Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 24 mei 2018 Namiddag ______ |
du Jeudi 24 mai 2018 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij
worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag
van deze vergadering opgenomen.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Kris Peeters,
Maggie De Block.
Philippe
Blanchart, Maya Detiège, Raoul Hedebouw, Vanessa Matz, Eric Van Rompuy, Evita
Willaert, gezondheidsredenen / raisons de santé;
Katja Gabriëls,
zwangerschapsverlof / congé de maternité;
Gwenaëlle
Grovonius, met zending / en mission;
Georges
Dallemagne, NAVO / OTAN.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Charles Michel,
met zending buitenslands (brexit) / en mission à l'étranger (Brexit);
Johan Van
Overtveldt, Eurogroep-Ecofin / Eurogroupe-Ecofin.
Collega's, ik heb zopas een telefoontje gekregen van collega Dirk Van Mechelen, die mij het overlijden heeft gemeld van ex-collega Jacky Buchmann, die velen van ons gekend hebben. Wij zullen hem later op gepaste wijze huldigen.
Vous aurez également remarqué que nous avons fait distribuer sur les bancs la version anglaise de la brochure relative aux activités de la commission d'enquête Attentats terroristes.
Zoals u weet, is dat iets wat wij hebben gemaakt op verzoek van vele buitenlandse gasten die vragen naar een Engelstalig verslag van de werkzaamheden van de commissie voorgezeten door de heer Dewael.
02 Admission, vérification des pouvoirs et
prestation de serment
02 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de M. Eric Massin, démissionnaire en date du 3 mai 2018.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om de heer Eric Massin, die op 3 mei 2018 ontslag nam, te vervangen.
Le suppléant appelé à le remplacer est M. Olivier Henry, premier suppléant de la circonscription électorale du Hainaut.
De opvolger die hem zal vervangen is de heer Olivier Henry, eerste opvolger voor de kieskring Henegouwen.
Les pouvoirs de M. Olivier Henry ont été validés en notre séance du 19 juin 2014.
De geloofsbrieven van de heer Olivier Henry werden tijdens onze vergadering van 19 juni 2014 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Olivier Henry de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Olivier Henry de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Olivier Henry prête le serment constitutionnel en français et en néerlandais.
De heer Olivier Henry legt de grondwettelijke eed af in het Frans en in het Nederlands.
(Applaudissements)
(Applaus)
M. Olivier Henry fera partie du groupe linguistique français.
De heer Olivier Henry zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 23 mei 2018, stel ik u voor:
- volgend punt weg te laten: het wetsontwerp tot wijziging van het Wetboek van strafvordering met het oog op het invoeren van de bijzondere opsporingsmethode burgerinfiltratie, nrs 2940/1 tot 8;
- op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
• het wetsvoorstel (de heer Brecht Vermeulen) tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, nrs 2475/1 tot 11;
• het wetsvoorstel (de heren Peter De Roover, Ahmed Laaouej, David Clarinval, Servais Verherstraeten en Patrick Dewael, mevrouw Meryame Kitir, de heer Jean-Marc Nollet en mevrouw Catherine Fonck) tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, nrs 3104/1 tot 4;
• een adviesaanvraag aan de Hoge Raad voor de Justitie.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 23 mai 2018, je vous propose:
- de supprimer le point suivant: le projet de
loi modifiant le Code d'Instruction criminelle en vue d'introduire la méthode
particulière de recherche d'infiltration civile, nos 2940/1 à 8 ;
- d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:
• la proposition de loi (M. Brecht Vermeulen) modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football, nos 2475/1 à 11;
• la proposition de loi (MM. Peter De Roover, Ahmed Laaouej, David Clarinval, Servais Verherstraeten et Patrick Dewael, Mme Meryame Kitir, M. Jean-Marc Nollet et Mme Catherine Fonck) modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l’Autorité de protection des données, nos 3104/1 à 4;
• une demande d’avis au Conseil supérieur de la Justice.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
- mevrouw Griet Smaers aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "het landenrapport België van de Europese Commissie" (nr. P2865)
- de heer Egbert Lachaert aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "het landenrapport België van de Europese Commissie" (nr. P2866)
- Mme Griet Smaers au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le rapport par pays établi par la Commission européenne concernant la Belgique" (n° P2865)
- M. Egbert Lachaert au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le rapport par pays établi par la Commission européenne concernant la Belgique" (n° P2866)
04.01 Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, collega's, gisteren maakte de Europese Commissie haar landenrapport over onze begrotingssituatie bekend, steeds een moment om naar uit te kijken, want daarna beginnen hier in het Parlement immers ook de begrotingsbesprekingen over de begrotingscontrole.
Wij weten ondertussen al een aantal jaar dat de Europese Commissie kritisch kan zijn en terecht kritisch moet zijn over de begrotingssituatie van onze lidstaten. Ook voor België is de Europese Commissie vandaag opnieuw terecht heel kritisch.
Wij kennen ondertussen een aantal aandachtspunten voor onze begrotingssituatie.
Ten eerste, wij moeten aan de daling van onze staatsschuld voortwerken.
Ten tweede, onze uitgaven moeten onder controle worden gehouden.
Ten derde, de gemaakte afspraken over de te behalen inkomsten en saneringen van de regering moeten worden gehaald. Denk maar aan de redesign van de overheid of aan de kaaimantaks.
Ten vierde, ook zijn de effecten van onze fiscale hervormingen, zoals de hervorming van de vennootschapsbelasting en de taxshift, voor de begroting nog onzeker.
De CD&V-fractie vraagt dat de regering in de komende maanden alsnog werkt aan het met Europa vastgelegde begrotingspad naar dat begrotingsevenwicht, dat tijdens de huidige legislatuur is losgelaten en naar 2020 is uitgesteld. Wij vragen dan ook dat de komende maanden de nodige maatregelen worden getroffen.
Terecht – en ik steun dit ook volmondig – heeft de huidige regering sinds haar aantreden op een sterke groei- en hervormingsagenda ingezet. Dat loont immers. Wij merken dat er tijdens de huidige legislatuur 260 000 extra jobs zijn bijgekomen. Wij hebben ook gewerkt aan de stijging van onze concurrentiekracht, een heel belangrijke uitdaging voor de huidige federale regering. Ook is de koopkracht van de mensen, zeker voor de categorie van de laagste lonen, toegenomen.
Wij merken dus dat de groei- en hervormingsagenda zeker loont.
Mijnheer de minister, ik zou u willen vragen om de komende maanden zeker op de groeiagenda verder in te zetten. Gisteren vernamen wij immers van KBC dat wanneer er een bijstelling van de economische groei zou dreigen – er is sprake van een bijstelling naar beneden met 0,3 % –, dit een gigantisch effect op de begrotingsinspanningen zal hebben.
Mijnheer de voorzitter, ik wil er nog kort op wijzen dat in het landenrapport van de Europese Commissie ook wordt ingezet op het doen dalen van de prijzen in de retail en in de supermarkten, op het nog meer versterken van de concurrentiekracht en op het werken aan de arbeidskrapte. Er dreigt immers arbeidskrapte en er moeten nog altijd bijkomende inspanningen voor enkele kansengroepen worden geleverd.
Mijnheer de minister, daarom heb ik de volgende vragen voor u.
Hoe evalueren u en de regering het landenrapport van de Europese Commissie?
Welke bijkomende inspanningen onder uw belangrijke bevoegdheden inzake Werk en Economie ziet u om de groeimotor te versterken?
04.02 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vicepremier, collega's, gisteren hebben wij, zoals ieder jaar, het landenrapport gekregen. Het was zeker niet allemaal kommer en kwel, want wij kregen lof voor de hervormingen op het vlak van pensioenen, de arbeidsmarkt en de gezondheidszorg.
Mijnheer de minister, ik weet dat het ook voor uw achterban en zeker voor de vakbondsvleugel niet altijd eenvoudig was om alles te aanvaarden wat de jongste jaren door de liberaal geïnspireerde partijen naar voren is geschoven, maar het leverde wel op.
Beste collega's uit de oppositie, het leverde op voor iedereen, niet alleen voor de happy few. De taxshift is de grootste belastingverlaging voor de laagste lonen in jaren. Iedereen in de regering zou die moeten verdedigen, en de oppositie eigenlijk ook, als de meest sociale belastinghervorming sinds jaren die wij doorgevoerd hebben. Het levert op, want het aantal jobs en vacatures stijgt en de werkloosheid daalt. Dat levert ook een aardige besparing op in het departement Werk, want op conto van de RVA moeten er veel minder uitkeringen betaald worden.
Tegen 2020 is er toch nog een grote inspanning nodig om tot een begrotingsevenwicht te komen. Iedereen zal daartoe een tand moeten bijsteken, over alle overheden heen. In ons land zijn alle overheden samen immers nog steeds 4 % duurder dan de Nederlandse overheid om dezelfde taken uit te voeren. Wij moeten er dus allen aan werken om de overheid efficiënter te maken en om in de eigen organisatie de redesign door te voeren.
Ook op het gebied van werk staan er nog taken open. Waals minister-president Borsus gaf vandaag nog eens duidelijk aan dat de werkzaamheidsgraad in België gemiddeld nog altijd 10 % lager ligt dan in Nederland. Ook op dat vlak is er dus werk aan de winkel over alle overheden heen, ook op het federaal niveau.
Verschillende maatregelen uit het federaal regeerakkoord zijn vandaag nog niet uitgevoerd. De brugpensioenhervorming werd afgevlakt op vraag van het sociaal overleg. Ik vermeld ook de spanning tussen loon en anciënniteit, waarvan wetenschappelijk is bewezen dat die ertoe leidt dat er minder ouderen aan de slag zijn op onze arbeidsmarkt.
Mijnheer de minister, wij staan voor belangrijke gemeenteraadsverkiezingen. Toch wil ik u vragen om, samen met de andere regeringsleden, uw agenda daardoor niet te laten bepalen.
Mijnheer de minister, welke mogelijkheden ziet u om de hervormingen verder door te zetten, in antwoord op de kritiek van Europa? Wat bent u, samen met uw collega's in de federale regering, van plan?
04.03 Minister Kris Peeters: Ik zal iets zeggen wat voor uw achterban zeer goed zal zijn, mijnheer Lachaert, ook voor mijn achterban trouwens, die waarschijnlijk dezelfde is.
Ten eerste, de Commissie heeft, zoals mevrouw Smaers opmerkte, nog niet zolang geleden verklaard dat zij voor 2018 een groei van 1,8 % verwacht, terwijl die in 2019 naar 1,7 % zou zakken. De Nationale Bank bevestigt dat. Het VBO heeft zelfs voorspeld dat er voor 2018 een groei zou zijn van 2 %. Of het VBO iets te optimistisch is, laat ik even in het midden. Hoe dan ook, zitten wij met die groeicijfers goed.
KBC heeft onlangs gezegd dat de groei misschien zou dalen naar 1,6 %, omdat, aldus KBC, het internationaal klimaat wat zou kunnen verslechteren en de groei dus voor alle landen misschien neerwaarts zou moeten worden aangepast. Ik hoop dat men zich vergist en dat het internationaal handelsklimaat ondanks de verzwakking positief blijft.
Ik kom tot een belangrijk punt dat ik hier al eens gemaakt heb: groei is heel belangrijk, maar de arbeidsintensiteit van de groei is nog belangrijker. Op dat vlak scoren wij zeer goed. Wij behoren daarin tot de besten van Europa. Onze groei is wat ze is. Wij hebben in het verleden al discussies gehad over het feit dat anderen een hogere groei hebben, maar de arbeidsintensiteit van onze groei is zeer belangrijk en die zit goed. Wij noteren voor een economische groei van 1 % een jobcreatie van 1,1 %. Vroeger was er een economische groei van 3,5 % nodig voor hetzelfde aantal gecreëerde jobs.
Ten tweede, en hiermee kom ik tot de essentie, pleit ik voor een groeiagenda, de volgende weken en maanden, tot mei 2019, wanneer deze legislatuur afloopt.
In die groeiagenda moeten een aantal punten worden aangepakt. Mevrouw Smaers verwees terecht naar de concurrentiebelemmering. We hebben de inflatie in de dienstensector onderzocht. Op dat vlak werden beslissingen genomen, zeker in de telecomsector, door minister De Croo. Er is ook het Prijzenobservatiorium. Wij hebben met de distributie samen gezeten om een aantal handicaps weg te werken, in het bijzonder de territoriale leveringsbeperkingen. Wij zullen daarover verder gesprekken voeren op het niveau van de Benelux en Europa.
Ten tweede moeten we zo snel mogelijk komaf maken met de knelpunten en de werkzaamheidsparadox. Mijnheer Lachaert, u hebt gelijk. Uw collega heeft dat vorige week ook al gezegd. België heeft een werkzaamheidsgraad van 68,5 %. Wij moeten boven de 73 % geraken. Tegelijk kunnen wij talrijke openstaande vacatures niet inlossen, inzonderheid voor knelpuntberoepen. Die paradox moeten wij zo snel mogelijk oplossen.
Ik heb vorige week zelf de Groep van Tien een brief geschreven met de vraag daarin een initiatief te nemen. Wij hebben het er met de eerste minister over gehad om dat volgende week ook te bespreken op het Overlegcomité met de deelstaten. Naast de door u aangehaalde initiatieven zijn er nog heel wat in uitwerking, die heel wat energie vragen. Willen wij de paradox van de te lage werkzaamheidsgraad versus de openstaande vacatures de wereld uithelpen, dan moeten wij ons bezinnen over de vragen hoe wij vormingsfondsen inzetten, welke maatregelen wij kunnen nemen in verband met de risicogroepen en de startersjobs, welke fiscale incentives wij kunnen nemen, waarvoor Wallonië pleit, en welke positieve acties in het kader van de antidiscriminatiewet van 2007 wij op het getouw kunnen zetten.
Ten slotte is er het investeringspact, goed voor 60 miljard extra investeringen, waarin de eerste minister al heel wat energie heeft gestoken. Ik ga ervan uit dat we met de meerderheid en de oppositie daarin nog stappen voorwaarts kunnen zetten. Dat zijn elementen van de groeiagenda, waaraan we resoluut verder moeten werken.
04.04 Griet Smaers (CD&V): Mijnheer de vicepremier, dank u voor uw antwoord. Ons land heeft zeker groei nodig. Ik juich het dus toe dat u het laatste jaar van de legislatuur nog bijkomend inzet op de groeiagenda, opdat de groeimotor niet verzwakt.
U hebt een aantal punten aangehaald, zoals de arbeidskrapte en de noodzaak om kansengroepen bijkomend te activeren. Ik vind het belangrijk om de inflatie en de te hoge prijzen, die naar beneden moeten, aan te pakken. Ik wil u nogmaals aanmoedigen om het laatste jaar nuttig te gebruiken voor de begroting en de groeiagenda. De regering heeft exact nog een jaar. Laten we de tijd nuttig gebruiken.
04.05 Egbert Lachaert (Open Vld): Ik kan mevrouw Smaers slechts bijtreden: we moeten het komende jaar zeer nuttig gebruiken. Niet alleen moeten wij in de campagne van deur tot deur gaan; wij moeten ook hier blijven voortwerken.
U mag op onze fractie rekenen om voorstellen te blijven formuleren voor de arbeidsmarkt. Onze arbeidsmarkt blijft in een internationale context op diverse vlakken wel redelijk star, wat het niet eenvoudig maakt om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in de samenleving, zoals digitalisering of nieuwe jobs. Er is een echte mismatch tussen de krapte op de arbeidsmarkt en het overtal aan werknemers die hun job dreigen te verliezen of geen job hebben.
U verwijst zeer terecht naar vorming, maar wij moeten werkgevers daarbij echt kunnen betrekken, zodat zij hun personeel zelf bijscholen, los van enige vormingsverplichting.
Ik geef u het voorbeeld van een voorstel dat ik heb gedaan. Volgens mij willen werkgevers zelf bijkomend investeren om werknemers op te leiden voor knelpuntberoepen als zij er zeker van zijn dat dat personeelslid een tijd bij hen blijft werken. Ik pleit voor een hervorming op dat vlak.
U mag hoe dan ook op mij rekenen. Ik zal de komende tijd met mijn fractie nog heel wat hervormingen op tafel leggen. Wij hopen dat bij de begrotingsbesprekingen een extra cartouche kan worden geleverd om tijdens het laatste jaar van de regeerperiode de koers in schoonheid af te werken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "zijn standpunt over het onderzoek naar de kosten van migratie" (nr. P2867)
05 Question de Mme Veerle Wouters au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "sa position concernant l'étude sur le coût de la migration" (n° P2867)
05.01 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de vicepremier, we vernamen via de media dat u nogal sceptisch bent over de studie om de kosten van de migratie te berekenen. Dat geldt trouwens ook voor uw voorzitter Wouter Beke. U bent echter vicepremier en uw mening is dus zeer belangrijk. Als uw mening dan ook nog afwijkt van die van de andere regeringsleden, dan is ze des te interessanter.
Mijnheer de vicepremier, u weet dat niet alles in dit landje homogeen gesplitst is. Dat betekent dat er heel wat bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij de deelstaten liggen. Als gewezen minister-president zult u dat alleen kunnen beamen.
Vindt u dat ook het falend integratiebeleid meegenomen moet worden in deze studie? Als we het aantal allochtonen bekijken dat hier aan het werk is, dan is onze score bij de laagste van gans Europa. Kijken we naar de vertegenwoordiging van allochtonen in het hoger onderwijs, dan scoren we ook daar ondermaats.
Problemen zijn er echter vooral op federaal niveau. Mijn vraag is dan wat we allemaal in rekening zullen brengen. Wat zou daar volgens u allemaal in moeten staan, mijnheer de minister?
Er is zoiets als de legale instroom. We zitten met een gezinshereniging van niet-EU-burgers van 14 000 personen per jaar.
Kijken we naar het migratiebeleid? Nemen we het migratiebeleid van de regering-Michel ook onder de loep? We zitten immers met een influx die 7 % hoger is.
Kijken we tevens naar het uitwijzingsbeleid? Neemt u dat ook mee in uw berekeningen? Wil u dat dit aspect er ook in opgenomen wordt? Slechts 20 % van de uitwijzingsbevelen wordt immers ook effectief uitgevoerd.
Verder zijn er nog de illegalen. Daarbij kunnen we echter wel de conclusie trekken dat die kosten heel moeilijk te berekenen zullen zijn.
Ik meen dat sommige van uw collega's die kostprijs al kennen. We zien immers dat een aantal van hen in Marrakech een akkoord hebben gesloten om de legale migratie tussen Europa en West- en Midden-Afrika te bevorderen.
Mijnheer de minister, wat is uw standpunt over die studie? Ben u voor of tegen? Acht u ze nuttig? Beschouwt u dit soms gewoon als een stunt van een van uw coalitiepartners?
05.02 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Wouters, algemeen moet een beleid gestaafd zijn door objectief feitenmateriaal. Niemand zal dat tegenspreken. Weten is meten. Dat men ook in belangrijke, gevoelige dossiers…
(…): (…)
05.03 Minister Kris Peeters: U kunt dat ook omdraaien, als u dat graag hebt. Beide zijn goed, maar dat is niet de essentie van mijn uiteenzetting.
In dit dossier heeft mijn collega, minister Van Overtveldt, op 5 april een brief gericht aan de Nationale Bank met de vraag om een aantal zaken te onderzoeken. Ik werd daarvan vorige week, samen met een aantal andere collega's, in kennis gesteld.
Er werd om een heel omvattend onderzoek gevraagd rond gezinshereniging, asiel, regularisatie, studie, arbeid enzovoort.
Er mogen studies worden gemaakt, zeker door de Nationale Bank, maar eerst rijst de vraag of er al studies bestaan die al een en ander hebben becijferd. Of zijn daaromtrent al studies aan de gang?
Wat dat laatste betreft, de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid is er omtrent de arbeidsmarkt en integratie al volop mee bezig. Bovendien werden er in 2016 al interessante studies geleverd door de Nationale Bank en andere instanties, zelfs op hoger niveau.
Volgens de informatie waarover ik beschik, heeft de Nationale Bank op die brief geantwoord dat het niet zo evident is om dat allemaal te onderzoeken. Als ze alles zo gedetailleerd moet bekijken, dan moet er rekening worden gehouden met de Privacycommissie en bovendien is de databank van de Nationale Bank niet zo volledig dat zij dat allemaal kan aanleveren.
Er moet nu worden bekeken welke elementen van die studie wij onderzoeken. Ik heb mijn collega Van Overtveldt gevraagd of wij dat niet verder samen kunnen bekijken, zeker wat de arbeidsmarkt en een aantal andere domeinen betreft, vooraleer een opdracht wordt gegeven aan de Nationale Bank. Hij vroeg immers ook naar een uitsplitsing per regio, dus heel gedetailleerd.
Dat zal gebeuren. De vraag is welke relevante informatie wij nog nodig hebben voor het beleid en welke relevante informatie de Nationale Bank kan aanleveren.
Ik ga ervan uit dat de resultaten van die studie worden gebruikt voor het beleid en voor niets anders.
05.04 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…)
05.05 Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Zo te horen komt die studie er toch, mijnheer Calvo, na nog enkele berekeningen van de minister van Werk, zo vernam ik net.
Meten is weten, mijnheer de minister. Ik ben blij dat te horen, want wij vinden zo'n studie wel heel nuttig, maar het belangrijkste is natuurlijk de daarbij gehanteerde methodologie. U hebt daarover terecht een aantal opmerkingen gemaakt. Het is ook heel belangrijk dat de bevolking achteraf perfect geïnformeerd wordt over de resultaten van die studie, want zij heeft recht op informatie. Die informatie krijgt de bevolking niet altijd. Op dit ogenblik krijgt ze vaak complete desinformatie.
Goed nieuws tiert welig en komt volop in de media en op Twitter. De uitwijzing van illegale criminelen komt volop in het nieuws. Dat nieuws klopt, want in 2017 werden er 283 uitgewezen. Chapeau! Wat men echter niet ziet, zijn de cijfers in het kader van de gezinshereniging van niet-EU-burgers of de totale influx, namelijk 135 000 personen per jaar. Ik heb het dan nog niet over illegalen. Ik ga akkoord met u, mijnheer de minister, als u zegt dat meten weten is. Het is heel belangrijk dat daarbij alles in rekening wordt gebracht en aan de bevolking wordt voorgelegd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de reacties van een regeringslid over de mogelijke mislukking van de effectentaks" (nr. P2868)
06 Question de Mme Meryame Kitir au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les réactions d'un membre du gouvernement concernant l'éventuel échec de la taxe sur les comptes-titres" (n° P2868)
06.01 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de minister, u maakt deel uit van een regering die heel hard is voor de kwetsbaren en die zeer zacht is voor de rijken. Dat is gisteren nog eens opnieuw gebleken met het nieuws over de effectentaks. Als men een half miljoen euro op zijn rekening heeft staan, moet men daarvoor ocharme 0,15 % taks betalen. U hebt daar, samen met uw partij, hard voor gestreden, omdat u vond dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, want ondertussen hebben de mensen de ene na de andere belastingverhoging moeten betalen en hebben zij de ene na de andere besparing moeten voelen.
Wat blijkt nu met de effectentaks? De rijken hebben hun grote aandelen weggenomen van hun effectenrekening en omgezet in aandelen op naam. Dat hebben zij gedaan omdat zij dan de taks niet hoeven te betalen. De conclusie, mijnheer de minister, is dat de effectentaks, waarop u zo trots was, een trofee van CD&V, totaal geen effect zal hebben.
Een gewaarschuwd man is er twee waard, maar u kunt niet zeggen dat u niet gewaarschuwd was. De Raad van State heeft tot tweemaal toe gezegd dat u geen effectentaks doorvoert als u dat achterpoortje niet sluit. Wij hadden daartoe een amendement ingediend. Wij hebben u gesteund in uw verhaal, op voorwaarde dat de meerderheid de achterpoortjes zou sluiten. U hebt ons weggelachen en het amendement weggestemd.
Vorig jaar na het Zomerakkoord tweette u heel trots: "Alle achterpoortjes zijn dichtgetimmerd." Vandaag blijkt iets anders. Wat is uw reactie daarop?
De effectentaks zou 254 miljoen moeten opbrengen, maar hoe zult u ervoor zorgen dat die inkomsten toch worden gehaald als iedereen de taks ontloopt?
06.02 Minister Kris Peeters: Mevrouw Kitir, ik ga ervan uit dat uw vraag gebaseerd is op een artikel dat verschenen is in een kwaliteitskrant. Zoals alle kranten die door mensen worden gemaakt, kan ook die krant soms onvolledige informatie verschaffen. Wat men in het artikel immers niet heeft meegegeven, is dat de wet voorziet in een bijzondere antimisbruikbepaling waardoor de omzetting van effectenrekeningen naar aandelen op naam vanaf 9 december 2017 ook wordt belast aan 0,15 %, weliswaar eenmalig. Daarnaast zullen – want men spreekt van rijke Belgische families – alle namen bekend zijn bij Financiën.
Het is onder meer naar aanleiding van de discussie dat wij deze antirechtsmisbruikmaatregel hebben ingevoerd en men zal die taks dus moeten betalen. Men moet ook goed weten dat de fiscus de namen van de betrokkenen zal hebben.
Het is belangrijk dat de administratie van Financiën dit van zeer nabij opvolgt. Zij moet ervoor zorgen dat de antirechtsmisbruikmaatregel wordt uitgevoerd en dat de betrokkenen de taks betalen. Ik heb van collega Van Overtveldt de garantie gekregen dat de administratie voldoende inspanningen zal doen om dit in de praktijk te realiseren.
Wat de opbrengst betreft, collega Kitir, weet u wat wij hebben ingeschreven in de begroting. Ik ga ervan uit dat er alles aan gedaan wordt deze opbrengst te behalen. Ik vind het nu voorbarig te zeggen dat wij die opbrengst niet zullen behalen, waarbij dan verwezen wordt naar de opbrengst van andere taksen.
Wij moeten, ten eerste, ervoor zorgen dat die taks correct wordt toegepast. Ten tweede moeten wij ervoor zorgen dat de antirechtsmisbruikmaatregel wordt toegepast voor diegenen die menen de taks volledig te kunnen ontwijken. Ten derde zullen wij later vaststellen wat de opbrengst zal zijn van deze maatregel. Daar is het nu te vroeg voor. Ik meen dat er op dit moment geen aanwijsbare redenen zijn om ervan uit te gaan dat het beoogde bedrag niet behaald zal worden.
06.03 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de minister, ik begrijp het eerlijk gezegd niet. U hebt gestreden voor de invoering van de effectentaks. Nu blijkt dat hij geen effect zal hebben omdat iedereen gebruikmaakt van een achterpoortje, zegt u dat dit toch niet erg is, vermits zij één jaar die taks wel betalen. Met andere woorden: u verkiest dat iedereen dat achterpoortje gebruikt en dan één keer de taks betaalt, eerder dan dat iedereen elk jaar een taks betaalt op zijn effectenrekening.
Mijnheer de minister, sinds u besliste de btw op elektriciteit te verhogen van 6 % naar 21 %, betalen de mensen daar elke maand voor. Elke maand! Wanneer het gaat over de rijken, mogen zij één keer 0,15 % betalen.
Ten tweede, ik ga u niet naïef noemen, mijnheer de minister, maar ik heb u reeds verschillende keren horen zeggen dat het wel goed komt, dat het te voorbarig is, dat u erin gelooft, dat wij vertrouwen moeten hebben. Wij hebben allemaal kunnen vaststellen dat de liefde in deze regering niet zo sterk is.
U blijft er gelukkig bij lachen. Over de speculatietaks zei u ook dat het allemaal in orde ging komen maar die is ondertussen afgeschaft. De kaaimantaks ging ook in orde komen, die bracht nog maar 1 % op van hetgeen hij had moeten opbrengen. Nu hebt u een effectentaks waarvan u nu reeds weet dat deze geen effect zal hebben. En toch blijft u lachen. Dat neem ik u kwalijk.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Marco Van Hees au ministre de la Justice sur "le décès de Mawda et les réactions du parquet" (n° P2869)
07 Vraag van de heer Marco Van Hees aan de minister van Justitie over "de dood van Mawda en de reacties van het parket" (nr. P2869)
07.01 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le ministre, la petite Mawda, deux ans, a été tuée par balle. Ses parents avaient fui la guerre mais c'est dans un pays en paix, le nôtre, que le drame s'est joué. Perdre un enfant est certainement la chose la plus horrible qui soit. Perdre un enfant dans les circonstances de cette affaire est indicible.
Je ne vous interrogerai pas sur les faits étant donné que l'enquête est en cours. Mais au-delà et autour des faits, subsistent des questions méritant réponses maintenant. Premièrement, les différentes versions du parquet. Le premier jour, le parquet déclare: "La fillette n'est pas décédée des suites de coups de feu des policiers. Il n'y a eu aucun blessé par balle."
Le deuxième jour, le parquet continue sa désinformation: "On n'exclut pas que cette balle ait été tirée par un policier ou encore par une des personnes qui étaient dans la camionnette en fuite". Alors que nous savions déjà, à ce moment-là, qu'aucune arme n'était à bord du véhicule.
Le parquet a clairement fourni de fausses informations probablement pour protéger la police. Que comptez-vous faire en tant que ministre de la Justice?
Deuxièmement, nous avons assisté à cette scène surréaliste: des policiers poursuivent sur l'autoroute, pendant 60 kilomètres, cette camionnette, tirent sur la camionnette dans des circonstances que l'enquête devra éclaircir et, 24 heures après, relâchent les personnes qui se trouvaient dans la camionnette. Les témoins ont donc été libérés. Généralement, on oblige les témoins à rester sur le territoire, mais ici ils ont reçu l'ordre de le quitter. Comment expliquez-vous un ordre aussi incompréhensible, monsieur le ministre?
Troisièmement, le policier qui a tiré semble toujours être en liberté, peut-être même en service. N'y a-t-il pas un risque pour l'enquête de collusion de témoins, notamment? Comment expliquez-vous cela, monsieur le ministre?
Bref, monsieur le ministre, des éléments interpellants montrent une tentative de l'État d'étouffer une affaire, voire de saboter une enquête. Quand je dis l'État, cela peut vouloir dire le parquet, la police, le gouvernement. En tant que ministre de la Justice, allez-vous œuvrer pour que justice soit faite aux victimes? Ou bien allez-vous œuvrer pour étouffer l'affaire également?
07.02 Koen Geens, ministre: Monsieur Van Hees, chers collègues, avant tout, permettez-moi d'exprimer mes plus sincères condoléances à l'égard de la famille de la petite Mawda.
Je peux vous confirmer que le parquet de Mons a eu une rencontre avec les parents, ce mardi 22 mai à 11 h 00. Cet entretien s'est bien passé. Je cite le procureur général de Mons: "L'assurance a été donnée aux parents que toute la vérité serait faite sur les circonstances dans lesquelles leur enfant est décédé. Une explication a été fournie sur la procédure et il a été répondu à toutes leurs questions ainsi qu'à celles des avocats. Le jour même, les parents et leurs avocats ont pu rencontrer dans l'après-midi le juge d'instruction en charge du dossier. Étaient présents à la rencontre avec les parents, le procureur général de Mons, le procureur du Roi de Mons, le substitut de garde la nuit des faits, un représentant de la maison de justice de Mons et un représentant de l'accueil aux victimes."
Étant donné le secret de l'instruction, je ne peux pas entrer dans les détails. Je peux cependant vous confirmer, au nom du parquet, que l'autopsie a effectivement révélé que Mawda a été touchée par une balle au niveau du cerveau.
L'instruction détermine actuellement dans quelles circonstances la balle a été tirée. Le juge d'instruction a confié aux services d'enquête du Comité P la tâche d'analyser cet aspect de l'enquête.
J'en arrive ainsi à vos trois questions, monsieur Van Hees.
Quant à votre première question, il a été porté à ma connaissance que le substitut du procureur du Roi a d'abord été informé que le décès était dû à un traumatisme crânien, ce qu'il a communiqué par la suite. Le matin suivant, le même ministère public, visant une totale transparence, a requis une autopsie à l'issue de laquelle il est apparu que la balle était bel et bien la cause du décès. Le ministère public est conscient d'avoir diffusé trop rapidement la première information et, en tant que ministre de la Justice, je tiens à m'en excuser.
Néanmoins, l'objectif n'a jamais été de dissimuler quelque information que ce soit, preuve en est que le parquet a lui-même requis une autopsie et a mandaté un juge d'instruction.
Quant à votre deuxième question, de nombreuses personnes s'insurgent du fait que tous les transmigrants ont été relâchés après l'audition. Puisque pratiquement aucune information n'a pu être fournie sur l'identité des passeurs lors de l'audition de l'ensemble des personnes, le parquet me communique que le juge d'instruction, autonome et indépendant, a décidé de ne procéder à aucune arrestation parce qu'il n'y avait pas d'indice sérieux de culpabilité.
Quant à votre troisième question, il est clair que le policier en question a été interrogé par le juge d'instruction.
Pour terminer, l'absence de confirmation des arrestations n'empêche pas le parquet de pouvoir citer ces individus à comparaître plus tard et n'empêche pas non plus les parents de Mawda de se constituer partie civile.
07.03 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le ministre, vos réponses me semblent insuffisantes. Vous nous dites que le parquet a été informé erronément et qu'il a parlé trop vite. Les avocats de la famille ont de sérieux doutes sur cette version.
Vous parlez des témoins qui ont été libérés. Pourquoi leur a-t-on délivré un ordre de quitter le territoire? Généralement, on interroge des témoins et on leur dit ensuite de rester dans le pays. Mais, ici, on fait l'inverse! C'est totalement incompréhensible.
Le policier a été interrogé. Je suppose que dans une telle enquête, on ne se limite pas à un interrogatoire. La question de la collusion de témoins se pose réellement.
On a
vraiment l'impression qu'il y a une volonté de manipuler l'enquête, de
manipuler les faits et de reporter toutes les explications à plus tard sous
prétexte que l'enquête est en cours. C'est un procédé un peu facile.
Monsieur le
ministre, nous verrons si la justice sera vraiment rendue dans cette affaire.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Wouter Raskin aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de opmerkelijke stijging van het aantal Oost-Europeanen met een Belgische ziekte- en invaliditeitsuitkering" (nr. P2870)
08 Question de M. Wouter Raskin à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la hausse singulière du nombre d'Européens de l'Est bénéficiant d'une allocation de maladie-invalidité en Belgique" (n° P2870)
08.01 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik zou het willen hebben over de cijfers die ik recent van u heb ontvangen. Deze cijfers geven aan dat het aantal Europeanen dat een Belgische ziekte- of invaliditeitsuitkering ontvangt, serieus is gestegen met zowat 27 %. In 2012 waren er zowat 33 000 personen die zo'n uitkering ontvingen, in 2016 al 41 000 en god weet hoeveel het er vandaag zijn.
Als men de nationaliteiten bekijkt achter die cijfers, dan vallen er nog dingen op. Het spijt mij zeer, maar men kan niet om Oost-Europa heen: Bulgarije +172 %, Roemenië +224 % en Hongarije +245 %.
Collega's, wij hebben een mooie sociale zekerheid, maar ze is ook kwetsbaar. Bovendien zijn de drempels die Europa opwerpt om toegang te krijgen tot de sociale zekerheid van de lidstaten, niet erg hoog. Het is in principe perfect mogelijk om als buitenlander, die binnen de referteperiode voldoende dagen heeft gewerkt, na amper één dag werken in België toegang te krijgen tot onze ziekte- en invaliditeitsuitkeringen.
Enkele jaren geleden was er een Nederlandse case waarbij een groot fraudenetwerk werd blootgelegd. Al deze signalen moeten de knipperlichten doen branden.
Ik heb dan ook een aantal concrete vragen.
Hebben wij zicht op en cijfers over de werkonbekwaamheid die wordt geattesteerd door Belgische artsen, enerzijds, en door buitenlandse artsen, anderzijds? Hebben wij cijfers over controles door de inspectiediensten op de werkonbekwaamheid van mensen? Hebben wij cijfers over buitenlandse sociale inspectiediensten? Welke stappen zal de regering zetten om die cijfers te doen keren?
Alvast dank voor uw antwoord.
08.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Raskin, Europa heeft ons onder andere het vrij verkeer van personen gebracht, een van de fundamenten van de Europese Unie. Daarvan wordt gebruikgemaakt door onze burgers maar natuurlijk ook door andere burgers. Niettemin kunnen misbruiken in de sociale zekerheid niet. Wij pakken fraude en misbruiken dan ook sterk aan. Er werd een meldpunt sociale fraude opgericht voor het melden van vermoedens van misbruiken.
Cijfers tonen inderdaad aan dat er de laatste jaren een uitgesproken stijging is van Oost-Europese werknemers, die zich in ons land komen vestigen. Wij spreken dan over de periode 2004-2019. Het gaat hierbij vooral over Polen, Bulgaren en Roemenen die hier komen werken. Velen werken in de bouw, waar er veel jobs zijn die moeilijk ingevuld geraken. Dat betekent dat zij hier ook sociale bijdragen en belastingen betalen. Met die bijdragen bouwen zij rechten op, net zoals wij ook rechten zouden opbouwen als wij daar zouden gaan werken.
U zegt dat men hier reeds aan een ziekte- en invaliditeitsuitkering kan geraken als men hier één dag gewerkt heeft. Dat is niet waar. Deze regering, waarvan uw partij deel uitmaakt, heeft net de wachttijd voor een ziekte- en invaliditeitsuitkering van zes maanden naar één jaar verlengd. De oppositie weet dat zeer goed, want ik heb mevrouw Kitir zien knikken.
Wij hebben ook de periode waarop de uitkering berekend wordt aangepast, precies om daar geen misbruiken te krijgen. Arbeidsongeschikten en alle zieken worden gecontroleerd via datamining en datamatching door de inspectiediensten van het RIZIV. Wij zetten de strijd tegen sociale fraude en dus uitkeringsfraude verder. Wij boeken resultaten, in 2014 voor 41 miljoen, in 2017 voor 94 miljoen.
Het is ook een prioriteit in het beleid van mijn collega Philippe De Backer. Op Europees niveau werkt hij ook mee aan een verscherping van de socialezekerheidsregelingen om uitkeringstoerisme tegen te gaan.
08.03 Wouter Raskin (N-VA): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Het klopt dat de administratieve controles opgedreven zijn. Daar staan ook resultaten tegenover. Wij hebben daarover ook al van gedachten gewisseld met uw collega De Backer. De cijfers die ik ontvangen heb, staan echter niet helemaal in verhouding tot de cijfers van de natuurlijke aangroei van het aantal mensen dat hier in de bouwsector en in andere sectoren tewerkgesteld wordt.
Wij moeten met z'n allen – dit is ook de ambitie die wij delen – nog een tandje kunnen bijsteken in de strijd tegen de sociale fraude, ook in de controle. Bronnen bij het RIZIV bevestigen mij namelijk dat de controle op de arbeidsongeschiktheid niet via de sociale inspectiedienst van het RIZIV verloopt, maar alleen via de adviserend geneesheer van de mutualiteit. Wij zullen dat eens goed moeten onderzoeken. Degene die opgeroepen wordt, moet zich daar namelijk niet identificeren. Men kan dus met andere woorden iemand anders sturen. Ik zou bijvoorbeeld de heer Van der Donckt kunnen sturen, die dezelfde kapper heeft als ik.
Ook de samenwerking met de Europese lidstaten verloopt niet altijd even gemakkelijk. Men wordt soms geconfronteerd met een verklaring, al dan niet op eer. Mensen van hier worden streng gecontroleerd op basis van alle gegevens die hier zeer strikt bijgehouden worden.
Laten we er dus samen voor zorgen, mevrouw de minister, dat wij de ziekte- en invaliditeitsverzekering laagdrempelig houden, zodat iedereen die ze nodig heeft erin kan, maar laten we er ook voor zorgen dat de zogenaamde Roemeense ramkraak op onze sociale zekerheid niet kan plaatsvinden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- M. Georges Gilkinet au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2871)
- Mme Karin Temmerman au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2872)
- Mme Catherine Fonck au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2873)
- M. Jan Spooren au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2874)
- Mme Sonja Becq au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2875)
- M. Frédéric Daerden au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2876)
- M. David Clarinval au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2877)
- M. Wouter De Vriendt au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2878)
- M. Vincent Van Quickenborne au ministre des Pensions sur "l'accord sur la pénibilité des carrières" (n° P2879)
- de heer Georges Gilkinet aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2871)
- mevrouw Karin Temmerman aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2872)
- mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2873)
- de heer Jan Spooren aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2874)
- mevrouw Sonja Becq aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2875)
- de heer Frédéric Daerden aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2876)
- de heer David Clarinval aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2877)
- de heer Wouter De Vriendt aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2878)
- de heer Vincent Van Quickenborne aan de minister van Pensioenen over "het akkoord over de zware beroepen" (nr. P2879)
09.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, la gestion du délicat dossier des pensions nécessite une parole claire, des engagements tenus, un souci de justice à l'égard de chacun et surtout de chacune, de la concertation, mais aussi des moyens suffisants. C'est ce à quoi nous appelons, semaine après semaine, depuis cette tribune.
Après avoir durci les conditions d'accès à la pension, supprimé des possibilités de crédit-temps, allongé la carrière des travailleuses et des travailleurs, il est nécessaire de prendre en compte la pénibilité de chaque fonction et de permettre aux travailleuses et travailleurs occupant des fonctions pénibles d'accéder plus rapidement à la pension.
Il semble qu'un préaccord partiel soit intervenu à ce sujet, avec les représentants des travailleurs de la fonction publique. Cependant je me garderai de tout enthousiasme prématuré. En effet, des partenaires de la majorité comme la N-VA et l'Open Vld se sont exprimés avec moins d'enthousiasme que vous sur cet accord. On peut se demander s'ils souhaitent que votre gouvernement avance vers davantage de justice sociale, parce que l'enveloppe budgétaire qui est sur la table est ridiculement basse par rapport aux enjeux.
Des questions très précises subsistent sur la charge des enseignants et sur la possibilité que la charge émotionnelle seule permette une reconnaissance de la pénibilité. Il s'agirait de conditions différenciées d'accès à la pension. Apparemment, vous refusez la demande syndicale. Les syndicats demandent de joindre à cet accord la liste des fonctions qui circule d'ores et déjà. De plus, il n'y a, à l'heure qu'il est, pas d'accord avec le secteur privé et les indépendants. Il n'y a évidemment pas de raison qu'une infirmière de la fonction publique voit son travail reconnu comme pénible et que cela ne soit pas le cas pour une infirmière indépendante ou salariée du secteur privé.
De nombreuses questions demeurent. Accord ou pas accord? Oui, peut-être, un peu? Accord du ministre Bacquelaine, ou accord de l'ensemble du gouvernement? Avec quel budget et quelles conséquences dans le temps sur la durée de la carrière? Quelles réponses apporter aux enseignants qui pourraient ne se voir reconnaître qu'une charge émotionnelle pénible? Qu'en est-il du secteur privé et des indépendants? Monsieur le ministre, les travailleuses et les travailleurs méritent de votre part des réponses claires.
09.02 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, op 30 maart bereikte de regering een akkoord over de zware beroepen. De details waren weliswaar nog niet volledig besproken en er was nog geen lijst, maar u kreeg toch het fiat om met de sociale partners over het akkoord te gaan onderhandelen. Gisterenavond kregen we dan het bericht dat er een akkoord met twee van de overheidsvakbonden zou zijn over de zware beroepen. Dat was gisteren, mijnheer de minister. Wij feliciteren u met het akkoord dat u hebt kunnen bereiken. U ziet dat actie voeren en sociaal overleg echt kunnen lonen.
Vandaag stellen we echter vast dat al twee regeringspartijen zeggen dat er geen akkoord is. Meer nog, ze zeggen dat het akkoord fake news zou zijn. Mijnheer de minister, een van de problemen met uw hervorming is de onzekerheid bij de mensen. Ik weet niet of u zich dat wel goed realiseert. Mensen weten niet meer wanneer ze met pensioen kunnen gaan. Ze weten ook niet meer hoeveel pensioen ze zullen krijgen. Zeker wat de zware beroepen betreft, is er onzekerheid. Dat sleept nu al heel de legislatuur aan.
De pensioenleeftijd van 67 jaar hebt u bijna onmiddellijk ingevoerd. Op het systeem voor de zware beroepen dat daaraan verbonden is, moesten we tot nu wachten. Er was een klein akkoord met de overheidsdiensten, maar nu blijkt hier dat er toch geen akkoord is.
Mijnheer de minister, ten eerste, kunt u bevestigen dat er een akkoord is in verband met de zware beroepen in de overheidsdiensten?
Ten tweede, kunt u bevestigen dat u een fiat en een volmacht had gekregen van de regering om de onderhandelingen met de sociale partners te starten?
Ten derde, last but not least, kunt u de grote lijnen van het akkoord toelichten?
09.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je vous ai entendu ce matin vous réjouir de l'accord relatif aux métiers pénibles qui a été conclu avec le secteur public et que soutiennent deux syndicats. Une liste est désormais disponible, puisqu'elle circule sur tous les sites d'information.
Cependant, dès ce matin, l'accord a été flingué par la moitié de votre gouvernement. En effet, deux partis de votre majorité - l'Open Vld et la N-VA, pour ne pas les nommer - l'ont aussitôt dénoncé. En principe, une réunion était prévue à 15 h 00, en vue de faire examiner la liste des métiers pénibles par un groupe de travail. Or elle a été annulée. Il est évidemment impossible de ne pas établir de rapport avec les déclarations de vos partenaires.
Monsieur le ministre, confirmez-vous l'existence d'un accord qui lie le gouvernement? Si j'emploie cette expression, c'est parce que je ne pourrais pas imaginer le contraire. C'est en effet le premier ministre qui préside le Comité A.
Ensuite, quel est le contenu de cet accord? Sont en jeu la confiance et le respect mutuel, ainsi que celui des engagements pris et des accords conclus. Or c'est tout le contraire que l'on observe aujourd'hui, au vu de la posture affichée par vos partenaires ainsi que de leurs déclarations choc. Qu'en est-il exactement?
Enfin, quid du secteur privé? Le gouvernement s'engage-t-il à favoriser des avancées? De même, s'engage-t-il à traiter de la même manière les salariés du privé et les indépendants exerçant des fonctions similaires à celles qui sont reprises dans la liste des métiers pénibles dans le secteur public?
09.04 Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, gisteren hebben de vakbonden zich in het Comité A via de ondertekening van een protocol akkoord verklaard met het wetsontwerp inzake de zware beroepen, dat een geleidelijke afschaffing bevat van de gunstige pensioenregimes, zoals bij de NMBS, het leger en enkele andere ambtenarengroepen. Dat is een zeer goede zaak, want die verouderde privileges vallen tegenwoordig niet meer uit te leggen en staan ook haaks op de realiteit dat iedereen langer moet werken om de pensioenen in de toekomst betaalbaar te houden.
Daarnaast verklaren zowel de vakbonden als uzelf dat er ook al een akkoord is over een concrete lijst met zware beroepen. Dat verbaast ons, omdat een dergelijke lijst nooit werd voorgelegd, laat staan besproken, in het Comité A of met uw coalitiepartners in de regering. Dat u als bevoegd minister gesprekken voert met de vakbonden, is meer dan terecht; dat is trouwens een deel van uw job. Echter, meteen verklaren dat er een akkoord is zonder dat uw coalitiepartners de tekst nog maar gezien hebben, lijkt ons bizar en op zijn zachtst gezegd voorbarig.
Bovendien, en dat is nog veel erger, de recente lijst die wij hebben gezien — de lijst werd vanmiddag verspreid door het ACV — blijkt erg ruim te zijn opgevat. Naar schatting bijna de helft van de statutaire ambtenaren zou onder een zwaar beroep vallen. Dat is problematisch, want met zo'n uitgebreide lijst is het volgens ons simpelweg onmogelijk om binnen de budgettaire enveloppe te blijven die door de regering werd vastgelegd, en om tegelijkertijd te vermijden dat mensen pensioenverlies lijden door vroeger te vertrekken vanuit een zwaar beroep en om te vermijden dat de gemiddelde uitstapleeftijd in het algemeen naar beneden zou gaan. De drie voorwaarden werden nochtans expliciet door de regering vastgelegd om tot een akkoord te komen.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat de zogenaamde lijst van zware beroepen slechts een voorlopig resultaat is van de bespreking tussen u en de vakbonden, en dat er nog helemaal geen akkoord is binnen de regering?
Voldoet het resultaat van de besprekingen volgens u aan de drie voorwaarden die door de regering werden overeengekomen?
Is de uitgebreide lijst volgens u ook toepasbaar in de privésector, zonder dat dit leidt tot budgettaire ontsporingen?
09.05 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, zoals mevrouw Temmerman daarnet zei, hebt u van de regering een mandaat gekregen om met de sociale partners te onderhandelen over een akkoord inzake de zware beroepen, om criteria uit te werken en tot een concrete regeling te komen voor mensen met een zwaar beroep, zodat zij wat minder lang zouden moeten werken.
U bent daarin geslaagd, wellicht tegen de verwachtingen van velen in, want het is geen evidentie. U bent erin geslaagd om een akkoord te bereiken en daarvoor wensen wij u proficiat.
Wij willen die felicitaties ook uitbreiden naar de premier, die het voorzitterschap van het comité op zich neemt, en naar de vakbonden, die hun nek hebben uitgestoken om ervoor te zorgen dat er een akkoord en een regeling komt voor de zware beroepen. Ook hen willen wij daarvoor feliciteren, want het is niet evident om, enerzijds, ervoor te zorgen dat men de mensen met een zwaar beroep honoreert en, anderzijds, te weten dat voor wie vandaag beantwoordt aan de criteria van een zwaar beroep dit op een andere manier zal worden berekend dan vroeger via de berekening van de tantièmes. Iedereen zal langer werken, ook de mensen met een zwaar beroep.
Mijnheer de minister, u hebt aangetoond dat u de durf hebt. De vakbonden hebben dat aangetoond. Het sociaal overleg heeft gewerkt, want zij zijn samen tot een akkoord gekomen. Wij vinden dat belangrijk.
Wat zijn de grote lijnen? Mensen met een zwaar beroep zullen vroeger met pensioen kunnen gaan, maar niet vóór de leeftijd van zestig jaar. Er zijn ook garanties ingebouwd dat mensen die al een rugzakje hadden opgebouwd via de tantièmes, dat niet zullen verliezen. Iedereen die binnen de overheid een zwaar beroep heeft, zal op dezelfde manier worden behandeld, of zij nu tewerkgesteld zijn als contractuele, tijdelijke of vastbenoemde medewerkers. Een verpleegster die in een OCMW-ziekenhuis werkt zal op dezelfde manier worden behandeld in de regeling voor zware beroepen, ongeacht of zij contractueel dan wel vastbenoemd is.
Er zijn vandaag belangrijke horden genomen in een heel delicaat dossier en er zijn criteria en voorwaarden vastgelegd, maar de laatste horden moeten nog worden genomen. Wij zijn bereid om mee die laatste horden te nemen, maar ik heb niet de indruk dat iedereen daartoe bereid is.
Wij rekenen op u om iedereen ervan te overtuigen dat het moed vergt om beslissingen te nemen, ook inzake de zware beroepen, en op die manier de zekerheid waarover wij het allemaal hebben, terug te geven aan de mensen.
09.06 Frédéric Daerden (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, hier, dans les médias, on a annoncé un accord sur la question de la pénibilité et je me suis dit "enfin"! Je me suis dit "enfin" même si cette mesure n'est qu'une mesure réparatrice, partiellement réparatrice de la "loi 67 ans" et que c'est prendre d'une poche pour mettre dans l'autre. Oui, mais c'est un accord avec qui? Qu'a-t-il été cédé pour obtenir un accord en une après-midi, en un début de soirée? Aujourd'hui, je suis inquiet et interrogatif au vu des déclarations des uns et des autres et des informations dans la presse. L'incertitude est la plus totale sur la réalité de cet accord, sur les modalités de cette négociation lors de laquelle certains auraient eu la liste et d'autres pas.
Aujourd'hui, il y a aussi les déclarations dans la presse de vos partenaires de majorité, ce qui engendre une véritable cacophonie au sein du gouvernement: la N-VA, l'Open Vld. On va d'ailleurs entendre notre collègue dans un instant.
Monsieur le ministre, par votre manque de transparence, vous avez créé le flou le plus total. Je vous demande maintenant d'être transparent, ici, devant nous. Nos concitoyens sont inquiets et méritent des réponses claires. Y a-t-il, oui ou non, un accord sur une liste des métiers ou des fonctions pénibles? Comment la concertation sociale a-t-elle été organisée? Pourquoi certains partenaires disposaient-ils de la liste et d'autres pas? Les entités fédérées ont-elles adhéré à votre proposition? Quelles garanties pouvez-vous donner sur l'approbation de cet accord par le gouvernement? Si jamais le gouvernement ne vous suivait pas, quel est votre plan B? Quelle est la suite du cheminement en termes de timing de cette loi qui a créé beaucoup d'espoirs mais aussi de craintes? Enfin, quelles sont les estimations budgétaires? Cela reste-t-il dans les enveloppes que vous avez évoquées antérieurement en commission?
09.07 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, la semaine dernière, à cette même tribune, l'opposition tenait des propos très durs à l'égard du gouvernement en général et du ministre des Pensions en particulier. Mme Fonck disait qu'elle était en colère contre le gouvernement parce qu'il gérait très mal la question de la pénibilité. M. Daerden accusait le gouvernement d'une politique destructrice des pensions. M. Gilkinet stigmatisait un système inéquitable des pensions, notamment dans la manière dont on gérait le dossier des pénibilités.
Aujourd'hui, la presse a annoncé un préaccord au sein du Comité A. On sent que l'opposition est finalement triste qu'il y ait eu cet accord parce que cela lui enlève un motif d'invectiver le gouvernement!
(…): Il n'y a pas d'accord!
Le président: Chers collègues, écoutons M. Clarinval!
09.08 David Clarinval (MR): Je poursuis. Deux syndicats ont déjà formellement marqué leur accord. Le troisième syndicat, le syndicat socialiste, a besoin d'une semaine en plus pour réfléchir, ce qui est tout à fait honorable. Soulignons qu'en tout cas, deux syndicats ont déjà marqué leur accord sur ce texte. C'est donc une bonne nouvelle pour nous.
C'est une nouvelle étape dans ce qui a été mis en place par le gouvernement puisqu'il y avait déjà eu une liste des critères objectifs qui est maintenant reconnue. On a doublé le budget en passant de 35 à 70 millions. On s'est également accordé sur les coefficients à appliquer en cas de reconnaissance de pénibilité. Nous nous réjouissons donc de cet accord.
Ma question sera toute simple, monsieur le ministre. Pouvez-vous nous donner plus de détails par rapport à cet accord, notamment sur cette liste des métiers qui circule? Pouvez-vous également nous donner les différentes étapes qui vont maintenant jalonner la suite de ce dossier?
Je tiens vraiment à vous encourager car on voit très bien ici que l'opposition est fort désemparée parce qu'elle a perdu un outil pour critiquer le gouvernement.
09.09 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ceci n'est pas un accord, maar de mensen willen wel zekerheid. Wie werkt als verpleger, bouwvakker, kleuterjuf, wil duidelijkheid, zekerheid. Collega's, speel dus geen stokebrand.
Uit het delicate sociaal overleg is er nu een eerste akkoord, maar de N-VA en Open Vld steken de boel in de fik. Ik noem dat onverantwoord gedrag. Ik noem dat partijpolitieke spelletjes.
Met welke reden doen zij dat? Is het sabotage? Willen die partijen wel een werkbare menselijke regeling voor mensen in zware beroepen? Dat is de vraag waarop ik een antwoord zou willen krijgen.
Mijnheer Van Quickenborne, laat het sociaal overleg toch zijn gang gaan. De heer Bacquelaine doet niets wat u hem hebt verboden. Hij doet zijn job, met name sociale onderhandelingen. Wat eruit komt, zullen wij beoordelen op de inhoud, maar stap voor stap. Er is vooruitgang, er is een eerste akkoord. Onthoud u dus van publieke verklaringen die de boel verder opstoken. U hebt vandaag de kans gemist om te zwijgen.
Langer werken is evident. Dat is een deel van de oplossing. Ik hoop dat het even evident is voor ons allemaal dat wij van werknemers in zware beroepen niet kunnen eisen dat zij doorwerken tot hun 67e. Dat zou ook even evident moeten zijn.
De heer Spooren had het daarnet over de budgettaire enveloppe. De regering heeft maar 40 miljoen euro voor de zware beroepen. Welke logica heeft de regering eigenlijk gehanteerd? De normale logica, het gezond verstand, is eerst objectief meten: wie zit er in een zwaar beroep, niet te veel, niet te weinig, niet overdrijven, maar correct. Dan kan men pas beslissen hoeveel budget men daarvoor nodig heeft. U hebt zich opgesloten in een puur budgettaire logica: 40 miljoen euro en geen euro meer. Dat is niet de juiste methode.
Ik wil u vragen om dat niet af te wegen op een apothekerschaaltje. De regering moet er in de eerste plaats voor zorgen dat zoveel mogelijk zware functies nu werkbare jobs worden. Investeren in werkbaar werk tijdens de loopbaan, mijnheer de minister, is de beste investering in langere loopbanen, in werkbare loopbanen. Ik wil u vragen of u die visie deelt?
Ik sluit mij aan bij de vragen van alle collega's. Ik hoop dat er duidelijkheid komt en vooral ook dat de partijpropaganda van twee fracties hier aanwezig, stopt en dat wij zo snel mogelijk oplossingen tot stand kunnen brengen.
09.10 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, als ik sommigen hier beluister, lijkt het dat wij moeten zwijgen, als de vakbond spreekt. Het dictaat van het syndicaat gaat blijkbaar boven het primaat van de politiek. Dat kan niet, collega's. Ik begrijp zeer goed dat de overheidsvakbonden de belangen van hun militanten verdedigen, dat is evident, dat is hun taak. Maar het is onze taak, de taak van de politiek, van het Parlement, van de regering, om de belangen te verdedigen van alle werknemers, alle zelfstandigen en alle ambtenaren die bijdragen tot het pensioen.
Mijnheer de minister, de afspraken in de regering zijn glashelder. De eerste stap is een goedgekeurd wetsontwerp over de criteria waaraan werknemers moeten voldoen opdat hun beroep als zwaar beroep wordt erkend. De tweede stap is een lijst opmaken van de echt zware taken en die lijst moet dan gelden voor zowel de publieke als de private sector. Het kan immers niet dat een verpleegster die in een openbaar ziekenhuis werkt, een zwaar beroep uitoefent, maar een collega in een privaat ziekenhuis niet. Dat is de essentie. Dat is rechtvaardigheid. Dat is wat wij hier eisen.
Collega's, het is de verdienste van de regering en van de minister dat na veertig jaar discussie over zware beroepen en zware taken nu de eindmeet in zicht is. Er zijn wel twee belangrijke voorwaarden, mijnheer de minister. We moeten, ten eerste, de private en de publieke sector gelijk behandelen en, ten tweede, moeten wij er natuurlijk voor zorgen dat wat we nu doen, niet de pensioenhervorming uitholt die u met uw collega's hebt uitgetekend. Dat is dus een hervorming die ervoor zorgt dat de pensioenen voor de mensen verhogen en dat de betaalbaarheid van het systeem wordt gegarandeerd. Dat is wat wij van u vragen.
Aanvaardt u, ten eerste, de methode van de regering, namelijk om als eerste stap de wet in tweede lezing goed te keuren en dan pas de lijsten?
Ten tweede, aanvaardt u dat er één lijst moet zijn voor de publieke en de private sector, zodat die niet enkel geldt voor de ambtenaren, maar ook voor de werknemers en de zelfstandigen?
Ten derde, aanvaardt u dat er een akkoord moet komen dat uiteraard budgettair volledig rond moet zijn?
09.11 Daniel Bacquelaine, ministre: Chers collègues, comme vous l'avez indiqué, hier s'est tenu le Comité A sur l'avant-projet relatif à la reconnaissance de la pénibilité de certaines fonctions pour les conditions d'accès à la pension anticipée et pour le calcul du montant de la pension dans le secteur public. C'est la fonction du Comité A.
Pour rappel, cette reconnaissance doit permettre aux agents de la fonction publique qui bénéficieront d'une reconnaissance de pénibilité d'anticiper leur départ à la retraite ou de bénéficier d'un montant de pension plus élevé s'ils décident de poursuivre leur activité.
Le gouvernement a décidé que la suppression des tantièmes préférentiels et des régimes préférentiels, qui est incluse dans l'avant-projet de loi, n'entrera en vigueur qu'à partir du moment où l'accord sera intervenu sur la reconnaissance de la pénibilité.
Dit Comité A is georganiseerd, volgend op de goedkeuring van het voorontwerp van wet in eerste lezing door de Ministerraad van 4 april 2018. De Ministerraad heeft mij gemandateerd de syndicale onderhandelingen op te starten.
Het Comité Overheidsbedrijven heeft zijn advies over dit voorontwerp van wet reeds uitgebracht op 16 mei.
Over het voorontwerp van wet zal bovendien op vrijdag 25 mei onderhandeld worden met de militairen in hun onderhandelingscomité.
Je me réjouis que deux syndicats sur trois ont marqué leur accord sur l'avant-projet de loi. Le troisième syndicat a demandé un délai d'une semaine avant de se prononcer.
Le protocole d'accord doit encore être ratifié par le kern qui se tiendra ce vendredi. Il s'agit d'une étape décisive dans le processus de négociation.
Les éléments de l'accord vis-à-vis des syndicats sont les suivants: la durée minimum d'exposition à la pénibilité serait portée de cinq à dix ans. En contrepartie, il est prévu que la rétroactivité de la prise en compte de la pénibilité pour les fonctionnaires qui ne bénéficiaient pas de tantièmes préférentiels et dont le travail est reconnu pénible est également portée de cinq à dix ans.
Un mécanisme de cliquet sera prévu pendant une période encore à déterminer pour garantir au fonctionnaire dont le travail est reconnu pénible, que le montant de pension qu'il percevra sur la base des nouvelles dispositions ne sera pas inférieur à celui qu'il aurait perçu sur la base de la législation existante s'il part à la date P actuelle. En fait, la volonté du gouvernement est de faire en sorte que celui qui travaille dur ne perçoive pas un montant de pension moins élevé que celui qu'il aurait eu autrement.
Par ailleurs, il est prévu d'examiner dans quelle mesure la disposition transitoire pour les fonctionnaires qui bénéficiaient d'un tantième préférentiel et qui ne bénéficieront pas d'une reconnaissance de pénibilité ne peut pas être étendue à d'autres cohortes, au-delà de l'âge prévu actuellement de 56 ans. Il est précisé que la reconnaissance de pénibilité des fonctionnaires sera étendue aux contractuels, en ce compris les temporaires, qui exerceraient la même fonction selon les mêmes modalités.
Ik houd eraan aan te geven dat de gesprekken werden gevoerd met naleving van het mandaat dat mij door de regering werd gegeven tijdens de Ministerraad van 4 april. De vakbonden hebben de aanname van de lijsten van zware functies en de effectief gepresteerde diensten, die ik met hen heb onderhandeld, als voorwaarde gesteld voor hun akkoord. In dit stadium wil ik mij verder niet uitspreken over de inhoud van deze lijsten, aangezien zij nog niet werden goedgekeurd door de regering.
De regering werd echter regelmatig geïnformeerd over de evolutie van de gesprekken met betrekking tot de onderhandelingen en de lijst.
En ce qui concerne les enveloppes budgétaires, elles n'ont pas changé. Messieurs Van Quickenborne et Daerden, elles sont toujours celles décidées initialement par le gouvernement en 2017.
Bovendien vinden alle gesprekken die ik voer steeds plaats met de bekommernis de budgettaire doelstellingen na te leven. Het Federaal Planbureau zal trouwens worden gevraagd de budgettaire impact op lange termijn te analyseren.
Tegelijkertijd worden eveneens de onderhandelingen met de privésector en de sector van de zelfstandigen voortgezet.
Un groupe de travail du comité de gestion du Service fédéral des Pensions s'est tenu ce 22 mai. Mon cabinet y a présenté l'avant-projet de loi et fourni des explications complémentaires. Le comité de gestion du Service fédéral des Pensions se réunira sur l'avant-projet de loi ce lundi 28 mai.
Quant à la liste des fonctions pénibles dans le secteur privé, le Conseil national du travail sera invité, après concertation trilatérale, à faire une proposition.
Je réaffirme ici que pour moi, il est essentiel de maintenir une équité entre tous les travailleurs de ce pays, qu'ils ressortent de la fonction publique, du secteur privé, du secteur des indépendants. Les négociations seront menées de manière parallèle de manière à maintenir cette équité dans le respect des règles qui prévalent dans la réforme des pensions. Travailler un peu plus longtemps reste nécessaire pour soutenir notre système de pensions. Tout le monde doit contribuer à cet effort: travailler un peu plus longtemps pour sauvegarder un système de pensions efficace à l'avenir et faire en sorte que cela se fasse dans des règles budgétaires acceptables pour l'ensemble du pays.
09.12 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre des Pensions, la conclusion est celle de mon collègue Wouter De Vriendt: "Dit is geen akkoord!" Ceci n'est pas un accord! Monsieur Clarinval, vous n'avez pas besoin de l'opposition pour constater qu'il n'y a pas d'accord.
Pour les syndicats, l'accord donné doit comprendre la liste établie dans le cadre de la discussion avec vos représentants et ceux du premier ministre. Pour l'Open Vld et la N-VA, il n'en est pas question. Je considère les propos de M. Klaps, pour la N-VA, et de M. Van Quickenborne, pour l'Open Vld, comme une sorte de motion de défiance à vote égard et à l'égard de la façon dont vous avez mené ces négociations.
Le gouvernement n'est plus un gouvernement. Il y a deux gouvernements. Il y a un gouvernement qui veut respecter le dialogue social et qui veut des solutions – j'ai entendu Mme Becq – et il y a un gouvernement qui joue la provocation. En attendant, il n'y a pas de solution pour cette question des métiers pénibles.
Monsieur le ministre, la solution viendra par un refinancement – vous n'êtes pas le ministre du Budget, vous êtes le ministre des Pensions –, par le respect du dialogue social et par la recherche de solutions juste. Vous avez crié victoire beaucoup trop tôt. Je le regrette car nous voulons plus que jamais une reconnaissance de ces fonctions pénibles et des conditions différentiées de pension, notamment pour les enseignants ou les infirmières. On en est malheureusement beaucoup trop loin.
09.13 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de minister, ik vreesde al dat onze vreugde van korte duur zou zijn, want uit uw antwoord blijkt inderdaad dat er geen akkoord is. De vakbonden hebben heel duidelijk gezegd dat de lijst deel uitmaakt van het akkoord en u zegt nu dat de lijst geen deel uitmaakt van het akkoord, dus is er geen akkoord. Wij zullen u echter blijven aanmoedigen om het sociaal overleg voort te zetten. Dat zal de hele oppositie doen.
Wij vragen u wel om gepensioneerden niet te zien als een kostenpost, want dat doet u voortdurend. Zeker wat de zware beroepen betreft, gaat het niet over een kostenpost, maar over een recht dat de mensen hebben om op een bepaalde leeftijd met pensioen te gaan.
De eerste minister heeft in zijn regeerverklaring in 2014 benadrukt dat het sociaal overleg gehonoreerd moet worden. Mijnheer Van Quickenborne, het sociaal overleg moet worden gehonoreerd. Doe dat dan ook, doe dat dan ook in plaats van het iedere keer opnieuw te dwarsbomen en het uw eigen minister moeilijk te maken om een akkoord te bereiken over de zware beroepen, een akkoord dat heel noodzakelijk is. Mijnheer Van Quickenborne, lees de regeerverklaring nog eens, dan zult u misschien tot andere gedachten komen.
09.14 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous ai entendu prendre l'engagement de traiter sur un pied d'égalité le secteur privé et le secteur public. On parle souvent des infirmières mais il n'y a pas qu'elles. Il y a les puéricultrices, les aides-soignantes, pour n'en citer que quelques-unes unes mais il y en a beaucoup d'autres. C'est un point important et je veillerai à ce que vos déclarations soient suivies d'actes. Il y a aussi le reste du secteur privé, avec bien d'autres métiers qui devront être reconnus en matière de pénibilité.
Quant au contenu de ce sur quoi vous vous êtes mis d'accord ou pas hier, je vous avoue que c'est nébuleux. Si vous aviez un accord, j'aurais pu me réjouir de son contenu par rapport aux éléments que vous avez tracés tout à l'heure. Mais aujourd'hui, force est de constater que nous avons, d'une part, le CD&V - pour ce qui est du MR, je ne sais pas très bien -, qui affirme clairement qu'il y a un accord, qui le soutient et qui compte le défendre et, d'autre part, la N-VA et l'Open Vld aux yeux desquels il n'y a pas d'accord.
Il me semble que votre manière de faire est irresponsable. En effet, on a un premier ministre qui préside le Comité A et qui s'engage en tant que premier ministre dans un accord dont on sait que le contenu est lié à la liste des métiers pénibles. Et puis derrière, on a un gouvernement qui balaie l'accord validé par son premier ministre. Il me semble que c'est totalement irresponsable et irrespectueux vis-à-vis de l'attitude constructive de deux organisations syndicales qui se sont avancées dans cet accord. C'est irresponsable! Nous verrons ce qu'il en adviendra par la suite et si, oui ou non, vous tiendrez l'engagement que vous avez annoncé.
09.15 Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij gelukkig enigszins gerust omdat u aangeeft dat het nog niet om een finaal akkoord gaat en dat het nog binnen de regering wordt besproken. Het stelt mij ook gerust omdat u de gelijkheid garandeert tussen de publieke sector en de privésector, en omdat u de budgettaire enveloppe in het oog zal houden. Dat stelt mij enigszins gerust.
Het is voor de N-VA immers onaanvaardbaar dat de vergrijzingskosten zouden exploderen, waardoor alle mensen die nu of in de toekomst werken nog meer van hun loon zouden moeten afdragen. Het is voor ons evenmin een optie dat de stijgende vergrijzingskosten binnen de perken zouden worden gehouden door lagere pensioenen uit te betalen aan mensen die binnen het systeem van de zware beroepen vallen.
Voor ons is en blijft de rode draad doorheen de hele pensioenhervorming dat wij van iedereen een inspanning verwachten om een klein beetje langer te werken, met de garantie dat wie langer werkt zijn of haar pensioen kan behouden of zelfs een hoger pensioen kan hebben.
Ik ben het eens met de heer De Vriendt dat werkbaar werk tijdens de hele loopbaan, ook voor zware beroepen, zeker een deel van de oplossing moet zijn. Het kan niet dat wij bijna de helft van de ambtenaren daardoor vroegtijdig op pensioen sturen. Wij moeten veel meer investeren om het werk en zeker de eindeloopbaan draaglijk te maken.
09.16 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer de minister, u hebt een akkoord met de sociale partners. Ook in het regeeraakkoord staat heel vaak dat wij belang hechten aan het sociaal overleg.
Collega's, een sociaal overleg is geen dictaat. Dat is geen dictaat van de onderhandelende minister of van de regering. Dat is ook geen dictaat van de vakbonden. Het is een overleg.
Dat is wat er vandaag is, namelijk een akkoord dat vandaag in het Comité A is gesloten. Het gaat om een akkoord en niet om een dictaat, noch van de ene noch van de andere. Dat is net de meerwaarde van dat akkoord.
Mijnheer de minister, daarom feliciteren wij u. Daar blijven wij bij. Het is voor ons immers wel belangrijk – dit hebben wij goed gehoord – dat er geen wetsontwerp is wanneer er geen akkoord is over de zware beroepen. Beide zijn immers onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Mijnheer de minister, ook voor ons moet de verpleegster in de privésector op dezelfde manier worden behandeld als in de publieke sector. Ook voor ons geldt dat de verzorgende, van wie het beroep vandaag mee als een zwaar beroep wordt erkend, op dezelfde manier wordt behandeld in de privésector als in de publieke sector. Dat is voor ons belangrijk.
Mijnheer de minister, wij zijn van mening dat het akkoord verder moet worden meegenomen in de bijkomende afspraken die u zowel met de privésector als morgen met de regering zal maken. Wij rekenen erop dat u ook dat tot een goed einde kan brengen. Het vergt immers moed om tot oplossingen te komen, om zaken te verwezenlijken, om vooruit te gaan en om mensen zekerheid te geven, ook wanneer zij een zwaar beroep hebben, wanneer er langer moet worden gewerkt en wanneer wij de voorwaarden daartoe moeten vastleggen.
09.17 Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, votre réponse m'inspire trois réactions. D'abord: vous n'avez pas d'accord. Vous avez un préaccord très partiel, conditionné par les syndicats et qui crispe votre majorité.
Ensuite, sur le fond, au-delà du débat accord ou pas accord: ne soyons pas dupes. Votre réforme, c'est 67 ans pour tout le monde, et peut-être quelques accommodements. Si votre projet passe, le principe est que plus votre travail est reconnu comme pénible, plus vous pourrez partir avec une pension basse. C'est en fait cela, votre accord.
Dès lors, monsieur le ministre, je vous le dis: plus l'espoir suscité est grand, plus la déception peut être cruelle; et elle le sera pour beaucoup quand la réalité sera là!
09.18 David Clarinval (MR): Monsieur le président, décidément, en entendant ce débat, nous devons méditer sur le fait qu'il n'y a pas plus sourd que celui qui ne veut pas entendre. Madame Fonck, puisque vous n'avez pas entendu: il y a bien eu un accord en Comité A, hier. Le MR soutient évidemment cet accord. Tout à l'heure, vous sembliez dire que ce n'était pas clair. Le MR soutient pleinement cet accord. Le kern se réunira demain. Ce n'est pas une surprise. Les négociations se poursuivent dans le secteur privé. Le ministre a bien rappelé que le leitmotiv, c'était d'avoir une équité de traitement.
Je sais que cette étape franchie positive n'est malheureusement pas acceptée par l'opposition. Elle est finalement déçue. Elle aura préféré un clash pour pouvoir continuer à stigmatiser le gouvernement. Mais c'est un fait: une étape supplémentaire est franchie. Nous le saluons fortement.
09.19 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, uit uw antwoord blijkt dat u een mandaat had van de regering om de onderhandelingen op te starten. Er is nu een eerste resultaat. Twee fracties uit uw regering zijn ontevreden. Hadden zij liever geen resultaat gezien? Wat een deloyale houding en wat een provocatie.
Mijnheer de minister, ik hoop dat u nu snel zult voortgaan. Wij zullen de inhoud evalueren. Voor ons is het belangrijk dat er een gelijkstelling komt voor de zelfstandigen en werknemers, want ook daar zijn er mensen met een zwaar beroep en ook daar moet een oplossing gevonden worden. Als er geen oplossing gevonden wordt, als de zaak nu geblokkeerd geraakt, als de zaak nu in de diepvries terechtkomt, zal dat de schuld zijn van Open Vld en N-VA. Dat is alvast zeer duidelijk.
Ten slotte wil ik u aanmoedigen om ook de dimensie werkbaar werk mee in het oog te houden. Men mag niet alleen fixeren op die pensioenleeftijd, men moet ook proberen om loopbanen werkbaar te maken. Als een kleuterjuf de keuze heeft tussen, enerzijds, voor een overvolle klas staan zonder begeleiding en één jaar vroeger met pensioen kunnen gaan en, anderzijds, goed begeleid voor een kleinere klas staan, dan weten wij allemaal welke keuze die kleuterjuf zal maken.
09.20 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt glashelder verteld wat er gebeurt in deze regering en wat de gevolgde methode is. De eerste stap is een akkoord over een wet, met de criteria erin. En de tweede stap is het maken van lijsten voor de publieke en de private sector. Natuurlijk wordt de oppositie wanhopig, want ze ziet stilaan dat er een oplossing in zicht komt, dat dit dossier, dat reeds decennia aansleept, waarschijnlijk zal opgelost worden door deze regering en deze minister. Proficiat daarvoor, mijnheer de minister.
Collega's, het volgende verwondert mij wel in heel de discussie. Vallen bakkers, beenhouwers, horeca-uitbaters die zich uit de naad werken niet onder de zware beroepen? Wordt daarover ooit iets verteld? De équité waarover de minister spreekt, dat is de essentie. Gelijke behandeling van ambtenaren, werknemers en zelfstandigen, dat willen wij en dat is de oplossing die wij moeten vinden.
Het incident is gesloten.
- Mme Isabelle Poncelet au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "le statut de la famille de la petite Mawda" (n° P2880)
- Mme Julie Fernandez Fernandez au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "le statut de la famille de la petite Mawda" (n° P2881)
- mevrouw Isabelle Poncelet aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "het statuut van de familie van Mawda" (nr. P2880)
- mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "het statuut van de familie van Mawda" (nr. P2881)
10.01 Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, la semaine dernière dans la nuit de jeudi à vendredi, la petite Mawda Shawri, deux ans, a été abattue lors d'une course-poursuite entre une camionnette dans laquelle elle se trouvait et la police qui voulait l'intercepter. Je ne reviendrai pas ici sur les circonstances de ce drame. Les enquêtes sont en cours. J'espère qu'elles aboutiront à établir rapidement toute la clarté sur les faits et les responsabilités de chacun.
Il n'en reste pas moins que la mort de cette enfant nous a tous ébranlés. Nous sommes sous le choc, car nous pouvons difficilement imaginer qu'une telle histoire se déroule en Belgique, notre pays. Nous sommes aussi sous le choc parce que, après ce drame, les parents ont été particulièrement malmenés. Ils n'ont pas pu accompagner leur enfant dans l'ambulance, alors qu'elle était en train de mourir; ils ont été tout de suite hébergés dans un abri de nuit.
Nous avons été heurtés par le fait que cette famille s'est vu délivrer un ordre de quitter le territoire immédiatement après le décès de leur fille. Comment peut-on imaginer une telle décision envers des personnes qui viennent de perdre un enfant? C'est un drame incommensurable que de perdre un enfant. Rien ne pourra jamais réparer cette perte. Le minimum aurait été de permettre à ces parents dans la peine, victimes dans leur pays et victimes en Belgique, de rester sur le territoire s'ils le désiraient.
Le premier ministre a proposé différentes possibilités pour qu'ils puissent rester au moins trois mois sur le territoire belge. "Au moins trois mois"! Peu importe l'outil juridique utilisé, celui-ci doit conduire à la régularisation immédiate et définitive de cette famille pour leur permettre de vivre correctement leur deuil, de pouvoir suivre l'enquête jusqu'au bout et, si c'est possible, se reconstruire.
Monsieur le secrétaire d'État, allez-vous oui ou non annuler l'ordre de quitter le territoire adressé à cette famille et tout mettre en œuvre pour leur permettre de s'installer dignement et, s'ils le souhaitent, définitivement dans notre pays?
10.02 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur Francken, dans le drame de la petite Mawda subsiste ce que l'on ne sait pas. Ce que l'on ne sait pas, les enquêtes en cours le détermineront. J'ai confiance en les institutions de mon pays et j'attendrai donc le résultat de ces enquêtes, que le premier ministre nous a promises impartiales, transparentes et indépendantes, avant de pointer du doigt une quelconque responsabilité, en ce compris une responsabilité politique.
À côté de ce que l'on ne sait pas, il y a ce que l'on sait, comme ma collègue vient de le rappeler. Il s'agit de la façon insupportable dont les parents, les victimes de ce drame, ont été traités. Une maman a été éloignée de son enfant blessée par une balle alors qu'elle lui porte les premiers soins; une petite fille meurt seule dans une ambulance; une maman, emprisonnée avec son enfant de quatre ans, apprend la mort de sa petite fille plus de 24 heures plus tard. C'est insupportable et cela fait partie de ce que l'on sait.
Alors que le premier ministre nous annonçait une prise en charge de la famille par le gouvernement, nous apprenons qu'elle a été prise en charge par les citoyens et par la plate-forme citoyenne.
La responsabilité politique doit être définie par l'enquête, mais la conscience politique doit nous animer. Au cœur de celle-ci, nous apprenons que le seul acte du gouvernement concernant cette famille consiste à donner des ordres de quitter le territoire.
Monsieur Francken, ma question est simple: comptez-vous régulariser cette famille pour lui permettre de rester de façon permanente sur le territoire belge où leur petite fille va être enterrée?
10.03 Theo Francken, secrétaire d'État: Monsieur le président, honorables membres, permettez-moi tout d'abord de souligner combien le décès de Mawda représente une énorme tragédie, tant pour sa famille que pour l'agent de police qui, sans le vouloir, a causé la mort de cette petite fille.
La police fut la cible d'énormément de critiques au cours de ces derniers jours. Toutefois, je continue à croire au professionnalisme et au sens éthique de tous les agents concernés. Je tiens à le souligner devant vous: l'enquête sur les circonstances se poursuit. Dans l'attente de ses conclusions, j'en appelle au calme et à la sérénité. C'est en ce sens que j'invite tout un chacun à mettre un terme à la récupération politique de cette tragédie.
En ce qui concerne la situation du séjour des parents de la petite, je serai bref. À ce stade, ils n'ont introduit aucune demande. Afin de poursuivre l'enquête judiciaire dans les meilleures conditions, nous n'allons pas mener une politique de retour active à leur égard, aussi longtemps que l'enquête se déroulera.
Pour ce qui concerne vos autres questions, je peux seulement vous renvoyer aux réponses apportées par le premier ministre avant-hier, par M. Jambon hier et par M. Geens aujourd'hui.
10.04 Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, votre réponse - comme celle du premier ministre -, n'est vraiment pas à la hauteur de ce que notre pays a vécu, et ne répond certainement pas à la souffrance de la famille.
J'ose espérer que la famille de la petite Mawda trouvera enfin un peu d'humanité et que le gouvernement auquel vous appartenez prendra la seule décision qui s'impose, qui est de permettre à ces gens de rester sur notre territoire s'ils le souhaitent. Si vous leur fermez toutes les portes avant même de leur permettre d'introduire une demande, ils seront privés de toute initiative. Par conséquent, laissez-leur au moins la possibilité d'exprimer leur souhait de rester ici. C'est le minimum que nous puissions offrir à cette famille, qui est plongée dans la douleur pour très longtemps.
10.05 Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur Francken, comme je l'ai indiqué, nous avons confiance en nos institutions et attendons par conséquent les résultats de l'enquête pour établir toutes les responsabilités dans cette affaire. Je suis d'accord avec vous.
Cela dit, au cours des derniers mois, nous avons constaté que vous n'assumiez pas vos responsabilités politiques.
Aujourd'hui, en vous écoutant, je constate que vous n'avez pas de conscience politique. Vous avez un pouvoir discrétionnaire. Utilisez-le! Permettez à cette famille, qui est une victime, de rester sur le territoire, ce même territoire où leur enfant sera enterrée. Monsieur Francken, rendez-nous de la dignité!
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "het stijgende aantal asielaanvragen" (nr. P2882)
11 Question de M. Filip Dewinter au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "la hausse du nombre de demandes d'asile" (n° P2882)
11.01 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de staatssecretaris, meestal twittert u sneller dan uw schaduw, zeker wanneer het gaat over het verspreiden van berichten over uw vermeende gespierde aanpak van het asiel- en vreemdelingenprobleem.
Naar aanleiding van deze problematiek hebben wij u nog niet gehoord. Daarom ondervraag ik u graag even over de stijging van het aantal asielzoekers. In vergelijking met de eerste vier maanden van vorig jaar stellen wij een stijging vast van bijna 20 %. Dit is opmerkelijk, want het evenaart ongeveer het niveau van 2015, althans wat de eerste vier maanden betreft. Het aantal is zeker groter dan in 2016 en 2017. Dit is ook opmerkelijk omdat in Europa het aantal asielzoekers daalt, zeker in de frontstaten van Europa, zoals Griekenland, Spanje en Italië.
Wij stellen ook vast dat wat de netto-immigratie betreft, ons land in de top vijf staat van de Europese landen. Wij laten zelfs landen als Griekenland en Italië, frontstaten van Europa, achter ons. Ik weet het niet, maar misschien past dit in het fameuze akkoord van Marrakech dat u op 5 mei hebt gesloten. Ik weet het niet; wij mochten daarover niets lezen in de media, er werd niet over getwitterd en er waren geen camera's aanwezig toen u dat akkoord in Marokko sloot, samen met uw collega's Jambon en Reynders.
Het akkoord is nochtans significant: de Rabatpartners, onder andere België, erkennen de noodzaak de paden naar reguliere migratie aan te moedigen en te versterken. Dit zijn woorden die wij meestal niet uit uw mond horen, wel integendeel. Ook dit keer was er geen communicatie hierover. Maar u zult dat dadelijk wel willen uitleggen, zeker gelet op uw uitspraken van 14 april jongstleden. Toen hebt u er zelfs voor gepleit alle asielstromen in de richting van ons land tot nul te herleiden, verwijzend naar het Australische voorbeeld.
Kloof tussen woord en daad? Of niet? U zult mij dat dadelijk wel willen uitleggen.
11.02 Staatssecretaris Theo Francken: Mijnheer Dewinter, ik kan u alleen meedelen dat er geen sprake is van een stijging van de instroom van nieuwe asielzoekers, maar wel van een gestage daling. In april waren er 1 323 eerste asielaanvragers. Dat is de laagste instroom sinds december 2017. Indien wij die kortere maand buiten beschouwing laten — de Dienst Vreemdelingenzaken is in december vele dagen dicht — dan was de nieuwe instroom zelfs sinds juli 2017 niet meer zo laag.
Er is dus helemaal geen sprake van een stijging van de asielinstroom. Het gaat over eerste asielaanvragers. U weet dat u bij de asielcijfers altijd rekening moet houden met meervoudige asielaanvragen. Het gaat dan om mensen die al veel langer op het Belgische grondgebied zijn. Wees toch voorzichtig met de statistieken die u hanteert.
Er waren dus 1 323 nieuwe asielaanvragers. Dat zijn er nog steeds te veel. Daarover ben ik het met u eens, zeker als men er elke maand driehonderd tot vierhonderd meervoudige asielvragen moet bijtellen van asielzoekers die al eerder afgewezen werden. Ik heb u natuurlijk niet nodig om te beseffen dat het aantal hoog blijft en dat de asieldruk op veel landen in West-Europa hoog blijft. Dat is ook zo.
U weet ook dat er naar mijn mening een shift moet komen in het hele migratie- en asielmodel. Op dit moment is het disfunctioneel. Wij moeten omschakelen naar een verhaal waarin er geen spontane asielverzoeken na illegale binnenkomst meer mogelijk zijn, maar wel een waterdichte grensbewaking en legale, humanitaire immigratie via legale en veilige routes, op initiatief van de overheid zelf, met respect en aandacht voor onze draagkracht.
U verwijst naar het Australische model. U moet ook weten dat Australië boven ons staat in de statistieken die u aanhaalt en waarin België vijfde op de ranglijst is. U moet altijd goed weten wie u aanhaalt als voorbeeld. Wees daar toch voorzichtig mee.
Er zijn drastische hervormingen nodig van de Europese richtlijnen, alsook een omvattende migratiedeal met Tunesië, om de asielinflux in Italië eindelijk finaal te stoppen. Ik ben hoopvol dat er na de Europese verkiezingen van 2019 ook effectief daadkracht getoond zal worden op Europees niveau. De sleutel om de asielmigratie structureel terug te dringen ligt in Europa, en in Europa alleen. Ondertussen leggen wij resoluut de klemtoon op collectieve opvang en op ontrading in de landen van herkomst.
Mijnheer Dewinter, ik ben op ontradingsmissie geweest in Guinee en in Albanië. De Albanese minister is hier vandaag en morgen, met een delegatie. Ik ontvang hen morgen. Ik vertrek over twee weken naar Georgië. Dat zijn landen waar men kan ontraden, omdat het erkenningspercentage zeer laag is. In Syrië is dat niet mogelijk. Dat begrijpt u ook wel.
Over de Verklaring van Marrakech, tot slot, heb ik wel getweet. Ik heb er zelfs een Facebook Live over opgenomen. Ik zal u de link ernaar doorsturen. Ik heb er een hele Facebookpost over geschreven. Er is niets geheim aan. En er waren heel wat cameraploegen aanwezig. Stop dat verhaaltje dus, want er klopt helemaal niets van.
11.03 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik kan alleen maar citeren uit de cijfers die het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen heeft bekendgemaakt. Volgens hen waren er in de eerste vier maanden van 2018 7 140 asielaanvragen. In 2017 waren er 6 085. Hoe men het ook draait of keert, dat is een stijging met 20 %, terwijl de migratiedruk in de rest van Europa daalt.
Ik wil ook even verwijzen naar landen waar het wel kan om geen asielzoekers meer op te nemen. Ik verwijs naar de Visegradlanden, ik verwijs naar Hongarije, waar premier Orban doet wat ook hier zou moeten gebeuren, met name een nulimmigratie hanteren ten aanzien van vluchtelingen. Mag ik de heer Orban misschien citeren? Het is immers ook Hongarije dat heeft geweigerd om het fameuze verdrag van Marrakech te tekenen. U zegt dit niet, maar ik zeg het hier wel. Hij had trouwens gelijk om dat te weigeren.
Premier Orban zegt hierover, ik citeer: "De Europese landen houden door de massa-immigratie op te bestaan, terwijl Europa niet eens merkt dat het wordt bezet. Europa en de EU moeten niet focussen op de opvang en de verdeling van vluchtelingen, maar op het sluiten van de grenzen en het beschermen van onze buitengrenzen." Premier Orban heeft opnieuw gelijk. Neem aan hem een voorbeeld, in plaats van aan uw andere Europese partners.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Gilles Foret au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la mise en oeuvre du RGPD" (n° P2883)
12 Vraag van de heer Gilles Foret aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de inwerkingtreding van de AVG" (nr. P2883)
12.01 Gilles Foret (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, restons en contact. Nous vous disons adieu. Dernière chance de rester parmi nous. Votre autorisation concernant la protection des données nous intéresse. Voici un florilège d'e-mails que tous les collègues de cette assemblée reçoivent quotidiennement, depuis quelques semaines maintenant.
Cette effervescence, monsieur le secrétaire d'État, pour nous informer sur l'utilisation de nos données personnelles est, sans doute, le fruit de votre travail, mais traduit aussi l'entrée en vigueur imminente du RGPD (ou GDPR), acronyme que nous ne pouvons plus ignorer et que l'on retrouve dans de nombreux articles de journaux actuellement.
Ce règlement européen, voté voici deux ans, qui a nécessité plus de quatre ans de négociations, a pour objectif de répondre aux révolutions technologiques qui ont littéralement transformé la production des données personnelles et leur utilisation par les entreprises et les pouvoirs publics, utilisation qui n'est pas toujours en conformité avec nos droits fondamentaux dont celui de la protection de la vie privée. Les derniers scandales, notamment celui de Cambridge Analytica, sont là pour nous le rappeler.
À J-1, monsieur le secrétaire d'État, à un jour de l'entrée en vigueur de ce règlement, pourriez-vous faire le point sur l'état d'avancement des adaptations législatives qui devaient être effectuées, des adaptations opérationnelles dans différents secteurs, et sur la manière dont les entreprises et les pouvoirs publics – je rappelle que ledit règlement s'appliquera tant aux entreprises qu'aux pouvoirs publics – se sont organisés, ont été aidés pour être prêts à appliquer ces principes de proportionnalité et de finalité? Avez-vous une idée de la manière dont nos collègues et amis européens s'y sont pris pour respecter ce délai?
12.02 Philippe De Backer, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Foret, je vous remercie pour votre question.
Il est vrai que le RGPD sera en application, demain. Mais nous devons éviter de semer le trouble, provoquer la panique, instiguer la confusion. Encore ce matin, la presse faisait état d'informations incorrectes des comités sectoriels.
Ce qui est primordial et que nous devons faire maintenant, c'est de continuer à informer et à sensibiliser les différentes entreprises et organisations. La Commission de la protection de la vie privée joue un rôle crucial. Elle doit être là pour informer et accompagner. La Belgique est loin d'être en queue de peloton. En effet, début décembre, nous avons voté ensemble et unanimement la réforme pour les nouvelles autorités. Il faut à présent que la nouvelle commission soit mise en place. Le Parlement a choisi de prolonger temporairement l'actuelle Commission de la protection de la vie privée pour assurer la transition avec les futures autorités.
Il est clair que dès le 25 mai, avec ce règlement européen, tous les droits pour les consommateurs et pour les citoyens s'appliquent comme s'appliquent tous les devoirs pour les organisations et pour les entreprises.
Je le répète, ce qui importe, à ce stade-ci, est que l'information continue à être transmise aux citoyens et aux entreprises et que l'accompagnement des organisations se poursuive.
Pour le reste, nous sommes en phase de finalisation de la loi-cadre. Demain, le gouvernement sera prêt à adopter cette nouvelle loi qui sera déposée au Parlement le plus vite possible. Le plus important est que la loi-cadre mette en œuvre des marges de manœuvre du RGPD. Elle ne règle pas l'essentiel. L'essentiel est dans le règlement, à savoir les droits des citoyens et les devoirs des institutions.
Enfin, gardons aussi en tête que si le RGPD insuffle un vent nouveau, il semble très proche de notre loi de 1992. L'essentiel, pour moi, est que les possibilités de protection soient élargies avec cette nouvelle réglementation, que les citoyens soient mieux protégés et que les entreprises et organisations soient plus vigilantes avec nos données. C'est indispensable vu l'économie numérique que nous connaissons aujourd'hui.
12.03 Gilles Foret (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre action, pour vos réponses et pour votre travail dans le cadre de la mise en œuvre de ce changement de culture dans le rapport que nous avons avec les données et dans la manière dont nous allons protéger les citoyens au quotidien dans le cadre de la protection de leurs données. C'est important.
Il ne faut pas avoir peur. C'est une opportunité pour l'Europe et pour les entreprises européennes de pouvoir faire face à la concurrence extra-européenne et, surtout, de rétablir une souveraineté digitale en Europe et permettre à tous les acteurs d'être sur un même pied d'égalité.
Il est clair que le processus de mise en œuvre du RGPD en est à ses débuts. En tout cas, demain, il connaîtra son début officiel. Une culture est déjà en marche; il faut l'accompagner. Il faut aider les acteurs à faire en sorte que ce soit une réussite, surtout au profit des citoyens européens.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Le président: Fin des questions orales.
Projets et propositions de loi
13 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22 december 2017 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2018 (3024/1-3)
13 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 22 décembre 2017 relatif à la contribution aux frais de fonctionnement, de personnel et d'installation de la Commission des jeux de hasard due par les titulaires de licence de classe A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 et G2 pour l'année civile 2018 (3024/1-3)
Zonder verslag
Sans rapport
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3024/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3024/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
14 Wetsontwerp tot bepaling van de voorwaarden van overgang bij de onderwerping aan de vennootschapsbelasting van havenbedrijven (3003/1-4)
14 Projet de loi fixant les conditions du passage à l'assujettissement à l'impôt des sociétés d'entreprises portuaires (3003/1-4)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Les rapporteurs, MM. Wim Van der Donckt et Stéphane Crusnière, renvoient à leur rapport écrit.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3003/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3003/4)
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Le projet de loi compte 5 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
15 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (2475/1-11)
15 Proposition de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football (2475/1-11)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Brecht Vermeulen.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Le rapporteur, M. Thiébaut, renvoie à son rapport écrit.
15.01 Brecht Vermeulen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat ik van een relatief kalme plenaire vergadering kan gebruikmaken om een lange introductie te geven over het voorliggende voorstel. Mijnheer Calvo, u kijkt naar mij en weet dat ik, als ik op het spreekgestoelte sta en lang aan iets heb gewerkt, het ook lang zal uitleggen in de plenaire vergadering om er zeker van te zijn dat iedereen goed heeft begrepen hoe goed het voorliggende voorstel is.
Collega's, ik ben zeer tevreden dat ik vandaag voor u mag staan, omdat ik drie jaar lang werkte aan de verbetering en de modernisering van de tekst rond de veiligheid bij voetbalwedstrijden. In de zomer van 2015 organiseerde ik voor het eerst contacten met verschillende politiezones en voetbalclubs, wat toen resulteerde in een tekst die in 2016 in de commissie voor de Binnenlandse Zaken werd behandeld. Er was toen een politiek akkoord om ook over die tekst te stemmen, maar op vraag van wijlen professor Brice De Ruyver en het kabinet-Jambon, dat nog een aantal zaken verduidelijkt wilde zien, is een algemene wijziging op het allerlaatste moment toch niet in de commissie aan bod gekomen en in de plenaire vergadering ter stemming voorgelegd. Er werden toen wel enkele technische wijzigingen goedgekeurd die absoluut noodzakelijk waren opdat de voetbalcompetitie in haar nieuwe formule met eerste klasse A en eerste klasse B plaats kon vinden.
Vervolgens was er een hele rij hoorzittingen met verschillende stakeholders in het Parlement, met name de KBVB, de ACFF, de Pro League, de Voetbalcel, de BVBO, de politiezone Zuid, de ACOD alsook de korpschef van zone Luik. Dat heeft ertoe geleid dat de tekst onmiddellijk werd geamendeerd met 31 amendementen. Vervolgens kwam er een bespreking, die leidde tot nieuwe amendementen eind 2017, met name nrs 32 tot 79. Daarna kwam er een advies van de Raad van State, met opnieuw een reeks amendementen tot gevolg, met name nrs 80 tot 123. Ook op het moment van de laatste bespreking en de dag waarop het voorstel in eerste lezing werd aangenomen, werden weer nieuwe amendementen ingediend. Zelfs bij de tweede lezing werden nog amendementen toegevoegd en goedgekeurd.
Kortom, ik had blijvend intensief overleg, niet alleen met de politieke wereld, maar ook met de wereld die te maken zal hebben met alle wijzigingen aan de voetbalwet. Het is uiterst belangrijk om te tonen dat het voorliggende wetsvoorstel voldoende gedragen is en werkbaar zal zijn in de voorliggende vorm.
Nu de finale tekst er is, is het voor iedereen van belang dat de wet snel in werking treedt. Dat zal gebeuren vanaf 1 juni 2018, dus zeer binnenkort, en dat op uitdrukkelijk verzoek van de stakeholders. Vandaar dat ik de Conferentie van voorzitters gisteren heb gevraagd om het wetsvoorstel toe te voegen aan de agenda van vandaag, wat gebeurd is. De wijzigingen in het wetsvoorstel zijn op zich niet allemaal grote wijzigingen, maar vele kleintjes zorgen voor een grote aanpassing van het geheel. Ik som hier vandaag in plenaire vergadering de dertig belangrijkste facetten op, die de bestaande wetgeving wijzigen.
Ten eerste wordt het toepassingsgebied van de voetbalwet uitgebreid, specifiek wat het supportersgeweld betreft. Een van de belangrijkste wijzigingen in het wetsvoorstel gaat over het toepassingsgebied van de maatregelen tegen supportersgeweld en hoe dat geweld aan te pakken. Momenteel geldt het hoofdstuk over supporters enkel voor de wedstrijden van eerste klasse A en eerste klasse B en voor de wedstrijden uit de eerste en tweede amateurliga. Met het voorliggende wetsvoorstel wensen wij het toepassingsgebied uit te breiden tot de wedstrijden van clubs uit eerste klasse A en B en tot alle amateurklassen. Daarnaast zullen zelfs wedstrijden van de clubs van de twee hoogste vrouwenvoetbalafdelingen en de jeugdwedstrijden die elf tegen elf spelen van de twee hoogste nationale jeugdcategorieën in hun respectieve leeftijdscategorie ook hieraan onderworpen zijn. Dat gaat dus heel concreet over de categorieën U14, U15, U16, U17, U19 en de beloften.
Die aanpassing is noodzakelijk, want we zien een verschuiving van de veiligheidsrisico's op dat gebied, bijvoorbeeld bij finalewedstrijden van de beker van België U19, om maar iets te zeggen. We zien dat meer mensen met een stadionverbod ook creatiever worden en de voetbalwet erg goed kennen. In plaats van overtredingen te begaan, amok te maken of incorrect te handelen tijdens wedstrijden van de eerste elftallen van de profclubs, gaan die personen nu naar jeugdwedstrijden en vrouwenwedstrijden van hun favoriete clubs. Dat brengt nieuwe veiligheidsproblemen met zich mee, terwijl die ontsnappen aan de regels van de vigerende voetbalwet.
Ik verwijs naar een nieuwsbericht van de voorbije maand waarin stond te lezen dat een hooligan van Club Brugge met stadionverbod toch amok maakte bij de beloften. Het ging daarbij over de wedstrijd van 2 mei 2016 tussen Club Brugge en Standard. Men stak Bengaals vuur af en dat mag niet in een stadion. Eigenlijk mag dit wel als de voetbalwet niet van toepassing is. Een steward en een hoofdsteward zagen dit en kwamen tussenbeide. De steward kreeg klappen en zelfs Sven Vermant, de toenmalige beloftetrainer van Club Brugge, is toen tussenbeide moeten komen.
Ook in de lagere afdelingen zijn er verschuivingen waar te nemen. Dit komt vooral omdat er een aantal clubs zijn met een grote traditie. Zij hebben een grote achterban, ook al spelen zij niet meer in de hoogste reeksen. Ik denk dan aan La Louvière, FC Liège, het vroegere Beerschot — inmiddels wat geklommen — en Eendracht Aalst. Er zijn dus een aantal clubs die mogelijk een risico inhouden. In de commissie heb ik uitvoerig voorbeelden toegelicht van wedstrijden uit de amateurreeksen die werden geconfronteerd met supportersproblemen. Daarom zullen alle wedstrijden uit de amateurreeksen worden gemonitord en bij overtredingen zullen ook straffen volgen.
Ik wens wel mee te geven dat dit niet het enige is dat wij doen voor die clubs. Wij zullen er immers voor zorgen dat ook andere maatregelen worden getroffen, zodat geweld kan worden voorkomen. Zij kunnen in een bepaald aantal gevallen ook stewards inzetten wanneer dit nodig wordt geacht door de Koning. Daar kom ik nog op terug.
Om het toepassingsgebied te kunnen wijzigen, hebben wij wel veel definities moeten veranderen. De definitie was eenvoudig. Zo werd de definitie van voetbalwedstrijd gewijzigd, zodat ook jeugd- en vrouwenwedstrijden onder het toepassingsgebied vallen. Opdat niet al deze clubs aan de verplichtingen van een organisator zouden moeten voldoen, werden zij uitgesloten in de definitie van nationale en internationale voetbalwedstrijd, en werden twee nieuwe definities ingevoegd, namelijk de nationale vrouwen- en jeugdvoetbalwedstrijd.
Een tweede belangrijk facet is het robuust maken van de voetbalwet voor wijzigingen aan het competitieformat. Wij hebben in 2016 wijzigingen aangebracht aan de voetbalwet omwille van de beslissing van de Pro League tot competitiehervorming, met de oprichting van een eerste klasse A en B, en een amateurklasse in drie reeksen. Om ervoor te zorgen dat in de toekomst competitiewijzigingen mogelijk blijven zonder nieuwe wetswijzigingen werd de definitie van nationale afdeling ingevoegd. Momenteel vallen de vijf hoogste afdelingen onder de noemer van nationale afdeling.
Het derde facet bestaat erin om het stadion en de perimeter ook mogelijk te maken in lagere afdelingen. De huidige definitie van stadion bepaalt dat zowel een tribune als een buitenomheining nodig zijn om te kunnen spreken van een stadion. Dat zorgt voor praktische problemen, want veel clubs uit amateurreeksen en veel jeugdterreinen hebben helemaal geen tribune of zelfs geen buitenomheining, waardoor de voetbalwet niet van toepassing zou kunnen zijn. Om het toepassingsgebied van de wet uit te breiden zonder de clubs telkens nodeloos op kosten te jagen, hebben wij ervoor gekozen een tribune niet meer als vereiste aan te merken. Daarnaast wordt er ook beslist dat bij stadions die geen buitenomheining hebben, de binnenomheining kan worden gebruikt als afbakeningsgebied. Naar analogie van deze redenering werd ook de definitie van perimeter aangepast. Niet alle clubs beschikken over een tribune of buitenomheining. Wij zullen daar een tweede lid invoegen, dat de definitie mogelijk maakt in die gevallen.
Ik kom tot het vierde facet, met name de uitbreiding van de definitie van een voetbalevenement, om daarbij het inzetten van stewards mogelijk te maken. Op dit moment voorziet de huidige voetbalwet al in een definitie van een voetbalevenement. Momenteel gaat het voornamelijk om trainingen van de club, doorgaans bij fandagen. Wij voegen hieraan een nieuwe mogelijkheid toe, die ervoor zorgt dat elk voetbalgerelateerd evenement, door een profclub of door de Voetbalbond georganiseerd op een voor het publiek toegankelijke besloten plaats, ook als een voetbalevenement kan worden beschouwd. Het is dus noodzakelijk dat er een duidelijke link is met voetbal.
Evenementen die op dit moment onder het toepassingsgebied van voetbalevenementen zullen vallen, zijn fandagen, los van het feit of het een training is, of wedstrijden van de club op verplaatsing, die door de club in het eigen stadion worden getoond. Ik denk aan de finalewedstrijd van Roeselare tegen Antwerp vorig seizoen, waarbij tienduizend supporters van Antwerp in het Bosuilstadion op een groot scherm naar de wedstrijd keken. Op dat moment was er geen toepassing van de voetbalwet, maar nu zal dat wel het geval zijn. Privé-initiatieven van organisatoren van voetbalwedstrijden, dus publiek toegankelijke initiatieven, zoals een barbecue van de club, kunnen niet als een voetbalevenement worden beschouwd om daar stewards in te zetten. Ook een fuif georganiseerd door een club na een voetbalwedstrijd kan hier niet onder vallen.
Het publiek karakter ervan is er mogelijk wel, maar de link met voetbal als sport is onvoldoende. De clubs moeten dan, net als andere organisatoren van een fuif, gebruikmaken van privéveiligheidsagenten.
Daarnaast zullen profclubs en de Voetbalbond tijdens deze voetbalevenementen gebruik kunnen maken van stewards. De stewards zullen dezelfde taken en bevoegdheden krijgen als tijdens een gewone voetbalwedstrijd. Het is wel belangrijk erop te wijzen dat het inzetten van stewards een mogelijkheid is, en geen verplichting zoals tijdens voetbalwedstrijden. Om stewards te kunnen inzetten, zal er voorafgaandelijk aan het evenement een schriftelijke overeenkomst moeten zijn tussen de organisator, de bevoegde burgemeester en de betrokken politiezones.
Het vijfde facet is het invoegen van een supporter liaison officer in de wet. Sinds het seizoen 2012-2013 zijn voetbalclubs die een UEFA-licentie aanvragen, verplicht een supporter liaison officer of SLO aan te stellen. De SLO is een reglementaire titel van de UEFA, geen wettelijke titel. Met deze wetswijziging zorgen wij ervoor dat de profclubs uit de eerste klasse A en B verplicht over een SLO zullen beschikken, en niet enkel de clubs die een UEFA-licentie voor Europees voetbal hebben aangevraagd.
De SLO heeft een duidelijke preventieve rol. Zelfregularisatie door fans is volgens ons de beste vorm van preventieve maatregelen. Wij willen preventie maximaal benutten, maar ik besef zeer goed dat wij daarmee niet alle geweld zullen weren. Daar kom ik straks op terug. Uiteraard zijn er ook curatieve maatregelen.
Ik wil ook benadrukken dat alle maatregelen inzake de SLO een bijkomend koninklijk besluit vereisen. Deze verplichting wordt ingevoerd in artikel 8 van de wet.
Ik kom tot het zesde facet, de gemandateerde verantwoordelijke. De gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke wordt nu gedefinieerd in de wet. Waarom? Omdat op verschillende plaatsen in de voetbalwet en in de koninklijke besluiten reeds gesproken werd over de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke. In tegenstelling tot andere personen of andere functies in de veiligheidsketen, bijvoorbeeld de stewards, stond er echter nog geen definitie in de voetbalwet. Om dit aan te passen, zullen wij die nu toevoegen. Zo moet het ook voor iedereen duidelijk zijn welke rol die persoon kan spelen.
Daarnaast zijn alle bepalingen in de wet die verwijzen naar de veiligheidsverantwoordelijke aangepast en omgezet naar de correcte vorm, zijnde "gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke".
Dan kom ik aan het zevende facet. De veiligheidsovereenkomst wordt verplicht in de eerste amateurklasse. Die veiligheidsovereenkomst is een belangrijk afsprakendocument tussen alle betrokken stakeholders, namelijk de club, de politiezones, de hulpdiensten en de lokale overheid. Omdat de kostprijs voor het afsluiten van zo'n veiligheidsovereenkomst vrij beperkt is voor de clubs – het gaat eigenlijk alleen maar om een beetje inzet van tijd voor de veiligheidsverantwoordelijke – is ervoor gekozen om de verplichting lineair door te voeren voor de eerste amateurklasse.
U zult verder ook nog van mij horen dat wij een mogelijke toename van de kosten willen beperken. Dat is steeds een essentieel aandachtspunt geweest. Bij elke beslissing is steeds nauwlettend bekeken of de toegenomen veiligheidsbaten voldoende proportioneel zijn ten opzichte van eventuele kosten en dus verantwoord zijn. Wij hebben daarvoor meer dan eens een zeer uitvoerig overleg gehad met de partners, zoals de Pro League en de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
Dan kom ik aan het achtste facet. De veiligheidsovereenkomst moet vanaf nu afgesloten worden vóór 21 juli in plaats van vóór 1 augustus. De reden is de volgende. In het verleden was het steeds zo dat het voetbalseizoen startte de eerste week van augustus, maar de laatste jaren zien wij steeds meer dat de eerste wedstrijden van eerste klasse A reeds worden afgewerkt in het laatste weekend van juli. Het seizoen 2017-2018 startte op 28 juli, de seizoenen daarvoor op 29 juli en op 24 juli. Wij zorgen er dus voor dat er geen veiligheidsovereenkomsten worden afgesloten nadat het seizoen reeds is gestart.
Dan kom ik aan het negende facet. Wij geven meer tijd aan de clubs die een veiligheidsovereenkomst moeten afsluiten voor één specifieke wedstrijd. Ik heb het hier dan specifiek over clubs uit provinciale afdelingen of amateurklassen die het geluk hebben om ver door te stoten in de Beker van België, die verschillende wedstrijden na mekaar winnen en dan plots het geluk hebben een grote club uit eerste klasse te mogen ontvangen. In het begin zijn ze steeds zeer gelukkig die club te mogen ontvangen, want dat betekent veel kantine- en andere inkomsten, maar plots blijkt dan dat daarmee veel veiligheidsafspraken gepaard gaan.
De loting van die serie wedstrijden valt soms heel dicht bij elkaar, waardoor de bestaande termijn van acht dagen te lang is. Soms zit er maar een periode van zeven dagen tussen, waardoor er geen termijn van acht dagen kan zijn om een overeenkomst te sluiten. Dus zorgen wij ervoor dat de voetbalclub uit een lagere afdeling de mogelijkheid krijgt een overeenkomst te sluiten tot vijf dagen vóór de wedstrijd plaatsvindt.
Het tiende facet is dat in eerste amateurklasse een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke wordt verplicht. Wij geven zelfs een delegatie aan de Koning om dat ook in tweede en derde amateurklasse verplicht te maken.
Ik heb daarstraks over de veiligheidsovereenkomst gesproken. Alle clubs uit de eerste amateurklasse zullen nu ook een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke moeten aanduiden.
Voor de betrokken clubs is die verplichting geen al te zware last. Immers, zoals ik ook tijdens de bespreking in de commissie uitvoerig heb aangetoond, hebben de meeste clubs die in de eerste amateurliga – de vroegere derde nationale afdeling – actief zijn, een verleden in de vroegere tweede klasse. Zij hadden vroeger dus al een veiligheidsverantwoordelijke. De meeste verantwoordelijken hebben hun functie ook behouden.
Wij geven, zoals reeds vermeld, een delegatie aan de Koning, die het mogelijk moet maken in de tweede of de derde amateurliga een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke verplicht te maken. Dat heeft natuurlijk alles te maken met clubs die eventueel een groot risico vormen omdat zij een traditionele achterban, meer supporters en soms ook een andere reputatie hebben.
Het elfde facet is dat ook de inzet van stewards in amateurreeksen door de Koning verplicht kan worden gemaakt.
Indien een veiligheidsverantwoordelijke kan worden verplicht, kunnen wij ook nadenken over het inzetten van stewards en kunnen wij hen verplicht maken bij traditionele clubs waarvoor wij van oordeel zijn, of waarvoor de Koning van oordeel is, dat een steward noodzakelijk kan zijn teneinde bij die wedstrijden de veiligheid te garanderen.
Wij kunnen dat niet bij elke club doen. Dat moet na een risicoanalyse worden gedaan. Om ervoor te zorgen dat er voor een club geen disproportionele last is, zullen wij een en ander goed onderzoeken. Er wordt een mandaat aan de Koning gegeven. Wij kiezen er dus niet voor om de maatregel lineair toe te passen.
De delegatie legt een aantal verplichtingen op. Ik heb al opgemerkt dat er een verplichte risicoanalyse moet gebeuren, waaruit moet blijken dat de bedoelde wedstrijd een verhoogd risico inhoudt en dat er dus maar beter stewards bij die wedstrijd worden ingezet.
Het twaalfde facet betreft een lokale adviesraad die door de Koning ook verplicht kan worden in amateurklassen. In een lokale adviesraad zitten alle betrokken actoren samen die het lokale veiligheidsbeleid van de club op elkaar zullen afstemmen. Door evaluaties en reflecties te maken over het veiligheidsbeleid, wordt het geheel verbeterd. Indien de Koning dit noodzakelijk acht, zullen ook de amateurclubs nu de kans krijgen om een dergelijke lokale adviesraad op te starten.
Het dertiende facet is gastvrijheid. Gastvrijheid is een raar verhaal omdat die term moeilijk definieerbaar is in wat wij in normale wetgeving moeten doen. Clubs uit eerste klasse A en B en de eerste amateurliga zullen maatregelen moeten nemen om "de gastvrijheid en het comfort in de stadions te verzekeren", zo staat er letterlijk. Dat zijn subjectieve begrippen. Het is de bedoeling dat de Voetbalcel van Binnenlandse Zaken die subjectieve begrippen verder omzet in minimale kwaliteitsvereisten. Ik denk daarbij concreet aan voldoende minimale sanitaire voorzieningen, zodat een bezoekende supporter niet in een vuilnishoop terechtkomt, maar evenwaardig behandeld wordt als een thuissporter. Het louter aanwezig zijn van toiletten zou nu nog kunnen volstaan, maar met de nieuwe bepaling zeggen wij dat ook gastvrijheid en comfort noodzakelijk zijn.
Er wordt aan de Koning ook een delegatie gegeven om de veiligheidsmaatregelen verder aan te scherpen. Om de kwaliteit van het wetgevend werk te optimaliseren werd een advies aan de Raad van State gevraagd. Een van de aanbevelingen was de delegatie aan de Koning voor veiligheidsmaatregelen in artikel 10 aan te scherpen door de paragraaf aan te vullen met de bepaling dat iedere bijkomende veiligheidsmaatregel steeds door een wet moet worden bekrachtigd. Wij hebben die aanbeveling overgenomen. Dat was het veertiende facet.
Het vijftiende facet betreft de supportersscheiding. Als wij niet hadden opgelet met de definitie daarvan, bestond het risico dat een supportersscheiding in de eerste amateurliga verplicht zou zijn. Dat zou heel vreemd zijn, want wij maken het nu eigenlijk mogelijk dat het voor thuisclubs in een aantal gevallen logistiek en organisatorisch perfect mogelijk moet zijn om bezoekende supporters tussen de thuissupporters plaats te laten nemen omdat er voldoende sociale controle is om het veiligheidsrisico beheersbaar te maken. Een aantal profclubs, zoals KV Kortrijk, maakt daarvan gebruik. Ik ben helemaal geen supporter van KV Kortrijk, maar ik heb dat voorbeeld meer dan eens aangehaald. Nu ook clubs uit de eerste amateurklasse verplicht worden om veiligheidsmaatregelen te treffen, zullen wij ervoor moeten zorgen dat ook zij die mogelijkheid krijgen. Anders krijgen zij een risicobestraffing, wat niet de bedoeling is.
Facet 16, is een nieuw hoofdstuk over het gebruik van camera's in voetbalstadions. Ik heb al gemeld dat wij voor dit wetsvoorstel een advies hebben gevraagd aan de Raad van State. Een van de opmerkingen luidde dat het niet de Koning, maar wel de wetgever toekomt om te bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden beeldopnamen mogen worden gemaakt en wat de bestemming van die opnamen moet zijn. Daardoor wordt er een nieuw hoofdstuk ingevoegd tot uitwerking van nadere regels. Eigenlijk bouwen wij verder op het al bestaande koninklijk besluit van 22 februari 2006 betreffende de installatie en de werking van bewakingscamera's in de voetbalstadions.
Vanaf 25 mei, morgen dus, zal de Algemene Verordening Gegevensbescherming van kracht worden. Zowel aan het kabinet van vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken Jambon als aan het kabinet van staatssecretaris voor Privacy De Backer hebben wij gevraagd welke bepalingen er nodig zijn in de wetgeving. De ingevoegde artikelen zijn nu conform de AVG-richtlijnen.
Facet 17 gaat over het inzetten van stewards in een perimeter rondom het stadion. De taken van stewards worden uitgebreid, waardoor het mogelijk wordt om stewards in te zetten in een perimeter rond het stadion.
15.02 Karine Lalieux (PS): (…)
15.03 Brecht Vermeulen (N-VA): Mevrouw Lalieux, u bent zeer geïnteresseerd en dat maakt mij blij, want dit zal ook voor de stad Brussel absoluut belangrijk zijn.
Mijnheer de voorzitter, collega's, wij voorzien in twee mogelijke taken voor stewards in de perimeter. Stewards zullen de mogelijkheid krijgen om scheidsrechters, staf, spelers en officiële delegaties te vergezellen. Daarnaast zullen stewards ook ingezet worden op parkings die uitgebaat worden door de organisatoren van een wedstrijd, waar zij voor het onthaal van de toeschouwers kunnen instaan.
Facet 18. De gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke moet de informatiedoorstroming voor de ontmoeting met andere clubs verzekeren. De wet verplicht de gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke vanaf nu om de informatie over collectieve verplaatsingen van de spelers, de staf, de scheidsrechters en officiële delegaties door te geven aan de politiezones. In het verleden gebeurde dat niet. Dat zorgde voor problemen, omdat niet duidelijk was wie verantwoordelijk was. Daarom passen wij dat nu aan.
Facet 19. De stewards kunnen ook verboden voorwerpen, verboden door het intern reglement van de club, afnemen. Het wetsvoorstel bepaalt dat de organisatoren van voetbalwedstrijden in eerste klasse A en B en in de eerste amateurliga een huishoudelijk reglement moeten opstellen. Daarin kan worden bepaald welke voorwerpen er verboden worden. Door de huidige wijziging kunnen stewards vragen om verboden voorwerpen af te geven na een oppervlakkige controle.
15.04 Karine Lalieux (PS): (…)
15.05 Brecht Vermeulen (N-VA): Mevrouw Lalieux, het mooiste moet nog komen.
Facet 20, er wordt in sancties voorzien voor clubs die hun verplichtingen niet nakomen. Op dit moment zijn het enkel clubs uit eerste klasse A en B die verplichtingen hebben als organisator voorzien in de voetbalwet. Nu zullen bepaalde onderdelen van de wet ook van toepassing zijn op amateurclubs. We moeten ervoor zorgen dat die clubs ook een straf kunnen oplopen of ontlopen.
Facet 21, een verbod op pyrotechnisch materiaal in de perimeter en tijdens collectieve verplaatsingen. Het is een droeve vaststelling – zoals we onlangs op tv konden zien – dat het gebruik van pyrotechnisch materiaal in en rond de voetbalstadions toeneemt. Vorig jaar waren er bij 32 % van de wedstrijden incidenten met zogenaamde pyrotechnische materialen. Dat is ondertussen opgelopen tot 43 % van de wedstrijden. Daarom moet de wet aangescherpt worden en is het bezit van voetzoekers, vuurwerk of rookbommen nu al verboden in het stadion. Met dit wetsvoorstel wordt ook het gebruik strafbaar gemaakt. Er komt ook een verbod op het gebruik en het bezit van pyrotechnisch materaal in de perimeter rond het stadion en tijdens collectieve verplaatsingen. Dat is nodig omdat collectieve verplaatsingen geregeld stoppen bij parkeerterreinen langs de autosnelwegen waar men dan plotseling pyrotechnisch materiaal gaat gebruiken, met grote risico's van brand en ontploffing. Dat is dan niet binnen de perimeter van het stadion en niet binnen de omheining. Bijgevolg zullen we daarvoor in een uitbreiding voorzien en ervoor zorgen dat dit aangepast wordt.
We zorgen er natuurlijk ook voor dat het gebruik van pyrotechnisch materiaal op het ganse Belgische grondgebied naar aanleiding van voetbalwedstrijden kan worden aangepakt met een verbod.
Men denkt soms dat het niet gevaarlijk is. Dat blijkt uit nogal wat tussenkomsten en reacties die ik heb gekregen over dit punt. Men denkt dat het mooi en leuk is en bijdraagt tot de sfeer. We mogen echter niet vergeten dat Bengaals vuur temperaturen boven 1 000 °C haalt en zorgt voor heel zware brandwonden. Ook de voetzoekers hebben al meer dan eens tot problemen van blijvende gehoorschade geleid.
Facet 22. De voetbalwet wordt uitgebreid tot 48 uur voor en na de wedstrijd voor voetbalgerelateerd geweld. We zien immers dat er wordt aangezet tot slagen en verwondingen naar aanleiding van voetbalwedstrijden. Dat geldt vooral voor Europese wedstrijden. Daarom wordt de termijn opgetrokken van 24 uur naar 48 uur.
Facet 23. Het gelijk bestraffen op het hele grondgebied van geweld gepleegd door één persoon of door een groep. Overtredingen door één persoon op dezelfde wijze bestraffen als overtredingen door een groep vormt een uitdaging, omdat andere bepalingen nu het gebruik van geweld in een stadion en de perimeter betreffen en het is natuurlijk niet logisch dat een overtreding door één persoon niet wordt vervolgd, maar eenzelfde overtreding door twee of meer personen wel.
Facet 24. Een systeem van waarschuwingen. Dat is de grootste aanpassing aan de bestaande wetgeving. Dat systeem van waarschuwingen moet het mogelijk maken dat mensen die overtredingen begaan op een andere dan geldelijke manier worden bestraft. De voetbalwet voorziet nu in een zeer ruim arsenaal aan bestraffingen om foutief supportersgedrag te beteugelen, maar het gaat vaak om emotionele zaken. Om ervoor te zorgen dat de Voetbalcel van de FOD Binnenlandse Zaken niet te gemakkelijk, te snel of te hard zou straffen, vinden wij dat daarin enige bijsturing mogelijk moet zijn. De bedoeling van mijn werk aan het voorliggend wetsvoorstel is om mild te zijn voor zogenaamde first offenders, zeker bij kleine overtredingen. Het simpele opsteken van een middelvinger mag zeker niet automatisch worden gelijkgesteld met het aanzetten tot haat of woede. Ik geef eerlijk toe dat ik dat op een emotioneel moment tijdens de wedstrijd zelf meermaals heb gedaan en ik vind dat zulke straffen daarvoor te ver gaan.
Daarom voorzien wij in een nieuw instrument, namelijk een officieel waarschuwingsmechanisme, dat wordt ingeschreven in de wet. Dat zorgt ervoor dat politiemensen een waarschuwing kunnen opleggen. Sommige lokale politiezones maken gebruik van zo'n waarschuwing. Het beoogde effect, dat ook wordt bereikt door die politiezones, is duidelijk: het gedrag wordt heel snel gecorrigeerd zonder dat de politie echt repressief moet optreden. Een officiële waarschuwing is mogelijk voor alle overtredingen, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat gewelddelicten minder zouden worden bestraft. Daarom is het aan de politieambtenaar om te oordelen en een overtreding in aanmerking te nemen voor een waarschuwing.
Het doel van de voetbalwet mag zeker niet zijn om zoveel mogelijk processen-verbaal op te stellen, maar wel om het gedrag van mensen te corrigeren, niet door maandenlange procedures, maar liefst zo snel mogelijk. Politiezones die het instrument niet willen gebruiken, moeten het niet gebruiken, maar de mogelijkheid zal wel bestaan om de good practices van andere zones over te nemen.
Het wetsvoorstel voorziet in nog een soort waarschuwing, waarmee wij willen voorkomen dat men op een andere manier wordt gestraft naargelang een politiezone al dan niet gebruikmaakt van het systeem. Met de uitbreiding van artikel 37 kan ook de Voetbalcel op het einde van de procedure een waarschuwing opleggen, waardoor uiteindelijk iedereen op dezelfde manier behandeld wordt.
Facet 25, de schrapping van de administratieve aanmeldingsplicht. In vorige wetgevingen was voorzien in een administratieve aanmeldingsplicht, maar dat werd nooit bekrachtigd met enig uitvoeringsbesluit. Daardoor kon die in de praktijk niet hard worden gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst technologische middelen kunnen inzetten om de administratieve aanmeldingsplicht wel mogelijk te maken. Op dit moment is er geen pasklaar antwoord; daarom wordt die uit de bestaande wetgeving geschrapt.
Ook het administratief verbod om het grondgebied te verlaten, wordt aangepast. Dat was al gezegd. Ik zal daarop niet te diep ingaan, dan zal mevrouw Lalieux zeker tevreden zijn.
Facet 27, de effectieve sancties worden aangepakt en een aantal lacunes wordt verholpen.
Belangrijk is de kennisgeving van de beslissing van de Voetbalcel. Als een persoon de opgelegde boete niet betaalt, zal dat ook meegedeeld worden, zodat de Voetbalcel de instrumenten krijgt om een vordering af te dwingen.
Facet 29, de verkoop van tickets in thuisvakken door bezoekende supporters wordt verboden en zelfs strafbaar gesteld. Het gebeurde inderdaad wel vaker dat er op wedstrijden ongewenst supporters van de bezoekers bij de thuissupporters zaten of waarbij er met winstoogmerk tickets werden gekocht om door te verkopen.
Ten slotte wordt er in verband met de privacy verwezen naar de Gegevensbeschermingsautoriteit, waarover wij het de voorbije dagen wel vaker hadden.
Ik hecht eraan alle commissieleden te bedanken. Ik kijk naar de heer Thiébaut, die nu stil is, maar zeer constructief was. Ik kijk ook naar onder andere mevrouw Poncelet, en ook naar medewerkers. Leden van de meerderheidspartijen en van de oppositie hebben allemaal interessante en terechte opmerkingen geformuleerd en ik heb die aanvaard.
Wij waren het niet altijd eens met mekaar, wat typisch is voor het politieke strijdtoneel, maar wij hebben mekaar gerespecteerd en geluisterd naar de expertise, die ook van anderen kan komen.
Het wetsvoorstel werd in eerste lezing bijna unaniem goedgekeurd met een onthouding. Die onthouding werd in tweede lezing omgezet in een goedkeuring. Het voorstel werd in tweede lezing opnieuw bijna unaniem goedgekeurd, met een onthouding, maar dan van een andere partij.
Ik dank u allemaal voor uw constructieve aandacht.
15.06 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, mes chers collègues, comme vous l'avez entendu, j'étais rapporteur de cette proposition de loi. Je vous ai dispensé de la lecture intégrale de l'excellent rapport que j'avais préparé avec les collaborateurs du Parlement car je me doutais que l'exposé de M. Vermeulen serait très complet. En commission, il a encore été plus long!
15.07
Catherine Fonck (cdH):
(…)
15.08 Éric Thiébaut (PS): Oui, mais il est plus belgicain qu'il n'y paraît!
Quelques mots sur cette proposition qui vise à faire évoluer la loi Football qui fête, cette année, son vingtième anniversaire et qui lui permet de se mettre en phase avec les réalités nouvelles du football belge et les expériences de terrain tant du point de vue des clubs de l'Union belge que de la police et des bourgmestres.
Je ne reviendrai pas sur les grandes évolutions proposées dans ce texte qui vous ont été largement rappelées et qui répondent à certaines de nos préoccupations dont notamment l'extension des périmètres concernés au-delà des stricts abords des terrains, l'insertion de la notion d' "événement footbalistique" pour ce qui est du recours aux stewards ou encore les possibilités laissées à la police d'une approche plus graduée en matière de sanctions. Ces évolutions rendent, à notre avis, le texte plus efficace et facilitent aussi le travail des zones de police locale, ce qui n'est pas négligeable dans le contexte actuel. Voici donc, chers collègues, un résumé plus succinct du travail réalisé dans cette commission.
Nous avons été constructifs en commission – M. Vermeulen l'a d'ailleurs souligné –, malgré des conditions de travail qui n'étaient pas simples car le texte a été fortement amendé. Cela n'a pas toujours été simple de faire la synthèse, ce dont vous avez eu la démonstration en live.
Ceci dit, je voudrais remercier au passage les services pour leur excellent travail.
Nous avons soutenu ce texte en commission, et nous le soutiendrons encore aujourd'hui en fin de séance.
Je tiens toutefois à souligner des points qui devront continuer à faire l'objet de notre attention et de celle du gouvernement après l'adoption du texte. Rassurez-vous, ils sont au nombre de trois.
Premièrement, les mesures proposées ici auront un coût. C'est évident. Personne ne le nie même s'il est difficile de l'évaluer aujourd'hui. Il s'agit donc de le répéter encore une fois. Ce coût ne doit pas être porté à charge des zones de police et ne doit pas non plus mettre en péril les finances des clubs les plus fragiles.
Deuxièmement, en ce qui concerne les stewards, je rappelle qu'il ne s'agit pas de policiers. Ce ne sont pas non plus des agents de sécurité privés. Ce sont des bénévoles qui participent à ce que la grande fête du football se déroule dans les meilleures conditions pour tous. Dans ce cadre et au vu des compétences qui leur sont conférées, la question de leur formation doit faire l'objet d'une attention particulière.
Troisièmement, c'est un point qui, finalement, est valable autant pour ce texte que pour bien d'autres, c'est celui du suivi de l'encadrement dans la gestion des caméras auxquelles on se propose d'avoir recours. Elles seront utiles mais il faudra s'assurer que les futures autorités de protection de la vie privée seront en mesure d'assurer le suivi de la gestion de ces images, des banques de données, etc.
Voilà, ramassée en quelques mots, pour votre plus grand plaisir, la position de mon groupe que je souhaitais partager avec vous. Je vous confirme que nous voterons pour et je vous remercie pour votre attention.
15.09 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik breng een korte uiteenzetting over de lange weg die is afgelegd om tot deze tekst te komen. Mijnheer Vermeulen, om het in voetbaltermen te zeggen, het was geen match van 90 minuten, want wij hebben een aantal verlengingen nodig gehad.
Collega's, ik wil uw aandacht vestigen op het feit dat Open Vld bij de start van de besprekingen in de commissie een aantal bekommernissen heeft geuit bij de oorspronkelijke tekst, bekommernissen over de proportionaliteit van een aantal maatregelen, over het kostenplaatje, waarover de heer Thiébaut het ook had, en over het toepassingsveld, dat volgens ons bij aanvang toch al te breed was.
Mijnheer Vermeulen, ik heb in de commissie onder andere gezegd dat het merendeel van onze voetbalwedstrijden gelukkig zonder problemen verloopt en dat wij dat dus zeker in het achterhoofd moesten houden bij het opstellen van deze tekst.
Wij zijn dus constructief meegegaan in de voorliggende aanpassing, met aandacht voor drie knelpunten die ik kort opsom. Ten eerste, noodzakelijkheid, wenselijkheid en proportionaliteit. Ik heb al gezegd dat het toepassingsgebied aanvankelijk toch al te ruim was. Ten tweede, de verplichtingen voor amateurclubs en de kosten die daaruit voortvloeien. Ten derde, de uitbreiding van het toepassingsgebied inzake veiligheidscamera's. Dat moet beperkt blijven tot de eerste twee nationale afdelingen. Voor lagere categorieën kan de nieuwe camerawetgeving gelden.
Wij zijn tot een evenwichtige tekst gekomen, met een goed evenwicht tussen alle belanghebbenden in dezen. Dat zijn niet alleen de Voetbalcel, maar ook onze politiemensen, onze lokale besturen, onze voetbalclubs en, last but not least, onze spelers van jong tot minder jong en alle supporters die daarrond staan. Want, zoals men dikwijls zegt, voetbal moet een feest zijn.
Het is een evenwichtige tekst. De definitie van voetbalwedstrijden werd ingeperkt. Niet alle vrouwen- en jeugdwedstrijden vallen eronder. Een nieuwe definitie van nationale afdeling werd ingevoerd. Nieuwe competitiewijzigingen zullen geen impact meer hebben op de voetbalwet, zoals dat vorig jaar het geval was.
De clubs uit de eerste amateurliga kregen wel een aantal extra verplichtingen opgelegd, maar zonder veel organisatorische lasten of kosten: het sluiten van de veiligheidsovereenkomst met de lokale overheid, het aanstellen van een gemandateerde veiligheidsverantwoordelijke, het opstellen en afdwingen van een reglement van inwendige orde.
Het nieuwe systeem van de stewards is zo geregeld dat de minister van Binnenlandse Zaken zal bepalen welke clubs uit de amateurreeksen de verplichting hebben om stewards in te zetten. Dit zal enkel gebeuren na een risicoanalyse die aangeeft dat het noodzakelijk is.
De bevoegdheden van de stewards worden enigszins uitgebreid. Volgens Open Vld is het belangrijk de rol van de stewards te onderstrepen. Zij zorgen er immers voor dat er minder inzet van politie nodig is en dat er minder kosten zijn voor de samenleving.
Er is al gesproken over het gevaar van pyrotechnisch materiaal en over het feit dat de strafbaarheidstelling van het bezit en het gebruik ervan nu wordt ingeschreven. De officiële waarschuwing, die een good practice is, wordt nu ingevoegd in de wet. Dat is volgens ons een goed signaal.
Ten slotte, door deze tekst worden de clubs geresponsabiliseerd op het vlak van veiligheid, wat zeker een goede zaak is.
Als datum van inwerkingtreding staat 1 juni in de tekst. Wij spelen dus heel kort op de bal. Vandaag is het 24 mei. De tekst zal waarschijnlijk nog niet gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatsblad op de datum van inwerkingtreding. Ideaal is dit niet, maar de omstandigheden hebben er nu eenmaal voor gezorgd dat het zo gelopen is.
Collega's, ik wil mijn betoog beëindigen met het feliciteren van de hoofdindiener, collega Brecht Vermeulen, die niet alleen Parlementslid is maar ook ondervoorzitter van KSK Roeselare.
Mijnheer Vermeulen, weliswaar is een andere West-Vlaamse club kampioen geworden, Brugge, maar ik hoop dat u als West-Vlaming fier bent dat dit gelukt is.
Ik hoop, beste collega's, dat deze tekst nog voor meer voetbalplezier zal zorgen in de komende weken, nu het belangrijke WK voor de deur staat.
15.10 Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le président, ce texte a le mérite d'élargir la notion de match de football à risque et donc d'augmenter le nombre d'événements pour lesquels il sera d'application. Il a aussi le mérite de reconsidérer et d'améliorer la disposition de la sécurité à mettre en place, en tenant compte des moyens techniques efficaces.
Ce texte rend donc obligatoire de prévoir les moyens matériels pour la sécurité de tout le monde: les spectateurs, les organisateurs, les clubs, les responsables de la sécurité et évidemment les joueurs. Notamment, un tout nouveau chapitre consacré à l'installation et au fonctionnement des caméras de surveillance – élément matériel très important – est inséré.
Il y a aussi l'obligation de prévoir des moyens humains plus importants, plus efficaces, par le recrutement de stewards et d'agents de liaison entre clubs, supporters et autorités administratives. Ce sont des agents très importants pour coordonner tous les intervenants de la sécurité, ainsi que les responsables de la sécurité mandatés.
En commission, nous avons pu constater que les membres de la majorité ont exprimé des craintes identiques aux nôtres, notamment en ce qui concerne le coût pour les organisateurs et la cohérence avec les dispositions relatives aux caméras de surveillance, avec l'application du RGPD.
Le texte a été aussi amendé, suramendé. Il a été assez surprenant de voir le nombre d'amendements qui ont été introduits. Suite à cela, nous avons pu aboutir à un texte équilibré et qui rencontre vraiment les préoccupations des responsables de la sécurité. Je pense en particulier aux bourgmestres. En tant que bourgmestre d'une petite commune, je n'aurai pas à appliquer ce texte mais je sais combien il est important et sécurisant de pouvoir s'appuyer sur des textes qui permettent de fonctionner et de mettre les moyens de sécurité efficaces, en lien avec l'importance des événements.
Pour toutes ces raisons, notre groupe votera en faveur de ce texte.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2475/11)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2475/11)
Het wetsvoorstel telt 56 artikelen.
La proposition de loi compte 56 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 56 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 56 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit (3104/1-4)
16 Proposition de loi modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données (3104/1-4)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Peter
De Roover, Ahmed Laaouej, David Clarinval, Servais Verherstraeten, Patrick
Dewael, Meryame Kitir, Jean-Marc Nollet, Catherine Fonck.
Zonder verslag
Sans rapport
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
16.01 Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, nous allons évidemment voter en faveur de cette loi, puisqu'il s'agit d'une loi réparatrice qui permet de faire fonctionner la Commission de la protection de la vie privée. En effet, la loi que nous avons votée en décembre 2017 s'avère imparfaite.
J'interviens pour faire part d'une forme d'énervement, monsieur le président. Le premier ministre et le ministre De Croo, en réponse à des questions que j'avais posées à propos de l'impact du scandale Cambridge Analytica en Belgique, ont affirmé que la solution consistait en la mise en œuvre de ce règlement de protection des données. Ce règlement sera mis en œuvre effectivement parce qu'il s'applique directement, mais aussi parce que la Belgique aura pris des dispositions.
Par exemple, pour faire respecter ce RGPD, il s'agit entre autres de doter la Belgique d'une instance capable de sanctionner le non-respect de ce règlement. En Belgique, ce sera l'Autorité de protection des données. C'est la raison pour laquelle une loi a été votée en décembre 2017. Or cette loi visiblement mal écrite était imparfaite puisqu'il a fallu voter en mars 2018 une loi réparatrice. Aujourd'hui, nous votons une troisième loi réparatrice. Et j'apprends pas plus tard qu'hier en Conférence des présidents, que l'ensemble des chefs de groupe vont fonctionner, comme pour la loi que nous votons aujourd'hui, avec une quatrième loi sparadrap pour faire en sorte de coller au règlement européen.
Quatre lois réparatrices! Monsieur le président, vous avouerez que c'est problématique. Ce n'est pas tout: une loi-cadre qui met en œuvre d'autres aspects du RGPD sera prochainement déposée sur les bancs de la Chambre, alors qu'elle aurait pu être présentée lorsque la loi a été votée en décembre 2017.
Monsieur le président, nous avons, pour la première fois de l'histoire politique de ce pays, un secrétaire d'État en charge quasiment exclusivement de la vie privée. Nous avions tous, opposition et majorité, salué ce signe. Force est de constater aujourd'hui, avec cette troisième loi sparadrap et bientôt la quatrième, que le secrétaire d'État M. De Backer ne sert à rien!
J'aurais espéré qu'à un jour de l'entrée en vigueur du Règlement général pour la protection des données, nous soyons réellement prêts.
Le président: Monsieur Hellings, je ne puis que prendre acte de votre déclaration, étant donné que le gouvernement n'est pas présent pour vous répondre.
En accord avec tous les chefs de groupe, nous avons décidé de permettre à la Commission de la protection de la vie privée de poursuivre dès à présent ses travaux.
Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3104/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3104/4)
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
La proposition de loi compte 4 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
17 Inoverwegingneming van voorstellen
17
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar?
Pas d'observation?
17.01 Francis Delpérée (cdH): Monsieur le président, chers collègues, j'avoue que je ne peux pas marquer mon accord sur la prise en considération de la proposition de résolution n° 3097/1 qui vise à exclure certaines personnes possédant la double nationalité des fonctions gouvernementales et d'autres fonctions publiques.
Si cette proposition de résolution devait être adoptée, certains membres de notre hémicycle n'auraient pas pu être ministres et d'autres ne pourraient pas l'être demain. Cela serait non seulement scandaleux, cela serait aussi contraire à un principe fondamental qui est celui de l'égalité de tous les Belges sans distinction. Cela vaut notamment pour l'exercice des fonctions publiques. Je ne dois pas rappeler l'article 10 de la Constitution. Cela serait une violation manifeste de la Constitution. Cela serait une violation évidente du texte en question.
En conséquence, je ne peux pas marquer mon accord avec cette prise en considération.
17.02 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, chers collègues, au nom du groupe PS, j'aimerais me joindre à la déclaration de M. Delpérée. N'en déplaise à certains – en particulier l'extrême droite –, il n'existe pas de nationalité belge au rabais, que l'on soit "uniquement belge" – comme ils disent – ou que l'on possède une double nationalité et, au demeurant, quelle que soit l'autre nationalité. Les droits sont identiques, et nous nous plaisons à le répéter.
Comme M. Delpérée l'a indiqué, cette proposition est clairement anticonstitutionnelle et contrevient aux droits fondamentaux et à la légalité. Bref, monsieur le président, elle est foncièrement lamentable. Nous ne pouvons accepter qu'un tel texte soit pris en considération au Parlement.
17.03 Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, het is, ten eerste, alom bekend dat er over de inoverwegingneming in het staatsrecht twee interpretaties bestaan. Enerzijds is er de Nederlandstalige interpretatie, waarbij men ervan uitgaat dat elk voorstel dat wordt ingediend, ook kan worden besproken. Anderzijds is er de Franstalige interpretatie, die wij hier niet voor het eerst horen, waarbij men blijkbaar op voorhand en zonder argumenten te horen het debat wil weigeren. Mijn fractie zal in elk geval de tweede, Franstalige interpretatie niet volgen.
Ik ben zeer benieuwd om te zien welke interpretatie de Nederlandstalige fracties zullen volgen, onder andere die fracties die al heel vaak over de afschaffing van de dubbele nationaliteit hebben gesproken.
Ten tweede, ik hoef mij niet uit te spreken over de grond van het voorstel van resolutie. Ik stel alleen vast dat er een debat in Nederland bezig is, dat het debat daar wel kan worden gevoerd, blijkbaar in tegenstelling tot wat de Franstalige fracties hier willen.
Mijn fractie zal in het licht van de vrijheid van meningsuiting, in het licht van het debat dat in andere landen blijkbaar wel kan worden gevoerd en dat daar inderdaad volop bezig is, en in het licht van wat de Vlaamse partijen tot nu toe altijd hebben gedaan met inoverwegingnemingen, de inoverwegingneming wel steunen.
17.04 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, het debat over de inoverwegingnemingen is natuurlijk een zeer oud debat. Ik herinner mij hoe wij twintig jaar geleden door de Franstalige partijen via het niet in overweging nemen van een wetsvoorstel omtrent Vlaamse onafhankelijkheid, in de onmogelijkheid werden geplaatst om het debat over dit thema te voeren. Hetgeen wij vandaag meemaken hebben wij de voorbije jaren reeds een aantal keren meegemaakt. Bij thema's en onderwerpen waarover de Franstaligen niet willen, durven of kunnen debatteren, proberen zij via de inoverwegingnemingen uiteindelijk om het debat onmogelijk te maken.
Ik wil erop wijzen dat de inoverwegingneming een formele procedure is en geen procedure ten gronde. De inoverwegingneming betekent alleen dat wij oordelen naar de vorm en niet naar de inhoud. Ik wil er ook op wijzen dat mijn fractieleider nauwelijks een week geleden in dit halfrond een voorstel heeft ingediend om de inoverwegingneming te schrappen en om te doen zoals in het Vlaams Parlement en me dunkt ook in het Waals Parlement, waar er niet eens een inoverwegingneming bestaat. Bij ons bestaat het wel en wij moeten nu eenmaal deze procedure volgen. Maar als de procedure toch bestaat, dan moeten wij oordelen naar de vorm en niet naar de inhoud. Laten wij dat dan ook doen, mijnheer de voorzitter.
Ik doe een beroep op u en op het Reglement om de inoverwegingneming te beperken tot datgene waarvoor ze dient en ze niet uit te breiden tot een soort van extra muilkorf om de vrije meningsuiting te beknotten en het debat in het Parlement onmogelijk te maken. Via verwijzingen naar artikel 10 van de Grondwet – allemaal argumenten ten gronde en niet naar de vorm – wordt ieder debat over gevoelige thema's, zoals het thema van de dubbele nationaliteit en dan zeker voor gezagsdragers zoals ministers en aanverwanten, onmogelijk gemaakt. Dit debat woedt overigens niet alleen in ons land, maar ook in andere landen, en is het gevolg van de lakse nationaliteitswetgeving en de massa-immigratie. Beide zorgen ervoor dat het niet altijd meer duidelijk is welke loyauteit er speelt, die van het land van herkomst of die van het land waarin men verblijft en waarvan men de nationaliteit heeft verworven.
Dit zijn echter allemaal argumenten ten gronde en niet over de vorm. Ik had beloofd om mij te houden aan wat de inoverwegingneming ons oplegt, namelijk oordelen over de vorm. Is er naar de vorm een probleem met dit voorstel van resolutie? Nee, op geen enkele manier. Laten we ons daartoe beperken.
Ik nodig alle collega's, ook de Franstalige, uit om het debat te voeren met argumenten pro en contra. Wij zullen dit met enthousiasme doen. Maar ga het debat niet uit de weg en heb vooral geen schrik van het debat. Fnuik de vrije meningsuiting niet in functie van uw eigen politiek correcte mening.
De voorzitter: Collega's, mag ik uw aandacht vragen? Iedereen moet nu bij de les zijn. Het gaat over de inoverwegingneming van het voorstel van resolutie van de heer Dewinter, mevrouw Pas en de heer Penris over de uitsluiting van personen met de dubbele nationaliteit van regeringsfuncties en andere openbare gezagsfuncties.
Ik pas het Reglement toe. Ik citeer artikel 75, punt 5: "Is het voorstel door ten minste vijf leden gesteund," – ik heb uit de toespraken van daarstraks begrepen dat er effectief vijf zijn – "dan wordt het in bespreking gebracht, en de voorzitter pleegt overleg met de Kamer, die ofwel het haar voorgelegde voorstel in overweging neemt, ofwel het verdaagt, ofwel verklaart dat er geen aanleiding is om het in bespreking te nemen."
Ik heb begrepen dat de inoverwegingneming de facto gevraagd wordt. Ik stel dus voor om ons op de gebruikelijke wijze, met een stemming bij zitten en opstaan, daarover uit te spreken.
Wij gaan over tot de stemming bij zitten en opstaan.
Nous allons procéder au vote par assis et levé.
Collega's,
aangezien er onduidelijkheid is, gaan wij over tot de naamstemming over de
inoverwegingneming.
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
78 |
Oui |
Nee |
31 |
Non |
Onthoudingen |
25 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg wordt het voorstel van resolutie nr. 3097 in overweging genomen.
En conséquence, la proposition de résolution n° 3097est prise en considération.
Reden van onthouding?
Raison
d'abstention?
17.05 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb mij onthouden, omdat ik nogmaals, zoals ik al zo vaak heb gedaan, duidelijk wil maken dat, los van de inhoud waarover het gaat, mijn fractie principieel altijd een inoverwegingneming goedkeurt, omdat in een Parlement over alles het debat moet kunnen worden gevoerd.
De voorzitter: Dank u, mijnheer Dewael.
Geen andere bezwaren? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'autres observations? (Non)
Il en sera ainsi.
18 Urgentieverzoek vanwege de regering
18 Demande d'urgence émanant du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het
Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende machtiging tot
oprichting van een internationale vereniging zonder winstoogmerk voor het
beheer van de Zuidpoolbasis "Princess Elisabeth" en tot opheffing van
hoofdstuk I van titel V van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse
bepalingen (I), nr 3047/1.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant autorisation de la création d'une association internationale sans but lucratif pour la gestion de la Station polaire "Princess Elisabeth" et abrogation du chapitre I du titre V de la loi du 24 juillet 2008 portant des dispositions diverses (I), n° 3047/1.
Ik geef staatssecretaris Francken het woord voor de motivering van het urgentieverzoek.
18.01 Staatssecretaris Theo Francken: Mijnheer de voorzitter, het urgentieverzoek voor dit wetsontwerp wordt gemotiveerd door het feit dat het ontwerp kadert in de dading die medio 2017 werd gesloten tussen de Belgische Staat en de International Polar Foundation. De goedkeuring van dit wetsontwerp is gekoppeld aan de schenking van het resterende 1/1000e van de eigendom van de Zuidpoolbasis Princess Elisabeth, waardoor de Belgische Staat de enige eigenaar wordt. Daarnaast kan de ivzw Poolinstituut, die een stabiel kader biedt voor het toekomstig beheer van de Zuidpoolbasis, slechts in werking treden na de goedkeuring van het wetsontwerp. Om de belangen van de Belgische Staat te vrijwaren, wordt dus de urgentie gevraagd.
De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
19
Adviesaanvraag aan de Hoge Raad voor de Justitie
19 Demande d'avis au Conseil supérieur de la Justice
De commissie voor de Justitie bespreekt op dit ogenblik de hervorming van het strafrecht, die werd aangekondigd in het zogenaamde ″Justitieplan″. De besprekingen zullen thematisch verlopen. Het eerste thema dat aan bod komt is het ″Nut van de straf″.
La commission de la Justice examine actuellement la réforme du droit pénal, laquelle a été annoncée dans le ″Plan Justice″. Les discussions suivront un ordre thématique. Le premier thème abordé est ″Le sens de la peine″.
Bij brief van 17 mei 2018 deelt de heer Philippe Goffin, voorzitter van de commissie voor de Justitie, mee dat de commissie het nuttig acht dit thema voor advies voor te leggen aan de Hoge Raad voor de Justitie.
Par lettre du 17 mai 2018, M. Philippe Goffin, président de la commission de la Justice, communique que la commission a jugé utile de soumettre ce thème pour avis au Conseil supérieur de la Justice.
Ik stel u voor ons vandaag over dit verzoek uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer aujourd’hui sur cette demande.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik herinner er u aan dat, met toepassing van artikel 259bis-12, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, de meerderheid van de leden van de Kamer zich voor het verzoek om advies moet uitspreken.
Je vous rappelle qu’en application de l’article 259bis-12, § 1er, du Code judiciaire, la majorité des membres de la Chambre doit se prononcer en faveur de la demande d’avis.
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken?
/ Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
135 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg vraagt de Kamer om het advies van de Hoge Raad voor de Justitie.
En conséquence la Chambre demande l'avis du Conseil supérieur de la Justice.
19.01 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb een stemafspraak met de heer Van Mechelen.
20 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 22 décembre 2017 relatif à la contribution aux frais de fonctionnement, de personnel et d'installation de la Commission des jeux de hasard due par les titulaires de licence de classe A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 et G2 pour l'année civile 2018 (3024/1)
20 Wetsontwerp tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22 december 2017 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2018 (3024/1)
De voorzitter: Vraagt
iemand het woord voor een stemverklaring?
(Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
135 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3024/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3024/4)
21 Projet de loi fixant les conditions du passage à l'assujettissement à l'impôt des sociétés d'entreprises portuaires (3003/4)
21 Wetsontwerp tot bepaling van de voorwaarden van overgang bij de onderwerping aan de vennootschapsbelasting van havenbedrijven (3003/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
1 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3003/5)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3003/5)
Mevrouw Smeyers heeft voorgestemd.
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
22 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (2475/11)
22 Proposition de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative à la sécurité lors des matches de football (2475/11)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
1 |
Non |
Onthoudingen |
5 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2475/12)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction
royale. (2475/12)
Reden van onthouding? (Neen)
Raison d'abstention? (Non)
23 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit (3104/4)
23 Proposition de loi modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données (3104/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3104/5)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (3104/5)
Reden van onthouding? (Neen)
Raison d'abstention? (Non)
23.01 Nawal Ben Hamou (PS): Monsieur le président, j'ai voté comme mon groupe.
24 Adoption de l’ordre du jour
De voorzitter:
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergadering van donderdag 31 mei 2018.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 31 mai 2018.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 31 mai 2018 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 31 mei 2018 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17.27 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.27 uur.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 54 PLEN 230 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 54 PLEN 230 annexe. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
078 |
Ja |
Becq Sonja, Bellens
Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter,
Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia,
Chastel Olivier, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel,
De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, Dierick Leen, Dumery Daphné,
Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois
Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hufkens Renate, Jadin
Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert,
Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen,
Muylle Nathalie, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe,
Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers
Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie,
Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van de Velde Robert, Van Hoof
Els, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van
Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen
Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle
Non
|
031 |
Nee |
Ben Hamou Nawal, Brotcorne Christian, Caprasse
Véronique, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, de Lamotte
Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Devin
Laurent, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck
Catherine, Frédéric André, Henry Olivier, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lalieux
Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Özen
Özlem, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Van
Hees Marco, Winckel Fabienne
Abstentions |
025 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Bonte Hans, Calvo Kristof,
Carcaci Aldo, Casier Youro, Cheron Marcel, De Coninck Monica, Dedry Anne, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Lambrecht Annick, Nollet
Jean-Marc, Pehlivan Fatma, Temmerman Karin, Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van
der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanvelthoven Peter
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
135 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben
Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval
David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck
Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez
Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André,
Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hellings
Benoit, Henry Olivier, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens
Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick,
Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Mathot Alain, Metsu Koen, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette,
Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot
Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van
Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
135 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben
Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof,
Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel,
Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De
Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie,
Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez
Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André,
Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hellings
Benoit, Henry Olivier, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens
Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick,
Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Mathot Alain, Metsu Koen, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette,
Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot
Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van
Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
130 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben
Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof,
Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel,
Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De
Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, Dierick Leen, Di
Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux
Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît,
Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hellings Benoit, Henry
Olivier, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen
Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Metsu Koen,
Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan
Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle,
Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers
Griet, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric,
Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen
Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde
Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non
|
001 |
Nee |
Van Hees Marco
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui
|
130 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens
Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof,
Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel,
Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck
Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, Dierick Leen, Di
Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux
Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît,
Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hellings Benoit, Henry
Olivier, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen
Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Metsu Koen, Muylle
Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden
Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van de
Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Peteghem
Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wilrycx
Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Yüksel Veli
Non
|
001 |
Nee |
Van Hees Marco
Abstentions |
005 |
Onthoudingen |
Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan, Vuye
Hendrik, Wouters Veerle
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
132 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens
Rita, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline,
Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de
Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis,
Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter,
Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa
Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle,
Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hellings Benoit, Henry Olivier, Hufkens Renate,
Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir
Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien,
Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît,
Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Metsu Koen, Muylle Nathalie,
Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter,
Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers
Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric,
Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen
Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde
Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van
Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht,
Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle,
Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan