Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 26 mars 2020 Après-midi ______ |
van Donderdag 26 maart 2020 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 18 et présidée par M. Patrick Dewael.
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Sophie
Wilmès, Alexander De Croo, David Clarinval, Maggie De Block.
01 Adoption de l'ordre du jour
Ik neem aan dat er over de ontwerpagenda die u heeft ontvangen, geen opmerkingen zijn.
Geen bezwaar? (Nee)
Pas
d'observation? (Non)
Dan is de agenda aanvaard.
02 Prise en
considération de propositions
02 Inoverwegingneming van voorstellen
Conformément à l'avis de la Conférence des
présidents du 26 mars 2020, je vous propose de prendre en considération et de
renvoyer à la commission compétente: la proposition de loi (Mme Meryame Kitir)
modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue de réduire le taux de
l’impôt des personnes physiques applicable aux allocations de chômage
temporaire à partir du 1er mars 2020, n° 1114/1.
Overeenkomstig het advies van de
Conferentie van voorzitters van 26 maart 2020, stel ik u voor
inoverweging te nemen en naar de bevoegde commissie te zenden: het wetsvoorstel
(mevrouw Meryame Kitir) tot wijziging van het Wetboek van de
Inkomstenbelastingen 1992 met het oog op de verlaging van het tarief van de
personenbelasting op de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid vanaf
1 maart 2020, nr. 1114/1.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je vous
propose aussi de prendre en considération et de renvoyer à la commission
compétente: la proposition de loi (MM. Egbert
Lachaert, Kristof Calvo, Peter De Roover et François De Smet,
Mme Catherine Fonck, M. Georges Gilkinet, Mme Meryame Kitir et
MM. Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf et Servais Verherstraeten) donnant habilitation au Roi d’octroyer
une garantie d’État pour certains crédits dans la lutte contre les conséquences
du coronavirus et modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au
contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse,
n° 1108/1.
Ik stel u
ook voor inoverweging te nemen en naar de bevoegde commissie te zenden: het
wetsvoorstel (de heren Egbert Lachaert, Kristof Calvo,
Peter De Roover en François De Smet, Mme Catherine Fonck, de heer Georges
Gilkinet, Mme Meryame Kitir en de heren Ahmed Laaouej, Benoît Piedboeuf en
Servais Verherstraeten) tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verstrekken voor
bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot
wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut en toezicht op
kredietinstellingen en beursvennootschappen, nr. 1108/1.
De commissie voor
Financiën en Begroting krijgt dan ook uitzonderlijk de kans – ik benadruk
uitzonderlijk – om te vergaderen om 14.30 uur, parallel met deze
plenaire vergadering. Ik neem ook aan dat uit een en ander de urgentie blijkt
die aan dit voorstel wordt gehecht.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
03 Création d’une nouvelle commission permanente
03 Oprichting van een nieuwe vaste commissie
La Conférence des présidents propose de
procéder, conformément à l’article 19 du Règlement, à la création d’une
nouvelle commission permanente de 17 membres chargée du contrôle de
l’habilitation octroyée au Roi de prendre des mesures dans le cadre de la lutte
contre la propagation du coronavirus COVID-19.
De Conferentie van voorzitters stelt voor
om, overeenkomstig artikel 19 van het Reglement, een nieuwe vaste
commissie van 17 leden op te richten die belast wordt met de controle op de
machtiging die verleend wordt aan de Koning om maatregelen te nemen in de
strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.
La dénomination de cette commission
permanente serait la suivante: commission chargée du contrôle de la mise en
œuvre de la loi du … mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte
contre la propagation du coronavirus COVID-19. La compétence de cette
commission permanente se limiterait dès lors strictement à cette loi et aux
arrêtés royaux pris en vertu de cette dernière.
De benaming van deze vaste commissie zou
zijn: commissie belast met de controle op de uitvoering van de wet van … maart
2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd
tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19. De bevoegdheid van deze
vaste commissie strekt zich dan ook enkel uit tot die wet en de besluiten die
op basis ervan worden genomen.
Dans la pratique, cela signifie que cette
commission permanente se verrait confier les missions suivantes:
- La commission permanente pourra
interroger et contrôler le gouvernement concernant les arrêtés pris en vertu de
la loi de pouvoirs spéciaux.
- La commission permanente examinera la
prorogation éventuelle (après trois mois) de la loi de pouvoirs spéciaux.
- La commission permanente examinera
les projets de loi ratifiant les arrêtés royaux de pouvoirs spéciaux. Cet
examen devra intervenir dans le courant de l’année qui suit l’entrée en vigueur
des arrêtés.
In de praktijk betekent dit dat deze
vaste commissie volgende taken zal hebben:
- De vaste commissie kan de regering
ondervragen en controleren inzake de besluiten die men neemt op basis van de
bijzonderemachtenwet.
- De vaste commissie zal de
eventuele verlenging (na drie maanden) van de bijzonderemachtenwet bespreken.
- De vaste commissie zal de
wetsontwerpen tot bekrachtiging van de bijzonderemachtenbesluiten behandelen.
Dit moet gebeuren binnen het jaar na de inwerkingtreding van de besluiten.
Les matières qui ne concernent pas les
pouvoirs spéciaux et les arrêtés pris dans ce cadre continuent de ressortir à
la compétence des autres commissions permanentes spécialisées.
Materies die geen betrekking hebben op de
bijzondere machten en de besluiten die op basis daarvan worden genomen, blijven
behoren tot het toepassingsgebied van de andere gespecialiseerde vaste
commissies.
La commission permanente entamera ses
travaux dès sa création et les poursuivra jusqu’à la ratification du dernier
arrêté royal. Il pourra être procédé ensuite à la suppression de cette
commission permanente.
De werkzaamheden van de vaste commissie vatten aan vanaf de inwerkingtreding en zullen lopen tot het laatste koninklijke besluit is bekrachtigd. Daarna kan deze vaste commissie worden afgeschaft.
Collega's, dit gaat over de stemming die wellicht vandaag zal volgen omtrent het voorstel tot bijzondere machten.
Ik leg er de nadruk op dat het verlenen van bijzondere machten iets uitzonderlijks is in een parlementaire democratie. Daarom is het van belang dat het Parlement een effectieve controlecommissie kan oprichten om na te gaan of de besluiten die genomen worden door de regering wel degelijk passen binnen het kader van volmachten die worden verleend aan de regering. Het ene kan niet zonder het andere. Enerzijds vereist de urgentie dat die bijzondere machten worden toegekend, anderzijds is een adequaat parlementair orgaan als tegengewicht noodzakelijk.
Vandaar het voorstel om een vaste commissie met zeventien leden op te richten, uiteraard met een beperkte duurtijd. Ik zou u willen vragen dat u de namen van uw commissarissen voor die commissie zou doorgeven aan de griffie, zodat op het einde van de plenaire vergadering de commissie kan worden opgericht. Ik neem ook aan dat die commissie volgende week zal bijeenkomen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
De eerste minister, mevrouw Wilmès, is aanwezig, maar ze heeft ook nog Europese verplichtingen in de loop van deze namiddag.
- Tom Van Grieken aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De aanpak van de coronacrisis door de regering en het gebrek aan screening in de luchthavens" (55000540P)
- Egbert Lachaert aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De sociaal-economische impact van de coronacrisis en de getroffen maatregelen" (55000545P)
- Jean-Marie Dedecker aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De socio-economische impact van de coronacrisis en de getroffen maatregelen" (55000549P)
- Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De aanpak van de COVID-19-pandemie" (55000553P)
- Raoul Hedebouw aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De sluiting van bedrijven in niet-essentiële sectoren" (55000550P)
- Frieda Gijbels aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De coronatesten" (55000560P)
- Tom Van Grieken à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La réaction gouvernementale face au coronavirus et la déficience du dépistage dans les aéroports" (55000540P)
- Egbert Lachaert à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incidence socioéconomique de la crise du coronavirus et les mesures prises" (55000545P)
- Jean-Marie Dedecker à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'incidence socioéconomique de la crise du coronavirus et les mesures prises" (55000549P)
- Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La gestion de la pandémie de COVID-19" (55000553P)
- Raoul Hedebouw à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La fermeture d'entreprises dans des secteurs non essentiels" (55000550P)
- Frieda Gijbels à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les tests de dépistage du coronavirus" (55000560P)
Ik stel voor dat iedereen gewoon op zijn bank blijft zitten, zowel de vraagstellers als de leden van de regering. U merkt ook dat ik mij wat hoger heb gezet dan gebruikelijk op een donderdagnamiddag. Dat heeft met veiligheidsoverwegingen te maken, collega Lachaert.
04.01 Tom Van Grieken (VB): Mevrouw Wilmès, mevrouw de eerste minister, hoe graag ik het ook zou willen, het Vlaams Belang deelt niet in de lof die u wordt toebedeeld over uw aanpak van de coronacrisis. Ik vind het zelfs misplaatst hoe sommige collega's in het halfrond zich laten gebruiken als applausmachine. Lof is misplaatst omdat er vandaag 220 doden op de teller staan, 6.000 besmettingen en 10 % hiervan op intensieve zorgen ligt.
Nu hebben wij leiders nodig die het waard zijn om te leiden, leiders wier woorden en daden iets waard zijn, maar uw woorden zijn niet veel waard, mevrouw Wilmès. U beloofde in dit halfrond dat iedereen die zou meewerken aan maatregelen om het coronavirus in te dammen, zou worden uitgenodigd om de volmachten te bespreken, maar u doet dat liever achter gesloten deuren, met 10 partijen, niet met 11. U blijft liever politieke spelletjes spelen. Hoe harteloos kunt u zijn? Is het zo moeilijk om u in te beelden dat wij van Vlaams Belang ook familieleden hebben die in de frontlinie staan om het coronavirus in te dijken? Is het zo moeilijk om u in te beelden dat wij ook ouders en grootouders hebben die nu ergens alleen zitten en misschien besmet kunnen worden?
Uw woorden zijn niet alleen waardeloos, maar uw daden ook. Terwijl het medisch personeel smeekte om mondmaskers, communiceerde u dat mondmaskers geen zin hebben, om dan veel later toch nog mondmaskers te bestellen, weliswaar niet bij de geprefereerde Turkse Open Vld-vriend. Terwijl de bevolking vroeg om de grenzen te controleren, communiceerde u dat het absoluut geen zin had om grenzen te controleren, om het enkele dagen later dan toch snel te doen, weliswaar door de politie en niet door het leger, dat daarvoor opgeleid is. Terwijl specialisten smeken om de bevolking te testen op besmetting door corona, communiceert u dat testen niet nodig zijn en geen zin hebben.
Mevrouw de eerste minister, voor het Vlaams Belang hebben testen wel zin. Mijn vraag is dus heel klaar en duidelijk: wanneer zult u werk maken van meer testen, zodat wij kunnen testen of de bevolking al dan niet corona heeft, want vandaag zitten heel veel mensen thuis die zelfs niet weten of zij besmet zijn.
04.02 Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, ministers, collega's, ik denk dat België – veel specialisten geloven dat ook – deze crisis op een goede manier aanpakt. Deze crisis is ongezien. Het is een globale crisis die alle continenten raakt en enorme gevolgen heeft op het vlak van de volksgezondheid en de economie.
De cijfers vandaag: 1.200 bijkomende besmettingen op 24 uur. Dat is een verdubbeling. Wij zijn dus nog niet aan het einde van dit verhaal gekomen. Het zal onze gezamenlijke solidariteit vragen om deze epidemie te bestrijden en ons systeem van gezondheidszorg daartoe in staat te stellen. Daarna moeten we ook bekijken welke sociaal-economische gevolgen dit zal hebben.
Ik denk niet dat men hier uit geraakt door allerlei politieke verwijten naar elkaars hoofd te gooien. Ik denk dat alleen nederigheid hier op zijn plaats is, nederig werken, elke dag, aan wat we kunnen doen. Dat is wat de ministers doen. Ik denk ook dat we solidariteit op verschillende niveaus moeten betonen.
De mensen die vandaag hun job verliezen moeten vergoed en geholpen worden. De mensen die hun zaak moeten stoppen, moeten worden geholpen om dat te kunnen overbruggen.
Solidariteit betekent evenwel ook dat iedereen die zijn best kan doen om toch nog een tandje bij te steken om te helpen en ervoor te zorgen dat onze economie kan blijven werken, eveneens ondersteund en geholpen wordt. Ik denk dan aan de mensen die aan de kassa zitten in de supermarkt, aan de mensen in de zorgsector, aan de ambulanciers, aan de mensen in de logistiek. Op dat vlak moet een goed evenwicht worden gezocht tussen alle maatregelen die we goedbedoeld nemen om mensen te ondersteunen en om de mensen die werken te kunnen blijven ondersteunen en helpen.
Mijn vraag aan de regering en aan de eerste minister is hoe we ervoor kunnen zorgen dat er een rechtvaardige balans tussen de twee blijft? Hoe zorgen we ervoor dat ons solidariteitssysteem overeind blijft, terwijl er ook geen misbruik van wordt gemaakt en het fair aanvoelt voor wie in ons land al zijn best doet om onze economie en de essentiële taken overeind te houden?
04.03 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, vandaag subsidieert de Staat ongeveer 3 miljoen mensen. Daarvan zijn er momenteel 1,075 miljoen tijdelijk werklozen en 391.000 klassieke werklozen. Iedere dag groeit dit aantal aan. De angst voor het virus en het feit dat het soms lonender is om tijdelijk werkloos te zijn dan om te werken zet bepaalde levensnoodzakelijke en essentiële economische sectoren onder druk.
De voedingsindustrie klaagt. Als men weet dat het gemiddelde netto maandloon 1.600 euro bedraagt – wat bruto 3.500 euro is, maar dat is een ander debat –, dan is het duidelijk dat die mensen vandaag dikwijls meer kunnen verdienen door niet te gaan werken. In Zuid-West-Vlaanderen is er al een tekort van 15.000 landarbeiders. De voedingsindustrie is ontzettend belangrijk.
Mijnheer de voorzitter, ik heb gezien dat u de vragen hebt onderverdeeld per minister, maar ik wil het tweede deel van mijn vraag toch stellen. Wat zult u doen met de controle? U hebt mooie woorden gebruikt met betrekking tot de banken en de 50 miljard waarborg die zou zijn gegeven.
Wij zijn één week ver en wij zien al het omgekeerde. In tegenstelling tot uw mooie woorden dat de waarborgstellingen zouden doorgaan, zien wij dat de kredietverzekeraars de waarborgstellingen vandaag afbouwen. Ik heb daarvan voorbeelden bij. Dat is een heel groot gevaar voor onze economie.
Mevrouw de eerste minister, ik heb de volgende vragen. Het zijn mooie woorden, maar welke controle zult u uitoefenen op deze machtige instellingen? Wat zult u doen opdat onze economie blijft draaien?
04.04 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la première ministre, il y aurait beaucoup de choses à dire sur la gestion de la crise durant ces dernières semaines. Mais il y a beaucoup plus urgent: nous devons nous battre pour prendre le COVID-19 de vitesse.
J'ai quatre demandes fortes que je souhaite relayer. La première demande vise à organiser rapidement un dépistage massif. Tester, isoler, tester les contacts, isoler les personnes positives. Cela sera évidemment indispensable lorsque l'on sortira du confinement, mais cela l'est déjà aujourd'hui. En effet, des personnes sont particulièrement fragiles et, sans le vouloir, deviennent des vecteurs du virus. C'est notamment le cas des patients, des résidents en maison de repos ainsi que des soignants à domicile, dans les maisons de repos et dans tout type d'institution. Des militaires asymptomatiques sont testés, ce que je peux comprendre. Mais je trouve choquant que les soignants qui sont au front ne peuvent être testés que s'ils présentent des symptômes sévères.
La deuxième demande vise à constituer beaucoup plus rapidement que vous ne le faites des stocks de matériel. Il n'est pas seulement ici question des masques, mais également des gants, des tenues de protection, des médicaments. Ce n'est pas cinq à six millions de masques dont nous avons besoin, mais des centaines de millions.
Je vous avais suppliée, la semaine dernière, madame la première ministre, de n'oublier aucun soignant à l'occasion de la distribution des masques. La réalité est tout autre. Aujourd'hui encore, des infirmiers à domicile soi-disant avec des listes à 99 % fiables ont été laissés sur le côté. Les kinésithérapeutes, les pharmaciens, les hôpitaux psychiatriques, les aides-soignants ne figurent toujours pas sur les listes donnant droit à des masques. Madame la première ministre, vérifiez ces éléments et surtout n'oubliez aucun soignant!
La troisième demande est d'anticiper sur le plan européen pour éviter des sorties de confinement non coordonnées et le risque de rebond de l'épidémie.
La quatrième demande a trait au plan socioéconomique. Toute une série de mesures ont été prises à ce niveau et nous les soutenons. Mais il faut les affiner en tenant compte des informations en provenance du terrain. Nous vous avons d'ailleurs transmis de multiples demandes en ce sens. Il y a aujourd'hui des situations qui ne sont pas couvertes et qui devraient pourtant l'être.
04.05 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, u weet dat u op de constructieve houding van onze partij kan rekenen, om vandaag dringende en noodzakelijke beslissingen te nemen teneinde het coronavirus te kunnen overwinnen.
In die zin hebben wij u de hand gereikt en gevraagd een ontmoeting met u te hebben. Het is immers spijtig dat u ons gewoon aan de kant hebt geschoven. Wij hebben nog altijd geen antwoord gekregen. Wij hopen echter dat wij u de komende dagen een paar constructieve voorstellen van de PVDA kunnen voorleggen, waarin wij uitleggen wat wij nodig achten om het coronavirus te bestrijden.
Eén dossier ligt mij echter na aan het hart, omdat de situatie steeds erger wordt. Wij hebben vandaag immers vernomen dat alweer 42 mensen ten gevolge van het virus zijn overleden. Het wordt dan ook duidelijk tijd dat de regering maatregelen neemt om minder mensen naar het werk te sturen.
Ik kan niet begrijpen dat vandaag iemand als Jan Jambon oppert dat mensen opnieuw moeten gaan werken. Op die manier wordt het virus gewoon naar iedereen doorgestuurd. Mensen moeten het recht hebben thuis te blijven.
Mevrouw de eerste minister, wij hebben een berekening gemaakt. U hebt een lijst van niet-essentiële en essentiële sectoren. Collega's, weten jullie hoeveel van de 3 miljoen werknemers door de beslissing van de regering in essentiële sectoren zijn tewerkgesteld? Het gaat om 2 miljoen van de 3 miljoen werknemers. Twee derde van de werknemers zou moeten gaan werken. Twee derde van de werknemers is niet verplicht social distancing toe te passen in de bedrijven. Dat staat gewoon in de maatregelen van de regering.
Mevrouw de eerste minister, dat kan niet. In de bouwsector moeten werknemers kunnen stoppen. Vrachtwagenchauffeurs die niet-essentiële goederen vervoeren, moeten kunnen stoppen. In de chemiebedrijven die plastic stoelen produceren, moet men kunnen stoppen. Waarom moeten vandaag plastic stoelen worden geproduceerd? Kan iemand mij dat uitleggen? Er is nu geen nood aan plastic stoelen.
Laat die werknemers dus gewoon thuis. Laat hen het virus niet verspreiden.
Mevrouw de eerste minister, mijn vraag is heel duidelijk.
U hebt een koninklijk besluit klaar waarin wordt beslist dat de productie van wapens vandaag nog wordt goedgekeurd als essentiële sector. Collega's, waarom zou het produceren van wapens in de huidige crisis een essentiële sector zijn?
Mevrouw de eerste minister, wordt het niet tijd om de lijst in te perken en alle werknemers, waarbij het vooral om arbeiders gaat, die niet kunnen thuiswerken, thuis te laten en (…)
04.06 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, steeds meer experts vragen meer tests om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie heeft gevraagd om elk verdacht geval te testen en te isoleren, en ook om zijn contacten op te sporen. Dit is de enige manier om de curve af te vlakken en de toestroom aan zieken de baas te kunnen. Tegelijk wordt testen moeilijker, omdat er een schaarste aan testmateriaal ontstaat. We vernemen nu dat de testcapaciteit gevoelig zal toenemen: van 2.000 naar 10.000 tests per dag. Tegelijk geeft men aan dat nog altijd enkel de mensen met eerder ernstige symptomen zullen worden getest, terwijl ook mensen met weinig of geen symptomen besmettelijk kunnen zijn.
Er werd nu ook een nieuwe, snelle antigentest goedgekeurd die in 70 % van de gevallen correct is, maar nog zegt men deze enkel te willen inzetten voor degenen die ernstige symptomen vertonen. Een nog andere soort test spoort antilichamen op en kan bepalen of iemand immuniteit heeft ontwikkeld of niet. Deze testen worden steeds nauwkeuriger, maar werden onlangs via een KB verboden voor een periode van zes maanden. Ten slotte vernemen we dat mensen die thuis of in een rusthuis overlijden aan COVID-19 niet in de statistieken worden opgenomen, waardoor het beeld in België verstoord is.
Mevrouw de eerste minister, hoe snel zal men de capaciteit van PCR-tests kunnen opdrijven tot 10.000 tests per dag? Op welke manier zal men ervoor zorgen dat er voldoende wissers en reagentia aanwezig zijn?
Zal men ook de mensen testen die minder ernstige symptomen vertonen?
Welke rol zal de nieuwe antigentest spelen? Zal deze algemeen worden ingezet in alle triagecentra? Zal deze een rol spelen in de versoepeling van de testcriteria, waardoor meer mensen zullen worden getest?
Waarom heeft men de antilichamentests verboden? Was het niet beter om te onderzoeken welke tests betrouwbaar waren en deze te gebruiken om in eerste instantie de zorgverstrekkers te testen op immuniteit?
Ten slotte, waarom worden er niet nu al stalen genomen van mensen die buiten een ziekenhuis overlijden, zodat deze kunnen worden bewaard en achteraf kunnen worden onderzocht op de eventuele aanwezigheid van COVID-19?
04.07 Eerste minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik zal eerst een algemeen antwoord geven. Mijn collega's zullen daarna de gelegenheid hebben om specifieker te antwoorden. Ik wil verder niet te veel tijd besteden aan de verkeerde informatie die een bepaald lid hier net heeft gegeven, want anders zou mijn spreektijd snel op zijn. Ik zal me dus beperken tot de echte vragen die hier werden gesteld.
Zoals steeds wil ik graag beginnen met het erkennen van het grote belang van het werk dat door de zorgverleners wordt verricht. Hun toewijding dwingt respect af in het hele land. Bedankt. Ik weet dat ik dit elke keer zeg, maar het is heel belangrijk om dit te onderstrepen. Ik vergeet ook zeker de mensen niet die helpen om ons land draaiende te houden. Ze werken voor onze veiligheid, ze helpen ons bij onze verplaatsingen en ze zorgen ervoor dat we voedsel en basisproducten hebben. We zijn hen daarvoor erkentelijk. Ik verzeker hen en al diegenen die ik hier niet genoemd heb dat we weten wat ze doen voor ons land en dat we hen daar heel dankbaar voor zijn.
Aujourd'hui, 6 235 personnes ont été confirmées porteuses du COVID-19 et 2 652 personnes sont hospitalisées, dont 605 en soins intensifs. Nous déplorons 220 décès à ce jour. 675 personnes ont eu la chance de quitter l'hôpital. Nous nous y attendions, la pandémie frappe notre pays. Nous savons que nous n'avons pas encore atteint le pic, c'est une réalité.
L'ensemble des ressources sanitaires de notre pays s'organisent pour faire face à la situation. Celle-ci est suivie en continu par les experts scientifiques, par Sciensano, par le gouvernement et par l'ensemble des autorités du pays, quel que soit le niveau de pouvoir.
Nous souhaitons que les hôpitaux et leur personnel puissent se concentrer exclusivement sur leurs patients et la prise en charge de ceux-ci dans les meilleures conditions possibles, c'est une évidence. La question de l'approvisionnement et de la disponibilité des dispositifs médicaux est cruciale et elle s'est retrouvée au cœur des débats ces derniers jours, à travers le dossier des masques. Il est aussi vrai que cette question ne peut être réduite à cet aspect-là, elle concerne aussi les équipements de protection individuels, les équipements médicaux comme des respirateurs ou les médicaments.
Nous avons confié ce week-end au ministre De Backer, en concertation avec l'ensemble des membres du gouvernement, la gestion et l'approvisionnement des stocks. Il s'y consacre pleinement et en a fait sa seule et unique priorité de travail. Il a déjà réorganisé le travail en fonction des objectifs à atteindre et il l'a fait en continuant à travailler sur l'approvisionnement en matériel médical dans un marché qui est totalement chamboulé, avec des pénuries généralisées. Cela fait partie du contexte dans lequel on travaille, il ne faut pas l'oublier.
Quand il y a des problèmes de pénurie et quand on reçoit des masques, il y a des destinataires prioritaires. Cela ne veut pas dire que les autres n'en recevront pas par la suite. Ces destinataires prioritaires sont désignés sur avis du Risk Management Group, d'experts et de scientifiques.
En ce qui concerne le testing, nous avons fait passer au Conseil des ministres ce dimanche 22 mars un plan de conversion ascendante pour augmenter la capacité de ce testing en recourant à des laboratoires externes publics et privés. L'objectif est évidemment d'augmenter de manière significative nos capacités de testing dans un laps de temps le plus réduit possible. Il est évident qu'à l'instar d'autres aspects de la crise, nous travaillerons par priorités sur la base des recommandations des scientifiques.
De gezondheid is natuurlijk een prioriteit, maar wij kunnen er niet omheen dat de crisis zware sociaal-economische gevolgen heeft. De economische onrust van vandaag wordt de sociale onrust van morgen. Er zijn heel veel banen mee gemoeid. Tijdens de ministerraad van 20 maart werd een reeks maatregelen goedgekeurd om de sociaal-economische gevolgen van COVID-19 op te vangen. Ze maken deel uit van het tweede pakket maatregelen van het federaal plan voor sociale en economische bescherming. Ze versterken de maatregelen die op 6 maart van dit jaar werden goedgekeurd en zijn gebaseerd op drie pijlers. Het gaat om maatregelen om de koopkracht van de werknemers te waarborgen, maatregelen die rechtstreeks de zelfstandigen ondersteunen en maatregelen ter ondersteuning van bedrijven in deze moeilijke tijden. Er zijn ook sectorspecifieke bepalingen vastgesteld. Ik kan u verzekeren dat met de grootst mogelijke aandacht naar elke sector zal worden geluisterd en dat de regering al haar krachten mobiliseert om zo accuraat mogelijk te reageren. Daarvoor wil ik iedereen ook bedanken.
Vous savez aussi que le ministre De Croo travaille également sur un mécanisme de garantie bancaire qui permettra d'assurer que, dans les circonstances actuelles, les banques restent en capacité d'aider les entreprises et les indépendants en difficulté. Ce projet est d'ailleurs en discussion ce jour dans cette assemblée.
U merkt het dat de gezondheid van de mensen onze eerste prioriteit blijft. De coronacrisis vereist dat wij op verschillende fronten tegelijk werken, in coördinatie met alle bestuursniveaus en natuurlijk altijd gecontroleerd door het Parlement.
Er was ook een specifieke vraag over de cruciale sectoren. Wij hebben een aantal maatregelen genomen, in de eerste plaats om de gezondheid van onze mensen te beschermen, maar het klopt dat een groot deel daarvan het werk betrof. Onze bevolking werkt immers tot nu toe. De eerste doelstelling is vooral het de mensen mogelijk te maken in de beste omstandigheden te werken.
Nous demandons que ces règles, aussi strictes soient-elles, soient intégralement respectées. Si elles ne sont pas strictement respectées, les entreprises vont être confrontées non seulement à une amende, mais aussi à la fermeture. C'est une obligation légale et morale. Nous sommes très attentifs à cela.
En ce qui concerne les secteurs cruciaux, il est vrai que cette obligation ne peut pas s'y appliquer de manière linéaire parce qu'on ne peut pas demander à du personnel soignant de garder des distances de sécurité.
Par contre, ce n'est pas parce que la règle n'est pas totalement obligatoire qu'elle peut être mise de côté. La règle reste que, lorsque vous êtes en capacité d'organiser la distanciation sociale pour vos travailleurs, même si vous êtes dans les secteurs cruciaux, vous devez le faire. Et si ce n'est pas suffisamment clair, monsieur Hedebouw, nous allons le clarifier vendredi.
Nous l'avons dit une fois, nous l'avons dit cinq fois, nous l'avons dit dix fois: la santé de nos citoyens et des travailleurs d'abord! À ce titre, je voudrais aussi rajouter ceci.
Er zijn heel veel experts op het vlak van werk en inzonderheid op het vlak van de cruciale sectoren. Ik heb de Groep van 10, dus de sociale partners, vandaag nog uitgenodigd om vóór de vergadering van morgen met het Crisiscentrum te overleggen om de lijst te verfijnen.
Wat wij absoluut willen vermijden, is dat er sectoren niet opgenomen worden in de lijst, terwijl dat wel zou moeten, en ook omgekeerd, dat bedrijven of sectoren die niet op de lijst moeten staan, er toch op staan.
Du coup, elles profiteraient de règles plus souples, alors qu'elles n'en ont pas besoin. Cette rigueur dans le respect des règles est valable pour tout le monde, sans aucune exception: aussi bien pour les entreprises que pour les travailleurs. Nous nous entourerons des partenaires sociaux pour nous assurer que ce soit bien le cas. Je vous remercie de votre attention.
De voorzitter: Mevrouw de premier, ik heb u ruim de tijd gegeven om te antwoorden, want ik denk dat het moment wel voldoende belangrijk is om u die tijd te geven.
Mijnheer Van Grieken, ik zie dat u het woord vraagt. U komt echter reeds als eerste aan bod voor de replieken. Ik geef u nu het woord voor uw repliek.
04.08 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, wat ik u nu wil voorleggen, heeft niets met mijn repliek te maken. U wordt hier gewoonweg beledigd. De eerste minister zegt dat zij geen tijd zal besteden aan het beantwoorden van vragen van één partij.
Mijnheer de voorzitter, ofwel bent u voorzitter van heel het halfrond en draagt u de regering op om te antwoorden op al de vragen, ofwel loopt u aan het handje van de regering, en dan bent u de architect van deze regering.
Ik vind dit geen manier van werken. De enkele woorden Nederlands die de premier tegen mij heeft gesproken, luidden dat zij geen tijd wenste te besteden om te antwoorden op de vragen van de persoon op de banken achter haar. Dat kan toch niet, mijnheer de voorzitter?
Straks komt diezelfde premier volmachten vragen. Ook over die volmachten mogen wij geen vragen stellen. Dat vind ik niet serieus.
De voorzitter: Mijnheer Van Grieken, voor de goede orde, u stelt de vragen die u wilt stellen, de premier geeft een antwoord en u repliceert. Daarin hoeft u mij niet persoonlijk te betrekken. Ik pas het Kamerreglement toe. De premier heeft een antwoord gegeven. Als dat antwoord u geen voldoening biedt, maakt u dat duidelijk in uw repliek.
04.09 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, het was geen antwoord. De premier heeft louter gezegd dat zij haar tijd niet zou spenderen aan het beantwoorden van mijn vragen. Mijnheer de voorzitter, ofwel komt u desgevallend tussenbeide, ofwel bevestigt u dat er A- en B-Parlementsleden zijn.
De voorzitter: De premier wenst een en ander zelf te corrigeren. U houdt daarna nog tijd over voor de rest van uw repliek.
Mevrouw de eerste minister, ik geef u het woord.
04.10 Eerste minister Sophie Wilmès: Mijnheer de voorzitter, met alle respect, ik heb dat niet gezegd. Ik heb wel gezegd dat in de vraag dingen werden aangehaald die helemaal niet correct zijn, die fout zijn, en dat ik mijn spreektijd niet zal gebruiken om die te corrigeren, maar dat ik wel de vragen zal beantwoorden.
De voorzitter: Bedankt, mevrouw de eerste minister.
Mijnheer Van Grieken, u mag uw repliek nu voortzetten.
04.11 Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag had betrekking op het feit dat er massaal getest moest worden. Dat is een van de vragen die ik had gesteld. In Zuid-Korea hebben ze de bevolking wel massaal getest. Als men niet besmet is, kan men verder gaan met zijn werkzaamheden. Heren en dames die bezorgd zijn over de economie, dan kan men zijn job wel voortzetten.
Als men wel besmet is, moet men in quarantaine. Dan moeten de mensen die in quarantaine zitten goede bescherming krijgen: mondmaskers, materiaal. Daarmee heeft de regering absoluut niets gedaan. Er is een gebrek aan mondmaskers, een gebrek aan betrouwbare aanbestedingen, een gebrek aan testen, een gebrek aan screenings op luchthavens, een gebrek aan deftige communicatie.
Beste vrienden, deze coronacrisis is groter dan de zaak-Dutroux, groter dan de dioxinecrisis. Toen hebben we een onderzoekscommissie opgericht om al die gebreken tegen het licht te houden. Ik denk dat het hoog tijd is dat wij ook een onderzoekscommissie oprichten voor deze coronacrisis.
04.12 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat we het in deze strijd vooral aan de experts moeten overlaten en niet aan het populisme om te beslissen welke maatregelen we nodig hebben in ons land.
Ik weet dat mondmaskers zorgen voor een stukje beveiliging, maar er wordt ook veel populistische onzin over verkocht, want het beschermt vooral degene die wordt geconfronteerd met iemand met een mondmasker, maar niet de persoon zelf. Ik laat dat aan de experts over.
Er zijn heel wat sociaal-economische gevolgen van deze crisis, naast de gezondheidszorgcrisis. We zorgen goed voor een aantal mensen: mensen die hun job kwijt raakten, mensen die hun zaak moesten sluiten. Er zijn echter ook mensen die tussen de mazen van het net vallen, mensen die een zelfstandige zaak hebben maar geen opdrachten en geen omzet meer hebben. Zij voelen er zich nog altijd een beetje bekaaid uitkomen. Er zijn ook de mensen die verder werken: de kassiersters, de ambulanciers, de mensen die logistiek werk verrichten.
Ik wil de regering oproepen om ervoor te zorgen dat die mensen het gevoel hebben dat ze fair behandeld worden tegenover zij die thuis blijven en van bepaalde zaken kunnen genieten. We moeten ervoor zorgen dat zij die werken zich niet benadeeld voelen tegenover degenen die niet werken. Ik heb de indruk dat het gevoel groeit bij de mensen die in de vuurlinie staan dat sommige mensen er de kantjes af lopen. Ik wil dat zij die ons land recht houden en essentiële zaken verrichten ook worden ondersteund.
04.13 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, ik kan de analyse van collega Lachaert volledig bijtreden. Mevrouw de eerste minister, de flou artistique moet stoppen, het is nu tijd om duidelijk te zeggen wie er aan de slag kan en wie niet.
Intussen zijn er hier nog twee ministers aangekomen. Ik wil dan ook niet nalaten hier als kustburgemeester te zeggen dat er heel grote paniek is. Na een harde winter krijgen we dit. We hebben aan de kust campings en 16.500 tweede verblijven. Mensen die naar hun tweede verblijf willen gaan, mogen dat nu niet doen. Campings worden gesloten en gecontroleerd door de federale politie. Vervolgens worden die campingbazen dan wel opgebeld door Fedasil om te zeggen dat men daar asielzoekers in gaat onderbrengen.
Ik wil daar nu het debat niet over aangaan, ik wil alleen zeggen dat men duidelijk moet zijn tegenover de bevolking. Het water staat deze mensen vandaag aan de lippen en men moet hen nu duidelijke richtlijnen geven. Het is immers een belediging voor die mensen als er geen klare en duidelijke richtlijnen zijn. Wie kan werken moet gaan werken, wie mag werken mag gaan werken.
04.14 Catherine Fonck (cdH): Madame la première ministre, merci pour vos réponses.
Les chiffres communiqués chaque jour ne sont que la pointe de l'iceberg. Vous oubliez tous ceux qui ne sont pas testés, voire tous ceux qui, aujourd'hui, parce qu'ils n'ont pas été testés, peuvent décéder du COVID-19 sans être répertoriés. La vague est devant nous. Elle arrive. On se doit d'aller plus vite, plus fort, et d'être plus efficaces.
La réalité du marché n'explique pas tout. S'il s'agit de matériel médical, on peut l'acheter, mais on peut aussi le produire chez nous. Voici des semaines qu'on le suggère. Les réactifs ont été repris au niveau international. Nous avons la chance en Belgique d'avoir des tests sans réactifs. Oui, c'est possible, et nous pouvons le faire s'il y a une volonté politique forte.
Imaginez-vous, madame la première ministre, la situation des soignants, des patients et des maisons de repos. La réalité doit se dire. Des militaires asymptomatiques sont testés et ceux que j'ai cités n'y ont pas droit. C'est un véritable problème. Cela est d'autant plus important qu'il existe des zones de fragilité, et que le confinement, que chacun tente d'appliquer, n'est que partiel.
Je terminerai en soutenant tous ceux qui sont au front et qui font tourner le pays, pas seulement pour les patients, mais de manière générale. Au-delà des mots, des mesures de soutien franches, des actes doivent aussi pouvoir être posés, sous forme de primes ou de congés supplémentaires. Je soumets en tout cas ce point au gouvernement.
04.15 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la première ministre, aujourd'hui nous avons appris le décès de 42 personnes. De plus en plus de gens sont inquiets à juste titre et me posent la question: "Pourquoi devons-nous, dans nos secteurs, continuer à travailler?"
Qu'il s'agisse des chauffeurs routiers qui ont du matériel non essentiel dans leur coffre, du secteur de la construction, de la chimie ou de la production de chaises, la question se pose.
On apprend aujourd'hui que vous négociez la possibilité de continuer à produire pour le secteur de l'armement. Ma boîte à messages explose de mails de travailleurs qui me demandent: "Pourquoi devons-nous continuer à produire?"
Nous avons fait un calcul afin de comprendre pourquoi nous avons autant de témoignages. Par les arrêtés ministériels que vous avez pris, deux travailleurs sur trois sont dans des secteurs essentiels. Cela signifie, chers collègues, qu'il s'agit de secteurs qui ne rendent pas le télétravail obligatoire et qui ne peuvent pas être fermés. Cela figure dans votre texte, madame la ministre. Vous me dites que vous vous êtes consciente que votre arrêté ministériel n'est pas clair. Il dit que pour deux tiers des salariés, il n'y a aucune obligation d'appliquer la distanciation sociale. Cela figure dans l'arrêté ministériel, chers collègues.
J'ai entendu ici, sous la pression du PTB et de notre révélation du fait que deux millions de salariés sur trois millions sont dans des secteurs essentiels, que la première ministre s'engageait à revoir cette liste, vendredi. Nous devons la revoir à la baisse. Nous sommes dans la montée de la diffusion du virus. Il est inacceptable de continuer à faire travailler les gens dans certains secteurs.
04.16 Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de eerste minister, artsen, verpleegkundigen, ziekenhuisdirecties en vrijwilligers hebben de jongste weken blijk gegeven van enorm veel flexibiliteit, creativiteit en dadendrang. Wij kunnen wel zeggen dat zij er staan.
Het is nu aan de overheid om ervoor te zorgen dat zij zich volop op hun zorgtaken kunnen toeleggen. Ook de overheid moet nu laten zien dat zij flexibel, creatief en daadkrachtig kan zijn. Wij moeten alles in de strijd gooien om meer geïnfecteerde en besmettelijke mensen op te sporen en te isoleren.
De soort test is daarbij van minder belang, als die maar betrouwbaar is. Wij moeten erover waken dat ook de personen met mildere symptomen in kaart worden gebracht. Alleen zo kunnen wij de besmettingsgraad immers drastisch terugdringen en kunnen onze zorgverleners het blijven behappen. Dat is trouwens ook wat de experts zeggen.
Het opsporen van antilichamen is nu ook belangrijk. Wie antistoffen heeft, is immuun voor COVID-19 en kan weer op een normale manier aan de slag. Voor zorgverstrekkers is dat belangrijk, maar ook voor mensen die in andere sectoren werken, bijvoorbeeld de kinderopvang. Hierdoor kunnen wij ervoor zorgen dat onze economie niet helemaal plat valt. Wij dringen er dan ook op aan om zo snel mogelijk die tests breed in te zetten.
Ik wens tot slot iedereen veel goede moed toe, natuurlijk vooral de mensen in de eerste lijn. Onze fractie zal altijd bereid zijn constructief mee te werken aan de bestrijding van de pandemie.
De voorzitter: Dan zijn we klaar met de vragen aan de eerste minister. Mevrouw de eerste minister, u mag uiteraard in ons midden blijven, maar u mag ook beschikken.
Ik val niet uit mijn rol, wanneer ik u veel goede moed toewens.
L'incident est clos.
05 Vraag van Kristien Van Vaerenbergh aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De organisatie van de justitie tijdens de coronacrisis" (55000561P)
05 Question de Kristien Van Vaerenbergh à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "L'organisation de la justice pendant la crise du coronavirus" (55000561P)
05.01 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, het is al een paar keer gezegd: het coronavirus heeft een grote impact op het bedrijfsleven. Vele bedrijven hebben noodgedwongen de deuren moeten sluiten, andere hebben hun werking bijgestuurd. Zij maken gebruik van de moderne technologieën en promoten telewerken of vergaderen via videoconferentie. Anderen hebben geen keuze: de kassiersters, vuilnisophalers en postbodes werken gewoon voort.
Ook Justitie wordt getroffen door het virus: ook zij zal zich dus moeten aanpassen om haar kerntaak te volbrengen. Helaas blijkt dat niet eenvoudig, want Justitie hinkt hopeloos achterop op het vlak van technologie. Voorts is het procesrecht een kluwen en is de infrastructuur van de gerechtsgebouwen vaak ontoereikend om voor alle medewerkers de sociale afstand te garanderen. Toch is het essentieel dat Justitie zo goed mogelijk verder blijft werken, want mensen die voor Justitie werken, hebben een essentieel beroep. Op dit ogenblik is de gerechtelijke achterstand al groot en die dreigt nog verder op te lopen. Wij hebben uiteraard begrip voor de omstandigheden, maar wij kunnen toch niet dulden dat alle zaken op de lange baan worden geschoven.
Er moeten dus oplossingen komen om maximaal zaken te laten doorgaan, met inbegrip van alle voorzorgsmaatregelen voor alle mensen die betrokken zijn. Wij willen geen taferelen waarbij iedereen op hetzelfde uur samenkomt in de zaal om te wachten op hun rechtszaak en ook geen overvolle zittingszalen, maar wij moeten wel blijven verder werken en ons aanpassen. Uiteraard hebben wij er begrip voor dat er maatregelen moeten worden genomen in de gevangenissen, maar dat mag er niet toe leiden dat straffen niet meer worden uitgevoerd. Het kan dus niet dat de uitvoering van alle nieuwe gevangenisstraffen wordt opgeschort op dit ogenblik.
Ik heb daarom de volgende vraag, mijnheer de minister. De ziekenhuizen hebben zich dubbel geplooid om in extra capaciteit te voorzien, maar wat zal Justitie doen om de goede werking te garanderen en om de capaciteit maximaal te benutten? Wat zult u doen om Justitie in goede banen te leiden en de rechtsgang te verzekeren? Justitie heeft, mijns inziens, immers ook een kerntaak.
05.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Vaerenbergh, wat in eerste instantie op het huidige ogenblik belangrijk is voor een minister van Justitie, is samenkomen met de actoren, dus met de sociale partners van de gevangenissen, met de colleges van magistraten en met de ordes van advocaten en notarissen, om zo goed mogelijk de continuïteit te kunnen onderhouden.
Alles bij elkaar is het door u geschetste beeld van Justitie het klassieke beeld, namelijk dat een en ander nog niet zo goed werkt of een chaos is. U zal mij vergeven dat ik dat in uw eerste zin heb gehoord. Na vijf jaar ministerschap van Justitie is dat niet de aangenaamste boodschap om van een voormalige coalitiepartner te krijgen. Ik kan daar echter tegen. U weet dat niets zo sterk hardt tegen dergelijke verwijten dan de job van minister van Justitie.
Ik kan u echter meegeven dat wij tot op vandaag op het vlak van elektronische communicatie 4.500 gelijktijdige gebruikers kunnen opvangen in de gerechtelijke orde. Dat wil zeggen dat 4.500 mensen tezelfdertijd op afstand kunnen werken. Wij kunnen ook 1.500 videoconferentiedeelnemers op hetzelfde moment slikken. Dat valt alles bij elkaar dus nog mee. Dat aantal van 1.500 is niet weinig.
Natuurlijk wordt door de omstandigheden een en ander bemoeilijkt. Dat is overigens ook steevast het geval bij de collega's en, naar ik aanneem, ook bij de politieke partijen. Wij maken allemaal kennis met nieuwe communicatiemiddelen, waarvan wij tot nu toe geen gebruik hadden gemaakt. Ik ben zelf een stevige 'Zoomer' geworden, om van Teams nog te zwijgen.
Dat gezegd zijnde, is het belangrijk dat ik even inga op de sectoren die een belang hebben. Excuseer mij, omdat ik waarschijnlijk iets te optimistisch klink, maar het heeft ook geen zin de hele tijd pessimistisch te klinken. Laat mij dus even op de verschillende sectoren ingaan.
Wij hebben nu drie volmachtbesluiten in voorbereiding.
Eén besluit is helemaal aan het strafrecht gewijd en probeert de strafrechtsbedeling zo goed mogelijk in stand te houden. Er worden geen termijnen verdaagd. Er worden ook geen voorlopige hechtenissen uitgesteld. Alles gebeurt zoals in normale tijden, met zo weinig mogelijk fysiek contact, zo weinig mogelijk fysieke zittingen en zo weinig mogelijk transport van gevangenen. Indien dat nodig is, gebeurt dat echter.
Een tweede volmachtbesluit zal op de burgerlijke en administratieve procedure betrekking hebben, waarbij de termijnen met de duur van de coronacrisis worden verlengd. In principe gebeurt dat maand per maand. De reeds geplande zittingen kunnen naar believen van de rechter en de partijen schriftelijk dan wel per videoconferentie worden gehouden. Ze kunnen ook worden uitgesteld op vaste datum of kunnen naar de rol worden verwezen.
De gevangenissen vormen een derde deel van mijn antwoord. In de gevangenissen is aan de gevangenen die geen bezoek meer mogen krijgen, een belkrediet toegestaan van eerst 20 euro en dan nog eens 10 euro supplementair. Onze penitentiaire beambten kunnen mondmaskers gebruiken bij interventies. Op dit ogenblik werkt 70 % van de penitentiaire beambten nog. Drie gevangenen zijn besmet; zij werden ondergebracht in het Sint-Janshospitaal van de gevangenis van Brugge. Wij beperken de transporten, zoals ik zei, zoveel als mogelijk.
Wij voeren ook constant overleg met de juridische beroepen, met name de advocaten en de notarissen. Zij nemen hun toevlucht tot het elektronisch betekenen, elektronisch communiceren en elektronisch neerleggen. Ook de authentieke akten en volmachten proberen wij zoveel mogelijk in elektronische vorm te verlijden.
Wij hopen dat wij op die manier, met deze eerste volmachtbesluiten…
De voorzitter: Mijnheer de minister, ik moet u nopen tot enig snelrecht. U moet afronden.
05.03 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, ik wil maar laten zien dat ook Justitie probeert te werken. Ik wil iedereen hartelijk danken voor zijn medewerking in de sector van Justitie, en mevrouw Van Vaerenbergh voor haar pertinente vraag.
05.04 Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik begrijp dat u de kritiek niet graag hoort, maar toch denk ik dat wij moeten erkennen dat we er bij Justitie nog niet helemaal zijn.
Ik wil mij positief uitdrukken door te zeggen dat ik vind dat wij van deze momenten moeten gebruikmaken om de omslag naar een moderne Justitie te maken. Daarbij kan nog meer worden gebruikgemaakt van moderne technologieën, zoals de videoconferentie, zowel in strafzaken als in burgerlijke zaken. De digitale handtekening is ook nog altijd een pijnpunt. Ook moet, zoals u zegt, worden gebruikgemaakt van schriftelijke procedures. Dat zal ons niet alleen helpen om de huidige crisis aan te pakken, ik denk dat Justitie ook in de toekomst meer op die manier zal moeten werken.
Op dit ogenblik mogen wij echt niet tolereren dat alle zaken worden uitgesteld, wat in sommige kamers echter wel gebeurt. Zaken worden zonder dagstelling uitgesteld of uitgesteld tot in september. Ik vind het evenmin toelaatbaar dat gevangenisstraffen worden opgeschort vanwege de huidige crisis. Justitie is een kerntaak en die moet worden vervuld. Alle creatieve oplossingen zijn daartoe nodig.
Het incident is gesloten.
06 Question de Philippe Pivin à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les missions de la police en ce qui concerne le contrôle du respect des mesures" (55000552P)
06 Vraag van Philippe Pivin aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De opdrachten van de politie inzake de controle op de naleving van de maatregelen" (55000552P)
06.01 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, en période de crise, qu'elle soit nationale ou internationale, nous avons toujours eu besoin de nos forces de l'ordre. Sans service de police, pas de démocratie. Sans démocratie, pas de droits. Plus de droits, plus d'obligations, c'est l'anarchie.
Une crise comme celle que nous traversons nécessite des décisions, de l'autorité, du discernement, de l'empathie aussi, dans le respect des règles, d'autant plus que l'on sait que ces règles sauvent des vies.
Le porte-parole interfédéral de la lutte contre le coronavirus a assuré ce matin encore, je le cite, "que si les règles sont appliquées à moitié, cela prendra deux fois plus de temps pour en sortir". On sait ce que cela implique en termes de vies humaines.
Le confinement est une mesure complexe, graduée et évolutive. Il a fallu expliquer et il faudra encore expliquer de nombreuses fois, comme l'a souligné la première ministre. Éviter les rassemblements, ne pas s'arrêter dans les espaces publics, restreindre ses sorties à l'essentiel, garder une distanciation d'un mètre cinquante, pouvoir prendre l'air, faire du sport mais à certaines conditions. Ce sont des limitations extrêmement importantes à nos libertés individuelles, mais indispensables pour endiguer la propagation d'un virus qui peut nous toucher tous, quel que soit notre âge.
Dans cette situation, le travail des policiers n'est pas simple. Ils font partie de ces personnes qui ne peuvent pas se confiner étant donné qu'ils sont les gardiens de l'application de règles inédites et la garantie de la sécurité de notre population. Leur travail n'est pas simple. La police doit gérer, doit interpréter les dérogations, les déplacements professionnels, la pratique du vélo, les promenades. Toutes ces activités bien utiles à chacun. Le président de la CPPL, Nicholas Paelinck, ne s'y est pas trompé quand il a indiqué que certaines interventions sont difficiles dans le cadre des mesures édictées.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous faire un état de la situation concernant le respect des mesures? Nos services de police ont-ils constaté une évolution dans la prise de conscience et donc dans le respect des restrictions de rassemblement? Des moyens supplémentaires ont-ils été dégagés pour la police fédérale et pour les polices locales? Quels équipements spécifiques ont été livrés aux policiers pour leur propre protection face à la contagion? Quelles sont vos informations venant du terrain sur les conditions d'intervention? Et enfin, jugez-vous, considérant les informations des services, que des directives mieux précisées ou supplémentaires doivent être adressées à nos policiers et à la population pour encore renforcer le respect des mesures de confinement. Je vous remercie.
06.02 Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, monsieur Pivin, chers collègues du gouvernement, je tiens tout d'abord à exprimer mes sincères condoléances aux familles et aux proches des personnes décédées des suites du COVID-19 et je tiens également à exprimer mon soutien aux patients qui séjournent actuellement dans nos hôpitaux et qui doivent se battre pour survivre.
Je souhaite aussi saluer les efforts – je n'ai cessé de le répéter – de notre personnel médical et paramédical qui se trouve en première ligne et du personnel opérant dans les secteurs essentiels et les secteurs de soutien.
Par le biais du Conseil national de sécurité, élargi aux ministres-présidents, notre pays a pris une série de mesures de distanciation sociale – vous les avez mentionnées – dont une interdiction de rassemblement de plus de deux personnes. Ces mesures visent à limiter le contact entre les personnes potentiellement porteuses du virus. La plupart des gens respectent ces mesures de distanciation sociale. Une partie de la population n'a cependant pas compris que tout le monde doit se conformer aux mesures de distanciation pour atteindre le but visé.
De nombreuses interventions doivent malheureusement encore être effectuées pour des rassemblements, des fêtes privées ou des établissements de restauration qui ne respectent pas les règles. Ceux qui ne respectent pas les mesures seront entre autres poursuivis et condamnés à payer une amende.
La circulaire du Collège des procureurs généraux stipule qu'un règlement à l'amiable est prévu pour les contrevenants, à savoir 250 euros pour les particuliers et 750 euros pour les commerçants. Une deuxième infraction peut donner lieu à une citation directe à comparaître devant les tribunaux.
Je pense, monsieur le président, cher collègue Pivin, avoir ainsi répondu, tout en sachant que le Conseil national de sécurité se réunira demain et que l'affinement de certaines mesures n'est pas exclu.
06.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, votre réponse est certes succincte mais elle témoigne de la réaction du gouvernement, qu'il faut saluer, à une situation évolutive.
Cette situation doit être évidemment adaptée en fonction de l'évolution de la pandémie. Je comprends aussi qu'un travail de pédagogie doit se poursuivre pour que la population en prenne pleinement conscience. Je pense plus particulièrement aux jeunes qui se sentent encore un peu trop en dehors du danger que représente ce virus.
Il faut prendre des directives claires et complètes, qui soient faciles à suivre et à interpréter. Plus généralement, monsieur le ministre, il importe d'écouter les besoins et demandes des policiers. Au nom du groupe MR, je tiens à les remercier pour leur engagement quotidien. Nous devons tout faire pour que ces hommes et ces femmes constatent le plus concrètement possible que nous les soutenons en cette période de travail extrêmement délicate.
L'incident est clos.
- Dominiek Sneppe aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het gebrek aan mondmaskers en een massale opschaling van de coronatestcapaciteit" (55000541P)
- Karin Jiroflée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De beschikbaarheid van mondmaskers en de uitbreiding van de testcapaciteit" (55000542P)
- Séverine de Laveleye aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en het zorgpersoneel tegen COVID-19" (55000544P)
- Barbara Creemers aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De aanpak van de coronacrisis" (55000546P)
- Goedele Liekens aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De aanpak van de coronacrisis en de impact op de fysieke en mentale gezondheid" (55000547P)
- Sofie Merckx aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het testen op COVID-19" (55000551P)
- Els Van Hoof aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000555P)
- Patrick Prévot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De bescherming van het zorgpersoneel" (55000558P)
- Eliane Tillieux aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De uitbreiding van de screening en de bescherming van de werknemers" (55000559P)
- Vraag van Sophie Rohonyi aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De bescherming en het testen van het zorgpersoneel" (55000543P)
- Dominiek Sneppe à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le manque de masques buccaux et d'une capacité de dépistage massive du coronavirus" (55000541P)
- Karin Jiroflée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La disponibilité de masques buccaux et l'accroissement de la capacité de dépistage" (55000542P)
- Séverine de Laveleye à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les mesures de protection de la santé publique et du personnel soignant contre le COVID-19" (55000544P)
- Barbara Creemers à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La gestion de la crise du coronavirus" (55000546P)
- Goedele Liekens à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La gestion de la crise du coronavirus et l'incidence sur la santé physique et mentale" (55000547P)
- Sofie Merckx à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le dépistage du COVID-19" (55000551P)
- Els Van Hoof à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000555P)
- Patrick Prévot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La protection du personnel de soins" (55000558P)
- Eliane Tillieux à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'élargissement du dépistage et la protection des travailleurs" (55000559P)
- Question de Sophie Rohonyi à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La protection et le dépistage du personnel soignant" (55000543P)
07.01 Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de minister, u wil nu eindelijk meer gaan testen? Proficiat. Maar waarom wilt u dat doen? Enkele weken geleden zei u nog dat massaal testen geen zin heeft. Wat is het nu, heeft het zin of niet? Of moeten we die uitspraak klasseren bij die andere uitspraak van u, dat mondmaskers dragen geen zin heeft? Het doet mij enigszins de wenkbrauwen fronsen, want overal ter wereld waar volop mondmaskers worden gedragen en massaal wordt getest, krijgt men het virus onder controle. Twee mooie voorbeelden daarvan zijn Singapore en Hongkong.
Onder druk van de WHO, die al geruime tijd het belang van massaal testen beklemtoont, hebt u verkondigd dat hier nu ook meer zal worden getest. Meer, dat is nog steeds niet massaal. Op de webstek van Sciensano lees ik dat nog steeds enkel patiënten en zorgverstrekkers met symptomen worden getest. Hoe wilt u nu meer testen, als er nog steeds onvoldoende testen en reagentia zijn?
Een andere kwestie die mij bezighoudt, zijn de mondmaskers. Wat is dat toch met die mondmaskers? Is er nu een tekort of niet? Werden er nu besteld en betaald of niet? Wat is er van aan dat 6 miljoen mondmaskers werden vernietigd, maar niet vervangen?
Mevrouw de minister, terwijl alle sectoren die in deze crisis de boel nog recht proberen te houden, smeken om mondmaskers en ander beschermend materiaal, vindt u het nodig om Russische roulette te spelen en een bestelling te plaatsen bij een van uw partijgenoten met een obscuur bedrijfje. U zegt dat u alles onder controle heeft en dat u voorbereid bent, maar wat betekent dat eigenlijk voor u? Was u misschien vergeten dat u 6 miljoen FFP2-maskers had laten vernietigen en niet laten vervangen? De houdbaarheidsdatum was overschreden. Was dat echt de reden? Vertel ons dan eens wat dat precies inhoudt. Waarom in godsnaam moesten die maskers worden vernietigd, als u toch niet van plan was om die te vervangen?
07.02 Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, ons zorgpersoneel levert vandaag fantastisch werk, in de ziekenhuizen, in de thuisverpleging, in de woonzorgcentra. Zij staan met keihard werk in de frontlinie van de coronacrisis.
Wij zijn allen heel erkentelijk voor dat keihard werk. Wij hangen witte lakens uit, wij applaudisseren, wij hangen affiches, noem maar op. Die erkentelijkheid is mooi, maar niet genoeg, want al die helden rekenen ook op een sterke overheid, een overheid die ervoor zorgt dat al die helden veilig kunnen werken, dat zij genoeg mondmaskers hebben, dat zij genoeg ander beschermingsmateriaal hebben en dat zij niet ongerust hoeven te zijn om zelf besmet te worden.
Afgelopen week heeft de regering een taskforce opgericht en er werden 6 miljoen mondmaskers geleverd. Dat is goed. Maar toch blijven wij verontrustende berichten horen over een gebrek aan mondmaskers in de thuiszorg, over zorgpersoneel dat zelf beschermingsmateriaal moet aankopen, over onduidelijke richtlijnen, over een chaotische verdeling van het materiaal.
Ik wil dan ook graag van u weten hoeveel mondmaskers er nog komen en wanneer. Graag krijg ik de stand van zaken op dat vlak. Zal deze keer de verdeling zo verlopen dat alle zorgverleners beschermd zijn?
De taskforce zal de testcapaciteit uitbreiden, tot 10.000 tests per dag, begrijp ik. Graag kreeg ik de timing daarvan. Vanaf wanneer geldt dat aantal van 10.000? Wie zal extra getest worden? Wat zijn de doelgroepen? Welke rol spelen de nieuwe sneltests in het hele verhaal?
Tot slot, mevrouw de minister, kom ik terug op een vraag die ik u drie weken geleden al stelde en waarop ik toen geen antwoord kreeg. Hoe kan het dat die tests niet in voldoende mate op tijd waren? Hoe kan het dat wij, terwijl wij de crisis al een paar weken op ons zagen afkomen, niet genoeg materiaal hadden om de tests ruim genoeg uit te voeren?
07.03 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, nous sommes dans une situation complexe et personne ne prétendra que c'est facile. Ce n'est pas le moment d'analyser les manquements auxquels nous avons été confrontés ces dernières semaines. En février, vous mainteniez que les hôpitaux étaient suffisamment équipés en masques et autres et qu'il n'y avait pas de problème. Or des problèmes, il y en a.
Pour sortir de cette crise, il nous faut différentes choses. Tout d'abord, un personnel de première ligne engagé et il est là: médecins, infirmiers, infirmières, laborantins, services techniques et tous les autres, que ce soit dans les hôpitaux ou dans les autres institutions. Il faut les remercier encore et encore de leur engagement et de leur abnégation. Mais ce n'est pas suffisant! Il leur faut des outils adéquats et en quantité suffisante. Or nous sommes confrontés à des pénuries en cascade. La pénurie des masques n'est toujours pas réglée et présente un problème grave pour les équipes soignantes, pour les autres équipes de première ligne et pour la population. Il y a également une pénurie de réactifs et d'écouvillons pour les tests et j'en passe.
En ce qui
concerne les tests, le dépistage systématique est une stratégie qui a été mise
en place dans certains pays avec des résultats qui semblent probants. Cette
crise nous coûte très cher humainement, socialement, économiquement et
budgétairement, mais nous devons absolument nous en sortir. Le chemin pour la
maîtriser au plus vite, c'est le dépistage massif et la protection
systématique. Pourtant, nous sommes forcés de constater le manque de vision
stratégique face à cette crise sanitaire sans précédent. On avance de mesures
par-ci en solutions par-là, de pénurie en pénurie, de commandes farfelues en
livraisons insuffisantes sans plan global.
Madame la
ministre, quand allez-vous nous fournir un plan global de maîtrise de cette
pandémie et pour sortir de cette crise?
07.04 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik sluit mij uiteraard aan bij de collega's, in het bijzonder de eerste minister en mevrouw Jiroflée, die hun appreciatie al geuit hebben voor de helden in de gezondheidszorg, die dag na dag in moeilijke omstandigheden het beste van zichzelf geven.
Toch wil ik nog even uw aandacht op een ander punt vestigen. Mevrouw de minister, in deze crisis willen wij niemand achterlaten. Het is intussen duidelijk dat corona iedereen treft, van de kroonprins van Groot-Brittannië tot leerkrachten, kassiersters en de financieel allerzwaksten in onze samenleving. Corona houdt er geen rekening mee of men een goede hospitalisatieverzekering heeft en of men aan het einde van de maand nog iets overhoudt om de facturen mee te betalen.
Over die financieel kwetsbare mensen maak ik mij vandaag zorgen. Ik mag er niet aan denken hoe zij een gepeperde coronafactuur zullen moeten betalen, als zij niet goed verzekerd zijn. Gezondheidszorg is immers geen luxe. Of de factuur betaalbaar blijft, hangt af van politieke keuzes. Op politiek niveau neemt u nu volop beslissingen en dat is heel goed. U maakt 1 miljard extra vrij voor de ziekenhuizen. Zo geeft u hun ademruimte om hun personeel, die helden in de frontlinie, te kunnen betalen aan het einde van de maand.
Waarom koppelt u die extra financiering echter niet aan de voorwaarde dat de coronafactuur betaalbaar moet blijven voor iedereen, met of zonder hospitalisatieverzekering? Waarom koppelt u die extra financiering niet aan een unieke testcase, waarbij men patiënten garandeert dat de factuur betaalbaar blijft door supplementen en de praktijk dat bepaalde verstrekkingen niet vergoedbaar zijn, tijdelijk af te schaffen?
Men mag niet vergeten dat de mensen die nu in de ziekenhuizen liggen, daar niet uit vrije wil zijn, maar wel omdat het levensnoodzakelijk is. Die mensen hebben niet altijd een goede hospitalisatieverzekering om te garanderen dat de factuur betaald wordt.
Zult u ervoor zorgen dat die patiënten aan het einde van de rit geen torenhoge coronafactuur gepresenteerd krijgen? Zult u ervoor zorgen dat zij kunnen rekenen op een vangnet, waarin u nu via dat extra miljard kunt voorzien?
07.05 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de minister, ik zal iets heel ongebruikelijks doen, wat men niet zo vaak doet in het halfrond, want als men hier met bloemen gooit, dan hangen daar vaak nog de bloempotten aan. Hoe dan ook, ik wil u uit de grond van mijn hart bedanken voor uw aanpak en uw inzet de voorbije dagen. Ik denk dat ik namens heel veel mensen spreek, niet alleen collega's, maar ook mensen thuis. U, en bij uitbreiding onze regering, ook al is het een regering van volmachten, doet dat goed. Ik zou bijna om een applaus vragen, maar daarvoor zijn er hier te weinig mensen aanwezig. Zelfs de heer Dedecker is positief en dat wil al iets zeggen.
Het applaus is ook bestemd voor alle mensen die ons land op het moment draaiende houden, en dat zijn niet alleen de mensen in de zorgsector; er zijn er zoveel die wij dreigen te vergeten, zoals kassiersters, winkelpersoneel, vuilnisophalers, postbodes en pakketjesbezorgers. Ik hoop dat zij op onze dankbaarheid kunnen rekenen en dat zij daarvoor ooit zullen worden beloond. Wij zitten immers veilig in ons kot, terwijl zij aan het werk zijn.
Over dat veilig in ons kot wil ik het met u hebben. Voor veel mensen is dat kot niet zo veilig. Dat is het vaak sowieso al niet als er daar sprake is van intrafamiliaal geweld, maar zeker nu is dat probleem een stuk groter. Mensen zitten hele dagen bij elkaar, met rondlopende kinderen. Ze hebben geen uitlaatklep zoals sport, ze kunnen niet uit eten gaan of bij de buurvrouw uithuilen. Die gevaarlijke cocktail kan zorgen voor een escalatie van huiselijk geweld. Veel deskundigen waarschuwen daarvoor. Daarover gaat mijn vraag. Ik besef dat u al heel veel aan uw hoofd hebt, maar hebt u ook hiervoor aandacht? Plant u bijvoorbeeld met uw collega Geens maatregelen voor een snelle interventie door Justitie en politie? Hoe zit het in de vluchthuizen? Zijn zij voorbereid op quarantaine?
U draagt de geestelijke gezondheidszorg een warm hart toe: niet voor niets bent u de minister die als eerste de klinische psychologie laat terugbetalen. Zijn er op het moment plannen om op een veilige manier online aan hulpverlening te doen, zodat spanningen in de gezinssituatie kunnen worden weggenomen en iedereen veilig in zijn kot kan blijven?
07.06 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, heel het land is vandaag gemobiliseerd om de strijd tegen het coronavirus te winnen. Ik wil hier graag een getuigenis brengen van op het terrein. Ik ben een van de 250 huisartsen, verpleegkundigen en andere gezondheidsprofessionals die werken in de 11 groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk van de PVDA. Wij zijn verantwoordelijk voor 25.000 patiënten en zijn elke dag op het terrein. Het is belangrijk om dat te zeggen, want de mensen verwachten geen woorden, maar daden in deze strijd.
Mevrouw de minister, ik wil u de getuigenis brengen van Sarah. Zij is een van mijn patiënten en haar man is ziek. Hij heeft waarschijnlijk het coronavirus en zij is zeer bang. Zij heeft geen symptomen, maar werkt elke dag in een rusthuis. Zij gaat elke dag naar het rusthuis, maar wij kunnen haar niet testen. Zij is zeer bang om de mensen daar eventueel te besmetten. Haar ongerustheid is zeer normaal, zij moet weten of ze geen corona doorgeeft. Ze is ook ongerust over het beschermingsmateriaal, dat vrij beperkt beschikbaar is. Dat is slechts een van de gevallen. De ongerustheid is terecht bij heel veel mensen in de bevolking. Het toont aan dat wij verder de aanpak tegen het coronavirus moeten verbeteren.
Tot nu toe hebben wij ingezet op social distancing, wat zeer belangrijk is. De WHO heeft echter gezegd dat dat niet de enige maatregel is. Men moet ook weten waar het virus zit. Men moet de mensen testen, ze desgevallend isoleren en nagaan met wie zij in contact waren.
Ik heb gehoord dat de testcapaciteit uitgebreid wordt. Dat is goed nieuws. Op basis van welke visie zult u dat echter doen? Zult u de grotere testcapaciteit op een anarchistische manier inzetten? Of zult u effectief inzetten op preventie, op contact tracing, zoals de WHO vraagt? Zult u kijken of bijvoorbeeld de patiënte waarover ik daarnet sprak, besmet is of niet? Indien zij besmet is, zullen wij dan ook haar contacten isoleren? Zullen wij daarop effectief inzetten? Dat blijkt immers een succesformule in het bestrijden van het coronavirus.
07.07 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de minister, ik begin ook graag met een pluim op de hoed voor ons zorgsysteem. Er hangt geen bloempot aan; het is een pluim. Alle leden van onze regering namen al belangrijke maatregelen, terwijl ook de zorgmedewerkers zich elke dag uit de naad werken om het virus te bestrijden.
Echter, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie zegt, men wint geen voetbalmatch door alleen maar te verdedigen. Een virus kan niet bestreden worden zonder te weten wie er besmet is. Contact tracing is daarom heel erg belangrijk. Een kapper uit mijn buurt is bijvoorbeeld al de hele week besmet, samen met haar man, zonder enige test. Liefde betekent tegenwoordig ook samen uitzieken. Het bekende aantal besmettingen in ons land is slechts het topje van de ijsberg. Wij varen momenteel nogal blind rond, zonder meer details te kennen. De Wereldgezondheidsorganisatie vraagt dan ook drie zaken: testen, testen en testen. Landen als Duitsland, Zuid-Korea, Singapore en Japan slagen er wel in om dagelijks tienduizenden tests uit te voeren. Zij sporen zieken op, die vervolgens snel worden geïsoleerd. Dat is de uitdaging, waar wij vandaag voor staan.
Het is daarom ook goed dat onze regering nu de testcapaciteit van de PCR-tests zal verhogen van 2.000 naar 10.000 per dag, wat gebeurt in samenwerking met de farmaceutische industrie, de labo's en de ziekenhuizen. Het is ook hoopvol dat het FAGG sinds vandaag de goedkeuring verleent aan de verkoop en de verdeling van een sneltest, waarmee het resultaat binnen 15 minuten bekend is.
Het is wel verwonderlijk dat de UGent veel tests kan afnemen van patiënten zonder vastgestelde symptomen. Hoe kan dat? Bij schaarse middelen moeten wij een opbod tussen de ziekenhuizen vermijden, verstandig screenen en niet in het ene ziekenhuis niet en in het andere ziekenhuis wel testen.
Vandaag heb ik nog contact gehad met artsen uit Gasthuisberg in Leuven, waaruit bleek dat er in de toekomst een tekort zal zijn aan FFP2-maskers, ondoordringbare schorten en handschoenen met manchetten.
Mevrouw de minister, als de testcapaciteit wordt verhoogd, welke doelgroepen worden er dan beoogd? Hoe zit het met het tekort aan reagentia, toch een belangrijke grondstof om te kunnen testen? Hoe breed zullen de nieuwe sneltests uitgerold worden?
Hoe gaat u om met het nijpend tekort binnen een week al aan FFP2-maskers en ander materiaal?
Hoe wordt bepaald welke ziekenhuizen hoeveel materiaal krijgen?
07.08 Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, je voudrais avant toute chose avoir une pensée particulière pour toutes ces femmes et ces hommes qui se battent au quotidien pour soigner notre population. Il a été question de fleurs et de pots de fleurs lors de cette séance plénière. Je pense que celles et ceux qui méritent des fleurs, ce sont ces héroïnes et ces héros du jour qui continuent à soigner notre population. Mais ils ont besoin de bien d'autres choses que de fleurs, madame la ministre. Ils ont besoin d'être équipés de manière correcte.
Depuis des semaines, le secteur hospitalier, les maisons de repos, le secteur paramédical, les médecins généralistes ou encore les infirmiers et infirmières à domicile, pour ne citer qu'eux, crient leur désarroi. Elles et ils n'ont pas suffisamment de masques pour faire face à la crise du coronavirus. Ces masques constituent une protection essentielle pour éviter la contamination des soignants eux-mêmes et éviter ainsi qu'ils ne soient plus en mesure d'assurer les soins aux malades dans les jours et les semaines à venir. Même chose pour les blouses de protection qui font cruellement défaut dans bon nombre d'hôpitaux.
Lors de la grippe H1N1, un stock stratégique de masques FFP2 avait été constitué. Ce sont ces masques qui doivent être utilisés par les soignants pour éviter la contamination. Entre-temps, ces masques ont dû être détruits car ils étaient arrivés à leur date de péremption. Et vous n'avez pas, madame la ministre, pris le soin de reconstituer ce stock stratégique. Et cela alors que, le 6 février – il y a donc plus d'un mois et demi –, et alors que nous avions un cas de COVID-19 sur notre territoire, les experts du groupe de gestion de crise vous faisaient part de leur inquiétude concernant cette situation.
Madame la ministre, pourquoi ne pas avoir reconstitué ce stock stratégique en temps utile? À tout le moins dès l'avertissement des experts. Pourquoi ne pas avoir réinjecté dans le circuit les masques détruits avant qu'ils n'arrivent à péremption? Pouvez-vous nous dire combien de masques chirurgicaux, et surtout combien de masques FFP2, ont été reçus par notre pays à ce jour? Combien devraient encore arriver et pourront être distribués aux acteurs de terrain? Pouvez-vous, aujourd'hui, assurer à chaque intervenant qu'il pourra travailler avec l'équipement de protection nécessaire à l'avenir? Pourrait-on également avoir une clé de répartition de la distribution de ces masques?
Pour terminer, monsieur le président, j'ai pris contact avec les services du gouverneur de la province du Hainaut, ainsi que de nombreuses villes et communes. Ils nous signalent, et ils déplorent, que les listings fournis par l'INAMI sont complètement obsolètes. Ils ne sont pas mis à jour. Il y a dans ces listings, madame la ministre, des personnes décédées (…)
Le président: Respectez le temps de parole de deux minutes! Vous avez dépassé les trois minutes.
07.09 Eliane Tillieux (PS): Monsieur le président, madame la ministre, que dit l'OMS face à cette pandémie? Elle enjoint de tester, tester et encore tester. Ce n'est pas la voie que notre pays a choisie. Chez ceux qui l'ont fait, les résultats sont indéniables: la progression de la maladie est moins forte, tandis que le taux de mortalité est bien moindre que dans d'autres pays.
En Belgique, les tests ont été limités aux patients hospitalisés et au personnel soignant présentant des symptômes. Ce sont environ 30 000 tests qui ont été réalisés à ce jour. Nous sommes donc loin du dépistage systématique. Pourtant, c'est indéniable: intensifier le dépistage permet de mieux mesurer l'évolution de cette maladie, mais aussi d'isoler et donc d'empêcher les porteurs du virus qui s'ignoreraient de contaminer d'autres personnes. Or, en ce moment, combien de travailleurs effectuent des prestations essentielles sans savoir s'ils côtoient quelqu'un (par exemple, un collègue) qui serait contaminé? Pour le PS, il est hors de question de les mettre en danger et, encore moins, de le faire pour des considérations d'ordre économique – comme on peut parfois l'entendre.
Madame la ministre, allez-vous augmenter notre capacité diagnostique? Combien de tests de dépistage supplémentaires envisagez-vous et, surtout, à partir de quand? Un plus vaste traçage des contacts est-il prévu? Comment pallier la pénurie de réactifs et de matériel – comme celle, annoncée, des écouvillons? De nouvelles méthodes diagnostiques – à l'image de celle qu'a développée l'Université de Namur – pourront-elles être mises en œuvre, et dans quel délai? Des tests rapides – comme ceux développés à Gembloux par la société Coris BioConcept – pourront-ils servir en toute sécurité?
Enfin, confirmez-vous l'interdiction de travailler dans des activités non essentielles? Si oui, cette décision sera-t-elle maintenue? Je tiens à citer en particulier les secteurs des titres-services et de la construction, que certains voudraient voir de nouveau en activité, bien que les travailleurs accomplissent leurs tâches dans des conditions de proximité. C'est pourquoi j'aimerais obtenir une réponse sur le plan de la santé, madame la ministre.
Le président: Enfin, je donne la parole à Mme Rohonyi. Étant donné que les questions ont été adressées à Mme De Block et à M. De Backer, les deux ministres répondront de commun accord.
07.10 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, monsieur le ministre, chers collègues, on l'a dit, les citoyens ne sont pas égaux face à ce COVID-19. À côté de ceux qui sont confinés, il y a les autres, ceux qui sont forcés d'aller travailler. Ils ne peuvent pas faire de télétravail. Ils doivent aller chaque jour au front pour nous soigner, nous alimenter, garder nos enfants, ramasser les poubelles, assurer notre sécurité.
Leurs témoignages vont tous dans le même sens, à savoir que, lorsqu'ils vont travailler, ils y vont la peur au ventre, avec cette impression très désagréable d'être devenus finalement de la chair à canon. Mais ils y vont quand même car ils ont le sens des responsabilités, le sens du devoir.
Ce qu'ils vous demandent, mesdames et messieurs les ministres, c'est d'être dépistés et d'être automatiquement mis en confinement en cas de test positif. Il se trouve justement, monsieur le ministre, que vous avez annoncé votre volonté de procéder, de manière massive, à des tests de dépistage, à raison de 10 000 tests par jour. C'est bien évidemment une excellente chose.
Toujours est-il qu'à l'heure d'aujourd'hui, on doit s'assurer qu'on va pouvoir opérationnaliser au plus vite ces tests et, dans le même temps, on va devoir développer les tests d'anticorps, pour que l'on puisse, le plus rapidement possible, remettre les personnes immunisées au travail.
La deuxième chose que ces travailleurs vous demandent, monsieur le ministre, c'est du matériel de protection. Comme évoqué hier encore par mon collègue, les infirmiers à domicile nous ont informés que nombre d'entre eux n'ont pas pu recevoir les masques qui leur avaient été promis, parce qu'ils n'étaient pas repris sur des listes de prestataires qui sont totalement obsolètes.
Monsieur le ministre, comment et à quel rythme ces tests de dépistage auront-ils lieu? Quelles professions sont visées, étant donné que la première ministre a évoqué un ordre de priorité? À raison de combien de tests par Région? Quand les tests d'immunité pourront-ils être finalisés et de quelle manière l'État soutient-il actuellement la recherche scientifique par rapport à cela? Quand l'ensemble du personnel soignant disposera-t-il, de manière effective et sans craindre une nouvelle pénurie, de matériel de protection adéquat? Une évaluation permanente des besoins en adéquation avec les commandes et les stocks est-elle garantie aujourd'hui?
Enfin, j'adresse ma dernière question plus spécifiquement à Mme la ministre. Une actualisation du cadastre en ce qui concerne les infirmiers à domicile est-elle à l'ordre du jour?
Le président: Cela nous fait ainsi une dizaine de questions. J'accorde donc une dizaine de minutes aux deux ministres pour y répondre. Ceux-ci se partageront le temps de parole.
07.11 Minister Maggie De Block: Collega's, ik dank u voor al uw vragen. Wij zitten inderdaad waarschijnlijk in het midden van deze corona-infectie. Samen met alle ministers van de federale regering, maar ook met de ministers van Volksgezondheid van de Gemeenschappen en de Gewesten, gaan wij de strijd aan.
Het is hier al gezegd, de impact is gigantisch, niet alleen op onze gezondheidszorg, maar op heel onze manier van leven. Ons dagelijks leven wordt overhoop gegooid.
Het mag gezegd worden, iedereen plooit zich dubbel. In de eerste plaats onze zorgverleners, die dag en nacht in de weer zijn om patiënten te verzorgen en hen met raad bij te staan. Maar ook tienduizenden mensen in andere sectoren. Denk maar aan winkelpersoneel, trein-, tram- en buschauffeurs, personeel van de essentiële overheidsdiensten, vuilnisophalers, en noem maar op. Dat zijn mensen die essentiële ondersteunende diensten vervullen. Anders zouden de ziekenhuizen niet meer verder kunnen.
Ik wil ook de vele burgers niet vergeten die thuiswerken en die zich strikt aan de maatregelen houden. Zonder hun burgerzin zou dit virus zich veel sneller verspreiden, en wij weten dat dit rampzalige gevolgen zou hebben voor de capaciteit in onze ziekenhuizen.
Les autorités publiques se coupent aussi en quatre pour tenter de faire face à cette crise. Que faisons-nous concrètement? Nous informons les citoyens lors d'une conférence de presse quotidienne. Les scientifiques et les membres du Centre de Crise dressent, à cette occasion, l'état de la situation de façon claire, honnête et univoque.
En temps de crise, il est très important que tout le monde communique de manière cohérente, mais aussi transparente. Cette communication tient également compte de toutes les mesures prises par la cellule de gestion fédérale. Ces mesures sont radicales. Mais c'est le seul moyen d'éviter la croissance exponentielle du nombre de cas d'infection. Nos citoyens en sont bel et bien conscients, raison pour laquelle ils doivent respecter les consignes.
N'oublions
pas l'énorme travail effectué par la Santé publique qui a permis de prendre des
mesures fondées scientifiquement. Le comité scientifique Corona, le Risk
Assessment Group et le Risk Management Group sont, en effet, au centre de ces travaux.
Ensemble, ils veillent à ce que chacune des décisions politiques soit basée sur
les données scientifiques. En outre, tous les ministres compétents en matière
de santé ainsi que leurs administrations travaillent collectivement pour
soutenir au mieux le secteur des soins de santé face à cette situation très
difficile.
Dankzij de noodplannen is de capaciteit van de ziekenhuizen enorm opgetrokken, niet alleen voor de gewone bedden, maar ook voor de bedden op intensieve zorg en voor respiratoire ondersteuning. Wij volgen dat op via de FOD Volksgezondheid, die in realtime driemaal per dag de monitoring doet in het zogenaamde Hospital Search Capacity Committee, zodat kan worden bijgestuurd zodra een ziekenhuis in nood dreigt te raken.
De ziekenhuisnetwerken, die in het Parlement veel kritiek hebben gekregen, maar die toch van start zijn kunnen gaan begin dit jaar, zijn nu echt een enorme meerwaarde. Iedereen erkent dat. Zij versterken de coördinatie op het terrein.
Wij zijn ook dag en nacht bezig om al het materiaal te leveren aan de gezondheidswerkers, want zij zijn onze frontsoldaten in de strijd tegen het virus en verdienen dus de best mogelijke bescherming.
U hebt het al gehoord aan het aantal vragen: dit is een gigantisch domein. Het gaat niet alleen over beschermingsmateriaal en over de testen, maar ook over alle devices die nodig zijn voor ademhalingstoestellen, dialysetoestellen en wat er allemaal in een ziekenhuis gebeurt. Ik ben dan ook heel blij dat minister De Backer zich daar sinds afgelopen zondag fulltime op focust, als voorzitter van de taskforce Shortages, waarbij hij werkt aan het opdrijven van de testcapaciteit en van het materiaal geleverd aan de ziekenhuizen, laboratoria enzovoort. Hij zal u daarover de meest recente informatie geven. Ik ben blij dat wij samen, zij aan zij, deze strijd kunnen voeren.
Het stopt natuurlijk niet bij beschermings- en testmateriaal. Er zijn nog andere maatregelen genomen.
We geven een voorschot van 1 miljard aan onze ziekenhuizen, zodat ze niet in gevaar komen met hun cashflow. Administratieve vereenvoudiging en financiële zekerheid zijn er ook voor de triageposten, waar – dat moet gezegd worden – de huisartsen fantastisch werk leveren. Dat geldt ook voor de plek waar mensen terechtkomen als hun eigen huisarts uitvalt door ziekte. Verder is er het vergoeden van telefonische consulten door huisartsen, zodat zij hun rol op afstand kunnen blijven spelen. Wij bereiden ook rond psychologische zorg maatregelen voor, wat heel belangrijk is. Mentaal welzijn is immers een aspect waarmee we absoluut rekening moeten houden. De mensen die daartegen niet opgewassen zijn, beschouw ik alleszins als zeer kwetsbaar. Het overleg hierover loopt.
Ik wil iedereen
die zijn of haar steentje bijdraagt in de strijd tegen het virus heel erg
bedanken, niet alleen voor de inzet, maar ook voor de wil om over alle
beleidsniveaus heen samen te werken. In verspreide slagorde zou het ons nog
veel meer moeite kosten om dit virus te bedwingen.
Nog eens wil ik de
nadruk leggen op het belang van de hygiënische maatregelen: afstand houden,
handen wassen, maar ook het aantal contacten met minstens 50 % beperken.
Het is echt belangrijk dat we allemaal die oefening maken. Ik heb dat gedaan,
ik heb besloten om niet meer naar de media te gaan, maar dat via Zoom en Skype
te doen. Daardoor heb ik mijn contacten met 50 % kunnen beperken.
Wat maskers
betreft, mevrouw Sneppe, een masker beschermt niet volledig. Gespecialiseerde
maskers voor mensen die coronapatiënten verzorgen, bieden een betere bescherming.
Een virus echter gaat over bergen en zeeën, en gaat ook door maskers. Ze zorgen
dus voor een vals gevoel van veiligheid. Ik begrijp de emotie waarbij mensen
denken dat ze met een masker beschermd zullen zijn, maar dat is niet zo. Als u
stelt dat het beter gaat waar er veel maskers worden gedragen, dan zouden die
maskers toch de Chinese bevolking beschermd moeten hebben? Die is nochtans
zwaar getroffen door het virus, ondanks het feit dat men daar op voorhand al
veel een masker droeg, weliswaar door andere omstandigheden.
Ik blijf hetzelfde zeggen. U verandert misschien van koers, maar ik niet. We moeten de nodige hygiënische maatregelen volhouden. Alleen zo zullen wij deze uitdaging kunnen overwinnen. We staan voor een grote virale uitdaging. Alleen door te luisteren en het ook te doen, zullen wij dit kunnen overwinnen.
07.12 Minister Philippe De Backer: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heb inderdaad zondag op vraag van de eerste minister, mevrouw De Block en de hele regering de leiding van de taskforce Shortages op mij genomen. Wij proberen er op dit moment alles aan te doen om al het materiaal dat belangrijk is voor de mensen op het terrein te verzekeren.
Wij doen dit op verschillende manieren. Wij doen dit door de bestaande leveranciers te pushen om te leveren en terug te contacteren. Wij doen dit door nieuwe leveranciers aan te spreken in binnen- en buitenland. Wij doen dit door nieuwe productiecapaciteit in eigen land bij te maken. Wij halen ook stocks van Belgische bedrijven die in het buitenland staan naar België terug. We onderzoeken het hergebruik van materialen. We werken ook innovatieve oplossingen uit en brengen ze in de praktijk. We nemen ook deel aan alles wat te maken heeft met Europese openbare aanbestedingen.
Wij doen dus whatever it takes.
De organisatie is de afgelopen dagen ook veranderd. Wij werken nu in vijf grote werkgroepen. Ten eerste, werken aan testen en diagnostica, onder aanvoering van het Rega Institute. Daar proberen we de reagentia, het staalnamemateriaal, de machines en de datasystemen te securiseren. We proberen tegelijkertijd ook de capaciteit uit te breiden, samen met de universiteiten, biotech, farma en leveranciers.
Die inspanning heeft succes opgeleverd. Ik heb gisteren immers aangekondigd dat wij in de komende dagen naar meer dan 10.000 testen zullen gaan. Dat is heel belangrijk bij het in kaart brengen van de crisis, maar ook achteraf, als we voorbij de piek zullen zijn, om de normaliteit zo snel mogelijk terug te kunnen herstellen.
Een tweede werkgroep werkt aan geneesmiddelen onder leiding van het FAGG. Daar brengen we in kaart welke COVID-19-gerelateerde medicijnen we nodig hebben en proberen we die te securiseren en aan te kopen. Dit doen we over de hele wereld. We identificeren ook niet-COVID-19-gerelateerde medicijnen die we proberen vast te krijgen voor onze geneesheren en onze ziekenhuizen.
Een derde werkgroep werkt rond de medical supplies, onder de aanvoering van de FOD Volksgezondheid en de FOD Economie. Daar proberen we de maskers, de handschoenen, de blouses, de handgels, al het beschermend materiaal voor ons personeel op het terrein te securiseren.
Een vierde werkgroep werkt aan de medical devices, onder leiding van het FAGG. Daar zijn we op zoek naar beademingstoestellen en andere toestellen voor intensive units, maar ook de disposables voor de behandeling van patiënten is daar een prioriteit.
Een vijfde werkgroep werkt aan de distributie en de logistiek, onder leiding van het leger. Daar hebben we een centrale hub georganiseerd in Peutie. Van daar organiseren we de distributie richting de provincies, waarna de hulpverleningszones het kunnen overnemen en een meer fijnmazige verdeling kunnen doen.
Dès le moment où l'on a accès à un certain matériel, ce stock est distribué sur la base des critères décidés par le Risk Management Group. Ce groupe est constitué d'experts, de scientifiques, de médecins qui nous conseillent. Ce soir, je donnerai des informations plus claires sur le système des priorités dans les soins de santé pour certains éléments de matériel et pour les tests.
Chaque jour, nous recevons du matériel: des masques, mais aussi d'autres produits. Il est important que chaque personne, chaque entreprise prenne la responsabilité de sécuriser ce flux énorme pour ce pays.
Er staat internationaal enorm veel druk op die markt. Ik kan u de verwachte leveringen meedelen, maar door de grote internationale crisis is het absoluut niet zeker wanneer en hoe die zullen aankomen. Ik ben van plan om daarover één keer per dag te communiceren, als ik zekerheid heb over de zendingen. Het heeft geen zin dat de pers of anderen constant blijven jagen op de primeur van een aankomende zending. Wij moeten er gewoon alles aan doen opdat ze zouden aankomen.
In de afgelopen 10 dagen zijn er al 16,7 miljoen chirurgische maskers geleverd in België, waarvan er 11,2 miljoen zijn verdeeld. Wat de FFP2- en FFP3-maskers betreft, daarvan zijn er 1.125.000 geleverd en 575.000 verdeeld. Morgen worden op basis van de criteria van de Risk Management Group opnieuw 3,5 miljoen chirurgische maskers verdeeld over de verpleegsters, de psychiatrische ziekenhuizen, de vroedvrouwen, kinesisten en andere zorgberoepen. Er worden ook 350.000 FFP2-maskers verdeeld over de ziekenhuizen.
Op het vlak van de testen hebben wij de testcapaciteit in ons land effectief kunnen optrekken. Wij volgen daarbij een drievoudige strategie, afhankelijk van de evolutie van de pandemie. Men kan op dit moment patiënten identificeren die het virus dragen. Daarvoor heeft men PCR-testen nodig. Wij werken samen met de universiteiten en de biotechnologische en farmaceutische sector om die capaciteit zo snel mogelijk te bereiken. Wij slagen daar ook in. Wij zorgen ook voor de reagentia door deals te maken met grote leveranciers. Iedereen werkt daaraan mee, in een grote gezamenlijke inspanning om dat mogelijk te maken.
Tegelijkertijd hebben wij de afgelopen week klinische testen laten uitvoeren, snelle antigentesten, die ons in staat moeten stellen om over te gaan tot een snellere triage van COVID-19-positieve en -negatieve patiënten. Eens wij voorbij de piek zullen zijn en veel mensen – hopelijk zo weinig mogelijk – besmet geraakt zullen zijn, kan men antilichaamtesten doen. Die zijn veel minder gevoelig. Wij zullen dan effectief kunnen overstappen naar een systeem van breder testen. Voorlopig behouden wij de huidige testen. Wij laten die uitvoeren via de ziekenhuizen en de laboratoria. Wij werken ook heel nauw met hen samen om ervoor te zorgen dat zij niet overstelpt worden met vragen die op dit moment nutteloos zijn, want veel mensen zijn vandaag nog niet besmet.
Dat is de strategie die wij in de komende weken zullen volgen. Ik wil de mensen niet het beeld geven dat iedereen vandaag al getest zal worden. Dat kan niet. Wij hebben daarvoor de capaciteit niet. Geen enkel land heeft die capaciteit. Als we zouden overgaan tot 10.000 testen per dag, dan zouden we testen op het niveau van Zuid-Korea. Dan zouden we doen wat daar gebeurt, met veel gevoeligere testen dan de testen die daar uitgevoerd worden. Dit is wat wij aan het doen zijn en de weg die ik in de komende weken zal blijven bewandelen.
De gemeenschappelijke inspanning gaat door. Wij hebben in het coronavirus een gemeenschappelijke vijand gevonden. Ik wil dan ook alle hulpverleners in de eerste lijn en ook de mensen die vandaag aan de slag zijn bedanken voor hun inzet om dit land aan de gang te houden en mensenlevens te redden. Ik heb heel veel goede initiatieven en voorstellen gekregen van jullie allemaal. Als wij blijven samenwerken, tous ensemble, zullen wij dat virus kunnen verslaan.
De voorzitter: Ik ben nogal gul geweest bij het meten van de spreektijd. Ik zal dat dus ook toepassen voor de parlementsleden die willen repliceren.
07.13 Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, uw antwoord zint mij helemaal niet. De manier waarop u deze crisis aanpakt, roept bij mij en mijn partij heel wat vragen op. Het ene lijk na het andere valt uit de kast, eerst de mondmaskers en het andere beschermingsmateriaal en dan de testcapaciteit. Wat wordt het volgende probleem? Ik hoor hier al over tekorten aan geneesmiddelen omdat bepaalde medicijnen blijkbaar al in quarantaine staan.
Eén ding is duidelijk, als we dit virus overmeesteren, zal het niet dankzij u en uw regering zijn maar wel dankzij de mensen die ondanks alles de boel nog rechthouden. Ik denk dan aan de zorg, de kassiersters, de transporteurs, de rekkenvullers en noem maar op. Bij mijn vraag van vorige week stelde ik al dat u met alles veel te laat komt.
Minister De Backer, ik dank u voor uw mooie uitleg, maar het komt helaas allemaal veel te laat. Misschien komt het echter beter laat dan nooit, zoals het Vlaamse spreekwoord luidt.
Verpleegkundigen en artsen komen mij met tranen in de ogen vertellen hoe het er op hun dienst aan toegaat. Er is één mondmasker beschikbaar per persoon per shift. Mevrouw de minister, ze voelen zich effectief frontsoldaten, maar dan wel soldaten die zonder wapens naar het front gestuurd worden. Ze zijn bang om besmet te raken en hun eigen gezinnen te besmetten. Zij zijn de helden van vandaag. Daarom roepen wij op om massaal te testen en hen en onze mensen massaal te beschermen.
07.14 Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw en mijnheer de minister, ik ben bijzonder blij dat de taskforce er is, laat dat duidelijk zijn. Ik blijf er echter bij dat we al eerder uitgebreider hadden kunnen testen als we genoeg materiaal hadden gehad. Ik blijf daarover met vragen zitten. Het is intussen misschien niet meer too little maar zeker en vast too late.
Mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij collega Creemers, want ook voor de sp.a mag de factuur van deze coronacrisis niet bij de patiënt terechtkomen. We dringen er dus sterk op aan dat u een systeem invoert waarbij coronapatiënten geen ereloonsupplementen krijgen aangerekend in deze periode.
07.15 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Nous comprenons la complexité de l'enjeu et nous ne prétendons pas qu'il est facile de gérer ce qu'il nous arrive aujourd'hui en Belgique et en Europe. Nous entendons les solutions trouvées jour après jour et nous vous en remercions.
Mais nous avons besoin d'entendre que vous savez ce que vous faites, que vous avez une vision claire et un plan et que nous ne sommes pas dans une gestion de type "un problème, une solution".
Tous les soirs, à 20 h 00, j'applaudis pour nos équipes soignantes, pour les personnes qui gardent nos enfants, qui ramassent nos poubelles, qui garantissent notre sécurité, qui acheminent et distribuent nos aliments. Je le fais de tout mon cœur mais, chaque soir, je suis un peu plus mal à l'aise parce que nos équipes de première ligne ont besoin de bien plus que de nos applaudissements. Elles ont besoin qu'on se rappelle que leur situation actuelle n'est pas une fatalité, mais le fruit de décisions politiques et de coupes budgétaires assumées. Enfin, elles ont besoin d'un plan global de gestion de la pandémie. Ce plan, c'est votre rôle de le fournir et on l'attend toujours, et avec impatience.
07.16 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u hebt niet de tijd gehad om op mijn voorstel te antwoorden, maar ik begrijp dat. Het is waarschijnlijk een vreemde vraag.
Nu tijdelijk supplementen afschaffen is niet zo vanzelfsprekend, maar wij bevinden ons in ongeziene omstandigheden. Die vragen om ongeziene maatregelen en misschien ook om zaken waarvan we een week geleden zeiden dat ze niet kunnen. Over dat miljard euro extra voor de ziekenhuizen dachten we dat een aantal weken geleden ook nog.
Ik blijf bij mijn oproep om deze crisis als een testcase te gebruiken. Wij staan niet alleen met die vraag. De directeur van het Brusselse UZ, Marc Noppen, zegt dat ook in zijn dagboek in De Tijd. Hij zegt dat ziekenhuizen te afhankelijk zijn van prestaties en dat we misschien tot een meer gemengd model moeten komen. Als hij daarover nadenkt in volle crisis, dan moeten wij dat ook doen.
Gebruik deze crisis als een testcase, neem die goede praktijken mee naar het post-coronatijdperk, waar wij naar een financieringsmodel gaan dat ziekenhuizen niet meer afhankelijk maakt van die supplementen op honoraria en kamers, naar een model dat onze gezondheidszorg ook financieel toegankelijker maakt voor iedereen, zeker voor de financieel kwetsbaren.
In volle crisis laten wij niemand achter. Laat ons nu, maar zeker ook daarna, vasthouden aan dat goede voornemen.
07.17 Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik ben blij te horen dat u in deze crisistijd, waarin we zoveel tijd, geld en energie nodig hebben voor onze fysieke gezondheidszorg, nog aandacht hebt voor ons psychisch welzijn.
Ik zeg dat niet omdat ik zelf psycholoog ben, maar wel omdat ik, en samen met mij veel mensen, weet dat mensen die psychisch lijden, depressief zijn of psychisch en fysiek geweld ondergaan minder immuun zijn en daardoor vatbaarder zijn voor ziektes, waaronder COVID-19. Ik wil u daarvoor bedanken.
Tot slot heb ik nog een kleine oproep. Wij roepen iedereen op om solidair te zijn. Misschien is het het moment om daarmee onder elkaar te beginnen. Ik zag de voorbije dagen hoe politici over elkaar struikelden om elkaar vliegen af te vangen, elkaar aanvallen en informatie naar de pers lekken, desnoods foute informatie als ze maar de eerste zijn, terwijl het net belangrijk is dat mensen de juiste informatie krijgen.
Als het medisch personeel zo met elkaar zou omgaan – "kijk eens wat ik heb gedaan", "zij hebben de fouten gemaakt" en "ik sta als eerste bij de nieuwe levering mondmaskers" – dan denk ik dat het aantal doden veel hoger zou liggen. Wij hebben het virus bij zijn nekvel. Door samen te werken kunnen wij het de coup du lapin, de nekslag, geven.
07.18 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik dank u voor de antwoorden. Ik moet echter bekennen dat ik op mijn honger blijf.
Mevrouw de minister, u blijft immers de nadruk leggen op enkel die ene pijler, namelijk sociaal afstand nemen en het hebben van minder contacten, hoewel ook de andere pijler moet worden bekeken, namelijk het isoleren en het diagnosticeren.
Ik bemerk bijvoorbeeld het aantal besmettingen in de rusthuizen, waarover wij worden geïnformeerd, en de toestand aldaar. Het is derhalve dringend dat de mensen die er werken en verblijven, worden getest en geïsoleerd.
U geeft geen antwoord op de vraag van mijn patiënte Sara, die elke dag in het rusthuis werkt zonder voldoende bescherming, terwijl haar man thuis een hoest heeft.
07.19 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Merckx, de rusthuizen zijn niet mijn bevoegdheid. Stel uw vraag in het Vlaams Parlement.
07.20 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, daarmee ga ik niet akkoord. Of iemand nu in een rusthuis in Vlaanderen of in Wallonië zit, is niet belangrijk. Het probleem moet centraal en overal worden aangepakt. Wij kunnen geen tijd verliezen, door de kwestie naar een ander bevoegdheidsniveau door te schuiven.
De mensen willen dat het wordt aangepakt. Dat is echt belangrijk. Daartoe zijn middelen nodig en die middelen kunnen hier op federaal niveau worden uitgetrokken.
Ik wil dan ook vragen dat u naar de huisartsen luistert en hen bij de zaak betrekt. Indien het er immers echt op aankomt te weten met wie de betrokkenen in contact komen en wie van hen een gevaar vormt, dan zijn het de huisartsen die een heel belangrijke informatiebron vormen. Dat is ook het geval voor bijvoorbeeld de thuisverpleging, die vandaag echt niet genoeg bij het beleid wordt betrokken.
Ik hoop dat u uw aanpak zal veranderen.
07.21 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat onze regering alles doet om het coronavirus te bestrijden, samen met alle solidair thuiszittende burgers en alle hardwerkende burgers in de zorg en in alle essentiële diensten.
De uitdaging nu en over een aantal weken blijft meer testen en isoleren. Voor de toekomst moeten wij het belang onderstrepen van breed en verstandig testen bij de juiste doelgroepen.
Mijnheer De Backer, het is van belang dat wij eerst de zieken helpen en dat wij dit eerst doen met de PCR-testen en met de triagetesten. Er moet echter ook een strategie klaarstaan om ook andere specifieke doelgroepen te testen die met anderen in contact komen. Ik denk daarbij aan politieagenten en kassiersters, maar ook aan anderen die buiten de ziekenhuizen werken. Wij moeten die strategie kunnen uitrollen, eens alle zieken zijn getest.
Wij moeten ook het opbod tussen verschillende ziekenhuizen vermijden. U sprak van een fijnmazig distributienetwerk. Ik hoop dat het waar is. Ik hoor immers dat verschillende ziekenhuizen vandaag een beroep moeten doen op zelfgemaakte maskers en dat zij maskers steriliseren, met alle gevolgen vandien.
Ik hoor dat men in bepaalde ziekenhuizen met een tekort kampt, en in andere niet. Het kan niet dat in het ene ziekenhuis getest wordt en in het andere niet. Er mag geen willekeur zijn wanneer het over leven en dood gaat.
Ik wil u danken en u allemaal goede moed toewensen.
De voorzitter: Voor ik het woord geef aan collega Prévot, wil ik zeggen, ook voor de buitenwereld, dat de reden waarom wij in deze opstelling debatteren alleen met hygiëne te maken heeft. Wij hebben vastgesteld dat vorige week, toen de ene na de andere op het spreekgestoelte kwam, dit elke keer met een bepaald product ontsmet moest worden. Dat was niet zo efficiënt.
Het is efficiënter, maar misschien minder leuk voor de media, mais je m'en fou, dat wij debatteren zoals wij nu debatteren en niet de ene minister na de andere naar voren laten komen om de spreker in de ogen te kijken. Als wij te dicht bij elkaar zitten, is dat niet goed. Iedereen spreekt dus van op zijn bank. Daar heeft het mee te maken, en met geen enkele andere reden.
Soms kan ik mij daarover een beetje opwinden, maar dat is de reden waarom wij zitten waar wij nu zitten.
07.22 Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, nous vivons une crise historique. C'est la raison pour laquelle le groupe socialiste sait que la gestion est tout sauf évidente.
Cela dit, je n'ai pas reçu de réponse à toutes mes questions. M. De Backer, que je tiens d'ailleurs à remercier, a fait le point quant aux commandes reçues de masques chirurgicaux et de masques FFP2.
J'entends la difficulté qui est la vôtre de pouvoir donner des précisions quant aux commandes à venir. Mais c'est malheureusement une réponse que l'on donne au personnel soignant depuis de nombreuses semaines. Et je peux vous dire, madame, monsieur les ministres, que toute une série de secteurs, toute une série de femmes et d'hommes ne sont pas, aujourd'hui, correctement équipés pour pratiquer leur métier.
Madame la ministre, je n'ai pas non plus eu de réponse à ma question relative à la gestion du stock stratégique, ni aux fameux listings qui ont été fournis par l'INAMI aux gouverneurs de ce pays qui les ont eux-mêmes transmis aux villes et communes. Il est, en tout cas, très difficile de procéder à la distribution des masques car les listings ne sont pas à jour. J'ai fait l'exercice. Dans le Hainaut, c'est le "bordel" le plus complet.
Madame la ministre, il est de la responsabilité de l'État de fournir des masques et des protections à toutes ces femmes et ces hommes. À ce niveau, on ne peut que déplorer un défaut de prévoyance. Et, selon moi, cette absence de prévoyance est la conséquence de considérations budgétaires et de l'austérité imposée en matière de soins de santé durant ces dernières années. Les citoyennes et les citoyens font tourner les machines à coudre pour équiper les gens. On sent que la solidarité est au cœur de cette crise. Mais il faudrait tirer tous les enseignements de cette crise.
Il appartient à l'État de garantir aux soignants de pouvoir prendre soin des patients en toute sécurité. Cette épreuve doit également nous ouvrir les yeux: nos soins de santé ne sont pas une simple variable d'ajustement budgétaire, et ils ne pourront plus jamais être considérés de cette manière.
07.23 Eliane Tillieux (PS): Je remercie Mme la ministre et M. le ministre pour les précisions, mais je m'interroge toujours: pourquoi n'avons-nous pas prévu plus tôt ce dépistage à grande échelle qui devient aujourd'hui une nécessité, et une urgence même pour certains groupes cibles? Ce dépistage ne doit pas servir seulement à une cartographie de crise, monsieur le ministre. Ce dépistage est une des réponses aux inquiétudes de tous ceux qui, aujourd'hui, continuent à travailler et à prendre des risques pour leur santé. Chaque jour, ils craignent à juste titre de rentrer à la maison et de contaminer à leur tour leurs enfants, leur conjoint ou leurs proches.
Il faut aussi prévoir l'après-crise et savoir si oui ou non, cette maladie sera prise en compte par les assurances. Nous devons assurer la sécurité de toutes les personnes qui, malgré les risques, assurent les besoins essentiels. On pense évidemment bien sûr tous ici au personnel soignant, en première ligne, mais aussi aux pharmaciens, aux caissiers, aux livreurs, aux réassortisseurs qui nous permettent de faire nos courses et de manger, au personnel de la propreté qui exerce un travail parfois ingrat, qui maintient la propreté publique et veille au ramassage des déchets. Je pense aussi au personnel des services publics. On a parlé des facteurs, mais il faut penser à tous ceux qui assurent un service au quotidien.
Pour les activités non essentielles, monsieur le président, il ne faut prendre aucun risque. C'est la santé des travailleurs avant tout. Il est inexact de dire que, dans la construction ou dans les titres-services, on peut garder ses distances. Non! Les ouvriers sont entassés dans des camionnettes et, lorsqu'ils arrivent sur les chantiers, ils se trouvent dans des espaces extrêmement restreints.
Les travailleurs en titres-services sont des milliers au service de plus d'un million de nos concitoyens. Parlons-nous de confinement si on les envoie de domicile en domicile? Non! Ce n'est pas respectable. Pour nous, il faut nécessairement interdire ces activités, tant les employeurs que les travailleurs le disent. Ils ne peuvent pas assurer la sécurité des travailleurs, ni celle des foyers dans lesquels ils se rendent. Mesdames et messieurs les ministres, vous devez les écouter. C'est un message important!
07.24 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame et monsieur les ministres, je vous remercie de vos réponses, bien que je reste cruellement sur ma faim.
C'est la troisième fois, madame la ministre, que je vous interroge au sujet des infirmiers à domicile, et c'est la troisième fois que je n'obtiens pas de réponse. Il s'agit ici de 32 000 personnes qui mettent chaque jour leur vie en danger. Par conséquent, j'estime qu'elles méritent davantage de considération.
S'agissant des tests sérologiques ou de dépistage, je tiens à saluer le travail qui a été accompli par les entreprises et les laboratoires universitaires. Nous leur devons énormément. Dès lors, l'État doit soutenir davantage encore la recherche scientifique. Si je vous en parle, c'est parce que, face aux contraintes sociales et économiques que nous impose cette crise, ces tests de dépistage nous donnent l'espoir d'une porte de sortie, car ils permettront d'éviter de nouvelles contaminations, d'assurer la continuité de nos soins, de prendre rapidement en charge les malades et, par conséquent, d'éviter les cas mortels. C'est ce que nous observons aujourd'hui notamment en Allemagne, où ce dispositif porte ses fruits.
Monsieur le ministre, en ce qui concerne les tests, j'entends que vous allez apporter une réponse ce soir, puisque vous n'êtes pas en mesure de le faire en ce moment. Je le regrette, mais je le respecte. J'ose donc espérer que vos réponses seront conformes à la nécessité de dépister, à tout le moins, les personnes qui se trouvent au front et qui ne peuvent pas télétravailler. Je pense en particulier au personnel soignant.
L'incident est clos.
08 Vraag van Meryame Kitir aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De problemen en onduidelijkheden in verband met de tijdelijke werkloosheid" (55000548P)
08 Question de Meryame Kitir à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les problèmes et imprécisions relatifs au chômage temporaire" (55000548P)
08.01 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, vandaag zitten ondertussen meer dan een miljoen mensen in een systeem van tijdelijke werkloosheid. Dat betekent een op vier van al onze werknemers. Dat systeem van tijdelijke werkloosheid is belangrijk in tijden van crisis, want in crisistijden hebben mensen nood aan een sterke overheid die zekerheid en duidelijkheid biedt: de zekerheid dat het inkomen van de mensen die vandaag op tijdelijke werkloosheid staan, gegarandeerd is door de overheid. Tijdelijke werkloosheid door corona is immers geen keuze geweest, het is vooral overmacht.
Die zekerheid en duidelijkheid zijn er vandaag niet, mevrouw de minister. U garandeert dat de mensen die tijdelijk werkloos zijn 70 % van hun loon zullen krijgen, maar in de werkelijkheid is dat zo niet, want daarvan wordt nog een forse belasting van 26,75 % afgetrokken. In normale tijden is dat een goed systeem om te vermijden dat mensen later te veel belastingen zouden moeten bijbetalen, maar nu de tijdelijke werkloosheid veel langer duurt, is het toch belangrijk dat die belasting omlaaggaat, want anders zullen veel mensen op het einde van de maand niet meer rondkomen.
Daarom heb ik een voorstel ingediend om tijdens de coronacrisis de belastingen op de tijdelijke werkloosheid te verlagen tot 10 %. Zo bieden wij de tijdelijke werklozen de zekerheid op een voldoende hoog inkomen zolang de crisis duurt en geven wij hun de duidelijkheid dat de uitkering die zij vandaag krijgen, morgen niet wordt afgenomen. Bent u bereid om dat voorstel te steunen, mevrouw de minister?
Ik wil ook van de gelegenheid gebruikmaken om even stil te staan bij de interim-arbeiders. Als het economisch slecht gaat, zijn zij vaak de eerste slachtoffers. Dat dreigt vandaag ook zo te zijn. Ik kreeg veel signalen van interim-arbeiders die op dagcontracten werden gezet, waardoor zij geen recht zouden hebben op tijdelijke werkloosheid. Ondertussen zou er een afspraak zijn gemaakt met de sectorfederatie Federgon om dat te vermijden. Klopt dat en kunt u hierover meer uitleg geven?
08.02 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Kitir, ik dank u voor uw vraag. U hebt in uw inleiding terecht gesteld dat tijdelijke economische werkloosheid in het kader van corona belangrijk is. Ook in 2009 heeft die maatregel zijn nut sterk bewezen, iets waarvoor we door de OESO en anderen internationaal werden geprezen. Ik ben ervan overtuigd dat ook vandaag die maatregel de beste is om onze bedrijven zuurstof te kunnen geven, maar ook onze mensen. U zegt terecht dat de facturen betaald moeten worden en dat mensen een waardig inkomen moeten genieten.
Mevrouw Kitir, zoals u zelf hebt gezegd, mogen we niet vergeten dat er vandaag meer dan een miljoen mensen in tijdelijke werkloosheid zitten door corona. Op vraag van zowel de werkgevers als de werknemers hebben we de procedure daarvoor heel sterk vereenvoudigd. We zorgden ervoor dat mensen automatisch in het systeem komen. Daarbij heeft de regering bijkomende maatregelen genomen. U weet dat wij het percentage van 65 % naar 70 % hebben gebracht. Daaraan werd nog een toeslag toegevoegd van 5,63 euro per dag. Dit betekent nog 150 euro bruto die daaraan wordt toegevoegd waar dan, zoals u zegt, nog 26 % aan sociale bijdragen wordt afgetrokken.
In het kader van de maatregelen die wij nemen, is het niet onbelangrijk om verder te verfijnen. We moeten nagaan hoe we mensen in de cruciale sectoren aan het werk kunnen houden. We krijgen heel veel vragen om aan te moedigen dat mensen blijven werken in heel veel sectoren, maar zeker ook in de essentiële. Daarnaast is er ook de terechte zorg om meer handen te hebben in cruciale sectoren als de voeding, de zorgsector, de logistiek en andere sectoren. We onderzoeken volop welke bijkomende maatregelen we nog kunnen nemen.
Er was een probleem met interim-arbeid en daarin hebben we bijgestuurd. We doen dat elke dag opnieuw: als er problemen zijn, proberen we in de mate van het mogelijke bij te sturen. Mensen waarvan mocht worden verwacht dat ze vandaag nog altijd een interim-contract zouden hebben indien er geen corona zou zijn, kregen allemaal toegang tot het systeem van tijdelijke werkloosheid. We doen daar dus echt ons best.
Er moet mij nog iets van het hart. Wij nemen vandaag maatregelen, maar het is belangrijk om overleg te voeren met de regio's, om na te gaan of de maatregelen compatibel zijn en wat de eventuele effecten kunnen zijn van het cumuleren van maatregelen, hoe goedbedoeld die door veel collega's ook zijn. Dit overleg blijft belangrijk: er mogen geen negatieve effecten voortkomen uit wat wij bijkomend nog doen.
Wanneer er zich op het terrein problemen voordoen, dan vraag ik u om ze ons zo snel mogelijk door te geven.
Wij hebben nu een systeem ingevoerd waarvan ik overtuigd ben dat dit het correcte en juiste systeem is om zuurstof te geven aan bedrijven en aan de mensen.
08.03 Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.
Dit is een uitzonderlijke situatie die natuurlijk om uitzonderlijke maatregelen vraagt. Ik heb er dan ook begrip voor dat er steeds bijgestuurd wordt. Wij merken dat ook en wij volgen dat op de voet op.
Ik ben u er dankbaar voor dat u inzake de interim-arbeiders snel geschakeld hebt om hen zo snel mogelijk duidelijkheid te geven.
Omtrent de belasting op tijdelijke werkloosheid hoop ik dat u onze suggestie meeneemt. Ook op dat vlak is de huidige situatie namelijk tijdelijk en nieuw. Vroeger was het de bedoeling dat mensen kort in tijdelijke werkloosheid geplaatst werden. Nu weet niemand hoelang het zal duren. Het zal een enorme impact hebben op het inkomen van de mensen. De mensen vragen zekerheid en duidelijkheid. Ik wil daarom ons voorstel herhalen om de belasting van 26,75 % te verlagen naar 10 %, om op die manier voor de mensen meer inkomen te garanderen. Ik hoop dat u dat meeneemt. Wij blijven het in ieder geval opvolgen en wij zullen u daarover blijven ondervragen.
Het incident is gesloten.
- Michel De Maegd à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'impact socioéconomique de la crise du coronavirus" (55000554P)
- Leen Dierick à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les conséquences économiques du coronavirus" (55000556P)
- Michel De Maegd aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De sociaal-economische impact van de coronacrisis" (55000554P)
- Leen Dierick aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De economische gevolgen van het coronavirus" (55000556P)
09.01 Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, madame la ministre, tout d'abord, permettez-moi de rendre hommage à tous les travailleurs qui sont en première ligne aujourd'hui dans les secteurs essentiels que sont la santé, les transports, la grande distribution, la collecte des déchets et j'en passe. Tous ceux qui font preuve d'un dévouement qui, il faut bien le dire, force le respect.
Hommage aussi à ceux qui, dans nos PME, se battent pour préserver ce qui peut l'être. Car cette crise a un impact économique immense dans notre pays. Le gouvernement, vous l'avez déjà évoqué, a pris une vingtaine de mesures de soutien. Près de deux milliards seront consacrés pour préserver l'emploi et maintenir un niveau de revenus minimal à ceux qui sont touchés par la crise. Nos entreprises bénéficient de reports de paiement ou de l'extension du droit passerelle pour les indépendants.
Madame la ministre, nous devons aussi veiller à protéger les consommateurs. On le sait, le secteur financier s'engage à fournir aux emprunteurs touchés par la crise un report sans frais du remboursement de leur prêt hypothécaire. Cela ne concerne pas les crédits à la consommation. Or, en la matière, selon les derniers chiffres de Statbel, les ménages ont une dette de près de 27 milliards d'euros. Plusieurs associations demandent que les sanctions liées au non-paiement de ces crédits soient suspendues pour ceux qui subissent un chômage temporaire.
Enfin, en ce qui concerne les réservations de voyages pour les mois à venir, notre commissaire européen, Didier Reynders, a signifié à la Belgique que les mesures temporaires de soutien au secteur ne sont pas conformes à la législation européenne. Vous aviez annoncé une exonération temporaire de l'obligation de rembourser le consommateur pour un voyage organisé mais annulé. Le droit européen stipule, lui, que les consommateurs ont le droit de choisir entre soit un remboursement, soit un voucher valable dans les prochains mois.
Madame la ministre, quelles mesures le gouvernement compte-t-il prendre pour récompenser le courage et le travail sans relâche des salariés et des indépendants qui sont actuellement en première ligne? Peut-on par exemple envisager une prime exceptionnelle pour ces personnes mobilisées?
En ce qui concerne les crédits à la consommation, une extension de la mesure prise pour les crédits hypothécaires est-elle envisageable? Dans le cas contraire, quelle réponse pourriez-vous apporter aux ménages en difficulté?
Enfin, en ce qui concerne les réservations de voyages, une modification de l'arrêté royal est-elle prévue afin de s'aligner sur la législation européenne? Je vous remercie.
09.02 Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, de impact van het coronavirus op onze gezinnen en onze bedrijven is immens groot. Heel wat werknemers werden van de ene op de andere dag tijdelijk werkloos. Voor de meeste van hen was het de eerste keer in hun loopbaan. Dat doet wat met een mens.
Gelukkig hebben de verschillende regeringen snel en kordaat maatregelen genomen ter ondersteuning. Wij moeten het inkomensverlies van onze werknemers en onze zelfstandigen beperken, want onze economie moet blijven draaien. De economische motor mag zeker en vast niet stilvallen.
Het is hoopvol dat zelfstandigen creatief zijn en blijven werken door bijvoorbeeld in leveringen aan huis te voorzien.
Er zijn ook heel wat bedrijven die wel willen werken, maar die te maken hebben met een gebrek aan grondstoffen, een gebrek aan personeel of een gebrek aan orders. Dat is toch alarmerend. Zo dreigt er een personeelstekort te komen in de voedingssector en ook in de landbouwsector.
Terwijl meer dan één miljoen mensen technisch werkloos thuis zit, snakt men in andere sectoren naar extra werkkrachten. Er moeten meer helpende handen komen op de werkvloer. Studenten kunnen daarbij helpen. Zij hebben tijd en goesting om te werken, maar zij vinden vaak geen studentenjob, of hebben hun contingent al bereikt.
Ook de zorgsector komt handen te kort. Het is alle hens aan dek om die draaiende te houden. De mensen werken daar in moeilijke omstandigheden. Wij moeten hen zoveel mogelijk ondersteunen, net als de mensen die actief zijn in de voedingssector, de kinderopvang en de afvalophaling.
Mevrouw de minister, mijn vragen aan u zijn heel concreet.
Er zijn al heel wat maatregelen genomen om mensen die zonder werk vallen te ondersteunen. Maar werken moet nog steeds meer lonen dan thuisblijven. Mensen die blijven werken, moeten wij ook steunen en aanmoedigen. Een applaus is mooi, maar daar betaalt men geen facturen mee.
Welke maatregelen zullen er genomen worden voor de werkende mensen?
Essentiële sectoren moeten blijven draaien. Zij komen handen te kort. Hoe kunnen wij mensen die nu tijdelijk thuis zitten inzetten in die cruciale sectoren?
Studenten kunnen daarbij helpen. Welke maatregelen kunnen wij nemen om de studenten een studentenjob te geven, en om ervoor te zorgen dat zij hun contingent niet overschrijden?
Tot slot, wij moeten verder kijken dan de huidige crisis. Na de crisis moet de economie opnieuw aanwakkeren. Het consumentenvertrouwen moet opnieuw groeien. Welke maatregelen kunnen wij daarvoor nemen?
Ik kijk alvast uit naar uw antwoord.
09.03 Minister Nathalie Muylle: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik dank u voor uw vragen. Ik ga verder met het antwoord dat ik aan mevrouw Kitir gaf.
We zijn vertrokken met een eerste groep van tien maatregelen met betrekking tot tijdelijke werkloosheid. Dat is voor ons een heel belangrijke maatregel om zuurstof te geven aan bedrijven en mensen.
Het waren de bedrijven die bij ons zijn komen vragen, bijna smeken, om die maatregelen te nemen, om ervoor te zorgen dat de loonlasten op korte termijn zouden wegvallen en die ertoe strekten dat zuurstof aan bedrijven zou worden gegeven. Dat mogen we toch zeker niet vergeten.
Deze eerste groep van maatregelen aan de basis was belangrijk. Daarin zitten ook heel wat financiële maatregelen. Ik denk dat nu terecht nieuwe specifieke maatregelen worden gevraagd. We moeten hier sector per sector gaan bekijken wat de noden zijn.
Er zijn twee groepen van maatregelen nodig.
Ten eerste, mensen die aan het werk zijn, moeten aangemoedigd worden om te blijven werken en ze moeten dat in veilige omstandigheden kunnen doen. Daarmee ben ik het helemaal eens.
Ik vind het spijtig dat vanuit bepaalde hoeken voorbeelden worden aangehaald dat men meer zou krijgen door thuis te blijven dan door te blijven werken. Dat is niet zo. Ook bij de laagste lonen is er nog altijd een verschil van 300 tot 400 euro netto. Ik vind dit jammer, omdat het een verkeerde beeldvorming geeft. We moeten echter wel uitkijken voor een opbod. We moeten met de regio's zeker gaan bekijken of bepaalde goedbedoelde maatregelen geen negatief effect hebben.
Hoe kunnen we de mensen die werken aanmoedigen? Ik denk dat werkgevers hierin een rol kunnen spelen. Sommigen doen dit vandaag al. Ik denk dat we hier heel specifieke fiscale en sociale maatregelen moeten nemen die gunstig zijn voor werkgevers. Wij kunnen dit ook doen met de overheid.
Een tweede groep van maatregelen is bedoeld om meer mensen aan het werk te krijgen in de zorgsectoren, in de voedingssectoren, in cruciale sectoren. Mensen zijn thuis en zijn bereid om aan de slag te gaan. We moeten bekijken hoe we bepaalde systemen met elkaar kunnen verenigen. Er werden studenten en tijdelijke werklozen genoemd. Hoe kunnen we hen inzetten in sectoren waar meer handen nodig zijn?
Dit zijn maatregelen die we nu samen met de regio's aan het bekijken zijn.
Ik ben het er ook mee eens dat we oplossingen op lange termijn moeten zoeken. We hebben de Economic Risk Management Group in het leven geroepen.
Le ERMG est présidé par deux coprésidents, à savoir M. Pierre Wunsch, gouverneur de la Banque nationale, et M. Piet Vanthemsche qui ont acquis beaucoup d'expérience lors de la crise de la dioxine.
De ERMG heeft drie belangrijke taken.
Il est chargé de mesurer l'impact de la pandémie de COVID-19 sur nos entreprises, secteurs et marchés financiers. Il doit s'assurer que nos entreprises et infrastructures critiques continuent de fonctionner.
Ze moeten ook maatregelen voorstellen aan de regering om de crisis te bestrijden en daarbij een coördinerende rol spelen. Tevens moeten ze nadenken over maatregelen om onze economie een vlotte doorstart te kunnen laten maken.
Le ERMG tente de cartographier au mieux l'impact économique. Pour ce faire, il est soutenu par les services de la Banque nationale. Le ERMG recueille aussi les informations économiques nécessaires sur la situation des différents secteurs économiques de notre pays, par l'intermédiaire des organisations des employeurs et des travailleurs et par des études propres. L'impact de la crise sanitaire sur notre économie sera important. Il est encore trop tôt pour publier des chiffres précis sur la crise.
Mijnheer De Maegd, over de reissector en de vouchers heeft de regering een beslissing genomen.
Het is voor mij een verrassing dat u die vraag stelt. Ik weet dat commissaris Reynders daarover uitspraken heeft gedaan. Als wij die maatregel vandaag niet zouden nemen, dan zou dat voor heel veel bedrijven in de reissector het einde betekenen. Vergeet niet dat wij nog maar een paar maanden geleden het faillissement van Thomas Cook hebben gehad.
Wij proberen een oplossing te vinden, en wij proberen die nog te verfijnen om zo dicht mogelijk bij de Europese regelgeving te blijven, maar het vandaag geven van die reischeque is belangrijk. Mensen zijn hun geld niet kwijt en mocht er iets fout lopen, dan zijn zij nog altijd gedekt door het Garantiefonds Reizen.
Wij zullen na een bepaalde periode bekijken of wij in bepaalde omstandigheden mensen toch kunnen terugbetalen, maar de regering, ook uw partij, is ervan overtuigd dat dit vandaag de beste maatregel is om zowel de consumenten als de reissector in ons land te beschermen.
09.04 Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je précise que nos pensées vont aux proches des victimes de la crise, à ceux qui luttent pour leur survie en ce moment et à ceux qui se battent pour les sauver.
En plus des vingt mesures de soutien du gouvernement pour les travailleurs et les entreprises, je vous invite à examiner de près l'octroi d'une prime exceptionnelle pour tous ceux qui sont en ce moment en première ligne – prestataires de soins de santé, personnel de la grande distribution ou des transports, etc. – qui, au péril de leur santé, font preuve d'un dévouement hors norme.
En ce qui concerne les crédits à la consommation, je vous encourage à trouver une solution rapide pour ne pas étrangler financièrement ceux qui ne peuvent temporairement les rembourser, par exemple pour l'achat d'une voiture.
En ce qui concerne les citoyens qui ont réservé un voyage dans les mois à venir, j'entends votre préoccupation – louable – de préserver le secteur du tourisme. C'est essentiel mais il ne faudrait pas non plus que notre pays soit en porte-à-faux avec la législation européenne et que les consommateurs qui ont réservé un voyage subissent la double peine, à savoir l'avoir payé et ne pas pouvoir y prendre part. Je compte sur votre vigilance pour éviter ce genre de scénario.
09.05 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreid antwoord. We zijn uiteraard heel tevreden met het pakket maatregelen dat u al hebt genomen. We rekenen er verder op dat er nu ook maatregelen komen om de werkende mensen te steunen en vooral om mensen aan te moedigen om te blijven werken en terug aan het werk te gaan. We hopen dat er ook een regeling komt voor de studenten. Werken moet zoveel mogelijk gesteund en aangemoedigd worden.
Ik heb hier van verschillende fracties al suggesties gehoord. Dat is uiteraard constructief, maar er moet geen opbod aan maatregelen komen. Wel is het heel belangrijk dat de maatregelen van de verschillende overheden goed op elkaar worden afgestemd. Elke maatregel moet tevens worden beoordeeld op efficiëntie en doelgerichtheid. We mogen immers niet vergeten dat elke maatregel geld kost.
Volgens de cijfers waarover we nu beschikken zal het begrotingstekort oplopen tot 30 miljard euro. Elke euro die we nu uitgeven zullen we na de crisis ook weer ergens moeten gaan halen. Daar moeten we ons van bewust zijn. Er is dus ook een impact op de toekomstige generaties. Net daarom is het zo belangrijk dat we zoveel mogelijk mensen aan het werk houden en hen aanmoedigen te blijven werken, weliswaar in veilige omstandigheden.
Het incident is gesloten.
10 Question de Georges Dallemagne à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le rapatriement des Belges bloqués à l'étranger dans le cadre de la crise du COVID-19" (55000557P)
10 Vraag van Georges Dallemagne aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De repatriëring van Belgen die wegens de coronacrisis vastzitten in het buitenland" (55000557P)
10.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, deux types de Belges sont coincés à l'étranger: ceux qui étaient de passage (touristes, hommes et femmes d'affaires, étudiants) et ceux qui résident habituellement à l'étranger mais pourraient se retrouver dans une situation de difficulté, voire d'insécurité. On signale déjà des cas dans certains pays d'Amérique latine.
À ce jour, 27 000 Belges sont inscrits sur le site travellersonline mais celui-ci n'est pas à jour. Certaines des personnes inscrites sur ce site sont déjà rentrées en Belgique et d'autres ne s'y sont jamais inscrites. Sur ce site, vous conseillez aux Belges à l'étranger qui n'y résident pas de rentrer et vous les renvoyez largement vers les organismes de voyage ou vers leur compagnie aérienne. Vous indiquez par ailleurs que les moyens des ambassades sont très limités.
Mais beaucoup de frontières sont fermées ou se ferment et les compagnies aériennes interrompent, pour la plupart, leurs vols habituels. Je sais que vous ne restez pas les bras ballants et que plusieurs rapatriements ont eu lieu. Cependant, beaucoup de Belges se sentent aujourd'hui abandonnés.
Monsieur le ministre, quelle est votre stratégie? Quels sont les moyens réels mis en œuvre par la Belgique pour faire revenir ces ressortissants en difficulté? Quel budget avez-vous dégagé à cet effet? Pour combien de vols? Vers quel pays? Quand? Pour rapatrier combien de Belges et selon quels critères de priorité? Quels seront les coûts éventuellement supportés par ces Belges pour leur rapatriement? Quelle aide pourra être fournie le cas échéant à ceux qui restent coincés?
La coopération européenne ne semble pas excellente en la matière. C'est un euphémisme. On ne ressent aucun leadership, aucune vraie coordination européenne. C'est surtout l'intergouvernemental qui fonctionne. Il semble que ce soit du donnant-donnant. Si un État membre affrète un vol et accepte des ressortissants d'un autre État membre dans ce vol, il a des chances que l'autre État membre lui renvoie l'ascenseur. Cela ne va pas. Quel est l'état, aujourd'hui, de la coordination européenne? Avec quel budget et quel rôle? Pourquoi le Service européen pour l'action extérieure n'affrète-t-il pas lui-même des vols? Il est temps de passer, au niveau européen, à la vitesse supérieure.
10.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, permettez-moi d'abord de souligner l'excellent travail des agents du Service public fédéral Affaires étrangères tant à Bruxelles qu'à l'étranger. Ce travail n'est pas facile parce que nous sommes face à une crise qui touche l'ensemble de la planète. Et, contrairement à une crise classique, nous sommes assaillis d'appels téléphoniques en provenance de partout dans le monde.
Avant de répondre à vos questions, il faut évidemment prendre quelques éléments en considération et regarder la trame de nos actions depuis le début de cette crise.
Le 3 mars, nous avons senti que les choses allaient s'emballer. Nous avons donc pris l'initiative de reporter les Journées diplomatiques. Notre objectif était alors de permettre à nos équipes d'être sur place, le cas échéant. Selon moi, nous avons bien fait. Le 14 mars, nous avons publié un avis de voyage négatif pour l'ensemble du monde qui a été renforcé, le 18 mars, sur la base de l'article 7 de l'arrêté royal qui a été pris. À cette occasion, nous avons interdit tous les voyages ailleurs dans le monde, sauf pour des raisons dites essentielles. Le 19 mars, nous avons ouvert notre centre de crise 24 heures sur 24 pour répondre le plus possible aux appels que nous recevions avec une dizaine de personnes présentes en permanence. Mais vous n'imaginez pas le nombre d'appels que nous avons enregistrés durant cette période.
Nous affectons 302 collaborateurs quotidiennement au travail actuellement en cours pour permettre à nos ressortissants d'être traités dans les meilleures conditions possibles. Mais force est de constater que la multiplication des demandes rend parfois notre serveur difficilement accessible bien que joignable en permanence.
On entend malheureusement souvent des critiques négatives auxquelles on accorde plus d'intérêt qu'aux points positifs. Il est vrai que tout n'est pas résolu à ce jour, mais nombre de solutions ont déjà été apportées.
Nous avons organisé plusieurs rapatriements. Pour être précis, à ce jour, nous avons organisé vingt vols dont sept à partir du Maroc, deux à partir de la Tunisie, huit à partir des îles Canaries. Des rapatriements de Belges sont actuellement en cours à partir du Sénégal. Et nous préparons le rapatriement de Belges à partir de la République démocratique du Congo.
Qu'avons-nous fait pour permettre à nos ressortissants de ne pas avoir l'impression désagréable et injuste d'être abandonnés à leur sort? Nous avons mis en place un call center. De plus, il y a aussi notre site travellersonline qui présente effectivement quelques carences auxquelles il faudra remédier à l'avenir. En effet, des personnes qui s'inscrivent sur ce site oublient parfois de se désinscrire, une fois de retour au pays. Vous citiez le chiffre de 27 000 Belges inscrits. Ce chiffre est passé à 17 000, après une mise à jour des informations.
Je voudrais également aborder la question de la mise en contact la plus efficace possible avec nos ressortissants. Je souhaite ici faire référence à l'usage des réseaux sociaux et de Facebook, en particulier, avec la création d'une plate-forme, d'une part, pour apporter des réponses très ponctuelles et, d'autre part, pour mettre en place un réseau de solidarité en faveur de Belges qui sont toujours à l'étranger et leur faire profiter de la présence d'expatriés pouvant les faire bénéficier de leur expertise locale.
Nous mettons aussi à jour en permanence nos avis de voyage. Dans cette cellule mise à disposition de nos ressortissants, nous veillons également à la situation sécuritaire, pays par pays.
S'agissant du budget alloué aux rapatriements, toute demande est validée systématiquement par le ministre du Budget, qui est ici présent. À ce stade, nos dépenses s'élèvent à 1,7 million d'euros. Les retours sont payants sous le mécanisme de reconnaissance de dette. Cela signifie que quelqu'un qui réserve un vol que nous affrétons spécialement doit signer une reconnaissance de dette et doit s'en acquitter une fois de retour. Quand on se situe dans le cadre d'un vol organisé par une compagnie aérienne classique, quelle qu'elle soit, les personnes doivent évidemment payer leur billet de retour.
Vous parlez de la coopération européenne; elle existe. Vous savez que nous organisons, avec d'autres pays européens, des retours. Je prendrai deux exemples très concrets. Ainsi, nous en avons organisé, au départ du Sénégal, avec nos amis luxembourgeois, de sorte que dix-sept de leurs compatriotes sont revenus dans un avion affrété par la Belgique. Inversement, une quarantaine de Belges ont pu profiter d'un appareil venant du Cap Vert, affrété par Luxair. Bref, la collaboration fonctionne. Vous savez aussi que, lorsqu'elle est mise en place, le mécanisme européen d'intervention financière peut être utilisé.
Notre logique en ce qui concerne les rapatriements est très simple: elle vise les personnes qui se trouvent en séjour temporaire, pour leur travail ou parce qu'elles sont en vacances, de même que des expatriés qui présenteraient de graves difficultés en termes de santé. Je rappelle également que nous conseillons prioritairement aux personnes qui peuvent encore prendre une ligne régulière, même si c'est de plus en plus difficile, d'opter pour cette solution. De plus, nous sommes confrontés à une autre difficulté, qu'il est malaisé de résoudre dans l'immédiat – bien qu'avec les contacts, ce soit en train de s'arranger: la fermeture des espaces aériens, qui rend parfois les choses plus compliquées.
10.03 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, d'abord, je voudrais saluer les efforts de vos collaborateurs, diplomates et fonctionnaires, qui ne comptent pas leur temps pour tenter de faire rapatrier des ressortissants belges.
Ensuite, je pense qu'il est temps d'exiger de la Commission européenne qu'elle passe à la vitesse supérieure en matière de coordination. Il faudrait absolument mettre en place des vols européens.
Se pose également, si mes informations sont bonnes, tout le problème de la circulation dans l'espace Schengen pour des ressortissants belges qui sont parfois coincés dans d'autres pays européens. On me cite des cas notamment en Pologne. Je compte évidemment sur vous pour essayer de débloquer ces questions et aussi pour que cela fasse l'objet de discussions au niveau du Conseil européen qui aura lieu prochainement.
J'entends qu'on fait signer des reconnaissances de dette aux Belges qui sont rapatriés. Je souhaiterais qu'on insiste pour que les compagnies aériennes remboursent elles-mêmes les montants que les Belges ont dû débourser pour prendre des vols, et qu'on fasse en sorte que ces compagnies puissent dédommager ces Belges.
Enfin, je souhaiterais que nous disposions à l'avenir, au niveau européen, d'un mécanisme de solidarité qui permette que chacun des ressortissants des États membres bénéficie des vols affrétés par les autres États membres. Je vous remercie.
L'incident est clos.
De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.
Vandaag ben ik, in uitzonderlijke tijden, ook wat uitzonderlijk geweest met het tijdsreglement. Maar u merkt, als men daar niet op let, dan komt er vlotjes een klein uur bij. Vanaf volgende week zal ik daarop opnieuw wat scherper toekijken. Maar ik had de teksten over de bijzondere machten nog niet, dus ik wilde wat temporiseren.
11 Proposition modifiant le Règlement de la Chambre des représentants visant à adapter la manière dont la Chambre délibère à la suite d'une situation grave et exceptionnelle qui menace la santé publique et qui empêche des membres de la Chambre d'être physiquement présents (1100/1-4)
11 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers teneinde de wijze waarop de Kamer beraadslaagt en besluit aan te passen ten gevolge van een ernstige en uitzonderlijke toestand die de volksgezondheid bedreigt en die het Kamerleden verhindert om fysiek aanwezig te zijn (1100/1-4)
Proposition
déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Patrick Dewael.
Het voorstel betreft de mogelijkheid om af te wijken van het quorum. Als mensen fysiek niet kunnen aanwezig zijn, zouden zij toch kunnen worden meegeteld voor het quorum. We hebben dat voorstel deze morgen goedgekeurd in de commissie voor het Reglement en onze rapporteur was de heer Jean-Marc Delizée, die namens de commissie een mondeling verslag zal uitbrengen.
11.01 Jean-Marc Delizée, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, la commission du Règlement et de la Réforme du Travail parlementaire a examiné ce matin en urgence une proposition de loi qui modifie le Règlement de la Chambre. Cette proposition vise à adapter la manière dont la Chambre délibère à la suite d'une situation grave et exceptionnelle qui menace la santé publique et qui empêche les membres de la Chambre d'être physiquement présents. C'est en fait l'intitulé de la proposition de loi, qui en dit déjà long sur son contenu.
In zijn inleiding heeft de Kamervoorzitter, de indiener van het voorstel, onderstreept dat de voorgestelde regeling vereist dat de Conferentie van voorzitters bij consensus beslist een specifieke procedure op gang te brengen en dat zij daarbij aangeeft welke dringende besluiten volgens die procedure kunnen worden genomen. De verhinderde leden kunnen hun stembriefje elektronisch terugzenden op het moment dat de leden die wel fysiek aanwezig kunnen zijn, hun stem uitbrengen. Voor de berekening van het quorum worden de verhinderde leden beschouwd als fysiek aanwezige leden.
Bien que la proposition ne concerne pas l'organisation de vidéoconférences, cette question a aussi été débattue, dans une vison d'avenir peut-être. Le président de la Chambre a indiqué que ce mécanisme de vidéoconférence ne s'adaptait pas facilement au travail législatif en commission, qui est dynamique, et au cours duquel de nombreux amendements peuvent être déposés et débattus.
Vous avez indiqué aussi, monsieur le président, que la proposition ne réglait pas la tenue de votes au scrutin secret. Enfin, la proposition en question constitue un cadre réglementaire, étant entendu que c'est la Conférence des présidents qui doit définir les modalités pratiques de mise en place de ce dispositif. La Conférence des présidents aura donc un rôle évidemment central à jouer dans la mise en œuvre de celui-ci et elle travaillera au consensus, comme je l'ai dit. Une bonne information de tous les membres et de tous les groupes au sujet du futur mécanisme sera aussi nécessaire, bien entendu.
Het voorstel werd eenparig aangenomen. De leden hebben wel verschillende kanttekeningen geplaatst. Alle leden hebben erop gewezen dat deze procedure uitzonderlijk moet blijven. De tekst bepaalt immers dat deze procedure enkel kan gelden op basis van een beslissing van de Conferentie van voorzitters voor dringende zaken in het geval van een situatie waarin de leden niet fysiek aanwezig kunnen zijn wegens een ernstige bedreiging van de volksgezondheid. Ze kan maar duren zolang die situatie aanhoudt.
Plusieurs membres ont souligné la nécessité de disposer de systèmes performants, assurant l'identification des participants et adaptés à la nature des discussions parlementaires. À cet égard, les services procèdent déjà aux préparatifs nécessaires. Peut-être une inspiration peut-elle être trouvée dans d'autres assemblées qui procèdent déjà à des réunions à distance. Il faut trouver un mécanisme qui réponde aux besoins spécifiques de la Chambre.
La Conférence des présidents et les organes de gestion suivront bien entendu ces travaux au fil du temps.
Drie amendementen werden eveneens eenparig goedgekeurd. De elektronische stemmingen op afstand zullen worden uitgebracht vanaf het moment waarop de stemmingen door de voorzitter worden geopend en tot de sluiting van de stemmingen. De Kamerleden die niet fysiek aanwezig kunnen zijn, zullen vooraf aan de voorzitter of aan de griffier meedelen dat zij hun stem overeenkomstig de voorgestelde procedure zullen uitbrengen.
Monsieur le président, plusieurs membres vous ont remercié d'avoir pris cette initiative et d'avoir effectué ce travail avec vos collaborateurs et vos services.
J'attire l'attention sur le fait que ce dispositif a été adopté à l'unanimité, ce qui démontre que chacun est conscient de l'importance de l'enjeu sanitaire auquel nous devons faire face collectivement.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik rond mijn kort verslag van onze werkzaamheden van deze voormiddag af. Op verzoek van de Kamervoorzitter werd het in twee talen gebracht.
Je vous remercie pour votre attention.
De voorzitter: Er zijn collega's ingeschreven, maar zij zijn niet aanwezig in de zaal. Collega Van der Donckt heeft vanochtend het woord genomen. Ik kijk naar Ecolo-Groen en PS. Ik neem aan dat de PS-fractie al bij monde van de rapporteur het woord heeft gevoerd?
11.02 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, il y a unanimité sur la question. Nous comprenons bien les circonstances et il n'y a pas lieu d'en rajouter.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1100/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1100/4)
L’intitulé en français a été modifié par la commission en “Proposition modifiant le Règlement de la Chambre des représentants en vue d’adapter la manière dont la Chambre délibère à la suite d’une situation grave et exceptionnelle qui menace la santé publique et qui empêche des membres de la Chambre d’être physiquement présents".
Het
opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in “Proposition
modifiant le Règlement de la Chambre des représentants en vue d’adapter la manière
dont la Chambre délibère à la suite
d’une situation grave et exceptionnelle qui menace la santé publique et qui
empêche des membres de la Chambre d’être physiquement présents".
La proposition compte 4 articles.
Het voorstel telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus Covid-19 (1104/1-7)
12 Wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus Covid-19 (1104/1-7)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Kristof Calvo,
Peter De Roover, François De Smet, Catherine Fonck, Georges Gilkinet,
Meryame Kitir, Ahmed Laaouej, Egbert Lachaert, Benoît Piedboeuf, Servais
Verherstraeten.
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Er zijn twee rapporteurs, de heren Donné en Thiébaut. Ik geef het woord aan de heer Thiébaut.
12.01 Éric Thiébaut, rapporteur: Monsieur le président, en théorie, je dois partager ce rapport avec mon collègue Donné que je ne vois pas. Je vais donc le faire tout seul, ce qui est un peu embêtant car je m'étais mis d'accord avec lui. Le voilà!
Le président: Les deux rapporteurs sont présents. C'est lui qui commence. Il y a au moins un accord entre vous et la N-VA!
12.02 Joy Donné, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, we hebben de taak in twee gesplitst. Hebben het woord gevoerd tijdens de algemene bespreking van het wetsvoorstel: de heren Calvo, Donné, Laaouej, Van Langenhove, Piedboeuf, Demon, Hedebouw en Lachaert, de dames Kitir en Fonck en de vice-eersteminister en minister van Begroting en Ambtenarenzaken belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid.
De commissie heeft beslist het advies van de Raad van State in verband met de splitsing van het wetsvoorstel, de bepalingen onder artikel 74 van de Grondwet, enerzijds, en artikel 78, anderzijds, te volgen. Ze maakt bijgevolg toepassing van artikel 72, 2, tweede lid van het Reglement. De Raad van State merkt evenwel op dat het wetsvoorstel overeenkomstig artikel 72, 2 van het Reglement van de Kamer in twee dient te worden gesplist met, enerzijds, de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet en, anderzijds, de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
12.03 Éric Thiébaut, rapporteur: Premièrement, à la suite de ce que vient d'exposer mon collègue Donné, les rapporteurs présentent un rapport unique sur toutes ces dispositions.
Deuxièmement, un seul vote a eu lieu en commission sur l'ensemble de la proposition de loi. Néanmoins, il doit être considéré comme portant sur les deux propositions de loi.
Troisièmement, deux textes adoptés en commission sont établis et transmis à la séance plénière sous la forme de deux textes distincts. Leur article 1er, qui porte un intitulé distinct, est scindé. La commission parlementaire de concertation en sera informée.
MM. Van Langenhove et Depoortere ainsi que M. Calvo et consorts ont déposé des amendements. Les amendements 10 à 13 ont été adoptés. Par conséquent, les amendements 1,2, 4 et 6 à 9 sont devenus sans objet. Les amendements 3 et 5 sont rejetés. L'ensemble de la proposition de loi telle qu'amendée et corrigée sur les plans légistique et linguistique a été adoptée par 14 voix contre 1 et 2 abstentions.
Je remercie mon collègue pour le travail de synthèse très difficile que nous avons accompli ensemble.
12.04 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vicepremier, collega's, het debat dat wij nu voeren, is een van de meest fundamentele debatten die een volksvertegenwoordiging vanuit staatsrechtelijk oogpunt kan voeren. Gelukkig vindt een dergelijk debat in dit Huis slechts hoogst uitzonderlijk plaats, want het gaat hier niet over een of ander technisch akkefietje.
Het valt absoluut te begrijpen dat de aandacht van de publieke opinie vandaag niet in eerste instantie gericht is op de tribunes en het halfrond. Maar ook in crisisomstandigheden is het belangrijk dat iedereen in volle ernst de eigen job uitvoert. Me dunkt dat het behoort tot de kernopdracht van Kamerleden om te waken over de democratische basisregels. Dat is wat nu op tafel ligt. Ik hoop en ik neem aan dat wij allen bondgenoten kunnen zijn in de bewaking van de grenzen daarvan.
Voorzitter:
Valerie Van Peel, ondervoorzitter.
Présidente:
Valerie Van Peel, vice-présidente.
Bij bijzondere machten geeft het Parlement aan de regering de ruimte om deels in zijn plaats te treden en daarmee het beginsel van de scheiding der machten voor een stuk on hold te zetten. Vooral in kringen van juristen werden de voorbije dagen stevige bedenkingen geformuleerd bij de tekst zoals die nu voorligt. Welnu, zij hebben gelijk; dat bevestig ik als mede-indiener van het voorstel. Ik begrijp hun bekommernissen ten volle en laat die bekommernissen ook een duidelijke waarschuwing inhouden. Bijzondere machten zijn altijd problematisch en gaan per definitie naar en soms over de rand van het democratisch oorbare. Een diepgaande behandeling in de commissie vanochtend is dan ook geen zaak van politieke spelletjes, maar wel van de eigen opdracht ernstig nemen. Toch heb ik de tekst, zoals ik zei, mee ingediend, omdat de verantwoordelijkheid van een politicus natuurlijk altijd breder gaat dan het bureau in een studeerkamer, zoals het coronavirus zich ook niet laat inperken door opinieartikelen.
De Raad van State bepaalt in zijn advies dat voldaan moet worden aan vier belangrijke voorwaarden om bijzondere machten te kunnen verantwoorden. Daaraan wordt in deze situatie voldaan.
Wanneer wij vandaag naar of misschien zelfs over de grens gaan van wat een normale democratie kenmerkt, vraagt dat van op de Kamertribunes toch een duidelijke waarschuwing aan het adres van de regering. Onze fractie steunt de bijzonderemachtenwet, omdat er geen schijn van indruk mag bestaan dat obstakels worden gelegd die een snelle en doeltreffende aanpak van de coronacrisis zouden kunnen hinderen. Parlementaire procedures moeten met een welwillende wetgevende macht geen obstakels vormen, maar zij zouden dat inderdaad kunnen zijn. Wij zien dus de logica van de bijzondere machten in deze bijzondere omstandigheden dan ook zeker in.
Het kan echter niet de bedoeling zijn, collega's, dat wij de democratie afschaffen. Het kan niet eens de bedoeling zijn dat wij de controle door het Parlement afschaffen. Wat wij wel doen vandaag, is de grootste verantwoordelijkheid leggen bij de regering. Zij zal dan ook verantwoording moeten afleggen voor wat zij daarmee doet en niet zal doen.
De risico's zijn duidelijk. Ten eerste, een bijzonderemachtenwet biedt de mogelijkheid om te snel te handelen. Het is natuurlijk de bedoeling van bijzondere machten om sneller te kunnen handelen dan gebruikelijk, maar behoedzaamheid is zeker noodzakelijk. Ten tweede, wij lopen het risico dat de regering slordig werk levert. Het is daarom dat de rol van de Raad van State en andere adviesinstanties zo essentieel is. Daarom hebben wij daarvoor bij de totstandkoming van het voorstel ook geijverd, met dank trouwens aan de fracties die ons daarin zijn gevolgd. Ten derde, crisismaatregelen die alleen in acute omstandigheden nodig zijn, kunnen structureel worden en in normale tijden ongepaste effecten hebben. Ook daarvoor moeten wij opletten.
Mag ik echter, geachte vice-eersteminister van de regering, nadrukkelijk wijzen op een vierde risico, namelijk het onnodig gebruikmaken van de bijzondere machten? Bijzondere machten maken het, zoals gezegd, mogelijk om snel op te treden, wanneer de normale weg via het Parlement een doeltreffende aanpak verhindert. Het is een zwaar misverstand te menen dat het Parlement geen rol meer zou kunnen spelen. In de gevallen waarin extreme spoed niet noodzakelijk is, moet de normale parlementaire weg worden verkozen. Ik wijs erop dat artikel 2 van het voorliggend wetsvoorstel duidelijk stipuleert dat de Koning – lees de regering – maatregelen kan nemen. Er staat niet in dat zij dat via die weg moet doen.
Ik beklemtoon dat hier graag en ik roep de regering op om in die geest te handelen. Als wij vandaag de regering deze bijzondere ruimte geven, dan wil dat uiteraard niet zeggen dat wij ook vandaag al, vooraf en per definitie, onze zegen geven over de mate en de manier waarop zij daarvan gebruik zal maken.
Mijnheer de vicepremier, wij kunnen vandaag niet weten in welke mate u de genoemde en de andere risico's zult vermijden. Het debat over het gebruik van de bijzondere machten volgt later. Wij zullen dat scherp voeren, gezien de inzet, maar dat is vandaag niet aan de orde.
Het is wel met het volle besef van de risico's dat wij hebben aangedrongen op een advies van de Raad van State over het voorstel en ik dank de Kamervoorzitter dat hij van die vraag heeft gebruikgemaakt. Het advies heeft er trouwens toe geleid dat er vanochtend belangrijke verbeteringen aan het voorstel werden aangebracht.
Ook daarom vroegen vrij uitdrukkelijk een vastgelegde evaluatie na drie maanden en wij beklemtonen dat een ernstige opvolging van het gebruik van de bijzondere machten van het allergrootste belang is. De constructie die door de regering werd opgezet om de uitvoering van de bijzondere machten te begeleiden, ademt een sterke geur van particratie uit; vandaar de andere, meer parlementsvriendelijke invulling, waarvoor onze partij heeft gekozen. Dat mag voor ons Huis niet volstaan, vandaar het belang van de commissie die straks wordt opgericht.
Wij zeggen vandaag als verantwoordelijke wetgevers namens de N-VA-fractie dat bijzondere machten zinvol kunnen zijn bij de aanpak van de uitdagingen waarvoor we staan. Of de regering er ook zinvol en met gepaste terughoudendheid van gebruik zal maken, zal pas blijken door de feiten.
Mijnheer de vicepremier, leden van de regering, gebruik het heel uitzonderlijk instrument van de bijzondere machten zinvol en u vindt onze fractie aan uw zijde. Misbruik de bijzondere machten en onze fractie zal u daarover met de gepaste gestrengheid rekenschap vragen.
Vandaag staan de fundamenten van de democratie en de rechtsstaat op de agenda. Een te enge, dogmatische benadering zou een doelmatige en doeltreffende bestrijding van het coronabeest kunnen hinderen en dan laten wij al de mensen in de steek die nu op het veld hard werken om de coronacrisis te bestrijden.
Een te grote tolerantie bij de beoordeling later zou ons medeplichtig maken aan het ondermijnen van die fundamenten. Mijn fractie heeft niet de ambitie om zich aan een van beide fouten te bezondigen.
12.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, les pouvoirs spéciaux, par définition, ne peuvent être utilisés que dans des situations très spéciales, extraordinaires. Ces conditions sont très clairement définies par le Conseil d'État. En l'occurrence, elles sont remplies. C'est la crise sanitaire qui nous frappe avec violence, comme elle frappe l'ensemble du monde.
Pour les écologistes, il est évident que la situation nécessite une réponse exceptionnelle, à la hauteur de la situation exceptionnelle que nous vivons. Il était évident d'apporter notre soutien aux solutions à mettre en œuvre. Personne ne peut prédire l'évolution de la situation dans notre pays et ailleurs. Personne ne peut prédire la durée et la gravité de la crise sanitaire.
Personne ne peut affirmer avec certitude que ce Parlement sera en capacité, demain, d'agir avec la rapidité et l'efficacité nécessaires face aux urgences qui se posent au quotidien: après la question sanitaire, les questions économiques, les questions sociales, les questions de sécurité intérieure. Rien ne doit être laissé au hasard. Nous devons être prêts, à la hauteur des enjeux, capables d'agir rapidement et efficacement.
Ce qui mobilise les soignants sur le terrain, ce qui mobilise celles et ceux qui assurent les services essentiels, dans le secteur de l'aide aux personnes ou dans la distribution, petite ou grande; ce qui mobilise et motive celles et ceux qui acceptent de rester confinés chez eux pour éviter de contaminer d'autres personnes et pour arrêter la propagation du virus; tout cela doit également mobiliser ce Parlement.
C'est pour cela que nous avons d'abord suggéré cette logique de pouvoirs spéciaux, que nous avons apposé notre signature sur cette proposition de loi, tout en ne faisant pas partie de la majorité ni du gouvernement; c'est pour cela aussi que nous voterons ce texte.
Est-ce à dire qu'il s'agit d'un chèque en blanc au bénéfice du gouvernement minoritaire intérimaire de crise? Évidemment, non! Le texte a été pesé. Il délimite les domaines d'action sur lesquels on peut agir dans le cadre de ces pouvoirs spéciaux. D'abord, la santé; ensuite, la protection des plus faibles, les questions économiques, la question du redéploiement de notre économie qui devra se poser très tôt – de notre économie, mais plus largement, de la société.
La durée de ces pouvoirs spéciaux est de trois mois, prolongeables trois mois via un nouveau vote de ce Parlement. Cela a été précisé par un amendement qui a été intégré au texte ce matin. Une procédure, aussi, avec une obligation de ratification par la loi dans l'année des décisions prises par arrêté de pouvoirs spéciaux.
Le Conseil d'État a été interrogé. C'était également notre demande. Il a émis des remarques qui ont permis d'améliorer et de préciser le texte. La question de la protection des droits sociaux reste une évidence. On ne peut pas, à leur sujet, mettre de côté les mécanismes de concertation paritaires. Ce sera une de nos préoccupations. Il ne s'agira pas de profiter de cette crise pour revenir sur des protections sociales essentielles conquises de haute lutte. Ce n'est évidemment ni aux travailleurs, ni aux patients, ni aux allocataires sociaux ou aux pensionnés de payer les effets de cette crise.
Pour les futurs arrêtés de pouvoirs spéciaux, ni le Conseil d'État ni les interlocuteurs sociaux ne pourront être mis de côté. Nous avons besoin tout à la fois de mesures solides juridiquement, mais également de mesures portées à la fois par ce Parlement et par la société, pour pouvoir gérer cette crise que nous vivons, et gérer la suite, la période du redéploiement de notre modèle économique et social.
Nous avons décidé, tout à l'heure en Conférence des présidents, selon une autre demande formulée par les écologistes, de mettre en place une commission spéciale Corona, si je peux l'appeler ainsi. Elle permettra au Parlement, comme il est prévu dans cette loi de pouvoirs spéciaux, d'être associé étroitement aux décisions qui seront prises.
Surtout, au niveau politique, nous avons entendu l'engagement de la première ministre et de l'ensemble du gouvernement à pratiquer largement la concertation, à respecter chacun, à faire un usage raisonnable, intelligent et concerté de ces pouvoirs spéciaux. Mais nous ne sommes évidemment pas naïfs. Nous ne serons ni distraits ni inattentifs quant à l'usage qui en sera fait. Les arrêtés de pouvoirs spéciaux qui seront pris seront passés au peigne fin par les écologistes, disséqués et évalués, et si nécessaire, contestés et corrigés. Les membres du gouvernement en affaires courantes, qui ne l'est plus, d'ailleurs, qui sont plutôt des membres du gouvernement temporaire de crise, seront sous surveillance et nous ne les épargnerons pas, monsieur Clarinval, s'ils se trompent, s'ils en profitent ou s'ils prennent de mauvaises décisions.
Plus positivement, nous n'oublierons pas de lui formuler des suggestions par rapport à la gestion de cette crise. Nous avons communiqué hier au gouvernement 50 premières propositions, 50 premières urgences que nous avons identifiées de façon à l'aider dans son travail de gestion de la crise.
Nos objectifs pour la suite de la gestion de cette crise sanitaire sont évidents: limiter les effets de la pandémie, accorder enfin au personnel de santé tous les moyens de protection qui sont nécessaires pour pouvoir sauver un maximum de vies et protéger les plus fragiles, faire en sorte que la crise ne fasse pas de victimes indirectes – ceux qui sont au bord du gouffre, ceux qui perdent leur emploi, ceux qui étaient déjà malades –, amortir le choc économique, comme nous proposons de le faire avec le ministre De Croo avec la loi sur les garanties bancaires, qui sera votée tout à l'heure et qui intégrera, grâce à un amendement soutenu à l'unanimité, le secteur non marchand, et réfléchir à la manière de penser différemment la société demain.
Tout cela, c'est le sens de la signature que nous avons apposée sur le document et du vote que nous allons poser mais aussi de la vigilance et de la volonté propositionnelle qui sera la nôtre en cette période particulière.
Pour la suite, nous verrons. La première ministre a dit à la tribune de cette Chambre qu'elle demanderait à nouveau la confiance dans les six mois. Y aura-t-il un gouvernement de plein exercice? Peu importe. À ce stade, ce qui compte, c'est la capacité de l'État, des forces démocratiques, du gouvernement et du Parlement d'unir leurs forces pour lutter contre le coronavirus, de prendre toutes les leçons de la crise que nous vivons et de la dépendance qui est aujourd'hui la nôtre d'économies lointaines et de la fragilité de notre système de soins de santé consécutive à trop d'années d'austérité qui lui ont été imposées.
De voorzitter: Collega Gilkinet heeft ervoor gezorgd dat de heer Calvo nog twee minuten spreektijd krijgt. Dat zal in de gemeenschappelijke fractie wellicht zo doorgesproken zijn, neem ik aan. Het woord is aan de PS-fractie.
12.06 Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, chers collègues, le pays traverse une crise particulièrement profonde, d'une gravité que personne ne contestera. Comme je l'ai dit tout à l'heure, prendre des mesures urgentes et nécessaires constitue, selon moi – et je ne tiens pas à dramatiser à l'excès –, une question de vie ou de mort. Nous le voyons bien. Dans certains pays, des médecins décèdent. Chez nous, certains de leurs confrères sont déjà atteints par le coronavirus.
C'est dire si, ici, nous devons fournir un effort considérable qui doit mobiliser toutes les forces vives de la nation. Cela signifie que nous devons pouvoir aussi adapter – et ce n'est guère réjouissant – le fonctionnement de nos institutions. C'est la raison pour laquelle mon groupe votera ces pouvoirs spéciaux, par lesquels le Parlement se déleste – si je puis dire – d'une partie de ses prérogatives constitutionnelles. Néanmoins, le Parlement le fera sur une base constitutionnelle, selon un cadre précis, mais nécessaire.
Oui, nous devons voter ces pouvoirs spéciaux, parce qu'il y a urgence à trouver des remèdes et à mobiliser notre industrie pharmaceutique, nos laboratoires, nos universités et nos chercheurs. Il y a urgence à pouvoir, d'emblée, veiller à limiter et résorber les importants effets négatifs sur le plan social. Voyons le nombre de travailleurs qui, aujourd'hui, sont précarisés en raison du chômage temporaire. Voyons le nombre de ceux qui travaillent dans des conditions inacceptables, parce qu'ils sont insuffisamment protégés contre le risque de propagation de la maladie. Voyons également les pénuries constatées dans certains secteurs, pourtant jugés vitaux, notamment sur le terrain de l'aide à domicile et des aides-soignantes. Entendons l'appel des infirmiers et des infirmières qui demandent des masques et souhaitent que leur statut soit considéré. Regardez l'effort fourni par les blouses blanches, qui rappellent au gouvernement la nécessité du fameux Fonds "blouses blanches", que nous avions pourtant voté ici parce que nous avions entendu leur appel.
Oui, il est nécessaire de pouvoir entendre celles et ceux qui, en première ligne, luttent contre la maladie. Dès lors, il importe que ces pouvoirs spéciaux permettent aussi de répondre à leurs demandes.
Comme je l'ai dit, nous éviterons évidemment toute polémique pour l'instant. Le mot 'polémique' n'est pas en soi ni grossier ni vulgaire. Quand c'est nécessaire, il faut pouvoir dire qu'il y a un problème et en débattre. Au fond, n'est-ce pas cela le sens premier de la "polémique"? Mais en même temps, il faut constater que nous devons d'emblée tirer les leçons de ce qu'il s'est passé. Le cafouillage relatif aux masques est inacceptable. C'est la raison pour laquelle les pouvoirs spéciaux – qui doivent être sociaux, c'était ma conclusion mais je le dis dès maintenant – doivent vous amener à éviter ces cafouillages.
Il faut maintenant que notre ligne d'approvisionnement soit sécurisée et fiable pour faire en sorte que ce que nous commandons arrive rapidement et là où ça doit arriver, avec la qualité requise, qu'il s'agisse des masques, du matériel hospitalier ou de traitement médical, ou qu'il s'agisse des traitements pour soigner les patients atteints par le virus.
Ces pouvoirs spéciaux ne seront pas un chèque en blanc. Nous l'avons dit et d'ailleurs notre Parlement a décidé de mettre en place une commission de suivi dans laquelle nous siégerons et où les ministres seront appelés à venir expliquer les arrêtés royaux de pouvoirs spéciaux qui seront adoptés par le gouvernement. En amont de cela, ces arrêtés royaux devront être portés à la connaissance de l'ensemble des formations politiques représentées dans ce Parlement mais il faut aussi impérativement intégrer la concertation sociale.
On voit bien, en parlant de cafouillage, ce qu'il est arrivé avec un arrêté ministériel qui visait à prendre des mesures d'ordre public et qui indiquait l'heure de fermeture maximale des magasins. Certains s'en sont réjouis pour considérer qu'on allait ouvrir l'ensemble des magasins et des supermarchés jusqu'à 22 heures. S'il y avait eu un peu de concertation sociale à ce sujet, ce problème ne se serait pas posé.
C'est la raison pour laquelle il faut intégrer la concertation sociale mais aussi faire respecter les équilibres sociaux qui caractérisent notre État moderne, notamment l'équilibre entre d'une part, les intérêts économiques et d'autre part, les intérêts des travailleurs. C'est précisément notre modèle social, qui ne doit pas, si je puis dire, être en chômage temporaire pendant la gestion de cette crise. Les partenaires sociaux eux-mêmes sont demandeurs.
Il nous faut aussi, à travers ces pouvoirs sociaux, … Décidément, ma langue a à nouveau fourché: ces pouvoirs spéciaux qui doivent être sociaux, …
Freud disait qu'il y a deux types de lapsus: le lapsus révélateur et le lapsus non révélateur. Ceci est un lapsus révélateur!
Plus sérieusement, chers collègues, il est essentiel de faire en sorte que ce qui se trouve dans cette loi d'habilitation soit respecté à la lettre, en particulier ce dispositif qui prévoit qu'aucune des mesures ne doit porter atteinte à la protection sociale et au pouvoir d'achat des travailleurs et de leurs familles. C'est fondamental! C'est pour nous la pierre angulaire du dispositif.
Si certains croient pouvoir profiter de ce moment tragique, disons-le, pour démanteler toute une série de droits sociaux fondamentaux, nous, groupe PS, leur répondons que cela se fera sans nous. Dès lors, notre vigilance sera de tous les instants pour faire en sorte qu'on puisse combiner une lutte efficace de la crise sanitaire et des dangers du coronavirus et, en même temps, éviter qu'en raison de cette crise, nos concitoyens ne soient plongés dans une forme de précarisation ou de misère. Le texte est clair. Il devra être respecté.
De la même manière, comme le dit le Conseil d'État, il nous faut, en tant que démocrates, être vigilants. Je sais que nous sommes une grande majorité à partager ces valeurs – c'est peut-être moins vrai pour d'autres – et à considérer que les mesures que nous allons prendre et qui touchent à certaines restrictions, notamment de liberté de circulation voire d'autres droits fondamentaux, doivent l'être avec toujours la main tremblante de celles et ceux qui sont conscients que les libertés publiques et droits fondamentaux, qu'ils soient consacrés dans la Constitution ou dans des textes internationaux ou européens de protection des droits de l'homme, sont, chaque fois et chaque fois que nécessaire, la lumière qui doit éclairer le chemin du législateur ou du gouvernement en pouvoirs spéciaux. Nous demandons donc une proportionnalité dans les mesures qui seront prises avec le réflexe que doit avoir chaque démocrate à chaque fois qu'il est question, d'une manière ou d'une autre, d'une restriction quelconque à ces libertés et droits fondamentaux.
Pour le reste, chers collègues, beaucoup de choses ont déjà été dites. Allons à l'essentiel! Oui, il faut que ces pouvoirs spéciaux nous permettent désormais d'être d'une efficacité infaillible quant à la manière dont nous allons pouvoir offrir, à l'ensemble de nos concitoyens, les capacités d'endiguement de la propagation de la pandémie en même temps que des réponses de traitement, des réponses thérapeutiques.
Les hôpitaux doivent, pour cette raison, être en tête de nos priorités. C'est capital. De la même manière, il faut du soutien et de l'échange d'informations entre nos universités et nos laboratoires privés et publics, pour trouver les médicaments et les vaccins qui nous permettront de guérir le plus grand nombre possible de patients atteints. C'est pourquoi nous vous demandons, là aussi, de redoubler d'efforts.
En outre, nous vous demandons de profiter de ces pouvoirs spéciaux pour mettre en place un dépistage massif. Il est temps de le faire. Il n'y a plus à tergiverser. Il faut pouvoir le faire immédiatement.
Sur le terrain économique et social, nous souhaitons que vous soyez prêts à exercer un contrôle des prix. Le risque d'inflation n'est pas à exclure. Il pourrait lui-même engendrer une forme de précarité. Bien entendu, il n'y aura pas de saut d'index. Que les choses soient claires! Néanmoins, un risque inflatoire pourrait entraîner, dans un premier temps, une forme de précarisation. Dès lors, il ne faut pas s'interdire ni de contrôler ni de bloquer les prix. Il faut en tout cas confier à l'Observatoire des prix le soin d'exercer un contrôle sévère.
Nous avons pris un certain nombre de mesures pour venir en aide, par des financements et des avances de trésorerie, au secteur économique. Une proposition de loi sera débattue et votée tout à l'heure. Il va de soi qu'il faudra pouvoir aussi en faire l'évaluation.
De même, sur le terrain social, il faut veiller à ce que les personnes qui sont en chômage temporaire contre leur gré ne soient pas les victimes de cette crise sanitaire qui ne doit pas devenir une crise sociale. C'est la raison pour laquelle tout doit être étudié pour faire en sorte que le revenu disponible n'en soit pas atteint. C'est pourquoi il est aussi essentiel de suspendre la dégressivité des allocations de chômage, et d'assouplir les règles concernant la carte de chômage, afin de ne pas occasionner, par exemple, des files interminables qui ne se justifient pas devant certains bureaux.
Pour le reste, nous souhaitons vous dire ceci en conclusion, monsieur le ministre. Mon lapsus révélateur, renouvelé à trois reprises, est indicatif de ceci. Si nous comprenons bien ce qui s'est passé en 2008, et si nous voulons véritablement surmonter ce à quoi nous sommes confrontés, d'abord sur le terrain de la santé, mais aussi sur le plan social, il faut rester du côté de nos concitoyens les plus fragilisés. C'est comme cela qu'on préparera la relance d'une politique sanitaire efficace, la relance économique et la relance sociale, et que nous ferons en sorte que notre cohésion sociale soit maintenue malgré l'épreuve terrible que notre pays subit.
12.07 Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister van Volksgezondheid, beste collega's, de situatie is meer dan ernstig. Wij zitten op dit moment in de grootste gezondheidscrisis die onze generaties hebben meegemaakt. Wij stevenen bovendien af op een diepe economische crisis die ons voor enorme uitdagingen stelt.
Een crisis die, in tegenstelling tot wat nu en de komende maanden beweerd zal worden, perfect voorkomen had kunnen worden. Als de regering reizigers uit risicogebieden had gecontroleerd vanaf het moment dat duidelijk werd hoe ernstig dit virus was, had het coronavirus nooit zo'n vrij spel kunnen krijgen in ons land. Er is te laat en veel te amateuristisch gereageerd.
Om nog maar te zwijgen over de vele blunders die begaan zijn. Van het flagrant liegen tegen de burgers over de effectiviteit van mondmaskers en alcoholgel tot het vernietigen van onze noodvoorraad beschermende kledij zonder die nadien te vervangen, waardoor zorgpersoneel zonder beschermende kledij naar het front moest om deze crisis te bedwingen.
Ook de zogenaamde experts die enkele weken geleden nog een positief reisadvies gaven voor Noord-Italië en die zegden dat het nutteloos was de terugkerende reizigers te controleren, hebben boter op het hoofd. Net als trouwens de vele burgers die zo onverantwoordelijk zijn geweest de richtlijnen te negeren en over de grens op café te gaan.
De regering is dus niet als enige verantwoordelijk voor het uit de hand lopen van deze crisis, maar de regering draagt wel de eindverantwoordelijkheid.
Voorkomen is beter dan genezen. Wij hadden de coronacrisis minstens gedeeltelijk kunnen voorkomen, maar zij is er nu jammer genoeg. Nu moeten wij haar overwinnen.
Beste collega's, ik ben het er mee eens dat drastische tijden vragen om drastische maatregelen. Dat begrijpen de burgers. Dat begrijpt ook mijn fractie. Maar het is onze taak als Parlementsleden ons niet alleen constructief op te stellen in deze drastische tijden, het blijft ook onze taak, en meer zelfs, onze plicht, erover te waken dat de maatregelen proportioneel blijven en de grondrechten van ons volk niet in het gedrang brengen.
Wanneer een regering die blunder na blunder begaat en maandenlang de ernst van het coronavirus heeft geminimaliseerd het vertrouwen vraagt om volledig autonoom te kunnen beslissen over de aanpak van een crisis die zij zelf mee veroorzaakt heeft, gaan er bij mij en bij heel wat geïnformeerde burgers een aantal alarmbellen af.
Vertrouwen moet men immers verdienen. In de afgelopen maanden heeft de regering het vertrouwen van de burgers niet verdiend; integendeel, de regering heeft het vertrouwen van de burgers beschaamd.
Een volmachtenwet is iets zeer uitzonderlijks en vergt nog meer dan anders onze allergrootste oplettendheid. We stemmen hier over de modaliteiten voor het tijdelijk afgeven van de meest fundamentele bevoegdheid van het Parlement, namelijk de wetgevende macht afstaan aan de uitvoerende macht. Mijn fractie heeft daarover toch nog enkele serieuze bedenkingen. We staan daarin niet alleen, zo bleek uit het zeer kritisch verslag van de Raad van State dat gisterenavond werd uitgebracht, maar ook uit de commentaren van tal van grondwetspecialisten en rechtsgeleerden.
Ten eerste stellen we ons vragen bij de manier waarop deze tekst tot stand is gekomen. De zogezegde 'Grote Unie' waarover premier Sophie Wilmès spreekt, gaat over de regering, aangevuld met de partijvoorzitters van tien partijen. Wat is het statuut van dit orgaan? Waarom staat hier niets over in de wettekst? Wat zijn de bevoegdheden van dit orgaan? Voor zover wij weten, ligt de bevoegdheid om de regering te controleren bij het Parlement, bij de verkozenen des volks, niet bij de partijvoorzitters. De particratie heeft in dit land de democratie al meer dan genoeg uitgehold, al genoeg verziekt. Wij zullen niet kritiekloos toekijken hoe de particratie haar wurggreep op onze democratie en op onze democratische politieke besluitvorming nog verstikkender sluit.
In de krant lezen wij dat de partijvoorzitters wekelijks achter gesloten deuren zullen controleren hoe de volmachten worden uitgeoefend. Dit druist in tegen alles waarvoor een gezonde democratie zou moeten staan. Het opvolgen van de volmachten hoort, ten eerste, te gebeuren door het Parlement in plaats van door de partijvoorzitters en moet, ten tweede, in het openbaar gebeuren, niet in de achterkamers van de politiek. Die twee elementen, openbaarheid en eerlijke vertegenwoordiging, zijn in het belang van de transparantie en de democratie waarop onze burgers en belastingbetalers recht hebben.
Collega's, we zijn met niet zoveel vandaag, mag ik toch even respect vragen voor de tussenkomst? Mevrouw de voorzitter?
Nog een element dat de werking van het Parlement en onze democratie ernstig in het gedrang brengt, is het feit dat alle checks-and-balances enkel worden vernoemd in de memorie van toelichting. In de wettekst zelf vinden we daarover niets terug. Dit is trouwens een verontrustende rode draad doorheen het hele wetsvoorstel.
De voorzitter: Collega Laaouej, met deze afstand is praten nog vervelender, dat moet ik wel toegeven.
12.08 Dries Van Langenhove (VB): Dank u, mevrouw de voorzitter. De toelichting verschilt enorm van de uiteindelijke tekst en dit wekt zeer weinig vertrouwen. Dat zeg niet alleen ik, maar ook de Raad van State en heel wat specialisten.
Ook wat de maatregelen rond transparantie betreft, zien we hetzelfde gevaarlijk fenomeen. De Raad van State bevestigde in zijn verslag deze kritiek en heeft eveneens principiële bezwaren bij het gebrek aan transparantie waarmee de volmachten omschreven zijn.
Opdat er geen misbruik van kan worden gemaakt, is het van het allergrootste belang dat volmachten zo specifiek en concreet mogelijk worden uitgewerkt. Anders gaat het om een blanco cheque, die in België naar goede gewoonte ongedekt zal blijken. Ieder lid van de commissie voor Binnenlandse Zaken die deze ochtend samenkwam, is het erover eens dat veel van deze maatregelen broodnodig zijn. Toch mogen ze geen reden zijn om de democratische controle uit te schakelen.
Ik zal niet alle technische kwesties van deze ochtend herhalen, maar ik wil het hierover toch even hebben. Deze controle, die tot de essentie van onze taak en plicht als volksvertegenwoordigers behoort, wordt immers nergens in dit voorstel verzekerd. Integendeel, ze wordt verregaand uitgeschakeld, zeker voor de partijen die niet bij die 'Grote Unie' voor de volmachtenregeling betrokken worden. Op die manier neemt men een gevaarlijk loopje met de werking van ons Parlement en onze democratie.
Niet alleen de Raad van State is hier zeer kritisch over, grondwetspecialist Hendrik Vuye meent zelfs dat "elke democratische controle verdwijnt, ook wat de fundamentele rechten en vrijheden betreft". Mijn fractie is er dan ook van overtuigd dat dit voorstel een aantal bruggen te ver gaat. Door de vaagheid van een aantal bepalingen zijn die volgens ons zelfs strijdig met artikel 105 van de Grondwet, dat de Koning – lees de regering – geen andere macht heeft dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, de regering uitdrukkelijk toekennen. Ook met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende bestuursniveaus doet de gebrekkigheid van deze tekst ons vrezen voor een al even gebrekkige toepassing van heel wat van de nodige maatregelen.
Als we deze fundamentele punten van kritiek naast elkaar plaatsen, kunnen we niet anders dan concluderen dat dit wetsvoorstel veel te verregaand en veel te gebrekkig is. Mijn fractie heeft zich, ondanks het dedain dat sommige regeringsleden koesteren voor de gewone Vlaming, altijd zeer constructief opgesteld. Wij hebben dan ook een aantal amendementen ingediend om bepaalde gebreken van deze wettekst te verhelpen. Zo willen we tegemoetkomen aan de kritiek van grondwetspecialisten en de Raad van State. Wij rekenen daarvoor op minstens evenveel constructiviteit van uw kant.
Laat mij de politici die binnenkort de taak van het Parlement zullen overnemen vanuit de achterkamers van de politiek toch even een vriendelijk bedoelde waarschuwing geven. Het laatste woord zal altijd aan het volk zijn. Als u het vertrouwen van het volk blijft beschamen, dan zal het volk bij de volgende verkiezingen korte metten maken met de partijen die zich in de komende maanden antidemocratisch of anti-Vlaams zouden betonen. Zeg in 2024 niet dat ik u niet heb gewaarschuwd.
12.09 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, je voulais réagir. À force d'entendre des âneries, cela finit par énerver. L'orateur précédent n'arrête pas de dire qu'il y aurait une espèce de condescendance envers la Flandre, etc. Il faudrait arrêter de dire des bêtises. Nous avons exactement, au niveau du gouvernement fédéral et des groupes parlementaires, le même respect pour la Flandre que pour la Wallonie.
Cela n'a absolument aucun sens d'avoir ce type de raisonnement et d'entretenir une espèce de haine, une espèce d'eugénisme antifrancophones, qui est totalement injustifiée. Je commence vraiment à en avoir assez de ce genre de langage. Jusque maintenant, je l'ignorais, mais maintenant je ne vais plus l'ignorer, parce que franchement, cela commence à me sortir de partout.
De voorzitter: Het was niet zo persoonlijk, vond ik, mijnheer Van Langenhove. Heel kort, u hebt nog een halve minuut.
12.10 Dries Van Langenhove (VB): Ik denk niet dat er mensen zijn die de politiek in België de afgelopen jaren actief hebben gevolgd die niet op de hoogte zijn van het dedain en zelfs de haat van premier Wilmès voor Vlamingen.
12.11 Franky Demon (CD&V): Zoals vorige week tijdens het debat over de regeringsverklaring vaak is gezegd: uitzonderlijke omstandigheden vereisen uitzonderlijke maatregelen. Niemand die er nog aan twijfelt dat we in uitzonderlijke omstandigheden leven. De coronacrisis is een crisis zonder voorgaande. Er is dan ook geen draaiboek beschikbaar.
Er is een wereldwijde gezondheidscrisis die in ons land gelukkig nog goed onder controle blijft en waarvan we hopen dat dit ook zo blijft. Naast de impact op de gezondheidszorg heeft deze crisis ook een gigantische economische impact. Ongeveer een miljoen werknemers is momenteel tijdelijk werkloos. Dit zijn drie op de tien werkende Belgen in de privésector.
Uit onderzoek blijkt ook dat een op de vier Belgische bedrijven de economische schok die we meemaken niet aankunnen als er twee maanden geen inkomsten binnenkomen, omdat ze over onvoldoende eigen middelen als buffer beschikken om deze crisisperiode door te komen. Dit is een ernstige problematiek omdat de afgekondigde maatregelen om de coronacrisis te bestrijden meer dan waarschijnlijk niet op 5 april zullen stoppen. Er dreigt dus een wereldwijde economische recessie die onze bedrijven, zelfstandigen en werknemers zwaar en diep zal treffen.
De maatregelen die de federale en de andere regeringen in dit land de voorbije dagen hebben aangekondigd, moeten onze bedrijven en zelfstandigen helpen om deze crisis door te komen. Tegelijk moet de regering erover waken dat ze de koopkracht van de gezinnen ondersteunt, zodat ze blijven consumeren. Om deze crisis zowel op het vlak van de gezondheidszorg als op sociaal-economisch vlak krachtdadig en efficiënt te kunnen aanpakken, zijn bijzondere machten voor de regering ons inziens absoluut verantwoord.
De regering moet immers vooral snel op de omstandigheden kunnen inspelen, aangezien de toestand dag na dag evolueert en maatregelen dus ook snel en adequaat nodig kunnen zijn.
De komende weken en wellicht maanden worden een immense stresstest voor de ziekenhuizen, maar ook voor de bedrijven en de banken, die de bedrijven doorheen de crisis moeten helpen. Ook voor de huidige regering wordt het een stresstest.
Bijzondere machten zijn niet ongrondwettelijk. Zowel het Hof van Cassatie als de Raad van State zijn van oordeel dat bijzondere machten mogelijk zijn op basis van artikel 105 van de Grondwet, dat als volgt luidt: "De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk toekennen."
De machtiging die de regering van het Parlement vraagt om maatregelen in de strijd tegen het coronavirus te treffen, zijn voor onze fractie om verschillende redenen verantwoord.
Ten eerste, zoals ik reeds heb aangegeven, vereisen uitzonderlijke omstandigheden uitzonderlijke maatregelen.
Ten tweede, de regering heeft vorige week hier het vertrouwen van een ruime meerderheid gekregen, waarbij zij aankondigde volmachten aan het Parlement te zullen vragen.
Ten derde, de volmachten worden gevraagd voor een beperkte periode van drie maanden, met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging met drie maanden.
Ten vierde, de regering heeft zich ertoe geëngageerd transparantie te bieden aan het Parlement over de aanpak die zij voorstelt binnen de diverse domeinen die in het machtigingsvoorstel aan bod komen.
Ten slotte, de volmachten zijn afgebakend. Bovendien wordt aangegeven welke aangelegenheden of delen daarvan buiten de bijzondere machten worden gehouden.
Belangrijk voor onze fractie zijn de volgende aspecten in het wetsvoorstel.
De volmachten kunnen geen afbreuk doen aan de sociale bescherming en de koopkracht van de gezinnen. Het indexmechanisme van lonen, wedden en sociale uitkeringen, welvaartsaanpassingen aan de sociale uitkeringen in het kader van de welvaartsenveloppe of de toegangsvoorwaarden kunnen niet worden gewijzigd.
De bijdragen aan de sociale zekerheid, belastingen, taksen en rechten mogen niet worden aangepast of gewijzigd. Tijdelijke betalingfaciliteiten, zoals uitstel van betaling van voorschotten en kwadraatsaldi, zijn mogelijk in het kader van een afbetalingsplan. Er kan echter niet worden geraakt aan de parameters voor de berekening van de bijdragen.
De verplichting met betrekking tot de betaling en terugbetaling van belastingen en taksen kan niet worden gewijzigd, maar wel in de tijd worden verschoven.
Alle noodzakelijke maatregelen kunnen worden genomen om de verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, zowel op het vlak van de volksgezondheid als inzake de openbare orde. Directe en indirecte steunmaatregelen aan economische sectoren en gezinnen kunnen worden genomen, de consumenten kunnen worden beschermd en de financiële stabiliteit kan worden gegarandeerd.
Er kunnen snel maatregelen worden genomen om de sectoren te vrijwaren die zorgen voor de bevoorradingszekerheid en om de openbare dienstverlening te waarborgen. De goede werking van de rechterlijke instanties kan worden verzekerd. De volmachten laten ook toe om de nodige administratieve en strafrechtelijke sancties uit te vaardigen om de handhaving van de genomen maatregelen af te dwingen indien nodig.
Belangrijk voor onze fractie is ook dat de besluiten die de wettelijke bepalingen kunnen opheffen, wijzigen, aanvullen of vervangen, zoals bepaald in de artikelen van de wetten van de Raad van State, met uitzondering van de besluiten die betrekking hebben op de volksgezondheid en de openbare orde, voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Er wordt wel in de mogelijkheid voorzien om de adviestermijnen in te korten.
Na de bekrachtiging door het Parlement kan het Grondwettelijk Hof de besluiten toetsen. Het klopt dus niet dat de burger machteloos staat. De mensenrechten gelden uiteraard nog steeds.
Voorzitter:
Patrick Dewael, voorzitter.
Président:
Patrick Dewael, président.
Ik lees commentaren, net ook nog door de vorige spreker aangehaald, van grondwetspecialisten die beweren dat deze volmachten zeer verregaand zijn en niet democratisch zouden zijn, omdat ze niet alleen betrekking hebben op sociaal-economische aangelegenheden en de gezondheidsproblematiek, maar ook op de openbare orde. Met de volmachten zouden mensen van hun vrijheid beroofd kunnen worden, zoals de heer Vuye beweert.
Daar geef ik twee kanttekeningen bij.
Ik stel vast dat de bewegingsvrijheid van mensen nu reeds door de voorzorgsmaatregelen van de regering, zonder volmachten dus, ingeperkt is. Dat is om redenen van volksgezondheid absoluut verantwoord. De overgrote meerderheid van de mensen leeft die voorzorgsmaatregelen goed na, maar jammer genoeg doen sommigen dat niet en dan moet de overheid krachtdadig ingrijpen.
Bovendien gaan wij ervan uit dat de regering daadwerkelijk nooit maatregelen zal nemen die de vrijheid van de burgers onnodig of disproportioneel zullen inperken.
Tot slot wens ik te benadrukken dat het zeer belangrijk zal zijn dat de Kamer wordt betrokken bij de besluiten in de uitvoering van de bijzondere machten.
12.12 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Beste collega's, mijnheer de minister, wij moeten nu bij hoogdringendheid belangrijke en directe beslissingen nemen om de strijd tegen het coronavirus te winnen. Daarover gaat de discussie vandaag niet. Ook de Partij van de Arbeid voelt die urgentie aan. Dat is ook een van de redenen waarom wij ons constructief willen opstellen. Vorige week hebben wij als oppositiepartij het budget van 1 miljard euro mee goedgekeurd. Dat is voor ons evident. Wij willen ook op politiek vlak alle goede maatregelen steunen die de regering zal nemen, hoewel wij er niet meer over zullen kunnen stemmen. Het is duidelijk dat wij, als er bijvoorbeeld beslissingen worden genomen om bepaalde sectoren te sluiten, die beslissingen zullen steunen.
Nous soutiendrons les éventuelles réquisitions de masques et/ou de réactifs. Nous soutiendrons évidemment les mesures visant à apporter de l'oxygène à notre économie. Le débat politique continuera au niveau du Parlement. Quoi qu'il en soit, on pourra compter sur notre soutien et celui du peuple. D'ailleurs, les témoignages de solidarité sont assez impressionnants, que ce soit à l'égard des éboueurs, des chauffeurs de bus, de nos infirmiers et infirmières.
Het gaat nu over alle openbare diensten die ons helpen: politiemannen en -vrouwen, de gemeenten, iedereen die ons helpt om de crisis door te geraken. Het is belangrijk dat die solidariteit, ondersteuning en constructieve houding er zijn. In die zin kunt u zeker rekenen op de steun van de Partij van de Arbeid.
Dat is trouwens ook een van de redenen waarom wij een ontmoeting met mevrouw de eerste minister hebben gevraagd. Spijtig genoeg waren wij niet bij de groep van tien om de discussie te voeren, maar wij verwachten in elk geval zeker nog een ontmoeting om onze positieve voorstellen naar voren te schuiven. Wij hebben daarover nog geen antwoord gekregen, maar hebben nog altijd hoop dat die discussie zeker kan doorgaan.
De discussie van vandaag gaat over de vraag of het in het geval van zo'n grote crisis nuttig is om de democratie te verengen. Zou het niet beter zijn om ze uit te breiden?
Voici la question qui nous est posée aujourd'hui: en période de crise, ne vaudrait-il pas mieux étendre l'assise démocratique au lieu de la restreindre? Ces pouvoirs spéciaux, en confiant l'exclusivité du pouvoir au gouvernement, vont évidemment soustraire une partie d'un débat essentiel que nous devrions aborder. Comme groupe de gauche, comme groupe social, notre crainte est qu'un agenda antisocial soit établi à travers ces pouvoirs spéciaux. Ne me dites pas: "Raoul, tu es en train de rêver! Il n'y aura évidemment rien d'antisocial." Il suffit pourtant de voir qu'un des premiers arrêtés ministériels portait sur le passage des horaires des magasins de 7 h 00 à 22 h 00 – une revendication qui n'avait jamais été émise ces dernières années. Le site du MR va encore un petit peu plus loin, en mettant en avant fièrement cette question de flexibilité. Cela ne va pas! Les caissières et les magasiniers sont épuisés. Ils bossent comme pas deux pour réassortir les rayons et sont exposés à la maladie, en raison de protections insuffisantes. Et que fait le gouvernement? Il accède à une demande de Comeos, fédération patronale, pour étendre les horaires.
Cette crainte que, derrière les pouvoirs spéciaux, ne se glisse un débat social gauche-droite est justifiée. Regardons ce qu'il se passe à l'étranger. Cinq heures après avoir obtenu les pouvoirs spéciaux, le gouvernement Macron a pris les mesures suivantes: possibilité d'augmenter la durée hebdomadaire de travail à 60 heures, de réduire le repos compensatoire à 9 heures, de travailler le dimanche et sept jours sur sept. L'encre des pouvoirs spéciaux n'était pas encore sèche.
Chers collègues, nous sommes placés devant un vrai problème. On va me rétorquer que la définition des pouvoirs spéciaux est très précise. Ainsi, quelques collègues estiment avoir reçu des garanties. Avons-nous lu le même texte? Dans les années 1990 et 2000, les pouvoirs spéciaux ont été votés. Le Conseil d'État avait régulièrement relevé qu'ils avaient été définis positivement, c'est-à-dire qu'il était indiqué que tel secteur ou telle compétence tombait sous la coupe des pouvoirs spéciaux – sous-entendu pas les autres secteurs et compétences. C'était cela, la démarche politique sous Martens-Gol et Dehaene. Or, dans le texte qui nous est soumis aujourd'hui, c'est exactement la logique inverse. Autrement dit, le gouvernement prend toutes les compétences et en exclut certaines. J'ignore si vous avez lu le même texte que moi.
Ik lees over artikel 3 in de memorie van toelichting: "Met het oog op een nauwkeurige afbakening van de bijzondere machten is het aangewezen met negatieve aanwijzingen te werken en met name de aangelegenheden of de gedeelten van aangelegenheden aan te geven die de wetgever buiten de bijzondere machten wenst te houden."
Wat hier staat, is dat alle federale aangelegenheden onder de volmachten vallen, behalve een paar die daarin zijn ingeschreven. Welke zijn dat dan? Geen indexsprong, geen vermindering van de sociale bijdragen en fiscaliteit.
Al de rest valt onder de speciale bevoegdheden. Dat is keiveel. Dat gaat over buitenlandse zaken, de relatie met Europa en de wereld, sociale zaken, financiën, gezondheid, de NMBS en transport. Het gaat dus over alle materies, behalve die drie.
Des collègues de gauche me disent qu'il y a une garantie qu'on n'attaquera pas le pouvoir d'achat. Soyons clairs, je ne soupçonne pas les partis de droite d'une attaque sur le pouvoir d'achat. Ils l'ont déjà fait, ils ne viendront pas avec un nouveau saut d'index! La question concerne ici le Code du travail, qui est cité comme pouvant faire l'objet d'arrêtés royaux. C'est sur la flexibilité que viendra l'attaque! Qui peut me garantir qu'on ne décidera pas d'une flexibilité des horaires de travail? Qui peut me garantir qu'aucun arrêté royal ne modifiera ou ne diminuera les congés payés? Personne! C'est là le problème! Qui peut me garantir qu'il n'y aura pas un arrêté royal qui modifiera les horaires de travail dans les entreprises? Qui peut me garantir qu'il y aura des conditions aux aides aux banques?
Vous nous demandez, en tant que parti de gauche qui défend les travailleurs, de lâcher ces garanties en donnant une pleine confiance et des pouvoirs spéciaux au gouvernement! Vous ne pouvez pas nous demander cela!
L'attaque sur le pouvoir d'achat ne se fera pas par un saut d'index, elle se fera par une absence de mesure compensatoire supplémentaire sur le chômage économique. Comme vous le savez, le chômage économique est plafonné. Dans les faits, beaucoup de travailleurs vont se retrouver avec un revenu de remplacement de 60 %. C'est 40 % de perte de pouvoir d'achat!
40 %, dat is keiveel. Een antisociale maatregel zou zijn om geen bijkomende maatregelen te nemen omtrent die 40 %. Mensen gaan zoveel geld verdienen. Het zou een groot probleem zijn op economisch vlak, zoals Paul De Grauwe zegt, dat we een dergelijke inzinking krijgen inzake de vraag omdat de koopkracht met 30 % tot 40 % zal verminderen, waardoor het systeem gewoon zal imploderen.
On va avoir un problème énorme au niveau de la demande. Il est question de 40 %. Je ne sais pas si tout le monde se rend compte! C'est terrible! On n'a aucune garantie sur ces questions.
Quand je lis les compétences qui nous sont proposées, à l'article 5, § 1, 3°, on parle d'apporter un soutien direct ou indirect, de prendre des mesures protectrices pour les secteurs financier, économique, marchand et non marchand, les entreprises et les ménages qui sont touchés en vue de limiter les conséquences de la pandémie. Vous imaginez de quel mandat il est ici question! Vous êtes mandatés pour donner des milliards aux banques.
Au point 4, il est question de garantir la continuité de l'économie, la stabilité financière du pays, le fonctionnement du marché ainsi que la protection du consommateur. On parle donc de protéger le fonctionnement du marché. Or c'est à cause de ce fameux marché capitaliste que les masques de protection coûtent vingt fois plus cher qu'avant la crise. En effet, conformément à l'un des grands mécanismes du capitalisme triomphant, plus on a besoin de quelque chose, plus on paie. Pour ce qui me concerne, j'aurais pu vivre dans une société animée par une autre logique suivant laquelle plus on a besoin de quelque chose, moins on doit payer. Il aurait été alors question de la valeur d'usage des produits. Mais, dans ce cas, il est question de la valeur d'échange.
On se retrouve donc aujourd'hui dans une situation où des acteurs présents sur le marché spéculent et se font quantité d'argent parce qu'il y a une énorme demande mondiale de masques. Et vous me demandez de voter en faveur d'un mandat visant à continuer d'accepter que le marché fonctionne de la sorte. Chers collègues, je ne peux pas voter en ce sens.
Ik lees artikel 5, 5°: "Aanpassingen door te voeren in het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht, met het oog op de bescherming van de werknemers en van de bevolking, de goede organisatie van de ondernemingen en de overheid, met vrijwaring van de economische belangen van het land en de continuïteit van de kritieke sectoren." Hier hebben we het.
Het arbeidsrecht staat er gewoon in. En dan is er de discussie die we vanmiddag met onze eerste minister hebben gehouden.
Beste collega's, ik vind het een beetje problematisch om te zeggen dat er hoogdringendheid is, en dat er dus geen politiek debat is. De maatregelen, via koninklijke besluiten, die vanavond en morgen zullen worden genomen, zijn al een zekere markering van een links of rechts debat.
Welke sectoren moeten sluiten en welke niet? Natuurlijk zijn de belangen van de grote bazen van die sectoren niet dezelfde als die van de werknemers. Laten wij niet naïef zijn. Mevrouw Wilmès gaf op 13 maart een lijst van de essentiële sectoren. U kunt het checken in de teksten, beste collega's: een essentiële sector is een sector die niet kan worden gesloten, ook als hij de regels niet respecteert. Dat staat in het ministerieel besluit.
Dat is dus niet niks, een essentiële sector. De lijst is gewoon vier keer zo lang geworden op vijf dagen tijd. Wie heeft daarvoor gezorgd? De telefoon van de eerste minister zal wel vaak gerinkeld hebben door alle patronale federaties met de vraag of hun sector nog open kan blijven. Resultaat, vandaag, op 3 miljoen werknemers werken er 2 miljoen in een essentiële sector.
Dat is toch een politieke discussie? Ik, als lid van een linkse partij, vind dat met het oog op de stijgende lijn van de viruscrisis, een maximum aan sectoren moet sluiten. De mensen moeten thuisblijven.
Natuurlijk niet het personeel van de ziekenhuizen, natuurlijk niet het personeel voor het transport van geneeskundige producten, natuurlijk niet het personeel van de voedingssector. Laten wij stoppen er karikaturen van te maken.
Maar wat heeft het voor nut dat in Antwerpen chemiebedrijven nog altijd plastic stoelen produceren? Waarover gaat het nu? Dat een bedrijf in Limburg verwarmingstoestellen mag blijven produceren?
Une entreprise limbourgeoise continue à produire des chauffages. Allez, nous allons arrêter! À quoi cela rime-t-il de continuer à faire fonctionner de telles entreprises? Ce n'est pas sérieux! Ces gens sont obligés de prendre leur voiture, d'aller au travail, de côtoyer des travailleurs dans des conditions dans lesquelles il n'est pas possible de respecter les règles de confinement. C'est un débat gauche/droite. Il faut arrêter de dire qu'en période de crise, il n'y a plus de tels enjeux! Je ne suis pas d'accord avec cela.
En conclusion, je pense qu'il y a encore un dernier problème démocratique.
La Ligue des Droits Humains nous indique qu'il y a un problème sérieux, aujourd'hui, pour la protection de la vie privée. Plusieurs professeurs d'université le disent.
Er zijn er een paar die duidelijk zeggen dat ze begrijpen dat er maatregelen nodig zijn, maar zij maken zich tegelijkertijd toch ook zorgen. Dat zeggen ons professoren van de universiteit van Antwerpen. Wat zeggen de Duitse liberalen van de FDP, geen PVDA-bron dus?
Je me permets de citer les libéraux allemands: "Les mesures drastiques actuelles pourraient être nécessaires pour ralentir la propagation du coronavirus. Mais elles ne doivent pas causer de dommages durables au caractère libéral des démocraties européennes. Notre démocratie libérale est fondée sur l'idée qu'il existe un lien indissociable entre le pouvoir étatique démocratiquement légitime et certains droits civils et humains." Ce sont les libéraux allemands qui le disent, monsieur le président.
"Dans un tel système, les droits individuels peuvent également être appliqués contre le pouvoir de l'État. Le premier ministre hongrois Viktor Orbán veut une démocratie illibérale. En conséquence, il veut profiter de la crise du coronavirus pour suspendre le Parlement jusqu'à nouvel ordre et gouverner par décrets. Certains voudraient également que le pouvoir exécutif allemand prenne des mesures encore plus sévères. Ces fantasmes doivent être clairement rejetés. Les restrictions actuelles sont l'exception absolue et devraient le rester."
Les libéraux allemands demandent donc de ne pas diriger par décrets. Ici, les libéraux belges disent qu'ils veulent diriger par arrêtés royaux. Je ne comprends pas! Réellement, nous aurions pu prendre de nombreuses mesures ici au sein de ce Parlement, à toute vitesse. Il me paraît clair que s'il fallait un permis de bâtir ou des réquisitions, vous auriez eu notre soutien total. Vous le savez très bien. Nous ne sommes pas là pour jouer à de petits jeux politiciens. Il y a des urgences. C'est important! De ce côté, notre posture n'est pas celle d'autres partis ici présents. Je ne suis pas en train de dire que les Wallons et les Flamands se crachent dessus. Il y a de la solidarité.
Oui, il faut prendre des mesures urgentes. Nous ne serons pas dans cette opposition stérile. Nous voulons être une opposition constructive et il est important de le dire. Quelles que soient les tendances politiques, il y a un débat et un combat à mener sur le terrain. Nous sommes tous là pour les soutenir. Mais je ne comprends pas pourquoi nous devons aujourd'hui décider de déléguer l'ensemble des pouvoirs du Parlement pendant trois à six mois au gouvernement, alors que nous aurions très bien pu continuer ce débat ici, au niveau du Parlement. C'est la raison pour laquelle, chers collègues, le PTB votera contre ces pouvoirs spéciaux, mais sera toujours disponible pour appuyer d'autres mesures constructives au cours des semaines à venir.
De voorzitter: Men moet zich altijd hoeden voor politici die voorhouden dat zij geen politieke spelletjes willen spelen.
Si les hommes ou les femmes politiques le disent eux-mêmes ou elles-mêmes, il y a toujours lieu de conserver une certaine méfiance. Ceci est une remarque tout à fait objective. Vous savez que je joue mon rôle avec une impartialité totale.
Ik geef het woord aan de heer Lachaert.
12.13 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik was oorspronkelijk niet van plan het woord te nemen, maar ik ga het toch doen. Ik luister altijd met heel veel plezier naar de heer Hedebouw, zeker als hij alle liberale en democratische principes opsomt. Jammer genoeg hebben niet alle communistische regimes in de geschiedenis dat gerespecteerd, zoniet waren er wat minder doden gevallen in de geschiedenis.
Wat wij natuurlijk moeten doen, is extreme maatregelen nemen. Ons land beleeft een kritieke situatie. Wij zien vandaag dat het aantal besmettingen met het coronavirus op één dag verdubbeld is, van 600 gisteren naar 1.200 vandaag. Wij zijn dus nog niet aan het einde van deze crisis.
Ik denk dat zij die vorige week nog dachten dat wij dit met de gewone parlementaire werkzaamheden met een regering in lopende zaken zouden kunnen oplossen, waarbij we het normale proces doorlopen om week na week hier discussies over teksten te voeren, hoorzittingen te organiseren in commissies en zo vooruit te gaan, die illusie intussen kunnen opbergen.
Wij hebben een regering nodig die, hoewel ze geen meerderheid heeft met de deelnemende partijen in het Parlement, moet kunnen werken, vooruitgaan en krachtdadig moet kunnen besturen. Vandaag gaat dat over de volksgezondheid, de elementen die nodig zijn, de discussies over de testen, de discussies over de mondmaskers.
Het gaat ook over sociaal-economische zaken. We moeten mensen uit de nood helpen. Er waren in het begin van deze vergadering vragen over de mensen die hun werk verliezen, die hun job moeten stopzetten, die moeten worden geholpen. Mensen die een handelszaak moeten stoppen, moeten worden geholpen.
Wij hebben tot nu toe zeer lineaire maatregelen genomen: tijdelijke werkloosheid, een overbruggingsvergoeding voor de zelfstandigen, maar over de tijd heen zullen er wellicht fijnmazerige oplossingen nodig zijn om een goed evenwicht te hebben, om degenen te helpen die problemen hebben.
We moeten er echter ook voor zorgen dat de basis van de economie overeind blijft en dat zij die kunnen werken blijven werken. Daarvoor moeten wij ook maatregelen nemen.
Ik wil niet verzanden in de discussie om iedereen al dan niet naar huis te sturen, zonder enige oplossing. Dan vrees ik dat we de factuur die daarna op ons afkomt niet zullen kunnen betalen.
De regering zal dus op diverse vlakken moeten bijsturen door de tijd heen. Vandaag is dit op het vlak van de volksgezondheid en op sociaal-economisch vlak. Volgende week kan het over de bevoorradingszekerheid of andere elementen gaan.
De Kamer van volksvertegenwoordigers geeft met deze wet inderdaad een deel van onze bevoegdheden af aan de uitvoerende macht, die ze overneemt. Wij doen dat echter niet zomaar. Een aantal beslissingen die wij vandaag in de marge van andere bijeenkomsten hebben genomen, komen ernstig tegemoet aan de bezwaren van sommigen dat de volksvertegenwoordiging alle macht afgeeft. Dat is niet het geval.
Uit het advies van de Raad van State blijkt dat ook duidelijk. Alles wat de regering met de volmachtbesluiten zal doen, moet binnen het jaar door ons allemaal worden bekrachtigd. Dat houdt ook in dat er regelmatig overleg moet zijn tussen ons, de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de regering over de manier waarop zij omgaat met de uitvoering van de volmachtenwet, die wij zullen goedkeuren.
Op voorstel van onze voorzitter, de heer Dewael, hebben wij deze middag in de Conferentie van voorzitters een belangrijk statement gemaakt door de oprichting van een eigen bijzondere en tijdelijke parlementaire commissie, die zoals de andere commissies werkt, maar waarin ook samen met de regering de werkzaamheden in uitvoering van de volmachtenwet zullen worden opgevolgd.
Daarbij zal iedereen aanwezig zijn die aanwezig kan zijn. U weet immers hoe een parlementaire commissie met zeventien leden werkt. Men kan als lid van de assemblee in de commissie aanwezig zijn.
Het wordt dus geen verhaal waarbij achter gesloten deuren op zaterdagochtend binnen de regering wordt overlegd. Op dat overleg is iedereen hier aanwezig uitgenodigd. De zeventien leden zullen de opvolging doen.
Op zich komen die maatregelen tegemoet aan de bestaande kritiek. Er wordt een krachtdadige tool aan de regering gegeven om te besturen. De fora en de macht zijn aanwezig om de regering te controleren en op te volgen.
Daarom zal mijn fractie de voorliggende volmachtenwet goedkeuren, met het vertrouwen dat de regering met die volmachten het noodzakelijke zal doen om het land de komende tijd te besturen.
12.14 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb het vanochtend al gezegd: uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijke maatregelen. Daarom zullen wij straks stemmen over een volmachtenwet.
Dat gebeurt niet elke dag. Vele collega's hebben al gezegd dat het in crisistijd belangrijk is dat men snel maatregelen en beslissingen kan nemen. Het is soms niet mogelijk om de hele parlementaire procedure te doorlopen, als men snelle en kordate beslissingen wil nemen. In het belang van de veiligheid en de gezondheid van de mensen, in het belang van al ons zorgpersoneel, maar ook in het belang van onze werknemers en bedrijven zal sp.a haar steun aan de voorliggende volmachtenwet verlenen.
Dat wordt geen blanco cheque, zoals sommigen onder u vandaag beweren. De volmachtenwet is beperkt in de tijd en in bevoegdheden. De sp.a heeft ook speciaal laten opnemen dat er zeker geen maatregelen genomen kunnen worden die de koopkracht van de gezinnen of de bestaande sociale bescherming zouden kunnen aantasten. Dat gaat in de brede zin, mijnheer Hedebouw, niet enkel over de voorstellen die u hebt opgenoemd. Daar zullen wij zeker op toezien.
Het is ook zeker niet de bedoeling dat het Parlement zichzelf buitenspel zet. Het Parlement heeft eigenlijk een zeer belangrijke rol tijdens de coronacrisis. Onze controlerende rol is nu meer dan ooit belangrijk: wij moeten controle uitoefenen op wat de regering beslist, wij moeten controle uitoefenen op de manier waarop de regering omgaat met de volmachten en wij moeten ook controle uitoefenen op alle andere beslissingen die de regering neemt. Wij hebben vanmiddag al een debat gevoerd over het aantal mondmaskers en de bescherming, maar ook over de bescherming van de mensen die in tijdelijke werkloosheid worden geplaatst. Het Parlement is dus niet technisch werkloos, de leden kunnen perfect nog wetsvoorstellen indienen, agenderen, bespreken en daarover stemmen.
Het allerbelangrijkste is misschien nog dit: het is niet omdat wij constructief zijn en omdat wij begrip tonen voor de situatie dat er van de volmachtenwet misbruik mag of kan worden gemaakt door de regering. In dat verband herhaal ik wat ik vanochtend al zei: ik begrijp nog steeds niet waarom de regering de farmawet, die al een hele procedure heeft doorlopen in de commissie, die er goedgekeurd werd en klaar is om in plenaire vergadering te worden besproken, van de agenda heeft gehaald met de coronacrisis als argument, terwijl met de goedkeuring van die wettekst heel wat geneesmiddelen tegen astma, hoge bloeddruk, epilepsie, de ziekte van Alzheimer, depressie en bepaalde kankers, voor de patiënt goedkoper zouden worden.
Wie in volle gezondheidscrisis een wettekst tegenhoudt die ervoor zorgt dat de geneesmiddelen voor de patiënten goedkoper zouden zijn, moet bij zichzelf te rade gaan en zich afvragen welke belangen hij dient. Dient hij de belangen van de patiënten of die van de Big Pharma?
Onze partij sp.a is constructief en begrijpt dat uitzonderlijke tijden uitzonderlijke maatregelen vragen. De volmachten zijn uitzonderlijk. De Raad van State was vrij positief in zijn advies. Wij hebben vanochtend in de commissie enkele amendementen gesteund die tegemoetkomen aan de technische opmerkingen van de Raad van State.
Wij zullen de volmachtenwet steunen en tegelijkertijd ook onze rol in het Parlement opnemen en de regering blijven controleren en voorstellen indienen.
12.15 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, l'essentiel a été dit. Je voudrais simplement, au nom de mon groupe, exprimer certains éléments. La situation est gravissime et demande que nous puissions avancer dans l'urgence de la manière la plus efficace possible, à la fois pour gérer cette crise sanitaire exceptionnelle mais aussi pour gérer la crise socioéconomique qui, malheureusement, s'y ajoute.
Monsieur le vice-premier ministre, cela nécessite que le gouvernement aille plus vite, de manière plus forte et plus efficace. Les derniers chiffres ne sont absolument pas étonnants et, malheureusement, les chiffres à venir ne seront pas surprenants, même s'ils seront, en tout cas dans les prochains jours, très certainement encore bien plus graves que ceux d'aujourd'hui. Ceux-ci ne sont en effet malheureusement que la pointe de l'iceberg et ne révèlent pas la totale réalité.
Y aller plus vite, plus fort et de manière plus efficace exige du gouvernement une souplesse d'action et il est vrai que ces pouvoirs spéciaux permettent cette souplesse et cette rapidité d'action. Ce n'est évidemment pas un blanc-seing. Cela doit pouvoir être utilisé en dernier recours et de manière strictement conditionnée dans un cadre précis, dans des circonstances exceptionnelles comme c'est le cas aujourd'hui, avec des pouvoirs qui sont limités à la seule gestion de la pandémie et de ses conséquences, dans une durée qui est limitée et avec un encadrement. Le gouvernement ne peut seul utiliser ces pouvoirs mais le Parlement doit pouvoir être associé à l'utilisation de ces pouvoirs. C'est le cas, monsieur le président, avec l'initiative que vous avez prise sur la mise en place d'une commission permanente qui permettra de suivre la manière avec laquelle le gouvernement utilise ses pouvoirs spéciaux dans le cadre de cette crise COVID-19.
Cette concertation, si je peux me permettre, ne doit pas seulement être une concertation avec le Parlement. Dans le fond, le gouvernement a tout intérêt à s'appuyer sur l'expertise du terrain. D'abord, sur la crise sanitaire. Certes, vous avez mis en place des task forces. En même temps, on le voit, le fossé entre les procédures sur papier et la réalité de terrain est énorme. Puisez et appuyez-vous sur la réalité quotidienne du terrain pour pouvoir être plus efficaces dans la gestion sanitaire de cette crise. C'est une demande que je me permets de formuler ici.
Sur le volet socioéconomique, nous avons aussi besoin de l'expertise du terrain. Je sais que cette expertise a été utilisée par le gouvernement. Vous avez eu énormément de contacts avec le terrain, et en tout cas les grands partenaires du côté syndical et du côté des employeurs. Vous avez d'ailleurs eu une concertation beaucoup plus forte avec les partenaires sociaux qu'avec les soignants. J'ose espérer que les choses peuvent évoluer et changer positivement du côté sanitaire.
Mais j'entendais certains dire qu'on allait faire tout et n'importe quoi avec les pouvoirs spéciaux. Voyons aussi le positif que cela peut apporter, y compris sur le plan socioéconomique. Il est vrai qu'on peut être frappé, parfois, de la manière dont, dans certaines entreprises, les règles de confinement ne sont peut-être pas suffisamment et correctement respectées.
Le fait que le gouvernement bénéficie de pouvoirs spéciaux lui permet de prendre très rapidement un arrêté permettant d'augmenter le nombre d'inspecteurs sociaux. Ce nombre est très faible aujourd'hui. En province du Hainaut, il y en a cinq, pour une province très grande – 1,2 à 1,3 million d'habitants. Vous avez la capacité, par exemple, d'augmenter rapidement le nombre d'inspecteurs qui peuvent aller s'assurer que le confinement est aussi respecté correctement dans les entreprises des secteurs cruciaux qui continuent, aujourd'hui, à faire fonctionner le pays.
Il faut évidemment éviter qu'il y ait des failles aux mesures de confinement que la majorité des Belges respectent aujourd'hui, et ce respect est une bonne chose.
Quand j'en vois certains agiter le chiffon rouge en présentant les pouvoirs spéciaux comme étant un dispositif antisocial, je voudrais répondre simplement qu'il est possible pour le Parlement, avec les acteurs de terrain, de contrôler et de mettre la pression sur le gouvernement pour insuffler une dynamique collective positive. Je viens d'en donner un exemple – et je pourrais évidemment en donner d'autres – pour ce qui concerne la gestion de la crise sanitaire.
Comme je l'ai dit, cette confiance que nous accordons au gouvernement à travers les pouvoirs spéciaux n'est pas illimitée. Du reste, ce que le législateur fait aujourd'hui, il peut le défaire demain. Cela ne veut pas dire que nous vous refuserons collectivement trois autres mois après l'évaluation, mais la responsabilité du gouvernement qui obtient ces pouvoirs spéciaux est aussi de respecter le cadre qui est très clairement délimité par la proposition de loi. Nous serons donc vigilants à son application et son respect.
En conclusion, monsieur le président, vous l'aurez compris, ces balises et les circonstances exceptionnelles que nous vivons nous amènent à voter en faveur de cette loi qui accorde les pouvoirs spéciaux au gouvernement.
12.16 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, soyons francs, il y a trois semaines, je n'aurais pas cru prendre la parole ici pour défendre l'octroi de pouvoirs spéciaux à un gouvernement minoritaire et dont ma formation ne fait pas partie. Il y a trois semaines, je n'aurais pas non plus cru que le tiers de l'humanité serait en quarantaine, que les avions ne voleraient plus, que les frontières seraient fermées, que des rues et des Parlements seraient aux trois quarts vides et que nous devrions faire face à ce qui apparaît comme l'épreuve collective la plus redoutable depuis la dernière guerre.
Nous vivons des moments exceptionnels et cela demande des actes exceptionnels tant au plan de la santé publique qu'à celui de la pérennité de notre système socioéconomique. Jamais sans doute dans l'histoire de notre pays, les pouvoirs spéciaux – ce procédé qui doit demeurer exceptionnel dans une démocratie parlementaire – n'auront revêtu pareille urgence car c'est tout simplement la vie de nos concitoyens qui est en jeu.
Sur la technicité, il y a d'importants garde-fous juridiques et institutionnels qui sont mis en place: l'obligation de circonscrire les matières pour lesquelles ces pouvoirs sont accordés, la consultation obligatoire du Conseil d'État, la communication pour information à la Chambre, le fait que les arrêtés pourront modifier une loi mais en étant confirmés par le pouvoir législatif dans un délai d'un an à partir de leur entrée en vigueur. Si la situation est d'une extrême gravité et justifie des mesures exceptionnelles, l'équilibre entre les trois pouvoirs et la corrélation entre continuité de l'État et prérogatives du Parlement demeurent des fondements essentiels. Je pense que cet équilibre est respecté dans ce texte.
Nous serons des partenaires scrupuleux mais constructifs de votre action en gardant notre liberté de parole et de suggestion tout au long de cette période. Nous souhaitons que votre gouvernement, dans le cadre strict de l'actuelle crise, réussisse et parvienne à obtenir ce résultat de nous sortir de cette épidémie le plus rapidement possible. Nous demandons à ce propos que soient examinées d'urgence deux mesures. D'une part, un plus grand développement des tests pour toute personne, soignante ou non, qui n'est pas en télétravail dans ce pays. Il est trop tard pour un dépistage massif qui aurait peut-être eu son sens au début de l'épidémie mais il est utile et pertinent de dépister ceux qui ne sont pas confinés. Je crois que c'est même un ingrédient d'un contrat social élémentaire: soit l'État demande aux gens de rester chez eux en télétravail, soit il les contraint à sortir parce que leurs tâches sont essentielles pour la vie de tous les jours et alors il faut à tout le moins que ces travailleurs soient testés pour leur santé et celle de leur entourage.
Par ailleurs, nous demandons la mise en place d'un monitoring permanent permettant, enfin, de confronter les besoins recensés sur le terrain en termes de matériel – on peut parler des fameux masques souhaités par la profession médicale – afin d'avoir un œil réel sur les commandes en cours et les stocks.
À ce propos, permettez-moi, chers collègues, de faire une parenthèse. Nous serons loyaux, mais nous ne serons pas amnésiques. Comme tout le monde, je sais que le temps n'est pas à la polémique. Nous n'en avons ni le temps, ni vraiment les moyens. Néanmoins, je veux dire de manière très claire, au nom de mon groupe, au vu des informations qui fusent de plus en plus, qu'en aucun cas, cet octroi de pouvoirs spéciaux ne vaut quittance ou décharge du bilan du gouvernement précédent, en particulier en matière de gestion des soins de santé et de leur financement. Car les faits sont là. Non, notre pays n'était pas préparé à affronter cette pandémie. Vous me direz que les pays voisins non plus; c'est vrai. Mais ce n'est pas une raison, ce n'est pas une excuse.
Comment est-il possible que, dans un pays comme le nôtre, aujourd'hui encore, au moment où nous parlons, on puisse manquer de masques et de matériel en général pour protéger non seulement le personnel soignant dans les hôpitaux, mais aussi les infirmières à domicile ou tout simplement le personnel soignant qui exerce à l'extérieur?
Durant toute une législature, notre pays a, à tout le moins, désinvesti dans ses soins de santé avec des conséquences parfois peu visibles pour le grand public, mais pourtant lourdes. Au point que l'on découvre aujourd'hui que notre pays n'a pas jugé utile de conserver une réserve stratégique de masques.
J'ai confiance dans la capacité de ce gouvernement à sortir de cette crise. Mais après, il faudra investiguer et comprendre comment nous en sommes arrivés là.
À côté de cela, chers collègues, il y a une responsabilité plus collective qui nous engage tous. Car soyons de bon compte: cette crise sanitaire a surpris et tétanisé le monde entier. À part quelques pays d'Asie qui, parce qu'ils ont été confrontés à une épidémie antérieure, ont su réagir, nous avons tous été dépassés. Puisse donc cette crise nous sortir d'une certaine nonchalance et nous permettre de gouverner autrement! Nous n'avons pas seulement besoin de gestionnaires. Nous avons aussi besoin de visionnaires.
La politique, ce n'est pas seulement additionner des colonnes de recettes et de dépenses, c'est aussi anticiper le monde tel qu'il sera demain. Ce n'est pas juste une affaire de chiffres, c'est aussi une affaire d'imagination. Si nous faisons tous des erreurs, ce qui nous grandira, c'est ce que nous en ferons.
Enfin, je voudrais souligner combien cette période de confinement donne aussi du relief à un phénomène largement structurant de nos sociétés, à savoir l'inégalité réelle et grandissante au sein de notre population.
Même avec une menace aussi unique, aussi universelle que ce COVID-19, qui peut frapper le plus riche comme le plus pauvre, nous nous apercevons que nous sommes complètement inégaux. Nous sommes inégaux car, selon le pays où nous tombons malades, nous pouvons être pris en charge ou non. Inégaux face à une quarantaine qui n'est pas semblable à vivre si nous sommes dans une villa quatre façades ou un appartement modeste. Nous sommes aussi inégaux, nous l'avons vu, face à la pénibilité des tâches. Certains peuvent télétravailler et d'autres doivent rester sur le terrain. Nous découvrons tous que ces derniers sont absolument essentiels et indispensables. Si demain, nous voulons préserver à la fois le libéralisme économique et l'État providence, il faudra que nos politiques se destinent, d'urgence, à réduire cette fracture-là.
Il est temps maintenant, de nous rassembler, chers collègues, autour d'un seul objectif: lutter de toutes nos forces contre la propagation de ce COVID-19 et apporter tout le soutien logistique et financier au personnel soignant médical et hospitalier, aux infirmiers, à ceux qui sont en première ligne et sans armes, et à qui nous devons d'ores et déjà tous exprimer notre plus infinie gratitude.
Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, c'est dans cet esprit de gravité teinté d'espoir que le groupe DéFI accordera son vote à cette loi d'habilitation.
12.17 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, het coronavirus is geen excuus voor een lockdown van de democratie. Beste collega's, dit zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de socialistische fractieleider in het Europees Parlement, mevrouw Iratxe Garcia Pérez.
Het is gevaarlijk kritisch te zijn in tijden van crisis. De burgers hebben immers iets anders aan het hoofd dan politieke machtsspelletjes. Maar net omdat deze gezondheidscrisis de aandacht van de mensen volledig opeist, is een kritische blik belangrijk in deze uitzonderlijke omstandigheden. Nood mag dan al wet breken, maar mag daarbij de democratie niet onderuithalen. De voorbije weken werd het Parlement drie keren uitgeschakeld.
Eerst gaf dit Parlement, na een debat met 12 van zijn 150 Parlementsleden in dit halfrond, het vertrouwen aan een noodregering met de kleinste minderheid en de grootste gedoogsteun ooit in onze 190-jarige Belgische geschiedenis. Wilmès II regeert met een minderheid van 38 zetels, toegekend op basis van de verkiezingen van zes jaar geleden, 25 mei 2014, en met, op enkele uitzonderingen na, blauwe ministers van tweederangsgarnituur. Het is alsof de verkiezingen van 26 mei 2019 nooit hebben plaatsgevonden.
Vorige week zondag beslisten tien partijvoorzitters om het Parlement buitenspel te zetten en het witte laken volledig naar zich toe te trekken. De partijbonzen kenden zichzelf een zitje toe in de wekelijkse superkern. Deze junta is samengesteld uit de premier, de vicepremiers, negen partijvoorzitters en één fractieleider van deze Kamer, en dicteert de invulling van de volmachten. Dit 'clubje van tien' heeft geen enkele democratische legitimiteit, mijnheer de voorzitter, en wordt ook niet opgenomen in de nieuwe volmachtenwet, waardoor we enkel kunnen besluiten dat het hier om een zachte staatsgreep gaat, een putsch van machtsgeile politieke partijen, met de partijvoorzitters aan de knoppen.
In dit 'clubje van tien' zitten amper drie Kamerleden. Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de MR, werd op 26 mei 2019 zelfs niet verkozen en moest gecoöpteerd worden in de Senaat. Eén lid, Joachim Coens, voorzitter van CD&V, nam vorig jaar niet eens deel aan de verkiezingen. Twee partijen werden uitgesloten, maar de Kamerfractie Ecolo-Groen slaagde erin om twee vertegenwoordigers naar de zaterdagse superclub af te vaardigen. Ze dienden meteen vijftig voorstellen in die ze op de superkern met zijn tweeën zullen toelichten en verdedigen. Moet ik misschien zeggen, collega Calvo, met vetorecht? Onafhankelijke Parlementsleden kunnen dat niet, maar niet-verkozen partijvoorzitters kunnen het wel. Waar is onze democratie gebleven?
Mag ik dit Parlement erop wijzen dat partijvoorzitters gekozen worden door de partijleden om hun partij te leiden, niet om het land te besturen? Parlementsleden daarentegen worden door all Belgen verkozen om hen hier te vertegenwoordigen. Dit is geen parlementaire democratie meer maar een zuivere particratie, een dictatuur van de partijen, waar niet het stembiljet van 26 mei telt maar wel de partijlidkaart.
Beste collega's, ik blijf me zelfs afvragen of die volmachten echt nodig zijn. We zien immers dat de Vlaamse regering de crisis perfect bestrijdt zonder volmachten. Vandaag wordt ons gevraagd om deze lilliputterregering verregaande bevoegdheden te geven zonder dat daarbij bepaald wordt hoe dit Parlement enige controle zal uitoefenen. Het is alsof we een leerling van de rijschool zouden vragen om een rally te rijden terwijl de rij-instructeur geblinddoekt en gemuilkorfd op de achterbank zit.
Daarnaast wordt de rechterlijke controle van de Raad van State nu ook nog onbeschaamd gedeeltelijk afgeschaft. Dat is niet verwonderlijk als ik zie dat de Raad van State in zijn advies insinueert dat de indieners hun huiswerk eigenlijk zouden moeten overdoen. Volgens de Raad van State gaat de machtsusurpatie van de partijvoorzitters wel heel ver. Zo vraagt hij zich openlijk af of de volmachtenwet wel verenigbaar is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Collega's, ik lees even wat de Raad in zijn advies geschreven hebben. Men waarschuwt voor mogelijke inmenging in het privé- en gezinsleven, in de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, in de vrijheid van meningsuiting en in de vrijheid van vereniging.
De Raad van State merkt ook nog op dat het gros van de artikelen te ruim omschreven wordt. Hij noteert bovendien dat de eventuele verlenging waarin de volmachtenwet voorziet op verschillende vlakken ongrondwettelijk is.
Hij merkt op dat er een tegenspraak is tussen de memorie van toelichting en de voorgestelde wetsartikelen, dat er problemen zijn met de bepaling van de grondwettelijke bevoegdheidsgrondslag, problemen met de bekrachtigingen, met de termijnen van uitvoering en zelfs met de strafmaten. Met een dergelijke diagnose, beste collega's, komt men normaal op de afdeling palliatieve zorg terecht.
Met de volmachten en de superkern zet u zichzelf dubbel schaakmat, beste collega's-Parlementsleden. U wordt gemuilkorfd en in een dwangbuis gestopt. Straks wordt u nog gemummificeerd en in een cryokamer geplaatst. Dan kunt u ontdooid worden als het de partijvoorzitters past.
Ik begrijp heel goed, beste collega's, dat u deze volmachten zult goedkeuren. In tijden van angst en emotie zal een tegenstem al vlug vertaald worden alsof men de bestrijding van het coronavirus saboteert. Perceptie is in de politiek op korte termijn altijd belangrijker dan waarheid.
Daarenboven weet ik ook heel goed dat wie het dictaat van zijn partijvoorzitter negeert een paria wordt. Hij wordt in quarantaine geplaatst alsof hij besmet is met het virus van onbetrouwbaarheid. Daarna volgt nog de broodroof bij het opstellen van de kieslijsten voor de volgende verkiezingen. Geloof mij, beste collega's, ik ben ervaringsdeskundige in deze materie.
Luister goed, mijnheer Calvo, in tijden van crisis is er naast emotie en angst ook moed nodig. Een gezonde portie ratio en veel gezond verstand.
Ik vraag u bijzonder waakzaam te zijn, collega's. Wat u hier vandaag goedkeurt, is een blanco cheque. Het gaat immers niet om bijzondere volmachten, maar om buitengewone volmachten. Het is de eerste keer dat dit gebeurt sinds de Tweede Wereldoorlog. Besef dat u de wetgevende macht nu afgeeft aan de uitvoerende macht.
In een uitzonderingstoestand toont zich de ware soeverein, zegt de rechtsfilosoof Carl Schmitt in zijn Politische Theologie. De echte soeverein in dit land is nu een kransje partijvoorzitters. Zij bepalen alle akkoorden, en er is zelfs geen wettelijke procedure om hen te controleren.
Wie de macht heeft om de rechtsstaat op te heffen, heeft de macht pas echt in handen. Beste collega's, ik reken erop dat u binnen drie maanden rechtzet wat u vandaag afgegeven hebt aan een schimmige, zaterdagse superclub, namelijk de soevereiniteit van het volk.
12.18 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, de verleiding is groot om te reageren op verschillende redes, maar ik zal mij beperken tot de essentie. Ik heb heel veel begrip voor de waarschuwingen die de collega's hebben meegegeven in dit debat. Ik heb minder begrip voor de collega's die zich heel fel afzetten tegen hetgeen hier vandaag voorligt.
Ik deel een aantal bezorgdheden, maar onze fractie kan niet anders dan dit ondersteunen. Het is een kwestie van consequent zijn. Men kan niet, enerzijds, vragen aan de regering om sneller en efficiënter op te treden tegen corona en, anderzijds, die regering deze mogelijkheid ontzeggen. Men kan hier niet zeggen "eendracht maakt macht" en tegelijkertijd doen alsof wij normale tijden beleven, waarin wij het debat om het debat voeren. Ja, de waarschuwingen zijn terecht, maar de keuze van de tien partijen om dit te doen, is volgens mij op dit moment, in deze fase van corona, het moment waarop mensen zich zorgen maken over een tekort aan bedden op intensive care, de logische keuze.
Het is ook de moedigste keuze. Ze is minder comfortabel dan de keuze die sommigen hier maken, zij die zich plots ontpoppen tot dé vertegenwoordigers van de parlementaire democratie en verder niet erg actief zijn in dit Huis. De mensen die vandaag het risico nemen en aan de onderhandelingstafel gaan zitten, die tonen een vorm van moed. Collega Dedecker, die moed is zelfs nog vele malen kleiner dan de moed die de mensen op het terrein opbrengen.
U bent hier echt niet de enige die bezorgd is om de parlementaire democratie.
Collega Hedebouw, met alle sympathie, maar u bent ook niet het enig Parlementslid met een sterk linkse en sociale overtuiging. Onze fractie heeft de voorbije jaren met heel veel passie en heel veel overtuiging oppositie gevoerd tegen de Zweedse regering. Als de huidige regeringspartijen echter de bereidheid tonen om in deze moeilijke tijden rond de tafel te gaan zitten, dan gaan wij in op die uitgestoken hand, niet om hetzelfde te doen, maar om dingen ook bij te sturen.
Dat hebben wij trouwens vandaag al aangetoond. In het bankenverhaal was er oorspronkelijk geen aandacht voor de non-profit. Welnu, dat werd door mijn Ecolo-Groencollega's op tafel gelegd en er zijn enkele bezorgdheden uitgesproken. Minister De Croo heeft zich ertoe geëngageerd om daarmee aan de slag te gaan. Dat vind ik ernstig parlementair werk.
Trouwens, dat is geen parlementair werk in de achterkamertjes, collega Dedecker. Dat is deze namiddag gebeurd in de commissie voor Financiën. Verschillende collega's die vandaag de parlementaire democratie aanhangen, hebben voor die commissie verstek gegeven. Deze namiddag werd er een bankendeal besproken voor enkele miljarden euro's, in alle openbaarheid gelivestreamd op de website van de Kamer. Wij konden dat met zijn allen bespreken, niet met de partijvoorzitters, maar onder volksvertegenwoordigers. De herauten van de parlementaire democratie waren echter afwezig. Hun bijdrage aan dat debat was nihil.
12.19 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer Calvo, ik wil een aantal zaken opmerken. Ik loop hier tenslotte al twintig jaar rond, weliswaar met enkele onderbrekingen.
Vandaag durf ik te spreken op basis van wat ik hier meegemaakt heb. Ik heb hier namelijk al enkele crisissen meegemaakt, vooral ook gezondheidscrisissen. De eerste was de dioxinecrisis. Tijdens de dioxinecrisis zijn er 20 miljoen kippen overleden, wat een half miljard euro gekost heeft aan de gemeenschap. Het heeft alleen enkele zelfmoorden onder pluimveehouders opgeleverd. Wel bracht die crisis Open Vld aan de macht, waarvan ik toen zelf deel uitmaakte, dus ik weet zeer goed hoe het in elkaar zit. Andere crisissen die ik vernoem zijn SARS en de gekkekoeienziekte.
Ik richt mij nu ook tot de socialisten, hier aan de overkant gezeten. Ik heb ook de Mexicaanse griep meegemaakt. In die tijd was mevrouw Laurette Onkelinx minister van Volksgezondheid.
Ik heb de heer Hedebouw hier een paar weken geleden gehoord over GlaxoSmithKline. GSK ligt in de achtertuin van mevrouw Onkelinx.
Men heeft destijds voor de Mexicaanse griep 108 miljoen euro aan vaccins besteld en mondmaskers voor 12,7 miljoen inwoners. Wat is er gebeurd met de Mexicaanse griep? Niets. Ook toen werden hier in het Parlement bijzondere machten gegeven aan de regering; vandaar dat ik ietwat wantrouwig sta ten opzichte van die bijzondere machten, mijnheer Calvo.
Wat is er met die vaccins gebeurd? U kunt dat lezen in het boek van het Rekenhof: er werden er 9 miljoen vernietigd, voor een bedrag van 85 miljoen euro. Ik hoor hier al de hele namiddag palaveren over mondmaskers. Er waren toen 4,7 miljoen mondmaskers over. Waar heeft men ze gestockeerd? Op een legerbasis. Men is enkele maanden geleden gaan kijken en ze waren vernietigd.
Mijnheer Calvo, ik zou echt niet zitten grijnzen. Ik hoop dat u uw werk doet. Als aanhangsel van Ecolo zult u dat wellicht doen, want het is uw enige bestaansreden. Het is momenteel ook de enige reden voor uw lilliputterpartij. Ik zal het niet hebben over de kleintjes, want ik behoor er zelf ook toe. Ik hoop dat u er bij kunt zijn.
Als parlementariër heb ik het recht om wantrouwig te staan tegenover het verlenen van bijzondere machten, zeker als ik weet dat u ze in het verleden hebt misbruikt.
12.20 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, il faut avoir un peu de dignité dans cette assemblée! Il y a des gens qui meurent! Un peu de respect pour les gens qui souffrent!
12.21 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer Laaouej, wat heeft dat ermee te maken? Ik heb wellicht meer respect dan u. Ik heb meer respect dan u.
De voorzitter: Mijnheer Calvo, ga door met uw uiteenzetting.
12.22 Ahmed Laaouej (PS): Cela se voit! Un peu de dignité!
12.23 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik wil me bij die laatste oproep van collega Laaouej zeker aansluiten. Anderzijds ben ik wel blij met het betoog van collega Dedecker. Het helpt ons om zijn houding en zijn uiteenzetting beter te begrijpen. Eigenlijk is het een grote mea culpa. U zegt: toen ik Parlementlid was in de meerderheid, toen ik nog lid was van een partij, heb ik mij laten doen als volksvertegenwoordiger. Ik heb toen mijn job niet goed gedaan, in die periode. In die dossiers heb ik toen nagelaten om die volmachten, om die particratie, om die partijvoorzitters, voldoende uit te dagen. Ik begrijp nu beter uw houding.
12.24 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Als u dit beweert, mijnheer Calvo, moet u de notulen van de vergaderingen van destijds lezen. Nee, mijnheer Calvo, ik zat toen ook in de oppositie.
De voorzitter: Collega's, de heer Calvo heeft het woord, als tweede van zijn fractie. Hij zou kort even afsluiten, we zullen geen polemiek houden ad vitam aeternam. Laten we het sereen en rustig houden, want de omstandigheden buiten nopen ons daartoe. Dank u.
12.25 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Absoluut. Dat brengt mij bij het tweede punt van mijn korte uiteenzetting. Inderdaad, het Parlement beslist in deze fase ook nog over heel veel. Het heeft eigenlijk in grote mate zelf in handen welke rol het opneemt in deze crisis. Daarom ben ik blij dat die wekelijkse afspraak is gemaakt over die bijzondere commissie. Ik denk dat dit noodzakelijk is. Eerder deze week was daarvoor minder enthousiasme, maar ik ben blij dat we daarin deze week stappen hebben gezet en vandaag die commissie kunnen installeren.
Ik wil aan de regering duidelijk maken dat het Parlement kort op de bal kan spelen. Naast het werken met volmachten, kunnen wij werken zoals met het dossier van vandaag. Ik denk niet dat collega De Croo te klagen heeft over de snelheid waarmee het Parlement dit behandeld heeft. Het Parlement toont dus ook dat het slagkrachtig kan zijn. Dat hebben we trouwens de voorbije tijd in lopende zaken met een minderheidsregering geregeld getoond. Er werden meer akkoorden gesloten in dit Parlement dan er akkoorden gesloten werden tussen partijvoorzitters of tussen de entiteiten van dit land. Ik wil de regering vragen om met die bereidheid, die breed aanwezig is in het Parlement, heel actief aan de slag te gaan.
Ik verwijs dan nog heel kort naar de voorstellen waarnaar sommige collega's al hebben verwezen. Dat zijn voorstellen waarmee onze fractie in het Parlement aan de slag wil gaan en zij verdienen ook uw aandacht, mijnheer de minister. Het kan niet zijn dat werkzoekenden in deze periode hun uitkering nog verder zien dalen; het kan niet zijn dat mondmaskers de mensen die hen nodig hebben, niet bereiken; het kan niet zijn dat er voor bepaalde producten woekerprijzen worden gehanteerd; het kan niet zijn dat er veel mensen in tijdelijke werkloosheid zitten en er tegelijkertijd in bepaalde sectoren een tekort is. Daarvoor komen in het Parlement allerlei oplossingen naar boven borrelen en ik hoop dat wij daaraan de komende tijd samen kunnen werken.
De voorzitter: Mijnheer Clarinval, u hebt het woord.
12.26 David Clarinval, ministre: Monsieur le président, chers collègues, j'ai bien entendu les messages, questions et commentaires ce matin en commission et encore ici, depuis plus de deux heures, en plénière. Au nom du gouvernement, je puis vous assurer que nous en tiendrons compte.
Je remercie à nouveau les députés présents pour le soutien qu'ils apportent à notre demande de pouvoirs spéciaux. Ceux-ci se justifient par la gravité de la situation et le caractère exceptionnel des circonstances dans lesquelles nous devons agir aujourd'hui.
La loi de pouvoirs spéciaux prévoit plusieurs balises. Je peux comprendre certaines craintes exprimées ici par plusieurs d'entre vous. Toutefois, ces balises sont bien présentes, et je vais les rappeler rapidement. Tout d'abord, les pouvoirs spéciaux accordés pour répondre à la pandémie ou à l'épidémie le sont pour trois mois, à l'issue desquels il appartiendra à cette noble assemblée de se demander s'il y a lieu ou non de les prolonger.
Ensuite, les arrêtés pris dans le cadre des pouvoirs spéciaux seront confirmés par la loi dans un délai d'un an maximum. Tout à l'heure, en Conférence des présidents, j'ai entendu notre président dire qu'il souhaitait que nous allions le plus vite possible pour examiner ces arrêtés. Donc, le délai d'un an est une échéance maximale.
Par ailleurs, comme je l'ai indiqué, le Parlement conserve ses prérogatives pendant la période de pouvoirs spéciaux. Autrement dit, d'autres projets et propositions de loi seront examinés en fonction des nécessités. Du reste, mon collègue va vous parler d'un texte qui a été élaboré dans ce cadre.
J'ai également entendu tout à l'heure que la Conférence des présidents avait matérialisé, au travers d'une commission ad hoc, le suivi et l'information que le gouvernement apportera au Parlement tout au long de la période de pouvoirs spéciaux.
Une autre balise s'y ajoute encore. Il s'agit du Conseil d'État, qui sera consulté, comme on l'a rappelé tout à l'heure. Celui-ci rappelle d'ailleurs dans son avis que les balises que nous avons mises permettent de répondre aux urgences, mais ne permettent pas, monsieur Hedebouw, de mener des réformes structurelles. Comme le Conseil d'État, nous estimons donc que le texte qui vous est soumis est une attribution de pouvoirs au Roi, justifiée par les circonstances. Le Conseil d'État rappelle d'ailleurs que les conditions mises aux pouvoirs spéciaux, notamment aux regard des normes supérieures telles que la Constitution, le droit international et les lois spéciales, sont présentes.
Cette loi doit servir à prendre des mesures législatives d'urgence. Elle doit permettre de fonctionner plus efficacement dans le cadre de la crise que nous connaissons et impose, dans la situation politique qui est la nôtre, d'affirmer un mode de fonctionnement adapté. Et elle ne sert pas, comme je l'ai entendu plusieurs fois, à prendre des mesures idéologiques ou structurelles. Dire cela est tout simplement contraire à ce qui est écrit dans la loi, mais c'est aussi contraire à nos intentions.
Mesdames et messieurs les députés, le gouvernement prendra ses responsabilités pour faire fonctionner les pouvoirs spéciaux qui lui sont confiés, dans le respect des balises que vous lui avez posées.
Je voudrais répondre à une des questions de Mme Kitir en commission tout à l'heure. Je n'y ai pas répondu mais celle-ci me réinterpelle à ce sujet. Je parle de la loi pharma. Elle ne fait pas du tout l'objet des débats ici. Elle pourra être discutée dans d'autres cadres. Il serait utile à mon avis qu'un contact soit pris avec la ministre de la Santé par ailleurs. Mais nous ne parlerons pas de la loi Pharma sous les pouvoirs spéciaux, afin que les choses soient bien claires.
Monsieur le président, voici en synthèse le message que le gouvernement voulait délivrer au Parlement.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
La proposition de loi a été scindée par la commission en application de l'article 72, n° 2, alinéa 2, du Règlement.
Het wetsvoorstel werd door de commissie gesplitst met toepassing van artikel 72, nr. 2, tweede lid, van het Reglement.
Nous passons à la discussion des articles de la
proposition de loi n° 1104/5 (matière visée à l'article 78 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1104/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsvoorstel nr. 1104/5 (aangelegenheden als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1104/5)
L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (I)".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I)".
La proposition de loi compte 6 articles.
Het wetsvoorstel telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles de la
proposition de loi n° 1104/6 (matière visée à l'article 74 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1104/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsvoorstel nr. 1104/6 (aangelegenheden als bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1104/6)
L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II)".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II)".
La proposition de loi compte 8 articles.
Het wetsvoorstel telt 8 artikelen.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende
amendementen:
Art. 5
• 14 – Dries Van Langenhove cs
(1104/7)
• 15 – Dries Van Langenhove cs
(1104/7)
* * *
* *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservés: les
amendements et l'article 5.
Aangehouden: de amendementen en artikel 5.
Adoptés article par
article: 1 à 4 et 6 à 8.
Artikel per artikel aangenomen: 1 tot 4 en 6 tot 8.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
Collega's, wij zullen straks, in een eerste ronde, over de amendementen stemmen. We zullen zien wat de uitslag van die stemming is. Daarna, rekening houdend met het resultaat van de stemming over de amendementen, zullen wij, in een tweede ronde, stemmen over het geheel van de voorstellen, in de volgorde zoals bepaalt in de agenda.
Op die manier beperken we de stemmingen tot twee stemrondes.
12.27
Meryame Kitir (sp.a):
(…)
De voorzitter: De stemmingen gebeuren allemaal hier in het halfrond. De fracties zullen één na één worden opgeroepen om hier te stemmen, dat werd reeds meegedeeld. Ik reken op de discipline die elke fractie zichzelf oplegt om dit, gezien de omstandigheden, correct te laten verlopen.
13 Proposition de loi donnant habilitation au Roi d'octroyer une garantie d'Etat pour certains crédits dans la lutte contre les conséquences du coronavirus et modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse (1108/1-4)
13 Wetsvoorstel tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verlenen voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen (1108/1-4)
Proposition
déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Egbert Lachaert, Benoît Piedboeuf, Steven Matheï.
La
discussion générale est ouverte.
De
algemene bespreking is geopend.
Wij hebben dit
voorstel in overweging genomen en de urgentie daaraan verleend. In de commissie
voor Financiën en Begroting is de bespreking van dit voorstel ondertussen
beëindigd.
Ik geef het woord
aan de heer Bertels voor zijn verslag.
13.01 Jan Bertels, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal proberen een beknopt maar toch gedegen verslag te geven over de bespreking in de commissie voor Financiën deze namiddag van het wetsvoorstel van de heren Lachaert, Piedboeuf, Verherstraeten en Leysen tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verlenen voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen. Het is immers geen alledaags wetsvoorstel. Het betreft een mogelijke staatswaarborg van 50 miljard euro. Ik wil een gedegen verslag uitbrengen, omdat de minister er zelf om verzocht dat een aantal van zijn engagementen in de discussie meegenomen zouden worden en in het verslag neergeschreven.
Collega's, ik zal proberen de uiteenzettingen van alle leden die het woord hebben genomen, tot hun recht te laten komen.
De algemene bespreking van het wetsvoorstel begint met een inleidende uiteenzetting van de heer Leysen over de gezondheidscrisis en de sociaal-economische crisis van vandaag alsook over de noodzaak om de financiering van gezinnen, zelfstandigen, bedrijven en non-profitorganisaties te vrijwaren.
Het akkoord van 22 maart 2020 met de financiële sector is daarbij een belangrijk element. In dat akkoord is immers ook een garantieregeling en een verdeling van de lasten van de garantieregeling tussen de financiële sector en de overheid opgenomen.
Voorliggend wetsvoorstel strekt ertoe aan de Koning een machtiging te verlenen om een staatswaarborgregeling in te voeren in overleg en ruggespraak met de Europese Commissie, gelet op de thematiek van onregelmatige staatssteun.
In de eerste ronde van de besprekingen wijst de heer Crombez op de noodzaak om rust te brengen en zekerheid te geven. Voorliggend voorstel kan daartoe bijdragen.
Voor de sp.a-fractie is het van fundamenteel belang dat het systeem op een dusdanige manier wordt georganiseerd dat alle economisch gezonde bedrijven, kmo's en zelfstandigen liquiditeiten kunnen verkrijgen. Wij moeten beter doen dan ten tijde van de bankencrisis, toen aan te veel bedrijven, zelfstandigen en kmo's die an sich gezond waren, toch kredieten werden geweigerd.
Hierbij wijst hij in het bijzonder op het amendement nr. 3 van hemzelf en mezelf, dat handelt over de noodzaak tot monitoring om daadwerkelijk te kunnen zien wat er op het terrein in de reële economie gebeurt en om weigeringen van kredietaanvragen aan de FOD Economie te rapporteren, waarna ze dan in bepaalde gevallen aan Belfius, de bank in handen van de Belgische Staat, voor een eventuele herbeoordeling kunnen worden bezorgd. Dat moet mee garanderen dat er geen gezonde bedrijven door de mazen van het net glippen en failliet gaan.
Amendement nr. 4 van dezelfde auteurs verduidelijkt de tijdsafbakening voor de door het voorstel bedoelde leningen.
In dezelfde eerste ronde wijst de heer Loones op het belang van het bankenakkoord, waarbij het onderdeel van de garantieregeling belangrijk is, zowel voor onze economie als voor de stabiliteit van ons financieel systeem zelf.
Een goede juridische dekking is van fundamenteel belang, evenals de snelheid van werken. Hij wijst eveneens op het belang om de juiste doelgroep te bereiken, met name alle bedrijven die intrinsiek gezond zijn. De steun moet voldoende groot zijn. In de toekomst zal moeten blijken of datgene waarin we nu voorzien, voldoende is.
De heer Gilkinet wijst op zijn beurt op het gegeven dat zijn fractie achter het principe van de wet kan staan. Zijn fractie, zoals andere, hecht er belang aan dat de non-profitsector zeker niet vergeten wordt. Hij verwijst hiervoor naar amendement nr. 5.
Gelet op de snelheid waarmee onderhavig voorstel moet worden genomen, is ook waakzaamheid geboden. Welke criteria zullen de banken hanteren bij de beoordeling van de kredietaanvragen? Hoe kan een permanente dialoog tussen het Parlement en de regering geïnstalleerd worden?
In dezelfde eerste ronde wijst de heer Laaouej eveneens op het belang en de noodzaak van het voorstel en ook op het belang van het uitvoeringsbesluit, dat zal volgen. Hij vraagt naar de strategie die de regering zal hanteren, en naar de link met mogelijke of aangekondigde Europese maatregelen. Hij vraagt ook naar de coherentie met de Europese maatregelen of maatregelen van buurlanden.
Zoals vorige sprekers beklemtoont hij eveneens het belang dat de kredieten terechtkomen waar ze nodig zijn. Hij steunt het amendement nr. 3 van sp.a met betrekking tot de monitoring. Hij wijst ook op het belang van de kmo's in onze economie en vraagt een verduidelijking over de hypotheekleningen van particulieren, over de non-profitsector en het begrip gelijkgestelden met kredietinstellingen.
Tot slot wijst hij op eventuele budgettaire consequenties en op het mogelijk effect op de schuldpositie van België en de rentevoeten.
De heer Ravyts wijst ook op het belang van het bankenakkoord en op de financiering ervan voor onze economie. Hij vraagt evenzeer hoe het Parlement erbij betrokken wordt. Hij vraagt ook naar de betrokkenheid van Europa. Tot slot vraagt hij ook wat de minister bedoelde met zijn aankondiging om de FPIM een initiatief op bepaalde terreinen te laten nemen, een thema dat wat buiten het domein van het wetsvoorstel zelf ligt.
De heer De Vuyst juicht toe dat er een bankenakkoord tot stand kwam. Maar hij betreurt het dat de modaliteiten van het akkoord niet in de wet staan. Hij vindt dat een tekortkoming. Hij verwijst naar zijn amendement ter zake, evenals naar een amendement om voorwaarden op te leggen aan bedrijven die leningen verkrijgen, vooral inzake ontslagen.
De heer Arens wijst op de noodzaak de non-profitsector op te nemen en het Parlement er verder bij te betrekken.
Tot slot van de eerste ronde stellen de heren Vanbesien en Ben Achour nog enkele specifieke vragen over de bedrijven die onder het systeem vallen, de geldende kapitaalregels en de uitkering van dividenden.
In zijn repliek gaat de minister uitgebreid en punctueel in op de gestelde vragen en opmerkingen. Hij bedankt het Parlement voor de bijzondere parlementaire procedure. Alles gebeurt hier op één dag, maar zekerheid geven is nodig inzake gezondheid, jobs, financiën, en de garantieregeling waarin voorzien wordt, is essentieel voor ons economisch weefsel en de kredietverlening.
Hij is tevreden over het akkoord met Febelfin. De banksector laat hier niet alleen woorden zien, maar ook daden. De minister gaat ermee akkoord te werken via de Centrale voor kredieten aan ondernemingen en ook de weigeringen van kredietverstrekkingen maandelijks hier te rapporteren en te monitoren. Hij zal dat regelen per besluit.
Elke bank hanteert eigen evaluatiecriteria, die van precoronatijden in principe. Maar er zal ook hier geëvalueerd en gemonitord worden.
Er moeten vele zaken geregeld worden in het koninklijk besluit. Dat is onvermijdelijk, omdat er nog afspraken moeten worden gemaakt met de Europese Commissie. Het bankenakkoord is alleszins duidelijk het kader. De minister engageert zich er ook toe het koninklijk besluit in de commissie te komen toelichten.
De minister stelt ook duidelijk dat de non-profitsector betrokken wordt en hij stemt dan ook in met het desbetreffende amendement.
De algemene strategie bestaat erin een domino-effect, wat negatief zou zijn, te vermijden en te voorkomen dat de economie inklapt, wat finaal gevolgen kan hebben voor de rente.
Hypotheekleningen van particulieren zijn opgenomen in het bankenakkoord. Er zijn momenteel nog geen gelijkgestelden, maar het zou bijvoorbeeld kunnen dat sommige leasingmaatschappijen die ook aan financiering doen daaronder kunnen vallen. De activiteiten van de FPIM vallen buiten het bestek van deze wet, maar het zou wel kunnen dat ervan gebruik zal worden gemaakt voor bijvoorbeeld de luchtvaartsector, onder meer om de tewerkstelling in ons land te behouden.
De minister wees er tot slot nog op dat er vandaag een Europese Raad heeft plaatsgevonden omtrent het Europees Stabiliteitsmechanisme en de noodzaak aan coördinatie van de maatregelen. De intentie van het voorstel is te voorzien in working capital en het te versterken, vandaar het verschil in duurtijd van leningen met bijvoorbeeld Frankrijk. Wat de uitkeringen van dividenden betreft, ging hij akkoord met de zienswijze van de heer Ben Achour.
In de tweede ronde, die ik niet extensief zal behandelen, drukten verschillende sprekers hun appreciatie uit voor de verschillende engagementen van de minister. Sommigen lichtten ook hun voorwaardelijke steun nog eens toe.
Ik heb mijn amendement nr. 3 ingetrokken naar aanleiding van het engagement van de minister aangaande het besluit tot het verruimen van de werking van de kredietcentrale en de maandelijkse rapportage.
Er werd gestemd over de amendementen nrs. 4, 5 en 6. Amendement nr. 4 van de sp.a-fractie, amendement nr. 5 van de Groenfractie en amendement nr. 6 van de heer Leysen werden aangenomen. Bij de eindstemming over het voorstel waren er 16 stemmen voor bij 1 tegen. Er waren geen onthoudingen.
13.02 Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Bertels voor het uitvoerig en correct verslag. Wat wij deze ochtend besproken hebben in de commissie en deze namiddag hier in de plenaire vergadering is zeer belangrijk. Het gaat over mensen die moeite hebben om hun leningen te betalen en over ondernemingen die te weinig krediet hebben om deze moeilijke periode te overbruggen. Wij voorzien daarvoor in oplossingen en we doen dat ook heel snel. Dit wetsvoorstel is vandaag in overweging genomen, vervolgens is erover gestemd in de commissie en straks wordt er in de plenaire vergadering over gestemd. Volgende week kan de wet dan uitgevoerd worden, zodat dit alles begin april in werking kan treden. We bewijzen dus dat het Parlement zeer snel kan werken als er een crisis is. Dat is ook nodig.
Wij bewijzen ook dat er bij een crisis wordt samengewerkt. De bespreking in de commissie was zeer nuttig. De tekst is erdoor verfijnd en er zijn extra amendementen en engagementen gekomen. Bij amendement wordt de doelgroep van deze maatregel nu ook in de wet ingeschreven. Het is immers goed om die zekerheid te bieden. Ook de timing van het voorstel wordt nu in de wet geïntegreerd. Het is goed dat er in een wettelijke basis wordt voorzien.
Naast deze amendementen waren er ook engagementen en het is belangrijk dat we die in de plenaire vergadering benadrukken. Het waren immers belangrijke engagementen van de minister, en dat siert hem. Zo is er het engagement om met het uitvoeringsbesluit naar het Parlement te komen vóór het wordt ingevoerd. Verder was er het engagement om het resultaat van deze wetgeving te monitoren en op te volgen. Het Parlement zal hierbij betrokken worden, zodat we kunnen zien of de centen ook effectief daar terechtkomen waar ze moeten zijn.
Die amendementen en engagementen wijzen op de goede samenwerking hier in het Parlement, maar ook op het terrein. Vergeleken met andere Europese landen is hier een systeem uitgewerkt waarbij de banken zelf een belangrijk deel van het risico op de eigen schouders willen nemen. We zullen moeten monitoren hoe dat werkt, maar het is in elk geval een belangrijk verschil. Het siert hen dat zij die verantwoordelijkheid willen nemen.
Zal dit werken en zal het volstaan? Het engagement is in elk geval groot, want het gaat om 10 % van het bbp, ongeveer 50 miljard impliciete staatsschuld die wij hier aangaan. Het zal onze taak zijn en die van de regering om ervoor te zorgen dat het geld terechtkomt bij de ondernemers die het nodig hebben. Daarbij zal die first-lossgarantie, die risicodeling, het belangrijkste punt worden in de afweging. Het risico bestaat dat de banken misschien iets te terughoudend zullen zijn omdat ze weten dat ze risicovolle kredieten zullen verstrekken. Aan de andere kant moeten we er wel voor zorgen dat de ondernemingen die centen krijgen. Dat wordt in elk geval het specifieke aandachtspunt voor het Parlement.
Mijnheer de voorzitter, dit is toch wel een zeer bijzondere wet, niet alleen omdat zij in een crisisperiode wordt afgesloten, maar ook omdat wij ruime machten en opdrachten geven aan de regering om dit uit te voeren via koninklijk besluit. Wij hebben dat gekaderd door amendementen en engagementen, maar de machtiging blijft nog altijd zeer ruim.
Echter, het is niet omdat men iets mag doen, dat men het ook moet doen. De regering kan beslissen zonder het Parlement, maar dat betekent nog niet dat de regering verplicht is om zonder het Parlement te beslissen. Deze oproep willen wij echt lanceren: als de mogelijkheid bestaat om niet via een koninklijk besluit te werken, maar om toch voluit in een wettelijke regeling te voorzien in de Kamer, dan blijft dat de sterkste garantie, de sterkste zekerheid op de markt. De regering kan, indien dat nodig is, werken met koninklijke besluiten, maar wij staan ter beschikking om ten dienste te zijn van het Parlement.
13.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, c'est une première mesure concrète, importante et nécessaire qui sera votée, dans quelques minutes, par ce Parlement, pour soutenir le monde économique.
Soit dit en passant, c'est une démonstration de l'utilité, de la nécessité de disposer d'un État fédéral, en l'occurrence fort, capable de mobiliser des moyens et de venir en aide au secteur économique dans le but d'éviter des faillites, des pertes d'emploi, des drames au sein des familles en mobilisant une garantie de 50 milliards d'euros.
J'entends beaucoup de collègues qui remettent en cause l'importance d'investir dans un État, de maintenir un État fédéral fort. On peut se rassurer et se dire qu'on est capable, dans les circonstances exceptionnelles que nous vivons, de réagir rapidement et fortement. Il faudra procéder à une évaluation pour voir si la réaction est assez forte.
Ces mesures sont décidées dans un contexte d'urgence, avec des délais très rapprochés, une délégation extrêmement large au gouvernement qui justifie toute notre vigilance et toutes les questions que nous avons posées quant à son contenu.
J'ai souligné, en commission, la qualité, malgré les circonstances, du dialogue que nous avons pu avoir avec le ministre et le gouvernement. Ce dialogue a permis d'ajuster certains éléments du texte, avec des engagements auxquels je veux croire, qui se sont déjà traduits, pour certains dans des amendements au texte, des engagements sur le monitoring du système. Ce n'est pas anodin d'engager 50 milliards d'euros. Il faudra s'assurer que ce montant soit bien utilisé, qu'il bénéficie aux secteurs qui en ont effectivement besoin. Il faudra exercer une surveillance rapprochée des pratiques des banques en matière de prêts aux entreprises qui devront faire de bons choix. Il faudra également prévoir des possibilités de recours pour les entreprises qui auraient été laissées de côté.
Nous avons également réclamé une capacité de suivi législatif rapproché, puisque de nombreuses décisions devront être prises par arrêtés royaux. Le ministre s'est engagé, dès la semaine prochaine, à venir présenter au Parlement le contenu de ces arrêtés royaux. C'est fondamental pour nous.
Et puis surtout, et c'était essentiel aux yeux des écologistes – nous l'avons dit et répété à plusieurs reprises au cours des derniers jours –, le texte, grâce à un amendement que nous avons déposé et qui a été soutenu unanimement, visera aussi à apporter des garanties bancaires aux acteurs du secteur non marchand. Ce secteur joue, dans ce contexte de crise, un rôle capital, que ce soit le secteur des soins de santé, de l'aide aux personnes, l'ensemble des ASBL. C'est aussi le cas dans notre vie de tous les jours, hors crise sanitaire.
Nous étions déjà convaincus de soutenir ce texte, pour des raisons de soutien au secteur économique, avec une attention particulière, dans notre chef, aux PME et aux indépendants. Vous comprendrez que nous le sommes d'autant plus grâce à cet amendement qui a été voté et dont nous surveillerons la mise en œuvre de façon très attentive. Je vous remercie.
13.04 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, soutenir l'économie réelle, c'est, face à la crise sanitaire qui s'impose à nous dans les conditions tragiques que nous connaissons, une impérieuse nécessité. Si on ne veut pas que la crise sanitaire soit négativement doublée d'une crise économique et sociale, il nous faut agir rapidement et efficacement pour faire en sorte que notre tissu économique, et donc social, puisse surmonter cette épreuve.
C'est la raison pour laquelle le gouvernement s'est engagé, avec certains acteurs du secteur financier, avec le soutien de la Banque nationale, à faire en sorte que nos entreprises puissent continuer à obtenir des financements, des prêts. Cela concerne nos entreprises, qu'elles soient en forme de sociétés, ou d'indépendants. Elles pourront également compter sur un rééchelonnement, un report des remboursements. Cela vaut aussi pour les particuliers, les ménages, pour leurs crédits hypothécaires.
Cela permettra de consolider notre système économique. Dans le même temps, l'État prend un engagement colossal: 50 milliards d'euros, ce n'est pas une bagatelle.
Nous
attendons de voir l'arrêté royal qui mettra en œuvre l'accord conclu avec le
secteur financier. Le ministre s'est engagé en commission à informer le plus
rapidement possible le Parlement sur le contenu de cet arrêté. Il n'en demeure
pas moins que nous souhaitons prendre nos responsabilités et que nous allons
voter cette loi d'habilitation qui donne un pouvoir assez large au
gouvernement. C'est la raison pour laquelle il faudra assurer un suivi de la
mise en œuvre de cette loi d'habilitation. Le ministre s'y est engagé et je ne
doute pas que cet engagement pris en commission sera réitéré ici en assemblée
plénière.
Je dois
aussi me réjouir de l'extension du système aux entreprises du secteur non
marchand. Je l'ai dit, le secteur non marchand est une composante de l'économie.
L'économie, c'est produire des biens et des services qui répondent aux besoins
de la population et c'est donc un des aspects de notre système économique. Il
est bon qu'il puisse également profiter de cette garantie d'État et du report
des échéances de remboursement des crédits.
Il y a
encore une série de questions qui se posent. Que faut-il entendre par
"entreprises assimilées à établissements de crédits"? Le ministre a
évoqué un certain nombre de choses en commission et je renvoie aux travaux.
Je me suis
inquiété des incidences budgétaires potentielles. C'est la raison pour laquelle
j'ai pris bonne note de la mise en place d'un monitoring, autant que faire se
peut, qui veillera d'abord à identifier le nombre de crédits concernés – et dès
lors à voir comment ces crédits évoluent – et quels engagements de garantie
doivent être finalement déclenchés. Nous verrons de manière plus générale et
macroéconomique l'évolution des taux d'intérêt. En même temps, cette garantie
de 50 milliards n'a-t-elle pas vocation à éviter que nous ayons, s'agissant de
notre système financier – dont on sait que, du fait de Bâle II et
Bâle III, les exigences en termes de capitalisation de fonds propres ont
augmenté, ce qui signifie que la solvabilité des banques est plus importante –,
un problème de solvabilité voire de liquidités dans le chef des banques?
Monsieur le
président, il nous faut maintenant une évaluation et un rendez-vous avec le
ministre en commission des Finances pour qu'il nous explique comment il a mis
en œuvre cette loi d'habilitation.
13.05 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ben ook een van de herauten van de parlementaire democratie, zoals collega Calvo het daarnet omschreef. Ik was wel degelijk aanwezig in de commissie voor Financiën en Begroting en heb daar mijn constructieve medewerking verleend aan de bespreking van dit wetsvoorstel. Het is misschien ijdele hoop, maar de simpele schema's die in dit halfrond worden gehanteerd, tarten soms alle verbeelding.
Mijnheer de minister, het garantieschema van 10 % van het bbp, 50 miljard euro impliciete schuld, is echt een spreekwoordelijke bazooka. Dat ligt inderdaad proportioneel in de lijn van de garantieregelingen in de buurlanden en is zeker een belangrijk signaal ten aanzien van het economisch weefsel. Wij horen bijna om de zoveel uur zeggen dat de kosten met miljoenen euro oplopen.
Onze manier van werken hier vandaag is weliswaar spectaculair, maar komt niets te vroeg. Samen met de collega's kijk ik uit naar het vervolgverhaal, namelijk het uitvoeringsbesluit, waarvoor u zich hebt geëngageerd om ermee naar de commissie te komen.
Heel wat zaken worden via dat koninklijk besluit geregeld. Ik heb begrepen dat er momenteel nog gesprekken aan de gang zijn met de Europese Commissie, maar dat dit heel weldra kan worden gefinaliseerd. Ik begroet de permanente monitoring, weliswaar via het geaggregeerd cijfermateriaal, waarvoor verschillende collega's een pleidooi hebben gehouden en dat zelfs in amendementen ter zake hebben vertaald.
Niet direct in de marge, maar wel los van de garantieregeling voor bedrijven, vormen de hypotheekhouders uiteraard een belangrijk aandachtspunt. Ik heb vernomen dat morgen al alles in werking zou treden. Argenta heeft bijvoorbeeld bekendgemaakt dat er momenteel nog overleg in de sector loopt over de modaliteiten. De maatregelen zouden eigenlijk morgen moeten ingaan. Ik kijk natuurlijk uit naar objectieve criteria die alle banken samen zouden hanteren, bijvoorbeeld rond het uitstel van hypotheekaflossingen. Ik ga er natuurlijk mee akkoord dat u – impliciet alvast – hebt gezegd dat banken momenteel het best niet te veel kapitaal laten wegvloeien, omdat de buffers wellicht zullen moeten worden aangesproken. Zij houden het best zoveel mogelijk liquiditeit. Dan gaat het natuurlijk over de dividendenkwestie, mijnheer de minister.
In ieder geval moet het Parlement het uitvoeringsbesluit en de gehanteerde selectiecriteria heel goed bekijken: welke bedrijven komen in aanmerking en welke niet? Het Vlaams Belang zal het voorliggend wetsvoorstel alvast volledig steunen.
13.06 Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, vandaag is hier al vele malen gezegd dat het uitzonderlijke tijden zijn die uitzonderlijke maatregelen vergen. Wat nu voorligt, is een van die uitzonderlijke maatregelen. Het gaat over een staatswaarborg van maar liefst 50 miljard euro. Naast de andere economische maatregelen, zoals het overbruggingsrecht, de tijdelijke werkloosheid en uitstel van belastingen, is dit een toch wel heel belangrijk element voor het economisch herstel of ter voorkoming van economische catastrofes.
Een heel aantal bedrijven, non-profitinstellingen en zelfstandigen zijn namelijk niet voldoende geholpen met de reeds genomen maatregelen of hebben te maken met een heel aantal vaste kosten waarmee zij momenteel in de problemen komen. Voor hen is het heel belangrijk om snel kredieten te kunnen afsluiten. In deze economisch moeilijke tijd is dat niet heel evident. Daarom is die 50 miljard euro aan staatswaarborg belangrijk.
Het is ook belangrijk dat er spelregels bepaald zijn. Ze staan in het akkoord met de banken, in de toelichting van het wetsvoorstel en ook in de wet zelf. Ze worden verder uitgewerkt in het koninklijk besluit. Voor ons is het inderdaad belangrijk dat het gaat om levensvatbare bedrijven, dat er een maximumrente is afgesproken en dat ook de termijn vast bepaald is, namelijk tot 30 september en voor een krediet van maximum 12 maanden, eventueel verlengbaar als de toestand het noodzakelijk maakt. Last but not least nemen de banken voor een stuk ook deel in het risico en de kosten.
Het gaat om een bijzondere procedure, een snelle manier om dit wetsvoorstel goedgekeurd te krijgen, in combinatie met het uitgebreid koninklijk besluit dat nog moet volgen na validatie door de Europese Commissie. Wij zijn alleszins blij dat de minister bevestigd heeft dat het koninklijk besluit in nauwe samenspraak met het Parlement, met de commissie voor Financiën, zal worden opgesteld, en dat er via de kredietcentrale gerapporteerd zal worden over de afgesloten en de geweigerde leningen.
Onze fractie zal dan ook dit wetsvoorstel volop steunen omdat het noodzakelijk en essentieel is. De banken moeten in deze onzekere tijden nog op een gemakkelijke manier noodzakelijke kredieten kunnen verschaffen aan onze bedrijven, zelfstandigen en non-profitinstellingen. Op die manier is dit een essentiële schakel in de economische steunmaatregelen.
13.07 Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, zoals ik daarnet ook heb gezegd in de commissie, vinden wij het uiteraard goed dat er een akkoord werd gesloten tussen de overheid en de banksector om te voorzien in dat garantiefonds. Ook is er de mogelijkheid die wordt geboden aan heel veel gezinnen, zelfstandigen en kmo's om even naar adem te kunnen happen. Zo krijgen gezinnen uitstel van afbetaling van hypothecaire leningen tot 30 september. Daarnaast wordt ook vermeden dat heel wat bedrijven in liquiditeitsproblemen komen en dat er een domino-effect ontstaat, doordat de overheid tussenkomt om de banken te stimuleren om kredieten te geven aan de bedrijven, waardoor wordt vermeden dat de coronacrisis ook een zware economische crisis wordt.
Met dat akkoord
worden de banken mee in het bad getrokken. Zij worden tot 3 % aangesproken
om de verliezen op te vangen. In die zin doet de banksector nu misschien iets
terug voor de gemeenschap, waar wij in 2008 klaarstonden met tientallen
miljarden euro om de banksector te behoeden voor een financieel fiasco. De
werkende bevolking heeft daarvoor wel het gelag moeten betalen met tien jaar
onophoudelijke besparingen.
Een kleine
zijsprong. Ik merk, zoals reeds aangehaald door de collega's, dat we op een
halve dag de volledige parlementaire werkzaamheden kunnen afronden:
inoverwegingneming bij aanvang van de plenaire vergadering, behandeling in de
commissie en nu weer hier, met straks nog de stemming over dit wetsvoorstel. Op
een halve dag tijd wordt er 50 miljard euro vrijgemaakt opdat de banken
verder leningen zouden kunnen verstrekken. Vijf maanden geleden hebben we
nochtans heel lang gepalaverd en gediscussieerd om 400 miljoen euro toe te
kennen aan de zorgsector. Het kot was te klein, vooral voor de rechtse
partijen. Het was onverantwoord en wat weet ik nog allemaal. Dat zijn trouwens
de mensen die nu levens redden. 400 miljoen euro voor de zorg, daarover
werd moord en brand geschreeuwd, maar op een halve dag in 50 miljard
voorzien, dat is geen probleem, daar wordt korte metten mee gemaakt.
Het neemt niet weg dat wij ook vinden dat het gesloten akkoord goed en noodzakelijk is om alle zelfstandigen, gezinnen en kmo's te helpen de crisis door te komen.
Wij vinden het echter wel straf dat er een hemelsbreed verschil is tussen het akkoord en het wetsvoorstel. In het wetsvoorstel is geen enkele voorwaarde of modaliteit van het akkoord opgenomen. Daar hebben wij een fundamenteel probleem mee. Het enige wat erin staat, is het maximumbudget van 50 miljard euro, waarvoor de overheid garant staat.
In het akkoord staat dat de banken aanspreekbaar zijn voor de eerste 3 % die verloren zou gaan, als bedrijven kredieten niet zouden terugbetalen. De banken zouden die dus zelf dragen. Dat staat echter niet in het wetsvoorstel. In het akkoord staat dat het per lening mag gaan om een maximum van 50 miljoen euro, maar dat staat niet in het wetsvoorstel. In het akkoord staat dat de maximale rente op de leningen 1,25 % mag bedragen, maar dat staat niet in het wetsvoorstel. Wat staat er wel in het wetsvoorstel? In artikel 2 staat dat de regering de voorwaarden en modaliteiten van de staatswaarborg zal bepalen.
Het voorliggend wetsvoorstel heeft met andere woorden niets te maken met het akkoord dat gesloten is. Letterlijk genomen is het wetvoorstel gewoon een blanco cheque van 50 miljard euro, op basis waarvan de regering eigengereid en naar eigen goeddunken zelf kan beslissen onder welke voorwaarden en met welke modaliteiten het garantiefonds opgezet kan worden.
Ik heb in de commissie gemerkt dat sommige collega's daarmee aan het worstelen waren, want een aantal van hen heeft zich als medeauteur teruggetrokken. Ik vermoed dat het daarmee iets te maken heeft.
Wij zijn tegemoetgekomen aan de bekommernis die wij hadden door zelf een amendement in te dienen waarmee wij de tekst van het akkoord dat overeengekomen is tussen de minister en de banksector effectief willen integreren in het wetsvoorstel. Dat lijkt mij logisch. Momenteel staat het namelijk in detail uitgelegd in de memorie van toelichting, maar het is niet opgenomen in het wetsvoorstel.
Jammer genoeg is men niet op het amendement ingegaan. Dat vinden wij zeer jammer.
Wat vinden wij ook jammer? Als de overheid een garantie toestaat op leningen die door de banksector aan bedrijven worden verstrekt, zijn daar geen voorwaarden aan gekoppeld. Daarom willen wij ook een grendel inbouwen om er zeker van te zijn dat bedrijven die van een lening met staatsgarantie willen gebruikmaken, niet tot ontslagen om economische redenen of collectieve ontslagen overgaan. Het is logisch dat we dit in het wetsvoorstel opnemen, ook om het inkomen van de werknemers te beschermen. Men kan als belastingbetaler wel tussenkomen om te garanderen dat bedrijven niet over de kop gaan, maar die bedrijven zullen er op hun beurt voor moeten zorgen dat, als ze daarvan gebruik willen maken, de werknemers die zij tewerkstellen kunnen blijven beschikken over hun inkomen, over hun koopkracht, wat belangrijk is om de economische motor in gang te houden. We zijn het eens met garanties voor de bedrijven en veel kmo's, maar wij hadden dat ook graag gezien voor de werknemers. Dat amendement is jammer genoeg ook weggestemd.
Ik heb ook gezien dat het wetsvoorstel verbeterd is. Er zijn een aantal amendementen aangenomen. De non-profitsector is bijvoorbeeld opgenomen als een van de begunstigden van de kredieten. Zij worden ook gevat door het garantiefonds, wat een goede zaak is.
Nogmaals, PVDA-PTB vindt wel dat die garantie er moet komen, maar dat is geen rechtvaardiging voor het feit dat de regering zelf naar eigen goeddunken kan beslissen wat er met dat garantiefonds moet gebeuren. Het is charmant om te horen van de minister dat hij naar de commissie kan komen om het koninklijk besluit toe te lichten, maar niets verplicht hem om naar de commissie te komen. Daarmee blijven wij een fundamenteel probleem hebben, evenals met het totale gebrek aan garantie voor het behoud van tewerkstelling.
Daarom zullen wij dit wetsvoorstel niet goedkeuren.
13.08 Florence Reuter (MR): Monsieur le président, je serai très brève.
Je voudrais juste préciser qu'aucun coauteur de la proposition de loi n'a retiré son nom. Il y a eu, à la base, une erreur des services qui s'étaient basés sur la proposition de loi visant à octroyer les pouvoirs spéciaux. Je répète qu'il n'y a pas de retrait de coauteurs. Une rectification a simplement été apportée car le secrétariat de la commission avait recopié, dans l'urgence, les noms des auteurs de la proposition de loi accordant des pouvoirs spéciaux. En tant que présidente de la commission, je peux affirmer qu'il n'est nullement question d'une volonté ou d'un acte politique.
13.09 Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer Bertels, ik dank u voor het verslag.
Collega's, ik dank u allen voor de bijzondere en constructieve vergadering van de commissie voor Financiën, waar, zoals collega Loones heeft gezegd, bepaalde engagementen werden aangegaan. U weet dat crisissen uitdagingen zijn. Dat zijn de woorden van Napoleon, die ook als titel van een boek over ondernemers bekend zijn geworden.
In zulke situaties moet men drie principes hanteren: men moet snel kunnen handelen, men moet duidelijk zijn en men moet vertrouwen kunnen schenken. Snel handelen is belangrijk, en wij hebben vandaag getoond dat dat wel kan, ook inzake het verbeteren van de inhoud. Duidelijkheid betekent vermijden te complexe wetten te maken die de handelingsvrijheid van de minister zouden beperken. Vertrouwen verwijst naar de afspraken die tussen de commissie en de minister zijn gemaakt over feedback, overleg en een duidelijke rapportering over wat er op het terrein gebeurt.
Wij spreken altijd over die 50 miljard euro, maar belangrijk is ook dat de mogelijkheid wordt gecreëerd waarin 50 miljard euro aan kredieten gemeenschappelijk gewaarborgd worden volgens een bepaalde formule door de overheid en het bankwezen. Er is hier gesproken over bazooka's, en ik zou hierbij de vergelijking met antibiotica willen maken. Men heeft bazooka's nodig, maar men gebruikt ze best niet of zo weinig mogelijk; zo niet gebeurt hetzelfde als bij antibiotica is gebeurd: als men er te veel van neemt, wordt men er immuun voor en hebben zij geen effect meer. Het is dus belangrijk dat wij deze instrumenten klaar hebben, maar het beste is natuurlijk dat wij ze zo weinig mogelijk moeten gebruiken. Het is dus best dat wij niet alleen de crisis bedwingen, maar dat de banken hun werk doen en dat ook de ondernemingen hun werk kunnen doen.
Ik neem hier iets belangrijks van mee: dankzij de werkwijze die wij vandaag hebben gehanteerd, hebben wij in een zeer specifieke context in de Kamer, met een aantal partijen die het vertrouwen hebben gegeven aan de regering en een aantal partijen die die steun niet hebben verleend, – ik kijk zowel naar de PTB als naar het Vlaams Belang –, een positieve en constructieve dialoog opgezet.
(…): (…)
13.10 Christian Leysen (Open Vld): Ja, maar ik heb het over partijen die de regering niet hebben gesteund, niet over de volmachten.
Een ondernemer denkt immers altijd eerst aan oplossingen. Vandaag moeten wij aan oplossingen werken. De hele discussie over wat wij vandaag beter hadden kunnen doen en wat is fout gelopen, mag in de huidige moeilijke tijden niet de prioriteit zijn. Wij moeten allemaal aan oplossingen werken.
Je le dis en français: il faut commencer à penser à la sortie de crise.
Nadat wij de gezondheidscrisis overwonnen hebben, zullen wij de averij moeten opmeten en zullen wij erop moeten toezien dat de motor van onze economie niet geblokkeerd geraakt en opnieuw kan vertrekken. Ik meen dat dat belangrijk is.
Ik dank de collega's, want ik hoop dat het nieuwe normaal van deze crisistijden ook het nieuwe normaal wordt na de crisis, namelijk dat een zo breed mogelijke dialoog over de partijgrenzen heen, waarin iedereen zijn inbreng doet en waar het beste wordt meegenomen, leidt tot een verbetering van de wetgeving.
13.11 John Crombez (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst het doel van de hele discussie in herinnering brengen, waarbij het belangrijk wordt wat er in de periode nadien gebeurt. Veel van mijn opmerkingen handelen dus over de discussies die wij in de toekomst zeker zullen voeren, als een en ander niet goed afloopt. Welnu, het doel van onze discussie is om in een zeer zware crisis zoveel mogelijk gezonde bedrijven en gezonde zelfstandigen te laten overleven en daarmee zoveel mogelijk jobs te redden. Dat is hét doel, waarmee ik het belang van de andere discussies niet ontken. Het bedrag bijvoorbeeld dat ervoor wordt uitgetrokken, is groot genoeg. Hoe dan ook, dat is het doel van onze discussie.
Ik haal dat aan omdat de ervaring ons na de bankencrisis geleerd heeft dat er te veel economisch gezonde entiteiten, zelfstandigen en kmo's failliet gingen, omdat zij niet konden rekenen op de nodige garanties, kredieten en overbruggingskredieten. Wij hebben daar heel veel studiemateriaal over gekregen na de vorige crisis. Het heeft zeven jaar geduurd vooraleer wij de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid van onze kmo's weer op orde hadden. Een van de belangrijkste oorzaken was dat de banksector te weinig kredieten verstrekte en te restrictief handelde.
Dat is de les die wij toen daaruit hebben getrokken. In die zin vind ik de discussie van vandaag heel goed, omdat wij inderdaad, mijnheer Leysen, in vertrouwen moeten werken en de komende weken bijzonder goed moeten opvolgen wat er in de reële economie gebeurt met de garantieregeling. Ik wil nogmaals daarop aandringen.
Er wordt geen cash geld vrijgemaakt. Ik ben het niet eens met het beeld dat de collega van PVDA-PTB heeft geschetst. Het gaat eigenlijk om een impliciete schuld via de garantieregeling, waardoor de economie blijft draaien.
Ik ben heel blij met het engagement van de minister om nog vóór de concrete regels in werking treden, erop toe te zien dat alle aanvragen bij de kredietcentrale worden aangemeld. Op die manier kunnen wij heel gedetailleerd volgen welke aanvragen voor welke sectoren er zijn, wat de grootte is van de betrokken ondernemingen, welke zelfstandigen aanvragen doen, welke kredieten door de markt worden geweigerd en waarom.
Wat sp.a betreft, moeten wij de staatsbank inzetten, zodra we vaststellen dat aan gezonde zelfstandigen en kmo's liquiditeit wordt geweigerd. Dat is geen gemakkelijke discussie, maar er is een staatsbank met een gezond eigen vermogen. Dat eigen vermogen blijft het best gezond, maar de eerste opdracht en doelstelling is om de gezonde entiteiten in de economie, geconfronteerd met een gigantische systemische crisis, waaraan ze niet kunnen doen, overeind te houden, zowel voor de bedrijven zelf als voor de jobs.
Het schriftelijk verslag met alle details – de minister heeft er zelf op gewezen – zal zeer belangrijk zijn, omdat de minister er duidelijk in schetst wat de bedoeling is en hoe er te werk zal worden gegaan, ook in het Parlement, met een rapportering en gedetailleerde analyses van wat er in het veld gebeurt.
Dat is voor ons essentieel. Het gaat dan in eerste instantie over de periode tot september 2020. Dat is een belangrijke datum, omdat tot dan de kredieten voor 12 maanden kunnen worden nagegaan. Als de impact van de crisis zwaarder is en langer duurt, kan dat worden verlengd.
Ik ga al even in op een discours dat er zeker aankomt. Het is al heel wat om te spreken van de staatsbank, die wij hebben. Bovendien rijst de vraag of de banken even veel dividenden zullen blijven uitdelen. Vorig jaar zaten in de top zes van de grootste bedrijven van de BEL20 vier financiële bedrijven die samen voor 2,6 miljard dividenden uitkeerden. De hoogste dividendrendementen kwamen dus vooral uit de financiële sector.
Dat is goed als het goed gaat. Wij willen echter niet dat wij een impliciete schuld moeten maken, bij een staatsschuld, die al niet gering is door de bankencrisis, met als gevolg dat banken, die om het eufemistisch uit te drukken niet allemaal hun hoofdzetel hier hebben, hun cashpositie en hun reserves op niveau kunnen houden om dan dividenden aan hun aandeelhouders uit te keren of om eigen aandelen in te kopen, een dividenduitkering zonder roerende voorheffing.
De bedoeling is om de transmissiekanalen naar de zelfstandigen en de bedrijven in stand te houden en de gezonde bedrijven te laten overleven. Dat is de enige bedoeling. Als we zien dat de financiële entiteiten niet handelen naar die doelstelling en wel degelijk hun normale dividendrendementen en hun normale uitkeringen handhaven dankzij onze garantieregeling, dan zullen we daar hier in het Parlement fel tegen reageren.
Ik heb uit de discussie die we vandaag in de commissie hadden, kunnen opmaken dat iedereen dat standpunt deelt. De minister onderstreepte dat het voor de banken niet aangewezen is om nu uit te kijken naar dividenduitkeringen. Dat is zeer, zeer juist. Bij de bank die voor 100 % eigendom is van de Staat, vormt de minister zelf de algemene vergadering. Het dividend, dat dan niet uitbetaald wordt, kan dan perfect dienen om het eigen vermogen gezond te houden. Men kan Belfius dan perfect gebruiken om voldoende kredieten te verstrekken. We hebben die mogelijkheden.
Ik ben blij met de manier waarop de discussie vandaag is verlopen, want de goedkeuring van een impliciete schuld van 50 miljard is in geen geval een klein ding. Het is zeker ook aan het Parlement om te controleren wat er daarmee in de reële economie gebeurt. Dat is het enige punt, alle andere overwegingen zijn secundair. We moeten in eerste instantie gezonde zelfstandigen en gezonde kmo's overeind houden. Het gevolg is dan dat we ook jobs overeind houden.
Ik kom tot mijn allerlaatste punt. Als de ondernemingen middelen krijgen van de banksector, kan men stellen dat er ook volledig jobbehoud moet zijn. Ik zou dat ook het liefste zien, maar we hebben het al meegemaakt bij eerdere crisissen. Als bedrijven beslissen om met een man minder te werken om zo de boel overeind te houden, dan kan een krediet niet worden geweigerd, want dat zou immers het faillissement en dus het verlies van alle jobs betekenen. Men kan dus moeilijk een regel ter zake instellen.
De bedoeling moet er geheel op gericht zijn dat gezonde entiteiten overeind gehouden worden, met de jobs in die entiteiten. Dat is voor ons niet alleen de hoofdbedoeling, maar op het moment het enige waarvan wij grondig zullen nagaan of het in de komende dagen en weken lukt.
13.12 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, on a pu trouver un accord qui combine à la fois l'efficacité et la rapidité, ce avec un double contrôle. Il y aura un contrôle du gouvernement puisque ce dernier devra vraiment chapeauter, si je peux m'exprimer ainsi, l'octroi des crédits. Le monitoring aura lieu via la Centrale des crédits. Il y aura aussi un contrôle, par le Parlement, de l'ensemble du processus. Vu les circonstances actuelles qui sont terribles, nous n'avons pas d'autre choix que d'avancer dans ce sens.
Ceci dit, il est vrai que 50 milliards, cela donne un peu le vertige. Cela représente 10 % du PIB. Cela représente un montant potentiellement énorme qui doit être utilisé à bon escient. Comme d'autres, nous serons vigilants pour qu'il en soit ainsi avec le soutien de l'emploi, avec le soutien des entreprises dans le sens le plus général sur la base du nouveau Code économique, à savoir quelque entreprise que ce soit, y compris, dès lors, les entreprises du non-marchand, ce qui était particulièrement important pour nous, mais également les indépendants.
Tout reste à décider. On le verra à travers les arrêtés.
Monsieur le président, je n'en dirai pas plus. Nous aurons, dans le cadre des travaux parlementaires, notamment dans la commission de suivi, mais également lors du travail associant les dix partis, l'occasion de discuter à chaque étape de ce dossier.
13.13 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, collega's, het is door meerdere leden aangehaald dat het een ongebruikelijke procedure is om op één namiddag de inoverwegingneming, de bespreking en de stemming, zowel in commissie als in plenaire vergadering, te doen.
Mijnheer Loones, u hebt ook aangegeven dat daarenboven nog eens heel ruime machten aan de regering worden gegeven. Ik wil ter zake heel duidelijk zijn. Ruime machten betekenen ook een heel ruime verantwoordelijkheid. Ik ben er mij absoluut van bewust dat de manier van werken die wij deze middag hebben meegemaakt, ook expliciet betekent dat ik respecteer en meeneem wat wij tijdens de bespreking hebben afgesproken.
Ik heb al meermaals de gelegenheid gehad de financiële sector te bedanken voor het ongebruikelijk engagement dat hij in een crisissituatie heeft genomen. Laat mij dan nu de gelegenheid te baat nemen om het Parlement voor zijn engagement te bedanken, om een en ander mogelijk te maken. Ik weet dat het absoluut niet evident was.
Il y avait d'autres pistes, qui présentaient des avantages et des inconvénients. Il n'a pas été évident de voir quelle était la meilleure manière d'agir.
Op dit moment doen wij er alles aan om de gezondheid van alle Belgen zo goed mogelijk te beschermen. Ik denk dat wij, met wat nu voorligt, tonen dat wij evenzeer de jobs van alle Belgen wensen te beschermen. Op momenten als deze hebben de mensen al heel veel zorgen aan hun hoofd. Het laatste dat de mensen kunnen gebruiken, zijn ook nog eens zorgen over hun financiële toekomst, over hun jobs, over hun mogelijkheid om leningen af te betalen of over de mogelijkheid dat hun bedrijf deze zeer moeilijke periode al dan niet overleeft. Op een moment als het huidige moeten wij zekerheid en stabiliteit geven. Wij moeten tonen dat wij bereid zijn om uitzonderlijke zaken te doen om mensen te beschermen. Het nu voorliggend schema maakt dat absoluut mogelijk.
Je tiens à préciser quelques éléments qui ont été modifiés à la suite de notre discussion en commission. Tout d'abord, nous avons conclu un accord avec le secteur financier. Celui-ci a pris un engagement considérable dans le cas où certains crédits n'aboutiraient pas. Une question se pose: pouvons-nous nous assurer que le flux de crédits et de financement sera suffisant? Au cours de la journée, nous avons trouvé une solution en étendant les compétences de la Centrale des crédits pour que les crédits non attribués y soient aussi enregistrés. Le but est de rendre un rapportage mensuel. Je prendrai les dispositions à cet effet.
Het tweede element dat wij verduidelijkt hebben, is dat de non-profitsector daarvan ook deel uitmaakt. Ik weet dat dit voor een aantal partijen zeer belangrijk is. Zoals aangegeven, de non-profitsector is een belangrijk deel van onze maatschappij. Deze sector is ook een zeer belangrijke speler in de zorg. Het is belangrijk dat deze financiering kan behouden blijven.
Dernier élément: comment traite-t-on cet arrêté royal? Il comporte des éléments très techniques, mais aussi des éléments de base. Pourquoi les garde-t-on dans l'arrêté royal et ne les place-t-on pas tout de suite dans la loi? Parce que nous sommes en interaction continue avec la Commission européenne. Aucun signe ne montre que l'on ne pourrait pas trouver une solution ensemble avec la Commission, mais ce ne serait pas bien vu de déjà décider, dans ce Parlement, d'éléments qui sont toujours en discussion. J'ai bon espoir qu'au milieu de la semaine prochaine, nous aurons un accord de la Commission. À ce moment, l'arrêté royal pourra être pris. Nous consulterons à son sujet et nous l'expliquerons en détail en commission.
Op dit moment moet iedereen een stuk buiten zijn grenzen durven te treden. Er zijn mensen die dat nu elke dag doen, met risico voor hun gezondheid. In die context is het normaal dat we allemaal buiten onze grenzen durven treden. De financiële sector maakt duidelijk dat te willen doen. Ik weet dat er vragen zijn hoe concreet dat nu wel zal zijn, of dat in de praktijk ook zo zal zijn. We zullen allemaal wel vragen krijgen van mensen van wie het krediet niet werd goedgekeurd. Ik wil u mijn volle engagement beloven om erop toe te zien dat wat werd afgesproken, in de praktijk maximaal wordt omgezet. U zult ook hebben gezien dat nu ook de verzekeringssector in dezelfde logica meestapt als de financiële sector.
Ik ben er mij ten volle van bewust dat wat wij hier vandaag doen, buiten de grenzen ligt van het normale parlementair proces. Ik wil duidelijk stellen dat dit geen precedent moet zijn om vanaf nu alles op die manier te behandelen. Laat mij zeer duidelijk zeggen dat dit een zeer uitzonderlijke procedure is, die niet zomaar als precedent mag worden gebruikt voor om het even wat.
Ik besluit met dank voor de steun en voor de bijzonder boeiende en interessante interactie die wij de voorbije uren hebben gehad, met de betrachting om iets te creëren dat onze landgenoten zo goed mogelijk moet beschermen op een zeer turbulent moment.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1108/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1108/4)
La proposition de loi compte 6 articles.
Het wetsvoorstel telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Commission chargée du contrôle de la mise en œuvre de la loi du … mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 – Composition
14 Commissie belast met de controle op de uitvoering van de wet van … maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 – Samenstelling
Je vous propose de procéder à la composition de la commission chargée du contrôle de la mise en œuvre de la loi du … mars 2020 habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19.
Ik stel u voor over te gaan tot de samenstelling van de commissie belast met de controle op de uitvoering van de wet van … maart 2020 dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19.
La commission est composée de
17 membres effectifs et de 26 suppléants. Les mandats au sein de la
commission seront attribués comme suit:
De commissie wordt samengesteld uit
17 vaste leden en 26 plaatsvervangers. De mandaten binnen de
commissie zullen worden toegewezen als volgt:
- N-VA: 3
effectifs / vaste leden
4 suppléants /
plaatsvervangers
- Ecolo-Groen:
3 effectifs / vaste leden
4 suppléants /
plaatsvervangers
- PS: 3
effectifs / vaste leden
4 suppléants /
plaatsvervangers
- Vlaams
Belang: 2 effectifs / vaste leden
3 suppléants /
plaatsvervangers
- MR: 2
effectifs / vaste leden
3 suppléants /
plaatsvervangers
- CD&V:
1 effectif / vast lid
2 suppléants /
plaatsvervangers
- PVDA-PTB:
1 effectif / vast lid
2 suppléants /
plaatsvervangers
- Open Vld:
1 effectif / vast lid
2 suppléants /
plaatsvervangers
- sp.a: 1
effectif / vast lid
2
suppléants / plaatsvervangers
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Les noms suivants ont été communiqués par les présidents des groupes politiques:
Volgende namen werden medegedeeld door de voorzitters van de politieke fracties:
Membres effectifs
Vaste leden
- N-VA:
Peter De Roover, Frieda Gijbels, Joy Donné
- Ecolo-Groen:
Kristof Calvo, Georges Gilkinet, Laurence Hennuy
- PS:
Sophie Thémont, Eliane Tillieux, André Flahaut
- Vlaams
Belang: Barbara Pas, Dries Van Langenhove
- MR: Benoît Piedboeuf, Kattrin Jadin
- CD&V:
Servais Verherstraeten
- PVDA-PTB:
Sofie Merckx
- Open Vld:
Egbert Lachaert
- sp.a: Meryame Kitir
Membres suppléants
Plaatsvervangers
- N-VA:
Katrien Houtmeyers, Yngvild Ingels, Jan Spooren, Kathleen Depoorter
- Ecolo-Groen:
Barbara Creemers, Marie-Colline Leroy, Evita Willaert, Gilles Vanden Burre
- PS:
Patrick Prévot, Khalil Aouasti, Malik Ben Achour, Eric Thiébaut
- Vlaams
Belang: Reccino Van Lommel, Ellen Samyn, Dominiek Sneppe
- MR:
Caroline Taquin, Philippe Pivin, Nathalie Gilson
- CD&V: Sammy Mahdi, Bercy Slegers
- PVDA-PTB:
Steven De Vuyst, Raoul Hedebouw
- Open Vld:
Vincent Van Quickenborne, Tim Vandenput
- sp.a: Karin Jiroflée, John Crombez
Étant donné que le nombre de candidatures correspond au nombre de places à pourvoir, je proclame les candidats présentés élus en application de l'article 157, n° 6, du Règlement.
Daar het aantal kandidaturen overeenstemt met het aantal te begeven plaatsen verklaar ik de voorgedragen kandidaten verkozen overeenkomstig artikel 157, nr. 6, van het Reglement.
Après la séance plénière, la commission se réunira dans la salle Père Damien.
Na de plenaire vergadering zal de commissie bijeenkomen in de zaal Pater Damiaan.
15 Aangehouden amendementen en artikel van het wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (nieuw opschrift) (1104/1-7)
15 Amendements et article réservés de la proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) (nouvel intitulé) (1104/1-7)
Chers collègues, au vu des circonstances exceptionnelles, aujourd’hui il n’y aura pas de vote nominatif exprimé électroniquement.
Collega’s, gezien de bijzondere situatie zal er vandaag geen elektronische naamstemming zijn.
Vous disposez déjà de vos bulletins de vote. Vous êtes invités à déposer votre bulletin de vote dans l’urne et à ensuite quitter la salle.
U beschikt reeds over uw stembrieven. U wordt verzocht uw stembrief te deponeren in de stembus en daarna de zaal te verlaten.
Stemming over amendement nr. 14 van
Dries Van Langenhove cs op artikel 5. (1104/7)
Vote sur l'amendement n° 14 de Dries
Van Langenhove cs à l'article 5. (1104/7)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
16 |
Oui |
Nee |
113 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 15 van
Dries Van Langenhove cs op artikel 5. (1104/7)
Vote sur l'amendement n° 15 de Dries
Van Langenhove cs à l'article 5. (1104/7)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
15 |
Oui |
Nee |
114 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 5 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 5 est adopté.
16 Proposition modifiant le Règlement de la Chambre des représentants en vue d’adapter la manière dont la Chambre délibère à la suite d'une situation grave et exceptionnelle qui menace la santé publique et qui empêche des membres de la Chambre d'être physiquement présents (nouvel intitulé) (1100/4)
16 Voorstel tot wijziging van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers teneinde de wijze waarop de Kamer beraadslaagt en besluit aan te passen ten gevolge van een ernstige en uitzonderlijke toestand die de volksgezondheid bedreigt en die het Kamerleden verhindert om fysiek aanwezig te zijn (1100/4)
Chers collègues, au vu des circonstances exceptionnelles, aujourd’hui il n’y aura pas de vote nominatif exprimé électroniquement.
Collega’s, gezien de bijzondere situatie zal er vandaag geen elektronische naamstemming zijn.
Vous disposez déjà de vos bulletins de vote. Vous êtes invités à déposer votre bulletin de vote dans l’urne et à ensuite quitter la salle.
U beschikt reeds over uw stembrieven. U wordt verzocht uw stembrief te deponeren in de stembus en daarna de zaal te verlaten.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Vote/stemming 3) |
||
Oui |
128 |
Ja |
Non |
0 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
128 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition. La présente modification sera publiée au Moniteur belge.
Bijgevolg
neemt de Kamer het voorstel aan. Deze wijziging zal
bekendgemaakt worden in het Belgisch
Staatsblad.
17 Proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (I) (nouvel intitulé) (1104/5)
17 Wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (I) (nieuw opschrift) (1104/5)
Chers collègues, au vu des circonstances exceptionnelles, aujourd’hui il n’y aura pas de vote nominatif exprimé électroniquement.
Collega’s, gezien de bijzondere situatie zal er vandaag geen elektronische naamstemming zijn.
Vous disposez déjà de vos bulletins de vote. Vous êtes invités à déposer votre bulletin de vote dans l’urne et à ensuite quitter la salle.
U beschikt reeds over uw stembrieven. U wordt verzocht uw stembrief te deponeren in de stembus en daarna de zaal te verlaten.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Vote/stemming 4) |
||
Oui |
104 |
Ja |
Non |
8 |
Nee |
Abstentions |
16 |
Onthoudingen |
Total |
128 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1104/8)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1104/8)
Les membres qui se sont abstenus sont invités à faire connaître les motifs de leur abstention.
De leden die zich hebben onthouden worden verzocht de redenen van hun onthouding te doen kennen.
18 Proposition de loi habilitant le Roi à prendre des mesures de lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) (nouvel intitulé) (1104/6)
18 Wetsvoorstel dat machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (nieuw opschrift) (1104/6)
Chers collègues, au vu des circonstances exceptionnelles, aujourd’hui il n’y aura pas de vote nominatif exprimé électroniquement.
Collega’s, gezien de bijzondere situatie zal er vandaag geen elektronische naamstemming zijn.
Vous disposez déjà de vos bulletins de vote. Vous êtes invités à déposer votre bulletin de vote dans l’urne et à ensuite quitter la salle.
U beschikt reeds over uw stembrieven. U wordt verzocht uw stembrief te deponeren in de stembus en daarna de zaal te verlaten.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Vote/stemming 5) |
||
Oui |
104 |
Ja |
Non |
8 |
Nee |
Abstentions |
16 |
Onthoudingen |
Total |
128 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (1113/1)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(1113/1)
Les membres qui se sont abstenus sont invités à faire connaître les motifs de leur abstention.
De leden die zich hebben onthouden worden verzocht de redenen van hun onthouding te doen kennen.
19 Wetsvoorstel tot machtiging van de Koning om een staatswaarborg te verlenen voor bepaalde kredieten in de strijd tegen de gevolgen van het coronavirus en tot wijziging van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen (1108/4)
19 Proposition de loi donnant habilitation au Roi d'octroyer une garantie d'Etat pour certains crédits dans la lutte contre les conséquences du coronavirus et modifiant la loi du 25 avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit et des sociétés de bourse (1108/4)
Chers collègues, au vu des circonstances exceptionnelles, aujourd’hui il n’y aura pas de vote nominatif exprimé électroniquement.
Collega’s, gezien de bijzondere situatie zal er vandaag geen elektronische naamstemming zijn.
Vous disposez déjà de vos bulletins de vote. Vous êtes invités à déposer votre bulletin de vote dans l’urne et à ensuite quitter la salle.
U beschikt reeds over uw stembrieven. U wordt verzocht uw stembrief te deponeren in de stembus en daarna de zaal te verlaten.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
explication de vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Résultat du vote.
Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
120 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
8 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1108/5)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (1108/5)
Les membres qui se sont abstenus sont invités à faire connaître les motifs de leur abstention.
De leden die zich hebben onthouden worden verzocht de redenen van hun onthouding te doen kennen.
Voor de regeling van de werkzaamheden van volgende week verwijs ik naar wat is afgesproken in de Conferentie van voorzitters, die opnieuw zal vergaderen volgende maandag om 12.00 uur.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 2 april 2020 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 2 avril 2020 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten om 20.49 uur.
La séance est levée à 20 h 49.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 033 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 55 PLEN 033 bijlage. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
016 |
Ja |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Dedecker Jean-Marie,
Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Gilissen Erik, Ponthier Annick, Ravyts
Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van
Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans.
Non |
113 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Buysrogge
Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez
John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De
Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Delizée Jean-Marc, Delvaux
Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick,
D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle,
Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Hedebouw Raoul, Houtmeyers
Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir
Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri
Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander,
Mahdi Sammy, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Özen Özlem, Piedboeuf
Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter
Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz
Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors
Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van
Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan,
Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van
Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Warmoes Thierry, Willaert Evita,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
015 |
Ja |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Gilissen Erik, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe
Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel
Reccino, Verreyt Hans.
Non |
114 |
Nee |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Buysrogge
Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez
John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Jonge Tania, de
Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De
Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delizée
Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa,
Dewael Patrick, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls Katja,
Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Hedebouw
Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin,
Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Matheï Steven, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime,
Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas,
Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie,
Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter,
Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent,
Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Warmoes Thierry,
Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
128 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Bury Katleen,
Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,, Creemers Barbara, Creyelman Steven,
Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Jonge Tania,
de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De
Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker
Jean-Marie, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen,
Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Hedebouw
Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin,
Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Matheï Steven, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz
Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors
Jessika, Sneppe Dominiek, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien
Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke
Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten
Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries,
Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys
Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Warmoes
Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
104 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Buysrogge Peter, Buyst Kim,
Calvo Kristof, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne Georges, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram,
Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle,
Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir
Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima,
Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi
Sammy, Matheï Steven, Matz Vanessa, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin
Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot
Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin
Caroline, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe,
Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt
Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire
Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Non |
008 |
Nee |
Boukili
Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Dedecker Jean-Marie,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Warmoes Thierry.
Abstentions
|
016 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Gilissen Erik, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe
Dominiek, Thibaut Cécile, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans.
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
104 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Buysrogge Peter, Buyst Kim,
Calvo Kristof, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne Georges, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet
François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram,
Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné Joy, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle,
Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir
Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy
Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy,
Matheï Steven, Matz Vanessa, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent,
Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin Caroline,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien
Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke
Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten
Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert
Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Non |
008 |
Nee |
Boukili
Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Dedecker Jean-Marie,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Warmoes Thierry.
Abstentions
|
016 |
Onthoudingen |
Bury
Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Depoortere Ortwin, Dewulf
Nathalie, Gilissen Erik, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe
Dominiek, Thibaut Cécile, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove
Dries, Van Lommel Reccino, Verreyt Hans.
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
120 |
Ja |
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John,
Dallemagne Georges, Dedecker Jean-Marie, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine,
Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet
François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit
Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dock Magali, Donné
Joy, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Friart Benoît, Gabriëls
Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson
Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin,
Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Matheï Steven, Matz Vanessa, Özen
Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot
Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors
Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt
Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken
Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els,
Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst
Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita,
Wollants Bert, Zanchetta Laurence.
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
008 |
Onthoudingen |
Boukili
Nabil, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx
Sofie, Vanrobaeys Anja, Warmoes Thierry.