Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 1 maart 2018

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 1 mars 2018

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Kris Peeters, Zuhal Demir.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Philippe Blanchart, Véronique Caprasse, Sybille de Coster-Bauchau, Vanessa Matz, Evita Willaert wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Benoît Lutgen, Dirk Van der Maelen, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Charles Michel, Alexander De Croo, Johan Van Overtveldt, Pieter De Crem, met zending buitenslands / en mission à l'étranger.

 

Vragen

Questions

 

01 Vraag van de heer Egbert Lachaert aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de activering van langdurig werklozen" (nr. P2652)

01 Question de M. Egbert Lachaert au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "l'activation des chômeurs de longue durée" (n° P2652)

 

01.01  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, tijdens deze legislatuur komen er heel wat jobs bij in ons land, en dat is goed, maar toch blijven velen nog verstoken van tewerkstelling. Ik vind het dan ook positief dat er de jongste dagen vanuit verschillende hoeken vernieuwde aandacht is voor degenen die wel merken dat er een aangroei van jobs is in dit land, maar die daar door omstandigheden onafhankelijk van hun wil van verstoken blijven. In Vlaanderen zijn er bijvoorbeeld zo'n zeventigduizend langdurig werklozen die op zoek zijn naar werk, maar niets vinden.

 

U hebt gehoord dat wij gisteren nogmaals aandacht hebben gevraagd voor de passage in het regeerakkoord over gemeenschapsdiensten. Vandaag zag ik ook een voorstel van de sp.a, over basisbanen, dat voor dezelfde doelgroep bedoeld is.

 

Het was ook positief in De Morgen van vandaag te kunnen lezen dat u samen met de Vlaamse ministers Muyters en Vandeurzen specifieke trajecten uitbouwt voor personen met mentale of psychische moeilijkheden die op zoek zijn naar een job maar die er heel moeilijk een kunnen vinden. Zij kunnen nu een specifiek traject volgen waarbij zorg en werk gecombineerd worden. Het zou om ongeveer drieduizend personen gaan in het hele land.

 

Ik kom tot mijn concrete vragen.

 

Mijnheer de minister, u merkt ook dat in ons land, ondanks de aangroei van jobs, nog veel mensen geen werk vinden. U bent voor dit thema natuurlijk deels afhankelijk van de regio's, die veel samen met u, als federaal minister, moeten uitvoeren.

 

Kunt u over het initiatief dat vandaag de media haalde wat meer duidelijkheid geven? Wat is de rol van iedereen daarin?

 

Los van de discussie van gisteren, ziet u voor de toekomst nog andere initiatieven op regionaal niveau ten bate van de langdurig werkzoekenden?

 

01.02 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, collega Lachaert, ik vind het positief dat er voorstellen worden geformuleerd, zowel vanuit de meerderheid als vanuit de oppositie, om een oplossing te bieden voor langdurig werklozen die ondanks vele inspanningen, ook vanwege de regio's, niet aan werk geraken.

 

Ten eerste, ik wil ter zake elk voorstel, zowel van de meerderheid als van de oppositie, bekijken. Dit is immers een belangrijk probleem dat wij samen moeten oplossen. Wat kunnen wij als samenleving doen om mensen die twee of vijf jaar werkloos zijn, effectief in het arbeidscircuit te krijgen? Ik apprecieer elk voorstel dat de jongste dagen geformuleerd is.

 

Ten tweede, ik weet dat wij daarvoor bevoegdheden aan de regio's hebben gegeven, maar ik vind het ook heel belangrijk dat wij verder zoeken naar een oplossing voor het probleem van de openstaande vacatures, enerzijds, en de werklozen, anderzijds. Er is heel wat werk te doen om ervoor te zorgen dat die beter op elkaar worden afgestemd, want nu is er een mismatch. Ik ben het totaal niet eens met diegenen die elke keer de werklozen met de vinger wijzen en zeggen dat er openstaande vacatures zijn die niet ingevuld worden. Het probleem is complexer en vraagt om nuancering. Zo bestaan er bijvoorbeeld ook wachtlijsten voor opleidingen voor knelpuntberoepen. Die moeten zo snel mogelijk weggewerkt worden.

 

Ten derde, er is in Vlaanderen en België — uw vraag ging ook hierover — een groep MMPP's. Dat zijn jonge mensen die het verschrikkelijk moeilijk hebben, omdat zij met heel wat gebreken, mentaal, motorisch of psychisch, door het leven moeten gaan. Wat doen wij met die groep? Dat is de ergste groep in de sector van de mensen die geen werk hebben. In het Zomerakkoord hebben wij verkregen dat de inschakelingsuitkering voor die doelgroep, die normaal vanaf 1 januari 2018 zou worden stopgezet, nog met twee jaar verlengd wordt. Dat brengt een beetje rust in de zaak.

 

Verder hebben wij in de regering afgesproken dat wij zullen zoeken naar een definitieve oplossing voor die mensen. Daarover hebben wij gisteren met de regionale collega's gesproken. Voor die heel belangrijke en kwetsbare groep willen wij in de toekomst een definitieve regeling uitwerken. Ik vind het heel positief dat niet alleen wij, maar ook de regionale ministers bereid zijn om die groep in heel moeilijke omstandigheden, gezien hun gebreken, de nodige toekomst te geven.

 

01.03  Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Die laatste groep is inderdaad een heel kwetsbare groep, die onze aandacht verdient. Het is positief dat u samen met de regionale ministers die mensen effectief een plaats kunt geven in de samenleving, half binnen de arbeidsmarkt, nog niet volledig erin, zodat toch minstens de routine en het sociaal contact teruggebracht worden en zodat die mensen opnieuw een netwerk krijgen van waaruit zij kunnen groeien. Dat was ook de insteek van het voorstel dat wij gisteren hebben gedaan. Het is niet bedoeld als een hard voorstel. Het is bedoeld om een sociaal integrerend verhaal te schrijven.

 

Het heeft mij gisteren echter wel gefrappeerd en gestoord dat er een bepaalde zelfgenoegzaamheid ontstaat binnen één regio, waar men eigenlijk zegt dat alles goed gaat — het gaat over Vlaanderen — en er niets meer nodig of mogelijk is. Als ik u hoor zeggen dat er wachtlijsten zijn voor bepaalde knelpuntberoepen, dan meen ik dat de regio's die denken dat ze er vandaag al zijn en de ministers van Werk die denken dat zij vandaag al alles gerealiseerd hebben, toch eens een stap verder zullen moeten denken. Als maar 10 % van de langdurig werklozen in het wijkwerk zit, en als dat soort opleidingen nog openstaat, dan is het dringend tijd om nog een tandje bij te steken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de eerste minister over "zijn brief aan prins Laurent over een mogelijke tweede tuchtprocedure" (nr. P2653)

02 Question de Mme Veerle Wouters au premier ministre sur "sa lettre adressée au prince Laurent sur une deuxième procédure disciplinaire éventuelle" (n° P2653)

 

De voorzitter: Vice-eersteminister Peeters zal deze vraag beantwoorden.

 

02.01  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het zal niet mijn fractie zijn die de dotatie van Laurent zal verdedigen. Hij mag dan wel troonopvolger zijn, maar slechts in het elfde knoopsgat: hij zal nooit de troon bestijgen. Voor ons mag die dotatie mooi verdwijnen. De wet van november 2013 is een slechte wet, het is slechts een win for life voor Laurent en Astrid.

 

Niet alleen in het kader van de dotatie is de wet van november 2013 een slechte wet, ook in het kader van de tuchtprocedure. Als we kijken naar de lopende tuchtprocedure tegen prins Laurent, dan zien we dat de regering het onderzoeksorgaan is en de Kamer het beslissingsorgaan. Ik kan alleen vaststellen dat wij politieke organen zijn en die kunnen niet echt onafhankelijk zijn. Ik zie niet in dat wij onafhankelijke en onpartijdige rechters in deze zaak zouden kunnen zijn. Mijnheer de voorzitter, u zou waarschijnlijk liever een vergadering met gesloten deuren houden in het kader van deze zitting, liever dan een open vergadering, maar goed.

 

De eerste minister stelt zich blijkbaar heel wat vragen in verband met de manier waarop de advocaat de verdediging voert. Blijkbaar is er een brief verstuurd waarin wordt gedreigd met een tweede procedure. De advocaat zou zich ook moeten houden aan de koninklijke bevoegdheden en zich daaraan moeten aanpassen. Men vraagt hem dus om royaal te zwijgen.

 

Volgens ons heeft Laurent geen recht op een dotatie, maar hij heeft wel het recht om zich te verdedigen. De manier waarop hij dat doet, kiest hij zelf. Ik denk niet dat hij daarvoor het advies van de premier nodig heeft. Meester Arnauts stelt terecht dat de wet onduidelijk is, in strijd met de Grondwet en met de mensenrechten. Ik kan hem daarin alleen maar gelijk geven.

 

Mijnheer de minister, is een dergelijke brief verstuurd? Als die is verstuurd, lijkt het me het goede recht van alle Parlementsleden om de brief te krijgen in het kader van dit onderzoek. Is de regering bereid om de wet van 2013 aan te passen?

 

02.02 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Wouters, ik heb van de eerste minister, die zich laat verontschuldigen, een antwoord gekregen op uw vraag.

 

Ten eerste, de wet van 27 november 2013 kent u zeer goed. Deze wet bevat rechten en plichten. Ik zal daarop dan ook niet verder ingaan.

 

Na de niet-toegelaten deelname van prins Laurent in militair kostuum aan de viering van de zestigste verjaardag van het Chinese leger in juli van vorig jaar, heeft de eerste minister, tijdens de Ministerraad van 1 september 2017, het mandaat gekregen om prins Laurent te horen. Tijdens de maand september zijn verscheidene brieven uitgewisseld met de advocaat van prins Laurent, die heeft gebruikgemaakt van zijn recht om zich te laten vertegenwoordigen. Er is tijd genomen om alle stukken van het dossier te analyseren.

 

Na deze gedachtewisseling en analyse van het dossier heeft de Ministerraad op 14 december 2017 beslist om aan de Kamer een inhouding van 15 % op de dotatie van de prins voor het jaar 2018 voor te stellen. De Kamer werd onmiddellijk op de hoogte gebracht van deze beslissing en alle nuttige stukken van het dossier werden aan de Kamervoorzitter bezorgd. Er is geen andere beslissing genomen.

 

De eerste minister kan bevestigen dat hij, ingevolge bepaalde standpunten die bij monde van de advocaat van de prins in talrijke media werden ingenomen, onder meer de kritiek op de wet inzake de dotaties, op 20 december 2017 een brief heeft geschreven aan de prins om hem te herinneren aan zijn plicht tot terughoudendheid die hij, krachtens artikel 20 van de voormelde wet, in acht dient te nemen.

 

De eerste minister heeft de regering niet voorgesteld om een nieuwe procedure op te starten.

 

Er loopt momenteel een procedure op het niveau van de Kamer, die zich hierover zal uitspreken. De regering is niet van plan hierin tussenbeide te komen.

 

02.03  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord van de premier.

 

U heeft het over een brief die werd verstuurd. Blijkbaar zou er worden gedreigd met een andere procedure. U bevestigt dit niet, maar u zegt wel dat er terughoudendheid wordt gevraagd, ook van de advocaat. Dit wordt uiteraard wel een probleem.

 

Ik hoor sommige collega's van de meerderheid zeggen dat de procedure er absoluut niet toe doet, als Laurent maar wordt gestraft. De procedure zelf is echter wel heel belangrijk, want op dit ogenblik wordt het een mooi knoeiboeltje. Als die brief effectief werd verstuurd, dan is dit de kers op de taart en is de regering goed bezig om meester Arnauts voldoende munitie te geven om naar de rechtbank te stappen.

 

Het grote probleem is gewoon dat er elk jaar 650 000 euro belastinggeld naar Astrid en Laurent gaat. De vraag is wat zij daarvoor moeten doen. Wij vinden gewoon dat die wet moet worden afgeschaft.

 

Nu stelt de regering voor 43 000 euro van Laurent af te nemen, zij het eenmalig. Schaf echter gewoon die wet af. Immers, sedert 2001 heeft prins Laurent al 5 miljoen euro belastinggeld ontvangen, waarbij de volgende vraag rijst: om wat te doen?

 

Wanneer wij dat bekijken, is Laurent wel degelijk de koning te rijk.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Chers collègues, pour la bonne organisation de nos travaux, je vous propose que Mme Winckel pose sa question maintenant. Ainsi, nous pourrons libérer le vice-premier ministre. Par la suite, nous suivrons l'ordre prévu, c'est-à-dire les questions adressées à M. Geens et à Mme Demir sur le même sujet.

 

03 Question de Mme Fabienne Winckel au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "l'industrie de l'endettement" (n° P2658)

03 Vraag van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de schuldenindustrie" (nr. P2658)

 

03.01  Fabienne Winckel (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous avez annoncé à la VRT une initiative pour encadrer les procédures de rappel et prévoir que, désormais, le premier rappel de facture puisse être gratuit.

 

Enfin une initiative positive pour les consommateurs; enfin une initiative qui va au-delà d'une simple transposition au minimum d'une directive européenne! J'espère vraiment que ceci n'est pas un simple effet d'annonce, mais que ce sera suivi de faits et que des mesures seront prises en la matière. Car, en effet, vous mettez les pieds dans un dossier réellement important et sur lequel nous travaillons, au niveau du PS, depuis plusieurs années.

 

D'un côté, on le sait, il y a l'anarchie qui règne au niveau des frais de rappel. Cinq euros par-ci, quinze euros par-là… Il n'y a aucune homogénéité, aucun frein, et certaines sociétés en profitent pour brasser des millions d'euros au niveau des frais de rappel. Et de l'autre côté, il y a toute la question des intermédiaires de recouvrement et des pratiques abusives, en particulier de certains huissiers qui agissent parfois avec la complaisance de leur Ordre.

 

Le PS veut juguler cette industrie de la dette que l'on peut même appeler, dans certains cas, une industrie "de l'endettement". Nous avons déjà déposé des propositions de loi qui ont principalement deux objectifs. Le premier, c'est justement que ces huissiers et avocats puissent être soumis au contrôle de l'Inspection économique, au même titre que les sociétés de recouvrement. Le deuxième, c'est que ces procédures de rappel soient mieux encadrées, notamment en plafonnant ou en fixant dans la loi des tarifs de recouvrement.

 

Ces propositions de loi ont déjà été balayées par cette majorité et vous avez émis des avis négatifs sur ces sujets. Mais sans désespérer, nous avons redéposé des textes de loi, qui sont latents depuis maintenant un an.

 

Monsieur le ministre, mes questions sont simples. Que prévoyez-vous pour enrayer l'industrie de la dette? Allez-vous soutenir les propositions de loi que nous avons déposées à la Chambre?

 

Vous annoncez aujourd'hui une concertation avec les sociétés de distribution et les ministres régionaux compétents pour les secteurs de l'eau et de l'électricité. Votre action se bornera-t-elle à ces deux secteurs ou allez-vous l'étendre à l'ensemble des contrats de consommation?

 

03.02  Kris Peeters, ministre: Monsieur le président, chers collègues, madame Winckel, vous avez raison et votre voix n'est pas la seule à s'élever clairement contre cette industrie de la dette qui est inacceptable! Il convient d'agir mais je ne suis pas le seul à devoir intervenir. Le ministre de la Justice, M. Geens, la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, Mme Demir, et moi-même sommes responsables de la politique à l'égard des consommateurs. Pour ce qui concerne les aspects juridiques, mon collègue et ministre de la Justice vous répondra.

 

Mais pour ce qui concerne les rappels, j'ai entrepris une action en invitant les ministres régionaux responsables afin de trouver une solution, non seulement pour le secteur de l'eau mais aussi plus largement, afin que le premier rappel soit gratuit. Nous devons vérifier à qui revient la responsabilité juridique et la façon de fondre cet aspect dans une loi.

 

Pour ce qui concerne le volet "consommateurs" qui relève de mes compétences, j'ai déjà entrepris quelques actions et je suis en train de préparer des mesures en la matière. Je vous donne quatre exemples. Premièrement, imposer un plus grand respect de la réglementation aux bailleurs de fonds et renforcer la réglementation. Deuxièmement, limiter les frais administratifs pour éviter les frais supplémentaires; c'est avec mon collègue que nous devons trouver une solution au travers de la détermination d'un plafond précis. Troisièmement, s'attaquer aux racines du problème en évitant l'endettement des gens par la maîtrise des crédits à la consommation. Quatrièmement, renforcer les règles des bureaux d'encaissement auxquels nous imposerons de nouvelles mesures aussi vite que possible.

 

03.03  Fabienne Winckel (PS): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. J'entends bien que vous n'êtes pas le seul responsable. Mais c'est tout de même vous qui avez enterré nos propositions de loi. Les avancées dont vous parlez auraient pu être votées, il y a au moins trois ans. Avec l'appui de l'ensemble du secteur. Même aujourd'hui, les ordres des avocats et des huissiers nous ont rejoints. Il est déplorable de devoir attendre. J'espère que ce n'est pas un effet d'annonce et que nous pourrons compter sur l'ensemble du gouvernement pour agir réellement.

 

Votre mesure qui consiste à faire en sorte que le premier rappel soit gratuit est bien tiède si on la confronte à l'ampleur de la problématique. On a vraiment affaire à des abus. Je n'ai rien entendu concernant le contrôle de ces huissiers, ce que je déplore.

 

Je me permettrai de revenir sur le sujet. Si vous avez des questions concernant les frais que l'on peut demander dans ces cas-là, sachez que nos propositions de loi suggèrent des solutions avec l'assentiment des bureaux de recouvrement et des différents acteurs de terrain.

 

Le président: Merci, madame Winckel. L'incident est clos, mais on y reviendra avec l'ensemble des responsables.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "het optrekken van het aantal verkeerscontroles" (nr. P2654)

04 Question de M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "l'augmentation du nombre de contrôles routiers" (n° P2654)

 

04.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, welke misdrijven leiden tot de meeste dodelijke slachtoffers in ons land? Wij staan er vaak niet bij stil, maar het zijn de verkeersovertredingen. Het gaat in ons land over meer dan zevenhonderd doden per jaar, ongeveer zestig per maand. Dat zijn heel wat schoolklasjes.

 

Het aantal slachtoffers in ons land ligt ook veel hoger in vergelijking met andere landen. Om die cijfers terug te dringen, is een totaalaanpak nodig. In ons ingewikkeld land betekent dit dat wij moeten kijken naar de lokale besturen, waar heel veel verantwoordelijkheden liggen, naar de Gewesten die ook verantwoordelijkheden hebben, maar ook naar het federale niveau, dat daarin nog een belangrijke opdracht heeft.

 

Zo is bijvoorbeeld de handhaving een heel belangrijke opdracht. Wij kennen allemaal de BOB-campagnes die al jaren worden gevoerd. De mensen kennen die heel goed, maar ze weten vooral dat er in december en januari veel controles kunnen zijn en ze passen zich aan. Eigenlijk zou die inspanning ook moeten worden doorgetrokken in de rest van het jaar. Ze mag niet worden beperkt tot die periode, want zo ontstaat er een gevoel dat de januarimaand voorbij is, dat het wel weer rustiger zal worden en dat het aantal controles wel zal verminderen.

 

De pakkans moet alle maanden van het jaar omhoog. Dat vraagt inspanningen van de lokale politie, maar ook van de federale politie. Mijnheer de minister, wij hebben het er al vaak over gehad. Wij hebben natuurlijk een hele besparingsronde achter de rug en wij weten ook dat de capaciteit bij de federale politie onder druk is komen te staan, maar mijn vraag is heel eenvoudig.

 

Wilt u zich ertoe engageren om met de federale politie ook die inspanningen te leveren? In het regeerakkoord stond dat een op drie chauffeurs elk jaar zou moeten worden gecontroleerd. De cijfers schommelen rond de 17 %. Die controles moeten omhoog en daarvoor is meer politie-inzet nodig. Wilt u zich daartoe engageren?

 

04.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Hecke, collega's, de problematiek die u aanhaalt, is een problematiek waarover heel het halfrond zich bekommert.

 

Ik geef wat cijfers mee. In 2010 vielen er in dit land nog 841 verkeersdoden. Uw cijfers zijn niet helemaal correct, want in 2016 vielen er 637 doden. De cijfers voor 2017 zijn nog niet gekend, maar de tendens is een daling. Dat is een cijferdiscussie, maar zolang er nog een dode in het verkeer valt, blijven inspanningen nodig om dat te vermijden.

 

Vandaag zijn er niet alleen de twee BOB-campagnes in winter en zomer, maar ook nog verkeersweekenden met specifieke controles. Dat is het campagnematige en ik denk dat wij daarin goed werk leveren en efficiënt zijn.

 

U hebt echter gelijk wanneer u zegt dat dit niet mag leiden tot een lagere alertheid op momenten dat er geen campagnes worden gevoerd.

 

Ik heb dan ook de opdracht gegeven aan de federale politie om de inspanningen op te drijven in de periodes dat er geen campagnes zijn. Ook de lokale politie wordt hiervoor gesensibiliseerd.

 

Het is inderdaad zo dat de wegpolitie door de jarenlange besparingen onder de capaciteit is gezakt. We brengen de capaciteit nu stelselmatig naar omhoog. De prioriteit lag bij de terrogebonden departementen. Het werk gaat echter verder. Ook de wegpolitie moet in dat plaatje passen. Daar moet dus capaciteit bijkomen. De opdracht daarvoor is gegeven.

 

Ik zit op dezelfde lijn als u en uw partij, mijnheer Van Hecke. Ik heb begrepen dat ze daarvan een groot punt maakt. I'm at your side op dit punt.

 

04.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ook al verschillen we soms hevig van mening, soms kunnen we elkaar ook vinden.

 

Of het nu om zeshonderd of zevenhonderd verkeersdoden gaat, het blijft gigantisch veel. Ik denk dat wij op dit punt allemaal dezelfde doelstelling hebben. We willen dit aantal fors naar beneden krijgen. Jaren geleden was de campagne: go for zero. Dat is de zeer ambitieuze doelstelling op lange termijn.

 

Ik ben blij met uw antwoord als u zegt dat u daarvoor extra inspanningen zal leveren op het niveau van de federale politie. Inderdaad, de besparingen hebben een impact gehad op de capaciteit en de inzetbaarheid van de politiediensten. Dat moet gestopt worden. Als het gaat over mensenlevens, mag men niet besparen.

 

Ik denk dat het duidelijk is. Het aantal controles moet fors stijgen als we meer levens willen redden. U zult in ons een partner vinden om die maatregelen in dit Parlement te steunen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van mevrouw Barbara Pas aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het standpunt van de regering over de geplande onteigeningen van en de plaasmoorde op blanke boeren in Zuid-Afrika" (nr. P2655)

05 Question de Mme Barbara Pas au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "la position du gouvernement sur les expropriations prévues et les assassinats de fermiers blancs (plaasmoorde) en Afrique du Sud" (n° P2655)

 

05.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, de kersverse president van Zuid-Afrika, Cyril Ramaphosa, wil de blanke boeren in zijn land zonder compensaties onteigenen. Het Zuid-Afrikaanse parlement heeft daartoe eergisteren, met de steun van de regeringspartij ANC, een motie goedgekeurd van Julius Malema, een marxistisch oppositielid dat in 2016 de uitspraak deed dat hij niet opriep tot het slachten van blanke mensen, "voorlopig althans". Het parlement gaf daarmee eergisteren de opdracht aan een commissie om een grondwetsherziening uit te werken, zodat het bestelen van blanke boeren wel degelijk mogelijk wordt.

 

In het Zimbabwe van Mugabe is dat ook gebeurd. Van de graanschuur van Afrika evolueerde dat land naar een chaotisch gebied vol hongersnood. Net zoals in buurland Zimbabwe zal dat ook in Zuid-Afrika leiden tot geweld tegen de blanke boeren, extra geweld, want sinds Zuid-Afrika een multicultureel paradijs werd, wordt de Afrikaner boerengemeenschap heel vaak geconfronteerd met geweldmisdaden. Bijna dagelijks gebeuren er gewelddadige zogenaamde plaasmoorde en de gruwel daarbij kent geen grenzen. De slachtoffers worden vaak zolang mogelijk in leven gehouden om ze zolang mogelijk te kunnen folteren. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij baby's in krantenpapier werden gewikkeld en in brand werden gestoken.

 

Mijnheer de minister, ik heb u al regelmatig over de plaasaanvalle en plaasmoorde geïnterpelleerd. Daar wordt in de media uiteraard niet over bericht, omdat het niet past in het multiculturele plaatje. Dat belet mij echter niet om u vandaag te vragen naar het standpunt van de regering inzake de zorgwekkende ontwikkelingen in Zuid-Afrika. Deelt u mijn bezorgdheden en, zo ja, zult u de Zuid-Afrikaanse regering hierover aanspreken? Heeft het gevolgen voor de samenwerking met Zuid-Afrika, als dat land zijn plannen voor de georganiseerde diefstal van landbouwgronden effectief doorzet?

 

05.02 Minister Didier Reynders: Mevrouw Pas, wat de plaasmoorde betreft, verwijs ik naar mijn antwoord op dezelfde vraag die u stelde in februari vorig jaar. In het algemeen noteert men een zeer sterke stijging van gewelddadige criminaliteit in Zuid-Afrika en in het bijzonder is er het probleem van de boerderijmoorden. Wij staan daarover in contact met de Zuid-Afrikaanse overheid, die altijd heeft gezegd dat een daling van de criminaliteit prioritair is en dat zij daaraan voortwerkt.

 

De situatie van de boeren in Zuid-Afrika is specifiek. Een en ander vindt niet alleen om politieke redenen plaats. De boeren wonen geïsoleerd buiten de stad. Voor politieagenten is het daarom misschien zeer moeilijk om dezelfde bescherming te verlenen als in een grotere stad. In ieder geval zetten wij onze contacten in verband met de dramatische situatie in Zuid-Afrika voort.

 

Voor het overige klopt het dat het ANC-congres beslist heeft om tot landonteigeningen over te gaan zonder compensatie. In het parlement werden daarover eerst oriënterende gesprekken gevoerd en nu komt dat punt aan bod in de commissie voor de grondwetsherziening. Wij hebben gehoord en gelezen dat president Ramaphosa het mogelijk acht om dat principe te steunen, weliswaar onder enkele condities. Zo moet de landbouwproductie stijgen, moet de voedselveiligheid en de voedselbevoorradings­zekerheid toenemen en moet het land worden teruggegeven aan hen van wie het genomen werd gedurende kolonialisme en apartheid.

 

Het thema is zeer controversieel. Om die reden onderhouden wij ook contacten met de overheid in Zuid-Afrika, in samenwerking met onze Europese collega's. Wij zullen aan de Zuid-Afrikaanse president en regering vragen om alle nationale en internationale verplichtingen correct toe te passen. De correcte toepassing van alle internationale engagementen van Zuid-Afrika in dat verband zullen wij zeer aandachtig opvolgen.

 

05.03  Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, Interpol heeft het landbouwerschap in Zuid-Afrika eerder al het gevaarlijkste beroep ter wereld genoemd. Nu worden massale onteigeningen en eigenlijk een nieuwe apartheid de afschuwelijke vooruitzichten in Zuid-Afrika.

 

U zegt dat u mijn bekommernis deelt en u zegt aandachtig te zijn, maar concreet doet u niets om de Afrikaanse boerengemeenschap te beschermen tegen staatsterreur. Onze regering kan nochtans echt druk uitoefenen op Zuid-Afrika. Het is een belangrijke handelspartner en een partner in de ontwikkelingssamenwerking. Op de webstek van Buitenlandse Zaken staat dat Zuid-Afrika voor België een belangrijke partner is, waarmee constructief wordt samengewerkt in het zoeken naar vrede, veiligheid en democratie in heel Afrika. U zou er bij de Zuid-Afrikaanse regering op moeten aandringen dat vrede en veiligheid niet alleen belangrijk zijn in de hun omringende landen, maar eerst en vooral in het eigen land zelf.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Annick Lambrecht aan de minister van Justitie over "de schuldenindustrie" (nr. P2656)

- mevrouw Kristien Van Vaerenbergh aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "de schuldenindustrie" (nr. P2657)

- mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over "de schuldenindustrie" (nr. P2659)

06 Questions jointes de

- Mme Annick Lambrecht au ministre de la Justice sur "l'industrie de l'endettement" (n° P2656)

- Mme Kristien Van Vaerenbergh à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "l'industrie de l'endettement" (n° P2657)

- Mme Sonja Becq au ministre de la Justice sur "l'industrie de l'endettement" (n° P2659)

 

06.01  Annick Lambrecht (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, anderhalve maand geleden haalde ik hier nog alleen het onderwerp van de schuldenindustrie aan. Ik ben dan ook zeer blij dat dit thema nu ook wordt aangesneden door andere collega's en bovendien wordt behandeld door twee ministers en een staatssecretaris.

 

Gisterenavond werden velen terecht wakker geschud door wat zij te zien kregen in de reportage Pano op de VRT. Mijnheer de minister, ik hoop dat u ook gekeken hebt. Er werden schrijnende beelden getoond van mensen die het licht aan het einde van de tunnel niet meer zien door de onmenselijke schuldenindustrie. Hele inboedels worden vaak verkocht zonder dat dit iets van de schuld aflost. Dat is onze maatschappij onwaardig. Jammer genoeg is het de realiteit voor 365 000 Belgen. Het kan u en iedereen overkomen.

 

Mijnheer de minister, vindt u het logisch dat een factuur van 53 euro oploopt tot 860 euro, of zestien keer het oorspronkelijke bedrag? Dat is maar een van de vele voorbeelden.

 

Sommige incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en advocaten worden slapend rijk door de miserie van anderen. Hoe meer inkomsten uit niet-betaalde schulden, hoe leuker voor hen, hoe meer kassa, kassa, kassa. Er is een nieuwe industrie ontstaan, de schuldenindustrie. Normaal zijn wij bij de sp.a blij met nieuwe industrieën. Wij zijn echter niet blij met deze; deze industrie steunen wij niet.

 

Let op, een schuld moet afbetaald worden. Laat daar geen twijfel over bestaan. Maar niet de schuld vormt het probleem, wel de ongebreidelde kosten die men telkens bij die schuld telt. Ik denk dan aan kosten van geding, kosten van uitgifte, dagvaardingskosten, afkortingsrechten en ga zo maar door. Het stopt nooit.

 

Mijnheer de minister, ik durf u opnieuw hetzelfde te vragen. Ik vraag opnieuw steun voor onze tien wetsvoorstellen. Onze wetsvoorstellen willen onder andere onafhankelijke controles op de advocaten en gerechtsdeurwaarders. Nu controleren zij immers zichzelf en dat is niet logisch. Wij willen ook de kosten van de gerechtsdeurwaarder halveren en wij willen kosteloze bemiddeling verplichten.

 

Mijnheer de minister, bent u bereid om de tien wetsvoorstellen die ik u anderhalve maand geleden ook toonde, te steunen? Zo ja, wanneer mag ik ze in de commissie voor de Justitie ter stemming komen voorleggen?

 

06.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, welkom terug in ons midden en proficiat met de geboorte van Rozanne. (Applaus)

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mevrouw de staatssecretaris, gisteren werd op de televisie een Panoreportage uitgezonden waarin mensen in armoede aan het woord kwamen. Zij werden geconfronteerd met schuldenlast en hadden het over hun ervaring met gerechtsdeurwaarders. Zo zag men dat een klein factuurbedrag dat nog moet worden betaald, snel kan oplopen tot een groot bedrag vanwege de bijkomende kosten. Alzo belandt men in een situatie waarin men meer kosten moet betalen dan het effectieve bedrag van de schuld. Dat is uiteraard niet de bedoeling, want zo duwt men mensen dieper dan nodig in de armoede. Er ontstaat dus een sneeuwbaleffect waardoor mensen dieper in de armoede worden geduwd.

 

De tarieven van de gerechtsdeurwaarders liggen vast, maar toch lopen de kosten hoog op. Veel gerechtsdeurwaarders beseffen dat ook. Wij zagen in de reportage een goed voorbeeld van een initiatief van de gerechtsdeurwaarders, met name MyTrustO. Zij trachten daarmee over te gaan tot een meer ethische manier van invorderen van de schulden.

 

Er moeten echter meer initiatieven komen en verdere stappen worden gezet. Vóór de Panoreportage was er een uitzending van Terzake, waarin professor Verbeke zei dat de rol van de gerechtsdeurwaarder misschien moet worden gewijzigd, in die zin dat de gerechtsdeurwaarder meer een bemiddelaar moet worden. De initiatieven op het terrein zijn er, maar misschien moeten deze meer geïnstitutionaliseerd worden. Er is dus ruimte voor verbetering.

 

Mevrouw de staatssecretaris, wat zijn uw initiatieven?

 

Wat denkt u van de problematiek?

 

Wat gaat u ondernemen, zodat schulden rechtvaardiger kunnen worden geïnd?

 

06.03  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, velen hebben gisteravond de Panoreportage gezien, ofwel op het moment zelf ofwel nadien.

 

Het gaat om een problematiek die wij al langer kennen, namelijk de problematiek van de schulden en de invordering van de schulden, die vaak met armoede te maken heeft en waarbij de mensen kantje boordje zitten. Er moet niet veel gebeuren om in een spiraal van schulden te belanden. Dat kan ook mensen met een normaal inkomen overkomen, bijvoorbeeld door ziekte of na een scheiding. Dergelijke factoren kunnen ervoor zorgen dat mensen met schulden worden geconfronteerd en in een moeilijke situatie terechtkomen.

 

Het komt erop aan op de ene of andere manier te kunnen ingrijpen, om de situatie recht te trekken. Een van de elementen die Justitie in dat verband heeft uitgewerkt, is de hele zaak rond de schuldbemiddeling. In dat verband wijs ik erop, mijnheer Bonte, dat wij lang geleden al initiatieven hebben genomen omtrent de schuldenproblematiek, door de bemiddelingsprocedure vloeiender te laten verlopen. Sindsdien zijn nog andere initiatieven genomen om op dat vlak efficiënter te kunnen werken. Ook in de toekomst kan daaraan worden voortgewerkt.

 

Tegelijk is het belangrijk dat we de schuldenproblematiek proberen te voorkomen en uiteraard zal dit moeten gebeuren op het niveau van het consumentenkrediet en dies meer. Het is ook belangrijk om zo kort mogelijk op de bal te spelen zodra de betaaltermijnen zijn overschreden of zodra schulden niet worden betaald.

 

Wij zijn het er denkelijk allen over eens dat het niet kan dat de kosten om de schulden te innen, hoger oplopen dan de schulden zelf. Uiteraard moeten schulden worden betaald, maar de invordering moet op een menselijke en menswaardige manier verlopen en niet via oplossingen die mensen nog dieper in de armoede duwen.

 

Mijnheer de minister, wij moeten dus naar mechanismen zoeken om dergelijke kosten te vermijden. Ik denk in dat verband aan het initiatief van MyTrustO, dat vanuit Beweging.net is gegroeid en dat door een aantal huisvestingsmaatschappijen en door de provincie Vlaams-Brabant effectief wordt gebruikt.

 

Er moet echter ruimer worden gegaan. Daaruit kan worden geleerd dat het belangrijk is dat ook bij gerechtsdeurwaarders wordt nagegaan op welke manier zij hun kosten kunnen minimaliseren, op welke manier zij kunnen samenwerken en bemiddelen, alsook op welke manier zij mee kunnen beoordelen of het de moeite is een schuld al dan niet in te vorderen. Het kan immers niet dat het innen van een schuld meer kost dan de schuld zelf. Het is belangrijk dat er in een kostenbesparend systeem rekening mee wordt gehouden dat niet meer kan worden gevraagd dan wat uiteindelijk kan worden geïnd.

 

Mijneer de minister, welke structurele maatregelen ziet u voor de inning in de domeinen van Justitie waarvoor u bevoegd bent?

 

06.04 Minister Koen Geens: Mevrouw Lambrecht, mevrouw Becq, mevrouw Van Vaerenbergh, ik heb de reportage van Pano gisterenavond ook gezien. Ik vond ze bijzonder goed gemaakt. Ze legt een problematiek bloot die wij al langer kennen.

 

Wat heeft Justitie tot nu toe al gedaan inzake het bredere probleem van de deurwaarders? De gerechtskosten in strafzaken op de dagvaardingen van deurwaarders zijn met 25 % verminderd. Dat is al een hele tijd geleden gebeurd. In het wetsontwerp houdende diverse bepalingen dat momenteel in de commissie voor de Justitie ter bespreking voorligt, wordt de bemiddelende rol van deurwaarders beter geregeld en benadrukt, de commissaris inzake executie waarover professor Verbeke gisterenavond sprak. Ook de Europese beslagverordening is omgezet in dat ontwerp houdende diverse bepalingen van het burgerlijk recht.

 

Wat de juridische beroepen betreft, weet u dat wij een aantal experts gelasten per beroep om met hervormingsplannen te starten. Straks zal mij de vraag worden gesteld over de studie die voor de advocaten is gemaakt en die maandag op de website van Justitie is gepubliceerd. Er zal er ook een komen voor deurwaarders.

 

Wij zullen onder meer vragen wat men moet doen met de leeftijdsgrens van de deurwaarders, die op dit ogenblik onbestaande is.

 

Wij zullen vragen wat er moet gebeuren met de vervangingen van de deurwaarders. Een deurwaarder wordt verondersteld 365 dagen per jaar, 7 dagen op 7, 24 uur op 24 te werken. Dat kan natuurlijk geen mens. Hoeveel dagen mag hij zich laten vervangen? Ook op het vlak van de deontologie zullen vragen worden gesteld om de verplichtingen en plichtenleer van de deurwaarders correct te re-evalueren.

 

Wat de werkprocessen en –methodes met betrekking tot debiteuren betreft, hebben wij reeds de insolventiewetgeving herbekeken. Die zou op 1 mei in werking treden. Ook de collectieve schuldenregeling voor particulieren wordt aan een grondig onderzoek onderworpen en is op dit ogenblik in bespreking in de interkabinettenwerkgroep, ook met het oog op een platform dat tot stand zal komen.

 

U zult vernomen hebben dat ik hoop dat de kosten die aan de inning van een schuld worden besteed, zouden kunnen beperkt worden tot een bepaald percentage van de totale schuld. Ik heb 40 % voorgesteld. Wij moeten de goederen en de inkomsten uitbreiden die niet voor beslag vatbaar zijn; nu zijn dat nog huisdieren en vergelijkbare dingen. Wij moeten in elk geval de kosten van de deurwaarder nog transparanter en zonder afkorting laten vermelden.

 

Mevrouw Lambrecht, ik ken uw wetsvoorstellen. Ik heb het u reeds eerder gezegd, in antwoord op een vorige vraag. Wij zijn nu met drie en u bent met vier. Wij moeten in elk geval proberen om ook daarop een beter zicht te krijgen en ze mee te nemen in onze reflectie die grondig zal zijn, daarop mag u rekenen.

 

06.05 Staatssecretaris Zuhal Demir: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, als ik het goed heb begrepen, zijn wij het er allemaal over eens dat kosten voor de inning nooit hoger mogen zijn dan de schuld zelf.

 

Er staan 363 573 Belgen geregistreerd met wanbetalingen bij kredieten en bijna een op vijf mensen in armoede heeft minstens twee betalingsachterstanden bij basisvoorzieningen, zoals huur, elektriciteit, gas, gezondheidszorg of hypotheek.

 

Als staatssecretaris bevoegd voor Armoedebestrijding ben ik hierover heel bezorgd en heb ik het punt ook opgenomen in mijn beleidsnota. Wij hebben daarover gediscussieerd en mijn kabinet is bezig met het naar voren schuiven van een aantal oplossingen.

 

Ik ben blij dat collega's Geens en Peeters ook aan oplossingen werken. Ik stel voor dat wij hierover heel snel samenzitten. Als er toch schulden worden gemaakt, is het beter dat wij een wettelijk kader hebben om die minnelijk te regelen. Wij moeten inzetten op preventie van schulden en dus vermijden dat er een deurwaarder moet komen.

 

Ik wil graag drie elementen op tafel leggen, waarmee wij al aan het werken zijn.

 

Ten eerste, ik stel vast dat er inzake kosten van herinneringsbrieven geen uniforme spelregels bestaan, wat in andere landen wel het geval is. Wij moeten hiervan werk maken. Die spelregels moeten rechtvaardiger zijn. Ik denk dat de nieuwe telecomwet een goed voorbeeld kan zijn, die bepaalt dat een eerste aanmaning gratis is of tegen reële kosten.

 

Ten tweede, ik stel vast dat er te weinig onmiddellijk een afbetalingsplan wordt voorgesteld. Laten wij een gestandaardiseerde procedure ontwikkelen.

 

Ten derde, ik stel vast dat er ook te laat wordt doorverwezen naar de schuldhulpverlening. Wij zien dat mensen in armoede hun weg niet altijd vinden, dus tijdig doorverwijzen vermijdt een deel van de oplopende kosten.

 

Wat de deurwaarders betreft, ga ik akkoord met het antwoord van mijn collega Geens. Mijn kabinet en ikzelf staan ter beschikking om samen met de collega's hiervoor een oplossing te vinden.

 

06.06  Annick Lambrecht (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister en de staatssecretaris voor de uitgebreide antwoorden.

 

Mijnheer de minister, het is goed dat er al veel is gebeurd betreffende de deurwaarders en dat u nog veel zult doen, maar toch zitten er nog 365 000 Belgen in de miserie. Dat wil zeggen dat er nog veel meer moet gebeuren. Wij moeten ons niet bezighouden met de leeftijd of de vervanging van deurwaarders, maar met hun onmenselijke manier van optreden en de onmenselijke aanrekening van hoge kosten, waar niemand iets van begrijpt. Ik ben heel blij dat staatssecretaris Demir aanwezig is, want de schuldindustrie is echt zeer onderbelicht als het over armoede en achterstelling gaat.

 

Het is goed dat wij ons met vele mensen verenigen. Wij zijn met zeven, onder wie vijf krachtige vrouwen. Ik hoop dat het vanaf nu zal vooruitgaan. Wij zijn blij met uw steun, van de twee ministers en van de staatssecretaris, maar wij willen nu ook echt daden. Ik vraag ook de steun van het halfrond, over de partijgrenzen heen, want de schuldenindustrie is niet iets van de meerderheid of de oppositie, maar van ons allemaal.

 

Het is vandaag complimentendag. Ik zal een complimentje geven omdat u goede antwoorden hebt gegeven. Minister Geens, u weet dat ik u zeer graag een cadeautje geef en dus zal ik u onze tien wetsvoorstellen nogmaals meegeven, zodat u ze niet meer vergeet. (Mevrouw Lambrecht overhandigt een pakje met wetsvoorstellen aan minister Geens.)

 

06.07  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de minister, mevrouw de staatssecretaris, ik ben blij dat er al concrete initiatieven worden genomen en het is ook goed dat de drie regeringsleden die betrokken zijn bij deze problematiek, die zich niet tot één domein beperkt, zullen samenwerken om tot concrete actie over te gaan. Er bestaat immers een wanverhouding tussen de schulden en de bijbehorende kosten. Die problematiek moet worden aangepakt.

 

Mevrouw Lambrecht, ik wil toch even fijntjes opmerken dat ik heel blij ben dat er nu ook initiatieven worden genomen door de oppositie, maar deze problematiek is niet nieuw. Hij bestaat al meer dan twintig jaar en nu pas, sinds u in de oppositie zit, komen er initiatieven.

 

06.08  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, men heeft soms de indruk dat er een opbod is bij de inning van schulden, maar daarom moeten wij hier in de Kamer toch niet bij opbod uitmaken wie het meest begaan is met de schuldenproblematiek? Ik stel vast dat er in de geschiedenis van dit thema voortschrijdende maatregelen genomen zijn, door verschillende regeringen, verschillende ministers en verschillende partijen om iets aan de schuldenproblematiek te doen. Wij worden er inderdaad mee geconfronteerd dat mensen om verschillende redenen hun schulden niet kunnen betalen.

 

Schulden moeten worden geïnd, maar dat moet wel op een menselijke manier gebeuren. Het kan niet dat men groot geld verdient ten koste van mensen die niet kunnen betalen. Daar gaat het om. Er zijn verschillende initiatieven beloofd, of al in werking, door verschillende ministers vanuit hun verschillende bevoegdheden.

 

Mijnheer de minister, ik heb geen cadeautje mee voor u, maar ik beloof u heel plechtig dat ik u onze stem zal geven, niet alleen die van mij, maar die van onze hele fractie, op het moment dat er hier voorstellen zullen liggen om effectief iets te doen aan de kostenbeheersing en de kostenpreventie bij de deurwaarders en bij de inning van schulden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Hans Bonte aan de minister van Justitie over "de terrorismedatabank" (nr. P2660)

- de heer Patrick Dewael aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de terrorismedatabank" (nr. P2661)

07 Questions jointes de

- M. Hans Bonte au ministre de la Justice sur "la base de données sur les terroristes" (n° P2660)

- M. Patrick Dewael au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la base de données sur les terroristes" (n° P2661)

 

07.01  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, collega's, ik werd vanmorgen vroeg uit mijn bed gebeld – dat gebeurt wel eens meer – door mijn politiediensten naar aanleiding van het feit dat een jongeman uit Vilvoorde niet op het vliegtuig mocht. De oorzaak daarvan was dat hij jaren geleden ergens in een databank stond. Dat was onterecht en hij werd daar toen ook weer uit gehaald. In elk geval waren de politiediensten op de luchthaven daarover slecht geïnformeerd; vandaar hun beslissing.

 

Mijnheer de minister, zulke incidenten doen zich geregeld voor. Mensen verliezen hun veiligheidsbadge voor de luchthaven en er wordt hun de toegang ontzegd, achteraf blijkt dat onterecht. Kinderen mogen niet meegaan op schoolreis naar het buitenland en ook dat blijkt achteraf onterecht. Zulke incidenten onderstrepen het belang om precieze, exacte, goed gedefinieerde databanken aan te leggen, die goed worden beheerd. Het is essentieel in de strijd tegen terrorisme en andere misdrijven om over goed georganiseerde, goed gedefinieerde databanken te beschikken, die op een dynamische manier functioneren.

 

Ongetwijfeld hebt u zoals wij kennisgenomen van het rapport inzake de terrorismedatabank, dat door het Comité I werd opgemaakt. Dat komt vandaag ook uitgebreid aan bod in de krant. Daarin komen allerlei problemen naar boven: sommige personen staan te lang in de databank; personen die al lang uit de databank moesten zijn geschrapt, blijven erin; of nog, er is geen controle op het gebruik. Het meest fundamentele probleem is wel dat er voor de databank rond homegrown terrorism geen enkele juridische basis is. De veiligheidsdiensten krijgen van u en van de minister van Veiligheid instructies om die databank aan te leggen, terwijl we vandaag nog altijd op een KB wachten.

 

Mijnheer de minister, die onwettelijke situatie dreigt niet alleen problemen te veroorzaken voor wie erin opgenomen is, maar ook voor de veiligheidsdiensten zelf. Mijn vraag is dubbel. Welke conclusies verbindt de regering aan het rapport betreffende de evaluatie van de databank, die op de tafel ligt? Waar blijft de noodzakelijke juridische basis, waarop onze veiligheidsdiensten zich moeten kunnen beroepen?

 

07.02  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de minister, toen u in de Verenigde Staten was, hebt u waarschijnlijk verschillende keren het adagium gehoord dat het belangrijk is de informatie te hebben maar dat het nog belangrijker is de informatie met elkaar te delen, to share the information.

 

Een van de hoofdconclusies van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart hield verband met de vraag hoe wij ervoor kunnen zorgen dat tussen al onze diensten, zoals de politie-  en de inlichtingendiensten, de informatie maximaal kan circuleren.

 

Ik kom daarbij tot het probleem van de databanken. Ons land heeft altijd een exemplarische rol gespeeld in het ter beschikking stellen en het delen van de informatie. Ik kan verwijzen naar wat de directeur van Europol is komen getuigen in onze commissie. Ik meen dat België ter zake geen verwijten moet krijgen, integendeel.

 

Naar aanleiding van de conflicten in en rond Syrië heeft het OCAD een databank opgericht. Daarin zitten de foreign fighters en daar zijn andere categorieën bijgekomen. Ik denk maar aan de haatpredikers en aan de homegrown terrorists. Als het OCAD zo'n databank bijhoudt, is het belangrijk dat er bepaalde wettelijke waarborgen zijn, ook in de uitvoeringsbesluiten.

 

Het Comité I stelt ter zake kritische vragen. Het vraagt hoe het met de privacy zit en hoe een burger in zo'n databank terechtkomt. Belangrijk is ook het antwoord op de vraag, voor wie er ooit in terechtkomt, hoe men uit de databank wordt geschrapt. Wie heeft toegang tot zo'n databank?

 

Ik deel de bekommernis van collega Bonte dat de positie van de burgemeesters daarbij heel belangrijk is. Zij moeten immers, in de mate van het mogelijke, weten wat er op het grondgebied van hun gemeente gebeurt.

 

Die eerste reeks van vragen kent u, mijnheer de minister. U hebt ze vanmorgen ook via de media gekregen.

 

Mijn bijkomende vraag is de volgende. Bij de uitvoering van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie staat de nieuwe kruispuntbank natuurlijk centraal. Voor mij gaat het niet alleen over het OCAD. Er zijn ook andere politiediensten en inlichtingendiensten. Onze parlementaire onderzoekscommissie heeft de aanbeveling gedaan dat, zoals de minister van Sociale Zaken de kruispuntbank voor sociale zaken heeft, er ook hiervoor een kruispuntbank zou komen.

 

Met andere woorden, hoe zullen we bruggen slaan? Hoe zullen we ervoor zorgen dat men weet waaraan er wordt gewerkt, dat er maximaal informatie wordt uitgewisseld tussen de verschillende diensten en instellingen? Alleen door een betere samenwerking en synergie kunnen we terreur en terrorisme efficiënter bestrijden.

 

07.03 Minister Koen Geens: Beste collega's, in dit geval ook beste burgemeesters, ik meen dat België niet hoeft te blozen als het over onze OCAD-wetgeving gaat. Ze dateert uit een heel goede tijd. Het is een wet gemaakt door zeer vooraanstaande collega's en ze doet vandaag nog steeds dienst.

 

De databank van de foreign terrorist fighters is natuurlijk aangelegd ten gevolge van de terreuraanslagen in het buitenland en bij ons. In 2016 is er een nieuwe wet aangenomen die de wettelijke basis levert voor zo'n databank. Per type van terreur hebben we dan een KB nodig. We hebben een KB voor de FTF'ers, we hebben er nu een nodig voor de homegrown terrorist fighters en we hebben er ook een nodig voor de haatpredikers. Die twee KB's liggen nu voor advies bij de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de Raad van State.

 

De wettelijke basis zal dus in orde zijn tegen wanneer de databank helemaal operationeel zal zijn. U zult het ons vergeven dat we die intussen al voorbereiden. Als u wil dat wij wachten met het voorbereiden ervan tot die wettelijke basis er is, dan verliezen we tijd. Tijd verliezen staat niet in ons woordenboek.

 

U wijst er terecht op dat we onlangs ook het verslag van het Comité I en van het COC hebben gekregen. Zij hebben ons laten weten dat er toch enkele zaken moeten worden verbeterd op het stuk van de informatiedoorstroming, op het stuk van de toegang en op het stuk van het ventileren van personen die niet meer aan de voorwaarden voldoen. De LTF-werkgroep heeft al twee keer vergaderd over de aanbevelingen van het Comité I en het COC. Wij zullen binnen de kortst mogelijke termijn gevolg geven aan die aanbevelingen.

 

Ik wil u wel geruststellen dat wij systematisch personen ventileren, zoals dat heet. Dat betekent dat we hen verwijderen van de lijst.

 

U verwees ook naar mijn aanwezigheid in de Verenigde Staten een korte tijd geleden. Ik heb daar uiteraard gesproken met medewerkers van het NCTC, het OCAD van de Verenigde Staten.

 

De New Yorker van wie sprake in de aanslag, is een beetje onder de radar gebleven. Vanaf het ogenblik dat iemand onder de radar blijft, komt u mij hier terecht vragen waarom die persoon onder de radar gebleven is. Wanneer echter een betrokkene er nog op staat, maar er niet meer op mag staan, vraagt u waarom hij er nog op staat. Beide vragen zijn meer dan terecht, maar de perfectie is helaas niet van deze wereld. Wij kunnen geen nulrisico creëren op dat vlak, alleen zo goed mogelijk de zaken opvolgen en de informatie delen.

 

Tot slot wil ik het over de databank van de toekomst hebben, de kruispuntdatabank waarnaar commissievoorzitter Dewael gevraagd heeft. Op dit ogenblik voeren wij overleg met het kabinet van de minister van Veiligheid, collega Jambon, en met de experts Bruggeman en Van Daele, om te weten hoe die databank er precies zou moeten uitzien. Een eerste taak, het maken van een voorstudie daarover, is toevertrouwd aan het Coördinatiecomité voor Inlichtingen en Veiligheid dat de Nationale Veiligheidsraad adviseert. De architectuur van die kruispuntdatabank zal heel belangrijk zijn.

 

In de Verenigde Staten wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van een databank met 1 300 000 terroristen, een unieke databank bij het NCTC. Een kruispuntdatabank is iets anders. Wij zijn ermee bezig. Wij zullen dat voorleggen aan uw commissie ter opvolging. Geeft u ons nog even de tijd om daarover onze definitieve religie te maken.

 

07.04  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, ik wil mijn mening herhalen. Volgens mij is een goede databank, een goede verzameling van data, essentieel in de bestrijding van allerlei fenomenen waaronder ook terrorisme. Op dat vlak heb ik dus geen punt van kritiek.

 

Met het oog op de kruispuntbank hoop ik dat de regering ondertussen al geteld heeft hoeveel databanken er tegenwoordig precies bestaan op federaal niveau. Ik herinner mij nog de hele discussie over dat aantal. Dat zeg ik niet met veel plezier maar omdat ik ook in het veld vaststel dat verschillende databanken niet op elkaar afgestemd worden. Ik geef als voorbeeld het Kanaalplan: databanken tussen verschillende politiezones, nochtans op Brussels grondgebied, spreken elk een eigen taal, er zitten andere gegevens in en ze maken van verschillende software gebruik. Zelfs op dat niveau slagen wij er nog niet in om tot eenvormigheid te komen.

 

Een deel van uw antwoord verrast mij enigszins, omdat ik toch iets anders lees in het rapport. U zegt dat er nog geen lijst is aangelegd van homegrown terrorists omdat u daartoe op een wettelijke basis wacht, maar u bent wel in volle voorbereiding.

 

Mijnheer de minister, u moet weten dat lokale politiezones en burgemeesters de plicht hebben om beleidsconclusies inzake opvolging te koppelen aan het feit dat iemand op de lijst staat. Vandaag moeten mensen die opgenomen zijn in een databank, worden opgevolgd op instructie van de FOD Binnenlandse Zaken terwijl er geen wettelijke basis is voor die databank.

 

Ik zou u nogmaals willen oproepen om niet te wachten op de conclusies van de onderzoekscommissie en morgen reeds te zorgen voor een wettelijke basis, al was het maar om te vermijden dat de politie- en veiligheidsdiensten serieus in de knoei geraken.

 

07.05  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het is complimentendag en dus dank ik u voor het compliment inzake de architectuur van het OCAD, een orgaan voor de dreigingsanalyse dat in 2006 werd opgericht. Mevrouw Onkelinx zal zich dit nog goed herinneren.

 

Wij hebben het vandaag over de databanken. U hebt verwezen naar de wet van 2016. De vaststelling van de onderzoekscommissie is dat er in ons land enorm veel databanken bestaan. U hebt nu opmerkingen gekregen over de databank van het OCAD en u zult die beantwoorden.

 

Onze bekommernis is hoe wij beter te weten kunnen komen wie waarmee bezig is. Met databanken bij de politie, de gerechtelijke politie, de Veiligheid van de Staat, de militaire inlichtingendienst en het OCAD is het volgens mij van het grootste belang het principe van een kruispuntbank te realiseren. Iedereen moet goed weten wie waarmee bezig is. Elk stukje van de puzzel moet kunnen worden samengebracht om zo de puzzel compleet te maken.

 

Dat is zowat de hartenkreet van de onderzoekscommissie. Ik zou voorstellen dat de regering niet te lang wacht met de uitvoering van die aanbeveling. Ik meen dat niet alles in een dag kan. De tweede verjaardag van de gebeurtenissen van 22 maart komt dichterbij. Wij zullen in de komende weken nog eens goed inzoomen op de positie van de slachtoffers, want dat is nodig.

 

Wat de veiligheidsarchitectuur betreft, is de oprichting van die kruispuntbank volgens mij van prioritair belang. Ik meen dat ik daarmee ook de wil vertolk van heel de commissie. Het zou de minister en de regering sieren daarvan snel werk te maken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- M. Philippe Goffin au ministre de la Justice sur "le rapport sur la modernisation de la profession d'avocat" (n° P2662)

- Mme Özlem Özen au ministre de la Justice sur "le rapport sur la modernisation de la profession d'avocat" (n° P2663)

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Philippe Goffin aan de minister van Justitie over "het rapport over de modernisering van het advocatenberoep" (nr. P2662)

- mevrouw Özlem Özen aan de minister van Justitie over "het rapport over de modernisering van het advocatenberoep" (nr. P2663)

 

08.01  Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, vous avez reçu le rapport volumineux de deux experts quant à l'évolution et l'avenir de la profession d'avocat. Belle initiative, parce que ce temps est nécessaire étant donné la métamorphose que connaît notre société aujourd'hui! Ces deux experts ont travaillé en toute indépendance pour lancer des pistes de réflexion sur l'évolution du métier d'avocat.

 

Les questions ne manquent pas. L'état des lieux en ce qui concerne cette profession est interpellant. De grands défis se posent aujourd'hui au sujet de la formation, la déontologie, l'organisation des barreaux, l'organisation des cabinets d'avocats eux-mêmes et de l'intelligence artificielle. Un quotidien titrait aujourd'hui "La robotisation de la justice". Nous aurons l'occasion d'en parler.

 

Évidemment, j'ai salué cette démarche importante, parce qu'elle touche un des piliers de notre droit. Les balises relatives à la fonction d'avocat sont claires: la liberté et l'indépendance. Les questions se posent évidemment par rapport à l'évolution des technologies de la communication et de l'information ainsi qu'à la complexification croissante du droit. Nous sommes en quelque sorte responsables d'ailleurs, car la société évolue. On nous reproche parfois une abondance de textes, trop complexes. Voilà peut-être une réflexion que nous pouvons nous faire nous-mêmes. Il n'empêche que les avocats sont amenés, eux, à appliquer le droit. Les citoyens ont besoin de garder la confiance dans l'institution. Ils ont besoin de comprendre le droit qui n'est pas facile. Enfin, il y a la viabilité de la profession.

 

Tout ce travail ayant été mené aujourd'hui, vous l'aurez compris, la profession d'avocat est appelée à se métamorphoser. Vous avez face à vous un rapport important. Vous aviez dit que vous alliez consulter. Quels sont les acteurs qui seront consultés? C'est ma première question, monsieur Laaouej. Comment allez-vous organiser ces consultations? Est-ce par rapport aux organes consultatifs ou chaque avocat aura-t-il l'occasion de s'exprimer en la matière? Dans ce grand remue-ménage, quel sera le rôle du Parlement? Nous aurons de quoi échanger avec vous! Les universités qui enseignent le droit seront-elles concertées? Quelle sera la ligne du temps eu égard à cette métamorphose nécessaire de la profession d'avocat?

 

08.02  Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, après plusieurs mois de réflexion, le rapport sur l'avenir de la profession d'avocat, commandé à deux experts, a vu le jour. S'il faut prendre le temps d'analyser en profondeur les 655 pages de ce volumineux rapport qui comprend un certain nombre d'idées très intéressantes, il n'en demeure pas moins que les craintes exprimées en novembre dernier par certains avocats, qui dénonçaient la vision consumériste au cœur de cette réflexion, ne sont malheureusement pas dénuées de fondement.

 

Après l'annonce de votre International Business Court, ceci ne manque pas d'inquiéter. On peut notamment lire dans ce rapport que l'avocat pourrait cumuler sa profession avec d'autres, comme celle de lobbyiste ou de syndic d'immeubles. S'il n'est certainement pas interdit de réfléchir à l'évolution de la profession d'avocat et à la nécessaire adaptation aux évolutions de la société, ces propositions posent pour le moins question au regard de l'indépendance de l'avocat, de sa déontologie et d'autres considérations éthiques.

 

Vous n'ignorez pas que l'accès à la justice est devenu un véritable problème, tant pour la classe moyenne que pour les personnes les plus précarisées. Les mesures adoptées l'an dernier par votre gouvernement en matière d'aide juridique n'y sont d'ailleurs pas étrangères. Aussi, l'un des enjeux de la discussion est-il de garantir un meilleur accès à la justice pour tous, la classe moyenne n'ayant plus accès à la justice. Mais il ne peut s'agir de déréguler une profession, ni de renoncer à l'indépendance au profit de l'économie.

 

Monsieur le ministre, quelles suites allez-vous réserver à ce rapport? Quel est le calendrier prévu? Comment seront organisées les différentes concertations avec le secteur et le monde de la justice? Comment voyez-vous l'articulation entre les propositions issues du rapport et l'indépendance des avocats?

 

08.03  Koen Geens, ministre: Cher président, chers confrères, ce n'est pas à vous que je dois expliquer l'indépendance totale de la profession d'avocat dans notre État de droit. Vous n'ignorez pas que la profession d'avocat n'est soumise à aucune tutelle du ministre de la Justice, contrairement à beaucoup d'autres professions libérales qui y sont soumises directement à un ministre. Aucun règlement de déontologie, aucun règlement de discipline n'est approuvé par le ministre de la Justice. Seul le procureur général auprès de la Cour de cassation peut, en cas d'abus de pouvoir, introduire une procédure auprès de la Cour pour faire annuler un règlement de l'Ordre des avocats.

 

Cette brève introduction a pour but de justifier le fait que, dans les trois prochains mois, la consultation ne sera faite qu'au sein de la profession d'avocat elle-même. J'ai convenu de cette procédure avec les présidents des deux Ordres communautaires qui ont demandé à pouvoir consulter leurs bâtonniers et assemblées générales pendant trois mois d'une façon qu'ils ont déterminée librement, sans que j'aie mon mot à dire.

 

Fin mai, ils me transmettront collectivement leurs remarques, propos, accords et désaccords sur les propositions qui ont été faites par un ancien président de l'OBFG, un ancien directeur du service d'étude de l'OVB en tant qu'expert.

 

C'est à partir de ce moment-là que je consulterai les autres acteurs. Je n'exclus pas des pourparlers informels avec certains, mais je crois qu'il est important de leur laisser ce temps de liberté pendant lequel ils peuvent consulter leur propre profession.

 

Comme vous l'avez souligné, madame Özen, c'est un sujet très sensible. La flèche a été tirée très haut. En néerlandais, on dirait "qu'elle peut descendre en tombant", comme la flèche le fait généralement. Mais les propositions sont un défi pour tous ceux qui veulent une perspective d'avenir pour cette belle profession. C'est en ce sens que je reviendrai au mois de juin vers vous. Je ne crois pas le faire antérieurement.

 

Quant aux universités, celles-ci ont certainement déjà été contactées de façon informelle. Là aussi, je propose de laisser pour l'instant la liberté à la profession de prendre connaissance elle-même de ce rapport sans mettre la pression. De fait, il y a toujours une urgence mais, en l'espèce, il faut attendre trois mois.

 

08.04  Philippe Goffin (MR): Monsieur le ministre, si vous me permettez de paraphraser votre réponse, j'imagine qu'avant de retomber, la flèche sera sur orbite pendant trois mois. De la sorte, elle va pouvoir tourner et être contemplée de tous les côtés afin de nourrir des réflexions. C'est du moins ce que je souhaite.

 

Le groupe MR est très attaché à cette démarche, parce qu'elle met en avant l'implication des acteurs de terrain, comme vous l'avez souligné - et je m'en réjouis -, la liberté, l'indépendance, mais aussi la nécessité de se préparer aux métamorphoses de notre société. Il est en effet quand même plus intéressant de réfléchir en amont que de devoir réparer en aval.

 

08.05  Özlem Özen (PS): Monsieur le ministre, penser le monde de demain et s'interroger sur une profession aussi ancienne que celle d'avocat sont évidemment essentiels. Il faut s'y atteler en tenant compte des particularités du monde judiciaire.

 

Toutefois, comme vous le savez, la justice est sinistrée. En effet, les acteurs du monde judiciaire souffrent: les magistrats, les greffiers, le personnel judiciaire - qui travaille en sous-effectif constant. De même, les avocats pro deo sont débordés par l'introduction du ticket modérateur. Ils ne savent ni combien ni quand ils seront payés. Bien souvent, ils le sont avec beaucoup trop de retard. Les juges d'instruction sont particulièrement inquiets. Le parquet, pour sa part, est d'ores et déjà surchargé.

 

Monsieur le ministre, le monde judiciaire a besoin d'actions concrètes en vue de répondre aux défaillances constatées. La revalorisation des professions de justice et du travail judiciaire est attendue par le secteur et tous les citoyens.

 

Si la modernisation de la profession d'avocat constitue un enjeu essentiel, elle ne peut être discutée indépendamment de la question de l'accès à la justice. Sinon, cette réflexion, aussi intéressante soit-elle, sera malheureusement vouée à l'échec.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- Mme Stéphanie Thoron à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les terrains de sport synthétiques" (n° P2664)

- Mme Muriel Gerkens à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les terrains de sport synthétiques" (n° P2665)

09 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Stéphanie Thoron aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "synthetische sportterreinen" (nr. P2664)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "synthetische sportterreinen" (nr. P2665)

 

09.01  Stéphanie Thoron (MR): Monsieur le président, madame la ministre, la question des risques sanitaires potentiels ou réels sur la santé des terrains synthétiques est revenue au devant de l'actualité, suite à l'émission Envoyé spécial diffusée sur France 2. De sérieux risques pour la santé y ont été évoqués.

 

Les granules de caoutchouc produits à partir de pneus recyclés pourraient être cancérigènes. Ils sont utilisés dans la fabrication des gazons synthétiques, mais aussi des aires de jeux pour enfants.

 

Selon la presse, le gouvernement français a pris la décision de saisir l'Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail sur les éventuels risques liés à l'utilisation des granulés de caoutchouc recyclés, notamment dans la fabrication des terrains de sport synthétiques.

 

En tant que responsables politiques, nous sommes évidemment fortement sollicités par nos citoyens sur cette question. Dès lors, permettez-moi de vous interroger.

 

Madame la ministre, avez-vous, avec vos services, déjà entamé une réflexion sur les risques liés aux terrains synthétiques? Dispose-t-on d'études récentes sur la question dans notre pays? Le Conseil supérieur de la Santé a-t-il déjà examiné la problématique? Dans l'affirmative, a-t-il émis des recommandations et fixé des normes précises à respecter pour ce qui concerne ces terrains? Dans la négative, comptez-vous saisir le Conseil supérieur de la Santé sur cette problématique?

 

09.02  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, je voudrais, à travers cette question, vous convaincre de votre capacité d'influence en faveur de la santé, du sport, mais aussi de la transition écologique de l'économie, ce à partir des terrains synthétiques.

 

Il est vrai que les questions relatives à la toxicité et à la cancérogénicité de ces terrains ne datent pas d'hier. Nous avons déjà eu l'occasion de nous entretenir à plusieurs reprises en commission de la Santé sur le sujet, mais à chaque fois les réponses apportées étaient rassurantes: il n'y a pas de lien entre le développement de cancers et les terrains synthétiques.

 

Néanmoins, ces derniers temps, des analyses démontrent que chez les joueurs qui ont utilisé pendant une longue période – cela se passe aux États-Unis – des terrains synthétiques qui contiennent des microbilles noires issues de pneus usés, le nombre de cancers est plus important.

 

À Amsterdam, en Hollande, une étude montre que si l'on immerge des poissons avec ces billes, ils meurent. Des études démontrent également que ces microbilles de plastique sont toxiques. Vous me direz que les poissons ne sont pas des humains mais s'il n'y avait pas de toxicité, les poissons ne mourraient pas. Ce qui est plus inquiétant, c'est que quand on examine la composition de ces terrains synthétiques et de ces microbilles issues de pneus, on y retrouve évidemment des hydrocarbures, des métaux lourds, du plomb, du chrome. Tout cela fait un amalgame qui peut avoir un impact négatif.

 

Vous êtes ministre de la Santé. Vous devez donc prévenir l'état de santé des citoyens. À ce titre, avez-vous l'intention, comme en France et dans d'autres pays, de mener des études plus précises sur la composition de ces terrains? 

 

Puisqu'il y a des doutes, puisqu'il y a des risques que ces microbilles issues de vieux pneus soient composées de substances toxiques, avez-vous l'intention de forcer les fabricants à aller vers les alternatives? Je trouve que là, vous avez vraiment un rôle important à jouer. Car ces alternatives existent. Elles existent dans certaines de nos communes où l'on utilise des noix de coco, du liège, du caoutchouc encapsulé. Cela permettrait que ces terrains, nouvelle version, soient moins chers et soient accessibles à l'ensemble des communes, à l'ensemble des clubs, et pas seulement aux clubs où vont les enfants riches!

 

09.03  Maggie De Block, ministre: Je vous remercie, madame Thoron, madame Gerkens. Il va de soi que la santé des utilisateurs des terrains de sport et plaines de jeux me tient à cœur, surtout quand il s'agit d'enfants.

 

Comme vous le savez, les terrains de sport composés de granulés de caoutchouc dont vous parlez ont d'abord été posés aux Pays-Bas et en Flandre, en 2016 déjà, puis dans une phase ultérieure, à Bruxelles et en Wallonie. Par conséquent, les inquiétudes par rapport à leurs effets sur la santé suivent ce même chemin.

 

J'ai en effet étudié de près ce sujet avec les autorités flamandes, il y a plus d'un an. À l'époque, j'avais chargé mes services de déterminer à court terme s'il existait un danger pour la santé publique. Nous avons alors examiné les études disponibles menées entre autres aux Pays-Bas. Il s'agissait notamment d'une étude sur des poissons zèbres qui avaient une conduite différente.

 

La Belgique a également contribué de manière active à une étude de l'Agence européenne des produits chimiques (ECHA). Fin février 2017, ECHA a présenté ses conclusions. Malheureusement, je ne dispose que du texte anglais: "ECHA has evaluated the risk of substances in recycled rubber that is used on artificial sports pitches. Based on the evidence, ECHA has concluded that the concern for players on these pitches, including children, and for workers who install and maintain them is very low."

 

Cette conclusion correspond à celle de l'Institut néerlandais de la santé publique et de l'environnement. L'étude conclut que le risque pour la santé lié à la pratique de sport sur le terrain est quasi négligeable – "praktisch verwaarloosbaar".

 

En d'autres termes, inutile d'être alarmiste en ce jour. Cependant, afin d'exclure tout risque, notre pays soutient de manière active le renforcement des normes européennes. Les normes européennes actuelles sont relatives aux pneus à partir desquels les terrains sont construits. Mais selon les normes plus strictes en cours de développement, tous nos terrains seraient en ordre.

 

Cela impliquera plus précisément une limitation de la présence d'hydrocarbures aromatiques polycycliques dans les granulés. Nous attendons une proposition des Pays-Bas avec le soutien de ECHA au plus tard à la fin du mois prochain, après quoi les États membres et le Parlement européen pourront agir.

 

En résumé, sachez qu'il n'y a aucun danger imminent pour la santé publique. Nous sommes encore en train de travailler au renforcement des normes avec les pays voisins au sein de ECHA.

 

09.04  Stéphanie Thoron (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse effectivement rassurante. C'est tant mieux. Il était nécessaire de pouvoir rassurer les nombreux utilisateurs de ces terrains. Je suivrai activement la suite des avancées concernant ces normes.

 

09.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Madame la ministre, vous vous y attendez sans doute mais votre réponse ne me rassure pas.

 

En effet, les études démontrent que ces terrains sont constitués de microbilles composées de substances provenant de pneus usés. Sur ces terrains, on court, on tombe, on transpire, on se blesse. Ces substances s'accrochent aux plaies et pénètrent dans la peau. On les respire, on les absorbe, on les aspire. Dire qu'il n'y a aucun risque et que nous pouvons être rassurés, personnellement, je n'oserais pas l'affirmer.

 

Il n'y a peut-être pas de lien évident mais il y a des substances qui ne devraient pas s'y trouver et qui s'y trouvent.

 

Madame la ministre, des alternatives existent avec d'autres substances, en particulier des substances naturelles comme le liège ou les coquilles de noix de coco. Dans certaines communes flamandes, on utilise de nouvelles versions de terrains synthétiques avec des billes de caoutchouc encapsulées. On n'utilise plus de pneus.

 

Accélérons la transition écologique de l'économie en utilisant des terrains "nouvelle formule", ce qui favorisera la santé par la promotion du sport en Belgique! Je compte sur vous!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Mme Catherine Fonck à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la condamnation de l'État belge à créer un fonds pour indemniser les victimes du Softenon" (n° P2666)

10 Vraag van mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de veroordeling van de Belgische Staat tot de oprichting van een fonds voor de vergoeding van softenonslachtoffers" (nr. P2666)

 

10.01  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, je vous interpelle car la cour d'appel de Bruxelles vient de condamner l'État belge à créer un fonds d'aide aux victimes du Softenon. Le Softenon est ce fameux médicament que certaines femmes enceintes ont pris, comme un bonbon, pour atténuer les nausées et les vomissements pendant la grossesse, mais qui a malheureusement entraîné des malformations et de graves handicaps chez les enfants. Il a bien été démontré, par la suite, qu'il s'agit d'un médicament tératogène.

 

Malgré vos arguments, que j'ai pu lire pendant les procédures judiciaires, force est de constater que l'État a tardé à prendre des décisions fortes. Je ne vous vise pas. Ceci se passait au début des années 1960, alors que d'autres pays avaient, de leur côté, pris des mesures radicales.

 

Avec cette décision de justice, il est temps de reconnaître la situation spécifique des victimes du Softenon et d'avancer vers un véritable fonds d'aide et d'indemnisation et de proposer des mesures complémentaires pour leur venir en aide, elles ainsi que leurs aidants proches et toutes les personnes de leur entourage qui les soutiennent.

 

Il faut sortir de ce dossier par le haut et, en quelque sorte, amener l'État belge à apporter réparation. Ce qui doit nous motiver et drainer notre énergie, c'est de travailler pour les victimes et auprès d'elles pour améliorer leur quotidien et non pas contre elles.

 

10.02  Maggie De Block, ministre: Madame Fonck, je vous remercie de votre question. Ce dossier a été ouvert voici 58 ans. Je comprends que, pour les victimes, toutes ces procédures apparaissent incompréhensibles.

 

J'ai appris par voie de presse - en l'occurrence, La Dernière Heure - que la cour d'appel de Bruxelles venait de prononcer un arrêt dans le litige opposant l'État belge et certaines victimes du Softenon. Je regrette de devoir vous informer que je suis dans l'impossibilité de vous répondre de manière détaillée pour le moment. En effet, je n'ai pas encore pu obtenir copie de l'arrêt en question. Même le Conseil d'État n'en a pas encore reçu. Il nous a été répondu que ce serait aujourd'hui que ce dernier obtiendrait ladite copie. Ce sera ensuite au tour du gouvernement et de moi-même d'en prendre connaissance.

 

Je suis donc vraiment étonnée que cette information soit diffusée dans la presse, alors que nous n'avons pas pu avoir connaissance de l'arrêt - qu'il est vraiment nécessaire d'examiner. En effet, la question est délicate. C'est pourquoi j'estime opportun d'étudier soigneusement le contenu de l'arrêt en question avant de prendre une décision. Je souhaite également recevoir l'avis de mon conseil à ce sujet.

 

Je comprends très bien que vous m'interrogiez, mais il est donc prématuré de vous répondre. J'espère que, dans les jours à venir, je recevrai l'arrêt de sorte que je puisse prendre une décision certaine à l'égard des victimes.

 

10.03  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

Il est évidemment logique que vous vouliez examiner le contenu de cet arrêt. Cependant, la question qui se pose est de savoir si vous allez introduire un recours en cassation.

 

J'ai envie de vous dire qu'à un certain moment, il faut rendre les armes. Après autant d'années durant lesquelles il a tardé à prendre une décision forte pour protéger véritablement les futures mamans contre le Softenon, l'État doit mettre un terme aux procédures judiciaires, verser aux victimes l'argent ainsi économisé, instituer un fonds d'indemnisation et avancer de manière concertée et positive avec les associations représentant les victimes du Softenon.

 

En 2010, j'avais déposé une proposition de résolution, que j'ai de nouveau introduite. À ce titre, j'aimerais inviter mes collègues à accepter de travailler ensemble ainsi qu'avec le gouvernement.

 

J'ai donc redéposé ce texte et j'espère que l'on pourra s'en saisir.

 

Je profite également de l'occasion pour plaider auprès de vous, madame la ministre, pour que l'on puisse maximiser les mesures de prévention en amont pour toute une série de médicaments tératogènes qui existent encore.

 

Une décision toute récente - il y a quelques jours - a d'ailleurs été prise au niveau européen et va dans le sens de ma proposition: placer un logo sur les boîtes des médicaments potentiellement tératogènes pendant la grossesse. Je crois que c'est un dossier que nous devons retravailler.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- M. Michel de Lamotte à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "la sortie du nucléaire et les informations incomplètes communiquées par la ministre" (n° P2667)

- M. Marco Van Hees à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "la sortie du nucléaire et les informations incomplètes communiquées par la ministre" (n° P2668)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Michel de Lamotte aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de kernuitstap en de onvolledige informatie van de minister daarover" (nr. P2667)

- de heer Marco Van Hees aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de kernuitstap en de onvolledige informatie van de minister daarover" (nr. P2668)

 

11.01  Michel de Lamotte (cdH): Madame la ministre, voilà plus de deux mois et demi que le Pacte énergétique aurait dû être signé. Vous avez pourtant décidé de reporter la signature de ce  document, alors qu'il avait été approuvé par l'ensemble de vos homologues régionaux. Je ne m'appesantirai pas: nous savons tous où vous êtes allée chercher vos ordres.

 

Depuis lors, nous nageons dans un flou total. Il y a une semaine, alors que vous aviez sciemment refusé de transmettre les nouvelles études au Parlement, vous avez cité des chiffres dans la presse. Ceux-ci ont été directement contredits et contestés, au plus grand désarroi de nombreux parlementaires, y compris de la majorité.

 

Cela fait légèrement sourire, madame la ministre. Je me souviens, il y a juste un mois, lorsque je vous reprochais déjà ce type de procédé, vous aviez jugé mes propos "caricaturaux et manquant de densité". Mais pas plus tard qu'hier, nous apprenions, via la presse néerlandophone, que vous nous aviez caché les chiffres relatifs à l'impact environnemental de la sortie du nucléaire. Je vous rappelle que le premier ministre s'était engagé à transmettre l'ensemble des documents au Parlement.

 

Madame la ministre, votre gestion de ce dossier risque grandement de compromettre votre premier objectif, qui est de rassurer vos collègues de la N-VA. Or, si la N-VA n'est pas rassurée, il n'y aura pas de Pacte énergétique, et donc pas de sortie du nucléaire en 2025, faute d'avoir mis en place de quoi remplacer la capacité des centrales fermées.

 

Si la conclusion du Pacte est reportée au-delà du premier semestre de cette année, le prochain gouvernement issu des élections de juin 2019 n'aura sans doute pas d'autre choix que de prolonger les centrales. C'est peut-être là votre agenda caché.

 

Êtes-vous consciente de votre responsabilité personnelle dans ce dossier et des conséquences de votre gestion de celui-ci? Allez-vous rétablir la confiance avec le Parlement et avec votre majorité? La lecture du Morgen d'hier est significative et montre l'ambiance qui règne au sein de cette majorité.

 

Dans les études que vous avez récemment commandées, quels sont les éléments concrets de nature à convaincre les plus sceptiques quant à la transition vers un paysage énergétique sans nucléaire? Allez-vous, madame la ministre, conformément aux demandes du premier ministre, transmettre l'ensemble du dossier et assurer enfin une totale transparence? Le premier ministre s'y était engagé. Vous ne lui faites donc pas confiance.

 

11.02  Marco Van Hees (PTB-GO!): Madame la ministre, lundi, le conseil communal de Liège a voté à la quasi unanimité (je pense que quelques membres du MR n'ont pas voté pour et se sont abstenus, notre collègue peut le confirmer) une motion pour la fermeture immédiate de Tihange 2 et Doel 3. Un accident nucléaire ferait un million de victimes en région liégeoise. C'est une des motivations de cette motion.

 

Par ailleurs, un parti de cette majorité, la N-VA, avec la FEB, dit: "Non, il faut continuer à prolonger les centrales". Madame la ministre, ce que l'on aimerait connaître, c'est la position réelle du MR.

 

(…): Il n'y en a pas!

 

11.03  Marco Van Hees (PTB-GO!): À part les "oui mais non" du premier ministre, quelle est votre position? Soit vous osez balayer les faux prétextes de la N-VA sur le CO2 et le coût, soit vous vous rangez à la thèse de la N-VA sans oser le dire, en suivant une politique du fait accompli.

 

On a l'impression que vos cachotteries, notamment sur une partie du rapport Albrecht, seraient peut-être une forme d'autosabotage qui viserait à donner du grain à moudre à la N-VA. Il faut quand même, sur la question des émissions de CO2, dénoncer l'hypocrisie de cette N-VA qui s'en fout, qui continue à supprimer trois milliards à la SNCB, qui encourage les voitures de société comme l'essentiel de ce gouvernement et qui, tout d'un coup, constate qu'il y a un problème de CO2.

 

Le véritable débat, madame la ministre, doit porter sur la façon de réellement booster l'énergie renouvelable aujourd'hui. Pourquoi les scénarios que vous avez envisagés sous-estiment-ils la croissance potentielle du renouvelable, sachant que prolonger le nucléaire, tous les spécialistes sont d'accord, revient à bloquer le renouvelable qu'on attend depuis 2003?

 

On constate aussi l'hypocrisie sur le coût de la part de la N-VA qui n'a pas peur de soutenir la Turtektaks, qui n'a pas peur de soutenir la TVA à 21 % sur l'électricité, mais qui tout d'un coup, dit: "Il va y avoir un problème pour les consommateurs d'énergie!". Quelle hypocrisie incroyable de la part de ce parti! Malheureusement, on se demande quelle est votre position. Pourquoi ne voit-on les coûts du nucléaire que de manière réduite et limitée? Pourquoi n'envisage-t-on jamais le coût de la gestion des déchets, le coût des risques pour la sécurité? En tout cas, on sait à qui profiterait la prolongation du nucléaire, puisqu'un rapport du Bureau fédéral du plan démontre qu'Electrabel réaliserait ainsi un gain de 850 millions d'euros par an.

 

Le président: Monsieur Van Hees, vous avez déjà parlé pendant 2 minutes et 55 secondes.

 

11.04  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, je peux tout de même poser ma question?

 

Le président: Oui, mais le Règlement stipule "deux minutes d'intervention".

 

11.05  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, le même Règlement dit que je dois poser mes questions!

 

Le président: Cela suffit, monsieur Van Hees, merci beaucoup!

 

11.06  Marco Van Hees (PTB-GO!): Mais laissez-moi tout de même poser mes questions, monsieur le président! Si vous ne m'aviez pas interrompu, j'aurais déjà terminé.

 

Le président: C'est la règle du jeu, monsieur Van Hees. La tendance de votre intervention est tout à fait claire et la parole est à Mme la ministre.

 

11.07  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, j'insiste, laissez-moi poser mes questions!

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, het is niet uw aangelegenheid. Het is tussen mij en de heer Van Hees. Mijnheer Van Hees, ik zal u de statistieken overmaken.

 

11.08  Marco Van Hees (PTB-GO!): (…)

 

De voorzitter: Mijnheer Van Hees, ik vraag u om nu op uw plaats te gaan zitten.

 

Je vous demande de vous asseoir, monsieur Van Hees!

 

Ik roep u de eerste keer tot de orde.

 

Je vous rappelle à l'ordre, une première fois!

 

11.09  Marco Van Hees (PTB-GO!): Je pose mes questions. Laissez-moi poser mes questions!

 

Le président: Monsieur Van Hees, vous pourrez user de votre droit de réplique. Je vous demande…

 

11.10  Marco Van Hees (PTB-GO!): J'ai également le droit de poser mes questions! Pourquoi ne peut-on pas poser de questions?

 

De voorzitter: Omdat u te lang hebt gesproken, mijnheer Van Hees. Het is heel eenvoudig: niemand heeft zolang gesproken als u.

 

(…): (…)

 

De voorzitter: Dat ligt niet aan mij.

 

11.11  Marco Van Hees (PTB-GO!): (…)

 

De voorzitter: Dan heeft u er zelf om gevraagd.

 

11.12  Marco Van Hees (PTB-GO!): (…)

 

Le président: C'est fini, monsieur Van Hees. C'est le Règlement.

 

(Le président fait couper le micro de M. Van Hees)

 

11.13  Marco Van Hees (PTB-GO!): (…)

 

Le président: C'est de votre propre faute. Il faut préparer son discours avec les questions.

 

Monsieur Van Hees, je suis vraiment désolé. Je vous rappelle à l'ordre une deuxième fois. Ça veut dire que c'est complètement fini.

 

11.14  Marie-Christine Marghem, ministre: Monsieur de Lamotte, je lis dans le journal Le Soir du 4 juillet 2016, sous le titre "Mais que fait la ministre?", votre interview dans laquelle vous dites: "Pour les centrales à gaz, nous attendons toujours les propositions de la ministre." Et bien la vision énergétique des quatre ministres de l'Énergie, c'est précisément faire en sorte que les centrales à gaz compensent la sortie du nucléaire.

 

Vous dites également sur l'éolien offshore: "On attend toujours de savoir si le gouvernement va diminuer le subventionnement ou quel sera le subventionnement". Nous l'avons fait.

 

Sur le stockage et la gestion de la demande, vous tenez les mêmes propos catastrophistes, comme si nous ne faisions jamais ce qu'il faut. Or je constate que tout a été fait. Nous avons garanti la sécurité d'approvisionnement. Nous avons rempli cette feuille de route que vous attendiez avec impatience et, dans la vision énergétique, nous faisons la même chose.

 

La semaine dernière, nous vous avons transmis l'étude réalisée par le Pr Albrecht – qui n'est pas un expert du climat. Vous l'avez certainement lue avec beaucoup d'intérêt, en comparant mon cabinet à un "centre de recherche interacadémique servant à produire des études". Les études en question se penchent sur ce que coûtera au niveau fédéral le remplacement de la capacité nucléaire par des centrales à gaz hors coûts de l'offshore, hors du transport, hors du coût de la distribution et du renouvelable au niveau des Régions, puisque ce sont elles qui doivent le calculer. Cela représentera, comme nous l'avons calculé et comme tout un chacun peut le faire, 15 euros hors TVA en sus d'une facture moyenne d'un citoyen moyen de ce pays en consommation électrique de 3 500 kWh entre 2023 et 2026.

 

Aujourd'hui, – nous y sommes habitués – vous ne cessez de dire: "Vous n'avez pas communiqué les chiffres relatifs au CO2". Et bien, monsieur de Lamotte, je dois vous dire que le Pr Albrecht n'a pas fait une étude sur le CO2. Il a fait, comme dans son livre, une petite projection que je vais vous remettre en deux lignes, ce qui n'est aucunement une étude. Je n'avais donc pas à vous transmettre un document tout à fait imparfait et non pertinent qui ne faisait pas partie de son étude.

 

J'ai dès lors demandé à ma direction générale climatique de bien vouloir me faire une véritable étude au sujet des émissions de CO2 relatives aux centrales à gaz. Il y aura évidemment plus de CO2 produit par les centrales à gaz qui remplaceront les centrales nucléaires, moins émettrices de CO2. Quant à l'accord de Paris, il y aura sûrement des questions à se poser en compensation. Mais les centrales à gaz font partie du système ETS et n'empêcheront évidemment pas, par leur installation et leur fonctionnement, la Belgique d'atteindre ses objectifs en termes de diminution de CO2 sur le plan européen.

 

Voilà tout ce qu'il faut entendre quand on dit que le rapport est incomplet, qu'on n'avance pas, que cela fait deux mois qu'on traîne, etc.

 

Il y aura bien un Pacte énergétique dans ce pays, qui sera fondé sur des éléments très documentés et qui permettra à tous les membres de la coalition gouvernementale fédérale d'adopter la vision que je défends, que j'ai élaborée avec les quatre ministres de l'Énergie et qui s'appelle aujourd'hui "Une vision énergétique pour la transformation énergétique de notre économie".

 

Monsieur Van Hees, je vois très bien dans quel sens vous voulez aller. J'aimerais simplement vous rappeler ceci:   vous dites que, selon la presse, la continuation de l'exploitation de centrales nucléaires dans notre pays rapporterait autant, d'après des études qui ont été réalisées et qui sont visibles dans ladite presse. Dites-vous bien que l'arrêt de l'exploitation des centrales entraînera un manque à gagner pour le budget de l'État. Nous sommes bien d'accord. Vous dites donc souvent des choses qui sont contradictoires sans vous en rendre compte. Nous sommes bien d'accord sur le fait que, bien évidemment, une société commerciale cherche à faire du profit et que si elle continue à exploiter ces installations, c'est pour gagner de l'argent. Mais cet argent est également soumis à imposition fiscale et, dans les chefs des exploitants nucléaires, à une imposition fiscale particulière qui est la contribution de répartition. L'arrêt des centrales nucléaires entraînera donc une diminution importante en termes de recettes pour le budget de l'État.

 

11.15  Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, ce qui est assez extraordinaire, c'est que M. Van Hees n'a pas pu poser ses questions, mais Mme Marghem n'a pas non plus répondu aux miennes. On se trouve donc un peu face à un système complètement "à la masse".

 

11.16  Marie-Christine Marghem, ministre: J'ai l'habitude.

 

11.17  Michel de Lamotte (cdH): Madame Marghem, je suis habitué à ce que vous ne répondiez pas aux questions. Je connais donc votre discours.

 

11.18  Marie-Christine Marghem, ministre: Moi, je suis habituée à ce que vous teniez ce genre de propos.

 

11.19  Michel de Lamotte (cdH): Vous dites que tout va bien et que le CO2 ne pose pas de problème. Je vous renvoie à l'article du Morgen paru hier. Une folle ambiance ne semble pas régner dans la majorité. Quand on lit les déclarations du CD&V, de l'Open Vld, de la N-VA au sujet de ces études, on s'aperçoit, madame la ministre, que vous êtes isolée.

 

Je souhaite que vous ne vous contentiez pas de nous transmettre un texte de deux lignes que le président a bien voulu me remettre.

 

Par ailleurs, c'est avec arrogance que vous nous annoncez que vous allez demander à la direction du SPF qui relève de votre responsabilité de réaliser une nouvelle étude sur le CO2.

 

Je constate donc, comme je l'ai déjà affirmé la fois passée, que d'étude en étude, votre cabinet est un centre d'études interacadémique et est incapable de répondre aux questions que tout le monde se pose avec justesse. C'est à se demander si votre agenda caché n'est pas de perdre délibérément du temps pour rendre impossible la sortie du nucléaire.

 

Le président: Monsieur Van Hees demande la parole mais je vais lui demander de se rasseoir. Je vous rappelle à l'ordre pour la deuxième fois. Vous n'avez pas la parole. L'incident est clos.

 

11.20  Marco Van Hees (PTB-GO!): C'est un scandale.

 

Le président: Je vous communiquerai les statistiques.

 

11.21  Marco Van Hees (PTB-GO!): Vous n'êtes pas le président de tous. Vous êtes celui de la majorité, celui de la N-VA, mais pas le président de tous les députés! C'est un scandale!

 

(…): (…)

 

Le président: Monsieur Laaouej, personne n'a parlé pendant trois minutes et vingt-deux secondes au cours de cette séance! J'ai pris une décision et je l'assume!

 

(…): (…)

 

Le président: Je n'accepte pas ce débat!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van de heer Veli Yüksel aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "Belgocontrol" (nr. P2669)

12 Question de M. Veli Yüksel au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "Belgocontrol" (n° P2669)

 

12.01  Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de minister, uw partijgenoot en Waals minister van Luchthavens, Jean-Luc Crucke, heeft een brief gestuurd naar de CEO van Belgocontrol. In die brief schrijft uw partijgenoot en collega dat het Waals Gewest alternatieven aan het bekijken is ter vervanging van Belgocontrol. Het Waals Gewest is met andere woorden op zoek naar een buitenlandse partner voor de diensten op de regionale luchthavens Charleroi en Luik.

 

De luchthavens van Charleroi en Luik doen het goed. De passagiersaantallen stijgen elk jaar. Dat is een goede zaak. Sinds 2015 worden de kosten voor de dienstverlening door de federale overheid gedragen. Jaarlijks gaat dat toch om een bedrag van ruim 8 miljoen euro.

 

Mijnheer de minister, noch het Waals Gewest noch de luchtvaartmaatschappijen betalen vandaag voor de dienstverlening die door Belgocontrol op de regionale luchthavens wordt aangeboden.

 

Mijnheer de minister, laat ik duidelijk zijn, ik vind de brief totaal ongepast. Zelf niets betalen en er dan mee dreigen om weg te gaan, om zijn heil te zoeken bij een buitenlandse partner: dat vind ik onaanvaardbaar.

 

In januari 2016 zei u dat die financieringswijze tijdelijk was in afwachting van een akkoord tussen de federale overheid en de Gewesten.

 

Mijnheer de minister, ten eerste, wat is uw reactie op de brief? Wat zult u doen om het probleem op te lossen?

 

Ten tweede, hoever staat het met de herziening van het akkoord tussen de federale overheid en de Gewesten?

 

12.02 Minister François Bellot: Mijnheer Yüksel, ik meen dat minister Crucke zijn brief als klant van Belgocontrol heeft gestuurd. Hij betaalt zijn leverancier een bepaalde som voor de geleverde diensten en is momenteel niet helemaal tevreden met die diensten. In dat opzicht is er dus niets mis met de demarche.

 

Mijn kabinet staat in contact met de gewestelijke kabinetten om het financieel evenwicht van Belgocontrol te consolideren en de betrekking tussen het overheidsbedrijf Belgocontrol en de Gewesten te actualiseren in het kader van het samenwerkingsakkoord van 1989.

 

Het is de bedoeling een evenwichtige oplossing voor iedereen te vinden. Tegelijk wil ik de concurrentiepositie van Belgocontrol op een vrijgemaakte Europese markt versterken door het contractueel vastleggen via service-level agreements (SLA's) van de relatie tussen elke klant en Belgocontrol als dienstverlener.

 

Tot slot kan ook het kapitaal van Belgocontrol voor zijn gewestelijke klanten worden opengesteld. Daarvoor is transparantie van Belgocontrol ten opzichte van de Gewesten nodig. Die fase loopt. Er moet worden onderhandeld over de kosten die de Gewesten op zich moeten nemen. Belgocontrol moet bovendien tot een nv van publiek recht worden omgevormd.

 

De actualisering van het samenwerkingsakkoord, de SLA's en de eventuele openstelling van het kapitaal zullen samen toelaten dat de Gewesten nog meer bij de werking van Belgocontrol betrokken worden, wat de dienstverlening ongetwijfeld ten goede komt.

 

Het is ook op die basisprincipes dat het management van Belgocontrol zijn strategie Belgocontrol 2020 heeft gebouwd. Het is dus belangrijk dat alle bij het dossier betrokken actoren op die evolutie in de luchtvaartnavigatiesector anticiperen in plaats van die te ondergaan.

 

12.03  Veli Yüksel (CD&V): Mijnheer de minister, de brief leest, wat mij betreft, als een dreigement aan Belgocontrol. Ik wil het herhalen: dat is totaal ongepast. Ik hoop dat u die boodschap aan uw partijgenoot geeft.

 

Voorts vind ik het belangrijk om tot een billijke vergoeding te komen op basis van cijfers en materiaal, zodat de Gewesten een billijke bijdrage betalen. Zo staat het ook in het regeerakkoord, trouwens. U hebt nog enkele maanden om dat samenwerkingsakkoord te herzien en te komen tot een akkoord waarbij ieders bijdrage wordt betaald.

 

Het denkspoor om de regionale luchthavens te laten participeren in Belgocontrol is een goede zaak, maar hopelijk komt dat niet neer op de kwijtschelding van de schulden die in het verleden zijn gemaakt.

 

Mijnheer de minister, het is hoog tijd. U moet een versnelling hoger schakelen; het akkoord moet er nu snel komen. Op die manier kunnen we zowel aan de werknemers van Belgocontrol als aan de regionale luchthavens zekerheid bieden over hun groei en over het voortbestaan van de passagiersluchtvaart.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van mevrouw Rita Gantois aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "het vrijhandelsakkoord met Mercosur" (nr. P2670)

13 Question de Mme Rita Gantois au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "l'accord de libre-échange avec le Mercosur" (n° P2670)

 

13.01  Rita Gantois (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, na achttien jaar onderhandelen lijkt de afronding van het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en vijf Mercosurlanden heel dichtbij. Onze landbouwgemeenschap wacht de gevolgen hiervan bang af. Inderdaad, welke toegevingen zal Europa in het landbouwluik van het akkoord doen om meer exportmogelijkheden te eisen? Wij weten immers dat Brazilië en Argentinië twee landbouwreuzen zijn.

 

Het lijkt er niet op dat er voldoende bescherming is voor de Europese landbouwers. Vooral de rundveesector en de wittesuikersector staan onder druk, terwijl wij allemaal weten dat de vraag naar vlees de laatste tien jaar is afgenomen en dat de suikersector nog aan het bekomen is van de afschaffing van de quota en op zoek is naar alternatieve duurzame mogelijkheden en andere ontwikkelingen.

 

Bovendien zou ingevolge dit akkoord de winst voor de Europese economie veeleer gering zijn wegens de grote afstand. Alle landbouworganisaties vrezen dat Europa als verliezer uit de bus zal komen. Dit akkoord roept vragen op wegens de ongelijke kwaliteits- en dierenwelzijnsstandaarden tussen Europa en de Mercosurlanden.

 

Handelsakkoorden zijn noodzakelijk om te kunnen meespelen in de wereldeconomie en wij moeten ze omarmen, maar niet tot elke prijs. Vlaams minister-president Geert Bourgeois en uzelf reizen de wereld rond op zoek naar nieuwe afzetmarkten voor onze producten en naar nieuwe evenwichtige en correcte akkoorden. Europa zet nu echter de deur open voor een akkoord waarbij er grote twijfel bestaat of dit voor de Europese landbouw een positief effect zal teweegbrengen. Dit lijkt op dweilen met de kraan open.

 

Mijnheer de minister, ik weet dat ook u dit dossier ter harte neemt en dat u uw Europese collega's hebt gewaarschuwd voor een mogelijke negatieve impact. Hoe werd uw oproep onthaald? Is de vrees van de landbouworganisaties terecht? Kunt u garanderen dat de hoge Europese normen niet in het gedrang komen? Zijn er eigenlijk wel positieve aspecten aan dit akkoord?

 

13.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gantois, ik dank u voor uw vraag omtrent een belangrijk dossier. Zoals u weet, wordt de rundvleesmarkt met moeilijkheden geconfronteerd. De cijfers tonen aan hoezeer wij van onze export afhangen. De zelfvoorzieningsgraad van België bedraagt 163 %. Nog een belangrijk gedeelte betreft onze suikerindustrie, waarvoor er grote gevolgen zouden kunnen zijn.

 

Tijdens de Europese Landbouwraad van 19 februari laatstleden heb ik er, zoals op elke Europese Landbouwraad, nogmaals voor gepleit dat het deel van het vrijhandelakkoord over landbouw geen aanpassingsvariabele zou zijn. Wij hebben daarvoor trouwens gewerkt aan de ontwikkeling van allianties met andere landen, zoals Frankrijk, Ierland of Oostenrijk.

 

Ik kan u verzekeren dat de federale regering volledig klaarstaat om in de onderhandelingen onze landbouwsector te verdedigen. De eerste minister heeft bovendien in januari van dit jaar een brief in die zin verstuurd naar de voorzitter van de Europese Commissie. Voorts werd begin februari op Belgisch niveau een werkgroep-Mercosur opgericht, met de gewestelijke experts, om onze verdedigingslijn te bepalen.

 

Voor dit dossier sta ik natuurlijk ook in nauw contact met onze minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens de Europese Raad voor Handel van 27 februari heeft hij onze ongerustheid herhaald over de segmentering van de contingenten en de navolging van de fytosanitaire normen. Sommigen in de Commissie zouden willen landen voor april 2018. U weet dat er dan verkiezingen zijn in Brazilië. Wij zullen er evenwel op toezien dat er geen geforceerde landing komt die in het nadeel van onze landbouwers zou zijn.

 

13.03  Rita Gantois (N-VA): Mijnheer de minister, uw antwoord stelt mij enigszins gerust. Ik hoop dat u, in samenwerking met de Gewesten en de andere Europese landen die voor hun landbouwers pleiten, uw verzet zult voortzetten en dat u zich zult verenigen om het akkoord zoals het nu voorligt, tegen te houden.

 

Ik hoor dat Europees commissarissen Malström en Hogan hun koffers pakken om het akkoord te ondertekenen, dus u zou dat ook moeten doen. Reis naar Straatsburg en help hen om hun koffers weer uit te pakken, vooraleer dit akkoord onze landbouwsector en bij uitbreiding onze volledige Europese landbouw inpakt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

Wetsontwerp en voorstellen

Projet de loi et propositions

 

14 Wetsontwerp houdende instemming met de Uitvoeringsafspraak tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen, gedaan te Brussel op 16 juni 2016 (2862/1-3)

14 Projet de loi portant assentiment à l'Accord d'exécution entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas relatif à la coopération, à l'accompagnement et au soutien lors de mesures d'éloignement sur le territoire des pays du  Benelux, fait à Bruxelles le 16 juin 2016 (2862/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

14.01  Peter Luykx, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega's, kort breng ik het verslag van deze overeenkomst. Het verdrag werd goedgekeurd met dertien stemmen en één onthouding.

 

Het woord werd gevoerd door collega De Coninck, door mijzelf, de heer Crusnière en de heer Hellings. Ook de heer Vandenput had vragen bij dit nieuw verdrag.

 

Graag zou ik het belang willen onderstrepen van deze overeenkomst die in de praktijk al sedert augustus 2016 wordt toegepast en die het mogelijk maakt dat in België, Nederland en Luxemburg bij repatriëringen er niet nodeloos aan de grens overgedragen moet worden, maar dat de politiediensten vrij zijn om op een efficiënte en veilige manier de gerepatrieerden ter plaatse te brengen. Mede gelet op de internationale migratiecontext, is dit verdrag sinds augustus 2016 van toepassing. Wij vinden het dan ook een belangrijk verdrag.

 

De minister bevestigde dat de autoriteiten van een van de drie landen, weliswaar binnen de uitoefening van hun opdracht en conform de regels van het grondgebied waarin de repatriëring plaatsvindt, mensen ter bestemming kunnen brengen in een ander land zonder administratieve of logistieke beslommeringen van een overdracht. Dat zorgt voor een tijdsbesparing en voor meer veiligheid.

 

Het voorstel werd dan ook, op één onthouding na, goedgekeurd in de commissie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2862/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2862/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

15 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde een belastingvermindering voor adoptiekosten in te voeren (2740/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde in verband met de adoptiekosten een belastingvermindering in te stellen (1566/1-3)

15 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue d'instaurer une réduction d'impôt pour les frais d'adoption (2740/1-4)

- Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue d'instaurer une réduction d'impôt pour les frais d'adoption (1566/1-3)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2740: Roel Deseyn, Sonja Becq, Eric Van Rompuy, Jef Van den Bergh

- 1566: Catherine Fonck, Benoît Dispa.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Robert Van de Velde, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

15.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, wie een kind wil adopteren heeft een lange weg af te leggen. Het is niet alleen een kwestie van geschikt bevonden te worden en toestemming te krijgen om te kunnen adopteren, vaak blijft men tot het laatste moment zeer onzeker over de komst van het kind.

 

Bovendien, en daarover gaat dit wetsvoorstel, weegt adoptie budgettair zeer zwaar op de kandidaat-adoptieouders. Zij moeten de volledige procedure zelf betalen.

 

Het voorstel dat wij hier vanavond zullen goedkeuren, want daar reken ik toch op, wil een gezinsvriendelijke maatregel nemen en een belastingvermindering geven aan gezinnen die een kind wensen te adopteren. Dit past zeker in ons ruimer streven onze samenleving gezinsvriendelijker, of in dit geval adoptievriendelijker, te maken. Zo benaderen adoptieouders in financieel opzicht natuurlijke ouders.

 

Zoals gezegd kunnen de kosten van adoptie heel hoog oplopen. Zij verschillen natuurlijk naargelang het gaat om een binnenlandse of een buitenlandse adoptie. Ik geef u enkele cijfers mee. Wij zien dat een binnenlandse adoptie toch snel 8 000 euro kan kosten en voor een buitenlandse adoptie bedragen de kosten gemiddeld tussen 10 000 en 15 000 euro. Er zijn ook uitschieters bekend, bijvoorbeeld in de Franse Gemeenschap, tot 35 000 euro. Meer dan 40 000 euro is blijkbaar niet eens een zeldzame uitzondering.

 

Dit voorstel is dus meer dan op zijn plaats. Wij willen de kandidaat-adoptieouders concreet ondersteunen door hen een belastingvermindering te geven ten belope van 20 % van de gemaakte kosten, met een maximum van 6 150 euro. Op die manier kunnen gezinnen die twijfelen toch de stap naar adoptie zetten. Zij krijgen weliswaar maar een gedeeltelijke belastingvermindering, een vijfde van de kosten, maar dit kan voor de betrokkenen het verschil maken.

 

Wij hebben een aantal discussies gevoerd over de budgettaire kosten. In een maximaal scenario werd gesproken over 1,3 miljoen euro. Door de dalende trend van het aantal adopties, zeker uit andere landen, en door de lange tijdspanne van de procedure, zullen de budgettaire kosten echter absoluut lager liggen. Ik vermoed zo'n vierhonderd- tot vijfhonderdduizend euro.

 

Het is mooi dat verschillende fracties in dit Parlement zich ertoe konden engageren om dit voorstel praktisch rond te krijgen. Ik heb gemerkt in de reacties via mail of telefoon dat vele mensen blij waren toen zij vernamen dat dit voorstel wet zou worden. Er waren wel enkele praktische vragen.

 

Daarom neem ik hier de gelegenheid te baat om daarover iets te zeggen.

 

De vraag is met welke kosten het wetsvoorstel rekening houdt, want er zijn natuurlijk heel veel kosten in de praktijk. Ik zal ze niet allemaal overlopen, maar ik zal even inzoomen op de specifieke kostenposten die in aanmerking kunnen worden genomen voor de aftrek.

 

In het geval van een binnenlandse adoptie zijn dat de uitgaven met betrekking tot de geschiktheidsprocedure en de uitgaven voor kosten die door een erkende adoptiedienst worden aangerekend. Ik zal niet alle kosten noemen, dat heeft weinig zin, maar het is belangrijk om kennis te nemen van de grote rubrieken.

 

Voor een interlandelijke adoptie gaat het over de kosten voor de geschiktheidsprocedure, maar ook over de dossierkosten in het land van herkomst van het adoptiekind.

 

Een belangrijke rubriek zijn de reiskosten en de verblijfskosten. Hierover vond enige politieke discussie plaats. We zijn uiteindelijk geland op de consensus dat de adoptieouders een heen- en terugreis in het kostenbestek kunnen opnemen om in aanmerking te komen voor de belastingvermindering.

 

Misschien moeten wij dat in de toekomst nog eens bekijken, want in de praktijk moet men meerdere keren reizen. Dat heeft niets te maken met de loutere wil van de kandidaat-adoptieouders, maar veel met de maatregelen die genomen worden in het land van herkomst. Als bijvoorbeeld de mogelijkheid van een beroepsprocedure bestaat, moet men vier weken wachten vooraleer de procedure in het land van herkomst kan worden afgerond. In die tussenperiode mag men zelfs geen contact hebben met het betrokken kind. Natuurlijk komen die ouders intussen terug naar België, tenzij ze dat kunnen regelen met verlofdagen op het werk, en moeten zij opnieuw afreizen. Als het gaat over bijvoorbeeld Oeganda of Kazachstan, zult u begrijpen dat dit grote kosten met zich meebrengt.

 

Hierin hebben wij vandaag een lijn getrokken door een heen- en terugreis per kandidaat-adoptieouder op te nemen. Voor de verblijfskosten aligneren wij ons op de standaardtabellen die beschikbaar zijn voor de ambtenaren van Buitenlandse Zaken.

 

Zo komt men tot een absoluut maximum van 6 150 euro belastingvermindering voor het aanslagjaar 2019. Aan dat absolute maximum komt men pas – een eenvoudige berekening van een vijfde van de kosten – als men 30 750 euro aan adoptiekosten overschrijdt.

 

Over de buitenlandse adoptie rijzen natuurlijk ook wel vragen omdat dit een lange periode beslaat. Hoe verrekent men dit? Op welke periode heeft dit dan betrekking?

 

Praktisch gezien wordt die belastingvermindering verleend in het belastbaar tijdperk waarin de adoptieprocedure wordt beëindigd. De vermindering geldt voor de gedane uitgaven in dat belastbaar tijdperk en de vijf daaraan voorafgaande belastbare tijdperken. Heel concreet wil dit zeggen dat men de gemaakte kosten in het jaar zelf en in de vijf jaar vóór de beëindiging van de procedure kan inbrengen in de personenbelasting. Ik meen dat u er allen van overtuigd bent dat die vijf jaar absoluut noodzakelijk zijn, want eigenlijk is dit nog vrij bescheiden gerekend. Er zijn immers procedures die veel langer lopen. Als men de kosten van de vijf voorgaande jaren en het jaar waarin de procedure wordt afgerond, in rekening kan brengen, kan men in bepaalde gevallen toch al genieten van een aardige belastingvermindering.

 

De vraag is wanneer de adoptieprocedure nu precies wordt beëindigd. Wij kunnen daarover vanmiddag nog geen definitief uitsluitsel geven, mijnheer de voorzitter, omdat er nog een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd. Wij geven bij deze wet immers machtiging aan de Koning om het begrip "beëindiging" nader te bepalen. Dit is nochtans vrij cruciaal voor de betrokkenen, want er is enige marge voor welke kosten precies in rekening kunnen worden gebracht, maar ook voor het definiëren van de periodes. Men zou bijvoorbeeld kunnen kijken naar de datum van het erkenningsvonnis of de datum van erkenning door de Federale Centrale Autoriteit voor adoptie. Ik pleit echter voor de datum van inschrijving in het bevolkingsregister. Zeker bij de procedure van interlandelijke adopties is het niet onbelangrijk om die deadline op die manier te definiëren.

 

Om het belang van het eindpunt van de adoptie te schetsen, geef ik even het volgend praktisch voorbeeld. Stel dat een koppel adoptieouders op 3 maart 2018 de procedure beëindigt, dan kunnen zij de kosten gemaakt in het jaar 2018, ook de kosten die na de eigenlijke beëindiging werden gemaakt, en die van vijf jaar daarvoor in rekening brengen. Stel dat de adoptieprocedure wordt beëindigd op 15 december 2018, dan zal men hetzelfde kunnen doen, maar dan zullen de kosten die eventueel na de datum van beëindiging worden gemaakt en betaald, slechts in rekening kunnen worden gebracht wanneer zij in 2018 werden gerealiseerd. In casu heeft men dus nog vijftien dagen. Dit vormt uiteraard een groot verschil met een procedure die wordt afgerond in de maand maart. Bij het beëindigen van de procedure op het einde van het jaar moet men administratief alert zijn om te kijken welke betalingen en kosten precies in rekening kunnen worden gebracht.

 

Het kan immers voorkomen dat adoptieouders reeds hun kindje kunnen verwelkomen, maar dat de adoptieprocedure nog niet formeel beëindigd is omdat men bijvoorbeeld nog wacht op een inschrijving in het bevolkingsregister.

 

Dan kunnen zij echter nog steeds een beroep doen op de belastingvermindering. Voor adoptieouders die in een dergelijke situatie verkeren omdat hun adoptiekind bijvoorbeeld al sinds eind vorig jaar bij hen woont, is dat niet onbelangrijk. Daarom doe ik een oproep aan de regering – ik reken erop dat u dat zult zeggen aan uw collega's, minister Bellot – om snel werk te maken van een koninklijk besluit. Ik ben daar eigenlijk wel optimistisch over omdat de minister van Financiën zich er al toe heeft geëngageerd om daarmee niet te lang te wachten, zodat de mensen niet in onzekerheid leven en geen praktische, administratieve zorgen zouden hebben over een correcte aangifte.

 

Voorts voorziet het voorstel ook in een opdeling tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden. Uiteraard kan men de belastingvermindering niet tweemaal genieten in hoofde van eenzelfde gezin. Hoe zal dat dan praktisch gaan? In het geval van een gemeenschappelijke aanslag bij gehuwden en wettelijk samenwonenden zal de belastingvermindering evenredig worden verdeeld op basis van het belaste inkomen van de beide echtgenoten of de wettelijk samenwonenden.

 

Ik heb er, ten slotte, al even op gealludeerd dat met betrekking tot de kosten de machtiging aan de Koning wordt gegeven om nadere voorwaarden in te stellen. In dat verband had ik bijvoorbeeld al verwezen naar de dagmaxima voor de ambtenaren van Buitenlandse Zaken waaraan de verblijfskosten gelinkt zullen worden. Alle kosten die voldoen en worden gemaakt in het kader van een procedure door een erkende adoptiedienst komen dus in aanmerking voor een belastingvermindering.

 

Er is nog een belangrijk element waarover veel vragen bestaan die volgens mij voortvloeien uit een zeer menselijke reflex: zelfs adoptieprocedures die vroegtijdig werden stopgezet, om welke reden dan ook, komen in aanmerking voor een belastingvermindering. Men kan dat dan aanmerken als een definitieve beëindiging, vandaar dat de definitie van de beëindiging van de procedure zeer belangrijk is. Op die manier wordt ook de last verminderd van belastingplichtigen die in laatste instantie – heel spijtig – hun adoptiewens in rook zien opgaan. Het is daarom zeer belangrijk dat het koninklijk besluit zeer zorgvuldig wordt geredigeerd. Wij konden dat niet zomaar in de wet inschrijven omdat het over praktische modaliteiten gaat waarover zeer goede afspraken moeten worden gemaakt.

 

Hiermee rond ik de voorstelling van de inhoud van het voorliggende wetsvoorstel af. Ik dank u alvast voor de steun bij de voorbereiding en bij de stemming van vanavond.

 

15.02  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, nous sommes très heureux d'avoir vu cette proposition de loi aboutir. Elle a été votée à l'unanimité en commission des Finances. La semaine dernière, c'était une amélioration du régime fiscal des orphelins. Cette semaine-ci, c'est une amélioration pour les parents adoptifs. On sait que l'adoption est un long chemin, difficile et coûteux. Cette proposition de loi n'a pas un grand coût budgétaire, mais elle améliore le sort des familles concernées. Le groupe MR est très heureux de soutenir cette proposition de loi.

 

15.03  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, cette avancée au niveau fiscal va permettre de soutenir les parents souhaitant adopter. On sait combien le parcours est difficile et bien plus encore lorsqu'il s'agit d'une adoption internationale. Soutenir les parents sur le plan des dépenses, souvent extrêmement élevées, tenait à cœur au cdH depuis un certain temps.

 

Le CD&V s'en souvient: un peu avant vous, nous avions déposé une proposition de loi en la matière, laquelle est aujourd'hui jointe. Nous nous réjouissons d'avoir pu réunir l'ensemble de la Chambre pour soutenir ce type de dispositif. Au-delà de ce soutien financier aux adoptants, d'autres dispositions devront encore être prises qui ne concernent pas, il est vrai, le domaine fiscal mais bien d'autres compétences au niveau fédéral, au niveau des Régions et des Communautés. J'ose espérer qu'ensemble, au fédéral, nous pourrons encore aller de l'avant.

 

Je remercie également Benoît Dispa qui a fait le job à ma place en commission puisque j'étais absente à ce moment-là. Merci d'avoir permis d'avancer ensemble sur ce dossier.

 

15.04  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, brièvement, pour appuyer cette proposition, le groupe socialiste votera favorablement ce projet de loi. L'adoption est un geste d'amour qui n'est pas forcément un long fleuve tranquille. C'est néanmoins une très belle aventure, tant pour les parents que pour l'enfant. Les soutenir tout au long de la procédure, notamment par la voie fiscale, est pour nous une évidence.

 

15.05  Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij zullen onderhavig wetsvoorstel goedkeuren, maar ik wil graag de bedenkingen die ik in de commissie gemaakt heb, even herhalen in de plenaire vergadering. Het is een goede zaak dat we als overheid tussenkomen in de kosten van adoptie, daar bestaat geen discussie over.

 

Ik meen echter dat we dat doen op een verkeerde manier. We klagen er in alle fracties over dat we koterijen blijven bijbouwen in ons fiscaal stelsel. De voorgestelde regeling is hier weer een voorbeeld van. De keuze voor een aftrek van kosten is in mijn ogen het minst goede middel voor de overheid om tussen te komen in iets dat legitiem is.

 

Het zou veel beter zijn om dat op Vlaams niveau te regelen wat Vlaanderen betreft. Men kan dan onmiddellijk tussenkomen in de kosten. Collega Deseyn argumenteert onder meer dat adoptie veel geld kost, wat voor sommigen een hinderpaal kan zijn om te adopteren. Wel, die hinderpaal wordt hiermee niet weggenomen. We weten immers allemaal hoe het fiscaal stelstel werkt. De aftrek kan bij de volgende aangifte worden ingediend en pas een jaar later, bij de aanslag, krijgt men dan de belastingvermindering. Dat kan twee jaar of langer zijn nadat men de uitgaven gedaan heeft.

 

Mijnheer de voorzitter, collega's, nogmaals, we steunen het voorstel, omdat we menen dat het een tegemoetkoming is in de adoptiekosten voor wie wil adopteren en dat anders niet kan. Wij kunnen niet anders dan hen daarin te steunen. We zouden echter op het regionaal niveau moeten pleiten voor een beter middel. Men kan kandidaat-ouders onmiddellijk een tussenkomst geven, als ze adoptiekosten maken. Daar zouden we veel beter aan doen.

 

Mijnheer de voorzitter, voor ons is het een tussenstap. Een volgende stap zou op regionaal niveau moeten gebeuren.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2740/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2740/4)

 

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

La proposition de loi compte 9 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l’ensemble aura lieu ultérieurement.

 

16 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof wat de controle op de mandatenlijst en de vermogensaangifte betreft (2809/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle op de naleving betreft (2810/1-4)

- Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle op de naleving betreft (2802/1-4)

16 Proposition de loi modifiant la loi du 29 octobre 1846 relative à l'organisation de la Cour des comptes en ce qui concerne le contrôle des listes de mandats et des déclarations de patrimoine (2809/1-3)

- Proposition de loi modifiant la législation relative aux déclarations de mandats et de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, son extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle de son respect (2810/1-4)

- Proposition de loi spéciale modifiant la législation spéciale relative aux listes de mandats et déclarations de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, son extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle de son respect (2802/1-4)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 2809: Gautier Calomne, Brecht Vermeulen, André Frédéric, Emmanuel Burton, Franky Demon, Vincent Van Peteghem, Katja Gabriëls, Kristof Calvo, Catherine Fonck

- 2810: Brecht Vermeulen, Jean-Marc Nollet, André Frédéric, Emmanuel Burton, Gautier Calomne, Franky Demon, Vincent Van Peteghem, Katja Gabriëls, Kristof Calvo, Catherine Fonck

- 2802: Vincent Van Peteghem, Jean-Marc Nollet, Brecht Vermeulen, André Frédéric, Emmanuel Burton, Gautier Calomne, Franky Demon, Katja Gabriëls, Kristof Calvo, Catherine Fonck.

 

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze drie voorstellen te wijden. (Instemming)

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces trois propositions. (Assentiment)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteurs zijn de heer Calvo en de heer Van Biesen, zij verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

16.01  Brecht Vermeulen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, vandaag ligt hier tijdens de plenaire vergadering het eerste en volgens mij ook belangrijkste pakket maatregelen ter goedkeuring die wij tijdens vergaderingen van de werkgroep Politieke Vernieuwing hebben afgesproken en dat verheugt mij. Het gaat hier concreet over de uitbreiding van het wettelijk kader rond de mandatenlijst en de vermogensaangifte.

 

Bij de start van de werkgroep Politieke Vernieuwing in februari-maart 2017 heeft mijn partij, de N-VA, zeven voorstellen in verband met het thema van de mandatenlijst en de vermogensaangifte gelanceerd. Dat gebeurde in de cluster "transparantie", die toen de eerste cluster van de werkzaamheden uitmaakte. Dat gebeurde onder andere op basis van mijn wetsvoorstellen, op basis van voorstellen van senator Louis Ide tijdens de vorige legislatuur alsook op basis van mondelinge vragen van mijzelf, gericht aan de eerste minister en aan de minister van Justitie.

 

Over zes van de zeven voorstellen is toen een consensus gevonden. Zij zijn volledig aanvaard.

 

Het zevende voorstel, waarin wij pleitten voor de aangifte van inkomsten uit publieke mandaten binnen een bepaalde vork, werd zelfs uitgebreid tot de gedetailleerde aangifte van alle inkomsten uit die publieke mandaten in volledige transparantie.

 

Ik ga graag even in op elk van de gewijzigde onderdelen. Er is, ten eerste, de uitbreiding van de mandatenaangifte. Reeds sedert 1 januari 2005 zijn de gewone en bijzondere wetten van 2 mei 1995 en de gewone en bijzondere uitvoeringswetten van 26 juni 2004 van kracht. Die wetten gaan ervan uit dat een goed werkende democratie enkel kan werken mits voldoende transparantie. De uitvoering van die wetten moet aan de burger de mogelijkheid bieden na te gaan waarin een politiek mandataris of een topambtenaar is vertegenwoordigd.

 

De wetten leggen ook parlementsleden, kabinetschefs, adjunct-kabinetschefs, burgemeesters, schepenen, bestuurders in intercommunales en bepaalde topfuncties van de overheid op om jaarlijks bij het Rekenhof aangifte te doen van hun mandaten en periodiek ook van hun vermogen. Dat alles moet belangenverstrengeling voorkomen.

 

Het Rekenhof heeft vorig jaar per brief aan de werkgroep Politieke Vernieuwing laten weten dat er elk jaar tussen 7 500 en 8 000 aangifteplichtigen zijn, die hetzij een mandatenlijst hetzij een mandatenlijst en een vermogensaangifte indienen. Dat aantal neemt telkens wel sterk toe in het jaar volgend op de gemeenteraadsverkiezingen door de vernieuwingen van de raden van bestuur en directiecomités in de intercommunales.

 

Reeds in 2011 lanceerden de N-VA'ers Louis Ide, Huub Broers en Liesbeth Homans een voorstel in de Senaat om naast de kabinetschefs en de adjunct-kabinetschefs ook de inhoudelijke medewerkers van de kabinetten van de regeringen te verplichten om een mandatenlijst in te dienen. Het werd in maart 2013 unaniem goedgekeurd in de Senaat en werd overgezonden naar de Kamer, maar het werd niet in de Kamer behandeld, de termijn was verstreken. Ik heb in 2015 dan zelf het voorstel opnieuw ingediend.

 

Het politiek belang van inhoudelijke medewerkers is groot. Zij onderhandelen minstens evenveel over wetsontwerpen, koninklijke besluiten, ministeriële besluiten, voorstellen van decreet, besluiten van regionale regeringen en omzendbrieven als verkozen politici. Ik vind het dan ook logisch dat ook die personen transparantie bieden over hun mandaten en vergoedingen.

 

In de werkgroep Politieke Vernieuwing hebben de politieke partijen van meerderheid en oppositie samen beslist om de wet grondig aan te pakken. De uitbreiding tot de experts en de inhoudelijke medewerkers van kabinetten was dan ook een evidentie voor de leden van de werkgroep.

 

Wij kregen ook de rekening van onder andere Publifin, Publipart en Samusocial. Ingegeven door de disproportionele vergoedingen bij die organisaties, waarvan bovendien niemand op de hoogte was, brengen wij voortaan ook veel meer transparantie in de vele ondernemingen en organisaties waarin de publieke sector een overheersende rol heeft.

 

De indieners wensen dat leden van de raad van bestuur, directies en adviesraden van rechtspersonen waarin de overheid een overheersende invloed uitoefent, voortaan ook een mandatenlijst moeten indienen. Daarvoor wordt een dubbel criterium gebruikt. De verplichting geldt namelijk voor wie door een beslissing van de overheid deel uitmaakt van een bestuursorgaan of voor wie zetelt in een bestuursorgaan van een rechtspersoon waarin de overheid of verschillende overheden samen een overheersende invloed hebben. Bijvoorbeeld de NMBS, de Nationale Loterij, de Vlaamse Landmaatschappij en de lokale sociale huisvestingsmaatschappijen, alle vallen zij nu ook onder het toepassingsgebied van de nieuwe wet.

 

Niet alleen zullen politici en topverantwoordelijken uit de publieke sector een mandatenlijst moeten indienen, ze zullen ook veel meer gegevens moeten opgeven. Heden dient een aangifteplichtige enkel te vermelden of de uitgeoefende functie bezoldigd is of niet. De voorliggende wetswijziging maakt de aangifte veel gedetailleerder. Zowel voor de inkomsten uit publieke ondernemingen en organisaties als voor de inkomsten uit private ondernemingen en organisaties geldt voortaan dat aangifteplichtigen hun publieke vergoedingen met het exacte bedrag van lonen en vergoedingen moeten aangeven aan het Rekenhof op basis van de fiscale fiche die zij van de uitbetalende organisatie ontvangen. Ook moeten zij hun private inkomsten bekendmaken, zij het niet het exacte bedrag, maar wel volgens zes categorieën.

 

Er komen ook extra sanctiemogelijkheden. Omdat de norm pas succesvol kan zijn als hij afgedwongen kan worden, krijgt het Rekenhof meer bevoegdheden om sanctionerend op te treden tegen politici die een mandaat niet, onvolledig of verkeerd aangeven. De huidige wet bepaalt dat mandatenlijsten moeten worden ingediend tussen 1 januari en 31 maart. Indien men in gebreke blijft, stuurt het Rekenhof een aangetekende herinneringsbrief. Dat gaat gemiddeld over 1 500 aangetekende brieven, behalve in een jaar van gemeenteraadsverkiezingen, waarin het cijfer tot 3 000 stijgt. Uiterlijk op 15 augustus publiceert het Rekenhof dan de lijsten. Vorig jaar gebeurde de publicatie in het Belgisch Staatsblad op 11 augustus 2017.

 

De website Cumuleo, eigenlijk een vrijwilligersinitiatief dat informatie die in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd, omzet in een publiek raadpleegbare website, vermeldt dat 124 personen nagelaten hebben om hun aangifte 2016 in te dienen. Die personen kunnen vervolgd worden door het parket, theoretisch toch. Hoewel de wetgever hiervoor heeft bepaald dat de aangifteplichtige die geen mandaten- of vermogensaangifte indient, voor elke nalatigheid een geldboete van 600 tot 6 000 euro kan krijgen, blijkt uit een antwoord van minister Geens op een mondelinge vraag van mezelf dat dat zeer zelden gebeurt.

 

De minister van Justitie antwoordde mij inzake de strafbaarstelling wel dat hij er in algemene termen wel voorstander van was om inbreuken die niet strafwaardig zouden zijn, niet langer penaal te sanctioneren, maar wel via burgerlijke of administratieve weg. Daar ben ik zelf ook al lange tijd voorstander van. De suggestie werd trouwens al vermeld door het Rekenhof in zijn jaarverslag van 2014. De werkgroep Politieke Vernieuwing ging ermee akkoord om naast de gerechtelijke vervolging ook te voorzien in administratieve procedures om een betere en effectievere handhaving mogelijk te maken. Het is helemaal niet de bedoeling dat mensen als een citroen worden uitgeperst, maar wel willen wij ervoor zorgen dat de wet wordt gehandhaafd.

 

Uiteraard geldt dan ook het recht op verdediging, alsook moeten er beroepsprocedures in acht genomen worden. Zo zal het Rekenhof een waarschuwing kunnen geven en geldboetes uitschrijven. Hardnekkige politici zouden daarna zelfs door de rechter het verbod opgelegd kunnen krijgen om verkozen te worden, een verbod dat voor een periode van vijf jaar kan gelden.

 

Wij zullen een en ander ook moderniseren. Wij pleiten uiteraard voor administratieve vereenvoudiging. Tegenover de uitbreiding van de scope van de wetgeving en de ratione personae staat de administratieve vereenvoudiging. De mandaten zullen niet langer jaarlijks op papier aan het Rekenhof bezorgd moeten worden, waarna medewerkers van het Rekenhof de gegevens handmatig overtypen op een pc om ze vervolgens bekend te maken. De aangifte zal voortaan elektronisch ingediend kunnen worden. Bij de aangifte wordt ook het only-onceprincipe geheiligd. Slechts eenmaal zal men zijn mandaten moeten bekendmaken bij het Rekenhof, waarna jaarlijks bevestigd moet worden of de gegevens nog correct zijn. Als dat niet het geval is, dan volstaat het om dat via elektronische weg aan te passen. Dat moet ervoor zorgen dat het werk voor zowel de aangifteplichtige als voor het Rekenhof sterk vermindert. Op die manier boeken wij ondanks een uitgebreidere scope toch efficiëntiewinsten.

 

Een andere nieuwigheid, die zeker voor rechtszekerheid moet zorgen, is de opname in de mandatenaangifte van het ondernemingsnummer van de instelling waar een aangifteplichtige een mandaat uitoefent. Nu is immers het naamgebruik van instanties waarin een mandataris zitting heeft, niet altijd consistent toegepast. Ik geef een voorbeeld. Zelf ben ik voorzitter van cvba De Roeselaarse Woning en dat heb ik zo ook vermeld in mijn mandatenlijst. Mijn Roeselaarse collega van de CD&V-fractie is in dezelfde vennootschap bestuurder, maar zij heeft dat vermeld onder Roeselaarse Woningen vzw. Dat kunt u op de website van Cumuleo nagaan.

 

Het gaat natuurlijk over dezelfde rechtspersoon waarin mijn collega en ik beiden bestuurder zijn, maar de naam is verschillend aangegeven, ongetwijfeld zonder verkeerde bedoelingen, maar dit kan verwarring doen ontstaan. Daarom werd in de werkgroep Politieke Vernieuwing beslist om in de toekomst ook het ondernemingsnummer toe te voegen.

 

Voorts streven wij naar meer transparantie ten aanzien van de burger. Wij zullen niet meer al wat bekend is laten publiceren in het Belgisch Staatsblad om dan te wachten tot een vrijwilligersinitiatief zoals Cumuleo voortdoet. Nee, onder het motto "vreemde ogen dwingen", zullen wij voortaan ook aan het Rekenhof vragen om de namen van de aangifteplichtigen en hun mandatenlijsten met de bijhorende vergoedingen duidelijk zichtbaar op de website te plaatsen. Hierop zal ook te zien zijn wie zijn lijsten en aangiften niet of onvolledig heeft ingediend. Daarnaast wordt op de website van de Kamer een link geplaatst naar deze pagina op de website van het Rekenhof, zodat er via de website van de Kamer meer bekendheid en transparantie komt. Deze responsabilisering zorgt er ook voor dat de wettelijk voorziene bekendmaking in het Belgisch Staatsblad wordt aangevuld.

 

Doen wij extravagante zaken? In de werkgroep Politieke Vernieuwing werden ongetwijfeld veel voorstellen gelanceerd die, naar mijn mening, vaak revolutionair, overtrokken, populistisch of exhibitionistisch waren. Maar wat hier vandaag ter goedkeuring voorligt, is bijzonder evolutionair, rationeel, redelijk en verantwoordelijk en het moet ook de legitimiteit van onze hervormingen vergroten.

 

In juni 2011 heeft professor Marleen Brans van het Public Management Institute van de Katholieke Universiteit Leuven het rapport Transparency of rewards for high public office bekendgemaakt, een vergelijkende studie over transparantie in de vergoedingen van wetgevende en uitvoerende politici, topambtenaren en rechters in dertien Europese landen. De professor heeft trouwens in mei 2017 aan elke fractie relevante informatie gestuurd over dit thema. Ik zal een aantal passages en cijfers aanhalen om het belang van wat thans voorligt aan te tonen.

 

Ten eerste, België was een van de landen waar het vinden van de vereiste informatie het moeilijkst was. Net zoals Roemenië scoorden wij hier slechts 3 op een maximum van 7, terwijl Ierland en Zweden de maximale score van 7 behaalden.

 

Ten tweede, België was ook bij de laagste scores over de mate van actieve transparantie. Actieve transparantie betekent dat informatie over vergoedingen openbaar gemaakt wordt en toegankelijk is voor iedereen.

 

Ten derde, België kent ook weinig automatische mechanismen die transparantie stimuleren.

 

De studie van professor Brans toonde aan dat een aantal landen al enkel jaren zeer toonaangevend zijn qua transparantie. Het gaat dan om Zweden, Nederland en Estland, van nabij gevolgd door Hongarije en Noorwegen.

 

Ik heb gezegd dat wij hier rationele, verantwoordelijke zaken doen. Ik vergelijk het met wat er gebeurt in de ons omringende landen. Zij doen minstens soortgelijke zaken. In Nederland is op de website van de Tweede Kamer al lang informatie over de zogenaamde openbare registers te vinden. Het gaat over een reisregister, een geschenkenregister en een register van nevenfuncties, inclusief de vermelding van eventuele bezoldigingen. De informatie uit die drie registers is per parlementslid ook nog eens terug te vinden op de pagina's van de leden van de Tweede Kamer. Uit mijn contacten met Nederlandse parlementsleden via de IPU en het Benelux-parlement blijkt dat niemand zich verzet tegen deze transparantie en dat men dit zelfs vanzelfsprekend vindt.

 

De Nederlandse gemeentewet bepaalt ook dat burgemeesters, wethouders en leden van de raad hun nevenfuncties openbaar moeten maken. Er is zelfs een centraal register voor beroepsgegevens en nevenfuncties van rechters. Het is evenwel onduidelijk of er een publicatieplicht geldt voor vergoedingen van vertegenwoordigers van de publieke sector in semioverheidsbedrijven of echte overheidsbedrijven en voor topambtenaren. Daar verschillen wij wel.

 

Ook in de Franse republiek dienen parlementsleden eigenhandig een déclaration d'intérêts et d'activités op te maken en in te dienen bij de Assemblée nationale. Het was onze gewaardeerde collega André Frédéric die mij daarop gewezen heeft tijdens de werkzaamheden van de werkgroep Politieke Vernieuwing. De meeste categorieën in die verklaring hebben vooral te maken met deontologie en belangenconflicten. Onder punt 10 wordt echter ook gevraagd om een overzicht te geven van de professionele activiteiten, al dan niet tegen vergoeding, die het parlementslid in Frankrijk wil blijven uitoefenen tijdens de duur van zijn mandaat. In Frankrijk is het voor een parlementslid zelfs verboden om een nieuw beroep op te starten tijdens het lopende mandaat. Negen van de tien parlementsleden zouden een mandaat uitoefenen zonder dat zij een andere professionele activiteit hebben, met uitzondering van publieke mandaten. Ik heb het dan natuurlijk over burgemeesters, schepenen, voorzitters van een socialehuisvestingsorganisatie enzovoort.

 

Uit een artikel in Le Monde van 22 april 2013 bleek dat 240 van de 567 Franse parlementsleden bestuurder van een vennootschap zouden zijn. Het ging dan vooral over openbare vastgoedmaatschappijen, zeg maar socialehuisvestingsmaatschappijen, lokale landbouwcoöperaties en publieke ondernemingen.

 

In het Verenigd Koninkrijk werden de Members of Parliament sinds de resolutie van het House of Commons van 27 mei 1974 verzocht mee te delen welke inkomstenbronnen zij hadden naast hun parlementaire vergoeding. Tot 1995 moesten zij echter geen bedragen opgeven. Op de website van het House of Commons wordt een pagina voorbehouden voor het Register of Financial Interests. Dit brengt informatie over elk geldelijk belang of materieel voordeel dat een parlementslid kan krijgen en waarvan men redelijkerwijze kan verwachten dat het zijn handelingen, toespraken of stemgedrag zou kunnen beïnvloeden. Deze webpagina toont voor de 21 zittingsperiodes sinds 1997 zeer gedetailleerde informatie.

 

Na te zijn verkozen moet een parlementslid binnen de maand een eerste aangifte doen en daarna binnen de 28 dagen elke wijziging meedelen. Het register van het House of Commons bepaalt de volgende tien categorieën van financial interests waarover een parlementslid transparant moet zijn. Ten eerste, wedden en lonen, over elke individuele betaling van meer dan 100 pond, en over elke betaling van één enkele bron die meer dan 300 pond per jaar bedraagt. Ten tweede, leningen, giften en andere steun vanaf 1 500 pond voor individuele betalingen of vanaf 500 pond voor meervoudige betalingen. Ten derde, geschenken, voordelen en gastvrijheid, afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk. Ten vierde, bezoeken buiten het Verenigd Koninkrijk. Ten vijfde, geschenken, voordelen en gastvrijheid, afkomstig van buiten het Verenigd Koninkrijk, vanaf 300 pond. Ten zesde, onroerend goed zodra het 100 000 pond bedraagt, alsook het inkomen uit vastgoed zodra dit meer dan 10 000 pond bedraagt. Ten zevende, aandelen, zodra men 15 % van het kapitaal van een vennootschap bezit, of minstens 70 000 pond aan aandelen heeft. Ten achtste, varia. Ten negende, tewerkgestelde familieleden die minstens 700 pond per jaar betaald werden via parlementaire uitgaven. Ten tiende en ten slotte, familieleden die eventueel tewerkgesteld zijn in lobbying.

 

We hebben nog een omringend land dat voldoende groot is om er ook over te spreken, Duitsland.

 

In Duitsland voorziet de website van de Bundestag eveneens in informatie over de nevenactiviteiten en inkomsten naast het parlementair mandaat voor elk van de leden. Dat is een uitvoering van het Abgeordnetengesetz. Sedert 1972 zijn er specifieke gedragsregels uitgewerkt voor Bundestagleden. Er zijn transparantieregels en aangifteverplichtingen voor schenkingen, voor geschenken en voor activiteiten naast het parlementair mandaat. De inkomsten uit de activiteiten naast het mandaat moeten worden aangegeven zodra ze minstens 1 000 euro per maand of 10 000 euro per jaar bedragen, weliswaar door te vermelden in welke van de zeven schijven de bruto jaarinkomsten zich bevinden. Informatie wordt op de website van de Bundestag gevonden bij de biografieën van de Bundestagleden.

 

Ook in het Europees Parlement – daarnaar hebben wij meermaals verwezen tijdens de werkzaamheden van de werkgroep Politieke vernieuwing – is er via artikel 4, tweede lid van de deontologische code een verplichting om beroepsactiviteiten en inkomsten daaruit te laten kennen. De opgave van de inkomsten moet gebeuren in vijf inkomstenschijven: onbezoldigd, minder dan 1 000 euro per maand, tussen 1 000 en 5 000 euro per maand, tussen 5 000 en 10 000 euro per maand, meer dan 10 000 euro per maand.

 

De opgave van de financiële belangen in het Europees Parlement bevat ook nauwkeurig op te geven informatie over de beroepswerkzaamheden die een Europees Parlementslid had gedurende de drie jaar vóór zijn ambtsaanvaarding in het Parlement, alsook over zijn deelname aan comités en raden van bestuur gedurende dezelfde periode in een onderneming, een ngo, een vereniging of een andere organisatie die aan het rechtsverkeer deelneemt. Het betreft ook informatie over bezoldigingen die het Europees Parlementslid had voor de uitoefening van een mandaat in een ander parlement, elke vaste bezoldigde activiteit die hij naast zijn mandaat uitoefent in loondienst dan wel als zelfstandige, deelnames in de raden van bestuur en comités en alle externe activiteiten tegen vergoeding met inbegrip van publicaties, lezingen en advisering wanneer de vergoeding in totaal meer dan 50 000 euro per kalenderjaar bedraagt.

 

De maatregelen die met de voorliggende wetsvoorstellen, de twee wetsvoorstellen en het voorstel van bijzondere wet, uitvoering zullen krijgen, gaan dus in de richting van de ons omringende landen en het Europees Parlement.

 

Ik heb veel uitleg gegeven over de andere parlementen, maar dit is echt om aan te tonen dat wij op een aantal punten nog altijd verder gaan of minder ver gaan dan in andere landen. Het is vooral de bedoeling om transparanter te zijn dan in het verleden.

 

Met de vernieuwingen die deze wetsvoorstellen brengen, gaat België verder in actieve transparantie. Wij brengen meer informatie dan vroeger. Wij zorgen er zelf voor dat de informatie gemakkelijker zichtbaar is voor anderen. Wij maken de betrokken personen beter controleerbaar door hun oversten, ondergeschikten en collega's. Wij responsabiliseren de organisaties die publieke mandatarissen afgevaardigd krijgen in hun raden van bestuur — de federale, gewestelijke en andere overheden — door hen zelf informatie te laten brengen. En wij zorgen voor een bestraffende stok achter de deur, zodat de transparantie geen loos begrip wordt.

 

Mijn fractie en ikzelf zijn alvast zeer tevreden met het resultaat. Ik dank alle collega's die in de toenmalige werkgroep Politieke Vernieuwing voor een consensus hebben gezorgd, en ook alle leden van de commissie voor de Herziening van de Grondwet, voor de unanieme goedkeuring van de betreffende wetsvoorstellen begin februari 2018.

 

16.02  André Frédéric (PS): Monsieur le président, j'ai une bonne et une mauvaise nouvelle. La mauvaise nouvelle, c'est que je ne vais pas être aussi brillant que M. Vermeulen. La bonne nouvelle, c'est que je vais être plus court. Je ne vais pas retourner dans l'histoire de la transparence du pays. Je vais simplement me focaliser – si vous le permettez – sur ce qui nous a occupés pendant quelques mois.

 

Je voudrais commencer en remerciant M. Vermeulen. Écoutez bien, parce qu'il n'est pas fréquent que je remercie un collègue de la N-VA. Tout arrive. Profitez de cet instant! Il est important de souligner que pendant ces près de six mois de travail, cela n'a pas toujours été simple. Je pense que le président de la commission, M. Vermeulen, a fait fi de ses engagements personnels pour tendre – et il y est parvenu – vers une forme de consensus sur certaines de nos préoccupations. Je voulais dès lors, monsieur le président, le remercier pour le travail effectué.

 

Je remercie également l'ensemble des collègues. Je salue aussi, parce que c'est peut-être la première fois que nous le voyons de façon aussi importante, le travail réalisé par les services. Il a fallu concrétiser nos idées dans des textes, qui ont pour la plupart été rédigés par les services de la Chambre. Je les remercie.

 

Monsieur le président, cela dit, il a quand même fallu huit mois entre la formulation de nos 66 recommandations et la mise à l'ordre du jour aujourd'hui des premiers textes votés en commission de la Révision de la Constitution.

 

J'ai insisté, pas plus tard qu'hier, sur le fait que parmi ces 66 recommandations, pas moins de 17 relèvent de la compétence du comité du gouvernance et du Bureau de la Chambre.

 

Dès lors, le président en a convenu hier, nous allons nous atteler à les concrétiser rapidement parce que je n'imagine pas deux minutes que les résultats auxquels nous avons abouti ne trouvent pas leur consécration avant la fin de la législature!

 

Il s'avère indispensable de renforcer les mesures visant à améliorer la transparence de la vie politique et c'est le sens des propositions. Nous assumons donc pleinement, chers collègues, notre rôle de premier plan en matière de concertation également avec les entités fédérées.

 

Au niveau de notre assemblée, sommes-nous complètement satisfaits dans mon groupe politique? Pas vraiment, puisque nous aurions aimé aller plus loin dans un certain nombre de dispositifs, notamment en matière de lobbying. Nous aurions souhaité étendre ce contrôle des lobbies au plan des cabinets ministériels ou aller plus loin aussi sur le code de déontologie. Je rappelle, cher collègue Vermeulen, monsieur le président, que ce code de déontologie se trouve depuis maintenant plusieurs mois sur la table de la commission de la Révision de la Constitution. Je ne sais pas pour quelles raisons on n'aboutit pas à l'approbation de ce code de déontologie, et j'aimerais qu'on y revienne.

 

Au début des travaux, il était difficile, pour certains membres de la majorité, de faire preuve d'ouverture. Je ne sais pas ce qu'il s'est passé, mais au fil du temps, je pense que nos contacts, notre positionnement constructif, ont pu faire qu'à un moment donné, des synthèses ont pu être dégagées.

 

La sagesse née du débat a permis de faire bouger les lignes. Parce qu'il est vrai qu'au départ, quand nous parlions par exemple du contrôle de la sanction financière pour l'absence en commission, on disait: "Il n'y a pas besoin de ça, cela ne sert à rien." Et d'autres sujets faisaient peur, comme par exemple la déclaration des mandats privés. Aujourd'hui, dans les textes, on retrouve quand même cette obligation de déclarer nos mandats privés, ou les revenus d'une activité professionnelle.

 

Il y a donc des avancées. Je pense en particulier aux 150 % all-in vis-à-vis des fonctions spéciales, au fait de lier le salaire parlementaire au travail en commission, à la création du registre et du code des lobbies, à la diminution du salaire du président de la Chambre, appliquée par le Bureau sur proposition du comité de gouvernance il y a déjà plusieurs semaines, aux mesures réglementaires, éthiques et techniques pour ouvrir notre institution au plus grand nombre afin d'améliorer notre image.

 

La réforme qui nous est soumise est d'une première importance dans ce cadre et marque une véritable rupture censée permettre une transparence effective et accessible. J'avais d'ailleurs déposé des textes en ce sens il y a plusieurs mois, qui visaient la création d'un Cumuleo public. Il s'agit de permettre à tous les citoyens de prendre connaissance des mandats publics et privés, ainsi que des activités professionnelles des mandataires publics, sur le modèle européen. La déclaration de mandat doit permettre à tout un chacun d'examiner en toute transparence l'étendue des mandats privés et publics et des activités professionnelles exercés par les personnes concernées légalement. Cela pour faciliter le constat d'éventuelles confusions d'intérêts.

 

C'était déjà plus ou moins possible par le biais du privé. Il est important de poser un acte pour que ce contrôle et cette publication soient effectués par un organisme public, en l'occurrence, la Cour des comptes. On donne à cette dernière un mandat supplémentaire. Son premier président a insisté sur la difficulté que représente le fait d'assumer ces nouvelles missions. Il a été convenu, monsieur le président, que nous travaillerions avec la Cour des comptes pour mesurer la charge financière supplémentaire et la combler au niveau du parlement. Cela se fera par le biais de la commission de la Comptabilité. Il faut désormais mettre en œuvre cette concertation. Il ne faut pas que dans six mois l'on puisse dire qu'un texte pour la transparence a été voté sans donner les moyens de la réaliser parce que la Cour des comptes ne peut pas l'assumer.

 

J'aimerais aussi qu'à l'instar de ce qui se pratique à l'Assemblée nationale, nous modifiions, dès que ce mécanisme sera en activité, le site internet de la Chambre pour le mettre en lien direct avec les publications de la Cour des comptes, de façon à ce que celui qui visite notre site puisse accéder directement à la déclaration d'une personne en cliquant sur son nom.

 

Monsieur le président, monsieur Vermeulen, chers collègues, nous pouvons nous réjouir de mettre en oeuvre les 60 autres recommandations restantes. Nous sommes à peu près à un an de la fin de la législature. Nous devons nous mettre au travail. Nous allons y veiller.

 

16.03  Gautier Calomne (MR): Monsieur le président, chers collègues, voici plus d'un an éclatait le scandale des rémunérations au sein de l'intercommunale Publifin. Ce dossier aura été suivi, malheureusement, par la révélation de trop nombreuses polémiques liées à la gouvernance. Ces affaires à répétition ont surpris, indigné et même attristé certains de nos concitoyens. Nous avons notamment tous en mémoire la triste saga du Samusocial, en Région bruxelloise, celle du Siamu et, plus récemment encore, celle du Gial, lesquelles auront nourri vive colère et réprobation légitime de la part de l'ensemble des citoyens de notre pays. On les comprend. En effet, lequel d'entre nous n'a pas été révolté ou scandalisé par de telles pratiques?

 

Si ces dernières ont porté un coup dur à la confiance accordée à notre système démocratique, elles ont aussi sali, terni, écorné l'image que renvoie désormais l'action politique aux yeux d'un certain nombre de nos concitoyens. Hélas, les amalgames et les généralisations sont devenus monnaie courante pour la très grande majorité des élus, qui n'ont pourtant strictement rien à se reprocher. Sur le terrain, nous mesurons et ressentons, tous et toutes ici, la lassitude qui s'affiche souvent sur le visage de certains qui voudraient croire que les choses vont changer, sans plus y croire tout à fait.

 

Ce constat, nous l'avons tous fait. Nos voisins, nos amis, nos connaissances, les citoyens que nous rencontrons jour après jour sont fatigués de voir les mêmes débats revenir continuellement à la une de l'actualité, à mille lieues pourtant du cœur de leurs préoccupations.

 

Comment convaincre, comment rassurer celles et ceux qui, hélas, vivent des situations difficiles, voire dramatiques dans notre pays, lorsqu'en même temps, on apprend que des contrats de consultants sont rétribués pendant des années à des seuils journaliers vertigineux et que même des casernes de pompiers souffrent de la mauvaise gouvernance.

 

Face à cette situation, une réforme profonde de la gouvernance, un renouveau politique sont devenus impératifs pour retrouver la confiance de l'ensemble de la population. Le message est clair. Il a été entendu. Dès lors, nous nous sommes, tous ici, attelés à la tâche. Au sein du groupe de travail "renouveau politique", chacun a exposé sa vision selon sa sensibilité et des réflexions, d'ailleurs souvent animées et dans bien des cas, soulignons-le, rassembleuses, furent émises.

 

Après plusieurs mois de travail, nous nous sommes retrouvés sur l'essentiel: un rapport substantiel, fort de plus de 60 recommandations concrètes, qui dépassent bien souvent des distinctions majorité/opposition – gauche/droite, bref qui transcendent les clivages partisans.

 

Nous le savons, de grands principes irriguent la démocratie, la font vivre, la rendent vigoureuse et, à défaut, leur absence la fait périr à petit feu et délite, finalement, le lien qui doit exister entre les citoyens d'une part, et leurs représentants, d'autre part.

 

Au premier rang de ces principes figurent, bien entendu, la transparence et l'exigence de clarté. C'est précisément la nécessité de renforcer cette dimension qui fonde les trois propositions qui sont, aujourd'hui, soumises à notre vote. Une amélioration de la transparence des mandats publics s'avérait nécessaire, même indispensable et ce, depuis longtemps.

 

Je ne peux que rappeler les deux propositions de loi qui ont été déposées par mon groupe en mars de l'année dernière au sein de cette assemblée, lesquelles visaient précisément à élargir le principe de publicité à l'ensemble des mandats publics ainsi qu'à toutes les rémunérations et indemnités y afférentes. Cette exigence de transparence publique d'ailleurs n'est pas du seul ressort fédéral. Il importe de développer ces principes de bonne gouvernance à tous les échelons et à tous les niveaux de pouvoir.

 

Les communes, notamment eu égard à leurs liens inhérents de proximité avec le citoyen ont certainement aussi une responsabilité dans cette démarche collective et, à l'instar de nombreuses autres communes du pays, le conseil communal d'Ixelles a, par exemple, adopté en mars 2017, à l'unanimité des formations politiques qui le composent une motion visant à développer mais aussi à concrétiser un cadastre public des représentants communaux au sein de toutes les structures publiques, parapubliques mais aussi de leurs structures dérivées.

 

Si certains mandats sont déclarés et donc rendus publics, force est de reconnaître que bon nombre d'entre eux échappent encore aujourd'hui à l'obligation de dépôt d'une liste de mandats auprès de la Cour des comptes. La présente proposition vise, dès lors, à étendre le nombre de personnes soumises à cette obligation. Par exemple, les membres de conseils d'administration et de direction ou encore de conseils consultatifs de personne morale publique y seront désormais contraints.

 

L'objectif est clairement d'éviter les conflits d'intérêts, mais aussi les cas de rémunérations discutables et peu raisonnables par rapport à la quantité et la qualité du travail fourni. Il en va des deniers publics, donc de l'argent des citoyens. Le degré de transparence doit, en l'occurrence, être maximal.

 

De même, cette obligation est étendue aux membres de cabinets ministériels dits "de fond", et "non-logistiques", qui ne devront néanmoins pas déclarer leur patrimoine - non seulement dans un souci d'équilibre, mais aussi de respect de la vie privée.

 

Par ailleurs, je souhaite mentionner un autre aspect de redevabilité: l'obligation de renseigner les montants de rémunération pour chacun de ses mandats publics. En effet, reconnaissons qu'actuellement, si les informations quant aux rémunérations existent en général, elles restent malgré tout fort éparpillées.

 

Comme cela a été indiqué, il faut saluer une autre avancée. Les rémunérations privées perçues en tant que personne physique soumise à la législation relative à la déclaration de mandat seront également rendues publiques au moyen d'un système de fourchette, analogue à celui déjà en vigueur pour les eurodéputés.

 

De son côté, la Cour des comptes sera appelée à jouer un rôle central en termes de transparence des mandats. Demain, le contrôle sera renforcé, modernisé et facilité grâce à une procédure électronique de dépôt. Cette mesure favorisera un traitement plus aisé de l'information par la Cour des comptes, mais permettra aussi de garantir la transparence et le contrôle par les citoyens via la publication généralisée de ces informations.

 

Il faut avoir la franchise de reconnaître que, si celles-ci sont publiques, elles ne sont pas forcément aisément accessibles et lisibles par le grand public. Ainsi, à l'instar de ce qui a été développé depuis de nombreuses années notamment par des initiatives citoyennes, l'institution publique qu'est la Cour des comptes les publiera sur son propre site. Cela favorisera une parfaite visibilité, lisibilité et transparence de toutes les informations, mais aussi une publicité claire et exacte des traitements des mandataires et, partant, de leur contrôle.

 

C'est une véritable révolution quand on pense aux publications actuelles sur le site du Moniteur belge au moyen d'un simple document de type PDF.

 

Enfin, nous avons souhaité renforcer le corset des contrôles, éviter les abus et renforcer les outils mis à disposition de la Cour des comptes, avec la mise en place d'une procédure administrative de sanction. Nous avons néanmoins souhaité préserver un droit à l'erreur avec l'instauration d'un avertissement.

 

En conclusion, chers collègues, il s'agit de propositions importantes qui permettront d'accroître sensiblement la transparence, tant sur les mandats publics que sur leur rémunération, tout en garantissant un accès aisé à l'information pour l'ensemble des citoyens de notre pays.

 

S'agissant de mandats rémunérés par l'argent public, je l'ai dit, provenant donc de la contribution de tous les citoyens, nous devons faire preuve d'une transparence totale. Nous en sommes redevables vis-à-vis de l'ensemble de la population.

 

Chers collègues, les dispositions proposées aujourd'hui sont essentielles pour améliorer et moderniser la gouvernance, pour renforcer la démocratie et pour préserver ou retrouver la confiance et le lien avec le citoyen. À n'en pas douter, cette année électorale et celle qui suivra seront certainement l'occasion d'essayer de retisser les liens distendus sur une base nouvelle, d'expliquer et de faire œuvre de pédagogie citoyenne sur toutes ces mesures concrètes et positives pour notre démocratie.

 

Mesdames et messieurs, chers collègues, je vous remercie pour votre attention.

 

16.04 Vincent Van Peteghem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, er liggen vandaag drie wetsvoorstellen over onze politieke vernieuwing ter tafel. Zij vormen de eerste wetgevende stap naar aanleiding van de 66 conclusies die wij in onze werkgroep Politieke Vernieuwing hebben getrokken.

 

Wij nemen daarmee een rist maatregelen om de Kamer opnieuw weerbaarder en transparanter te maken, wat noodzakelijk was naar aanleiding van alle schandalen in de politieke wereld. Wij denken aan Publifin, Samusocial, Publipart en ook Telenet hoort daarbij.

 

Het vertrouwen in de politiek heeft daardoor een ernstige knauw gekregen. Het is, ook voor onze fractie, belangrijk dat wij het vertrouwen trachten te herstellen.

 

De eerste wetsvoorstellen zorgen opnieuw voor meer transparantie. Wij zullen te weten komen wie welke verantwoordelijkheden neemt. Wij zullen ook te weten komen tegen welke vergoeding dat zal gebeuren.

 

Dat zijn dan ook meteen de belangrijkste uitbreidingen die wij aan de wetgeving inzake de mandatenaangifte doen. Het gaat hier immers niet alleen om politici in parlementen, deelparlementen en lokale besturen. Ook voor de parapolitici, de overheidsbestuurders van instellingen waarin de overheid het voor het zeggen heeft, en de inhoudelijke kabinetsmedewerkers komt er een aangifteplicht van hun mandaten.

 

Voorts krijgen wij transparantie over de vergoedingen tot op de euro nauwkeurig voor alle publieke functies en natuurlijk ook in grootteorde voor de privévergoedingen. Daarvoor zullen wij de vorken gebruiken die ook in het Europees Parlement worden toegepast.

 

Behalve die twee belangrijke uitbreidingen zorgen wij ook voor een aantal aanvullingen.

 

Ten eerste, met de mandatenaangifte gaan wij eindelijk de 21e eeuw binnen. Het is immers gedaan met de indiening van papieren formulieren met mandatenlijsten. Wij zullen dat voortaan elektronisch kunnen doen.

 

Collega Nathalie Muylle is daarvan al heel lang pleitbezorger. Zij heeft daarover in het verleden ook verschillende wetsvoorstellen ingediend.

 

Het is belangrijk dat het er nu komt. Het zorgt ervoor dat burgers niet langer het Belgisch Staatsblad moeten uitpluizen of een beroep moeten doen op mensen die dat vrijwillig doen, zoals de website Cumuleo. Alles zal nu beschikbaar zijn op de website van het Rekenhof.

 

Het is ook goed dat we eindelijk vastleggen welke administratieve sancties er volgen voor wie de wet niet naleeft. In het verleden bestonden er geen sancties, wat maakte dat sommigen hun mandaten niet aangaven. Vanaf vandaag krijgt het Rekenhof de mogelijkheid om daarvoor administratieve sancties op te leggen.

 

Dames en heren, beste vrienden, omdat de teksten meer transparantie brengen en het vertrouwen herstellen, zal onze fractie ze steunen. Wij willen ook de voorzitter van de werkgroep, de heer Brecht Vermeulen, evenals alle andere collega's van de werkgroep zeker en vast nog eens bedanken voor het geleverde werk.

 

Het werk is echter niet af! Als we zien wat er vandaag gebeurt, welke onthullingen er zijn in de stad Brussel, kan ik alleen maar een warme oproep doen aan de voorzitter van onze werkgroep om verder te doen, om de vijftig overblijvende wetsvoorstellen met de wijzigingen van het Kamerreglement conform de beslissingen van het Bureau zo snel mogelijk en liefst nog dit voorjaar in een zelfde constructieve sfeer af te ronden.

 

16.05  Monica De Coninck (sp.a): Ik zal iets zakelijker zijn en minder exhibitionistisch dan de heer Vermeulen, die overigens als voorzitter van de commissie zijn werk goed heeft gedaan. Ik zal ook minder roepen dat de maatregelen revolutionair zijn. Voor alle duidelijkheid, ik ben tevreden met de 66 voorstellen. Er zijn nog wel wat opmerkingen te maken, maar alle leden hebben geprobeerd om positief met elkaar samen te werken en voorstellen te formuleren. Er werden er nu drie uitgewerkt en nu ter bespreking gelegd. We hebben afgesproken dat iedereen minstens een van de voostellen, maar niet allemaal zal ondertekenen, ook al gaat het om een collectief werk.

 

Het gaat inderdaad om een collectief werk. Dat is nodig, willen wij een correcte politieke cultuur. Dat wil zeggen dat er vertrouwen is tussen de verkozenen en de kiezers.

 

Eerlijk gezegd betreur ik dat we ter zake regelingen moeten uitwerken. Het gaat uiteindelijk om integriteit en integriteit, zo zegt men mij steeds, heeft men of heeft men niet. Als daartoe regels, normen en wetten moeten worden opgelegd, dan is er fundamenteel iets mis. Naast de juridische en wettelijke initiatieven rond mandaten en vermogens, die transparantie moeten bieden door de lijst ervan te publiceren op de websites van het Rekenhof en de Kamer, zijn er blijkbaar ook sancties nodig. Wij zijn voorts bijzonder tevreden dat ook de private vergoedingen publiek moeten gemaakt worden. Die transparantie is belangrijk opdat er geen voedingsbodem is voor schandalen, semischandalen en soms ook schijnschandalen.

 

Wij hebben er geen probleem mee dat politici goed betaald worden voor soms zeer belangrijke mandaten. Wel zijn wij vragende partij om na te gaan welke inspanningen worden geleverd en of die in verhouding staan tot de vergoeding. Wij vinden dat belangrijk omdat de mandaten betaald worden met belastinggeld en wij moeten dat kunnen verantwoorden.

 

Kortom, wij gaan akkoord met de inhoud, net zoals met de vooropgestelde timing. Mijn collega van de PS zei het reeds duidelijk, het Rekenhof moet zich kunnen voorbereiden om een en ander goed te kunnen organiseren. Het heeft niet alleen tijd nodig, het heeft ook middelen nodig. Dat heeft zijn vertegenwoordiger ook uitdrukkelijk gevraagd tijdens de hoorzitting. Wij moeten dus zeker de suggestie van collega André Frédéric meenemen om het Rekenhof voldoende middelen aan te reiken.

 

Onzes inziens hadden er nog veel meer maatregelen kunnen zijn genomen, onder andere in verband met het lobbyen en in verband met de aangifte van mandaten door kabinetsmedewerkers. Maar er is een compromis.

 

De sp.a zal dus de drie wetsvoorstellen goedkeuren.

 

16.06  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal iets korter zijn dan collega Vermeulen, een tikkeltje minder enthousiast en een tikkeltje zakelijker ook, maar toch nog iets enthousiaster dan collega De Coninck, omdat ik toch blij ben met wat hier voorligt.

 

Ik heb daarnet nog een krantenkop gelezen over onze werkgroep Politieke Vernieuwing: "De berg heeft een muis gebaard." Ik ben het daar niet mee eens. Ik ben altijd genuanceerd geweest over de uitkomsten van de werkgroep. Voor ons mochten er zeker een aantal extra zaken bij. Sommige conclusies mochten een stuk scherper zijn, maar er zijn toch ook substantiële stappen gezet. Dit is het eerste product van de werkgroep en wellicht het meest substantiële en relevante.

 

Collega's, laten we wat hier voorligt niet onderschatten. Revolutionair is het niet, maar het is wel een belangrijke doorbraak op het vlak van transparantie, mandaten en vergoedingen. Collega's zeiden dat integriteit belangrijk is. Dat klopt. Men kan die echter niet volledig vastleggen in wetten, decreten en besluiten, maar minstens even belangrijk als de persoonlijke integriteit is het aspect transparantie, waardoor zaken bespreekbaar gemaakt worden. Zaken die misschien wettelijk nog wel kunnen, worden dan het voorwerp van debat, waardoor ze misschien op termijn uit onze politieke cultuur en ons politiek landschap kunnen verdwijnen.

 

Wat hier voorligt, is belangrijk en relevant. Het is een grote stap voorwaarts omdat het, zoals collega's al hebben gezegd, een verruiming inhoudt van het aantal personen en functies die transparant moeten zijn over hun mandaten. Dat is belangrijk. Niet alleen politici op het publieke forum hebben een impact en nemen belangrijke beslissingen, er zijn ook andere belangrijke politieke actoren die een impact hebben, die zaken beslissen en die dus onderworpen moeten worden aan een aantal bepalingen. De verruiming van de scope is dus belangrijk. Dat is een eerste punt.

 

Ik kom tot een tweede punt. Sommige collega's hebben het voorgesteld als een digitale revolutie. Mij lijkt het eerder dat we doen wat wij gisteren al hadden moeten doen, met name het digitaal beschikbaar stellen van mandaten en vergoedingen. Het is vreemd dat tot vandaag een vrijwilligersinitiatief dat voor ons moet doen. Men moet scrollen in de gigantische pdf van het Belgisch Staatsblad om daarover meer te ontdekken. Het ter beschikking stellen van die informatie is dus heel belangrijk. Het Rekenhof, en indirect het Parlement, is daarvoor de beste plaats. Dit is een tweede, belangrijke doorbraak.

 

Ten derde en het meest substantiële, het transparant worden van en zijn over private mandaten en vergoedingen. Onze fractie heeft daarvoor hard aan de kar getrokken. Vandaag lijkt iedereen enthousiast. Zonder een steen te willen werpen, moet ik wel zeggen dat dit enthousiasme er niet altijd was. Het heeft lang geduurd voor dit uit de bus is gekomen. Het is zelfs exact een jaar geleden dat onze fractie die lijst van voorstellen heeft ingediend in de schoot van de werkgroep. Vandaag zetten wij die stap.

 

Wij laten ons inspireren door het Europese systeem. Dit lijkt mij belangrijk. Een aantal schandalen zijn bij naam genoemd. Weet, collega's, dat met hetgeen nu voorligt die schandalen zich in principe niet meer kunnen voordoen. Met dit systeem hadden we geweten wat er gebeurde in Samusocial en wat onze Kamervoorzitter na zijn uren nog bijklust en uitspookt. Ik meen dat dit een belangrijke doorbraak is. Het is ook een antwoord op de aanleiding voor onze werkzaamheden.

 

Daarmee is het werk uiteraard niet af. Ik kijk naar onze voorzitter, die veruit de meest sympathieke N-VA'er is. Het is gevaarlijk voor u dat ik dit zeg. Ik excuseer mij ervoor. Ik mag niet te duidelijk zijn over het feit dat wij goed overeenkomen. Ik meen het echter. Alle gekheid op een stokje, u hebt dit op correcte manier proberen te doen. Het was geen evidente opdracht. Ik wil u wel aanmoedigen om de rest van de werkzaamheden te helpen bespoedigen. Er zijn immers nog heel veel besluiten die moeten worden genomen. Wij mogen daar volgens mij niet mee talmen.

 

Nog een woordje over de werkzaamheden. Er is heel veel kritiek en scepsis geweest over het feit dat de werkgroep Politieke Vernieuwing met open deuren heeft vergaderd. Dit werd door heel veel collega's afgedaan als een totale absurditeit. Ik zie collega Van Rompuy knikken. Ik weet dat hij een van de critici was.

 

Collega Van Rompuy, mocht de werkgroep Politieke Vernieuwing met gesloten deuren hebben vergaderd, ben ik ervan overtuigd dat het Europese systeem er nooit was gekomen. Het is maar door de wil van een aantal politieke fracties en door de externe druk dat dit uiteindelijk is gelukt. Het is een van de laatste besluiten die is toegevoegd aan het menu van besluiten.

 

Ik wou dit toch even gezegd hebben over de werkzaamheden. Ik meen ook dat wij de werkzaamheden stilaan mogen afronden. Zelfs na de goedkeuring van alle aanbevelingen is het werk niet af. Er moet volgens mij nog heel wat worden gedaan om ons politiek systeem te moderniseren en de burger meer te betrekken.

 

Ik steek niet onder stoelen of banken dat ik dit best een belangrijke dag vind. Ik wil uiteraard de collega's bedanken die hieraan hebben meegewerkt.

 

16.07  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, c'est mon collègue Francis Delpérée qui a participé aux travaux en commission, ce dont je le remercie.

 

Monsieur le président, je souhaiterais dire en quelques mots que les choses ont quand même pataugé au niveau du groupe de travail sur le renouveau politique. Il a fallu un peu masser, un peu arrondir les angles. Il a fallu mettre, de temps en temps, un peu de pression. On a fini par aboutir à une série de décisions qui devaient, ensuite, être mises en musique et transformées en propositions de loi.

 

Je ne reviendrai pas sur le contenu. Les uns et les autres se sont déjà exprimés. L'objectif n'est pas de refaire le débat qui a eu lieu précédemment. Cependant, trois propositions de loi sont examinées, aujourd'hui, ce dont je me félicite. Mais, dans le fond, ces propositions de loi ne constituent que quelques petits éléments, si on veut avoir un ensemble cohérent, mais également finalisé bien avant la fin de cette législature. Nous devons dès lors un peu accélérer le tempo.

 

Je voudrais que l'on puisse maintenant continuer à avancer sur les textes qui restent pour qu'ils puissent rapidement être discutés en séance plénière. Il serait dommage qu'au moment des campagnes électorales, des éventuelles musculations d'un côté ou de l'autre, certains textes passent in fine à la trappe pour de mauvaises raisons. J'aimerais vraiment que l'on puisse avancer en la matière.

 

Enfin, je terminerai mon intervention en disant que, si l'on peut élaborer toutes les lois du monde, il s'agit, à un moment donné, en politique comme ailleurs, d'un comportement personnel. Ce n'est que si ce dernier est irréprochable que le politique pourra retrouver la confiance des citoyens et rendre sa crédibilité aux mandats politiques. Il s'agit ici d'un message personnel qui peut s'adresser à chacun, y compris à moi.

 

16.08  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je serai très bref parce que mon collègue Calvo a parlé d'or et je ne vais pas revenir sur ce qu'il a dit.

 

Je voudrais intervenir sur un point qui est, selon moi, l'élément central en termes d'avancées qu'on peut retrouver dans ce texte. Les rémunérations publiques pouvaient être connues, même s'il était très compliqué d'aller les chercher. Ce n'était pas le cas pour les rémunérations privées. La vraie avancée de ce texte aujourd'hui, c'est de rendre transparentes pour les élus, pour ceux qui ont un mandat public, les rémunérations complémentaires qu'ils ont en venant du privé. C'est l'avantage du système européen pour lequel nous avons longuement plaidé en commission. Comme le collègue, André Frédéric, l'a rappelé, il y a eu opposition face à cette suggestion. Mais, à un moment donné, les choses ont évolué positivement.

 

16.09  André Frédéric (PS): La lumière!

 

16.10  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): La lumière, le Saint-Esprit, etc. Je ne vais pas dans ce sens. Je constate simplement qu'il y a eu une évolution, que je ne peux que la souligner positivement et je remercie l'ensemble des collègues qui ont pu faire ce pas.

 

Si nous soutenons et votons ce texte aujourd'hui, c'est parce qu'il y a cette avancée.

 

Un accord est un accord. C'est forcément un compromis. Nous avions formulé d'autres propositions pour aller plus loin en la matière. Je ne voterai que les amendements qui sont purement techniques pour la raison qu'un accord est un accord, même si nous souhaitions aller plus loin sur une série de dimensions.

 

J'ai néanmoins déposé un amendement. Je regarde le président à cet effet. Cet amendement est fidèle au rapport de la commission et permet de gagner deux mois par rapport à cet élément de transparence, de telle sorte qu'on ne soit pas deux années après en train de publier les revenus liés à l'année T moins deux mois. Notre proposition est de profiter du fait que l'ensemble des fiches fiscales sont amenées le 30 juin et, à ce moment-là, de caler là-dessus la date de dépôt, de manière à gagner deux mois au total.

 

Je voudrais que cet amendement soit vu comme technique et fidèle au rapport qui dit "au plus vite". Les amendements d'ordre politique, nous ne les soutiendrons pas. Voilà pourquoi je demande d'avoir ce regard technique sur notre amendement.

 

Enfin, je remercie les services pour leur travail, un peu différent de celui des autres commissions. N'est-ce pas, monsieur le greffier? Ce fut un réel travail d'apport, d'aide et d'expertise, y compris du service de documentation que nous avons régulièrement sollicité.

 

M. Deltour et son collègue ont aussi été très actifs et nous ont aidés à trouver les bons compromis aux bons moments. Le président nous a aidés sur la méthode, y compris lors de discussions techniques dans son bureau. Et je m'en voudrais de ne pas souligner l'immense apport de l'expérience du collègue M. Frédéric dans ce genre de travaux. Je vous remercie.

 

16.11  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, mon groupe se joint évidemment aux auteurs des propositions de loi pour souligner l'intérêt de ces premières avancées, en application des 66 recommandations approuvées par le groupe "renouveau politique". Il est vrai que nous avons parfois exprimé des différences au sein de ce groupe sur certains aspects, soit techniques, soit plus politiques. Ce n'est certainement pas sur ces propositions-ci que nous connaîtrons le plus de divergences. Que du contraire! Nous en reparlerons peut-être lorsque nous aurons d'autres propositions de loi à examiner dans les prochaines semaines.

 

Incontestablement, nous étions dès le départ de nos travaux très favorables à renforcer les compétences de la Cour des comptes pour exiger une plus grande transparence pour les déclarations de mandats, de patrimoine et maintenant de revenus. Comme l'a dit M. Nollet, c'est incontestablement l'avancée majeure de cette proposition de loi. Ce sont des pratiques qui sont déjà en vigueur dans d'autres pays ou au Parlement européen. Ce qui a été mis en œuvre au Parlement européen s'est imposé à tous parce qu'il était difficile à certains groupes de combattre ici ce qu'ils ont accepté au Parlement européen. C'était le précédent utile et efficace pour convaincre quelques représentants plus récalcitrants.

 

La Cour des comptes se voit maintenant dotée de pouvoirs non négligeables. Nous en reparlerons au moment de la mise en œuvre, mais j'ai quelques interrogations sur la manière dont la Cour des comptes pourra exercer ces compétences nouvelles. Elle-même dit très clairement dans son avis qu'il lui faudra un renfort en personnel et en moyens logistiques. Il faudra que, très rapidement, notre assemblée – puisque c'est nous qui votons la dotation à la Cour des comptes – précise l'augmentation des moyens. J'ose espérer que la commission spéciale de notre assemblée, chargée notamment d'examiner les comptes et les budgets par dotation, pourra formuler très rapidement des propositions pour permettre à la Cour d'assumer ses nouvelles missions.

 

J'émets une seconde réserve. En effet, tôt ou tard, nous devrons compléter le dispositif légal. Alors que la Cour des comptes était, elle-même, réticente à l'idée de devoir imposer des sanctions administratives en cas de manquement aux nouvelles obligations qui pèsent sur les différents mandataires visés par les propositions de loi, l'idée selon laquelle imposer des sanctions administratives relevait de la compétence de la Cour des comptes a été maintenue.

 

On sait qu'il pourrait y avoir une controverse sur cet aspect a fortiori parce que la loi ne détermine pas le "tarif" des sanctions administratives sauf pour dire qu'en cas de récidive, le montant de la sanction administrative est triplé. Mais les montants ne sont pas précisés dans la loi. Je crains qu'il y ait à cet endroit un débat en termes juridiques.

 

Je rappelle qu'en droit français, les sanctions financières sont très lourdes sur le plan administratif puisque, dans leur système de déclaration de patrimoine et de revenus, les sanctions peuvent s'élever jusqu'à 45 000 euros d'amendes assorties d'une sanction pénale de trois ans d'emprisonnement avec privation éventuelle de droits civils et politiques. Ce sera un débat que nous tiendrons lors de l'examen d'autres propositions de loi.

 

Il me semble que la sanction la plus efficace est la déchéance de droits civils et politiques pour tous mandataires qui, à coup sûr après récidive, manquent à leurs obligations de transparence dans leur déclaration de mandats ou de revenus et de patrimoine.

 

J'ose espérer que notre législation verra là aussi une évolution. Je déposerai à cette fin, si nécessaire, des textes car je souhaite que l'on ne donne pas une nouvelle fois l'impression que les politiques se donnent les moyens d'échapper aux sanctions qu'impose le non-respect de leurs obligations ce qui est davantage dévastateur aux yeux de l'opinion publique lorsqu'elle constate que, ceux-là mêmes qui ont manqué lourdement à leurs obligations, restent trop souvent dans l'exercice de leur fonction en toute impunité. C'est l'impunité qui est, incontestablement, la plus révoltante pour le citoyen.

 

Je terminerai par un seul mot. Certes, nous sommes tenus de renforcer l'arsenal législatif au regard des évènements et des scandales que nous avons connus, mais j'ai toujours considéré l'éthique comme étant une exigence personnelle dont certains connaissent les limites qu'ils ont à mettre spontanément à leur pouvoir. Je retiendrai toujours cette formidable formule que m'a enseignée mon professeur de droit administratif, le très éminent professeur Flamme, qui nous disait: "Les pouvoirs sont des devoirs". Si tous les mandataires se rappelaient parfois cette courte maxime si pertinente et si chacun pouvait avoir la conscience de ce que sont ses devoirs dans l'exercice de ses fonctions, nous n'en serions sans doute pas aujourd'hui à devoir imposer par la loi de nouvelles obligations à charge des mandataires.

 

Le président: Monsieur Van Hees, vous demandez la parole mais, normalement, et selon les dispositions du Règlement, je ne peux pas vous la donner. Cependant, je propose de clore l'incident en vous disant qu'il faut vraiment mieux respecter le Règlement.

 

Je vais vous envoyer, ainsi qu'à tous les chefs de groupe, les statistiques. Les représentants du PTB sont vraiment les plus mauvais élèves de la classe. Soit, mais l'incident est clos. Vous avez la parole.

 

16.12  Marco Van Hees (PTB-GO!): Merci, monsieur le président. Je ne vais pas réagir à vos propos, mais nous vous enverrons un courrier qui mettra les choses au point et qui pointera les différences de traitement que nous jugeons assez inacceptables. Mais je ne vais pas polémiquer présentement et interviendrai seulement sur les propositions qui nous sont soumises.

 

Enfin! Il aura fallu l'insistance de l'opposition et surtout une pression de la population en colère, à juste titre, sur les privilèges du monde politique, pour en arriver à cette proposition qui prévoit de publier les montants des rémunérations publiques et privées des mandataires. Je me souviens qu'en groupe de travail sur le Renouveau politique, il y avait des partis, la N-VA, les libéraux, qui refusaient cette transparence sur les rémunérations privées, en y voyant toutes sortes de vices comme le voyeurisme et je ne sais quels autres travers. Mais finalement, nous voyons qu'ils acceptent de signer cette proposition. Je suppose qu'à un moment donné, ils se sont rendu compte que leur position était indéfendable vis-à-vis de la population et de leurs propres électeurs.

 

Si cette proposition va assurément dans le bon sens, elle est cependant trop peu ambitieuse. Je formulerai trois critiques par rapport à cette proposition.

 

Premièrement, pourquoi faire une différence entre les mandats publics et privés? Pour les premiers, c'est le montant exact qui doit être mentionné, alors que pour les mandats privés, c'est une fourchette assez grossière, soit 1 000 à 5 000 euros, 5 000 à 10 000, 10 000 à 50 000, 50 000 à 100 000, et au-dessus de 100 000 euros, le montant arrondi à la centaine de mille. Pourquoi ne pas publier tout simplement le montant exact? Je pense que, là encore, on voit que dans les partis qui étaient les plus réticents par rapport à cette transparence, il reste un reliquat de cette crainte de la transparence.

 

La deuxième critique vise le problème du contrôle. Le problème est que lors de l'audition de la Cour des comptes au sein de ce groupe de travail sur le Renouveau politique, la Cour nous a elle-même indiqué sa réticence, son manque de moyens par rapport à la tâche de contrôle qui lui est ainsi imposée.

 

C'est un problème de moyens, mais la conception même de sa mission dérangeait les représentants de la Cour. C'est pourquoi le PTB a défendu, comme cela existe en France, la création d'une Haute Autorité pour la transparence politique qui se consacrerait totalement à cette tâche et disposerait des moyens exigés pour le saut qualitatif de contrôle dont nous avons besoin. Il faut l'admettre, pour l'instant les contrôles sont quasiment inexistants. Comme ses représentants nous l'ont expliqué, le contrôle de la Cour des comptes en matière de patrimoine n'est pas de vérifier s'il y a transparence, mais de vérifier si les enveloppes sont bien scellées. C'est l'inverse de la transparence.

 

C'est donc ma troisième et principale critique: on parle de déclaration de mandat et de patrimoine, mais l'élargissement de la transparence ne concerne que les mandats. Or, le patrimoine est important dans la lutte pour la transparence et contre la corruption. Le GRECO, organe du Conseil de l'Europe chargé de la lutte contre la corruption, recommande clairement de publier le patrimoine des mandataires politiques. Son rapport d'évaluation de 2014 sur la Belgique recommande que "le régime des déclarations inclut clairement les revenus, les divers éléments de patrimoine et une estimation de leur valeur, quelles que soient leurs formes, y compris ceux détenus directement ou indirectement en Belgique, comme à l'étranger, ainsi que les éléments de passif, avec une actualisation des informations en cours de mandat" (page 19 du rapport). Le GRECO défend donc clairement le fait de publier le patrimoine de chaque mandataire. Plus loin, il recommande encore que "les diverses déclarations, y compris sur le patrimoine, telles que complétées, notamment avec les informations relatives aux revenus, fassent l'objet d'une publicité et soient rendues plus facilement accessibles par la voie d'un site internet officiel" (page 22).

 

Le PTB a déposé une proposition de loi, dès le début de cette législature, lors de l'affaire Kubla. Notre collègue du MR a cité une série d'affaires, mais il a oublié celle où la responsabilité du MR était flagrante, même si elle l'est tout autant dans des affaires comme celle de Publifin. L'affaire Kubla concerne le MR.

 

On sait que le MR est particulièrement impliqué dans l'affaire du Kazakhgate. J'ai l'impression qu'il y a une mémoire sélective de la part de notre collègue Calomne quand il cite les différentes affaires qui justifient ce genre de propositions.

 

Cette proposition de loi que nous avons faite, nous la reformulons sur la base d'amendements qui sont introduits dans la proposition qui nous est soumise aujourd'hui. On verra donc à quel point les différents partis de cette assemblée défendent vraiment la transparence en matière politique.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsvoorstel nr. 2809. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2809/3)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 2809. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2809/3)

 

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

La proposition de loi compte 3 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 2810. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2810/4)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 2810. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2810/4)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft".

L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la législation relative aux déclarations de mandats et de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle".

 

Het wetsvoorstel telt 14 artikelen.

La proposition de loi compte 14 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 2

  • 5 - Barbara Pas (2810/5)

Art. 3

  • 2 - Jean-Marc Nollet (2810/5)

  • 3 - Jean-Marc Nollet (2810/5)

Art. 4/1(n)

  • 6 - Raoul Hedebouw cs (2810/5)

Art. 8

  • 7 - Raoul Hedebouw cs (2810/5)

  • 8 - Raoul Hedebouw cs (2810/5)

Art. 11

  • 4 - Jean-Marc Nollet (2810/5)

Art. 12

  • 9 - Raoul Hedebouw cs (2810/5)

Art. 13/1(n)

  • 10 - Raoul Hedebouw cs (2810/5)

*  *  *  *  *

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

*  *  *  *  *

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de stemming over de amendementen en de artikelen 2, 3, 8, 11 en 12.

Réservé: le vote sur les amendements et les articles 2, 3, 8, 11 et 12.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 4 tot 7, 9, 10, 13 en 14.

Adoptés article par article: les articles 1, 4 à 7, 9, 10, 13 et 14.

*  *  *  *  *

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het voorstel van bijzondere wet nr. 2802. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2802/4)

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi spéciale n° 2802. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2802/4)

 

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft".

L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi spéciale modifiant la législation spéciale relative aux listes de mandats et déclarations de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle".

 

Het voorstel van bijzondere wet telt 14 artikelen.

La proposition de loi spéciale compte 14 articles.

 

*  *  *  *  *

Ingediende amendementen:

Amendements déposés:

Art. 3

  • 2 - Jean-Marc Nollet (2802/5)

Art. 4

  • 3 - Jean-Marc Nollet (2802/5)

Art. 4/1(n)

  • 5 - Raoul Hedebouw cs (2802/5)

Art. 8

  • 6 - Raoul Hedebouw cs (2802/5)

  • 7 - Raoul Hedebouw cs (2802/5)

Art. 11

  • 4 - Jean-Marc Nollet (2802/5)

Art. 12

  • 8 - Raoul Hedebouw cs (2802/5)

Art. 13/1(n)

  • 9 - Raoul Hedebouw cs (2802/5)

*  *  *  *  *

 

16.13  Brecht Vermeulen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil nog even ingaan op de amendementen van de heer Nollet, die gelden voor de drie onderdelen en ertoe strekken om de termijnen in te korten met de bedoeling om ervoor te zorgen dat alles voor het einde van hetzelfde kalenderjaar zou zijn afgewerkt en dat ook de vaststellingen van de definitieve overtredingen en de publicaties in Belgisch Staatsblad zouden gebeuren.

 

Het Rekenhof heeft nu al zeer veel belangrijke uitdagingen met deze wetswijzigingen, zowel in de bijzondere wet als in de twee wetsvoorstellen.

 

In 2018 moeten zij een zeer uitgebreide website opzetten, een soort eigen Tax-on-web. Wij weten hoe moeilijk dat is verlopen voor de echte Tax-on-web. Ik vermoed dat dit ook niet zo vanzelfsprekend zal gaan. Het Rekenhof heeft ook veel personeelsuitdagingen en extra dienstenleveranciers die ze moeten aantrekken in 2018. Ze moeten dan ook de test doen van het eerste jaar in 2019, het eerste jaar dat het operationeel is.

 

We hebben bij de bespreking in de commissie voor de Herziening van de Grondwet afgesproken om het Rekenhof niet uit te nodigen voor een hoorzitting tijdens de commissiewerkzaamheden maar wel later, na de stemming in de plenaire vergadering in de commissie voor het Rekenhof, om dan te bekijken wat hun praktische uitdagingen, bezorgdheden en bezwaren zouden kunnen zijn. De heer Frédéric heeft daar ook op gewezen.

 

Ik stel voor dat wij de druk nog niet opvoeren in 2019, ook al heb ik begrip voor het standpunt dat u wenst te brengen, alleen denk ik dat het te snel zou worden uitgevoerd, waardoor wij het Rekenhof en onszelf misschien in praktische moeilijkheden brengen. Daarom wensen wij dit amendement niet te steunen.

 

16.14  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, je souhaite souligner que les amendements n° 2 et suivants de M. Nollet sont parfaitement cohérents avec les délais prévus par la loi fiscale, s'agissant de l'introduction des fiches fiscales. Sur le plan juridique, ces amendements sont parfaitement en phase avec ce que la loi prévoit. Cependant, la pratique montre que ces fiches arrivent parfois en retard, indépendamment de la volonté du créancier et de celle du bénéficiaire des revenus. Cela peut être lié à des problèmes administratifs, informatiques, etc. Par ailleurs, il se fait que, très souvent, les contribuables qui ont un comptable obtiennent automatiquement un délai, si bien que, ne voyant pas arriver les fiches dans les délais prévus par la loi, ils ne s'en inquiètent pas outre mesure, se disant que ces fiches finiront bien par arriver.

 

Résultat des courses: si on adopte ces amendements, on risque de connaître des délais d'introduction pour lesdites déclarations, considérant que ces délais sont alignés sur les délais prévus pour rentrer les fiches fiscales, ce qui mettrait, à un moment donné, les personnes soumises à cette obligation en difficulté. Le délai serait expiré alors qu'elles ne seraient pas en possession de leurs documents, indépendamment de leur volonté. Cela signifie que ce qui est proposé ici provoquera à un certain moment des problèmes d'ordre pratique.

 

Je le répète, ces amendements sont parfaitement alignés sur ce que prévoit la loi, mais en pratique, ils risquent de causer certaines difficultés. C'est la raison pour laquelle, malgré que nous comprenions totalement les amendements, nous allons laisser une trace des échanges que nous avons eus, destinée aux personnes qui pourraient éprouver cette difficulté. Cela leur montrera que le législateur a eu conscience de celle-ci. Cela permettra peut-être de donner une base à l'interprétation de la loi, et d'éviter qu'une personne soumise à cette obligation se retrouve injustement sanctionnée. Le groupe PS s'abstiendra donc, pour les raisons que je viens d'expliquer, de voter les amendements de M. Nollet.

 

Le président: Je comprends. D'autres groupes veulent-ils s'exprimer sur les amendements introduits par différents collègues? Non.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

*  *  *  *  *

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

 

Aangehouden: de stemming over de amendementen en de artikelen 3, 4, 8, 11 en 12.

Réservé: le vote sur les amendements et les articles 3, 4, 8, 11 et 12.

 

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 2, 5 tot 7, 9, 10, 13 en 14.

Adoptés article par article: les articles 1, 2, 5 à 7, 9, 10, 13 et 14.

*  *  *  *  *

 

17 Parlementaire onderzoekscommissie "minnelijke schikking in strafzaken" - verlenging van het mandaat

17 Commission d'enquête parlementaire "transaction pénale" - prolongation du mandat

 

De Conferentie van voorzitters van 28 februari 2018 stelt aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voor het mandaat van de parlementaire onderzoekscommissie "minnelijke schikking in strafzaken", te verlengen tot 31 maart 2018.

La Conférence des présidents du 28 février 2018 propose à la Chambre des représentants de prolonger le mandat de la commission d'enquête parlementaire "transaction pénale", jusqu'au 31 mars 2018.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

18 Belangenconflicten

18 Conflits d’intérêts

 

Bij brieven van 23 februari 2018 deelt de voorzitster van de Senaat mee dat overeenkomstig artikel 32, § 1quater, eerste lid, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, de Senaat, tijdens zijn plenaire vergadering van 23 februari 2018:

- een gemotiveerd advies aan het Overlegcomité heeft uitgebracht over het belangenconflict over het wetsontwerp tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 (stuk Senaat nr. 403/4 en stukken Kamer nrs 2652/1 tot 8);

- een gemotiveerd advies aan het Overlegcomité heeft uitgebracht over het belangenconflict over het wetsontwerp met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het gesolidariseerd Pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen (stuk Senaat nr. 402/4 en stukken Kamer 2718/1 tot 8).

Par lettres du 23 février 2018, la présidente du Sénat communique que conformément à l'article 32, § 1erquater, premier alinéa, de la loi ordinaire du 9 août 1980 de réformes institutionnelles, le Sénat a émis, au cours de sa séance plénière du 23 février 2018:

- un avis motivé au Comité de concertation relatif au conflit d'intérêts concernant le projet de loi portant modification de la loi relative à l'exercice des professions des soins de santé, coordonnée le 10 mai 2015 (doc. Sénat n° 403/4 et doc. Chambre nos 2652/1 à 8);

- un avis motivé au Comité de concertation relatif au conflit d’intérêts concernant le projet de loi relatif à la non prise en considération de services en tant que personnel non nommé à titre définitif dans une pension du secteur public, modifiant la responsabilisation individuelle des administrations provinciales et locales au sein du Fonds de pension solidarisé, adaptant la règlementation des pensions complémentaires, modifiant les modalités de financement du Fonds de pension solidarisé des administrations locales et provinciales et portant un financement supplémentaire du Fonds de pension solidarisé des administrations locales et provinciales (doc. Sénat n° 402/4 et doc. Chambre nos 2718/1 à 8).

 

19 Urgentieverzoek vanwege de regering

19 Demande d'urgence émanant du gouvernement

 

De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie voor wat betreft de minimum­overgangs­uitkering, nr. 2917/1

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant modification de l'arrêté royal du 30 janvier 1997 relatif au régime de pension des travailleurs indépendants en application des articles 15 et 27 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l'article 3, § 1er, 4° de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne en ce qui concerne l'allocation de transition minimum, n° 2917/1.

 

Avant de nous prononcer sur cette demande par assis et levé, le gouvernement va motiver sa demande.

 

19.01  François Bellot, ministre: Chers collègues, le projet de loi complète la loi du 3 septembre 2017 portant modification de la loi du 15 mai 1984 portant des mesures d'harmonisation dans les régimes de pension, adoptée en juillet 2017. Elle prévoyait une augmentation de 1 % de la pension minimum de retraite et de survie pour carrière complète et de 1,7 % pour la pension minimum de retraite et de survie pour carrière incomplète. Les mesures prévues par ce projet de loi doivent entrer en vigueur rétroactivement au 1er septembre 2017, afin de respecter l'accord interprofessionnel 2017-2018.

 

L'urgence se justifie par le fait que les bénéficiaires de l'allocation de transition doivent pouvoir recevoir le plus rapidement possible le montant minimum ajusté de la prestation, en ce compris les éventuels arriérés. Le projet adapte le montant minimum de l'allocation de transition dans le cadre de l'enveloppe bien-être, en exécutant l'accord interprofessionnel dans lequel les partenaires sociaux ont donné leur avis.

 

Ce projet augmente le montant de 1,94 % au travers, d'une part, de l'augmentation prévue de 1,17 % pour tous les minima indépendants et, d'autre part, au travers d'une augmentation de 0,24 % supplémentaire par la diminution de 15 % de la différence entre le montant minimum de l'allocation de transition et la pension minimum de survie. Le projet de loi produit ses effets rétroactivement au 1er septembre 2017, qui est la date prévue dans les accords interprofessionnels.

 

De voorzitter: Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

20 Inoverwegingneming van voorstellen

20 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

21 Wetsontwerp houdende instemming met de Uitvoeringsafspraak tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen, gedaan te Brussel op 16 juni 2016 (2862/1)

21 Projet de loi portant assentiment à l'Accord d'exécution entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas relatif à la coopération, à l'accompagnement et au soutien lors de mesures d'éloignement sur le territoire des pays du  Benelux, fait à Bruxelles le 16 juin 2016 (2862/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

21.01  Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, chers collègues, mon groupe a décidé de voter en faveur de ce texte visant à encadrer les procédures d'éloignement des étrangers au sein de l'espace Benelux, ce pour une raison simple: il s'agit, avant tout, de clarifier ce qui se fait et comment, en coopération avec nos plus proches voisins.

 

Pour autant, nous avons voulu attirer l'attention, par mon abstention, sur les questions qui restent les nôtres au regard de ces éloignements et des procédures. En effet, il y a, d'abord et avant tout, les éléments liés aux destinations sensibles. Il n'est pas besoin de revenir ici sur les éloignements vers le Soudan et l'infraction à l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme dénoncée tant par la justice de notre pays que par les organisations indépendantes.

 

Il y a aussi, et ce n'est pas rien, le fait que des questions sur les législations applicables en termes de recours in extremis sont restées sans réponse. Un agent belge accompagnant un retour sur le sol néerlandais pourrait-il faire annuler le vol, comme il peut le faire au départ de la Belgique, par exemple? Les droits des personnes éloignées seront-ils considérés de la même manière au départ d'un pays, autre pays partie à l'accord? Nous n'avons pas obtenu de réponse à ce sujet.

 

Pour conclure, monsieur le président, mon groupe souhaite se montrer constructif sur le cadre général en soutenant ce texte, mais il me semble important de montrer ces incertitudes qui devront être levées d'une façon ou d'une autre.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

130

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2862/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2862/4)

 

M. Christian Brotcorne a voté pour.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

22 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde een belastingvermindering voor adoptiekosten in te voeren (2740/4)

22 Proposition de loi modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en vue d'instaurer une réduction d'impôt pour les frais d'adoption (2740/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

134

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2740/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2740/5)

 

23 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof wat de controle op de mandatenlijst en de vermogensaangifte betreft (2809/3)

23 Proposition de loi modifiant la loi du 29 octobre 1846 relative à l'organisation de la Cour des comptes en ce qui concerne le contrôle des listes de mandats et des déclarations de patrimoine (2809/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

133

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2809/4)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2809/4)

 

24 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft (nieuw opschrift) (2810/1-5)

24 Amendements et articles réservés de la proposition de loi modifiant la législation relative aux déclarations de mandats et de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle (nouvel intitulé) (2810/1-5)

 

Stemming over amendement nr. 5 van Barbara Pas op artikel 2. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 5 de Barbara Pas à l'article 2. (2810/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

5

Oui

Nee

127

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

132

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 2 est adopté.

 

M. Thiébaut a voté contre.

 

Stemming over amendement nr. 2 van Jean-Marc Nollet op artikel 3. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 2 de Jean-Marc Nollet à l'article 3. (2810/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

15

Oui

Nee

85

Non

Onthoudingen

34

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 3 van Jean-Marc Nollet op artikel 3. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 3 de Jean-Marc Nollet à l'article 3. (2810/5)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 5)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 6 van Raoul Hedebouw cs tot invoeging van een artikel 4/1(n). (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 6 de Raoul Hedebouw cs tendant à insérer un article 4/1(n). (2810/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

2

Oui

Nee

132

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Raoul Hedebouw cs op artikel 8. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 7 de Raoul Hedebouw cs à l'article 8. (2810/5)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 8 van Raoul Hedebouw cs op artikel 8. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 8 de Raoul Hedebouw cs à l'article 8. (2810/5)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 8 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 8 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 4 van Jean-Marc Nollet op artikel 11. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 4 de Jean-Marc Nollet à l'article 11. (2810/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

13

Oui

Nee

84

Non

Onthoudingen

37

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 11 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 11 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 9 van Raoul Hedebouw cs op artikel 12. (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 9 de Raoul Hedebouw cs à l'article 12. (2810/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

2

Oui

Nee

132

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 12 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 12 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 10 van Raoul Hedebouw cs tot invoeging van een artikel 13/1(n). (2810/5)

Vote sur l'amendement n° 10 de Raoul Hedebouw cs tendant à insérer un article 13/1(n). (2810/5)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 8)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

25 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft (nieuw opschrift) (2810/4)

25 Ensemble de la proposition de loi modifiant la législation relative aux déclarations de mandats et de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle (nouvel intitulé) (2810/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

133

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2810/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet de loi au Sénat. (2810/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

26 Aangehouden amendementen en artikelen van het voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft (nieuw opschrift) (2802/1-5)

26 Amendements et articles réservés de la proposition de loi spéciale modifiant la législation spéciale relative aux listes de mandats et déclarations de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle (nouvel intitulé) (2802/1-5)

 

Overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van de Grondwet, moeten de bepalingen en het geheel van het voorstel van bijzondere wet aangenomen worden met de meerderheid van stemmen in elke taalgroep, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

Conformément à l'article 4, dernier alinéa, de la Constitution, les dispositions et l'ensemble de la proposition de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages de chaque groupe linguistique, à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés.

 

Stemming over amendement nr. 2 van Jean-Marc Nollet op artikel 3. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 2 de Jean-Marc Nollet à l'article 3. (2802/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

 

F

Tot.

N

 

Oui

7

12

5

Ja

Non

25

88

63

Nee

Abstentions

22

34

12

Onthoudingen

Total

54

134

80

Totaal

 

De meerderheid van de stemmingen in elke taalgroep is niet bereikt. Het quorum van de aanwezigheden in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is niet bereikt.

La majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique n'est pas atteinte. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages n'est pas atteinte.

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 3 van Jean-Marc Nollet op artikel 4. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 3 de Jean-Marc Nollet à l'article 4. (2802/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 10)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 4 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 4 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 5 van Raoul Hedebouw cs tot invoeging van een artikel 4/1(n). (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 5 de Raoul Hedebouw cs tendant à insérer un article 4/1(n). (2802/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

 

F

Tot.

N

 

Oui

2

2

0

Ja

Non

52

132

80

Nee

Abstentions

0

0

0

Onthoudingen

Total

54

134

80

Totaal

 

De meerderheid van de stemmingen in elke taalgroep is niet bereikt. Het quorum van de aanwezigheden in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is niet bereikt.

La majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique n'est pas atteinte. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages n'est pas atteinte.

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 6 van Raoul Hedebouw cs op artikel 8. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 6 de Raoul Hedebouw cs à l'article 8. (2802/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 11)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Raoul Hedebouw cs op artikel 8. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 7 de Raoul Hedebouw cs à l'article 8. (2802/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 11)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 8 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 8 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 4 van Jean-Marc Nollet op artikel 11. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 4 de Jean-Marc Nollet à l'article 11. (2802/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

 

F

Tot.

N

 

Oui

7

12

5

Ja

Non

25

84

59

Nee

Abstentions

21

36

15

Onthoudingen

Total

53

132

79

Totaal

 

De meerderheid van de stemmingen in elke taalgroep is niet bereikt. Het quorum van de aanwezigheden in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is niet bereikt.

La majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique n'est pas atteinte. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages n'est pas atteinte.

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 11 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 11 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 8 van Raoul Hedebouw cs op artikel 12. (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 8 de Raoul Hedebouw cs à l'article 12. (2802/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

 

F

Tot.

N

 

Oui

2

2

0

Ja

Non

52

132

80

Nee

Abstentions

0

0

0

Onthoudingen

Total

54

134

80

Totaal

 

De meerderheid van de stemmingen in elke taalgroep is niet bereikt. Het quorum van de aanwezigheden in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is niet bereikt.

La majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique n'est pas atteinte. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages n'est pas atteinte.

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 12 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 12 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 9 van Raoul Hedebouw cs tot invoeging van een artikel 13/1(n). (2802/5)

Vote sur l'amendement n° 9 de Raoul Hedebouw cs tendant à insérer un article 13/1(n). (2802/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 13)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

27 Geheel van het voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wetgeving inzake mandatenlijst en vermogensaangifte wat de transparantie over de vergoedingen, de uitbreiding naar overheidsbestuurders, de elektronische indiening en de controle betreft (nieuw opschrift) (2802/4)

27 Ensemble de la proposition de loi spéciale modifiant la législation spéciale relative aux listes de mandats et déclarations de patrimoine en ce qui concerne la transparence des rémunérations, l'extension aux administrateurs publics, le dépôt électronique et le contrôle (nouvel intitulé) (2802/4)

 

Overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van de Grondwet, moeten de bepalingen en het geheel van het voorstel van bijzondere wet aangenomen worden met de meerderheid van stemmen in elke taalgroep,op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.

Conformément à l'art.4, dernier alinéa, de la Constitution, les dispositions et l'ensemble de la proposition de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages de chaque groupe linguistique,à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

 

F

Tot.

N

 

Oui

54

134

80

Ja

Non

0

0

0

Nee

Abstentions

0

0

0

Onthoudingen

Total

54

134

80

Totaal

 

De meerderheid van de stemmen in elke taalgroep is bereikt. De meerderheid van de aanwezigen in elke taalgroep is bereikt. De 2/3 meerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het bijzondere wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2802/6)

La majorité des suffrages dans chaque groupe est atteinte. Le quorum des présences dans chaque groupe linguistique est atteint. La majorité des 2/3 des suffrages est atteinte. En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi spéciale. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2802/6)

 

28 Goedkeuring van de agenda

28 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 8 maart 2018.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 8 mars 2018.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 8 maart 2018 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 8 mars 2018 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.32 uur.

La séance est levée à 18.32 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 54 PLEN 216 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 216 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

130

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

002

Nee

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Crusnière Stéphane

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

134

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

133

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

005

Ja

 

Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan, Vuye Hendrik, Wouters Veerle

 

Non        

127

Nee

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

015

Ja

 

Almaci Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc, Pas Barbara, Penris Jan, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco

 

Non        

085

Nee

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

034

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Maingain Olivier, Massin Eric, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

002

Ja

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Non        

132

Nee

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

013

Ja

 

Almaci Meyrem, Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco

 

Non        

084

Nee

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

037

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Maingain Olivier, Massin Eric, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

002

Ja

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Non        

132

Nee

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

133

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

012

Ja

 

Almaci Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco

 

Non        

088

Nee

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

034

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Maingain Olivier, Massin Eric, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

002

Ja

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Non        

132

Nee

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

012

Ja

 

Almaci Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco

 

Non        

084

Nee

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

036

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Massin Eric, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

002

Ja

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Non        

132

Nee

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

 

Oui        

134

Ja

 

Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen