Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 25 avril 2013

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 25 april 2013

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Monica De Coninck, Servais Verherstraeten

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Myriam Delacroix-Rolin, Isabelle Emmery, André Frédéric, Fouad Lahssaini, Linda Musin, Jan Van Esbroeck, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Benoît Lutgen, Caroline Gennez, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;

Jean Marie Dedecker, en mission / met zending;

Denis Ducarme, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;

Roel Deseyn, Daphné Dumery, Patrick Moriau, Conseil de l'Europe / Raad van Europa;

Kattrin Jadin, empêchée / verhinderd.

 

Monsieur Pieter De Crem est en mission en Allemagne.

De heer Pieter De Crem is met zending in Duitsland.

 

01 Communication

01 Mededeling

 

Par lettre du 23 avril 2013 M. Gerolf Annemans m'a informé de sa démission en tant que président du groupe Vlaams Belang.

Bij brief van 23 april 2013 heeft de heer Gerolf Annemans mij medegedeeld dat hij zijn functie als fractievoorzitter van het Vlaams Belang neerlegt.

 

Le groupe VB de la Chambre m'a informé de la désignation de Mme Barbara Pas en qualité de présidente de groupe à partir de ce jour.

De VB-fractie van de Kamer heeft mij medegedeeld dat mevrouw Barbara Pas als fractievoorzitter werd aangesteld vanaf vandaag.

 

02 Questions orales

02 Mondelinge vragen

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 24 avril 2013, je vous propose de décider que désormais, si une question déposée en vue de la séance plénière a le même objet qu'une question déposée antérieurement, mais non encore posée en commission, la question destinée initialement à la commission est renvoyée en séance plénière pour autant qu'elle soit déposée au plus tard à 17 heures le vendredi précédant le jour de la séance plénière où les questions orales sont à l'ordre du jour.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 24 april 2013, stel ik u voor het volgende te beslissen: indien er een vraag wordt ingediend voor de plenaire vergadering die over hetzelfde onderwerp handelt als een eerder ingediende vraag die echter nog niet werd gesteld in de commissie, wordt de vraag die oorspronkelijk bedoeld was voor de commissie, voortaan verzonden naar de plenaire vergadering, indien ze werd ingediend uiterlijk op vrijdag om 17 uur voorafgaand aan de dag van de plenaire vergadering waarop de mondelinge vragen zijn geagendeerd.

 

C'est un retour à la situation antérieure à laquelle nous avions dérogé.

Une évaluation interviendra avant les vacances parlementaires.

Wij zullen deze regeling voor het zomerreces evalueren.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Questions

Vragen

 

03 Vraag van de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1698)

03 Question de M. Hagen Goyvaerts au premier ministre sur "le budget" (n° P1698)

 

03.01  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de eerste minister, ik stel vast dat uw partij, de Parti Socialiste, sinds afgelopen zondag in verkiezingsmodus is. Ik heb de stoere verklaringen van uw partijvoorzitter gehoord en ik heb vastgesteld dat u enthousiast voor hem applaudisseerde. Misschien hebt u een detail over het hoofd gezien, namelijk dat u regeringsleider bent en ervoor moet zorgen dat u de regeringsploeg het komende jaar bij elkaar houdt. U moet nog een jaar regeren.

 

Als ik kijk naar uw begrotingsdoelstellingen, moet ik vaststellen dat er een probleem aan het ontstaan is. In het begrotingsjaar 2012 hebt u uw begrotingsdoelstellingen niet gehaald. Het tekort was geraamd op 3,2 % maar u bent geëindigd met 3,9 % van het bbp. De staatsschuld zou u onder de 100 % brengen, maar ook dat verliep niet zoals u verwachtte. Integendeel, u moet nog overheidsparticipaties verkopen.

 

Wat uw begrotingsdoelstellingen voor het lopende jaar betreft, raamde u het begrotingstekort op 2,15 %, maar dat hebt u al moeten bijstellen naar 2,4 % van het bbp, en gisteren heeft het kernkabinet beslist om het structureel evenwicht met een jaar uit te stellen. In plaats van 2015, wordt het 2016, en aldus een probleem voor de volgende regering. Nochtans schreef u in een van uw eerste stabiliteitsprogramma’s dat er in 2015 een structureel overschot zou zijn van 0,6 %.

 

Ik stel vast dat de riem wordt gelost. De begrotingsdiscipline wordt losgelaten, in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld uw coalitiepartner Open Vld wenst, die bij monde van zijn vice-eersteminister tot 7 maart zei dat de afspraken met Europa moeten worden nagekomen. CD&V heeft het altijd over 2013.

 

Mijnheer de eerste minister, wat bezielt deze regering toch om systematisch haar begrotingsdoelstellingen af te zwakken?

 

Le président: J'exécute ce qui m'a été demandé par la Conférence des présidents: le respect des deux minutes de temps de parole.

 

03.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, overeenkomstig de Europese regelgeving zal de regering tegen 30 april haar stabiliteitsprogramma en nationaal hervormingsprogramma bij de Europese Commissie indienen. Die teksten zullen morgen in de Ministerraad worden besproken. Sta mij toe te wachten tot de Ministerraad alvorens hier in detail te treden.

 

Wees echter gerust, collega's, ons Parlement zal uitgebreid op de hoogte worden gebracht van de inhoud van die documenten. Morgennamiddag zal er een adviescomité samenkomen, waar ik de gelegenheid zal hebben om al uw vragen te beantwoorden in het bijzijn van de ministers van Financiën, van Werk en van Begroting.

 

03.03  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de eerste minister, sta mij toe te protesteren tegen uw antwoord.

 

Ik ben hier vandaag in de plenaire vergadering om u een politieke vraag te stellen en u verwijst mij door naar een commissie die morgen de boel technisch zal uitrafelen. Ik heb geen probleem met de commissievergadering van morgen, maar u had vandaag een politiek antwoord kunnen geven op mijn politieke vraag. Ik meen dat zulks de geplogenheid is van de Kamer.

 

Ik stel ook vast dat de regering en ook de voorgaande regeringen begrotingsdoelstellingen formuleren en stabiliteitspacten produceren, maar dat zij zich daar helemaal niet aan houden en de zaak altijd maar voor zich uit schuiven. Als ik dan Herman Van Rompuy — als gewezen begrotingsminister kan hij het weten — hoor verklaren dat de regering voor de jaren 2010, 2011 en 2012 nog niet zulke zware inspanningen heeft geleverd, laat staan dat ze zich kapot heeft bespaard, dan staat u er wat beteuterd bij met uw mantra van de grootste besparing sinds de Tweede Wereldoorlog.

 

Ik stel ook vast dat het begrip eenmalige maatregelen ondertussen een pakket van 1,5 miljard euro omvat. De conclusie van de Vlaams Belangfractie is duidelijk, met name dat een regering die haar afspraken niet nakomt ongeloofwaardig is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Mme Zoé Genot au premier ministre sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1699)

- M. Mathias De Clercq au premier ministre sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1710)

- Mme Zuhal Demir au premier ministre sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1700)

- Mme Catherine Fonck au premier ministre sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1701)

- M. Kristof Calvo au premier ministre sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1702)

- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1709)

- M. David Clarinval à la ministre de l'Emploi sur "le statut unique pour les ouvriers et les employés" (n° P1711)

04 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Zoé Genot aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1699)

- de heer Mathias De Clercq aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1710)

- mevrouw Zuhal Demir aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1700)

- mevrouw Catherine Fonck aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1701)

- de heer Kristof Calvo aan de eerste minister over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1702)

- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1709)

- de heer David Clarinval aan de minister van Werk over "het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden" (nr. P1711)

 

04.01  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre, dans ce pays, tous les Belges sont égaux devant la loi, sauf les ouvriers. Heureusement, la Cour constitutionnelle a tranché. Maintenant, eux aussi devront être traités comme tous les Belges. C'est une bonne nouvelle!

 

Une bonne nouvelle si on tranche pour davantage de justice sociale. À l'heure actuelle, le préavis ouvrier est le pire d'Europe. La Belgique est l'un des pays où l'on licencie le plus facilement. Il suffit d'envoyer une lettre. On n'a même pas besoin de rencontrer la personne. On n'a pas besoin de se justifier. Quand l'ouvrier est dans l'entreprise depuis 11 ans, on lui donne 4 semaines pour se débrouiller. Un employé dans la même situation a droit à 5 mois pour essayer de retrouver une situation avant de tomber sous le coup du chômage.

 

Malgré cela, on entend les estimations les plus farfelues: aligner les deux préavis coûterait 4 % du PIB. Ne rigolons pas! À moins de licencier la moitié des travailleurs l'année prochaine et de ne pas leur faire prester leur préavis, ces chiffres sont farfelus.

 

On entend aussi une volonté de puiser dans les caisses de l'ONEM alors que ces dernières années, on a demandé aux chômeurs de se serrer la ceinture. On a exclu certains du chômage; d'autres ont vu leurs allocations rabotées pour pouvoir accueillir les nouveaux chômeurs. Aujourd'hui, on propose que l'ONEM soit le Bancontact des patrons qui licencient. C'est inacceptable!

 

Monsieur Di Rupo, pour nous, la question est la suivante: quels sont les critères que vous fixez dans ce dossier? Comment allez-vous aboutir à davantage de justice sociale?

 

Cela fait 25 ans que vous êtes au pouvoir, le dossier n'a que trop pourri. Nous devons trouver une issue rapidement car on a appris qu'un certain nombre de patrons profitaient de la période des soldes pour licencier maintenant. Avez-vous des chiffres en la matière?

 

04.02  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, mevrouw de minister, collega’s, vandaag is er opnieuw een actiedag met betrekking tot het zogenaamde eenheidsstatuut. Ook in februari en maart werd reeds actie gevoerd. Vandaag moet de actie fungeren als een soort waarschuwingsschot. Er werd ook gewag gemaakt van de aftrap van het betogingseizoen, als een alarmbel voor de regering.

 

Collega’s, het moet mij van het hart dat het toch wel vreemd is te moeten vaststellen dat een organisatie, die jarenlang de kans heeft gehad om het probleem op te lossen maar daarin niet is geslaagd, vandaag niet alleen komt zeggen hoe het moet maar ook nog eens de straat op gaat. Collega’s, het moet mij ook van het hart dat dit echt totaal onverantwoord is in tijden dat de faillissementen hoge toppen scheren, er jobs sneuvelen en er nog nooit zo weinig werd geïnvesteerd.

 

Mijnheer de premier, deze verantwoordelijkheid moet iedereen opnemen en niet het minst de regering. Er moeten de komende tijd knopen worden doorgehakt. Er moet perspectief worden geboden. Er moet vooral duidelijkheid worden verschaft voor iedereen: de werknemers en ook de werkgevers. Door de onduidelijkheid gaan er blijkbaar stemmen op om snel nog wat mensen te ontslaan. Ook dit is niet het antwoord, dit is niet de oplossing.

 

Premier, mevrouw de minister, grijp deze historische kans. De oplossing moet voor onze fractie ook breder gaan dan enkel de carensdag of de ontslagvergoeding. Er moet ook aandacht worden besteed aan de hertewerkstelling en een activerende en dynamische arbeidsmarkt. Bovendien mag de oplossing de totale loonkost niet verder de hoogte in jagen.

 

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, mevrouw de minister, ik kom tot mijn vragen.

 

Kan u in deze plenaire vergadering duidelijkheid verschaffen over de aanpak in dit dossier? Kan u een timing geven waarin we die historische doorbraak mogen verwachten?

 

04.03  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mevrouw de minister, het is lang geleden dat wij u nog hebben gezien.

 

Mijnheer de eerste minister, u slaagt erin samen met uw regering chaos te creëren, door niets te doen. De chaos is er. Arbeiders worden van de ene op de andere dag ontslagen, omdat de werkgever niet weet wat de hervorming zal inhouden. Buitenlandse bedrijven durven niet naar België te komen om te investeren, omdat ook zij niet weten wat de kostprijs van het nieuwe statuut zal worden. Ook uw eigen vakbond betoogt vandaag, zoals hij in het verleden al heeft betoogd, omdat u en uw minister het eenheidsstatuut laten uitblijven.

 

Mijnheer de eerste minister, ik zou het leuk vinden, mocht u meeluisteren.

 

De chaos zal alleen maar toenemen, indien de huidige regering geen duidelijkheid en geen zekerheid biedt. Zij moet zekerheid bieden aan de werknemers, die immers het recht hebben te weten wat hun rechten in het nieuwe statuut zijn. Er moet ook duidelijkheid komen voor de bedrijven, zodat zij weten wat het kostenplaatje van het nieuwe eenheidsstatuut is. Zowel de werknemers als de bedrijven hebben immers geen goede ervaringen met wat u met de huidige regering tot nu toe aan belastingen hebt uitgetekend.

 

Vooraleer ik mijn vragen stel, wil ik me even tot de heer De Clercq richten. U kan hier op deze tribune mooi staan roepen. U en uw partij maken echter deel uit van de huidige regering. Het is dus uw verantwoordelijkheid. Immers, indien het over verantwoordelijkheid gaat, is het ook uw verantwoordelijkheid en van de Open Vld, omdat deel uitmaakt van de huidige regering.

 

Mijnheer Di Rupo, wanneer zal u duidelijkheid creëren?

 

Ten tweede, wanneer zal u naar het Parlement komen? Er is immers nog zoiets als een Parlement en een commissie voor de Sociale Zaken. Wanneer zal u met het eenheidsstatuut naar het Parlement komen?

 

Ik wil ook duidelijkheid – wij hebben de minister ter zake ondervraagd – over de piste van de Grondwet. De minister was niet duidelijk over de problematiek. Wat is de piste om de Grondwet te wijzigen en het gelijkheidsbeginsel aan te passen?

 

04.04  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre, chers collègues, aujourd'hui est une journée de mobilisation des syndicats. Il est vrai que cela ne se manifeste pas de la même manière partout. Dans ma région, qui est d'ailleurs aussi la vôtre, monsieur le premier ministre, ça chauffe!

 

La vision des cols bleus et des cols blancs n'a plus lieu d'être aujourd'hui. Tout le monde est d'accord pour uniformiser les statuts d'ouvrier et d'employé. Mais sur la manière de le faire, le moins que l'on puisse dire, c'est que les positions des partenaires sociaux sont profondément différentes. Chaque jour qui passe, les positions exprimées se multiplient et tendent même à se crisper.

 

Monsieur le premier ministre, la balle est dans le camp du gouvernement. Celui-ci a d'ailleurs rencontré, si je ne m'abuse, les syndicats ce matin. Qu'en est-il sorti? Le gouvernement va-t-il apporter des propositions concrètes pour sortir par le haut de ce dossier? La date butoir du 8 juillet va-t-elle être respectée?

 

04.05  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, de heer De Clercq heeft zijn vaste plaat gedraaid en de vakbonden de les gespeld op het vlak van verantwoordelijkheid. U hebt het debat goed beluisterd, het dossier ligt op de tafel van uw regering. Enige bescheidenheid van deze klassieke tripartiete is in dat geval wel op zijn plaats.

 

Mijnheer de premier, het is een bijzonder moeilijk dossier. We moeten daar niet flauw over doen, het tegendeel zou populistisch zijn. Ik verwacht ook niet dat u vandaag zegt wat het uiteindelijke resultaat zal zijn en wat u vanochtend besproken hebt. Het is echter wel hoog tijd dat u een aantal pistes assertief van tafel veegt.

 

In deze fase van het debat zijn drie zaken voor mij belangrijk.

 

Ten eerste, de grondwetswijziging. Mevrouw De Coninck heeft daarover vragen gekregen in de commissie en in de plenaire vergadering, deze mooie tempel van de democratie waar vragen normaal gezien beantwoord moeten worden als ze gesteld worden. Ze was daar niet duidelijk over. Ze was niet duidelijk over wat de keizer van Oostende, de professor grondwettelijk recht van de universiteit van Gent, vicepremier Vande Lanotte, nu eigenlijk van plan is. Er zou een piste zijn om via de Grondwet uitstel af te kopen, om discriminatie te verankeren in de Grondwet. Mijnheer Dewael, normaal gezien is een Grondwet er – niet onbelangrijk vanuit een liberale visie – om de strijd tegen discriminatie te voeren en grondrechten te waarborgen. Ze is er niet om discriminatie te verankeren. Mijnheer de premier, kunt u daar vandaag wel duidelijkheid over verschaffen? Is die piste van tafel of niet? Zal de Grondwet worden aangepast of niet? Dat is heel belangrijk.

 

Een tweede punt. Deze week hebben we op pagina 2 van Het Laatste Nieuws, met een mooie foto erbij van mevrouw De Coninck, kunnen lezen dat deze regering een smalle focus zou hanteren in dit dossier. Men zou alleen een oplossing willen vinden voor de ontslagregeling en de carensdag. Andere aspecten, andere verschillen tussen arbeiders en bedienden, zouden niet worden weggewerkt. Kloppen die geruchten? Zal het een smalle of een brede focus worden? Zullen ook onderscheiden op het vlak van vakantiegeld, het uitbetalen van loon en de proefperiode worden weggewerkt?

 

Ten derde…

 

De voorzitter: (…)

 

04.06  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik ben bijna klaar. Ik ben echter blij dat u voor discipline gaat.

 

Collega Genot heeft gelijk, er zijn voorlopig nog solden. Het is voorlopig nog heel goedkoop om in dit land arbeiders opzij te zetten. U hebt de kranten vandaag gelezen. Wat gaat u aan die preventieve ontslagen doen? Zult u ook daartegen optreden?

 

04.07  Guy D'haeseleer (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, de soap rond het eenheidsstatuut begint heel pijnlijke proporties aan te nemen.

 

Ik heb vandaag gemerkt dat de vakbonden actie voeren. Diezelfde vakbonden zijn mee verantwoordelijk voor de huidige impasse in dit dossier door het jarenlang geblokkeerd te hebben. Zij hebben er via hun zuilministers, zoals de heren Vanvelthoven en Vandenbroucke, immers voor gezorgd dat het Parlement in dit dossier monddood werd gemaakt. Dat zijn nu de mensen die op straat komen en betogen omdat er geen concreet plan op tafel ligt. Dat is je reinste hypocrisie.

 

Ook u, mevrouw de minister, lijkt niet in staat om een fundamentele oplossing naar voren te schuiven. U zegt wel dat u werkt aan een totaaloplossing, maar iedereen voelt aan dat er een voor deze arbeidsmarkt uiterst schadelijke regeling zal worden uitgewerkt, met wat gepruts in de marge over de opzegtermijnen en de carensdag, maar dat een fundamentele oplossing uiteindelijk onmogelijk zal blijken.

 

De gevolgen van dit getalm en van deze onkunde lieten niet op zich wachten. Volgens de werkgeversfederaties Fedustria en Agora, die bedrijven met meer dan 80 % van de werknemers in een statuut van arbeider vertegenwoordigen, zet het compleet immobilisme in dit dossier bedrijven ertoe aan om nog snel vóór 8 juli overtollige arbeiders te ontslaan in de wetenschap dat de ontslagkosten voor die arbeiders na 8 juli vijf tot tien keer duurder dreigen te worden. Dat is alleen maar de verantwoordelijkheid van deze regering.

 

Wij dreigen na 8 juli, de dag dat voor het Grondwettelijk Hof een eengemaakt statuut rond moet zijn, af te glijden naar een juridische chaos. Mevrouw de minister, de speeltijd is voorbij is en ik vraag u eindelijk te beslissen. Ik hoop dat de regering knopen zal doorhakken.

 

Ik vraag u concreet om na twintig jaar getalm te beslissen welke hervormingen op til staan. Wees daarover eindelijk eens duidelijk. Wanneer zal er voor de bedrijven en de werknemers in dit land duidelijkheid zijn? Ik denk, en u zult het hopelijk met mij eens zijn, dat dit circus, na twintig jaar, lang genoeg heeft geduurd.

 

04.08  David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre, chers collègues, le MR partage évidemment le souhait légitime des travailleurs qui vise à disposer d'un statut harmonisé pour les ouvriers et les employés. Mais, au MR, nous savons aussi que les charges qui pèsent sur le travail en Belgique sont parmi les plus élevées du monde et que chaque augmentation des charges sur le travail engendre des pertes d'emploi à cause des délocalisations.

 

Dès lors, madame la ministre, c'est un équilibre très compliqué qu'il vous est demandé de trouver et nous espérons qu'il sera possible de trancher avant le 8 juillet.

 

Madame la ministre, quand comptez-vous convoquer les partenaires sociaux pour négocier? Dans le cas où un partenaire ne souhaite pas poursuivre les négociations, allez-vous avancer avec ceux qui restent? Dans le cas où aucun accord ne peut être obtenu avec les partenaires sociaux, allez-vous trancher le débat au sein du gouvernement avant le 8 juillet?

 

Il faut trouver une solution claire et un équilibre entre la compétitivité et le statut avant le 8 juillet.

 

04.09 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, vooraleer minister van Werk Monica De Coninck het woord te geven, wil ik nog een algemene bedenking maken.

 

Oui, tous les ouvriers sont égaux et sont les égaux de tous les Belges. Dans le domaine de l'emploi en particulier, patrons et syndicats ont construit, à l'occasion de négociations sociales séparées, des statuts différents entre employés et ouvriers, statuts que la loi a consacrés. Cela est le résultat d'un travail, d'un dialogue entre patrons et syndicats avec, bien entendu, l'intervention du gouvernement et du parlement. Ce qui existe aujourd'hui est donc le résultat d'une histoire sociale spécifique qui, depuis la Seconde Guerre mondiale, a permis de construire le modèle de société belge auquel nous tenons et qui est basé, notamment, sur un dialogue social permanent. Mais comme vous le savez, la Cour constitutionnelle a pris une décision et une solution doit donc être trouvée.

 

U weet dat een tripartiete werkgroep met vertegenwoordigers van de sociale partners en van de regering verscheidene pistes heeft besproken. De zaak is nu om samen met de sociale partners tot een evenwichtige oplossing te komen.

 

Les choses sont telles que nous devons maintenant arriver avec les partenaires sociaux à trouver une solution équilibrée.

 

Dat vergt verder overleg. De regering zal daarom eerstdaags met werkgevers en vakbonden samen zitten. Dit overleg wordt door minister van Werk Monica De Coninck voorbereid.

 

Chers collègues, avant de céder la parole à la ministre, je rappelle que le gouvernement fédéral se tient à la disposition des syndicats et des organisations représentatives des employeurs pour rechercher une solution équilibrée pour tous.

 

En cette période de crise intense, où tous essayent de protéger l'emploi dans notre pays, chacun doit assumer ses responsabilités. C'est à cette attitude responsable que j'invite chacun des partenaires.

 

04.10 Minister Monica De Coninck: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, mevrouw Demir, misschien is voor u een week lang, maar ik ben hier vorige week de hele namiddag geweest, dus het is niet zo lang gelegen dat ik hier nog geweest ben.

 

Dan kom ik tot mijn inhoudelijk antwoord. Het is inderdaad niet meer van deze tijd om een onderscheid te maken tussen hoofd- en handenarbeid, want de meeste jobs vragen eigenlijk de combinatie van hoofd en handen om te werken.

 

Met het oog op de uitdagingen van de arbeidsmarkt in de toekomst, moeten wij bekijken hoe het onderwijs te organiseren. Wij moeten uitzoeken hoe wij onze kinderen kunnen stimuleren om goed te studeren en toch een technisch beroep te kiezen als arbeider. Het is dus een zeer urgent probleem, zowel voor de arbeidsmarkt als voor het onderwijs.

 

De regering heeft alle kansen gegeven aan het sociaal overleg en wij blijven dat ook doen. Wij hebben verscheidene vergaderingen gehad met de sociale partners. Zij hebben hun voorstellen daar kunnen voorleggen.

 

Il me semble essentiel de ne pas se substituer aux partenaires sociaux. Une solution, quelle qu'elle soit, doit nécessairement faire l'objet d'un compromis auquel tant les travailleurs que les employeurs ont contribué activement.

 

Tijdens het overleg hebben wij geconstateerd dat de verschillende concepten en scenario’s van de verschillende partners, werkgevers en vakbonden, dikwijls heel sterk uiteenlopen. Wij hebben ook geconstateerd — en de sociale partners hebben dat zelf aangegeven — dat zij er onder elkaar niet uit raken en dat een derde partner, zijnde de regering, creatief mee moet nadenken om een consensus te kunnen vinden.

 

Tout le monde se rend compte de la pression importante au niveau du timing, mais l'on ne peut pas oublier que, pendant 27 ans, des discussions ont eu lieu entre les partenaires à ce sujet, ce qui montre à quel point ce dossier est délicat et difficile.

 

Het heeft nu weinig zin om verklaringen af te leggen over alle inhoudelijke verschillen, want dan ben ik wel een paar uur bezig. Wij zijn natuurlijk een aantal scenario’s aan het bekijken. Wij proberen creatief te zijn. Wij zullen op basis daarvan — dat werd ook tegen de sociale partners zo gezegd — en na ruggespraak met de regering naar de sociale partners gaan, om een aantal scenario’s te bespreken en te kijken wat moeilijk ligt en wat nog aanvaardbaar is.

 

Ik merk, samen met u, dat de partners, zowel de werkgeversorganisaties als de vakbonden, allerlei acties opzetten, bijvoorbeeld in de media. Er zijn ook concrete acties. Ik betreur dat, want ik meen dat wij beter sereen met elkaar zouden samenwerken om een oplossing te vinden.

 

J'ai pris connaissance des déclarations dans la presse au sujet desdits licenciements préventifs dans quelques secteurs. Je déplore très fortement ce type de surenchères, car elles ne facilitent pas la recherche d'une solution.

 

Over dat laatste wil ik wel zeggen dat wij tussen de lijnen door ook wel het effect lezen van de economische crisis. Het kan best zijn dat men preventief mensen zou ontslaan, maar er is ook crisis in die sectoren.

 

Voor alle duidelijkheid, ik hoop van ganser harte dat wij tot constructieve gesprekken kunnen komen met de sociale partners en de regering om op tijd een oplossing te vinden.

 

04.11  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Le 8 juillet, c'est demain, mais les licenciements, c'est aujourd'hui! Manifestement, on ne fera rien! Le signal a été envoyé.

 

J'ai entendu certains parler des charges à propos des préavis. Soyons clairs: un préavis ne se paie que si l'on licencie. Ce sont les mêmes qui, lorsque nous demandons de limiter les parachutes dorés, renvoient nos propositions de loi aux calendes grecques.

 

Monsieur le premier ministre, ce dossier nécessite un chef de gouvernement actif, qui soit capable d'envoyer un signal de justice sociale. Or ce n'est pas ce que nous avons entendu aujourd'hui! Nous avons entendu, une fois de plus, un appel à la responsabilité. Après avoir entendu vos derniers discours, nous savons très bien ce que cela signifie: la régression sociale.

 

Dans un tel dossier, les préavis préservent notre économie et l'emploi. On ne peut donc pas se permettre cette régression!

 

04.12  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, mevrouw de minister, ik hoop oprecht dat er de komende tijd een evenwichtige oplossing wordt gevonden, die de concurrentiepositie van ons land kan vrijwaren, en die een dynamische arbeidsmarkt kan genereren.

 

Zij die jarenlang rond de tafel hebben gezeten maar er niet in slaagden een compromis te sluiten, zijn het slechtst geplaatst om nu te zeggen hoe het moet, laat staan om daarvoor op straat te komen. Wij moeten duidelijkheid verschaffen. Wij moeten de onzekerheid wegnemen en opnieuw – dit is het allerbelangrijkste, collega’s – vanuit de politiek het signaal geven dat er wel oplossingen mogelijk zijn. Wij mogen niet aan de zijlijn blijven staan en klagen.

 

Mevrouw Demir, u hebt geen lessen te geven aan anderen. Volgend jaar maakt uw partij 10 jaar deel uit van de Vlaamse regering. Een vergunning krijgen heeft nooit zo lang geduurd, de belastingen zijn nooit zo hoog geweest, dat is de realiteit. Erken dat en neem allemaal uw verantwoordelijkheid op!

 

04.13  Zuhal Demir (N-VA): Mijnheer De Clercq, mijn partij heeft helemaal geen lessen te leren van uw partij, die al 20 of 30 jaar deel uitmaakt van de federale regering. Waar staan wij nu? Wat is het antwoord van uw eerste minister op het voorstel van een grote sociaal-economische hervorming? Uw eerste minister, de heer Di Rupo zegt dat wij wachten. Ook uw minister van Werk zegt dat wij wachten.

 

Ik meen, samen met de werknemers en de bedrijven, dat wij al lang genoeg hebben gewacht. Ik meen dat het tijd is. Als constructieve partij hebben wij twee jaar geleden al voorgesteld het probleem in het Parlement op te lossen. Zo constructief zijn wij. Maar ja, de regering wou dat niet.

 

Mijnheer de eerste minister, mijnheer De Clercq, er is geen enkele sociaal-economische hervorming geweest de afgelopen drie jaar. Geen enkele! Inzake de loonlasten, de flexibilisering, en nu ook inzake het eenheidsstatuut, is er dankzij de PS van de heer Di Rupo een status-quo. Nochtans is stilstaan achteruitgaan. De chaos, die vandaag heerst in het land, bewijst dat nogmaals.

 

04.14  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, madame la ministre, je vous remercie pour vos différentes réponses. Nous sommes évidemment convaincus, et j'ai cru comprendre que vous l'étiez aussi, qu'un accord est possible. Ce chemin du possible est celui qui préserve à la fois la compétitivité des entreprises et la réalité et les droits des travailleurs.

 

Nous ne pourrons pas aborder ce dossier en le fragmentant. Aussi devrons-nous ensemble trouver une solution globale en passant, si nécessaire, par des étapes progressives qui permettront d'avoir un statut complet, un statut uniformisé pour les ouvriers et les employés sans oublier de tenir compte des spécificités et particularités de certains secteurs.

 

04.15  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, mevrouw de minister, ik begrijp dat u het probleem hier niet oplost in het Parlement, maar dat u drie weken na elkaar weigert een antwoord te geven of de regering nu wel of niet speelt met de idee om de discriminatie van arbeiders te verankeren in de Grondwet, dat is niet alleen lachen met het Parlement, maar met alle werkgevers en alle werknemers in het land.

 

Mijnheer de premier, u hebt uw standaardspeech voorgelezen. Of het nu gaat over de begroting, over jobs die verloren gaan of over het eenheidsstatuut: u hanteert dezelfde speech. Staatsmanschap, visie, dat zegt men niet, maar dat toont men. Dat is wel een groot verschil. Dat verwachten wij eigenlijk van een eerste minister. U hebt hier wat geschiedenis van het sociaal overleg gegeven, maar wij hoeven geen docent geschiedenis. Een premier moet de toekomst vorm geven.

 

Het is heel duidelijk wat wij willen: een verbetering van de arbeidsomstandigheden, ook van arbeiders. Het is vandaag in ons land te goedkoop om werknemers aan de kant te zetten. Van een oplossing ter zake daar moet u de komende weken werk van maken en daarbij zult u in het Parlement en in ons een constructieve partner vinden, daar kunt u zeker van zijn.

 

04.16  Guy D'haeseleer (VB): Mijnheer Di Rupo, wordt u de non-antwoorden die u elke week hier in de plenaire vergadering moet komen voorlezen, over het feit dat het samen gaan zitten met de sociale partners niet meer van deze tijd is en dat een evenwichtige oplossing moet worden gevonden, niet beu?

 

Ik weet dat u niet veel respect hebt voor de vragen die door de Parlementsleden worden gesteld, maar naast die talloze Kamerleden die het kotsbeu zijn, zijn de bedrijfsleiders die bezorgd zijn om hun concurrentiepositie en de werknemers, arbeiders en bedienden die bezorgd zijn om hun job, het ook kotsbeu. Zij willen actie, zij willen u zien handelen.

 

Mevrouw De Coninck, we moeten elkaar geen blaasjes wijsmaken; er komt geen eenheidsstatuut. Er zal hoogstens wat gemorrel zijn in de marge, wat ons arbeidsrecht nog complexer en ondoorzichtiger zal maken dan het al was en de discriminaties nog zal doen toenemen. Het wordt tijd dat u niet meer kakelt, maar eindelijk eens eieren legt. Ik maak mij overigens niet al te veel illusies over de eieren van de regering; ze zal wellicht windeieren leggen.

 

Ofwel komt u af met een eengemaakt statuut, ofwel zegt u dat u niet in staat bent tot een oplossing te komen. Dan lijkt het mij beter dat u ook voor uzelf een ander statuut kiest dan dat van minister.

 

04.17  David Clarinval (MR): Monsieur le premier ministre, je vois que les partenaires flamands sont en train de comptabiliser le nombre d'années durant lesquelles ils ont participé au pouvoir. Dès lors, je ne peux manquer l'occasion de vous souhaiter un bon anniversaire pour les 25 ans au pouvoir du Parti socialiste, qui ont été fêtés cette semaine, d'après ce que j'ai entendu dire.

 

Madame la ministre, en ce qui concerne la question, il me paraît clair que nous partageons la volonté d'harmoniser les statuts. Évidemment, dans la société actuelle, il est de plus en plus légitime de tendre vers ce but.

 

Néanmoins, il ne faudrait pas que la manière dont les négociations se déroulent engendre des pertes d'emploi et que cette bonne idée ne se traduise in fine par un préjudice pour les travailleurs. Il convient essentiellement d'aboutir à un équilibre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van de heer Stefaan Vercamer aan de minister van Werk over "de toename van het aantal ernstige arbeidsongevallen" (nr. P1712)

05 Question de M. Stefaan Vercamer à la ministre de l'Emploi sur "l'augmentation des accidents de travail graves" (n° P1712)

 

05.01  Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ook het dossier van de arbeidsongevallen is deze week actueel en er werden nogmaals cijfers naar boven gehaald. Elke week sterven er drie mensen na een arbeidsongeval en de helft van de dodelijke ongevallen gebeurt op de arbeidsplaats zelf. Elke dag lopen achtentachtig mensen een blijvende handicap op door een arbeidsongeval. Het zijn slechts twee cijfers om aan te geven dat het aantal zware arbeidsongevallen blijft stijgen en zorgwekkend blijft in ons land.

 

Bovendien is het erg zorgwekkend gesteld in de uitzendsector. Daar loopt men een keer op zeven het risico op een arbeidsongeval. Dat heeft uiteraard alles te maken met het feit dat die personen onvoorbereid op het werk komen en geen instructies en vorming krijgen. Dat is trouwens ook de reden waarom uitzendarbeid in de verhuissector terecht nog steeds verboden is.

 

Voorts blijkt heel wat verkeerd te lopen bij de verzekeraars. In 2011 werden door de verzekeraars 7 400 personen ten onrechte afgescheept. Zij kregen geen tussenkomst, maar na interventie van het fonds werd het dan toch rechtgezet. Gemiddeld weigeren de verzekeraars 10,6 % van de aangegeven arbeidsongevallen. Er zijn ook zeer grote verschillen tussen de verzekeraars onderling. Bij Ethias en AXA, bijvoorbeeld, wordt 13 % van aangiften van arbeidsongevallen geweigerd, terwijl dat bij KBC 4,3 % is. Er loopt dus iets grondig mis.

 

Tot slot, is er het schrijnend gebrek aan controle. In het jaarverslag van uw eigen inspectiediensten staat op pagina 12 te lezen dat de situatie nog verslechterd is en dat de dienst achteroploopt als het gaat over de Europese normen.

 

Mevrouw de minister, hoe gaat u de toenemende problematiek van de arbeidsongevallen aanpakken?

 

Welke maatregelen zult u nemen om het aantal zware arbeidsongevallen terug te dringen?

 

Hoe zult u de malaise in de verzekeringssector aanpakken?

 

05.02 Minister Monica De Coninck: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de vragen komen mij bijzonder bekend voor, want ik heb deze week ook al een sociale partner op bezoek gehad, die hierover sprak. Er zijn hierover ook al heel wat vragen gesteld in de commissie en via schriftelijke weg.

 

Voor alle duidelijkheid, elk arbeidsongeval is er een te veel en wij moeten daar in de toekomst aandacht voor blijven hebben. Rond het aantal inspecteurs is er wel onduidelijkheid. Wij hebben 196 inspecteurs, maar als men daar alle interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk bij telt — wij kunnen natuurlijk ook van die private diensten publieke diensten maken, als u dat verkiest — dan komen wij aan een kleine 12 000 personen die zich daarmee bezighouden of die daarmee althans zouden moeten bezig zijn.

 

Wij investeren heel sterk in samenwerking tussen alle inspectiediensten. Er zijn nogal wat inspecteurs die veel inspecties doen rond verschillende aspecten. Wij hebben ook geconstateerd dat de bedrijven waar de bescherming van en preventie ten aanzien van arbeiders het slechtst is, ook die bedrijven zijn waar allerlei andere zaken mislopen wat de sociale wetgeving betreft. Wij proberen de kruispuntbanken te koppelen en te kijken welke bedrijven malafide zijn, maar niet alleen rond dat aspect.

 

De stijging van het aantal arbeidsongevallen heeft te maken met het feit dat er meer buitenlandse werknemers op onze arbeidsvloeren zijn. Zij zijn dikwijls in het buitenland verzekerd, waardoor hun dossiers veel ingewikkelder worden. Vermoedelijk heeft het ook iets te maken met verzekeraars die bepaalde dossiers weigeren. Ik heb aan mijn medewerkers gevraagd om een duidelijker beeld te schetsen van wat de argumentatie is voor de weigering van bepaalde dossiers, in het bijzonder voor de verzekeraars die in verhouding de meeste arbeidsongevallen weigeren.

 

Voorts weet u dat ik vorming heel erg belangrijk vind, dus ook vorming rond veiligheid op het werk. Ik merk in bepaalde sectoren dat vorming en respect van bepaalde procedures, zowel vanwege de werkgever als vanwege de werknemers, niet altijd ernstig wordt genomen.

 

05.03  Stefaan Vercamer (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik zou samen met u ervoor willen pleiten dat het Fonds voor Arbeidsongevallen een sterker toezicht zou krijgen op de door verzekeraar geweigerde arbeidsongevallen. Ik meen dat er op dat vlak echt iets moet gebeuren want het kan toch niet dat wij evolueren naar een situatie waarbij mensen hun gelijk moeten afdwingen voor de arbeidsrechtbank. Het zou eigenlijk net omgekeerd moeten zijn.

 

Ik blijf ook aandringen op een versterking van de inspectiedienst. Wij kunnen discussiëren over de cijfers, maar preventiediensten zullen niet tegen de werkgever ingaan als hij een klant is van die preventiedienst. Ik meen dat wij moeten streven naar objectieve inspectiediensten die onafhankelijk hun werk kunnen doen zodat wij het aantal zware arbeidsongevallen kunnen terugdringen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Question de M. Laurent Louis au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la visite du secrétaire d'État américain aux Affaires étrangères John Kerry et la lutte contre le terrorisme" (n° P1703)

06 Vraag van de heer Laurent Louis aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry en de strijd tegen het terrorisme" (nr. P1703)

 

06.01  Laurent Louis (indép.): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous venez de rencontrer le secrétaire d'État américain, John Kerry, à Bruxelles, et vous avez, durant cette rencontre, évoqué la problématique du prétendu terrorisme islamiste à travers le monde.

 

Suite à ce que l'on nomme "les attentats de Boston", nous pouvons adopter deux attitudes. Nous pouvons reconnaître la réalité de ces attentats, et, dans ce cas, nous devrions pleurer toutes les victimes de barbarie à travers le monde. Or le 7 avril dernier, un bombardement de l'OTAN dans l'est de l'Afghanistan a causé la mort de dix enfants afghans. En a-t-on parlé aux États-Unis, en France ou en Belgique? Non. En revanche, Boston défraie la chronique. On s'apitoie sur le sort de toutes les victimes. Pourtant, quelle différence existe-t-il entre les bombes de Boston et les bombes démocratiquement camouflées de l'OTAN? Les citoyens du monde ne sont assurément pas égaux devant la mort. Cela varie en fonction de leurs idéaux et de leurs origines. Nous pouvons aussi remettre totalement en question la réalité même de cet attentat pour le considérer comme un leurre utilisé pour nous manipuler. Si tel était le cas, l'attentat de Boston ne serait pas le fait de Tchétchènes, mais il serait perpétré par Washington contre sa propre population comme cela fut le cas le 11 septembre 2001 dans le but d'effrayer la population.

 

Monsieur le ministre, vous participez personnellement à cette psychose puisque vous avez affirmé, hier, et je vous cite: "Quand on voit ce qui s'est passé à Boston, on peut craindre le pire dans tous nos pays. C'est pourquoi nous devons échanger les informations et les pratiques pour lutter contre le terrorisme".

 

Monsieur le ministre, vous le savez, la peur n'est jamais bonne conseillère. En conséquence, puis-je vous demander quelles sont les pratiques américaines que vous souhaitez appliquer en Belgique pour lutter contre le terrorisme? Boston sera-t-il le prétexte pour limiter, une nouvelle fois, nos libertés fondamentales comme le font les États-Unis depuis le 11 septembre 2001?

 

Enfin, la crainte est présente chez de nombreux dissidents de voir perpétrer, chez nous, en Europe, des attentats dont le but serait de manipuler l'opinion publique pour justifier l'invasion de pays souverains, comme ce fut le cas après le 11 septembre. Pourriez-vous apaiser les craintes de ces dissidents?

 

06.02  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, cher collègue, je voudrais dire trois choses.

 

Premièrement, il est particulièrement affligeant de devoir subir, pratiquement chaque semaine, un tel discours qui déshonore cette assemblée. (Applaudissements sur divers bancs)

 

Deuxièmement – et j'espère que la quasi-totalité de la Chambre et des responsables politiques belges sont d'accord avec moi –, j'ai, à l'occasion de la rencontre avec le secrétaire d'État américain, John Kerry, fait part de toute notre sympathie à l'égard du gouvernement, de la population, mais surtout des victimes des attentats de Boston.

 

Troisièmement, ainsi que je l'ai demandé au sein de l'Union européenne et de l'OTAN, nous avons convenu avec mes collègues, canadien et américain, d'échanger le plus possible d'informations non seulement sur les groupements terroristes mais aussi sur des comportements individuels.

 

Il a beaucoup été question en Belgique de départs d'un certain nombre de concitoyens vers la Syrie. Il y a malheureusement des citoyens du monde qui partent aussi vers l'Afghanistan, vers le nord du Mali, vers bien d'autres régions en conflit. Ils pourraient nous en revenir avec un entraînement en matière de maniement des armes et des explosifs, et peut-être même avec une expérience sur le terrain dans des combats auprès de djihadistes ou de groupes extrémistes.

 

C'est cela qui nous préoccupe: comment protéger nos sociétés d'individus revenant parfois au sein de nos sociétés démocratiques avec un état d'esprit déplorable, avec une volonté de tuer ou de nuire? Je confirme que nous allons dès lors travailler à cet échange d'informations entre l'ensemble des partenaires, qu'ils soient européens, nord-américains ou d'autres régions du monde. Cela devient une préoccupation première dans la lutte contre le terrorisme.

 

06.03  Laurent Louis (indép.): Monsieur le ministre, je suis désolé d'être la seule opposition dans cette assemblée!

 

On ne cesse d'allumer le feu partout dans le monde, et après, on se demande d'où vient la fumée! En moins de dix jours ont eu lieu le pseudo-attentat de Boston, l'arrestation à Toronto de deux musulmans qui auraient préparé un attentat sur le sol américain et l'attentat de l'ambassade de France à Tripoli en Libye.

 

Tout cela n'est fait que pour effrayer la population, je suis désolé de vous le dire! L'attaque contre l'ambassade de France en est un exemple flagrant. Des terroristes suffisamment intelligents que pour mettre sur pied un attentat à la voiture piégée seraient trop bêtes que pour penser aux heures d'ouverture de l'ambassade! Franchement, une telle manière de penser est ridicule et démontre la manipulation.

 

Si celle-ci n'est pas suffisante, je mets ma main à couper que d'autres actes prétendument terroristes seront perpétrés en Europe ou dans le monde jusqu'à ce que la population soit prête à accepter la mise en œuvre d'un programme visant au désordre mondial, désordre déjà mis en œuvre en Égypte, en Tunisie, en Libye, en Irak, au Mali, en Afghanistan, et qui se poursuit actuellement en Syrie avant peut-être de … (le président coupe le micro)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen over "het verslag van de Ombudsdienst Pensioenen" (nr. P1704)

07 Question de Mme Meryame Kitir au vice-premier ministre et ministre des Pensions sur "le rapport du Service de médiation Pensions" (n° P1704)

 

07.01  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, gisteren werd het jaarverslag van de Ombudsdienst Pensioenen voor het jaar 2012 voorgesteld.

 

Daaruit blijkt dat wanneer iemand ervoor kiest om na zijn vijfenzestigste te blijven werken, hij of zij het risico loopt zijn inkomen te verliezen indien hij of zij ziek valt.

 

Mijnheer de minister, u hebt altijd de ambitie uitgesproken dat wanneer iemand beslist om na zijn vijfenzestigste te blijven werken, hij daartoe alle kansen moet krijgen. U hebt daartoe onder meer maatregelen genomen voor de ambtenaren en de professoren.

 

Ook al gaat het om een kleine groep mensen, het kan toch niet dat deze mensen financieel worden gestraft en zeker niet op een moment dat zij ziek vallen.

 

U hebt gisteren aangekondigd dat u op heel korte termijn een oplossing daarvoor wil creëren. Ik krijg daarover graag meer uitleg.

 

07.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Kitir, ik ben blij dat met uw vraag de beschaving teruggekomen is op dit spreekgestoelte na de vorige vraag.

 

Uw vraag verwijst naar een casus uit het jaarverslag van de Ombudsdienst Pensioenen dat gisteren werd voorgesteld. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om te benadrukken dat ik tevreden ben over het feit dat het aantal klachten bij de Ombudsdienst is gedaald en dat de ombudsmannen erkennen dat nog nooit zoveel van hun aanbevelingen omgezet zijn in realiteit.

 

Met betrekking tot uw vraag, het is een terechte bezorgdheid dat mensen die beslissen om na hun vijfenzestigste te blijven werken, alle steun verdienen en niet mogen worden ontmoedigd, vooral niet op een moment dat zij ziek zouden worden.

 

Als minister van Pensioenen heb ik alle respect voor mensen die vrijwillig kiezen om langer te werken en te blijven bijdragen aan onze samenleving. Daarom heb ik gevraagd om een oplossing uit te werken.

 

Ten gronde, er zijn in feite twee gevallen. Er is het eerste geval van mensen die een pensioen hebben aangevraagd, maar niet hebben opgenomen. Wanneer zij ziek worden, krijgen zij onmiddellijk een uitbetaling van de Pensioendienst. In dat geval is er geen probleem.

 

Het probleem ligt bij mensen die op de leeftijd van 65 jaar hebben verzaakt hun pensioen aan te vragen. Het is duidelijk dat er voor dergelijke gevallen een betere oplossing moet komen. Zij kunnen hun pensioenuitkering immers pas krijgen één maand nadat zij hun pensioen hebben aangevraagd.

 

Indien zij ziek worden, is het zeker dat er een gat van minimum één maand valt. Meestal gaat het om een periode van meerdere maanden. Laat het duidelijk zijn dat een dergelijke situatie niet aanvaardbaar is voor iemand die in een situatie van ziekte belandt. Daarom heb ik gevraagd na te gaan of de uitbetaling van de pensioenen kan gebeuren, onmiddellijk nadat het gewaarborgd loon wordt stopgezet. In mijn ogen moet een dergelijke regeling mogelijk zijn.

 

Niettemin blijft nog altijd de vraag over de verdere pensioenopbouw. Vandaag bouwen mensen namelijk vanaf het moment dat zij een pensioen uitbetaald hebben gekregen, geen rechten voor het pensioen meer op, ook niet als zij daarna gaan werken. Voor een zelfstandige is een dergelijke pensioenopbouw vandaag wel het geval. Het is dan ook raar dat zulks voor een werknemer niet het geval is. Wij moeten derhalve nagaan op welke manier wij de regeling in kwestie kunnen harmoniseren.

 

Ter afronding geef ik nog mee dat ik mijzelf en de pensioendiensten engageer, om na te gaan op welke manier wij de betrokkenen zo goed mogelijk kunnen helpen. Wij moeten langer werken mogelijk maken en aanmoedigen, en niet moeilijker maken, zoals de door u aangetoonde situatie in de praktijk doet.

 

Ik zou ook willen benadrukken dat ik in mijn hoedanigheid van minister van Pensioenen mijn verantwoordelijkheid ter zake zal nemen, goed wetende dat ook in de ziekte- en de werkloosheidsverzekering goed moet worden nagedacht over de manier waarop langer werken kan worden aangemoedigd.

 

Ik zal een dergelijke oefening voor de pensioenmaterie maken. In feite ligt het echte probleem bij het domein van de ziekte- en de werkloosheidsverzekering. Ook op dat vlak zou kunnen worden nagegaan op welke manier dergelijke zaken kunnen worden opgelost.

 

07.03  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben blij dat u het probleem ter harte neemt en dat u eraan zult werken, teneinde zo snel mogelijk een oplossing te bieden.

 

Ook op het vlak van informatie aan de gepensioneerden zelf is heel wat voor verbetering vatbaar.

 

Ik zal het dossier mee opvolgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Mme Corinne De Permentier à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le départ de jeunes Belges en Syrie et le renforcement des contrôles aux frontières, en particulier à la douane de Zaventem" (n° P1705)

- Mme Bercy Slegers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les contrôles dans les aéroports visant à intercepter les mineurs qui se rendent seuls en Syrie" (n° P1706)

- M. Ben Weyts à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les contrôles dans les aéroports visant à intercepter les mineurs qui se rendent seuls en Syrie" (n° P1717)

08 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Corinne De Permentier aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het vertrek van jonge Belgen naar Syrië en de versterking van de grenscontrole, in het bijzonder bij de douane van Zaventem" (nr. P1705)

- mevrouw Bercy Slegers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de controle in de luchthavens op minderjarigen die alleen naar Syrië reizen" (nr. P1706)

- de heer Ben Weyts aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de controle in de luchthavens op minderjarigen die alleen naar Syrië reizen" (nr. P1717)

 

08.01  Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, la semaine dernière, bon nombre de questions vous ont été posées à propos des jeunes qui quittaient notre territoire pour se rendre en Syrie. Vous vous êtes montrée fort rassurante en nous donnant des garanties quant au renforcement des contrôles de police à Zaventem.

 

Il est déplorable de constater, à l'occasion d'un reportage de la RTBF, que deux mineurs, de quatorze et seize ans, ont pu, sans aucune difficulté, passer les contrôles policiers. À la suite de ce reportage, je lisais dans le journal De Standaard que vous déclariez qu'il s'agissait d'un cas isolé et d'une exception. Je tiens simplement à rappeler que la RTBF avait indiqué, dans son journal parlé du 12 février dernier, qu'un jeune Belge de douze ans avait pu franchir le contrôle douanier sans billet d'avion et ainsi embarquer pour Malaga.

 

La question qui se pose est, bien entendu, la sécurité de nos enfants. Je comprends donc l'inquiétude des parents. Cela concerne non seulement le problème des jeunes qui s'engagent dans des combats militaires ou terroristes dans certains pays, mais également celui des rapts parentaux. À cet effet, au nom du MR en 2004, j'avais déposé une proposition de loi visant à permettre aux services de police des frontières d'obtenir des informations sur la qualité des jugements relatifs à la garde parentale.

 

Vous vous imaginez bien qu'aujourd'hui, n'importe quel enfant peut partir de sa propre initiative en raison d'un simple conflit familial, mais aussi qu'il peut être embrigadé par une secte.

 

J'aimerais donc obtenir une réponse rassurante pour savoir quelle mesure vous comptez prendre en vue de rendre plus strict le contrôle aux frontières, étant entendu que les transporteurs déclarent ne pouvoir rien faire sans une base légale.

 

08.02  Bercy Slegers (CD&V): Mevrouw de minister, in het raam van de aanpak van de problematiek van de Syrië-strijders hebt u tijdens de paasvakantie al aangekondigd dat er strengere grenscontroles zouden komen. Recentelijk hebt u ook de luchtvaartmaatschappijen ingeschakeld om waakzaam te zijn voor jongeren die zonder ouderlijke toestemming naar Syrië of Turkije zouden reizen.

 

In een nieuwsreportage werd deze week echter aangetoond dat de aangekondigde grenscontroles in de luchthavens op dit moment quasi onbestaande zijn. Verschillende luchtvaartautoriteiten hebben gereageerd op deze reportage en gesteld dat zij op dit moment over geen enkel middel beschikken om deze jongeren tegen te houden. Vanaf het moment waarop een jongere een geldig paspoort en een vliegticket heeft, is er geen enkele wettelijke basis om hem te verbieden te vertrekken.

 

Mevrouw de minister, als bij een gescheiden koppel een van beiden met de kinderen op reis wil, dan heeft die op dat moment wel de toestemming van de andere ouder nodig. Dat is op zijn minst zeer onduidelijk. In de ene situatie is er wel toestemming nodig, maar als een minderjarige alleen op reis gaat is er geen toestemming nodig. Wij vinden dat de regelgeving duidelijk zou moeten zijn. We zijn nog twee maanden verwijderd van de zomervakantie. We zouden graag zien dat de gemeentebesturen en de reizigers duidelijk ingelicht worden.

 

Nog belangrijker is echter de vraag of er nu verscherpte grenscontroles komen op de Belgische luchthavens. Wat met de treinreizigers of met jongeren die met de wagen reizen? Is daaraan gedacht? Wordt daar ook strenger op gecontroleerd? Hebben die minderjarigen nu al dan niet toestemming van hun ouders nodig om te vertrekken? Indien niet, acht u het dan nog praktisch haalbaar en wenselijk om zo’n regeling voor de zomer in te voeren?

 

08.03  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, al maanden aan een stuk vraagt het Parlement maatregelen, over de partijgrenzen heen. Al maanden aan een stuk zegt u dat er maatregelen zullen komen. Vorige week vrijdag had dan het uur U geslagen, er stonden tien voorstellen aan de agenda van de regering. Hoeveel daarvan werden er uiteindelijk goedgekeurd? Een. Eentje werd er goedgekeurd, verder was er unaniem verzet van alle regeringspartijen tegen uw voorstellen. Ze zijn onrealistisch, onwerkbaar, gewoon dom, onverstandig of ze worden gewoon doorverwezen naar werkgroepen.

 

U hebt altijd een idee over wat anderen moeten doen. U hebt een idee over wat de Turken moeten doen inzake het bewaken van de grens met Syrië. U hebt echter bitter weinig goede ideeën over wat u zelf moet doen.

 

Wees echter getroost. Ik heb vernomen dat u op bezoek bent geweest bij de CIA en de FBI. De prangende vraag is hoe zij dat aanpakken. Wat heeft u geleerd van de CIA en de FBI? Hoe zorgen zij ervoor dat 12-jarigen niet onbegeleid in het vliegtuig stappen?

 

08.04  Joëlle Milquet, ministre: Monsieur le président, chers collègues, concernant la problématique des mineurs, depuis quelque temps déjà, une circulaire de la police fédérale précise clairement les obligations de contrôle à la frontière; elles ont été respectées. En outre, nous avions demandé aux services de mobilité d'envoyer un courrier pour insister sur un renforcement de la vigilance de la part des compagnies aériennes; cela a également été fait.

 

Pour éviter de nous perdre dans les notions de droit, belge et européen, rappelons la différence entre le franchissement des frontières vers l'extérieur et à l'intérieur de l'espace Schengen.

 

Sinds de implementatie van het Schengenverdrag dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen reisbewegingen binnen de Schengenzone en overschrijdingen van de Schengenbuitengrenzen.

 

Het is de federale politie die gelast is met het toezicht op de vluchten naar landen waarop het Schengenverdrag niet van toepassing is. Naast de toepasselijke Belgische wetgeving wordt de controle op de overschrijdingen geregeld door de Europese Schengengrenscode.

 

De bepalingen ter zake vindt u terug in artikel 19 en bijlage VII. In bijlage VII staan specifieke bepalingen voor de minderjarigen. Daarin staat bijvoorbeeld dat wanneer een minderjarige alleen reist, de grenswachter ervoor zorgt, door middel van een grondige controle van het reisdocument en de bewijsstukken, dat de minderjarigen het grondgebied niet verlaten tegen de wil van de personen die het ouderlijk gezag over hen uitoefenen.

 

À partir de cette disposition pour les vols vers l'extérieur de l'espace Schengen, il n'y a jamais eu de circulaire ou d'arrêté royal qui précise clairement les différents documents. On parle de bewijsstukken mais pas d'une autorisation parentale claire. Dès lors, c'est ce que j'ai proposé au kern la semaine passée. Contrairement à ce que M. Weyts vient de dire, il a été demandé que, sur base de rencontres de travail au niveau juridique, nous puissions affiner le dispositif. À cet effet, une proposition sera faite demain, en application de cette règle impérative de Schengen.

 

Une différence existe évidemment pour les départs vers des pays à l'intérieur de la zone Schengen. Contrairement au bon sens et au sentiment de tout le monde, les contrôles vers des pays de la zone Schengen ne sont plus autorisés en tant que tels, et il n'y a pas d'exonération spécifique pour les mineurs. Il y a des interprétations confuses – même de la part des services! – concernant la capacité de contrôler de manière sporadique. Mais, de façon générale, concernant le dispositif actuel pour la zone intra-Schengen, qui couvre un grand nombre de pays européens, le principe de la libre circulation empêche les contrôles. Je me suis mise en rapport avec les services de la Commission afin de voir quelles dispositions seraient envisageables en matière de sécurité et d'exercice de l'autorité parentale. Il est possible de demander une autorisation parentale mais le fait de s'assurer du contrôle de l'existence de l'autorisation parentale au moment du passage à la frontière ne l'est apparemment pas.

 

En ce qui concerne l'incident de lundi, j'ai demandé un compte rendu immédiat. Le contrôle a bien été effectué à propos d'un éventuel avis de disparition. Cependant, il n'en était pas question puisque cette affaire était montée de toutes pièces. Mais le second contrôle, au-delà de l'avis de disparition, qui consiste à s'assurer qu'il y avait une autorisation parentale, n'a pas été fait, ce que je déplore. Les ordres sont suffisamment clairs; toutefois, nous ne sommes jamais à l'abri d'une erreur humaine, ce que je regrette profondément.

 

Ik zal uiteraard in de commissie een grondige uitleg geven over mijn reis naar de Verenigde Staten, waar ik een heel interessante vergadering had met de top van de CIA en de FBI. Volgens mij was ze heel nuttig met het oog op uitwisseling van informatie, onder andere over de situatie in Syrië.

 

08.05  Corinne De Permentier (MR): Madame la ministre, je vous remercie vivement pour vos explications qui se veulent rassurantes. Je comprends bien que vous allez mettre tout en œuvre et insister auprès des services de police de l'aéroport.

 

Nous avons constaté qu'il y a eu un cas à l'extérieur de l'espace Schengen et un autre à l'intérieur. Le cas malheureux à l'intérieur de la zone Schengen est celui d'un enfant de moins de douze ans, voyageant sans autorisation parentale et sans billet. Des questions se posent donc en termes de sécurité.

 

J'ai bien entendu vos propos et j'insiste pour que nous puissions réfléchir à la proposition de loi que le MR avait déposée en 2004 et a redéposée à chaque nouvelle législature pour envisager, de manière sérieuse, la possibilité d'obtenir des indications sur la carte d'identité électronique ou le titre de transport du jeune afin de vérifier s'il dispose d'une autorisation parentale. En effet, en dehors de fugues, ce que nous voulons aussi prévenir, ce sont les rapts parentaux.

 

08.06  Bercy Slegers (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreid antwoord.

 

Vooraleer wij maatregelen aankondigen, is het inderdaad wel belangrijk dat wij goed weten wat de wettelijke onderbouw is. Ik heb begrepen dat er een bewijs nodig is, maar dat we eigenlijk nog niet goed weten hoe dat bewijs geleverd kan worden. Een werkgroep is dat nu aan het uitklaren.

 

Aangezien het nog maar twee maanden is tot aan de zomervakantie, denk ik dat wij daarin zeer dringend duidelijkheid moeten krijgen voor de reizigers, alsook voor de gemeentebesturen die op het moment een beetje met de handen in het haar zitten, het zelf niet goed weten en daardoor niet de correcte informatie aan de reizigers geven. Daarom hoop ik dat wij daarin zeer vlug de nodige duidelijkheid krijgen.

 

08.07  Ben Weyts (N-VA): Mevrouw de minister, ik hoop dat de afgelopen Ministerraad u ook de les geleerd heeft dat u zich in de eerste plaats best op uw eigen bevoegdheden concentreert, zodat u nagaat wat u zelf kunt doen op korte termijn. Zo zou u onder andere een goed voorstel kunnen formuleren om te verhinderen dat niet-begeleide minderjarigen zomaar op het vliegtuig stappen.

 

Daarnaast wil ik u nogmaals vragen om de initiatieven te ondersteunen van de burgemeesters over de partijgrenzen heen, van zowel socialistische als liberale zijde. De burgemeesters staan namelijk met twee voeten in de praktijk, het dichtst bij de problematiek. Ik kijk nog altijd uit naar het eerste initiatief, wat u dienaangaande zult nemen.

 

Wij kijken reikhalzend naar uw voorstellen uit.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Patrick Dewael aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de op stapel staande fusies van politiezones" (nr. P1707)

09 Question de M. Patrick Dewael à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les projets de fusion de zones de police" (n° P1707)

 

09.01  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik neem aan dat het uurverschil met de Verenigde Staten u nog enigszins parten speelt.

 

Mijn vraag gaat over de finaliteit van de politiehervorming, die wij zoveel jaren geleden in dit Parlement met heel veel enthousiasme hebben goedgekeurd. Deze politiehervorming was erop gericht de politie te integreren op twee niveaus, met een federaal deel en de zones, de lokale politie, die dicht bij de burger moet staan, la police de proximité. Ik maak mij daarover wat zorgen, wanneer ik kijk naar een aantal evoluties.

 

Ik merk dat in verschillende zones wordt gepraat over fusies en op zich is dat een normaal fenomeen. Fusies zijn op zich een goede zaak. Immers, als er te veel politiezones zijn gecreëerd, is het goed om over de grenzen van de politiezones uit te kijken nar een betere samenwerking. Dat kan leiden tot een fusie, zoals bijvoorbeeld in Maasmechelen en Lanaken, waar een echte fusie tot stand kwam.

 

Vandaag is er echter meer aan de hand, onder andere ook in mijn provincie. Dat komt voor een stuk voort, niet meteen uit een falen van de federale politie, maar toch uit een verwachtingspatroon bij de zones inzake dienstverlening vanuit de federale politie, waaraan niet helemaal wordt tegemoetgekomen, dat niet helemaal kan worden hardgemaakt.

 

Rekeninghoudend met de budgettaire contouren van vele steden en gemeenten gaat men soms fusies overwegen, denkend dat het dan allemaal minder zal kosten. Dat lijkt mij een verkeerd uitgangspunt. Als ik zie dat in mijn provincie fusiebewegingen aan de gang zijn die zouden leiden tot zones met een omvang die de vroegere districten van de rijkswacht overstijgen, dan zijn wij ver aan het wegglijden van het opzet van de politiehervorming. Dan deemsteren de police de proximité en de wijkgerichte gevoeligheid weg.

 

Mevrouw de minister, bent u op de hoogte van dat fenomeen? Wordt dat enigszins gecoördineerd? Wordt dat aangestuurd? Geeft u ter zake een rol aan bijvoorbeeld de provinciegouverneurs?

 

Dat moet in goede banen worden geleid, want anders gooien wij het kind met het badwater weg.

 

09.02 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, collega's, zoals u weet kunnen de gemeenten of de politieraden van de betrokken politiezone sinds 9 april 2012 gezamenlijk een aanvraag tot vrijwillige samensmelting indienen bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie. Dit gebeurt altijd op vrijwillige basis. Het ad-hocinitiatief berust dan ook bij de lokale bevoegde overheden en wordt niet vanuit mijn departement aangestuurd.

 

Tot nu toe hebben wij nog niet zoveel projecten en initiatieven ontvangen. Er zijn een aantal initiatieven in bepaalde zones, maar het gaat niet om een groot fenomeen van fusies. Ik meen dat de verschillende gemeenten een voorkeur voor de nabijheid hebben en tot nu toe hebben wij niets speciaals opgemerkt.

 

Ik ben natuurlijk heel voorzichtig. Ik volg de verschillende dossiers op, met de steun van de gouverneurs. Hoe dan ook hangt een dergelijk initiatief af van de gemeenten.

 

Ik ben voorzichtig, maar niet echt bezorgd. Tot nu toe blijven de verschillende zones dezelfde en zijn de initiatieven voor een aanvraag tot vrijwillige samensmelting beperkt.

 

09.03  Patrick Dewael (Open Vld): Mevrouw de minister, het voordeel van dit vragenuurtje is dat wij in de mogelijkheid zijn om u zaken te signaleren waarvan u blijkbaar niet op de hoogte bent. Ik kan u zeggen dat in mijn provincie in de twee belangrijkste steden, Genk en Hasselt, een fusieproces aan de gang is dat de contouren van de vroegere districten van de rijkswacht overstijgt. Het lijkt mij goed dat u dit even laat nakijken.

 

Het moet misschien allemaal niet zo’n vaart lopen, maar ik geef u, ten tweede, ook nog mee dat die fusiedrang voortspruit uit het feit dat men eigenlijk enigszins ontgoocheld is in de dienstverlening van de federale politie. U kent het rapport van een bepaalde werkgroep, dat moet leiden tot een optimalisatie van de federale politie. Ik meen dat u daar dringend werk moet van maken, want, naarmate zones voelen dat zij minder dienstverlening krijgen, zullen zij wegens budgettaire beperkingen vlug fusies overwegen. Als dit de omvang krijgt van de vroegere districten van de rijkswacht, dan was heel de politiehervorming eigenlijk voor niets nodig en dan is de nabijheidspolitie ver weg. Ik vraag mij op zo’n moment af wie mijn zonale politie zal aansturen? Ik heb daar dan geen vat meer op.

 

Ik zou u dan ook willen vragen om dit zeer aandachtig te bekijken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Question de M. Mohammed Jabour à la ministre de la Justice sur "la limitation du nombre de bingos dans les cafés" (n° P1708)

10 Vraag van de heer Mohammed Jabour aan de minister van Justitie over "de beperking van het aantal bingo's in cafés" (nr. P1708)

 

10.01  Mohammed Jabour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, plusieurs bourgmestres bruxellois dénonçaient, dans la presse de ce 24 avril, une prolifération incontrôlée des jeux dits de bingo sur leur territoire.

 

En effet, la multiplication de machines à sous dans de nombreux débits de boissons, notamment dans nos villes, aboutit parfois à de véritables drames humains et familiaux en plus des nombreuses nuisances ou troubles à l'ordre public qu'elles génèrent régulièrement.

 

Comme tout jeu de hasard, l'exploitation de jeux de bingo est réglementée par la loi du 7 mai 1999 et soumise à l'autorité de la Commission des jeux de hasard, seule habilitée à réguler le dispositif particulier en matière de machines à sous dans notre pays, qu'il s'agisse de l'octroi de licences, du contrôle ou des sanctions.

 

Pour les débits de boissons principalement exploitants des bingos, les règles sont claires: un maximum de deux machines par établissement est prévu ainsi qu'une obligation pour le tenancier de s'assurer que le joueur n'est pas mineur. L'exploitant doit aussi s'assurer que le joueur ne peut pas perdre une mise supérieure à 12,5 euros par heure.

 

Cependant, rien n'est prévu pour contrôler le rythme et la hauteur de la perte du montant misé. En cas d'infraction à la loi, la Commission des jeux de hasard peut infliger une sanction administrative pouvant aller d'un simple avertissement au retrait définitif de la licence en passant par la suspension de l'exploitation des machines pour une durée déterminée.

 

Mais cette procédure de sanction reste toutefois tributaire d'une procédure contradictoire soumise à des règles strictes et relativement longue. Ainsi, l'avis du bourgmestre n'est obligatoirement requis que lorsque les communes elles-mêmes en font explicitement la demande à la Commission. Pourtant, cette mesure est importante pour mieux réguler la présence de ces appareils dans chaque commune.

 

Madame la ministre, l'objectif de cette question n'est pas, pour mon groupe, d'ajouter davantage de difficultés pour les cafetiers mais de tenir compte des nuisances et des difficultés engendrées par ceux qui abusent de la situation, de la faiblesse des contrôles.

 

Madame la ministre, s'agissant des licences de type C, pouvez-vous nous communiquer le nombre de contrôles réalisés par la Commission en 2012? Pouvez-vous également m'indiquer pour cette même année le nombre d'octrois, de retraits ou de suspensions de cette licence C? En ce qui concerne les avis du bourgmestre, étudiez-vous la possibilité d'élargir la nature ou le périmètre de ces avis, en vue d'y intégrer, par exemple, le nombre de licences octroyées par commune ou par quartier?

 

La généralisation du système EPIS à ces machines à sous, notamment en termes d'interdiction volontaire ou judiciaire, est-elle envisagée?

 

Le président: Je vous félicite: c'est votre première intervention, raison pour laquelle je vous ai laissé un temps de parole plus important. (Applaudissements)

 

Pour les données statistiques, je suppose que la ministre vous les transférera par écrit.

 

10.02  Annemie Turtelboom, ministre: Bien sûr, monsieur le président.

 

Cher collègue, j'attire d'abord votre attention sur le fait que l'article 39 de la loi du 7 mai 1999 a réduit de trois à deux le nombre de bingos qui peuvent être exploités dans les débits de boissons. De plus, les bingos sont actuellement soumis au même régime que les paris et les produits de loterie; en d'autres termes, ils sont interdits aux mineurs.

 

En ce qui concerne la facilité d'accès et le libre accès aux bingos dans les cafés, il serait nécessaire qu'une étude scientifique décrive le danger qu'ils représentent et se penche plus en détail sur leur accessibilité. La Commission des jeux de hasard a demandé une telle étude.

 

Le service de contrôle de la Commission des jeux de hasard a déjà attrapé à plusieurs reprises des mineurs qui jouaient sur ces appareils avec toujours pour conséquence le retrait systématique de la licence par la Commission des jeux de hasard et, de plus, des poursuites pénales.

 

La Commission des jeux de hasard essaie également de sensibiliser les services de police locaux à cette problématique.

 

10.03  Mohammed Jabour (PS): Madame la ministre, merci pour votre réponse. La situation exige que nous menions une réflexion en vue de mieux contrer une prolifération anarchique de ce type d'appareils, surtout dans les quartiers fragilisés par la crise et le chômage.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Le ministre des Finances n'est pas présent. Il répond à la dernière question qu'on lui pose aujourd'hui au Sénat. La secrétaire d'État à l'Asile et à la Migrationn'est pas non plus présente.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

11 Proposition de loi modifiant l'article 658 du Code judiciaire en vue de permettre, en cas de dessaisissement, le renvoi par la Cour de cassation à un tribunal d'un autre ressort (77/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code judiciaire en vue de permettre, en cas de dessaissisement, le renvoi par la Cour de cassation à un tribunal d'un autre ressort (375/1-2)

11 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 658 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde het mogelijk te maken dat een zaak nadat die aan een rechter is onttrokken, door het Hof van Cassatie wordt verwezen naar een rechtbank van een ander rechtsgebied (77/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek ten einde, in geval van onttrekking van een zaak aan een rechter, het Hof van Cassatie in staat te stellen de zaak te verwijzen naar een rechtbank van een ander ressort (375/1-2)

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 77: Christian Brotcorne

- 375: Olivier Maingain, Marie-Christine Marghem, Damien Thiéry

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme Sonja Becq, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (77/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (77/1)

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Questions (continuation)

Vragen (voortzetting)

 

12 Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de inkomstenderving in het kader van de asielproblematiek" (nr. P1716)

12 Question de Mme Sarah Smeyers à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "les manques à gagner enregistrés dans le cadre de la problématique de l'asile" (n° P1716)

 

12.01  Sarah Smeyers (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, niets is zo erg als een gemiste kans. Als volksvertegenwoordiger voeg ik daaraan toe: niets is zo pijnlijk als een onuitgevoerde wet. Een koninklijk besluit van 12 januari 2011 staat toe werkende asielzoekers te doen meebetalen voor de kosten van materiële hulp in federale en lokale opvanginitiatieven, het bekende bed-bad-broodprincipe.

 

Het is een zeer goede zaak dat asielzoekers met een arbeidskaart C kunnen werken, maar het logische besluit is dat asielzoekers die een eigen loon hebben ook bijdragen in de kosten die gemaakt worden om hen een dak boven het hoofd te geven, net zoals een leefloner ook een deel van zijn leefloon verliest wanneer hij werk heeft, net zoals een kind dat nog thuis woont in de meeste gevallen een deel van zijn loon afgeeft wanneer het werk heeft.

 

Wat wij niet kunnen begrijpen, mevrouw de staatssecretaris, is waarom wij al twee jaar en twee maanden moeten wachten op een duidelijk juridisch kader ter zake. De gemeenten en de OCMW’s moeten het nu stellen met een instructie van Fedasil, die juridisch niet afdwingbaar is. Op die manier worden heel wat bijdragen van werkende asielzoekers niet geïnd. Volgens onze berekening laat de regering op die manier ongeveer 10 miljoen euro liggen.

 

Ik meen nochtans dat u dat geld niet zomaar ter beschikking hebt. Bij de begrotingscontroles vraagt en krijgt u telkens extra middelen, terwijl er duidelijk nog heel wat geld te innen valt binnen uw eigen beleidsdomein.

 

Ik kom tot mijn vragen, mevrouw de staatssecretaris.

 

Beschikt u over precieze cijfers hoeveel geld sinds begin 2011 gederfd wordt doordat er nog altijd geen duidelijke regeling is om werkende asielzoekers te doen bijdragen? Wanneer komt die duidelijke regeling er? Komt er een duidelijk juridisch kader voor het innen van inkomsten uit arbeid door werkende asielzoekers? Wanneer precies? Hebt u daarbij gedacht aan de mogelijkheid het lokale niveau een grotere rol te geven in deze kwestie?

 

Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.

 

12.02 Staatssecretaris Maggie De Block: Mevrouw Smeyers, het is zo dat een asielzoeker, indien zijn procedure meer dan zes maanden aansleept en hij nog geen negatieve beslissing van het commissariaat-generaal heeft gekregen, hij aanspraak op een arbeidskaart C kan maken.

 

In de opvangwet zijn twee mogelijkheden voor deze gevallen opgenomen.

 

De eerste is de opheffing van de toewijzing aan een opvangstructuur, de zogenaamde code 207. Hierdoor moet de asielzoeker de opvang verlaten en zijn er dus geen kosten meer voor zijn opvang voor de overheid.

 

Dan is er de tweede mogelijkheid, de al dan niet gedeeltelijke terugbetaling van de kosten, verbonden aan de opvang, maar de asielzoeker blijft dan wel in het centrum of de opvangplaats. Het spreekt voor zich dat het operationeel maken van deze tweede optie het meest ingewikkeld is om in de praktijk te brengen.

 

Via het KB van 12 januari 2012 werd aan voornoemde wettelijke bepalingen uitvoering gegeven, maar er bleken een aantal juridische en praktische bezwaren te zijn, waarbij alleen de eerste optie werd toegepast, namelijk: de asielzoeker verlaat het centrum en staat op eigen benen.

 

Voor de juridische en praktische bezwaren van de tweede optie hebben wij ondertussen ook een oplossing gezocht en gevonden. Recent ontving ik het ontwerp van instructie ter zake, waarna het nodige overleg plaatsvond. Deze instructie zal volgende week vertrekken.

 

Het spreekt voor zich dat in het afgelopen jaar de nodige prioritaire aandacht vooral uitging naar het onder controle krijgen en definitief wegwerken van de opvangcrisis. Het is alsof er geen crisis is geweest, maar de crisis bracht gigantische kosten met zich. Herinner u de dwangsommen, de hotelopvang, de gerechtelijke kosten enzovoort. Na deze winter kunnen wij nu definitief zeggen dat deze praktijken tot het verleden behoren.

 

Ook budgettair – dat is ook mijn bezorgdheid, mevrouw Smeyers, niet alleen de uwe – hebben wij resultaten geboekt, want door het verminderen van de opvang zijn wij erin geslaagd de dotatie aan Fedasil sedert mijn aantreden al met 25 miljoen euro te laten dalen, om niet te spreken over de tijdelijke opvang bij de partners die wij al hebben gesloten en afgebouwd hebben.

 

Ik wens te benadrukken dat alleen asielzoekers die meer dan zes maanden in procedure bij het commissariaat-generaal zijn voor dit systeem in aanmerking komen. Dankzij de steeds kortere procedures en het inhalen van de achterstand is deze doelgroep dan ook steeds kleiner.

 

De berekeningen laat ik voor u, mevrouw Smeyers: blijkbaar kunt u beter tellen dan ik. Ik heb daar geen cijfers over gekregen en die extrapolatie kan niet worden gemaakt.

 

Ik wil nog herhalen dat de situatie niet is zoals u zegt, dat de regeling niet werd toegepast: niet voor de tweede versie, maar wel voor de eerste. Omwille van de situatie in het opvangnet en omwille van praktische bezwaren werd ervoor gekozen om enkel de minst complexe optie toe te passen. Wij hebben nu ook een oplossing voor de andere en deze instructie zal ten laatste volgende week worden verstuurd.

 

12.03  Sarah Smeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, het is nogal wiedes dat wij over de cijfers niet zullen discussiëren: ik heb een extrapolatie moeten maken omdat er geen cijfers zijn. De bedragen werden nooit geïnd en wij zullen dus nooit exact weten hoeveel wij hier hebben mislopen.

 

Uw redenering is nogal technisch. U zegt dat wij het voor de eerste categorie wel hebben toegepast, dus voor de categorie die in een situatie zit volgens het KB, zeer mooi uitgelegd en zeer technisch, die het asielcentrum moet verlaten. Deze categorie heeft een contract van onbepaalde duur of een contract van zes maanden, en zit dus niet meer in de proefperiode. Eerlijk gezegd, dat lijkt mij een zeer kleine categorie van asielzoekers.

 

De meesten zitten nog in de procedure en zullen wellicht van hun werkgever een contract van bepaalde duur krijgen. Voor die categorie asielzoekers was er de regeling bij KB en volgens mij was die toch wel duidelijk opgesteld: ik heb dat gelezen en begreep het. U zegt dat de toepassing daarvan te complex is.

 

Het is dan jammer dat wij wetgeving op papier zetten en waarvan u nu zegt dat dit al twee jaar te complex blijkt om uit te voeren, maar dat u dat binnen een week toch zult doen. Ik verheug mij daarop. U moet dat doen en ik raad u aan de lokale besturen daarin onmiddellijk een zeer grote autonomie te gunnen om die bedragen zelf te innen, eventueel met rekening-courant, om dat dan door te sturen aan Fedasil. U moet immers toch over de staatskas waken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- Mme Laurence Meire au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "les négociations européennes concernant la taxe sur les transactions financières" (n° P1713)

- M. Dirk Van der Maelen au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, sur "l'instauration de la taxe Tobin" (n° P1714)

13 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Laurence Meire aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de EU-onderhandelingen over de belasting op financiële transacties" (nr. P1713)

- de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, over "de invoering van de Tobintaks" (nr. P1714)

 

13.01  Laurence Meire (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, en 2004 déjà, les socialistes déposaient à la Chambre un texte instaurant une taxe sur les opérations de change de devises, de billets de banque et de monnaies. Depuis lors, les élus socialistes ont toujours fait pression activement sur le ministre des Finances pour qu'il porte ce dossier à l'échelle européenne avec la plus grande vigueur.

 

Il y a quelques mois, mon groupe était donc heureux de voir qu'une taxe sur les transactions financières allait enfin voir le jour et ce, à l'initiative de onze pays européens.

 

Le texte de la Commission relatif à cette taxe va dans le bon sens, même si l'on ne sait pas exactement comment celle-ci sera prélevée et affectée.

 

Jusque-là, tout est réjouissant sauf que, même si onze pays ont signé cette initiative, j'apprends que les exigences de certains pays s'accumulent, risquant ainsi de mettre à mal cette coopération ambitieuse. Comme si les attaques en règle des banquiers frustrés ne suffisaient pas!

 

Alors que, pour nous, l'essentiel des débats devrait se tenir sur les modalités techniques d'une allocation des revenus ainsi dégagés, notamment au profit de la relance à l'échelle européenne et du développement, la montagne européenne risque d'accoucher d'une souris.

 

Dès lors, monsieur le ministre, pouvez-vous nous rassurer quant aux avancées européennes dans ce dossier malgré les réserves de certains États membres? Quel est le calendrier? Quelle est la position de la Belgique dans les échanges avec l'Union européenne et les autres États membres sur les modalités de cette taxe sur les transactions financières et quant à l'utilisation des ressources potentielles qui devraient ainsi être dégagées?

 

13.02  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, nu wij eindelijk in de laatste rechte lijn zitten naar een financiëletransactietaks, komt er een tegenoffensief van de financiële sector.

 

Ik zou u willen vragen, mijnheer de minister, u niet te laten afleiden van wat in België in het regeerakkoord werd afgesproken en van wat Europees in de maak is; laten wij die financiëletransactietaks invoeren. De argumenten die al jarenlang door de tegenstanders worden aangebracht, zijn immers niet erg geloofwaardig.

 

Om te beginnen komen de argumenten van Febelfin, de groep die tien jaar lang zei dat een Tobintaks nooit mogelijk zal zijn, omdat het kapitaal veel te vluchtig is. Het zal nooit werken, zei men toen. Nu dreigt men met delokalisatie. Het is het ene of het andere natuurlijk.

 

Febelfin heeft een becijfering gemaakt. Mijnheer de minister, ik hou mijn hart vast. De studie van de financiële sector komt echt neer op desinformatie. De federatie beweert dat de taks de Belgische staatskas geld zal kosten, want elke verhandeling van overheidsobligaties zal worden belast. Dat beweert Febelfin. De Europese Commissie zegt dat dat fout is, en dat alleen de primaire verhandeling van overheidsobligaties zal worden belast.

 

Daarop zegt Febelfin dat de taks het einde betekent van de financiële sector in de 11 betrokken landen. De federatie verwijst naar de ontelbare verzekeringsoperaties die eraan onderworpen worden. Dat stelt de studie. De Europese Commissie zegt echter dat de heffing alleen zal worden toegepast op de oorspronkelijke verkoper en de uiteindelijke koper.

 

Het laatste argument luidt dat de liquiditeit van de markt wordt aangetast; men zal moeilijk aan kapitaal raken. Dat geloven wij toch zelf niet; wij weten toch zelf allemaal dat het geen belasting is, die de liquiditeit zal aantasten, maar dat het de inschatting van het risico op terugbetaling is, die de banken ertoe brengt om geen leningen meer te geven?

 

Trouwens, als wij het over liquiditeit hebben, in 1990 was het volume van financiële transacties gelijk aan 15 keer het wereldproduct. In 2010 bedraagt het 67 keer het wereldproduct; dat is te veel. Er zijn te veel financiële transacties en de Tobintaks of de financiëletransactietaks kan ons helpen bij het terugdringen daarvan.

 

Daarom vraag ik u, mijnheer de minister, namens mijn fractie om u niet te laten afleiden. Maak er samen met uw Europese collega’s werk van, zodat wij zo snel mogelijk een Tobintaks hebben.

 

13.03 Minister Koen Geens: Ten eerste, ik besef dat de kwestie in het regeerakkoord staat. Ik besef ook dat de partij die ik de eer heb te dienen, de zaak altijd al heeft gesteund. Ik weet ook dat mijn voorganger, de heer Vanackere, die hier aanwezig is, het dossier met hart en ziel heeft gesteund. Laten we dat vooraf duidelijk stellen.

 

Ten tweede, de bespreking van het ontwerp van de richtlijn is in de organen van de Raad van Ministers van de Europese Unie pas opgestart. Wanneer ik op het thuisfront enigszins voorzichtig ben, dan is dat niet om op het Europese front even voorzichtig te zijn. Men moet zien waar men op het spreekgestoelte luid spreekt en waar men dat niet doet.

 

Op Europees vlak kan u voor 3 000 % op mijn inzet rekenen, om zowel tot een goede overeenkomst met de 11 landen te komen als om andere landen in het verhaal te betrekken. Bij de andere landen zit immers het paard gebonden. Het Verenigd Koninkrijk heeft bijvoorbeeld vorige vrijdag aan het Europees Hof van Justitie gevraagd de beslissing van de Europese Raad over de versterkte samenwerking te vernietigen.

 

Mijnheer de voorzitter, ik moet kort zijn. Ik zal mijn best doen.

 

Een en ander betekent natuurlijk wel dat het Verenigd Koninkrijk de vernietiging verschrikkelijk belangrijk vindt. Er zou kunnen worden gedacht dat het Verenigd Koninkrijk het concurrentiële voordeel naar zijn kant wil trekken, omdat het niet meedoet. Het wil echter de enhanced cooperation zelf ongedaan laten maken.

 

Het feit dat het Verenigd Koninkrijk de stap naar het Europees Hof heeft gezet, heeft niet tot gevolg dat de werkzaamheden in de cenakels van de Europese Raad, met name de bespreking door de bevoegde raadswerkgroep, worden opgeschort. Wij verwachten van de Europese Commissie dat zij in de raadswerkgroep bijkomende informatie over de details van haar voorstel zal verschaffen.

 

Ik heb aan mijn administratie gevraagd – dat is vorige week ook al door de heer Bogaert namens mij geantwoord – een impact assessment van de ontwerprichtlijn te maken. Daarbij wordt natuurlijk rekening gehouden met alle, elementen die worden aangereikt door uiteraard de sector, alsook door het Agentschap van de Schuld en de stakeholders van het bedrijfsleven.

 

Ook alle input die wij van ngo’s kunnen krijgen, wordt met dank aanvaard en door mijn diensten aandachtig bestudeerd. Indien uit de permanente analyse, die ik samen met de administratie zal maken, blijkt dat de bepalingen van de ontwerprichtlijn, rekening houdende met het feit dat slechts 11 van de binnenkort 28 lidstaten deelnemen, onvoldoende effectief zijn, omdat zij al te makkelijk kunnen worden ontweken, dan zullen onze onderhandelaars een en ander zo goed mogelijk proberen bij te sturen.

 

Chacun des onze États membres étudie actuellement les propositions et leurs conséquences. Je tiens à souligner à cet égard que l'ensemble des vingt-sept, et bientôt vingt-huit, États membres de l'Union européenne débattent du projet de directive et que les participants doivent, en fin de compte, approuver la directive à l'unanimité – donc avec aussi le consentement de la Belgique.

 

Du point de vue belge, nous devons prendre en compte le fait que les services financiers constituent une activité importante pour notre pays et que l'impact sur l'économie réelle pourrait bien se révéler plus important que pour d'autres États membres, surtout s'il devait se confirmer que des pays voisins de la Belgique ne participeront pas. Il faut donc les convaincre de participer.

 

En outre, il conviendra de tenir compte de la spécificité de notre pays, qui est plutôt un État membre d'accueil avec des centres de décision établis à l'étranger. Je vais participer aux négociations en gardant à l'esprit qu'un très grand nombre d'importantes institutions et infrastructures de marché sont installées chez nous, qu'énormément de treasury centers de grandes multinationales sont également établis ici et que la Belgique possède une économie très ouverte.

 

Met verwijzing naar uw vraag, mijnheer Van der Maelen, wil ik ten slotte onderstrepen, maar dat weet u beter dan ik, dat het niet echt gaat over een Tobintaks, die alleen valutatransacties zou viseren, maar over een maatregel met een veel ruimer toepassingsgebied die door de Europese Commissie werd gedefinieerd.

 

Pour encore relever une seule chose, des entreprises de production de biens se couvrant contre les fluctuations des prix des matières premières, des taux de change et des taux d'intérêt, seraient de ce fait imposées, alors même qu'il est tout indiqué qu'elles se prémunissent contre de tels risques.

 

Ce qui compte à mes yeux est que les textes qui seront adoptés servent l'objectif de faire changer certains comportements trop spéculatifs du monde financier. C'est dans cet esprit, que je soutiens totalement et de tout cœur, que je défendrai la position de notre pays.

 

13.04  Laurence Meire (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Après avoir mis à mal l'économie réelle et menacé les plus pauvres, il s'agit de mettre à contribution ceux par qui la crise est arrivée, notamment via ces coopérations renforcées.

 

Pour le groupe PS, il est impensable de passer à côté des recettes dégagées par une telle taxe! Elle rapportera des milliards d'euros tout en, selon une étude européenne, favorisant la croissance et diminuant la spéculation dangereuse sur les marchés. Ce sera également une source additionnelle au profit de la coopération au développement.

 

C'est dans ce sens que j'ai déposé avec mon groupe une proposition de résolution qui – je j'espère – recueillera votre soutien lorsqu'elle sera débattue ici-même.

 

13.05  Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij te vernemen dat u zich op Europees vlak zult inzetten voor de snelle invoering van de financiëletransactietaks.

 

Ik denk dat wij die taks nodig hebben. Het is een beperkte vorm van controle en een belasting op kapitaal en het kan de hypersnelle speculatie afremmen.

 

Het kan meehelpen om financiële crisissen te voorkomen. Wij weten allemaal welke schade wij daardoor hebben geleden. Het kan vooral ook een respectabele som geld opbrengen om de sociale uitdagingen, de ontwikkelingssamenwerking en de strijd tegen klimaatverandering te financieren.

 

Daarom hebben wij dringend nood aan die maatregel. Ik wil u vragen u niet te laten afleiden door stemmingmakerij uit een sector die al van bij het begin tegen de maatregel was en die denkt dat hij nu in de laatste rechte lijn nog vertragingsmanoeuvres kan maken. Wie weet, hoopt hij misschien dat van uitstel afstel komt.

 

Wij mogen ons niet laten afleiden. Wij hebben de financiëletransactietaks broodnodig om de redenen die ik zopas heb opgesomd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de M. Georges Dallemagne au vice-premier ministre et ministre de la Défense sur "le projet de déploiement d'une nouvelle arme nucléaire américaine en Belgique" (n° P1715)

14 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over "de mogelijke plaatsing van een nieuw Amerikaans kernwapen in België" (nr. P1715)

 

14.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, pouvez-vous me confirmer ou m'infirmer une information qui est sortie dans Sud Presse, ce matin, et qui fait état d'un redéploiement de missiles balistiques nucléaires américains en Europe. Il semblerait – cette information a également été diffusée en Grande-Bretagne et en Italie – qu'il y aurait un redéploiement de 200 nouvelles têtes nucléaires en Europe.

 

Je rappelle qu'en Europe, on a progressivement réussi à diminuer le nombre des têtes nucléaires en les faisant passer de 5 700 (chiffre relevé en plein moment de la guerre froide, dans le début des années 80) à 150. On enregistre donc une nette réduction de l'arsenal nucléaire, notamment parce que chacun s'accorde à dire que ces têtes nucléaires tactiques ou substratégiques n'ont pas d'utilité en Europe en termes de dissuasion. À l'initiative de M. Dirk Van der Maelen, nous avons encore eu des auditions à ce sujet, en commission des Affaires étrangères, la semaine dernière. Tout le monde s'accorde à dire qu'elles n'ont pas d'intérêt sur un plan dissuasif.

 

Monsieur le ministre, confirmez-vous cette information? Le cas échéant, de combien têtes nucléaires est-il question? Quel coût cela représente-t-il pour la Belgique?

 

Le président: Monsieur Dallemagne, je ne suis pas sûr que vous obtiendrez une réponse à cette question.

 

14.02  Koen Geens, ministre: Monsieur le président, cher collègue, je vous donne lecture de la réponse du vice-premier ministre et ministre de la Défense, M. Pieter De Crem. Elle est courte.

 

Toute initiative relative au débat sur la politique nucléaire doit se faire sous le sceau de la solidarité des États membres de l'OTAN dans le cadre de laquelle la Belgique met à disposition de ses partenaires des moyens et une infrastructure pour l'exécution de tâches nucléaires. Vu la confidentialité du dossier, la Belgique ne sait ni confirmer, ni nier l'éventuelle présence d'armes nucléaires sur son territoire.

 

Le président: Je vous avais prévenu, monsieur Dallemagne.

 

14.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je m'attendais à ce genre de réponse.

 

Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse particulièrement sibylline qui n'est pas une surprise.

 

Cela dit, je pense vraiment qu'il serait légitime, si une information d'une telle importance s'avérait exacte, que le parlement en soit informé, même si je conviens tout à fait que cette information ne peut être rendue publique.

 

Toujours est-il que si tel était le cas, il s'agirait d'une mesure extrêmement importante, d'une inversion de tendance en matière de dénucléarisation. Il s'agit d'armes qui entraînent des questions en termes de sécurité ainsi qu'en termes budgétaires. Il s'agirait également de savoir sur quel site elles seraient gardées.

 

Je rappelle que, dans son accord de gouvernement, le gouvernement s'est engagé à travailler d'arrache-pied pour que nous puissions avoir un monde dénucléarisé. Si l'information se confirmait, il s'agirait d'une position que je qualifierais de schizophrénique.

 

Je compte vraiment sur vous pour relayer la demande de mon groupe d'organiser un débat sous un format à convenir, si tel était le cas. En effet, il s'agirait d'une nouvelle majeure. Par ailleurs, l'un des enjeux d'une démocratie est de faire en sorte que les parlementaires soient informés.

 

Ce sont des secrets de polichinelle car ces informations circulent partout! J'estime que les parlementaires devraient pouvoir disposer d'une information de première main.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Nous en avons terminé avec l'heure des questions.

 

Projets et propositions (continuation)

Ontwerpen en voorstellen (voortzetting)

 

15 Projet de loi de mise en conformité à la Convention internationale pour la répression des actes de terrorisme nucléaire, ouverte à la signature à New York, le 14 septembre 2005 et à l'amendement à la Convention sur la protection physique des matières nucléaires, signé à Vienne le 8 juillet 2005 (2672/1-7)

15 Wetsontwerp houdende overeenstemming met het Internationaal Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme, opengesteld voor ondertekening te New York op 14 september 2005 en met de wijziging van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal, ondertekend te Wenen op 8 juli 2005 (2672/1-7)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Christian Brotcorne, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

Le premier intervenant est M. Jabour. Il est excusé.

 

15.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, dit thema ligt onze fractie na aan het hart. Het gaat over nucleaire beveiliging en nucleaire veiligheid. Onze gerespecteerde collega Stefaan Van Hecke heeft in de commissie belangrijk werk verricht, samen met andere commissieleden en de minister.

 

U lacht, mijnheer Tuybens, maar ik nodig u en anderen uit om het verslag door te nemen, dan kunnen wij samen vaststellen dat er onder impuls van onze gerespecteerde collega Stefaan Van Hecke verbeteringen zijn aangebracht en anomalieën uit het wetsontwerp zijn weggewerkt. De oppositie is er om slordig wetgevend werk wat minder slordig te maken. Er is dus zeker vooruitgang geboekt tijdens de parlementaire bespreking.

 

Het is belangrijk dat er over de nucleaire sites duidelijke afspraken worden gemaakt. Dat zijn geen plaatsen waar men binnen- en buitenwandelt; dat spreekt voor zich. Onze fractie heeft echter één belangrijke opmerking, die meteen ook aan de basis ligt van onze tegenstem. Na de bespreking en het debat in de commissie werd artikel 8 niet gewijzigd. Wij betreuren dat ten zeerste omdat men daarmee de deur sluit en mogelijke acties of onderzoeksjournalistiek op nucleaire sites criminaliseert en strafbaar maakt.

 

Onze fractie heeft een aantal suggesties gedaan om dat recht te trekken. Die zijn helaas niet gevolgd. De veiligheid van de nucleaire technologie is belangrijk, maar er kan wel een eerlijk maatschappelijk debat over plaatsvinden. Acties en onderzoeksjournalistiek moeten ook op die sites kunnen doorgaan, want die zijn van een heel andere orde dan een binnendringing met een criminele motivatie. Daarom, maar ook om onze vrienden van Greenpeace een plezier te doen en omdat wij er oprecht van overtuigd zijn, zullen wij tegenstemmen.

 

15.02  Éric Jadot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, Ecolo-Groen ne peut naturellement qu'encourager la rédaction de tels traités internationaux ainsi que leur transposition en droit belge. Il importe en effet de faire face aux dangers que suscite la présence de matériels nucléaires sur notre territoire. Néanmoins, comme en commission, nous n'allons pas soutenir le projet de loi tel que proposé.

 

Il convient à nos yeux que l'intentionnalité des actes commis soit systématiquement prise en compte dans le champ d'application de la loi. Cette demande a pu être satisfaite via des amendements aux articles 2 et 5, mais pas à l'article 8, qui nous semble toujours problématique. Des précisions quant à l'intentionnalité des actes commis et à réprimer sont, pour nous, capitales. Nous avons pu en effet constater par le passé qu'à plusieurs reprises, on a tenté, dans la jurisprudence, d'utiliser des dispositions légales et pénales portant sur la menace terroriste à l'encontre de militants activistes. On pensera notamment au cas des altermondialistes liégeois ou à certaines actions menées par Greenpeace. Il ne faudrait pas qu'une action militante visant à bloquer symboliquement un train transportant des déchets radioactifs puisse tomber sous le coup d'une loi destinée à prévenir le terrorisme nucléaire. Ce serait clairement une confusion des genres, vous en conviendrez.

 

Or, dans cet ordre d'idées, si les articles 2 et 5 ont pu être éclaircis, il n'en va pas de même de l'article 8, qui a pour objet d'ériger en infraction l'intrusion ou la tentative d'intrusion sur les parties sensibles d'un site nucléaire. Comme cela a été aussi souligné par les collègues De Wit et Van Hecke en commission, l'exigence du dol spécial n'est nullement mentionnée dans cet article alors qu'il est pourtant essentiel. Je pense ainsi à Anja Hermans, qui a pénétré sur le site de Doel en 2009 pour démontrer l'inefficacité de son système de protection. Or, comme c'est le cas dans le projet de loi qui est soumis à notre approbation, si on ne fait pas état de dol spécial dans le nouvel article, de telles actions conduites par des journalistes ou des militants qui entendent dénoncer des dysfonctionnements relèveront du champ d'application de cet article.

 

En ce sens, nous estimons que le projet de loi va trop loin, car de tels faits ne peuvent, en aucune manière, être assimilés à des actes de terrorisme. Ils ne peuvent donc relever du champ d'application de ce projet de loi. Pour cette unique raison, le groupe Ecolo-Groen votera contre.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Le projet de loi règle des matières visées aux articles 77 et 78 de la Constitution.

Het wetsontwerp regelt aangelegenheden als bedoeld in de artikelen 77 en 78 van de Grondwet.

 

En application de l'article 72.2, alinéa 2 du Règlement, les dispositions relevant de l'article 77 de la Constitution sont disjointes du projet de loi.

In toepassing van artikel 72.2, tweede lid van het Reglement, worden de bepalingen die ressorteren onder artikel 77 van de Grondwet uit het wetsvoorstel gelicht.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2672/5 (matière visée à l'article 78 de la Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2672/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2672/5 (aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2672/5)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant le Code pénal afin de le mettre en conformité avec la Convention internationale pour la répression des actes de terrorisme nucléaire, faite à New York, le 14 septembre 2005 et avec l'Amendement de la Convention sur la protection physique des matières nucléaires, adopté à Vienne le 8 juillet 2005 par la Conférence des États parties à la Convention".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van het Strafwetboek om het in overeenstemming te brengen met het Internationaal Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme, gedaan te New York op 14 september 2005 en met de Wijziging van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal, aangenomen te Wenen op 8 juli 2005 door de Conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag".

 

Le projet de loi compte 8 articles.

Het wetsontwerp telt 8 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 8 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2672/6 (matière visée à l'article 77 de la Constitution). Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2672/6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2672/6 (aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet). De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2672/6)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en “projet de loi modifiant l'article 144ter, § 1er, 1°, du Code judiciaire afin de le mettre en conformité avec la Convention internationale pour la répression des actes de terrorisme nucléaire, faite à New York, le 14 septembre 2005 et avec l'Amendement de la Convention sur la protection physique des matières nucléaires, adopté à Vienne le 8 juillet 2005 par la Conférence des États parties à la Convention".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van artikel 144ter, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek om het in overeenstemming te brengen met het Internationaal Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme, gedaan te New York op 14 september 2005 en met de Wijziging van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal, aangenomen te Wenen op 8 juli 2005 door de conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag".

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (2684/1-3)

16 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (2684/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

M. Mathias De Clercq, rapporteur, se réfère à son rapport écrit.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2684/3)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2684/3)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de résolution relative au positionnement de la préparation magistrale (2004/1-6)

17 Voorstel van resolutie betreffende de positionering van de magistrale bereiding (2004/1-6)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Maya Detiège, Olivier Destrebecq, Nathalie Muylle, Lieve Wierinck, Marie-Claire Lambert, Marie-Martine Schyns

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion (Rgt. 85, 4) (2004/6)

De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt. 85, 4) (2004/6)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

M. Franco Seminara, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

17.01  Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de bereiding van geneesmiddelen op maat van de patiënt is van alle tijden, maar dat vak dreigt uitgehold te worden. Tijdens mijn opleiding als apotheker en ook de periode onmiddellijk erna, toen ik vervangingen deed in Brussel en heel Vlaanderen, heb ik oudere collega’s ontmoet die de kunst van de magistrale bereiding nog tot in de finesse beheersten. Ik had de vaardigheid destijds ook wel onder de knie, maar niet zo goed als mijn oudere collega’s, en een hele generatie apothekers na mij nog minder.

 

De vaardigheden van de magistrale bereiding zijn aan het verdwijnen. In de opleiding van apothekers wordt er heel veel energie in gestoken om die bereidingen volgens de regels te maken, maar als die kennis in de praktijk bijna niet meer gebruikt kan worden, waar is men dan mee bezig?

 

Ik krijg mails van apothekers die aan de alarmbel trekken. Zij werken met verlies, zo staat daarin. De grondstoffen worden in te grote verpakkingen verkocht. De prijzen stijgen, maar de terugbetaling niet. Ik heb het opgezocht en het loopt inderdaad de spuigaten uit.

 

Een eerste reden is dat het juridisch raam dat wij vandaag kennen, te weinig afgestemd is op de reële context. Zo werden er in het koninklijk besluit van 2009 terecht kwaliteitseisen opgelegd voor magistrale bereidingen, maar werd de apotheker onvoldoende gehonoreerd voor de investeringen en de tijd die daarmee gepaard gaan.

 

Daarnaast heeft een beperkte regelgeving, het koninklijk besluit van 1997 over de controle en de analyse van de grondstoffen die door de apothekers gebruikt worden, een consolidatie veroorzaakt van de distributeurs van farmaceutische grondstoffen. Als gevolg daarvan is de prijs van de grondstoffen toch wel serieus gestegen. Bij uitblijven van nieuwe wetgevende initiatieven, dreigen daarom bepaalde nochtans noodzakelijke bereidingen niet meer beschikbaar te komen.

 

Een derde en minstens even belangrijke reden is dat artsen magistrale bereidingen nog zelden voorschrijven. Door de besparingsmaatregelen in het verleden zijn veel artsen er bijvoorbeeld niet meer van op de hoogte of een bereiding al dan niet wordt terugbetaald. Het is daarom belangrijk de artsen wegwijs te maken in dat kluwen.

 

Daarbovenop kennen de meeste artsen het magistrale op zich niet meer. Dat is ook begrijpelijk, want in hun opleiding wordt er nog nauwelijks aandacht aan besteed, tenzij bij de dermatologen. Bij huisartsen wordt er soms nog maar een halve dag voor uitgetrokken tijdens hun universitaire opleiding en soms zelfs dat niet.

 

Door al die redenen verdwijnt de kennis en de ervaring van de magistrale bereiding steeds meer. Dat is niet alleen jammer voor de apothekers, maar vooral voor de zieken. Ziek zijn wij bij tijd en stond allemaal.

 

Onze zorg verliest een belangrijk instrument dat in deze tijd juist steeds belangrijker wordt. Met magistrale bereidingen worden immers medicijnen op maat gemaakt. Onze hedendaagse zorg gaat juist over maatwerk.

 

De geneeskunde wordt steeds meer gepersonaliseerd. Dat is een gevolg van actuele wetenschappelijke ontwikkelingen. De biomedische wetenschappen maken momenteel een enorme versnelling mee. Door allerlei nieuwe technologieën – bijvoorbeeld DNA-onderzoek – wordt de geneeskunde steeds individueler en complexer. Ook magistrale bereidingen zullen hier een grote rol spelen, zeker in de nanotherapie en bij genetische behandelingen.

 

De apothekers zullen, indien nodig via uitbesteding, mee moeten kunnen met deze innovatieve trends. Te vaak kunnen patiënten vandaag na hun ontslag uit het ziekenhuis niet alle noodzakelijke bereidingen krijgen in hun vertrouwde apotheek omdat die hier niet specifiek voor is uitgerust. Om een optimale zorg te waarborgen is het dan ook belangrijk dat iedere apotheker de formules uit het TMF of de bijbel van de apothekers zelf moet kunnen bereiden. We moeten er echter ook in voorzien dat individuele apothekers zich kunnen specialiseren. Apothekers die dit liever niet doen of het financieel niet aankunnen moeten de mogelijkheid krijgen om complexe bereidingen uit te besteden. De lijst van bereidingen die uitbesteed mogen worden is vandaag veel te gelimiteerd.

 

Dan is er natuurlijk ook het maatschappelijk fenomeen van de vergrijzing. Onze bevolking veroudert, dat weet iedereen, en zal steeds meer zorg nodig hebben. De benodigde medicatie zal in grote mate meer op maat gemaakt moeten worden. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de thuiszorg en de rol erin van de parenterale voeding, pijnpompen of weesgeneesmiddelen. Apothekers moeten die service kunnen bieden en dus complexere bereidingen kunnen aanbieden. Ook andere bereidingen, zoals siropen en suspensies, moeten terug ingeburgerd raken.

 

Wat stellen we immers vast in de praktijk? Bijna alle geneesmiddelen die men in een apotheek kan kopen zijn gericht op volwassenen en zijn niet aangepast aan mensen met speciale noden zoals geriatrische patiënten, prematuren en kinderen. Geneesmiddelen zijn bijna altijd in tabletvorm en voor kinderen en oudere mensen is dat vaak geen optie. Niet alleen kinderen, ook veel oudere mensen hebben immers slikproblemen. Suspensies, siropen en soms ook suppo’s kunnen dan een oplossing bieden.

 

Bij een magistrale bereiding kan niet alleen voor een geschikte toedieningsvorm gezorgd worden, ook kan de dosering aangepast worden aan het gewicht van de patiënt of aan het opbouwen en afbouwen van een therapie. Magistrale bereidingen maken het ook mogelijk om verschillende werkzame stoffen te combineren en zo verschillende aandoeningen te behandelen met een enkele therapie. Dit maakt de behandeling eenvoudiger en heeft een gunstig effect op de therapietrouw.

 

Collega’s, om af te ronden, de magistrale bereiding mag niet verloren gaan. Integendeel, we moeten meegaan met de tijd. Daarom pleit ik voor investeringen in het magistraal bereiden zoals die in de resolutie staan.

 

17.02  Lieve Wierinck (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, het voorstel van resolutie dat wordt ingediend en ter stemming gebracht, geeft een duidelijke uitleg over het belang van de magistrale bereiding door de apotheker uitgevoerd.

 

De voordelen van de magistrale bereiding zoals de flexibiliteit in dosering en in toedieningsvorm – vooral de pediatrische vormen die bij courante geneesmiddelen vaak ontbreken – zijn in de geneeskunde van groot belang. Daarnaast is er de therapie op maat zodat verschillende actieve producten in een vorm kunnen worden gebracht.

 

Het voordeel om niet-courante en weesgeneesmiddelen te bereiden, is voor sommige patiënten van levensbelang. Daarom is het van groot belang dat het Therapeutisch Magistraal Formularium verder wordt uitgebreid volgens de noden van de medische zorgverstrekkers.

 

De nadruk moet blijvend worden gelegd op de kwaliteit van de grondstoffen en de apparatuur. De kwaliteit van het voorschrift van de magistrale bereiding en het bereiden ervan moeten een uitdaging zijn voor respectievelijk artsen en apothekers. Bij de artsen, en vooral de huisartsen, moet er tijdens de academische opleiding meer nadruk worden gelegd op het magistraal voorschrijven. Een goede basisopleiding en postuniversitaire vorming zijn noodzakelijk voor apothekers en artsen.

 

Een betere prijscontrole van de farmaceutische grondstoffen en aangepaste hoeveelheden ervan, zouden moeten zorgen voor een betere financiële impact. Daarnaast zijn nieuwe technologieën, zoals specifieke bereidingssoftware en computergekoppelde weegschalen, noodzakelijk.

 

De mogelijkheid om magistrale bereidingen uit te besteden bij collega’s of labo’s moet worden vergemakkelijkt. Deze resolutie zorgt voor een stimulatie van de magistrale bereiding.

 

De magistrale bereiding is van groot belang voor de patiënt. Open Vld steunt deze resolutie omdat het belang van de patiënt primordiaal moet zijn en blijven.

 

17.03  Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, chers collègues, ces dernières années, le rôle du pharmacien a considérablement évolué. De préparateur du médicament, le pharmacien est devenu un conseiller dans le domaine du médicament.

 

L'arrêté royal du 21 janvier 2009 portant instructions pour les pharmaciens a contribué à renforcer son rôle dans la dispense des soins pharmaceutiques. Dans ce contexte, la préparation magistrale, c'est-à-dire un médicament préparé à l'officine par le pharmacien à la demande du patient et dont la formule est composée par le médecin prescripteur joue un rôle important.

 

Annexé à l'arrêté royal du 21 janvier 2009, le guide des bonnes pratiques pharmaceutiques officinales comporte un chapitre consacré à la préparation magistrale et officinale. Bien qu'existant de longue date, le traitement individualisé connaît un soutien scientifique important ces dernières années. Les préparations magistrales correspondent à un concept médical moderne.

 

Les préparations magistrales en tant que préparations nominales individualisées améliorent sans conteste la compliance du patient. Elles jouent un rôle majeur dans la santé, car elles permettent:

- d'ajuster la posologie en fonction de l'âge et du poids du patient ou en fonction d'une pathologie modifiant le métabolisme d'un principe actif;

- d'adapter la forme pharmaceutique: les enfants et les personnes âgées sont parfois incapables d'avaler un comprimé et les préparations magistrales liquides apportent une vraie solution;

- d'associer plusieurs principes actifs pour une synergie d'actions;

- de pallier l'arrêt de la commercialisation par un laboratoire d'une spécialité.

 

De nombreuses mesures ont déjà été prises pour garantir et améliorer la qualité des préparations magistrales dans notre pays et dans notre arsenal législatif. On peut notamment citer la mise à disposition du pharmacien de matières premières de qualité, l'obligation de posséder un matériel permettant de préparer des médicaments dans les meilleures conditions, le guide des bonnes pratiques pharmaceutiques officinales, le formulaire thérapeutique magistral.

 

Néanmoins, d'autres mesures restent nécessaires pour améliorer la qualité des préparations magistrales et garantir également son accessibilité. Tel est donc l'objet de la proposition de résolution qui a été adoptée à l'unanimité en commission de la Santé publique et pour laquelle notre groupe réitérera, une nouvelle fois, à l'occasion de cette séance plénière, son soutien, étant convaincu du rôle majeur qu'occupent les préparations magistrales au niveau de la santé publique.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

 

18 Projet de loi modifiant le Code Civil, le Code pénal, le Code judiciaire, la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers et la loi du 31 décembre 1851 sur les consulats et la juridiction consulaire, en vue de la lutte contre les mariages de complaisance et les cohabitations légales de complaisance (2673/1-10)

- Proposition de résolution relative à la lutte contre les mariages et les cohabitations de complaisance (270/1-2)

- Proposition de loi relative à la lutte contre les mariages de complaisance et la cohabitation de complaisance (481/1-2)

- Proposition de loi modifiant la législation en ce qui concerne la lutte contre les mariages de complaisance (718/1-2)

- Proposition de loi visant à rendre plus efficace la lutte contre les mariages de complaisance et à lutter contre les cohabitations légales de complaisance (782/1-3)

- Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne le partenariat de complaisance (820/1-3)

- Proposition de loi modifiant la législation relative au mariage en ce qui concerne la répression du mariage de complaisance (890/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers en ce qui concerne la lutte contre les contrats de cohabitation de complaisance (891/1-2)

- Proposition de loi instituant une banque de données et élargissant les compétences des postes consulaires en vue de lutter contre les mariages simulés (1102/1-2)

- Proposition de loi relevant le taux de la peine pour les mariages de complaisance (1856/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne l'instauration d'un délai d'attente après un refus de célébrer le mariage (1857/1-2)

- Proposition de loi modifiant la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en vue de qualifier le mariage de complaisance d'infraction continue (1866/1-2)

- Proposition de loi prévoyant de mettre systématiquement fin au droit de séjour découlant d'un mariage de complaisance (2085/1-2)

- Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne la cohabitation de complaisance (2170/1-2)

18 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en de wet van 31 december 1851 betreffende de consulaten en de consulaire rechtsmacht, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen (2673/1-10)

- Voorstel van resolutie over de aanpak van schijnhuwelijken en schijnsamenwoonst (270/1-2)

- Wetsvoorstel betreffende de strijd tegen de schijnhuwelijken en schijnsamenwoning (481/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving wat de strijd tegen schijnhuwelijken betreft (718/1-2)

- Wetsvoorstel tot efficiëntere bestrijding van schijnhuwelijken en ter bestrijding van schijnwettelijke samenwoning (782/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat het schijnpartnerschap betreft (820/1-3)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende het huwelijk wat de beteugeling van het schijnhuwelijk betreft (890/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat de beteugeling van het schijnsamenlevingscontract betreft (891/1-2)

- Wetsvoorstel tot oprichting van een gegevensbank en ter verruiming van de bevoegdheden van de consulaire posten, teneinde schijnhuwelijken tegen te gaan (1102/1-2)

- Wetsvoorstel tot verhoging van de strafmaat voor schijnhuwelijken (1856/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat betreft de invoering van een wachttijd na een eerdere weigering van de huwelijksvoltrekking (1857/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen tot omschrijving van het schijnhuwelijk als een voortdurend misdrijf (1866/1-2)

- Wetsvoorstel tot systematische beëindiging van het verblijfsrecht ingevolge een schijnhuwelijk (2085/1-2)

- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat betreft de schijnsamenwoning (2170/1-2)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 270: Nahima Lanjri, Leen Dierick

- 481: Carina Van Cauter, Bart Somers, Sabien Lahaye-Battheu, Patrick Dewael

- 718: Nahima Lanjri, Leen Dierick, Raf Terwingen

- 782: Daniel Bacquelaine, Marie-Christine Marghem, Jacqueline Galant, Damien Thiéry, Denis Ducarme, Charles Michel

- 820: Sarah Smeyers, Siegfried Bracke, Kristien Van Vaerenbergh, Sophie De Wit, Theo Francken

- 890: Peter Logghe, Bert Schoofs, Hagen Goyvaerts, Rita De Bont, Gerolf Annemans

- 891: Peter Logghe, Bert Schoofs, Hagen Goyvaerts, Rita De Bont, Filip De Man, Annick Ponthier, Tanguy Veys

- 1102: Thierry Giet, Özlem Özen, Yvan Mayeur

- 1856: Gerolf Annemans, Bert Schoofs, Peter Logghe

- 1857: Gerolf Annemans, Bert Schoofs, Peter Logghe

- 1866: Gerolf Annemans, Bert Schoofs, Peter Logghe

- 2085: Gerolf Annemans, Bert Schoofs, Peter Logghe

- 2170: Sabien Lahaye-Battheu, Carina Van Cauter, Bart Somers

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ce projet de loi et à ces propositions. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan dit wetsontwerp en deze voorstellen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

18.01  Rosaline Mouton, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de commissie voor de Justitie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 2 april. Het wetsontwerp is een logisch gevolg van de strijd die in 2006 werd aangebonden tegen de overvloed aan schijnhuwelijken waarmee ons land werd geconfronteerd.

 

Nadat via de wet van 12 januari 2006 het schijnhuwelijk strafbaar werd gesteld, stelde men een verplaatsing vast van het fenomeen schijnhuwelijk naar het fenomeen schijnwettelijksamenwonen.

 

Dit is een groot maatschappelijk probleem, en het zal u niet verwonderen dat de meeste fracties voorstellen hebben ingediend teneinde doeltreffend het schijnhuwelijk en het schijnwettelijksamenwonen tegen te gaan. In de commissie was men eensgezind over de noodzaak van een wettelijk initiatief. In het regeerakkoord werd het huidige initiatief van de minister van Justitie trouwens reeds aangekondigd.

 

Meer specifiek maakt dit wetsontwerp het mogelijk dat de strafrechter de nietigheid van het huwelijk of van het samenwonen uitspreekt, als aanvulling op een strafrechtelijke beslissing. Deze functie van de strafrechter werd uitvoerig bediscussieerd in de commissie, onder meer gelet op het advies van de Raad van State. In casu kan de vaststelling gemaakt worden dat deze aan de strafrechter gegeven bevoegdheid de facto een logisch uitvloeisel is van de strafrechtelijke veroordeling.

 

Wat de bestraffing betreft, wordt geopteerd voor een gulden middenweg. Op vraag van diverse fracties, en mede gelet op het advies van het College van procureurs-generaal, werd voorzien in een verzwaring van de sancties, maar niet in een wijziging van de aard van de overtreding. De maximumstraf is nu vijf jaar, wat overeenkomt met de maximaal oplegbare correctionele gevangenisstraf.

 

Mijns inziens moet worden benadrukt dat de minister van Justitie beklemtoonde dat de nieuwe sancties effectief zullen worden toegepast, en dat het niet om louter symbolische strafverzwaringen gaat.

 

Een belangrijke vernieuwing, waarin alle fracties zich konden terugvinden, is dat er aan de ambtenaar van de burgerlijke stand eindelijk een termijn wordt opgelegd waarbinnen de akte van aangifte moet worden opgemaakt. Een heikel discussiepunt bleek evenwel wat het gevolg zou zijn indien de bevoegde ambtenaar geen beslissing neemt binnen de gestelde termijn.

 

Het principe dat naar voren gebracht wordt in het wetsontwerp is dat een niet-beslissing door de ambtenaar van de burgerlijke stand gelijkgesteld wordt met een positieve beslissing. Ter zake werden dan ook diverse amendementen ingediend. Het oorspronkelijk standpunt bleef echter overeind, onder meer wegens het principe dat vervat is in het huidige artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel bepaalt dat indien de ambtenaar van de burgerlijke stand geen definitieve beslissing neemt over het uitstel van de voltrekking van het huwelijk, hij het huwelijk moet voltrekken.

 

In de commissie voor de Justitie kwam uit verschillende hoeken ook de vraag naar de opstart van een databank omtrent schijnhuwelijk en schijnwettelijksamenwonen, gelet op het gegeven dat werd vastgesteld dat mensen meermaals pogingen ondernemen om, al dan niet in dezelfde gemeente, een schijnhuwelijk of een schijnwettelijksamenwonen aan te gaan. Hieromtrent bleek dat de opstart van een dergelijke databank tot op heden financieel niet mogelijk is, doch dat een werkgroep wordt samengesteld om het Rijksregister daarvoor eventueel te gebruiken.

 

Ik kan mijn verslag besluiten met te stellen dat ik mij erover verheug dat ter zake een wetgeving tot stand is gekomen zoals in de regering werd afgesproken, die een oplossing kan bieden aan het maatschappelijke probleem van het schijnwettelijksamenwonen waarmee ons land sinds geruime tijd wordt geconfronteerd.

 

De voorzitter: Mevrouw, ik feliciteer u met uw maidenspeech. (Applaus)

 

Le président: M. Blanchart et Mme Galant renvoient à leur rapport écrit. Je donne la parole à Mme Lanjri pour la suite du rapport. Elle fera son intervention dans la foulée.

 

18.02  Nahima Lanjri, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is misschien verwonderlijk, maar dit is een belangrijk wetsontwerp. Het werd in drie commissies besproken. Er zijn dan ook drie verslagen. Een deel werd besproken in de commissie voor de Justitie, een deel in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, waarvoor ik rapporteur ben, en een klein deel in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen. Dat laatste had met de consulaire posten te maken.

 

In de commissie voor de Binnenlandse Zaken hebben wij dit wetsontwerp besproken tijdens de bijeenkomst van 13 maart. De staatssecretaris voor Asiel en Migratie heeft toelichting gegeven bij het ontwerp. Zij verwees voornamelijk naar de wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Strafwetboek en het Gerechtelijk Wetboek, waar een definitie voor schijnsamenwonen werd ingevoerd. Daarnaast bevat het ontwerp ook een aanpassing aan de Vreemdelingenwet, die het voorwerp heeft uitgemaakt van de bespreking in de commissie voor de Binnenlandse Zaken.

 

Door de invoering van de definitie schijnwettelijksamenwonen in het Burgerlijk Wetboek kunnen de ambtenaren van de burgerlijke stand en het parket, zoals dat reeds het geval was voor huwelijken, binnenkort een onderzoek voeren als er twijfel rijst over de werkelijke intenties van de samenwonenden.

 

De procureur des Konings beschikt voortaan, in geval van gegronde twijfel bij een huwelijksaangifte of bij een verklaring van wettelijk samenwonen over maximaal vijf maanden, in plaats van twee maanden zoals vroeger, om zijn onderzoek te voeren. Verblijfsrecht kan niet worden ingeroepen wanneer een dergelijk onderzoek werd ingesteld en leidt tot een weigeringsbeslissing. Net zoals een schijnhuwelijk wordt ook een schijnwettelijksamenwonen in de Vreemdelingenwet strafbaar gemaakt. Er worden verhoogde gevangenisstraffen en geldboetes ingevoerd voor de inbreuken op die bepalingen.

 

De staatssecretaris wees op een belangrijk nieuw element, dat tevens een belangrijke administratieve vereenvoudiging betekent. Voortaan zal de strafrechter die een veroordeling wegens een schijnhuwelijk of een schijnsamenwonen uitspreekt in hetzelfde vonnis het huwelijk of het wettelijk samenwonen nietig kunnen verklaren. Het slachtoffer zal dus niet noodzakelijk nog eens een aparte burgerlijke procedure moeten opstarten om de nietigheid van zijn huwelijk of van het wettelijk samenwonen te verkrijgen.

 

Het vonnis zal ook onmiddellijk ter kennis worden gebracht van de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat is nog een vernieuwing. Die zal dan onmiddellijk overgaan tot de herevaluatie van de verblijfssituatie en in de meeste gevallen het verblijf intrekken. Bovendien is er nog een nieuwigheid. Voor personen die zich schuldig hebben gemaakt aan een schijnhuwelijk of een schijnwettelijk samenwonen kan er ook een inreisverbod van vijf jaar aan gekoppeld worden.

 

Tijdens de algemene bespreking stelde de heer Francken dat zijn fractie tevreden is met de maatregelen die eindelijk worden genomen in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken en het schijnwettelijksamenwonen. Vooral de verbinding van de strafrechtelijke en de burgerrechtelijke procedure vindt hij een belangrijke stap voorwaarts op het punt van het ontnemen van de verblijfstitel.

 

De spreker vraagt zich ook af of het voorliggend ontwerp tot nietigverklaring automatisch zal leiden tot het intrekken van de verblijfstitel.

 

Ook de hogere strafmaat is voor de N-VA-fractie een belangrijke verbetering, samen met de uitbreiding van de mogelijkheden voor de consulaire posten in het afgeven van attesten van niet-huwelijksbeletsel. Niettegenstaande die positieve elementen vindt hij het wel jammer dat het ontwerp op bepaalde punten niet verder gaat. Zo zou in geval van het overschrijden van de onderzoekstermijn automatisch een negatieve beslissing moeten worden genomen en zou men kunnen voorzien in een sanctie tegen een persoon om gedurende één jaar niet te kunnen huwen of samenwonen.

 

Mevrouw Fernandez Fernandez vindt in het ontwerp een aantal positieve punten terug zoals de duidelijke termijnen van de procedures, maar geeft aan dat haar fractie niet helemaal tevreden is met het voorliggend ontwerp. Vooral de mogelijkheid dat de strafrechter voortaan ook in burgerlijke zaken uitspraak zou kunnen doen, is voor de spreekster een moeilijke maatregel. Daarnaast houdt het ontwerp ook een dubbele of zelfs viervoudige bestraffing in volgens spreekster: nietigverklaring, geldboete of gevangenisstraf, verwijdering van het grondgebied en mogelijk ook inreisverbod. Haar fractie wil toch haar bezorgdheid hierover uiten.

 

De heer Somers ziet in het voorliggend ontwerp vooral een aanwijzing dat deze regering inzet op een bijsturing van het migratiebeleid en daar ook in slaagt.

 

Mevrouw Galant geeft aan dat haar fractie vrij tevreden is dat de regering optreedt tegen de schijnhuwelijken en het schijnwettelijksamenwonen, maar zij wenst niettemin dat ook aandacht wordt besteed aan de steeds talrijker wordende schijnliefdeshuwelijken. In het Frans spreekt men over mariage gris. In Frankrijk gelden sinds 2010 specifieke strafrechtelijke bepalingen die de mogelijkheid bieden bestraffend op te treden tegen oplichting waarbij misbruik van gevoelens wordt gemaakt en waarvan de echtgenotes die te goeder trouw zijn, het slachtoffer zijn geworden. Zij vraagt de staatssecretaris of die van plan is dit specifieke probleem aan te pakken.

 

Mevrouw Genot kan zich er ook in terugvinden dat maatregelen worden genomen ter bestrijding van het schijnhuwelijk en het schijnwettelijksamenwonen, maar stelt in de praktijk vooral problemen vast bij het opsporen van misdrijven en de manier waarop ambtenaren echte en valse huwelijken moeten of kunnen onderscheiden. Volgens haar zijn de voorgestelde maatregelen niet doeltreffend en hebben zij vaak niet de gewenste uitwerking.

 

Voor de CD&V-fractie wijs ik op de noodzaak van een efficiënt en aangepast registratiesysteem voor pogingen of veroordelingen van schijnhuwelijk en schijnwettelijksamenwonen. Een gebrek aan een dergelijk registratiesysteem leidt er immers toe dat personen in een andere gemeente of soms zelfs in dezelfde gemeente opnieuw op een ander moment een poging zullen ondernemen.

 

Ik betreur ook dat dat niet in het ontwerp werd opgenomen, terwijl dat daarvoor wel in het regeerakkoord is uitgewerkt. Hopelijk wordt er snel een alternatief uitgewerkt.

 

Er worden ook weinig verblijfstitels ingetrokken na de vaststelling van een schijnhuwelijk en ik hoop dat de automatische doorsturing van gegevens aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en aan de DVZ in de toekomst leidt tot het aanhangig maken van meer dossiers en het ontnemen van de verblijfsvergunning en het verwijderen van het grondgebied van de betrokkenen.

 

De oprichting van een centraal meldpunt zou aan slachtoffers van schijnhuwelijken of schijnwettelijksamenwonen meer duidelijkheid geven over het indienen van een eventuele klacht. Op Europees niveau moet de problematiek ook meer opvolging krijgen.

 

Mevrouw Schyns van de cdH-fractie vraagt bij de aanpak vooral respect voor de fundamentele rechten die vervat zijn in het artikel 8 van het EVRM. Het evenredigheidsbeginsel moet daarbij steeds voor ogen worden gehouden.

 

De heer Logghe verwacht weinig heil van het voorliggend ontwerp. Zo wordt volgens hem onvoldoende rekening gehouden met verzwarende omstandigheden bij de strafmaat en wordt niet geopteerd voor de automatische intrekking van het verblijfsrecht.

 

De heer Thiébaut wijst eveneens op de moeilijke bewijsmiddelen in de procedure. Hoe moet men bijvoorbeeld ware gevoelens objectief duiden? Vaak komt de beoordeling toe aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat is voor die ambtenaren een zware taak. Hij vraagt hoe wij de ambtenaren beter kunnen wapenen voor het nemen van een dergelijke moeilijke beslissing.

 

De staatssecretaris wijst in haar antwoord op de mogelijkheden die reeds in de Vreemdelingenwet zijn vervat tot intrekking van het verblijfsrecht wanneer de huwelijksband of de samenleving is beëindigd.

 

Het is natuurlijk aan de DVZ om eerst na te gaan of er geen andere basis voor het verblijf in ons land is, naast het huwelijk of de samenwoning, die dan vernietigd zijn. Dat kan bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een kind, waardoor de intrekking van het verblijfsrecht niet altijd mogelijk is.

 

De staatssecretaris kan zich ook vinden in een verduidelijking van het voorgestelde artikel 21, waardoor de nietigverklaring op vraag van de procureur des Konings of een van de belanghebbende partijen wordt uitgesproken. Een amendement in die zin is tijdens de stemming in de commissie ook goedgekeurd.

 

De staatssecretaris erkent ten slotte dat het voor de gemeenten vaak niet eenvoudig is om beslissingen in dossiers over schijnhuwelijken en schijnsamenwonen te nemen. Het is immers niet evident de gevoelens en emoties van mensen correct in te schatten. Er zal, zoals sommige leden opmerkten, moeten worden onderzocht of de vragenlijsten inhoudelijk volledig pertinent zijn. Desnoods komt er een aanpassing van de vragenlijsten.

 

Het systeem zal hoe dan ook nooit volledig waterdicht zijn. Er bestaan getuigenissen in de positieve maar eveneens in de negatieve zin over genomen beslissingen.

 

Het ontwerp werd ten slotte in de commissie voor de Binnenlandse Zaken met 10 stemmen voor, 1 stem tegen en 3 onthoudingen goedgekeurd.

 

Mijnheer de voorzitter, aldus rond ik mijn verslag af.

 

Sta mij toe namens mijn fractie ons standpunt toe te lichten. De tekst is heel belangrijk, want met wat vandaag voorligt, zetten wij een heel belangrijke stap voorwaarts in het migratiedossier.

 

Het recht op huwelijk en het recht op samenleven met een partner naar keuze wordt door diverse internationale verdragen gegarandeerd, onder meer door het EVRM.

 

Het huwelijk en sinds enkele jaren in ons land ook de wettelijke samenwoonst openen ook het recht op gezinshereniging en verschaffen zodoende ook verblijfsrecht in ons land aan een partner die onderdaan is van een derde land.

 

Sinds de migratiestop van de jaren zeventig komen de meeste migranten het land in op grond van gezinshereniging. Tot voor kort ging het jaarlijks om 40 000 personen. Door de verstrenging van de wet op de gezinshereniging via een wetsvoorstel waaraan ik ten grondslag lag en dat twee jaar geleden hier in het Parlement werd goedgekeurd, is het aantal verblijfsvergunningen gedaald naar 30 960, wat een kwart minder is dan de periode vóór het wetsvoorstel. De helft van de verblijfsvergunningen gaat naar inwoners uit de EU. De andere helft gaat naar derdelanders.

 

Aangezien het recht op gezinshereniging een van de weinige beschikbare kanalen is om naar ons land te komen, geeft een en ander helaas soms ook aanleiding tot misbruiken.

 

Dat is niet nieuw. Reeds in 2000 werd een definitie van schijnhuwelijken ingeschreven in het Burgerlijk Wetboek, maar het duurde nog tot 2006 vooraleer het schijnhuwelijk ook strafrechtelijk werd opgenomen en vooraleer het in de Vreemdelingenwet werd ingeschreven om een einde te kunnen maken aan het verblijf.

 

Zowel in de vorige legislatuur als nu heeft CD&V er altijd voor gepleit om misbruiken aan te pakken. Een huwelijk of samenwonen moet kunnen, maar misbruik van een huwelijk of van samenwonen niet. Wij hebben daartoe ook wetsvoorstellen en een voorstel van resolutie ingediend. In de vorige regering heeft toenmalig minister Stefaan De Clerck een wetsontwerp ingediend over schijnhuwelijken. Het had niet veel gescheeld of wij hadden dat ter stemming voorgelegd, maar door de val van de regering is het ontwerp niet meer goedgekeurd geraakt.

 

Gelukkig is het toenmalige ontwerp grotendeels overgenomen in het ontwerp dat nu voorligt. Meer nog, er is een belangrijk hoofdstuk met betrekking tot schijnsamenwonen aan toegevoegd. Dat element zat toen nog niet in het wetsontwerp en het is zeker een belangrijke extra stap in het huidige ontwerp van minister Turtelboom.

 

Jaarlijks worden ongeveer 10 000 administratieve onderzoeken gestart door DVZ en het Bureau Opsporingen om potentiële schijnhuwelijken op te sporen. De voorbije jaren werden zo’n 2 400 processen-verbaal per jaar opgesteld in verband met schijnhuwelijken. Door het strengere overheidsoptreden inzake huwelijken en doordat er geen controle bestond op het samenwonen, werd een verschuiving vastgesteld van huwelijken naar samenwonen. Wij zijn er daarom ten zeerste over verheugd, mevrouw Turtelboom, dat er nu ook werk wordt gemaakt van de aanpak van schijnwettelijksamenwonen.

 

Wij moeten ook beseffen dat achter al die 10 000 dossiers mensen schuilen, slachtoffers. In de meeste van die koppels is een persoon ook het slachtoffer, dat te goeder trouw is en verliefd, en zo om de tuin wordt geleid en misleid. Er zijn maar een beperkt aantal gevallen van huwelijken waarin beide partners het op een akkoordje hebben gegooid en er eventueel geld voor hebben betaald. Heel vaak heeft men te maken met vrouwen, maar ook steeds meer mannen, die het slachtoffer worden van zo’n schijnhuwelijk of schijnsamenwoonst.

 

Onze fractie juicht toe dat in het voorliggende wetsontwerp eindelijk een definitie wordt gegeven van schijnsamenwoonst en dat de straffen voor deze feiten echt de hoogte in gaan. In sommige gevallen worden de celstraffen vertwaalfvoudigd en de boetes zijn tot vijf maal zo hoog. Die straffen gelden voortaan ook voor de schijnwettelijkesamenwoonst.

 

De oppositie vindt dat deze straffen niet hoog genoegd zijn. Als wij echter hoger zouden gaan dan de straffen die vandaag in het wetsontwerp worden voorgesteld, dan moet dit voor een correctionele rechtbank worden behandeld en dan zijn we natuurlijk voor jaren vertrokken. Als wij schijnhuwelijken en schijnsamenwoonsten efficiënt willen aanpakken, dan moeten wij dit ook snel doen en vermijden dat het procedures worden voor de correctionele rechtbank. U weet ook, mijnheer Francken, wat hiervan het gevolg is. Ondertussen zijn de betrokkenen dan vijf jaar of langer in het land, zijn ze ingeburgerd en hebben ze misschien een kind, en dan wordt het helemaal onmogelijk om die mensen hun verblijfsvergunning te ontnemen en hen terug te sturen.

 

Ook de integratie van de strafrechtelijke en burgerrechtelijke procedures is een belangrijk element. De strafrechter die het vonnis uitspreekt over een schijnhuwelijk of een schijnwettelijkesamenwoonst, kan het huwelijk ook onmiddellijk nietig verklaren. Bij een dergelijk vonnis wordt voortaan ook onmiddellijk de ambtenaar van burgerlijke stand op de hoogte gebracht. DVZ kan beslissen het verblijfsrecht in te trekken en over te gaan tot een inreisverbod van vijf jaar.

 

Belangrijk is ook dat er voortaan een termijn in de wet zal worden opgenomen waarbinnen de ambtenaar van burgerlijke stand moet beslissen of het huwelijk of de samenwoonst al dan niet kan doorgaan. Deze garantie moet men aan de koppels kunnen geven. Nu bestaat zo’n termijn niet en kan het soms heel lang duren, althans in sommige gemeentes. Voortaan zal wie wil trouwen binnen de drie maanden een antwoord moeten krijgen van de ambtenaar van burgerlijke stand. De ambtenaar van burgerlijke stand doet in die periode zijn onderzoek en bij twijfel over de oprechtheid kan hij de zaak in handen geven van het parket. Het parket krijgt vervolgens maximaal vijf maanden de tijd om verder onderzoek te doen. Als er binnen die termijn geen reactie komt dan mag het huwelijk worden voltrokken. Als het parket vindt dat er sprake is van een schijnhuwelijk dan kan het huwelijk of de wettelijke samenwoonst niet worden voltrokken.

 

Tot slot, de vijfde belangrijke wijziging die met het voorliggend wetsontwerp ingevoerd wordt, is dat diplomatieke en consulaire posten in de toekomst ook kunnen onderzoeken of een Belg die in het buitenland wil trouwen, geen schijnhuwelijk pleegt.

 

CD&V zal dit wetsontwerp met veel overtuiging goedkeuren. Toch wil ik daar meteen aan toevoegen dat het werk daarmee niet klaar is. We zetten met het voorliggend wetsontwerp wel een heel belangrijke stap, vooral aangaande de integratie van die procedures, de periode die ingevoerd wordt en de straffen die werkelijk verhoogd zijn. Op wetgevend vlak is dat allemaal heel belangrijk en die dingen kunnen we op wetgevend vlak ook inderdaad aanpakken. Maar het wetgevend vlak alleen is niet voldoende.

 

Ik vernoem enkele cijfers. Er worden jaarlijks 10 000 dossiers onderzocht. Heel wat dossiers worden geweigerd. In Antwerpen omvat het aantal geweigerde dossiers 25 % tot 30 % van de huwelijken die aangekondigd en bij twijfel onderzocht worden. Toch stellen we vast dat het aantal veroordelingen en het aantal nietigverklaringen door de parketten zeer laag ligt, namelijk maar 200 per jaar. In verhouding tot de 10 000 onderzochte dossiers is dat aantal van 200 veroordelingen en nietigverklaringen zeer gering. Het aantal repatriëringen is nog minder. Daarover heb ik cijfers opgevraagd bij de staatssecretaris. Het aantal repatriëringen bedraagt nog geen 100.

 

Het wordt dus hoog tijd dat wij dit anders aanpakken. Enerzijds, is er het voorliggend wetsontwerp, anderzijds, zijn er bijkomende acties nodig.

 

Mevrouw de minister, CD&V vraagt daarom aandacht voor de volgende punten.

 

Ten eerste, er moet, zoals ook afgesproken werd in het regeerakkoord, effectief een opvolgingssysteem komen. Dat het geen databank is, tot daar aan toe. In het Rijksregister kan er wel een systeem opgezet worden met aparte velden waarin elke poging en elke veroordeling tot schijnhuwelijk of tot schijnsamenwonen genoteerd wordt. Elke ambtenaar van de burgerlijke stand, maar ook de parketten en de mensen van de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen het Rijksregister consulteren.

 

Dat systeem in het Rijksregister moet er komen, want anders blijft het dweilen met de kraan open, zoals nu, waarbij een betrokkene gewoon naar een andere gemeente verhuist of na een jaar opnieuw een huwelijk probeert. Ik hamer er dus op dat het opvolgingssysteem er moet komen. Ik heb vernomen dat de regering daaraan momenteel werkt in interkabinettenwerkgroepen. Ik zal de minister van Binnenlandse Zaken daarover binnenkort ook ondervragen en wij zullen dat blijven opvolgen tot het er is.

 

Ten tweede, de parketten moeten elke vorm van schijnhuwelijk of schijnwettelijkesamenwoonst aanpakken, en niet enkel de feiten waarbij er sprake is van dwang, geweld, bedreiging, herhaling, criminele netwerken, mensenhandel of wanneer er geld betaald wordt.

 

Dat is de omschrijving in de omzendbrief van het College van procureurs-generaal. Zij zeggen dat er dan prioritair moet worden vervolgd. Wij weten immers allemaal dat de meeste gevallen van schijnhuwelijk of schijnwettelijksamenwonen individuele gevallen zijn waarbij iemand om de tuin is geleid en waarbij het niet altijd gaat over mensenhandel of grote netwerken. Er moet een nieuwe omzendbrief komen zodat de slachtoffers het signaal krijgen dat hun probleem wordt aangepakt. De minister van Justitie heeft mij gegarandeerd dat zij ervoor zal zorgen dat er zo’n nieuwe omzendbrief komt. Vooral op het terrein, bij de parketten, zal men ervoor moeten zorgen dat aan deze nieuwe wet ook gevolg wordt gegeven.

 

Wij hebben in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen een amendement ingediend omdat wij de consulaten en de consulaire posten de mogelijkheid willen geven om buitenlandse aktes te verifiëren op authenticiteit. In het buitenland is men het best geplaatst om dit te controleren, vermits het gaat om buitenlandse aktes. Dit werd in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen goed onthaald en ook het kabinet van Buitenlandse Zaken reageerde positief. Het zal evenwel worden opgenomen in een nieuw ontwerp dat momenteel bij de Raad van State ligt. De voorzitter van de commissie, de heer De Croo, heeft ons de verzekering gegeven dat hij dit zal opvolgen. Wij hebben het amendement even ingetrokken omdat het door de regering zou worden meegenomen in het ontwerp. Wij rekenen er dan ook op dat daarvan werk wordt gemaakt.

 

Voorts vragen wij dat er werk wordt gemaakt van deze drie punten. Nogmaals, het is een zeer positief ontwerp.

 

Ik wil de bevoegde minister en de regering hiermee feliciteren en hen hartelijk bedanken voor het geleverde werk.

 

Het werk is echter absoluut niet af. Als we willen zorgen voor een wijziging op het terrein waardoor er minder slachtoffers vallen, dan moet een en ander vooral op het terrein worden waargemaakt. De parketten zullen elk schijnhuwelijk moeten vervolgen. De slachtoffers moeten het gevoel hebben dat hun dossier ernstig wordt genomen en dat er een echte sanctie wordt getroffen, met name het intrekken van de verblijfsvergunning. Daar gaat het immers om. Dit misdrijf is gericht op het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Wie zich daaraan bezondigt moet een boete krijgen maar er moet vooral ook voor gezorgd worden dat betrokkene zijn verblijfsvergunning verliest.

 

18.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, mevrouw Lanjri heeft, zoals dat hoort voor een rapporteur, een goede en waarheidsgetrouwe schets gemaakt van de commissiebespreking.

 

Ik wil nog een aantal verduidelijkingen geven waarom onze fractie zich vandaag bij de stemming zal onthouden.

 

Het gaat over een probleem dat al jaren aansleept. Toenmalig minister De Clerck heeft als eerste een ontwerp opgesteld over het schijnhuwelijk en het schijnsamenwonen. Dat werd uiteindelijk niet goedgekeurd. Dat is ondertussen al ongeveer drie jaar geleden. Men is met deze materie evenwel al vijf jaar bezig, sinds de besprekingen achter de schermen in het kader van de IKW’s.

 

De cijfers zijn dramatisch. De cijfers voor Antwerpen zijn bijzonder slecht. Er zijn duizenden vermoedens van schijnhuwelijken. De cel Schijnhuwelijken in Antwerpen levert goed werk, maar men zit altijd met de cascade van het schijnsamenwonen. Als er een sterk vermoeden van schijnhuwelijk bestaat, kiest men voor schijnsamenwonen. Men passeert tegenwoordig zelfs niet meer via het schijnhuwelijk, maar kiest onmiddellijk voor het schijnsamenwonen, waardoor juridisch niets meer kan worden gedaan en niet meer kan worden opgetreden.

 

Dat betekent dat het absoluut nodig was om op te treden. Het wetsontwerp en de verschillende wetsvoorstellen die hier voorliggen, waarvan ook een van ons, strekken ertoe het schijnsamenwonen eindelijk te kunnen beteugelen en bestraffen. Op zich is dat het meest positieve punt van wat wij vandaag bespreken. Eindelijk wordt er een halt toegeroepen aan het schijnsamenwonen. Samenwonen op basis van fraude wordt onmogelijk gemaakt. Er wordt een strafmaat op gesteld.

 

Tot op heden werd ik, als burgemeester van een kleine gemeente met betrekkelijk weinig vreemdelingen, in drie maanden tijd al vijf keer geconfronteerd met een onderzoek naar schijnhuwelijk. Dat is best veel, want zoveel huwelijken zijn er niet in een gemeente als Lubbeek. Wat moet dat dan zijn in Brussel, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Antwerpen of Charleroi? Ik kan mij er wel iets bij voorstellen.

 

Het feit dat schijnsamenwonen nu wordt beteugeld, is de belangrijkste stap voorwaarts. Wij staan daar volledig achter.

 

Daarnaast zijn er bijkomstigheden of extra maatregelen die ervoor zorgen dat onze ambtenaren te velde, maar ook het parket, hun werk langer kunnen doen. De termijn wordt verlengd voor het onderzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De termijn wordt verlengd en de bevoegdheid wordt uitgebreid voor onze ambtenaren op consulaire posten om het onderzoek ten gronde te kunnen voeren in het land van herkomst. De facto zou dat toch niet meer dan logisch zijn. Het staat nu ook in onze gezinsherenigingwet dat de aanvraag moet gebeuren op de Belgische ambassade of consulaat in het land van herkomst. Er is nog steeds een uitzondering, die wij er tijdens de onderhandeling over de gezinsherenigingwet spijtig genoeg niet uit kregen, maar dat debat zal later worden gevoerd. Dat zal een volgende stap zijn.

 

Het is goed dat wij onze mensen op het terrein meer mogelijkheden geven om controle te doen, om die ten gronde uit te voeren en om recht te kunnen spreken en een huwelijk niet te voltrekken indien het vermoeden te sterk is dat het om een schijnhuwelijk gaat.

 

Een tweede punt is natuurlijk de vraag wat er moet gebeuren met de huwelijken die reeds zijn voltrokken. Heel wat huwelijken zijn natuurlijk al voltrokken in het land van herkomst en die aktes zijn verleden. Geeft men dan een verblijfsvergunning of niet? Volgens mij zal het nog altijd bijzonder moeilijk zijn om daaraan een halt toe te roepen, ook al krijgen de consulaire posten meer bevoegdheden om dat onderzoek ten gronde te voeren. Wij zullen zien. Ik heb met mevrouw Sarah Smeyers afgesproken om vanaf nu elke zes maanden de laatste cijfers op te vragen.

 

Er is ook de vraag van mevrouw Lanjri van de CD&V-fractie, maar ook van ons en wellicht van alle fracties, tot het oprichten van een databank om te kunnen monitoren. Die vraag werd niet meteen beantwoord. Er werd gezegd dat er al veel databanken zijn en dat het aanleggen ervan te veel geld en te veel tijd zou kosten. Er werd een andere creatieve manier voorgesteld, met name via het Rijksregister. Ik hoop het dat het zal gebeuren. Dan zou de minister ons eindelijk duidelijke cijfers kunnen geven als wij daaromtrent een schriftelijke vraag stellen.

 

Het is een ongelooflijk puzzelwerk om te kunnen achterhalen hoeveel schijnhuwelijken er effectief zijn. De heer Jozef De Witte heeft in die zin absoluut een punt. Als ik het goed begrepen heb, komt er in zijn migratierapport 2012 een heel hoofdstuk over schijnhuwelijken. Er is enorm veel onderzoek naar schijnhuwelijken en er zijn ook sterke vermoedens, maar bijna niemand wordt tegengehouden op basis van die vermoedens. Slechts enkele honderden worden tegengehouden. Er zijn vaak genoeg vermoedens, maar men heeft onvoldoende instrumenten om njet te zeggen. Als zij dan echt worden tegengehouden, gaan zij over tot schijnsamenwonen en komen zij toch het land binnen. Mevrouw Lanjri zei het al, het is dweilen met de kraan open, zeker in onze grootsteden. Die mensen kennen de achterpoortjes vaak beter dan wij.

 

De termijn wordt verlengd, de ambtenaren krijgen meer bevoegdheden, de consulaire posten krijgen de mogelijkheid om gegrond onderzoek te doen en het schijnsamenwonen wordt beteugeld. Dat zijn zaken waar de N-VA-fractie absoluut achter kan staan en waarvoor wij onze steun willen uitdrukken. Dat hebben wij trouwens ook in de commissie gedaan.

 

Zoals het steeds gaat, is dit wetsontwerp van de regering ook een compromis tussen de zeer brede rek van links en rechts in deze regering. De rek tussen PS, Open Vld en CD&V is zeer breed. Dat zien wij er ook aan. In dat verband wil ik een aantal punten naar voren brengen.

 

De rechter krijgt nu de bevoegdheid om in één beweging onmiddellijk ook het huwelijk, zoals de procureurs-generaal vroegen — de heer Liégeois was hier — nietig te verklaren.

 

Beste collega’s, het gaat voor die mensen natuurlijk helemaal niet over de nietigverklaring van het huwelijk, want die mensen zijn niet eens verliefd op elkaar. Wat kan hen dat huwelijk in godsnaam schelen? Het gaat natuurlijk over het verblijfsrecht. Dat is de essentie. Wat het huwelijk of de schijnsamenwoonst betreft, het maakt hen niet uit met wie zij moeten wonen. Zij zijn misschien zelfs blij dat het huwelijk door de rechter wordt ontbonden. Het gaat natuurlijk over het verblijfsrecht in de Schengenzone of in dit land, want dat creëert natuurlijk bijkomende mogelijkheden met betrekking tot de nationaliteit.

 

Misschien kan de minister mij hierover straks uitleg geven, maar ik ben bijzonder ontgoocheld en ik heb geen duidelijk antwoord gekregen op mijn vragen hierover. Er staat nu: “DVZ kan overgaan tot het intrekken van de verblijfstitel.” Ik geef een voorbeeld. Men stelt een schijnhuwelijk of een schijnsamenwoonst vast. De rechter zegt dat het manifest om een schijnsamenwoonst of een schijnhuwelijk gaat, waarop hij ook meteen het huwelijk ontbindt. Dat is op zich een goede zaak, maar men trekt dan het verblijf van de betreffende persoon/fraudeur niet in. Zo staan wij weer even ver als wij waren.

 

Ik blijf op mijn honger. Ik weet niet hoe en op basis van welke gronden dat geïnterpreteerd moet worden. Wanneer zal het verblijf dan ingetrokken worden? Voor mijn part mag er overigens onmiddellijk ook een inreisverbod van minstens vijf jaar aan gekoppeld worden. Fraude kunnen wij niet tolereren. Er was in de voorbije weken heel veel sprake van fiscale fraude: absoluut not done! Sociale fraude? Idem dito, maar verblijfsrechtelijke fraude, die massaal dit land teistert, is toch even erg. Daaraan moet ook paal en perk gesteld kunnen worden.

 

Ik blijf op mijn honger zitten dat in dit wetsontwerp het niet duidelijk is op grond waarvan het verblijf al dan niet zal worden ingetrokken. Mijn standpunt, en daar zijn best wel wat mensen voor te vinden, is dat het automatisch moet gebeuren. Het gaat niet over liefde, het is gewoon een frauduleuze constructie. Het gaat niet over een huwelijk of samenwonen, maar over een verblijfstitel. Wanneer wordt het nu ingetrokken of juist niet? Ik vind het spijtig dat de staatssecretaris hier nu niet is, maar hoop daar nog een antwoord op te krijgen.

 

Ik moet eerlijk zeggen dat er in de commissie een misverstand was. Mevrouw De Block wilde op mijn vraag repliceren, maar dat kwam er niet van door discussie over het Reglement. Ik hoop aanstonds wel antwoord te krijgen op de vraag waarom en wanneer en op welke grond het verblijf zal worden ingetrokken.

 

18.04  Nahima Lanjri (CD&V): U kunt niet tegenspreken dat wij dit debat ook in de commissie hebben gevoerd. De staatssecretaris is er nu niet, maar ze heeft toen geantwoord en wij hebben dat besproken.

 

Het antwoord luidt dat het verblijf wordt ingetrokken, maar er zijn ook gevallen waarin dat niet gebeurt. Ik heb die vernoemd. Stel dat er al een kind in het spel is, dan moet men uitgaan van de belangen van het kind. Dat kind heeft ook recht op een vader.

 

Het is niet altijd mogelijk om te doen wat u voorstelt, namelijk: automatisch het verblijf intrekken. In de meerderheid van de gevallen zal dat gebeuren, zoals de staatssecretaris heeft gezegd. Er zijn echter ook omstandigheden waarbij het verblijf niet kan worden ingetrokken, bijvoorbeeld door het belang van het kind dat nog altijd vooropstaat. Daarom is het ook belangrijk dat er snel wordt opgetreden en dat wij niet wachten. Als wij de boetes te hoog maken, moet men naar een correctionele rechtbank stappen. Wij willen een snelle procedure krijgen met een snelle veroordeling, zodat kinderen hier niet het slachtoffer van worden of dat men bijvoorbeeld kinderen zou maken om toch maar kans te hebben hier zijn verblijf te kunnen behouden.

 

18.05  Zoé Genot (Ecolo-Groen): J'avoue que j'ai un peu du mal à comprendre de quoi il est question. Nous parlons de mariages de complaisance, c'est-à-dire de gens qui font des faux mariages pour obtenir un titre de séjour, et puis leurs enfants sont mentionnés. Il faudrait savoir! Pour moi, quand des gens ont des enfants, on ne parle plus d'un mariage de complaisance. J'ai vraiment peur que maintenant, tout couple en difficulté soit considéré comme ayant contracté un mariage de complaisance. Je pense qu'il y a là vraiment une dérive.

 

18.06  Nahima Lanjri (CD&V): Voor alle duidelijkheid, het is niet omdat er een kind is, dat het huwelijk geen schijnhuwelijk kan zijn. Ik zeg net dat wanneer er een kind is, het moeilijk of bijna onmogelijk wordt bijvoorbeeld de vader terug te sturen. Immers, het is dan in het belang van het kind, dat hij blijft. Maar het is niet omdat er een kind is, dat het onmogelijk om een schijnhuwelijk kan gaan. Ik ken vrouwen die melden dat zij snel zwanger werden gemaakt om op die manier te vermijden dat men zou zeggen dat het om een schijnhuwelijk ging.

 

Wij moeten vermijden dat men kinderen gaat maken om op die manier te ontsnappen aan de wet op het schijnhuwelijk. Als alles erop wijst dat het om een schijnhuwelijk gaat, en er een kind in het spel is, wat doet u in dat geval? Overigens, het kan een kind van de partner zijn, maar ook van iemand anders.

 

18.07  Theo Francken (N-VA): Ik kan er best mee leven dat men de zaak anders aanpakt als er een kind in het spel is. Maar schrijf dat dan in uw wet in.

 

Ik kan mij niet voorstellen dat er in de interkabinettenwerkgroepen niet gepraat is over de mogelijkheid dat er kinderen zijn. Ik vind het een plausibele uitleg dat, als er kinderen in het spel zijn, de zaak verandert en de situatie op een andere manier benaderd moet worden. Er is immers het recht op gezinsleven, waarover een aantal Europese verdragen bestaan waaraan wij gebonden zijn. Bij de bespreking van de wet op de gezinshereniging is dat ettelijke malen aan bod gekomen.

 

Waarom kan dat niet in de wet worden ingeschreven? Waarom kan er niet staan dat, als een schijnhuwelijk wordt vastgesteld en het huwelijk ontbonden wordt omdat de rechter een schijnhuwelijk bewezen acht, het verblijf automatisch wordt ingetrokken, behalve wanneer er één of meer kinderen ten laste zijn? Ik neem aan dat die piste toch besproken is?

 

Ik heb echter begrepen dat er nog andere gronden kunnen zijn, bijvoorbeeld de deling van de goederen bij de afhandeling van het huwelijk. De partners kunnen bijvoorbeeld samen een huis bezitten. Dat zou ook een motivering kunnen zijn om het verblijfsrecht niet in te trekken. In dat geval zeg ik dat de wet voor mij een lege doos is. Die gaat precies over het verblijf, daar kunnen wij het toch over eens zijn? De wet gaat niet over het huwelijk, maar over de verblijfstitel.

 

Dit is een oproep: waarom staat het niet in de regeling? Het belang van kinderen is in het Vreemdelingenrecht altijd de meest gevoelige materie. Dat is zo bij de regularisatie, bij het uitwijzingsbeleid, bij het asiel. Het blijft de meest delicate materie. Dat is ook het geval bij gezinshereniging.

 

Praat men over schijnhuwelijken en er zijn kinderen in het spel, welnu schrijf dan een regeling in het wetsontwerp waarin staat dat het verblijfsrecht automatisch wordt ingetrokken, behalve wanneer er minderjarige kinderen of meerderjarige kinderen ten laste in het spel zijn. In voorkomend geval wordt het dossier bekeken op basis van – ik zeg maar wat – een aantal elementen die de DVZ aanreikt. Een dergelijke bepaling kan perfect in een wet worden ingeschreven.

 

18.08  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer Francken, er zijn meer elementen dan kinderen alleen. Het kan ook zijn dat de man of de vrouw – meestal de vrouw – het slachtoffer is, waardoor het ook totaal onrechtvaardig zou zijn juist de betrokken vrouw het verblijfsrecht te ontnemen. Er zijn dus een aantal zaken waardoor kan worden gesteld dat het in dergelijke gevallen onrechtvaardig en totaal onverantwoord is om het verblijfsrecht in te trekken.

 

Het is erg moeilijk om dergelijke gevallen in regels te gieten. Mocht het mogelijk zijn, zou ook ik daarvan voorstander zijn. Het is echter erg moeilijk, omdat er altijd uitzonderingen zullen zijn, waardoor sommige mensen totaal onrechtvaardig worden behandeld.

 

Dat is de reden waarom een dergelijke regeling niet in het ontwerp is opgenomen en waarom wij er ook niet op hebben aangedrongen om de regeling in te schrijven.

 

18.09  Theo Francken (N-VA): Mevrouw Temmerman, het zou kunnen. Wij moeten duidelijk en eerlijk zijn. Heel vaak, ook door de carrousels, worden onschuldige mensen bij een frauduleuze operatie betrokken, waar zij – vaak ook door naïviteit – in de val trappen. Het fenomeen van de gedwongen huwelijken blijft nog altijd een van de grote problemen in bepaalde traditionele migratiegroepen.

 

Er is een enorme groepsdruk. Het huwelijk tussen een moslim en een niet-moslim blijft een van de grote taboes, net zoals in onze samenleving het huwelijk van een aanhanger van ons geloof met een moslim. Er zijn heel weinig interreligieuze huwelijken in onze samenleving, wat op zich natuurlijk indicatief is.

 

Daarbij komt dat het slachtoffer, naar ik aanneem – misschien hebt u cijfers –, in het overgrote deel van de gevallen de persoon zal zijn die al veel langer in België is. De persoon die hier is en om de tuin wordt geleid, zorgt ervoor dat iemand hier verblijfsrecht krijgt, wat een schijnhuwelijk wordt genoemd. Het verblijf van de persoon die hier permanent verblijft en vaak ook onze nationaliteit heeft verkregen of altijd heeft gehad, trekken wij natuurlijk niet in. Hij of zij blijft sowieso hier. Het slachtoffer is toch juist bijna altijd degene die hier is en niet degene die naar hier komt.

 

18.10  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer Francken, wij hebben het punt naar aanleiding van de wet op de gezinshereniging ook al besproken.

 

Ik neem een ander voorbeeld. In een echt huwelijk, dat misschien wel gearrangeerd is, maar toch echt is, opent de man het verblijfsrecht voor de vrouw die naar hier komt. Hij verwacht van die vrouw dat zij voor hem een huisslavin of seksslavin wordt. Die vrouw wordt geslagen of misbruikt. Zij gaat daarmee niet akkoord. Die man gaat dan naar de politie of de burgerlijke stand om aan te geven dat die vrouw niet meer bij hem woont en vraagt om haar papieren af te nemen, omdat ze niet meer bij hem woont. Dergelijke zaken gebeuren dus echt. Zulke gevallen worden aan mij gesignaleerd.

 

In dat geval is de vrouw die naar hier is gekomen, het slachtoffer, want zij ging ervan uit dat het een echt huwelijk was. Die man had echter iets anders met haar voor, want hij wou haar gebruiken, haar opsluiten. In dergelijke zaken zijn nog geen kinderen in het spel en kunnen wij zeggen dat het slachtoffer moet worden beschermd. De verblijfsvergunning mag in dat geval niet worden ontnomen.

 

Dat is iets waarvoor ik heb gepleit, twee jaar geleden al, bij de wet op de gezinshereniging, maar dat is evengoed van toepassing in dit kader.

 

Het zijn vaak de mannen, die, als de vrouw niet luistert, dreigen om haar papieren af te nemen.

 

18.11  Theo Francken (N-VA): Of de vrouwen.

 

18.12  Nahima Lanjri (CD&V): Ik ken inderdaad ook mannen die het slachtoffer van een schijnhuwelijk zijn. Dat klopt.

 

18.13  Theo Francken (N-VA): Men heeft niet alleen sekslavinnen, maar ook sekslaven.

 

Ik begrijp uit de discussie, want dat was mij in de commissie onvoldoende duidelijk, dat het eigenlijk om een generieke regeling gaat, waarvoor uitzonderingen mogelijk zijn en waarbij het verblijf niet wordt ingetrokken.

 

Dat was bijzonder moeilijk om in een wet te schrijven.

 

18.14  Nahima Lanjri (CD&V): Nu keurt u de tekst dus goed? Wij hebben dat verduidelijkt.

 

18.15  Theo Francken (N-VA): Nee, want ik heb nog een paar punten.

 

Wij vinden bovendien dat de strafmaat te laag blijft.

 

Mevrouw Lanjri, u zegt dat als de strafmaat wordt verhoogd, men naar de correctionele rechtbank moet gaan, met als gevolg een langere procedure. Dan wordt de uitwijzing een totale illusie, want die persoon is dan geïntegreerd.

 

Wat wij voorstellen in onze amendementen en wat door u in de commissie werd weggestemd, zijn uw eigen voorstellen. Dat is wel zo. Dat werd in de Senaat door de heer Claes ingediend. Wat wij voorstelden, was tot voor kort dus ook uw standpunt.

 

Ik neem aan dat u tot voortschrijdend inzicht bent gekomen, maar mijn voorstel is eigenlijk uw voorstel.

 

Le président: Puis-je vous demander de ne pas refaire tout le débat qui a eu lieu en commission?

 

18.16  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mag ik even onderbreken, omdat mijnheer Francken zo graag naar mijn voorstel verwijst? Dat wetsvoorstel was ingediend voor de invoering van de artikelen in het strafrecht. Dat is belangrijk.

 

Als ik nu weet dat men door te hoge boetes riskeert een zaak voor de correctionele rechtbank te behandelen, dan dien ik dat wetsvoorstel niet meer in. Ik leer ook nog elke dag bij en ik ben bereid om dat toe te geven.

 

Het belangrijkste is – volgens mij zitten wij daar op dezelfde golflengte – dat de verblijfsvergunning wordt afgenomen. De boetes en de veroordeling zijn een goede zaak, maar de allerbelangrijkste sanctie is ervoor zorgen dat de verblijfsvergunning wordt afgenomen. De kans op het afnemen van een verblijfsvergunning vermindert naarmate het aantal jaren stijgt. Als men pas na acht jaar wordt veroordeeld, dan is de kans dat iemand alsnog het land wordt uitgezet, zeer miniem.

 

18.17  Theo Francken (N-VA): Mevrouw Lanjri, u verandert van standpunt; dat is natuurlijk uw goed recht. Wat wij echter voorstellen is gewoon wat ook de procureurs-generaal hebben voorgesteld. Van de strafmaat werd ook tijdens de hoorzitting van twee jaar geleden door de procureurs-generaal gevraagd om ze voldoende hoog te maken, want er is een probleem in België met de strafuitvoering.

 

Op dit moment zou dat probleem veel minder zijn dan twee jaar geleden. Als ik het goed begrijp, worden de straffen nu allemaal uitgevoerd; wij zullen dat nog zien. Wij zitten alleszins op de lijn van de procureurs-generaal, van de mensen in het veld; ik denk dat zij het toch wel kunnen weten.

 

Ten derde, hebben wij er een probleem mee dat de beslissing sowieso positief is, als de ambtenaar van de burgerlijke stand zegt dat een dossier binnen een bepaalde termijn niet rond raakt. Dan wordt het huwelijk sowieso voltrokken. Men zou het natuurlijk ook kunnen omdraaien: als het dossier binnen een bepaalde termijn niet is afgerond, moet men ofwel de mogelijkheid geven de termijn te verlengen ofwel een negatieve beslissing nemen.

 

U zegt echter dat de uitspraak sowieso positief is, als de burgerlijke stand binnen acht maanden geen beslissing heeft genomen. In een stad als Antwerpen zijn er nochtans heel veel dossiers. Wij zeggen dat de termijn moet worden verlengd, tot er een definitief oordeel komt, als er binnen de acht maanden geen uitspraak is.

 

Ten vierde, is er de mogelijkheid van de cascade. Wat ik ook niet begrijp, mevrouw Lanjri, is een van uw voorstellen uit het wetsontwerp waarvan daarnet sprake. Het gaat erom dat iemand die een poging tot schijnhuwelijk heeft ondernomen op zijn minst een jaar op de strafbank moet kunnen worden gezet. Een jaar lang wordt een aanvraag voor huwelijk of samenwoonst niet goedgekeurd.

 

U heeft dit voorstel ingediend. Wij vinden dit een prachtig voorstel. Iemand die een poging heeft ondernomen…

 

18.18  Nahima Lanjri (CD&V): Dit staat in de wet.

 

18.19  Theo Francken (N-VA): Ten slotte, stellen wij voor een cascadeverbod in te voeren. Ook dit werd uitgebreid besproken in de commissie.

 

Ik concludeer, collega’s. Wij zien een aantal belangrijke punten in dit ontwerp. Het belangrijkste is dat de schijnsamenwoonst eindelijk zal kunnen worden beteugeld. Wij zijn zeer kritisch over de uitvoering van deze bepalingen en wij zullen dit dan ook elke zes maand opvragen.

 

Schijnsamenwoonst beteugelen is op zich een goede zaak, maar er zijn heel wat bijkomstigheden die men beter anders had aangepakt om er zo zeker van te zijn dat wij voor eens en altijd die schijnhuwelijken en schijnsamenwoonsten, die in onze grootsteden een enorm fenomeen vormen, een halt kunnen toeroepen. Volgens ons is dit ontwerp daarvoor een gemiste kans en daarom zullen wij ons dan ook onthouden bij de stemming.

 

18.20  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, madame la ministre, madame la secrétaire d'État, chers collègues, le projet de loi que nous nous apprêtons à voter vise essentiellement à aligner le statut de cohabitation de complaisance ou forcée sur celui des mariages du même type. Il répond en cela à un problème réel et permet, dans une certaine mesure, de répondre au besoin de protection de Belges abusés par des personnes peu scrupuleuses. Néanmoins, ce projet comporte plusieurs dispositions qui constituent des motifs d'inquiétude pour mon groupe. Mais ne nions pas les éléments positifs de ce dispositif. Par exemple, nous nous réjouissons du fait que des délais clairs sont fixés pour mener à bien les procédures permettant d'autoriser ou non un mariage ou une cohabitation légale impliquant un ressortissant étranger.

 

En ce qui concerne ce volet de la loi qui modifie la loi consulaire, mon groupe se réjouit également de voir que la proposition que nous avions déposée en début de législature est finalement reprise presque telle quelle dans le texte que nous votons aujourd'hui. Les délais désormais imposés faciliteront considérablement les démarches des demandeurs. De plus, nous pouvons aussi être satisfaits du changement intervenu entre l'avant-projet et le projet de loi à l'analyse quant au fait que le juge peut, et ne doit pas, mettre fin au mariage mais qu'il garde sur ce point un large pouvoir d'appréciation.

 

Je vous le disais au début de mon intervention, des éléments d'inquiétude subsistent. Nous nous étonnons de voir confier à un juge pénal la possibilité d'annuler un mariage ou une cohabitation légale, ce qui serait un mélange des genres inédit dans notre droit. Nous ne sommes d'ailleurs pas les seuls surpris puisque le Conseil d'État lui-même parle d'innovation. Le groupe socialiste s'inquiète de cette nouvelle répartition des compétences entre le civil et le pénal, et surtout des conséquences que celle-ci pourrait avoir sur la capacité d'un des ex-conjoints, privé de son titre de séjour, à assurer à distance la défense de ses intérêts. Plus encore, nous nous inquiétons de la possibilité de cumuler les sanctions: une annulation du mariage ou de la cohabitation légale, une amende ou une peine de prison, par ailleurs encore alourdie dans ce texte, un éloignement du territoire et une interdiction de retour pouvant désormais aller jusqu'à cinq ans. Si les juges devaient faire usage de cette possibilité de cumul, certains pourraient évoquer le retour de la double peine.

 

Ce texte paraît conçu exclusivement pour répondre aux victimes d'abus belges mais il ne semble pas prendre en compte les victimes d'origine étrangère. Il nous semble regrettable de ne protéger qu'une seule des parties en fonction de son pays d'origine.

 

Or nous parlons ici d'abus commis également par des filières de traite des êtres humains. Il aurait été bienvenu pour nous d'adopter une approche plus équilibrée.

 

Enfin, je tiens à souligner la formulation de l'exposé des motifs relatifs aux peines d'amende ou d'emprisonnement.

 

C'est peu de dire qu'elle nous a paru particulièrement malheureuse: considérer qu'au vu de la situation financière des personnes concernées, seule une peine d'emprisonnement lourde peut avoir un effet réellement dissuasif, c'est outrageant et insultant à l'égard de ces personnes. Il s'agit d'un jugement de valeur qui ne trouve pas sa place pour nous dans des travaux parlementaires.

 

Puisque nous ne pouvons modifier les développements d'un projet, je tiens absolument à ce qu'il soit inscrit dans le rapport que mon groupe dénonce et ne partage pas cette approche.

 

Malgré notre désaccord sur certains termes utilisés et d'autres éléments qui devront faire leurs preuves, mon groupe votera en faveur de ce texte.

 

18.21  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, dames ministers, collega’s, het debat van daarnet heeft bewezen dat ons land een probleem kent dat heel wat mensen beroert. De strijd tegen schijnhuwelijken moeten wij allen aangaan. Daarover zijn wij het eens over alles fracties heen.

 

De voorbije jaren hebben wij een verschuiving gemerkt van het schijnhuwelijk naar het schijnwettelijksamenwonen. Daarom zijn wij bijzonder tevreden dat dit wetsontwerp thans ter stemming voorligt. Het zal niemand verbazen dat wij dat met veel overtuiging steunen om verschillende redenen. De belangrijkste reden is dat voortaan ook het schijnsamenwonen kan worden aangepakt.

 

Door een betere onderlinge afstemming van de burgerrechtelijke en administratieve procedures, zal de aanpak van het schijnsamenwonen op elkaar afgestemd zijn. Het gevolg is dat er minder en eenvoudigere procedures zullen zijn, wat een snellere afhandeling van de dossiers inhoudt. Dat is natuurlijk bijzonder belangrijk. Mevrouw Lanjri heeft er al naar verwezen: bij een schijnhuwelijk of een schijnsamenwonen moeten wij zeer snel kunnen reageren, want er zijn meestal ook slachtoffers bij betrokken. Om die slachtoffers is het ons te doen.

 

Ten tweede, er is een versterking van het preventief aspect door de invoering van strikte en duidelijke termijnen voor de ambtenaren van de burgerlijke stand. Dit hoort zo in een rechtsstaat. Wij moeten aan alle partijen zekerheid bieden.

 

Aan de heer Francken kan ik zeggen dat de termijn volgens mij ruim bepaald is en dat de steden zich moeten kunnen organiseren. Immers, mensen die geen schijnhuwelijk aangaan of die niet schijnwettelijksamenwonen, hebben ook een aantal rechten en moeten binnen een redelijke termijn — de opgegeven termijn lijkt mij zeer redelijk — een uitspraak krijgen.

 

Ten derde, de invoering van de strafbaarstelling voor de gedwongen wettelijke samenwoning en de optrekking van de correctionele straffen en boetes ter bevordering van het ontradend effect, vindt u nog te laag, mijnheer Francken. Ik denk dat deze zeker een ontradend effect zullen hebben, maar wij kunnen de zaken in de toekomst uiteraard altijd evalueren.

 

Ten vierde, de uitbreiding van de bevoegdheid van de consulaire posten. Ook dat moet verhinderen dat Belgen naar het buitenland trekken omdat het daar eenvoudiger is om een schijnhuwelijk aan te gaan.

 

Mevrouw Lanjri heeft zowel in de commissie als hier — althans dat neem ik aan, ik was even buiten — net als de heer Francken erop gewezen dat het wetsontwerp momenteel nog niet voorziet in de oprichting van een centrale databank voor de registratie van de schijnhuwelijken. Ik meen dat dit noodzakelijk is. Wij moeten absoluut beschikken over zo'n databank, willen wij shopping tussen de verschillende gemeenten en steden vermijden. Wij hebben van de minister begrepen dat dit op een andere manier zal worden opgelost. Voor ons is elke manier goed als het maar gebeurt. Nogmaals, die databank is zeker nodig als wij een efficiënte uitvoering willen van deze wet en als wij de slachtoffers van deze praktijken — die er wel degelijk zijn — beter willen beschermen.

 

Misschien kan de minister straks nog enige toelichting geven bij de vorderingen. Er zou een werkgroep worden opgericht. Mevrouw de minister, misschien kunt u straks nog wat toelichting geven bij de resultaten van deze werkgroep en de termijn waarbinnen wij een register of wat dan ook zouden kunnen krijgen.

 

Collega’s, ik had een langere interventie voorbereid maar er werd al heel wat gezegd waar ik mij absoluut kan bij aansluiten. Nogmaals, wij zullen dit wetsontwerp met volle overtuiging steunen.

 

18.22  Carina Van Cauter (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, dames ministers, gelet op de bespreking in de commissie en het uitgebreid verslag zal ik mijnbetoog kort houden.

 

De cijfers leren ons dat het nog steeds zo is dat vooral mensen met oprechte bedoelingen een huwelijk aangaan. Gelukkig maar! Ik weet dat liefde mooi is en dat ze geen grenzen kent. Als wij niet blind zijn, dan beseffen wij echter dat er een probleem is met schijnmigratie, schijnhuwelijken en schijnsamenwonen. De cijfers leren ons ook dat er, niettegenstaande doorgedreven onderzoek door de Dienst Vreemdelingenzaken, een probleem is inzake vervolging en veroordeling. Het schoentje knelt bij de wetgeving.

 

Mijn fractie dringt reeds sinds 2008 aan op een aanpassing van de wetgeving ter zake. Het is goed dat beide ministers hun schouders hebben gezet onder dit ontwerp en er vandaag eindelijk aan de wetgeving kan worden geremedieerd. Ik zal niet herhalen wat vandaag allemaal wordt gewijzigd. De collega’s die voor mij het woord aan het woord waren, hebben dit reeds gedaan.

 

Het is belangrijk dat er met betrekking tot het schijnsamenwonen, door de definiëring van het begrip, eindelijk een achterpoort wordt gesloten. Het is belangrijk dat huwelijk en oprecht genegen samenwonen wordt gerespecteerd en er voor die mensen rechtszekerheid wordt ingebouwd. Dit betekent dat ambtenaren van de burgerlijke stand vandaag de geldigheid en de authenticiteit van documenten zullen moeten controleren binnen een welbepaalde termijn. Als er twijfels zijn die ook worden geuit, kan het parket terecht een onderzoek voeren dat ook binnen een vastgestelde termijn moet worden afgerond. Op die manier kan al dan niet worden toegelaten om het huwelijk te voltrekken. Dit verhoogt de rechtszekerheid.

 

In de andere gevallen, als er toch sprake is van schijnsamenwonen of schijnhuwelijk, worden de straffen effectief verzwaard zodat zij in overeenstemming en in evenwicht zijn met de ernst van het misdrijf. Bovendien zal dit ongetwijfeld een afschrikwekkend effect hebben voor zij die toch maar een poging willen ondernemen.

 

Tot slot, collega’s, is het belangrijk dat procedures worden geïntegreerd. Wij hebben daar lang op aangedrongen en eindelijk zal dit een feit worden. Als de strafrechter vandaag veroordeelt ingevolge een schijnhuwelijk, dan is het onrechtmatig verkregen voordeel, met name het huwelijk, nog altijd in stand, moet er een nieuwe procedure worden opgestart en blijven ook de verblijfsrechten behouden. In de toekomst zal de rechter, indien men vaststelt dat er sprake is van een schijnhuwelijk, de mogelijkheid hebben om het huwelijk effectief onmiddellijk nietig te verklaren, weliswaar met respect voor de rechten van verdediging van de betrokken partner die in de procedure tussenkomt. De gegevens zullen vervolgens worden doorgegeven aan de DVZ zodat ook die dienst weloverwogen desgevallend de nodige gevolgen met betrekking tot het verblijfsrecht kan koppelen aan de uitgesproken beslissing.

 

Collega’s, ik meen dat dit een belangrijk wetsontwerp is. Ik dank de ministers voor de vooruitgang en de inspanningen. Ik hoop samen met u dat dankzij dit wetsontwerp de schrijnende toestanden, waarbij mensen ontnuchterd wakker worden, en vaak met lege handen en een leeg hart achterblijven, tot het verleden zullen behoren.

 

18.23  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Monsieur le président, l'objectif de base de la proposition est logique: aligner les dispositions prévues pour les mariages de complaisance sur les contrats de cohabitation. Le vide qui était laissé avait peu de sens. Une autre mesure qui va dans la bonne direction est la définition de délais pour une série de procédures. Dans certaines communes, le délai d'attente était parfois de plusieurs années dans le cadre de contrats de cohabitation. J'ai connu des personnes qui ont attendu quatre ans avant d'avoir enfin une réponse. Les délais sont un élément positif.

 

Mais la grosse difficulté, comme nous l'avons un peu constaté dans les débats, c'est de définir ce que sont ces mariages de complaisance, et le cas échéant de le prouver. Sur le terrain, que se passe-t-il? Des personnes essaient de percevoir s'il s'agit oui ou non d'un mariage de complaisance.

 

Le célèbre questionnaire des Z'amours est par exemple utilisé. Chers collègues, connaissez-vous la marque de la crème de votre amoureux? Si oui, alors votre mariage n'est pas de complaisance. Vous souvenez-vous de la couleur de l'emballage du dernier cadeau qu'il vous a offert?

 

(…): Bien sûr!

 

18.24  Zoé Genot (Ecolo-Groen): Hé bien moi pas, franchement! Je crois qu'il y a beaucoup de menteurs ici. La couleur de l'emballage cadeau! Voilà, il y a de grands amoureux dans la salle.

 

(): C'est parce que nous ne recevons pas de cadeaux!

 

18.25  Zoé Genot (Ecolo-Groen): C'est aussi une possibilité!

 

On le voit, ce questionnaire des Z'amours est vraiment compliqué à mettre en œuvre. Soit, les gens répondent très bien au questionnaire, et cela laisse à penser qu'il s'agit de fraudeurs ayant préparé le questionnaire, soit, ils répondent médiocrement, et cela prouverait qu'ils ne se connaissent pas réellement. Ces situations sont complètement schizophréniques.

 

Il y a aussi des fonctionnaires qui font du zèle. Une échevine de la commune de Forest me confiait dernièrement qu'on était venu lui dire qu'il fallait refuser un mariage parce que le futur marié était de deux ans plus âgé que la future mariée, alors que selon l'Islam, le mari ne peut être plus âgé que son épouse. C'est véridique! Le fonctionnaire proposait un refus. L'échevine lui a légitimement dit d'améliorer son dossier, parce que son rôle n'est pas de faire respecter la loi musulmane, et que le seul argument de la différence d'âge n'est pas une base suffisante pour refuser un mariage.

 

On débouche sur des situations, et vous en avez parlé tout à l'heure, où on ne nie pas que l'enfant soit bien celui des deux parents. Malgré cela, on parle de mariage de complaisance. Cela devient assez ubuesque! Qu'est-ce qu'un couple? On entre alors dans des discussions très philosophiques. Pour moi, quand il y a un enfant, il y a un couple parental.

 

La manière de tester est donc particulièrement complexe et on en arrive à des refus systématiques. Quand les gens se rendent devant les tribunaux, ces derniers leur donnent raison. On le voit, le nombre d'annulations par les tribunaux est particulièrement réduit, voire anecdotique. En revanche, les refus dans les communes pleuvent, plongeant les gens dans des situations souvent compliquées.

 

Je ne dispose pas de recette miracle pour savoir comment identifier ceux qui se trouvent unis par un mariage de complaisance. La difficulté actuelle est que tout le monde est suspect et que le bénéfice du doute n'existe pas, au contraire de ce qui prévaut dans l'ensemble des procédures.

 

Quand on observe la situation - et plusieurs bourgmestres et échevins en ont témoigné -, on s'aperçoit de sa complexité. Le projet de loi qui nous est soumis ici est clairement répressif, puisqu'il prévoit une véritable panoplie de sanctions: d'abord l'annulation, puis un entry ban – les personnes ne pourraient donc plus pénétrer dans l'espace Schengen pendant une longue période -, l'interdiction de séjour, les amendes. Ma collègue socialiste a aussi cité une phrase particulièrement insupportable dans l'exposé des motifs: comme ce sont souvent des gens pauvres, l'amende ne suffira pas, et les peines de prison seront alourdies. C'est particulièrement stigmatisant.

 

Une autre difficulté est présente dans le texte, relevée par plusieurs acteurs, y compris le Conseil d'État. La volonté de simplification allait, me semble-t-il, dans la bonne direction, mais elle conduit à des constructions juridiques "originales" ou hétérodoxes, un juge pénal pouvant en ce cas annuler une action civile. On se demande donc comment cela tiendra dans l'architecture judiciaire classique.

 

En effet, il s'agit d'acrobaties qui ne correspondent pas à l'agencement du droit classique.

 

Ainsi, la volonté de placer sur un pied d'égalité contrat de cohabitation et mariage est logique, mais le texte baigne dans un climat de suspicion, reposant surtout sur l'étranger.

 

Par exemple, j'ai entendu le récit d'une jeune dame séduite par un monsieur via internet; lors de leur première rencontre, elle s'est rendu immédiatement compte qu'il ne recherchait qu'une esclave sexuelle et elle a rebroussé chemin. Elle a constaté ensuite que cet homme n'en était pas à son coup d'essai: il avait déjà réussi à profiter de plusieurs dames.

 

Dans des situations analogues, mises à part des dames exploitées, j'ai eu connaissance que, dans ma commune, plusieurs jeunes hommes liés par de "vrais mariages", des mariages consommés, se trouvaient littéralement exploités dans des snacks, par exemple.

 

La réalité est donc bien complexe. Or, ici, la tendance est parfois de caricaturer et de considérer des Belges innocents face à des étrangers forcément exploiteurs.

 

À mon avis, l'équilibre du texte n'est donc nullement respecté en cette matière.

 

18.26  Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, collega Logghe zal straks dieper ingaan op de amendementen die wij voorstellen om de wet meer sluitend te maken. Die gaan over de invoering van een wachttijd na een eerdere negatieve beslissing, over de wettelijke verplichting voor het openbaar ministerie om bij schijnhuwelijk steeds de nietigverklaring van het huwelijk te vorderen, over de oprichting of inrichting van een gegevensbank — het hele systeem blijft kaduuk zo lang dit niet het geval is — en over het verzwaren van de straffen. Daarover dus straks meer.

 

Zelf wil ik een breder kader schetsen waarbinnen deze problematiek thuishoort. Het Vlaams Belang wees als eerste op het misbruik van de regeling inzake wettelijke samenwoning. Meer dan vijf jaar geleden ondervroeg ik de toenmalige minister over het fenomeen van de schijnverklaringen van samenwoning.

 

Sinds de inwerkingtreding in juli 2008 van de wet van april 2007 komt een vreemdeling die een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand met een Belg, een EU-onderdaan of een vreemdeling met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden in België, in aanmerking voor gezinshereniging. Zoals te verwachten viel, werd dit statuut reeds snel misbruikt om verblijfsrecht in België te bekomen.

 

Volgens DVZ, toen reeds en nog steeds, zoeken nogal wat vreemdelingen die natuurlijk zonder succes een schijnhuwelijk trachten af te sluiten, hun toevlucht in de procedure van de wettelijke samenwoning.

 

Collega’s, dit alles gebeurt terwijl wij helemaal niet verplicht zijn om dat verblijfsrecht toe te staan, want dat wordt hier vandaag door niemand opgemerkt, ik doe het dus wel. Uit artikel 4 derde lid van de richtlijn 2003/86/EG van de Raad uit 2003 inzake dat recht op gezinshereniging, blijkt duidelijk dat er geen enkele verplichting bestaat om de hereniging van ongehuwde levenspartners toe te staan. De lidstaten kúnnen dat toestaan, maar ze móéten dat niet. Hier in België is dat natuurlijk het geval, maar bijvoorbeeld in Frankrijk of Polen is gezinshereniging op die basis niet mogelijk.

 

Artikel 4 van de richtlijn geeft de lidstaten uit hoofde van die richtlijn toestemming tot toegang en verblijf voor de echtgenoot van de gezinshereniging en voor de minderjarige kinderen van de gezinshereniging. Daar is dus wel degelijk sprake van een Europese verplichting. Ik herhaal, het artikel vervolgt dat de lidstaten verblijfsrecht kunnen – ik herhaal: kunnen – geven aan hulpbehoevende ouders en meerderjarige kinderen die niet in staat zijn zelf in hun onderhoud te voorzien, en ook aan de ongehuwde levenspartner die onderdaan is van een derde land en met wie de gezinshereniger een naar behoren geattesteerde duurzame relatie onderhoudt, of aan de onderdaan van een derde land die door een geregistreerd partnerschap met de gezinshereniger verbonden is. Het kan dus, maar het moet niet. Aangezien echter de multicul in dit land hoogtij viert, bleef dus ook dit kanaal open, naast de vele reeds bestaande.

 

De andere partijen zullen het wellicht niet graag horen, maar het overzicht oogt dramatisch. De toestroom nam het voorbije decennium ongeziene proporties aan. Sedert 2000 kwam hier een kwart miljoen asielzoekers binnen. Daarvan blijkt, zoals men weet, maar een klein deel echt politiek vluchteling. Maar geen nood, ook weer in dit land: wie niet wordt erkend, verdwijnt gewoon in de illegaliteit. Wij konden het verbijsterend nieuws vorige week in de krant lezen: “Na de lof voor staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block, Open Vld, komt er nu plots keiharde kritiek van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Slechts 4 % van de mensen die een negatief advies kregen, keerde effectief terug naar zijn land. Het overgrote deel verdween gewoon in de illegaliteit. Het nieuwe terugkeerbeleid van Maggie De Block faalt dus.”

 

18.27 Staatssecretaris Maggie De Block: (…)

 

18.28  Filip De Man (VB): Ja natuurlijk, omdat wij al jaren de waarheid verkondigen. Wij zijn dus blij als men ter linkerzijde erkent dat wij al die jaren al gelijk hebben. Dat is inderdaad heel aangenaam voor het Vlaams Belang.

 

Ik vervolg met het citaat: “De ngo baseert zich voor zijn kritiek op cijfers van Fedasil, dat de opvang coördineert. Tussen september 2012 en januari 2013 kregen 2 081 mensen een negatief advies. Slechts 4 % keerde effectief terug naar zijn land. De meesten dolen nu ergens rond in de illegaliteit.” Zo staat het in de krant, mevrouw De Block.

 

Wat doet België met die – men kan hen dan niet anders meer noemen – asielbedriegers? Na enkele jaren worden zij geregulariseerd. Sedert het jaar 2000 gaat het om 120 000 vreemdelingen die verblijfsrecht en recht op onze sociale voorzieningen kregen, nadat zij, ten eerste, ons hadden belogen, ten tweede, het bevel om het grondgebied te verlaten aan hun laars lapten en, ten derde, zich in niet weinig gevallen met zwartwerk en andere illegale zaken bezighielden. Zo gaat dat hier in België.

 

Jaar na jaar worden ongeveer 30 000 illegale vreemdelingen door de politie aangehouden. Slechts een fractie wordt effectief gerepatrieerd, ongeveer 3 000 à 4 000 per jaar, als ik de laatste 10 jaar als parameter neem, om een gemiddelde te krijgen.

 

Nog een belangrijk immigratiekanaal, het werd al gezegd, is de gezinshereniging. In de jaren ‘90 ging het om ongeveer 5 000 per jaar. In de voorbije jaren klom het cijfer tot recordhoogtes van boven de 40 000 gezinsherenigingen op één jaar tijd. Ook hier gaat het sedert 2000 in totaal over een kwart miljoen vreemdelingen die hier verblijfsrecht kregen.

 

Al die fijne hooggeschoolde lieden komen uit Marokko, Roemenië, Turkije, Congo enzovoort en zullen, zoals bekend, later voor onze pensioenen zorgen.

 

Ondertussen verstrekken hic et nunc onze OCMW’s een half miljard euro per jaar aan financiële steun aan vreemdelingen.

 

Men zal nu natuurlijk antwoorden dat er een aantal wetswijzigingen zijn aangebracht. Ik weet dat mevrouw De Block in Open Vld-kringen nu als een halfgodin wordt aanschouwd, omdat ze een paar zaken heeft gerealiseerd, en ook de N-VA is heel fier, omdat ze een paar jaren geleden met het aanscherpen van die wetten mocht meehelpen.

 

De gezinshereniging, de wet van 8 juli 2011, in werking getreden op 22 september 2011, bracht dus een lichte aanscherping van de regels inzake gezinshereniging. Wij weten waarover dat gaat. Wanneer men een gezinslid wou laten overkomen, moest men beschikken over minstens 120 % van het leefloon en een behoorlijke huisvesting. Mij allemaal niet gelaten, maar wat is het resultaat?

 

Bij Open Vld, alsook bij CD&V en de N-VA, pronkt men ermee dat de aanpassing toch wel effect heeft gehad. Welnu, ik stel vast dat na de inwerkingtreding van de wet op de gezinshereniging er in 2012, met de wet in werking, nog altijd een pak meer dan 30 000 gezinsherenigers het land zijn binnengekomen.

 

18.29 Staatssecretaris Maggie De Block: Dat is een kwart minder.

 

18.30  Filip De Man (VB): Als u pijn hebt, vallende uit de 3de verdieping en u zegt dat u nu maar uit de 2de verdieping meer valt, bent u dan blij? Ik ben daar niet blij mee.

 

Ik ben dus niet blij dat er elk jaar een kleine stad aan gezinsherenigers bij komt. Ik ben daar niet blij mee, omdat de gevolgen in onze grootsteden bekend zijn. Ik zal ze niet herhalen. U kent ons betoog: criminaliteit, getto’s, islamisering enzovoort. Ik ben dus zeer ongelukkig met die 30 000, slechts 30 000 volgens u, voor mij veel te veel.

 

18.31  Theo Francken (N-VA): Mijnheer De Man, ik vraag mij het volgende af. Het gaat om een wetsontwerp over schijnsamenwoonst en schijnhuwelijken. U hebt het al over asiel en over gezinshereniging gehad. U hebt het al over alles gehad, behalve over de kern waarover wij vandaag vergaderen, namelijk over een wetsontwerp over schijnhuwelijken en schijnsamenwoonst.

 

18.32  Filip De Man (VB): Het bredere kader interesseert u niet. Dat is goed, u bent niet verplicht om te luisteren.

 

18.33  Theo Francken (N-VA): Inzake het bredere kader ben ik altijd bereid naar u te luisteren.

 

U moet wel correcte cijfers aanhalen. Het aantal gezinsherenigingen ligt nog altijd hoog. U moet dat aantal natuurlijk op basis van het aantal aanvragen bekijken. Het aantal aanvragen is over de periode 2010-2012 ook sterk gestegen.

 

Ik kan wel meegeven dat het percentage van weigeringen door de invoering van een nieuwe wet, vooral op basis van een inkomensvereiste, zijnde het minimumleefloon van 1 250 euro dat een betrokkene moet hebben, bijzonder sterk is gestegen. Uit het hoofd gezegd, denk ik dat vóór de wet 30 % aanvragen werd geweigerd, terwijl dat nu 60 % of zelfs 65 % is. Nu wordt immers enkel op basis van correcte mechanismen geweigerd.

 

De essentie van de gezinshereniging is voor ons alleszins niet tot zero migration of nul migranten of nul gezinsherenigers te komen.

 

18.34  Filip De Man (VB): Dat standpunt van de N-VA ken ik.

 

18.35  Theo Francken (N-VA): Gezinsherenigers zijn immers niet alleen maar mensen die nadien van het sociaal systeem misbruik maken. Dat is absoluut niet het geval.

 

18.36  Filip De Man (VB): Dat is de grote meerderheid.

 

18.37  Theo Francken (N-VA): Dat is zelfs niet de overgrote meerderheid. Dat standpunt betwist ik ten zeerste.

 

Gezinshereniging is een internationaal fenomeen. Het is maar goed dat een, West-Vlaamse boer zijn Filippijnse vrouw mag laten overkomen. Ik neem aan dat het Vlaams Belang dergelijke gevallen niet onmogelijk wil maken.

 

Ik ga akkoord met de absolute cijfers die u noemt. U moet echter ook het aantal aanvragen bekijken, dat ook sterk is gestegen. De weigeringen zijn door de nieuwe wet bijzonder sterk gestegen. Die wet is dus efficiënt.

 

18.38  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer De Man, u zult maar content zijn, wanneer niemand nog het land binnenkomt.

 

Ik vraag mij af wat u zult doen, indien u, uw dochter, uw neef, uw nicht of wie dan ook ooit verliefd wordt op iemand die toevallig in het buitenland woont. Men heeft in voorkomend geval slechts twee mogelijkheden: ofwel brengt men de man of vrouw in kwestie naar hier over ofwel gaat men met de man of vrouw in het buitenland samenwonen. Het zal een van beide mogelijkheden zijn.

 

Daarom is het recht op gezinshereniging ook een mensenrecht, volgens artikel 8, dat in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is ingeschreven en dat wij ook erkennen.

 

De doelstelling van de wet op de gezinshereniging bestond er zeker niet in om het huwelijk onmogelijk te maken. Wij hebben altijd gezegd dat aan gezinshereniging rechten en plichten verbonden zijn. Zo is er de plicht om voor de partner te zorgen. Die hebben wij ingevoerd, met een inkomensvereiste van 1 280 euro. Vroeger werden 3 huwelijken op 10 geweigerd, nu al 7 op 10.

 

Wanneer een huwelijk geweigerd wordt maar de betrokkenen zich achteraf conformeren, en een voldoende groot inkomen hebben om hun partner over te brengen, dan is er geen probleem meer. Zij moeten uiteraard wel aan alle andere vereisten voldoen, zoals die op het vlak van inburgering, de taal leren enzovoort. Er zijn heel wat regels, maar die zijn niet gericht op het tegenhouden van het huwelijk. Dat willen wij ook niet doen. Wij willen er vooral voor zorgen dat wie naar ons land komt, hier volop deel kan uitmaken van onze samenleving en volop kan participeren. Dat is de doelstelling van de wet!

 

U kunt nog lang dromen dat de deuren gesloten worden. Dat wil ik nog wel eens zien! Ook uw partij telt leden met een partner uit het buitenland. Ik wil eens weten hoe u hen zult uitleggen hoe zij hun liefdesleven kunnen voortzetten. Blijkbaar is dat voor u niet zo belangrijk.

 

18.39  Filip De Man (VB): Over mijn liefdesleven zullen wij het een andere keer hebben.

 

18.40  Nahima Lanjri (CD&V): Over de cijfers geef ik nog het volgende mee. U stelt het vaak voor alsof het altijd gaat om inwoners uit derdewereldlanden. Nee, de helft daarvan is Europeaan. Een kwart is Belg. Dat zijn de cijfers. Neem die zeker mee.

 

18.41  Filip De Man (VB): Mevrouw Lanjri, mijnheer Francken, u bent nu al twee jaar aan het pochen dat u de migratiewetgeving op heel wat vlakken aan het verstrengen bent. U glorieert in de pers. Ik vraag mij af waarom u dat allemaal doet?

 

Wij hebben het nu over gezinsvorming hier. Ik zie niet in waarom Turken of Marokkanen absoluut hier een gezin moeten vormen, terwijl beide partners uit Turkije of Marokko komen. Ik zie dat niet in.

 

Ik blijf erbij, mijnheer Francken, dat het feit dat er meer weigeringen zijn, erop wijst dat meer aanvragen zijn, en het resultaat…(Protest van mevrouw Lanjri)

 

Mevrouw Lanjri, zo is het wel moeilijk antwoorden.

 

Le président: Madame Lanjri, nous sommes occupés à refaire l'entièreté du débat qui s'est déroulé en commission! Laissez terminer M. De Man! De toute façon, vous ne serez jamais d'accord!

 

18.42  Filip De Man (VB): Ah non! Cela ne risque pas de se produire!

 

Mijnheer de voorzitter, u mag mijn trommelvliezen niet teisteren; ik heb niets misdaan.

 

Nogmaals, mijnheer Francken, het blijft ons wat te veel dat er elk jaar een kleine stad van ongeveer 30 000 à 32 000 mensen bijkomt, alleen via dat ene kanaal van de gezinshereniging. Ik heb trouwens ook in het begin gezegd dat het een stap vooruit en een aanscherping is. Het is echter niet genoeg, want het gaat niet ver genoeg, mijnheer Francken.

 

Mijn tweede voorbeeld gaat over het bredere kader, dus als u het niet wil horen, moet u even iets gaan drinken. Ook met betrekking tot de asielprocedure heeft men gepronkt dat er van alles werd gerealiseerd door de wet van 19 januari 2012, in werking getreden op 27 februari 2012. Wat heeft men gedaan? Men heeft een lijst van veilige landen ingevoerd, wat wij al vijftien jaar vroegen. Men heeft gezorgd voor een verkorte procedure, wat wij ook al jaar en dag vroegen.

 

Men moet echter ook eens de cijfers onder ogen nemen. Wat voor effect heeft die wet ondertussen gehad? Vorig jaar, in 2012, zijn er nog altijd een kleine 30 000 asielzoekers ons land binnengekomen. Ik heb daarnet aangetoond waar zij naartoe zijn, mevrouw De Block. Zij hoort dat niet graag want dat is natuurlijk niet goed voor haar imago van de flinke madam die er tegenaan gaat.

 

Waar eindigen die 30 000 asielzoekers echter? Er wordt bijna niemand erkend en de rest verdwijnt dus. Dat zeg ik niet, dat zeggen de linksen. Zij verdwijnen in de illegaliteit en nadien worden zij natuurlijk geregulariseerd door de partij van mevrouw De Block en anderen.

 

Deze twee voorbeelden heb ik gebruikt om mijn zeer grote bedenkingen te tonen, wanneer men pronkt met alle vooruitgang die de voorbije jaren is geboekt. De cijfers van de voorbije jaren, mevrouw Lanjri, mijnheer Francken, bewijzen het trouwens toch: wij zitten telkens boven de 100 000 nieuwe vreemdelingen die het land binnenkomen. Ik denk niet dat men op zo’n moment mag pronken. Het binnenkomen van al die vreemdelingen, jaar na jaar na jaar, genereert een sneeuwbaleffect, dat ons op termijn zuur zal opbreken.

 

Ik heb daarjuist gezegd dat we dat al merken in onze grootsteden, maar nu ook al steeds meer in de kleinere steden. De kleinere steden komen dus ook onder druk te staan, want ze zitten met lege OCMW-kassen en zien enkele van hun wijken verloederen. Wij zien bij ons in Vilvoorde bijvoorbeeld een wijk helemaal islamiseren. Daar moet men tussen de Talibanbroeken gaan wandelen. In bepaalde steden worden wij zelfs demografisch vervangen, dankzij dat heersende ‘weg met ons’-beleid. Men vraagt zich af hoe ver het nog moet komen vooraleer er een drastisch einde komt aan die stilaan alles overwoekerende immigratie.

 

Dat is het brede raam waarin wij het debat van vandaag moeten zien. Collega Logghe zal het ontwerp en onze amendementen meer in detail bespreken.

 

De voorzitter: Mijnheer Logghe, u hebt het woord.

 

18.43  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, dames ministers, collega’s, zonet heeft collega De Man duidelijk gemaakt dat schijnhuwelijken en schijnwettelijksamenwonen een belangrijke rol speelden en nog altijd spelen in heel het migratieverhaal en in de nationaliteitsverwerving. Het gaat om een hele keten van praktijken die de Antwerpse procureur naar de alarmbel heeft doen grijpen.

 

Collega De Man heeft al aangekaart dat het Vlaams Belang, na de hoorzittingen, de voorstellen van de Antwerpse magistraten in een aantal wetsvoorstellen heeft omgezet.

 

In een eerste wetsvoorstel hebben wij bijvoorbeeld de straffen voor schijnhuwelijken van drie maand op vijf jaar cel gebracht en de maximale geldboete verhoogd van 100 euro naar 2 000 euro, maal zes natuurlijk. In ons voorstel werd de boete verplicht, want momenteel is dat niet het geval.

 

In ons tweede voorstel stellen wij voor dat wie alleen maar wettelijk samenwoont, niet meer aan gezinshereniging kan doen. Eerder had het Antwerps parket er al voor gepleit om het statuut van wettelijke samenwoonst, dat oorspronkelijk ingesteld werd omdat homo’s niet mochten trouwen, af te schaffen omdat er te veel misbruik is en omdat de wettelijke samenwoonst niet kan worden gecontroleerd.

 

Andere collega’s hebben hier al aangehaald dat de schijnsamenwoonst steeds meer het schijnhuwelijk vervangt om aan gezinshereniging te doen. Dat was het tweede voorstel.

 

Een derde voorstel. Wie al een keer niet mocht trouwen omdat de overheid een schijnhuwelijk vermoedde of had vastgesteld, moest volgens de procureurs – en ook volgens ons – een jaar wachten vooraleer hij opnieuw een verzoek kon indienen.

 

In een vierde voorstel stellen wij voor om van het schijnhuwelijk een voortdurend misdrijf te maken. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de verjaringstermijn. In ons voorstel betekent dit dat de verjaringstermijn pas start op het moment waarop het schijnhuwelijk wordt ontbonden. Nu start die termijn veel vroeger, op het moment waarop het schijnhuwelijk wordt afgesloten. Daardoor zijn sommige schijnhuwelijken allang verjaard voor men ze ontdekt. Ook dat kan, wat ons betreft, niet meer door de beugel. Ook op die wijziging had procureur-generaal Liégeois aangedrongen. Ook dat wetsvoorstel werd natuurlijk door deze meerderheid – maar ook door de andere partijen – verworpen.

 

Dames ministers, collega’s, het wetsontwerp dat vandaag voorligt, bevat zoals collega De Man al heeft gesteld natuurlijk stapjes in de goede richting. Er zijn een paar stapjes in de goede richting. Schijnwettelijksamenwonen wordt gedefinieerd en strafbaar gesteld. De strafrechter krijgt de bevoegdheid om de nietigheid van het huwelijk uit te spreken wanneer hij overgaat tot een veroordeling wegens schijnhuwelijk. Er is in strengere straffen voorzien. Dat zijn enkele stappen in de goede richting.

 

Wat Vlaams Belang betreft, zijn die stappen echter onvoldoende om ons ervan te overtuigen dat u de strijd tegen de schijnhuwelijken efficiënt en volledig bij de wortel wil aanpakken. Mevrouw de staatssecretaris, ik wil u graag confronteren met een paar mankementen in uw wetsontwerp.

 

Ten eerste, de intrekking van het verblijfsrecht. Het wetsontwerp bepaalt dat in gevallen waarin een huwelijk of een wettelijk samenwonen door de burgerlijke of strafrechter nietig wordt verklaard, omdat het gaat om een schijnhuwelijk of een schijnwettelijksamenwonen, dan wel om een gedwongen huwelijk of samenwonen, de griffier van die rechtbank aan de DVZ een uittreksel stuurt betreffende het beschikkende gedeelte en de dag van het in kracht van gewijsde treden van het vonnis of het arrest. Mevrouw de staatssecretaris, het wetsontwerp voorziet dus niet in de systematische beëindiging van het verblijfsrecht dat de vreemdeling overhoudt aan het nietig verklaarde huwelijk of samenwonen.

 

Ik heb hier vandaag trouwens twee stemmen gehoord die mekaar volledig tegenspreken. Mevrouw Lanjri zegt dat de het verblijfsrecht zal worden ingetrokken, maar volgens de PS zal het eventueel kunnen worden ingetrokken. Dit zijn twee totaal verschillende meningen. Mevrouw de staatssecretaris, hoe zit de vork in de steel?

 

Onze fractie diende een amendement in dat de automatische intrekking beoogt van de verblijfsvergunning die dankzij het nietig verklaarde huwelijk of het nietig verklaarde samenwonen werd verkregen. Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, voor onze fractie moet de DVZ niet beschikken over een discretionaire beleidsvrijheid, maar moet hij steeds overgaan tot intrekking van de verblijfsvergunning.

 

Ten tweede, de gelijkschakeling van het wettelijk samenwonen met het huwelijk op verblijfsrechtelijk vlak. Een van de redenen van het grote succes van het wettelijk samenwonen en de massale omwisseling van schijnhuwelijken naar schijnwettelijksamenwonen is natuurlijk te verklaren door de gelijkschakeling van beide fenomenen op het vlak van het verblijfsrecht. Tijdens de hoorzittingen hebben de magistraten het niet logisch genoemd om aan het wettelijk samenwonen, dat steeds opzegbaar is, ook van bij de aanvang een permanent verblijfsrecht te koppelen.

 

Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, de fundamentele vraag die wij ons moeten stellen, aldus die magistraat, is of het wettelijke samenwonen wel recht op verblijf moet geven. Het Vlaams Belang stelde daarom in een amendement voor om de gezinshereniging op basis van het wettelijk samenwonen af te schaffen. Ook dit amendement werd niet goedgekeurd door de meerderheid. Nochtans zou het goedkeuren van een amendement in die zin duidelijk aangeven dat de overheid streeft naar een fundamentele ommekeer.

 

Ik wil de meerderheid en de Kamer graag meegeven dat er nog geen enkele internationale verplichting bestaat om het geregistreerd partnerschap gelijk te stellen met het huwelijk, toch niet op het vlak van de verblijfsrechtelijke gevolgen. We zijn hier opnieuw te ver gegaan.

 

Ten derde, het beperken van het aantal huwelijksaanvragen. Een van de vele bezwaren van de magistraten tegen de bestaande wetgeving was dat er geen enkele beperking is ingeschreven inzake het aantal huwelijksaanvragen en dat er ook geen termijnen worden gesteld. Met andere woorden, niets belet de betrokkenen om, na een huwelijksweigering, al dan niet in dezelfde gemeente onmiddellijk een nieuwe aanvraag in te dienen met dezelfde of met een andere partner. Die herhaalde aanvragen betekenen natuurlijk een enorme werklast voor de ambtenaren van de burgerlijke stand, de parketten en de politiediensten. Daarom vonden wij het een goed idee om een wachttijd van een jaar in te voeren. De meerderheid heeft echter ons amendement opnieuw met veel enthousiasme verworpen.

 

Het invoeren van zo’n wachttijd, mevrouw de staatssecretaris, zou natuurlijk alleen maar zin hebben als er ook een centrale gegevensbank wordt opgericht waar pogingen tot schijnhuwelijk of schijnwettelijksamenwonen allemaal worden opgenomen. Ook die centrale gegevensbank wordt ons al jaren als een wortel voor de neus gehouden.

 

Mevrouw de minister, deze meerderheid wou niets weten van een wachttijd. Dit verontrust ons. Volgens het Vlaams Belang geeft dit opnieuw aan dat men met deze meerderheid er niet op uit is alle achterdeurtjes inzake schijnhuwelijken en schijnwettelijksamenwonen te sluiten.

 

Een vierde reeks amendementen heeft betrekking op de strafmaat van schijnhuwelijken en schijnwettelijksamenwonen. Een van de problemen in het verleden, naast de verblijfsvergunning en de nationaliteitsverwerving, was de quasi straffeloosheid. U hebt dit ook erkend in de toelichting van uw wetsontwerp. Uw meerderheid heeft dat in dit wetsontwerp proberen op te lossen door een verhoging van de strafmaat. Wij zijn niet te beroerd om toe te geven dat dit een verbetering is ten opzichte van vroeger, maar ook de strafmaat had wat ons betreft een heel stuk hoger gemogen.

 

Wij hebben een reeks amendementen ingediend, mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, om de strafmaat in algemene zin te verhogen. De minimumstraf voor gedwongen wettelijk samenwonen bedraagt immers slechts drie maand. Aangezien straffen onder de drie jaar in principe niet worden — of niet werden — uitgevoerd, biedt uw wetsontwerp geen garantie dat er komaf zal worden gemaakt met de bestaande straffeloosheid. U zei dat u dat zou verhelpen.

 

Ons voorstel voorzag er daarom in om gedwongen wettelijke samenwoning of gedwongen huwelijk te bestraffen met een gevangenisstraf van vijf tot tien jaar en met een geldboete van 1 000 tot 100 000 euro, de poging tot gedwongen wettelijke samenwoning of gedwongen huwelijk met gevangenisstraf van één jaar tot vijf jaar en een geldboete van 250 tot 25 000 euro. De geldboete wordt in ons voorstel niet langer facultatief, maar wel verplicht. Een tweede groep amendementen had betrekking op geweld, bedreiging en andere verzwarende omstandigheden.

 

Dames en heren, het is belangrijk u van de fundamentele verschillen bewust te maken. Het is belangrijk, omdat men niet tezelfdertijd kan volhouden dat men een fundamentele ommekeer voorstaat na de quasi straffeloosheid gedurende decennia op het vlak van schijnhuwelijk en schijnwettelijksamenwonen, en dan toch niet te willen instemmen met een aantal amendementen van onze fractie, die juist tot doel hebben om de verzuchtingen van magistraten, maar niet enkel van hen, in een juridische vorm te gieten. Onze amendementen geven een duidelijk gezicht aan een fundamentele ommekeer. Uw wetsontwerp, mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, is dus een bepaalde verbetering — het zou er nog aan mankeren na tientallen jaren straffeloosheid — maar het is gewoon te weinig. Het zal in alle geval de deuren niet sluiten. Wij kunnen dit wetsontwerp onmogelijk goedkeuren.

 

18.44  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, mesdames les ministres, chers collègues, le mariage est un droit fondamental reconnu par l'article 12 de la Convention européenne des droits de l'homme ainsi que par l'article 16 de la Déclaration universelle des droits de l'homme.

 

Au-delà de ce droit universel consacré par un texte, c'est le droit de construire une vie de famille qui est visé. La création d'un foyer, que ce soit par le mariage ou en dehors de celui-ci, est avant tout une aventure humaine. Il s'agit de bâtir une communauté de vie durable entre deux personnes. Et l'institution du mariage vient ici consacrer l'engagement pris par ces personnes en lui conférant des effets juridiques.

 

Lorsque l'on pose le choix de se marier, choix qui appartient à tout un chacun, cela doit être fait librement. Or, il apparaît que certains détournent l'institution du mariage et l'utilise de manière frauduleuse. C'est notamment le cas lorsque, dans le chef de l'un des époux au moins, le recours au mariage est motivé par l'obtention d'avantages liés au séjour, d'avantages en termes d'accès à la nationalité ou encore en termes de regroupement familial, de régularisation ou de prestations sociales. C'est ce type de mariage que l'on appelle "mariage de complaisance".

 

Le mariage de complaisance tel qu'il est défini dans l'article 146bis du Code civil constitue un exemple du détournement par certains de la législation belge et un exemple d'abus dans le chef des personnes qui y recourent. Il s'agit bel et bien d'un abus de droit.

 

On estime que chaque jour, cinq mariages de complaisance sont célébrés en Belgique. En 2011, l'Office des Étrangers a enregistré 10 728 mariages suspects, soit 15 % de plus qu'en 2010. Dans 5 909 cas dont l'Office des Étrangers a été averti en 2011, les couples devaient encore se marier, tandis que dans 4 819 autres, la cérémonie avait déjà eu lieu, souvent à l'étranger où les contrôles sont moins stricts.

 

Ce phénomène est, par ailleurs, souvent indissociable de l'abus de la vulnérabilité des personnes qui recourent au mariage de complaisance ou qui le subissent. Certaines personnes sont prises dans l'engrenage d'organisations criminelles internationales et endurent diverses contraintes morales ou physiques à participer à cette fraude, en vue principalement de garantir à ces organisations un accès au territoire belge et, plus largement, à l'espace Schengen. D'autres, poussées par l'appât du gain facile, monnaient leur nationalité. Il suffit que l'un des deux futurs époux ne soit pas sincère pour qu'il y ait mariage de complaisance.

 

Le phénomène tout aussi inquiétant du mariage gris, lui aussi en recrudescence, s'inscrit parfaitement dans cette définition. On vise ici les situations où des personnes sincères sont victimes d'escroquerie sentimentale de la part de leur futur conjoint. Le mariage gris peut être, dès lors, qualifié de véritable escroquerie sentimentale, car un époux sincère et de bonne foi est trompé par l'autre sur ses intentions. Ces comportements ne sont pas acceptables. Ils doivent faire l'objet d'une répression adéquate.

 

C'est pourquoi nous sommes satisfaits du projet de loi que nous allons voter aujourd'hui. Il s'inscrit dans le renforcement de l'arsenal législatif visant à optimaliser notre politique migratoire et à mettre fin aux abus constatés sur le terrain.

 

Afin de réduire les situations d'abus et d'éviter les effets de vases communicants entre différentes institutions, nous estimions qu'une politique migratoire efficace devait s'articuler sur le renforcement de trois axes.

 

Le premier axe était le regroupement familial. En Belgique, l'immigration se fait principalement par le biais du regroupement familial. Ainsi, en 2010, il y a eu 41 336 regroupements familiaux, ce qui représentait 44 % de l'immigration légale en Belgique. À titre de comparaison, la moyenne européenne était de 27 %. Nous nous situions donc largement au-dessus de cette moyenne.

 

Afin de mieux lutter contre les abus et à l'initiative du groupe MR de la Chambre, les conditions pour procéder à un regroupement familial ont été objectivées et durcies par la législation en 2011.

 

La loi a prouvé ses effets puisque la Belgique a connu 30 096 cas de regroupement familial en 2012, contre 36 828 en 2011 et, je l'ai précisé, 41 336 en 2010. Cela signifie qu'il y a une baisse constante depuis trois ans.

 

Le deuxième axe était la révision du Code de la nationalité. Depuis 2003, chaque année, environ 16 % d'étrangers ont acquis la nationalité belge par le biais du mariage. La récente révision du Code de la nationalité, également sur initiative du MR, a permis de durcir et d'objectiver les conditions d'accès à la nationalité, mais aussi de la rendre neutre d'un point de vue migratoire.

 

La réforme durcit l'accès à la nationalité en introduisant des conditions plus strictes. Le système est rationalisé en ne retenant que deux grandes voies d'acquisition de la nationalité: selon une procédure courte, après cinq ans de séjour légal, ou longue, après dix ans. La naturalisation est désormais réservée à des cas très rares, prouvant des mérites exceptionnels dans les domaines scientifique, sportif, culturel ou social.

 

En clair, le mariage ne donne désormais plus automatiquement droit à la nationalité. La nationalité constitue en fait, selon nous, l'aboutissement d'un parcours personnel par lequel chacun doit démontrer son intégration, notamment par la connaissance d'une des langues nationales, sa participation économique et son intégration sociale dans le pays.

 

Le troisième et dernier axe consistait à améliorer la lutte contre les mariages de complaisance et à appréhender le glissement de ce phénomène vers la cohabitation légale de complaisance. C'est donc l'objet de ce projet de loi, et je me réjouis que le MR ait pu, dans cet axe-ci également, imprimer sa marque. Le projet qui nous est soumis fait donc évoluer le cadre légal en proposant diverses mesures visant à renforcer la lutte contre les mariages et les cohabitations légales de complaisance. J'en épinglerai quatre.

 

Premièrement, pour la procédure de déclaration de mariage, un délai est introduit dans lequel l'acte de déclaration de mariage doit être établi. De plus, la surséance à la célébration du mariage pourra être prolongée.

 

Le deuxième élément concerne les sanctions. Les peines sont augmentées et la mesure d'éloignement prise, le cas échéant, est assortie d'une interdiction d'entrée de 5 ans maximum.

 

Troisièmement, la nullité du mariage peut être prononcée par le juge pénal lorsqu'il procède à une condamnation pour mariage de complaisance.

 

Quatrième et dernier élément: la cohabitation légale de complaisance fait l'objet d'une définition. L'officier de l'état civil peut surseoir à acter la déclaration et, le cas échéant, refuser d'acter celle-ci. La cohabitation légale de complaisance pourra désormais être annulée. Enfin, faire acter une déclaration de cohabitation légale de complaisance sera sanctionné pénalement et les mêmes peines seront reprises pour le mariage de complaisance lorsque celui-ci a été acté.

 

Nous sommes satisfaits de ce projet, même si nous restons extrêmement vigilants quant au fait que cette réforme doit être accompagnée, à très court terme, de la mise en place d'un outil de centralisation des données telles que les annulations pour mariage blanc, les condamnations pénales en vertu de l'article 79bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, les tentatives de mariage blanc via les déclarations de mariage non suivies de mariage, les refus de cohabitation légale.

 

Toutes ces données sont essentielles à court terme. Elles permettront aux officiers de l'état civil, parfois bien démunis, de prendre des décisions en meilleure connaissance de cause.

 

Je sais que Mme la secrétaire d'État planche déjà sur cette question et je me permettrai de réitérer notre suggestion de recourir pour ce faire au Registre national.

 

Enfin, comme je l'ai dit, le phénomène du mariage gris rentre dans la définition actuelle du mariage de complaisance. Cependant, il est, sur le terrain, beaucoup plus difficile à détecter, voire impossible à détecter dans certains cas. Souvent, les apparences sont trompeuses. La vie commune peut être réelle, parfois même depuis des années et, surtout, l'un des deux époux s'engage réellement et sincèrement dans cette institution.

 

Il est dès lors possible que l'approche répressive, fondée sur une fraude ab initio, existant donc depuis le départ, ne porte pas ses fruits et ne permette pas d'appréhender toutes les facettes de ce que l'on peut appeler une escroquerie sentimentale.

 

L'avenir nous apprendra sans doute ce qu'il en est mais nous pensons qu'il ne faut pas attendre que d'autres situations dramatiques émergent. Il faut, selon nous, relever ce nouveau défi.

 

Nous pensons que différents paramètres, critères, tendances peuvent permettre à l'Office des Étrangers ou à l'officier de l'état civil de cibler ces mariages-là.

 

Face à cette nouvelle escroquerie, nous pensons qu'il est important de prémunir tant nos concitoyens que l'administration.

 

Le président: Je n'ai plus d'orateurs inscrits dans la discussion générale. Je vais donc donner la parole à Mme la ministre de la Justice.

 

18.45 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben heel verheugd om hier vandaag samen met mijn collega’s, de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, dit langverwachte wetsontwerp, dat een heel belangrijk punt uit het regeerakkoord realiseert, aan u ter goedkeuring te kunnen voorleggen.

 

Dit wetsontwerp laat toe de strijd te leveren en op te voeren tegen schijnhuwelijken en het schijnwettelijksamenwonen en dus fraude met betrekking tot het verblijfsrecht tegen te gaan. Het is hoogst noodzakelijk om tegen deze twee fenomenen op te treden.

 

Sinds 2008 kunnen vreemdelingen die in het buitenland verblijven immers eveneens een verblijfsrecht inroepen op basis van een verklaring van wettelijke samenwoning, voor zover zij een duurzame relatie kunnen aantonen met iemand die in België verblijft.

 

Dit heeft ertoe geleid dat er de laatste jaren een duidelijke verplaatsing was van het fenomeen van de schijnhuwelijken naar het schijnwettelijksamenwonen. Daarom is dit wetsontwerp zo belangrijk.

 

Pour illustrer notre propos, 5 222 demandes de séjour ont été introduites en 2012 dans le cadre du regroupement familial et sur la base d'une déclaration de cohabitation légale, alors que ces demandes ne s'élevaient qu'à 1 123 en 2011. Sur ces 5 222 demandes, 1 418 ont été refusées. On abuse non seulement du mariage, mais aussi de la cohabitation légale en vue d'obtenir un droit de séjour.

 

Ces derniers temps, nous constatons également le développement du phénomène des reconnaissances de complaisance. Je pense donc qu'il faudra examiner les mesures à prendre à cet égard.

 

Il importe de souligner que ce projet de loi ne vise pas seulement à lutter contre ces formes de fraude, puisque les mariages et les cohabitations de complaisance font aussi des victimes. On entend trop de récits de victimes – surtout féminines, mais pas seulement – qui ont été dupées par leurs sentiments et qui doivent constater qu'une fois que leur partenaire a définitivement obtenu l'autorisation de séjour, il les abandonn, l'obtention d'une autorisation de séjour étant son seul objectif.

 

Plusieurs communes bruxelloises et des grandes villes telles qu'Anvers et Charleroi enregistrent un nombre important de mariages suspects. Il convient de distinguer les mariages blancs, contractés moyennant finances, et les mariages gris, caractérisés par la bonne foi d'une des parties, qui est sincère et croit réellement que le futur conjoint rêve d'une vie à deux. Il s'agit souvent de personnes fragilisées, que les autorités se doivent parfois de protéger contre elles-mêmes.

 

Une association au nom évocateur, "Cœurs piégés", vient d'ailleurs d'être créée pour venir en aide aux victimes de cette arnaque aux sentiments. C'est dire combien le problème est bien réel.

 

Het wetsontwerp heeft zowel betrekking op de fase voorafgaand aan de sluiting van het huwelijk of het afleggen van de verklaring tot wettelijke samenwoning, dus preventief, als op de fase nadien, door in te grijpen op het vlak van de nietigverklaring en de bestraffing. Er wordt ook rekening gehouden met de huwelijken gesloten in het buitenland, door de consulaire posten wettelijk de bevoegdheid te geven om attesten van geen huwelijksbeletsel af te geven.

 

De maatregelen hebben ook betrekking op de gedwongen huwelijken en op de gedwongen wettelijke samenwoning. Dat betekent dat zowel het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, het Strafwetboek, de vreemdelingenwetgeving, als de wet betreffende de consulaten en de consulaire rechtsmacht gewijzigd worden.

 

En ce qui concerne l'amélioration des mesures existantes relatives au mariage de complaisance, plusieurs modifications sont apportées au Code civil. La plus importante est la prolongation possible des délais pour réaliser les enquêtes.

 

Un délai d'un mois est introduit pour l'établissement de l'acte de déclaration de mariage par l'officier de l'état civil. Ce délai peut être prolongé de deux mois en cas de doute sur la validité et l'authenticité des documents. Cette mesure, ensemble avec l'obligation de l'officier de l'état civil de délivrer un accusé de réception lors de la remise des documents requis, offre davantage de sécurité juridique aux futurs époux.

 

De plus, le délai actuel de deux mois pendant lequel la célébration du mariage peut être suspendue, pourra être prolongé de trois mois afin de donner au parquet le temps nécessaire à une enquête sérieuse.

 

De kern van het wetsontwerp is evenwel het aanpakken van schijnwettelijkesamenwoning, waartegen de ambtenaren van de burgerlijke stand en het parket tot op heden compleet machteloos stonden. Vaak moesten zij immers vaststellen dat, wanneer ze een huwelijk weigerden, de betrokkenen simpelweg een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen, waardoor hun doel, verblijfsdocumenten verkrijgen, snel werd bereikt.

 

Voortaan zullen de ambtenaren van de burgerlijke stand en het parket dus, net zoals voor het huwelijk, een onderzoek kunnen voeren naar de intenties van de samenwonenden als hierover twijfels rijzen.

 

Daarvoor wordt een definitie van schijnwettelijkesamenwoning ingevoerd en kan de aanvaarding van de verklaring gedurende maximaal vijf maanden worden uitgesteld. De wettelijke samenwoning zal dus voortaan ook nietig kunnen worden verklaard indien achteraf blijkt dat het om een schijnwettelijkesamenwoning gaat.

 

Daarnaast worden ook een aantal nieuwe maatregelen ingevoerd die betrekking hebben op het huwelijk en de wettelijke samenwoning. Met het oog op de betere onderlinge integratie van de verschillende procedures wordt bepaald dat de weigering en de nietigverklaring van een huwelijk of een wettelijke samenwoning ter kennis wordt gebracht van alle betrokken instanties zoals ook DVZ.

 

Met betrekking tot de integratie van de procedures voert het wetsontwerp ook een regelrechte nieuwigheid in ons rechtssysteem in. De strafrechter zal voortaan immers ook de burgerlijke maatregel van de nietigverklaring kunnen uitspreken.

 

Naast de procedurele voordelen, is het ook een maatregel die de echte slachtoffers ten goede komt. Het echte slachtoffer is immers niet de vreemdeling die bewust een verblijfstitel wil verkrijgen en hiervoor het misdrijf van een schijnhuwelijk of een schijnwettelijkesamenwoning begaat. Het echte slachtoffer is de echtgenoot die gedwongen of misbruikt wordt om een dergelijk huwelijk of samenwoning aan te gaan teneinde de andere een verblijfstitel te verschaffen.

 

Die slachtoffers moeten altijd centraal staan. Voor hen is het belangrijk dat er zo snel mogelijk een nietigverklaring komt, waarna de verblijfstitel van de dader kan worden ingetrokken. Dat niet doen zou neerkomen op het versterken van de positie van de dader. Dat kan in het geval van een situatie van partnergeweld schadelijk zijn voor het slachtoffer. Aangezien zij niet snel naar de rechter zullen stappen, is het van belang dat het parket dat doet en dat het vooral zeer snel gebeurt.

 

Met onderhavig ontwerp wordt vermeden dat het parket twee acties moet inleiden. Daarom worden het Gerechtelijk Wetboek en het Strafwetboek aangepast.

 

Mijnheer de voorzitter, tot slot van mijn betoog heb ik het over de databank. Die is cruciaal. Met de goedkeuring van het wetsontwerp is het werk niet af. Een databank moet ervoor zorgen dat de informatie uitgewisseld kan worden tussen alle partners en vooral tussen de verschillende gemeenten. De werkzaamheden daarvoor schieten ook goed op. Uiteraard zullen wij op een bepaald ogenblik advies moeten vragen aan de privacycommissie. Wij hebben er bewust voor gekozen te werken via het Rijksregister, omdat een aparte databank veel meer tijd, energie en kosten zou vergen. Wij hebben er alle vertrouwen in dat de databank spoedig in werking zal kunnen treden. Ook dat cruciale element van de uitvoering zal spoedig gerealiseerd worden.

 

18.46 Staatssecretaris Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, ik wens mij aan te sluiten bij mijn voogdijminister. Ik dank ook de verslaggevers voor hun werk en de commissieleden voor de discussie in de commissie.

 

De voorliggende aanpassingen aan de Vreemdelingenwet hebben als belangrijkste voorwerp de aanpassingen inzake de strafbepalingen. Het ontwerp verhoogt de gevangenisstraffen en de boetes voor schijnhuwelijken gevoelig. Het voert dezelfde straffen in voor schijnwettelijkesamenwoning. De huidige strafbepalingen schrikken potentiële daders immers niet af. Op het ogenblik wordt het sluiten van een schijnhuwelijk slechts gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 3 maanden, of een geldboete van 26 tot 100 euro. Voortaan zal de gevangenisstraf 1 maand tot 3 jaar zijn, en de geldboete tot 500 euro gaan.

 

Daarmee schakelen we ons gelijk met de straffen die in Frankrijk gehanteerd worden. Hier is gezegd dat de straffen niet zwaar genoeg zijn, maar nog zwaardere straffen zouden leiden tot andere procedures, waardoor het nog langer zou duren eer een straf kan worden uitgesproken. In het belang van de slachtoffers hebben wij voor de voorgestelde strafmaat gekozen.

 

Het zijn dezelfde straffen, die ook in het Strafwetboek worden bepaald voor de gedwongen huwelijken en het gedwongen wettelijk samenwonen. Ook in de wet van 1980 wordt in de mogelijkheid voorzien voor de strafrechter om in geval van veroordeling tegelijkertijd de nietigverklaring van het huwelijk of de wettelijke samenwoonst uit te spreken. Er is ook een informatiedoorstroming via het parket naar de Dienst Vreemdelingenzaken geregeld, die dan opnieuw de verblijfsvergunning van de dader kan onderzoeken en natuurlijk ook schorsen.

 

Dans ce contexte, il importe de mentionner que l'Office des Étrangers peut aussi, désormais, imposer une interdiction d'entrer de cinq ans maximum, lorsqu'il met fin, sur la base d'une condamnation, au séjour d'une personne condamnée pour mariage de complaisance ou cohabitation légale de complaisance. Cette personne ne peut alors plus pénétrer dans l'espace Schengen durant les cinq ans qui suivent.

 

Dans la mesure où le mariage de complaisance ou la cohabitation légale de complaisance constitue une forme particulière de fraude, il semble logique que la durée de l'interdiction d'entrer soit plus longue que la période de trois ans maximum qui est prévue pour les étrangers qui prolongent leur séjour illégal.

 

Enfin, les postes consulaires de carrière sont habilités à délivrer des certificats de non-empêchement à mariage à des Belges qui veulent contracter un mariage à l'étranger, lorsque la délivrance d'un tel certificat est requise par le droit de ce pays. S'il n'est pas satisfait aux qualités et conditions requises pour pouvoir contracter mariage ou en cas de doute sérieux, le poste consulaire de carrière peut surseoir à la délivrance du certificat et transmettre la demande au procureur du Roi compétent pour enquête. Le procureur du Roi se prononcera sur la délivrance de ce certificat. De cette façon, on peut empêcher également qu'un tel mariage de complaisance soit célébré à l'étranger.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, met dit wetsontwerp zet de regering echt reële stappen vooruit in de strijd tegen de schijnhuwelijken, maar vooral ook in de strijd tegen het schijnwettelijksamenwonen. Dit wetsontwerp moet, zoals tijdens de bespreking in de commissie werd aangehaald, uiteraard gepaard gaan met de nodige flankerende maatregelen, zoals de aanpassing van verschillende omzendbrieven ter zake en, vooral, de databank schijnhuwelijken, waarvoor een uitbreiding van het Rijksregister gepland is. Zoals mevrouw Turtelboom al zei, kan ook ik zeggen dat wij daaraan hard aan het werken zijn en die ook zo spoedig mogelijk zullen trachten te realiseren.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par les commissions sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2673/9)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissies aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2673/9)

 

L’intitulé a été modifié en “projet de loi modifiant le Code civil, la loi du 31 décembre 1851 sur les consulats et la juridiction consulaire, le Code pénal, le Code judiciaire et la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en vue de la lutte contre les mariages de complaisance et les cohabitations légales de complaisance “.

Het opschrift werd gewijzigd in “wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen".

 

Le projet de loi compte 24 articles.

Het wetsontwerp telt 24 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendements redéposés:

Heringediende amendementen:

 

Art. 2

  • 1 - Bert Schoofs cs (2673/10)

  • 2 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 5/1 (n)

  • 3 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 10

  • 4 - Bert Schoofs cs (2673/10)

  • 5 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/1(n)

  • 8 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/2(n)

  • 9 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/3(n)

  • 10 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/4(n)

  • 11 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/5(n)

  • 12 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/6(n)

  • 13 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/7(n)

  • 14 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/8(n)

  • 15 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 12/9(n)

  • 16 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 14

  • 6 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 15

  • 7 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 19

  • 17 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 19/1(n)

  • 18 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 19/2(n)

  • 19 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 21

  • 20 - Bert Schoofs cs (2673/10)

Art. 22

  • 21 - Bert Schoofs cs (2673/10)

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

Conclusion de la discussion des articles:

Réservé: le vote sur les amendements et les articles 2, 10, 14, 15, 19, 21, 22.

Aangehouden: de stemming over de amendementen en de artikelen 2, 10, 14, 15, 19, 21, 22.

Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1, 3 - 9, 11 - 13, 16 - 18, 20, 23, 24.

Adoptés article par article: les articles 1, 3 - 9, 11 - 13, 16 - 18, 20, 23, 24.

 

19 Projet de loi portant assentiment au Protocole relatif aux préoccupations du peuple irlandais concernant le Traité de Lisbonne, fait à Bruxelles le 13 juin 2012 (2701/1-2)

19 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon, gedaan te Brussel op 13 juni 2012 (2701/1-2)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

19.01  Christiane Vienne, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère au rapport écrit et j'interviendrai au nom de mon groupe.

 

Monsieur le ministre, chers collègues, les négociations au niveau européen sont synonymes de l'espoir d'avancer sur de grands projets, avec la volonté dont la Belgique a toujours fait preuve de donner vie à un avenir européen commun. Mais ces négociations sont souvent, hélas, synonymes de frustration, de marches arrière ou d'expressions politiques anti-communautaires et contre-productives. Comme je l'ai souligné en commission, force est de constater que ce protocole illustre ce pan négatif.

 

Mon groupe soutiendra ce projet de loi. Nous le ferons bon gré mal gré sur la forme. Il s'agit en effet de sauver le Traité de Lisbonne via un engagement européen vis-à-vis de l'Irlande. Ce Traité est important, tant en termes de procédure que de création de services européens essentiels, comme le poste de Haut Représentant.

 

Si, sur la forme, nous pouvons comprendre que les institutions européennes ont négocié pour conduire à une ratification pouvant être stoppée nette par un seul "non", je suis sceptique, sur le fond, de demander en aval aux États membres, europhiles qui plus est, de ratifier un chantage opéré depuis des années par les États les plus conservateurs dans tous les sens du terme.

 

Pour le groupe PS, qui est à l'origine de la résolution adoptée condamnant les dérives des réformes institutionnelles hongroises, de la résolution en faveur d'une Europe de la défense ou de celle sur le besoin d'une véritable stratégie européenne de relance, ce texte constitue par certains de ses aspects un renon à certaines de nos valeurs fondamentales, notamment au regard de débats éthiques essentiels, de la lutte contre le dumping fiscal et social au sein même de l'Union européenne ou encore d'une plus forte diplomatie.

 

Surtout, ce texte concrétise ce que nous critiquons depuis des années et qui s'est encore conformé au Conseil européen: une construction européenne non pas des petits pas, mais une construction européenne par l'absurde. L'absurde où une, j'ai bien dit "une", force conservatrice peut stopper toute avancée communautariste, progressiste, ambitieuse.

 

J'ai déjà pu exprimer toutes ces "réserves" lors de l'échange de vues qui a eu lieu dans notre assemblée avec la ministre irlandaise en charge des Affaires européennes dans le cadre de la présidence irlandaise du Conseil européen.

 

Oui, il faut soutenir l'Europe, mais pas à n'importe quel prix. Elle mérite mieux!

 

Mais ce texte, au-delà du cas proprement irlandais, pose des questions fondamentales sur la construction européenne.

 

À l'occasion du vote en commission de ce projet de loi, j'ai eu l'occasion de faire le point sur le fait que, pour le groupe PS, on ne peut se contenter d'observer depuis le balcon les débats relatifs aux plus fondamentales valeurs de l'Union européenne en disant que, finalement, ce n'est pas si grave, c'est de la politique nationale; le débat est clos.

 

Non, mes chers collègues, le débat n'est pas clos! Je suis intimement convaincue que l'on ne peut plus priver de débats certains choix nationaux et pas uniquement économico-économiques, comme c'est le cas aujourd'hui, lorsque ceux-ci menacent les bases de notre vivre ensemble.

 

Soyons clairs! Il ne s'agit nullement dans mon intervention de viser un peuple ou un courant politique particulier quand il est question d'expressions démocratiques d'opinions politiques ou de préoccupations réelles et justifiées de citoyens européens. L'Europe doit rester riche de sa diversité de cultures et d'opinions.

 

Rappelons cependant que c'est grâce à ces valeurs et parce que l'Europe a pu aborder ensemble des sujets qui faisaient mal que notre continent a pu devenir un exemple de paix nobélisé, après avoir été pendant trop longtemps une source d'instabilité mondiale.

 

Ici, nous ne sommes pas face à des considérations ou des gages purement techniques à un État membre, mais bien face à des valeurs. Car, bien sûr, vous l'aurez compris, ce n'est pas uniquement le cas irlandais que je vise. Je ne voudrais pas que, fort de cet exemple, dans un, deux, trois ou dix ans, nous nous retrouvions ici même, en plénière de la Chambre, à devoir adopter, à nouveau bon gré mal gré, un protocole semblable pour donner des gages à l'actuel régime hongrois conservateur et ainsi fermer les yeux de manière inacceptable sur les atteintes graves potentielles aux droits dans ce pays et cela en échange d'un soutien pour éviter le veto.

 

Devons-nous réfléchir à des procédures d'opt out? Je pense que, oui! Le débat dangereux mené actuellement par le premier ministre britannique conservateur sur un référendum pour ou contre l'Union ne fait que nous conforter dans cette réflexion. Non, il ne s'agit pas d'un échec de la construction européenne. Il faut avancer, apprécier l'énorme chemin déjà parcouru malgré les crises. Il s'agit ici d'un réalisme politique. On ne peut vivre sous le même toit en profitant de l'eau chaude et du chauffage, tout en ne partageant pas les mêmes valeurs fondamentales, les moments difficiles, les charges inhérentes à une cohabitation, même moderne.

 

Enfin, si mon groupe est convaincu que l'Europe est notre avenir à tous, cet avenir ne peut être sacrifié au prix de considérations à court terme car nous finirions par le regretter.

 

19.02  Bruno Valkeniers (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben tijdens de commissievergadering uitgebreid ingegaan op het nu voorliggend protocol, dus ik zal dat niet in extenso herhalen. Het moet mij echter ook in de plenaire vergadering van het hart dat dit geen protocol is bij om het even welk gewoon verdrag.

 

Dat wat wij het Verdrag van Lissabon zijn gaan noemen, is eigenlijk de Europese Grondwet, gemaskerd en verkleed als een verdrag. Voor ongeveer 96 % is het echter identiek aan de afgekeurde grondwet.

 

Die maskerade was nodig omdat de kiezers in Frankrijk en Nederland democratisch – horresco referens, hoor ik bijna zeggen – de tekst van de grondwet in een referendum van 2005 hadden verworpen. Nu het echter een verdrag is en geen grondwet meer, hoeven er ook geen referenda meer over gehouden te worden, vonden de EU-potentaten.

 

Behalve dan in Ierland, waar een dergelijk referendum grondwettelijk verplicht is. Om de Ieren te paaien, werd dan maar het nu voorliggend protocol goedgekeurd, gebaseerd op de bevindingen van een aantal opiniepeilingen. Dat is een unicum in de politieke geschiedenis.

 

De chantage in dit dossier, mevrouw Vienne, is zeker niet gevoerd door de tegenstemmers van de grondwet of door de tegenstemmers van het protocol. De echte chantage wordt altijd vanuit dezelfde hoek gevoerd, namelijk door de EU-potentaten.

 

Onze partij heeft zich als enige verzet tegen de goedkeuring van de pseudogrondwet van de EU, genaamd het Verdrag van Lissabon. De hele evolutie van de Europese Unie sindsdien, sterkt ons in onze opinie, in onze kritische houding en in ons verzet tegen een gebrek aan legitimiteit van de Europese Unie. Ook het voorliggend protocol is daarvan weer een schoolvoorbeeld.

 

Om dezelfde reden zullen wij dan ook tegen het wetsontwerp, tegen de goedkeuring van dat protocol, stemmen.

 

Le president: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2701/1)

Wij vatten de bespreking aan van de artikelen. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2701/1)

 

Le projet de loi compte 2 articles.

Het wetsontwerp telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

20 Prise en considération de propositions

20 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik die als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

21 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 658 van het Gerechtelijk Wetboek, teneinde het mogelijk te maken dat een zaak nadat die aan een rechter is onttrokken, door het Hof van Cassatie wordt verwezen naar een rechtbank van een ander rechtsgebied (77/1)

21 Proposition de loi modifiant l'article 658 du Code judiciaire en vue de permettre, en cas de dessaisissement, le renvoi par la Cour de cassation à un tribunal d'un autre ressort (77/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

123

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

123

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (77/3)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (77/3)

 

22 Projet de loi modifiant le Code pénal afin de le mettre en conformité avec la Convention internationale pour la répression des actes de terrorisme nucléaire, faite à New York, le 14 septembre 2005 et avec l'Amendement de la Convention sur la protection physique des matières nucléaires, adopté à Vienne le 8 juillet 2005 par la Conférence des États parties à la Convention (nouvel intitulé) (2672/5)

22 Wetsontwerp tot wijziging van het Strafwetboek om het in overeenstemming te brengen met het Internationaal Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme, gedaan te New York op 14 september 2005 en met de Wijziging van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal, aangenomen te Wenen op 8 juli 2005 door de Conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag (nieuw opschrift) (2672/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

110

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

122

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2672/8)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2672/8)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

23 Projet de loi modifiant l’article 144ter, § 1er, 1°, du Code judiciaire afin de le mettre en conformité avec la Convention internationale pour la répression des actes de terrorisme nucléaire, faite à New York, le 14 septembre 2005 et avec l'Amendement à la Convention sur la protection physique des matières nucléaires, adopté à Vienne le 8 juillet 2005 par la Conférence des Etats parties à la Convention (nouvel intitulé) (2672/6)

23 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 144ter, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek om het in overeenstemming te brengen met het Internationaal Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme, gedaan te New York op 14 september 2005, en met de Wijziging van het Verdrag inzake externe beveiliging van kernmateriaal, aangenomen te Wenen op 8 juli 2005 door de conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag (nieuw opschrift) (2672/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

110

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

122

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2773/1)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2773/1)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

24 Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (2684/3)

24 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (2684/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

122

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

122

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2684/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2684/4)

 

25 Proposition de résolution relative au positionnement de la préparation magistrale (2004/6)

25 Voorstel van resolutie betreffende de positionering van de magistrale bereiding (2004/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

122

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

123

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2004/7)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2004/7)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26 Aangehouden amendementen en artikelen van het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen (nieuw opschrift) (2673/1-10)

26 Amendements et articles réservés du projet de loi modifiant le Code civil, la loi du 31 décembre 1851 sur les consulats et la juridiction consulaire, le Code pénal, le Code judiciaire et la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en vue de la lutte contre les mariages de complaisance et les cohabitations légales de complaisance (nouvel intitulé) (2673/1-10)

 

Stemming over amendement nr. 1 van Bert Schoofs cs op artikel 2.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 1 de Bert Schoofs cs à l'article 2.(2673/10)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

12

Oui

Nee

92

Non

Onthoudingen

19

Abstentions

Totaal

123

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

Stemming over amendement nr. 2 van Bert Schoofs cs op artikel 2.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 2 de Bert Schoofs cs à l'article 2.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 2 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 3 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 5/1 (n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 3 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 5/1 (n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 4 van Bert Schoofs cs op artikel 10.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 4 de Bert Schoofs cs à l'article 10.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 5 van Bert Schoofs cs op artikel 10.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 5 de Bert Schoofs cs à l'article 10.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 10 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 10 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 8 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/1(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 8 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/1(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 9 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/2(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 9 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/2(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 10 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/3(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 10 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/3(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 11 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/4(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 11 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/4(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 12 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/5(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 12 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/5(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 13 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/6(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 13 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/6(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 14 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/7(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 14 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/7(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 15 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/8(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 15 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/8(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 16 van Bert Schoofs cs tot invoeging van een artikel 12/9(n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 16 de Bert Schoofs cs tendant à insérer un article 12/9(n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 6 van Bert Schoofs cs. op artikel 14.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 6 de Bert Schoofs cs. à l'article 14.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 14 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 14 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 7 van Bert Schoofs cs. op artikel 15.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 7 de Bert Schoofs cs. à l'article 15.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 15 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 15 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 17 van Bert Schoofs cs. op artikel 19.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 17 de Bert Schoofs cs. à l'article 19.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 19 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 19 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 18 van Bert Schoofs cs. tot invoeging van een artikel 19/1 (n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 18 de Bert Schoofs cs. tendant à insérer un article 19/1 (n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 19 van Bert Schoofs cs. tot invoeging van een artikel 19/2 (n).(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 19 de Bert Schoofs cs. tendant à insérer un article 19/2 (n).(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen.

En conséquence, l'amendement est rejeté.

 

Stemming over amendement nr. 20 van Bert Schoofs cs. op artikel 21.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 20 de Bert Schoofs cs. à l'article 21.(2673/10)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 6)

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 21 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 21 est adopté.

 

Stemming over amendement nr. 21 van Bert Schoofs cs. op artikel 22.(2673/10)

Vote sur l'amendement n° 21 de Bert Schoofs cs. à l'article 22.(2673/10)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

12

Oui

Nee

90

Non

Onthoudingen

19

Abstentions

Totaal

121

Total

 

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 22 aangenomen.

En conséquence, l'amendement est rejeté et l’article 22 est adopté.

 

Raison d’abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

27 Geheel van het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen (nieuw opschrift) (2673/9)

27 Ensemble du projet de loi modifiant le Code civil, la loi du 31 décembre 1851 sur les consulats et la juridiction consulaire, le Code pénal, le Code judiciaire et la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, en vue de la lutte contre les mariages de complaisance et les cohabitations légales de complaisance (nouvel intitulé) (2673/9)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

81

Oui

Nee

12

Non

Onthoudingen

30

Abstentions

Totaal

123

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2673/11)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2673/11)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

28 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon, gedaan te Brussel op 13 juni 2012 (2701/1)

28 Projet de loi portant assentiment au Protocole relatif aux préoccupations du peuple irlandais concernant le Traité de Lisbonne, fait à Bruxelles le 13 juin 2012 (2701/1)

 

Overgezonden door de Senaat

Transmis par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

110

Oui

Nee

12

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

123

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2701/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2701/3)

 

Reden van onthouding? (Nee)

Raison d'abstention? (Non)

 

29 Adoption de l’ordre du jour

29 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour proposé par la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 2 mai 2013 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 2 mei 2013 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 19.15 heures.

De vergadering wordt gesloten om 19.15 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 139 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 139 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

123

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

110

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, George Joseph, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

011

Nee

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

110

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, George Joseph, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

011

Nee

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Jadot Eric, Snoy et d'Oppuers Thérèse

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui         

122

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

122

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non         

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

012

Ja

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Non        

092

Nee

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

019

Onthoudingen

 

Bracke Siegfried, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Smeyers Sarah, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

012

Ja

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Non        

090

Nee

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Abstentions

019

Onthoudingen

 

Bracke Siegfried, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Smeyers Sarah, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

081

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Galant Jacqueline, George Joseph, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

012

Nee

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

030

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, Degroote Koenraad, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Louis Laurent, Luykx Peter, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

110

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Blanchart Philippe, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick Leen, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jabour Mohammed, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Luykx Peter, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Mouton Rosaline, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Sampaoli Vincent, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Vanackere Steven, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

012

Nee

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent