Plenumvergadering |
Séance
plénière |
van Donderdag 26 maart 2015 Namiddag ______ |
du Jeudi 26 mars 2015 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer Siegfried Bracke.
La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. Siegfried Bracke.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Charles
Michel, Kris Peeters, Johan Van Overtveldt, Elke Sleurs
Françis Delpérée, David Geerts,
Gwenaëlle Grovonius, met zending buitenslands / en mission à
l'étranger;
Aldo
Carcaci, Filip Dewinter, buitenslands / à l'étranger.
Federale regering /
Gouvernement fédéral:
Jan Jambon, Didier Reynders, Pieter
De Crem, Theo Francken, met zending buitenslands / en mission à
l'étranger.
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over"het standpunt van de regering inzake racisme en discriminatie" (nr. P0381)
- de heer Ahmed Laaouej aan de eerste minister over "de uitspraken over racisme" (nr. P0382)
- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "het standpunt van de regering inzake racisme en discriminatie" (nr. P0383)
- de heer Raoul Hedebouw aan de eerste minister over "de uitspraken over racisme" (nr. P0384)
- mevrouw Vanessa Matz aan de eerste minister over "de uitspraken over racisme" (nr. P0385)
- de heer Olivier Maingain aan de eerste minister over "de uitspraken over racisme" (nr. P0386)
- de heer Philippe Goffin aan de eerste minister over "de uitspraken over racisme" (nr. P0387)
- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "ministeriële deontologie" (nr. P0388)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "la position du gouvernement en matière de racisme et de discriminations" (n° P0381)
- M. Ahmed Laaouej au premier ministre sur "les propos relatifs au racisme" (n° P0382)
- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "la position du gouvernement en matière de racisme et de discriminations" (n° P0383)
- M. Raoul Hedebouw au premier ministre sur "les propos relatifs au racisme" (n° P0384)
- Mme Vanessa Matz au premier ministre sur "les propos relatifs au racisme" (n° P0385)
- M. Olivier Maingain au premier ministre sur "les propos relatifs au racisme" (n° P0386)
- M. Philippe Goffin au premier ministre sur "les propos relatifs au racisme" (n° P0387)
- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "la déontologie des ministres" (n° P0388)
Collega’s, ik stel voor dat wij vandaag tijdens de mondelinge vragen, misschien anders dan anders, eens een poging doen om goed naar elkaar te luisteren en dat de gesprekken worden voorbehouden voor de zogeheten wandelgangen.
Mevrouw Almaci, u heeft het woord.
01.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik weet niet of u de laatste tijd op Twitter of Facebook de hashtag #Daily Racism hebt gevolgd. Het is een heuse cascade van getuigenissen, de ene al schrijnender dan de andere, van hoogopgeleide Vlamingen, Walen en Brusselaars, over het racisme dat zij dagelijks ervaren.
Sommige uitlatingen zijn minder erg dan andere. Ik geef u een voorbeeld. “Kind en Gezin op huisbezoek toen mijn zoontje een maand was: ‘Zeg mama, jij gaat toch Nederlands spreken met je kind, want dat is belangrijk; je weet wel, uw taalachterstand en zo.’ Juist nadat ik had doorgegeven dat ik een universitair diploma had en net een postgraduaat.”
Dat er op dergelijke sociale mediaberichten tegenreacties komen, is helaas niet nieuw, maar dat de voorzitter van de grootste partij in dit land, net in die week op de nationale televisie racisme als relatief bestempelt, dat is niet niks. Het is grof, stigmatiserend en feitelijk onjuist. Hij zegt meteen, blaming the victim, dat racisme als uitvlucht wordt gebruikt bij persoonlijk falen en dat hij nog nooit een dergelijke klacht heeft gekregen van een Aziaat. Deze week waren klachten van Aziaten over racisme trending op de sociale media.
Hij wijst vooral naar mensen met Noord-Afrikaanse origine, meer bepaald Berbers, heel de groep Berbers.
Dit is een provocatie van de ergste soort.
Wat nadien gebeurt, is nog opmerkelijker. Uw staatssecretaris, Theo Francken, de man die al vaker een faux pas heeft gezet en zich hier daarvoor ook al heeft moeten verontschuldigen, sluit zich aan bij de woorden van een partijvoorzitter die geen deel uitmaakt van deze regering.
Over zo’n belangrijke discussie mag niet de minste ondubbelzinnigheid bestaan. Politici moeten verbinden in onze diverse samenleving, maar niet verdelen. De heer Francken heeft het tegenovergestelde gekozen van de andere partijen in uw meerderheid.
Mijn vraag is dus aan wiens kant deze regering staat, aan de kant van de slachtoffers of aan de kant van degenen die racisme relativeren? Wat is uw standpunt? Zult u de heer Francken terugfluiten of niet? Welke acties zult u ondernemen om deze grove veralgemening uit de wereld te helpen?
01.02 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, une fois de plus – une fois de trop! -, il nous faut déplorer, dans cette assemblée démocratique, les provocations d'un membre de la N-VA. Et pas n'importe qui: Bart De Wever, bourgmestre de la deuxième ville du pays, président de la N-VA, partenaire principal de votre gouvernement. Une fois encore, M. De Wever jette l'opprobre sur une partie de nos concitoyens; une fois encore, comme par obsession, il désigne les Belges d'origine marocaine et, dit-il, surtout les Berbères. Pas des Berbères, les Berbères! Vieille technique nauséabonde qui vise à attribuer à une partie de la population, souvent une minorité, une nature négative, comme pour mieux banaliser le ressentiment raciste et xénophobe.
Cette nouvelle ignominie s'ajoute à d'autres considérations exprimées par le même Bart De Wever, selon qui le racisme est relatif et selon lequel on a accueilli en masse une mauvaise migration. Des propos infondés au regard de l'histoire, des propos méprisants et méprisables. Des propos qui font écho à d'autres insanités, comme lorsque Bart De Wever avait comparé les Wallons à des junkies, à des drogués. Et il ne faut pas s'y tromper, monsieur le premier ministre, ce ne sont pas là seulement les propos d'un chef de parti ou d'un responsable local et ça n'est plus le cas, très certainement, depuis qu'un ministre de votre gouvernement, M. Francken, a traité d'"hystériques" les réactions du monde politique aux propos abjects de Bart De Wever.
C'est ce même Theo Francken qui s'était déjà vautré dans une forme de racisme en hiérarchisant les populations en fonction de leur prétendue valeur ajoutée, ciblant une fois encore les Marocains, aux côtés – si je puis dire – des Algériens et des Congolais. C'est donc désormais une affaire de gouvernement, de votre gouvernement.
Monsieur le premier ministre, allez-vous – vous, le premier ministre de tous les Belges, quelles que soient leurs origines et leurs convictions -, condamner de la manière la plus explicite et la plus ferme qui soit les propos insupportables du président de la N-VA contre nos concitoyens ayant des origines berbères? Allez-vous rappeler ici et maintenant que la diversité qui compose notre pays et notre société est une richesse? Allez-vous rappeler que, oui, le racisme est facteur d'exclusion, laquelle divise notre société, conduit au repli et, au final, renforce les extrêmes? Extrêmes dans lesquels s'est installé le leader de la N-VA!
01.03 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de premier, de stigmatiserende uitspraken van de heer De Wever over de Berbergemeenschap van deze week deden mij echt koude rillingen krijgen. Dergelijke beledigende uitspraken ten aanzien van een bevolkingsgroep – dat weten we allemaal – zijn net een voedingsbodem voor racisme en discriminatie. Mijnheer de eerste minister, ik vond het dan ook hallucinant dat een van uw regeringsleden deze uitspraken nog eens ondersteunde en, meer nog, verdedigde. Mijnheer de premier, ik weet of hoop althans dat u het mij eens bent dat dergelijke foute, vernederende veralgemeningen niet gepast zijn voor een lid van deze regering. We weten echter ook dat het niet de eerste keer is dat we deze discussie over de heer Francken hebben. In het begin, bij de installatie van uw regering, hebben we bijna dezelfde discussie over bijna dezelfde uitspraken gehad.
Mijnheer de premier, ik heb heel eenvoudig drie vragen. Ik hoop echt dat ik daarop een zeer duidelijk antwoord krijg. Mijn eerste punt is niet echt een vraag, maar ik wil u absoluut een kans geven om met de meest duidelijke bewoordingen de uitspraken van de heer De Wever en de heer Francken te veroordelen. Ik hoop dat u dit als premier van dit land zult doen.
Ten tweede wil ik ook weten, mijnheer de eerste minister, wat u aan de heer Francken zult zeggen. Bij het vorige incident hebt u hem gedwongen om zijn excuses aan te bieden. Vandaag weten wij dat die woorden van excuses niet echt veel betekenen. Ik vraag u dan ook wat u aan de heer Francken zult zeggen.
Ten derde, wat zult u in de toekomst doen om dergelijke uitspraken te vermijden die – nogmaals – niet verbinden, maar verdelen, die niet maken dat men zich hier thuis voelt, maar die maken dat men zich uitgesloten voelt, met alle gevolgen van dien?
01.04 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Mijnheer de eerste minister, de voorzitter van een van de grootste partijen in ons land, waarvan verscheidene ministers deel uitmaken van uw regering, heeft gezegd dat racisme relatief is. Dat racisme relatief is, zijn erge woorden. Het betekent dat de slachtoffers van discriminatie vandaag in België zelf verantwoordelijk zijn voor wat er nu met hen aan het gebeuren is op de arbeidsmarkt en de huurmarkt, in de verschillende basiselementen van het leven.
Nee, mijnheer de eerste minister, racisme is niet relatief. Racisme is een objectief gegeven. Racisme bestaat. Discriminatie bestaat. U moet maar eens op Twitter kijken naar de hashtag dailyracism: tientallen, honderden getuigenissen van discriminatie! Perosnen die appartementen zoeken, die jobs zoeken maar geen job krijgen door hun huidskleur. Verscheidene studies van de Universiteit Gent hebben duidelijk aangetoond dat een op drie personen van migrantenoorsprong die zocht naar een job of naar een appartement, discriminatieproblemen ervaart.
Wat de werkloosheid betreft, ons land is internationaal al meerdere malen aangeduid als een probleemland in dat verband, omdat de werkloosheidsgraad bij personen met een migrantenafkomst vijf keer hoger ligt in vergelijking met andere landen. Laten we de werkelijkheid onder ogen zien: wij leven in een land waar er heel veel discriminatie is.
Dans ce sens, monsieur le premier ministre, nous ne pouvons tolérer des citations telles que "le racisme est relatif"! C'est clairement donner le feu vert à la poursuite de la discrimination sur le marché de l'emploi ou en matière de recherche de logement.
Monsieur le premier ministre, pour cette raison, je crois que des actes sont nécessaires!
Geen woorden maar daden, zegt men in het Nederlands.
Il est temps aujourd'hui de mener le combat contre les discriminations. Je vous rappelle que depuis 2007, cent petites inspections ont été menées en matière de discrimination. Cent inspections! Et sur cette centaine d'inspections, un procès-verbal a été dressé. En guise de comparaison, une autre agence fédérale, l'AFSCA, procède à cent vingt mille contrôles, alors que seuls cent petits contrôles sont effectués en matière de discrimination!
Monsieur le premier ministre, mes questions seront claires. Pouvez-vous vous désolidariser des propos tenus non seulement par le président de la N-VA mais également par un de vos ministres? Allez-vous faire de la lutte contre la discrimination en matière d'emploi et en matière de recherche de logement une priorité de votre gouvernement?
01.05 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, dans son interview, Bart De Wever dit que le racisme n'est pas la cause mais la conséquence d'une mauvaise intégration, que le racisme est une notion relative et trop souvent invoquée comme excuse pour un échec personnel en ciblant la communauté marocaine, et la communauté berbère plus spécifiquement. Ce genre de slogan, et c'est sciemment que je parle de "slogan", est inacceptable! M. De Wever crée des amalgames! Il mélange tout: radicalisme, immigration, origine, intégration, racisme, criminalité. Ce type de propos a pour seul effet d'opposer les uns aux autres, de creuser le fossé entre les citoyens par des stigmatisations, des stéréotypes et des généralisations.
Un membre de votre gouvernement, le secrétaire d'État, Theo Francken, a pris la défense de son président de parti. Il demande de contextualiser ses propos. Il qualifie les réactions d'hystériques. Il ajoute que, d'un point de vue intellectuel, tous les "ismes" sont relatifs.
Nous ne pouvons admettre qu'un membre du gouvernement tente de justifier le racisme. Le racisme est un délit puni par la loi. Tout comme le ministre Peeters, je ne comprends pas du tout en quoi le racisme peut être considéré comme relatif. Il existe un réel danger d'admettre des propos qui tentent de justifier le racisme. Ils constituent une forme d'autorisation et d'acceptation des comportements potentiellement racistes par un discours qui semble construit et réfléchi.
Monsieur le premier ministre, nous estimons qu'il est de votre responsabilité de demander des explications et de condamner les propos de M. Francken. Qu'entend-il par racisme relatif? Considère-t-il que, dans certaines circonstances, le racisme est justifié et justifiable? En tant que secrétaire d'État à la politique d'Asile et de Migration, considère-t-il aussi qu'il y a une bonne et une mauvaise immigration, de bons et de mauvais étrangers? On se souvient encore de ses propos sur les diasporas marocaine, congolaise et algérienne dont il s'interrogeait sur la valeur ajoutée? Monsieur le premier ministre, la société fait aujourd'hui face à de nombreuses fractures. Les citoyens ont besoin que les responsables politiques travaillent à la défense du vivre-ensemble. Il faut retisser le lien social, valoriser la citoyenneté et partager la défense de valeurs communes. Les propos tenus par les membres de la N-VA mettent à mal tous ces efforts. Nous espérons que vous allez condamner ces propos de la manière la plus ferme.
01.06 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, un observateur politique flamand que l'on ne peut suspecter de complaisance, Guido Fonteyn, a déclaré, il n'y a pas si longtemps, que la N-VA était un parti d'extrême droite. Les faits, les comportements, les déclarations que nous enregistrons, quasiment semaine après semaine et sur lesquels vous devez constamment vous expliquer, confirment l'analyse pertinente de Guido Fonteyn. Lorsqu'on cherche la différence idéologique entre la N-VA et le Vlaams Belang, on constate qu'elle est de plus en plus ténue, tant les thématiques, les choix politiques faits par la N-VA visent clairement à battre le Vlaams Belang sur ses terrains de prédilection.
Il subsiste une seule différence: le Vlaams Belang est dans l'opposition, la N-VA est dans la majorité et cela, c'est votre problème politique, monsieur le premier ministre. Certes, on s'approche du moment de vérité. Vous aviez été dûment averti quant aux conséquences de votre alliance privilégiée avec la N-VA. Vous ne pouvez persister à dire que votre programme de majorité a changé la nature de la N-VA. Tous ces arguments-là sont balayés par celui-là même qui brille par son absence, semaine après semaine, et qui dédaigne votre gouvernement au point d'imposer ses thématiques, ses priorités et ses choix politiques dans votre agenda qui dépasse votre seule capacité de résistance.
Une seule question sera posée dans les jours et les semaines qui viennent: soit c'est la N-VA qui tente de se renier et personne n'y croit, soit c'est vous et votre majorité, monsieur le premier ministre, qui serez attirés dans l'abîme du nauséabond. Il est temps de réagir!
01.07 Philippe Goffin (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, en préambule et sans ambiguïté, je veux rappeler les propos d'Olivier Chastel qui, il y a peu, a déclaré qu'il ne cautionnait absolument pas les discours qui réduisent les individus à une appartenance à une communauté.
Revenir aux fondamentaux semble aujourd'hui plus que nécessaire pour mener un vrai débat serein, utile et respectueux.
L'égalité entre les êtres humains est un des principes fondamentaux et fondateurs de notre droit et de notre Constitution. Il est important de le rappeler. L'article 1er de la Déclaration universelle des droits de l'homme, que nous avons ratifiée en 1948, stipule clairement que "tous les êtres humains naissent libres et égaux en dignité et en droits". Notre pays est également signataire et partenaire de la Convention internationale sur l'élimination de toutes les formes de discrimination raciale. Par ailleurs, notre pays est très actif dans les réunions internationales organisées par l'ONU pour veiller à cette élimination du racisme sous toutes ses formes. Il n'y a pas d'ambiguïté dans l'action de notre État.
Le principe d'égalité va de pair avec celui de non-discrimination. Vous connaissez les sources de discrimination. Elles sont malheureusement très nombreuses: la langue, la religion, l'origine sociale, la nationalité, l'orientation sexuelle, l'âge et l'état de santé. Toutes ces discriminations sont clairement inacceptables et condamnées avec force par notre groupe. La promotion du respect et de la tolérance, la lutte contre le communautarisme et l'amélioration du vivre-ensemble, c'est cela le cœur de notre action politique. Il n'y a pas non plus d'ambiguïté à cet égard.
J'en veux notamment pour preuve concrète et récente, le débat que nous avons porté - Richard Miller peut en témoigner -, au sujet des cours de citoyenneté. Ils seront particulièrement utiles pour faire en sorte que la tolérance, l'acceptation de l'autre, l'acceptation de la différence fassent partie de ce sentiment national qui doit habiter l'ensemble de nos jeunes, de nos élèves, de nos adolescents mais également l'ensemble de la population de notre pays. Si je suis convaincu que la lutte contre le racisme et les discriminations est à mener au quotidien, dans les rues, dans les écoles, les entreprises et les familles, nous devons tous y travailler.
Monsieur le premier ministre, j'ai relu l'accord de gouvernement et j'ai totale confiance en votre action puisque, je cite: "Dans le cadre du développement d'une société ouverte et tolérante, le gouvernement accordera la priorité à la lutte contre toute forme de racisme et d'incitation à la haine".
Ma question est dès lors très simple: comment allez-vous concrétiser ces engagements pris par votre gouvernement dans cet accord gouvernemental?
01.08 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, collega’s, ik zou het debat een beetje willen heroriënteren. Wie mij persoonlijk kent, zal ongetwijfeld goed weten wat ik denk over racisme en xenofobie. Ik geef voor de duidelijkheid toch nog twee beschouwingen daarover.
Mijn fractie, mijn partij heeft de voorbije dagen al duidelijk gemaakt dat wij ons uiteraard verzetten tegen elke vorm van groepsdenken. Wij gaan uit van het geloof in de mens, het geloof in het individu. Laat duidelijk zijn dat wij geen veralgemeningen, geen stigmatiseringen en geen diaboliseringen accepteren. De geschiedenis is daarbij volgens mij een goed hulpmiddel om ons daaraan blijvend te herinneren. (Applaus)
Anderzijds heb ik de voorbije dagen in het debat de waarden van de verlichting gemist. Onze voorouders hebben decennia moeten strijden om te komen tot een kader van fundamentele principes en waarden, zoals de scheiding van kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw en het recht op zelfbeschikking.
Ik stel vaak de vraag of wij vanuit een naïeve invulling van het begrip tolerantie daartegen niet hebben gezondigd in het verleden. Ik zeg heel duidelijk “wij”. Door niet duidelijk genoeg te maken dat er over die waarden niet kan worden genegotieerd, dat wij geen compromissen sluiten over die uitgangspunten om deel uit te maken van onze samenleving. Daarover zijn wij in het verleden volgens mij iets te tolerant geweest.
Beide uitgangspunten moeten volgens mij hand in hand gaan: geen groepsdenken, uitgaan van het individu, maar aan dat individu zijn rechten en vrijheden verbonden, waarvoor wij decennialang hebben gevochten. Wie deel wil uitmaken van onze samenleving, moet die basisregels ook onderkennen en dat moeten wij duidelijk maken. Dat is volgens mij een fundamenteel uitgangspunt.
Mijnheer de voorzitter, partijen mogen en moeten verschillen van mening. Het zou maar saai zijn in de politiek als wij allemaal hetzelfde zouden zeggen. Partijvoorzitters en fractieleiders moeten het debat voeren. Mijnheer de voorzitter van de Kamer, het debat zou trouwens hier moeten worden gevoerd. Misschien kunnen wij de vraag stellen hoe wij het debat met alle mogelijke tenoren die daaraan willen participeren, hier op het spreekgestoelte van de Kamer op een tegensprekelijke manier zouden kunnen voeren. Ik zeg wel heel duidelijk: op een tegensprekelijke manier.
Dat is de taak van de politiek; dat is de taak van de politieke partijen.
Maar, voor ministers is het anders. Ministers en staatssecretarissen hebben zich te houden aan het regeerakkoord. Ministers en staatssecretarissen staan als het ware au dessus de la mêlée. Ik heb ooit de Franse minister Chevènement geciteerd: "Un ministre, ça ferme sa gueule ou ça démissionne". (Luidruchtig applaus op de banken van de PS)
Wie applaudisseert, zal ik moeten teleurstellen. Toen ik dat zei, heb ik enorm veel applaus gekregen op de N-VA-banken, want het ging over de heer Magnette. Nu krijg ik enorm veel applaus op de banken van de PS, omdat het over iemand anders zou gaan. Eigenlijk zouden wij altijd moeten applaudisseren voor dat principe!
Politieke partijen kunnen van mening verschillen. Ministers en staatssecretarissen voeren echter het regeerakkoord uit en hoeven zich niet bezig te houden met het interpreteren en duiden van de verklaringen van hun partijvoorzitter. Dat kunnen partijvoorzitters zelf.
Mijnheer de premier, wat zult u doen om dat aan uw klas duidelijk te maken?
01.09 Charles Michel, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, tous les citoyens naissent libres et égaux. C'est l'un des principes fondamentaux constituant le socle des valeurs sur la base desquelles un État de droit est possible. Je vais être clair: dans le débat politique et démocratique, il ne peut y avoir aucun sujet tabou. C'est la responsabilité des parlementaires et des citoyens d'avoir la capacité d'échanger leurs points de vue sur tous les sujets qui façonnent la vie en société.
Ik ben bijzonder duidelijk: racisme is een misdrijf en daarover bestaat geen twijfel. Voor mij is het belangrijk om de waarborg en de oriëntatie van de regering mee te geven: het regeerakkoord zegt dat de strijd tegen alle vormen van discriminatie van cruciaal belang is. Dat is geen algemene verklaring, maar een concreet engagement.
Je rappelle que l'accord de gouvernement prévoit la volonté d'évaluer et d'améliorer les dispositifs légaux et réglementaires en matière de lutte contre la haine et la discrimination. C'est un premier point que je veux endiguer. Il n'y a pas la moindre ambiguïté sur ce sujet: le racisme est un délit, un délit intolérable, un délit inacceptable.
Je veux ajouter que, bien entendu, c'est la responsabilité politique de se préoccuper des questions d'intégration, de faire en sorte que chaque citoyen, parce qu'il est un citoyen et pas parce qu'il appartient à une communauté donnée, jouit de droits, de devoirs et de responsabilités. Sur ce sujet, je m'en tiens simplement à la réalité. Quelle est-elle? Y a-t-il des succès dans l'intégration? Oui, et ils sont nombreux! Il y a beaucoup de succès dans les démarches d'intégration; il faut les valoriser, il faut les mettre en évidence. Y a-t-il des échecs? Oui, il y a aussi des échecs. Y a-t-il une responsabilité des autorités publiques à tous les niveaux: fédéral, entités fédérées? Oui, il y a une responsabilité et nous devons être mobilisés.
Enfin, je conclus en vous disant que j'entends bien que l'ensemble du gouvernement soit mobilisé pour exécuter, mettre en œuvre l'accord de gouvernement, tenir le cap. Oui, j'entends bien! Et j'entends bien que mon gouvernement ne soit pas déstabilisé par des polémiques et des discussions extérieures. Oui, j'entends bien! J'entends bien poursuivre le travail dans une démarche de rassemblement de tous les citoyens, parce qu'ils sont citoyens et pas parce qu'ils appartiennent à l'une ou à l'autre communauté. Je vous remercie.
(Applaudissements)
01.10 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, put your money where your mouth is. Als Theo Francken, een lid van uw regering, zegt dat hij ermee akkoord gaat dat racisme relatief is en ook meent dat de groep Berbers problematisch is, dan is het aan u om te bewijzen dat u de eerste minister bent van ons land en niet Bart De Wever. Vandaag hebt u het tegenovergestelde gedaan!
U bewijst hier uw eigen onmacht. Gisteren werd Kris Peeters teruggefloten door mevrouw Demir voor nog maar het minste stapje vooruit, de mystery calls. Wij hebben het nog niet eens over praktijktesten. Over de positieve acties die mevrouw Sleurs zou kunnen ondernemen, horen wij niets. De heer Gilkinet heeft aangetoond dat racisme voor de politie steeds minder een prioriteit wordt. U hebt een probleem in de feiten.
En dan kwam u vorige week met een
videoboodschap op de Diwan Awards. Er waren daar veel politici aanwezig, ikzelf
inbegrepen. U vertelde aan duizend succesvolle Belgen van Marokkaanse afkomst
hoe fantastisch belangrijk u tolerantie en diversiteit in het bestuursakkoord
wel vindt. Nota bene Jan Jambon kwam er een prijs uitreiken aan Rachid
Lamrabat, de starter van het jaar. Rachid Lamrabat heeft – luister
goed – gereageerd op de uitlatingen van Bart De Wever. Hij zei dat
zijn vader dat niet heeft verdiend. De morele verantwoordelijkheid en het
morele bankroet van de voorzitter van de N-VA is klaar en duidelijk, maar
vandaag hebt u bewezen dat u niet van plan bent om daar iets aan te veranderen
met daden. Dat is evengoed een failliet!
01.11 Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le premier ministre, vous avez raté l'occasion de dire avec hauteur, celle qu'impose votre fonction, que la Belgique a besoin de tous ses enfants. Vous n'avez condamné ni les propos de Bart De Wever ni ceux de Theo Francken, lequel lui a apporté son soutien. Vous avez manqué de courage, monsieur le premier ministre. Ce faisant, vous avez banalisé ces provocations. Ce faisant, vous en encouragez de nouvelles. Combien de couleuvres allez-vous avaler?
Il ne suffit pas d'évoquer les grands principes des droits de l'homme; il faut pouvoir rappeler à l'ordre son ministre. Il faut pouvoir dire à votre partenaire que le racisme n'a pas droit de cité! Vous avez manqué cette occasion. C'est déplorable!
Je vais vous dire, monsieur le premier ministre, ce que veulent ces enfants issus de l'immigration: ils souhaitent pouvoir être reconnus comme les enfants de la Belgique, pour qu'ils puissent lui apporter leur talent, leurs aspirations, leur énergie et leur créativité et pour qu'en retour, elle les reconnaisse comme des citoyens à part entière. Ni plus ni moins, monsieur le premier ministre!
01.12 Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de eerste minister, eens temeer stelt u teleur. Bijna iedereen op het spreekgestoelte heeft u de kans gegeven om heel duidelijk afstand te nemen van de uitspraken van een van uw ministers. U hebt dat niet gedaan. U hebt woorden uitgesproken, maar wij zien niets van daden.
Uw minister heeft verklaringen afgelegd die eigenlijk in tegenspraak zijn met wat er in uw regeerakkoord staat, maar u hebt de moed niet om hem terecht te wijzen. Dat is heel teleurstellend voor de honderdduizenden in ons land die nu aan het kijken zijn en die verwacht hadden om van u hulp te krijgen. U weigert die.
Zolang u geen afstand neemt van dergelijke uitspraken van de N-VA, zal die schaduw, die donkere wolk, over uw regering blijven hangen. Uw schaduwpremier zal hier premier zijn, maar u niet.
01.13 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Waar is Bart De Wever? Ik zie hem niet.
Beste N-VA’ers, is het mogelijk dat de heer De Wever te veel werk heeft met de afhandeling van de administratieve aanhouding van de tientallen mensen die gisteren opgepakt werden in Antwerpen omdat zij tegen racisme betoogden? Gebeurt dat op dit moment, beste N-VA’ers?
Monsieur le premier ministre, vous venez de nous dire que tous les citoyens en Belgique naissent libres et égaux. C'est bien là qu'est le problème: ce n'est pas le cas! En Belgique, les fils de la classe ouvrière ne naissent pas libres et égaux, et plus particulièrement ces fils et ces filles de la classe ouvrière d'origine immigrée, qui vivent encore plus dans la discrimination. C'est cela qu'il faut pouvoir résoudre, monsieur le premier ministre.
Je ne peux pas accepter, quand un de vos ministres couvre la citation "le racisme est relatif", que vous ne condamniez pas ces propos devant nous! Et si vous ne les condamnez pas, cela veut dire que vous les couvrez!
Pour nous, pour la gauche mais aussi pour tous les démocrates, ceci est une affaire inacceptable et nous espérons que dans les semaines à venir, l'ensemble du gouvernement se remettra en question sur ces aspects sociaux et démocratiques!
01.14 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le premier ministre, je suis sûre qu'à titre personnel, vous avez été choqué par ces propos. Vous ne pouvez pas ne pas avoir été choqué quand on sait les valeurs que vous défendez, notamment dans votre programme électoral. Ce qui me décourage le plus, c'est que vous n'osez pas condamner ces propos aujourd'hui! Vous n'osez pas parce que d'autres vous imposent ce que vous devez penser, en reniant certaines valeurs auxquelles votre parti adhère!
Permettre que l'ensemble de notre assemblée soit traitée d'hystérique, c'est aussi lui manquer de respect! Alors, nous sommes tous des hystériques puisque tous les groupes politiques ont réagi à ces propos!
Je voudrais conclure en vous disant qu'en ne les condamnant pas, vous cautionnez tout simplement ces propos! Nous trouvons cela regrettable! Nous ne comprenons pas pourquoi, au nom des valeurs que vous défendez, vous n'osez pas condamner ces propos de manière très ferme!
01.15 Olivier Maingain (FDF): À quelles humiliations la N-VA va-t-elle encore soumettre la majorité gouvernementale et votre fonction, monsieur le premier ministre? La N-VA est ce qu'elle est, et j'ai rappelé les propos de Guido Fonteyn.
Mais que vous acceptiez qu'un secrétaire d'État qualifie les réactions venant même des rangs de la majorité, à commencer par le président de votre propre parti, monsieur le premier ministre, de "propos hystériques", "d'industrie de l'indignation", et que cela vous laisse indifférent et sans réaction …
À quel abaissement de votre propre majorité et de votre propre parti allez-vous consentir pour toujours donner satisfaction à la N-VA? Cela devient votre problème, monsieur le premier ministre!
01.16 Philippe Goffin (MR): Monsieur le premier ministre, merci pour votre réponse. Merci d'avoir rappelé les valeurs qui vous animent. Merci d'avoir su les mettre en perspective avec l'accord de gouvernement. C'est particulièrement important.
Monsieur le premier ministre, si je puis me permettre, au nom de mon groupe, je vous encourage à continuer votre action sans relâche pour lutter contre toutes les discriminations. Je vous encourage à continuer votre travail, que je sais sincère, pour faire en sorte que l'égalité des chances soit une réalité dans notre pays.
01.17 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, laten wij twee dingen van elkaar onderscheiden.
Ten eerste is er het politiek debat. Ook al ben ik het met u fundamenteel oneens, ik zal er alles aan doen opdat u uw mening zou kunnen geven. U moet er als voorzitter van de Kamer voor zorgen dat die tegensprekelijke debatten mogelijk zijn. Ik voeg hieraan toe dat een tegensprekelijk debat de aanwezigheid van alle spelers veronderstelt; men moet, met andere woorden, in de arena durven treden om de mening van de ene geconfronteerd te kunnen zien met de mening van de andere. Dit is de plaats waar dat moet gebeuren, dit is het hart van de democratie.
Mijnheer de eerste minister, het tweede element is de uitvoerende macht, de regering. Er is een regeerakkoord waarnaar velen in België en zeker in Vlaanderen reikhalzend hebben uitgekeken, een schitterend kompas, een kompas in de richting van hervormingen en moderniseringen. U moet de leden van uw ploeg diets maken dat zij de komende dagen en weken hun handen vol zullen hebben met het uitvoeren van dat regeerakkoord. Laat het politiek debat over aan het Parlement, maar kijk er nauwgezet op toe dat uw ministers en staatssecretarissen zich houden aan de tekst van het regeerakkoord. Ik heb het niet over één individueel lid, mijn opmerking is algemeen en wie het schoentje past, trekke het aan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Ik heb een dienstmededeling tussendoor. De vergadering van de commissie voor de Vervolgingen is in overleg met de dienstdoende voorzitter van de commissie, de heer Bonte, met een uur verschoven naar 16 u 00.
02 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de eerste minister over "de scheiding der machten en de ministeriële deontologie met betrekking tot de persoonlijke tussenkomsten bij ambtenaren en rechtbanken" (nr. P0389)
02 Question de Mme Sarah Smeyers au premier ministre sur "la séparation des pouvoirs et la déontologie des ministres dans le cas d'interventions personnelles auprès de fonctionnaires et de tribunaux" (n° P0389)
02.01 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, alles is relatief, ook de belerende en uit de context gerukte interventies door de oppositie, maar dat debat hebben wij gehad.
Er zijn namelijk nog andere interventies. Het was Freddy Roosemont, de directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken, die deze week de kat de bel aanbond. Hij en zijn administratie – en naar wij mogen veronderstellen niet alleen zijn administratie – ontvangen regelmatig brieven en zelfs telefoontjes van Parlementsleden, van gewezen ministers, van zetelende ministers, met de vraag om bijvoorbeeld een bepaalde regularisatieaanvraag met aandacht te bestuderen — wat nog braaf is — of om na te gaan of er sneller en gunstig gevolg kan worden gegeven aan een bepaalde visumaanvraag.
Mijnheer de eerste minister, interventies met als doel om sneller en gunstig gevolg te geven aan een dossier, zijn expliciet verboden volgens de deontologische code waaraan de Parlementsleden zich moeten houden. Het gaat namelijk om het pogen te beïnvloeden en het pogen te versnellen van een beslissing of een procedure van de administratie. De deontologische code is een uitvloeisel van de scheiding der machten, een basisprincipe in onze parlementaire democratie.
Mijnheer de eerste minister, ik vind dit erg. Burgers mogen ons uiteraard vragen stellen, dat is hun recht. Politici mogen en moeten de burgers informeren, wegwijs maken, in contact brengen met de juiste dienst, maar het is hun plicht om ver weg te blijven van individuele inmengingen. Iedereen verliest bij die praktijken. De burger krijgt de indruk dat niet iedereen gelijk behandeld wordt en dat vriendjespolitiek nog altijd welig tiert, de politici — wij allemaal — komen in een slecht daglicht te staan, en het vertrouwen in ons, dat al niet er groot is, wordt nog kleiner. Bovendien loopt het dossier vertraging op omdat de administratie zich moet bezighouden met het beantwoorden van vragen die niet ter zake doen in plaats van met de dossiers zelf bezig te kunnen zijn.
Mijnheer de eerste minister, ik verneem graag uw mening hierover. Bent u eventueel bereid om actie te ondernemen tegen deze praktijken?
02.02 Eerste minister Charles Michel: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Smeyers, ik werd inderdaad op de hoogte gebracht van het bestaan van deze initiatieven.
Ik herhaal duidelijk dat gelijke behandeling een basisprincipe van een rechtsstaat is. Deze praktijken, die volgens mij praktijken uit het verleden zijn, zijn een vorm van cliëntelisme en totaal onaanvaardbaar. Voor de Parlementsleden geldt een deontologische code. Het is belangrijk de regels in herinnering te brengen wat dit betreft. Ook voor de ministers moeten er deontologische regels zijn. Daarom ben ik van plan om dit punt op de agenda van het volgende Overlegcomité te plaatsen.
Ik zal heel duidelijk de boodschap brengen dat dit een vorm van cliëntelisme is en dat dit onaanvaardbaar is. Dit zijn praktijken uit het verleden. Een initiatief om een individuele administratieve beslissing te beïnvloeden, is totaal onaanvaardbaar. Dat is evident voor mij.
02.03 Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord.
Parlementsleden moeten doen waarvoor zij verkozen zijn, namelijk wetten maken in het algemeen belang. Wij hebben de macht om regels te veranderen via parlementaire weg en door het controleren en ondervragen van de regering. Ik zeg wel “de regering”, niet de administratie die voor die regering werkt.
Wij weten allemaal dat de scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zeer dun is.
In
apenlanden…
(…): (…)
Le président: Laissez parler Mme Smeyers. Ayez la politesse d’écouter.
02.04 Sarah Smeyers (N-VA): De staatssecretaris kan niet reageren omdat hij in Marokko is.
In apenlanden, mijnheer de eerste minister, wordt dat principe van de scheiding der machten met voeten getreden. Ik hoop dat wij allemaal zullen bewijzen dat wij niet in een apenland willen wonen.
L'incident est clos.
- mevrouw Zuhal Demir aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "mystery calls en praktijktests" (nr. P0390)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "mystery calls en praktijktests" (nr. P0391)
- de heer Vincent Van Quickenborne aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "mystery calls en praktijktests" (nr. P0392)
- mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, over "mystery calls en praktijktests" (nr. P0393)
- Mme Zuhal Demir au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les appels mystère et les tests de situation" (n° P0390)
- Mme Nahima Lanjri au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les appels mystère et les tests de situation" (n° P0391)
- M. Vincent Van Quickenborne au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les appels mystère et les tests de situation" (n° P0392)
- Mme Meryame Kitir au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, sur "les appels mystère et les tests de situation" (n° P0393)
03.01 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de minister, de problematiek van de tewerkstelling van allochtonen is belangrijk: 40 % van de allochtonen is werkzaam in ons land. Mevrouw Onkelinx, slechts 32 % van de allochtonen in Wallonië is tewerkgesteld en 47 % in Vlaanderen. Een deel van onze bevolking van allochtone afkomst is niet aan het werk. De betrokkenen vinden geen werk; zij participeren niet.
Mijnheer de minister, alles staat of valt bij het hebben van een job. Een job hebben is niet alleen een loon ontvangen, maar is ook participeren aan onze samenleving. Ik hoop dan ook dat die cijfers een wake-upcall voor u zijn, mijnheer de minister, en geen mystery call.
Hoe komt het dat de cijfers nergens in Europa zo slecht zijn als in België?
Aan linkerzijde hoort men dan dat dat te maken heeft met discriminatie en racisme op de arbeidsmarkt. Ik wil daar heel duidelijk over zijn. Ik ben daar zelf ook heel gevoelig voor, gelet op mijn achtergrond. Ik weet ook dat mijn broers het niet altijd gemakkelijk hebben gehad om werk te vinden, maar de vraag is of dat altijd met discriminatie te maken heeft.
Is er discriminatie op de arbeidsmarkt? Ja, er is discriminatie op de arbeidsmarkt. Er is discriminatie op de huurmarkt. Zullen wij dat aanpakken? Ja, maar met respect voor alle belanghebbenden.
Het probleem is heel complex. Ik wil het niet verengen tot discriminatie alleen en de oplossing die men naar voren brengt. Ik denk dat wij ook moeten kijken naar de rigide arbeidsmarkt en iets moeten doen aan het fenomeen “onbekend is onbemind”. Er gaat bij werkgevers wellicht wel een belletje rinkelen tijdens proefperiodes.
Wij hebben hierover al een aantal hoorzittingen gehad. Wij willen met de meerderheid kijken naar een werkzame en doeltreffende oplossing, die juridisch waterdicht is.
U bent minister van Werk en van sociaal overleg, en het zal u misschien verbazen, maar ik denk dat over dat thema ook de sociale partners iets te zeggen hebben.
De voorzitter: Mevrouw Demir, gelieve nu uw vragen te stellen.
03.02 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Eindelijk, voortschrijdend inzicht!
03.03 Zuhal Demir (N-VA): Immers, mijnheer Peeters, het is een zaak van aanwervingen. De werkgevers moeten immers overgaan tot de aanwerving. Ik denk dat de vakbonden daar ook wel voldoende expertise in hebben. Hebt u bijgevolg overleg gepleegd met de sociale partners vooraleer u uw voorstel – ik denk niet dat het een voorstel van de meerderheid is – in de media hebt gelanceerd?
03.04 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, de situatie van allochtonen op de arbeidsmarkt is desastreus. Als men er de Europese cijfers bij neemt, moeten wij helaas vaststellen dat wij tot de slechtste leerlingen van de Europese klas behoren. Wij bengelen helemaal onderaan het lijstje wanneer het op tewerkstelling van allochtonen aankomt. Discriminatie kan daarin een belangrijke rol spelen. Ik zeg niet de enige rol, wel een belangrijke rol. Dat is voldoende bewezen, recent nog door het onderzoek van het Minderhedenforum, dat heeft vastgesteld dat twee op drie diensten ingaat op de discriminerende vraag om geen allochtoon te sturen, ook al spreekt die perfect Nederlands.
In het regeerakkoord, waarvan ik hoop dat het geen vodje papier is, hebben we op pagina 222 opgenomen: “De regering houdt vast aan een nultolerantie inzake discriminatie, in het bijzonder op de arbeidsmarkt." We zeggen ook nog dat er zowel in de private als in de publieke sector een niet-discriminerend beleid moet worden gevoerd. In een andere paragraaf zeggen we dat we voor onze eigen overheid moeten overgaan tot een becijferde doelstelling om eindelijk ook werk te maken van diversiteit in de eigen diensten en dat we de private sector het signaal moeten geven, na overleg met de sociale partners, om ook engagement te tonen. Zij kunnen bijvoorbeeld werken met slimme streefcijfers.
Recent hebben wij ook hoorzittingen gehouden en over één ding waren wij het allemaal eens, meerderheid, oppositie, vakbonden, werkgevers en de sector zelf. Er is een probleem, een belangrijk probleem, met name dat we heel veel talent overboord gooien en dat het tijd is voor actie, want het fenomeen is voldoende bestudeerd.
Overigens, de mystery calls, waarvan nu sprake is, vormen zeker geen nieuw gegeven. Ze bestaan al lang en worden al lang toegepast in de sector. Federgon past ze toe. Dat werkt prima. Het is belangrijk dat de sector ook een zelfregulerende rol opneemt. Dat is echter niet voldoende. Verschillende sprekers hebben ervoor gepleit om nieuwe instrumenten aan te reiken.
Vandaar mijn vragen. Hoe staat het met de uitvoering van het regeerakkoord, meer bepaald de passage over niet-discriminatie op de arbeidsmarkt?
Hoever staat u met de uitwerking van streefcijfers in onze administratie?
Heeft de regering de sociale partners al gevraagd om ook in de privésector initiatieven te nemen?
Wat kunt u ten slotte in uw administratie zelf doen? Ik meen dat elke minister en iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen, in een globale aanpak waarbij we eerst inzetten op sensibilisering en preventie en als het misloopt remediëren. Het sluitstuk, dat niet mag ontbreken, is echter de aanpak van discriminatie. Ik meen dat de mystery calls daarvoor een zeer degelijk instrument kunnen zijn.
03.05 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, we hebben samen een gezellige nacht beleefd en u weet dat het de bedoeling was dat we na de discussie over de indexsprong van gedachten zouden wisselen met u en uw collega Elke Sleurs over het regeringsstandpunt inzake discriminatie op de arbeidsmarkt. We zijn daar niet toe gekomen.
Ik was vanochtend toch wat geschrokken toen ik u uw voorstel hoorde formuleren op de radio. Het voorstel staat niet in het regeerakkoord en het is niet doorgesproken met de leden van de regering. Er is bovendien niet over overlegd met de sociale partners, die u zo dierbaar zijn. Mijnheer de minister, om zo’n delicaat dossier op te lossen, moeten er bruggen worden gebouwd en moet er vertrouwen worden gewonnen in plaats van straffe verklaringen af te leggen. Ik kan u zeggen dat ik als voorzitter van de commissie met de leden van de commissie, met Nahima Lanjri, met Zuhal Demir en met de anderen, een traject had uitgebouwd, hoorzittingen had georganiseerd en een gedachtewisseling had georganiseerd met de bedoeling een consensus te vinden. Laten we eerlijk zijn, collega’s, we staan niet ver van die consensus. Ik vind het dan ook jammer dat u dat voorstel nu out of the blue komt lanceren.
Collega’s, voor mijn partij is het duidelijk, discriminatie hoort niet thuis in onze samenleving. Het is de overheid die in de eerste plaats moet optreden en die ervoor moet zorgen dat ze het goede voorbeeld geeft. Maar ook in de private sector moet discriminatie bestreden worden, in de eerste plaats met zelfregulering. De sectoren moeten hun verantwoordelijkheid opnemen, om dan ten slotte de hardnekkige overtreders aan te pakken met de instrumenten die voorhanden zijn bij de overheid. Ook de N-VA gaat daarmee akkoord. Daarover kunt u een consensus bouwen.
Mijnheer de minister, ten eerste, hebt u het voorstel dat u gedaan hebt, doorgepraat met uw collega Sleurs, die ook bevoegd is, met de Gewesten en met de sociale partners?
Ten tweede, hoe denkt u met de heisa die er nu jammer genoeg is rond dat dossier, opnieuw bruggen te kunnen bouwen om het dossier goed te laten landen? Collega’s, dat is immers hetgeen wij moeten doen: in plaats van te discussiëren moeten wij oplossingen vinden om degenen die worden gediscrimineerd eindelijk te helpen in onze samenleving.
03.06 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer de voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken, toen het Minderhedenforum in februari met zijn onderzoek naar buiten kwam, waaruit bleek dat twee op drie dienstenchequebedrijven openstaat voor verzoeken die discriminerend zijn, zijn wij in de commissie voor de Sociale Zaken overgegaan tot hoorzittingen. Ik heb toen ook de vraag gesteld aan de voorzitter omdat ik het interessant vind en omdat het een belangrijk debat is. Wij moeten geen hoorzittingen houden om hoorzittingen te houden, om daarover te praten; ik hoop dat wij uiteindelijk tot een oplossing en een doelstelling kunnen komen. Dat is natuurlijk het opzet van het verhaal.
Mijnheer de minister, uit die hoorzittingen is gebleken dat bij Federgon, dat reeds een tijdje mystery calls uitvoert, 25 % nog steeds bereid is om in te gaan op verzoeken van discriminatie. Dat geeft toch wel aan dat het inderdaad een belangrijk probleem is. Wij kunnen hierover lang en breed praten, maar het is belangrijk dat wij tot een oplossing komen. U hebt nu de mystery calls naar voren geschoven.
Ik hoor een beetje van de meerderheid dat het sociaal overleg niet is gerespecteerd en dat u het niet doorgesproken hebt. Ik vind dat een beetje raar, aangezien ik ook een commissievergadering met u heb gehad over de indexsprong en toen was dat niet zo belangrijk, want wij hadden de vakbonden en de werkgevers gehoord tijdens de hoorzittingen over de indexsprong. Als dan de redenering geldt dat het sociaal overleg gerespecteerd is, dan geldt die nu voor mij ook.
Mijnheer de minister, wanneer zult u starten met die mystery calls?
03.07 Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het was zo geregeld dat de mogelijkheid werd gegeven aan de minister bevoegd voor Werk en ook aan de staatssecretaris, na het horen van de verschillende verenigingen in de commissie voor de Sociale Zaken, om hun inbreng te doen. De commissie had aan de minister van Werk en aan de staatssecretaris om hun inbreng gevraagd. Wij hadden die inbreng ook graag geleverd, maar de discussie over de indexsprong heeft wat langer geduurd dan gepland.
Wanneer het standpunt van de minister van Werk gevraagd wordt, en als dat standpunt vervolgens ook gegeven wordt, dan is het wel eigenaardig dat er plots een probleem zou opduiken, tenzij ik de woorden van de heer Dewael moet interpreteren als zouden wij als bevoegd minister ons standpunt niet kunnen geven.
Wij hebben ons standpunt dan ook bekendgemaakt. Dat standpunt is heel duidelijk. De problematiek van discriminatie van allochtonen op de arbeidsmarkt is een serieus probleem. De verschillende uiteenzettingen bij de hoorzittingen waren zeer genuanceerd. Uit die uiteenzettingen blijkt dat het fenomeen van achterstelling op de arbeidsmarkt en discriminatie complex is en nuanceringen behoeft. Op tal van vlakken zijn er hervormingen nodig. Collega Demir heeft er enkele aangehaald die wij zeker moeten aanpakken.
Zeer duidelijk vermeld ik dat in het regeerakkoord op verschillende plaatsen staat dat wij de strijd tegen discriminatie zullen aanscherpen. Dat geldt ook voor de arbeidsmarkt. Een nultolerantie! Als regering zullen wij ervoor zorgen dat discriminatie op de arbeidsmarkt, welke ook de reden of de inspiratie is, onaanvaardbaar is. Daartoe zullen wij stappen zetten. De voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken heeft mij gevraagd om mijn mening daarover te formuleren en om die met de commissie te delen.
Ik ben de eerste om te bevestigen dat er in de uitzendsector en in de dienstenchequesector inspanningen zijn geleverd inzake preventie, sensibilisatie en zelfregulering. Die inspanningen kan ik volledig bijtreden, zeker de zelfregulering door een gedragscode die het mogelijk maakt dat de sector zelf inspanningen levert om dat probleem uit de wereld te helpen.
Wanneer preventie, sensibilisatie en zelfregulering niet het beoogd resultaat opleveren, dan moeten wij echter een stap verder zetten. Die stap verder gaat in de richting van mystery calls. Het debat daarover wordt niet alleen in dit Parlement, maar ook in het Vlaams Parlement gevoerd. Daar heeft mijn collega, Vlaams minister Philippe Muyters, gezegd dat mystery calling in dat plaatje een rol kan spelen, zoals bij de uitzendkantoren het geval is. Ook op andere plaatsen heeft de Vlaamse minister van Werk, die op Vlaams niveau veel bevoegdheden heeft, gezegd dat dit instrument ingezet kan worden.
Nu kunt u veel spreken over discriminatiebestrijding, maar de vraag is hoe men dit aanpakt. Ik kan u zeggen dat ik daar als minister bevoegd voor Werk een mening over heb en ik heb ter zake ook suggesties gedaan binnen het kader van het regeerakkoord. De meerderheid kan vervolgens beslissen wat zij met die suggesties doet.
Als u mijn tekst leest, die is doorgesproken met de administratie, dan zult u vaststellen dat daarin staat dat mystery calls op het einde mogelijk moeten zijn als preventie, sensibilisering en autoregulering niet lukken. In samenspraak met de administratie hebben wij beslist dat er een kader moet worden uitgewerkt voor de sociale inspecteurs. Er mag ook geen sprake zijn van uitlokking of proactieve recherche. In de tekst staat eveneens dat dit in overleg met de Nationale Arbeidsraad moet gebeuren. Bovendien staat in die tekst dat rekening moet worden gehouden met de mening van de Adviesraad van het sociaal strafrecht.
Dat is de inbreng die ik gisteren of vannacht wou doen, maar dit was niet mogelijk. Ik wil ook de volgende dagen hierover communiceren. Als dit element geen deel uitmaakt van een oplossing, meen ik dat deze oplossing niet volledig voldragen zal zijn.
03.08 Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u verwijst naar het regeerakkoord en daarin staat inderdaad – de staatssecretaris voor Gelijke Kansen zal dit ook beamen – dat wij de strijd tegen discriminatie zullen opvoeren. Dat is een gezamenlijk doel. Natuurlijk is het maar de vraag hoe dit zal gebeuren. Welk middel zult u daarvoor gebruiken?
U zegt nu dat u een idee heeft. U wilt dit doen via praktijktesten of mystery calls. In de commissie hadden wij met de meerderheid afgesproken om een voorstel te lanceren waar alle partijen zich achter kunnen scharen, niet alleen de CD&V maar ook de andere partijen in de regering.
Mijnheer de minister, gelet op de thematiek meen ik dat het heel belangrijk is dat er een breed draagvlak is voor uw voorstel. U mag ook niet vergeten dat op Vlaams niveau minister Muyters heeft gezegd dat hij wou gaan onderzoeken hoe dit moest gebeuren. Hij wil samen met het federale niveau een actieplan uitwerken.
Ik vind het eigenlijk betreurenswaardig dat u dit voorstel heeft gedaan. Mijnheer de minister, als u wilt dat een idee haalbaar wordt binnen een meerderheid, dan lijkt het mij heel belangrijk dat wij samen zoeken naar een draagvlak. Wij moeten samen kijken naar een werkbare oplossing voor deze thematiek.
03.09 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zowel tijdens de hoorzittingen als de voorbije dagen en vandaag is er veel gesproken over discriminatie. Dat mag ook. Wij kunnen daarover van mening verschillen, ook over de aanpak. Over één zaak waren wij het evenwel eens, mevrouw Demir. U hebt gezegd — ik heb het beaamd, net als verschillende anderen — dat de tijd om alleen maar over discriminatie te spreken, voorbij is. Wij zijn de vrijblijvendheid voorbij en nu is het tijd voor actie.
Wij hebben
interessante debatten gehad. Ik herhaal dat hier sprake is van een brede
aanpak, waarbij wij eerst inzetten op sensibilisatie en preventie. Wij moeten
remediëren waar het kan, maar het sluitstuk kan niet ontbreken. Ook dat heeft
iedereen beaamd. Discriminatie is en blijft strafbaar. Wij willen liefst zo
weinig mogelijk sanctioneren, maar soms kan men niet anders en dan heeft men
instrumenten nodig. Ook de administratie heeft die nodig. Mystery calls
kunnen worden gebruikt. Ze worden trouwens vandaag al gebruikt door de
Economische Inspectie. Ik zie dus niet in waarom ook de Sociale Inspectie die
niet zouden kunnen gebruiken.
Mevrouw Demir, ik
heb er uiteraard geen enkel probleem mee — dit was trouwens ook mijn
voorstel in de commissie — dat wij deze en andere voorstellen op
papier zetten, dat we samen werken aan een resolutie en er samen voor gaan om
discriminatie aan te pakken. Dat is de weg die wij moeten gaan. Wij moeten de
zaken echter duidelijk benoemen en niet alleen dat: we moeten ze ook aanpakken.
Ik nodig iedereen, meerderheid en oppositie, uit om eindelijk de daad bij het
woord te voegen. Wij zullen erover spreken, maar uiteindelijk moeten wij ook
concrete resultaten boeken en discriminatie aanpakken. Wij kunnen het ons niet
veroorloven om het talent van hele generaties opzij te schuiven.
03.10 Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Mijnheer de minister, u hebt gelijk, in die zin dat er absoluut iets moet gebeuren; laat daarover geen twijfel bestaan. Ik meen echter dat u in uw binnenste ook wel beseft dat de manier waarop u het nu hebt aangepakt niet de meeste handige was. Als u als minister in de commissie komt spreken, dan komt u daar het standpunt van de regering vertolken. U spreekt dat standpunt door met de collega’s van de regering. Als ik de reactie hoor van de N-VA, toch een van de vier meerderheidspartijen, dan heb ik de indruk dat het niet doorgesproken was.
Daarom doe ik een oproep om bruggen te proberen bouwen, in de regering en het Parlement, met de sociale partners en met de deelstaatparlementen, om ervoor te zorgen dat wij een oplossing vinden waar iedereen achter kan staan, met de absolute vaste wil om eindelijk het debat dat al zolang woedt, in actie te laten overgaan. Dat is immers het belangrijkste.
Collega’s, een sterke samenleving is gestoeld op het principe dat niet de afkomst maar de toekomst telt. Voor dat principe moeten wij gaan.
03.11 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de minister, u hebt het vast niet gemakkelijk, wanneer ik uw antwoord hoor.
Wij weten al lang dat er bij de regering een liefde-haatverhouding is tussen CD&V en de N-VA.
Het klopt inderdaad dat uw mening werd gevraagd en dat het de bedoeling van de hoorzitting was om over die mening te kunnen debatteren. Ik voel echter dat de profileringsdrang in de weg staat om tot een oplossing te komen. Ik hoop — ik roep hiertoe de voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken op — dat iedereen opnieuw bij elkaar wordt gebracht en dat wij ons uiteindelijk allen achter één standpunt kunnen scharen. Het kan niet dat wij, door profileringsdrang, de slachtoffers van discriminatie niet zouden helpen.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de mystery calls zijn een goed instrument. De sp.a staat achter dat standpunt. Er was ook een breed draagvlak in de commissie voor dat instrument. Laten wij deze zaak dus snel afhandelen, zodat wij tot een oplossing kunnen komen.
Ik wens u nog veel succes.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Justitie over "de vrijlating van Syriëstrijders uit de gevangenissen van Hasselt en Vorst" (nr. P0394)
04 Question de M. Hans Bonte au ministre de la Justice sur "les détenus liés à la filière terroriste en Syrie libérés des prisons de Hasselt et de Forest" (n° P0394)
04.01 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, ik ben net een uur terug uit Straatsburg, waar een congres plaatsvindt van de Raad van Europa. De 47 landen van de Raad van Europa buigen zich in een spoedzitting over antwoorden op de dreiging die voortvloeit uit radicalisme, extremisme en terreur. Na Brussel, Parijs, Kopenhagen en Tunis vond men het dringend nodig dat de Raad van Europa daarover uitspraken deed.
Ik werd daar uitgenodigd als spreker en ik heb daar heel wat kunnen zeggen. Wat ik daar niet gezegd heb, mijnheer de minister, is hoe onze Justitie opnieuw klungelt. Ik wik mijn woorden. Ik meende dat ik alles al gezien had. Wij hebben hier al discussies gevoerd over het niet doorgeven van informatie en over het vrijlaten van terugkeerders zonder dat men de lokale politiediensten waarschuwt. Wat ik begin deze week meemaakte, heb ik echter nog nooit gezien, met name dat men twee personen heeft vrijgelaten, waaronder iemand uit mijn stad waarvan men oordeelt dat hij zeer gevaarlijk is.
Het parket heeft alles gedaan om een procedurefout ongedaan te maken, teneinde die persoon in voorlopige hechtenis te houden, wetende dat hij blijkbaar betrokken is bij terreurdaden, bij voorbereidingen, bij rekruteringen. Afgelopen maandag is men ons echter komen zeggen dat men hem niet kon tegenhouden en dat hij vrijgelaten moest worden ten gevolge van een procedurefout. Dat heeft als gevolg dat die persoon zich vandaag zonder enige voorwaarde vrij beweegt in onze samenleving. Misschien gaat hij op bezoek in Kortrijk of misschien trekt hij naar het buitenland, wie zal het zeggen.
Mijnheer de minister, als wij zo omspringen met onze veiligheid, baart mij dat zorgen. Ik heb twee vragen voor u.
Ten eerste, wie neemt de verantwoordelijkheid op voor de toenemende onveiligheid ten gevolge van het falen van Justitie?
Ten tweede, mijnheer de minister, wil ik dat u zich even in de plaats van de burgemeesters stelt. Wat verwacht u nu van onze politiediensten? Welke instructies moet ik onze politiediensten geven in verband met de teruggekeerde persoon? Dat wil ik graag van u vernemen.
04.02 Minister Koen Geens: Mijnheer Bonte, het treft dat u van de vergadering van de Raad van Europa in Straatsburg komt, want er is op dit ogenblik in het Egmontpaleis een vergadering van de Raad van Europa bezig die ik voorzit, met de secretaris-generaal en de commissaris voor de Mensenrechten. Ik ben anders geweest dan u. Ik heb tegen de collega’s-ministers daar gezegd dat ik naar het Parlement moest, omdat iemand mij een vraag wou stellen over een vrijgelaten gevangene die niet vrijgelaten had mogen worden. Ik ben even verlegen als u, maar ik ben transparant geweest. U zegt mij dat u verlegen was om dat in Straatsburg te zeggen. Straatsburg is hier niet, ik heb het wel durven te zeggen. Ik dramatiseer de zaken niet. Ik herinner mij dat er ooit zestien gevangenen uit de gevangenis van Dendermonde zijn gaan lopen.
Mag ik nu op de
grond van de zaak ingaan? Wat Hasselt betreft, is het misgelopen. De raadkamer
in Brussel had beslist om de gevangene vrij te laten en het parket was in
beroep gegaan. De griffie van de gevangenis in Hasselt heeft niet begrepen dat
“interjeter appel” betekende “beroep aantekenen”. Daarom heeft men de
betrokkene vrijgelaten. Dat is er gebeurd. Hij is binnen de twee dagen
opnieuw opgepakt. Hij is dus opnieuw binnen. Hij zal dus niet ergens anders
terechtkomen, hij is al opnieuw binnen.
Ten tweede,
in Brussel had de beklaagde man beroep aangetekend tegen een beslissing van de
raadkamer dat hij in de gevangenis moest blijven. U weet dat zo’n beroep
schorsend werkt en dat hij moest blijven zitten. Wat is er gebeurd? Dat beroep
is niet doorgegeven aan de griffie van het parket door de bevoegde
penitentiaire ambtenaar en is dus ook niet terechtgekomen bij de kamer van
inbeschuldigingstelling, zodat de kamer van inbeschuldigingstelling, eens ze
dat beroep ontdekte, vaststelde dat zij niet binnen de vijftien dagen nadat het
beroep was ingediend, de gevangene had beoordeeld. Ze heeft hem dus
vrijgelaten, omdat het te lang heeft geduurd om over het beroep uitspraak te
doen.
Ik heb de directie
van het Gevangeniswezen gevraagd om hierover een rapport op te stellen. De
verantwoordelijkheid hiervoor moet bepaald worden op basis van dat rapport. Ik
betreur het incident ten zeerste en ik heb mij net zo boos gemaakt
– daarover mag u gerust zijn – als u gedaan zou hebben. Ik zeg niet
dat menselijke fouten niet kunnen gebeuren, maar dat soort fouten betreur ik
ten zeerste. Ik vraag u alleen om samen met mij de zaken ietwat in een rustig
perspectief te bekijken. Ik wil graag zeggen dat ik hierop terugkom, zodra ik
meer informatie heb.
04.03 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, ik ben bijzonder rustig.
Wie zeker niet rustig is, zijn mijn politiediensten. Ik heb u twee vragen gesteld. Wie draagt hiervoor de politieke verantwoordelijkheid? Wat moet ik aan mijn politiediensten zeggen? Moeten zij die man opvolgen? Moeten zij toezicht houden?
Er bestaan richtlijnen, ook van uw hand, over wat er moet worden gedaan in geval van personen die van terreurdaden worden verdacht.
Wat moeten onze politiediensten doen? Als u mij dat niet hier wil zeggen, zeg het mij dan straks, maar ik wil mijn politiediensten duidelijkheid verschaffen dat zij niet de verantwoordelijkheid dragen.
Mijnheer de minister, u provoceert mij door te beweren dat ik de zaken opblaas. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren dat, toen een gevangene in voorarrest op een donderdagnamiddag ontsnapte, de minister van Justitie ontslag nam.
Het gaat hier niet om een ontsnapping, maar iemand die als heel gevaarlijk wordt beschouwd, loopt ten gevolge van procedurefouten bij Justitie buiten rond, zonder dat wij daarop kunnen toezien. Dat is de situatie. Ik dramatiseer dat niet. Dat zijn de feiten.
Ik noteer enkel dat u niet antwoordt op mijn vragen daaromtrent.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Alain Mathot à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "les séjours en maternité" (n° P0395)
05 Vraag van de heer Alain Mathot aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "het verblijf op een kraamafdeling" (nr. P0395)
05.01 Alain Mathot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, votre gouvernement a décidé de faire 355 millions d'euros d'économies sur les soins de santé. Vous savez pourtant très bien – nous avons eu l'occasion d'en discuter en commission – que les soins de santé en Belgique, pour un taux de couverture de 99,2 %, un des meilleurs au monde, coûtent aux alentours de 2 600 euros par an et par habitant, soit moins que la moyenne européenne de 2 700 euros par an et par habitant.
Ces économies auront des conséquences dommageables sur la qualité de nos soins de santé, mais également sur la prévention, et plus particulièrement sur les problèmes financiers structurels que peuvent rencontrer les hôpitaux. Vous en êtes bien consciente puisque vous souhaitez nous présenter un grand plan pour le financement des hôpitaux, que nous attendons avec impatience.
Parmi ces 355 millions d'économies, vous souhaitez faire une économie en diminuant le nombre de jours d'hospitalisation auxquels ont droit les femmes suite à un accouchement. En l'occurrence, de quatre jours et demi, vous voulez cette année passer à quatre jours et en 2016, arriver à trois jours. Cela permettrait de réaliser une économie de 12 millions d'euros, 14 millions d'euros à terme à partir de 2016.
Premièrement, le rapport du Centre fédéral d'expertise des soins de santé (KCE), sur lequel vous vous basez pour décider cette économie, a peut-être commis une erreur de calcul en comparant la situation en Belgique avec celle d'autres pays, où effectivement le nombre de jours n'est pas le même, mais les jours ne sont pas comptabilisés de la même manière dans tous les pays.
Deuxièmement, le calcul des économies que vous avez réalisé, je l'espère, mais j'ai tendance à en douter, ne tient pas compte des frais fixes, notamment les frais de salle d'accouchement ou les frais de personnel.
Enfin, et surtout, ce qui est le plus important à mon sens, l'étude du KCE selon laquelle cette piste de diminuer le nombre de jours pouvait être envisagée, insistait sur le fait qu'il fallait absolument mettre en avant une politique postnatale d'accompagnement et d'encadrement des femmes après leur accouchement.
Madame la ministre, pourquoi avez-vous lancé cette économie alors qu'il n'y a pas encore une seule démarche pour arriver à des soins postnatals pour les femmes qui reviennent chez elles? Avez-vous tenu compte des conséquences du retour de ces femmes chez elles pour elles-mêmes mais aussi pour leurs enfants?
Vous savez qu'à l'heure actuelle, il y a une discussion au sein du Conseil national des Établissements hospitaliers. Pourquoi ne pas avoir attendu qu'il ait pu remettre ses conclusions avant de faire cette économie qui sera extrêmement dommageable, notamment pour nos institutions hospitalières?
05.02 Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, monsieur Mathot, comme vous l'avez dit, nous en avons parlé plusieurs fois pendant les discussions relatives au budget. L'étude du KCE a analysé les conséquences d'un retour précoce à domicile, soit moins de 48 heures ou 72 heures selon les études, pour les mères et leur nouveau-né. Il est important de souligner que cette estimation concerne les accouchements par voie basse sans complication.
La littérature internationale propose une analyse de cet impact pour un retour précoce à domicile. Dans cette configuration, aucune conséquence négative n'a été démontrée.
L'étude publiée fin octobre 2014 mentionne une durée de séjour moyenne de 4,1 jours en Belgique. Ce chiffre excède de plus de 24 heures l'hospitalisation moyenne selon l'OCDE, même en tenant compte d'une admission à partir du travail qui dure 12 heures en moyenne lors d'un premier accouchement et qui est plus court pour les suivants.
Une réorganisation des soins postnatals s'impose dans ce secteur. J'entends préparer cette réforme cette année, notamment en concertation avec tous les intéressés. Le KCE a effectué des simulations sur la base de séjours hospitaliers de trois jours complets, de deux visites à domicile de sages-femmes. Il ressort d'une première analyse que des économies sont possibles.
Avant de pouvoir introduire ce système, le KCE recommande d'en tester la faisabilité au moyen d'un projet pilote car il implique des soins multidisciplinaires et intégrés dont il faut adapter le mécanisme de financement. Vous l'avez dit, des discussions sont encore en cours au sein du Conseil national des Établissements hospitaliers. Selon les calculs du KCE, cette alternative permet une affectation plus pertinente de nos budgets. Il s'agit d'un argument auquel nous devons absolument prêter attention dans les circonstances actuelles.
Les projets pilotes permettront de calculer le nombre précis de femmes qui entrent en considération pour une hospitalisation écourtée. Ces projets seront évalués en fonction de leur efficacité, de leur efficience et des implications. Comme indiqué, ces projets pilotes pourront s'inscrire dans le cadre de la réforme du financement des hôpitaux.
05.03 Alain Mathot (PS): Madame la ministre, vous me donnez raison – et j'en suis heureux. Cela dit, je pense aux femmes en difficulté qui seront soumises à cette réalité. Elles vont devoir rentrer plus tôt chez elles, où elles devront s'occuper éventuellement d'autres enfants.
Je trouve regrettable, et vous confirmez mes propos, que vous ayez mis en place cette obligation pour les femmes de rentrer chez elles après quatre jours et, à partir de l'année prochaine, après trois jours. Vous avez parlé d'un projet pilote qui pourrait se développer bientôt. Or vous n'en avez prévu aucun pour accompagner et encadrer ces personnes. C'est extrêmement dangereux, d'autant plus qu'il est possible de faire passer des tests aux enfants après le quatrième ou le cinquième jour. Certaines pathologies se déclarent en effet après trois jours.
À mon sens, cela risque d'entraîner des conséquences très dommageables aussi bien pour les mères que pour leurs enfants. Il faut aussi penser aux effets en termes financiers et de santé qui s'ensuivront pour ces familles et pour les hôpitaux.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Muriel Gerkens au ministre des Finances sur "le diesel et les mesures fiscales y afférentes" (n° P0396)
06 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Financiën over "de fiscale maatregelen omtrent diesel" (nr. P0396)
06.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous connaissons en Belgique un nombre croissant d'enfants qui développent de l'asthme, un nombre croissant de maladies respiratoires qui deviennent chroniques et de cancers, notamment de cancers du poumon. Les pneumologues, les oncologues et les professionnels de la santé en général tirent la sonnette d'alarme. Le diesel et les particules émises par sa combustion sont une cause majeure de l'augmentation de ces maladies incurables, invalidantes et parfois mortelles à courte échéance.
Parallèlement, on diminue les budgets des soins de santé en raisons des politiques d'économie.
Monsieur le ministre, allez-vous assister passivement à cette évolution ou allez-vous agir? En tant que ministre des Finances, vous disposez des outils nécessaires. Vous pouvez prendre les dispositions permettant de soutenir des alternatives et des solutions écologiques plutôt que ces choix nuisibles pour la santé et pour la planète.
06.02 Johan Van Overtveldt, ministre: Monsieur le président, madame Gerkens, chers collègues, selon l'OMS, l'impact des particules fines émises par le diesel n'est en effet pas négligeable. Les personnes régulièrement exposées à ces particules ont 40 % de risques supplémentaires de contracter un cancer des poumons. Dans ce sens, je comprends pleinement votre question.
Dans le cadre du contrôle budgétaire et du tax shift, l'augmentation des accises est une piste possible. Compte tenu du prix bas des carburants et surtout de l'impact du diesel sur la santé humaine et, comme vous l'avez indiqué, sur l'environnement, il est envisagé d'instaurer anticipativement l'augmentation des accises sur le diesel tel que prévu par l'accord de gouvernement.
L'augmentation du prix doit néanmoins être neutralisée pour le diesel professionnel via le système de remboursement.
L'actuel tax shift prévoit d'adapter les accises d'ici à 2018 pour atteindre le niveau des accises aux Pays-Bas. Le gouvernement abordera la question du rythme et de l'ampleur de cette adaptation lors de prochaines discussions.
06.03 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, j'entends que vous avez décidé d'adapter les accises sur le diesel.
Je pense surtout qu'il faut agir de manière telle que le diesel ne soit plus un carburant préféré à l'essence. Les pneumologues et les oncologues demandent de ne plus privilégier l'usage de ce carburant. Il importe alors de diminuer le nombre de voitures en circulation, plus particulièrement celles qui utilisent le diesel.
Lors de vos réflexions et du travail que vous allez entreprendre, il faudra vous pencher sur la nécessité de diminuer le nombre des voitures de société ainsi que, via les outils fiscaux, d'en stopper l'attractivité, surtout concernant les véhicules roulant au diesel.
Enfin, vous pouvez prendre des mesures pour soutenir et rendre plus favorable l'utilisation des transports en commun, des modes de transport doux (à pied, en vélo) pour se rendre au travail ou se déplacer.
Il entre dans vos attributions de prendre des mesures judicieuses tant pour l'environnement que pour la santé de nos concitoyens.
Het incident is gesloten.
- M. Benoît Dispa au ministre des Finances sur "les retards de remboursement par le fisc dus à la 6e réforme de l'État" (n° P0397)
- M. Roel Deseyn au ministre des Finances sur "les difficultés de remboursement par le SPF Finances" (n° P0398)
- de heer Benoît Dispa aan de minister van Financiën over "de laattijdige terugbetalingen door de fiscus als gevolg van de zesde Staatshervorming" (nr. P0397)
- de heer Roel Deseyn aan de minister van Financiën over "de terugbetalingsmoeilijkheden bij de FOD Financiën" (nr. P0398)
07.01 Benoît Dispa (cdH): Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, la plupart de nos concitoyens n'ont pas encore reçu la déclaration d'impôts qu'ils doivent compléter que, dès à présent, ils apprennent que le remboursement de ce qu'ils ont payé en trop n'interviendra qu'avec beaucoup de retard, puisque le porte-parole de votre département a confirmé qu'effectivement, pour d'obscures raisons que vous voudrez peut-être nous expliquer, ce remboursement n'interviendra pas en temps et en heure.
Dans le même temps, on apprend d'ailleurs que le contrôle budgétaire qui s'annonçait difficile, au fil du temps, risque de l'être de moins en moins. On parlait d'un déficit à combler d'1,2 milliard et là maintenant, peut-être à la faveur de ce retard, avez-vous déjà récupéré 200 millions, puisque c'est le chiffre qui circule dans la presse et qui serait le montant que l'État pourrait économiser sur le dos des contribuables. Et 200 millions, par rapport à 1,2 milliard, ce n'est évidemment pas insignifiant, sauf que c'est malheureusement sur le dos des citoyens.
Monsieur le ministre, confirmez-vous les retards dont votre porte-parole a fait état, tant en ce qui concerne l'enrôlement que surtout le remboursement du trop perçu? Quels sont les facteurs explicatifs que vous pouvez donner pour expliquer et justifier ce retard? Enfin, monsieur le ministre, voulez-vous bien estimer le bénéfice que l'État fédéral va réaliser à la faveur de ce retard dans le remboursement, au détriment de nos concitoyens?
07.02 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik spreek over hetzelfde thema, maar met een volledig ander opschrift. De collega wijt de terugbetalingsproblemen bij de FOD Financiën aan de staatshervorming, maar volgens mij mag men de woorden “te wijten aan de staatshervorming” weglaten. De vraag is immers of het iets te maken heeft met de staatshervorming — de terugbetalingen voor dit jaar en de rekeningen voor 2014 in elk geval niet.
Nu vindt inderdaad de uitrol van een nieuw softwaresysteem plaats, niet met nieuwe feiten, maar met feiten die wij al anderhalf jaar kennen. Enkele parameters moeten inderdaad door de Gewesten en de Gemeenschappen worden geleverd. Uit de contacten die ik had met de FOD Financiën blijkt echter niet dat men de eventuele vertraging in het najaar louter aan de programmering kan wijten. Het calculatiemodel is immers zo robuust dat het vrij gemakkelijk kan worden aangepast en dat het op voorhand kan testdraaien. Daar ligt het paard dus niet gebonden.
Daarom zou het goed zijn, mijnheer de minister, dat wij deze namiddag de ware toedracht van het verhaal horen. Kunt u ons bevestigen dat het eigenlijk niets te maken heeft met de uitrol van de zesde staatshervorming op zich en dat de diensten, zeker de stafdienst Informatica, van de FOD Financiën bijzonder goed georganiseerd zijn om dergelijke schommelingen in de modellen op te vangen?
Men mag immers niet vergeten dat men gaat lenen bij de burger. In het regeerakkoord staat dat de regering een snelle betaler van facturen wilt zijn. Dat argument moet ook opgaan als wij lenen bij de burger. Uiteindelijk is het dat wat wij doen, ongevraagd lenen, als wij de belastingteruggaven eventueel wat inhouden. Budgettair is dat natuurlijk zeer interessant. Als wij echter zeggen dat de fiscaliteit ook een gedragssturend effect heeft — voor wat wij beslissen en voor wat de Gewesten beslissen inzake energie, beveiliging of milieuheffingen — dan is het goed dat men ook de financiële return op korte termijn ziet en dat men vrij snel het cumulatief effect van de investeringen of van het gedragssturend effect ziet dat wij hebben beoogd. Ik kijk uit naar uw antwoord.
07.03 Minister Johan Van Overtveldt: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dispa, mijnheer Deseyn, uit de informatie die de FOD Financiën mij aangereikt heeft omtrent de door u beiden gestelde vragen, blijkt inderdaad dat de uitrol van de zesde staatshervorming een vertragend, vermoedelijk eenmalig effect heeft op het tempo van de inkohieringen.
De nieuwe financieringswet wordt voor het aanslagjaar 2015 voor de eerste maal toegepast. Dit zal een belangrijke impact hebben op de aangifte, op Tax-on-web, maar nog veel uitdrukkelijker op de berekening van de personenbelasting en de innings- en comptabiliteitsprogramma’s, die voortaan een verdeling zullen moeten maken van alle gestorte sommen over de federale en gewestelijke overheden.
Cela requiert d'importantes modifications dans les systèmes informatiques du département des Finances. C'est la raison pour laquelle il est tenu compte d'un retard présumé dans les enrôlements. À l'heure actuelle, l'impact est estimé à 200 millions d'euros.
Naar verwachting is dit eenmalig en kan het in de toekomst rechtgezet worden. Dit heeft geen impact op de nodige structurele bijsturing voor de begroting 2015, omdat het daar, zoals aangegeven, inderdaad over het structureel saldo gaat, dat niet alleen sociaal-economisch de meest zinvolle parameter is, maar dat ook in de discussies met Europa het begrotingssaldo is waarover het uiteindelijk gaat.
07.04 Benoît Dispa (cdH): Monsieur le ministre, je vous avoue que les explications que vous nous donnez me laissent vraiment sceptique. Vous invoquez des problèmes techniques liés à l'informatique. Vous invoquez aussi la sixième réforme de l'État, qui a été votée voici près d'un an! Nos concitoyens ne peuvent pas admettre qu'une réforme de l'État se fasse à leur détriment et sur leur compte. Près d'un an plus tard, nous en sommes toujours à en assumer les conséquences sans être en mesure de remédier aux problèmes.
Je pense que vous devez faire preuve d'autorité à l'égard de votre département et exiger que ce retard soit résorbé au plus vite. Sinon, il faudra se demander si les mesures d'économies auxquelles votre département est contraint ne l'empêchent pas d'assumer sa mission correctement et s'il n'est pas dans l'incapacité de rembourser, ce qui est la moindre des choses, le trop-perçu au contribuable.
Dans la déclaration de politique gouvernementale, on trouve à foison les mots équité, stabilité, simplicité, transparence, efficacité, efficience et même respect du contribuable. Très honnêtement, nous en sommes très loin ici! Le fait de manquer à ces principes élémentaires de bonne gestion est extrêmement regrettable.
Monsieur le ministre, votre parti ne cesse de dire qu'il n'est pas favorable à de nouveaux impôts, à de nouvelles recettes. En l'occurrence, il s'agit de 200 millions qui tombent dans l'escarcelle de l'État; cela s'apparente, à mes yeux, à un impôt qui ne dit pas son nom, un impôt déguisé puisque cette recette vient directement de la poche de nos concitoyens.
07.05 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Mevrouw de fractieleider van het cdH, ik moet ter zake onwillekeurig denken aan de modelstaat, waarnaar wij nog altijd moeten streven. Het antwoord zou immers uit twee werkwoorden kunnen bestaan, namelijk anticiperen en testen.
Mijnheer de minister, u merkt op dat er een eenmalig vertragend effect zal zijn. Op een bepaald moment moet er derhalve ook de moed zijn om tot een eenmalig versnellend effect over te gaan. Zodra de aangiften binnenkomen, moeten er snelle inkohieringen zijn. Dat zal begrotingstechnisch één jaar lastig zijn. Misschien moeten wij de minister van Begroting maar eens over de kwestie ondervragen.
Het is een feit dat de rek beperkt is. Ik heb een groot vertrouwen in de doeltreffendheid van de diensten. Nu gaat men naar terugbetalingen die zich al uitstrekken tot eind april of eind mei. Op de duur zullen zij na de volgende aangifte geschieden. De rek is dus vrij beperkt. Ik hoop dan ook met veel optimisme dat u samen met de FOD Financiën in de komende weken de testfase zult afdwingen, zodat een en ander toch niet zo’n vaart zal lopen als vandaag wordt beweerd.
Het incident is gesloten.
- M. Philippe Pivin au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la lutte contre la fraude sociale et l'obstruction de certains CPAS" (n° P0399)
- M. Egbert Lachaert au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, sur "la levée du secret professionnel pour les assistants sociaux, les conseillers et les présidents des CPAS en cas de 'soupçon sérieux de fraude'" (n° P0400)
- de heer Philippe Pivin aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de bestrijding van de sociale fraude en de tegenwerkingen door een aantal OCMW's" (nr. P0399)
- de heer Egbert Lachaert aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, over "de opheffing van het beroepsgeheim van OCMW-maatschappelijk werkers, -raadsleden en -voorzitters bij 'ernstige vermoedens van fraude'" (nr. P0400)
08.01 Philippe Pivin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, tout comme vous, j'ai pris connaissance des déclarations faites par le Collège des procureurs généraux, il y a quelques jours, selon lesquelles ils sont, de même que les inspecteurs du travail, confrontés à des difficultés concernant la lutte contre la fraude sociale et donc les infractions prévues par le Code pénal social belge.
En effet, il semble que certains CPAS entravent le travail d'enquête des inspecteurs du travail. C'est déjà interpellant. Ce l'est encore plus à la lumière des déclarations, dès le lendemain, d'un ministre régional wallon selon lequel les assistants sociaux peuvent, très normalement, faire de l'obstruction au travail d'enquête des inspecteurs et ajoutant qu'il faudrait qu'on arrête de droitiser la politique de lutte contre la fraude sociale.
Cela m'inquiète pour deux raisons. La première, c'est que nous avons une législation sociale, nous sommes dans un État de droit, mais j'ignorais que l'on pouvait droitiser des législations ni d'ailleurs les gauchiser. Pour moi, on doit les appliquer! Point! La seconde, c'est l'amalgame que l'on effectue en réalité en disant qu'il faut favoriser une lutte plutôt qu'une autre. À nos yeux, toutes les fraudes doivent être combattues. Elles sont toutes sur un même plan. D'ailleurs, ici, le gouvernement leur accorde à chacune la même importance en affectant un secrétaire d'État à chacun des deux secteurs: fraude sociale, fraude fiscale.
Monsieur le secrétaire d'État, avez-vous pu prendre connaissance du rapport des procureurs généraux concernant cette question? Comptez-vous rencontrer le Collège des procureurs afin de périmétrer, en quelque sorte, les informations qui sont du ressort du secret professionnel des assistants sociaux et donc de pouvoir adresser les directives nécessaires aux CPAS? Quelles initiatives pouvez-vous prendre pour soutenir le travail des enquêteurs au sein des CPAS? Cette problématique doit-elle, selon vous, figurer à l'agenda d'un prochain comité de concertation considérant les propos plus qu'étonnants du gouvernement wallon en cette matière?
08.02 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, zoals collega Pivin reeds heeft aangestipt, is er deze week enige animositeit ontstaan naar aanleiding van een rapport van het College van procureurs-generaal. Zij zeggen dat er voor hen een probleem is bij het optreden in de onderzoeken naar sociale fraude omdat sommige OCMW’s niet constructief meewerken aan strafonderzoeken die door de auditoraten worden ingesteld.
Ik heb ook gelezen dat uw Vlaamse collega, Liesbeth Homans, heeft gezegd dat zij contact met u zou opnemen om een betere medewerking te krijgen van de OCMW’s in het kader van onderzoeken. Er bestaat heel wat onduidelijkheid over die materie. Ik heb ook het persbericht van de VVSG gelezen, die zegt dat de openbare besturen wel constructief meewerken aan dergelijke fraudeonderzoeken, maar dat de wet nu eenmaal niet altijd duidelijk is. Waar begint en eindigt het beroepsgeheim? Bij vermoedens van ernstige fraude moet men spontaan meewerken aan een onderzoek. De vraag is of men dat al dan niet doet. Niet in ieder OCMW blijkt alles even goed geregeld te zijn.
De reactie van de
VVSG is één zaak, maar ik heb ook nog eens op de website van de VVSG gekeken en
daar, tot mijn verbazing, een document uit 2009 teruggevonden, waarin men zegt,
over vreemdelingen, dat het beroepsgeheim heilig is en dat het meedelen van
informatie aan derden eigenlijk niet kan. Dat gaat vrij ver. Het is een oude
nota, maar daaraan ziet men dat er voor de OCMW’s tegenstrijdige meningen en
instructies bestaan over wat zij al dan niet kunnen doen.
Ik verwijs ook nog
naar een initiatief van een van onze voormalige Parlementsleden, de Gentse
OCMW-voorzitter Geert Versnick, die in de vorige legislatuur een akkoord heeft
gesloten met het arbeidsauditoraat om goede afspraken te maken tussen de
sociale diensten, het OCMW en het auditoraat over de uitwisseling van
informatie. Ik meen dat dit de goede praktijk is.
Mijnheer de
staatssecretaris, steunt u dat soort praktijken? Hebt u inmiddels overleg gehad
met de regionale collega’s over die materie? Wat is daar precies uitgekomen?
Wat kunt u doen? Wat valt er binnen uw bevoegdheden? Wat valt er binnen de
bevoegdheden van anderen?
08.03 Staatssecretaris Bart Tommelein: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Lachaert, u verwijst naar het verslag van het College van procureurs-generaal dat melding maakt van de door u geschetste problematiek.
Het betreft een gevoelig thema. Zoals u weet, zijn OCMW-medewerkers tot geheimhouding verplicht ingevolge de OCMW-wetgeving.
Ik denk dat niemand in twijfel trekt dat de vertrouwensband tussen een cliënt en een hulpverlener essentieel is.
En outre, j'estime aussi qu'une collaboration étroite avec l'Auditorat du travail est essentielle. Il me semble donc indiqué que les travailleurs des CPAS collaborent à une enquête judiciaire. La question du secret professionnel ressortit principalement aux Communautés.
Daarnaast zijn er uiteraard tal van raakvlakken met andere bevoegdheidsdomeinen, met name Maatschappelijke Integratie, waarbij de OCMW-wetgeving een bevoegdheid van collega Borsus is, Armoedebestrijding, een bevoegdheid van collega Sleurs, en Justitie, meer bepaald het Strafwetboek, waarvoor minister Geens bevoegd is. Uiteraard zijn ook de OCMW’s zelf bevoegd, wat zowel een federale als een regionale bevoegdheid is. Mijn eigen bevoegdheden Sociale Fraude en Privacy spelen ook mee.
Een van de oplossingen zou erin kunnen bestaan om bij ernstige vermoedens van fraude het beroepsgeheim van OCMW-medewerkers te kunnen opheffen. Ik ben er voorstander van om die problematiek te bespreken met alle actoren en met alle betrokken collega’s, dus zowel de collega’s Borsus, Sleurs en Geens als de collega’s van de regio’s, van de VVSG en enkele centrumsteden, tijdens een rondetafel over sociale fraude bij OCMW’s. Mogelijk zijn er ook andere oplossingen.
Mon objectif, dans l'organisation des tables rondes, est en effet d'aboutir à des mesures politiques logiques et efficaces, soutenues par les différents secteurs. Il s'agit de collecter les bonnes pratiques et les méthodes d'excellence, ainsi que de soumettre des propositions d'amélioration.
Je sais qu'à Anvers et à Gand, il existe de bons accords avec les auditeurs du travail. Cela pourrait servir d'exemple à d'autres CPAS.
08.04 Philippe Pivin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour ces réponses que j'espérais.
L'article 29 du Code d'instruction criminelle sur l'obligation des fonctionnaires de dénoncer des actes délictueux est peut-être à réexaminer. D'autres initiatives pourraient être prises par ce parlement. Dans cette perspective, nous proposons, avec notre chef de groupe, de demander en commission une audition du Collège des procureurs généraux afin d'expliciter cette thématique. Nous pourrons de la sorte conduire une réflexion à ce sujet.
08.05 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, het is een cruciaal thema. De OCMW’s hebben een belangrijke taak. Zij vormen het laatste vangnet van ons sociaal systeem. Er kan echter natuurlijk geen misbruik worden gemaakt van de beschikbare middelen. Zij moeten echt naar de mensen gaan die ze nodig hebben. Wij moeten dan ook in staat zijn om wantoestanden op te sporen.
Een duidelijk kader ontbreekt vandaag. Dat heeft het College van procureurs-generaal aangegeven. Ofwel moet het kader worden aangepast, ofwel moet het worden verduidelijkt. Ik hoop dat dit uit de rondetafels kan blijken en dat er suggesties worden gedaan. De suggestie van de collega om het College van procureurs-generaal te horen, lijkt mij in ieder geval te steunen.
De OCMW’s worden af en toe geconfronteerd met gevallen van sociale fraude, maar beschikken vandaag niet over een duidelijk kader en instructies. Zij zouden soms kunnen leren van de good practices van anderen. Wat bijvoorbeeld Gent heeft gedaan, is een good practice die moet worden veralgemeend. Ik hoop dat dit uit de rondetafels zal blijken en dat u de nodige initiatieven ter zake zult voortzetten om duidelijkheid te creëren voor de OCMW’s.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 maart 2015, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel (de heren Benoît Friart en Bert Wollants, mevrouw Leen Dierick en de heer Frank Wilrycx) tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de nadere regels betreffende een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt, nrs 974/1 tot 3, in te schrijven.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 mars 2015, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi (MM. Benoît Friart et Bert Wollants, Mme Leen Dierick et M. Frank Wilrycx) portant confirmation de l'arrêté royal du 2 avril 2014 établissant les modalités de la cotisation fédérale destinée au financement de certaines obligations de service public et des coûts liés à la régulation et au contrôle du marché du gaz naturel, nos 974/1 à 3.
De Conferentie van voorzitters stelt eveneens voor de benoeming van een raadsheer van de Nederlandse Kamer bij het Rekenhof, nr. 985/1, en de benoeming van de leden van het Controleorgaan op de politionele informatie, nr. 986/1, toe te voegen.
La Conférence des présidents propose également d’ajouter la nomination d’un conseiller de la Chambre néerlandaise à la Cour des comptes, n° 985/1, ainsi que la nomination des membres de l’Organe de contrôle de l’information policière, n° 986/1.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
10 Voorstel van resolutie betreffende de situatie in Burundi (722/1-8)
- Voorstel van resolutie over de toestand in Burundi (493/1-2)
10 Proposition de résolution concernant la situation au Burundi (722/1-8)
- Proposition de résolution relative à la situation au Burundi (493/1-2)
Voorstellen ingediend door:
Propositions déposées par:
- 722: Sarah Claerhout, Els
Van Hoof, Nahima Lanjri, Stefaan Vercamer, Kattrin Jadin, Peter Luykx, An
Capoen, Tim Vandenput, Nele Lijnen
- 493: Stéphane Crusnière, Philippe Blanchart, Gwenaëlle Grovonius
Ik stel u voor een enkele bespreking aan
deze twee voorstellen van resolutie te wijden. (Instemming)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux propositions de résolution. (Assentiment)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (722/7)
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (722/7)
10.01 Rita Bellens, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, op 10 maart heeft de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen het voorstel van resolutie betreffende de situatie in Burundi besproken. Er waren twee voorstellen: een voorstel van de heren Crusnière en Blanchart en van mevrouw Grovonius, en een voorstel van mevrouw Claerhout, mevrouw Van Hoof, mevrouw Lanjri, de heer Vercamer, mevrouw Jadin, de heer Luykx, mevrouw Capoen, de heer Vandenput en mevrouw Lijnen. Er werd besloten om op basis van het laatstgenoemde voorstel voort te werken.
De hoofdindieners wijzen op het belang van de resolutie, niet alleen voor Burundi, maar in een ruimer kader, voor de politieke situatie in de regio van de Grote Meren. In 2015 zijn er presidentsverkiezingen in Burundi, een jaar later in Congo en nog een jaar later, in 2017, in Rwanda. In elk van die landen wil men de grondwet creatief interpreteren of zelfs aanpassen. We krijgen signalen dat zich in de aanloop naar de verkiezingen een aantal onrustwekkende ontwikkelingen tegenover de politieke oppositie en het middenveld voordoen. Vertegenwoordigers van de media en mensenrechtenactivisten worden bedreigd of gearresteerd. Ook laat de onafhankelijkheid van politie en justitie veel te wensen over.
De bedoeling van het voorstel van resolutie is volgens de indieners om aan de Burundese overheid een aantal sterke signalen te richten: het respecteren van de mensenrechten, het respecteren van de vredesakkoorden van Arusha, de verdere democratisering van het politiek proces en het belang van stabiliteit in het land en de gehele regio.
Bij de algemene bespreking vraagt onder andere collega Capoen om de Burundese overheid uitdrukkelijk aan te sporen de Arusha-akkoorden te respecteren. Zij verklaart zich tevreden met het feit dat de tweede schijf van de Belgische verkiezingsfinanciering wordt gekoppeld aan voorwaarden. Collega Crusnière betreurt de soms paternalistische aanpak, door in diverse verzoeken in sancties te voorzien. Voor collega Van der Maelen komt het voorstel als geroepen, maar hij wenst dat de Kamer van volksvertegenwoordigers zich onthoudt van elke vorm van paternalisme.
Ik zal u niet met alle amendementen en stemmingen vervelen. Er kwamen nog enkele aanpassingen, met verwijzingen naar resoluties van het Europees Parlement, naar rapporten van Human Rights Watch over standrechtelijke executies door het Burundese leger en naar persberichten van de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken naar aanleiding van het bezoek aan de regio. Uiteindelijk werd de tekst goedgekeurd met twaalf stemmen voor bij één onthouding.
De voorzitter: Collega’s, ik bedank mevrouw Bellens en ik feliciteer
haar met haar maidenspeech. (Applaus)
10.02 Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, chers collègues, le Burundi est un partenaire essentiel de notre coopération et plus largement, de notre diplomatie bilatérale. C'est un pays tellement important que mon groupe était l'auteur d'un texte sur celui-ci publié bien avant celui qui est soumis aujourd'hui à notre vote par la majorité, loi du plus fort oblige.
C'est dans ce contexte qu'avant toute chose, j'aimerais pouvoir corriger le rapport de ma collègue, Rita Bellens. En effet, le rapport omet de signaler pourquoi mon groupe a panaché son vote en commission, ma collègue Ben Hamou ayant voté en faveur de ce texte et moi-même m'étant abstenu sur le vote final. Bien évidemment, le groupe PS soutient les grandes lignes de cette proposition. Je me suis abstenu tant l'attitude de cette majorité vis-à-vis de l'opposition sur cette résolution, et plus largement sur les thèmes internationaux, est scandaleuse.
En effet, il était de tradition au sein de notre commission que sur de grands enjeux internationaux, au-delà des clivages opposition-majorité, nous puissions trouver de grandes orientations communes. Cette majorité a mis fin à cette longue tradition, alors que j'avais pourtant fait un pas constructif en acceptant de travailler sur ce texte et non sur le mien qui, pourtant, avait l'antériorité.
J'ai donc déposé des amendements que je pensais constructifs, également en introduisant toute une série de notions absentes de ce texte qui pourtant sont cruciales à nos yeux, telles que: assurer la tenue effective et transparente des futurs scrutins de ce pays; souligner l'important travail du Fonds belge pour la sécurité alimentaire dans ce pays, un fonds qui, je vous le rappelle, est dirigé par le Parlement lui-même et, plus largement, la question de la lutte contre la faim; soutenir également la société civile burundaise dans l'important travail pédagogique qu'elle mène auprès de la population burundaise dans le cadre de ces élections; enfin, si d'éventuelles sanctions devaient être prises, veiller à ce que celles-ci ne portent pas atteinte aux populations aidées.
Chers collègues, tous ces amendements ont tout bonnement été rejetés par la majorité, sans même aucun débat, marquant un hermétisme le plus total aux contributions de l'opposition.
Ces considérations faites, penchons-nous maintenant sur le fond de ce texte, sur les constats qu'il pose et les demandes qu'il formule. Le groupe PS a toujours souligné l'importance capitale de l'Afrique Centrale, et donc du Burundi notamment, dans l'agenda international et dans l'action diplomatique de la Belgique, tant sur le plan gouvernemental, européen et international que sur le plan parlementaire, notamment via l'Union interparlementaire.
Pour rappel, le Burundi, pays partenaire de la coopération belge au développement, est l'un des cinq pays les plus pauvres du monde en termes de PIB. Ce pays doit faire face à des problèmes de malnutrition chronique: un Burundais sur deux souffre de malnutrition. Une mission parlementaire du groupe de travail du Fonds belge de sécurité alimentaire avait d'ailleurs été menée dans ce pays en 2013 sous la présidence de M. Christophe Lacroix.
Les résolutions débattues aujourd'hui prennent tout leur sens quand on sait que la Belgique est un des plus importants bailleurs en matière d'aide bilatérale de ce pays partenaire, et cela, notamment dans le contexte du financement des scrutins cruciaux à venir.
Suite aux élections de 2010, le parti présidentiel a obtenu une confortable majorité. Et pour cause, les partis de l'opposition avaient décidé de ne pas participer au scrutin afin de dénoncer les multiples fraudes.
À l'heure actuelle, le président en exercice n'a pas encore annoncé clairement ses intentions. Or, l'hypothèse d'un troisième mandat pour le président M. Nkurunziza est source d'importantes tensions. Pour les opposants au président, ce troisième mandat serait inconstitutionnel étant donné que la Constitution prévoit une seule réélection, alors que M. Nkurunziza exerce la présidence depuis 2005. Dans le camp du parti présidentiel, on estime qu'étant donné que le président actuel ne s'est pas fait élire pour la première fois démocratiquement en 2010, il peut donc se représenter en 2015 pour un dernier mandat.
En février dernier, une campagne citoyenne "Halte à un troisième mandat" qui regroupe actuellement 304 associations de la société civile, a demandé au président d'annoncer clairement son intention ou non de se présenter pour ce troisième mandat. Cet appel n'a pas reçu l'écho souhaité. Face au parti de la majorité, les partis d'opposition ligués en deux formations connaissent toutes les peines du monde à adopter une stratégie commune. À cela s'ajoute l'impossibilité de trouver un candidat commun derrière lequel tous les partis d'opposition pourraient se rassembler.
Pour mon groupe, cependant, sur ce point, le texte est lacunaire sur plusieurs aspects. Tout d'abord, les points traitant des élections sont marqués par un très fort paternalisme. Or, j'en suis intimement convaincu, la première solution à la situation politique, socioéconomique et des droits de l'homme ainsi qu'à la tenue d'un processus électoral transparent et inclusif doit venir de la société burundaise elle-même, avec l'appui de la communauté internationale.
Une société civile qu'il nous revient donc de soutenir pleinement dans son rôle de formation et d'information. Ensuite, le but doit rester que la Belgique et les autres bailleurs de fonds puissent contribuer de manière constructive à la bonne tenue du processus électoral.
S'il est normal que les conditions d'octroi d'une aide financière soient posées, il ne s'agit pas pour autant d'utiliser des conditions pour justifier des économies au sein du budget de la Coopération. Et là, le point 6 du dispositif soulève pour moi de nombreuses questions.
Au-delà de la situation politique qui est donc très tendue, la question du respect des droits et des libertés fondamentales se pose très clairement dans ce pays. Plusieurs lois y ont en effet restreint les libertés d'association, de manifestation et d'expression.
Depuis plusieurs mois, des journalistes et des membres d'ONG ont été inquiétés et emprisonnés parce qu'ils s'étaient opposés au régime en place. Ce fut notamment le cas de Pierre Claver Mbonimpa qui fut emprisonné après avoir dénoncé l'envoi en RDC de la ligue des jeunes du parti au pouvoir pour suivre un entraînement militaire. Plus récemment, le responsable de la radio publique africaine, M. Rugurika, a été arrêté et emprisonné de manière arbitraire après avoir mené une enquête suite à la mort de trois religieuses à Bujumbura.
La section UIP Belgique-Burundi, sous la présidence socialiste, dont je suis membre, n'a d'ailleurs pas manqué de convoquer l'ambassadeur burundais pour faire le point sur cette situation et le Parlement européen s'est lui aussi inquiété de cette situation via l'adoption d'une résolution.
Mes chers collègues, vous pouvez le constater comme moi, le contexte général reste tendu et peu favorable à la tenue d'un cycle de trois élections dans les meilleures conditions. Chacun a le sentiment que le calme relatif actuel pourrait très vite être mis à mal et déboucher sur une situation dangereuse à l'échelle de ce pays partenaire, voire de la région.
Il est dès lors indispensable d'encourager toutes les bonnes volontés, tant au niveau des forces vives civiles et politiques burundaises que de la communauté internationale et donc de l'Union européenne et aussi de la Belgique. Nous devons accompagner au mieux les autorités burundaises et la société civile dans la préparation, l'organisation et le déroulement de ces trois élections. Les missions d'observation de l'Union européenne et des Nations unies prendront tout leur sens.
Or, je trouve que ce texte, sans nos amendements, est lacunaire, préférant se concentrer sur la question de la conditionnalité des sanctions. Il est probablement important de préparer ces élections. Le droit de vote est obligatoire au Burundi. Il est donc essentiel que la population soit informée de l'importance et des enjeux de ce scrutin. Une partie de la population est illettrée et est donc très facilement manipulable. Un travail important doit être fait dans ce sens par la communauté internationale et par l'Union européenne afin d'épauler les organisations de la société civile.
10.03 Jean-Jacques Flahaux (MR): Je suis assez d'accord avec les propos de M. Crusnière, mais je ne peux pas accepter ce qui n'est pas une vérité, à savoir que la majorité n'accepterait pas d'écouter la minorité. Que du contraire! Et vous le savez bien. Pas plus tard que cette semaine encore, en commission des Relations extérieures, nous avons pris en compte un de vos amendements; je pense que ce fut aussi le cas pour la problématique du Burundi.
10.04 Stéphane Crusnière (PS): Monsieur Flahaux, vous avez tout à fait raison. Je reconnais que cette semaine-ci, effectivement, sur un point bien précis, vous avez accepté notre amendement. Mais je le redis, dans le cadre de la discussion que nous avons eue sur le Burundi, nous avions effectué sur cette résolution toute une série d'amendements constructifs et pas du tout polémiques. Or je regrette que, malheureusement, nous n'ayons pu discuter à aucun moment de ces points-là. Nous avons vu le vote auquel cela a conduit.
Je vous remercie encore de l'ouverture qui a eu lieu hier en commission, mais sur ce texte-là, je regrette qu'il n'y en ait pas plus. Vous pourrez revoir vos positions aujourd'hui, puisque j'ai redéposé les amendements. Nous aurons l'occasion d'en discuter et vous aurez donc l'occasion de continuer à faire preuve d'ouverture et de voter ces amendements, aujourd'hui, en séance plénière.
Il sera essentiel de veiller au bon déroulement des scrutins. Il est important que tous les acteurs mettent un point d'honneur à ce que les trois élections soient inclusives, libres et transparentes. Lors de l'enrôlement des électeurs en décembre dernier, des fraudes avaient été constatées, ce qui a provoqué la colère des partis de l'opposition. Les différents acteurs avaient fini par rouvrir la procédure d'enrôlement, pour permettre aux citoyens qui n'avaient pas eu l'occasion de s'inscrire de le faire.
Dans ce contexte électoral, c'est donc avec force que mon groupe soutient tout particulièrement le point 5 des conclusions du Conseil des Affaires étrangères de l'Union européenne, pour qui "le soutien de l'Union européenne au processus électoral par la présence de cette mission d'observation et par son appui financier ne peut se concevoir que dans le cadre d'une compétition électorale inclusive et transparente, ouverte de manière équitable à tous les partis et acteurs politiques".
C'est d'ailleurs pour ce faire que j'ai déposé un amendement reprenant ces conclusions. Je ne doute pas, vu ce que vient de dire M. Flahaux, que vous lui réserverez un accueil favorable, puisque ces conclusions ont été endossées par le gouvernement belge.
De même, en septembre dernier, le Parlement européen a adopté une résolution commune concernant la situation au Burundi. Dans cette résolution, le Parlement européen demandait notamment au gouvernement burundais d'ouvrir l'espace politique et de mettre fin aux arrestations arbitraires des militants de la société civile et des journalistes, et aux exactions commises par les Imbonerakure qui menacent à long terme la stabilité de la région.
Je suis dès lors convaincu, monsieur le président, que notre Assemblée, doit prendre elle aussi, au-delà de l'adoption de ce texte, des initiatives concrètes et positives vis-à-vis de l'Afrique centrale et du Burundi. Nous devons continuer pleinement à activer les sections de l'European Innovation Partnership (EIP) et de l'Association des parlementaires européens pour l'Afrique (AWEPA). Notre Assemblée doit aussi examiner ce qu'il est possible de faire avec volontarisme en termes de collaborations entre nos parlements, par exemple, entre nos fonctionnaires, et peut-être organiser une mission d'observation électorale.
J'espère donc que cette région sera au centre de vos préoccupations, monsieur le président, dans les mois à venir. Les demandes 11 et 25 du dispositif s'adressent en effet autant à notre Assemblée qu'au gouvernement. Prenons donc nos responsabilités!
Le texte qui nous est soumis aujourd'hui intègre une partie des préoccupations dans le long terme puisqu'il se base notamment sur la résolution adoptée au Sénat, résolution de ma collègue Marie Arena. Cependant, comme je l'ai déjà dit, si plusieurs aspects manquent aux yeux de mon groupe – la lutte contre la faim, les sanctions éventuelles ne touchant pas aux populations, la loi sur l'homosexualité –, le texte de la majorité permet d'aborder d'importantes thématiques en relayant les positions du Parlement européen que mon groupe soutient pleinement. Je pense ainsi à la question inquiétante de la militarisation des jeunes dans la région et des exactions inacceptables. Je pense aussi à nos inquiétudes au regard de plusieurs intimidations, inculpations vis-à-vis des défenseurs des droits de l'homme et des lois qui répriment les libertés et musellent la presse.
En écrivant la résolution de mon groupe, je voulais souligner à quel point il est important que notre Assemblée soutienne et relaie des demandes formulées dans la résolution du Parlement européen vis-à-vis de ce pays partenaire central de notre diplomatie bilatérale. Il est en effet primordial que la situation interne du Burundi fasse l'objet de toutes les attentions, en ce compris après la période électorale de 2015. La communauté internationale, l'Union européenne et la Belgique en particulier doivent définir une politique diplomatique claire, transparente, inscrite dans la durée envers le Burundi et, plus largement, envers la région.
Il ne s'agit pas de laisser le Burundi à son
propre sort avant, pendant mais aussi à l'issue du triple scrutin car ce
seraient les populations qui en pâtiraient. Nous devons continuer à les
accompagner dans la lutte contre la faim, dans la défense de l'exercice de
leurs droits et de leurs libertés fondamentales, dans un partenariat riche et
non dans une démarche strictement conditionnée qui reviendrait en fait à
justifier des coupes budgétaires qui seraient décidées par ce gouvernement en
matière de développement ou de diplomatie préventive.
Pour toutes ces raisons, mon groupe soutiendra ce texte mais, pour ma part, comme en commission, je me réserve le droit de m'abstenir symboliquement en fonction du soutien qui sera apporté à nos amendements, notamment sur la question de la lutte contre la faim ou les sanctions ne touchant pas la population.
10.05 An Capoen (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, als mede-ondertekenaar namens de N-VA-fractie zal ik een korte uiteenzetting geven over de voorliggende resolutie.
De N-VA-fractie steunt de resolutie om verschillende redenen, die deels reeds door de sprekers vóór mij zijn aangehaald en die straks tijdens de uiteenzetting van mevrouw Claerhout uitgebreider aan bod zullen komen.
Er staan een groot aantal belangrijke gebeurtenissen op til in Centraal-Afrika. Ik denk onder meer aan de presidentsverkiezingen in Burundi maar ook in Congo en Rwanda, niet toevallig ook de landen waar de tweede ambtstermijn van de president erop zit.
De voorbije maanden zijn er echter ook heel wat zorgwekkende ontwikkelingen geweest in Burundi. Denk maar aan het goedkeuren van de nieuwe perswet in 2013, aan de gewelddadige acties van de Imbonerakure, aan de arrestatie van onder anderen Pierre Claver Mbonimpa en aan talrijke andere flagrante schendingen van de mensenrechten in de aanloop naar de presidentsverkiezingen.
Daarom steunen wij de resolutie ten volle. Wij roepen de Burundese autoriteiten op tot dialoog, met respect voor de Arusha-akkoorden, de kieswetgeving en de grondwet.
Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.
Président: André Frédéric, vice-président.
De N-VA-fractie wil echter ook wijzen op de verantwoordelijkheid van de Burundese autoriteiten om de verkiezingen tot een goed einde te brengen. Wij willen ook wijzen op de verantwoordelijkheid van de federale overheid, om het verkiezingsproces te ondersteunen, zonder daarom te verzaken aan onze plicht om kritisch te blijven.
Daarom is het goed dat onder andere de tweede schijf van de verkiezingsfinanciering wordt gekoppeld aan de uitvoering van de voorwaarden, gebaseerd op onder andere de Feuille de route. Daarom ook hadden wij graag gezien dat in nieuwe samenwerkingsprogramma’s aandacht wordt geschonken aan mensenrechten en goed bestuur, alsook aan het tijdig opstellen van de beloofde beleidsnota Grote Meren, zoals door de regering reeds werd beloofd.
10.06 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, nous allons voter cet après-midi une résolution concernant le Burundi et ce, à un moment important de l'histoire de ce pays. Nous devons, en effet, rester réalistes: la politique burundaise se fait par les Burundais et nous devons nous prémunir de toute tendance tutorale ou encore moralisatrice.
Cependant, pour des raisons historiques, pour des raisons d'attache sentimentale et humaine vis-à-vis du peuple burundais, nous devons adopter un langage clair sur nos valeurs et nos principes, valeurs et principes que nous partageons avec le peuple burundais. Ce sont l'importance de l'État de droit, la liberté d'expression, la défense des droits de l'homme, la lutte contre la corruption, le développement socio-économique, le partage des richesses pour tous.
À la veille des élections, nous ne pouvons que déplorer la réduction de l'espace politique: les restrictions de la liberté de réunion, d'expression et les contraintes imposées aux médias. Nous nous devons aussi de dénoncer les questions relatives à l'indépendance de la justice. Qui se préoccupe de ce pays, de ce peuple, sinon quelques pays dont le nôtre?
Nous avons, à travers la politique du ministre De Croo, des projets ambitieux dans ce pays. Nous devons les mener à terme pour le bien-être de toute une population qui en a le besoin.
Monsieur le président, chers collègues, le Burundi a fait des progrès significatifs en surmontant les entraves, les défis légués par la guerre civile, mais la paix demeure malgré tout très fragile. La question des élections qui se tiendront d'ici quelques semaines, est au centre de notre résolution. Notre ministre des Affaires étrangères, Didier Reynders, sera évidemment très attentif au bon déroulement de celles-ci.
L'organisation d'élections crédibles, libres et démocratiques en 2015 est cruciale pour l'avenir du Burundi. Il est impératif que le processus électoral soit apaisé, inclusif, équitable et transparent. Il ne faut pas recourir à la violence mais s'engager pleinement dans un processus pacifique.
Or, que constate-t-on ces dernières semaines? L'arrestation d'un journaliste; le limogeage du chef des services secrets; l'exclusion des frondeurs de son parti; la mobilisation le 19 février dernier pour la libération du journaliste Bob Rugurika; la volonté de Pierre NKurunziza de se présenter pour un troisième mandat contre les stipulations de la Constitution; les reports successifs du Congrès du CNDD-FDD, qui doit désigner le candidat de la majorité; manifestations de l'opposition, puis de la majorité, au mois de février à l'approche des élections du 26 juin; libération de Bob Rugurika; rumeurs d'intervention des services secrets contre les frondeurs du parti présidentiel.
Faut-il que la rue oblige Nkurunziza à renoncer à se présenter, avec les cortèges de violences, de victimes, de saccages et de répressions qui s'ensuivent?
Faut-il l'intervention de l'armée, avec son chef providentiel, alors que les années de transition sont derrière le Burundi, un pays qui connaît désormais un régime civil normal après des décennies de violence?
Chers collègues, le Burundi s'est doté de balises sur lesquelles il doit baser sa politique:
- les accords d'Arusha, qui se situent au cœur de la stabilisation du pays;
- la Constitution, la feuille de route pour les élections;
- la toute récente déclaration des partis politiques visant à mener ces élections pacifiquement.
Ces fondements politiques et juridiques sont les conditions d'une bonne organisation du pays. Le pouvoir burundais, quel qu'il soit, doit les respecter.
Enfin, monsieur le ministre, nous devons rester vigilants face à la nécessité absolue de préserver la cohésion et l'unité de la société burundaise. Tous les débats qui la divisent sont dangereux, plus encore en cette période sensible. Il s'agit de rappeler aux acteurs politiques locaux qu'ils doivent faire prévaloir l'intérêt supérieur du pays, la consolidation de la paix, la recherche du consensus et l'apaisement et les placer au cœur de leurs actions.
Monsieur le président, le Mouvement réformateur, cosignataire de ce texte, votera évidemment cette résolution et restera attentif, notamment à travers les prochaines auditions sur l'Afrique centrale qui débuteront la semaine prochaine, à la vie politique burundaise et à l'avenir de son peuple.
10.07 Sarah Claerhout (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij hebben een resolutie uitgewerkt over de nakende verkiezingen in Burundi. Wij moeten deze resolutie echter in een ruimere context plaatsen. In de hele regio van de Grote Meren zijn er presidentsverkiezingen op til: dit jaar in Burundi, volgend jaar in de Democratische Republiek Congo en in 2017 in Rwanda.
In elk van deze landen komt de zittende president aan het einde van zijn tweede mandaat. Volgens de respectievelijke grondwetten en de afgesloten Arusha-akkoorden wordt het presidentschap beperkt tot twee mandaten. Wij zien echter initiatieven om de grondwet creatief te interpreteren of op dit punt aan te passen.
De spanningen nemen toe door deze onduidelijke situatie. Wij zien dan ook dat de druk op de vrije pers, op het civiele middenveld en op de politieke oppositie toeneemt.
Beste collega’s, met deze resolutie willen wij onze diepe bezorgdheid uiten over deze situatie. Wij willen ook onze regering oproepen proactief te werk te gaan. Burundi is het eerste land waar er verkiezingen op til zijn. Wat daar gebeurt, kan implicaties hebben op de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo en in Rwanda.
Tussen mei en augustus 2015 trekken de inwoners van Burundi naar de stembus. De huidige president, Nkurunziza, lid van de CNDD-FDD, komt aan het einde van zijn tweede ambtstermijn.
Wij hebben hierover een resolutie uitgewerkt omdat wij het aangewezen vinden dat België deze situatie in het bijzonder opvolgt en zijn verantwoordelijkheid opneemt. België moet de ambitie hebben een voortrekkersrol te spelen op internationaal vlak wat de regio van de Grote Meren in Centraal-Afrika betreft. Dit is immers een regio waarmee ons land historische banden heeft, waar wij veel contacten hebben en waarover wij veel expertise hebben opgebouwd.
Mijn partij heeft steeds haar schouders gezet onder een ambitieus beleid inzake Centraal-Afrika en zal dat blijven doen. Laten wij bovendien niet vergeten dat België de grootste bilaterale donor van Burundi is. In het verleden hebben wij al verschillende resoluties opgesteld die effectief een impact hebben gehad op de politieke situatie in Burundi, bijvoorbeeld de vrijlating van de mensenrechtenactivisten Mbonimpa en Rugurika.
Een duidelijk signaal van België kan een sterk drukkingsmiddel zijn. Daarom moeten wij benadrukken dat eerlijke verkiezingen in een veilige context en in lijn met de grondwet primordiaal zijn.
Ook de Europese Unie heeft parallel met onze discussie in de commissie de situatie in Burundi aangekaart. Vorige week heeft de Raad Buitenlandse Zaken van de EU zijn bezorgdheid geuit over de verkiezingssituatie in dat land. De Raad heeft daarbij het mogelijk derde mandaat van de president aangekaart en heeft besloten om volgende maand een observatiemissie van de EU uit te sturen.
Het mag duidelijk wezen, beste collega’s, momenteel lijken eerlijke en veilige verkiezingen in Burundi geen evidentie.
Ik wou nog een korte schets geven van de situatie, maar mijn collega’s zijn daarop in de vorige uiteenzettingen al uitgebreid ingegaan. Ik zal het dan ook kort houden.
Ik wil gewoon nog enkele voorbeelden geven. De mensenrechten staan onder druk, de intimidatie neemt toe en de overheid speelt daarin een rol. Men mengt zich in de oppositiepartijen om hen zwakker te maken en men tracht op verschillende manieren politieke tegenstanders te weren uit het verkiezingsproces. Ook de jeugdvleugel van de regeringspartij, de Imbonerakure, blijkt hier actief aan deel te nemen. Er heerst een cultuur van structurele straffeloosheid. De overheid en de veiligheidssector zijn daarbij betrokken en dat is zeer verontrustend.
Het is om al die redenen, beste collega’s, dat wij aan de federale regering vragen om stappen te zetten. De krachtlijnen van de resolutie die wij hebben opgesteld, zijn de volgende.
Ten eerste, wij willen erop aandringen dat onze regering een sterke politieke dialoog voert met de Burundese autoriteiten. De focus moet daarbij liggen op – ik geef een aantal punten uit de resolutie – het respect voor het goede verloop van de verkiezingen, het respecteren van de grondwet en de Arusha-akkoorden, het toezien op de inclusiviteit van het verkiezingsproces en op de onafhankelijkheid van de verkiezingsorganen en de veiligheidsdiensten.
Er moet ook worden gewezen op het belang dat België hecht aan inclusieve en transparante verkiezingen met respect voor de vrije meningsuiting. Wij willen ook dat, in overleg met de Burundese autoriteiten, het middenveld en de andere donoren, de tweede schijf van de Belgische verkiezingsfinanciering wordt gekoppeld aan het goede verloop van die verkiezingen.
Voorts wordt de Belgische regering in deze resolutie opgeroepen om grondig werk te maken van een strategische nota over onze socio-economische, culturele en politieke relaties met de landen in de regio van de Grote Meren. België moet ook in de Europese context een leidende rol spelen en helpen om tot een Europese stem te komen omtrent deze regio.
Er wordt ook opgeroepen om te pleiten voor een verkiezingsobservatiezending van de Europese Unie, om een sanctiebeleid uit te werken en om het Burundese middenveld te ondersteunen, onder andere door de restrictieve wetgeving inzake vzw’s goed op te volgen.
Met betrekking tot de specifieke situaties van intimidatie van mensenrechtenverdedigers, zoals Pierre Claver Mbonimpa, Pacifique Nininahazwe en Bob Rugurika, vragen wij de regering initiatieven te nemen om daar een einde aan te maken. Wij wensen als Parlementsleden ook verder grondig geïnformeerd te worden over de initiatieven die genomen worden.
Voorzitter: Siegfried Bracke, voorzitter.
Président: Siegfried
Bracke, président.
Beste collega’s, wij hebben de resolutie in de commissie besproken en wij hebben nog een reeks amendementen aangenomen die een meerwaarde voor het geheel betekenen. Amendementen die herhalingen zijn en redundantie veroorzaken of een andere focus hebben dan het verkiezingsproces, zoals de zeer legitieme strijd tegen de honger, hebben wij geweerd omdat wij de focus duidelijk op het verkiezingsproces willen houden.
Deze resolutie zou een onderdeel moeten zijn van een veel grotere visie op het beleid voor Afrika en de regio van de Grote Meren. Voor onze fractie is het erg belangrijk dat er gewerkt wordt aan zo’n duidelijke beleidsvisie. Dat is nodig om een efficiënt en coherent buitenlands beleid te voeren en te vermijden dat wij ad hoc te werk moeten gaan telkens er ergens problemen opduiken.
10.08 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je serai assez bref car beaucoup de collègues ont déjà évoqué les points les plus importants de cette proposition de résolution.
Monsieur le ministre des Pensions, je regrette que nous ayons ce débat en l'absence du ministre de la Coopération et du ministre des Affaires étrangères. Ils reviennent pourtant de la région et il s'agit d'un sujet grave, important. Il y va de l'avenir d'un pays avec lequel nous avons d'étroites relations. J'aurais beaucoup aimé que le travail considérable réalisé au parlement soit entendu directement et que nous ayons les réactions du gouvernement concernant cette proposition de résolution. On sait, malheureusement, que dans bien des cas, les résolutions des parlements bénéficient d'un classement vertical de la part du gouvernement. J'espère, monsieur le ministre, que vous serez notre porte-voix auprès des ministres concernés afin qu'ils prennent vraiment au sérieux le contenu de cette proposition de résolution.
10.09 Daniel Bacquelaine, ministre: Cher collègue, vous connaissez évidemment la raison pour laquelle le ministre des Affaires étrangères n'est pas présent aujourd'hui. Il est en mission à l'étranger. Cela m'étonne que vous l'ignoriez!
10.10 Georges Dallemagne (cdH): Je n'ai pas accès à son agenda, sur lequel il n'est pas très disert en général.
10.11 Daniel Bacquelaine, ministre: La presse en fait écho tous les jours. Ceci étant, je comprends votre remarque. Je précise qu'un débat aura lieu sur cette question le mardi 31 mars en commission des Relations extérieures.
10.12 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, le débat a déjà eu lieu puisque nous venons ici avec ses conclusions!
10.13 Daniel Bacquelaine, ministre: Vous savez comme moi que cette proposition de résolution ne va pas régler le problème de l'Afrique centrale et du Burundi. Un débat est prévu ce mardi 31 mars à 10 h 00 en commission, en présence du ministre des Affaires étrangères qui sera à la disposition des membres de notre parlement pour répondre à toutes leurs questions.
10.14 Georges Dallemagne (cdH): J'en prends bonne note mais je regrette également que le ministre de la Coopération ne soit pas là non plus et que nous n'ayons pas d'échanges de vues en plénière sur ce sujet important.
Ceci étant, je souhaite féliciter les auteurs de cette résolution, une fois n'est pas coutume, même si l'élégance aurait voulu, et certains autres collègues l'ont rappelé, qu'on essaie de faire de cette initiative une résolution de l'ensemble des groupes du parlement. C'est en général la démarche qui est adoptée. Je regrette donc que la majorité ait souhaité avoir une démarche de son côté, sans associer l'opposition et sans prendre en compte des amendements, dont certains n'étaient que factuels et d'autres étaient extrêmement constructifs.
Néanmoins, je pense que c'est un signal important. C'est en quelque sorte un cri d'alarme que lance notre parlement aujourd'hui, à travers cette résolution, parce qu'effectivement, il est minuit moins le quart, il est temps d'essayer d'inverser ce qui est en train de se mettre en place au niveau politique au Burundi.
On sait l'histoire cruelle et sanglante de ce pays. Entre 1993 et 2006, il y a eu 300 000 morts au Burundi en raison de violences, de tensions ethniques, de la guerre civile. Il est important qu'on n'en revienne pas là. Si je dis cela, c'est parce que le Burundi a été aussi pendant des années considéré comme un pays qui avait trouvé des solutions et des dispositifs pour résoudre ses problèmes, notamment avec les accords d'Arusha de 2005. Le Burundi avait même été considéré comme un pays exemplaire de ce point de vue.
Le Burundi, avait trouvé avec les accords d'Arusha un dispositif, des modalités d'ailleurs assez inspirées du modèle belge, pour faire en sorte que l'ensemble des factions politiques, des groupes ethniques, soient représentés au niveau politique, au sein du gouvernement.
Le président: Chers collègues, puis-je vous demander un peu d'attention!
10.15 Georges Dallemagne (cdH): Le parlement doit se respecter lui-même s'il veut le respect du gouvernement.
Comme beaucoup d'autres l'ont dit, je pense qu'il est juste et normal que le Parlement belge s'inquiète de cette situation. On sait quel est le calendrier politique de l'Afrique centrale. Ce qui se passe aujourd'hui au Burundi pourrait inspirer les processus électoraux et les processus politiques l'année prochaine au Congo, l'année d'après au Rwanda. On sait que c'est toute l'Afrique centrale qui va traverser, dans les mois qui viennent, une période de turbulences et d'extrême fragilité sur le plan politique. Or, on sait à quel point cette région du monde a déjà souffert de turbulences politiques.
Nous sommes aussi légitimement amenés à évoquer cette question car nous sommes un partenaire important du Burundi, étant le premier bailleur de fonds bilatéral du Burundi. À ce titre, nous avons aussi notre mot à dire sur l'évolution de la situation. En outre, d'autres l'ont rappelé, nous sommes un ami de longue date du Burundi. De nombreux Burundais sont présents en Belgique et de nombreux Belges là-bas s'inquiètent de la situation au Burundi. Nous sommes effectivement un des rares pays au monde à s'inquiéter et à s'intéresser à la situation qui prévaut au Burundi. Pour toutes ces raisons, nous avons aujourd'hui raison de tirer la sonnette d'alarme.
Je ne reviens pas sur les autres éléments ni sur le dispositif assez long et détaillé de la résolution. C'est tant mieux!
Monsieur le ministre, puisque vous dites que ce débat se poursuivra encore en commission, pourriez-vous nous dire clairement et de manière détaillée comment vous entendez mettre en œuvre cette résolution dans vos initiatives diplomatiques, dans les démarches auprès du gouvernement burundais et au niveau de l'Union européenne? Pourriez-vous faire en sorte que nous soyons régulièrement informés de cette situation. Aujourd'hui, le parlement a fait un travail sérieux, détaillé. Il propose une feuille de route. Le gouvernement peut évidemment avoir ses propres initiatives complémentaires ou supplémentaires à celles du parlement mais je pense qu'il faut prendre au sérieux cette résolution proposée aujourd'hui et cet appel qui est lancé par le parlement auprès de notre gouvernement pour que l'irréparable ne soit pas commis demain au Burundi, après-demain au Congo ou au Rwanda.
10.16 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij bespreken een belangrijk dossier. Burundi is nu eenmaal een belangrijk partnerland van België. Wij besteden er jaarlijks redelijk wat belastinggeld aan. Later dit jaar zijn er verkiezingen in Burundi. De aanloop daarnaar is niet zo positief. De president wil zich vastklampen aan de macht. Het is een klassiek patroon in vele landen. Hij begint ook de burgerlijke en liberale vrijheden in te perken, alsook de vrijheid tot demonstratie. Het is dus wijs dat het Parlement een signaal geeft. Dat is de bedoeling van de indieners van de resolutie geweest. De indieners behoren tot de meerderheidspartijen. Met de resolutie uiten wij onze bezorgdheid over een aantal zaken. Wij engageren ons er ook toe om de mensenrechtensituatie in Burundi nauw te blijven volgen in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van het Parlement. Wij zullen ook een parlementaire missie organiseren voor, tijdens en na de verkiezingen, naast nog een aantal andere zaken. Het is goed dat het Parlement een dergelijk engagement aangaat.
In navolging van collega Crusnière van de PS wil ik ook iets zeggen over de manier waarop de resolutie tot stand is gekomen. Dat moet mij toch van het hart. De bespreking van de resolutie heeft vrij lang geduurd. Bovendien was het niet de enige resolutie aangaande Burundi die was ingediend. De PS-fractie had een resolutie ingediend, nog voor de meerderheidsresolutie die vandaag zal worden goedgekeurd. Tijdens een eerste debat in de commissie werd al de vraag gesteld welke resolutie wij als basis voor de bespreking moesten nemen. Normaliter zou men kunnen verwachten dat de eerst ingediende resolutie als basis wordt genomen voor de bespreking.
De meerderheid weigerde dat echter en stond erop om de meerderheidsresolutie eerst te bespreken. De oppositie, constructief zoals we zijn, ging daarmee akkoord, maar wij vroegen een zekere openheid en appreciatie voor de fracties van de oppositie die hun tijd in het proces hebben gestoken. Die openheid is er echter niet gekomen. Dat is jammer. Het is niet de eerste keer dat ik dat zeg, maar het is wel de eerste keer tijdens deze legislatuur. Het valt mij op dat een aantal meerderheidspartijen in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen een weinig constructieve houding aannemen.
Ik zetel in het Parlement sinds 2007 en het is de eerste keer dat ik dit in die mate meemaak. Ik trek nog geen conclusies, maar op dit spreekgestoelte wil ik wijzen op deze handelwijze. Het is een vrij gesloten manier van werken, waarbij bijvoorbeeld amendementen van de oppositie niet op hun inhoud en merites werden beoordeeld, maar puur op het feit dat ze van de oppositie afkomstig zijn.
En zo, mevrouw Claerhout van de CD&V, zijn er kansen gemist om die resolutie sterker te maken. Ik zie de heer Flahaux nee schudden, maar het staat nochtans duidelijk in het verslag. Deze resolutie, dit signaal ten opzichte van Burundi, had sterker kunnen zijn, mocht men de openheid aan de dag hebben gelegd om een aantal opmerkingen van de oppositie mee te nemen. Het ging niet om discutabele, diplomatiek problematische opmerkingen of amendementen, maar over een aantal intellectuele argumenten en elementen die hadden kunnen worden toegevoegd aan de tekst.
Ook de meerderheid heeft amendementen ingediend, maar die werden niet grondig gemotiveerd. Mevrouw Claerhout heeft, ter motivering van haar amendement, een zestal keer gezegd: “Mijnheer de voorzitter, het betreft een update.”
De ernst waarmee de oppositie dit proces heeft aangepakt, lag ontelbare keren hoger dan de ernst waarmee de meerderheid hier te werk is gegaan. Ik vind dat parlementaire initiatieven moeten worden beloond en dat er openheid moet zijn vanuit de meerderheidspartijen.
Bovendien zijn wij vanuit de oppositie zo galant geweest om onze amendementen niet tijdens de vergadering zelf voor te leggen, maar een aantal dagen voordien. U kreeg een week de tijd om alles inhoudelijk te bekijken en bijgevolg gaat het excuus niet op dat u de tijd niet zou hebben gehad om alles te evalueren.
Er werden 37 amendementen ingediend, namelijk 12 van de meerderheid en 25 van de oppositie, waarvan 16 van de fractie Ecolo-Groen. Daarbij hebben zich twee problemen voorgedaan, in die zin dat de oppositie als eerste een aantal amendementen indiende, maar dat de meerderheid die amendementen afketste om later met vrijwel exact dezelfde amendementen te komen aandraven.
Mevrouw Capoen, u zult bevestigen dat het een vrij belachelijk schouwspel was. Het was het Parlement op zijn kleinst.
In een eerste amendement, amendement nr. 1 van Ecolo-Groen, verwijzen wij naar een recente resolutie van het Europees Parlement over een zaak van repressie tegen journalist Bob Rugurika. Die zaak is niet in de resolutie opgenomen, maar is nochtans belangrijk om de situatie in Burundi te begrijpen. Ons amendement werd weggestemd, om later exact hetzelfde amendement, ingediend door de meerderheid, goedgekeurd te zien worden.
Met een ander amendement verliep het idem dito. Wij verwezen naar de verklaring van de minister van Buitenlandse Zaken, Didier Reynders, waarin hij de Burundese regering oproept om een grondig onderzoek te voeren naar de gebeurtenissen in Cibitoke. Hij vroeg dat mogelijke daders van mensenrechtenschendigen voor het Burundese gerecht zouden worden gebracht. Als boodschap is dat nuttig, maar ons amendement werd weggestemd. Nadien werd exact hetzelfde amendement goedgekeurd, met dat verschil dat de ondertekenaars niet de fracties van de oppositie, maar van de meerderheid waren.
Ik weet wel dat dit af en toe nog gebeurt in dit huis. Toch heb ik dat zelden op zo’n systematische, kleine manier in de commissie meegemaakt. Ik zou nog enkele voorbeelden kunnen geven, maar ik zal dat niet doen.
Collega’s, ik heb ook voorbeelden van nuttige amendementen van de oppositie die kortweg verworpen werden, hoewel ze de tekst hadden kunnen versterken. Ik verwijs naar amendement nr. 2 van mijzelf en collega Benoit Hellings, waarmee wij een passage wilden invoeren, verwijzend naar het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Ontwikkelingssamenwerking. In het persbericht dat beide ministers toen hebben uitgestuurd, vestigde België de aandacht op meer inclusiviteit, deelname aan het openbaar leven, het belang van verkiezingswaarneming en de scheiding tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht. Mij leek het belangrijk dat dit zou worden opgenomen in de tekst, maar dat is niet gebeurd.
In amendement nr. 4 verwijzen wij naar een aantal internationale akkoorden, bestaande partnerschappen tussen Burundi, ons land en de Europese Unie, zoals het Cotonou-akkoord, de eigen grondwet, het Afrikaans charter inzake democratie, verkiezingen en governance en inzake rechten van de mens en van volken. Die zijn belangrijk omdat die akkoorden een aantal mensenrechtenclausules bevatten en een aantal garanties hebben willen afdwingen ten aanzien van het respect voor de mensenrechten.
Ik sluit mijn betoog af, maar dat moest mij toch even van het hart. Wij hadden dat proces op een veel constructievere en intellectueel correctere manier kunnen voeren. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat dit zich niet herhaalt als wij volgende resoluties of dossiers bespreken. Ik zou zeggen: waardeer een oppositie die haar werk wil doen en die amendementen indient. De fractie van de PS had deze resolutie als eerste ingediend. Wij hebben ons ermee akkoord verklaard dat de later ingediende resolutie van de meerderheid als basistekst zou worden genomen, maar op dat moment hebben wij wel om een stuk openheid gevraagd. Die openheid hebben wij niet verkregen. Daaruit moeten wij jammer genoeg lessen trekken.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De bespreking is gesloten.
La discussion est close.
* *
* * *
Ingediende
amendementen:
Amendements déposés:
Considerans/Considérant
B/1 (n)
▪ 38 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
▪ 43 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
Considerans/Considérant
R (n)
▪ 44 –
Wouter De Vriendt cs (722/9)
Punt/Point 6
▪ 39 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
Punt/Point 6/1 (n)
▪ 40 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
Punt/Point 12
▪ 41 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
Punt/Point 20/1 (n)
▪ 42 –
Stéphane Crusnière cs (722/8)
Punt/Point 23/1 (n)
▪ 45 – Wouter De Vriendt cs (722/9)
* * *
* *
De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements est réservé.
De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.
Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.
11 Wetsontwerp houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de aanvaarding van een aanvullend onderscheidend embleem (Protocol III), aangenomen te Genève op 8 december 2005 (887/1-3)
11 Projet de loi portant assentiment au Protocole additionnel aux Conventions de Genève du 12 août 1949 relatif à l'adoption d'un signe distinctif additionnel (Protocole III), adopté à Genève le 8 décembre 2005 (887/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
11.01 Kattrin Jadin, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.
De voorzitter:
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene
bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (887/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (887/1)
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Le projet de loi compte 2 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
12 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst inzake de Internationale Opsporingsdienst en met de Partnerschapsovereenkomst inzake de relaties tussen de Federale Archieven van de Bondsrepubliek Duitsland en de Internationale Opsporingsdienst, ondertekend te Berlijn op 9 december 2011 (900/1-3)
12 Projet de loi portant assentiment à l'Accord relatif au Service international de Recherches et à l'Accord de partenariat sur les relations entre les Archives fédérales de la République fédérale d'Allemagne et le Service International de Recherches, signés à Berlin le 9 décembre 2011 (900/1-3)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
12.01 Georges Dallemagne, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.
12.02 Richard Miller (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le projet de loi qui nous est présenté aujourd'hui au nom du gouvernement revêt à nos yeux une importance factuelle, à savoir de permettre le meilleur fonctionnement possible du Service international de recherches ainsi que la plus grande efficacité souhaitable au niveau des relations avec les Archives fédérales de la République fédérale d'Allemagne.
Mes chers collègues, au-delà de cet aspect très concret, je voudrais, pour ma part, insister sur deux points. Le premier c'est toute la problématique des biens spoliés, des biens qui ont été dérobés aux personnes et aux familles, pour la plus grande partie d'origine juive, qui ont été déportées, placées dans des camps de travail ou des camps de transit, avant d'être transportées vers des camps d'extermination, lesquels étaient tous situés dans des pays d'Europe de l'Est, là où la population juive était la plus nombreuse.
Tout un travail de restitution des biens personnels, des objets de valeur, des œuvres d'art a pu, par la suite, être mené, péniblement, au fil des années. Lors de l'examen du projet de loi en commission, j'avais posé la question de savoir si les archives du Service international de recherches à Bad Arolsen pouvaient contribuer à ce travail d'identification et de restitution des biens, lorsqu'une telle restitution était possible. À cette question, M. le ministre avait répondu par l'affirmative, ce qui m'avait réjoui.
Ma deuxième remarque, monsieur le président, est davantage liée - cher monsieur Cheron, vous qui êtes historien -, au devoir de mémoire. Quand on consulte la brochure d'information publiée par les Archives générales du Royaume et Archives de l'État dans les Provinces, au sujet de Bad Arolsen, on apprend que les archives numériques du Service international de recherches consistent en fait en une immense masse de documents dont les sources sont multiples. Elles ont été rassemblées ou copiées durant près d'un demi-siècle dans le but d'identifier et de rechercher les victimes du nazisme: personnes disparues, déportées ou déplacées.
La copie numérique contient quelque 80 millions d'images, dont 18 millions pour les camps de travail et les camps de concentration. Rien que les fichiers des noms de personnes contiennent quelque 42 millions d'images numérisées. Or – et c'est sur ce point que je voulais insister, chers collègues –, les origines de ce fichier colossal datent de 1945. Cela signifie, même si le fichier a été complété par la suite avec des demandes de recherche, que l'immense partie de ces documents provient de l'administration au sens large, de l'administration nazie elle-même.
On y retrouve les fiches d'emprisonnement de la Gestapo, les listes des personnes transportées dans tel ou tel convoi ou encore les listes des noms de celles et ceux, quel que soit leur âge, qui sont entrés dans les camps et y sont morts. Ces documents sont bien entendu porteurs de mémoire mais, compte tenu de leur nature administrative, ils ajoutent à cette mémoire une dimension que nous ne pouvons pas ne pas tenter de saisir, à supposer que nous puissions comprendre quelque chose à l'horreur de ce qui s'est passé. Cette dimension, chers collègues, c'est le côté organisé, le côté administré, le côté réfléchi, rationnel de la Shoah. Non seulement les crimes étaient accomplis mais ils étaient fichés, répertoriés, administrativement repérables et imputables à une autorité fonctionnelle qui avait en charge la recherche des Juifs, la recherche des Tziganes et autres personnes considérées comme étant des Untermenschen. Le convoiement de ceux-ci, la maintenance, l'intendance nécessaire à l'extermination, tout peut être retrouvé.
Cette réalité que rendent si tangibles les archives en question est un scandale absolu pour la raison. L'extermination n'a pas été accomplie que par des barbares. Elle a été accomplie par un pays hautement développé.
Je terminerai en rappelant un étonnement à ce sujet dont a fait part Hannah Arendt dans Les origines du totalitarisme. Ses écrits ajoutent, à mes yeux, une dimension supplémentaire à la surprenante mobilisation administrative qui caractérise la politique nazie.
Hannah Arendt écrit: "Ce n'est pas seulement le caractère non utilitaire des camps eux-mêmes, l'absurdité de punir des gens totalement innocents, l'impuissance à leur extorquer des travaux utiles dans certaines conditions de vie, l'inutilité de terroriser une population déjà complètement soumise. Ce n'est pas cela qui confère à ces camps leur qualité particulière et troublante, mais bien leur fonction anti-utilitaire, le fait que même les urgences prioritaires des activités militaires ne pouvaient interférer avec ces politiques. Tout se passait comme si la gestion de ces usines d'extermination importait plus aux nazis que le fait de gagner la guerre".
Les archives concernées, chers collègues, doivent pouvoir dire aux générations futures tout ce qu'elles recèlent de vérités cachées. C'est pourquoi, monsieur le ministre, le groupe MR votera ce texte historiquement important.
Je vous remercie pour votre attention.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (900/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (900/1)
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Le projet de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
13 Wetsvoorstel tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de nadere regels betreffende een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt (974/1-3)
13 Proposition de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 2 avril 2014 établissant les modalités de la cotisation fédérale destinée au financement de certaines obligations de service public et des coûts liés à la régulation et au contrôle du marché du gaz naturel (974/1-3)
Voorstel ingediend door:
Proposition déposée par:
Benoît
Friart, Bert Wollants, Leen Dierick, Frank Wilrycx
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
13.01 Karine Lalieux, rapporteur: Monsieur le président, je m’en réfère au rapport.
De voorzitter:
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (974/3)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (974/3)
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
La proposition de loi compte 3 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
14 Huishoudelijk reglement van de commissie bedoeld in artikel 66bis, § 1, eerste lid, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (859/1)
14 Règlement d'ordre intérieur de la commission visée à l'article 66bis, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignements et de l'organe de coordination pour l'analyse de la menace (859/1)
Zonder verslag
Sans rapport
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Vraagt iemand het woord? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4)
(859/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (859/1)
Het voorstel van huishoudelijk reglement telt 8 artikelen.
La proposition de règlement d'ordre intérieur compte 8 articles.
Er werden geen amendementen ingediend.
Aucun amendement n'a été déposé.
De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.
Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
15 Rekenhof - Benoeming van een raadsheer (N)
15 Cour des comptes - Nomination d'un conseiller (N)
Aan de orde is de geheime stemming voor de benoeming van een raadsheer in het Rekenhof (Nederlandse Kamer).
L'ordre du jour appelle le scrutin pour la nomination d'un conseiller à la Cour des comptes (Chambre néerlandaise).
De kandidaturen werden aangekondigd tijdens de plenaire vergadering van 12 maart 2015.
Les candidatures ont été annoncées en séance plénière du 12 mars 2015.
De subcommissie "Rekenhof" heeft alle kandidaten op 24 maart 2015 gehoord. De voorzitter van de subcommissie heeft verslag uitgebracht over deze hoorzitting in de Conferentie van voorzitters van 25 maart 2015.
La sous-commission "Cour des comptes" a entendu tous les candidats le 24 mars 2015. Le président de la sous-commission a fait rapport de ces auditions en Conférence des présidents du 25 mars 2015.
Het stuk met de namen van de kandidaten werd rondgedeeld (stuk nr. 985/1).
Le document portant le nom des candidats vous a été distribué (n° 985/1).
De stembiljetten werden reeds rondgedeeld.
Les bulletins de vote ont déjà été distribués.
16 Demande de consultation du Conseil d'État
16 Verzoek tot raadpleging van de Raad van State
16.01 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, j'aurais voulu demander des votes supplémentaires cet après-midi et je m'en expliquerai. Mais pour ce faire, je voudrais qu'il y ait une représentation du gouvernement.
Le président: Vous avez raison.
Collega’s, mag ik uw aandacht vragen voor mevrouw Onkelinx.
16.02 Laurette Onkelinx (PS): Monsieur le président, après une période amorphe, vide de projets, la majorité a enclenché le turbo autour de trois projets qui ont été votés en commission et pas n'importe quels projets, des projets de loi qui justifient la réputation de ce gouvernement, à savoir le gouvernement de l'injustice.
Deux de ces projets pourraient déjà figurer à l'ordre du jour la semaine prochaine, à savoir le projet de loi sur les droits de greffe, qui augmente de manière exponentielle les frais d'accès à la justice et d'autre part, le projet sur le saut d'index, dit projet de promotion de l'emploi qui, là aussi, organise une taxe de 2 % sur les revenus des travailleurs, des familles, des pensionnés et autres allocataires sociaux.
Sur ce dernier projet, mes chers collègues, le gouvernement a demandé l'urgence sans aucune justification. Le fait même que la majorité, comme un seul homme, ait voté l'urgence a restreint le droit des parlementaires pour une discussion sereine autour d'un projet majeur pour notre population.
Nous avons dès lors décidé, pour préparer un débat qui doit être un débat de fond en séance plénière, de déposer des amendements. Ces amendements ont été transmis, monsieur le président, au greffe de la Chambre.
Au nom de la plupart des membres de l'opposition, j'ai l'honneur de demander, qu'il s'agisse du projet de loi "saut d'index" ou du projet de loi "droits de greffe", l'avis du Conseil d'État. Cela permettra un débat éclairé par la Haute Chambre et démontrera, je l'espère, l'injustice du projet et le caractère anticonstitutionnel de certaines de ses dispositions. (Applaudissements)
16.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, sur le même thème, vous vous rappellerez le débat de jeudi passé sur la demande d'urgence quant au texte très mal nommé visant à la promotion de l'emploi, car ce texte va plutôt détruire l'emploi. La majorité justifiait alors de l'urgence de ce texte en parlant de la menace d'une indexation de certains salaires dans certains secteurs pour 200 000 travailleurs au 1er avril. Entre-temps, l'urgence n'est plus une urgence, selon les informations que nous a données le ministre de l'Emploi hier. Il est dommage de s'en rendre compte si tard. Une occasion était alors donnée à la majorité de procéder dans l'ordre concernant une matière sociale, c'est-à-dire avec des auditions, avec une réelle concertation, avec une demande d'avis au Conseil national du Travail. Une nouvelle fois, nous avons dû constater hier que si la majorité avait inscrit un grand nombre de fois les termes "concertation sociale" dans l'accord gouvernemental, elle n'était pas prête à la mettre en œuvre. Nous le regrettons car cela a des conséquences importantes sur le fonctionnement de notre économie.
Au cours des deux dernières semaines, nous avons mené un débat de fond, certes long, avec des contre-propositions au sujet de la question principale du saut d'index. Cette question sera sans doute abordée la semaine prochaine en séance plénière et nécessitera de longs débats. Nous avons redéposé dans les mains de Mme la greffière des amendements sur ce texte, dont nous demandons l'analyse par le Conseil d'État afin de pouvoir débattre en toute connaissance de cause, sur le fond, d'alternatives à cette décision de saut d'index qui n'est pas efficace au plan économique et qui est injuste socialement. Nous espérons donc qu'un maximum de nos collègues soutiendront cette demande d'avis au Conseil d'État sur les trois amendements que le groupe Ecolo-Groen a déposés à propos de ce texte.
16.04 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ook de sp.a sluit zich aan bij de vorige sprekers. Wij hebben in de commissie getracht aan te tonen dat de maatregel die deze regering wil nemen, de indexsprong, geen goede zaak is. Wij hebben er heel lang en breed over gediscussieerd.
Nog veel erger is echter dat deze meerderheid geen respect heeft getoond voor de sociale partners, terwijl de meerderheid het argument van de sociale partners te pas en te onpas gebruikt. Vanuit de oppositie vragen wij daarom het advies van de Raad van State.
16.05 Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, en tant que gouvernement et membres de la majorité, vous avez décidé d'un saut d'index. Vous avez choisi de passer en force, notamment en ignorant les partenaires sociaux, alors que vous aviez largement le temps de consulter le Conseil national du Travail. En effet, ce texte remonte au 3 mars. Vous le justifiez en invoquant la compétitivité des entreprises, alors même que des grands patrons et des économistes importants estiment que, dans les circonstances actuelles, ce sera contre-productif. Ces mêmes patrons et les syndicats demandent des mesures différentes et dotées de plus d'envergure en termes de création d'emplois et de soutien à la compétitivité des entreprises – que ce soit sur le plan de la réduction des cotisations sociales, de l'impôt des sociétés, du coût de l'énergie ou encore du réinvestissement dans la recherche et le développement.
Vous avez aussi décidé d'effectuer un saut d'index sur les allocations sociales, qui relèvent pourtant des Communautés depuis la sixième réforme de l'État. Comme je l'expliquais en commission, le Conseil d'État n'a pas eu l'occasion d'examiner la compétence du fédéral en ce domaine, puisque le projet de loi initial ne visait pas ces allocations sociales. Vous avez ajouté cet élément après que cet organe eut rendu son avis.
Nous avons donc, monsieur le président, déposé des amendements auprès de Mme la greffière. Nous demandons qu'ils soient soumis au Conseil d'État. L'objectif est d'éclaircir la situation. Étant donné que ce texte aura un impact considérable sur les citoyens, les familles et même les enfants, il importe d'examiner la répartition des compétences et de travailler de manière sérieuse et rigoureuse.
16.06 Raoul Hedebouw (PTB-GO!): Monsieur le président, voici une semaine, le ministre Peeters venait nous demander l'urgence en usant d'arguments plus alarmistes les uns que les autres.
De indexsprong moest er vlug worden doorgejaagd. Er was geen tijd meer voor sociaal overleg. Er was geen tijd meer voor debat. Er was geen tijd meer voor experts. Alles moest heel vlug gaan.
Et puis cette semaine-ci, en commission, tout se dégonfle. Finalement, on a l'impression qu'il n'y a plus d'argumentation pour l'urgence. Alors, je vais le dire clairement, si le but du gouvernement ici, c'est de pouvoir bypasser en vitesse le débat parlementaire pour pouvoir casser dans l'œuf un mouvement social qui continue – je dis bien continue! – à être présent, les braises sont encore chaudes …
De vakbondsacties zijn nog steeds bezig, volgende maandag, dinsdag, woensdag en vorige week in Antwerpen. De sociale beweging gaat nog steeds niet akkoord met uw maatregelen. De sociale beweging is nog altijd present.
Mijnheer de voorzitter, als het de bedoeling is van de regering en van de meerderheidspartijen om dit door te duwen, dan zal dat niet lukken.
Om die reden heeft onze partij, samen met de andere oppositiepartijen, twee amendementen ingediend en zouden wij aan de Raad van State willen vragen om de tijd te nemen om een en ander te bekijken, opdat wij het debat in dit Parlement sereen zouden kunnen voeren.
De voorzitter: Collega’s, ik neem akte van de vraag om advies bij de Raad van State. Ik denk dat we al die vragen samen kunnen behandelen.
Ik wijs erop dat vijftig leden volstaan om dat advies te vragen. Mag ik vragen dat wie de vraag om advies bij de Raad van State steunt, nu rechtstaat?
De vraag om advies wordt door meer dan 50 leden bij zitten en opstaan gesteund.
La demande d’avis est appuyée par plus de 50 membres par assis et levé.
Meer dan vijftig leden hebben de vraag om advies gesteund.
Bijgevolg zal de voorzitter het advies van de Raad van State vragen met toepassing van art. 98.3 Rgt.
En conséquence, le président demandera l’avis du Conseil d’État en application de l’art. 98.3 Rgt.
Geheime stemming (voortzetting)
Collega’s, aan de orde was ook de benoeming van de leden van het controleorgaan op de politionele informatie. In overleg met een aantal fracties wordt deze stemming uitgesteld tot volgende week.
Blijft dus over de benoeming van een raadsheer bij het Rekenhof.
Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet ordertekend worden.
Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.
We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de jongste twee leden aan te wijzen die heden aan het bureau hebben plaatsgenomen.
Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux membres les plus jeunes siégeant au bureau ce jour pour dépouiller le scrutin.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
De dames Nawal Ben Hamou en Yoleen Van Camp worden aangewezen om de stemmen op te nemen.
Mmes Nawal Ben Hamou et Yoleen Van Camp sont désignées pour dépouiller le scrutin.
Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.
Je vous propose de procéder au dépouillement du scrutin à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en dit aan mijn rechterzijde te verlaten.
À l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l’urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.
Ik wijs erop dat ongeldig zijn de stemmen uitgebracht op meer dan één kandidaat per mandaat.
Je rappelle que sont nuls les suffrages exprimés en faveur de plus d'un candidat par mandat.
Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.
J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.
Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.
Il est procédé à l'appel nominal.
Heeft iedereen gestemd? (Ja)
Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans
l'urne? (Oui)
Ik verklaar de stemming voor gesloten. Ik nodig de stemopnemers uit over te gaan tot de stemopneming.
Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue à 17.33 heures.
De vergadering wordt geschorst om 17.33 uur.
La séance est reprise à 17.40 heures.
De vergadering wordt hervat om 17.40 uur.
La séance est reprise.
De vergadering is hervat.
17 Uitslag van de geheime stemming voor de benoeming van een raadsheer in het Rekenhof (Nederlandse Kamer)
17 Résultat du scrutin pour la nomination d’un conseiller à la Cour des comptes (Chambre néerlandaise)
Stemmen |
135 |
Votants |
Blanco of ongeldig |
2 |
Blancs ou nuls |
Geldig |
133 |
Valables |
Volstrekte meerderheid |
67 |
Majorité absolue |
Mevrouw Hilde François heeft 131 stemmen gekregen.
Mme Hilde François a obtenu 131 suffrages.
De heer Marc Galle heeft 1 stem gekregen.
M. Marc Galle a obtenu 1 suffrage.
De heer Herman Matthijs heeft 0 stemmen gekregen.
M. Herman Matthijs a obtenu 0 suffrage.
Mevrouw Karin Staes heeft 0 stemmen gekregen.
Mme Karin Staes a obtenu 0 suffrage.
Mevrouw Veerle Straetemans heeft 0 stemmen gekregen.
Mme Veerle Straetemans a obtenu 0 suffrage.
De heer Marc Van Hoeymissen heeft 1 stem gekregen.
M. Marc Van Hoeymissen a obtenu 1 suffrage.
De heer Rik Verlinde heeft 0 stemmen gekregen.
M. Rik Verlinde a obtenu 0 suffrage.
Aangezien mevrouw Hilde François 131 stemmen heeft gekregen, dit is de volstrekte meerderheid, wordt zij benoemd tot raadsheer in het Rekenhof (Nederlandse Kamer).
Mme Hilde François ayant obtenu 131 suffrages, soit la majorité absolue, est nommée conseiller à la Cour des comptes (Chambre néerlandaise).
18 Eventuele vervolgingen ten laste van een lid
18 Poursuites éventuelles à charge d'un membre
Bij brief van 18 maart 2015 zendt de procureur-generaal bij het hof van beroep te Luik een dossier over, om de Kamer in de mogelijkheid te stellen in toepassing van artikel 59 van de Grondwet eventuele vervolgingen ten laste van één onzer collega's toe te laten.
Par lettre du 18 mars 2015, le procureur général près la cour d'appel de Liège a communiqué un dossier afin de mettre la Chambre en mesure d'autoriser éventuellement des poursuites à charge de l'un de nos collègues en application de l'article 59 de la Constitution.
Overeenkomstig artikel 160 van het Reglement worden de documenten verzonden naar de commissie voor de Vervolgingen.
Conformément à l'article 160 du Règlement, les documents sont renvoyés à la commission des Poursuites.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
19 Verzending van een wetsvoorstel naar een andere commissie
19 Renvoi d'une proposition de loi à une autre commission
Ik stel u voor het wetsvoorstel van de heer Willy Demeyer, de dames Karine Lalieux en Özlem Özen en de heer Eric Massin tot aanvulling van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, met het oog op de wettelijke erkenning van de begeleide behandeling met diacetylmorfine (nr. 260/1) te verwijzen naar de commissie voor de Justitie, teneinde het toe te voegen aan het wetsvoorstel van de heer Willy Demeyer, de dames Karine Lalieux en Özlem Özen en de heer Eric Massin tot aanvulling van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, met het oog op de wettelijke erkenning van gecontroleerde verbruiksruimtes voor druggebruikers (nr. 259/1).
Je vous propose de renvoyer à la commission de la Justice la proposition de loi de M. Willy Demeyer, Mmes Karine Lalieux et Özlem Özen et M. Eric Massin complétant la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, visant à la reconnaissance légale du traitement assisté par diacétylmorphine (n° 260/1) afin de la joindre à la proposition de loi de M. Willy Demeyer, Mmes Karine Lalieux et Özlem Özen et M. Eric Massin complétant la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes, visant à la reconnaissance légale des lieux d'usage supervisés pour usagers de drogues (n° 259/1).
Dit voorstel werd vroeger verzonden naar de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing.
Cette proposition avait été précédemment renvoyée à la commission de la Santé publique, de l'Environnement et du Renouveau de la Société.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
20 Inoverwegingneming van voorstellen
20
Prise en considération de propositions
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik ze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 maart 2015, stel ik u ook voor het voorstel van resolutie (mevrouw Karolien Grosemans cs) inzake de toekomst van Defensie, nr. 988/1, in overweging te nemen.
Verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 mars 2015, je vous propose également de prendre en considération la proposition de résolution (Mme Karolien Grosemans et consorts) relative à l'avenir de la Défense, n° 988/1.
Renvoi à la commission de la Défense
nationale
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
20.01 Karolien Grosemans (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil graag de urgentie vragen voor het voorstel van resolutie nr. 988/1. Het bevat aanbevelingen aan de minister van Defensie in het kader van de opmaak van zijn strategisch plan. Het is natuurlijk best dat die aanbevelingen er komen vooraleer het plan klaar is. Vandaar dat ik de spoedbehandeling vraag.
De voorzitter: Collega’s, wij spreken ons bij zitten en opstaan uit over de urgentie.
De urgentie wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
L’urgence est adoptée par assis et levé.
21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Dirk Van der Maelen tot de minister van Financiën over "de nieuwe circulaire inzake artikel 307 WIB92" (nr. 26)
21 Motions déposées en conclusion de l’interpellation de M. Dirk Van der Maelen au ministre des Finances sur "la nouvelle circulaire relative à l'article 307 du CIR 92" (n° 26)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Financiën en de Begroting van 18 maart 2015.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission des Finances et du Budget du 18 mars 2015.
Twee moties werden ingediend (MOT n° 026/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Dirk Van der Maelen;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Roel Deseyn en Robert Van de Velde.
Deux motions ont été déposées (MOT nr. 026/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Dirk Van der Maelen;
- une motion pure et simple a été déposée
par MM. Roel Deseyn et
Robert Van de Velde.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
21.01 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het is de eerste maal in de vijfentwintig jaar die ik in het Parlement zit, dat ik een interpellatie indien.
Ik ben hier op dit spreekgestoelte gekomen omdat ik wat ik in dezen heb meegemaakt, nog nooit eerder heb meegemaakt.
Ik licht dit kort toe. In september 2010 wordt op voorstel van staatssecretaris Carl Devlies kamerbreed een wet goedgekeurd die bepaalt dat indien een Belgische vennootschap kapitaaltransfers doet naar een vennootschap gevestigd in een fiscaal paradijs, of in een land dat op een door de OESO opgestelde lijst staat, die kapitaalbewegingen moeten worden gemeld aan de fiscus. Dat is de wet, zo simpel is het.
Op 16 december 2014 stel ik aan de minister van Financiën de vraag of deze wet van 2010 van toepassing is op de lijst van landen van de OESO. De minister antwoordt bevestigend en belooft dat hij een rondzendbrief bekend zal maken. Ik wacht. Omdat ik niets verneem, kom ik op 18 maart 2015 opnieuw met een interpellatie naar de commissie voor de Financiën. Ik vraag de minister naar zijn belofte de wet uit te voeren met een rondzendbrief. Waar blijft die rondzendbrief? Wat is het antwoord van de minister? Hij stelt dat hij die rondzendbrief niet kan opstellen omdat het betrokken land, Luxemburg, protest heeft aangetekend tegen het feit dat het op die lijst staat.
Collega’s, ik weet dat in dit huis helaas de gewoonte bestaat om bijna op automatische piloot eenvoudige moties goed te keuren.
Ik zou u willen vragen om het dit keer niet te doen, want als u het wel doet verzaakt u aan uw grondwettelijke plicht. Artikel 108 van onze Grondwet bepaalt duidelijk dat de Koning — hier wordt bedoeld de regering en de ministers — de wetten uitvoert. Deze minister van Financiën weigert echter de wet van 2010 uit te voeren. De formulering van de wet van 2010 laat geen ruimte voor interpretatie en toch weigert de minister van Financiën om ze uit te voeren.
Ten tweede, de geloofwaardigheid van het Parlement en van elk Parlementslid dat vorig jaar, toen LuxLeaks uitbrak, gezegd heeft dat dit niet kan, staat op het spel. De informatie die wij dankzij deze wet kunnen krijgen, staat ons toe om het onderscheid te maken tussen het kaf en het koren in het kapitaalverkeer naar Luxemburg. Op basis van datamining zullen wij de verdachte dossiers kunnen onderzoeken.
Als u alle dure eden die vorig jaar na LuxLeaks werden gezworen, hard wil maken, als u wilt dat de fraude wordt aangepakt, als u wilt dat de ontwijking via Luxemburg wordt aangepakt, dan kunt u de eenvoudige motie straks niet goedkeuren. Ik roep u op om ze niet goed te keuren. De geloofwaardigheid, zowel van het Parlement als van uzelf, staat op het spel.
Een minister in een parlementaire democratie moet de Grondwet respecteren. Als de wet duidelijk is, moet hij die uitvoeren!
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn
stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
78 |
Oui |
Nee |
57 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
22 Urgentieverzoek vanwege de regering
22 Demande d'urgence de la part du gouvernement
De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 (nr. 987/1).
Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi instaurant la marge maximale pour l'évolution du coût salarial pour les années 2015 et 2016 (n° 987/1).
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te
spreken. (Instemming)
Je vous propose de nous prononcer sur cette
demande. (Assentiment)
De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.
L'urgence est adoptée par assis et levé.
22.01 Catherine Fonck (cdH): Chers collègues de la majorité, compte tenu de ce qui s'est passé ces derniers jours - des urgences demandées, oubliées, puis ce n'était plus urgent- , j'ose espérer que, si vous votez l'urgence maintenant, vous considèrerez que c'est toujours urgent d'ici quelques jours et dans une semaine. Et j'espère que vous vous souviendrez des textes pour lesquels vous aviez demandé l'urgence, parce que, franchement, la saga des pseudo-urgences ou des urgences relatives, ça a assez duré, si je peux me permettre!
23 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie betreffende de situatie in Burundi (722/1-9)
23 Amendements réservés à la proposition de résolution concernant la situation au Burundi (722/1-9)
De voorzitter:
Stemming over amendement nr. 38 van Stéphane Crusnière cs tot invoeging van een
considerans B/1 (n). (722/8)
Vote sur l'amendement n° 38 de Stéphane
Crusnière cs tendant à insérer un considérant B/1 (n). (722/8)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
54 |
Oui |
Nee |
77 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 43 van Stéphane
Crusnière cs tot invoeging van een considerans B/1 (n). (722/8)
Vote sur l'amendement n° 43 de Stéphane
Crusnière cs tendant à insérer un considérant B/1 (n). (722/8)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement aangenomen en ingevoegd onder een nieuw considerans C.
En conséquence, l'amendement est adopté et inséré sous un nouveau considérant C.
Bijgevolg worden consideransen C tot Q omgezet in consideransen D tot R.
En
conséquence, les considérants C à Q sont renommés en considérants D à R.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 44 van Wouter
De Vriendt cs tot invoeging van een considerans R (n). (722/9)
Vote sur l'amendement n° 44 de Wouter De
Vriendt cs tendant à insérer un considérant R (n). (722/9)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn
stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
54 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 39 van Stéphane
Crusnière cs op punt 6. (722/8)
Vote sur l'amendement n° 39 de Stéphane
Crusnière cs au point 6. (722/8)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
53 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 40 van Stéphane
Crusnière cs tot invoeging van een punt 6/1 (n). (722/8)
Vote sur l'amendement n° 40 de Stéphane
Crusnière cs tendant à insérer un point 6/1 (n). (722/8)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 5)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 41 van Stéphane
Crusnière cs op punt 12. (722/8)
Vote sur l'amendement n° 41 de Stéphane
Crusnière cs au point 12. (722/8)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 5)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 42 van Stéphane
Crusnière cs tot invoeging van een punt 20/1 (n). (722/8)
Vote sur l'amendement n° 42 de Stéphane
Crusnière cs tendant à insérer un point 20/1 (n). (722/8)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 5)
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
Stemming over amendement nr. 45 van Wouter
De Vriendt cs tot invoeging van een punt 23/1 (n). (722/9)
Vote sur l'amendement n° 45 de Wouter De
Vriendt cs tendant à insérer un point 23/1 (n). (722/9)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
55 |
Oui |
Nee |
79 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
24 Geheel van het voorstel van resolutie betreffende de situatie in Burundi (722/7)
24 Ensemble de la proposition de résolution concernant la situation au Burundi (722/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
24.01 Stéphane Crusnière (PS): Monsieur le président, je voulais justifier mon vote.
Je regrette que des amendements pourtant élémentaires aient été une nouvelle fois rejetés ici par la majorité. Si mon groupe soutiendra ce texte, pour ma part, je m'abstiendrai.
De voorzitter: Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
3 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (722/10)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (722/10)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d’abstention? (Non)
25 Projet de loi portant assentiment au Protocole additionnel aux Conventions de Genève du 12 août 1949 relatif à l'adoption d'un signe distinctif additionnel (Protocole III), adopté à Genève le 8 décembre 2005 (887/1)
25 Wetsontwerp houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de aanvaarding van een aanvullend onderscheidend embleem (Protocol III), aangenomen te Genève op 8 december 2005 (887/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
135 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (887/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (887/4)
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
26 Projet de loi portant assentiment à l'Accord relatif au Service international de Recherches et à l'Accord de partenariat sur les relations entre les Archives fédérales de la République fédérale d'Allemagne et le Service International de Recherches, signés à Berlin le 9 décembre 2011 (900/1)
26 Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst inzake de Internationale Opsporingsdienst en met de Partnerschapsovereenkomst inzake de relaties tussen de Federale Archieven van de Bondsrepubliek Duitsland en de Internationale Opsporingsdienst, ondertekend te Berlijn op 9 december 2011 (900/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
135 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
135 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (900/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (900/4)
26.01 Sébastian Pirlot (PS): Monsieur le président, j'ai voté pour le projet.
Le président: Dont acte.
27 Wetsvoorstel tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 april 2014 tot vaststelling van de nadere regels betreffende een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt (974/3)
27 Proposition de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 2 avril 2014 établissant les modalités de la cotisation fédérale destinée au financement de certaines obligations de service public et des coûts liés à la régulation et au contrôle du marché du gaz naturel (974/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||
Ja |
134 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
2 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (974/4)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet à la sanction royale. (974/4)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
28 Huishoudelijk reglement van de commissie bedoeld in artikel 66bis, § 1, eerste lid, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (859/1)
28 Règlement d'ordre intérieur de la commission visée à l'article 66bis, § 1er, alinéa 1er, de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignements et de l'organe de coordination pour l'analyse de la menace (859/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du
vote.
Heeft iedereen gestemd en
zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du
vote.
Uitslag van de stemming /
Résultat du vote.
(Stemming/vote 11) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
2 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
136 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het huishoudelijk
reglement aan. (859/2)
En conséquence, la Chambre adopte le règlement
d’ordre intérieur. (859/2)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
29 Adoption de l’ordre du jour
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van
de agenda voor de vergaderingen van volgende week.
Nous devons procéder à l’approbation de l’ordre du jour des séances de la semaine prochaine.
We zullen
woensdag vergaderen om 10.00 uur en 14.15 uur. De vergadering kan
worden verlengd om 18.05 uur. Donderdag 2 april 2015 vergaderen
we eventueel om 10.00 uur en om 14.15 uur.
Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.
Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 1 april 2015 om 10.00 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 1er avril 2015 à 10.00 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.02 uur.
La séance est levée à 18.02 heures.
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met
nummer CRIV 54 PLEN 036 bijlage. |
L'annexe est reprise dans une brochure séparée,
portant le numéro CRIV 54 PLEN 036 annexe. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui |
078 |
Ja |
Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke
Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Capoen An, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Clarinval David, De Coninck Inez,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, Deseyn Roel,
Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis,
Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois
Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens
Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert
Egbert, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie,
Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau
Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf,
Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp
Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde
Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen
Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilmès Sophie,
Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
057 |
Nee |
Almaci Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica,
Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Detiège
Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez
Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Hedebouw Raoul, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kitir Meryame,
Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric,
Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem,
Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael
Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Van der
Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Vanvelthoven
Peter, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Winckel Fabienne
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui |
054 |
Ja |
Almaci Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne
Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière
Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Detiège Maya, Devin
Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez
Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine,
Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa,
Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot
Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric,
Top Alain, Vande Lanotte Johan, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanvelthoven Peter, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Winckel Fabienne
Non |
077 |
Nee |
Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke
Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Capoen An, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Clarinval David, De Coninck Inez,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Deseyn Roel, Dewael Patrick, De
Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Ducarme Denis, Flahaux
Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Goffin
Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hufkens Renate, Jadin
Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps Johan, Lachaert Egbert, Lijnen
Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Piedboeuf
Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent,
Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Terwingen Raf, Thiéry
Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen,
Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van de Velde Robert, Van
Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van
Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wilmès Sophie, Wilrycx
Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Pas Barbara, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui |
132 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon
Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo
Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux
Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît,
Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin
Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit,
Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin,
Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lalieux Karine,
Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot
Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît,
Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van
Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef,
Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne
Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye
Hendrik, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Wilmès Sophie, Wilrycx Frank,
Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
003 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Pas Barbara, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui |
054 |
Ja |
Almaci Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica,
Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Detiège
Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez
Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen
Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Pirlot
Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric,
Top Alain, Vande Lanotte Johan, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Winckel
Fabienne
Non |
079 |
Nee |
Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke
Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Capoen An, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Clarinval David, De Coninck Inez,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter,
Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls
Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren
Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps
Johan, Lachaert Egbert, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren
Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van
Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput
Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer
Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik,
Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Abstentions |
002 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui |
053 |
Ja |
Almaci Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel,
Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica,
Dedry Anne, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Detiège
Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez
Fernandez Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine, Lutgen Benoît,
Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa, Nollet Jean-Marc,
Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma, Pirlot Sébastian, Poncelet
Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut Eric, Top Alain, Vande
Lanotte Johan, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann,
Vanvelthoven Peter, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Winckel Fabienne
Non |
079 |
Nee |
Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke
Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Capoen An, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Clarinval David, De Coninck Inez,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter,
Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls
Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren
Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps
Johan, Lachaert Egbert, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren
Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van
Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput
Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer
Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik,
Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Abstentions |
003 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Pas Barbara, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui |
055 |
Ja |
Almaci Meyrem, Ben Hamou Nawal, Blanchart Philippe, Bonte Hans,
Brotcorne Christian, Calvo Kristof, Caprasse Véronique, Cheron Marcel, Crusnière
Stéphane, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De Coninck Monica, Dedry Anne,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Detiège Maya, Devin
Laurent, De Vriendt Wouter, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Fernandez Fernandez
Julie, Fonck Catherine, Frédéric André, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Hellings Benoit, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lalieux Karine,
Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa,
Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Pirlot Sébastian, Poncelet Isabelle, Senesael Daniel, Temmerman Karin, Thiébaut
Eric, Top Alain, Vande Lanotte Johan, Van der Maelen Dirk, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Winckel
Fabienne
Non |
079 |
Nee |
Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Bogaert Hendrik, Bracke
Siegfried, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Capoen An, Cassart-Mailleux
Caroline, Ceysens Patricia, Claerhout Sarah, Clarinval David, De Coninck Inez,
Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter,
Deseyn Roel, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen,
Ducarme Denis, Flahaux Jean-Jacques, Foret Gilles, Friart Benoît, Gabriëls
Katja, Gantois Rita, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren
Veerle, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Klaps
Johan, Lachaert Egbert, Lijnen Nele, Luykx Peter, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren
Jan, Terwingen Raf, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Uyttersprot Goedele, Van
Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandenput
Tim, Van de Velde Robert, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vercamer
Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik,
Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Abstentions |
002 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui |
133 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Daerden Frédéric, Dallemagne Georges, De
Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry Anne, Degroote Koenraad,
Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer Willy, Demir Zuhal, Demon
Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya, Devin Laurent, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Di Rupo
Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez Fernandez Julie, Flahaux
Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric André, Friart Benoît, Gabriëls
Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate,
Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kitir Meryame,
Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lalieux Karine, Lijnen Nele,
Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz
Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc,
Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît,
Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans
Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah,
Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van
Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van den Bergh Jef,
Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van
Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven
Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais, Vermeulen
Brecht, Vuye Hendrik, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Wilmès Sophie, Wilrycx
Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
003 |
Onthoudingen |
Crusnière Stéphane, Hedebouw Raoul, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui |
135 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric,
Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry
Anne, Degroote Koenraad, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer
Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez
Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric
André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hedebouw Raoul,
Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter,
Maingain Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller
Richard, Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem,
Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet
Isabelle, Raskin Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael
Daniel, Smaers Griet, Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain,
Uyttersprot Goedele, Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande
Lanotte Johan, Van den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de
Velde Robert, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els,
Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan,
Verherstraeten Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wathelet Melchior,
Willaert Evita, Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert,
Wouters Veerle, Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
001 |
Onthoudingen |
Pas Barbara
Vote nominatif - Naamstemming: 009
Oui |
135 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric,
Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry
Anne, Degroote Koenraad, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer
Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez
Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric
André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Hedebouw Raoul,
Heeren Veerle, Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner,
Janssens Dirk, Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lalieux Karine, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain
Olivier, Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard,
Muylle Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara,
Pehlivan Fatma, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van
Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk,
Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh
Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten
Servais, Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wathelet Melchior, Willaert Evita,
Wilmès Sophie, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle,
Yüksel Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 010
Oui |
134 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric,
Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry
Anne, Degroote Koenraad, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer
Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez
Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric
André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle, Hellings
Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk, Jiroflée
Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lalieux
Karine, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Massin Eric,
Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle Nathalie, Nollet
Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pas Barbara, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van
Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais,
Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Wilmès
Sophie, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
000 |
Nee |
Abstentions
|
002 |
Onthoudingen |
Hedebouw Raoul, Van Hees Marco
Vote nominatif - Naamstemming: 011
Oui |
133 |
Ja |
Almaci Meyrem, Becq Sonja, Beke Wouter, Bellens Rita, Ben Hamou Nawal,
Blanchart Philippe, Bogaert Hendrik, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Calvo Kristof, Capoen An, Caprasse
Véronique, Cassart-Mailleux Caroline, Ceysens Patricia, Cheron Marcel,
Claerhout Sarah, Clarinval David, Crusnière Stéphane, Daerden Frédéric,
Dallemagne Georges, De Coninck Inez, De Coninck Monica, Dedecker Peter, Dedry
Anne, Degroote Koenraad, Delannois Paul-Olivier, Delizée Jean-Marc, Demeyer
Willy, Demir Zuhal, Demon Franky, De Roover Peter, Deseyn Roel, Detiège Maya,
Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese
Christoph, Dierick Leen, Di Rupo Elio, Dispa Benoît, Ducarme Denis, Fernandez
Fernandez Julie, Flahaux Jean-Jacques, Fonck Catherine, Foret Gilles, Frédéric
André, Friart Benoît, Gabriëls Katja, Gantois Rita, Gerkens Muriel, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Heeren Veerle,
Hellings Benoit, Hufkens Renate, Jadin Kattrin, Janssen Werner, Janssens Dirk,
Jiroflée Karin, Kitir Meryame, Klaps Johan, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lalieux Karine, Lijnen Nele, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier,
Massin Eric, Mathot Alain, Matz Vanessa, Metsu Koen, Miller Richard, Muylle
Nathalie, Nollet Jean-Marc, Onkelinx Laurette, Özen Özlem, Pehlivan Fatma,
Piedboeuf Benoît, Pirlot Sébastian, Pivin Philippe, Poncelet Isabelle, Raskin
Wouter, Schepmans Françoise, Scourneau Vincent, Senesael Daniel, Smaers Griet,
Smeyers Sarah, Somers Ine, Spooren Jan, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Thoron Stéphanie, Top Alain, Uyttersprot Goedele,
Van Biesen Luk, Van Camp Yoleen, Van Cauter Carina, Vande Lanotte Johan, Van
den Bergh Jef, Vandenput Tim, Van der Maelen Dirk, Van de Velde Robert, Van
Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Hoof Els, Van Mechelen Dirk, Van Peel Valerie,
Van Quickenborne Vincent, Van Rompuy Eric, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vercammen Jan, Verherstraeten Servais,
Vermeulen Brecht, Vuye Hendrik, Wathelet Melchior, Willaert Evita, Wilmès
Sophie, Wilrycx Frank, Winckel Fabienne, Wollants Bert, Wouters Veerle, Yüksel
Veli
Non |
002 |
Nee |
Hedebouw Raoul, Van Hees Marco
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Pas Barbara