Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 18 februari 2016 Namiddag ______ |
du Jeudi 18 février 2016 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles Michel,
Kris Peeters.
Julie Fernandez
Fernandez, Benoît Lutgen, wegens ambtsplicht / pour devoirs de
mandat;
Véronique
Caprasse, Maya Detiège, Vanessa Matz, Evita Willaert, wegens
gezondheidsredenen / pour raisons de santé;
Benoît
Dispa, buitenslands / à l'étranger.
Federale
regering / gouvernement fédéral:
Pieter
De Crem, handelsmissie / mission économique.
- M. Marco Van Hees au premier ministre sur "l'impôt des sociétés" (n° P0997)
- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "l'impôt des sociétés" (n° P0998)
- de heer Marco Van Hees aan de eerste minister over "de vennootschapsbelasting" (nr. P0997)
- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "de vennootschapsbelasting" (nr. P0998)
01.01 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, les États-Unis ont menacé de taxer les sociétés américaines qui verseraient des intérêts aux filiales belges qui bénéficient de niches fiscales comme les intérêts notionnels. On peut donc dire qu’une véritable épée de Damoclès pèse sur ces derniers. Cela s’inscrit dans un contexte plus vaste où toutes les niches fiscales belges sont dans le collimateur des organisations internationales ou de l’Union européenne.
Il est assez étonnant de voir les États-Unis venir – si je puis m’exprimer ainsi, monsieur le premier ministre – en soutien aérien à un vieux combat du PTB pour la suppression des intérêts notionnels. En effet, en janvier, nous avons déposé une proposition de loi visant à supprimer ces derniers. En février, nous apprenons que cette volonté est partagée par les États-Unis. Il s’agit évidemment d’une coïncidence, mais je tenais néanmoins à souligner ce fait.
Toujours est-il que, depuis dix ans, le PTB dénonce les intérêts notionnels qui permettent aux multinationales de payer zéro euro d’impôt ou presque, ce sans création d’emploi et même en procédant à des licenciements, comme cela a été le cas de multinationales comme AB InBEV, Arcelor, Electrabel, etc. Selon nous, il est inconcevable que la Belgique soit un paradis fiscal pour les multinationales et un enfer fiscal pour la population et les travailleurs.
J’ai entendu la position de certains membres du gouvernement. Selon le CD&V, il faut faire attention, il ne faut pas menacer les finances publiques, position que je rejoins totalement. Cependant, ce parti a également fait savoir que, comme stipulé dans l’accord de gouvernement, la stabilité des entreprises devait être assurée. Il est bizarre de constater qu’il n’est jamais question de la situation des travailleurs qui doivent subir le saut d’index, l’augmentation de la TVA et qui voient leur pouvoir d’achat attaqué tous les jours. Autrement dit, les travailleurs n’ont pas besoin de stabilité, contrairement aux multinationales. Selon la N-VA, il faut revoir les intérêts notionnels, position qu’évidemment je partage. Toutefois, pour ce parti, il faut également aller plus loin en termes de concurrence fiscale, aspect sur lequel j’ai certains doutes.
Monsieur le premier ministre, quelle est votre position sur la question des intérêts notionnels? Doivent-ils être ou non revus? La question des intérêts notionnels est-elle à l’ordre du jour de l’agenda des prochaines réunions du gouvernement? L’impôt des sociétés est-il à l’ordre du jour du prochain Conseil des ministres? Suivez-vous la position du ministre des Finances qui est favorable à la concurrence fiscale, position qu’il souhaite que la Belgique défende au sein de l’Union européenne ou estimez-vous que notre pays doit défendre l’harmonisation fiscale au sein de cette dernière?
De voorzitter: Collega’s, mag ik u vragen om op zijn minst de beleefdheid te hebben om naar de andere collega’s te luisteren?
Veuillez avoir la politesse d’écouter les collègues qui posent des questions.
Het geluid dat van op de banken uitstijgt is immers werkelijk ontoelaatbaar en ik wil dat dit ophoudt. Als u wilt praten, heb ik daar alle begrip voor, maar doet u dat alstublieft in de buvette of in de wandelgangen, maar niet hier. Gelieve alstublieft de nodige aandacht op te brengen voor de collega’s die, zoals de heer Calvo aanstonds zal doen, het beste van zichzelf geven.
Mijnheer Calvo, u krijgt het woord.
01.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik ben bijna ontroerd, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter: En onder de indruk ook, merk ik.
01.03 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik denk dat vele landgenoten zich steeds vaker afvragen waarom zij netjes hun belastingen betalen. Vooral heel wat kmo’s in dit land vragen zich volgens mij af waarom zij quasi of helemaal de volle pot betalen inzake vennootschapsbelasting.
Wij moeten er de kranten van de afgelopen week maar op nalezen. Dit weekend konden wij lezen dat de Europese Groenen naar buiten brengen dat de Zweedse meubelgigant Ikea onder andere door de notionele-intrestaftrek amper belastingen betaalt in dit land en overal fiscaal gaat shoppen in Europa. Gisteren bleek dat Electrabel ontsnapt aan een miljoenenboete die het eigenlijk zou moeten betalen omdat het — hou u vast — nog 700 miljoen euro aan aftrek heeft openstaan.
Dat zijn volgens mij signalen genoeg om onze fiscaliteit aan te pakken en om de vennootschapsbelasting eerlijker en eenvoudiger te maken, meer op maat van de kmo’s.
Maar wat doet uw regering? Zij probeert precies deze week het Parlement ervan te overtuigen om Electrabel, een van de hoofdrolspelers inzake fiscale optimalisatie, een extra cadeautje te geven, namelijk de conventie van Doel 1 en Doel 2. Ondertussen lacht men u en uw regering in andere dossiers eigenlijk in uw gezicht uit.
Wat de vennootschapsbelasting betreft, liet minister van Financiën Van Overtveldt een aantal weken geleden een ballonnetje op — kostprijs 3,5 miljard euro — om de vennootschapsbelasting te hervormen. Sindsdien hoorden wij de ene na de andere verklaring van de regeringspartijen, met totale onduidelijkheid tot gevolg. De kmo’s vragen zich af of de vennootschapsbelasting effectief eerlijker en eenvoudiger zal worden.
Ik heb dus twee vragen, mijnheer de eerste minister, in de hoop dat dit een thema is dat meerderheid en oppositie met elkaar kan verbinden.
Ten eerste, meent u niet dat het tijd wordt om van strategie te veranderen met betrekking tot Electrabel? Na het dossier van de afgelopen week kan men de nucleaire deal over Doel 1 en Doel 2 toch niet meer voortzetten? Dat kan men toch niet hard maken?
Ten tweede, bent u er, samen met Ecolo-Groen, van overtuigd dat er een hervorming van de vennootschapsbelasting moet komen, eerlijker, eenvoudiger en op maat van de kmo’s?
Het komt u als eerste minister toe om ter zake eindelijk duidelijkheid te verschaffen.
01.04 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je tiens à vous faire part de mon appréciation de la force de conviction du PTB-GO!. Monsieur Van Hees, réussir en quelques semaines à convaincre les États-Unis de déposer un nouveau modèle de convention fiscale qui servira de base à l'avenir pour toutes les négociations fiscales au départ des États-Unis: je suis extrêmement impressionné par cette capacité d'influence!
Un peu plus sérieusement, à quels faits sommes-nous confrontés? Nous avons effectivement été informés que les États-Unis avaient décidé d'élaborer une nouvelle base pour leurs futures négociations dans le cadre des conventions fiscales de double imposition. Il s'agit de processus pouvant durer plusieurs années. Pour le moment, nous n'avons pas été informés d'une démarche officielle des États-Unis qui viserait à remettre en question les conventions existantes avec la Belgique pour négocier une nouvelle convention.
AmCham, la chambre de commerce concernée, a même considéré qu'il fallait relativiser l'urgence d'une révision des dispositions fiscales en Belgique.
Quelle est la position du gouvernement en matière de fiscalité et de stratégie économique et sociale?
Wij hebben een paar maanden geleden een belangrijke beslissing genomen, de taxshift.
Onze prioriteit is de competitiviteit van onze bedrijven. Onze bedoeling is de afschaffing van de loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden. Op dat vlak zitten wij op het goede spoor, met meer middelen voor onze bedrijven, voor de tewerkstelling, voor jobcreatie en voor meer koopkracht voor mensen die werken.
Tegelijkertijd, en dat is niet gemakkelijk of evident, hebben wij ook een grote ambitie, met name de sanering van onze publieke financiën, van ons budget.
Ce sont les deux priorités au départ desquelles nous travaillons. Nous voulons également garantir de la stabilité et de la sécurité juridique pour les investisseurs, afin de favoriser la confiance dans le modèle économique et fiscal que nous défendons.
Par conséquent, on peut toujours envisager et proposer au Conseil des ministres des améliorations de notre modèle fiscal, y compris en termes d'impôt des sociétés. L'accord de gouvernement a choisi de se concentrer sur la mise en œuvre du tax shift. Ce n'est que dans l'enceinte du gouvernement que nous examinerions, si des propositions étaient faites, toutes les suggestions pour tenter de renforcer l'attractivité pour les investissements, de renforcer la capacité à créer des emplois. Voilà la situation!
Un dernier point sur le plan européen.
Op Europees niveau ben ik ervan overtuigd dat de versterking van de monetaire unie en van onze eurozone een prioriteit is.
Straks, over een paar uur, zal ik aanwezig zijn op het belangrijke debat over de Brexit. Een van de belangrijke punten bij dat debat is de vraag of het mogelijk zal zijn om ter versterking van de eurozone de instrumenten te versterken. Dat betekent dus een versterking van de convergentie en de harmonisering op fiscaal vlak, ook op Europees niveau.
C'est aussi de cette manière-là que l'on se positionne. Nous allons très sereinement continuer à exécuter la politique économique qui a été décidée. C'est autour de la table du gouvernement que nous regarderons, semaine après semaine, mois après mois, comment renforcer les mesures prises.
La priorité absolue sera de créer des emplois et de favoriser les investissements car c'est la meilleure façon de garantir les protections sociales qui nous tiennent à cœur.
01.05 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le premier ministre, je prends bonne note de votre réponse. Dans le différend qui oppose le CD&V et la N-VA au sein du gouvernement, vous avez clairement pris position pour le CD&V puisque vous dites que vous restez dans les lignes de l'accord de gouvernement et que vous ne toucherez pas à l'impôt des sociétés. Par ailleurs, vous désavouez votre ministre des Finances qui nous dit quasiment lors de chaque commission des Finances que la Belgique doit être à l'avant-garde de la concurrence fiscale. Vous dites que la Belgique doit être à l'avant-garde de l'harmonisation fiscale.
Je suis content de vos réponses mais je note la contradiction avec la N-VA.
Par contre, en ce qui concerne votre décision de ne pas remettre en cause les intérêts notionnels, je suis beaucoup plus critique car la Belgique va rester un paradis fiscal pour les multinationales et un enfer fiscal pour la population. Les multinationales continueront à payer moins d'impôt qu'une femme de ménage! Quand je vois qu'Ikea ne paie pratiquement pas d'impôt, je sais pourquoi on appelle ce gouvernement "la Suédoise"!
01.06 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik stel eerst en vooral vast dat u op geen enkele manier ingaat – ik begrijp dat ook, want het is eigenlijk een schande – op het dossier van Electrabel en op het feit dat u het Parlement op dit eigenste moment probeert te overtuigen van een extra cadeautje. Wij zullen er als ecologisten alles aan doen om die deal, samen met de Raad van State en de Europese Commissie, tegen te houden, want dit is een absolute schande.
Het is vooral een schande ten aanzien van onze kmo’s. Op een moment dat er een ongelooflijk maatschappelijk en economisch, en een groeiend politiek draagvlak is om de vennootschapsbelasting eerlijker en eenvoudiger te maken, meer op maat van de kmo’s, zou men van een liberale eerste minister toch verwachten dat hij dit zou omarmen? U hebt dat vandaag niet gedaan. U hebt gezegd dat u het zult bekijken.
De vennootschapsbelasting moet worden hervormd. Ze moet eenvoudiger en eerlijker.
Collega’s van CD&V, ik begrijp heel goed dat u zenuwachtig wordt van de minister van Financiën, Johan Van Overtveldt. Veel te vaak kloppen zijn cijfers niet. Veel te vaak staat zijn partijprogramma een eerlijke fiscaliteit in de weg. Ik begrijp echter niet dat CD&V volhardt in haar protest tegen een hervorming van de vennootschapsbelasting. Die hervorming kan budgetneutraal worden doorgevoerd. Die belasting moet eenvoudiger en vooral eerlijker.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- M. Olivier Maingain au premier ministre sur "la concertation sociale sur le droit de grève" (n° P0999)
- Mme Zuhal Demir au premier ministre sur "la concertation sociale sur le droit de grève" (n° P1002)
- M. Egbert Lachaert au premier ministre sur "la concertation sociale sur le droit de grève" (n° P1000)
- M. Stefaan Vercamer au premier ministre sur "la concertation sociale sur le droit de grève" (n° P1003)
- de heer Olivier Maingain aan de eerste minister over "het sociaal overleg over het stakingsrecht" (nr. P0999)
- mevrouw Zuhal Demir aan de eerste minister over "het sociaal overleg over het stakingsrecht" (nr. P1002)
- de heer Egbert Lachaert aan de eerste minister over "het sociaal overleg over het stakingsrecht" (nr. P1000)
- de heer Stefaan Vercamer aan de eerste minister over "het sociaal overleg over het stakingsrecht" (nr. P1003)
02.01 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, en début de semaine, le Groupe des Dix n'a pu trouver un accord pour actualiser le gentlemen's agreement de 2002 organisant notamment le droit de grève. À entendre les partenaires sociaux, l'accord n'était pourtant pas très éloigné. On cherche à identifier les causes réelles de l'échec, même si on a quelques éléments qui transpercent de-ci, de-là. Des réactions se sont également fait entendre au sein de votre majorité, dont celle du vice-premier ministre, M. Peeters, qui souhaite relancer la négociation. Et puis, il y en a d'autres qui souhaitent tout de suite voir le gouvernement et le parlement se saisir de cette matière et légiférer.
Monsieur le premier ministre, le gouvernement va-t-il prendre l'initiative pour relancer la concertation sociale pour tenter de dégager un accord en la matière? Si oui, sous quelle forme et dans quel délai? Le gouvernement a-t-il identifié les points de désaccord qui méritent un investissement particulier de l'autorité gouvernementale pour tenter de réconcilier les points de vue? Le gouvernement écarte-t-il fermement l'hypothèse de ceux qui plaident pour une forme de régionalisation de cette matière de manière implicite, puisque certains ont invité le gouvernement flamand à prendre une initiative en la matière? Le gouvernement fédéral veille-t-il à maintenir ses prérogatives? S'il n'y avait pas d'accord possible grâce à une intervention de l'autorité gouvernementale, le gouvernement prendrait-il l'initiative ou laisserait-il au parlement le soin de légiférer sur initiative parlementaire?
02.02 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, wij hebben het afgelopen jaar bijna maandelijks stakingen gehad, behalve tijdens de zomermaanden, terwijl deze regering enorm veel werk heeft gemaakt van jobcreatie; denk maar aan de taxshiftmaatregelen. Die stakingen hadden alle te verwachten gevolgen, niet alleen voor onze economie, maar ook voor de mensen die niet op het werk geraken.
Naar aanleiding van die staking stonden wij hier met een aantal collega’s. Minister Peeters heeft gezegd dat het herenakkoord, waarover hij destijds nog heeft onderhandeld, zou moeten worden herbekeken, en best door de sociale partners. Niemand hier in het halfrond kan zeggen dat de sociale partners niet de tijd hebben gehad om te bekijken hoe men het herenakkoord en het daarin vervatte stakingsrecht kan actualiseren.
Deze week, na maanden overleg, geeft men aan dat men niet tot een akkoord komt. Men zegt er niet uit te geraken. De werkgeversorganisaties smeken de regering bijna om zelf met een oplossing te komen.
Mijn vraag is dan: wat nu? Noch mijn fractie noch de mensen hier in het Parlement stellen het stakingsrecht ter discussie. Niemand hier, dat wil ik onderstrepen, wil het stakingsrecht afschaffen. Daar gaat het debat niet over. Het debat gaat over het feit dat de mensen die willen gaan werken moeten kunnen gaan werken.
Mijn vraag is heel concreet: wat gaan wij nu doen? Het sociaal overleg heeft geen resultaat opgeleverd. De mensen die willen gaan werken, verwachten een resultaat. Gaat de regering dit belangrijk dossier naar zich toetrekken?
02.03 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Werk, in december 2014 stond ik hier samen met een aantal collega’s voor de eerste keer om over de stakingsacties in ons land te praten.
Ik weet dat de minister van Werk toen een papier bovenhaalde en stelde dat hij dat heel goed kent, omdat hij in 2002 mee aan tafel zat bij de onderhandelingen over het herenakkoord tussen de sociale partners, en dat dat voor hem volstaat om de rust en vrede in ons land te behouden.
Dat bleek helaas niet het geval te zijn, want in de acties die wij de maanden nadien zagen werd dat herenakkoord, voor zover het al duidelijk is, met voeten getreden. Dat hebben wij het voorbije jaar meermaals kunnen zien.
Ik heb toen in een resolutie, die ik vorig jaar heb ingediend, gevraagd om dat herenakkoord te evalueren. Ik was dan ook heel blij dat de minister van Werk de sociale partners samenbracht om dat daadwerkelijk te doen.
Ik ben vandaag dus ontgoocheld dat een en ander helaas niet is gelukt. Wij hebben verklaringen met positieve signalen op de scène gehoord, maar achter de scène moesten wij afgelopen week vaststellen dat men, toen men teksten moest opstellen, nergens raakte. De vraag is nu hoe wij hiermee verder gaan. Zolang wij geen oplossing hebben, betekent dat in ons land dat wie werkt, er niet zeker van is dat hij effectief naar zijn werk zal kunnen gaan.
Er moeten stakingen kunnen zijn. Dat is geen probleem, voor alle duidelijkheid. Men kan echter onder het mom van een staking in België heel wat dingen doen die niets met een staking te maken hebben. Men kan bedrijfsterreinen volledig afzetten, men kan bedrijven en havens volledig blokkeren, men kan mensen gijzelen. Dat wordt allemaal verkocht onder het mom van het stakingsrecht, waar dergelijke feiten eigenlijk niets mee te maken hebben.
De vraag is nu wie het initiatief moet nemen om verder te werken aan een oplossing. Wij stellen voor om de sociale partners te horen in de commissie voor de Sociale Zaken van de Kamer om duidelijkheid te krijgen over het standpunt van eenieder, om vervolgens te proberen een constructieve oplossing uit te werken.
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, ziet u andere wegen? Zult u zelf iets anders doen? Wij hopen dat u ons voorstel kunt steunen of wij kijken uit naar uw alternatieven.
02.04 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister van Werk, iedereen had er goede hoop op dat de sociale partners het eens zouden worden over de modernisering van het herenakkoord, over nieuwe afspraken bij stakingen en over een manier van organisatie om de afspraken te laten naleven. Een aantal incidenten hadden immers de noodzaak van een nieuw afsprakenkader aangetoond.
Laten we daar heel duidelijk over zijn: wat u en ik niet mogen doen, mag niemand doen. Wat verboden is, is verboden, voor iedereen. Het maakt niet uit of het nu taxichauffeurs zijn, truckers of stakers die wegen blokkeren en vernielingen aanrichten: dat mag niet en het mag ook niet worden aanvaard. Daar bestaan wetten voor, die moeten worden toegepast.
Het beste is natuurlijk ontsporingen te vermijden en daarvoor is een goed afsprakenkader nodig tussen de sociale partners, met engagementen om de afspraken te laten naleven. Over dat afsprakenkader is vier maanden onderhandeld met de wil om te slagen. De sociale akkoorden van de voorbije maanden en de discrete inspanningen van de minister van Werk hadden echt de hoop gevoed, maar in het zicht van de meet is er blijkbaar iets fout gegaan. Toch vinden wij het zeer belangrijk dat er bij een sociaal conflict afspraken bestaan die gemaakt zijn in een onderhandeld akkoord. Zoiets zomaar vlug opleggen door de wetgever, zonder de sociale partners, ligt niet voor de hand en is niet evident. Wie dat denkt, dwaalt.
De beste waarborg om gemaakte afspraken te laten respecteren, is ze door partners samen te laten afspreken. Premier, daarom vragen wij dat de regering de sociale partners toch nog wat tijd zou geven. De regering moet in alle discretie luisteren naar die partners, ontwarren wat er mis is gegaan en nagaan welke wegen er bewandeld kunnen worden om tot een onderhandelde oplossing te komen. Collega’s, alle initiatieven die daartoe kunnen bijdragen zijn welkom en verdienen onze steun. Polarisatie en provocatie zullen daar echter niet bij horen.
Mijnheer de premier, wat zult u doen om ervoor te zorgen dat de sociale partners toch opnieuw rond de tafel komen en we tot een onderhandelde oplossing kunnen komen?
02.05 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je veux commencer par remercier les parlementaires de la majorité et de l'opposition qui se sont exprimés, parce que le sujet est important. Permettre de donner de l'espace au dialogue social, à la concertation et à la paix sociale contribue à l'attractivité du pays dans une stratégie de développement économique et social.
Il y a quelques semaines, des incidents sérieux ont été constatés à l'occasion d'actions de grève et cela a suscité, au gouvernement mais aussi chez les partenaires sociaux, le choix d'évaluer et de renégocier le gentlemen's agreement de 2002. Le gouvernement a suivi de manière discrète et informelle les travaux sur le sujet au sein du Groupe des Dix ces dernières semaines.
Dans les heures qui ont suivi l'information selon laquelle une suspension des négociations était intervenue, nous avons veillé, le ministre de l'Emploi et moi, à avoir des premiers contacts discrets, informels, avec des membres du Groupe des Dix afin de vérifier si cet échec est définitif ou s'il ne l'est pas, s'il y a encore la possibilité dans les heures ou les jours qui viennent, mais en tout cas très rapidement, d'obtenir un accord entre les partenaires sociaux.
Het kernkabinet heeft vandaag beslist de volgende dagen te gebruiken om snel vast te stellen of het mogelijk is tot een akkoord te komen binnen de Groep van Tien. Wij zijn van plan eind volgende week de situatie in de regering te bekijken en te evalueren. Wij zullen alles doen om het sociaal akkoord een kans te geven.
Het is in ieder geval duidelijk, en ik spreek in naam van de regering, dat het stakingsrecht een recht is dat niemand betwist. Dat viel hier ook ondubbelzinnig te horen.
Dans le même temps, la liberté de travailler et celle de se déplacer constituent aussi des droits qui doivent être garantis. Nous allons tout mettre en œuvre pour conjuguer ces libertés et ces droits qu'il faut respecter, selon des modalités pratiques susceptibles de restaurer la sérénité dans la concertation sociale. De la sorte, nous pourrons poursuivre les réformes économiques et sociales avec les partenaires sociaux.
02.06 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le premier ministre, je comprends que vous soyez très prudent dans ce dossier. L'impatience serait en effet mauvaise conseillère.
J'ai observé que les partis de la majorité s'étaient abstenus de s'applaudir réciproquement. C'est dire combien votre chemin est miné, du moins si le gouvernement devait le parcourir à vitesse accélérée. Il est bien plus sage de permettre aux partenaires sociaux de s'asseoir à la même table pour reprendre les négociations sur cette question. En effet, la meilleure manière d'éviter des mouvements excessifs consiste à en rendre conscients les partenaires sociaux, de sorte qu'ils assument la bonne exécution de leurs accords. C'est ce que je souhaite au nom de mon parti.
02.07 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de premier, ik heb goed geluisterd. U hebt gezegd dat het een kwestie van dagen is. U zult proberen om toch met de sociale partners tot een akkoord te komen. Ik hoop dat.
Als er over enkele dagen echter geen akkoord bereikt is, dan is het volgens mij geen optie om niets te doen.
Ik wil twee zaken onderstrepen, die iedereen in dit land verwacht. Ten eerste, niemand staat boven de wet. Als er schade of vernielingen toegebracht worden, zoals een in brand gestoken auto, dan moet er opgetreden worden en moet de dader worden aangepakt. Een oproep tot een syndicale actie kan niet zonder een collectieve verantwoordelijkheid.
Ten tweede, wij gaan akkoord met het recht op staken, maar dat recht op staken is niet absoluut. Wie wil gaan werken, moet ook absoluut kunnen gaan werken.
02.08 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik heb begrepen dat u nog een laatste poging zult doen, samen met de minister van Werk, in de komende dagen. Ik hoor dat u eind volgende week een akkoord wilt bereiken. Daar zal ik u ook aan houden. Immers, zoals ik al zei, eind 2014 heb ik daarover hier ook al de minister van Werk ondervraagd. Toen werd gezegd dat enig initiatief ter zake helemaal niet nodig was, maar we zijn nu al meer dan een jaar verder.
Er is dus nog tijd. Ik denk dat wij moeten proberen om de partijen constructief terug rond de tafel te krijgen.
Net als collega Demir ben ik van mening dat wij, als dat niet lukt, ook allemaal onze verantwoordelijkheid moeten dragen. Wij zijn Parlementsleden. Wij moeten ervoor zorgen dat werknemers kunnen staken op een correcte manier. Evengoed moeten wij ervoor zorgen dat wie wil gaan werken, dat ook kan doen. Dat is onze verantwoordelijkheid.
Met het Parlement en met de leden van de commissie voor de Sociale Zaken dienen wij dat verhaal op te nemen, ook al staat het niet in het regeerakkoord. Dat moeten we niet doen met oekazes of met veto’s tegen het ene of het andere voorstel. Wel moeten we op een constructieve manier luisteren naar blokkeringen en samen tot oplossingen komen. Wij zullen ons constructief opstellen, maar ons geduld is natuurlijk niet eindeloos. Het recht op werken moet gegarandeerd worden. Voor ons als liberalen is dat cruciaal.
02.09 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord en vooral ook voor uw engagement om opnieuw een poging te doen om de sociale partners nog rond de tafel te krijgen. Daar ligt immers de sleutel. De beste staking is de staking die er niet komt, omdat er een sociaal akkoord is. Wij hopen samen met u dat wij hier een nieuw sociaal akkoord zullen kunnen verwelkomen de komende dagen of, indien nodig, weken, zolang het maar een onderhandelde oplossing is.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Catherine Fonck au premier ministre sur "les politiques de fin de carrière et de prépension (BNP Paribas, Proximus)" (n° P1001)
03 Vraag van mevrouw Catherine Fonck aan de eerste minister over "het eindeloopbaanbeleid en het brugpensioenbeleid (BNP Paribas, Proximus)" (nr. P1001)
03.01 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, BNP Paribas Fortis envisage de se défaire de plusieurs centaines de collaborateurs. Leur solution vise les collaborateurs de plus de 55 ans, soit dans un système de congés payés à mi-temps agrémenté d'une prépension à mi-temps, soit en assumant le salaire plein et entier pour ceux qui ne répondraient pas aux conditions de la loi. Les collaborateurs seraient, dans ce cas, en congé payé jusqu'à l'âge de la pension.
Je constate que, sur ce dossier, c'est le silence radio de la part du gouvernement. Or, l'État est le principal actionnaire de la banque, puisqu'il détient 10 % du capital. Ce n'est pas la première fois que le gouvernement présente une forme de schizophrénie: d'un côté, une loi portant la pension à 66 puis à 67 ans et des conditions de prépension à nouveau verrouillées; de l'autre, Proximus pour lequel le gouvernement a donné son feu vert à un plan de départ volontaire des employés dès 60 ans et la police au sein de laquelle le gouvernement a instauré un régime de congés préalables.
Monsieur le ministre, j'aimerais vous entendre sur ces deux poids, deux mesures du gouvernement, d'abord pour les travailleurs – certains ont droit à des conditions franchement plus favorables, hors-la-loi par rapport aux autres – ensuite pour les entreprises. Les grosses entreprises qui ont les reins suffisamment solides sur le plan financier peuvent les proposer mais les PME qui ne seront évidemment pas en mesure de le faire seront, quant à elles, laissées de côté. Pouvez-vous nous expliquer ces mesures différentes, aussi incompréhensibles qu'injustes pour les citoyens et les entreprises?
03.02 Charles Michel, premier ministre: Madame Fonck, je vous remercie pour votre question qui me permettra de rétablir quelques informations à l'égard du parlement. Je voudrais distinguer les situations de Proximus et de BNP Paribas, car elles sont différentes.
Premier point, en ce qui concerne Proximus, nous sommes effectivement informés, depuis quelques mois, de la tenue d'une concertation sociale interne à Proximus qui n'est pas encore finalisée. Hier encore, des réunions internes avaient lieu, dans le cadre desquelles des remarques complémentaires ont été formulées. Aussi le gouvernement et le ministre responsable ont-ils donné des indications très claires à Proximus, consistant d'abord à privilégier la mobilité interne au sein de l'entreprise ou les capacités de mobilité vers d'autres services publics, par exemple les pouvoirs locaux. Ce message est très clair, très cohérent et très conséquent de la part du gouvernement vers Proximus.
J'en viens au deuxième point. En fonction d'une dynamique de concertation sociale interne qui n'a pas encore abouti, nous avons indiqué que nous prendrions deux paramètres en compte. Le premier est la question de l'éventuel impact d'une décision sur les finances publiques. Le deuxième est un paramètre extrêmement important. Il s'agit du relèvement de l'âge du départ à la retraite, ce qui correspond bien sûr à la philosophie et à la détermination de ce gouvernement. Nous avons là un point de fragilité lorsque nous nous comparons à d'autres pays européens. Nous sommes donc conséquents: il n'y a pas deux poids et deux mesures. Le gouvernement sera probablement amené à choisir des orientations sur le sujet en fonction d'une concertation sociale qui n'est pas finalisée au moment où je vous parle. Je souhaitais clarifier ces quelques informations qui manifestement n'avaient pas été transmises correctement.
En ce qui concerne BNP Paribas, nous nous trouvons dans la situation où cette entreprise souhaiterait peut-être, dans le cas d'une restructuration, utiliser le recours à la notion d'entreprise en difficulté pour introduire un dossier auprès du gouvernement, plus précisément auprès du ministre de l'Emploi. Au moment où je vous parle, et ici aussi je clarifie les faits, aucun dossier n'a été introduit auprès du ministre de l'Emploi. Si c'était le cas, nous l'examinerions sur la base de la réglementation en vigueur.
Je peux vous confirmer – car il s'agit là de l'essentiel – que nous avons décidé, dans l'accord de gouvernement, que nous voulions progressivement allonger la durée des carrières et donc retarder l'âge à partir duquel les départs à la retraite sont possibles, ce qui a été confirmé dans des accords avec les partenaires sociaux.
Je le rappelle, il est prévu que ce soit 60 ans à partir de 2020. Nous sommes donc dans une période de transition où a lieu un recul progressif de l'âge du départ à la retraite. Pour chaque dossier, le gouvernement est conséquent, il analyse la situation et voit, en conformité avec son ambition d'allonger la durée des carrières, quelles sont les meilleures décisions possibles qu'il convient de prendre.
03.03 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je rappelle que, pour Proximus, le gouvernement avait donné le feu vert au lancement des négociations alors que chacun savait ce qui se dessinait. Je pense que nous sommes dans une situation de deux poids, deux mesures avec des effets pervers qui sont la conséquence d'une gestion du dossier des pensions à l'envers. Il aurait d'abord fallu travailler sur les mesures pour alléger les fins de carrière et sur la prise en compte des métiers pénibles. Vous avez travaillé sur l'âge de 66 puis 67 ans et sur le resserrement des conditions de prépension, alors qu'une série d'entreprises se précipitent pour obtenir des systèmes dérogatoires en essayant de contourner l'État.
Nous verrons ce que décidera le gouvernement mais il serait choquant que l'État puisse contourner la loi quand cela l'arrange. In fine, beaucoup de travailleurs ne pourront pas en bénéficier et beaucoup de petites entreprises, qui n'ont pas les reins aussi solides que ces grosses boîtes, ne pourront pas mettre en place ce type de congé payé préalable à la pension et qui ne respecte pas les lois.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- M. Michel de Lamotte au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la sécurité dans les installations nucléaires et autour de celles-ci" (n° P1004)
- M. Jean-Marc Nollet au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la sécurité dans les installations nucléaires et autour de celles-ci" (n° P1005)
- M. Philippe Pivin au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "la sécurité dans les installations nucléaires et autour de celles-ci" (n° P1006)
- de heer Michel de Lamotte aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de veiligheid in en rond de kerncentrales" (nr. P1004)
- de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de veiligheid in en rond de kerncentrales" (nr. P1005)
- de heer Philippe Pivin aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "de veiligheid in en rond de kerncentrales" (nr. P1006)
04.01 Michel de Lamotte (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, cette semaine, la presse nous annonçait la découverte d'une vidéo, pas un simple clip, mais une vidéo d'une dizaine d'heures de prises de vue d'un responsable d'installation nucléaire. Avouez que c'est un peu surprenant!
Les installations nucléaires sont des sites sensibles. Cela évoque les centrales nucléaires qui produisent de l'électricité, mais aussi le centre de recherche de Mol ou bien l'IRE à Fleurus qui sont importants. D'après nos informations, mais je souhaiterais que vous les complétiez, le niveau de menace sur ces installations nucléaires serait de 2, sauf si de nouveaux éléments peuvent être apportés.
Je pense que ce fait n'est pas bénin et nécessite une réflexion approfondie et une évaluation circonstanciée des risques et de la menace. Cela revient à poser la question de la présence de l'armée auprès de ces installations. À titre d'exemple, rappelons qu'en France, il existe un peloton de gendarmerie dédié à cette mission.
La culture de la sûreté a été mise à mal à l'intérieur de la centrale de Tihange, par exemple. Je pose la question: comment cette culture de la sûreté est-elle développée à l'extérieur? Rappelons que la ville de Huy a sollicité à deux reprises votre intervention auprès de la centrale. Vous avez toujours répondu par la négative. Elle demande aujourd'hui davantage de concertation sur le sujet. La démarche est que la police devrait faire ce travail.
J'en viens à ma question. Monsieur le vice-premier ministre, la protection physique des installations nucléaires et des infrastructures critiques est-elle suffisante aujourd'hui en Belgique, au vu des risques et des analyses de l'OCAM?
04.02 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, vous vous souviendrez de nos échanges en commission du 13 janvier dernier. Je vous interrogeais alors à la suite d'une demande de la ville de Huy en faveur d'un renforcement des mesures de sécurité autour de la centrale de Tihange. Vous m'aviez répondu: "Rien n'indique une menace spécifique visant les centrales nucléaires, que ce soit à Doel ou à Tihange."
Or, un mois plus tard, nous apprenons qu'un des plus hauts responsables du nucléaire belge était surveillé, filmé et suivi de manière très professionnelle, notamment par celui qui est considéré comme l'un des logisticiens des attentats de Paris. Quels étaient les intentions et objectifs de ce groupe? Quelle était sa cible? Nous n'en savons rien. En revanche, nous savons que vos services possèdent cette vidéo depuis le 30 novembre. En outre, l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire fut prévenue immédiatement.
Dès lors, je ne comprends pas pourquoi, alors que vous êtes en possession de cet enregistrement depuis le 30 novembre, vous me répondez, le 13 janvier, qu'il n'y a pas de risque ni de menace particulière pesant sur les installations nucléaires. Dois-je vous rappeler, monsieur le vice-premier ministre, que cela fait un an et demi qu'un sabotage a eu lieu à Doel 4 et que, là encore, nous ne savons toujours rien, qu'il s'agisse de son auteur ou de ses intentions? Dois-je vous rappeler qu'un rapport international a récemment désigné nos centrales nucléaires comme étant un point faible en termes de cyberattaque?
Bien entendu, il ne faut pas céder à la panique. Cependant, entre celle-ci et l'ampleur des risques, il y a un écart, que je vous demande de bien vouloir combler aujourd'hui. Désormais, il est notoire que nos installations sont des cibles privilégiées. Quelles mesures précises et complémentaires allez-vous prendre non seulement pour répondre à la requête de la ville de Huy, mais aussi pour protéger et rassurer les travailleurs, les riverains et tous les citoyens?
04.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, est-ce vraiment une surprise? Est-ce une surprise que nos installations sensibles, qu'elles soient nucléaires, électriques, chimiques, aéroportuaires – nous en avons déjà parlé voici quelques semaines –, soient l'objet de l'attention particulière de la menace terroriste? Non, évidemment! Déjà en 2001, si on s'en souvient, Al-Qaïda déclarait très clairement que les infrastructures, les installations vitales des pays occidentaux étaient clairement une cible et un objectif. Nous le savons donc depuis longtemps et, depuis un certain temps, les contrôles ont été renforcés. J'ai encore eu l'occasion de questionner hier le ministre des Affaires étrangères à ce sujet. Il m'a répondu: "Oui, bien sûr, au niveau de l'Autorité Nationale de Sécurité (ANS), la Sûreté de l'État, la police fédérale, l'Agence fédérale de Contrôle nucléaire, les contrôles sont renforcés."
Je crois néanmoins que la population a le droit d'être rassurée dans cette situation, ce climat un peu particulier à la lumière des révélations que font les médias sur ce qu'on découvre maintenant. Si les contrôles sont renforcés, monsieur le ministre, pourriez-vous, évidemment dans les limites de ce que vous pouvez divulguer, nous préciser quelles sont les procédures en vigueur dans les infrastructures sensibles en général, pas uniquement nucléaires? Pourriez-vous également nous préciser le monitoring mis en place pour évaluer ces mesures?
04.04 Jan Jambon, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vais tout d'abord répondre aux questions générales relatives à toutes les installations et, ensuite, j'évoquerai les sites nucléaires.
Au terme d'un processus d'identification spécifique et de désignation prévu dans la loi du 1er juillet 2011 relative à la sécurité et à la protection des installations critiques, l'exploitant d'une infrastructure critique, désignée comme telle, est soumis à un certain nombre d'obligations, telles que la désignation, au sein de son infrastructure, d'un point de contact pour la sécurité joignable en permanence et l'élaboration et la mise en œuvre d'un plan de sécurité interne.
Ce plan contient au minimum des mesures de sécurité permanentes mais également graduelles à appliquer en fonction de la menace, telle que définie par l'OCAM.
Toujours en vertu de cette même loi, chaque autorité sectorielle est tenue de mettre en place, pour le secteur ou sous-secteur relevant de sa compétence, un service d’inspection chargé de vérifier l’existence d’un tel plan de sécurité et, le cas échéant, de formuler des recommandations aux fins de l’améliorer.
Les intervalles de ces inspections dépendent du secteur et sont fixés par voie d’arrêté royal. Au-delà de l’approche infrastructure critique, il appartient au Centre de Crise, au nom du ministre de l’Intérieur, de prendre les mesures de précaution et de protection dans le cadre de la circulaire ministérielle MFO-5 du 23 décembre 2002 sur la base d’une évaluation de la menace. Des mesures sont dès lors d’application pour certains sites.
Spécifiquement pour les sites nucléaires, le dossier avec la vidéo dont vous parlez est traité par le parquet fédéral et les détails sont couverts par le secret de l’enquête. Les services de sécurité et de renseignement et l’AFCN, comme vous l’avez dit, monsieur Nollet, ont été mis au courant de l’existence de cette vidéo au début du mois de décembre 2015.
Une évaluation de la menace a été effectuée par l’OCAM. Celle-ci a estimé qu’il y avait en effet une menace sur la personne mais pas sur les sites nucléaires. Il n’y a pas d’indications de menaces directement sur les installations nucléaires. À cette époque et à ce jour, nous n’avons pas d’indications qu’il existe une menace spécifique pour les installations nucléaires en Belgique.
Déjà après les attentats du 13 novembre, à titre de précaution, l’AFCN a demandé au secteur nucléaire d’accroître la vigilance. Vous comprendrez que, pour des raisons de sécurité, je ne puis pas donner les détails de ces mesures publiquement.
Le secteur nucléaire est l’un des secteurs les mieux protégés. La sûreté et la sécurité des matières et des établissements nucléaires font l’objet du suivi permanent de l’AFCN et BelV. Deux types de mesures existent: safety and security.
Enfin, dans le cadre du débat sur les tâches clés de la police, nous allons créer un corps de surveillance et de protection. Une des missions de ce corps sera notamment d’assurer la protection extérieure des sites sensibles dont font partie les installations nucléaires. Ce corps viendra en remplacement de la police locale qui assure actuellement cette surveillance et qui fait des patrouilles très régulières autour des sites nucléaires.
De plus, la semaine prochaine, je présenterai au sein du gouvernement une proposition pour délibérer de capacités pour cette protection extérieure en attendant l’opérationnalité de ce corps.
Les organisations compétentes, l'AFCN, l'OCAM et la police, travaillent en étroite collaboration pour assurer la protection des établissements nucléaires. Ils procèdent à une réévaluation régulière des mesures de sécurité en fonction des nouvelles informations, comme des menaces concrètes ou leurs expériences sur le terrain.
04.05 Michel de Lamotte (cdH): Merci, monsieur le ministre, pour ce rappel de la procédure. Permettez-moi quand même d'attirer vraiment votre attention sur l'urgence et la nécessité de surveiller convenablement les installations et de rassurer les riverains.
Rappelons tout de même que cette vidéo a été retrouvée dans le cadre de l'enquête faisant suite aux attentats du 13 novembre à Paris. C'est un élément important. Je prends acte des nouvelles mesures mises en place et de l'existence du groupe spécial de la police. Mais permettez-moi d'attirer à nouveau votre attention sur la nécessité d'une vigilance accrue pour les sites sensibles que vous évoquez dans votre réponse.
04.06 Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, enfin vous allez bouger! Enfin des mesures nouvelles! Vous déposez une note la semaine prochaine au Conseil des ministres, si j'ai bien compris, afin de prendre des mesures temporaires dans l'attente de l'arrivée de ce nouveau corps. Enfin! Je dois vous dire que je ne vous comprenais pas, vous qui êtes si prompt à intervenir quand il s'agit de Bruxelles. Vous alliez presque aller vous-même à Molenbeek voir dans chacune des maisons. Mais pour aller dans les installations nucléaires, "on avait tout le temps, il fallait voir". Vous disposiez pourtant de cette information essentielle! Franchement, je ne comprenais pas ces deux poids et deux mesures.
Mais vous avez bougé. Par contre, j'ai du mal à vous suivre quand vous dites que nos installations nucléaires sont parmi les mieux protégées. Vous ne m'avez pas répondu par rapport à Doel 4. On ne sait toujours rien du sabotage, considéré comme terroriste par l'ancien responsable de l'OCAM, ni qui en est l'auteur, ni quelles en sont les raisons et mobiles: non, rien. Vous dites alors que nos installations sont les mieux protégées, mais elles sont aussi les plus faibles sous l'angle de la cyberattaque, au niveau du Kazakhstan et de la Corée du Nord. Vous y allez fort en disant qu'elles sont les mieux protégées. Sur ce sujet, vous devez encore avancer et évoluer, et vous le savez bien.
04.07 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Franky Demon aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der Gebouwen, over "extra politieagenten voor de kustregio" (nr. P1007)
05 Question de M. Franky Demon au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des Bâtiments, sur "des policiers supplémentaires pour la région côtière" (n° P1007)
05.01 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik stelde u reeds enkele vragen over de problematiek van de transitmigranten en mensensmokkelaars aan de Belgische kust. U weet dat in de lokale zones het water de politie aan de lippen staat. De gouverneur van West-Vlaanderen vroeg eerder om veertig extra agenten en u reageerde onmiddellijk door acht extra agenten te beloven. In plenaire vergadering vroeg ik u om een extra ambtenaar aan te stellen voor de afhandeling van de vreemdelingendossiers en om actie te ondernemen ten aanzien van de mensensmokkelaars in Zeebrugge. U hebt toen onmiddellijk actie ondernomen. Dat is goed, want wij moeten er alles aan doen om een onderscheid te kunnen maken tussen de transitmigranten en de oorlogsvluchtelingen die onze ondersteuning verdienen.
De migrantenstroom stopt niet, integendeel. Tot voor dit weekend waren er 318 illegalen bestuurlijk aangehouden, van wie 60 procent zich in Zeebrugge bevond en de overigen in De Panne, Veurne en Middelkerke. Het is dweilen met de kraan open. De illegalen worden opgepakt en onmiddellijk weer vrijgelaten om hun weg naar Groot-Brittannië te zoeken. Bedrijven lijden schade. Zo worden er bijvoorbeeld dekzeilen van vrachtwagens opengesneden. Ook voor de illegalen zijn de halsbrekende toeren die zij uithalen zeer gevaarlijk. Nu vraagt de toeristische sector in de streek zich af welke extra inspanningen moeten worden geleverd inzake veiligheid.
U beloofde acht extra agenten, maar dat is onvoldoende. Voor de vakantie kondigde u aan tachtig extra agenten te zullen inzetten. Tot op heden hoor ik van de scheepvaartpolitie en van de lokale politie dat er nog geen enkele extra agent is bijgekomen. Ik vrees dat dit op de lange baan wordt geschoven. Het spreidingsplan dat werd aangekondigd en waarbij oorlogsvluchtelingen over de verschillende steden en gemeenten zouden worden verdeeld, is nog altijd niet in werking getreden. Het water staat de scheepvaartpolitie aan de lippen. Ik hoop dat u actie zult ondernemen.
In 2015 kreeg u 25 miljoen euro om extra personeel aan te werven. Dat is goed voor ongeveer 255 fulltime equivalenten. Zullen de tachtig beloofde agenten van die 255 worden genomen? Werden deze al in 2015 aangeworven en hebben zij al een opleiding gekregen of is dat nog niet gebeurd? Wanneer mogen wij aan de kust rekenen op die tachtig extra agenten?
05.02 Minister Jan Jambon: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Demon, u mag niet alleen rekenen op politieagenten, u mag ook rekenen op politie-inspecteurs, en misschien zelfs hoofdinspecteurs. Agenten is één categorie, maar er zijn nog andere categorieën bij de politie.
In uw eerste vraag verwees u waarschijnlijk naar de begrotingscontrole van begin april 2015, toen wij inderdaad een budget hebben vrijgemaakt voor de aanwerving van exact 244 personen. Die aanwervingen zijn ook gestart. Ik kan u zeggen dat er op dit moment bij de speciale eenheden 48 mensen zijn bijgekomen, bij de FGP-Terro 101 en in Zaventem 23. Kortom, 172 van de 244 personen zijn al aangeworven. Een aantal aanwervingen loopt nog, voor specifieke taken als mobiliteit en voor specialisten. De rest van de vacatures wordt via de interne mobiliteit opgevuld. Die aanwervingen lopen verder.
De tachtig personen waarover u sprak, zijn hier niet inbegrepen. Wij hebben 400 miljoen aan interdepartementale voorzieningen vrijgemaakt, waarvan veertien dagen geleden door de regering 300 miljoen toegewezen werd. Aan de kust werd inderdaad het equivalent van tachtig fulltime politiemensen toegewezen. Veertig personen zijn bestemd voor de scheepvaartpolitie en veertig voor het CIK en voor de reserve.
Deze mensen zullen worden aangeworven. Wij zijn nu alles in stelling aan het brengen voor hun rekrutering. In mei zal de opleiding starten. Intussen zullen wij de vacatures via mobiliteit en via de interne reserve verder opvullen. De bedoeling is de bijkomend aangeworven personen op te leiden, maar dat kost tijd. Intussen wordt er via de interne mobiliteit capaciteit aangetrokken.
De beslissing werd veertien dagen geleden genomen. U kunt mij verwijten dat er vandaag nog slechts acht mensen op het terrein zijn. Dat is trouwens niet waar, er zijn er al meer. Tachtig zijn er inderdaad nog niet. Dit zal gradueel opgevolgd worden.
Ik heb dezelfde doelstellingen als u, met name ervoor zorgen dat er aan de kust geen situatie ontstaat zoals in Calais en dat het toeristisch seizoen kan starten onder een gunstig gesternte.
05.03 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, ik hoop dat u beseft wat u zegt. U antwoordt dat u extra politiemensen wil inzetten aan de kust. U kondigt ook extra maatregelen aan tegen rondtrekkende motorbendes. Bovendien kondigde u deze week aan, naar aanleiding van de inbraken bij Media Markt, dat u actie wil ondernemen tegen inbraken in winkels en ook dat is goed. Uiteraard moeten wij ook actie zien. Moeten wachten tot midden mei 2016, dat is niet goed. U wil stelselmatig bijkomende politiemensen inzetten, wat goed is. Ik hoop echter dat wij snel aan het beloofde aantal van tachtig politiemensen komen, want onze kust heeft die mensen absoluut nodig.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Gautier Calomne au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la fiscalité avantageuse à l'égard des start-up" (n° P1008)
06 Vraag van de heer Gautier Calomne aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de voordelige fiscale regeling voor start-ups" (nr. P1008)
06.01 Gautier Calomne (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, ce matin, la presse faisait état de votre intention de lancer un plan en faveur d'une simplification et d'un allègement de la fiscalité pour les start-up, en particulier pour les prestations ponctuelles des citoyens dans le cadre de l'économie numérique collaborative. Il s'agit le plus souvent de plates-formes en ligne qui servent d'intermédiaires entre des citoyens. Ces plates-formes génèrent des prestations ponctuelles ainsi que des revenus.
Pour l'instant, ces revenus doivent être déclarés en revenus divers et sont donc taxés à 33 %. L'idée serait de créer un tremplin pour l'entrepreneuriat. Une fiscalité avantageuse pourrait susciter l'envie auprès d'un grand nombre d'utilisateurs de se lancer à leur tour, éventuellement de se découvrir un talent, une vocation et de pérenniser cette activité, peut-être sous un statut d'indépendant complémentaire ou autre.
C'est la preuve que ce gouvernement travaille concrètement en faveur de l'emploi et de la croissance économique. Il s'agit là aussi d'un signal clair envers les indépendants et les PME de notre pays.
Monsieur le ministre, je souligne l'importance de votre initiative. L'économie numérique collaborative est un secteur d'avenir qui doit être encouragé. De plus, plutôt que des contraintes ou de l'insécurité, les acteurs de ce secteur d'avenir attendent que les règles soient clarifiées pour pouvoir coexister harmonieusement avec l'économie dite classique.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner davantage de précisions quant à ce plan ainsi que les objectifs poursuivis? Quels sont les domaines d'activités qui seront principalement visés par votre plan? Quel est l'état des concertations avec le secteur et avec le ministre des Finances? Peut-on avoir une idée du délai dans lequel vous souhaitez mettre ce plan en œuvre?
06.02 Alexander De Croo, ministre: Monsieur le président, cher collègue, comme vous, je constate que notre économie est en pleine mutation. De nouveaux modèles économiques se développent à l’étranger mais aussi dans notre pays. Ces nouveaux modèles sont souvent basés sur l’économie collaborative. Elle a pour caractéristique de diminuer le seuil d’entrée pour les consommateurs au niveau de certains services - notamment de transport - qui sont encore limités à un public très restreint, mais aussi pour les entrepreneurs. Il n’a jamais été aussi facile de se lancer en tant qu’entrepreneur grâce à ce système d’économie collaborative.
Pour l’instant, notre législation n’est pas du tout adaptée à ce genre d’économie. Quand une personne veut se lancer dans ce système, elle doit déclarer ses revenus de diverses manières, se plier à une administration très lourde et à une fiscalité pas du tout adaptée.
Je négocie actuellement avec les secteurs et mes collègues du gouvernement en vue de mettre en place un cadre clair et stable basé sur deux éléments. Les personnes qui se lancent dans l’offre de services occasionnels et réduits doivent pouvoir avoir accès à un système simple, transparent, avec une fiscalité très légère. Les gens dont l’activité est croissante et qui commencent à avoir des caractéristiques professionnelles doivent travailler de la même manière que les indépendants à temps plein, ce pour que la concurrence se situe au même niveau. C’est cet équilibre que je cherche à trouver, sachant qu’en dessous d’un certain seuil, l’activité sera considérée comme occasionnelle alors qu’au-delà d’un certain seuil, l’activité sera soumise aux mêmes règles que celles auxquelles sont soumis les indépendants.
Cela dit, ce qui est important c’est que les paiements puissent se faire de manière électronique, ce qui permet d’avoir une fiscalité très efficace et transparente.
Comme je l’ai dit, l’heure est à la concertation avec les secteurs et mes collègues, l’objectif étant d’assurer le développement de ce nouveau genre d’économie et d’entrepreunariat dans notre pays.
06.03 Gautier Calomne (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Je l’ai dit et je le répète, l’économie collaborative ou participative est une économie d’avenir. Elle doit être encouragée. Comme vous l’avez dit, ces acteurs doivent être soutenus et les règles doivent impérativement être clarifiées.
On a vu le fiasco et le chaos auxquels on peut assister quand les politiques ne prennent pas leurs responsabilités. Chacun connaît le cas d’Uber en Région bruxelloise, dont l’application internet a dû être fermée du jour au lendemain malgré sa popularité notamment auprès des jeunes, ce, en raison d’un manque de volonté politique. C'est regrettable.
Monsieur le ministre, nous sommes prêts à vous soutenir pour défendre ce secteur. Nous resterons évidemment très attentifs à ce plan d’avenir. Vous pouvez compter sur nous pour revenir avec des propositions concrètes et constructives à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Filip Dewinter aan de minister van Justitie over "het penitentiair verlof" (nr. P1009)
07 Question de M. Filip Dewinter au ministre de la Justice sur "le congé pénitentiaire" (n° P1009)
07.01 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de minister, u hebt een uitgaansvergunning verleend aan iemand die in de volksmond de “vampier van Muizen” wordt genoemd. De naam alleen al doet het ergste vermoeden en dat is in de praktijk ook zo. De man heeft tussen 1971 en 1972 drie bijzonder gewelddadige verkrachtingen gepleegd met moord. Toen hij 21 jaar was, is hij daarvoor ook gearresteerd. Daarna is hij ook nog veroordeeld voor negen andere verkrachtingen en voor vijf pogingen tot verkrachting. Hij heeft daarvoor de doodstraf gekregen die omgezet is in levenslang.
Ondanks het feit dat de gevangenisdirectie en andere instanties in een advies duidelijk gesteld hadden dat de man geen uitgaansvergunning mocht krijgen, hebt u toch beslist om hem op stap te laten gaan. Zo’n uitgaansvergunning wordt normaal verleend op basis van juridische, sociale of familiale redenen. In dit geval is daar geen sprake van, zo is ook gebleken in de pers. Het ging om een uitstap naar een bevriende priester, die weliswaar ziek is maar de betrokkene niettemin twee maanden geleden in de gevangenis heeft bezocht. Hij heeft achteraf in de krant verklaard dat hij evengoed met de auto naar de gevangenis had kunnen rijden, geen enkel probleem.
De vraag is dus waarom u dat doet. U bent de vorige weken en maanden al een paar keer in opspraak gekomen wat de scheiding tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht betreft. Ik weet wel dat dit uw recht is, een bevoegdheid die de minister toekomt, maar ik meen dat we na de affaire-Dutroux met strafuitvoeringsrechtbanken en de commissie voor de voorwaardelijke invrijheidstelling uiteindelijk juist hebben willen vermijden dat een minister hierin nog ingrijpt. Herinner u de zaak-Dutroux. Ook daar ging de minister uiteindelijk over tot dit soort initiatieven, terwijl Dutroux daarvan misbruik maakte om vreselijke misdaden te plegen die het hele land hebben geschokt. Toch doen ministers dat nog altijd.
Mijnheer de minister, zou u niet beter overwegen om in te gaan op de adviezen van juridische instanties en gevangenisdirecties en u afzijdig houden bij het verlenen van dit soort verloven voor gevangenen?
07.02 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega Dewinter, het gaat hier dus wel degelijk om een occasionele uitgaansvergunning, geen penitentiair verlof. Ik heb als voorwaarde voor deze uitgaansvergunning gesteld dat de uitstap, zoals u dat noemt, zou geschieden onder begeleiding van twee personen die de gevangene goed kennen en gewoon zijn om met gedetineerden om te gaan, in het bijzonder met de betrokkene.
Het uitgaan is vlekkeloos verlopen, ik heb daarover een verslag gekregen. De strikte voorwaarden waaraan ik het uitgaan had onderworpen, hebben dat ook gewaarborgd. Men mocht bijvoorbeeld geen alcohol of drugs gebruiken, men mocht op geen enkele wijze publiek verschijnen en er was een verbod om op enigerlei wijze contact te hebben met slachtoffers in ruime zin.
Mijnheer Dewinter, dit is inderdaad mijn bevoegdheid, zoals u zegt, en die wordt mij toegekend door de wet betreffende de externe rechtspositie van 2006. Op basis van het detentiedossier, de meer dan tachtig voorheen goed verlopen uitgaansvergunningen en de analyse van de tegenindicaties heb ik een gemotiveerde en weldoordachte beslissing genomen. Ik ben niet over één nacht ijs gegaan. Ik beschikte trouwens, anders dan u aangeeft, over een goed onderbouwd positief advies van een gevangenisdirecteur, die de legaliteit en de opportuniteit van de uitgaansvergunning beoordeelde. Dit positief advies werd echter kort nadien omgezet in een negatief advies, zonder dat dit negatief advies was gestaafd met nieuwe elementen, noch van juridische, noch van feitelijke aard. De laatste keer werd de gevangene vrijgelaten voor een dagje occasioneel in 2011, niet in 2006, en ik heb dit gedaan, mijnheer Dewinter, om te handelen in overeenstemming met de humane behandeling van gedetineerden, in het bijzonder langgestrafte gedetineerden, die de basiswet gevangeniswezen als filosofie heeft, om sociale en om morele redenen.
07.03 Filip Dewinter (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u hebt zopas aangeraakt wat in ons rechtssysteem essentieel fout loopt. Het is maar zeer de vraag of de vrouw van achttien, de vrouw van negentien en de moeder van drie kinderen – de drie slachtoffers van de betrokkene – en hun families het eens zijn met de interpretatie die u geeft aan de sociale invulling van de levensomstandigheden van gevangenen.
De betrokken gevangene zegt dat hij zich mens moet kunnen voelen en dat hij met dergelijke uitstappen de uitzichtloosheid van de levenslange gevangenisstraf moet kunnen doorbreken. In hemelsnaam, wij spreken hier over een lustmoordenaar, die dertien vrouwen heeft verkracht, drie vrouwen heeft vermoord en nog vijf andere pogingen tot verkrachting heeft gedaan. Als minderjarige heeft hij wellicht nog een hele hoop andere vrouwen verkracht, waarvoor hij nooit werd veroordeeld, omdat hij minderjarig was.
Dergelijke mensen verdienen in mijn ogen en in de ogen van een groot deel van de bevolking geen uitgaansverloven of uitstapjes en verdienen het niet taart te gaan eten in abdijen. Dergelijke mensen verdienen de doodstraf, die, indien het van mij zou afhangen, ook zou worden uitgevoerd. In ons rechtssysteem kan dat niet, maar zij verdienen dan minstens levenslange gevangenisstraf, die ook werkelijk op die manier moet worden geïnterpreteerd. Voor mij is die interpretatie: achter de tralies.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de M. André Frédéric à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la médecine à deux vitesses (n° P1010)
08 Vraag van de heer André Frédéric aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de geneeskunde met twee snelheden" (nr. P1010)
08.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, mes collègues féminines sont majoritaires pour me soutenir dans ma question, ce qui attriste les collègues de l'Open Vld. Que voulez-vous, nous avons toujours été plus attentifs à la parité chez nous que chez vous!
Madame la ministre, j'ai très souvent eu l'occasion de vous interroger. Je le faisais, il y a quelques semaines encore, sur ce qui me semblait être – et vous l'aviez confirmé – des pratiques inacceptables en milieu hospitalier avec des médecins qui surfacturaient ou refusaient simplement d'intervenir auprès du patient qui ne pouvait s'offrir une chambre privée. Nous avions convenu que c'était inadmissible.
Ces derniers jours, les médias ont diffusé un certain nombre de reportages qui ont attiré notre attention. J'ai constaté que vous aviez réagi dans une émission, laquelle non seulement confirme que ces pratiques sont toujours d'actualité mais en a mis d'autres en lumière: le patient qui paye plus cher peut, en synthèse, accéder plus rapidement à une entrevue médicale, ce qui, vous en conviendrez, est assez interpellant. Plus on a de moyens, plus vite on peut être soigné et inversement. Si cela s'avère exact, cela me semble tout à fait anormal car cela va à l'encontre du principe même d'équité et de solidarité qui sont les fondements de notre sécurité sociale et de notre système de remboursement des soins de santé.
Vous avez, comme moi, participé ce jour à la Fondation Roi Baudouin à un échange de vues citoyen à cet égard. Vous avez entendu combien nos concitoyens sont attachés à cette notion de solidarité. Pratiques commerciales inacceptables, disais-je donc!
Nous ne devons pas nous voiler la face. Nous savons que les institutions hospitalières sont en difficulté financière et peut-être imagine-t-on parfois que de telles pratiques soient tolérées, étant donné la pénurie de spécialistes. La question des rétrocessions d'honoraires pose aussi un problème majeur qui peut vraisemblablement apporter une explication à tout cela.
Dès lors, madame la ministre, êtes-vous au courant de ce type de pratiques, contre lesquelles nous nous insurgeons pour autant qu'elles s'avèrent exactes? Qu'en pensez-vous? Je suis certain que vous partagez ma conviction, elles sont inacceptables. Dès lors, qu'allez-vous mettre en œuvre pour que cela ne se reproduise plus au sein des institutions hospitalières?
Par rapport aux situations budgétaires difficiles, vous avez annoncé un plan de refinancement des hôpitaux. Nous attendons et, comme sœur Anne, nous ne voyons rien venir! Quand allez-vous nous soumettre une proposition concrète en vue d'équilibrer les budgets des hôpitaux et de mettre fin à ce type de pratiques par ce biais?
08.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur Frédéric, comme vous l'avez dit, j'ai déjà réagi dans le reportage diffusé hier.
En ce qui concerne les médecins qui refusent de traiter un patient qui ne prend pas de chambre individuelle et les médecins qui demandent un double honoraire parce qu'ils seraient meilleurs que les autres, je répète que c'est inacceptable. Un médecin ne peut pas sélectionner ses patients sur base du choix de la chambre ou sur base de la capacité à payer un tarif double. Chaque citoyen a droit à des soins de santé de la même qualité. C'est sûr. Il s'agit donc d'une faute grave contre la déontologie; l'Ordre des médecins l'a clairement dit dans son avis du 22 février 2014.
Je comprends très bien les difficultés pour les patients dans ces circonstances. Je comprends aussi l'émotion suscitée quand un hôpital ose écrire dans un mail qu'au tarif normal, l'attente est de huit mois alors qu'au tarif double, le rendez-vous peut être pris dans le courant du mois.
Je conçois qu'il soit difficile pour les patients de porter plainte contre l'hôpital où ils se trouvent pour recevoir des soins. Mais il est nécessaire qu'ils déposent plainte auprès de l'Ordre des médecins, auprès de leur mutualité ou chez le médiateur de l'hôpital.
De toute façon, c'est inacceptable. Nous mettrons cela sur la table lors des discussions sur le plan de refinancement des hôpitaux. Un rendez-vous a déjà été fixé avec la présidente de la commission de la Santé publique.
08.03 André Frédéric (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Nous avons au moins une même préoccupation: nous condamnons, nous considérons que c'est inacceptable. Vous avez dit que chaque citoyen a droit à la même qualité de soins de santé. Je partage cette préoccupation, mais je constate au quotidien que ce n'est malheureusement pas le cas.
En termes d'initiative, vous me dites que nous en reparlerons lors de la discussion sur le refinancement des hôpitaux. J'en prends acte et j'y serai extrêmement attentif. Mais je vous demande dès à présent, en votre qualité de ministre responsable de la Santé, de donner des injonctions au secteur pour que ce type de pratiques ne soient plus mises en œuvre dans aucune institution hospitalière de notre pays. Il en va de la santé de nos concitoyens et de l'accès de tous à la santé au quotidien.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jan Vercammen aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de reclamestunts van ziekenfondsen op kosten van de sociale zekerheid" (nr. P1011)
09 Question de M. Jan Vercammen à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "des actions promotionnelles des mutualités aux dépens de la sécurité sociale" (n° P1011)
09.01 Jan Vercammen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, artsenorganisaties en een viertal kranten melden ons dat een groot deel van de ziekenfondsen sinds begin dit jaar het remgeld terugbetalen aan ouders die met hun kind op consultatie gaan bij de kinder- of huisarts. Met andere woorden, de consultatie wordt gratis.
Collega’s, gratis bestaat niet! Driekwart van die kostprijs wordt gedragen door onze federale gezondheidszorg, door u en ik. Een kwart ongeveer komt uit de zak van de patiënt, maar dit gedeelte gaan de ziekenfondsen nu bij wijze van commercieel cadeau zelf betalen. Diezelfde ziekenfondsen maakten tot enkele weken geleden nog luid misbaar over de beperkte reductie van hun werkingskosten door een maatregel van de minister. Plots hebben ze dan blijkbaar toch geld gevonden.
Cui bono? Wie wordt hiervan beter? We weten uit internationale vergelijkende studies dat de gezondheidszorg in België een van de meest bereikbare is en een van de snelste services biedt op deze aardbol. Onze huisartsen en specialisten zijn wereldkampioenen in bereikbaarheid en service.
De Christelijke Mutualiteiten opperen dat tot 20 % van de patiënten hun zorg uitstellen om financiële redenen. Cijfers en statistiek… Mijn oude professor Statistiek zei ooit tegen me: “Vercammen, les statistiques, c’est comme le bikini: ça provoque les idées, mais ça cache l’essentiel.” Iemand kan gezondheidszorg uitstellen omdat hij ‘s middags geen eten heeft, maar het kan evengoed gaan over een veertiger die een borstreconstructie of een facelift uitstelt.
Mevrouw de minister, ik weet dat u de handen vol heeft met onze zachte sector, de zogenaamde non-profitsector. Wat zult u ondernemen om dit soort commercieel geïnspireerde reclamestunts op kosten van onze sociale zekerheid, die al kraakt in al haar voegen, tegen te gaan?
09.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Vercammen, het gaat hier niet over bikini’s, maar over remgeld dat door de aanvullende verzekeringen van verschillende ziekenfondsen wordt terugbetaald voor consultaties bij een huisarts of een specialist. Soms is dit beperkt tot kinderen met de leeftijd van zes jaar, maar soms ook tot kinderen van 18 jaar.
Ik ben geen voorstander van deze tussenkomsten van de ziekenfondsen. Het remgeld heeft immers een duidelijk doel. Het remgeld is er gekomen om de overconsumptie van de zorg te ontmoedigen en de patiënten naar de meest geschikte zorg te begeleiden. Zo is het remgeld veel lager voor een consultatie bij een huisarts dan bij een specialist.
Uiteraard is de financiële toegankelijkheid zeer belangrijk. Daarvoor bestaat het systeem van de verplichte verzekering, het OMNIO-statuut, de maximumfactuur en ook de sociale derde-betalersregeling die wij hebben geïnstalleerd.
De terugbetaling van remgeld zit in de aanvullende verzekeringen van sommige ziekenfondsen en die worden niet betaald door de overheid maar door hun ledenbijdragen.
In het regeerakkoord hebben wij opgenomen dat er zich ook in deze aanvullende verzekeringen een hervorming opdringt. Wij willen dat die terugbetalingen in de aanvullende verzekering meer evidence-based zijn, maar ook dat ze geen aanvullende voordelen geven die in strijd zijn met algemene beleidsprincipes, zoals het remgeld.
We zijn in gesprek met de ziekenfondsen om ook een meerjarenkader te ontwikkelen. De inhoud, de praktijk en de wedloop tussen de ziekenfondsen zijn, wat deze aanvullende verzekering betreft, daarin zeker meegenomen. We willen ook daar naar een wetenschappelijk gefundeerde toegevoegde waarde voor de aanvullende verzekering evolueren. Dat moeten we natuurlijk met z’n allen tegelijk doen. U ziet immers dat zij met elkaar in een wedloop gaan.
09.03 Jan Vercammen (N-VA): Dank u voor uw duidelijk antwoord, mevrouw de minister.
Als N-VA onderstrepen wij ons engagement bij het optimaliseren en het betaalbaar houden van onze ziekteverzekering en onze sociale zekerheid. Responsabilisering zit in het DNA van onze partij. In budgettair moeilijke tijden kijken we met bezorgdheid naar het debat over de ontkoppeling van de levensstijl en de terugbetaling van dure medicijnen.
We dragen allemaal een verantwoordelijkheid in het betaalbaar houden van onze sociale zekerheid, zowel de zorgverstrekkers zoals ziekenfondsen, verpleegkundigen en artsen, als zij die de zorg nodig hebben, de patiënten. Ook de patiënt is een verantwoordelijkheidssmurf. Niet waar, N-VA-fractie?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Dirk Janssens aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de Levensschool" (nr. P1012)
10 Question de M. Dirk Janssens à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la Levensschool" (n° P1012)
10.01 Dirk Janssens (Open Vld): Mevrouw de minister, op 6 februari wijdde De Morgen een artikel aan De Levensschool, een opleidingscentrum bekend voor zijn alternatieve manieren van opleiding. Er zijn twee trajecten bekend, voedingsdeskundige en gezondheidsdeskundige, die – dit moet duidelijk gezegd worden – buiten de evidence-based medicine vallen.
Men maakt er onder meer kennis met wat men de nieuwe Germaanse geneeskunde noemt, een therapie die erop gebaseerd is dat men, wat kankertherapieën betreft, uitdrukkelijk afstand moet nemen van de gewone dokters en artsen, wat volgens mij levensgevaarlijk is. Het gaat echter nog verder, want de bedenker van die therapieën, Ryke Geerd Hamer, is ondertussen zowel in Duitsland als in Frankrijk in aanraking gekomen met het gerecht, door de noodlottige gevolgen van die therapieën.
Ik heb ook begrepen dat De Levensschool erkend zou zijn door de Vlaamse Gemeenschap en zelfs recht zou hebben op opleidingscheques en op die manier op een onrechtstreekse overheidsfinanciering. Voor u primeert evidence-based medicine op alternatieven, die dikwijls neigen naar kwakzalverij. Vandaag heb ik vernomen dat de Provinciale Geneeskundige Commissie daaromtrent een klacht heeft ingediend. Daarover wil ik u drie zeer concrete vragen stellen.
Ten eerste, bent u reeds op de hoogte van die klacht?
Ten tweede, zijn er aanwijzingen dat De Levensschool aanzet tot onwettige uitoefening van de geneeskunde?
Ten derde, voorziet u in bijkomende acties of maatregelen?
10.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Janssens, ik heb een tiental dagen geleden via de media ook kennisgenomen van praktijken in De Levensschool. Volgens het artikel ging het over opleidingen die ondersteund worden door opleidingscheques. Dat aspect valt binnen de bevoegdheid van Vlaams minister Muyters.
Ik heb onmiddellijk aan mijn administratie, de FOD Volksgezondheid, de opdracht gegeven het dossier te laten analyseren door de Provinciale Geneeskundige Commissie, om na te gaan of er zich in De Levensschool praktijken voordoen waarover wij vanuit volksgezondheidsoogpunt ongerust moeten zijn en of wij eventueel moeten optreden.
Inmiddels heeft de Provinciale Geneeskundige Commissie haar analyse afgerond. Er is inderdaad vastgesteld dat sommige personen van De Levensschool een beroep uitoefenen in het kader van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Anderzijds zijn ook personen betrokken die geen gezondheidsberoep uitoefenen.
De Provinciale Geneeskundige Commissie is van mening dat er sprake is van onwettige uitoefening van de geneeskunde. U hebt aldus een antwoord op uw tweede vraag.
Die commissie functioneert volledig autonoom en heeft na de analyse zelf beslist bij het parket een klacht in te dienen.
Mijn diensten zijn ermee belast na te gaan welke bijkomende maatregelen zich opdringen ten aanzien van de personen die onder de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen vallen.
Ik heb mijn collega Muyters ook een brief gestuurd, waarin ik hem op de hoogte breng van het feit dat mijn diensten ernstige problemen zien bij de werking van De Levensschool. Ik heb hem gevraagd om binnen zijn bevoegdheid, zijnde de ondersteunende opleidingscheques, daartegen de nodige acties te ondernemen. Hij zal daar zeker toe bereid zijn.
10.03 Dirk Janssens (Open Vld): Mevrouw de minister van Volksgezondheid, ik kan u alleen maar danken voor de nauwkeurige opvolging van de zaak.
U blijft ook duidelijk aangeven dat evidence-based medicine primeert op kwakzalverij.
Ik heb begrepen dat Vlaams Parlementslid Brusseel vandaag minister Muyters een paar vragen over de subsidiëring van dergelijk onderwijs zal stellen. Het kan niet dat overheidsgeld wordt aangewend voor opleidingen in zulke gevaarlijke situaties.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Peter Vanvelthoven aan de minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, over "het BBI-dossier over Electrabel" (nr. P1013)
11 Question de M. Peter Vanvelthoven au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, sur "le dossier de l'ISI à propos d'Electrabel" (n° P1013)
11.01 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de minister, een tweetal jaar geleden heeft de BBI een onderzoek gestart naar belastingmanipulatie door Electrabel. De BBI heeft dat onderzoek gestart op basis van een eerder onderzoek van onze energiewaakhond, de energietoezichthouder CREG. De CREG had immers vastgesteld dat de Belgische dochter Electrabel maar liefst 495 miljoen euro te veel had betaald voor gasleveringen aan de Franse moedermaatschappij Suez.
Uw partijgenoot, toenmalig minister Bourgeois, was daar destijds klaar en duidelijk over. Ik citeer hem: ”Als de feiten kloppen waarover De Tijd zaterdag bericht, dan gaat het om bedrog.”
Een paar maanden geleden had ik u hierover een vraag gesteld. U wilde toen geen uitleg geven over specifieke dossiers, maar ondertussen blijkt de BBI haar onderzoek te hebben afgerond met een bericht van wijziging. De BBI is van oordeel dat Electrabel onterecht 495 miljoen van de belastbare basis heeft verschoven van België naar Frankrijk. Dat is onaanvaardbaar. De fiscus is van hetzelfde oordeel. De reactie van Electrabel vind ik eigenlijk nog erger. Electrabel legt er zich bij neer, maar wil toch niets betalen. Het bedrijf wil immers een hele berg aftrekposten uit het verleden inbrengen. Of men die aftrekken kan inbrengen of niet, verandert natuurlijk niets aan de feiten zelf.
Wat zal de BBI nu verder ondernemen in deze zaak? Het Wetboek van de inkomstenbelastingen voorziet immers niet alleen in administratieve sancties als belastingverhogingen. Het voorziet ook bij gevallen van bedrog — daarover had uw partijgenoot, minister-president Bourgeois, het — in de mogelijkheid om een strafklacht in te dienen bij het parket. Ik zou graag van u vernemen wat de verdere stappen in het dossier zullen zijn, mijnheer de minister.
11.02 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer Vanvelthoven, u hebt er zelf al op gealludeerd, als minister van Financiën kan ik uiteraard niet in detail spreken over individuele belastingdossiers, maar geloof mij, ik heb behoorlijk wat sympathie voor uw argumentatie in dezen. Ik zal u dus toch een aantal zaken in dat verband zeggen.
U vraagt dat ik stappen onderneem inzake de sanctionering van Electrabel. U laat het uitschijnen alsof dat per definitie zomaar kan, wat echter – ik moet u ontgoochelen – niet het geval is. Ik zal u uitleggen waarom. U zegt dat er belastingverhogingen aan Electrabel kunnen worden opgelegd. Dat is inderdaad zo, u hebt voor honderd procent gelijk, en dat gebeurt ook. De BBI, die ter zake de bevoegde instantie is, heeft belastingverhogingen opgelegd aan Electrabel.
Er gelden echter ook belastingaftrekken voor ondernemingen, zoals u ook al zei. Die gelden dus ook voor Electrabel. Ik denk aan de verliezen uit het verleden, aan de definitief belaste inkomsten, de DBI, en uiteraard ook aan de notionele-intrestaftrek, de aftrek voor risicokapitaal.
Dat is de wet zoals ze was toen dit dossier zijn aanvang kende. Deze principes zijn ondertussen al twintig jaar en ouder en die kan ik uiteraard niet retroactief wijzigen. Bovendien wil ik er u ook op wijzen dat deze zaak voor de BBI en mijzelf absoluut niet is afgerond. Wij zullen te gepasten tijde beslissen, in de eerste plaats de BBI, welke eventuele juridische stappen er in dit dossier nog zouden kunnen worden genomen.
11.03 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de minister, ik begrijp dat wij vandaag maar een voorlopige match spelen, en dat de definitieve wedstrijd op een later moment zal moeten worden gespeeld. Ik meen dat het signaal wel heel duidelijk moet zijn.
Electrabel, dat de prijs van het gas precies kent, heeft wetens en willens een systeem opgezet om belastbare winst te verschuiven van België naar Frankrijk. De BBI heeft dat nu vastgesteld. Wij kunnen niet toelaten dat het stopt bij de vaststelling dat een belastingverhoging van 10 % of meer niet van toepassing zou zijn omdat het bedrijf de winst tenietdoet met belastingaftrekken uit het verleden. Electrabel heeft die constructie precies opgezet met de bedoeling om de berg belastingaftrekken uit het verleden te laten bestaan om deze in de toekomst te kunnen gebruiken.
Voor mij is het klaar en duidelijk, mijnheer de minister, dat men wetens en willens geprobeerd heeft onze fiscale wetgeving te omzeilen. Ik gebruik op dit moment nog niet het woord “ontduiken”. Hier past maar één duidelijk signaal van de regering en van de bevoegde minister, namelijk dat dergelijke zaken door de BBI naar het parket moeten worden verzonden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Mme Gwenaëlle Grovonius à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les tarifs de la SNCB" (n° P1014)
- M. David Geerts à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les tarifs de la SNCB" (n° P1015)
- M. Jef Van den Bergh à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société Nationale des Chemins de fer Belges, sur "les tarifs de la SNCB" (n° P1016)
- mevrouw Gwenaëlle Grovonius aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de tarieven van de NMBS" (nr. P1014)
- de heer David Geerts aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de tarieven van de NMBS" (nr. P1015)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, over "de tarieven van de NMBS" (nr. P1016)
12.01 Gwenaëlle Grovonius (PS): Madame la
ministre, il ne revient ni au personnel de la SNCB ni aux usagers du rail de
payer vos mesures d'austérité, encore moins de le faire deux fois!
Premièrement, la qualité du service ne cesse de décroître. En effet, des lignes
sont supprimées - qu'il s'agisse du RER ou du Thalys -, le temps de
parcours augmente, la ponctualité diminue, le nombre de cheminots est réduit.
Deuxièmement, l'usager paie plus cher pour plus de médiocrité! (Brouhaha)
Le président: Laissez parler Mme Grovonius.
12.02 Gwenaëlle Grovonius (PS): Madame la ministre, vous ne comprenez pas toujours très bien les chiffres. De même, parfois, vous ne comprenez pas les marchés publics.
En ce qui concerne la liberté tarifaire, il s'agit seulement d'une question de bon sens. On ne peut pas demander aux gens de débourser plus pour obtenir moins.
Au lieu de nous prendre pour des poires, voire pour des cons, veuillez nous dire que ce que j'ai lu ce matin dans la presse – à savoir, l'idée d'une liberté tarifaire – ne sera pas suivi d'effet! Madame la ministre, je vous invite à vous remettre sur les rails rapidement avant d'envoyer droit dans le mur ce convoi que vous êtes censée mener!
12.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, deze morgen hebben we een voorproefje gekregen van de nieuwe beheersovereenkomst. Die behelst eigenlijk het afschaffen van stations, het afschaffen van lijnen, verbindingen en loketten, het afschaffen van vroege en late treinen, het afschaffen van een treinbegeleider en van dienstverlening, maar wel duurdere tickets. Eigenlijk blijft dat zeer trouw aan het adagium van de regering: meer betalen voor minder dienstverlening. Wat mij vooral stoort, is dat de gewone werknemers en de studenten dit zullen moeten betalen. Zij die geen alternatieven hebben dan ’s morgens en ’s avonds de treinen te gebruiken, zullen in dat voorstel de rekening moeten betalen: minstens 4 % en eigenlijk zonder enige einddatum. Begrijpe wie kan.
Wij hebben hier al meermaals gesteld dat ons land wereldkampioen is inzake het aantal files. Vorig jaar hebben wij uitvoerig in de Kamer het klimaatdebat gevoerd, over de gevolgen van de opwarming van de aarde en over de maatregelen die moeten worden genomen. Dat dreigt vergeten te worden. Welke visie hebt u als bevoegd minister? Welke visie heeft deze regering inzake mobiliteit?
Nog iets wat mij verwondert. Twee weken geleden stond ik hier met vragen over het verhogen van de tarieven tijdens de spits. U hebt toen duidelijk gesteld: “Laten wij vandaag dus duidelijk zijn, laten wij de geruchten de kop indrukken: er werd nooit gepland om de prijzen van de abonnementen tijdens de spitsuren te verhogen. Ik ben daar dan ook tegenstander van. Ik deel dus het advies van de vakbonden en van de werkgevers dat via de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd verleend.” Moet ik het dan zo interpreteren dat u tegen het duurder maken van prijzen tijdens de spits bent, maar voorstander van het duurder maken tout court?
12.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, in alle rust: de NMBS staat voor gigantische uitdagingen om haar rol als ruggengraat van ons openbaarvervoersysteem ten volle te kunnen opnemen in een land dat kreunt onder de files. De NMBS krijgt daar heel wat belastingmiddelen voor: 435 euro per persoon, per belastingbetaler per jaar, dat is niet niks. We mogen dan ook wel wat verwachten van de NMBS. Die verwachtingen worden neergeschreven in het beheerscontract. Aan dat beheerscontract wordt ondertussen al enige weken, of misschien zelfs enige maanden, gewerkt. Deze morgen viel daarover in de pers een en ander te lezen.
Wat merken we? Er wordt ruim ingegaan op een aantal vragen die de heer Cornu al herhaaldelijk gelanceerd heeft. Er is sprake van een grotere tarifaire vrijheid. We hebben nooit precies geweten wat dat betekent. Nu hebben we het kunnen lezen. Men wil ook een grotere vrijheid op het vlak van loketten, stations, haltes enzovoort.
Als de berichtgeving in de kranten klopt, dan staat daar echter weinig tegenover. Wat staat daar tegenover? Wat kan de overheid of de reiziger verwachten van de NMBS voor die vrijheid, voor die ruime middelen? Mevrouw de minister, ik meen dat de teksten op dat punt voorlopig tekortschieten, tenminste als we de verslaggeving mogen geloven.
We zouden hierover lang kunnen discussiëren, maar ik zal mij beperken tot vier concrete vragen.
Ten eerste, wat is het statuut van het document waarvan we deze morgen kennis hebben kunnen nemen via de krant? Heeft dat al enige betekenis? Is dat een richtinggevende tekst voor de beheersovereenkomst?
Ten tweede, wat is de timing voor die beheersovereenkomst? Ik lees in dezelfde krant dat u aankondigt dat de beslissingen voor de lente zullen worden genomen. De lente begint in principe op 21 maart. Ik weet niet precies wanneer de meteorologische lente begint. Kunt u hier al een kalender voor geven?
Ten derde, de tariefvrijheid. We lezen niets meer over een kortingskaart voor gezinnen. We lezen wel over tariefverhogingen voor woon-werkabonnementen, 4 % per jaar boven op de index. Is dit de weg die we opgaan? Ik meen dat dit nefast is voor het woon-werkverkeer en voor de modal split die eindelijk de goede richting uitgaat.
Tot slot, werd hierover al overleg gepleegd met het raadgevend comité? Zal dit nog gebeuren in de komende weken?
12.05 Jacqueline Galant, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je déplore que le travail mené depuis des mois sur les différents dossiers qui ont trait à la mobilité fasse, une fois de plus, l'objet de fuites. Il s'agit ici en l'occurrence d'un document de travail émanant de la SNCB, dans le cadre de discussions sur le contrat de gestion.
Ces fuites récurrentes dans la presse n'apportent pas la sérénité requise pour aborder ces questions, surtout désinforment plus qu'elles n'informent et attisent les passions.
La version qui est entre les mains des journalistes n'est évidemment pas un document définitif mais bien la base d'un travail entre techniciens. Il n'a reçu aucune validation politique à ce jour. Les discussions qui ont cours, pour le moment, ne sont que la première étape de la finalisation du contrat de gestion, contrat qui porte sur de nombreux aspects autres que la tarification: la propreté dans les trains, la ponctualité, le nombre de places assises dans les trains, l'attractivité du train, le wifi dans les trains, l'ambition en termes d'offre et le maintien du réseau.
Par définition, un contrat de gestion établit des règles équilibrées qui régissent les relations entre chaque entreprise publique et l'État actionnaire.
Het overheidsbedrijf formuleert voorstellen die daarna wel of niet door de regering worden gevalideerd.
Deze laatste etappe moet nog worden gestart. De gesprekken binnen de interkabinettenwerkgroep zijn nog niet begonnen. Het is duidelijk dat deze zullen plaatsvinden binnen het kader dat door het regeerakkoord is gevormd.
12.06 Gwenaëlle Grovonius (PS): Madame la ministre, je regrette l'aspect de votre réponse qui laisse imaginer qu'il s'agit encore d'un document de travail. J'aurais aimé entendre qu'en tant que ministre de la Mobilité, vous preniez des engagements clairs et fournissiez des garanties et des balises nettes. Vous auriez dû nous dire qu'il n'y aura pas de déconnexion entre les tarifs et les éléments en lien avec la qualité du service, qu'il n'y aura pas de déconnexion entre le tarif et la ponctualité, qu'il n'y aura pas d'augmentation des tarifs pour les jeunes, les étudiants, les seniors et les familles.
J'aurais aussi aimé entendre que les parlementaires auraient, comme la loi le prévoit, leur mot à dire sur ce qui est en train d'être discuté et décidé aujourd'hui.
12.07 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Als ik rond dit spreekgestoelte dezelfde rondjes zou draaien als u in uw antwoord, zou ik heel rare moves moeten maken. U maakt immers een heel grote bocht om te komen tot het niet beantwoorden van mijn vraag.
Twee weken geleden heb ik u in het kader van het advies van de CRB heel concreet gevraagd hoe het met de tarieven zit. U hebt toen duidelijk gezegd dat het voor u absoluut niet kan dat die tarieven worden verhoogd.
Vandaag hoor ik dat helemaal niet meer. U spreekt over wifi op de treinen. Ik vind dat belangrijk, maar er moeten dan nog wel treinen zijn.
12.08 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord en voor uw verduidelijking, vooral wat het statuut betreft van het document waarvan wij kennis hebben kunnen nemen.
Dat is belangrijk, zeker met betrekking tot de tarieven. De huidige beheersovereenkomst dateert van 2008 en werd nog onderhandeld door minister Vervotte. Zij heeft toen een koppeling gemaakt tussen de kwaliteit van de dienstverlening en de tariefstructuur. Dat is heel belangrijk, want daardoor zijn de tarieven de voorbije jaren vrij goed onder controle gebleven.
Wij kunnen niet aanvaarden dat in een nieuwe beheersovereenkomst een inhaalbeweging zou worden gemaakt om de tariefverhogingen, die niet werden doorgevoerd omwille van die koppeling aan de kwaliteit, nu in een-twee-drie door te voeren.
Mevrouw de minister, wij rekenen op u om ervoor te zorgen dat de beheersovereenkomst die er komt, zal zorgen voor een betere kwaliteit voor meer reizigers.
L'incident est clos.
De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 17 februari 2016, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:
- het wetsontwerp op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, nrs 1584/1 tot 8;
- het wetsvoorstel (mevrouw Sonja Becq, de heren
Gautier Calomne, Gilles Foret en Philippe Goffin, mevrouw
Kristien Van Vaerenbergh, de heer Raf Terwingen, mevrouw Carina
Van Cauter en de heer Egbert Lachaert) tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek wat de gerechtelijke stage betreft, nr. 1632/1.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 17 février 2016, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:
- le projet de loi relatif au statut et au contrôle des entreprises d'assurance ou de réassurance, nos 1584/1 à 8;
- la proposition de loi (Mme Sonja Becq,
MM. Gautier Calomne, Gilles Foret et Philippe Goffin,
Mme Kristien Van Vaerenbergh, M. Raf Terwingen, Mme Carina
Van Cauter et M. Egbert Lachaert) modifiant le Code judiciaire en ce
qui concerne le stage judiciaire, n° 1632/1.
Mevrouw Goedele Uyttersprot zal mondeling verslag uitbrengen.
Mme Goedele Uyttersprot fera rapport oral.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
14 Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht (1442/1-7)
14 Projet de loi complétant et modifiant le Code pénal social et diverses dispositions de droit pénal social (1442/1-7)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
14.01 Egbert Lachaert, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal kort weergeven hoe de bespreking van het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht is verlopen.
In zijn inleidende uiteenzetting licht de vice-eersteminister en minister van Werk, Kris Peeters, toe dat de tekst onder andere de actualisering beoogt van de inbreukomschrijvingen en de sancties betreffende de preventie van de psychosociale belasting op het werk. Psychosociale belasting op het werk omvat onder meer stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Daarna legt de minister van Justitie, de heer Koen Geens, in zijn inleidende uiteenzetting de inhoud van andere onderdelen van het wetsontwerp inzake het Sociaal Strafwetboek uit. Waar nodig worden een aantal technische correcties uitgevoerd in verband met strafrechtelijke bepalingen, die reeds in andere wetgevende teksten terug te vinden waren. Ook is er sprake van coördinatie met andere bepalingen die al in het Sociaal Strafwetboek zijn opgenomen en die moeten worden gecorrigeerd wegens incongruenties in de tekst zelf.
De minister wijst erop dat het Sociaal Strafwetboek en onderhavig wetsontwerp een lange geschiedenis hebben. De voorbereidingen voor het wetsontwerp zijn eigenlijk al in de vorige legislatuur gestart. Het vormt het sluitstuk van het Sociaal Strafwetboek in ons land. Inmiddels heeft het Sociaal Strafwetboek volgens de minister op het terrein zijn nut kunnen aantonen.
Tot slot volgt de inleidende uiteenzetting van de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, de heer Bart Tommelein. Op zijn beurt onderstreept hij het belang van het Sociaal Stafwetboek in de strijd tegen de sociale fraude. Voor hem vormt de voorgestelde tekst ook het sluitstuk voor de handhavingsketen in het vervolgings- en sanctioneringsbeleid waarbij administraties en Justitie een belangrijke rol spelen. Het Sociaal Strafwetboek is voor alle actoren, inspecteurs en arbeidsauditeurs betrokken bij de strijd tegen de sociale fraude, het dagelijkse werkinstrument.
Tijdens de algemene bespreking geeft collega Christian Brotcorne namens zijn fractie aan het onontbeerlijk wetsontwerp te zullen steunen. Hij heeft wel een vraag over artikel 189 van het Sociaal Strafwetboek, waarop in de latere besprekingen nog wordt teruggekomen.
Ook collega Stefaan Van Hecke geeft te kennen het wetsontwerp te zullen steunen en herinnert eraan dat het Sociaal Strafwetboek vier jaar geleden in werking is getreden. De wet van 6 juni 2010 zal pas in het voorjaar van 2016 aan een grondige evaluatie onderworpen worden. De minister heeft hiervoor een vierledige opdracht uitgeschreven. De heer Van Hecke betreurt het late tijdstip van de evaluatie. De resultaten hadden immers in het voorliggend wetsontwerp kunnen worden opgenomen.
Collega Sonja Becq stipt aan dat aan de opmaak van het Sociaal Strafwetboek destijds een titanenwerk voorafgegaan is. Zij hoopt dat het wetboek een eenvoudigere en efficiëntere toepassing van de sociale regelgeving heeft teweeggebracht.
Namens de Open Vld-fractie kondig ik aan dat onze fractie het wetsontwerp zal steunen. Op mijn vraag over artikel 189 van het Sociaal Strafwetboek antwoordt de minister van Justitie later in de bespreking.
Collega Monica De Coninck wijst namens sp.a op de voorbereiding, die aan de totstandkoming van het Sociaal Strafwetboek voorafgegaan is, reeds in de vorige legislatuur. De codificatie beoogt de transparantie en de efficiëntie te bevorderen. Net zoals de vorige sprekers is zij van oordeel dat een evaluatie zich opdringt. De sp.a-fractie zal het voorliggend wetsontwerp steunen.
Tot slot beklemtoont collega Sophie De Wit namens de N-VA het belang van de opmaak van het Sociaal Strafwetboek, dat de structuur van het Strafwetboek volgt, wat de duidelijkheid ten goede komt.
Na de algemene bespreking is er de repliek van de minister van Justitie, Koen Geens. Daarna volgt de artikelsgewijze bespreking, de bespreking en de stemming van een aantal amendementen waarbij nog verdere duiding nodig was. Uiteindelijk wordt het wetsontwerp in de commissie unaniem goedgekeurd. Tot zover mijn verslag.
14.02 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, wij wensen alsnog een amendement in te dienen en te verdedigen.
Het amendement, waarvan u de schriftelijke versie hebt gekregen, heeft tot doel ervoor te zorgen dat de sanctionering – in de wetgeving is immers een zekere responsabilisering opgenomen, ook van de werknemers die in illegale situaties functioneren en sancties kunnen oplopen – niet van toepassing is op illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die tegen de werkgever een klacht hebben ingediend.
Wij vragen dat omdat de niet-aangifte van tewerkstelling vaak onder druk van de werkgever gebeurt. Daarbij is er een grote schemerzone van, zoals hier in de wetgeving staat, wetens en willens uitoefenen van niet-aangegeven arbeid. Dat geldt a fortiori voor slachtoffers van mensenhandel, waarvoor in hoofdstuk 4 van de wet van 11 februari 2013 net een facilitering van klachten tegen malafide werkgevers is opgenomen.
Indien er voor de betrokkenen geen rechtszekerheid is en het indienen van een klacht hen niet immuniseert, zal die onzekerheid een ontradend effect hebben. Veel mensen die het slachtoffer van een dergelijke situatie zijn, zullen geen klachten meer durven indienen.
14.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijnheer de minister, collega’s, wij hebben in de commissie de bespreking grondig kunnen voeren.
Over het algemeen stelt het ontwerp weinig problemen omdat het om een aanpassing en aanvulling van de wet gaat. Sinds de goedkeuring van de wet en de inwerkingtreding ervan in 2011 is immers nieuwe wetgeving goedgekeurd die nog in het Sociaal Strafwetboek moest worden geïntegreerd.
Ik heb in de commissie ook verwezen naar de heel lange periode die sinds de opmaak van de tekst, de advisering en de uiteindelijke indiening is verstreken, waardoor na de verleende adviezen nog diverse wetswijzigingen zijn doorgevoerd, die nadien ook in de tekst zijn geïntegreerd. Ik zal daarop echter niet meer terugkomen.
Wanneer wij het over de tekst hebben, is het heel belangrijk vast te stellen dat de wet sinds 2011 bestaat. Het is dan ook heel belangrijk om een grondige evaluatie te maken.
Wat er gebeurd is in 2010 en met de inwerkingtreding in 2011, is natuurlijk wel historisch. Er is tien jaar aan gewerkt om te proberen alle sociale wetgeving te integreren in één grote tekst, om het werk op het terrein gemakkelijker te maken voor de sociale inspectiediensten, voor de arbeidsauditoraten, voor de arbeidsrechtbanken en dergelijke meer. Dat is een heel goede zaak geweest en wij hebben die oefening ook altijd ondersteund.
Vandaar dat het ook belangrijk is, als er nu enkele wijzigingen aangebracht worden, om ook een grondige evaluatie te maken. Die evaluatie kan bijvoorbeeld gaan over de hiërarchie van de sancties, want het was nieuw om met vier niveaus te werken, en over de efficiëntie van de maatregelen. Ook kunnen we ons afvragen of het Sociaal Strafwetboek een meer afschrikkend effect heeft dan voorgaande wetgeving, die via wetten houdende diverse bepalingen werd ingevoerd. Worden de processen-verbaal van de sociale inspectie effectief opgevolgd en wordt er gesanctioneerd? Is daarin een vooruitgang te merken ten opzichte van de situatie van voor het Sociaal Strafwetboek? Werkt een en ander vandaag sneller en efficiënter?
Dergelijke vragen lijken mij belangrijk te zijn voor een evaluatie. De minister had ook aangekondigd dat er een evaluatie zou plaatsvinden in het voorjaar. Die evaluatie zouden we beter gemaakt hebben alvorens de nu voorliggende wijzigingen door te voeren. Maar goed, als er een grondige evaluatie gebeurt, dan vinden wij dat een goede zaak. Ik hoop dat de elementen die ik nu aangegeven heb, mee het voorwerp kunnen uitmaken van een grondige evaluatie. In het algemeen denk ik dat wij de meer complexe wetgeving regelmatig grondig moeten evalueren.
Collega’s, er heeft eigenlijk slechts over een aantal artikelen een discussie plaatsgevonden. Een van die bediscussieerde artikelen maakt het voorwerp uit van amendement nr. 10, dat wij hebben ingediend voor de plenaire vergadering, voortbouwend op de vraag die ik tijdens de bespreking heb gesteld. Het ging toen om artikel 31 en nu om artikel 32 van de tekst. Het gaat over de wijzigingen in verband met de niet-aangegeven arbeid, in de volksmond het zwartwerk.
Voor alle duidelijkheid, vandaag is zwartwerk of niet-aangegeven arbeid altijd strafbaar voor de werkgever, maar voor de werknemer of voor diegene die de arbeid verricht enkel wanneer hij ook een uitkering geniet. Dat is misschien niet algemeen bekend. Welnu, het voorontwerp dat ingediend werd, voorziet in een uitbreiding tot personen die reguliere arbeid verrichten, als werknemer, ambtenaar of zelfstandige, en die daarnaast in het zwart bijklussen. Ook zij worden strafbaar. Dat is logisch en daarmee hebben wij geen enkel probleem.
In het wetsontwerp dat uiteindelijk in de Kamer werd ingediend, zien we dat er nog een stap verder wordt gezet. Het criterium dat iemand al reguliere arbeid verricht, valt weg, waardoor iedereen die in een ondergeschikt verband wetens en willens niet-aangegeven arbeid verricht – zo wordt dat omschreven –, ook gestraft kan worden. Ik moet zeggen dat dit in eerste instantie misschien wel logisch klinkt, maar ik heb daarover toch vragen gesteld in de commissie.
Wij gaan nu de meest zwakke mensen voor hun verantwoordelijkheid stellen, vervolgen en zij kunnen dan ook gestraft worden.
Dit kan een pervers effect hebben. Wat kan dit als gevolg hebben? Er zijn echte malafide werkgevers. Mensen kunnen echt het slachtoffer van mensenhandel zijn. Zij worden ingezet voor 2 of 3 euro per uur, maar zij hebben geen OCMW-ondersteuning, geen werkloosheidsondersteuning, geen ziekenkas, geen reguliere arbeid, geen inkomen. Goed, zij werken in het zwart en het mag niet, maar zij zijn het slachtoffer van malafide praktijken en mensenhandel. In de strijd tegen illegale praktijken is het belangrijk dat deze mensen ook een klacht kunnen indienen, dat ze kunnen worden gehoord, dat ze aangifte kunnen doen om net die strijd tegen de malafide structuren te kunnen aanpakken.
Wat is het risico vandaag? Stel, iemand wordt overtuigd om een klacht in te dienen en vraagt of hij zelf zal worden gestraft. Dan kunnen wij vandaag zeggen: neen, u zult niet worden gestraft. Dat is voor degene die de aangifte doet vaak heel belangrijk om die stap te zetten. Het is ook een heel belangrijk element in de opbouw van het dossier. Als deze tekst wordt goedgekeurd en men wil iemand overtuigen om toch een klacht in te dienen of een aangifte te doen, en die persoon vraagt of hij zelf zal worden gestraft, dan zal men moeten antwoorden: ja, u kunt worden gestraft. Het risico is dan dat die aangifte niet zal gebeuren.
Dat is het risico van de uitbreiding van de strafbaarstelling naar die heel kwetsbare groep. Het kan dus een pervers effect hebben.
Dan moet men een afweging maken. Ofwel zorgen wij ervoor dat wij nog enkele mensen meer kunnen bestraffen, mensen die geen enkele uitkering en geen inkomen hebben en het slachtoffer van mensenhandel zijn. Wij zullen er dan misschien enkele tientallen per jaar kunnen bestraffen, hen een geldboete opleggen die ze niet kunnen betalen, met als pervers gevolg dat ze minder bereid zullen zijn om een aangifte te doen. Er zullen dus minder dossiers zijn om te strijden tegen de echte malafide praktijken. Dat is de afweging die wij moeten maken.
Als wij die afweging moeten maken, gaan wij voor een zo hard mogelijke strijd tegen de malafide organisaties en werkgevers die misbruik maken van de zwakte van mensen en hen uitbuiten. Daarom vragen wij om niet zover te gaan.
De oorspronkelijke tekst van het voorontwerp was een goede tekst. Ik begrijp niet waarom men tussen het voorontwerp en de laatste tekst van het ontwerp nog een stap verder is gegaan. Met welke doelstelling heeft men dat gedaan, gelet op het pervers effect dat dit kan genereren?
Daarom stellen wij in ons amendement voor om terug te keren naar de tekst van het voorontwerp.
Op die manier kan de strijd tegen de zware sociale fraude en vooral tegen diegenen die ze organiseren en misbruik maken van de zwakke situatie van mensen in nood, prioritair worden aangepakt. Men viseert dan niet de mensen die daarvan eigenlijk het slachtoffer zijn.
14.04 Staatssecretaris Bart Tommelein: Mijnheer de voorzitter, ik wil even terugkomen op de twee amendementen die worden ingediend, enerzijds door de sp.a en anderzijds door Groen-Ecolo.
Wij kunnen voortaan ook zwartwerkers die geen uitkering hebben, bestraffen. Dankzij de aanpassing van het Sociaal Strafwetboek kan iedereen die zwartwerkt, worden bestraft. Wij zaten in de zeer eigenaardige situatie waarin enkel werkgevers en mensen die een uitkering krijgen, een sanctie kunnen oplopen, terwijl mensen die werknemer zijn of ergens anders een job hebben, geen sanctie kunnen krijgen bij zwartwerk.
Dat betekende in het verleden dat werkgevers vaak zware boetes kregen voor zwartwerk en dat uitkeringstrekkers vaak hun uitkering verloren of ten onrechte ontvangen uitkeringen moesten terugbetalen.
Ik refereer ook aan het begin van de legislatuur. In mijn beleidsnota heb ik toen duidelijk gesteld dat sociale fraude een misdrijf is en dat misdrijven moeten kunnen worden bestraft. Het heeft geen enkele zin om een misdrijf vast te stellen en er dan achteraf niets mee te doen. De redenering dat iedereen gelijk is voor de wet en iedereen strafbaar moet zijn voor een gelijkaardige situatie, moet hier dan ook gelden. Het kan niet dat voor de ene iets wel strafbaar is en voor de andere niet.
Het wordt stilaan tijd dat iedereen in onze samenleving beseft dat zwartwerk een misdrijf is. Sommige mensen proberen mij aan te praten dat een beetje zwartwerken goed is voor de economie, maar dat is niet zo. Een beetje zwartwerken is niet goed, net zomin als helemaal in het zwart werken. Laten we nu eindelijk eens die ballon volledig doorprikken.
Wie zwartwerkt, bouwt immers geen sociale rechten op. Wie zwartwerkt, kan geen uitkering krijgen als hij werkloos wordt. Wie zwartwerkt en ziek wordt, is niet verzekerd. Als er iets misgaat op de werkvloer, dan heeft de zwartwerker geen enkel recht, ook niet als het bedrijf waar hij in het zwart wordt tewerkgesteld eventueel failliet gaat. Zwartwerk is dus niet oké.
Flitscontroles en boetes voor andere vormen van misdrijven, zoals verkeersovertredingen, vinden wij heel normaal, maar als het over controles en boetes op zwartwerk gaat, dan stel ik vast dat een deel van de bevolking en van de politiek altijd steigert. Ik begrijp dat niet.
Ik kom terug op de voorstellen in het amendement. Ik begrijp niet waarom er een vrijstelling zou moeten zijn voor mensen die illegaal op ons grondgebied verblijven.
Ik begrijp niet hoe wij de bevolking kunnen uitleggen dat zwartwerk verkeerd is, maar dat het wel zou mogen voor mensen die hier illegaal verblijven. Het Sociaal Strafwetboek is duidelijk: de daarin vastgelegde straffen kunnen worden opgelegd. De kwestie is niet dat zij zullen worden opgelegd, zij kunnen worden opgelegd, en er is sprake van straffen van niveau 1 met een maximum van 600 euro.
Beste collega’s, indien er sprake is van uitbuiting, mensonterende omstandigheden of mensenhandel, dan kan de straf uiteraard opgeschort worden, dat is de logica zelve. Dat was gisteren zo, dat is vandaag zo en dat blijft morgen zo. Ik wil iedereen er trouwens aan herinneren dat wij onlangs bezoek hebben gekregen van een internationale organisatie, en dat wij internationaal geroemd worden om onze aanpak van mensenhandel. Onze sociale inspectie en onze diensten zijn internationaal een voorbeeld van hoe de mensenhandel kan worden aangepakt en hoe men met die mensen omgaat. Wij zijn daar internationaal voor gerenommeerd en worden ervoor geroemd.
Ik vind niet dat er een vrijstelling moet zijn voor mensen die illegaal op het grondgebied verblijven. Dat is een dubbele miskenning, want illegaal op het grondgebied verblijven mag op zich al niet; daarbovenop zeggen dat zij die illegaal op het grondgebied verblijven de enigen zijn die geen sanctie kunnen krijgen, en de rest wel, vind ik eerlijk gezegd een zware anomalie.
Ik ben de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude. Ik moet zwartwerk bestrijden. Ik bestrijd ook sociale dumping, en het bestrijden van sociale dumping betekent bij uitstek het aanpakken van mensen die uitgebuit worden, die hier in mensonterende omstandigheden verblijven. Deze regering heeft daar zelfs een prioriteit van gemaakt.
Als wij nu het signaal geven dat wij dat maar half doen, en dat wij mensen die hier uitgebuit worden een speciale classificatie geven, dan geven wij volgens mij een totaal verkeerd signaal. Ik weiger dat signaal te geven.
Ik wil herhalen dat het niet noodzakelijk de betrokkene zelf moet zijn die de klacht indient. Ik heb in de voorbije maanden spitsroeden moeten lopen bij de oprichting van het meldpunt voor sociale fraude. Op dit moment kan dat meldpunt de klachten die binnenkomen op een structurele manier verwerken.
Wij hebben aangekondigd dat op dit moment privépersonen een klacht kunnen indienen. Het kan nu ook voor ondernemingen.
Binnenkort wordt het meldpunt ook uitgebreid met een knop voor organisaties, meer bepaald voor vakbonden en consumentenorganisaties, maar ook voor mensenrechtenorganisaties. Zij zullen op die manier klachten kunnen indienen. Als wij in al die zaken voorzien, dan vind ik dat er geen enkele reden is om de strijd tegen zwartwerk op te voeren en tezelfdertijd het signaal te geven dat wij dat voor een bepaalde categorie van mensen, met name voor mensen die illegaal op dit grondgebied verblijven, niet zullen doen en hen zullen vrijstellen van eventuele sancties.
Terugkeren naar het oude voorstel, zoals de heer Van Hecke aanbrengt, betekent ook dat alle mensen die geen werknemer zijn, zoals studenten, werklozen en huisvrouwen, en in het zwart werken, geen sanctie kunnen krijgen. Ik ben daar niet toe bereid.
Als wij het duidelijke signaal willen geven dat zwartwerk in onze samenleving niet kan, dan moet dat ook voor iedereen gelden.
14.05 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb het gevoel dat u zich aan het verzetten bent tegen zaken waar niemand tegen is.
Wij zijn bereid naar u te luisteren. Ik zou graag hebben dat u ook naar ons luistert.
In de commissie hebben wij een discussie gehad. Uit het verslag blijkt dat er een unaniem akkoord was. Doen alsof de oppositie zich tegen een onderzoek naar sociale fraude verzet, is dus niet aan de orde. Dat mensen moeten worden bestraft, was voor ons geen enkel probleem. Dat wij internationaal een voorbeeld zijn, is best mogelijk. Dat is de verdienste van nogal wat opeenvolgende verantwoordelijken. Onze bekommernis is internationaal een voorbeeld te blijven. Dat u tegen fraude en sociale dumping vecht, is heel goed; dat deed de vorige regering ook.
Ik hoop dat u zich met evenveel energie zult inzetten tegen fiscale fraude en dat u ook daarvoor initiatieven zult nemen en databanken aan elkaar zult koppelen. De knop voor mensenrechtenorganisaties op uw kliktelefoon is ook geen probleem.
Indien het gaat om slachtoffers van mensenhandel die een klacht indienen, vragen wij alleen dat zij niet kunnen worden beboet. In uw repliek zegt u dat het evident is dat zij een vrijstelling zullen krijgen. U zegt dat hier. U hebt het zo-even gezegd. Als dat zo evident is, schrijf het dan ook in de wet. Dat is toch geen onredelijke vraag? Slachtoffers van mensenhandel, bijvoorbeeld vrouwen die zich hier moeten prostitueren… Ja? Het kan dus.
14.06 Staatssecretaris Bart Tommelein: Mevrouw De Coninck, ten eerste, ik heb nooit gezegd dat u tegen de bestrijding van sociale fraude bent. Ik weet niet waar u dat haalt.
Ten tweede, ik heb hier evenmin gezegd dat mijn voorgangers de sociale fraude niet hebben bestreden. Wie mij een beetje kent, weet dat ik op verschillende fora mijn voorgangers die sociale fraude hebben bestreden telkens heb geroemd om de inspanningen die ze hebben geleverd. Mevrouw Kitir weet dat. Dat geldt voor de heer Crombez, het geldt voor de heer Devlies en het geldt ook voor de heer Vanvelthoven. U moet dus niet doen alsof ik de pluim op mijn hoed wil steken dat ik de enige ben in de geschiedenis van België die de sociale fraude bestrijdt.
Mevrouw De Conick, u moet uw amendement maar eens herlezen. U spreekt hier over slachtoffers van mensenhandel. Ik zie dat nergens in uw amendement staan. U stelt heel duidelijk in uw amendement dat iedereen die zwartwerk doet een sanctie moet kunnen krijgen, met uitzondering van de mensen die illegaal verblijven in dit land. Mevrouw De Coninck, ik zeg u dat ik de bevolking niet het signaal wil geven dat iedereen een sanctie kan oplopen met uitzondering van de mensen die hier illegaal verblijven. Ik weiger om dat signaal te geven.
14.07 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer Tommelein, u bent wel een stukje vergeten. Het gaat om de hier illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die een klacht hebben ingediend. Het gaat enkel om die groep. Als ik de geest van de wet op de mensenhandel een beetje ken, dan is er heel lang en duidelijk over gediscussieerd dat we de zwaksten moesten beschermen tegen sanctionering omdat men anders het omgekeerde effect zou krijgen, namelijk dat ze geen klacht meer zouden durven indienen.
Dan geraakt men nergens.
14.08 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega's, dit is een dovemansgesprek. In alle redelijkheid, ik denk dat wij allemaal hetzelfde willen, alleen mag het niet op papier staan en dat vind ik jammer.
Mijnheer de staatssecretaris, wij hebben daarover rustig gediscussieerd. Ik heb in de commissie vragen gesteld over artikel 31, maar u was niet aanwezig. Nu komt u wel een hele uitleg geven. U was er om het artikel voor te stellen en om te communiceren met de pers, maar op het moment dat over de teksten werd gediscussieerd, was u niet aanwezig. Het zou u sieren om in de toekomst wel aanwezig te zijn, zodat het debat in de commissie kan worden gevoerd.
Voor alle duidelijkheid, niemand van ons pleit hier voor zwartwerk en ik verdedig evenmin zwartwerk. U moet mij of iemand anders zulke woorden niet in de mond leggen. Wat ik heb gezegd, is dat deze maatregel een averechts effect kan hebben. U zegt dat u wil strijden tegen zwartwerk en tegen die organisaties. Ik vind dat ook belangrijk. De vraag is wat de meest efficiënte manier is om die strijd te voeren. Door iets te ver te gaan, krijgt men een averechts effect. Dat is wat ik wou zeggen.
Mijnheer Tommelein, u zegt dat men niet verplicht is om te vervolgen, maar dat het kan. Wat staat er in de wet? "Met een sanctie van niveau 1 wordt bestraft eenieder die…" Zonder uitzondering. Het parket kan wel beslissen om niet te vervolgen, maar het gaat hier niet om het parket. Het gaat over niveau 1, dus administratief. "Wordt gestraft eenieder die…" Dat is iedereen. Zullen uw diensten blij zijn wanneer zij misschien enkele tientallen illegalen een boete kunnen geven, boetes die betrokkenen niet zullen betalen? Het gevolg zal zijn dat u minder goed gestoffeerde dossiers zult hebben om de illegale circuits aan te pakken. Dat is de consequentie.
Wij hebben dit amendement ingediend om terug te keren naar het oorspronkelijke voorstel. Wij zullen ook het amendement van sp.a steunen, want dat is het doel.
In de wetgeving inzake mensenhandel is ook voorzien in uitzonderingen en in een speciaal beschermingsstatuut voor de slachtoffers van mensenhandel. U zou u daarop moeten baseren om uw strijd efficiënt te kunnen voeren tegen wie misbruik maakt van die mensen.
Mijnheer de staatssecretaris, als de tekst wordt goedgekeurd zoals hij nu is geformuleerd, geeft u malafide organisaties eigenlijk een cadeau. U weet dat er veel minder klachten zullen komen. Zelfs al is er een uitbreiding omdat de organisaties het mogen doen, als het erop aankomt om bewijsmateriaal voor te leggen, hebt u getuigenissen nodig en verklaringen van mensen die daar hebben gewerkt en die kunnen uitleggen hoe het eraan toeging.
Ik zou dus willen vragen om één van die twee amendementen te steunen. U zegt dat ons amendement niet ver genoeg gaat, mijnheer de staatssecretaris. Wij stellen slechts voor om terug te keren naar het voorontwerp, dat is dus uw tekst. En als u zegt dat ons amendement onvolledig is — denk aan de studenten, aan de huisvrouwen — dan betekent dit dat u daaraan zelf ook niet gedacht hebt toen u het voorontwerp indiende. Nu moet u niet zeggen dat ons amendement onvolledig is, want ik val terug op uw eerste tekst. U zegt dat die tekst kaduuk is, maar het is wel uw tekst!
Laten wij in alle redelijkheid eens goed over deze kwestie nadenken, de amendementen bestuderen en ze goedkeuren. Het enige effect zal zijn dat de strijd tegen de illegale circuits en de malafide praktijken efficiënter zal worden gevoerd dan met het voorstel dat vandaag op tafel ligt.
14.09 Staatssecretaris Bart Tommelein: Mijnheer Van Hecke, u doet net alsof de uitbuiting alleen kan gebeuren ten aanzien van personen die illegaal op het grondgebied verblijven. Zwartwerk is in onze samenleving zeer wijd verspreid. Het is niet altijd, zoals bepaalde personen willen doen uitschijnen, de werkgever die vragende partij is voor zwartwerk. Het is in heel wat gevallen omwille van een aantal andere factoren dat werknemers zelf de keuze maken en van hun werkgever eisen in het zwart te worden vergoed. Wie met twee benen in de samenleving staat, weet dat perfect, mijnheer Van Hecke.
Als u de uitbuiting van mensen wilt herleiden tot enkel die mensen die hier illegaal op het grondgebied verblijven, dan verengt u wel de problematiek van het zwartwerk. De groep van personen die hier wel legaal verblijven en gedwongen worden om zwart te werken of daar zelf voor kiezen, is nog veel groter dan de groep illegale mensen op ons grondgebied. Met andere woorden, u wilt uitzonderingen maken, terwijl ik de strijd tegen zwartwerk wil opvoeren, precies wegens de sociale uitbuiting, wegens de asociale situatie waarin betrokkenen dan moeten werken. Dat zwartwerk moet er uit en wij moeten een zeer duidelijk signaal geven dat niemand, maar dan ook niemand in deze maatschappij het recht heeft op zwartwerk. Eén bepaalde groep daar nu uithalen voor wie het wel zou mogen, is volgens mij geen goed signaal.
14.10 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zou naar aanleiding van deze discussie nog even een woordje Latijn willen spreken, zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is. Fortiter in re, suaviter in modo. Omdat ik weet dat de heer Van Hecke een hekel heeft aan Latijn zal ik het vertalen. Het wil zeggen dat men streng is in de principes, maar soepel in de toepassing ervan. Ik meen dat ook collega Tommelein dit daarnet heeft gezegd.
Ik zal samen met de minister van Werk en de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude en Privacy aan de procureurs-generaal vragen om voor de specifieke categorie waarover het hier gaat, namelijk personen die het slachtoffer zijn van mensenhandel, een vervolgingsrichtlijn uit te vaardigen die dit Latijns principe in de praktijk omzet. Wij zijn uiteraard allemaal tegen zwartwerk, maar het moet voor deze specifieke groep van personen mogelijk blijven om duidelijk te maken dat zij het slachtoffer zijn. Dan is onder omstandigheden een aangifte onvermijdelijk. Ik wilde dit graag toevoegen aan de fortiter in re van collega Tommelein. Ik keur uiteraard zijn stellingname goed, maar u weet collega’s, eens tjeef, altijd tjeef— suaviter in modo!
14.11 Monica De Coninck (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb de indruk dat de staatssecretaris het een beetje verkeerd begrijpt. Iedereen hier is tegen zwartwerk en iedereen vindt dat wij daartegen moeten optreden. Dat is het principe en de finaliteit. Men moet zich echter afvragen hoe men er in de specifieke gevallen van mensensmokkel en illegale tewerkstelling voor kan zorgen dat de meest kwetsbare werknemers een klacht indienen. Alleen op die manier kan men ook de finaliteit realiseren.
Uw collega heeft het over de bestraffing. Ik meen dat de vraag echter vooral is hoe die mensen kunnen worden gestimuleerd om een klacht in te dienen, zodat malafide werkgevers in beeld worden gebracht en ook effectief worden aangepakt. Op die manier kan de finaliteit, waarover iedereen het hier eens is, worden gerealiseerd.
Ik vraag gewoon om vanuit dat perspectief te denken. Wij als oppositie proberen ook vanuit uw perspectief na te denken en te handelen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4)
(1442/6)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1442/6)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi complétant et modifiant le Code pénal social et portant des dispositions diverses de droit pénal social".
Het wetsontwerp telt 100 artikelen.
Le projet de loi compte 100 articles.
* * *
* *
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 32
• 10 - Stefaan
Van Hecke cs (1442/7)
• 11 - Monica De
Coninck (1442/7)
* * *
* *
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l’article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
* * *
* *
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Conclusion de la discussion des articles:
Aangehouden: de stemming over de amendementen en artikel 32.
Réservé: le vote sur les amendements et l’article 32.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot 31 en 33 tot 100.
Adoptés article par article: les articles 1 à 31 et 33 à 100.
* * *
* *
15 Wetsontwerp houdende instemming met het Avenant tussen het Koninkrijk België en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst van 28 augustus 1978 tussen het Koninkrijk België en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, gedaan te Brussel op 10 april 2014 (1574/1-3)
15 Projet de loi portant assentiment à l'Avenant entre le Royaume de Belgique et la Confédération suisse modifiant la Convention du 28 août 1978 entre le Royaume de Belgique et la Confédération suisse en vue d'éviter les doubles impositions en matière d'impôts sur le revenu et sur la fortune, fait à Bruxelles le 10 avril 2014 (1574/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
De heer Vandenput, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
15.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Ik klim op het spreekgestoelte, omdat ik nogmaals zal proberen te voorkomen dat wij een grote kans op succes inzake fraudebestrijding zouden missen. Laat ik het even verduidelijken. De teksten die we vandaag goedkeuren, zijn al lang onderhandeld. De ondertekening dateert, als ik me niet vergis, van maart of april 2014. Niet lang na de installatie van de nieuwe regering ben ik begonnen met de minister van Financiën te vragen waar de tekst bleef. Het gaat over een korte tekst. Het kon niet moeilijk zijn om daarvoor een korte memorie van toelichting te schrijven.
Maar de tekst bleef uit, wat de achterdocht enkel deed groeien. Het leek erop dat de regering bewust temporiseerde, omdat zij het zwart geld dat in Zwitserland zit, liever zou regulariseren via de aangekondigde regularisatie.
Die regularisatie is er vandaag nog steeds niet. De meerderheid staat voor een moeilijke begrotingscontrole in maart. Welnu, hier is geld te vinden, collega’s. De tekst die we straks mee zullen goedkeuren als voorbeeld van constructieve oppositie, geeft de Belgische fiscus de gelegenheid om de Zwitserse fiscus te vragen om het Zwitserse bankgeheim op te heffen en de informatie te bezorgen aan de Belgische fiscus, zodat we iets kunnen doen aan de fiscale fraude.
We hebben het er zopas uitgebreid over gehad en we zijn het er unaniem over eens dat we de sociale fraude moeten bestrijden. Welnu, collega’s van de meerderheid, u krijgt de kans om te bewijzen dat u evenveel werk wilt maken van de bestrijding van de fiscale fraude.
Wat is het probleem? Ten eerste is uw regularisatie nog niet rond. Ten tweede stelt de tekst, die we straks zullen goedkeuren, in zijn laatste bepaling dat het verdrag in werking treedt op 1 januari van het jaar volgend op de goedkeuring. Concreet betekent het dat het verdrag pas vanaf 1 januari 2017 zal kunnen worden toegepast.
Ik heb er in de commissie al op aangedrongen om een en ander te versnellen en te verbeteren, maar ik werd in mijn vraag niet gevolgd door de leden van de meerderheid.
Ik heb mij nu echter nader ingelicht. Mevrouw de staatssecretaris, er bestaat een methode of procedure, waarbij België zich tot de andere verdragsluitende staat richt, zijnde Zwitserland, en vraagt of er eensgezindheid kan zijn over een verklaring van voorlopige toepassing. Een verklaring van voorlopige toepassing betekent dat vanaf het moment waarop die verklaring in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd, het verdrag kan worden toegepast. Geen enkele advocaat van de ene of de andere fraudeur kan zich dan beroepen op het feit dat het verdrag pas op 1 januari 2017 in werking treedt. Met een dergelijke verklaring van voorlopige toepassing is de tekst na publicatie van de verklaring in het Belgisch Staatsblad tegenstelbaar erga omnes, om ook eens een Latijns woord te gebruiken.
Collega’s, ik nodig u uit, om, wanneer u straks de tijd hebt, even naar de leeszaal te gaan en Le Monde in te kijken. Een collega heeft de tekst bij zich. In Le Monde staat vandaag een artikel over een klokkenluider die informatie heeft gegeven over de manier waarop een grote Zwitserse bank, UBS, te werk gaat.
De betrokkene vertelt dat die Zwitserse bank – u mag er echter zeker van zijn dat alle andere Zwitserse banken ook op deze manier handelen – per land, onder meer in Frankrijk, zoals in het artikel staat, en in België, in contact staat met belangenbehartigers van Zwitserse banken, van grote kapitalen en grote fortuinen die in Zwitserland zijn geparkeerd. Die informatie is bijzonder nuttig voor onze Belgische fiscus.
Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag aan u is dus de volgende.
Betreurt u het ook dat wij tot 1 januari 2017 moeten wachten, vooraleer wij van voorliggend verdrag gebruik kunnen maken? Is de huidige regering bereid de stap te zetten in de richting van Zwitserland, om te proberen van Zwitserland een verklaring van voorlopige toepassing te verkrijgen?
Onze fractie dringt daar sterk op aan.
Ik heb er al op gewezen dat mijn voorstel een voorbeeld van constructieve oppositie is. U moet op zoek naar geld, om uw begroting sluitend te maken en uw begrotingstraject te kunnen realiseren. Met ons voorstel kunt u geld vinden dat u niet bij middeninkomens of lage inkomens hoeft te zoeken. Het is een middel om op een min of meer sociaal aanvaardbare manier een deel van een oplossing te bieden aan een begrotingsprobleem, waarvoor u zelf verantwoordelijk bent en dat u zelf hebt gecreëerd.
15.02 Benoit Hellings (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je ne reviendrai pas sur tout ce qui a déjà été dit en commission, mais je soulignerai deux nouveaux éléments.
Tout d'abord, nous soutenons la demande et la suggestion de notre estimé collègue Van der Maelen en faveur d'un échange épistolaire entre la Belgique et la Suisse pour appliquer plus rapidement l'accord sur l'échange de données fiscales à terme. Cela permettrait de travailler, entre autres, sur le cas d'UBS. Nous savons en effet désormais – comme le précise Le Monde d'aujourd'hui – que des contribuables belges disposent de comptes en Suisse. Il s'agirait donc pour la Belgique de demander leur identité au fisc helvétique afin de régulariser cette situation, l'objectif étant de mettre en branle la justice pour punir ces contribuables qui ont éludé l'impôt dans notre pays.
Ensuite, la raison pour laquelle le groupe Ecolo-Groen va s'abstenir aujourd'hui n'est évidemment pas motivée par une quelconque opposition à la lutte contre la fraude fiscale, mais par le fait que cette convention promeut un système d'échange de données qui n'est pas automatique. Or le modèle de l'OCDE, qui va justement entrer en vigueur en 2017, prévoit un échange spontané. Par conséquent, il est dommage de se doter d'un outil imparfait, alors que, dès l'année prochaine, la possibilité nous sera offerte par l'OCDE de recourir à un tel échange avec la Suisse.
Nous considérons qu'il s'agit d'un pas dans la bonne direction, mais qui reste insuffisant. C'est la raison de notre abstention.
15.03 Marco Van Hees (PTB-GO!): Monsieur le président, comme le collègue Hellings, j'estime que cette convention va grosso modo dans le bon sens, mais certains points posent problème. J'en retiendrai deux.
Premièrement, je pense également à la non-automaticité de l'échange de renseignements. En effet, on lit dans l'exposé des motifs: "Bien que l'avenant permette d'échanger des renseignements fiscaux de manière automatique ou spontanée, la Suisse a clairement indiqué, lors des négociations de mai 2013, qu'elle entend, en pratique, limiter l'échange de renseignements à l'échange sur demande." Je me demande dans quelle mesure on ne fait pas ainsi allégeance aux banquiers suisses.
Deuxièmement, ce texte prévoit d'empêcher ce qu'il nomme "la pêche aux renseignements". Il s'agit, en l'occurrence, de demandes d'informations fiscales qui seraient trop générales et pas assez précises. C'est assez inquiétant dans le sens où, en décembre dernier, les Pays-Bas ont obtenu de la Suisse un énorme volume de données fiscales relatives à des clients néerlandais d'UBS, qui ont ainsi pu être taxés. La requête des Pays-Bas était extrêmement vague. C'est pourquoi, si l'on applique le texte en question qui refuse la pêche aux informations, il est possible que la Belgique n'introduise pas une telle demande.
Il serait fort dommageable de se priver de cette manière d'obtenir des informations capitales sur de grands fraudeurs qui ont "planqué" leur argent dans les banques suisses. C'est pourquoi nous estimons que ce texte est loin d'être optimal en matière de lutte contre la grande fraude fiscale.
Le président:
D'autres membres souhaitent-ils prendre la parole? (Non)
Mevrouw Sleurs, u hebt het woord.
15.04 Staatssecretaris Elke Sleurs: Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer Van der Maelen, zoals u weet, is de bestrijding van de fiscale fraude een heel belangrijk gegeven voor deze regering.
Ik heb akte genomen van uw mooi verwoorde opmerking over de verklaring van voorlopige toepassing. Met veel plezier zal ik uw opmerking aan de collega’s in de regering overbrengen. Dan kan worden nagegaan of voor die optie al dan niet geopteerd kan worden. Zelf was ik niet aanwezig bij de besprekingen in de commissie. Ik zie wel dat u uw huiswerk gemaakt hebt en dat dit vondsten heeft opgeleverd. Daarvan neem ik akte. Een verklaring van voorlopige toepassing is een mooie verklaring, denk ik. Ik zal dat dan ook met plezier doorgeven aan de collega’s die verantwoordelijk zijn voor dat wetsontwerp en voor die internationale akten, zodat dat verder besproken kan worden.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1574/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1574/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
16 Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg inzake de integratie van de beveiliging van het luchtruim tegen dreigingen die uitgaan van niet-militaire luchtvaartuigen (renegades), gedaan te 's-Gravenhage op 4 maart 2015 (1575/1-3)
16 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Royaume de Belgique, le Royaume des Pays-Bas et le Grand-duché de Luxembourg concernant l'intégration de la sécurité aérienne en vue de répondre aux menaces posées par des aéronefs non militaires (renegade), fait à La Haye le 4 mars 2015 (1575/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
16.01 Sébastian Pirlot, rapporteur: Monsieur le président, comme son titre l'indique, ce projet d'assentiment concerne la question de l'intégration de la sécurité aérienne en vue de répondre aux menaces causées par des aéronefs non militaires.
Votre serviteur s'est réjoui du présent projet qui s'inscrit dans le cadre de la construction d'une Europe de la défense. Le présent accord a, en effet, pour objectif d'assurer conjointement et en alternance la mission de police aérienne au-dessus du territoire du Benelux, mais également de l'Allemagne, de la France et peut-être d'autres États membres à l'avenir.
Je me suis toutefois enquis de précisions quant au mécanisme décisionnel, à savoir qui prend la décision d'abattre un avion civil dans les conditions prévues par le traité. L'accord précise, par ailleurs, que des accords techniques spécifiques peuvent être conclus ainsi qu'en ce qui concerne l'utilisation de la force par des aéronefs assignés.
De tels accords techniques sont-ils en cours d'élaboration? J'aimerais également savoir à quel stade se trouvent les négociations avec la France et l'Allemagne et plaider pour que les accords qui en résulteraient contiennent les mêmes modalités afin d'éviter d'avoir des processus décisionnels différents.
M. De Vriendt s'est réjoui du fait que le présent projet de loi constitue un exemple positif de coopération en matière de défense, tout comme notre collègue Tim Vandenput.
M. le ministre a apporté toutes les précisions techniques que nous souhaitions. J'en termine ainsi avec mon rapport pour m'exprimer au nom du groupe PS.
Monsieur le président, je rappelle que l'Europe de la défense doit passer par de telles mises en commun bien encadrées.
Le projet qui nous est soumis aujourd’hui est très important. Il est loin d’être anecdotique sur le plan politique, juridique et diplomatique, et plus fondamentalement en termes de souveraineté de nos États.
Ce projet recouvre un sujet d’une extrême gravité. Il organise la prise d’une décision terriblement délicate. Nous le soutiendrons. Mais il était indispensable que nous puissions obtenir des précisions en commission sur certains points ou certains silences du traité.
Mon groupe a toujours soutenu et il continuera à le faire, toutes les initiatives qui permettent d’avancer vers une véritable Europe de la défense, comme nos nombreuses initiatives en la matière le démontrent. La mise en commun des espaces aériens et les accords dits Renegade en font partie, tout comme la recherche de synergies en matière de formation des militaires, d’opérations dans le cadre européen ou la recherche de retours économiques, industriels et universitaires dans les importants marchés annoncés par le gouvernement.
Je ne doute pas un instant vous avoir
passionnés et je mérite bien vos applaudissements. (Applaudissements)
Le président: Bien sûr, monsieur Pirlot. Merci pour le rapport.
Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1575/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1575/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
17 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (1595/1-3)
17 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et la République populaire de Chine sur l'entraide judiciaire en matière pénale, faite à Bruxelles le 31 mars 2014 (1595/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
17.01 Sarah Claerhout, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
De voorzitter:
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1595/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1595/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector wat de administratieve boetes betreft (1002/1-4)
18 Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne les amendes administratives, la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et télécommunications belges (1002/1-4)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Roel Deseyn, Jef
Van den Bergh.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
M. Laurent Devin, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
18.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, belangrijk in dit voorstel is dat wij hiermee een echt telecombeleid kunnen laten voeren. In een telecomland zijn er veel regels, maar wat heeft men aan veel regels als men ze niet kan laten uitvoeren, als de administratieve boetes die door het BIPT kunnen worden opgelegd een onvoldoende afschrikwekkend effect hebben?
Met dit voorstel zal het bedrag tot een miljoen euro worden opgetrokken. Dat is 5 % van de omzet. Als het om natuurlijke personen gaat, gaat het om 5 000 euro.
Dat is heel belangrijk. U weet hoe telecomspelers zich de voorbije jaren hebben georganiseerd, eventueel via neven- of dochterbedrijven, om precies met kleinere omzetten grotere boetes te vermijden. Dat zal in de toekomst niet meer mogelijk zijn, want voor een miljoen euro doet men wel een inspanning.
Waarover gaat het concreet? Wanneer een spectrumruimte wordt toegekend, zal men die moeten gebruiken. Verplichte meldingen op de factuur moeten worden nageleefd. Er zijn tal van regels in de telecomwet die de consumenten ten goede moeten komen. Met dit wetsvoorstel zijn wij de partner van de consument.
Het zal onze markt hopelijk ook wat openbreken, wat zou moeten leiden tot meer performante producten en meer gezonde concurrentie in de sector. Dat wou ik toch nog even onderstrepen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1002/4)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1002/4)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
19 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968 wat betreft het rijden tijdens de periode waarin de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs werd verlengd (616/1-7)
19 Proposition de loi modifiant la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, en ce qui concerne la conduite durant la période de prolongation du retrait immédiat du permis de conduire (616/1-7)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Jef
Van den Bergh, Sabien Lahaye-Battheu, Daphné Dumery, Emmanuel Burton,
Gilles Foret, Jean-Jacques Flahaux.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Mevrouw Nele
Lijnen, rapporteur, verwijst naar het schriftelijk verslag.
19.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik geef even een toelichting bij het voorliggend wetsvoorstel.
Er zijn nog geen definitieve cijfers, maar volgens de Verkeersveiligheidsbarometer vielen er in 2015 755 verkeersdoden op onze Belgische wegen, meer dan twee doden per dag. De dalende tendens van de afgelopen jaren is daarmee gekeerd. Dat mogen wij niet laten gebeuren. Wij moeten daaruit afleiden dat wij moeten blijven werken aan een betere verkeersveiligheid en aan onder andere een betere verkeersreglementering en betere verkeerswetten. Alles wat binnen onze mogelijkheden ligt, moeten wij aangrijpen om het aantal verkeersdoden naar beneden te krijgen.
Zoals algemeen bekend, is 90 % van alle verkeersongevallen te wijten aan menselijke fouten. Dat kan onoplettendheid zijn, maar al te vaak gaat het ook om alcohol en drugs achter het stuur en overdreven snelheid. Het gedrag en de mentaliteit van een groep probleemchauffeurs laten nog altijd te wensen over. Bij die groep zijn ook vluchtmisdrijf en het rijden ondanks een rijverbod een reëel probleem.
Net bij zware verkeersovertredingen is het instrument van de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs door de procureur of de gerechtelijke politie een bijzonder belangrijk gegeven. Dat doet hij om de bestuurder even van de weg te houden tijdens de dagen na de feiten. Via de politierechtbank kan de periode van vijftien dagen worden verlengd tot maximaal drie maanden. Een definitieve sanctie voor de overtreding, eventueel een rijverbod, komt dan later aan de orde wanneer er een uitspraak van de politierechtbank is.
Een verbazende vaststelling is echter dat door een vergetelheid in de wetgeving geen straffen zijn bepaald voor het rijden tijdens de periode van verlengde intrekking tot maximaal drie maanden. Dat willen wij met het voorliggend wetsvoorstel rechtzetten. Wij voorzien voor het rijden tijdens de periode waarin de onmiddellijke intrekking werd verlengd, in dezelfde straffen als voor het rijden tijdens de eerste vijftien dagen van de onmiddellijke trekking.
Dat is een logische beslissing, meen ik.
Ook niet onbelangrijk, voortaan verbieden wij een bestuurder van wie het rijbewijs onmiddellijk werd ingetrokken, een leerling-chauffeur te begeleiden bij diens scholing. Tot nu toe was dat niet bepaald.
Onderhavig wetsvoorstel heeft tot doel de bestuurders die zware overtredingen begaan of een zwaar ongeval veroorzaken, op een gepaste manier te bestraffen, en hen als zij die bestraffing niet opvolgen ook daarvoor te straffen. Misschien is het een kleine stap, maar elke kleine stap kan helpen om onze wegen veiliger te maken en om te komen tot minder verkeersdoden.
Ik dank de collega’s van de commissie voor de Infrastructuur, omdat zij zich unaniem achter het voorstel hebben geschaard. Ik hoop straks op een gelijkaardige stemming in de plenaire vergadering te kunnen rekenen.
19.02 Marcel Cheron (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous allons appuyer ce texte, de manière à ce que M. Van den Bergh ne soit pas déçu à deux reprises aujourd'hui. En effet, il a déjà mal au cœur en ce qui concerne les tarifs de la SNCB. Son cœur saigne! Pour ce qui est de ce texte, nous le soutiendrons.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (616/7)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (616/7)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
20 Wetsontwerp op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen (1584/1-8)
20 Projet de loi relatif au statut et au contrôle des entreprises d'assurance ou de réassurance (1584/1-8)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
20.01 Griet Smaers, rapporteur: Collega’s, geachte minister, het voorliggend wetsontwerp bestaat uit drie dikke mappen. Het werd twee weken geleden in de commissie voor het Bedrijfsleven op bijna twee uur tijd toegelicht en behandeld. Voor een ontwerp van die omvang is dat redelijk snel.
Het wetsontwerp voorziet in de omzetting van de prudentiële bepalingen van de Solvency II-richtlijn, of Solvabiliteit II-richtlijn, van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en de uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf. Met die richtlijn worden, als gevolg van de financiële crisis en de Europese regels voor de bankensector, nieuwe regels ingevoerd ter versterking van de solvabiliteit van en het toezicht op de verzekeringsondernemingen.
Het huidige solvabiliteitsstelsel werd op een aantal punten bekritiseerd. Zo werd onder meer onvoldoende rekening gehouden met de werkelijke risico’s waaraan de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen worden blootgesteld. Het ontbrak dat stelsel ook aan de nodige harmonisatie van de regels inzake technische voorzieningen, waardoor er een concurrentieverstoring was tussen ondernemingen die in verschillende lidstaten gevestigd zijn. U weet dat dat ook tijdens de bankencrisis een van de elementen was waardoor er effectief meer toezicht nodig was. Ook in de verzekeringssector is dat nu het geval. Die harmonisatie ontbrak op het vlak van governance en het toezicht op de groepen van verzekeringsondernemingen, meer bepaald in de samenwerking tussen nationale autoriteiten.
Het doel van het verscherpt toezicht op de groepen van verzekeringsondernemingen is de consumenten beter te beschermen, door hun de zekerheid te verschaffen dat elke onderneming haar verplichtingen zal nakomen, en zo het vertrouwen in de verzekeringssector te handhaven.
Daarnaast wordt ook een maximale harmonisatie beoogd op Europees niveau, wat de competitiviteit van de ondernemingen zal versterken. Door de omzetting van die Europese richtlijn zal zowel de toezichthouder als de onderneming zelf een beter beeld hebben van de risico’s en zullen deze beter kunnen aansluiten bij de werkelijkheid.
Minister Peeters heeft bij zijn toelichting van het wetsontwerp in de commissie aan de hand van een duidelijke PowerPoint een aantal specifieke technische vragen geformuleerd. Hij formuleerde dus zelf de vragen en gaf dan enkele antwoorden om de techniciteit van het ontwerp en de materie beter te kunnen duiden. Minister Peeters liet in die toelichting blijken dat in de nationale omzetting van de richtlijn effectief al een aantal aanpassingen, specifieke nationale aanpassingen vanuit onze Belgische context, werden meegenomen. Er was dus geen volledige overname van de richtlijn. Wij hebben effectief aanpassingen kunnen doen. Zo is er onder meer veel belang gehecht aan het proportionaliteitsbeginsel. Voor de kleine ondernemingen werd een regeling inzake toezicht en governance uitgewerkt die meer in verhouding staat tot de omvang van de onderneming. Zo zal een risicocomité bijvoorbeeld geen verplichting zijn voor iedere verzekeringsonderneming op dezelfde manier. Daar zal dus een fragmentatie mogelijk zijn.
Bij de algemene bespreking van het wetsontwerp benadrukte de N-VA-fractie dat de regering niet aan gold-plating heeft gedaan, wat zeer positief is. Ook het vertalen van de proportionaliteit is een positief punt, aldus de N-VA-fractie. Zij was wel van oordeel dat het risico op meer concentratie van de marktspelers wordt verhoogd. Daarom is waakzaamheid voor verschraling in het verzekeringslandschap, wat de ondernemingen zelf betreft, geboden. Ten slotte merkte de N-VA op dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen garanties verstrekt door de federale overheid en garanties verstrekt door de regionale overheid. Volgens de N-VA is dat een aberratie.
Namens de CD&V-fractie benadrukte ik zelf tevreden te zijn dat er rekening wordt gehouden met de kleinere ondernemingen en dat hiervoor in een specifieke regelgeving is voorzien. Alle verplichtingen inzake toezicht en governance worden dus niet zomaar voor alle ondernemingen omgezet. Er zijn verschillen mogelijk tussen de ondernemingen. Tevens benadrukten wij dat de minister rekening heeft gehouden met een beperking van de lasten. Hiervoor werd de omvang van de onderneming in aanmerking genomen.
De MR-fractie drukte haar steun uit voor het ontwerp, een vertaling van de lessen die werden getrokken uit de financiële crisis van 2008.
Vanuit de oppositie nam ook de PS-fractie het woord om haar steun voor het wetsontwerp uit te drukken. Het ontwerp komt immers een betere bescherming van de consumenten ten goede, aldus de PS.
Na de algemene bespreking van het wetsontwerp werden vanuit de meerderheid nog twee amendementen ingediend.
Na de volledige behandeling werden zowel het wetsontwerp als de twee meerderheidsamendementen unaniem aangenomen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un encore demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Het wetsontwerp werd door de commissie gesplitst met toepassing van artikel 72.2, lid 2, van het Reglement.
Le projet de loi a été scindé par la commission en application de l'article 72.2, alinéa 2, du Règlement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 1584/7 (aangelegenheden als bedoeld in
artikel 74 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1584/7)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1584/7 (matière visée à l’article 74 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (1584/7)
Het wetsontwerp telt 759 artikelen.
Le projet de loi compte 759 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 à 759 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de bijlagen I tot V.
Les articles 1 à 759 sont adoptés article par article, ainsi que les annexes I à V.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 1584/8 (aangelegenheden als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1584/8)
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 1584/8 (matière visée à l’article 78 de la
Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (1584/8)
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen wat bepaalde versnelde beroepsprocedures bij de Raad van State betreft".
L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi relatif au statut et au contrôle des entreprises d’assurance ou de réassurance en ce qui concerne certaines procédures accelérées de recours auprès du Conseil d’État".
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Le projet de loi compte 5 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
21 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de gerechtelijke stage betreft (1632/1-4)
21 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne le stage judiciaire (1632/1-4)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Sonja Becq,
Gautier Calomne, Gilles Foret, Philippe Goffin, Kristien Van Vaerenbergh,
Raf Terwingen, Carina Van Cauter, Egbert Lachaert.
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Van dit voorstel wordt een mondeling verslag uitgebracht door mevrouw Uyttersprot.
21.01 Goedele Uyttersprot, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal het kort houden. Dit wetsvoorstel werd afgelopen dinsdag besproken in de commissie voor de Justitie. Mevrouw Becq is hoofdindiener van dit wetsvoorstel en zij heeft in de commissie dan ook het doel toegelicht, namelijk het mogelijk maken dat de gerechtelijke stage voortaan drie keer met zes maanden kan worden verlengd. Op dit ogenblik kan dat slechts tweemaal. Vandaag zijn er, als gevolg van een gebrek aan openstaande plaatsen, negen gerechtelijke stagiairs bij het openbaar ministerie wier stage tweemaal werd verlengd. Die verlenging loopt af op 21 maart 2016. Om te vermijden dat die tweede verlenging afloopt zonder dat zij kunnen worden benoemd, is het aangewezen om een derde verlenging mogelijk te maken. In het andere geval dreigen zij immers hun kans op benoeming mis te lopen.
Bij de bespreking heeft de heer Brotcorne gevraagd of er genoeg vacante plaatsen zijn opdat de stagiairs kunnen worden benoemd. Minister Geens heeft daarop bevestigend geantwoord.
Vervolgens werd het geheel van het wetsvoorstel eenparig aangenomen.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het
woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1632/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1632/1)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
22 Inoverwegingneming van voorstellen
22 Prise en considération de
propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 17 februari 2016, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel (de heren Dirk
Janssens en Vincent Van Quickenborne en mevrouw Ine Somers) tot wijziging
van de wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling
voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter
bescherming van werknemers tegen tabaksrook, teneinde een rookverbod in te
voeren in gesloten personenvoertuigen in de aanwezigheid van kinderen jonger
dan 16 jaar, nr. 1633/1;
Verzonden naar de commissie voor de
Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing
- het wetsvoorstel (mevrouw Karine
Lalieux, de heer Alain Mathot en de dames Özlem Özen en Fabienne Winckel) tot
wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek
van de belasting over de toegevoegde waarde, teneinde cultureel mecenaat te
bevorderen, nr. 1650/1;
Verzonden naar de commissie voor de
Financiën en de Begroting
- het wetsvoorstel (de heren Georges
Gilkinet en Kristof Calvo, mevrouw Meyrem Almaci, de heren Jean-Marc Nollet en
Wouter De Vriendt, mevrouw Muriel Gerkens en de heren Stefaan
Van Hecke en Gilles Vanden Burre) ter verbetering van de fiscale
transparantie, door de grote ondernemingen te verplichten over te gaan tot
reporting over elk land afzonderlijk, nr. 1654/1.
Verzonden naar de commissie voor Handels-
en Economisch Recht
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 17 février 2016, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi (MM. Dirk
Janssens et Vincent Van Quickenborne et Mme Ine Somers) modifiant la
loi du 22 décembre 2009 instaurant une réglementation générale
relative à l'interdiction de fumer dans les lieux fermés accessibles au public
et à la protection des travailleurs contre la fumée du tabac, en vue
d'instaurer l'interdiction de fumer dans les voitures couvertes en présence
d'enfants âgés de moins de 16 ans, n° 1633/1;
Renvoi à la commission de la Santé publique,
de l'Environnement et du Renouveau de la Société
- la proposition de loi (Mme Karine
Lalieux, M. Alain Mathot et Mmes Özlem Özen et Fabienne Winckel)
modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code de la taxe sur la
valeur ajoutée, visant à encourager le mécénat culturel, n° 1650/1;
Renvoi à la commission des Finances et du
Budget
- la proposition de loi (MM. Georges
Gilkinet et Kristof Calvo, Mme Meyrem Almaci, MM. Jean-Marc Nollet et
Wouter De Vriendt, Mme Muriel Gerkens et MM. Stefaan
Van Hecke et Gilles Vanden Burre) visant à améliorer la transparence
fiscale en créant une obligation de reporting pays par pays pour les grandes sociétés,
n° 1654/1.
Renvoi à la commission de Droit commercial
et économique
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
23 Urgentieverzoeken vanwege de regering
23 Demandes d'urgence de la part du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp betreffende het verzamelen en het bewaren van de gegevens in de sector van de elektronische communicatie, nr. 1567/1.
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi relatif à la collecte et à la conservation des données dans le secteur des communications électroniques, n° 1567/1.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
J’espère qu’il y a une motivation de la part du gouvernement.
23.01 Staatssecretaris Elke Sleurs: Mijnheer de voorzitter, minister Geens heeft gevraagd om het urgentieverzoek in te trekken.
De voorzitter: Het urgentieverzoek wordt ingetrokken.
De regering heeft eveneens de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de benaming van de Rijksdienst voor Pensioenen in Federale Pensioendienst, tot integratie van de bevoegdheden en het personeel van de Pensioendienst voor de Overheidssector, van de opdrachten "Pensioenen" van de lokale en provinciale sectoren van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels en van HR Rail en tot overname van de gemeenschappelijke sociale dienst van de Dienst voor de Bijzondere socialezekerheidsstelsels, nr. 1651/1.
Le gouvernement a également demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant modification de la dénomination de l'Office national des Pensions en Service fédéral des Pensions, portant intégration des attributions et du personnel du Service des Pensions du Secteur public, des missions "Pensions" des secteurs locaux et provinciaux de l'Office des régimes particuliers de sécurité sociale et de HR Rail et portant reprise du Service social collectif de l'Office des régimes particuliers de sécurité sociale, n° 1651/1.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Je donne la parole au ministre des Pensions pour une motivation.
23.02 Daniel Bacquelaine, ministre: Monsieur le président, chers collègues, personne ne m'ayant demandé de retirer l'urgence, je vais la défendre.
Il est ici question du projet de fusion de l’Office national des Pensions (ONP) et du Service des Pensions du Secteur Public (SdPSP), autrement dit du secteur des pensions des travailleurs salariés et du secteur des pensions du secteur public.
Le projet est porté par les deux administrations qui ont prévu un agenda extrêmement précis. La fusion doit intervenir le 1er avril 2016. Je souhaite m’assurer que ladite fusion pourra bien intervenir à cette date et que la loi pourra paraître au Moniteur belge avant le 31 mars prochain.
Il s’agit d’un processus qui demande une intégration progressive des deux services à des dates très précises. Je souhaite donc que l’on puisse travailler dans l’urgence sur ce dossier.
De voorzitter: Dank u, mijnheer de minister. Collega’s, ik stel voor dat wij ons uitspreken op de gebruikelijke wijze bij zitten en opstaan over deze urgentie.
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
24 Motions déposées en conclusion des interpellations de:
- M. Marcel Cheron sur "le fonds RER et le possible arrêt du chantier RER wallon" (n° 109)
- Mme Catherine Fonck sur "le RER" (n° 112)
- M. Olivier Maingain sur "l'insuffisance du fonds RER et ses conséquences au niveau de la finalisation des travaux sur les lignes 124 et 161" (n° 113)
24 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van:
- de heer Marcel Cheron over "het GEN-fonds en het mogelijk opschorten van de GEN-werkzaamheden in Wallonië" (nr. 109)
- mevrouw Catherine Fonck over "het GEN" (nr. 112)
- de heer Olivier Maingain over "de ontoereikende financiële middelen van het GEN-fonds en de gevolgen ervan voor de verdere afwerking van de lijnen 124 en 161" (nr. 113)
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des Communications et des Entreprises publiques du 2 février 2016.
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 2 februari 2016.
Quatre motions ont été déposées (MOT n° 109/1):
- une première motion de recommandation a été déposée par M. Olivier Maingain;
- une deuxième motion de recommandation a été déposée par MM. Marcel Cheron et Stefaan Van Hecke
- une troisième motion de recommandation a été déposée par Mme Catherine Fonck;
- une motion pure et simple a été déposée
par Mme Inez De Coninck et par MM. Emmanuel Burton et Jef Van den Bergh.
Vier moties werden ingediend (MOT nr. 109/1):
- een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Olivier Maingain;
- een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Marcel Cheron en Stefaan Van Hecke;
- een derde motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Catherine Fonck;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Inez De Coninck en door de heren Emmanuel Burton en Jef Van den Bergh.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
24.01 Marcel Cheron (Ecolo-Groen): Monsieur le président, on m'a dit qu'il y avait eu quelques soucis d'interprétation de la ministre Galant sur la question du RER autour de Bruxelles. Mme Galant a eu l'occasion, dans un premier temps, de dire qu'on ne l'avait pas bien comprise. Nous avons essayé de comprendre sa propre interprétation de sa première intervention.
Pour que les choses soient totalement claires, j'ai essayé de mettre par écrit la nécessité, pour ces deux lignes, la 161 et la 124, d'une décision de mise à quatre voies pour achever le RER dans le bon sens du mot "achever". J'ai même demandé à mon collègue Stefaan Van Hecke de cosigner avec moi ce texte qui me paraît limpide. Il y est dit que le réseau express régional (RER) autour de Bruxelles est une véritable priorité pour la mobilité dans notre pays. J'invite non seulement les groupes de l'opposition qui ont déjà eu l'intelligence de soutenir ce projet, mais aussi les groupes de la majorité, à nous rejoindre sur ce point. Voilà quelque chose de positif et de concret.
Je sais que M. Miller nous est déjà
acquis; je le vois dans son sourire. Je sais que l'ensemble du MR du
Brabant wallon me soutient. J'espère que l'ensemble des autres groupes nous
soutiendra dans cette prise de position claire.
24.02 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, en droite ligne avec ce que M. Cheron vient de dire, j'ai cru comprendre, chers collègues du MR, qu'un débat s'était tenu hier dans une autre assemblée. Manifestement, le MR wallon était favorable et avait clairement déclaré la nécessité de concrétiser pleinement le RER, en implémentant les quatre voies sur les lignes en direction d'Ottignies et de Nivelles.
Sans doute prétendrez-vous qu'il n'est nul besoin de voter la motion, puisque de toute façon, la ministre, après avoir dit tout et son contraire, s'est engagée au niveau du parlement. Mais, chers collègues du MR, la ministre a simplement dit qu'elle "souhaitait", ce qui est un peu léger. Il me semble donc important, au-delà de l'ensemble des groupes qui soutiendront ces motions de recommandation, que le MR soit aussi attentif à soutenir l'implémentation réelle des quatre voies pour ce RER, en le faisant et en le montrant aujourd'hui.
Ne pas soutenir les motions de recommandation et vouloir tout simplement soutenir la motion pure et simple serait un aveu de faiblesse de la part du MR. C'est donc l'occasion pour le MR de poser des actes en phase avec ses paroles à droite et à gauche. J'attends donc, monsieur le président, que le MR fasse preuve de cohérence.
24.03 Olivier Maingain (DéFI): Monsieur le président, Mme Galant n'a pas été mal comprise. Elle n'a pas eu des versions changeantes. En réalité, elle avait bien dit que pour le gouvernement, le RER n'aurait plus la même priorité et ne serait plus le même projet que ce qui a toujours été défendu jusqu'à présent. Quand elle s'est exprimée, elle a bien parlé au nom de tout le gouvernement et pas uniquement en son nom propre.
D'ailleurs, à voir certaines réactions au sein du MR, ce qui lui était reproché, c'était de ne pas avoir assez bien dissimulé la véritable intention d'abandonner le RER.
Je ne ferai plus d'appel désespéré au MR. On l'a encore vu dans le dossier du Thalys wallon. Ils avaient annoncé qu'ils allaient soutenir une motion au Parlement wallon pour exiger le retour du Thalys sur la dorsale wallonne. On a vu ce qu'il en était, en définitive. Les parlementaires MR se sont abstenus, signe de faiblesse évident alors qu'au Parlement wallon, ils sont dans l'opposition. En l'occurrence, il leur aurait été aisé de soutenir la majorité.
Donc, compter encore sur le MR, c'est perdre son temps. Par contre, compter sur la mobilisation des citoyens et notamment des usagers du rail – ce que nous avons fait, comme d'autres –, je crois que c'est la meilleure façon de contraindre les politiques à enfin respecter des engagements fondamentaux.
24.04 Emmanuel Burton (MR): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais m’exprimer en réaction à ce qui a été dit la semaine dernière.
Comme mes collègues, je crois avoir été très attentif. La ministre a rappelé que c’est en avril 2003 que l’État fédéral et les Régions entérinaient une convention visant à mettre en œuvre le programme du RER de et vers Bruxelles. L’ambition de l’époque était que l’offre RER soit pleinement opérationnelle au plus tard en 2012.
Fin 2014, lorsque la ministre a pris ses fonctions, elle a constaté que plus de 2 milliards d’euros avaient été dépensés et qu’aucune offre suburbaine n’était commercialisée, ni communiquée. Elle a également constaté que le fonds RER serait épuisé aux alentours de 2019-2020, avant la réalisation de l’intégralité des travaux définis.
Monsieur le président, j’aimerais terminer mon intervention en rappelant qu’au regard de son rapport, le gouvernement fédéral a fait de l’offre suburbaine une priorité. C'est écrit noir sur blanc. Cela a également été rappelé par le premier ministre en séance plénière.
L’accord de gouvernement prévoit donc bien la finalisation des travaux dans les délais impartis. Contrairement au précédent ministre, sur la base de ce constat, la ministre a décidé de lancer une véritable offre tout en assurant la fin des travaux, ce dans un délai raisonnable et malgré le fonds RER hérité du gouvernement précédent. La ministre s’est engagée à déposer prochainement sur la table du gouvernement un dossier complet, à la fois technique et financier, précisant un calendrier réaliste de tous les travaux des lignes 161 et 124 ainsi que les besoins de financement y afférents.
24.05 Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, deux milliards d'euros ont été investis par les gouvernements précédents pour des travaux RER. Je pense notamment au tunnel Josaphat. Cela montre qu'ils ont tous alimenté le fonds RER et que c'est le gouvernement actuel qui ne l'a plus approvisionné à sa juste hauteur. Quant on impose deux à trois milliards d'économies à la SNCB, il est évident qu'un tel fonds n'est plus alimenté.
Ensuite, requalifier une offre ne revient pas à dire qu'il en existe une meilleure. Parler de "suburbain" au lieu de "RER", c'est recourir à un élément de langage et pratiquer une opération de communication. Cela ne constitue pas une offre pour les navetteurs. Les francophones le savent suffisamment.
Qu'a fait la ministre? Elle les a tous abandonnés, qu'ils soient wallons ou bruxellois. Ces derniers sont, au demeurant, laissés à une mobilité chaotique – et vous le savez également. C'est totalement inacceptable.
J'attends le plan, mais je n'y crois plus. J'interpellerai en conséquence le premier ministre la semaine prochaine. En effet, avouez que l'on a tendance à ne plus croire Mme Galant, qui dit tout et son contraire à deux jours de distance!
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
81 |
Oui |
Nee |
57 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
138 |
Total |
Monsieur Foret, vous avez voté pour?
24.06 Gilles Foret (MR): Je me suis trompé, monsieur le président, j’ai voté à la place de ma collègue qui n’est pas là. Par souci d’intégrité, je voulais vous le signaler.
Le président: J’en prends note, monsieur Foret.
(M. Gilles Foret a voté à la place de
Mme Stéphanie Thoron)
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, les motions de recommandation sont caduques.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervallen de moties van aanbeveling.
25 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Catherine Fonck sur "la disponibilité d'iode en cas d'accident nucléaire" (n° 107)
25 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Catherine Fonck over "de beschikbaarheid van jodiumtabletten bij een kernongeval" (nr. 107)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 3 février 2016.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 3 februari 2016.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 107/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Catherine Fonck;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Daphné Dumery.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 107/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Catherine Fonck;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Daphné Dumery.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Début du
vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
81 |
Oui |
Nee |
56 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
26 Aangehouden amendementen en artikel van het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht (nieuw opschrift) (1442/1-7)
26 Amendements et article réservés du projet de loi complétant et modifiant le Code pénal social et portant des dispositions diverses de droit pénal social (nouvel intitulé) (1442/1-7)
Stemming over amendement nr. 10 van Stefaan
Van Hecke cs op artikel 32. (1442/7)
Vote sur l'amendement n° 10 de Stefaan Van
Hecke cs à l'article 32. (1442/7)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
35 |
Oui |
Nee |
83 |
Non |
Onthoudingen |
19 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Stemming over amendement nr. 11 van Monica
De Coninck op artikel 32. (1442/7)
Vote sur l'amendement n° 11 de Monica De
Coninck à l'article 32. (1442/7)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
44 |
Oui |
Nee |
82 |
Non |
Onthoudingen |
11 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 32 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 32 est adopté.
Mme Schepmans a voté contre.
27 Geheel van het wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en houdende diverse bepalingen van sociaal strafrecht (nieuw opschrift) (1442/6)
27 Ensemble du projet de loi complétant et modifiant le Code pénal social et portant des dispositions diverses de droit pénal social (nouvel intitulé) (1442/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
124 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1442/8)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1442/8)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
28 Wetsontwerp houdende instemming met het Avenant tussen het Koninkrijk België en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst van 28 augustus 1978 tussen het Koninkrijk België en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, gedaan te Brussel op 10 april 2014 (1574/1)
28 Projet de loi portant assentiment à l'Avenant entre le Royaume de Belgique et la Confédération suisse modifiant la Convention du 28 août 1978 entre le Royaume de Belgique et la Confédération suisse en vue d'éviter les doubles impositions en matière d'impôts sur le revenu et sur la fortune, fait à Bruxelles le 10 avril 2014 (1574/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
123 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1574/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1574/4)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
29 Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg inzake de integratie van de beveiliging van het luchtruim tegen dreigingen die uitgaan van niet-militaire luchtvaartuigen (renegades), gedaan te 's-Gravenhage op 4 maart 2015 (1575/1)
29 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre le Royaume de Belgique, le Royaume des Pays-Bas et le Grand-duché de Luxembourg concernant l'intégration de la sécurité aérienne en vue de répondre aux menaces posées par des aéronefs non militaires (renegade), fait à La Haye le 4 mars 2015 (1575/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
136 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1575/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1575/4)
30 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 31 maart 2014 (1595/1)
30 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Royaume de Belgique et la République populaire de Chine sur l'entraide judiciaire en matière pénale, faite à Bruxelles le 31 mars 2014 (1595/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
125 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
12 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1595/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1595/4)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
31 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector wat de administratieve boetes betreft (1002/4)
31 Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne les amendes administratives, la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et télécommunications belges (1002/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
134 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1002/5)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (1002/5)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
32 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968 wat betreft het rijden tijdens de periode waarin de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs werd verlengd (616/7)
32 Proposition de loi modifiant la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, en ce qui concerne la conduite durant la période de prolongation du retrait immédiat du permis de conduire (616/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
137 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
137 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (616/8)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (616/8)
33 Wetsontwerp op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen (1584/7)
33 Projet de loi relatif au statut et au contrôle des entreprises d'assurance ou de réassurance (1584/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
4 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1584/9)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1584/9)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
34 Wetsontwerp op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen wat bepaalde versnelde beroepsprocedures bij de Raad van State betreft (nieuw opschrift) (1584/8)
34 Projet de loi relatif au statut et au contrôle des entreprises d'assurance ou de réassurance en ce qui concerne certaines procédures accélérées de recours auprès du Conseil d'Etat (nouvel intitulé) (1584/8)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 12) |
||
Ja |
136 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1661/1)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (1661/1)
35 Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de gerechtelijke stage betreft (1632/1)
35 Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne le stage judiciaire (1632/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming
/ Résultat du vote.
(Stemming/vote 13) |
||
Ja |
136 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1632/5)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (1632/5)
36 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergadering van donderdag 25 februari 2016.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour de la séance du jeudi 25 février 2016.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 25 février 2016 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 25 februari 2016 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17.47 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.47 uur.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 54 PLEN 098 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 54 PLEN 098 annexe. |
|
|
|
|
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
081 |
Ja |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens
Patricia, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn
Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick
Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart
Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien,
Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen
Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf
Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent,
Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry
Damien, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els,
Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric,
Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Non |
057 |
Nee |
Almaci
Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fonck
Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Kitir Meryame, Lalieux Karine, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain,
Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut
Eric, Thoron Stéphanie, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles,
Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann,
Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
081 |
Ja |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens
Patricia, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn
Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick
Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart
Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien,
Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens
Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lijnen Nele, Luykx
Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin
Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien,
Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen
Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van
Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais,
Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle,
Yüksel Veli
Non |
056 |
Nee |
Almaci
Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Calvo Kristof, Carcaci Aldo, Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne, de Lamotte Michel,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewinter Filip, Di Rupo Elio, Fonck
Catherine, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Kitir Meryame, Lalieux Karine, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain,
Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut
Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Winckel
Fabienne
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
035 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Calvo Kristof, Carcaci Aldo,
Cheron Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dedry Anne, Delannois
Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Devin Laurent, De Vriendt
Wouter, Di Rupo Elio, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Grovonius Gwenaëlle, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Kir Emir, Lalieux Karine,
Massin Eric, Mathot Alain, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem,
Pirlot Sébastian, Senesael Daniel, Thiébaut Eric, Vanden Burre Gilles, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Winckel Fabienne
Non |
083 |
Nee |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens
Patricia, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn
Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques,
Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin,
Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie,
Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren
Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van
Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde
Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen
Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank,
Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Abstentions
|
019 |
Onthoudingen |
Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, de Lamotte Michel,
Delpérée Francis, Fonck Catherine, Geerts David, Jiroflée Karin, Kitir Meryame,
Maingain Olivier, Pehlivan Fatma, Poncelet Isabelle, Temmerman Karin, Top
Alain, Vande Lanotte Johan, Van der Maelen Dirk, Vanheste Ann, Vanvelthoven
Peter
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
044 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Calvo Kristof, Cheron
Marcel, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, De Coninck Monica, Dedry Anne,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Devin Laurent, De
Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Frédéric André, Geerts David, Gerkens Muriel,
Gilkinet Georges, Grovonius Gwenaëlle, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kir
Emir, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Massin Eric, Mathot Alain, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian,
Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte
Johan, Vanden Burre Gilles, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanvelthoven Peter, Winckel Fabienne
Non |
082 |
Nee |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke Siegfried, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens
Patricia, Claerhout Sarah, De Coninck Inez, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn
Roel, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques,
Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin,
Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie,
Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Scourneau
Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf,
Thiéry Damien, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter
Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els,
Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric,
Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Abstentions
|
011 |
Onthoudingen |
Brotcorne
Christian, Carcaci Aldo, Dallemagne Georges, de Lamotte Michel, Delpérée
Francis, Fonck Catherine, Hedebouw Raoul, Maingain Olivier, Poncelet Isabelle,
Schepmans Françoise, Van Hees Marco
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
124 |
Ja |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, Dewael Patrick,
De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois
Rita, Geerts David, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle,
Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert
Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx Peter,
Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle
Nathalie, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Piedboeuf
Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter,
Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers
Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric,
Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen,
Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van
der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen
Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel
Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
013 |
Onthoudingen |
Almaci
Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc,
Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
123 |
Ja |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, Dewael
Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja,
Gantois Rita, Geerts David, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius
Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen
Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan,
Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx
Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk,
Van Camp Yoleen, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der
Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen
Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel
Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
013 |
Onthoudingen |
Almaci
Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc,
Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
136 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo,
Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel, Claerhout Sarah,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De
Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter,
Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart, Dewinter
Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Ducarme
Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles,
Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts David,
Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien,
Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings
Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin
Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk,
Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen
Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel
Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
125 |
Ja |
Becq Sonja,
Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Capoen An, Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden
Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, de
Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy,
Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, Dewael
Patrick, De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques,
Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja,
Gantois Rita, Geerts David, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Grovonius
Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin
Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir
Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine,
Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu
Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan
Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle,
Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers
Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk,
Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef,
Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hees Marco,
Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen
Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters
Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
012 |
Onthoudingen |
Almaci
Meyrem, Calvo Kristof, Cheron Marcel, Dedry Anne, De Vriendt Wouter, Gerkens
Muriel, Gilkinet Georges, Hellings Benoit, Nollet Jean-Marc, Pas Barbara,
Vanden Burre Gilles, Van Hecke Stefaan
Vote
nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
134 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter,
Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier,
Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky,
De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois
Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings
Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot
Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx
Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot
Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van
Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
002 |
Onthoudingen |
Hedebouw
Raoul, Van Hees Marco
Vote
nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
137 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter,
Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier,
Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky,
De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois
Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren
Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert
Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx Peter,
Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle
Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara,
Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet
Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael
Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van
den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de
Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els,
Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel
Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
132 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter,
Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier,
Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky,
De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
De Wever Bart, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio,
Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret
Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts
David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien,
Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens
Renate, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame,
Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lijnen
Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen,
Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen
Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe,
Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent,
Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain,
Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande
Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der
Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Hoof
Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy
Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen
Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel
Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
004 |
Onthoudingen |
Dewinter
Filip, Hedebouw Raoul, Pas Barbara, Van Hees Marco
Vote
nominatif - Naamstemming: 012
Oui |
136 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bogaert
Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burton Emmanuel,
Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An, Carcaci Aldo,
Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel, Claerhout Sarah,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De
Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote
Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc,
Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter,
Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wever Bart,
Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio,
Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret
Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Geerts
David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien,
Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren Veerle, Hellings
Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lahaye-Battheu
Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin
Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk,
Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef,
Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen
Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne,
Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote
nominatif - Naamstemming: 013
Oui |
136 |
Ja |
Almaci
Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal, Blanchart
Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian,
Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calomne Gautier, Calvo Kristof, Capoen An,
Carcaci Aldo, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, de Coster-Bauchau Sybille, Dedecker Peter,
Dedry Anne, Degroote Koenraad, de Lamotte Michel, Delannois Paul-Olivier,
Delizée Jean-Marc, Delpérée Francis, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon Franky,
De Roover Peter, Deseyn Roel, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick,
De Wever Bart, Dewinter Filip, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Di Rupo Elio, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Flahaux Jean-Jacques, Fonck
Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois
Rita, Geerts David, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Grovonius Gwenaëlle, Gustin Luc, Hedebouw Raoul, Heeren
Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Klaps Johan, Lachaert
Egbert, Lahaye-Battheu Sabien, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Luykx Peter,
Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle
Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara,
Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet
Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael
Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vanden
Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van
Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne,
Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |