Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 5 mars 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 5 maart 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 19 et présidée par Mme Valerie Van Peel.

De vergadering wordt geopend om 14.19 uur en voorgezeten door mevrouw Valerie Van Peel.

 

La présidente: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Sophie Wilmès.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Wouter De Vriendt, Katrien Houtmeyers, Daniel Senesael, Nadia Moscufo, Albert Vicaire, raisons de santé /gezondheidsredenen;

Stefaan Van Hecke, raisons familiales / familieaangelegenheden.

 

Gouvernement fédéral / Federale regering:

Philippe Goffin, en mission à l'étranger (Croatie) / met zending buitenslands (Kroatië).

 

Questions

Vragen

 

Goedemiddag collega's, er staan vandaag twee actualiteitsdebatten geagendeerd. Iedereen kent natuurlijk artikel 125 van het Reglement op zijn duimpje, maar ik zal het misschien toch nog even samenvatten.

 

De vraagstellers krijgen zoals steeds twee minuten de tijd. Volgens het Reglement hebben de ministers vervolgens vijf minuten de tijd om te antwoorden, maar ik stel voor dat wij daarin soepel zijn omdat er veel vragen te stellen zijn. Voor de repliek krijgt u twee minuten de tijd.

 

Opgelet, de fracties die geen vraag hebben ingediend, mogen twee minuten het woord voeren, ofwel onmiddellijk na de vraagstellers ofwel bij de replieken.

 

01 Débat d'actualité sur "La situation à la frontière gréco-turque" et questions jointes de

- François De Smet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation humanitaire à la frontière gréco-turque" (55000496P)

- Dries Van Langenhove à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le chantage aux migrants exercé par la Turquie" (55000498P)

- Jessika Soors à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation des réfugiés à la frontière gréco-turque" (55000499P)

- Meryame Kitir à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation des réfugiés à la frontière gréco-turque" (55000501P)

- André Flahaut à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation à la frontière gréco-turque" (55000502P)

- Jean-Marie Dedecker à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation des réfugiés à la frontière gréco-turque" (55000505P)

- Egbert Lachaert à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation à la frontière gréco-turque" (55000509P)

- Franky Demon à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation humanitaire à la frontière gréco-turque" (55000515P)

- Philippe Pivin à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La situation des migrants à la frontière gréco-turque" (55000517P)

- Peter De Roover à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'escalade des tensions entre la Turquie et la Syrie" (55000519P)

01 Actualiteitsdebat over "De situatie aan de Turks-Griekse grens" en toegevoegde vragen van

- François De Smet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De humanitaire situatie aan de Grieks-Turkse grens" (55000496P)

- Dries Van Langenhove aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De asielchantage door Turkije" (55000498P)

- Jessika Soors aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie van de vluchtelingen aan de Turks-Griekse grens" (55000499P)

- Meryame Kitir aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie van de vluchtelingen aan de Turks-Griekse grens" (55000501P)

- André Flahaut aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie aan de Grieks-Turkse grens" (55000502P)

- Jean-Marie Dedecker aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie van de vluchtelingen aan de Turks-Griekse grens" (55000505P)

- Egbert Lachaert aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie aan de Turks-Griekse grens" (55000509P)

- Franky Demon aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De humanitaire situatie aan de Grieks-Turkse grens" (55000515P)

- Philippe Pivin aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De situatie van de migranten aan de Turks-Griekse grens" (55000517P)

- Peter De Roover aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De escalatie van de spanningen tussen Turkije en Syrië" (55000519P)

 

01.01  François De Smet (DéFI): Madame la présidente, madame la première ministre, ce qui se produit actuellement à la frontière entre la Grèce et la Turquie est une honte pour les valeurs européennes. Voici quatre ans, en mars 2016, c'est au prix d'un accord qui bradait déjà nos valeurs que l'Union européenne était parvenue à arrêter la crise migratoire de l'été 2015. Mais qu'avons-nous fait pendant quatre ans? Nous nous sommes renfermés. Nous avons conclu des accords d'externalisation avec des pays comme la Turquie mais aussi avec des milices libyennes et, surtout, nous ne sommes pas parvenus, en tant qu'Européens, à réviser le règlement de Dublin.

 

Et nous voici dans cette situation: nous avons, d'une part, la Turquie qui prend ici un rôle de passeur d'êtres humains, en encourageant des migrants à franchir une frontière. Je crois que c'est une première! On nous fait un chantage absolument odieux. D'autre part, il y a des pays comme la Grèce qui sont objectivement débordés, dont les habitants sont à bout et dont, d'après les images, certains gardes-côtes effectuent des refoulements en toute illégalité.

 

Madame la première ministre, j'ai une seule vraie question. Je ne la pose pas uniquement à vous mais bien à nous tous. Quelle Europe voulons-nous? Voulons-nous, pour l'avenir, une Europe qui continue à externaliser complètement ses frontières, ses questions migratoires et à payer, parfois très cher, des milices libyennes ou un État tiers pour gérer la migration à notre place? Ou voulons-nous enfin une Europe qui prend la migration et la question migratoire à bras-le-corps, qui l'affronte, qui la gère et éventuellement la contrôle mais ne la voit pas comme une menace dont il faudrait se préserver mais comme une opportunité? Accessoirement, madame la première ministre, condamnez-vous l'action de la Turquie? Condamnez-vous l'action éventuelle, à confirmer, des gardes-côtes grecs? Ne serait-ce pas le moment de prendre une initiative pour tenter de ressusciter enfin les accords de Dublin et faire en sorte d'avoir une réglementation qui parvient à répartir les migrants de manière juste et équilibrée, plutôt que de les laisser tous en Italie et en Grèce. Ce sont nos valeurs qui sont en jeu.

 

01.02  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de eerste minister, mocht ik u zeggen dat ik de sleutels van mijn huis aan een inbreker heb gegeven en dat ik hem nu betaal om niet in mijn huis in te breken, dan verklaarde u mij wellicht terecht gek. Toch is dat exact wat CD&V, Open Vld en N-VA in 2016 hebben gedaan, toen zij een chantagedeal sloten met Erdogan. Zij gaven hem de sleutels van onze Europese buitengrenzen en betaalden hem vervolgens vele miljarden euro's om van die sleutels geen misbruik te maken.

 

Erdogan is natuurlijk een heel pak slimmer dan u, establishmentpolitici. De Turken hebben een leider die, in tegenstelling tot u, wel weet wat realpolitik is. Erdogan wist al van in het begin dat hij Europa met de deal heel makkelijk zou kunnen chanteren en nu, op het moment dat het voor hem het beste uitkomt, doet hij dat natuurlijk ook. Duizenden en potentieel zelfs vele miljoenen, vooral mannelijke migranten van militaire leeftijd worden door Erdogans propaganda opgejut en opgepookt om met geweld illegaal de Griekse grens over te steken en ons continent te overspoelen en te destabiliseren.

 

Toch blijven u, mevrouw de eerste minister, en Charles Michel, voormalig eerste minister en nu zelfs president van de EU, Erdogan beschouwen als onze bondgenoot. Ik vraag mij af of u beseft wie onze echte bondgenoot is, mevrouw de eerste minister. Kent u deze vlag? (De heer Van Langenhove toont een Griekse vlag) Kent u dit volk? Het zijn de Grieken, en zij bewaken ook onze grens. Zij waken ook over onze toekomst. (Tumult)

 

Min vraag is dus heel simpel, mevrouw de eerste minister. Beseft u nu wie onze echte bondgenoot is? Het is niet Erdogan, mevrouw de eerste minister. Het zijn onze mede-Europeanen, het Griekse volk.

 

De voorzitter: Excuseer, collega Van Langenhove, zoals u weet, is het niet toegelaten om een vlag open te vouwen in het Parlement, dus u mag ze bij dezen onder uw stoel steken.

 

01.03  Dries Van Langenhove (VB): Als nieuwkomer kon ik dat uiteraard niet weten.

 

De voorzitter: Ik denk dat uw fractie u dat wel zal hebben verteld.

 

01.04  Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de eerste minister, voordat ik overga tot mijn eigenlijke vraag, stel ik voor dat wij het debat over mensen die op de vlucht zijn, weer een zekere waardigheid geven en weer laten gaan waarover het verdient te gaan, eerder dan het te gebruiken als propaganda voor eigen politieke agenda's.

 

Mevrouw de eerste minister, aan de Turks-Griekse grens staan naar schatting 24.000 vluchtelingen verzameld, mensen die al jaren in uiterst moeilijke omstandigheden op de vlucht zijn en ondertussen een speelbal zijn geworden van een uiterst cynisch spel tussen Turkije en Europa.

 

De Ecolo-Groenfractie heeft zeer veel begrip voor de moeilijke situatie waarin Griekenland zich bevindt. Aan de Turks-Griekse grens heerst er complete chaos. De toestand in de kampen op de Griekse eilanden is mensonterend. Het kon ook niet anders, we gaven Erdogan een breekijzer cadeau waarmee hij Europa kan chanteren. Griekenland is daar nu het eerste slachtoffer van.

 

De Ecolo-Groenfractie kan geen begrip opbrengen voor de houding van Griekenland, een houding van geweld. Er is traangas afgevuurd, ook op kinderen. Er zijn ondertussen doden gevallen. Er gebeuren pushbacks. Dat is in strijd met het internationaal recht. Iedereen kent ondertussen het beeld van de Griekse kustwacht die een bootje bijna doet kapseizen.

 

Griekenland is verantwoordelijk, maar ook wij allemaal. Elk Europees land draagt hier verantwoordelijkheid, want Europa laat Griekenland in de steek.

 

Mevrouw de eerste minister, zal België bijdragen aan bijkomende humanitaire hulp aan de Turks-Griekse grens? Ik denk dan in het bijzonder aan de meest kwetsbare personen zoals gezinnen met kinderen.

 

Hoe ziet u de Europese bijstand aan Griekenland?

 

Is België bereid om personeel te sturen dat Griekenland kan ondersteunen bij de verwerking van asielaanvragen?

 

Is België voorstander van een tijdelijk Europees spreidingsmechanisme om de situatie op de Griekse eilanden op te lossen?

 

01.05  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, mevrouw de eerste minister, de oorlog in Syrië verplicht duizenden mensen om te vluchten en alles achter te laten. Aangezien Turkije een buurland is, komen heel wat vluchtelingen daar terecht. Daarom is er in 2016 een deal gesloten tussen Turkije en Europa om te bekijken op welke manier de vluchtelingen konden worden opgevangen. Zo zou vermeden worden dat ze zich moesten wagen aan een gevaarlijke oversteek op de Middellandse Zee.

 

Kort samengevat: de Europese buitengrenzen gingen dicht, Turkije kreeg geld voor een betere opvang van de vluchtelingen en Europa moest ook haar deel doen en mensen die recht hadden op asiel toegang verlenen en de vluchtelingen eerlijk verdelen.

 

Vandaag is er geen deal meer met Turkije en Erdogan beslist om de vluchtelingen af te zetten aan de Griekse grens.

 

Vlaams Belang vraagt enkel middelen om die mensen tegen te houden en zeker geen middelen voor noodhulp aan die mensen. Dat is hypocriet. Vlaams Belang gaat op de koffie bij Assad die zijn eigen bevolking bombardeert. Men moet dan ook niet verbaasd zijn als die mensen moeten vluchten. Vlaams Belang gaat op de koffie bij Orban die elke redelijke oplossing in Europa boycot voor eigen politiek gewin. Men moet dan ook niet verbaasd zijn als er chaos is aan de grenzen.

 

Ik stel voor dat u opnieuw op de koffie gaat met één duidelijke boodschap: stop het bombarderen van eigen mensen en neem uw verantwoordelijkheid voor mensen in nood, zodat ze niet meer hoeven te vluchten en er geen chaos meer is aan onze buitengrenzen.

 

De Turkijedeal heeft gewerkt, het aantal mensen op de vlucht is gedaald en het aantal doden is gedaald. Nu is er echter niets meer, de oorlog is geëscaleerd en er zijn geen afspraken meer tussen Europa en Turkije. De steun in de regio's is gedaald.

 

Mevrouw de minister, wat zult u binnen Europa doen om nieuwe afspraken te maken met Turkije, zodat er voor de vluchtelingen een fatsoenlijke bescherming in de regio komt?

 

01.06  André Flahaut (PS): Madame la présidente, madame la première ministre, la situation est trop dramatique que pour pouvoir faire du show dans cette Assemblée.

 

Depuis le 1er mars, la situation est dramatique aux frontières de la Turquie et de la Grèce. Les images nous révoltent particulièrement quand elles montrent des tirs à balle de guerre contre des enfants et des familles. Jusqu'à présent, l'Europe a manqué de cohérence et n'a pas apporté de réponse équilibrée. L'Europe s'est contentée d'apporter des moyens supplémentaires à Frontex pour protéger ses frontières. C'est donc une approche purement sécuritaire qui est mise en place et qui n'est pas à la hauteur des enjeux du drame.

 

En 2015, l'accord qui a été passé avec M. Erdogan était inacceptable, un marchandage où de l'argent lui était donné pour qu'il garde nos migrants. Aujourd'hui, la question qui se pose est de savoir comment sortir de cet engrenage infernal et répondre à l'urgence humanitaire. La Belgique peut jouer un rôle moteur dans une démarche européenne pour mettre en œuvre des solutions durables et équilibrées aux problèmes humains.

 

Une réunion des chefs d'État et de gouvernement est-elle prévue après les visites sur place des présidents du Conseil, de la Commission et du Parlement européens afin d'expliquer ce que l'on pourrait faire et surtout suggérer des choses? Nous pourrions ainsi participer de façon active à la recherche de solutions.

 

N'y a-t-il pas un risque que demain, M. Erdogan applique ou demande l'application de l'article 5 du Traité de l'Atlantique Nord, ce qui nous engagerait dans un processus infernal et guerrier très dangereux? Les enjeux humanitaires et ceux de la défense sont liés. Il importe aujourd'hui de remettre tout le monde autour de la table, y compris la Russie, pour trouver une solution durable à ce genre de problèmes.

 

01.07  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik hoor hier het gepraat over het vluchtelingenbeleid voor persoonlijk gewin. Ik raad u aan, niet alleen de mensen van rechts of van links of de welzijnsknuffelaars, om eens een bootje te nemen in Ayvalik. Ik weet niet of u dat weet liggen? Het ligt naast Izmir. U kunt daar een bootje huren of kopen. Er zijn ongeveer dertig- tot veertigduizend mensenhandelaars in Turkije alleen al.

 

Doet men de overzet van zestien kilometer – ik raad u aan om dat eens te doen, ik heb het zelf gedaan – dan komt men aan in Lesbos. Dan merkt men dat 90 % van de vluchtelingen om te beginnen geen Syriërs zijn, dat ten eerste. Het grootste deel zijn Afghanen, Ghanezen en Marokkanen, onder andere. Men zal dan ook merken wie daarvan het slachtoffer is. Dat zijn de mensen die daar wonen, ik heb er echt mee te doen. Lesbos is een toeristisch eiland. Op heel dat toeristisch eiland is er geen toerisme meer, kan men geen aardappelen meer kweken of geen sinaasappels, want die worden gestolen.

 

Dat is vandaag de situatie. Dat gaat niet over de ene of de andere kant, maar over de lafheid van Europa. Dat gaat over het feit dat we met Europa nu al 38 miljard euro per jaar betalen voor de vluchtelingenproblematiek. Ik praat niet over de migratieproblematiek, die kost ons in ons land ook al 10 miljard euro per jaar of 2,2 % van ons bnp.

 

Ik vraag een beetje gezond verstand. Hoe kunnen wij met Europa 6 miljard euro geven aan een Turkse schurk? Uw geheugen is misschien klein. Herinner u Kobani waar hij het volk liet uitmoorden. In 2016 werd er voor ons tegen IS gevochten, maar Europa keek weg toen de YPG en de Koerden werden aangevallen. Nu gaat die Turkse schurk in Idlib zelf oorlog voeren op Syrisch grondgebied, brengt die vluchtelingen over naar de andere kant en zegt tegen Europa: betalen! Wanneer stoppen wij met die Turkse schurk te betalen? Wanneer nemen wij met Frontex onze verantwoordelijkheid op?

 

(...)

 

01.08  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de eerste minister, collega's, de situatie aan de Turks-Griekse grens is hier al beschreven.

 

Ik ben er in september 2019 toevallig zelf geweest. De grensovergang naar Edirne is een vrij smalle overgang. Men moet een rivier over, waarna men tussen twee grensposten in een neutrale zone belandt.

 

Naar die smalle uithoek, aan het einde van Turkije in de richting van Europa, heeft president Erdogan bewust tienduizenden mensen gestuurd met busjes. Hij heeft hen in de miserie gestort met de belofte dat zij op die manier Europa zouden kunnen bereiken.

 

Op korte termijn zijn ter zake belangrijke oplossingen nodig. De Europese Unie moet nu daadkracht en solidariteit tonen met wat Griekenland doet. De Grieken moeten die grens wel bewaken. Ik begrijp dat andere leden dat met goede bedoelingen soms anders zien, maar als wij dat niet doen, wordt de situatie nog extreem erger. In dat geval mogen wij verwachten dat de toestand voor de 3,5 miljoen vluchtelingen die zich nu in Turkije bevinden, nog veel erger wordt, ook voor de mensen die in de grensgebieden wonen.

 

Mijn eerste vraag is natuurlijk de volgende. Hoe zullen wij solidariteit betonen met de landen die aan de grens liggen, in eerste instantie Griekenland en in tweede instantie Bulgarije? De grenspost in Bulgarije ken ik ook, maar die is veel moeilijker bereikbaar. Welke inspanningen zal de federale regering leveren voor de versterking van Frontex?

 

In tweede orde moeten wij de kwestie breder bekijken. Er is de gigantische verantwoordelijkheid van de vrienden van de heer Van Langenhove, zijnde de heer Assad, bij wie de heer Dewinter zo graag op de koffie gaat. Assad doet in zijn eigen land een burgeroorlog woeden en schendt de mensenrechten, waardoor inwoners naar Turkije vluchten en Turkije zelf voor een onhoudbare situatie komt te staan op het vlak van de opvang van die vluchtelingen.

 

Of de deal nu al dan niet ethisch is, blijft de vraag, maar er is met Europa een deal gesloten. Diezelfde extremisten en populisten in Europa helpen echter niet de deal uit te voeren, waardoor wij nu in de huidige situatie zijn beland.

 

Mevrouw de eerste minister, wat zal België doen, om de deal te honoreren dan wel om ervoor te zorgen dat er iets anders in de plaats komt? Indien er immers niets anders komt, vrees ik dat de situatie alleen maar erger zal worden.

 

01.09  Franky Demon (CD&V): Mevrouw de eerste minister, de huidige situatie aan de Turks-Griekse grens is schrijnend. Vele mensen staan er opeen gedrumd. De Turkse overheid spreekt over meer dan honderdduizend mensen, maar dat is natuurlijk alleen maar propaganda.

 

De directe aanleiding is een verklaring van de heer Erdogan. Hij zou de grenzen openzetten en de mensen zouden vrije toegang krijgen tot de Europese Unie. Wij weten allemaal dat dit een cynische uitspaak is, die alleen maar dient om zijn operatie in het Syrische Idlib te verantwoorden en er steun voor te krijgen.

 

Voor ons is het duidelijk, wij Europeanen zullen nooit aanvaarden dat mensen gebruikt worden als geopolitiek wapen. Dit neemt niet weg dat wij naar een antwoord moeten zoeken. Dat antwoord is een Europees antwoord. België moet mee opereren om de Griekse grenzen te helpen verdedigen. Europa moet tonen dat wij meer Europa aankunnen en die kansen grijpen.

 

De Turkijedeal staat in sommige kringen – in meerdere zelfs, zo heb ik hier gehoord – serieus onder druk. Voor ons is het duidelijk, de deal die in 2016 door mevrouw Merkel gesloten is, was en is een goede deal. De enige manier, collega's, om tot een goed akkoord te komen, is met elkaar te spreken. Europa en Turkije moeten zich goed voelen daarbij, anders zal er geen oplossing zijn. De huidige situatie toont aan dat wij de asielproblematiek alleen maar zullen kunnen oplossen als wij werken binnen een Europees geheel.

 

De vorige Europese Commissie heeft stappen gezet, onder meer door de versterking van Frontex, maar er zijn te weinig stappen gezet. Wij moeten samenwerken aan een verdere versterking.

 

Wat is het standpunt van de regering over de uitspraken van de Turkse president. Wat zult u doen?

 

Zal België zich solidair opstellen met Griekenland voor de verdediging van de buitengrenzen? Zal België streven naar …

 

(…)

 

De voorzitter: Dank u, collega Demon. Het laatste deel was spijtig genoeg niet voor het verslag, vrees ik. De heer Pivin heeft het woord.

 

01.10  Philippe Pivin (MR): Madame la présidente, madame la première ministre, c'est en 2016, il y a quatre ans déjà, que l'accord a été signé entre l'Union européenne et la Turquie pour tenter de trouver une solution à la crise migratoire dans l'est de la Méditerranée. Et que voit-on aujourd'hui? Des dizaines de milliers de personnes qui essaient d'entrer sur le territoire européen en passant par les 212 kilomètres de frontière gréco-turque, avec face à face des gardes turcs et des gardes grecs qui, les uns, poussent les migrants vers l'Europe, les autres, tentent de les repousser vers la Turquie. Cette situation est évidemment inacceptable et nous y avons une responsabilité. En effet, ces 212 kilomètres, c'est aussi une frontière avec l'Union européenne.

 

Madame la première ministre, estimez-vous que la Turquie respecte ou non ses engagements au titre de l'accord de 2016 et utilise la question migratoire comme instrument politique contre l'Union européenne? À ce jour, quel est l'état du flux migratoire venant de la Turquie?

 

Par ailleurs, parce que ce volet est également primordial et que je vous y sais très attentive, comment la Belgique avec ses partenaires européens peut-elle obtenir des résultats dans la lutte contre la traite des êtres humains?

 

Enfin, pouvez-vous nous préciser les décisions qui ont déjà été prises cette semaine et leur calendrier de mise en œuvre notamment dans le cadre de Frontex? Quels sont les moyens humains et techniques que la Belgique mobilise actuellement dans cet effort européen de soutien à la frontière grecque?

 

01.11  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de eerste minister, wij herinneren ons allemaal dat in 2016 een realpolitikdeal werd gesloten met Turkije, omdat het water ons aan de lippen stond. Dat was natuurlijk om tijd te winnen, zodat er definitieve en fundamentele oplossingen konden worden uitgewerkt. Intussen zijn we zoveel jaren later en schiet men in paniek door de nieuwe situatie, die schijnbaar onverwacht is.

 

Dat klinkt vreemd, want men had kunnen verwachten dat de Turkijedeal op een bepaald ogenblik door Erdogan als chantagemiddel zou worden misbruikt. Ik heb dat toen al gezegd.

 

Laten we ook niet vergeten dat Turkije met de problemen in Idlib buiten de eigen grenzen opereert, dat Erdogan een offensief organiseert in een ander land en op die manier een vluchtelingenstroom creëert. Hij heeft de vluchtelingenstroom actief op gang gebracht.

 

Ik hoop toch dat wij – ik hoor hier toch af en toe andere geluiden – hier uitsluitend president Erdogan als verantwoordelijke aanduiden voor de crisis aan de grens met Griekenland vandaag. Niemand anders is verantwoordelijk voor dat onderdeel van de crisis.

 

Mevrouw de eerste minister, Turkije wenst zowaar steun te krijgen voor de operaties in Syrië, waar het trouwens dubieuze bondgenoten van Belgische nationaliteit heeft, zoals ik afgelopen week kon vernemen. Het gaat met name om Syriëstrijders die met een NAVO-bondgenoot gemeenschappelijk in Idlib optreden, il faut le faire.

 

Hoe reageert u op de vraag van Turkije om bijkomende steun?

 

Hoe zult u reageren op de huidige toestand? Ik hoor immers stemmen opgaan voor meer geld en zelfs stemmen om de illegaliteit te helpen faciliteren. Dat is niet de weg die volgens ons zal leiden tot een duurzame oplossing.

 

01.12  Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, madame la première ministre, je suis choqué face à l'horrible spectacle auquel nous assistons depuis quelques jours. En effet, des êtres humains se retrouvent piégés au milieu d'un jeu géopolitique entre des grandes puissances. Des milliers d'enfants, de femmes qui fuient la guerre sont utilisés comme monnaie d'échange et comme moyen de pression pour des accords politiques.

 

Aujourd'hui, un nouveau chantage voit le jour, celui du chantage aux migrants. On touche le fond, madame la première ministre, ce d'autant plus que la crise aux frontières européennes est la conséquence des interventions répétées dans la région. Elle est la conséquence de la politique agressive de l'OTAN dont nous faisons partie et qui nous a entraînés dans ces guerres. Nos F-16 ont bombardé la Syrie et la Libye, et ont mis la région à feu et à sang.

 

Si certains l'ignorent encore, je rappelle que la guerre génère inévitablement des réfugiés, des déplacements de population. Il est important de souligner que nous avons notre part de responsabilité dans la situation actuelle. Pourtant, personne n'en parle dans cet hémicycle parce que tous les partis présents ont voté en faveur de ces guerres.

 

L'Europe a délégué sa responsabilité en matière d'accueil des migrants à la Turquie alors qu'une solution humaine, durable et en accord avec les conventions relatives au respect des droits de l'homme doit être trouvée, si nous souhaitons être cohérents avec nos engagements internationaux.

 

Si nous voulons répondre à cette crise humanitaire et empêcher qu'elle perdure et qu'elle s'aggrave, nous devons agir en privilégiant les voies diplomatiques et non la voie de la guerre. Les bombardements ne sont jamais une solution; ils constituent, au contraire, le cœur du problème.

 

Le temps est venu de mettre en place, au niveau européen, une vraie politique de migration basée sur une répartition juste.

 

De voorzitter: Ter verduidelijking, de fracties die geen vraag hebben ingediend, kunnen slechts één keer het woord nemen maar krijgen ook twee minuten spreektijd.

 

01.13  Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, chers collègues, madame la première ministre, le moins que l'on puisse dire, c'est qu'en cinq ans, l'Europe a bien changé. Par rapport aux termes utilisés en 2015, à l'accueil de l'Europe en 2015 face, à l'époque, à des centaines de milliers de personnes, les propos aujourd'hui uniquement défensifs de l'Europe, face à 15 000 personnes qui se sont montrées à nos frontières, contrastent: l'Europe a bien changé.

 

Dans le même temps, il est clair que la trahison de la Turquie, cette manipulation, cette instrumentalisation des migrants est totalement intolérable. Mais on le sait bien: la Turquie est multirécidiviste. Elle était déjà intervenue contre nos alliés kurdes en Syrie. Elle intervient à Idlib. Elle est effectivement à la source de ce problème et, en tout cas, une responsable majeure de la crise actuelle.

 

Par ailleurs, nous, Européens, avons totalement abdiqué dans la recherche d'une solution en Syrie. Nous avons des débats importants sur la manière dont nous devons gérer l'afflux de réfugiés. Mais je n'entends pas un seul débat, pas une seule proposition pour essayer d'arrêter la guerre en Syrie. Or, tant qu'il y aura la guerre en Syrie, il y aura des flux migratoires, il y aura des flux de réfugiés. Cette bataille d'Idlib n'est pas la dernière à se dérouler en Syrie. Nous savons que d'autres zones pourraient être encore sous le feu soit turc, soit de Bachar el-Assad dans les prochains mois et les prochaines semaines.

 

Ce que je demande, c'est que nous puissions protéger nos frontières, mais que nous respections également nos valeurs et nos engagements internationaux par rapport aux réfugiés; c'est que nous tirions les conclusions du comportement de la Turquie qui, décidément, ne se révèle jamais être un partenaire de l'Europe dans les crises que nous connaissons à nos frontières; c'est qu'enfin, à l'instar de toute la débauche de moyens politiques que nous avons mis pour envoyer trois responsables politiques très importants à la frontière grecque, et le responsable de la diplomatie européenne à Ankara, nous mettions la même énergie pour, enfin, trouver une solution à cet atroce conflit syrien.

 

01.14  Sophie Wilmès, première ministre: Madame la présidente, la situation explosive dans la province d'Idlib en Syrie a dégénéré ces derniers jours suite à l'offensive de reconquête de ce territoire par le régime de Damas et avec l'appui de la Russie. Ceci a généré de très grosses tensions géopolitiques dans une région fort instable.

 

Comme l'Histoire nous l'a appris à maintes reprises, nous savons à quel point toute perturbation dans cette région peut avoir des conséquences dramatiques sur la population locale, sur les pays voisins, mais aussi sur l'Union européenne, dont les portes se trouvent non loin de là.

 

À ce titre, comme le secrétaire général de l'OTAN l'a annoncé, nous appelons à la désescalade, à un cessez-le-feu immédiat et à une reprise du processus constitutionnel initié à Genève.

 

Je commencerai tout d'abord par rappeler qu'en tant que membre non permanent du Conseil de sécurité des Nations Unies, la Belgique accorde une grande importance à la question humanitaire en Syrie. L'été dernier à New York, nous avions d'ailleurs déposé une résolution pour un cessez-le-feu immédiat à Idlib, afin de mettre un terme aux souffrances inacceptables des populations concernées et aux violations quotidiennes du droit international humanitaire. Nous regrettons les veto russe et chinois à ce propos.

 

Het is van essentieel belang dat de humanitaire noodhulp rechtstreeks aan de betrokken gebieden kan worden geleverd: 1 miljoen mensen in oorlogsgebied hebben immers die steun nodig.

 

Op het moment maakt de cross-borderresolutie van de VN de levering van humanitaire hulp in het noorden van Syrië via twee doorsteekplaatsen mogelijk, maar slechts voor zes maanden.

 

België is van mening dat die resolutie weliswaar nuttig is, maar geen antwoord biedt op de huidige uitdagingen. Daarom pleiten wij ervoor dat de cross-borderresolutie van de VN die de levering van noodhulp mogelijk moet maken, minstens hernieuwd en het liefst uitgebreid wordt. Turkije heeft zich in die kwestie constructief opgesteld. Dat is een goede zaak.

 

Dat gezegd zijnde, kunnen wij niet ontkennen dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije op het moment moeilijk liggen.

 

La Belgique reste convaincue que la Turquie doit être un partenaire de l'Europe et qu'une bonne coopération entre les deux entités peut déboucher sur des réalisations positives pour l'une comme pour l'autre ainsi que pour les populations en Syrie.

 

Quand on est partenaires, on recourt au dialogue, pas à la menace ni au chantage. Si la Turquie réfute que ses intentions sont de telle nature, nous l'invitons donc à faire preuve de mesure et à ne pas agir unilatéralement ou dans la précipitation. Nous attendons de la Turquie qu'elle s'abstienne d'ajouter du chaos au chaos, surtout quand des vies humaines sont en jeu.

 

Ik herinner eraan dat de oostelijke Middellandse Zeeroute vrij spel geeft aan de smokkelaars die gedijen op de ellende van veel mensen. Ik herinner er eveneens aan dat 850.000 mensen die doorgang tussen 2015 en 2016 hebben gebruikt. Niemand wilt dat er zich nogmaals zulke situaties voordoen.

 

De overeenkomst die in 2016 tussen de Europese Unie en Turkije is gesloten, is specifiek bedoeld om die valstrik te vermijden. In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, is het op Europees niveau opgerichte vluchtelingenfonds voor Turkije doeltreffend. De betalingen worden op tijd uitgevoerd. Bovendien zijn die fondsen hoofdzakelijk bedoeld voor de organisaties die vluchtelingen in Turkije helpen en niet voor Turkije zelf.

 

Toegegeven, Turkije ondervindt een grote migratiedruk die niet beperkt is tot de vluchtelingen. Wij kunnen ons vragen stellen bij de antwoorden die erop worden gegeven.

 

Wij verwachten van onze Turkse partner dat hij zijn verbintenissen ook nakomt.

 

Vous le savez, les présidents des institutions européennes se sont rendus à la frontière gréco-turque ce mardi. À cette occasion, ils ont rappelé l'importance d'agir de manière proportionnée ainsi que dans le respect de la dignité humaine et du droit international. Il va sans dire que la Belgique s'inscrit pleinement dans cette approche. À cet égard, des enquêtes sont en cours. Elles devront faire la lumière sur ce qu'il s'est passé; c'est primordial.

 

Un des grands acquis de l'Union européenne est aussi l'espace Schengen, qui permet à tous les citoyens européens de circuler librement à l'intérieur de celui-ci. Le corollaire de cet acquis communautaire majeur est le respect de ses frontières extérieures. Dans ce contexte, lors du Conseil extraordinaire qui s'est tenu hier soir, la Commission européenne a soumis une série de propositions. Parmi celles-ci, des mesures financières ont été décidées. La Commission libérera immédiatement 350 millions d'euros pour la gestion intégrée des migrations et des frontières. Ce montant pourra être doublé à court terme. Des mesures opérationnelles ont également été décidées, à savoir le renforcement de Frontex. La Belgique y contribuera.

 

Par ailleurs, à la demande de la Grèce, tous les États membres ont été sollicités au travers du mécanisme européen de protection civile et d'opération d'aide humanitaire. À l'instar des autres États membres, la Belgique participera à l'effort commun, conformément aux demandes exprimées.

 

Toch mogen deze steunmaatregelen het eigenlijke probleem, namelijk de eerlijke spreiding van de opvang, niet verdoezelen. Europa moet kunnen aantonen dat het in staat is een coherent en gecoördineerd migratie- en asielbeleid te voeren. België heeft steeds gepleit voor een billijk evenwicht tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. In dit perspectief zal ons land zich in de debatten constructief blijven opstellen.

 

Vous devez savoir aussi qu'une réunion du Conseil européen est prévue à Zagreb demain. Notre ministre des Affaires étrangères est pleinement mobilisé et soutiendra une réaction de l'Union portée par nos valeurs, qui soit ferme et durable par rapport à la Turquie. La question figurera aussi, sans nul doute, à l'agenda du sommet européen du 26 mars prochain. Vous pourrez compter sur moi pour y relayer le point de vue de la Belgique et demander qu'une solution soit réellement trouvée.

 

Je veux enfin exprimer aujourd'hui aussi notre solidarité avec la Grèce. Nous devons toujours poursuivre cet objectif: assurer la solidarité, le respect du droit international tout en garantissant, il est vrai, le respect des frontières extérieures. Cet équilibre doit être préservé en tout temps et en tous lieux.

 

01.15  François De Smet (DéFI): Madame la première ministre, je vous remercie pour votre réponse complète. Nous pouvons suivre et approuver vos propos sur l'appel à la désescalade en Syrie. Je vous trouve par contre très diplomate sur la question de la Turquie. En effet, nous parlons d'un pays qui, pour l'instant, prend en otage des hommes, des femmes et des enfants comme monnaie d'échange dans un débat de géopolitique au nord-ouest de la Syrie. Je pense qu'on pouvait attendre une condamnation un peu plus ferme.

 

Bien sûr que nous devons aider la Grèce. Nos éminences européennes ont eu raison d'aller sur place. Mais je trouve votre silence étrange. Pas seulement le vôtre mais aussi celui des institutions européennes, devant les images de pushback, de refoulement qui reflètent, il faut le répéter, des actions complètement illégales dans  la situation actuelle.

 

Enfin, j'espère que nous serons effectivement au rendez-vous lors de prochaines négociations européennes pour relancer le processus de Dublin, dont vous n'avez pas parlé. Je me permets de rappeler que l'accord de Malte, qui invite à une répartition juste et équilibrée des migrants, a été débattu dans cette Chambre. Prenez-le s'il vous plaît dans vos valises, madame la première ministre.

 

01.16  Dries Van Langenhove (VB): Er is maar één partij die altijd heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van een deal met Erdogan. Er is ook maar één partij die zich niet wou laten chanteren. Er is ook nu maar één partij die krachtdadig en met alle mogelijke middelen wil reageren op wat niet minder is dan een regelrechte oorlogsdaad van Erdogan in wat hij zelf een religieuze oorlog noemt.

 

Voor het Vlaams Belang is het tijd om wat ruggengraat te kweken en tot actie over te gaan. Stop de miljardenstroom naar Turkije en gebruik dat geld om onze eigen grenzen te controleren en de Grieken te steunen. Zet Turkije uit de douane-unie en uit de toetredingsgesprekken met de EU. Als Turkije migranten blijft inzetten als wapen tegen Europa mag dat land niet langer als een NAVO-bondgenoot worden beschouwd.

 

We moeten nu meteen onze enige echte bondgenoot Griekenland bijstaan, desnoods met het leger, en duidelijk maken dat de buitengrenzen dicht moeten en dicht moeten blijven.

 

01.17  Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de eerste minister, ik dank u voor het antwoord.

 

Het is inderdaad zo dat wij Griekenland op korte termijn moeten helpen om de situatie de baas te kunnen. Ik ben zeer blij met het engagement dat u hebt uitgesproken over de humanitaire bijstand en het vasthouden aan het internationaal recht.

 

U zult ook weten dat het voor mijn fractie al veel langer een werkpunt is om op lange termijn het Europese systeem te hervormen. Dat heb ik u ook horen zeggen. Het zijn inderdaad altijd dezelfde landen aan de buitengrenzen die de meeste asielaanvragen te verwerken krijgen en die daarop niet voorzien zijn. Griekenland is daarvan een voorbeeld. Ik pleit voor uniforme asielregels voor Europa, een eerlijk spreidingsmechanisme voor asielzoekers tussen alle landen, desnoods stap voor stap, beginnend bij de landen die al mee willen.

 

Ik vraag u om hiervan namens ons land, samen met uw regering, werk te maken en een leidende rol op te nemen in Europa.

 

01.18  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de eerste minister, ik dank u voor het antwoord.

 

In 2015 was er een asielcrisis. Europa heeft toen gefaald. We mogen zeker geen twee keer dezelfde fout maken.

 

U hebt veel gezegd in uw antwoord, maar ik denk dat het belangrijk is dat er duidelijke en nieuwe afspraken tussen Europa en Turkije worden gemaakt, zodat opvang in de regio mogelijk is en mensen niet meer moeten vluchten en de dood tegemoetgaan.

 

Ik hoop dat deze boodschap door ons land wordt overgebracht.

 

01.19  André Flahaut (PS): Madame la première ministre, je vous remercie pour les informations que vous nous avez livrées. Nous aurons l'occasion de revenir sur cette question très souvent en Comité d'avis fédéral chargé des questions européennes ou encore avec le ministre des Affaires étrangères après sa réunion de Zagreb.

 

Des dispositions ont été prises et la Belgique a joué un rôle important dans la construction d'une Europe des valeurs. Je crois qu'aujourd'hui plus encore qu'hier, nous avons à œuvrer pour faire en sorte que cette Europe des valeurs revienne à l'ordre du jour car, malheureusement, on a l'impression que cette Europe qui se réjouissait d'avoir fait tomber le mur de Berlin a reconstruit beaucoup de frontières et de murs. C'est la direction qu'il ne faut pas suivre. Nous devons nous mobiliser pour faire changer le cours des choses.

 

01.20  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de eerste minister, zoals gebruikelijk kwam u af met het Europees riedeltje. Er was een tijd dat onze Europese leiders nog ballen hadden. In 1998 werd onder druk van Europa de Refahpartij van Erdogan als fascistisch-nationalistische partij verboden met het oog op de toetreding.

 

Ik lees een tweet van 29 februari voor van onze president van Europa, van uw baas: "I just expressed my condolences to Erdogan and my deep concern over the situation in Idlid." Dat zijn vandaag de woorden van onze Europese leiders. Dat bericht gaat naar een leider die een Ottomaans rijk wil stichten en ooit zei – ik lees meer dan alleen De Standaard en De Morgen: "De minaretten zijn onze bajonetten, de koepels onze helmen, de moskeeën onze barakken en de gelovigen onze soldaten."

 

In plaats van te praten over Europa, kunnen wij wel iets doen. Wij kunnen de toetredingsgesprekken met Turkije eindelijk stoppen, in plaats van, zoals nu, 600 miljoen euro extra te betalen. Dat doen wij ook nog, naast 6 miljard euro, wij moeten een beetje eerlijk zijn. De helft van de Turkse export gaat naar Europa. Wij kunnen daaraan iets doen. Het is niet zo moeilijk. Twee derde van de buitenlandse investeringen in Turkije komt van Europa. Wie heeft dan de wapens in handen om dat te stoppen? Wij hebben de wapens in handen om dat te stoppen.

 

Wij kunnen nu onmiddellijk aan de Griekse grens en in Italië opvangcentra plaatsen, de 90 % die geen vluchteling is onmiddellijk terugsturen en voor de anderen een humaan beleid voeren. Wij kunnen dat wel, in plaats van constant te schuilen onder de koepel van de Europese Unie.

 

01.21  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, in tegenstelling tot enkele vorige sprekers denk ik dat wij het probleem niet zomaar alleen kunnen oplossen. België kan dat als klein land niet alleen oplossen. Zij die steeds met nationalistische oplossingen komen en denken dat men vanuit een eigen natiestaat alle wereldproblemen kan oplossen, moet ik helaas ontgoochelen. Als men zo'n globaal probleem wilt oplossen, moet men dat doen door internationale samenwerking.

 

Er moet in Europa eindelijk solidariteit zijn om de Grieken te steunen aan de grens. En als dat nodig is, zullen wij ook de Bulgaren steunen. In tegenstelling tot de Groenfractie vind ik niet dat wij nu met een aantal landen plots op de boot moeten springen en iedereen binnen moeten laten. Dat gaat niet, want dat kunnen wij niet dragen. Anderzijds verzet ik mij ook tegen degenen die denken dat men zonder Turkije tot een oplossing kan komen. Turkije is de verbinding tussen Azië en Europa. Het werkt als een doorgeefluik voor mensen die daar passeren. Daar zitten al 3,5 miljoen vluchtelingen. Manu militari kan men het niet oplossen. Er zal ook Europese solidariteit voor nodig zijn.

 

Ik roep de populisten en extremisten in Europa die daaraan niet willen meewerken dan ook op niet te klagen, omdat Turkije doet wat het doet. Wij moeten de akkoorden honoreren die wij gesloten hebben. De Turkijedeal moet nageleefd worden. Wij moeten ons deel van de deal afdwingen door extra manschappen te sturen om de grens te bewaken, maar wij moeten ook ons woord houden, en Erdogan ook.

 

01.22  Franky Demon (CD&V): Mevrouw de eerste minister, wij zijn het met uw verklaring eens dat er een Europese oplossing moet komen, dat vluchtelingen moeten worden gespreid en dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

 

Zonder naïef te zijn tegenover Turkije en de heer Erdogan willen wij duidelijk maken dat het voor ons belangrijk is dat er opvang ter plaatse kan gebeuren, zoals dat sinds 2016 gebeurt.

 

Wij moeten eerlijk zijn, er zijn minder mensen naar Europa gekomen. Er zijn minder mensen verdronken in de Egeïsche Zee. Er waren resultaten.

 

Wij moeten dus praten met Erdogan, zonder naïef te zijn.

 

Maar wij bieden ook hulp aan Griekenland. Wij moeten Griekenland duidelijk maken dat het tijd is dat het met de vele middelen die het gekregen heeft, een goede asielprocedure in gang zet. Ook daar is nog werk aan de winkel.

 

Kortom, voor onze fractie is het duidelijk: het akkoord van 2016 moet een leidraad zijn om opnieuw constructieve gesprekken te voeren.

 

01.23  Philippe Pivin (MR): Madame la présidente, madame la première ministre, je vous remercie pour votre réponse que j'avais envie de qualifier de "ferme et humaine". Mais on le dit tellement. C'est en tout cas une réponse déterminée.

 

Personne n'a envie de revivre la crise migratoire de 2015. Nous ne voulons pas la revivre et nous ne pouvons pas la revivre. Mais nous ne pouvons pas non plus continuer à observer la Turquie ajouter du chaos, comme vous l'avez dit. Ou alors, il faudra réétudier la question des moyens financiers au regard de tous les moyens alloués à Frontex. À cet égard, j'espère que le renfort d'agents qui a été décidé s'avérera suffisant au vu des demandes et requêtes grecques.

 

Le constat actuel est malheureusement un constat d'échec pour l'Europe, lorsqu'on se rappelle que Schengen, c'était en 1995 et que les premières compétences européennes ont été accordées par le traité d'Amsterdam en 1997.

 

Madame la première ministre, il est primordial - et je sais votre détermination à ce sujet - de mettre en place, le plus rapidement possible, le nouveau pacte sur la migration et l'asile. C'est un enjeu de crédibilité vis-à-vis des autres pays européens et c'est un enjeu de crédibilité vis-à-vis de chaque concitoyen européen. Je vous remercie.

 

01.24  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de eerste minister, zoals gezegd was de deal van 2015 er een om tijd te winnen om een volwaardig Europees grensbeschermingsbeleid te voeren. In 2016 is er dan op Europees niveau een akkoord gesloten dat niet is uitgevoerd. Het wordt de hoogste tijd om verantwoordelijkheid voor de eigen grenzen te nemen.

 

Realpolitik moet ons de ogen openen voor de feiten. Turkije ligt waar het ligt en wij zullen opnieuw met Erdogan moeten handelen. Erdogan, die trouwens zowel politiek als militair binnenlands in het gedrang is, handelt niet meer uit een positie van macht maar uit een positie van almaar minder macht. Erdogan begrijpt één taal, namelijk klare taal. Klare taal is dat wij nooit zullen aanvaarden dat hij ons chanteert, ook niet met het in het gedrang brengen van vluchtelingen door hen in te zetten als wapens. Klare taal moet de heer Erdogan aanzetten tot een fatsoenlijke manier van samenwerken. Gelukkig is het Europa van 2019 en 2020 niet meer het Europa van 2015. Opnieuw dezelfde situatie schaffen wir nicht mehr. Dat is klaar en duidelijk.

 

Tolereren dat illegaal grenzen worden overgestoken, ook dat is een inbreuk op de principes van de rechtsstaat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De draagwijdte van de Europese klimaatwet" (55000503P)

02 Question de Anneleen Van Bossuyt à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La portée de la loi européenne sur le climat" (55000503P)

 

02.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de premier, gisteren heeft de Europese Commissie haar klimaatwet voorgesteld waarmee de Europese Unie haar doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn, bindend wil maken. Iedereen is het erover eens dat er maatregelen moeten worden genomen om de klimaatverandering aan te pakken. Iedereen is het er echter eveneens over eens dat een breed draagvlak voor die te nemen maatregelen belangrijk is. Die maatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn, iedereen moet meekunnen.

 

Dat is nu net het probleem met die klimaatwet. De Europese Commissie kiest voor een aanpak waarmee de lidstaten zo goed als buitenspel worden gezet. De Commissie wil de doelstellingen om de vijf jaar vastleggen door middel van gedelegeerde handelingen, wat betekent dat de Europese Commissie buiten het normale besluitvormingsproces van onderhandelingen met de lidstaten en het Europees Parlement zal werken.

 

Niet alleen hebben wij een probleem met die machtsgreep door de Europese Commissie, wij vragen ons ook af hoe Europa kan inspelen op de wijzigende wereldwijde economische factoren als wij onszelf vastketenen met die klimaatwet.

 

Mevrouw de premier, gaat u ermee akkoord dat er voor die klimaatmaatregelen een breed draagvlak nodig is en dat het draagvlak enkel kan worden gecreëerd als de soevereiniteit van de lidstaten ten volle gegarandeerd wordt?

 

Zult u er op Europees niveau voor pleiten dat de lidstaten mee aan tafel zitten om de doelstellingen vast te leggen?

 

02.02 Eerste minister Sophie Wilmès: Mevrouw de voorzitter, mevrouw Van Bossuyt, de Europese Milieuraad is vanochtend inderdaad bijeen­gekomen voor het eerste debat over de mededeling van de Commissie over de Green Deal voor Europa. Zoals de naam al aangeeft, gaat het om een debat, nog niet om beslissingspunten. De Commissie zal ook haar mededeling over het investeringsplan van de Green Deal voor Europa presenteren.

 

Concreet zou de Commissie een juridisch bindende doelstelling voorstellen om onze broeikasgasemissies tegen 2030 met 55 % te verminderen in plaats van het huidig ambitieniveau van 40 %. De EU-instellingen en de lidstaten zouden gezamenlijk verplicht zijn om de nodige maatregelen op EU-niveau en nationaal niveau te nemen om dat doel te bereiken. Daartoe zal de Commissie tegen september 2020 een impactstudie uitvoeren. Die studie zal als basis dienen voor de toewijzing van de door de lidstaten te bereiken doelstellingen. Over die verdeling zou in principe medio 2021 moeten worden beslist.

 

Zoals u weet, moeten de doelstellingen inzake koolstofneutraliteit in België door alle overheidsniveaus worden behaald.

 

Het standpunt van België zal dus worden bepaald in het coördinerend orgaan van de DGE, waarin de federale Staat en de deelstaten zijn vertegenwoordigd.

 

Ik weet dat het punt voor u belangrijk is. Daarom wil ik er ook op wijzen dat de Raad van vandaag ook het Just Transition Fund, dat de eerste pijler van het Just Transition Mechanism is, zal behandelen. Dat is dinsdag al besproken in de Europese Commissie.

 

Bij dat onderwerp heeft België belangrijke vragen en opmerkingen. Ik twijfel er niet aan dat minister Zuhal Demir, die België op die vergadering vertegenwoordigt, al onze zorgen getrouw zal overbrengen.

 

Ik dank u voor uw aandacht.

 

02.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de eerste minister, ik heb er inderdaad alle vertrouwen in dat minister Demir op die Raad het juiste standpunt zal vertolken.

 

U zegt het goed. Het gaat nu nog om een debat. Wij kunnen dus nu nog aan de alarmbel trekken. Vanaf 2030 zal de Europese Commissie echter de doelstellingen kunnen vastleggen, waarmee wij niet akkoord kunnen gaan. Het vastleggen van de klimaatdoelstellingen op Europees niveau heeft immers een grote impact op de lidstaten en dus op iedere burger en op de bedrijven. Zij zijn het immers die het geld op tafel zullen moeten leggen. Het zijn ook zij die de maatregelen zullen moeten treffen om ervoor te zorgen dat zij die doelstellingen bereiken.

 

Daarom is het erg belangrijk dat de lidstaten vóór het vastleggen van de doelstellingen mee aan de knoppen zitten. Dat kan niet met de huidige regeling die in de klimaatwet is opgenomen. Dus moet u zich tegen die regeling verzetten in het belang van onze burgers, van onze bedrijven en ook van het klimaat.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Barbara Pas aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De door de eerste minister toegezegde 1,2 miljard euro extra belastinggeld voor de EU" (55000506P)

03 Question de Barbara Pas à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La rallonge d'1,2 milliard d'euros promise par la première ministre à l'UE" (55000506P)

 

03.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de eerste minister, in plaats van minder uit te geven als er minder binnenkomt, wil men het gat dat de brexit achterlaat in de Europese begroting door de overblijvers laten opvullen. Concreet betekent dat voor dit land 1,2 miljard euro extra uitgaven. Met andere woorden, de totale bijdrage aan de Europese Unie verhoogt dan tot meer dan 5 miljard euro, elk jaar opnieuw. Bovendien zal dit land drastische verliezen lijden door de herschikking die nu wordt besproken. Door de correctie aan het cohesiefonds dreigt België jaarlijks 270 miljoen euro te mislopen, terwijl aan onze landbouw 800 miljoen euro zal ontglippen.

 

Een miljard euro minder aan giften van de Europese Unie, maar wel 1,2 miljard euro meer aan bijdragen, een extra rekening van 2,2 miljard euro dus. In tegenstelling tot andere lidstaten die daarmee niet zomaar akkoord gaan en kortingen willen bedingen, hebt u hiervoor meteen uw akkoord gegeven. Dit land is niet alleen wereldkampioen in lange regeringsonderhandelingen, het is blijkbaar ook uw ambitie om dat te worden inzake begrotingstekorten.

 

U zal op het einde van dit jaar al minstens 12 miljard euro te kort hebben. Minstens, want er werd daarbij nog geen rekening gehouden met 1 % minder economische groei door het coronavirus, waardoor uw begrotingstekort dreigt op te lopen tot voorbij de magische grens van 3 % bbp.

 

Mevrouw de eerste minister, hoe legt u uit aan de Vlamingen, die vandaag al de grootste nettobetalers zijn van die Europese Unie, dat zij nog meer zullen moeten betalen? Met welk mandaat geeft u dat akkoord? U bent in lopende zaken, u hebt hier amper 38 zetels. Waarom niet eerst om de goedkeuring van het Parlement vragen?

 

Ten slotte, waarom dringt u er bij de Europese Unie niet op aan om de tering naar de nering te zetten en vraagt u op zijn minst, gelet op de budgettaire toestand, niet om een korting voor dit land?

 

03.02 Eerste minister Sophie Wilmès: Mevrouw de voorzitter, mevrouw Pas, ik moet u eerst en vooral zeggen dat ik als premier, maar ook als lid van de federale regering, een antwoord geef aan de Belgen in het algemeen, en niet aan een deel van de bevolking. Ik zou graag hebben dat deze houding u inspireert.

 

Wij hebben dinsdag een discussie van een paar uur gevoerd. Het was de tweede keer dat wij hierover hebben vergaderd, maar u was niet aanwezig. Uw fractie was wel aanwezig. Ik heb op alle vragen geantwoord.

 

Ook op de vraag of België al iets heeft aanvaard, heb ik geantwoord. België heeft nog niks kunnen aanvaarden, aangezien de onderhandelingen nog lopen.

 

Ik heb toen ook de gelegenheid gehad om te spreken over de kwadratuur van de cirkel. Het is inderdaad buitengewoon moeilijk om aan de eisen van alle partijen te voldoen. Hoewel het vertrek van het Verenigd Koninkrijk een nettoverlies van 70 miljard euro betekent, kan er niet worden geëist dat alle beleidsdomeinen worden gehandhaafd, terwijl er nieuwe worden opgestart en men de bijdrage van de lidstaten niet tegelijkertijd wil verhogen. Ik benadruk ook het volgende: als de Europese begroting beperkt zou worden tot 1 %, zoals gevraagd door de zuinige landen, zou dit ondanks alles toch leiden tot een extra uitgave van iets minder dan 1 miljard euro.

 

De positie van België blijft ongewijzigd. België moet zowel met de extra budgettaire impact voor de federale Staat rekening houden als in de toekomstige begroting ervoor zorgen dat bepaalde Europese beleidsmaatregelen die België dierbaar zijn, behouden blijven, zoals het cohesiefonds en de landbouwsteun.

 

Momenteel wordt er op een nieuwe datum gewacht en wordt afgewacht op welke basis de onderhandelingen zullen worden hervat. Het lijdt geen twijfel dat de volksvertegenwoordigers volledig op de hoogte zullen worden gehouden over het verloop van de onderhandelingen, zoals ik tot nu toe heb gedaan. Indien u meer informatie wenst, nodig ik u ook uit voor de betreffende commissie, die in detail zal gaan over dit voorstel.

 

03.03  Barbara Pas (VB): U heeft het inderdaad nog niet kunnen aanvaarden omdat de heer Michel in zijn onderhandelingen mislukt is. Het is geen toeval dat ik hier over Vlamingen spreek. De Vlamingen zijn de grootste nettobetalers aan de Europese Unie, niet de Belgen. De Vlamingen zijn niet bereid om nog miljarden extra aan de Europese Unie te geven. Ze krijgen er een nefast migratiebeleid voor terug, gefaalde Turkijedeals, meer politieke correctheid, minder democratie en machtsgrepen zoals klimaatwetten die de lidstaten bevoegdheden willen afnemen met de zogenaamde gedelegeerde handelingen waarmee men de lidstaten zelfs wil straffen als ze niet braaf meedoen aan die CO2-dictaten. Dat is een Europese Unie waaraan de Vlaams Belangfractie niet wil meewerken, mevrouw de premier, en waarvoor wij al zeker geen miljarden euro extra willen betalen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Peter Mertens aan David Clarinval (VEM Begroting en Ambtenarenzaken) over "De verklaringen van de minister over de begroting en het btw-tarief van 6 % voor energie" (55000507P)

04 Question de Peter Mertens à David Clarinval (VPM Budget et Fonction publique) sur "Les déclarations du ministre sur le budget et la TVA à 6 % sur l'énergie" (55000507P)

 

04.01  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, u bent minister van Begroting. Ik las deze week in de krant dat u ons voorstel om de btw op energie te verlagen naar 6 % populistisch vindt. U vindt het populistisch om de btw op elektriciteit te verlagen naar 6 %. Het gaat nota bene om een voorstel waarvoor wij al tien jaar opkomen. Wij hebben ook 225.000 handtekeningen ingezameld om de noodzaak van die btw-verlaging te bepleiten.

 

Mijnheer de minister, ons voorstel om de btw op elektriciteit te verlagen van 21 naar 6 % is niet populistisch, maar populair. Dat is iets totaal anders. Ik zal u ook uitleggen waarom dat voorstel populair is. Het is populair omdat het nodig is, omdat steeds meer mensen steeds meer betalen en omdat steeds meer mensen het beu zijn om evenveel btw te betalen op elektriciteit als op luxegoederen als kaviaar en champagne. Hoe absurd is het dat de elektriciteit in ons land belast wordt als een luxeproduct? Steeds meer mensen zijn het ook beu dat hun elektriciteitsfactuur steeds meer begint te lijken op een tweede belastingbrief waarop men de elektriciteitsprijs moet zoeken tussen de verschillende taksen.

 

In de krant sprak u niet over argumenten en niet over de sociale nood in dit land, maar over populisme hier en populisme daar, omdat wij voorstellen om de btw te verlagen naar 6 %.

 

Mijnheer de minister, als dat het criterium is, dan zijn er in uw partij ook populisten, heel grote populisten zelfs. Ik zal er een van laten zien. U kent hem waarschijnlijk vrij goed. (De spreker toont een affiche met een slogan en een foto van Charles Michel.)

 

De titel van de visual van de heer Charles Michel op Twitter is: "De btw op elektriciteit daalt van 21 % naar 6 %. Promesse tenue. Belofte gehouden." Hoe populistisch kan men zijn, mijnheer de minister? Daarom is mijn vraag aan u heel simpel en eenvoudig (…)

 

04.02 Minister David Clarinval: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Mertens, allereerst nodig ik u uit om mijn interview goed te beluisteren en te lezen. Nooit bestempelde ik de verlaging van de btw op elektriciteit of sociale amendementen als populistische maatregelen. Nooit! Désolé. Relisez bien.

 

De discussie ging over de stemming over de tweede schijf van de voorlopige twaalfden. Technisch gezien is het de bedoeling om de begrotingskredieten vrij te maken om de continuïteit van de Staat voor de maanden april, mei en juni te waarborgen.

 

Ik zal echter heel duidelijk zijn tegenover u. Ik vind dit noch het moment noch de plaats om een amendement in te dienen voor de verlaging van de btw op energie. Het is niet het moment, want de politieke verantwoordelijkheid is ook een budgettaire verantwoordelijkheid. Ik wil echter niet dat een amendement, zelfs populair, wordt aangenomen zonder ten volle rekening te houden met de toekomstige gevolgen voor de begroting.

 

Het is ook niet de plaats, want de stemming voor het tweede kwartaal is een stemming over het vrijmaken van budgetten om ervoor te zorgen dat de administratie ten dienste van onze medeburgers kan blijven werken. Het gaat bijvoorbeeld over het verzekeren van de continuïteit van de hulp- en politiediensten, over de betaling van de salarissen van de ambtenaren of over de mogelijkheid van de FOD Volksgezondheid om over zijn kredieten te kunnen beschikken.

 

Het wetsvoorstel dat in het Parlement ter stemming wordt gebracht, is een goedkeuring van de uitgaven voor de komende drie maanden. Een mogelijke btw-verlaging voor elektriciteit is een fiscale maatregel. De btw-wetgeving zou dus moeten worden gewijzigd, wat niet mogelijk is in het kader van de stemming over voorlopige kredieten.

 

04.03  Peter Mertens (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord en voor de uitnodiging om uw interviews zeer goed te lezen, en dat heb ik dan ook gedaan.

 

U zegt dat wij in het Parlement niets kunnen doen, omdat wij in lopende zaken zijn. Uw regering mag in lopende zaken zijn, maar u weet heel goed dat het Parlement soeverein is en dus een amendement kan goedkeuren om een KB te wijzigen om de btw op elektriciteit te verlagen. U zegt, als minister, dat u niets kunt doen omdat de regering in lopende zaken is, maar ik zeg u één ding: Electrabel is niet in lopende zaken en elke maand dat u en het Parlement weigeren om de schande van de dure elektriciteitsfactuur aan te pakken, is een maand waarin duizenden en duizenden gezinnen in ons land te veel betalen voor de elektriciteit.

 

Ik heb u om een beetje politieke moed en een beetje doorzettingsvermogen gevraagd om effectief maatregelen te nemen om de btw op de elektriciteitsfactuur te verlagen. U hebt op die concrete vraag helemaal niet geantwoord. Ik zeg…

 

(...)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Débat d'actualité sur "le coronavirus" et questions jointes de

- Laurence Hennuy à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'épidémie de COVID-19" (55000500P)

- Sofie Merckx à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000508P)

- Frieda Gijbels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000504P)

- Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre (Wilmès I)) sur "La gestion de la crise du coronavirus" (55000512P)

- Karin Jiroflée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000511P)

- Christian Leysen à Sophie Wilmès (première ministre (Wilmès I)) sur "L'impact potentiel du coronavirus sur la santé publique, l'économie et le budget" (55000510P)

- Nawal Farih à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000516P)

- Caroline Taquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'évolution de l'épidémie de COVID-19" (55000518P)

05 Actualiteitsdebat over "het coronavirus" en toegevoegde vragen van

- Laurence Hennuy aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De COVID-19-epidemie" (55000500P)

- Sofie Merckx aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000508P)

- Frieda Gijbels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000504P)

- Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister (Wilmès I)) over "Het crisismanagement met betrekking tot het coronavirus" (55000512P)

- Karin Jiroflée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000511P)

- Christian Leysen aan Sophie Wilmès (eerste minister (Wilmès I)) over "De potentiële impact van het coronavirus op de volksgezondheid, de economie en de begroting" (55000510P)

- Nawal Farih aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000516P)

- Caroline Taquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De evolutie van de COVID-19-uitbraak" (55000518P)

 

De voorzitter: Dat is het tweede actualiteitsdebat voor vandaag. Dezelfde regels als bij het eerste debat gelden hier ook. We beginnen eerst met de fracties die een vraag hebben ingediend. Ik geef dus het woord aan collega Hennuy.

 

05.01  Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, chers collègues, qu'attend-on des autorités publiques face à une telle crise sanitaire? On attend d'elles qu'elles gardent la tête froide - c'est le cas -, mais pas seulement. On leur demande aussi de faire preuve d'anticipation et de sens de l'organisation. Pour le moment, on n'y est pas du tout. Sur le terrain, c'est la pagaille totale.

 

Prenons, par exemple, les masques. Depuis le temps que la pénurie en la matière est connue, nous n'avons pourtant encore reçu aucune nouvelle. Les médecins généralistes travaillent sans protection et c'est absolument inadmissible. Nous avons entendu hier M. Ducarme nous promettre trois millions de masques. Où en est-on? Est-ce acquis? Dans le cas contraire, que répond-on aux médecins qui les attendent et qui espèrent depuis des jours recevoir des consignes précises et pouvoir appliquer des procédures fiables et claires?

 

Madame la ministre, vous avez exercé comme généraliste. C'est pourquoi il est temps que vous preniez en compte la réalité de terrain - que vous avez connue - de ces médecins qui travaillent jour après jour et qui sont actuellement fort inquiets. Je vous remercie d'avance pour vos réponses.

 

05.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, la Belgique traverse aussi désormais la crise du coronavirus. Si quelque chose a bien été prouvé ces derniers jours par cette séquence, c'est l'absurdité et l'inefficacité de toutes les réformes de l'État que, du reste, tous les partis - dont le vôtre - ont votées. Dès lors, vous en êtes aussi responsable.

 

En effet, qu'apprenons-nous? La gestion de l'épidémie est d'ordre fédéral, mais l'organisation de la première ligne, qui doit affronter l'épidémie, incombe aux Régions. Le financement des hôpitaux relève du fédéral, mais les plans d'urgence qui y sont appliqués sont de compétence régionale. Or, que quelqu'un vive à Charleroi ou à Anvers, le coronavirus s'en fout! C'est la même maladie. Ce dont nous avons besoin, ce ne sont pas neuf ministres qui se marchent sur les pieds, mais c'est bien évidemment une politique fédérale efficace et qui se donne aussi les moyens de répondre à cette crise.

 

Le 28 janvier, madame la ministre, nous avions déjà parlé en commission de l'anticipation de cette crise. Je vous avais alors demandé, et je cite:

 

"Bij een epidemie is het nodig zo weinig mogelijk transmissie van mens tot mens te veroorzaken en hebben wij een maskervoorraad nodig. Hebben wij deze strategische stock wel in België? Zijn wij daarop voorbereid?"

 

Je vous ai interrogée le 28 janvier à propos des masques. Vous m'aviez alors répondu que ce n'était pas à l'ordre du jour. Aujourd'hui, on constate que certains médecins généralistes n'ont pas de masques et que des hôpitaux sont presque en rupture de stock. On ne peut pas en commander et on ne peut donc suivre les protocoles demandés. Madame la ministre, qu'allez-vous faire à ce sujet?

 

Enfin, nos hôpitaux sont-ils prêts? Ces derniers mois, le personnel soignant est parti en grève car il est à bout. Allez-vous dégager des moyens supplémentaires pour que les hôpitaux puissent répondre de manière adéquate à cette crise, tant en personnel qu'en matériel?

 

05.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de premier, mevrouw de minister, we riepen enkele weken geleden al een paar keer op om het plan voor het coronavirus ernstig te nemen. Er moesten immers goede voorbereidingen worden getroffen. Wij wilden de mensen hiermee niet ongerust maken, integendeel zelfs. We wilden ervoor zorgen dat we klaar zouden staan op het moment dat we er moesten staan. Dat moment is nu. Nu kunnen we de verspreiding van het virus nog inperken, maar dan moet alles wel op punt staan.

 

We zien echter dat allerlei zaken fout lopen. Er zijn geen mondmaskers meer voor de eerstelijnsgezondheidszorg. Artsen, tandartsen, apothekers, verpleegkundigen en zorgkundigen voelen zich in de steek gelaten. U meldde afgelopen dinsdag dat onderzocht werd of wij zelf mondmaskers konden maken. Ik hoorde minister Beke zeggen dat er misschien een back-upplan was en dat hij eens zou kijken wat er nog bij Defensie te krijgen viel. Ondertussen staan de tandartsen op rantsoen. Zij kunnen nog 3 doosjes per maand bestellen, wat neerkomt op 150 stuks. Zij komen daar net één week mee toe en een maand telt 4 weken.

 

De testcapaciteit van het centrale lab, met name dat van het UZ in Leuven, zou verzadigd zijn. Men zou zelfs een achterstand hebben van meer dan duizend tot wel tweeduizend tests. Een snel resultaat is nu nochtans belangrijk, zodat de mensen waarmee een besmet persoon in contact is gekomen, heel snel getraceerd kunnen worden om de verspreiding in te dijken.

 

Er is nog een ander aspect, de impact op onze economie. Er is nu al schade bij verschillende bedrijven en ondernemers. Die zal ongetwijfeld nog toenemen.

 

Hoe zult u de problemen met de mondmaskers oplossen? De textielsector liet immers al weten dat de productie daarvan niet zomaar kan worden opgestart.

 

Hoe staat het met de testcapaciteit? Waren de andere labs en ziekenhuizen voorbereid om een deel van het werk over te nemen? Wat is de planning hiervoor?

 

Zullen onze bedrijven en ondernemers gesteund worden in deze moeilijke tijden? Kan het pakket maatregelen dat bijvoorbeeld in de periode van de aanslagen werd uitgerold, worden herhaald om onze economie te steunen?

 

05.04  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, madame la première ministre, madame la ministre de la Santé, la gestion d'une épidémie n'est jamais simple. Des procédures ont été établies, mais cela fait des jours et des jours que je relaye les nombreux problèmes auxquels sont confrontés les soignants. Entre les procédures sur le papier et le terrain, il y a un fossé. Médecins généralistes, hôpitaux, infirmiers, aides-soignants, pharmacies, maisons de repos, dentistes, tous convergent pour appeler en urgence du matériel, dont des masques pour se protéger mais également protéger les patients. Ils font appel à du soutien logistique, à des résultats beaucoup plus rapides pour les tests, à un tri des patients en amont des salles d'attente et des hôpitaux pour éviter de contaminer les autres patients. Bref, l'efficacité opérationnelle fait défaut.

 

Les appels se répètent, je les ai relayés. Madame la ministre de la Santé, vous niez ou vous minimisez. Alors, madame la première ministre, c'est à vous que je fais appel, parce que j'espère trouver en vous une alliée. Des solutions concrètes doivent être apportées d'urgence. Hier et avant-hier c'était urgent, aujourd'hui c'est une urgence vitale. Je pèse ce mot.

 

Si les soignants sont touchés par l'épidémie, c'est tout le système de santé qui s'écroule. Si le dispositif n'est pas efficace, c'est le virus qui progresse. Madame la première ministre, appuyez-vous sur les soignants. Ils déploient toute leur énergie, ils font un boulot incroyable. Soutenez-les, apportez-leur des solutions concrètes, d'urgence, mais des solutions de terrain.

 

05.05  Karin Jiroflée (sp.a): Dames ministers, tot nu toe is de coronacrisis in België binnen de perken gebleven. Toch zien wij ook hier, misschien wat langzamer dan in andere landen, het aantal besmettingen toenemen. Vandaag was dat meer dan het dubbele dan gisteren. Als de exponentiële groei zich doorzet, wat wij kunnen verwachten, dreigt toch een aantal problemen.

 

Mevrouw de minister van Volksgezondheid, wij hebben het afgelopen week al gehad over het tekort aan mondmaskers voor de hulpverleners. Ik heb ondertussen vernomen dat de huisartsen zich er verschrikkelijk boos om maken dat zij wat dat betreft al enkele weken in de penarie zitten.

 

Nu maakt uw wetenschappelijk team zich blijkbaar ook zorgen over het tekort aan testmateriaal. De reagentia, de chemische producten nodig voor de tests, dreigen op te geraken. De capaciteit is zorgwekkend. Dat zegt professor Van Ranst letterlijk. Tja, dan beginnen wij ons toch ook wel grote zorgen te maken. Wij zijn nu al zo zuinig met die tests.

 

Ik heb twee vragen voor u, mevrouw de minister van Volksgezondheid. Inzake de mondmaskers gaf u aan dat u de textielbedrijven wou inzetten. Hoever staat u daarmee?

 

Wat is nu eigenlijk het concrete probleem met het testmateriaal? Heeft de discussie over het wel of niet breder testen daar iets mee te maken? Vooral, hoe kan er op dat vlak een probleem zijn, terwijl wij al weken wisten dat het virus op ons afkwam?

 

05.06  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister van Volksgezondheid, beste collega's, ik ben blij u hier allemaal te zien. Dat wil zeggen dat niemand van u symptomen vertoont en dat niemand in zijn kot gebleven is.

 

Ik ben blij, want als al onze werknemers, onze zelfstandigen, onze ambtenaren in hun kot bleven zonder symptomen te vertonen, kostte de crisis ons nog veel meer, zonder dat zo'n maatregel een toegevoegde waarde heeft.

 

Wij moeten ons ervan bewust zijn dat wij niet op alle risico's kunnen anticiperen en de toekomst niet kunnen voorspellen. Hoe dan ook is de situatie hier, in vergelijking met andere landen, wel onder controle.

 

Collega's, een gezond land, een gezonde economie en een gezonde begroting zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Welnu – ik richt mij specifiek tot de eerste minister -, wat de begroting betreft, is het vijf over twaalf en dan laat ik de impact van het coronavirus nog buiten beschouwing.

 

De economie is wereldwijd en ook in ons land nu al aan het vertragen doordat handels- en transportstromen grondig verstoord zijn. Niet alleen congressen en wielerwedstrijden worden afgeblazen, maar ook zakenreizen. Brussels Airlines schrapte een vierde van de Europese vluchten. Ook investeringen worden uitgesteld. Daardoor dreigt onze begroting nog verder te ontsporen.

 

De gouverneur van de Nationale Bank, Pierre Wunsch, verklaarde afgelopen dinsdag in de commissie voor Financiën nog dat we snel onze begroting op orde moeten zetten.

 

De Nationale Bank, het IMF, de OESO en vorige week de Europese Unie trokken aan de noodbel met betrekking tot onze begroting en het uitblijven van structurele hervormingen. Wachten kan niet meer. We riskeren op de strafbank terecht te komen.

 

Net zoals de regering de koe bij de horens heeft gevat om de coronacrisis te (…)

 

De voorzitter: Ik dacht dat mannen kort en bondig konden zijn.

 

05.07  Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de minister, ik wil in de eerste plaats mijn respect betuigen voor de manier waarop u met het coronavirus omgaat. Wij hebben het al in de commissie gezegd: u handelt met sangfroid. We moeten er ons echter van bewust zijn dat niet iedereen het sangfroid in de aders heeft.

 

Mensen hebben bezorgdheden. Mensen hebben vragen. De ultieme vraag blijft natuurlijk hoe we de Belgische bevolking nog beter kunnen beschermen.

 

Wanneer mensen die vanuit het buitenland in België landden de boodschap kregen om thuis in quarantaine te gaan, maar wel het openbaar vervoer gebruikten om thuis te geraken, is het normaal dat onze burgers zich zorgen maken over bijvoorbeeld besmetting in de trein. Wanneer men beelden ziet van hulpverleners die nog steeds kwetsbare personen zoals baby's of senioren in ziekenhuizen verzorgen zonder een mondmasker te dragen, dan is het niet gek dat men zich zorgen over zijn gezondheid maakt.

 

De informatiestroom met om de vijf minuten een communicatie per sms of via de sociale media met een update over het coronavirus, zorgt natuurlijk ook voor angst en stress bij onze burgers.

 

Mevrouw de minister, hoe worden de honderd Belgen die vanavond zullen terugkeren uit Tenerife, opgevangen? Krijgen zij richtlijnen om thuis te geraken? Eerdere passagiers die in ons land zijn aangekomen, kregen als richtlijn in quarantaine te gaan, maar hebben wel het publiek transport gebruikt.

 

Hoe zit het met de richtlijnen ten aanzien van kwetsbare personen? Hulpverleners verwachten daarover nog steeds communicatie. U hebt gezegd dat u de hulpverleners niet allemaal individueel zult contacteren per brief, maar ik meen wel dat wij in een fase zijn gekomen waarin er intensiever gecommuniceerd mag worden.

 

05.08  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre, nous avons pu avoir un long échange en commission de la Santé ce mardi. La gestion de cette crise a été saluée pour son sérieux et pour son professionnalisme. Bien entendu, dans toute gestion de crise, il est important de pouvoir réajuster et ce, en fonction des questions persistantes ou qui arrivent.

 

Dans les questions, je souhaiterais souligner l'information et le soutien logistique qui doivent être apportés aux professionnels de la première ligne: médecins de famille, infirmiers à domicile, aides-soignants, kinésithérapeutes, pharmaciens, dentistes. Nous sommes d'accord, madame la ministre, qu'il ne faut ni psychose ni alarmisme mais cela nécessite une organisation concrète et une large information.

 

Dès janvier, les premières recommandations indiquaient clairement que toute personne qui revenait d'une zone à risque ou qui présentait des symptômes devait rester chez elle et appeler son médecin de famille. La première ligne est donc extrêmement importante. Pourtant, de nombreux professionnels disent ne pas disposer du matériel de base pour éviter la propagation ni pour se protéger eux-mêmes, protéger les autres et les soigner.

 

Dans le matériel, il est question des masques chirurgicaux et FFP2, des gants et des kits de test pour réaliser les frottis. Il est donc important qu'ils aient et que nous ayons plus d'informations à ce sujet. Cela passe par une communication large.

 

Il y a aussi un regret des infirmiers indépendants de ne pas avoir été mis dans la boucle de communication avec les médecins généralistes. Ces derniers disent eux-mêmes qu'ils n'ont pas reçu les informations utiles.

 

Madame la ministre, combien de médecins généralistes sont-ils en attente de ce matériel de base et de kits de test? Quel est à ce jour le stock disponible de ces équipements? Le SPF Santé compte-t-il livrer ce matériel aux médecins et aux infirmiers? (…)

 

De voorzitter: Dan is het woord nu aan de fracties die geen vraag hebben ingediend.

 

05.09  Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister, ik waarschuwde u afgelopen dinsdag nog in de commissie dat wij nog niet aan het topje van de ijsberg zijn. U verbeterde mij toen nog lacherig, toen ik zei dat er 15 besmette personen waren, terwijl het er 13 waren. Ondertussen zitten wij jammer genoeg reeds aan 50.

 

Ik zei toen in de commissie dat u in de eerste plaats onze eerstelijnsverzorgers moet voorzien van beschermend materiaal en ik blijf dat nog steeds zeggen. Bescherm onze huisartsen, verpleegsters en kinesisten. Wij zullen die eerstelijnsverzorgers immers broodnodig hebben bij een echte doorbraak van het coronavirus.

 

Het is simplistisch te stellen dat iedereen die zich wat ziekjes voelt, thuis moet blijven, alsof elke zelfstandige en ondernemer zich dat zomaar kan veroorloven. Blijf thuis, blijf in uw kot, dat hadden wij u graag horen zeggen als minister van Asiel en Migratie, maar van een minister van Volksgezondheid verwachten wij andere en betere communicatie.

 

Zult u inzetten op de bescherming van onze eerstelijnsverzorgers? Hoe zult u dat doen?

 

Welke betere communicatie mogen wij van u verwachten?

 

05.10  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, madame la première ministre, madame la ministre, la peur et la panique ne sont clairement pas bonnes conseillères face à la situation que nous devons gérer aujourd'hui. Je tiens d'ailleurs à vous remercier de ne pas y avoir cédé.

 

Toujours est-il que les citoyens demeurent inquiets. Il en est de même des médecins, des infirmiers. Pourquoi? Parce qu'ils n'ont pas été correctement équipés alors qu'ils constituent la première ligne de soins, qui est essentielle pour gérer cette épidémie.

 

Il ne faudrait pas que, par crainte d'être contaminés, les médecins systématisent le renvoi de leurs patients vers les services d'urgence de nos hôpitaux qui – nous le savons tous – sont déjà surchargés. Il ne faudrait pas non plus que nos médecins et infirmiers deviennent eux-mêmes, parce qu'ils ne sont pas suffisamment protégés, des vecteurs de contamination. Je pense, en particulier, aux infirmiers à domicile.

 

Madame la ministre, vous avez expliqué en commission que la Belgique a participé à une commande groupée de masques. Pouvez-vous me dire combien de masques ont été commandés? Sur quelle base? Les besoins ont-ils été correctement évalués? Quand et comment la distribution aura-t-elle lieu?

 

Qu'en est-il des tests et des antiviraux? Confirmez-vous que le nombre de laboratoires qui procèdent aux tests sera augmenté? Si oui, dans quelle mesure?

 

Ne serait-il pas temps de prendre des mesures beaucoup plus proactives pour protéger les personnes à risque? Je pense ici à celles séjournant dans les hôpitaux et dans les maisons de repos et de soins.

 

05.11  Sophie Wilmès, première ministre: Madame la présidente, mesdames et messieurs les députés, nous le savons, le coronavirus est un sujet de préoccupation générale au sein de la population. Je ne reviendrai pas sur tout l'historique de la matière depuis que le virus est apparu. Je vais plutôt me concentrer sur l'aspect de coordination et l'aspect socioéconomique. Non pas que la santé ne m'intéresse pas; loin de là. Il faut dire que c'est la première préoccupation de ce gouvernement. Mais la ministre de la Santé est là pour répondre à ces questions.

 

Ik waardeer de bezorgdheid van het publiek en begrijp de noodzaak om er adequaat en continu op te reageren.

 

Je sais aussi que certains professionnels, plus directement potentiellement exposés à la contamination, s'inquiètent de l'évolution de la situation. Ici aussi, une réponse claire doit être apportée par l'ensemble des niveaux de pouvoir. Chaque niveau de pouvoir s'emploie à le faire. Je peux vous le garantir.

 

Daarom wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om alle zorgverleners te bedanken die in de uitoefening van hun taken gemobiliseerd blijven in een soms heel moeilijk klimaat.

 

Nous le savons, la structure institutionnelle de la Belgique est particulièrement complexe. En effet, dans le domaine de la santé par exemple, les compétences sont éclatées entre différents nouveaux de pouvoir. Il en va de même pour l'enseignement ou encore pour les questions relatives à l'économie. D'aucuns peuvent le regretter, mais nous devons travailler avec la réalité de terrain et la réalité institutionnelle telles qu'elles se présentent aujourd'hui.

 

Daarom lijkt het mij essentieel dat behalve de werkgroep van deskundigen en technici en van vertegenwoordigers van de verschillende beleidsniveaus, die zijn verenigd in wat de risk management group wordt genoemd, ook het politieke niveau regelmatig samenkomt.

 

Ainsi, un premier Comité de concertation a eu lieu sur la question du coronavirus ce lundi. La Belgique se prépare depuis des semaines, en coordination avec les entités fédérées, dans le respect des compétences de chacun, à la gestion de l'épidémie mondiale. En tout temps, ces réunions sont soutenues par l'expertise de scientifiques, ce qui permet de soumettre au risk management group les recommandations et mesures nécessaires à la gestion de la situation actuelle.

 

Ik herinner u eraan dat ik vorige zondag een uitgebreide vergadering van het kernkabinet met de betrokken ministers heb georganiseerd om een stand van zaken te krijgen. Wij wisten inderdaad dat – nadat meerdere technische vergaderingen hadden plaatsgevonden – de terugkeer van vakantiegangers een bijkomende challenge zou vormen voor het beheer van de verspreiding van het virus.

 

Le Comité de concertation réunissant les ministres-présidents des différentes Régions et Communautés ainsi que les ministres de la Santé et de l'Enseignement s'est, quant à lui, réuni ce lundi midi. Nous avons eu une nouvelle réunion ce mercredi matin, avec les mêmes personnes, dont la ministre de la Santé, et en plus, les ministres en charge de l'Économie des différents niveaux de pouvoir. L'objectif est de réunir ces différentes instances au moins une fois par semaine et plus si nécessaire, pour assurer l'uniformité de l'information et une coordination dans les actions entreprises par les différents niveaux de pouvoir, dans le respect des compétences de chacun. Il est vrai que ce n'est pas toujours simple.

 

Il est exact, madame Fonck, que, lors de ces réunions, nous prenons aussi le temps de relayer les expériences et de rapporter ce qui nous revient du terrain. Je peux vous garantir que c'est le cas. Nous en parlons et nous essayons de trouver des solutions.

 

De vertegenwoordigers van het wetenschappelijk comité wonen de vergadering bij. Zij hebben ook de gelegenheid om op vragen te antwoorden, maar ook om hun standpunt te geven. Dat is heel belangrijk. Politici staan niet alleen in het verhaal. Wij treffen maatregelen op basis van de informatie die de wetenschappelijke wereld ons aanreikt. Zij krijgen ook de input van de Interministeriële Conferentie of ad-hocvergaderingen met ministers op interfederaal niveau voor hun specifieke bevoegdheden.

 

Er werd deze week bijvoorbeeld een IMC Gezondheid, een IMC Werkgelegenheid en een IMC Mobiliteit gehouden boven op de vele werkvergaderingen die elke entiteit, federaal en gefedereerd, hebben georganiseerd.

 

Vu que les questions relatives à la situation sanitaire seront développées par la ministre de la Santé, comme je l'ai dit, j'aborderai, en quelques mots rapides, la partie plus socioéconomique.

 

De gezondheid van de burgers is daadwerkelijk een prioriteit van de regering, maar wij weten dat het coronavirus waarschijnlijk een grote impact op onze bedrijven en zelfstandigen zal hebben.

 

J'ai donc convoqué un groupe de travail interfédéral afin de coordonner les actions qui doivent être abordées dans cette perspective.

 

Sous la houlette des ministres Muylle et Ducarme, le gouvernement souhaite, par ailleurs, entériner dès demain dix mesures de soutien aux entreprises et indépendants. En substance, elles visent tout d'abord à permettre aux entreprises affectées sur le plan économique de mettre leurs salariés en chômage temporaire afin de préserver l'emploi.

 

Daarnaast gaat het over methoden voor spreiding, uitstel en vrijstelling van de betaling van bijdragen, bronbelasting, sociale en fiscale belastingen voor bedrijven en zelfstandigen.

 

De plus, avec les ministres précités, je recevrai le Groupe des Dix cet après-midi afin de faire un point supplémentaire sur les difficultés vécues par les employeurs et les travailleurs.

 

Tot slot wil ik ook de nadruk leggen op de kwaliteit – dat is heel belangrijk – van de samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus. Geconfronteerd met grote maatschappelijke uitdagingen moeten wij kunnen samenwerken in het belang van de hele bevolking.

 

Par les différents biais que j'ai développés, vous vous rendez compte que nous continuerons – notamment, mais pas seulement, la ministre de la Santé – à suivre de très près la situation. En effet, je suis persuadée de l'engagement total des autres autorités compétentes dans l'objectif commun de bonne gestion de la situation actuelle. Je vous remercie de votre attention.

 

De voorzitter: Het woord is aan minister De Block.

 

05.12 Minister Maggie De Block: Mevrouw de voorzitter, mevrouw de premier, op mijn beurt dank u wel.

 

Dames en heren, ik geef een stand van zaken. Wij hebben vandaag 50 patiënten gehad in dit land, 50 gediagnosticeerde coronaviruspatiënten. De eerste patiënt is genezen, 48 patiënten zijn thuis in isolatie. Daar zijn gezinnen bij, gaande tot 8 personen. Dat loopt natuurlijk snel op. Eén patiënt heeft niet de milde klachten die de anderen hebben, maar is gehospitaliseerd in het Sint-Pietersziekenhuis met een respiratoire infectie. Die heeft dus meer zorgen nodig, maar wordt daar goed verzorgd.

 

Het gaat om een griepvirus, een nieuw griepvirus weliswaar. Ik begrijp de angst die daarmee gepaard gaat, de angst voor een virus waarvan we het gedrag niet kennen en dat natuurlijk ook, zoals alle andere virussen, de wereld, de planeet rondreist en geen grenzen kent, geen oceaan, geen stadsgrens, geen gemeentegrens. Geen berg is te hoog om een dergelijk virus tegen te houden. Wereldwijd zijn er meer dan 90.000 besmette patiënten, waarvan er al 40.000 zijn hersteld, vooral in China dat het eerst werd getroffen.

 

Wij zijn al weken bezig, van bij het uitbreken in China, met de voorbereiding van de komst van het virus. We wisten niet wanneer het er zou zijn, maar één ding wisten we zeker: ons land, hoe klein ook, zou niet ontsnappen aan dat virus. We zijn dus al weken bezig met voorbereidingen, met het geven van informatie via Sciensano en van informatie die we doorkrijgen van de Wereldgezondheidsorganisatie, van ECDC, van Europa, dus van alle mogelijke instanties. We zorgen voor een goede coördinatie en hebben goede afspraken gemaakt met de ministers van de verschillende deelstaten. Die samenwerking met veel ministers is nodig om onze burgers zo goed mogelijk te verzorgen.

 

Il y a un hôpital de référence à Bruxelles – Saint-Pierre – ainsi qu'à Anvers.

 

Onze andere algemene ziekenhuizen, dat zijn er 100, zijn ook allemaal goed uitgerust. Zij hebben noodplannen en zijn geschikt om mensen op te vangen die niet thuis in quarantaine kunnen gaan. Wij hebben dus voldoende capaciteit.

 

Het wetenschappelijk comité heeft ook een worstcasescenario opgesteld dat uitvoerig is toegelicht in de commissievergadering die meer dan vier uur heeft geduurd.

 

Wie wordt er getroffen? Iedereen wordt getroffen maar 80 % van de mensen wordt niet ziek. Slechts 15 % wordt ziek met klachten als een algemene malaise, keelpijn, hoesten en eventueel koorts. Uiteindelijk wordt 5 % van de mensen zwaar ziek. We moeten dus alles in de juiste context zien en we hebben voldoende capaciteit om dit op te vangen.

 

Wat ons medisch korps betreft, zij zijn allemaal meermaals gecontacteerd via Sciensano. Ook de ziekenhuizen zijn gecontacteerd. Verder hebben de deelstaten een aantal ontmoetingen gehad. Zo heeft Wouter Beke deze week de woon- en zorgcentra ontmoet.

 

Mme Morreale a également consulté la première ligne.

 

Wij gaan de bijzondere wet hier dus niet herschrijven, hoewel sommigen dat nu wel zouden willen. Wij hebben allemaal onze eigen competenties en wij werken samen. We zorgen er ook voor dat dit goed verloopt. Daarvoor zijn in al die overlegmomenten voorzien. Vorige vrijdag heb ik de collega's ook zonder overlegmoment gewoon gebeld om te zeggen dat er een cruciale week aankwam en dat ze klaar moesten staan. Er kwamen immers veel mensen terug en 48 van die 50 mensen waren besmet geraakt tijdens een skireis in het noorden van Italië.

 

Wat de mensen betreft die terugkomen uit Tenerife, dat wordt geregeld door Buitenlandse Zaken. Er wordt bovendien in opvang voorzien door het Agentschap Zorg en Gezondheid voor de Vlamingen.

 

Pour la communauté francophone, il s'agit de l'AVIQ.

 

Het is belangrijk dat de burgers de juiste informatie krijgen. Ze kunnen vragen stellen via de 0800-lijn en via www.info-coronavirus.be, een website van Volksgezondheid in de landstalen en het Engels.

 

Cela existe aussi en allemand.

 

De website kan ook in het Engels geraadpleegd worden omdat wij in Brussel een omvangrijke Europese gemeenschap hebben, aangezien de Europese Commissie hier zetelt.

 

Le SPF Santé publique a établi un plan de gestion des risques en trois phases. La première phase est passée. C'était quand le virus était attendu, mais pas encore présent en Belgique. La deuxième phase est celle actuelle, avec des personnes testées, diagnostiquées et potentiellement contaminées. Il faut alors aussi tester leur entourage, et les placer dans l'une ou l'autre forme de quarantaine; et, évidemment, prendre des mesures.

 

In de derde fase, waar sommige landen al in zitten, is het virus overal en kan men geen maatregelen meer nemen om het virus in te dijken. Op dat moment moeten er eventueel adviezen komen van de risk management group en gebeurt de coördinatie door het Crisiscentrum om andere maatregelen te nemen.

 

Zoals de eerste minister zei, hebben wij wetenschappelijke adviezen van de risk assessment group en de risk management group. Wij baseren ons op de wetenschap, op epidemiologische en wetenschappelijke gegevens.

 

Over het testmateriaal wordt nogal wat verteld. Waar is de kit?

 

Où est le kit? Cela n'existe pas! C'est le matériel servant à prendre un frottis viral. Le président du Comité scientifique l'a bien expliqué en commission. J'ai encore bien relu le compte rendu.

 

Het verslag van die lange vergadering heb ik nog eens herlezen. Er is geen speciale kit. Het gaat om een gewoon virus. Daar heeft men een swap voor nodig, bij de betrokkene wordt het staal uit de neus afgenomen en dat staal wordt in een huls met gel naar het laboratorium gestuurd.

 

Ne parlez plus du kit spécial! Je ne sais pas qui a inventé cela mais cela n'existe pas.

 

Die testswap wordt bij het labo aangevraagd. Ik ben 25 jaar huisarts geweest en vanuit die ervaring weet ik hoe belangrijk het is om met een goed laboratorium samen te werken, aangezien de laboratoria aan de artsen al het materiaal leveren.

 

Pour ce qui concerne les masques, il y a une pénurie mondiale. Le marché a été perturbé pendant des semaines, voire des mois. Les Chinois sont les grands producteurs de masques et, contrairement à chez nous, en Chine, les masques ne sont pas réservés uniquement au personnel professionnel des soins de santé et aux personnes contagieuses. En Chine, presque tout le monde porte un masque. La Chine a même demandé aux pays européens de leur envoyer des masques, en plus de leur production.

 

Om maskers te verkrijgen, werken wij nu op twee sporen.

 

Une procédure de marché public a été lancée par le gouvernement et il y a un joint procurement, ou achat groupé européen, dont la Belgique fait partie.

 

Daarin hebben wij ons ook ingeschreven.

 

On me questionne sur le nombre de masques ainsi que sur le type de masques prévus. Dans une procédure de joint procurement, on ne peut donner plus de détails.

 

Het is nu belangrijk te weten dat wij goede mensen hebben op het terrein, waarvoor ik mijn oprechte dank uitspreek. Ik denk aan ambulanciers, verplegers, verzorgenden, artsen en huisartsen, kinesisten en apothekers. Iedereen doet zijn best. Wij hopen dan ook dat wij voor de maskers zo vlug mogelijk een oplossing hebben.

 

Wij hebben ook goede ziekenhuizen die zich kenmerken door een grote professionaliteit en een historisch gegroeide grote betrokkenheid bij ons medisch korps. De beschikbaarheid voor de patiënten is groot.

 

Wat kunnen de mensen zelf doen? Mensen dienen meermaals per dag hun handen te wassen. Dat hoeft niet met alcoholflesjes, maar wel met zeep – gewone grootmoeders zeep – en water. Mensen geven elkaar best geen handen of geen kussen. Niezen en snuiten doet men in papieren zakdoeken, die men meteen weggooit. Wie ziek is, moet thuisblijven. Die regel geldt niet om iedereen te ambeteren, maar gewoonweg omdat dat helpt. Voormalig president Obama heeft het deze week ook nog bevestigd; misschien gelooft u het eerder van hem.

 

Er vinden Europese vergaderingen plaats. Ook morgen staat er weer een gepland. Die vergadering moet coördinerend werken. Daarnaast geeft ook de WHO adviezen. Elk land kent een eigen besmettingssnelheid, wat de coördinatie bemoeilijkt.

 

Laten wij de zaken echter benoemen zoals ze zijn. Het gaat om een nieuwe, maar milde griep die verder zal reizen over de aardbol en die vervolgens een seizoensgriep zal worden, zoals we er net ook een hebben gehad. Ik vraag u dus om het in perspectief te plaatsen. Bescherm de kwetsbare mensen. Kinderen lijken minder gevoelig te zijn. Zwangeren zijn ook kwetsbaar, maar vooral mensen op leeftijd en mensen met chronische aandoeningen zijn kwetsbaar. Laten wij de zaken enigszins op die manier bekijken.

 

Al die paniekmakerij maakt de mensen ongerust. Mensen zien beelden van lege schappen in Italië en daardoor beginnen ook hier mensen te hamsteren. Dat is nergens voor nodig. Er wordt daardoor echt overbodige stress en paniek gezaaid. Ik weet dat het moeilijk is om enige koelbloedigheid te behouden.

 

Ik heb ook in de commissie gezegd dat ik 25 jaar huisarts geweest ben. Ik heb een opleiding geneeskunde gekregen. Eén raad die ik meekreeg, heb ik altijd onthouden: als de dokter begint te wenen of wegloopt, waar blijft de patiënt dan? Wie zal dan de patiënt helpen? Laten we allemaal ons best doen om onze patiënten te helpen.

 

05.13  Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Madame la première ministre, madame la ministre de la Santé, je vous remercie pour vos éléments de réponse. Ce que je retiendrai, c'est tout d'abord que, pour ne pas céder à la panique, il faut que le personnel soignant soit protégé. Or, ce n'est pas le cas.

 

Pour le moment, le gouvernement ne donne pas de réponse claire et précise sur ce qu'il met en œuvre. À part M. Ducarme qui vient lâcher qu'il a trouvé trois millions de masques – nous ne savons toujours pas où ils sont! Entre votre communication très lacunaire et celle de M. Ducarme qui raconte n'importe quoi… Franchement, si c'est pour faire paniquer le terrain, bravo!

 

Pour faire retomber un peu la cacophonie sur le terrain, nous attendons trois choses. D'abord, que le risk management group intègre l'expérience des généralistes. C'est vraiment primordial. Je le répète, il faut des masques, il faut des procédures précises ainsi que du matériel de dépistage pour les médecins. Il faut également – parce que nous allons peut-être arriver en phase 3 – que la KUL partage ses protocoles d'analyse pour pouvoir faire des tests. Je ne comprends pas pourquoi on attend et pourquoi il faut attendre pour partager ces protocoles. C'est maintenant qu'il faut le faire. Je vous remercie.

 

05.14  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la présidente, je trouve que c'est juste incroyable! Nous avons eu besoin ici de la première ministre, qui nous a parlé pendant cinq minutes pour expliquer le nombre de réunions et de concertations que nous devons faire dans ce pays pour réunir tous les ministres X et Y en conférence interministérielle. C'est vraiment incroyable! C'est bien sûr cela qui est aussi à la base de la pagaille actuelle sur le terrain!

 

Ensuite, madame la ministre, vous dites que les médecins ne doivent pas commencer à pleurer. Bien sûr qu'ils ne doivent pas le faire! Mais ce n'est pas cela le problème, que les médecins pleurent. Ils ne disposent pas du matériel. Aujourd'hui, ils se sont exprimés dans la presse pour dire qu'ils ne peuvent pas appliquer les procédures. Que faites-vous ici? Vous banalisez la situation. Je trouve que ce n'est pas correct.

 

En plus, vous dites que la concertation avec les médecins généralistes est du ressort des Régions. Mais ils demandent à vous parler parce qu'ils doivent appliquer les procédures émanant du fédéral. Je trouve irresponsable que vous ne changiez pas d'attitude à ce niveau.

 

Enfin, au niveau des hôpitaux, vous nous dites que tout va bien, alors que je pense que ce n'est pas le cas. On voit des campements de fortune. Je suis désolée, j'ai eu le témoignage d'une personne qui, avec un bébé de deux ans et demi qui a la grippe, a dû attendre dans le froid et être soignée par 8° C. Il me semble que dans un pays comme la Belgique, nous devons quand même être capables de mieux prendre en charge nos patients.

 

05.15  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u beiden voor de antwoorden.

 

Mevrouw de eerste minister, mevrouw de minister van Volksgezondheid, ik hoor u allebei over de goede coördinatie spreken. Noch op de werkvloer, noch uit de praktijk en evenmin uit de feiten blijkt dat de coördinatie goed zou zijn.

 

Mevrouw De Block, u hebt zelf heel vaak aangehaald dat preventie in de gezondheidszorg erg belangrijk is. Preventie werkt kostenbesparend en voorkomt veel ellende. Ook in de aanpak van een epidemie is preventie echter belangrijk. Die preventie moet er zijn onder de vorm van een omvattend plan dat er al geweest had moeten zijn en waarbij de verschillende diensten van bij het begin nauw betrokken zijn, namelijk Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Defensie maar ook de verschillende beleidsniveaus, inclusief de steden en gemeenten en de provincies.

 

Ik wil eerst even de puntjes op de i zetten over de ziekte. U geeft aan dat 80 % geen klachten en 15 % lichte klachten heeft. De feiten zijn echter anders, wanneer wij naar de wetenschappelijke gegevens kijken. Uit die cijfers blijkt dat 80 % milde klachten heeft, dat 15 % in het ziekenhuis wordt opgenomen en dat 5 % zelfs op de intensivecareafdeling ligt. Zo is het. Dit zou wel eens een behoorlijke belasting voor onze ziekenhuizen kunnen betekenen. Het is dus heel belangrijk dat wij nu werk maken van een spreiding van mogelijke patiënten, zodat zij niet allemaal tegelijk moeten worden opgevangen. Er moeten immers ook nog andere patiënten worden verzorgd.

 

De aanpak van een epidemie houdt meer in dan u op het moment van de uitbraak met medische experts te omringen. Een degelijk plan houdt ook een grote logistieke oefening in, onder andere een noodvoorraad maskers, beschermende brillen en dito kledij.

 

Mevrouw de minister, u hebt misschien ons persbericht gezien. Ondertussen zijn wij er op een paar uur tijd wel in geslaagd een aantal stakeholders op de been te brengen en ervoor te zorgen dat wij binnenkort, namelijk over tien dagen, over voldoende mondmaskers kunnen beschikken.

 

Wij hebben dus uw taak gedeeltelijk overgenomen. Het is erg dat één fractie kan wat acht ministers niet kunnen.

 

05.16 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gijbels, zal uw fractie het voorstel ook betalen?

 

05.17  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, u mag het voorstel bekijken en daarna beslissen om er al dan niet op in te gaan. U zou echter blij moeten zijn dat uw werk voor een deel wordt overgenomen.

 

Ook een goede planning met betrekking tot de testcapaciteit is essentieel, zodat ze volop beschikbaar is wanneer ze nodig is. Dat is nu. Nu kunnen wij de verspreiding beperken en de contacten opsporen.

 

(...)

 

05.18  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre de la Santé, j'ose espérer que vos mots sur les médecins et les soignants, soi-disant geignards, ont dépassé votre pensée. Allez voir ce qu'ils font au quotidien! Allez voir l'énergie qu'ils donnent! Votre job est de les soutenir et non pas de les insulter! Votre job est de leur donner le matériel indispensable pour soigner les patients et freiner cette épidémie. Vous essayez de faire au mieux mais, en même temps, des préoccupations très concrètes des soignants ne sont pas rencontrées. Cela doit être votre priorité.

 

Il ne faut pas paniquer mais il ne faut pas non plus minimiser la situation. Il faut agir! En la matière, vos réactions sont trop tardives et pas assez efficaces. Je prends l'exemple des masques. Je vous ai rencontrée personnellement, quand personne n'en parlait, et je vous l'ai dit face à face. C'est seulement la semaine dernière que vous avez fait cette commande. Vous êtes informée que la France a déjà réquisitionné. J'espère que vous savez que l'Allemagne s'apprête à réquisitionner tous les masques sur son territoire. La petite Belgique, coincée entre les deux, où va-t-elle se procurer les masques? Je crains que votre commande ne soit en partie par terre!

 

Il va falloir innover et peut-être bien importer des matières premières et s'assurer de pouvoir disposer des masques sur notre territoire. Il faut bouger et il faut agir!

 

Madame la première ministre, vous avez parlé du soutien à l'économie. Il faudra évidemment prendre des mesures. La priorité, même pour l'économie, est d'abord la santé. Il faut donner un coup d'accélérateur pour avoir des réponses concrètes et efficaces, je les ai listées tout à l'heure. Il faut rencontrer l'ensemble des soignants et il faut avancer.

 

J'espère que tout le monde ici est prêt à pouvoir soutenir et aider de toutes les manières possibles.

 

05.19  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, u communiceerde de voorbije twee weken goed. U gaf concrete en correcte informatie waar de mensen iets aan hadden. Op die manier hebt u paniek vermeden. Het mag eens gezegd worden, dat is een goede zaak.

 

Maar, als ik de voorbije week merk dat de huisartsen heel ongerust zijn, boos zijn, ons komen zeggen dat ze geen informatie krijgen, dan maak ik mij grote zorgen. Ik ken het probleem van de mondmaskers en ik wil daarin nog meegaan, maar ik denk dat uw communicatie ten aanzien van de huisartsen beter had gekund.

 

Dan kom ik aan het derde punt dat ik aanhaalde en waarop u niet geantwoord hebt. Ik sprak niet over kits om tests af te nemen, ik sprak over de reagentia, over de chemische producten die nodig zijn. Twee dagen geleden ontstond er plots een discussie tussen professoren of er breder moet getest worden of niet. Vandaag zeggen dezelfde professoren dat de producten eigenlijk op zijn. Ik kan mij dan niet van de indruk ontdoen dat er toch iets schortte in die voorbereiding en dat deze discussie niet helemaal was wat ze leek.

 

Mevrouw de minister, ik wil u vragen om op dat vlak zo snel mogelijk maatregelen te nemen.

 

05.20  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, (voor)zorg, gezond verstand en koelbloedigheid, dat zijn de drie belangrijke principes om een crisis het hoofd te bieden. Ik dank alle mensen op het terrein die dat indachtig zijn. Ik dank ook de ministers die deze principes gehanteerd hebben. Wij moeten die drie principes, (voor)zorg, gezond verstand en koelbloedigheid, ook meenemen als wij naar huis gaan, als Parlementslid, als ouder en – voor de risicogroep waartoe ik behoor – als grootouder.

 

05.21  Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, u zegt dat de hulpverleners best mee opgenomen worden in de criteria en beschermd zullen worden. Ik zie vandaag echter toch nog dat hulpverleners niet beschermd worden zoals ze horen beschermd te worden.

 

U zegt ook dat de meeste patiënten zijn ingevlogen.

 

Samen met heel veel burgers in het land, stel ik me dan de vraag waarom er dan nog steeds geen koortsmetingen plaatsvinden op de Belgische luchthavens?

 

U zegt dat de kwetsbare patiënten het meest beschermd moeten worden. Waarom dragen hulpverleners in de ziekenhuizen dan nog steeds geen mondmasker als ze baby's of senioren verzorgen?

 

U benadrukt ook dat er geen paniek mag worden gezaaid. Uiteraard wil ik dat hier niet doen. Ik heb al eerder gezegd dat ik respect heb voor de manier waarop u met deze crisis omgaat. Toch wil ik de bezorgdheden van de burgers aanhalen en vragen om daarmee rekening te houden.

 

05.22  Caroline Taquin (MR): Madame la ministre de la Santé, je vous remercie pour votre implication. J'ai entendu des réponses, lorsque vous avez pris la parole. Je vous remercie également parce que j'ai le sentiment, aujourd'hui, non pas au travers des répliques mais des réponses que vous avez données, que la situation est prise au sérieux depuis le mois de janvier, en tout cas. Cette gestion fait en sorte qu'il y a une très bonne coordination. Épaulée par des scientifiques, vous coordonnez l'action avec les entités fédérées et tous les acteurs.

 

J'ai envie de lancer un message car je ressens aujourd'hui un climat complètement différent du long travail que nous avons opéré en commission de la Santé. Nous entendons aujourd'hui un émoi, des cris, des contradictions par rapport à ce qui avait été déclaré en commission, et je trouve cela dommage. Certains députés médecins vous félicitaient pour la bonne information que vous aviez donnée et pour le matériel mis à disposition des médecins.

 

Au niveau du matériel, j'entends que certains médecins auraient des kits et d'autres pas. Au final, il n'est pas question de kits mais de matériel de base dont ils devraient tous disposer. Il est clair qu'il y a sans doute des failles au niveau de la communication, mais il y a surtout de la désinformation. Je vous invite, mesdames, à lutter contre cette désinformation et à bien maîtriser la communication à votre niveau.

 

Contrairement à ce qui a été affirmé, j'ai appris que le problème de la pénurie de masques était résolu car un marché public avait été passé. Si je me trompe, je vous invite à rectifier mes dires.

 

05.23  Patrick Prévot (PS): Madame la ministre de la Santé, nous avons eu un long débat sur le coronavirus ce mardi. Vous savez que je fais partie de ces personnes qui pensent qu'il faut garder son sang-froid pour pouvoir gérer correctement une telle crise. Par contre, le sang-froid ne doit pas correspondre au déni.

 

J'ai l'impression que vous n'avez pas entendu certains messages, notamment ceux des acteurs de première ligne qui vous interpellaient directement, encore aujourd'hui, dans la presse, pour vous dire qu'ils ne sont pas tous suffisamment équipés. Il y a une disparité entre les médecins généralistes: tous ne disposent pas du matériel ad hoc. Ce message est relayé depuis de nombreux jours et semaines par le personnel soignant, mais j'ai l'impression que vous ne l'avez pas compris, madame la ministre.

 

J'ai l'impression également que nous n'avons toujours pas de réponse concernant les laboratoires. Je vous ai interrogée pour savoir s'il fallait envisager d'autres laboratoires de référence. Nous en avons un pour l'instant. On m'apprend qu'il faut parfois 36 heures maintenant pour obtenir un résultat. Les résultats ne sont pas systématiquement communiqués directement lorsqu'ils sont négatifs. On ne communique que les résultats positifs.

 

Vous me dites que tous les hôpitaux sont suffisamment armés pour accueillir un pic. Ce ne sont pas les messages qui me reviennent.

 

On doit garder son sang-froid et ne pas contribuer au catastrophisme ambiant, mais on doit pouvoir délivrer un message clair. C'est le message pour lequel plaidait Mme la première ministre. Nous devons viser une unicité de communication. C'est vraiment essentiel. Aujourd'hui, vous nous dites que vous ne pouvez pas nous informer du nombre de masques que vous avez commandés, ni de quels modèles il s'agit, parce que les États membres ne peuvent pas communiquer à ce sujet. Mais je me rends compte que, dans d'autres pays d'Europe, on communique et on dit combien on a commandé de masques. La France en recevra prochainement 15 à 20 millions. Eux, ils ont communiqué, mais nous ne pouvons pas savoir. Je pense que cela contribue malheureusement à créer un climat de catastrophisme.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Ludivine Dedonder à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le modèle écossais en matière de gratuité des tampons et des serviettes hygiéniques" (55000514P)

06 Vraag van Ludivine Dedonder aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het Schotse voorbeeld inzake gratis tampons en maandverbanden" (55000514P)

 

06.01  Ludivine Dedonder (PS): Madame la présidente, madame la ministre, pour la première fois au monde, une nation, l'Écosse en l'occurrence, a décidé de rendre complètement gratuites les protections hygiéniques. Les femmes ne paieront plus leurs serviettes et tampons. Elles iront les chercher gratuitement dans les pharmacies ou dans d'autres lieux dédiés.

 

Cela peut peut-être faire sourire, mais quand on y réfléchit, on se dit que cette mesure devrait s'imposer partout. Mille cinq cents euros sur une vie: voilà ce qu'une femme doit débourser, en moyenne, en protections hygiéniques. Des règles, des menstruations, des saignements, tous les mois, parce qu'elle est une femme. C'est inévitable, et le coût l'est tout autant, avec parfois des conséquences qu'on n'ose imaginer lorsque les moyens financiers ne suivent pas.

 

Des jeunes filles qui manquent l'école. Des femmes qui ne se rendent pas au travail, faute de pouvoir se protéger efficacement. Des femmes qui utilisent du papier toilette ou du papier journal pour se protéger, ou qui ne changent pas assez régulièrement leur protection, avec des conséquences qui peuvent être dramatiques sur leur santé.

 

À la veille du 8 mars, je souhaite vraiment placer la question de la gratuité des protections hygiéniques dans la perspective des discriminations que les femmes subissent de plein fouet. Je pense, en particulier, à leur pouvoir d'achat.

 

Madame la ministre, sous la précédente législature, le groupe PS a porté, soutenu, défendu la baisse de la TVA sur les protections hygiéniques. Elle a finalement été mise en œuvre en 2017. L'Observatoire des prix s'est-il penché sur l'impact de cette mesure? A-t-elle bien été répercutée sur le prix de vente? Pourrions-nous suivre l'exemple écossais en instaurant en Belgique la gratuité des protections hygiéniques pour toutes les femmes?

 

06.02  Maggie De Block, ministre: Madame la présidente, madame Dedonder, au Royaume-Uni, depuis un certain temps, on accorde de l'attention à un phénomène: period poverty. Ce phénomène concerne les femmes qui ne disposent de pratiquement aucune ressource pour acheter des serviettes hygiéniques ou des tampons. En Écosse, une loi aurait effectivement été adoptée qui prévoit la mise à disposition gratuite de tampons et de serviettes hygiéniques dans des lieux publics comme les centres de rencontre et les maisons de jeunesse.

 

Vous savez que chez nous, ce sont les entités fédérées qui sont compétentes en la matière.

 

Dimanche, on fêtera la Journée internationale de la femme. Il s'agit d'une bonne occasion de s'attarder sur les conséquences de la pauvreté que seules les femmes subissent. Period poverty est l'une d'elles. Le gouvernement Michel, comme vous l'avez dit, a réduit, en 2018, le taux de TVA de 21 à 6 % sur les tampons et les serviettes hygiéniques car l'hygiène féminine n'est pas un luxe.

 

Toutefois, nous devons veiller à ne pas combattre uniquement les symptômes. En effet, il n'y a pas que les serviettes hygiéniques et les tampons qui sont des biens de première nécessité. Il y a d'autres produits qui le sont tout autant: les produits sanitaires et alimentaires, les vêtements, les produits d'hygiène.

 

Au lieu de mettre ces choses à disposition gratuitement, nous devons continuer à œuvrer pour lutter contre la pauvreté en général mais aussi chez les femmes. Nous devons faire en sorte que les femmes aient accès au marché du travail, qu'elles puissent compter sur une combinaison accessible financièrement entre le travail et la famille. C'est ce à quoi je travaille d'arrache-pied afin que les réformes de soins de santé aboutissent, de sorte que tout le monde puisse bénéficier de soins de qualité sans devoir se saigner.

 

06.03  Ludivine Dedonder (PS): Madame la ministre, bien sûr, il y a de la précarité dans de nombreux domaines pour les femmes comme pour les hommes. Ici, je vous parle d'une mesure qui ne touche que les femmes. La gratuité des protections hygiéniques est une mesure légitime. C'est un droit pour toutes les femmes pour des questions de confort, d'hygiène, de santé, de pouvoir d'achat. Tampons, serviettes, coupes et autres protections hygiéniques sont tout simplement indispensables à la vie de la majorité des femmes.

 

Le pas franchi aujourd'hui par l'Écosse est un exemple à suivre. Mon groupe déposera d'ailleurs très prochainement un texte pour que notre pays embraie dans cette direction car cette mesure est une mesure de lutte contre la précarité. C'est une mesure en faveur d'un meilleur accès à la santé pour toutes mais c'est aussi et surtout une mesure pour les droits des femmes, des droits que nous entendons encore défendre haut et fort ce dimanche, en nombre, je l'espère. 

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Vanessa Matz à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "La réaction au rapport accablant d'Amnesty International sur les violences sexuelles" (55000513P)

07 Vraag van Vanessa Matz aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Het verpletterende rapport van Amnesty International over seksueel geweld en de genomen maatregelen" (55000513P)

 

07.01  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, comme moi, vous aurez probablement été interpellée par le rapport d'Amnesty International et SOS Viol qui présente des chiffres particulièrement accablants. Une personne sur deux en Belgique a été victime de violences sexuelles.

 

De voorzitter: Collega's, mag ik u vragen om uw gesprekken buiten de zaal te voeren en niet hier terwijl er iemand aan het woord is?

 

07.02  Vanessa Matz (cdH): Madame la présidente, madame la ministre, une personne sur deux en Belgique a été victime de violences sexuelles. Un jeune sur quatre a été victime de viol. Une victime de violences sexuelles sur deux y a été exposée, pour la première fois, avant l'âge de dix-neuf ans. Une femme sur cinq a été victime de viol. Seules quatorze femmes ayant porté plainte pour violences sexuelles se déclarent satisfaites de cette démarche. Ces chiffres ont été collationnés par des ONG, et non par des organismes officiels, sur des fonds qui leur sont alloués.

 

Vous avez probablement pris connaissances des recommandations. Ces ONG demandent des moyens suffisants pour la formation des policiers, des magistrats, pour améliorer l'aptitude de ces derniers à déceler les violences et à les appréhender avec sérieux, pour accueillir et soutenir les victimes de manière optimale; elles demandent que soit appliquée la tolérance zéro pour les violences faites aux femmes. On sait qu'actuellement, 70 % sont classées sans suite. Elles demandent que soit organisée une meilleure collecte des données statistiques. Comme je l'ai dit, ce sont elles qui ont collecté ces données. Elles demandent également que soit pérennisés et multipliés les centres multidisciplinaires qui prennent en charge les victimes de manière pluridisciplinaire. Elles demandent enfin que soit assurée la prévention, mais cela relève d'un autre niveau de pouvoir.

 

Madame la ministre, comment réagissez-vous à ce sondage particulièrement interpellant? Qu'avez-vous fait de la résolution que nous avons votée, le 12 janvier 2017, sur le viol? Quelles sont les mesures très concrètes qui sont en cours d'élaboration? Comment collaborez-vous avec les entités fédérées sur le sujet?

 

07.03  Nathalie Muylle, ministre: Madame Matz, les violences sexuelles sont encore aujourd'hui un problème social majeur, comme le révèlent les chiffres.

 

En tant que ministre en charge de l'Égalité des chances, j'ai récemment pris des mesures importantes en matière de lutte contre les violences sexuelles. Je travaille actuellement à la création de sept nouveaux centres de prise en charge de ce genre de violences. À l'avenir, il y aura donc un centre dans chaque arrondissement judiciaire afin que chaque victime puisse recevoir des soins appropriés près de chez elle.

 

Plus de victimes trouvent le chemin qui mène aux centres. En 2017, on comptait deux victimes par jour. Aujourd'hui, il est question de trois victimes par jour.

 

Les centres font du très bon travail grâce à leur approche multidisciplinaire. Les victimes font l'objet d'examens médicaux et bénéficient de l'assistance de la police et du parquet.

 

En prévoyant une aide de proximité, nous pouvons soutenir plus de victimes et arrêter plus d'auteurs. Un bon encadrement nous permet de stimuler la propension des victimes à porter plainte. En effet, 67 % des victimes qui se retrouvent dans les centres portent plainte.

 

Amnesty International mentionne également le degré élevé de classements sans suite. Bien entendu, dans un État de droit, une procédure requiert des preuves valables. Nous devons donc nous concentrer sur la collecte adéquate de celles-ci. C'est ce que nous faisons également dans les centres de prise en charge, avec les feuilles de route médicolégales. De la sorte, non seulement le dépôt des plaintes est plus rapide, mais nous fournissons aussi des dossiers plus solides.

 

J'ai investi récemment dans la formation de 180 nouveaux inspecteurs de mœurs. Des mesures sont également prises en vue d'améliorer et d'affiner l'enregistrement d'actes de violence commis contre des femmes, afin que nous puissions déposer de meilleures statistiques.

 

Madame Matz, il est clair que la lutte contre les violences sexuelles exige des efforts dans tous les domaines politiques possibles. Mon administration est ainsi en train de préparer un nouveau plan d'action contre la violence liée au genre. La lutte contre les violences sexuelles en constitue une priorité.

 

Pour conclure, madame la présidente, le 18 décembre, la conférence interministérielle "Droits des femmes" a également été mise en place, de manière à renforcer la coopération entre les niveaux de pouvoir et à consolider la lutte contre les violences sexuelles.

 

07.04  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

Tout d'abord, je tiens à souligner la création de ces centres, qui comportent un volet médical et un volet judiciaire. Actuellement, il n'en existe que trois. Vous voulez les augmenter, et c'est extrêmement important, car c'est grâce à ces centres que le traitement des victimes de viol est effectué.

 

Toutefois, quand vous affirmez que les classements sans suite sont simplement dus à un problème de collecte des preuves, nous savons que ce n'est pas le cas. Il est notoire que la justice souffre toujours d'un manque de moyens. C'est pourquoi le prochain gouvernement devrait se pencher sur un budget dédié spécifiquement à la lutte contre les violences infligées aux femmes, en consacrant un volet important aux violences sexuelles.

 

Je me réjouis de votre volontarisme. J'ai toujours dit à votre collègue Geens que les plans constituaient, bien entendu, un moyen intéressant, mais à condition qu'ils soient budgétisés et exécutés. Je pense, par exemple, à la formation des acteurs de première ligne. De même, en coopération avec les entités fédérées, il faut se concentrer sur la prévention auprès des jeunes. Il suffit d'observer les statistiques relatives aux stéréotypes en circulation. (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

Présidente: Cécile Thibaut, vice-présidente.

Voorzitter: Cécile Thibaut, ondervoorzitter.

 

Wetsontwerpen en voorstellen

Projets de loi et propositions

 

La présidente: Je vous propose d'intervertir les deux premiers points de l'ordre du jour avec l'accord des ministres concernés. Nous allons donc commencer avec le projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 2015, n° 950/1.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

08 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 2015 (950/1-3)

08 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2015 (950/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Le rapporteur, M. Vanbesien, renvoie au rapport écrit.

 

Mijnheer Ravyts, u hebt het woord in de algemene bespreking.

 

08.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitter, collega's, onze fractie blijft zich storen aan de laattijdige indiening van dit wetsontwerp, dat betrekking heeft op het begrotingsjaar 2015. Dit wetsontwerp betreffende de eindrekening voor 2015 van de instellingen van openbaar nut categorie A drukt ons toch nog eens met de neus op de feiten omtrent de rekeningen van de Regie der Gebouwen, die toch geen onbelangrijke federale actor is. Het Rekenhof weigert tot nu toe zelfs om erover advies te verlenen.

 

Het Rekenhof maakt daarbij het voorbehoud dat de Regie der Gebouwen zelf aantekeningen maakte bij de betrouwbaarheid van haar eigen rekeningen. Dat kan toch al tellen, collega's. De tekortkomingen van de rekeningen, zoals een gebrekkige controle en de afwezigheid van interne audits binnen de boekhouding van de Regie, werden hier en in de commissies al door verschillende collega's aangekaart en aangeklaagd.

 

De nieuwe financiële toepassing FaaS bij de Regie zou tegen het einde van deze maand operationeel moeten zijn. Tegelijkertijd wordt er door de Regie naarstig gewerkt aan een correcte openingsbalans en een correcte afsluiting van de rekening 2019, als startpunt voor FaaS.

 

Meer in het algemeen stelt het Rekenhof al enige tijd vast dat de kwaliteit van de rekeningen van de federale Staat er niet direct op vooruitgaat. Een van de aspecten daarbij is de te geringe centrale aansturing door de dienst Federale Accountant. Die dienst moet inhoudelijk worden versterkt. Er dienen meer middelen te worden ingezet om de kwaliteit van de rekeningen te controleren en er moeten duidelijke richtlijnen voor de departementen komen. Minister Clarinval heeft zich ertoe geëngageerd daar terdege werk van te maken. Wij zullen hem of zijn opvolger daaraan houden.

 

Onze fractie zal zich onthouden, niet omdat de aan het Rekenhof voorgelegde rekeningen niet zouden kloppen, maar vooral om inhoudelijke redenen. Wij zijn het namelijk met een aantal uitgaven in deze rekeningen, zoals die voor het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, niet volmondig eens.

 

La présidente: Je n'ai pas d'autres orateurs inscrits. Le ministre veut-il répondre?

 

08.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer Ravyts, zoals u aangeeft, gaat het inderdaad over rekeningen van het begrotingsjaar 2015. Dat lijken en zijn ook cijfers van zeer lang geleden, maar de reden daarvoor is dat het Rekenhof een inversie heeft gedaan in de jaren die het heeft behandeld, omdat er een wijziging is inzake de bevoegde minister: voor de oudere jaren is dat de minister van Financiën, vanaf 2018 is de minister van Begroting hiervoor verantwoordelijk. Het Rekenhof heeft dus eerst de afrekening van 2018 gedaan en pas later die van 2015.

 

Uw opmerking met betrekking tot de Regie der Gebouwen is correct. Het Rekenhof wil daar geen conclusies over publiceren op basis van de hoeveelheid van problemen die er zijn in de rekeningen. Zoals u aangeeft, zou het inderdaad tegen 1 april van dit jaar mogelijk moeten zijn om een correcte afrekening te kunnen maken op basis van de FaaS-oplossing. Parallel hiermee werkt de Regie samen met externe partners om ervoor te zorgen dat er voor 2020 een correcte openingsbalans zou kunnen worden gemaakt. Dit wil zeggen dat men natuurlijk ook een correcte afsluiting van 2019 zou moeten kunnen maken. De minister van Begroting heeft aangegeven dat hij die problemen aanpakt en ik reken erop dat dit dan ook tot resultaat zal leiden.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (950/3)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (950/3)

 

Le projet de loi compte 6 articles.

Het wetsontwerp telt 6 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

09 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van een verplichte voorraad aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop en de wet van 13 juli 1976 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake een internationaal energieprogramma, en van de Bijlage, opgemaakt te Parijs op 18 november 1974 (897/1-3)

09 Projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2006 relative à la détention des stocks obligatoires de pétrole et des produits pétroliers et à la création d'une agence pour la gestion d'une partie de ces stocks et modifiant la loi du 10 juin 1997 relative au régime général, à la détention, à la circulation et aux contrôles des produits soumis à accises et la loi du 13 juillet 1976 portant approbation de l'Accord relatif à un programme international de l'énergie, et de l'Annexe, fait à Paris le 18 novembre 1974 (897/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Le rapporteur est M. Daniel Senesael qui renvoie à son rapport écrit.

 

09.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de voorzitter, collega's, deze omzetting in Belgisch recht van de richtlijn 2018/1581 is volgens ons terecht en noodzakelijk.

 

De strategische oliereserves in ons land worden al bijna 15 jaar beheerd door APETRA, een nv van publiek recht. Deze voorraadverplichting is een internationale verplichting, opgelegd door Europa en het Internationaal Energie Agentschap.

 

Reeds in het voorjaar van 2018 trok APETRA aan de alarmbel over de berekeningsmethode van de voorraadplicht. Deze zorgt immers voor ongeoorloofde schommelingen en een onstabiele voorraadplicht, waardoor APETRA moeilijk een langetermijnstrategie kon bepalen.

 

De Europese Commissie was gelukkig bereid om de Europese richtlijn van 2009, die de lidstaten verplicht minimumvoorraden in opslag te houden, te evalueren. De Europese wetgever heeft aanvaard dat een onstabiele voorraadplicht moet worden vermeden en heeft de berekening van de voorraadplicht dan ook aangepast.

 

Vanaf het voorraadjaar 2020 wordt onder andere de drempel van 7 % afgeschaft. Hierdoor kan de meest voordelige berekening worden gevolgd. Ongelijkheden en ongerechtvaardigde schommelingen moeten inderdaad worden verholpen.

 

Het spreekt voor zich dat er ook nog andere positieve technische wijzigingen zijn. De minister heeft beklemtoond dat er geen concrete retroactieve gevolgen zijn voor België omdat de Belgische voorraad voldoende omvangrijk is.

 

Het initiële beheerscontract van APETRA met de Belgische Staat werd in 2012 verlengd tot een nieuw beheerscontract in werking zou treden. Het Rekenhof stelde in april 2019 vast dat de minister nog geen stappen ter zake had ondernomen om een nieuw contract op te stellen, omdat er op een actualisering van het Belgisch oliecrisisbeleid werd gewacht.

 

Er werden de voorbije jaren weliswaar enkele koninklijke besluiten opgemaakt en gepubliceerd, maar begin vorig jaar moesten nog twee zaken in besluiten worden vertaald. Het Rekenhof drong erop aan de verdere actualisering zo snel mogelijk af te ronden.

 

Momenteel wordt binnen de raad van bestuur van APETRA blijkbaar nog steeds aan een nieuwe versie van de beheersovereenkomst gewerkt en wordt binnen de FOD Economie nog steeds aan een actualisering van het crisisbeleid inzake aardolie gewerkt. In de loop van dit jaar zou een aanpassing van het crisisbeleid volgen.

 

Dan is er uiteraard nog de kwestie van de APETRA-bijdrage, vervat in de prijs van een aantal aardolieproducten. Wij betalen deze bijdrage allemaal aan de pomp, collega's. Deze bijdrage hangt af van de evolutie van de aardolieprijzen. Er is geen minimale bijdrage vastgelegd, waardoor de ontvangsten en het resultaat aanzienlijk verminderen als de aardolieprijzen sterk dalen.

 

APETRA nv zit in wezen blijkbaar opgezadeld met ongeveer 1 miljard euro schuld. De nv is ingedeeld bij de ondernemingen van de federale overheid. Deze schuld wordt dus bij de staatsschuld opgeteld. Naast een nieuwe beheersovereenkomst zal een regering met volheid van bevoegdheid ook met dit aspect worden geconfronteerd in de volgende maanden.

 

Vlaams Belang zal dit wetsontwerp evenwel goedkeuren.

 

La présidente: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (897/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (897/3)

 

Le projet de loi compte 9 articles.

Het wetsontwerp telt 9 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

10 Proposition de résolution demandant le déblocage de l'indexation des montants annuels destinés au Fonds Gaz et Électricité, demandant une révision tant de la hauteur que du mécanisme d'indexation de ces mêmes montants ainsi qu'une révision du mode de financement de ce Fonds (822/1-3)

10 Voorstel van resolutie om de voor het Gas- en Elektriciteitsfonds toegekende jaarlijkse financiering opnieuw aan het indexcijfer aan te passen, alsook om die bedragen te verhogen, het indexerings­mechanisme aan te passen en de financieringswijze van dat Fonds bij te sturen (822/1-3)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Thierry Warmoes, Greet Daems.

 

La commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat propose de rejeter cette proposition de résolution. (822/3)

De commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (822/3)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, l’auteur.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indiener te hebben gehoord.

 

Le rapporteur est M. Kris Verduyckt.

 

10.01  Kris Verduyckt, rapporteur: Mevrouw de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag. Wij hebben onderhavig voorstel van resolutie in de commissie besproken. Er vond ook een hoorzitting plaats. Alle informatie daarover vindt u in het verslag. Dat heeft uiteindelijk tot een verwerping van het voorstel geleid.

 

10.02  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Madame la présidente, tout a commencé avec une étude de la Plateforme de lutte contre la précarité énergétique sous les auspices de la Fondation Roi Baudouin, datant d'octobre 2019, plaidant pour une revalorisation du Fonds Gaz et Électricité. En 2017, 120 000 ménages, qui n'arrivaient plus à payer leur facture de chauffage ou d'électricité, ont pu bénéficier de ce fonds. Car l'énergie est un droit. La pauvreté ne cesse d'augmenter dans ce pays, tout comme le prix de l'électricité, et les CPAS n'ont plus les moyens d'aider suffisamment les ménages à payer leurs factures ou à acheter des appareils permettant de diminuer leur consommation d'énergie.

 

Le PTB a immédiatement pris ses responsabilités: nous avons repris les recommandations de cette étude et les avons intégrées dans cette proposition de résolution, qui a d'abord été soumise en commission. Nous avons auditionné tous les acteurs concernés: les associations de terrain, les CPAS, les acteurs du secteur énergétique. Tous étaient unanimes pour affirmer que les besoins sont criants. Tous ont dit que cette résolution reprenait les mesures qu'il fallait pour remédier à cette situation.

 

Tout le monde s'en est félicité, mais ensuite, les partis du gouvernement et la N-VA ont voté contre notre proposition, argumentant qu'elle nécessitait des moyens supplémentaires. En effet, nous avons besoin de 30 millions supplémentaires pour refinancer les CPAS afin qu'ils puissent aider ces ménages. Cependant, nous avons appris lors de ces auditions que des dizaines, voire des centaines de millions se trouvent dans des fonds dormants. Le gouvernement n'utilise pas cet argent. Ces fonds ont été créés à une certaine époque, et l'argent est là sans qu'on n'en fasse rien. Et je ne parle même pas des 172 milliards d'euros qui dorment ailleurs, bien plus loin, dans des paradis fiscaux, ce qui est aussi le résultat de votre politique gouvernementale.

 

Je trouve cette attitude particulièrement cynique de la part des partis de droite parce que la précarité énergétique existe actuellement. C'est le résultat de votre politique, de la libéralisation du secteur énergétique qui a été votée par vous tous ici. Je ne peux que constater que vous n'avez aucun cœur et aucune volonté de corriger socialement et un minimum les résultats de votre politique libérale.

 

Pourtant, lundi dernier à la RTBF, on a pu entendre le ministre du Budget qui n'est plus présent parmi nous dire: "S'il faut des moyens face à une crise, nous les dégagerons". Ne comprenez-vous pas, chers collègues des partis gouvernementaux, qu'il s'agit ici d'une crise. Ce sont des centaines de milliers de ménages qui ont du mal à se chauffer, à préparer leurs repas, à s'éclairer et à avoir un strict minimum de confort.

 

Je voudrais citer Sabine, une maman célibataire qui dit ceci: "J'ai toujours peur d'allumer mon chauffage mais je n'ai pas le choix car je ne voudrais pas que ma petite fille tombe malade. Aujourd'hui, tout est cher. Le loyer, l'électricité, tout ne fait qu'augmenter. Quand on va au CPAS pour demander de l'aide, ils sont débordés et n'ont pas le temps de nous aider correctement."

 

Des témoignages comme celui-là, nous en recevons de plus en plus. Il est urgent d'agir. Vous n'êtes pas très nombreux sur les bancs des partis gouvernementaux ni sur ceux de la N-VA pour m'entendre. Votre vote contre notre résolution ne nous a, bien entendu, pas étonnés.

 

10.03  Sander Loones (N-VA): Wij zijn inderdaad hier om te luisteren naar u, maar u was er blijkbaar niet in de commissie voor Financiën afgelopen week. De gouverneur van de Nationale Bank was daar te gast. Hij stelde er een volledig rapport voor, waar onder andere zeer letterlijk in vermeld staat dat de koopkrachtstijging van de voorbije jaren in decennia niet gezien was. Misschien kunt u dat rapport ook eens lezen.

 

10.04  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): De koopkracht kan dan gemiddeld wel stijgen, maar de armoede neemt eveneens alsmaar toe en ook dat blijkt uit de cijfers. Overigens heb ik u niet persoonlijk genoemd.

 

Et je me tourne maintenant à gauche. Nous étions effectivement étonnés de voir les partis socialistes et écologistes s'abstenir, sans quoi la résolution aurait été approuvée en commission. Franchement, je ne le comprends pas. C'est une claque pour toutes les associations qui ont travaillé à ce rapport.

 

Vous dites défendre les causes sociales. Hier encore, en commission de l'Économie, vous avez interpellé la ministre Muylle pour dénoncer, à juste titre, la hausse du tarif social pour l'électricité. Mais vous vous abstenez sur notre proposition de résolution avec, pour seul argument, le fait qu'une résolution est superflue et qu'il faut un travail législatif. Pourtant, chers amis membres des partis écologistes et socialistes, vous avez déposé des dizaines de résolutions. Chaque semaine, on discute des résolutions déposées en commission.

 

Or, comme le gouvernement est en période d'affaires courantes, il est justement important qu'on puisse voter des résolutions qui donnent un mandat à ce gouvernement en affaires courantes pour qu'il résolve les problèmes sociaux des gens. Si notre résolution avait été approuvée à temps, la ministre Marghem n'aurait pas pu geler le Fonds social, comme elle l'a fait encore en décembre dernier.

 

Chers collègues sur les bancs du PS et d'Ecolo, ceci est donc un appel pour vous ramener à la raison. Pensez d'abord aux 400 000 ménages qui sont en précarité énergétique! Il est encore temps de se ressaisir et de voter contre le rejet de cette résolution. Vous comptez dans vos rangs de nombreux mandataires locaux. Ne venez pas après vous plaindre que vos CPAS n'ont pas les moyens de répondre aux besoins sociaux des gens.

 

Ik zal het ook in het Nederlands zeggen, ter attentie van de collega's van sp.a, Groen en CD&V, aangezien u zegt ook sociaal te zijn: laat alstublieft die honderdduizenden families niet in de steek en stem tegen de verwerping van het voorstel van resolutie.

 

La présidente: Chers collègues, je vous rappelle que nous nous trouvons dans une procédure de rejet. Nous avons entendu le rapporteur et l'auteur qui a tenté de convaincre ses collègues. Il ne s'agit pas ici de refaire le débat. Les débats recommenceront si nous refusons ce rejet.

 

Monsieur Ravyts, je vous donne la parole. Puis-je vous inviter à être bref?

 

10.05  Kurt Ravyts (VB): Ik zal heel kort zijn. De heer Loones kreeg natuurlijk ook even het woord, omdat de N-VA uitdrukkelijk gesolliciteerd werd door de heer Warmoes.

 

Ik vind het stemgedrag van de progressieve partijen merkwaardig, maar ik zal mij strikt aan het Reglement houden en daarop terugkomen bij mijn stemverklaring straks. Dat kan natuurlijk wel.

 

La présidente: Monsieur Laaouej, vous demandez la parole?

 

10.06  Ahmed Laaouej (PS): Madame la présidente, notre collègue nous a interpellés.

 

10.07  Malik Ben Achour (PS): Chers collègues, j'avais aussi réservé mon expression pour la déclaration de vote, mais puisque vous nous interpellez, nous allons répondre.

 

Comprenez bien que nous n'avons aucune leçon à recevoir! Je n'ai pas besoin de rappeler à quel point la précarité énergétique est une priorité pour le Parti Socialiste. Je n'ai pas besoin de rappeler tout le travail que nous avons déjà fait avec nos collègues dans cette espèce de coalition anti-précarité énergétique, et notamment avec Mme Van der Straeten au mois de décembre. Nous sommes déjà dans le concret.

 

C'est pour cela que nous allons nous abstenir sur votre texte. C'est parce qu'il est obsolète, compte tenu du travail qu'a déjà engagé le Parlement sur ce dossier. Nous sommes déjà dans une autre phase. Nous sommes dans la réalité. Nous sommes dans le concret des mesures. Vous proposez une résolution qui, par rapport au travail déjà engagé, est en retard. C'est ce qui justifiera notre abstention.

 

Gardez, s'il vous plaît, vos leçons! Nous n'avons aucune leçon à recevoir. Encore une fois, nous sommes dans une autre phase du travail, et nous allons poursuivre dans cette voie.

 

La présidente: Monsieur Prévot, je comprends que vous avez déjà justifié votre vote. Monsieur Verduyckt, rapidement?

 

10.08  Kris Verduyckt (sp.a): Ik was van plan om ter zake een stemverklaring af te leggen, maar aangezien u onze partij vernoemt, mijnheer Warmoes, laat ik u toch het volgende opmerken. U weet dat u aan ons een goede partner hebt, als het gaat over dergelijke zaken. Toen het ging over het zorgfonds voor verplegend personeel, hebben wij getoond dat wij daarin volop meegaan.

 

In deze wetgevende Kamer is het echter onze eerste job om wetten te maken en concrete oplossingen te bieden voor de mensen. Er zijn zoveel zaken waarmee wij principieel akkoord zouden kunnen gaan. Het is heel gemakkelijk om heel veel resoluties te maken. Over de kwestie werden er bovendien al concrete, wetgevende voorstellen gemaakt.

 

De werkwijze waarbij men een resolutie maakt, waarna de problemen opgelost zouden zijn, vinden wij iets te gemakkelijk. U weet net zoals ik dat dat niet waar is. Daarom zullen wij het voorstel van resolutie niet steunen. Wij zullen ons bij de stemming onthouden.

 

Wij gaan wel volop mee in de voorstellen die door mevrouw Van der Straeten werden ingediend en die wij ondertussen mee hebben ondertekend, waarin wij concrete oplossingen voor de mensen proberen te vinden. Dat vinden wij veel belangrijker.

 

La présidente: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

 

11 Proposition de loi modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l’euthanasie, en ce qui concerne la suppression de la durée de validité de la déclaration anticipée (523/1-15)

11 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, in verband met de opheffing van de geldigheidsduur van de wilsverklaring (523/1-15)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Barbara Creemers, Séverine de Laveleye, Laurence Hennuy.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Les rapporteurs M. Rigot et Mme Tillieux renvoient à leur rapport écrit.

 

11.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Collega's, in 2002 was België een pionier inzake euthanasie. De wet die toen werd aangenomen maakte het mogelijk onder strikte wettelijke voorwaarden voor een waardige dood te kiezen.

 

In de afgelopen 18 jaar werden de praktische grenzen van die wet verschillende keren duidelijk gemaakt, door patiënten, burgers, actieve verenigingen en artsen. Zeker het wettelijk kader voor de wilsverklaring is vandaag verre van perfect en aangepast aan de noden. Wij vonden het dus noodzakelijk de wet alvast op dit punt te corrigeren en te verbeteren.

 

Tot vandaag is de wilsverklaring vijf jaar geldig vanaf het moment dat zij wordt opgesteld. Vele patiënten en artsen, en ook wij, vinden dat niet logisch. Zijn visie uitspreken over een waardige dood heeft niets met termijnen te maken. Het gaat over een overtuiging, een wens, een weloverwogen keuze. Die kan men niet in termijnen gieten.

 

Het is even onlogisch als een huwelijk beperkt maken in de tijd en bijvoorbeeld bij het jawoord te vermelden dat het maar om een verbintenis voor vijf jaar zou gaan. Als men er op zijn dertigste of zijn zevenenveertigste van overtuigd is dat men niet meer wil leven als men in een onomkeerbare coma terechtkomt, is men dat wellicht tien of vijftien jaar later ook nog. Tenzij men zich bedenkt. Dat kan natuurlijk altijd.

 

De cijfers leren ons dat in de voorbije tien jaar 382 mensen hun wilsverklaring inzake euthanasie hebben ingetrokken. Daar komen wij aan tegemoet, want men kan zijn wilsverklaring op elk moment aanpassen of weer intrekken.

 

Door geen termijn meer te plakken op de wilsverklaring maken wij van de meest logische keuze de standaardoptie.

 

Is die verandering nodig? Ja. Want de cijfers van de FOD Volksgezondheid tonen aan dat van de bijna 130.000 Belgen die in de voorbije tien jaar zo'n verklaring hebben opgesteld, van bijna 30.000 nog levende Belgen de wilsverklaring vervallen is. Alleen vorig jaar al zouden meer dan 7.000 Belgen hun wilsverklaring hebben moeten vernieuwen.

 

Een vervallen wilsverklaring betekent wel dat de dokters niet meer aan de wens van de patiënt tegemoet kunnen komen als die in een onomkeerbare coma terechtkomt. Met dat probleem willen wij komaf maken door ons wetsvoorstel.

 

Op ons oorspronkelijk wetsvoorstel over de onbeperkte geldigheidsduur van de wilsverklaring dienden collega's van Open Vld en PS nog amendementen in om aan de gewetensclausule te sleutelen. Wij hadden hierover constructieve gesprekken in een geest van open samenwerking, waarvoor dank. Ik laat het dan ook over aan de collega's uit de commissie om hun bijdrage aan ons wetsvoorstel zelf toe te lichten.

 

Een wilsverklaring geeft ons een stem over het levenseinde op het moment dat men er zelf niet meer toe in staat is. Dat staat al 18 jaar zo in de wet. Die stem mag in mijn ogen niet afhangen van de dag, de maand of het jaar waarin men in die onomkeerbare coma terechtkomt. Het heeft dus geen zin om hiervoor een administratieve verplichting op te leggen, waardoor men de wilsverklaring om de zoveel tijd moet verlengen. Zo respecteert men de wens van de patiënt over het levenseinde dat hij of zij vooraf had gepland.

 

11.02  Valerie Van Peel (N-VA): Mevrouw de voorzitter, collega's, het standpunt van de N-VA over dit onderwerp en het debat dat hier al dan niet gevoerd wordt, is geen voorafname op het bredere debat rond euthanasie, waar al langer vraag naar is. Dat is een debat waarvan ik oprecht hoop dat het met de nodige degelijkheid en maatschappelijke invloed zal kunnen plaatsvinden.

 

Ik zeg dit omdat het voorliggend wetsvoorstel daar voor de N-VA-fractie geen voorafname op is. Er bestaat geen conservatieve hoek die tegen wilsverklaringen zou zijn, ook al leek dit in de commissie wel wat in die richting geduwd te worden. De gekozen en gebruikte aanpak om dit wetsvoorstel erdoor te krijgen in de commissie is voor de N-VA-fractie geen voorbeeld van hoe het zou moeten. Hopelijk is dit de laatste keer geweest dat een ethisch debat zo'n grillig parcours moet afleggen naar de plenaire vergadering.

 

Het is een redelijk vreemd parcours geweest. Het begon eigenlijk al met de voorstellen die plots op de agenda kwamen, terwijl er in de vorige legislatuur een brede meerderheid was voor een wijziging van het systeem rond de wilsverklaringen om ervoor te zorgen dat mensen deze ook voor altijd zouden kunnen neerleggen. Kortom, de mogelijkheid om een wilsverklaring te uiten en neer te leggen en die voor eeuwig te laten gelden, bestond al. Die wet zou vandaag in werking moeten zijn. Enkel het KB van het kabinet-De Block ontbreekt.

 

Ik heb nooit goed begrepen waarom er nooit een KB werd opgesteld, waardoor mensen vandaag, gisteren of de afgelopen maanden al hadden kunnen kiezen voor een wilsverklaring die langer dan vijf jaar duurt. Ik blijf dat heel vreemd vinden. Dit is een debat dat, wat mij betreft, niet had moeten plaatsvinden.

 

Het vorig voorstel had ook nog enkele extra voordelen ten opzichte van wat vandaag voorligt. Er was namelijk veel meer keuzevrijheid voor de burger. De burger kon kiezen tussen een wilsverklaring voor vijf jaar, voor tien jaar of voor zolang als hij wilde. De overheid nam bovendien een extra taak op zich die, mijns inziens, de burger enkel maar ten goede kwam. In het vorige goedgekeurde voorstel stond namelijk dat de overheid om de tien jaar aan mensen met een wilsverklaring zou laten weten dat die bestaat en hun zou informeren over de mogelijkheden om daaraan ondertussen al dan niet wijzigingen aan te brengen.

 

Daar is een reden voor. Dat is trouwens wat de Raad van State bevestigt in het rapport over dit wetsvoorstel. Stel u voor dat men een wilsverklaring indient op 18 jaar en dit pas aan de orde komt op 98 jaar. Het is dan niet helemaal verkeerd om te denken dat sommigen zich zelfs niet zullen herinneren dat ze dit papiertje ooit hebben opgemaakt, laat staan dat een mening in tachtig levensjaren wel eens kan veranderen.

 

Goed, men is toch gestart met de discussie in de commissie. In het begin was dit het woord "debat" of "discussie" zelfs gewoon niet waard. Er werd niet gediscussieerd, er werd gewoon gedramd. Er werden amendementen voorgelegd waar niemand precies van wist waar ze precies voor stonden of welk pijltje was geschrapt en vervangen door een nieuw pijltje, en welke betekenis dit nu eigenlijk had. Ook de meerderheidspartijen van dit voorstel hadden het daar zeer moeilijk mee. Ze hebben de commissie zeer lang moeten schorsen om dan zeer snel tot de stemming te kunnen overgaan die niet met alle fracties is kunnen gebeuren omdat we gewoon niet wisten waarover er te stemmen viel.

 

Het is een normale vraag bij zo'n wetgeving om in de commissie om een advies van de Raad van State te vragen. Toch is het zover gekomen dat dit in plenaire vergadering is moeten gebeuren in plaats van in de commissie, en dit onder druk van onze partij, van cdH, van CD&V en van Vlaams Belang. Dat was maar goed ook. Zelfs de partijen die het voorstel hebben ingediend, zullen dit moeten toegeven. Uiteindelijk is er in de laatste commissie een eerlijk debat gekomen en zijn daar de nodige wijzigingen aangebracht op basis van het advies van de Raad van State. Dat waren er heel wat. Ik stel dus toch voor om in de toekomst het advies van de Raad van State al in de commissie te vragen in plaats van zo'n wetgeving er snel door te duwen. Zo is het debat verlopen.

 

Om te eindigen: wat ligt er nu vandaag voor? Er werd grotendeels tegemoetgekomen aan de Raad van State. Er is één punt waarop men het advies niet is gevolgd. Onze fractie heeft ter zake het amendement van cdH altijd gesteund en als zij dat niet opnieuw zouden indienen, denk ik dat wij het zullen doen. Ook de Raad van State vraagt om de burgers een keuzemogelijkheid te geven. Ik begrijp nog altijd niet goed wat men daar tegen kan hebben en zal dit dus opnieuw steunen. Toch moet ik toegeven dat het belangrijkste is dat er nu eindelijk een uitvoering komt van iets waarover al in de vorige legislatuur terecht werd beslist. Er was immers een probleem met wilsverklaringen en met mensen voor wie die vijf jaar te kort waren, en die er niet van op de hoogte waren gebracht dat het eigenlijk verlopen was. Daarover bestaat er geen discussie.

 

Over wat vandaag voorligt zal mijn fractie, zoals dat steeds het geval is bij ethische discussies, in alle vrijheid stemmen. Er valt echter zeker iets te zeggen voor het argument dat de wilsverklaring op elk moment zeer gemakkelijk kan worden ingetrokken of gewijzigd. Dat zal ook uit het KB moeten blijken. Op zich kan dit voldoende garanties bieden zolang de publieke opinie daar maar voldoende over geïnformeerd wordt.

 

Ik wil mijn betoog hiermee afsluiten. Wel doe ik nogmaals de oproep om de volgende ethische debatten met wat meer grondigheid en eerlijkheid te laten verlopen.

 

Wat de wilsverklaringen betreft, bestaat volgens mij absoluut de noodzaak om ervoor te zorgen dat die ook voor eeuwig gedaan kunnen worden. Mensen moeten dat zelf kunnen beslissen. Dat was onze mening in de vorige legislatuur en dat is ze vandaag nog steeds.

 

11.03  Hervé Rigot (PS): Madame la présidente, chers collègues, le 28 mai 2002, la Belgique adoptait la loi dépénalisant l'euthanasie, concrétisant ainsi la volonté d'une large majorité du Parlement et de l'opinion publique de permettre à toutes celles et ceux, face à une souffrance inapaisable, de mourir dans la dignité.

 

Cette loi de liberté, de respect de chacun et de responsabilité a rendu la parole à celles et ceux qui souffrent, et permis aux médecins de poser ce que je qualifie, à titre personnel, d'acte ultime d'humanité.

 

Dix ans plus tard, il aura fallu encore nous battre pour obtenir l'élargissement de cette législation aux mineurs.

 

Aujourd'hui, nous pouvons poser un acte législatif et civique supplémentaire. Un acte qui traduit le combat que mon groupe mène depuis de nombreuses années: supprimer la durée de validité de la déclaration anticipée d'euthanasie.

 

Mon groupe, à l'écoute des associations, des médecins et des patients eux-mêmes ne cesse de plaider pour cette suppression. Pour preuve, en avril dernier, nous avions déposé et fait adopter un amendement en ce sens, en commission de la Justice. Malheureusement, au terme de débats engagés, malgré notre détermination, cette suppression avait été assortie, à l'époque, d'une information à faire au déclarant tous les dix ans.

 

Nos collègues d'Ecolo-Groen sont revenus à la charge en proposant une modification de la loi similaire à celle que nous avions défendue à l'origine, ce dont nous tenons à les remercier. Il est donc aujourd'hui question d'une suppression pure et simple de la durée de validité de la déclaration anticipée, sans aucune autre condition. C'est un changement important. Toutefois, soyons clairs, nous n'élargissons pas les possibilités de recourir à l'euthanasie, nous portons une adaptation technique, mais essentielle.

 

Soyons clairs également sur un autre point: nous défendons fermement la liberté de choix, à chaque instant, pour chacune et chacun, de retirer librement ou de réintroduire une demande au fil de ses expériences, de ses doutes ou certitudes et de l'évolution de sa volonté.

 

Président: Patrick Dewael, président.

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

 

Soyons clairs, on ne peut plus clairs: par cette proposition de loi, nous maintenons évidemment et totalement le droit à se rétracter.

 

Chers collègues, nous soutiendrons ce texte parce qu'il traduit notre conviction profonde de la nécessaire liberté individuelle de choisir de mourir dans la dignité.  Nous le soutiendrons aussi parce qu'il permet de prendre trois mesures fortes pour plus de liberté accordée au patient. En effet, nous l'avons dit, dans le cadre de nos discussions en commission, qui furent fortes, riches, intenses et constructives, le groupe PS a souhaité aller plus loin et franchir des étapes supplémentaires en déposant trois amendements qui ont été soutenus par de nombreux collègues. Nous tenons à remercier chacune et chacun d'entre eux.

 

Notre objectif est clair: empêcher toute entrave à l'euthanasie. À ce titre, je suis fier que mon groupe ait mené le combat pour que nous inscrivions dans la loi l'interdiction des clauses collectives. Je suis fier de mettre un terme à des pratiques qui portent atteinte au droit de chaque patient de mourir dans la dignité. Encore une fois, certains rétorqueront que nous voyons des problèmes où ils n'existent pas, qu'aucune institution de soins n'interdit la pratique et que seules les clauses de conscience individuelles priment. Je leur rappellerai que la presse a mis en lumière, voici quelques semaines à peine, la pression d'hôpitaux catholiques en Flandre, qui imposent les soins palliatifs au lieu d'accéder aux demandes d'euthanasie.

 

Je rappellerai aussi le cas de cette maison de repos qui, en 2015, avait refusé d'accueillir un médecin devant pratiquer l'euthanasie d'une septuagénaire en phase terminale. La patiente a dû alors retourner à son domicile, avec toutes les conséquences dommageables qu'on peut imaginer pour elle et tous ses proches. Je ne peux m'empêcher de repenser aux propos tenus à cette époque par le primat de Belgique qui, se référant aux hôpitaux catholiques, proclamait: "Sur le plan institutionnel, nous avons aussi le droit de décider que nous n'allons pas pratiquer l'euthanasie ou l'avortement." Pour mon groupe, c'est clairement: non!

 

Si nous défendons la clause de conscience individuelle des médecins, il est donc intolérable que les institutions de soins prennent moralement position, alors qu'elles sont reconnues par les pouvoirs publics et doivent donc permettre que la législation soit appliquée, en l'occurrence: que l'accès à l'euthanasie soit garanti si les conditions sont respectées.

 

Le groupe PS a également porté deux autres avancées fondamentales qui permettent de garantir, à toute personne qui en émet le souhait auprès d'un médecin, d'accéder, dans les meilleures conditions, à l'euthanasie et de mourir dans la dignité. Oui, sans aucun doute, nous reconnaissons à chaque médecin le droit d'exercer sa clause de conscience individuelle mais, non, celle-ci ne peut pas être utilisée pour entraver l'accès d'un patient à l'euthanasie.

 

Première avancée fondamentale: la détermination d'un délai maximum de réflexion pour le médecin sollicité. Dorénavant, celui-ci disposera de sept jours pour rendre sa décision et effectuer ou non l'euthanasie.

 

Je tiens à préciser une fois encore, de la façon la plus claire possible, qu'il ne s'agit donc pas du délai pour que le médecin se prononce sur le respect des conditions pour recevoir ou non cet acte médical mais bien d'un délai maximum pour prendre sa décision d'effectuer ou non cet acte dans le cadre de sa liberté thérapeutique et de sa liberté de conscience.

 

Deuxième avancée fondamentale: l'obligation d'orienter le patient en cas de refus.

 

Le médecin a désormais cette obligation de transmettre les coordonnées d'un centre, d'une association spécialisée dans le droit à l'euthanasie (l'Association pour le droit de mourir dans la dignité, par exemple) afin que le patient ou la personne de confiance puisse être guidée dans les démarches à effectuer dans le cadre de cette demande.

 

Chers membres de la Chambre des représentants, il ne m'appartient pas de vous convaincre sur cette question éthique qui fait appel – je n'en doute pas – à vos valeurs personnelles les plus profondes. Il m'appartient de vous rappeler qu'il s'agit de la dignité de chacun qui fera appel à votre vote en votre âme et conscience.

 

Pour conclure, je laisse à votre réflexion cette citation de Gilbert Hottois: "Traite autrui non pas comme tu souhaites être traité mais comme lui souhaite être traité."

 

11.04  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, als de kat van huis is, dansen de muizen. Het debat over euthanasie of ten minste de veeleer bedenkelijke vertoning in de commissie voor Gezondheid is daarvan een goed voorbeeld.

 

We zitten met een regering in lopende zaken. Aan de linkerzijde van het halfrond profiteert men daarvan om het ethisch opgestoken vingertje "wij weten wat goed voor u is" nog eens extra hoog in de lucht te steken, ook al lijken ethiek en moraliteit daar soms toch een beetje zoek. In het debat over abortus leidde dat zelfs tot de vergelijking van een ongeboren kind van 18 weken met, jawel, een knieschijf. Begrijpe wie begrijpe kan. Ook het debat over euthanasie leed onder de ethische profileringsdrang.

 

Collega's, ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat het voorstel in zijn originele vorm snel, snel bij elkaar werd gepend in de hoop toch maar iets op ethisch vlak te kunnen indienen. Het bewijs daarvan wordt geleverd door het feit dat in de commissie zowat elke vraag in eerste lezing – de collega's zullen daarvan getuigen – leidde tot schorsingen van vijf minuten, tien minuten, een kwartier, soms zelfs meer dan een half uur, en dat alleen omdat de indieners niet meer konden uitleggen wat er precies in hun wetsvoorstel stond.

 

Het aantal reparaties, subamendementen, amendementen en misschien vooral ook de manier waarop die werden ingediend, kan toch niemand hebben overtuigd van het feit dat het originele wetsvoorstel een prima juridisch werkstuk was. Het deed mij onvrijwillig een beetje denken aan een aflevering van Help, mijn man is een klusser.

 

Een batterij adviezen later, adviezen die grotendeels in amendementen werden omgezet, staan wij hier nu met dat wetsvoorstel. Een eerste vraag die wij moeten stellen, collega's – mevrouw Van Peel stelde ze ook al – is of het wetsvoorstel er eigenlijk moet zijn. Als we heel eerlijk zijn, is het antwoord daarop misschien wel neen.

 

Meer dan een jaar geleden toen ik en heel wat andere collega's nog niet verkozen waren, lag hier een gelijkaardig wetsvoorstel waarbij niet de wet, maar de burger zelf kon bepalen hoelang zijn wilsverklaring geldig zou zijn.

 

De burger kon dus als individu beslissen over de geldigheidsduur, terwijl in onderhavig voorstel Vadertje Staat dat voor de burger zal doen. De keuze van het individu wordt hier duidelijk beknot.

 

Hoe ze dat bij de collega's van Open Vld rijmen met het liberalisme, is mij een vraagteken. Neen, mijnheer De Caluwé, ik zal u geen lessen over het liberalisme geven.

 

Begin december dacht ik nog dat alles te maken had met het gaaf houden van de kansen van mevrouw Rutten op het premierschap.

 

Ondertussen heb ik echter door dat die kansen en ambitie geëuthanaseerd zijn, met als oorzaak een voltooid politiek leven.

 

Onze goede collega Fonck diende een amendement in, waardoor de burger zelf opnieuw de keuze zou kunnen maken tussen een wilsverklaring met bepaalde duur of een wilsverklaring met onbepaalde duur. Dat amendement haalde het niet, ondanks de ongetwijfeld geapprecieerde steun van het Vlaams Belang. Collega's, dat amendement haalde het niet, terwijl er heel eenvoudig in gestipuleerd stond dat de wilsverklaring standaard van onbepaalde duur zou zijn, tenzij de patiënt of de burger dat niet wil en dat expliciet anders bepaalt. Dat klinkt logisch, zeker als men weet dat wij tijdens het debat in de commissie voor Gezondheid om de vijf minuten om de oren werden geslagen met de opmerking dat men de wil van de patiënt, van de burger, moet respecteren.

 

Collega's, die logica lijkt aan ons huis hier niet besteed, want een van de argumenten om het amendement weg te stemmen – zet u even goed neer, ik wil dat u allemaal gaat zitten, zodat u niet van uw stoel valt –, was dat door de uitbreiding van het aantal keuzemogelijkheden de keuzevrijheid zou worden ingeperkt. Ik moet eerlijk toegeven dat ik dat niet goed snap. Mijn verstand is daarvoor te klein.

 

Tot vandaag heb ik nog altijd geen antwoord gekregen op de vraag hoe het komt dat men door iemand te laten kiezen tussen een wilsverklaring van onbeperkte duur of een wilsverklaring van beperkte duur, en dus de keuze uit te breiden, de keuzevrijheid zou inperken. Ik heb die vraag meermaals gesteld in de commissie, maar ik wacht nog steeds op een antwoord.

 

Een ander argument om het amendement van mevrouw Fonck weg te stemmen, was dat de keuzemogelijkheid tussen een wilsverklaring van beperkte duur en een wilsverklaring van onbeperkte duur ervoor zou zorgen – ik hoop dat u nog altijd neerzit – dat de mensen op voorhand zouden moeten nadenken. Ik heb mijn fractievoorzitter beloofd dat ik niet te cynisch zou worden, maar stel u voor dat de mensen moeten nadenken, dat zij zelf moeten nadenken over hun leven en dood. Waar zou de wereld naartoe gaan, als wij dat niet meer mogen beslissen voor de mensen? Mijn verstand is daar letterlijk te beperkt voor.

 

Mijnheer de voorzitter, collega's, ook de niet-geregistreerde wilsverklaringen maken het onderwerp uit van het wetsvoorstel. Men haalde aan dat het moeilijk is, zo niet bijna onmogelijk, om mensen met een niet-geregistreerde wilsverklaring te contacteren. Dat klopt, collega De Caluwé, daar is geen speld tussen te krijgen. U hebt in dat kader trouwens ook aangehaald dat het zeer moeilijk was om bejaarden naar het gemeentehuis te halen om hun wilsverklaring te laten registreren.

 

Ik durf dat te betwijfelen, maar dat was mijn punt niet en dat heb ik ook in de commissie gezegd. Ik vraag mij af of met dergelijke argumenten het wetsvoorstel wel de juiste weg is. Ware het niet logischer geweest, als u het probleem wou verhelpen, om bijvoorbeeld de manier van registratie te vereenvoudigen? Ware het bijvoorbeeld niet logischer geweest om de registratie mogelijk te maken via de huisarts, de notaris, de apotheker en welke officiële functies u nog kunt opsommen? Was dat geen piste geweest die het onderzoeken waard was geweest? Ik stel mij die vraag en betreur dat wij dat niet hebben onderzocht.

 

Collega's, ik besef – dit is een bedenking, u hoeft mij dus niet te onderbreken – dat het al ergens anders in de wetgeving is bepaald, maar waarmee ik persoonlijk een probleem heb, is het feit dat de zorginstellingen worden verplicht om mee in het verhaal te stappen. Zorginstellingen worden dikwijls vanuit een bepaald wereldbeeld, een bepaalde ideologie, een bepaalde ethiek opgericht, maar het voorliggend voorstel houdt daarmee op geen enkele manier rekening, integendeel. Waarom moeten wij te allen prijze euthanasie opdringen aan een zorginstelling die vanuit een welbepaalde levensbeschouwing is opgericht? Waarom moeten wij die zorginstelling de toepassing van euthanasie opleggen, wanneer zij dat om levensbeschouwelijke redenen helemaal niet ziet zitten?

 

Zolang het aan de patiënt duidelijk wordt gemaakt, heb ik moeite met het feit dat wij dat willen opleggen. De patiënt heeft rechten, maar heeft een groep zorgverleners – een zorginstelling is tenslotte een groep zorgverleners – geen rechten? Hebben zij geen recht op vereniging, heeft die vereniging geen rechten? Dat is een vraag die ik mij in het diepste van mijn gedachten stel en waarvan ik hoop dat u ze zich allemaal stelt.

 

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, het Vlaams Belang beoordeelt elk voorstel op zijn inhoud. Ondanks het feit dat wij een aantal pijnpunten hebben aangehaald in verband met het voorstel en dat wij kritiek hadden op de tekst, zijn wij toch niet tegen een wilsverklaring van onbepaalde duur.

 

Het Vlaams Belang is immers voor de keuzevrijheid van de patiënt, in de breedst mogelijke zin. Wij willen de wil van de burger, van de patiënt, ten volle respecteren, en niet alleen in deze of gene richting. Het Vlaams Belang is voor de volledige keuzevrijheid. Het is net omdat de keuzevrijheid in het voorstel niet ten volle tot haar recht komt, dat het Vlaams Belang zijn steun aan het wetsvoorstel niet ten volle kan verlenen. Daarom zal het Vlaams Belang zich straks bij de stemming onthouden.

 

11.05  Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, chers collègues, je rappelle tout d'abord la position du groupe MR concernant les questions d'éthique comme l'euthanasie: chacun est libre de se positionner selon ses convictions. À titre personnel, je tiens à dire que la proposition de loi présentée est équilibrée et atteint son objectif principal, à savoir simplifier la procédure sous différents aspects.

 

La loi du 28 mai 2002 prévoit que la déclaration anticipée d'euthanasie ne vaut que si elle a été établie ou confirmée moins de cinq ans avant le début de l'impossibilité de manifester sa volonté. Cette proposition de loi supprime cette durée de validité quinquennale car elle constitue une contrainte administrative inutile. En effet, toute personne reste bien évidemment libre, dès qu'elle le souhaite, de retirer ou de modifier sa déclaration anticipée d'euthanasie.

 

Je souhaite également souligner que la liberté de conscience du médecin reste un principe fondamental dans cette proposition, comme elle l'est déjà dans la loi de 2002. L'article 14 de la loi prévoit notamment qu'aucun médecin n'est tenu de pratiquer une euthanasie et aucune autre personne n'est tenue de participer à une euthanasie. En pratique, le médecin conserve donc toujours la faculté de refuser une euthanasie. Ce refus peut être justifié soit par une raison médicale soit par l'exercice de sa propre liberté de conscience dans l'hypothèse où l'euthanasie serait contraire aux convictions du médecin. À cet égard, il fallait garantir l'exercice de la liberté de conscience du médecin afin d'éviter que ce dernier soit l'objet de pressions extérieures. C'est la raison pour laquelle la proposition de loi débattue aujourd'hui apporte notamment la modification suivante: aucune clause écrite ou non écrite ne peut empêcher un médecin de pratiquer une euthanasie dans les conditions légales. De la sorte, le refus du médecin de pratiquer une euthanasie peut s'exercer en toute liberté.

 

Notre volonté est en effet de faire primer l'intérêt et le droit supérieurs du patient à l'autodétermination. Ces deniers ne peuvent être limités par le choix des établissements de soins. En d'autres termes, le droit d'autodétermination et d'euthanasie, pour autant que les conditions légales soient remplies, doivent pouvoir se faire dans les conditions les plus raisonnables pour le patient et doivent primer.

 

Je ne reviendrai pas en détail sur tous les autres aspects de ce texte mais il est important de souligner que nous avons été très attentifs à l'avis rendu par le Conseil d'État. Nous avons par conséquent veillé à apporter au texte les modifications nécessaires. Je citerai à ce niveau quelques exemples de modifications réalisées dans le cadre de nos travaux.

 

Lorsqu'un médecin refuse de pratiquer une euthanasie pour une raison médicale, nous avons prévu que ce médecin soit tenu d'en informer le patient en temps utile, à savoir au plus vite, et qu'il doive consigner cette raison dans le dossier médical du patient.

 

Il est également prévu que le médecin qui refuse de pratiquer une euthanasie soit soumis à une obligation de transmettre les coordonnées d'un centre ou d'une association spécialisés dans le droit à l'euthanasie, et cela sans porter atteinte à sa liberté de conscience. Nous avons prévu cela pour que le patient ou la personne de confiance puissent être guidés dans les démarches à effectuer dans le cadre de la demande d'euthanasie. Ces centres et associations existent tant en Région flamande qu'en Fédération Wallonie-Bruxelles.

 

Voici, chers collègues, les quelques éléments sur lesquels il me semblait important de revenir.

 

11.06  Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik wil even duidelijk stellen dat ook wij niet tegen een wilsverklaring van onbeperkte duur zijn. Wij zijn ook niet tegen euthanasie die in zorgvuldige omstandigheden wordt uitgevoerd. Dat is nu meteen duidelijk, want dikwijls worden wij geframed, alsof wij er wel tegen zijn.

 

Ik betreur reeds enkele maanden dat er op het vlak van ethische thema's geen volwassen debat wordt gevoerd. Er komt geen antwoord op onze argumenten, op de zaken die wij aanhalen, omdat dit niet past in de framing van progressief versus conservatief, die nu ook wordt voorgesteld door de indieners. Ik voel mij daarin niet thuis. Ik had graag gehad dat wij in dit debat, waar het toch over technische zaken gaat, in overleg hadden kunnen gaan. Dat is niet gebeurd na het advies van de Raad van State, want toen zijn alleen de indieners samen gaan zitten. Het is echter heel duidelijk dat wij ook bepaalde tegemoetkomingen hadden kunnen doen en dat wij dit in een volwassen debat hadden kunnen doen.

 

Wij blijven vandaag zitten in die framing van progressief versus conservatief, terwijl wij goed beseffen dat er een draagvlak is voor euthanasie en dat die mogelijkheid absoluut moet bestaan. Wij dienen daarmee niet de burger, niet de wetgeving en niet de patiënt die zich in moeilijke omstandigheden bevindt.

 

Daarom waren wij vorig jaar nog voorstander van die wilsverklaring inzake euthanasie, die jammer genoeg niet in werking is getreden en die eigenlijk toeliet aan de burgers om zelf te kiezen. Wat is er nu zo moeilijk aan om burgers echt te laten kiezen, om te bekijken wat echt overeenstemt met hun actuele wil? Dat is immers van belang. Dat is ook wat de Raad van State zegt. Hoe verder die wilsverklaring van de uitvoering af ligt, hoe onzekerder men is over de actuele wil van de burger. De wet die vorig jaar werd goedgekeurd, stemde volledig overeen met wat de burger echt zou kunnen willen. Daar kan toch niemand tegen zijn? Het gaf naar mijn aanvoelen ook heel weinig vertrouwen aan minister De Block, die het koninklijk besluit moest uitvoeren en daarin de verschillende mogelijkheden kon opnemen, van bepaalde termijnen tot onbepaalde duur.

 

Het wetsvoorstel dat vandaag voorligt, heeft een hele weg afgelegd. Wij hadden een aantal principiële en een aantal juridisch-technische bezwaren. De vergadering in tweede lezing verliep bijzonder chaotisch. Er is daar reeds een paar keer naar verwezen. Het was een echte kleuterklas, waarvoor wij ons moeten schamen. Onze bedoeling was een correcte wetgeving te maken.

 

Hadden wij hier niet om een advies van de Raad van State gevraagd, dan hadden wij een slechte wetgeving gehad. Dat hebben jullie uiteindelijk ook toegegeven, door talrijke amendementen in te dienen. Het advies was bijzonder kritisch. Het voorstel leek namelijk op een holderdebolderwetgeving. Het was nuttig geweest ook met ons te overleggen.

 

De paars-groene partijen hebben uiteraard net als wij het advies bestudeerd. Zij hebben een reeks amendementen ingediend, die hen op bepaalde punten goed uitkwamen. Wij hebben ook een aantal amendementen ingediend, die volledig overeenstemden met het advies van de Raad van State. De paars-groene partijen vonden het echter niet de moeite ons daarin te volgen.

 

Daarom zullen wij die amendementen, die door mevrouw Fonck zijn ingediend, opnieuw steunen. Wij zullen ook zelf nog twee amendementen indienen. Indien ze niet worden aanvaard, zullen wij ons principieel onthouden. Wij willen immers een correcte wetgeving.

 

Ten eerste, waar hebben wij moeite mee?

 

De Raad van State acht het belangrijk dat elke burger keuzevrijheid heeft. Dat is hier door de vorige sprekers van de N-VA en het Vlaams Belang al genoeg benadrukt. De burgers moeten zelf kunnen bepalen hoelang hun wilsverklaring geldig is. Dat is een belangrijk principe.

 

Er worden wel argumenten aangehaald, zoals de vraag wat er gebeurt als een patiënt niet meer in staat is zijn wilsverklaring nog te wijzigen. Die redenering kan gemakkelijk worden omgedraaid. De wilsverklaring kan net zo goed niet worden ingetrokken, als men daartoe niet meer in staat is.

 

Dat argument klopt dus totaal niet. Laat het aan de burger en neem het voorzichtigheidsprincipe in acht. Laat de burgers zelf kiezen hoelang hun wilsverklaring geldig is en geef hen de mogelijkheid ter zake zelf de verantwoordelijkheid te nemen.

 

De paars-groene partijen gaan ervan uit dat niemand voor een verklaring van bepaalde duur zal kiezen en dat iedereen met een onbepaalde duur akkoord zal gaan. Ik durf van die stelling niet uit te gaan. Op die manier ontstaat volgens de Raad van State echter een discriminatie tussen een persoon die een verklaring van onbepaalde duur en een persoon die een verklaring van bepaalde duur wil afleggen. Dat willen wij absoluut vermijden.

 

Wij willen niemand een keuze opleggen. Iedere burger is gelijk en moet vrij kunnen kiezen. Dat is onze mening in het huidig debat, maar ook in andere debatten. Dat geldt zeker voor euthanasie. Ik steun daarom uiteraard het amendement dat wij in de commissie samen hebben ingediend. Ook vandaag zal onze fractie het steunen, teneinde de vrije keuze toe te laten.

 

Ten tweede, de Raad van State heeft duidelijke richtlijnen gegeven over de doorverwijsplicht, wanneer een arts weigert op basis van zijn gewetensgronden.

 

De Raad van State stelde dat, indien de wetgever een regeling wil uitwerken voor het geval dat de patiënt of de vertrouwenspersoon zelf geen arts wil of kan aanduiden, zou kunnen worden voorzien in een verplichting voor de arts om een algemene informatiebrochure mee te geven met een overzicht van de verschillende levenseindebeslissingen of om te verwijzen naar een bron waar de patiënt de nodige informatie kan vinden. Wij vinden dat ook enorm belangrijk en hadden dit graag in de wet zien staan. Dat is niet gebeurd.

 

Men verplicht de arts eigenlijk om enkel door te verwijzen naar centra gespecialiseerd in euthanasie, terwijl de Raad van State zegt dat die keuze aan de patiënt moet worden gelaten. Die patiënt is immers zelf wel in staat om te kiezen naar welk centrum hij wil trekken. Als men dat vandaag in de wet zet, als men maar één keuze geeft waarnaar de arts moet doorverwijzen, dan dwingt men de arts eigenlijk om mee te werken aan euthanasie, wat bij wet verboden is. Dat doet afbreuk aan de gewetensvrijheid, die toch in artikel 9 van het EVRM staat. Dit artikel zegt duidelijk dat iedere arts op basis van zijn geweten mag handelen.

 

Het amendement dat de paars-groene partijen op 18 februari nog hebben ingediend en dat werd goedgekeurd in de commissie, gaat volledig in tegen het advies van de Raad van State. Ik wil even benadrukken dat er in het wetsvoorstel staat dat de arts bij elke weigering om euthanasie toe te passen, of dat nu op gewetens- of medische gronden is, aan de patiënt de coördinaten moet doorgeven van een centrum of instelling gespecialiseerd in euthanasierecht, bijvoorbeeld LEIF.

 

Dit betekent in de praktijk dat, wanneer een arts van oordeel is dat aan de voorwaarden voor euthanasie, bij psychisch lijden bijvoorbeeld, niet is voldaan of dat het gaat om een voltooid leven en hij dus weigert op basis van medische gronden, hij ook de coördinaten van LEIF zal moeten doorgeven, terwijl hij er heilig van overtuigd is dat de euthanasie niet overeenstemt met de wetgeving. Op die manier behandelt men de arts eigenlijk als iemand die moet meewerken aan euthanasie. Hij moet patiënten doorsturen naar een centrum dat hier niet neutraal over nadenkt. Dat is nog verregaander dan de tekst die naar de Raad van State is gestuurd en daarom zijn wij het daar absoluut niet mee eens.

 

Tot slot mag de arts die gewetensbezwaren heeft, nooit worden verplicht om euthanasie te faciliteren. Daarvan zegt de Raad van State duidelijk dat dit in strijd zou zijn met de gewetensvrijheid van de arts. Een doorverwijzing naar LEIF is echt niet neutraal en gaat veel te ver. Daarom dienen wij de amendementen die wij reeds in de commissie hadden ingediend, weer in om hieraan tegemoet te komen.

 

Collega's, ik hoop oprecht dat men hier naar de inhoud kijkt en niet alleen rekening houdt met de emoties. We moeten patiënten en artsen een duidelijk, evenwichtig en rechtszeker kader aanreiken, zodat iedereen de vrijheid heeft om in eer en geweten keuzes te maken voor levenseindezorg.

 

Tot slot wil ik nog eens heel duidelijk herhalen dat mijn partij niet tegen euthanasie is. Wij vinden echter wel dat dit in zorgvuldige omstandigheden moet gebeuren. Wij zijn tevens voor de mogelijkheid van wilsverklaringen met een onbeperkte geldigheidsduur, naast die met een beperkte geldigheidsduur. We hebben dat aan het einde van de vorige legislatuur dan ook goedgekeurd.

 

De tekst die nu voorligt is echter minder evenwichtig en juridisch niet volledig correct. Bij wetgeving die zo delicaat en cruciaal is, waarbij het gaat over leven en dood, doet men niet aan cherrypicking. Men moet ervoor zorgen dat het volledig klopt en dat ieders keuze- en gewetensvrijheid gerespecteerd wordt. Als onze amendementen niet worden aangenomen, zullen wij ons dan ook onthouden bij de stemming.

 

11.07  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Chers collègues, en ce qui concerne la proposition de loi qui nous est soumise aujourd'hui, je ne m'étendrai pas longuement, comme mes collègues l'ont fait, sur les amendements qui ont été introduits ni sur les travaux menés en commission. En effet, je pense qu'ils ont été bien menés et ont permis que la proposition de loi qui, au départ, lors de son dépôt, comportait uniquement le fait que la durée de validité des déclarations anticipées devenait indéterminée, a ajouté deux éléments intéressants, à savoir l'obligation de renvoi d'un patient qui demande l'euthanasie si le médecin refuse de la pratiquer et l'interdiction d'une clause institutionnelle visant à empêcher la pratique de l'euthanasie. Au contraire de ce qui a été dit ici aujourd'hui, je pense que les travaux en commission ont réellement enrichi ce changement de la loi.

 

En tant que médecin généraliste, il m'arrive souvent de parler de la fin de vie avec mes patients. Cela arrive souvent très tard quand on est déjà confronté à un mauvais diagnostic. On change de paradigme avec le patient et on entre alors dans une phase où, avec lui, on va examiner de manière minutieuse ses volontés. Nous prenons ensemble les décisions pour qu'il puisse disposer de la fin de vie qui soit la plus proche possible de ses volontés.

 

Parfois, nous n'avons pas ce temps. Parfois, cela arrive soudainement et nous n'avons plus l'occasion de demander au patient ses volontés. C'est là justement que la déclaration anticipée d'euthanasie a tout son sens. Il est alors possible de pratiquer effectivement une euthanasie, pour autant que le patient soit atteint d'une affection accidentelle ou pathologique grave et incurable, pour autant qu'il soit inconscient et que sa situation soit irréversible, selon l'état actuel de la science.

 

Cela permet d'éviter des drames comme le cas très médiatisé de Vincent Lambert en France où la famille et des proches se sont acharnés sur les volontés du patient. Cette déclaration peut aussi apaiser. Savoir que l'on respectera votre volonté si jamais il vous arrive de tomber inconscient est, pour beaucoup de gens, important. Cette déclaration est d'ailleurs encore assez méconnue.

 

Aujourd'hui, cette déclaration, sur laquelle doivent figurer deux témoins, doit être renouvelée tous les cinq ans. Il s'agit d'une démarche assez lourde, par exemple pour des personnes âgées. En 2018, 30 000 déclarations sont venues à échéance. La volonté de toutes ces personnes aurait-elle changé? Bien sûr que non. Il s'agit souvent de personnes âgées, à mobilité réduite, à qui cette démarche semble lourde.

 

We hebben enkele maanden geleden allemaal het overlijden van de Vlaamse rolstoelatlete Marieke "Wielemie" Vervoort vernomen. Ze leed aan progressieve tetraplegie en koos eind oktober 2019 voor euthanasie. Haar wilsverklaring die ze in 2008 had opgemaakt, moest ze tot twee keer toe vernieuwen. Die wilsverklaring en het idee dat haar wil werd gerespecteerd gaven haar de moed, de kracht en de gemoedsrust om nog vele jaren verder te gaan. Vandaag zal die wilsverklaring onbepaald geldig zijn. De wilsverklaring intrekken of aanpassen kan ook op elk ogenblik. Laten we de zaken dan ook niet nodeloos complex maken. De wilsverklaring intrekken of aanpassen blijft heel gemakkelijk en kan op elk moment. Dat is een enorme geruststelling bij de wens van patiënten voor een waardig levenseinde.

 

De tweede verandering aan de wet is ook belangrijk. Die bepaalt dat een zorginstelling geen enkele arts kan verhinderen om een euthanasieaanvraag toe te passen, natuurlijk met inachtneming van de wettelijke voorwaarden. Dit is zeer belangrijk. Het gaat hier over patiënten die ongeneeslijk ziek zijn en wier ziektetoestand onomkeerbaar is. Op een bepaald moment kunnen die mensen in het ziekenhuis terechtkomen. Vaak is dit niet het ziekenhuis van eigen keuze, maar het dichtstbijzijnde, waar familie en vrienden kunnen langskomen. Het is dan ook zeer belangrijk dat de wil van de patiënt wordt gerespecteerd, ongeacht de zorginstelling waar de patiënt terechtkomt, zeker wanneer we horen dat bepaalde ziekenhuizen hun patiënten verplichten om een palliatief zorgtraject te volgen wanneer ze om euthanasie vragen. Het kan niet dat mensen die lijden en een waardig levenseinde wensen, tegen hun wil langer moeten vechten. Het niet-naleven van deze wilsbeschikking is een zware aantasting van de rechten van de patiënt.

 

Ziekenhuizen hebben inderdaad het recht om een eigen ethisch medisch beleid uit te stippelen, maar het kan niet dat mensen tegen hun wil te maken krijgen met bijvoorbeeld een palliatieve filter, of dat artsen wordt belet een euthanasieverzoek uit te voeren indien ze dat zouden willen doen. Het advies van de Raad van State was dan ook zeer duidelijk: er moet worden gekeken naar het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt en de handelingsvrijheid van de arts.

 

Pour que chacun puisse disposer d'une fin de vie au plus proche de son choix, nous avons encore du chemin à faire en Belgique, même si nous sommes sur la bonne voie. Nous devons davantage faire connaître la possibilité de la déclaration anticipée au sein de la population. Nous devons investir davantage dans la formation du personnel médical, dans les services de soins palliatifs et avancer vers un cadre législatif qui permette au patient d'accéder à la fin de vie telle qu'il l'a choisie, dans le respect de son autonomie. En rendant la validité de la déclaration illimitée, en instaurant le respect de toutes les institutions de la loi sur l'euthanasie, nous faisons un pas vers le respect du droit du patient et d'une fin de vie digne.

 

11.08  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ook uit mijn naam dank aan de partijen die hebben meegewerkt aan het tot stand komen van dit voorstel. Het is een voorstel waarmee wij tegemoetkomen aan een reële vraag van de mensen. Euthanasie is een thema dat niemand onberoerd laat. Dat is ook gebleken tijdens de debatten in de commissie.

 

Zoals daarnet al aangekaart is, was in 2002 ons land na Nederland het tweede land ter wereld waar euthanasie wettelijk geregeld werd. Wij zijn intussen 18 jaar verder. Wij vinden het dus nodig er hier een grondig debat over te voeren.

 

Een eerste stap is het voorstel dat vandaag voorligt en waarmee wij onder andere de beperkte geldigheidsduur van de wilsverklaring afschaffen. Dat was trouwens een concrete vraag van de evaluatiecommissie Euthanasie, die elke twee jaar een verslag maakt en die ook elke twee jaar vraagt de wilsverklaring voor onbepaalde duur geldig te maken.

 

De geldigheidsduur van maximaal vijf jaar zorgde in het verleden soms voor schrijnende toestanden. Een arts kon geen euthanasie toepassen omdat de wilsverklaring vervallen was.

 

Het Parlement heeft vorige zomer al een aanpassing goedgekeurd, via de wet houdende diverse bepalingen van 5 mei. Daarmee konden mensen met een geregistreerde wilsverklaring zelf de geldigheidsduur bepalen, of zij konden kiezen voor een wilsverklaring van onbepaalde duur. Drie maanden voor de vervaldatum of minstens elke tien jaar moesten de patiënten volgens die wet een herinnering krijgen.

 

Heel wat mensen kiezen echter voor een niet-geregistreerde wilsverklaring, om allerlei redenen.

 

Wie zijn wij, mevrouw Van Peel, om mensen te verplichten hun wilsverklaring bij het gemeentebestuur te doen registeren?

 

Mijnheer Creyelman, u hebt het voorstel gedaan de registratie eenvoudiger te maken door ze bijvoorbeeld bij de huisarts toe te laten. Dat is eigenlijk wat een niet-geregistreerde wilsverklaring inhoudt. Die wordt bepaald bij de huisarts en die wordt daar bewaard, eventueel met een kopie in het woonzorgcentrum. Het probleem was dat dit niet voor onbepaalde duur kon.

 

Elke zogenaamde negatieve wilsverklaring, waarmee men bijvoorbeeld een medische behandeling als sondevoeding kan weigeren, kan vandaag wel al van onbepaalde duur zijn. Eerlijk gezegd, dat dit voor een dergelijke wilsbeschikking wel mogelijk is, en voor andere niet, krijg ik aan de mensen niet uitgelegd.

 

Met dit voorstel wordt deze anomalie weggewerkt. Daarom is dit voorstel een verbetering, ook tegenover de wet die vorig jaar is goedgekeurd.

 

In de wet van 5 mei waren bovendien geen overgangsmaatregelen of overgangsbepalingen vastgelegd. Daarin is in het nieuwe voorstel wel voorzien. Wilsverklaringen van vóór het in werking treden van de wet vallen onder de oude regeling. Vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet is elke nieuwe wilsverklaring of elke hernieuwing automatisch van onbepaalde duur. Ook patiënten, artsen en andere verenigingen zijn vragende partij en steunen dit voorstel.

 

Uiteraard vraag ik ook aan de minister om alle middelen te willen gebruiken om te communiceren over deze aanpassingen, zodat dat voor iedereen heel duidelijk is. In de commissie haalden sommigen aan dat de wet van 5 mei voorzag in een tienjaarlijkse herinneringsplicht. Zij vragen zich af wat daar verkeerd aan kan zijn. In de praktijk worden mensen vandaag ook al geregeld aan hun wilsverklaring herinnerd, door bijvoorbeeld de huisarts. Huisartsen bespreken de wilsverklaring geregeld met hun patiënten. In sommige gevallen is een tienjaarlijkse herinnering te kort, in andere gevallen zal dit te lang zijn. Laten we dus vertrouwen op de experts die patiënten begeleiden en op de patiënten zelf, die echt wel weten hoe ze met dit gevoelig thema moeten omgaan.

 

Met dit nieuwe voorstel krijgen de mensen met een niet-geregistreerde wilsverklaring dezelfde zekerheid als mensen met een geregistreerde wilsverklaring. Mensen denken ook heel grondig na over een belangrijke beslissing zoals zijn of haar levenseinde.

 

Voor de Open Vld-fractie staat de vrije keuze van de patiënt centraal. Iedereen moet zelf bepalen wat voor hem of haar een menswaardig levenseinde is. Een wilsverklaring voor onbepaalde duur zorgt voor duidelijkheid. Er kan niet vergeten worden om ze te verlengen. Wie tijdens een bepaalde fase in zijn leven van mening verandert, kan die wilsverklaring te allen tijde op een heel eenvoudige manier aanpassen of intrekken. Ik ben 45 jaar en vandaag is mijn standpunt dat ik in bepaalde situaties euthanasie zou wensen. Maar ik weet niet of ik daar elk jaar of elke vijf jaar opnieuw aan wil denken. Misschien wil ik er nooit meer over nadenken. Ik vind het dus maar logisch dat dit van onbepaalde duur wordt en dat ikzelf op een bepaald moment erover kan nadenken of ik mijn wilsverklaring wil veranderen.

 

De Raad van State bevestigt eigenlijk dat op die manier de keuzevrijheid gegarandeerd wordt. Ze schrijven letterlijk dat de aanpassing heel eenvoudig mogelijk is.

 

Wat ik wel vreemd vind aan het advies is dat men zegt dat er nu mogelijk een discriminatie kan bestaan tussen mensen die een wilsverklaring van bepaalde duur willen en mensen die er een van onbepaalde duur willen. Die opmerking hebben zij vroeger niet gemaakt, toen onbepaalde duur niet eens mogelijk was. Toen bestond die discriminatie blijkbaar niet.

 

Ook de vrije keuze van de arts is voor ons belangrijk. Een arts kan nooit verplicht worden om euthanasie uit te voeren. Wat vandaag in de praktijk wel gebeurt, is dat artsen lang wachten om hun weigering aan de patiënt bekend te maken. Op die manier laten ze die in het ongewisse. Met het voorliggend voorstel lossen we dit op, want een arts moet nu binnen een redelijke termijn zijn beslissing aan de patiënt kenbaar maken en het dossier overmaken.

 

Wij vinden het nog belangrijker dat nu ook duidelijk wordt bepaald dat instellingen niet met een zogenaamde gewetensclausule kunnen aankomen. Er is een amendement ingediend dat ziekenhuizen of andere instellingen zou toelaten om hun dokters en artsen te verbieden om euthanasie toe te passen. Voor ons is het heel duidelijk dat dit niet kan. Zij worden gefinancierd door de overheid en moeten zich aan de wetgeving houden. Zij kunnen hun artsen dus niet verbieden om euthanasie toe te passen, net zoals zij hen ook niet kunnen verplichten om dat wel te doen, voor alle duidelijkheid. Het spreekt dus voor zich dat wij het genoemde amendement niet zullen steunen.

 

Collega's, ik hoop op brede steun voor dit voorstel.

 

11.09  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, volgende maand wordt mijn vader 88. Hij is nog steeds alive-and-kicking, wat ons uiteraard heel gelukkig maakt.

 

Juist die levendigheid en zijn plezier in het leven maken dat hij, als het einde nadert, zelf aan het stuur wil blijven zitten. "Mijn hele leven heb ik zelf beslissingen genomen", zegt hij. "Als ik ongeneeslijk ziek word en lijd, dan wil ik ook zelf kunnen beslissen", zegt hij. Hij heeft dus een wilsverklaring opgesteld, netjes geregistreerd met getuigen, alles erop en eraan. U kunt zich niet voorstellen hoe vaak ik al heb gehoord: "Karin, als die vijf jaar voorbij zijn, dan verwittig je me toch hé?" De angst is er dat hij het zou kunnen vergeten. Die angst is heel reëel.

 

Zoals mijn vader zijn er velen. Ik kom heel vaak op het terrein en ik ga heel vaak over dergelijke zaken spreken. Ik kom voortdurend mensen tegen die ongerust zijn over het feit of die wilsverklaring nu wel goed is geregistreerd, of ze wel in orde is en vooral, of ze nog op tijd zullen zijn om die wilsverklaring te verlengen. Dit leeft in onze maatschappij. Hier is een groot draagvlak voor. Mensen willen zelf beslissingen nemen en die alleen herroepen als ze zelf van mening veranderen.

 

In de vorige legislatuur hebben wij in die zin zelf een voorstel ingediend. Dat voorstel hield in een wilsverklaring op te maken, binnen de drie jaar te hernieuwen en daarna oneindig in de tijd te laten worden, tenzij men ze zelf herroept natuurlijk.

 

De sp.a is bijzonder tevreden dat zij dit heel duidelijk voorstel kan steunen.

 

Dat dit voorstel er slordig is doorgejaagd, is een onterechte kritiek, zeker als ik het vergelijk met de vlug-vlug-manier waarop aan het einde van de vorige legislatuur een onduidelijke, vage formulering in een groter wetsontwerp werd weggestopt. De heer De Caluwé heeft daar ook al naar verwezen.

 

Dit voorstel maakt hier komaf mee. Dat is een heel goede zaak.

 

Wij zullen dit in elk geval met overtuiging goedkeuren. Wij hopen ook in de toekomst nog aan nieuwe, mooie, ethische voorstellen te kunnen samenwerken.

 

Bedankt aan de collega's voor de constructieve samenwerking.

 

11.10  Catherine Fonck (cdH): Chers collègues, permettez-moi tout d'abord une petite remarque très personnelle. J'entends certains parmi vous associer de manière exclusive le droit de mourir dans la dignité à l'euthanasie. Je suis toujours mal à l'aise de vous entendre présenter les choses de cette manière. Chacun a le droit de mourir dans la dignité. Chacun a le droit qu'on respecte ses choix. Et chaque patient, quel que soit son choix - euthanasie ou pas -, a le droit de mourir dans la dignité.

 

J'en viens maintenant à ce texte. Sous la législature précédente, nous avions voté le texte qui permettait à la fois de choisir une durée de validité de dix ans pour cette déclaration ou une durée illimitée. Ce texte n'a jamais été appliqué. Certains collègues ont expliqué pourquoi, je ne le répéterai pas. Aujourd'hui vous détricotez ce travail, cette loi, et imposez une durée de validité illimitée, et ce, pour tout le monde, quels que soient les choix des uns et des autres.

 

Ce texte nous pose deux problèmes. Le premier concerne le libre choix de chaque personne. Autant je comprends que les uns ou les autres choisissent la déclaration anticipée à durée illimitée, autant il me semble important de respecter le choix des personnes qui veulent non pas changer leur déclaration par après, mais souhaitent une durée de validité limitée dans le temps.

 

Nous avions envoyé cet amendement au Conseil d'État, qui l'a validé. Permettez-moi de citer le Conseil d'État: "Une telle possibilité présente l'avantage de ne pas affecter le droit à l'autodétermination des personnes qui veulent donner une durée de validité indéterminée à leur déclaration anticipée, tandis que les personnes qui sont moins certaines quant à l'évolution à long terme de leurs convictions relatives à la déclaration anticipée et qui veulent s'obliger elles-mêmes à réévaluer périodiquement cette déclaration disposent de cette faculté sans devoir faire des procédures, quel que soit le type de procédure."

 

Nous avons évidemment redéposé cet amendement ici en plénière. Pour nous, respecter le libre choix de chaque personne, c'est lui laisser un choix total et ne pas lui imposer une durée illimitée qu'elle devrait par la suite modifier à travers des procédures.

 

Nous avons un deuxième problème. Qui décide d'une euthanasie pour un patient âgé par exemple de 80 ans, qui aurait fait sa déclaration anticipée 30, 40, 50 voire 60 ans avant et qui aurait à cette fin décidé de confier cette responsabilité à 1, 2 ou 3 personnes avec une durée de validité illimitée? Que se passe-t-il si ces personnes sont décédées ou ne sont plus capables de s'entretenir avec le médecin et donc de décider et d'assumer la confiance que l'auteur de la déclaration anticipée avait mise entre leurs mains?

 

Nous avons eu des discussions en commission et vous avez décidé que, si les personnes de confiance n'étaient plus en mesure de s'entretenir avec le médecin, le médecin déciderait d'office seul. Ce n'est évidemment pas respecter le choix initial de la personne qui, ayant fait une déclaration anticipée, avait évidemment prévu de remettre cette décision à une personne de confiance qui n'en a plus la capacité.

 

Nous avons dès lors déposé un amendement laissant le choix à la personne, dans le cas où les personnes de confiance ne seraient plus capables de s'entretenir avec le médecin ou seraient tout simplement décédées, soit, de désigner, dans sa déclaration anticipée, le médecin comme décideur à la place des personnes de confiance, soit de stipuler expressément, dans la déclaration anticipée, que leur déclaration n'est plus valable. Ainsi, on respecte, selon moi, le choix des patients, des personnes et on leur laisse aussi toute la responsabilité au moment de la déclaration anticipée car on n'a pas à choisir et à décider à leur place. C'est cela le vrai respect du patient. Le respect du libre choix, c'est aussi cela.

 

Cet amendement est également redéposé. Il n'a pas été soutenu en commission, en tout cas sur le plan arithmétique car j'ai bien entendu que certains avaient quand même des doutes en la matière. Nous verrons ce qu'il en sera aujourd'hui.

 

Ce qui est, en tout cas, important pour nous, c'est de laisser le choix à chaque personne, de respecter ce choix quel qu'il soit, de permettre à chacun de mourir dans la dignité et de choisir l'accompagnement et la fin de vie qu'il souhaite.

 

Pour toutes ces raisons, je m'abstiendrai, sauf si ces amendements étaient, aujourd'hui, soutenus par une majorité arithmétique.

 

Dans notre groupe, nous l'avons déjà exprimé, il y a une liberté éthique pour ce qui concerne les thèmes qui relèvent de l'éthique. Ce faisant, si j'ai annoncé mon vote et ma position, chaque membre de notre groupe votera en âme et conscience.

 

11.11  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, je suis très heureuse de pouvoir, aujourd'hui, soutenir la proposition de loi à l'examen qui s'inscrit dans la parfaite lignée de la loi de 2002 sur l'euthanasie, loi qui avait été portée par le gouvernement progressiste arc-en-ciel de l'époque et qui a confirmé la place de la Belgique en tant qu'État précurseur en matière d'éthique. En effet, cette loi fondamentale a fixé un cadre légal qui – je tiens à le rappeler – n'impose jamais rien à personne mais a, en revanche, le mérite de placer le patient et la liberté de choix de ce dernier au cœur du dispositif.

 

Un cadre qui permet aux patients qui en font la demande et qui se trouvent, bien évidemment, dans les conditions légales, dans des conditions médicales strictement définies, à savoir une situation médicale sans issue, une souffrance physique et/ou psychique constante, insupportable et inapaisable, et une affection accidentelle ou pathologique grave et incurable, de mourir dans la dignité.

 

C'est ainsi que depuis 2002, les médecins peuvent, à la demande de leurs patients, poser un ultime acte de soins et les laisser partir sereinement, paisiblement, entourés de leurs proches et du personnel médical.

 

Depuis 2002, le malade peut décider de rendre son dernier souffle en se libérant de la maladie et de ses souffrances.

 

Depuis 2002 aussi, nous voyons la France et la saga judiciaire de Vincent Lambert qui l'a malheureusement secouée, qui a été évoquée par une de mes collègues, avec une certaine perplexité, mais aussi une certaine tristesse. Tristesse de voir que certains patients, alors qu'ils sont littéralement rongés par la maladie, ne peuvent toujours pas voir leur ultime liberté respectée. Pour rappel, près de 90 % des euthanasies pratiquées le sont à la suite de cancers en phase terminale.

 

Nous pouvons donc être fiers d'avoir, en Belgique, une loi qui humanise la fin de vie, qui permet aux patients de se réapproprier leur corps, leurs décisions médicales et leur mort.

 

Toujours est-il que près de dix-huit ans après l'adoption de cette loi, nous disposons aujourd'hui du recul nécessaire pour constater que la loi actuelle peut parfois, sur certains aspects, poser des difficultés pratiques à ces patients en fin de vie. Difficultés auxquelles la proposition de loi entend répondre avec justesse, sérieux et dignité.

 

Nous avons également vu, à travers le récent procès d'assises à Gand, que les médecins doivent davantage être protégés dans le cadre de leur pratique, dès lors qu'ils ne font que répondre à l'ultime volonté de leurs patients. C'est pourquoi je tenais avant toute chose à remercier du fond du cœur les auteurs de cette proposition de loi.

 

La première grande modification proposée par ce texte vise à supprimer la durée de validité de la déclaration anticipée, autrement dit ce formulaire par lequel le patient encore capable et conscient exprime sa volonté de recourir à l'euthanasie le jour où il se retrouverait dans l'incapacité de formuler cette demande (en cas de coma, par exemple) et où il se trouverait dans les conditions légales pour en bénéficier.

 

La durée de validité de cinq ans a été portée récemment à dix ans, nous ont rétorqué plusieurs partis en commission. Sauf qu'à défaut d'arrêté royal d'exécution, la durée de validité reste finalement de cinq ans. La prolonger continue à constituer une démarche administrative très lourde, parfois trop lourde pour les malades, et cela a encore été rappelé par le Conseil d'État dans son avis. Quant à la Commission fédérale de contrôle et d'évaluation de l'euthanasie, elle a aussi souligné le caractère anxiogène de l'exigence de renouvellement de cette déclaration anticipée. Les malades ont peur d'oublier cette échéance de cinq ans. Les malades ont peur aussi de ne plus disposer, au fil des années qui passent, d'un entourage suffisamment fourni pour y trouver des témoins et des personnes de confiance, condition indispensable à remplir pour que la déclaration anticipée soit valide.

 

Le président: (…)

 

11.12  Sophie Rohonyi (DéFI): Je vous remercie de faire le nécessaire, monsieur le président, car il est extrêmement désagréable de travailler dans ces conditions sur un sujet aussi important.

 

Je poursuis. Pire encore, cette exigence rend l'euthanasie impossible pour les patients qui seraient entre-temps atteints d'une dégénérescence cérébrale avancée. En effet, cette dégénérescence les prive d'une conscience qui est nécessaire – et c'est bien normal – pour renouveler cette déclaration anticipée. Cette durée de validité doit donc être supprimée.

 

Cependant, il faut savoir que la déclaration anticipée peut à tout moment être retirée ou modifiée, à l'instar d'un testament ou de la déclaration anticipée qui concerne l'acharnement thérapeutique. Cette déclaration, elle, est limitée dans le temps.

 

Pour revenir à nos travaux en commission, j'ai entendu que la loi fourre-tout du 5 mai 2019 avait réglé cette question. Force est de constater qu'il n'en est rien. Comme je l'ai dit, la loi du 5 mai 2019 n'est pas entrée en vigueur puisque les arrêtés royaux d'exécution n'ont pas été adoptés.

 

C'est pourquoi les patients, les médecins et les associations qui militent pour le droit de mourir dans la dignité – et mes collègues socialistes ont rappelé le travail considérable fourni depuis des dizaines d'années par l'Association pour le droit de mourir dans la dignité – nous confirment tous que la seule solution acceptable et respectueuse de la volonté des patients est de supprimer la durée de validité de la déclaration anticipée. En effet, lorsque l'on est rongé par la maladie et qu'elle nous empêche en définitive de vivre, toute simplification administrative est la bienvenue.

 

À cet égard, des amendements ont été déposés en commission par certains partis, à la suite de l'avis du Conseil d'État, et le sont encore aujourd'hui même au sein de notre hémicycle. L'un d'eux vise à ce que les patients puissent fixer, s'ils le souhaitent, une durée de validité limitée à leur déclaration anticipée. Le problème, chers collègues, est qu'il en découlerait plusieurs types de déclaration anticipée, avec pour effet que les démarches à entreprendre en fin de vie seraient rendues toujours plus compliquées. Ce n'est pas acceptable lorsqu'il s'agit de personnes déjà fortement affaiblies par la maladie.

 

Pour justifier cette limitation, il a aussi été avancé par d'aucuns que certains patients ne déposeraient finalement pas de déclaration anticipée parce qu'ils craignent d'oublier, au bout de quelques années, l'exigence de la renouveler ainsi que son caractère limité dans le temps. Là aussi, cet argument ne tient pas. En effet, si certaines déclarations ne sont pas déposées ou renouvelées, c'est précisément en raison de la lourdeur administrative de leur renouvellement – lourdeur que la présente proposition tend justement à supprimer.

 

Enfin, il a été également soutenu que la possibilité de limiter dans le temps la déclaration permettrait une égalité entre les patients – entre ceux qui voudraient cette limitation dans le temps et les autres. Pardonnez-moi, mais cet argument ne tient toujours pas. Premièrement, comme je l'ai dit, tout patient peut, à n'importe quel moment, retirer sa déclaration anticipée. Cela constitue tout de même une déclaration administrative nettement plus simple que celle qui vise à la renouveler.

 

Et, deuxièmement, parce qu'aujourd'hui les patients ne sont pas sur un pied d'égalité. En effet, seuls ceux qui ont la force et la possibilité de renouveler leur déclaration anticipée ont la chance de voir leur volonté de mourir dans la dignité respectée. Pour ces raisons, et afin de pouvoir effectuer sa démarche concernant le droit de mourir dans la dignité le plus sereinement possible, cet amendement a été rejeté en commission et nous le rejetterons aujourd'hui également en séance plénière.

 

J'ai également entendu, en commission ainsi qu'aujourd'hui dans la bouche de Mme Van Peel, que nous agissions dans la précipitation. C'est décidément l'argument phare des opposants à toute avancée progressiste en matière éthique en ce début de législature. Un argument qui est d'autant plus piquant - cela a été rappelé par ma collègue Sofie Merckx dans le cas de l'euthanasie, ainsi que par Mme Jiroflée - qu'il est avancé par des représentants de partis qui ont défendu cette fameuse loi fourre-tout du 5 mai 2019, qui ont modifié les dispositions relatives à la loi sur l'euthanasie juste avant la dissolution des chambres sans aucun débat sur la question très spécifique de l'euthanasie.

 

Deux poids deux mesures, mais aussi de la mauvaise foi. Ce débat, grâce à mes collègues auteurs de la présente proposition, nous avons enfin pu l'avoir en commission de la Santé. Nous avons enfin pu expliquer en quoi cette modification était indispensable pour les patients, en particulier pour ceux qui n'osent pas remplir de déclaration anticipée précisément en raison de cette obligation de renouvellement. Si bien qu'aujourd'hui, seulement 2 % des euthanasies sont pratiquées sur la base d'une déclaration anticipée.

 

La deuxième grande modification portée par ce texte consiste à mieux encadrer l'objection de conscience en soulignant son caractère personnel, mais aussi en prévoyant que le médecin disposera de sept jours au maximum pour prendre sa décision et, en cas de refus de pratiquer l'euthanasie, de quatre jours au maximum pour transmettre le dossier du patient à un confrère qui devra examiner sa demande. Examiner sa demande, ce n'est pas pratiquer l'euthanasie en tant que telle: il y a une grande nuance.

 

Je tiens à souligner qu'il ne s'agit donc nullement d'une révolution puisque l'on respecte parfaitement la ratio legis de cette loi du 28 mai 2002. En effet, la présente proposition de loi ne fait que préciser ce qui devait aller de soi mais qui malheureusement, dans les faits, n'est pas respecté. L'objection de conscience est par définition personnelle, propre à un seul médecin et la loi de 2002 proposait un juste équilibre entre la liberté thérapeutique du médecin, la liberté de conscience et, par ailleurs, la liberté de choix du patient.

 

Cependant, il arrive aujourd'hui que des institutions médicales – même si elles sont financées par de l'argent public – ou des maisons de repos brandissent une prétendue clause de conscience pour interdire à tous leurs employés de pratiquer une euthanasie en leur sein, même si un patient répond à toutes les conditions légales et que le médecin traitant a donné son accord. Cette interdiction, qui s'exprime parfois de manière voilée ou tout à fait assumée – sur un site internet par exemple –, est parfaitement contraire à la liberté thérapeutique du médecin. Elle est également contraire au droit du patient de mourir dans la dignité. On ne peut en effet pas considérer que si un patient souhaite se faire euthanasier, il n'a finalement qu'à choisir d'aller ailleurs. Vous êtes parfaitement conscients du fait que ce n'est pas aussi simple en fin de vie. Ensuite, ce n'est pas respectueux des patients qui sont déjà fortement affaiblis par la maladie.

 

Le choix d'une institution en fin de vie ne se fait que très rarement pour des raisons idéologiques. Il se fait le plus souvent par la famille pour des raisons de proximité, de commodité ou pour des raisons financières.

 

Fort heureusement, ces pratiques sont minoritaires. Il n'en demeure pas moins qu'elles sont inquiétantes et qu'elles méritent par conséquent toute notre attention. Il est de notre rôle en tant que législateur de faire preuve de solidarité vis-à-vis de ces patients parce qu'ils n'ont pas pu voir leur liberté de choix respectée. Il est de notre rôle aussi d'assurer ce faisant une égalité de traitement entre tous les patients. Il est aussi de notre rôle d'éviter ce que François de Closets qualifiait dans son livre La Dernière Liberté de "mort à deux vitesses".

 

Nous observons également que certains médecins objecteurs de conscience tardent à communiquer le dossier médical de leur patient à un autre médecin, ce qui peut avoir des conséquences dramatiques pour ce même  patient. Le plus souvent, cette situation entraîne une rupture de soins mais aussi une angoisse liée à la recherche d'un nouveau médecin, que l'on ne connaît pas et dont on espère qu'il pourra, lui, respecter sa liberté de choix, ou plutôt sa liberté de choix de vie mais aussi de mort. C'est une situation particulièrement lourde et difficile pour des malades qui sont déjà à bout de forces.

 

Pour toutes ces raisons, mon groupe soutiendra avec enthousiasme la présente proposition de loi.

 

Je voulais enfin clarifier une chose fondamentale: l'euthanasie ne sera jamais un acte banal. C'est un acte qui présentera toujours une charge émotionnelle très importante pour le médecin. C'est aussi un acte qui fait preuve d'une grande humanité parce qu'il concrétise le droit du patient à cette ultime liberté de décider la manière dont il rendra son dernier souffle, en mettant fin à une maladie incurable et à des souffrances qui sont insupportables.

 

Choisir sa mort est une liberté mais c'est aussi un droit qui ne peut pas être entravé, tant pour des raisons administratives que pour des considérations idéologiques. C'est ce qui a fondé la loi de 2002 et c'est ce qui fondera, je l'espère, cette nouvelle loi. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Er is nog een tweede ronde van sprekers, met de heer De Roover en mevrouw Hennuy.

 

11.13  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik ontdoe mij nu even symbolisch van mijn jasje van fractievoorzitter. Dat heeft een heel voor de hand liggende reden. Voor dergelijke aangelegenheden respecteren wij immers ook de fractievrijheid.

 

Nu doe ik meteen opnieuw mijn jasje van fractievoorzitter aan om mee te geven dat het mij erg heeft verheugd dat na een erg grondige discussie over de materie in de eigen fractie meerdere fractieleden hebben aangegeven het debat te zullen afwachten vooraleer hun definitief stemoordeel te bepalen, wat voldoende aanduidt met welke openheid voor de argumentatie en met welk gebrek aan vooroordeel zij het debat volgen. Ik moet toegeven dat die houding mij als fractievoorzitter trots stemt.

 

Nu zet ik mijn betoog als Kamerlid verder. Ik bouw een pauze in, zodat een en ander heel duidelijk is.

 

Aangezien ik mij hier niet achter de fractiediscipline kan verstoppen, wil ik hier heel klaar en duidelijk stellen dat mijn stemgedrag op een bepaalde manier moet worden geïnterpreteerd. Immers, om eerlijk te zijn, mon coeur balance.

 

Ik zal het voorstel toch goedkeuren. Ik zal het goedkeuren omdat – meerdere sprekers hebben ernaar verwezen – de problematiek tijdens de vorige legislatuur op een ernstige manier werd aangepakt.

 

Enige symboliek heeft voor de initiatiefnemers als drijfveer meegespeeld. Door een aantal sprekers is er ook op gewezen dat een ander stemgedrag dan een goedkeuring niet alleen zou kunnen, maar ook zal worden geïnterpreteerd als een negatieve houding ten opzichte van de vrijheid in de euthanasiediscussie als zodanig. Ik wens die verdenking op geen enkele manier op mij te laten rusten.

 

In essentie blijft de vrijheid, de keuzevrijheid van de burger in het voorliggend voorstel intact, hoewel meer vrijheid mogelijk zou zijn. De ingediende amendementen bieden trouwens nog altijd een mogelijkheid om die verbetering aan te brengen.

 

De terughoudendheid van een aantal fracties ten opzichte van de door een aantal leden van CD&V en van het cdH ingediende amendementen is naar mijn mening erg vreemd, omdat net zij zich op de vrije keuze van de burger beroepen, terwijl de desbetreffende amendementen er eigenlijk op zijn gericht die vrijheid uit te breiden.

 

Ik zal mij beperken tot het amendement dat in de commissie tot het punt 3.1 in het voorliggende voorstel heeft geleid.

 

Het was onze overtuiging dat punt 3.1 overbodig is, omdat de bepaling daarin eigenlijk niets nieuws toevoegt in vergelijking met de bestaande toestand. Om die reden waren wij daar geen voorstander van.

 

Wanneer een amendement wordt ingediend om iets in te voegen wat eigenlijk overbodig is, is het nooit onverstandig om eens na te denken over de motivering van de indiener van dat amendement. Het is niet aan mij om anderen in het hoofd te kijken. In dat amendement kan een zekere geur van sluipende besluitvorming worden opgemerkt.

 

Ik ben dan ook blij dat het voorstel werd ingediend en ook werd goedgekeurd, aangezien de Raad van State zich daardoor kon buigen over de draagwijdte van dat punt 3.1. Het heeft mij uitermate gelukkig gestemd dat de Raad van State daar een interpretatie aan geeft die de lezing van de collega van het Vlaams Belang gelukkig manifest tegenspreekt. Ik zal twee passages uit het advies van de Raad van State daaromtrent voorlezen.

 

Voor alle duidelijkheid, punt 3.1 zegt: "Geen enkele al dan niet schriftelijke clausule mag een arts beletten om met inachtneming van de wettelijke voorwaarden euthanasie toe te passen." Wanneer ik die zin lees, zie ik de logica. Immers, waarom zou een werkgever een werknemer kunnen belemmeren in de handeling naar zijn of haar geweten? Die passage heeft bij de publieke opinie echter wel enige commotie teweeggebracht.

 

Uit het verslag van de Raad van State citeer ik: "De voorgestelde maatregel impliceert niet dat de instelling haar vrijheid verliest om een eigen beleid uit te werken inzake euthanasie en medische beslissingen omtrent het levenseinde en om haar patiënten en bewoners over dat beleid te informeren. Evenmin verliest de instelling haar vrijheid om voor het overige een eigen personeelsbeleid te voeren. De voorgestelde maatregel houdt slechts in dat de instelling in de overeenkomst met de arts geen clausule mag opnemen die de arts belet onder de wettelijke voorwaarden euthanasie toe te passen." Even verder zegt de Raad van State dat hij de tekst "niet onevenredig" vindt: "Dat zou anders zijn indien de voorgestelde bepaling zou inhouden dat de zorginstellingen verplicht zouden zijn om actief gevolg te geven aan euthanasieaanvragen van gebruikers." De tekst is evenredig, omdat hij de zorginstellingen daartoe niet verplicht.

 

Het is dus door die zou-vorm dat ik met die passage niet alleen inhoudelijk kan leven, maar dat ik ook gerustgesteld ben dat mijn ja-stem eenduidig past binnen de interpretatie van de Raad van State. Dat is bij de beoordeling van de reikwijdte van wetgeving een belangrijk gegeven. Ik dank dan ook degene die het amendement heeft ingediend, hoe overbodig het ook is, omdat op die manier via de Raad van State klaarheid werd geschapen die ook in de toekomst nog nuttig kan zijn.

 

Er is een logica gevolgd die begonnen is bij de behandeling van de euthanasiewetgeving door onze collega's indertijd, die op dat ogenblik unaniem datzelfde standpunt hebben gevolgd. Wij spreken over de rechten en vrijheden van burgers. Er zijn hier rechten en vrijheden van burgers die patiënt zijn. Er zijn hier rechten en vrijheden van burgers die arts zijn. Er zijn hier rechten en vrijheden van burgers die zorg aanbieden. Het gaat drie keer over burgers die rechten en vrijheden hebben die wij niet kunnen betwisten. De Raad van State verwijst daarbij zelfs naar de allerhoogste rechtsprincipes. De Raad van State zegt ook dat die vrijheden, gelukkig maar, in dezen niet met elkaar moeten botsen.

 

Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik zal het wetsvoorstel dus goedkeuren. Ik zal weliswaar de amendementen steunen waarover ik het had, want ik meen dat die een merkelijke verbetering inhouden. Ik zal echter voorstemmen binnen de heel duidelijke interpretatie die de Raad van State geeft aan het punt 3.1.

 

11.14  Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Chers collègues, en mai 2002, la Belgique a été un pays précurseur en matière d'euthanasie. Depuis lors, la loi qui a été votée permet aux personnes qui le souhaitent de choisir une mort plus douce, une fin de vie décidée et digne.

 

Le cadre est très strict et équilibré mais il était loin d'être parfait et adapté. En 17 ans, cette loi a montré de nombreuses limites pratiques subies et dénoncées par les patients, les citoyens, les associations actives ou les médecins. Il était nécessaire de la corriger et de l'améliorer. C'est ainsi que les écologistes ont déposé un texte visant à supprimer la durée de renouvellement de la déclaration anticipée d'euthanasie, initialement prévue tous les 5 ans.

 

Désormais, la déclaration anticipée vaudra pour une durée illimitée. Cela protège les personnes contre l'oubli du délai et leur volonté sera ainsi bien respectée, d'autant que chacun et chacune reste libre à tout moment de retirer ou de modifier sa déclaration sans aucune formalité.

 

Notre proposition va dans le sens d'une protection du choix du citoyen. Remplir un formulaire de demande d'euthanasie est un choix individuel et relève du domaine privé. Ajouter une durée de validité ne fait qu'alourdir et freiner inutilement cette démarche. Il était temps de clarifier la procédure dans l'intérêt du citoyen et du patient.

 

Par ailleurs, grâce aux amendements introduits par nos collègues du groupe PS, désormais les médecins ne désirant pas effectuer d'euthanasie disposeront de sept jours maximum pour en informer leurs patients et devront les orienter vers des structures qui pourront les conseiller utilement. Les écologistes se réjouissent évidemment de cette avancée qui fait progresser le droit à l'euthanasie.

 

Enfin, je terminerai en disant qu'il s'agit de mon premier texte et de ma première expérience en tant que parlementaire. Je retiendrai la richesse des échanges avec les collègues. C'était très formateur et passionnant. Je voudrais aussi remercier mes deux prédécesseurs Ecolo-Groen, Anne Dedry et Muriel Gerkens, qui ont porté ce texte sans relâche des années durant. Je ne suis pas peu fière de mener ce texte à terme aujourd'hui. Un grand merci pour cela.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (523/14)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (523/14)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi visant à modifier la législation relative à l’euthanasie".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende de euthanasie".

 

La proposition de loi compte 7 articles.

Het wetsvoorstel telt 7 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Art. 2

  • 44 – Catherine Fonck (523/15)

Art. 3

  • 45 – Catherine Fonck (523/15)

  • 46 – Steven Creyelman cs (523/15)

  • 47 – Els Van Hoof (523/15)

  • 48 – Els Van Hoof (523/15)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservés: les amendements et les articles 2 et 3.

Aangehouden: de amendementen en de artikelen 2 en 3.

 

Adoptés article par article: 1 et 4 à 7.

Artikel per artikel aangenomen: 1 en 4 tot 7.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

12 Cour des comptes – Nomination d’un conseiller (Chambre française) – Candidatures introduites

12 Rekenhof – Benoeming van een raadsheer (Franse Kamer) – Ingediende kandidaturen

 

Conformément à la décision de la séance plénière du 9 janvier 2020, un appel aux candidats a été publié au Moniteur belge du 16 janvier 2020 pour un mandat de conseiller de la Chambre française de la Cour des comptes.

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 9 januari 2020 is in het Belgisch Staatsblad van 16 januari 2020 een oproep tot kandidaten voor een mandaat van raadsheer bij de Franse Kamer van het Rekenhof bekendgemaakt.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites dans le délai prescrit:

- M. Jean-Michel Cassier, fonctionnaire dirigeant du Service commun d’audit entre la Fédération Wallonie-Bruxelles et la Wallonie;

- M. Dominique Guide, auditeur à la Cour des comptes, détaché comme conseiller à la cellule stratégique de la première ministre;

- M. Olivier Hubert, chef de cabinet adjoint du vice-président du gouvernement wallon et ministre du Climat, de l’Energie et de la Mobilité;

- M. Christophe Legulier, greffier ad interim du Comité P;

- M. Cédric Libert, auditeur adjoint à la Cour des comptes;

- Mme Nelly Mercier, première auditrice à la Cour des comptes;

- M. William Nauwelaerts, auditeur à la Cour des comptes;

- Mme Pascale Stenne, première auditrice réviseuse à la Cour des comptes;

- M. Daniel Vanpetegem, premier conseiller du Médiateur de la Communauté française et de la Région wallonne.

De volgende kandidaturen werden binnen de voorgeschreven termijn ingediend:

- de heer Jean-Michel Cassier, leidinggevend ambtenaar van de ‘Service commun d’audit entre la Fédération Wallonie-Bruxelles et la Wallonie’;

- de heer Dominique Guide, auditeur bij het Rekenhof, gedetacheerd als expert naar de beleidscel van de eerste minister;

- de heer Olivier Hubert, adjunct-kabinetschef van de vicevoorzitter van de Waalse regering en minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit;

- de heer Christophe Legulier, griffier ad interim van het Comité P;

- de heer Cédric Libert, adjunct-auditeur bij het Rekenhof;

- mevrouw Nelly Mercier, eerste auditeur bij het Rekenhof;

- de heer William Nauwelaerts, auditeur bij het Rekenhof;

- mevrouw Pascale Stenne, eerste auditeur-revisor bij het Rekenhof;

- de heer Daniel Vanpetegem, eerste adviseur van de Ombudsman van de Franse Gemeenschap en van het Waals Gewest.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 4 mars 2020, le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques. La sous-commission "Cour des comptes" procédera à l'audition des candidats.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 maart 2020 zal het curriculum vitae van de kandidaten aan de politieke fracties worden bezorgd. De kandidaten zullen door de subcommissie "Rekenhof" worden gehoord.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

13 Renvoi de propositions à d'autres commissions

13 Verzending van voorstellen naar andere commissies

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 4 mars 2020 et à la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer la proposition de résolution suivante à la commission des Relations extérieures:

- proposition de résolution (MM. Gaby Colebunders et Nabil Boukili, Mme Greet Daems et MM. Marco Van Hees et Raoul Hedebouw) relative à l'octroi de l'asile politique à Julian Assange, n° 977/1.

Cette proposition de résolution avait été précédemment envoyée à la commission de la Justice.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 4 maart 2020 en op verzoek van de indieners stel ik u voor het volgende voorstel van resolutie te verwijzen naar de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen:

- voorstel van resolutie (de heren Gaby Colebunders en Nabil Boukili, mevrouw Greet Daems en de heren Marco Van Hees en Raoul Hedebouw) betreffende het verlenen van politiek asiel aan Julian Assange, nr. 977/1.

Dit voorstel van resolutie werd eerder verzonden naar de commissie voor Justitie.

 

Conformément à l’avis de la même Conférence des présidents, et à la demande des auteurs, je vous propose de renvoyer la proposition de loi suivante à la commission de la Santé et de l'Égalité des chances:

proposition de loi (Mme Eliane Tillieux, M. Patrick Prévot, Mme Ludivine Dedonder, M. Frédéric Daerden, Mme Sophie Thémont, M. Ahmed Laaouej, Mme Laurence Zanchetta et MM. Marc Goblet et Hervé Rigot) modifiant la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, visant la prise en charge complète par l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités des visites et consultations de médecine générale, les soins dentaires préventifs, conservateurs et réparateurs ainsi que les soins psychologiques et psychothérapeutiques, nos 150/1 et 2.

Cette proposition de loi avait été précédemment envoyée à la commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions.

Overeenkomstig het advies van dezelfde Conferentie van voorzitters en op verzoek van de indieners stel ik u voor het volgende wetsvoorstel te verwijzen naar de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen:

- wetsvoorstel (mevrouw Eliane Tillieux, de heer Patrick Prévot, mevrouw Ludivine Dedonder, de heer Frédéric Daerden, mevrouw Sophie Thémont, de heer Ahmed Laaouej, mevrouw Laurence Zanchetta en de heren Marc Goblet en Hervé Rigot) tot wijziging van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, teneinde voor de bezoeken en consulten inzake algemene geneeskunde, preventieve, bewarende en herstellende tandheelkundige zorg alsook psychologische en psychotherapeutische zorg, de kosten volledig door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging te doen dragen, nrs. 150/1 en 2.

Dit wetsvoorstel werd eerder verzonden naar de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

14 Demande d'urgence émanant du gouvernement

14 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi ouvrant des crédits provisoires pour les mois d’avril, mai et juin 2020, n° 1052/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020, nr. 1052/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

14.01  David Clarinval, ministre: Monsieur le président, au nom du gouvernement, je sollicite effectivement l'urgence. Je ne pense pas qu'un long discours soit nécessaire, mais vous conviendrez avec moi qu'il est important que nous puissions fournir un budget provisoire dans les délais nécessaires. Je vous remercie pour votre confiance.

 

Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

 

15 Prise en considération de propositions

15 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

Une liste complémentaire de propositions dont la prise en considération est demandée a été communiquée à la Conférence des présidents. Cette liste sera également reprise en annexe du Compte Rendu Intégral.

Aan de Conferentie van voorzitters werd een bijkomende lijst van voorstellen medegedeeld waarvan de inoverwegingneming is gevraagd. Deze lijst zal eveneens in de bijlage bij het Integraal Verslag worden opgenomen.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Urgentieverzoeken

Demandes d'urgence

 

15.01  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij zouden graag de urgentie vragen voor ons wetsvoorstel dat nu in overweging is genomen betreffende de berekening van het mijnwerkerspensioen.

 

De voorzitter: Men vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1070/1 van mevrouw Vanrobaeys, mevrouw Kitir, de heer Delizée en de heer Verduyckt betreffende de berekening van het mijnwerkerspensioen.

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

Als Limburgse Kamervoorzitter ben ik geraakt door de solidariteit die bij dezen wordt betuigd.

 

15.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, om u als Limburger nog meer te plezieren, zou ik een gelijkaardige vraag willen stellen over een wetsvoorstel over hetzelfde thema van mevrouw Creemers. Dat laat toe om ook dat wetsvoorstel over de mijnwerkerspensioenen urgent te behandelen in de schoot van de commissie.

 

De voorzitter: Het betreft het wetsvoorstel betreffende de berekeningswijze van het pensioensupplement van de ondergrondse mijnwerkers, nr. 1063/1. Kan ik ervan uitgaan dat uw vraag tot urgentie gewoon volgt uit de eerdere stemming?

 

De urgentie wordt bij instemming aangenomen.

L'urgence est adoptée par assentiment.

 

15.03  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, au début de cette séance plénière, notre Assemblée a évoqué la situation absolument catastrophique aux frontières de l'Union européenne. Nous en sommes évidemment tous conscients; ce drame tient évidemment pour cause le conflit en cours en Syrie, en particulier dans l'enclave d'Idlib, avec près d'un million de déplacés dont 80 % de femmes et d'enfants, et des centaines de morts depuis le mois de décembre. Comme vous le savez, il s'agit de monstrueux crimes de guerre commis par les troupes de Bashar al-Assad mais aussi par les troupes russes de Poutine.

 

Chers collègues, il s'agit ici de demander l'urgence pour traiter notre proposition de résolution visant à rehausser l'aide humanitaire sur place en Syrie. En effet, vous vous rendez bien compte que nous ne pouvons pas attendre des mois avant de voter cette résolution et qu'il y a véritablement urgence à sauver des vies en Syrie. Je vous remercie d'avance.

 

De voorzitter: Collega's, u heeft het verzoek gehoord van de heer Cogolati. Vraagt daarover nog iemand het woord? (Nee)

 

De heer Cogolatie vraagt dus de urgentie voor zijn voorstel van resolutie met betrekking tot het ter beschikking stellen van bijkomende fondsen voor de humanitaire situatie in de regio Idlib in Syrië, nr. 1071/1, ingediend door hemzelf en de heer De Vriendt.

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

 

15.04  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag ligt in de lijn van het verzoek van de twee collega's, die al om de urgentie gevraagd hebben voor de mijnwerkerspensioenen. Ook wij hebben een wetsvoorstel ingediend om de berekeningswijze van het pensioensupplement van de ondergrondse mijnwerkers aan te passen. Ik weet niet of ik daar nog apart de urgentie voor moet vragen of dat dit sowieso werd gekoppeld aan de voorstellen die vandaag al de urgentie verkregen.

 

De voorzitter: Het betreft het wetsvoorstel betreffende de berekeningswijze van het pensioensupplement van ondergrondse mijnwerkers, nr. 1059/1. Ik stel voor dat dit voorstel de twee andere voorstellen volgt.

 

15.05  Barbara Pas (VB): Dit krijgt dus mee de urgentie?

 

De voorzitter: Ja.

 

15.06  Barbara Pas (VB): Dank u wel.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

16 Projet de loi modifiant la loi du 26 janvier 2006 relative à la détention des stocks obligatoires de pétrole et des produits pétroliers et à la création d'une agence pour la gestion d'une partie de ces stocks et modifiant la loi du 10 juin 1997 relative au régime général, à la détention, à la circulation et aux contrôles des produits soumis à accises et la loi du 13 juillet 1976 portant approbation de l'Accord relatif à un programme international de l'énergie, et de l'Annexe, fait à Paris le 18 novembre 1974 (897/3)

16 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van een verplichte voorraad aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop en de wet van 13 juli 1976 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake een internationaal energieprogramma, en van de Bijlage, opgemaakt te Parijs op 18 november 1974 (897/3)

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

135

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (897/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (897/4)

 

17 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année 2015 (950/3)

17 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van het jaar 2015 (950/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

117

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

18

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (950/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (950/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

18 Proposition de rejet faite par la commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat de la proposition de résolution demandant le déblocage de l'indexation des montants annuels destinés au Fonds Gaz et Électricité, demandant une révision tant de la hauteur que du mécanisme d'indexation de ces mêmes montants ainsi qu'une révision du mode de financement de ce Fonds (822/1-3)

18 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat van het voorstel van resolutie om de voor het Gas- en Elektriciteitsfonds toegekende jaarlijkse financiering opnieuw aan het indexcijfer aan te passen, alsook om die bedragen te verhogen, het indexerings­mechanisme aan te passen en de financieringswijze van dat Fonds bij te sturen (822/1-3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

18.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, Vlaams Belang heeft hier al meermaals beklemtoond dat het elk wetsontwerp, elk wetsvoorstel, elke motie, elk amendement en dus ook elke resolutie die hier voorligt, op zijn merites beoordeelt, ongeacht wie de initiatiefnemer of initiatiefnemers zijn.

 

Ja, de energiearmoede is een gegeven in België waarvan niemand hier het realiteitsgehalte ontkent. En ja, deze resolutie legt de vinger op de wonde. En ja, met het oog op deze resolutie werd een zeer uitgebreide hoorzitting georganiseerd die de inhoudelijke legitimiteit van deze resolutie alleen maar bevestigde.

 

Ere wie ere toekomt, het Parlement heeft in deze periode van lopende zaken al geregeld het initiatief genomen. Collega Van der Straeten heeft een wetsvoorstel ingediend inzake de structurele indexering van de middelen voor het Fonds voor Gas en Elektriciteit.

 

Maar, een aantal zaken uit deze resolutie blijft onverkort overeind, collega's. Ik denk maar aan de problematiek van de huidige financieringswijze van het sociaal energiebeleid van de OCMW's.

 

Is deze resolutie volmaakt? Neen. Zij besteedt misschien onvoldoende of geen aandacht aan een link met de energietransitie en het preventieve luik van het fonds. Ook het debat over de vraag of er een nieuw fonds moet komen, ongeacht de brandstof, blijft uiteraard een open debat.

 

Wij van Vlaams Belang staan open voor alle mogelijke oplossingen die de factuur, vandaag al een belastingbrief, niet impacteren.

 

Er moet voor onze fractie een einde komen aan de structurele onderfinanciering van het sociaal energiebeleid van de OCMW's.

 

Mijnheer de voorzitter, ik heb vernomen dat er volgende week een amendement komt op de voorlopige twaalfden. Ik heb daar heel wat technische vragen bij, maar deze tussenkomst biedt uiteraard niet de mogelijkheid om die te behandelen. Hoe wil men die zaak regelen via de voorlopige twaalfden? Het gaat immers om een fiscale maatregel met betrekking tot de btw-wetgeving. Ik neem aan dat ik daar de volgende dagen meer duidelijkheid over zal krijgen.

 

Ik kom dan bij de laatste reden waarom wij deze resolutie steunen. Ook deze restregering blijft enigszins verantwoordelijk voor de uitvoering van het regeerakkoord van oktober 2014. Ik wil de collega's van CD&V, Open Vld, MR maar ook N-VA aan de volgende passage uit het regeerakkoord herinneren. Ik citeer: "De sociale energiefondsen worden geëvalueerd en desgevallend geherstructureerd of aangepast, en de federale bijdrage op elektriciteit en aardgas zal naar beneden worden herzien." Dat stond in het regeerakkoord van 2014. Wij zullen dit zeker goedkeuren.

 

De voorzitter: Collega's, ik wil u er even aan herinneren dat ook voor een stemverklaring de maximale spreektijd twee minuten bedraagt. Ik zal de chronometer niet in werking stellen, maar ik meen dat u wel wat langer hebt gesproken.

 

18.02  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, chers collègues, permettez-moi de répéter ce que j'ai dit, tout à l'heure, lors du débat, car nombre d'entre vous n'étant alors pas présents, cela me semble nécessaire.

 

Il est évident que la précarité énergétique est une réalité inquiétante dans ce pays. Il est également évident qu'il s'agit d'une priorité fondamentale pour mon groupe.

 

Néanmoins, le texte proposé par le PTB est une proposition de résolution. Or, nous considérons que nous sommes déjà bien plus loin. Nous avons, en effet, déjà travaillé sur cette matière, en collaboration notamment avec notre collègue, Mme Tinne Van der Straten, au mois de décembre. Nous sommes donc engagés dans un travail législatif concret et nous voulons poursuivre dans cette voie.

 

La proposition de résolution du PTB nous paraissant dépassée, nous ne pouvons pas la soutenir. Mais je répète que nous continuerons à travailler en faveur des Belges qui souffrent de la précarité énergétique.

 

18.03  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ook voor ons is dit een heel belangrijk thema. Toch vindt sp.a echter dat dit gewoon niet het juiste parlementaire middel is en het zal vooral ook niet zorgen voor enige concrete oplossing. Wij geloven veel meer in de wetsvoorstellen die hieromtrent zijn ingediend en wij zullen ons dus onthouden.

 

18.04  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, tout le monde veut justifier. Je voudrais profiter d'un dernier appel à tous les partis progressistes. Les partis de droite, vous allez voter contre, c'est clair. Nous avons l'occasion, au niveau du Parlement… (Brouhaha)

 

Nous avons l'occasion de pouvoir faire passer par ce Parlement une augmentation de l'aide sociale. Le pouvoir est encore au niveau du Parlement. Comme il y a une résolution… (Brouhaha)

 

Le président: Il n'y a pas de débat. Chacun fait sa justification de vote. Mijnheer Hedebouw, probeert u eens voor één keer niet in de polemiek te gaan.

 

18.05  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le président, vous avez raison de les rappeler à l'ordre. Je sens qu'ils sont nerveux.

 

C'est le moment ou jamais d'appuyer, pour une fois, sur un bouton rouge qui va permettre d'avoir une vraie politique sociale. Je voudrais faire un dernier appel. Oui, ces gens en ont besoin. Oui, cette résolution permettrait de faire passer ces décisions. Et non, il ne faut pas postposer… (Brouhaha) Mais enfin, on peut quand même finir! Je ne peux pas finir.

 

Le président: Une minute. Terminez votre déclaration.

 

18.06  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Soyons brefs, et votons contre le rejet proposé. Je vous remercie.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 3)

Oui

54

Ja

Non

29

Nee

Abstentions

51

Onthoudingen

Total

134

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 822/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 822/1 is dus verworpen.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

19 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende de euthanasie (nieuw opschrift) (523/1-15)

19 Amendements et articles réservés de la proposition de loi visant à modifier la législation relative à l'euthanasie (nouvel intitulé) (523/1-15)

 

Stemming over amendement nr. 44 van Catherine Fonck op artikel  2. (523/15)

Vote sur l'amendement n° 44 de Catherine Fonck à l'article 2. (523/15)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

55

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is het artikel 2 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 45 van Catherine Fonck op artikel 3. (523/15)

Vote sur l'amendement n° 45 de Catherine Fonck à l'article 3. (523/15)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 4)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 46 van Steven Creyelman cs op artikel 3. (523/15)

Vote sur l'amendement n° 46 de Steven Creyelman cs à l'article 3. (523/15)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

18

Oui

Nee

91

Non

Onthoudingen

23

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 47 van Els Van Hoof op artikel 3. (523/15)

Vote sur l'amendement n° 47 de Els Van Hoof à l'article 3. (523/15)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

51

Oui

Nee

77

Non

Onthoudingen

5

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 48 van Els Van Hoof op artikel 3. (523/15)

Vote sur l'amendement n° 48 de Els Van Hoof à l'article 3. (523/15)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is het artikel 3 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.

 

20 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende de euthanasie (nieuw opschrift) (523/14)

20 Ensemble de la proposition de loi visant à modifier la législation relative à l'euthanasie (nouvel intitulé) (523/14)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

20.01  Björn Anseeuw (N-VA): Collega's, ik zal tegenstemmen omdat ik voor de vrijheid ben.

 

Elke patiënt heeft inderdaad het recht om euthanasie te vragen. Die vrijheid is voor mij ontzettend belangrijk, maar de vrijheid voor de arts die deze vraag moet beantwoorden, is dat evenzeer. Ik heb dan ook een fundamenteel probleem met wat nu voorligt omdat er wel degelijk wordt ingegrepen op de vrijheid en de gewetensvrijheid van een arts die in eer en geweten zijn of haar medisch oordeel vormt dat euthanasie niet het gepaste antwoord is op de euthanasievraag van de patiënt, en die vervolgens toch wordt gedwongen om die patiënt op het spoor van euthanasie te houden.

 

Ieder heeft het recht  om te vragen om euthanasie, maar dat mag wat mij betreft geen afbreuk doen aan het recht van een arts om zijn medisch oordeel te vormen en er ook naar te handelen. Bovendien kan men dat medisch oordeel van een arts ook niet los zien van zijn ethische normen. Het onderscheid dat in de tekst wordt gemaakt tussen, enerzijds, weigeren op grond van gewetensvrijheid en, anderzijds, weigeren op een medische grond, komt dan ook niet tegemoet aan mijn bekommernis, omdat vrijheid belangrijk is.

 

20.02  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de voorzitter, initieel ging dit wetsvoorstel over de uitbreiding van de termijn van de wilsverklaring bij levensbeëindiging. Voor dat initiatief bestaat er, zoals wij net gehoord hebben, een ruime meerderheid in de Kamer. Wat mij echter tegen de borst stuit, is het amendement van de PS dat fundamenteel niets te maken heeft met die verruiming en waarmee via een omweg gepoogd wordt om beperkingen op te leggen aan de zorginstellingen, meer specifiek aan instellingen die een bepaalde visie uitdragen over euthanasie binnen de muren van hun eigen organisatie.

 

Verscheidene zorgcentra, rusthuizen en ziekenhuizen kiezen er vandaag bewust voor om geen euthanasie uit te voeren. Dat is hun vrije keuze, net zoals het de keuze van een individu is om wel te kiezen voor actieve levensbeëindiging of de keuze van een arts om geen euthanasie toe te staan of zelf toe te passen.

 

Het wetsvoorstel, zoals het nu voorligt, creëert voor mij onduidelijkheid en zorgt voor onrust, niet alleen voor zorgcentra die hun levensovertuiging gerespecteerd willen zien binnen hun eigen muren, maar ook voor personeelsleden die er speciaal voor kiezen om in een dergelijke omgeving te werken en, tot slot, voor die bewoners die net op zoek gaan naar een instelling die geen euthanasie uitvoert.

 

Ik heb als democraat een bijzonder groot respect voor de keuzevrijheid van het individu, dus absoluut ook voor wie kiest voor actieve levensbeëindiging, maar ik verwacht wel dat de overheid respect toont voor de keuzevrijheid van artsen, instellingen en organisaties. Die delicate balans dreigt hier in onevenwicht te worden gebracht. Een aanval op levensbeschouwelijke zorginstellingen zal ik nooit steunen, want zij hebben, net als elk individu, recht op eerbied voor hun overtuiging. Het is de reden waarom ik dit wetsvoorstel in eer en geweten niet kan goedkeuren.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

95

Oui

Nee

3

Non

Onthoudingen

37

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (523/16)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (523/16)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

21 Adoption de l’ordre du jour

21 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la prochaine séance.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda van de volgende vergadering.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 12 mars 2020 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 12 maart 2020 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19 h 03.

De vergadering wordt gesloten om 19.03 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 026 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 026 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

135

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

117

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Marghem Marie-Christine, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

018

Onthoudingen

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

054

Ja

 

Anseeuw Björn, Bacquelaine Daniel, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Clarinval David, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Smet François, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matheï Steven, Metsu Koen, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Spooren Jan, Taquin Caroline, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Wollants Bert

 

Non        

029

Nee

 

Boukili Nabil, Bury Katleen, Colebunders Gaby, Creyelman Steven, Daems Greet, D'Amico Roberto, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vuyst Steven, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

Abstentions

051

Onthoudingen

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Crombez John, Dallemagne Georges, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Özen Özlem, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Schlitz Sarah, Segers Ben, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Van der Straeten Tinne, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

055

Ja

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Ingels Yngvild, Lanjri Nahima, Loones Sander, Matheï Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Non        

078

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Flahaut André, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

018

Ja

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

Non        

091

Nee

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

023

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, Depoorter Kathleen, De Roover Peter, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

051

Ja

 

Anseeuw Björn, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Ingels Yngvild, Lanjri Nahima, Loones Sander, Matheï Steven, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Non        

077

Nee

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, Flahaut André, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

005

Onthoudingen

 

Arens Josy, Dallemagne Georges, Fonck Catherine, Matz Vanessa, Prévot Maxime

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

095

Ja

 

Aouasti Khalil, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Clarinval David, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Donné Joy, Flahaut André, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

003

Nee

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Freilich Michael

 

Abstentions

037

Onthoudingen

 

Bogaert Hendrik, Briers Jan, Bury Katleen, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, Demon Franky, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Fonck Catherine, Francken Theo, Gilissen Erik, Lanjri Nahima, Marghem Marie-Christine, Matheï Steven, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert