Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Woensdag 24 april 2019

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 24 avril 2019

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14 h 20 et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

geen/aucun.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Luc Gustin, Jan Penris, gezondheidsredenen / raisons de santé.

 

01 Agenda

01 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 april 2019, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:

- het wetsvoorstel (mevrouw Leen Dierick, de heren Frank Wilrycx en Bert Wollants en mevrouw Griet Smaers) tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de programmawet van 27 april 2007, nrs 3563/1 tot 10.

het wetsvoorstel (mevrouw Karine Lalieux, de heer Jean-Marc Delizée, mevrouw Fabienne Winckel en de heren Paul-Olivier Delannois, Laurent Devin, Eric Thiébaut, Alain Mathot, Emir Kir en Jacques Chabot) tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektrici­teitsmarkt en van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, teneinde de toegang tot het sociaal tarief uit te breiden, nrs 3191/1 tot 3.

-het wetsvoorstel (de heer Stefaan Vercamer en mevrouw Nahima Lanjri) tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, nrs  3620/1 tot 3.

-het wetsvoorstel (de dames Griet Smaers, Leen Dierick, Isabelle Galant en Nele Lijnen, de heer Frank Wilrycx en mevrouw Caroline Cassart-Mailleux) houdende diverse bepalingen inzake Economie, nrs 3570/1 tot 8.

- het wetsvoorstel (de heren Luk Van Biesen en Dirk Van Mechelen) houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I, nrs 3699/1 tot 5.

- het wetsvoorstel (mevrouw Sonja Becq, de heren Raf Terwingen en Vincent Van Peteghem, mevrouw Els Van Hoof en de heren Richard Miller, Damien Thiéry en Georges Dallemagne) tot oprichting van een Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens, nrs 3670/1 tot 10.

- het wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart, gedaan te Londen op 14 oktober 2005, nrs 3660/1 tot 3.

- het wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat, gedaan te Londen op 14 oktober 2005, nrs 3663/1 tot 3.

- het voorstel van resolutie (mevrouw Laurette Onkelinx, de heren André Frédéric en Willy Demeyer, mevrouw Nawal Ben Hamou en de heren Sébastian Pirlot en Eric Thiébaut) betreffende de eerste-hulpopleiding van de politiemensen, nrs 1906/1 tot 5.

- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 25 december 2016 betreffende de verwerking van passagiersgegevens, nrs 3652/1 tot 3.

- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, wat betreft het Federaal Kenniscentrum voor de civiele veiligheid, nrs 3659/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (de heren Kristof Calvo, André Frédéric, Emmanuel Burton, Vincent Van Peteghem en Patrick Dewael, de dames Monica De Coninck en Catherine Fonck en de heren Gilles Vanden Burre, Gautier Calomne en Franky Demon) tot hervorming van het petitierecht, nrs 3542/1 tot 4.

- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens, nrs 3639/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (mevrouw Carina Van Cauter, de heer Gautier Calomne, de dames Sonja Becq, Sophie De Wit en Sarah Smeyers en de heren Philippe Goffin en Raf Terwingen) tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder, nrs 3527/1 tot 8.

- het wetsvoorstel (de heer Vincent Van Quickenborne, mevrouw Ine Somers en de heer Damien Thiéry) betreffende de toekenning van een forfaitair bedrag aan de personen die lijden aan aangeboren misvormingen die het gevolg zijn van het innemen van geneesmiddelen met thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap, nrs 3622/1 tot 9.

- het wetsvoorstel (de heer David Clarinval en de dames Stéphanie Thoron en Sybille de Coster-Bauchau) tot erkenning van de mantelzorgers, nrs 95/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (de dames Anne Dedry en Meyrem Almaci, de heren Kristof Calvo, Georges Gilkinet en Jean-Marc Nollet, en mevrouw Sarah Schlitz) tot wijziging van de regelgeving wat de vrijwaring van de sociale rechten van mantelzorgers betreft, nrs 1001/1 en 2.

- het wetsvoorstel (mevrouw Julie Fernandez Fernandez) betreffende de sociale erkenning van mantelzorgers, nrs 120/1 en 2.

- het wetsvoorstel (mevrouw Catherine Fonck) tot erkenning van de mantelzorgers, nrs 625/1 et 2. 

- het wetsvoorstel (mevrouw Meryame Kitir) tot uitbreiding van de vergoeding en de duurtijd van het verlof voor medische bijstand aan zwaar zorgbehoevende gezins- of familieleden, nrs 3359/1 en 2.

- het wetsvoorstel (de dames Valerie Van Peel, Catherine Fonck en Yoleen Van Camp) houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat de schadeloosstelling voor asbestslachtoffers betreft, nrs 2002/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (mevrouw Catherine Fonck) ertoe strekkende de werking van het Asbestfonds te verbeteren en beter rekening te houden met de asbestslachtoffers, nrs 2453/1 en 2.

- het wetsvoorstel (mevrouw Anne Dedry) tot wijziging van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat het Asbestfonds betreft, nrs 1666/1 tot 4.

- het wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 21 december 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschaps­commissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de betrokkenheid van de Federale Staat bij de ondertekening van de Samenwerkingsakkoorden van 6 september 2017 en van 30 mei 2018, nrs 3679/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (de dames Katja Gabriëls en Sandrine De Crom) houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, nrs 3618/1 tot 6.

- het wetsvoorstel (de dames Valerie Van Peel en Yoleen Van Camp en de heer Jan Vercammen) tot het strafbaar stellen van commerciële orgaanhandel en orgaantoerisme, nrs 3537/1 tot 5.

- het voorstel van resolutie (de dames Anne Dedry en Evita Willaert, de heren Wouter De Vriendt, Marcel Cheron, Jean-Marc Nollet en Stefaan Van Hecke, mevrouw Meyrem Almaci, de heer Georges Gilkinet en mevrouw Sarah Schlitz) betreffende de bestrijding van dragers van vectorziekten, en betreffende de preventie van en de controle op vectorziekten bij de mens, die oprukken door de klimaatverandering en de mondialisering, nrs 1981/1 tot 5.

- het wetsvoorstel (de dames Katja Gabriëls en Sandrine De Crom) tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat bepaalde categorieën van werknemers betreft, nrs 3710/1 tot 3.

- het wetsvoorstel (de heer David Clarinval en mevrouw Sybille de Coster-Bauchau) tot wijziging van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, nrs 3580/1 tot 4.

- het wetsvoorstel (de heer David Clarinval, mevrouw Sybille de Coster-Bauchau, de heer Vincent Van Quickenborne en mevrouw Sonja Becq) met betrekking tot het halftijds pensioen, nrs 3578/1 tot 6.

- het wetsvoorstel (de heer Werner Janssen en mevrouw Rita Gantois) tot wijziging van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, en van de bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede tot wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979 en van het koninklijk besluit van 9 april 2003 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, nrs 3202/1 tot 6.

- het wetsvoorstel (de heren Michel de Lamotte, Jean-Marc Delizée, Benoît Lutgen en Bert Wollants) tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde het toezicht van de CREG uit te breiden tot de tussenpersonen inzake energie, nrs 3475/1 en 2.

- het wetsvoorstel (mevrouw Rita Gantois en de heren Werner Janssen en Bert Wollants) tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalings­achterstand bij handels­transacties, nrs 2966/1 tot 4.

- het wetsvoorstel (de dames Caroline Cassart-Mailleux en Isabelle Galant, de heer Frank Wilrycx en mevrouw Nele Lijnen) betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van architecten, landmeters-experten, veiligheids- en gezondheidscoördinatoren en andere dienst­verleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van diverse wetsbepalingen betreffende de verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid in de bouwsector, nrs. 3602/1 tot 4.

- het wetsvoorstel (mevrouw Nele Lijnen) houdende instemming met het samenwerkings­akkoord van 31 augustus 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de coördinatie van de radiofrequenties voor radio-omroep in de frequentie­band 87,5-108 MHz overeenkomstig artikel 17 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, nrs 3702/1 tot 7.

- het wetsvoorstel (de heren Michel de Lamotte en Benoît Lutgen) tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, teneinde de toegang tot die verzekering te waarborgen tegen niet-discriminerende voorwaarden, nrs 3211/1 en 2

- het wetsvoorstel (de heer Hans Bonte) tot oprichting van de politiezone Brussel-Hoofdstad, nrs 710/1 en 2.

Andere wetsontwerpen en voorstellen waarvan het verslag zal rondgedeeld worden (art. 85 van het Reglement).

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 avril 2019, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:

- la proposition de loi (Mme Leen Dierick, MM. Frank Wilrycx et Bert Wollants et Mme Griet Smaers) modifiant la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et la loi-programme du 27 avril 2007, nos 3563/1 à 10.

- la proposition de loi (Mme Karine Lalieux, MM. Jean-Marc Delizée, Mme Fabienne Winckel et MM. Paul-Olivier Delannois, Laurent Devin, Eric Thiébaut, Alain Mathot, Emir Kir et Jacques Chabot) modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, en ce qui concerne l'extension de l'accès au tarif social, nos 3191/1 à 3.

-la proposition de loi (M. Stefaan Vercamer et Mme Nahima Lanjri)  modifiant la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises, nos 3620/1 à 3.

-la proposition de loi (Mmes Griet Smaers, Leen Dierick, Isabelle Galant et Nele Lijnen, M. Frank Wilrycx et Mme Caroline Cassart-Mailleux ) portant dispositions diverses en matière d'économie, nos 3570/1 à 8.

- la proposition de loi (MM. Luk Van Biesen et Dirk Van Mechelen) portant des dispositions fiscales diverses 2019-I, nos 3699/1 à 5.

- la proposition de loi (Mme Sonja Becq, MM. Raf Terwingen et Vincent Van Peteghem, Mme Els Van Hoof et MM. Richard Miller, Damien Thiéry et Georges Dallemagne ) portant création d'un Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits Humains, nos 3670/1 à 10.

- le projet de loi portant assentiment au Protocole de 2005 relatif à la Convention pour la répression d'actes illicites contre la sécurité de la navigation maritime, fait à Londres le 14 octobre 2005, nos 3660/1 à 3.

- le projet de loi portant assentiment au Protocole de 2005 relatif au Protocole pour la répression d'actes illicites contre la sécurité des plates-formes fixes situées sur le plateau continental, fait à Londres le 14 octobre 2005, nos 3663/1 à 3.

- la proposition de résolution (Mme Laurette Onkelinx, MM. André Frédéric et Willy Demeyer, Mme Nawal Ben Hamou et MM. Sébastian Pirlot et Eric Thiébaut) relative à la formation aux premiers secours des policiers, nos 1906/1 à 5.

- le projet de loi modifiant la loi du 25 décembre 2016 relative au traitement des données des passagers, nos 3652/1 à 3.

- le projet de loi modifiant la loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, en ce qui concerne le Centre fédéral de connaissances pour la sécurité civile, nos 3659/1 à 3.

- la proposition de loi (MM Kristof Calvo, André Frédéric, Emmanuel Burton, Vincent Van Peteghem et Patrick Dewael, Mmes Monica De Coninck et Catherine Fonck et MM. Gilles Vanden Burre, Gautier Calomne et, Franky Demon) réformant le droit de pétition, nos 3542/1 à 4.

- le projet de loi modifiant la loi du 2 octobre 2017 réglementant la sécurité privée et particulière en ce qui concerne le traitement des données personnelles, nos 3639/1 et 3.

- la proposition de loi (Mme Carina Van Cauter, M. Gautier Calomne, Mmes Sonja Becq, Sophie De Wit et Sarah Smeyers et MM. Philippe Goffin et Raf Terwingen) modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine en vue d'adapter la procédure devant le juge de l'application des peines en ce qui concerne les peines privatives de liberté de trois ans ou moins, nos 3527/1 à 8.

- la proposition de loi (M. Vincent Van Quickenborne, Mme Ine Somers et M. Damien Thiéry) relatif à l'octroi d'une somme forfaitaire en faveur des personnes atteintes de malformations congénitales dues à l'ingestion par leur mère pendant la grossesse de médicaments contenant de thalidomide, nos 3622/1 à 9.

- la proposition de loi (M. David Clarinval et Mmes Stéphanie Thoron et Sybille de Coster-Bauchau) établissant une reconnaissance des aidants proches, nos 95/1 à 3.

- la proposition de loi (Mmes Anne Dedry et Meyrem Almaci, MM. Kristof Calvo, Georges Gilkinet et Jean-Marc Nollet et Mme Sarah Schlitz) modifiant la réglementation en vue de préserver les droits sociaux des aidants proches, nos 1001/1 et 2.

- la proposition de loi (Mme Julie Fernandez Fernandez) relative à la reconnaissance sociale de l'aidant proche, nos 120/1 et 2.

- la proposition de loi (Mme Catherine Fonck) établissant une reconnaissance des aidants proches, nos 625/1 et 2.

- la proposition de loi (Mme Meryame Kitir) augmentant l'allocation et la durée du congé pour assistance médicale à un membre du ménage ou de la famille en situation de grande dépendance, nos 3359/1 et 2.

- la proposition de loi (Mmes Valerie Van Peel, Catherine Fonck et Yoleen Van Camp) modifiant le Code civil et la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 en ce qui concerne l'indemnisation des victimes de l'amiante, nos 2002/1 à 3.

- la proposition de loi (Mme Catherine Fonck) visant à améliorer le fonctionnement du Fonds amiante et mieux prendre en compte les victimes de l'amiante, nos 2453/1 et 2.

- la proposition de loi (Mme Anne Dedry) modifiant la loi programme (I) du 27 décembre 2006, en ce qui concerne le Fonds amiante, nos 1666/1 à 4.

- le projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 21 décembre 2018 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Commission communautaire commune et la Communauté germanophone concernant l'implication de l'État fédéral dans la signature des Accords de coopération du 6 septembre 2017 et du 30 mai 2018, nos 3679/1 à 3

- la proposition de loi (Mmes Katja Gabriëls et Sandrine De Crom) portant des dispositions diverses en matière d'asile et de migration et modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, nos 3618/1 à 6.

- la proposition de loi (Mmes Valerie Van Peel et Yoleen Van Camp et M. Jan Vercammen) relative au trafic d'organes humains et relative au principe de non sanction des victimes de traite des êtres humains, nos 3537/1 à 5.

- la proposition de résolution (Mmes Anne Dedry et Evita Willaert, MM. Wouter De Vriendt, Marcel Cheron, Jean-Marc Nollet en Stefaan Van Hecke, Mme Meyrem Almaci, M. Georges Gilkinet et Mme Sarah Schlitz) relative à la lutte antivectorielle, à la prévention et au contrôle des maladies à transmission vectorielle chez les humains en augmentation avec le changement climatique et la globalisation, nos 1981/1 à 5.

- la proposition de loi (Mmes Katja Gabriëls et Sandrine De Crom) modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en ce qui concerne certaines catégories de travailleurs, nos 3710/1 à 3.

- la proposition de loi (M. David Clarinval et Mme Sybille de Coster-Bauchau)  modifiant la loi du 22 mars 2001 instituant la garantie de revenus aux personnes âgées, nos 3580/1 à 4.

- la proposition de loi (M. David Clarinval, Mme Sybille de Coster-Bauchau, M. Vincent Van Quickenborne et Mme Sonja Becq) relative à la pension à mi-temps, nos 3578/1 à 6.

- la proposition de loi (M. Werner Janssen et Mme Rita Gantois)  modifiant la loi du 28 juillet 1981 portant approbation de la Convention sur le commerce international des espèces de faune et de flore sauvages menacées d'extinction, et des Annexes, faites à Washington le 3 mars 1973, ainsi que l'Amendement à la Convention, adopté à Bonn le 22 juin 1979 et l'arrêté royal du 9 avril 2003 relatif à la protection des espèces de faune et de flore sauvages par le contrôle de leur commerce, nos 3202/1 à 6.

- la proposition de loi (MM. Michel de Lamotte, Jean-Marc Delizée, Benoît Lutgen et Bert Wollants) modifiant la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations et la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité afin d'étendre le contrôle de la CREG aux intermédiaires en énergie, nos 3475/1 et 2.

- la proposition de loi (Mme Rita Gantois et MM. Werner Janssen et Bert Wollants) modifiant la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le retard de paiement dans les transactions commerciales, nos 2966/1 à 4.

- la proposition de loi (Mmes Caroline Cassart-Mailleux et Isabelle Galant, M. Frank Wilrycx et Mme Nele Lijnen) relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité civile professionnelle des architectes, des géomètres-experts, des coordinateurs de sécurité-santé et autres prestataires du secteur de la construction de travaux immobiliers et portant modification de diverses dispositions légales en matière d'assurance de responsabilité civile dans le secteur de la construction, nos 3602/1 à 4.

- la proposition de loi (Mme Nele Lijnen) concernent l'assentiment à l'accord de coopération du 31 août 2018 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française et la Communauté germanophone relatif à la coordination des radiofréquences en matière de radiodiffusion dans la bande de fréquences 87,5-108 MHz conformément à l'article 17 de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, nos 3702/1 à 7.

- la proposition de loi (MM. Michel de Lamotte et Benoît Lutgen) modifiant la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs en vue d'en garantir l'accès à des conditions non discriminatoire, nos 3211/1 et 2.

- la proposition de loi (M. Hans Bonte) créant la zone de police de Bruxelles-Capitale, nos 710/1 et 2.

D’autres projets de loi et propositions dont le rapport aura été distribué (art. 85 du Règlement).

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

02 Demandes d'avis du Conseil d'État

02 Verzoeken tot advies van de Raad van State

 

02.01  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het wetsvoorstel nr. 3578 wil een halftijds pensioen invoeren, wat voor ons toch vrij problematisch is. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien aantrekkelijk, maar zonder het opbouwen van pensioenrechten – zoals wel het geval is met de landingsbanen – dreigt het pensioenverlies groot te zijn.

 

Dit is opnieuw een besparing op de pensioenen door deze regering. De N-VA heeft in de commissie aangekondigd dat na de invoering van deze maatregel alle bestaande landingsbanen mogen worden afgeschaft. Dit zou pas echt een drama zijn.

 

Mijnheer de voorzitter, in de commissie is ook gebleken dat er ernstige valkuilen en constructiefouten zitten in dit wetsvoorstel. Ik denk bijvoorbeeld aan personen die halftijds werken combineren met een halftijds pensioen, maar langdurig ziek worden. Hun ziekte-uitkering mag immers niet worden gecombineerd met een halftijds pensioen. Bovendien wordt hun halftijds loon als basis gehanteerd.

 

Deze mensen verliezen dus twee keer. Ofwel behouden zij hun langdurige ziekte-uitkering, ofwel gaan zij meteen met pensioen. In het laatste geval moeten zij voor de rest van hun leven wel genoegen nemen met een lager pensioenbedrag.

 

Om dit en andere problemen op te lossen, hebben wij enkele amendementen klaar die ik graag voor advies naar de Raad van State zou willen sturen.

 

02.02  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous soutiendrons la demande de Mme Kitir. Mon collègue Wouter De Vriendt et moi-même avons également déposé des amendements sur ce même texte, notamment pour y insérer, par le biais du Plan Tandem, une formule plus positive concernant la transition entre la vie active et la pension.

 

Je remercie nos collègues de soutenir cette demande.

 

02.03  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je dois également annoncer un amendement sur une autre proposition de loi qui va être présenté par M. Daerden, avec renvoi au Conseil d'État (n° 3580).

 

02.04  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het gaat om een vraag voor een advies van de Raad van State. Ik zou graag zien dat u met een naamstemming zou vaststellen of voldoende leden die vraag steunen.

 

De voorzitter: Zijn er nog collega's die het woord vragen?

 

02.05  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, aanvullend op de vragen van de collega's heb ik ook een vraag. Ik heb een amendement voorbereid samen met de heer Vanden Burre op het wetsvoorstel nr. 3550 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, meer bepaald met betrekking tot de administratieve rompslomp voor kleine stichtingen en vzw's, die wij tot een minimum willen beperken. Wij willen daarover graag een advies van de Raad van State vragen.

 

02.06  Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, je sollicite le renvoi des six amendements que nous avions déposés en commission, amendements relatifs à la proposition de loi modifiant le Code des sociétés et des associations concernant les libéralités et les comptes annuels d'associations et de fondations.

 

Notre positionnement à l'égard de ce texte – totalement disproportionné par rapport à l'objectif poursuivi – n'étonnera personne. Il est évident que nous devons lutter contre le terrorisme et je ne pense pas que nous puissions être suspectés (notamment par le biais de Georges Dallemagne et ses différentes propositions sur le sujet) de ne pas vouloir le faire. Cependant, viser 110 000 associations par des démarches administratives lourdes qui n'ont rien à voir avec elles nous apparaît comme étant totalement excessif. Nous avons déposé des amendements dans le but de prévoir une proportionnalité et nous demandons, par ailleurs, qu'ils soient envoyés au Conseil d'État.

 

02.07  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le président, mon intervention concerne la proposition de loi qui figure au point 55 de l'ordre du jour et qui concerne la Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA). Cette proposition fait suite à l'arrêt de la Cour constitutionnelle qui annule la loi du 27 janvier 2018, estimant que les protections sociales accusaient un recul significatif. Nous souhaitons que le Conseil d'État soit consulté pour avis car il ne l'a pas été à ce stade.

 

De voorzitter: Collega's, ik heb begrepen dat er verschillende verzoeken zijn om advies bij de Raad van State, namelijk betreffende amendementen op de wetsvoorstellen nrs. 3550, 3580 en 3578. Ik stel u voor om daarover met één globale telling te beslissen.

 

Je propose que nous passions au comptage, vous pouvez voter pour ou contre.

 

Er wordt elektronisch geteld.

Il est procédé au comptage électronique.

 

De vraag om advies wordt door 55 leden gesteund.

La demande d'avis est appuyée par 55 membres.

 

Bijgevolg zal de voorzitter het advies van de Raad van State vragen, met toepassing van artikel 98, nr. 3, tweede lid, van het Reglement, over de ingediende amendementen nrs. 3550/5, 3580/7 en 3578/8.

En conséquence, le président demandera l'avis du Conseil d'État, en application de l'article 98, n° 3, alinéa 2, du Règlement, sur les amendements déposés n°s 3550/5, 3580/7 et 3578/8.

 

02.08  David Clarinval (MR): Monsieur le président, pouvez-vous nous donner la liste des textes qui viennent d'être envoyés au Conseil d'État? J'en ai noté trois, je pense qu'il y en a plus.

 

Le président: Il s'agit des textes nos 3550, 3580 et 3578, concernant une modification du Code des sociétés, la garantie de revenus aux personnes âgées et la pension à mi-temps. Ces points sont radiés de notre ordre du jour.

 

Mijnheer Clarinval, collega's, de beslissing is zonet genomen, waardoor al die teksten, onder meer het wetsvoorstel met betrekking tot het halftijds pensioen, verdwijnen uit onze lijst met te bespreken ontwerpen en voorstellen.

 

Wetsontwerpen en voorstellen

Projets de loi et propositions

 

03 Wetsontwerp houdende oprichting van het Brussels International Business Court (3072/1-13)

03 Projet de loi instaurant la Brussels International Business Court (3072/1-13)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

03.01  Kristien Van Vaerenbergh, rapporteur: Ik verwijs naar het schriftelijk verslag, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: De heer Brotcorne, ook rapporteur, verwijst eveneens naar het schriftelijk verslag.

 

Mevrouw Van Vaerenbergh heeft het woord in de algemene bespreking.

 

03.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, wij weten allemaal dat er veel werk verricht moet worden in de Belgische Justitie. De informatisering staat op dit ogenblik nog altijd niet op punt. Het gerechtspersoneel moet vaak in moeilijke omstandigheden werken en de gerechtelijke achterstand is nog altijd zeer groot. Als wij de uitstraling van de Belgische Justitie willen verbeteren, dan moet daaraan iets gebeuren. De oprichting van een nieuw, prestigieus orgaan zal dat niet verhelpen.

 

De N-VA-fractie heeft alle begrip voor de bedrijfswereld, die in de brexit een opportuniteit ziet voor Brussel. Op het Vlaamse niveau heeft onze partij ook altijd sterk ingezet op de internationale handel. Wij proberen België als markt opnieuw competitief te maken door de lasten te verlagen, maar voor ons is het BIBC vis noch vlees. Arbitrage, maar ook een overheidsrechtbank, met de mogelijkheid tot cassatie. Een overheidsrechtbank, maar alleen als de partijen daarvoor kiezen en met inschrijvingsgeld. Het Gerechtelijk Wetboek is van toepassing, maar ook niet altijd.

 

Wij zien ook de voordelen van het BIBC: zaken kunnen worden behandeld door topexperten, zowel buitenlandse al binnenlandse, en onze eigen magistraten kunnen zich specialiseren en extra ervaring opdoen in complexe zaken. Met een deel van de zaken voor het BIBC zou men misschien zelfs de onder­nemingsrechtbanken kunnen ontlasten. De procedure zou bijna helemaal elektronisch verlopen. Er wordt uiteraard een snelle rechtsuitspraak verwacht, maar het BIBC mag geen extra werklast veroorzaken voor de Belgische Justitie. De hoven en de rechtbanken bezwijken nu al onder het vele werk. Ook de Hoge Raad voor de Justitie heeft die opmerking gemaakt in de commissie voor de Justitie. De Hoge Raad heeft verder nog gezegd dat de impact op het hof van beroep van Brussel te groot zou zijn.

 

Het inschrijvingsgeld zou dermate hoog moeten zijn dat het hof van beroep van Brussel volledig kan worden gecompenseerd voor het extra werk dat het krijgt door de oprichting van het BIBC, maar de compensatie moet van die aard zijn dat het werk voortgezet kan worden door iemand anders, zodat de hangende zaken geen vertraging oplopen.

 

Het inschrijvingsgeld zal pas later in een koninklijk besluit worden bepaald, maar in de huidige memorie van toelichting wordt reeds een eerste berekening gemaakt en die berekening is volgens ons veel te laag ingeschat. Zo bleek uit de hoorzittingen dat men ervan uitgaat dat een zaak gemiddeld slechts één werkweek in beslag zou nemen. Dat is volgens ons een heel optimistische inschatting.

 

Bovendien is er nog een ander probleem. Het inschrijvingsgeld wordt berekend op basis van de onbeschikbaarheid van een magistraat of van het griffiepersoneel, maar het geld gaat wel naar de financiële pot van de FOD Justitie. Het is dus niet zo dat de rechtbank die de magistraat moet missen, ook effectief iets van het geld zal terugzien.

 

Dan kom ik aan de hoofdreden waarom wij dit wetsontwerp niet zullen goedkeuren. Wij zijn steeds zeer loyaal geweest bij de uitwerking van dit project, maar in december zijn wij uit de regering geduwd. Wij hebben nu dan ook geen toezicht meer op de uitwerking van de belangrijke uitvoeringsbesluiten die gepaard gaan met dit wetsontwerp. Men plant trouwens een inwerkingtreding in 2020, wat volgens ons een onhaalbare kaart is.

 

Een nog fundamentelere vraag die wij ons moeten stellen, is of het überhaupt de overheid toekomt om een dergelijke rechtbank op te richten. Het zou een moderne en efficiënte instelling zijn, met een internationale uitstraling, en op die manier zou ze dus bijdragen aan het imago van de Belgische Justitie. Moeten wij echter de reputatie van onze Justitie verbeteren door een gloednieuw, aantrekkelijk orgaan op te richten of veeleer door inspanningen voor het justitieapparaat zelf?

 

Bovendien willen wij niet dat de indruk gewekt wordt dat buitenlandse bedrijven een moderne en efficiënte procedure kunnen volgen, terwijl onze eigen kmo's in de rij kunnen gaan staan in een van de, vaak letterlijk afbrokkelende gerechtsgebouwen. Wij wensen geen klassenjustitie.

 

Ten slotte wil ik benadrukken dat wij openstaan voor andere acties voor de internationale handel. Met Brussel als grote lobbystad, Vlaanderen als economische motor en onze universiteiten als topinstellingen willen wij heus niet rond de kerktoren blijven hangen. Wij hebben immers begrepen dat dit voor de Belgische ondernemerswereld een zeer belangrijk agendapunt is. Wij kijken dan ook uit naar de initiatieven die wij wel kunnen ondersteunen, maar dit project zelf kunnen wij niet goedkeuren.

 

03.03  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, chers collègues: "l'État de droit, j'y crois!"

 

C'est avec ces mots-là, ce slogan-là, qu'une nouvelle fois le monde judiciaire s'est mobilisé, notamment devant le cabinet du ministre de la Justice, pour que le service public en règle générale soit mis à l'agenda des priorités du futur gouvernement et, surtout, pour un refinancement de la justice.

 

Pourtant, c'est en ce jour de manifestation que ce projet visant la création d'une cour internationale pour le business nous est soumis. Cela sonne, en quelque sorte, comme une provocation.

 

La justice est à genoux; le ministre l'a constaté lui-même puisqu'il a plaidé pour son refinancement. Mais au lieu de consacrer les moyens nécessaires au fonctionnement correct et efficace de nos cours et tribunaux au bénéfice de tous, on crée une juridiction cinq étoiles pour les entreprises multinationales qui pourront se la payer. Vous comprendrez que le Parti Socialiste ne peut soutenir un tel projet.

 

Depuis l'entame de ce gouvernement, les acteurs du monde judiciaire se sont mobilisés: arrêts de travail, manifestations pour contester la situation des ressources humaines, l'arriéré judiciaire, l'absence d'ouverture de places vacantes, la suppression des voies de recours, la diminution de l'accès global à la justice pour les citoyens, et j'en passe.

 

Mais demain, la cour des affaires –  je ne sais pas si vous le savez, mais dans le monde judiciaire au sens large du terme, on l'appelle déjà la "cour caviar" – va encore aggraver la situation puisqu'il est prévu que les magistrats seront empruntés directement au cadre des magistrats de la cour d'appel de Bruxelles. En effet, l'argent consacré à l'un ne sera pas consacré à l'autre. Les conseillers et magistrats de la cour d'appel ne veulent pas de cette cour principalement et spécifiquement pour ces raisons.  Il en va de même des greffes, des greffiers, du personnel qui font tourner le monde de la justice au quotidien et dont on ne parle pas suffisamment.  

 

Je peux récapituler les critiques. Premièrement, on va prendre parmi les meilleurs magistrats des juridictions du pays ayant déjà un arriéré judiciaire gravissime pour s'occuper de dossiers qui ne relèvent en principe pas de la justice étatique.

 

Et ce – deuxième critique –, alors même que le cadre des magistrats est tellement déficitaire que l'État belge est assigné devant la justice pour le forcer à respecter la loi. Ce projet symbolise donc une justice à deux vitesses, un système juridictionnel parallèle destiné aux grandes sociétés qui pourront régler leurs différends devant une cour flambant neuve et rapide plutôt que de s'adresser à la justice des simples hommes et femmes, rendue dans des locaux parfois insalubres. Contrairement aux fanfaronnades exprimées, cette cour des affaires ne sera pas totalement autosuffisante dans la mesure où son fonctionnement général et les juges professionnels belges reposeront sur le budget de l'État.

 

Les critiques ne s'arrêtent pas là. Mme Van Vaerenbergh en a également parlé. D'autres questions ont été soulevées par le Conseil d'État et le Conseil supérieur de la Justice. Elles sont relatives à l'indépendance du pouvoir judiciaire, à l'emploi des langues et au respect de la Constitution. Là encore, une procédure exceptionnelle est prévue puisque les juges de cette cour seront nommés par le Roi, sur proposition d'une commission de sélection, alors que rien ne justifie l'exclusion du Conseil supérieur de la Justice, puisqu'il s'agit d'un tribunal étatique.

 

Enfin, de nombreux professionnels s'interrogent sur les avantages concrets qu'auront les sociétés qui recourront à cette cour, alors que cette dernière n'a pas la souplesse de l'arbitrage. C'est notamment ce qui a été longuement défendu en commission de la Justice par le professeur Hakim Boularbah.

 

Chers collègues, j'insiste sur la nécessité de préserver le lien indispensable entre le justiciable et la justice. La création de cette cour des affaires est une nouvelle brèche qui éloigne, une fois de plus, le citoyen lambda de sa justice. Le projet couronne une législature qui s'est attaquée comme jamais à l'accès à la justice, comme si celle-ci était un luxe et non un droit fondamental.

 

C'est avec enthousiasme, en faisant le bruit nécessaire autour de ce projet, que les socialistes voteront contre cette réforme totalement inadaptée. Après avoir entendu ma collègue, j'espère qu'il ne sera pas voté par notre assemblée demain.

 

03.04  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, eigenlijk hebben wij het al gehoord in de vorige twee betogen: het zal moeilijk zijn vandaag collega's te vinden die de voorgestelde tekst willen komen verdedigen op het spreekgestoelte. Ik kijk echt uit naar morgen, want ik meen dat zelfs in de oude meerderheid niemand echt gewonnen was voor de wettekst.

 

Ik ben blij met de bekering van de N-VA. Oorspronkelijk keurde de N-VA, toen zij nog deel uitmaakte van de regering, de tekst met het oog op de installatie van een soort kaviaarrechtbank goed, ook al was ze kritisch. Zolang de N-VA deel uitmaakte van de regering, was een rechtbank waarin de procedures in het Engels zouden verlopen en waar voorrang gegeven zou worden aan grote bedrijven, blijkbaar aanvaardbaar. Maar zodra zij uit de regering stapte, vond zij, gelukkig, de rede terug en sloot zij zich aan bij de kritiek van de oppositie.

 

Zo komen wij vandaag in een zeer bijzondere situatie. Er ligt hier namelijk een tekst ter bespreking in plenaire vergadering die niet goedgekeurd zal worden, omdat er geen meerderheid meer voor is. Het gebeurt zelden dat een tekst die in de commissie is goedgekeurd, het uiteindelijk niet haalt in de plenaire vergadering. Morgen zal dat het geval zijn.

 

Ik zal niet de argumenten herhalen die door de vorige sprekers naar voren gebracht zijn. Het systeem bevoordeelt alvast zij die veel geld hebben. Zij zullen een snellere service krijgen, terwijl alle andere rechtzoekenden de gewone weg moeten volgen.

 

Eigenlijk moet een goede, snelle en kwaliteitsvolle service voor elke rechtzoekende, voor elk individu, voor elk bedrijf, gegarandeerd zijn. Als wij die service voor iedereen willen bieden, zullen wij moeten investeren in Justitie. Wij zullen de budgetten moeten optrekken en moeten in­vesteren in de gebouwen, in de informatisering en in het personeel.

 

Dat is de bijzonder grote uitdaging waar wij voor staan, en zelfs de minister heeft dat een paar weken geleden eigenlijk al toegegeven. Dat is voor hem immers de voorwaarde om opnieuw minister van Justitie te worden.

 

Kortom, ik meen dat er vele goede redenen zijn om het wetsontwerp niet goed te keuren. Ik kijk dus uit naar morgen, wanneer de plenaire vergadering de tekst zal wegstemmen.

 

03.05  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even reageren op de bewering van de heer Van Hecke dat wij tot inkeer zijn gekomen.

 

Ik wil onderstrepen dat dankzij onze druk ook al tijdens de besprekingen vele amendementen zijn ingediend, onder andere wat de proceduretaal betreft, en bijsturingen. Aangezien wij geen deel meer uitmaken van de regering, is ons bijkomend belangrijk argument dat wij nu ook geen controle meer zullen hebben op de hoogte van het inschrijvingsgeld. Dat is een bijkomend argument om uiteindelijk tegen te stemmen.

 

Nogmaals, ook toen wij nog deel uitmaakten van de regering, namen wij al een kritische houding aan ten opzichte van het ontwerp.

 

03.06  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, comme les autres collègues qui viennent d'intervenir, je croyais ce dossier enterré, pour cette législature en tout cas. Mais voilà que vous persistez et que le premier point de la dernière séance de cette législature porte sur la création de cette cour internationale de Bruxelles pour les affaires.

 

Auriez-vous voulu en faire un symbole, monsieur le ministre, que vous n'auriez pas mieux choisi. Mais les symboles, quand on les choisit, on essaie qu'ils soient positifs. On essaie, lorsqu'on apporte une ponctuation à un travail, que ce soit une ponctuation positive de l'action qui a été menée.

 

En voyant ce texte revenir à notre ordre du jour, j'ai au contraire le sentiment que cette ponctuation manifeste la manière dont la majorité, qu'en votre qualité de ministre de la Justice, vous avez aidée dans ses différentes démarches, traite le monde judiciaire.

 

Monsieur le ministre, en commission, j'ai utilisé le terme d'"indécence". Je veux aujourd'hui le reprendre à cette tribune. Il est totalement indécent de venir aujourd'hui avec cette proposition. En d'autres temps, dans une situation qui serait plus acceptable, meilleure pour ce pouvoir constitutionnel qu'est le pouvoir judiciaire, on aurait pu, je pense, trouver un accord et partager votre point de vue selon lequel Bruxelles, capitale des institutions européennes, capitale du monde des affaires, doit avoir une juridiction à la hauteur de ce qui se passe sur son territoire. Mais le moment choisi est particulièrement inapproprié.

 

Monsieur le ministre, vous terminez à la tête de votre département, et avec une majorité, sur une note que le monde judiciaire désapprouve. Si vous passiez un examen - vous en avez fait passer dans votre carrière de professeur -, je pense que vous quitteriez la charge avec au minimum une seconde session.

 

En plus, aujourd'hui, les acteurs du monde judiciaire vous remettent leurs doléances. En plus, aujourd'hui, nous terminons nos travaux. Vous venez donc avec cette demande selon laquelle le gros business international a besoin de moyens que la justice belge va lui accorder. Nous allons, monsieur le ministre, héberger en nos murs cette cour internationale. Nous allons déléguer au siège de cette cour des magistrats de notre Ordre judiciaire.

 

Nous allons y faire travailler des membres de nos greffes et de nos services  administratifs. Tout cela à un moment où nos palais de justice croulent, et où les magistrats ne sont pas nommés et ne savent pas faire face à leurs tâches essentielles.

 

Toute l'action de cette majorité en matière de justice a visé à réduire, tant que c'était possible, le nombre de dossiers. Pour ce faire, il fallait s'atteler à ceux qui étaient des consommateurs absolument inopportuns, sans responsabilité du monde judiciaire, et particulièrement les plus précarisés: on s'est attaqué à l'aide juridique. C'est dans ce contexte-là que vous proposez la création d'une cour internationale des affaires. C'est franchement indécent. C'est donner raison à ceux qui disent que l'on s'est engagé dans une justice duale, à deux vitesses. Si vous êtes puissant, vous pourrez faire valoir vos droits, et cela très vite. Mais si vous n'avez pas la chance d'être parmi les puissants ou d'avoir la capacité financière de faire valoir vos droits en justice, vous paierez des droits de greffe supplémentaires et des honoraires alourdis d'une TVA, et vous devrez régler des contributions à différents fonds, qu'il vous faudra alimenter si vous perdez votre procédure. Si vous devez bénéficier de l'aide juridique, on vous rendra la vie plus difficile et compliquée.

 

Ce n'est pas ce que nous attendons de notre monde judiciaire, monsieur le ministre. Nous attendons que la justice fasse son véritable travail, qu'elle réponde à son véritable objet, et qu'elle protège. Ce qui nous est proposé aujourd'hui, au-delà de l'indécence, ne témoigne pas d'une bonne appréciation des urgences et des priorités du monde judiciaire.

 

De plus, on peut se poser la question de la réelle plus-value qu'apporte cette proposition de création d'une cour internationale pour les affaires. Monsieur le ministre, vous le savez mieux que moi, puisque vous avez eu l'occasion, sans doute, de pratiquer ce genre d'affaires à titre professionnel. Dans notre Code judiciaire, la cinquième partie porte sur l'arbitrage international. Moyennant quelques améliorations législatives, cette partie permet d'atteindre les objectifs de votre projet. Cela peut fonctionner rapidement et efficacement, avec des arbitres spécialement choisis pour leur expertise. Pourquoi fallait-il créer quelque chose en plus alors que les moyens d'atteindre les objectifs de votre projet existent déjà aujourd'hui, dans notre arsenal législatif?

 

C'est d'autant plus étonnant que ce que vous proposez est une solution hybride. On est à la fois à mi-chemin ou à cheval entre une cour qui dépend un peu de l'Ordre judiciaire classique et, pour le reste, d'autres formes d'organisation. On s'interroge sur la manière dont les magistrats seront désignés. Quelle va être la compétence du Conseil supérieur de la Justice? Qu'en sera-t-il éventuellement de l'emploi des langues? C'est un problème relativement important puisque l'anglais serait la langue privilégiée dans le cadre de ces procédures. Bref, en plus de tous les autres éléments, on aurait une solution hybride.

 

Cela, monsieur le ministre, je ne peux pas l'accepter. Mon groupe ne peut pas l'accepter. En d'autres temps, je vous le dis, on aurait peut-être pu trouver des formules et des solutions qui rencontrent un objectif légitime mais aujourd'hui, dans le contexte où ce projet s'inscrit, elles ne trouvent absolument pas leur place. Vous ne pourrez donc pas compter sur le groupe cdH pour essayer de faire passer votre projet, monsieur le ministre.

 

03.07  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, mes chers collègues, l'autre jour, j'ai lu un roman de science-fiction brossant le portrait d'une société décadente dans laquelle deux justices étaient établies. Pour le simple peuple, les tribunaux étaient dépourvus de moyens et rendaient leur avis dans des délais interminables. Ils étaient totalement délabrés, et leurs plafonds s'effondraient. En revanche, pour les puissants, la justice était rendue dans un délai ultra rapide par des tribunaux de luxe, qui tenaient leurs audiences dans la langue des puissants et qui siphonnaient les magistrats de la justice ordinaire.

 

Non, chers collègues, c'est peut-être un mauvais scénario, mais ce n'est pas une fiction: c'est la situation réelle de la justice à l'ère de Koen Geens.

 

Voici quelques citations relatives à cette BIBC, ce tribunal caviar pour multinationales. Le bâtonnier élu du barreau de la Cour de cassation estime qu'il s'agit d'une "idée ridicule, qui ne montre qu'une chose: on envisage la justice uniquement sous l'angle économique". Le rapport du Conseil supérieur de la Justice y voit "une rupture d'égalité entre justiciables". Quant au premier avocat général près de la Cour de cassation, il parle d'"un nouveau tribunal étatique, dont les modalités de financement exotiques et le coût effectif sont laissés dans l'ombre". Enfin, ma citation préférée est celle de la présidente de l'association syndicale des magistrats: "Une juridiction ploutocratique, qui ne servira qu'à l'entre-soi des hautes sphères financières et économiques, une juridiction que l'on crée pour répondre à 'l'impatience des riches', comme dirait Jacques Attali, alors que, par manque de moyens et d'investissements, on maintient les pauvres dans un état de patience insupportable".

 

Certes, on trouve quand même une organisation qui soutient à fond ce projet de BIBC. Sans surprise, il s'agit de la FEB. Elle va jusqu'à - et c'est le plus fou - défendre explicitement une justice à deux vitesses. On lit en effet sur son site cet argument en faveur de la BIBC: "Notre justice souffre de différents maux, dont une pénurie de moyens, mais aussi d'un déficit d'image. En rendant des jugements rapides, spécialisés et définitifs, y compris dans des affaires internationales très complexes, la BIBC valorisera pleinement l'expertise de la magistrature belge en Belgique et à l'international". Bref, la FEB reconnaît l'existence d'une justice totalement délabrée pour les pauvres, mais pour en conclure qu'il faut une justice spécifique pour les plus riches.

 

En outre, la FEB avait même organisé le 26 juin 2018 à l'hôtel de ville de Bruxelles une présentation de la BIBC en présence du ministre, afin de sabler le champagne en l'honneur de l'instauration de cette cour caviar qui allait être faite pour les multinationales – peut-être un peu trop vite d'ailleurs: on verra quel sera le vote en la matière!

 

Cette justice à deux vitesses, cette justice de classes qui était le fil conducteur de la politique de ce gouvernement, est totalement symbolisée par cette BIBC. Les cours et tribunaux ne fonctionnent pas à hauteur de ce qui est nécessaire. Le sous-financement est chronique depuis des années. Le monde de la justice est effondré – comme le plafond du palais de justice de Bruxelles – mais aussi révolté. On n'a pas vu souvent les magistrats, les greffiers et autres descendre dans la rue! Monsieur le ministre, il faudrait peut-être prévoir un service minimum pour le monde de la justice, comme vous l'avez fait dans les prisons.

 

Dans le projet qui nous est soumis, il y a un tribunal d'exception, avec une langue d'exception! À toutes les époques, il y a eu une langue de la classe dominante et, ici, l'anglais s'imposerait pour ce tribunal. On établit donc un tribunal étatique au sein duquel la langue obligatoire n'est même pas une des langues officielles de ce pays!

 

Qui va en profiter? Clairement, les multinationales les plus riches qui auront un tribunal d'exception et, dans un deuxième temps, une poignée de cabinets d'avocats d'affaires, qui verront leur chiffre d'affaires augmenter. Par exemple, Eubelius, ce cabinet d'avocats d'affaires fondé par le ministre de la Justice, qui signe ce projet de loi!

 

En conclusion, nous ne soutiendrons pas ce projet de tribunal d'exception pour multinationales. C'est un peu comme si, en plein incendie, les pompiers étaient mobilisés pour remplir la piscine privée des nantis.

 

03.08 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega's, onderhavig wetsontwerp is een ontwerp van de vroegere regering samengesteld uit vier partijen, die zich had voorgenomen om in Brussel een bijzonder hof te creëren dat zich zou inlaten met grensoverschrijdende geschillen in het Engels.

 

Het is opmerkelijk dat een ontwerp dat navolging heeft gekregen in Amsterdam, in Parijs, in Frankfurt, in België, in Brussel niet kan worden goedgekeurd om allerlei redenen die blijkbaar geïnspireerd zijn, de ene keer door de kosten, de andere keer door het feit dat men middelen van de klassieke magistratuur ontneemt, nog een andere keer omdat het Engels een taal is die in het Belgisch recht toch niet kan worden gebruikt.

 

Ik vind dat hier een zeer vreemde cocktail van argumenten wordt gemaakt over een ontwerp dat beter verdient en dat, voor zover ik het mij kan herinneren, in twee lezingen in de commissie voor de Justitie werd goedgekeurd.

 

De bedoeling van de regering en in het bijzonder van de eerste minister was om op het ogenblik van de brexit ervoor te zorgen dat ons land en in dit geval Brussel een jurisdictie zou worden die voor internationale geschillen beschikbaar was.

 

Ik denk dat de brexit nakende is. Stel u voor dat in Parijs in het Engels kan worden gepleit, stel u voor dat in Frankfurt in het Engels kan worden gepleit, terwijl wij, in Brussel, vinden dat wij kleine betwistingen moeten voeren over die zaak!

 

Cette affaire a été débattue en long et en large en commission de la Justice. C'est sans beaucoup d'espoir et avec une certaine réserve que je crois devoir défendre ce projet, car c'est une chance ratée.

 

Het is heel gemakkelijk om vandaag te zeggen dat die rechtbank geld kost, dat die middelen ontneemt aan de traditionele magistratuur.

 

Monsieur Brotcorne, je n'ai pas compté le nombre de fois où vous avez utilisé le mot "indécent" à mon égard.

 

Je constate que M. Brotcorne n'est même plus là pour écouter ma réplique!

 

Ik vind dat wij het ontwerp niet alleen met een zekere afstand, maar ook met een zekere volharding mogen verdedigen.

 

Beste collega's, ik heb van alles gehoord wat niet waar is. Het voorgestelde hof is zelfvoorzienend. Wij hebben daar samen voor gezorgd. Mevrouw Van Vaerenbergh, ik heb voorgesteld om het ontwerp van koninklijk besluit dat het inschrij­vingsrecht zou bepalen, voor te leggen aan de assemblee hier, indien dat gewenst is.

 

U hebt gezegd dat u de regering niet meer kunt controleren en dat u zich dus niet meer waagt aan een goedkeuring. Ik zou gehoopt hebben dat u mij kon vertrouwen. Ik was voor uw partij de voorbije jaren toch een vrij betrouwbare partner.

 

Wat de vertalings- en expertisekosten betreft, wij hebben in de commissie voor de Justitie het akkoord bereikt dat die kosten ten laste zouden vallen van de verliezende partij. Er werd daarover opnieuw in het lang en in het breed gediscussieerd.

 

Het hof van beroep van Brussel verliest geen middelen. Twee mensen worden door de Hoge Raad voor de Justitie belast met de taak van korpschef van het betreffende hof. Zij zouden dit hof op een vrij rustige en afstandelijke manier kunnen beheren, aangezien zij niet zelf moeten zetelen. Men weet dat heel goed. Het gaat om twee rechters, gekozen naargelang van de specificiteit van de zaak, en om de voorzitter, die dat samen mogen beslissen. Die voorzitter wordt gerekruteerd uit de zittende magistratuur in functie van de competentie.

 

De Hoge Raad voor de Justitie zou tussenkomen voor de aanduiding van de korpschefs en een onafhankelijke commissie, samengesteld uit experts, zou overgaan tot de selectie van de lijst van de magistraten en de lekenrechters waaruit zou kunnen worden gekozen.

 

Ik ben ervan overtuigd dat het hof zelfvoorzienend zou zijn, dat het geen bijkomende kosten zou betekenen en dat het bovendien zou beantwoorden aan een echte nood aan efficiëntie voor grensoverschrijdende geschillen. Partijen die in het Engels willen procederen, zullen voor die geschillen nu niet naar Brussel komen, maar naar andere plaatsen in Europa, die nochtans minder centraal en minder dicht bij de Europese Unie zijn gelegen.

 

Ten slotte heb ik vastgesteld dat men de cassatie wou uitsluiten. Dat was het voorwerp van het amendement van mevrouw Onkelinx. Wij hebben het beroep inderdaad uitgesloten, omdat wij ervan overtuigd zijn dat één aanleg met competente magistraten volstaat om een internationaal geschil te beslechten, indien de partijen zich daaraan willen onderwerpen. Ik sta er echter op te herinneren aan de uitspraak van de Raad van State dat de bevoegdheid van het Hof van Cassatie niet kan en niet moet worden uitgesloten.

 

Dus op dat punt acht ik het terecht dat de ontslagnemende regering het amendement verwerpt. Mijnheer de voorzitter, ik heb gezegd.

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, wij hebben geluisterd.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3072/11)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3072/11)

 

Het wetsontwerp telt 66 artikelen.

Le projet de loi compte 66 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 66 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 66 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

04 Wetsvoorstel teneinde de leesbaarheid te verzekeren van het voor de verenigingen en de stichtingen geldende recht (3664/1-3)

04 Proposition de loi visant à assurer la lisibilité du droit applicable aux associations et aux fondations (3664/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Michel de Lamotte, Raf Terwingen, Kattrin Jadin, Goedele Uyttersprot, Dirk Janssens, Olivier Henry, Youro Casier.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

04.01  Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, ce texte découle du Code des sociétés et des associations par lequel on a voulu permettre, notamment aux associations, une lecture synthétique des dispositions les concernant. Les groupes de ce Parlement ont tous ensemble déposé ce texte qui permettra de compléter le document que M. le ministre a fait publier sur ce thème.

 

Un fait intéressant est que les mises à jour seront faites par le SPF Finances, conformément à un accord donné – et je l'en remercie – par M. le ministre lors de la commission de Droit commercial et économique.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3664/3)

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3664/3)

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

05 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, wat de staat van herhaling betreft (3213/1-8)

05 Proposition de loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d’exécution de la peine, en ce qui concerne l’état de récidive (3213/1-8)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Sophie De Wit, Sarah Smeyers, Goedele Uyttersprot, Kristien Van Vaerenbergh.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heren Van Hecke, Brotcorne en Foret, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

05.01  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, er was eens het zalige jaar 1888 toen minister van Justitie Lejeune een systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling invoerde en daarbij een onderscheid maakte tussen wie voor de eerste keer en dus occasioneel iets mispeuterde en wie in herhaling viel of recidiveerde. Hij voorzag in twee verschillende behandelingen, namelijk een derde voor degene die voor de eerste keer iets verkeerd doet en twee derde voor wie recidiveert. Zo ver ging de strafuitvoering toen: men moest minstens een derde dan wel twee derde van de straf uitzitten.

 

Dat onderscheid is jaar en dag blijven bestaan, hoewel het vaak ter discussie stond. Er werden bijvoorbeeld andere breukdelen voorgesteld. Ook wij hebben aanpassingen in die richting voorgesteld. Het onderscheid tussen beide sys­temen is echter steeds blijven bestaan.

 

Er is gaandeweg nochtans wel wat aan de strafuitvoeringswetgeving gesleuteld. In 1998 was er nog een ontwerp van toenmalig minister De Clerck. Het onderscheid bleef echter bestaan. In 2006 was er een ontwerp van mevrouw Onkelinx en ook daar bleef het onderscheid behouden. In 2006 hebben wij nog de wet-Martin goedgekeurd in dit halfrond. De voorwaarden werden daarin verstrengd, maar alweer bleef er een strikt onderscheid bestaan tussen recidivisten en niet-recidivisten. De recidivisten moesten een groter deel van hun straf uitzitten alvorens zij voorwaardelijk vrij konden komen.

 

De impact van die staat van herhaling bestaat dus al 120 jaar. Plots velde het Grondwettelijk Hof echter een ander arrest, waarin het stelde dat er sprake was van ongelijkheid en discriminatie en het de betrokken bepalingen vernietigde. De consequentie is dat vandaag iedereen na een derde van zijn straf vrij kan komen.

 

Het probleem is dat onze wet vandaag niet in een staat van herhaling voorziet bij een misdaad die na een wanbedrijf komt. Dat is op zich ook niet onlogisch omdat een misdaad altijd zwaarder wordt bestraft; dat is de achterliggende ratio. Men vond altijd dat er binnen die criminele straf voldoende marge bestond om de straf te verzwaren.

 

Gaandeweg zijn wij echter sterk aan het strafrecht en het strafprocesrecht gaan sleutelen. Wij hebben zoiets als een correctionalisering ingevoerd. Dan krijgt men natuurlijk een heel andere situatie. Als men vandaag een wanbedrijf pleegt na een wanbedrijf, dan is dat herhaling en moet twee derde van de straf worden uitgezeten. Pleegt men een misdaad na een wanbedrijf, dan is dat ook herhaling en moet twee derde van de straf worden uitgezeten. Pleegt men een gecorrectionaliseerde misdaad na een wanbedrijf, dan is dat eveneens herhaling en moet twee derde van de straf worden uitgezeten. Pleegt men echter een gewone misdaad na een wanbedrijf — niet opgenomen in de wet — dan is er geen herhaling en moet er slechts een derde van de straf worden uitgezeten. Men heeft er dus bijna voordeel bij om naar het hof van assisen verwezen te worden.

 

Iedereen voelt dat dit niet klopt. Dat arrest van het Grondwettelijk Hof uit 2018 heeft onze fractie ertoe aangezet om een wetsvoorstel in te dienen om deze beslissing recht te zetten en een reparatie door te voeren. Wij stellen dat wanneer een misdaad wordt gepleegd na een wanbedrijf, zulks evengoed een staat van herhaling uitmaakt. De wet-Lejeune van 120 jaar oud wordt dan opnieuw van toepassing en men kan dan opnieuw ten vroegste na twee derde van de straf vrijkomen.

 

Dat is dan ongeacht voor welk rechtscollege men verschijnt, want dat brengt geen baat meer, met al dan niet een keuze voor het hof van assisen. Er is dan ook geen ongelijkheid meer in de fase van de straftoemeting.

 

Beste collega's, het is voor ons bijzonder belangrijk om dat weer recht te zetten. Alles op een derde brengen is voor ons niet voldoende; wij zijn voorstander van een striktere strafuitvoering. Een straf mag voor ons gerust een straf zijn. Voor ons mogen het zelfs andere breukdelen zijn, maar dat is vandaag niet aan de orde. Dit herstel is wel het minste wat tijdens deze legislatuur kon en moest gebeuren. Ik ben dan ook heel blij met de steun die wij in de commissie kregen om deze reparatie door te voeren. Het gevolg is dus dat bij recidive de dader ten vroegste na twee derde van de straf kan vrijkomen. Immers, er werd voordien al een kans geboden, maar die werd niet gegrepen en er werd opnieuw iets mispeuterd. Wie zijn gat brandt moet op de blaren zitten.

 

05.02  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, ce texte adopté dans la précipitation est clairement prématuré et risque une nouvelle annulation devant la Cour constitutionnelle. Il est prématuré parce que l'avant-projet de loi relatif à la réforme du Code pénal permettra de traiter cette question dans de meilleures conditions. Il est prématuré parce que l'opportunité de l'instauration d'une telle récidive de crime sur délit nécessite une discussion essentielle et antérieure sur l'échelle des peines.

 

Tout au long de son évolution jurisprudentielle, la Cour constitutionnelle a estimé que la récidive de crime sur délit était inopportune. D'une part, parce que si elle n'existait pas, ce n'était pas par inadvertance mais bien par un choix délibéré du législateur, dès 1867, qui considérait que les peines criminelles offraient déjà au juge, entre le maximum et le minimum, une latitude suffisante pour proportionner: en pareil cas, la punition à la culpabilité de l'auteur, l'inefficacité de la première condamnation trouvant alors son remède dans la sévérité nécessaire de la deuxième.

 

D'autre part, en raison de la correctionnalisation massive que le pot-pourri II a encore accentuée, cette récidive entraînerait des discriminations en cascade. J'insiste, le défaut de constitutionnalité soulevé par la Cour ne provient donc pas de l'absence de récidive de crime sur délit mais du principe même de la correctionnalisation des crimes devant le tribunal correctionnel. Par exemple, la Cour constitutionnelle a, en 2011, estimé discriminatoire le fait qu'un prévenu poursuivi devant le tribunal correctionnel à la suite de l'admission de circonstances atténuantes risquait de se voir infliger une peine de plus longue durée que celui qui, privé de circonstances atténuantes, était poursuivi devant la cour d'assises.

 

Le deuxième volet vient de l'inégalité soulevée dans le cadre de l'exécution de la peine. Ainsi, la Cour, dans un arrêt du 18 décembre 2014, a jugé inconstitutionnel le fait qu'une personne qui, après une condamnation à un emprisonnement d'un an au moins, et condamnée du chef de tentative d'assassinat moins de cinq ans après avoir subi sa peine ou après que cette peine fut prescrite, soit traitée différemment en ce qui concerne la possibilité d'une libération conditionnelle selon qu'elle est renvoyée devant la cour d'assises et condamnée à une peine criminelle ou que le crime ayant été correctionnalisé en raison de circonstances atténuantes ou d'une cause d'excuse, elle est condamnée à une peine correctionnelle par le tribunal correctionnel ou la cour d'appel.

 

Enfin, encore saisie d'une question préjudicielle, la Cour constitutionnelle, dans un arrêt de 2018, estimera qu'il est contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution qu'une personne condamnée, en état de récidive légale, soit admissible à la libération conditionnelle aux deux tiers alors que la peine théorique de base est moins élevée que la peine théorique emportant la libération conditionnelle au premier tiers de sa peine.

 

Chers collègues, une telle différence de traitement est dépourvue de justification raisonnable dès lors qu'elle remet en cause l'échelle des peines au stade de leur exécution. C'est donc, en réalité, la lecture combinée des différents articles du Code pénal qui crée la discrimination que le texte sur la table ne manquera pas de recréer et même d'accentuer concernant l'exécution des peines.

 

En outre, le report de la date d'admissibilité à la libération conditionnelle ne fera encore qu'empirer la situation des détenus et les chiffres du fond de peine avec le risque que cela entraîne en termes d'absence de contrôles et de retours dès lors non accompagnés au sein de la société.

 

Pour mon groupe, la proposition soumise est contraire à la jurisprudence tant de la Cour constitutionnelle que de la cour d'assises. Nous vous soumettons, en conséquence, une série d'amendements visant à répondre à un certain nombre de difficultés. Cependant, nous préférerions la première option proposée qui serait de renoncer au vote de ce texte à ce stade et de permettre à la nouvelle commission de la Justice, qui sera installée après le 26 mai, de statuer sur une réforme de l'échelle des peines et de la notion de récidive.

 

05.03  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je ne serai pas très novateur par rapport à ce qui vient d'être expliqué.

 

Je dirai, tout d'abord, que nous avons vécu une situation un peu particulière en commission. Le document qui nous est soumis aujourd'hui était intégré dans un autre et nous avions obtenu qu'il soit retiré de manière à pouvoir poursuivre les discussions. Nous avons donc été très surpris de constater qu'il avait été déposé sous la forme d'une proposition de loi pratiquement le même jour, ce qui a suscité des discussions assez  passionnées, à défaut d'être passionnantes, en commission.

 

Avec cette notion de récidive, nous touchons à des fondements du droit pénal. L'instauration d'une récidive de crime sur délit avait été justifiée, à un certain moment, pour essayer de contourner l'obligation constitutionnelle de la cour d'assises. Elle a été battue en brèche par la Cour constitutionnelle, ce qui a démontré qu'on ne pouvait pas s'engager sur de tels sujets à l'occasion de débats qui n'étaient pas suffisamment préparés.

 

Selon nous, c'est encore le cas aujourd'hui, raison pour laquelle nous estimons qu'il serait plus opportun que cette opération puisse avoir lieu lorsqu'une commission de la Justice issue des nouvelles élections pourra entamer sérieusement une discussion sur l'échelle des peines et la réforme du Code pénal, deux réformes qui n'ont pas pu être menées à bien sous cette législature alors qu'au départ, c'était une volonté politique importante du ministre. 

 

Nous considérons donc que les temps ne sont pas mûrs. De surcroît, ce qui nous est proposé risque, comme l'a dit l'oratrice précédente, de se retrouver à nouveau confronté à une analyse négative de la Cour constitutionnelle puisque la proposition porte en elle-même deux nouvelles discriminations que la Cour se fait fort de traquer. On permettrait ainsi à cette dernière d'annuler des dispositions qui n'iront pas dans le sens de la constitutionnalité. Tel est le risque que nous prenons avec le texte qui nous est proposé cet après-midi. Dès lors, nous ne le soutiendrons pas.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3213/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3213/7)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 55bis in het Strafwetboek, wat de herhaling betreft".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi insérant dans le Code pénal un article 55bis, en ce qui concerne la récidive".

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 2

  • 5 – Laurette Onkelinx (3213/8)

  • 3 – Laurette Onkelinx (3213/8)

Art. 3(n)

  • 4 – Laurette Onkelinx (3213/8)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en artikel 2.

Réservés: les amendements et l'article 2.

 

Aangenomen: artikel 1.

Adopté: l'article 1.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

06 Wetsvoorstel houdende wijziging van het Strafwetboek, teneinde meer in te zetten op alternatieve maatregelen bij de beteugeling van door racisme of xenofobie ingegeven delinquentie, en in verband met discriminatie herhaling doeltreffender tegen te gaan (1926/1-7)

06 Proposition de loi modifiant le Code pénal afin de favoriser les mesures alternatives dans la prise en charge de la délinquance inspirée par le racisme ou la xénophobie et de mieux lutter contre la récidive en matière de discrimination (1926/1-7)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Elio Di Rupo, Laurette Onkelinx, Özlem Özen, Fabienne Winckel.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

M. Brotcorne, rapporteur, se réfère au rapport écrit.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1926/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1926/6)

 

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

La proposition de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

07 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten (3515/1-14)

- Wetsvoorstel tot aanpassing van de wetgeving inzake tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld (1617/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat de rechtspleging voor het hof van assisen betreft (1710/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld (2903/1-2)

- Wetsvoorstel tot hervorming van de assisenprocedure en houdende wijziging van diverse bepalingen met betrekking tot strafrecht en strafvordering (3329/1-2)

07 Proposition de loi portant des dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes (3515/1-14)

- Proposition de loi adaptant la législation relative à l'interdiction temporaire de résidence en cas de violence domestique (1617/1-3)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne la procédure devant la cour d'assises (1710/1-2)

- Proposition de loi modifiant la législation relative à l'interdiction temporaire de résidence en cas de violence domestique (2903/1-2)

- Proposition de loi portant réforme de la procédure d'assises et modification de diverses dispositions relatives au droit pénal et à la procédure pénale (3329/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3515: Sophie De Wit, Raf Terwingen, Philippe Goffin, Carina Van Cauter, Gautier Calomne, Sonja Becq, Kristien Van Vaerenbergh

- 1617: Kristien Van Vaerenbergh, Philippe Goffin, Sophie De Wit, Sarah Smeyers

- 1710: Sophie De Wit, Sarah Smeyers, Goedele Uyttersprot, Robert Van de Velde, Kristien Van Vaerenbergh

- 2903: Carina Van Cauter

- 3329: Carina Van Cauter.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heren Van Hecke en Brotcorne, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

07.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, op het wetsvoorstel nr. 3515 zou ik een amendement willen indienen. Ter inleiding van mijn motivering zou ik even willen meegeven dat het vandaag 24 april is. Het is een zeer spijtig toeval dat dat voor de Armeense gemeenschap de herdenkingsdag is van de Armeense genocide. Ik heb ook begrepen dat de Armeense gemeenschap dat toeval betreurt. Ik begrijp dat, want daar zit iets onkies in. Ik neem aan dat dit vanzelfsprekend om een puur agendatechnische toevalligheid gaat, maar ik zou dan toch van de gelegenheid gebruik willen maken om nog eens hulde te brengen aan de Armeense gemeenschap op deze bijzondere dag voor hen en voor al wie met hun zaak meeleeft.

 

Mijn amendement stelt de schrapping voor van artikel 115 van het voorliggend wetsvoorstel. De intenties van de auteurs daarvan zijn ongetwijfeld zeer verdedigbaar. Zij willen aanpassingen aanbrengen aan de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden; het gaat om een ongelijkheid in de erkenning en de behandeling door ons land van de feiten overeenstemmend met een misdaad van genocide, een misdaad tegen de mensheid of een oorlogsmisdaad.

 

In het voorstel zoals het nu voorligt, wordt dat beperkt tot feiten erkend door internationale gerechtshoven. Het probleem daarbij – vandaar mijn voorstel tot schrapping van het artikel – is dat wij eigenlijk twee categorieën van genocide­misdrijven creëren, enerzijds genocides waarvoor een internationaal gerecht een eindbeslissing heeft genomen en, anderzijds, genocides die bijvoorbeeld door ons eigen Parlement of de regering erkend zijn. Ik verwijs daarvoor naar de Armeense genocide als toch wel een opvallend voorbeeld.

 

Dat zou niet onder de bepaling vallen, omdat een internationale erkenning van de Armeense genocide door internationale instellingen, in tegenstelling tot bepaalde andere genocides, natuurlijk bijzonder moeilijk is omdat Turkije een belangrijke medespeler is op het internationale terrein. Mocht China zich ooit bezondigen aan een verregaande genocide, dan zal die ook nooit internationaal worden erkend, omdat China een belangrijke medespeler is.

 

Dit betekent spijtig genoeg dat die internationale erkenning doorgaans is voorbehouden aan situaties waarbij de veroordeelde partij geen gewicht meer werpt in de internationale schaal. Dit wil zeggen dat wij onze spierballen wel laten rollen en tonen wanneer de "tegenstander" machteloos en uitgeteld is, terwijl wij die spierballen plots verbergen achter witte hemdsmouwen wanneer het genocides betreft waarin de schuldige partij nog wel een belangrijke rol speelt. Die ongelijke behandeling is storend.

 

Het artikel dat wij willen invoeren, zal altijd in de buurt komen van de problematiek van de vrije meningsuiting. Het is op die manier geredigeerd dat het in de praktijk wellicht zal meevallen, maar dan kan men zich afvragen of de voorliggende tekst wel meer is dan wat symboliek. Wij hebben gelukkig wetgeving die haat en oproepen tot geweld vandaag al criminaliseert, en terecht. Wellicht gaat het hier dan ook over een symbolische daad die eigenlijk toch wel kwetsende gevolgen heeft voor degene die toevallig onder de verkeerde categorie van genocides valt. Dit neveneffect van een ongelijke behandeling weegt volgens ons zwaarder door dan de goede intenties die aan de basis lagen van dit voorstel.

 

Om die reden hebben wij een amendement ingediend tot schrapping van het bewuste artikel. Mijnheer de voorzitter, ik zou echter de commissie voor de Justitie willen laten samenroepen om te vermijden dat wij, bij een eventuele goedkeuring van ons amendement, met het geheel in moeilijkheden komen. Dit kan volgens ons vermeden worden wanneer wij dit in de commissie behandelen. De rest van het vrij uitgebreide pakket kan immers wel rekenen op onze goedkeuring.

 

Le président: Le collègue De Roover demande la convocation de la commission de la Justice. Le président de cette commission se trouvant dans l'hémicycle, je lui donne la parole.

 

07.02  Philippe Goffin (MR): Merci, monsieur le président. Je pensais que notre dernière commission avait siégé mercredi dernier. Nous en avions d'ailleurs officiellement clôturé les travaux.

 

J'entends ici une demande, qui n'émane à ce stade que d'un seul groupe, pour éventuellement réunir la commission de la Justice au sujet d'un amendement déposé. Je me tourne vers mes collègues qui siègent habituellement en commission de la Justice pour m'assurer que cette demande en tant que telle est soutenue ou non; je ne sens pas d'enthousiasme débordant par rapport à la réunion demandée. Monsieur Brotcorne, l'enthousiasme serait-il néanmoins au rendez-vous?

 

07.03  Christian Brotcorne (cdH): Ce n'est pas la question, mais j'aimerais pouvoir expliquer l'amendement que je dépose moi-même par rapport à ce texte, ce qui justifierait effectivement aussi une réunion de la commission de la Justice.

 

Le président: Je n'étais pas au courant de votre amendement et, dans ce cas, il me paraît opportun de vous céder la parole avant de poursuivre, monsieur Brotcorne.

 

07.04  Christian Brotcorne (cdH): Merci, monsieur le président. Je me permets de monter à la tribune afin de faire face à M. le ministre. Il me semble d'ailleurs que le sujet en cause mérite les honneurs de cette dernière.

 

Le texte qui nous est soumis a un objectif tout à fait louable et légitime: renforcer la répression du négationnisme tout en englobant tous les crimes de génocide.

 

Il s'agit certes d'une initiative qui émane des instances européennes, dont l'objet consiste à demander que de tels crimes aient été reconnus par une juridiction internationale. Cela prend donc en compte une limitation suggérée - et pas imposée, c'est ce qu'il importe de souligner - par une décision cadre de l'Union européenne, qui remonte déjà au 28 novembre 2008, sur la lutte contre certaines formes et manifestations de racisme et de xénophobie au moyen du droit pénal.

 

Comme nous le savons tous, l'adoption de directives ou de normes européennes fixe un cadre mais celui-ci, pour peu qu'il ne soit pas détricoté, peut être renforcé par les États membres qui adoptent la législation. C'est l'objet de l'amendement que je dépose cet après-midi au nom du groupe cdH, de sorte que le texte que nous allons voter puisse englober tous les crimes de génocide qui répondent à la définition de la Cour pénale internationale, mais également de permettre que ce soit le cas de crimes reconnus par des organes tels que le Conseil de l'Europe, le Parlement européen, ou par la Belgique elle-même, qui conserve bien évidemment toute son autorité en la matière et peut décider non de restreindre mais d'ajouter à la répression de toute forme de négationnisme.

 

Je pense que nous ne pouvons pas accepter qu'il y ait deux types de génocide, de crime contre l'humanité ou de guerre reconnus par la Belgique: ceux dont la négation serait pénalement répréhensible et ceux dont la négation ne le serait pas. C'est pourquoi il convient de viser, dans la disposition que nous nous apprêtons à voter, l'ensemble des génocides reconnus par le Conseil de l'Europe, le Parlement européen ou la Belgique.

 

Chacun fera l'analyse politique qu'il souhaite de ce texte et de l'amendement. On vient de rappeler la date particulière que constitue ce 24 avril pour la communauté arménienne. Il serait dommage qu'en ce jour anniversaire, nous ne saisissions pas l'occasion que je vous propose d'accepter, sachant que celle-ci n'est dirigée contre aucune autre communauté qui a aussi droit à une existence sur le sol belge, sur le sol européen ou partout ailleurs.

 

Il ne faut jamais, en ces matières, opposer les communautés les unes aux autres. Mais il faut à un moment faire amende honorable, reconnaître que des génocides, des crimes contre l'humanité ou des crimes de guerre ont été commis. C'est la grandeur de l'humanité dans son ensemble de les reconnaître. C'est pour cela, monsieur le président, que je souhaiterais que cet amendement soit lui aussi discuté au sein de notre commission de la justice dans les meilleurs délais, de manière à connaître le sort que nous pouvons lui réserver. Il pourrait peut-être amener un consensus sur le document.

 

J'ai bien écouté mon collègue De Roover dans l'exposé de son propre amendement. En clair, il propose de retirer l'élément quelque peu perturbateur dont nous discutons aujourd'hui. Je crois que cela constituerait un recul dans la reconnaissance de tout génocide ou de toute forme de crime identique. Notre Parlement n'apporterait pas un signal correct en ce jour particulier du 24 avril.

 

De voorzitter: Ook mevrouw De Wit heeft het woord gevraagd.

 

07.05  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, los van het debat straks over alles wat hopelijk nog overblijft van dit belangrijk wetsvoorstel, ben ik van mening dat wij eerst dit aspect moeten uitklaren.

 

De voorzitter: Zijn er nog amendementen?

 

07.06  Özlem Özen (PS): Monsieur le président, j'interviendrai en réaction à ce procédé qui me semble assez douteux. Comme M. le président de la commission de la Justice vient de le rappeler, il avait été convenu de terminer nos travaux la semaine dernière.

 

Ce texte a été discuté en commission. Chaque groupe politique a eu l'occasion et la possibilité de demander des auditions. Ce ne fut pas le cas.

 

Nous avons aussi pour habitude, en commission, d'étudier et de discuter chaque projet ou proposition de loi article par article. Il nous est donc toujours possible de relever une anomalie et de donner notre avis. En l'occurrence, le texte a été voté à l'unanimité, si je ne me trompe. Cela montre qu'il ne présentait aucun problème.

 

Or, aujourd'hui, alors que c'est la dernière semaine parlementaire, on vient déposer un amendement dans la précipitation, à propos d'un sujet aussi délicat que le génocide arménien. J'entends bien l'aspect symbolique, mais il faut aussi tenir compte du volet juridique. Nous sommes des juristes qui doivent examiner ce dernier aspect, notamment en termes de droit international. Je suis désolée, mais nous ne pouvons pas nous substituer à une cour internationale. Cette question n'entre tout simplement pas dans le champ d'application du texte qui a été discuté en commission de la Justice. Voilà la remarque que je voulais formuler.

 

07.07  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je voudrais quand même dire à Mme Özen que nous n'avons pas discuté en commission de ce texte en particulier. L'article était noyé dans une loi pot-pourri sur les cultes. Personne n'a eu l'attention attirée particulièrement sur cette disposition. C'est seulement ensuite que l'attention a été attirée sur les possibles limites de la législation qui nous était proposée. Ce n'est pas la première fois que, dans notre Parlement, nous travaillons de cette manière et que nous tentons de corriger un texte avant son adoption. Il me semble préférable de le corriger avant et non après, avec une loi réparatrice. Le fait de réunir la commission a tout son sens.

 

Je répète qu'il n'est pas question ici du génocide arménien, que tout le monde a à la bouche. Il ne s'agit pas que de cela. Cela concerne aussi d'autres situations aussi dramatiques que celle-là et qui peuvent se produire à l'avenir. Ce texte permettra alors à la Belgique, en tant qu'autorité souveraine, de considérer, dans une situation comme celle-là - que ses cours et tribunaux, ou son gouvernement ou son parlement, apprécieront - qu'il s'agit d'une situation de génocide, de crime de guerre ou de crime contre l'humanité, dont le négationnisme ne peut pas être toléré.

 

07.08  Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, j'entends bien les demandes exprimées. J'entends aussi ce que Mme Özen et M. Brotcorne ont aussi rappelé. Il est vrai que ce texte comporte plusieurs dispositions sur des sujets assez variés. Mais la vérité a ses droits, et il faut aussi dire la manière dont nous avons travaillé en commission de la Justice.

 

Nous avons vraiment donné l'occasion à tous les groupes d'évoquer ce sujet dans les meilleures conditions de transparence, en invitant les groupes à réfléchir une semaine avant la fixation des éventuels sujets qui seraient soumis à audition. Ensuite, nous avons, comme chaque fois en commission, trouvé un consensus pour fixer la liste des invités et intervenants dans ce contexte. Nous avons également évoqué ici même des éléments relatifs à la difficulté juridique précise qui se présente à nous.

 

Comme proposition constructive, je suggère d'inviter M. le ministre à venir en commission nous rappeler les éléments juridiques qui ont fait que le texte, tel qu'il est là, convenait à la plupart des groupes présents en commission ce jour-là. Nous pourrons en débattre. Des aspects techniques et juridiques importants doivent y être soulignés.

 

Il est peut-être plus utile de le faire dans le cadre de la commission de la Justice. Je peux la réunir pour avoir cette discussion. Monsieur le ministre, pouvez-vous accéder à ma demande?

 

07.09  Koen Geens, ministre: Monsieur Goffin, je suis prêt à répondre aux questions ici et devant la commission. Il est en effet malheureux - mais, c'était imprévisible -, que ce projet soit discuté le jour de l'anniversaire du génocide arménien. Je suis prêt à discuter les éléments techniques et les raisons pour lesquelles le gouvernement a mis ce texte en avant; texte qui a été repris par l'ancienne majorité et, je crois, par beaucoup d'autres. Je peux mieux expliquer comment nous y sommes parvenus. Le faire ici ou en commission, c'est selon votre préférence.

 

Le président: Monsieur le ministre, je crois effectivement qu'il faut décider d'aller en commission ou pas.

 

Wij hebben daarover niet gesproken in de Conferentie van voorzitters, wat betekent dat de beslissing de plenaire vergadering toekomt.

 

Mijn vraag aan de plenaire vergadering is de volgende. Kunt u het ermee eens zijn dat wij bij zitten en opstaan bepalen of de amendementen al dan niet naar de commissie worden verwezen? In voorkomend geval houden wij een soort telling in plaats van een stemming. Kan de Kamer het ermee eens zijn dat wij op die manier beslissen?

 

(Instemming.)

 

Ceux qui soutiennent la demande de renvoyer en commission les trois amendements, n° 72, n° 74 et n° 84, se lèvent.

 

Het gaat dus eigenlijk alleen over die amendementen. De rest is immers besproken.

 

Mag ik dus vragen dat de leden die van mening zijn dat wij met de amendementen terug naar de commissie moeten, nu rechtstaan?

 

De verzending naar de commissie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

Le renvoi en commission est adopté par assis et levé.

 

Wij zullen dus op een pragmatische manier de commissievergadering organiseren.

 

Monsieur le président de la commission de la Justice, on va organiser de manière pragmatique le renvoi à la commission.

 

Cela veut dire qu'on s'arrête ici et qu'on pourra continuer après le retour de la proposition de la commission.

 

08 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken (3549/1-9)

- Wetsvoorstel betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van de uitvoering van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en van het beheer van de inrichtingen waar deze uitvoering plaatsvindt (2194/1-11)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, wat betreft het recht op inzage in het strafdossier (3171/1-3)

08 Proposition de loi portant dispositions diverses en matière d’informatisation de la justice et de modernisation du statut des juges consulaires (3549/1-9)

- Proposition de loi concernant le traitement de données à caractère personnel par le Service public fédéral Justice dans le cadre de l'exécution des peines et des mesures privatives de liberté et de la gestion des établissements dans lesquels cette exécution s'effectue (2194/1-11)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne le droit de consulter le dossier répressif (3171/1-3)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3549: Philippe Goffin, Raf Terwingen, Carina Van Cauter, Kristien Van Vaerenbergh, Sonja Becq, Gautier Calomne

- 2194: Raf Terwingen, Sonja Becq, Gilles Foret, Philippe Goffin, Kristien Van Vaerenbergh, Sophie De Wit, Carina Van Cauter

- 3171: Carina Van Cauter.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw De Wit, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

08.01  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het voorstel voorziet in een aantal punten om de informatisering verder op de sporen te zetten en dat steunen wij uiteraard.

 

Wij willen voor dit wetsvoorstel wel een amendement tot reparatie van de taalwet indienen. Wij hebben op 25 mei 2018 een wet in de Kamer goedgekeurd, waardoor men het karakter van openbare orde van de taalwetgeving had verlaten en naar een relatieve nietigheid was overgegaan. Voordien schreef de taalwetgeving immers een absolute nietigheid voor, waarover de rechter zich ambtshalve kon uitspreken.

 

De memorie van toelichting bij deze wetgeving was niet helemaal duidelijk en was ook heel vaag over dat artikel, reden waarom de N-VA als enige in de commissie daarover intervenieerde bij monde van collega Uyttersprot. Zij vroeg de vertegenwoordiger van de minister om een verduidelijking. Deze repliceerde dat de Raad van State had gesuggereerd dat er een gelijkschakeling moest komen tussen de nietigheden wegens schending van de regels inzake het gebruik van talen en de andere nietigheden, om deze laatste te beperken tot louter formele schendingen. Een en ander heeft betrekking op in een foute taal vermelde opmerkingen, maar niet op het feit dat een zaak in de foute taal wordt behandeld. In dat laatste geval gaat het immers om een materiële schending van de wetgeving.

 

Collega Uyttersprot vroeg om nog een verdere verduidelijking en vroeg uitdrukkelijk of het niet de bedoeling was dat zaken in Vlaanderen in het Frans zouden worden behandeld. De vertegenwoordiger van de minister bevestigde dat het niet de bedoeling was dat dit voortaan zou mogelijk zijn.

 

Nadien zijn er in de praktijk toch een aantal bekommernissen ontstaan. Onder anderen de heer Lamon heeft daarover een opiniestuk geschreven, stellende dat de taalwet in gerechtszaken volledig was uitgekleed, want het zou voor een Franstalige mogelijk zijn om in Vlaanderen een andere Franstalige te dagvaarden zonder dat een van beide partijen belangenschade kan inroepen.

 

Het was uiteraard niet de bedoeling van deze wetswijziging om dergelijke situaties te vergemakkelijken. Ik heb de minister daarop dan ook in de commissie om meer verduidelijking gevraagd omtrent deze wetgeving.

 

De minister antwoordde dat het een louter theoretisch scenario is dat zulke problemen zouden rijzen in de praktijk, dat het zou getuigen van kwade trouw van de betrokken partijen en dat het onrealistisch zou zijn. Niettemin beloofde de minister om een wetsontwerp te zullen indienen om tot een reparatie van de wetgeving over te gaan, maar dan is de regering gevallen en daardoor zijn wij niet meer tot een goedgekeurd wetsontwerp gekomen.

 

Het is ook zo dat het oorspronkelijk de bedoeling was om met de wijziging van artikel 5 van de wet van 2018 een discriminatie met betrekking tot de taalwetgeving weg te werken. Een taalwetgeving heeft natuurlijk een bepaalde status, waardoor men vormfouten niet kan gelijkstellen aan taalfouten.

 

Uit een vonnis van 26 februari 2019 bleek dat de problemen waarvoor wij vreesden – die door de vaagheid waarmee het onderwerp in de commissie werd behandeld, niet bevestigd werden door de minister – thans bewaarheid zijn.

 

Ik zal de casus uit het vonnis van 26 februari 2019 even toelichten. Het gaat over een Nederlandstalige man uit Zaventem, die zijn recht om de procedure in het Nederlands te kunnen voeren niet kon afdwingen bij de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel. De dagvaarding werd door zijn ex-vrouw in het Frans opgesteld en hoewel de man de nietigheid van de dagvaarding op correcte wijze had ingeroepen, oordeelde de rechtbank uiteindelijk dat betrokkene niet in zijn belangen werd geschonden. Dat is een concreet voorbeeld. Het is een eerste vonnis, maar het zal navolging vinden ingevolge de wijziging van de taalwetgeving in de potpourriwet van mei 2018.

 

Ondertussen is er een vraag over deze kwestie hangende bij het Grondwettelijk Hof, maar wij vinden het zeer belangrijk dat wij ons amendement kunnen indienen, zodat de taalwetgeving nu al kan worden hersteld en wij in de praktijk niet geconfronteerd worden met de gevolgen van een wijziging van de taalwet.

 

Ik hoop dan ook op steun van de Vlaamse partijen voor de goedkeuring van ons amendement.

 

De voorzitter: Mevrouw Van Vaerenbergh, ik neem aan dat u mij dat amendement nog zult overhandigen, want ik heb dat document nog niet.

 

08.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Wij zullen het doorsturen, mijnheer de voorzitter, als dat intussen al niet gebeurd is.

 

De voorzitter: Nee, maar dat moet nu wel gebeuren.

 

08.03  Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, ce texte, dit ICT, a effectivement reçu le soutien de l'opposition, que nous avons d'ailleurs invitée à signer une série d'amendements complé­mentaires. On se rappellera que c'était l'occasion de donner une série de bases légales à des bases de données. On a souvent regretté le fait qu'il était difficile pour la justice de disposer d'un outil informatique performant. Ce texte permettra de continuer les efforts entrepris pour moderniser la justice et l'utilisation des outils informatiques. Pour la plupart d'entre eux, les bases légales étaient manquantes. En votant ce texte, nous permettrons la mise en route de ces différentes bases de données, notamment celle concernant le suivi de ce qui se passe en prison.

 

Cette proposition prévoit également une série de règles pour l'accès au casier judiciaire, avec des modifications relatives à cet accès. On a modifié la procédure relative au règlement collectif de dettes. On a créé une base légale pour la création de listes électroniques relatives à l'ordre judiciaire, aux avocats, aux huissiers. On a travaillé sur le statut des juges consulaires. On a créé une base de données pour les actes notariés. On toilette également une situation devenue obsolète par rapport aux microfilms relatifs à la conservation d'un exemplaire du Moniteur belge. 

 

Ensuite, une série d'amendements sont intervenus avec des explications données en amont à l'opposition. En commission de la Justice, on travaille beaucoup en amont pour permettre aux uns et aux autres de pouvoir éventuellement se rallier à des textes en ayant pris le temps de s'informer. Ce fut le cas ici, notamment sur la possibilité pour un prévenu ou son avocat de prendre gratuitement copie d'un dossier pénal par leurs propres moyens lorsque la consultation dudit dossier est autorisée. Je relève là le travail entamé par notre collègue Mme Van Cauter, qui avait initié de longues négociations avec les juges d'instruction pour faire en sorte que cette consultation devienne possible. Avec ce texte, ce sera le cas dans des conditions bien précises qui semblent correspondre aux inquiétudes exprimées par les juges d'instruction pour que les dossiers ne se retrouvent pas trop facilement sur la voie publique, avec les conséquences que cela peut éventuellement entraîner.

 

Il y a également une partie qui coordonne et insère dans le Code judiciaire les dispositions relatives au Registre national des experts judiciaires et traducteurs interprètes jurés. À titre personnel, je me suis réjoui de constater que pour un dernier texte en commission de la Justice, ou en tout cas pour l'un des derniers, celui-ci a pu recevoir le soutien de la majorité et de l'opposition, que je remercie.

 

08.04  Christian Brotcorne (cdH): M. Goffin, en tant que président de la commission de la Justice, me tend une perche. On doit encore réunir la commission mais ce texte est effectivement assez emblématique de la manière dont on a pu travailler malheureusement trop rarement en commission. Je crois que par rapport à d'autres, c'était une manière de fonctionner qui était intéressante et où on a parfois eu le sentiment, dans l'ancienne opposition – puisqu'il n'y a plus de majorité ni d'opposition et qu'on en sait plus trop qui fait quoi –, d'être un peu plus entendus. Peut-être est-ce la situation de l'ex-majorité qui l'a amenée à être plus attentive aux sollicitations de l'opposition.

 

Il n'en demeure pas moins – et c'était l'objet de mon intervention –, monsieur le président de la Chambre, que je profite de ce moment pour remercier le président Goffin pour la manière dont il a mené les débats de notre commission pendant toute cette législature. Il a été attentif aux demandes, aux urgences et aux diligences du ministre, qui a toujours eu envie de nous faire travailler plus que ce qu'on avait la capacité de faire parfois. Il a été attentif aux demandes de ses partenaires de la majorité mais aussi au fait que l'opposition ou l'ex-opposition soit entendue et respectée. Je voudrais donc qu'on le remercie pour ce travail.

 

Le président: Un grand merci à M. Goffin!

 

08.05  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik meen uit uw lichaamstaal te kunnen opmaken dat het misverstand ondertussen is opgelost en dat ons amendement u bereikt heeft.

 

De voorzitter: Daar wou ik net over beginnen. Het amendement is intussen binnengekomen. Het zal later een nummer krijgen. Wij hebben nu nog geen nummer.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3549/8)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3549/8)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant dispositions diverses en matière d’informatisation de la Justice, de modernisation du statut des juges consulaires et relativement à la banque des actes notariés".

 

Het wetsvoorstel telt 157 artikelen.

La proposition de loi compte 157 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediend amendement:

Amendement déposé:

Art. 158(n)

  • 108 – Kristien Van Vaerenbergh (3549/9)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: het amendement.

Réservé: l'amendement.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 157.

Adoptés article par article: les articles 1 à 157.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

09 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van strafvordering wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft (3489/1-4)

09 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire et le Code d’instruction criminelle en ce qui concerne la publication des jugements et des arrêts (3489/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Laurette Onkelinx, Servais Verherstraeten, Philippe Goffin, Kristien Van Vaerenbergh, Carina Van Cauter, Annick Lambrecht, Christian Brotcorne, Stefaan Van Hecke, Raf Terwingen, Sonja Becq.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Calomne, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Mevrouw Onkelinx heeft het woord in de algemene bespreking.

 

09.01  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, en me cédant la parole, vous me donnez l'occasion de remercier l'ensemble des collègues.

 

Vous savez que pour pouvoir voter cette proposition de loi, il a d'abord fallu un accord afin de modifier la Constitution. En effet, la Constitution exprime un principe très important, à savoir qu'une publicité des jugements est indispensable. La justice doit être une affaire publique et connue de tous. Elle ne peut se faire en catimini. Celles et ceux qui sont jugés doivent pouvoir entendre le jugement et, si possible, le comprendre. Mais nous savons aussi que, dans bien des cas, des jugements et des arrêts sont lus durant des heures, sans se limiter à la conclusion, au dispositif de la décision.

 

Dès lors, nous avons décidé de changer la Constitution pour respecter ce principe de publicité et se limiter, en matière pénale, à lire le dispositif de l'arrêt, étant entendu que des exceptions sont toujours possibles si l'on considère qu'il est très important que la décision judiciaire, dans son ensemble, soit dite, entendue, exposée.

 

Je me permets d'intervenir pour dire simplement que je suis ravie de cette bonne collaboration de tous les partis dans ce dossier permettant d'offrir une justice plus rapide et une communication plus en adéquation avec notre époque.

 

09.02  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, je n'ai pas grand-chose à ajouter. Je m'étais inscrit en tant qu'orateur car il me semblait opportun d'intervenir mais Mme Onkelinx a déjà tout dit. Je pense que nous avons réussi à concilier le respect de la loi fondamentale qu'est la Constitution et la nécessité, bien comprise, de moderniser le mode de fonctionnement de notre appareil judiciaire. C'est le cas par la lecture des décisions et des arrêts. C'est une bonne évolution que celle que nous allons voter, j'imagine, à l'unanimité.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3489/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3489/4)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant le Code d’instruction criminelle et le Code judiciaire en ce qui concerne la publication des jugements et des arrêts".

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

10 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder (3527/1-12)

10 Proposition de loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine en vue d'adapter la procédure devant le juge de l'application des peines en ce qui concerne les peines privatives de liberté de trois ans ou moins (3527/1-12)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Carina Van Cauter, Gautier Calomne, Sonja Becq, Sophie De Wit, Sarah Smeyers, Philippe Goffin, Raf Terwingen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, mevrouw Onkelinx en de heer Van Hecke, verwijzen naar het schriftelijke verslag.

 

De eerste indiener, mevrouw Van Cauter, heeft het woord.

 

10.01  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, in de voorbije legislatuur hebben wij het heel vaak gehad over de wijze waarop wij straffen uitvoeren in de praktijk. Heel vaak is de wijze waarop wij straffen uitvoeren voor dit Parlement en ook voor de burgers toch nogal confronterend geweest.

 

Een rechter heeft een grondige kennis van het dossier, neemt de persoonlijkheid van de dader in overweging, net als de omstandigheden van een misdrijf en de ernst van de feiten, zoekt uiteindelijk naar een gepaste straf en komt tot een straftoemeting die een aantal aspecten voor ogen houdt, in de eerste plaats de bescherming van de maatschappij. Als wij het hebben over vrijheidsstraffen, dan is de bescherming van de maatschappij uiteraard een van de doelstellingen. De rechter heeft oog voor herstel van het leed dat slachtoffers is aangedaan. Een straf moet, als het gaat over een gevangenisstraf, ook ontradend zijn. Dat is een van de doelen die men tracht te bereiken wanneer een gevangenisstraf wordt opgelegd.

 

Het is dan ook bij wijlen confronterend geweest te moeten vaststellen dat straffen uitgevoerd worden bij middel van generieke omzendbrieven waarin de opgelegde straf gewoon omgezet werd in een aantal maanden elektronisch toezicht, terwijl men daarvoor de facto niet aan de voorwaarden voldeed. Wij zijn dan ook tevreden, mijnheer de voorzitter, collega's, dat daaraan met dit voorstel een einde gemaakt zou worden. Voortaan zal de rechter de modaliteiten van de straf kunnen bepalen, in alle gevallen op dezelfde wijze, althans na analyse en het in overweging nemen van alle elementen van het dossier in het kader van de strafuitvoering en rekening houdend met de tijdsvoorwaarden. Men kan inderdaad de modaliteiten van elektronisch toezicht en beperkte detentie pas krijgen zes maanden vóór het bereiken van de termijn voor voorwaardelijke invrijheidstelling.

 

Mijnheer de voorzitter, collega's, we denken dat we op die manier effectief doen wat we zouden moeten doen, namelijk de straffen die door een rechter worden opgelegd, daadwerkelijk uitvoeren, en het voortaan aan de rechter laten om de modaliteiten van de straf te bepalen.

 

Er is heel wat discussie geweest, maar die had weinig te maken met het voorstel op zich, wel met de middelen die Justitie moet hebben om daadwerkelijk straffen op een zinvolle wijze te laten uitvoeren. Wij zijn het daar volkomen mee eens. Dat is dan ook een van de redenen waarom wij erop staan om nog op het einde van de legislatuur over te gaan tot de stemming over onderhavig voorstel, zodat op het moment waarop de tekst in werking zal treden, in voldoende middelen zal kunnen worden voorzien.

 

Op die manier hopen wij ook een einde te maken aan de vicieuze cirkel waarin rechters straffen opleggen van 37 maanden, precies met als bedoeling om daders van misdrijven effectief enige gevangenisstraf te laten ondergaan. Het resultaat hiervan is dat zij al te lang in de gevangenis blijven, wat tegenstrijdig is met een goede straftoemeting. Dat is een van de problemen die we met de wettekst graag willen aanpakken. Op die manier kunnen we ook een einde maken aan de vaststelling dat onderzoeksrechters vaak, om recidive te vermijden, overgaan tot voorlopige hechtenis. Het resultaat daarvan is dat 40 % van de mensen in de gevangenis, daar in voorlopige hechtenis zit. Als we de korte straffen daadwerkelijk uitvoeren, kunnen we ook die vicieuze cirkel doorbreken.

 

Nu is het moment aangebroken om over onderhavig voorstel te stemmen. Ik hoop voor de tekst op veel ja-stemmen in het halfrond te kunnen rekenen.

 

10.02  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, vorige week titelden de krantenkoppen over een revolutie bij Justitie. "Elke straf zal worden uitgevoerd." Die titel stemt tot nadenken. Trouwens, dat stond op onze vraag ook in het regeerakkoord. Het zou een evidentie moeten zijn dat een straf, ongeacht de aard ervan, wordt uitgevoerd. Dat de uitvoering van korte straffen nu ook mogelijk zou worden, wordt een revolutie genoemd.

 

Collega's, eigenlijk is het een revolutie in verschillende fasen. Het begon allemaal in 2006 met de goedkeuring van de wet op de externe rechtspositie, waaraan mevrouw Onkelinx als toenmalig minister van Justitie mee ten grondslag lag. Die belangrijke wet installeerde de strafuitvoeringsrechtbank en maakte die ook voor de korte straffen van minder dan drie jaar bevoegd. Alleen trad die laatste bepaling nooit in werking, wat dan maar door omzendbrieven werd opgelost. De strafuitvoeringsmodaliteiten werden niet langer door een rechter of door een strafuitvoeringsrechtbank toegekend. Ze kwamen bij de uitvoerende macht te liggen, met name bij de minister van Justitie, waardoor er een ernstige herleiding ontstond.

 

Ik ben op dat vlak trouwens een heel interessant stuk in Het Rechtskundig Weekblad aan het lezen, de mercuriale, die handelt over het nut van straffen en de strafuitvoering.

 

De tweede belangrijke fase van de revolutie dateert van 2017. Jaar na jaar stelde het halfrond in de Kamer immers de inwerkingtreding uit. Ook wij gingen daarin mee, overigens niet met plezier, omdat wij wisten dat Justitie niet over voldoende middelen beschikte. Een en ander was dus niet evident. Maar in 2017 kwamen we overeen dat de inwerkingtreding niet meer mocht worden uitgesteld en dat in oktober 2019 de bepaling van de wet van 2006 dat de strafuitvoeringsrechtbank bevoegd werd voor de korte straffen, in werking zou treden.

 

Dat is ook het doel van het wetsvoorstel dat wij vandaag goedkeuren en waarvan mevrouw Van Cauter de hoofdindiener is. Immers, aangezien de procedure die in de wet van 2006 werd opgenomen, zwaar kan zijn, zeker wanneer het over kortere straffen gaat, hebben wij een oplossing uitgewerkt voor die zware en tijdrovende procedure door de wettekst te verlichten en te vereenvoudigen, waardoor de wettekst praktisch ook beter uitvoerbaar wordt en de wet in oktober 2019 vlot in werking zal kunnen treden.

 

De tekst die wij vandaag goedkeuren, is dus essentieel voor een vlotte en goede inwerkingtreding van de wet van 2006 voor de korte straffen vanaf 2020.

 

Daarmee voeren we het regeerakkoord uit. Daarin stond uitdrukkelijk dat de geloofwaardigheid van de strafuitvoering moest worden versterkt, dat het een prioriteit was dat straffen zouden worden uitgevoerd en dat de omzendbrief met betrekking tot de korte straffen zou worden herzien.

 

Na al die jaren zullen omzendbrieven over dat onderwerp kunnen worden afgeschaft en maken we werk van een geloofwaardige strafuitvoering, waarbij de straf, ongeacht de aard ervan, ook een straf kan zijn en de uitspraak van een rechter kan en moet worden gerespecteerd, zonder dat die eenzijdig kan worden omgezet. We weten dat rechters vandaag rekening houden met de omzetting en daarom zwaardere straffen opleggen om er zeker van te zijn dat de straf wordt uitgevoerd.

 

Wij hebben in de commissie voor de Justitie een moeilijk debat gevoerd over het nut van de straf en onze fractie is ervan overtuigd dat een lik-op-stukbeleid, ongeacht de aard van de straf, ook al gaat het om korte gevangenisstraffen, belangrijk is. Dat werd trouwens door de gevangenisdirecteur Hans Claus tijdens de hoorzitting bevestigd. Het gaat erom om kort op de bal te spelen, zolang men met de gedetineerden aan de slag gaat, zij begeleiding krijgen en zij niet zomaar in de vergeetpunt worden gestoken. Dat is essentieel.

 

De uitvoerbaarheid van dat alles zal staan of vallen met extra middelen. Wij hebben de procedure met onderhavige wettekst vergemakkelijkt, maar er zullen uiteraard extra middelen nodig zijn. Ik durf te zeggen dat de strafuitvoering in het verleden nooit een prioriteit is geweest. Dat zal het nu wel moeten zijn. Dat is ook de reden waarom de inwerkingtreding altijd is uitgesteld.

 

Ik denk dat de goedkeuring van de tekst de start moet zijn van een nieuw begin. Het is een belangrijke taak en een heel grote uitdaging voor de volgende federale regering. Wij hebben in deze legislatuur veel hervormd en gecodificeerd. Ik denk dat het nu hoog tijd is hieraan de juiste middelen, mensen en infrastructuur te verbinden, zodat het terrein daarmee effectief en efficiënt aan de slag kan gaan. De voorgestelde teksten zijn de eerste stap, het begin van het werk, dat nog zal volgen.

 

10.03  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, à la lecture de ce texte, nous sommes, une nouvelle fois, dubitatifs. On se rend compte qu'on répond à une nécessité, à un besoin. Nous attendons ce texte depuis la loi du 17 mai 2006 afin de permettre au tribunal de l'application des peines de connaître aussi des peines inférieures à trois ans. Tel est le vœu des acteurs de terrain.

 

En même temps, on se rend compte qu'on est de nouveau assis entre deux chaises parce que, entre le discours, le texte qui sera soumis au vote et la réalité, l'écart sera de nouveau grand. Monsieur le ministre, chers collègues, à l'occasion d'auditions au sein de notre commission, j'ai rarement vu une telle unanimité, non pas sur le fond de cette proposition mais sur son inapplicabilité, en tout cas dans l'état actuel de la situation de la justice.

 

Tant les représentants du Conseil supérieur de la Justice, les représentants du juge de l'application des peines, les représentants des maisons de justice qui sont chargées d'appliquer concrètement ces dispositions sur le terrain, ou les représentants des barreaux, tout le monde est venu nous supplier: "De grâce, ne votez pas ce texte! Ne votez pas ce texte en l'état car il va être impraticable. Il sera à ce point impraticable que son effet sera d'accroître le nombre de dossiers que les tribunaux de l'application des peines auront à gérer et pour lesquels ils ne sont pas prêts. Ils n'ont pas les moyens ni matériels ni humains pour y faire face." Par ailleurs, tous les acteurs de terrain nous ont dit que la population carcérale augmenterait de façon importante.

 

Les appels étaient clairs, sérieux, précis et objectifs. Malgré tout, le cap est maintenu en disant que les moyens seront trouvés et que l'entrée en vigueur pourrait se faire en 2020, le temps de voir comment on peut se retourner. Or, dans la situation actuelle et compte tenu des budgets, les tribunaux de l'application des peines ne pourront pas faire face à ce travail complémentaire.

 

Indépendamment de cela, on travaille à l'envers, comme on l'a souvent fait durant cette législature. Il serait plus efficace, simple et opportun de réformer notre Code pénal, de réviser l'échelle des peines et de mener une véritable réflexion sur la sanction pénale, sur la sanction carcérale dont on sait qu'elle ne mène pas à grand-chose, sinon à la récidive, comme on le constate souvent. C'est comme si on commençait la construction d'une maison par son toit en disant qu'on verra demain comment adapter le reste à la toiture. On se rend compte à la fin que la maison ne convient pas à la toiture.

 

Pour oublier cette situation et en attendant que la réforme du Code pénal puisse voir le jour, compte tenu de ce qui nous attend dans les prochaines semaines et mois lorsqu'il s'agira d'envisager la constitution d'un gouvernement, il est illusoire de penser que ce texte pourra être mis en application au 1er octobre 2020. Je vous propose de reporter d'une année cette mise en œuvre. C'est le but de l'amendement déposé.

 

10.04  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, comme l'a rappelé Mme De Wit, ce projet s'inscrit dans la grande réforme menée alors que j'étais ministre de la Justice. Nous avions décidé qu'il fallait, évidemment, que chaque peine prononcée puisse être exécutée, qu'il s'agisse des peines de plus de trois ans ou des peines de moins de trois ans, avec les modalités qui permettent une exécution cohérente.

 

Madame De Wit, je suis la première à regretter que cela n'ait pas été fait. Vous êtes maman d'un texte, les années passent et il n'est pas exécuté.

 

Le problème est que l'on vient, en fin de législature, d'une manière précipitée, présenter un texte d'exécution sans se donner les moyens financiers, matériels et humains pour réaliser ce projet. Je cite le Conseil supérieur de la Justice: "La commission d'avis et d'enquête réunie (il ne s'agissait pas d'un membre perdu du Conseil supérieur de la Justice, il s'agissait de l'ensemble) soutient en son principe l'idée d'une remise en cause du système actuel, qui confie au pouvoir exécutif et à son administration l'exécution des peines privatives de liberté de moins de trois ans, vu les risques d'arbitraire et le déficit de transparence qu'un tel système comporte. La commission insiste pour qu'une réforme de cette importance ne soit pas menée dans la précipitation, au risque de créer un système plus critiquable encore que celui actuellement en vigueur. La commission recommande que des modifications aussi substantielles que celles qui sont envisagées ne soient adoptées que dans le cadre d'une réforme globale et cohérente de l'exécution des peines, idéalement liée à celle de la réforme du Code pénal. Elle met en garde contre les dangers résultant d'une absence d'analyse préalable des besoins et des moyens nécessaires à la mise en oeuvre pratique de la réforme projetée".

 

C'est clair! C'est fort!

 

Que dit le Conseil supérieur de la Justice? Que vous allez faire pire que bien!

 

Comme l'a rappelé M. Brotcorne, tous ceux qui ont été entendus en commission ont exprimé de manière unanime que cela est impossible. Il nous faudrait des engagements de magistrats, de greffiers. Il faudrait de nouvelles places dans les institutions pénitentiaires ou dans d'autres types de structures d'accueil pour l'exécution des peines prononcées. Bref! Cela ne semble clairement pas possible. Au contraire!

C'est un projet qui, s'il est appliqué sans que des moyens soient mis en œuvre, sans qu'une réforme soit étudiée concernant cette mise en œuvre, risque d'augmenter - et je m'en suis largement expliquée en commission - le taux de récidive qui est déjà extrêmement élevé dans notre pays. Il s'agit donc d'une proposition de nature à provoquer une insécurité supplémentaire en Belgique.

C'est fou! Nous avons vraiment eu l'impression que quelques députés siégeant en commission de la Justice ont eu envie de s'affubler d'une "plume au chapeau" en prétendant avoir réussi à faire voter un texte alors qu'il est inapplicable. Je le regrette sincèrement et ne m'étendrai pas plus loin sur ce point après avoir largement exposé tous mes arguments en commission.

Mercredi dernier encore, j'ai expliqué pendant plus de deux heures pourquoi c'était une hérésie et m'en tiens à cette conviction. Il est regrettable et insupportable que la justice soit traitée de la sorte! Nous ne lui donnons pas les moyens nécessaires, tout en lui imposant des réformes inapplicables. Ce n'est tout simplement pas sérieux!

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3527/11)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3527/11)

 

Het opschrift in het Nederlands werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder".

L’intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuit­voeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder".

 

Het wetsvoorstel telt 26 artikelen.

La proposition de loi compte 26 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 3

  • 43 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

  • 44 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

Art. 8

  • 45 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

Art. 15

  • 46 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

Art. 23

  • 40 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

Art. 26

  • 41 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

Art. 27(n)

  • 42 – Christian Brotcorne cs (3527/12)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en artikelen 3, 8, 15, 23 en 26.

Réservés: les amendements et les articles 3, 8, 15, 23 et 26.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 2, 4 tot 7, 9 tot 14, 16 tot 22, 24 en 25.

Adoptés article par article: les articles 1, 2, 4 à 7, 9 à 14, 16 à 22, 24 et 25.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

11 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelf­standigen en het koninklijk besluit van 8 januari 2017 tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen (3656/1-4)

11 Proposition de loi modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et l'arrêté royal du 8 janvier 2017 portant exécution de la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des indépendants (3656/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Caroline Cassart-Mailleux, Isabelle Galant, Benoît Friart.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Werner Janssen, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

11.01  Paul-Olivier Delannois (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, cette proposition de loi s'inscrit dans le cadre d'une opération de redesign des organes chargés d'assurer et de contrôler le paiement des cotisations sociales des travailleurs indépendants.

 

Concrètement, il est prévu que l'INASTI soit désormais chargé de l'octroi des dispenses de cotisations sociales et du contrôle des caisses d'assurances sociales. Ces missions étaient auparavant dévolues à la DG Indépendants du SPF Sécurité sociale. Par ailleurs, le service de contrôle des caisses d'assurances sociales sera transformé en un service d'audit où il ne sera donc plus question d'imposer, mais seulement d'accompagner ou de conseiller.

 

Chers collègues, il est vrai que ce texte de loi a été adopté sans beaucoup de débats en commission de l'Économie, le 26 mars dernier. Cependant, la séance plénière nous offre une nouvelle opportunité d'en discuter.

 

Mon groupe avait fondé son soutien, d'une part, sur l'avis positif du Comité général de gestion pour le statut social des travailleurs indépendants, et, d'autre part, sur l'avis du Conseil d'État qui ne formule pas non plus d'objection, à l'exception d'une remarque sur la date d'entrée en vigueur. Je reviendrai sur ce point. Toutefois, monsieur le ministre, nous avons reçu, dans l'intervalle, un certain nombre d'interpellations et de remarques critiques sur cette réforme que je voudrais ici relayer.

 

La première remarque concerne la situation individuelle de certains agents. Vous vous rappellerez que, pour faire suite à l'avis du Conseil d'État, un amendement visant à modifier la date d'entrée en vigueur au 1er avril 2019 a été déposé en commission. Cependant, à l'article 38 du texte adopté, la date de transfert du personnel n'est pas modifiée et demeure fixée au 1er janvier 2019.

 

Il nous revient que, pour quatre agents qui ont obtenu une mutation depuis lors, cela crée un problème puisque cela annulera l'effet de leur mutation. On nous dit qu'ils pourront aller au Conseil d'État et gagner. Mais cela va prendre beaucoup de temps et créer beaucoup de stress.

 

On nous dit encore que la date du 1er avril est elle-même trop courte car le gouvernement doit encore sortir un arrêté d'application nécessitant, au préalable, une négociation et un avis du Conseil d'État.

 

Cet arrêté ne pourra donc pas être adopté et publié avant le 1er avril. Des agents pourraient être lésés gravement par cette situation.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous faire la lumière sur ces problèmes? Nous ne voudrions pas ici voter un texte qui mette en danger certains agents.

 

Une deuxième remarque concerne la capacité pour l'INASTI d'assumer en toute indépendance ses nouvelles compétences de contrôle des caisses d'assurances sociales. En effet, l'INASTI est dirigé par un conseil d'administration où l'on retrouve en nombre des représentants directs et indirects des caisses d'assurances sociales. Ces dernières pourraient, à l'avenir, se retrouver en situation de contrôleur et de contrôlé, avec à la clé le risque de conflit d'intérêts.

 

Il ne s'agit pas ici de faire un procès d'intention, mais de relayer les préoccupations qui nous sont soumises. Les caisses d'assurances sociales sont chargées de récolter annuellement plusieurs milliards d'euros de cotisations sociales pour le régime des indépendants. Elles se financent via des frais de gestion; il est question de sommes très importantes.

 

11.02  Denis Ducarme, ministre: (…)

 

11.03  Paul-Olivier Delannois (PS): Je parle du point 10. Peut-être y a-t-il un changement dans la numérotation?

 

Le président: Nous sommes en train de discuter du point 10.

 

11.04  Paul-Olivier Delannois (PS): S'agit-il bien des dispositions suite au transfert des compétences du SPF Sécurité sociale à l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants? Vous avez peut-être modifié la numérotation, parce que l'on m'avait dit que c'était le point 10.

 

Le président: Il s'agit de la proposition de loi relative au droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants.

 

11.05  Paul-Olivier Delannois (PS): Excusez-moi! C'est au point 11 que je dois intervenir.

 

Le président: Le ministre avait donc raison. Vous avez posé des questions au ministre. Lorsque nous aborderons le point 11, répétez seulement vos questions au ministre, afin qu'il puisse y répondre.

 

11.06  Denis Ducarme, ministre: Monsieur le président, j'interviendrai brièvement sur cette proposition de loi relative au droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants. C'est un point extrêmement important pour bon nombre d'indépendants. En effet, en tant qu'indépendant, on peut, au cours de sa vie et en fonction du risque encouru par cette activité, rencontrer des problèmes et être confronté à une cessation d'activité.

 

Avec le gouvernement, nous avons souhaité élargir encore le droit passerelle, ce revenu de remplacement pour les indépendants qui n'existait pas et qui constitue un bel acquis de cette législature, pour permettre à davantage d'indépendants de recourir à ce droit. La proposition de loi recouvre l'objet lié à notre intention, à savoir l'élargissement de ce droit passerelle tel que nous l'avions présenté dans notre note de politique générale.

 

La proposition de loi prévoit un élargissement qui voit les cessations forcées ne plus se baser sur une liste exhaustive de situations reprises dans un arrêté royal mais répondre à une définition plus globale. Elle étendra dans les faits le nombre d'indépendants qui pourront avoir recours à ce droit passerelle. Elle double également la durée maximale d'utilisation du droit passerelle pour l'ensemble de la carrière d'un indépendant. Cette durée passe à 24 mois. Il s'agit donc d'une extension du droit.

 

Ce sont là les éléments que je voulais souligner, monsieur le président. Il s'agit d'une proposition qui vise à faire reculer les injustices sociales dont souffrent encore des indépendants dans notre pays par rapport à d'autres catégories.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3656/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3656/4)

 

Het wetsvoorstel telt 15 artikelen.

La proposition de loi compte 15 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 15 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 15 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

12 Wetsvoorstel tot aanpassing van verschillende wettelijke bepalingen ingevolge de overdracht van bepaalde bevoegdheden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid naar het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen en houdende bepaalde terminologische aanpassingen (3640/1-7)

12 Proposition de loi adaptant différentes dispositions légales suite au transfert de certaines compétences du Service public fédéral Sécurité sociale à l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants et assurant certaines adaptations terminologiques (3640/1-7)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Isabelle Galant, Caroline Cassart-Mailleux, Stefaan Vercamer, Egbert Lachaert.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Le rapporteur, M. Wilrycx, renvoie au rapport écrit.

 

12.01  Paul-Olivier Delannois (PS): Monsieur le président, chers collègues, sommes-nous bien d'accord que je ne referai pas la même litanie … sauf si M. le ministre insiste vraiment? (Rires)

 

Monsieur le ministre, je vais reprendre une petite partie de mon intervention précédente.

 

La deuxième remarque concerne la capacité pour l'INASTI d'assumer en toute indépendance ses nouvelles compétences de contrôle des caisses d'assurances sociales. En effet, l'INASTI est dirigé par un conseil d'administration où l'on retrouve en nombre des représentants directs et indirects des caisses d'assurances sociales. Ces dernières pourraient, à l'avenir, se retrouver en situation de contrôleur et de contrôlé.

 

Il ne s'agit pas ici de faire un procès d'intention mais de relayer les préoccupations qui nous sont soumises. Les caisses d'assurances sociales sont chargées de récolter annuellement plusieurs milliards d'euros de cotisations sociales pour le régime des indépendants. Elles se financent via des frais de gestion; il est question de sommes très importantes. L'enjeu est de savoir si l'argent des indépendants sera bien dépensé à l'avenir et si ceux-ci ne seront pas lésés dans la gestion de leur dossier.

 

Vous le savez, les partis de droite attaquent souvent la gestion syndicale des allocations de chômage alors qu'elle est très contrôlée. Or, ces caisses d'assurances sociales, peu contrôlées aujourd'hui, pourraient l'être encore moins à l'avenir.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner votre position sur ce point? Quels garde-fous seront-ils mis en place pour garantir l'indépendance de l'INASTI dans sa nouvelle mission de contrôle des caisses d'assurances sociales?

 

12.02  Denis Ducarme, ministre: Monsieur le président, monsieur Delannois, nous avons déjà débattu de ces points en commission. J'ai pu y préciser qu'il n'y avait pas de risques concernant le personnel de la DG Indépendants qui travaille aujourd'hui dans le cadre de cette mission de l'INASTI. Un protocole d'accord a été signé entre cette DG et l'INASTI. Tout est en règle pour que nos fonctionnaires puissent être payés dans le cadre de cette nouvelle mission. Le protocole apporte toute la sécurité utile au travail réalisé.

 

Pour ce qui concerne le contrôle des caisses, s'il est en effet nécessaire de le renforcer davantage, l'INASTI l'opère de manière fiable, objective et intense depuis déjà longtemps. Ce renforcement du contrôle et des recommandations supplémentaires sont une nécessité pour le ministre qui doit veiller à ce que les missions des caisses soient parfaitement rencontrées.

 

Nous pouvons partager de manière transversale l'objectif qui consiste à voir ces caisses mieux et davantage contrôlées à l'avenir.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3640/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3640/6)

 

Het wetsvoorstel telt 39 artikelen.

La proposition de loi compte 39 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediend amendement:

Amendement déposé:

Art. 38

  • 2 – Gilles Vanden Burre cs (3640/7)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: het amendement en artikel 38.

Réservé: l'amendement et l'article 38.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 37 en 39.

Adoptés article par article: les articles 1 à 37 et 39.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

13 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (2966/1-4)

13 Proposition de loi modifiant la loi du 2 août 2002 concernant la lutte contre le retard de paiement dans les transactions commerciales (2966/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Rita Gantois, Werner Janssen, Bert Wollants.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Cassart-Mailleux, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2966/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2966/4)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

14 Wetsvoorstel betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroeps­aansprakelijkheid van architecten, landmeters-experten, veiligheids- en gezondheids­coördinatoren en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van diverse wetsbepalingen betreffende de verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid in de bouwsector (3602/1-4)

14 Proposition de loi relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité civile professionnelle des architectes, des géomètres-experts, des coordinateurs de sécurité-santé et autres prestataires du secteur de la construction de travaux immobiliers et portant modification de diverses dispositions légales en matière d'assurance de responsabilité civile dans le secteur de la construction (3602/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Caroline Cassart-Mailleux, Isabelle Galant, Frank Wilrycx, Nele Lijnen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Wilrycx, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3602/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3602/1)

 

Het wetsvoorstel telt 33 artikelen.

La proposition de loi compte 33 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 33 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 33 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Economisch Recht wat de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen betreft (3029/1-3)

15 Proposition de loi modifiant le Code de droit économique en ce qui concerne l'inscription dans la Banque-Carrefour des Entreprises (3029/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Maya Detiège, Youro Casier.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Janssen, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3029/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3029/3)

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

16 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, teneinde de kinderopvangdiensten toe te voegen aan de uitzonderingen op de auteursrechtenregeling (2023/1-5)

16 Proposition de loi modifiant le Code de droit économique, visant à inscrire les milieux d'accueil de la petite enfance dans le champ des exceptions aux droits d'auteur (2023/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Michel de Lamotte, Benoît Lutgen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Wollants, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2023/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2023/5)

 

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

La proposition de loi compte 4 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

17 Wetsvoorstel houdende wijzigingen aan boek I “Definities”, boek XV “Rechtshandhaving” alsmede vervanging van boek IV “Bescherming van de mededinging” in het Wetboek van economisch recht (3621/1-7)

17 Proposition de loi portant modifications au livre Ier “Définitions”, au livre XV “Application de la loi” ainsi que le remplacement du livre IV “Protection de la concurrence” dans le Code de droit économique (3621/1-7)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Griet Smaers, Benoît Friart, Frank Wilrycx, Leen Dierick, Nele Lijnen.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Lalieux en de heer Janssen, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3621/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3621/7)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende wijzigingen van boek I “Definities”, van boek XV “Rechtshandhaving” en vervanging van boek IV “Bescherming van de mededinging” van het Wetboek van economisch recht".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant modifications du livre Ier “Définitions”, du livre XV “Application de la loi” et remplacement du livre IV “Protection de la concurrence” du Code de droit économique".

 

Het wetsvoorstel telt 8 artikelen.

La proposition de loi compte 8 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

Op artikel 3 worden de artikelen IV.1 tot IV.95 artikel per artikel aangenomen.

À l'article 3, les articles IV.1 à IV.95 sont adoptés article par article.

 

Artikel 3 wordt aangenomen.

L'article 3 est adopté.

 

De artikelen 4 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 4 à 8 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

18 Wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie (3569/1-5)

- Wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepalingen van het boek XI van het Wetboek van economisch recht inzake privékopie (3548/1-2)

18 Proposition de loi modifiant certaines dispositions du livre XI du Code de droit économique en matière de copie privée (3569/1-5)

- Proposition de loi modifiant certaines dispositions du livre XI du Code de droit économique en matière de copie privée (3548/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3569: Leen Dierick, Nele Lijnen, Isabelle Galant, Griet Smaers, Frank Wilrycx

- 3548: Vanessa Matz, Olivier Maingain, Véronique Caprasse, Karine Lalieux, Véronique Waterschoot, Evita Willaert, Michel de Lamotte.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Casier, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3569/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3569/4)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de programmawet van 27 april 2007 (3563/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, teneinde de toegang tot het sociaal tarief uit te breiden (3191/1-2)

19 Proposition de loi modifiant la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et la loi-programme du 27 avril 2007 (3563/1-6)

- Proposition de loi modifiant la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité et la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, en ce qui concerne l'extension de l'accès au tarif social (3191/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3563: Leen Dierick, Frank Wilrycx, Bert Wollants, Griet Smaers, Benoît Friart

- 3191: Karine Lalieux, Jean-Marc Delizée, Fabienne Winckel, Paul-Olivier Delannois, Laurent Devin, Eric Thiébaut, Alain Mathot, Emir Kir, Jacques Chabot.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heer Vanden Burre en mevrouw Bellens, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3563/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3563/6)

 

Het wetsvoorstel telt 11 artikelen.

La proposition de loi compte 11 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen (3620/1-3)

20 Proposition de loi modifiant la loi du 26 juin 2002 relative aux fermetures d'entreprises (3620/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Stefaan Vercamer, Nahima Lanjri.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Lachaert, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3620/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3620/3)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake economie (3570/1-8)

21 Proposition de loi portant dispositions diverses en matière d'economie (3570/1-8)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Griet Smaers, Leen Dierick, Isabelle Galant, Nele Lijnen, Frank Wilrycx, Caroline Cassart-Mailleux.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, mevrouw Lalieux en de heer Friart, verwijzen naar hun schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3570/8)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3570/8)

 

Het wetsvoorstel telt 117 artikelen.

La proposition de loi compte 117 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 117 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 117 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

22 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook, teneinde een rookverbod in te voeren in gesloten personenvoertuigen in de aanwezigheid van kinderen jonger dan 16 jaar (1633/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, wat de reclame voor producten op basis van tabak betreft (41/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten en teneinde de tabaksproducten minder aantrekkelijk te maken door te voorzien in een neutrale en eenvormige presentatie (1421/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, wat betreft de verkoop van tabak en soortgelijke producten aan minderjarigen (1599/1-4)

- Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen betreffende de aanpak van schadelijke effecten van tabak, in het bijzonder naar jongeren toe (1665/1-5)

22 Proposition de loi modifiant la loi du 22 décembre 2009 instaurant une réglementation générale relative à l’interdiction de fumer dans les lieux fermés accessibles au public et à la protection des travailleurs contre la fumée du tabac, en vue d’instaurer l’interdiction de fumer dans les voitures cou­vertes en présence d’enfants âgées de moins de 16 ans (1633/1-6)

- Proposition de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits, concernant la publicité pour les produits à base de tabac (41/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits et visant à réduire l'attractivité des produits du tabac en instaurant une présentation neutre et uniforme (1421/1-3)

- Proposition de loi modifiant la loi du 24 janvier 1977 relative à la protection de la santé des consommateurs en ce qui concerne les denrées alimentaires et les autres produits afin d'interdire la vente de tabac et de produits similaires à des mineurs (1599/1-4)

- Proposition de loi portant des dispositions diverses visant à lutter contre les effets nocifs du tabac, en particulier chez les jeunes (1665/1-5)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 1633: Dirk Janssens, Vincent Van Quickenborne, Ine Somers, Els Van Hoof

- 41: Catherine Fonck

- 1421: Catherine Fonck

- 1599: An Capoen, Valerie Van Peel, Yoleen Van Camp, Jan Vercammen, Els Van Hoof

- 1665: Karin Jiroflée, Anne Dedry, Karin Temmerman.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heren Senesael en Gustin, verwijzen naar hun schriftelijk verslag.

 

22.01  An Capoen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, er staan vandaag een viertal voorstellen in verband met roken en de verkoop van tabaksproducten op de agenda. Deze voorstellen zijn uitgebreid behandeld in de commissie en ik zal mij dus beperken tot wat onze fractie het belangrijkste vindt. Ik wil dit niet alleen even aanhalen omdat het een wetsvoorstel van ons is, maar ook omdat wij dit een zeer belangrijk thema vinden.

 

Het is eigenlijk bizar dat deze discussie nog gevoerd moet worden, want het merendeel van de partijen heeft het optrekken van de leeftijd voor het kopen van tabaksproducten gewoon in het partijprogramma staan. Men zou dan ook verwachten dat dit zeer vlot goedgekeurd kon worden in de commissie voor de Volksgezondheid. Vreemde hersenkronkels hebben er echter voor gezorgd dat dit voorstel in de commissie weggestemd werd met zeven stemmen tegen zeven en enkele onthoudingen.

 

Dat is de reden waarom ik hier vandaag sta met een artikel 88. Zo goed als iedereen in dit halfrond en ook erbuiten is voorstander van het optrekken van de leeftijdsgrens voor het kopen van tabaksproducten tot 18 jaar. Daar zijn ook zeer goede redenen voor. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is roken immers een van de belangrijkste doodsoorzaken ter wereld die met een goede preventie vermeden kunnen worden.

 

Die goede preventie begint best vroeg, want rokers beginnen vaak op zeer jonge leeftijd. Uit een onderzoek van de Universiteit Gent blijkt dat de overgrote meerderheid van de jongeren begint te roken op de leeftijd van 16 jaar of vroeger. Vanaf 17 jaar zien we eigenlijk een sterke daling van het aantal beginnende rokers. De Hoge Gezondheidsraad pleit dan ook voor het optrekken van de leeftijdsgrens voor het kopen van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar.

 

Ze hebben ook gelijk. Niet alleen beginnen verstokte rokers vaak op zeer jonge leeftijd, vooral wie jong begint heeft ook een veel grotere kans om op latere leeftijd een verslaving te ontwikkelen. Dat blijkt andermaal uit academisch onderzoek.

 

Uit de laatste VAD-leerlingenbevraging blijkt bovendien dat jongeren tussen 16 en 18 jaar aangeven vrij gemakkelijk aan tabak te kunnen geraken. Bij jongeren onder 16 jaar zakt dit van 8 op 10 naar 4 op 10. Natuurlijk mag de invloed van peer pressure van hun vrienden niet worden onderschat. Deze vrienden spelen uiteraard een rol bij het aanleveren van sigaretten en andere tabaksgerelateerde producten. "Zij doen de perceptie van de jongeren over de algemene rookprevalentie in de populatie stijgen en helpen zo een norm te creëren waarin roken aanvaard is." Dat besluit dezelfde studie van de UGent.

 

Ons wetsvoorstel werd in de commissie voor de Volksgezondheid, zoals daarnet reeds gezegd, nipt weggestemd. Dit was enkel mogelijk door de tegenstem van CD&V. Heel jammer dat hier niemand van CD&V aanwezig is. CD&V is nochtans een partij die zelf een resolutie had ingediend voor het optrekken van deze leeftijdsgrens. Wij twijfelen er niet aan dat dit geen principiële tegenstem was, maar eerder een stem uit loyauteit aan de regeringspartner Open Vld. Het is immers algemeen geweten dat vooral minister De Block gekant is tegen het optrekken van de leeftijdsgrens.

 

Men zou kunnen zeggen dat deze plotse loyauteit CD&V siert, maar dit gaat helaas ten koste van de gezondheid van onze jongeren. Ondertussen blijft België zowat het enige land in de Europese Unie dat de leeftijdsgrens voor het kopen van tabaksproducten nog niet heeft opgetrokken naar 18 jaar, ondanks het feit dat daarvoor een erg breed draagvlak bestaat en in talrijke landen deze leeftijdsgrens reeds werd opgetrokken naar 21 jaar.

 

Het mag duidelijk zijn dat wij op dit vlak geen voortrekkersrol spelen.

 

Beste CD&V-Parlementsleden en collega's van de MR, ik kijk naar u. In uw partijprogramma staat een goed standpunt, want er staat dat u voorstander bent van het optrekken van de leeftijdsgrens voor het kopen van tabaksproducten naar 18 jaar.

 

Dat is een beter standpunt dan wat u hebt aangenomen in de commissie voor de Volksgezondheid, met name uw tegenstem. Ik nodig u dan ook uit om de verwerping van het wetsvoorstel in de commissie via artikel 88 van het Kamerreglement ongedaan te maken.

 

22.02  Damien Thiéry (MR): Monsieur le ministre, chers collègues, il aurait été délicat de ne pas intervenir sur un point aussi important que celui du tabac et de la lutte contre le tabagisme, qui doit évidemment rester un objectif prioritaire en matière de santé publique.

 

Je crois qu'il importe de rappeler que nous avons travaillé dans ce domaine au cours de cette législature, même si nous n'avons pas été jusqu'à exclure l'utilisation du tabac, ce qui n'était pas le but. Pour rappel, une directive antitabac est entrée en vigueur. Nous l'attendions depuis longtemps et elle a finalement vu le jour sous cette législature. Elle contient un certain nombre de mesures primordiales en matière de lutte contre le tabagisme, dont voici trois exemples spécifiques: la réglementation sur la cigarette électronique, l'apposition de plus grands avertissements sanitaires sur les produits à base de tabac et l'interdiction des cigarettes au menthol.

 

Par ailleurs, cette législature a vu aussi l'élargissement du remboursement des médicaments prescrits pour le sevrage tabagique – un élément fondamental –, l'augmentation du nombre de contrôleurs au sein du SPF Santé publique, et donc le renforcement des contrôles relatifs à l'interdiction de fumer.

 

Il est bien de prendre un certain nombre d'initiatives mais encore faut-il faire vérifier si la législation est bien mise en application et respectée. Un effort considérable a été fourni en cours de législature en vue de relever les accises et le prix du tabac, en misant sur des accises spécifiques.

 

L'écart de prix entre les cigarettes et le tabac à rouler a été largement réduit. Il faut également signaler que l'augmentation des accises a eu les effets suivants sur le prix des paquets: le prix moyen pondéré d'un paquet de 50 grammes de tabac à rouler a été porté de 5,51 euros en 2014 à 8,35 euros en 2018, soit une hausse de 52 %. Le prix moyen pondéré d'un paquet de cigarettes est passé de 5,31 euros en 2014 à 6,08 euros en 2018, soit une hausse de 15 %.

 

Des accises supplémentaires, dont nous avons beaucoup discuté dans le cadre du tax shift, ont ainsi été perçues pour un montant de l'ordre de 700 à 720 millions d'euros.

 

Nous avons également ratifié le protocole pour éliminer le commerce illicite des produits du tabac, qui entrera en vigueur en Belgique le 23 mai 2019. La mise en œuvre du paquet de cigarettes neutre est sur les rails. Il a fallu se référer à un certain nombre d'expériences au niveau européen, voire mondial, mais nous arrivons à cette mesure.

 

Nous avons également approuvé en commission la fin de la vente des cigarettes dans les distributeurs automatiques. Ce texte est cependant notifié à la Commission européenne car, comme vous le savez, un certain nombre de décisions qui sont prises ici en Belgique doivent également être notifiées au niveau de l'Europe. Nous complétons donc aujourd'hui cet arsenal de mesures par une interdiction fédérale de fumer en voiture en présence d'enfants.

 

L'ensemble des mesures ne remplacera évidemment jamais l'éducation à la santé. L'éducation reste le vecteur fondamental et premier pour pouvoir faire comprendre aux jeunes et aux moins jeunes que fumer reste nocif et extrêmement dangereux. Pour ce faire, l'information doit être diffusée particulièrement au sein des familles, les parents devant aussi prendre leurs responsabilités.

 

Par ailleurs, j'insiste évidemment sur les actions au niveau des écoles, des universités, des mouvements de jeunesse et des clubs de sport. Ce week-end, j'ai eu l'occasion d'aller dans un club sportif en Hollande suivre une compétition internationale. J'ai constaté que le tabac était interdit autour des terrains et dans les clubhouses, y compris l'alcool. Il s'agissait d'une compétition pour les jeunes de moins de 16 ans. La Belgique devrait prendre exemple sur ces initiatives qui ne peuvent aller que dans l'intérêt de la santé de nos enfants. Il faut informer et sensibiliser aux risques sanitaires liés à une consommation du tabac. Pour ce faire, il faudra intensifier les campagnes.

 

Monsieur le ministre, monsieur le président, chers collègues, voilà les différentes informations que je souhaitais encore donner aujourd'hui car le tabac reste un élément à combattre au quotidien. Par nos initiatives, je pense que nous y arriverons. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Mijnheer de minister, er waren alleen steunbetuigingen. U mag maar hoeft niet het woord te nemen. U vraagt niet het woord? (Neen)

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsvoorstel nr. 1633. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1633/5)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1633. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1633/5)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook, teneinde een rookverbod in te voeren in gesloten voertuigen in de aanwezigheid van kinderen jonger dan 16 jaar".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant la loi du 22 décembre 2009 instaurant une réglementation générale relative à l’interdiction de fumer dans les lieux fermés accessibles au public et à la protection des travailleurs contre la fumée du tabac, en vue d’instaurer l’interdiction de fumer dans les véhicules couverts en présence d’enfants âgés de moins de 16 ans".

 

Het wetsvoorstel telt 8 artikelen.

La proposition de loi compte 8 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 8 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 8 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van het wetsvoorstel nr. 1599 zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de la proposition de loi n° 1599 aura lieu ultérieurement.

 

23 Wetsvoorstel tot wijziging, wat de logopedische verstrekkingen betreft, van artikel 36 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrek­kingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (1093/1-5)

- Voorstel van resolutie over het toegankelijker maken van logopedie (2747/1)

23 Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne les prestations de logopédie, l’article 36 de l’annexe de l’arrêté royal du 14 septembre 1984 établissant la nomenclature des prestations de santé en matière d’assurance obligatoire soins de santé et indemnités (1093/1-5)

- Proposition de résolution visant à améliorer l'accessibilité de la logopédie (2747/1)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 1093: David Clarinval, Stéphanie Thoron, Damien Thiéry, Benoît Piedboeuf, Luc Gustin, Sybille de Coster-Bauchau

- 2747: Catherine Fonck.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

23.01  Damien Thiéry, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère au rapport écrit.

 

De voorzitter: Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1093/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1093/4)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel betreffende de tenlasteneming van de logopedische verstrekkingen".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant la prise en charge des prestations de logopédie".

 

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

La proposition de loi compte 2 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediend amendement:

Amendement déposé:

Art. 2

  • 4 – Catherine Fonck (1093/5)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: het amendement en artikel 2.

Réservé: l'amendement et l'article 2.

 

Artikel per artikel aangenomen: artikel 1.

Adoptés article par article: l'article 1.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

24 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, teneinde de toekenning van de humanitaire visa transparant te maken (3496/1-6)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, teneinde te voorzien in krijtlijnen bij de toekenning van humanitaire visa (3521/1-2)

- Wetsvoorstel ter vervanging van artikel 9 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen teneinde de procedure voor het verlenen van humanitaire visa te objectiveren (3562/1-2)

24 Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, visant à instaurer la transparence dans l'attribution des visas humanitaires (3496/1-6)

- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, visant à encadrer la délivrance de visas humanitaires (3521/1-2)

- Proposition de loi remplaçant l'article 9 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en vue d'objectiver la procédure d'octroi des visas humanitaires (3562/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3496: Georges Dallemagne, Vanessa Matz

- 3521: Julie Fernandez Fernandez, Eric Thiébaut, Nawal Ben Hamou

- 3562: Olivier Maingain, Véronique Caprasse.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw De Coninck, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3496/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3496/6)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen teneinde de uitoefening van de discretionaire bevoegdheden van de minister bevoegd voor Asiel en Migratie transparant te maken".

L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers afin d'instaurer la transparence en ce qui concerne l'exercice des compétences discrétionnaires du ministre qui a l'Asile et la Migration dans ses attributions".

 

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

La proposition de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

25 Wetsvoorstel betreffende de toekenning van een forfaitair bedrag aan de personen die lijden aan aangeboren misvormingen die het gevolg zijn van het innemen van geneesmiddelen met thalidomide door de moeder tijdens de zwangerschap (3622/1-8)

25 Proposition de loi relative à l'octroi d'une somme forfaitaire en faveur des personnes atteintes de malformations congénitales dues à l'ingestion par leur mère pendant la grossesse de médicaments contenant de la thalidomide (3622/1-8)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Vincent Van Quickenborne, Ine Somers, Damien Thiéry, Sandrine De Crom, Nahima Lanjri, Stefaan Vercamer.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, mevrouw Kitir, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3622/7)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3622/7)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 2

  • 6 – Catherine Fonck (3622/8)

Art. 4

  • 8 – Catherine Fonck (3622/8)

Art. 10(n)

  • 7 – Catherine Fonck (3622/8)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en de artikelen 2 en 4.

Réservés: les amendements et les articles 2 et 4.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 3 en 5 tot 9.

Adoptés article par article: les articles 1, 3 et 5 à 9.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

26 Wetsvoorstel tot erkenning van de mantelzorgers (95/1-5)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de regelgeving wat de vrijwaring van de sociale rechten van mantelzorgers betreft (1001/1-2)

- Wetsvoorstel betreffende de sociale erkenning van mantelzorgers (120/1)

- Wetsvoorstel tot erkenning van de mantelzorgers (625/1)

- Wetsvoorstel tot uitbreiding van de vergoeding en de duurtijd van het verlof voor medische bijstand aan zwaar zorgbehoevende gezins- of familieleden (3359/1)

26 Proposition de loi établissant une reconnaissance des aidants proches (95/1-5)

- Proposition de loi modifiant la réglementation en vue de préserver les droits sociaux des aidants proches (1001/1-2)

- Proposition de loi relative à la reconnaissance sociale de l'aidant proche (120/1)

- Proposition de loi établissant une reconnaissance des aidants proches (625/1)

- Proposition de loi augmentant l'allocation et la durée du congé pour assistance médicale à un membre du ménage ou de la famille en situation de grande dépendance (3359/1)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 95: David Clarinval, Stéphanie Thoron, Sybille de Coster-Bauchau

- 1001: Anne Dedry, Meyrem Almaci, Kristof Calvo, Georges Gilkinet, Jean-Marc Nollet, Sarah Schlitz

- 120: Julie Fernandez Fernandez

- 625: Catherine Fonck

- 3359: Meryame Kitir.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heren Delizée en Vercamer, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

26.01  Stéphanie Thoron (MR): Monsieur le président, chers collègues, c'est avec une très grande satisfaction que je vois cette proposition clôturer les débats de cette fin de législature.

 

Au MR, nous sommes depuis toujours particulièrement sensibles à la situation que vivent les aidants proches au quotidien. Sous la précédente législature, nous avions reconnu et donné une définition au plus proche de la réalité. Mais ce fut sans réellement pouvoir ouvrir des droits spécifiques liés à ce nouveau statut. C'est précisément dans ce contexte que le groupe MR avait, dès le début de la législature, déposé une proposition en ce sens.

 

Comme vous le savez, le gouvernement actuel travaillait sur ce dossier avant qu'il ne se retrouve en affaires courantes. De nombreux partis avaient déposé des textes visant à améliorer la situation de toutes ces personnes qui décident de mettre entre parenthèses leur vie professionnelle pour prendre soin d'un proche. 

 

D'un commun accord, nous avons décidé de travailler ensemble avec les ministres et les cabinets concernés. Je profite de l'occasion pour remercier le premier ministre, la ministre des Affaires sociales, le ministre des Pensions et le ministre des Classes moyennes pour leur implication dans ce projet.

 

De mémoire de parlementaire, c'est bien la première fois qu'une proposition qui est le fruit d'un travail collectif arrive sur la table et peut, enfin, se concrétiser, non pas pour nous ni pour notre ego, mais bien pour ces milliers de personnes en attente d'une réelle reconnaissance de leur situation précaire ainsi que de l'amorce d'une ouverture réelle aux droits sociaux.

 

Ce qui va très concrètement changer pour les aidants proches se résume de la manière suivante.

 

Au niveau de la définition, sera reconnue comme aidant proche toute personne qui apporte une aide et un soutien continu ou régulier à la personne aidée.

 

La personne aidée ne devra plus, comme auparavant, être en situation de grande dépendance. Aujourd'hui, on élargit cette aide à toutes les personnes en situation de dépendance et reconnues avec douze points au minimum par le corps médical.

 

Une simple déclaration sur l'honneur auprès de la mutualité de la personne aidée suffira comme formalité pour être reconnu comme aidant proche.

 

L'aidant proche qui exerce une activité de salarié pourra suspendre son activité soit entièrement, soit à mi-temps, et ce pour une période d'un mois qui pourra être prolongée jusqu'à six mois, si un arrêté royal délibéré en Conseil des ministres était pris en ce sens.

 

Dans le cas où l'aidant proche est une personne en incapacité de travail, cet aidant devra se soumettre à l'analyse du médecin-conseil, qui vérifiera si les deux situations sont compatibles.

 

Les périodes de suspension de travail, pour autant qu'elles soient reconnues comme telles, seront prises en compte pour le droit à la pension.

 

Enfin, le plus important consiste dans le fait que l'aidant proche bénéficiera d'une allocation dans le cadre de ce soutien. Cette aide financière sera la bienvenue dans de nombreuses situations.

 

Vous l'aurez compris, chers collègues, il s'agit ici d'une avancée majeure pour ces personnes qui attendent cette reconnaissance depuis trop longtemps. Pour l'instant, cela ne concernera que les travailleurs salariés. La même ouverture devra se faire au profit des indépendants. En tout état de cause, la proposition entend aussi évaluer ce nouveau congé thématique d'ici quelques années, afin de pouvoir l'ajuster, le compléter ou le modifier au besoin, en fonction des réalités de terrain.

 

Ces aidants proches, comme on les appelle, ont une grande valeur, non seulement sur le plan social, mais également d'un point de vue économique. Leur apporter notre soutien était bien plus qu'une nécessité. C'était devenu une obligation morale, que nous remplissons aujourd'hui. Mon groupe et moi-même nous réjouissons de pouvoir apporter notre soutien à ce texte.

 

26.02  Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ook ik wil absoluut mijn appreciatie uitdrukken voor het feit dat wij het voorliggend voorstel Kamerbreed kunnen realiseren. Een gemiddelde mantelzorgperiode duurt tien jaar, terwijl wij met de bestaande gemotiveerde tijdskredieten aan zo'n vier jaar of 51 maanden komen. Dat is, gemiddeld gesproken, lang niet voldoende om de mantelzorgperiode te overbruggen, zeker niet in situaties waarin men een kind met een handicap heeft, een jongdementerende partner enzovoort. Het is in elk geval een win-winsituatie, omdat wij met het voorliggend voorstel de combinatie tussen werk en mantelzorg leefbaar houden en betaalbaar en haalbaar maken.

 

De handen van mantelzorgers zijn bovendien ook gratis handen in de zorg. Als wij die zouden moeten vervangen door verpleegkundigen of verzorgenden, dan wijzen studies uit – ik heb er ook zelf een studie over gemaakt en boeken over geschreven in een vorig leven – dat dit 23 miljard euro per jaar zou kosten. Wij moeten die gratis handen in de zorg dus koesteren.

 

Daarnaast worden werkende mantelzorgers significant vaker ziek dan werkende niet-mantelzorgers. Ook daar bestaan studies over. Met andere woorden, er zijn terugverdieneffecten wanneer men mantelzorgers en zeker werkende mantelzorgers beter ondersteunt. Het is dus absoluut niet iets wat de staatskas geld kost.

 

Ik heb bijna vijf jaar geleurd met mijn wetsvoorstel dat stof lag te vergaren en ben dan ook blij dat wij er in lopende zaken in geslaagd zijn een werkgroep op te richten. Dan is het minder belangrijk wie er als eerste indiener op het wetsvoorstel mag staan, als de doorbraak er maar komt, en die is er dus.

 

Ik sluit mij aan bij mijn collega, die zei dat het absoluut nog niet voldoende is, maar het is in elk geval een eerste heel belangrijke stap, met een uitkering en gelijkgestelde rechten voor het pensioen. Het is dus zeker een stap vooruit.

 

De voorzitter: Zijn er nog andere collega's die het woord vragen? (Nee)

 

Mevrouw de minister, u hebt het woord.

 

26.03 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, er worden vandaag op de valreep goede stappen vooruitgezet voor het statuut van de mantelzorgers. Ik weet dat deze problematiek het opus magnum van mevrouw Dedry was, maar het was ook een bezorgdheid van veel andere collega's. Elke keer zetten wij stappen vooruit en dat is een goede zaak, want, zoals mevrouw Dedry zegt, mantelzorgers zijn essentieel in onze samenleving en moeten daarvoor worden beloond en niet gestraft.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (95/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (95/5)

 

Het wetsvoorstel telt 33 artikelen.

La proposition de loi compte 33 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 33 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 33 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

27 Wetsvoorstel houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de programmawet (I) van 27 december 2006 wat de schadeloos­stelling voor asbestslachtoffers betreft (2002/1-8)

- Wetsvoorstel ertoe strekkende de werking van het Asbestfonds te verbeteren en beter rekening te houden met de asbestslachtoffers (2453/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat het Asbestfonds betreft (1666/1-4)

27 Proposition de loi modifiant le Code civil et la loi-programme (I) du 27 décembre 2006 en ce qui concerne l’indemnisation des victimes de l’amiante (2002/1-8)

- Proposition de loi visant à améliorer le fonctionnement du Fonds amiante et à mieux prendre en compte les victimes de l'amiante (2453/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi programme (I) du 27 décembre 2006, en ce qui concerne le Fonds amiante (1666/1-4)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2002: Valerie Van Peel, Catherine Fonck, Yoleen Van Camp

- 2453: Catherine Fonck

- 1666: Anne Dedry.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs, de heer Clarinval en mevrouw Fonck, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

27.01  Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, stel dat u zou moeten kiezen tussen het krijgen van een smak geld om de zware medische kosten te betalen tijdens de laatste levensmaanden, of geen geld krijgen maar dan wel hopen op rechtvaardigheid na de dood. Wat zou u kiezen? Beide, dat gaat niet in dit land. Welnu, dat is het lot van asbestslachtoffers.

 

In tegenstelling tot in andere landen werd er in dit land slechts één proces gevoerd tegen een van de grootste asbestbedrijven, met name Eternit. Het was de zoon van Françoise Jonckheere die jarenlang een zeer eenzame strijd voerde tegen deze machtige bouwmaterialenproducent. Het bedrijf werd in 2011 trouwens terecht veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 250 000 euro, maar het ging in beroep.

 

De familie Jonckheere, meer bepaald Eric Jonckheere, heeft de zaak heel lang vechten tegen de omerta genoemd, een strijd van David tegen Goliath, een eenzame David ook. Men zou kunnen denken dat dit misschien is omdat zijn moeder het enige slachtoffer is van asbest, van Eternit, maar de asbestdoden in Kapelle-op-den-Bos — waar het bedrijf is gevestigd — en omstreken zijn niet te tellen en het einde van de lijst van slachtoffers is nog lang niet in zicht. Alleen al bij de familie Jonckheere zijn er tot op heden vier doden te betreuren.

 

Men zou misschien ook kunnen denken dat er niet veel processen zijn geweest omdat Eternit kan weerleggen dat het asbest is blijven gebruiken toen al lang bekend was dat het longvlieskanker en asbestose kon veroorzaken. Hoewel Eternit zelf beweert dat zij pas in de jaren 70 kennis kregen van de gevaren, stapelden de wetenschappelijke bewijzen voor de relatie tussen asbest en kanker zich al op in de jaren 50. Bovendien, luister goed, bleef het bedrijf asbest produceren in Kapelle-op-den-Bos tot in 1994. Meer nog, het afval van asbest werd uitgedeeld aan de omwonenden, werd verwerkt in de opritten en zit in zowat elk gebouw in ons land.

 

Het antwoord op de vraag waarom er zo weinig asbestprocessen zijn in ons land, terwijl Italië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland reed verscheidene, heel strenge strafrechtelijke uitspraken hebben gekend in asbestprocessen, is bijzonder cynisch. Het heeft te maken met wat hier vandaag op tafel ligt.

 

Voor alle duidelijkheid, ik zal dat meteen nog zeggen, wij zetten daar zeer grote en belangrijke stappen in, maar één belangrijke stap niet. Dat heeft te maken met het Asbestfonds, dat er is gekomen na jaren lobbyen van de betrokken bedrijven: het geeft slachtoffers op hun sterfbed niet meer dan een schijnkeuze. Die keuze zou volgens mij geen keuze mogen zijn. Immers, met het aanvaarden van een vergoeding uit het fonds om de hoog oplopende medische kosten te kunnen betalen in de laatste maanden van zijn leven, doet het asbestslachtoffer automatisch afstand van zijn recht om het verantwoordelijke, voormalige asbestbedrijf bij de rechtbank aan te klagen. Natuurlijk zijn de tijd en energie van dergelijke slachtoffers schaars. Eens de symptomen er zijn, is het een kwestie van maanden of weken, dus kiest iedereen voor het Asbestfonds.

 

Daarom, en alleen daarom, staat de familie Jonckheere tot op vandaag met haar proces alleen. Niet met haar verhaal, helemaal niet, maar wel met haar juridische strijd. De moeder, Françoise Jonckheere, overleed in 2000 aan longvlieskanker, veroorzaakt door de inademing van asbest. Haar man werkte in het bedrijf. Het bedrijf denderde, zoals ik al zei, jarenlang met vrachtwagens vol asbest door de straten, langs de scholen en de pleinen. Zoals iedereen in de gemeente, was zij, net als haar man, aan de slag in het bedrijf, zonder al te veel bescherming. Over risico's werd zeer lang niet gesproken, die kregen de omwonenden en de arbeiders pas decennia later te horen, hoewel ze reeds lang intern bekend waren.

 

De man van Françoise overleed al in 1987 aan longvlieskanker. Toen dertien jaar later de ziekte ook bij haar werd vastgesteld, besloot zij niet in te gaan op voorgestelde schadevergoedingen. Zij moest en zou Eternit dagvaarden. Een leven is niet te koop, moet zij gedacht hebben. Rechtvaardigheid was al wat haar restte, maar enkele maanden later overleed zij, jaren voor de eerste uitspraak. Haar vijf zonen hebben de strijd voortgezet. Twee van hen bezweken in 2003 en in 2009 aan dezelfde vorm van kanker. Vier mensen uit één familie! Nu beschrijf ik één familie, maar zo zijn er honderden in die regio en, spijtig genoeg, nog in tal van andere regio's in ons land.

 

Het historisch compromis over het Abestfonds kwam in 2007 tot stand. Laat mij duidelijk zijn, op zich was dat een zeer goede zaak. Er was toen echter ook een vreemd manoeuvre. Nadat er een breed akkoord was in de Senaat, werd het wetsvoorstel plots door de regering naar zich toe getrokken. Toenmalig premier Verhofstadt kwam met een ontwerp in de plaats van het Kamerbreed gesteunde voorstel dat heel andere insteken had, en zulks na uitvoerig overleg met de asbestnijverheid zelf.

 

Wij hadden het al over de immuniteit die de bedrijven ter zake verkregen, maar wist u ook dat het fonds wordt gespijsd door de overheid — terecht, want ook daar zijn fouten gemaakt — en door alle werkgevers in dit land, dus niet enkel door de vervuilers? Het gaat dus niet alleen om de bedrijven die willens en wetens met asbest zijn blijven werken. De vervuiler betaalt! Dat hoor ik vaak hier in het Parlement, hoewel er dan meestal iets meer aanwezigheid is. Dat is ook een prachtig principe, maar voor onder andere Eternit is het een ver-van-hun-bedshow. Wie betaalt hier echt, naast de talrijke slachtoffers? Niemand, denk ik. Ik blijf zeggen dat het een immorele keuze is die de wetgever deze slachtoffers heeft opgelegd.

 

Ik ben al jaren met deze problematiek bezig en ik probeer al jaren mijn collega's uit andere partijen ervan te overtuigen om deze onwettelijkheid nu eindelijk uit de wereld te helpen. Ik heb daarvoor partners gevonden bij cdH en bij Groen-Ecolo. Ondanks wat ik hier net heb uiteengezet, is men bij de andere politieke partijen, om redenen van lobbying, door de vakbonden bij de ene en door het VBO en de bedrijven bij de andere, toch bij zijn standpunt gebleven. Gelukkig zijn hier weinig aanwezigen, maar die leden moesten zich schamen!

 

Ik wil met een wat positievere noot eindigen, want als alles goed gaat, zullen wij dit akkoord morgen met zijn allen goedkeuren. Daarop mogen wij zeer trots zijn. Ik wil alle collega's daarvoor ook bedanken, zeker de collega's Dedry en Fonck, die ons voorstel met hun insteek sterk hebben verbreed. Het lot van asbestslachtoffers die zich tot het Asbestfonds zullen wenden, zal er zeker beter op worden met dit akkoord, dat kunnen wij niet ontkennen.

 

Een belangrijke factor is dat de verjaringstermijn wordt aangepast. In het vroegere akkoord was de verjaringstermijn immers 20 jaar, terwijl de eerste symptomen van blootstelling aan asbest pas 30 tot 40 jaar later naar boven komen. De facto gaf dat dus nog extra immuniteit in deze zaak. Wij lossen dat nu echter op door ervoor te zorgen dat de verjaringstermijn pas ingaat als de ziekte wordt vastgesteld en dan 5 jaar zal blijven lopen.

 

Ook niet onbelangrijk is dat long- en strottenhoofdkanker aan de lijst van erkende ziektes worden toegevoegd. Dat was al een hele tijd wetenschappelijk bewezen en het is dus zeker een verdiende uitbreiding die er mede op vraag van Groen-Ecolo is gekomen.

 

Er komt ook een vlottere overzending van het gezondheidsdossier. Dat zal toelaten om de linken met het verleden en het arbeidsverleden van de patiënt duidelijker te leggen.

 

Wij zullen ervoor zorgen dat de vergoeding zal starten vanaf de eerste dag van de maand waarop de diagnose is gesteld en niet pas een maand nadat men zich bij het Asbestfonds heeft aangemeld. Ook dat is niet onbelangrijk, als men weet dat deze slachtoffers niet alleen een gruwelijke, maar ook een heel snelle dood sterven en die extra een of twee maanden dus echt wel dag en nacht verschil maken.

 

Er wordt in een bijkomend kapitaal van 10 000 euro voorzien voor de belangrijkste groep van asbestpatiënten. Voor de begrafeniskosten wordt in een vergoeding van 1 000 euro voorzien, nu ook voor de omgevingsslachtoffers. Dat zijn de mensen die nooit aan het werk zijn geweest in de bedrijven, maar die toch dezelfde immuniteit moeten krijgen.

 

Er komt ook nog een verhoging van het budget voor begeleiding en preventie van asbest.

 

U hoort het, het is een hele lijst. Ik wil de collega's, en zeker zij die mee hebben geduwd, met name de collega's van cdH, Groen en Ecolo, van harte bedanken dat wij tot een Kamerbreed akkoord zijn gekomen, maar ik kan niet onder stoelen of banken steken dat ik met een heel dubbel gevoel zit. Ik blijf het immers heel verkeerd vinden dat een dergelijke onrechtvaardigheid in deze wet blijft ingeschreven.

 

27.02  Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Peel is erg volledig geweest in haar uitleg. Ik zal niet herhalen wat zij allemaal heeft gezegd. Wij hebben immers heel veel op de agenda staan.

 

Naast de gekende familie Jonckheere zijn er in die streek heel wat Eternitslachtoffers. Wij hebben in onze politieke rangen een aantal jaren geleden een zeer waardevolle persoon, Willy Vanderstappen, verloren aan deze asbestproblematiek. Niet dat hij werknemer was, maar hij werd wel een omgevingsslachtoffer. Op die manier werd ik ook persoonlijk betrokken bij deze problematiek. Willy was een collega van mij.

 

De verbeteringen en de successen die wij nu hebben kunnen boeken, door Kamerbreed naar een compromis te zoeken, verheugen mij zeer. Wij hebben een aantal belangrijke uitbreidingen kunnen bewerkstelligen. Op die manier heeft lopende zaken ook zo zijn voordelen.

 

Ik ben het helemaal eens met mevrouw Van Peel. Ik deel ook haar frustratie over het feit dat wij het principe "de vervuiler betaalt", via het opheffen van de burgerrechtelijke immuniteit, er niet door hebben gekregen. Dat zal echter wellicht een van de eerste zaken zijn die wij in de volgende legislatuur opnieuw op de agenda zullen zetten, want dit kan echt niet.

 

De steen die wij nu hebben verlegd, zorgt voor een serieuze verbetering. Het is alleen jammer dat het zo lang heeft moeten duren en het maar helemaal op het einde van de legislatuur is gelukt. Het is echter gelukt en daarom bij dezen ook mijn dank aan alle collega's die dit hebben gesteund.

 

27.03  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, cela fait longtemps que le PTB dénonce le fait que, dans le dossier de l'amiante, un principe n'est pas appliqué: celui du pollueur-payeur. Je sais bien que cette proposition de loi ne réglera pas tout. Néanmoins, dans notre pays, subsiste une situation où la septième famille la plus riche de Belgique – selon le site derijkstebelgen.be –, la famille Emsens, dont le patrimoine vaut 3,3 milliards d'euros, a construit sa fortune gigantesque sur des cadavres.

 

Je ne peux le dire autrement car depuis le milieu du 20e siècle, les Emsens et associés savaient que l'amiante était cancérigène. "Nous le savions et nous n'avons rien fait". Que du contraire! Les patrons d'Eternit – car c'est d'eux dont il s'agit – ont fait quelque chose: développer un lobbying intensif dans le but de cacher la réalité des dangers terribles de l'amiante. Ils sont responsables de nombreux cas de maladies mortelles qui, de plus, causent d'atroces souffrances.

 

Cette proposition de loi est un début de réparation de cette injustice. Il ne faudra pas en rester là. Il faudra continuer à avancer dans ce dossier au cours de la prochaine législature. Malgré tout, aujourd'hui, un pas important peut être franchi.

 

27.04 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik zou de indieners willen bedanken voor de verbeteringen die zijn aangebracht aan het Asbestfonds, dat sinds zijn oprichting zijn deugdelijkheid heeft bewezen.

 

Ik heb verschillende patiënten gekend die door asbestose waren getroffen en heb ook aanvragen ingediend. Ik kan u zeggen dat de erkenning door het Asbestfonds en het ontvangen van een vergoeding voor hun ziekte, een lichte troost voor de betrokkenen was.

 

Ik heb begrip voor de argumentatie van mevrouw Van Peel. Wij hebben een en ander echter laten onderzoeken. Wie een dading aanvaardt, ziet echter af van een gerechtelijk vervolg. Dat is het geval bij beroepsziekten en in tal van andere gerechtelijke zaken. Mevrouw Van Peel erkent dat feit niet. Zij oppert dat de wetgever andere zaken kan doen.

 

Mevrouw Van Peel, ik weet dat u op het dossier zal doorwerken. In ieder geval was uw voorstel nu niet mogelijk.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2002/8)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2002/8)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot verbetering van de schadeloosstelling voor asbestslachtoffers".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi améliorant l'indemnisation des victimes de l'amiante".

 

Het wetsvoorstel telt 10 artikelen.

La proposition de loi compte 10 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

28 Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 21 december 2018 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de betrokkenheid van de Federale Staat bij de ondertekening van de Samenwer­kingsakkoorden van 6 september 2017 en van 30 mei 2018 (3679/1-3)

28 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 21 décembre 2018 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Commission communautaire commune et la Communauté germanophone concernant l'implication de l'État fédéral dans la signature des Accords de coopération du 6 septembre 2017 et du 30 mai 2018 (3679/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3679/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3679/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

29 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (3618/1-6)

29 Proposition de loi portant des dispositions diverses en matière d’asile et de migration et modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (3618/1-6)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Katja Gabriëls, Sandrine De Crom.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Christoph D'Haese en mevrouw Monica De Coninck, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3618/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3618/6)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers".

 

Het wetsvoorstel telt 23 artikelen.

La proposition de loi compte 23 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 23 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 23 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

30 Wetsvoorstel tot het strafbaar stellen van commerciële orgaanhandel en orgaantoerisme (3537/1-5)

30 Proposition de loi incriminant le commerce d’organes et le tourisme de transplantation (3537/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Valerie Van Peel, Yoleen Van Camp, Jan Vercammen, Vincent Van Peteghem.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Karin Jiroflée, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3537/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3537/5)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel betreffende de handel in menselijke organen en betreffende het niet-bestraffingbeginsel voor slachtoffers van mensenhandel".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi relative au trafic d'organes humains et relative au principe de non sanction des victimes de traite des êtres humains".

 

Het wetsvoorstel telt 18 artikelen.

La proposition de loi compte 18 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 18 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 18 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

31 Voorstel van resolutie betreffende de bestrijding van dragers van vectorziekten, en betreffende de preventie van en de controle op vectorziekten bij de mens, die oprukken door de klimaatverandering en de mondialisering (1981/1-5)

31 Proposition de résolution relative à la lutte antivectorielle, à la prévention et au contrôle des maladies à transmission vectorielle chez les humains en augmentation avec le changement climatique et la globalisation (1981/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Anne Dedry, Evita Willaert, Wouter De Vriendt, Marcel Cheron, Jean-Marc Nollet, Stefaan Van Hecke, Meyrem Almaci, Georges Gilkinet, Sarah Schlitz.

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85,4) (1981/5)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85,4) (1981/5)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

De heren Dirk Janssens en Daniel Senesael, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

31.01  Anne Dedry (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik kan heel kort zijn.

 

Wij zijn ons nog veel te weinig bewust van de vectorziekten. Men vroeg mij zelfs in de commissie wat dat precies betekent. Het gaat over de muggen en de teken, en het heeft te maken met de mondialisering en de klimaatverandering.

 

Er is nog een gebrek aan kennis over deze vectoren in ons land. Er is ook geen algemene registratie en geen meldingsplicht voor bepaalde vectorziekten. Er kan dus nog wel wat aandacht naartoe gaan.

 

Wij hebben de klimaatwet er niet doorgekregen, maar wij hebben in de COP21 wel het engagement aangegaan om iets te doen aan de klimaatproblemen en aan de klimaatopwarming.

 

In dat kader past ook deze resolutie, die heel eenvoudig vraagt om te onderzoeken welke bijkomende maatregelen er nodig zijn, ook inzake het grenstoezicht, en welke adviezen het Tropisch Instituut geeft om de bevolking beter te informeren. Verder vraagt ze ook om op het vlak van de reisgeneeskunde de risico's beter in te schatten.

 

Ik dank de collega's om dit Kamerbreed goed te keuren.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

32 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat bepaalde categorieën van werknemers betreft (3710/1-4)

32 Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en ce qui concerne certaines catégories de travailleurs (3710/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Katja Gabriëls, Sandrine De Crom, Nahima Lanjri, Franky Demon.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Alain Top, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3710/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3710/4)

 

Het wetsvoorstel telt 40 artikelen.

La proposition de loi compte 40 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 40 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 40 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

33 Wetsvoorstel houdende diverse financiële bepalingen (3624/1-5)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, teneinde het College van Censoren af te schaffen (2533/1-2)

33 Proposition de loi portant des dispositions financières diverses (3624/1-5)

- Proposition de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique en vue de supprimer le Collège des censeurs (2533/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3624: Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Benoît Piedboeuf, Gautier Calomne

- 2533: Veerle Wouters, Hendrik Vuye.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Peter Dedecker, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

33.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, l'élément principal est évidemment la réforme de la féminisation réclamée par tout le monde puisque, jusqu'à maintenant, il y avait une seule femme dans le tableau de bord de la Banque nationale. Il y a maintenant l'obligation d'en avoir un tiers, comme c'est le cas dans beaucoup d'autres législations. Nous sommes donc très heureux de voir cette modification arriver.

 

Il y a aussi une série de dispositions essen­tiellement techniques. L'une d'entre elles est vraiment importante et concerne les lanceurs d'alerte puisque la réforme vise à une non-discrimination dans les établissements financiers qui dépendent du contrôle de la Banque nationale. Désormais, chaque informateur qui communique des informations de bonne foi bénéficiera d'une protection contre les représailles. C'est évidemment très important.

 

Ce sont les deux éléments principaux de ce texte en faveur duquel, bien entendu, notre groupe votera.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3624/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3624/5)

 

Het wetsvoorstel telt 241 artikelen.

La proposition de loi compte 241 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 241 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 241 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

34 Inoverwegingneming van een voorstel

34 Prise en considération d'une proposition

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 april 2019, stel ik u voor het wetsvoorstel (mevrouw Kattrin Jadin) tot wijziging van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, nr. 3739/1, in overweging te nemen.

Verzonden naar de commissie voor Handels- en Economisch Recht

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 avril 2019, je vous propose de prendre en considération la proposition de loi (Mme Kattrin Jadin) modifiant la loi du 23 mars 2019 introduisant le Code des sociétés et des associations et portant des dispositions diverses, n° 3739/1.

Renvoi à la commission de Droit commercial et économique

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Wetsontwerpen en voorstellen (voortzetting)

Projets de loi et propositions (continuation)

 

35 Wetsvoorstel tot omzetting van de Richtlijn (EU) 2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (3653/1-5)

35 Proposition de loi transposant la directive (UE) 2017/1852 du conseil du 10 octobre 2017 concernant les mécanismes de règlement des différends fiscaux dans l'union européenne (3653/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Eric Van Rompuy, Griet Smaers, Benoît Piedboeuf.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, de heer Steven Vandeput, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

35.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, il s'agit de la transposition d'une directive importante, puisqu'une nouvelle procédure est établie pour régler les conflits fiscaux, notamment en matière de convention préventive de la double imposition. C'est un assouplissement qui ouvre beaucoup plus le champ à un recours de particuliers ou de PME. Nous ne pouvons que nous en réjouir.

 

Les personnes et entités concernées par un différend impliquant une double imposition pourront plus facilement faire valoir leurs droits et éviter qu'une charge fiscale disproportionnée leur soit appliquée.

 

Un autre point positif: pour les États membres, à partir du moment où elle est adoptée par tous les États, on arrive à une uniformisation des procédures. Cela évite les risques de divergences. C'est vraiment très positif. Il est important que les mécanismes de règlement des différends soient complets et efficaces. Cela garantit une sécurité juridique et un environnement favorable aux investissements. Nous voterons évidemment ce texte. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3653/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3653/5)

 

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "proposition de loi transposant la directive (UE) 2017/1852 du conseil du 10 octobre 2017 concernant les mécanismes de règlement des différends fiscaux dans l’Union européenne".

L’intitulé en français a été modifié par la commission en "proposition de loi transposant la directive (UE) 2017/1852 du conseil du 10 octobre 2017 concernant les mécanismes de règlement des différends fiscaux dans l’Union européenne".

 

Het wetsvoorstel telt 26 artikelen.

La proposition de loi compte 26 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 26 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 26 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

36 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde (3648/1-5)

36 Proposition de loi portant des dispositions diverses en matière de taxe sur la valeur ajoutée (3648/1-5)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Benoît Piedboeuf.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Benoît Piedboeuf, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3648/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3648/5)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde en tot wijziging van de belastingvermindering voor giften".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant des dispositions diverses en matière de taxe sur la valeur ajoutée et modifiant la réduction d’impôt pour libéralités".

 

Het wetsvoorstel telt 19 artikelen.

La proposition de loi compte 19 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 19 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 19 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

37 Wetsvoorstel houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I (3699/1-5)

37 Proposition de loi portant des dispositions fiscales diverses 2019-I (3699/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Luk Van Biesen, Dirk Van Mechelen, Eric Van Rompuy.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Peter Dedecker, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3699/5)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3699/5)

 

Het wetsvoorstel telt 50 artikelen.

La proposition de loi compte 50 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 50 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 50 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

38 Voorstel van resolutie met het verzoek aan het Rekenhof om de aanzienlijke vertragingen van de renovatiewerken van het station Gent-Sint-Pieters te onderzoeken (3611/1-3)

38 Proposition de résolution demandant à la Cour des comptes d'examiner les retards considérables pris par les travaux de rénovation de la gare de Gand-Saint-Pierre (3611/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Veli Yüksel, Karin Temmerman, Evita Willaert.

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85,4) (3611/1)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85,4) (3611/1)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

De heren Jean-Jacques Flahaux en Emmanuel Burton, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendenten ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaats­vinden.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

39 Wetsvoorstel tot wijziging van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wet betreffende de politie over het wegverkeer en tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering (3644/1-6)

39 Proposition de loi modifiant la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, et modifiant le Code d'instruction criminelle (3644/1-6)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Jean-Jacques Flahaux, Jef Van den Bergh, Nele Lijnen, Sandrine De Crom, Emmanuel Burton.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Gwenaëlle Grovonius, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3644/6)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3644/6)

 

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.

La proposition de loi compte 5 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

40 Voorstel van resolutie over het behoud van de treinbegeleiders op de NMBS-stellen (2606/1-3)

40 Proposition de résolution relative au maintien des accompagnateurs dans les trains de la SNCB (2606/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Laurent Devin, Gwenaëlle Grovonius, Karine Lalieux.

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (2606/1)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2606/1)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

Mevrouw Sandrine De Crom, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

40.01  Fabienne Winckel (PS): Monsieur le ministre, chers collègues, avant toute chose, je souhaite m'adresser à cette Assemblée, en tout cas à mes collègues qui ne soutiendront pas cette proposition de résolution. On peut entendre qu'ils estiment qu'adopter une telle résolution n'a pas de sens pour un gouvernement en affaires courantes en fin de législature, ou bien qu'il n'existe pas de menace immédiate quant à la présence des accompagnateurs dans les trains de la SNCB. À ceux-là, je tiens à rappeler que la portée symbolique et politique de cette résolution dépasse le contexte particulier dans lequel nous nous trouvons. En effet, en adoptant cette résolution, le Parlement envoie plusieurs messages clairs.

 

Tout d'abord, nous reconnaissons la qualité du travail des agents de la SNCB, dans un contexte particulièrement difficile avec la réforme des retraites, la responsabilité accrue découlant des sanctions administratives, l'insuffisance du personnel de Securail et de la Police des chemins de fer, la fermeture de certains guichets dans les gares, la réduction du personnel cumulée à une exigence d'augmentation de la productivité, etc.

 

Le personnel, à bord des trains de la SNCB, continue à fournir un travail reconnu et apprécié par les usagers de la SNCB. Ma collègue, Mme Grovonius, l'a d'ailleurs rappelé en commission. Le service à bord des trains se distingue à double titre dans la dernière enquête de satisfaction de la SNCB. En plus d'être le service de la SNCB le plus apprécié par les navetteurs, il est l'un des rares dont l'appréciation soit en hausse. Cet hommage est d'autant plus important qu'il s'inscrit malheureusement dans un contexte où les agressions contre ces travailleurs sont en augmentation.

 

Cette résolution envoie un autre message: nous défendons un service public de qualité. Nous ne voulons pas le service minimum, mais bien le service maximum pour nos concitoyens. Quiconque a déjà pris le train sait que l'accompagnateur de train est primordial pour offrir un service de qualité et un voyage sécurisé aux navetteurs. Il est le premier contact pour s'informer, et se trouve en première ligne en cas d'imprévu ou de problème. Sa présence n'est donc pas un luxe mais une condition nécessaire pour un service public digne de ce nom.

 

Chers collègues, je n'imagine pas que la majorité obtenue en commission soit remise en cause en séance plénière. Le personnel de nos entreprises publiques, trop malmené sous cette législature, mérite notre considération et notre reconnaissance. Je vous remercie pour votre attention.

 

De voorzitter: Zijn er andere collega's die het woord vragen? (Nee)

 

Mijnheer de minister, u krijgt het woord.

 

40.02  François Bellot, ministre: Monsieur le président, j'informe ma collègue que la SNCB a confirmé l'abandon définitif de l'analyse du projet relatif au "One Man Car". C'est une décision du conseil d'administration, prise il y a deux semaines. Il est donc définitivement mis fin à l'étude de ce projet qui avait été initié sous un gouvernement précédent. Quoi qu'il en soit, l'idée a été mise au frigo une fois pour toutes et les travaux qui en découlent sont interrompus.

 

Le président: Merci, monsieur le ministre.

 

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

41 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Federale Republiek Brazilië betreffende luchtdiensten, gedaan te Brussel op 4 oktober 2009 (3631/1-3)

41 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de la République fédérative du Brésil relatif aux services aériens, fait à Bruxelles le 4 octobre 2009 (3631/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Tim Vandenput, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3631/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3631/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

42 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Staat Qatar betreffende luchtvervoer, opgesteld te Brussel op 6 maart 2018 (3632/1-3)

42 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de l'État du Qatar relatif au transport aérien, fait à Bruxelles le 6 mars 2018 (3632/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3632/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3632/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

43 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Kaapverdië betreffende het luchtverkeer, gedaan te Brussel op 26 oktober 2017 (3633/1-3)

43 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de la République du Cap-Vert relatif au transport aérien, fait à Bruxelles le 26 octobre 2017 (3633/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3633/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3633/3)

 

Het opschrift werd in het Nederlands door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Kaapverdië betreffende luchtverkeer, opgesteld te Brussel op 26 oktober 2017".

L’intitulé en néerlandais a été modifié par la commission en "wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Kaapverdië betreffende luchtverkeer, opgesteld te Brussel op 26 oktober 2017".

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

44 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst betreffende het luchtvervoer tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Mali, gedaan te Bamako op 29 augustus 2017 (3634/1-3)

44 Projet de loi portant assentiment à l'Accord relatif au transport aérien entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de la République du Mali, fait à Bamako le 29 août 2017 (3634/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3634/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3634/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

45 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Ivoorkust betreffende het luchtvervoer, gedaan te Abidjan op 25 oktober 2017 (3635/1-3)

45 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le gouvernement du Royaume de Belgique et le gouvernement de la République de Côte d'Ivoire relatif au transport aérien, fait à Abidjan le 25 octobre 2017 (3635/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3635/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3635/3)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

46 Wetsontwerp houdende instemming met de wijziging van het Verdrag van 9 september 1996 inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI), aangenomen op 22 juni 2017 (3643/1-3)

46 Projet de loi portant assentiment à la modification de la Convention du 9 septembre 1996 relative à la collecte, au dépôt et à la réception des déchets survenant en navigation rhénane et intérieure (CDNI), adoptée le 22 juin 2017 (3643/1-3)

 

Zonder verslag

Sans rapport

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3643/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3643/1)

 

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

Le projet de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

47 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten (3515/1-14)

- Wetsvoorstel tot aanpassing van de wetgeving inzake tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld (1617/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat de rechtspleging voor het hof van assisen betreft (1710/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld (2903/1-2)

- Wetsvoorstel tot hervorming van de assisenprocedure en houdende wijziging van diverse bepalingen met betrekking tot strafrecht en strafvordering (3329/1-2)

47 Proposition de loi portant des dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes (3515/1-14)

- Proposition de loi adaptant la législation relative à l'interdiction temporaire de résidence en cas de violence domestique (1617/1-3)

- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne la procédure devant la cour d'assises (1710/1-2)

- Proposition de loi modifiant la législation relative à l'interdiction temporaire de résidence en cas de violence domestique (2903/1-2)

- Proposition de loi portant réforme de la procédure d'assises et modification de diverses dispositions relatives au droit pénal et à la procédure pénale (3329/1-2)

 

Algemene bespreking (hervatting)

Discussion générale (reprise)

 

De commissie heeft intussen vergaderd over de amendementen en de rapporteur, de heer Van Hecke, zal ons hierover nu mondeling verslag uitbrengen.

 

47.01  Stefaan Van Hecke, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, de commissie voor de Justitie heeft zich inderdaad opnieuw gebogen over de tekst en meer bepaald over de ingediende amendementen. Er zijn drie amendementen, die betrekking hebben op artikel 116 van het wetsvoorstel. De amendementen werden toegelicht door de indieners. De minister van Justitie heeft uitvoerig geantwoord en een toelichting gegeven bij de historiek van de wettekst. Hij heeft ook verwezen naar de internationale verplichtingen die ten grondslag liggen aan de voorgestelde wettekst.

 

Na de toelichting en de discussie werd overgegaan tot de stemming over de ingediende amendementen. Er werd eerst gestemd over het amendement van collega De Roover. Dat amendement haalde zeven stemmen voor, zeven tegen en één onthouding en werd dus verworpen.

 

Daarna werd overgegaan tot het amendement van de heer Maingain. Daar was één stem voor, vijf stemmen tegen en negen onthoudingen. Ook dat amendement werd niet aanvaard.

 

Tot slot werd overgegaan tot de stemming over het amendement van de heer Brotcorne. Ook dat werd niet aanvaard, met één stem voor, zeven stemmen tegen en zeven onthoudingen.

 

Er zijn dus geen wijzigingen aangebracht aan het wetsvoorstel, dat ongewijzigd terugkomt naar de plenaire vergadering.

 

De voorzitter: Collega Van Hecke, ik dank u voor het verslag.

 

Het woord is aan mevrouw De Wit.

 

47.02  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, er is al zoveel gesproken over de strafbaarstelling van de ontkenning van genocide dat we bijna zouden vergeten dat er in tekst nog heel wat andere bepalingen zitten, die ook bijzonder belangrijk zijn. Als u het mij toestaat, zou ik het daarover heel kort willen hebben.

 

Collega's, welke bepalingen bevat het wetsvoorstel? Het behelst heel wat bepalingen inzake strafrecht: van wijzigingen die evident en/of technisch zijn, tot reparatiebepalingen ten gevolge van rechtspraak en omzettingen van Europese of internationale regelgeving. Het gaat om aanpassingen die allemaal belangrijk zijn voor de werking en de praktijk van Justitie. Ik ben heel erg blij dat we de tekst nog kunnen goedkeuren, ook al is het op het einde van de legislatuur. Dat op de lange baan schuiven, zou onverantwoord zijn geweest.

 

We krijgen al eens het verwijt dat het voorstel er snel door wordt gejaagd, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de tekst van de voormalige Zweedse regering komt, dat het voorontwerp al was afgeklopt en aan de Raad van State voor advies werd voorgelegd. De tekst heeft dus al een heel traject doorlopen vooraleer hij nu ter bespreking komt in de Kamer als een wetsvoorstel dat werd ingediend na de val van de regering.

 

Zoals ik al zei, gaat het over kleine en grote bepalingen. Ik wil een aantal zaken kort aanhalen en andere iets meer toelichten. Het gaat over technische correcties aan de wet op de bijzondere opsporingsmethoden. Het gaat over een uitbreiding en actualisering van de techniek van het audiovisueel verhoor. Dat is in veel gevallen heel belangrijk, want de groep die zo kan worden verhoord, wordt ook uitgebreid. Er is ook de aanpassing aan de nieuwe gegevensdragers, want we zijn al een tijdje in de 21e eeuw aanbeland. Voor het snelrecht en de oproeping bij proces-verbaal worden kortere termijnen ingevoerd, zodat er een snellere reactie mogelijk is bij eenvoudige feiten. Dat zijn allemaal belangrijke punten.

 

Voor ons is het belangrijk dat een aantal wetsvoorstellen die wij als fractie eerder hadden ingediend, ook in het wetsvoorstel werden opgenomen. Dat gaat onder andere over het wetsvoorstel van collega Van Vaerenbergh, waardoor bij intrafamiliaal geweld het huisverbod beter kan worden gehandhaafd. Wanneer men een huisverbod krijgt en men dat niet naleeft, kan dat vanaf nu strafbaar zijn, waarop zelfs een aanhouding kan volgen.

 

Dat helpt natuurlijk wel, want tot nader order kan dat niet. Dat betekent dus dat een familiegeweldenaar tot nu eigenlijk gewoon weer thuis kan verblijven, ook als hij zijn huisverbod niet naleeft. Daar proberen we nu een mouw aan te passen. De spoedprocedure wordt ook de regel en de maximumtermijnen worden aangepast. Het is echt belangrijk om slachtoffers van intrafamiliaal geweld beter te kunnen beschermen.

 

Er zijn ook bepalingen inzake terrorisme. Ik heb gisteren nog in de krant gelezen dat de collega's Dewael en Somers vragen om terrorismemisdrijven strenger te bestraffen. Wel, zij worden bij dezen op hun wenken bediend, want in het wetsvoorstel dat vandaag voorligt en dat we morgen hopelijk goedkeuren, zetten wij enkele aanbevelingen van de aanslagencommissie om in regelgeving.

 

Er komen duidelijke regels voor de strafuitvoeringsrechtbanken wanneer zij bijvoor­beeld iemand de toelating willen geven om naar het buitenland te reizen. Een aantal terroristische misdrijven wordt nader omschreven en het toepassingsgebied wordt verscherpt. Er worden ook verzwarende omstandigheden toegevoegd, zodat er zwaardere straffen kunnen worden opgelegd.

 

Voorts zijn er ook twee nieuwe strafbaarstellingen. Eigenlijk zijn het er nog meer, want we voeren internationale regelgeving in onze wetgeving in. Ook al stonden we daar al heel ver, wij hebben de tekst nog aangevuld: voortaan wordt zichzelf opleiden om een aanslag te plegen ook strafbaar, evenals het nemen van beslissingen in het kader van activiteiten van een terroristische groep. Dat maakt dus dat wij een tussencategorie creëren waar hogere strafmaten tegenover staan.

 

Dat alles maakt uiteindelijk een strengere bestraffing mogelijk. Aan de collega's van Open Vld die daarover gisteren in de media een communicatie hebben gedaan, wil ik dus zeggen: at your service. Dat is in orde.

 

Een volgende belangrijke maatregel zijn de opsporingsmethoden voor voortvluchtigen. Dat is eigenlijk een groot manco in ons recht. Politiediensten beschikken vandaag over heel weinig bevoegdheden en middelen om voortvluchtigen op te sporen. We hebben in het halfrond eerder al het SUO goedgekeurd, het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek. Dat is mogelijk voor veroordeelden die hun vermogenssancties proberen te ontlopen. Men kan dan onderzoeksmaatregelen nemen om na te gaan waar zij hun centjes en middelen verstopt hebben, zodat de vermogenssancties kunnen worden uitgevoerd.

 

Voor wie zichzelf echter onttrekt aan een straf en voortvluchtig is, heeft de politie eigenlijk geen middelen. Dat proberen we nu op te lossen door de politiediensten toe te laten een aantal opsporingsmethodes te hanteren, namelijk de telefoontap, de huiszoeking, de observatie en de infiltratie, methodes die ook in het kader van een opsporingsonderzoek mogelijk zijn. Dat gebeurt evident allemaal in een kader met de nodige checks and balances, met machtiging van een onderzoeksrechter. Dat is evident, maar dat manco wordt bij dezen dan ook rechtgezet.

 

Ik kom nu bij de efficiëntere aanpak van fiscale fraude: ook aan de una via inzake fiscale misdrijven doen wij een reparatie. Er was een gedeeltelijke vernietiging na een arrest van het Grondwettelijk Hof en er moest een aanpassing gebeuren aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie. Wat nieuw is, is dat er één procedure komt voor de strafrechter waarbij de fiscus ook partij wordt, wat dus wil zeggen dat een beslissing van de strafrechter meteen ook een uitvoerbare titel geeft aan de belastingadministratie om betalingen van de belastingschuld te verkrijgen. Uiteraard wordt rekening gehouden met het vermijden van dubbele bestraffing: als er al administratieve sancties getroffen zijn, moet daarmee rekening worden gehouden. Door echter een una-viaoverleg te organiseren tussen het OM, de administratie en desgevallend de politie, en door één eenduidige procedure voor de strafrechter, proberen wij een efficiëntere aanpak te organiseren van de fiscale fraude en zo ook de samenwerking tussen het gerecht en de fiscus te optimaliseren.

 

Ik wil graag een vijfde punt aanhalen, met name de procedure voor het hof van assisen. Er zijn liefhebbers en tegenstanders van assisen: you love it or you hate it. Niemand kan er echter omheen, ook de liefhebbers niet, dat het een archaïsche procedure is die niet alleen veel tijd maar ook veel middelen in beslag neemt, niet alleen financiële middelen maar ook personeelsmiddelen van de rechtbanken, personeel dat tijdens een lange periode niet kan worden ingezet voor andere zaken en zittingen.

 

Wat proberen wij te doen met dit voorstel? Eerder in de legislatuur hebben wij geprobeerd om via een nog uitgebreidere correctionalisering zoveel mogelijk zaken aan assisen te onttrekken en ze voor een correctionele rechtbank te laten brengen. Daarover is er ondertussen een arrest geveld, waardoor assisen opnieuw veel meer aan de orde zal zijn, maar dan lijkt het ons niet meer dan logisch dat wij proberen de assisenprocedure te vereenvoudigen, te versoepelen en minder archaïsch te maken. Wij hebben hierover een heel uitgebreid debat gevoerd in de commissie voor de Justitie, omdat ook daar de nodige checks-and-balances heel belangrijk zijn en blijven. Wij hebben daarover ook hoorzittingen georganiseerd in de commissie en op basis van voorstellen die daar zijn gedaan door mensen die dagelijks assisen doen, hadden wij een aantal insteken om aanpassingen door te voeren. Wij gaan er dan ook van uit dat die aanpassingen gedragen worden omdat zij ons zijn aangereikt door mensen uit de praktijk. Op die manier proberen wij het assisenproces vlotter te laten verlopen.

 

Dit zijn allemaal belangrijke aspecten.

 

Er is echter nog één ding dat ik wil aanhalen en waarbij de jurist in mij naar boven komt. Daarnet hebben wij in de commissie het debat gevoerd over negationisme en genocide. Net als u allemaal heb ik mails gekregen over de Armeense kwestie en de ongerustheid die daarover bestaat. Dit aspect werd daarnet reeds door collega De Roover aangehaald en ik zal het dan ook niet herhalen.

 

Wij werden hierover ook gecontacteerd door heel wat journalisten en historici. Ook zij maken zich zorgen. Zij vragen zich af of zij nog wel historisch onderzoek kunnen doen. Zij vragen zich af of zij zich nog wel een kritisch opiniestuk kunnen veroorloven. Zij vragen zich af hoe ver zij kunnen gaan en of er aan hun vrije meningsuiting wordt geraakt.

 

Ik wil het volgende toch graag in het verslag zien, want ik vind dit belangrijk. Als men de bedoeling van de wetgever te weten wil komen, gaat men de parlementaire handelingen bekijken. Het gaat daarbij over vergaderingen als deze.

 

Als de bepaling niet uit de wet wordt gehaald, en dit is daarnet niet gebeurd in de commissie, is het toch belangrijk dat ik een aantal zaken verduidelijk. De Armeense kwestie werd door mijn collega behandeld. Over de bezorgdheid van journalisten en historici – zij vragen zich af hoe ver zij in hun onderzoek kunnen gaan, want er moet nog zoveel onderzocht en bekeken worden – wil ik duidelijk stellen dat deze bepaling in een aantal misdrijfelementen voorziet. Een aantal van deze elementen zijn toch wel cruciaal.

 

Aan de ene kant is er het aspect van de internationale erkenning. Dit is belangrijk voor de discussie over de Armeense genocide. Anderzijds is er ook een bijzonder element nodig. Wij schrijven de strafbaarstelling van negationisme in in de wet ter bestrijding van racisme en xenofobie. Dit wil zeggen dat de strafbare feiten een bijzonder opzet moeten hebben, met andere woorden, men moet de intentie hebben om mensen aan te zetten tot geweld of discriminatie.

 

Ik kan mij niet inbeelden dat een journalist die een kritisch stuk wil schrijven, over welke genocide ook, in het voordeel van deze of gene partij, of een historicus, die wil onderzoeken waarover het gaat en daardoor misschien dingen aanboort die nog nooit aan bod zijn gekomen maar die een ander licht kunnen werpen op heel de kwestie, daarbij de bedoeling zou hebben om aan te zetten tot geweld of discriminatie. Aan dit element moet altijd voldaan zijn opdat een feit strafbaar zou zijn.

 

Het is dus niet de bedoeling om historici, onderzoekers en journalisten die een opiniestuk willen schrijven of die een kritische mening willen uiten, strafbaar te stellen voor hun mening of positionering. Voor onze fractie is de vrije meningsuiting bijzonder belangrijk, zonder meer. Een mening is een vrije mening en moet dat altijd zijn, ook al wordt een mening soms als verwerpelijk beschouwd. Een heel belangrijke grens is echter de aanzet tot geweld, discriminatie of nog veel meer, want in dat geval gaat het niet meer over vrije meningsuiting. In het nu voorliggend wetsvoorstel is er op dat vlak in een juridische waarborg voorzien. Voor het verslag wil ik dat heel duidelijk aangeven, want voor mij als juriste is dat heel belangrijk, los van de discussie over een ander element die we in de commissie hebben gevoerd.

 

Mijnheer de voorzitter, de discussie over de ontkenning van genocide is erg belangrijk, maar daarnaast vind ik het van belang dat ook andere elementen wat aandacht hebben gekregen. Om die reden heb ik enkele elementen aangehaald die ondergesneeuwd dreigden te geraken. Op die manier denk ik dat er in deze legislatuur op de valreep nog enkele steentjes zijn verlegd, belangrijke steentjes als u het mij vraagt.

 

Ik wil de commissieleden bedanken voor hun inzet op het einde van deze legislatuur, waardoor een en ander mogelijk geworden is. Op bepaalde momenten was het debat stevig, vooral met mevrouw Onkelinx, maar het debat ging altijd over de inhoud, en daar houd ik wel van. Op die manier werk ik wel graag; zo hebben we in de commissie altijd al gewerkt. Dat we dat tot het laatste ogenblik konden doen, apprecieer ik wel. Ik vind dat een mooie traditie en ik spreek dan ook de wens uit dat de leden die in de volgende legislatuur in de commissie voor de Justitie terechtkomen die traditie van inhoudelijk werk in ere houden.

 

Collega's, ik wil u bedanken voor de samenwerking. Na het inhoudelijk debat hoop ik dat morgen bij de stemming ook de goedkeuring kan plaatsvinden, ook van bepalingen die vandaag misschien de media niet halen, maar die voor onze fractie en naar mijn mening ook voor het terrein heel erg belangrijk zijn.

 

47.03  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, je veux d'abord dire à Mme De Wit que j'ai toujours apprécié la manière dont elle travaille et la façon dont elle défend ses dossiers sur le fond, avec une connaissance aiguë de la justice. Coup de chapeau à vous, chère collègue!

 

Pour revenir à la proposition, je veux d'abord exprimer un regret. Le groupe socialiste a profité de cette proposition pour revenir avec sa demande de dépénalisation totale de l'avortement en réaffirmant que celui-ci est une question d'ordre médical et non pénal. Nous n'avons malheureusement pas été suivis. Un amendement a été déposé et l'est de nouveau en séance plénière.

 

En revanche, pour ce qui concerne l'euthanasie, je me réjouis de ce qu'une solution commune ait pu être construite. La déclaration d'euthanasie avait une durée limitée à cinq ans. Cette durée sera très largement prolongée. Elle pourra même être illimitée. Il convient néanmoins de souligner un point très important: il sera régulièrement demandé à la personne concernée d'infirmer ou de confirmer sa déclaration. Cela va sûrement aider énormément de personnes. J'en suis persuadée.

 

Il nous reste une petite difficulté. Elle justifie le dépôt d'un amendement que j'ai déjà évoqué tout à l'heure. Dans la proposition de loi, nous avons prévu que, par arrêté royal, le ministre doit préciser aux personnes qui déclarent leur volonté d'euthanasie les modalités de la communication. C'est une bonne chose. Nous avons également prévu comme délai pour le faire l'année 2020.  

 

Mais si cet arrêté royal n'est pas pris, non seulement la communication n'est pas organisée, mais tout le système que nous avons négocié tombe à l'eau. Telle n'était nullement la volonté des membres de la commission.

 

C'est pourquoi nous avons déposé un amendement précisant que cet arrêté royal doit être pris pour 2020 et que si cela ne devait pas se réaliser, cela n'impliquera pas la fin de l'ensemble du système que nous avons négocié.

 

J'espère que chaque groupe pourra retenir cet amendement qui est conforme aux mesures que nous avons négociées ensemble.

 

47.04  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ook ik zal mijn uiteenzetting kort houden en het niet over het volledig wetsvoorstel hebben. Mevrouw Onkelinx heeft er al op gealludeerd en wij hebben het er daarstraks samen al over gehad.

 

Ik wil terzijde even opmerken dat het fijne aan de commissie voor de Justitie was dat er ook inhoudelijke discussies konden worden gevoerd. Soms ging het er wel hard aan toe, maar dergelijke discussies zijn belangrijk.

 

Op de voorliggende wetgeving zijn inderdaad amendementen en aanpassingen gekomen. Dat was, om te beginnen, rond abortus, waarbij wij er geen voorstander van waren om de wijzigingen ter zake op te nemen, zeker niet op zo'n snelle manier.

 

Over euthanasie zijn wij wel tot een akkoord gekomen op grond van de twee soorten van mogelijke verklaringen. Enerzijds is er een geregistreerde verklaring, die vandaag voor vijf jaar geldig is en waarvoor men naar het gemeentehuis stapt. In de toekomst zal betrokkene kunnen bepalen hoelang de verklaring geldig is. Dat kan voor een jaar, voor vijf jaar of zonder datum zijn. Anderzijds is er de verklaring die niet via de gemeente wordt ingediend. Daarvoor geldt de termijn van vijf jaar tot tien jaar. Die termijn blijft behouden.

 

Wij hebben er heel sterk aan gehouden ook de informatie in het hele euthanasieverhaal mee te nemen. Ik hoor bij onze gemeentediensten en in verhalen van mensen dat men effectief vergeet. Ofwel is men bang dat de termijn verstreken zal zijn en denkt men dat men nog eens naar het gemeentehuis moet. Ofwel weet men niet altijd meer of men ze al dan niet heeft ingediend. Dat is realiteit. Ik weet dat bepaalde mensen beweren dat het niet wordt vergeten, maar dat blijkt wel het geval te zijn. Daarom is het belangrijk dat die informatie er komt. Daarom hebben wij gezegd dat het koninklijk besluit ter zake er moest komen. Voor ons moest het ook duidelijk zijn dat een en ander niet wordt uitgesteld. Daarom is die datum opgenomen, opdat men effectief uitvoering zou geven aan deze wet.

 

Ik twijfel er niet aan dat de minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid, die vandaag de bevoegde ministers zijn, op een vrij snelle manier het koninklijk besluit kunnen nemen. Dat is wat wij willen en belangrijk vinden. Het is immers ook belangrijk dat tegelijk met de verlenging van de maatregel ook het koninklijk besluit inzake de informatie kan worden genomen.

 

Mevrouw Onkelinx, ik begrijp dat u zich afvraagt wat er gebeurt indien een en ander niet wordt uitgevoerd. Door een hier goedgekeurde wet niet in het Belgisch Staatsblad te publiceren, durven ministers soms de uitvoering van wetgeving te rekken, wat net hetzelfde is.

 

Namens mijn partij maak ik mij sterk dat wij er alles aan zullen doen om de wetgeving effectief te doen uitvoeren en de informatie mee te laten opnemen.

 

Ik ga ervan uit dat ook Open Vld, die nu de minister bevoegd voor Volksgezondheid levert, niet van plan is om dat niet uit te voeren. Ik denk dat wij dat allemaal wel weten en dat dit een belangrijk gegeven is in het geheel van voorliggende amendementen.

 

47.05  Véronique Caprasse (DéFI): Monsieur le président, nous avons également introduit un amendement dans le sens où nous trouvons préférable de supprimer la durée de validité de la déclaration anticipée dès lors que la déclaration peut à tout moment être retirée ou modifiée. En effet, la déclaration anticipée pour demander l'euthanasie n'est valable que cinq ans, à charge pour le malade de la renouveler, ce qui est impossible pour des patients qui souffrent d'une dégénérescence cérébrale avancée ou qui souffrent entre-temps d'une inconscience irréversible. En prolongeant le délai de validité de la déclaration anticipée de cinq à dix ans, la proposition de loi ne répond donc pas au problème que représente son renouvellement.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3515/10)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3515/10)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek".

L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi portant des dispositions diverses en matière pénale et en matière de cultes, et modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l’euthanasie et le Code pénal social".

 

Het wetsvoorstel telt 200 artikelen.

La proposition de loi compte 200 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 6

  • 85 – Christian Brotcorne (3515/13)

  • 75 – Véronique Waterschoot cs (3515/13)

Art. 61

  • 76 – Véronique Waterschoot cs (3515/13)

Art. 121

  • 73 –Olivier Maingain (3515/11)

Art. 200

  • 77 – Laurette Onkelinx (3515/13)

Art. 201(n)

  • 78 – Özlem Özen cs (3515/13)

Art. 202(n)

  • 79 – Özlem Özen cs (3515/13)

Art. 203(n)

  • 80 – Özlem Özen cs (3515/13)

Art. 204(n)

  • 81 – Özlem Özen cs (3515/13)

Art. 205(n)

  • 82 – Özlem Özen cs (3515/13)

Art. 206(n)

  • 83 – Özlem Özen cs (3515/13)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en artikelen 6, 61, 121 en 200.

Réservés: les amendements et les articles 6, 61, 121 et 200.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 5, 7 tot 60, 62 tot 119 en 122 tot 199.

Adoptés article par article: les articles 1 à 5, 7 à 60, 62 à 119 et 122 à 199.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

48 Wetsvoorstel tot oprichting van een Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens (3670/1-11)

48 Proposition de loi portant création d'un Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits de l'Homme (3670/1-11)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Sonja Becq, Raf Terwingen, Vincent Van Peteghem, Els Van Hoof, Richard Miller, Damien Thiéry, Georges Dallemagne.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

48.01  Véronique Waterschoot, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, votre commission des Relations extérieures a examiné cette importante proposition en première lecture, le 27 mars dernier.

 

M. Vincent Van Peteghem, coauteur du texte, a souligné tout d'abord que la création d'un Institut fédéral des droits de l'homme a pour objectif de compléter le paysage belge des organisations indépendantes de protection et de promotion des droits de l'homme. Il est ainsi également apporté une réponse partielle aux engagements internationaux de la Belgique de mettre sur pied une telle institution.

 

La proposition vise au développement par phases d'un tel organe. Dans un premier temps, un Institut fédéral sera créé, mais ce n'est que dans un deuxième temps que son champ d'action devrait être étendu et devenir ainsi interfédéral. Dans ce cas, son organisation pourrait être adaptée par le biais d'un élargissement de la composition du conseil d'administration. Il conviendrait alors évidemment de recalculer le cadre du personnel sur le plan budgétaire ainsi que d'en répartir le financement en fonction de l'ampleur des compétences à exercer.

 

La proposition prévoit que l'Institut soit doté d'un conseil d'administration pluraliste, la volonté étant qu'il soit représentatif de notre société.

 

En cas d'interfédéralisation, la proposition de loi prévoit la création d'un conseil de concertation qui serait calqué sur le modèle de l'actuelle plate-forme de concertation commune, instituée en 2015 et recoupant les instances chargées totalement ou partiellement de veiller au respect des droits de l'homme dans notre pays.

 

Les prérogatives de l'Institut, lequel dispose d'une compétence générale et résiduaire, porteront sur les questions d'ordre strictement fédéral qui ne sont pas traitées par les organismes sectoriels précités.

 

Dans l'optique de favoriser le développement d'une politique globale des droits fondamentaux, l'Institut remplira - par le biais du conseil de concertation susnommé - un rôle de concertation entre les organismes sectoriels de protection et de promotion des droits de l'homme.

 

Enfin, la proposition prévoit que dans les six mois de sa désignation, le conseil d'administration procédera au recrutement du personnel nécessaire au fonctionnement effectif de l'Institut, ce qui illustre la volonté des auteurs de la proposition de le mettre rapidement à pied d'œuvre.

 

Lors de la discussion, le ministre Didier Reynders a d'abord fait observer que l'Institut sera uniquement compétent au niveau fédéral mais que l'objectif est qu'il puisse coopérer également avec les Régions et les Communautés.

 

Pour sa part, le ministre Koen Geens a souligné qu'il serait nécessaire de conclure un accord de coopération interfédéral et reconnu que l'exercice ne serait pas facile. M. Geens relève également que l'avis de l'Inspection des finances a été rendu sur ce texte et qu'il est à la disposition des membres de la commission.

 

Pour le groupe socialiste, M. Olivier Henry souligne que la défense des droits humains, dans ses très nombreuses facettes, est une priorité. Il est donc favorable à la création de l'Institut national des droits humains en tant que coupole chapeautant les diverses institutions indépendantes qui existent: Unia, Myria et l'Institut pour l'égalité entre les femmes et les hommes.

 

M. Henry relève en outre que ce point, la création de l'Institut, figurait dans l'accord de gouvernement de 2014, mais n'avait pas pu être concrétisé. Il déplore, alors qu'il y avait une législature entière pour traiter ce thème, que cet Institut interfédéral n'ait pas pu voir le jour au préalable. Cela étant, il se veut constructif pour avancer sur cette matière, mais nous fait part de certaines réserves et inquiétudes.

 

Tout d'abord, l'Institut aura-t-il les moyens humains, budgétaires et juridiques nécessaires à l'accomplissement de ses missions? M. Henry regrette ensuite que l'Institut ne se concentre que sur les questions de compétence fédérale alors qu'il y aurait tant à faire à tous les niveaux de pouvoir. Il rappelle que la Belgique est clairement pointée du doigt sur cette question, tant par l'ONU que par le Conseil de l'Europe, et souligne que le pays n'est pas exemplaire.

 

Face à ces différentes questions que sont la problématique des minorités nationales, la situation dans les prisons, notamment pour les personnes atteintes de troubles psychiatriques, ou encore la politique en matière d'accueil et d'accès au droit d'asile ainsi que l'inacceptable enfermement des enfants, un institut uniquement compétent au niveau fédéral semble insuffisant.

 

Il en veut d'ailleurs pour preuve l'absence de ratification par la Belgique de la Convention-cadre sur la protection des minorités.

 

M. Georges Dallemagne, pour le cdH, indique que cela fait longtemps que la Belgique s'est engagée à créer un Institut des droits de l'homme qui doit combler les lacunes qui subsistent en la matière. Le député sollicite des exemples concrets de la manière dont l'institut pourra intervenir.

 

Il s'interroge également. Qui a été consulté durant la préparation de ce texte? Qui le sera lors de sa mise en œuvre? Pourquoi les Régions et les Communautés n'ont-elles pas ou pas davantage été associées? Le député estime qu'il est encore possible, lors de cette première lecture, d'être plus ambitieux.

 

Enfin, il pose une question importante. Cette création d'institut permettra-t-elle d'accélérer la ratification de la Convention-cadre pour la protection des minorités par la Belgique?

 

Pour la N-VA, Mme Rita Bellens s'est félicitée de pouvoir disposer de l'avis de l'Inspection des Finances. Elle fait observer qu'en principe, la N-VA n'est pas opposée à la création d'un mécanisme national de protection des droits de l'homme, ce point figurant d'ailleurs dans la déclaration gouvernementale. Cependant, l'intervenante craint qu'à terme, les compétences fédérales soient élargies aux compétences relevant des Régions et Communautés. On crée ici la possibilité pour un institut fédéral de rendre un avis en matière d'enseignement et de qualité du logement notamment.

 

Pour mon groupe, j'ai considéré que la proposition de loi à l'examen était très importante, qu'elle arrivait très tard et qu'elle n'était pas parfaite mais qu'elle avait le mérite d'exister. Nous allons donc soutenir cette proposition. L'idée de tels instituts apparaît déjà il y a bien longtemps, en 1946. Elle a été réaffirmée en 1991 dans les Principes de Paris. Par l'adoption de ce texte, la Belgique deviendra le 24ème État membre de l'Union européenne à disposer d'un tel institut.

 

C'est presque trop tard mais il n'est pas trop tard. En effet, notre pays, malgré les organismes sectoriels déjà existants, malgré la candidature du ministre au Conseil de l'Europe, ne brille pas sur la scène des droits humains. Quelques exemples l'illustrent: les condamnations de la CEDH pour l'enfermement des enfants, les menaces sur la liberté de filmer, les violences policières, la pauvreté galopante, le racisme grandissant et enfin, le traité relatif aux entreprises et droits humains pour lequel un encouragement du gouvernement serait opportun.

 

Dans le même ordre d'idées, cette proposition de loi aurait, me semble-t-il, dû être mieux concertée avec la société civile, les associations et les ONG actives en la matière sur notre territoire.

 

En effet, le dialogue transversal indiqué comme étant une des missions de l'Institut doit commencer en aval de sa constitution.

 

Pour ce qui concerne ce rôle de coupole de l'Institut qui, à mon sens, est tout à fait fondamental même s'il est uniquement fédéral, différents éléments peuvent être déplorés: l'Institut ne dispose pas des compétences juridiques permettant une défense adéquate des droits humains des citoyens individuels au moyen d'un mécanisme de traitement des plaintes. Il ne dispose pas non plus d'une compétence pour ester en justice. Il ne peut pas agir dans les compétences couvertes par des organismes sectoriels fédéraux, ce qui n'est pas conforme au caractère transversal, pourtant affirmé dans le texte, des missions et de la problématique des droits humains.

 

J'ai eu l'opportunité de partager mon souci concernant les lanceurs d'alertes car l'Institut est notamment habilité à recevoir des dénonciations de lanceurs d'alertes, conformément à la directive européenne en préparation. Les lanceurs d'alertes seront-ils dans ce cas protégés lors de la transmission d'une information à l'Institut? Une sécurité juridique doit être garantie aux lanceurs d'alertes qui s'adresseront à l'Institut.

 

Enfin, j'ai pu souligner que les développements mentionnent la défense des droits climatiques et environnementaux qui constituent également des droits fondamentaux.

 

Pour le groupe de l'Open Vld, M. Tim Vandenput a observé qu'il était positif, comme prévu dans l'accord de gouvernement, de voir cet institut créé mais que la proposition n'était pas parfaite car elle ne concernait que le niveau fédéral. Il se demandait également s'il était encore possible d'y intégrer certaines organisations comme le Collège des médiateurs fédéraux, l'Institut pour l'Égalité des femmes et des hommes, la Commission nationale pour les droits de l'enfant, Unia et Myria et le Service de lutte contre la pauvreté.

 

M. Olivier De Schutter, expert, a eu l'opportunité de confirmer que plusieurs experts ont assisté le ministre dans la rédaction du texte à l'examen. Il a précisé que l'Institut serait responsable de matières qui ne sont traitées par aucune institution comme la liberté d'expression et d'association, un certain nombre de droits économiques, sociaux et culturels qui n'ont pas encore reçu une attention suffisante.

 

La Belgique ne dispose pas non plus d'une institution indépendante qui assure le suivi et le respect des obligations internationales de notre pays. Par exemple, il convient d'assurer le suivi de la Review périodique du Conseil des droits de l'homme, des recommandations adressées à la Belgique par les organes des Nations Unies.

 

Un avantage supplémentaire de l'Institut est, pour M. De Schutter, la possibilité d'intervenir devant le Conseil d'État et la Cour constitutionnelle en vue d'ester en justice dans le cadre du contentieux objectif, pour faire constater des violations des droits fondamentaux dans les actes normatifs édictés par le pouvoir législatif et le pouvoir exécutif.

 

Lors des discussions, Mme Bellens a souligné que la création d'une nouvelle institution lui posait problème. Elle se demandait s'il était indispensable de créer un nouvel institut et s'il n'était pas possible de fusionner une série d'institutions actuelles. Elle a confirmé que le groupe N-VA soutient l'idée de défendre les principes de Paris, mais elle ne peut accepter qu'un institut soit habilité à ester en justice.

 

Enfin, lors des discussions et des votes des articles, différents amendements ont été présentés, discutés et adoptés ou rejetés. Je me concentrerai sur les principaux lors de la première et de la seconde lecture. Tout d'abord, M. Henry a présenté un premier amendement visant à remplacer l'intitulé de la proposition: "les droits de l'homme" est dès lors remplacé par "les droits humains", ce qui était important. Cet amendement a été adopté par 8 voix et 1 abstention.

 

Lors de la première lecture, concernant les missions de l'Institut, j'ai présenté un amendement n° 7 visant à protéger les lanceurs d'alerte qui s'adresseraient à l'Institut. M. le ministre Reynders a confirmé que la formulation du texte était aussi large que possible et qu'il prévoyait que toutes les personnes seraient entendues, y compris les lanceurs d'alerte. Il était donc superflu de revenir sur ce point.

 

Lors de la seconde lecture du texte en commission le 12 avril 2019, différents amendements ont été présentés et adoptés. À l'article 3, qui décrit l'objet de l'Institut, j'ai présenté un amendement n° 14 soulignant qu'il convenait, au sein de l'objet de l'Institut, de prévoir la dynamique de dialogue et de coopération entre l'Institut, les organes fédéraux et entités fédérées ainsi que les ONG et les organisations de la société civile, et d'évaluer régulièrement cette coordination. L'amendement a été adopté par 9 voix contre 3.

 

Au niveau des missions de l'Institut, précisées à l'article 5, un amendement similaire, intégrant dans les missions la collaboration avec les autres organisations sectorielles, a également été adopté par 9 voix contre 3.

 

Un des amendements les plus importants que nous avons pu apporter concerne l'article 6. J'ai déposé un amendement n° 13 et un amendement n° 24, qui visent à ce que l'Institut puisse non seulement ester devant le Conseil d'État et la Cour constitutionnelle, mais également devant toute juridiction, conformément à l'article 17 du Code judiciaire que nous avons récemment adopté.

 

À partir du moment où, conformément à l'article 17 du Code judiciaire, l'Institut agirait pour la défense de l'intérêt collectif et non pour la défense d'un intérêt individuel, il pourrait se voir reconnaître cette compétence sans que cela ne doive nécessairement s'accompagner d'une compétence de traitement des plaintes individuelles. Cet amendement a également été adopté.

 

J'ai déposé un amendement à l'article 20 visant à préciser qu'il convenait que l'Institut dispose d'une dotation suffisante pour pouvoir exercer ses missions dès son installation, ce indépendamment d'une éventuelle mutualisation des services et d'infrastructures entre l'Institut et les organismes sectoriels de protection, à savoir Myria, Unia et l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes. Cet avis faisait suite à une remarque de l'Inspection des finances. L'amendement a été adopté par 5 voix contre 3, ce dont il faut se féliciter.

 

M. Dallemagne a déposé un amendement n° 21 visant à accorder à Unia la compétence de traiter les discriminations fondées sur la langue car, lors de la discussion en première lecture, la question de la compétence de l'Institut en matière de discriminations linguistiques n'avait pas été clairement tranchée. Cette compétence  aurait pu être conférée audit institut, à condition que ce dernier puisse se saisir des plaintes individuelles. Comme cette possibilité ne lui a pas été conférée dans le cadre de la proposition, l'amendement n° 21 proposait d'accorder cette compétence à Unia.

 

Pour le PS, Mme Lalieux a souligné que l'on ne sait toujours pas aujourd'hui quelle est l'institution compétente en matière de discriminations fondées sur la langue.

 

Le ministre Koen Geens a précisé qu'il ne soutiendrait pas les deux amendements car on ne peut pas modifier la mission de Unia sans modifier un accord de coopération, ce qui implique un accord avec les entités fédérées. Il a toutefois rappelé que pour ce qui concerne les discriminations fondées sur la langue, il peut être fait appel aux instruments et aux voies de recours en vigueur. La loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre certaines formes de discrimination ou la réglementation générale sur la responsabilité civile peuvent ainsi être invoquées devant les cours et tribunaux. 

 

M. Dallemagne a déploré encore une fois que l'Institut ne puisse recevoir des plaintes individuelles. L'amendement a finalement été rejeté par 8 voix contre 4.

 

J'en termine en abordant l'article 22. Á cet article, j'ai déposé l'amendement n° 19 qui prévoit que le paiement de la dotation de l'Institut sera effectué au plus tard cinq mois après l'entrée en vigueur de la présente loi. Les moyens seront ainsi disponibles à temps afin de permettre à l'Institut de réaliser ses missions sans délai. L'amendement a été adopté par 9 voix contre 3.

 

L'ensemble de la proposition telle que modifiée a été adopté par 9 voix contre 3.

 

Le président: Merci, madame Waterschoot, pour ce rapport exhaustif.

 

48.02  Rita Bellens (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, in verband met onderhavig wetsvoorstel wordt gesteld dat voor of tegen eigenlijk een keuze is tussen meer of minder bescherming van mensenrechten. Dat is natuurlijk onzin. Stemmen voor of tegen het wetsvoorstel is eigenlijk een keuze tussen een wildgroei aan instituten of het stroomlijnen van een aantal instellingen, tussen postjes en efficiëntie. Op de valreep wordt nog snel een nieuw instituut opgericht, met een kostprijs van bijna 600 000 euro voor volgend jaar én twaalf bijkomende directiezitjes. Wat een gemiste kans!

 

Voormalig staatssecretaris Demir heeft in de regering het voorstel gedaan om het bestaande federale Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen bevoegd te maken, zodat dat het federale mensenrechtenmechanisme zou kunnen invullen. Dat is een keuze voor minder instellingen en meer bevoegdheden en een oefening in efficiëntie en transparantie. Met het voorliggend voorstel kiest de ontslagnemende regering voor een gemakkelijkheidsoplossing, waarbij zij nog maar iets extra opricht zonder de bestaande janboel met een overschot aan instituten en raden te hervormen.

 

Wie beweert dat de N-VA tegen mensenrechten is en het nationale mechanisme tegen wil houden, is schromelijk verkeerd. De lijn die wij altijd hebben aangehouden, is die van investeren in oplossingen, maar niet in nieuwe structuren. Niet alleen is het voorstel budgettair en organisatorisch oninteressant, het maakt het ook enorm onduidelijk voor de burger, die niet meer zal weten waar hij terechtkan.

 

Bovendien is het bij gebrek aan een overkoepelend systeem onduidelijk wat de hiërarchie van de normen is. In het geval van één instelling kon men intern afwegen welk belang voorgaat op een ander, bijvoorbeeld wanneer religieuze rechten tegenover vrouwenrechten staan, en aan welke rechten het meeste belang wordt gehecht. Dat wordt nu niet duidelijk gemaakt.

 

Het zal enkel leiden tot discussies.

 

En wat als de verschillende instituten onderling met elkaar botsen? Wat als Unia botst met het nieuwe instituut, collega's? Dat zal enkel extra juridische lacunes creëren.

 

Met het haastwerk hebt u zich een prijzig verkiezingscadeautje gegeven. Onze fractie blijft ervan overtuigd dat de oprichting van het federaal instituut de eerbiediging van de mensenrechten in ons land meer kwaad dan goed doet. Het is absoluut geen verbetering. Vandaar dat onze stem een duidelijke neen is.

 

48.03  Véronique Caprasse (DéFI): Monsieur le président, depuis 2010, nous plaidons pour la création d'une institution fédérale indépendante de promotion et de protection des droits de l'homme. Cette institution, qui doit être conforme aux Principes de Paris, répond en effet aux recommandations adressées à la Belgique par le Comité des droits économiques, sociaux et culturels des Nations Unies en janvier 2008. Le Comité y regrettait déjà que la Belgique ne compte aucune institution nationale indépendante de défense des droits de l'homme. Cette recommandation a ensuite été reformulée par le Comité contre la torture des Nations Unies dans ses observations finales présentées à la Belgique en novembre 2008, mais aussi lors de ses récents examens périodiques universels.

 

Je suis donc heureuse de voir l'Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits de l'homme sortir de terre, du moins sur papier. Ses missions auraient pu être encore davantage précisées, raison pour laquelle je dépose plusieurs amendements, mais je suis satisfaite de voir que l'on confère à l'Institut la faculté de donner des avis au gouvernement, à sa demande ou de sa propre initiative, ou encore d'assurer le suivi de la mise en oeuvre, par les autorités, de leurs obligations internationales.

 

Il n'en demeure pas moins que ce texte reste insuffisant, en ce que, contrairement à ce qu'affirme l'exposé des motifs, l'Institut, tel qu'actuellement prévu, ne permet pas d'assurer une couverture totale des droits fondamentaux.

 

La proposition de loi est en effet source d'insécurité juridique en ce qui concerne la discrimination linguistique. Je m'en explique. L'Institut constitue une institution coupole des organismes sectoriels de protection et de promotion des droits humains déjà existants.

 

Pour le surplus, elle pourra prendre en charge des droits fondamentaux qui ne sont pas pris en charge par ces organismes. L'exposé des motifs cite ainsi les droits économiques, sociaux et culturels, la liberté de réunion et d'association, la liberté de conscience et de religion, la liberté d'expression, mais pas la liberté linguistique. Cette liberté est pourtant consacrée à l'article 30 de notre Constitution.

 

De plus, Unia est compétent pour connaître tous les types de discrimination, sauf celle basée sur la langue. Une discrimination parmi les discriminations, que la Commission d’évaluation de la législation fédérale relative à la lutte contre les discriminations, mandatée par Mme Elke Sleurs et présidée par Mme Françoise Tulkens, a pointée du doigt.

 

Nous défendons donc, comme le demande cette commission, l'élargissement des compétences d'Unia aux discriminations basées sur la langue. C'est la seule manière d'offrir aux victimes un vrai mécanisme de prise en charge.

 

Vous me répondrez sans doute qu'un accord de coopération prévoira le caractère interfédéral de l'Institut et donc les questions relatives aux compétences régionales et communautaires. Mais qui croit un seul instant à la faisabilité de cet accord de coopération?

 

En commission, les initiatives évoquées par le ministre Reynders pour favoriser la conclusion d'un tel accord n'ont jamais été précisées.

 

Comme le soulignait en 2007, M. Olivier de Schutter, expert belge auprès du Réseau européen des experts juridiques en matière de non-discrimination, la structure fédérale belge complique les processus de mise en œuvre des instruments internationaux.

 

La conclusion de cet accord de coopération est d'autant plus incertaine qu'elle dépend de l'accord de toutes les entités fédérées. Or, pour reprendre les déclarations de la N-VA en commission, l'accord sera nécessairement bloqué si ce parti était reconduit au gouvernement flamand. La N-VA ne reconnaît pas à l'Institut sa capacité d'ester en justice et se refuse à reconnaître ses compétences sur des matières que ce parti n'estime pas nécessaires. La N-VA n'a évidemment jamais précisé quelles sont les matières les plus nécessaires. Il faudrait peut-être lui rappeler que ce ne sont pas seulement les francophones de Flandre qui sont victimes de discriminations linguistiques, mais aussi les germanophones et néerlandophones de Bruxelles, ainsi que toutes les minorités.

 

Pour rappel, Unia reçoit plus de 135 signalements par an et sa frustration est grande de ne pouvoir les traiter. Vous me répondrez que l'Institut est aussi compétent pour les droits non pris en charge par les organismes sectoriels indépendants tels que Unia. Ce raisonnement ne tient pas non plus puisque ces droits ne seront pas protégés par un mécanisme de traitement des plaintes ou une possibilité d'ester en justice.

 

Nous sommes donc à nouveau loin du caractère transversal des droits humains tel que promis dans l'exposé des motifs et, surtout, tel qu'exigé par les Nations Unies. Nous sommes également loin du champ des compétences précis et clairement énoncé dans un texte législatif, comme sollicité par l'ONU dans les Principes de Paris.

 

Je dépose donc des amendements qui donneront force utile à ce nouvel Institut fédéral des droits humains. À défaut, mon groupe s'abstiendra pour dénoncer un texte qui ne permet pas une prise en compte de tous les droits humains et de toutes les personnes qui s'en verraient privées. But que nous nous devrions pourtant tous de poursuivre.

 

48.04 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, ik wil mijn bijzondere appreciatie uitdrukken dat wij onderhavig voorstel in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen hebben kunnen goedkeuren vóór het einde van de legislatuur. Ik ben daarvoor heel dankbaar.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3670/10)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3670/10)

 

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in “proposition de loi portant création d'un Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits humains".

L’intitulé en français a été modifié par la commission en “proposition de loi portant création d'un Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits humains".

 

Het wetsvoorstel telt 22 artikelen.

La proposition de loi compte 22 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 5

  • 25 – Olivier Maingain cs (3670/11)

  • 27 – Olivier Maingain cs (3670/11)

Art. 6

  • 28 – Olivier Maingain cs (3670/11)

  • 26 – Olivier Maingain cs (3670/11)

Art. 8

  • 29 – Olivier Maingain cs (3670/11)

Art. 8/1(n)

  • 30 – Olivier Maingain cs (3670/11)

*  *  *  *  *

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de amendementen en artikelen 5, 6 en 8.

Réservés: les amendements et les articles 5, 6 et 8.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 4, 7 en 9 tot 22.

Adoptés article par article: les articles 1 à 4, 7 et 9 à 22.

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

49 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart, gedaan te Londen op 14 oktober 2005 (3660/1-3)

49 Projet de loi portant assentiment au Protocole de 2005 relatif à la Convention pour la répression d'actes illicites contre la sécurité de la navigation maritime, fait à Londres le 14 octobre 2005 (3660/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

M. Jean-Jacques Flahaux, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3660/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3660/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

50 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat, gedaan te Londen op 14 oktober 2005 (3663/1-3)

50 Projet de loi portant assentiment au Protocole de 2005 relatif au Protocole pour la répression d'actes illicites contre la sécurité des plates-formes fixes situées sur le plateau continental, fait à Londres le 14 octobre 2005 (3663/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw An Capoen, rapporteur, verwijst naar het schriftelijke verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3663/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3663/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

51 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 september 2013 betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden (3492/1-4)

- Wetsvoorstel tot uitbreiding van de melding van een veronderstelde integriteitsschending tot de geïntegreerde politie (2115/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 september 2013 betreffende de melding van een veronderstelde integriteitsschending in de federale administratieve overheden door haar personeelsleden (2324/1-2)

- Wetsvoorstel betreffende de melding van veronderstelde integriteitsschending door leden van de geïntegreerde politie (2355/1-2)

51 Proposition de loi modifiant la loi du 15 septembre 2013 relative à la dénonciation d'une atteinte suspectée à l'intégrité au sein d'une autorité administrative fédérale par un membre de son personnel (3492/1-4)

- Proposition de loi étendant la dénonciation d'une atteinte suspectée à l'intégrité à la police intégrée (2115/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 15 septembre 2013 relative à la dénonciation d'une atteinte suspectée à l'intégrité au sein d'une autorité administrative fédérale par un membre de son personnel (2324/1-2)

- Proposition de loi relative à la dénonciation d'une atteinte suspectée à l'intégrité par les membres de la police intégrée (2355/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 3492: Steven Vandeput, Koenraad Degroote

- 2115: Koenraad Degroote, Christoph D'Haese, Koen Metsu, Brecht Vermeulen

- 2324: Nawal Ben Hamou, Laurette Onkelinx, Eric Thiébaut

- 2355: Alain Top.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Katja Gabriëls, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3492/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3492/4)

 

Het wetsvoorstel telt 21 artikelen.

La proposition de loi compte 21 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 21 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 21 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Collega's, zoals gebruikelijk bij lange vergaderingen, zijn we gebonden door technische beperkingen en zullen we nu 20 minuten schorsen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 24 avril 2019 à 19 h 20.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 24 april 2019 om 19.20 uur.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.58 uur.

La séance est levée à 18 h 58.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 282 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 282 bijlage.

 

 

 


  


ELEKTRONISCHE TELLING

 

COMPTAGE ÉLECTRONIQUE

 

 

 

Elektronische telling – Comptage électronique: 001

 

 

Oui        

055

Ja