les mots "propagation du coronavirus COVID-19" ont été remplacés par les mots "propagation du coronavirus SARS-CoV-2". On aurait pu écrire "propagation du coronavirus causant le COVID-19" mais il s'agit de désigner le virus par son nom. Il est plus judicieux de se référer au SARS-CoV-2. Cette modification ne requiert pas d'amendement.

 

Voilà, monsieur le président, chers collègues, pour le rapport oral de nos travaux. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Dank u voor dit verslag, collega Thibaut. In de normale orde van de werkzaamheden had dat eigenlijk eerst moeten komen. Om geen tijd te verliezen heeft al een aantal sprekers gesproken in de algemene bespreking.

 

Ik wil nog een element meegeven aan de plenaire vergadering. Wij hebben gisteren in de Conferentie van voorzitters beslist dat wij dit voorstel zouden agenderen op voorwaarde dat het advies van de drie Gewesten ons zou bereiken voor het begin van onze vergadering.

 

Wij hadden reeds het positief advies van de Vlaamse regering. Gisteren kregen wij in de Conferentie van voorzitters ook het advies van de Waalse regering en vanmorgen is ook het positief advies van de Brusselse regering toegekomen. Wij kunnen dus perfect vandaag over deze zaak beslissen. Het is een aangelegenheid waarvan ik begrepen heb dat zij dringend is.

 

11.04  Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, wij zullen ons onthouden. Er zijn inderdaad een aantal goede elementen, maar er zijn ook een aantal zaken niet goed.

 

Wij gaan ermee akkoord dat er een verlenging komt voor de licenties en de brevetten, zodat de treinconducteurs hun werk verder kunnen doen.

 

Zoals ik al in de commissie heb opgemerkt, was er vóór de coronacrisis al een vertraging opgelopen bij het uitreiken van de nodige licenties door een structureel tekort aan personeel bij de bevoegde diensten. Daarom vragen wij ook dat er genoeg personeel zou zijn om ervoor te zorgen dat de licenties op termijn in orde komen.

 

Wij hebben vooral problemen met twee grote punten.

 

Artikel 9 bepaalt het voorrang geven aan het goederenvervoer tegenover het personenvervoer. Er is voor het goederenvervoer al heel veel geregeld in samenspraak met de sociale partners en het bedrijfsleven. Wij weten niet hoe dat zal lopen, welke prioriteiten zullen worden gegeven en welke problemen een en ander zal teweegbrengen, zowel ten opzichte van het personeel als van het personenvervoer. Hoe zal dat lopen en wie zal prioriteit krijgen? Dat is het probleem bij artikel 9.

 

Artikel 10 grijpt dan weer rechtstreeks in het sociaal overleg in. Wij zullen geen wetsvoorstellen steunen die de sociale partners opleggen wat zij moeten aanvaarden. Het verbaast mij ten zeerste dat ook hier zelfs de socialistische partijen dat hebben geaccepteerd.

 

In de oorspronkelijke tekst van de MR stond vermeld dat er mogelijks een probleem qua absenteïsme bij de treinconducteurs zou zijn. Nu bleek uit de eigen cijfers van de heer Bellot dat er allesbehalve een probleem van absenteïsme was.

 

Welk probleem tracht men met dat artikel op te lossen? Het gaat hier effectief over een wijziging in de rusttijden. Als ervaren syndicaliste kan ik u verzekeren dat het wijzigen van uurroosters en rusttijden voor werknemers een van de meest gevoelige materies is. Zij grijpen immers rechtstreeks in op het privéleven van de mensen, privéleven dat momenteel al helemaal overhoop ligt.

 

Ik heb zelf nooit een wijziging van uurroosters getekend zonder dat aan het personeel voor te leggen. Wij weten allemaal dat de arbeidsrooster van treinbestuurders nu al een hele puzzel is, zeker om die te combineren met het sociale leven van de treinbestuurders.

 

Artikel 10 zal er enkel en alleen voor zorgen dat er minder treinbestuurders op de internationale trajecten zullen worden tewerkgesteld en dat er dus meer op technische werkloosheid zullen worden gezet. Ik heb het nagevraagd. Nu al is er bij bepaalde goederentransportbedrijven technische werkloosheid.

 

Het betreft hier opnieuw een georganiseerde transfer vanwege de MR vanuit de samenleving naar het privégoederenvervoer.

 

Dat op de vooravond van 1 mei socialistische partijen dat accepteren, begrijp ik niet goed. Door de achterban zal het niet worden aanvaard. Het is aan de vakbonden om het sociaal overleg te doen. Het is niet met een wetsvoorstel dat dit moet worden goedgekeurd.

 

11.05  François Bellot, ministre: Monsieur le président, je voudrais dire deux choses. La première, par rapport à cet article 10 dont nous avons discuté, j'ai bien reprécisé dans quel cadre c'était. D'abord, c'est pour les conducteurs du trafic international. Ensuite, c'est pour ouvrir la concertation. Enfin, c'est parce que des conducteurs de train à certaines frontières rencontrent des difficultés pour rentrer dans leur pays, en ce compris la Belgique, en voiture.

 

À leur demande, pour leur éviter d'être piégés, nous avons prévu la possibilité de couchages de deux nuits plutôt que d'une nuit. Je précise bien que ce sera sur base volontaire et que c'est l'ouverture d'une concertation. Nous en avons longuement discuté. Je pense que le créneau est relativement étroit.

 

La deuxième chose, monsieur le président, je tiens à vous remercier, ainsi que les services de la Chambre et tous mes collègues qui ont perçu l'importance de l'urgence dans ce dossier. Nous voulons rétablir le service public le plus rapidement possible à 100 % en mobilité ferroviaire. C'est capital, c'est vital pour le pays.

 

Je sais combien, à titre personnel, monsieur le président, vous avez insisté auprès de vos collègues des Régions pour obtenir l'avis. D'autres sont aussi intervenus. Entre-temps, nous avons reçu les avis des Régions. Deux Régions sur les trois ont d'ailleurs remis un avis positif, non seulement sur les articles 1 à 11, mais aussi 12 à 17.

 

Prochainement, nous viendrons avec la deuxième partie de cette proposition de loi. Il y a des éléments techniques. Mais je peux rassurer les membres: les choses sont bien avancées. Je tiens à vous remercier pour l'écoute et l'attention que vous avez pour cette urgence évidente.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1161/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1161/5)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi visant à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus SARS-CoV-2 en matière ferroviaire (I)".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 inzake spoorvervoer (I)".

 

La proposition de loi compte 12 articles.

Het wetsvoorstel telt 12 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 12 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 12 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

12 Proposition de loi en vue de permettre un report de la date de transmission et d’approbation des comptes annuels de skeyes pour l’année 2019, suite aux mesures prises dans le cadre de la crise actuelle de COVID-19 (1162/1-4)

12 Wetsvoorstel teneinde een uitstel toe te laten voor de toezending en de goedkeuring van de jaarrekening van skeyes voor het jaar 2019 ingevolge de maatregelen genomen in het kader van de huidige COVID-19 crisis (1162/1-4)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Vincent Scourneau, Emmanuel Burton, Jef Van den Bergh, Marianne Verhaert.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme Zanchetta était censée nous faire un rapport oral, mais elle n'est pas présente. La discussion est plutôt technique et il me semble qu'elle n'avait pas posé de problème en commission. Il n'y a d'ailleurs pas d'orateurs inscrits pour la discussion générale, je pense qu'il s'agit d'une formalité. Êtes-vous d'accord à cet égard, monsieur le ministre?

 

12.01  François Bellot, ministre: Monsieur le président, Ce point n'a en effet fait l'objet de quasi aucune discussion ou contestation au sein de la commission. Il s'agit simplement de reporter la date du dépôt des comptes du 30 avril au 30 juin.

 

Je ferai observer que votre assemblée a décidé que, pour les sociétés commerciales, ce serait reporté de six mois. Le report de deux mois en question sera suffisant. Du reste, il a été approuvé à l'unanimité en commission.

 

Le président: Bien que je sois président de la Chambre, j'aurais plutôt opté pour un arrêté royal de pouvoirs spéciaux pour un élément aussi technique. Cela dit, nous pouvons avancer, et je peux considérer la discussion générale comme close.

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1162/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1162/4)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi en vue de permettre le report de la transmission et de l’approbation des comptes annuels de skeyes pour l’année 2019, par suite des mesures prises dans le cadre de la crise du COVID-19".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel teneinde uitstel toe te staan voor de toezending en de goedkeuring van de jaarrekening van skeyes voor het jaar 2019 ten gevolge van de maatregelen genomen in het kader van de COVID-19-crisis".

 

La proposition de loi compte 4 articles.

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

13 Proposition de loi portant des mesures exceptionnelles en matière de pensions dans le cadre de la pandémie COVID-19 (1159/1-6)

13 Wetsvoorstel houdende dringende maatregelen inzake pensioenen in het kader van de COVID-19-pandemie (1159/1-6)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Mathieu Bihet, Isabelle Galant.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Président: André Flahaut, vice-président.

Voorzitter: André Flahaut, ondervoorzitter.

 

13.01  Ludivine Dedonder, rapporteur: S'agissant d'un rapport oral qui a dû être réalisé en urgence, je serai synthétique. La commission des Affaires sociales réunie ce mardi 28 avril a analysé cette proposition de loi portant des mesures exceptionnelles en matière de pensions dans le cadre de la pandémie. Les auteurs ont commencé par présenter cette proposition de loi qui comprend deux volets. L'objectif de cette proposition de loi est de ne pas sanctionner, au niveau de leur pension, les retraités qui ont repris le travail ou qui prestent davantage dans un secteur essentiel, et ce, dans le seul but d'apporter leur aide pour lutter contre le coronavirus. Concrètement, les revenus de ces activités exceptionnelles ne seront pas pris en considération pour déterminer s'il y a dépassement des limites autorisées en 2020. C'est le cas par exemple de l'infirmier pensionné qui n'a pas 65 ans ni 45 années de carrière et qui décide de retourner au travail pour apporter son aide dans le cadre de la crise. Avec ce texte, il ne sera pas pénalisé pour sa pension.

 

Le deuxième aspect de cette proposition concerne les pensionnés actifs, ceux qui avaient choisi de continuer à travailler après leurs 65 ans mais qui, en raison de cette crise, sont contraints de cesser leurs activités et perdent ainsi une part de leurs revenus et de leur pouvoir d'achat. Il s'agit ici de leur permettre de cumuler, temporairement, leur pension, avec un revenu de remplacement comme le droit passerelle ou le chômage temporaire. L'entrée en vigueur de cette proposition de loi est fixée avec effet rétroactif au 1er mars 2020.

 

M. Spooren pour la N-VA souscrit au premier volet de la proposition, permettant aux pensionnés de reprendre le travail sans être sanctionnés, et ce afin de soutenir les secteurs essentiels. Par contre, en ce qui concerne le second volet de la proposition, M. Spooren a indiqué que son groupe était contre le cumul des allocations et que dès lors, la N-VA voterait contre la proposition.

 

Mme Willaert, pour Ecolo-Groen, a rappelé l'importance d'un premier pilier de pension suffisant et a indiqué que les mesures proposées devaient rester temporaires. Elle a posé plusieurs questions, notamment au sujet des prépensions et des personnes invalides.

 

Pour le PS, Marc Goblet a salué la mesure permettant aux retraités de ne pas être sanctionnés s'ils retournent au travail pour apporter leur aide à un secteur essentiel. Il a rappelé que le PS avait été le premier parti à demander cette mesure en kern. En ce qui concerne le cumul entre une pension et une autre indemnité, il a indiqué que la disposition devait rester temporaire et exceptionnelle en raison de la crise.

 

M. Verreyt, pour le Vlaams Belang, soutient les mesures supplémentaires prises dans le contexte de la crise pour aider là où le besoin est le plus criant. Il indique toutefois qu'il faut éviter que le cumul des allocations ne devienne permanent.

 

Mme Lanjri, pour le CD&V, soutient la proposition en rappelant qu'une crise exceptionnelle appelle des mesures exceptionnelles.

 

Mme Moscufo, pour le PTB, annonce que son groupe soutiendra la proposition de loi, à condition que ce qui est temporaire ne devienne pas structurel. Pour elle, cette crise doit servir à instaurer une nouvelle manière de travailler.

 

Mme De Jonge, pour l'Open Vld, salue les mesures permettant aux retraités de continuer à travailler sans être sanctionnés.

 

Mme Vanrobaeys, pour le sp.a, estime également qu'ils ne doivent pas être sanctionnés et insiste pour qu'ils bénéficient d'une pension digne. Elle soutient la proposition à condition qu'elle soit temporaire.

 

Le ministre des Pensions a réagi aux commentaires et répondu aux diverses questions.

 

Les auteurs de la proposition de loi ont ensuite présenté des amendements mettant en œuvre un accord des partenaires sociaux. Ils ont demandé d'autoriser le maintien des pensions et assurances complémentaires pendant une période de chômage temporaire liée à la crise.

 

Beaucoup de membres ont regretté le dépôt tardif des amendements volumineux, alors que l'avis des partenaires sociaux avait été rendu plusieurs jours auparavant.

 

Différentes questions ont été posées en ce qui concerne les possibilités de refus par les employeurs et l'information transmise aux travailleurs. Le ministre des Pensions a confirmé le principe d'opt-out autorisant les employeurs à maintenir les plans initialement conclus. Il a indiqué que les travailleurs devraient être adéquatement informés du maintien ou non de la couverture et des conséquences du report des cotisations. Ces amendements ont été adoptés à l'unanimité.

 

Mme Willaert et Mme Moscufo ont présenté leurs amendements qui visent à supprimer la possibilité pour le gouvernement de prolonger les mesures. Une discussion s'en est suivie. Le PS, sp.a, PTB et Ecolo-Groen ont fait valoir que la prolongation de la mesure devait faire l'objet d'un débat parlementaire. Le CD&V et le MR ont quant à eux défendu la délégation par la nécessité de cohérence par rapport à d'autres décisions du gouvernement. Les deux amendements ont été rejetés par neuf voix contre, huit voix pour et aucune abstention.

 

Finalement, la proposition de loi amendée a été adoptée par l'ensemble des partis présents en commission, à l'exception de la N-VA qui a voté contre. Ainsi la proposition a été adoptée en commission par quatorze voix pour et trois voix contre.

 

Le président: Merci, madame Dedonder.

 

13.02  Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, het voorliggend wetsvoorstel omvat duidelijk twee onderscheiden onderdelen, twee verschillende maatregelen. Dat is een beetje spijtig, want wij zijn voorstander van de ene en tegenstander van de andere maatregel, waarop ik zodadelijk nog terugkom, maar door de combinatie in één wetsvoorstel zullen wij dit met de N-VA-fractie niet kunnen steunen.

 

De eerste maatregel gaat over de gepensioneerden die mogen bijwerken. Dat kan pas voor gepensioneerden met een carrière van 45 jaar of na het 65ste levensjaar. Die criteria beperken verschillende gepensioneerden in de mogelijkheden tot bijverdienen. Dit wetsvoorstel wil de mogelijkheden uitbreiden, waarbij het vooral gaat over mensen die vervroegd op pensioen zijn of mensen met een overlevingspensioen, nog volgens het oude stelsel. In de huidige coronaperiode zijn wij van een uitbreiding van die criteria zeker voorstander. Het is een tijdelijke maatregel en bovendien, zoals meerdere voorstellen tegenwoordig, genomen in heel specifieke omstandigheden. Bepaalde sectoren hebben echt nood aan elke helpende hand die zij kunnen krijgen en vanuit het standpunt van de beoogde doelgroepen vormt dit wetsvoorstel eveneens zeker een meerwaarde, aangezien hun koopkracht verhoogt wanneer zij kunnen bijwerken na het pensioen. Van dat deel van het wetsvoorstel zijn wij zeker voorstander. De overeenkomstige artikelen hebben wij dan ook goedgekeurd.

 

Dat gepensioneerden kunnen bijverdienen, hebben wij overigens altijd gesteund, ook in de vorige legislatuur. Door onze medewerking met minister Bacquelaine hebben wij het onbeperkt bijverdienen mogelijk gemaakt. Zelf heb ik nog een wetsvoorstel ingediend, dat werd goedgekeurd, over het wegwerken van de fiscale pensioenval. Ook hebben wij het mogelijk gemaakt dat flexi-jobs ook voor gepensioneerden openstaan. Met N-VA zijn wij er dus absoluut voorstander van dat gepensioneerden door werk kunnen bijverdienen.

 

Wat nu echter voor een aantal onder hen wordt ingevoerd, is een combinatie van een pensioen dat een inkomensvervangende uitkering is, met andere inkomensvervangende uitkeringen zoals tijdelijke werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Dat is voor ons een stap te ver.

 

De N-VA kan heel goed leven met een combinatie van inkomen uit werken en een inkomensvervangende uitkering in de mate waarin het werk altijd lonend blijft en de inkomensvervangende uitkering altijd voldoende activerend blijft. Anders gezegd: de combinatie van inkomen uit arbeid en inkomensvervangende uitkering moet een opstap zijn naar voltijds werk, voor wie daar nog toe in staat is. De arbeidsintegratiejobs die wij al herhaaldelijk aan de agenda hebben gezet, zijn daar een mooi voorbeeld van.

 

De N-VA kan ook leven met de combinatie van twee halve uitkeringen in verschillende stelsels die samen een volwaardige uitkering vormen. Het cumuleren van twee volwaardige inkomensvervangende uitkeringen is iets wat wij nog nooit hebben ingevoerd in ons socialezekerheidsstelsel. Dat is volgens ons absoluut niet wenselijk en doet afbreuk aan de basisprincipes van onze sociale zekerheid en sociale bijstand, namelijk dat dit een vangnet is voor wie zonder inkomen valt, een inkomensvervangende uitkering. Geen dubbel vangnet dus, geen twee inkomensvervangende uitkeringen.

 

Los van dit fundamentele bezwaar vragen wij ons ook af hoe men het invoeren van een leeftijdsgrens van 65 jaar kan verantwoorden. Eigenlijk is dat leeftijdsdiscriminatie. Waarom zou iemand van nog geen 65 jaar wel een dubbel vervangingsinkomen mogen ontvangen en iemand die ouder is dan 65 jaar niet? Dat is voor ons niet uit te leggen.

 

Onze redenering geldt ook voor wie als gepensioneerde bijverdient als zelfstandige. Dat overbruggingsrecht is eigenlijk ook een tweede vervangingsinkomen. Daarop passen wij dezelfde logica toe: dat is in strijd met de basisprincipes van onze sociale zekerheid.

 

Hoewel wij begrijpen dat in uitzonderlijke omstandigheden uitzonderlijke maatregelen genomen moeten worden en de N-VA het eerste deel van het wetsvoorstel absoluut wel steunt, zal mijn fractie omwille van het tweede deel van het voorstel waarmee wij het absoluut niet eens kunnen zijn, het hele wetsvoorstel niet goedkeuren,

 

13.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, il s'agit ici d'un texte que nous avons soutenu en commission des Affaires sociales et que nous soutiendrons, dans quelques minutes.

 

Cependant, je voudrais formuler deux remarques. La première concerne la possibilité de proroger la durée d'application du système – mesure qui est évidemment liée, comme c'est le cas pour d'autres que nous avons prises, à la crise du coronavirus – par simple arrêté royal pris à l'initiative du gouvernement.

 

Nous avons discuté de cette possibilité avec mes collègues présents en commission – Mme Leroy, Mme Willaert – et avec le ministre. Ce dernier s'était montré prêt à adopter notre proposition suivant laquelle, si on voulait proroger, il fallait revenir devant le Parlement. Mais, in fine, cet amendement n'a pas été retenu. Cela ne nous a pas empêchés et cela ne nous empêchera pas de voter le texte. Mais je voudrais quand même insister sur l'importance de l'ensemble des textes que nous votons dans l'urgence pour répondre à la situation particulière de la pandémie.

 

Il ne faut pas faire de régimes d'exception, alors que telle n'est pas l'intention, des régimes définitifs. Il est important de pouvoir acter, dans le cadre d'une discussion parlementaire en commission ou en séance plénière, qu'il ne s'agit pas, par cette possibilité qui restera octroyée au gouvernement, de faire n'importe quoi quant à la durée d'une mesure qui doit rester exceptionnelle. Mais je crois comprendre que l'intention du ministre, et donc du gouvernement, est de respecter l'esprit de la loi. Ce serait bien qu'il puisse le répéter, même si son parti n'a pas soutenu l'amendement qui a été déposé.

 

Ma deuxième remarque a trait à la question du cumul entre deux allocations sociales, en l'occurrence une allocation de pension et une allocation pour chômage temporaire. Cette mesure ne nous choque pas en soi. Tout dépend de la première allocation. Il s'agit, notamment dans le cadre de la pension de survie, de personnes qui ont une carrière derrière elles, qui bénéficient d'une pension mais basse, et qui travaillent pour compléter leur revenu de subsistance, utilisant la latitude donnée par la loi de cumuler un montant de pension avec un montant salarial issu d'un travail.

 

C'est une disposition, monsieur le ministre, au sujet de laquelle nous étions critiques de manière générale, mais à laquelle nous étions favorables pour les plus basses pensions qui constituent un problème dans notre société.

 

Dans la même logique, il nous semble tout à fait normal d'accepter qu'une personne cumule un revenu de pension avec une allocation de chômage exceptionnelle "coronavirus" liée au fait que les activités qu'elle exerçait de façon professionnelle avant la pandémie sont interrompues. À ce sujet, nous sommes positifs quant au fait que le présent texte permette ce cumul, contrairement à nos collègues de la N-VA. Nous pensons même que ce cumul peut être étendu, sachant que la condition de départ est que la pension de base soit relativement basse et oblige nos aînés à travailler. C'est une deuxième précision que je voulais apporter dans le cadre de cette discussion générale en séance plénière.

 

13.04  Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le président, la proposition comporte deux volets. Le premier remédie aux effets négatifs que pourraient subir les retraités qui ont repris le travail pour aider à la lutte contre le coronavirus dans un secteur crucial. Les revenus de ces activités ne seront pas pris en considération pour déterminer s'il y a dépassement des limites autorisées en 2020. Nous trouvons que c'est une mesure positive et c'est d'ailleurs le PS qui a été le premier à la demander lors des différentes réunions du kern. Nous soutiendrons donc, comme vous vous en doutez, ce premier volet.

 

En ce qui concerne le deuxième volet qui consiste à permettre le cumul entre une pension et un autre revenu de remplacement, sur le principe, le cumul d'allocations n'est pas souhaitable. Les allocations servent à remplacer un revenu et cette situation démontre bien, s'il le fallait encore, que trop de pensions sont si peu élevées que leurs bénéficiaires doivent chercher d'autres formes de revenus. Pour nous ce qui compte, c'est relever le montant des pensions. Toutefois, dans ce contexte exceptionnel, nous ne voulons pas pénaliser les pensionnés actifs qui, en raison de la crise, ont dû cesser leurs activités. C'est pourquoi nous soutiendrons la proposition leur permettant de cumuler leur pension avec un autre revenu de remplacement.

 

En ce qui concerne les amendements mettant en œuvre un accord des partenaires sociaux et permettant la continuité des plans et assurances pour les travailleurs en chômage temporaire durant la crise, nous y sommes favorables. Nous insistons sur le fait que le travailleur doit être adéquatement informé. Je vous remercie.

 

13.05  Hans Verreyt (VB): Mijnheer de voorzitter, de huidige ongeziene crisis is niet enkel een gezondheidscrisis. Terwijl de ene minister voor mondmaskers na de andere werd aangesteld, valt een groot deel van onze economie stil. Toch zijn er sectoren waar het alle hens aan dek is. Ik denk in de eerste plaats aan de zorgsector, waar tal van gepensioneerden ingingen op de oproepen van hun oud-werkgevers. De extra handen aan het bed waren meer dan welkom.

 

Maar niet enkel in de woon-zorgcentra en de ziekenhuizen gingen jonggepensioneerden aan de slag. Ook in de transportsector, de supermarkten en het onderwijs sprongen zij bij. Het voorliggend wetsvoorstel zorgt ervoor dat deze vrijwilligers, deze helpende handen die we zo nodig hadden, zichzelf niet in de voet schieten als het over het rust- of overlevingspensioen gaat, waarvan ze anders zouden genieten.

 

Het Vlaams Belang is en blijft voorstander om het minimumpensioen op te trekken naar maandelijks 1.500 euro netto. Hoewel dit een prioriteit is voor ons, is dat echter niet het debat van vandaag. Vandaag spreken we enkel en alleen over uitzonderlijke maatregelen in uitzonderlijke omstandigheden, over specifieke maatregelen gedurende de coronapandemie.

 

Wij zorgen hiermee dat degenen die inspringen en daardoor iets meer verdienen en zodoende de wettelijke limieten overschrijden hun pensioen of  uitkering niet verliezen of worden afgestraft. Voor de ontvangers van een IGO die willen helpen, worden gelijkaardige maatregelen genomen. Het is toe te juichen dat er mensen zijn die in deze moeilijke tijden de handen uit de mouwen willen steken. Om deze redenen zullen wij de voorstellen steunen.

 

13.06  Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, mesdames et messieurs les ministres, chers collègues, je pense que M. Gilkinet a mal compris le ministre, qui n'était pas en faveur de l'amendement mais qui a rappelé que le Parlement restait souverain.

 

Les bénéficiaires d'une pension de retraite ou de survie ne sont pas épargnés par la crise. Depuis le début de cette crise, les retraités qui avaient exercé dans le milieu médical ont été rappelés pour apporter leur concours et leurs compétences pour lutter contre le virus et cette pandémie. Par ailleurs, certains retraités qui cumulaient leur pension avec une activité professionnelle sont mis en chômage temporaire pour des raisons de force majeure ou économiques ou encore perçoivent des allocations maladie ou invalidité en raison de la crise sanitaire. Ces revenus ou allocations perçus dans ces deux situations peuvent avoir un impact négatif sur la pension et la GRAPA des intéressés. Dans un cas comme dans l'autre, les conséquences sont importantes pour ces pensionnés, surtout en ce qui concerne leur droit aux pensions et l'impact sur leur pouvoir d'achat. Il convenait dès lors d'agir rapidement afin de neutraliser l'impact négatif et injuste que la situation peut avoir sur le pouvoir d'achat. C'est tout l'objectif de cette proposition de loi.

 

En effet, la législation actuelle permet, quel que soit le régime, aux retraités ou aux personnes bénéficiant d'une pension de survie d'avoir une activité professionnelle et des revenus supplémentaires dans certaines limites. Dès lors, pour les pensionnés qui ont décidé de reprendre leurs activités ou de les intensifier pour lutter contre le virus, le dispositif prévoit de ne pas tenir compte de ces revenus professionnels durant la période COVID-19.

 

Le deuxième volet de la proposition concerne tous les pensionnés qui, avant la crise, continuaient d'exercer une activité professionnelle mais qui, à cause des mesures prises en raison de la crise, se retrouvent au chômage temporaire ou bénéficient d'autres allocations de remplacement. Or le cumul d'une pension de retraite avec un revenu de remplacement n'est pas autorisé. Pour les personnes bénéficiant d'une pension de survie, ce cumul n'est possible que pour une période maximum de douze mois et est limité concernant les montants. L'objectif est ici de lever cette interdiction le temps que durera la crise sanitaire. Nous devons permettre ces cumuls pour aider les pensionnés à maintenir autant que possible leur pouvoir d'achat. Évidemment, il faut préciser que ces deux mesures sont également applicables si le bénéficiaire perçoit une GRAPA.

 

Pour conclure sur ce volet, il convient de rappeler que les propositions que je vous soumets aujourd'hui sont une initiative des ministres Bacquelaine et Ducarme pour permettre à nos pensionnés de ne pas devoir subir cette crise.

 

Vous l'aurez également remarqué, une série d'amendements ont été introduits pour créer un second chapitre, le premier chapitre relevant de la pension légale, alors que ce second chapitre relève du second pilier. Étant donné que ce nouveau volet a reçu le feu vert unanime de la commission des pensions complémentaires, celle-ci a plaidé pour une entrée en vigueur rapide. C'est pour cette raison que nous avons fait le choix de l'introduire par voie d'amendement afin d'en accélérer la mise en œuvre.

 

Ce deuxième volet porte donc sur la constitution et la couverture des pensions complémentaires du second pilier dans le cas où les travailleurs se retrouvent au chômage temporaire durant la crise sanitaire.

 

Certains organisateurs prévoient déjà cette possibilité. Cependant, ce n'est pas le cas pour la grande majorité. Or, certains ont manifesté la volonté de poursuivre cet engagement au bénéfice des travailleurs. Très concrètement, les travailleurs ou les secteurs entiers seront informés de la possibilité de poursuivre la constitution des droits du deuxième pilier et autres couvertures. Ils auront le choix de poursuivre ou non leurs engagements durant cette période. Dans les trente jours, ils devront signifier leur décision. Il s'agit d'une décision d'opt-out, comme l'a rappelé ma collègue Dedonder.

 

A priori, les employeurs sont considérés comme étant engagés dans la poursuite et devront faire part de leur décision de désengagement. Pour les employeurs qui ne marqueraient pas leur accord, la mesure précise tout de même que la couverture décès est maintenue.

 

Enfin, la présente proposition prévoit un délai de paiement au bénéfice des employeurs pour postposer le paiement des primes. Cependant, en cas d'absence de paiement de prime, la proposition précise que cela ne peut avoir un impact négatif sur les travailleurs. Il s'agit donc d'une proposition couvrant tant le premier que le deuxième pilier.

 

Pour conclure, monsieur le président, chers collègues, vous aurez compris qu'il est nécessaire d'agir rapidement et d'adopter ces dispositions qui ont pour but de protéger, d'une part, le pouvoir d'achat de nos pensionnés qui risquent de se voir impactés par la crise, et d'autre part, de permettre aux travailleurs qui bénéficient d'une pension complémentaire de continuer à se constituer des droits pour l'avenir.

 

Pour ces raisons, il va de soi que mon groupe et moi-même soutiendrons la proposition et nous vous invitons à faire de même. Je vous remercie.

 

13.07  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij sluiten ons graag aan bij het wetsvoorstel dat door de MR-fractie is ingediend.

 

In uitzonderlijke tijden moeten wij uitzonderlijke maatregelen kunnen nemen. Hier betreft het zo'n uitzonderlijke maatregel.

 

Net zoals wij ervoor zorgden dat de arbeidsuren die studenten in deze coronatijden presteren, niet meegeteld worden in hun contingent, voorzien wij nu in de mogelijkheid voor wie gepensioneerd is om toch te werken zonder dat men daardoor zijn pensioen of uitkering omlaag ziet gaan.

 

Het is positief dat er ook gedacht is aan personen met een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, THAB, of personen met een inkomensgarantie voor ouderen, IGO. Als zij zich willen inzetten in deze coronacrisis, bijvoorbeeld in de zorg, de distributiesector of onderwijs, moeten zij dat kunnen doen, zonder daarvoor financieel afgestraft te worden.

 

Daarom zullen wij het wetsvoorstel met plezier steunen.

 

Le président: Madame Moscufo, je suppose que vous allez aussi défendre votre amendement lors de votre intervention.

 

13.08  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, vous verrez bien. Vous le savez, la politique, c'est très complexe. Ce n'est pas à vous que je dois le dire.

 

Dans un premier temps, nous allons évidemment soutenir la proposition de loi, parce que de toute façon, de manière générale, avec notre parti, dans cette lutte contre le coronavirus, nous ne voulons pas que ce soient les travailleurs qui paient pour cela. Dans ce sens là, nous allons la soutenir.

 

Ce sera un "oui" avec quand même de nombreux "mais", que je vais essayer d'expliquer ici et qui rejoignent, pour certains aspects, des arguments qui ont déjà été défendus par certains de mes collègues, entre autres ma collègue du PS.

 

D'abord, c'est sur le caractère exceptionnel. Il y avait un vrai paradoxe dans la discussion en commission, parce que, bien que les auteurs soient d'accord avec nous et nous garantissent que ce sera exceptionnel, quand nous leur proposons un amendement pour boucler cela, ils le rejettent. Cet amendement concernait le caractère exceptionnel, mais aussi le caractère démocratique. Ils sont d'accord, mais ils ne soutiennent pas l'amendement. C'est déjà une chose.

 

Une deuxième chose: on est quand même vraiment en droit de douter de la volonté politique des auteurs de n'en faire qu'une question exceptionnelle quand on sait quelle est la vision politique et idéologique de cette formation politique sur la question des pensions.

 

Pour nous, il est hors de question de mettre les pensionnés dans une situation où leurs revenus ne leur permettraient pas d'avoir une vie décente, et qu'ils n'aient plus rien d'autre comme solution que de trouver un travail à côté. C'est évidemment le modèle défendu par le Mouvement réformateur. C'est la raison pour laquelle nous avions, avant cette crise du coronavirus, lancé une grande campagne pour 1 500 euros net minimum pour tous les pensionnés.

 

Le troisième "mais", c'est que dans les secteurs essentiels et particulièrement dans les soins de santé, nous sommes face à l'urgence, et donc toutes les personnes qui sont pensionnées et qui ont des compétences pour aider dans cette lutte sont les bienvenues parce que nous sommes dans l'urgence. Mais ce même Mouvement réformateur ne remet pas en cause les raisons fondamentales pour lesquelles, dans le secteur des soins de santé, il manque du personnel. Il manque du personnel parce qu'ils ont appliqué des mesures d'austérité dans ce secteur.

 

Malgré cela, monsieur le président, nous voterons en faveur de cette proposition de loi. Nous avons en même temps défendu notre amendement qui a malheureusement été rejeté.

 

13.09  Anja Vanrobaeys (sp.a): Ik zal niet terugkomen op de inhoud van het wetsvoorstel. Wij kunnen dit wetsvoorstel ondersteunen, maar voor ons moet het wel tijdelijk en uitzonderlijk zijn. Daarom zullen wij het amendement van de PVDA ook mee ondersteunen. Tijdens de coronacrisis hebben we immers gemerkt dat gepensioneerden opgetrommeld werden om tekorten op te vullen in cruciale sectoren. Uiteraard mogen we de vroeggepensioneerden jonger dan 65 jaar niet straffen door hun inkomen dat ze daardoor verdienen te gaan inkorten. Dat zou helemaal te gek zijn, zeker als men weet dat sommigen van hen enorme gezondheidsrisico's hebben genomen door het werk te hervatten of uit te breiden.

 

Wat de cumul van de tijdelijke werkloosheid en het pensioen betreft, benadrukken we ons algemeen uitgangspunt. Een pensioen moet hoog genoeg zijn. We herhalen ook ons voorstel dat de minimumpensioenen moeten verhoogd worden tot 1.500 euro. In deze crisis merken we dat de pensioenen onvoldoende zijn om van te leven, en dat zeker jonggepensioneerden noodgedwongen moeten uitkijken naar een extra inkomen door bij te verdienen of bij te klussen.

 

Als door de crisis het bijklussen wegvalt, betekent dat een echt drama voor de gepensioneerden. Daarom gaan we er ook mee akkoord om dat stuk van hun inkomen dat zij bijverdienen omdat het noodzakelijk is, te vervangen door een tijdelijke werkloosheid. Het is ook goed dat dit niet enkel geldt voor het pensioen, maar ook voor het IGO, zodat de meest kwetsbare mensen ook op dit ondersteunende inkomen kunnen rekenen.

 

Als derde punt kunnen wij ook akkoord gaan met de amendementen op het vlak van de aanvullende pensioenen die uitvoering hebben gegeven aan het unaniem advies van de sociale partners. Daar hebben we wel benadrukt dat we vonden dat de werknemers daarover voldoende geïnformeerd moesten worden.

 

We kunnen dus instemmen met dit wetsvoorstel, omdat het uitzonderlijk is. Principieel echter vinden we dat er ook structurele maatregelen moeten worden genomen, zoals bijkomende handen in de zorg, een voldoende hoog pensioen en een verhoging van het minimumpensioen.

 

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

Président: Patrick Dewael, président.

 

13.10  Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, je voudrais remercier les membres de la commission des Affaires sociales pour la diligence et la précision avec laquelle ils ont accepté de traiter cette proposition. Je voudrais remercier aussi ma collègue la ministre de l'Économie et de l'Emploi, Mme Muylle, pour les excellentes concertations que nous avons eues sur ce projet, notamment sur l'amendement concernant la poursuite des cotisations de pension complémentaire.

 

Cette proposition comporte effectivement plusieurs volets. Le premier volet n'a fait l'objet d'aucune contestation. Il s'agit de tous ceux qui se mettent à disposition dans le cadre de cette crise épidémique, et qui acceptent de reprendre le travail pour soulager tous ceux qui font face dans les secteurs essentiels, dans le cadre de la crise COVID-19. Ces personnes ne peuvent être sanctionnées de par leur choix altruiste. Je pense que tout le monde est d'accord là-dessus. La moindre des choses est qu'elles ne soient pas sanctionnées au niveau de leur pension, alors qu'elles posent un geste de solidarité générale vis-à-vis de la société. Je comprends que tout le monde soit évidemment favorable à cette proposition.

 

M. Bihet et Mme Galant ont associé à ce premier volet un deuxième volet qui est important également; il consiste à permettre à des personnes qui ont gardé une certaine activité, et qui ne peuvent plus pratiquer cette activité à cause de la crise pandémique, de ne pas non plus être pénalisés lorsqu'elles sont mises en chômage pour raison de force majeure, alors qu'elles touchaient par ailleurs une pension.

 

Il est vrai que le principe général, à savoir le cumul des allocations, n'est pas une règle de droit social classique. En effet, l'ensemble de notre système de sécurité sociale se base notamment sur le non-cumul des allocations de remplacement. Nous sommes dans un système exceptionnel. Mais toutes les propositions que nous adoptons dans le cadre de la pandémie s'inscrivent dans ce caractère exceptionnel.

 

Je suis d'ailleurs étonné que le fait que le gouvernement puisse prolonger l'application de ces dispositions, si la crise liée au COVID-19 devait persister, ait suscité des objections. En réponse à ces dernières, la seule chose que je pouvais dire était que je m'en remettais évidemment à la sagesse du Parlement.

 

Mais les dispositions législatives de cette proposition ou de ce projet de loi indiquent clairement que les mesures s'éteignent automatiquement. Si la crise du COVID-19 n'est plus là, la loi ne s'applique plus. Cela s'arrête spontanément. Je ne vois donc pas très bien quel est l'intérêt de préciser qu'il faudrait revenir devant le Parlement, si la crise liée à la pandémie devait se poursuivre. Si les gens sont toujours en chômage temporaire pour raison de force majeure, le Parlement ne reviendra pas sur ce qu'il a décidé. Cela n'aurait aucun sens!

 

En revanche, si la crise liée à la pandémie n'existe plus, ces dispositions prendront automatiquement fin puisque les emplois pris ici en considération le sont précisément dans le cadre de la crise sanitaire. Il me semblait important d'apporter ces précisions.

 

Pour ce qui concerne le deuxième volet de cette proposition, je voudrais dire, en particulier aux membres de la N-VA qui ont été les seuls à ne pas soutenir cette disposition, que nous avons reçu, au niveau du cabinet et du Service fédéral des Pensions, une série impressionnante de courriers émanant de personnes dont la situation est très claire et concrète. Il s'agit de personnes qui bénéficient d'une pension de survie, qui sont majoritairement des femmes, qui sont donc veuves, et qui sont confrontées à la peine d'avoir perdu leur conjoint. Fallait-il laisser persister, dans le cadre de cette épidémie, une forme de double peine? Je ne le pense pas. Ces personnes travaillent, pas nécessairement parce qu'elles en ont besoin financièrement, même si c'est le cas pour une partie d'entre elles, mais parce que ce sont des femmes jeunes qui n'ont pas envie de ne pas travailler, ce que l'on peut comprendre.

 

Il ne faut pas toujours considérer le travail comme une punition. Il peut aussi représenter un épanouissement. Certaines personnes deviennent malheureusement veuves/veufs très tôt et se retrouvent sans activité, alors qu'elles souhaitent travailler. Selon moi, elles ne doivent pas être pénalisées. Lorsqu'elles se remettent au travail dans des limites autorisées, comme les mi-temps, il est normal que, si elles perdent ensuite leur activité, elles jouissent des mêmes droits que toute autre personne dans le cas. Pourquoi les discriminer? Elles ont droit à leur pension de survie, qu'elles n'ont pas choisie, puisqu'elles sont veuves ou veufs. C'est précisément de ces gens que nous avons reçu le plus de sollicitations. Cette proposition de loi permet d'y répondre. Je tenais à faire cette incise, car cela me semble important de bien considérer cet aspect.

 

Il y a d'ailleurs des allocations qui sont en partie cumulables, comme par exemple la pension de survie est cumulable avec la GRAPA pendant douze mois – ce n'est pas une loi d'exception. Ici, nous allons un peu plus loin en permettant un cumul de la pension de la survie avec l'allocation de chômage en compensation du travail que ces gens ne peuvent plus accomplir.

 

Enfin, j'entends bien que, pour certains, nous aurions pu venir plus tôt avec un tel texte, mais ce n'était pas possible – et pour plusieurs raisons. D'abord, il s'agit d'une proposition extrêmement technique. Vous vous rendez bien compte que cela ne nous donne pas le droit à l'erreur du point de vue légistique.

 

Nous avons aussi voulu laisser la place à la concertation. La Commission des Pensions Complémentaires a repris le travail. Elle est arrivée à un accord avec des représentants du ministre de l'Emploi et de l'Économie et du ministre des Pensions, avec le secteur des assurances, avec le secteur des fonds de pension. Il a fallu mettre tout le monde d'accord: les syndicats, les employeurs, etc. Tout le monde s'est mis d'accord.

 

Après cela, il a fallu tenir compte de cet accord et le traduire sur un plan légistique. C'est ce que nous avons fait, me semble-t-il, dans un temps record. C'est la raison pour laquelle nous avons présenté cela sous forme d'un amendement pour aller encore plus vite dans la mise en œuvre. Le but de cette rapidité était de mettre fin à une incertitude majeure. Ce n'est pas le seul objet de cet amendement, mais il y avait une grande incertitude qu'il est utile de rappeler aujourd'hui.

 

Lorsque les cotisations de pension complémentaire ne sont plus payées parce que la personne est en chômage, il y a un petit hiatus dans la constitution de la pension qui peut durer quelques mois. Ce n'est pas encore le plus grave. Le plus grave, c'est que, pendant cette période-là, il n'y a plus l'assurance décès, ce qui veut dire que la personne qui décède pendant cette période-là non seulement n'a pas cotisé – forcément puisqu'elle est décédée – mais ses ayants droit perdent l'ensemble du capital. Donc, tout ce qui a été cotisé avant est perdu! C'était évidemment un motif d'inquiétude pour le moins légitime et il fallait absolument que ce problème soit réglé rapidement. Ce sera le cas grâce à votre rapidité d'action et au travail qui a été mené par la commission des Affaires sociales du Parlement. Je vous remercie.

 

13.11  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag nog even het woord omdat de minister ons genoemd heeft. Ik herhaal heel kort wat collega Spooren heeft gezegd. Wij betreuren het natuurlijk dat wij één stem moeten uitbrengen voor een voorstel dat twee componenten in zich draagt. Wij zijn zeker voorstander van het eerste deel, dat wil ik beklemtonen, maar ik heb uit de repliek van de minister kunnen opmaken dat hij vindt dat de minimumpensioenen niet volstaan.

 

Dat zat impliciet in zijn antwoord. Dat is een heel interessante discussie. Wij hebben in de regering-Michel I een poging gedaan om het pensioenstelsel te hervormen. Spijtig genoeg hebben wij dat niet kunnen afronden. Dat is blijven haken op een bepaald ogenblik. Dat betreuren wij. Maar de bedoeling was wel degelijk niet alleen het pensioenstelsel als zodanig te garanderen maar natuurlijk ook de laagste pensioenen ruimte te geven, om ze stelselmatig te kunnen verhogen.

 

Dat is een belangrijke doelstelling. Het zou natuurlijk prettiger zijn dat wij die weg zouden uitgaan dan nu een systeem in te voeren waar men naast een uitkering een tweede uitkering nodig zou moeten hebben omdat de eerste niet volstaat.

 

Dat is het punt dat wij naar voren geschoven hebben. Een uitkering bij een uitkering, dat is een principe waarmee wij problemen hebben. Ik hoop wel dat er snel werk van kan worden gemaakt om de laagste pensioenen effectief naar boven te trekken, zodat u dat argument niet meer moet gebruiken.

 

13.12  Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, comme en commission, nous ne soutiendrons pas l'amendement. La possibilité de proroger les mesures en matière de cumul doit coller aux autres mesures, comme la possibilité de continuer la mise en chômage temporaire pour cas de force majeure à cause de la crise. Nous estimons qu'il faut coller les différents dispositifs aux mêmes règles et nous soutiendrons donc le projet initial et pas l'amendement.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1159/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1159/5)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant des mesures exceptionnelles dans le cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid".

 

La proposition de loi compte 13 articles.

Het wetsvoorstel telt 13 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

Art. 6

  • 15 – Nadia Moscufo (1159/6)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservés: l’amendement et l’article 6.

Aangehouden: het amendement en artikel 6.

 

Adoptés article par article: 1 à 5 et 7 à 13.

Artikel per artikel aangenomen: 1 tot 5 en 7 tot 13.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l’amendement et l’article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

14 Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité - Remplacement du greffier - Appel aux candidats

14 Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten - Vervanging van de griffier - Oproep tot kandidaten

 

Par lettre du 16 janvier 2020, M. Wouter de Ridder, greffier du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité, communique qu’il prendra sa retraite le 1er décembre 2020.

Bij brief van 16 januari 2020 deelt de heer Wouter de Ridder, griffier van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, mede dat hij met pensioen gaat op 1 december 2020.

 

Par lettre du 24 avril 2020, M. Serge Lipszyc, président du Comité R, demande que la Chambre entame la procédure de nomination d’un nouveau greffier du Comité R étant donné que le greffier actuel est actuellement absent pour cause de maladie et que sa mise à la retraite est prévue pour le 1er décembre 2020.

Bij brief van 24 april 2020 vraagt de heer Serge Lipszyc, voorzitter van het Comité I, dat de Kamer de procedure voor de benoeming van een nieuw griffier van het Comité I zou opstarten aangezien de huidige griffier momenteel afwezig is wegens ziekte en zijn pensioen is gepland op 1 december 2020

 

Conformément à l'article 29 de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignements et de l’Organe de coordination pour l’analyse de la menace, le greffier du Comité permanent de contrôle des services de renseignements et de sécurité est en effet nommé par la Chambre.

Overeenkomstig artikel 29 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse wordt de griffier van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten inderdaad benoemd door de Kamer.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 29 avril 2020, je vous propose de publier un appel aux candidats au Moniteur belge. Pour l’appréciation de la condition de connaissance des langues française et néerlandaise, il est proposé d’exiger un niveau de connaissance linguistique correspondant au certificat linguistique ″article 12″ du Selor.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 29 april 2020 stel ik u voor een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken. Wat de toetsing van de voorwaarde van de kennis van de Nederlandse en de Franse taal betreft, wordt voorgesteld een niveau van taalkennis te vereisen dat overeenstemt met het taalcertificaat ″artikel 12″ van Selor.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

15 Demandes d'urgence émanant du gouvernement

15 Urgentieverzoeken vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant diverses dispositions concernant le détachement de travailleurs, n° 1173/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake de detachering van werknemers, nr. 1173/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

15.01  François Bellot, ministre: Monsieur le président, ce projet de loi porte diverses dispositions concernant le détachement des travailleurs et transpose la directive (UE) 2018/957 modifiant la directive 96/71/CE concernant le détachement de travailleurs effectué dans le cadre d'une prestation de service. Cette directive doit être transposée pour le 30 juillet 2020 au plus tard. Ce projet exige des mesures d'application par arrêté royal. Afin qu'il entre en vigueur à temps, il est nécessaire que le projet de loi soit approuvé dans les meilleurs délais.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

15.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le ministre, on n'a pas eu beaucoup d'explications, franchement, mais je vois que vous avez déjà une majorité. C'est pour juillet et j'ai l'impression qu'on a quand même un peu le temps, mais je n'en fais pas un problème majeur.

 

Le président: Je rappelle au gouvernement qu'il faut bien justifier les demandes d'urgence.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant diverses mesures fiscales urgentes en raison de la pandémie du COVID-19, n° 1174/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, nr. 1174/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

15.03  François Bellot, ministre: Monsieur le président, mon collègue Alexander De Croo étant retenu à une réunion importante, je le remplace pour motiver l'urgence compte tenu de la crise du COVID-19 et de la nécessité d'agir rapidement en garantissant une sécurité juridique au contribuable en ces temps économiquement incertains. Il est par conséquent de la plus haute importance que ce dossier soit traité dans l'urgence et puisse être voté par le Parlement au plus vite.

 

Si vous le souhaitez, je puis vous communiquer une série de dispositions qui y sont reprises, sauf si vous avez déjà reçu le projet de texte. Différentes mesures fiscales exceptionnelles et dérogations doivent être prises dans ce projet de loi. Les mesures suivantes sont prévues: "Faciliter fiscalement les dons en nature de différents matériels médicaux et produits utiles dans la lutte contre la pandémie, l'exonération des indemnités accordées dans le cadre des mesures d'aide prises par les Régions et Communautés, l'adaptation temporaire du calcul de la majoration pour l'absence ou insuffisance de versements anticipés de l'impôt sur les revenus, la prolongation de six mois du délai de dix-huit mois visé à l'article 194ter, 1°, du Code des impôts sur les revenus, l'exonération d'une série de mesures afin de garantir une bonne organisation du travail et de l'emploi (…)"

 

Le président: Personnellement, je suis convaincu, monsieur le ministre!

 

(Rires)

 

Je ne sais pas si la Chambre me suit, mais…

 

15.04  François Bellot, ministre: Monsieur le président, je suis convaincu que ce n'est qu'une liste limitative et que nos partenaires et membres de la Chambre sauront faire preuve d'innovation et de créativité au moment de la discussion du texte dans ses amendements.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi relatif au travail dans la pêche, n° 1176/1.

De regering heeft eveneens de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp betreffende werk in de visserijsector, nr. 1176/1

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

15.05  François Bellot, ministre: Monsieur le président, même si on peut retourner à la pêche à partir du 4 mai, mais le long des rivières et seul, cela n'a rien à voir. Ce projet de loi relatif au travail dans la pêche est une transposition de la directive (UE) 2017/159 portant mise en œuvre de l'accord relatif à la mise en œuvre de la convention sur le travail dans la pêche de l'Organisation internationale du travail, conclu le 21 mai 2012 entre la Confédération générale des coopératives agricoles de l'Union européenne, la Fédération européenne des travailleurs et l'Association des organisations nationales d'entreprises de pêche de l'Union européenne. La directive devait être transposée pour le 15 novembre 2019. Il est donc important, dit ma collègue Muylle, de pouvoir poursuivre la procédure dans les meilleurs délais.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Monsieur le ministre, vous avez obtenu trois fois l'urgence, je vous en félicite. Vous travaillez dans une maison où l'urgence devient la règle!

 

16 Renvoi d'une proposition de résolution à une autre commission

16 Verzending van een voorstel van resolutie naar een andere commissie

 

À la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer la proposition de résolution suivante à la commission de la Santé et de l'Égalité des chances:

Op verzoek van de indieners, stel ik u voor volgend voorstel van resolutie te verwijzen naar de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen:

 

- la proposition de résolution (Mme Sofie Merckx et MM. Peter Mertens et Raoul Hedebouw) visant à accélérer la découverte et le développement de vaccins et de médicaments contre le COVID-19 et à en garantir l'accessibilité et la disponibilité, n° 1166/1.

- het voorstel van resolutie (mevrouw Sofie Merckx en de heren Peter Mertens en Raoul Hedebouw) om de ontdekking en ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen tegen COVID-19 te versnellen en de toegankelijkheid en beschikbaarheid te garanderen, nr. 1166/1.

 

Cette proposition avait été précédemment envoyée à la commission de l’Économie, de la Protection des consommateurs et de l’Agenda numérique.

Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

17 Prise en considération de propositions

17 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet et à l'exception de la proposition de résolution n° 1211/1 de Mme Els Van Hoof qui demande le report de la demande de prise en considération de sa proposition, je considérerai les prises en considération comme acquises.

Indien er geen bezwaar is en met uitzondering van het voorstel nr. 1211/1 van mevrouw Els Van Hoof die de verdaging van het verzoek van de inoverwegingneming van haar voorstel vraagt, beschouw ik deze als aangenomen.

 

Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Je vous propose également de prendre en considération et de renvoyer à la commission compétente: la proposition de loi (Mmes Ludivine Dedonder et Sophie Thémont et M. Marc Goblet) visant à protéger de la crise du COVID-19 les travailleurs du secteur artistique, n° 1200/1.

Ik stel u ook voor inoverweging te nemen en naar de bevoegde commissie te zenden: het wetsvoorstel (de dames Ludivine Dedonder en Sophie Thémont en de heer Marc Goblet) teneinde de beroepsmensen uit de kunstensector te beschermen tegen de COVID-19-crisis, nr. 1200/1.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

17.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, document nr. 1193/1 is een wetsvoorstel dat de accijnzen op tussenproducten en ethylalcohol terug naar het niveau van voor november 2015 brengt. U zult zich herinneren dat de regering die accijnzen in de vorige legislatuur fors heeft verhoogd. Dat heeft niet het gewenste budgettaire effect gehad, want alle cijfers geven aan dat de verkoop in eigen land gedaald is en in de buurlanden enorm gestegen. Bovendien wordt de sector extra zwaar getroffen in deze coronacrisistijd en kan hij wel een steuntje in de rug gebruiken. Daarom vragen wij de hoogdringende behandeling van dit wetsvoorstel.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

17.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je demande l'urgence pour la proposition n° 1195/1. Dans le contexte de la crise du COVID-19 et de l'impact sur le pouvoir d'achat des gens, il s'agit du débat sur le tarif social, afin de voir comment il peut être adapté en cette période de crise sanitaire.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous avons la proposition n° 1208/1 qui porte sur le même thème. Je propose qu'elle soit traitée en urgence comme celle du PS.

 

De voorzitter: Het gaat om het voorstel om de doelgroep voor de toekenning van het sociaal tarief uit te breiden.

 

Sommes-nous d'accord de joindre cette proposition à la précédente? (Oui) Les deux propositions ont ainsi obtenu l'urgence.

 

17.04  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je demande l'urgence pour la proposition n° 1197/1. La recrudescence des cas de violences intrafamiliales pendant la période de confinement a déjà fait l'objet de débats en séance plénière. Cela s'inscrit aussi dans le contexte de la crise du COVID-19.

 

17.05  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij menen dat dit voorstel thuishoort in het Waals parlement en niet hier. Wij zullen het dus niet steunen.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.06  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1202/1, afin de permettre d'avoir des volontaires dans les maisons de repos, avec les précautions souhaitées.

 

17.07  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dat is een initiatief dat eigenlijk spoort met een volmachtenbesluit van minister Muylle. Wij vinden dat een vreemde manier van werken en dus zullen wij de urgentie niet steunen.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.08  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1204/1. Son sujet, celui d'un cadre éthique et de bonne gouvernance pour l'octroi d'aides publiques aux entreprises, a été évoqué pas plus tard qu'hier dans une discussion avec le ministre des Finances sur d'autres aspects liés aux conditionnalités des aides publiques. Cela s'inscrit dans la même démarche, toujours en lien avec le COVID-19.

 

17.09  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij denken dat COVID-19 hier misbruikt wordt, want er staat geen tijdsbeperking op sommige artikelen, dus wij steunen de urgentie niet.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.10  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1205/1 qui subordonne l'octroi de certaines aides d'État au respect de conditions solidaires. On donne des aides aux entreprises, mais on ne voudrait pas qu'elles soient données à certaines entreprises qui continuent à verser leurs dividendes.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

17.11  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1207/1. Dans le cadre des pertes de revenus liées au COVID-19, il y a des mécanismes de calcul prévus dans la réglementation actuelle qui aboutissent à une retenue disproportionnée par rapport aux revenus réels. Nous demandons une modification de ce mécanisme de manière transitoire. Cela a été discuté hier en commission des Finances en lien avec le projet de loi du ministre De Croo, mais j'avais déjà déposé le texte. Je suis ouverte à ce qu'une solution soit trouvée avec le ministre De Croo mais je maintiens la demande d'urgence.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.12  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1209/1 interdisant les licenciements pour cause de COVID-19. Cela existe en Italie. Pendant la période susdite, une loi a été votée là-bas. Nous trouvons que c'est urgent car il y a déjà eu des licenciements. Je voudrais insister qu'il s'agit bien d'une proposition faite dans le cadre de la crise du coronavirus, et pas de quelque chose de général. C'est dans le libellé.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

17.13  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij vragen de urgentie voor wetsvoorstel nr. 1212/1. Wij hebben de tijdelijke werkloosheid ingeroepen om de bedrijven wat ademruimte te geven. Wanneer werknemers in deze periode ontslagen worden, dan kan het uiteraard niet de bedoeling zijn dat de opzeg ten laste van de overheid valt, wat wel gebeurt als de ontslagen werknemer een tijdelijke werkloosheidsvergoeding ontvangt. Wij stellen om die reden een opschorting van de opzegperiode voor.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Mijnheer Lachaert, u vraagt de urgentie voor wetsvoorstel nr. 1213/1 van mevrouw Verhaert houdende maatregelen inzake scheepvaart. Ik meen dat deze tekst ons bereikt via de wind vanuit de bijzondere machtenbesluiten. Oorspronkelijk maakte deze tekst deel uit van een koninklijk besluit houdende bijzondere machten, maar er werd voor gekozen om dit aan het Parlement voor te leggen

 

Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Collega's, voor het voorstel waarvoor de urgentie verworven werd zal ik het advies van de Raad van State laten inwinnen binnen een periode van vijf dagen.

 

17.14  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1214/1. Cela concerne des éléments qui doivent passer en concertation sociale puisqu'ils sont précisément liés à la situation des travailleurs, ou des employeurs d'ailleurs. Il s'agit d'associer le banc patronal et le banc syndical. C'est pourquoi nous demandons l'urgence

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

17.15  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous demandons l'urgence pour la proposition n° 1215/1. Parmi les victimes économiques de la crise que nous vivons, il y a notamment les artistes. Avec ma collègue Chanson, la bien nommée, et ma collègue Willaert, nous avons déposé un texte dont nous proposons qu'il rejoigne d'autres textes en discussion en commission des Affaires sociales sur le même thème.

 

Le président: C'est le ton qui fait la chanson!

 

Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

Dernière proposition de loi de Mmes Dedonder et Thémont et de M. Goblet visant à protéger de la crise du COVID les travailleurs du secteur artistique (n°1200/1). C'est un peu le même objet. Si l'urgence n'a pas été retenue tout à l'heure,…

 

Faites-vous une deuxième tentative?

 

17.16  Ahmed Laaouej (PS): Oui, monsieur le président. Pour une raison très simple. Je veux simplement indiquer à mes collègues qu'il s'agit de travailleurs qui sont sous contrat de travail, mais dont la nature même de l'activité fait qu'il y a une multiplication de contrats de travail, c'est-à-dire qu'il y a des interruptions, ce qui les exclut du droit aux allocations de chômage temporaire, si bien qu'ils se retrouvent quasiment sans revenu. C'est pourquoi nous demandons l'urgence et que cela puisse être traité selon les formes que permet l'urgence. Je réinvite donc mes collègues à considérer la chose et je redemande effectivement un vote.

 

Le président: Oui, madame Moscufo, vous pouvez intervenir. Le débat est toujours en cours.

 

17.17  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, je veux insister sur ce point car nous avons eu un débat en commission des Affaires sociales sur la problématique du secteur et il m'avait semblé qu'il y avait plutôt consensus pour rassembler toutes les propositions constructives pour résoudre le problème de ce secteur. Je serais dès lors étonnée si l'urgence n'était pas retenue pour cette proposition-là.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

18 Demande d'avis du Conseil d'État

18 Verzoek tot advies van de Raad van State

 

18.01  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik vraag even uw aandacht.

 

Vorige week werd voorstel nr. 1170/1 in overweging genomen. Ik bracht dat gisteren op de Conferentie van voorzitters even aan bod. Het betreft een reparatie van wetgeving die door het Grondwettelijk Hof gedeeltelijk werd vernietigd. Ik heb vorige week de intellectuele hygiëne gehanteerd om geen urgentie te vragen. We zouden die behandeling toch wel vooruit willen zien gaan, zeker omdat het een remediëring betreft na een beslissing van het Grondwettelijk Hof.

 

Ik zou u willen verzoeken om het advies van de Raad van State te vragen, eventueel met de steun van collega's.

 

De voorzitter: We hadden gisteren in de Conferentie inderdaad gezegd dat ik dit zou voorleggen aan de plenaire vergadering. We wagen ons niet aan een debat over de grond van de zaak, het betreft wetgevend werk inzake kraken, vernietigd door het Grondwettelijk Hof. Er wordt nu een nieuwe poging aan het Parlement overgemaakt. Zonder hierop een voorafname te willen doen, is er nu deze vraag van de heer Lachaert, met steun van de heer Verherstraeten, dacht ik.

 

Gelet op de vernietiging door het Grondwettelijk Hof is het misschien toch geen overbodige luxe om te beschikken over het advies van de Raad van State. Dat advies bindt ons nergens toe, maar dan hebben we toch iets meer juridisch houvast bij de behandeling van het voorstel.

 

Kunt u ermee leven dat ik het advies inwin van de Raad van State? Of als u de steun krijgt van 50 collega's, mijnheer Lachaert, dan gaat het ook naar de Raad van State zonder dat ik dat ambtshalve moet doen.

 

Ik zie de heer Piedboeuf knikken, evenals de heer Verherstraeten, mevrouw Pas en de heer De Roover. Dan is er een voldoende quorum om het advies van de Raad van State te vragen en zal ik dat zo ook overmaken.

 

Au moins 50 membres appuient la demande d'avis.

Ten minste 50 leden steunen de vraag om advies.

 

En conséquence, le président demandera l'avis du Conseil d'État en application de l'article 98.3 du Règlement.

Bijgevolg zal de voorzitter het advies van de Raad van State vragen met toepassing van artikel 98.3 van het Reglement.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

19 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Reccino Van Lommel sur "le renforcement des fonds propres des entreprises à la suite de la crise du coronavirus" (n° 5)

19 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel over "de versterking van het eigen vermogen van bedrijven ingevolge van de coronacrisis" (nr. 5)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 21 avril 2020.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Financiën en Begroting van 21 april 2020.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n°5/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Benoît Piedboeuf.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 5/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Benoît Piedboeuf.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

19.01  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, sta mij toe te zeggen dat ik bezorgd ben over de werkgelegenheid en het voortbestaan van heel wat bedrijven op middellange termijn door de coronacrisis, die zich van een gezondheidscrisis weldra zal ontpoppen tot een heuse en ongeziene economische crisis.

 

Het stoort mij mateloos dat hier mensen en ministers in dit huis rondlopen die het woord recessie niet in de mond willen of durven te nemen.

 

Cashflowmatig komen heel wat bedrijven in de problemen. De eerder genomen maatregelen zijn een voorlopige reddingsboei om de situatie tijdelijk onder controle te houden, maatregelen die we overigens wel hebben gesteund, maar we moeten echter een stap verder durven te gaan, collega's.

 

Het is de taak van de overheid om nu bedrijven te helpen om zich structureel via het eigen vermogen te versterken en zo de solvabiliteit op te krikken. Het is de taak van de overheid om sociale bloedbaden te helpen voorkomen. De verliezen die zich nu opstapelen, zullen het eigen vermogen opeten. Een goede solvabiliteit garandeert betere kansen op het verkrijgen van nieuwe kredieten.

 

Het kan echter niet alleen van de overheid komen. Er is ook heel wat privékapitaal in dit land aanwezig. We moeten dat geld laten rollen en mobiliseren. We moeten mensen met andere woorden aanmoedigen om dat kapitaal te investeren.

 

Wij vragen concreet dat de regering maatregelen neemt door fiscale stimulansen uit te werken voor kapitaalinjecties om privégeld naar bedrijven te loodsen.

 

Wij moeten onze werkgelegenheid en onze bedrijven beschermen. Het Parlement is dat verschuldigd aan de bevolking, aan de werknemers die hun job dreigen te verliezen, en aan de bedrijven, die ervoor moeten zorgen dat de economie blijft draaien.

 

Collega's, ik roep u op de eenvoudige motie niet te steunen en tot de echte orde van de dag over te gaan, namelijk ervoor zorgen dat onze mensen na overmorgen ook nog aan de slag zijn.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

94

Oui

Nee

27

Non

Onthoudingen

23

Abstentions

Totaal

144

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

19.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, pourriez-vous ajouter le vote de M. Moutquin? Il essaie de se connecter. Il a voté pour la motion pure et simple.

 

Le président: M. Moutquin a voté pour.

 

20 Wetsvoorstel houdende schorsing van bepaalde termijnen betreffende de civiele veiligheid (nieuw opschrift) (1144/5)

20 Proposition de loi portant suspension de certains délais relatifs à la sécurité civile (nouvel intitulé) (1144/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

145

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

145

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1144/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (1144/6)

 

20.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, M. Moutquin a voté pour.

 

20.02  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, pour le vote précédent, je n'ai pas pu voter non plus. Je viens de vérifier mais ça n'a pas fonctionné. Pouvez-vous me rappeler ce sur quoi nous avons voté à l'instant?

 

Le président: Le vote précédent concernait la sécurité civile.

 

20.03  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): J'avais voté pour.

 

Le président: Vous personnellement donc, et le membre Ecolo. Vous êtes sûre?

 

20.04  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Oui.

 

Le président: Ça fait donc deux votes en plus.

 

20.05  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, kunnen wij gewoon de afspraak nakomen die wij in de Conferentie van voorzitters hebben gemaakt, met name dat de problemen worden gemeld vóór het einde van de stemming en niet achteraf? In het andere geval zullen wij opnieuw problemen krijgen.

 

De voorzitter: Ik ben ook de mening toegedaan dat het gewoon moet worden gemeld. Vorige keer hebben wij dat ook gedaan. Wij nemen het resultaat van de stemming en indien bepaalde leden om de ene of de andere reden niet hebben gestemd, wordt dat aan de diensten gesignaleerd. Dat is geen probleem.

 

Mevrouw Kitir, ik dank u. U hebt gelijk. In het andere geval zullen wij elke keer opnieuw het resultaat moeten aanvullen. U hebt een punt.

 

21 Wetsvoorstel om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 inzake spoorvervoer (I) (nieuw opschrift) (1161/5)

21 Proposition de loi visant à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus SARS-CoV-2 en matière ferroviaire (I) (nouvel intitulé) (1161/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

116

Oui

Nee

1

Non

Onthoudingen

30

Abstentions

Totaal

147

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1161/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (1161/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

22 Wetsvoorstel teneinde uitstel toe te staan voor de toezending en de goedkeuring van de jaarrekening van skeyes voor het jaar 2019 ten gevolge van de maatregelen genomen in het kader van de COVID-19-crisis (nieuw opschrift) (1162/4)

22 Proposition de loi en vue de permettre le report de la transmission et de l'approbation des comptes annuels de skeyes pour l'année 2019, par suite des mesures prises dans le cadre de la crise du COVID-19 (nouvel intitulé) (1162/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

129

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

18

Abstentions

Totaal

147

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning te bekrachtiging worden voorgelegd. (1162/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de la loi à la sanction royale. (1162/5)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

23 Aangehouden amendement en artikel van het wetsvoorstel houdende uitzonderlijke maatregelen inzake in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (nieuw opschrift) (1159/1-6)

23 Amendement et article réservés de la proposition de loi portant des mesures exceptionnelles  dans le cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (nouvel intitulé) (1159/1-6)

 

Stemming over amendement nr. 15 van Nadia Moscufo op artikel 6. (1159/6)

Vote sur l'amendement n° 15 de Nadia Moscufo à l'article 6. (1159/6)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

60

Oui

Nee

87

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

147

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 6 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 6 est adopté.

 

24 Geheel van het wetsvoorstel houdende uitzonderlijke maatregelen inzake in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (nieuw opschrift) (1159/5)

24 Ensemble de la proposition de loi portant des mesures exceptionnelles  dans le cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale (nouvel intitulé) (1159/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

123

Oui

Nee

23

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

146

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning te bekrachtiging worden voorgelegd. (1159/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de la loi à la sanction royale. (1159/7)

 

(De heer Cristoph D'Haese heeft tegengestemd.)

 

25 Adoption de l’ordre du jour

25 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 7 mai 2020 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 7 mei 2020 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 18 h 30.

De vergadering wordt gesloten om 18.30 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 038 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 038 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

94

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Dock Magali, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

27

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria

 

Abstentions

23

Onthoudingen

 

Anseeuw Bjorn, Buysrogge Peter, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, DHaese Christoph, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

145

Ja

 

Anseeuw Bjorn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, DHaese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

116

Ja

 

Anseeuw Bjorn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, DHaese Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

1

Nee

 

Hedebouw Raoul

 

Abstentions

30

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, D'Amico Roberto, Daems Greet, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

129

Ja

 

Anseeuw Bjorn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, DHaese Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

18

Onthoudingen

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

60

Ja

 

Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, de Laveleye Séverine, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Segers Ben, Senesael Daniel, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

87

Nee

 

Anseeuw Bjorn, Arens Josy, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, DHaese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Donné Joy, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Taquin Caroline, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

123

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buyst Kim, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, D'Amico Roberto, Daems Greet, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Dock Magali, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

23

Nee

 

Anseeuw Bjorn, Buysrogge Peter, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

Abstentions

000

Onthoudingen