Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 13 février 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 13 februari 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Patrick Dewael.

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Koen Geens.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Kim Buyst, Florence Reuter, Eric Thiébaut, Evita Willaert, Laurence Zanchetta, raisons de santé / gezondheidsredenen.

 

Gouvernement fédéral / Federale regering:

Daniel Bacquelaine, devoirs de mandat (votes) / ambtsplicht (stemmingen);

Philippe De Backer, en mission (Autriche) / met zending (Oostenrijk);

Philippe Goffin, en mission (ONU) / met zending (VN).

 

Questions

Vragen

 

01 Questions jointes de

- Sophie Rohonyi à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "Le désinvestissement dans le pouvoir judiciaire face aux demandes de la famille de Julie Van Espen" (55000444P)

- Stefaan Van Hecke à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "La réaction du ministre à la lettre ouverte des parents de Julie Van Espen" (55000447P)

- Ben Segers à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "La lettre ouverte de la famille de Julie Van Espen" (55000449P)

- Tom Van Grieken à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "La réaction du gouvernement à la lettre ouverte de la famille Van Espen" (55000451P)

- Katja Gabriëls à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "Le suivi des recommandations du CSJ dans l'affaire Bakelmans" (55000452P)

- Greet Daems à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "La lettre ouverte des parents de Julie Van Espen" (55000460P)

01 Samengevoegde vragen van

- Sophie Rohonyi aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "Het gebrek aan middelen voor de justitie n.a.v. de open brief van de familie van Julie Van Espen" (55000444P)

- Stefaan Van Hecke aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De reactie van de minister op de open brief van de ouders van Julie Van Espen" (55000447P)

- Ben Segers aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De open brief van de familie van Julie Van Espen" (55000449P)

- Tom Van Grieken aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De reactie van de regering op de open brief van de familie Van Espen" (55000451P)

- Katja Gabriëls aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De opvolging van de aanbevelingen van de HRJ in de zaak-Bakelmans" (55000452P)

- Greet Daems aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De open brief van de ouders van Julie Van Espen" (55000460P)

 

01.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, pendant cinq ans, nous n'avons eu de cesse de dénoncer les coupes budgétaires que votre gouvernement a infligées à notre pouvoir judiciaire mais aussi le manque de magistrats, le manque de greffiers, d'experts, de psychiatres, le manque de formation des acteurs judiciaires qui interviennent tout au long de la chaîne pénale, le manque de suivi des délinquants sexuels.

 

Vous nous répondiez alors que ces mesures d'économie et que ces pénuries de personnel touchaient finalement l'ensemble des services et non uniquement la justice, sauf, monsieur le ministre, que la justice n'est pas un service comme les autres. C'est notre troisième pouvoir constitué. C'est ce pouvoir qui permet d'équilibrer notre démocratie et d'assurer la sécurité de nos concitoyennes et de nos concitoyens.

 

Aujourd'hui, ce ne sont plus uniquement les députés de l'opposition qui vous le disent, ce ne sont plus uniquement les avocats, les magistrats ou encore la Cour européenne des droits de l'homme. Ce sont des parents, des citoyens qui vous le disent, en l'occurrence, des parents qui estiment que leur fille serait encore vivante si le pouvoir judiciaire avait eu les moyens de fonctionner correctement, si l'agresseur récidiviste de leur fille avait pu être arrêté et jugé dans un délai raisonnable, comme la Convention européenne des droits de l'homme nous y contraint.

 

Ces parents nous somment, toutes et tous, de faire en sorte que Julie ne soit pas morte pour rien. Il est vrai, monsieur le ministre, que nous ne pouvons plus attendre d'autres drames pour ranimer notre justice et faire véritablement en sorte que les violences sexuelles soient traitées à la hauteur de leur gravité.

 

Monsieur le ministre, ma question est très simple. Quelles mesures avez-vous prises et quelles mesures allez-vous prendre pour faire en sorte de ranimer notre justice et que l'on réponde aux avis du Conseil supérieur de la Justice, aux arrêts de la Cour européenne des droits de l'homme, mais aussi aux demandes plus que légitimes des parents de Julie?

 

01.02  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Het rapport van de Hoge Raad voor de Justitie naar aanleiding van de moord op Julie Van Espen was vernietigend voor de Antwerpse justitie. Als antwoord op dat rapport heeft de familie een brief gestuurd met een aantal dringende aanbevelingen voor het beleid. Dit is op een serene en erg waardige manier gebeurd. Dat verdient ons allergrootste respect.

 

De vaststelling is echter snoeihard. Zonder de vastgestelde fouten zou Julie nog leven. Dat is hun conclusie en die komt keihard aan. Het is helaas niet de eerste keer dat Justitie zware kritiek krijgt. Helaas moeten we echter vaststellen dat er telkens weer dramatische gebeurtenissen nodig zijn om iets echt in beweging te krijgen. Dat heeft de geschiedenis ook uitgewezen. Vandaag is opnieuw zo'n moment. Het is tijd om grondige hervormingen door te voeren. Er is meer dan ooit nood aan grote hervormingen, als het ware een soort marshallplan voor Justitie.

 

Laten we het er eerst en vooral over eens zijn dat we op alle niveaus – politie, parket, de rechtbank – en altijd absolute voorrang geven aan dossiers van seksueel misbruik. Nooit mag het nog gebeuren dat dergelijke dossiers onderaan een stapel belanden. Eigenlijk zouden ze altijd bovenaan een stapel moeten liggen, op elk niveau, telkens weer opnieuw. In het Parlement is er een stevige basis om daarvan echt werk te maken, over de grenzen van alle partijen heen.

 

Mijnheer de minister, wat is uw reactie? Wat is uw antwoord op dat verslag van de Hoge Raad, maar ook op de brief van de familie Van Espen?

 

01.03  Ben Segers (sp.a): Respect. De familie-Van Espen dwingt immens veel respect af. De brief van de familie is indrukwekkend. De familieleden klagen zeer terecht de wantoestanden bij Justitie aan, maar tegelijkertijd slagen zij erin oplossingen aan te reiken over hoe het beter kan en beter moet. Dat is bovenmenselijk.

 

Collega's, laten wij dan ook vooral nederig zijn. Laten wij leren en luisteren. Laten wij verder aan de slag gaan met de voorstellen die de familie-Van Espen ons heeft aangereikt.

 

De dood van Julie Van Espen is een vreselijke tragedie. Het zou helemaal onaanvaardbaar zijn als wij er nu niet alles aan doen om een vergelijkbare tragedie in de toekomst te vermijden. In de Kamer is er in de voorbije tijd gelukkig al wel een en ander gebeurd, maar er kan en moet nog veel meer gebeuren.

 

Zo is het onaanvaardbaar dat rechters in ons land beslissingen moeten nemen op basis van onvolledige dossiers wegens een gebrek aan informatiedoorstroming. Het is eveneens onaanvaardbaar dat in ons land niet alle verdachten van seksuele misdrijven systematisch geobserveerd en opgevolgd worden. Het is onaanvaardbaar dat in ons land amper gevolg wordt gegeven aan magistraten die ernstige fouten maken, dit omdat er geen volwaardig comité J bestaat.

 

Mijnheer de minister, zult u ervoor zorgen dat de verplichte observatie van verdachten van seksuele misdrijven de norm wordt en niet de uitzondering?

 

Welke verdere stappen zetten we samen om het toezicht op Justitie te verbeteren?

 

01.04  Tom Van Grieken (VB): Ik ben er ten zeerste over verbaasd dat de linkse partijen hier staan te drummen. Immers, als het over criminaliteit en zedenfeiten gaat, moeten wij altijd maar begrip hebben voor de dader. Dialoog! Die criminelen verdienen voor links altijd een tweede kans, een derde kans. Nooit repressie, altijd preventie. Welnu, beste linkse vrienden, het is door telkens zo'n zachte aanpak te propageren dat er harde criminaliteit komt.

 

Maar mijn vraag is niet aan de collega's van links gesteld, mijnheer de minister.

 

Minister Geens, ik zal u misschien verbazen; u treft niet alleen schuld in de zaak. Wij staan aan de kant van de ouders, die zeggen dat bij Justitie man en paard genoemd moeten worden. Daar zijn immers fouten gebeurd.

 

Tegelijkertijd treft u wel schuld als u nu in de krant komt verklaren dat er meer geld naar Justitie moet. Dat is toch wel heel straf voor een minister van Justitie die één rode draad had in zijn beleid van de afgelopen vijf jaar, namelijk besparen, besparen, besparen. En dat was niet besparen hier in het Parlement, op de Parlementsleden of de senatoren. Nee, dat was besparen op de kerntaken van de overheid, op Justitie en veiligheid.

 

Mijnheer de minister, mijn vraag is klaar en duidelijk. Wat zult u nu eindelijk ondernemen opdat drama's zoals de moord op Julie Van Espen niet meer kunnen gebeuren?

 

01.05  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, wat met Julie Van Espen gebeurde, had nooit mogen gebeuren. Wat met Julie Van Espen gebeurde, zou in de toekomst nooit meer mogen gebeuren. Kunnen wij dan als maatschappij een nulrisico garanderen? Nee, dat kunnen we jammer genoeg niet. We kunnen er wel voor zorgen dat de fouten die in het dossier zijn gemaakt – we mogen dat gerust fouten noemen, geen disfuncties – in de toekomst zouden worden vermeden.

 

De Hoge Raad voor de Justitie heeft een zeer duidelijk rapport opgesteld. De ouders van Julie hebben daar een zeer serene, maar kordate analyse van gemaakt. Zij verwachten actie van de politiek. De meeste politieke partijen, of ze nu van links of van rechts zijn – dat doet er vandaag niet toe –, hebben aangegeven met die aanbevelingen aan de slag te willen gaan. Wij hebben dat bijvoorbeeld gedaan door in januari een voorstel in te dienen naar aanleiding van een aanbeveling om de voorwaarden voor een verdachte, die momenteel tot drie maanden zijn beperkt, te kunnen verlengen tot iemand effectief voor de rechtbank komt.

 

Wat kan het Parlement nog doen? We kunnen ervoor zorgen dat er voldoende middelen zijn voor Justitie. Maar, collega's, wie het rapport gelezen heeft, moet concluderen dat het duidelijk aantoont dat er veel is misgelopen bij de interne organisatie van de rechtbank, meer bepaald bij het hof van beroep. Zedendossiers verdienen onze absolute prioriteit. Als iedereen nu eens, als gevolg van het vreselijk drama, zijn verantwoordelijkheid op­neemt, dan zouden we al een klein stapje verder staan. Ook een magistraat die fouten maakt, staat niet boven de wet.

 

Mijnheer de minister, mijn vraag is kort en bondig en dezelfde als van de voorgaande sprekers. Wat zullen we met de aanbevelingen op korte termijn doen? Bent u van plan om samen met de wetgevende macht op korte termijn ook in lopende zaken tot een opvolging en uitvoering van die aanbevelingen over te gaan?

 

01.06  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, Julie Van Espen werd op brutale wijze vermoord. Een schok ging door mijn hart. Een schok ging door ons land. Nu hebben de ouders van Julie een open brief geschreven. Hebt u die brief gelezen, mijnheer de minister? Er staat: "Julie had nog geleefd indien iedereen binnen het gerecht zijn verantwoordelijkheid had op­genomen."

 

De ouders hebben negen prioriteiten geformuleerd. Ik zal er voor u één uithalen: "Zorg voor een doorgedreven opleiding op het vlak van seksueel geweld van de politiediensten, de parketmagistraten en de zittende magistraten, maar ook van de justitieassistenten, die dikwijls jong en onervaren zijn."

 

Vorige week nog hebben twee jonge Luikse studenten gezien hoe de rechtbank hun dader heeft vrijgesproken omdat de meisjes zouden hebben ingestemd. Iedereen kent de drie mogelijke reacties bij verkrachting: vechten, vluchten of bevriezen. Hoe kan men bevriezen beoordelen als instemmen?

 

Het probleem is heel duidelijk, mijnheer de minister. Het gaat om een gebrek aan opleiding. De ouders van Julie bevestigen ons dat in hun open brief, maar ook de Hoge Raad voor de Justitie zei dat vorig jaar al en de vrouwenrechtenorganisaties staan er al jarenlang voor op de barricades. België respecteert het Verdrag van Istanbul niet. Ik geef de ouders van Julie groot gelijk, als zij zeggen dat de strijd tegen geweld op vrouwen geen prioriteit is in België.

 

Mijnheer de minister, momenteel vindt er in ons land een interministeriële conferentie plaats. Het is de bedoeling om een actieplan op te stellen. Kijk alstublieft naar Spanje. Daar worden 200 maatregelen genomen. Er wordt ook 200 miljoen euro per jaar vrijgemaakt voor de strijd tegen geweld op vrouwen. Hoeveel maatregelen zult u nemen en welk budget zult u daarvoor uittrekken?

 

01.07 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega's, de moord op Julie Van Espen is een moord die diep in het hart van iedere rechtgeaarde persoon heeft gekerfd. U mag er gerust in zijn dat dit ook bij mij het geval is geweest en dat een minister op zo'n moment in het reine moet komen met zijn geweten, met Justitie en met de nabestaanden. Veel meer wil ik op dit ogenblik niet zeggen over het emotionele aspect.

 

Een paar weken geleden hebben wij in het kader van het rapport van de Hoge Raad voor de Justitie in de commissie voor Justitie een uitvoerig debat gevoerd over dat rapport. Iedereen heeft daarover zijn mening kunnen geven, inclusief uw dienaar. Ik heb dat zelfs uitvoeriger gedaan dan misschien gewenst was omdat de zaak ook mij heel sterk heeft aangegrepen. Ik verwijs u naar het verslag van die commissie om te weten wat ten diepste op een aantal punten kan gebeuren, want mijn spreektijd is nu beperkt.

 

Laat mij over één zaak duidelijk zijn – nulrisico bestaat helaas niet. Ik pleit al heel lang, en niet voor het eerst, mijnheer Van Grieken, met overtuiging voor meer middelen voor Justitie, maar men zal nooit tot een absoluut nulrisico kunnen komen. Ik betreur dat ten zeerste, want het gaat over diepmenselijk leed.

 

Had dit vermeden kunnen worden? Het rapport van de Hoge Raad voor de Justitie zegt wat het zegt. Ik ben bijzonder blij dat dit Parlement in de jaren 90 die Hoge Raad heeft opgericht omdat deze staat tussen het Parlement, de minister en de rechterlijke macht en op een objectieve manier verslag uitbrengt over wat er is gebeurd.

 

Ik denk dat het heel belangrijk is om u te laten inzien dat wij de voorbije legislatuur niet bespaard hebben op Justitie. De middelen voor de rechterlijke macht zijn gestegen van 634 miljoen euro naar 694 miljoen euro. Het totale budget is nominaal niet gedaald, maar voor de rechterlijke orde hebben wij een bijzondere inspanning gedaan.

 

Nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, heb ik onmiddellijk samengezeten met alle collega's uit mijn naaste omgeving die aan Vlaamse kant bevoegd waren voor Onderwijs, Zorg en Binnenlandse Zaken. Omdat wij in volle verkiezingscampagne zaten, heb ik mij beperkt tot mijn Vlaamse collega's.

 

Ik heb toen een uitvoerig plan uitgewerkt in de strijd tegen seksueel geweld, waarnaar ik verwezen heb. Was dat het eerste plan? Neen, er is verschrikkelijk veel gebeurd tegen seksueel geweld. In dat plan zitten een aantal nieuwe elementen die zijn meegedeeld aan wie ze moesten worden meegedeeld. In het kader van de onderhandelingen zullen deze elementen worden gebruikt om nog bijkomende nieuwe accenten te leggen. Men weet daarvan.

 

Ik zal zelf ook een zeer vertrouwelijk, maar uitvoerig antwoord geven aan de familie Van Espen, die ik in de hoogste mate waardeer. Ik heb nooit mensen in leed zo waardig gezien. Ik ben mensen nooit zo dankbaar geweest om wat zij met dit onvoorstelbaar voorval voor het algemeen belang proberen te doen.

 

Ik geef u twee voorbeelden die op dit moment reeds werken. Er staan er veel meer in de parlementaire voorbereiding. Ten eerste, de seksuele zorgcentra die iemand onmiddellijk opvangen nadat een misdrijf is gebeurd. Ten tweede, het observatiecentrum dat op dit moment in de gevangenis van Sint-Gillis functioneert en dat prioritair aandacht besteedt aan seksueel geweld. Ook de opleiding met betrekking tot seksueel geweld die het IGO aan magistraten moet verschaffen, staat op punt.

 

Mag ik u eraan herinneren dat ik een aantal jaren geleden in deze Kamer het voorwerp ben geweest van onvoorstelbaar veel schimpscheuten toen ik durfde te zeggen dat het misschien aangewezen zou zijn om magistraten hierover, zoals alle andere betrokkenen in deze materie, een specifieke opleiding te geven?

 

Al die punten worden ook gedeeld. Ik heb in de Interministeriële Conferentie gevochten voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen. Al die punten komen interministerieel aan bod en dit zo goed als het enigszins kan.

 

Collega's, ik ben blij dat u allen sterk onderstreept dat de organisatie van de rechtbanken een competentie van de onafhankelijke rechterlijke macht is. Het enige wat ik daarover kan meegeven, is dat daarover een aantal bepalingen in het Gerechtelijk Wetboek staan, maar niet echt heel veel. Indien gewenst, kunnen wij allen samen proberen die organisatie intern te verbeteren. In de eerste plaats is dat echter de verantwoordelijkheid van de rechterlijke macht.

 

Collega's, de benoemingen in de magistratuur zijn de voorbije jaren met grote snelheid gebeurd. Ik heb u er al meermaals op gewezen dat, indien wij tekortschieten, dit te wijten is aan een gebrek aan instroom omdat wij moeite hebben om voldoende kandidaten te vinden. U mag echter niet beweren dat een en ander alleen aan een gebrek aan middelen te wijten is. Dat is strijdig met de waarheid.

 

Voor het overige zal ik, op de niveaus waar het nodig is, mijn uiterste best blijven doen om gevallen als deze in de toekomst te vermijden. Ik bedank nogmaals op de meest nederige manier de familie Van Espen en haar raadsman, die voor de zaak in het algemeen ontzettend veel goeds hebben gedaan. Ik kan hen niet voldoende danken.

 

01.08  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour la force et la dignité de vos propos. Je vous remercie également pour avoir effectivement initié ce plan d'action contre les violences sexuelles. Mais force est de constater que cela reste largement insuffisant face à une justice dans laquelle les citoyens n'ont plus confiance parce qu'elle n'est plus à même d'assurer leur sécurité.

 

Bien évidemment, le risque zéro n'existe pas. On ne peut pas l'assurer mais il faut faire en sorte de prévenir ces crimes au maximum.

 

Cette situation a poussé le Parlement à travailler et à ne pas attendre un gouvernement de plein exercice pour déposer des textes, pour traiter de cette problématique des violences faites aux femmes mais aussi, par exemple, pour rendre obligatoire le suivi thérapeutique des délinquants sexuels tant pendant leur incarcération qu'à leur sortie de prison. Je vise en particulier les personnes qui vont à fond de peine et qui présentent vraiment un risque d'être des bombes à retardement pour notre société.

 

Monsieur le ministre, j'espère que nous pourrons compter sur votre collaboration par rapport à ces textes ainsi que sur votre volontarisme politique. Je m'adresse à vous en tant que porteur de la casquette d'informateur royal afin que vous réunissiez tous les partis démocratiques qui ont envie de restaurer cette justice et non les partis qui instrumentalisent ce drame à des fins électorales.

 

01.09  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, wij moeten dringend overgaan van de fase van de planning naar de fase van de actie. U verwijst bijvoorbeeld naar de seksuele zorgcentra. Er zijn er al drie in het land die functioneren, op een goede manier, maar er zijn nog zeven andere provincies die wachten op een dergelijk centrum. Ik roep ertoe op, mijnheer de minister, om in de financiering te voorzien, ook in lopende zaken, om die zorgcentra in de andere provincies ook van start te laten gaan.

 

Het is ook het moment om Justitie echt te hervormen. Daarvoor moeten wij samenwerken over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, samen ook met de regering in lopende zaken. Dit is geen zaak van links of rechts, dit is geen zaak van meerderheid of oppositie, dit is een zaak van verantwoordelijkheid nemen, ook in een periode van lopende zaken.

 

U alludeert erop dat in een volgend regeerakkoord een stevig programma over deze problematiek moet worden opgenomen. Dat is alvast ook wat wij vragen en op tafel zullen leggen als wij die kans krijgen.

 

01.10  Ben Segers (sp.a): Eerst even dit. Mijnheer Van Grieken, wat u zegt, is schaamteloos. Uw politieke recuperatie is werkelijk schaamteloos. Dat staat totaal haaks op de zeer waardige houding van de ouders.

 

Mijnheer de minister, wij zijn zeer tevreden dat na twintig jaar eindelijk een penitentiair observatiecentrum van start is gegaan, dus hulde daarvoor. Wij zijn daar al heel lang vragende partij voor. Tegelijkertijd zijn wij ook bezorgd. In het Pieter Baan Centrum in Nederland, met een zeer gelijkaardig concept, ligt de bestaffing vele malen hoger, en dus zijn wij een beetje bevreesd en bezorgd dat seksuele delinquenten nog steeds door de mazen van het net zullen kunnen glippen. Voor ons is het heel erg duidelijk dat de verplichte observatie en dus de gepaste opvolging van verdachten van seksuele misdrijven de regel moet zijn, niet de uitzondering.

 

Daarnaast rekenen wij op uw steun om het toezicht op Justitie te versterken. Wij zullen daar uiteraard in de Kamer, over de partijgrenzen heen, met onze fractie mee onze schouders onder blijven zetten.

 

01.11  Tom Van Grieken (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord, maar het was eerder weinigzeggend. Er waren weer veel beloftes en plannen. U hebt intussen al meer beloftes gedaan dan extra gevangenisplaatsen gecreëerd.

 

Volgens Vlaams Belang heeft Justitie drie nieuwe zaken nodig. Het gaat, ten eerste, om nieuwe wetgeving met strengere straffen, zeker voor zedenzaken. Ten tweede moeten er nieuwe gevangenissen komen, zodat het gedaan is met de straffeloosheid. Ten derde hebben we ook een nieuwe minister van Justitie nodig. In de afgelopen 13 jaar heeft uw partij, CD&V, tien jaar lang de minister van Justitie geleverd.

 

Collega's, er is één feit waar wij niet omheen kunnen. Op 4 mei 2019 had de moordenaar van Julie Van Espen gewoon in de gevangenis moeten zitten in plaats van vrij rond te lopen.

 

01.12  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.

 

We kunnen vandaag alleen respect tonen voor de manier waarop de familie van Julie met dit vreselijk drama omgaat. De Hoge Raad voor de Justitie heeft effectief degelijk werk geleverd met zijn rapport en we moeten nu zo snel mogelijk over de partijgrenzen heen zorgen voor het opvolgen van die aanbevelingen. De familie vraagt dat en het is ook onze opdracht. Het Parlement moet doen wat het moet en kan doen om de strijd tegen geweld op vrouwen absolute prioriteit te geven.

 

In dit dossier ging het niet alleen om een gebrek aan middelen, ook een degelijke organisatie van een rechtbank is voor leidinggevenden een must. Voor ons, liberalen, zijn de onafhankelijkheid van Justitie en de scheiding der machten heilige begrippen, zeker als het gaat om het vellen van vonnissen. Die onafhankelijkheid kan echter in geen geval een vrijgeleide zijn voor onverantwoordelijkheid. Daar gaat het vandaag om.

 

Het Parlement zal dus op korte termijn zijn engagement tonen. Als iedereen dat doet, ook op het terrein, kunnen we er misschien voor zorgen dan niemand dat ooit nog hoeft mee te maken of dat tenminste niemand hoeft te lezen wat de ouders van Julie in dit rapport te lezen kregen.

 

01.13  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, de spreektijd was daarnet beperkt en ik wou u eigenlijk nog vragen om alstublieft niet aan te komen met een antwoord over het afwachten van onderhandelingen. Wij vrouwen hebben immers het recht om nu een antwoord te krijgen. Het was echter nog erger, want u hebt helemaal niet geantwoord op mijn vraag. Mijn vraag was nochtans heel simpel, namelijk hoeveel maatregelen u zou nemen en in welk budget u daarvoor zou voorzien. Wij zullen u die vraag blijven stellen tot u hierop een antwoord geeft.

 

Op 8 maart, op de Internationale Vrouwendag, zal de PVDA op straat komen voor alle vrouwen, ook voor Julie, om de druk op te voeren tot er een echt actieplan komt voor de strijd tegen geweld op vrouwen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Kristien Van Vaerenbergh aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De oproep van de federale procureur i.v.m. de assisenprocedure" (55000454P)

02 Question de Kristien Van Vaerenbergh à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "L'appel du procureur fédéral concernant la procédure d'assises" (55000454P)

 

02.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, het proces over de aanslagen van 22 maart zal minstens negen maanden duren. Dertigduizend schuldvragen zullen moeten worden beantwoord door een jury. Zesendertig juryleden zullen zich gedurende heel die periode onbeperkt beschikbaar moeten stellen om zich van die taak te kwijten.

 

Drie keer zoveel magistraten, zowel van de zetel als van het parket, zullen ter beschikking gesteld moeten worden, waardoor het proces ook een impact zal hebben op andere zaken. In Brussel zal dat leiden tot meer gerechtelijke achterstand. Honderden veiligheidsagenten en –beambten zullen negen maanden ter beschikking moeten zijn om de veiligheid te garanderen en in te staan voor het transport van de beschuldigden. Twintig miljoen euro zal het proces kosten, schat men op het ogenblik. Maar die kosten zullen waarschijnlijk nog oplopen. De zaak is ook bijzonder complex, waardoor het risico van procedurefouten groter wordt en de kans toeneemt dat het proces moet worden overgedaan.

 

Ook de slachtoffers zullen negen maanden lang opnieuw de gruwelijke feiten moeten doorstaan. Sommige van die slachtoffers hebben al te kennen gegeven dat zij het daar bijzonder moeilijk mee hebben. Zij stellen de vraag of zij wel voldoende psychologische bijstand zullen krijgen gedurende de hele periode.

 

Al die argumenten zijn niet nieuw, mijnheer de minister. Zij zijn u reeds vorig jaar, in oktober, ter kennis gebracht door het College van procureurs-generaal.

 

Recentelijk was er ook de smeekbede van de federale procureur, Frédéric Van Leeuw, om het hof van assisen af te schaffen.

 

Wij van N-VA zijn al langer voor de afschaffing van het hof van assisen. Het proces wordt een enorme uitdaging. Het toont nogmaals aan dat de assisenprocedure hopeloos verouderd is.

 

Mijnheer de minister, ik heb maar één vraag voor u. Vind ik in u een bondgenoot om in het Parlement de noodzakelijke tweederde­meerderheid tot stand te brengen en die haast onmogelijke opdracht tot een goed einde te brengen?

 

02.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, gelet op de ernst van het probleem zou ik voor één keer willen zeggen dat ik voor duizend procent gewonnen ben voor de uitbreiding van seksuele zorgcentra tijdens lopende zaken en voor de verplichte opvolging van mensen die op het einde van hun straf zijn, nadat hun straf beëindigd is, zonder dat ze van voorwaarden kunnen genieten. Ik zal alle parlementariërs die dat steunen, met grote ijver helpen.

 

U hebt in mij een partner, al sedert 2015, mevrouw Van Vaerenbergh. Dat weet u. Ik heb er alles aan gedaan om de assisenprocedure te verlichten en alleen nog noodzakelijk te maken in de gevallen waarin men niet tot correctionalisering wilde overgaan. Die maatregel werd echter door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Ik hoef u er bovendien niet aan te herinneren dat ook alle alternatieven die ik in de regering voorstelde, toen geen steun konden vinden, doordat de enen vonden dat de assisenjury helemaal moest worden afgeschaft terwijl de anderen van mening waren dat de assisenjury zoveel mogelijk moest worden bewaard.

 

Als vandaag de procureurs-generaal pleiten – ze hebben dat advies op mijn verzoek uitgebracht – voor een beperking van de assisenprocedure tot de terreurzaken en tot georganiseerd banditisme, dat wil zeggen niet voor terreurzaken en niet voor georganiseerd banditisme, maar voor alle zaken van gemeen recht, dan weten zij dat zij bij mij steun vinden. Persoonlijk zou ik het liefst hebben dat de assisenprocedure helemaal verdwijnt, maar dat is een persoonlijke visie. Ik ben gewonnen voor een compromis. Als men terreur en georganiseerd banditisme in de Grondwet inschrijft, moet men echter wel beseffen dat dit geen voldragen begrippen zijn, evenmin als drukpersmisdrijven en politieke misdrijven dat waren.

 

Of er nu een assisenprocedure is of niet, het proces zal materieel en infrastructureel in de best mogelijke voorwaarden worden georganiseerd.

 

02.03  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Wij zitten ter zake op één lijn. Het wordt een haast onmogelijke opdracht om het proces over de aanslagen van 22 maart voor een assisenjury te brengen.

 

Collega's, ik roep alle partijen ertoe op om samen te werken en een initiatief te nemen. Laten wij voorbereidingen treffen, zodat het terreurproces goed en vlot verloopt, zodat Justitie niet opnieuw een mal figuur slaat. Ik denk dat wij dat verschuldigd zijn aan de slachtoffers. Ook de bevolking in het algemeen heeft daar recht op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Frank Troosters aan Daniel Bacquelaine (Pensioenen) over "De stand van zaken bij de werkgroep die zich over de mijnwerkerspensioenen buigt" (55000448P)

- Gaby Colebunders aan Daniel Bacquelaine (Pensioenen) over "Het pensioen van de mijnwerkers" (55000462P)

- Anja Vanrobaeys aan Daniel Bacquelaine (Pensioenen) over "Het mijnwerkerspensioen" (55000466P)

03 Questions jointes de

- Frank Troosters à Daniel Bacquelaine (Pensions) sur "L'état d'avancement du groupe de travail qui se penche sur les pensions des mineurs" (55000448P)

- Gaby Colebunders à Daniel Bacquelaine (Pensions) sur "La pension des mineurs" (55000462P)

- Anja Vanrobaeys à Daniel Bacquelaine (Pensions) sur "La pension des mineurs" (55000466P)

 

03.01  Frank Troosters (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de Limburgse mijnwerkers zijn boos. Zij zijn heel boos. Straffer nog, zij zijn in mijn ogen terecht boos.

 

Nadat zij tientallen jaren bijna letterlijk dagelijks honderden meters onder de grond op hun knieën hebben rondgekropen om ten bate van de Belgische economie en de Belgische welvaart steenkool te winnen en naar boven te brengen, en nadat zij destijds door eerste minister Achiel Van Acker tot de eerste burgers van het land werden gedoopt, moeten zij nu vaststellen dat wat hen destijds bij het sluiten van de mijnen inzake hun pensioen is beloofd, gewoon niet wordt nagekomen. Zij krijgen dus niet wat hen is beloofd en waarop zij recht hebben.

 

Ik kan dus begrijpen dat zij boos zijn.

 

Wanneer zij zich vervolgens verenigen, bij uw diensten verhaal en info willen halen en er een rechtzetting willen verkrijgen, botsen zij op een administratieve muur. Zij worden van dienst A naar dienst B gestuurd en van dienst B terug naar dienst A of naar dienst C. De diensten spreken elkaar tegen of geven aan dat de minister in lopende zaken is en dat er dus niet veel aan kan worden gedaan.

 

Ik begrijp dus dat zij zich boos maken en zich aan het lijntje gehouden voelen.

 

In december 2019 is een werkgroep opgericht om de zaak te bekijken. Die werkgroep zou tegen eind februari 2020 normaal met conclusies moeten komen.

 

Mijnheer de minister, hoever staat de werkgroep met haar activiteiten? Wat is de stand van zaken in het dossier van de Limburgse mijnwerkers?

 

Wat zult u doen opdat de betrokkenen binnen de kortste keren een oplossing krijgen en daardoor krijgen waarop zij recht hebben?

 

03.02  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, maandag zullen de mijnwerkers hier aan het Parlement staan. Voor u staat een fiere mijnwerkerszoon die daar ook zal zijn. Zij hebben jarenlang hun leven op het spel gezet voor hun gezin, niet om hen te laten leven, maar om hen te laten overleven. Dat was duidelijk. Nu, bijna dertig jaar na de sluiting van de mijnen, komen zij erachter dat hun pensioenen niet juist zijn uitbetaald.

 

Jarenlang hebben zij gezorgd voor de rijkdom van ons land, in erbarmelijke omstandigheden. Nu krijgen zij stank voor dank. De mijnwerkers hebben er lang voor gestreden om in ruil een waardig pensioen te krijgen. Ik hoor het mijn vader nog zeggen: "Polen, Turken, Marokkanen, Italianen, siamo tutti neri."

 

Dat is trouwens iets heel anders dan wat het Vlaams Belang hier vandaag komt doen. Hoe heeft het Vlaams Belang gestemd op 4 juli 1990 op de wet die een beter pensioen aan de mijnwerkers gaf? Weet u dat nog? Ik zal het u zeggen. De heren Annemans en Dewinter hebben tegengestemd! Vandaag dan achter de mijnwerkers staan is dan ook hypocriet.

 

Mijnheer de minister, de mijnwerkers hebben door hun strijd iets verwezenlijkt. Laat dit duidelijk zijn, jarenlang hebben zij sociale bijdragen betaald voor een goed pensioen, berekend op dertig gewerkte jaren. Dat staat in de wet, die ik vandaag bij mij heb. Toch voert u die wet niet uit. Een deel van hun pensioen wordt berekend op lonen van vóór 1955. U hoort het goed: 1955. Zelfs Europa heeft die regeling afgeschoten. Daarom heb ik enkele vragen voor u.

 

Hoe kan het dat de wet waarvoor de mijnwerkers zo hard hebben gestreden niet wordt uitgevoerd?

 

Hoe kan het dat uw diensten met een asociale regeling blijven werken die veertig jaar geleden door Europa werd afgeschoten?

 

Zult u het KB van 4 december 1990 aanpassen en in overeenstemming brengen met de wet van 20 juli 1990 en de mijnwerkers het pensioen geven waarop zij recht hebben?

 

03.03  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, op 4 december stond ik samen met driehonderd mijnwerkers aan het gebouw van de Pensioendienst. Het was nochtans de feestdag van Sint-Barbara, de feestdag van de mijnwerkers. Toch waren ze kwaad, en wel omdat hun pensioen verkeerd wordt berekend.

 

Zo'n negenduizend mijnwerkers lopen elke maand 150 tot 200 euro pensioen mis. Dit geld werd hen beloofd bij de mijnsluiting. Ik heb u daar onmiddellijk over ondervraagd in de commissie. Ik vind het belangrijk dat mijnwerkers een correct pensioen krijgen voor al hun hard labeur. Elke dag namen ze risico's door in de mijnen onder de grond af te dalen. Daarvoor verdienen ze alleen maar respect en zeker ook een correct berekend pensioen.

 

Maandag komen de mijnwerkers opnieuw naar Brussel. Op 4 december is beloofd dat een werkgroep zou kijken naar de berekening van hun pensioen. Wat is het resultaat van die werkgroep? Welk antwoord zult u de mijnwerkers maandag geven?

 

03.04 Minister Daniel Bacquelaine: Geachte collega's, de wet van 20 juli 1990 bepaalt in artikel 3, § 6, dat het bedrag van het rustpensioen van de mijnwerkers die gewoonlijk en hoofdzakelijk werden tewerkgesteld gedurende ten minste 25 kalenderjaren als mijnwerkers in de ondergrond of steengroeven met ondergrondse winning, verhoogd zal worden met een supplement.

 

De berekeningsmethode van dit supplement wordt gedefinieerd door het koninklijk besluit van 4 december 1990. Dit artikel bepaalt voor de berekening van het pensioensupplement het gebruik van een forfaitair loon dat momenteel 17.770,57 euro per loopbaanjaar bedraagt. Zoals aangegeven in de commissie voor Sociale Zaken is de Federale Pensioendienst van mening dat deze berekening correct werd uitgevoerd voor alle mijnwerkerspensioenen die zijn ingegaan sinds 1990.

 

Vertegenwoordigers van de mijnwerkers werden verschillende keren op mijn kabinet ontvangen. Zij gaan niet akkoord met het standpunt van de FPD en vinden dat de berekening niet correct werd uitgevoerd, meer bepaald dat de wet niet correct wordt uitgevoerd door het forfaitair loon op­genomen in het koninklijk besluit van 4 december 1990.

 

Het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst heeft een werkgroep opgericht om na te gaan of de berekening correct werd uitgevoerd. Die werkzaamheden zijn momenteel lopende. Ik wacht op de conclusies van de werkgroep om te onderzoeken in welke mate de vragen van de mijnwerkers kunnen worden beantwoord. Persoonlijk wens ik dat wij hun een positief antwoord kunnen geven.

 

03.05  Frank Troosters (VB): Mijnheer de minister, uw antwoord geeft mij een dubbel gevoel. Het is ontgoochelend omdat u de problematiek schetst in uw antwoord en u gewoon herhaalt dat er een werkgroep aan de slag is. Voor de rest hebt u eigenlijk niet gezegd wat de stand van zaken is. Ik betreur nog meer dat de mijnwerkers zelf niet betrokken zijn bij het overleg in de werkgroep. Dat roept bij hen vragen op.

 

Ik wil hier echter toch een positief gevolg aan breien. Ik hoop dat u de nodige actie zult ondernemen om het probleem van die mensen snel en efficiënt op te lossen, want er is gewoon een fout gemaakt bij de berekeningsbasis van het supplement. Meer is het niet. Dat zou in principe snel rechtgezet moeten kunnen worden.

 

De Limburgse mijnwerkers hebben mij iets meegegeven voor u: een muntstuk met daarop een afbeelding van mijnwerkers. Vroeger werden zij nog op een voetstuk geplaatst. Ik mag dat van hen aan u overhandigen, mijnheer de minister, in de hoop dat u snel actie zult ondernemen en hun zult geven waarop zij recht hebben en wat hun beloofd is. Meer vragen zij niet, meer vraagt het Vlaams Belang u niet.

 

03.06  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, kan het zo moeilijk zijn om de pensioenen correct te laten uitbetalen? Voor de werkende klasse hebt u altijd een interpretatie van de wet, maar in de wet staat heel duidelijk dat men 30-30 moet rekenen: dat wil zeggen 30 gewerkte jaren. Zo simpel is het. Anders kan het niet zijn. Er staat niets over lonen uit een tijd waarin zij nog niet eens geboren waren, laat staan over forfaitaire bedragen.

 

De PVDA is mede ontstaan tijdens de strijd rond de mijnen. Wij hebben dat toen gedaan en wij zullen dat blijven doen. Wij zullen maandag ook duidelijk maken dat wij er staan als PVDA tot de mijnwerkers eindelijk krijgen waarop zij recht hebben.

 

03.07  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mijnheer de minister, wat u hebt geantwoord, weten wij eigenlijk al. Het is heel eigenaardig dat u zegt dat het pensioen correct wordt berekend, maar dat er toch een werkgroep aan de slag is om na te gaan of het correct wordt berekend.

 

Ik ben in ieder geval al verheugd dat u zegt dat er een oplossing moet komen voor de mijnwerkers. Wij zijn alleszins bereid om daaraan mee te werken.

 

De mijnwerkers zullen maandag naar Brussel komen en zij verwachten duidelijke antwoorden. Zij verdienen ook een correct pensioen, uit respect voor al die jaren zwaar werk, met enorme gevolgen voor hun gezondheid, en dat gewoon om onze economie te laten draaien. Ook de negenduizend mijnwerkers die nu minder pensioen krijgen, hebben recht op een correct pensioen, want in de mijn is iedereen zwart.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Steven Matheï aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking) over "De jobdag van de FOD Financiën" (55000461P)

04 Question de Steven Matheï à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement) sur "Le jobday du SPF Finances" (55000461P)

 

04.01  Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vandaag vindt er een jobdag plaats bij Financiën. Op zich is dat een goede zaak, want dan bestaat de kans dat een heel deel van de vele openstaande vacatures kan worden ingevuld.

 

Tegelijkertijd klinken er echter kritische geluiden, die ons doen terugdenken aan iets minder dan een jaar geleden. In het voorjaar van 2019 werd in de krant gesproken over de malaise bij de fiscus. Er werd toen verwezen naar de werk­omstandigheden en vooral het personeelstekort. Zeven op tien ambtenaren zeiden toen dat ze hun taken niet naar behoren kunnen uitvoeren. Zij gaven zichzelf op het vlak van kwaliteit slechts 3,4 op 10. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. U zult het met mij eens zijn: voor een goed werkende FOD Financiën moet er ook voldoende personeel zijn.

 

Vandaag komen er nieuwe kritische geluiden. Dat gaat dan vooral over de aanwervingsprocedure, die via Selor verloopt en een gemiddelde looptijd heeft van zes tot negen maanden. Het gevolg is dat mensen die solliciteren elders opportuniteiten krijgen en afhaken. Daardoor geraken de vacatures voor dit knelpuntberoep niet opgevuld.

 

Wat is de huidige toestand van het personeel en de aanwervingsprocedure? Zijn er ondertussen maatregelen genomen om die aanwervingen via Selor te versnellen?

 

Wat zal er gebeuren met de opleiding bij Financiën? Die werd ooit geroemd, want men kreeg bij Financiën een heel gedegen opleiding. Werd deze terug geactiveerd? Wat zijn daar de mogelijke plannen?

 

04.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Matheï, de FOD Financiën heeft een tand bijgestoken op het vlak van rekrutering. In 2018 waren er 759 nieuwe aanwervingen, in 2019 waren er 1.522 nieuwe aanwervingen. Het aantal aanwervingen bij de FOD Financiën is dus nagenoeg verdubbeld in één jaar tijd.

 

Wij mogen ook niet vergeten dat bij de FOD Financiën in totaal bijna 21.000 mensen werken. Meer dan 1.500 vacatures op een totaal van 21.000 mensen is dus eigenlijk niet zo ongebruikelijk op een moment dat een hele generatie ambtenaren op pensioenleeftijd komt, de babyboomers, en er dus een grote omschakeling is.

 

Vandaag is het grootste probleem voor de FOD Financiën niet zozeer de procedures van Selor. De FOD Financiën en de FOD BOSA zijn trouwens bezig om die procedures te versnellen. Vandaag is de grootste uitdaging de krapte op de arbeidsmarkt. De vacatures bij de FOD Financiën zijn gericht op mensen met een hoog niveau van opleiding en dat is de echte moeilijkheid waarmee men geconfronteerd wordt.

 

U stelde een vraag over het niveau van de opleiding. In 2019 zijn in totaal 86.000 klassikale opleidingsdagen georganiseerd, wat meer is dan het ooit is geweest. Bovendien zijn er natuurlijk heel veel niet-klassikale opleidingen, gebaseerd op e-learning en andere procedures.

 

Vandaag bevinden wij ons in een situatie van vervanging van twee personen voor elke vijf personen die de FOD Financiën verlaten. Dat is de federale richtlijn. Voor controlefuncties, zoals fiscale controles, is echter verkregen dat er een vervanging van één op één is, teneinde ervoor te zorgen dat er op dat vlak geen verzwakking zou kunnen zijn.

 

De FOD Financiën is zich dus absoluut bewust van het feit dat de inspanningen op het gebied van rekrutering moeten worden doorgezet. Zij worden echter geconfronteerd met de arbeidsmarkt­omstandigheden waarmee iedereen vandaag wordt geconfronteerd.

 

04.03  Steven Matheï (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Indien wij een goed functionerende, correcte FOD Financiën willen hebben, zijn twee zaken noodzakelijk.

 

Ten eerste, er moet een goed en eenvoudig belastingsysteem zijn. Op dat vlak is nog heel wat werk aan de winkel. Dat werk zal ook de komende jaren zeker op de plank komen, om de fiscale koterijen te verminderen.

 

Ten tweede, natuurlijk is ook valabel en voldoende personeel nodig. De kwaliteit is er, maar het is duidelijk dat hier en daar zeker nog bijkomende aanwervingen noodzakelijk zijn om de fiscale regels op een goede manier toe te passen en aldus voor een eerlijke fiscaliteit te gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Jean-Marie Dedecker aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het delibereren van kandidaat-politieagenten om het personeelstekort bij de politie te ondervangen" (55000458P)

05 Question de Jean-Marie Dedecker à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les délibérations pour les candidats-policiers afin de remédier à la pénurie d'effectifs" (55000458P)

 

05.01  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, in dit land hebben wij 50.000 agenten, CALog-personeel inbegrepen. Dat is een Europees record, want het betekent dat wij 1 agent per 220 inwoners hebben. Toch hebben we een capaciteitsprobleem. Daar heb ik vragen bij.

 

Agent is een fantastisch en goedbetaald beroep. Er bestaan 74 soorten premies; de volledige carrière van een agent beslaat slechts 37,5 jaar en agenten kunnen op hun 58ste op pensioen. Toch is er een rekruteringsprobleem.

 

In 2015 werden er in de rekruteringsprocedure al wijzigingen doorgevoerd. Kandidaten moesten slagen voor blok 1 zonder deliberatiemogelijkheden en voor blok 2 met deliberatiemogelijkheden. Amper drie jaar later, in 2018, zei toenmalig minister Jambon dat de regeling niet werkte. Er ontstond wat commotie, want enkele kandidaten waren door de mazen van het net geglipt, aangezien zelfs harddrugsverslaafden en verkeerscriminelen voor de rekrutering slaagden. Er werd toen een doorlichting beloofd door consultancybedrijf KPMG. Het resultaat daarvan heb ik echter nooit gezien.

 

Mijnheer de minister, om het tekort aan agenten te verhelpen, vaardigt u nu een koninklijk besluit uit waardoor kandidaten gedelibereerd kunnen worden. Wie niet geslaagd is voor het examen, zal nog een kans krijgen en ondertussen kunnen de betrokkenen wel al politieagent worden.

 

Mijnheer de minister, welke motivering heeft u daarvoor?

 

Waarom duurt het zo lang vooraleer het rekruteringsbeleid eindelijk op punt staat? We zijn nu vijf jaar later, maar we staan nog altijd op hetzelfde punt als in 2015.

 

05.02 Minister Pieter De Crem: Collega Dedecker, sta me toe te beginnen met de basisopleiding van de politie. De deliberatiemaatregel is slechts van toepassing op kandidaten die voldoen aan de voorwaarden om politieagent te worden. Het gaat om een eerste en een tweede deel, waarbij het eerste deel uit een aantal proeven bestaat. Wij merken dat kandidaten slagen voor veel proeven, maar bijvoorbeeld voor een bepaald deel van een proef het vereiste cijfer van 12 op 20 niet behalen, waardoor zij onmiddellijk het eerste deel stopzetten, ondanks het feit dat zij over de kwaliteiten beschikken om tot het tweede deel te worden toegelaten. U kunt het enigszins vergelijken met hogescholen en universiteiten, waar studenten na een deliberatie toegelaten worden tot het volgend jaar. De deliberatiebeoordeling is overigens geen bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.

 

In alle duidelijkheid wil ik u zeggen dat die maatregel niet wordt genomen vanwege een personeelstekort. Het personeelstekort heeft dus niet aanleiding gegeven tot die maatregel, want eigenlijk zijn de betrokkenen al aangeworven en voldoen zij aan de voorwaarden om politieagent te worden. Het levert misschien 1 % winst op. De maatregel is wel gestoeld op de praktijk dat heel gemotiveerde kandidaten, die zowel fysiek als psychologisch in aanmerking kunnen komen, op een bepaald moment blijven haperen en een horde niet halen.

 

De aanpassingen moeten beogen dat de kandidaten die bekwaam zijn om de functie goed en correct uit te oefenen, kunnen worden gedelibereerd. De bedoeling is om de kandidaten op dezelfde manier te behandelen, zoals dat in andere opleidingsfora gebeurt. Het is dus op geen enkele manier een verkapte vergemakkelijking van de aanwerving als politieagent.

 

Ik wou het nog even hebben over de premiestelsels. De premiestelsels zijn op voorstel van de commissaris-generaal hervormd en herleid van een stelsel van dik boven de vijftig premies tot een tiental premies. Het werk is op dat vlak geleverd.

 

Ik ben graag bereid om de KPMG-studie met u in de commissie te bespreken, door te lichten en te analyseren.

 

05.03  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Mijn vraag is ingegeven door de bezorgdheid van de korpsen zelf over de opleiding. In blok 1 slagen ontzettend veel mensen: 8 op 10, zelfs zonder deliberatiemogelijkheden. In blok 2, zelfs met deliberatiemogelijkheden, vallen er heel veel uit en kandidaten hebben dan geen zin meer om verder te gaan.

 

Welk soort agenten wil men: straathoekwerkers, welzijnsknuffelaars of agenten? Daar ligt het probleem.

 

In de tweede reeks slaagt amper 1,4 op 10. Dat is het probleem.

 

Mijnheer de minister, ik vind dat u best een doorlichting zou doen van de opleiding van de agenten en van de examinatoren. Moeten dat psychologen of agenten zijn?

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de Caroline Taquin à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La procédure de recrutement accélérée pour les policiers" (55000455P)

06 Vraag van Caroline Taquin aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De versnelde rekruteringsprocedure voor politieagenten" (55000455P)

 

06.01  Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, les difficultés en termes de recrutement de policiers sont récurrentes depuis plusieurs années. Alors que le manque de moyens financiers est régulièrement évoqué dans la presse, la pénurie de candidats policiers et de lauréats aux épreuves de sélection est également relevée.

 

Votre prédécesseur avait, du reste, commandé un audit externe à ce sujet en 2018. Le rapport concluait à la nécessité de mener des procédures de recrutement plus simples. Par ailleurs, l'objectif des 1 600, puis 1 400 engagements annuels a été fixé par la police fédérale.

 

Pendant ce temps, la circulaire ministérielle GPI 73 du 14 mai 2013 propose cinq catégories de recrutement. Beaucoup de chefs de corps témoignent – et de plus en plus publiquement – des difficultés qu'ils doivent affronter dans ce cadre. Les problèmes en termes de mobilité, de transferts et de pyramide des âges ne sont pas neufs. Ce manque de policiers est de nature à alourdir la charge de travail qui pèse sur les agents en fonction: les gardes sont multipliées, les patrouilles de nuit sont réduites, des missions sont délaissées.

 

Monsieur le ministre, des modifications quant à la durée de la procédure de recrutement, qui garantiraient le niveau de formation et d'examen, sont-elles envisagées? La circulaire GPI 73 doit-elle, selon vous, être révisée? Quel est le nombre de policiers manquants? Quel est celui des départs à la retraite programmés pour les quatre prochaines années? Combien de policiers sont-ils entrés en service depuis 2017? Très clairement, a-t-on atteint les 1 600, puis 1 400 recrutements annuels? Enfin, les services de formation seront-ils renforcés sans réduire ceux des zones?

 

06.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, madame Taquin, vous m'avez demandé des données très spécifiques sur le nombre de recrutements. Je vais donner des réponses consistantes à certaines de vos questions. En ce qui concerne les chiffres, les influx et le résultat net des recrutements, je propose que vous me posiez une question en commission. Je serai prêt à vous répondre le plus vite possible.

 

Depuis mon entrée en fonction en 2018, la réforme des procédures de recrutement et de sélection a été une priorité absolue. Comme vous le savez, j'ai augmenté le nombre de recrutements de 1 200 à 1 600 pour les cinq années à venir, ce qui entraîne un résultat net de 2 500 recrutements supplémentaires.

 

La révision du concept de recrutement actuel a été entamée il y a deux ans. Les négociations avec les organisations syndicales ont débuté à l'automne 2017 et ont été interrompues en 2018. Elles ont repris sous mon impulsion. Un accord sur le fond a été conclu au début du mois d'octobre 2019, avec trois des quatre syndicats. Le quatrième syndicat s'est vu accorder un mois supplémentaire pour présenter des propositions complémentaires mais n'a pas saisi l'occasion à temps.

 

Le nouveau concept prévoit donc un recrutement plus rapide, mais pas moins qualitatif, pour la police intégrée. Au contraire, la nouvelle batterie de tests modernes permettra de mesurer encore mieux les compétences requises et de mettre la bonne personne à la place requise, que ce soit au sein de la police locale ou au sein de la police fédérale.

 

La responsabilisation du service de police de destination du candidat même y reste essentielle. Les candidats peuvent postuler en ligne, indiquer quand ils passeront les tests et à quel rythme ils souhaitent parcourir le trajet. Une grande différence dans le nouveau concept de recrutement et de sélection est qu'après avoir réussi les tests génériques, le candidat pourra déjà poser sa candidature auprès d'un service de la police locale ou fédérale. Après avoir réussi la formation de police, le candidat entamera ses activités au sein de ce service. Cela signifie que le candidat, mais aussi les différentes zones de police et les services de la police fédérale, sont responsabilisés afin de rendre les postes vacants plus attractifs sur le marché du travail.

 

06.03  Caroline Taquin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. Étant bourgmestre et présidente d'une zone pluricommunale, j'entends les efforts que vous énoncez, mais je vous demanderai d'aller encore plus loin et de vous pencher vraiment sur la question. Parce que sur le terrain, c'est une catastrophe. Nous n'arrivons pas à combler les cadres. Nous publions des vacances d'emploi. Nous n'avons pas de postulants. Il y a vraiment péril en la demeure. Je compte sur vous pour prendre ce problème à bras-le-corps. Nos policiers n'en peuvent plus.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Karin Jiroflée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Ziekenhuizen die een palliatieve filter verplichten voor patiënten die euthanasie vragen" (55000446P)

- Robby De Caluwé aan Koen Geens (VEM Justitie en Regie der Gebouwen, Europese Zaken) over "De toepassing van de palliatieve filter bij een euthanasievraag in sommige ziekenhuizen" (55000450P)

- Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De verplichte palliatieve filter bij een euthanasievraag" (55000457P)

- Dominiek Sneppe aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Euthanasie" (55000470P)

07 Questions jointes de

- Karin Jiroflée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les hôpitaux qui imposent un filtre palliatif aux patients qui demandent l'euthanasie" (55000446P)

- Robby De Caluwé à Koen Geens (VPM Justice et Régie des Bâtiments, Affaires européennes) sur "La mise en place du filtre palliatif lors d'une demande d'euthanasie dans certains hôpitaux" (55000450P)

- Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le filtre palliatif obligatoire préalable à une demande d'euthanasie" (55000457P)

- Dominiek Sneppe à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'euthanasie" (55000470P)

 

07.01  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, in 2002 werden er drie belangrijke wetten goedgekeurd, de euthanasiewet, de wet op de palliatieve zorg en de wet op de patiëntenrechten. Wat die drie wetten gemeen hebben, is dat de patiënt centraal staat. De patiënt heeft recht op de beste zorg maar moet wel zelf kunnen beslissen.

 

We lazen deze morgen in de krant nochtans net het tegendeel, want een aantal ziekenhuizen verplichten een palliatieve procedure als patiënten om euthanasie vragen. Sommige ziekenhuizen zetten dat zelfs op hun website. Ik verslikte mij dan ook in mijn koffie. Dit druist immers in tegen zowel de wet op de patiëntenrechten als de euthanasiewet.

 

Volgens de wet op de patiëntenrechten mogen patiënten eender welke behandeling weigeren, dus ook deze zogenaamde palliatieve filter. Het is duidelijk dat een euthanasievraag binnen de euthanasiewet wordt gezien als een zaak tussen de patiënt, enerzijds, en de arts of artsen, anderzijds. Het is al even duidelijk zeker geen zaak voor het management van een ziekenhuis.

 

Mevrouw de minister, de Bisschoppenconferentie heeft bij de redactie van de euthanasiewet in 2002 de zogenaamde palliatieve filter naar voren geschoven. Dit werd echter niet in aanmerking genomen. Blijkbaar is dat een aantal ziekenhuizen ontgaan.

 

Dat patiënten in het zicht van het levenseinde van alle mogelijkheden en alternatieven op de hoogte worden gebracht is normaal en getuigt van goede zorg. Er kan echter geen sprake zijn van een verplichting.

 

Mevrouw de minister, bent u het daarmee eens? Wat gaat u doen om deze ziekenhuizen aan te spreken op hun overtreding?

 

07.02  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, "Ik zie hem daar nog altijd liggen, niet meer in staat om te communiceren, alleen nog wachtend op de dood". Dat konden wij deze ochtend in de krant lezen. Dat is de uitspraak van Martha, een fictieve naam, maar daarom niet minder schrijnend. Martha had het over haar echtgenoot die aan een terminale kanker leed en die op voorhand had aangegeven euthanasie te willen.

 

Alles was netjes geregeld. Ook de bevriende huisarts stond klaar om zijn laatste wil uit te voeren, maar blijkbaar was dat buiten het katholieke ziekenhuis gerekend, dat hem eerst verplichtte om een zogenaamd palliatief proces te ondergaan.

 

Blijkbaar is dit niet het enige geval. Ondraaglijk lijden wordt geregeld nodeloos verlengd door bepaalde katholieke ziekenhuizen. Deze praktijken vind ik onmenselijk en onaanvaardbaar. Men laat mensen creperen, terwijl hun wens duidelijk heel anders is.

 

Hoe kan het dat machtige katholieke ziekenhuizen het recht op euthanasie en een waardig levenseinde uithollen? Meer zelfs, hoe kan het dat zij dit tegenwerken? Wie zijn de katholieke ziekenhuizen om dat tegen te houden? Wie zijn wij, politici, om dat recht uit te hollen? Sinds wanneer bepalen bisschoppen in plaats van burgers de wetten?

 

De wet op de patiëntenrechten is heel duidelijk. Elke patiënt heeft het recht om een behandeling te weigeren, elke patiënt heeft het recht om een palliatief proces te weigeren. Katholieke ziekenhuizen nemen daar duidelijk een loopje met de wet.

 

Om die reden had ik mijn vraag aan de minister van Justitie gericht, maar ze werd naar minister De Block doorverwezen. Welke maatregelen wil men nemen om te vermijden dat zulke praktijken zich in de toekomst opnieuw zouden voordoen?

 

07.03  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, des hôpitaux catholiques qui proposent ou, devrais-je dire, imposent des soins palliatifs aux patients, alors qu'ils ont fait le choix de l'euthanasie, c'est terriblement choquant! C'est pourtant ce qui est mis aujourd'hui en lumière dans la presse flamande.

 

Imposer ce filtre palliatif, c'est retarder le processus d'euthanasie au maximum et, finalement, empêcher que ces personnes puissent bénéficier de cette euthanasie. Imposer ce filtre, c'est imposer la souffrance. Que des hôpitaux proposent une offre de soins palliatifs pour assurer le plus longtemps possible l'accompagnement et la qualité de vie du patient et de ses proches, c'est évidemment une très bonne chose pour ceux qui ont fait ce choix. Mais pour ceux-là uniquement. Imposer de tels soins aux patients qui ont fait le choix de l'euthanasie, c'est tout simplement intolérable!

 

Madame la ministre, des professeurs de la VUB et de l'UGent mais également des avocats, des experts de la loi relative à l'euthanasie crient à l'illégalité. Non! Ces hôpitaux n'ont pas le droit d'imposer des soins palliatifs à des personnes qui ont demandé l'euthanasie. C'est tout simplement contraire au droit de chaque patient. Un hôpital peut-il, selon vous, agir de la sorte? Laisserez-vous les hôpitaux continuer à utiliser ce fameux filtre palliatif en toute impunité?

 

07.04  Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de minister, ethische kwesties zijn weer razend actueel: de uitbreiding van de abortuswet, het euthanasieproces en nu de palliatieve filter.

 

Iedereen heeft er wel een mening of een overtuiging over. Al wordt de ene overtuiging beter getolereerd dan de andere in dergelijke dossiers.

 

Naar aanleiding van het recente euthanasieproces werd in de Artsenkrant van 17 januari de vraag gesteld hoe het komt dat daarover weinig processen zijn. In dat artikel wordt gesuggereerd dat dit te wijten is aan de wijze waarop de evaluatiecommissie haar taak opneemt. Treedt zij namelijk wel voldoende evaluerend op?

 

Blijkbaar is ook dit dossier communautair, gelet op het feit dat er meer euthanasieaanvragen zijn in Vlaanderen dan in Wallonië: 70 tot 80 % van de euthanasieaanvragen worden in Vlaanderen gedaan. Vanwaar dat grote verschil?

 

Ik kom tot een andere actuele vraag. Wat met de palliatieve filter? Ja, wat is daar precies het probleem? Is die filter in strijd met de euthanasiewet of met de patiëntenrechten, zoals de collega's hier suggereren? Hebben instellingen nog het recht ethische thema's volgens de filosofie van hun instelling te behandelen?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

07.05 Minister Maggie De Block: Naar aanleiding van het euthanasieproces in Gent, wat voor alle partijen een zeer pijnlijke zaak was, is er een debat aan de gang over ziekenhuizen die een zogenaamde palliatieve filter toepassen vooraleer euthanasie binnen hun muren mogelijk zou zijn, zelfs als de patiënt daarvoor alles heeft geregeld. Er was een pijnlijke getuigenis van een naaste van iemand die dit heeft ondergaan.

 

Het hangt ervan af wat onder een palliatieve filter wordt verstaan.

 

S'il s'agit simplement d'informer le patient sur la possibilité de bénéficier de soins palliatifs en fin de vie, il n'y a pas de problème. En effet, la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie prévoit explicitement, en son article 3, § 2, que le médecin doit, préalablement et dans tous les cas, informer le patient de son état de santé et de son espérance de vie, se concerter avec le patient sur sa demande d'euthanasie et évoquer avec lui les possibilités thérapeutiques encore envisageables ainsi que les possibilités qu'offrent les soins palliatifs et leurs conséquences. Mais cette obligation d'information ne peut être détournée en vue de ralentir toute la procédure d'euthanasie. Ainsi, en aucun cas, on ne peut ralentir la procédure en espérant que le patient décède avant que sa demande ne soit traitée.

 

Het is dus onaanvaardbaar dat men het toepassen van euthanasie in een ziekenhuis zou verbinden aan de verplichting om eerst een palliatief zorgtraject te doorlopen. Als het klopt dat men iemand twee weken langer heeft laten lijden ondanks zijn uitdrukkelijke en gerechtvaardigde vraag naar euthanasie, dan is dat op geen enkele manier goed te praten. Als arts ben ik dan ook plaatsvervangend beschaamd voor zo'n onmenselijke behandeling.

 

Ja, mevrouw Jiroflée, het is duidelijk in tegenspraak met de wet betreffende de rechten van de patiënt. In artikel 8 van de wet wordt immers wel degelijk bepaald dat de patiënt de tussenkomsten van een bepaalde zorgverstrekker kan weigeren. De patiënt kan op geen enkele manier worden gedwongen om een bepaalde tussenkomst te ondergaan, als hij dat niet wil. De zorgverstrekker mag ook geen enkele druk uitoefenen op de patiënt en het opleggen van de palliatieve filter zet patiënten wel degelijk onder druk om alsnog te kiezen voor langdurige pijn tot zij kunnen sterven.

 

Wie van oordeel is dat zijn of haar patiëntenrechten in het kader van een euthanasieaanvraag worden geschonden, moet eigenlijk een klacht indienen bij de ombudsdienst "Rechten van de patiënt". Daarmee kan het Parlement aan de slag gaan.

 

Collega's, ik heb niet te zeggen wat u moet doen, maar het is wel duidelijk dat u meester bent van uw werkzaamheden in het Parlement. Het Parlement is het beste forum om het debat op een serene manier te voeren. Het komt ons als volksvertegenwoordigers toe om de wetten te maken, zeker niet de bisschoppen.

 

07.06  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor de antwoorden. Ik ben bijzonder blij dat wij het over die punten eens zijn.

 

Collega's, met een vraag tot euthanasie wordt niet lichtzinnig omgesprongen. De wet heeft duidelijke grendels en artsen gaan niet zomaar in op die vraag. Daarin zijn wij alleszins bijzonder gerust.

 

Voor ons heeft het individu recht op zelfbeschikking. Dat is de kern van de verschillende wetten van 2002. Het wordt tijd dat wij daar in ons land met zijn allen achter gaan staan.

 

07.07  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik meende dat iedereen – conservatief, progressief, katholiek of vrijzinnig – het erover eens was dat euthanasie een verworven recht is, dat ons op geen enkele manier mag worden ontnomen. Mevrouw Sneppe, ik ben dan ook onthutst dat hier leden zelfs dat recht ter discussie durven te stellen.

 

Meer nog, voor ons moet de euthanasiewetgeving worden uitgebreid, bijvoorbeeld tot personen die aan dementie lijden.

 

Collega's, uit overtuiging en gelet op het feit dat er een breed draagvlak is, stel ik dat zelfbeschikking een recht is. Mijn partij zal dan ook werk maken van het vrijwaren van dat recht en zelfs van een uitbreiding ervan. Ik hoop dat wij hier in het halfrond daarvoor heel veel steun kunnen krijgen.

 

07.08  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, avant toute chose: merci! Merci pour vos propos qui, effectivement, remettent "l'église au milieu du village".

 

Mais, puisqu'il vaut mieux prévenir que guérir, je vais aussi m'adresser à celles et ceux qui, demain encore, oseront dire que ce sont des affabulations, qu'il n'existe pas d'hôpitaux où l'euthanasie est interdite. Ouvrez les yeux et osez le reconnaître! Oui, certains hôpitaux disent non à l'euthanasie. Certains appliquent un filtre palliatif pour empêcher in fine aux patients de mourir comme ils l'ont décidé.

 

Depuis des mois, au PS, nous le disons: il faut interdire de telles pratiques. Il faut permettre à chacune et chacun de mourir selon son choix. Je ne sais pas quel sera mon choix demain, mais j'ose espérer qu'il sera, comme pour vous, respecté. Et c'est pourquoi, avec le PS, nous nous battrons pour que les clauses collectives soient interdites dans les milieux hospitaliers. Il est temps d'agir. Il est temps de permettre à chacune et chacun de pouvoir faire ses choix. Il est manifestement temps d'imposer à certains hôpitaux le respect des choix, et au travers ceux-ci, le respect de l'Humain - avec un grand H.

 

07.09  Dominiek Sneppe (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat de palliatieve filter betreft, als de patiënt daar klaar en duidelijk van op de hoogte is gesteld, dan zien wij daar geen graten in. Het kan toch geen kwaad zich goed te informeren over de vraag naar euthanasie. Wat is de achterliggende reden? Is het werkelijk een vraag naar euthanasie of zijn er achterliggende redenen? Euthanasie is nu eenmaal onomkeerbaar.

 

Het past natuurlijk in de filosofie van de eenheidsworst: iedereen moet hier hetzelfde denken en dezelfde overtuiging hebben. Welnu, het Vlaams Belang heeft het niet zo begrepen op die eenheidsworst en vindt dan ook dat de instellingen naar de geest van hun filosofie mogen handelen.

 

Het verbaast mij niet dat ook dit dossier weer een communautair kantje heeft. Het bevestigt nogmaals de visie van het Vlaams Belang. Alles in dit land is communautair, zelfs als het over leven en dood gaat. Het regelen van de boedelscheiding heeft daarmee nog een andere dimensie gekregen en is niet alleen meer figuurlijk, maar nu ook letterlijk van levensbelang.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Nawal Farih aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De problematiek van het nieuwe noodnummer 1733 en de bezwaren van de spoedartsen" (55000463P)

- Jan Bertels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De integratie van de wachtdienst voor tandartsen in het centrale wachtdienstnummer" (55000467P)

- Frieda Gijbels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het nieuwe wachtdienstnummer 1733" (55000469P)

08 Questions jointes de

- Nawal Farih à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le problème du nouveau numéro d'urgence 1733 et les objections des médecins urgentistes" (55000463P)

- Jan Bertels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'intégration du service de garde des dentistes dans le numéro central d'appel" (55000467P)

- Frieda Gijbels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le nouveau numéro de service de garde 1733" (55000469P)

 

08.01  Nawal Farih (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, als burgers zich niet goed voelen of medische vragen hebben, bellen ze naar de noodlijn 1733. Vandaag komt u dan terecht bij mensen die helaas niet altijd medisch zijn opgeleid en die u moeten doorverwijzen naar de juiste instantie, enerzijds de huisarts, anderzijds de spoeddiensten indien het een dringender geval is. Dit gebeurt aan de hand van een bepaald protocol, waardoor inschattingsfouten gemaakt kunnen worden bij de doorverwijzing.

 

In een studie van de Universiteit Antwerpen werd vastgesteld dat maar liefst 25 % van de doorverwijzingen niet correct verloopt. Dit betekent dat 25 % van de patiënten die op een spoeddienst horen terecht te komen, zijn doorverwezen naar de huisarts. Ik maak mij toch wel heel erg zorgen over deze cijfers. In de buurlanden, bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, bestaan rapporten die stellen dat er twintig extra doden vallen door een slechte doorverwijzing.

 

Ik hoop dan ook dat we werk zullen maken van een correcte triage. De CD&V is natuurlijk voorstander van een snelle, zorgvuldige triage. Toch maak ik mij zorgen over het gebrek aan medische opleiding bij de consultants.

 

Hoe worden de calltakers vandaag opgeleid? Wordt er voor hen in medische opleidingen voorzien? Kan hun een specifieke opleiding worden aangeboden?

 

Als we echt werk willen maken van een performant triagesysteem, moeten we werk maken van een integratie van de huisartsenwachtposten op de spoedafdelingen. Wat is daarvan de stand van zaken?

 

08.02  Jan Bertels (sp.a): Mevrouw de minister, als ik in het weekend of op een feestdag een noodnummer bel, bijvoorbeeld omdat mijn zoon of dochter plots ziek geworden is of een ongeval gehad heeft, moet ik erop kunnen vertrouwen dat mijn kind en ik goed geholpen worden. Het nummer 1733 is al jaren een relatief goeddraaiend systeem om in contact te treden met de huisarts van wacht. Het systeem kan wat mij betreft worden uitgebreid naar andere zorgverstrekkers, bijvoorbeeld de tandartsen.

 

Over een bijkomende functie, namelijk de telefonische triage, is er al een aantal jaren meer discussie. Kan op basis van een telefonische bevraging over klachten en noden goed worden beoordeeld of men naar de huisarts van wacht moet of naar de spoed, of dat men het beste nog even wacht en op een gewone werkdag naar de huisarts gaat?

 

Mevrouw de minister, u weet dat er al jaren vragen zijn over het nut, de meerwaarde en de efficiëntie. Collega Farih heeft daar al naar verwezen. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen betwist ook een aantal meerwaarden.

 

Wat de sp.a-fractie betreft, zijn er garanties inzake de patiëntveiligheid nodig. De triage moet goed en correct verlopen. Zij moet een meerwaarde zijn voor de veiligheid van de patiënt, geen minwaarde. Het moet ook een efficiënt systeem zijn, geen verzwarende, nodeloos vertragende bijkomende tussenstructuur tussen de arts en de patiënt.

 

Vandaar ook de volgende eenvoudige vraag, mevrouw de minister. Hoe garandeert u dat die voorwaarden inzake patiëntveiligheid en efficiëntie worden gerespecteerd, ook in de toekomst, voor een patiënt die belt naar het nummer 1733?

 

08.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, het nummer 1733 zou binnenkort over het hele land bereikbaar moeten zijn voor wie niet-dringende medische hulp nodig heeft. Het zal niet alleen worden ingezet om mensen door te verbinden met de huisarts van wacht; de telefoonoperatoren zullen ook kunnen uitmaken of het gaat om dringendere hulp, of er eventueel sprake is van een spoedgeval en er een ziekenwagen gestuurd moet worden.

 

Het noodnummer 1733 kent al een lange geschiedenis. Ik heb het eens opgezocht: al vanaf 2008 is er sprake van het nummer 1733 voor de organisatie van de wachtdienst. Uw voorganger, minister Onkelinx, dacht dat zij het tegen 2014 overal geïmplementeerd zou hebben, maar dat is niet gelukt. Op een vraag van collega Valerie Van Peel in 2014 maakte u in uw antwoord melding van een gefaseerde uitrol en u mikte eerder op 2016. Ondertussen is het 2020 en nog steeds hebben veel zones het nummer nog niet geïmplementeerd. Het is wel vaak bereikbaar, maar wordt dikwijls gewoon gebruikt om door te verbinden met de aloude wachtdienst.

 

Nu blijkt dat de spoedartsen het niet zo begrepen hebben op het centrale wachtnummer, dat volgend jaar wel overal uitgerold zou moeten zijn. Vooral over het systeem van triage door de telefoonoperatoren hebben zij hun bedenkingen. Daarom stel ik u hierover graag de volgende vragen, mevrouw de minister.

 

Hoeveel wachtdiensten werken ondertussen met een volledig uitgebouwd triagesysteem? Hoeveel proefprojecten lopen er nog en wanneer worden de resultaten daarvan verwacht?

 

Is er een effect merkbaar op het gebruik van de spoeddienst? Welke opleiding krijgen de telefoonoperatoren en zijn er voldoende operatoren beschikbaar om de diensten te kunnen bemannen tegen 2021, wanneer het nummer overal actief zou moeten zijn?

 

08.04 Minister Maggie De Block: Dank u voor al uw vragen over het oproepnummer 1733, waarover inderdaad reeds lang gesproken werd.

 

Waarover gaat het? Dit nummer behandelt de oproepen voor de wachtdiensten voor de niet-gespecialiseerde en dus ook niet-planbare zorg. Het doel is burgers met een niet-gespecialiseerde, niet-planbare zorgvraag door te verwijzen naar de juiste zorgverlener op het juiste moment.

 

De toegang tot 1733 wordt georganiseerd op een gelijkaardige manier, complementair aan en in synergie met het 112-systeem, waarbij er ook een triage is.

 

Het gaat dus wel degelijk om getrainde medische dispatchers in de 1733-centrales die de burgers doorverwijzen op basis van een triage naargelang van de aard en de ernst van de zorgnood, dit op basis van eenvoudige, telkens aangepaste protocollen om de meest geschikte zorg te vinden.

 

Het nummer 1733 is reeds operationeel in vier centrales: Brugge, Leuven, Arlon en Mons. Communautair is er dus geen probleem.

 

De telefonische triage met protocollen is vandaag al actief tijdens huisartsenwachtdiensten die net iets meer dan 4 miljoen inwoners bestrijken. De operatoren zijn inzetbaar op zowel 112 als 1733 en krijgen een basisopleiding met continue bijscholing en coaching van de aanwezige medische directie binnen deze centrales.

 

Deze directies bestaan onder meer uit urgentieartsen en urgentieverpleegkundigen. Men gaat dus niet, zoals iemand in de pers zei, werken met dokter Google. Men werkt met protocollen die door een exhaustieve procedure tot stand zijn gekomen. Die werden wel degelijk opgemaakt door een werkgroep met urgentieartsen, huisartsen en experts in telefonische triages van onze medische directies 112, die dit doen wanneer het om urgente ingrepen gaat, als men belt met de boodschap dat iemand een infarct of een hersenbloeding heeft gekregen. Dan gaat het wel, maar als het voor een splinter of een snotneus is, zou dat niet lukken!

 

Die protocollen werden ook gevalideerd door de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening. Zij worden continu opgevolgd en gemonitord door een werkgroep, waarbij de evolutie van de medische wetenschap telkens opgenomen wordt. Het is dus onjuist te stellen dat urgentieartsen niet betrokken worden bij het opstellen en opvolgen van de protocollen. De meest recente protocollen werden mij in juni 2019 voorgesteld, en ook gevalideerd.

 

Nu komt er een nieuwe set aan die voorgelegd zal worden aan de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening in maart 2020 waarna een nieuwe validering volgt in juni of juli, door mij of door mijn opvolger. Dat zullen wij nog zien.

 

In elk geval is het continue proces van kwaliteitsbewaking en –verbetering aangetoond.

 

De proefprojecten hebben hun nut al lang bewezen. De testfase is nu voorbij en ze worden opgenomen in de uitrol van het systeem op het ganse Belgische grondgebied. De uitrol van de wachtposten, een ander punt, is intussen quasi voltooid.

 

Ook de tandartsen kunnen hierin opgenomen worden. Momenteel is er echter nog geen eenvormig federaal systeem van wachtdienst en bereikbaarheid voor de tandartsen. Zij moeten dat dus eerst onderling organiseren. Als die technische voorwaarde vervuld is, dan kunnen zij perfect in dat systeem van 1733 worden opgenomen.

 

08.05  Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de minister, ik ben alvast zeer verheugd te vernemen dat de informatie in de pers niet correct was. Iedereen krijgt wel degelijk de juiste coaching, vergelijkbaar met die voor het noodnummer 112. Als we echter werk willen maken van een veilige en correcte, medisch onderbouwde triage, dan is het zeer belangrijk dat de integratie van de huisartsenwachtposten in de spoeddiensten zo snel mogelijk gebeurt. Wij moeten daar vooruitgang in boeken.

 

08.06  Jan Bertels (sp.a): Mevrouw de minister, ik herhaal dat de bevolking vertrouwen moet kunnen hebben in die telefonische medische triage. Ik raad u dan ook aan om snel contact op te nemen met de beroepsgroepen van de spoedartsen en de huisartsen. Zij twijfelen immers aan de werking van die telefonische triage terwijl de bevolking die juist moet kunnen vertrouwen.

 

Mevrouw de minister, ten tweede, gooi dit alstublieft niet gewoon bijkomend in het bakje van de operatoren bij de noodcentrales. Zij hebben hier in het Parlement getuigd dat zij bezwijken onder "een moordende werkdruk". Dat waren hun eigen woorden. Gooi dat dus niet gewoon bij in hun bakje, maar zorg ervoor dat die noodcentrales voldoende bemand en bevrouwd zijn zodat ze correct kunnen werken.

 

Ten derde, bevorder de integratie van de huisartsenwachtposten in de ziekenhuizen. Er kan dan immers ter plaatse meteen een professionele triage worden gedaan door goed opgeleid, gekwalificeerd zorgpersoneel. Zij kunnen mensen vervolgens naar de huisarts of de spoeddienst verwijzen. Dat is een efficiëntiebevorderende maatregel, in de eerste plaats voor de patiënt, en daar doen we het toch voor.

 

08.07  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, het is op zich een goed plan om er met een triage voor te zorgen dat mensen met medische problemen zo snel mogelijk op de juiste plaats terechtkomen, bij de spoeddienst of bij de dokter van wacht, hetzij dat een ziekenwagen moet worden gestuurd of dat de patiënt moet wachten tot de eerstvolgende beschikbare consultatie bij de huisarts. Die triage zorgt voor een minimale verspilling van middelen.

 

De basis voor dat goedfunctionerend systeem moet echter wel snor zitten. Er wordt al twaalf jaar over een dergelijk systeem gesproken en er lopen al jaren proefprojecten. Desondanks is het vertrouwen bij de spoedartsen erg laag. Dat doet vragen rijzen naar de mate van overleg met de sector in kwestie. Ik roep dan ook op om dringend samen te zitten met artsen, spoedartsen en hulpdiensten, zodat het systeem op de rails gezet kan worden en ook blijft rijden, op een verantwoorde manier in het belang van elke patiënt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- Michel De Maegd à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'état des lieux concernant le coronavirus" (55000456P)

- Sofie Merckx à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'urgence mondiale après l'apparition du nouveau coronavirus" (55000468P)

- Patrick Prévot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'état d’urgence déclenché par l’OMS face à la propagation du nouveau coronavirus" (55000465P)

- Frieda Gijbels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le coronavirus" (55000471P)

09 Samengevoegde vragen van

- Michel De Maegd aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De stand van zaken m.b.t. het coronavirus COVID-19" (55000456P)

- Sofie Merckx aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De wereldwijde noodsituatie na de uitbraak van het nieuwe coronavirus" (55000468P)

- Patrick Prévot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het uitroepen van de uitbraak van COVID-19 tot internationale noodsituatie door de WHO" (55000465P)

- Frieda Gijbels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het coronavirus" (55000471P)

 

09.01  Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, vous avez eu ce matin une réunion extraordinaire avec vos collègues européens de la Santé. C'était l'occasion pour vous de mieux appréhender la situation concernant l'épidémie de Coronavirus, renommé COVID-19 par l'Organisation mondiale de la Santé (OMS). Cette dernière évoque "une menace très grave pour le monde" et de nombreuses manifestations sportives, culturelles ou économiques sont annulées sur la planète.

 

Nous sommes préoccupés par l'extension de l'épidémie en Chine qui, à ce jour, a fait plus de 1 350 victimes et touche plus de 60 000 personnes.

 

Madame la ministre, avez-vous des nouvelles de la patiente belge infectée et prise en charge à l'hôpital Saint-Pierre à Bruxelles? Au niveau européen, comment jugez-vous la coopération entre les États membres depuis le début de la crise?

 

En matière de mobilité, la Belgique est-elle favorable à des restrictions de vols depuis la Chine vers l'Europe? Faut-il, selon vous, introduire des restrictions d'entrée ou des contrôles accrus aux frontières de l'espace Schengen?

 

En matière de santé, comment éviter que le virus se propage à travers l'Union européenne? L'échange d'informations entre les corps médicaux européens est-il suffisant? Dans la négative, que faut-il améliorer?

 

Enfin, quelles sont les dernières informations en ce qui concerne l'élaboration d'un vaccin? Les acteurs belges sont-ils à la pointe concernant un tel vaccin contre COVID-19?

 

09.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, sinds december is het coronavirus uitgebroken en is er een epidemie uitgebroken. Wereldwijd heeft de WHO de noodsituatie afgekondigd. Het coronavirus is vergelijkbaar met het griepvirus. Het is alleen iets besmettelijker met iets ernstigere gevolgen.

 

Het probleem is dat er geen vaccin is en ook geen behandeling. Het enige wat we kunnen doen is besmetting voorkomen en de symptomen behandelen.

 

De kans op een uitbraak, ook in België, is reëel, maar dat is tot op heden gelukkig nog niet gebeurd.

 

Mevrouw de minister, ik heb hierover een aantal vragen.

 

Ten eerste, zijn de huidige maatregelen afdoende? De reizigers uit China krijgen een folder als ze in België in de luchthaven aankomen. Is dat voldoende of zijn er bijkomende maatregelen nodig?

 

Zijn onze ziekenhuizen voorbereid op een eventuele epidemie? Is er genoeg beddencapaciteit en noodcapaciteit? Hebben wij in ons land genoeg persoonlijk beschermingsmateriaal zoals maskers?

 

Voorlopig is er geen nationaal coördinatiecrisisteam vastgesteld, want er is nog geen epidemie. Is alles daarvoor voorbereid?

 

Vanmorgen hebt u uw Europese collega's ontmoet. Werd daar tot extra maatregelen beslist?

 

09.03  Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, il n'y a aucune raison de céder à la panique, même si la vigilance reste de mise. Tels sont les mots que vous avez prononcés, madame la ministre, ce matin, lors de votre arrivée au Conseil de l'Union européenne extraordinaire consacré à l'épidémie de coronavirus renommé COVID-19.

 

Ce jeudi, les autorités chinoises ont fait état de nouveaux chiffres plus inquiétants encore puisqu'ils portent le bilan humain à près de 60 000 cas confirmés et au moins 1 355 morts. En Europe, on dénombre actuellement 40 personnes infectées dont un cas en Belgique.

 

Je rappelle que, le 30 janvier dernier, l'OMS déclarait déjà cette épidémie comme une urgence de santé publique de portée internationale.

 

Madame la ministre, je ne souhaite évidemment pas attiser les inquiétudes de nos concitoyens par rapport à cette épidémie. Mais elles existent bel et bien. Selon moi, il est fondamental de leur donner une information claire et correcte, de manière régulière, sur la situation, sur les mesures prises pour éviter que l'épidémie ne se propage et sur les comportements à adopter.

 

Madame la ministre, pouvez-vous faire un état des lieux de la situation aujourd'hui? Pouvez-vous nous dire ce qu'il en est des décisions prises à l'occasion du Conseil de l'Union européenne extraordinaire de ce jeudi et nous donner des informations quant aux mesures supplémentaires éventuellement prises par notre pays?

 

09.04  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij hebben het in de commissie al gehad over het coronavirus en twee weken geleden stond ik hier ook met een vraag erover.

 

Paniek is niet nodig, dat hebt u zelf aangegeven. Dat is zelfs contraproductief, maar we moeten wel alert en voorbereid zijn met een degelijk en duidelijk plan.

 

Waar staan wij nu? De cijfers van het aantal besmettingen in China lijken niet meteen af te nemen. Wij kunnen ervan uitgaan dat er wellicht landgenoten zijn die in aanraking zijn gekomen met mensen die besmet zijn of die in gebieden zijn geweest waar besmettingen voorkomen. Er wordt niet actief gewerkt aan het opsporen van deze mensen, maar er is wel een website waarop zij zich kunnen melden.

 

Ondertussen is bevestigd dat men het virus kan hebben opgelopen zonder symptomen te hebben en dat men het ook kan doorgeven zonder symptomen te vertonen. Hierdoor zou het best kunnen dat er mensen rondlopen die zich er helemaal niet van bewust zijn dat ze besmet zijn.

 

Verder is de virulentie en de mortaliteit van het virus niet helemaal duidelijk. Wat echter wel zeker is, is dat de symptomen ernstig genoeg zijn en dat het virus dodelijk genoeg is om een behoorlijke aanslag te kunnen betekenen op ons systeem van gezondheidszorg.

 

Een andere ongemakkelijke waarheid is dat wij voor de productie van geneesmiddelen erg afhankelijk zijn van China, waar het gros van de grondstoffen voor geneesmiddelen wordt geproduceerd, en dan nog voornamelijk in Wuhan. Laat de economie net daar tot stilstand zijn gekomen door de uitbraak van het virus. Ook voor de productie van mondmaskers, beschermende kledij en onderdelen voor medische hulpmiddelen zijn wij afhankelijk van China.

 

Mevrouw de minister, hoeveel mensen hebben zich via de website geregistreerd? Zijn wij klaar voor een ernstige uitbraak in ons land? Wie heeft in dat geval concreet de leiding? Hebben wij voldoende strategische voorraad van farmaceutische grondstoffen, medische beschermingsmiddelen en onderdelen voor medische apparatuur om ons te wapenen tegen een toeleveringsstop vanuit China?

 

09.05 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, collega's, wij hadden vanochtend een lange EPSCO. Het was de eerste keer dat elk land een minister had afgevaardigd.

 

La situation en Belgique et en Europe est sous contrôle.

 

Er zijn momenteel 40 patiënten met het coronavirus in Europa. In België werden er tot nu toe iets meer dan 110 personen getest, waarvan nog altijd maar eentje positief. Er is dus geen reden tot paniek, maar we volgen de situatie natuurlijk constant op. Dat gebeurt ook in de andere lidstaten.

 

De vergadering vandaag rond het coronavirus was constructief. De bedoeling was eigenlijk om alle informatie aan elkaar door te geven, alsook de acties op elkaar af te stemmen en te zorgen voor een coördinatie tussen de Europese lidstaten, al behouden lidstaten wel, naargelang hun specifieke situatie, het recht om nog meer maatregelen te nemen.

 

Chez nous, les nouvelles sont toujours aussi rassurantes. Le seul Belge testé positif au coronavirus séjourne toujours à l'hôpital Saint-Pierre de Bruxelles.

 

Ik las het zelfs in een weekblad: hij voelt zich goed en is in goede conditie.

 

Cette personne reçoit des soins adaptés à sa situation et restera isolée jusqu'à la disparition complète de la contamination.

 

Hij wordt, met andere woorden, in quarantaine gehouden, tot het virus bij hem niet meer overdraagbaar is. De duur van zijn quarantaine zal worden bepaald door de afwezigheid van de mogelijkheid tot overdracht van het virus.

 

Acht personen die uit China zijn gerepatrieerd op 2 februari en in quarantaine werden geplaatst, werden meerdere keren negatief getest op het coronavirus. Na een aantal dagen hebben wij hen hertest. Als het zo blijft, zullen zij komende zondag het ziekenhuis mogen verlaten.

 

Sedert begin februari werden in totaal 11 personen terug naar ons land gebracht en in quarantaine geplaatst. Als quarantainemaatregelen hebben wij de strengste maatregelen genomen, in overeenstemming met en als voortzetting van de Chinese maatregelen in het gebied waar die personen verbleven, en in opvolging van de aanbevelingen van de WHO. Ook de laatste twee personen, die zondag gerepatrieerd werden, testten negatief. Zij worden afzonderlijk van de acht eerste personen in quarantaine gehouden.

 

En Belgique, les services fonctionnent bien et les procédures ont fait leurs preuves ces dernières semaines. Nous avons aussi institué un comité scientifique qui suit en permanence la situation, afin de pouvoir ajuster immédiatement l'approche, si nécessaire. Jusqu'à présent, seul un patient est concerné dans notre pays.

 

Le comité scientifique a été placé sous la présidence du Dr Steven Van Gucht, qui est virologue au sein de Sciensano.

 

Wat de mogelijke onbeschikbaarheden van geneesmiddelen in de toekomst betreft, alle leden hebben vandaag gezegd dat er momenteel geen onbeschikbaarheden zijn. Wat de situatie over vijf maanden of een jaar betreft, het EMA is bezig met een oplijsting. Het EMA heeft een eerste overzicht gemaakt en dat bleek geruststellend. Men zag niet onmiddellijk onbeschikbaarheden op ons afkomen.

 

Wat het medisch materiaal betreft, werd vandaag afgesproken dat landen eventueel bestellingen aan elkaar zouden doorgeven of dat de zwakste lidstaten, wat gezondheidszorg betreft, misschien ondersteund moeten worden. Ook daarover zijn afspraken gemaakt

 

Nous avons également ouvert un site internet, sur lequel les citoyens peuvent toujours trouver les informations les plus récentes relatives au coronavirus: info-coronavirus.be.

 

Het vaccin is in ontwikkeling. Er is een race aan de gang om het eerste vaccin bij de patiënten te krijgen. Iedereen is het erover eens dat het voor de huidige epidemie waarschijnlijk niet op tijd zal komen, maar wel voor een eventuele volgende epidemie.

 

Le vaccin n'est pas pour demain, mais le travail se poursuit.

 

Wij hebben vandaag nog heel recente cijfers inzake de mortaliteit gekregen. Die bedraagt voor het coronavirus in China op het moment 2 %, wat dus minder is dan de mortaliteit voor de seizoensgriep.

 

09.06  Michel De Maegd (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos nouvelles rassurantes et le rapport de votre réunion de ce matin au Conseil européen. Les nouvelles sont également rassurantes pour la personne hospitalisée à l'hôpital Saint-Pierre.

 

Je vous invite à rester extrêmement vigilante concernant cette épidémie avec une prévention accrue et une information complète, notamment par le biais du site web que vous avez mentionné et par la mise en place de ce comité scientifique, sans toutefois tomber dans le catastrophisme ni céder à la panique.

 

Saluons dans ces occasions-là aussi le professionnalisme de nos acteurs des soins de santé (les médecins, les infirmiers) qui se mobilisent.

 

Enfin, il n'y a pas encore de vaccin miracle, mais je plaide auprès de vous, madame la ministre, pour une concertation active au niveau de la recherche, entre les secteurs public et privé, afin de trouver rapidement une solution durable qui mette fin à cette épidémie.

 

09.07  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie pour vos explications même si certaines questions sont demeurées sans réponse. Nous resterons attentifs à ce dossier.

 

Ce que l'on constate aussi dans ce genre de situation où la santé publique est en cause, c'est qu'on a besoin d'une approche coordonnée globale et aussi d'une ministre, parce qu'il y a bien sûr les aspects préventifs et les aspects curatifs qu'on ne peut pas séparer. C'est aussi un message à ceux qui veulent morceler davantage les compétences.

 

J'en profite également pour remercier l'ensemble des fonctionnaires qui se mobilisent aujourd'hui pour faire face à cette épidémie, ceux de la Santé publique et de Sciensano, par exemple, qui ont nourri de nombreuses informations le site mis en place.

 

09.08  Patrick Prévot (PS): Madame la ministre, je vous remercie d'avoir fait le point sur la situation. C'était important. Les virus ne connaissent aucune frontière et jusqu'à présent, chaque pays de l'Union européenne a adopté sa propre stratégie et sa propre politique dans la gestion de cette crise, que ce soit en matière de mise en quarantaine, de contrôle des passagers voire de conseils aux voyageurs. Il est vrai que ces disparités n'ont fait qu'attiser les inquiétudes de la population.

 

Madame la ministre, puisque vous avez dit que cette réunion avait été constructive, je vous invite à garder le contact afin de rassurer la population à intervalles réguliers car il n'y a rien de plus angoissant pour elle que le manque d'informations.

 

09.09  Frieda Gijbels (N-VA): Mevrouw de minister, het is misschien gevaarlijk om met een arts over de mortaliteit bij een bepaalde aandoening te discussiëren. Ik meende echter werkelijk dat die graad, volgens de bronnen die ik heb geraadpleegd, bij een seizoensgriep 0,1 % was. Dan is 2 % toch duidelijk hoger.

 

Wij moeten sowieso voorbereid zijn op meer besmettingen in ons land. Wij moeten ook een plan klaar hebben voor het geval de besmetting epidemische proporties zou aannemen.

 

Net het feit dat een besmetting kan optreden wanneer er geen symptomen zijn, maakt het coronavirus anders en dat moet ons heel alert voor die infectie houden. In het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, werden nog succesvol personen opgespoord die met een besmet persoon in contact waren geweest, en konden de nodige maatregelen worden genomen.

 

Wij moeten ook de vraag durven te stellen of ons gezondheidssysteem op het vlak van medicatie en medische hulpmiddelen niet te afhankelijk van één land is en of wij niet altijd een back-upsysteem moeten hebben.

 

In de Verenigde Staten werd in de senaat pas nog een heel interessante hoorzitting over dat onderwerp gehouden. Daarbij kwam de vraag aan de orde of het productieproces niet moet worden herbekeken en geherlokaliseerd.

 

Nu is het wegens het coronavirus, maar het kan net zo goed wegens een andere infectie of een politiek issue zijn dat de aanvoer van medische, essentiële producten (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De North Seas Energy Cooperation en de gevolgen van de Brexit" (55000453P)

10 Question de Anneleen Van Bossuyt à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La North Seas Energy Cooperation et les conséquences du Brexit" (55000453P)

 

10.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de Brexit is nu bijna twee weken een feit en we zien al de eerste negatieve gevolgen. De North Seas Energy Cooperation ondersteunt en faciliteert de ontwikkeling van offshorenetwerken op de Noordzee. U weet ongetwijfeld dat die heel belangrijk zijn voor het halen van onze doelstellingen inzake hernieuwbare energie.

 

De North Seas Energy Cooperation is een samenwerkingsverband tussen acht lidstaten, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Volgens de Europese Commissie maakt het Verenigd Koninkrijk er door de Brexit geen deel meer van uit. Nochtans zegt Frans Timmermans, toch ook lid van de Europese Commissie, dat het er wel nog lid van is. Ook Nederland en Luxemburg hebben al protest aangetekend.

 

Volgens ons is het niet alleen niet de bevoegdheid van de Europese Commissie om de beslissing te nemen dat het Verenigd Koninkrijk er geen lid meer van zou zijn, het zou ook een kapitale fout zijn. We hebben immers niet minder samenwerking nodig in en rond de Noordzee, maar juist meer samenwerking. Dit niet alleen voor het dossier rond hernieuwbare energie, maar bijvoorbeeld ook voor de veelbelovende sector van de blauwe economie.

 

Wat is het standpunt van de regering? Gaat u ermee akkoord dat het hier om een samenwerkingsverband gaat, niet om een orgaan van de Europese Unie, en dat het Verenigd Koninkrijk er dus nog wel deel van uitmaakt? Wat is uw engagement om het Verenigd Koninkrijk te blijven betrekken bij het domein van energie en op nog andere vlakken?

 

10.02 Minister Marie-Christine Marghem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Bossuyt, de exit van het Verenigd Koninkrijk uit de North Seas Energy Cooperation is een beslissing op het niveau van de onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en dus geen beslissing op Belgisch niveau, dat weet u.

 

Het feit dat het Verenigd Koninkrijk eruit ligt, komt door het onderhandelde Withdrawal Agreement. Dit is daarvan een automatisch gevolg en de keuze van het Verenigd Koninkrijk, niet van de Europese Unie. Dit wil ook niet zeggen dat er niet meer samengewerkt wordt. Concreet, de administratie van het Verenigd Koninkrijk is volgende week uitgenodigd voor de technische werkgroep over Windpark IJmuiden in Nederland. Op operationeel niveau is er dus verdere samenwerking waar nodig en mogelijk.

 

Wat de energievisie betreft, België en Nederland werken zeer goed samen in de Benelux en de North Seas Energy Cooperation. Dit blijft onverminderd overeind. Ook met Frankrijk is er frequent overleg.

 

Het project van de tweede Nemokabel met het Verenigd Koninkrijk blijft ook onverminderd doorlopen. Dit is een voorbeeld van veelbelovende bilaterale samenwerking na de Brexit.

 

Er is een verschil tussen het officiële programma van het NSCOGI, de Europese Unie en de bilaterale samenwerking, bijvoorbeeld in verband met de kabels en interconnecties. Het Verenigd Koninkrijk kan dus perfect worden aangesloten op de North Sea Grid.

 

Daarna moeten wij wachten op het resultaat van de post-Brexitonderhandelingen, die door de Europese Commissie worden gevoerd met betrekking tot het aangaan van nieuwe relaties met het Verenigd Koninkrijk. Wij zullen actief input leveren om de Belgische belangen het beste te waarborgen.

 

10.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. Eigenlijk bevestigt u wat de Europese Commissie heeft gezegd en dat is nu net het probleem. U gaat ervan uit dat het samenwerkingsverband een orgaan van de EU is, maar dat is het juist niet.

 

Ik leid uit uw antwoord af dat België Nederland en Luxemburg niet zal volgen in het aantekenen van protest bij het verwijderen van het Verenigd Koninkrijk uit het samenwerkingsverband. Dat zou een grote fout zijn. Ik herhaal mijn oproep om dat toch te doen. Het is heel belangrijk om zo nauw mogelijk te blijven samenwerken met het Verenigd Koninkrijk, niet alleen op het vlak van energie maar op alle mogelijke domeinen en in alle mogelijke samenwerkingsverbanden.

 

Ik wil nogmaals mijn oproep herhalen om ook dit Parlement zo nauw mogelijk te blijven betrekken bij de onderhandelingen die momenteel lopen met het Verenigd Koninkrijk over een toekomstige deal.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Malik Ben Achour à Marie-Christine Marghem (Energie, Environnement et Développement durable) sur "Le chèque énergie" (55000459P)

11 Vraag van Malik Ben Achour aan Marie-Christine Marghem (Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling) over "De energiecheque" (55000459P)

 

11.01  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, vous le savez, pour les socialistes, l'accès à l'énergie est un droit fondamental. Tout le monde devrait avoir la possibilité de se chauffer. Le gaz, le mazout, l'électricité ne sont pas des produits de luxe.

 

Et pourtant, dans ce pays, un ménage sur cinq est touché par la précarité énergétique. Derrière cette statistique, des familles, des hommes et des femmes qui doivent parfois choisir entre se soigner, se nourrir, se chauffer ou payer l'excursion des enfants. Nous ne pouvons pas accepter que des produits de première nécessité comme l'électricité grèvent le budget des ménages au point de les priver de l'essentiel.

 

Tout le monde le sait désormais: c'est votre gouvernement qui a décidé de relever la TVA de 6 à 21 % sur le prix de l'électricité. C'est sûr, la meilleure énergie, c'est celle qu'on ne consomme pas. Mais vous en conviendrez, au XXIe siècle, on ne peut pas non plus faire ses devoirs à la bougie ou laver son linge dans la rivière.

 

Madame la ministre, lors de la précédente législature, vous vous disiez favorable à une diminution de la TVA. Et puis, vous avez été rappelée à l'ordre par les autres membres du gouvernement. Vous disiez aussi vouloir étudier juridiquement la possibilité de faire payer par Electrabel les augmentations des factures des ménages et des entreprises. Qu'en est-il aujourd'hui? Quelles sont vos solutions?

 

Madame la ministre, l'enjeu de la précarité énergétique est d'une ampleur colossale. La Belgique est l'un des pays européens où le prix de l'énergie est le plus élevé. Il faut agir rapidement. Pourquoi pas en développant un chèque énergie qui permettrait d'alléger la facture des ménages en tenant compte de leur condition sociale particulière?

 

11.02  Marie-Christine Marghem, ministre: Monsieur le président, monsieur Ben Achour, je vous remercie pour votre question qui met en avant une problématique très importante qui est celle de la précarité énergétique et de l'aide à apporter aux plus démunis qui, selon différentes études, sont plus de 10 % à être dans l'impossibilité de se chauffer et de s'éclairer correctement. Il s'agit souvent de ménages isolés ou de familles monoparentales.

 

Une politique ciblée, c'est évidemment une politique qui aide de manière précise en fonction des difficultés relevées sur le terrain, que je viens d'égrainer avec vous. Ces aides ponctuelles sont déjà apportées par notre encadrement législatif puisque nous avons un tarif social qui est un tarif préférentiel unique octroyé automatiquement par les fournisseurs, dès que les bénéficiaires remplissent les conditions. Ce tarif est financé par le consommateur, à travers la cotisation fédérale. Nous avons le Fonds Gaz et Électricité qui finance les CPAS dans le but d'octroyer une aide matérielle à des ménages en difficulté de paiement de leurs factures. C'est également la cotisation fédérale payée par tous les consommateurs qui finance ce Fonds. Et nous avons le Fonds social mazout qui permet aux CPAS d'octroyer une allocation pour permettre aux bénéficiaires de chauffer leur logement.

 

En réalité, ces aides viennent aussi alourdir la facture de tous les autres consommateurs. Vous serez d'accord avec moi pour dire que la facture ne doit pas devenir une seconde feuille d'impôt. Il faut donc une réflexion beaucoup plus large pour réduire ce problème de la précarité énergétique et s'attaquer aux quantités d'énergie consommées et à l'efficacité énergétique, comme vous l'avez souligné. En outre, il faut une approche transversale à travers les différents niveaux de pouvoir. En effet, il ne faudrait pas oublier que, si vous aidez les personnes par rapport à la commodity, il y a également, dans la facture, les surcharges qui sont facturées par les transporteurs d'énergie (l'énergie à haut voltage pour le GRT et l'énergie à bas voltage pour les GRD) qui, elles, sont régies par d'autres règlements.

 

Je rappelle que, quand nous avons décidé au niveau fédéral de développer l'offshore, nous avons tenu compte de cet élément en diminuant le soutien fourni par tous les consommateurs à l'énergie éolienne offshore en passant de 124 euros à 79 euros par mégawatt/heure.

 

Par conséquent, il ne faudrait pas conclure que, lorsque l'on agit sur un vecteur qui est celui de la commodity, et quand d'autres niveaux de pouvoir n'agissent pas ou alourdissent la facture, tout le bénéfice de cette action au niveau fédéral serait perdu.

 

11.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, j'attendais de vous des réponses plus concrètes. Ce qui nous préoccupe, c'est la facture des ménages. Certains gouvernements ont pris leurs responsabilités par le passé. M. Di Rupo avait baissé la TVA sur l'électricité, comme je l'ai dit. Paul Magnette, en tant que ministre de l'Énergie, avait proposé un chèque énergie. Des solutions existent.

 

Notre Parlement – celui-ci, madame la ministre – a pris ses responsabilités chaque fois qu'il a pu le faire pour lutter contre ce fléau qu'est la précarité énergétique. Je n'ai pas besoin de vous rappeler l'action qui a été menée au Parlement en décembre. Elle a permis l'augmentation, pour près de six millions d'euros, du budget du Fonds Gaz et Électricité, pour soutenir les CPAS dans l'aide qu'ils apportent aux ménages en grande précarité.

 

Ce n'est pas suffisant. Je le répète, des solutions existent. Il faut les mettre en action. Le problème est trop sérieux pour que ce gouvernement continue à le négliger. Des actions de plus grande ampleur doivent être entreprises. Un chèque énergie diminue directement la facture des ménages, avec un focus particulier sur ceux qui en ont le plus besoin. Il faut avancer, je vous en conjure!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Sarah Schlitz à François Bellot (Mobilité) sur "L'offre de trains en soirée" (55000464P)

12 Vraag van Sarah Schlitz aan François Bellot (Mobiliteit) over "Het treinaanbod in de avonduren" (55000464P)

 

12.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce matin, des centaines d'écologistes sont allés dans plus de 150 gares à travers le pays pour remercier les usagers des transports en commun. Je vous remets d'ailleurs un petit chocolat que je vous ai gardé.

 

12.02  François Bellot, ministre: Je vous en remercie. J'aime bien le chocolat.

 

12.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Tant mieux! C'est du chocolat noir local.

 

Pour ceux qui sont gentils, j'ai encore quelques chocolats.

 

Ce matin, les gens m'ont beaucoup parlé et ce qui revient souvent, c'est qu'il est impossible d'aller à un concert ou de boire un verre en comptant sur le dernier train. Je prends l'exemple d'un Liégeois qui voulait se rendre au concert d'Angèle, dimanche dernier. Celui-ci aurait dû reprendre le train de 23 h 01, ce qui était complètement incompatible avec les horaires du concert. Un deuxième exemple est celui d'un Amaytois qui sort à Liège. Celui-ci devrait reprendre le dernier train de 20 h 40. Pourtant, pour que le train devienne une vraie alternative, il est essentiel qu'il corresponde adéquatement aux besoins des Belges en soirée.

 

Monsieur le ministre, notre offre de transport correspond-elle à la vie sociale et culturelle des Belges en soirée? La SNCB a-t-elle déjà étudié la demande en la matière? Avez-vous demandé explicitement à la SNCB, qui élabore en ce moment son nouveau plan de transport, d'intégrer, dans les différents scénarii, les éléments en matière de transport en soirée?

 

12.04  François Bellot, ministre: Madame Schlitz, la SNCB adapte régulièrement son offre de trains pour coller au mieux à la demande et afin d'optimaliser la circulation ferroviaire. Lors des adaptations majeures, qui ont lieu tous les quatre ans, l'entreprise organise plusieurs mois à l'avance des road shows auxquels sont invités les différents stakeholders: les représentants politiques, les associations, les comités des usagers, les bourgmestres. Au cours de ces rencontres, les participants sont priés de transmettre à la SNCB toutes leurs demandes afin qu'elle puisse les analyser techniquement et évaluer leur faisabilité. À l'issue de ces analyses, la SNCB établit un nouveau plan de transport qui tente de répondre à un maximum de ces requêtes parfois antagonistes, qui doit tenir compte de la disponibilité du réseau ainsi que des travaux d'entretien et d'extension de capacité, indispensables à la circulation des trains en toute sécurité.

 

La SNCB est toujours prête à répondre aux demandes d'organisateurs de spectacles et d'événements pour mettre à disposition des trains supplémentaires lorsque c'est possible techniquement et à condition que les organisateurs s'engagent à couvrir les risques financiers de ce service en cas de sous-utilisation, comme cela a pu arriver pour certains concerts ou au moment du carnaval de Binche, dans la mesure où les succès sont aléatoires.

 

Depuis décembre 2016, l'offre ferroviaire n'a cessé de croître, entraînant avec elle une augmentation annuelle du nombre de voyageurs de plus de 3,5 %. Pour la petite histoire, cela représente 1 milliard de voyageurs au kilomètre par an - autrement dit une diminution annuelle du carbone de l'ordre de 100 000 tonnes, selon les statistiques que j'ai reçues ce matin. Cela indique tout de même que l'offre proposée correspond à la demande. La hausse de l'offre de trains concerne également les week-ends et les soirées. Par exemple, en 2016, de mémoire, on a ajouté 72 trains dans et autour de Bruxelles, dont 42 le samedi et le dimanche. De la sorte, en Région bruxelloise, le nombre d'usagers du rail a augmenté de 44 % en trois ans, notamment en soirée et le week-end.

 

La SNCB prévoit dans son futur plan 2020 une nouvelle augmentation de 5 % de l'offre sur certaines lignes. L'amplitude horaire sera élargie, avec encore plus de trains en soirée. Je ne connais pas les détails, mais c'est ce qui est annoncé. Cela devrait partiellement répondre à vos inquiétudes, mais je reste attentif à ce que la SNCB continue à développer une offre toujours plus attractive.

 

12.05  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Je vous remercie pour cette réponse complète, monsieur le ministre. C'est rassurant à certains égards, même si je n'ai pas encore le sentiment que l'offre qui sera développée correspondra totalement à la demande du terrain. Vu que cette demande n'existe pas, elle doit être fondée sur une étude empirique.

 

L'enjeu du dernier train est aussi un enjeu de sécurité routière. On en parle toutes les semaines en commission de la Mobilité. Ce problème de sécurité sur nos routes est crucial. Il est dû à divers facteurs comme l'alcool au volant ou la fatigue. Une offre de trains élargie en soirée permet d'offrir une alternative crédible à cet égard. Il est donc essentiel de travailler sur ce sujet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

13 Ordre du jour

13 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 février 2020, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi (Mmes Leen Dierick et Kathleen Verhelst, M. Dieter Vanbesien et Mmes Katrien Houtmeyers, Kathleen Depoorter et Florence Reuters) modifiant la loi du 17 mars 2019 relative aux professions d'expert-comptable et de conseiller fiscal en ce qui concerne l'Institut des Conseillers fiscaux et des Experts-comptables, nos 965/1 à 4.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 februari 2020, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel (de dames Leen Dierick en Kathleen Verhelst, de heer Dieter Vanbesien en de dames Katrien Houtmeyers, Kathleen Depoorter en Florence Reuters) tot wijziging van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur wat betreft het Instituut van de Belastingadviseurs en van de Accountants, nrs 965/1 tot 4, in te schrijven.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 12 février 2020, je vous propose également d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi le rapport (M. Sander Loones) de la commission des Poursuites sur les poursuites à charge d'un membre de la Chambre des représentants, n° 1008/1.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 februari 2020, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het verslag (de heer Sander Loones) van de commissie voor de Vervolgingen over vervolgingen ten laste van een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 1008/1, in te schrijven.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

14 Renvoi d'amendements en commission

14 Verzending van amendementen naar de commissie

 

Le 13 décembre 2019, j’ai demandé l’avis du Conseil d’État sur les amendements que j’avais reçus sur la proposition de loi (Mmes Barbara Creemers, Séverine de Laveleye et Laurence Hennuy) visant à modifier la législation relative à l'euthanasie, n523/11.

Op 13 december 2019 heb ik de Raad van State om advies verzocht over de amendementen die ik had ontvangen op het wetsvoorstel (de dames Barbara Creemers, Séverine de Laveleye en Laurence Hennuy) tot wijziging van de wetgeving betreffende de euthanasie, nr. 523/11.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 12 février 2020, je vous propose de renvoyer ces amendements à la commission de la Santé et de l'Égalité des chances où ils seront discutés durant la semaine du 17 février 2020.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 12 februari 2020 stel ik u voor deze amendementen te verzenden naar de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen teneinde deze amendementen te bespreken tijdens de week van 17 februari 2020.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Projet et propositions de loi

Wetsontwerp en -voorstellen

 

15 Projet de loi introduisant diverses dispositions fiscales transitoires en ce qui concerne le retrait du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord de l'Union européenne (948/1-3)

15 Wetsontwerp tot invoering van diverse fiscale overgangsbepalingen wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (948/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Piedboeuf est le rapporteur. Il renvoie à son rapport écrit.

 

15.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, ce projet de loi contient à boire et à manger et prévoit notamment d'étendre la période durant laquelle le Royaume-Uni est assimilé à un État membre de l'Espace économique européen pour l'application de niches fiscales comme l'exonération des plus-values sur actions ou la taxe sur le tonnage.

 

Je m'arrête sur cette dernière mesure particulière. Il s'agit d'une disposition fiscale introduite par la loi-programme du 2 août 2002, à l'époque du gouvernement arc-en-ciel (libéraux, socialistes et écologistes). Étrangement, cette mesure fiscale n'a pas été intégrée dans le Code des impôts sur les revenus, un peu comme si on ne voulait pas qu'elle soit trop voyante.

 

Quel est le contenu de cette taxe sur le tonnage? Je vais d'abord faire un détour dans le temps et l'espace. Rendons-nous à Strasbourg en 2015, le 8 juillet, au Parlement européen. Lors d'une intervention largement médiatisée par toutes les télévisions, le député européen Guy Verhofstadt hurle littéralement sur le premier ministre grec, Alexis Tsipras, convoqué au Parlement européen pour être mis sur le grill à propos de la situation de la Grèce qui avait osé défier les diktats d'austérité européens.

 

M. Verhofstadt hurle sur M. Tsipras comme le ferait un directeur colérique sur un employé qui tarde à exécuter ses ordres. Je cite Guy Verhofstadt: "Je dois vous dire que je suis en colère car vous parlez de réformes mais on ne voit jamais de propositions concrètes." Puis, il passe carrément aux menaces: "Si vous voulez éviter le Grexit, il faut venir dans les quarante-huit heures avec une liste crédible de réformes." Il poursuit avec des ordres précis: "Voici les cinq choses que vous devez faire."

 

La première de ces cinq choses brandies par M. Verhofstadt, c'est: "Mettre fin, dans votre pays, aux privilèges des armateurs". Nous y voilà. Les privilèges des armateurs. Il a raison: nous devons dénoncer les privilèges des armateurs; en Grèce, ou ailleurs.

 

À l'époque où il brandit ces menaces, M. Verhofstadt est membre du conseil d'administration d'un armateur: la société Exmar, l'entreprise de Nicolas Saverys, une des grandes fortunes de ce pays. Celui qui critique les privilèges des armateurs en Grèce est lui-même rémunéré par un armateur en Belgique. Cette année-là, il a touché 60 000 euros pour une demi-douzaine de réunions, soit 10 000 euros par réunion. C'est pas mal. Ce n'est pas Nicolas Saverys qui le rémunère: c'est Saint Nicolas Saverys. Le comble, c'est que les Saverys sont eux-mêmes liés à un des principaux armateurs grecs, Peter Livanos. C'est même lui qui a présidé l'une des sociétés des Saverys en Belgique.

 

Selon Eurostat, la Grèce devrait donc mettre fin aux privilèges des armateurs. Mais qu'en est-il des privilèges des armateurs en Belgique, monsieur le ministre? Il existe un privilège fiscal spécialement dédié aux armateurs. C'est cette fameuse taxe sur le tonnage. Sous quel gouvernement a-t-elle été adoptée? Je l'ai dit: en 2002, sous le gouvernement arc-en-ciel, c'est-à-dire sous le gouvernement Verhofstadt. Bref, en matière de privilèges et de conflit d'intérêts, je crois que le monde politique belge est mal placé pour faire la leçon aux autres pays.

 

Normalement, une société est taxée sur son bénéfice. Mais avec la taxe sur le tonnage, les sociétés actives dans le transport maritime sont taxées non sur leur bénéfice, mais sur une certaine masse de cargaison, selon une règle de calcul particulièrement avantageuse.

 

Un des bénéficiaires de cette taxe sur le tonnage, en 2018, s'est retrouvé dans le top 50 que le PTB réalise chaque année sur les sociétés qui bénéficient des plus gros cadeaux fiscaux dans notre pays. Cette société a réalisé un bénéfice de 351 millions d'euros. Combien d'impôts a-t-elle payés sur 351 millions d'euros grâce à la taxe sur le tonnage? Elle a payé 3 580 euros d'impôts, soit moins que ce qu'un travailleur avec un bas salaire paie comme impôts sur une année! C'est un taux d'imposition de 0,001 %! Voilà ce que signifie cette fameuse taxe sur le tonnage!

 

Monsieur le ministre, comme il est question du Brexit, vous comprendrez que ce n'est pas notre tasse de thé!

 

15.02 Minister Alexander De Croo: Dit wetsontwerp zorgt ervoor dat er blijvend voldoende stabiliteit kan worden gegarandeerd na de Brexit, die er hoogstwaarschijnlijk zal komen, maar waarvan de overgangsperiode langer kan duren dan verwacht. Dit wetsontwerp zorgt ervoor dat niemand in een instabiele situatie terechtkomt.

 

De heer Van Hees heeft de nadruk gelegd op één bepaalde manier van belasten, die er ook voor zorgt dat bedrijven belastingen betalen, ook als ze verlies maken. Normaal gezien betaalt u belastingen als u winst maakt. Een tonnagetaks zorgt ervoor dat bedrijven die verlies maken ook belastingen betalen.

 

Ik geef het voorbeeld van mensen die pensioensparen op een product in het Verenigd Koninkrijk. Door deze wet zullen de spaarders niet in een juridisch vacuüm terechtkomen. Stabiliteit bieden in instabiele tijden zoals deze met de Brexit is eerder een goede zaak.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (948/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (948/3)

 

Le projet de loi compte 13 articles.

Het wetsontwerp telt 13 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 13 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 13 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Proposition de loi adaptant la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances à l'abolition de la peine de mort (560/1-6)

16 Wetsvoorstel tot aanpassing van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen aan de afschaffing van de doodstraf (560/1-6)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Kathleen Verhelst, Robby De Caluwé, Marianne Verhaert, Vincent Van Quickenborne.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

16.01  Reccino Van Lommel, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, het wetsvoorstel tot aanpassing van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen aan de afschaffing van de doodstraf werd tijdens de commissievergadering van 29 januari jongstleden aangenomen tijdens een tweede lezing, nadat de artikelen in eerste lezing op 8 januari werden aangenomen.

 

Tijdens de commissie van 29 januari nam de vergadering kennis van de wetgevingstechnische nota van de juridische dienst over de tekst die werd aangenomen tijdens de eerste lezing. Ten gevolge daarvan diende Kathleen Verhelst als hoofdindiener een amendement in dat aan de geformuleerde opmerkingen tegemoetkwam.

 

Het amendement werd aangenomen met 12 stemmen voor en 2 onthoudingen van het Vlaams Belang. Het gehele wetsvoorstel werd in tweede lezing eveneens aangenomen met 12 stemmen voor en 2 onthoudingen van het Vlaams Belang.

 

Voor de verdere details verwijs ik naar het verslag.

 

De voorzitter: U mag verder gaan met uw uiteenzetting in de algemene bespreking, mijnheer Van Lommel.

 

16.02  Reccino Van Lommel (VB): We stellen ons vragen bij de noodzaak van dit wetsvoorstel tot aanpassing van de verzekeringswet opdat de dood van de verzekerde gedekt wordt indien hij tot de doodstraf wordt veroordeeld.

 

Toen ik nadien aan bevoegd minister Nathalie Muylle een schriftelijke vraag stelde over het aantal gevallen van ter dood veroordeelde mensen in het buitenland, moest zij mij het antwoord schuldig blijven. Dit wetsvoorstel kwam er dus zonder concrete aanleiding of problematiek.

 

De ethische thema's zijn erg in trek bij Open Vld. Ze vinden blijkbaar heel weinig om zich te kunnen onderscheiden in dit Huis.

 

Ik geef u een aantal voorbeelden. Abortus: het liefst tot op de dag van de bevalling. Euthanasie: als het kan voor elke zestigplusser. Verzekeringsgeld: graag, als we hiermee de nabestaanden van Syriëterroristen, die hun verdiende straf krijgen, kunnen plezieren.

 

Laten wij eerlijk zijn, de doodstraf is in Europa afgeschaft. We vinden het vreemd dat nabestaanden van Belgische misdadigers, zoals terroristen die in Irak of Syrië de doodstraf krijgen voor hun daden, wel kunnen genieten van de uitbetaling van een verzekeringspremie.

 

Ook wie met 25 kg drugs in zijn koffer reist, gevat wordt en bijgevolg de doodstraf krijgt, zal een uitbetaling kunnen genieten.

 

Het ergste vind ik dan nog dat onze inwoners die kampen met psychologische problemen, geen uitweg meer zien en zichzelf van het leven beroven, vaak geen beroep kunnen doen op de uitbetaling van een verzekeringspremie. Daarover hoor ik echter niemand in dit halfrond.

 

Wij vinden dan ook dat dit een zuiver symbooldossier is, zonder enige aanleiding of noodzaak. Zijn er in dit Huis geen andere prioriteiten? Net als in de commissie zal Vlaams Belang zich ook hier onthouden bij de stemming over dit wetsvoorstel.

 

16.03  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, dit wetsvoorstel wil de wet betreffende de verzekeringen aanpassen aan de afschaffing van de doodstraf. De doodstraf werd immers afgeschaft in het Europees Verdrag van de Rechten voor de Mens en onze Grondwet. In de wet van 4 april 2014 op de verzekeringen is er desondanks nog steeds een artikel dat spreekt over de doodstraf. Dit artikel stelt zelfs dat de verzekeraar de dood van de verzekerde niet dekt als de dood het gevolg is van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke veroordeling tot de doodstraf. Het is nodig dat dit afgeschaft wordt. Dit is niet prioritair, maar het is wel belangrijk dat het rechtgezet wordt.

 

Het wetsvoorstel betreft een louter technisch-juridische ingreep. Deze bepaling moet niet alleen aangepast worden omdat de doodstraf niet meer bestaat, het is ook niet correct dat een verzekeraar voordeel kan halen uit de effectieve uitvoering van een doodstraf, ook al zou die in een ander land plaatsvinden. Dat is onethisch. Niemand moet economisch voordeel kunnen halen uit een doodstraf in een ander businessmodel.

 

Ik meen echter dat Vlaams Belang alles te veel op een hoop gooit. In de commissie werden er geen bezwaren geopperd terwijl Vlaams Belang hier nu wel een praatje houdt waar ik niet achtersta. Ik ben ervan overtuigd dat de verzekeringswereld hieruit geen profijt moet kunnen trekken.

 

Als een ouder de doodstraf krijgt, moeten de kinderen daar niet financieel voor boeten. Ik meen dat de verzekering dan niet juridisch moet tussenkomen om het ook nog eens te beoordelen. Recht moet geschieden.

 

16.04  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, ik wil toch nog kort repliceren op wat mevrouw Verhelst gezegd heeft.

 

Mevrouw Verhelst doet dit misschien wel af als een praatje van Vlaams Belang, maar wij moeten bekijken wat het doel van heel dit gebeuren is.

 

Zij kan zeggen dat dit een louter juridisch-technische aangelegenheid is, maar na het antwoord op mijn schriftelijke vraag aan mevrouw Muylle zie ik de noodzaak hiervan totaal niet in. Ik vind dit louter een symbooldossier.

 

Men zegt dat de familie niet gestraft hoeft te worden voor de daden van een vader, maar wij moeten eerlijk zijn: wie kan gebruikmaken van de uitbetaling van een verzekeringspremie bij een terdoodveroordeling? Dan gaat het toch om die mensen, want de doodstraf is in Europa effectief afgeschaft.

 

Ik snap dus echt de noodzaak van dit wetsvoorstel niet.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (560/6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (560/6)

 

La proposition de loi compte 2 articles.

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de loi modifiant la loi du 17 mars 2019 relative aux professions d'expert-comptable et de conseiller fiscal en ce qui concerne l'Institut des Conseillers fiscaux et des Experts-comptables (965/1-4)

17 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur wat betreft het Instituut van de Belastingadviseurs en van de Accountants (965/1-4)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Leen Dierick, Kathleen Verhelst, Dieter Vanbesien, Katrien Houtmeyers, Kathleen Depoorter, Florence Reuter.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mevrouw Melissa Depraetere, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

 

17.01  Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, zoals u weet, hebben wij de fusiewet van het IAB en het BIBF in de vorige legislatuur gesteund. Wij zijn de fusie tussen beide instituten nog steeds genegen.

 

Doordat de besluiten voor het nieuwe Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants op zich hebben laten wachten, loopt de fusie echter vertraging op. Wij hebben begrepen dat de bevoegde ministers hard aan het werken zijn aan die besluiten en hopen dan ook dat zij binnen enkele maanden in het Belgisch Staatsblad zullen verschijnen. Iedereen weet dat met een verandering, zoals een fusie, ook altijd onzekerheid en onduidelijkheid gepaard gaan. Mensen hebben nu eenmaal nood aan zekerheid.

 

Om de praktische kant van de integratie van beide instituten niet te laten afhangen van de publicatie van de koninklijke besluiten voor het IBA is het nuttig dat het nieuwe instituut al rechtspersoonlijkheid krijgt om bijvoorbeeld goederen te verwerven en contracten te sluiten. Daarvoor heeft het instituut een budget nodig, waarover de algemene vergadering van het IBA beslist.

 

Wij wijzen er echter op dat dit wetsvoorstel nergens afbreuk doet aan het reglementair karakter voor het BIBF en het IAB, zodat hun budgettaire autonomie behouden blijft tot de fusie rond is. In het wetsvoorstel wordt nergens bepaald dat op dit vlak wordt afgeweken van de wet van 22 april 1999 voor het IAB, noch van het koninklijk besluit van 28 november 2018 voor het BIBF.

 

Ik weet dat dit wetsvoorstel snel moest worden goedgekeurd om de algemene vergadering van het IBA te organiseren. Daardoor is er geen advies van de Raad van State en nemen wij de tekst aan zoals hij is. Bij een vrijwillige fusie hopen wij natuurlijk dat de boekhouders en de accountants elkaar vinden en dat zij overeenkomen, ook op budgettair vlak.

 

17.02  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal heel kort zijn. Wij hebben in de commissie een heel goede samenwerking gehad over de partijgrenzen heen. Het wetsvoorstel is unaniem goedgekeurd. Ik wil dan ook iedereen bedanken voor de constructieve houding en hoop uiteraard ook dat het zo dadelijk unaniem wordt goedgekeurd door de plenaire vergadering.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (965/1+4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (965/1+4)

 

L’intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur wat het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants betreft".

Het opschrift in het Nederlands werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur wat het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants betreft".

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Rapports de la commission des Poursuites

Verslagen van de commissie voor de Vervolgingen

 

18 Poursuites à charge d'un membre de la Chambre des représentants (982/1)

18 Vervolgingen ten laste van een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (982/1)

 

Discussion

Bespreking

 

L’ordre du jour appelle la discussion de la demande d’autorisation de poursuites à charge de M. Jean-Marie Dedecker.

Aan de orde is de bespreking van het verzoek om vervolging ten laste van de heer Jean-Marie Dedecker.

 

Je vous rappelle que seuls peuvent prendre la parole le rapporteur, le membre intéressé ou un membre le représentant, un orateur pour et un orateur contre (art. 160, alinéa 3, Rgt).

Ik herinner eraan dat het woord alleen mag worden gevoerd door de rapporteur, door het betrokken lid of een lid dat hem vertegenwoordigt, alsmede door één spreker voor en één spreker tegen (art. 160, derde lid, Rgt).

 

18.01  Stefaan Van Hecke, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, het verslag werd rondgedeeld. Ik zal de belangrijkste elementen eruit naar voren brengen.

 

In zijn brief van 29 oktober 2019 heeft de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent verzocht de parlementaire onschendbaarheid op te heffen van onze collega, de heer Jean-Marie Dedecker, met toepassing van artikel 59 van de Grondwet.

 

Het onderzoek werd geopend door de burgerlijkepartijstelling van Liliane Dewulf om de volgende redenen.

 

Ten eerste, laster door openbaarmaking van geschriften, prenten of zinnebeelden jegens openbare ambtenaren naar aanleiding van feiten in verband met hun bediening.

 

Ten tweede, het uitgeven van drukwerk waarvan de herkomst bekend is ingevolge een reeds vroeger verschenen uitgave waarvan het drukwerk deel uitmaakt.

 

Ten derde, belaging ten nadele van Liliane Dewulf, met de gegevens zoals die in het verslag vermeld zijn.

 

De feiten die aan het verzoek ten grondslag liggen, werden uitvoerig beschreven in het verslag, op pagina 4, waarnaar ik verwijs.

 

Tijdens haar vergaderingen van 15 en 22 januari 2020 heeft uw commissie het verzoek van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent behandeld. De procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent, de heer Dernicourt, werd op 15 januari 2020 gehoord. De heer Dernicourt heeft eerst de context geschetst van de door mevrouw Dewulf ingediende klacht met burgerlijkepartijstelling.

 

Vervolgens heeft de heer Dernicourt de verschillende onderzoeksdaden van de onderzoeksrechter, verhoren en huiszoekingen, in het dossier toegelicht. Daarna heeft hij de krachtlijnen van de vordering van het openbaar ministerie uiteengezet. Het parket van West-Vlaanderen, afdeling Brugge, vordert in casu de buitenvervolgingstelling voor de drie tenlasteleggingen om de volgende redenen.

 

Voor de eerste tenlastelegging, laster en eerroof: buitenvervolgingstelling omdat de strafvordering verjaard is.

 

Voor de tweede tenlastelegging, het uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker: buitenvervolgingstelling, omdat het duidelijk is wie de schrijver en de verantwoordelijke uitgever is van het verkiezingspamflet.

 

Voor de derde tenlastelegging, belaging: buitenvervolgingstelling, omdat het pamflet gekaderd moet worden in de verkiezingsstrijd en de gemeentepolitiek. Het heeft aldus een heel specifieke invalshoek. Er is geen bewijs van een herhaald optreden door de heer Dedecker.

 

De uiteenzetting van de procureur-generaal werd gevolgd door een gedachtewisseling. Op initiatief van sommige leden werden de volgende elementen besproken: de wijze waarop het gerechtelijk onderzoek werd gevoerd, de politieke context van de feiten waarvan de heer Dedecker wordt beticht, de bestanddelen die het drukkerijmisdrijf zouden vormen en de bestanddelen die het belagingsmisdrijf zouden vormen.

 

Voorts werd tijdens dezelfde vergadering de heer Jean-Marie Dedecker op eigen verzoek gehoord. De heer Dedecker heeft geen enkele nota bezorgd, maar heeft gevraagd dat de op 14 november 2017 op Canvas uitgezonden Pano-reportage in de commissie zou worden vertoond. De commissie is op die vraag ingegaan. Toen hij werd gehoord, heeft de heer Dedecker zich verzet tegen de opheffing van zijn parlementaire onschendbaarheid, met name om de redenen die uitvoerig in het verslag worden uiteengezet.

 

De commissie heeft tijdens haar vergadering van 22 januari 2020 haar advies voor de plenaire vergadering geformuleerd. De beslissing van de Kamer heeft niet tot doel zich uit te spreken over de schuld of de onschuld van de volksvertegenwoordiger van wie wordt verzocht de parlementaire onschendbaarheid op te heffen.

 

De commissie herinnert eraan dat de Kamer, luidens de tekst van artikel 59 van de Grondwet, noch een vonnisgerecht, noch een onderzoeksgerecht is. Het is derhalve niet de taak van de Kamer na te gaan of de bestanddelen van de bedoelde misdrijven aanwezig zijn.

 

Wat de toepassing van de beginselen betreft op het ter bespreking voorliggend dossier, geeft de commissie eerst en vooral aan dat politieke motieven niet absoluut zijn en dus niet eender welk misdrijf, ongeacht de ernst ervan, van vervolging zouden vrijwaren.

 

De overweging dat de ten laste gelegde feiten in een politieke of verkiezingscontext moeten worden beschouwd, mag de commissie er derhalve niet toe aanzetten zich zonder meer te verzetten tegen het verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid.

 

Voorts meent de commissie dat zij niet alleen de haar ter kennis gebrachte feiten aan een marginale toetsing moet onderwerpen, maar dat zij tevens een marginaal onderzoek moet instellen naar de omstandigheden waarin het gerechtelijk onderzoek werd gevoerd. Meer in het algemeen moet de commissie marginaal toetsen of het verzoek van het parket voldoende onderbouwd is.

 

Na onderzoek van dit dossier stelt de commissie vast dat de feiten die verband houden met tenlastelegging A prima facie verjaard zijn. Bovendien meent de commissie dat het dossier onvoldoende is onderbouwd, alsook dat meerdere onderzoeksdaden hadden kunnen worden bespoedigd met het oog op het onderzoek van de beschuldigingen die in de door mevrouw Dewulf ingediende klacht zijn geformuleerd.

 

Zo is de commissie van oordeel dat de onderzoeksrechter makkelijk de beweringen had kunnen natrekken die betrekking hebben op het tijdens haar openbaar mandaat van politieke aard bevoordelen van de familie van mevrouw Dewulf bij het afleveren van bouwvergunningen en bij het wijzigen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Uit het dossier blijkt dat mevrouw Dewulf hierom had verzocht, maar dat dit niet werd gedaan.

 

De commissie komt tot hetzelfde besluit inzake het drukkerijmisdrijf, tenlastelegging B, en inzake de belaging, tenlastelegging C. De commissie constateert derhalve dat het gerechtelijk onderzoek onvolledig werd gevoerd en dat in het belang van de parlementaire instelling de parlementaire onschendbaarheid om die reden niet moet worden opgeheven.

 

Het besluit van de commissie luidt dan ook als volgt: "Gelet op het verzoek van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent; gelet op artikel 59, eerste lid, van de Grondwet; overwegende de hierboven in herinnering gebrachte algemene beginselen; overwegende dat de parlementaire onschendbaarheid van parlementsleden erop gericht is de belangen en de behoorlijke werking van de parlementaire instelling, in dit geval de Kamer van volksvertegenwoordigers, te waarborgen en niet de belangen van ieder individueel parlementslid; stelt de commissie eenparig voor om het verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van de heer Jean-Marie Dedecker af te wijzen.

 

Dit verslag werd eenparig goedgekeurd op 29 januari 2020. Tot zover het verslag.

 

18.02  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Als ervaringsdeskundige in het opheffen van de parlementaire onschendbaarheid wil ik graag de commissie bedanken voor haar onderzoek. Ik hoop dat iedereen in eer en geweten stemt. Voor mij is het om het even en het is aan uzelf om dat uit te maken.

 

Ik heb aangedrongen op die onschendbaarheid, terwijl dat in principe nutteloos was. Zoals de heer Van Hecke heeft voorgelezen, vraagt de procureur mijn buitenvervolgingstelling. Toch hou ik eraan om dit te zeggen omdat wij volksvertegenwoordigers zijn en soms ook klokkenluiders. We hebben het recht om een zaak te onderzoeken en erover te praten. Daarvoor precies bestaat de parlementaire onschendbaarheid, opdat de volksvertegenwoordiger zijn taak zou kunnen uitvoeren zoals het moet en niet te pas en te onpas een klacht krijgt of gedagvaard wordt omdat hij een parlementair en maatschappelijk mandaat uitoefent door wandaden en dergelijke aan te klagen.

 

Ik had ook kunnen zeggen dat mijn parlementaire onschendbaarheid opgeheven kon worden, want de procureur vroeg toch mijn buitenvervolgingstelling. Wij, volksvertegenwoordigers, moeten echter nadenken over wat het nog betekent om parlementair onschendbaar te zijn.

 

Le président: Quelqu’un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

La commission propose à l'unanimité de ne pas accéder à la demande de levée de l'immunité parlementaire de M. Jean-Marie Dedecker.

De commissie stelt eenparig voor om het verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van de heer Jean-Marie Dedecker af te wijzen.

 

Tout le monde peut-il se rallier à la proposition de la commission? (Oui)

Kan iedereen instemmen met het voorstel van de commissie? (Ja)

 

Pas d'observation? (Non)

Geen bezwaar? (Nee)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition (art. 61, n° 4, Rgt).

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan (art. 61, nr. 4, Rgt).

 

19 Poursuites à charge d'un membre de la Chambre des représentants (1008/1)

19 Vervolgingen ten laste van een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (1008/1)

 

Discussion

Bespreking

 

L’ordre du jour appelle la discussion de la demande d’autorisation de poursuites à charge de M. Georges Dallemagne.

Aan de orde is de bespreking van het verzoek om vervolging ten laste van de heer Georges Dallemagne.

 

Je vous rappelle que seuls peuvent prendre la parole le rapporteur, le membre intéressé ou un membre le représentant, un orateur pour et un orateur contre (art. 160, alinéa 3, Rgt).

Ik herinner eraan dat het woord alleen mag worden gevoerd door de rapporteur, door het betrokken lid of een lid dat hem vertegenwoordigt, alsmede door één spreker voor en één spreker tegen (art. 160, derde lid, Rgt).

 

19.01  Sander Loones, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, als er vragen zijn, wil ik het dossier gerust toelichten. Het gaat over een verkeersovertreding van collega Dallemagne, gepleegd in juli 2018, waarvoor door Justitie een aantal herinneringen voor het betalen van de boete aan onze collega werden bezorgd. Intussen werd de boete ook betaald. Dat kwam aan bod bij de bespreking in de commissie voor Vervolgingen. Tegelijk werd bij de bespreking rekening gehouden met het feit dat aan betrokken collega vier herinneringen werden gezonden om over te gaan tot betaling. De betaling is pas gebeurd nadat het dossier aan het Parlement werd overgezonden.

 

Gelet op de verklaring die bij de politie werd afgelegd en de vele herinneringen die er nodig waren, heeft de commissie geoordeeld te moeten vragen om de immuniteit op te heffen, zodat justitie in het dossier voort haar gang kan gaan. De vraag werd expliciet gesteld aan onze collega of hij zich daartegen verzet. Het siert onze collega dat hij zich bij de beslissing zou neerleggen, als die wordt genomen en goedgekeurd, aldus zijn verklaring.

 

Le président: Quelqu’un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

La commission propose, à l'unanimité, d’accorder l’autorisation constitutionnelle de renvoyer M. Georges Dallemagne, membre de la Chambre des représentants, devant le tribunal de police francophone de Bruxelles.

De commissie stelt eenparig voor het grondwettelijk verlof te verlenen om de heer Georges Dallemagne, lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, te dagvaarden voor de Franstalige politierechtbank te Brussel.

 

Tout le monde peut-il se rallier à la proposition de la commission? (Oui)

Kan iedereen instemmen met het voorstel van de commissie? (Ja)

 

Pas d'observation? (Non)

Geen bezwaar? (Nee)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition (art. 61, n° 4, Rgt).

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel aan (art. 61, nr. 4, Rgt).

 

20 Assemblée parlementaire de l'Union pour la Méditerranée

20 Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee

 

Le groupe Ecolo-Groen m'a fait parvenir la candidature de Mme Zakia Khattabi comme membre effectif de l'Assemblée parlementaire de l'Union pour la Méditerranée, en remplacement de M. Simon Moutquin.

De fractie Ecolo-Groen heeft mij de kandidatuur bezorgd van mevrouw Zakia Khattabi als effectief lid van de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee, ter vervanging van de heer Simon Moutquin.

 

Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin, conformément à l'article 157, 6, du Règlement, et je proclame Mme Zakia Khattabi élue en qualité de membre effectif de l'Assemblée parlementaire de l'Union pour la Méditerranée.

Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er, overeenkomstig artikel 157, 6, van het Reglement, niet gestemd worden en verklaar ik mevrouw Zakia Khattabi verkozen als effectief lid van de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Middellandse Zee.

 

21 Demande d'urgence émanant du gouvernement

21 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant exécution des mesures d'économies relatives aux spécialités pharmaceutiques dans le cadre du budget soins de santé 2020, n° 1005/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp ter uitvoering van de besparingsmaatregelen bij de farmaceutische specialiteiten in het kader van de gezondsheidszorgbegroting 2020, nr. 1005/1.

 

De Conferentie was het ermee eens dat dit een ontwerp betreft dat onder de noemer van de lopende zaken kan worden behandeld.

 

21.01 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, collega's, de regering vraagt de toepassing van artikel 51 van het Reglement van de Kamer bij de behandeling van het wetsontwerp. De vraag tot urgentie wordt als volgt gemotiveerd. Het gaat over maatregelen die ingeschreven zijn in de begroting voor het departement Volksgezondheid. Het wetsontwerp regelt een aantal besparingsmaatregelen, maar ook maatregelen ten gunste van de patiënt, zoals de afschaffing van het supplement in het terugbetalingsmodel van de plafondprijzen, wat ook een impact heeft op de bepaling van het statuut van de goedkoopste geneesmiddelen. Dat systeem geeft één maand op voorhand informatie aan de bedrijven om de prijsaanpassing door te voeren en verhindert dat farmaceutische specialiteiten uit het terugbetalingssysteem worden geschrapt.

 

Daarnaast gaat het ook over uitdiepingen van prijsdalingen voor biologische geneesmiddelen en ook voor oudere geneesmiddelen, de zogenaamde old drugs cliff.

 

Het ontwerp bevat ook aanpassingen aan het koninklijk besluit van 1 februari tot vaststelling van procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten.

 

Die elementen noodzaken een zo spoedig mogelijke behandeling en goedkeuring van deze wet, zodat de toepas­sing van de wet mogelijk gemaakt wordt op 1 april 2020.

 

En ce qui concerne le dépôt en affaires courantes, le budget des soins de santé approuvé lors du Conseil des ministres du 22 novembre 2019 fixe le budget des soins de santé et son financement pour 2020. Cette décision implique la prise de mesures d'économie dans le cadre des objectifs partiels des spécialités pharmaceutiques. Le projet comprend différentes mesures nécessaires dans le domaine du secteur des soins de santé et dans le secteur pharmaceutique.

 

Le président: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

22 Prise en considération de propositions

22 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans le dernier ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

23 Wetsontwerp tot invoering van diverse fiscale overgangsbepalingen wat betreft de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie (948/3)

23 Projet de loi introduisant diverses dispositions fiscales transitoires en ce qui concerne le retrait du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d'Irlande du Nord de l'Union européenne (948/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

67

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

61

Abstentions

Totaal

128

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (948/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (948/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

24 Wetsvoorstel tot aanpassing van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen aan de afschaffing van de doodstraf (560/6)

24 Proposition de loi adaptant la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances à l'abolition de la peine de mort (560/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

112

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

17

Abstentions

Totaal

129

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (560/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (560/7)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

25 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur wat het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants betreft (nieuw opschrift) (965/1+4)

25 Proposition de loi modifiant la loi du 17 mars 2019 relative aux professions d'expert-comptable et de conseiller fiscal en ce qui concerne l'Institut des Conseillers fiscaux et des Experts-comptables (965/1+4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (965/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (965/5)

 

26 Adoption de l’ordre du jour

26 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la prochaine séance.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda van de volgende vergadering.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 20 februari 2020 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 20 février 2020 à 14 h 15.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.04 uur.

La séance est levée à 17 h 04.

 

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 024 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 024 bijlage.

 

 

  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

067

Ja

 

Arens Josy, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Dallemagne Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Farih Nawal, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Khattabi Zakia, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Matheï Steven, Matz Vanessa, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thibaut Cécile, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

061

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Donné Joy, Flahaut André, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Loones Sander, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Özen Özlem, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Vandenbroucke Joris, Van der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

112

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

017

Onthoudingen

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, Depoortere Ortwin, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

131

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matheï Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen