Plenumvergadering

Séance plénière

 

van

 

Donderdag 25 februari 2016

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Jeudi 25 février 2016

 

Après-midi

 

______

 

 


De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.

La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.

 

De voorzitter: De vergadering is geopend.

La séance est ouverte.

 

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

 

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Charles Michel; Kris Peeters, Willy Borsus.

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Maya Detiège, Karine Lalieux, Vanessa Matz, Dirk Van Mechelen, wegens gezondheidsredenen / pour raisons de santé;

Elio Di Rupo, Ahmed Laaouej (stemmingen / votes), wegens ambtsplicht / pour devoirs de mandat;

Rita Bellens, Stéphane Crusnière, Nahima Lanjri, OVSE / OSCE.

 

Federale regering / gouvernement fédéral:

Theo Francken, EU-Top / Sommet européen.

 

Délégation étrangère

Buitenlandse delegatie

 

Chers collègues, j'ai le plaisir de souhaiter la bienvenue au président du Parlement libanais, M. Nabih Berri. Puis-je vous demander de saluer M. le président? (Applaudissements)

Welcome, mister president.

 

Vragen

Questions

 

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister over "de herinvoering van de grenscontroles aan de Frans-Belgische grens in het kader van de migratiecrisis" (nr. P1017)

- mevrouw Katja Gabriëls aan de eerste minister over "de herinvoering van de grenscontroles aan de Frans-Belgische grens in het kader van de migratiecrisis" (nr. P1018)

01 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au premier ministre sur "le rétablissement des contrôles à la frontière entre la Belgique et la France dans le cadre de la crise migratoire" (n° P1017)

- Mme Katja Gabriëls au premier ministre sur "le rétablissement des contrôles à la frontière entre la Belgique et la France dans le cadre de la crise migratoire" (n° P1018)

 

01.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, het vluchtelingenkamp in Calais wordt binnenkort misschien ontruimd. Het risico bestaat dat de vluchtelingen de grens oversteken. Het is een bijzonder moeilijke situatie.

 

Is het nodig dat wij vermijden dat er aan de kust een soortgelijk vluchtelingenkamp ontstaat? Ja, absoluut. Is dat een reden om oorlogsvluchtelingen niet te helpen of geen eten te geven, zoals de CD&V-gouverneur had gevraagd, of om, zoals de burgemeester van Knokke heeft gezegd, een soort mini-Guantanamogevangenis op te richten? Nee, zeker niet! Het gaat om mensen, niet om beesten. Laten wij dus het hoofd koel houden. Daadkracht is nodig, menselijkheid evenzeer.

 

Mijnheer de eerste minister, bestaat die daadkracht in het opvoeren van de grenscontroles en het sluiten van de grenzen? Ik zou toch heel voorzichtig zijn. Europa moet vooruit. Wij mogen niet de weg achteruit kiezen, de weg van het Europa van de vorige eeuw, de weg van de verdeeldheid. Wij hebben niets tegen gerichte controles van transitmigranten, maar het volledig afsluiten van een grens of het systematisch invoeren van grenscontroles, dat is volgens mij een stap achteruit. Ik wijs ook op de economische kostprijs van een dergelijke maatregel.

 

Wat wij wel moeten doen, is, ten eerste, de oorlogsvluchtelingen met alle mogelijke middelen duidelijk maken dat zij asiel moeten aanvragen en, ten tweede, de mensensmokkelaars aanpakken. Ik heb recent het vluchtelingenkamp in Duinkerke bezocht. Het is precies op die twee punten dat de Franse overheid het helemaal heeft laten afweten. Als de vluchtelingen de Belgische kuststreek echt zullen bereiken, moet België beter doen op dat vlak. Wij hebben juridische teams nodig, met tolken die aan die mensen uitleggen wat hun rechten zijn en wat de asielprocedure precies inhoudt. Wij hebben politiemensen nodig die de mensensmokkelaars aanpakken. In het vluchtelingenkamp van Duinkerke wisten wij perfect waar die mensensmokkelaars zich bevonden, maar de Franse politie weigerde hen aan te pakken.

 

Mijnheer de eerste minister, welke zijn uw prioriteiten om de uitdaging van de transitmigratie aan te pakken?

 

Tot slot, verzoek ik u om het moreel kompas van uw regering in dezen scherp te stellen en daarover in de Kamer geen enkele twijfel te laten bestaan.

 

01.02  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, de grenzenproblematiek bereikte deze week ook ons land.

 

Zoals u weet, maar voor alle duidelijkheid, collega’s, Schengen is ook ons bijzonder dierbaar. Trouwens, zoals de heer De Vriendt al zei, het sluiten van de grenzen van alle lidstaten zou een regelrecht fiasco betekenen voor de Europese economie. Het kostenplaatje werd berekend op maar liefst 100 miljard euro per jaar.

 

Daarom, mijnheer de minister, moeten wij op Europees niveau volop inzetten op het afdwingen van de buitengrenzen, de hotspots en uiteraard op de verdeling over de verschillende lidstaten van de Europese Unie. Ik hoor trouwens dat uw staatssecretaris, de heer Francken, dit alles vandaag verdedigt op de vergadering met de Europese ministers voor Asiel en Migratie. Wij gaan ervan uit dat u dit standpunt ook zult verdedigen op de Europese top van maart.

 

Beste collega’s, ondertussen worden wij geconfronteerd met een zeer specifiek probleem, met name dat van asielzoekers die zich nu in Noord-Frankrijk bevinden en de grens dreigen over te steken. Deze mensen willen geen asiel aanvragen in Frankrijk. De meesten willen dat ook niet in ons land doen, voor alle duidelijkheid. Hun enige doel is het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Op zich vormt dat een zeer specifiek probleem. Wij moeten vermijden dat er ook bij ons illegale kampen ontstaan in de kuststreek. Versterkte grenscontroles in West-Vlaanderen en aan onze zuidgrens om die mensen te ondervangen lijken ons op dit ogenblik dus wel geoorloofd, als dat een tijdelijke oplossing is.

 

Laten wij duidelijk zijn, als daar mensen bij zijn die in ons land asiel willen aanvragen, vinden wij dat dit moet kunnen. Wij moeten wel de economische hinder van de controles tot een minimum beperken.

 

Daarom, mijnheer de eerste minister, de volgende vragen.

 

Ten eerste, vallen die grenscontroles wel degelijk onder de uitzonderingen die Schengen toelaat? Is dit afgetoetst? Werd dit besproken?

 

Ten tweede, hoe kunnen wij de economische hinder zo veel mogelijk beperken?

 

Ten derde, niet onbelangrijk, want gisteren is toch gesproken over 290 mensen, hoe zal uw regering de verhoogde inzet van politiecapaciteit bolwerken? Er bereiken ons verontrustende berichten van de lokale politiezones, aan wie gevraagd is om in te springen. Uit solidariteit is dat perfect mogelijk, maar een efficiënte inzet van middelen lijkt ons evident. Ik moet u niet vertellen dat als er politiemensen uit Limburg, Brabant of de Kempen moeten komen, dit vele overuren met zich brengt, en dat de druk op de lokale politiezones daardoor verhoogt.

 

01.03 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, dit is inderdaad een zeer delicate situatie.

 

De feiten zijn de volgende.

 

De laatste 16 of 17 jaren hebben wij in Frankrijk, in de omgeving van Calais, de ontwikkeling van illegale tentenkampen vastgesteld. Dat is dus niets nieuws. Wij hebben een paar weken geleden in België concrete en negatieve effecten van de situatie in de omgeving van Calais vastgesteld, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een nieuw kamp rond Grande-Synthe.

 

Een paar weken geleden heb ik het initiatief genomen, in naam van de regering, om contact op te nemen met de Franse eerste minister Valls om hem te vragen initiatieven te nemen en samen te werken om de situatie onder controle te houden, in het bijzonder met betrekking tot ons grondgebied. Wij zijn dus tevreden dat de Franse regering initiatieven neemt. Dat is een positief punt, dat wil ik zeer duidelijk stellen.

 

Natuurlijk, de onmiddellijke effecten zijn voelbaar in België. Wij hebben de laatste dagen een verhoging vastgesteld van de problematische situaties die het gevolg zijn van de situatie in de omgeving van Calais. Daarom hebben wij twee dagen geleden beslist om, in het kader van de Schengencode, de controle aan de grenzen maar ook in de omgeving van de zeehaven van Zeebrugge, te versterken. Wij hebben initiatief genomen via informatie aan de Franse regering. Ik heb dinsdag persoonlijk een telefoongesprek gehad met minister Valls. De heer Jambon heeft een telefoongesprek gevoerd met minister Cazeneuve. Er zijn ook contacten geweest op politioneel en operationeel niveau. Wij hebben gisteren een formele notificatie gestuurd aan de Europese Commissie, in overeenkomst met de Schengencode.

 

Ik zeg duidelijk dat wij er alles aan zullen doen om geen no-gozone in België te hebben en geen feitelijke illegale kampen te hebben.

 

Wij hebben ook vastgesteld dat de mensen die onderschept werden voor de overgrote meerderheid geen vragende partij zijn om asiel aan te vragen in België, maar wel de wil hebben om naar Groot-Brittannië te gaan. In de meeste gevallen gaat het over illegalen. Daarom pleiten wij voor een samenwerking met Frankrijk in het kader van een terugkeerbeleid, weliswaar een menselijk beleid maar duidelijk een terugkeerbeleid.

 

Kortom, wij zijn vastberaden om de situatie onder controle te houden. Dat zal niet gemakkelijk zijn want het gaat om een delicate situatie. Wij zijn van oordeel dat wij alles in het werk moeten stellen om feitelijke illegale tentenkampen op ons grondgebied te vermijden.

 

01.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, wij delen uw streven om vluchtelingenkampen bij ons aan de kust te vermijden, maar alleen grenscontroles zullen daartoe natuurlijk niet volstaan. De realiteit is genuanceerd en ik vraag u daarvoor aandacht te hebben.

 

Ik wijs erop dat het gaat om oorlogsvluchtelingen, die niet op de hoogte zijn van de bestaande asielprocedures. Ik meen dat wij ook een initiatief nodig hebben waarbij wij de burgemeesters in West-Vlaanderen steunen en hen bijstaan, zodat er opnieuw harmonie kan komen in de aanpak van het probleem, niet alleen in de methode, maar ook in de manier van communicatie en in de manier waarop wij praten over oorlogsvluchtelingen. Ook de Dienst Vreemdelingenzaken moet de kustburgemeesters bijstaan, om een zo goed mogelijke oplossing te bieden.

 

Wat de grenscontroles en het afsluiten van de binnengrenzen betreft, wij hebben heel lang gevochten voor de Europese idealen. Laten wij dan ook niet toegeven aan de angst om opnieuw binnengrenzen te installeren. Dat zal niets oplossen en het probleem alleen maar verschuiven. Wij hebben nuance en een voldragen oplossing voor die uitdaging nodig.

 

01.05  Katja Gabriëls (Open Vld): Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord.

 

Grenscontroles zijn uiteraard niet de enige oplossing, mijnheer De Vriendt. Die zijn slechts een maatregel in een heel pakket van maatregelen dat de regering heeft genomen.

 

Onze fractie pleit voor de tijdelijkheid van die maatregel. Uitzonderlijke omstandigheden vergen uitzonderlijke maatregelen, maar wij heffen Schengen zeker niet op. Wij vragen dan ook uitdrukkelijk dat de maatregelen die de regering heeft genomen en die ook in een Europees kader worden besproken in de komende weken zeker zouden terugkomen naar het Parlement en in de bevoegde commissie geëvalueerd zouden worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van de heer Jan Penris aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "de toekenning van de status van markteconomie aan China" (nr. P1019)

02 Question de M. Jan Penris au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "l'octroi du statut d'économie de marché à la Chine" (n° P1019)

 

02.01  Jan Penris (VB): Mijnheer de minister, vorige week werd sociale geschiedenis geschreven. Werkgevers en werknemers uit de maakindustrie zijn samen opgetrokken om aan te klagen dat de staalsector, een belangrijk deel van de maakindustrie, ook in Vlaanderen, wordt geconfronteerd met oneerlijke concurrentie vanuit het buitenland, met name China. China zou een dumpingbeleid voeren dat onze staalproducenten parten speelt.

 

Wij mogen het signaal van vorige week niet onderschatten, mijnheer de minister. Volgens mij is het geleden van midden jaren ’80 bij de Boomse Metaalwerken, in uw regio, dat werkgevers en werknemers nog eens samen zijn opgetrokken om hun terechte belangen te verdedigen.

 

Het dossier is heel complex. Ik heb helaas slechts twee minuten. Wat kunnen wij doen om aan de bekommernissen van die mensen tegemoet te komen? Het is een complex Europees dossier. Dat heb ik allang begrepen, maar u weet ook dat ik niet in Europa geloof. Ik ben zoals de heer Johnson, de goede vriend van uw goede vriend Bart De Wever, die ook nogal eurokritisch is.

 

Voor één keer – une fois n’est pas coutume – durf ik aan u te vragen wat de Belgische regering (sic) kan doen om aan de bekommernissen van de staalindustrie tegemoet te komen?

 

02.02 Minister Kris Peeters: Mijnheer Penris, ik ben het niet met u eens wat de visie op Europa betreft. Laat dat duidelijk zijn. Het is echter niet de eerste keer dat wij daarover grondig van mening verschillen.

 

Ik ben het echter wel met u eens als u opkomt voor de Belgische staalindustrie. De minister van Buitenlandse Zaken en de eerste minister hebben ter zake een brief geschreven aan de Europese Commissie om duidelijk te maken dat de dumping en oneerlijke concurrentie vanuit China niet kunnen. Ik heb zelf met mijn collega’s van Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Groot-Brittannië en Polen ook een brief geschreven aan de Europese Commissie om onze bezorgdheid over bepaalde zaken, zoals de dumpingpraktijken vanuit China in de staalsector, uit te drukken.

 

Ten tweede, u wijst er terecht op dat de Belgische staalindustrie rechtstreeks en onrechtstreeks zowat 25 000 mensen tewerkstelt. Zowel in Gent als in Genk gaat het over 6 400 jobs en in Luik 1 300. Zowel voor Wallonië, Vlaanderen als Brussel is het heel belangrijk ervoor te zorgen dat de staalindustrie met eerlijke wapens kan strijden.

 

Ik wil ook nog volgend punt maken. Naast de brieven die reeds werden geschreven, zullen wij op 18 april in het Egmontpaleis een high-level OESO-colloquium organiseren met 50 landen om de problematiek van de overcapaciteit in de staalsector te bespreken. Daar zullen zeker ook de dumpingpraktijken aan bod komen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik kom dan tot mijn laatste punt. De Europese Commissie zal een impact assessment uitvoeren. Wat zal de impact zijn wanneer men ook China erkent als een vrijemarkteconomie? De Europese Commissie zal drie scenario’s onderzoeken. Wij zullen dat van zeer nabij opvolgen en zeker onze stem laten horen.

 

Mijnheer Penris, wij zijn ernstig bezig met dit dossier. U hebt terecht de vraag gesteld naar de manier waarop België daarmee omgaat. Ik heb u gezegd welke acties wij reeds hebben ondernomen en welke wij nog zullen ondernemen.

 

02.03  Jan Penris (VB): Mijnheer de voorzitter, ik heb minister Peeters in dit Huis graag als sparringpartner want hij geeft altijd de antwoorden die ik hoop van hem te krijgen. Iets anders is de uitvoering van al die goede intenties.

 

Er is een liedje van The Strangers “ik zen bij de Chinees gon eten mor ik had m’n cens vergete”. Dat liedje eindigt in een enorme vechtpartij in dat Chinees restaurant. Die Chinezen hadden op dat moment gelijk, want die man had zijn centjes bij zich moeten hebben.

 

Ik meen dat de spelregels voor iedereen moeten gelden. Als ik naar de Chinees ga en ik vergeet mijn centen dan mag die Chinees boos zijn op mij. Als die Chinees echter naar mij komt dan moet hij de spelregels volgen die wij hem of haar opleggen.

 

Ik hoop, mijnheer de minister, dat u dit voor ons kunt afdwingen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le travail sur mesure" (n° P1020)

- Mme Evita Willaert au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le travail sur mesure" (n° P1021)

- M. Frédéric Daerden au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le travail sur mesure" (n° P1022)

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Olivier Maingain aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "werkbaar werk" (nr. P1020)

- mevrouw Evita Willaert aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "werkbaar werk" (nr. P1021)

- de heer Frédéric Daerden aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "werkbaar werk" (nr. P1022)

 

03.01  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le ministre, l'annonce de votre programme intitulé Travail faisable et agilité dans l'emploi – termes utilisés dans la version française – a retenu l'attention. Il est vrai qu'un certain nombre de ces mesures méritent débat, même si, pour certaines d'entre elles, on se dit déjà que vous avez perdu des occasions, notamment au moment de la réforme fiscale quand vous préconisez d'élargir les avantages liés aux voitures de société à d'autres modes de transport, éventuellement avec une enveloppe financière qui serait mise à disposition du travailleur. La réforme fiscale eut été la bonne occasion de revoir la fiscalité sur la mobilité et de prévoir des modalités, mais vous avez laissé passer l'occasion.

 

On ne retrouve pas davantage dans votre programme, ou en tout cas de manière très synthétique, des mesures d'accompagnement du prolongement du temps de travail des travailleurs les plus âgés. Quand on supprime le crédit-temps, incontestablement on porte atteinte à cette flexibilité qui serait là au bénéfice des travailleurs.

 

Il y aurait lieu d'abord – et je ne sais si vous l'accepterez – d'organiser un véritable débat de fond sur vos propositions au parlement, dans une commission.

 

Et puis, je voudrais savoir quel parcours politique vous allez faire suivre à vos propositions. Une table ronde avait été lancée au sein des partenaires sociaux, en juin dernier, sur le concept de travail faisable. Ce travail, qui a été accompli, est-il abandonné? Sert-il encore de référence? Allez-vous donner un délai pour que les partenaires sociaux examinent vos dix propositions? Quels sont exactement les documents que vous allez soumettre aux partenaires sociaux? Ce que nous avons comme communication par voie de presse est trop succinct pour avoir une information technique poussée. Acceptez-vous que le parlement puisse recevoir ce que vous allez transmettre aux partenaires sociaux? Á quel moment considérerez-vous que les partenaires sociaux doivent avoir abouti pour éventuellement passer à une phase plus parlementaire et politique au niveau gouvernemental?

 

03.02  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, deze morgen stelde de Ecolo-Groenfractie het sociaaleconomische rapport van 500 dagen Michel voor. Een van de indicatoren die op rood staan, is het welzijn op het werk. Mijnheer de minister, daarom zijn wij blij dat u het voorbije weekend eindelijk, na 500 dagen regeren, een plan rond werkbaar werk hebt gelanceerd.

 

Eerlijk gezegd, wij vinden in dat plan een aantal interessante voorstellen terug, zoals het mobiliteitsbudget. U weet dat wij daarover een heel concreet voorstel hebben alsook een voorstel over een statuut voor freelancers. Helaas zien wij echter ook dat de voorstellen die u doet, opnieuw gaan over zaken die het werk omkaderen, zoals verlof. Zij zijn belangrijk, maar werkbaar werk gaat voor ons ook over wat op de werkvloer zelf gebeurt, namelijk over gezonde, werkbare werkomgevingen.

 

Onlangs verklaarde u in de commissie dat u bereid was voorstellen daaromtrent, ook van de oppositie, mee te nemen. Naar aanleiding van de tweede rondetafelconferentie over werkbaar werk hebben wij een tienpuntenplan rond de werkbare werkorganisaties gelanceerd. Wij merken nu echter dat u in uw plan niets van ons tienpuntenplan hebt meegenomen, wat spijtig is. Het is immers heel logisch dat werkbaar werk vooral gaat over wat op de werkvloer zelf gebeurt en over de werkomstandigheden waarin mensen moeten werken. Pas dan zullen wij immers merken dat werknemers minder snel ziek worden en minder vroegtijdig uitvallen.

 

Natuurlijk weten wij dat beleidsmakers niet moeten inbreken in wat op de werkvloer, in een bedrijf of in een organisatie gebeurt. Het is echter wel de verantwoordelijkheid van de overheid om de transitie naar meer werkbare werkvloeren te ondersteunen en te stimuleren. De overheid moet ter zake geen extra regeltjes opleggen. Zij heeft echter wel de verantwoordelijkheid om op dat vlak een partner, een katalysator en een inspirator te zijn. Jammer genoeg vinden wij dat tot op heden in uw plan niet terug.

 

Ik heb een aantal concrete vragen.

 

Wat is de timing van uw plan? Hebt u de goedkeuring van uw regering om met het plan door te gaan? Wanneer gaat u van start?

 

Zullen de sociale partners over het plan worden gehoord? Hebt u al een idee wat hun mening over uw plan is? Zullen zij nog aanpassingen kunnen aanbrengen?

 

Tot slot, bent u bereid in ons een partner te zien, om mee de transitie te maken en ervoor te zorgen dat werk voor mensen op hun werkvloer zelf effectief gezonder en werkbaarder wordt, zodat mensen minder vroegtijdig uitvallen?

 

03.03  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre de l'Emploi, après toutes les décisions prises par le gouvernement sur le dos des travailleurs (saut d’index, pension à 67 ans), votre annonce du chantier du werkbaar werk m’a amené à avoir de l’espoir. Vous aviez compris la nécessité d’adapter les conditions de travail, notamment pour permettre aux travailleurs aînés de gérer et d’assumer leur fin de carrière, pour permettre aux travailleurs les plus jeunes de mieux concilier leur vie privée et leur vie professionnelle. Cette réforme allait être portée par vous qui êtes le meilleur défenseur de la concertation sociale au sein du gouvernement. Comprenez mon espoir! Aujourd’hui, je suis inquiet, mais pas encore déçu, car rien n’est fait.

 

Vous annoncez dix propositions, avant concertation avec les partenaires sociaux. Que visent ces propositions? Une flexibilité maximale sur le dos des travailleurs, un statut de travailleur autonome pour légaliser les faux indépendants, des intérimaires à durée indéterminée pour précariser à vie nos jeunes. Et vous dites qu’en l’absence d’accord, ces propositions passeront en force au parlement.

 

Monsieur Peeters, vous ne pouvez pratiquer de la sorte. Rassurez-nous! Telle n’est pas votre volonté, votre objectif. Il ne s’agit que d’un petit ballon d’essai. Vous allez donner à la concertation toutes ses chances. Vous allez lui laisser son rôle, et surtout mettre en place toutes les conditions pour aboutir à un accord. Quelle procédure allez-vous réellement suivre, dans le respect de nos interlocuteurs sociaux?

 

03.04  Kris Peeters, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je suis très heureux que vous posiez aujourd'hui des questions sur ce thème très important, quant à la faisabilité et la flexibilité.

 

Monsieur Maingain, j'ai ici la note en français et en néerlandais Meer werkbare jobs met regels op maat. Je la tiens évidemment à la disposition de chaque parlementaire. Je peux la remettre au président de l'assemblée.

 

Ik wil ook onderstrepen dat wij twee rondetafels hebben gehouden. Nous avons organisé deux tables rondes avec un total de plus de cinquante idées, mesures. Van die ideeën heb ik geprobeerd om de meest innovatieve en de meest appellerende mee te geven.

 

Monsieur Daerden, je suis d'accord pour dire que cette liste n'est pas exhaustive. J'ai d'ailleurs l'intention de demander aux partenaires sociaux mais aussi à la commission des Affaires sociales d'ajouter d'autres mesures. Ce n'est pas limité aux mesures qui sont reprises dans la note.

 

Ik heb getracht de meest appellerende ideeën mee te geven. Ook heb ik aangegeven waarop we volgens mij vroeg of laat antwoord moeten geven. Zo begrijp ik dat u bezorgd bent over de freelancers, maar ik stel vast dat die groep in aantal alsmaar toeneemt. Het gaat dan niet over schijnzelfstandigen, maar over een nieuwe groep. Wij vragen ons af of die groep onder het statuut van werknemer dan wel van zelfstandige thuishoort en wij gaan na wat we daaromtrent kunnen doen.

 

Mevrouw Willaert, ik blijf herhalen dat elk goed idee en elk goed voorstel van de meerderheid en zeker ook van de oppositie het waard is om te onderzoeken. Dat is mijn ingesteldheid en die zal ik blijven aanhouden. Het is dus zeker niet mijn bedoeling om voorstellen van de oppositie, enkel omdat ze van de oppositie komen, niet mee te nemen. Goede voorstellen kunnen altijd nader worden besproken.

 

Ik heb geprobeerd om datgene wat in het verleden heeft gefunctioneerd, te moderniseren en te actualiseren.

 

Monsieur Daerden, vous connaissez très bien les expériences et les projets-pilotes de M. Hansenne réalisés en 1982.

 

De heer Hansenne heeft gezegd een wettelijk kader te zullen creëren binnen hetwelk akkoorden tussen werkgevers en werknemer kunnen worden afgesloten om innovatief te werken. Concreet betekent dit dat we een menu zullen opmaken. Hopelijk zal dit gebeuren door de sociale partners. Ik zal immers de Groep van Tien vragen om een menu op te maken, waarin we zeker de elementen van het regeerakkoord zullen aanbrengen. We zullen zeker ook de sociale partners de mogelijkheid geven om dat aan te vullen.

 

Op basis van dat menu, dat ook zal worden opgenomen in het wetgevend kader, zal er op sectoraal niveau en op ondernemingsniveau met het akkoord van werknemers en werkgevers kunnen worden gekozen voor bepaalde delen van het menu. Dit werd toegepast in 1982 met KB nr. 179, een volmachten-KB. Ik hoop dat op die manier de innovatie kan toenemen.

 

Monsieur Maingain, vous m'interrogez sur le timing. J'espère pouvoir travailler aussi vite que possible.

 

Dit werd ook opgenomen in het mooie schema: er volgen bilaterale contacten met de sociale partners in de loop van de komende dagen. Wij hebben al met experten rond de tafel gezeten en zullen dat blijven doen. We zijn volop bezig met het opstellen van een wetsontwerp. Dat wordt natuurlijk ook verder bekeken in de regering. Ik hoop het nog vóór het zomerreces hier te kunnen bespreken. Waarom is nu die timing zo strikt? Als wij nog een IPA willen afsluiten tegen het einde van het jaar, als wij ervoor willen zorgen dat de sectoren op sectoraal niveau cao’s kunnen afsluiten, dan zal dat in het voorjaar 2017 kunnen gebeuren. Dat is een vrij strak schema.

 

Pour avoir des mesures concrètes au niveau des entreprises et des secteurs, nous avons besoin d'initiatives innovantes.

 

Ik hoop dat we op deze manier daar ook aan kunnen bijdragen.

 

03.05  Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse très franche et très ouverte et je vous prends au mot.

 

En effet, il n'est pas coutumier que nous entendions le gouvernement déclarer qu'il est disposé à soumettre – peut-être également à la concertation sociale – les propositions qui viendraient de groupes ne siégeant pas dans la majorité. Pour ma part, je suis preneur.

 

Si vous acceptez que la commission des Affaires sociales se réunisse et qu'elle prenne en compte les différentes propositions émanant de tous les groupes politiques représentés au sein de cette assemblée, il conviendrait alors que vous acceptiez aussi de les soumettre à la concertation entre partenaires sociaux. Un intérêt peut se manifester pour d'autres pistes que celles que vous avez énumérées.

 

Votre sens de l'ouverture vous honore. J'espère que le résultat sera à sa mesure, avec la prise en considération de propositions venant d'autres bancs que ceux de la majorité.

 

03.06  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u geeft aan dat u de meest appellerende ideeën hebt meegegeven en dat u het de moeite waard vindt ook voorstellen van de oppositie te onderzoeken. Het kan dan toch ook niet ontbreken aan voorstellen inzake werkbaar werk op de werkvloer zelf. Als minister van Werk moet u daar bij uitstek een visie rond hebben, zeker in een regering waarin men mensen verplicht om langer te werken.

 

Waarom expliciteert u zelf niet hoe zo’n werkbare werkomgeving eruit kan zien, van degelijk naar kwaliteitrijk tot excellente jobs? Men doet dat al heel lang in Finland, ik vind dat hier niet ter plaatse uit. Waarom schuift u geen meetbare doelstelling naar voren om het aantal slopende jobs naar beneden te brengen? Ik meen dat dit zeker mogelijk is. Waarom versterkt u geen bestaande initiatieven zoals bijvoorbeeld Flanders Synergy? We hebben daar een heel interessant bezoek aan gebracht met de commissie voor de Sociale Zaken.

 

Ik meen dat er meer van dat nodig is om bedrijven en organisaties te ondersteunen in die transitie. Wij zijn een partner daarin. Onze voorstellen liggen klaar. Ik meen dat we daar samen werk van kunnen maken want het kan echt wel anders dan op dit moment.

 

03.07  Frédéric Daerden (PS): Monsieur le ministre, vous pouvez compter sur nous. Nous contribuerons à la réforme par des propositions très concrètes pour améliorer les conditions de travail.

 

Il est reconnu que notre pays présente une grande flexibilité, et vous le savez, mais cet aspect est sous le contrôle des partenaires sociaux. C'est une réalité en Belgique. Ne mettez pas à mal notre équilibre et notre modèle social, basés sur la concertation!

 

Je terminerai en vous disant de ne surtout pas transformer votre projet de travail faisable en travail imbuvable.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van de heer Jan Spooren aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "het tijdskrediet" (nr. P1023)

04 Question de M. Jan Spooren au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "le crédit-temps" (n° P1023)

 

04.01  Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de minister, de regering heeft een aantal maatregelen genomen om de landingsbanen en het niet-gemotiveerd tijdskrediet aan banden te leggen. Volgens ons is dat terecht, want het niet-gemotiveerd tijdskrediet creëert heel wat moeilijkheden, vooral voor kmo’s, en jaagt de sociale zekerheid op hoge kosten. Voor alle duidelijkheid, het gaat over tijdskrediet dat uit vrije keuze wordt genomen, zonder dat er een onmiddellijke maatschappelijke of persoonlijke noodzaak tegenover staat.

 

Terzelfder tijd werd het gemotiveerde tijdskrediet, voor wie het echt nodig heeft dus, versterkt en uitgebreid met een periode van 12 maanden, van drie naar vier jaar. Volgens ons is ook die maatregel zeer terecht. De N-VA heeft daar trouwens altijd voor gepleit, want het gemotiveerde tijdskrediet dient om te zorgen voor een zwaar ziek kind of een zwaar hulpbehoevend familielid. Financieel is het een redelijk neutrale operatie, want anders zou die zorg verstrekt moeten worden door gespecialiseerde zorgverstrekkers. Er is sociaal en maatschappelijk ook duidelijk een grote meerwaarde aan verbonden.

 

Vandaag zien wij in de cijfers van de RVA dat, ondanks al die beperkende maatregelen, tussen het derde kwartaal van 2014 en het derde kwartaal van 2015 ongeveer 10 000 werknemers meer in het stelsel van tijdskrediet terechtgekomen zijn, verspreid over de drie categorieën. Dat is toch een beetje verontrustend, vandaar mijn vragen.

 

Als men het achteraf bekijkt, was de overgangsperiode voor de invoering van de maatregelen dan niet te lang, waardoor een aantal werknemers nog snel ongemotiveerd tijdskrediet heeft opgenomen, vooraleer de regelgeving inging?

 

Hoe kijkt u aan tegen de budgettaire gevolgen van die stijging? Zult u daarvoor corrigerende maatregelen nemen? Mijn berekeningen leren namelijk dat er voor 2015 een besparing gepland was van 23 miljoen euro. Met die stijging komen wij uit op plus 25 miljoen euro. Het gaat dus om bijna 50 miljoen euro. Hoe kijkt u daartegenaan? Wat zult u daaraan doen?

 

Hoe zult u in de toekomst controleren dat gemotiveerd tijdskrediet ook effectief gebruikt wordt voor wat het moet dienen, namelijk voor de verzorging van familieleden?

 

04.02 Minister Kris Peeters: Collega Spooren, het is juist dat wij een aantal belangrijke beslissingen hebben genomen inzake tijdskrediet en landingsbanen. Die beslissingen zijn in werking getreden op 1 januari 2015. Zo vervalt het recht op onderbrekingsuitkering in het kader van tijdskrediet zonder motief. Vanaf 1 januari 2015 is enkel nog tijdskrediet met zorgmotief of voor opleiding mogelijk en zijn ook andere mogelijkheden verstrengd. Die maatregel heeft al effect gesorteerd en zal dat blijven doen.

 

Collega, soms zijn de media onnavolgbaar. Ook al heeft de RVA zijn jaarverslag met alle cijfers en statistieken al een tijdje geleden op zijn website gepubliceerd, plots worden de cijfers voor bepaalde kranten frontpaginanieuws, waarna ze terugkomen in het halfrond.

 

Het is juist dat er in 2015 een stijging van 6,5 % en 2,8 % in respectievelijk de privésector en de publieke sector is vastgesteld. Wat mij en de RVA betreft, is die stijging te wijten aan het feit dat werknemers, nadat ze in 2014 geconfronteerd werden met de aankondiging dat bepaalde beslissingen in werking zouden treden vanaf 1 januari 2015, nog snel tijdskrediet hebben aangevraagd op basis van de oude wetgeving. Dat is geen nieuw fenomeen. Als er nieuwe maatregelen worden aangekondigd, probeert men elke keer daarop te anticiperen op het moment waarop dat nog kan, hier dus in 2014.

 

Budgettair heeft dat fenomeen natuurlijk een effect in 2015. De aanvragen tot tijdskrediet in 2014 zullen uiteraard budgettair meegenomen worden in het jaar 2015. Het effect ervan is goed voor ruim 16 miljoen euro. U vraagt of ik corrigerend zal optreden. Het antwoord is neen. Waarom niet? Ik doe dat niet, omdat in 2016 het aantal werknemers in tijdskrediet sterk zal dalen, zelfs onder het niveau van 2014 zakken.

 

Samenvattend, ik meen dat het positief is dat de maatregelen inzake tijdskrediet effect sorteren in de toekomst. Ook al voelen we nu het effect van het feit dat sommige werknemers nog van de oude maatregel in 2014 gebruik hebben gemaakt, is er geen enkele reden om de regels te verstrengen. Dat zal dan ook niet gebeuren. Bovendien hoeven we het effect budgettair niet te compenseren, want in 2016 en 2017 verwacht ik nog grotere budgettaire gevolgen. Dat is de uitleg die aan de cijfers kan en moet gegeven worden.

 

04.03  Jan Spooren (N-VA): Mijnheer de minister, ik geloof u graag. Ik hoop dat u gelijk krijgt en dat de cijfers inzake opname van tijdskrediet voor 2016 enorm zullen zakken.

 

Het is voor onze fractie heel belangrijk dat de engagementen die de regering neemt, niet alleen in wetgevend werk en beleidsmaatregelen worden omgezet, maar dat zij vooral ook het effect sorteren waarvoor ze bedoeld zijn. Ik ben blij dat u er alle vertrouwen in hebt dat dit het geval zal zijn.

 

Onze fractie rekent er ook op dat in dit domein de resterende maatregelen uit het regeerakkoord zullen worden genomen. Dan denk ik vooral aan de gelijkschakeling tussen de privésector en de overheidsdiensten wat het stelsel van loopbaanonderbreking betreft.

 

Dat is een belangrijke taak, die op dat domein ligt te wachten en u zult wat dat betreft in ons een heel loyale partner vinden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de fiscale akkoorden met ontwikkelingslanden" (nr. P1024)

- mevrouw Nele Lijnen aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de fiscale akkoorden met ontwikkelingslanden" (nr. P1025)

05 Questions jointes de

- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les accords fiscaux avec les pays en voie de développement" (n° P1024)

- Mme Nele Lijnen au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les accords fiscaux avec les pays en voie de développement" (n° P1025)

 

05.01  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, u hebt mij onaangenaam verrast met uw lage uithaal naar de ngo-medewerkers. U hebt mij ontgoocheld omdat u de uitgestoken hand van 11.11.11 afwijst. Ik kan dat niet begrijpen. Van een minister voor Ontwikkelingssamenwerking verwacht ik dat hij op de hoogte is van de diverse internationale studies die duidelijk maken dat de ontwikkelingslanden per euro die zij krijgen er gemiddeld tien mislopen door kapitaalvlucht.

 

Nog niet zo lang geleden, in 2015, becijferde UNCTAD dat door de fiscale hocus-pocus van grote bedrijven, de ontwikkelingslanden 100 miljard dollar aan inkomsten mislopen. Ook in 2015 kwam het IMF zelfs een tot hoger bedrag: 200 miljard dollar. Wat 11.11.11 heeft gedaan, mijnheer de minister, is niet meer maar ook niet minder dan op basis van 28 dubbelbelastingverdragen de internationale vaststellingen te becijferen. 11.11.11 komt uit op een bescheiden bedrag. Volgens mij is het hoger. 11.11.11 schat het verlies van die 28 landen op 35 miljoen euro.

 

Mijn vragen zijn de volgende, mijnheer de minister.

 

Ten eerste, bent u bereid opdracht te geven aan het Planbureau of aan het Rekenhof om voor de 41 dubbelbelastingverdragen die wij hebben met ontwikkelingslanden te becijferen welke middelen deze landen volgens algemeen aanvaardbare criteria mislopen?

 

Ten tweede, als wordt vastgesteld dat ontwikkelingslanden geld mislopen – en het staat vast dat dit zal worden vastgesteld – bent u bereid bij minister Van Overtveldt te pleiten voor het heronderhandelen van de dubbelbelastingverdragen?

 

05.02  Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, mijnheer Van der Maelen, dubbelbelastingverdragen zorgen voor een stabiel juridisch kader en dus voor rechtszekerheid voor bedrijven die willen investeren. Dat geldt ook voor bedrijven die in ontwikkelingslanden willen investeren. Wij geloven in het belang van economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Wij helpen ervoor te zorgen dat de plaatselijke overheden zelf een performant belastingssysteem kunnen genereren en zelf middelen kunnen inzetten. De lokale overheden kunnen die middelen vervolgens gebruiken om zelf onderwijs in te richten, zelf gezondheidszorg in te richten en zelf infrastructuur te ontwikkelen.

 

Beste collega’s, een dergelijke duurzame verbetering kan alleen met de hulp van de private sector. Ik sta dan ook volledig achter de visie van de minister van Ontwikkelingssamenwerking, minister De Croo, vanwege de inzet op meer investeringen om lokale gemeenschappen en overheden op een duurzame wijze te ondersteunen.

 

Daar gaat het vandaag ook over, mijnheer Van der Maelen. Ik doe alvast niet mee aan de ontketende heksenjacht van vandaag. Ik ben meer geïnteresseerd in de resultaten die onze minister daar wenst te behalen.

 

Mijnheer de minister, ik heb dan ook maar één vraag voor u: welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat onze partnerlanden geholpen kunnen worden om hun fiscaal systeem te optimaliseren en om zelf ook inkomsten te kunnen genereren?

 

05.03 Minister Alexander De Croo: Mijnheer Van der Maelen, u wilt graag een inhoudelijke discussie voeren en dat ben ik ook van plan, dus daar ga ik graag op in. Uiteindelijk gaat het over de vraag hoe we ervoor zorgen dat de lokale overheid voor haar eigen middelen kan instaan. De fiscaliteit is daarin een van de cruciale elementen. Dat noemt men domestic resource mobilisation.

 

Ik zal vier voorbeelden aanhalen die aangeven dat ons land daarin absoluut de leiding neemt op internationaal vlak en in de gebieden waar wij actief zijn.

 

Ten eerste, vernoem ik de conferentie Financing for development in Addis Abeba. Daar werd heel duidelijk gezegd dat de uitbouw van fiscale systemen een prioriteit moet zijn. Wij hebben ervoor gezorgd dat dit een cruciaal element geworden is. Er moet een evenwicht gevonden worden. Enerzijds, moet een overheid middelen kunnen binnenhalen, anderzijds moet er ook voor worden gezorgd dat die fiscaliteit redelijk is, want anders kan er nooit economische groei komen en zonder economische groei kunnen mensen niet vooruitgaan.

 

Ten tweede, wij zorgen ervoor dat de fiscale systemen uitgebouwd worden. Dat doen we bijvoorbeeld – jammer genoeg zijn we daar moeten stoppen – in Burundi met het Office Burundais des Recettes. Wij hebben er heel hard aan meegewerkt om dat samen uit te bouwen.

 

Ten derde, dit structureel verankeren in ons beleid. Een van de nieuwe partnerorganisaties die ik in mijn beleid heb geselecteerd, is de Tax Policy and Administration Topical Trust Fund van het IMF. Er wordt daarbij specifiek gewerkt rond fiscale onderwerpen.

 

Ten vierde, wij geven het goede voorbeeld. Ons land heeft er in een samenwerkingsakkoord met Guinee voor gekozen af te zien van de mogelijkheid om een vrijstelling te krijgen van invoerrechten en btw omdat wij menen dat het ook logisch is dat men belastingen betaalt als men actief is in een land.

 

Ik kom dan tot het rapport van 11.11.11.

 

Daarin gaat het over dubbelbelastingverdragen. Dit is een heel specifiek element dat wordt onderhandeld door de fiscale administraties, zoals mevrouw Lijnen heeft aangegeven. Een stabiel fiscaal en juridisch kader is een voorwaarde om investeringen aan te trekken. Geen enkele internationale investering zal plaatsvinden als men te maken heeft met een complete willekeur op het gebied van fiscaliteit. Over het algemeen is dit ook een goed systeem.

 

De Belgische dubbelbelastingverdragen zijn gemaakt op basis van een model van de OESO. Dit is een algemeen aanvaard model. Ik kan best leven met het idee om alle dubbelbelastingverdragen op internationaal vlak af te meten op basis van dat OESO-model. Ons land hanteert dit model vandaag reeds. Ik ga echter niet mee in uw framing over de private sector. Ik wil daar absoluut niet in meegaan. De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen stellen zeer duidelijk dat de private sector een cruciaal element zal vormen in de economische groei. U schildert de private sector af als een sector die niets anders doet dan belastingontwijking en het opzetten van fiscale systemen om geen belasting te moeten betalen. Dat is absoluut niet het geval!

 

Ik zal voor mijn beleid overleggen met het middenveld, maar ook met de private sector. De private sector zal immers een cruciaal element vormen in het duurzaam verbeteren van de situatie van de bevolking.

 

05.04  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, u legt mij woorden in de mond die ik niet heb uitgesproken. Goede fiscale verdragen zijn nodig. Rechtszekerheid is nodig. De dubbelbelastingverdragen die België heeft gesloten, zetten evenwel poorten open waardoor de ontwikkelingslanden geld mislopen.

 

Mijnheer de minister, in Nederland heeft de regering haar dubbelbelastingverdragen tegen het licht gehouden. Men is tot de vaststelling gekomen dat de ontwikkelingslanden per jaar 500 miljoen euro aan inkomsten mislopen. Ik stel vast dat u zulke studie niet wenst uit te voeren.

 

Wat in Nederland kan, moet ook bij ons kunnen.

 

Meer nog, mijnheer de minister, Nederland, een land dat u heel vaak als voorbeeld aanhaalt, heeft beslist 23 belastingverdragen te heronderhandelen.

 

Mijnheer de minister, ik stel vast dat u internationaal toepast wat hier in België door uw collega van Financiën ook wordt toegepast. Aan multinationals wordt niet geraakt. De bevolking in de arme landen zal de prijs van dat asociale fiscale beleid betalen.

 

05.05  Nele Lijnen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van der Maelen, of het nu gaat om de kleine kmo, de multinational of het personeel van ontwikkelingsorganisaties, dubbelebelastingverdragen dienen ervoor rechtszekerheid te creëren. Dat is een voorwaarde. Alle andere opmerkingen noem ik politiek opbod op kosten van de armoede van de kleine mens in de ontwikkelingssamenwerking.

 

Alleen de ontwikkeling van een duurzame economie door investeringen, jobcreatie en lokale handel zal de ontwikkelingslanden erbovenop helpen. Dat is het beleid van minister De Croo.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de M. David Clarinval au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la couverture 4G dans les zones rurales" (n° P1026)

06 Vraag van de heer David Clarinval aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de 4G-dekking in de landelijke gebieden" (nr. P1026)

 

06.01  David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, il est inutile de rappeler ici l'importance du numérique dans le monde moderne, en particulier d'un point de vue socioéconomique. La lecture de L'Echo de ce matin m'a appris deux informations réjouissantes. La première, c'est qu'aujourd'hui, sept Belges sur dix disposent d'un gsm avec une connexion de data. La seconde, c'est que 97 % du territoire dispose d'une couverture 4G, mais en outdoor. Au premier abord, ces deux nouvelles sont positives au vu de la progression du taux de couverture et de l'implémentation des data dans les gsm de nos concitoyens.

 

Cependant, le taux de couverture de 97 % concerne l'extérieur des habitations. Donc, 3 % des gens n'en disposent pas du tout. En ce qui concerne la couverture indoor, soit à l'intérieur des maisons, les chiffres sont nettement moins positifs. Il y a encore de très nombreuses zones "blanches" où la connexion n'est malheureusement pas suffisante. Dans certains cas, elle est carrément inexistante.

 

Dès lors, cela crée une fracture numérique importante pour toute une série de régions rurales, principalement en Wallonie, qui sont pénalisées par cette couverture insuffisante. Des PME souffrent de perdre des clients à cause de la mauvaise connectivité. Des établissements horeca voient fuir les clients parce qu'il n'y a pas suffisamment de réseau. Il y a aussi tout simplement des citoyens qui souffrent de cette fracture numérique.

 

Monsieur le ministre, j'ai quatre questions. La première concerne les chiffres indoor. Je crois qu'à l'avenir, il serait bon d'avoir des chiffres indoor et pas des chiffres outdoor.

 

Deuxièmement, quelles initiatives comptez-vous prendre pour pouvoir remédier au fait que quelques pour-cent de personnes n'ont pas encore accès à un réseau suffisant?

 

Ma troisième question concerne les collaborations qu'il y aurait peut-être lieu d'envisager avec les communes ou en tout cas la Région, principalement la Région wallonne, concernées par ce problème.

 

Quatrièmement, ne pensez-vous pas que le service universel pourrait être l'arme ultime face aux opérateurs afin de leur imposer la couverture totale de notre territoire?

 

06.02  Alexander De Croo, ministre: Monsieur Clarinval, vous avez cité les chiffres publiés hier par l'IBPT. Vous venez vous-même d'une région rurale de Wallonie, vous savez donc que la couverture est assez faible dans pas mal d'endroits. Vous savez aussi qu'une obligation de couverture supplémentaire a été attribuée à Mobistar et qui a pour objectif d'atteindre une couverture 4G de 98 % dans soixante communes pour la fin 2016.

 

Comme vous le dites, le fait d'offrir une couverture mobile numérique performante est un élément important pour la croissance économique.

 

Tous les opérateurs ont envie d'avoir une meilleure couverture dans les zones rurales, surtout en Wallonie. Et pour ce faire, il faut installer des antennes! Mais il devient de plus en plus difficile pour les opérateurs d'installer des antennes à partir du moment où la Région wallonne a décidé de taxer ces antennes! Si ces régions rurales en Wallonie ne veulent pas être à la traîne, si elles ne veulent pas perdre du potentiel économique par manque de couverture gsm, le fait de taxer les pylônes va complètement à l'encontre du bon sens!

 

06.03  David Clarinval (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Une couverture de 98 %, c'est très bien, mais visons l'indoor.

 

Pour le reste, je partage votre avis. Il est important que la Région wallonne comprenne que si elle veut développer les zones rurales, elle doit cesser de taxer les pylônes à tout va! C'est une question de bon sens et j'espère que ce message sera entendu à Namur car il est important que les zones rurales ne soient pas pénalisées par cette rage taxatoire.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de M. Vincent Scourneau au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la réglementation belge sur les comptes d'épargne" (n° P1027)

07 Vraag van de heer Vincent Scourneau aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de Belgische regelgeving voor de spaarboekjes" (nr. P1027)

 

07.01  Vincent Scourneau (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce soir a lieu l'inauguration du salon Batibouw. Nous constaterons que les Belges ont une brique dans le ventre, mais pas seulement: ils ont également une sensibilité particulière pour les comptes d'épargne. On constate aujourd'hui que 250 milliards d'euros sont déposés sur les comptes d'épargne en Belgique. Et pour cause, notre régime y est particulièrement favorable. Nous avons une exonération fiscale qui s'applique jusqu'au plafond de 1 880 euros, et un précompte mobilier plutôt favorable pour le surplus, à 15 %. Cela encourage vraisemblablement l'épargnant à déposer sur les comptes d'épargne une partie de son argent.

 

Néanmoins, en 2013, la Belgique a été condamnée par la Cour de Justice de l'Union européenne, compte tenu de ce qu'un épargnant belge n'avait manifestement pas les mêmes opportunités lorsqu'il ouvrait un compte dans un pays européen. Une certaine forme de discrimination existait donc entre un épargnant belge qui ouvrait un compte en Belgique et un épargnant belge qui ouvrait un compte dans un autre pays européen ne bénéficiant pas de ce régime et de ces faveurs fiscales.

 

Qu'à cela ne tienne, en 2014, le parlement a opéré une modification législative et a tenté de lisser cet écueil. Néanmoins, la Commission a été saisie, d'une manière informelle, d'une nouvelle plainte émanant d'un contribuable belge et a estimé qu'une discrimination persistait. Celle-ci a été, de plus, relevée par une décision du tribunal de première instance de Bruges qui a décidé de poser une question préjudicielle à la Cour de Justice de l'Union européenne pour répondre à cette situation.

 

Monsieur le ministre, inutile de vous dire que ceci fait l'objet d'une question d'actualité dont la presse a fait mention pas plus tard qu'hier. Le groupe MR est très sensible à la protection de l'épargnant. Par ailleurs, il est pour nous impensable de revoir cette faveur fiscale dont bénéficie l'épargnant belge.

 

Monsieur le ministre, je vous remercie de nous faire savoir quelles solutions vous envisagez et quelle sera l'attitude du gouvernement par rapport à cette question.

 

07.02  Johan Van Overtveldt, ministre: Monsieur Scourneau, suite à un arrêt de la Cour de Justice européenne du 6 juin 2013, les dispositions en matière de livrets d'épargne ont été adaptées par la loi du 25 avril 2014, portant des dispositions diverses.

 

(…): (…)

 

07.03  Johan Van Overtveldt, ministre: Il est vrai que la Commission européenne estime que les critères retenus pour que l'exonération de la première tranche de 1 880 euros d'intérêts s'applique à des livrets d'épargne d'autres États membres sont contraires au droit européen.

 

Mon administration et le gouvernement considèrent cependant que ces mesures sont tout à fait conformes aux dispositions européennes puisqu'elles autorisent également l'exonération de la première tranche de 1 880 euros d'intérêts pour les livrets d'épargne d'autres États membres, mais seulement s'ils répondent aux mêmes critères que ceux qui sont requis pour les livrets d'épargne belges.

 

Étant donné qu'une question préjudicielle a été posée, comme vous l'avez indiqué, par le tribunal de première instance de Bruges à la Cour de Luxembourg, la Commission européenne semble avoir suspendu de facto et temporairement sa procédure à l'encontre de la Belgique.

 

Il est prévu que le gouvernement belge défendra devant la Cour de Justice la même position qu'auprès de la Commission.

 

07.04  Vincent Scourneau (MR): Monsieur le ministre, je suis rassuré de constater que vous suivez avec intérêt le déroulement de ce dossier.

 

Il convient effectivement que nous soyons en conformité avec les dispositions supranationales.

 

Pour le reste, nous défendrons toujours l’intérêt de l’épargnant. Nous comptons sur vous. Nous avons évidemment confiance dans le gouvernement

 

Enfin, je souhaite rassurer mon estimé collègue. Il est tout à fait possible de saluer une personne tout en écoutant le ministre. Lui aussi peut faire deux choses en même temps, comme regarder la télé et mâcher un chewing-gum.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Mme Catherine Fonck au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "l'étude du Bureau fédéral du Plan sur les voitures de société" (n° P1028)

08 Vraag van mevrouw Catherine Fonck aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de studie van het Planbureau met betrekking tot de bedrijfswagens" (nr. P1028)

 

08.01  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, vous avez vu qu'est sortie hier cette étude du Bureau du Plan sur les voitures de société, qui montre l'impact en termes de mobilité, le système revenant à pousser les gens et comportements vers l'utilisation de la voiture.

 

La conclusion qui s'impose par rapport à cette étude est qu'une réforme est indispensable. Le système actuel est un non-sens dans la mesure où celui qui a droit à une voiture de société et n'a plus envie de l'utiliser, n'a en fait plus le choix. Généralement il l'utilise parce qu'autrement, il subit une perte salariale. Cela revient à un système où l'État et l'entreprise financent l'augmentation des bouchons.

 

Quand on aborde le débat sur les voitures de société, il y a ceux qui sont pour et ceux qui sont contre. Ce que nous proposons, c'est de sortir de ce "stop ou encore" et d'avancer vers des alternatives, à savoir maintenir l'avantage fiscal des voitures de société, mais permettre aussi le choix pour d'autres, que ce soit en termes de mobilité (transports en commun, vélo) ou encore d'autres choix comme, par exemple, une aide au logement pour pouvoir déménager près de son lieu de travail ou, pourquoi pas, en termes de qualité de vie, à travers des titres-services.

 

Monsieur le ministre, vous n'avez pas pu ne pas prendre connaissance de cette étude du Bureau du Plan. Quelle est votre vision par rapport à cette étude? Avez-vous la même ouverture que le ministre Peeters qui est manifestement favorable à une évolution du système? Allez-vous saisir l'opportunité de cette étude pour envisager une réforme?

 

08.02  Johan Van Overtveldt, ministre: Monsieur le président, madame Fonck, l'étude du Bureau du Plan à laquelle vous faites référence tend à calculer l'impact global sur le bien-être du régime fiscal des voitures de société. L'étude énumère un certain nombre d'effets sur le comportement en ce qui concerne la possession et l'utilisation d'une voiture de société. Nous avons pris connaissance de cette étude qui est, sans aucun doute, très sérieuse et approfondie, mais il serait opportun de pousser plus loin l'analyse proposée.

 

La congestion engendrée par les voitures de société est d'abord estimée sur la base d'enquêtes adressées aux ménages.

 

Les données de mesure et les paramètres de cette analyse peuvent certainement être affinés. Un lien causal est également établi entre l'avantage des voitures de société, le fait de posséder un véhicule plus onéreux et le fait de parcourir un plus grand nombre de kilomètres. La question à se poser est de savoir si le lien causal existe dans tous les cas.

 

En outre, il convient de souligner le fait que la législation a déjà sensiblement freiné le phénomène de perte sociale en termes de pollution en ce qui concerne les véhicules de société en associant l'avantage fiscal au taux d'émission des véhicules. Le coût estimé du régime fiscal (900 millions d'euros, 0,20 % du PIB) doit également être replacé dans ce contexte.

 

La réglementation fiscale pour les voitures de société joue encore un rôle important dans le maintien compétitif des salaires dans le secteur privé et tient compte, par ailleurs, des effets mis en lumière par l'étude du Bureau du Plan. Tant que le handicap salarial accumulé historiquement continuera d'exister, il faut bien réfléchir avant de mettre un terme à ce régime.

 

Nous pourrons certainement prendre cette solution en considération à partir du moment où les charges salariales auront encore plus baissé.

 

08.03  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, vous me dites qu'il faut aller plus loin dans l'étude, que l'étude n'est pas tout à fait correcte … Vous donnez une réponse diplomatique mais vous êtes en train de nous dire qu'il n'est pas question de revoir, d'une manière ou d'une autre, le système des voitures de société. Cela ne m'étonne pas car le président de la N-VA a dit, en mai 2015, qu'on ne toucherait pas aux voitures de société.

 

Monsieur le ministre, je me permettrai de dire que votre attitude n'est absolument pas courageuse ni téméraire.

 

Vous évoquez l'avantage salarial. Je suis d'accord avec vous. Mais si on veut réformer le système, il ne s'agit pas de dire "stop ou encore". Ce que nous proposons, ce n'est évidemment pas de raboter l'avantage salarial mais c'est laisser la possibilité à ceux qui le veulent d'avoir une voiture de société tout en élargissant la palette pour que les gens aient le choix, en termes de mobilité ou d'autres moyens permettant d'améliorer la qualité de vie. Ce doit être fait avec des règles fiscales et parafiscales simples, claires, tant pour les entreprises que pour les citoyens.

 

Monsieur le ministre, ayez un peu plus de courage, d'audace! Ayez aussi l'ouverture de votre collègue, le ministre Kris Peeters! Osez le débat sur une réforme et une évolution positive des voitures de société!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van mevrouw An Capoen aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de afschaffing van de btw-vrijstelling voor borstreconstructies" (nr. P1029)

09 Question de Mme An Capoen au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "la suppression de l'exonération de la TVA pour les reconstructions mammaires" (n° P1029)

 

09.01  An Capoen (N-VA): Mijnheer de minister, dit is misschien een wat rare vraag voor u als minister van Financiën. Ik veronderstel dat u niet elke dag nadenkt over btw bij borstreconstructies. Maar toch, hier sta ik dan.

 

Ik zal u niet vervelen met details over de manier waarop het eraan toegaat bij borstreconstructies. Ik wil vandaag wel van de gelegenheid gebruikmaken om te onderstrepen dat die ingreep een zware financiële dobber is voor vele patiënten. Wegens de ontoereikende vergoeding voor de chirurg gaat de ingreep gepaard met zeer hoge supplementen die door de patiënt zelf dienen te worden betaald. Vandaag krijg ik berichten van patiënten die een brief ontvingen van hun ziekenhuis met de boodschap dat er vanaf nu 21 % btw verschuldigd is op het ereloon, omdat het gaat om een ingreep met een gemengd reconstructief en esthetisch karakter.

 

Ik ijver al enige tijd voor de volledige terugbetaling van een warmeborstreconstructie. Aangezien de onderhandelingen tussen de chirurgen en het RIZIV over de beperking van ereloonsupplementen niet echt geweldig goed vorderen, begrijpt u natuurlijk dat 21 % btw boven op de reeds zeer hoge factuur voor veel patiënten een financiële kater betekent.

 

Kunt u duidelijk maken hoe het nu zit met de btw bij borstreconstructie?

 

09.02 Minister Johan Van Overtveldt: Mevrouw Capoen, dit is inderdaad een wat ongewoon, maar daarom niet minder belangrijk thema.

 

Met uitvoering van het federale regeerakkoord en als gevolg van Europese rechtspraak is in het kader van de taxshift beslist dat met ingang van 1 januari 2016 btw verschuldigd is op bepaalde esthetische ingrepen en behandelingen. Het gaat dan meer bepaald om louter esthetische prestaties verricht door artsen die daarenboven niet zijn opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur of, indien ze toch in de RIZIV-nomenclatuur opgenomen zijn, niet in aanmerking komen voor tegemoetkoming door de verplichte ziekteverzekering.

 

Enkel ingrepen en behandelingen zonder enig therapeutisch doel zijn voortaan aan de btw onderworpen. In de mate de esthetische ingreep of behandeling ook een therapeutisch doel heeft, blijft de btw-vrijstelling nadrukkelijk van toepassing. Ik herhaal, enkel indien een esthetische ingreep geen enkel therapeutisch doel heeft, is er voortaan dus 21 % btw verschuldigd.

 

Ziekenhuizen mogen dus geen btw aanrekenen aan een patiënt die bijvoorbeeld na een ziekte een borstreconstructie ondergaat. Dat blijkt klaar en duidelijk uit de wettelijke brondocumenten en is bovendien – sta me toe dat even heel nadrukkelijk te stellen – duidelijk en verscheidene malen aan de sector gecommuniceerd.

 

09.03  An Capoen (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor het duidelijk antwoord.

 

Blijkbaar hadden enkele ziekenhuizen die boodschap niet begrepen. Uw antwoord betekent alvast een eerste lichtpunt voor patiënten.

 

Het enige wat mij nu nog rest, is de druk verder opdrijven voor de onderhandelingen tussen de chirurgen en het RIZIV, maar daarmee kunt u mij als minister van Financiën helaas niet helpen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "de dubbelbelastingverdragen" (nr. P1030)

10 Question de M. Roel Deseyn au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "les conventions préventives de la double imposition" (n° P1030)

 

10.01  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik vind dat er vanmiddag nogal in slogans over dubbelbelastingverdragen is gesproken. Die zijn op zich niet goed of niet slecht, maar er zijn goede en slechte verdragen, zoals dat voor veel zaken zo is. Belangrijk is dat er goede afspraken worden gemaakt die verdedigbaar zijn voor de mensen die op een eerlijke manier belastingen betalen en die dat ook van alle ondernemingen verlangen.

 

Goede afspraken zijn belangrijk voor de bedrijven, zodat ze weten waar ze aan toe zijn en waar en op welke manier hun winsten in België of in het buitenland worden belast.

 

Er is zeker reden om een aantal verdragen te herzien, op te zeggen of minstens te heronderhandelen. Waarom? Omdat een aantal problematische zaken in die teksten staat. Als een winst bijvoorbeeld buitenlands belastbaar is, dan heffen wij in België geen belastingen meer. Belastbaar kan echter ook betekenen dat de 0 % van toepassing is of dat een vrijstelling is verleend. Het gevolg daarvan is dat er in België noch het buitenland wordt belast. Dat is zeer problematisch. Ik zou jammer genoeg nog een hele lijst voorbeelden kunnen geven.

 

Men kan zich ook afvragen waarom België een verdrag moet afsluiten met belastingparadijzen waar er een tarief van 0 % geldt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het eiland Man of Macau. Als sommigen van uw voorgangers hadden gekund, hadden ze ook nog een verdrag met Temptation Island afgesloten, om maximaal te faciliteren, om de onverdedigbaren maximaal toe te laten. Voor sommigen was de politieke temptation zo groot dat ze gezwicht zijn voor verdragen die niets om het lijf hadden. Nochtans had men daar een betere tool voor kunnen vinden. Men kon zich dan veel beter op het modelverdrag inzake de uitwisseling van gegevens beroepen. Dat zou veel efficiënter zijn geweest.

 

Het is ook problematisch dat in een aantal verdragen geen antimisbruikbepalingen zijn opgenomen. Ik denk dat het een goed principe is te bekijken waar economische activiteiten worden ontwikkeld om dan op die plaats te belasten.

 

Terecht stellen de EU en de OESO vragen. België is bijna wereldkampioen in het afsluiten van zulke verdragen. Mijnheer de minister, zullen wij meewerken aan het Europees initiatief van het multilateraal verdrag dat in een beweging veel van die onvolkomenheden uit de wereld zal helpen? Zijn wij actief in de werkgroep ter zake? Wat met de verdragpolitiek in de belastingparadijzen en de geharmoniseerde Europese aanpak in deze?

 

10.02 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer Deseyn, uw vraag aangaande de dubbelbelastingverdragen verwijst allicht ook wel naar het rapport dat 11.11.11 recentelijk voorstelde. Daarin zit een aantal aanbevelingen betreffende het Belgische verdragsbeleid. Ik verwijs uiteraard ook naar een aantal van de antwoorden zonet gegeven door minister De Croo.

 

Wat de Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) betreft, ga ik ervan uit dat u het gedeelte bedoelt dat slaat op dubbelbelastingverdragen. Inzake dubbelbelastingverdragen richt BEPS zich hoofdzakelijk op het toepassen van minimumstandaarden in de gesloten verdragen met als belangrijkste doel dubbele belasting te voorkomen. Concreet vertaalt zich dat in het inlassen van een antimisbruikbepaling in de verdragen en een regeling aangaande het onderling overleg tussen de betrokken landen.

 

Ons land engageert zich om die standaarden toe te passen. Meer nog, de bepaling aangaande het onderling overleg behoort nu reeds tot de standaarden bij het sluiten van dergelijke verdragen. Het inzetten van een multilateraal verdrag in dezen lijkt ons een goede keuze. Op deze manier kunnen alle verdragen in één beweging worden aangepast aan minimumstandaarden. België zit mee aan tafel bij het multilateraal overleg en werkt er actief aan mee.

 

Wat de aanpassing van het modelverdrag uit 2010 betreft, is het niet zo dat indien het modelverdrag bepaalde clausules niet bevat, België niet over die clausules kan onderhandelen en inlassen in gesloten dubbelbelastingverdragen. Uiteindelijk is een dubbelbelastingverdrag een overeenkomst tussen landen waarover onderhandeld wordt in functie van de desiderata van de betrokken partijen.

 

Binnen de Europese Unie is er momenteel niet echt een draagvlak voor een geharmoniseerde aanpak van de dubbelbelastingverdragen. Bij mijn weten heeft zelfs geen enkel land daar specifiek om gevraagd. Dubbelbelastingverdragen dienen, opnieuw, om dubbele belasting te vermijden en houden daarvoor rekening met de eigenheid van de individuele belastingstelsels van de bij de verdragen betrokken landen. Het is niet evident om dat allemaal zomaar in één beweging op één leest te schoeien.

 

10.03  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik hoor toch een reëel engagement ter zake. Misschien hebben de collega's van de oppositie dat positief signaal ook gehoord. Het getuigt van een koerswijziging op Financiën dat men zich actief zal engageren in het proces van het multilateraal akkoord.

 

Net zoals er veel landerosie is, is er in veel landen ook een ernstige erosie van de belastbare basis. Als men dan iets kan of wil taxeren, is het jammer dat daarop een fiscale stolp met een Belgische vlag staat, waardoor men er niet aan kan.

 

Net zoals veel Belgen gisteren op televisie hebben gezien, is het op fiscaal vlak zo dat eenmaal men volledig is uitgekleed, dan pas de problemen beginnen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Questions jointes de

- M. Raoul Hedebouw à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "la garantie de l'État pour les centrales nucléaires" (n° P1031)

- Mme Karin Temmerman à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable, sur "la garantie de l'État pour les centrales nucléaires" (n° P1032)

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Raoul Hedebouw aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de staatswaarborg voor de kerncentrales" (nr. P1031)

- mevrouw Karin Temmerman aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling over "de staatswaarborg voor de kerncentrales" (nr. P1032)

 

11.01  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik wil u vandaag een vraag stellen over de staatswaarborg rond nucleaire centrales.

 

Nous vivons une situation folle en Belgique. Si j'ai bien compris ce qui se passe, les propriétaires de centrales nucléaires demandent à des assureurs d'assurer leur centrale et d'intervenir en cas de problème. Ces assureurs, qui ne sont pas fous, refusent d'assurer une installation si dangereuse, le risque financier étant trop élevé. Madame la ministre, cela devrait quand même vous faire un peu réfléchir sur l'état de nos centrales.

 

Ik heb hier een rapport van Greenpeace met een berekening van wat een brand in een centrale zou kunnen kosten. Het gaat gewoon over een brand, dus niet eens over een scenario als in Fukushima. Volgende cijfers worden naar voren geschoven: een verlies aan niet-consumeerbare landbouwproducten van 3,1 miljard, direct en indirect waardeverlies van de export van de agrovoedingindustrie van 2,8 miljard en een indirect waardeverlies van de export voor 5,2 miljard. Dat geeft een totaal van 23 miljard.

 

23 milliards de dommages en cas d'incendie important dans une centrale nucléaire. Et vous continuez à dire que tout va bien au niveau de nos centrales.

 

Comme vous le savez, je viens de Liège. En région liégeoise, pas mal de gens doutent de la fiabilité de la centrale de Tihange 2. Mais figurez-vous que même le MR liégeois est en insurrection. Quelques membres ici présents ont assisté au conseil communal. M. Gilles Foret n'est pas là, mais ce n'est pas grave. Le MR liégeois revendique aujourd'hui de revenir sur le prolongement de la centrale de Tihange 2. Madame Marghem, il faut commencer à vous poser des questions quand, même dans vos propres rangs, on commence à s'inquiéter.

 

Ma première question est relative à la sécurité.

 

Ma deuxième question touche au principe même.

 

Pourquoi vouloir faire payer par tous les contributeurs aux deniers de l'État, par l'ensemble des personnes qui contribuent à une fiscalité, les dangers encourus par les centrales nucléaires elles-mêmes?

 

Waarom moeten wij betalen voor de risico’s die private kerncentrales nemen? Dat kan toch echt niet.

 

Mevrouw de minister, gaat u die garanties toepassen, ja of neen? Zal u nu in de verschillende onderhandelingen de datum waarop u die garanties moet toepassen opnieuw verleggen?

 

11.02  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in deze periode krijgen de meeste mensen hun energieafrekeningen en het valt op dat die facturen allerlei geweldige stijgingen vertonen. Stijgingen, die merken wij evenwel niet bij Electrabel. Daar worden keer op keer cadeaus gegeven, en wel door u. Er was al de verlenging van Doel 1 en Doel 2, er was de vermindering van belastingen en op de koop toe gaat u nu een staatswaarborg geven voor als er zich een incident voordoet. Dat is natuurlijk problematisch, zeker voor de andere energieproducenten. Zij zouden er immers van dromen om zo’n staatswaarborg te krijgen van u. Het is merkwaardig dat een liberale minister de energiemarkt gaat verstoren en het de facto bestaande monopolie van Electrabel gaat versterken.

 

Er is nochtans een alternatief — en dat weet u zeer goed, maar daar kom ik straks op terug —, met name de onbeperkte aansprakelijkheid. Wij hebben in dat verband een voorstel ingediend en ik hoop dat u het mee zult steunen. Op die manier zullen de producenten van kernenergie ook betalen waar dat nodig is. Zij zullen bovendien alles betalen. Dat is natuurlijk veel logischer.

 

Mevrouw de minister, ik heb twee vragen.

 

Ten eerste, bent u bereid om af te stappen van die staatswaarborg en de onbeperkte aansprakelijkheid in te voeren? Ik maak mij echter geen illusies, u zult gebruik maken van de wet die onder de vorige regering is goedgekeurd om die staatswaarborg toch te geven.

 

Ten tweede, zult u de volledige kost van een mogelijk incident inbrengen in de premie die u zult vragen aan Electrabel?

 

Ik ben echt benieuwd naar uw antwoord.

 

11.03  Marie-Christine Marghem, ministre: Chers collègues, je suis quelque peu étonnée par vos questions, car elles révèlent une lacune en termes de connaissance de la législation en ce domaine.

 

Tout d'abord, c'est la Convention de Paris de 1960 et son Protocole additionnel de 2004 qui prévoient une garantie d'État. Au demeurant, tous les États membres qui ont signé cette convention en ont prévu une. Pour quelle raison? Parce qu'il n'est pas supportable pour la population que ce risque ne soit pas couvert totalement ou partiellement par une assurance. Dès lors, si celle-ci tombe en faillite, l'État doit pouvoir fournir cette garantie.

 

Je suis d'autant plus surprise, madame Temmerman, que c'est M. Vande Lanotte qui a déposé sur les bancs du parlement la loi du 29 juin 2014 et qu'il a lui-même rédigé ... 

 

11.04  Karin Temmerman (sp.a): Je l'ai dit!

 

11.05  Marie-Christine Marghem, ministre: Oui, mais attendez! Je ne le conteste pas.

 

Je disais donc que M. Vande Lanotte avait lui-même rédigé l'article prévoyant la garantie contre rémunération, qui sert à obtenir, en cas de risque sur le territoire belge, une couverture assurantielle sûre.

 

La loi susdite est entrée en vigueur au 1er janvier dernier. Elle prévoit que les onze opérateurs nucléaires, c'est-à-dire aussi bien Electrabel – sur lequel vous vous focalisez systématiquement –, que le SCK-CEN, l'IRE à Fleurus, Transnubel et les autres, soient couverts correctement par une assurance et règlent des primes à cet effet.

 

Le Protocole additionnel de 2004 a permis d'étendre la prescription pour la réparation des préjudices corporels de dix à trente ans. Par conséquent, dès le 1er janvier 2016, tous les opérateurs nucléaires de ce pays ont dû interroger le marché pour savoir si les risques devant être couverts au regard de ces instruments internationaux et de la loi de 2014 pouvaient l'être par le marché.

 

Ils ont adressé une lettre à Kris Peeters pour exposer que le marché ne prenait pas en charge une partie de ce risque, puisque l'allongement de la prescription de dix à trente ans met, pour l'instant, les compagnies d'assurance traditionnelles en difficulté par rapport à la couverture de ce risque. C'est la raison pour laquelle nous sommes actuellement dans l'étape intermédiaire où, aux vœux de la loi de 2014 que nous avons votée – vous comme moi –, il est dit qu'une garantie d'État, peut être, contre rémunération de l'État, offerte pour une partie de ce risque-là. La question n'est toujours pas résolue à ce jour. Voilà l'état précis dans lequel nous nous trouvons aujourd'hui.

 

11.06  Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Madame la ministre, si j'ai bien compris, vous prenez acte du fait que le marché refuse de couvrir un tel type de risque. En soi l'acte majeur, c'est que le marché dit qu'il ne peut pas le couvrir et que, de votre côté, vous dites qu'il n'y a pas de problème car le public va endosser ce type de risque. C'est ce que vous expliquez à l'ensemble des députés ici présents. Dans ce pays, c'est toujours la même chose, on privatise toujours les bénéfices mais les prises de risques sont pour la collectivité.

 

Het is altijd hetzelfde in dit land. Er is altijd een totale privatisering van de winsten, maar als het gaat over het opnemen van risico’s, dan wordt er gesocialiseerd.

 

C'est cela qui ne va pas dans ce pays! Si Electrabel & cie prennent de tels risques, c'est à eux de les assumer! Ce n'est pas avec notre pognon qu'il faut payer aujourd'hui les dangers encourus par les multinationales qui ne pensent qu'à se faire du fric!

 

11.07  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor de vertaling van mijn vraag, maar dat was niet meteen nodig want hier zijn vertalers aanwezig. Ik heb echter geen antwoord gekregen. Dat is niet verwonderlijk, want zoals steeds wordt er, niet alleen door u, maar door de hele regering — en ik ben blij dat u de wet van 2014 hebt aangehaald — een stap achterwaarts gezet in plaats van een stap vooruit.

 

De vorige regering besliste om Doel 1 en Doel 2 te sluiten en u beslist om beide centrales opnieuw te openen. Een van de vorige regeringen besliste om onbeperkte aansprakelijkheid in te voeren, een beslissing die u mede hebt goedgekeurd. In een resolutie van 2011, die ik hier kan voorlezen, staat onder nummer 4: “… het stelsel van wettelijke aansprakelijkheid inzake kernenergie te herzien, teneinde te voorzien in een stelsel van onbeperkte wettelijke aansprakelijkheid”.

 

Pour vous, madame, je traduis: "un système de responsabilité civile illimitée". Cela aussi, vous l'avez voté!

 

Mevrouw de minister, ik stel vast dat u niet de minister van Energie bent maar vooral de minister van kernenergie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Mme Isabelle Poncelet à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "le prix au kilomètre du TGV en Belgique" (n° P1033)

12 Vraag van mevrouw Isabelle Poncelet aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de kilometerprijs van de hst in België" (nr. P1033)

 

12.01  Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, ce matin est paru dans L’Echo un article relatif au tarif au kilomètre du TGV en Belgique. Cet article fait remarquer que ce dernier est l’un des plus élevés d’Europe. En effet, si on se réfère à cette analyse comparée menée par la plate-forme GoEuro, le tarif au kilomètre du TGV en Belgique est de 31 eurocents contre 19 eurocents en France, en Allemagne et en Norvège. Notre pays se situe à la deuxième place des pays européens les plus chers.

 

Chacun sait que la politique des prix au kilomètre du TGV en Europe est libéralisée. Mais qu’est-ce qui peut justifier une telle différence de prix? On constate, par exemple, que le prix au kilomètre est trois fois plus élevé en Belgique qu’aux Pays-Bas. Le cadre des obligations belges (coût de l’infrastructure, coût de la redevance, les taxations, etc.) a-t-il un impact sur le prix au kilomètre?

 

12.02  Jacqueline Galant, ministre: Monsieur le président, chère collègue, en raison de sa situation géographique, la Belgique compte des lignes à grande vitesse qui figurent parmi les plus populaires en Europe. Notre pays est au cœur du projet TGV européen. Il jouit de relations importantes à grande vitesse notamment vers Lille, Londres, Paris, Amsterdam, Cologne.

 

Les TGV, donc Thalys et Eurostar, opèrent dans un contexte libéralisé. Ce sont des entreprises ferroviaires autonomes qui fixent librement leurs prix en fonction de leur politique commerciale, de leur clientèle ciblée, des lourds investissements nécessaires pour assurer une offre de qualité et des montants importants de la redevance infrastructure.

 

12.03  Isabelle Poncelet (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je ne suis pas entièrement satisfaite de cette réponse.

 

Je sais bien que le contexte est libéralisé; je l'ai précisé dans ma question. Justement, je me demandais s'il existait, en dehors de cela, dans les conditions belges, un élément qui ferait en sorte que les tarifs soient plus élevés. Or, on sait que la mobilité est cruciale en Belgique. On le vérifie tous les jours, notamment à Bruxelles. Cela doit rester compétitif par rapport à la voiture. Je rappelle d'ailleurs qu'il serait peut-être temps de penser à remettre le Thalys en fonction sur la dorsale wallonne.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van de heer Franky Demon aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de aanleg van eilanden voor de Belgische kust" (nr. P1034)

13 Question de M. Franky Demon au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la construction d'îles côtières au large du littoral belge" (n° P1034)

 

13.01  Franky Demon (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, gisteren las ik in de krant dat de Vlaamse regering twee eilanden wil bouwen voor de kust van Knokke-Heist. Zij heeft daarvoor een studie laten uitvoeren. De twee eilanden zouden, enerzijds, ons moeten beschermen tegen de stijgende zeespiegel en, anderzijds, ervoor moeten zorgen dat langs de kustlijn op zee meer schepen zouden kunnen varen. Dat is positief, want de haven van Zeebrugge vraagt daar al lang naar, om zo meer scheepvaartverkeer naar Zeebrugge te kunnen brengen. Ook voor de stad Brugge zijn de eilanden een positief gegeven, omdat er dan minder bruggen zouden openstaan. Er zouden dan namelijk minder kleinere boten via de stadsvaart moeten varen.

 

In 2007 werd een KB uitgevaardigd dat ervoor zorgt dat speciaal gebouwde schepen langs de kustlijn kunnen varen. Wilt u dat KB als het ware aanpassen zodat er ook binnenschepen langs de kustlijn kunnen varen?

 

Wat is uw visie, als staatssecretaris voor de Noordzee, op de eilanden?

 

Hebt u daarover overleg gepleegd? Uit de artikels in De Standaard en Het Nieuwsblad blijkt dat er hier en daar wat wrijvingen waren. Ik zou niet graag hebben dat een economisch project door bevoegdheidsgekibbel niet zou kunnen doorgaan.

 

Bent u bezig met een aanpassing van het KB voor de binnenscheepvaart?

 

Durft u misschien al na te denken over of te dromen van een moment waarop al die zaken mogelijk worden?

 

13.02 Staatssecretaris Bart Tommelein: Mijnheer Demon, ik durf veel. Ik durf zelfs te dromen.

 

Er is, eerst en vooral, helemaal geen bevoegdheidsdiscussie. De Noordzee is een federale bevoegdheid. Daarom bestaat ook het marien ruimtelijk plan, dat nog in 2014 door mijn voorganger werd bekrachtigd. Wij moeten allemaal beseffen dat er heel veel activiteit is op onze kleine Noordzee. Wij hebben ongeveer 0,5 % van de totale oppervlakte van de Noordzee, maar daarop vinden heel wat activiteiten plaats.

 

Het marien ruimtelijk plan voorziet er niet in dat er eilanden komen voor de zaken waarover men het vandaag heeft. Er zijn daarin wel twee gebieden voorzien voor energieatollen.

 

Ik heb regelmatig commentaren gehoord vanwege de Vlaamse overheid, die zelfs een proces tegen mij heeft aangespannen voor het Grondwettelijk Hof om te bepalen dat wij niet bevoegd zijn voor die eilanden, alsook dat die eilanden heel wat milieuhinder met zich zouden brengen. Nu hoor ik een totaal ander verhaal. Er zijn uiteraard raakvlakken. Het is voor mij duidelijk dat de kustverdediging, de haven en de maritieme toegang Vlaamse bevoegdheden zijn, dus op dat vlak is er geen enkel probleem.

 

Is er overleg? Ja. Moet er overleg zijn? Zeker. Er is overleg en er zijn resultaten. Dat was onlangs onder meer het geval voor het koninklijk besluit inzake de brandingsporten, de watersporten. Daar heb ik overleg gehad met collega Muyters, en met resultaat. Op het vlak van aquacultuur heb ik op dit moment heel goed overleg met mevrouw Schauvliege. Dat is dus allemaal geen probleem.

 

Sinds mijn aantreden pleit ik voor een samenwerkingsakkoord tussen België en Vlaanderen. Wij sluiten samenwerkingsakkoorden met heel de wereld, maar er bestaat geen samenwerkingsakkoord op dat vlak tussen Vlaanderen en België.

 

Wat de estuaire vaart betreft, dat kan. Het is toegelaten. Zowel het havenbestuur als de Vlaamse minister-president hebben mij gevraagd te bekijken hoe dat kan worden aangepast. Het directoraat-generaal Maritiem Vervoer is daarmee bezig. Op dat vlak is er dus geen probleem, maar op het eerste gezicht is er geen eiland nodig om dat te realiseren. Als men eilanden nodig heeft om dat te realiseren, moet men mij dat snel laten weten, aangezien het marien ruimtelijk plan dan moet worden aangepast.

 

Ik besluit.

 

Samenwerking loont. Ik heb hierover ondertussen al telefonisch contact gehad met de heer Weyts en ga volgende week naar het havenbestuur van Zeebrugge. Net als u ben ik ervan overtuigd dat een battle over blue energy, blue economy, jobs en economische groei voor onze kustregio helemaal niet aan de orde is. Ik reik de hand om samen te werken.

 

13.03  Franky Demon (CD&V): Dank u voor de duidelijkheid.

 

Als we wensen te gaan naar schepen met minder tonnage zijn die eilanden misschien wel belangrijk. Voor de uitbreiding kunnen die eilanden dus een goede zaak zijn. Ik ben blij dat u de dialoog wil aangaan en onderzoeken of het effectief kan.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Mme Laurette Onkelinx au premier ministre sur "les constats établis par Unia en matière de lutte contre les discriminations" (n° P1035)

14 Vraag van mevrouw Laurette Onkelinx aan de eerste minister over "de vaststellingen van Unia in verband met de strijd tegen discriminatie" (nr. P1035)

 

14.01  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, notre Constitution porte des valeurs très importantes liées à la philosophie des Lumières, notamment la liberté et l'égalité. Y sont clairement développées l'égalité entre les citoyens et le refus des discriminations.

 

Notre parlement s'est fait un honneur de placer la société belge au top des pays qui luttent contre les racismes et les discriminations, avec notamment une politique criminelle très claire à ce sujet. À l'occasion d'un acte raciste, antisémite ou islamophobe particulièrement fort, la société a su se lever pour le dénoncer.

 

Ceci dit, le dernier rapport d'Unia fait froid dans le dos. Jamais les dossiers relatifs aux discours de haine n'ont été aussi nombreux. Racisme, homophobie, discrimination sur base du handicap, rejet de l'autre s'expriment de plus en plus librement. La situation internationale n'y étant pas pour rien, le racisme antimusulman explose. Beaucoup ont cédé à la tentation de l'amalgame entre citoyens musulmans et terroristes. Cela doit être combattu avec force, d'abord par respect pour chaque citoyen, quelles que soient ses convictions, et puis pour ne pas faire le jeu des extrémistes.

 

Monsieur le président, la séance des questions orales est parfois l'occasion d'échanges durs entre majorité et opposition. Aujourd'hui, ce n'est vraiment pas cela que je cherche. J'espère simplement des paroles et des actes très forts pour condamner les discours de haine. Il y va du respect dû à l'ensemble de nos concitoyens. Il y va aussi de la défense de nos valeurs face à ceux qui veulent mettre le feu à nos sociétés multiculturelles et multiconfessionnelles, que ce soit en termes de prévention, de sécurité, de travail contre la haine sur internet. Il nous faut clamer la solidarité des démocrates contre l'intolérance. Merci de nous donner à ce sujet la parole du gouvernement.

 

14.02  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, madame Onkelinx, le gouvernement partage évidemment votre inquiétude et celle d'Unia. L'accord gouvernemental fait une priorité absolue, comme les gouvernements précédents, de la lutte contre le racisme, la discrimination et l'homophobie.

 

Nous n'avons pas seulement besoin de paroles, mais aussi d'actes. Les preuves en sont la mercuriale du procureur général d'Anvers sur la lutte contre la discrimination et le racisme, et la note de sécurité intégrale que nous préparons pour l'instant avec les entités fédérées, qui est une priorité absolue, de nouveau transversale, de la lutte contre toute forme de violence basée sur le genre, la race, le sexe, etc.

 

Ma collègue Elke Sleurs a déjà, de concert avec les ministres compétents, présenté son plan contre la violence basée sur le genre. Pour l'instant, elle prépare deux autres plans d'action. Le premier porte sur la lutte contre le racisme et l'autre sur la lutte contre la violence homophobe et transphobe.

 

La politique de recherche et de poursuite de nos parquets est bien décrite dans la circulaire COL 13/2013. Elle prévoit des codes spécifiques pour l'enregistrement amélioré des crimes et des délits en question. Il s'agit notamment des codes 56A pour le racisme, 56B pour la xénophobie et 56C pour la discrimination. En même temps, cette circulaire prévoit une collaboration intégrée entre Unia, la police et la magistrature dans la lutte contre ces crimes et délits. Un fonctionnaire de référence et un magistrat de référence sont désignés dans chaque juridiction. Nous avons nommé des experts dans l'arrêté royal du 18 novembre 2015. Ceux-ci sont chargés de l'évaluation de la législation en matière de discrimination. Nous préparons pour l'instant notre position pour la matière du négationnisme, prévue par la décision cadre de l’Union européenne 2008/913.

 

Nos paroles et nos actes se situent donc dans le prolongement de vos souhaits, je l'espère.

 

14.03  Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos propos particulièrement clairs.

 

Nous avons donc plusieurs rendez-vous: le plan de Mme Sleurs, la note-cadre de sécurité intégrale – celle de 2004 était particulièrement précise en plaçant en priorité la lutte contre le racisme et les discriminations –, le Plan national de sécurité 2016-2019, pour lequel nous verrons quelle sera la priorité.

 

Monsieur le ministre, je vous rends attentif à la question de la lutte contre la cybercriminalité. À cet égard, le gouvernement français a mis sur pied, depuis l'automne 2015, une unité contre la haine sur internet. Je pense que c'est une bonne idée puisque la violence des propos sur internet est d'une intensité presque jamais vue. Nous en reparlerons. Notre pays doit être plus que jamais uni face à la haine!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Fin des questions orales. Einde van de mondelinge vragen.

 

Wetsontwerp en voorstellen

Projet de loi et propositions

 

15 Voorstel van resolutie voor het verbeteren van de fietsverbindingen van en naar stations (1253/1-5)

15 Proposition de résolution relative à l'amélioration des pistes cyclables d'accès aux gares (1253/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Sabien Lahaye-Battheu, Gilles Foret.

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1253/4)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1253/4)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

15.01  Marcel Cheron, rapporteur: Monsieur le président, chers collègues, votre commission de l'Infrastructure a examiné la proposition de résolution de Mme Lahaye-Battheu au cours des réunions du 17 janvier et du 2 février 2016.

 

Mme Lahaye-Battheu, qui est l'auteure principale, et même unique, de cette proposition de résolution, a présenté son texte visant à favoriser l'accès des vélos, appelés parfois "bicyclettes", aux gares ferroviaires. Elle a particulièrement insisté sur la nécessité d'élaborer un inventaire des sites ferroviaires désaffectés et des terrains environnants. Elle a souhaité que les contrats de gestion Infrabel et SNCB qui sont en cours de négociation prennent en compte cet aspect très important de l'accès multimodal vers les gares.

 

Dans la discussion générale qui s'est ensuivie et qui fut particulièrement riche, plusieurs intervenants – parmi lesquels votre serviteur, MM. Geerts et Yüksel, Mmes Laurette Onkelinx (j'ai vu qu'un seul T figurait dans le rapport; je l'ai corrigé) et De Coninck – ont soutenu la proposition et ont insisté sur la nécessité d'une politique globale d'utilisation du vélo et du transport ferroviaire.

 

M. Foret a tenu à incorporer dans le texte, en plus des bicyclettes classiques, les vélos hybrides et les mountain bikes. C'est quand même très important. Mme Lahaye-Battheu a accepté cette proposition, qui est venue sous la forme d'un amendement.

 

L'ensemble des amendements, que je ne vais pas détailler ici pour préserver l'intégrité intellectuelle des membres, ont été acceptés à l'unanimité, tout comme la proposition de résolution elle-même.

 

15.02  Inez De Coninck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, op de agenda van onze plenaire vergadering vandaag staan enkele voorstellen van resolutie met betrekking tot het verbeteren van de fietsverbindingen van en naar de stations en met betrekking tot het stimuleren van de combinatie van trein en fiets. Onze fractie steunt uiteraard de twee voorstellen van resolutie.

 

Ze zijn opgemaakt vanuit ons streven om multimodaliteit te stimuleren. Multimodaliteit, daar moeten we naartoe. Het is belangrijk om op onze mobiliteitsdruk een degelijk antwoord te bieden met een alternatief voor de wagen. Dat vele pendelaars nog altijd liever alleen in de file staan met hun wagen, heeft volgens ons te maken met het ontbreken van een goede multimodaliteit.

 

Het regeerakkoord van de regering neemt dan ook terecht comodaliteit of multimodaliteit als uitgangspunt voor duurzame mobiliteit. De voorstellen van resoluties vragen dan ook aan de regering om werk te maken van multimodaliteit en meer bepaald om de combinatie van trein en fiets te stimuleren.

 

Maar, collega’s, zo makkelijk is dat niet. Multimodaliteit is niet zo makkelijk te faciliteren en te realiseren. Het is enkel mogelijk als alle vervoersmodi op mekaar zijn afgestemd. Daarom is het belangrijk dat de NMBS en Infrabel bij de inrichting van het spoorvervoer rekening houden met het aanbod van bussen, fietsen, trams en auto’s en zich dienstbaar opstellen tegenover de gewestelijke en lokale overheden, die bevoegd zijn voor het fietsbeleid.

 

Ik geef een concreet voorbeeld. Bij de aanleg van nieuwe fietsostrades moet Infrabel geen extra tegenargumenten stellen in de vorm van de sluiting van een overweg. Ze moeten veeleer fietsostrades faciliteren dan ze te verhinderen. Elke stap ter bevordering van intermodaliteit is een goede. De verbetering van de combinatie fiets en trein is hierbij zeker van belang. Vouwfietsen zijn bijvoorbeeld een onderbenut transportmiddel. Het is dan ook positief dat hiervoor extra aandacht gevraagd wordt in de resoluties.

 

Tegelijkertijd moeten wij uiteraard vermijden dat de NMBS en Infrabel zelf een fietsbeleid ontwikkelen, dat volledig los komt te staan van het fietsbeleid dat gevoerd wordt door andere overheden. Steden, gemeenten en Gewesten zijn de bevoegde overheden voor het fietsverkeer. Hun beleid moet dus het uitgangspunt vormen waarbij de spoorbedrijven zich moeten aansluiten. Veeleer dan in overleg te treden, moeten de spoorbedrijven zich afstemmen op het bestaande beleid voor andere vervoersmodi.

 

Tot daar mijn betoog, collega’s.

 

Ik herhaal wat ik in het begin zei: wij zullen zowel het eerste als het tweede voorstel van resolutie op de agenda van vandaag steunen.

 

15.03  Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, sur le fond, cette proposition de résolution est tout à fait défendable. Cependant, l’hypocrisie qu'elle sous-tend est telle que nous ne pourrons la soutenir.

 

Pour améliorer les pistes cyclables donnant accès aux gares, il faut qu’il y ait des gares. Il faudrait donc, tout d’abord, qu’on ne s’attaque pas aux gares, au chemin de fer, comme s’y emploie le gouvernement en exercice et sans commune mesure par rapport à ce qui a malheureusement été fait dans le passé.

 

L’hypocrisie de cette proposition de résolution, comme c’est d’ailleurs le cas d’un bon nombre de résolutions de la majorité, est à ce point flagrante qu’il n’est pas possible de la voter.

 

15.04  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik wil de collega’s danken voor de samenwerking aan onderhavig voorstel van resolutie in de commissie voor de Infrastructuur, dat eenparig werd goedgekeurd.

 

De fiets is een belangrijke en duurzame schakel in de mobiliteitsketen van het voor- en natransport van de trein. Een hinderpaal vandaag voor het gecombineerd gebruik is de soms moeilijke bereikbaarheid van onze stations. Vaak moeten fietsers gebruikmaken van dezelfde toegangswegen als wagens en busvervoer. Met het voorstel van resolutie willen wij Infrabel en de NMBS dan ook oproepen om de verlaten spoorwegbeddingen en de terreinen ernaast op te lijsten om na te gaan waar fietspaden op lange afstand kunnen worden aangelegd.

 

Dat is in een notendop de achtergrond van het voorstel van resolutie.

 

Ik dank nogmaals iedereen die hieraan heeft meegewerkt.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendenten ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

 

16 Voorstel van resolutie voor het stimuleren van de combinatie fiets en trein (1573/1-5)

16 Proposition de résolution relative à la promotion de la combinaison bicyclette et train (1573/1-5)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Jef Van den Bergh, Sabien Lahaye-Battheu, Vincent Van Quickenborne, Egbert Lachaert, Roel Deseyn, Franky Demon, Sonja Becq.

 

Bespreking

Discussion

 

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1573/4)

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1573/4)

 

De bespreking is geopend.

La discussion est ouverte.

 

16.01  Marcel Cheron, rapporteur: Monsieur le président, votre commission de l'Infrastructure a examiné, le 2 février 2016, cette proposition dont l'auteur principal est M. Van den Bergh, soutenu par d'autres parlementaires qui ont co-signé celle-ci.

 

M. Van den Bergh a présenté sa proposition relative à la promotion de la combinaison, cette fois-ci, entre la bicyclette et le train, dans une série de dispositions sur lesquelles je vais devoir m'attarder un peu plus que lors de la précédente proposition de résolution, du fait qu'elles ont fait l'objet d'un certain nombre de débats un peu plus vifs que sur la première.

 

M. Van den Bergh a présenté son texte, à savoir diverses mesures relatives à la promotion de la combinaison entre la bicyclette et le train. Dans la discussion générale, les deux premiers points de la proposition de M. Van den Bergh n'ont pas fait débat ni donné lieu à des observations.

 

Par contre, au point 3, M. Van den Bergh a déposé un amendement qui a provoqué une certaine polémique dans la commission. M. Van den Bergh souhaitait effectivement retirer, dans son texte, le lien avec le prochain contrat de gestion, ce qui a suscité un certain nombre de réactions de mon collègue, Stefaan Van Hecke, qui ne comprend pas la logique de l'amendement qui prive la Chambre de sa capacité de garantir le respect des demandes via le contrat de gestion. Mme Lalieux a abondé dans ce sens ainsi que Mme Temmerman et votre rapporteur qui ont souligné que l'adoption de cet amendement rendait la formulation de certains points un peu bancale. Le point 3 a donc fait l'objet de nombreuses considérations.

 

Les points 4, 5 et 6 du texte de M. Van den Bergh ont suscité la réaction, en tout cas le point 6, de Mme Poncelet, en lien avec la concertation avec les entités régionales. Ensuite, au point 7, une question a été posée par le rapporteur quant au fait de savoir si la volonté de M. Van den Bergh s'adressait non seulement aux gares dites standardisées dans le futur mais aussi aux gares actuelles, ce à quoi M. Van den Bergh a répondu qu'il s'agissait bien de l'ensemble des gares.

 

M. Foret est revenu en toute logique sur la question des vélos ordinaires, VTT et VTC. Je vous rappelle le débat du point précédent.

 

M. Van den Bergh a répondu au point 9 qu'il s'agissait bien, non pas de l'ensemble des gares, mais de la majorité d'entre elles; petite nuance par rapport au texte initial. Aux points 10 et 11, aucune observation n'a été enregistrée. Par contre, au point 12, il y a eu un débat important concernant le rôle du texte en particulier par rapport aux points vélo.

 

Mme Temmerman, en lien avec un autre texte qui viendra après – encore un peu de suspens -, a particulièrement insisté sur la question des points vélo, de leur suppression et des liens avec le contrat de gestion; en particulier le rôle des managers censés s'occuper de ces points vélo dans les gares.

 

M. Van den Bergh et consorts ont déposé ensuite un autre amendement pour les points 13 nouveau et 14 nouveau, invitant la SNCB à aligner sa politique en faveur des vélos sur celle menée par les autorités compétentes.

 

Mon collègue Van Hecke a fait une proposition visant à intégrer certains éléments d'une autre proposition de Mme Temmerman en lien avec les contrats de gestion. Elle n'a pas été acceptée par les auteurs.

 

Enfin, tant Mme Temmerman que M. Van den Bergh ont continué à apporter des arguments forcément contradictoires sur cette problématique des points vélo.

 

Mme Lalieux a précisé que son groupe ne pourrait pas apporter son soutien à la proposition de résolution examinée.

 

En ce qui concerne votre rapporteur, il a regretté que la majorité ait refusé d'inscrire un élément de contrainte dans le contrat de gestion. Mais compte tenu de la volonté générale de favoriser la combinaison bicyclette et train, son groupe soutiendra l'ensemble du texte.

 

Chers collègues, les votes ont été contrastés puisque, tant sur les amendements que sur le texte global, il n'y a pas eu d'unanimité, contrairement à ce qui s'était passé pour le texte précédent. Donc, l'ensemble du texte tel que modifié a été adopté par 11 voix contre 2 et 1 abstention.

 

16.02  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wil nog een aantal zaken toevoegen aan het excellente verslag van de heer Cheron. Ik wil ons stemgedrag heel duidelijk maken.

 

Wij waren oorspronkelijk echt van plan om voor dit voorstel te stemmen, maar toch hebben wij in de commissie tegengestemd. Wij hebben vooral tegengestemd omdat er in de oorspronkelijke tekst heel veel zaken stonden waarmee wij akkoord konden gaan, maar door allerlei amendementen is de geest van de oorspronkelijke tekst wat veranderd.

 

Excuseer mij het woord, maar de tekst is een beetje hypocriet geworden. Het belangrijke in die oorspronkelijke tekst was dat een aantal zaken rond kwaliteit van de fietsparkings, zoals veiligheid van de fietsparkings in de stations en de netheid van de fietsparkings, in het beheerscontract met de NMBS zouden staan. Dit alles moest echter uit de tekst worden gehaald.

 

Collega’s, als men a zegt, moet men b zeggen. Resoluties hebben een beperkte invloed. Als men ze echter zodanig afzwakt dat er eigenlijk geen gevolg aan moet worden gegeven, dan hebben ze eigenlijk geen zin en zijn ze hypocriet.

 

Een ander voorbeeld in dezelfde resolutie heeft te maken met het feit dat men dit weigert, ondanks het rapport van het Rekenhof waarin de evaluatie wordt gemaakt van de uitvoering van de beheerscontracten. In dat rapport geeft men aan dat men het best zo specifiek mogelijk te werk zou gaan in de beheerscontracten zodat heel duidelijk is wat wel en wat niet kan. Wij kunnen er moeilijk mee instemmen dat men in de resolutie totaal geen rekening houdt met het rapport van het Rekenhof.

 

Omtrent het verbreden van het vervoersaanbod heeft de minister in haar beleidsnota trouwens zelf aangegeven dat – ik citeer: “… stimuleren door bijvoorbeeld in het beheerscontract van de NMBS Groep maatregelen op te nemen om de combinatie trein-fiets te verbeteren.” Uitgerekend dat element, het opnemen van die maatregelen in het beheerscontract, heeft men via een amendement uit de tekst gehaald.

 

Ik wil ook nog iets zeggen over de fietsmanager. Men wil een fietsmanager aanstellen die de coördinatie van het fietsbeleid in de verschillende stations op zich moet nemen. Collega’s, wij hebben dat eigenlijk al. Vandaag is er een systeem dat heel goed werkt, namelijk de fietspunten. De regering wil de fietspunten afbouwen, maar wil wel een fietsmanager aanstellen. Never change a winning team. De fietspunten werken vandaag, zeker in de grote stations, heel goed. Blijf ze stimuleren. Dat zal het gebruik van de fiets naar het openbaar vervoer veel meer stimuleren dan een manager die allerlei fietsparkings in de verschillende stations moet beheren.

 

Wij begrijpen dus totaal niet waarom de meerderheid een resolutie wil goedkeuren, maar er niet de gevolgen aan verbindt. Bovendien worden goede systemen die de resolutie zouden kunnen waarmaken, onderuitgehaald.

 

Een ander punt is de inrichting van het fietsdeelsysteem. Oorspronkelijk stond er dat het fietsdeelsysteem verder zou worden gestimuleerd. Dat is ook afgezwakt naar de meerderheid van de stations.

 

Collega’s, het is duidelijk waarom wij in de commissie tegen hebben gestemd. Als men de resolutie los van deze discussie bekijkt, kan men er niet tegen zijn, want zij zegt eigenlijk niets. De resolutie spreekt over stimuleren, maar zegt niet hoe dat moet gebeuren. Men kan er dus niet echt tegen zijn.

 

Mijn fractie zal dan ook voor de resolutie stemmen, maar collega Geerts en ikzelf zullen ons onthouden om nogmaals duidelijk te maken dat resoluties goed zijn, maar wel gevolgen moeten hebben. Het is duidelijk dat de regering de gevolgen van haar eigen resolutie niet wil aanvaarden.

 

16.03  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het Parlement kan vandaag een belangrijk signaal geven. Mevrouw Temmerman is het daarmee zeker ook eens. Wij kunnen vandaag aangeven dat het voor ons belangrijk is dat de NMBS meer nog op de combinatie van fiets en trein inzet. Met de combinatie van fiets en trein kunnen wij immers in de ketenmobiliteit een volwaardig alternatief voor de auto bieden. Een groot nadeel van de trein an sich is natuurlijk the last and the first mile. Daarin kan de fiets een nog veel grotere rol spelen dan hij vandaag al doet.

 

Complementair met de resolutie van mevrouw Lahaye-Battheu, die wij zonet hebben behandeld, geeft voorliggende resolutie aan welke initiatieven daartoe nog door de NMBS kunnen worden genomen binnen het kader van de beheersovereenkomst die momenteel wordt opgesteld. In die zin kan de resolutie een krachtig signaal zijn.

 

Na consultatie van verschillende mensen werden in de resolutie een aantal meetbare doelstellingen uit de beheersovereenkomst gehaald. Dat klopt. Wij hebben dat gedaan omwille van een aanbeveling van het Rekenhof. Het Rekenhof stelt immers dat wij in de beheersovereenkomst best met een beperkt aantal kwantitatieve doelstellingen werken.

 

Wij vragen in de resolutie dus wel degelijk een aantal kwantitatieve doelstellingen in de beheersovereenkomst op te nemen. Wij doen dat echter niet voor alle mogelijke criteria die wij naar voren schuiven op het vlak van kwaliteit, netheid en veiligheid, die moeilijker meetbaar zijn. Bovendien is het evident dat aan die criteria ook de nodige aandacht moet worden besteed.

 

Over de fietsmanager bestaat er een misverstand qua interpretatie. Wij hebben ondertussen ook de naam veranderd. De bedoeling is niet dat in elk station of in elke regio iemand wordt aangeduid om het fietsen te stimuleren of te managen. De bedoeling is dat een lid van de top van de NMBS de eindverantwoordelijkheid krijgt, om ervoor te zorgen dat de fiets een volwaardige plaats krijgt in het beleid van de NMBS.

 

Dat is de bedoeling van de desbetreffende vraag in de resolutie. Als de top van de NMBS van het belang van de fiets is doordrongen, zal dat alleen maar het fietsbeleid bij het spoor ten goede komen.

 

Dat waren een aantal reacties op de uiteenzetting.

 

Ik dank iedereen voor de goede samenwerking. Ik hoop dat de plenaire vergadering straks een positief signaal zal geven aan de NMBS bij de opmaak van de beheerscontracten.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

 

De bespreking is gesloten.

La discussion est close.

 

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

 

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

 

17 Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur van het jaar 2014 en van de uitvoeringsrekeningen van de begrotingen van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (1576/1-3)

17 Projet de loi visant à approuver le compte général de l'Administration générale pour l'année 2014 et des comptes d'exécution des budgets des Services de l'État à gestion séparée pour des années précédentes (1576/1-3)

 

Beperkte algemene bespreking

Discussion générale limitée

 

Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt in plenaire vergadering een beperkte algemene bespreking gehouden.

Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée en séance plénière.

 

De beperkte algemene bespreking is geopend.

La discussion générale limitée est ouverte.

 

M. Ahmed Laaouej, rapporteur, renvoie au rapport écrit.

 

Vraagt iemand het woord? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

 

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

La discussion générale limitée est close.

 

Bespreking van de artikelen

Discussion des articles

 

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1576/3)

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1576/3)

 

Het wetsontwerp telt 11 artikelen.

Le projet de loi compte 11 articles.

 

Er werden geen amendementen ingediend.

Aucun amendement n'a été déposé.

 

De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen A tot I.

Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux A à I.

 

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

 

18 Voorstel van resolutie over het kosteloos gebruik door de treingebruikers van de "B-Parkings" van de NMBS (1357/1-3)

18 Proposition de résolution visant à garantir la gratuité des B-parkings pour les usagers de la SNCB (1357/1-3)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

Catherine Fonck, Isabelle Poncelet.

 

De commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (1357/3)

La commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques propose de rejeter cette proposition de résolution. (1357/3)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l’article 88 du Règlement, l’assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

18.01  Inez De Coninck, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

18.02  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, nous avons déjà eu l’occasion de discuter de cette proposition de résolution en commission. C’est maintenant qu’il faut parler de cette question et non dans un ou deux ans. En effet, le contrat de gestion est, aujourd’hui, en voie de négociation.

 

Le moins que l’on puisse dire c’est que, ces derniers temps, le gouvernement n’a cessé d’envoyer des signaux en faveur d’une politique anti-mobilité. Vous allez me demander ce que cela a à voir avec le tarif. Il faut savoir que le coût du train est un élément parmi d’autres en termes d’attractivité du train. Ce n’est pas le seul. Il y a aussi la ponctualité, l’accessibilité des parkings. Mais cela reste un élément qui permet d’avoir un moyen de transport compétitif et attractif.

 

La semaine dernière, avait lieu ici le débat sur les tarifs que la SNCB, voire le gouvernement – on peut aller jusqu’à le dire – voulaient augmenter pendant les heures de pointe ou pour un public cible, à savoir les aînés, les étudiants.

 

Chers collègues, je voudrais attirer votre attention sur le fait que tous les membres de la majorité m’ont fait savoir que tel n’était pas l’objectif poursuivi par la SNCB. Par ailleurs, certains m’ont fait savoir que la gratuité des parkings n’avait aucun impact sur cette dernière.

 

Permettez-moi de vous dire que si les parkings, aujourd’hui gratuits, deviennent payants demain, cela représentera pour le navetteur une augmentation de 15 à 30 % par an. Ce sont des taxes déguisées. Cela représentera des coûts supplémentaires à supporter.

 

En outre, j'ai appris que d'ici 2018, vous aviez décidé de passer à 45 parkings payants supplémentaires, ce qui représente 18 500 places. Ce sont des places existantes, et non des nouvelles, que vous allez faire payer! Le comble est évidemment quand la SNCB, avec un culot monstre, sauf si c'est le gouvernement qui lui impose cette situation, explique que si elle fait payer ces parkings existants, c'est pour permettre aux navetteurs d'avoir une place. Nous ne proposons pas de rendre tous les parkings gratuits, nous voulons qu'il y ait un accès gratuit pour les navetteurs dans le but de mener une véritable politique de mobilité, pour en faire un véritable facteur d'attractivité et de compétitivité pour le choix de ce type de mobilité.

 

Chers collègues, si vous renvoyez cette proposition de résolution en "vous en foutant comme de l'an quarante", nous pourrons conclure que cela ne vous dérange pas de rajouter des coûts et des taxes aux gens qui se lèvent tôt pour aller travailler. Nous pourrons conclure que votre politique met à mal l'intermodalité. En commission, d'aucuns ont déploré que les gens n'utilisaient pas le vélo. Mais cette réflexion me fait bien rire! Devoir parcourir dix voire vingt kilomètres pour rejoindre la gare, en déposant sur le trajet son enfant à la crèche ou à l'école …

 

Nous pourrons conclure que vous avez décidé de transformer la vision du gouvernement en politique anti-mobilité plutôt qu'en politique de mobilité. Vous repoussez les gens vers la voiture et vous les dégoûtez de prendre le train! Chers collègues, c'est ainsi qu'il faudra interpréter votre vote si, comme en commission, vous balayez la proposition d'un revers de main!

 

Monsieur le président, je remercie les membres de l'assemblée et, en particulier, ceux qui soutiendront le texte.

 

De voorzitter: Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

19 Voorstel van resolutie betreffende het behoud en de uitbreiding van fietspunten (1184/1-2)

19 Proposition de résolution visant au maintien et à l'augmentation des points vélo (1184/1-2)

 

Voorstel ingediend door:

Proposition déposée par:

David Geerts, Karin Temmerman.

 

De commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (1184/2)

La commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques propose de rejeter cette proposition de résolution. (1184/2)

 

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.

Conformément à l’article 88 du Règlement, l’assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.

 

19.01  Marcel Cheron, rapporteur: Monsieur le président, quand il n'y en a plus, il y en a encore! Jamais deux sans trois, comme le soulignait mon excellente collègue.

 

Votre commission de l'Infrastructure a donc examiné la proposition de M. Geerts et de Mme Temmerman qui vise au maintien et à l'augmentation des points vélo. C'était lors de la réunion du 2 février 2016. Comme le temps passe! Mme Temmerman a présenté ses arguments et a particulièrement souligné le fait que la fermeture des points vélo, décidée récemment par le conseil d'administration de la SNCB, constituait un très mauvais signal. Dans sa proposition de résolution, elle demande le maintien, mais aussi l'augmentation du nombre de points vélo lorsque c'est possible, en convenant aussi de créer des points vélo dans les gares des villes moyennes.

 

Au cours de la discussion générale qui a suivi, M. Van den Bergh a souligné le fait que la SNCB devait miser sur une combinaison de la bicyclette et du train, mais il estime que l'objectif visé par la résolution est déjà contenu dans son propre texte, celui dont on a parlé tout à l'heure. Il a ajouté que l'objectif d'un point vélo par gare n'était pas réalisable, soulignant que la suppression des points vélo était une décision autonome d'une entreprise publique autonome et que cela générait une économie de 350 000 euros pour la SNCB.

 

Mon excellent collègue Stefaan Van Hecke ne souscrit pas à cette vision. Il a estimé illogique de vouloir promouvoir l'utilisation de la bicyclette en combinaison avec le train et de justifier la décision de la SNCB de fermer des points vélo. Il s'interroge: la majorité est-elle disposée à soutenir la proposition à l'examen, si on affirme que la réouverture des points vélo doit figurer dans le futur contrat de gestion?

 

Mme Lalieux, pour le groupe socialiste, a trouvé paradoxal de devoir, en tant que membre de l'opposition, réclamer que l'accord de gouvernement soit appliqué. C'est vrai! Elle a estimé que le maintien et l'augmentation des points vélo doivent être intégrés dans le contrat de gestion.

 

Mme De Coninck, pour la N-VA, a déploré la fermeture des points vélo, mais a estimé que leur gestion ne relevait pas des missions essentielles de la SNCB et ne devait pas figurer dans le contrat de gestion. Qui plus est, l'emploi social, qui en est un des atouts, ne constitue pas un objectif en soi. En définitive, Mme De Coninck a souligné que tous les arguments ayant conduit à la fermeture des points vélo n'étaient pas connus des membres de la commission Infrastructure. En l'espèce, selon elle, le parlement ne peut pas se prononcer en connaissance de cause.

 

En conclusion, Mme Temmerman, une des auteurs de la proposition de résolution, a fustigé, je cite "l'hypocrisie de la majorité", consistant à regretter la décision de fermer les points vélo tout en n'ayant pas le courage de critiquer cette décision et encore moins de faire machine arrière.

 

Lors des votes, chers collègues, les considérants A à M ont été rejetés par 8 voix contre 4, tout comme les points 1 à 4 du dispositif.

 

L'ensemble de la proposition de résolution a été rejeté, et je le regrette, monsieur Geerts, par 8 voix contre 4.

 

19.02  David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Cheron en de diensten voor dit uitstekend verslag.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik wens vandaag gebruik te maken van artikel 88 van het Reglement, omdat ik denk dat er een vergissing is gebeurd in de commissie.

 

Toen ik na de commissievergadering een briefing kreeg van collega Temmerman en mijn medewerkster was ik eigenlijk zeer verwonderd dat deze resolutie niet werd goedgekeurd. Ik viel uit de lucht; ik had dit absoluut niet zien aankomen. Op 2 februari, op Lichtmis, was er in de commissie een debat over de modal shift en de ketenmobiliteit, met name over het betrekken van de fiets bij het mobiliteitverhaal. Toen werd deze resolutie niet goedgekeurd. De resolutie van collega Lahaye-Battheu werd wel goedgekeurd. De resolutie van collega Van den Bergh werd wat uitgehold door een aantal amendementen maar de filosofie op zich was tot daaraan toe.

 

Onze resolutie lag vooral in de lijn van de verwachtingen. Wij zeggen — en wij niet alleen — dat men moet inzetten op de fietspunten en de promotie ervan. Het gaat onder andere om nettere fietsstallingen en minder diefstallen. Dat zijn enkele positieve gevolgen van deze fietspunten. Voorts zegt de NMBS trouwens zelf dat zij niet zal kunnen volgen met het bouwen van parkings en dat er zal moeten geïnvesteerd worden in fietsstallingen en fietspunten omdat er anders te grote kosten moeten worden gemaakt.

 

Een ander punt, dat misschien niet voor elke fractie belangrijk is maar voor ons wel, is dat aan de fietspunten ook een aspect van sociale tewerkstelling is verbonden. Mensen die niet meekunnen op de reguliere arbeidsmarkt kunnen daar een zinvolle arbeidstijdbesteding krijgen. Als ik kijk naar de gemeentebesturen, ongeacht de meerderheid, bijvoorbeeld in Lier waar de bevoegde schepen onlangs zei dat de fietspunten zeer belangrijk zijn voor de stad, dan meen ik dat zij voor honderd procent gelijk hebben als zij dit belangrijk vinden.

 

Daarom gebruik ik hier artikel 88, om de collega’s die ervaring hebben met fietspunten opnieuw de mogelijkheid te bieden de resolutie te steunen.

 

Niet alleen onze fractie zegt immers dat fietspunten belangrijk zijn. Ik heb een citaat gevonden over de besparingen bij de NMBS, die dreigen een nefaste impact te hebben op de fietspunten aan de kleinere stations. Het citaat gaat als volgt: “Wij willen echter de combinatie fiets/trein stimuleren, en blijven investeren in fietsvoorzieningen. Daarnaast zorgen deze fietspunten voor sociale tewerkstelling waar zo’n nood aan is. Met de afbraak van deze fietspunten, zetten wij een stap terug.”

 

Ik weet niet of u weet van wie dit citaat is. Dit heb ik gevonden op de website van CD&V Mol, waar collega Van den Bergh en collega Verherstraeten de fietspunten verdedigen. Op 10 maart is er opnieuw een actie in Mol, en ik heb begrepen dat CD&V die actie volop ondersteunt.

 

Als u dit hoort, mijnheer Bogaert, meent u toch ook dat er een fout gebeurd is in de commissie, waar collega Van den Bergh tegen deze resolutie heeft gestemd? Inhoudelijk zegt de resolutie immers dat wij een studie willen uitvoeren naar de impact van de fietspunten in de stations, op het gebied van netheid, diefstal enzovoort; en naar het fietsverkeer en de mogelijke financiering daarvan. Deze studie moet de volgende aspecten onderzoeken: ketenmobiliteit, het gebruik van wagen, fiets of bus door de opstappende reizigers; en de kostprijs van de parkeerinfrastructuur versus voorzieningen voor fietsers. Welnu, collega’s, dat is precies wat het Rekenhof deze week gezegd heeft en wat ook de NMBS zelf zegt.

 

Ik meen dus, in alle oprechtheid, dat onze collega een vergissing begaan heeft en dat wij terecht gebruikmaken van artikel 88 om hem de kans te geven deze vergissing recht te zetten. Daar rekenen wij dan ook op.

 

De voorzitter: Geen andere spreker mag het woord nemen.

Plus personne ne peut prendre la parole.

 

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

 

20 Inoverwegingneming van voorstellen

20 Prise en considération de propositions

 

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

 

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 februari 2016, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel (de heer Olivier Maingain en mevrouw Véronique Caprasse) tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, teneinde de bevoegdheden van de Fiscale Bemiddelingsdienst te verruimen, nr. 1659/1.

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting

- het wetsvoorstel (de dames Karin Jiroflée, Anne Dedry en Karin Temmerman) houdende diverse bepalingen betreffende de aanpak van schadelijke effecten van tabak, in het bijzonder naar jongeren toe, nr. 1665/1;

- het voorstel van resolutie (mevrouw Laurette Onkelinx cs) over een betere begeleiding bij perinatale rouw, nr. 1674/1.

Verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing

- het wetsvoorstel (mevrouw Laurette Onkelinx cs) tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, om de tot vijf jaar beperkte geldigheidsduur van de wilsverklaring te schrappen en die duur door de patiënt zelf te laten bepalen, nr. 1675/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Laurette Onkelinx cs) tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, teneinde de gewetensclausule te waarborgen, nr. 1676/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Laurette Onkelinx cs) tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en tot vaststelling van een termijn waarbinnen de arts een euthanasieverzoek van de patiënt moet beantwoorden en het medisch dossier aan een collega moet doorgeven als hij dat verzoek weigert in te willigen, nr. 1677/1;

- het wetsvoorstel (mevrouw Laurette Onkelinx, de heer Eric Massin en mevrouw Özlem Özen) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, om discreet bevallen mogelijk te maken, nr. 1680/1.

Verzonden naar de commissie voor de Justitie

- het voorstel van resolutie (mevrouw Leen Dierick cs) met betrekking tot een onderzoek naar de moduleerbaarheid van kerncentrales, nr. 1681/1.

Verzonden naar de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw

- het wetsvoorstel (de heren Benoit Hellings en Stefaan Van Hecke cs) betreffende de invoering van een opendatabeleid, nr. 1683/1.

Verzonden naar de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 février 2016, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi (M. Olivier Maingain et Mme Véronique Caprasse) modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992, visant à étendre les compétences du service de conciliation fiscale, n° 1659/1.

Renvoi à la commission des Finances et du Budget

- la proposition de loi (Mmes Karin Jiroflée, Anne Dedry et Karin Temmerman) portant des dispositions diverses visant à lutter contre les effets nocifs du tabac, en particulier chez les jeunes, n° 1665/1;

- la proposition de résolution (Mme Laurette Onkelinx et consorts) visant à permettre une meilleure prise en charge du deuil périnatal, n° 1674/1.

Renvoi à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société

- la proposition de loi (Mme Laurette Onkelinx et consorts) modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie, visant à supprimer la durée de validité limitée à 5 ans de la déclaration anticipée et laissant le patient la déterminer lui-même, n° 1675/1;

- la proposition de loi (Mme Laurette Onkelinx et consorts) modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie et la loi coordonnée du 10 juillet 2008 sur les hôpitaux et autres établissements de soins, en vue d'assurer la clause de conscience, n° 1676/1;

- la proposition de loi (Mme Laurette Onkelinx et consorts) modifiant la loi du 28 mai 2002 relative à l'euthanasie et fixant un délai, dans le chef du médecin, pour répondre à une demande d'euthanasie du patient, d'une part, et pour transmettre le dossier médical à un collègue s'il refuse d'accéder à cette demande, d'autre part, n° 1677/1;

- la proposition de loi (Mme Laurette Onkelinx, M. Eric Massin et Mme Özlem Özen) modifiant le Code civil afin de permettre l'accouchement dans la discrétion, n° 1680/1.

Renvoi à la commission de la Justice

- la proposition de résolution (Mme Leen Dierick et consorts) demandant d'examiner la modularité des centrales nucléaires, n° 1681/1;

Renvoi à la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture

- la proposition de loi (MM. Benoit Hellings et Stefaan Van Hecke et consorts) visant à l'établissement d'une politique de données ouvertes (Open Data), n° 1683/1.

Renvoi à la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Urgentieverzoeken

Demandes d'urgence

 

20.01  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1664/1.

 

Met dat wetsvoorstel willen wij de strafbaarstelling van het binnendringen zonder machtiging van een havenbedrijf strafbaar stellen. Het voorstel is nodig, gezien de huidige problematiek van de illegalen aan de kust.

 

De havenbedrijven hebben faciliteiten nodig hebben voor hun bescherming en er is daarvoor een strafbaarstelling nodig. Het betreffende wetsvoorstel moet dringend naar de commissie worden verzonden.

 

De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord op dat punt? (Neen)

 

Wij zullen ons op de gebruikelijke wijze uitspreken over het urgentieverzoek. Wie de urgentie steunt, moet nu opstaan.

 

De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L'urgence est adoptée par assis et levé.

 

20.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het voorstel van resolutie nr. 1681/1 van collega Dierick van de CD&V-fractie.

 

Collega Dierick wijst er in haar voorstel van resolutie terecht op dat er, met de nakende beslissing van de federale regering om de levensduur van Doel 1 en Doel 2 te verlengen, een overcapaciteit dreigt en de hernieuwbare-energiesector een nekslag zou krijgen. Collega Dierick vraagt in haar voorstel van resolutie om die overcapaciteit en het bijkomende concurrentienadeel voor de hernieuwbare-energiesector te onderzoeken.

 

De inhoud van het voorstel lijkt mij behoorlijk interessant en bijzonder urgent. Nog maar afgelopen week verscheen er een studie van EnergyVille waarin gewezen wordt op het risico en op het ongelofelijke nadeel van de levensduurverlenging van Doel 1 en Doel 2. Aangezien de levensduurverlenging momenteel wordt besproken, wil onze fractie erop aandringen dat het voorstel van resolutie van collega Dierick, waarmee een terecht debat geopend wordt, met urgentie wordt behandeld. Wij verwelkomen die opening van de meerderheid. Wij hopen het voorstel snel te kunnen bespreken. Ik ga ervan uit dat de CD&V-fractie de urgentie zal steunen.

 

De voorzitter: Wij spreken ons op de gebruikelijke wijze uit over het urgentieverzoek, namelijk bij zitten en opstaan

 

Er wordt overgegaan tot de stemming bij zitten en opstaan.

Il est procédé au vote par assis et levé.

 

Aangezien de uitslag niet duidelijk is, gaan wij over tot de naamstemming over het urgentieverzoek.

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

53

Oui

Nee

78

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

132

Total

 

De urgentie is verworpen.

 

20.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik kan alleen maar vaststellen dat CD&V in de media toetert over het feit dat men zich zorgen maakt over de levensduurverlenging van de kerncentrale van Doel 1 en over de toekomst van de hernieuwbare-energiesector, maar hier nog niet eens de moeite neemt en de moed opbrengt om aan het debat ter zake nog maar te beginnen, terwijl het hier verdomme hun eigen resolutie betreft.

 

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Calvo.

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

21 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de M. Marcel Cheron sur "la vétusté des bâtiments des institutions culturelles fédérales" (n° 118)

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Marcel Cheron over "de bouwvalligheid van de gebouwen van de federale culturele instellingen" (nr. 118)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Économie, de la Politique scientifique, de l'Éducation, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et de l'Agriculture du 17 février 2016

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de Middenstand en de Landbouw van 17 februari 2016.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 118/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Marcel Cheron et Stefaan Van Hecke;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Goedele Uyttersprot.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 118/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Marcel Cheron en Stefaan Van Hecke;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Goedele Uyttersprot.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

21.01  Marcel Cheron (Ecolo-Groen): Monsieur le président, il pleut dans nos musées fédéraux. Aux Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique, il a fallu déplacer une douzaine d'œuvres d'art, dont un Rubens. Au Musée d'Histoire naturelle, les iguanodons de Bernissart ne sont pas loin du marais initial dans lequel on les a retrouvés. Et, plus grave encore, les momies égyptiennes du Cinquantenaire sont en danger.

 

Chers collègues, j'ai donc pris l'initiative d'interpeller la secrétaire d'État. Je dois dire qu'après avoir entendu sa réponse dans laquelle elle me demandait si je n'avais pas d'argent à lui donner, j'ai été dans l'obligation de dire que les règles très strictes de mon parti m'empêchaient de contribuer à restaurer la Tour japonaise, le Pavillon chinois, bref toutes ces splendeurs que le monde entier vient visiter chaque jour à Bruxelles, si on ose encore venir à Bruxelles dans les conditions actuelles. Mais, bien plus grave, la secrétaire d'État ne m'a pas donné autre chose que des réponses urgentes. Ces réponses urgentes consistent actuellement à mettre des seaux dans les bâtiments dans lesquels il pleut. Ce n'est même pas une caricature. C'est visible sur des vidéos qui circulent abondamment.

 

Bien au-delà de ces mesures à court terme, chers collègues, je n'ai pas eu de réponse satisfaisante sur l'idée même d'un masterplan qui pourrait être mis en place pour que, de manière structurelle, ces témoignages essentiels de notre culture qui sont dans nos musées fédéraux puissent être préservés. J'invite donc la majorité à se ressaisir sur ce dossier et à prendre les mesures urgentes qui s'imposent pour ce patrimoine mondialement reconnu.

 

Le président: Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

77

Oui

Nee

58

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

136

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

22 Voorstel van resolutie voor het verbeteren van de fietsverbindingen van en naar stations (1253/4)

22 Proposition de résolution relative à l'amélioration des pistes cyclables d'accès aux gares (1253/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

134

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1253/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1253/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

23 Voorstel van resolutie voor het stimuleren van de combinatie fiets en trein (1573/4)

23 Proposition de résolution relative à la promotion de la combinaison bicyclette et train (1573/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1573/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1573/6)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

24 Projet de loi visant à approuver le compte général de l'Administration générale pour l'année 2014 et des comptes d'exécution des budgets des Services de l'Etat à gestion séparée pour des années précédentes (1576/3)

24 Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur van het jaar 2014 en van de uitvoeringsrekeningen van de begrotingen van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren (1576/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

117

Oui

Nee

3

Non

Onthoudingen

16

Abstentions

Totaal

136

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1576/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1576/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

25 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van het voorstel van resolutie over het kosteloos gebruik door de treingebruikers van de "B-Parkings" van de NMBS (1357/1-3)

25 Proposition de rejet faite par la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques de la proposition de résolution visant à garantir la gratuité des B-parkings pour les usagers de la SNCB (1357/1-3)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

78

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 1357/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 1357/1 est donc rejetée.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van het voorstel van resolutie betreffende het behoud en de uitbreiding van fietspunten (1184/1)

26 Proposition de rejet faite par la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques de la proposition de résolution visant au maintien et à l'augmentation des points vélo (1184/1)

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

78

Oui

Nee

54

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 1184/1 is dus verworpen.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 1184/1 est donc rejetée.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

27 Goedkeuring van de agenda

27 Adoption de l’ordre du jour

 

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van donderdag 3 maart 2016.

Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 3 mars 2016.

 

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 3 maart 2016 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 3 mars 2016 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.03 uur.

La séance est levée à 17.03 heures.

 


Detail van de naamstemmingen

 

Détail des votes nominatifs

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

053

Ja

 

Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Non        

078

Nee

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Pas Barbara, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Dierick Leen

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

077

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

058

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Van Biesen Luk

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

134

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Claerhout Sarah, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Hedebouw Raoul, Van Hees Marco

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

124

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Cheron Marcel, Claerhout Sarah, Daerden Frédéric, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Penris Jan, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Willaert Evita, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

000

Nee

 

Abstentions

012

Onthoudingen

 

Brotcorne Christian, Dallemagne Georges, de Lamotte Michel, Delpérée Francis, Dispa Benoît, Fonck Catherine, Geerts David, Hedebouw Raoul, Lutgen Benoît, Poncelet Isabelle, Temmerman Karin, Van Hees Marco

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

117

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Claerhout Sarah, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Vanheste Ann, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

003

Nee

 

Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan

 

Abstentions

016

Onthoudingen

 

Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Maingain Olivier, Nollet Jean-Marc, Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Willaert Evita

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

078

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

054

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

078

Ja

 

Becq Sonja, Beke Wouter, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Chastel Olivier, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli

 

Non        

054

Nee

 

Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Willaert Evita, Winckel Fabienne

 

Abstentions

004

Onthoudingen

 

Carcaci Aldo, Dewinter Filip, Pas Barbara, Penris Jan