Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Mercredi 26 mars 2014 Après-midi ______ |
van Woensdag 26 maart 2014 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.04 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.04 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Annemie
Turtelboom
Minneke
De Ridder, Flor Van Noppen, pour raisons de santé / wegens
gezondheidsredenen;
Linda
Musin, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;
Stefaan
Vercamer, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht.
Mme la ministre Sabine Laruelle est en mission à l’étranger.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi, le projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et modifiant les lois coordonnées du 12 janvier 1973 sur le Conseil d'État, nos 3445/1 à 4.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie
van voorzitters van deze voormiddag, stel ik u voor op de agenda van de
plenaire vergadering van deze namiddag het wetsontwerp tot wijziging van
de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering
van vreemdelingen en tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 12 januari
1973 op de Raad van State, nrs 3445/1 tot 4, in te schrijven.
Je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de demain après-midi:
- le projet de loi portant insertion du Livre VII "Services de paiement et de crédit" dans le Code de droit économique, portant insertion des définitions propres au livre VII et des peines relatives aux infractions au livre VII, dans les livres I et XV du Code de droit économique et portant diverses autres dispositions, nos 3429/1 à 3;
- le projet de loi organisant les recours contre certaines décisions de la FSMA prises par application du livre VII ou du livre XV du Code de droit économique et modifiant la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, n° 3430/1;
- le projet de loi portant des dispositions diverses en matière de sécurité sociale, nos 3359/1 à 10;
- la proposition de loi (MM. Georges Gilkinet et Kristof Calvo, Mme Muriel Gerkens, MM. Olivier Deleuze, Ronny Balcaen et Stefaan Van Hecke) visant à favoriser le développement de groupements d'employeurs, nos 2094/1 et 2;
- la proposition de loi (Mmes Catherine Fonck et Nahima Lanjri) modifiant l'article 115 de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, nos 2172/1 à 3;
- la proposition de loi (Mmes Zoé Genot et Eva Brems) remplaçant l'article 115 de la loi du 14 juillet 1994 relative à l'assurance soins de santé et indemnités, concernant le report d'une partie du congé prénatal pour prolonger le congé postnatal, nos 2194/1 et 2;
- le projet de loi réglementant les professions des soins de santé mentale et modifiant l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice des professions des soins de santé (amendé par le Sénat), nos 3243/6 à 8;
- la proposition de loi (Mmes Isabelle Emmery, Catherine Fonck, Muriel Gerkens et Valérie De Bue, M. Jef Van den Bergh, Mme Sabien Lahaye-Battheu et MM. David Geerts et Stefaan Van Hecke) modifiant la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques en ce qui concerne la constitution du comité d'orientation RER, nos 3348/1 à 3;
- le projet de loi modifiant la loi du 21 mars 1991
portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, n° 3402/1;
- le projet de loi portant confirmation des arrêtés royaux pris en
application de la loi du 30 août 2013 relative à la réforme des
chemins de fer belges, n° 3441/1;
- le projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 27 février 2014 entre l'État fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale relatif à la création d'un comité de coordination et de facilitation pour l'octroi des autorisations pour des projets d'infrastructures énergétiques transeuropéennes en exécution du Règlement (UE) n° 347/2013, n° 3482/1.
Ik stel u voor op de agenda van de plenaire vergadering van morgennamidddag in te schrijven:
- het wetsontwerp houdende invoeging van Boek VII "Betalings- en kredietdiensten" in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen, nrs 3429/1 tot 3;
- het wetsontwerp tot organisatie van de verhaalmiddelen tegen sommige beslissingen van de FSMA genomen met toepassing van boek VII of van boek XV van het Wetboek van economisch recht, en tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, nr. 3430/1;
- het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid, nrs 3359/1 tot 10;
- het wetsvoorstel (de heren Georges Gilkinet en Kristof Calvo, mevrouw Muriel Gerkens, de heren Olivier Deleuze, Ronny Balcaen en Stefaan Van Hecke) tot bevordering van de oprichting van werkgeversgroeperingen, nrs 2094/1 en 2;
- het wetsvoorstel (de dames Catherine Fonck en
Nahima Lanjri) tot wijziging van artikel 115 van de gecoördineerde wet van
14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, nrs 2172/1 tot 3;
- het wetsvoorstel (de dames Zoé Genot en Eva Brems) tot vervanging van artikel 115 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, aangaande de overdracht van een deel van de voorbevallingsrust om aldus de nabevallingsrust te verlengen, nrs 2194/1 en 2;
- het wetsontwerp tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (geamendeerd door de Senaat), nrs 3243/6 tot 8;
- het wetsvoorstel (de dames Isabelle Emmery, Catherine Fonck, Muriel Gerkens en Valérie De Bue, de heer Jef Van den Bergh, mevrouw Sabien Lahaye-Battheu en de heren David Geerts en Stefaan Van Hecke) tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven wat de oprichting van het GEN-oriëntatiecomité betreft, nrs 3348/1 tot 3;
- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 maart 1991
betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven,
nr. 3402/1;
- het wetsontwerp tot bekrachtiging van de koninklijke besluiten
genomen met toepassing van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de
hervorming van de Belgische spoorwegen, nr. 3441/1;
- het wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 27 februari 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de oprichting van een vergunningscoördinerend en -faciliterend comité voor trans-Europese energie-infrastructuurprojecten, ter uitvoering van verordening (EU) nr. 347/2013, nr. 3482/1.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose de fixer notre ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi comme suit:
les projets et propositions de loi de la compétence:
- de la ministre de la Justice (nos 3373, 3337, 3421, 3422 et 3423);
- de la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration (n° 3445);
- du ministre des Finances (nos 3395, 3393 et 3394);
- du ministre du Budget (nos 3408 et 3409).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze voormiddag, stel ik u volgende agenda voor van de plenaire vergadering van deze namiddag:
de wetsontwerpen en –voorstellen onder de bevoegdheid:
- van de minister van Justitie (nrs 3373, 3337, 3421, 3422 en 3423);
- van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie (nr. 3445);
- van de minister van Financiën (nrs 3395, 3393 en 3394);
- van de minister van Begroting (nrs 3408 en 3409).
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Je vous
rappelle que nos travaux seront impérativement interrompus à 16 h 00.
02 Projet de loi modifiant l'article 8 de la loi du 22 mars 1999 relative à la procédure d'identification par analyse ADN en vue de faciliter l'échange international de données ADN (3373/1-2)
02 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 8 van de wet van 22 maart 1999 betreffende de identificatieprocedure via DNA-analyse, teneinde de internationale uitwisseling van DNA-gegevens te vergemakkelijken (3373/1-2)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
Sans rapport
Zonder verslag
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La
discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3373/2)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3373/2)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
03 Projet de loi modifiant le Code judiciaire en ce qui concerne la procédure devant la Cour de cassation et la procédure en récusation (3337/1-6)
- Proposition de loi visant à modifier le mode d'information des parties intervenant dans une procédure en récusation (183/1-3)
03 Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure voor het Hof van Cassatie en de wrakingsprocedure (3337/1-6)
- Wetsvoorstel tot wijziging van de wijze waarop de bij een wrakingsprocedure betrokken partijen worden ingelicht (183/1-3)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Christian Brotcorne, Joseph George
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ce projet et à cette proposition de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan dit wetsontwerp en aan dit wetsvoorstel te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Carina Van Cauter, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3337/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3337/6)
Le projet de loi compte 39 articles.
Het wetsontwerp telt 39 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 39 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 39 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l’ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
04 Projet de loi portant insertion dans le livre XVII du Code de droit économique des dispositions réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution en ce qui concerne les personnes exerçant une profession libérale (3421/1-4)
- Projet de loi modifiant le livre XVII du Code de droit économique en ce qui concerne les personnes exerçant une profession libérale (3422/1-4)
- Projet de loi portant insertion du Livre XIV "Pratiques du marché et protection du consommateur relatives aux personnes exerçant une profession libérale" dans le Code de droit économique et portant insertion des définitions propres au livre XIV, et des dispositions d'application au livre XIV, dans les livres I et XV du Code de droit économique (3423/1-5)
- Proposition de loi abrogeant la loi du 2 août 2002 relative à la publicité trompeuse et à la publicité comparative, aux clauses abusives et aux contrats à distance en ce qui concerne les professions libérales et modifiant la loi du 6 avril 2010 relative aux pratiques du marché et à la protection du consommateur (1790/1-2)
04 Wetsontwerp houdende invoeging in boek XVII van het Wetboek van economisch recht, van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet wat betreft de beoefenaars van een vrij beroep (3421/1-4)
- Wetsontwerp tot wijziging van boek XVII van het Wetboek van economisch recht wat betreft de beoefenaars van een vrij beroep (3422/1-4)
- Wetsontwerp houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XIV, en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XIV, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht (3423/1-5)
- Wetsvoorstel tot opheffing van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen, en tot wijziging van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (1790/1-2)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces trois projets de loi et cette proposition de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan
deze drie wetsontwerpen en dit wetsvoorstel te wijden. (Instemming)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Olivier
Henry, Karine Lalieux, Philippe Blanchart, Linda Musin
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Isabelle Emmery, rapporteur, renvoie au rapport écrit.
04.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, eind vorig jaar werd het Boek VI “Marktpraktijken en Consumentenbescherming” hier goedgekeurd. Dat boek was niet van toepassing op de vrije beroepen en dat was een bewuste en ook zeer goede keuze.
CD&V en de sector waren vragende partij om in een apart boek te voorzien dat aan de vrije beroepen was aangepast. Met een apart boek voor de vrije beroepen wordt immers de eigenheid van de vrije beroepen erkend en garandeert men ook hun afhankelijkheid, deontologie en hun maatschappelijke meerwaarde.
Om het boek tot stand te brengen, is er veelvuldig overleg met de sector gepleegd, wat wij zeker appreciëren.
Onze fractie heeft in de commissie wel wat vragen en opmerkingen geuit, vooral bij de voorbeelden die in de memorie van toelichting werden gegeven om het toepassingsgebied af te bakenen.
Wij hebben erop gewezen dat een advocaat, ongeacht zijn activiteiten, toch zijn hoedanigheid bewaart. Een notaris die bemiddelt, doet dat binnen zijn ambt. Daarnaast mag een boekhouder geen verzekeringsproducten verkopen. Dat is verboden door de plichtenleer.
Wij vroegen ons dan ook af of het wenselijk was om die voorbeelden in de memorie van toelichting te vermelden. Vooral bij het laatste voorbeeld van de boekhouder erkende de minister onze bezorgdheid. Het voorbeeld werd dan ook uit de memorie van toelichting geschrapt, wat wij als fractie appreciëren.
Mevrouw de minister, ik veronderstel dat in de lijn van die redenering ook het voorbeeld van de notarissen enigszins moet worden genuanceerd en dat er dus kan worden aangenomen dat de notaris die de burger met raad en daad bijstaat voor het opstellen van een onderhandse verkoopsovereenkomst, dat doet binnen en aanvullend op zijn ambtverrichting.
Vanuit de sector zijn er net over die voorbeelden, vooral over het laatste voorbeeld, heel wat vragen en bezorgdheden. Men vreest dat er hierdoor problemen op het terrein zouden komen. Vandaar onze vraag om een en ander nog eens te verduidelijken en onze redenering ter zake te bevestigen, mevrouw de minister.
In elk geval is onze fractie het met het wetsontwerp eens, met het aparte wetboek, en wij zullen het wetsontwerp ook mee goedkeuren.
04.02 Cathy Coudyser (N-VA): Mevrouw de minister, ik wil toch nog even verduidelijken waarom onze fractie zich zal onthouden bij de stemming over voorliggend ontwerp.
Enerzijds, is het goed dat de vrije beroepen apart behandeld worden ten opzichte van alle andere beroepen, omdat ze een specifiek karakter hebben. Het geeft ook aan dat de beoefenaars van vrije beroepen in de toekomst echt een eigen statuut nodig hebben om hun onafhankelijkheid, deontologie en maatschappelijke meerwaarde te bewaken. Dankzij de onlinepetitie van de federatie voor vrije beroepen, die vorig jaar gestart is, werd er een stap in de goede richting gezet.
Anderzijds, blijven we met enkele losse eindjes zitten. Er bestaat nog altijd teveel rechtsonzekerheid over het cruciale begrip “intellectuele prestaties”, dat het toepassingsgebied van de wet moet afbakenen. Ook de Raad van State betreurde dat in zijn advies. Daar is onvoldoende rekening mee gehouden, ook na onze opmerkingen bij de bespreking in de commissie.
Bovendien is ook de scheiding tussen het wetboek Marktpraktijken en het regime voor de vrije beroepen niet helemaal doorgetrokken. Dat blijkt uit het feit dat nog veel artikelen in boek XIV die verwijzen naar verkopen van goederen, specifiek werden overgenomen uit het wetboek Marktpraktijken om tegemoet te komen aan de apothekers, terwijl die bepalingen nu eigenlijk geen nut meer hebben. De gedeeltelijke splitsing, die bovendien niet duidelijk is, blijkt ook uit passages in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp. Collega Leen Dierick verwees er al naar dat de voorbeelden van boekhouder, advocaat en notaris pertinent fout zijn. Zo mag een boekhouder deontologisch gezien geen verzekeringen verkopen. Wij hebben er dus op aangedrongen om dat eruit te halen. Toch doet u dat niet.
We betreuren ook dat het amendement met betrekking tot de verkoop op afstand, meer bepaald de thuisverkoop, onvoldoende steun gevonden heeft in de commissie voor het Bedrijfsleven.
Dat zijn dan ook de redenen waarom wij ons zullen onthouden bij de stemming.
04.03 Isabelle Emmery (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, le fait que les personnes qui exercent une profession libérale soient soumises à une déontologie ne peut, selon nous, en aucun cas, signifier qu'elles ne doivent pas respecter les règles impératives destinées à protéger le consommateur et la loyauté des échanges sur le marché. En ce sens, nous devons toujours garder à l'esprit que certaines professions libérales entrent effectivement en concurrence avec des commerçants traditionnels dans le cadre de leurs prestations de services et que déontologie professionnelle et pratiques commerciales loyales ne sont pas synonymes.
Si les divergences d'opinion ont pris le pas en 2010 lors de la refonte de la loi sur les pratiques du commerce et ont amené à maintenir hors champ les professions libérales, la Cour constitutionnelle a tranché en déclarant inconstitutionnelle cette mise à l'écart. Oui, les professions libérales accomplissent des actes qui peuvent être considérés comme des actes de commerce. Oui, les consommateurs et les concurrents doivent pouvoir bénéficier de la même protection que celle offerte par la loi sur les pratiques du marché.
D'ailleurs, c'était déjà la thèse d'Herman De Bauw en 2007 dans son rapport sur une série de problèmes d'application de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce pour le compte de l'État belge. Il y relevait également que les conséquences de l'inclusion des professions libérales dans le champ d'application de la loi, en ce qui concerne les règles de droit matériel, étaient très limitées. De façon générale, soit les dispositions ne s'appliquent pas par nature aux professions libérales, soit il n'y a pas de raison d'y déroger pour ces professions, ce qui est clairement le cas, par exemple de l'obligation d'information à l'égard du consommateur ou de l'interdiction des actes contraires aux usages honnêtes entre vendeurs.
C'est finalement cette logique qui prévaut dans le projet de loi et on s'en réjouit. Le groupe socialiste était d'ailleurs dépositaire d'une proposition de loi allant en ce sens. Le fait d'avoir un livre spécifique facilite clairement la lisibilité de l'ensemble, permet au consommateur de bénéficier d'un haut degré de protection et d'information, tout en reconnaissant la spécificité des professions libérales.
Au-delà des clivages politiques, voire au-delà de l'exigence de la Cour constitutionnelle, nous ne pouvions laisser en l'état une discrimination dans la discrimination, à savoir la distinction qui est faite, de manière injustifiée, entre les dentistes et kinésithérapeutes et les autres professions libérales qui n'entraient pas dans la définition de "profession libérale" de la loi sur les pratiques du marché.
Dans ce dossier, les intérêts du consommateur ont prévalu et nous ne pouvons que nous en féliciter.
Je vous remercie de votre attention.
Le président: Je vous remercie, madame Emmery.
Madame la ministre, vous avez la parole.
04.04 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, ik heb geen commentaar.
04.05 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik neem aan dat naarmate de termijn van de huidige legislatuur verglijdt, de aandacht en het respect voor het Parlement ook afneemt.
In de verschillende uiteenzettingen zijn vragen aan de minister gesteld. Er zijn dus door Parlementsleden vragen aan de uitvoerende macht gesteld. Het getuigt van een ongelooflijke onbeschaamdheid dat de minister antwoordt dat zij geen commentaar heeft. Ik zou toch verwachten dat in het kader van de bespreking van een wetsvoorstel ten minste een antwoord op de vragen van het Parlement wordt gegeven. Dat is het minste wat van de uitvoerende macht mag worden verwacht.
Le président: J'entends bien la remarque, mais il est arrivé aussi au cours de la législature que des ministres ne répondaient pas à des questions qui leur étaient posées. Cela n'a rien à voir avec la fin de la législature. Il est évident que c'est le droit d'un ministre d'intervenir ou non. Je ne peux forcer personne.
J'interroge la ministre: si elle me dit non, elle me dit non; si elle me dit oui, elle me dit oui. Maintenant, elle va prendre la parole.
04.06 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, het is uiteraard niet mijn bedoeling om de Parlementsleden niet te antwoorden.
Wij hebben dit wetsontwerp in de commissie uitgebreid besproken. Mijn antwoorden van toen zijn vandaag nog altijd geldig.
Bij het uitwerken van boeken VI en IX en hun respectieve toepassingsbieden zijn wij er altijd van uitgegaan dat er voor vrije beroepen een ander wetboek moet zijn. Men kan niet zomaar de marktpraktijken en de consumentenbescherming die van toepassing zijn op alle mogelijke bedrijven ook zomaar toepassen op de vrije beroepen. Daarom hebben wij een apart boek opgesteld.
Tijdens het uitschrijven ervan hadden wij een heel intens contact met de Federatie Vrije Beroepen om op een goede manier een goede consumentenbescherming te verzekeren. Wij hebben er de opmerkingen van de Raad van State grosso modo in verwerkt. Wij hebben ons gealligneerd met de Europese richtlijnen. Met de opmaak van dit Wetboek van economisch recht geven wij een correct antwoord op de arresten van het Grondwettelijk Hof die het onderscheid tussen ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen als ongrondwettelijk beschouwde.
In de commissie hadden wij verschillende gesprekken. In de laatste commissievergadering waren er nog aanpassingen naar aanleiding van een vraag over een advocaat die met verzekeringsproducten werkt. Dat hebben wij in de omschrijvingen nog aangepast. Op die manier hebben wij ook de andere wetboeken over economisch recht aangepast voor de vrije beroepers.
Als ik nog een vraag over het oog heb gezien, dan kunnen de collega’s die uiteraard stellen. Ik zal ze gedetailleerd beantwoorden.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3421. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4)
(3421/4)
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen van het wetsontwerp nr. 3421. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3421/4)
Le projet de loi compte 11 articles.
Het wetsontwerp telt 11 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 11 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 11 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du projet
de loi n° 3422. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4)
(3422/4)
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen van het wetsontwerp nr. 3422. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3422/4)
Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
À l’article 3, les articles XVII.25/2 à XVII.25/5 sont adoptés article par article.
L’article 3 est adopté.
Les articles 4 à 6 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
In artikel 3 worden de artikelen XVII.25/2 tot XVII.25/5 artikel per artikel aangenomen.
Artikel 3 wordt aangenomen.
De artikelen 4 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3423. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4)
(3423/5)
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen van het wetsontwerp nr. 3423. De door de commissie aangenomen
tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3423/5)
Le projet de loi compte 10 articles et deux annexes.
Het wetsontwerp telt 10 artikelen en twee bijlagen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
À l’article 3, les articles XIV.1 à XIV.83 sont adoptés article par article.
L’article 3 est adopté.
À l’article 4, les articles XV.27 et XV.27/1 à XV.27/5 sont adoptés article par article.
L’article 4 est adopté.
À l’article 5, les articles XV.124 et XV.124/1 à XV.124/3 sont adoptés article par article.
L’article 5 est adopté.
Les articles 6 à 10 sont adoptés article par article, ainsi que les annexes 1 et 2.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
In artikel 3 worden de artikelen XIV.1 tot XIV.83 artikel per artikel aangenomen.
Artikel 3 wordt aangenomen.
In artikel 4 worden de artikelen XV.27 en XV.27/1 tot XV.27/5 artikel per artikel aangenomen.
Artikel 4 wordt aangenomen.
In artikel 5 worden de artikelen XV.124 en XV.124/1 tot XV.124/3 artikel per artikel aangenomen.
Artikel 5 wordt aangenomen.
De artikelen 6 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de bijlagen 1 en 2.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Entre-temps, je fais remarquer aux membres de la Conférence des présidents que, conformément à ce qui avait été convenu ce matin, les rapports (proposition de loi 3492/1 et projet de loi 3356/1) qui devaient nous parvenir avant ce soir à minuit sont distribués maintenant. Donc, ces textes seront discutés demain.
05 Projet de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers et modifiant les lois coordonnées du 12 janvier 1973 sur le Conseil d’État (3445/1-4)
05 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (3445/1-4)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Julie Fernandez Fernandez, rapporteur, renvoie au rapport écrit.
05.01 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, collega’s, onze fractie kan zich zeker terugvinden in het voorliggende wetsontwerp, want zoals in het regeerakkoord werd vooropgesteld moeten wij de efficiëntie van de asielprocedure echt verhogen. Wij hebben dat intussen ook gedaan, door middel van verschillende maatregelen.
Wij zijn er ook van overtuigd dat iedereen erbij gebaat is om snel duidelijkheid te hebben over zijn of haar asielaanvraag en dat hierbij ook de grootst mogelijke rechtszekerheid moet geboden worden, maar de kwaliteit van de procedures moet centraal blijven staan.
De voorliggende wijzigingen, met dit wetsontwerp, onder meer het punt over de uiterst dringende noodzakelijkheid, kunnen alleen maar meer duidelijkheid brengen. Er zijn nu ook duidelijke termijnen vastgelegd, die er vroeger niet waren, die zowel goed zijn voor de asielzoeker zodat die weet waaraan hij toe is, als voor de asielinstanties.
Een tweede aspect dat in dit wetsontwerp wordt geregeld betreft de eenheid van rechtspraak binnen de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, bij beroep, en ten gevolge daarvan eventueel ook de eenheid van rechtspraak wanneer het dossier belandt bij de Raad van State. Wij hebben reeds eerder in de commissie onze bezorgdheid geuit met betrekking tot de eenheid van rechtspraak bij de asielinstanties. Dit wetsontwerp komt daaraan zeker tegemoet. Ook de evolutie naar alleen zetelende rechters heeft ervoor gezorgd dat rechtspraak in gelijkaardige dossiers soms verschillend is. Daarom is het goed dat dit signaal dat gegeven werd zowel in het Parlement, door ons en door andere fracties, als op het terrein, ter harte werd genomen. Met dit wetsontwerp wordt ter zake een oplossing geboden.
Wij hopen dat de maatregelen die nu genomen worden zoals de mogelijkheid om Verenigde Kamers te hebben en daaraan een aantal dossiers voor te leggen, zullen werken om meer eenheid te krijgen in de rechtspraak voor gelijkaardige dossiers. Wij vragen wel dat deze maatregelen na verloop van tijd geëvalueerd worden om te bekijken of het effectief voldoende is en of er op die manier een antwoord wordt geboden en er inderdaad meer eenheid is van rechtspraak. Mocht dat niet zo zijn, kunnen wij uiteraard nog steeds deze maatregelen bijsturen.
Ten slotte, het Grondwettelijk Hof heeft een beslissing genomen tegen het annulatieberoep voor aanvragen vanuit de veilige landen en heeft dit vernietigd. Het mag niet gewoon een annulatieberoep zijn maar moet een beslissing zijn in volle rechtsmacht. Met dit wetsontwerp komen wij daaraan tegemoet. Voortaan zullen alle aanvragen van asielzoekers uit de zogenaamde veilige landen – Kosovo, Macedonië, India enzovoort – in beroep behandeld worden in volle rechtsmacht.
Wij hebben daar uiteraard wel strikte, korte termijnen aan verbonden om ervoor te zorgen dat er geen misbruik is. In een zelfde procedure wordt nu ook voorzien bij beroep tegen een beslissing inzake meervoudige aanvragen. Ook dat steunt onze fractie.
Dit wetsontwerp krijgt onze volle steun.
05.02 Theo Francken (N-VA): Mevrouw De Block, ik ben blij dat u vandaag in de Kamer aanwezig bent. Ik vind het opmerkelijk. Normaal gezien zou u deze namiddag naar de commissie komen, maar gisteren of eergisteren zag ik plots op de website van de Kamer verschijnen dat de commissievergadering op vraag van de staatssecretaris met een week werd uitgesteld. Ik heb mij geïnformeerd bij de voorzitter. Blijkbaar had u de intentie om een toespraak van de president van de Verenigde Staten bij te wonen. Het commissiewerk moest daarvoor wijken, maar ik zie nu dat u toch hier bent. Dat is wel opmerkelijk. U moet hier zijn, want het is een wetsontwerp van uw regering, van uw hand, dat hier wordt besproken.
05.03 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer Francken, uw voorzitter kan ervan getuigen dat ik een van de regeringsleden ben die telkens in de commissie aanwezig is als zij daar moeten zijn. Dat is zowel gisteren in de Senaat gezegd door de heer Moureaux, van onverdachte strekking, als vroeger al door uw voorzitter.
Door de Conferentie van voorzitters werd beslist om nu van twee tot vier uur plenaire vergadering te houden, omdat een heel aantal mensen dat hier in de Kamer moet zijn, ook geïnviteerd is voor de toespraak van Obama. Het lijkt me dan ook maar logisch dat ik én hier ben, én daar kan zijn. Ik kon niet een hele namiddag naar de commissie komen, dat is waar.
Le président: Le tout n'est pas d'être présent mais de l'être en même temps! On finit par ne jamais se croiser!
Monsieur Francken, vous avez failli rater la secrétaire d'État.
05.04 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is waar dat mevrouw De Block als een van de meest regelmatige personen aanwezig is in de commissie. Wat de heer Francken heeft opgemerkt, is natuurlijk ook juist over de vergadering die normaal gezien vanmiddag had moeten plaatsvinden. Zowel het een als het andere is waar.
De voorzitter: Als een ware Pontius Pilatus.
05.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, de heer Bracke zou toch een goede Kamervoorzitter zijn.
Mevrouw De Block, u had om 14 u 15 perfect vragen kunnen beantwoorden. Als u om 16 u 00 moest vertrekken, had dit op de website kunnen worden geplaatst. Dit gebeurt wel vaker. Ook mevrouw Milquet doet dit.
U komt volgende vragen beantwoorden, maar als ik dan nog bijkomende vragen heb, kan ik die niet meer stellen want het is de laatste werkweek.
Le président: Monsieur Francken, je vous prie de ne pas revenir sur la procédure.
La Conférence des présidents a décidé qu'on se réunissait en plénière entre 14 h 00 et 16 h 00. Vous avez commencé à parler à 14 h 28. Posez maintenant vos questions sur le projet et pas sur la procédure.
05.06 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is geen neutrale discussie. Mevrouw De Block weet zeer goed dat, als zij volgende week slechte of onvolledige antwoorden geeft, ik daarna geen vragen meer kan indienen, omdat de zittingsperiode gedaan is. Als die commissievergadering vandaag plaats had kunnen vinden, dan had ik wel nog de mogelijkheid tot het stellen van bijkomende vragen. Dat is de essentie. Er staan best wel wat heikele punten op de agenda van die commissie, met onder andere vragen over de ontsnapping van twee illegale Guineeërs, die mevrouw De Block afgelopen weekend niet verwijderd kreeg.
Mevrouw de staatssecretaris, nu kom ik tot de grond van de zaak. In de commissie hebben wij daarover al van gedachten gewisseld. Ik zal mij nu beperken tot twee punten, die ik in de commissie ook al heb aangehaald.
Ik betreur onderhavig wetsontwerp ten zeerste, want in de beroepsmogelijkheden inzake de toekenning van asiel of de verwijdering van een persoon, zijn wij volgens mij zo goed als Europees kampioen. Wij hebben ongelooflijk veel beroepsmogelijkheden ten opzichte van een beslissing tot verwijdering, een afgekeurde asielaanvraag of regularisatie. In de commissie heb ik die ook allemaal opgesomd. Daarom meen ik dat u beter met een vereenvoudiging van al die procedures naar de Kamer zou zijn gekomen en met een vermindering van het aantal beroepsmogelijkheden tegen een beslissing tot verwijdering. Dat zou echt eens grondig aangepakt moeten worden.
Het maken van een nieuw migratiewetboek of het herschrijven van de haast onleesbare vreemdelingenwet wordt met het nu voorliggend ontwerp nog moeilijker, want de wet wordt nog ingewikkelder, wat nog meer voer betekent voor vreemdelingenadvocaten, die daar grof geld mee verdienen. De migratie-industrie zal daar heel blij mee zijn en draait op volle toeren, want u maakt het alleen maar complexer, door de invoering van nog meer beroepsmogelijkheden. Een kat vindt in de vreemdelingenwet haar jongen niet meer terug.
In het regeerakkoord hebt u gezegd dat de Raad van State de opdracht zou krijgen om een nieuw migratiewetboek te schrijven, met eenvoudige, transparante, heldere en duidelijke procedures. Dat migratiewetboek is er niet gekomen. Uw fractiegenoot, de heer Somers, zegt dat dat iets voor de volgende legislatuur is. Ik zal daar alleszins met heel veel plezier aan meewerken, daar kunt u van op aan. U hebt een nieuw migratiewetboek beloofd, maar die belofte willigt u niet in.
U komt dus wel met een wetsontwerp om het nog complexer en ingewikkelder te maken. Het doet mij denken aan de zesde staatshervorming. Ik heb mijn tabel niet bij mij, maar ik zou misschien eens een tabel moeten maken over alle mogelijke beroepsprocedures, aanvragen en alles wat te maken heeft met de vreemdelingenwet. Het zal nogal een tabel worden, vergelijkbaar met de tabel van de zesde staatshervorming. Niemand begrijpt het nog, behalve misschien hier en daar een advocaat of een specialist in vreemdelingenrecht, die daar natuurlijk heel veel uithaalt.
De volgende grote opmerking van onze fractie is dat men moet oppassen met uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie. Ik begrijp dat het hier gaat over een aanpassing op basis van een arrest tot vernietiging van het Grondwettelijk Hof. De bestaande procedure in verband met de veilige landen werd trouwens door de N-VA, als eerste, voorgesteld. Met die procedure geeft men bijvoorbeeld asielzoekers uit de Balkanlanden maar 15 dagen – heel snel in en uit – en eigenlijk werd de crisis daarmee opgelost.
Collega Smeyers is er vandaag niet, maar zij heeft dat voorstel gelanceerd in de periode van de lopende zaken. Wij waren de eerste partij om dat te doen. De heer Wathelet, uw voorganger, was toen bevoegd en hij zei dat zoiets onmogelijk, inhumaan en incorrect was. Dat zou nooit lukken en die regeling zou worden vernietigd. Wij hebben die procedure toen wel ingevoerd. Dat heeft ervoor gezorgd dat er een kentering in het asielverhaal mogelijk werd. Zo zagen we dat de instroom uit de Balkanlanden sterk afgenomen is, omdat de asielzoekers van daaruit heel snel een antwoord kregen.
Het Grondwettelijk Hof heeft met het principe op zichzelf geen enkel probleem. Het heeft alleen gezegd dat men ook een verhaal ten gronde mogelijk moet maken, ook bij de veiligelandenprocedure van 15 dagen. Met wat hier nu wordt voorgelegd, hebben wij geen problemen. De oplossing die u voorstelt, is een goede oplossing. Er zijn in de commissie amendementen ingediend. Het moest allemaal heel snel gaan. Wij zitten nu zelfs al in de plenaire vergadering, maar er is natuurlijk ook niet veel tijd meer.
Ik heb het ontwerp ’s avonds nog eens gelezen. Zoals het nu door u en uw diensten wordt voorgesteld, zit het goed in elkaar. Het belangrijkste, de kern van de zaak, is dat het voorstel van de N-VA over de procedure met de veilige landen onverkort blijft gelden. Die blijft staan als een huis. Het doet mij denken aan de uitspraken van onze collega Eva Brems, professor Mensenrechten, dat het Grondwettelijk Hof gehakt zou maken van onze wet op de gezinshereniging, die zij ongrondwettelijk en discriminerend noemde. Het Grondwettelijk Hof heeft twee heel kleine opmerkingen gemaakt over heel de wetswijziging. Ik meen dat het de beste wet is, die wij hier op vier jaar tijd goedgekeurd hebben en ik blijf daarbij. Het is ook de allerbeste wet inzake migratie die in de afgelopen 30 jaar werd goedgekeurd.
Mevrouw Pas, ik weet dat het voor u niet goed is. Ik las uw programma, u bent voor een migratiestop. Ik vraag mij af hoe u zoiets in de praktijk kunt omzetten. Ik heb het vorige week tijdens een debat in Leuven nog gevraagd aan Joris Van Hauthem. Ik heb nog altijd geen antwoord gekregen. Mag de Amerikaanse bedrijfsleider dan wel nog binnen, maar de Afghaanse asielzoeker niet meer? Hoe interpreteer ik een migratiestop? Blijkbaar zal de stop wel vijf miljard euro opbrengen. Zo rekent u zich rijk.
Professor Peersman gaf CD&V met zijn 3D-plan een tweede zit. Mocht hij het programma en de berekeningen van Vlaams Belang eens bekijken en dan vooral dat cijfer van de vijf miljard uit de migratiestop, dan zal hij u minder geven dan een tweede zit. U mag wellicht meteen uw jaar overdoen.
Het is heel belangrijk dat de door de N-VA gelanceerde en wettelijk gemaakte procedure ‘veilige landen’ blijft bestaan. Het Grondwettelijk Hof maakt er geen problemen over. Er is enkel een kleine aanpassing. Dat hebt u goed opgelost, mevrouw De Block. Proficiat. We hebben tijdens de lopende zaken samen aan die procedure gewerkt. Wij zullen ze blijven steunen.
Zoals ik in de commissie al zei, moeten we voorzichtig zijn met uitspraken en arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Europees Hof van Justitie. Ook professor Bossuyt, gewezen voorzitter van het Grondwettelijk Hof, toch een heel toonaangevende stem als het gaat over vreemdelingenrecht en alle mogelijke constitutionele thema’s, schrijft dat het Europees Hof zich veel te veel bevoegdheden toe-eigent. Het doet uitspraken waar men op de duur niet meer aan uit kan. Het interpreteert alles met een heel gekleurde bril.
In een volgende legislatuur moeten we goed bekijken wat we met die uitspraken doen en hoe we ze moeten aanpakken. Die juridische kwesties moeten we samen met andere Europese landen bekijken.
Ik praat niet in het ijle. Ik zal een voorbeeld geven. Het arrest-Zambrano was fantastisch voor Groen en de linkse partijen in het Parlement. Dat arrest zou ervoor zorgen dat het strenger behandelen van onze eigen onderdanen inzake gezinshereniging niet meer zou kunnen. Het was discriminatie. Als mevrouw Brems of mevrouw Genot over migratie begint, dan hou ik mijn teller altijd bij de hand. Het woord discriminatie valt altijd binnen de dertig seconden. Het arrest-Zambrano zou ervoor zorgen dat wij niet zouden kunnen landen met onze strengere wet op de gezinshereniging. Wel, wij hebben het arrest-Zambrano lekker verticaal geklasseerd. Daarvan moesten wij ons niet veel aantrekken daar het Grondwettelijk Hof ons volledig volgt in onze interpretatie van strenge gezinshereniging.
Ik blijf erop hameren dat wij zeer voorzichtig moeten zijn met interpretaties van alle mogelijke arresten van Europa. Wij zijn niet gediend met een steeds maximale interpretatie zoals Europa het bedoelt vanuit een zeer permissieve blik en een verhaal van open grenzen. Ik ben voor open grenzen, maar voor gesloten sociale zekerheid. Als er een open socialezekerheidsstelsel is zoals dat bij ons bestaat, ben ik niet voor open grenzen. Het is het ene of het andere. Ofwel hebben wij open grenzen maar een gesloten sociale zekerheid, ofwel zorgen wij ervoor dat onze grenzen minstens voor een deel gesloten blijven en kan de sociale zekerheid open blijven. Het is het ene of het andere.
De mensen van Ecolo zijn voor open grenzen en voor een open sociale zekerheid, zoals opgenomen in hun verkiezingsprogramma, pagina 111 als ik mij niet vergis. Ik meen dat wij wel weten waar dat zal eindigen, met name in het totaal failliet van onze Staat.
Tot daar mijn twee bemerkingen. Ik hoor graag uw antwoord.
05.07 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Lanjri, u spreekt van een evaluatie. Het Parlement zal op eender welk moment een evaluatie kunnen maken. U weet waarom wij de huidige aanpassingen aan de procedure voorstellen, namelijk om meer rechtszekerheid te creëren en om kortere procedures en duidelijkere beroepstermijnen te realiseren. Dat alles gebeurde in samenspraak met de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de Raad van State.
U zegt dat alles zal moeten worden geëvalueerd. Het is uiteraard na een evaluatie van de gang van zaken dat het huidig ontwerp er is gekomen. Ik denk dat uw vraag heel terecht is.
Mijnheer Francken, ik ben blij dat u slechts twee opmerkingen hebt. In de commissie had u er immers veel meer. Enkele van mijn antwoorden zijn dus al doorgedrongen. U betreurt het wetsontwerp, want het maakt de zaken ingewikkelder volgens u. Het maakt de zaken echter niet ingewikkelder. Het ontwerp is duidelijker wat betreft de beroepstermijnen, in die zin dat zij worden omschreven, namelijk 10 dagen bij een eerste verwijderingsbeslissing. Vanaf een tweede beslissing gaat het om 5 dagen. Er is voorts de heel korte procedure als het een zeer laattijdige instelling van beroep betreft. Op dat vlak worden de zaken dus duidelijker en gemakkelijker toe te passen.
Daarnaast haalt u aan dat ik voorzichtig moet zijn met de uitspraken van het Europees Hof. Ik heb in de commissie al gezegd dat dit inderdaad zo is. Ik ken toevallig ook de vroegere voorzitter van het Grondwettelijk Hof. Het gaat in dit geval echter over een specifiek arrest, het M.S.S.-arrest, dat nu al wordt toegepast door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het is dus al algemeen terug te vinden in de rechtspraak. Wij implementeren het nu in de wettelijke regels. U noemt een ander attest en geeft nog een ander voorbeeld. Dat is ook zo. Er zullen voorbeelden zijn langs weerskanten. Het gaat in dit geval echter om het M.S.S.-arrest. Daarvoor moest onze wetgeving worden aangepast.
U zegt voorts dat de lijst van veilige landen na het arrest van het Grondwettelijk Hof moest worden aangepast. Het Grondwettelijk Hof gaat wel akkoord met een korte beroepsprocedure, maar die moet dan wel in volle rechtspraak plaatsvinden. Dat hebben wij dus gewijzigd.
Waarom hebben wij dat dan in een ontwerp gewijzigd voor de meervoudige aanvragen? Omdat wij ons op de wetgeving met betrekking tot de lijst van veilige landen hadden gebaseerd. Vermits die werd aangevochten en er een arrest tussenbeide kwam, wilden wij de procedure voor de meervoudige aanvragen ook op die manier aanpakken, zodat er een gelijke beroepsmogelijkheid in volle rechtspraak in de twee procedures is. Zo worden wij in lopende zaken niet nog eens geconfronteerd met een arrest voor de beroepsprocedure voor de meervoudige aanvragen en moet dat niet meer worden aangepast. Wij zijn daarin dus vooruitdenkend geweest. Volgens mij is het bovendien gemakkelijker dat het voor beide onder dezelfde voorwaarden kan gebeuren.
In de commissie had u ook opmerkingen over de Verenigde Kamers. U dacht dat dit het allemaal zou verzwaren. Nu u dat beter hebt kunnen lezen, zult u wel hebben gezien dat de Verenigde Kamers alleen onder bepaalde wettelijke voorwaarden zullen vergaderen. Er zal dus ook een meer uniforme rechtspraak gebeuren.
U had ook zware bedenkingen bij het feit dat wij nu tien dagen de mogelijkheid geven om een beroep in te stellen. U zei dat u dat wou verlengen. Wellicht hebt u nu ingezien dat hier nu eigenlijk geen termijn op staat. Waar wel een termijn op staat, is het aantal werkdagen dat de raad krijgt om het beroep te verwerken. Dat is een ander artikel. Dat was een belangrijk deel van uw betoog.
Ik denk dat wij een goede bespreking in de commissie hebben gehad. Er was veel belangstelling voor. Ik ben blij dat dit mijn laatste wetsontwerp hier zal zijn. Daarmee is ervoor gezorgd dat de lijst van veilige landen kan blijven bestaan. Ik zal niet zeggen dat dit de crisis heeft opgelost, maar het heeft er wel toe geleid dat er het eerste jaar 29 % minder aanvragen uit de veilige landen zijn gekomen. Dat heeft zeker een ontradend effect gehad. Wij zijn dat daar ook overal gaan communiceren. Dat ontradend effect blijft in zekere zin bestaan. Het zou een veel slechter signaal geweest zijn om de lijst met veilige landen te vernietigen. U weet dat die jaarlijks herzienbaar is en eventueel kan worden aangevuld.
U hebt gezegd zich te zullen beraden of u het ontwerp zult steunen. Ik neem aan dat u daar nu uw steun aan zult willen geven, maar ik laat het aan u over om daarop te antwoorden. Dat mag morgen, u kunt er nog een nachtje over slapen.
U bent voor open grenzen, maar voor een gesloten sociaal systeem. Ik neem aan dat dit uw standpunt is en niet dat van uw partij, voor zover ik weet. Ik wil u erop wijzen dat dit enige gevaren kan inhouden voor personen die al lang op ons grondgebied verblijven. Voor mij is toegang tot ons sociaal systeem, ook voor wie hier langdurig verblijfsrecht geniet, een hele sociale boodschap die wij uitdragen. Niet dat wij iedereen daar te allen tijde van moeten laten genieten, maar over de gevaren die een gesloten sociaal systeem inhoudt, moeten wij het toch nog eens hebben. Dat kan nog wel gebeuren.
05.08 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. U komt inderdaad met het laatste project naar het Parlement.
Ik zal nog eens een nachtje slapen over onze stemhouding. Ik zal hierover eens overleggen met collega Smeyers.
Als het gaat over mijn intellectuele oefening over het opengrenzenverhaal van Ecolo – het stond letterlijk in zijn verkiezingsprogramma en ik ben benieuwd of het er opnieuw zal instaan –, dan gaat het over mijn persoonlijk standpunt. Ik heb gewoon erop gewezen dat men voorzichtig moet zijn als men pleit voor open grenzen. Men kan immers niet pleiten voor open grenzen én voor een open socialezekerheidssysteem. Ik meen dat dat niet betaalbaar noch verstandig is. Dat is mijn kritiek.
In mijn intellectuele oefening wijs ik erop dat mijn partij een open sociaal systeem verdedigt, omdat het een van de kernwaarden is van onze samenleving. Heel wat landen zijn trouwens jaloers op ons systeem. Ik ben er echter wel voorstander van dat we onze grenzen goed in de gaten houden met het oog op een gecontroleerde migratie. Ik pleit ook voor een leesbare vreemdelingenwet, maar dat zal iets voor de volgende minister of staatssecretaris zijn.
Met mijn intellectuele oefening wil ik erop wijzen dat het gewoon onbetaalbaar en onrealistisch is om te pleiten voor open grenzen. Men maakt de mensen blaasjes wijs als men schermt met wereldburgerschap en multiculturaliteit in samenhang met een open sociaal systeem. Dat is volgens mij totaal onhoudbaar. Ik blijf bij dat standpunt en ik neem er ook geen woord van terug.
Onze partij staat voor een verhaal van een open, goed en gezond sociaal systeem met rechten, maar ook plichten. Het betekent ook dat wij naar een gecontroleerde, eerlijke migratie moeten streven, waarbij de achterpoortjes zo goed als mogelijk moeten worden gesloten en waarbij er duidelijke beroepsprocedures moeten komen. Ik vind dat er nu te veel beroepsprocedures zijn, zeker als het gaat over het verwijderen van personen en asiel. Ik vind dat dat uitgeklaard zou moeten worden en eenduidiger zou moeten worden gemaakt door de wetgever. Dat is dé grote opdracht voor de volgende regering. Door de wetgeving duidelijk en eenduidig te maken en het aantal beroepsprocedures te verminderen, zal de vreemdeling meer rechten krijgen. Tegelijkertijd zal de advocaat en de ‘vreemdelingenindustrie’ minder rechten krijgen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3445/4)
Wij vatten de bespreking aan van de
artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de
bespreking. (Rgt 85, 4)
(3445/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi portant des dispositions diverses concernant la procédure devant le Conseil du contentieux des étrangers et devant le Conseil d'État".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende diverse bepalingen met betrekking tot de procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en voor de Raad van State".
Le projet de loi compte 32 articles.
Het wetsontwerp telt 32 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 32 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 32 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
06 Projet de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique, la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit, la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances, la loi du 16 février 2009 relative à la réassurance, la loi du 6 avril 1995 relative au statut et au contrôle des entreprises d'investissement, la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de paiement et des établissements de monnaie électronique, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement, à l'activité d'émission de monnaie électronique et à l'accès aux systèmes de paiement, la loi du 28 avril 1999 visant à transposer la directive 98/26/CE du 19 mai 1998 concernant le caractère définitif du règlement dans les systèmes de paiement et de règlement des opérations sur titres et la loi du 15 décembre 2004 relative aux sûretés financières et portant des dispositions fiscales diverses en matière de conventions constitutives de sûreté réelle et de prêts portant sur des instruments financiers (3395/1-4)
06 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de nationale bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten (3395/1-4)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
06.01 Veerle Wouters, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs graag naar het schriftelijk verslag.
06.02 Damien Thiéry (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, le projet de loi abordé aujourd'hui a pour but de réglementer les marchés de produits dérivés de gré à gré en ce qui concerne tant les acteurs que les transactions elles-mêmes.
Ce projet vient compléter les dispositifs pris à la suite de la crise bancaire avec pour objectifs d'apporter au niveau européen plus de stabilité, davantage de transparence et plus d'efficacité aux marchés de produits dérivés.
Le règlement européen que nous transposons prévoit entre autres les obligations suivantes: avoir recours à une contrepartie centrale, c'est-à-dire une entité qui sera le relais entre les vendeurs et les acheteurs des produits dérivés; obtenir l'agrément pour les contreparties; déclarer les contrats de produits dérivés; suivre les règles d'organisation et de conduite.
Le gouvernement a fait le choix d'assurer le contrôle du secteur financier conjointement par la BNB et par la FSMA et de répartir les compétences entre ces deux organes. La Banque nationale sera chargée de délivrer les agréments mais aussi de veiller au contrôle prudentiel et au respect des obligations du Règlement EMIR des contreparties financières et non financières. La FSMA, quant à elle, sera chargée du contrôle des règles de conduite et de prévention de conflits d'intérêts, ainsi que du contrôle des contreparties financières et non financières qui ne tombent pas sous le rôle de la BNB.
En ce qui concerne les sanctions qui seront appliquées à une contrepartie qui ne respecterait pas les mesures imposées par le règlement européen, le gouvernement propose de s'aligner sur les sanctions administratives déjà existantes car elles sont efficaces, dissuasives et proportionnelles. Ces sanctions seront également rendues publiques pour autant que cela ne nuise pas à la stabilité du système. Cela semble être une décision juste et raisonnable.
Je tiens à rappeler – c'est important et on n'y a peut-être pas fait suffisamment allusion – que les établissements de crédit ne sont pas les seuls à devoir se conformer à ces nouvelles règles. Les règles sont également applicables aux sociétés d'assurance et de réassurance, aux sociétés d'investissement, aux établissements de paiement et aux prestataires de services de paiements électroniques et aux dépositaires de titres. Ces mesures concernent donc tous les acteurs, sans quoi, je pense, leur efficacité n'aurait pas été optimale.
Mon groupe se réjouit de ces nouvelles dispositions qui vont permettre de créer un cadre juridique harmonisé, d'assurer un niveau de protection élevé des investisseurs, de créer des conditions de concurrence égales entre les acteurs du marché, de limiter à la fois les risques de manque de liquidités sur le marché et les risques de manque de compensations de produits dérivés.
Je voulais vous dire, monsieur le ministre, que mon groupe soutiendra, bien entendu, pleinement ce projet.
Le président: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La
discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (3395/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3395/4)
Le projet de loi compte 40 articles.
Het wetsontwerp telt 40 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 40 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 40 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
07 Projet de loi relatif au statut et au contrôle des planificateurs financiers indépendants et à la fourniture de consultations en planification financière par des entreprises réglementées (3393/1-4)
- Projet de loi modifiant les articles 121 et 122 de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers en vue de régler les recours contre certaines décisions prises par la FSMA en vertu de la loi du ... relative au statut et au contrôle des planificateurs financiers indépendants et à la fourniture de consultations en planification financière par des entreprises réglementées (3394/1-3)
07 Wetsontwerp inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen (3393/1-4)
- Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 121 en 122 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten teneinde het beroep te regelen dat kan worden ingesteld tegen bepaalde beslissingen van de FSMA, genomen krachtens de wet van ... inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen (3394/1-3)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Christophe Lacroix, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.
Mme Christiane Vienne s'était inscrite, mais elle n'est pas là.
La parole est à M. Georges Gilkinet.
07.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je suis satisfait de vous voir présent en séance plénière, puisque, pour des causes légitimes de maladie, nous avons dû tenir ce débat avec le secrétaire d'État, M. Bogaert. C'est un texte important dans lequel je décèle des difficultés que j'ai signalées en commission des Finances et que je vais répéter ici.
Je voudrais d'abord intervenir sur l'évolution du secteur financier qui est le contexte de ce projet de loi. L'émergence d'une fonction du type de celle qui serait reconnue via cette loi, c'est-à-dire ce que vous appelez les financial planners – j'y reviendrai car je conteste cette appellation –, est témoin d'une évolution notable du secteur financier et de l'apparition de montages de plus en plus complexes, parfois à la limite de la légalité, souvent au détriment des intérêts collectifs et du financement de l'État, presque toujours au profit de quelques grosses fortunes qui ont, d'une part, l'intérêt et, d'autre part, les moyens de recevoir de tels conseils et de concevoir de tels montages.
Le président: Madame la secrétaire d'État, vous arrêtez M. Gilkinet. Quand vous parlez, il s'arrête! C'est comme les piles Duracell.
07.02 Maggie De Block, secrétaire d'État: (…)
07.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, cela ne pose vraiment aucun problème. Je vous souhaite une très bonne après-midi.
Au vu des conditions fixées à la reconnaissance de ces planificateurs financiers, on peut voir une certaine avancée, dès lors que l'on ne pourra plus s'autoproclamer planificateur financier puisque des conditions seront fixées à l'accès à cette profession. On peut voir aussi que la reconnaissance conférée par la loi à ces conseillers est un cadeau qui leur est fait et qui leur permettra de poursuivre et d'amplifier leur travail au profit de l'optimisation fiscale. C'est ce qui est repris texto dans le document, parfois aussi au détriment de l'intérêt général.
Nous avons reçu, en commission des Finances, divers interlocuteurs chargés de la lutte contre la fraude fiscale, qu'il s'agisse d'avocats qui représentent l'État dans des dossiers complexes, de procureurs généraux ou de membres de votre administration. Ceux-ci ont vraiment des difficultés face à ces quasi-législateurs qui peuvent émettre ce que l'on appelle des legal opinions et qui peuvent contredire ou construire la doctrine fiscale dans un sens qui n'est pas celui de l'intérêt général.
J'ai introduit, lors de la discussion à laquelle vous n'avez pas assisté, monsieur le ministre, deux amendements qui auraient pu rééquilibrer les choses.
Le premier consiste à décider d'une appellation plus neutre que celle de financial planners, de planificateurs financiers, même si j'entends qu'elle est usitée et reconnue au plan international. On pourrait par exemple les appeler "conseillers financiers en matière de gestion du patrimoine", qui est une appellation plus neutre et qui ne sous-entend pas qu'il s'agit de faire de l'optimisation fiscale mais de donner, comme le font les notaires ou d'autres hommes ou femmes de loi, des conseils à des citoyens qui veulent gérer leur patrimoine au mieux de leurs intérêts. La notion de financial planners sous-entend que l'objectif est à tout prix d'arriver à ce type de montages juridiques qui ne sont pas toujours de l'intérêt général.
Le deuxième amendement introduit, qui s'inscrit dans la logique de certaines recommandations de la commission d'enquête sur la grande fraude fiscale, vise à mettre en place un régime de sanctions ambitieux pour contrepartie à cette reconnaissance qui sera conférée à ces financial planners qui aident des contribuables à réaliser des fraudes fiscales. Il s'agit de les rendre finalement coresponsables sur leurs propres revenus de faits de fraude qu'ils auraient aidé à commettre.
Je pense qui si on avait choisi une appellation plus neutre, qui sous-entend moins l'objectif de fraude fiscale, et si on avait instauré un régime de sanctions plus net, au cas où on dépassait effectivement les limites admises, on aurait eu un texte plus équilibré.
Ce sont nos deux remarques principales concernant ce texte et nous redéposerons les amendements présentés en commission des Finances pour essayer d'éviter qu'on ne produise une nouvelle machine à faire diminuer les recettes fiscales de l'État.
La troisième remarque est de moindre importance. Néanmoins, le Conseil d'État relève – et nous partageons sa lecture – que le pouvoir d'évaluation conféré à la FSMA pour la reconnaissance, le retrait de celle-ci, ou encore la sanction, est démesuré. En effet, de nombreuses dispositions sont renvoyées à des règlements que devra prendre la FSMA. Aucune transparence n'est perceptible quant aux conditions à remplir pour être agréé et continuer à l'être. Il en va de même pour les conséquences de sanctions qui seraient infligées.
Au total, nous estimons que la majorité a agi avec quelque légèreté en ce domaine. Non pas que nous n'observions pas l'actualité. Nous connaissons les abus commis par certains conseillers financiers à l'encontre des contribuables, comme en témoigne l'affaire du "Madoff belge". Il me semble que vous avez déroulé ici le tapis rouge en créant un nouveau mécanisme qui ne va pas dans le sens de la justice fiscale. Chaque citoyen a le droit d'être conseillé par des hommes de loi, mais cela ne peut pas s'organiser dans une telle perspective ni en l'absence d'un régime de sanctions plus clair au cas où les limites de la légalité seraient dépassées en termes de fraude fiscale.
07.04 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, monsieur Gilkinet, il est évident que ce projet de loi essaie de combler une lacune, dont nous aurions pu partager le constat avant que le projet ait été écrit. Sans doute ne comblons-nous pas cette lacune de la façon dont vous l'auriez rêvé!
Le projet a plus que le mérite d'exister, parce qu'il essaye de faire accepter par votre parlement une piste, une voie raffinée dans la mesure où les professions déjà réglementées ne sont pas concernées. Parmi celles-ci, on trouve non seulement l'avocat, le notaire, mais aussi le fiscaliste, le conseil fiscal qui, lui, est régi par un code déontologique n'interdisant pas le conseil en matière de planning financier. Par ailleurs, nous visons les professions qui, pour l'instant, ne sont pas encore réglementées mais pour lesquelles il existe un vide juridique, sauf les entreprises réglementées, à savoir les banques, les compagnies et les courtiers d'assurances, qui sont soumis aux règles de comportement sans pouvoir porter le titre de planning financier.
Par conséquent, nous protégeons un titre de façon pénale et administrative. Nous réglementons un monopole partagé et nous imposons les règles de comportement aussi aux entreprises réglementées qui ne porteront pas le titre de planning financier. Je considère cette solution comme plutôt équilibrée.
Je conçois que vous auriez préféré une dénomination plus neutre, mais le terme "planning financier" ne m'évoque ni suspicion, ni évasion à la loi, ni fraude fiscale. Je dirais: "Honni soit qui mal y pense" quant à ce titre. C'est une question de goût. À cet égard, il n'est apparemment pas identique.
Pour ce qui concerne le risque de fraude fiscale, il faut aller très loin pour voir dans ce projet une invitation à l'évitement d'une charge fiscale dans une plus grande mesure qu'à l'heure actuelle. Précisément, le fait d'imposer des règles de comportement quant au planning financier dans sa globalité, qui couvre évidemment aussi une certaine dimension de fiscalité, est une preuve de notre désir de réglementer, de protéger l'intérêt du client ainsi que l'intérêt général, dans la mesure où fiscalité et droit fiscal sont visés par l'article 26, § 1c.
Nous n'évitons donc pas le problème; nous essayons de le résoudre autant que faire se peut, sachant que d'autres professions – avocat, conseiller fiscal, comptable fiscaliste – distillent des conseils fiscaux sous l'égide de règles déontologiques ou de comportements auxquels elles sont soumises.
Dans le cadre des relations entre le fisc et les professions réglementées, notamment les professions du chiffre, j'ai essayé d'évoquer un processus de taxification, à savoir le fait que, de part et d'autre, l'administration fiscale et les professions du chiffre s'échangent des informations, cherchent ensemble des solutions équilibrées pour des problèmes qui confrontent les clients des professions du chiffre avec le fisc.
Ainsi, entre autres mesures, ce processus de taxification prévoit que le nom des personnes se comportant irrégulièrement soit communiqué à l'autre partie: par exemple, les instituts de profession du chiffre, comme les avocats et les notaires, prendront connaissance des professionnels qui, selon le fisc, ne se sont pas comportés correctement d'un point de vue déontologique. Inversement, le fisc sera informé du nom des fonctionnaires qui, selon les professionnels du chiffre et leurs instituts, ne se sont pas comportés correctement d'un point de vue déontologique.
Pour ce qui concerne le chèque en blanc que, selon vous, nous aurions attribué à la FSMA, je vous laisse ce constat. Selon nous, ce projet a été très bien élaboré, entre autres par le fait que les règles de comportement ne sont pas laissées à la détermination autonome de le FSMA ou à la profession des financiers, comme c'est le cas en général lors d'une réglementation de déontologie: souvent alors, on se réfugie derrière le mécanisme de l'autorégulation. En l'espèce, nous n'agissons pas de cette manière.
Nous n'avons vraiment pas péché par une délégation trop étroite; au contraire, ce projet est bien détaillé. J'en suis donc relativement satisfait, monsieur Gilkinet.
07.05 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie tout d'abord d'avoir pris le temps et la peine de me répondre de la façon la plus précise et la plus convaincue possible. Nous avons des avis divergents sur cette matière comme sur d'autres.
Je voudrais apporter quelques éléments complémentaires.
Nous avons effectivement voté en faveur de l'article qui prévoit l'obligation de signalisation à la CTIF de clients qui auraient des comportements peu conformes à l'esprit de la loi. Je voudrais simplement vous dire qu'ayant auditionné le président de la CTIF - les professions équivalentes à celle qui sera créée -, on signale très peu de cas de ce type. Mais le fait que la loi soit appliquée par ceux qu'on appelle communément les professionnels du chiffre interpelle la CTIF.
Dès lors qu'on n'a pas choisi une appellation plus neutre et un régime de sanctions plus strict que celui prévu à l'article 455 du Code des impôts, je crains que ce dispositif crée davantage de problèmes en termes de bonne perception de l'impôt plutôt qu'il n'en résout. Je pense qu'il crée un statut qui pourra être utilisé par les intéressés dans un objectif contraire à l'intérêt public.
Par ailleurs, il reste permis pour des planificateurs financiers de conseiller leurs clients en termes d'achat de l'un ou l'autre produit financier, ce qui est problématique.
En ce qui concerne la FSMA, je souhaite qu'elle travaille le mieux possible. Seulement, à chaque fois que je vous ai interrogé sur des sanctions prises soit par la FSMA, soit par la Banque nationale à l'égard de gestionnaires de banques impliqués dans des dossiers connus, sur leur caractère fit and proper tel que prévu par la loi, vous m'avez répondu que ni la FSMA, ni la BNB ne trouvaient qu'il y avait matière à sanction. On peut s'étonner que ceux qui ont conduit deux de nos quatre plus grandes banques dans les difficultés qu'on connaît, avec les conséquences qu'on connaît pour les finances publiques, soient considérés par les mêmes organes comme étant toujours capables de gérer nos banques.
La FSMA se montre-t-elle suffisamment sévère à l'égard de ceux qui ne respecteraient pas la loi? Le régime de sanctions n'est-il pas trop léger au vu de l'enjeu? C'est en tout cas notre conviction, et il nous semble que, si la majorité avait intégré les recommandations de la commission d'enquête sur la grande fraude fiscale, le texte aurait été meilleur.
Dès lors, malgré votre conviction à le défendre, nous ne le voterons pas positivement demain.
Le président: Merci, monsieur Gilkinet. Vous n'avez pas réintroduit d'amendements?
07.06 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je viens de les annoncer.
Le président: Mais il va falloir les introduire, car les annoncer ne suffit pas.
07.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Je vais vous citer les deux amendements qui ont été introduits lors de la discussion. L'amendement n° 6 a été déposé en réunion de la commission des Finances. Merci, monsieur le président, de me rappeler à mes devoirs.
Le président: Comme on me signale de temps en temps que les rapports doivent être déposés sur les bancs, je vous rappelle que les amendements doivent être introduits.
07.08 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, par rapport à ce que nous subissons en commission …
Le président: Oui, mais ce n'est pas une excuse.
07.09 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, l'amendement n° 8, l'amendement n° 9 et l'amendement n° 10 sont également redéposés.
Le président: À quel article?
07.10 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Les amendements n° 8 et n° 9 concernent l'article 41/1 et l'amendement n° 10 concerne l'article 41/2.
Le président: Et l'amendement n° 6? De la sorte, je pourrai faire une annonce en bonne et due forme.
07.11 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, nous allons y arriver. C'est à l'article 2.
Je vous remercie de votre collaboration.
Le président: Ce sont surtout les services que j'essaie d'aider.
Quelqu'un demande-t-il encore
la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3393. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (3393/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 3393. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3393/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi relatif au statut et au contrôle des planificateurs financiers indépendants, à la fourniture de consultations en planification financière par des entreprises réglementées et modifiant le Code des sociétés et la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners, inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten".
Le projet de loi compte 50 articles.
Het wetsontwerp telt 50 artikelen.
* * * * *
Amendements redéposés:
Heringediende
amendementen:
Art. 2
• 6 - Georges Gilkinet cs
(3393/2)
Art. 41/1(n)
• 8 - Georges Gilkinet cs
(3393/2)
• 9 - Georges Gilkinet cs
(3393/2)
Art. 42/1(n)
• 10 - Georges Gilkinet cs (3393/2)
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l'article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.
* * *
* *
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Conclusion de la discussion des articles:
Réservé: le vote sur
les amendements et l'article 2.
Aangehouden: de stemming over de amendementen en artikel
2.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 3
tot 50.
Adoptés article par article: les articles 1, 3 à 50.
* *
* * *
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3394. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (3394/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 3394. De door de commissie verbeterde tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3394/3)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
08 Projet de loi modifiant, en vue de transposer partiellement la directive 2011/85/UE la loi du 22 mai 2003, portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral (3408/1-5)
- Projet de loi modifiant, en vue de transposer partiellement la directive 2011/85/UE, la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation de la Cour des comptes (3409/1-3)
08 Wetsontwerp tot wijziging, met het oog op de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2011/85/EU, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat (3408/1-5)
- Wetsontwerp tot wijziging, met het oog op de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2011/85/EU, van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof (3409/1-3)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Christiane Vienne, rapporteur, renvoie au rapport écrit.
08.01 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, er is een geweldige interesse voor het bijzonder belangrijke wetsontwerp dat hier voorligt en waarover wij zo dadelijk zullen stemmen.
Collega’s, alle gekheid op een stokje, ik zal het werk van de commissie niet opnieuw doen. Niettemin zou ik graag een aantal opmerkingen die wij in de commissie hebben gemaakt, hier in de plenaire vergadering even herhalen. Ook zou ik ze nader willen duiden.
Wij hebben drie fundamentele opmerkingen over voorliggend wetsontwerp, die ik trouwens ook al in de commissie heb aangegeven. De derde opmerking is misschien enigszins anders.
Ten eerste, de timing van het wetsontwerp is ruim laat. Ik kom daar dadelijk op terug.
Ten tweede, inzake de inhoud van het ingediende wetsontwerp moet ik de minister danken dat hij een duidelijk amendement van de oppositie heeft laten aanvaarden.
Mijn derde opmerking gaat over de manier waarop de huidige meerderheid meent met dergelijke in essentie zuiver technische wetsontwerpen te moeten omgaan. Vooral de PS slaagt er op de ene of de andere manier immers altijd in om er een ideologisch debat aan te koppelen.
Collega’s, ik wil een en ander duiden.
Het voorliggende wetsontwerp is eigenlijk de omzetting van een richtlijn van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften van de begrotingskaders. Het komt er kortom op neer dat het ontwerp een omzetting van het geroemde en befaamde sixpack is. Het gaat specifiek over de stelsels voor begrotingsboekhoudingsregels en statistische rapportage, over procedures voor het opstellen van prognoses en begrotingsplanning, over specifieke cijfermatige begrotingsregels en over andere zaken.
Collega’s, het hoeft geen betoog dat de hervorming van het economisch en financieel beheer binnen de Europese Unie met het sixpack in feite essentieel was en nog altijd is, gelet ook de afhankelijkheid van de verschillende economieën binnen de eurozone. Het is dan ook onbegrijpelijk dat wij hier vandaag staan, om alweer halsoverkop een wetsontwerp goed te keuren, dat een omzetting is van een richtlijn die van 8 november 2011 dateert, zijnde goed drie jaar geleden. De omzetting van die richtlijn is in feite op 31 december 2013 vervallen.
Dat wil dus zeggen dat wij weeral te laat waren. Dat is ook zo. België is op 24 januari 2014 vanwege die niet-omzetting in gebreke gesteld.
Voor de mensen die denken dat het altijd aan de N-VA ligt, wil ik toch een kleine opmerking maken. Het is namelijk een wetsontwerp dat niet alleen impact heeft op de federale begroting, maar ook op die van de deelstaten. Ik heb een brief bij, de dato 21 maart 2013, meer dan een jaar geleden dus, van minister Philippe Muyters, de begrotingsminister van de Vlaamse regering, aan de federale minister van Begroting, betreffende de implementatie van de Europese regelgeving met betrekking tot het begrotingstoezicht en de doorstart van de werkgroep opgericht bij een interministeriële conferentie van 27 maart 2012.
Het gaat dus over een brief van maart 2013 aangaande een werkgroep die op 27 maart 2012 werd opgericht. Ik citeer er een stukje uit: “In uitvoering van de beslissing van de interministeriële conferentie van 27 maart 2012 vond bij de FOD Budget en Beheerscontrole een eerste vergadering plaats omtrent de omzetting van de richtlijn inzake begrotingskaders.” Het betreft dus het voorliggende wetsontwerp. “In uitvoering van de gemaakte afspraken werd op 18 juni 2012 een standpunt van de Vlaamse administratie overgemaakt aan de federale administratie. Nadien werd hierover niets meer vernomen.”
Wij spreken dus over een werkgroep die opgericht is op 27 maart 2012. De Vlaamse regering, die haar werk doet, bezorgde op 18 juni 2012, bijna twee jaar geleden, haar standpunten. Op 21 maart 2013 moest zij de regering aanmanen om toch maar opnieuw met de werkgroep van start te gaan. Ik lees verder in de brief: “Gezien de korte omzettingstermijn voor de richtlijn begrotingskaders, gezien het belang van een tijdige implementatie van het intergouvernementeel verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur en gezien de nood aan goede afspraken die zullen moeten worden gemaakt in uitvoering van het twopack, zou ik erop willen aandringen om de werkzaamheden van hogervermelde werkgroep spoedig opnieuw op te nemen.” Getekend: Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën en Begroting.
Vandaag staan wij hier na een ingebrekestelling. Nu zal het komen, maar wat blijkt? Hiermee kom ik tot mijn volgende opmerking, namelijk over de inhoud.
Immers, qua woordgebruik blijkt een en ander niet te zijn wat het moet zijn en worden er verschillende verplichtingen opgelegd aan de federale Staat en de Gemeenschappen en Gewesten. Dankzij de aanvaarding van ons amendement is dat probleem ondertussen opgelost, hoewel de PS het echt niet over zijn hart kreeg en zich moest onthouden. De PS laat dus liever foutjes in de wetgeving staan, dan ons iets te gunnen. De inhoud was dus opnieuw niet 100 % in orde, terwijl men bovendien nog te laat was. Dat is natuurlijk jammer.
Dat brengt ons bij het volgende punt. Het gaat om een zuiver technisch wetsontwerp. Het betreft de omzetting van een richtlijn die onder andere bepaalt wanneer de algemene rekeningen moeten worden ingediend, wie ze moet controleren en op welke manier de controle moet gebeuren.
Ook hier blijken ideologieën elkaar in de weg te staan. Dat merkt men bijvoorbeeld aan het feit dat de omzetting van de richtlijn wordt gebruikt om er een pak amendementen aan toe te voegen in verband met het oprichten en het vernietigen van een aantal overheidsfondsen. Dat is echter een heel andere discussie. Men merkt dat ook aan het feit dat er blijkbaar nog altijd verschillen blijven bestaan met betrekking tot de certificering door het Rekenhof, een van de vereisten volgens de richtlijn, terwijl dat in het wetsontwerp lichtjes wordt aangeraakt.
De Raad van State maakt bij de controle van het wetsontwerp de opmerking dat de openbare instellingen voor de sociale zekerheid eveneens moeten worden opgenomen in de certificering door het Rekenhof. Waar komt het eigenlijk op neer? Rekeningen moeten worden nagekeken. Daarvan moet een certificering plaatsvinden. Zij betreft niet alleen de begrotingsuitvoering van de federale Staat en de Gemeenschappen en Gewesten, maar ook van de instituten van de sociale zekerheid.
De regering kiest ervoor dat niet te doen. Zij heeft liever geen certificering op het vlak van de sociale zekerheid. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Ik kan mij voorstellen dat de regering liever geen controle heeft op de uitgaven van de sociale zekerheid.
Het antwoord is echter enigszins verbijsterend. Volgens de regering vereist de richtlijn geen certificatie. Dat is juist volgens de letter. Het was natuurlijk de bedoeling dat hetgeen de overheid uitgeeft, ook op de ene of andere manier zou worden geglobaliseerd. Dat gebeurt echter niet. De regering stelt voorts dat de wetgever reeds in de certificatie van de rekeningen voorziet door een bedrijfsrevisor voor de instellingen van de sociale zekerheid van categorie D en de openbare instellingen van de sociale zekerheid.
Wat wil dat zeggen? Wat doet een bedrijfsrevisor? Een bedrijfsrevisor controleert of de boekhouding juist is gebeurd, of elke uitgave die is gedaan, effectief in de boekhouding wordt verantwoord door een stuk. Ik moet de eerste revisor die doet wat het Rekenhof doet, namelijk controleren of de uitgaven gebeuren zoals in de begroting is ingeschreven, nog ontmoeten. In die zin hadden wij ook een vraag en hebben wij een amendement ingediend in de commissie.
Wij zullen het niet opnieuw indienen, want men zal het toch weer opzijleggen. Wij hadden in de commissie een amendement ingediend waarin wij vroegen dat, als het dan niet kan voor elke instelling afzonderlijk, er over het globaal resultaat van de sociale zekerheid een certificering zou kunnen komen.
Ik herhaal de vraag die ik in de commissie heb gesteld, maar die naar mijn aanvoelen niet voor 100 % werd beantwoord door de minister: op welk niveau zal er worden gecertificeerd?
Ik meen niet dat de bedrijfsrevisoren die de sociale zekerheid controleren, dat kunnen. Kunt u mij meedelen op welke manier er duidelijkheid kan worden verkregen over de uitvoering van de begroting voor de sociale zekerheid?
08.02 Minister Olivier Chastel: In verband met de certificatie van de rekeningen van de federale instellingen van de sociale zekerheid heeft de Raad van State opgemerkt dat de interne audit, ingeschreven in artikel 31 van de wet van 22 mei 2003 niet slaat op de federale instellingen van de sociale zekerheid. Wel voorziet de wetgever reeds in de certificatie van de rekeningen door een bedrijfsrevisor voor de instellingen van de sociale zekerheid van categorie D, zoals benoemd in artikel 13 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen van de sociale zekerheid, zoals benoemd in artikel 25 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op het responsabiliseren van de openbare instellingen van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Bovendien worden de instellingen van categorie D en de openbare instellingen van sociale zekerheid door regeringscommissarissen gecontroleerd.
Omdat al in de certificatie van de rekeningen voor de federale instellingen van de sociale zekerheid is voorzien, lijkt het niet noodzakelijk noch opportuun om ook een certificatie door het Rekenhof op te leggen.
Wat de certificatie van de ION’s, de interactie tussen de instellingen en de bedrijfsrevisor en de invoering van een generieke bepaling in de wet van 22 mei 2003 betreft, krachtens artikel 13 van de wet betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut kunnen de betrokken minister en de minister van Financiën in onderlinge overeenstemming bij de organismen een of meer revisoren aanstellen. Die revisoren worden onder de leden van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren gekozen.
De revisoren zijn ermee belast controle op de geschriften uit te voeren en ze juist en echt te verklaren. Zij kunnen kennisnemen, zonder verplaatsing, van de boekhouding en de comptabiliteit, van de bescheiden, van de briefwisseling, van de notulen, van de periodieke toestandsopgave en, in het algemeen, van alle geschriften.
Wat de certificering van de rekeningen betreft, zullen de al verrichte audits en controles binnen de overheidsdiensten krachtens verschillende bepalingen gesteund worden door de certificering.
De certificering is een met reden omklede ondersteunde opinie over de regelmatigheid, de oprechtheid en de betrouwbaarheid van de doorgestuurde rekeningen. Wij verwachten dat het Rekenhof zich duidelijk zal uitspreken, ruimer dan de huidige opmerkingen over de regelmatigheid, oprechtheid en betrouwbaarheid van de meegedeelde rekeningen. De definitie van de certificering werd al omschreven in Gemeenschaps- en Geweststeksten. Er werden informele contacten georganiseerd met het Rekenhof.
De invoering van de nieuwe eis is positief onthaald en de rekeningen zullen ten laatste bij het onderzoek van de rekeningen van het begrotingsjaar 2020 gecertificeerd worden. Deze datum verzekert dat het Rekenhof een toereikende termijn beschikt om zich voor te bereiden op de nieuwe eis. Daardoor kan ook elke regering zich ervan verzekeren dat haar consolidatieperimeter voor deze rekeningen tegen die datum ruim genoeg gedekt wordt.
08.03 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het omstandig antwoord.
Wat is de essentie van het hele debat. Een slim mens als de algemeen voorzitter van het Rekenhof, de heer Desomer, heeft in een speech aangehaald dat de controle op de uitvoering van de begroting – de boekhouding moet kloppen en de revisoren kunnen dat perfect nakijken – bijna altijd buiten de controleperimeter van de bedrijfsrevisor valt. In die zin is er gewoon geen controle op de uitvoering van de begroting. Het Rekenhof zelf, althans de voorzitter, heeft destijds een voorstel gedaan zodat dit eventueel wel zou kunnen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door op een hoger consolidatieniveau dat soort certificering, op de uitvoering van de begroting, te doen. Ik stel echter vast dat deze regering dat niet wenst.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3408. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (3408/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 3408. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3408/5)
L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi modifiant, en vue de transposer partiellement la directive 2011/85/UE, la loi du 22 mai 2003, portant organisation du budget et de la comptabilité de l'État fédéral et contenant des dispositions diverses en matière de fonds budgétaires".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging, met het oog op de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2011/85/EU, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat en houdende diverse bepalingen betreffende de begrotingsfondsen".
Le projet de loi compte 24 articles.
Het wetsontwerp telt 24 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 24 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 24 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 3409. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (3409/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 3409. De door de commissie verbeterde tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (3409/3)
Le projet de loi compte 10 articles.
Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 27 mars 2014 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 27 maart 2014 om 14.15 uur.
La séance est levée à 15.38 heures.
De vergadering wordt gesloten om 15.38 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 192 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 192 bijlage. |