Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 8 februari 2018

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 8 février 2018

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Charles Michel, Kris Peeters.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Philippe Blanchart, Véronique Caprasse, Anne Dedry, Maya Detiège, Catherine Fonck, Vanessa Matz, Barbara Pas, Fatma Pehlivan, Ine Somers, Karin Temmerman, Evita Willaert, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Kattrin Jadin, wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Roel Deseyn, Benoît Piedboeuf, OESO / OCDE.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Alexander De Croo, met zending buitenslands (Ghana) / en mission à l'étranger (Ghana);

Zuhal Demir, zwangerschapsverlof / congé de maternité.

 

01 Rouwhulde – de heer Alfred Léonard

01 Éloge funèbre – M. Alfred Léonard

 

De voorzitter (voor de staande vergadering)

Le président (devant l'assemblée debout)

 

Chers collègues,

 

Alfred Léonard, ancien membre de la Chambre des représentants est décédé le 26 janvier à Banneux, à l'âge de 77 ans.

 

Alfred Léonard naît à Liège et à partir de 1965, après l'obtention de son diplôme de régent, il enseigne l'histoire au Petit Séminaire de Saint-Roch à Ferrières.

 

Élu conseiller communal pour le Parti social-chrétien en 1977, il devient d'emblée bourgmestre de Ferrières.

La même année, il est également élu au conseil provincial de Liège.

 

Alfred Léonard embrasse la carrière politique nationale en octobre 1985.

De plus, il devient entre-temps président de l'association des mandataires PSC de l'arrondissement de Liège et collabore au cabinet du ministre wallon Melchior Wathelet.

 

Zes jaar lang was hij Kamerlid voor het arrondissement Hoei-Borgworm. Hij maakte onder andere deel uit van de commissie Nationale Opvoeding en Cultuur, de commissie Infrastructuur en de commissie Financiën.

Van 1988 tot 1991 was hij ondervoorzitter van het Bureau van de Waalse Gewestraad.

 

Na het einde van zijn mandaat als burgemeester, in december 1992, verbleef hij twee jaar in Roemenië, waar hij zich inzette voor de "Opération Villages Roumains".

 

Alfred Léonard est réélu conseiller communal à Ferrières en 1995.

 

Il rallie le Mouvement des Progressistes chrétiens en 2000 et, candidat d'ouverture sur la liste PS, il est élu conseiller provincial de la province de Liège pour la deuxième fois.

 

Soucieux de consacrer plus de temps à ses cinq enfants et à ses douze petits-enfants, Alfred Léonard met un terme à sa carrière politique en octobre 2006.

 

Namens de Kamer heb ik zijn familie onze oprechte deelneming betuigd.

 

01.01  Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, le gouvernement souhaite se joindre à l'Assemblée pour rendre hommage à M. Alfred Léonard, ancien membre de la Chambre des représentants. Actif au sein du Parti social-chrétien, il a mené une carrière politique bien remplie, au cours de laquelle il a pu mettre ses nombreuses qualités au service de la population. Enseignant de formation, très engagé sur le plan local, il décrochera l'écharpe mayorale dans sa ville de Ferrières.

 

Hij was burgemeester tot 1992 en besliste daarna zich volledig te wijden aan verschillende projecten in Roemenië, een land waaraan hij erg gehecht was.

 

Au début des années 2000, Alfred Léonard se présentera une dernière fois en tant que candidat pour les élections provinciales, à Liège, sur une liste d'ouverture emmenée par le Parti Socialiste.

 

Au nom du gouvernement, je souhaite présenter nos plus sincères condoléances à sa famille et à ses proches. Nous souhaitons leur témoigner notre soutien dans ces moments si tristes.

 

De voorzitter: Mag ik u vragen enige ogenblikken stilte in acht te nemen ter nagedachtenis van onze overleden collega.

 

De Kamer neemt een minuut stilte in acht.

La Chambre observe une minute de silence.

 

Mondelinge vragen

Questions orales

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018 heeft u de lijst van de mondelinge vragen via mail ontvangen.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 7 février 2018, vous avez reçu par courriel la liste des questions orales.

 

Aan de ingang van de zaal zijn papieren versies ter beschikking voor de leden die dat wensen. De fractievoorzitters blijven een papieren versie ontvangen.

Des copies sont toutefois disponibles à l’entrée de la salle pour les membres qui le souhaitent. Les chefs de groupe continueront à recevoir une copie papier.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Eric Van Rompuy aan de eerste minister over "de toekomst van Brussels Airlines" (nr. P2609)

- de heer Gautier Calomne aan de eerste minister over "de toekomst van Brussels Airlines" (nr. P2610)

02 Questions jointes de

- M. Eric Van Rompuy au premier ministre sur "l'avenir de Brussels Airlines" (n° P2609)

- M. Gautier Calomne au premier ministre sur "l'avenir de Brussels Airlines" (n° P2610)

 

02.01  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de eerste minister, vorig weekend was er grote onrust op de luchthaven van Zaventem wegens geruchten dat Brussels Airlines hetzelfde lot als Sabena zou ondergaan. Gelukkig is dat niet gebeurd en hebben wij geruststellende verklaringen gehoord van de CEO van Eurowings, maar de vragen blijven. Hij heeft weliswaar gezegd dat het geen Ryanairscenario wordt, dat er geen sociaal bloedbad komt, dat het hybride model met goedkope vluchten in Europa aan de ene kant en langeafstandsvluchten naar Afrika en Noord-Amerika aan de andere kant blijft bestaan, maar hij zegt daarbij uitdrukkelijk dat er geen veranderingen zullen komen op korte termijn.

 

Daarom wil ik u vragen of u contact hebt gehad met de leiding van Eurowings of Lufthansa, opdat Zaventem in elk geval een hub blijft, opdat Brussels Airlines een home carrier blijft en de werkgelegenheid – het gaat tenslotte om 3 700 personeelsleden – op termijn gegarandeerd wordt. Hebt u garanties over de naam van de maatschappij en hoe de integratie in Eurowings zal gebeuren? Ik stel deze vragen aan u, want u zult ongetwijfeld contact hebben gehad met de top van Lufthansa en Eurowings.

 

Een tweede deel van mijn vraag heeft betrekking op de verankering. Wij lezen vandaag berichten in allerlei kranten en afgelopen weekend pleitten Belgische CEO's voor verankering, maar in 2016 hebben de bedrijven die nu oproepen om Brussels Airlines te verankeren, zelf hun aandelen verkocht. Lufthansa had 45 %, 55 % was in handen van Belgische ondernemers, banken en voor een stuk van de overheid via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Die aandelen werden toen gekocht door Lufthansa. KLM en Air France zijn ook gefuseerd, maar dat zijn gelijkwaardige partners. In dit geval is Brussels Airlines voor 100 % in handen van Lufthansa. Missen wij in België geen verankeringsstrategie ten aanzien van zulke operaties?

 

02.02  Gautier Calomne (MR): Monsieur le premier ministre, hier matin, le CEO d'Eurowings et la nouvelle CEO de Brussels Airlines ont rencontré les représentants syndicaux ainsi que les travailleurs de la compagnie dans le but de dissiper les inquiétudes largement partagées par le monde patronal ainsi que par les syndicats. Celles-ci sont relatives à l'emploi, au devenir de la société ainsi qu'à la position de la compagnie belge dans le ciel européen.

 

Selon les deux responsables, via une mutualisation des activités entre les deux compagnies, Bruxelles deviendrait un centre d'excellence pour le long-courrier, le groupe Eurowings n'effectuant pas encore de tels vols. L'entreprise belge subsisterait donc sous le label Brussels Airlines pour un certain temps en tant que home carrier pour notre pays tant pour le moyen que pour le long-courrier.

 

Dans les faits, les dirigeants se veulent, pour l'instant, rassurants: pas de plan social ni de licenciement collectif touchant les 3 500 employés de la compagnie. Ils annoncent même des recrutements pour du personnel navigant. Ils annoncent que cela irait croissant et que le site de Brussels Airport pourrait devenir le centre névralgique pour des vols essentiellement à destination du vaste marché africain pour le groupe Lufthansa. Pour le reste, il faudra attendre la mi-mars, date de la prochaine visite du CEO d'Eurowings pour connaître les modalités exactes et les contours de ce projet économique qui sera déployé dans notre pays.

 

Monsieur le premier ministre, vous vous êtes largement mobilisé depuis longtemps dans ce dossier. Concernant vos récents contacts avec les dirigeants du groupe Lufthansa, ce dossier est important pour notre économie mais aussi pour l'emploi en Belgique. Nonobstant la confidentialité des échanges que vous avez eus ces derniers jours, certains éléments par rapport à l'ancrage belge ou le développement futur de la compagnie peuvent-ils nous être communiqués?

 

02.03 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, een luchtvaartmaatschappij is van strategisch belang voor ons land, ons imago en onze aantrekkelijkheid. Daarom meent de regering dat het bijzonder belangrijk is de situatie van SN Brussels Airlines en haar samenwerking met Lufthansa nauwgezet op te volgen.

 

Quelques éléments de rétroactes. C'est à partir de 2008 que la décision de principe a été prise de permettre à Lufthansa d'activer, quand elle le déciderait, une option lui permettant de racheter Brussels Airlines.

 

C'est en 2016, huit ans plus tard, que Lufthansa a pris la décision d'activer cette option qui lui avait été accordée en 2008. Dans ce cadre, j'ai eu l'occasion en 2016 de multiplier les contacts, au nom du gouvernement, avec les dirigeants de Lufthansa pour envisager la stratégie à déployer au départ de Bruxelles, au départ de SN Brussels Airlines. Et j'ai aussi multiplié les échanges avec les entités fédérées concernées – certaines l'étaient – par cette stratégie en lien avec Lufthansa.

 

Een paar dagen geleden hebben wij kennisgenomen van het ontslag van de CEO en de CFO, maar er waren ook geruchten, zoals u terecht hebt gezegd, over sociale effecten of schade en problematische beslissingen. Wij hebben geprobeerd informatie te verzamelen. Ik heb vorig weekend een telefonisch gesprek gehad met de CEO van Lufthansa, de heer Spohr. Dat bood mij de kans om duidelijk te maken dat het voor ons een zaak van cruciaal belang is en dat wij alle middelen zullen gebruiken om onze strategische belangen te verdedigen. Wij hebben daarvoor ook instrumenten in handen.

 

Wij zijn ook overeengekomen om zeer snel een nieuw contact te hebben.

 

Nous avons prévu de nous revoir très prochainement. Une nouvelle rencontre est programmée avec le CEO de Lufthansa et avec la nouvelle direction. Je peux vous garantir que nous allons tout mettre en œuvre pour consolider la position de SN Brussels Airlines - et cela semble être le cas - en direction de l'Afrique et des connexions vers l'Afrique, et pour conforter sa capacité vers l'Amérique du Nord et vers l'Inde également. Des décisions positives ont été prises récemment.

 

Le point clé que vous avez mentionné, c'est la situation intra-européenne. On doit vérifier sur le plan intra-européen que l'intégration avec Eurowings comprend bien une stratégie qui soit compatible avec les intérêts que nous voulons défendre. J'aurai l'occasion de poursuivre les contacts et d'informer régulièrement le Parlement. En un mot, nous sommes vigilants. Nous sommes alertes et demeurons très déterminés à défendre les intérêts de notre pays dans ce dossier important.

 

02.04  Eric Van Rompuy (CD&V): Mijnheer de eerste minister, het is inderdaad belangrijk dat u als regeringsleider contact hebt met de top van Eurowings en Lufthansa. De onrust was immers groot. We weten nu dat het hybride model met goedkopere Europese vluchten en langeafstandsvluchten naar Afrika en Amerika gevrijwaard blijft. Ze zullen hier zelfs een expertisecentrum creëren.

 

Ik blijf toch bij mijn punt, in die zin dat men in 2016 Lufthansa eigenlijk vrij spel heeft gegeven door hen 100 % van de aandelen te laten overnemen. De bedrijfsleiders, de CEO's en via de FPIM ook de overheid hebben die beslissing genomen. Nederland is op dat vlak veel verstandiger. Zij hebben een veel betere verankeringsstrategie ten aanzien van hun bedrijven. Als men de beslissingscentra niet meer heeft en ze helemaal uit handen geeft, dan is men totaal afhankelijk. Dit is het zoveelste dossier waarin dat naar boven komt.

 

Ik wil de regering dus vragen om na te denken over die verankeringsstrategie. Men moet nagaan hoe die het beste gerealiseerd kan worden, niet alleen via de overheid maar ook via de CEO's. Die laatsten slaan nu wel alarm maar twee jaar geleden hebben ze zelf al hun aandelen verkocht. Ik vind dus dat we op dat vlak zeer zwak staan. Ik ben ook inwoner van Zaventem en we weten daar wat het belang is van de luchtvaartmaatschappij. We kennen ook het trauma dat Sabena nagelaten heeft. De regering moet op dat vlak de lead nemen.

 

02.05  Gautier Calomne (MR): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse. Votre implication est évidemment importante dans le contexte que nous venons de décrire. Brussels Airlines est le deuxième pôle de croissance de notre pays avec l'aéroport de Zaventem. Ce dossier est donc non seulement essentiel pour le développement économique de la Belgique et de la Région bruxelloise, mais il est également particulièrement important sur le plan symbolique. C'est aussi l'avenir d'une grande entreprise de notre pays qui se joue.

 

Nous resterons attentifs, avec vous, à l'évolution de la situation et en particulier aux implications en termes d'emploi et à l'ancrage belge de la compagnie aérienne.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Mme Julie Fernandez Fernandez au premier ministre sur "le retard pris dans l'analyse juridique nécessaire au réexamen de l'offre française dans le cadre du remplacement des F-16" (n° P2611)

03 Vraag van mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de eerste minister over "het uitblijven van de juridische analyse om het Franse voorstel in het kader van de vervanging van de F-16's opnieuw in overweging te kunnen nemen" (nr. P2611)

 

03.01  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le premier ministre, chers collègues, la date du 14 février approche à grands pas. Dans le dossier du remplacement des F-16, c'est à cette date que les meilleures offres des deux agences qui sont encore en lice sur les cinq doivent être remises: le F-35 américain et le Typhoon britannique.

 

La proposition française d'un vaste partenariat militaire et économique en dehors de cette procédure est toujours en suspens. Plus vraiment, si j'en crois le ministre de la Défense, qui semble avoir déjà pris sa décision. Il m'a déclaré hier, et je le cite: "Ma position n'a pas changé concernant les démarches françaises. Je n'ai pas reçu d'avis juridique contredisant les deux avis précédents. Bref, l'offre française est out."

 

Force est de constater que l'objectif d'une véritable Europe de la Défense n'est pas partagé par l'ensemble de votre gouvernement. Les intérêts industriels de notre pays, surtout les intérêts francophones, sont, eux, carrément absents de vos radars, comme ils le sont d'ailleurs dans l'ensemble de la loi de programmation militaire. C'est ce que nous confirme, par ailleurs, la réponse faite par votre ministre de l'Économie, il y a deux jours.

 

Début novembre, tiraillé entre votre ministre des Affaires étrangères et celui, très atlantiste, de la Défense, vous me répondiez, au sujet de l'offre française, que vous poursuiviez l'analyse juridique et que, le moment venu, il s'agirait d'avoir une appréciation politique.

 

Monsieur le premier ministre, le moment est maintenant venu. J'aimerais dès lors connaître les réponses à ces questions. Quelle est la position unanime de votre gouvernement sur l'offre française? Confirmez-vous la position de votre ministre de la Défense, et donc le fait qu'il ne reste en lice, de facto, qu'un candidat américain impayable et un autre "brexiteur"? Qu'en est-il des retombées sociétales pour nos Régions? Allez-vous rouvrir à nouveau la procédure pour y injecter plus d'Europe?

 

03.02  Charles Michel, premier ministre: Madame la parlementaire, la manière dont votre question est posée témoigne d'une connaissance imparfaite ou incomplète de la façon dont le gouvernement traite cette question. Je veux mettre un premier point en évidence. Dès le mois de décembre, nous avons décidé de faire un important pas en avant avec de nombreux partenaires européens dans le domaine de la Défense. La Belgique jouera un rôle très important au niveau des partenariats opérationnels concrets et stratégiques, dans le cadre desquels des moyens budgétaires devront être mobilisés les années prochaines. Il s'agira de renforcer la capacité à stimuler une stratégie commune en matière d'organisation de la Défense.

 

Deuxièmement, vous semblez ignorer que, par exemple, le gouvernement a décidé de développer un partenariat pour le matériel roulant avec notre voisin français parce que nous considérons qu'il s'agissait d'un choix judicieux, stratégique pour renforcer - avec un enjeu financier très important d'ailleurs - l'impact économique et les effets pour un certain nombre d'entreprises présentes dans notre pays. Il s'agit ici d'un deuxième point, madame, que vous semblez ignorer. 

 

Troisièmement, nous avons effectivement fait un choix qui n'a pas toujours été fait par le passé en la matière. Nous avons opté pour une procédure transparente de mise en concurrence dans le cadre du remplacement des F-16. En effet, dans le passé, notre pays a été frappé par un certain nombre d'affaires qui ont témoigné d'une grande opacité en matière de marchés militaires. Nous avons donc souhaité mettre en place une procédure dans le cadre de laquelle différentes agences ont le droit de participer ou non. Et, comme vous l'avez mentionné, deux agences étatiques ont fait le choix de participer.

 

Pour votre information, l'Eurofighter est un projet – il est vrai– porté par les Britanniques avec une participation de l'Italie, de l'Allemagne et de l'Espagne. De plus, il y a une procédure qui donne lieu, à chacune des étapes, à des analyses juridiques au départ du gouvernement qui doivent être examinées au sein du Conseil des ministres. Le 14 février, jour de la St-Valentin –  c'est un hasard – est un jour important car c'est la date à laquelle les offres finales devront être remises afin que les organismes en charge de l'analyse puissent établir un rapport. Cela prendra un certain nombre de semaines. Quand ledit rapport sera établi, l'ensemble des sujets viendront sur la table du gouvernement.

 

Vous semblez laisser entendre que le discours de M. Steven Vandeput est différent du mien; ce qui n'est pas le cas. Mais il est vrai que, pour l'instant, les Français n'ont pas participé à la procédure qui a été mise en œuvre. Il s'agit d'un fait que personne ne peut contester. Il n'en reste pas moins que, le moment venu, l'ensemble du dossier sera soumis au gouvernement avec les offres qui ont été introduites dans le cadre de la procédure et les différentes propositions de partenariats stratégiques.

 

03.03  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Comme d'habitude, vous faites preuve de mépris pour cacher votre gêne face à ce dossier et face au fait qu'une fois de plus la N-VA s'essuie les pieds sur vous et votre fonction.

 

Je confirme ce que j'ai dit.

 

(….): (…)

 

Le président: Chers collègues, je vous demande de bien vouloir écouter Mme Fernandez.

 

03.04  Julie Fernandez Fernandez (PS): Je le confirme, l'Europe de la Défense n'est une priorité ni pour vous ni pour votre gouvernement. Au moins, maintenant les choses sont claires.

 

Malgré votre danse du ventre, tout le monde a compris que l'offre française était hors-champ.

 

Demeurent dès lors l'offre du Brexit, d'un côté, et de l'autre, celle de Trump, qui est presque deux fois plus chère qu'annoncé.

 

Vous engagez donc la Belgique et les générations futures de Belges dans une voie qui ne contribuera pas à une Défense européenne intégrée, alors qu'on parle ici de dossiers qui coûteront des milliards d'euros à notre pays.

 

Quelle que soit la nature (air, terre ou mer) des investissements colossaux prévus, les intérêts industriels de recherche et de développement et, surtout, l'emploi de nos différentes Régions ne sont pas votre préoccupation, puisque même auditionner les Régions en commission vous pose problème. Ce doit être cela, monsieur le premier ministre, la gêne!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de eerste minister over "het standpunt van de regering inzake de verdeling van de Britse zetels na de brexit, de eventuele onderhandelingen met Turkije en de toetreding tot de EU van zes Balkanlanden tegen 2025" (nr. P2612)

04 Question de Mme Veerle Wouters au premier ministre sur "la position du gouvernement concernant la répartition des sièges britanniques à l'issue du Brexit, la tenue éventuelle de négociations avec la Turquie et l'adhésion de six pays des Balkans à l'UE à l'horizon 2025" (n° P2612)

 

De voorzitter: Collega's, ik herhaal dat het incident gesloten is. De vraag van collega Wouters is aan de orde.

 

04.01  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, de Europese slinger slaat door. De europarticratie, uiteraard met Verhofstadt op kop, is zelfs vooraleer er verkiezingen plaatsvinden – ze vinden pas plaats in 2019 – de postjes aan het verdelen. Het idee bestaat erin om die te verdelen via een systeem van Spitzenkandidaten.

 

Het Europees Parlement gooit het geld ook door ramen en deuren. Er zijn 73 zitjes vrijgekomen door de brexit; 27 van die zetels wil men nu herverdelen onder de overgebleven lidstaten. Van de overige 46 zetels wilde men er 30 behouden voor een Europese kieskring. Het is al heel goed dat het Europees Parlement dat voorstel weggestemd heeft en dat het systeem het dus niet gehaald heeft. De vraag blijft echter wat we zullen doen met die 46 zitjes.

 

Bovendien krijgen de politieke partijen in het Europees Parlement 17 miljoen euro extra om verkiezingscampagnes te voeren. Het Europees Parlement kost ons 2 miljard euro per jaar.

 

Dan is er nog Turkije. Volgens mij zijn wij het er allen over eens dat het Turkije van Erdogan niet kan toetreden tot de Europese Unie. U hebt zelf een bevriezing van die toetredingsonderhandelingen bepleit. Als wij de begroting van de EU erop naslaan, dan stellen wij echter vast dat er jaarlijks nog 500 miljoen euro naar Turkije gaat. Dat is volgens ons weggesmeten geld. Graag had ik uw visie daaromtrent gekend, mijnheer de premier.

 

Er is nu ook al sprake van een uitbreiding van de Europese Unie met zes Balkanlanden tegen 2025. Dat zijn echter zeer onstabiele landen, zo stel ik vast. Het is een regio met veel spanningen. Ik vermeld nog maar het conflict tussen Macedonië en Griekenland over de naam. Mijn vraag is wat die uitbreiding ons zal kosten, aangezien België nu al de tweede grootste bijdrager is met 533 euro per burger per jaar. De Britse bijdrage, die ook tamelijk groot was, valt weg, terwijl de Balkanstaten erbij zouden komen. In mijn ogen betekent dit dat onze burgers meer zullen moeten bijdragen.

 

Mijnheer de premier, concreet had ik graag vernomen welk standpunt u op 23 februari zult innemen in verband met de Spitzenkandidaten, hoe u de uitbreiding van Europa ziet en of u ermee akkoord gaat dat België meer zal moeten bijdragen aan de Europese Unie.

 

04.02 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, beste collega's, er zijn heel veel vragen. We hebben in de commissie voor de Europese Zaken de kans om regelmatig in gesprek te gaan over de strategie die de regering volgt op het vlak van de Europese Unie. Toch zeer snel enkele antwoorden.

 

Eerste punt, de zetelverdeling. Daarover is er inderdaad een debat op Europees niveau. Wij zijn daarin actief en volgen deze discussie permanent. In België proberen we tot een consensus te komen hierover. We gaan ermee akkoord dat we in België geen zetels moeten verliezen wat dit betreft. Op basis van de dynamiek op het Europese niveau zullen we bepalen welke standpunten we kunnen innemen in deze discussie.

 

Tweede punt, de transnationale lijsten. Gisteren of eergisteren werd daarin door het Europees Parlement een beslissing genomen. Wat dit betreft, is die zaak in orde. We zullen de keuze van het Parlement volgen. De enige manier om die niet te volgen, zou via een unanieme beslissing van de Europese Raad zijn. Dit zal duidelijk geen feit worden.

 

Derde punt, Turkije. Ik heb ten minste tien keer in deze assemblee de positie van de regering over Turkije toegelicht. Ik ben niet van mening veranderd. Ik blijf bij het standpunt dat Turkije niet in een toetredingsproces tot de Europese Unie moet stappen. Integendeel, een strategische samenwerking is nodig, wat een andere aanpak behelst. Een toetredingsproces is niet het pertinente kader voor betrekkingen met Turkije.

 

Vierde punt, de Westelijke Balkan. Er is een rapport van de Europese Commissie beschikbaar gekomen, twee of drie dagen geleden. Een volgend rapport wordt verwacht voor april. We zullen van deze rapporten kennisnemen, maar we gaan in ieder geval niet akkoord met de aanpak van de Europese Commissie inzake een bepaald tijdpad. De Commissie heeft het beeld gecreëerd dat een tijdpad zou moeten gerespecteerd worden, maar dat is niet onze visie. Wat telt, zijn de criteria. Dat is natuurlijk een andere aanpak. We zullen van de verschillende rapporten in elk geval kennisnemen en ze bestuderen.

 

De budgettaire strategie is nog een belangrijke vraag. Parallel aan de onderhandelingen in het kader van de brexit zullen we met de andere Europese landen en met de deelstaten de volgende maanden stap voor stap de onderhandelingen volgen en de belangen van ons land verdedigen, ook op financieel vlak.

 

04.03  Veerle Wouters (Vuye&Wouters): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw toelichting, maar ik had graag het standpunt gekend met betrekking tot de Spitzenkandidaten. Daarover moet u een uitspraak doen op 23 februari. Ik kijk daarnaar uit.

 

Ons standpunt is: brexit betekent exit. Daarom vinden wij dat de 73 zitjes gewoon moesten worden afgeschaft, want dat is een besparing van ettelijke miljoenen.

 

Met betrekking tot Turkije volgen wij u, maar volgens ons mag die bijdrage van 500 miljoen euro per jaar dan ook verdwijnen. Dat is ook een mooie besparing die niemand voelt.

 

Als we het hebben over de uitbreiding, volg ik u, mijnheer de eerste minister, als u zegt dat we naar de criteria moeten kijken en daarop geen timing moeten plakken. Europa moet maar eens naar zichzelf kijken. Men heeft nog niet te veel bewezen de laatste tijd, als men kijkt naar de vluchtelingencrisis, als men kijkt naar de Griekse europroblematiek enzovoort.

 

Als het aan ons ligt, moet Europa wat minder, moet het wat efficiënter zijn en moet het respect hebben voor de soevereiniteit van de deelstaten en de regio's. Ik denk dat het hoog tijd is dat de lidstaten eens bekijken wat ze samen willen doen. Dat is misschien ook het moment voor België om te bekijken wat we nog samen willen doen, mijnheer de eerste minister.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les mesures urgentes à prendre pour lutter contre l'obsolescence programmée" (n° P2613)

05 Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de dringende maatregelen om geplande veroudering te bestrijden" (nr. P2613)

 

05.01  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je ne sais pas si, en arrivant au parlement, vous avez eu l'occasion de passer par le péristyle. Vous me répondez oui – c'est très bien. Vous avez donc pu voir les Repair Café qui y ont été installés, notamment à l'invitation du président de la Chambre, et qui proposaient aux députés, qui furent nombreux – n'est-ce pas, monsieur Laaouej – de venir faire réparer l'un ou l'autre appareil.

 

Vous connaissez l'enjeu et l'importance de la lutte contre l'obsolescence organisée. C'est aujourd'hui l'occasion de vous demander où vous en êtes dans la prise de décisions. Je ne parle pas d'études, car il y en a assez. Chaque année, vous en avez publié une. J'en ai fait le relevé. En 2014, c'était celle du SPF Économie; en 2015, il s'agissait de PwC; en 2016, c'était votre propre note; en 2017, c'est RDC Environment qui vous en a encore remis une. J'ose espérer qu'en me répondant maintenant, vous n'allez pas annoncer une nouvelle étude. Nous sommes bien d'accord – au moins, à ce sujet.

 

Plus sérieusement, monsieur le ministre – et je le dis en présence du premier ministre que nous savons attentif à cette question –, 2018 constitue l'année des décisions à prendre. Je lisais une interview que vous aviez accordée récemment et dans laquelle vous annonciez pour l'été – mais il s'agissait de l'été 2017! – un texte de loi destiné à étendre la durée de la garantie. Or, dans quelques mois, ce sera l'été 2018; et nous n'avons toujours pas de texte sous les yeux.

 

Je ne veux pas vous interroger aujourd'hui sur la TVA ou la garantie. Je vais plutôt vous poser une question très simple: êtes-vous d'accord d'inscrire dans un texte de loi la définition de l'obsolescence, son interdiction et les sanctions à la clé? Ce n'est pas plus compliqué que cela. Alors, ne me répondez pas en parlant de la TVA ou de la garantie! Répondez-moi uniquement au sujet du texte de loi, de la définition et des sanctions légales!  

 

05.02  Kris Peeters, ministre: Monsieur le président, chers collègues, monsieur Nollet, je connais bien le thème que vous avez soulevé. Ma réponse est que je ne tiens pas à réagir de la sorte. Pour quelle raison? La question centrale est que l'obsolescence programmée trompe le consommateur et qu'elle est, en outre, considérée comme une pratique commerciale déloyale. Voilà le plus important.

 

Nous avons eu la chance de discuter de ce problème en commission, non seulement pour y réfléchir, mais surtout pour nous servir de certains instruments légaux en vue de combattre l'obsolescence programmée.

 

Dans le cadre de mes compétences, la décision la plus importante et urgente, déjà prise, est l'introduction, dans le Code de droit économique, de dispositions donnant davantage de pouvoir aux services d'inspection. S'il existe des indices suffisants, ils peuvent imposer la charge de la preuve au fabricant et obliger celui-ci à faire analyser son produit par un laboratoire indépendant. Les produits peuvent également être retirés du marché.

 

En outre, au sein du SPF Économie, une plate-forme de concertation a été organisée avec des représentants de consommateurs, de producteurs et de distributeurs, afin de discuter des mesures proposées dans l'étude sur l'obsolescence programmée. 2018 est l'année de l'action et non pas de l'étude: nous avons effectivement déjà beaucoup d'analyses réalisées sur ce sujet.

 

Enfin, je suis favorable au changement de la législation concernant la garantie. Dans ce contexte, j'ai déjà soumis aux partenaires du gouvernement une proposition de réforme des règles de celle-ci. Dans les semaines à venir, les discussions à ce sujet seront poursuivies. J'ai demandé à consulter, une dernière fois, tous les acteurs pour trouver une solution adéquate.

 

05.03  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, vous progressez sur la question de la garantie. Un texte de loi, qui est pour le moment soumis au gouvernement, va nous être présenté. Vous l'aviez annoncé pour l'été 2017, il sera proposé pour l'été 2018. Mais il arrivera.

 

Ma question ne portait pas sur la garantie – j'ai été très clair –, mais sur l'introduction d'une définition dans la loi. Vous dites qu'il existe déjà des dispositifs pour lutter contre ce qui ne devrait pas exister sur le marché. Certes, mais l'étude, que vous avez vous-même commandée, pointe l'insuffisance du cadre juridique. En France, des recours sont possibles contre Apple et contre Epson pour les imprimantes; en effet, les cartouches d'encre ne sont pas entièrement consommées au moment où elles sont déclarées obsolètes. Ces recours sont possibles grâce à l'introduction, dans la législation, d'une définition, d'une interdiction et d'une sanction. Sans cela, aujourd'hui, en Belgique, les cartouches d'encre déclarées obsolètes continueront à être vendues, à inonder notre marché, et les problèmes rencontrés en France, notamment avec les produits Apple, ne disparaîtront pas. Le dispositif législatif actuel est insuffisant car il n'existe pas de définition, ni de point de référence.

 

J'ose espérer que l'on pourra continuer à essayer de vous convaincre, avec les associations, avec celles qui étaient dans le péristyle, pour vous démontrer que le cadre législatif actuel est insuffisant pour lutter contre ces pratiques.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "het 'Dood aan informanten'-pamflet dat in Antwerpen in het kader van de drugsoorlog tussen maffiabendes werd verspreid" (nr. P2614)

06 Question de M. Filip Dewinter au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "le pamphlet 'Mort aux informateurs' diffusé dans le cadre de la guerre de la drogue entre bandes mafieuses à Anvers" (n° P2614)

 

06.01  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, Antwerpen lijkt wel het Colombia van Europa te worden, Bogota aan de Schelde. De fameuze war-on-drugscampagne van de Antwerpse burgemeester De Wever is uitgedraaid op een drug war waarbij rivaliserende maffiabendes elkaar naar het leven staan, met schietpartijen, met brandbommen.

 

Volgens echte wildwesttraditie is er nu ook een dead-or-alivelijst, waarbij alle outlaws die door het gerecht worden ondervraagd of die tipgever of informant zijn van de politie, worden publiek gemaakt via pamfletten "Dood aan de informanten". Met alle gevolgen van dien.

 

Het lijkt wel een stripverhaal, maar dat is het helaas niet. De realiteit overtreft de fictie, in Antwerpen.

 

In september kondigde u een stroomplan aan, waarbij alle diensten, zoals parketdiensten, politiediensten en stedelijke diensten, maar ook douane en aanverwante, al hun krachten zouden bundelen om te komen tot een aanpak van deze problematiek. Het is ondertussen februari. Ik heb van dat stroomplan niets meer gehoord. Er wordt verteld dat een en ander in de loop van de volgende maanden zou worden publiek gemaakt. Ik meen, mijnheer de minister, dat er een state of urgency is waaraan wij niet mogen voorbijgaan. Wachten op het zoveelste plan is goed om de publieke opinie even te sussen naar aanleiding van het zoveelste schiet- of ander incident met drugsmaffiabendes in Antwerpen, maar dat lost het probleem niet op. Mijn vragen liggen dan ook voor de hand.

 

Wanneer komt het stroomplan er? Wat zijn de krachtlijnen van het stroomplan?

 

Welke maatregelen neemt u vandaag? Welke maatregelen hebt u genomen sinds september, toen u het stroomplan hebt aangekondigd, om de incidenten met rivaliserende bendes in Antwerpen aan te pakken en om de drugsmaffia een halt toe te roepen?

 

06.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewinter, u hebt gelijk, de problematiek is inderdaad urgent en vergt een doortastende aanpak. U zult het met mij eens zijn dat het enige tijd vergt om de violen gelijk te stemmen. Ik zeg u nu dat wij op 21 februari, dus meteen na de krokusvakantie, het stroomplan zullen aankondigen, waarin alle betrokken diensten samenwerken.

 

U zegt dat plannen maken niet genoeg is. Ik verwijs naar het Kanaalplan: dat werkt op het terrein. Wij moesten eerst een plan maken. Ik neem aan dat u uw huis ook zo hebt gebouwd. Eerst maakt men een plan en dan zet men de stenen op elkaar. Wij hebben dat ook zo gedaan. Wij hebben eerst een plan gemaakt en daarna kunnen wij aan de slag.

 

Wie is daar allemaal bij betrokken? Iedereen die ertoe doet, namelijk de drie betrokken federale overheidsdiensten, zijnde Justitie, Financiën omwille van de douane en Binnenlandse Zaken, alsook de stadsdiensten, de burgemeester en de lokale politie, de procureur-generaal van Antwerpen, het parket van Antwerpen, de administrateur-generaal van de douane en zijn diensten, de CEO van het Havenbedrijf, een aantal privébedrijven en Cepa. Zij zitten allemaal op een lijn en werken samen aan het plan.

 

Het plan zal op 21 februari worden voorgesteld. Wij stellen dan een integrale aanpak voor, in vaktermen multi-agency. Dat is niet vanuit één invalshoek maar vanuit verschillende invalshoeken. Ik ben ervan overtuigd dat wij op die manier deze onaanvaardbare praktijken een halt kunnen toeroepen.

 

Mijnheer Dewinter, ondertussen zijn er gerechtelijke onderzoeken lopende en zijn er ook veroordelingen ter zake gebeurd. Men heeft dus niet stilgezeten. U zult begrijpen dat ik over de gerechtelijke onderzoeken zelf geen informatie kan geven. Daarvoor moet u zich richten tot minister Geens.

 

Hou uw agenda in het oog, want op 21 februari stellen wij het stroomplan voor.

 

06.03  Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, inmiddels zijn wij zeven maanden verwijderd van de gemeenteraadsverkiezingen. Bart De Wever, de burgemeester van Antwerpen, heeft vijf jaar geleden aangekondigd dat de fameuze war on drugs er zou komen, de prioriteit der prioriteiten.

 

U zegt dat men een plan moet hebben alvorens men een huis bouwt. Dat klopt, maar vijf jaar geleden reeds werd het plan inzake de war on drugs in Antwerpen uitgetekend. Vandaag stellen wij vast dat de war on drugs uitgedraaid is tot een drugs war met rivaliserende drugsmaffiabendes die elkaar te lijf gaan in straten en op pleinen in Antwerpen.

 

Het probleem is de geborneerdheid van uw partijvoorzitter en burgemeester, die heeft ingezet op het wegwerken van de overlastfenomenen, op het oppakken van de kleine drugsdealers, op het snoeien van de takken van de boom maar die de wortels niet wil, durft of mag — wie zal het zeggen? — aanpakken.

 

Na meer dan vijf jaar, mijnheer de minister van Binnenlandse Zaken, lijkt dit bijna op schuldig verzuim.

 

Dames en heren van de NV-A, ik begrijp dat uw minister vandaag moet optreden omdat de burgemeester van Antwerpen niet in staat is om de problemen aan te pakken en dus onder curatele moet worden geplaatst van de regering, meer bepaald van de minister van Binnenlandse Zaken — van zijn eigen partij nota bene — die nu moet ingrijpen omdat de stedelijke autoriteiten, met de burgemeester op kop, niet in staat zijn om deze problemen nog langer het hoofd te bieden.

 

Het is jammer dit te moeten zeggen als Antwerpenaar, maar het is wel de bittere realiteit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de maatregelen die genomen zullen worden naar aanleiding van de publicatie van een artikel in La Libre Belgique over de audit bij het FANC" (nr 2615)

07 Question de M. Kristof Calvo au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "les actions à entreprendre après la publication, dans La Libre Belgique, d'un article concernant l'audit de l'AFCN" (n° P2615)

 

07.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik citeer: "Het FANC lijkt zwak en gevoelig voor politieke en economische invloed." Ik geef u ook nog een ander citaat: "Ik heb niet de indruk mijn werk correct te kunnen doen, het agentschap is niet veeleisend genoeg voor Electrabel en Engie."

 

Dat zijn citaten, mijnheer de vicepremier, uit een rapport over ons Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, over onze nucleaire waakhond. Het is niet de eerste keer dat wij met een dergelijk bericht worden geconfronteerd. Er was al eerder een audit over het agentschap die wijst op disfuncties en waarin twijfels werden geuit over de onafhankelijkheid van onze nucleaire regulator. Vandaag komt daar een tweede audit bovenop.

 

Mijnheer de vicepremier, mocht er zo'n audit verschijnen over het OCAD, dan zou u meteen in actie schieten. Mocht er zo'n audit verschijnen over de federale politie, minister Jambon zou meteen in actie schieten. U zou er meteen alles aan doen om daar vat op te krijgen. Ik ben er honderd procent van overtuigd dat u in dat geval zou ageren. U bent minister van Veiligheid en dus ook minister van nucleaire veiligheid. Na het verschijnen en bekend raken van die tweede audit wil ik u vandaag oproepen om dat probleem ten gronde aan te pakken en om het niet gewoon door te schuiven naar het FANC zelf, naar het agentschap of de raad van bestuur, maar om ter zake uw verantwoordelijkheid te nemen als minister.

 

Ik heb u daarover gisteren al ondervraagd, nog vooraleer de audit was verschenen. Toen zei u dat er een actieplan zou worden opgesteld. Vandaag lezen wij dat dat actieplan te mager is. Gisteren verwees u naar de raad van bestuur. De Ecolo-Groenfractie, en ik hoop wij niet alleen, zegt dat dit materie is voor de minister van Binnenlandse Zaken. Uw antwoord gisteren was onvoldoende, zeker als wij vandaag de audit lezen. Graag verneem ik van u als minister van Veiligheid en dus ook als minister van nucleaire veiligheid, wat u zult ondernemen.

 

07.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, ik dank u dat u het niveau van de Antwerpse gemeenteraad overstijgt. De vorige vraagsteller had het immers voornamelijk over de Antwerpse gemeenteraad.

 

Mijnheer Calvo, u weet dat het FANC een onafhankelijke organisatie is en dat het toezicht op die onafhankelijke organisatie gebeurt volgens strikte procedures. Dat hoort ook zo. Ik wil die onafhankelijkheid absoluut niet schenden.

 

Tegelijkertijd laat ik, in tegenstelling tot wat u beweert, niet alles op zijn beloop. Via mijn regeringscommissaris kijk ik wel degelijk nauwgezet toe op de werking van het FANC.

 

De eerste audit waarnaar u verwijst, is een audit die er op mijn vraag is gekomen. In 2015 hebben wij een audit gevraagd van het communicatiebeleid van het FANC. De citaten die u net gaf, zijn toen door de auditeur weerlegd als zijnde losse citaten die zeker niet gegrond waren.

 

Ik heb aangedrongen op een audit van het communicatiebeleid. Die is er gekomen en er zijn conclusies uit getrokken. Ik heb gisteren in de commissie op uw vraag en op de vraag van de heer Nollet uitgebreid geantwoord welke acties werden genomen ten gevolge van die audit. Mijn eerste indruk van de repliek van de heer Nollet was toch dat wij daarover niet volledig van mening verschillen.

 

De raad van bestuur heeft de directie onderworpen aan een grondige evaluatie. Er zijn een aantal zaken uit gekomen die ik hier niet te grabbel zal gooien, maar waarvan ik u wel kan zeggen dat de nodige acties zijn ondernomen om de directeurs in kwestie bij te sturen.

 

De afgelopen jaren hebben wij meermaals de syndicale afgevaardigden van het FANC ontvangen. De pijnpunten die daaruit zijn gekomen werden doorgespeeld aan de raad van bestuur van het FANC en aan het auditcomité en worden opgevolgd.

 

Zoals ik u al meermaals heb gezegd, heeft dit geleid tot een actieplan dat in september 2017 aan de sociale inspectie werd voorgelegd, dat nu door de sociale inspectie wordt gevalideerd en op 1 maart in werking zal treden. Of dat te weinig is, zullen wij dan na 1 maart kunnen beoordelen.

 

Mijn regeringscommissaris zal er in de raad van bestuur op aandringen dat op zeer korte termijn de nodige stappen worden ondernomen om de tekortkomingen die uit het auditrapport naar voren zijn gekomen daadwerkelijk weg te werken. Neem van mij aan dat ik dit op de voet volg.

 

07.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de vicepremier, u overtuigt toch niet helemaal en dan druk ik mij voorzichtig uit.

 

Collega's, het gaat over een audit van 2016. Het enige wat u vandaag kunt vertellen, mijnheer de minister, is dat u nu aan het bekijken bent wanneer het actieplan zal worden geoperationaliseerd. Ik herhaal mijn boodschap: als dit zou gebeuren in een ander deel van uw bevoegdheden, zou u het niet zolang laten duren.

 

U zegt dat het FANC een onafhankelijke instelling is. Wij lezen net dat er aan hun onafhankelijkheid wordt getwijfeld, zelfs door de eigen werknemers. Zij beweren zelf te onderdanig, te braaf, te sympathiek te zijn voor de nucleaire sector.

 

07.04 Minister Jan Jambon: Het gaat hierbij over één stem die daarna door de auditeur als niet relevant werd omschreven.

 

07.05  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): U gaat nu zelfs nog verder. U trekt nu zelfs de geloofwaardigheid van die audit in twijfel. Ik begrijp dat niet.

 

Ik lees ook in De Standaard van vandaag dat u zegt dat er geen probleem is en dat dit met een vergrootglas wordt bekeken. Het klopt inderdaad dat dit met een vergrootglas wordt bekeken. Is het niet logisch dat wij met een vergrootglas kijken naar onze nucleaire veiligheid? Ik meen van wel en dan zeker op een moment dat er sprake is van scheurtjes in centrales, betonrot in Doel 3 en nucleaire noodplanning.

 

Collega's, wij hebben op zulke momenten een sterke waakhond nodig.

 

Ik hoor dat de N-VA dit blijkbaar vervelend vindt. Dit brengt mij bij mijn laatste punt.

 

De voorzitter: U moet afronden, mijnheer Calvo.

 

07.06  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Terwijl wij al die dingen lezen, terwijl onze Belgische kerncentrales zowat wekelijks in de buitenlandse pers staan en de hele wereld, inclusief de eigen auditeurs van de minister, twijfelt aan de onafhankelijkheid van onze regulator, is er één partij, de N-VA, die er alles aan doet om de levensduur van de kerncentrales te verlengen.

 

Wij hebben een minister nodig die de nucleaire veiligheid… (De micro van de heer Calvo wordt afgesloten.)

 

De voorzitter: Mijnheer Calvo, ik moet u onderbreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Sophie De Wit aan de minister van Justitie over "de staking in de gevangenissen en de gegarandeerde dienstverlening" (nr. P2616)

- de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie over "de staking in de gevangenissen en de gegarandeerde dienstverlening" (nr. P2617)

- mevrouw Carina Van Cauter aan de minister van Justitie over "de staking in de gevangenissen en de gegarandeerde dienstverlening" (nr. P2618)

- de heer Marco Van Hees aan de minister van Justitie over "de staking in de gevangenissen en de gegarandeerde dienstverlening" (nr. P2619)

08 Questions jointes de

- Mme Sophie De Wit au ministre de la Justice sur "la grève dans les prisons et le service garanti" (n° P2616)

- M. Christian Brotcorne au ministre de la Justice sur "la grève dans les prisons et le service garanti" (n° P2617)

- Mme Carina Van Cauter au ministre de la Justice sur "la grève dans les prisons et le service garanti" (n° P2618)

- M. Marco Van Hees au ministre de la Justice sur "la grève dans les prisons et le service garanti" (n° P2619)

 

08.01  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, al jaar en dag zijn er regelmatige stakingsgolven in onze gevangenissen. Al jaar en dag is er discussie over de invulling van personeelskaders en de detentieomstandigheden in onze gevangenissen. Al jaar en dag onderhandelen wij over de invoering van de gegarandeerde dienstverlening met de vakbonden.

 

In 2016 kwam het zelfs tot een catharsis. U herinnert zich de bijzonder grote Franstalige stakingsgolf, zelfs met beschadigingen en agressie op uw kabinet.

 

Dat leidde tot een Belgische veroordeling wegens slechte leefomstandigheden voor gedetineerden in de gevangenissen tijdens een staking, ook omdat er geen minimale dienstverlening is.

 

Dat leidde ook tot een aantal beloftes. U hebt toen gezegd dat de gegarandeerde dienstverlening in het regeerakkoord was opgenomen en zou worden uitgevoerd. U hebt ook gezegd dat u zou zorgen voor de invulling van het personeelskader.

 

U hebt ook gewerkt. U hebt daar iets aan gedaan. U hebt cellen vrijgemaakt, samen met staatssecretaris Francken. Vreemdelingen die veroordeeld waren, moesten hun straf in hun thuisland uitzitten. U hebt ook het personeelskader verder ingevuld. U hebt ook heel erg veel onderhandeld met de vakbonden over de gegarandeerde dienstverlening. U hebt zelfs gezegd dat het wetsontwerp eind 2017 zou worden ingediend in de Kamer.

 

Alleen is dat wetsontwerp er vandaag nog niet en blijft het water nog altijd tot aan de lippen staan bij het gevangenispersoneel.

 

Vandaag zien we jammer genoeg terug stakingen op verschillende plaatsen in het land. Dat heeft gevolgen voor de gedetineerden. Men valt terug op een minimumdetentie. Men moet slapen op matrassen omdat cellen moeten worden gesloten omdat er onvoldoende personeel is. Dat is niet oké. Daarmee lopen we opnieuw het risico om veroordeeld te worden tot schadevergoedingen. Bovendien heeft dat ook gevolgen voor de politie, want als de cipiers gaan staken, moet ook de politie overnemen. Kijk naar de cijfers. Alleen al in 2016 heeft men 17 000 politiemensen moeten inzetten om over te nemen. Dat is gigantisch. In tijden van terrorisme hebben zij wel betere zaken te doen.

 

Mijnheer de minister, u beloofde extra personeel en kortelings een wetsontwerp inzake de gegarandeerde dienstverlening. Wat is de stand van zaken?

 

08.02  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, on a cru vivre une année 2017 pacifiée dans les prisons, monsieur le ministre. Les choses se sont déroulées correctement et puis soudain, depuis quelques jours, semaines, on reparle de préavis de grève et on se demande ce qu'il se passe.

 

En grattant un peu, on se rend effectivement compte qu'en 2016, il a été assuré aux syndicats et aux gardiens de prison que leur situation était prise en compte, que le manque de personnel était évident. Aussi, des protocoles ont-ils été signés. Je pense qu'il y en a eu deux: l'un prévoyait un cadre de 7 075 agents et l'autre 6 825. Et vous vous étiez engagé, monsieur le ministre, à recruter 480 statutaires supplémentaires, 386 agents pénitentiaires, 105 francophones et 140 néerlandophones.

 

Mais nous apprenons aujourd'hui que – c'est la raison de la grève – cela ne semble pas avoir été possible. Pourquoi cela n'a-t-il pas été possible? Une promesse, quand elle est faite, engage. Elle engage le ministre qui la porte et le gouvernement qui le soutient. Or, nous constatons aujourd'hui que cet engagement n'a pas été respecté.

 

Nous connaissons les conséquences de ces grèves, monsieur le ministre. D'abord, la charge de travail pour les gardiens de prison. Ensuite, l'aggravation de la situation déjà peu enviable de nos détenus, au regard de nos obligations internationales. Et nous avons, en tant que bourgmestres, l'obligation de suppléer avec les forces de police locale, ce qui va à contre-courant.

 

Alors, monsieur le ministre, il semblerait qu'une éclaircie se soit dégagée hier et que vous ayez eu des contacts positifs. Il serait intéressant de nous en dire davantage à ce sujet, parce qu'il n'en a pas été question dans la presse. Vous allez probablement nous les détailler. Ces contacts nous laisseraient donc espérer une évolution positive de la situation. Sur quelle base un accord serait-il intervenu? Quel protocole, celui de 2016 ou un nouveau protocole? Avec quelles garanties et surtout quels moyens financiers garantis par le gouvernement et la ministre du Budget?

 

08.03  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de minister, we worden inderdaad geconfronteerd met de zoveelste staking van de cipiers. Dit leidt tot onaanvaardbare toestanden. We vernamen gisteren nog van u dat 125 gedetineerden op de grond moeten slapen, terwijl er bijvoorbeeld in Brugge twee vleugels leegstaan bij gebrek aan personeel. Tevens zijn het moeilijke werkomstandigheden voor diegenen die toch komen werken en kosten deze stakingen handenvol geld. In 2016 ging het om 9 500 000 euro. Dat is niet min. We zouden dat geld heel goed elders kunnen gebruiken voor Justitie.

 

Mijnheer de minister, een en ander heeft geleid tot een veroordeling van ons land door de het antifoltercomité van de Raad van Europa. Zij zeggen dat zij in de voorbije 27 jaar 47 lidstaten hebben bezocht maar dat zij nooit ergens een situatie gezien hebben zoals in ons land.

 

Mijnheer de minister, meer dan drie jaar geleden hebt u er zich nochtans toe verbonden om te zorgen voor die gegarandeerde dienstverlening. Dat engagement hebt u herhaaldelijk bevestigd. Ik ben de tel van de seizoenen kwijtgeraakt waarin u hebt gezegd dat u met een ontwerp naar het Parlement zou komen.

 

Daarbij komt nog dat we vandaag moeten vaststellen dat het personeelskader niet is ingevuld. U had de vakbonden nochtans bijkomend personeel beloofd. Een en ander leidt dan tot een vicieuze cirkel van stakingen en personeelstekorten.

 

Mijnheer de minister, ik heb enkele concrete vragen. Wanneer doorbreekt u deze vicieuze cirkel? Is er nu voldoende personeel? Wanneer komt dat ontwerp over de gegarandeerde dienstverlening er? Wij hebben ook een wetsvoorstel ingediend dat al een aantal jaren wacht op behandeling door het Parlement. Kunnen we desnoods op basis van dit voorstel aan de slag gaan?

 

08.04  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le ministre, souvenez-vous, en 2016, de ce grand mouvement de grève dans les prisons! Je vous avais beaucoup interrogé à ce propos. Vous aviez fait des promesses. Où en sont-elles aujourd'hui?

 

En dressant le bilan, on relève, sur le plan des effectifs, que 30 agents sont perdus chaque mois. Votre promesse d'atteindre 7 075 équivalents temps plein n'est visiblement pas respectée. Les agents pénitentiaires ont 537 000 jours de congé non pris, soit trois mois environ par agent.

 

Quel est le bilan au niveau des investissements? Vous vous étiez aussi engagé à des investissements pour améliorer la situation: des caméras, des douches, etc. Promesse non tenue également!

 

Quel est le bilan au niveau de la situation sanitaire et de la surpopulation carcérale? Cette surpopulation est un problème persistant, l'hygiène fait défaut, les prisons sont nauséabondes, les agents pénitentiaires comme les détenus en souffrent. On a des maladies: tuberculose, hépatite, sida, gale… À présent 125 détenus sont même obligés de dormir à même le sol!

 

Certains collègues évoquent la nécessité d'un service minimum. Mais il n'est pas respecté de toute l'année! C'est cela le véritable problème!

 

Est-il normal qu'un ministre - vous, monsieur Geens - signe un accord en 2016 et ne le respecte pas? Les agents et leurs représentants vous font confiance en 2016 et constatent en 2018 que rien n'est fait.

 

On entend que vous avez un plan d'embauche à court terme. Allez-vous tenir cette promesse de 7 075 équivalents temps plein?

 

Vous dites que le gouvernement vous a attribué un budget. Pourquoi le recevez-vous seulement deux ans plus tard? Quel est son montant one shot? Son montant annuel récurrent? Combien d'emplois cela va-t-il représenter? Un budget est-il prévu aussi pour les investissements?

 

Quand les agents pourront-ils récupérer les 537 000 jours de congés en réserve?

 

08.05  Koen Geens, ministre: Chers collègues, le conflit social au sein des prisons est en cours et porte principalement sur les aspects liés au personnel tels que l'occupation des cadres du personnel et les promotions barémiques. À la suite des grèves de longue durée au début de l'année 2016, une série d'embauches de collaborateurs a été effectuée. Les recrutements auxquels je m'étais alors engagé ont bien eu lieu, assurément en ce qui concerne les assistants de surveillance pénitentiaire.

 

Sedert het afsluiten van het akkoord hebben 851 rekruteringen plaatsgehad.

 

Monsieur Brotcorne, ces 851 recrutements dépassent largement les chiffres que vous avez cités. Cent vingt autres sont en cours.

 

Tachtig supplementaire dossiers zijn voor goedkeuring aan de Inspectie van Financiën voorgelegd. Dat wil zeggen dat er 1 051 rekruteringen zijn gebeurd of onderweg zijn.

 

Uiteraard is veel een gevolg van het verloop van het personeel in de gevangenissen, van de leeftijdspiramide en de natuurlijke vertrekken, wat bij een krimpende arbeidsmarkt, dus bij een grotere vraag naar arbeid, uiteraard enorm is. Dit is zeker zo als men met oude Selorgroepen rekening moet houden, wat in het begin het geval was. Ik wil er toch nog eens op wijzen dat bijna duizend rekruteringen niet niks is in zo'n korte periode vanaf juli 2016, met het staatsapparaat dat wij kennen en de Selorproeven die moeten worden afgenomen.

 

Er hebben in dezelfde periode zeshonderd penitentiaire agenten de gevangenissen verlaten. Ik denk dat de situatie die in 2016 bestond, beduidend dramatischer was dan degene waarover wij genegotieerd hebben in 2016.

 

Monsieur Brotcorne, vous avez à juste titre souligné qu'il y a eu deux protocoles. Le deuxième protocole a fixé le cadre "travailler autrement" qui est de 6 825 agents pénitentiaires. Je me suis engagé, lors des négociations qui ont eu lieu bien avant Noël - ce n'est pas depuis hier qu'on négocie - à remplir ce cadre et même à aller au-delà pour avoir un buffer rendant possibles des départs irréguliers vu la pyramide des âges et d'autres circonstances dues aux caractéristiques de notre marché du travail aujourd'hui.

 

De werkonderbrekingen van maandag tot en met donderdag vorige week en de 36 urenstaking van donderdagavond tot zaterdagochtend hebben plaatsgehad na een eerste ingrijpende onderhandeling vorige week woensdag. Een tweede heeft gisteren plaatsgehad. Ik hoop – een mens kan niet anders dan hopen –, meer zelfs, ik denk dat het huidige voorstel voldoening zal kunnen geven. Uiteraard kon de geplande vakbondsactie voor vrijdag niet meer worden afgeblazen.

 

In verband met de stand van zaken met betrekking tot de gegarandeerde dienstverlening, een punt in het regeerakkoord, kan ik zeggen dat dit in de geschiedenis nog niet eerder zo ingrijpend werd geprobeerd. Ik ben in een maandenlange negotiëring met de vakbonden van het gevangenispersoneel en binnen de regering over een ontwerp van minimale dienstverlening.

 

Vanwege het sociaal conflict is dit ontwerp vandaag niet gefinaliseerd, maar u kunt er van op aan dat het er binnenkort zal zijn. Ik ga mij niet meer fixeren op een datum, want ik zou niet graag hebben dat u door mijn fout de tel van de seizoenen verliest, mevrouw Van Cauter. Ik ga mij dus niet fixeren op een datum. Maar het komt er snel aan.

 

08.06  Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben blij te horen dat er zal worden gerekruteerd en dat er een oplossing kan gevonden worden voor de personeelsproblematiek en het -verloop. Ik heb ook begrepen dat u samen met minister Jambon mogelijk een beroep zult doen op de civiele veiligheid om ook wat bij te passen. Dat is allemaal goed, ik hoop dat dit lukt, ik wens u daarmee veel succes.

 

In verband met de gegarandeerde dienstverlening, hoor ik geen datum meer, ik hoor "snel en binnenkort". U mag het mij niet kwalijk nemen, maar ik word dan ongerust. Vorige legislatuur sprak mevrouw Turtelboom steeds over de zomer, maar over welke zomer? We zijn ondertussen reeds een paar zomers verder. Ik hoop echt dat u daarvan snel werk maakt.

 

Mijnheer de minister, wij kunnen u eigenlijk gerust helpen, want ook wij hebben een wetsvoorstel klaarliggen. Het hoeft dus niet lang te duren om dat af te toetsen. Wij kunnen daarmee gewoon voortgaan. Dan is dat probleem opgelost. Als er dan nog een conflict is, zal alleszins de dienstverlening gegarandeerd zijn, zullen de levensomstandigheden van de gedetineerden dan toch beter zijn en zal, kortom, iedereen daar wel bij wel varen.

 

08.07  Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, j'entends votre réponse, même si vous ne nous avez pas dit grand-chose de ce qui est actuellement sur la table des négociations avec les syndicats concernant l'ouverture, l'élargissement du cadre. Reste-t-on à 6 825 agents comme base de travail? Peut-être même au-delà? Je vous vois faire des signes. Vous avez abandonné le recours à la protection civile, dont il avait été question à un moment. Cela ne semble, en tout cas, pas la solution qui fasse le consensus.

 

Ce qui importe, c'est que des engagements, lorsqu'ils sont pris, soient respectés. Je n'imagine pas un seul instant que les chiffres annoncés ne tiennent pas compte des départs naturels, liés par exemple aux mises à la pension. Vous avez invoqué la pyramide des âges. J'imagine que tous ces éléments sont pris en considération.

 

Monsieur le ministre, si un accord est pris, de grâce, respectez-le! Obtenez du gouvernement les moyens financiers pour ce faire. Le service minimum est parfois présenté comme une solution. Mme Turtelboom en parlait déjà quand elle était ministre de la Justice. Nous devions évaluer des protocoles. Il en est toujours question. Mais cela n'a de sens que si le cadre est suffisant. À défaut de cadre, il n'est pas non plus possible de mettre en place un service minimum.

 

08.08  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de minister, het is goed dat u zorgt voor voldoende personeel. Dat is noodzakelijk.

 

Na de seizoenen heb ik nu ook een aantal woorden gehoord die duiden op een korte termijn. Na "onverwijld" leer ik nu "snel" kennen.

 

Er is hoop, mijnheer de minister. Ik hoor immers dat u ter zake een ontwerp op de regeringstafel hebt gelegd. Dat is nieuw. Nu moet daarover nog beslist worden. Ik neem aan dat u een scherp mes hebt en dat u als een goede chef ook hier de juiste beslissing zult nemen.

 

08.09  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le ministre, vous mettez en avant la problématique de la pyramide des âges: 650 agents ont quitté les prisons. Mais, en 2016, lorsque vous avez signé le protocole, ne vous êtes-vous pas douté qu'il aurait fallu tenir compte de cette problématique de la pyramide des âges? Quelle est justement cette pyramide des âges? Ne faudrait-il pas remplacer les agents au moment où ceux-ci atteignent l'âge de la pension? Cette problématique est, il me semble, prévisible. Cet argument me paraît être assez étonnant.

 

Vous n'avez pas répondu à une série de points comme, par exemple, le fait que 725 détenus dorment à même le sol? Est-ce normal?

 

Concernant le nombre d'équivalents temps plein (ETP), vous ne retenez plus votre engagement initial d'élever leur nombre à 7 075. Vous vous rabattez sur celui de 6 825! Mais quand? On ne le sait pas!

 

Un cadre complet, c'est une chose. C'en est une autre de ne pouvoir récupérer 537 000 jours de congé. Vous ne proposez toujours rien quant à la manière dont les agents pénitentiaires pourront les récupérer.

 

Enfin, concernant le service minimum, il me semble que la solution n'est pas d'attaquer les travailleurs qui sont justement soumis à des situations très pénibles. Je répète que le service minimum doit être assuré 365 jours/365, mesure qui n'est pas respectée. C'est seulement au moment où les agents ont fait grève qu'ils nous ont alertés sur la situation déplorable dans les prisons tant pour les détenus que pour eux-mêmes. Finalement, vous êtes en train de casser le thermomètre!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Justitie over "het rapport van het Egmont Instituut over terrorismebestrijding en de nauwgezette opvolging van de teruggekeerde Syriëstrijders" (nr. P2620)

09 Question de M. Hans Bonte au ministre de la Justice sur "le rapport de l'Institut Egmont sur la lutte contre le terrorisme et le suivi attentif des combattants rentrés de Syrie" (n° P2620)

 

09.01  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, opnieuw brengt grote ongerustheid mij tot hier, in de hoop dat er snel een initiatief komt, liefst vanuit de regering, omdat dat de snelste manier van werken is.

 

Het gaat over de toenemende signalen over een acuut probleem van radicalisering in de gevangenissen. Dat feit is ons al bekend, maar het neemt blijkbaar halsoverkop toe. Met zeer veel interesse heb ik de vorige discussie gevolgd over de levensomstandigheden in de gevangenissen, die het radicalisme in de kaart spelen.

 

Een tweede element dat mij tot hier brengt, is een acute uitdaging, aangezien de komende weken en maanden heel wat veroordeelde foreign terrorist fighters, veroordeelden wegens terrorisme die vandaag nog in de gevangenissen verblijven, zullen worden vrijgelaten.

 

Het werkveld is hier niet klaar voor. Het is ieders ambitie om deze risicogroep, die wordt bestempeld als misschien wel de gevaarlijkste risicogroep, nauwgezet op te volgen, te begeleiden en te blijven controleren, maar ik moet met spijt in het hart vaststellen dat men daarvoor niet klaar is op het terrein.

 

Toeval of niet, enkele gerenommeerde veiligheidsspecialisten en professoren hebben deze week een bijzonder interessant rapport gepubliceerd, de Egmont Paper 101, waarin de vinger op de wond wordt gelegd waarom ons land faalt ten aanzien van deze grote risicogroep. Ik zal niet uitweiden over dat rapport, want ik vermoed dat u het kunt lezen; ik heb in ieder geval een exemplaar bij. De essentie van het rapport hebben wij hier al lang besproken, te weten dat in de gevangenissen te weinig voorbereidingen worden getroffen, dat er te weinig bruggen worden geslagen tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus en dat er te weinig wordt samengewerkt met de lokale besturen.

 

Mijnheer de minister, zult u een initiatief nemen om met de regioministers en met de lokale besturen afspraken te maken, opdat men zich goed voorbereid op de vrijlating en opdat de opvolging goed gecoördineerd verloopt in de komende dagen, maanden en wellicht jaren na de vrijlating van betrokkenen?

 

09.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bonte, de studie toont aan dat bij de informatiedeling en de samenwerking tussen de diensten en de lokale overheden een duidelijke vooruitgang is geboekt. Er zijn uiteraard verbeterpunten, waaraan wij moeten werken.

 

De studie wijst er ook op dat de informatiedoorstroming uit de gevangenissen aanzienlijk is verbeterd. Bij elke invrijheidstelling van een aan terrorisme gelinkte gedetineerde informeren de gevangenissen de federale politie, die voor de verdere communicatie naar de lokale politie instaat. Deze informatiestromen vullen de reeds bestaande informatiefluxen naar de lokale politie aan, zoals vastgelegd in de wet betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden.

 

Mijnheer Bonte, u weet dat de coördinatiecel Extremisme van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen samen met de Veiligheid van de Staat daarin een cruciale rol speelt. De coördinatiecel Extremisme voedt ook de gemeenschappelijke databank terrorist fighters met alle informatie over het detentieverleden en het detentiegedrag. De databank is ook toegankelijk voor de lokale politie.

 

Mijnheer Bonte, ik weet dat dit thema een brandende zorg is, voor u en in het bijzonder voor uw stad, en ik wil u ervan overtuigen dat het ook voor de federale regering een brandende zorg is.

 

In de Nationale Veiligheidsraad zullen wij in de mate van het enigszins mogelijke — "brandende zorg" is een mooie term, mijnheer De Roover, zeker in hoofde van de heer Bonte — proberen om ons zoveel mogelijk toe te spitsen op de problematiek, met name op de vrijlating, zeker van mensen die op het einde van hun straf zijn of die niet wegens terrorisme zijn gedetineerd, maar die in de gevangenis zouden zijn geradicaliseerd. Zij brengen vanuit penitentiair oogpunt immers bijzondere problemen met zich, die wij in de Nationale Veiligheidsraad en later met de lokale overheden zullen opnemen.

 

09.03  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, u had het over mijn "brandende zorg" voor mijn stad, maar sta mij toe te zeggen dat het in mijn stad, in vergelijking met Antwerpen, Brussel en andere steden, om een kleine groep gaat.

 

Wanneer u het rapport citeert, ontgoochelt het mij dat u wel wijst op enkele verbeterpunten die de autoriteiten ook al opmerkten, maar dat u niet ingaat op de meest cruciale uitdagingen die erin geformuleerd zijn. Ik zal ze niet opsommen, maar lees alstublieft de pagina's 34, 35 en 36 opnieuw. Zij geven aan wat de politiediensten op het veld aanvoelen, namelijk dat er nauwelijks coördinatie is tussen de sociale diensten en de veiligheidsdiensten binnen de gevangenis, evenmin tussen de federale tak en de regionale tak en zeker niet op het lokaal niveau.

 

Ik nodig u uit om contact op te nemen met andere burgemeesters, bijvoorbeeld van Antwerpen of van de Brusselse zone, en vraag hen in welke mate hun sociale diensten geïnformeerd worden over het tijdstip van vrijlating, de manier waarop iemand gere-integreerd wordt en de manier waarop iemand opgevolgd wordt.

 

Lachend spreken over "de brandende stad Vilvoorde" is voor een stuk misplaatst, mijnheer de minister. Ik zou graag zien dat u de aanbevelingen van de objectieve onafhankelijke analisten ter harte neemt, om het veiligheidsbeleid veel beter te maken dan het vandaag is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique, sur "l'acquisition de drones d'attaque par la Belgique" (n° P2621)

10 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de minister van Defensie, belast met Ambtenarenzaken, over "de aankoop van aanvalsdrones door België" (nr. P2621)

 

10.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, le gouvernement s'apprête à acquérir des drones à long rayon d'action. Si je suis bien informé, la décision pourrait intervenir demain. Notre commission des Achats militaires a remis un avis positif. J'ai suivi, de manière constructive, cet avis positif.

 

Cela dit, il s'agit d'une question politique essentielle qui mérite un débat public, puisque ces drones sont présentés comme étant finalement du matériel qui va nous servir à améliorer nos capacités de renseignement et de surveillance. C'est présenté comme tel dans votre document "Vision stratégique" et, dans la loi de programmation militaire, il s'agit d'équipements qui sont avant tout présentés comme étant du matériel de renseignement.

 

Mais, de facto, ce sont des drones de combat. Ils ont cette capacité. C'est indiqué dans votre vision stratégique et, par ailleurs, les bombes existent déjà sur notre territoire, puisque c'est ce type de bombes (laser, GPS) et de missiles qui équipe aujourd'hui nos F-16. Nous avons donc une capacité de combat, monsieur le ministre! Nous avons, comme cela figure aussi dans votre plan stratégique, la possibilité, moyennant accord du gouvernement, d'utiliser ces drones dans des actions militaires à longue distance.

 

C'est évidemment une évolution militaire stratégique majeure. Pour la première fois, la Belgique se dote d'armements permettant d'avoir des combats à distance, sur des terrains éloignés de celui où opèrent les militaires. A priori, je ne suis pas opposé à de tels équipements mais vous comprenez bien que nous rentrons dans un autre environnement qui mérite un débat sur les questions déontologiques et juridiques. Qui donnera la permission? Qui autorisera cela? Est-ce le parlement? Est-ce le gouvernement? Dans quel cadre stratégique? Pour quel type de menace?

 

Je suis demandeur d'un tel débat public sur ce type d'armements, sur d'autres armements également. Cela mérite que vous vous prononciez sur ces questions politiques majeures qui engagent la manière dont la Belgique fera la guerre à l'avenir.

 

10.02  Steven Vandeput, ministre: Monsieur le président, monsieur Dallemagne, les drones de reconnaissance - j'insiste sur le mot "reconnaissance" - sont repris dans la Vision stratégique sous la dimension capacitaire "renseignement, cyberinfluence". Vous savez bien qu'on a discuté tout le projet à huis clos en commission, la semaine passée. Vous étiez présent.

 

Je vous ai bien expliqué deux choses. D'abord, s'il fallait mettre des bombes sur les drones envisagés, il faudrait ajouter des pièces techniques, qu'on ne commande pas aujourd'hui. Ensuite, je vous ai bien expliqué que concernant ces drones qui ne sont pas armés, s'il s'avérait nécessaire de les armer en y ajoutant la capacité de bombardement, nous aurions alors une nouvelle discussion et décision au sein du gouvernement.

 

10.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je maintiens que les drones dont on parle - et j'ai lu la presse, comme vous, aujourd'hui, je sais de quoi on parle -, les Sky-Guardians, sont des drones qui ont une capacité militaire. Il suffira d'avoir quelques éléments techniques supplémentaires. Les bombes sont déjà là et il est indiqué, vous l'avez d'ailleurs confirmé maintenant, qu'il suffira d'un accord de gouvernement pour les transformer en drones d'attaque. Donc, nous avons de facto la technologie à quelques pièces près et les bombes.

 

Je demande qu'il y ait un débat parlementaire sur cette question parce que cela change la donne sur le plan stratégique de pouvoir mener à distance une guerre sans que nous prenions de risques. Vous savez que cela pose des questions de nature déontologique et de nature juridique. Je demande que ce débat ait lieu sereinement, ouvertement, publiquement. Je pense que la population belge a le droit de savoir qu'il y a là une évolution, à tout le moins potentielle mais très proche, de notre capacité. C'est indiqué comme tel dans votre Vision stratégique. Je crois que cela mérite un débat et que vous puissiez venir vous exprimer en public en commission de la Défense sur ces évolutions.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Inez De Coninck aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de toekomst van de NMBS en de nieuwe beheerscontracten" (nr. P2622)

- de heer Laurent Devin aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de toekomst van de NMBS en de nieuwe beheerscontracten" (nr. P2623)

- de heer David Geerts aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de toekomst van de NMBS en de nieuwe beheerscontracten" (nr. P2624)

- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de toekomst van de NMBS en de nieuwe beheerscontracten" (nr. P2625)

11 Questions jointes de

- Mme Inez De Coninck au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'avenir de la SNCB et les nouveaux contrats de gestion" (n° P2622)

- M. Laurent Devin au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'avenir de la SNCB et les nouveaux contrats de gestion" (n° P2623)

- M. David Geerts au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'avenir de la SNCB et les nouveaux contrats de gestion" (n° P2624)

- M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "l'avenir de la SNCB et les nouveaux contrats de gestion" (n° P2625)

 

11.01  Inez De Coninck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, met enige vertraging, zoals wij dat jammer genoeg gewoon zijn bij de NBMS, is de regering nu toch begonnen met de onderhandelingen over de beheerscontracten voor onze spoorbedrijven.

 

Die beheerscontracten zijn belangrijke documenten en ze zijn het middel waarmee de politiek haar doelstellingen op het vlak van spoormobiliteit moet bepalen. Het mag geen business as usual zijn, zoals wij vroeger kenden, waarbij de NMBS haar interne bedrijfslogica doordrukte in de beheerscontracten.

 

Voor de N-VA moet de NMBS er zich duidelijk toe verbinden om de stiptheid te verbeteren, performanter te werken – in de Strategische Visie van deze regering waren daarover doelstellingen opgenomen –, de trein toegankelijker te maken voor mensen met een beperking, de overstap van trein op bus, tram of metro veel gemakkelijker te maken – de zogenaamde multimodaliteit – en ook en vooral, niet onbelangrijk, om onze spoorbedrijven opnieuw financieel gezond te maken en aan schuldafbouw te doen.

 

Dat zijn voor ons stuk voor stuk belangrijke doelstellingen en daarop moeten concrete cijfers worden geplakt. Die concrete cijfers, die doelstellingen moeten zwart op wit in de beheerscontracten staan. Dat is de rol van de politiek.

 

Vervolgens is het aan de spoorbedrijven zelf om die doelstellingen waar te maken. Wij geven jaarlijks ongeveer 3 miljard euro belastinggeld aan die bedrijven en wij willen daarvoor toch een aantal doelstellingen terug.

 

Hoe ze dat doen, is aan de bedrijven zelf. De N-VA is voor meer autonomie voor onze spoorbedrijven. Wij vinden dat het topmanagement een eigen bedrijfsbeleid moet kunnen voeren en zelf moet kunnen instaan voor het waarmaken van die doelstellingen. Als zij die doelstellingen niet waarmaken, moeten ze dat natuurlijk financieel voelen in hun variabele verloning.

 

Mijnheer de minister, ik heb een heel eenvoudige vraag voor u. Hoe zult u die duidelijke doelstellingen, die uitgaan van het belang van de reiziger en van onze mobiliteit, vertalen in die beheerscontracten?

 

11.02  Laurent Devin (PS): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, je peux comprendre votre retard. Vous êtes né le 8 février 1954. Au nom du groupe socialiste et des collègues présents dans cet hémicycle, je vous souhaite un bon anniversaire. Je m'occupe maintenant du dessert. Voici votre pousse-café.

 

Monsieur le ministre, vendredi passé, le gouvernement était triomphant. Vous allez injecter 5 milliards dans la SNCB. La communication, surtout, était triomphante. Car dans les faits, qu'en est-il effectivement, chers collègues de la N-VA, de la politique de ce gouvernement à l'égard de la SNCB?

 

Tout d'abord, rappelons que ces plans d'investissement arrivent près de trois ans après l'annulation par votre prédécesseure du Plan pluriannuel d'investissements (PPI) 2013-2025, qui était autrement plus ambitieux. Ensuite, monsieur le ministre, oserez-vous me contredire si je vous dis que votre annonce de la semaine passée était avant toute chose la confirmation d'une diminution de plusieurs milliards pour les investissements de la SNCB? À la lecture des chiffres de votre communiqué de presse, on comprend qu'en lieu et place d'un plan pluriannuel d'investissements, vous avez surtout adopté un plan de gestion, un plan d'austérité imposé aux deux entreprises ferroviaires en début de législature – ce n'est pas de votre faute, mais bien des pairs de ce gouvernement.

 

Quant au maigre plan stratégique, il démontre l'absence de vision à long terme du gouvernement pour le rail belge. Le montant de 1,5 milliard d'euros sur treize ans est en total décalage avec les défis qui s'imposeront à notre secteur ferroviaire à l'avenir. Pire, vous créez l'incertitude, ce qui empêche toute planification d'investissements. C'est la presse qui nous a révélé, hier, l'avenir promis aux navetteurs. Le futur contrat de gestion de la SNCB offrira une plus grande liberté tarifaire. Ce qu'on comprend surtout, c'est que la SNCB augmentera les tarifs du public dit captif, c'est-à-dire les navetteurs qui, chaque jour, n'ont pas d'autre solution que de monter dans un train pour aller travailler, même quand il est en retard, même quand il est bondé.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous clarifier les choses pour tout le monde? Oui, ou non, les dotations d'Infrabel seront-elles augmentées suite à l'adoption du PPI? Vous avez annoncé 5 milliards d'euros. Sont-ce bien des investissements supplémentaires? Estimez-vous que le malheureux montant prévu pour la période 2018-2031 (1,5 milliard d'euros) soit suffisant pour répondre aux défis de mobilité et environnementaux auxquels doit faire face la Belgique? Comment Infrabel et la SNCB peuvent-elles préparer l'avenir si vous leur refusez toute perspective au-delà des deux prochaines années? Confirmez-vous que la SNCB pourra augmenter ses tarifs sur le public captif?

 

Je serai très attentif à vos réponses en ce jour très symbolique pour vous, monsieur le ministre.

 

11.03  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, alvorens u verder kunt genieten van uw verjaardag, wil ik een aantal concrete vragen stellen over de beheersovereenkomst.

 

Ten eerste is er de prijsdifferentiatie. Wij hebben in het verleden in de commissie geleerd dat er zoiets bestaat als yield management, dat prijzen kunnen variëren afhankelijk van de dag en dat er eventueel een prijsdaling zou kunnen zijn tijdens de dag om meer reizigers te kunnen verplaatsen met het openbaar vervoer. Wij vrezen echter dat er naast deze prijsverlaging ook een prijsverhoging zal zijn, met name voor degenen die geen andere keuze hebben dan tijdens de spits te reizen. Zij die voor hun werk de trein moeten nemen, de hardwerkende Vlaming, zouden getroffen worden door duurdere tickets. Zelfs de CRB zegt dat zo'n prijsstijging voornamelijk zal gedragen worden door de werknemers. Beaamt u dat? Bevestigt u dat de hardwerkende Vlaming, Brusselaar of Waal meer zal moeten betalen voor zijn treinticket?

 

Ten tweede, er is de link van het prijsmechanisme met criteria als stiptheid en comfort. Wij hebben gelezen dat deze link wordt verbroken, dat mensen meer zullen moeten betalen voor minder service. Beaamt u dat, ja of nee?

 

Ten derde, de timing. Wij hebben in de wandelgangen gehoord dat er wel een ontwerp van beheersovereenkomst is, maar dat het voor de maatschappij zeer onduidelijk is wanneer deze beheersovereenkomst effectief in voege zal treden. Wat is de timing? Wat mogen Infrabel en de NMBS verwachten van deze regering? Wat mag de reiziger verwachten?

 

11.04  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, proficiat met uw verjaardag.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, eindelijk! Eindelijk lijken alle puzzelstukken in mekaar te vallen. Wij hebben het nieuw vervoersplan, dat in werking is getreden in december. De investeringsplannen geraken stilaan afgerond. En nu liggen ook de beheersovereenkomsten in de regering ter discussie. Dat is een goede zaak en het werd ook tijd. De vorige beheersovereenkomst, destijds gesloten door toenmalig minister Vervotte,  is ondertussen tien jaar oud.

 

Het belang van een nieuwe beheersovereenkomst kan ook niet onderschat worden, want het jaar 2023 komt er razendsnel aan, een belangrijk jaar in het kader van de liberalisering van het spoorverkeer.

 

Sinds 2012 werd de oude beheersovereenkomst jaar na jaar verlengd. De spoorbedrijven belandden niet echt in een beleidsmatig vacuüm maar toch heeft dit geleid tot een gebrek aan een langetermijnbeleid waarbinnen de spoorondernemingen moesten opereren.

 

Dat was natuurlijk niet alleen aan u te wijten, mijnheer de minister. Veel van uw voorgangers dragen daar ook de verantwoordelijkheid voor.

 

Het is nochtans een basisprincipe van de wet van 1991 dat de overheidsbedrijven NMBS en Infrabel in het kader van een beheersovereenkomst de vrijheid krijgen om bepaalde doelstellingen te realiseren. Zij krijgen daarvoor ook behoorlijk wat dotaties, een kleine 3 miljard per jaar. Dat is niet niks. De Belgische spoorwegondernemingen krijgen daarvoor een groot bedrag als men dat gaat vergelijken met de omliggende landen. Daar mag dus wel wat tegenover staan.

 

We bekijken even welke doelstellingen er in die beheersovereenkomsten naar voren worden geschoven. We zullen het er wellicht nog uitgebreid over hebben bij de bespreking in de commissie, maar ik geef alvast twee aandachtspunten. Wat ik voorlopig mis, voor zover we de teksten al kennen, is een algemene doelstelling. Wat is nu de ambitie van het spoorwegbedrijf qua aantal reizigers tegen 2022? Wat is de ambitie van het spoorwegbedrijf qua aandeel in de modal shift van het verkeer in ons land? Die algemene doelstelling lijkt mij toch een basisvereiste in het beleidskader waarbinnen deze bedrijven moeten werken.

 

Een tweede element is hier reeds aangehaald. De tarifaire vrijheid zal vergroot worden, wat naar mijn mening een goede zaak is. Ik meen dat het goed is dat de NMBS kan inspelen op bepaalde commerciële noden en daardoor de lege zitjes beter kan gaan vullen. Aan de andere kant is er echter ook een koppeling tussen een prijsverhoging en een kwaliteitsverbetering. Ook dat aspect mis ik in de voorlopige teksten. Daar had ik graag zicht op gekregen.

 

Mijnheer de voorzitter, tot daar een aantal bedenkingen en vragen.

 

11.05  François Bellot, ministre: Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord, je m'associe à vous pour fêter mon anniversaire! Un grand merci.

 

Je suis ravi d'avoir des questions sur le contenu d'un contrat de gestion de la SNCB, car ce n'était plus arrivé depuis 2012. En effet, depuis 2012, aucun texte n'a jamais été mis sur la table des groupes de travail du gouvernement fédéral. Pour être prêts en 2012, il eut fallu commencer à la mi-2010 ou au début de 2011. C'est le passé.

 

Comme je l'ai toujours dit, j'avance dans les tâches que comporte ma feuille de route, qui est très chargée. Cette nouvelle étape en est la preuve.

 

Ik zal hier vandaag geen document bespreken dat de vertrekbasis vormt voor een overleg, want het lijkt mij uit politiek oogpunt relevanter om hier het standpunt van de regering te komen toelichten wanneer de overlegwerkzaamheden zijn afgerond.

 

Toutefois, je peux vous indiquer la philosophie générale que je propose en termes de performances car elle tranche avec le passé et se rapproche de celle appliquée dans des entreprises dites "normales".

 

Dans le précédent contrat de gestion, l'entreprise était sanctionnée quand ses performances en ponctualité n'étaient pas à la hauteur attendue. Par la suite, quelques éléments de performance sont venus influencer la part variable des salaires du management.

 

Ik wil gebruikmaken van de gelegenheid die met de nieuwe beheerscontracten wordt geboden om tot het uiterste te gaan met deze aanpak en performantiecriteria vast te leggen die een rechtstreekse invloed hebben op het variabele gedeelte van het loon van de directie, want zij heeft de hefbomen in handen om het performantieniveau van de onderneming te beheren. Zodoende blijven de aandeelhouder en het management binnen de perken van hun respectievelijke prerogatieven. Zij nemen ook hun respectievelijke verantwoordelijkheden op en voeren die uit.

 

Pour ce qui est des PPI, je vais recommencer – puisque vous m'y invitez – à parler du passé. "Un tiens vaut mieux que deux tu l'auras", telle est ma philosophie. Par conséquent, entre l'approche qui consiste à faire une liste de projets pour lesquels nous n'avons pas le moindre euro, ou approuver une liste de projets dont le financement est garanti, j'ai retenu la deuxième voie, celle de la raison et, me semble-t-il, d'une bonne gestion.

 

Un de mes prédécesseurs avait été heureux de communiquer sur le volume des investissements qui avaient été retenus. Je fais allusion au fameux plan "Saint-Nicolas" 2013-2025, qui n'était pas financé. C'était un pur effet d'annonce, sans le moindre euro pour le financer. Pour en revenir à la raison, elle a conduit ce gouvernement à développer une offre ferroviaire beaucoup plus conséquente qu'en 2014, étant donné que pour la première fois depuis des décennies, le nombre de trains-kilomètres parcourus chaque jour a été augmenté de 5 % en décembre 2017. Et les voyageurs ont déjà anticipé cette heureuse perspective puisque leur nombre a augmenté de 3 % en 2017 par rapport à 2016, avant même la mise en œuvre du plan de transport.

 

Inzake investeringen heeft de regering een bedrag van 4,3 miljard euro aan investeringsdotaties vastgelegd voor de periode 2018-2020. Daarbij komt nog een bijkomend bedrag van 1 miljard euro voor werken die over de periode 2018-2031 zijn gespreid, waardoor het GEN heropgestart kan worden en bovendien regionale prioriteiten buiten het GEN kunnen worden uitgevoerd. Dit is iets waarover velen hebben gesproken en waarover anderen hebben gedroomd, maar zonder dit ooit te verwezenlijken.

 

Pour revenir au PPI, je tiens à rappeler que ce qui a été approuvé par le Conseil des ministres, ce sont des plans coordonnés entre les deux sociétés. Alors qu'à l'époque, on prétendait qu'Infrabel et la SNCB étaient incapables de travailler ensemble, elles ont produit un document majeur, harmonisé entre elles, qui permet de maintenir en état toutes les composantes du réseau.

 

Nu start de fase van de wettelijke consultaties, onder meer van het Raadgevend Comité van de Treinreizigers en de spoorwegondernemingen, die 45 dagen zal duren. Het ontwerp 2013-2025 van de vorige regering heeft deze fase niet kunnen doorlopen, waardoor de gevoerde communicatie niet kon worden omgezet in een instrument met wettelijke waarde.

 

Pour ce qui est du Plan stratégique pluriannuel d'investissement (PSPI), le gouvernement ayant libéré les moyens, les travaux du RER peuvent à présent reprendre et les travaux d'extension de capacité peuvent être entamés. La signature des accords de coopération devant intervenir pour garantir les montants au-delà de cette législature, je ne suis pas sous une pression à court terme mais je veux battre le fer tant qu'il est chaud. Par conséquent, mes équipes et celles de mes collègues régionaux travaillent d'arrache-pied.

 

Dans le respect de la décision du comité de concertation, une fois que ces accords de coopération seront finalisés, tous les textes seront soumis au Conseil d'État.

 

Et, pour l'avenir, à savoir la période allant au-delà de 2020, je ne peux que souhaiter que les gouvernements suivants auront le même sens des responsabilités que le gouvernement de Charles Michel et qu'ils décideront d'ajouter d'autres milliards vertueux à celui que j'ai obtenu. En effet, le défi de la mobilité à long terme en a bien besoin. Vive une Infrabel-SNCB remise enfin sur les rails! L'ensemble des documents est en cours de discussion avec les Régions et avec mes collègues au fédéral.

 

Le président: Monsieur le ministre, c'est aujourd'hui votre anniversaire. Vous avez été trop long!

 

11.06  François Bellot, ministre: C'est un cadeau!

 

Le président: Effectivement!

 

11.07  Inez De Coninck (N-VA): Mijnheer de minister, ik wens u ook van harte proficiat met uw verjaardag. Het is jammer dat precies op deze dag de maskers van de linkse oppositie opnieuw zijn afgevallen. Wat horen wij immers al maanden in de commissie voor de Infrastructuur? Dat alles te wijten is aan de besparingen van de huidige harde regering, die zogezegd op de kap van de reiziger zijn doorgevoerd.

 

Mijnheer de minister, u hebt het volgende ook al even aangehaald. Wij moeten hier niettemin even de puntjes op de i zetten. Wat heeft de huidige regering al gedaan?

 

Mijnheer Devin, wij hebben wel een langetermijnvisie, namelijk het strategisch plan, dat een trendbreuk met het verleden is. Wij denken nu eindelijk in functie van de reiziger, van het bedrijf en van de belastingbetaler. Wij hebben een investeringsplan van 5 miljard euro goedgekeurd, wat ongezien is. Wij hebben 5 % extra treinen ingelegd. Dat zijn allemaal trendbreuken met het verleden.

 

Nu komen de beheerscontracten, de laatste stap.

 

Mijnheer de minister, u hebt onze steun voor een beheerscontract met ambitieuze doelstellingen in het belang van de reiziger.

 

11.08  Laurent Devin (PS): Monsieur le ministre, quand on a grand mal à assumer le présent et qu'on n'a pas les moyens d'avoir une vision pour l'avenir, on se raccroche au passé. C'est vrai, vous avez raison de parler du passé. Et pour les chiffres du passé, monsieur Flahaux, les chiffres du ministre de cette époque, votre ministre du Budget, MR, vous lui en parlerez! C'est Olivier Chastel qui a légitimé tous ces chiffres.

 

Soyons clairs, monsieur le président, je demandais s'il y avait bien 5 milliards d'euros en plus sur la table du rail belge. Monsieur le ministre vient de le dire: il n'y a pas un euro. Une grande communication, le premier ministre, le ministre de la Mobilité, pas un euro. Confirmation de l'austérité.

 

Monsieur le ministre, n'en déplaise à M. Flahaux qui essaie de m'interrompre, votre communication, c'est de l'enfumage. La réalité quotidienne des centaines de milliers de navetteurs, des milliers de cheminots, la voici: hausse des tarifs, arrêt des travaux RER, suppression de la dorsale wallonne, diminution constante de la ponctualité, mise sous pression des cheminots au détriment de leur sécurité. (Tumulte)

 

Monsieur le président, même si cela ne plaît pas d'entendre la vérité, elle a ses droits: abandon du réseau secondaire en Wallonie, interdiction de préparer l'avenir.

 

Cette législature s'annonce de plus en plus comme celle des années noires du rail belge. Si c'est votre anniversaire, monsieur le ministre, le rail belge, lui, n'est pas à la fête!

 

11.09  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ten eerste, uw regering is gestart in 2014. Het is nu 2018. Dat er nog steeds geen beheersovereenkomst is, kunt u mij niet verwijten.

 

Ten tweede, de mensen op de werkvloer en de reizigers op het perron vragen duidelijkheid aan de regering. Zij vragen dus waar de beheersovereenkomst blijft.

 

Ten derde — en op dat punt ben ik het eens met mevrouw De Coninck —, u hebt wel degelijk een langetermijnvisie op het openbaar vervoer. Dat is de visie van een rechtse meerderheid, die geen overheidsbedrijf wil om het openbaar vervoer te organiseren, maar wel een platte privatisering. Dat is uw langetermijnvisie.

 

Er is sprake van 5 miljard aan investeringen. Wel, deze investeringen gebeuren met de eigen kredieten van de twee maatschappijen, NMBS en Infrabel. Mijnheer de minister, u spreekt over het virtueel miljard; welnu, dat is 1 miljard dat extra wordt geleend en waarbij de leninglasten gedeeltelijk bij de bedrijven liggen. Dat is dus inderdaad virtueel. Dat is het fundamentele punt waarover ik absoluut niet akkoord ga met uw meerderheid, eigenlijk met uw coalitiepartner N-VA, mijnheer de minister. De besparingen op het openbaar vervoer worden thans gevoeld door de reizigers en de werknemers en voor het overige wordt hier een show opgevoerd.

 

11.10  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, er wordt hier nogal wat gezegd, terwijl onze spoorbedrijven qua performantie en efficiëntie er de jongste jaren op vooruit zijn gegaan, terwijl het aantal treinkilometers nooit zo hoog lag sinds het vervoersplan van december, terwijl er eindelijk een realistisch investeringsplan voorligt en terwijl het aantal treinreizigers nog nooit zo hoog lag.

 

Mijnheer de minister, de trein is voor veel reizigers nog steeds een bron van stress, een bedreiging voor werkbaar werk, zeg maar. Er is dus nog werk. De gemiddelde treinreiziger wil best wel een faire prijs betalen voor zijn treinrit, maar dan moet ze kwaliteitsvol zijn en moet de trein stipt rijden. Daar is werk aan en binnen de beheersovereenkomst moet er daarvoor voldoende aandacht zijn. Dat zullen wij verder opvolgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Mme Isabelle Galant au ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture et de l'Intégration sociale, sur "les résultats de la tournée asiatique" (n° P2626)

12 Vraag van mevrouw Isabelle Galant aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie over "de resultaten van de rondreis door Azië" (nr. P2626)

 

12.01  Isabelle Galant (MR): Monsieur le ministre, la semaine dernière, vous avez entrepris une tournée asiatique, plus précisément en Chine et au Vietnam, notamment pour soutenir et diversifier l'exportation de la viande belge. Pour notre pays, qui est en nette surproduction de viande de bœuf et de porc, l'opportunité qu'offrent ces marchés est intéressante pour nos éleveurs tentés par l'exportation.

 

Le constat est le suivant. D'une part, le Belge mange de moins en moins de viande, sa consommation ayant baissé de 25 % en huit ans à peine – une tendance générale dans l'Union européenne. Or, en Chine, la tendance est exactement inverse: la nouvelle génération souhaite manger plus de viande. Dès lors, la demande croît d'année en année. La conclusion à en tirer est simple: l'offre des producteurs chinois ne répond pas à la demande exprimée.

 

Cependant, il persiste certains verrous à l'exportation de viande belge en Asie, parmi lesquels l'embargo sur le bœuf belge en Chine ou encore l'exigence des autorités vietnamiennes que les bœufs importés soient tous nés et élevés en Belgique.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous nous dresser le bilan de cette tournée asiatique et nous informer des avancées enregistrées par nos agriculteurs? Au vu de son succès, et afin de soutenir notre agriculture, d'autres voyages sont-ils prévus dans l'objectif de promouvoir nos exportations agricoles?

 

12.02  Denis Ducarme, ministre: Madame Galant, vous avez particulièrement axé votre question sur la viande bovine. Vous avez bien présenté le contexte, peu évident en raison de la baisse de la consommation intérieure. Ce taux en diminution nous incite à nous tourner vers l'export. Nous devons donc conquérir de nouveaux marchés.

 

Vous auriez pu également indiquer que les prix de la viande bovine ont sensiblement baissé – leur chute entre 2014 et 2017 étant de l'ordre de 15 %.

 

C'est pourquoi de tels déplacements et de telles missions sont utiles si l'on veut débloquer certains dossiers. Tant sur le plan de la viande porcine que sur celui de la viande bovine, nous avons pu enregistrer plusieurs avancées. Ainsi, pour la seconde, nous avons pu aboutir à un accord destiné à mettre fin à l'embargo qui pèse sur nos exportations depuis plus de vingt ans. Il importait évidemment d'y parvenir. De même, le Vietnam va s'ouvrir à notre viande bovine, car jusqu'à présent nous n'en exportions pas là-bas.

 

La situation se débloque. La visite du  ministre vietnamien de l'Agriculture aura lieu prochainement, pour parfaire le travail avec la cellule Exportations de l'AFSCA. L'AFSCA est également une cellule qui entre en contact avec les autorités sanitaires des autres pays, pour que nous puissions répondre aux normes exigées sur les marchés asiatiques. En effet, nous avons avancé concrètement. Il s'agira de continuer à travailler avec la Chine, qui représente 20 % de la population mondiale. Vous avez indiqué que la consommation de viande, porc et bœuf, augmentait là-bas. Il s'agit donc de continuer à conquérir ces marchés. Nous avons réalisé des avancées en Chine et au Vietnam. Nous poursuivrons dans cette voie.

 

Pour terminer, et puisqu'on parle de viande bovine, il convient de ne pas perdre d'un côté ce que nous gagnons d'un autre. Je tiens donc à vous dire qu'à l'occasion du Conseil européen de l'Agriculture de ce 19 février, je répéterai toute la réserve de la Belgique concernant l'accord Mercosur, tel qu'il est négocié en matière de viande bovine. Cet accord viendrait peser encore davantage sur l'avenir des agriculteurs et des éleveurs de bovins en Belgique et en Europe. Le contingent supplémentaire de viande bovine doit rester raisonnable. Celle-ci ne doit pas être produite en excès. La ligne des 70 000 tonnes supplémentaires est notre ligne rouge concernant ce traité.

 

12.03  Isabelle Galant (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos actions en faveur de nos exportations et singulièrement en faveur de nos agriculteurs. Nous ne doutons pas que ces actions seront suivies d'effets et de résultats visibles à court et à moyen terme.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van de heer Dirk Janssens aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, over "het rapport van het Federaal Planbureau inzake administratieve vereenvoudiging" (nr. P2627)

13 Question de M. Dirk Janssens au secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, chargé de la Simplification administrative, adjoint au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, sur "le rapport du Bureau fédéral du Plan en matière de simplification administrative" (n° P2627)

 

13.01  Dirk Janssens (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, u bent niet alleen bevoegd voor asiel en migratie, maar ook voor administratieve vereenvoudiging.

 

Administratieve vereenvoudiging is vandaag nog steeds een aparte bevoegdheid in de regering. Terecht, meen ik, want de administratieve rompslomp en de daaraan gekoppelde kosten betekenen wel degelijk een rem voor veel ondernemers en burgers.

 

Ik stel echter vast dat het al een aantal jaren stil is op dit front. Nochtans was het regeerakkoord zeer ambitieus. De administratieve lasten zouden dalen met maar liefst 30 %. Uit een rapport van het Federaal Planbureau blijkt echter dat de lasten niet zijn gedaald, maar eerder zijn gestegen met 2,3 %.

 

Ik citeer een paar cijfers. De administratieve lasten bedragen ongeveer 6,8 miljard euro. Een dikke 4 miljard euro is te wijten aan fiscale regelgeving. Wij moeten ons afvragen wie hiervan de dupe is. Uiteindelijk zijn het de kleine en middelgrote ondernemingen die het gelag betalen. Nochtans moeten wij er allemaal van overtuigd zijn dat in digitale tijden enige verbetering mogelijk is.

 

Mijnheer de staatssecretaris, u bent zich wel degelijk bewust van de huidige problemen. U hebt vorige zomer dan ook een kmo-vereenvoudigingsplan voorgesteld.

 

Mijn vragen zijn de volgende.

 

Wat zijn de krachtlijnen van dat plan? Hoever staat het met de uitvoering? Zijn er al concrete resultaten? Plant u nog bijkomende initiatieven?

 

Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.

 

13.02 Staatssecretaris Theo Francken: Mijnheer de voorzitter, het verslag van het Federaal Planbureau maakt inderdaad gewag van een stijging van de administratieve lasten voor ondernemingen, maar die cijfers slaan op het totale bedrag voor alle ondernemingen samen. Van een stijging van de lasten per bedrijf is geen sprake. Dat de totale lasten stijgen, is een logisch gevolg van de aantrekkende economie. Dankzij het relancebeleid van deze regering zijn er nu eenmaal meer bedrijven actief, die meer personeel in dienst nemen en die meer investeringen inbrengen in hun fiscaliteit, waardoor ook de totale administratieve lasten toenemen.

 

Dit gegeven mag evenwel niet verhullen dat er wel degelijk vooruitgang geboekt wordt. Gemeten naar de economische activiteit daalden de administratieve lasten van 1,66 % van het bnp in 2014 naar 1,6 % in 2016. Het is onze ambitie om dat percentage verder te drukken. Daarbij verdienen de kmo's extra aandacht. Bij hen zet de daling zich inderdaad minder sterk door dan bij zelfstandigen en grote bedrijven.

 

Dit heeft verschillende oorzaken. Vooreerst heeft de regering meteen na haar aantreden al werk gemaakt van een forse verlaging van de lasten voor zelfstandigen, via onder meer de vereenvoudiging en ruimere vrijstelling van btw-verplichtingen. De lagere lasten voor grote bedrijven vloeien dan weer voort uit de invoering van diverse e-government- en e-facturatieprogramma's die de laatste jaren ingang vonden bij grote bedrijven, maar nog te weinig bij kmo's.

 

Collega's, het achterblijven van de kmo's in deze evolutie is uiteraard ontoelaatbaar. Zij vormen immers de motor van onze economie.

 

Ik heb dan ook samen met minister Borsus, dus nu met de heer Ducarme, aan de regering een vereenvoudigingsplan voor de kmo's voorgesteld dat werd aangenomen. Dat plan telt 120 maatregelen waaronder een vereenvoudigde toegang tot het kadaster, een digitaal platform voor inschrijving voor overheidsopdrachten en nog een hele resem andere maatregelen. U kunt dit online raadplegen en ik zal het u ook laten bezorgen. De impact hiervan zal nauwlettend gemonitord worden door de dienst Administratie Vereenvoudiging.

 

Laat mij dus duidelijk zijn, de regering zal alles in het werk stellen om de administratieve lasten voor de bedrijven nog verder terug te dringen in de jaren die komen, zodat onze ondernemingen zich maximaal kunnen richten op hun kernactiviteit, ondernemen.

 

13.03  Dirk Janssens (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. De cijfers zijn natuurlijk wat ze zijn en elk cijfer valt te relativeren. We moeten ons er toch wel van bewust blijven dat de onnodige administratieve lasten ons miljarden kosten. Als ondernemingsvriendelijke regering zouden wij zoiets nooit mogen tolereren.

 

Het is echt tijd om een tandje bij te teken. We hoeven het warm water niet opnieuw uit te vinden. Misschien kan er overleg komen met collega Van Quickenborne, die op dat gebied wel degelijk zijn strepen heeft verdiend. Hij heeft jarenlang talloze maatregelen genomen op dit gebied. De verbetenheid en de vastberadenheid die u zozeer kenmerken zullen we ook hier nodig hebben.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

14 Agenda

14 Ordre du jour

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel (de dames Carina Van Cauter en Sonja Becq en de heren Peter Dedecker en Gilles Foret) tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, nrs 2913/1 tot 4, in te schrijven.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 février 2018, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi (Mmes Carina Van Cauter et Sonja Becq et MM. Peter Dedecker et Gilles Foret) modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données, nos 2913/1 à 4.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Wetsontwerpen en voorstellen

Projets de loi et propositions

 

15 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol nr. 15 tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Straatsburg op 24 juni 2013 (2835/1-3)

15 Projet de loi portant assentiment au Protocole n° 15 portant amendement à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, fait à Strasbourg le 24 juin 2013 (2835/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mme Gwenaëlle Grovonius, rapporteur, se réfère à son rapport écrit.

 

15.01  Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, het Protocol nr. 15 bevat heel wat nieuwigheden. Zo kunnen partijen zich voortaan niet meer verzetten tegen het verwijzen van een zaak naar de Grote Kamer. Dat is een procedureregel. De termijn voor de indiening van een verzoekschrift in Straatsburg wordt verkort, van zes maanden naar vier maanden. Dat is ook een procedureregel.

 

Er is echter ook sprake van enkele problematische aspecten. Ik wil er namens mijn fractie twee in het licht zetten.

 

Ten eerste gaat het om een gemengd verdrag, wat ook de Raad van State in zijn advies onderstreept. Het verdrag moet dus ook door de Gemeenschappen en de Gewesten worden goedgekeurd, eenvoudigweg omdat niet alleen de federale Staat maar ook de deelstaten verplicht zijn om bij de uitoefening van hun bevoegdheden het respect voor de mensenrechten te concretiseren.

 

Ik stel echter vast dat de werkgroep Gemengde Verdragen, die voorgezeten wordt door de minister van Buitenlandse Zaken en waarin ook vertegenwoordigers van de deelstaten zitting hebben, ondanks het zeer duidelijke advies van de Raad van State oordeelt dat het hier niet om een gemengd verdrag gaat.

 

Wij leven dus niet alleen in tijden van een communautaire standstill, wij leven blijkbaar in tijden waarin de deelstaten vrijwillig afstand doen van sommige van hun bevoegdheden. Het komt erop neer dat er een bevoegdheid ten onrechte geherfederaliseerd wordt, kortom geüsurpeerd wordt door de federale overheid.

 

Ten tweede stel ik vast dat het Protocol nr. 15 wat de rechtsbescherming betreft de weg van het Protocol nr. 14, dat dateert van 2010, aanhoudt. In 2010 maakte men het moeilijker om een procedure aan te spannen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens door de invoering van een nieuwe grond van onontvankelijkheid, namelijk ingeval men geen wezenlijk nadeel geleden heeft. Dat deed overigens meteen de vraag rijzen wat dat was, wezenlijk nadeel lijden?

 

Hoe dan ook, zelfs wanneer men geen wezenlijk nadeel geleden had, bleef het verzoekschrift nog altijd ontvankelijk, indien de zaak niet naar behoren behandeld was door het nationale gerecht.

 

Ik was al een tegenstander van het Protocol nr. 14, maar tot mijn verbazing gaat het Protocol nr. 15 nog verder en schrapt het nu ook het laatste zinnetje, waarin staat dat een verzoekschrift, zelfs wanneer er geen nadeel is, toch ontvankelijk is wanneer de zaak niet naar behoren werd behandeld op nationaal niveau. Een zaak hoeft nu op nationaal niveau dus zelfs niet meer naar behoren behandeld te worden, terwijl het wel gaat over fundamentele rechten, met name mensenrechten.

 

Bovendien heb ik nooit begrepen en zal ik waarschijnlijk ook nooit het verband begrijpen tussen schade lijden en een miskenning van de mensenrechten. Dat zijn twee verschillende zaken. Een van de mensenrechten bepaald in het Verdrag kan miskend worden zonder dat er sprake is van enig nadeel of zonder dat er sprake is van enige schade. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in dergelijke zaken in het arrest steeds vastgesteld dat de loutere vaststelling van de schending van het Verdrag op zich volstaat als compensatie, als vergoeding. Nu stappen we daar dus blijkbaar van af. Het wordt moeilijker om toegang te krijgen tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en dat betreur ik.

 

De lidstaten zitten natuurlijk heel verveeld met het Europees Hof. Sedert 1959 heeft het Europees Hof meer dan 19 500 arresten geveld. In maar liefst 84 % van de gevallen heeft het Hof een schending van een van de fundamentele rechten of vrijheden vastgesteld. Ik begrijp dus dat het Europees Hof voor sommige lidstaten een luis in de pels is. Die lidstaten willen de ontvankelijkheidsvoorwaarden zodanig scherp stellen dat er steeds minder procedures voor het Hof komen, wat ik alleen maar kan betreuren.

 

Mijn fractie zal de instemmingswet om die redenen niet goedkeuren.

 

15.02  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, chers collègues, la question des droits de l'homme demande une grande prudence face à des adaptations telles que celles qui figurent dans ce Protocole n° 15. 

 

Nous regrettons divers aspects dudit Protocole et nous ne sommes pas les seuls. Ainsi, diverses ONG dont notamment Amnesty International, Human Rights Watch, European Human Rights Advocacy Center, etc., ont critiqué plusieurs volets de ce Protocole n° 15 dans une déclaration commune, le 24 juin 2013.

 

Nous partageons notamment trois des critiques formulées par cette coalition d'ONG. La première critique a trait au fait que le protocole prévoit une diminution du délai pour introduire un appel devant la Cour européenne des droits de l'homme de six à quatre mois. Il s'agit, en effet, d'une limitation en termes d'accès à la justice dans la mesure où le délai de six mois est souvent nécessaire, en particulier, pour les groupes vulnérables. La deuxième critique concerne l'amendement relatif à la recevabilité qui vise à diminuer le champ d'application. Quand un tribunal national n'a pas suffisamment tenu compte d'une application, ce n'est plus considéré automatiquement comme un désavantage significatif. De cette manière, on limite la compétence de la Cour européenne des droits de l'homme. La troisième critique a trait à l'élargissement de la marge d'appréciation qui, auparavant, n'était pas appliquée à toutes les dispositions de la Convention. C'est problématique dans la mesure où cette marge implique une logique suivant laquelle les intérêts nationaux sont placés avant les droits de l'homme.

 

Voilà notamment les trois raisons pour lesquelles il ne nous est pas possible de soutenir ce Protocole.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2835/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2835/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

16 Wetsontwerp houdende instemming met de Wijziging van het Protocol van Montreal inzake substanties die de ozonlaag aantasten, aangenomen te Kigali op 15 oktober 2016 (2852/1-3)

16 Projet de loi portant assentiment à l'Amendement au Protocole de Montréal relatif à des substances qui appauvrissent la couche d'ozone, adopté à Kigali le 15 octobre 2016 (2852/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De rapporteur, mevrouw Kattrin Jadin, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2852/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2852/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

17 Wetsontwerp houdende instemming met het  Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden over de Benelux Interparlementaire Assemblee, gedaan te Brussel op 20 januari 2015 (2863/1-3)

17 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas concernant l'Assemblée Interparlementaire Benelux, faite à Bruxelles le 20 janvier 2015 (2863/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

17.01  An Capoen, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

De voorzitter: Waarvoor dank, mevrouw Capoen.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2863/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2863/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

18 Wetsontwerp houdende instemming met de Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds, gedaan te München op 18 februari 2017 (2865/1-3)

18 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération en matière de partenariat et de développement entre l'Union européenne et ses États membres, d'une part, et la République islamique d'Afghanistan, d'autre part, fait à Munich le 18 février 2017 (2865/1-3)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Vincent Van Peteghem, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2865/1)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2865/1)

 

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

Le projet de loi compte 2 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

19 Wetsontwerp ter verbetering van de verkeersveiligheid (2868/1-4)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, wat de termijnen voor verjaring van verkeersmisdrijven betreft (284/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wet betreffende de politie over het wegverkeer, wat de inbreuken tegen de rijbewijswetgeving betreft (727/1-2)

19 Projet de loi relatif à l'amélioration de la sécurité routière (2868/1-4)

- Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne les délais de prescription des infractions de roulage, la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968 (284/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, en ce qui concerne les infractions à la législation sur le permis de conduire (727/1-2)

 

Voorstellen ingediend door:

Propositions déposées par:

- 284: Jef Van den Bergh, Roel Deseyn, Stefaan Vercamer, Leen Dierick

- 727: Jef Van den Bergh.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

De heer Veli Yüksel, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

19.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, voorliggend wetsontwerp en de daaraan gekoppelde voorstellen beogen in essentie een vermindering van het aantal vluchtmisdrijven op onze wegen. Daar is vandaag zeker nog veel werk aan.

 

Wanneer ik alleen nog maar de kranten van de voorbije maand bekijk, kom ik daarin tussen 6 januari 2018 en 7 februari 2018 al een hele reeks vluchtmisdrijven tegen, namelijk een vijftiental. Het vluchtmisdrijf blijft in de krantenkoppen veel aandacht krijgen. Het confronteert mensen met vele slachtoffers in het verkeer. De reeks die wij de voorbije weken in de kranten konden zien verschijnen, is helaas verre van uitzonderlijk. De voorbije jaren waren er elke dag ongeveer twaalf letselongevallen waarbij de dader op de vlucht sloeg. Bijna elke maand zijn er twee doden bij een ongeval met vluchtmisdrijf. Tellen wij daarbij nog de ongevallen met louter blikschade, dan gaat het zelfs over meer dan tweehonderd daders, die dagelijks het hazenpad kiezen. Dat zijn hallucinante cijfers, waarvoor wij voldoende aandacht moeten hebben.

 

Het gaat dikwijls om probleemchauffeurs, om bestuurders die hadden gedronken of onder de invloed van drugs waren, die zonder rijbewijs of tijdens een rijverbod reden. Het zijn die probleembestuurders die via het voorliggende wetsontwerp in het vizier worden genomen. Het zijn die hardleerse chauffeurs die herhaaldelijk voor de politierechters verschijnen, zonder ook maar iets aan zijn of haar gedrag te veranderen.

 

Het gaat dikwijls om chauffeurs die goed weten waarmee zij bezig zijn. Om straffen te ontlopen, schrijven zij hun voertuig al eens in op naam van hun echtgenote, van hun grootmoeder en in sommige gevallen zelfs op naam van kinderen en minderjarigen. Op die manier hopen zij straffen te ontlopen. Worden zij toch gepakt, dan proberen zij procedures voor de rechtbanken te rekken, tot het misdrijf is verjaard.

 

Het is vandaag voor politierechters dan ook niet evident die bestuurders te vatten. Zij blijven onverschillig voor de rechtbanken in kwestie verschijnen, waardoor de wetgever wordt genoopt bepaalde initiatieven te nemen, zoals de initiatieven die vandaag voorliggen.

 

De bestraffing efficiënter maken is een belangrijke doelstelling. De straffen zwaarder maken in bepaalde extreme gevallen is zeker ook gepast. Hardleerse bestuurders moeten strenger aangepakt kunnen worden. De juiste houding in het verkeer begint bij de verkeersles op school. Ze gaat verder in de rijopleiding. Ook sensibilisering is van belang: een kleine straf bij kleine overtredingen, een grote straf bij grotere overtredingen.

 

Maar als dat allemaal geen effect blijkt te hebben, kan dat het moment zijn om cursussen of zelfs gevangenisstraffen op te leggen voor bepaalde bestuurders. De maximale gevangenisstraffen zullen stijgen dankzij voorliggend ontwerp en de maximale straf voor hardleerse chauffeurs wordt verdubbeld. Politierechters zullen hierdoor strenger kunnen optreden en hopelijk dringt deze boodschap ook effectief door.

 

Voor overtreders die doelbewust straffen willen ontlopen door rond te rijden in een wagen die niet op hun naam staat, wordt de kentekenaansprakelijkheid ingevoerd via het wetsontwerp. Naast rechtspersonen zullen nu ook natuurlijke personen verplicht worden om de bestuurder van hun voertuig, waarmee het misdrijf is begaan, bekend te maken. Dat is een heel belangrijk element tegen straffeloosheid.

 

Specialisten zijn het erover eens dat een vluchtmisdrijf vaak gebeurt naar aanleiding van andere verkeersmisdrijven. Ik heb er reeds een aantal genoemd: het onverzekerd rijden, het rijden zonder rijbewijs, het rijden onder invloed van alcohol of drugs. Als wij het vluchtmisdrijf efficiënt willen aanpakken, moeten wij die onderliggende aanleidingen streng aanpakken om te voorkomen dat de daders het hazenpad kiezen. Rijden onder invloed van alcohol of drugs, vaak ook beide, moet beter aangepakt worden. Daarvoor worden er ook maatregelen in het ontwerp opgenomen met betrekking tot het alcoholslot. Dat doet mij plezier. Ik herinner het mij nog goed: toen ik in 2005 voor het eerst het alcoholslot naar voren bracht als een mogelijk instrument in de verkeersveiligheid, werd ik haast weggelachen. Vandaag is het in heel Europa een nuttig instrument gebleken dat kan bijdragen aan de verhoging van de verkeersveiligheid. Ik ben dan ook blij dat de ministers dit vandaag meenemen in het wetsontwerp.

 

Ook een rijverbod vanwege lichamelijke en geestelijke ongeschiktheid, denk aan alcohol- en drugsverslaafden, kan op verschillende manieren uitgesproken worden. Alcoholrecidivisten riskeren op die manier een verplicht rijverbod of een alcoholslot.

 

Een ander element is dat chauffeurs die herhaaldelijk een rijverbod aan hun laars lappen nu ook een gevangenisstraf zullen kunnen krijgen. Ik denk dat dit een heel belangrijk signaal is.

 

Wij worden helaas regelmatig geconfronteerd met nieuwsberichten over dramatische ongevallen die werden veroorzaakt door bestuurders die al vele malen waren betrapt op het rijden zonder geldig rijbewijs. Op een bepaald moment moet dat stoppen en is er geen andere keuze meer dan de persoon in kwestie vast te zetten, zodat hij zich zeker niet meer in het verkeer kan begeven. Een gevangenisstraf zal voortaan tot de mogelijkheden van de politierechter behoren.

 

Ook chauffeurs die herhaaldelijk rondrijden zonder verzekering zullen na de goedkeuring van dit ontwerp strenger worden aangepakt. Zij zullen voortaan immers ook vallen onder de recidiveregeling. Een chauffeur die twee zware overtredingen binnen de drie jaar begaat, krijgt dan automatisch een rijverbod van minimaal drie maanden opgelegd en moet het rijexamen opnieuw afleggen, met medische en psychologische testen. Bovendien wordt het ook mogelijk om een cursus op te leggen als straf voor deze hardleerse chauffeurs.

 

Verder denk ik dat de verjaringstermijn nog een belangrijk element is. Het doel moet uiteraard zijn dat straffen kort op de overtredingen volgen om voldoende effect te hebben op die bestuurders, maar erger nog dan een laattijdige bestraffing is geen bestraffing. Wij zien helaas nog regelmatig dat deze bestuurders procedures nodeloos blijven rekken om de verjaringstermijn te laten verstrijken. Dat zal niet langer mogelijk zijn en moet een einde stellen aan die straffeloosheid. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat zo'n chauffeur terug op onze wegen mag rijden, zonder dat hij werd gestraft. De truc om tijd te rekken door een uitspraak in een andere taal te laten uitspreken, is een ander element dat met dit wetsontwerp wordt aangepakt.

 

Dat zijn allemaal goede elementen die de politierechters meer instrumenten in handen geven om de hardleerse chauffeurs die zij regelmatig voor zich zien verschijnen, op een efficiënte manier te kunnen aanpakken.

 

Wij zijn dan ook blij dat de verschillende ministers die het wetsontwerp samen hebben ingediend – de ministers van Mobiliteit, Justitie en Binnenlandse Zaken – werk maken van een gepaste bestraffing van deze chauffeurs die een groot risico vormen in ons verkeer.

 

Wij geloven dat deze aanpassingen nodig zijn om tot een veiliger verkeer te komen, niet om bestuurders te pesten, maar om de ernst van ongevallen die helaas een zware impact hebben op de verkeersveiligheid, beter te kunnen aanpakken. Als wij ongevallen waarbij roekeloos gedrag aan de basis ligt, kunnen vermijden, dan kunnen heel wat mensen, gezinnen en vriendengroepen van heel wat miserie gespaard blijven.

 

Tijdens de commissievergaderingen werden deze voorstellen ruim gedragen, over de partijgrenzen heen. In de commissie voor de Infrastructuur werd dit wetsontwerp unaniem goedgekeurd en wij hopen dat dit hier straks ook het geval zal zijn.

 

Op deze manier tonen we dat we samen, partijoverschrijdend, kunnen timmeren aan een veiliger verkeer en dat is een heel belangrijk signaal.

 

Uiteraard, daarvoor rekenen we op de verdere uitvoering en toepassing van het ontwerp, is bestraffing één zaak maar moeten we ook blijvend inzetten op voldoende handhaving en controles. Daarvoor rekenen we ook op de minister van Binnenlandse Zaken.

 

We hopen dat we daarmee alweer een stap vooruitzetten richting veiliger verkeer.

 

19.02  Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, chers collègues, nous devons travailler sur cette question parce que les gens ne sont pas naturellement civiques, hélas. L'ange piéton a trop tendance à se transformer en diable égoïste au volant. La Chambre des représentants s'apprête donc à voter un texte à ce sujet, qui nous tient particulièrement à cœur.

 

La Belgique s'est fixé des objectifs chiffrés pour réduire le nombre de tués sur ses routes pour la première fois au début des années 2000. Entre 2001 et 2005, la Belgique était dans le top 3 des pays européens ayant réduit le plus le nombre de morts, derrière la France et le Luxembourg. Depuis 2001, nous tenons régulièrement les États généraux de la sécurité routière, qui rassemblent les représentants des pouvoirs publics, du secteur privé, des usagers de la route afin de faire le point sur les actions, entreprises et encore à prendre pour progresser. En 2004, nous avons créé un baromètre de la sécurité routière pour affiner nos données et obtenir des chiffres plus précis, par type d'usager de la route, en fonction de l'âge ou de la région des victimes. En 2010, un but clair a été fixé: réduire de 50 % le nombre de tués sur nos routes d'ici 2020.

 

Lors des États généraux de la sécurité routière 2015, auxquels notre ministre est très attaché, à juste titre, l'objectif de réduire de moitié le nombre de tués sur les routes de 2010, pour les ramener à 420 – 420 de trop évidemment –d'ici 2020 a été confirmée. Dans cette optique, quinze mesures ont été proposées.

 

Pour y parvenir, le premier levier d'action est de lutter contre la conduite sous influence. Cette dernière a fortement évolué: avant c'était celle de l'alcool, aujourd'hui, celle de la drogue. En l'espace de trois ans, le nombre de personnes au volant sous cocaïne a augmenté de 62 %, ce qui est énorme. Et malheureusement, ces chiffres n'ont fait que s'accroître depuis lors.

 

Le deuxième levier vise à lutter contre les vitesses excessives. Malgré les campagnes répétées de la sécurité routière qui portent néanmoins leurs effets même s'ils demeurent insuffisants, il reste encore beaucoup à faire.

 

Le troisième levier consiste à lutter contre la distraction. Celle-ci peut provenir de divers éléments: l'utilisation du gsm; l'inattention; la fatigue au volant.

 

Avec le quatrième, il s'agit de lutter contre le non-port de la ceinture de sécurité. Globalement, aujourd'hui, chacun conçoit que le port de la ceinture est important voire essentiel. Pourtant, il subsiste un nombre de personnes qui ne la portent pas et, en particulier, pour des trajets dits "courts".

 

Je me félicite dès lors que la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques ait récemment adopté ce projet de loi qui apporte des modifications importantes à la législation routière. Ce projet de loi porté par le ministre François Bellot permet de se montrer plus sévère à l'égard du taux d'alcoolémie élevé et de la récidive. Tandis que la conduite sans permis de conduire (de plus en plus courante) et le délit de fuite après un accident avec blessés ou morts seront, enfin, punis plus lourdement. En outre, ce projet de loi permettra de prendre des mesures visant à sanctionner plus sévèrement les conducteurs ne respectant pas le code de la route.

 

Enfin, ce projet de loi lutte plus clairement contre le phénomène de récidive. Aussi, la peine pourra être doublée pour les auteurs d'infractions graves et répétées comme la conduite en état d'ébriété et celle sous déchéance du droit de conduire.

 

Comme vous le savez, la presse fait régulièrement état de cas de délits de fuite après un accident mortel, ce qui me choque profondément. Le délit de fuite après un accident est souvent un problème propre au conducteur incorrigible. C'est la raison pour laquelle les peines maximales prévues pour l'instant seront encore doublées.

 

Quant à l'alcool au volant, c'est une des principales causes de décès sur nos routes depuis de trop nombreuses années.

 

Je félicite le ministre d'avoir pour objectif que ces nouvelles sanctions provoquent une réelle prise de conscience parmi les conducteurs. Comme le ministre François Bellot, le groupe MR se réjouit de ce projet de loi qui, au-delà de la question sécuritaire, touche également notre société tout entière et la conception que nous avons de cette société.

 

19.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik draai al een tijdje mee in de commissie voor de Infrastructuur en, jammer genoeg, moeten wij vaststellen dat de onveiligheid in het verkeer nog altijd te groot is. Wij zijn nog ver af van het tegen 2020 beoogde maximumaantal van 420 dodelijke slachtoffers.

 

Nochtans hebben wij de voorbije jaren de straffen systematisch verstrengd voor bestuurders met alcohol in het bloed, voor jonge bestuurders en recidivisten. Op 31 januari 2014 werd in de plenaire vergadering het ontwerp-Wathelet over een verstrenging van de verkeersveiligheid besproken. Wat ik vier jaar geleden zei, is vandaag eigenlijk nog altijd actueel: voor mijn fractie zijn alle schakels in het verkeersveiligheidsbeleid belangrijk.

 

Wat bedoel ik daarmee? U hebt niet alle schakels in handen, mijnheer de minister. Als het gaat over de verkeersveiligheid, dan gaat het in de eerste plaats over het opsporen van overtreders. Dat opsporen moet gebeuren via gerichte controles, met een grotere pakkans, maar dat valt onder de bevoegdheid van minister Jambon. Als er dan overtredingen worden vastgesteld, moet daarvoor ook een vervolging worden ingesteld door de parketten. Dat moet op korte termijn gebeuren. Het is belangrijk dat iemand die een fout begaat in het verkeer, op korte termijn ter verantwoording wordt geroepen.

 

Aangezien het voorliggend ontwerp de verjaringstermijn verlengt, zou dat in principe kunnen betekenen dat de parketten langer wachten om overtreders voor de rechtbank te brengen. Ik zou dat onder uw aandacht willen brengen, want ik denk dat het niet de bedoeling is dat overtreders veel later ter verantwoording worden geroepen. Ik ben het eens met wat de heer Van den Bergh zei, namelijk dat de verlenging van de verjaringstermijn vooral bedoeld is om straffeloosheid tegen te gaan en om de overtreder sowieso voor de rechtbank verantwoording te laten afleggen. Ik roep de parketten dus op om de verlenging niet te misbruiken en er niet van uit te gaan dat zij meer tijd hebben om overtreders voor de politierechtbank te brengen. Volgens ons blijft het heel belangrijk om kort op de bal te spelen.

 

Een derde schakel is het bestraffen. Als een overtreder wordt gepakt, vervolgd en voor de rechter komt, is het belangrijk dat er efficiënte straffen op maat kunnen worden gegeven. Mijnheer de minister, u zult de kritiek van de magistraten hebben gelezen. Zij klagen aan dat het ontwerp een aantal verplichtingen bevat. Zo wordt de rechter verplicht om in bepaalde gevallen een alcoholslot op te leggen. Magistraten zien liever niet dat ze een stuk van hun beoordelingsvrijheid kwijtspelen, doordat hun wordt opgelegd bepaalde maatregelen te nemen. Wij hebben u echter gesteund in de commissie en wij blijven u steunen. Ik zal later nog dieper ingaan op het alcoholslot.

 

De laatste schakel valt niet onder uw bevoegdheid, namelijk de uitvoering van de straffen. Wat baat het als alle voorgaande stappen zijn gezet, om dan op het einde van de rit te moeten vaststellen dat de straf wel is opgelegd door de rechter, maar dat het er niet toe doet of de overtreder de straf ondergaat of de boete betaalt. Dat veroorzaakt wel enige frustratie op het terrein. Onze rechters hebben er vandaag amper zicht op of iemand met een strafregister en een aantal verkeersboetes zijn boetes wel betaald heeft. Een aantal magistraten en parketmagistraten zal eerst nagaan of de overtreder voordien reeds veroordeeld werd en of de boete werd betaald, vooraleer te oordelen of men een alternatieve straf of een voorwaardelijke straf zal opleggen. De uitvoering van de straffen, de laatste schakel van de keten, valt onder de verantwoordelijkheid van minister Geens. Voor ons is dat heel belangrijk, want als de straffen niet succesvol worden uitgevoerd, doet dat elk beleid teniet.

 

Het is uw verdienste, mijnheer de minister, dat u met onderhavig ontwerp een versnelling hoger schakelt met het oog op meer verkeersveiligheid door de strijd aan te gaan tegen het rijden onder invloed en de strijd tegen de wegpiraten, waarover collega Van den Bergh ook heeft gesproken.

 

Ik licht er graag een maatregel uit, namelijk het alcoholslot.

 

Dat het alcoholslot in een aantal gevallen verplicht moet worden opgelegd, is wel de meest in het oog springende maatregel. Als men in ons land spreekt over een alcoholslot, dan hoort men wel vaker de kritiek dat zo'n slot gemakkelijk te omzeilen is en dat het veel te duur is. Hoewel een alcoholslot theoretisch al sinds 2010 kan worden opgelegd, wordt het maar beperkt toegepast: de afgelopen zeven jaar werden amper 67 alcoholsloten geïnstalleerd.

 

Frappant is bovendien dat een dergelijk vonnis ook sterk territoriaal gebonden is: het zijn voortdurend dezelfde politierechters, die alcoholsloten opleggen. Anderzijds wordt het alcoholslot in sommige gebieden nooit opgelegd. Daar is dus een mentaliteitswijziging nodig. Ik roep u dan ook op om hierover een infocampagne op te zetten. Uw diensten zullen moeten uitleggen dat het alcoholslot kan werken en dat de technologie op punt staat.

 

Het gaat niet alleen om het alcoholslot zelf, maar ook om het omkaderingsprogramma. Daar geloof ik heel sterk in. Men plaatst niet zomaar een apparaatje in het voertuig, er is ook voortdurend controle en de betrokkene moet een tijdlang gesprekken voeren met een psycholoog. Men kan dus ingrijpen als een en ander niet goed loopt en de overtreder een paar keer in de fout gaat.

 

Veel rechters zeggen dat zij koele minnaars zijn van het alcoholslot. De cijfers van de voorbije zeven jaar bewijzen dat ook. Dat zal echter moeten veranderen vanaf 1 juli.

 

Het alcoholslot is een dure straf. Men komt immers al gauw boven de 4 000 euro uit voor het alcoholslot zelf en het omkaderingsprogramma. Mijnheer de minister, voor iemand met een beperkt inkomen is dat heel duur of onbetaalbaar. Vandaar dan sommige chauffeurs die een alcoholslot opgelegd krijgen, het alcoholslot niet laten installeren, niet in het programma stappen en niet meer met de wagen rijden. Zij leggen het vonnis gewoon naast zich neer.

 

Belangrijk is – dit kan ook in de infocampagne aan bod komen –, dat de kostprijs van het alcoholslot in mindering van de boete kan worden gebracht. Een alcoholslot kan volgens mij slechts met een beperkt verval gecombineerd gaan, want het moet allemaal nog haalbaar en betaalbaar zijn.

 

Ik ben het ermee eens dat de verkeersveiligheid moet verhoogd worden, maar het moet voor de betrokkenen ook haalbaar zijn.

 

Het probleem vandaag is dat men slechts in een tiental vestigingen in ons land een omkaderingsprogramma kan volgen en dat men maar in een viertal centra terechtkan voor de installatie. Wie een alcoholslot opgelegd kreeg, moet wel ter plaatse geraken. De overtreder moet op een kortere afstand van de woonplaats dan nu het omkaderingsprogramma kunnen volgen en het alcoholslot kunnen laten installeren.

 

Ik besluit met een oproep, mijnheer de minister. We doen vaak aanpassingen aan onze verkeerswetgeving. Vandaag gaat het om een belangrijke aanpassing. In het regeerakkoord staat dat wij onze verkeerswetgeving moeten vereenvoudigen. Na de aanpassing van de wetteksten en de terechte verstrenging van sommige maatregelen kan dat een volgende prioriteit voor u zijn. De regels moeten ook leesbaar blijven. Ik denk dat de vereenvoudiging van onder meer de Wegcode, een engagement in het regeerakkoord, een volgende prioriteit zou moeten zijn, zodat de verkeersregels niet alleen voor magistraten maar voor iedereen begrijpbaar zijn.

 

Open Vld zal het wetsontwerp, zoals wij dat ook in de commissie hebben gedaan, unaniem goedkeuren.

 

19.04  Annick Lambrecht (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, België behoort helaas tot de slechtste leerling van de klas, als het gaat over verkeersveiligheid. In 2016 telde België ongeveer 58 verkeersdoden per miljoen inwoners. In Nederland waren dat er 33.

 

Ook het Verenigd Koninkrijk en Duitsland scoorden beter met respectievelijk 28 en 39 doden per miljoen inwoners. Het Europese gemiddelde bedroeg 50 verkeersdoden per miljoen inwoners.

 

Sinds de eeuwwisseling is een gestage afname te merken van het aantal verkeersdoden in ons land. Er is echter nog een zeer lange weg af te leggen, want elke verkeersdode is er uiteraard zeker een te veel. In 2001 vielen nog 1 486 verkeersdoden te betreuren. In 2013 was dat cijfer gedaald. In 2016 daalde dat verder naar 637.

 

Ons land onderschreef de doelstellingen opgelegd door de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, dat het aantal verkeersdoden wil beperken tot 420 in 2020. Waarom zouden wij niet nog ambitieuzer willen zijn, mijnheer de minister?

 

Uit studies van het Vias institute blijkt dat het overgrote deel van de ongevallen te wijten is aan het rijgedrag van de chauffeurs. Infrastructurele gebreken zouden maar een beperkte rol spelen in het totale aantal ongevallen. Alcohol, overdreven snelheid, het niet dragen van een gordel blijven daarentegen de drie grootste doders in het verkeer. Bij 25 % van de dodelijke ongevallen zit de chauffeur dronken achter het stuur.

 

Ook de mentaliteitswijziging heeft een positieve impact gehad op de verkeersveiligheid. De BOB-campagnes hebben sinds 1995 hun meerwaarde bewezen. De sociale afkeuring ten opzichte van het rijden onder invloed van alcohol is sindsdien goed toegenomen. Toch moeten wij vaststellen, mijnheer de minister, dat het percentage bestuurders dat onder invloed van alcohol rijdt, veel te hoog blijft.

 

Een analyse van de resultaten van de BOB-campagnes toont dan misschien wel aan dat het aantal bestuurders onder invloed van alcohol jaarlijks daalt, maar het probleem is dat men vooral stevig drinkt aan het stuur.

 

Liefst twee derde van de betrapte chauffeurs heeft een alcoholgehalte van meer dan 0,8 gram per liter bloed. Uit een Europees onderzoek bleek dat 30 % van de Belgen er geen probleem in ziet dat men rijdt met een glaasje op. Ons land scoort ruim slechter dan het Europese gemiddelde van 22 %.

 

Ondanks de mentaliteitswijziging blijven Belgen blijkbaar veel meer dan andere Europeanen tolerant wanneer het op drinken en rijden samen aankomt.

 

Mijnheer de minister, wij van de sp.a-fractie zijn dan ook enorm blij dat u zich voor uw wetsontwerp onder andere hebt laten inspireren door onze wetsvoorstellen over het alcoholslot en over vluchtmisdrijven, die wij respectievelijk in 2010 en 2016 hebben ingediend. Wij hopen dan ook dat uw wetsontwerp vandaag unaniem wordt goedgekeurd.

 

Verkeersveiligheid, collega's, overstijgt immers de politieke fracties. Drinken en rijden is een globaal probleem, dat wij samen moeten aanpakken.

 

In de commissie hebben alle fracties bijna unisono voor het ontwerp gestemd. Sp.a zal uw wetsontwerp vandaag heel graag steunen, mijnheer de minister. Sta mij echter toe nog een paar kleine opmerkingen te maken.

 

Wij zijn tevreden dat de rechters voortaan verplicht zijn een alcoholslot op te leggen aan overtreders met een te hoge alcoholconcentratie vanaf 1,8 promille. Wij durven hierin nog verder te gaan. Volgens het wetsontwerp kan de rechter het verplichte rijverbod beperken tot één of verscheidene categorieën van rijbewijzen, met dien verstande dat er sowieso een rijverbod moet worden uitgesproken voor de categorie van het voertuig waarmee de inbreuk werd gedaan.

 

Collega's, willen wij dat iemand van wie wij van oordeel zijn dat een alcoholslot voor hem nodig is, zomaar met een bus van De Lijn kan rijden? Wij zijn van oordeel dat net als in Zweden alle professionele voertuigen standaard met een alcoholslot moeten worden uitgerust.

 

Mijnheer de minister, in uw antwoord op een schriftelijke vraag toonde u zich voorstander van dat principe. In dat geval hoeft de uitzondering die nu is uitgewerkt, niet te worden gemaakt. Immers, als een tot een alcoholslot veroordeelde buschauffeur zijn werk wil doen, is er geen probleem meer wanneer de bus met een alcoholslot is uitgerust. Ik heb het daarbij niet alleen over de voertuigen van De Lijn maar over alle professionele voertuigen.

 

Misschien klinkt het raar dat wij voor een algemene vraag op alcoholsloten in professionele voertuigen pleiten. Het is ook heel lang heel raar geweest dat bijvoorbeeld roken overal werd toegelaten. De tijd is nu misschien nog niet rijp om iedereen mee te krijgen met het idee, maar wij hopen wel dat de tijd daarvoor ooit nog rijpt.

 

Ten tweede, ik wil nog even benadrukken dat het optrekken van de verjaringstermijn van één naar twee jaar goed is, maar geen vrijgeleide mag zijn voor het parket om zijn zaken langer te laten liggen. Nog beter dan die verjaringstermijn op te trekken, zou het beter zijn er alles aan te doen om dergelijke feiten binnen het jaar te laten berechten.

 

Mijnheer de minister, collega's, door het wetsontwerp goed te keuren, hopen wij een heel krachtig antwoord te geven op het vraagstuk van de verkeersveiligheid, inzonderheid het vraagstuk om op te treden tegen heel ernstige feiten, zoals het rijden zonder geldig rijbewijs, het onverzekerd rijden, vluchtmisdrijf, recidive en het rijden onder invloed van te veel alcohol.

 

19.05  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, bij het lezen van het wetsontwerp ter verbetering van de verkeersveiligheid meent men op het eerste gezicht geen spectaculaire wijzigingen te zien. Enerzijds gaat het over de verlenging van de verjaringstermijn bij wijziging van taalrol, met een doorverwijzing tot gevolg, wat heel logisch lijkt. Anderzijds gaat het over het opleggen aan de kentekenhouder van een wagen om bij een overtreding de identiteit van de bestuurder door te geven. Ook dat lijkt logisch en evident.

 

Wat echter minder evident is, zijn de wijzigingen die wij aan de reglementering omtrent het alcoholslot doorvoeren.

 

Het is goed dat in voorliggend wetsontwerp een evenwicht wordt bewaard tussen de beoordelingsvrijheid van de politierechter en het duidelijke signaal dat de wetgever daarmee wil geven.

 

De politierechter kan straffen opleggen op maat, nog steeds, en behoudt zijn beoordelingsvrijheid. De maximumstraf wordt verhoogd. De minimumstraf blijft behouden. Hij kan in verschillende scenario's een alcoholslot gaan opleggen, terwijl rijden onder invloed, en vooral bij een hoge alcoholintoxicatie en bij herhaling, zwaarder wordt bestraft. Opmerkelijk maar na al die jaren met BOB-campagnes zien wij dat er in ons land nog steeds mensen onder invloed met de wagen rijden.

 

Voortaan zal verplicht een alcoholslot opgelegd worden bij + 1,8 promille of bij herhaling bij 1,2 promille. Duidelijker kan men niet zijn. Rijden onder invloed verhoogt de kans op ongevallen, vaak met bijzonder trieste gevolgen en dodelijke slachtoffers. Dit is een maatregel die inderdaad de verkeersveiligheid zal verhogen.

 

Overtreders met een alcoholprobleem worden niet geviseerd. Men wil hen niet de duvel aandoen. Men wil dat zij geholpen worden met herstelmaatregelen, met gepaste begeleiding. Het alcoholslot wordt dan ook gezien als een straf voor mensen die denken alcoholcontroles te zullen ontlopen.

 

Nieuw in dit wetsontwerp is dat de overtreder zelf inspraak krijgt in zijn straf. Hij zal de keuze krijgen tussen een alcoholslot of het indienen van zijn rijbewijs voor de duurtijd van het alcoholslot. De wetgever stelt hier opnieuw voor iedereen duidelijk dat rijden kan maar alleen met een alcoholslot. Personen die geen alcoholslot willen of kunnen installeren, omdat het principieel of financieel niet kan, krijgen nog steeds de keuze om gewoon het rijbewijs in te dienen voor die periode.

 

Het wetsontwerp dat vandaag op tafel ligt, verfijnt dus eigenlijk de bestaande regelgeving en is geen loutere verzwaring van de straf. Verzwaring van straf houdt immers een gevaar in, met name het gevaar dat het aantal vluchtmisdrijven nog toeneemt. Vandaag versterken wij net het arsenaal van de politierechter om straffen op maat te kunnen opleggen, met het signaal dat rijden onder invloed niet kan in plaats van het louter gaan verzwaren van de straffen.

 

Vluchtmisdrijven vermijdt men ook door een goede opleiding. Wij moeten jongeren al op de schoolbanken leren dat vluchten na een verkeersongeval echt niet door de beugel kan. Ook in de rijopleiding en het rijexamen moet daaraan de nodige aandacht worden gegeven.

 

Mijnheer de minister, volgens ons moet ook het rijbewijs met punten er dringend komen. Binnenkort komt u met de resultaten van een nieuwe studie naar het Parlement. Wij hopen dat de studie alle geesten in dezelfde richting zal brengen en dat men ook over de taalgrens ervan overtuigd zal zijn dat een rijbewijs met punten er dringend moet komen.

 

De pakkans verhogen is een werk van lange adem. Deze regering zet stappen om ook daarop meer in te zetten en ervoor te zorgen dat via controles de pakkans wordt verhoogd.

 

De zwaardere verkeerscriminelen moeten we treffen waar het pijn doet. Ik kijk dan naar het voorstel van Jef Van den Bergh waarmee de verbeurdverklaring van voertuigen op tafel komt. Wij werken in de Kamer nog aan de verfijning ervan, maar ook dat is een zeer goed voorstel, dat er dringend moet komen.

 

Al die zaken samen zullen de verkeersveiligheid verhogen. Mijnheer de minister, collega's, wat hier ter stemming voorligt, is wel degelijk een goed signaal. De verkeersveiligheid zal erdoor verhogen. De N-VA-fractie zal het wetsontwerp dan ook volmondig steunen.

 

19.06  Marcel Cheron (Ecolo-Groen): Monsieur le président, dans le but d'écourter le débat, j'interviendrai de mon banc.

 

J'ai compris qu'aujourd'hui, M. Bellot fêtait son anniversaire mais en plus, c'était sa fête, car il sera vraisemblablement soutenu à l'unanimité par cette Chambre. Le débat est très important. C'est pourquoi, après s'être penché sur cette question en commission, nous en redébattons en séance plénière. Mais ce qui importe surtout, c'est la quinzaine de points que les états généraux de la sécurité routière avaient émis, monsieur le ministre. On en traduit ici quelques-uns qui sont parmi les plus importants en termes de sécurité routière avec, pour objectif, de réduire de moitié le nombre de tués sur les routes. C'est un objectif ambitieux.

 

J'ajouterai simplement que, parmi les dossiers importants qui participent à ce projet de loi, figure celui de la problématique de l'alcool et donc, de la conduite sous influence. Je ne vous parle pas de ce parlement et de sa buvette! Je vous parle de la conduite automobile et, surtout, des conséquences dommageables. Pour ce qui est de la problématique de l'alcool, il existe des moyens techniques et technologiques: les alcolocks.

 

Toutefois, nous avons évoqué en commission la conduite sous influence d'autres substances. Je ne les nomme pas ici pour ne pas en faire la publicité. Toutefois, un certain nombre de médicaments et de drogues et le mélange de ces substances avec l'alcool constituent aussi une cause méconnue.

 

Monsieur le ministre, je ne crois pas que, depuis les débats en commission, nous disposons de chiffres plus explicites qui pourraient nous donner des éléments de cause à effet. J'insiste, dès lors, pour que nous creusions cette question, car la conduite sous influence ne se limite pas à l'alcool. Ne croyons pas que nous avons résolu aujourd'hui l'ensemble des problèmes qui se posent! On sait, en effet, que la plupart des accidents graves et qui entraînent la mortalité sont provoqués par des abus de ce type.

 

Monsieur le ministre, nous avons souvent des débats intéressants sur les voitures autonomes et les technologies qui, grâce à l'utilisation positive des gps, nous donneront d'autres moyens de limiter tant la vitesse que les situations dangereuses dans la conduite automobile. Du travail reste cependant à faire.

 

Mais ce n'est pas une raison pour gâcher la fête de M. Bellot. Je m'en voudrais beaucoup, parce que je sais combien il y tient, monsieur le président, au même titre que M. Gilkinet qui, je pense, appliquera la "méthode Bellot".

 

Monsieur le ministre, nous ne pouvons aujourd'hui que nous réjouir du fait que ce projet de décret soit voté à l'unanimité et, je l'espère, suivi d'autres textes, avec d'autres ambitions. En effet, la question de la mortalité sur nos routes reste toujours, pour les familles concernées, un drame terrible, qui doit hélas les accompagner toute leur vie.

 

19.07  François Bellot, ministre: Chers collègues, je pense que l'ensemble des sensibilités et des points qui ont été évoqués en commission par les collègues consiste dans la traduction de cinq des quinze recommandations des états généraux de la sécurité routière. Je pense que c'est un pas important pour lutter contre les chauffards et les comportements inadéquats.

 

Un certain nombre de questions ont été posées en commission. Pour certaines d'ailleurs, on verra à l'expérience ce que cela donnera, par exemple, les délais entre le moment où les automobilistes seront contrôlés positifs dans des marges très élevées et le moment où les personnes pourront équiper leurs véhicules d'un éthylotest anti-démarrage. Il faudrait que ce délai soit le plus court possible.

 

Le deuxième élément, c'est que le coût annoncé aujourd'hui est de l'ordre de 3 à 4 000 euros pour une période de deux ans de l'éthylomètre. On peut supposer qu'il y aura un effet volume puisque, selon les estimations, environ 10 000 personnes sont contrôlées chaque année soit au-dessus de 1,8 soit en récidive de 1,2. On verra, à partir du 1er juillet, date d'entrée en application de cette disposition, ce qu'il en sera.

 

Il restera bien entendu le choix entre les kilomètres anti-démarrage et le retrait de permis, sachant que les amendes qui sont perçues lorsque les taux de concentration sont très élevés s'élèvent déjà à plusieurs milliers d'euros. Donc, c'est comparable. Des solutions peuvent, certes, être envisagées, notamment celle non pas d'un paiement immédiat mais d'un paiement mensuel, d'une location plutôt que d'un achat total et immédiat.

 

Le dernier élément, c'est la prévention, la communication, les explications, pour lesquels la presse et les médias spécialisés joueront un rôle important. Une dernière question subsiste à laquelle je suis très sensible: quand un conducteur utilise plusieurs véhicules, quel véhicule doit être équipé?

 

Il faut en laisser l'appréciation au juge. C'est le choix qui a été fait, sachant qu'après un ou deux ans de mise en œuvre de ces dispositifs, il faudra procéder à une évaluation. Je l'ai déjà signalé à Vias. S'il apparaissait indispensable d'équiper plusieurs véhicules, cela pourrait s'envisager.

 

Pour avoir rencontré des personnes dont les véhicules étaient équipés d'éthylotests avec système anti-démarrage, je retiens que c'est bien entendu, plus qu'un équipement; c'est un accompagnement psychologique qui s'avère nécessaire pour tenter de réduire l'assuétude à l'alcool et aux drogues. On verra quels seront les résultats, mais j'imagine que des personnes, dont le métier consiste à conduire des transports en commun, des transports collectifs et qui se verraient verbalisées en conduisant un bus ou un car, devraient voir leur véhicule équipé.

 

En ce qui concerne les drogues, monsieur Cheron, depuis notre rencontre en commission, j'ai obtenu l'information selon laquelle il était possible, à l'instar de ce qui se passe avec les éthylomètres dont dispose la police pour mesurer le taux de concentration d'éthyle dans l'haleine des conducteurs, en cas d'effet masse, que des équipements soient mis au point pour mesurer en direct la concentration de certaines drogues dans les salives. Nous allons un peu creuser la question avec des sociétés spécialisées dans les analyses médicales, à condition qu'il soit possible de mettre de tels équipements en place, d'abord au service de la police, puis, éventuellement, dans les véhicules.

 

En tout cas, monsieur le président, vous avez inscrit un projet à l'ordre du jour sans regarder la date d'anniversaire. Mais je serais heureux de pouvoir compter sur l'unanimité. C'est un projet recommandé par les états généraux de la sécurité routière, qui regroupe l'ensemble des acteurs, qu'il s'agisse des spécialistes de la sécurité routière ou des familles des victimes de la route. Par rapport à ces dernières, c'est un signal à donner. Mais, bien entendu, chacun est libre de poser le choix qui lui reviendra, dans quelques dizaines de minutes.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2868/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2868/4)

 

Het wetsontwerp telt 26 artikelen.

Le projet de loi compte 26 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 26 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 26 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

20 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen en tot instelling van een aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijke persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers (2891/1-4)

20 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de pensions complémentaires et instaurant une pension complémentaire pour les travailleurs indépendants personnes physiques, pour les conjoints aidants et pour les aidants indépendants (2891/1-4)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

20.01  Benoît Friart, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.

 

20.02  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, comme je l'ai indiqué en commission, je pense qu'il existe un large consensus au sein de notre assemblée pour travailler à la revalorisation de la pension des indépendants. Ce consensus serait certainement encore plus large s'il s'agissait des indépendants ayant les pensions les plus basses, celles qui frisent souvent le seuil de pauvreté.

 

Il est vrai que, selon le Syndicat national des indépendants, un indépendant  touche en moyenne une pension de 857 euros par mois. Un salarié reçoit, pour sa part, environ 1 200 euros. Tout le monde est d'accord pour dire que ces montants faibles sont inacceptables après une vie de travail. Nous devons travailler ensemble pour permettre à ces retraités de vivre dignement. Nous pensons d'ailleurs que l'ensemble des pensions et des allocations sociales devrait être revalorisé au niveau du seuil de pauvreté.

 

J'ai souligné, en commission, la philosophie qui est la nôtre en la matière. Nous souhaitons une plus grande solidarité entre les travailleurs indépendants et, au sein de la population des indépendants, entre les différentes classes de revenus. Le renforcement du premier pilier pourrait garantir cette solidarité entre tous les indépendants.

 

Le projet qui est présenté ici ne suit pas cette voie. La question se pose: cette loi permettra-t-elle aux indépendants aux revenus faibles et médians d'améliorer leur niveau de vie et le montant de leur pension? Nous ne le pensons pas. Si on établit un classement des leviers fiscaux pour les indépendants, on constate que le deuxième pilier, qui nous est proposé ici, sera moins avantageux que les possibilités d'épargne subsidiée qui s'offrent déjà aux indépendants personnes physiques. Par conséquent, ce seront les indépendants qui bénéficient des revenus les plus hauts, qui épuisent déjà les facultés d'épargne subsidiée dans le cadre de la pension libre complémentaire pour indépendants (PLCI), ou de l'épargne-pension, qui auront intérêt à recourir à ce nouveau système en plus des autres. La PLCI est déductible fiscalement à 100 %, ce qui est évidemment plus avantageux que le système proposé ici, dont la déductibilité est de 30 %.

 

Je l'ai dit, le groupe socialiste s'associe pleinement à l'objectif de revaloriser les pensions. Nous entendons l'avis des classes moyennes et des indépendants qui ont soutenu la mesure. Nous sommes également sensibles à l'argument qu'il faut supprimer la différence de traitement entre les indépendants personnes physiques et les indépendants qui ont fait le choix de constituer une société, les dirigeants d'entreprise.

 

Par contre, nous constatons que le gouvernement tient sur les chiffres qui sont ici un double discours, voire triple sur les bénéficiaires de cette mesure. Dans la presse et à la Chambre, vous dites que "ce deuxième pilier va bénéficier à 430 000 indépendants personnes physiques". Et vous ajoutez que ces chiffres sont confirmés par l'INASTI et le Bureau du Plan. C'est une première version.

 

Mais quand vous allez trouver les organismes de pension et les courtiers en assurances pour faire la publicité de votre mesure, vous savez que vous avez devant vous un public averti et votre version est plus modeste.  Cette version, on la connaît parce que l'assureur Degauquier & Partners, que j'ai cité en commission, l'a relayé sur son site internet. Je cite donc cette société d'assurance: "Les experts du cabinet estiment à 155 000 le nombre potentiel d'indépendants qui pourraient entrer dans ce système. Il s'agit des indépendants déclarant des revenus supérieurs à 30 000 euros par an, considérant qu'en dessous de ce niveau, leurs revenus ne sont pas suffisants pour leur permettre de cotiser."

 

Outre cette deuxième version, la troisième est la version "budgétaire", à savoir que vous demandez au ministre des Finances 12 millions d'euros. Suite aux débats en commission, je peux admettre que ce montant est prévu pour une demi-année puisque le dispositif s'appliquerait au 1er juillet prochain. Mais là, il ne s'agit plus de 430 000 indépendants, ni de 155 000. On parle de 17 000 indépendants, du moins selon nos experts et les informations en notre possession. On tournerait donc autour de ce dernier nombre d'indépendants, en l'occurrence, les 4 % qui sont les plus fortunés parmi les 430 000 indépendants personnes physiques cités au départ. Il est donc vrai que c'est fort différent par rapport à l'image de la mesure que vous nous présentez.

 

En ce qui concerne le budget et les 12 millions d'euros qui y sont inscrits, monsieur Bacquelaine, en commission, vous avez dit que vous prévoyez un mécanisme de monitoring pour pouvoir adapter ce montant. La Cour des comptes, lors de l'examen du budget 2018, avait indiqué qu'elle n'avait pas reçu de note de calcul et qu'elle n'était pas en mesure de contrôler la validité du chiffre avancé. Vous nous l'avez confirmé lors des débats, en admettant que vous n'étiez pas en capacité d'estimer le nombre d'indépendants qui seraient concernés, et donc de prévoir l'impact budgétaire.

 

De deux choses l'une: ou bien ce budget est tout à fait sous-estimé, ou bien cette mesure ne bénéficiera qu'à un très petit nombre d'indépendants. Nous avons un problème avec la manière dont ce dossier est présenté à la Chambre et à l'opinion publique. L'impact budgétaire en est minimisé et l'impact social en est exagéré. Nous pensons par ailleurs que ce dispositif ne bénéficiera qu'à ceux qui en ont le moins besoin. C'est la raison pour laquelle le groupe socialiste s'abstiendra sur ce projet.

 

20.03  Johan Klaps (N-VA): Met het voorliggend ontwerp wordt een belofte uit het regeerakkoord vervuld. De regering heeft eindelijk serieuze stappen gezet voor de verbetering van het gewone pensioen van de zelfstandigen. Dat was hoog tijd. Er blijft nog werk voor de boeg, maar wij gaan in de goede richting.

 

Het voorliggend ontwerp betekent ook weer zo'n stap in de goede richting. Het is voor heel veel zelfstandigen, op het moment dat de zaken goed beginnen te draaien, een zeer logische stap om over te schakelen van een eenmanszaak naar een vennootschap, net wegens de aanvullendpensioenregeling. Men kon wel het VAPZ gebruiken – en ik ben blij dat dat goede element behouden wordt, want het zorgt voor een eerste aanvulling op het pensioen – maar dat bleef relatief beperkt. In een vennootschap kon men echter via een IPT een veel ruimer aanvullend pensioen opbouwen. Dat was voor heel veel zelfstandigen de incentive om over te stappen naar de vennootschap. Die incentive verliest nu aan kracht, want ook in geval van een eenmanszaak kan men nu een groter aanvullend pensioen opbouwen. Dat is een zeer goede zaak.

 

Mijnheer Delizée, ik hoop dat zoveel mogelijk zelfstandigen dat zullen doen. Het is een teken dat hun zaak goed draait, dat zij winst maken en dat zij wat opzij kunnen zetten, dus hoe meer, hoe liever.

 

Ik ben ook heel blij met de toezegging in de commissie van zowel minister Bacquelaine als minister Ducarme dat zij bij de uitwerking van het kader de verzekeringssector niet opnieuw zullen opzadelen met allerlei extra regeltjes die niet nodig zijn, die alleen maar voor overlast, extra paperassen en kosten zorgen. Men moet het zo simpel mogelijk houden, uiteraard met een goede informatieverstrekking, want iedere zelfstandige die hieraan begint, moet weten waarover het gaat. Er zijn al veel te veel regeltjes in de verzekeringssector en ik ben blij dat de ministers volmondig hebben toegezegd niet verder te gaan dan wat Europa oplegt, want dat is een goede richtlijn. Ik ben dan ook blij dat wij ons daaraan zullen houden.

 

20.04  Benoît Friart (MR): Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, ce projet de loi met un terme à la discrimination à l'égard de la constitution des droits de pension complémentaire entre les indépendants en personne physique, d'une part, et les indépendants chefs d'entreprise, d'autre part. En effet, jusqu'à présent, seuls les salariés et les dirigeants d'entreprise avaient accès au deuxième pilier de pension. L'indépendant souscrivant à ce système pourra, moyennant le respect de la limite fiscale des 80 %, bénéficier d'une réduction d'impôts de 30 % sur les primes payées. Les prestations de pension complémentaire seront par ailleurs taxées au taux distinct de 10 %.

 

Le projet présenté aujourd'hui offre une véritable liberté de choix entre les différents produits assuranciels qui seront proposés aux souscripteurs. Cette mesure est un pas supplémentaire vers la généralisation des pensions complémentaires et vers l'harmonisation des régimes comme prévu dans l'accord de gouvernement.

 

Il faut rappeler que ce gouvernement a déjà pris de nombreuses mesures pour revaloriser le statut social des travailleurs indépendants et, particulièrement, leurs pensions. En effet, sous cette législature, la pension minimum d'un indépendant isolé a augmenté de 160 euros par mois.

 

L'extension du deuxième pilier à tous les indépendants est un pas important pour rendre le statut encore plus attractif. Je tiens ici à souligner que les organisations représentatives des travailleurs indépendants accueillent très positivement cette mesure. La volonté d'assurer un meilleur niveau de pension aux travailleurs indépendants figure, en effet, depuis des années parmi leurs priorités.

 

Enfin, la portée de ce projet n'est pas anodine: dorénavant, plus de 400 000 indépendants en personne physique auront désormais accès au second pilier de pension. Dès lors, pour ces différentes raisons, notre groupe soutiendra ce projet porté par nos ministres Daniel Bacquelaine et Denis Ducarme.

 

20.05  Griet Smaers (CD&V): Afgelopen legislatuur werden er terecht al verschillende inspanningen geleverd om het pensioen van de zelfstandigen op te waarderen. Denk maar aan de gelijkschakeling van de minimumpensioenen van zelfstandigen met die van de loontrekkenden. Dat was een belangrijke inspanning om het wettelijk pensioen van de zelfstandigen te versterken.

 

Wij steunen het voorstel waarover vandaag zal worden gestemd. We zien immers dat het een versterking kan zijn van het aanvullend pensioen voor zelfstandigen. Het wettelijk pensioen voor zelfstandigen bedraagt immers helaas gemiddeld slechts zo'n 850 euro per maand. Het gemiddeld pensioen van een zelfstandige blijft dus nog altijd zeer laag in vergelijking met andere stelsels. Vandaar dat de regeling inzake het aanvullend pensioen van de tweede pijler een belangrijke hulp kan zijn om het pensioen te versterken.

 

We hebben al een aantal jaar geleden aangekaart dat het aanvullend pensioen momenteel alleen voor bedrijfsleiders van vennootschappen bestaat en niet voor zelfstandige natuurlijke personen. Met onderhavig wetsontwerp wordt die discriminatie eindelijk weggewerkt. Wij steunen het dus van harte. Zo kunnen ook zelfstandige natuurlijke personen evenals de meewerkende echtgenotes en de helpers toegang krijgen tot de tweede pensioenpijler. Dan kunnen hopelijk ook zij in de toekomst een sterker pensioen opbouwen.

 

20.06  Youro Casier (sp.a): Mijnheer de voorzitter, geachte heren ministers, collega's, vooraleer over te gaan tot een aantal inhoudelijke opmerkingen in verband met het voorliggend wetsontwerp, had ik graag enkele vormelijke aspecten aangekaart.

 

Het wetsontwerp zelf werd online geplaatst op de maandag in de week van de geplande commissievergadering. Nog geen achtenveertig uur later werd het (…) door de bevoegde commissie verwerkt. Het desbetreffend wetsontwerp was zelfs niet beschikbaar tijdens de behandeling ervan door de bevoegde commissie. Daarenboven werd ook nog eens het Reglement van de Kamer met voeten getreden. Het wetsontwerp werd ter stemming voorgelegd terwijl ter zitting nog een aantal amendementen werden ingediend. Die werkwijze is, als ik me niet vergis, in strijd met artikel 82 van het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Met andere woorden, het wetsontwerp kon pas worden goedgekeurd na verloop van ten minste achtenveertig uur en op basis van een ontwerp van aangenomen tekst, waarin alle aangenomen amendementen verwerkt zijn. Ik zou dit dan ook graag als aanbeveling willen meegeven aan de collega's: als wij verwachten dat onze burgers zich aan de spelregels van onze samenleving houden, dan moeten ook wij op zijn minst de eigen spelregels respecteren.

 

Ik kom nu tot mijn opmerkingen over de inhoud. Ik kan gerust aannemen dat het voorliggend wetsontwerp met de beste bedoelingen werd opgemaakt en ingediend. Er zijn inderdaad nog heel wat kleine zelfstandigen die het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en goed moeten uitkijken hoe ze hun centen kunnen besteden. De concurrentie is moordend en meedogenloos en in het verlengde daarvan zijn er heel wat zelfstandigen die een klein pensioentje hebben. Wij moeten nu eenmaal vaststellen dat het wettelijk pensioen voor zelfstandigen nog steeds ontoereikend is.

 

Met het aanvullend pensioen hoopt de meerderheid nu om eindelijk voor eens en voor altijd een aantal discriminaties weg te werken, ten voordele van 432 000 zelfstandigen. Dat is een zeer nobele doelstelling, maar is ze wel realistisch en zullen de discriminaties wel worden weggewerkt? Als we de voorgestelde werkwijze bekijken, moeten we toch wel een aantal vaststellingen doen. Het kapitaal moet volledig door de zelfstandige zelf worden opgebouwd. Het rendement wordt verkregen via de financiële markten, die momenteel wel op een erg laag pitje staan. Bijgevolg lijkt de regeling dus enkel fiscaal voordelig.

 

De kernvraag is natuurlijk of de kleine zelfstandige die het nu al moeilijk heeft, over de financiële middelen beschikt om de nodige bijdragen te kunnen leveren aan dat extra fiscaal gesubsidieerd product. Wij vrezen dan ook dat het wetsontwerp alleen ten goede zal komen van een select clubje van meer bemiddelde zelfstandigen en dat de echte sukkelaars in de kou zullen blijven staan. In plaats van dat discriminaties worden weggewerkt, worden er nieuwe gecreëerd, die de kloof tussen beide groepen alleen zullen verdiepen.

 

Op basis van die argumenten kunnen wij jammer genoeg het wetsontwerp niet goedkeuren. Wij zullen ons bij de stemming onthouden. Om het cliché te weerleggen dat sp.a tegen de zelfstandigen zou zijn, wil ik duidelijk onderstrepen dat wij voorstander zijn van de gelijkschakeling van de pensioenen, maar wel op basis van gelijkwaardige rechten en plichten voor iedereen.

 

20.07  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, en complément de la discussion que nous avons eue en commission au sujet de ce projet de loi, je voulais rappeler quelques éléments importants aux yeux de mon groupe.

 

Premièrement, tout ce qui a trait au statut social des indépendants est pour nous une préoccupation politique majeure. Depuis maintenant au moins deux ans et demi que je suis présent en commission Économie, lors des auditions des représentants des indépendants – que ce soit le SNI, l'UCM, l'UNIZO – le statut social, et en particulier les pensions reviennent systématiquement dans leurs préoccupations comme la priorité absolue dans les améliorations qu'il faut apporter au statut d'indépendant. C'est clairement une priorité pour nous dans l'amélioration politique du statut social des indépendants. Ce projet de loi, pour nous, est important, parce qu'il tente en partie d'y répondre. Certains éléments de ce texte nous tiennent vraiment à cœur, mais nous avons aussi quelques remarques et questions.

 

Le deuxième point, auquel ce texte répond de nouveau en partie, est l'inégalité qui existe aujourd'hui, de facto, entre la pension d'un salarié et la pension d'un indépendant. Cela a déjà été signalé par d'autres collègues. Il y avait aussi une autre inégalité de traitement entre l'indépendant chef d'entreprise et le travailleur indépendant. Le chef d'entreprise indépendant pouvait bénéficier de systèmes tels que celui qui est proposé, alors que le travailleur indépendant ne pouvait pas en bénéficier. Permettre une harmonisation des protections sociales et des pensions constitue pour nous aussi un objectif politique majeur.

 

La méthode privilégiée consiste à travailler avec des produits financiers, que ce soit la branche 21 ou la branche 23. Nous en avons parlé en commission. Ce n'est certainement pas notre outil préféré. Nous continuons à revendiquer la revalorisation du premier pilier des pensions. C'est ce que nous aurions fait si nous avions été entièrement à la manœuvre. Ce point reste une priorité politique essentielle.

 

Ceci dit, on constate que les instruments existants, tels la PCLI, permettent quand même à de nombreux indépendants d'avoir une pension beaucoup plus digne et qui correspond aux nombreuses années de travail effectives avant de pouvoir bénéficier d'une pension.

 

C'est vrai qu'en commission, on a eu un débat sur les chiffres afin de connaître le nombre d'indépendants qui en bénéficieraient. Un chiffre supérieur à 400 000 personnes a été cité. Le collègue Delizée a donné d'autres chiffres allant de 150 000 à beaucoup moins. Il est évidemment nécessaire de disposer, à un moment donné, d'une évaluation chiffrée de l'impact de cette mesure et surtout du profil d'indépendant que cela va toucher.

 

En effet, nous le savons tous ici et nous le répétons assez souvent en commission de l'Économie: environ un tiers des indépendants de notre pays vivent aujourd'hui, autour du seuil de pauvreté. C'est une situation que nous souhaitons tous améliorer. Nous devrons donc avoir ce débat sur le nombre de bénéficiaires.

 

Nous demandons également une évaluation, dans un an par exemple, sur la façon dont cette mesure sera accueillie par les indépendants eux-mêmes. Quel type? Quel profil d'indépendant? Seront-ce vraiment les 3 ou 4 % les plus riches ou l'accueil sera-t-il plus large comme cela fut le cas pour la PCLI? Il importera d'avoir ce débat.

 

Nous sommes désireux de pouvoir mesurer l'efficacité de cette mesure, parce que nous partageons son objectif politique d'augmenter la pension des indépendants. De nouveau, ce n'est peut-être pas le chemin que nous aurions privilégié. Parce que nous estimons qu'elle va quand même dans la bonne direction, parce que nous sommes demandeurs d'une évaluation de l'efficacité de la mesure, parce qu'elle va clairement améliorer la situation de dizaines de milliers d'indépendants dans ce pays et réduire les inégalités de traitement, mon groupe et moi soutiendrons ce projet de loi.

 

20.08  Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, chers collègues, je serai bref car la discussion en commission a été relativement constructive et consensuelle.

 

Le projet de loi à l'examen a donc trait à une matière qui nous est chère, à savoir le statut social des indépendants.

 

Nous sommes éminemment favorables à l'amélioration de ce statut, ce d'autant que, lors de l'examen du projet de loi et des interventions des fédérations patronales ou professionnelles des indépendants ou des organismes représentatifs, nous avons pu constater que ces derniers y étaient également favorables.

 

Si le texte, tel qu'il nous est proposé, met fin à un certain type de discrimination, il est surtout question d'une harmonisation du statut des indépendants afin que ceux-ci puissent bénéficier d'une meilleure pension. Cela met donc fin à la différence qui existait en termes de droit à la pension entre les indépendants établis en personne physique et ceux établis en société.

 

Nous poursuivons également l'objectif politique qui vise l'alignement de la pension pour les travailleurs indépendants par le biais de ce deuxième pilier qui nous est proposé et qui sera proposé aux indépendants, aux conjoints indépendants, aux indépendants à titre complémentaire.

 

Voilà les raisons pour lesquelles, comme nous l'avons fait en commission, nous soutiendrons le texte qui nous est présenté.

 

20.09  Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, je tenais à vous dire que MM. Van Overtveldt, Ducarme et moi-même sommes heureux de vous présenter un projet de loi qui améliore le statut des indépendants et qui va dans le sens d'une généralisation du deuxième pilier ainsi que des pensions complémentaires. À nos yeux, c'est essentiel.

 

À cet égard, je voudrais rappeler quelques points importants. Tout d'abord, il s'agit de la philosophie des pensions complémentaires. Sur le plan sémantique, cette notion implique l'idée de complément. Sinon, cela s'appellerait autrement. L'objectif est que les personnes qui se constituent un complément de pension puissent vivre leur retraite d'une manière proche du mode de vie qui était le leur lorsqu'elles travaillaient.

 

Bien entendu, notre intention n'est pas d'opposer la pension légale et la pension complémentaire, mais plutôt de travailler sur la complémentarité. Il va de soi que le renforcement de la pension légale est absolument essentiel. Nous l'avons fait, en revalorisant la pension minimum – comme l'a rappelé M. Friart. Elle a été augmentée non seulement pour les salariés, mais encore plus pour les indépendants: 160 euros par mois depuis le début de la législature – pour une pension complète qui, aujourd'hui, s'élève à 1 220 euros, un montant au-dessus du seuil de pauvreté pour une personne isolée. C'est, au demeurant, l'un des objectifs que nous voulions atteindre.

 

Ensuite, que les pensions complémentaires concernent les salariés, les dirigeants d'entreprise ou, désormais, les personnes physiques indépendantes, elles restent proportionnelles au salaire. C'est la définition même de la règle des 80 %, qui permettra à celui qui perçoit un salaire élevé de cotiser davantage – c'est incontestable. La proportion est établie à partir de cette règle, puisqu'il s'agit de faire augmenter le taux de remplacement, lequel est toujours calculé en fonction du salaire.  

 

Forcément, si vous avez un salaire moyen, le taux de 80 % vous permettra d'avoir une pension moyenne. Si vous avez un salaire bas, le taux de remplacement vous permettra d'avoir une pension en ligne avec votre dernier salaire. C'est un fait. Si vous avez un salaire élevé, le taux de remplacement et la règle des 80 % vous permettra d'augmenter davantage votre pension complémentaire et vous obligera aussi à payer un peu d'impôts. Il faut le rappeler de temps en temps. Voici donc pour rappeler la philosophie de la pension complémentaire. Cela répond à l'argument de M. Delizée, me semble-t-il. Et je complète en disant que M. Delizée a raison d'insister sur les pensions les plus basses. Je suis parfaitement d'accord avec cela mais c'est essentiellement le rôle de la pension légale qu'il faut revaloriser progressivement et de façon compatible avec l'ensemble des budgets de l'État.

 

Dans toutes les réformes de pension que nous menons, nous visons à aller vers davantage d'égalité et vers moins de discrimination, à supprimer progressivement des situations injustes. Il y en a dans le système de pension actuel. Vous savez comme moi que des personnes qui ont travaillé toute leur vie comme indépendant ont parfois des pensions inférieures à des personnes qui ont travaillé beaucoup moins. Nous voulons lutter contre toutes ces discriminations.

 

En l'occurrence, une discrimination existait entre les dirigeants d'entreprise, d'une part, et les personnes physiques, d'autre part. Il existait une discrimination entre ceux qui n'avaient pas droit à une pension complémentaire et ceux qui y avaient droit. Nous supprimons cette discrimination. C'est important!

 

Combien de personnes cela va-t-il concerner? C'est de nouveau la règle des 80 % qui le détermine. Et par la force des choses, si des personnes ont des revenus qui ne leur permettent pas d'aller au-delà de la PLCI, par exemple, elles ne participeront pas à une pension complémentaire.

 

Cela dit, le statut d'indépendant a une particularité: le revenu n'est pas fixe. Par conséquent, quand on dit que potentiellement 430 000 personnes sont concernées par la mesure, c'est totalement exact. De fait, monsieur Delizée, vous ne pouvez pas préjuger que l'une ou l'autre de ces 430 000 personnes ne va pas, un jour, par son activité d'indépendant, générer des revenus importants. Et, comme la règle des 80 % s'applique sur la moyenne des trois dernières années de salaire, cela fluctue évidemment au cours de sa carrière.

 

Il est possible pour un indépendant de ne pas cotiser pendant toute sa carrière, mais de cotiser au moment où il peut le faire. C'est la spécificité même du statut de l'indépendant, qui n'a pas un revenu fixe et qui n'est pas nécessairement concerné pendant toute sa carrière. On ne peut pas préjuger de cela. On doit rester dans des estimations correctes. Dès lors, nous avons prévu un système de monitoring pour suivre l'évolution des aspects budgétaires et fiscaux de cette mesure. Voilà les quelques remarques que je souhaitais faire, monsieur le président.

 

En conclusion, l'objectif est d'aller vers davantage de généralisation du deuxième pilier, et vers davantage d'harmonisation entre les régimes. Cette mesure y contribue. Elle fait également en sorte que le passage en société, pour un indépendant, ne soit pas dicté essentiellement par des problèmes de pension, mais repose sur des paramètres économiques relatifs à l'activité de l'indépendant. Nous savons que de nombreux indépendants décident de passer en société, notamment pour l'aspect pension complémentaire. Ce n'était pas très logique, et ce n'était pas bon pour les communes, monsieur Delizée. Je sais que vous êtes municipaliste également. Les recettes des communes viennent des personnes physiques et non des sociétés. Ce projet est plutôt favorable aux communes. C'est un effet indirect, mais réel, que je souhaitais mettre en avant par cette ultime remarque. Je vous remercie de votre attention.

 

M. Ducarme et/ou M. Van Overtveldt souhaite(nt) sans doute apporter un complément d'information.

 

20.10 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, ik dank mevrouw Smaers en de heer Klaps voor hun steun hier en in commissie. Natuurlijk, mijnheer Klaps, wij zijn het eens: de informatieplicht zal voor de sector niet zwaar of nutteloos zijn. Hiermee wordt wel gegarandeerd dat de verzekeringsnemers een correcte keuze maken.

 

Je voudrais également indiquer d'emblée à M. Casier que le projet a été distribué non pas le lundi, mais le vendredi. Il était en ligne le vendredi 19. Les amendements auxquels vous faisiez allusion n'ont pas été déposés par le gouvernement mais par la majorité parlementaire.

 

Sur certains projets les clivages sont dépassés. C'est assez rare pour être souligné. Je voudrais donc remercier l'objectivité de M. Vanden Burre et de M. de Lamotte. Celui-ci a indiqué – c'est important de le relever – que l'ensemble des organisations représentatives des indépendants sont favorables à ce projet.

 

Monsieur Délizée, cela signifie tout de même quelque chose. Nous pouvons être d'accord sur un certain nombre d'éléments. C'est l'objet de toute l'action de ce gouvernement en matière d'amélioration du statut social des indépendants. Sans revenir sur l'ensemble des mesures, je peux rappeler ce que nous avons fait concernant les mois de carence, les indemnités de maladie, qui ne sont plus versées après un mois mais après 14 jours; ce que nous avons voté ici, encore il y a une quinzaine de jours, sur les nouveaux seuils pour les indépendants, la diminution de seuils pour les starters indépendants.

 

Il est clair que ce sont des mesures qu'aujourd'hui, dans cette législature, nous sommes à même de prendre, ce qui n'était pas nécessairement le cas – ces politiques en faveur des indépendants et de leur statut social – par le passé.

 

Et moi, monsieur Delizée, je vous sais, en tant que socialiste, opposé aux discriminations. Je m'étonne donc que vous et le groupe socialiste, alors que nous mettons ici fin à une discrimination, indiquiez votre intention de vous abstenir. Je ne le comprends pas et je pense que les indépendants auront du mal à comprendre que vous ne souteniez pas une nouvelle politique qui tend à mettre fin à une discrimination entre les indépendants et toutes les autres catégories de travailleurs.

 

Et je voudrais aussi, dans ce cadre-là, revenir sur ce que mon collègue M. Bacquelaine a indiqué. La vie d'un indépendant, on le sait, n'est pas un "long fleuve tranquille". Il y a des moments plus florissants, d'autres plus difficiles, et il faut donc observer la carrière d'un indépendant non pas de manière statique, mais dynamique; ce que vous ne faites pas pleinement, je pense.

 

Des indépendants qui, à un moment T, n'auront sans doute pas la possibilité d'épargner pour le deuxième pilier de pension, pourront le faire à un autre moment. Encouragés sans doute davantage par le fait qu'ils pourront cotiser pour les 10 ans qui précèdent, de manière rétroactive, et non pas uniquement pour l'année N. C'est un élément important et j'ai le sentiment que vous ne le considérez pas pleinement.

 

Un point aussi par rapport à M. Vanden Burre, dont je voudrais remercier le travail constructif, autant en commission qu'ici, en séance plénière. C'est vrai que vous avez des questions, monsieur Vanden Burre, par rapport aux possibilités qui seront celles de l'indépendant de travailler sur la branche 21 ou la branche 23, la branche 21 garantissant un revenu, la Branche 23 étant un produit plus risqué.

 

Il s'agit de laisser à l'indépendant le choix le plus large possible et de lui laisser une liberté supplémentaire.

 

Il me semble que ce projet, qui met fin à cette discrimination, sera un avantage pour les indépendants en leur offrant plus d'égalité au niveau de leur pension, même si de manière incompréhensible le PS s'abstient. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Collega's, vraagt iemand het woord voor een repliek?

 

Het woord is aan de heer Delizée.

 

20.11  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je serai bref, parce que je pense que le sujet ne nécessite certainement pas de polémique. Je pense que le jour où, collectivement, nous pourrons supprimer que des pensionnés aient des revenus inférieurs au seuil de pauvreté, nous aurons réellement supprimé de très grandes discriminations sociales. Je l'ai indiqué: pour nous, le premier pilier est la priorité. D'autres l'ont dit aussi. C'est un système plus solidaire. Nous pensons qu'il faut en tout cas instaurer un système plus solidaire entre les différentes classes de revenus des indépendants.

 

En ce qui concerne le levier fiscal complémentaire, il est évident que s'il y a des leviers fiscaux déductibles à 100 % et d'autres à 30 %, ce sont d'abord les outils à 100 % de déductibilité qui seront choisis. Les bénéficiaires potentiels de ce nouveau système seront les personnes qui auront épuisé les autres outils. Ce seront forcément celles et ceux qui ont les revenus les plus hauts. Les discriminations ne sont pas supprimées par ce projet, sauf, je le reconnais, entre personnes physiques et dirigeants d'entreprise.

 

C'est la raison pour laquelle nous nous abstenons. Ce n'est pas la voie que nous aurions choisie pour améliorer la pension des indépendants de manière générale. Je vous remercie.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2891/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2891/4)

 

Het wetsontwerp telt 72 artikelen.

Le projet de loi compte 72 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 72 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 72 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

21 Voorstel van resolutie over de absolute vereiste dat de door de regering besliste vervanging van de F16's wordt ingebed in een daadwerkelijk Europees defensie- en veiligheidsbeleid (2737/1-3)

21 Proposition de résolution visant à inclure impérativement le remplacement des F-16 décidé par le gouvernement dans une véritable politique européenne de la défense et de la sécurité (2737/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Sébastian Pirlot, Julie Fernandez Fernandez, Stéphane Crusnière, Eric Thiébaut, Jacques Chabot, Georges Dallemagne.

 

De commissie voor de Landsverdediging stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (2737/3)

La commission de la Défense nationale propose de rejeter cette proposition de résolution. (2737/3)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

De heer Vandenput is de rapporteur. Hij is niet aanwezig.

 

Wenst de heer Pirlot of een andere indiener te spreken? (Neen)

 

Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

22 Voorstel van resolutie teneinde te voorkomen dat toekomstige gevechtsvliegtuigen kernwapens kunnen vervoeren (2723/1-2)

22 Proposition de résolution visant à empêcher le transport d'armes nucléaires par les futurs avions de combat (2723/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Alain Top, Dirk Van der Maelen.

 

De commissie voor de Landsverdediging stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (2723/2)

La commission de la Défense nationale propose de rejeter cette proposition de résolution. (2723/2)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

Les rapporteurs étaient MM. Hellings et Crusnière, qui ne sont pas présents. On revient donc à M. Top.

 

Mijnheer Top, u krijgt het woord.

 

22.01  Alain Top (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, de kernwapens zijn de wereld nog lang niet uit. Dat bleek deze week nog met de Nuclear Posture Review van president Trump.

 

Ook voor het aantreden van president Trump lieten de Amerikanen weten dat zij het kernarsenaal willen moderniseren, en dit voor meer dan 1 miljard dollar.

 

Indien ons land vandaag of in de komende weken geen duidelijk signaal geeft, zullen ook de B61-kernbommen op ons grondgebied vernieuwd worden.

 

De wereld die wij voor ogen hebben voor onze kinderen en kleinkinderen, is uiteraard een veilige wereld, maar dan één zonder kernwapens.

 

Wij mogen ook niet vergeten dat de Verenigde Staten als enige land ter wereld kernwapens stationeert op andermans grondgebied. Bovendien steunen wij de Amerikaanse militaire industrie door de bommen op ons grondgebied te laten moderniseren. De winst gaat rechtstreeks naar Amerikaanse privébedrijven.

 

Collega's, sinds 2001 werden er ook kernwapens verwijderd uit Europa, onder andere in Griekenland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dat dit niet zou kunnen wegens internationale verplichtingen, is geen sluitend argument. Meer nog, sinds 7 juli 2017 ondertekenden 122 landen een internationaal kernverbod. Deze regering wenst, dixit het regeerakkoord, zowel nieuwe gevechtsvliegtuigen aan te kopen als inspanningen te leveren met het oog op de nucleaire ontwapening in de wereld.

 

Collega's, de logische conclusie uit deze beide passages zou kunnen zijn, zou moeten zijn, dat toekomstige gevechtsvliegtuigen geen kernbommen mogen vervoeren. Met andere woorden: het vervoeren van kernbommen moet worden uitgesloten.

 

De resolutie die voorligt, vraagt een verbod op de mogelijkheid de toekomstige gevechtsvliegtuigen, die mijn fractie voor alle duidelijkheid niet wenst, uit te rusten met de dual-usecapaciteit.

 

Collega's van de meerderheid, mevrouw Grosemans en de heer Vandenput gaven tijdens een debat, georganiseerd door Pax Christi in 2016, ook al aan dat wat hen betrof nieuwe gevechtsvliegtuigen geen nucleaire capaciteit nodig hebben.

 

Indien de toekomstige straaljagers die capaciteit niet bezitten, worden kernwapens in Kleine Brogel overbodig.

 

Collega's, gezien het regeerakkoord en de gelijklopende mening van enkele leden van de meerderheid verwacht ik dan ook dat wij vandaag via deze resolutie eindelijk een duidelijk signaal kunnen geven voor een kernwapenvrije wereld.

 

De voorzitter: Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

23 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit (2913/1-4)

23 Proposition de loi modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données (2913/1-4)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Carina Van Cauter, Sonja Becq, Peter Dedecker, Gilles Foret.

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

 

Mevrouw Özen, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2913/4)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2913/4)

 

Het wetsvoorstel telt 6 artikelen.

La proposition de loi compte 6 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

24 Verzending van een voorstel van resolutie naar een andere commissie

24 Renvoi d'une proposition de résolution à une autre commission

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018 en op vraag van de commissie, stel ik u voor het voorstel van resolutie (de heer Daniel Senesael, mevrouw Fabienne Winckel en de heer Jean-Marc Delizée) over de implementering van een gezamenlijke strategie om glyfosaat te verbieden, nr. 2856/1, te verwijzen naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing teneinde het toe te voegen aan de voorstellen betreffende bisfenol nr. 1228/1 en de hormoonverstorende stoffen nr. 1367/1.

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 février 2018 et à la demande de la commission, je vous propose de renvoyer à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société, la proposition de résolution (M. Daniel Senesael, Mme Fabienne Winckel et M. Jean-Marc Delizée) visant à mettre en oeuvre une stratégie concertée de suppression du glyphosate, n° 2856/1 afin de la joindre aux propositions relatives au bisphénol n° 1228/1 et aux perturbateurs endocriniens n° 1367/1.

 

Het voorstel werd op 11 januari 2018 verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw.

Cette proposition avait été renvoyée le 11 janvier 2018 à la commission de l’Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

25 Raad van State - Voordracht van twee Franstalige staatsraden

25 Conseil d'État - Présentation de deux conseillers d'État francophones

 

De lijsten met drie kandidaten voorgedragen door de Raad van State, voor de eerste en de derde vacante betrekking van staatsraad in het Franstalig kader, werden u meegedeeld tijdens de plenaire vergadering van 25 januari 2018.      

Les listes de trois candidats présentés par le Conseil d'État pour les première et troisième places vacantes de conseiller d'État dans le groupe linguistique francophone, vous ont été communiquées au cours de la séance plénière du 25 janvier 2018.

 

Aangezien beide voordrachten niet unaniem zijn, kan de Kamer van volksvertegenwoordigers, overeenkomstig artikel 70, § 1, achtste lid, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, binnen een termijn van ten hoogste dertig dagen vanaf de ontvangst van de mededeling van de voordracht, hetzij de door de Raad van State voorgedragen lijst bevestigen, hetzij een andere lijst met drie namen voordragen, die uitdrukkelijk wordt gemotiveerd.

La présentation n’étant unanime pour aucune des deux présentations, la Chambre des représentants peut, conformément à l’article 70, § 1er, alinéa 8, des lois sur le Conseil d’État coordonnées le 12 janvier 1973, dans un délai ne pouvant dépasser trente jours à compter de la réception de cette présentation, soit confirmer la liste présentée par le Conseil d’État, soit présenter une autre liste de trois noms qui fait l’objet d’une motivation formelle.

 

Na overleg met de fractievoorzitters, stel ik u voor geen alternatieve lijsten voor te dragen.

Après concertation avec les chefs de groupe, je vous propose de ne pas présenter de listes alternatives.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

26 Gegevensbeschermingsautoriteit - Oproep tot kandidaten

26 Autorité de protection des données - Appel aux candidats

 

Op 10 januari 2018 werd in het Belgisch Staatsblad de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevens­beschermings­autoriteit bekendgemaakt. Deze instelling is de opvolger van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Le 10 janvier 2018 est parue au Moniteur belge la loi du 3 décembre 2017 portant création de l’Autorité de protection des données. Cette institution succède à la Commission de la protection de la vie privée.

 

Artikel 7 van deze wet bepaalt dat de Gegevens­beschermings­autoriteit is samengesteld uit zes organen:

- een directiecomité;

- een algemeen secretariaat;

- een eerstelijnsdienst;

- een kenniscentrum;

- een inspectiedienst;

- een geschillenkamer.

L’article 7 de cette loi détermine que l’Autorité de protection des données se compose de six organes:

- un comité de direction;

- un secrétariat général;

- un service de première ligne;

- un centre de connaissances;

- un service d’inspection;

- une chambre contentieuse.

 

De Kamer van volksvertegenwoordigers dient de leden van het directiecomité, de leden van het kenniscentrum en de leden van de geschillen­kamer te benoemen. Zij worden benoemd voor een eenmaal hernieuwbare termijn van zes jaar.

La Chambre des représentants doit nommer les membres du comité de direction, les membres du centre de connaissances et les membres de la chambre contentieuse. Ils sont nommés pour un terme de six ans renouvelable une fois.

 

Gelet op artikel 110 van de wet dient uiterlijk een maand na bekendmaking van de wet, dus uiterlijk op 10 februari 2018, een oproep tot de kandidaten worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

En vertu de l’article 110 de la loi, un appel aux candidats doit être publié au Moniteur belge au plus tard un mois après la publication de la loi, donc au plus tard le 10 février 2018.

 

Er wordt ook een onafhankelijke reflectie­raad toegevoegd aan de Gegevens­beschermings­autoriteit waarvan de Kamer van volksvertegenwoordigers de samenstelling dient te bepalen en de leden dient aan te wijzen.

Un conseil de réflexion indépendant est également adjoint à l’Autorité de protection des données. Sa composition est fixée par la Chambre des représentants et ses membres désignés par elle.

 

Het directiecomité

Le comité de direction

 

Het directiecomité is samengesteld uit de directeur van het algemeen secretariaat, de directeur van de eerstelijns­dienst, de directeur van het kennis­centrum, de inspecteur-generaal en de voorzitter van de geschillen­kamer.

Le comité de direction se compose du directeur du secrétariat général, du directeur du service de première ligne, du directeur du centre de connaissances, de l’inspecteur général et du président de la chambre contentieuse.

 

Zij oefenen hun ambt voltijds uit.

Ils exercent leurs fonctions à temps plein.

 

Het directiecomité telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, de voorzitter van de geschillen­kamer uitgezonderd.

Le comité de direction compte autant de membres francophones que néerlandophones, le président de la chambre contentieuse excepté.

 

Het kenniscentrum

Le centre de connaissances

 

Het kenniscentrum is samengesteld uit zes leden en één directeur.

Le centre de connaissances est composé de six membres et d’un directeur.

 

Er zijn evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Ten hoogste twee derden van de leden is van hetzelfde geslacht.

Il y a autant de membres francophones que néerlandophones. Deux tiers des membres au maximum sont du même sexe.

 

De geschillenkamer

La chambre contentieuse

 

De geschillenkamer is samengesteld uit een voorzitter en zes leden waarvan:

- twee leden met grondige kennis op het vlak van de bescherming van persoons­gegevens;

- twee leden met grondige kennis op het vlak van administratieve geschillenprocedures;

- twee leden met grondige kennis op het vlak van informatie­veiligheid en informatie- en communicatie­technologie.

La chambre contentieuse se compose d’un président et de six membres dont:

- deux membres possédant des connaissances approfondies dans le domaine de la protection des données à caractère personnel;

- deux membres possédant des connaissances approfondies dans le domaine des procédures contentieuses administratives;

- deux membres possédant des connaissances approfondies dans le domaine de la sécurité des informations et des technologies de l’information et de la communication.

 

De zes leden van de geschillenkamer worden in een gelijk aantal benoemd per taalrol en minstens een lid moet een functionele kennis hebben van het Duits.

Les six membres de la chambre contentieuse sont nommés en nombre égal par rôle linguistique et au moins un membre doit posséder une connaissance fonctionnelle de l’allemand.

 

De benoemingsvoorwaarden voor de leden van het directiecomité, het kennis­centrum en de geschillen­kamer worden bepaald in de artikelen 36 en 38 van de wet van 3 december 2017.

Les conditions de nomination pour les membres du comité de direction, du centre de connaissances et de la chambre contentieuse sont précisées aux articles 36 et 38 de la loi du 3 décembre 2017.

 

Overeenkomstig artikel 50 van deze wet stelt de Kamer van volks­vertegen­woordigers de bezoldiging van de leden van het directie­comité en de vergoeding van de leden van het kennis­centrum en van de geschillen­kamer vast.

Conformément à l’article 50 de cette même loi, la Chambre des représentants fixe la rémunération des membres du comité de direction et l’indemnité des membres du centre de connaissances et de la chambre contentieuse.

 

Er werd een wetsvoorstel ingediend om de bezoldiging en de vergoedingen van de leden in de wet zelf op te nemen. We hebben dit zojuist besproken en de stemming zal straks plaatsvinden.

Une proposition de loi a été déposée afin de reprendre dans la loi même les rémunérations et indemnités des membres. Nous venons tout juste de l'examiner et le vote interviendra dans quelques instants.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018, stel ik u voor een oproep tot kandidaten bekend te maken in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2018 voor de mandaten van lid van het directie­comité, van het kennis­centrum en van de geschillen­kamer.

Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 7 février 2018, je vous propose de publier un appel aux candidats au Moniteur belge du 12 février 2018 pour les mandats de membre du comité de direction, du centre de connaissances et de la chambre contentieuse.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Voor de mandaten van lid van het directie­comité, stel ik voor dat de kandidaten die geen bewijs kunnen voorleggen van een functionele kennis van de andere landstaal en van het Engels via een taalcertificaat of via een bijkomend diploma in één van die talen, worden uitgenodigd voor een taalproef.

Pour les mandats de membre du comité de direction, je propose que les candidats qui ne peuvent fournir la preuve de la connaissance fonctionnelle de l’autre langue nationale et de l’anglais via un certificat linguistique ou un diplôme complémentaire dans une de ces langues, soient invités à passer un examen linguistique.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

27 Inoverwegingneming van voorstellen

27 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik die als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Demande d'urgence

Urgentieverzoek

 

27.01  Hendrik Vuye (Vuye&Wouters): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de dringende behandeling van het wetsvoorstel nr. 2926, ingediend door mevrouw Wouters en mijzelf, dat handelt over het inmiddels beruchte faciliteitenverhaal in Ronse.

 

Eind vorig jaar werd er een motie goedgekeurd in de gemeenteraad van Ronse, met de vraag om de faciliteiten af te schaffen. De motie werd goedgekeurd door het kartel CD&V/Groen, door de Open Vld en door de N-VA, dus de meerderheid. Vlaams Belang heeft de motie gesteund vanuit de oppositie en de sp.a heeft zich onthouden.

 

Wij vragen de urgentie om meerdere redenen. De gemeenteraad van Ronse heeft de motie goedgekeurd met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van oktober aanstaande. Het zou dus heel goed zijn dat de Ronsenaars weten waar zij aan toe zijn en weten of dit effectief gemeend is door CD&V, door Open Vld en N-VA, dan wel of dit, integendeel, slecht Ronsisch theater is, iets wat veeleer past bij het carnaval, wat wij in Ronse overigens "de bommels" noemen, dus niet carnaval. Ik wil dus weten of deze houding gemeend is of niet.

 

Ik zou graag hebben dat die problematiek minstens bespreekbaar is. De meerderheid, het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad vragen om gehoord te worden door de politici, om dat bespreekbaar te kunnen maken, om te kunnen aankaarten waarom die faciliteiten voor de stad Ronse bijzonder nefast zijn.

 

Daarom vraag ik de urgentie en ik verwacht zeker en vast de steun van mijn gewezen collega's van de N-VA. Ik heb immers in Knack gelezen dat twee van hen het letterlijk eens zijn met elk woord van ons voorstel. Ik veronderstel dus dat minstens deze twee copycats ons urgentieverzoek zullen steunen.

 

Le président: Je vous propose de vous prononcer par assis et levé sur la demande d'urgence. Je demande que ceux qui soutiennent l'urgence se lèvent.

 

De urgentie is verworpen bij zitten en opstaan.

L'urgence est rejetée par assis et levé.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 7 februari 2018, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel (de heren Stefaan Van Hecke, Marcel Cheron en Jean-Marc Nollet, mevrouw Evita Willaert en de heer Georges Gilkinet) tot verbetering van de toegang tot de juridische tweedelijnsbijstand, door de ter zake geldende inkomensmaxima te verhogen, nr. 2931/1.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

- het wetsvoorstel (de heren Gilles Vanden Burre en Kristof Calvo) tot uitbreiding van het overbruggingsrecht voor de zelfstandigen die hun activiteit vrijwillig stopzetten, nr. 2934/1.

- het wetsvoorstel (de heer Vincent Van Peteghem) tot wijziging van de wet van 27 mei 2014  betreffende de taalkaders voor sommige leden van buitenlandse wetenschappelijke medewerkers bij

arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale wetenschappelijke instellingen, nr. 2937/1.

Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw

- het wetsvoorstel (de heer Roel Deseyn c.s) tot wijziging van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie wat het gebruiksplafond betreft, nr. 2936/1.

Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 7 février 2018, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi (MM. Stefaan Van Hecke, Marcel Cheron et Jean-Marc Nollet, Mme Evita Willaert et M. Georges Gilkinet) améliorant l’accès à l’aide juridique de deuxième ligne par l’augmentation des seuils financiers d’accessibilité, n° 2931/1.

Renvoi à la commission de la Justice

- la proposition de loi (MM. Gilles Vanden Burre et Kristof Calvo) visant à étendre le droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants qui cessent volontairement leur activité, n° 2934/1.

- la proposition de loi (M. Vincent Van Peteghem) modifiant la loi du 27 mai 2014 relative aux cadres linguistiques pour certains collaborateurs scientifiques étrangers engagés par contrat de travail dans les établissements scientifiques fédéraux, n° 2937/1.

Renvoi à la commission l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture

- la proposition de loi (M. Roel Deseyn et consorts) modifiant la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques en ce qui concerne le plafond d’utilisation, n° 2936/1.

Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

28 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de M. André Frédéric sur "les places de stage pour les étudiants en médecine" (n° 236)

28 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer André Frédéric over "de stageplaatsen voor de studenten in de geneeskunde" (nr. 236)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société du 31 janvier 2018.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing van 31 januari 2018.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 236/1):

- une motion de recommandation a été déposée par M. André Frédéric;

- une motion pure et simple a été déposée par M. Dirk Janssens.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 326/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer André Frédéric;

- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Dirk Janssens.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

28.01  Benoît Dispa (cdH): Monsieur le président, notre collègue, Benoît Piedboeuf, est en mission. J'ai accepté de pairer avec lui.

 

28.02  Aldo Carcaci (PP): Monsieur le président, j'ai accepté de pairer avec Mme Kattrin Jadin.

 

28.03  André Frédéric (PS): Monsieur le président, je n'ai accepté de pairer avec personne mais je voudrais justifier la motion de recommandation que j'ai déposée.

 

Chers collègues, pour la énième fois, j'ai eu l'occasion, le plaisir et l'avantage d'interpeller la ministre de la Santé sur les places de stage pour les étudiants en médecine. Vous serez surpris de connaître sa réponse, à chaque fois identique: "Ce n'est pas de ma faute. C'est celle de Mme Onkelinx et de ses prédécesseurs."

 

Je ne sais pas si vous vous rendez compte de sa façon d'assumer ses responsabilités! Mais je comprends que dans les errements dont elle fait preuve, il soit plus facile de rejeter la faute sur les autres que d'assumer les choix opérés au quotidien. Ces choix consistent en des économies dans les budgets des soins de santé, sur le dos des malades, des institutions hospitalières et des professionnels de la santé.

 

Je vais donc rappeler, chers collègues – et vous devez être attentifs à ce problème qui nous touche tous du nord au sud et, en particulier, dans les zones rurales – qu'il y a un manque de places de stage. On annonce 2 000 étudiants en Fédération Wallonie-Bruxelles; c'est la double cohorte qui arrive. Il n'y a toujours pas de solution efficiente. J'ai beau la réclamer, il n'y en a pas. Celles qui sont mises sur la table sont qualifiées d'"absurdes" par la Fédération des étudiants francophones – je n'oserais pas me permettre de le dire – et de "scandaleuses" par l'ABSyM.

 

Que recommandons-nous? Je suis sûr que vous allez soutenir cette motion parce qu'elle soutient la ministre de la Santé pour obtenir les budgets suffisants afin de répondre à ce problème majeur. Il est recommandé de continuer à mener les concertations utiles avec les entités fédérées, les représentants des universités, les étudiants, les syndicats médicaux afin que des réponses adéquates puissent être trouvées face au manque de places de stage ou de maîtres de stage et de moyens financiers en raison de la double cohorte. En deuxième lieu, il est recommandé de dégager les budgets nécessaires et de mettre rapidement sur la table des solutions afin d'assurer l'avenir de l'ensemble des étudiants en médecine en leur garantissant des places de stage de qualité.

 

Une recommandation, monsieur le président, qui se veut sage, réfléchie et qui soutient la ministre. Je ne doute pas que je vais rencontrer le soutien d'une grande majorité de mes collègues. 

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

73

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

126

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

De heer Vercamer heeft voorgestemd.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

Monsieur Nollet, vous demandez la parole concernant  l'ordre des travaux?

 

28.04  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, un doute réside sur le fait que la majorité ne soit pas en nombre et ce, malgré le comptage des deux pairages.

 

Je vous demande d'organiser, comme la dernière fois, le vote qui nous permettra de clarifier la situation.

 

28.05  Marcel Cheron (Ecolo-Groen): Les bons comptes font les bons amis!

 

28.06  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je peux compléter ma demande par ce qui s'est passé cette semaine en Conférence des présidents et qui nous a été relaté par M. Laaouej, qui est absent aujourd'hui. Manifestement, lorsqu'il s'agit de respecter les droits minimaux de l'opposition, cela n'est pas pris en considération. Il s'agit de faire droit au comptage et il m'apparaît important que l'on puisse le faire.

 

Le président: Soyez clair, monsieur Nollet! Que demandez-vous? Je constate que la Chambre est en nombre et que le vote a eu lieu.

 

Ik kan niets anders dan vaststellen dat de Kamer in aantal is.

 

Monsieur Nollet, je vous donne la parole pour la dernière fois.

 

28.07  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, le résultat du vote n'est plus affiché mais le vote affichait, semble-t-il, 73 voix pour. Je considère que deux pairages peuvent être ajoutés puisque deux pairages ont été annoncés. Cela fait 75, ce qui n'est pas 76.

 

Le président: M. Vercamer a ajouté son vote.

 

28.08  Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Je rajoute alors M. Vercamer que je n'avais pas compté eu égard au chiffre qui apparaissait là. Vous êtes juste 76, me semble-t-il, à ce moment-là.

 

Le président: Monsieur Nollet, la motion pure et simple a été adoptée en bonne et due forme. 

 

Het enige wat nu kan, is dat enkele leden het halfrond verlaten. Vervolgens kunnen we nagaan of wij al dan niet met 76 leden aanwezig zijn.

 

Ik kan nu niet anders dan voortgaan met de stemmingen. On continue les votes.

 

29 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Barbara Pas over "de discriminatie en de onvrede van de vrederechters uit Brussel en Halle-Vilvoorde" (nr. 249)

29 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de Mme Barbara Pas sur " la discrimination dont sont victimes les juges de paix de Bruxelles et Hal-Vilvorde et le mécontentement qui en résulte" (n° 249)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 31 januari 2018.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 31 janvier 2018.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 249/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Barbara Pas;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Goedele Uyttersprot en de heren Jean-Jacques Flahaux en Servais Verherstraeten.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 249/1):

- une motion de recommandation a été déposée par Mme Barbara Pas;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Goedele Uyttersprot et MM. Jean-Jacques Flahaux et Servais Verherstraeten.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

80

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

126

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

30 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol nr. 15 tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gedaan te Straatsburg op 24 juni 2013 (2835/1)

30 Projet de loi portant assentiment au Protocole n° 15 portant amendement à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, fait à Strasbourg le 24 juin 2013 (2835/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

123

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

127

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2835/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2835/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

31 Wetsontwerp houdende instemming met de Wijziging van het Protocol van Montreal inzake substanties die de ozonlaag aantasten, aangenomen te Kigali op 15 oktober 2016 (2852/1)

31 Projet de loi portant assentiment à l'Amendement au Protocole de Montréal relatif à des substances qui appauvrissent la couche d'ozone, adopté à Kigali le 15 octobre 2016 (2852/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

125

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

125

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2852/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2852/4)

 

32 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden over de Benelux Interparlementaire Assemblee, gedaan te Brussel op 20 januari 2015 (2863/1)

32 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique, le Grand-Duché de Luxembourg et le Royaume des Pays-Bas concernant l'Assemblée Interparlementaire Benelux, faite à Bruxelles le 20 janvier 2015 (2863/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

126

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2863/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2863/4)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

33 Wetsontwerp houdende instemming met de Samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Islamitische Republiek Afghanistan, anderzijds, gedaan te München op 18 februari 2017 (2865/1)

33 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération en matière de partenariat et de développement entre l'Union européenne et ses États membres, d'une part, et la République islamique d'Afghanistan, d'autre part, fait à Munich le 18 février 2017 (2865/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

122

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

3

Abstentions

Totaal

127

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2865/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2865/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

34 Wetsontwerp ter verbetering van de verkeersveiligheid (2868/4)

34 Projet de loi relatif à l'amélioration de la sécurité routière (2868/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

127

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

127

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2868/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2868/5)

 

35 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen en tot instelling van een aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijke persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers (2891/4)

35 Projet de loi portant des dispositions diverses en matière de pensions complémentaires et instaurant une pension complémentaire pour les travailleurs indépendants personnes physiques, pour les conjoints aidants et pour les aidants indépendants (2891/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

96

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

31

Abstentions

Totaal

127

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2891/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2891/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

36 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Landsverdediging van het voorstel van resolutie over de absolute vereiste dat de door de regering besliste vervanging van de F16's wordt ingebed in een daadwerkelijk Europees defensie- en veiligheidsbeleid (2737/1-3)

36 Proposition de rejet faite par la commission de la Défense nationale de la proposition de résolution visant à inclure impérativement le remplacement des F-16 décidé par le gouvernement dans une véritable politique européenne de la défense et de la sécurité (2737/1-3)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

 

36.01  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, j'expliquerai brièvement mon vote, puisque le débat a déjà eu lieu tout à l'heure.

 

Comme j'ai eu l'occasion de le rappeler, la décision relative au remplacement des F-16 doit tomber le 14 février. Au vu des réponses qui m'ont été apportées ces derniers jours, la proposition française semble compromise. Il nous restera donc, d'un côté, la proposition du Brexit et, de l'autre, la trumpiste – qui est deux fois plus coûteuse.

 

Chers collègues, le 14 février, c'est demain. Mais il n'est pas trop tard. Notre texte demande de relancer la procédure et, surtout, de renforcer et privilégier des collaborations militaires - tant sur le plan opérationnel et humain qu'industriel - avec les États membres de l'Union européenne.

 

Nous demandons également une implication forte des Régions dans cette loi de programmation militaire qui représente, rappelons-le, 9,5 milliards d'euros.

 

Chers collègues, si, comme nous, l'Europe de la Défense vous intéresse et si vous vous sentez concernés par les emplois dans la région, je ne doute pas que vous soutiendrez ce texte.

 

De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 9)

Ja

74

Oui

Nee

39

Non

Onthoudingen

14

Abstentions

Totaal

127

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 2737/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 2737/1 est donc rejetée.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

37 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Landsverdediging van het voorstel van resolutie teneinde te voorkomen dat toekomstige gevechtsvliegtuigen kernwapens kunnen vervoeren (2723/1-2)

37 Proposition de rejet faite par la commission de la Défense nationale de la proposition de résolution visant à empêcher le transport d'armes nucléaires par les futurs avions de combat (2723/1-2)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Vote/stemming 10)

Ja

75

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

126

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 2723/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 2723/1 est donc rejetée.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

(Mevourw De Wit heeft voorgestemd)

 

38 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit (2913/4)

38 Proposition de loi modifiant la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données (2913/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

123

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

125

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2913/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2913/5)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

(De heer De Wever heeft voorgestemd)

 

39 Goedkeuring van de agenda

39 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 22 februari 2018.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 22 février 2018.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 22 februari 2018 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 22 février 2018 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.30 uur.

La séance est levée à 18.30 heures.

 

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 54 PLEN 214 bijlage.

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 214 annexe.

 

 

 


  


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

073

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

049

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dewinter Filip, Dispa Benoît, Penris Jan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

080

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Demon Franky, De Roover Peter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

045

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Calvo Kristof, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

123

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

002

Nee

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Vuye Hendrik, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

125

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

124

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

122

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

002

Nee

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

Abstentions

003

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dewinter Filip, Penris Jan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

127

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

096

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel, Clarinval David, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Penris Jan, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

031

Onthoudingen

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Massin Eric, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Top Alain, Van der Maelen Dirk, Van Hees Marco, Winckel Fabienne

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

074

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non        

039

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Casier Youro, Chabot Jacques, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Devin Laurent, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lutgen Benoît, Massin Eric, Mathot Alain, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Top Alain, Van der Maelen Dirk, Van Hees Marco, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

014

Onthoudingen

 

Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Dispa Benoît, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hellings Benoit, Maingain Olivier, Nollet Jean-Marc, Penris Jan, Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

075

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Clarinval David, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demon Franky, De Roover Peter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Goffin Philippe, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Penris Jan, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Wollants Bert, Yüksel Veli

 

Non         

049

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Casier Youro, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Fernandez Fernandez Julie, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Top Alain, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wouters Veerle

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dispa Benoît

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

123

Ja

 

Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo, Casier Youro, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chabot Jacques, Cheron Marcel, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demon Franky, De Roover Peter, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Galant Isabelle, Gantois Rita, Geerts David, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lambrecht Annick, Lanjri Nahima, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Turtelboom Annemie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peteghem Vincent, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco