Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 10 janvier 2013 Après-midi ______ |
van Donderdag 10 januari 2013 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.18 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.18 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Chers collègues, beste collega’s, pour toutes celles et tous ceux que je n’ai pas encore vus, mes meilleurs vœux, beste wensen.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Laurette
Onkelinx, Monica De Coninck, Philippe Courard
Philippe
Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin, Patrick Moriau, pour raisons de santé /
wegens gezondheidsredenen;
Bercy Slegers,
pour raisons familiales / wegens familieaangelegenheden;
Jean Marie
Dedecker (votes/stemmingen), Thérèse Snoy et d'Oppuers, pour devoirs de
mandat / wegens ambtsplicht;
François-Xavier
de Donnea, à l'étranger / buitenslands.
Mme Kattrin Jadin représente notre Assemblée aux funérailles du président du Parlement de la Communauté germanophone.
Le vice-premier ministre et ministre des Finances, M. Steven Vanackere, est en mission à l'étranger.
01 Admissions, vérifications des pouvoirs et prestations de serment
01 Toelatingen, onderzoeken van de geloofsbrieven en eedafleggingen
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de Mme Inge Vervotte, démissionnaire en date du 2 janvier 2013.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om mevrouw Inge Vervotte, ontslagnemend met ingang van 2 januari 2013, te vervangen.
Le suppléant appelé à la remplacer est M. Kristof Waterschoot, premier suppléant.
De opvolger die haar zal vervangen is de heer Kristof Waterschoot, eerste opvolger.
Le 7 décembre 2011, ce dernier avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement de M. Servais Verherstraeten, membre du gouvernement fédéral, et pour la durée des fonctions de celui-ci.
Op 7 december 2011 werd hij toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Servais Verherstraeten, lid van de federale regering, voor de duur van zijn ambt.
Il n'y a pas en conséquence lieu de procéder à la vérification des pouvoirs de ce suppléant qui avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement d'un ministre ou d'un secrétaire d'État et pour la durée des fonctions de celui-ci.
Er dient dientengevolge niet overgegaan te worden tot het onderzoek van de geloofsbrieven van deze opvolger die werd toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van een minister of een staatssecretaris voor de duur van zijn ambt.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie
M. Kristof Waterschoot de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Kristof Waterschoot de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Kristof Waterschoot prête le serment constitutionnel en néerlandais.
De heer Kristof Waterschoot legt de grondwettelijke eed af in het Nederlands.
M. Kristof Waterschoot fera partie du groupe linguistique néerlandais.
De heer Kristof Waterschoot zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger à son tour en remplacement de M. Servais Verherstraeten en application de l'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die op zijn beurt in aanmerking komt om de heer Servais Verherstraeten te vervangen overeenkomstig artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers.
Mme Dominica Van Gool, première suppléante de la circonscription électorale d'Anvers, accepte le mandat et remplacera M. Servais Verherstraeten pour la durée de ses fonctions.
Mevrouw Dominica Van Gool, eerste opvolger voor de kieskring Antwerpen, neemt het mandaat op en zal de heer Servais Verherstraeten vervangen voor de duur van zijn ambt.
Les pouvoirs de Mme Dominica Van Gool ont été validés en notre séance du 6 juillet 2010.
De geloofsbrieven van mevrouw Dominica Van Gool werden tijdens onze vergadering van 6 juli 2010 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie Mme Dominica Van Gool de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek mevrouw Dominica Van Gool de grondwettelijke eed af te leggen.
Mme Dominica Van Gool prête le serment constitutionnel en néerlandais.
Mevrouw Dominica Van Gool legt de grondwettelijke eed af in het Nederlands.
Mme Dominica Van Gool fera partie du groupe linguistique néerlandais.
Mevrouw Dominica Van Gool zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de M. Anthony Dufrane, démissionnaire en date du 3 janvier 2013.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om de heer Anthony Dufrane, ontslagnemend met ingang van 3 januari 2013, te vervangen.
Le suppléant appelé à le remplacer est M. Bruno Van Grootenbrulle, premier suppléant.
De opvolger die hem zal vervangen is de heer Bruno Van Grootenbrulle, eerste opvolger.
Le 7 décembre 2011, ce dernier avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement de M. Elio Di Rupo, membre du gouvernement fédéral, et pour la durée des fonctions de celui-ci.
Op 7 december 2011 werd hij toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Elio Di Rupo, lid van de federale regering, voor de duur van zijn ambt.
Il n'y a pas en conséquence lieu de procéder à la vérification des pouvoirs de ce suppléant qui avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement d'un ministre ou d'un secrétaire d'État et pour la durée des fonctions de celui-ci.
Er dient dientengevolge niet overgegaan te worden tot het onderzoek van de geloofsbrieven van deze opvolger die werd toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van een minister of een staatssecretaris voor de duur van zijn ambt.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie M. Bruno Van Grootenbrulle de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek de heer Bruno Van Grootenbrulle de grondwettelijke eed af te leggen.
M. Bruno Van Grootenbrulle prête le serment constitutionnel en français.
De heer Bruno Van Grootenbrulle legt de grondwettelijke eed af in het Frans.
M. Bruno Van Grootenbrulle fera partie du groupe linguistique français.
De heer Bruno Van Grootenbrulle zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger à son tour en remplacement de M. Elio Di Rupo en application de l'article 1bis de la loi du 6 août 1931 établissant des incompatibilités et interdictions concernant les ministres, anciens ministres et ministres d'État, ainsi que les membres et anciens membres des Chambres législatives.
Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die op zijn beurt in aanmerking komt om de heer Elio Di Rupo te vervangen overeenkomstig artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers.
Le premier suppléant, M. Nicolas Martin, a renoncé à son mandat par lettre du 8 janvier 2013.
De eerste opvolger, de heer Nicolas Martin, heeft afstand gedaan van zijn mandaat bij brief van 8 janvier 2013.
La deuxième suppléante, Mme Françoise Fassiaux, a également renoncé à son mandat par lettre du 8 janvier 2013.
De tweede opvolger, mevrouw Françoise Fassiaux, heeft eveneens afstand gedaan van haar mandaat bij brief van 8 januari 2013.
Mme Laurence Meire, troisième suppléante de la circonscription électorale du Hainaut, accepte le mandat et remplacera M. Elio Di Rupo pour la durée de ses fonctions.
Mevrouw Laurence Meire, derde opvolger voor de kieskring Henegouwen, neemt het mandaat op en zal de heer Elio Di Rupo vervangen voor de duur van zijn ambt.
Les pouvoirs de Mme Laurence Meire ont été validés en notre séance du 6 juillet 2010.
De geloofsbrieven van mevrouw Laurence Meire werden tijdens onze vergadering van 6 juli 2010 geldig verklaard.
Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.
Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.
Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.
Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je rappelle les
termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik
zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".
Je prie Mme Laurence Meire de prêter le serment constitutionnel.
Ik verzoek mevrouw Laurence Meire de grondwettelijke eed af te leggen.
Mme Laurence Meire prête le serment constitutionnel en français.
Mevrouw Laurence Meire legt de grondwettelijke eed af in het Frans.
Mme Laurence Meire fera partie du groupe linguistique français.
Mevrouw Laurence Meire zal deel uitmaken van de Franse taalgroep.
(Applaudissements)
(Applaus)
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 9 janvier 2013, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi, avant les questions orales, les interpellations suivantes:
- l'interpellation de M. Jan Jambon au premier ministre sur
"le message de
Noël du Roi" (n° 74).
- l'interpellation de Mme Barbara Pas au premier ministre sur
"le message de
Noël d'Albert II" (n° 73).
- l'interpellation de M. Jean Marie Dedecker au premier
ministre sur
"le message de Noël du Roi" (n° 76).
- l'interpellation de M. Olivier Maingain au premier ministre sur
"le discours
royal du 24 décembre 2012" (n° 77).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 januari 2013, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag, vóór de mondelinge vragen, volgende interpellaties in te schrijven:
- de interpellatie van de heer Jan Jambon tot de eerste minister
over "de
kerstboodschap van de Koning" (nr. 74).
- de interpellatie van mevrouw Barbara Pas tot de eerste minister over "de
kerstboodschap van Albert II" (nr. 73).
- de interpellatie van de heer Jean Marie Dedecker tot de
eerste minister
over "de kerstboodschap van de Koning" (nr. 76).
- de interpellatie van de heer Olivier Maingain tot de eerste
minister over
"de koninklijke toespraak van 24 december 2012"
(nr. 77).
02.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, de N-VA of haar grote leider voelde zich aanvankelijk niet aangesproken en was niet van oordeel dat de kwestie bij interpellatie moest worden behandeld. Dat is ook de reden waarom wij een lager volgnummer hebben.
Het Vlaams Belang is niettemin altijd blij, wat ook de reden is waarom wij voor de interpellatie van mevrouw Pas een lager volgnummer hebben, wanneer ons voorbeeld door de N-VA wordt gevolgd. Wij zijn zelfs zo blij dat wij de heer Jambon graag prioriteit geven.
Le président: La question a été traitée, hier, en Conférence des présidents. Celle-ci a décidé.
Pas d'autre observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen andere opmerking? (Nee)
Aldus zal geschieden.
03 Samengevoegde interpellaties van
- de heer Jan Jambon tot de eerste minister over "de kerstboodschap van de Koning" (nr. 74)
- mevrouw Barbara Pas tot de eerste minister over "de kerstboodschap van Albert II" (nr. 73)
- de heer Jean Marie Dedecker tot de eerste minister over "de kerstboodschap van de Koning" (nr. 76)
- de heer Olivier Maingain tot de eerste minister over "de koninklijke toespraak van 24 december 2012" (nr. 77)
- M. Jan Jambon au premier ministre sur "le message de Noël du Roi" (n° 74)
- Mme Barbara Pas au premier ministre sur "le message de Noël d'Albert II" (n° 73)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "le message de Noël du Roi" (n° 76)
- M. Olivier Maingain au premier ministre sur "le discours royal du 24 décembre 2012" (n° 77)
Je donne la parole à M. Jambon. Het woord is aan de heer Jambon voor tien
minuten.
03.01 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, collega’s, wij waren met verstomming geslagen toen wij de koning aanhoorden in zijn kerstboodschap op kerstavond, vooral de passage waarin hij de vergelijking maakte tussen populisme en het populisme van de jaren ‘30. Zelden denk ik dat een koninklijke boodschap zo veel negatieve commentaren in de pers, bij commentatoren en bij politicologen gekregen heeft. Ik denk dat het goed is om enkele commentaren te citeren. Commentatoren schreven dat de koning zijn boekje te buiten is gegaan, dat de koning aan politiek doet en dat de koning rijdt voor de PS.
Ik citeer graag professor Van den Wijngaert,
specialist in de geschiedenis van de Belgische monarchie, die het ongezien
noemt wat wij meemaken met die koninklijke boodschap: “De koning verwijst eerst naar één partij, één
manier van denken, waarin de schuld van de crisis bij de Franstaligen wordt
gelegd. Om dat populisme dan te verbinden met de jaren ‘30 is een stap te
ver. Een grote stap te ver.”
De heer
Sinardet, politicoloog, zegt in Het Nieuwsblad: “De koning heeft
het recht om de bevolking te waarschuwen als hij vindt dat populisme een
bedreiging is, maar de vergelijking met de jaren ‘30 is er gewoon over.
Als je de simplismen wil bestrijden, getuigt dit niet echt van veel nuance.”
Professor
Devos, die onze vergadering bijwoont, verklaart in Het Laatste Nieuws:
“Wie de monarchie liefheeft, had die passage moeten laten schrappen, want op
die manier maakt het koningshuis zichzelf kapot.”
Ook wil ik professor Vuye citeren, professor aan de universiteit van Namen: “Een monarchie met een koning-politicus kan niet voortbestaan. Koning Albert is heel ver over de schreef gegaan in zijn kersttoespraak. Eigenlijk heeft de koning met die uitspraken de wet overtreden.” De professor verklaart voorts: “Volgens de Belgische wetten moet de koning volkomen neutraal zijn, waaruit volgt dat zijn meningen niet naar buiten mogen worden gebracht. Daarmee zou de Kroon worden ontbloot. Ook hij heeft immers niet het recht die meningen naar buiten te brengen. De koning moet de koning van alle landgenoten zijn.”
Zo klonken de Vlaamse commentatoren. Maar zelfs in Le Soir, moeilijk te verdenken van N-VA-sympathieën, schrijft Pierre Bouillon op 5 januari 2013:
"Pour longtemps, et parce que le scénario de la collaboration s’était déjà produit en 14, l’opinion francophone assimile désormais le nationaliste flamand à l’extrême droite. C’est un amalgame totalement abusif, mais enraciné dans bien des esprits."
Mijnheer Di Rupo, als de commentatoren op tweede kerstdag de koning verweten aan politiek te doen, dan durf ik vandaag een stapje verder te gaan en de rollen om te draaien. U, mijnheer de eerste minister, hebt de koning gebruikt. U, mijnheer de eerste minister, maakte misbruik van de koninklijke toespraak. U spande de koning in in de strategie van de PS.
Dat werd duidelijk wanneer wij de week daarna op Driekoningen in De Zondag – half Vlaanderen verslikte zich toen in zijn koffie – konden lezen: “N-VA is een gevaarlijke partij.” Er stond zelfs “zeer gevaarlijke partij”.
U motiveert dat als volgt. Wij zijn een gevaarlijke partij omdat wij in onze statuten hebben staan dat wij ijveren voor een onafhankelijk Vlaanderen. Wie zegt dat? U zegt dat. U verwijt ons dat. U, die hier een eminent vertegenwoordiger is van de PS.
In de statuten van de PS lees ik het volgende:
"Article 1: Le Parti socialiste – en abrégé PS – a pour but d'organiser, sur le terrain de la lutte des classes, toutes les forces socialistes de Wallonie et de Bruxelles (…)".
De
klassenstrijd! U als vertegenwoordiger van de regering! (Rumoer)
En u, mijnheer Di Rupo, verwijt ons dat wij gevaarlijk zijn!
De volgende dag gaat u in de Metro verder op hetzelfde elan. Zo erg zelfs dat communicatiespecialist Jan Callebaut diezelfde dag via de radio het volgende opmerkt: “De spindoctors van de eerste minister hebben voor deze boodschap niet toevallig twee Vlaamse kranten gekozen die gratis voorhanden zijn voor de Vlamingen.” U, mijnheer Di Rupo, wilde die boodschap koste wat kost door de strot van de Vlamingen rammen.
Later zou u verklaren waarom wij gevaarlijk zijn en wat er eigenlijk met die passage werd bedoeld. U zei dat het zomaar wat was en dat er met populisme en met de vergelijking met de jaren ‘30 niemand werd geviseerd. En wat dan met de andere passages in de toespraak, die over het regeringsbeleid gaan? Zijn die ook op niets gebaseerd? Wordt daar ook niets mee bedoeld? Zijn dat ook zomaar woorden in de wind van een oude man die op kerstavond een boodschap aan zijn natie richt?
Uw coalitiepartners, mijnheer Di Rupo, waren met heel het opzet not amused. De heer Beke en mevrouw Rutten hebben u tot de orde geroepen. Zij hebben u gevraagd om te stoppen met die N-VA-bashing en uw eigen regeringswerk te verdedigen. Ik ben benieuwd!
Als oppositiepartij sluiten wij ons in elk geval graag aan bij de woorden van de Vlaamse minister-president, die het volgende zei: “Stop met op de N-VA te kappen. Zorg voor zuurstof voor onze bedrijven zodat zij hier blijven. Zorg voor het welzijn en de welvaart van onze werkende mensen. Al dat N-VA-bashen is leuk voor de journalisten, maar niet plezant voor de gewone mensen.”
Mijnheer Di Rupo, over het eerste deel van mijn interpellatie heb ik de volgende vragen.
Ten eerste, bevestigt u dat u op de hoogte was van de integrale inhoud van de toespraak?
Ten tweede, wie in uw regering was daar nog van op de hoogte? Hebt u, zoals dat in het verleden de traditie was, ook bepaalde vicepremiers daarin in laten delen?
Ten derde, wilt u ons uitleggen wat u bedoelde met de passage over het populisme en de jaren ’30? Wie viseerde u daarmee? U hebt die tekst immers goedgekeurd. Wie hield u met die passage voor ogen?
Ten vierde, als u zegt dat die passage een fait divers was, waarom hebt u ze dan niet geschrapt? Een passage die geen zin of voorwerp heeft hoort niet in een koninklijke boodschap. Als u toch dacht dat dit maar een fait divers was, waarom hebt u dit dan niet geschrapt?
Zult u gehoor geven aan de oekaze van de Vlaamse coalitiepartners? Zult u luisteren? Zult u hen gehoorzamen?
Ten slotte, wordt het niet hoog tijd om de koning en de monarchie in dit land een louter protocollaire rol te geven, net zoals in Nederland? Er is dan geen ondertekening meer van wetten en besluiten, er komen geen initiatieven meer bij de regeringsvorming en hij staat niet meer aan het hoofd van onze troepenmacht.
Mijnheer Di Rupo, tot daar mijn concrete vragen bij het eerste deel van mijn interpellatie.
Welke lessen hebben wij getrokken uit deze situatie? Ten eerste, dat u de toespraak van de koning politiek afdekt. Er is echter ondertussen een tweede incident rond het koningshuis opgedoken met die stichting van koningin Fabiola. De vraag is of u die fiscale constructie ook gaat afdekken. Wat moeten de mensen daar nu eigenlijk van denken?
De voorzitter: Dat is een ander punt.
03.02 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik heb tien minuten spreektijd om te interpelleren en ik zal die tien minuten gebruiken.
Wat moeten de mensen nu eigenlijk denken van die stichting die gebruikt wordt om neven en nichten in Spanje te vergoeden en om religieuze dotaties te geven, terwijl mensen hier op hun inkomsten braaf belastingen betalen? Dienen de dotaties van de Belgische Staat daarvoor? Mijnheer Di Rupo, van twee zaken een. Ofwel zijn dat dotaties, vergoedingen voor prestaties, en dan worden daarop geen belastingen betaald, ofwel is het privégeld en daarop moet wel belastingen worden betaald.
Wat is dat hier nu eigenlijk met het koningshuis? Zij doen er alles maar dan ook alles aan om geen belastingen te moeten betalen. Zij betalen geen belastingen op hun inkomen en evenmin accijnzen. Hoe blauwer het bloed, hoe roder de diesel. Nu gaan zij nog successierechten ontwijken met dergelijke schimmige constructies.
Ik citeer graag wat de heer Uyttendaele, professor Constitutioneel
Recht, vandaag in Le Soir zei: “Il y à là non seulement un déficit de reconnaissance
à l’égard du peuple belge, mais pire encore, un manque flagrant de civisme.”
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn vragen in verband met dit onderwerp.
Ten eerste, zult u, zoals bij de heer Arnault, op wie verdenkingen berusten, controle uitoefenen op de stichting van koningin Fabiola?
Ten tweede, wanneer neemt u eindelijk
– zoals in het regeerakkoord is ingeschreven – een initiatief om
transparantie te verkrijgen over de financiering van het koningshuis? (tumult)
De voorzitter: De heer Jambom heeft het woord.
03.03 Jan
Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, namens
mijn fractie dien ik een motie in waarin wij de regering verzoeken op korte
termijn initiatieven te nemen om, ten eerste, de monarchie om te vormen tot een
louter protocollaire monarchie en, ten tweede, een transparant
financieringssysteem van het koningshuis uit te werken.
03.04 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, van een kerstboodschap zou men mogen verwachten dat het een boodschap van vrede en hoop is, zeker bij het afsluiten van een jaar waarin wij een recordaantal faillissementen hebben gehad en een recordaantal ontslagen hebben gekend.
Wij hebben vandaag te maken met een ongeziene economische crisis die iedereen voelt, iedereen behalve het koningshuis.
Terwijl de burgers in dit land massaal moeten inleveren en om de oren geslagen worden met allerhande belastingverhogingen, gaan de dotaties van dat koningshuis er nog op vooruit met ruim 300 000 euro extra volgend jaar.
Het stopt echter niet met die royale inkomenssteun van ruim 5 miljoen euro. Er gaat nog eens minstens evenveel naar allerlei diensten zoals transport en elektriciteit. Zelfs voor het poetsen van het paleis moeten ze de dotaties niet eens gebruiken.
Zoals daarnet al werd gezegd, hebben wij ondertussen vernomen dat mevrouw de Mora y Aragón een fonds heeft opgericht. Voor ons was dat vandaag geen vraag waard. Er is immers niets nieuws onder de zon. Zij gebruikt gewoon verder overheidsgeld om een privéfortuin te vergaren.
Wat opmerkelijk is, is dat al degenen die daarover straks zullen interpelleren en op de eerste rij staan om daarover te reclameren, degenen zijn die destijds, tegen alle stemmen van Vlaams Belang in, de dotaties waarmee Fabiola zulke fondsen kan oprichten mogelijk hebben gemaakt.
Het zijn zij die de dotaties hebben uitgebreid tot de neven en nichtjes en familieleden tot het dertiende knoopsgat en die de dotatie zelfs jaar na jaar verhogen. In dat rijtje van vragenstellers horen wij absoluut niet thuis.
Mijnheer de eerste minister, terwijl u chronisch op zoek bent naar besparingen, heeft mevrouw de Mora y Aragón, om er een begunstigde van de dotaties uit te pikken, de voorbije twintig jaar maar liefst 27 miljoen euro ontvangen, oftewel een weduwepensioen dat ongeveer 160 keer het normale weduwepensioen in dit land is, weliswaar zonder enige bijdrage aan de Belgische staatskas, maar wel als toonbeeld van integratie. Bijna 53 jaar koningin, met al het overheidsgeld dat daarbij hoort, en nu kan ze de Spaanse neven en nichten plezieren.
Terwijl die Spaanse families de snoepjes krijgen, speelt de Vlaamse belastingbetaler voor omgekeerde sinterklaas. Wat mij nog het meeste stoort, is dat in deze barre economische tijden uitgerekend die familie wel heel slecht geplaatst is om op te roepen tot meer solidariteit.
Uitgerekend die Lakense familie wil de Vlamingen lessen geven over de oorzaken van en de oplossingen voor die economische crisis, met hallucinante verwijzingen in de kerstboodschap waarin van Saksen-Coburg uithaalde naar het Vlaams-nationalisme. Ik ga u het citaat uit de kerstboodschap besparen, want ik denk dat iedereen de woorden al kent.
Het komt erop neer dat Albert de Vlaamse kritiek op de wijze waarop de economische crisis wordt aangepakt, reduceert tot het zoeken naar zondebokken. Hetzij de vreemdelingen, hetzij de landgenoten van het andere landsdeel zouden volgens het staatshoofd de hele schuld van de economische crisis op zich krijgen vanwege de populistische betoogtrant. Alsof er Vlaams-nationalistische partijen zijn in dit land die de hele crisis wijten aan de vreemdelingen of aan de Walen.
De Vlamingen waren nog niet genoeg geschoffeerd met dat soort uitspraken, want daarbovenop kwam nog die verwijzing naar de jaren ’30. Mocht dat nu nog een verwijzing zijn geweest naar het jaar 1830, naar het jaar van de historische fout, toen die Belgische monarchie werd opgericht! Maar neen, het slaat dus wel degelijk op de jaren ’30 van de twintigste eeuw. Zulke platitudes worden zelfs door extreemlinks al jaren achterwege gelaten. Dit impliceert een enorme minimalisering van de gruwel uit die tijd.
Met zulke uitspraken valt de Koning dan ook compleet uit zijn rol. De voorgaande spreker heeft al een heel aantal citaten gegeven van professoren die allemaal beamen dat de koning zijn rol ver te buiten is gegaan en dat hij zich als een politicus gedraagt, in plaats van neutraal te zijn, zoals de wet dat voorschrijft.
U, mijnheer de eerste minister, u draagt daarvoor de politieke verantwoordelijkheid. Uw vicepremiers hebben de kerstboodschap niet gelezen, u daarentegen moet uw handtekening hier wel onder zetten. U heeft woord voor woord goedgekeurd wat in die toespraak staat. U had de koning tot de orde moeten roepen.
Ik wil graag weten waarom u dat niet heeft gedaan. Heeft u de koning gevraagd een en ander aan die toespraak aan te passen? Heeft u de toespraak zelf geschreven? Is de toespraak gedekt door de hele regering? Een heel aantal regeringspartijen, vooral aan Vlaamse kant, was het immers niet eens met de kerstboodschap. Onder meer Vlaamse minister-president Kris Peeters vindt dat de eerste minister tekst en uitleg moet geven bij de toespraak.
Ik kijk uit naar de uitleg die u heeft voor de uitspraken die u niet heeft gewijzigd in de kerstboodschap.
03.05 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik zal het eerst hebben over de kerstboodschap van de koning en vervolgens een vraag stellen over het fortuin van ‘tante Fabby’.
Collega's, ik voel mij niet aangesproken door de kerstboodschap van de koning, in tegenstelling tot mijn vorige collega’s. Ik heb altijd gezegd dat een Waalse socialistische eerste minister de kortste weg naar een zelfstandig Vlaanderen is. Met zijn uitspraken zal hij de Vlamingen wel doen begrijpen dat de enige toekomst voor dit land een evolutie naar een zelfstandig Vlaanderen is.
Mijnheer de eerste minister, de N-VA is inderdaad een gevaarlijke partij, voor mij en voor mijn partij. Ze is met mijn kiezers weg en met mijn programma! Ik begrijp dat het ook voor u een gevaarlijke partij is, want in het programma staat dat we het infuus uit de baxtereconomie van Wallonië moeten trekken. U hebt het recht om te zeggen dat het een gevaarlijke partij is. U zou zelf wel eens aan de slag moeten, zonder de hulp van de Vlamingen.
Het is normaal dat de boodschap van de koning politiek geladen is, collega’s. U hoeft daarover niet zo verontwaardigd te doen. Wie houdt de pen van de koning vast? De regering. Wie dicteert de speech? De regering. In de wet staat zelfs dat de speech van de koning door de regering moet gedekt zijn. Wie is daar verantwoordelijk voor? De regering en de eerste minister. Dat is klaar en duidelijk. De woorden van de koning zijn dus uw woorden, mijnheer de eerste minister. Dat heeft men in Vlaanderen begrepen.
Ik ben voor vrije meningsuiting. Van mij mag de koning zijn gedacht zeggen. Dan weten we na 180 jaar eindelijk welk vlees we in de kuip hebben en hoe groot de ondraaglijke lichtheid van de inhoud is. In de Senaat zitten drie koningskinderen. Ze komen nooit, we hebben hun stem nog nooit gehoord. Dat zouden ze beter eens doen.
Ik lees het vijfde punt uit de koninklijke speech voor: “In de verwarde tijden die we nu meemaken, moeten we waakzaam blijven en de populistische betoogtrant helder doorzien. Altijd zoeken ze naar zondebokken voor de crisis, ofwel zijn het de vreemdelingen, ofwel landgenoten uit een ander landsdeel. Zulk betoog komt vandaag vaak voor in talrijke Europese landen, ook bij ons. De crisis van de jaren dertig en de populistische reacties die ze teweegbracht, mogen niet worden vergeten. Men heeft gezien welke rampzalige gevolgen dat voor onze democratieën heeft betekend.”
Gisteren las ik in
De Tijd een prachtig stuk van Louis Verbeke.
Louis Verbeke zei het volgende over populisme: “Populisme is nostalgisch feiten ontkennen om de macht te behouden.” Mijnheer de eerste minister, laten wij nu eens bekijken wat er in de jaren ‘30 gebeurd is. Er zijn inderdaad veel analogieën met vandaag. Dat u de geschiedenis niet kent, kan ik begrijpen. U bent een migrant. U bent hier met open armen ontvangen. U hebt de kansen gegrepen met twee handen en wij hebben u ook alle kansen gegeven. Het vijfde punt is dus zeker niet juist als het u betreft.
Maar wat gebeurde er in de jaren ‘30? Mijnheer de eerste minister, er waren moeilijke coalitievormingen, regeringen die slechts een paar maanden regeerden, onder leiding van Van Zeeland, Theunis, Vandervelde, de Broqueville enzovoort. Er was een economische crisis, met massale werkloosheid. Waar hebben wij dat vandaag nog gehoord?
Mijnheer de eerste minister, er is nog iets interessants, nog iets heel interessants. Wat is er gebeurd tussen 1934 en 1936? De banken gingen failliet! Men moest de banken bijspringen, want er was een enorme vermenging tussen de politiek en de banken zelf. Waar hebben wij dat vorig jaar nog gehoord? De Bank van de Arbeid, van de Belgische Werkliedenpartij, was failliet en de ASLK moest bijspringen. De Algemeene Bankvereeniging, van de Boerenbond, beste vrienden aan de rechterkant, Dexia indachtig, is gered door de Staat. Er was een verstrengeling van de politiek met het grootkapitaal. Dat waren de tijden van toen.
En wat was het antwoord daarop? Politici hebben dat aangeklaagd. En degenen die dat aangeklaagd hebben, zijn zogezegd de populisten. Inderdaad, het was niet de N-VA die daar toen zat en ook niet het Vlaams Belang. Zelfs het VNV kwam er pas in tweede instantie aan te pas. Het was Rex, de Waalse partij van Léon Degrelle, die bij haar eerste verkiezingen 21 zetels veroverde in het Parlement. Zelfs de communisten, heren van links, profiteerden van de situatie en veroverden 9 zetels in de Kamer.
Dat u de geschiedenis niet kent, kan ik begrijpen. De koning zou ze wel moeten kennen, anders had hij maar uitleg moeten vragen aan zijn vader over hetgeen toen gebeurd is, tijdens de oorlog en achteraf.
Mijnheer de eerste minister, ik vraag maar één ding, namelijk dat u, dat de regering, in de toekomst zou doen wat in het regeerakkoord staat. In het regeerakkoord staat klaar en duidelijk dat men de rol van de koning zal herzien.
Ik sluit mij aan bij mijn voorganger, de heer Jambon. Men moet eindelijk komen tot een protocollaire rol voor de koning en alle politieke discussies daarover uit de weg gaan, net als in andere landen in Europa gebeurt. Dan moeten wij hier niet elke keer staan als de rode draad voor Laken, om te interpelleren over wat de koning zegt.
03.06 Olivier Maingain (FDF): Monsieur le président, le chef de l'État a tenu un discours courageux, nécessaire et salutaire. Et ce qui s'est passé hier soir à Denderleeuw en a montré toute la pertinence. Car le populisme naît de ce genre de circonstance. Les événements qui ont eu lieu hier prouvent la pertinence du discours du roi quant au danger de la montée du populisme.
Il est vrai que nous pouvons nous étonner d'un fait, monsieur le premier ministre, c'est que votre majorité ne se soit pas manifestée d'un seul bloc derrière le discours royal. Il y a d'abord eu la malencontreuse intervention de votre chef de cabinet dans la presse. Ce n'est pas son rôle, et il conviendra qu'elle apprenne que les plus hautes fonctions qu'elle assume à vos côtés lui imposent un strict devoir de réserve dans les médias. Et puis, je pense aux déclarations de certains vice-premiers ministres, tant du côté néerlandophone que francophone – un seul vice-premier dans ce second cas. Ils ont tenté, certains pour des raisons partisanes et au nom de calculs assez mesquins, de se démarquer de l'un ou l'autre passage soit du discours royal soit des propos que vous avez repris par la suite. C'est bien cette division au sein même de votre majorité qui donne toutes leurs chances à ceux qui, au Nord du pays, veulent remettre en cause l'autorité du chef de l'État. C'est cela qui est le plus déplorable!
Car, que cela vous plaise ou non, qu'on soit dans un régime républicain ou dans une monarchie constitutionnelle, il sera toujours nécessaire d'avoir à la tête d'un État une autorité qui puisse rappeler en certains moments quelles sont les valeurs essentielles que nous devons tous partager. Cette autorité morale est plus indispensable que jamais. Que ce soit en Italie ou en Allemagne, le président de la République intervient en des temps difficiles pour insister sur certains principes essentiels. Chez nous, le roi a le droit, dès lors qu'il est couvert par l'autorité du chef du gouvernement, de rappeler dans ses discours plusieurs valeurs primordiales. S'il ne se place pas ainsi au niveau du débat politique partisan, il se situe sur le plan de l'exigence démocratique. C'est sans doute ce qui déplaît à d'aucuns dans cette assemblée.
Dès lors, je vous pose une seule question, monsieur le premier ministre: peut-on espérer que, par votre réponse, toute votre majorité soit enfin à la hauteur du message royal?
03.07 Eerste minister Elio Di Rupo: Beste collega’s, eerst en vooral wil ik u bedanken voor uw vragen en opmerkingen. Zij geven mij de gelegenheid de toespraak van de koning in de juiste context te plaatsen, namelijk de huidige economische crisis die de Europese landen en hun bevolking hard treft.
Ik heb uiteraard respect voor de mening van iedereen. Niettemin moet ik vaststellen dat het vaak niet ging over de kern van de boodschap van de koning, met name de werkgelegenheid en het economisch herstel, waarover meer dan 90 % van zijn toespraak ging.
Le roi s'est d'abord adressé aux milliers de travailleurs qui ont perdu leur emploi cette année, que ce soit à Ford Genk, dans la sidérurgie wallonne ou ailleurs. Il a témoigné de sa compréhension et de son empathie. Il a souhaité que nous réfléchissions ensemble à l'attitude à adopter face aux difficultés économiques et aux pertes d'emplois. Il a formulé diverses pistes de solutions: unir nos forces pour présenter des réponses crédibles au défi de l'emploi; rétablir graduellement et de manière soutenable, à tous les niveaux, l'équilibre de nos finances publiques; pour les pays de la zone euro, poursuivre le nécessaire redressement budgétaire tout en organisant une relance économique équilibrée; avoir une attention spéciale pour les plus vulnérables et rester ouvert à ce qu'il se passe dans le reste du monde.
Ten slotte wilde de koning kort de aandacht van onze burgers vestigen op gedragingen en fenomenen die in tijden van economische crisis de kop opsteken. Het gaat om fenomenen die meer verdeeldheid zaaien dan dat zij verenigen, terwijl wij net moeten samenwerken om uit de crisis te geraken.
De koning heeft daarbij geen enkele partij genoemd. Hij heeft evenmin een deel van de bevolking van ons land geviseerd.
Au contraire, il indique que ces attitudes et phénomènes existent aujourd’hui dans de nombreux pays européens.
Chers collègues, quand il s'agit de populisme, qui dans notre honorable assemblée peut prétendre que ce phénomène n’est pas présent un peu partout, dans divers milieux de notre société, en Europe et dans le reste du monde?
Sérieusement, on ne peut quand même pas dire que, lorsque le roi met en garde contre la recherche de boucs émissaires, il favorise la division. Ce sont les discours populistes qui divisent et mettent en tension nos sociétés partout, et en particulier en Europe.
Le roi avait déjà abordé la thématique des attitudes et phénomènes populistes dans de précédents discours – en 1998, 1999 et 2002 – sans que cela ne suscite de réaction ou de commentaire particulier.
Ces dernières années, différents chefs d’État ont dénoncé les dangers du populisme. Je pense notamment à la reine Beatrix des Pays-Bas ou au président allemand Joachim Gauck.
Il y a un mois, à l’occasion de la remise du prix Nobel de la paix à l’Union européenne, le président du Conseil européen, Herman Van Rompuy, exprimait une inquiétude très semblable. Je le cite: "Lorsque la prospérité et l’emploi qui font le socle de nos sociétés semblent menacés, on observe naturellement un regain des égoïsmes, voire un retour des vieux stéréotypes et des failles." Le président de la Commission européenne, José Manuel Barroso, s’est aussi exprimé en ce sens à la même occasion.
Wij kunnen niet ontkennen dat er in Europa ernstige redenen tot ongerustheid zijn. Kijk bijvoorbeeld naar Griekenland, waar knokploegen door de straten lopen om migranten in elkaar te slaan, en waar voedselpakketten worden uitgedeeld, maar enkel aan wie een Griekse identiteitskaart kan voorleggen. Of kijk naar Hongarije, waar een politieke partij oproept een lijst op te maken van joden die, ik citeer, “een gevaar voor de nationale veiligheid vormen”. En dat allemaal terwijl wij de grootste economische crisis in vijftig jaar beleven.
Daarom, beste collega’s, heb ik als regeringsleider de toespraak van de koning gedekt.
Et, en ce qui concerne d’autres aspects, je pense que chacun a pu longuement s’exprimer.
Beste collega’s, laten we ons nu samen concentreren op de sociale en economische uitdagingen waarvoor we staan.
03.08 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer Di Rupo, mij wordt nu veel duidelijk. Ik was er niet van op de hoogte dat de koninklijke boodschap ook in Griekenland en Hongarije zou worden uitgezonden. Zulks hebt u nu verduidelijkt. Nu begrijp ik veel. Ik wil mij daarvoor excuseren. Ik wist dat niet.
Aangezien echter zo veel uitleg en zo veel commentaar — volle bladzijden in kranten — nodig zijn om de koninklijke toespraak toe te lichten en om toe te lichten wat u ermee bedoelt, kan ik slechts één conclusie trekken, met name dat heel Vlaanderen u en de koning niet meer begrijpt en vooral dat u niet begrijpt wat er in Vlaanderen aan de hand is.
Mijnheer Di Rupo, in zekere zin moet ik u gelijk geven.
03.09 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): (…).
Le président: M. Calvo, on ne vous entend pas.
03.10 Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Di Rupo, in zekere zin moet ik u gelijk geven. In zekere zin is de N-VA inderdaad een gevaarlijke partij.
Wij zijn een gevaarlijke partij voor zij die het status-quo prediken. Wij zijn een gevaarlijke partij voor de PS-remedies. Wij zijn een gevaarlijke partij voor zij die de hervorming van Justitie op de lange baan schuiven. Wij zijn gevaarlijk voor zij die belastingen heffen om de publieke financiën te saneren. Wij zijn gevaarlijk voor zij die vorstelijk worden gesubsidieerd en geen eurocent belastingen betalen. Voor hen zijn wij inderdaad een gevaarlijke partij!
Collega’s, wij zijn echter bondgenoten voor zij die echt veranderingen willen doorvoeren. Wij zijn bondgenoten voor zij die willen hervormen in plaats van belasten. Wij zijn bondgenoten voor wie de straffeloosheid wil aanpakken. Wij zijn bondgenoten voor wie in dit land werkt, spaart en onderneemt.
Wij zetten de kracht van verandering tegenover een Franstalige belastingregering.
03.11 Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, u volhardt in de boosheid. Ik kan natuurlijk niet voor hen spreken, maar ik betwijfel of de heren Beke en Peeters dit ook een afdoende uitleg zullen vinden. Van het applaus van CD&V kon ik het alleszins niet afleiden.
Het is nochtans heel duidelijk. Een meerderheid in Vlaanderen vindt dat de koning in de fout is gegaan met die uitspraken. De Franstaligen in dit land vinden van niet. En u als premier kiest uiteraard de kant van de Franstaligen.
Dat u die allesbehalve neutrale uitlatingen van de koning blijft ondersteunen, mijnheer de premier, is niet alleen onbegrijpelijk, maar ook onaanvaardbaar. Het toont aan dat u op zijn minst een inschattingsfout hebt gemaakt. Het had u gesierd, mocht u ten minste hebben toegegeven dat u een inschattingsfout hebt gemaakt door deze toespraak goed te keuren.
Zelf geloof ik evenwel niet dat het een naïeve inschattingsfout was. Het is voor u een bewuste strategie. U volgt de baten van de PS en niet die van alle onderdanen van het land. Uw antwoord toont duidelijk aan dat u niet de premier wil zijn van alle onderdanen van dit land, maar dat u alleen de premier van Wallonië bent.
Wij hebben alleszins een motie ingediend, mijnheer de premier, waarin de Kamer kan vaststellen dat u in de fout bent gegaan door die kerstboodschap helemaal goed te keuren. Ik wil u met aandrang vragen om ons in de toekomst alstublieft zulk koninklijk populisme te besparen.
03.12 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, het enige wat ik uit uw antwoord begrepen heb, is dat u de buikspreker bent en de koning de handpop. Ik meende dat u iets begrepen zou hebben, omdat u het had over populisme. Ik zei het al, populisme betekent nostalgisch feiten ontkennen om de macht te behouden.
Ik heb een verhaal gebracht over de jaren dertig, omdat bepaalde feiten zich herhalen. Het gevaar bestaat immers dat uit onmacht en onkunde, en door het vastklitten aan de macht uit angst voor iets anders, opnieuw een bepaalde vorm van populisme ontstaat. Het gaat niet op te verwijzen naar Griekenland en dergelijke. Neem uw verantwoordelijkheid op.
Ik neem van de gelegenheid gebruik, mijnheer de eerste minister, om u een kleine kerstboodschap mee te geven, onder de vorm van goede raad. Ik vermoed dat uw coalitiepartners niet erg tevreden zijn met het bashen van de oppositie. Oppositiepartijen uitschelden voor fascisten en populisten is niet alleen oneerlijk maar ook contraproductief.
Daar u toch de internationale toer bent opgegaan, de kerstboodschap heeft inderdaad internationale weerklank gekregen. Zelfs tot in The Wall Street Journal en The Telegraph. In die gezaghebbende kranten kon men het volgende lezen: “Linking Flemish separatism to fascism is irresponsible and unjustifiable.” Separatisme, de roep van Vlaanderen om meer zelfstandigheid, linken aan fascisme is onverantwoordelijk en niet te rechtvaardigen. Ik meen dat die boodschap duidelijk genoeg is.
Le président: M. Maingain ne souhaite pas répliquer.
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jan Jambon en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Jan Jambon, mevrouw Barbara Pas en van de heren Jean Marie Dedecker en Olivier Maingain
en het antwoord van de eerste minister,
roept de regering op om op korte termijn initiatieven te nemen om:
- de monarchie om te vormen tot een louter protocollaire monarchie;
- een transparant financieringssysteem van het koningshuis uit te werken."
Une première motion de recommandation a été déposée par M. Jan Jambon et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Jan Jambon, Mme Barbara Pas et de MM. Jean Marie Dedecker et Olivier Maingain
et la réponse du premier ministre,
invite le gouvernement à prendre à bref délai des initiatives pour:
- transformer la monarchie en une monarchie purement protocolaire;
- élaborer un système de financement de la Maison royale qui soit transparant.“
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Jean Marie Dedecker en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Jan Jambon, mevrouw Barbara Pas en van de heren Jean Marie Dedecker en Olivier Maingain
en het antwoord van de eerste minister,
beveelt de regering aan de Koning aan te manen zich in woorden en in daden te beperken tot zijn protocollaire functie."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Jean Marie Dedecker et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Jan Jambon, Mme Barbara Pas et de MM. Jean Marie Dedecker et Olivier Maingain
et la réponse du premier ministre,
recommande au gouvernement d'inviter le Roi à s'en tenir à sa fonction protocolaire dans ses paroles et dans ses actes.“
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Gerolf Annemans en mevrouw Barbara Pas en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heer Jan Jambon, mevrouw Barbara Pas en van de heren Jean Marie Dedecker en Olivier Maingain
en het antwoord van de eerste minister,
stelt vast dat de premier er in de kerstboodschap van 24 december 2012 onvoldoende heeft op toegezien dat de wettelijke neutraliteit van de Koning werd gerespecteerd."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Gerolf Annemans et Mme Barbara Pas et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de M. Jan Jambon, Mme Barbara Pas et de MM. Jean Marie Dedecker et Olivier Maingain
et la réponse du premier ministre,
constate que le premier ministre n'a pas suffisamment veillé au respect du devoir de neutralité du Roi dans le message de Noël du 24 décembre 2012.“
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karin Temmerman en door de heren Daniel Bacquelaine, Christian Brotcorne, Patrick Dewael, Thierry Giet en Raf Terwingen.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Karin Temmerman et par MM. Daniel Bacquelaine, Christian Brotcorne, Patrick Dewael, Thierry Giet et
Raf Terwingen.
Over de moties zal later worden gestemd. De
bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
M. Maingain renonce à sa question n° P1402.
- Mme Corinne De Permentier au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1403)
- M. Christophe Lacroix au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1404)
- M. Luk Van Biesen au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1405)
- M. Laurent Louis au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1406)
- M. Dirk Van der Maelen au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1407)
- M. Georges Dallemagne au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1408)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1409)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1410)
- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "la fondation Fons Pereos" (n° P1411)
- mevrouw Corinne De Permentier aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1403)
- de heer Christophe Lacroix aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1404)
- de heer Luk Van Biesen aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1405)
- de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1406)
- de heer Dirk Van der Maelen aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1407)
- de heer Georges Dallemagne aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1408)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1409)
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1410)
- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "de stichting Fons Pereos" (nr. P1411)
04.01 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les membres du gouvernement, chers collègues, nous vous demandons de clore au plus vite le dossier concernant la révélation de la fondation Fons Pereos dont on parle beaucoup depuis hier et qui fait couler beaucoup d'encre
Pour le MR, l'heure n'est pas à un débat sans fin sur la monarchie mais bien sur les problèmes et les enjeux socioéconomiques que connaît notre pays. Nous voudrions vous poser une série de questions et vous demander de prendre d'urgence contact avec la reine Fabiola, si ce n'est déjà fait, afin de vérifier certains propos révélés dans la presse aujourd'hui vers 13 heures, notamment le fait que la reine nous déclare que la fondation n'utiliserait pas de l'argent public. Nous aimerions que toute la transparence soit faite dans ce dossier.
Nous rappelons aussi que les frais de fonctionnement de la dotation servent uniquement aux missions, aux rémunérations du personnel et ne peuvent en aucun cas générer de l'épargne. L'argent en question n'a jamais été imposé contrairement à ce qui se passe pour le commun des mortels. Il faut savoir qu'aujourd'hui, une personne "qui se lève tôt" est imposée plus ou moins à 50 % du fruit de son travail. Lorsqu'elle achète une maison, elle est également imposée et lorsqu'elle pourra éventuellement céder son bien à ses héritiers, une troisième imposition aura lieu.
Je crois qu'en aucun cas, l'argent public ne peut servir à privilégier des héritiers à des fins familiales ou encore à privilégier un courant philosophique particulier. Nous aimerions que vous insistiez afin que l'argent du fonds en question soit affecté prioritairement au bénéfice de l'intérêt de la collectivité et des plus démunis.
04.02 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, la liberté est sans doute une des valeurs fondamentales de notre société: liberté d'expression, liberté d'association, liberté de culte, liberté du choix de vie. Au côté de ces libertés, la protection de la vie privée est fondamentale; peu importe de savoir si monsieur et madame X, par exemple, préparent leur succession, s'ils recourront à des techniques légales pour réduire les droits de succession de leurs héritiers ou s'ils légueront une partie de leurs biens à tel ou tel courant philosophique. Cela ne nous regarde pas.
Cela dit, si la reine Fabiola est une citoyenne comme une autre, elle est d'abord un personnage public qui, depuis des années, bénéficie d'une importante dotation publique et d'une série d'avantages liés à sa fonction. Dès lors, comment ne pas être abasourdi d'apprendre, par la presse, que la reine a créé une fondation privée pour, semble-t-il, organiser sa succession et poursuivre des objectifs extrêmement particuliers, qui ne rencontrent pas du tout l'intérêt général?
Abasourdi, monsieur le premier ministre. Alors que ce parlement et votre gouvernement luttent contre toutes les formes de fraude, on ne peut s'empêcher de penser à de l'ingénierie fiscale pour soustraire à la collectivité des droits de succession et ce, sur une fortune constituée en partie par de l'argent public.
Enfin, monsieur le premier ministre, consterné. Alors que les citoyens font face à une crise économique sans précédent, qu'ils craignent pour leur emploi, qu'ils peinent à payer leurs factures, la fondation pourrait venir en aide de manière ponctuelle, par exemple, aux nièces et neveux biologiques de la famille royale, mais seulement issus d'un premier mariage catholique. Alors que des jeunes sont en pleine détresse face à leur avenir, la fondation servirait notamment à financer les retraites spirituelles de jeunes fiancés désireux de se marier à l'église.
On reste sans voix. On est loin d'une fondation qui s'occupe de grands enjeux de la société: la lutte contre la pauvreté, le mieux vivre ensemble, la lutte contre la traite des êtres humains, etc.
À ce stade, pour mon groupe, la création de cette fondation privée par un membre de la famille royale pose problème sur le plan de la morale, de l'éthique, de la justice fiscale et de l'intérêt général.
Ni vous ni moi ne gérons la fortune de la reine. Ni vous ni moi ne pouvons la contraindre à soutenir les ONG plutôt que sa fondation. C'est à elle qu'il revient de rectifier le tir et de tenir son rang. Néanmoins, nous pouvons agir.
Monsieur le premier ministre, ne pensez-vous pas qu'il faudrait baliser davantage l'utilisation des dotations accordées aux membres de la famille royale? Comment garantir la transparence et le contrôle de leur utilisation?
04.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, collega’s, in 2003 heeft het Parlement terecht de mogelijkheid gecreëerd om een private stichting op te richten voor nobele doeleinden, zoals de handhaving van een collectie kunstwerken, het creëren van een prijs, de instandhouding van waardevolle kastelen en parken of de steun aan de ontwikkeling van een bepaalde regio.
Nooit is het de intentie geweest van het Parlement en van de wetgever om een erfenis te regelen via die werkwijze. De private stichting Fons Pereos, die werd opgericht door Hare Majesteit koningin Fabiola, heeft meerdere maatschappelijke doeleinden, waarvan sommige ongetwijfeld terecht de wenkbrauwen doen fronsen.
Een eerste lezing toont duidelijk aan dat
het hier gaat om een oneigenlijk gebruik van een mooi en nobel instrument, de
private stichting. De recente reactie van de advocaten in de pers dat het
louter de bedoeling is collecties in de stichting onder te brengen, staat haaks
op de doeleinden van de stichting, die men kan terugvinden in het Belgisch
Staatsblad.
Bovendien heeft Hare Majesteit koningin Fabiola een voorbeeldfunctie. Ze ontvangt jaarlijks een riante dotatie van 1,4 miljoen euro. Haar opgebouwd financieel imperium is dus voornamelijk samengesteld uit nooit opgebruikte dotaties. Het is – ik druk mij uitzonderlijk voorzichtig uit – ethisch betwistbaar dat zij probeert haar erfenis te regelen via een private stichting.
Gezien de opeenvolgende incidenten met de leden van de koninklijke familie omtrent de aanwending van de dotaties, zijn wij genoodzaakt het debat over de dotaties aan de koninklijke familie te heropenen. Daarbij staan de volgende vragen centraal.
Wie van de koninklijke familie kan in de toekomst nog aanspraak maken op een dotatie? Hoeveel mag die dotatie bedragen? Hoe kan de aanwending beter gecontroleerd worden dan vandaag? Kan de dotatie, wanneer zij niet benut wordt, teruggestort worden aan de donateur, namelijk de federale overheid?
Kortom, mijnheer
de eerste minister, het onaanvaardbaar handelen van Hare Majesteit koningin
Fabiola dwingt mij tot de volgende vragen.
Was u op de hoogte
van haar intentie? Wist u van de creatie van de private stichting
Fons Pereos? Zult u koningin Fabiola melden dat dat een oneigenlijk
gebruik van de wetgeving is en zult u, met andere woorden, de transactie
fiscaal proberen te verhinderen?
Bent u bereid om
de dotatieregeling voor het koningshuis te herzien? Volgt u onze stelling dat
die het best beperkt kan worden tot de koning en zijn opvolger?
Bent u bereid, in
afwachting van meer duidelijkheid, de dotatie aan Hare Majesteit koningin
Fabiola niet door te storten en, met andere woorden, tijdelijk te bevriezen? Ik
wacht op uw antwoord.
04.04 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, que l'on soit royaliste ou pas, l'éthique est, selon moi, une valeur essentielle. Le moins que l'on puisse dire, c'est qu'aujourd'hui, l'éthique est une valeur qui ne fait plus partie du vocabulaire de ceux qui nous dirigent, de ceux qui sont censés représenter le peuple et lui montrer le bon exemple. Corruption, détournement d'argent public, comportement malsain, conflit d'intérêts, les hauts placés de notre pays ne font que montrer le mauvais exemple! En la matière, la reine Fabiola a fait très fort! On peut même lui décerner le titre de reine de l'indécence et peut-être même celle de reine du mensonge! Depuis la mort du roi Baudouin, la reine Fabiola a touché 27 millions d'euros, soit plus d'un milliard d'anciens francs belges, de dotation publique pour assurer le paiement de son personnel et couvrir ses frais de déplacement. Quand on sait que de nombreux couples d'indépendants doivent survire avec à peine 600 euros de pension par mois, il y a de quoi être écœuré et dégoûté! Surtout que la reine n'avait véritablement pas besoin de cet argent car on peut clairement dire que depuis vingt ans, elle se contente de couler des jours paisibles aux frais de la princesse, mis à part quelques soirées par an lors du Concours Reine Elisabeth! C'est ainsi qu'elle a pu amasser cette véritable fortune, issue de l'argent public, c'est-à-dire des impôts de nos contribuables.
En créant sa fondation, la reine spolie purement et simplement le peuple belge!
Comme elle n'a pas d'héritier en ligne directe, son patrimoine aurait été taxé à 70 % au niveau des droits de succession. C'est beaucoup, c'est même honteux! Mais, au moins, de cette manière, cet argent serait revenu dans les caisses de l'État. Fabiola a décidé d'éluder l'impôt en créant une fondation pour gérer son patrimoine – ce qui est pratique! – et soutenir financièrement sa famille, ses neveux et ses nièces, promouvoir la mémoire du couple royal et, pire, soutenir une institution catholique.
Cette voie choisie par la reine, voie complètement légale, j'en conviens, pose d'énormes questions en termes de décence et d'éthique. Je ne peux y voir ni plus ni moins qu'un détournement d'argent public. Jamais les dotations n'ont été octroyées à la reine pour soutenir financièrement ses neveux et nièces en Espagne, et encore moins pour financer de sombres institutions catholiques.
J'ai lu, il y a à peine une heure, le dernier communiqué de la reine. Je suis outré que, pour faire taire les critiques, elle prétende utiliser l'ensemble de sa dotation pour payer sa maison et son personnel. Elle savait qu'il y aurait un débat à la Chambre. Elle dispose de près d'un million et demi d'euros par an pour sa maison et son personnel, alors qu'elle vit seule! Il semblerait qu'elle ait un régiment de personnel à sa disposition.
La création de cette fondation, c'est du vol pur et simple! Il est de votre devoir, monsieur le premier ministre, de réagir avec fermeté. Il est grand temps de revoir le système des dotations aux membres de la famille royale. De toute évidence, la reine Fabiola n'a pas besoin de cet argent, puisqu'elle l'accumule. Je vous invite donc à supprimer immédiatement la dotation dont elle bénéficie.
Monsieur le premier ministre, puis-je compter sur vous pour aller dans ce sens?
04.05 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik kan kort zijn. Wat gisteren werd onthuld met betrekking tot Fons Pereos kan niet.
Wij zijn van mening dat dit niet kan omdat het een fiscale constructie is waartegen wij ons verzet hebben toen wij vernamen dat de heer Arnault naar België kwam en hier ook zijn fortuin in stichtingen verstopte om erfenisrechten te ontwijken. Wij vonden dat dat niet kon voor de heer Arnault, maar ik stel vast dat wij toen niet de steun genoten van bijvoorbeeld de N-VA, die Arnault met open armen in België verwelkomde.
Als wij ertegen zijn dat de heer Arnault dit soort constructies kan opzetten, dan zijn wij er ook tegen als een lid van de koninklijke familie dat doet. Een lid van de koninklijke familie heeft immers een voorbeeldfunctie en moet net zoals elke andere gewone Belg zijn belastingen betalen.
In dit geval is er een verzwarende omstandigheid. Wat men ook moge beweren, het is duidelijk dat minstens een deel van het vermogen gecreëerd is dankzij dotaties. Dotaties zijn belastinggeld, door alle Belgen samengebracht. Het kan niet dat wat rest van een dotatie wordt onttrokken aan een belastingplicht.
Namens mijn fractie, premier, vraag ik u om alle nodige stappen te zetten en actie te ondernemen om dit terug te draaien. Als dit niet kan worden teruggedraaid, moet men in Laken en op het Belvédère weten dat de discussie over de dotaties op tafel ligt. Onze fractie zal dan vragen dat eventuele fiscale voordelen die uit die constructie voortkomen, worden gecompenseerd door een aanpassing van de dotaties.
04.06 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, une polémique est donc née autour de la création d'une fondation par la reine Fabiola, à partir de fonds qui "pourraient être" issus de sa dotation.
Aujourd'hui, la reine s'est expliquée sur l'origine des fonds et a formellement démenti qu'ils puissent être issus de sa dotation.
Toutefois, cette polémique montre qu'il est temps de disposer de règles plus claires et plus transparentes quant à l'utilisation des dotations royales ou princières. Le cdH pense également qu'il faut pouvoir clairement faire la différence entre les revenus privés et le patrimoine privé des membres de la famille royale, d'une part, et, d'autre part, les dotations publiques qu'ils reçoivent de l'État.
Ces dotations publiques doivent pouvoir être utilisées dans le cadre des missions et des rôles dévolus à la famille royale. Nous souhaitons qu'il n'y ait pas de cagnottage, de thésaurisation d'une année sur l'autre des dotations royales ou princières.
Comme prévu par les recommandations du Sénat, la loi devrait aussi permettre une véritable comptabilité des dotations royales, un contrôle par la Cour des comptes, bref, plus de transparence.
Enfin, la dotation du conjoint survivant du roi est probablement trop importante, comme l'a également signalé le Sénat lors de ses travaux puisque cette dotation est pratiquement équivalente à celle des trois enfants du roi dont les activités liées à la monarchie sont très importantes.
Suivant la proposition du Sénat, qui me semble bonne, à l'avenir, la dotation du conjoint survivant du roi ou de la reine devrait être inférieure à la dotation du prince ou de la princesse héritière, ce qui correspondrait, en l'espèce, à une diminution de l'ordre d'au moins 500 000 euros, si l'on considère la dotation actuelle de la reine Fabiola.
Même s'il existe un accord pour que l'on ne revoie pas les montants des dotations sous le règne du roi Albert II, accord auquel nous nous tenons, rien n'empêche que l'on mette déjà en œuvre les autres aspects des recommandations du Sénat, à savoir plus de transparence et un contrôle de la Cour des comptes.
Monsieur le premier ministre, n'est-il pas temps de mettre en œuvre cet accord du gouvernement et les recommandations du Sénat qui prévoient pour l'avenir une révision des dotations et pourquoi pas, dès maintenant, un contrôle accru et une comptabilité plus claire?
Sur l'objet social de la fondation, si le capital de cette fondation était issu, au moins pour partie, de la dotation royale, dotation publique, nous vous demanderions, monsieur le premier ministre, d'effectuer une démarche auprès de la reine pour qu'elle puisse revoir l'objet social de sa fondation. Mais, si les fonds étaient issus de biens et revenus privés de la reine, issus, semble-t-il, de sa famille paternelle, comme l'indique la reine, nous n'aurions rien à dire sur l'objet social de sa fondation.
04.07 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, premier, collega’s, zelfs ons koningin heeft na 53 jaar ingezien dat dit een belastingregering is. Wat gaat ze dus doen? Vluchten met haar kapitaal. Collega’s socialisten, ik wil u een vraag stellen. Hoeveel bedraagt een overlevingspensioen voor een weduwe in dit land? Gemiddeld is dat 760 euro per maand. Onze koningin krijgt precies 164 keer meer. Met de dotatie aan onze koningin-weduwe kunnen we dus 164 mensen een weduwepensioen toekennen. Ze hoeft bovendien geen belastingen te betalen. Andere mensen moeten zorgen voor huisvesting en verwarming maar onze koningin niet; ze woont gratis in Stuyvenberg, heeft waarschijnlijk een privésecretaris, een tuinier en twee misdienaars.
Als men goed bekijkt waarvoor dit fonds dient, dan kan men toch niet ontkennen dat het een fiscale constructie is – inderdaad, mijnheer Van der Maelen – om erfenisrechten te ontvluchten. Het gaat dan nog om het ontvluchten van erfenisrechten op dotaties die gratis gegeven werden om de koninklijke functies uit te oefenen. Belastingen betalen ze immers niet, evenmin als accijnzen. Dan zijn er centen over en die moeten in principe terugkeren naar de overheid. Collega’s, dotaties dienen om koninklijke functies uit te oefenen, niet voor de organisatie van een derde Vaticaans Concilie en ook niet om de levensstandaard van neven en nichtjes, al dan niet in het buitenland, te verhogen. Dit is een fiscale vlucht met religieuze en familiale doeleinden.
Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Ik hoor de mensen van de meerderheid graag zeggen dat daar iets aan gedaan moet worden. Hoeveel keer moet men zich als ezel aan dezelfde steen stoten? In 1992 heeft koning Boudewijn hetzelfde gedaan met zijn stichting Astrida, waarin hij zijn villa in Motril, Spanje, heeft gestopt en dergelijke meer.
Precies twintig jaar later doen we hetzelfde. Intussen hebben alle koningskinderen extra dotaties gekregen van de mensen die ik vandaag hoor zeggen dat we de dotaties moeten herzien of afschaffen.
We kunnen beginnen met de vraag aan het Rekenhof om toezicht te houden. Niemand houdt toezicht op ‘die boel’. Niemand durft. Het wordt al vijftien jaar lang voorgesteld. We kunnen een voorbeeld nemen aan de gecontroleerde begroting in Nederland.
Ik geloof u niet meer. Wie gelooft die mensen nog? U hebt die koninklijke familie jarenlang gevoed. U bent de hielenlikkers van de koninklijke familie, zoals recent nog bleek uit de kerstboodschap. Waarom zou u die centen nu afnemen? Begin met een controle door het Rekenhof.
Mijnheer de eerste minister, kunt u dit waarmaken?
04.08 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Collega’s, herinner u het beeld van koningin Fabiola met de appel. Die appel was grappig. Het appeltje voor de dorst dat ze vandaag voor haar naasten heeft gecreëerd, is dat niet.
Ik merk een kamerbrede consensus over de onaanvaardbare manier waarop ze haar vermogen onderbrengt en wegleidt van de fiscus. Deze middag werd gecommuniceerd dat er geen geld van de dotaties in dat fonds zou komen. Dat bericht is belangrijk, vooral met het oog op de controle. Zonet werd naar de statuten verwezen. Daarin staat niets vermeld over het al dan niet gebruik van geld van de dotaties in dat fonds. Daarom is het allereerst belangrijk om te controleren of de uitspraak van deze middag windowdressing is, pure strategie, of de waarheid. Daar ligt een belangrijke rol voor het Rekenhof.
Het was bijzonder ontroerend te moeten horen dat de wet moet worden toegepast. Een stichting kan niet dienen voor doeleinden die niet in de wet staan, de nobele doeleinden waarover de heer Van Biesen sprak.
Mijnheer de premier, wat zult u doen? Zult u dat controleren?
Ik zou mezelf niet zijn als ik op een moment met een dergelijke ontroerende consensus binnen de meerderheid niet de vraag zou stellen, mijnheer de premier, mijnheer Van Biesen, geachte liberalen en geachte collega’s van de N-VA, of wie a zegt, ook niet b moet zeggen. Als u het niet begrepen hebt op deze manier van gebruik van stichtingen, hebt u het dan ook niet begrepen op rijke, vermogende Fransen die hier een stichting oprichten voor hun kinderen en daarom Belg willen worden? Zult u ook daar iets aan doen? Zult u iets doen aan die grote ondernemingen die vandaag nul euro belasting betalen? Is diezelfde morele verontwaardiging die u vandaag tentoonspreidt, ook daar aanwezig? Wat zult u vandaag doen, mijnheer de premier, als u merkt dat voor de eerste keer uw collega’s, ook de liberalen, op dat vlak enig ethisch besef tonen? Geen fiscale vlucht op dat vlak, gedaan met dergelijke ethische wanpraktijken die vandaag door achterpoortjes in onze wet worden mogelijk gemaakt.
Zult u dat aanpakken? Wie a zegt, moet b zeggen. Tot op vandaag werd dat vooral heel erg gesaboteerd door deze meerderheid.
04.09 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, le choix de la reine Fabiola de confier sa fortune à une fondation privée destinée aux enfants de la famille royale issus d'un mariage catholique et ne souffrant pas de la maladie d'Alzheimer - si l'on considère l'objet social de cette fondation, on en arrive en effet à une telle conclusion - heurte évidemment l'éthique et la moralité de tout citoyen ainsi que de tout homme et toute femme politique.
Cette fortune s'est constituée ou a été préservée grâce aux dotations. S'il est vrai qu'il ne faut pas confondre une fortune privée et des dotations publiques, il est clair que la première est préservée lorsque son détenteur bénéficie de dotations importantes qui permettent de ne pas entamer le patrimoine privé. Cet argent est issu de la contribution des citoyens belges. À ce titre, il est certain que s'il n'est pas utilisé, il doit revenir aux citoyens les plus démunis. En tant qu'écologistes, nous sommes bien sûr choqués par le choix de la reine Fabiola.
Cela dit, monsieur le premier ministre, chers collègues, il est quand même un peu facile de s'en offusquer. En effet, si la reine Fabiola recourt à une fondation privée et peut ainsi éluder l'impôt dû sur son héritage, c'est parce que la loi le permet. Certains qui s'en indignent ici ont créé, maintiennent et revendiquent des outils nombreux et diversifiés qui sont destinés à éviter le paiement de l'impôt sur les grandes fortunes. Fabiola n'est pas la seule. Rappelons-nous l'arrivée de M. Arnault en Belgique pour éluder l'impôt français et qui a créé également une fondation privée à cette fin.
Nous sommes particulièrement choqués par l'objet social de la fondation Fons Pereos.
Monsieur le premier ministre, comptez-vous intervenir auprès de la reine Fabiola pour l'inciter à une modification de l'objet social de cette fondation? En effet, ses statuts prévoient que seule la reine peut changer cet objet social.
Par ailleurs, monsieur le premier ministre, n'est-il pas également temps de concrétiser des mesures législatives qui visent à limiter, à conditionner, à contrôler l'usage et le montant des dotations royales? De fait, un accord politique de la majorité actuelle, appuyée par les écologistes, est né d'un travail réalisé au Sénat pour cadrer ces dotations en faveur de la famille royale.
N'est-il pas temps aussi de quitter les postures hypocrites et de légiférer pour mieux cadrer les critères des fondations privées et aussi des fondations d'intérêt public de manière à ce que leurs objets sociaux soient mieux définis, contrôlés et à vocation stricte? Les fondations privées, créées par des parents d'enfants handicapés dans le but de gérer leur patrimoine et leurs biens, ne doivent pas souffrir du discrédit jeté sur elles en ce moment.
Monsieur le premier ministre, n'est-il pas temps enfin de prendre des dispositions législatives pour mettre fin aux dispositifs permettant d'éluder l'impôt sur les grandes fortunes?
04.10 Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je comprends l'émotion qu'ont suscité les informations publiées par la presse au sujet de la création par la reine Fabiola d'une fondation privée Fons Pereos. Je comprends l'émotion et je la partage.
De wet voorziet inderdaad in dergelijke stichtingen, maar gezien de positie van koningin Fabiola en de publieke dotatie die het Parlement haar jaarlijks toekent, rijzen er voor deze stichting ethische problemen.
Chers collègues, ni le roi, ni le gouvernement n'ont été informés du projet de cette fondation. Comme vous le savez, l'avocat de la reine Fabiola a publié un communiqué. En tout état de cause, aujourd'hui ou demain, il serait éthiquement inacceptable qu'une dotation publique, octroyée en vue d'assurer une fonction publique, puisse servir à des fins qui ne soient pas liées au bien commun. À cet égard, surtout en ce qui concerne les deniers publics, les femmes et les hommes politiques et les dirigeants de notre pays doivent montrer l'exemple. Il en va de même pour les membres de la famille royale.
Je vais le répéter en néerlandais.
Vandaag of in de toekomst zou het in elk geval ethisch onaanvaardbaar zijn dat een dotatie, afkomstig van publiek geld en toegekend om een publieke functie te vervullen, wordt gebruikt voor doelen die niet het algemeen belang dienen. In dit opzicht, en zeker wat het gebruik van publieke middelen betreft, moeten de politici en de leiders van ons land het goede voorbeeld geven. Dat geldt ook voor de leden van de koninklijke familie.
Chers collègues, le législateur de 1993 qui a institué l'octroi des dotations royales n'avait prévu aucun moyen de contrôle concernant l'usage de ces dotations. Cette loi ne nous permet actuellement pas de déterminer si l'argent qui serait affecté à la fondation Fons Pereos proviendrait ou non de la dotation publique. En outre, le législateur de 1993 n'a pas déterminé avec précision l'usage et l'affectation de ces dotations. Dans les faits, ces dotations financent depuis 1993 tant le traitement que les frais de fonction et de personnel des membres de la famille royale, sans distinction entre ces différentes composantes.
Geachte collega’s, het onthullen van het bestaan van het fonds benadrukt de relevantie van de hervormingen die de acht partijen in het institutioneel akkoord hebben opgenomen. Het institutioneel akkoord voorziet in het hoofdstuk Politieke Vernieuwing inderdaad in een hervorming van het regime voor het toekennen van dotaties aan de koninklijke familie. Deze hervorming van de dotaties aan leden van de koninklijke familie is gebaseerd op de aanbevelingen van de Senaat van juli 2009.
La réforme décidée dans l'accord institutionnel prévoit notamment que la dotation du conjoint survivant du chef de l'État ne pourra pas dépasser le montant de celle de l'héritier présomptif, que l'usage de la dotation sera contrôlé par le premier président de la Cour des comptes. Elle prévoit également que, chaque année, les montants des principales rubriques des comptes de la dotation devront être publiés et que la part de la dotation consacrée au traitement proprement dit devra être précisée.
Selon les recommandations du Sénat et selon l'accord institutionnel signé par les présidents des huit partis, cette réforme ne s'appliquerait qu'à partir du prochain règne.
Il me semble, chers collègues, approprié de mettre plus rapidement en œuvre ces réformes, en particulier, pour les dotations.
Het lijkt mij aangewezen om de hervormingen sneller uit te voeren, in het bijzonder wanneer het gaat over de dotaties.
Chers collègues, grâce à ces réformes appliquées plus rapidement, nous pourrions apporter une réponse concrète aux inquiétudes légitimes de nos citoyens. En clarifiant le rôle des dotations aux membres de la famille royale, en clarifiant le contrôle de ces dotations et en renforçant la transparence, la réforme permettra d'éviter, je l'espère, tout incident potentiel. Voici, chers collègues, notre position dans l'état actuel du dossier.
04.11 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je tiens à vous remercier pour vos réponses. C'est un signal encourageant.
Comme vous, le MR souhaite la mise en œuvre urgente des dispositions émanant des recommandations faites par le Sénat, débat initié par Armand De Decker. L'important pour nous tous est d'avoir la garantie de la transparence. Nous devons pouvoir être certains du fait que, de la manière dont le fonds se présente, aucun denier de l'État n'y figure.
04.12 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je remarque que votre gouvernement partage notre indignation et place vigoureusement le débat sur le plan de l'éthique. Je salue également votre volonté d'aller plus vite dans l'encadrement des dotations et de leur contrôle.
Nous n'avons pas à lui demander: c'est la reine elle-même qui doit en tirer les leçons. Dès aujourd'hui, elle a tout en main pour changer la donne de façon radicale.
04.13 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, u was duidelijk in uw antwoord. U was duidelijk in het Frans en u was duidelijk in het Nederlands. Mevrouw de vice-eersteminister Onkelinx, u was duidelijk op Facebook.
Collega’s, ieder van ons heeft zijn mening naar voren gebracht en heeft duidelijk gesteld dat wij hier in de Kamer een einde moeten maken aan de situatie waarbij dotaties niet of nauwelijks worden gecontroleerd door onder andere het Rekenhof.
Alles is voorhanden om vrij snel te kunnen reageren. Een politiek akkoord ter zake bestaat. Er rest ons dus slechts één ding: niet wachten en niet talmen, maar doen.
04.14 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, quand j'étais petit, on m'a toujours dit que l'exemple devait venir d'en haut. Or, quand je vois le comportement de nos dirigeants, je me dis qu'il est normal que notre société ne fonctionne plus. Le système monarchique est déjà un système totalement archaïque qui viole le principe d'égalité entre tous les citoyens. C'est un système hérité du passé que nous conservons en Belgique par peur du changement et parce qu'il permet de maintenir le pouvoir en place.
Cependant, si nous conservons la monarchie, nous attendons d'elle qu'elle soit exemplaire, qu'elle se mette au service de la population, qu'elle lui vienne en aide, qu'elle s'occupe des pauvres, des sans-abri mais nous refusons catégoriquement qu'elle se comporte comme le fait actuellement la reine Fabiola. Ces pratiques sont totalement indignes et irrespectueuses envers son employeur. Je n'ai pas peur de le dire! Son employeur, c'est le peuple belge! Il est donc normal qu'elle ne le méprise pas de la sorte, encore moins alors qu'on demande à la population de faire toujours plus d'efforts.
Monsieur le premier ministre, je vous demande donc à nouveau, même si vous ne m'écouterez pas, de prendre les mesures nécessaires pour supprimer la dotation octroyée à la reine Fabiola, sans essayer de noyer cette question dans une réforme plus profonde des dotations royales, fussent-elles nécessaires.
04.15 Dirk Van der Maelen (sp.a): Mijnheer de eerste minister, onze fractie en ikzelf vinden ons volledig terug in uw antwoord. Wij stellen vast dat er hier een kamerbrede overeenstemming bestaat om dit niet zomaar te laten passeren. Ik meen dat de grote lijnen van een actie ter zake zich al aftekenen. Onze groep vraagt daarvan zo snel mogelijk werk te maken.
04.16 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, mon groupe et moi-même sommes satisfaits de votre réponse. Nous avions proposé qu'on accélère les réformes prévues dans l'accord de gouvernement et dans les recommandations du Sénat. Vous nous répondez de manière positive aujourd'hui: nous en sommes extrêmement satisfaits.
04.17 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, noteer het in de parlementaire handelingen: ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik wil er wel graag aan toevoegen dat ik verneem dat er een wetsvoorstel in de Senaat is ingediend in 2009, dat is vier jaar geleden. Mijnheer de eerste minister, kunt u deze mensen wat aanporren, zodat dit wetsvoorstel kan worden besproken en in werking kan treden vooraleer de Senaat is afgeschaft?
04.18 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, zelden bent u zo duidelijk als vandaag, ik dank u daarvoor. Het antwoord over deze situatie en deze stichting was heel duidelijk, maar de angel is nog niet uit het debat. Ik zou u willen vragen om het ijzer te smeden als het heet is.
De consensus binnen de meerderheid is ontroerend en ik hoop dat dit wordt doorgetrokken naar al degenen die vandaag belastingen ontvluchten, terwijl de gewone burger het gelag betaalt. Ik hoop dat er ook een screening komt van alle stichtingen die worden opgericht om successierechten te ontwijken, van die grote ondernemingen die nul euro belastingen betalen en van andere fiscale vluchtmechanismen waarvan de liberalen in deze regering de voorbije jaren vaak heel ver wegbleven. Wacht dus niet langer! Wees duidelijk! Doen! Nu! Dat is mijn oproep aan de liberalen in deze regering.
En toch, het moet mij van het hart, mijnheer Francken: de volgende keer dat u de verfransing in ons land een handje wil helpen door de Arnaults van deze wereld binnen te halen, stel ik voor dat u en uw partij dezelfde bezwaren toepassen en dat u hen screent, want anders is uw discours compleet ongeloofwaardig en werkt u met twee maten en twee gewichten.
04.19 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, comme vous l'avez signalé dans votre réponse, le groupe Écolo-Groen était associé aux accords du Sénat concernant le cadrage et le contrôle des dotations royales. Il était également partenaire des accords institutionnels. Nous ne pouvons donc que soutenir votre proposition visant à anticiper l'entrée en vigueur de ces dispositifs.
Néanmoins, afin d'éviter le genre d'incident qui vient de se produire, permettez-moi d'insister sur le fait qu'en complément de ces dispositifs, des mesures urgentes doivent être prises pour recadrer les objets sociaux des fondations privées et d'intérêt public afin que leur objet social ait vraiment un sens. Par ailleurs, des mesures doivent également être prises visant à empêcher tous les mécanismes qui permettent d'éluder l'impôt sur les grandes fortunes.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de eerste minister over "het aanwakkeren van de economie" (nr. P1412)
05 Question de Mme Veerle Wouters au premier ministre sur "la relance économique" (n° P1412)
05.01 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de premier, blijkbaar heeft elke politieke familie van uw regering een voorstel om onze bedrijven de zuurstof te geven die zij zo nodig hebben. Elke politieke familie van de regering pleit voor een of andere fiscale maatregel om de burgers ertoe aan te zetten hun spaargeld in de economie te investeren en het niet langer op een spaarboekje te zetten.
Wij hebben minister van Financiën Vanackere gehoord. Hij pleit ervoor de gezinnen fiscaal aan te moedigen om nieuwe aandelen te kopen. Volgens hem zijn de gezinnen daar ook klaar voor. De socialisten pleiten dan weer voor een fiscaal gunstig kader voor de uitgifte van thematische volksleningen en de liberalen willen een uitbreiding van de bestaande fiscale vrijstelling op het spaarboekje naar aandelen en staatsbons. Ironie troef, want net die partijen hebben in het afgelopen jaar de roerende voorheffing laten stijgen met niet minder dan 66 %. Het tarief is gestegen van 15 naar 25 %. Zeer recentelijk, op het einde van vorig jaar, is zelfs het laatste restantje van de wet-Cooreman-De Clercq ook nog afgeschaft, namelijk de aandelen met verlaagde voorheffing.
Mijnheer de
premier, u moet toch toegeven dat dat allesbehalve een beleid is dat burgers
kan aanmoedigen om in de economie te investeren? Ik begrijp het dan ook
helemaal niet. Wat is het standpunt van de regering? Wat zal zij doen? Is het
voorstel van de minister van Financiën wel degelijk een regeringsstandpunt of
niet? Welke van de maatregelen die ik hier opgesomd heb, zal de regering
uiteindelijk nemen om het spaargeld te mobiliseren en in de economie te laten
investeren? Ik zou het graag weten.
05.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, de regering zet zich voor honderd procent in om het economisch herstel van ons land te bevorderen. In het kader van de federale relancestrategie heeft de regering ook verschillende maatregelen genomen om de financiering van de economie en in het bijzonder van de kmo’s, te bevorderen.
De maatregelen zijn toegespitst op de domeinen waarin de financieringsbehoeften het grootst zijn. Het gaat in de eerste plaats om langetermijnkredieten. Die worden namelijk het meest getroffen door de nieuwe kapitaalvereisten voor de banken conform het Basel III-verdrag. De regering heeft daarom beslist een gunstige fiscale regeling te creëren voor de uitgifte van thematische volksleningen door de banken. Die langetermijnleningen zijn bedoeld voor de financiering van projecten met een sociaal, economisch of maatschappelijk doel, projecten waarvoor vandaag maar moeilijk middelen kunnen worden gevonden. De regering zal binnenkort de praktische modaliteiten vastleggen, in overleg met de banksector en de deelstaten.
Daarnaast zal de toegang tot de financiering van kmo’s verbeterd worden via een kaderwet en een bindende gedragscode. De kaderwet moet de grote lijnen uitvoeren van de beslissingen genomen in het kader van de relancestrategie. De praktische modaliteiten zullen in de gedragscode worden opgenomen.
De regering zal nu in de eerste plaats de genomen beslissingen uitvoeren. Daarnaast kunnen andere voorstellen om de financiering van de bedrijven te verbeteren, verder worden onderzocht. In die context zal de regering rekening houden met de recente beslissing van het Baselcomité om de aan de banken opgelegde liquiditeitsvereisten te versoepelen.
05.03 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de eerste minister, hartelijk dank voor uw antwoord. Ik mag eruit afleiden dat het voorstel van minister Vanackere nog niet van tafel geveegd is. Ik hoop dat men snel de praktische modaliteiten ervan zal uitwerken, want de bedrijven snakken naar meer zuurstof. Maak hier dus alstublieft zo snel mogelijk werk van. Een herziening van de spaarfiscaliteit is ook in dezen broodnodig. Zoals de vorige collega’s vraag ik u: schiet in actie en doe dat nu!
Het incident is gesloten.
- M. André Frédéric au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la fuite de données à caractère personnel concernant 1,4 million d'utilisateurs de la SNCB Europe" (n° P1413)
- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la fuite de données à caractère personnel à la SNCB" (n° P1414)
- Mme Valérie De Bue au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la fuite de données à caractère personnel concernant 1,4 million d'utilisateurs de la SNCB Europe" (n° P1415)
- M. Ronny Balcaen au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la fuite de données à caractère personnel concernant 1,4 million d'utilisateurs de la SNCB Europe" (n° P1416)
- de heer André Frédéric aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het lekken van persoonsgegevens van 1,4 miljoen klanten van NMBS Europe" (nr. P1413)
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het datalek bij de NMBS" (nr. P1414)
- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het lekken van persoonsgegevens van 1,4 miljoen klanten van NMBS Europe" (nr. P1415)
- de heer Ronny Balcaen aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het lekken van persoonsgegevens van 1,4 miljoen klanten van NMBS Europe" (nr. P1416)
06.01 André Frédéric (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, je souhaiterais revenir sur un événement dont la presse s'est fait écho en le surnommant "SNCB-Gate": la fuite sur le net d'un nombre important d'informations personnelles, donc à caractère privé, relatives à des clients belges et étrangers de la SNCB Europe. Dans un premier temps, il était question de 1,4 million de personnes; ce nombre a été abaissé à 700 000 clients.
Tant d'informations privées qui circulent ouvertement sur le net depuis le mois de mai constituent un fait réellement interpellant. Hier, la Commission de protection de la vie privée a transmis le dossier à la justice et a qualifié cet incident de sécurité informatique le plus grand que la Belgique ait connu ces dernières années.
D'abord, nous nous interrogeons sur ce qui s'est passé: comment une telle fuite peut-elle se produire? Est-ce un accident? La SNCB semble dénoncer une erreur humaine d'un agent. À titre personnel, qu'une seule erreur permette une fuite d'autant d'informations privées m'inquiète. Qu'en est-il, monsieur le ministre?
Ensuite, nous nous posons des questions sur les leçons à tirer d'un tel fiasco. Outre la transmission du dossier au parquet, j'ose espérer que l'entreprise SNCB a déjà pris aujourd'hui des mesures structurelles pour éviter le renouvellement d'un tel incident.
Enfin, il reste la question des usagers lésés: les informations les concernant circulent publiquement. La SNCB compte-t-elle réparer le préjudice subi par ces voyageurs?
06.02 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, niet alleen slaagt de NMBS er niet in de treinen op tijd te laten rijden of een trein te doen stoppen voor een rood sein, maar zij slaagt er zelfs niet in om 1,5 miljoen klantengegevens op een deftige manier te beschermen. Een normaal bedrijf durft zijn klantengegevens wel eens te verkopen voor een aardige som, want in de sector zijn dergelijke gegevens uiteraard gegeerd. De NMBS zette ze echter gewoon online. En dit gebeurde niet zomaar een dagje per abuis; nee, maandenlang, sinds mei 2012, hebben 1,5 miljoen klantengegevens online gestaan. Het betreft een bestand van 182 MB.
Pas toen een internaut in december op een forum postte dat de NMBS gegevens online zette, heeft de NMBS gereageerd. De NMBS reageerde niet door meteen maatregelen te nemen, maar minimaliseerde eerst de zaak. Ik heb hier de reactie die via Twitter werd verstuurd, waarin men het had over slechts een klein gedeelte van het bestand — toch 1,5 miljoen klantengegevens —, over een korte tijd — toch van mei tot december — en over het feit dat geavanceerde kennis nodig was om de gegevens te kunnen raadplegen — het was mogelijk via Google. Ik nodig u uit om na te gaan hoeveel grootouders met Google kunnen werken! Iedereen kon dus aan die gegevens.
De NMBS viel wel de pianist aan. Daar is de NMBS dan ook zeer goed in, want het is altijd de schuld van anderen. Dit keer was het de man die het lek had bekendgemaakt. De privacycommissie heeft terecht gereageerd en verwezen naar de 1 700 klachten die zij ontving. Het resultaat is dat er een onderzoek komt en dat er misschien ook een dossier bij het gerecht zal worden ingediend voor eventuele schadevergoedingen.
Ik meen dat een dergelijk optreden niet kan. Wij meenden dat wij een einde hadden gezien aan alle flaters en misstappen. U, mijnheer de minister, zult dit ook niet langer kunnen garanderen, want u neemt de vlucht naar Charleroi. Toch had ik graag van u vernomen welke maatregelen werden genomen om ervoor te zorgen dat zoiets zich nooit meer kan voordoen.
06.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, la Commission de protection de la vie privée a qualifié la situation du "SNCB-Gate" de "jamais vue". Elle doit traiter, selon les chiffres qui circulent, entre 3 500 et 4 000 plaintes. Le dossier a été transmis au parquet, ce qui semblait important au vu du nombre d'abonnés concernés et de la durée de publication de ces données sur internet.
Différents chiffres circulent concernant le nombre de personnes lésées: de 700 000 à 1,4 million. Certaines précisions seraient les bienvenues.
Les spécialistes en marketing ont estimé la valeur commerciale de ce fichier à quatre millions d'euros, ce qui pourrait créer un préjudice commercial à la SNCB.
Monsieur le ministre, vous avez immédiatement demandé un rapport sur les causes de ce grave incident. Pouvez-vous déjà nous transmettre certaines indications? Quelles utilisations ont-elles pu être faites de ce fichier, avec quelles conséquences? Quel est le préjudice commercial? Quelles mesures la SNCB prendra-t-elle pour informer et dédommager les personnes lésées?
Quelles sont les mesures qui doivent être prises pour qu'une telle situation ne se reproduise plus? Il est invraisemblable que le Groupe SNCB puisse laisser des données exposées, utilisables à mauvais escient. Enfin, vu la transmission du dossier au parquet, comment se déroulera le traitement des plaintes à la Commission de protection de la vie privée? Celle-ci a-t-elle, vu le caractère exceptionnel de la situation, les moyens d'instruire correctement ces plaintes? Quel suivi sera-t-il organisé?
06.04 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne reviendrai pas sur les faits, qui ont été amplement explicités par mes collègues. J'émettrai néanmoins une ou deux observations. D'abord, je constate une volonté de minimisation, peut-être même dans votre chef. Car je vous ai entendu dire qu'il s'agissait de données uniquement administratives, et non de données personnelles stricto sensu. Hier encore, le patron de la SNCB déclarait que, tout compte fait, ce fichier était une sorte d'équivalent de l'annuaire Belgacom qui est distribué chaque année. En outre, il parlait de 130 000 entrées. Or la fourchette s'étend de ce chiffre à environ 1,4 million. Cela demande quelques éclaircissements.
Ensuite, cette volonté de minimisation est contradictoire avec la mobilisation de plusieurs associations citoyennes et, comme l'ont rappelé mes collègues, avec la réaction de la Commission de protection de la vie privée. En effet, dorénavant, étant donné qu'il s'agit du plus grand incident de sécurité informatique que nous ayons connu, la Commission justifie ainsi la transmission du dossier au parquet. Il y a donc bien eu une infraction à la loi sur la protection des données à caractère personnel.
J'en viens à mes questions, monsieur le ministre. Comment analysez-vous cette fuite de données? Peut-être votre réflexion diffèrera-t-elle des conclusions du rapport que vous avez commandé à la SNCB? Combien de personnes sont-elles concernées? La SNCB les a-t-elle informées? Une réparation du préjudice est-elle prévue pour les clients qui portent plainte, comme le recommande au demeurant la Commission de protection de la vie privée? Valérie De Bue a cité un chiffre, mais j'aimerais savoir à quelle hauteur on peut évaluer le préjudice commercial infligé à la SNCB par cette fuite, qui concerne quand même un secteur libéralisé, à savoir celui du transport international de voyageurs.
06.05 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, collega’s, net zoals u, betreur ik dat lek. Mijn eigen persoonlijke gegevens werden ook publiek gemaakt, ik ken dus de gevoelens van de slachtoffers.
Je le déplore, quelle que soit la nature de ces données. Il semble effectivement qu'il s'agisse de données strictement administratives. Pour ce qui me concerne, c'était mon adresse à l'université dans le cadre de mes fonctions professionnelles antérieures, ce qui n'est pas dramatique en soi. Mais là n'est pas la question! Il y a eu une fuite de plusieurs dizaines de milliers de données personnelles – quel que soit le nombre exact – et cela démontre la vulnérabilité du système informatique ou qu'une erreur humaine est possible.
J'ai donc immédiatement demandé à la SNCB de me transmettre un rapport écrit sur les causes de cet incident et sur la manière d'y remédier. La SNCB a procédé à un audit interne et elle a demandé à un consultant de faire une analyse externe des procédures informatiques et de la manière dont elles pouvaient être renforcées. Même si la SNCB ne m'a pas encore transmis le rapport définitif, il semblerait, selon elle, qu'il s'agisse d'une erreur d'un seul agent qui aurait localisé ce fichier dans une partie accessible du serveur alors qu'il aurait dû rester dans une partie dissimulée au public. Tout ceci devra être confirmé.
Par ailleurs, la Commission de protection de la vie privée s'est saisie du dossier et a effectivement qualifié ces faits de graves. Elle soumettra des recommandations dont je souhaite vivement que la SNCB tienne compte et les suive. Il faut faire en sorte que la sécurité informatique soit renforcée dans les processus et que le personnel qui gère ces données soit sensibilisé aux risques de diffusion. On a vu des cas similaires se produire dans d'autres départements, il y a donc une nouvelle problématique à laquelle il faut être particulièrement attentif. Je veillerai à ce que la SNCB le soit dès que les rapports nous auront été transmis.
06.06 André Frédéric (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous reconnaissez qu'il y a eu une fuite et vous la déplorez. Le dossier est entre les mains du parquet, laissons donc la justice faire son travail.
Peut-être ai-je été inattentif mais je n'ai pas entendu de réponse à la question concernant la réparation. Y a-t-il, de la part de la SNCB, une volonté de dédommager ceux qui ont été victimes de ces fuites?
Je pense qu'il y a lieu de veiller à améliorer grandement la sécurisation des données informatiques, non seulement à la SNCB mais également pour l'ensemble des entreprises publiques, afin de ne pas devoir poser ce genre de questions tous les mois.
06.07 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de NMBS schrijft graag geschiedenis. Ook met dit datalek heeft ze geschiedenis geschreven. Volgens mij is er in ons land nog nooit een datalek van een dergelijke omvang geweest.
U komt hier zeggen dat het misschien om een menselijke fout gaat en dat de NBMS beveiligingsmaatregelen zal nemen op het vlak van informatica en personeel.
Ik stel tot mijn groot ongenoegen vast dat men zulke maatregelen nog moet nemen, dat een bedrijf van deze omvang, dat met dergelijke kapitalen en klanten omgaat – 1,5 miljoen aan klantengegevens – nu nog extra maatregelen moet nemen.
Wanneer men als klant zijn vertrouwen schenkt aan dit bedrijf, zou men er toch van uit mogen gaan dat het bedrijf ook van de overheid de nodige budgetten krijgt om de veiligheid te garanderen, niet alleen op het spoor, maar ook van de informatie op het vlak van klantengegevens.
Het is ook voor u als voogdijminister een blaam dat de NBMS daarin niet slaagt en dan men nu weer moet wachten op een nieuw rapport, op een nieuwe audit en op nieuwe maatregelen. Dit is ook voor u een ferme blaam, mijnheer de minister.
06.08 Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, de nombreuses questions restent en suspens, qu'il serait bon d'éclaircir. Même si on reconnaît la gravité des faits, qu'il faut éviter à l'avenir, il faut répondre à certaines questions, notamment au problème de la réparation. Vous devriez préconiser à la SNCB de faire un geste envers les personnes concernées pour les rassurer, voire les dédommager. Une telle initiative rehausserait un peu son blason, ce dont elle a grandement besoin en ce moment.
06.09 Ronny Balcaen (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, nous sommes tous convaincus du problème lié à cette fuite de données et du risque de plus en plus grand, lié au développement des activités sur internet, que ce genre d'incident regrettable se multiplie si des mesures correctes ne sont pas prises. Comme mes autres collègues, j'insiste donc pour que des recommandations soient formulées et mises en œuvre par la SNCB. Dans le court terme, je rejoins ce qui a été dit sur la nécessité pour les clients d'obtenir réparation de la part de la SNCB ainsi qu'une information correcte.
Je dispose également d'un mail de Jobat qui, voici quelques jours, a également vécu une fuite de données et qui a envoyé un mail à chaque personne concernée. La SNCB devrait également informer les personnes lésées et leur proposer réparation du préjudice subi.
Monsieur le ministre, nous aurons certainement encore l'occasion de revenir sur ce problème, très important pour cette grande entreprise publique qu'est la SNCB. Je crois que nous y reviendrons tous volontiers avec votre successeur.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- de heer Tanguy Veys aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het akkoord over de structuur van de NMBS" (nr. P1417)
- de heer Josy Arens aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het behoud van de opdracht van openbare dienst van de NMBS" (nr. P1418)
- de heer David Geerts aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het akkoord over de structuur van de NMBS" (nr. P1419)
- de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het akkoord over de structuur van de NMBS" (nr. P1420)
- de heer Steven Vandeput aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "het akkoord over de structuur van de NMBS" (nr. P1421)
- M. Tanguy Veys au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'accord relatif à la structure de la SNCB" (n° P1417)
- M. Josy Arens au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le maintien de la mission de service public de la SNCB" (n° P1418)
- M. David Geerts au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'accord relatif à la structure de la SNCB" (n° P1419)
- M. Jef Van den Bergh au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'accord relatif à la structure de la SNCB" (n° P1420)
- M. Steven Vandeput au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'accord relatif à la structure de la SNCB" (n° P1421)
07.01 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, gisteren verscheen er rook boven de kantoren van het kernkabinet. Het was niet de witte rook van het Habemus papam, maar veeleer de rookontwikkeling door de snelheid waarmee de minister Brussel verlaat om in Charleroi burgemeester te worden. Ondanks het feit dat iedereen victorie roept — gisteren verklaarde de sp.a in Terzake nog hoe goed dit akkoord is en hoe alles ten goede zal komen van de klant — bleek gisteren al en vandaag ook, dat de reiziger de grote dupe van dat akkoord zal zijn. Het zal u worst wezen, mijnheer de minister, want in Charleroi zult u niet vaak de trein moeten nemen.
Oorspronkelijk, volgens het regeerakkoord dat u mee goedgekeurd hebt, zouden de voorstellen al binnen de zes maanden op tafel liggen. Meer dan een jaar later ligt er nog maar een principeakkoord voor dat dan nog in wetten moet worden gegoten. Vooraleer alles zal zijn gerealiseerd op het terrein, zijn wij nog jaren bezig.
De reiziger zal dus nog altijd geconfronteerd worden met onveilige treinen, met vertragingen, met slechte communicatie van de NMBS en met stakingen. De vakbonden hebben immers hun akkoord nog niet gegeven, dus wij mogen er zeker van zijn dat er stakingen zullen volgen.
Het is de bedoeling om het geheel te herstructureren van drie naar twee bedrijven. Wij weten al dat het niet om twee, maar om twee en een half gaat, in feite ook drie, want u creëert er een nieuwe schoonmoeder bij. Het Vlaams Belang heeft altijd gepleit voor één structuur. Wij hebben onze mosterd daarvoor niet ver moeten halen. Kijk om u heen: in Frankrijk, Nederland en Duitsland wordt gewerkt aan een eenheidsstructuur en ook Europa staat dat toe, mits er respect is voor de concurrentieregels.
Het enige waarvoor u in feite gezorgd hebt,
is dat de malafide bedrijfjes van uw socialistische genoot, de heer Haek, ook
morgen in de NMBS zullen blijven bestaan. Alle middelen die de NMBS genereert,
zullen dus ook weer in andermans zakken floepen. Proficiat!
07.02 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, la réforme de la SNCB étant approuvée par le kern, il nous faut maintenant réorganiser l'offre des services publics.
J'ai déjà eu l'occasion de vous faire part de mes inquiétudes quant au plan pluriannuel d'investissement pour ce qui concerne la province de Luxembourg. Il est vrai que la densité de la population de cette province est faible et qu'elle est éloignée des centres. C'est d'ailleurs probablement pour ces raisons que le Luxembourg est directement et violemment touché par le plan d'investissement tant en matière de trafic voyageurs que de trafic marchandises.
Dans cette province, aucune ligne n'est reprise dans la catégorie A. Cela me semble scandaleux et inacceptable! Qu'en est-il du service public quand on sait que les lignes reprises dans les catégories B et C sont condamnées à moyen ou court terme? Il est vrai qu'il est ici question du plan de la SNCB qui doit encore être approuvé par le gouvernement.
Monsieur le ministre, l'État est l'actionnaire majoritaire du Groupe SNCB. Il lui appartient donc d'assumer ses responsabilités en tant que prestataire de services publics. Le gouvernement doit rectifier ce plan d'urgence et nous comptons sur vous pour qu'il en soit ainsi.
La ligne 162 Bruxelles-Namur-Luxembourg reprise dans la catégorie B est condamnée à moyen terme. Les lignes 42 et 43 sont, quant à elles, condamnées à court terme. On pourrait se demander si la province de Luxembourg est encore une province belge!
Monsieur le ministre, je vous demande de prendre en considération l'impact de ces décisions au niveau des entreprises. Je pense, par exemple, à Burgo Ardennes à Virton, à la carrière Belle-Roche, à Pôle Ardennes Bois à Gouvy, etc. Nous ne pouvons pas non plus ignorer les conséquences catastrophiques qu'aura ce plan sur l'emploi.
Monsieur le ministre, où en est aujourd'hui ce dossier? Les concertations avec Régions ont-elles débuté? En avez-vous discuté avec vos collègues du Grand-Duché de Luxembourg? Je sais que le ministre Wiseler est très inquiet au regard de ce qui se prépare. Soutenez-vous les légitimes revendications des régions à faible densité de population?
En tout cas, nous comptons sur votre action au sein du gouvernement.
07.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik denk dat gisteren een stap in de goede richting is gezet. Toen u zes maanden geleden, op 15 juni, de nota voorlegde aan het kernkabinet en daarna aan het Parlement, uitte ik forse kritiek. Die nota baseerde zich immers op de infrastructuur, de dwarsliggers, terwijl volgens ons een hervorming moet vertrekken vanuit het standpunt van de reiziger.
Gisteren, tijdens de persconferentie, heb ik gemerkt dat zowel de eerste minister als u het belang van de reizigers centraal stelt. Dat is een belangrijke stap in de goede richting.
Ik geef toe dat er problemen zijn met stiptheid, comfort, communicatie en dergelijke, maar alles kan niet veranderen op een dag. De sp.a heeft forse kritiek geuit, in die zin dat wij vonden dat een eenheidsstructuur de beste oplossing zou zijn, maar met dat standpunt stonden wij alleen in de regering en wij hebben een compromis gesloten. Het is geen oneer om een compromis te sluiten waarin het belang van de reiziger centraal staat. Wij krijgen nu een structuur met Infrabel als dienstverlenend bedrijf voor operatoren en één structuur rond de reiziger. Dat is al een belangrijke stap voorwaarts.
Wat is de afgesproken timing, waarmee uw opvolger ook rekening zal houden?
In welke mate zult u verder onderhandelen met de vakbonden en welke garanties hebt u gegeven zodat zij verder worden betrokken bij dit proces?
Hoe kunt u de verschillende reizigersorganisaties in Noord en Zuid betrekken bij deze plannen? Deze hervorming kan immers slechts lukken indien ze breed wordt gedragen.
07.04 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, collega’s, de hervormingstrein van de NMBS heeft gisteren eindelijk gestalte gekregen. Het is met enige vertraging gebeurd, maar de beslissing is tenminste genomen. Dit is immers een belangrijke beslissing van de regering, want zij legt de basis voor het spoorbeleid van de komende jaren.
Uw oorspronkelijke nota van 15 juni 2012, waarnaar collega Geerts al heeft verwezen, is grondig geëvolueerd. Onze partij is daar ook tevreden over. De vier doelstellingen die wij naar voren hadden geschoven, kunnen wij immers terugvinden in deze nota.
Ten eerste, de klant staat centraal. Hij krijgt één aanspreekpunt, de NMBS-operator. Ten tweede, dit betreft een duurzame structuur, die wij over vijf jaar niet opnieuw zullen moeten wijzigen. Ten derde, de efficiëntie wordt verhoogd. Het is heel belangrijk dat er geen overlappingen meer zijn tussen bevoegdheden en dies meer. Ten vierde, de Gewesten krijgen een volwaardige stem in het spoorbeleid. Voor Vlaanderen is dat essentieel, bijvoorbeeld voor de ontsluiting van de havens.
Nu moet deze hervormingstrein opgestart worden. Dat zal niet meer gebeuren met u aan het stuur. Toch hoop ik dat u als architect van het plan het traject voor de komende maanden duidelijk hebt uitgewerkt.
Mijnheer de minister, ik heb dan ook enkele vragen voor u. Ligt er een uitvoeringsplan klaar voor uw opvolger of opvolgster? Wat is de timing? Zeer belangrijk is te weten wanneer en hoe de bestuurders zullen worden aangeduid die de nieuwe structuur operationeel zullen moeten vertalen op het terrein.
Hoe zullen de Gewesten een stem in het spoorbeleid krijgen? Vanaf wanneer zal dat het geval zijn?
Tot slot nog dit. Als de klant centraal wordt gesteld in de spoorhervorming, dan verbaast het mij een beetje dat het plan dat ervoor moet zorgen dat er stiptere en betere treinen komen, namelijk het transportplan, met een jaar zou worden uitgesteld. Dat is een vreemde evolutie. Graag wat meer duidelijkheid over het uitstel van het transportplan.
07.05 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, als wij praten over de NMBS gaat het normaal over de veiligheid, de tekorten op de balans, de geweldige schuldenberg, de vertragingen, het gebrek aan stiptheid en de talloze filialen die de maatschappij rijk is. Kortom, het gaat steeds over negatieve zaken.
In de beperkte periode dat ik in dit Parlement vertoef, leidden al die discussies steeds tot het punt waarover unanimiteit bestaat, met name het feit dat de drieledige structuur met NMBS, Infrabel en NMBS-Holding onwerkbaar is. Door die structuur kon het overheidsbedrijf immers geenszins tegemoetkomen aan de opgelegde maatschappelijke doelstellingen. Zelfs in het regeerakkoord, dat ik ter gelegenheid van deze vraag nog even doornam, wordt gesproken over een herstructurering van de NMBS waarbij de nadruk wordt gelegd op minder entiteiten, een betere bediening van de reiziger en meer transparantie, onder andere inzake de financiële transacties met de dochterondernemingen en het aanwenden van de dotaties.
Het heeft tamelijk lang geduurd, maar gisteren bleek ineens dat er een akkoord bereikt was. Opnieuw blijkt echter dat de berg een muis gebaard heeft. Men zegt dat er minder entiteiten komen, maar het plan is dat er in de plaats van de huidige drie entiteiten, NMBS, Infrabel en NMBS-Holding, opnieuw drie entiteiten komen: NMBS, Infrabel en HR-Rail. Laten wij die laatste maar “Holding Light” noemen, want dat is het uiteindelijk.
Er wordt op geen enkele manier duidelijk gemaakt hoe men met die nieuwe structuur aan de andere vereisten van het regeerprogramma zal voldoen. Ik wil u hier een aantal vragen over stellen, mijnheer de minister.
Ten eerste, welke garanties zijn er voor de reiziger? De reiziger zal weliswaar één contactpunt hebben waar hij kan klagen dat zijn trein opnieuw te laat is, namelijk de NMBS, maar dat is de enige duidelijkheid die ik in uw plannen detecteer. Maar welke garanties zijn er dat de reiziger een betere dienstverlening zal krijgen?
Ten tweede, ik heb begrepen dat de vakbonden gisteravond in eerste instantie blij en tevreden uw kabinet hebben verlaten, maar dat zij intussen toch weer acties aankondigen. Wat kan de reiziger verwachten? Een staking is blijkbaar de eerste wijze waarop de reiziger in contact zal komen met de nieuwe structuur?
Ten derde en tot slot, wil ik een ander belangrijk aspect aanhalen, mijnheer de minister. U weet dat de NMBS jaar na jaar een flinke hap uit de overheidsbestedingen neemt. Op welke wijze garandeert de nieuwe structuur, met opnieuw drie entiteiten, dat zij een efficiënter en maatschappelijk beter betaalbaar systeem zal zijn dan vandaag? Ik kijk uit naar uw antwoorden.
07.06 Minister Paul Magnette: Ik zal de vraag kort beantwoorden. In de commissie voor de Infrastructuur hebben we al die aspecten al in detail besproken.
Het kernkabinet heeft gisteren inderdaad een voorstel over de hervorming van de structuur van de NMBS goedgekeurd. Het bevestigt hiermee de keuze voor een geïntegreerd model met twee entiteiten en een unieke werkgever. Het primaire doel van de hervorming is om via een betere verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de NMBS en Infrabel de stiptheid en de kwaliteit van de dienstverlening voor alle reizigers te verbeteren. De reiziger staat in deze hervorming dus centraal.
De NMBS zal de promotie van de treinen in het raam van een genetwerkte mobiliteit verzekeren, zorgen voor de opmaak, implementatie en opvolging van het vervoersplan, de activiteit van het binnenlands personenvervoer behouden, een nieuwe dienst oprichten voor activiteiten die verbonden zijn aan het beheer van de exploitatie van het GEN, de activiteiten rond het onthaal van personen met een beperkte mobiliteit overnemen en beheren, de activiteit van het internationaal personenvervoer handhaven en haar verkoopsactiviteiten en het beheer en onderhoud van het rollend materieel in haar werkplaatsen bewaren.
Wat het klantenonthaal betreft, wordt de NMBS de enige operator die in rechtstreeks contact staat met de reizigers. Dat zal dus veel duidelijker voor de reizigers zijn.
Zij zal ook instaan voor de constructie en het beheer van de stations, het onthaal van de klanten in die stations, het onthaal van klanten en derden in crisissituaties en ze neemt de activiteiten over die verbonden zijn aan de veiligheid van goederen en personen in de stations.
Samengevat betekent het dat de NMBS de enige operator wordt die rechtstreeks in contact staat en communiceert met de reizigers.
Infrabel zal instaan voor de ontwikkeling en het onderhoud van het netwerk alsook voor het toekennen van het spoor en het beheer van het spoornetwerk.
De stiptheid van de treinen laat vandaag te wensen over. Dat komt onder meer door de complexiteit van de communicatie tussen het perronpersoneel en de traffic manager en door de grotere afstand tussen de diensten Traffic Control en Reizigers Dispatching. Om dat op te lossen voorziet de hervorming in een nauwere samenwerking tussen deze twee diensten en een vereenvoudiging van de communicatie tussen het perronpersoneel en de traffic managers. Infrabel zal in dit verband Traffic Control beheren en exploiteren en de bouw, het beheer, het onderhoud en de exploitatie van de spoorweginfrastructuur, met inbegrip van onder andere de seinposten, het spoor, kunstwerken en elektrificatie, behouden. Dit alles gebeurt in nauw overleg met de NMBS. De operatoren van de NMBS zullen direct aanwezig zijn in de lokalen van Infrabel om ervoor te zorgen dat de communicatie in vergelijking met vandaag wordt verbeterd.
Wat het personeel en de onderhandelingen met de vakbonden betreft, behoudt de hervorming het eenheidsstatuut van het spoorwegpersoneel, een uniek nationaal paritair comité, en richt ze een gemeenschappelijke dochteronderneming van de NMBS en Infrabel op, namelijk HR-Rail, die verantwoordelijk wordt voor het personeelsbeheer.
Het akkoord kwam er na een lang overleg met de leden van de meerderheid en de vakbonden. Wij zullen voor de uitvoering van dit akkoord tijdens de komende maanden van 2013 blijven onderhandelen met de vakbonden, om zo alle details van de hervorming te bepalen.
De hervorming houdt ook rekening met de Europese bepalingen, met de analyse gemaakt in het rapport van het Rekenhof en tijdens de hoorzittingen in de Kamer.
De implementatie van het akkoord en zijn operationele dimensie kunnen dus beginnen, uiteraard nog steeds in een logica van overleg met leden van de meerderheid en met de vakbonden.
Monsieur Arens, en ce qui concerne le plan pluriannuel et les investissements, comme j'ai déjà pu vous le dire en commission, j'ai été largement sollicité sur ces questions tant ici qu'au Sénat.
En réalité, rien n'est décidé. Le plan transmis au gouvernement pour information est la synthèse des plans des trois sociétés du Groupe, qui n'a pas encore fait le début du commencement d'un arbitrage politique. Nous devons seulement entamer les discussions avec les Régions, d'une part, et au sein du gouvernement, d'autre part, afin de décider comment prioriser les investissements au cours des douze prochaines années, assurer à la fois le maintien optimal de notre réseau, le développement des capacités, l'achat du matériel roulant nouveau, nécessaire pour créer le RER et améliorer le confort des passagers, l'amélioration de gares et de points d'arrêt, ainsi que garantir que chaque portion de notre territoire national reste desservie par le chemin de fer; c'est la philosophie fondamentale d'un service public.
C'est pourquoi j'ai déjà adressé un courrier à Infrabel en indiquant qu'il me semblait que cette classification posait divers problèmes et que le choix technique réalisé – choix aussi à dimension politique – de réduire les budgets de maintenance ne me paraissait pas souhaitable; je leur demandais déjà de travailler à des alternatives afin d'avancer vers des solutions à des demandes importantes que je pressens dès la négociation.
Mijn antwoord was lang, maar dit is een vrij ingewikkeld dossier.
De NMBS heeft de laatste decennia verscheidene hervormingen gekend. Vandaag hebben de Belgische Spoorwegen nood aan stabiliteit en moeten zij zich concentreren op de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening.
Het bedrijf dient zowel operationeel als financieel te worden gerationaliseerd. Het vertrouwen van de reizigers en van het spoorpersoneel in het Belgisch spoorsysteem moet ook worden hersteld.
Om de huidige conflicten en verwarring te vermijden, moet de NMBS het enige aanspreekpunt worden voor de klanten. Dat zal het geval zijn, want dit is duidelijk voorzien in de hervorming.
Infrabel moet zich concentreren op de optimalisering van de spoorwegcapaciteit en van het treinverkeer. Vertrekkende vanuit deze twee leidende principes volgt de verdeling van de activiteit een natuurlijke evolutie in het model.
Morgen zal dit dossier, dat gisteren door de kern werd goedgekeurd, aan de Ministerraad worden voorgelegd. Als er daar een akkoord zal zijn, kunnen wij vanaf maandag van start gaan met de overgang van het huidige model naar het doelmodel.
Je répète que ceci se fera en concertation, pilotée par mon successeur. L'accord a fait l'objet de négociations très précises pour éviter qu'il y ait renégociation. Il faudra traduire ceci dans des textes et des décisions opérationnelles. Nous le ferons avec le double souci d'un constant dialogue et du maintien de la qualité du service pendant la transition. Ce n'est pas un exercice simple que de mettre en œuvre des réformes d'une telle ampleur dans une société d'une telle importance.
Puisque c'est probablement la dernière fois,
monsieur le président, que je m'exprime ici, j'en profite pour remercier le
personnel de la Chambre pour ses services quotidiens, et mes collègues, en
particulier ceux de la commission Infrastructure, pour les dialogues très
constructifs que nous avons eus au cours des derniers mois. (Applaudissements)
07.07 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de minister, wanneer u straks met uw koffertje richting Charleroi vertrekt, dan zal dat koffertje niet leeg zijn, want niet alleen het dossier van de NMBS zal er nog altijd in zitten, maar ook dat van de toplonen van overheidsmanagers. Ook dat dossier hebt u niet kunnen afwerken.
Als u in Charleroi bent en toevallig nog eens met de trein moet reizen zult u, zoals helaas heel veel pendelaars, geconfronteerd worden met slechte communicatie, vertragingen, seinoverschrijdingen, stakingen, die er wellicht komen, of het niet kunnen wegwerken van de 4 miljard euro schulden. U zou dan misschien ook eens met de trein naar Frankrijk kunnen reizen. U bent trouwens onlangs, tijdens de presidentsverkiezingen, bij de heer Hollande geweest. Misschien kunt u de Fransen eens vragen waarom zij zo veel slimmer zijn en voor de eenheidsstructuur gekozen hebben. Alleen door daarvoor te kiezen, heeft men de garantie dat de problemen die ik zonet opgesomd heb effectief, op een efficiënte manier en met respect voor de concurrentieregels, zullen worden aangepakt.
07.08 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le ministre pour sa réponse.
Je regrette sincèrement son départ du gouvernement, puisqu'il avait vraiment bien compris les attentes des zones rurales à faible densité de population – et je m'en réjouissais. J'espère que son successeur comprendra aussi ce problème.
Il reste un point dont vous n'avez pas parlé, monsieur le ministre. Il s'agit des contacts avec le Grand-Duché de Luxembourg, lequel est aussi très fortement concerné par les deux lignes de ma province, qui sont très mal classées.
07.09 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik meen dat dit een stap in de goede richting is, die natuurlijk verder moet worden uitgewerkt door uw opvolger of opvolgster. Ik wens u veel succes met uw volgende uitdaging in Charleroi.
07.10 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben een beetje ontgoocheld dat er geen reactie is gekomen op mijn vraag met betrekking tot het transportplan, maar dit debat zal de komende weken ongetwijfeld nog wel worden gevoerd, alsook het debat over de precieze timing van de herstructurering.
De nieuwe structuur van de NMBS staat nu in elk geval op de rails. Nu moet de trein starten. Ik hoop dat het geen Fyra is en dat de hervormingstrein direct voor een klantvriendelijke onderneming en stipte treinen zal zorgen.
Tot slot wens ik u nog een behouden treinrit richting Charleroi. Ik wens u daar veel succes.
07.11 Steven Vandeput (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, niet op mijn vragen weliswaar, maar u hebt het Parlement in elk geval van antwoord gediend. U wilt naar Charleroi en dat begrijp ik ook. Ik heb u in november al proficiat gewenst met uw verkiezing en ik heb u veel succes gewenst in Charleroi. Ik heb u toen ook gezegd dat u dit halfrond en dit Huis kunt verlaten als de minister die de spoorwegen in België op het spoor naar de toekomst heeft gezet. Het spijt mij vandaag te vernemen dat ik uit geen enkel van uw antwoorden heb kunnen opmaken of dat effectief ook het geval zal zijn.
De vakbonden gaan nog een beetje moeilijk doen, want zij wilden een eenheidsstructuur. Zij hebben opnieuw een holding met de naam HR-Rail. Er is voor de reiziger geen enkele garantie dat het effectief beter zal worden. Er is geen enkele garantie dat er meer transparantie zal komen aangaande de talloze filialen en dochterondernemingen van de NMBS-Groep. Alles wat te maken heeft met de stations zat bij de Holding en gaat nu naar de NMBS. Voor de rest blijft alles gelijk.
Mijnheer de minister, u hebt gekozen zoals deze regering wel vaker doet. U hebt gekozen voor wat haalbaar was, maar het haalbare is voor de spoorwegen in België echter niet voldoende.
Het haalbare, stabiliteit – het woord dat u zelf aanhaalt – maakt dat de spoorwegen in België blijven wat ze zijn: onveilig, onbetaalbaar, niet stipt, niet gericht op wat de reiziger nodig heeft en te weinig bijdragend aan een duurzame mobiliteit in ons land.
Ik wens u als mens oprecht veel succes in uw volgende functie.
Ik geloof niet dat u hier een grote erfenis nalaat. Ik kijk er daarom naar uit om met uw opvolger geregeld in debat te gaan over dit thema, want ik vind het echt wel belangrijk dat wij daaraan samen werken, zodat wij komen tot een organisatie van de spoorwegen in België waarin over een aantal jaren ook plaats is voor competitie en concurrentie. Wij hebben bij Belgacom en bij bpost gezien dat alleen de effectieve dreiging van concurrentie ervoor zorgt dat de consument in dezen een betere dienstverlening krijgt.
L'incident est clos.
- de heer Mathias De Clercq aan de minister van Werk over "de modernisering van de arbeidsmarkt" (nr. P1423)
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "de modernisering van de arbeidsmarkt" (nr. P1424)
- mevrouw Zuhal Demir aan de minister van Werk over "de modernisering van de arbeidsmarkt" (nr. P1425)
- de heer David Clarinval aan de minister van Werk over "de hervorming van de arbeidsmarkt" (nr. P1426)
- M. Mathias De Clercq à la ministre de l'Emploi sur "la modernisation du marché du travail" (n° P1423)
- M. Guy D'haeseleer à la ministre de l'Emploi sur "la modernisation du marché du travail" (n° P1424)
- Mme Zuhal Demir à la ministre de l'Emploi sur "la modernisation du marché du travail" (n° P1425)
- M. David Clarinval à la ministre de l'Emploi sur "la réforme du marché du travail" (n° P1426)
08.01 Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, 2013 wordt een belangrijk jaar voor de hervorming van onze arbeidsmarkt. Ook VDAB-topman Fons Leroy is die mening toegedaan, bleek afgelopen week in de pers. Hij vindt het de hoogste tijd om, ik citeer, “ons stroeve sociaal-economische bestel grondig te gaan aanpakken en hervormen”.
Ook mijn fractie is ervan overtuigd dat we heel wat verder kunnen gaan in de modernisering van onze arbeidsmarkt. Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat de regering wel degelijk al stappen heeft gezet om onze arbeidsmarkt competitiever te maken. Denken we bijvoorbeeld aan de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen, aan de aanpassingen van de werkloosheid met bedrijfstoeslag, aan de inspanningen om ouderen aan het werk te houden en aan de inspanningen om de pensioenleeftijd op te trekken. Laten we ook de inspanningen om de loonkloof met onze buurlanden te dichten tijdens de komende jaren, niet vergeten. Onze regering heeft dus wel degelijk belangrijke maatregelen genomen om de competitiviteit te verbeteren.
Mevrouw de minister, de hervormingstrein mag niet stoppen. In dat opzicht wordt 2013 een cruciaal jaar. We moeten onze arbeidsmarkt moderniseren en aanpassen aan de dynamische economie van vandaag. We moeten evolueren naar een meer wendbare arbeidsorganisatie met een andere invulling van de arbeidsduur en een ontslagrecht dat meer en meer een wedertewerkstellingsrecht wordt, naar een andere manier van loonvorming en noem maar op. Ook de deadline met betrekking tot het eenheidsstatuut nadert. De uitdagingen zijn groot.
Mevrouw de minister, kunt u vandaag herbevestigen dat het u en de voltallige regering menens is met het verder competitiever maken van onze arbeidsmarkt?
Zult u ook de sociale partners, bij wie een bijzonder grote verantwoordelijkheid rust, herinneren aan die absolute noodzaak?
Wat is uw specifieke timing om tijdens de komende dagen en weken die dossiers verder op het juiste spoor te krijgen?
08.02 Guy D'haeseleer (VB): Mevrouw de minister, de topman van de VDAB, de heer Leroy, heeft in een opmerkelijk interview een schreeuw tot radicale hervorming en herdenking van onze arbeidsmarkt geuit. Zo stelt hij heel duidelijk dat er zijns inziens in 2012 veel kostbare tijd verloren is gegaan en hij verwacht op korte termijn geen beterschap. Hij stelt dan ook op korte termijn een aantal hervormingen voor op enkele concrete domeinen, zijnde de loonvorming en het ontslagrecht.
In een reactie van u in de krant bevestigt u dat ons arbeidsmarktbeleid op veel van die domeinen inderdaad achterhaald is. De vraag is op welke manier wij daarmee omgaan en welke oplossingen wij daarvoor naar voren schuiven.
De huidige versnippering van de bevoegdheden en de daaraan gekoppelde conservatieve reflex van de regering om zo weinig mogelijk uit handen te geven aan de regio’s, zeker op het vlak van de arbeidsmarkt, voorspellen niet veel goeds op dat vlak.
Wij weten ondertussen ook dat de fameuze klassieke Belgische compromissen, waarbij de regio’s enkel in staat worden gesteld wat in de marge te prutsen, de zaken alleen maar erger maken en een echt doortastend beleid op maat van de regio’s verhinderen.
Bovendien heeft de huidige economische situatie – en het ziet er niet naar uit dat die in de nabije toekomst spectaculair zal verbeteren – geen nood aan het stap-voor-stapbeleid waar u voor staat, naar wat ik lees in de krant. Ik denk dat dat in de huidige economische omstandigheden een slecht beleid is en dat wij integendeel de moed moeten hebben om een aantal fundamentele hervormingen door te voeren.
Mevrouw de minister, mijn vraag is dan ook concreet of u de noodkreet van de heer Leroy ernstig neemt. Welke initiatieven zult u nemen om aan zijn constructieve voorstellen een positief gevolg te geven, bijvoorbeeld in het kader van de lopende besprekingen over het eenheidsstatuut? Daarbij zou tegelijkertijd het ontslagrecht kunnen worden hervormd.
Ik kijk uit naar uw antwoord.
08.03 Zuhal Demir (N-VA): Mevrouw de minister De Coninck, uw naamgenoot in vertaling, de heer Leroy, heeft een correcte analyse gemaakt. Hij stelt dat ons arbeidsrecht niet langer aan de huidige arbeidsmarkt aangepast is.
De heer De Clercq droomt, wanneer hij verklaart dat de jongste grote hervorming van 2012 dateert. De meest recente grote hervorming dateert immers van 1944 met het sociaal akkoord, wat toch al even geleden is.
De heer Leroy heeft ook gelijk, wanneer hij uiteenzet dat de loonvorming, het ontslagrecht en het eenheidsstatuut moeten worden hervormd. Die hervormingen zijn nodig – wij hebben de discussie ter zake vaak in de commissie gevoerd – om onze arbeidsmarkt meer zuurstof te geven, om meer mobiliteit op de arbeidsmarkt te organiseren en ook om jobs te creëren.
Hoewel in 2012 massaal veel werknemers zijn afgedankt en veel bedrijven de deuren hebben gesloten, hebt u nagelaten de discussie over de hervorming van de arbeidsmarkt aan te gaan. Onze fractie, de N-VA-fractie, heeft u bij monde van commissievoorzitter Yvan Mayeur meermaals uitgenodigd om in de commissie de discussie aan te gaan over de richting die wij met de arbeidsmarkt moeten uitgaan. U wilde echter niet naar de commissie komen. U wil de discussie blijkbaar niet met de voltallige commissie voeren.
U hebt in 2012 wel heel wat maatregelen aangekondigd. U had het over de hervorming van het eenheidsstatuut, over de hervorming en de modernisering van de havenarbeid, over de hervorming van de combinatie arbeid en gezin, over de hervorming van de deeltijdse arbeid en over de flexibilisering. Jammer genoeg heb ik in de commissie die hervormingen nog niet gezien.
U bent zelfs met uw kabinet naar het buitenland geweest. U hebt veel buitenlandse reizen gemaakt om te bekijken op welke manier een en ander in het buitenland wordt gedaan. In heel wat andere Europese landen zijn die grote hervormingen immers al doorgevoerd.
Spijtig genoeg was 2012 echter een verloren jaar. Ook Fons Leroy heeft opgemerkt dat 2012 een verloren jaar was. Mevrouw de minister, u hebt in 2012 stilgestaan. Er zijn geen hervormingen doorgevoerd.
De heer De Clercq verwijst naar de miniaanpassing op het vlak van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen, maar er zijn zodanig veel uitzonderingen op de degressiviteit dat van de kleine miniaanpassing niks meer in huis komt.
Erger zelfs, in 2012 is de regering er niet in geslaagd de aanbevelingen inzake pesten op het werk, die het Parlement eind 2011 unaniem had goedgekeurd, uit te voeren. Mevrouw de minister, ik had minstens verwacht dat u in 2012 met een tekst naar het Parlement zou komen, maar dat hebt u nagelaten. Kortom, volgens mij is er ter zake in 2012 niets gebeurd. Er waren heel veel afdankingen, veel sociale drama’s en veel sluitingen, maar geen enkele hervorming van het arbeidsrecht.
U erkent in de pers dat de hervormingen traag gaan. U wijst dan naar de sociale partners. Misschien had ik mijn vragen aan de sociale partners moeten stellen, maar u bent de minister van Werk, dus ik stel ze aan u. Wie vertraagt de hervormingen inzake de modernisering van de arbeidsmarkt? U bent de bevoegde minister, dus u moet aan de kar trekken. Wie vertraagt de hervormingen: de regeringspartijen of de sociale partners? Ik kijk uit naar uw antwoord.
08.04 David Clarinval (MR): Monsieur le président, madame la ministre, après le boycott temporaire de la FGTB, il semblerait que le dialogue ait repris entre les partenaires sociaux. En effet, un groupe d'experts au Conseil National du Travail préparerait un projet d'accord à propos des réductions de charges, de l'augmentation des allocations sociales, notamment des pensions, et des salaires minimums. Mais pour le reste, la situation n'est pas claire, on est dans le flou complet.
Président: André Frédéric, vice-président.
Voorzitter: André Frédéric, ondervoorzitter.
Pourtant, comme l'a dit mon collègue Mathias De Clercq, il est temps d'agir. 2013 est une année sans élections. Il convient donc de la mettre à profit pour moderniser et réformer le marché du travail. Dès lors, il ne faut plus perdre de temps.
Madame la ministre, je vous poserai cinq questions.
Où en est exactement à ce jour la concertation sociale?
Quand le dialogue social officiel reprendra-t-il vraiment?
Allez-vous mettre de l'huile dans les rouages pour permettre l'aboutissement de cette concertation?
Si nous devions aboutir à un constat d'échec, allez-vous, avec le gouvernement, prendre le taureau par les cornes et passer en force?
Enfin, pouvez-vous nous donner un timing en ce qui concerne la mise en œuvre, avant la fin de cette année, de toutes ces réformes?
08.05 Monica De Coninck, ministre: Mijnheer de voorzitter, beste vraagstellers, mesdames et messieurs les députés, vous m'interpellez sur le sujet de la réforme du marché du travail. Hier, en commission des Affaires sociales, j'ai déjà eu l'occasion de dresser un aperçu des mesures prises l'an dernier et de celles qui le seront en 2013. Dire qu'il faut réformer le marché du travail, c'est enfoncer une porte ouverte. Tous les experts et responsables s'accordent sur ce point. Nous n'avons pas besoin de la manchette dans le journal pour le savoir, d'autant plus quand on y travaille d'arrache-pied depuis plus d'un an!
Volgens de heer Leroy, een topambtenaar in de Vlaamse administratie en verantwoordelijk voor het arbeidsmarktbeleid, de arbeidsbemiddeling en dus ook de activering, is 2012 een verloren jaar geweest. Ik lees vandaag in de kranten dat andere experts, om Jan Denys niet te noemen, zeggen dat de hervormingen van vorig jaar wel heel sterk opgenomen zijn. De waarheid ligt dus waarschijnlijk wel ergens in het midden.
De heer Leroy poneert dat wij de arbeidsmarkt van nul moeten hervormen en heropstarten. Alles wat bestaat, mag in de vuilnisbak. Wie droomt er als politicus niet van om dat ooit eens te kunnen doen? Men kan dat echter maar in één geval, en dan nog, gezien de bestaande regelgeving in de Gewesten, namelijk wanneer men een huis bouwt. Dan kan men met twee discussiëren over de architectuur en het gebruik van de ruimte, en dan kan men stenen op elkaar leggen. Dan zal het misschien lukken, binnen het kader dat men heeft.
Ik heb echter al een paar veranderingsprocessen achter de kiezen – vooral in Antwerpen – rond heel grote structuren, en ik kan u verzekeren dat men altijd moet beginnen met wat men heeft, met de mensen die er zijn en met de geschiedenis. Mensen vinden geschiedenis, ook onze rijke Vlaamse en Belgische geschiedenis, heel belangrijk. Daarmee moet men beginnen. Men moet daarmee werken.
Het is ook heel typisch voor onze arbeidsmarkt dat wij sociale partners hebben, dat wij een sociale dialoog hebben en dat ook de werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties, de vakbonden, daarin een belangrijke rol spelen. Wij hebben na de Tweede Wereldoorlog inderdaad een mooi huisje gebouwd. Wij hebben een mooi arbeidsmarktbeleid opgestart dat heel sterk samenhangt met de sociale zekerheid, vanuit een aantal heel sterke principes.
Zoals dat voor ieder huisje het geval is, bouwt men echter bij wanneer er een gezinsuitbreiding komt of wanneer er andere functies en behoeftes komen. Op het einde ziet men dat men een groot huis heeft met veel kotjes, maar is het nog gebruiksvriendelijk en comfortabel? De heel specifieke vraag is of het huis dat wij nu hebben, geschikt is voor de toekomst.
We moeten ons daarover vragen stellen. Dat doen we ook, er zijn trouwens heel veel boeken verschenen over dit onderwerp. Uw collega Siegfried Bracke, mevrouw Demir, heeft vorige keer al verwezen naar de heer Denys, die daarover mooie boeken heeft geschreven. Ook vele anderen hebben hierover geschreven.
We moeten daarover samen nadenken, want er moet een draagvlak worden gezocht. Ik kan begrijpen dat sommige mensen liever hebben dat we hierover vechtend over straat rollen, maar we zullen absoluut niet in die val trappen. Ik geef toe dat heel veel partners vooral naar het verleden kijken. Dat is op menselijk vlak te begrijpen, want het is niet altijd duidelijk wat er te winnen valt met veranderingen.
Samen met de regering ben ik al een heel jaar de partners aan het overtuigen om hierover na te denken. We proberen openheid te stimuleren om de uitdagingen aan te gaan en om instrumenten te ontwikkelen om daar iets aan te doen. Het is uiteraard gemakkelijk om te zeggen dat we naar een moderne, flexibele, sociale arbeidsmarkt moeten evolueren, naar kwalitatieve jobs, maar we hebben natuurlijk ook voldoende jobs nodig.
De enige manier om langetermijnoplossingen te vinden, is na te gaan wat door iedereen op de markt wordt gedragen. We hebben al redelijk wat gerealiseerd, maar misschien niet genoeg. Ik ben immers soms zelf ook gefrustreerd als het niet snel genoeg gaat.
De regering heeft bijvoorbeeld eind december, in het raam van de begrotingsbesprekingen, beslist dat opleiding tijdens tijdelijke werkloosheid moet. We hebben aan de partners gevraagd hoe we dat het best zouden organiseren, maar hen er wel op gewezen dat het een verplichting is. Ik heb in het artikel van de heer Leroy – als dit overeenkomt met wat hij gezegd heeft – gelezen dat hij hierop een paar keer terugkomt. Mijnheer Leroy, beste Vlaamse regering, we hebben dat al beslist.
Wij realiseerden een lastenverlaging voor oudere werknemers en voor laaggeschoolde jongeren. Wij zetten daarvoor veel meer middelen in.
Ook zijn wij bezig met instapstages voor jongeren. Vlaams minister Muyters heeft daarover in de pers, voor zover ik gezien heb, al twee keer verklaringen afgelegd, en mogelijk zelfs nog meer. Voor alle duidelijkheid, daarbij vermeldt hij mijn naam niet, maar hij spreekt wel over de federale instapstages die zij zullen gebruiken om de zeer hoge jeugdwerkloosheid, vooral in de grote steden, aan te pakken. Ik dacht dat de heer Muyters al iets langer dan ik verantwoordelijk minister is voor activering, om zowel jongeren als ouderen terug naar de arbeidsmarkt te krijgen. Volgens mij heeft de heer Leroy dan toch genoeg werk op de plank om mee bezig te zijn.
Ik vermeld ook de verplichting tot een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers. Daarbij moeten de ondernemingen nadenken over de vraag hoe zij met de diversiteit in hun bedrijven omgaan, specifiek ook voor de oudere werknemers. Dat is een beslissing die wij genomen hebben.
Wij hebben ook een modernisering van het uitzendwerk uitgewerkt. De werkloosheidsuitkeringen werden degressiever.
De N-VA heeft dus, samen met onze partners in de Gewesten, de instrumenten in handen om de mensen te activeren en om hen te stimuleren om aan zichzelf te werken.
Daarnaast vermeld ik nog de leeftijdsvereisten, die ik niet zal herhalen, en de werkgeversbijdragen voor brugpensioen. De sector van de dienstencheques, die toch heel sterk vanuit de federale overheid wordt gefinancierd, werd geprofessionaliseerd. Het moeilijk dossier omtrent de loonkloof werd ook opgenomen.
Dat ook de VDAB voorstellen formuleert voor een hervorming van de arbeidsmarkt, is op zich wel goed nieuws. Ik hoop dat de VDAB ook de partners zal aanspreken in het kader van een sociale dialoog om mee te werken aan een breed ondersteunde hervorming. Daarin kunnen Fons Leroy en de VDAB een zeer grote rol spelen.
Ook in 2013 staat er heel wat op stapel. Wij zijn bezig met een modernere invulling van uurroosters, bijvoorbeeld voor mensen in co-ouderschap, en ook met glijdende uren, zowel in de private als in de publieke sector. Wij hebben als regering aan de partners gevraagd om daarover na te denken en tegen 16 januari voorstellen op tafel te leggen.
La collaboration avec les syndicats et les employeurs revêt une grande importance. Sans les partenaires sociaux, nous ne pourrons pas avancer, ce qui serait une très mauvaise nouvelle pour l'économie. Le gouvernement fédéral s'est, lui aussi, doté d'une stratégie de relance et a demandé aux partenaires sociaux de s'accorder sur des propositions visant à moderniser le marché du travail.
Volgens sommigen toon ik mij machteloos door te verwijzen naar de rol
die de sociale partners moeten spelen in deze hervorming, maar ik vermoed dat
ik dezelfde criticasters met andere punten van kritiek zou horen indien ik de
sociale partners daarbij niet zou betrekken. Bovendien heb ik het afgelopen
jaar mogen merken dat iedereen in theorie wel vragende partij is voor
hervormingen, tot op het moment dat er iets wordt beslist. Op dat moment zie ik
vooral heel veel reserve en weerstand, maar de boerin ploegde voort. Ik zal het
komende jaar dan ook mijn best doen om heel veel te zaaien en hopelijk ook te
oogsten.
Le président: Madame la ministre, je vous rappelle que, quel que soit le nombre de questions posées, le gouvernement dispose de 5 minutes pour répondre.
08.06 Mathias De Clercq (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. De komende periode is inderdaad bepalend om die hervormingsambitie vanuit de regering verder kracht bij te zetten en duidelijke, concrete maatregelen te nemen. Voor onze fractie is het duidelijk dat de regering veel doet. Ook vanuit het Parlement willen wij onze rol ten volle uitspelen. Ik heb dan ook een resolutie ingediend met betrekking tot de loopbaanrekening. Wij mogen immers ook niet stilzitten. Dit is ook heel duidelijk een verantwoordelijkheid van de sociale partners. Als zij hun verantwoordelijkheid niet nemen, dan meen ik dat u moet ageren in het belang van de huidige en toekomstige generaties in ons land.
08.07 Guy D'haeseleer (VB): Mevrouw de minister, ik ben toch enigszins ontgoocheld over uw antwoord. U hebt een opsomming gegeven van de maatregelen die in 2012 genomen zijn. Dat zijn weliswaar een aantal maatregeltjes, maar men kan ze bezwaarlijk fundamentele hervormingen noemen. De maatregelen die hier zijn goedgekeurd waren trouwens sowieso het resultaat van een typisch Belgisch compromis en dus weinig effectief voor onze arbeidsmarkt.
Ik ben ook wat bezorgd als u zegt dat wij moeten beginnen met wat er bestaat en dat wij daarop verder moeten bouwen. Ik meen dat dit een foute instelling is als men constateert, zoals iedereen die van dichtbij of veraf met onze arbeidsmarkt bezig is, dat bepaalde mechanismen, instellingen en bevoegdheidspakketten niet functioneren. Dan moet men daarmee niet verder gaan, maar moet men keuzes durven maken en een andere weg durven inslaan.
U hebt ook gerefereerd aan de rol van de sociale partners. Als er voor mijn partij één rol is weggelegd voor de vakbonden, dan is dat inderdaad het sociaal overleg. De discussie over de vakbondsvrijheid wil ik dan nog niet aanraken. Mevrouw de minister, als de sociale partners er niet uit raken, dan bent u verantwoordelijk. U wordt betaald om keuzes te maken in het belang van de regio’s, in het belang van dit land.
U vraagt de regio’s ook om bijkomende inspanningen te leveren om de arbeidsmarkt te moderniseren. Dan moet u echter ook in staat zijn om de regio’s instrumenten te geven. De geplande staatshervorming waarin een aantal bevoegdheidsoverdrachten zitten inzake de arbeidsmarkt, zal daarvoor zeker geen oplossing bieden, temeer daar u in samenspraak met deze regering zelf hebt bepaald dat de regels die juist onder het arbeidsrecht, de sociale zekerheid, de loonvorming en het sociaal overleg vallen sowieso in handen van de federale overheid moeten blijven.
Mijnheer de voorzitter, ik besluit. Ik ben zeer pessimistisch voor de toekomst van onze arbeidsmarkt, zeker als wij zien wat er gebeurt in de ons omringende landen. Mevrouw de minister, het wordt dan ook tijd dat u wakker wordt en doet wat economisch noodzakelijk is in plaats van te blijven steken in wat politiek haalbaar is.
08.08 Zuhal Demir (N-VA): Mevrouw de minister, het huis waarover u spreekt heeft inderdaad veel kamers. Wat zult u daaraan doen? Installeert u koterijen? In dat geval moet u oppassen dat het huis niet onbewoonbaar wordt verklaard. Mijn suggestie is dat u het huis, zijnde de arbeidsmarkt in al haar facetten, grondig hervormt.
U verwijst naar de vele hervormingen in uw beleidsnota voor 2013, maar daarin zit volgens mij ook veel outsourcing. Tot zevenentwintig keer toe zegt u dat het dossier door de sociale partners zal worden afgehandeld. De modernisering van het statuut van de havenarbeiders is net een dossier dat van de sociale partners komt. Zij zijn er niet uit geraakt. Voor het eenheidsstatuut geldt precies hetzelfde. De sociale partners zijn er na dertig jaar nog altijd niet uit geraakt. Dat belandt op uw tafel. Ik lees in uw beleidsnota, tot zevenentwintig keer toe, dat dergelijke dossiers terug naar de sociale partners gaan. Veel facetten van uw aangekondigde hervormingen besteedt u uit aan de sociale partners.
Président: André Flahaut, président.
Voorzitter: André Flahaut, voorzitter.
Het spreekt voor zich dat de sociale partners hun rol moeten spelen. De vraag is wie het beleid zal uittekenen. Wie zal de lijnen van de hervorming uitzetten?
U bent verkozen door het volk en u hebt de democratische legitimiteit. U moet uw verantwoordelijkheid opnemen in plaats van ze te ontlopen en continu te outsourcen. U schuift de zwartepiet door naar de sociale partners.
De voorzitter: Mag ik u vragen om af te ronden?
08.09 Zuhal Demir (N-VA): De minister verwijst ook naar de technische werkloosheid en zegt dat men erin geslaagd is om opleidingen te organiseren tijdens de periode van technische werkloosheid. Welnu, ik vind dat verbazingwekkend. Twee jaar geleden heeft onze fractie een amendement ingediend om opleidingen te organiseren tijdens de periode van technische werkloosheid. Dat amendement werd door heel het Parlement, behalve onze fractie, verworpen en nu doet u alsof u het warm water uitvindt.
08.10 David Clarinval (MR): Madame la ministre, je dois vous dire que je vous aime bien et même que je vous trouve sympathique. Toutefois, vous n'avez répondu à aucune des deux questions que je vous ai posées. Pour rappel, je vous ai demandé où en était la concertation syndicale.
08.11 Monica De Coninck, ministre: Une réunion est prévue le 16 janvier.
08.12 David Clarinval (MR): Merci pour votre réponse!
Je vous ai également demandé quel serait le timing si la concertation sociale n'aboutissait pas. Selon moi, vous devrez aller de l'avant même si les partenaires sociaux ne donnent pas leur accord. Il ne faut plus tergiverser. Nous avons un an devant nous pour mettre en œuvre l'accord de gouvernement. Il faut avancer. Je compte sur vous pour ce faire.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Justitie over "cybercriminaliteit" (nr. P1422)
09 Question de M. Michel Doomst à la ministre de la Justice sur "la cybercriminalité" (n° P1422)
09.01 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, cybertreiterij is blijkbaar uitgegroeid tot een blijvende griepepidemie. Wanneer men het nagaat, blijkt dat 80 % bij bedrijven en de overheid plaatsvindt en 20 % privé. Het aantal gevallen is blijkbaar enorm gestegen in 2012. Anderhalf miljoen landgenoten zouden voor een schadebedrag van 1 tot 1,5 miljard euro getroffen zijn.
Ik meen dat wij inzake wetgeving al goede stappen gedaan hebben in 2000. Het Europees verdrag ter zake was een goede stap vooruit. Wij hebben echter meer deskundige mensen en instellingen nodig om dit goed te begeleiden.
Als ik het goed voorheb, start Europol morgen in Den Haag met het Europees centrum tegen cybercrime. Wij hebben daar in de commissie al enkele keren naar verwezen, onder meer toen wij met uw collega, staatssecretaris Bogaert, hebben bekeken wat er voor de federale overheid op dat vlak mogelijk is.
Mijn vraag is: wat is de rol van ons land in dat morgen op te richten centrum? Is die in overeenstemming met het eigen initiatief dat België wil nemen? Hoever staat het met de oprichting van een soortgelijk instituut in eigen land?
09.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de Ministerraad van 21 december 2012 heeft zijn goedkeuring gehecht aan het programma Cybersecurity Strategy. De eerste minister is belast met de coördinatie daarvan in ons land.
De Cybersecurity Strategy werd in samenwerking met BelNIS uitgewerkt. Wij kunnen dit als volgt samenvatten. Wij zijn als samenleving, als economie afhankelijk van ICT. Dat schenkt ons veel opportuniteiten en kansen, maar maakt ons als land ook kwetsbaar. De cyberdreiging is een reële en permanente dreiging en er is dus nood aan een cybersecurity om het gecentraliseerd en geïntegreerd aan te pakken.
Gisteren werd deze Cybersecurity Strategy besproken in het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid. Dat resulteerde onder andere in het oprichten van een permanente werkgroep “Cyberincidenten en cyberstrategie”.
Ik benadruk wel dat de rol van de minister van Justitie zich beperkt tot de strafrechtelijke aanpak van informaticacriminaliteit en het uitwerken van een mogelijke nieuwe wetgeving hieromtrent.
Wat de oprichting van het Belgisch centrum voor cybersecurity betreft en de verhouding ervan tot het Europees centrum, kan ik u meedelen dat in de nodige budgetten zal worden voorzien voor de oprichting en de kerntaken van het Belgisch centrum en dat het Belgisch centrum veeleer gericht is op cybersecurity, terwijl het Europees centrum een globaler doel heeft, met name het verzamelen van expertise en bijstand in strafrechtelijke onderzoeken.
Van een samenloop tussen de oprichting van het Belgisch en het Europees centrum lijkt mij dan ook geen sprake omdat de doelstellingen en de oorspronkelijke inzet verschillend zijn; zij zijn globaler op Europees vlak dan op Belgisch vlak.
Wij zullen als land wel nauw samenwerken met het Europees cybercrimecentrum en zullen bijstand verlenen op het vlak van het delen van informatie met onder andere Europol, en op het vlak van het optimaliseren van de coördinatie door het aanreiken van feedback en analyses. De Federal Computer Crime Unit stuurt mee de uitwerking via het voorzitterschap van de European Cybercrime Task Force.
Op die manier denk ik dat wij een goed pakket hebben, maar dat wij als land ook heel sterk onze focus houden in dit verhaal.
09.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, bedankt voor het antwoord. We moeten zeer attent blijven, want als we zien welke evoluties er zijn, blijkt dat vooral mobiele systemen en sociale netwerken meer en meer het doelwit worden van dergelijke aanvallen. We zullen heel veel moeten inzetten op preventie.
Men zegt mij vanuit overheidsinstanties zoals de militaire inlichtingendienst dat we onvoldoende beschermd zijn. Ook voor de bedrijven zullen we de inspanningen moeten verhogen. We mogen dit echt niet onderschatten, zeker in een internationale context. Men merkt nu al dat Facebook meer en meer ‘Facevloek’ wordt en dat ook het internet er niet netter, maar vuiler op wordt. De attentheid en alertheid op dat vlak zullen we inderdaad zeer hoog moeten houden.
Het incident is gesloten.
Le président: Ceci termine l’heure des questions orales.
10 Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (I) (2477/1-4)
- Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (II) (2478/1-3)
10 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (I) (2477/1-4)
- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (II) (2478/1-3)
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Mme Kattrin Jadin, rapporteur, est excusée puisqu’elle représente la Chambre aux funérailles du président du Parlement de la Communauté germanophone. Elle renvoie donc à son rapport écrit.
10.01 Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, het wetsontwerp dat voorligt, wil de loontrekkende boekhouder, dus de boekhouder in dienstverband, dezelfde mogelijkheden geven als de zelfstandige boekhouder, met name via een erkenning door het BIBF of Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten. Wij juichen dat toe.
Het ontwerp voorziet echter ook in een Nationale Raad, die paritair is samengesteld, dus even veel Franstaligen als Nederlandstaligen. In een dergelijke regeling kunnen wij ons moeilijk vinden, aangezien feitelijk ruim 60 % van de beroepscategorie in kwestie Nederlandstalig is.
Mevrouw de minister, zoals u weet, bepaalt het regeerakkoord dat de beroepsordes zouden worden geregionaliseerd. Wij hadden derhalve meer verwacht.
Mevrouw de minister, in ons land zijn er op dit ogenblijk vijf erkende economische beroepen, namelijk boekhouders, fiscalisten, accountants, belastingconsulenten en bedrijfsrevisoren. Naast die vijf erkende beroepen zijn er drie beroepsinstituten, namelijk het IAB of Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, dat in 1985 bij wet is opgericht, het IBR of Instituut van de Bedrijfsrevisoren, dat eveneens in 1985 is opgericht, en het BIBF of Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten. Naast deze vijf beroepscategorieën en drie professionele organisaties zijn er twee toezichthoudende ministers, met name minister Vande Lanotte en uzelf.
Toch bestaan er nergens zo veel verschillen als bij ons. In Nederland, bijvoorbeeld, is er sinds 1 januari 2013 nog één beroepsinstituut, met name de NBA of Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. Ook in Engeland, in Wales en in Frankrijk, met het IFEC of Institut Français des Experts-Comptables, is er slechts één beroepsorganisatie. In België bestaan er dus drie. Het BIBF telt ongeveer 8 500 leden, waarvan 5 500 zelfstandigen, en 18 medewerkers. Het IAB telt 7 500 leden en 35 medewerkers. Het IBR telt 1 000 leden en een zestigtal medewerkers. Alledrie hebben zij als voornaamste bevoegdheid het geven van vorming en opleiding aan de economische beroepen in kwestie.
Bij de bedrijfsrevisoren beginnen jaarlijks ongeveer 430 stagiairs. Het aantal dat de eed aflegt of voor het examen slaagt, bedraagt amper 10 %, zijnde een veertigtal personen per jaar.
Zoals u weet, zal volgens een Europese richtlijn de drempel voor bedrijven om in hun bedrijf een bedrijfsrevisor te moeten inschakelen, worden verhoogd. Dat betekent dat de behoefte aan bedrijfsrevisoren binnen afzienbare tijd beperkt zal zijn tot tweehonderd. Het lijkt ons dan ook veel efficiënter en rendabeler de drie beroepsinstituten te fusioneren tot één economische orde, om ze nadien te splitsen in een Nederlandstalige en een Franstalige federatie. Mevrouw de minister, dit zou een bijzondere vorm van administratieve vereenvoudiging zijn.
Deze economische beroepen treden op in dienst van onze kmo’s en onze andere bedrijven. Nu al is het voor hen totaal onduidelijk wat het verschil is tussen de vijf bestaande categorieën. Wanneer wij naar de andere landen kijken, merken wij dat enkel België nog het onderscheid maakt. In de omliggende landen gebruikt men hoofdzakelijk de term “accountant".
Wij weten dat er reeds pogingen geweest zijn tot fusie van het IAB en het IBR en dat deze samen gehuisvest zijn. Die onderhandelingen hebben echter niet tot resultaten geleid. Uit ervaring weten wij ook dat zo’n fusie op weerstand stuit.
Mevrouw de minister, twaalf jaar geleden lag ik zelf aan de basis van de eerste grote fusie van kamers van koophandel, in Oost-Vlaanderen. Ik ken de tegenstand. Ik ken de weerspannigheid om tot een dergelijk resultaat te komen. Ik weet echter ook dat zo'n fusie succesvol kan zijn. De echte reden voor afwijzing is dikwijls zelfbehoud, en minder gericht op het belang van de klanten, de kmo’s en de andere bedrijven.
Wij weten dat een bestaande organisatie 101 redenen kan opsommen voor een afwijzing. Zij zal wijzen op haar specificiteit, de nood aan uniformiteit, het verschil tussen Noord en Zuid, de eenheid, de verschillen in aanpak of de eigenheid. Allemaal argumenten die u zult horen. Maar ook in Nederland is men die weg moeten opgaan. Op 1 januari is men erin geslaagd tot een fusie over te gaan.
Een fusie van de beroepsinstituten, gevolgd door een splitsing, is zowel voor de bedrijven als de beroepsbeoefenaars de meest eenvoudige vorm. Nu reeds worden tuchtonderzoeken per taalrol georganiseerd, en vorming en opleiding zijn gewestmateries.
De socio-economische realiteit zal de verschillen inhalen. De verschillende evolutie van het takenpakket in Noord en Zuid vermindert de leefbaarheid van de verschillende nationaal georganiseerde instanties. Men zal dus moeten komen tot een betere kostenefficiëntie.
Laat het duidelijk zijn, wij pleiten voor een structurele hervorming van de drie betrokken beroepsinstituten om alzo te komen tot twee geïntegreerde instituten die per taalrol georganiseerd zullen worden.
Mevrouw de minister, het wetsontwerp nr. 2477 zullen wij niet steunen. Het wetsontwerp nr. 2478, dat een technische verbetering van de beroepsprocedure inhoudt, zullen wij wel goedkeuren.
10.02 Minister Sabine Laruelle: Mijnheer de voorzitter, heel kort.
Wij hebben over deze problematiek al gesproken in de commissie. Twaalf jaar geleden heb ik ook twee boerensyndicaten gefusioneerd. Ik ben in principe niet tegen een fusie van verschillende instituten of syndicaten. U weet net zo goed als ik dat de drie instituten dit twee jaar geleden hebben geprobeerd. De Vlaamse leden van het IAB hebben het voorstel echter niet aanvaard. Ik ben het met u eens als u zegt dat er meer efficiëntie en samenwerking nodig zijn tussen de drie instituten. De laatste stap hierin is een fusie, maar het is niet mijn rol om een dergelijke fusie op te leggen.
Comme je vous le disais, ce sont des membres flamands qui l'ont refusée. Tout le monde peut évidemment changer d'avis, monsieur le président.
Onderhavige tekst heeft niet tot doel het akkoord van de regering in werking te doen treden.
Ce projet n'a pas pour objectif d'appliquer l'accord de gouvernement, et vous avez raison de le dire. Ce dernier contient des propositions relatives aux professions protégées et à l'accès à la profession. Ce texte ne vise pas cet aspect des choses. Il faudra, dans le cadre des réformes institutionnelles, mettre en œuvre l'accord de gouvernement.
10.03 Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Wij zullen elkaar een eindweegs kunnen volgen naar de fusie. U kent misschien het volgende Vlaamse spreekwoord: aan een kalkoen vraagt men niet wat men op kerstdag op tafel zal brengen. Men vraagt dus ook niet aan de instituten om zichzelf op te heffen, omdat de weerstand daar altijd groot is.
10.04 Sabine Laruelle, ministre: (sans micro) …est bien fondé, je serai évidemment heureuse de le faire. Du côté francophone, c'est fait.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2477. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (2477/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 2477. De door de commissie verbeterde tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2477/4)
Le projet de loi compte 16 articles.
Het wetsontwerp telt 16 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 16 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 16 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2478. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (2478/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 2478. De door de commissie verbeterde tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2478/3)
Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
11 Projet de loi organisant la profession d'agent immobilier (2517/1-4)
- Proposition de loi créant un Institut professionnel des agents immobiliers francophone et un institut professionnel des agents immobiliers néerlandophone (846/1-2)
11 Wetsontwerp houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar (2517/1-4)
- Wetsvoorstel tot oprichting van een Nederlandstalig en een Franstalig Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (846/1-2)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Gerolf
Annemans, Bruno Valkeniers, Peter Logghe, Barbara Pas, Hagen Goyvaerts
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
11.01 Cathy Coudyser, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, op 11 december werd in commissie het wetsontwerp houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar besproken. Voor gedetailleerde info verwijs ik u graag naar het verslag van de commissie, maar ik geef hier kort een samenvatting. Aansluitend zal ik toelichten waarom de N-VA zich bij de stemming onthoudt.
De minister legde uit dat het wetsontwerp tegemoetkomt aan de vraag om de bestaande wetgeving te verbeteren. Daarmee is de commissie het eens. Zo wordt de tabel van vastgoedmakelaars in twee kolommen opgesplitst: enerzijds de vastgoedmakelaars-bemiddelaars, anderzijds de vastgoedmakelaars-syndici. Voorts veranderen ook bepaalde procedureregels om het bedrog van oneerlijke syndici tegen te gaan.
De Vlaams Belangfractie diende tegelijkertijd een wetsvoorstel in tot oprichting van een Nederlandstalig en een Franstalig beroepsinstituut, om tegemoet te komen aan de wens van de Confederatie van Immobiliënberoepen. Het unitair en paritair samengesteld orgaan is niet efficiënt. De problemen bij het BIV vloeien voort uit contrasterende visies, die te maken hebben met organisatorische en sociaal-economische factoren. Dat was de motivatie van Vlaams Belang.
De commissie steunde dat wetsvoorstel echter niet, onder andere om de institutionele decentralisatie in de toekomst alle kansen te geven. Immers, de Ministerraad van 25 mei 2012 heeft pijlers 1 en 2 betreffende de decentralisatie uitgesteld in het licht van de nakende zesde staatshervorming.
Ik kom hiermee tot de hoofdreden van de onthouding bij de stemming van de N-VA. Het is een gemiste kans wanneer men de decentralisatie nu niet uitvoert. De sector zelf is vragende partij, hij heeft ondertussen al een vergelijk gevonden en werkt in de praktijk al gedecentraliseerd. Het wetgevend werk hinkt dus achterop ten opzichte van het werk op het terrein.
Opmerkelijk was ook dat het advies van de Raad van State vermeldt dat verschillende stelsels van plichtenleer niet duidelijk afgebakend zijn. Dat is nochtans cruciaal, want het gaat hier om het waarborgen van de kwaliteit voor de consument. De vastgoedconsument moet een efficiënte en eenduidige kwaliteit krijgen voor die dienstverlening, ongeacht het hoofdberoep van de beoefenaar, of hij nu notaris, landmeter of vastgoedmakelaar is.
Het tuchtprocesrecht is inderdaad een verbetering, maar ook daaruit viel meer te halen. Sommige begrippen zijn te vaag en leiden tot willekeur. Het blijft ook zoeken naar een delicaat evenwicht tussen transparantie en het recht op de persoonlijke levenssfeer.
Bovendien worden alle bevoegdheden inzake deontologie en tucht verder vastgeklonken, wat natuurlijk een toekomstige splitsing bemoeilijkt.
Aanstootgevend is ook dat de federale koepel bevoegd blijft voor de inrichting en de erkenning van de stages, terwijl opleiding en vorming materies van de Gemeenschappen zijn.
Kortom, niemand kan grote bezwaren aantekenen tegen dit wetsontwerp, maar het is helaas een gemiste kans. Het voorliggend wetsontwerp is slechts een afgeslankte versie van de hervorming die werd aangekondigd. Om die reden heeft de N-VA zich onthouden bij de stemming in de commissie.
De voorzitter:
Mevrouw Coudyser, bedankt en proficiat met uw maidenspeech in de plenaire
vergadering. (Applaus)
11.02 Linda Musin (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, nous nous réjouissons de la réforme qu'il nous est proposé de voter ce soir.
L'activité d'agent immobilier bénéficie à présent d'un cadre spécifique qui permettra une professionnalisation accrue, mais également, voire surtout, qui signifiera plus de transparence et de rigueur.
Si la réorganisation ne chamboule pas en profondeur la structure même de l'IPI (Institut professionnel des agents immobiliers), ce qui pourrait faire l'objet d'une prochaine réforme, elle atteindra, nous l'espérons, l'objectif essentiel de rétablir la confiance dans le chef des consommateurs et plus particulièrement des copropriétaires en leur conférant in fine une meilleure protection. Si les copropriétaires se verront mieux protégés, ce sera également le cas des locataires qui subissent aussi les effets directs des syndics indélicats.
Au final, c'est donc l'ensemble de la chaîne qui s'en trouvera mieux défendue.
Bien sûr, il s'agit d'un premier pas. Il conviendra de poursuivre et de s'attaquer à la formation des agents immobiliers, gage d'un service de qualité et de normes minimales communes à l'ensemble d'une profession qui tient une place importante dans la vie quotidienne de bon nombre de personnes. C'est d'ailleurs plus vrai pour les syndics dont le travail se répercute directement sur le bien-être et le confort quotidien de centaines de milliers de personnes, notamment celles vivant en appartement.
11.03 Valérie Warzée-Caverenne (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, le projet de loi de la ministre Sabine Laruelle, qui nous est soumis aujourd'hui, adapte la législation existante de la profession d'agent immobilier. Les modifications apportées à cette législation permettent entre autres de clarifier le rôle de chacun et de rétablir la confiance des consommateurs immobiliers.
Nous retiendrons notamment la distinction qui sera réalisée entre les agents immobiliers intermédiaires et les agents immobiliers syndics. Cette scission permettra d'imposer à ces deux catégories des obligations spécifiques en termes d'assurance responsabilité professionnelle, de capital minimal ou de formation professionnelle.
Parmi les adaptations prévues dans le texte, la possibilité d'exercer la profession d'agent immobilier en responsabilité limitée sous la forme d'une personne morale, l'alourdissement des sanctions pour les cas les plus graves, tels les détournements, l'amélioration du déroulement et de la transparence des procédures disciplinaires sont des avancées non négligeables.
Notons également que l'obligation pour les agents immobiliers d'assurer leur responsabilité professionnelle, de même que l'engagement de l'Institut professionnel des agents immobiliers en ce sens, sont à souligner positivement.
La proposition de scission en deux instituts, l'un francophone et l'autre néerlandophone, n'est pas abandonnée; elle a été transférée au Comité de mise en œuvre des réformes institutionnelles, ce qui nous semble cohérent.
Je soulignerai encore que ce texte est le compromis issu des concertations avec les différentes instances du secteur, l'Institut professionnel des agents immobiliers, le Syndicat national des propriétaires et les représentants des professions libérales. L'équilibre a été atteint, ce qui est évidemment très important.
Enfin, je remercie Mme la ministre d'avoir effectué cet exercice acrobatique avec une précision certaine et un sens de la mesure.
11.04 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, niemand zal ontkennen dat in uw wetsontwerp maatregelen worden voorgesteld die nuttig en noodzakelijk zijn. Syndici zullen inderdaad beter en meer worden gecontroleerd. Ze moeten jaarlijks een lijst van gebouwen bezorgen waar ze actief zijn. Men wil het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars meer instrumenten geven om daadwerkelijk op te treden tegen een bepaalde minderheid van vastgoedmakelaars die in de fout gaat. Hun naam en toenaam zal publiek worden gemaakt en er komt een sanctie bij. De beroepsaansprakelijkheidsverzekering, in het belang van iedereen natuurlijk, wordt verplicht. De consument kan er dus alleen maar beter van worden. Voorts wil men ook de voorwaarden om het beroep uit te oefenen, aanpassen aan de Europese vereisten. Tot daar kan ik dus volgen. Ik heb dat ook in de commissie gezegd.
U hebt echter niet van de gelegenheid gebruikgemaakt om een aantal fundamentele veranderingen uit te voeren. U hebt er bijvoorbeeld geen gebruik van gemaakt – wat mij niet verwondert – om de structuur, de organisatie en de dagelijkse werking van het beroep van vastgoedmakelaar en de beroepsinstellingen aan te passen aan de sociaal-economische werkelijkheid van het beroep en het land.
Daarom heeft de Vlaams Belangfractie haar voorstel opnieuw ingediend om het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars te splitsen in een Nederlandstalig en een Franstalig instituut. U zult zich herinneren dat wij voor de eerste indiening ervan een aanleiding hadden.
Immers, de ingewikkelde stemprocedure voor die instelling zorgde er eigenlijk voor dat de Vlaamse meerderheid in de nationale raad aan banden werd gelegd. Mevrouw de minister, de nog unitaire nationale raad werkt niet efficiënt, zoals reeds gezegd. De uitvoerende kamer en de kamer van beroep waren van bij de oprichting van het BIV eigenlijk al gesplitst. U zit daar dus met een zeer hybride structuur die, wat ons betreft, best in onderhavig wetsontwerp had kunnen worden aangepakt. De splitsing van de nationale raad, van het bureau en van de begroting is eigenlijk maar een peulschil in vergelijking met wat reeds is gebeurd. Wij vinden het dan ook heel spijtig dat u van de gelegenheid geen gebruik hebt gemaakt om de splitsing door te voeren.
Gaat het hier
louter om een taalprobleem? Nee, en dat weet u. De Vlamingen en de Franstaligen
hebben op heel wat beleidsdomeinen inzake vastgoed een andere visie ontwikkeld.
Dat heeft niet alleen te maken met cultuurverschillen, maar in belangrijke mate
ook met verschillen inzake de organisatorische en economische werkelijkheid. De
vastgoedmakelaars in de verschillende regio’s hebben ook wetgeving die steeds
verder uit elkaar loopt, die een andere werkelijkheid dekt en die dus ook
andere organisatieregels vergt. Mevrouw de minister, u hebt hier een kans
gemist om verder te gaan en om, zoals gezegd door onze collega, de
werkelijkheid met de wetgeving in te halen. U loopt met uw wetsontwerp nog
altijd de werkelijkheid achterna.
Er is meer,
mevrouw de minister. In onze stelling dat men de gelegenheid niet heeft
aangegrepen om verder te gaan, worden wij gesteund door het BIV. Dat heeft
onlangs een paper uitgebracht waarin het stelt dat de consument nog beter had
kunnen worden verdedigd in he wetsontwerp, wat u spijtig genoeg hebt nagelaten.
De aan- of verkoop van een pand kan bijvoorbeeld door een vastgoedmakelaar gebeuren, alsook door een notaris of een landmeter. Men kan een appartementsgebouw laten beheren door een syndicus of door een architect. De bescherming is echter anders, het BIV betreurt dat u niet verder bent gegaan en dat u in het wetsontwerp geen uniform regelgevend kader hebt uitgewerkt voor alle beroepen die onroerend goed beheren of erin bemiddelen. Die kans hebt u laten liggen.
U hebt ook nagelaten om de toegang tot het beroep te herzien en het beroep open te stellen. Ik vind dat een belangrijke kritiek, mevrouw de minister. Ik zou dan ook graag zien dat u, in de mate van het mogelijke, probeert te volgen.
Het BIV klaagt ook aan dat u geen gebruik hebt gemaakt van het wetsontwerp om de toegang te verbreden en om het beroep open te stellen voor iedereen die een bepaald niveau van diploma behaalt, mits een competentietest en een individueel vormingstraject. U blijft zweren bij een eindeloze lijst diploma’s. Wij vinden dat jammer.
Onze politieke fractie zal het ontwerp dus niet goedkeuren, maar om het belang te onderstrepen van enkele goede punten die u met uw wetsontwerp hebt gerealiseerd, zal ik mij bij de stemming onthouden.
11.05 Joseph George (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, votre projet de loi vise plusieurs objectifs. Comme vous l'expliquez très bien dans la motivation, il doit servir à rendre plus efficaces les moyens de lutter contre les indélicatesses d'une minorité d'agents immobiliers. En effet, le secteur a été entaché par le comportement de quelques-uns d'entre eux qui avaient manifestement abusé de la situation et qui avaient ainsi forgé une image négative de ce milieu professionnel. Mais il importe d'aborder également d'autres points contenus dans votre projet.
Il offre d'abord la possibilité d'exercer cette profession sous le couvert d'une société. On oublie souvent qu'il s'agit de l'un des seuls secteurs où c'était jusqu'à présent impossible. De plus, il permet de mettre en application une directive européenne de 2006 ouvrant cette profession à des ressortissants de l'Union européenne.
Le projet répond aux souhaits de mon groupe. Il dote en effet l'Institut de moyens de contrôler les comportements indélicats. À cet égard, je note qu'il appartiendra au Roi, donc au gouvernement, de déterminer les conditions de nomination des assesseurs juridiques et la façon dont ils seront démis. Car la méthode utilisée pour les démettre est parfois aussi importante que la manière de les nommer. Nous serons attentifs à cet aspect des choses. Le texte a été complété par un amendement couvrant l'assurance-indélicatesse. À ce titre, je vous rappelle que j'avais insisté en commission sur le fait que l'exercice de la profession de syndic n'était pas l'apanage des agents immobiliers. Dès lors, on risquait de déboucher sur les situations suivantes: si une agence immobilière remplissait la fonction de syndic, elle allait être couverte par son ordre professionnel; tandis que si quelqu'un exerçait une profession admise à remplir cette fonction, l'assurance-indélicatesse ne s'appliquait pas. Il fallait donc uniformiser ces différents cas.
Il importe – et c'est ce qui se trouve en filigrane de ce projet de loi – d'assurer la transparence de ce secteur, qui est en pleine évolution. Car la copropriété a profondément changé au cours de ces vingt dernières années. Le texte répond à cet objectif. Je puis donc vous dire que je voterai le projet et l'amendement que nous avons adoptés en commission.
11.06 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je crois qu'il n'y a rien à ajouter. Il est clair que ce projet ne scinde pas l'IPI. Certains le regrettent et c'est tant pis pour eux. Ce n'est pas l'objectif de ce projet et il ne vise pas non plus à faire du protectionnisme primaire vis-à-vis d'autres professions qui exercent l'activité d'agent immobilier.
Dans ce projet, un certain nombre de mesures sont prises pour soumettre chaque individu qui accomplit des actes d'agent immobilier, même sous un autre statut, aux mêmes règles déontologiques. Je remercie les parlementaires qui ont compris le projet et qui le soutiendront. Et, tout compte fait, je remercie également les autres.
11.07 Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, de parlementairen die straks zullen tegenstemmen doen dat niet omdat ze uw ontwerp niet hebben begrepen. De reden ligt elders en dat weet u goed genoeg.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2517/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2517/4)
Le projet de loi compte 27 articles.
Het wetsontwerp telt 27 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 27 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l’article 9.
De artikelen 1 tot 27 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikel 9.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
12 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne les sûretés réelles mobilières et abrogeant diverses dispositions en cette matière (2463/1-6)
- Proposition de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne les sûretés réelles mobilières (2376/1-3)
- Projet de loi réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution en matière de sûretés réelles mobilières (2464/1-3)
12 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake (2463/1-6)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft (2376/1-3)
- Wetsontwerp tot regeling van aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet inzake de zakelijke zekerheden op roerende goederen (2464/1-3)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Joseph George, Christian Brotcorne
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux projets de loi et à la proposition de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze twee wetsontwerpen en het wetsvoorstel te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
12.01 Carina Van Cauter, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, deze ontwerpen, die de thans over diverse wetten verspreide bepalingen binnen het Burgerlijk Wetboek willen hergroeperen, zijn tot stand gekomen op basis van het werk van een groep specialisten in de materie. Het voorstel heeft als doel om het systeem van zakelijke zekerheden op roerende goederen te hervormen, te vereenvoudigen en dus doeltreffender te maken.
De tekst past binnen het huidige regeerakkoord. Daarin staat dat de regering werk zal maken van de opmaak van nieuwe wetten, waaronder een wijziging van het Burgerlijk Wetboek op het gebied van zakelijke zekerheden op roerende goederen, om alzo te komen tot een toegankelijke, snelle en moderne justitie. De tekst is gebaseerd op de werkzaamheden van een werkgroep die bestond uit diverse professoren, medewerkers van de FOD Justitie, de FOD Financiën en vertegenwoordigers van de advocatuur. Er werden adviezen ingewonnen over de door de experts opgestelde teksten. Deze hebben geleid tot enkele aanpassingen. Dit leidde tot het uiteindelijk ontwerp.
In de commissie voor de Justitie werden de ontwerpen die het huidige stelsel van de zakelijke zekerheden op roerende goederen hervormen op 11 december 2012 aangenomen. Deze hervorming leidt tot een doeltreffender kredietstelsel die de ontwikkeling van een performante economie beter kan ondersteunen. Door de economische crisis waaraan België het hoofd moet bieden, wordt het belang van een goed werkend kredietmechanisme ter financiering van de economische operatoren en ter stimulering van de groei van de werkgelegenheid benadrukt. Kredietverlening is echter onlosmakelijk verbonden met de vestiging van zekerheidsrechten. Door die rechten doeltreffender te maken nemen de kosten van het krediet af en wordt de economische groei hervormd. Vooral met betrekking tot het pand moest de Belgische wetgeving inzake zekerheden worden gemoderniseerd.
De teksten wijzigen meer bepaald de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen regels over het pand. Voortaan zal het mogelijk zijn om een pand te vestigen zonder buitenbezitstelling. De publiciteit wordt verzekerd door de inschrijving in een nieuw pandregister. In dat verband was het basisprincipe, dat sinds het Burgerlijk Wetboek van 1804 onveranderd was gebleven, immers “pas de gage sans dépossession”: het pand komt alleen maar geldig tot stand voor zover het in pand gegeven goed uit het bezit van de zekerheidssteller wordt gehaald en naar het bezit van de schuldeiser overgaat. De buitenbezitstelling van de schuldenaar vormt echter een bron van economische inefficiëntie, want door de schuldenaar het bezit van het in pand gegeven goed te ontnemen, beschikt hij niet langer over de middelen waarmee hij inkomsten zou kunnen genereren en het hem toegekende krediet zou kunnen terugbetalen.
Daarnaast is de oprichting van een pandregister een van de belangrijkste maatregelen die worden ingevoerd door deze ontwerpen. Aangezien de schuldenaar immers in het bezit blijft van het in pand gegeven goed, moet de publiciteit ervan worden gewaarborgd door inschrijving ervan in een pandregister waardoor het tegenwerpelijk wordt aan derden. Dat register zal volledig elektronisch en online beschikbaar zijn om de panden er in te schrijven of om het te raadplegen. De volgorde van voorkeur van de pandhouders zal dan worden bepaald naargelang van de inschrijvingsdatum van het pand in het register.
De oprichting van het pandregister maakt het ook mogelijk om twee panden op te nemen die reeds werden bekendgemaakt, te weten het pand op de handelszaak en het landbouwvoorrecht. De wetten inzake deze twee panden kunnen bijgevolg worden opgeheven. Aangezien de regelgeving inzake het pandrecht in het Burgerlijk Wetboek wordt gebundeld, leidt een en ander bovendien tot een vereenvoudiging van het wetgevend kader.
Ten slotte wordt een vereenvoudigde uitwinningsprocedure ingevoerd waarbij het voorafgaand verkrijgen van een uitvoerbare titel niet meer vereist is. De procedure wordt desgevallend – schuldenaars kunnen zich nog altijd tot de beslagrechter wenden – gecentraliseerd bij de beslagrechter. De schuldenaren die geen consument zijn, zullen dus geen beroep meer moeten doen op een voorafgaandelijke rechterlijke tussenkomst zoals thans het geval is. De schuldeiser zal meer vrijheid krijgen bij de keuze van de wijze van uitwinning. Alle nodige rechtswaarborgen worden echter verzekerd, want het blijft de schuldenaar vrij een beroep te doen op de tussenkomst van de beslagrechter.
Ook de pandhouder zal verplicht zijn zich tot de rechter te wenden als de schuldenaar bij niet-betaling het verpande goed weigert af te geven. Er zal steeds gerechtelijk toezicht a posteriori mogelijk zijn ingeval de schuldenaar de door de pandhouder aangewende wijze van uitwinning zou betwisten. Ook de efficiëntie van de panduitwinningsprocedure wordt bevorderd doordat de bevoegdheid voor deze geschillen geconcentreerd wordt bij de beslagrechter, de natuurlijke executierechter.
Beste collega’s, deze hervorming is inderdaad fundamenteel. Voor de rest van mijn verslag wil ik verwijzen naar het schriftelijk verslag.
In mijn hoedanigheid van rapporteur en teneinde het verslag volledig te maken, moet ik u wel meedelen dat in de aangenomen tekst van het wetsontwerp houdende zakelijke zekerheden, document nr. 2463/6, een technische fout is geslopen in het nieuwe artikel naar aanleiding van amendering door amendement nr. 23; ik verwijs dan naar document nr. 2463/4.
Amendement nr. 23 sterkt ertoe het oorspronkelijke eerste en tweede lid te vervangen en heeft in het bijzonder betrekking op het vervangen van de hierin voorgeschreven termijn van vijf jaar door een termijn van tien jaar. In het derde lid van dit artikel wordt eveneens melding gemaakt van die termijn, maar daar is de termijn van vijf jaar blijven staan, terwijl ook hier de nieuwe termijn van tien jaar moet worden ingevoerd. Dat is een technische correctie die ik u hier wil meedelen en die kan aangebracht worden naar aanleiding van het verslag, uitgebracht hier in de plenaire vergadering.
Collega’s, ten slotte wil ik ook kort het woord nemen namens Open Vld.
Ik ben blij dat de collega’s ons gevolgd zijn in de amendering die gebeurd is door onze fractie. Zodoende werden enkele bijkomende bepalingen ingevoerd die leiden tot een betere bescherming voor de onderaannemers, de onbetaalde verkopers en de verkoper die een voorrecht bezit.
Wij zijn evenmin blind voor de extra kosten die gepaard zouden gaan met een hernieuwing van de inschrijving van het pand na vijf jaar. Daarom is de daarnet vermelde termijn van tien jaar ingevoerd.
Mevrouw de minister, tot slot hebben wij in samenspraak met u en met uw kabinet geijverd om te voorzien in een voldoende lange uitvoeringstermijn, zodat degenen die op het terrein de regelgeving moeten toepassen, zich voldoende kunnen voorbereiden op deze ingrijpende nieuwe regelgeving.
12.02 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, le projet que nous allons voter aujourd'hui s'attaque à l'une des plus vieilles institutions du Code Napoléon: le gage. Ce mécanisme de sûreté est tombé dans une telle désuétude que seuls les étudiants des facultés de droit y sont encore confrontés. Pour moderniser cette institution bicentenaire, il aura fallu réunir, sous la houlette du professeur Dirix, l'expertise des professeurs de six grandes universités du Royaume et d'agents de l'administration – un groupe que je tiens à remercier pour la qualité de son travail.
La mesure la plus fondamentale, la plus spectaculaire juridiquement parlant, est la suppression de la condition de dépossession du gage par le débiteur gagiste. Cette mesure, qui aligne notre régime sur celui de nos pays voisins, répond enfin aux nécessités des échanges commerciaux de notre époque. À cet égard, le registre qui assurera la publicité des gages ne sera efficace qu'à la condition d'être à la fois accessible et exempt de trop lourdes formalités.
Par ailleurs, le groupe de travail d'experts ne s'est pas cantonné au gage mais a véritablement dépoussiéré et harmonisé toute la matière des sûretés réelles. La disparition du gage commercial, de l'obscur warrant et d'une série de privilèges devrait alléger les syllabi de nos aspirants juristes.
Au-delà de ce nettoyage, la philosophie ayant accompagné la rédaction de ce projet doit également être saluée. Les rédacteurs ont consacré les jurisprudences de la Cour de cassation en la matière tout en apportant des réponses aux imprécisions subsistant pour les praticiens. Cette recherche de solutions pratiques, loin des querelles purement théoriques et dogmatiques, doit être soulignée, car elle réduit l'insécurité juridique.
De plus, le groupe PS se réjouit des dispositions particulièrement protectrices des consommateurs. Dans une matière aussi technique, il est en effet impératif de s'assurer que les citoyens ne se voient pas pris dans des engagements dont ils n'auraient pas mesuré la portée. C'était là une priorité pour le Parti Socialiste.
Ce n'est pas le seul rapport de force dont le projet tient compte. Grâce aux amendements déposés par la majorité, les PME seront clairement en mesure d'évaluer l'étendue de la garantie pour chacune de leurs créances.
Le risque de mauvaise surprise face aux établissements de crédit en sera donc d'autant limité.
Finalement, en facilitant l'accès au crédit, la loi aura un impact positif sur notre économie. Cependant, il faudra patienter jusqu'à son exécution complète pour en ressentir tous les effets bénéfiques. Gageons alors que le registre du gage sera opérationnel dans les meilleurs délais.
Monsieur le président, pour toutes ces raisons, mon groupe votera en faveur de ces deux projets de loi.
12.03 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, in tijden van economische crisis moeten wij zeker de ondernemingen stimuleren. Deze twee wetsontwerpen hebben met zakelijke zekerheden te maken. Ik wil, net zoals collega Déom, het team van professoren, onder leiding van professor Dirix, dat in opdracht van ons departement dit belangrijke wetsontwerp heeft uitgeschreven, heel expliciet bedanken.
Zoals enkele sprekers al hebben gezegd, is de oprichting van een pandregister een van de fundamentele hervormingen en een van de belangrijkste maatregelen in dit wetsontwerp. Aangezien de schuldenaar in het bezit blijft van het in pand gegeven goed, moet de publiciteit ervan worden gewaarborgd door de inschrijving ervan in een register, waardoor het tegenwerpelijk wordt aan derden.
Dat register zal uiteraard volledig elektronisch en dus ook online beschikbaar zijn, om de panden erin in te schrijven of om het te raadplegen. De publiciteit is essentieel.
Met deze twee wetsontwerpen doen wij een tegemoetkoming. Wij gaan naar een grote, fundamentele hervorming van een wetgeving die al heel lang bestaat en die zakelijke zekerheden moet geven. De hervorming zorgt voor een modernisering van de wetgeving. Ik leg ze dan ook heel graag aan de Kamer voor. Na de goede discussie die wij erover gehad hebben, met een aantal amendementen van de meerderheid ter verbetering, meen ik dat wij een belangrijke stap vooruitzetten.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2463. Le texte adopté par la commission sert de base à la
discussion. (Rgt 85, 4) (2463/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 2463. De door de commissie aangenomen tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2463/6)
Le projet de loi compte 101 articles.
Het wetsontwerp telt 101 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 101 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l’article 41.
De artikelen 1 tot 101 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikel 41.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Nous passons à la discussion des articles du
projet de loi n° 2464. Le texte corrigé par la commission sert de base à
la discussion. (Rgt 85, 4) (2464/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan van het wetsontwerp nr. 2464. De door de commissie verbeterde tekst
geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2464/3)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
13 Proposition de loi modifiant le Code d’instruction criminelle en ce qui concerne les nullités (41/1-5)
- Proposition de loi modifiant le Code d'instruction criminelle en ce qui concerne les nullités (2186/1-2)
13 Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat betreft de nietigheden (41/1-5)
- Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering wat de nietigheden betreft (2186/1-2)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 41: Renaat
Landuyt
- 2186: Carina Van Cauter,
Sabien Lahaye-Battheu
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Carina Van Cauter, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, de commissie voor de Justitie heeft deze wetsvoorstellen besproken tijdens de vergaderingen van 30 november 2010, 24 april 2012, 8 mei 2012, 5 juni 2012, 12 juni 2012 en 11 december 2012.
Tijdens de vergaderingen van 5 en 12 juni 2012 heeft de commissie hoorzittingen gehouden. Hierop kwamen een aantal eminente sprekers aan het woord, onder meer de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, de voorzitter van het hof van beroep te Brussel, mevrouw Massart, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel, de heer Damien Vandermeersch, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, de heer Bart De Smet, substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen, de heer Karel van Cauwenberghe, voorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters, de heer Pierre Monville, vertegenwoordiger van de OBFG, en tot slot, de heer John Maes, vertegenwoordiger van de OVB.
Ik zal heel kort de inhoud van de initiële teksten van de twee ingediende voorstellen bespreken. Eerst was er het voorstel ingediend door collega Landuyt, waarin hij voorstelde de sanctie van de nietigheid in de strafprocedure, net zoals in de burgerlijke procedure, slechts toe te passen indien er sprake is van concrete belangenschade. Bovendien bepaalde het wetsvoorstel dat de sanctie van de nietigheid in de strafprocedure slechts kan worden toegepast indien de wet die nietigheid uitdrukkelijk heeft opgelegd.
Vervolgens was er het wetsvoorstel van mezelf en collega Sabien Lahaye-Battheu. In dat voorstel werd bepaald dat er niet automatisch tot uitsluiting van het bewijs kan worden overgegaan, indien er sprake is van een onrechtmatig verkregen bewijs in een strafzaak. Bij gebreke van een wettelijke regeling is het de rechter die zou beslissen, onder meer rekening houdend met de gevolgen van de onregelmatigheid, in het licht van concrete omstandigheden en de belangen in de zaak.
In ons wetsvoorstel hebben wij drie mogelijke sancties voorgesteld, met name strafvermindering, bewijsuitsluiting of niet-ontvankelijkheid van de strafvordering.
Na de hoorzittingen en na rijp beraad is uiteindelijk een meerderheidsamendement tot stand gekomen, dat is ingediend en in de commissie van dinsdag 11 december 2012 is goedgekeurd.
De uiteindelijk aangenomen tekst voorziet effectief in de inschrijving van de Antigoonrechtsleer, zoals ze in de wetgeving gemeenzaam wordt genoemd. Wanneer er in ons recht sprake is van onderzoeksgerechten die zuivering en nietigheden toetsen, is de regelgeving ter zake wettelijk vastgelegd. Echter, wanneer een vonnisgerecht uitspraak over de wettigheid moet doen, dan wordt toepassing gemaakt van de door het Hof van Cassatie gecreëerde regeling.
Deze rechtspraak is door de jaren heen geëvolueerd. Van zuivere bewijsuitsluiting is vandaag geen sprake meer. Van systematische bewijsuitsluiting zijn wij geëvolueerd naar bewijsuitsluiting als zijnde de uitzondering.
In het befaamde Antigoonarrest heeft het Hof van Cassatie beslist dat onregelmatig verkregen bewijsmateriaal enkel in drie gevallen tot bewijsuitsluiting leidt, ten eerste, wanneer de naleving van een bepaalde vormvoorwaarde op straffe van nietigheid is voorgeschreven; ten tweede, wanneer de begane onregelmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast en, ten derde, wanneer het gebruik van het bewijs in strijd zou zijn met het recht op een eerlijk proces.
Het zijn nu net die drie criteria die in de wet zullen worden ingeschreven.
Sommigen zullen opwerpen en hebben opgeworpen dat die stap niet ver genoeg gaat. Het is echter effectief een flinke stap vooruit op het vlak van de duidelijkheid en de rechtszekerheid. Af en toe moet het Hof van Cassatie de lagere rechtbanken immers herinneren aan wat in de Antigoonrechtsleer is bepaald. In de toekomst zal de nieuwe regelgeving in ieder geval duidelijk zijn en tot meer rechtszekerheid aanleiding geven.
Collega’s, ten persoonlijken titel en in naam van mijn fractie kan ik er nog aan toevoegen dat wij liever een verdergaande tekst hadden goedgekeurd gezien. Het is in ieder geval een eerste stap in de goede richting om recht en rechtvaardigheid korter bij elkaar te brengen. Wij zullen de voorliggende tekst dan ook mee ondersteunen en goedkeuren.
13.02 Sophie De Wit, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik verwijs naar het schriftelijk verslag en naar het mondeling verslag dat collega Van Cauter daarnet gebracht heeft. Ik zal mij beperken tot enkele inhoudelijke bemerkingen namens onze fractie.
De koppen van de kranten logen er vanmorgen niet om: “Vrijlating na procedurefouten wordt ingeperkt.” Ik kan dus niet anders dan collega Landuyt feliciteren.
Collega Landuyt, ik moet u feliciteren omdat u de media, zoals wij ze kennen, meesterlijk hebt bespeeld. U hebt zichzelf eens flink op de borst geklopt en gezegd: “Kijk eens wat wij nu gedaan hebben, is dat niet fantastisch?” Er kwamen natuurlijk onmiddellijk reacties, waarschijnlijk van mensen die nog niet gelezen hadden waarover het gaat. U zei immers: “Kijk eens, wij pakken de procedurefouten aan.” Hiervoor krijgt u mijn felicitaties. Ik kan u echter enkel feliciteren met dat mediamoment, collega Landuyt, en niet zozeer met het wetsvoorstel op zich.
Want, collega’s, schijn bedriegt. In werkelijkheid ligt hier geen krachtdadige oplossing voor die de procedurefouten aanpakt, helemaal niet. Het is, zoals collega Van Hecke tijdens de besprekingen in de commissie heel mooi zei, “een lege doos met een hele grote strik rond”. Ik kan het niet beter zeggen.
Waar gaat het om? Wij kennen de problematiek allemaal. Wanneer daders, zeker van bewezen feiten, uiteindelijk niet worden vervolgd omdat er procedurefouten waren, of fouten in de bewijslevering, is er altijd commotie. Niemand is daar gelukkig mee. Het is een moeilijke problematiek, waarvoor een evenwicht moet worden gezocht tussen, enerzijds, een efficiënte vervolging en bestraffing en, anderzijds, de bewijsvergaring, de regels daarvoor en de sancties ter zake. Politie en onderzoeksrechters moeten de regels respecteren. Wij leven tot nader order in een rechtstaat.
Collega’s, deze uitgebreide problematiek raakt het hart van onze rechtspleging en verdient dus een grondig debat. Net dat grondig debat mis ik hier. Ik mis een duidelijke visie. U weet dat de grote wet-Franchimont al jaren op tafel ligt, maar dat er niets mee wordt gedaan. Er is aan gewerkt, de teksten liggen klaar, maar er gebeurt niets mee. Wel waren er deze twee wetsvoorstellen van onder meer de collega’s Landuyt en Van Cauter. Wij hebben hoorzittingen gehouden en de Raad van State heeft advies uitgebracht, maar daaruit blijkt dat de Raad behoorlijk afwijzend staat tegenover de ingediende voorstellen.
Om te vermijden dat de hele problematiek opnieuw naar de Griekse kalender zou worden verwezen, en om te kunnen zeggen dat men ermee bezig was, misschien met het oog op dat mediamoment, is er uiteindelijk een amendement ingediend waarbij men niets meer of minder heeft gedaan dan de Antigoonrechtspraak, vaste rechtspraak die sinds 2003 verder is geëvolueerd, in een wettekst te gieten.
Daar zitten ongetwijfeld veel goede bedoelingen achter, en het biedt misschien een houvast aan de rechters, maar in de praktijk zal er weinig of niets veranderen en heeft dit wetsvoorstel geen toegevoegde waarde. Het heeft de verdienste er te zijn, alle goede bedoelingen ten spijt.
Collega’s, deze meerderheid heeft altijd de mond vol van grote hervormingen, ook bij Justitie. Er worden grote woorden gebruikt en grote aankondigingen gedaan, maar als het erop aankomt, zoals vandaag, is er eigenlijk alleen wat gerommel in de marge. Dat is een gemiste kans.
Wil men werkelijk iets veranderen, neem dan de grote Franchimont terug op. Mocht dat te moeilijk zijn, niet meer adequaat of niet meer gepast, laten wij dan beginnen met het hoognodige nieuwe wetboek van strafvordering. Raken aan de regels van de nietigheden heeft immers alleen zin wanneer men ook het strafprocesrecht hervormt. Stel een regeringscommissaris aan en richt een commissie op, het maakt mij niet uit. Uiteraard zal dat veel werk en tijd vergen, maar degelijk wetgevend werk vraagt tijd en mag zich niet beperken tot steekvlampolitiek en geweldige aankondigingen. Wetgevend werk moet op lange termijn gebeuren, want men moet daarover nadenken.
Minister Turtelboom schreef de hervorming van de strafvordering in haar beleidsnota in, maar laten wij eerlijk zijn: tot op heden blinkt zij nog wat uit in vaagheid. Wij zullen er nochtans niet aan ontsnappen, want binnenkort komt er de Europese Salduzrichtlijn die een gigantische impact zal hebben op ons procesrecht. Wij zullen dat werk toch moeten verrichten. Ik roep de leden van deze Kamer dus nogmaals op, met de woorden van de heer Van Biesen: "Niet wachten, niet talmen, doen.”
Laten wij eraan beginnen, laten wij een nieuw wetboek van strafvordering tot stand brengen, met — en dat is heel belangrijk — transparante en duidelijke regels. Het gaat niet op om overal regeltjes voor, tussen en achter te voegen; er moeten duidelijke en transparante regels komen en zo zou het risico op procedurefouten gemakkelijk kunnen afnemen.
Wat dit wetsvoorstel betreft, wil ik concreet nog volgende elementen toevoegen. Wij hebben de discussie al gevoerd in de commissie, maar hier wordt bij wijze van compromis tussen de meerderheidspartijen de Antigoonrechtspraak gewoon opgenomen in wetgeving. Op zich is dat niet slecht. Er werden daarover hoorzittingen georganiseerd. Kijk er de verslaggeving maar op na. Onder meer aan de voorzitter van het Hof van Cassatie werd gevraagd of het zin had om die Antigoonrechtspraak in wetgeving om te zetten omdat de rest van de voorstellen niet nuttig bleek te zijn. Hij heeft eigenlijk de schouders opgehaald en gezegd dat dit een houvast kon bieden, maar dat wij dit dan zeker weloverwogen moesten doen. Dat moest weloverwogen gebeuren en wij moesten raad vragen aan specialisten. Dat hebt u echter niet willen doen, lieve mensen van de meerderheid. Het moest snel gaan, want men moest natuurlijk zijn mediamoment hebben. Men heeft die specialisten dus niet meer willen raadplegen over een totaal gewijzigd voorstel. Men heeft ook op andere vlakken niet willen luisteren naar wat er is gezegd tijdens die hoorzittingen. Er waren immers ook een aantal technische zaken. Cassatie heeft heel duidelijk een rechtspraak ontwikkeld met een aantal criteria. Er zijn drie hoofdcriteria en een aantal subcriteria. Heel belangrijk is dat men gezegd heeft dat als men die rechtspraak wou opnemen men alles moest nemen, het globale pakket.
U hebt dat niet gedaan en er werden slechts drie subcriteria behouden. Als men niet volledig voor iets gaat, dan blijft men er beter af. Ter zake had men er dan niet aan moeten beginnen en had men de rechtspraak moeten laten zoals zij is.
Waarom zijn die criteria belangrijk? Zonder het opnemen van alle nodige criteria zoals ontwikkeld in de rechtspraak, ontstaat er een onderscheid tussen bewijs dat werd verkregen voor Belgische instanties en bewijs verkregen in het buitenland. Er is immers de wet van 2004 in verband met wederzijdse rechtshulp, waarin wel alles werd opgenomen. Daarin werd trouwens ook een andere terminologie gehanteerd. Nu is er dus een nuanceverschil, met het risico dat het gelijkheidsbeginsel wordt geschonden. Het was niet de bedoeling van de indieners van het amendement om problemen te creëren, lijkt mij.
Bij het omzetten van de Antigoonrechtspraak in wetgeving had men eerst een inventaris moeten maken van wat op straffe van nietigheid is voorgeschreven. Het moest echter snel gaan en men heeft dat niet willen doen. Nochtans verdient dit onderwerp een grondig debat, maar dat heeft men niet willen voeren.
Collega’s, geloof de titels uit de kranten niet, want de thans voorgelegde oplossing is niet alomvattend. Zij betreft enkel de onregelmatigheid in de bewijslevering, maar lost nog altijd niets op wat de rechtspleging betreft. Er wordt dus slechts een onderdeel aangepakt en de oplossing is geenszins volledig.
Collega Landuyt en anderen, u legt hier een politiek compromis voor, ongetwijfeld met veel goede bedoelingen, dat misschien een houvast kan bieden aan de rechtbank, maar dat in de praktijk niets zal veranderen — de rechtspraak was er immers al. Het biedt geen alomvattende oplossing en adviezen worden genegeerd. Men schuwt zelfs mogelijke adviezen van specialisten, want er zouden eens opmerkingen kunnen komen. U hebt uw mediamoment nu gehad en daar blijft het bij.
Ik vrees dat er nu geen vrijlating meer of minder zal gebeuren door procedurefouten nu dit in een wettekst is gegoten. Dit blijft een gemiste kans. Dit is, collega Van Hecke, een lege doos met een hele grote strik rond. Het zal misschien niet schaden, maar het zal zeker niet baten. Onze fractie zal zich dan ook onthouden bij de stemming.
13.03 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal van op mijn bank het woord nemen.
Ik wil bevestigen dat wat nu voorligt, eigenlijk gewoon de neerslag is van de rechtspraak die het Hof van Cassatie heeft opgebouwd. Nu wordt die rechtspraak in het wetgevend kader opgenomen.
Aanvankelijk lag het voorstel van collega Landuyt voor, waarin ook tal van nieuwe begrippen aan de orde kwamen. Na de hoorzittingen die wij gehouden hebben en na de discussies die gevoerd werden, hebben wij echter de rechtspraak overgenomen in een wetsvoorstel, wat een grotere rechtszekerheid biedt en wat volgens de professoren in de hoorzittingen ook als een minimale wijziging werd voorgehouden.
Als wij dieper willen ingaan op de nietigheden, dan is het nu voorliggend voorstel bijgevolg maar een heel klein element. Wij moeten op een fundamentele manier verder nadenken over de wijze van omgaan met een concept als substantiële nietigheden. Het gaat niet alleen om onregelmatigheden in de bewijsvoering. Ik denk dus dat wij nog veel werk voor de boeg hebben.
13.04 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, vanmorgen ontstond er inderdaad heel wat commotie over het nu voorliggend voorstel. Iedereen kon lezen in de krant of horen op de radio dat de politiediensten vanaf vandaag procedurefouten mogen maken bij de vleet en dat dit allemaal zou kunnen gebeuren zonder enig risico van sanctionering door Justitie. Zo zou men bijvoorbeeld aan de lopende band onwettige huiszoekingen kunnen verrichten. Dat is natuurlijk absoluut niet correct.
Het verwonderde mij ook om dat te horen, want er kwamen enkele strafpleiters aan het woord die er altijd snel bij zijn om commentaar te geven op wat er gebeurt. Die strafpleiters kunnen we ook procedurepleiters noemen. Ik vind hun uitspraken verrassend, want het zijn toch advocaten die niet bekend staan als zouden zij normaal gezien pleiten zonder dossierkennis. Deze keer hadden zij het echter toch wel mis. Ik denk dat zij zich hebben laten inspireren door de oorspronkelijke tekst van collega Landuyt, maar niet hadden opgemerkt dat de commissie het oorspronkelijk voorstel van collega Landuyt vrij grondig heeft hervormd. Zodoende hebben zij de tekst fout begrepen.
Wat de voorliggende tekst beoogt, is de rechtspraak van het Hof van Cassatie in wetgeving vastleggen. Niet meer, niet minder. Althans, dat was de bedoeling. Laten wij even bekijken wat de rechtspraak van het Hof van Cassatie precies inhoudt. Het gaat om de fameuze Antigoonrechtspraak, die neerkomt op drie belangrijke hoofdcriteria en waarbij ook zes subcriteria ontwikkeld werden. De meerderheidspartijen hebben de drie hoofdcriteria in de wet ingeschreven en over de zes subcriteria wordt niet gesproken; die worden niet aan de wet toegevoegd. Nu zegt de meerderheid dat ze een fantastische wet heeft neergepend.
In de praktijk zal er niets veranderen. Men klikt enkel een vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie vast in een wet. Er is veel papier en tijd verspild in de commissie, verder niets. Het is een grote doos met een zeer grote rode strik rond. Collega Landuyt is daar gelukkig mee. Hij kan ermee pronken in de pers. Zijn wetsvoorstel is goedgekeurd. De strafpleiters zien een gigantische wijziging die er geen is op zich afkomen. Het is veel commotie om niets. Het is een grote storm in een glas water. Wij zullen dus tegenstemmen.
13.05 Bert Schoofs (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de nietigheden in het strafprocesrecht hebben lang vertoefd in een absolute flou artistique. Er waren en zijn nog altijd geen duidelijke eenvormige regels. Het Hof van Cassatie heeft uiteindelijk verdienstelijk ingegrepen door via de rechtspraak wat klaarheid te scheppen. Dat gebeurde middels het zogenaamde Antigoonarrest. Dat was echter niet voldoende. Elk normaal denkend mens reageert gefrustreerd en ontgoocheld en zelfs woedend als er weer eens een crimineel wordt vrijgelaten of vrijgesproken op basis van wat men “procedurefouten” noemt.
Ik kan mij de beelden van een ontredderde toenmalige minister Jo Vandeurzen nog voor de geest halen toen bleek dat de moordenaar van Kitty Van Nieuwenhuyzen ei zo na werd vrijgelaten. Enkel met een juridische ‘truc van de foor’ heeft men hem toen voor een tijdje in de gevangenis kunnen houden. Er zijn bijna maandelijks tal van andere, hemeltergende voorbeelden van vrijspraak of vrijlating van een schuldige op basis van procedurefouten.
Ere wie ere toekomt, collega Landuyt, gevolgd door de dames Van Cauter en Lahaye-Batteu, heeft het ene na het andere wetsvoorstel ingediend om het voorkomen en herstellen van nietigheden in het strafprocesrecht te vatten in rechtsregels. Persoonlijk was ik iets meer gecharmeerd door het wetsvoorstel Landuyt, zonder daarmee afbreuk te doen aan het wetsvoorstel Van Cauter - Lahaye-Batteu.
Collega Landuyt, Willem Elsschot schreef dat tussen droom en daad wetten en praktische bezwaren staan. Als ik mag parafraseren: tussen een parlementair wetgevend initiatief en een uiteindelijke wettekst staan politieke compromissen in de weg en in dit geval ook de Raad van State.
Wij hebben niets tegen de Raad van State en ook niets tegen eerbare politieke compromissen, maar als leden van de oppositie hoeven wij daar ook niet voor te plooien.
Wij waarderen het out-of-the-boxdenken, zoals dit is gebeurd in de oorspronkelijke wetsvoorstellen. Wij waren dan ook ontgoocheld toen bleek dat het amendement op het oorspronkelijk wetsvoorstel de loutere overname van de huidige cassatierechtspraak betreft. Deze rechtspraak van het hoogste rechtscollege, waarmee de juridische wereld weliswaar vertrouwd is, wordt nu in een wet gegoten. Dat is natuurlijk gemakkelijk. Op basis daarvan kan men politieke compromissen vinden, maar gewoon rechtspraak in een wet inschrijven, maakt parlementair werk welhaast overbodig. Dat is echter niet helemaal zo, want dit wil niet zeggen dat er niets verandert. De hoven en rechtbanken zien de precedenten van het Hof van Cassatie immers wet worden en zij moeten zich nu, op basis van de wet, verplicht richten naar datgene wat zij vroeger facultatief konden toepassen.
Al wat het Hof van Cassatie hen voordeed, wordt nu in een wet gegoten en dit zal een aantal incidenten voorkomen. Daarvan ben ik overtuigd. Rechtbanken en hoven kunnen zich bepaalde folietjes en fantasietjes niet langer veroorloven. Vergeet echter niet dat de oplossing die het Hof van Cassatie heeft aangeboden door middel van rechtspraak, geen oplossing brengt voor de meeste zaken waarin sprake is van nietigheden. Wij kunnen dankbaar zijn voor de rechtspraak van het Hof van Cassatie, maar dit is geen ultieme oplossing. Als men dit in een wet opneemt, is niet alles inzake nietigheden opgelost. Vergeet dan ook de waan van de dag, vergeet de toogpraat die door sommige advocaten en procedurepleiters vandaag in de media is opgeworpen. Dit slaat immers nergens op.
Het oorspronkelijke voorstel-Landuyt was beter, scherper en performanter dan de huidige tekst en de huidige rechtspraak van het Hof van Cassatie. Het oorspronkelijk voorstel ging uit van het feit dat de nietigheid alleen kan spelen wanneer een wettelijk vormvoorschrift wordt genegeerd – die wettelijke vormvoorschriften zijn nu eenmaal nodig – of wanneer belangenschade kan worden aangetoond. Dit laatste geldt ook in het burgerlijk recht. Collega Landuyt heeft een techniek uit het burgerlijk recht willen overplanten naar het strafprocesrecht om daar iets makkelijker te kunnen komen tot een beoordeling van een geschil over een eventuele procedurefout en over de vraag of het onderzoek hierdoor werd aangetast. Als iemand, een verdachte, meent te zijn geschaad in zijn rechten van verdediging, dan zal hij dit op een of andere manier moeten bewijzen. In het strafprocesrecht wordt men hierin vaak ook nog eens bijgestaan door de rechtbanken, die ambtshalve middelen kunnen opwerpen. De grondrechten werden in het oorspronkelijk voorstel dus helemaal niet met de voeten getreden. Dat was voor ons dan ook een goed voorstel.
Wij dienen het dan ook in, in de vorm van drie amendementen. Wij hebben niet de gewoonte om dat vaak te doen, maar vandaag doen wij dat wel. Collega Landuyt zal blij zijn. Hij zal blij moeten zijn, want hij begrijpt dat hij hiermee meer dan gedoogsteun van ons krijgt. Wij zullen dus de amendementen indienen. Wanneer zij niet worden aanvaard, zullen wij ons onthouden op de tekst die vandaag voorligt, want die is niet voldoende. Het gaat de goede richting uit, maar het is niet voldoende.
13.06 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collega’s, het wetsvoorstel dat vandaag behandeld wordt, past in de strijd tegen een formalisme dat niets meer met gerechtigheid te maken heeft. Het oorspronkelijk voorstel ging verder en is mij zeer genegen. Mijn voorstel was en is om dezelfde operatie van jaren geleden uit het burgerlijk recht in het strafrecht te doen: als er een vormvoorschrift is, dan wordt het nietigverklaard als het uitdrukkelijk in een wet staat, bijkomend als er ook uitdrukkelijk en specifiek een belangenschade is.
Na de hoorzittingen hebben diverse deskundigen gezegd dat die oefening in het strafrecht niet eenvoudig is. Het zou de ideale situatie zijn om dat te doen, maar dat impliceert dat men een duidelijk overzicht heeft van alle essentiële nietigheden die er zijn, en mede van het feit dat in de rechtspraak, in de praktijk, niet door de wetgever maar door de rechters, te goeder trouw, verschillende nietigheden zijn gecreëerd of verschillende formalismen op die wijze werden gesanctioneerd.
Zij zeggen dus, als men echt een stap wil doen in de richting die mij ook genegen is, met name de richting van minder formalismen en meer gerechtigheid, dat men dan de lijn van de bestaande rechtspraak moet versterken. Men moet daarbij ook rekening houden met wat het Europees Hof van de Rechten van de Mens nu en dan beoordeelt.
Als men dus een evenwicht wil bereiken tussen, enerzijds, evident noodzakelijke of formele voorschriften ter verdediging van de rechten van de mens en, anderzijds, de ambitie om een veilige gemeenschap te creëren door een goede opvolgings-, vervolgings- en strafpolitiek mogelijk te maken, dan moet men de criteria gebruiken die op het einde van de rit elke keer werden gecreëerd. Zet die aan het begin van de rit en gebruik dus een oude, bekende techniek: geef een bepaalde stand van zaken, eenmaal men die via de praktijk, na vrijlatingen, juridisch heeft opgesteld, kracht van wet, waardoor de volgende stap is dat iedere rechter zich nog veel meer moet aligneren ten opzichte van de gecreëerde criteria in de wet.
Wat hier gebeurt, is voor een rechtsgeleerde een kleine stap, maar voor de gerechtigheid een grote stap.
Ik voorspel u dat het in de praktijk voor rechters iets moeilijker wordt om te doen alsof de wetgever een of andere nietigheid heeft gewild. De boodschap van de wetgever vandaag is: doe er alles aan om fouten in het onderzoek aan te wijzen, maar zorg ervoor dat men het geleverde werk toch nog maximaal kan gebruiken. Met andere woorden, via een andere weg zijn wij een stap dichter bij de redenering dat men een formalisme eigenlijk in concreto moet bekijken.
In die zin heb ik er vertrouwen in dat de drie criteria, die niet overal worden gevolgd op onze rechtbanken en die voortdurend worden bestreden in de procedures, kracht van wet krijgen en niet meer kunnen worden genegeerd.
Telkens wanneer een rechter nu een fout in het onderzoek vaststelt, moet hij in de wet nakijken of de niet-naleving van dat formalisme tot de nietigheid leidt. Indien dat het geval is, moet hij nietig verklaren. Indien dat niet het geval is, moet hij een tweede redenering volgen, met name of de niet-naleving van dat formalisme de geloofwaardigheid van een bewijs aantast. Indien dat het geval is, moet hij nietig verklaren. Indien dat niet het geval is, wordt het proces voortgezet.
Wij vragen de rechters ook om na te kijken of het formalisme dat niet is nageleefd, van die aard is dat het verdere verloop van het proces niet meer eerlijk zou zijn en om desgevallend in te grijpen. Dat is ook wat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zegt. Met andere woorden, nu is het voor iedere rechter duidelijk dat hij zich niet zomaar moet laten verleiden door het formalisme van een of andere goed geïnspireerde advocaat.
Ik dank de collega’s voor hun steun.
13.07 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, onderhavig wetsvoorstel kadert in een goede wisselwerking tussen de wetgevende en rechterlijke macht. Via het voorstel worden de principes van de Antigoonrechtspraak vandaag in de wet verankerd.
Ik denk dat het een goede eerste stap is om ervoor te zorgen dat bepaalde procedurefouten niet meer of minder doorwegen.
Na de hoorzittingen hebben verschillende sprekers-experts gezegd dat het goed is de Antigooncriteria in de wetgeving vast te leggen. Ik meen dat het wetsvoorstel een eerste stap in de goede richting is.
Le président: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (41/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (41/4)
L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant le titre préliminaire du Code de procédure pénale en ce qui concerne les nullités".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden".
La proposition de loi compte 3 articles.
Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.
* *
* * *
Amendements déposés:
Ingediende amendementen:
Opschrift / Intitulé
• 4 - Bert
Schoofs (41/5)
Art. 2
• 2 - Bert Schoofs (41/5)
Art. 3
• 3 - Bert Schoofs (41/5)
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements, l'intitulé et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen, het aangehouden opschrift en de aangehouden artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
* *
* * *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservé: le vote sur
les amendements, l'intitulé et les articles 2 et 3.
Aangehouden: de stemming over de amendementen, het
opschrift en de artikelen 2 en 3.
Adopté: l'article 1.
Aangenomen: artikel 1.
* * *
* *
14 Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe
14 Parlementaire vergadering van de Raad van Europa
Le groupe PS m'a fait parvenir la candidature de M. Philippe Blanchart en remplacement de M. Guy Coëme, comme membre suppléant.
De PS-fractie heeft mij de kandidatuur van de heer Philippe Blanchart bezorgd ter vervanging van de heer Guy Coëme, als plaatsvervangend lid.
Étant donné qu'il n'y a pas d'autres candidatures, il n'y a pas lieu à scrutin et je proclame M. Philippe Blanchart élu en qualité de membre suppléant de l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe.
Aangezien er geen andere kandidaturen zijn, moet er niet gestemd worden en verklaar ik de heer Philippe Blanchart verkozen als plaatsvervangend lid in de Parlementaire vergadering van de Raad van Europa.
15 Prise en considération de
propositions
15
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération
est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions
aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 9 janvier 2013, je vous propose également de prendre en considération la proposition de M. Koenraad Degroote visant à instituer une commission d'enquête parlementaire chargée d'examiner s'il y a eu fraude et mauvaise gestion dans le cadre du déménagement des services centraux de la police fédérale vers la Cité administrative de l'État (n° 2596/1).
Renvoi à la commission de l'Intérieur, des
Affaires générales et de la Fonction publique.
Overeenkomstig
het advies van de Conferentie van voorzitters van 9 januari 2013,
stel ik u ook voor het voorstel van de heer Koenraad
Degroote tot oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met
het onderzoek naar fraude en slecht beheer bij de verhuizing van de centrale
diensten van de federale politie naar het Rijksadministratief Centrum
(nr. 2596/1) in overweging te nemen.
Verzonden naar de commissie voor de
Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
15.01 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik wil de urgentie vragen voor het voorstel dat op de banken wordt rondgedeeld, nr. 2596/001, en ik wil dat zeer kort toelichten.
Wij vragen de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar onregelmatigheden, onregelmatig beheer en fraude met betrekking tot de verhuis van de federale politie naar het RAC-gebouw. Dat is dringend, omdat de verhuis voor eind 2013 is gepland. Als wij een onderzoekscommissie willen oprichten, mogen wij dus niet meer wachten, maar moet de kwestie zo snel mogelijk geklaard zijn.
Wat is er gebeurd? In 2005 werden contracten aangegaan ten belope van 5,5 miljoen euro per jaar tot in 2023. Na enkele jaren, in 2010, is de regering in lopende zaken echter een totaal nieuw contract aangegaan. Dat betekent dat wij vanaf volgend jaar, aangezien er geen opzegclausule is ingevoegd, met onmiddellijke ingang, gedurende 10 jaar een schadevergoeding van 5,5 miljoen euro dreigen te moeten betalen. Vijfenvijftig miljoen euro weggooien in tijden van besparingen, zeker besparingen bij de federale politie, kan niet door de beugel.
Die operatie roept ook vraagtekens op met betrekking tot andere aspecten. Ik noem ze zeer kort. Zo is er de oppervlakte die men ter beschikking krijgt door het nieuwe contract versus het aantal personeelsleden dat daar moet gehuisvest worden. De politievakbonden zijn het erover eens: het gaat niet op medewerkers als sardienen in een doos te steken. Ook voor andere accommodaties zoals schietstanden en cavalerie, is er geen oplossing.
De voorzitter: U hebt slechts twee minuten.
15.02 Koenraad Degroote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik rond af. Door al die onregelmatigheden is er een bijkomende vraag. Werden daar onregelmatigheden gepleegd? Werden er steekpenningen ontvangen? Die geruchten worden nog meer gevoed door het onderzoek in de zaak-Audenaert, een onderzoek dat nog loopt.
Als wij de principes van integriteit hoog in
het vaandel dragen… (De voorzitter schakelt de micro uit)
De voorzitter: Dank u, mijnheer Degroote.
Wij stemmen bij zitten en opstaan over de urgentie.
La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.
Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.
16 Éloge funèbre – M. Ferdel Schröder
16 Rouwhulde – de heer Ferdel Schröder
Le président (devant l’assemblée debout)
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Chers collègues, c'est avec une tristesse et une consternation immenses que nous avons appris le décès de M. Ferdel Schröder, vendredi dernier 4 janvier, à Eupen, à l'âge de 65 ans.
De heer Schröder werd op 1 februari 2010 verkozen als negende voorzitter van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, de assemblee waarvan hij reeds sedert 1 juli 1999 deel uitmaakte.
Il naquit le 29 octobre 1947 en Rhénanie du Nord-Westphalie, plus exactement à Solingen, “die Klingenstadt”.
Van opleiding was hij licentiaat in de pedagogische wetenschappen en in de psychologie, graden die hij aan de universiteit van Leuven behaald had. Na zijn opleiding werkte hij een tijdlang als psycholoog in Verviers vooraleer hij, in 1971, directeur werd van het Psycho-Medizinisch-Soziales Zentrum (PMS-centrum) van de Duitstalige Gemeenschap. Reeds toen bleek zijn interesse voor het onderwijs, de jeugd, de toekomst.
Ses convictions politiques étaient libérales. Dans les années soixante du siècle passé, il entra au Partei für Freiheit und Fortschritt, le PFF, qui fait partie du Mouvement réformateur depuis 2002. De 1995 à septembre 2009, il fut président régional du PFF, une fonction à laquelle lui succéda, entre autres, Mme Kattrin Jadin, qui siège également au sein de notre Assemblée depuis 2007. Au niveau local, M. Schröder fut membre du conseil communal d'Eupen de 1988 à 2010. De 1994 à 2000, il fut échevin de l'Enseignement et du Tourisme de cette même ville. Dans cette fonction, il témoigna invariablement un intérêt marqué pour l'enseignement. Comme je l'ai dit, M. Ferdel Schröder devint, en 1999, membre du Parlement de la Communauté germanophone où il se consacra une fois encore à l'école et à l'enseignement. On le voit, la cohérence n’était pas, à ses yeux, un vain mot.
Als mens was Ferdel Schröder zowel psycholoog als liberaal. Daarbij voerde hij de tolerantie hoog in het vaandel, zonder het persoonlijk voordeel na te streven.
Als parlementsvoorzitter verkoos hij – over de partijgrenzen heen – de dialoog boven de botsing, zonder de absolute nood om vóór het voetlicht te treden.
Il fit de cette assemblée un modèle de démocratie. Les années de la présidence de M. Ferdel Schröder ne seront pas de celles que l’on oublie. Ferdel Schröder était trop précieux pour cela!
Au nom de notre Assemblée, j'ai présenté à la Communauté germanophone, à son parti, à sa famille, les plus sincères condoléances.
16.01 Sabine Laruelle, ministre: C'est également avec une profonde tristesse que nous avons appris, en ce début d'année, la disparition de M. Ferdel Schröder. M. Ferdel Schröder a mené son engagement politique tant au niveau communal que communautaire en tant que membre du parlement de la Communauté germanophone depuis 1999 et président de ce même parlement depuis le 1er février 2010. M. Ferdel Schröder fut aussi échevin à Eupen, président du PFF entre 1995 et 2009 et vice-président du MR entre 2002 et 2009.
Vous avez souligné, monsieur le président, la cohérence de ses centres d'intérêt.
Hij heeft indruk gemaakt op iedereen die hem heeft gekend, met zijn engagement voor de Duitstalige Gemeenschap. Bovendien was hij in staat te luisteren. De heer Ferdel Schröder verdient zonder enige twijfel ook zijn plaats in de politieke geschiedenis van de Duitstalige Gemeenschap, waarvoor hij zich zwaar heeft ingespannen. Hij heeft enorm bijgedragen tot de politieke uitbouw ervan. Hij pleitte met volharding voor de Duitstalige belangen in een modern België.
Le gouvernement se joint à la Chambre pour présenter à sa famille et à ses proches ses sincères condoléances.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
17 Éloge funèbre – M. Claude Desmedt
17 Rouwhulde – de heer Claude Desmedt
Le président (devant l’assemblée debout)
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Chers collègues, c'est avec tristesse que nous avons appris le décès, le 21 décembre 2012, à l’âge de 73 ans, de M. Claude Desmedt, ancien député et sénateur honoraire. C’est en grande partie au Sénat que notre ancien collègue accomplit la plus grande partie de sa carrière parlementaire.
Hij zetelde er als provinciaal senator voor Brabant van 28 december 1987 tot 21 mei 1995 en had er daaropvolgend tot 5 mei 1999 zitting als rechtstreeks gekozene.
Suppléant à la Chambre des représentants de Mme Corinne De Permentier, il prêta serment en tant que député fédéral le 23 juillet 1999 et fut membre de notre Assemblée jusqu’au 16 octobre 2000, représentant ainsi, pour le PRL-FDF-MCC, la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde.
Als doctor in de rechten, licentiaat sociaal recht en advocaat was Claude Desmedt een zeer actief lid van de commissie voor de Justitie.
Il intervint à plusieurs reprises sur l’arriéré judiciaire à Bruxelles et déposa de nombreuses propositions de loi, afin d’améliorer notamment le fonctionnement des cours d’appel et tribunaux de première instance.
Ce sage, guidé par le sens de l’action politique et du contact social, était un parlementaire apprécié dont la qualité du travail était reconnue par ses pairs.
Ses initiatives de parlementaire témoignent de sa volonté de porter au niveau national l’expérience acquise au plus près des gens.
Deze rigoureuze manager, bestuurder van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten, sloot zich immers niet op in een ivoren toren, maar hield altijd de vinger aan de pols van de samenleving en wist wat er leefde bij de mensen.
Il n’est donc pas étonnant qu’il ait siégé en tant que conseiller communal d’Uccle de 1977 à octobre 2012 et qu’il ait exercé la fonction de bourgmestre d’Uccle à deux reprises: bourgmestre en titre de 2001 à 2006 et faisant fonction de 2006 à 2007. Durant la mandature communale sortante, il était premier échevin d’Uccle. Claude Desmedt était également président de l’Ėcole régionale d’administration publique depuis mai 2007.
Wij zullen ons Claude Desmedt herinneren als een rechtlijnig en integer man, en een groot jurist die zijn taken op voorbeeldige wijze vervulde.
J'ai adressé en votre nom à la famille du défunt les condoléances de notre Assemblée.
17.01 Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, c'est également avec une grande tristesse que nous avons appris le décès de M. Claude Desmedt.
Claude Desmedt heeft na zijn beroep als advocaat een politieke carrière uitgebouwd op gemeentelijk niveau in Ukkel en op federaal niveau in zowel de Senaat als de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Vous avez, monsieur le président, rappelé les dates de son parcours à chaque niveau de pouvoir.
Ceux qui ont pu le côtoyer dans cette assemblée retiendront sa sympathie, la qualité de son travail et sa volonté, comme vous le soulignez, de porter son expérience de proximité au niveau national. Claude Desmedt est resté jusqu'au bout attaché à la commune d'Uccle à laquelle il tenait tant.
De regering sluit zich aan bij de Kamer en betuigt haar innige deelneming aan zijn familie en zijn naasten.
La Chambre observe une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
18 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Muriel Gerkens sur "les demandes de l'Inspection des Finances relatives à l'éloignement des top manager de Fedict et de eBirth" (n° 67)
18 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Muriel Gerkens over "de van de Inspectie van Financiën uitgaande verzoeken tot verwijdering van de topmanagers van Fedict en eBirth" (nr. 67)
Le président: Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 18 décembre 2012.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 18 december 2012.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 67/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Muriel Gerkens;
- une motion pure et simple a été déposée
par MM. Michel
Doomst et Luk Van Biesen.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 67/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Muriel Gerkens;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Michel Doomst en Luk Van Biesen.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
18.01 Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, la gestion informatique du personnel de la fonction publique fédérale a été retirée au service P&O pour être confiée à Fedict. Assez rapidement, des vices de procédure et des conflits d'intérêts sont apparus, motivant un contrôle de l'Inspection des Finances. Celle-ci a demandé l'ouverture d'une enquête ainsi que la mise à l'écart des top managers de eBirth et de Fedict. Il y a en effet soupçon de fausses facturations et crainte de destruction de preuves et documents.
J'ai interrogé à plusieurs reprises M. Bogaert; ses réponses n'étaient pas satisfaisantes et ne rencontraient pas cette demande de mise à l'écart par l'Inspection des Finances. C'est pourquoi j'ai déposé cette motion.
Bien qu'une motion pure et simple ait également été déposée ce jour-là en commission, j'ai cru comprendre durant les discussions budgétaires hier en commission de l'Intérieur, que certains parlementaires, dont des membres de la majorité, demandaient que des auditions soient organisées sur ce sujet difficile. J'ose espérer qu'ils soutiendront cette motion dont le but est de faire aboutir ce projet de e-gestion sur de bonnes bases.
Le président: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde
a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
84 |
Oui |
Nee |
49 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
19 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (I) (2477/4)
19 Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (I) (2477/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
98 |
Oui |
Nee |
35 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2477/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2477/5)
20 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (II) (2478/3)
20 Projet de loi modifiant la loi du 22 avril 1999 relative aux professions comptables et fiscales (II) (2478/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2478/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2478/4)
21 Wetsontwerp houdende organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar (2517/4)
21 Projet de loi organisant la profession d'agent immobilier (2517/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
98 |
Oui |
Nee |
11 |
Non |
Onthoudingen |
24 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2517/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2517/5)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
22 Wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake (2463/6)
22 Projet de loi modifiant le Code civil en ce qui concerne les sûretés réelles mobilières et abrogeant diverses dispositions en cette matière (2463/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
133 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2463/7)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2463/7)
23 Wetsontwerp tot regeling van aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet inzake de zakelijke zekerheden op roerende goederen (2464/3)
23 Projet de loi réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution en matière de sûretés réelles mobilières (2464/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
124 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
8 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2464/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2464/4)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
(De N-VA-fractie heeft ja gestemd)
24 Aangehouden amendementen, aangehouden opschrift en aangehouden artikelen van het wetsvoorstel tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden (nieuw opschrift) (41/1-5)
24 Amendements, intitulé et articles réservés de la proposition de loi modifiant le titre préliminaire du Code de procédure pénale en ce qui concerne les nullités (nouvel intitulé) (41/1-5)
Stemming over amendement nr. 4 van de heer
Bert Schoofs op het opschrift.(41/5)
Vote sur l'amendement n° 4 de M. Bert Schoofs à
l’intitulé.(41/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
12 |
Oui |
Nee |
119 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen en is het opschrift aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l’intitulé est adopté.
Stemming over amendement nr. 2 van de heer
Bert Schoofs op artikel 2.(41/5)
Vote sur l'amendement n° 2 de M. Bert Schoofs à
l'article 2.(41/5)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 7)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 2 aangenomen.
En conséquence, l’amendement est rejeté et l’article 2 est adopté.
Stemming over amendement nr. 3 van de heer
Bert Schoofs tot weglating van artikel 3.(41/5)
Vote sur l'amendement n° 3 de M. Bert Schoofs
tendant à supprimer l'article 3.(41/5)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook
gelden voor deze stemming? (Ja)
Peut-on considérer que le résultat du vote
précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
(Stemming/vote 7)
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 3 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 3 est adopté.
25 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wat betreft de nietigheden (nieuw opschrift) (41/4)
25 Ensemble de la proposition de loi modifiant le titre préliminaire du Code de procédure pénale en ce qui concerne les nullités (nouvel intitulé) (41/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8) |
||
Ja |
84 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
48 |
Abstentions |
Totaal |
132 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (41/6)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (41/6)
Reden van onthouding? (Nee)
Raison d'abstention? (Non)
26 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 17 januari 2013 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 17 janvier 2013 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 19.11 uur.
La séance est levée à 19.11 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 124 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 124 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
084 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies
Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery
Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin
Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix
Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Meire Laurence,
Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool
Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
049 |
Nee |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny,
Boulet Juliette, Brems Eva, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy,
De Bont Rita, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie,
D'haeseleer Guy, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges,
Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric, Jambon Jan, Lahssaini Fouad,
Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Pas
Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Thiéry Damien,
Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van
Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Wollants Bert, Wouters Veerle
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
098 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies
Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme
Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Frédéric
André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe,
Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan,
Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie,
Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van
Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van
der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
035 |
Nee |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, Coudyser
Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy,
Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter,
Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput
Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Wollants Bert, Wouters
Veerle
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
133 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard
Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De
Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Degroote
Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir
Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn
Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst
Michel, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut
André, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez
Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet
Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc,
Henry Olivier, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame,
Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mayeur
Yvan, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara
Franco, Smeyers Sarah, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel,
Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef,
Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Van
Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer
Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 004
Oui
|
098 |
Ja |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies
Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme
Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Frédéric
André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George
Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadot Eric, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix
Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline,
Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn,
Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Somers Bart,
Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh
Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool Dominica, Van
Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non
|
011 |
Nee |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Abstentions |
024 |
Onthoudingen |
Coudyser Cathy, Dedecker Peter, Degroote
Koenraad, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Wit Sophie,
Francken Theo, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent,
Luykx Peter, Maertens Bert, Smeyers Sarah, Uyttersprot Karel, Vandeput Steven,
Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert, Wouters Veerle
Vote nominatif - Naamstemming: 005
Oui
|
133 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon
Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra,
Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue
Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter,
Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg,
Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne,
Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen,
Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia,
Flahaut André, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David,
Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry,
Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin
Luc, Henry Olivier, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame,
Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mayeur
Yvan, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle
Nathalie, Özen Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten
Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Smeyers Sarah, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den
Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno,
Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer
Stefaan, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 006
Oui
|
124 |
Ja |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon
Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra,
Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue
Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter,
Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg,
Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter Jenne,
Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel,
Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé,
George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadot Eric, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît,
Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Meire
Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Somers
Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien,
Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen
Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der
Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Gool Dominica, Van Grootenbrulle Bruno,
Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Quickenborne Vincent,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Veys Tanguy,
Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank,
Wollants Bert, Wouters Veerle
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
008 |
Onthoudingen |
De Wit Sophie, Francken Theo, Jambon Jan, Luykx
Peter, Smeyers Sarah, Vandeput Steven, Van Esbroeck Jan, Van Noppen Florentinus
Vote nominatif - Naamstemming: 007
Oui
|
012 |
Ja |
Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita,
De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Pas Barbara,
Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Non
|
119 |
Nee |
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette,
Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard Philippe,
Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De
Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Delizée
Jean-Marc, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit
Sophie, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery Isabelle, Fernandez
Fernandez Julia, Flahaut André, Francken Theo, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel,
Giet Thierry, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier,
Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe,
Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem
Marie-Christine, Mayeur Yvan, Meire Laurence, Michel Charles, Mouton Rosaline,
Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn,
Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Smeyers Sarah,
Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry
Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van
der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Gool Dominica, Van
Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van
Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle
Abstentions |
001 |
Onthoudingen |
Louis Laurent
Vote nominatif - Naamstemming: 008
Oui
|
084 |
Ja |
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian,
Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De
Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De Potter
Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies
Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Emmery
Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Frédéric André, Galant
Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin
Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix
Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri
Nahima, Lutgen Benoît, Marghem Marie-Christine, Mayeur Yvan, Meire Laurence,
Michel Charles, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine,
Seminara Franco, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf,
Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Gool
Dominica, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent,
Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof,
Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
048 |
Onthoudingen |
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Brems Eva,
Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker
Peter, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal,
Demol Elsa, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Francken Theo,
Genot Zoé, Gerkens Muriel, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jadot Eric,
Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens
Bert, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van
Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Wollants Bert,
Wouters Veerle