Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 4 juillet 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 4 juli 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.34 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.34 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Didier Reynders.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Minneke De Ridder, Patrick Moriau, Vincent Sampaoli, Flor Van Noppen, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Juliette Boulet, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Patrick Dewael (votes / stemmingen), Charles Michel, devoirs de mandat / ambtsplicht;

Damien Thiéry, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;

François-Xavier de Donnea, Nations Unies / Verenigde Naties.

 

Mme Monica De Coninck et M. Jean-Pascal Labille ne seront pas présents à la séance de cet après-midi.

 

Questions

Vragen

 

01 Questions jointes de

- M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Égypte" (n° P1921)

- Mme Kattrin Jadin au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Égypte" (n° P1922)

- M. Bruno Tuybens au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Égypte" (n° P1923)

- M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation en Égypte" (n° P1924)

01 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de toestand in Egypte" (nr. P1921)

- mevrouw Kattrin Jadin aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de toestand in Egypte" (nr. P1922)

- de heer Bruno Tuybens aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de toestand in Egypte" (nr. P1923)

- de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de toestand in Egypte" (nr. P1924)

 

01.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre des Affaires étrangères, ce qu'il s'est passé hier soir en Égypte suscite des sentiments mêlés d'inquiétude et d'espoir. Je parle d'inquiétude car le président Morsi a été renversé par l'armée, parce que l'ordre constitutionnel a été mis de côté et surtout parce que le peuple égyptien est aujourd'hui profondément divisé. Certains disent qu'il est au bord de l'abîme mais il est vrai que les manifestations, parfois violentes, de ces dernières heures ont de quoi inquiéter. Je parle aussi d'un sentiment d'espoir car, même s'il a été élu, le président Morsi a gouverné au nom d'une partie de la population et il a oublié que la révolution avait été également menée par des jeunes, des femmes, des coptes, des personnes qui voulaient une société dans laquelle leurs libertés et leurs droits seraient préservés.

 

Aujourd'hui, il appartient avant tout aux Égyptiens de restaurer la confiance et l'ordre constitutionnel, de faire en sorte qu'à l'avenir chacun puisse se retrouver dans cette constitution et que les valeurs de la révolution soient préservées. Mais il nous appartient également de faire en sorte que ce peuple puise être soutenu dans cette quête et qu'il puisse avoir l'Europe à ses côtés pour pouvoir préserver ses libertés fondamentales.

 

Monsieur le ministre, quelle est votre analyse de ce qu'il s'est passé? Comment la Belgique et l'Europe peuvent-elles faire en sorte que l'Égypte retrouve la voie de la réconciliation, de la démocratie et des libertés?

 

01.02  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je me situe un peu dans le même ordre d'idées que mon collègue Dallemagne.

 

En décembre 2012, nous avions placé beaucoup d'espoir dans ces premières élections libres en Égypte. Malheureusement, la situation s'est considérablement détériorée ces derniers mois, à commencer par les événements qui se déroulent depuis la fin du mois de mai. Hier soir et ce matin, nous apprenions que l'armée avait placé le président Morsi en détention et avait proclamé président intérimaire Adly Mansour, actuel président du Conseil constitutionnel. Quant à la Constitution, elle a été suspendue.

 

Je me rallie également au questionnement de mon collègue quant à connaître votre analyse, monsieur le ministre, de la situation actuelle en Égypte.

 

Quel apport notre pays pourrait-il réaliser pour contribuer à la pacification de l'Égypte, à long terme? Bien sûr, nous savons que la plupart des efforts sont du ressort des Égyptiens eux-mêmes.

 

Quelle est la marge de manœuvre de l'Union européenne dans cette crise inquiétante que vit actuellement l'Égypte?

 

01.03  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, het is ons gisteren een beetje ontgaan, maar Egypte was wereldnieuws. En dat niet zomaar: door een militaire staatsgreep werd Morsi aan de kant geduwd. Uiteraard dragen wij president Morsi niet onmiddellijk een goed hart toe, vooral niet als we lezen wat hij allemaal in zijn hoofd heeft zitten, onder andere met betrekking tot de vrouwenrechten. We kunnen er echter ook niet omheen dat men een democratisch verkozen president aan de kant schuift.

 

De internationale reacties zijn eensluidend, het democratiseringsproces moet zo snel mogelijk opnieuw op gang worden getrokken. De Europese Unie heeft de militaire staatsgreep niet veroordeeld, terwijl president Obama dat wel heeft gedaan. Ook de Britse minister van Buitenlandse Zaken heeft dat gedaan. Van Ashton en de Europese Unie hoorden wij dat niet.

 

Egypte is een heel specifiek land, omdat het 90 miljoen inwoners telt, waarvan 75 % jonger dan 30 jaar is. De jongeren hebben dus een heel grote invloed in dat land. Dat is heel belangrijk in de beoordeling van de situatie.

 

Mijnheer de minister, hoe evalueert u de huidige situatie? Ik denk dat de democratie in die regio op haar grondvesten staat te daveren. Welke lessen moeten wij daaruit trekken?

 

Had de Europese Unie er niet beter aan gedaan, zoals Obama en uw Britse collega, de militaire staatsgreep te veroordelen, en dat in het kader van een algemeen beleid in verband met democratisering?

 

Hoe zal de Europese Unie proactief te werk gaan? Wat zal ze proactief doen om het democratiseringsproces opnieuw op gang te brengen? Hoe staat u tegenover het huisarrest van president Morsi en het oppakken van diverse politieke leiders van de meerderheidspartij?

 

01.04  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, het land was zodanig in de ban van de troonwissel dat er weinig aandacht was voor de machtswissel in Egypte. Gelukkig verloopt de overgang in België iets minder problematisch dan in Egypte, om het met een understatement te zeggen.

 

De voorbije dagen maakte Egypte een ware omwenteling door. Het is een vreemde politieke situatie, het is een doorstart van de Arabische Lente. Sommigen spraken al van een kille Arabische Herfst.

 

Intussen groeit de kracht van de alliantie, de middenveldorganisaties, de jongerenorganisaties, de oppositieleiders, alsook van de religieuze leiders. Er is een regimewissel gekomen na de schreeuw van het volk om democratie. Het is natuurlijk zeer belangrijk dat de roep van het Egyptisch volk is gehoord en dat daarop democratisch kan worden ingespeeld.

 

Onder de huidige leiders – dat zijn niet de leiders van eergisteren – zijn er namelijk wel enkele potentiële bedreigingen. De Moslimbroeders, die democratisch aan de macht waren gekomen, worden nu zelf in de tang genomen en bijna gearresteerd. Wij weten niet of ze al dan niet veroordeeld zullen worden en dat lijkt mij een uiterst problematische situatie voor de mensenrechten, die wij voor alle partijen in het conflict moeten bewaken.

 

Mijnheer de minister, concreet heb ik de volgende vragen voor u.

 

Zult u het nieuw regime erkennen?

 

Veel Belgen staan met hun koffers klaar om af te reizen naar Egypte voor een Nijlcruise of om het land te bezoeken. Zij hebben natuurlijk grote vragen. Quid met de visumpolitiek? Hoe zit het met de toegang tot het land? Hoe zit het – en dit is wellicht de eerste vraag - met de veiligheid? Hebt u daarover heel actuele inlichtingen van ter plaatse, om aan de reizigers vandaag een concreet reisadvies of enkele goede waarschuwingen te geven?

 

Ten slotte, België levert op een bilaterale manier veel inspanningen voor Egypte. Ook via multilaterale kanalen zijn de sluizen opengezet voor grote investeringsprojecten. Wat zijn de gevolgen voor die financieringsprojecten in de nabije toekomst, gezien de politieke situatie aldaar?

 

01.05  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je répondrai en abordant trois sujets: tout d'abord, les faits; ensuite, la position que nous adoptons.

 

Ook de heer Deseyn heeft gevraagd naar de situatie van de Belgen in Egypte.

 

J'ai pris acte de l'annonce, hier soir, par le chef des armées, le général Abdel Fattah al-Sissi, de la suspension de la Constitution et du transfert du pouvoir exécutif au président de la Cour constitutionnelle, M. Adly Mansour, ainsi que de la mise en place d'une feuille de route pour la transition. Celle-ci comprend les éléments suivants. L'armée écarte le président Morsi, mis en résidence surveillée dans un bâtiment annexe au palais présidentiel. Il est remplacé par le chef de la Cour constitutionnelle qui prêtera serment aujourd'hui et qui sera chargé de diriger un gouvernement civil de techniciens. La Constitution est temporairement suspendue et des élections présidentielles anticipées seront convoquées. Une commission sera chargée de réviser la Constitution et une commission de réconciliation sera instaurée.

 

On notera qu'à côté du général al-Sissi se trouvaient les plus hauts représentants des institutions militaires, civiles, religieuses, le pape copte, le recteur de l'université al-Azhar ainsi que le prix Nobel de la paix, Mohamed el Baradei, nommé lundi dernier chef de file unique de l'opposition et porte-parole du mouvement Tamarod. La feuille de route qui a été présentée avait été discutée et approuvée par tous ces acteurs.

 

De voornaamste leiders van de Moslimbroeders hebben het verbod om het land te verlaten, opgelegd gekregen. Hun gids, Badie, is gearresteerd. De meeste communicatiekanalen van de Moslimbroeders, zoals radio- en televisienetwerken, zijn onderbroken. De raadgever voor Buitenlandse Zaken van president Morsi heeft via Facebook de machtsovername, die hij als een staatsgreep kwalificeert, veroordeeld.

 

Op de dag van het door het leger opgelegde ultimatum, met de vraag om een antwoord op de eisen van de bevolking te geven, had president Morsi op een uitdagende toon aangegeven dat hij bereid was zijn eigen bloed te laten vloeien om aan de macht te blijven.

 

Ik herinner er ook aan dat meerdere van zijn ministers, waaronder de minister van Buitenlandse Zaken, de voorbije dagen zijn afgetreden.

 

Een groot deel van de bevolking is tevreden met de meest recente ontwikkelingen, wat bijvoorbeeld op het Tahrirplein merkbaar was. Er moet echter worden vastgesteld dat de Moslimbroeders en Mohamed Morsi zelf de steun van een niet te onderschatten deel van Egypte blijft genieten.

 

De fout van de president is waarschijnlijk geweest dat hij niet de president van alle Egyptenaren is geweest, hoewel hij zulks had beloofd. Hij is veeleer de vertegenwoordiger van de Moslimbroeders geweest. Hij werd in 2012 democratisch verkozen; dat is een feit. De democratie beperkt zich echter niet tot het winnen van de verkiezingen. Democratie impliceert ook dat naar de verwachtingen van de bevolking wordt geluisterd en vooral dat op haar verwachtingen wordt geantwoord.

 

Dans ce contexte, et c'est le deuxième point, je voudrais réitérer mon appel au dialogue entre toutes les parties afin d'assurer une transition démocratique inclusive, répondant aux aspirations de toutes les composantes de la société égyptienne. Il importe de s'abstenir de tout acte de violence et de répression à l'encontre de cette population et des acteurs politiques. En effet, seul un processus pacifique dans lequel se retrouvent toutes les forces politiques, y compris les Frères musulmans, pourra être véritablement représentatif et durable.

 

J'espère que le nouveau gouvernement pourra conduire le pays dans le respect de l'État de droit, en assurant les libertés et les droits fondamentaux de tous les Égyptiens, et qu'il s'attellera au redressement économique du pays. J'ai déjà eu l'occasion de souligner que la situation socioéconomique est très inquiétante, et des mesures urgentes doivent être prises.

 

Comme la haute représentante de l'Union européenne, Cathy Ashton, l'a annoncé, l'Europe reste fermement engagée à soutenir le peuple égyptien dans ses aspirations de démocratie et de gouvernance inclusive. L'action de la Belgique continuera de s'inscrire dans cette voie.

 

Mijnheer de voorzitter, ik neem mij voor de komende weken naar Egypte te gaan. Ik hoop in Caïro de voornaamste politieke spelers en het maatschappelijke middenveld te kunnen ontmoeten, om zo de situatie beter te kunnen evalueren en, vooral, om het invoeren van een democratische en inclusieve burgerlijke transitie te steunen.

 

Wat de Belgen in Egypte betreft, volgt onze ambassade in Caïro de situatie van dichtbij op en is er een permanent contact met de Belgische gemeenschap. Gezien de ontwikkelingen van de laatste dagen en uren worden niet-essentiële reizen afgeraden, behalve de reizen naar de toeristische regio’s rond de Rode Zee en de Golf van Aqaba. In deze regio’s wordt de reizigers aanbevolen om heel aandachtig te blijven en in elk geval weg te blijven van iedere vorm van betoging of bijeenkomst. Ook wordt aangeraden om georganiseerde reizen met een gids te verkiezen boven individuele reizen en zeer voorzichtig te zijn wat de grote steden betreft.

 

Voilà, monsieur le président, ce que je souhaitais dire sur la situation actuelle. Nous suivons les événements heure par heure et j'aurai l'occasion de me rendre en Égypte.

 

Le seul appel que l'on peut lancer aux Égyptiens, c'est un appel au dialogue et à la non-violence.

 

Par ailleurs, j'appelle nos concitoyens à la prudence. Il reste des zones touristiques où il est probablement possible de se rendre, mais il faut être particulièrement prudent au regard de toute visite dans les grandes villes égyptiennes. Comme je l'ai dit ces derniers jours, de grâce que l'on ne se rende pas en Égypte par simple curiosité et, si l'on se trouve sur place, que l'on ne se rende pas sur les lieux où se déroulent les manifestations. Voilà l'appel de prudence que je lance à nos concitoyens.

 

01.06  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je partage votre analyse et je me réjouis que vous vous rendiez sur place pour rencontrer les nouvelles autorités égyptiennes.

 

Comme vous l'avez dit, la révolution a été confisquée au profit des seuls islamistes et aux dépens des jeunes, des femmes, des coptes et de tous les autres membres de la société égyptienne. Comme vous l'avez précisé, la seule solution, c'est un dialogue auquel chacun est associé, sans exclusive, pour faire en sorte que, demain, la Constitution égyptienne soit le reflet des aspirations de l'ensemble du peuple égyptien.

 

Certains avaient déclaré qu'après le printemps arabe, allait s'installer un long hiver islamiste. Selon moi, l'histoire continue à s'écrire. Personne ne sait quelle en sera la fin, mais il est certain qu'elle est largement entre les mains des Égyptiens et des autres pays arabes. Il n'en reste pas moins qu'il nous appartient de conforter ceux qui veulent plus de liberté et de démocratie car ce sont des valeurs que l'Europe partage avec ceux qui ont initié ces révolutions.

 

01.07  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour les éléments que vous venez de nous communiquer. Il va de soi que je partage aussi votre analyse.

 

Certes, la mise en place d'une démocratie dans un pays n'est pas un exercice facile. Grâce au dialogue et en négociant de manière pacifique, ceux et celles qui, demain, seront élus, pourront s'atteler à une tâche beaucoup plus large et beaucoup plus responsable.

 

Vous allez vous rendre en Égypte prochainement. Je suis assez heureuse de la position adoptée au niveau européen.

 

01.08  Bruno Tuybens (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw analyse, die ik deel.

 

Het is belangrijk lessen te trekken uit wat er in Egypte is gebeurd. Voor de regio – want het gaat uiteraard om meer dan alleen Egypte – geldt dat Europa een positie moet innemen, voor zover het daar nog bijzonder veel invloed kan uitoefenen. Immers, die invloed is de afgelopen 20 à 30 jaar toch sterk verminderd. Wat zullen wij in de toekomst doen indien zich opnieuw dergelijke feiten voordoen? Het is nu misschien ten gunste van de Europese Unie, maar het kan natuurlijk ook een totaal omgekeerde situatie zijn, waarbij het resultaat van een militaire staatsgreep slechter uitvalt.

 

Het is niet alleen onze plicht om voor de Belgen te zorgen, maar ook voor de 90 miljoen Egyptenaren. Ik hoop in ieder geval dat het voor de jonge bevolking in Egypte in de goede richting gaat. Wij moeten echter heel sterk inzetten op een inclusieve samenleving, waarnaar u hebt verwezen, wat ik ook ten volle ondersteun.

 

01.09  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de vice-eersteminister, in uw antwoord hoor ik een impliciete erkenning van het regime omdat het vorige regime te weinig heeft gewerkt aan een inclusieve samenleving. De nieuwe bewindvoerders zullen wel die belangrijke dialoog moeten mogelijk maken door geen te heftige tegenreactie, want die zou een spiraal van geweld kunnen veroorzaken. Vandaar is het zeer belangrijk dat er op relatief korte termijn verkiezingen komen.

 

U heeft de Belgen die naar Egypte willen reizen, gevraagd aandachtig en voorzichtig te zijn in de steden. Wij mogen hopen dat men daar koelbloedig blijft. Het zou immers niet de eerste keer zijn dat Egypte zich jammerlijk in de voet schiet wat de toeristische sector betreft. Wij wensen alle mensen die naar Egypte reizen, een goede reis toe.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Questions jointes de

- M. Olivier Henry au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "le programme PRISM" (n° P1925)

- M. Herman De Croo à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "l'espionnage des institutions européennes" (n° P1935)

- M. Dirk Van der Maelen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "l'espionnage par le service de sécurité américain NSA" (n° P1926)

02 Samengevoegde vragen van

- de heer Olivier Henry aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het PRISM-programma" (nr. P1925)

- de heer Herman De Croo aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de bespionering van de EU-instellingen" (nr. P1935)

- de heer Dirk Van der Maelen aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de spionage door de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA" (nr. P1926)

 

02.01  Olivier Henry (PS): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, les débats sur nos relations avec les États-Unis ne manquent pas ces derniers temps. Ainsi, la question du mandat de négociation sur l'accord de libre-échange entre l'Union européenne et les États-Unis a fait couler beaucoup d'encre. Ce mandat à peine donné est déjà remis en question.

 

Pour cause, les révélations d'Edward Snowden ont mis à jour une infrastructure américaine d'espionnage capable d'intercepter presque toutes les communications humaines avec l'appui des géants américains de l'internet. Un espionnage qui semblerait s'être notamment concentré sur la surveillance des institutions européennes et des États membres.

 

Malgré les discours prétendument apaisants et rassurants des autorités américaines, l'heure n'est pas à relativiser ces faits. Ces révélations montrent, en effet, à quel point l'approche américaine de la protection de la vie privée et du traitement des données personnelles diverge de la nôtre.

 

Monsieur le ministre, face à ce scandale très inquiétant que mon groupe condamne fermement, je souhaite vous poser les questions suivantes.

 

Quelle est l'ampleur de l'accès des États-Unis aux données européennes, tant au niveau des citoyens que des institutions officielles des États membres et de l'Union? La Belgique est-elle concernée par ce programme?

 

Avez-vous finalement reçu l'ambassadeur américain en Belgique comme vous l'aviez annoncé? Si tel est le cas, pouvez-vous nous dire ce qui s'est dit?

 

Alors que ce 8 juillet débuteront les négociations de ce méga-accord de libre-échange, qu'en est-il de la place que prendra dans celui-ci la protection des données informatiques et les garanties de respect de données de la vie privée?

 

Enfin, comment aborder dans un tel climat le lancement de ces négociations? Devons-nous poursuivre ces négociations compte tenu de ces différents éléments? Faut-il éventuellement voter sur ce sujet au Parlement européen?

 

02.02  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik had mijn vraag gesteld aan vice-eersteminster Milquet, mais un vice en vaut bien un autre. Ik dank dan ook de minister van Buitenlandse Zaken om mijn vraag te willen beantwoorden.

 

Het is evident dat u contacten hebt gehad met de Amerikaanse ambassadeur. U zult het daar straks ongetwijfeld over hebben. Het is evenwel opvallend dat de Echelonstory herbegint. Zij die de Echelonstory van een aantal jaren geleden kennen, weten zeer goed dat met de steun van onder andere Nederland en Groot-Brittannië een nagenoeg algemeen afluistersysteem in onze contreien werd opgezet.

 

Wat wij vandaag vaststellen, is dat onze gebouwen en die van de Europese Unie in Washington en New York op een gesofisticeerde wijze worden afgeluisterd. E-mail- en ander verkeer kan worden opgenomen, en zelfs in onze eigen gebouwen in Brussel — ik denk onder meer aan het Justus Lipsiusgebouw — zou dergelijke apparatuur geïnstalleerd zijn.

 

Men kan zich hierover vragen stellen, te meer omdat dit lijkt te gebeuren vanuit een gebouw vlak bij de NAVO in Brussel. Het is ook verontrustend voor het prestige, de bewaking en de inhoud van wat in België gebeurt. Zoals de heer Henry daarnet reeds zei, plaatst het vragen bij de onderhandelingen tussen Europa en de VS.

 

Tien jaar geleden werd in het Justus Lipsiusgebouw afluisterapparatuur gevonden. Er werd een onderzoek uitgevoerd door het Comité I, maar men heeft toen niets gevonden. Ook de diensten van de veiligheid hebben geen enkele informatie kunnen verstrekken. De zaak werd dan ook zonder gevolg geklasseerd.

 

Ik kom dan tot mijn vragen.

 

Beschikt u ter zake over informatie? Wilt u ons deze informatie, in de mate van het mogelijke, meedelen? Waren onze diensten al dan niet hierbij betrokken, rechtstreeks of onrechtstreeks?

 

Kunt u het standpunt dat ik namens mijn fractie vertolk, met name dat dit onaanvaardbaar is, ook namens de regering uiten?

 

Kunt u de opmerkingen van het Comité I over de situatie van tien jaar geleden in hetzelfde gebouw opzoeken en actualiseren?

 

Ik vind het ten slotte bijzonder ernstig dat geallieerden onder mekaar tot dergelijke technieken blijken over te gaan. Zij zijn een aanfluiting van de privacy.

 

02.03  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wat de voorbije weken bekend geworden is dankzij klokkenluider Snowden, verontrust onze fractie ten zeerste.

 

Zo vernemen wij dat vanuit een gebouw in de nabijheid van het NAVO-hoofdkwartier de vergaderingen in het Justus Lipsiusgebouw worden afgeluisterd. Voor onze fractie lijkt het heel raar dat zogenaamd bevriende naties mekaar bespioneren.

 

Wat ons nog meer verontrust, is dat nu blijkt dat in een soort publiekprivaat partnerschap tussen de Amerikaanse inlichtingendienst NSA, enerzijds, en een aantal grote bedrijven zoals Google, Yahoo en Facebook, anderzijds, de Amerikanen aan megadatamining doen, waardoor private, gevoelige en soms intieme informatie niet langer veilig is.

 

Mijnheer de minister, ik heb u gekend in uw vorige functie. Toen heb ik vastgesteld dat u te pas en volgens mij soms te onpas schermde met de privacy om bijvoorbeeld het bankgeheim in België als in een van de weinige landen ter wereld nog overeind te houden. Namens mijn fractie moet ik u meedelen dat uw reactie, nadat u de Amerikaanse ambassadeur had ontvangen, eerder lauw overkwam. Kreeg u van de Amerikaanse ambassadeur misschien de garantie dat die illegale activiteiten zullen stoppen? Mijn eerste vraag luidt dan ook welke garanties u hebt gekregen?

 

Enkele Europese leiders, zoals Merkel, Hollande en Barroso, zeiden dat men aan de Verenigde Staten duidelijk moest maken dat men dat niet pikt, waarbij er soms werd verwezen naar het on hold zetten van de vrijhandelsgesprekken. Welnu, ook die reactie vind ik lauw, tenzij — en dat is mijn tweede vraag — bij uw weten de Europese Unie van Kerry en andere hooggeplaatste Amerikanen de garantie heeft gekregen dat wij in Europa de balans tussen vrijheid, veiligheid en privacy, zelf zullen bepalen, maar dat het niet aan de Amerikanen is om dat bij ons te komen doen.

 

02.04  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je voudrais d'abord rejoindre les différents intervenants concernant le caractère pour le moins préoccupant des informations diffusées par la presse sur les programmes de surveillance Verizon et PRISM. Si ces informations sont exactes, elles constitueraient des atteintes sérieuses à la protection de la vie privée et à la protection des données personnelles telles qu'elles sont consacrées par le droit européen.

 

Il importe à ce stade d'avoir une vue précise de la portée de ces programmes et de leurs effets sur le citoyen européen. C'est pourquoi j'ai invité, ce mardi, l'ambassadeur américain en poste à Bruxelles, Howard Gutman, à venir donner des explications à propos des informations faisant état de possibles activités d'espionnage des États-Unis auprès des représentations et des institutions européennes. Il a affirmé que l'ambassade ne développait pas ce genre d'activité mais qu'elle cherchait des contacts directs avec les responsables politiques belges.

 

Cela étant, je souhaite connaître les relations exactes non pas de l'ambassade mais des services de renseignements américains. C'est la raison pour laquelle j'ai remis à l'ambassadeur une lettre à l'attention du secrétaire d'État John Kerry par laquelle j'exprime mes inquiétudes par rapport à ces révélations et mon appui aux démarches effectuées par d'autres responsables européens.

 

België steunt volledig de initiatieven die de Europese Commissie ter zake heeft genomen. Europees commissaris Reding heeft op 10 juni jongstleden een brief geschreven naar de attorney general van de Verenigde Staten om de bezorgdheid van de Unie te uiten en om opklaring te vragen over deze programma’s, naar aanleiding van de rapporten die door de media gepubliceerd zijn.

 

Die vraag was ook aan de orde tijdens de bilaterale ministeriële ontmoeting tussen de Europese en de Amerikaanse autoriteiten, die op 14 juni plaatsvond in Dublin. Na deze vergadering heeft Europees commissaris Reding aangegeven dat de Amerikaanse autoriteiten verduidelijkt hadden dat wat Verizon betreft, het programma enkel Amerikaanse burgers en metagegevens natrok maar niet de inhoud. Dit programma zou aan een gerechtelijke controle worden onderworpen. Het PRISM-programma zou tot de inlichtingenactiviteiten behoren en zou gericht zijn op niet-Amerikaanse burgers die het onderwerp zijn van een onderzoek naar terroristische of criminele activiteiten. Het zou volgens de Amerikaanse autoriteiten echter niet de bedoeling zijn de gegevens in bulk te gebruiken, maar wel om zich te richten op individuen en organisaties die gelinkt zijn aan terrorisme of georganiseerde misdaad.

 

Le contrôleur européen des données s'est également engagé à accorder une grande attention à cette affaire et à en suivre le développement de près.

 

La Commission européenne a, dans ce contexte, reçu le 3 décembre 2010 déjà un mandat pour négocier avec les États-Unis un accord-cadre sur la protection des données qui garantit pleinement les droits des citoyens européens dans les échanges liés à la détection, les enquêtes et les poursuites d'infractions pénales, y compris le terrorisme. La Belgique soutient les efforts déployés par la Commission européenne à cette fin.

 

Au sujet des négociations de l'accord de libre-échange avec les États-Unis, la protection des données ne fait pas l'objet de négociations spécifiques dans le cadre du projet d'accord commercial transatlantique. Cependant, il va de soi que les normes juridiques européennes en matière de protection des données devront être respectées.

 

Zoals gisteren aangekondigd door de voorzitter van de Europese Commissie, de heer Barroso, in de marge van de ontmoeting van de staatshoofden en regeringsleiders in Berlijn, zullen de onderhandelingen over de vrijhandelsakkoorden wel degelijk volgende week op 8 juli van start gaan.

 

Parallel zullen werkgroepen de omvang van de Amerikaanse spionage moeten verduidelijken. Het zou gaan om twee soortgelijke oefeningen maar van een andere aard. De eerste werkgroep, die zich zou buigen over de vragen naar de bescherming van de gegevens en de wettelijke bewaking, zou worden samengesteld uit deskundigen in de bescherming van gegevens en veiligheid. De tweede werkgroep zou zich buigen over de kwestie van de inlichtingen en de veiligheid en zou worden samengesteld uit nationale deskundigen.

 

Je soutiens, monsieur le président, l'approche défendue par la Commission d'entamer les négociations relatives à l'accord de libre-échange tout en organisant ces groupes de travail qui devront évaluer l'ampleur de l'espionnage pratiqué par les Américains. Il est essentiel que ce travail soit accompli rapidement afin que les deux parties puissent se réunir en confiance.

 

Il faut toutefois relever que, d'un point de vue procédural, une décision de suspendre ou de reporter les négociations dépend, à ce stade, davantage de la Commission que des États membres. La Commission a proposé, conformément au Traité, d'ouvrir les négociations et a reçu mandat du Conseil de l'Union européenne à cet effet. Revenir sur cette décision requerrait, dès lors, une révision de celle-ci sur la base d'une nouvelle proposition de la Commission. À ce stade, cette dernière n'a pris aucune initiative.

 

Aan de heer De Croo laat ik opmerken dat onze bekommernis niet zozeer de relaties tussen de Verenigde Staten en België is, maar veeleer de specifieke rol van België als zetel van de Europese Unie en van de NAVO. Om die reden heb ik collega John Kerry van het State Department om meer inlichtingen gevraagd. Voor ons is het zeer belangrijk om daarover goed geïnformeerd te worden door de Verenigde Staten, niet alleen voor de relaties tussen de twee landen, maar meer nog voor de contacten tussen de Amerikaanse autoriteiten en de Europese Unie en de NAVO. Ik heb gevraagd naar Europese coördinatie in dat verband. Bilaterale vragen daarover stellen, volstaan niet; er is echte Europese coördinatie nodig.

 

Voorts ga ik akkoord met de vragen van de Senaat om het Comité I in te schakelen. Dat is logisch, niet enkel voor de huidige situatie, maar ook voor de vorige. Tot nu toe, mijnheer Van der Maelen, heb ik alle vragen gesteld. Ik probeer dezelfde richting uit te gaan als de Europese Unie, maar we wachten nu nog op een klaar en duidelijk antwoord van onze Amerikaanse collega’s. Het is een zeer ernstige situatie en wij hebben meer inlichtingen van onze Amerikaanse collega’s nodig.

 

02.05  Olivier Henry (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Il me reste un sentiment d'inquiétude car nous évoluons dans un monde où l'Europe semble incapable de protéger tant ses données et ses institutions que la vie privée de ses citoyens.

 

Nous attendons la réponse à la lettre que vous avez envoyée aux États-Unis. Monsieur le ministre, malgré la mise sur pied des différents groupes de travail, tant que nous n'aurons pas des explications claires et l'assurance que ces faits inadmissibles ne se reproduiront plus, le PS, à tous les niveaux de pouvoir, demandera à la Commission européenne de reporter les négociations concernant l'accord de libre-échange prévues le 8 juillet.

 

02.06  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik apprecieer de inspanningen van de minister en ook de kwalificatie die hij gebruikte, zijnde een reeks “zeer ernstige feiten.”

 

Er is echter iets dat belachelijk begint te worden. Als men aan een gemeente het adres vraagt van iemand die is verhuisd, dan krijgt men dat niet wegens bescherming van de privacy. Voor eender welk bestand dat men wilt oprichten, heeft men de vergunning nodig van een privacycommissie. Die commissie doet haar werk trouwens goed.

 

Tezelfdertijd ziet men dat essentiële dingen kunnen worden beluisterd, gekopieerd, vermenigvuldigd en misbruikt, als ik dat woord mag gebruiken. Het is zogezegd altijd het doel dat de middelen heiligt. Dat is mijns inziens een van de zaken waarin wij verschillen van vele anderen. De dag dat men zijn privacy begint op te geven, verliest men die helemaal, net zoals men ook niet een beetje zwanger kan zijn.

 

02.07  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij gaan de zaak met aandacht volgen. Wij willen niet dat dit een soort strovuurtje is, waarbij de eerste dagen na de onthullingen iedereen verontwaardigd kreten slaakt, waarna het alweer business as usual wordt.

 

Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat de Europese autoriteiten er bijvoorbeeld de voorkeur aan hebben gegeven het vrijhandelsakkoord zomaar te laten doorgaan. Het had een krachtig signaal kunnen zijn om de Amerikanen duidelijk te maken dat wij dit niet nemen.

 

Het standpunt van mijn fractie, in België en in Europa, is dat men zelf beslist wat men deelt en met wie. Iemand anders heeft daar niets mee te maken, zeker niet een buitenlandse overheid.

 

De NSA dringt diep in in het privéleven van mensen. Vroeger hadden wij een naam voor dit soort staten; wij noemden ze dictaturen. Dit is iets wat wij in Europa niet kunnen aanvaarden. Voor ons is het de democratie die de balans bepaalt tussen vrijheid, privacy en veiligheid. Het zullen niet buitenlandse autoriteiten zijn die dat doen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Peter Luykx aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de uithaal naar het Vlaamse handelsbeleid en de benoeming van economische diplomaten" (nr. P1927)

03 Question de M. Peter Luykx au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les critiques de la politique commerciale flamande et la nomination de diplomates économiques" (n° P1927)

 

03.01  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, gisteren moest de zeer drukke agenda van onze commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen jammer genoeg wijken voor de koninklijke kwestie van vandaag. Jammer genoeg kon het normale parlementaire werk niet plaatsvinden.

 

U hebt ons zelf gezegd dat wij dringende vragen in de plenaire vergadering aan u konden stellen, dus bij deze.

 

U hebt zich begin juni op een prinselijke missie laten ontvallen dat men in het buitenland beter alleen naar België of naar Brussel zou kijken. Ik vind dat zeer neerbuigend tegenover wat Vlaanderen en Wallonië vandaag doen.

 

Momenteel is Vlaanderen goed voor 83 % van de export van dit land. Er gebeuren wel degelijk inspanningen in Vlaanderen en ook in Wallonië.

 

En passant strooit u ook nog enkele benoemingen van economische diplomaten in het rond, niemand weet precies waarom. Zowel AWEX als FIT vragen waarom dit nodig is. U creëert onduidelijkheid.

 

Ik heb een citaat van de heer Philippe Suinen: "Vous créez la confusion par rapport à ce qui se fait déjà actuellement, et votre idée est perturbente et pas claire." Het is dus niet alleen Vlaanderen dat kritiek heeft op uw economische adviseurs maar ook Wallonië.

 

Als kers op de taart was er, ondanks de procedure bij de Raad van State, vorige maandag een interministerieel overleg waarop u niet aanwezig bent. Ofwel kiest u voor de procedure, maar u kiest alleszins niet voor overleg.

 

Mijnheer de minister, u volhardt blijkbaar in de boosheid en u creëert onduidelijkheid en wrevel. Weet u hoe dit verder gaat? Hebt u een zicht op de termijn waarbinnen de Raad van State uitspraak zal doen?

 

Bent u bereid om uw benoemingen van economische diplomaten stop te zetten?

 

03.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Luyckx, ik heb al vaak antwoorden gegeven over de situatie met de Gewesten. Ik haal een aantal elementen aan.

 

Ten eerste, wij hebben al enkele vergaderingen gehad van de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid. Voor het eerst heb ik een uitnodiging gekregen voor een Interministeriële Conferentie voor Buitenlandse Handel, maar zonder opgave van een datum.

 

Het was, gezien mijn agenda, onmogelijk om op maandag aanwezig te zijn op die vergadering. Ik heb de voorzitter van die interministeriële conferentie gevraagd om contact op te nemen en een datum vast te leggen voor een tweede vergadering. Het is toch logisch om dat te vragen als het gaat om bevoegdheden die verband houden met Buitenlandse Zaken. Wij gaan soms naar het buitenland.

 

Ten tweede, zoals u weet, werd er verschillende keren een beroep ingediend bij de Raad van State. Ofwel is er de keuze van het Vlaams Gewest en misschien het Waals Gewest om naar de Raad van State te stappen, ofwel is er de keuze voor een compromis of onderhandelingen. De twee samen zijn heel moeilijk. Ik denk dat wij nu de behandeling door de Raad van State moeten afwachten.

 

Ten, derde, u hebt gevraagd naar de termijn. Het was heel gemakkelijk om een heel korte termijn te hebben via een beroep bij de Raad van State, via een schorsing. Jammer genoeg was er alleen maar een vraag tot vernietiging van het koninklijk besluit. Het kan misschien een paar jaar duren. Het was evenwel de keuze van de minister-president van het Vlaams Gewest en dus van de Vlaamse regering, dus ook van uw partij, om dat te doen zonder hoogdringendheid.

 

Ten vierde, ik ben altijd bereid om heel goede contacten te onderhouden met de Gewesten voor een correcte verdediging in het buitenland van de belangen van alle bedrijven van de drie Gewesten. Dat is heel belangrijk en nuttig. Wij streven altijd naar een correcte verdediging van de bedrijven van de drie Gewesten. Economische diplomatie betekent echter een verdediging van veel verschillende maatregelen, bijvoorbeeld de notionele-intrestaftrek – een federale fiscale maatregel, een totaal ander aspect van de fiscale regels wat betreft een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing van de onderzoekers, enkele voordelen op sociaal vlak, veel andere zaken in verband met energie, transport enzovoort. Dat zijn allemaal federale bevoegdheden.

 

Er is dus een zeer groot verschil tussen een specifieke bevoegdheid van de Gewesten, wat geldt voor een zeer groot deel van buitenlandse handel, en een correcte uitoefening van de federale bevoegdheden in verband met economische diplomatie, zoals fiscaliteit, sociale zekerheid, energie en transport. Ik heb zelf gehoord dat het onmogelijk was voor de federale overheid om iets te zeggen in verband met economie. Mijnheer Luykx, mijn waarde collega Vande Lanotte is bevoegd voor Economie op federaal vlak.

 

Ik heb het reeds gezegd in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, ik heb vele vragen gekregen en alle vragen zijn gericht aan de minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. Het is toch logisch om op federaal vlak een beleid van economische diplomatie te voeren.

 

Mijnheer Luykx, wij zullen verder gaan met ons beleid, maar ik wacht op een beslissing van de Raad van State daarover. Wij hebben twee prioriteiten voor het buitenlands beleid op federaal vlak: mensenrechten en economische diplomatie. Wij gaan daarmee verder.

 

03.03  Peter Luykx (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, u had vorige maandag ook via uw kabinetschef een standpunt kunnen laten innemen. U hebt dat ook gedaan. U hebt hem namelijk meegegeven om te weigeren wat voorgesteld werd door de regio’s. Dat lijkt mij alleszins geen vorm van samenwerkingsfederalisme.

 

Ten tweede, onze partij maakt inderdaad deel uit van de Vlaamse regering, maar dat geldt ook voor CD&V. Het is net Kris Peeters die zich verzet tegen uw benoemingen. Mijnheer de minister, u ontkent voor een deel het bestaan van de vele inspanningen die vandaag gedaan worden in de Gewesten. Ik kan dit niet anders zien dan een soort negatie, een overbodigheid van benoemingen en dat vind ik alleszins weinig diplomatisch.

 

Ik heb even opgezocht wat de definitie is van diplomatie in Van Dale: “Het ambtelijke, officiële verkeer tussen staten, deelstaten en regeringen of tactvolle behendigheid.”

 

Mijnheer de minister, je vous trouve un ministre peu diplomate.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Chers collègues, notre ordre du jour de cet après-midi comporte 27 questions et, jusqu'à présent, nous n'en avons posé que 9. Si j'observe que les parlementaires font preuve de concision dans l'énoncé de leurs questions et que je salue le souci des ministres de fournir des réponses complètes, longues et précises, j'insiste sur le fait que d'autres attendent pour les interroger.

 

De plus, monsieur le premier ministre, c'est en commission qu'il convient de poser et de développer davantage les questions et les réponses. Je défends ainsi l'institution.

 

Monsieur Luykx, je signale n'avoir émis aucun commentaire sur votre question. Je ne fais que refléter ce qui a été dit en Conférence des présidents à plusieurs reprises: un excès de questions nous amène des problèmes en séance plénière du jeudi.

 

04 Questions jointes de

- M. Laurent Louis au premier ministre sur "l'accord sur le budget 2013-2014" (n° P1916)

- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "l'accord sur le budget 2013-2014" (n° P1917)

- M. Steven Vandeput au premier ministre sur "le contrôle budgétaire" (n° P1918)

- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre sur "le contrôle budgétaire" (n° P1919)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "het akkoord over de begroting 2013-2014" (nr. P1916)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "het akkoord over de begroting 2013-2014" (nr. P1917)

- de heer Steven Vandeput aan de eerste minister over "de begrotingscontrole" (nr. P1918)

- de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister over "de begrotingscontrole" (nr. P1919)

 

04.01  Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, une fois de plus notre pays a connu, ces derniers jours, un énième ajustement budgétaire.

 

Comme d'habitude, pour vous conformer aux volontés de l'Union européenne à la sauce Goldman Sachs, pour vous conformer aux volontés de l'élite financière et du groupe de Bilderberg, pour vous comporter en bon petit toutou de cette Europe antisociale et antidémocratique imposée à la population, vous avez pris des mesures qui réduisent un peu plus encore le pouvoir d'achat des Belges.

 

Vous avez économisé 750 millions pour 2013 et prévu des économies de 2,5 milliards pour 2014. Vous êtes fier car vous réduisez les dépenses de l'État, mais c'est avant tout aux Belges que vous vous attaquez. Car ces économies, vous les faites sur le dos de la sécurité sociale, des soins de santé et du soutien aux familles en réduisant, par exemple, les montants de la prime de rentrée scolaire, prime déjà ridicule par rapport au coût de l'enseignement. Pire encore, alors que notre pays est le champion du monde des taxes, vous les augmentez encore. Ce n'est plus M. Di Rupo que l'on doit vous appeler, mais "Monsieur Taxman". Vous faites effectivement des économies, mais des économies sur le dos de la population. J'ai beau chercher, je ne vois aucune mesure prise pour limiter les gaspillages causés par nos élus et nos ministres.

 

Dans la Belgique détricotée d'aujourd'hui, nous battons le record du monde du nombre de ministres par habitant. Nous comptons aussi plus de 500 parlementaires et pas moins de sept parlements. Quel gâchis! Mais à ce niveau, pas question de faire des économies car ce serait toucher aux intérêts de la classe politique. En bon défenseur des citoyens que vous êtes, vous préférez leur imposer de nouvelles taxes que de porter atteinte à vos privilèges, preuve supplémentaire que vous ne défendez pas les intérêts de la population et que vos décisions n'ont toujours pour but que de presser les citoyens comme des citrons.

 

Face à ce constat, j'aimerais vous poser une question très simple: comment parvenez-vous encore à vous regarder dans un miroir et à être fier de ce que vous faites alors que vous portez atteinte aux intérêts des citoyens belges que vous êtes censé protéger? Je me demande si vous n'avez pas honte de bafouer de la sorte les idéaux socialistes de base.

 

04.02  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, j'aimerais vous poser deux questions au sujet des discussions budgétaires. La première porte sur les compétences dites usurpées pendant un trop long moment. Le gouvernement fédéral dit qu'il va les assumer. J'aimerais savoir si cela signifie que les universités belges vont pouvoir compter, dès cette année, sur le financement par le fédéral des accords interuniversitaires.

 

Ensuite, vous connaissez l'intérêt des écologistes pour des impôts justes et équitables visant aussi bien les citoyens que les entreprises. D'où notre curiosité quand nous avons entendu parler d'une mesure d'impôt minimal: la fairness tax. Cependant, quand nous avons pris connaissance des informations parues dans la presse et dans les documents diffusés aujourd'hui par le gouvernement, la dimension d'une mesure juste et équitable ne nous a pas frappé. Les PME, quoi qu'il advienne, vont devoir payer entre 25 et 30 % d'impôts. Quant aux grandes entreprises, qui parvenaient parfois à éluder l'impôt, elles en paieront désormais à peine cinq et encore, seulement sur une partie de leurs recettes.

 

Monsieur le premier ministre, j'aimerais donc savoir par quel moyen vous êtes arrivé à estimer les recettes à hauteur de 140 millions pour 2013 et de 215 millions en 2014. Surtout, quel est le mécanisme que vous comptez mettre en place pour empêcher les évitements? Enfin, comment pouvez-vous justifier votre mesure?

 

04.03  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer Di Rupo, collega’s, afgelopen maandag mochten wij getuige zijn van de goednieuwsshow van de regering-Di Rupo. Blijkbaar zou nu, mits een zoveelste begrotingscontrole, het budgettaire traject opnieuw onder controle zijn. Het gaat dan om het budgettaire traject, waarvan we intussen al twee keer de doelstellingen hebben bijgesteld.

 

Veel tijd hadden we niet nodig om vast te stellen dat ook de nieuwe begrotingscontrole het vooral voorzien heeft op wie in dit land werkt, onderneemt of spaart. Laat ik een paar voorbeeldjes geven. De werkende mens, die eerder al geconfronteerd is met een eerste prijsverhoging van de dienstencheques, een aanslag op zijn pensioensparen, een verhoging van de belastingen op bedrijfswagens, het afschaffen van de fiscale aftrek voor energiebesparingen, een aanslag op zijn levensverzekering en het feit dat hij tegenwoordig btw moet betalen voor notarissen, krijgt nu nogmaals een prijsverhoging van de dienstencheques en moet btw betalen bij advocaten. Dat raakt specifiek zij die rechtzoekend zijn. Als men dan eens een pintje wil gaan drinken, wordt men ook daarop extra belast.

 

De spaarder werd al geconfronteerd met een rijkentaks, die opeens een algemene taks op sparen bleek te zijn. Nu wordt hij opnieuw geconfronteerd met een bijzondere abonnemententaks voor de banken. Laten we duidelijk zijn, collega’s, wie zal dat immers betalen? Als hij dan al eens iets meer kan sparen, wordt hij bovendien geconfronteerd met een belasting op zijn beveks, niet alleen roerende voorheffing, maar ook nog eens een belasting op eventuele meerwaarde.

 

Wat de ondernemers betreft, hebben we het al herhaaldelijk gehad over het geknoei met de notionele-interestaftrek. Nu worden ze geconfronteerd met een minimumtaks, die er geen zou zijn. Collega’s, wij stellen vast dat het er echt niet goed uitziet.

 

Tussenin horen we ook dat men voor 80 % rond is met de begroting voor 2014. Er is nog 20 % te gaan. Het hangt er natuurlijk van af hoe men procenten uitdrukt. Volgens ons gaat het om ruim 1 miljard. Daarnaast vernemen we ook dat het schuldsaldo tot 100,4 % is gestegen en dat zelfs de geplande maatregelen niet zouden volstaan.

 

Ik heb twee eenvoudige vragen voor u, mijnheer Di Rupo.

 

Welk perspectief biedt u de Belgen inzake het laatste miljard, dat u moet zoeken voor 2014?

 

Welk perspectief biedt u inzake het schuldsaldo, dat nog dit jaar met 0,4 % van het bbp moet worden teruggedrongen?

 

04.04  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de eerste minister, sta mij toe te beginnen met twee vaststellingen.

 

Ten eerste, alles wat in dit land zou moeten groeien, krimpt: de economie krimpt, de export krimpt, het consumentenvertrouwen krimpt, de investeringen krimpen.

 

Ten tweede, alles wat zou moeten krimpen, groeit onder de regering: het aantal belastingen neemt toe, de belastingdruk neemt toe, het aantal werklozen neemt toe, het aantal faillissementen neemt toe. Sinds maandag ken ik het resultaat van uw tweede begrotingscontrole. Ik kan alleen vaststellen dat u opnieuw veel aandacht hebt voor de inkomstenzijde. Het is opnieuw een rondje belastingverhoging geworden en besparingen op de kap van de werkende man en de werkende vrouw, de ondernemende man en de ondernemende vrouw.

 

U hebt bijvoorbeeld aan de schoolpremie geprutst. Ik stel voor dat u dat uitlegt aan de gezinnen met schoolgaande kinderen. Ook de dienstencheques worden opnieuw duurder en de fiscale aftrek wordt verminderd. Nadat u 21 % btw hebt geheven op de prestaties van de notarissen, gaat u nu langs bij de advocaten. Ik neem aan dat u in het najaar ook 21 % btw zult heffen op de prestaties van de dokters.

 

Voorts is er de fairness tax van 5 % voor multinationale ondernemingen, die een kaakslag is voor de bedrijfsleiders van kmo’s die wel op een eerlijke manier hun belastingen betalen en voor wie het tarief tussen 25 % en 30 % ligt. Ook de spaarder die nog wat beveks heeft, krijgt nu een belasting van 25 % om de oren geslagen.

 

Ik heb voor u vandaag dan ook maar twee vragen, mijnheer de eerste minister.

 

Ten eerste, wat hebt u gedaan aan de uitgavenzijde? U hebt gepoogd in de regering een trendbreuk te bewerkstelligen om uw begroting op orde te stellen, maar ik stel vast dat dat enkel aan de inkomstenzijde gebeurt. Welke trendbreuk hebt u bewerkstelligd aan de uitgavenzijde? Welke besparingen hebt u gedaan in uw departementen en in uw instellingen? Ik heb de indruk dat daar niet veel gebeurt. U zegt wel altijd dat u 20 miljard euro bespaard hebt, maar u hebt dat gedaan via belastingverhogingen.

 

Ten tweede, hoe zit het met de staatsschuld? De staatsschuld is in het eerste kwartaal opnieuw boven 100 % uitgekomen. Hoe zult u uw beleid daaraan aanpassen?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

04.05  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord, je tiens à remercier les collègues pour leurs questions. Elles me donnent l'occasion de réagir aux nombreuses contre-vérités et critiques prévisibles au demeurant et que j'entends ça et là.

 

Oui, le gouvernement fédéral a pris des mesures supplémentaires pour 2013 d'un montant de 750 millions d'euros, avec une marge de sécurité de 226 millions. À cet exercice réalisé par le gouvernement fédéral, il faut ajouter l'accord obtenu mardi entre l'État fédéral, les Régions et les Communautés, qui concerne l'objectif budgétaire commun pour 2013.

 

Cet accord est d'ailleurs fondamental pour renforcer la crédibilité de nos engagements auprès de l'Europe et permettre à la Belgique de sortir, dans les meilleurs délais, de la procédure de mise en demeure. Cet accord reflète aussi la volonté de chacun de travailler ensemble pour garantir un assainissement durable des finances publiques, soutenir l'activité économique et la création d'emplois. Ceci règle aussi, pour 2013, la question des compétences dites usurpées.

 

Mes chers collègues, je voudrais néanmoins rappeler à cette tribune une vérité: les traités, les directives et les règlements européens sur le plan budgétaire nous obligent à respecter un certain nombre de contraintes. Mais sur le plan budgétaire, la Belgique, c'est qui? Il y a à cet égard un très grand malentendu que je voudrais dissiper. Je ne vous cache pas que nous sommes fatigués de voir un certain nombre de responsables dans des gouvernements qui se trouvent ici et qui viennent à la tribune critiquer le gouvernement fédéral, alors que la responsabilité des objectifs budgétaires est une responsabilité partagée. Car la relation entre la Belgique et l'Union européenne en matière budgétaire, c'est une relation sur ...

 

(…): (…)

 

04.06 Eerste minister Elio Di Rupo: Nee, een ogenblikje. Ik kijk in de twee richtingen.

 

Tous les gouvernements ont une part de responsabilité!

 

Quand la Belgique est mise en demeure au plan budgétaire, les autorités fédérales, régionales, communautaires, les communes, les CPAS, les zones de police et les provinces sont concernés. Dans notre pays, il n'y a pas de hiérarchie de normes, c'est-à-dire qu'on peut demander au gouvernement ce qu'on veut mais le niveau fédéral n'a pas la faculté d'imposer à une Région, à une Communauté d'agir de telle ou telle manière. C'est notre système institutionnel et ces questions doivent se discuter au comité de concertation. Mais si on parle de comité de concertation, cela signifie une prise collective et solidaire des responsabilités! Et c'est là qu'il y a un problème majeur. Vous vous exprimez ici comme si vous étiez exonéré de tout effort. Comme toutes les autres formations politiques, vous devez assumer votre part de responsabilité dans les gouvernements dont vous faites partie.

 

Je ne comprends pas comment on ose faire abstraction de la responsabilité qui doit être partagée par tous! On a voulu une Belgique comme celle-là depuis le 8 août 1980.

 

(…): (…)

 

04.07  Elio Di Rupo, premier ministre: C'est notre Belgique, que vous l'aimiez ou pas! Et on agit avec ce qu'on a!

 

Mes chers collègues, mardi matin, Régions, Communautés et fédéral ont réussi à se mettre d'accord; cet accord témoigne d'une grande maturité des différentes composantes de notre pays.

 

En complément du contrôle budgétaire 2013, le gouvernement est également parvenu à un accord pour un grand nombre de mesures qui concernent 2014.

 

Bij de voorbije begrotingsoefening hebben wij niet voor de gemakkelijke weg gekozen. Wij hebben eerst en vooral naar onszelf gekeken, naar wat wij op de uitgaven van de overheid konden besparen.

 

Wij doen dat echter wel op een manier waarbij we de dienstverlening voor de burgers blijven garanderen, zonder te raken aan de kwaliteit van de zorg voor de patiënten.

 

Ik heb het op het spreekgestoelte al elke keer gezegd, maar ik wil het gerust herhalen: de regering kiest niet voor een beleid van louter kille besparingen.

 

Le gouvernement ne fait pas le choix de l'austérité, qui ne ferait d'ailleurs qu'enfoncer nos entreprises et nos citoyens encore davantage dans la crise. Non, le gouvernement fait le choix d'assainir les finances publiques tout en sauvegardant au mieux le pouvoir d'achat des citoyens et la compétitivité des entreprises.

 

Nous n'augmentons pas la TVA. Nous n'imposons pas de cotisation générale de crise comme d'autres gouvernements ont pu le faire auparavant. Nous n'augmentons pas la pression fiscale sur le travail. Enfin, nous n'augmentons pas non plus les accises sur les carburants.

 

Aan de leden van de N-VA raad ik aan eerst naar het beleid te kijken dat hun partij voert waar zij deel uitmaakt van de regering. Geen enkele regering, niet in Nederland, niet in Duitsland, niet hier in Vlaanderen of Wallonië, geen enkele regering in heel Europa of elders ter wereld voert beleid zonder inkomsten of alleen op basis van besparingen. Mijnheer Vandeput, als u de burgers dat sprookje wilt vertellen, doet u maar! Uw theoretisch discours is hoe langer hoe minder geloofwaardig.

 

Dus ja, we hebben gekozen voor zeer beperkte nieuwe inkomsten, maar daarbij was rechtvaardigheid de rode draad. Wees ten minste zo eerlijk om dat toe te geven. Immers, waar gaat het over? We vragen een minimumbijdrage aan de bedrijven die wel in staat zijn om een dividend uit te betalen aan hun aandeelhouders, maar vandaag geen belasting betalen voor de gemeenschappen. Dat wil zeggen dat zij geen belasting voor onder andere scholen, straten, de sociale zekerheid en veiligheid betalen. Is die minimumbijdrage schandalig? Is die oneerlijk? Ik denk het niet.

 

Pour répondre à la question des 5 %, je peux comprendre que cela puisse être jugé insuffisant. Mais entre rien et quelque chose, il y a toujours un monde de différence! Et nous faisons quelque chose.

 

Dat heeft dus niets te maken met het gratuit verhogen van de belastingen, maar alles met simpele rechtvaardigheid. Bovendien gebruiken wij een deel van de opbrengsten voor onze kmo’s. Voor bepaalde beleggingsfondsen waarop tot nu toe nul euro bijdrage werd betaald op de inkomsten, vragen wij een eerlijke bijdrage. Wij werken dus een bestaand privilege weg. Is dat oneerlijk? Ik denk het niet.

 

Encore une exception que nous supprimons en matière de TVA: celle qui concerne les avocats. Je rappellerai que l'État fédéral dépense chaque année 85 millions d'euros pour l'aide juridique qui doit permettre à chacun d'accéder à la justice.

 

Pour le reste, oui, il a été décidé une légère augmentation sur l'alcool et le tabac. Demandez à un Français ou à un Danois ce qu'il en pense: il aimerait bien payer les prix que nous payons dans notre pays, tant pour l'alcool que pour le tabac!

 

Monsieur le président, je termine.

 

Beste collega’s, de N-VA beweert: “Di Rupo viseert al wie werkt, spaart en onderneemt". Dat is waar. Wij verhogen de lasten op arbeid niet. Wij raken niet aan de spaarboekjes en wij zorgen voor een lastenverlaging voor onze kmo’s. Dat is waar. Wij zorgen dus voor wie werkt, voor wie spaart en voor wie onderneemt! (Luidruchtig applaus bij de meerderheid)

 

04.08  Laurent Louis (indép.): Assurément, vous n'avez pas honte!

 

Vous êtes tellement sûr de vous, tellement certain de conserver votre place grâce aux fortunes dont votre parti dispose et grâce aux manipulations médiatiques, que vous ne craignez rien! Vous n'avez plus de socialiste que le nom!

 

Vous osez vous présenter en défenseur des citoyens mais vous n'êtes qu'un leurre, un mensonge. Je voudrais même dire qu'avec les médias, vous formez, monsieur Di Rupo, une belle organisation de malfaiteurs.

 

Depuis 2011, votre gouvernement ne cesse de porter atteinte au pouvoir d'achat des Belges en réduisant les services aux personnes et en augmentant les taxes. Bien sûr, pour vous, le responsable, c'est l'Europe! Mais cette Europe, monsieur Di Rupo, c'est vous qui l'avez créée!

 

Ce que je constate aussi, même si vous n'en avez pas parlé, c'est que vous avez décidé de vous attaquer aux plus faibles d'entre nous en réduisant encore la qualité de l'accueil accordé aux demandeurs d'asile et aux sans-papiers, en fermant des centres Fedasil alors que ces derniers sont surpeuplés et délabrés. Je vous invite à passer une nuit dans un centre fermé, et vous verrez l'horreur. Cela vous changera des hôtels de luxe auxquels vous êtes habitué!

 

Monsieur Di Rupo, je tiens à vous dire que vous faites honte à la politique, vous faites honte à la démocratie!

 

04.09  Christophe Lacroix (PS): C'est vous qui faites honte au parlement, à la démocratie! Vous êtes nul! C'est une honte! (Brouhaha)

 

04.10  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, vous me permettrez d'adopter un autre style!

 

Entre rien et quelque chose, il y a quelque chose. Auquel cas on n'appelle pas cette taxe "taxe équitable" ou "taxe d'équité" mais on l'appelle "le petit quelque chose peut-être".

 

Monsieur le premier ministre, on ne peut pas faire des annonces telles que celle-là, on ne peut pas dire qu'il y aura un impôt minimal, un impôt d'équité sur les grandes sociétés quels que soient les dividendes qu'elles distribueront, sans être certain que le mécanisme fonctionnera, qu'il sera applicable! Or si vous ne prenez pas des dispositions pour éviter que ces sociétés ne recourent aux intérêts notionnels – et la menace européenne risque d'aboutir à un élargissement du champ d'application de ceux-ci – et ne transfèrent leurs bénéfices vers des sociétés du même groupe à l'étranger, votre système sera bâti sur du sable. Il s'agira de bluff!

 

Politiquement, c'est un message inacceptable et inéquitable.

 

Enfin, s'agissant de la responsabilité et de la concertation, cette dernière signifie que l'on discute avant – et pas après. Le fédéral a pris nombre d'engagements sans consulter préalablement les autres autorités. S'il y a bien des instances qui assument les conséquences des choix opérés par le gouvernement fédéral, ce sont les communes et les CPAS qui sont étranglés financièrement par vos mesures.

 

Monsieur le premier ministre, quand on rappelle vos responsabilités, cela ne veut pas dire qu'on renonce à celles incombant à d'autres gouvernements ou à d'autres acteurs politiques.

 

04.11  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer Di Rupo, u hebt vandaag een paar verstandige zaken gezegd.

 

U zegt dat wij allemaal voor eigen deur moeten vegen en er samen voor moeten zorgen dat wij door Europa als één geheel worden bekeken. Dan kan ik u meedelen dat, in tegenstelling tot de federale regering die telkens opnieuw haar eigen doelstellingen bijstelt en ze niet haalt, wij in dit land één regering hebben die drie keer op rij een begroting in evenwicht heeft en geen tekort. Ik geloof, mijnheer Di Rupo, dat dat de regering is waarvan N-VA deel uitmaakt en waar wij de minister van Financiën en Begroting leveren.

 

Dat was een verstandig stukje uit uw antwoord.

 

Een tweede stuk was ietwat gevaarlijk voor de mensen die samen met mij ongerust zijn. Ik wil u even meenemen naar Goede Vrijdag, waar uw vice-eersteminister van Open Vld buitenkwam en om te zeggen dat er goed was gewerkt: geen minimumbelasting voor bedrijven, geen belasting voor intercommunales en geen btw-plicht voor advocaten. Wij zijn twee maanden verder en wat hebben wij? Een minimumbelasting voor bedrijven, een belasting op de intercommunales en btw voor advocaten.

 

Mijnheer Di Rupo, u hebt daarnet gezegd dat wij geen algemene btw-verhoging, geen verhoging van de druk op arbeid, geen verhoging van de accijnzen op diesel en geen algemene crisisbelasting hebben. U zult begrijpen dat ik, samen met heel veel burgers die vandaag in dit land belastingen betalen, heel ongerust ben. Wat op Goede Vrijdag werd gezegd dat wij niet zouden hebben, hebben wij vandaag dubbel en dik. Wat u vandaag zegt dat wij niet zouden hebben, is onze vrees voor het miljard dat u nog zult zoeken.

 

Mijnheer Di Rupo, ik mag een man van de theorie zijn, maar ik stel vast dat u niet de regering van de kille besparingen bent, u bent de regering van de wurgende belastingen.

 

04.12  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, bedankt voor uw antwoord, maar u zult begrijpen dat u ons niet echt overtuigd hebt. Deze begrotingscontrole heeft maar voor één ding gezorgd en u hebt dit zelf gezegd, ik citeer: “Wij hebben eerst naar onszelf gekeken.” U hebt heel waarschijnlijk naar uzelf gekeken. U hebt ervoor gezorgd dat u nog een aantal maanden verder kunt. U kunt in het zadel blijven zitten. U hebt uw vel gered tot na de zomer want dan komt er opnieuw een begrotingscontrole om de hoek kijken.

 

Wat de fairness tax betreft, ik wil wel, mijnheer de eerste minister, maar u krijgt vandaag opnieuw op uw donder van de Europese Commissie die stelt dat uw notionele-intrestaftrek in strijd is met het Europees recht. Kom mij dan ook niet vertellen dat u aan de kmo-leiders zult uitleggen dat zij eerlijke belastingen moeten betalen en dat de internationale ondernemingen er met slechts 5 % vanaf komen.

 

U blijft het fundamentele debat over de betaalbaarheid van de pensioen voor u uitschuiven en dat is niet goed. Dit land gaat er niet op vooruit, integendeel. Met al die nieuwe belastingen is de Vlaams Belangfractie van oordeel dat u iedere dag een spijker slaat in de economische doodskist van dit land en dat wordt alsmaar erger.

 

Ik stel alleen vast dat iedereen die een beetje spaarcenten heeft, iedereen die alle dagen probeert zijn job te doen en iedereen die iets probeert te ondernemen om de economie draaiende te houden, wordt gemolken. Ik zie echt geen ommezwaai in de aanpak van uw begroting, mijnheer de eerste minister. Het is altijd nog meer van hetzelfde.

 

U zult begrijpen dat de Vlaams Belangfractie daarmee niet kan instemmen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "eenvormige objectieve criteria voor de benoeming van topambtenaren" (nr. P1920)

05 Question de M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "des critères objectifs et uniformes de nomination des fonctionnaires dirigeants" (n° P1920)

 

05.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, enkele weken geleden heeft de regering beslist om headhunters in te schakelen in de zoektocht naar de CEO’s van vijf overheidsbedrijven. De regering koos toen niet voor een objectieve methode, bijvoorbeeld via examens bij Selor, maar voor een systeem met headhunters waar eigenlijk geen rangschikking dient te worden bepaald. De headhunters moesten alleen een lijstje voorleggen met vijf geschikte kandidaten voor elk van de vijf topfuncties. Blijkbaar liggen de 25 namen nu op de tafel.

 

Opmerkelijk, de huidige 3 CEO’s van de NMBS-Groep worden allemaal geschikt bevonden om de spoorwegen verder te leiden, ondanks de belabberde resultaten die werden voorgelegd inzake dienstverlening, stiptheid, veiligheid enzovoort. De treinreiziger zal echt niet begrijpen dat die 3 CEO’s bekwaam worden geacht.

 

Mijnheer de eerste minister, het dossier is duidelijk ook een topprioriteit van deze regering. Toen u gisteren uw kernkabinet samen riep en iedereen verzocht om stipt op tijd te zijn, was men er blijkbaar op één kabinet van overtuigd dat het over de topbenoemingen zou gaan, zoals wij vandaag in de krant konden lezen.

 

Blijkbaar verwachten sommigen in de regering een benoemingscarrousel die even historisch zal zijn als de troonwissel die eraan komt.

 

Mijnheer de eerste minister, wanneer zal de regering beslissen?

 

Minister Labille, die heel dringend een aantal benoemingen wil, heeft in de commissie al verklaard dat hij graag de topbenoemingen zou willen vooraleer de regering met verlof gaat. Wanneer zullen die beslissingen komen?

 

Als u ze in de vakantie zult nemen, is er natuurlijk geen transparantie mogelijk en kunt u dat beleid en die keuze ook niet in het Parlement verdedigen. Ik hoop dus dat dit niet tijdens het reces zal zijn.

 

Hoe gaat u nu precies verder? U hebt nu voor elke topfunctie vijf namen. Zult u op basis van die vijf namen op zoek gaan naar de beste? Zo ja, hoe zult u dat doen? De andere mogelijkheid is dat u absoluut geen rekening houdt met de bekwaamheid van de kandidaten en dat het spel zal worden gespeeld zoals het altijd wordt gespeeld en de functies volgens de partijpolitiek worden verdeeld. Hoe zult u dit doen?

 

05.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, eind mei hebben de voogdijministers een selectieprocedure opgestart voor de nieuwe CEO’s van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij FPIM, de Nationale Loterij, Belgocontrol en de twee toekomstige entiteiten van de NMBS-Groep.

 

De voogdijministers hebben headhunters geselecteerd om de meest geschikte kandidaten voor elke functie voor te stellen aan de regering. Ik benadruk dat het om de meest geschikte kandidaten gaat.

 

De headhunters hebben deze week hun activiteitenverslagen ingediend bij de betreffende voogdijministers. In die verslagen worden vijf personen voorgesteld voor elke in te vullen functie. Die objectieve procedure laat toe om de beste profielen te selecteren om die ondernemingen en openbare instellingen te leiden.

 

De regering zal haar werkzaamheden op dat dossier dus snel kunnen voortzetten, ik hoop reeds binnen enkele weken tijd.

 

05.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u legt nogal de nadruk op het feit dat op de lijst de meest geschikte kandidaten staan. Er is dus geen rangorde gegeven en al die kandidaten zijn even sterk, als ik u mag geloven. Welnu, dan houd ik nu al mijn hart vast inzake de kandidaten voor de NMBS, als het allemaal even sterke kandidaten zijn als degenen die wij nu aan het roer zien.

 

Het argument dat vaak wordt gehanteerd in dezen, is ook dat er een evenwicht moet zijn voor ideologische, levensbeschouwelijke strekkingen en de diverse kleuren, maar daarover praat u natuurlijk niet. Wij kunnen lang discussiëren over wat een hoofdredacteur van een krant daarover deze week treffend verwoordde. Hij zei dat wij ons kunnen afvragen of er een levensbeschouwelijke of ideologische manier bestaat om treinen op tijd te laten rijden.

 

Met andere woorden, laat alstublieft het criterium van de politieke kleur niet meespelen in de keuzes die zullen worden gemaakt, maar gebruik één criterium: zorg dat op elke plek de beste kandidaat benoemd zal worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Guy D'haeseleer aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut" (nr. P1928)

- de heer Stefaan Vercamer aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "het eenheidsstatuut" (nr. P1941)

- mevrouw Zuhal Demir aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "het eenheidsstatuut" (nr. P1929)

06 Questions jointes de

- M. Guy D'haeseleer au premier ministre sur "le statut unique" (n° P1928)

- M. Stefaan Vercamer au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "le statut unique" (n° P1941)

- Mme Zuhal Demir au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "le statut unique" (n° P1929)

 

06.01  Guy D'haeseleer (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de minister, na de overdosis nieuws uit het circus van Laken zou men bijna vergeten dat nog andere belangrijke zaken onze aandacht vergen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil hier toch even mijn ongenoegen uiten over de afwezigheid van mevrouw De Coninck vandaag in dit halfrond. Het is haar taak om hier een stand van zaken in de uiterst delicate aangelegenheid te geven.

 

Ik heb stilaan de indruk dat men zich heeft vergist en niet de koning uit Laken maar wel minister van Werk De Coninck een protocollaire functie heeft gegeven. Het is immers al een hele tijd geleden dat zij in het dossier van het eenheidsstatuut ook maar enige politieke daad heeft gesteld.

 

Ik wil de pret niet bederven, maar over vier dagen vervalt de deadline die het Grondwettelijk Hof de regering heeft opgelegd om een oplossing te bieden voor het onderscheid tussen arbeiders en bedienden.

 

Het schouwspel dat wij de voorbije maanden hebben mogen bekijken, was geen fraai zicht. Wij werden geconfronteerd met een minister van Werk die weigerde haar verantwoordelijkheid op te nemen en steevast de bal naar de sociale partners doorspeelde. Hoe wereldvreemd moet iemand zijn en op welke politieke planeet moet iemand de voorbije twee jaar hebben verbleven, om nog te hopen dat de sociale partners met een oplossing naar voren zouden komen?

 

Het was bijwijlen ook pijnlijk om zien hoe de hopeloze minister van Werk vorige week in de commissie voor de Sociale Zaken niet verder kwam dan: “Ik hoop samen met u dat de sociale partners er uitgeraken. Ik hoop en duim samen met u op een goede afloop.”

 

Is dit het wat wij van een vakminister mogen verwachten, namelijk dat zij hoopt en duimt? Neen, van een vakminister verwachten wij dat zij het voortouw neemt en de kar trekt in plaats van te vluchten en zich weg te steken.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, blijkbaar wou of kon ook de eerste minister, aan wie ik mijn vraag had gesteld, niet antwoorden. Ik vraag u dan ook het volgende.

 

Wat zal de regering ondernemen om te vermijden dat wij over vier dagen in een juridische chaos verzeild zullen geraken, met talloze procedures voor de arbeidsrechtbanken tot gevolg? Dergelijke procedures luiden meteen ook het failliet in van het sociaaloverlegmodel dat wij tot op heden kennen.

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

De voorzitter: Mijnheer de vice-eersteminister, er zijn nog twee vragen, namelijk van de heer Vercamer en van mevrouw Demir.

 

06.02  Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het dossier van het eenheidsstatuut moet de komende dagen zijn beslag krijgen.

 

Vandaag zitten de vakbonden, de werkgevers en de regering opnieuw samen, nadat zondag de onderhandelingen toch alweer waren vastgelopen. De regering zou de gesprekken nu opnieuw proberen te faciliteren. Volgens de sociale partners heeft de regering ook niet in haar kaarten laten kijken. De sociale partners kijken nu evenwel echt naar de regering. De deadline is immers heel kortbij.

 

U weet dat wij het waarderen dat de regering er alles aan doet om tot een onderhandelde oplossing te komen. Er is echter niet veel keuze meer. Plan B, namelijk een voorstel op initiatief van de regering, is hopelijk nog te vermijden, hoewel het steeds meer een optie wordt die niet meer mag worden uitgesloten.

 

We hebben de minister altijd alle ruimte gegeven om te onderhandelen maar er zou op 8 juli toch een voorstel moeten zijn om rechtsonzekerheid te vermijden.

 

Mijnheer de minister, wat heeft het tussentijds verslag van de bemiddelaar ons geleerd? Welk initiatief zal de regering nemen om tot een onderhandelde oplossing te komen? Wat zal de regering doen als de sociale partners finaal niet tot een akkoord zouden komen? Vooral, hoe zal de verdere afwikkeling van een minimaal akkoord of een mislukking na 8 juli, gebeuren om rechtsonzekerheid te vermijden?

 

06.03  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de minister, beste collega’s, volgens het Grondwettelijk Hof zouden we binnen 4 dagen in dit land wakker moeten worden met een nieuw eenheidsstatuut.

 

Mijnheer de minister, laat mij toe te zeggen dat de manier waarop uw regering en de minister dit dossier behandelen – ik heb het puur over de manier van werken, niet over de inhoud – politiek onwaardig is en beschamend voor een minister van Werk.

 

Het eenheidsstatuut gaat over de modernisering van het arbeidsrecht, het arbeidsmarktbeleid, jobs creëren en mensen aan het werk zetten. Dat dossier zit al 30 jaar in de wachtkamer. Al 30 jaar wacht men in dit land op een oplossing. Dit dossier is eigenlijk een illustratie van hoe andere sociaal-economische dossiers in dit land muurvast zitten. Denk daarbij maar aan de loonkost, de werkloosheidsverzekering en het brugpensioen. In plaats van onze arbeidsmarkt te moderniseren en mensen langer aan het werk te houden – ik dacht dat dit het motto is van uw regering – lezen we in de krant dat er nog steeds werknemers op hun 53ste met brugpensioen gaan.

 

Wat heeft deze regering gedaan? Ze heeft de hete aardappel doorgeschoven naar de sociale partners terwijl die sociale partners eigenlijk twee jaar geleden al schreeuwden om een oplossing van de federale regering. Vorige week werd Jan Smets aangesteld als bemiddelaar. Hij zou een oplossing te voorschijn moeten toveren. Minister De Coninck was zeer lovend. De heer Smets moest bemiddelen en reanimeren.

 

Vandaag stellen we echter vast dat we nergens staan met dit dossier hoewel dit dossier zowel de belangen van de werknemers als die van de bedrijven zou moeten behartigen. De N-VA heeft altijd gezegd dat het primaat van de politiek ook in dit dossier moest spelen. Veel sectoren roepen om een goede oplossing. Denk maar aan de bouwsector.

 

Ik heb de volgende vragen.

 

Ten eerste, wat is het resultaat van de onderhandelingen van Jan Smets?

 

Ten tweede, wat zal er na 8 juli gebeuren? Dat is over vier dagen.

 

Ten derde, wat is de rol van het Parlement in dit dossier?

 

De voorzitter: Het woord is, eindelijk, aan de minister.

 

06.04 Minister Johan Vande Lanotte: Sommige deugden, onder andere geduld, zijn voor sommige mensen niet te bereiken. Daar is niets aan te doen.

 

Ik begrijp de vragen, maar ik hoop dat u ook zult begrijpen dat ik daarop heel vaag zal antwoorden.

 

Na de toelichting die Jan Smets, de ondervoorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, heeft gegeven, hebben de sociale partners effectief te kennen gegeven dat zij bereid waren verder te onderhandelen. Als ik hier vandaag antwoord, is dat overigens ook omdat mevrouw De Coninck op dit ogenblik, samen met de sociale partners, via verschillende methodes probeert om minstens dichter bij een oplossing te komen.

 

Uw beoordeling van de manier waarop de regering werkt, moet ik hier uiteraard tegenspreken. Wij zijn ervan overtuigd dat wij alles moeten proberen om het sociaal overleg zo lang als mogelijk gaande te houden. Zelfs als er geen akkoord bereikt wordt, moeten wij proberen om de standpunten zo dicht mogelijk bij elkaar te krijgen, want zonder akkoord wordt om het even welke beslissing op het terrein moeilijker uitvoerbaar.

 

Vandaag, en ik vermoed ook morgen, praat men daar opnieuw over. Wij hopen nog altijd dat er een degelijke en gedragen oplossing mogelijk is. Uit hetgeen ik hoor, kan ik alleen maar vaststellen dat bepaalde standpunten dichter bij elkaar zijn gekomen. Of dit tot een oplossing leidt, weet ik niet. In de komende dagen – dat is de taak die de regering aan mevrouw De Coninck heeft gegeven – zullen wij in elk geval proberen zo dicht mogelijk bij een consensus te komen. Zonder die consensus wordt de uitvoering van eender welke beslissing sowieso moeilijk.

 

06.05  Guy D'haeseleer (VB): Mijnheer de vicepremier, ik zou u willen danken voor uw antwoord, maar ik heb daartoe eerlijk gezegd weinig redenen.

 

Ik heb het een beetje gehad met de voortdurende aankondigingen van overleg. Ik heb het ook gehad met de werkgroepen, experts en arbeidsmarktdeskundigen die door de minister in de wei gestuurd zijn om te bemiddelen, te verzoenen, te faciliteren of nog van dat fraais, met telkens hetzelfde resultaat: nul, niks, behalve veel tijdverlies.

 

Ik heb het ook gehad met een vakminister die vragen stelt, maar geen antwoorden heeft. Door het gebrek aan daadkracht en verantwoordelijkheidszin van deze regering, dreigt ons arbeidsrecht binnenkort herschapen te worden in één grote puinhoop, met alle gevolgen vandien. Het zal een zeer negatieve impact hebben op het imago van onze arbeidsmarkt bij bedrijven die zich hier willen vestigen, willen investeren en jobs willen creëren.

 

De tijd is eigenlijk op: het is hoog tijd voor actie. Het is hoog tijd dat deze regering haar verantwoordelijkheid opneemt, want de klok tikt genadeloos verder en zelfs een nieuwe koning kan deze klok niet doen stoppen. Misschien moeten we vandaag al beginnen met het statuut van de minister zelf aan te pakken, namelijk een einde stellen aan haar statuut, maar dan zonder opzegtermijn, zonder ontslagvergoeding, dit wegens grove nalatigheid en zware fout.

 

06.06  Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de minister, ik versta wel dat u niet veel antwoorden kunt geven.

 

Ik hoop dat u goed geluisterd heeft, want de boodschap blijft wel dat als er geen vergelijk mogelijk zou zijn, deze regering en deze minister de leiding neemt, het stuur overneemt, zodat er op 8 juli wel een voorstel is.

 

06.07  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben het eerlijk gezegd grondig beu aan het worden.

 

Twee jaar geleden sprak minister De Coninck ook al over overleg en sociale partners de kans geven. Ze wilde toen geen antwoord geven op mijn vraag. Twee weken geleden heeft ze dat in de commissie nog eens gezegd. Ze zegt dat al twee jaar. Alleen is zij wel de minister en heeft zij de politieke verantwoordelijkheid om in dit dossier een oplossing op tafel te leggen en in het Parlement te bespreken.

 

Vier dagen voor de deadline neem ik geen genoegen met als antwoord dat men niet zal antwoorden, omdat er nog overleg bezig is. Ondertussen zit heel het land, werknemers en bedrijven, te wachten op wat er na 8 juli zal gebeuren. Na maandag is dit land opnieuw in chaos.

 

Ik wil meegeven dat mijn fractie een totaaloplossing verwacht, dus niet enkel voor opzeggingstermijnen en de carensdag, maar een totaaloplossing voor de tien punten. Wat ons betreft, mag de hervorming van de opzegtermijnen ook worden gekoppeld aan de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de politiehervorming" (nr. P1930)

- mevrouw Bercy Slegers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de politiehervorming" (nr. P1931)

- de heer Éric Jadot aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de politiehervorming" (nr. P1932)

- de heer Ben Weyts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de politiehervorming" (nr. P1933)

07 Questions jointes de

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la réforme des polices" (n° P1930)

- Mme Bercy Slegers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la réforme des polices" (n° P1931)

- M. Éric Jadot à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la réforme des polices" (n° P1932)

- M. Ben Weyts à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "la réforme des polices" (n° P1933)

 

07.01  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de commissaris-generaal van de politie kwam een tijdje geleden met een degelijk onderbouwde en overlegde visie over de optimalisatie en reorganisatie van de federale politie. Ze wilde vooral snoeien aan de top en stelde voor om voortaan te werken met één politiedirecteur per provincie, gedaan dus met het Mexicaanse leger volgens het plan van mevrouw De Bolle.

 

Dat was voor ons een goede zaak, maar u kraakte het plan van deze eerste vrouwelijke baas van de politie vrijwel onmiddellijk af. U geeft de voorkeur aan uw eigen, zeer ingewikkelde, structuur met directeurs Coördinatie, 13 gerechtelijke directeurs en 23 adjunct-directeurs. Ik zou van u graag willen weten wat er verkeerd is met het voorstel van mevrouw De Bolle.

 

Ten eerste, wat is de stand van zaken op dit moment? Wat blijft er over van het plan-De Bolle?

 

Ten tweede, wat kan er in periodes van financiële krapte verkeerd zijn met een sobere, efficiënte en heel beperkte leiding van de politie?

 

Ten derde, sommigen hadden het over politieke motieven als reden voor het afkraken van het plan-De Bolle. Mevrouw de minister, welke politieke motieven zouden er kunnen zijn om dit eenvoudige en efficiënte plan onderuit te halen?

 

Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

07.02  Bercy Slegers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, beste collega’s, voor de zoveelste keer in enkele maanden tijd wordt in de pers en hier in het Parlement een discussie gevoerd rond het optimalisatieplan van de federale politie.

 

In april kondigde u aan dat u het plan opgemaakt door mevrouw De Bolle zou bestuderen en zou voorleggen aan de regering. Eindelijk ligt het plan ter discussie op de regeringstafel. Voorafgaand is er in mei in het Comité P, hier in het Parlement, reeds een discussie geweest over dit plan. Er was in het Comité P over het voorliggende plan grosso modo geen hoerastemming bij de partijen. Men vreest dat deze hervorming haar doel voorbijschiet en al te veel een besparingsplan zou kunnen zijn, waarbij voorbijgegaan wordt aan een aantal belangrijke uitgangspunten uit het regeerakkoord en de beleidsnota Binnenlandse Zaken.

 

Wij betreuren dan ook dat het werk dat u levert in de media wordt gepercipieerd als een geschil tussen u en de commissaris-generaal of als een verhaal van postjespakkerij waarbij politici mandaten willen verdelen. Laat het duidelijk zijn, de optimalisatie van de politie moet de organisatie van die politie verbeteren. De fundamenten van de politiehervorming mogen hierdoor echter niet worden aangetast.

 

Dit betekent voor ons dat de principes van een gemeenschapsgerichte politie heel belangrijk zijn en dat de federale en de lokale politie met elkaar moeten werken en niet naast elkaar.

 

Mevrouw de minister, ik heb drie vragen.

 

Ten eerste, is er zicht op een kerntakennota van de politie? Vooraleer men een organisatie optimaliseert, is het van belang dat men ook uitmaakt wat de kerntaken van deze organisatie zijn. Is er een analyse en studie daarvan? Is deze beschikbaar?

 

Een tweede vraag betreft de ongerustheid van verschillende burgemeesters. De vraag die wij van de burgemeesters krijgen, is of het klopt dat de federale politie door deze optimalisatieoefening een aantal zaken wil doorschuiven naar de lokale politie. Dit zou grote gevolgen kunnen hebben voor de gemeentelijke budgetten. Klopt dit of niet?

 

Een laatste vraag betreft de timing. Wanneer mogen wij de politieke beslissing hieromtrent verwachten? Wij vinden het maar normaal dat een plan opgemaakt door de top van de politie eerst politiek wordt doorgesproken en gevalideerd. Zal er rekening worden gehouden met de bemerkingen van de partijen in het comité P? Wanneer denkt u te landen met een beslissing?

 

07.03  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, vous étiez censée présenter hier en kern votre projet de réforme de la police. Actualité oblige, cette discussion en kern n'a pu avoir lieu. Toutefois, les syndicats, notamment le SLFP et le SNPS, n'ont pas manqué de déjà critiquer vivement votre projet.

 

En effet, comme certains collègues l'ont déjà souligné, la commissaire générale De Bolle avait formulé des propositions visant à réduire drastiquement le nombre de directeurs en place. Sa proposition comptait un directeur par province et douze directeurs reprenant à la fois les aspects judiciaires et de coordination.

 

Votre plan est pour sa part nettement moins ambitieux puisqu'il proposerait douze directeurs de coordination, treize directeurs judiciaires et la bagatelle de vingt-trois directeurs-adjoints. Les syndicats n'hésitent pas à parler d'une usine à gaz qui ne permettrait pas d'économies réelles, ce qui est l'objectif initial.

 

Madame la ministre, pouvez-vous me dire pourquoi vous n'avez pas suivi les propositions de Mme De Bolle, pourtant appropriées pour pouvoir déterminer les besoins en management de notre police?

 

La proposition de Mme De Bolle et la vôtre ont-elles été chiffrées? Pouvons-nous disposer de ces chiffres? Quelles économies réelles les deux plans sur la table permettent-ils par rapport à la situation actuelle?

 

J'aimerais évoquer un autre aspect: les réductions de moyens de la police, qui avaient été critiquées par les syndicats. Le SNPS avait lancé un préavis de grève concernant l'ensemble de la police fédérale. Le communiqué de presse l'accompagnant alertait l'opinion publique du fait que de nombreux départs à la retraite au sein de la police ne seraient que partiellement compensés. Il évoquait en outre un hold-up sur le service social intégré, puisque les subventions et cotisations annuelles attribuées à celui-ci diminueraient.

 

Madame la ministre, en juin vous aviez réagi en rejetant l'ensemble des allégations et en précisant que rien n'avait encore été décidé. La situation est-elle clarifiée sur ces aspects, notamment ceux relatifs aux réserves du fonds social?

 

07.04  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, wij hadden even terug hoop in dit land naar aanleiding van een groot nieuwsfeit, meer bepaald Astrid Bryan die weg is van “den John”. Er was echter niet alleen daarom hoop, maar ook door het plan-De Bolle inzake de politie, waarbij twee derde van de directeurs zou worden vervangen. Men zou van tachtig naar dertig leidinggevenden gaan, wat een capaciteitswinst van 25 % betekent. Iedereen was dus content en enthousiast over de politie tot u zich ermee ging bemoeien.

 

Het is een beetje atypisch want de werkgroep was wel tot een besluit gekomen. Uw kabinet heeft waarschijnlijk gedacht dat die bevindingen moesten worden herschreven. Iemand van uw kabinet, zelf juridisch directeur, heeft meegewerkt aan het herschrijven van dat plan. Groot is dan ook de verbazing als die persoon tot de conclusie komt dat men niet één leidinggevende nodig heeft per arrondissement, maar drie. U hebt gewoon aan de kalkoenen gevraagd wat zij van Kerstmis vinden! Meer nog, u hebt aan de kalkoenen gevraagd om een plan te schrijven voor Kerstmis.

 

Na de geuite kritiek besluit u met twee plannen — een plan voor en een plan tegen — naar het kernkabinet te stappen.

 

Mevrouw de minister, wat is uw mening ter zake en wat stelt u voor? Bent u voor meer efficiëntie en meer blauw op straat? Of voor meer topjobs en minder blauw op straat, kortom een groter Mexicaans leger? Bent u voor het plan-De Bolle of voor het kalkoenenplan?

 

07.05  Joëlle Milquet, ministre: Je suis toujours étonnée du suivisme aveugle, en ce qui concerne les questions, par rapport à des fausses informations relayées par des journalistes qui ne connaissent ni les plans ni les dossiers. Tout le monde s’emballe sans savoir largement de quoi on parle.

 

Je répondrai, tout d’abord, par rapport à la problématique du groupe de travail et du plan global d’optimalisation qui est déposé au kern et qui, vu les circonstances, n’a pas pu être exposé, mais qui le sera. Il l'a déjà été dans les différents groupes de travail.

 

Uiteraard waren er verschillende werkgroepen. Deze waren gewone werkgroepen, en niets meer. Het ging dus niet om parlementaire werkgroepen of regeringswerkgroepen, maar om werkgroepen van de federale politie, in aanwezigheid van magistraten. Wij hebben hen gevraagd een aantal nieuwe voorstellen te doen met het oog op een betere werking van de politie. Ik heb diverse verslagen gekregen van die werkgroepen, zowel over de kerntaken als over het loon en over de algemene werking van de politie. De verslagen beantwoordden aan mijn opdracht en ik was zeer tevreden met de grote lijnen van de voorgestelde hervormingen. De huidige nota herneemt dan ook meer dan 85 % van de grote lijnen van die verslagen.

 

Ik heb op basis van de verslagen heel wat informele consultaties gehad, onder andere met de directeur-generaal van de federale politie, de commissaris-generaal, de DirCo’s en de DirJu’s, het College van procureurs-generaal, de Vaste Commissie van de Lokale politie, burgemeesters, gouverneurs, magistraten en de syndicale organisaties. Die laatste heb ik trouwens vele keren op informele wijze ontmoet.

 

Op basis van deze consultaties en het verslag over tien jaar politiehervorming heb ik de nota zelf geschreven, dus niet iemand van mijn kabinet. Zoals ik zei, is de nota wel geïnspireerd op de grote krachtlijnen van de verslagen en op de voorstellen die op mijn vraag geformuleerd werden door de werkgroepen.

 

Omdat het volgens mij noodzakelijk was, heb ik er wel enkele elementen aan toegevoegd. Zo heb ik aan de nota een belangrijk hoofdstuk toegevoegd over de geïntegreerde politie en een ander over de lokale politie, teneinde van deze hervorming een hervorming van de geïntegreerde politie te maken en niet alleen van de federale politie. Het was trouwens de vraag van de meeste mensen die ik heb ontmoet om te komen tot een brede hervorming van de verschillende onderdelen van de geïntegreerde politie, en niet alleen van de federale politie. Zij omvat plannen voor de hervorming van de rekrutering, van de opleiding, van het tuchtstatuut, van artikel 44 enzovoort. Er werden ook kwalitatieve elementen toegevoegd. Dat was noodzakelijk.

 

De optimalisatie van de budgetten en het personeel werd toegevoegd, niet alleen om tot een structurele hervorming te komen, maar ook om in een moeilijke budgettaire situatie middelen te recupereren die dan kunnen worden aangewend in nieuwe investeringen voor de modernisering van de uitrusting en het materiaal, en vooral in een personeelscapaciteit te voorzien die opnieuw en prioritair kan worden ingezet in de operationele diensten.

 

Mijn doel was, naast de afschaffing van meer dan 65 mandaten — wat gebeurd is — te voorzien in een aanvullende capaciteit van honderden eenheden die wij in andere operationele diensten op het terrein kunnen inzetten. Dat was het belangrijkste doel van de hervorming van de federale politie.

 

Er zijn ook twee politieke opties waarover de kern moet beslissen. In ons land worden de beslissingen door de regering en het Parlement genomen. Daar worden de regels opgesteld, niet door de politie. Er worden twee opties voorgelegd omdat hier, tijdens de vele consultaties, een groot aantal verdeelde adviezen naar voren kwam. Het gaat om twee kleine vragen en volgens mij niet de belangrijkste.

 

Natuurlijke moeten er nu nieuwe, provinciale arrondissementen komen, zoals de gerechtelijke arrondissementen. Dat zijn dus totaal geïntegreerde arrondissementen en daardoor zullen veel cellen moeten worden afgeschaft, om te eindigen met een managementcel met het oog op de arrondissementseenheid.

 

De ene optie is gebaseerd op het huidig wettelijk evenwicht van de politiehervorming in 2000, namelijk provinciale arrondissementen met schaalbesparingen, maar nog met een DirJu en een DirCo. De andere optie, een politieke beslissing, is te komen tot een enkele directeur. Dat is een optie die tien jaar geleden door de politiek werd afgeschaft. Wij kunnen daarover debatteren, maar dat is nu niet het belangrijkste element.

 

Een volgende vraag is of de beperking van de concentratie van bepaalde opdrachten van de DGA in de arrondissementen al dan niet moet worden beperkt. In het voorstel van de werkgroep — dus niet van mevrouw De Bolle — werd een concentratie van de macht bij de nationale departementen behouden, met veel DirCo’s en veel burgemeesters. De meerderheid van de gouverneurs is vragende partij voor een betere deconcentratie en een aanvullende capaciteit voor de opdrachten en de missies.

 

Dat is een logische vraag. Er zijn dus twee opties voor de kern. Het is een politiek debat en behoort tot ons takenpakket. Hierin ligt het enige verschil tussen de verschillende nota’s.

 

In onze nota staan meer beschrijvingen, details en cijfers en wordt er geijverd voor een echt optimalisatiebeleid en een versterking van de logica, bijvoorbeeld door het verstevigen van het overleg tussen de politie en de bestuurlijke autoriteit, enerzijds, en een versterking van de samenwerking tussen de politie en de gerechtelijke autoriteit, anderzijds. Ik heb de nota elke week in een uitstekende sfeer besproken met de commissaris-generaal en met veel mensen die ik heb ontmoet.

 

Voilà qui explique qu'au-delà des manœuvres et autres manipulations que nous transmet la presse, nous tenons à ce que reste possible dans notre pays un débat politique sur l'organisation policière: il appartient bien au parlement et au gouvernement de discuter d'une telle matière.

 

Je m'étonne donc qu'on s'inquiète ici que soit inscrite une option qui ne proviendrait pas d'un groupe de travail de la police quant à un débat qui a fait couler beaucoup d'encre voilà dix ans.

 

Je me souviens parfaitement de l'opposition d'idées entre ceux - la majorité des autorités judiciaires - privilégiant un interlocuteur propre, et la plupart des partis qui estimaient important de disposer d'un directeur pour chaque branche de la police (police administrative, police judiciaire…), tandis que d'autres refusaient cette option; les uns soutenaient une répartition des pouvoirs, une prohibition de leur concentration et les autres prônaient l'efficacité d'un seul directeur pour une question de simplicité.

 

Ma note reprend tous ces avantages et ces inconvénients.

 

Le débat reste aussi sensible aujourd'hui qu'à l'époque. J'ai rédigé cette note parce que, contrairement à ce qui se raconte, au-delà des 10 ou 11 personnes participant au groupe de travail, la majorité des DirCo pense A alors que l'autre moitié pense B, la majorité des DirJu dit A et l'autre moitié B. Les autorités judiciaires préféreraient un modèle à deux alors que les gouverneurs pourraient préférer un modèle à un.

 

Il arrive un moment où notre tâche consiste à proposer un débat sur les différentes options. À mon avis, il relève de notre droit démocratique d'oser réfléchir à l'organisation policière.

 

Over de timing kan ik het volgende zeggen. Het is nu in handen van de werkgroepen van de regering. Normaal moeten wij de nota vóór 21 juli goedkeuren en de verschillende teksten in het najaar. Ik ben natuurlijk bereid om uitleg te geven in het Parlement over onze nota inzake optimalisatie en vermindering van de cellen en diensten.

 

Le président: C’était déjà une explication assez large. Dat zijn geen mondelinge vragen meer, maar echt interpellaties.

 

07.06  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zal het proberen iets korter te houden dan het antwoord van de minister op mijn vragen.

 

Mevrouw de minister, wat zeker als een paal boven water staat, is dat u moeite hebt om kort en correct op onze vragen te antwoorden.

 

De reden waarom het project van mevrouw De Bolle zo nodig afgeschoten moest worden, weten wij nog steeds niet. U hangt een verhaal op over werkgroepen en dies meer.

 

Naar de politieke motieven waarom een en ander tegengehouden moest worden, kunnen we wel raden. Misschien kan ik u wel een aanzet geven. Op het einde had u het over de indeling in arrondissementen en provincies. In het Frans zegt men dans la queue le venin. Een en ander kan misschien wel te maken hebben met de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Sinds kort heeft Halle-Vilvoorde een eigen structuur met eigen directeurs. Het zou wel eens kunnen dat uw voorstel, in tegenstelling tot dat van mevrouw De Bolle, het zo nodig moet halen, opdat de beide functies, die van gerechtelijk directeur en die van politiedirecteur, opnieuw naar Brusselaars zouden kunnen gaan. In uw plan zou de autonomie van Halle-Vilvoorde dus teruggeschroefd kunnen worden.

 

Wij zullen dat in elk geval met zeer veel aandacht blijven volgen. U hebt mij niet overtuigd van het feit waarom het wel uw project moet worden en waarom het niet het project van mevrouw De Bolle zou kunnen worden. Ik zeg dus non, madame, non. Geeft u ons dan maar nog altijd het voorstel van mevrouw De Bolle.

 

07.07  Bercy Slegers (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Onze partij vindt het jammer dat een dergelijke belangrijke oefening in de hoek van de postjespakkerij geduwd wordt. Dat is het voor ons niet. Een dergelijke belangrijke oefening heeft als doel het streven naar meer blauw op straat.

 

Wij moeten streven naar een meer werkbare structuur voor de politie. Wat het vooral niet mag zijn, is louter een besparingsoperatie, want een besparingsoperatie zou wel eens gevolgen kunnen hebben voor de lokale besturen. Wij willen daarvoor absoluut waarschuwen. Wij vragen u om dat goed in het oog te houden en wij vragen u ook om geen te zware provinciale structuur te maken, met heel veel gecentraliseerde taken, want op die manier wordt de afstand tussen de lokale politiezones en de federale politie te groot.

 

Tot slot, de nabijheidspolitie dragen wij een warm hart toe. Volgens ons moet die het uitgangspunt blijven van de optimalisatieoefening. Wij vragen u dus ook om alle beslissingen in het kader van de optimalisatieoefening te toetsen aan de mogelijke gevolgen, ook op het operationele vlak, voor de lokale politie, want wij moeten komen tot een betere en efficiëntere werking van onze lokale politie, dicht bij de burger.

 

07.08  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, quand nous disposerons des textes, nous reviendrons dans le détail sur le fond.

 

Toujours est-il qu'il y a effectivement lieu de parler de politique, de structure et de la philosophie qui se cache derrière cette structure qui sera proposée par votre gouvernement.

 

Par ailleurs, vous n'avez pas répondu à ma question relative aux aspects budgétaires sous-jacents à vos propositions. Nous reviendrons donc sur ces aspects le moment venu.

 

Cela étant, on ne peut pas se contenter de tout mettre sur le dos de l'incompétence des journalistes, comme vous le faites. En réalité, ce qui ressort, c'est une opposition entre vous et votre commissaire générale.

 

07.09 Minister Joëlle Milquet: Ik voeg er nog aan toe dat we ons optimalisatieplan zouden uitleggen. Daartoe was er gisteren een persbericht gepland met een gemeenschappelijke persconferentie van mevrouw De Bolle en ikzelf. Door de actualiteit werd die evenwel afgeschaft. Dat toont aan hoe uitstekend de sfeer is in verband met de nota.

 

07.10  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je me demande s'il n'y a pas, en termes de communication, une problématique de méthode. Ce n'est pas la première fois que cela arrive. C'était la même chose pour les sanctions administratives. La concertation s'était très bien déroulée, mais les acteurs de terrain, les délégués aux droits de l'enfance, ne se privaient pas de clamer leur insatisfaction quant à cette concertation. Ils estimaient qu'elle n'avait pas été suffisamment poussée et qu'elle n'avait pas abouti. Dans le cas qui nous préoccupe, ce sont deux syndicats qui s'expriment en des termes très durs au sujet de votre manière de travailler. On y reviendra une fois les textes en notre possession et on ira au fond du débat.

 

Le président: Il vaut mieux y revenir quand nous disposerons des textes!

 

07.11  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw, dank u.

 

We hebben allemaal zeer aandachtig geluisterd naar uw beknopte uitleg. Ik heb er wel iets van begrepen, namelijk dat het plan-De Bolle overlegd is met de federale politie, de lokale politie en de vakbonden, maar dat u beslist en niet zij.

 

Ik kan dan alleen de regeringspartijen oproepen om voor De Bolle te stemmen. Het gaat dan vooral om de regeringspartijen die onderstrepen dat we de regering mogen afrekenen op veiligheid en justitie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de controle door de douane op het gebruik van rode diesel door Britten" (nr. P1936)

08 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "les contrôles douaniers relatifs à l'utilisation du diesel rouge par les Britanniques" (n° P1936)

 

08.01  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ook al staan er ons hier in dit Huis nog heel wat belangrijke en zelfs historische taken te wachten vóór het reces, toch voelen wij rondom ons steeds meer de vakantiekriebels. Vakantie met de fiets, de auto, het vliegtuig of de boot. Het is precies over deze laatste vakantiegangers, bijvoorbeeld de zeilers, dat deze week vanuit mijn provincie West-Vlaanderen de alarmbel werd geluid. Dit gebeurde zowel door de Vereniging Watersport als door onze toeristische sector die deze dagen topdagen zou moeten kunnen beleven.

 

Het probleem, mijnheer de minister, werd u al geschetst. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland en Frankrijk beboeten onze doaunediensten onverbiddelijk voor rode diesel, ook al kan men aantonen niet in België te hebben getankt. Het gevolg hiervan is dat de Britten onze jachthavens mijden. Nochtans zijn Britten voor ons een belangrijk doelpubliek als toeristen. Ik denk bijvoorbeeld aan de eeuwviering voor de Eerste Wereldoorlog in Ieper. Ook daar is er een jachthaven en ook daar probeert men Britten aan te trekken om hen daar met de boot te krijgen. Zware verliezen voor de toeristische sector in het algemeen zijn een ander gevolg hiervan.

 

Rekening houdend met deze actualiteit zou ik u als bevoegd minister willen vragen in welke mate en op welke manier de douane het gebruik van rode diesel in de jachthaven controleert.

 

Erkent u de bewering dat Britten onze jachthavens links laten liggen? Er werden deze week in de pers cijfers genoemd van 40 % minder boten. Dit is toch een enorm verlies.

 

Zult u een initiatief nemen, mijnheer de minister?

 

Er is blijkbaar een probleem. In Nederland en Frankrijk weet men dit probleem op een praktische manier op te lossen door niet te beboeten als men aantoont in Groot-Brittannië te hebben getankt. Zult u als bevoegd minister samenzitten met uw diensten om in het belang van alle spelers – ik denk vooral aan de toeristische sector – tussenbeide te komen in dit dossier?

 

08.02  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, le problème dont il s’agit est particulièrement important par ailleurs.

 

Le président: Monsieur le ministre, tout est important. Pour tout le monde tout est important.

 

08.03 Minister Koen Geens: Mevrouw Lahaye-Battheu, u verwijst terecht naar het mondelinge antwoord dat ik al heb gegeven op de vraag van de heer Vandeput over het welbekende probleem van de rode diesel.

 

De Britten, die ook op de autostrade en op de gewone weg aan de andere kant rijden, houden er ook aan in hun pleziervaartuigen rode diesel te doen in plaats van de ons meer vertrouwde witte diesel, met alle gevolgen vandien.

 

Ik kan enkel maar herhalen dat deze problematiek het voorwerp heeft uitgemaakt van een onderzoek door de Europese Commissie bij de Britse fiscale autoriteiten. Overeenkomstig de Europese wetgeving inzake accijnzen is het voor een privépleziervaartuig niet toegelaten om als motorbrandstof van rode diesel gebruik te maken, ongeacht of voor de rode diesel al dan niet een fiscale regularisatie bij de vermelde fiscale autoriteiten werd toegestaan.

 

Echter, in navolging van het onderzoek door de Europese Commissie hebben de Britse fiscale autoriteiten zich geëngageerd om in hun havens eveneens in de mogelijkheid te voorzien voor de intracommunautaire privépleziervaart witte, belaste diesel te tanken. In afwachting van het realiseren van dit engagement zal ik mijn administratie vragen haar controles met het nodige begrip voor de praktische problemen uit te voeren en daarbij pragmatisch te werk te gaan.

 

Monsieur le président, voilà la brève réponse que j’ai voulu donner à la question!

 

Le président: Monsieur le ministre, c’est ce que j’appelle une réponse!

 

08.04  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik ben heel gelukkig met uw antwoord, waarin u een pragmatische aanpak belooft. In naam van alle belanghebbenden: dank u daarvoor.

 

08.05  Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik houd eraan u te bedanken. Het was niet mogelijk na mijn vraag in commissie, maar nu wel. Als het goed is, mag het ook eens gezegd worden. Ik dank u voor uw pragmatische aanpak van dit probleem.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- M. Olivier Maingain au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne concernant les intérêts notionnels" (n° P1937)

- M. Alain Mathot au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne concernant les intérêts notionnels" (n° P1938)

09 Samengevoegde vragen van

- de heer Olivier Maingain aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het arrest van het Europees Hof van Justitie met betrekking tot de notionele-interestaftrek" (nr. P1937)

- de heer Alain Mathot aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "het arrest van het Europees Hof van Justitie met betrekking tot de notionele-interestaftrek" (nr. P1938)

 

09.01  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous avons appris que la Cour de justice de l'Union européenne, par un arrêt rendu aujourd'hui, a estimé que les intérêts notionnels appliqués en Belgique sont contraires au droit européen. Cet arrêt a été rendu à la suite d'une plainte déposée par une filiale néerlandaise du groupe bancaire Argenta devant la justice anversoise. Je ne reviendrai pas sur la motivation comme telle, car nous n'avons pas encore pu prendre connaissance de l'arrêt in extenso, mais de celle qui est relatée par les dépêches de presse.

 

On ne peut pas, pour autant, déduire de cet avis que la déduction pour capital à risque – mécanisme dit "des intérêts notionnels" – serait interdite de manière générale. Cependant, à suivre en tout cas le raisonnement de la Cour, il faudra dès lors prendre en compte la valeur nette des actifs d'un établissement stable installé dans un autre État membre.

 

Ce fait juridique nouveau – et il faut bien dire que c'est un héritage que vous portez, monsieur le ministre – relance évidemment le débat sur l'avenir des intérêts notionnels, discussion à laquelle nous avons déjà apporté notre contribution. Cela dit, il s'agit d'un débat plus politique que nous n'allons pas traiter aujourd'hui dans son ampleur. Il est vrai qu'avec cet arrêt, vous avez désormais une obligation de résultat quant à l'évaluation de ce système fiscal.

 

Vous êtes non seulement le ministre des Finances, mais aussi un brillant fiscaliste. Je souhaiterais savoir comment vous analysez la portée exacte de l'arrêt de la Cour de justice. Vous avez déclaré immédiatement à la presse qu'après la trêve estivale – que je vous souhaite, d'ores et déjà, agréable et fructueuse –, vous alliez vous attaquer au problème. J'aimerais savoir dans quel délai et selon quel rythme. Peut-être avez-vous déjà des pistes de réflexion, si ce n'est de solution. Pouvez-vous, dès à présent, évaluer des contentieux similaires qui seraient de nature à peser sur les recettes fiscales de l'État?

 

09.02  Alain Mathot (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je ne paraphraserai pas ce qu'a dit mon collègue, M. Maingain, au sujet de l'annonce qui a été faite ce matin et à laquelle vous avez réagi, comme il l'a expliqué.

 

Néanmoins, cela a pour conséquence que le régime des intérêts notionnels est, cette fois-ci, contraire à la sacro-sainte liberté d'établissement européen. Cette Europe et ses nombreux principes ne cessent d'intervenir au niveau des aides fiscales, que ce soit pour les épargnes, le tax shelter, et maintenant les intérêts notionnels. Je tiens à dire ici au passage qu'il est dommage qu'elle ne soit pas aussi proactive quand il s'agit de solidarité ou de valeurs européennes.

 

Soyons clairs, à mon sens et pour mon groupe, il n'est pas possible d'imaginer que le régime des intérêts notionnels, qui ne cesse d'ailleurs d'être encadré pour éviter les abus, devienne un incitant fiscal supporté par l'ensemble des citoyens belges, sans qu'il n'apporte un nombre déterminé d'emplois ou d'investissements au niveau belge.

 

Je rappelle que nous avons déposé une proposition de loi visant à lier les intérêts notionnels à l'emploi et à l'investissement en Belgique. Nous avons pu voir les excès que ce système pouvait engendrer, notamment au niveau du groupe Arcelor que l'on connaît bien dans ma région.

 

Ma question sera quelque peu similaire à celle de mon collègue, M. Maingain.

 

Cela fait quand même un an que ce procès est en cours. Avez-vous déjà pu, sur ce laps de temps, évaluer le nombre de sociétés concernées et le coût engendré pour le budget de l'État, sachant qu'à l'heure actuelle l'arrêté ne concerne que les succursales? Toutefois, certains juristes, même s'ils sont minoritaires, estiment que cela pourrait également concerner les filiales, ce qui aurait des conséquences financières extrêmement importantes. Et on n'est jamais à l'abri d'une décision; on vient d'ailleurs d'en avoir la preuve au niveau de la Cour de justice européenne.

 

09.03  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, monsieur Maingain, monsieur Mathot, si la Cour de Justice européenne a décidé en cette affaire, les conséquences de ses décisions doivent encore faire l'objet d'une étude de la part de mon administration, de mon cabinet et de moi-même. Mais en tout état de cause, la Cour a jugé que l'article 49 du Traité doit être interprété en ce sens qu'il s'oppose à une réglementation nationale, en vertu de laquelle, pour le calcul d'une déduction accordée à une société assujettie intégralement à l'impôt dans un État membre, la valeur nette des actifs d'un établissement stable situé dans un autre État membre n'est pas prise en compte lorsque les bénéfices dudit établissement stable ne sont pas imposables dans le premier État membre, en vertu d'une convention préventive de la double imposition, alors que les actifs attribués à un établissement stable situé sur le territoire de ce premier État membre sont pris en compte à cet effet.

 

Maintenant, vous avez sans doute tout compris et la question est beaucoup plus simple que celle relative au diesel rouge et blanc! Dès lors, ma réponse sera encore plus brève, monsieur le président!

 

Ce que l'arrêt dit, c'est que même si les profits d'un établissement stable étranger sont exemptés d'impôts en vertu d'une convention de double imposition, il faudrait néanmoins tenir compte, pour le calcul de la déduction des intérêts notionnels, des actifs de cet établissement stable.

 

L'avocat général n'a donc pas tenu compte de l'argument que nous avions mis en avant, à savoir que l'avantage fiscal est refusé à une société belge soumise à l'impôt des sociétés en Belgique, lorsqu'elle dispose d'un établissement stable situé dans un autre État membre, dont les revenus sont exonérés en vertu d'une convention de prévention de la double imposition entre ledit État membre et le Royaume de Belgique.

 

Il convient donc d'étudier le rapport entre nos conventions de double imposition, qui exonèrent d'impôts les revenus de ces établissements stables étrangers, d'une part, et la décision de la Cour de Justice européenne, qui stipule qu'il faut néanmoins inclure, pour le calcul de la déduction des intérêts notionnels, les actifs de cet établissement étranger, d'autre part.

 

Cette question peut être traitée à la lumière des communications de la Commission concernant la fiscalité internationale, comme le FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act).

 

L'avocat général a aussi avancé comme motif que, pour la mesure de déduction des intérêts notionnels, le droit belge ne prescrit pas de distinguer dans le bilan social, d'une part, les capitaux propres affectés à l'établissement stable étranger et, d'autre part, les autres capitaux propres de cette société.

 

Nous sommes enclins à étudier attentivement ce dictum et les motifs de l'avocat général: peut-être la solution de notre problème pourrait-elle résider dans cette phrase.

 

Monsieur Maingain, monsieur Mathot, il est donc nécessaire de bien étudier toutes les solutions possibles, ce que nous avons l'intention de faire. À la rentrée, nous vous présenterons des propositions d'adaptations en ce qui concerne les sociétés belges qui disposent d'un établissement stable dans un autre État membre et qui se trouvent dans le cas visé par la Cour, à savoir dans un cadre d'exonération des revenus de l'établissement stable.

 

09.04  Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, je remercie le ministre pour son éclairage juridique. Nous verrons, dans les prochaines semaines, si la petite phrase de l'avocat général l'aura inspiré davantage.

 

09.05  Alain Mathot (PS): Monsieur le président, pourquoi faire simple quand on peut faire compliqué?

 

Il est temps que l'on parle d'harmonisation fiscale au niveau européen, surtout après avoir assisté à ce genre d'événement.

 

Ce qui me pose question, c'est de savoir pourquoi votre administration n'a pas anticipé le coût budgétaire – je sais que vous n'êtes pas là depuis longtemps, je ne vous en tiendrai donc pas rigueur.

 

Lorsque nous étudierons les chiffres qui nous seront fournis en commission, j'espère que nous pourrons reparler du coût budgétaire et de l'absence de lien à l'emploi et à l'investissement, ce qui constitue un des problèmes. Je tiens, dès lors, à rappeler notre proposition de loi, mais je suis certain que nous pourrons l'évoquer en commission, voire la voter.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "le survol de Bruxelles et le respect des 'nuits calmes'" (n° P1939)

10 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vluchten boven Brussel en de naleving van de 'stille nachten'" (nr. P1939)

 

10.01  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, j'aurais souhaité attirer votre attention sur un point important de l'accord de 2008 qui, semblerait-il, ne serait pas correctement appliqué. Il s'agit du respect des nuits calmes.

 

Comme vous le savez, le 19 décembre 2008, un accord a été conclu instaurant une série de mesures visant à limiter les nuisances sonores à l'aéroport de Bruxelles-National. Il était tenu compte de l'importance économique de l'aéroport et du nombre d'emplois en découlant.

 

Le concept des nuits calmes a été instauré. Malgré une série d'exceptions, les vols urgents et les retards techniques étant notamment exclus, il a été prévu de garantir des périodes au cours desquelles aucun décollage n'est autorisé pendant les nuits et les week-ends.

 

Monsieur le secrétaire d'État, il semblerait qu'il y ait de nombreuses plaintes sur le non-respect de ces nuits calmes. Sont-elles correctement respectées, tout particulièrement pour les décollages de la piste 25 droite virage gauche et de la piste 20, qui survolent directement plusieurs communes de Bruxelles et de sa périphérie? Si ce n'est pas le cas, quelles démarches avez-vous entreprises pour faire respecter cette partie de l'accord, notamment via la tutelle que vous exercez sur Belgocontrol?

 

10.02  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame De Bue, les fameuses nuits sans décollage sont bien en vigueur depuis le 2 février 2009.

 

Sur le plan juridique, l'arrêté royal a fait entrer en vigueur le 25 octobre 2009 l'arrêté ministériel du 6 avril de la même année pour éviter d'attribuer des créneaux horaires de décollage pendant les périodes suivantes: les nuits de vendredi à samedi, de 02 h 00 à 06 h 00; samedi à dimanche et de dimanche à lundi, de 00 h 00 à 06 h 00.

 

Les informations dont vous disposez sont partiellement correctes, étant donné qu'on a constaté que, de 2009 à 2011, le principe des nuits calmes n'avait pas toujours été respecté. Le service de médiation a été chargé d'examiner attentivement ces listes de vols – principalement pour les trois nuits susnommées – et de transmettre ensuite toutes les demandes d'enquête à l'inspection aéronautique afin de rectifier les procédures de décollage et de faire respecter la règle.

 

Ces derniers mois, les rapports d'inspection démontrent que les décollages ayant eu lieu durant cette période étaient soit des vols légèrement retardés pour des motifs opérationnels légitimes - et qu'ils étaient donc dans leur droit - soit des vols de chefs d'État le vendredi soir après un sommet européen. Ces derniers vols ne sont pas considérés comme étant concernés par l'interdiction de décollage.

 

Grâce à cette bonne information ainsi qu'à ces rapports fréquents et constants du service fédéral de médiation, plus aucune infraction au principe des nuits calmes n'a été constatée ces derniers mois. Bien évidemment, nous continuerons à veiller au respect de cette norme et, dans ce but, à transmettre à l'inspection aéronautique tout constat d'une atteinte à celle-ci.

 

10.03  Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, merci pour votre réponse et je vous fais confiance.

 

Néanmoins, il semblerait qu'il demeure une légère contradiction ou imprécision entre les nuits calmes définies selon un critère de décollage ou de créneau horaire. J'y reviendrai ultérieurement en commission.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Jean Marie Dedecker aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "groenestroomcertificaten en de offshorewindmolenparken" (nr. P1940)

- de heer Bert Wollants aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "groenestroomcertificaten en de offshorewindmolenparken" (nr. P1942)

11 Questions jointes de

- M. Jean Marie Dedecker au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les certificats verts et les parcs éoliens offshore" (n° P1940)

- M. Bert Wollants au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les certificats verts et les parcs éoliens offshore" (n° P1942)

 

11.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, net gisteren heeft C-Power zijn 54ste windmolen geplaatst op de Thorntonbank. Dat betekent dat wij er een windmolenpark bij krijgen van 325 megawatt, met een productie van meer dan een miljoen megawattuur per jaar.

 

Dankzij het betere lobbywerk van de heer Vande Lanotte en zijn betrokkenheid zullen wij in de toekomst voor ongeveer 100 miljoen euro aan groenestroomcertificaten uitbetalen voor dat park alleen. Dat betekent op 20 jaar tijd – want men heeft contracten gesloten voor 20 jaar – 2 miljard euro voor één windpark. Dat is niet fictief. Belwind heeft een omzet van 90 miljoen euro, waarvan 27 miljoen euro door de verkoop van elektriciteit en 63 miljoen euro door subsidies voor groenestroomcertificaten.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ongeveer een jaar geleden stelde u een oplossing voor. Er zijn contracten voor drie parken, waaronder ook het Northerpark, wat de Staatskas leegschraapt, en er komen nog vier parken bij. U zei toen – het moet in december zijn geweest – dat u het rapport van de heer Dralans afwachtte om stappen te ondernemen. Het rapport-Dralans gaat onder andere over de topprijs, wat heel belangrijk is. Volgens het VITO is dat 93 euro, volgens Dralans en VOKA is het 153 of 154 euro.

 

Mijnheer de staatssecretaris, de situatie is aan het ontsporen. Ongeveer een jaar geleden zou u voor een oplossing zorgen. Al de kosten – het komt neer op een totaal bedrag van 15,7 miljard – zullen doorgerekend worden door Elia aan de verbruiker. 15,7 miljard is toch niet niets. Wij komen van 14 miljard. Toen ik daar drie jaar geleden voor waarschuwde, begon men te lachen, en nu zitten wij reeds aan 15,7 miljard. Ik zou toch graag eens weten wat u in de toekomst met die projecten zult doen.

 

11.02  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, een goed jaar geleden heeft de N-VA een groeipact voorgesteld met een aantal maatregelen op het vlak van energie. Ik zal er een aantal noemen: het absoluut plafond voor de federale bijdrage, degressiviteit voor de offshore, de aanpassing van de korting op de federale bijdrage voor groene stroom, de financiering van de problemen ter zake met de nucleaire rente. Al die voorstellen waren bedoeld om de situatie van onze gezinnen en bedrijven te verbeteren. U hebt ondertussen een paar stappen vooruit gezet. Ik meen dat u intussen 2,1 van die maatregelen van ons hebt uitgevoerd. We komen echter nog een heel stuk tekort. Er zijn kleine pasjes gezet, maar er is meer nodig, dat weet u ook.

 

Immers, de plannen die vandaag inzake offshore op tafel liggen, zullen heel wat geld kosten. Twee maanden geleden hebt u ons gezegd dat u de meerkosten voor 2013 schatte op 167 miljoen euro. Tegen 2020 zou dat 800 miljoen euro zijn. De heer Dedecker heeft het al gezegd, voor het volledige plaatje zal het ongeveer 15,7 miljard worden. Er zijn dus maatregelen nodig. U moet aan de slag via specifieke ingrepen. De hervorming van de offshore werd al een jaar geleden aangekondigd, maar we zien er in de praktijk niets van. Zowel onze partij als CD&V en Open Vld hebben daarop gehamerd. U hebt twee weken geleden op dat vlak nog een serieuze veeg uit de pan gekregen van de heer Schiltz, omdat u niets doet.

 

De nucleaire rente wordt hier onvoldoende voor ingezet. Wat zal daar concreet mee gebeuren en hoe wil u die inzetten? Voorts zou u de degressiviteit zomaar eventjes voor zes maanden garanderen voor onze bedrijven. Die zagen daarmee hun volledige investeringsklimaat hersteld worden. Maar, als we nieuwe investeringen in dit land willen, is er meer nodig dan dat.

 

Wij hebben destijds een amendement ingediend om de degressiviteit te verlengen. U hebt dat amendement met veel plezier weggestemd, ook al weet u zeer goed dat dat broodnodig is om de concurrentiepositie te herstellen. Ik neem echter aan dat het aan de linkerzijde te wijten is dat we die verlenging vandaag niet hebben. De heer Schiltz heeft zich uit eerlijke schaamte nog onthouden bij de stemming over het amendement om aan te geven dat er ter zake een probleem bestaat in de regering.

 

Mijnheer Wathelet, ik heb een aantal vragen voor u.

 

Ten eerste, hoeveel procent – of moet ik zeggen promille – van de meerkosten voor offshore zult u compenseren met de nucleaire rente? Hoe zullen we dat effectief voelen in de portemonnee?

 

Ten tweede, de offshorehervorming hebt u een jaar geleden aangekondigd. Zult u die nu ook uitvoeren of moeten we daar nog een jaar op wachten? Is het de nieuwe ploeg, die daarmee aan de slag moet?

 

Ten derde, zult u iets doen inzake de degressiviteit voor de offshore, of is het na die zes maanden gedaan en was dat het doekje voor het bloeden? Mijnheer Wathelet, ik denk dat u hier duidelijke antwoorden moet geven, want daar wachten onze bedrijven en onze gezinnen op.

 

11.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ten eerste, ik weet dat de heer Dedecker een groot voorstander is van offshore windmolenparken. We verschillen van mening over wat het basiselement is; ik zal alvast duidelijk antwoorden op zijn vragen.

 

Laat het duidelijk zijn: ik zal niet hypocriet zijn en beweren dat windmolenparken niets kosten. Natuurlijk hebben die een prijs en die moet betaalbaar blijven voor de gezinnen en de bedrijven. Het is ook een kwestie van transitie van onze economie. Wij moeten onze manier van elektriciteitsproductie veranderen. Die moet evolueren naar meer groenestroomproductie. Dat moeten we wel op een verstandige manier doen, dus zonder nadelen te creëren voor onze economie en onze competitiviteit. We moeten de prijs daarvan betaalbaar houden voor onze burgers.

 

Wat de degressiviteit en het plafond betreft, wij hebben een duidelijke maatregel genomen voor 2013, namelijk steun ten bedrage van 24 miljoen euro voor de laatste zes maanden. Er zal ook geld worden vrijgemaakt voor 2014. Over de orde van grootte kan ik nog geen cijfers geven; de bestaande maatregel zal dus worden verlengd.

 

Ten tweede, ik ben er voorstander van om Tihange I langer open te houden, omdat dat noodzakelijk is voor onze bevoorradingszekerheid. Die beslissing werd al genomen tijdens het kernkabinet van 4 juli 2012. Normaal gezien zou het kernkabinet gisteren zijn samengekomen om te debatteren over energie, maar dat is niet gebeurd, u weet waarom. De vergadering zal morgen plaatsvinden.

 

Ik denk dat mijn voorstel zal worden aanvaard om een deel – ik zal vandaag geen precies cijfer geven, hoewel het al in verschillende kranten stond – van de opbrengst ten gevolge van het langer openhouden van Tihange te herinvesteren in de offshore parken. Daarmee zullen wij de competitiviteit van onze ondernemingen vrijwaren en de facturen van de burger betaalbaar houden. Door de verlenging zal eerst en vooral de bevoorrading worden verzekerd en kunnen we investeren in de offshore parken en de groene stroom tegelijk betaalbaar houden voor onze burgers en onze ondernemingen.

 

Ten derde, ik heb een voorstel gedaan over de nota-Dralans, maar ik moest dat eerst voorleggen aan de CREG. Vijftien dagen geleden heeft de CREG haar advies uitgebracht over het voorstel-Dralans. De CREG is geen voorstander van dynamische steun voor de offshore windmolenparken. Ik ben daar wel voorstander van. Als de prijs van elektriciteit stijgt, mag de steun verminderen. Als de productiekosten verminderen, omdat de productie dankzij technologische ontwikkelingen efficiënter wordt, is het normaal dat de steun ook vermindert. Wat wij moeten garanderen, is een faire en zekere rendabiliteit voor de investeerders van windmolenparken.

 

Er is geen windfall profit, maar evenmin mogen de investeerders geld verliezen. Het is normaal dat de rendabiliteit gegarandeerd wordt, anders is er geen rechtszekerheid en zijn er ook geen investeerders. De enige manier waarop wij de offshore windmolenparken verstandig kunnen steunen, is de manier waarop wij het doen, namelijk: geld investeren om het betaalbaar te houden voor onze burgers en ondernemingen, en de nodige rechtszekerheid creëren voor de investeerders door hen een faire rendabiliteit te garanderen zonder windfall profit. Dat is volgens mij de beste manier om de best mogelijke toekomst voor de offshore windmolenparken te garanderen.

 

11.04  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de staatssecretaris, in tegenstelling tot wat u beweert, ben ik een enorme voorstander van de offshore windenergie, maar waar ik geen voorstander van ben, is het volgende. Als een bedrijf 1 miljard euro investeert en voor die investering 2 miljard euro subsidie terugkrijgt, dan zeg ik dat zoiets stinkt. U kunt de geschiedenis bekijken van de stank die zich verspreidt.

 

De heer Landuyt is hier ook aanwezig. Ik herinner u aan de aanpassingen in 2002 en 2005 en het opdrijven van de prijzen van de groenestroomcertificaten. Ik zal niet praten over belangenvermenging, maar ik zal er binnenkort een heel mooi briefje over schrijven. Daar ben ik tegen, want het is de belastingbetaler, die 5,7 miljard moet ophoesten. Ik zal u ook nog zeggen waarom hij die moet ophoesten. Wat is uw nucleaire rente? Dat is wat de klant te veel betaald heeft voor nucleaire energie en wat u afroomt. U geeft dat niet terug aan de klant, u zegt niet tegen Suez en Electrabel dat zij dat aan de klanten moeten teruggeven omdat die al te veel betaald hebben. Nee, u steekt het in uw zak en u maakt er een vestzak-broekzakoperatie van, zodat dezelfde mensen, multinationals en concerns die de windmolens plaatsen, dat geld in hun zak kunnen steken.

 

Ik kom tot mijn laatste punt, betreffende het voorstel-Dralans. U bent voorstander van dynamische steun. Wat zult u doen als de elektriciteitsprijs zakt onder 50 euro? Wat is volgens u de onrendabele topprijs die u in rekening neemt? Wordt het 153 euro, 93 euro of 130 euro? Dat is belangrijk, dat wil ik van u horen!

 

Over hoeveel parken gaat het? Liggen de contracten van de drie eerste parken vast voor de komende 20 jaar of niet? Wordt er nu onderhandeld voor de volgende vier, of komen die drie ook nog in aanmerking? Dat is belangrijk. Nog eens 15,7 miljard uit de zakken van de burgers halen, vind ik een schande.

 

11.05  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw zeer duidelijke antwoord.

 

U hebt de investeringszekerheid voor vele bedrijven op tafel gelegd, u hebt ervoor gevochten, en nu breken bij vele bedrijven spontaan volksfeesten uit, want voortaan zullen zij kunnen investeren in energieprojecten, in grotere productiecapaciteit en zo meer.

 

Maar spijtig genoeg heeft dat niets met de realiteit te maken, want u stelt de beslissing met zes maanden uit en u zegt dat er misschien geld is voor volgend jaar en misschien zelfs voor het jaar daarna. Maar zo zet u geen investering op poten!

 

Als wij willen dat er in Vlaanderen, of in België, wordt geïnvesteerd, moeten wij een duidelijk kader scheppen, met rechtszekerheid gedurende vele jaren. Dat legt u vandaag niet op tafel. Ik weet waarom u het niet op tafel legt, u vindt daar immers in de regering geen akkoord over.

 

Wat de steun aan offshore windparken betreft, zien wij dat overal in Europa de tarieven worden aangepast. Wij zien dat de kosten gedaald zijn en dat er minder steun nodig is. Dat moet ook hier het geval zijn. Hoe langer wij steun blijven uitkeren, hoe hoger de energieprijs gedurende een hele lange tijd zal blijven voor onze bedrijven en voor onze gezinnen. Als wij niet ingrijpen, duwt men ons uit de markt en zal de productie niet meer hier plaatsvinden maar zullen wij alle energie moeten invoeren. Dan daalt onze competitiviteit in razend tempo.

 

Mijnheer Wathelet, in die lawine willen wij niet mee. Dat is de reden waarom wij meer dan een jaar geleden een groeipact hebben voorgesteld, met constructieve maatregelen. U geeft daarop vandaag nog altijd geen antwoord, en ik vrees dat u in deze legislatuur niet meer met een antwoord zult komen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Ordre du jour

12 Agenda

 

Le président: Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 juillet 2013, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:

- le projet de loi transposant la directive 2011/16/UE du Conseil du 15 février 2011 relative à la coopération administrative dans le domaine fiscal et abrogeant la directive 77/799/CEE (n° 2905/1);

- la proposition de loi de Mmes Carina Van Cauter et Sonja Becq, MM. Christian Brotcorne, Patrick Dewael, Philippe Goffin, Mohammed Jabour et Renaat Landuyt et Mme Linda Musin modifiant, en ce qui concerne le délai de mise en conformité des actes, la loi du 2 juin 2010 modifiant le Code civil afin de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion (nos 2911/1 et 2).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 juli 2013, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:

- het wetsontwerp houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG (nr. 2905/1);

- het wetsvoorstel van de dames Carina Van Cauter en Sonja Becq, de heren Christian Brotcorne, Patrick Dewael, Philippe Goffin, Mohammed Jabour en Renaat Landuyt en mevrouw Linda Musin tot wijziging van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken wat de termijn voor het in overeenstemming brengen van de akten betreft (nrs 2911/1 en 2).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

13 Projet de loi modifiant la loi du 17 septembre 2005 relative aux activités de lancement, d'opération de vol ou de guidage d'objets spatiaux (2814/1-4)

13 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen (2814/1-4)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme Kattrin Jadin, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2814/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2814/4)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

14 Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 portant création du Palais des Beaux-Arts sous la forme d'une société anonyme de droit public à finalité sociale et modifiant la loi du 30 mars 1995 concernant les réseaux de distribution d'émissions de radiodiffusion et l'exercice d'activités de radiodiffusion dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale (2840/1-3)

14 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisieomroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad (2840/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Joseph George, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

14.01  Cathy Coudyser (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, het voorliggend wetsontwerp is al uitvoerig besproken in de commissie. Het wetsontwerp zorgt ervoor dat het mandaat van de algemeen directeur, wiens mandaat vervalt op 31 december en wettelijk niet meer kon worden verlengd, toch in aanmerking komt voor verlenging. Daarmee wenst de regering de beheersstructuur ook gelijk te schakelen met de andere federale instellingen, bijvoorbeeld de Muntschouwburg, wat wij positief vinden. Wij willen er uiteraard over waken dat de voorgenomen open procedures, zoals aangekondigd, ook goed opgevolgd worden.

 

Tegelijkertijd wordt naast de algemeen directeur ook in een mandaatfunctie voor financieel directeur voorzien. Tot nu toe werd de financieel directeur benoemd door de raad van bestuur op voordracht van de algemeen directeur. Ook de opwaardering van die financiële controle is positief. Wel vragen wij ons af waarom die nu pas doorgevoerd wordt. Immers, sinds 1999 is het Paleis voor Schone Kunsten een naamloze vennootschap. Waar wij wel voor willen waarschuwen, is de politieke beïnvloeding die, door een tweede mandaatfunctie open te stellen, toch opnieuw vergroot wordt.

 

Bij de stemming over dit wetsontwerp zullen wij ons, ondanks de positieve elementen, toch onthouden, omdat er enkele blijvende onduidelijkheden zijn, die ik hier graag opsom. De vragen die we ook al in de commissie hebben aangehaald, blijven ook hier overeind.

 

Met twee mandaatfuncties naast elkaar, namelijk de algemeen directeur, die zich bezighoudt met het artistieke, en de financieel directeur, die zich meer met het financiële bezighoudt, kunnen er wel wat discussies ontstaan. Hoe voorkomen wij die discussies? Hoe voorkomen wij ook dat die discussies meegenomen worden naar de raad van bestuur, zonder te zorgen voor politisering of, erger nog, een verlamming van de instelling?

 

Er is ook geen duidelijkheid over die huidige functie van financieel directeur. Blijft deze functie bestaan onder de mandaatfunctie van financieel directeur? Is dit een uitdovende functie? Wordt die functie opgedoekt? Daarop is geen antwoord gekomen in de commissie.

 

Wat gebeurt er als de huidige financieel directeur niet deelneemt of niet slaagt voor de examens die worden opengesteld voor de mandaatfunctie?

 

Zal de verloning van de financieel directeur, nu het om een mandaatfunctie gaat, veranderen? Zo neen, dan is er een verschil tussen de verloning van algemeen directeur en die van financieel directeur, terwijl het in beide gevallen gaat om een mandaatfunctie op hetzelfde niveau. Indien er wel een verhoging van de verloning van de functie van financieel directeur is, wordt dit wel gelijkgeschakeld tussen de mandaatfuncties maar dan moet ik terugkomen op mijn vraag wat er gebeurt met de functie van financieel directeur zoals die nu is.

 

Een laatste vraag waarop wij geen antwoord hebben gekregen is de vraag naar het taalevenwicht. Er is een wettelijk taalevenwicht voor het directiecomité bepaald. Ook de voorzitter en de algemeen directeur moeten van taalrol verschillen. Er is echter niet vastgelegd dat de twee aan te stellen mandaatfuncties van taalrol moeten verschillen.

 

Mijnheer de minister, zult u garanderen dat beide functies in dezelfde taalrol of net niet in dezelfde taalrol terechtkomen? Blijft de keuze van de beste kandidaat primeren? Wat met de taalrol van de niet-mandataire directieleden, als beiden met mandaat van taalrol wisselen?

 

Er zijn dus een aantal vragen niet beantwoord, waardoor wij ons uit voorzorg bij de stemming van dit wetsontwerp zullen onthouden.

 

14.02  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, pendant les travaux en commission, nous avons posé un certain nombre de questions sans jamais obtenir de réponse. C'est notamment pour cette raison que j'interviens, aujourd'hui, en séance plénière.

 

Madame la ministre, vous connaissez notre attachement à ces institutions culturelles de qualité situées à Bruxelles et qui restent de la compétence du pouvoir fédéral, ce qui est particulièrement important.

 

Le projet qui nous a été soumis permet effectivement le renouvellement sans limite du directeur général alors que, pour le moment, ce dernier ne peut remplir, au maximum, que deux mandats de six ans. Ce point nous préoccupe. En effet, ce genre de direction nécessite de la créativité, de savoir sans cesse ouvrir des portes, de pouvoir innover. Comme c'est le cas dans la plupart des institutions culturelles à travers le monde, une rotation est donc nécessaire afin que la programmation et la direction artistique des grosses institutions culturelles puissent être assurées par de nouvelles personnes. Je ne comprends donc pas la volonté qui sous-tend le projet à l'examen. Si derrière cela se cache la volonté de vouloir garder en place une personne déterminée, il faut savoir que la modification de la loi implique une généralisation du nouveau dispositif.

 

Cela dit, il est question de la désignation d'un directeur financier. Cela peut effectivement être une bonne chose d'adjoindre au directeur général une personne chargée de la gestion à court et à long terme, chargée d'accompagner la programmation et d'essayer de gérer au mieux les budgets disponibles ainsi que la manière d'autofinancer plus et mieux ces institutions. Cependant, il faut bien reconnaître que ce projet de loi est particulièrement maigre en termes de descriptif de la fonction, de combinaisons et d'interactions qui existeraient entre le directeur général chargé de la programmation et de la dimension artistique et ce directeur financier.

 

Par ailleurs, la gestion journalière devrait rester de la compétence du directeur général. Nous vous avons interrogée en commission à ce sujet en vous demandant notamment de nous donner un descriptif des fonctions.

 

Comment s'organisent les interactions entre ces deux directions? Comment agir pour que la programmation conserve une autonomie suffisante pour répondre aux objectifs culturels de cette institution? Quels dispositifs seront-ils mis en place pour éviter les conflits systématiques? Comment éviter que les interventions in fine du conseil d'administration ne se règlent sur base d'appréciations non balisées?

 

À toutes ces questions, nous n'avons pas eu de réponse. La seule réaction obtenue est la volonté de réaliser la même chose au Palais des Beaux-Arts qu'à la Monnaie. C'est un peu court. Si c'est comme à la Monnaie, il serait possible de nous répondre sur l'organisation, sur les responsabilités de chacun, sur le comment et avec qui.

 

Madame la ministre, j'aimerais que cette plénière soit l'occasion de recevoir des réponses à ces quelques interrogations afin de pouvoir apprécier ce projet de loi à sa juste valeur.

 

14.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de Vlaams Belangfractie zal dit wetsontwerp niet goedkeuren.

 

Wij hebben enkele jaren geleden in dit Parlement over hetzelfde onderwerp een resolutie neergelegd waarin wij de regering opriepen over te gaan tot het allesomvattend in kaart brengen van alle federale wetenschappelijke en culturele instellingen, en dit zowel op het vlak van doelstellingen, activiteiten, bevoegdheden en personeelsstatistieken.

 

Daarnaast vroegen wij in die resolutie de regering initiatieven te nemen om zo spoedig mogelijk, en in overleg met de Gemeenschappen, te bepalen welke federale instellingen er volledig konden worden gedefederaliseerd. Wij vroegen de regering tevens initiatieven te nemen tot een algehele en definitieve overdracht van alle mogelijke bevoegdheden.

 

Ten slotte vroegen wij de regering voor de restinstellingen — instellingen die niet konden worden overgedragen — de noodzakelijke initiatieven te nemen om tot een evenredig bicommunautair beheer te komen, gebaseerd op de proportionaliteit van de bevolkingscijfers van Nederlandstaligen en Franstaligen. Met deze resolutie, mevrouw de minister, werd totaal geen rekening gehouden.

 

De strekking van onze resolutie ging natuurlijk niet in de richting van het versterken van het federale kader van wetenschappelijke en culturele instellingen, integendeel. Cultuur en bepaalde bevoegdheden van het wetenschapsbeleid werden jaren geleden al overgeheveld naar de Gemeenschappen. Dit proces moet wat ons betreft worden afgerond en beëindigd. Er moet een punt achter worden gezet met de finalisering van de overheveling van een aantal bevoegdheden.

 

Mevrouw de minister, verschillende commentatoren stelden in het recente verleden vast — ik bedoel een aantal jaren geleden — dat er een duidelijk verschil is tussen het beleid van de Gemeenschappen op het gebied van kunsten en erfgoed, en het beleid van de federale overheid betreffende culturele en wetenschappelijke instellingen die nog tot haar bevoegdheid behoren.

 

Bij de Gemeenschappen is volgens de commentatoren een dynamische activiteit ontstaan, onder andere de Raad voor Cultuur, waar personele en financiële middelen tegenover staan. Op federaal niveau is die dynamiek volgens de Raad voor Cultuur afwezig gebleven, wat onder meer te verklaren is door het feit dat de bevoegdheid voor Cultuur naar de Gemeenschappen werd overgeheveld, behalve een paar zogenaamde restbevoegdheden.

 

De federale overheid besteedt weinig aandacht aan de restbevoegdheden, wat bijna normaal kan worden genoemd en bijna niet anders kan; het gaat immers om restbevoegdheden. Dat bleek bijvoorbeeld al te duidelijk uit de lamentabele toestand waarin de Nationale Plantentuin van België, te Meise, zich jarenlang bevond.

 

Mevrouw de minister, ik kom tot de kern van de zaak.

 

Een aantal restinstellingen moest eigenlijk al heel lang aan de Gemeenschappen zijn overgedragen. De vele staatshervormingen hebben onze fractie — hopelijk niet alleen de onze — ondertussen geleerd dat sommige samenwerkingsakkoorden, bijvoorbeeld over het gezamenlijke beheer tussen de Gemeenschappen, behoort tot het pakket van compromissen. In de meeste gevallen worden zij ofwel niet nageleefd ofwel niet uitgevoerd, laat staan dat zij afdwingbaar zouden zijn.

 

Met andere woorden en ter afronding, mevrouw de minister, de Vlaams Belangfractie is het niet eens met de strekking van voorliggend wetsontwerp en kan zich niet vinden in de erin opgenomen federale poging om de structuur van een restinstelling, zoals het PSK, nog te versterken. Zij wenst, integendeel, over te gaan tot een volledige overdracht van de nog bestaande culturele instellingen, als voorbereiding natuurlijk op de totale splitsing van dit land.

 

14.04  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, chers collègues, d'abord, soyons très clairs: ce que je veux pour les institutions biculturelles, c'est qu'elles puissent être dirigées par une équipe compétente leur permettant de fonctionner de manière optimale malgré les difficultés budgétaires qu'elles connaissent.

 

Les trois institutions biculturelles que sont la Monnaie, l'Orchestre et les Beaux-Arts sont des institutions de très grande importance sur le plan culturel, qui permettent aussi un rayonnement pour la Belgique et Bruxelles. Elles sont assez extraordinaires.

 

En ce qui concerne les Beaux-Arts, nous disons qu'à l'occasion de l'ouverture du mandat de directeur général, nous n'allons pas d'emblée refuser au directeur général actuel, M. Dujardin, la possibilité de se présenter à cause de la loi actuelle. Nous levons cette restriction liée à deux mandats, mais rien ne dit que nous allons désigner M. Dujardin pour un troisième mandat.

 

Nous avons élaboré, avec le conseil d'administration, une procédure impliquant un jury international. Cela doit justement permettre d'aller rechercher la plus grande qualité pour faire vivre les Beaux-Arts. Cette institution connaît un succès extraordinaire avec plus d'un million de visiteurs par an. C'est une vitrine absolument sensationnelle pour notre pays.

 

Il faut donc le meilleur. Il y a un jury international. À la limite: que le ou la meilleure gagne. J'attends que le conseil d'administration puisse me proposer le ou les candidats aptes pour le poste.

 

Ensuite, j'ai effectivement vraiment voulu qu'il y ait un directeur financier aux Beaux-Arts. Je pense que c'est indispensable. J'ai un peu suivi avec le délégué au budget et le commissaire au gouvernement quelques difficultés que les Beaux-Arts ont dû affronter. Il n'est pas normal qu'une institution de cette taille, qui brasse autant de moyens, soutenue par le gouvernement et la Loterie Nationale, n'ait pas de responsable financier. Je l'ai voulu pour professionnaliser l'équipe.

 

Une indépendance sera de mise, un peu comme à la Monnaie, raison pour laquelle on y fait toujours référence. Á la Monnaie, le directeur de programmation et de production artistiques effectue le travail sous la responsabilité du directeur général. Par ailleurs, le directeur financier expose les possibilités budgétaires. De plus, il trouve aussi les dispositions en partenariat public/privé qui permettent à la Monnaie d'avoir des productions d'une grande qualité.

 

Ce doit être la même chose pour le Palais des Beaux-Arts. Il faut professionnaliser. Il n'est pas normal qu'une institution de cette taille n'ait pas un directeur financier. Á côté du directeur de programmation artistique, il y aura donc désormais un directeur financier.

 

De taalpariteit in de raad van bestuur en in de personeelsbezetting wordt nageleefd. Wij zijn echter van mening dat competentie het enige criterium is dat ertoe doet.

 

Madame Gerkens, je pense que j'ai répondu à toutes vos questions.

 

Ik heb gesproken over de taalpariteit, en over de verlenging van het mandaat van de directeur-generaal en van de financieel directeur.

 

14.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): (…)

 

14.06  Laurette Onkelinx, ministre: C'est le conseil d'administration qui s'en charge. Pour recruter un directeur général, un directeur financier et un directeur de programmation, le conseil d'administration définira des profils avec des fonctions spécifiques. Il y aura un appel international chapeauté par un jury international.

 

14.07  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Madame la ministre, le projet de loi définit en quelques lignes les missions du directeur général et/ou du directeur de programmation (la gestion quotidienne, la programmation, etc.). Cela signifie que, dans un projet de loi, dans une loi, on peut définir brièvement les compétences de l'un et de l'autre. Si on peut le faire pour l'un, pourquoi ne pas le faire pour l'autre? C'est quand même un élément manquant.

 

Toutefois, je vous rejoins dans la nécessité de professionnaliser et d'intégrer une gestion plus large sur le long terme et qui ouvre ces institutions, vu l'importance de leurs activités, vu leurs auras nationale et internationale, vu le public qu'elles brassent et les budgets qui sont en cause. Je déplore le fait de ne pas avoir pris la peine d'ajouter quatre lignes dans ce projet de loi, lesquelles auraient permis de baliser les choses.

 

Heureusement, le projet prévoit que le candidat en place se représentera et ne sera pas automatiquement reconduit. Je ne comprends pas l'intérêt de ne pas imposer une direction de douze ans maximum dans une institution telle que celle-là pour obliger à la rotation et à la créativité. En effet, c'est ce qui fait aussi partie de la richesse des institutions artistiques avec une telle aura internationale.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2840/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2840/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l’article 2.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikel 2.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

15 Projet de loi relatif à la prospection, l'exploration et l'exploitation des ressources des fonds marins et leur sous-sol au-delà des limites de la juridiction nationale (2838/1-3)

- Projet de loi portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution dans la loi du (...) relative à la prospection, l'exploration et l'exploitation de ressources des fonds marins et leur sous-sol au-delà des limites de la juridiction nationale (2839/1-3)

15 Wetsontwerp betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (2838/1-3)

- Wetsontwerp houdende invoeging van bepalingen die aangelegenheden regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in de wet van (...) betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (2839/1-3)

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces projets de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

15.01  Bruno Tuybens, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

15.02  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, étant donné que M. Tuybens n'a pas précisé de quoi il s'agissait, j'en dirai un mot. Cette loi permettra à l'État belge d'attribuer un parrainage, une caution à des entreprises qui souhaiteraient explorer les fonds marins dans les mers internationales, et ce, à la recherche de minerais; le centre principal d'intérêt concerne les minerais solides, notamment les nodules polymétalliques.

 

Cette activité est régie par une convention des Nations unies sur le droit de la mer datant du 10 décembre 1982, à laquelle la loi belge du 18 juin 1998 a donné assentiment. Cette convention a mis sur pied une autorité: l'International Seabed Autorithy (Autorité internationale des fonds marins – ISA); elle délivre des autorisations pour l'exploration des fonds marins et en contrôle l'application.

 

Pour qu'une autorisation soit délivrée à une entreprise dans ce contexte, l'État dont elle provient doit accorder son parrainage. Il ne s'agit ni d'une garantie financière ni d'une garantie scientifique, mais d'un parrainage qui confirme sa fiabilité financière et technique. C'est bien cette possibilité de parrainage qu'instaure la loi discutée et votée aujourd'hui.

 

Ce parrainage impose diverses exigences décrites dans le projet de loi déposé par le ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord.

 

Monsieur le ministre, c'est en un laps de temps très court que nous avons découvert le projet de loi en commission et les enjeux qui lui sont liés n'ont pas été totalement pris en considération. Je le regrette énormément.

 

J'aimerais donc commencer par une question d'ordre général, voire philosophique: jusqu'où exploiterons-nous les ressources non renouvelables dans les zones ultimes de la planète?

 

Est-ce moralement responsable? Est-ce juste pour les générations futures? Faut-il se précipiter dans la compétition internationale pour l'exploitation de ces ressources qui deviennent rares? Vous avez expliqué que la Chine en monopolisait certaines et qu'il fallait se doter de moyens d'en chercher ailleurs.

 

Nous nous demandons, en tant qu'écologistes, s'il ne convient pas de devenir des pionniers de l'éco-industrie en réutilisant des matières premières plutôt que de partir à la recherche de ces métaux rares situés au fond de la mer, en particulier dans la faille très profonde de Clarion-Clipperton, située dans le Pacifique, dont on ne connaît pas les richesses biologiques et minérales.

 

À l'instar des traités internationaux, nous considérons que les fonds marins internationaux constituent un patrimoine commun de l'humanité. Dès lors, nous devrions les gérer dans la coopération et non dans la compétition, dans le respect de toutes les formes de vie conformément à un objectif d'intérêt général, en particulier en pensant à ceux auxquels nous laisserons la planète.

 

Je voudrais quand même vous rappeler que vous avez adopté au mois de mai la stratégie à long terme de développement durable pour la Belgique. Il y est précisé qu'en 2050, notre pays figurera parmi ceux qui réutiliseront les matières premières au lieu de les exploiter de manière non durable. Je pense que nous sommes en train d'ouvrir des potentialités qui ne sont pas des cadeaux pour les générations futures et que nous portons atteinte à des biens très précieux, mais dont nous n'estimons pas suffisamment les qualités et les richesses. L'impact d'une exploration et, a fortiori, d'une exploitation des fonds marins entraîne un impact sur les écosystèmes et les ressources halieutiques. Or cet impact n'est pas connu. Depuis la discussion en commission, j'ai consacré beaucoup de temps à essayer de trouver quelles étaient les recherches scientifiques disponibles sur la biodiversité dans les fonds marins. Mais je n'ai glané que très peu d'éléments. Des programmes de recherche ont été lancés, mais sans produire de résultats.

 

En tout cas, nous savons que ces écosystèmes sont très fragiles et qu'ils sont très stables. Les animaux qui y demeurent y vivent à un rythme très lent, puisque la lumière est absente. Ils accumulent le peu de ressources disponibles et se reproduisent en fin de vie. Dès qu'on touche à un tel milieu, on affecte le potentiel de reproduction. Ces animaux s'accrochent aux substrats solides qui se trouvent sur le sol. Si on les en retire – ce qui se produira si l'on touche à ces nodules polymétalliques –, il ne leur reste que la boue, de sorte qu'ils ne survivent pas.

 

Les véhicules sous-marins vont mettre la boue en suspension et diminuer le peu de lumière captée à cette profondeur.

 

Vous m'avez indiqué qu'il ne s'agissait que d'exploration, mais vous savez pertinemment que l'exploration va mener à l'exploitation. Vous l'avez d'ailleurs reconnu.

 

Une intervention même exploratoire dans ce type de milieu a inévitablement un effet destructeur. Quelle importance après tout? C'est le fond de la mer et peu importe! Je pense que ce type de réaction peut être dangereux car cet environnement participe à la circulation de la matière organique dans l'océan. On touche à quelque chose dont on ne connaît pas les effets directs ni indirects. La circulation des matières dans l'océan peut être un facteur qui jouera sur d'autres déterminants de l'état de la planète.

 

Les fonds marins sont classés patrimoine mondial de l'humanité. La loi mentionne en son article 3 que la convention prévoit qu'aucune personne ne peut s'approprier une partie quelconque de la zone ou de ses ressources. Son paragraphe 2 stipule que l'humanité tout entière est investie de tous les droits sur cette zone. Ce discours est pour le moins contradictoire quand on voit comment on se répartit les concessions entre pays, comme le fait d'ailleurs cette autorité internationale aujourd'hui. Tout indique qu'on ne mesure pas l'impact de ces activités mais en outre qu'on est incohérent avec la notion de patrimoine commun, de patrimoine mondial.

 

Nous exprimons donc toute notre méfiance et nous aurions aimé que la Belgique se comporte comme elle le fait dans d'autres zones précieuses de la planète, notamment l'Antarctique, comme un pays qui défend la coopération, la précaution, la prévention et les beaux principes contenus dans la loi. Je crains que vous n'ayez pas les moyens de les faire respecter.

 

Notre deuxième objection majeure, monsieur le ministre, est relative à la gouvernance.

 

Cette loi a été fabriquée pour l'entreprise G-Tec basée à Ostende qui a effectivement derrière elle un consortium dans lequel on retrouve Umicore, l'Université de Gand, l'Université de Liège. Ce qui nous choque, c'est que cette loi régularise un fait accompli.

 

En réunion de commission, je ne le savais pas encore. Mais nous avons examiné des documents de cette International Seabed Authority qui indiquent que vous avez accordé un premier certificat de patronage dès le 8 mai 2012 à cette entreprise. Avec le ministre Reynders, vous avez confirmé en donnant un deuxième certificat le 21 juin 2012. Vous niez mais je dispose des documents de l'ISA.

 

La zone visée par la demande couvre une étendue de 148 000 km², divisée en deux parties non contiguës. L'ISA dit qu'elle a procédé à une évaluation des capacités techniques et financières de l'entreprise. Ensuite, la valeur commerciale du gisement a été estimée, on voit donc bien que nous sommes dans une optique commerciale. Le demandeur a dit qu'il respectera l'environnement et qu'il a identifié des mesures d'atténuation des impacts sur l'environnement marin, mais nous ne savons rien de ces impacts car nous n'avons pas trouvé d'étude. G-Tec a contacté des chercheurs pour une étude d'impact mais nous ne savons pas si cette étude a été réalisée ni si elle est publique.

 

Nous légiférons maintenant pour régulariser la situation un an après. Nous ne comprenons pas pourquoi il a fallu un tel délai ni pourquoi vous avez octroyé le certificat avant de légiférer.

 

Nous avons également pris connaissance du projet d'arrêté royal que vous avez préparé. Au chapitre 5, concernant les dispositions transitoires, on peut lire que le demandeur disposant d'un certificat de patronage provisoire signifie une demande dans les deux mois de la publication du présent arrêté, conformément aux dispositions de l'article 3. Cette demande est recevable lorsque l'autorité a remis un avis favorable. Un avis favorable précède donc une demande qui va automatiquement être considérée comme recevable. On a donc l'impression que ceci est créé de toutes pièces pour G-Tec qui, dans les faits, bénéficie déjà d'un patronage de la Belgique depuis plusieurs mois. À quoi correspond légalement ce certificat de patronage provisoire? On a l'impression que c'est une façon de régulariser et que vous avez agi hors cadre légal.

 

Enfin, pour obtenir le patronage de la Belgique, une étude d'impact est demandée mais il suffit que cette étude soit validée administrativement par le service Environnement marin. Cela signifie que notre administration ne va, à aucun moment, se prononcer sur le fond et sur les impacts environnementaux sur une base scientifique. Nos administrations ne pourront pas y affecter leurs ressources scientifiques. Vous avez inscrit de beaux principes de précaution, de prévention, de gestion durable dans cette loi. D'ailleurs, j'ai même été un peu hésitante vis-à-vis de ce projet de loi, mais quand je considère ce qui s'est réellement passé avant, je ne peux plus y croire! Vous ne donnez pas les moyens à notre administration de contrôler, même a priori. Et je ne parle même pas du contrôle a posteriori ni du contrôle pendant l'exploration ou l'exploitation! Il est inexistant car nous n'avons pas les moyens de le faire! Vous m'avez dit que ce sera la charge d'une autorité internationale.

 

Nous avons essayé de savoir de quels moyens disposait cette autorité pour effectivement contrôler l'exploitation. À notre connaissance, ils ne sont pas légion pour assurer le contrôle des bateaux et des véhicules sous-marins.

 

Enfin, deux administrations différentes sont concernées: le Service Plateau continental du SPF Économie et le Service Milieu marin du SPF Environnement. Cela pourrait garantir une certaine objectivité, mais, comme vous le savez, l'autorité politique est exercée par une seule personne, à savoir le ministre de l'Économie et de l'Environnement marin, M. Vande Lanotte.

 

Toutes les cartes sont donc entre vos mains, monsieur le ministre, ce qui ne relève pas, selon nous, de la bonne gouvernance. Nous voterons donc contre ces projets de loi qui sont incohérents avec leurs propres principes en permettant, en l'absence de précautions suffisantes, le pillage d'un patrimoine fragile et précieux de l'humanité.

 

15.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, het gaat om een belangrijk wetsontwerp. De aandacht van de collega’s is beperkt.

 

Complementair aan de excellente tussenkomst van collega Snoy zou ik toch enkele dingen in de verf willen zetten om te proberen dat belang voor u allemaal te schetsen. Ik heb mijn laptop meegebracht omdat ik u net heb zien ontkennen. We zijn nogal zuinig als het gaat over printen. Daar kom ik zo meteen op terug.

 

Mijnheer de vicepremier, onze fractie heeft belangrijke bezwaren tegen het wetsontwerp dat u hier vandaag neerlegt.

 

Het eerste bezwaar is er een van ecologische aard. U hebt gezegd dat het gaat om “exploratie”. Het volstaat echter te verwijzen naar de titel van uw eigen wetsontwerp, waar ook sprake is van “exploitatie” van de natuurlijke rijkdommen van de diepzeebodem. We stellen ook vast dat in de overeenkomst van de vragende partij, G-Tec, het Oostends bedrijf in kwestie, met de Internationale Zeebodemautoriteit er zwart op wit sprake is van exploitatie. We gaan ervan uit dat u die documenten kent. Volgens ons is een dergelijke exploratie van de natuurlijke rijkdommen in de Stille Oceaan – en zeker de exploitatie van zulke gebieden – ecologisch geen verstandige zaak. Uw wetsontwerp voorziet onvoldoende in garanties om de bescherming van die ecosystemen te voorzien.

 

Mijnheer de minister, we horen dus graag uw inzichten, het verhaal dat u het Parlement wil toelichten om een dergelijke exploratie en exploitatie – zwart op wit in de overeenkomst van het Oostendse bedrijf met de Internationale Zeebodemautoriteit – te verdedigen. Waarom komt de zogezegd groenste regering ooit – dixit uw partijvoorzitter – met dit wetsontwerp aandraven?

 

Ten tweede, dit wetsontwerp is eigenlijk ook een schande op het vlak van goed bestuur en bestuurlijke ethiek. Collega Snoy heeft daarnet uiteengezet dat u als minister van Economie, bevoegd voor de Noordzee, eigenlijk al op 8 mei 2012 een certificaat hebt afgeleverd aan het bedrijf in kwestie om groen licht te geven voor de werkzaamheden. U zegt dat dit niet het geval is. U zegt dus dat u nooit, zeker niet op 8 mei 2012, een certificaat hebt gegeven aan het bedrijf in kwestie. U bent daar heel duidelijk over. Dan heb ik hier een pdf-document. Ik stel voor dat de bodes het verspreiden. Ik geloof dat collega Snoy het op papier heeft.

 

In de overeenkomst tussen het Oostends bedrijf G-Tec en de Internationale Zeebodemautoriteit, een autoriteit op het niveau van de Verenigde Naties, zegt men zwart op wit dat het eerste certificat de patronage is afgeleverd door de vicepremier, minister van Economie, Consumentenzaken en Noordzee Johan Vande Lanotte, gedateerd 8 mei 2012. Men kent uw bevoegdheden blijkbaar heel goed. Het tweede certificat de patronage werd op 21 juni 2012 afgeleverd, door u en door de minister van Financiën – ondertussen Buitenlandse Zaken – Reynders ondertekend.

 

Mijn vraag is of dit klopt of niet? U zegt dat dit niet klopt. U hebt geen certificat de patronage afgeleverd.

 

Dan stel ik voor dit punt te verdagen. Ik kan mij immers niet voorstellen dat u hier vandaag wetgevend groen licht wil geven voor een bedrijf dat liegt ten aanzien van de Internationale Zeebodemautoriteit, een instantie van de Verenigde Naties.

 

Dat moet het dan zijn. Ofwel hebt u die certificaten samen met uw collega in mei-juni 2012 afgeleverd en staan wij hier allemaal in ons blootje en moet het Parlement een herenakkoordje – ik weet niet waar het gesloten is – regulariseren. Ofwel liegt het bedrijf in kwestie ten aanzien van de Internationale Zeebodemautoriteit, een instantie van de Verenigde Naties, en dan kan ik mij niet voorstellen dat u zegt met zulke bedrijven te willen zakendoen.

 

Ik stel voor dat wij dit punt verdagen en dat u nagaat of het bedrijf in kwestie uw vertrouwen en dat van de Belgische overheid waard is. Dat lijkt mij het minimum minimorum.

 

Ik vraag nog niet om het weg te stemmen. Ik vraag nog niet dat de meerderheidspartijen, of de klassieke tripartite, hun stemgedrag wijzigen. Als het bedrijf in kwestie ten aanzien van internationale autoriteiten liegt over handtekeningen van vicepremiers, lijkt het mij logisch dat dit punt wordt verdaagd.

 

Het blijft niet bij de certificaten. Ondertussen heeft het Oostends bedrijf in kwestie, G-Tec, op 14 januari 2013 al een contract gesloten met de Internationale Zeebodemautoriteit. Het bedrijf minacht in elk geval de wetgevende macht en de uitvoerende macht. De vraag is of u dat spel zult meespelen. Hebt u dat spel de afgelopen maanden en jaren meegespeeld of niet? Ik wil daarover graag enige duidelijkheid, mijnheer de vice-eersteminister. Ik denk dat het dossier dat verdient.

 

Ten derde, u zult het wetsontwerp wellicht laten verdagen, aangezien het bedrijf in kwestie lijkt te liegen. Ten aanzien van de Internationale Zeebodemautoriteit en andere internationale instanties liegt het bedrijf over het feit dat u een handtekening hebt geleverd. Ik ga er dus vanuit dat u vandaag geen groen licht zult geven aan het wetsontwerp.

 

Als de goedkeuring er toch zou komen, bent u eigenlijk mee sponsor, cheerleader en supporter van een dergelijke exploratie en exploitatie van de diepzeebodem. Ik heb het verslag van de commissie goed gelezen. Hamvraag is, wat de waarborg eigenlijk betekent. Wat betekent de steun van de Belgische overheid en van Johan Vande Lanotte voor het project? Dat is mij in dezen niet duidelijk. Ik heb daarover ook in de commissie een vraag ingediend. Wat betekent de borgstelling? Hoever reikt zij? Wat zijn de criteria en de voorwaarden waaraan een bedrijf moet voldoen om zo’n borgstelling te verkrijgen? Volstaat een gezellige babbel met de vice-eersteminister om zo’n certificaat en wetgevend werk te krijgen, of zijn er meer criteria? Dat is voor ons in deze fase van de besluitvorming nog altijd niet duidelijk. Het lijkt mij logisch dat die duidelijkheid er komt. Hoe wordt de borgstelling opgevolgd en geëvalueerd? Dat zijn vragen die, ons inziens, nog moeten worden beantwoord, mijnheer de vice-eersteminister.

 

Het is in elk geval een heel vreemde manier van werken van het Oostends bedrijf in kwestie, maar ook van u als politiek verantwoordelijke.

 

Ik heb dan ook een aantal vragen, mijnheer de vice-eersteminister. De belangrijkste vraag is hoe het nu staat met de certificaten. Hebt u een handtekening afgeleverd? Is dat niet zo, dan moeten wij het punt verdagen, want dan wordt er door het bedrijf in kwestie gelogen over de handtekeningen van twee Belgische vice-eersteministers. Er zijn daarnaast nog genoeg vragen die ook een antwoord verdienen.

 

Voorlopig is onze fractie geneigd om straks nogal offensief en assertief op het rode knopje te duwen. Het ruikt naar maatwerk voor het Oostends bedrijf in kwestie. Het zet de deur open voor de exploitatie van ecosystemen. Dat kunnen wij als ecologisten niet aanvaarden. Tenzij u de moed hebt het punt te verdagen indien er is gelogen over de handtekeningen van twee Belgische vice-eersteministers, is het voorlopig een voorbeeld van hoe democratische besluitvorming net niet mag verlopen. Het zijn redenen genoeg voor onze fractie om in principe tegen het wetsontwerp te stemmen. Als u doet wat u moet doen, wordt er vandaag over het wetsontwerp niet gestemd.

 

15.04 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, wij verschillen effectief grondig van mening. Over de exploitatie en exploratie van de natuurlijke rijkdommen van de oceanen is een internationaal verdrag goedgekeurd. Landen die dat internationaal recht niet aanvaarden, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten van Amerika, kunnen niet meewerken aan die exploitatie of exploratie.

 

Men moet dus lid zijn en de verdragen hebben goedgekeurd om daaraan te kunnen participeren. Dat is wat België heeft gedaan. De International Seabed Authority is verantwoordelijk voor de ecologische voorwaarden waaronder de exploitatie of exploratie gebeurt. Het is dus niet België dat de ecologische voorwaarden bepaalt, gelukkig maar, omdat anders ieder land voor zijn eigen bedrijven eigen regels zou vooropstellen. Dat zou geen goede zaak zijn.

 

C'est l'autorité internationale qui définit les conditions écologiques, et non l'État lui-même. Ce n'est pas le service national qui les définit et je dis "heureusement", car chaque pays pourrait, dans ce cas, définir ses propres critères écologiques.

 

Pour l'instant, les critères écologiques qui sont mis en œuvre concernent l'exploration. En ce qui concerne l'exploitation, l'autorité n'a pas encore donné son feu vert, car les conditions écologiques dans lesquelles cela pourrait se dérouler ne sont pas encore déterminées.

 

L'autorité internationale se donne un délai de cinq ans pour ce faire, mais pour l'instant, aucune règle n'est établie en la matière. Aujourd'hui, on discute de l'exploration. L'exploitation pourrait suivre si et seulement si l'autorité internationale donne son feu vert par le biais de nouvelles règles écologiques.

 

Men mag de termen exploitatie en exploratie niet verwarren. Dat heb ik in de commissie overigens duidelijk gezegd. Op dit moment is exploratie mogelijk, exploitatie niet. Voor mij doet het er niet toe. Als men exploreert, is dat met de bedoelding ooit aan exploitatie te doen. Daarin verschillen wij van mening. Ik meen dat dit op termijn moet kunnen. U hebt daar een andere mening over; ik heb er geen probleem mee, maar ik ben de mening toegedaan dat als de voorwaarden vervuld zijn men exploitatie mogelijk moet maken.

 

Ik wil benadrukken dat het hele proces erin bestaat dat wanneer een bedrijf aan exploratie doet en vaststelt dat exploitatie mogelijk is, het de helft van zijn concessie moet afgeven aan landen die niet de mogelijkheid hebben om dat zelf uit te werken. Met andere woorden, landen uit de derde wereld of andere landen die niet de middelen hebben omdat exploratie veel geld kost, krijgen de helft van de concessie van het industrieel ontwikkelde land dat de exploratie deed. Op die manier probeert de International Seabed Authority de grondstoffen die er zijn op een rechtvaardige manier te verdelen tussen de verschillende landen, en dus niet alleen tussen de industriële landen.

 

Frankrijk en Duitsland hebben ter zake reeds een wetgeving. Zij hebben bedrijven die actief zijn. België heeft zo’n wetgeving nog niet. Ik ben het er in tegenstelling tot de twee sprekers van daarnet niet mee eens dat wij daar moeten wegblijven. Ik meen dat wij daar aanwezig moeten zijn. Het gaat hier om het voluit valoriseren van de industriële en wetenschappelijke kennis van onze universiteiten.

 

Wat de procedure betreft, minister Reynders en ikzelf hebben de International Seabed Authority een brief gestuurd waarin wij het project steunen. In de brief wordt dat sponsorship genoemd, wat in het Nederlands steun betekent. Gaat het om een certificat de parrainage? Neen! U haalt de termen door elkaar. Het is uw goed recht hier wat verwarring te zaaien. Wij hebben in onze brief gezegd dat wij het project steunen, maar ook dat er nog een wettelijk kader moest worden gecreëerd en dat wij dit aan het Parlement zouden voorleggen.

 

Dat heeft ook tot gevolg dat het contract van G-Tec met ISA niet uitvoerbaar is, in tegenstelling tot de contracten die Duitse en Franse bedrijven hebben. Dat weet de International Seabed Authority goed. Er werd een overeenkomst gegeven onder voorbehoud. De eerste voorwaarde is dat de wetgever een kader creëert en de tweede voorwaarde is dat er een parrainage gebeurt. De vraag om duidelijk te maken of de Belgische regering dat project wou steunen, was een vraag van de International Seabed Authority om het dossier ook te bekijken. Wij hebben bij de aanvraag gezegd dat wij het in principe steunen. Dat heet sponsorship, niet parrainage of borg in het Nederlands. Er moest echter nog een wet goedgekeurd worden en die wet ligt nu voor. Op basis van die wet kan een aanvraag ingediend worden. Pas als wij daarop de borgstelling geven, kan dat contract uitgevoerd worden. Er is dus geen enkele reden om de behandeling te schorsen. Die duidelijke situatie is bekend bij zowel de International Seabed Authority als bij het bedrijf.

 

In de commissievergadering heb ik die situatie trouwens al uitgelegd. Hier mogen nog zoveel politieke spelletjes gespeeld worden als men wil, maar men gaat mij niets aanwrijven. In de commissie heb ik letterlijk gezegd dat er een brief geschreven was. Ook het aspect van sponsorship heb ik letterlijk aangehaald en ik heb eveneens letterlijk gezegd dat er nog een wet moest worden goedgekeurd en dat is identiek aan wat ik hier vandaag zeg. Er is niets fout aan heel dat dossier.

 

15.05  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je réponds d'abord sur cette question de termes. Certificat ou pas certificat? Nous avions visité le site internet de l'ISA et constaté qu'il y était mentionné "sponsored by Belgium". En commission, vous avez dit que vous aviez soutenu.

 

Mais après, nous avons pris connaissance de ce document émanant de l'Autorité internationale des fonds marins: Rapport et recommandations de la Commission juridique et technique au Conseil de l'Autorité internationale des fonds marins concernant une demande d'approbation d'un plan de travail relatif à l'exploration de nodules polymétalliques présentée par G-Tec Sea Mineral Resources NV.

 

Il y est bien mentionné que le premier certificat de patronage délivré par le vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord, M. Johan Vande Lanotte, est daté du 8 mai 2012. Je lis cela et je considère que vous n'avez pas dit cela en commission! Vous avez prétendu qu'il s'agissait d'une simple lettre de soutien. J'ai déjà entendu cela. Mais alors pourquoi parle-t-on ici d'un premier certificat de patronage? Plus loin est mentionné un deuxième certificat de patronage, signé par vous et M. Reynders.

 

Qui dit juste? Je dispose d'un document officiel selon lequel, dans ces certificats de patronage, la Belgique est responsable des activités du demandeur, que la demande est appuyée sans réserve. L'État patronant déclare qu'il travaille à l'élaboration d'une législation pour assumer ses responsabilités – ce qui est vrai. Mais vous avez déjà délivré le certificat. Et cela, c'est très choquant!

 

15.06  Johan Vande Lanotte, ministre: Madame, si nous sommes en train de travailler sur une législation, comment pourrions-nous délivrer un certificat de patronage déjà exécutif?

 

15.07  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Pourquoi l'écrivent-ils?

 

15.08  Johan Vande Lanotte, ministre: Ils peuvent écrire ce qu'ils veulent, je sais ce que je signe!

 

15.09  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Vous mettez en doute un document officiel!

 

15.10  Johan Vande Lanotte, ministre: J'ai écrit une lettre concernant le sponsoring.

 

Si les choses sont comme vous le dites, pourquoi le contrat n'est-il pas exécutif?

 

15.11  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Je n'ai vu nulle part que le contrat n'était pas exécutif. C'est vous qui le dites!

 

15.12  Johan Vande Lanotte, ministre: Vous êtes en train de jouer avec les mots!

 

15.13  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Je maintiens que nous disposons d'un document qui contredit vos propos.

 

En fait, vous nous faites approuver un fait accompli. C'est choquant et c'est la raison pour laquelle nous ne participerons pas à ce genre de choses.

 

15.14  Johan Vande Lanotte, ministre: Ce n'est pas vrai, ce n'est pas un fait accompli. L'entreprise doit demander un certificat de patronage qui sera délivré, après examen de la demande. Je ne peux signer un certificat de patronage en l'absence de loi. Avec M. Reynders, j'ai envoyé une lettre de sponsoring. Comme je l'ai dit en commission, il n'y a pas d'autre explication.

 

 

15.15  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, een wijs man met behoorlijk wat politieke ervaring heeft mij ooit verteld dat er iets aan de hand is, als Johan Vande Lanotte een Parlementslid onderbreekt.

 

15.16 Minister Johan Vande Lanotte: (…)

 

15.17  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Als er trucjes worden gebruikt en politieke spelletjes worden gespeeld, dan is er al helemaal iets aan de hand.

 

15.18 Minister Johan Vande Lanotte: (…) U hebt de kans om in de commissie een en ander te vragen, maar daar bent u niet! U zou daar een antwoord kunnen krijgen. (…) In de commissie onthoudt men zich en hier stemt men tegen.

 

En commission on s’abstient et ensuite on est contre, parce que la presse est absente.

 

15.19  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Die wijze man zei ook dat als u persoonlijk wordt, er zeker iets aan de hand is.

 

Ik wil gerust en met graagte de aanwezigheden van onze fractie en van mijzelf met die van andere fracties vergelijken. Wij hebben ons in de commissie inderdaad onthouden, want de informatie die er ons vandaag toe aanzette om die vragen te stellen, heeft ons pas nadien bereikt.

 

Ik heb nog enkele elementen van repliek.

 

Mijnheer de vicepremier, u was duidelijk. U zei dat de exploitatie de uiteindelijke bedoeling is. U erkent ook het meningsverschil dat er tussen uw en onze fractie heerst: u bent een sociaaldemocraat, wij zijn ecologisten. Wij hebben daarover duidelijk een andere visie, waarvan akte. Wat wij wel delen, of wij nu ecologist of sociaaldemocraat, Parlementslid of vicepremier zijn, is de democratische gedachte en een gedachte van ethiek, transparantie en openheid, maar daaraan schort er echt wel iets.

 

U zei zelf terecht dat de Internationale Zeebodemautoriteit in dit dossier de lijnen moet uitzetten en uitzet. U hechtte in uw repliek heel veel belang aan die autoriteit.

 

15.20 Minister Johan Vande Lanotte: (…)

 

15.21  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): U hecht veel belang aan die instelling. U zei duidelijk dat het geen instelling van voddenventen en prullenvrouwen is, maar een belangrijke instelling.

 

Dan zou u het toch ook met mij eens moeten zijn dat de documenten die deze instellingen op hun sites zetten, die ze ter beschikking stellen van Parlementsleden zoals wij die proberen onze job te doen, hetzij in plenaire vergadering, hetzij in commissie, hetzij in de krant, relevant zijn.

 

U hebt nog altijd geen antwoord gegeven. U zegt dat wij met de woorden spelen, terwijl dat absoluut niet waar is. Wij maken heel duidelijk een onderscheid tussen sponsoring, ondersteuning en het schrijven van brieven — dat doet u en dat erkent u ook — en un certificat de patronage. Collega Snoy heeft het al duidelijk gezegd, maar u geeft daar geen antwoord op. Op de documenten van de Internationale Zeebodemautoriteit, die u zelf inschat als een belangrijke instelling, staat zwart op wit het volgende.

 

"Le premier certificat de patronage délivré par le vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord, M. Johan Vande Lanotte est daté du 8 mai 2012. Le deuxième certificat de patronage est daté du 21 juin 2012".

 

Het werd zowel door u als door minister Reynders ondertekend. Dat zijn de documenten. Ik zal ze u geven.

 

15.22 Minister Johan Vande Lanotte: (…).

 

15.23  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Er staat toch heel duidelijk “certificat de patronage” en niet “sponsoring”. De Internationale Zeebodem Autoriteit stelt dat heel duidelijk.

 

15.24 Minister Johan Vande Lanotte: U weet ook dat in de tekst ook staat dat nog een wet moest worden goedgekeurd.

 

15.25  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Nu verandert u het geweer van schouder. Daarnet zei u dat geen haar op uw Oostends hoofd eraan denkt om een certificaat af te leveren als er nog geen wet is goedgekeurd en dat u alleen een ondersteuningsbrief hebt geschreven. Dat is wat u daarnet zei. Nu hebt u een document in handen, waarop zwart op wit staat dat u twee keer een certificat de patronage hebt afgeleverd.

 

Er zijn twee mogelijkheden: ofwel erkent u dat u daarnet creatief bent omgesprongen met de waarheid, ofwel deelt u de verontwaardiging van onze fractie en haalt u het punt van de agenda, omdat het niet kan dat over dat punt een misverstand bestaat.

 

15.26 Minister Johan Vande Lanotte: Mijnheer Calvo, wil u de tekst alstublieft eens goed lezen? U speelt met woorden.

 

Wij hebben een brief geschreven waarin wij het steunen. Het woordje “sponsoring” staat in de brief. Wij hebben tegelijk gesteld dat wij aan het Parlement een wet zullen voorleggen.

 

Hier staat inderdaad dat zij het als een certificat de patronage beschouwen, wat niet hetzelfde is als wat wij straks zullen moeten afleveren. In onze wet staat niet het woord “certificat de patronage”, maar “borg”, wat nog iets anders is.

 

Wij hebben de tekst ingediend. Zij zeggen zelf: “Il a été signé”. Over het certificat de patronage zeggen zij zelfs het volgende: "La Belgique est responsable des activités du demandeur, conformément à (…). L'État patronant déclare qu'il travaille à l'élaboration d'une législation pour assumer ses responsabilités en cette qualité".

 

Ze zeggen dus zelf dat de wet eerst moet worden uitgevoerd want anders komt men niet tot die verantwoordelijkheden. Dat is ook de reden waarom het contract niet uitvoerbaar was.

 

Ik zie het probleem nog altijd niet in; u ziet dat wel. Des te beter dat er een verschil bestaat want dat is veeleer geruststellend.

 

15.27  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Het helpt dat Parlementsleden in de commissie, in de plenaire vergadering of in de krant — het in de media brengen, helpt soms om zaken op de agenda te plaatsen — hun werk doen. Wij zijn nu immers toch al een stapje dichter bij de waarheid rond de deal die daar werd gesloten.

 

Daarnet zei u dat er enkel sprake was van sponsorship en dat u een brief hebt geschreven. Ondertussen erkent u, met de papieren van de Internationale Zeebodemautoriteit, dat er inderdaad een certificaat werd afgeleverd.

 

15.28 Minister Johan Vande Lanotte: (…)

 

Le président: Monsieur le ministre, laissez M. Calvo terminer, s'il vous plaît!

 

15.29  Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, M. Calvo met dans ma bouche des mots que je n'ai pas prononcés. Et il ajoute, en outre, que j'ai accepté ou que j'ai avoué. Non.

 

Ik heb gezegd dat het om een brief gaat met sponsorship. Leg uw woorden niet in mijn mond. Ieder zijn idee, men hoeft niet met elkaar akkoord te gaan. Echter, zeggen wat ik gezegd zou hebben, daar heb ik geen boodschap aan. Ik heb dat niet kunnen tekenen of zou het niet kunnen tekenen als er geen wet is die me dat toelaat, zo simpel is het. U uit continu insinuaties en daar bent u goed in.

 

Le président: Monsieur Calvo, veuillez terminer: le temps accordé pour les répliques est de 5 minutes. Vous avez déjà dépassé ce temps.

 

15.30  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de vicepremier, ik heb absoluut niet de ambitie om uw woordvoerder te zijn of om uw uiteenzettingen te hertalen. Ik citeer enkel en alleen uit documenten van de Internationale Zeebodemautoriteit.

 

Ondanks de verwarring die er in verband met het dossier heerst, bent u niet geneigd om het te verdagen. Wij zullen straks dan ook met veel plezier tegen onderhavig wetsontwerp stemmen.

 

Mijnheer de voorzitter, aangezien de vicepremier verwijst naar diverse brieven, wil ik voorstellen dat hij de brieven van mei 2013 aan het Parlement bezorgt. Dan kunnen wij post factum – want dat is blijkbaar het lot dat de parlementsleden in dit land te wachten staat – de ultieme beoordeling maken.

 

Mijnheer de minister, u zegt dat er niets mis is met het dossier. De mening van mijn fractie is dat er niets juist is aan het wetsontwerp. Wij zullen daarom met veel plezier tegenstemmen.

 

Le président: Madame Gerkens, souhaitez-vous encore prendre la parole?

 

15.31  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Oui, monsieur le président, sauf (…)

 

Le président: Normalement, ceux qui sont intervenus ont droit à cinq minutes. Vous demandez à intervenir. Je vous l'accorde et ensuite, je clos la discussion.

 

15.32  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voulais ajouter quelques précisions aux propos de mes collègues.

 

Monsieur le ministre, si notre collègue s'est abstenu en commission, c'est parce que le texte y a été travaillé immédiatement après avoir été soumis et voté tout aussi rapidement. J'ignore qui a lu ce projet avant ou pendant que nous étions en commission. Dans pareil cas, il est judicieux de s'abstenir avant d'examiner et de se renseigner.

 

Ce qui est perturbant, monsieur Vande Lanotte, c'est que, même si les termes des courriers ne sont pas identiques, il serait intéressant que vous nous en communiquiez les copies, de manière à le vérifier. Et même s'ils le sont, reconnaissons qu'en la matière, nous travaillons à l'envers! On dit soutenir un projet d'exploration, tout en sachant que ces entreprises visent de futures exploitations! On soutient et on encadrera par la suite! Comment voulez-vous, après avoir élaboré une loi, ne pas continuer à soutenir le projet pour lequel vous avez donné votre approbation?

 

Nous sommes effectivement occupés à régulariser une situation, où la volonté est de soutenir des entreprises dans leur projet économique Et nous ne voyons aucun inconvénient à ce que des sociétés travaillent, développent des activités. On a cité G-Tec, mais il y a aussi DEME, grande société de dragage, car cette dernière est aussi constamment assise autour de la table dans ces discussions. On lui souhaite tout le succès qui soit, mais il est manifeste que tout est organisé pour que ces entreprises puissent développer des activités.

 

À aucun moment, tant les faits que les prévisions formulées ne font montre d'une réelle préoccupation quant aux incidences sur l'environnement des fonds marins et d'une obligation pour les préserver et les respecter. Et on sait que ce n'est pas possible pour le moment. Et on sait que cette instance internationale manque de moyens d'investigation.

 

Nous ne pouvons pas accepter que vous trouviez normal et intéressant que les validations par les instances belges ne soient que des validations administratives parce que les validations scientifiques sont du ressort de la scène internationale: les instances internationales n'ont pas les moyens de réaliser des validations scientifiques; vous le savez parfaitement.

 

Monsieur le ministre, nous travaillons à l'envers et nous ouvrons peut-être la porte à la dégradation profonde de ces fonds marins, que nous savons fragiles; nous en mesurons très peu l'incidence potentielle.

 

Je suis prête à parier que, dans quatre ou cinq ans, des parlementaires déposeront une résolution pour lutter au niveau international pour la préservation des fonds marins à l'égard de la spéculation et de leur exploitation purement économique. Aujourd'hui, nous sommes en train de l'autoriser et de l'organiser au nom de la Belgique.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2838. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2838/3)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 2838. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2838/3)

 

Le projet de loi compte 17 articles.

Het wetsontwerp telt 17 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 17 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 17 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2839. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2839/3)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen van het wetsontwerp nr. 2839. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2839/3)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Projet de loi transposant la directive 2011/16/UE du Conseil du 15 février 2011 relative à la coopération administrative dans le domaine fiscal et abrogeant la directive 77/799/CEE (2905/1-4)

16 Wetsontwerp houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG (2905/1-4)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Olivier Henry, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

16.01  Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, ik zal het kort houden. U vroeg mij even te blijven zitten, mijnheer de minister, en wij hebben een klein half uurtje of langer moeten wachten, maar hier zijn wij dan.

 

Mijnheer de minister, ik vind het een zeer positieve evolutie dat de Europese lidstaten beter willen samenwerken voor het uitwisselen van gegevens en dat er dus een betere administratieve samenwerking komt inzake belastinggegevens en de administratieve verwerking ervan. Samengevat kan men zeggen dat men een stap in de goede richting zet. De wijze echter waarop wij deze richtlijn nu omzetten in Belgische wetgeving, is volgens onze fractie niet de juiste. U weet dat wij vaak opmerkingen hebben.

 

Wat is onze opmerking in dezen? In de plaats van al die verschillende bepalingen telkens te herhalen in de verschillende fiscale wetboeken, hadden wij liever gezien dat al deze bepalingen werden opgenomen in een zelfstandige wet. Door de werkwijze die hier wordt gehanteerd door de regering, is het mogelijk dat een aantal belastingen door de mazen van het net zijn geglipt en dat ze dus niet zijn opgenomen in het een of andere fiscale wetboek. Wij hebben hierover in de commissie gediscussieerd en u bent er helemaal zeker van dat alle federale belastingen in dit wetsontwerp worden opgevangen en dat er dus niets verkeerd kan gaan.

 

Sommige belastingen, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse sociale bijdrage die vennootschappen betalen, waarnaar ik in de commissie verwees en die toch worden geklasseerd als een belasting, worden in dit wetsontwerp nergens opgevangen. In dat kader verwees u naar artikel 20 van het wetsontwerp, het restartikel of de catch-allbepaling. Dit artikel bepaalt dat de belastingen die niet in fiscale wetboeken zouden worden opgevangen, via artikel 20 of de catch-allbepaling zullen worden opgevangen. Natuurlijk is er wel een klein probleem met de catch-allbepaling: ze geldt enkel voor de vragen om informatie die de Belgische diensten ontvangen vanuit het buitenland. Omgekeerd geldt die bepaling dus niet.

 

Door die werkwijze, waarbij al die bepalingen in verschillende wetboeken opgenomen zijn in plaats van er één wet van te maken, is het, ons inziens, niet voor honderd procent zeker dat de richtlijn inzake de federale belastingen hier volledig is omgezet.

 

Om die reden zullen wij ons bij de stemming over dit wetsontwerp onthouden.

 

De voorzitter: De minister heeft geen commentaar.

 

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2905/4)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2905/4)

 

Le projet de loi compte 21 articles.

Het wetsontwerp telt 21 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 21 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 21 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de résolution relative aux sources innovantes de financement du développement (2780/1-7)

17 Voorstel van resolutie over de innoverende financieringsbronnen voor ontwikkeling (2780/1-7)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Laurence Meire, Christiane Vienne, Olivier Henry, Patrick Moriau, Karine Lalieux, Dirk Van der Maelen, Corinne De Permentier, Georges Dallemagne.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion (Rgt. 85, 4) (2780/7)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt. 85, 4) (2780/7)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

17.01  Corinne De Permentier, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.

 

17.02  Laurence Meire (PS): Monsieur le président, mes chers collègues, c'est avec beaucoup de fierté que je présente aujourd'hui ce texte de mon groupe cosigné par mes collègues Dirk Van der Maelen, Georges Dallemagne et Corinne De Permentier, que je remercie pour leur soutien.

 

Ce texte est marqué par une vision à long terme qui, je le pense, a été largement partagée en commission.

 

Comme l'a souligné le ministre de la Coopération au développement en commission, l'absence criante de développement dans certaines régions du monde et les inégalités énormes au sein de pays arborant pourtant des chiffres de croissance affolants sont autant de menaces pour la paix et la sécurité du monde dans lequel nous évoluons. Oui, les politiques de développement contribuent à la stabilité du monde. Nous le savons et nombreux sont ici à le répéter à foison dans les différents forums: la coopération au développement a aujourd'hui d'importants et de nouveaux défis tant en termes de missions que d'objectifs de financement.

 

Ce sont des défis qui nous concernent tous: protection sociale universelle, développement durable, travail décent, Objectifs du Millénaire ambitieux, lutte contre le réchauffement climatique et la déforestation.

 

Or nous le savons, c'est presque mathématique, nous ne pouvons en permanence appeler à la solidarité internationale, à en faire plus, sans nous en donner les moyens à une nouvelle échelle européenne, voire mondiale.

 

La crise économique actuelle et les conséquences de celle-ci sur les budgets nationaux ne doivent pas avoir pour effet collatéral de mettre à mal la solidarité internationale. Quoique de nature fragile, cette solidarité n'a jamais été aussi importante dans un monde de plus en plus globalisé et interconnecté. La crise économique actuelle qui touche très durement les pays occidentaux affecte également, directement ou non, massivement les populations du Sud. Mais peut-être que cette crise peut, doit nous pousser à réfléchir autrement et surtout à tirer les leçons du passé. Car l'aide au développement continue et doit continuer à remplir un rôle essentiel dans la redistribution des richesses et dans la lutte conte les inégalités toujours plus criantes.

 

Cependant, le contexte dans lequel l'aide publique au développement évolue change, n'en déplaise à certains.

 

Malgré l'importance de l'APD, celle-ci ne représente plus qu'une partie réduite des flux financiers Nord-Sud. Ces changements imposent non seulement une adaptation des priorités, des structures et des pratiques de coopération mais également des sources de financement tant aux niveaux belge, européen que mondial.

 

C'est sur ce constat que notre résolution se penche, en lançant un débat essentiel et crucial. L'adoption de celle-ci formulerait un message politique clair tourné vers l'avenir, un avenir solidaire dans un développement de chacun sur la planète.

 

Pour mettre enfin en œuvre cette solidarité et pas uniquement s'indigner lorsqu'un fait d'actualité fait les gros titres, il faut prendre conscience qu'un financement additionnel est indispensable pour atteindre les objectifs ambitieux de développement convenus au niveau mondial et en cours d'actualisation. Je parle ici des Objectifs du Millénaire pour le développement post-2015.

 

Ce constat a conduit de nombreux forums internationaux à rechercher des sources novatrices de financement destinées à compléter l'APD traditionnelle et cela même s'il n'existe pas de définition unique de ce qu'est un mécanisme novateur de financement du développement.

 

Plusieurs propositions existent à l'échelle mondiale qui permettraient de lever des fonds importants pour le développement de matières additionnelles. Citons, par exemple, la taxe sur les transactions financières qui pourrait apporter 15 à 70 milliards de dollars US par an ou encore la taxe carbone qui a un potentiel approximatif de 250 milliards de dollars US par an.

 

Si les mots sont bien, ils appellent à la concrétisation. Or, celle-ci demande une volonté politique, avant toute chose. L'heure n'est plus aux tergiversations. Il s'agit, notamment, via ces nouvelles sources de financement, de mettre à contribution ceux par qui la crise est arrivée, notamment via la taxe de transactions financières ou celle sur les grands pollueurs.

 

Je suis fière de constater, depuis de nombreuses années, que la Belgique se positionne dans le peloton de tête des pays donateurs au niveau mondial. Comme il le fait depuis des années, notre pays doit poursuivre son rôle de pionnier dans la mise en œuvre de la taxe sur les transactions financières. La volonté effective du ministre de la Coopération et l'accord de gouvernement confirment la proactivité de notre pays en ce sens.

 

Par le vote de cette résolution, nous confortons cette proactivité en donnant des gages d'un large soutien parlementaire, mais aussi et surtout en rappelant que nous serons vigilants quant aux positions défendues par nos ministres et aux résultats ainsi obtenus dans les forums européens comme l'ECOFIN et les forums mondiaux.

 

Cette taxe, grâce à l'initiative de onze pays européens dont la Belgique, pourrait enfin voir le jour en 2014 à l'échelle des pays participant à la coopération renforcée en la matière. Nous ne savons cependant pas encore comment celle-ci sera exactement prélevée, voire affectée.

 

Alors qu'en Europe et ailleurs, les gouvernements doivent redresser les finances publiques, une taxe sur les transactions financières nous offre, enfin, la possibilité de lutter contre les inégalités croissantes en Europe et dans le monde.

 

Cette taxe n'entravera pas le développement de l'économie réelle en Europe ni ne constituera une charge supplémentaire pour les petits épargnants et les PME. Elle permettra cependant de faire contribuer de manière juste et substantielle le secteur financier au bien public mondial, par exemple à l'éradication de la faim dans le monde et à la protection du climat. Bien sûr, ces instruments doivent être complétés par d'autres sources novatrices de financement.

 

Pour certains, en commission, quand il s'agit de concrétiser les paroles appelant à la solidarité, c'est toujours trop tôt, trop difficile, trop ambitieux. Étrangement, j'ai pu constater que ceux qui prétendent oser et faire se sont contentés d'oser, demandant de ne rien faire en déposant des amendements vidant le texte de sa substance. D'autres ont évoqué le principe de la non-affectation des recettes. Je me permets de leur rafraîchir les idées: cette fameuse taxe TTF est une version post-crise de la loi Tobin. Or, à la base, toutes les recettes qui devaient être dégagées par cette taxe devaient être allouées au développement au sens le plus large du terme. Moi aussi, j'aimerais une TTF au niveau mondial, universel même. Mais nous vivons dans le monde qui est le nôtre et il est temps que l'Europe nous montre qu'un autre monde est possible. Pour cela, il faut prendre ses responsabilités politiques et son bâton de pèlerin. Mais comment prêcher pour une mesure que nous n'appliquons même pas au sein de notre propre continent? C'est donc maintenant qu'il faut se positionner dans le cadre spécifique de ce débat, comme le faisait la note de politique générale du ministre adoptée en commission. Il ne faudrait pas que la grave crise qui nous frappe ne se traduise que par un repli égoïste. C'est en ce sens que notre résolution a été écrite. Nous demandons au gouvernement de promouvoir la diversification des ressources de financement des politiques de développement nationales, européennes, internationales, publiques et privées ainsi que des actions de nature financière et non financière visant à promouvoir le développement durable. Nous demandons également au gouvernement de continuer à soutenir l'introduction d'une taxe sur les transactions financières via une coopération renforcée au sein de l'Union européenne, puis à l'échelle de l'ensemble de l'Union européenne et à l'échelle internationale.

 

Troisièmement, de plaider activement, en concertation avec les autres États membres de l'Union européenne, pour que, dans le cadre de la mise en œuvre d'une coopération renforcée dans le domaine de la TTF, une partie des ressources ainsi générées soit consacrée à offrir une aide additionnelle à la Coopération au développement, aux niveaux national et européen.

 

Pour rappel, en juin 2011, mon groupe avait déjà déposé une proposition de loi visant à instaurer un prélèvement de 0,05 % sur les transactions financières. Cette proposition prévoit que les bénéfices de la TTF pourraient être ainsi utilisés dans le budget de l'État pour financer un plan de relance, mais également pour la Coopération au développement.

 

Au-delà de l'apport de nouvelles sources de financement, la question soulevée par le débat sur les sources innovantes de financement au développement concerne également la gouvernance et l'utilisation de ces sources et la cohérence des politiques de développement. C'est en ce sens que la demande 4 a été rédigée.

 

Pour ce qui est de la gouvernance mondiale, les taxes et autres prélèvements, au-delà de l'apport de nouveaux fonds, servent aussi à réguler un comportement susceptible de porter atteinte aux objectifs internationaux de développement, tels que les émissions de gaz à effet de serre, les spéculations financières et d'autres.

 

Dans le cadre de ce débat important sur la recherche de nouvelles ressources et de leur utilisation, dans les différents forums européens et internationaux, notre pays doit continuer à faire entendre sa voix pour aussi déployer son expertise. C'est la demande 5.

 

Actuellement, les débats en cours au niveau de la présidence tournante du Conseil européen et de la communauté internationale sur les fonds "climat vert" en vue de la prochaine conférence des Nations unies sur les changements climatiques, notamment à Varsovie en novembre de cette année, en seront l'illustration. En effet, si ce fonds n'est pas encore opérationnel, celui-ci doit avoir un mandat clairement défini et devra être alimenté d'ici à 2020 avec des sources innovatrices à hauteur de 100 milliards de dollars US. C'est la demande 6.

 

Il faut encore une fois agir dès aujourd'hui en ce sens, par exemple, en allouant sur la période 2013-2015 des ressources au moins à la hauteur du montant annuel de la période du financement précoce 2010-2012.

 

Dans l'ensemble de ces perspectives européennes et mondiales, il apparaît dès lors plus que nécessaire d'identifier une trajectoire et une répartition équitable des diverses sources de financement, publiques et privées, permettant d'atteindre des objectifs auxquels nous adhérons afin que notre pays puisse pleinement jouer son rôle.

 

Mes chers collègues, par l'adoption de cette résolution, notre assemblée enverrait un message clair et constructif au gouvernement fédéral afin qu'il continue dans son ensemble à soutenir de manière active et sans tergiversations les initiatives qui conduiront vers de nouveaux modes de financement du développement additionnel.

 

Je conclurai en disant que l'amélioration de la qualité de la vie de chacun, quel que soit son continent, est un devoir de solidarité au sein d'un partenariat riche tant sur le plan humain que des valeurs. Ce partenariat mérite d'être pleinement financé et il en est de notre responsabilité à chacun. Car sans perspective, nous ne sommes rien.

 

17.03  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, wij kunnen er niet omheen. In de huidige begrotingscontext is het noodzakelijk om nieuwe financieringsbronnen te vinden voor ontwikkelingssamenwerking. Dat is een idee dat mijn fractie voluit ondersteunt. Het is dan ook evident dat wij deze resolutie en de basisgedachte van deze resolutie zullen goedkeuren.

 

Ik heb echter toch enkele randbemerkingen.

 

Het instrument dat in deze resolutie naar voren wordt geschoven als financieringsbron is de financiëletransactietaks, een instrument dat in 11 van de 28 lidstaten wordt besproken. Het is zeer goed dat in de Europese Commissie en de Raad deze richtlijn nu wordt uitgewerkt. Zeker ook op Europees niveau hebben de christendemocraten hun schouders eronder gezet en ze zullen dit blijven doen.

 

Het is natuurlijk belangrijk dat het een effectieve maatregel wordt voor België. De impact op de reële economie moet gemeten worden. Wij moeten erover waken dat die niet groter is dan in andere lidstaten, vooral als sommige buurlanden niet meedoen. Dat kan echter geen excuus zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat die resterende landen ook overtuigd worden om deel te nemen aan de financiëletransactietaks. In dit opzicht zal de minister van Financiën zeker zijn verantwoordelijkheid nemen.

 

Ik wil ook nog even kort ingaan op het artikel dat gaat over het besteden van de helft van de opbrengst komende uit de veiling van broeikasgasemissierechten aan de bestrijding van klimaatverandering en aan de aanpassing van de ontwikkelingslanden aan die klimaatswijziging.

 

Dat vind ik toch een vrij problematische passage. Wij hadden ook een amendement ingediend tot weglating van deze passage. Ik ben nogal tegen het idee dat er een voorbestemming is van bepaalde gelden, zeker als het over nieuwe financieringspotten gaat, over nieuwe kanalen. Ik ben tegen het idee dat men zegt dat dit zal worden aangewend voor ontwikkelingssamenwerking maar meer specifiek voor klimaatbestrijding. U moet mij dan toch eens enkele goede voorbeelden geven van wat dat precies is. Ik ben niet zo gelukkig met die aparte klimaatpot, die ontwikkeling, die zich dan niet zou inschrijven in de thematiek van migratie, van landbouw, van voedselzekerheid, van volksgezondheid.

 

Dat zal ons niet beletten om deze resolutie goed te keuren. Wij willen immers geen onrecht aandoen aan het engagement van de minister van Buitenlandse Zaken, zoals geformuleerd in zijn beleidsnota. Het zal echter belangrijk zijn, als men aparte klimaatpotten opbouwt, dat daar een coherente politiek wordt gevoerd, een efficiënte en effectieve politiek, liefst niet met een aparte administratie. Wij moeten bekijken hoe wij die klimaatdoelstellingen en aanpassingen aan de gewijzigde klimaatsomstandigheden zoveel mogelijk bij de reeds bestaande kanalen, projecten en organisaties kunnen laten aansluiten, om het geld zo effectief mogelijk in te zetten en niet te komen tot doublures.

 

Ik zal dat kritisch blijven volgen en bekijken welke projecten daarmee gefinancierd zullen worden.

 

17.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer Deseyn, we hebben hierover in de commissie gedebatteerd en u hebt daar hetzelfde standpunt vertolkt. U zou echter moeten weten dat de klimaatverandering, de opwarming van het klimaat, in de eerst plaats de landen uit het Zuiden hard treft. Zij zijn niet degenen die de klimaatopwarming veroorzaken maar ze zijn er wel de eerste en belangrijkste slachtoffers van. Het is altijd al de logica geweest om een belangrijk deel van de opbrengst van de veiling van de emissierechten voor broeikasgassen, namelijk de helft, te besteden aan de klimaatopwarming en de effecten daarvan in het Zuiden.

 

Het standpunt van CD&V verwondert mij dan ook ten zeerste omdat die bepaling – we hebben het over punt 7 in de resolutie – op exact dezelfde manier geformuleerd wordt in de beleidsnota van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. CD&V heeft die beleidsnota goedgekeurd. Het is er zelfs een belangrijk deel van en de minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft er ook heel veel nadruk op gelegd. Toch volhardt u hier in de boosheid en herhaalt u wat u in de commissie hebt gezegd, namelijk dat u daar eigenlijk niet mee akkoord gaat. Dat is een nieuw standpunt van CD&V. Ik vind dat bijzonder jammer.

 

Bovendien is er daarover blijkbaar ook onenigheid in uw fractie. Het is goed dat de fractieleider hier aanwezig is. Collega Deseyn, uw amendement werd ondertekend door uzelf maar ook door de heer Steven Vanackere. Toen er echter gestemd werd over dat amendement was u de enige die het nog steunde. De heer Vanackere had de wijsheid om dit in te trekken en zich niet meer akkoord te verklaren met het standpunt van het CD&V-amendement. Het is dus niet alleen zo dat uw standpunt blijkbaar ingaat tegen het standpunt van de regering en de minister, maar ook tegen dat van een van uw toch wel zeer prominente collega’s. In die zin valt het des te meer te betreuren.

 

17.05  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik heb in mijn toelichting verwezen naar de beleidsnota van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking waarin dit punt wordt ingeschreven. Ik maak alleen enkele kritische kanttekeningen bij de manier waarop dat concreet moet worden ingevuld.

 

U spreekt van een aparte pot. Ik ga eigenlijk akkoord met het basisidee dat geld wordt gereserveerd voor ontwikkelingslanden die het grootste slachtoffer zijn van de opwarming van het klimaat. Als wij dat echter zullen doen via aparte kanalen en projecten, vrees ik dat dit weer doublures en grote overheadkosten met zich mee zal brengen. In die zin zijn wij daar niet zo gelukkig mee.

 

Veel hangt natuurlijk af van de uitwerking. Enerzijds, hebben wij een aantal kanttekeningen gemaakt – vandaar het amendement –, anderzijds, willen wij ook loyaal zijn ten aanzien van de beleidsnota en de internationale afspraken die ter zake zijn gemaakt.

 

Onze voltallig aanwezige fractie deelt, mijns inziens, hetzelfde standpunt.

 

17.06  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nous voterons ce soir une résolution sur le financement du développement et, plus particulièrement, les sources innovantes de ce financement.

 

Ne nous leurrons pas: les besoins que doit rencontrer notre coopération au développement sont toujours aussi importants. Les besoins évoluent avec la pression démographique, les progrès de la médecine dans la lutte contre les pandémies, mais aussi les effets du changement climatique.

 

Depuis 2008, l'argent public est de plus en plus difficile à mobiliser. Pour cette raison, tous les départements ministériels doivent faire des efforts. Ne mentons pas à nos partenaires ni à nos concitoyens: l'objectif de consacrer 0,7 % du PIB à la coopération ne sera pas atteint en 2015. Non pas que la Belgique ne veuille pas tenir ses engagements, qu'elle ne soit plus généreuse, mais nous traversons des moments socio-économiques difficiles.

 

Nous étions pourtant, à l'époque où M. Armand De Decker s'occupait de la Coopération au développement, très proches du résultat. Le contexte politique, économique et financier était différent. Ce constat peut d'ailleurs être fait dans d'autres pays et dans les institutions internationales comme l'Union européenne. Les montants dédiés à la coopération diminuent, je le déplore, mais c'est un fait qui s'impose à nous.

 

Monsieur le président, je voudrais rappeler en introduction deux points. Nous devons aussi être conscients des faiblesses qui font obstacle à la résolution des problèmes de développement. Dès lors, plus encore que des moyens financiers supplémentaires, c'est d'un renforcement des institutions locales et d'une amélioration de la politique que ces pays ont besoin.

 

Les problèmes de développement exigent par conséquent une approche mettant simultanément l'accent, plutôt de manière séquentielle, sur la politique, les institutions et les moyens afin d'améliorer la capacité d'absorption de ce fonds. En outre, il ne faut pas opposer l'aide publique au développement aux nouveaux mécanismes de financement.

 

Madame la ministre, en septembre 2000, 189 chefs d'État et de gouvernement ont signé la Déclaration du Millénaire qui formule huit objectifs, connus sous le nom d'objectifs du millénaire, afin d'essayer d'éradiquer l'extrême pauvreté d'ici à 2015.

 

Lors de la Conférence de Monterrey en mars 2002, la communauté internationale a estimé qu'il fallait affecter davantage de moyens au financement du développement. Ces moyens devaient provenir d'une augmentation des échanges et des investissements étrangers directs, de nouvelles opérations d'allègement de la dette et d'un accroissement de l'aide publique au développement.

 

En ce qui concerne ce dernier volet, la communauté internationale a non seulement reconfirmé sa promesse d'une aide accrue mais elle a également plaidé pour une plus grande efficacité dans l'attribution de l'aide selon les principes d'appropriation de mise en cohérence avec les politiques et d'harmonisation.

 

Toutefois, en ce qui concerne l'augmentation de l'aide officielle au développement, un nombre croissant de rapports, notamment Lula, Sachs, Atkinson, Landau, ont souligné que la situation devenait précaire. D'ici 2015, si la communauté internationale entendait réaliser les Objectifs du Millénaire, il faudrait doubler le volume actuel de l'aide et se trouver entre 50 et 60 milliards de dollars.

 

C'est le point de départ d'une intensification de la recherche des moyens financiers supplémentaires appelés "mécanismes innovants de financement". Certaines de ces techniques sont très proches des formes classiques de financement et de développement. D'autres sont basées sur la taxation, d'autres encore sur les contributions volontaires de personnes privées.

 

Parmi les formes très proches de formes classiques de financement du développement, on doit noter deux initiatives: la facilité de financement internationale (FFI) et les droits de tirage spéciaux (DTS) auprès du FMI. Ces formes de financement sont très proches des formes classiques de financement du développement, car elles sont, en fin de compte, financées par des budgets nationaux réguliers de pays donateurs, même si elles s'étalent sur une période plus longue, comme c'est le cas de la FFI.

 

Les formes de financement basées sur des prélèvements comprennent, par exemple, la taxe sur les transactions financières de la taxe environnementale, c'est-à-dire un prélèvement sur les émissions de gaz à effet de serre, principalement le dioxyde de carbone.

 

La résolution de mon groupe politique soutient et se focalise sur ces deux mécanismes. Le MR a toujours plaidé pour une taxe sur les transactions financières au niveau européen et se félicite que la Belgique fasse partie de la coopération renforcée au niveau de l'Union. La taxe sur les émissions de gaz à effet de serre se détermine, quant à elle, lors d'un débat au gouvernement sur la répartition de ses fruits.

 

En ce qui concerne les formes de financement basées sur les contributions volontaires de personnes privées, on peut encourager des dons privés par un système d'exonération de taxe ou la suppression des barrières au transfert de devises par les migrants.

 

Mais le point le plus novateur de ces dernières années qui comporte – je tiens à le préciser d'emblée – des aspects positifs et négatifs, c'est le rôle des puissances émergentes qui apportent des financements pour le développement d'une manière différente de celle des partenaires traditionnels. Les partenaires émergents tendent à adopter une approche plus holistique de la promotion des exportations, du soutien à l'investissement direct et de l'offre d'aide publique au développement. Dans les partenariats qu'elles nouent avec d'autres pays du Sud, notamment d'Afrique, les nouvelles puissances émergentes tendent à lier la négociation et la mise en application d'activités.

 

La coopération Sud-Sud repose sur la notion win-win dans laquelle le commerce et l'investissement sont conçus comme des moyens légitimes et efficaces de promotion du développement économique pour les deux parties.

 

Pour de nombreux partenaires émergents, la coopération pour le développement n'est qu'un des éléments d'un engagement plus vaste visant à dynamiser le commerce bilatéral et à pénétrer de nouveaux marchés. Les efforts de coopération internationale sont souvent conduits de manière conjointe avec le secteur privé.

 

Certains avancent aussi que des partenaires émergents offrent un double avantage: des délais plus longs, qui incluent une période de financement à perte, combinés à l'efficacité du secteur privé dont le but est le profit. Cette méthode pourrait accroître les chances des pays africains de progresser sur l'échelle mondiale de valeurs. En effet, au fur et à mesure que les ressources sont extraites, de nouvelles industries de traitement à forte valeur ajoutée, notamment les raffineries ou les complexes pétrochimiques, devraient voir le jour grâce à ce système. Je reste, bien entendu, prudente quant à ce type de coopération et j'attends avec impatience les études sur le long terme pour connaître l'impact direct de la pérennité des investissements.

 

Monsieur le président, il est peu probable qu'émerge un modèle unique de coopération dans les prochaines années. Ce n'est pas forcément une mauvaise nouvelle. Il n'y aura pas qu'une source de financement pour la coopération au développement. Nous devons continuer, en tant que parlementaires, à stimuler notre gouvernement dans la recherche de ces fonds et dans la poursuite d'une coopération au développement centrée sur l'humain et le long terme.

 

Présidente: Corinne De Permentier, vice-présidente.

Voorzitter: Corinne De Permentier, ondervoorzitter.

 

17.07  Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je vais m'adresser en particulier aux auteurs de cette résolution. Mon groupe va soutenir cette résolution. Qui pourrait s'opposer à ce qu'il y ait des financements innovants en matière de développement?

 

Je voudrais néanmoins vous adresser quelques remarques quant au processus que nous avons renouvelé à plusieurs reprises au parlement depuis un certain nombre d'années. En regardant le contenu de cette résolution, nous avons cherché les documents antérieurs et nous nous sommes rendu compte que nous avions voté ici plusieurs résolutions sur le même sujet. Malheureusement, ces résolutions n'ont jamais été suivies d'effet. Je vais vous les rappeler. Il y a d'abord la résolution sur la Taxe Tobin en mai 2004. Elle proposait de réfléchir à l'affectation de la Taxe Tobin, qui est devenue la taxe sur les transactions financières, à la coopération au développement. Au Sénat, une résolution sur les Objectifs du Millénaire a été votée en 2005. On évoquait un tas de nouveaux moyens de financement pour arriver à atteindre ces objectifs. On citait la Taxe Tobin, une taxe sur les grandes fortunes, la taxe sur le carbone, une taxe sur le transport aérien ou une taxe sur la vente d'armes. On pensait également à la remise des dettes comme étant un moyen d'alléger la situation économique des pays du Sud. En février 2005, la Chambre vote une résolution pour chercher un financement alternatif à l'aide publique au développement.

 

Après ces trois résolutions récentes, nous allons voter pour quelque chose de très semblable en constatant que le gouvernement n'a pas encore mis en œuvre ces financements alternatifs. Je me dis que les collègues de la majorité pourraient peut-être faire un effort de cohérence en demandant au ministre pourquoi ces résolutions n'ont pas eu d'effet. Nous nous permettons donc d'émettre un certain doute quant à la cohérence entre le vote de ces résolutions et leur mise en œuvre par le gouvernement.

 

De quoi parle-t-on ici? Il est question de la mise en œuvre de financements innovants en se focalisant sur deux modalités. Il s'agit d'abord de la taxe sur les transactions financières. Hier, le Parlement européen a voté un rapport qui ouvre une nouvelle porte au difficile chemin menant à cette taxe. Dans les groupes issus des partis qui constituent l'actuelle majorité, des objections ont été soulevées. De même, ils ont demandé des dérogations pour permettre à certaines entreprises d'éviter cette taxe. Nous parcourons donc un chemin jonché d'obstacles. Les Verts européens avaient, quant à eux, proposé qu'une partie de cette contribution puisse être consacrée à la coopération au développement. Cet amendement n'a pas été pris en considération. J'y vois malheureusement une sorte d'incohérence.

 

Madame De Permentier, c'est très bien de dire que l'on va chercher des financements innovants pour la coopération, mais quand vous affirmez que le budget qui lui est alloué n'atteindra pas 0,7 %, je ne trouve pas que cela soit un fait. C'est un choix budgétaire de la majorité, qui diminue ainsi les moyens de notre solidarité avec le Sud. C'est un choix auquel nous nous opposons. Mon collègue Wouter De Vriendt a livré dans De Standaard une très bonne analyse du danger représenté par ce lâchage qui illustre l'idée suivant laquelle l'aide publique au développement ne fonctionne plus, de sorte qu'il vaudrait mieux passer par l'aide privée. Or les pays moins avancés se trouvent dans des situations où une aide privée ne peut absolument pas répondre aux besoins énormes et essentiels de la population.

 

On a sabré 420 millions d'euros en 2012 dans le budget de la Coopération. Lors du premier budget 2013, on a retiré 100 millions, 25 millions au deuxième, et 50 millions au troisième. On coupe aussi dans la coopération universitaire. De même, on supprime 5 % des versements alloués par la Loterie Nationale au Fonds belge de la sécurité alimentaire – pourtant, voilà une forme de financement innovant! Pourquoi agir ainsi tout en votant une résolution relative aux financements innovants?

 

Je vous rappelle que le texte de notre résolution indique que ces financements innovants doivent être additionnels, mais sans jamais imposer de se trouver au sein des 0,7 %. Les revenus des mises aux enchères d'émissions de CO2 doivent être additionnels; cela a toujours été vu ainsi.

 

Je crains un glissement consistant à dire, comme Mme De Permentier, que la diminution du budget de la Coopération est un fait, qu'il suffit de le compléter par des financements innovants alors qu'en même temps, nous n'avançons pas sur la question des fonds innovants, sur la question du fonds climat.

 

M. Wathelet a-t-il enfin mis en œuvre les montants nécessaires au financement du fonds climat au niveau international? À ma connaissance, non. Nous sommes bloqués. Je reconnais qu'il existe aussi des problèmes de concertation avec les entités fédérées, mais nous traînons. La volonté ne manque pas de la part de certains ministres, mais nous traînons à mettre en route ce fonds belge pour le climat et nous ne participons pas suffisamment au fonds international pour le climat qui devrait rassembler une centaine de milliards pour atténuer les effets du changement climatique dans les pays du Sud.

 

J'ai donc parlé du fonds climat qui reste statique. De toute façon, la résolution propose d'affecter la moitié de la mise aux enchères des crédits carbone à la Coopération au développement. En soi, nous ne faisons qu'appliquer la note de politique générale. Nous n'allons pas plus loin que ce qui est annoncé par le gouvernement.

 

Nous allons voter pour ce texte: nous sommes évidemment d'accord pour chercher de nouvelles sources de financement. Néanmoins, nous voudrions vous demander de rester cohérent et d'aller jusqu'au bout de votre volonté en la traduisant dans des politiques gouvernementales.

 

Nous posons donc clairement la question non seulement du suivi apporté par le gouvernement aux résolutions votées à la Chambre mais aussi de la cohérence entre les discours et les décisions.

 

17.08  Laurence Meire (PS): Madame la présidente, j'entends bien ce que notre collègue vient de dire. Il s'agit de donner une impulsion. Encore une fois, je reviendrai sur la note de politique générale que le ministre a défendue en commission et sur le fait qu'il a soutenu cette coopération et cette matière innovante, notamment dans sa carte blanche.

 

Le ministre a rappelé ses objectifs. Tous les secteurs de l'État sont mis à contribution vu l'ampleur des efforts budgétaires.

 

Et justement, vu la diminution du budget de la Coopération au développement, je pense que l'impulsion doit être encore plus importante pour que la taxe sur les transactions financières voie le jour et qu'une partie soit dédicacée à la Coopération au développement.

 

En ce qui concerne les avancées au niveau européen, 11 pays ont pris l'initiative et ce n'est pas rien.

La taxe sur les transactions financières est par ailleurs en cours de réflexion.

Nous devons évidemment suivre tout cela.

 

Président: André Flahaut, président.

Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.

 

17.09  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): En complément de l'intervention de Mme Snoy, suite à la réaction de Mme Meire et puisque nous en sommes à la 4e ou 5e résolution qui demande la même chose à un gouvernement qui ne concrétise pas les mesures, je voudrais indiquer qu'il existe d'autres outils que les résolutions! Il y a les interpellations aux ministres. On peut déposer des motions. On peut poser des questions aux ministres.

 

Ici, vous nous mettez dans une situation où l'on ne peut que soutenir les objectifs de la résolution soumise au vote mais c'est accepter passivement que le gouvernement ne concrétise pas ses engagements et les demandes qui ont été adoptées par la majorité du parlement. Ce procédé passif devient répétitif et inefficace!

 

17.10  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, er kan natuurlijk een groot debat worden geopend over ontwikkeling. Ik ben de eerste die een dergelijk debat wil aangaan. Ook mijn fractie kan ter zake voldoende tekenen van solidariteit betuigen en heeft ze ook betuigd. Ontwikkeling is echter niet het debat van deze avond, hoewel ik toch één beschouwing ter zake kwijt wil.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, ik stel mij steeds meer vragen over de wijze waarop wij van staat tot staat in onze betrachtingen de samenwerking met een aantal landen opbouwen. Steeds meer heb ik de indruk dat een aantal landen het bekostigen van diepgaandere structuren, zoals onderwijs, gezondheid en infrastructuur, aan ons overlaten, terwijl de betrokken regimes van tijd tot tijd de overblijvende middelen gebruiken, om niet te zeggen misbruiken, voor een aantal andere doelstellingen, waarin eventueel bewapening en corruptie een hoofdrol kunnen spelen.

 

In feite nemen wij van tijd tot tijd door onze coöperatie de normale lasten af van een staat die zijn eigen middelen, hoe schaars ook, voor andere doeleinden durft te gebruiken. Dit is slechts één opmerking die ik vandaag kwijt wil.

 

Ten gronde gaat het thans evenwel over de alternatieve middelen om de ontwikkeling te financieren. Ik ga akkoord met zij die getuigen dat hier eens te meer — en waarom niet? — wordt geprobeerd steun los te weken voor een belasting op financiële transacties. Het regeerakkoord bepaalt ter zake duidelijk dat de regering op Europees vlak er ook voor zal pleiten om onder meer een taks op financiële transacties in te voeren. Wij hebben dat gesteund.

 

Wij proberen nu via bilaterale verdragen — wij staan er immers niet in — alle eurolanden achter hetzelfde doel te krijgen en de invoering van een dergelijke taks mogelijk te maken. U weet dat Nederland, Luxemburg en, buiten de eurozone, het Verenigd Koninkrijk, hieraan geen medewerking blijken te verlenen.

 

Wat mij echter treft, is de benutting van de middelen. Het is voor onze fractie duidelijk dat de bijkomende belasting, indien zij effectief wordt doorgevoerd, de globale lasten niet mag verzwaren maar neutraal moet kunnen blijven.

 

Zoals ik zei bij de bespreking van een amendement in de commissie, wat mij ook treft is dat de Tobintaks meerdere malen wordt verkocht. In het regeerakkoord staat immers dat België voor ambitieuze beslissingen zal pleiten om de uitdagingen aan te kunnen waarvoor de Europese Unie staat, en dat daartoe een ambitieuze begroting nodig is die op nieuwe eigen middelen steunt. Ter zake wordt verwezen naar de taks op de financiële verrichtingen. Men heeft de Tobintaks in zekere mate in de regeringsverklaring voorbestemd om de opmaak van de begroting van de Europese Unie te vergemakkelijken, zodat dat minder tijd en inzet vergt.

 

In de commissie heb ik een amendement ingediend om hierop de aandacht te vestigen en erover te waken dat een belasting, welke die ook weze, zou worden gecompenseerd door een lastenverlaging. Mijn fractie wijst immers een verzwaring van de fiscaliteit af. Daarnaast zou men geen twee of drie keer dezelfde taks mogen affecteren, zodat hij twee of drie keer wordt uitgegeven. Het mirakel van de vermenigvuldiging van de broden staat in de Bijbel, maar ik heb dat nog niet kunnen vaststellen in een ernstige begroting.

 

Mijnheer de voorzitter, ik ben een koele minnaar van voorstel van resoluties. Ik zou dan ook nog twee opmerkingen willen maken. Enkele jaren geleden heeft onze toenmalige collega, Hilde Vautmans, in de Kamer een reglementswijziging laten goedkeuren, waarbij structurele aandacht werd gevraagd voor resoluties door in beleidsbrieven een stand van zaken te geven over goedgekeurde resoluties. Dat heeft blijkbaar niet veel veranderd, maar het aannemen van resoluties, en dan vooral in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, wordt gewoonlijk wel voorafgegaan door een zoektocht naar een consensus over eventuele amendementen. Recentelijk werd nog geprobeerd om met verschillende fracties tot een consensus te komen over resoluties met een zekere impact. Collega Van der Maelen kan dat beamen.

 

Ik heb een gelijkaardige werkwijze voorgesteld bij de behandeling van onderhavige tekst, die wij niet ondertekend hadden, maar door omstandigheden heeft de commissie beslist om door te gaan met de behandeling. Onder andere de amendementen van collega Vanackere werden verworpen, net als de onze. Wij vinden dat geen goede werkwijze.

 

Wij willen niet dat de tobintaks de belastingen verzwaart. De Tobintaks twee of drie keer verkopen voor telkens een andere doelstelling lijkt ons geen goede manier van werken.

 

De samenwerking in de commissie bij de behandeling van dergelijke resoluties, waarbij gewoonlijk wordt gestreefd naar het op mekaar afstemmen van de diverse standpunten, heeft mijn fractie ertoe gebracht om zij zich, zonder enige afbreuk te doen aan de normale ontwikkelingssamenwerking, bij de stemming over het voorstel van resolutie te onthouden.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

 

18 Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne le délai de mise en conformité des actes, la loi du 2 juin 2010 modifiant le Code civil afin de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion (2911/1-2)

18 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken wat de termijn voor het in overeenstemming brengen van de akten betreft (2911/1-2)

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Carina Van Cauter, Sonja Becq, Christian Brotcorne, Patrick Dewael, Philippe Goffin, Mohammed Jabour, Renaat Landuyt, Linda Musin

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2911/1)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2911/1)

 

La proposition de loi compte 2 articles.

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Scrutin sur les demandes de naturalisation

Geheime stemming over de naturalisaties

 

L’ordre du jour appelle le scrutin sur les naturalisations. (2875/1-2)

Aan de orde is de geheime stemming over de naturalisaties. (2875/1-2)

 

Les membres sont priés de déposer la proposition de lois de naturalisation dans l’urne.

De leden wordt verzocht het voorstel van naturalisatiewetten te deponeren in de stembus.

 

La proposition de lois de naturalisation ne peut pas être signée.

Het voorstel van naturalisatiewetten mag niet ondertekend worden.

 

Le membre qui n’entend pas accorder la naturalisation à un demandeur biffera le nom de l’intéressé sur la liste qui lui a été remise.

Wanneer een lid gekant is tegen de naturalisatie van een aanvrager, schrapt hij de naam van de belanghebbende op de lijst, die hem werd bezorgd.

 

Deux secrétaires doivent procéder au dépouillement du scrutin. Je vous propose de désigner MM. Dirk Van der Maelen et Wouter De Vriendt en qualité de scrutateurs.

Twee secretarissen moeten tot de stemopneming overgaan. Ik stel u voor de heren Dirk Van der Maelen en Wouter De Vriendt als stemopnemers aan te stellen.

 

M. Goyvaerts a demandé la parole, pour respecter la tradition.

 

18.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vandaag ligt er opnieuw een naturalisatiewetboek voor. De verlofperiode komt eraan en dan staat er altijd zo’n boek op de agenda. Vandaag liggen er dus 1 229 naturalisatiewetten ter stemming. De meeste Parlementsleden zullen waarschijnlijk dadelijk met de ogen toe de formulieren allemaal in de urne steken. De Vlaams Belangfractie zal dat niet doen. Wij hebben dat nog nooit gedaan en wij zullen het ook nooit doen, omdat wij niet medeplichtig willen zijn aan het rondstrooien van paspoorten, alsof het getrouwheidskaarten zijn.

 

Vandaag komt er opnieuw een hele reeks nieuwe Belgen bij, uit 108 verschillende landen van herkomst. Dat is op zich al een groot getal. De top 5 bestaat uit Marokko, met 13 % van de naturalisaties, Congo, met 8 % van de naturalisaties, de Russische Federatie, met 6 %, Guinee, met 4,5 %, en op de vijfde plaats Roemenië met 4 % van de naturalisatietoekenningen.

 

Ik zal het deze keer niet hebben over de rode draad, die door verschillende naturalisatiedossiers loopt. Velen moeten ondertussen wel weten dat het helemaal niet meer gaat om de gunst van het Parlement om het staatsburgerschap te krijgen. Het is gewoon een ordinaire machinerie geworden, een automatisme om zo veel mogelijk vreemdelingen, al dan niet met veel complimenten en poespas, tot staatsburger te maken.

 

Wat in de afgelopen dagen wel een element van mijn aandacht is geweest, mijnheer de voorzitter, is dat het politieke dienstbetoon weer boven kwam drijven. Het is vooral een instrument, dat nogal wat meerderheidspartijen in het kader van de commissie voor de Naturalisaties gebruiken. Het gaat om meerderheidspartijen die vooral actief zijn in het Brussels Gewest. Iedereen beseft dan dat het natuurlijk gaat over de voornamelijk Franstalige toekomstige kiezers. Zij moeten in de watten worden gelegd en tegen de volgende verkiezingen ook wat worden vertroeteld.

 

Wie al langer in de Kamer rondloopt, herinnert zich in verband met het politiek dienstbetoon inzake naturalisatiedossiers een ernstig incident met toenmalig voorzitter Claude Eerdekens van de PS.

 

Ja, mijnheer de voorzitter, ik was deze keer ook geschokt. Ik ben ten zeerste verontwaardigd naar aanleiding van het bericht dat Belga op 21 juni heeft rondgestuurd, dat de huidige voorzitter van de Kamercommissie voor de Naturalisaties zijn functie misbruikt. Hij gebruikt namelijk de privégegevens van kersverse Belgen om felicitatiebrieven te versturen.

 

Mijn fractievoorzitter heeft u daarover op 24 juni een brief gestuurd met het verzoek om dat uit te pluizen en daar desgevallend kordaat tegen op te treden. Ik heb vandaag uw antwoord gelezen, mijnheer de voorzitter.

 

Ik blijf erbij: waar rook is, is vuur. De commissie voor de Naturalisaties is geen evidente commissie en heeft geen evidente werking. Wij moeten daar dikwijls op eieren lopen. Wij moeten daar ook vaak in delicate omstandigheden werken.

 

De fractie van het Vlaams Belang is van oordeel dat er geen enkele zweem van partijdigheid en politiek misbruik bij de commissieleden mag zijn en al zeker niet bij de commissievoorzitter. Als dergelijke feiten de buitenwereld bereiken, verliest de betrokken commissievoorzitter onzes inziens zijn geloofwaardigheid en is hij ook niet meer in staat om de werkzaamheden op een objectieve manier te organiseren. Bijgevolg moet hij bij dergelijke aantijgingen de eer aan zichzelf houden en een stap opzijzetten tot de zaak ten gronde is uitgezocht.

 

Ook de privacycommissie heeft daarover haar zegje gedaan. Zij is zeer duidelijk. Volgens de privacycommissie moet de zaak vanwege de gevoeligheid aangaande de bescherming van privégegevens met aandacht worden gevolgd. Bijgevolg kan in de zaak niet met een soort van gedoogbeleid worden gewerkt, mijnheer de voorzitter.

 

Uit uw antwoord aan onze fractievoorzitter heb ik ook begrepen dat de commissievoorzitter het punt zal agenderen op een volgende vergadering van de commissie voor de Naturalisaties. Ik kijk uit naar dat debat.

 

Wij zijn van oordeel dat het al moeilijk werken is in die commissie en dat daar ook paal en perk aan moet worden gesteld. Zo niet is het helemaal een nutteloze zaak. Wij zullen de naturalisatiewetten vandaag in elk geval niet goedkeuren.

 

Le président: J'ai reçu le courrier du groupe. J'ai rencontré le président de la commission des Naturalisations qui m'a donné une série d'explications. J'ai envoyé un courrier au groupe.

 

18.02  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, (…)

 

De voorzitter: Wat zegt u?

 

18.03  Gerolf Annemans (VB): (…)

 

De voorzitter: Neen. Ik heb een brief gekregen van de fractieleider van het Vlaams Belang. Ik heb daarop een vergadering belegd met de heer Dallemagne, voorzitter van de commissie voor de Naturalisaties, waarop ik antwoorden heb gekregen op mijn verschillende vragen. Daarna heb ik een brief gestuurd naar het Vlaams Belang.

 

Mijnheer Annemans, ik stel voor dat tijdens de volgende vergadering van de commissie voor de Naturalisaties een discussie over de regels op de agenda wordt gezet, niet alleen de regels voor de leden van de commissie, maar ook voor het personeel, inzake discretie enzovoort.

 

Voor mij is het incident daarmee gesloten.

 

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

 

Il est procédé à l’appel nominal.

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping.

 

Nous allons clore le scrutin pour les demandes de naturalisation.

Wij gaan de geheime stemming over de naturalisatieaanvragen sluiten.

 

Je prie les membres qui n’ont pas encore déposé leur bulletin de le faire immédiatement.

Ik vraag de leden die zulks nog niet gedaan hebben hun stembiljet onmiddellijk in de bus te steken.

 

Je déclare le scrutin clos.

De geheime stemming is gesloten.

 

19 Renvoi en commission

19 Terugzending naar de commissie

 

J'ai reçu des amendements de M. Terwingen et consorts sur le projet de loi portant des dispositions diverses (n° 2891/1).

Ik heb amendementen van de heer Terwingen cs ontvangen op het wetsontwerp houdende diverse bepalingen (nr. 2891/1).

 

Je vous propose de renvoyer ces amendements à la commission des Affaires sociales.

Ik stel u voor deze amendementen terug te zenden naar de commissie voor de Sociale Zaken.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

20 Prise en considération de propositions

20 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 3 juillet 2013, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de MM. Olivier Henry, Herman De Croo, Bruno Tuybens, Georges Dallemagne, Steven Vanackere et François-Xavier de Donnea modifiant la loi du 19 mars 2013 relative à la Coopération au Développement (n° 2923/1);

Renvoi à la commission des Relations extérieures

- la proposition de loi de Mme Marie-Martine Schyns, MM. Jenne De Potter et Laurent Devin, Mmes Jacqueline Galant et Bercy Slegers et MM. Peter Vanvelthoven et Frank Wilrycx modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant un service de police intégré, structuré à deux niveaux (n° 2926/1).

Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 3 juli 2013, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van de heren Olivier Henry, Herman De Croo, Bruno Tuybens, Georges Dallemagne, Steven Vanackere en François-Xavier de Donnea tot wijziging van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (nr. 2923/1);

Verzonden naar de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen

- het wetsvoorstel van mevrouw Marie-Martine Schyns, de heren Jenne De Potter en Laurent Devin, de dames Jacqueline Galant en Bercy Slegers en de heren Peter Vanvelthoven en Frank Wilrycx tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (nr. 2926/1).

Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

20.01  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, je voudrais demander l'urgence pour cette proposition de loi n° 2926.

 

Aujourd'hui, les zones de police n'ont pas de base légale pour introduire auprès des SPF Intérieur et Justice leur plan zonal de sécurité. Elles attendent toutes le projet de circulaire PLP qui prévoit une nouvelle procédure d'introduction des plans zonaux. Cette circulaire ne peut être diffusée et signée qu'après publication de la loi ici prise en considération.

 

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.

 

20.02  André Frédéric (PS): Monsieur le président, je souhaiterais demander l'urgence pour la proposition de loi n° 2923 cosignée par MM. Henry, De Croo, Tuybens, Dallemagne, Vanackere et de Donnea qui modifie la loi, adoptée en mars dernier, relative à la Coopération au développement.

 

La demande d'urgence est adoptée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Zoé Genot sur "la lutte contre le viol et le suivi des engagements" (n° 93)

21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Zoé Genot over "de strijd tegen verkrachting en de follow-up van de afspraken dienaangaande" (nr. 93)

 

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 25 juin 2013.

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 25 juni 2013.

 

Deux motions ont été déposées (MOT n° 93/1):

 une motion de recommandation a été déposée par Mme Zoé Genot;

 une motion pure et simple a été déposée par Mme Marie-Martine Schyns.

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 93/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Zoé Genot;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Marie-Martine Schyns.

 

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

85

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

 

22 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 17 september 2005 met betrekking tot de activiteiten op het gebied van het lanceren, het bedienen van de vlucht of het geleiden van ruimtevoorwerpen (2814/4)

22 Projet de loi modifiant la loi du 17 septembre 2005 relative aux activités de lancement, d'opération de vol ou de guidage d'objets spatiaux (2814/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

98

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

36

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2814/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2814/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

(Mevrouw Rutten heeft voor gestemd)

 

23 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisieomroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad (2840/1)

23 Projet de loi modifiant la loi du 7 mai 1999 portant création du Palais des Beaux-Arts sous la forme d'une société anonyme de droit public à finalité sociale et modifiant la loi du 30 mars 1995 concernant les réseaux de distribution d'émissions de radiodiffusion et l'exercice d'activités de radiodiffusion dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale (2840/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

86

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

38

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2840/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2840/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

24 Wetsontwerp betreffende de prospectie de exploratie en de exploitatie van de rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (2838/3)

24 Projet de loi relatif à la prospection, l'exploration et l'exploitation des ressources des fonds marins et leur sous-sol au-delà des limites de la juridiction nationale (2838/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

86

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

38

Abstentions

Totaal

135

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2838/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2838/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

25 Wetsontwerp houdende invoeging van bepalingen die aangelegenheden regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in de wet van (...) betreffende de prospectie, de exploratie en de exploitatie van rijkdommen van de zee- en oceaanbodem en de ondergrond ervan voorbij de grenzen van de nationale rechtsmacht (2839/3)

25 Projet de loi portant insertion des dispositions réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution dans la loi du (...) relative à la prospection, l'exploration et l'exploitation de ressources des fonds marins et leur sous-sol au-delà des limites de la juridiction nationale (2839/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 4)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2839/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2839/4)

 

26 Proposition de résolution relative aux sources innovantes de financement du développement (2780/7)

26 Voorstel van resolutie over de innoverende financieringsbronnen voor ontwikkeling (2780/7)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

86

Oui

Nee

36

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

133

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2780/8)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering gebracht worden. (2780/8)

 

Reden van onthouding?

Raison d'abstention?

 

26.01  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, wij hebben ons onthouden wegens de reden die ik bij de behandeling van deze resolutie heb uiteengezet.

 

(Mme Meyrem Almaci a voté comme son groupe)

 

27 Projet de loi transposant la directive 2011/16/UE du Conseil du 15 février 2011 relative à la coopération administrative dans le domaine fiscal et abrogeant la directive 77/799/CEE (2905/4)

27 Wetsontwerp houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG (2905/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

99

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

36

Abstentions

Totaal

135

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2905/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2905/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

28 Proposition de loi modifiant, en ce qui concerne le délai de mise en conformité des actes, la loi du 2 juin 2010 modifiant le Code civil afin de moderniser le fonctionnement des copropriétés et d'accroître la transparence de leur gestion (2911/1)

28 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken wat de termijn voor het in overeenstemming brengen van de akten betreft (2911/1)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

10

Abstentions

Totaal

134

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2911/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2911/3)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

29 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie A) (2875/2)

29 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel A) (2875/2)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Vote/stemming 8)

Oui

100

Ja

Non

35

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

135

Totaal

 

(…): (…)

Le président: Il semble que j'aie voulu aller trop vite. Nous ne pouvions pas encore voter cette proposition. Je dois par conséquent annuler ce vote.

 

(Le vote n° 8 est annulé)

(Stemming nr. 8 wordt geannuleerd)

 

Scrutin sur les demandes de naturalisation (continuation)

Geheime stemming over de naturalisaties (voortzetting)

 

Voici le résultat du scrutin sur les naturalisations. (2875/2)

Ziehier de uitslag van de geheime stemming over de naturalisaties. (2875/2)

 

Nombre de votants

117

Aantal stemmen

Votes valables

117

Geldige stemmen

Majorité absolue

59

Volstrekte meerderheid

 

Toutes les naturalisations ont obtenu la majorité absolue. Le vote sur la proposition de lois de naturalisation aura lieu dans un instant.

Alle naturalisaties hebben de volstrekte meerderheid bekomen. Over het voorstel van naturalisatiewetten zal dadelijk worden gestemd.

 

La proposition de la commission de Naturalisations est divisée en deux parties (A et B) comportant chacune plusieurs articles à adopter.

Het voorstel van de commissie voor de Naturalisaties omvat twee delen (A en B) die elk verscheidene aan te nemen artikelen tellen.

 

Proposition de lois de naturalisation

Voorstel van naturalisatiewetten

 

30 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie A) (2875/2)

30 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel A) (2875/2)

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie A) aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel A) zal later plaatsvinden.

 

31 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie B) (2875/2)

31 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (2875/2)

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble de la proposition de loi de naturalisation (partie B) aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel van het voorstel van naturalisatiewet (deel B) zal later plaatsvinden.

 

Votes nominatifs (continuation)

Naamstemmingen (voortzetting)

 

Nous allons procéder au vote sur la proposition de lois de naturalisation dont nous venons d'examiner les articles.

Wij gaan over tot de stemming over het voorstel van naturalisatiewetten waarvan wij zojuist de artikelen hebben besproken.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

32 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 1er mars 2000 modifiant certaines dispositions relatives à la nationalité belge (partie A) (2875/2)

32 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (deel A) (2875/2)

 

Il s'agit donc de la proposition de loi sur laquelle nous venions de voter. Nous recommençons ce vote afin d'éviter tout problème de procédure.

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Vote/stemming 9)

Oui

100

Ja

Non

35

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

135

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie A). Elle sera soumise à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel A) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

33 Proposition de loi de naturalisation accordée en application de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses et modifiant le Code de la nationalité belge (partie B) (2875/2)

33 Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B) (2875/2)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 9)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi de naturalisation (partie B). Elle sera soumise à la sanction royale.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van naturalisatiewet (deel B) aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

 

34 Proposition de rejet faite par la commission des Naturalisations en ce qui concerne les dossiers repris dans son rapport n° 2875/1, aux pages 3 à 6

34 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslag nr. 2875/1 op bladzijden 3 tot 6 zijn opgenomen

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Vote/stemming 10)

Oui

134

Ja

Non

0

Nee

Abstentions

1

Onthoudingen

Total

135

Totaal

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan.

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet.

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

35 Adoption de l’ordre du jour

35 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 10 juillet 2013 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 10 juli 2013 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19.43 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.43 uur.

 

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 154 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 154 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

085

Ja

 

Arens Joseph, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

049

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

098

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

036

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

086

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

011

Nee

 

Annemans Gerolf, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

038

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Louis Laurent, Luykx Peter, Maingain Olivier, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Vaerenbergh Kristien, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

086

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

011

Nee

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 

 

Abstentions

038

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

086

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof

 

 

Non        

036

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Luykx Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Battheu Sabien, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Louis Laurent, Rutten Gwendolyn, Somers Bart, Somers Ine, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

099

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

036

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

124

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

010

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 008 (annulé / geannuleerd)

 

 

Oui        

100

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

035

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Luykx Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

100

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dierick Leen, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

035

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Luykx Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

134

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonni Véronique, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Ducarme Denis, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Nyanga-Lumbala Jeanne, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent