Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 6 décembre 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 6 december 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.16 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Elio Di Rupo.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, Juliette Boulet, Myriam Delacroix-Rolin, Corinne De Permentier, Maya Detiège, Éric Jadot, Charles Michel, Patrick Moriau pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Sophie De Wit, Barbara Pas, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Willem-Frederik Schiltz, à l'étranger / buitenslands;

Ingeborg De Meulemeester, AP Union pour la Méditerranée / PA Unie voor de Middellandse Zee;

François-Xavier de Donnea, OCDE / OESO;

Miranda Van Eetvelde, UIP / IPU.

 

Les ministres Didier Reynders, Joëlle Milquet, Annemie Turtelboom, Monica De Coninck, Melchior Wathelet et Maggie De Block sont en mission à l'étranger.

 

01 Admission, vérification des pouvoirs et prestation de serment

01 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging

 

Nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de Mme Myriam Vanlerberghe, démissionnaire en date du 1er décembre 2012.

Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om mevrouw Myriam Vanlerberghe, die ontslag neemt vanaf 1 december 2012, te vervangen.

 

La suppléante appelée à la remplacer est Mme Rosaline Mouton, deuxième suppléante de la circonscription électorale de Flandre occidentale.

De opvolger die haar zal vervangen is mevrouw Rosaline Mouton, tweede opvolger voor de kieskring West-Vlaanderen.

 

Le premier suppléant, M. Jurgen Vanlerberghe, a renoncé à son mandat par lettre du 26 novembre 2012.

De eerste opvolger, de heer Jurgen Vanlerberghe, heeft afstand gedaan van zijn mandaat bij brief van 26 november 2012.

 

Les pouvoirs de Mme Rosaline Mouton ont été validés en notre séance du 6 juillet 2010.

De geloofsbrieven van mevrouw Rosaline Mouton werden tijdens onze vergadering van 6 juli 2010 geldig verklaard.

 

Comme la vérification complémentaire, prévue par l'article 235 du Code électoral, ne porte que sur la conservation des conditions d'éligibilité, il apparaît que cette vérification, n'a, au vu des pièces obtenues, qu'un caractère de pure formalité.

Daar het aanvullend onderzoek door artikel 235 van het Kieswetboek voorgeschreven, uitsluitend slaat op het behoud van de verkiesbaarheidsvereisten, gaat het, gelet op de verkregen stukken, in de huidige omstandigheden om een loutere formaliteit.

 

Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.

Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

 

Je prie Mme Rosaline Mouton de prêter le serment constitutionnel.

Ik verzoek mevrouw Rosaline Mouton de grondwettelijke eed af te leggen.

 

Mme Rosaline Mouton prête le serment constitutionnel en néerlandais.

Mevrouw Rosaline Mouton legt de grondwettelijke eed af in het Nederlands.

 

Mme Rosaline Mouton fera partie du groupe linguistique néerlandais.

Mevrouw Rosaline Mouton zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

02 Ordre du jour

02 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 décembre 2012, je vous propose

- d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi la proposition de loi de Mme Sonja Becq, M. Yvan Mayeur, Mme Catherine Fonck, MM. Frank Wilrycx et Jef Van den Bergh et Mmes Leen Dierick et Nahima Lanjri modifiant l'article 7 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale (n°s 399/1 à 4).

M. Koenraad Degroote fera rapport oral.

- de reporter la nomination des membres suppléants non-notaires des Commissions de nomination pour le notariat (n° 2460/2).

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 december 2012, stel ik u voor

- op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsvoorstel van mevrouw Sonja Becq, de heer Yvan Mayeur, mevrouw Catherine Fonck, de heren Frank Wilrycx en Jef Van den Bergh en de dames Leen Dierick en Nahima Lanjri tot wijziging van artikel 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (nrs 399/1 tot 4) in te schrijven.

De heer Koenraad Degroote zal mondeling verslag uitbrengen.

- de benoeming van de plaatsvervangende leden niet-notarissen van de Benoemingscommissies voor het notariaat (nr. 2460/2) te verdagen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Vragen

Questions

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Tanguy Veys aan de eerste minister over "de toekomst van de luchtvaartsector en van Brussels Airlines in dit land" (nr. P1331)

- de heer Hans Bonte aan de eerste minister over "de toekomst van de luchtvaartsector en van Brussels Airlines in dit land" (nr. P1332)

- de heer Ben Weyts aan de eerste minister over "de toekomst van de luchtvaartsector en van Brussels Airlines in dit land" (nr. P1333)

- de heer Roel Deseyn aan de eerste minister over "de toekomst van de luchtvaartsector en van Brussels Airlines in dit land" (nr. P1334)

03 Questions jointes de

- M. Tanguy Veys au premier ministre sur "l'avenir du secteur de la navigation aérienne en Belgique et celui de la compagnie Brussels Airlines" (n° P1331)

- M. Hans Bonte au premier ministre sur "l'avenir du secteur de la navigation aérienne en Belgique et celui de la compagnie Brussels Airlines" (n° P1332)

- M. Ben Weyts au premier ministre sur "l'avenir du secteur de la navigation aérienne en Belgique et celui de la compagnie Brussels Airlines" (n° P1333)

- M. Roel Deseyn au premier ministre sur "l'avenir du secteur de la navigation aérienne en Belgique et celui de la compagnie Brussels Airlines" (n° P1334)

 

03.01  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de eerste minister, u hebt heel recent wegens één jaar Di Rupo I een kaarsje mogen uitblazen. U hebt al één minister mogen vervangen. Binnenkort mag u misschien nog een minister vervangen die naar Charleroi gaat.

 

Een van de dossiers die al erg lang op de tafel van de huidige regering ligt, is het vragenlijstje van de luchtvaartsector.

 

Wij spreken ter zake niet over kleine bedragen. Wij spreken over een tewerkstelling van zowat 10 000 personen.

 

Wij hebben u al veel op televisie gezien, om, wanneer er ergens een of ander faillissement is, te verklaren dat de regering zal ingrijpen en maatregelen zal treffen. In het luchtvaartdossier zou ik er echter op willen aandringen dat u op voorhand maatregelen treft. Ik zou erop willen aandringen dat u en uw ploeg op voorhand aan de verzuchtingen van de luchtvaartsector tegemoetkomen.

 

Ik neem enkel de cijfers van Brussels Airlines. Er zijn echter ook andere luchtvaartmaatschappijen die het door de Europese concurrentie heel moeilijk hebben. Brussels Airlines kende in 2011 een verlies van 80 miljoen euro. In 2012 zal het wellicht om 50 miljoen euro gaan.

 

Uw regering moet dus hoogdringend ingrijpen en de feiten niet achternalopen. Zij moet in het belang van de luchtvaart op voorhand ingrijpen.

 

Het gaat niet enkel over de luchthaven van Zaventem. Ook in Charleroi vliegt een aantal vliegtuigjes boven de grond.

 

Ik dring dus op een spoedig ingrijpen aan. Ik maan u tot erg grote spoed aan.

 

03.02  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, elf jaar en een maand geleden, om precies te zijn, was ons land met verstomming geslagen. Ik herinner mij nog dat wij ook hier in het halfrond verstomd waren. Er heerste een erg grote ontgoocheling toen werd vastgesteld dat Sabena na 78 jaar failliet ging.

 

Het faillissement heeft voor een heel groot economisch maar vooral sociaal probleem gezorgd, dat in onze regio nog altijd nazindert.

 

Wij hebben gisteren in de pers, via een vertrouwelijke nota, het nieuws over Brussels Airlines vernomen. Die nota moet trouwens, zoals ik in de krant las, nog aan het kernkabinet worden voorgelegd. Het gaat in elk geval om een geslaagde oefening in het ongerust maken van mensen.

 

Mijn vraag is de volgende.

 

Wat is er van aan? Moeten wij inderdaad rekening houden met het scenario dat SNBA door fundamentele problemen ook in een faillissement verwikkeld zou kunnen geraken? Staan er inderdaad 7 000 tot 10 000 jobs op het spel? Klopt het dat een oorzaak wordt gezien in de low-cost carriers en in de andere concurrentieregels die blijkbaar op de luchthaven van Charleroi zouden gelden? Ligt er inderdaad een federaal plan van 30 miljoen euro op tafel?

 

Mijnheer de premier, ik heb twee vragen. Als men zo lichtzinnig omspringt met vertrouwelijke nota’s van de regering, lijkt het mij gepast om te vragen of ook het Parlement over die nota kan beschikken. In tweede orde hoop ik dat wij niet wachten op Europa, tot 2020, vooraleer met gelijk krijt te schrijven, ook in dit land, wat de concurrentieregels en de uitvlaggingsregels betreft, die in mijn ogen een loopje nemen met de Europese spelregels, als het over de low-cost carriers gaat.

 

Mijnheer de premier, ik hoop dat de federale regering snel de concurrentiepositie van alle luchthavens in dit land gelijkmaakt.

 

03.03  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, om 10 000 jobs in ons land te verankeren, moet u er enkel voor zorgen dat Zaventem met gelijke wapens kan strijden, nationaal en internationaal. U moet dus, ten eerste, de loonkosten verlagen, zoals men vraagt en, ten tweede, zorgen voor eerlijke concurrentie. Er moeten in dit land gelijke tarieven en heffingen komen voor Zaventem, Charleroi en Luik. De deloyale overheidssteun moet worden gestopt.

 

Ik lees in de pers dat er sprake is van 30 miljoen euro in het pakket van staatssecretaris Wathelet; 30 miljoen euro is het bedrag dat het Waals Gewest jaarlijks geeft aan Charleroi, als overheidssteun. Daardoor verschuiven trouwens jobs van Zaventem naar Charleroi en Luik. Ik vraag u hier dus niet alleen wat u van Europa zult vragen, maar ook wat u zelf hier en nu zult doen.

 

03.04  Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik wens uw regering een gelukkige eerste verjaardag, al meen ik dat de bevolking meer bezig is met de verjaardag van de echte goedheilige man.

 

Na een jaar rijzen er vragen over het luchthavenbeleid. Er zijn problemen in de luchtvaartsector. De regering wenst daar terecht iets aan te doen. De sector staat onder druk. De problemen zijn zeer ongelijk, ook voor de verschillende spelers. Ik denk aan Jetairfly, Thomas Cook, TNT Airways, Brussels Airlines.

 

Men zal vooral werken aan de loonkosten. Ik heb begrip voor die maatregel, maar het is duidelijk dat de oplossing voor de loonkosten ook op Europees niveau ligt. Met Horizon 2020 moet men nu tijdelijke maatregelen nemen, waarbij het gevaar bestaat dat ook andere sectoren aankloppen en er een zeer ongelijke behandeling van sectoren in het Belgische economisch landschap zou ontstaan.

 

Ik moedig de regering aan om het plan open te trekken naar andere maatregelen dan de loonkosten. Zo kan men tegemoetkomen aan vragen van de hele sector. Er moet een akkoord komen over de opstijguren. In Brussel begint de nacht nog altijd later dan in Vlaanderen. De problematiek van de geluidshinder moet definitief worden beslecht. De federale regering heeft vroeger een goed akkoord gemaakt. Iedereen moet dat op zijn niveau maximaal honoreren. Er moet een duidelijke planning komen over de lowcostterminal. Het beleid van de luchthaven moet federaal gecoördineerd worden met respect voor gewestelijke normen en bevoegdheden, zodat de kansen op ontwikkeling niet worden gehypothekeerd.

 

Wat zijn de contouren van het akkoord? Gaat het verder dan de loonkosten?

 

Is er overleg met de verschillende maatschappijen in dit land?

 

Voorziet het plan in overleg met de Gewesten?

 

03.05 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral is en blijft de nationale luchthaven te Zaventem zeer belangrijk voor deze regering. De regering overlegt regelmatig met verschillende bedrijfssectoren in ons land en dus ook met de luchtvaartsector.

 

U weet dat er een Europees reglement bestaat dat alle luchtvaartmaatschappijen in Europa op gelijke voet stelt met een overgangsperiode van tien jaar.

 

Wat de overgangsperiode van tien jaar betreft, zal het kernkabinet, misschien volgende week, de toestand evalueren op basis van de nota van de staatssecretaris voor Mobiliteit. Tegelijk overlegt de staatssecretaris met de Europese instanties.

 

De staatssecretaris zal meer inlichtingen geven zodra de beslissingen worden genomen.

 

03.06  Tanguy Veys (VB): Mijnheer de premier, ik ben onder de indruk van uw antwoord, niet zozeer vanwege de krachtdadigheid van de maatregelen die u voorstelt, maar wel vanwege de nietszeggendheid. Ik kan ook kranten lezen en ik ken de intenties. De maatregelen die nu worden gevraagd, worden niet op een blauwe maandag gevraagd, maar al jarenlang.

 

De verliescijfers van Brussels Airlines — wij kunnen teruggaan tot Sabena en nog vroeger — spreken boekdelen en zijn van die aard dat de regering moet optreden. Men heeft al voor minder bedrijven gesloten.

 

Wat u hier komt antwoorden, in een zweem van nietszeggendheid, is zeker niet geruststellend voor de belangrijke vergadering die morgen bij Brussels Airlines plaatsvindt. Ik beklaag de mensen die daar morgen beslissingen moeten nemen.

 

Blijkbaar is uw regering niet in staat om nu al krachtdadig op te treden.

 

03.07  Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de premier, ik ben tevreden wanneer u benadrukt dat de nationale luchthaven van Zaventem zeer belangrijk is voor deze regering — het zou er nog aan mankeren, zou ik zeggen. Het volstaat om het economisch belang en het tewerkstellingsbelang van die luchthaven te bekijken, en het wordt bijna evident om dat te zeggen.

 

Het Europees pad om alle luchthavens van gelijke concurrentiewapens te voorzien, loopt tot 2020. Voor ons land duurt dat veel te lang. De ongelijke concurrentiepositie van de luchthavens in ons klein landje zou heel wat sneller moeten worden opgelost om tot de juiste verhoudingen te komen.

 

Tot slot, mijnheer de premier, denk ik dat uw regering een probleem heeft. Wanneer een staatssecretaris een nota voorbereidt die naar de kern moet en die nota komt dan in de pers terecht en zorgt voor heel wat onrust en slapeloze nachten bij werknemers, dan hebt u volgens mij een probleem. Ik hoop dat dit zich niet herhaalt, maar ik vrees ervoor. Ik weet dat er deze namiddag een belangrijke ondernemingsraad plaatsvindt waarop alweer een belangrijke inspanning van de werknemers zal worden gevraagd, nadat ze al getroffen werden door een inleveringsplan. Het is dan ook compleet ongepast om via uitlekkende nota’s bijkomende paniek te zaaien.

 

03.08  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, op basis van dit antwoord zal men in Zaventem niet erg opgelucht of gerust zijn in de nabije of verre toekomst. Ik heb u niet gevraagd wat u aan Europa zou vragen, ik heb u gevraagd wat u zelf zou doen. Wat zou u zelf doen aan de loonkosten? Wat zou u zelf doen aan die deloyale concurrentie? Het werd ook door leden van de meerderheid al gezegd.

 

Beeldt u zich eens in dat u een Vlaams bedrijf bent of een gewone Vlaming. Beeldt u zich in dat u, zoals die Vlaming, plat wordt belast. Beeldt u zich in dat u moet vaststellen dat er constant transfers zijn van Vlaanderen naar Wallonië. Beeldt u zich dan ook eens in dat u vaststelt dat er deloyale concurrentie is en dat uw belastinggeld wordt gebruikt om jobs weg te halen uit Zaventem om naar Charleroi te verplaatsen. Zou u dan niet protesteren? Ik denk het wel.

 

Naar verluidt is het hoofddoel van uw regering om de N-VA te bestrijden. Begin misschien met het protest van de Vlaming weg te nemen. U hebt de sleutels in handen. Neem uw verantwoordelijkheid op en doe er iets aan.

 

03.09  Roel Deseyn (CD&V): Het is zeer belangrijk dat de mensen in dit land ook luchtvaartdiensten kunnen vinden in Brussel en niet voor alles moeten uitwijken naar Parijs of Frankfurt. Het zou beschamend zijn, mocht Brussel niet over een aantrekkelijke of economisch leefbare luchthaven beschikken. Het is dan ook zeer belangrijk dat de regering met het plan een antwoord biedt aan de volledige sector, dat er voldoende sectoroverleg is, dat de sector zich gesteund weet, de verschillende touroperatoren, Brussels Airlines en de vrachtvervoerders.

 

Net zoals Charleroi geen Brussel-Zuid moet zijn, moet Zaventem evenmin verglijden tot Charleroi-Noord. Minister Wathelet heeft onlangs gezegd dat de Belgische problemen moeten worden opzijgezet, dit in een discussie over het klimaat. Ik hoop dat dit ook zal gelden voor de toekomst van de luchtvaartsector.

 

Ik kan concluderen dat er Ierse turbulentie en communautaire mist boven de luchthaven hangen. Die moeten dringend verdwijnen om de Zaventemse ontwikkeling niet langer te hypothekeren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Wouter De Vriendt aan de eerste minister over "de kloof tussen het armoedeplan en de rapporten over de realiteit" (nr. P1335)

- de heer Jean-Marc Delizée aan de eerste minister over "de sociaal-economische balans van de regering" (nr. P1336)

04 Questions jointes de

- M. Wouter De Vriendt au premier ministre sur "les dissimilitudes importantes entre le plan de lutte contre la pauvreté et les rapports concernant la réalité de la pauvreté dans notre pays" (n° P1335)

- M. Jean-Marc Delizée au premier ministre sur "le bilan socio-économique du gouvernement" (n° P1336)

 

04.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, ik kom net terug van een colloquium in Antwerpen, waar het nieuwe jaarboek over de armoede werd voorgesteld, met daarin cijfers die dringend nopen tot politieke actie.

 

Een op zeven Belgen bevindt zich in armoede. Daarenboven is er een verhoogd armoederisico voor een aantal doelgroepen. Ik denk daarbij dan aan eenoudergezinnen en onze senioren, waarvan respectievelijk 22 % en 18 % zich in armoede bevindt. Ook bij werklozen is er een serieus armoedeprobleem.

 

Iedereen spreekt over activering. Activering is natuurlijk een deel van de oplossing, maar intussen, mijnheer de eerste minister, vooraleer mensen zonder werk geactiveerd worden, zijn voldoende hoge uitkeringen, menswaardige uitkeringen, absoluut nodig. Bovendien is activering slechts een oplossing voor een kwart van de mensen in armoede, simpelweg omdat – en dit nieuwe inzicht wil ik met u delen – 30 % van de armen reeds werkt.

 

Mijnheer de eerste minister, u bent één jaar in dienst en ik wens u proficiat dat u het zolang hebt volgehouden. Ik wil echter de balans opmaken inzake armoedebestrijding en u een spiegel voorhouden. Ik wil u een basisvraag voorleggen.

 

Hoe wil de regering de dieprode armoedecijfers, die wij vandaag hebben gekregen, omkeren als in de begroting en in het bestuursakkoord geen sprake is van het optrekken van de uitkeringen tot boven de armoededrempel, als u beslist om de werkloosheidsuitkeringen te laten dalen in de tijd, voor sommige gevallen, collega Delizée, tot een niveau dat zelfs onder de armoededrempel ligt?

 

Hoe wilt u perspectief geven aan personen in armoede om uit dat diepe dal te klauteren als u nu reeds beslist in uw akkoorden en teksten om de welvaartsenveloppe in 2013 en 2014 met 40 % te doen inkrimpen?

 

Hoe wilt u perspectief geven als u morrelt aan de index, zodanig dat lonen en uitkeringen minder snel zullen stijgen dan vandaag?

 

Hoe wilt u, in godsnaam, een federaal armoedebeleid, die naam waardig, uittekenen als het federaal armoedeplan 2012 geconfronteerd wordt met dezelfde gebreken als het vorige armoedeplan uit 2008, dat door het Rekenhof met de grond gelijk gemaakt werd?

 

Mijnheer de eerste minister, de kans bestaat dat u zelf vindt dat u goed bezig bent. Welnu, u vergist zich. Als u dat beleid voortzet, zullen wij hier volgend jaar met een nieuw armoedeplan, met een nieuw armoedeverslag komen, met cijfers die nog roder zijn dan de cijfers die wij hier vandaag hebben gezien.

 

Ik kijk uit naar uw antwoord en ik hoop dat u hier vandaag, zo meteen op het spreekgestoelte, een aantal nieuwe sterke, overtuigende maatregelen kunt presenteren om de armoede tegen te gaan.

 

04.02  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, messieurs les ministres, chers collègues, monsieur le premier ministre, vous présidez le gouvernement fédéral depuis un an jour pour jour, ce dans un contexte extrêmement difficile comparable à celui de l'après-guerre, contexte qui – on ne le dira jamais assez – est notamment la conséquence des turpides du système bancaire, tant mondial que belge, et de l'éclatement des bulles spéculatives de l'économie casino.

 

Bien sûr l'impact de cette crise est mondial. Tous les pays européens sont touchés, y compris la Belgique. Cependant, notre filet de protection sociale permet à notre pays de ne pas tomber dans le précipice à l'instar d'autres pays européens. Le taux de pauvreté de la Grèce atteint 28 %. En Espagne, le chômage touche plus d'un quart de la population active.

 

Si dans notre pays le nombre de personnes qui se retrouvent sous le seuil de pauvreté n'augmente pas avec la crise économique, c'est grâce à notre système de protection sociale. En la matière, il ne doit pas être question de fatalisme ou d'immobilisme. Il faut, selon moi, continuer à garantir la viabilité de notre système de sécurité sociale, à refuser les idées contre-productives, à garantir l'indexation des salaires, des pensions et des allocations sociales en tenant compte du coût de la vie. Dès janvier prochain, l'indice-pivot sera dépassé, et plusieurs millions de ménages pourront ainsi bénéficier de l'indexation automatique.

 

Monsieur le premier ministre, en ce jour de premier anniversaire, l'heure n'est pas au bilan, mais aux perspectives. Aussi, quelles perspectives le gouvernement entend-il donner à nos concitoyens en termes de relance de l'emploi, de croissance économique, de protection sociale, de protection du pouvoir d'achat, de lutte contre la pauvreté – car il faut amplifier les plans de lutte contre la pauvreté – et de désendettement de notre pays pour éviter des drames sociaux plus importants encore?

 

04.03  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, je tiens d'abord à remercier nos deux collègues de leurs questions. Je peux leur assurer que le gouvernement tout entier est, bien entendu, non seulement conscient, mais surtout désireux de faire le maximum – je vais y revenir.

 

Premier constat: la croissance en Europe et dans la zone euro est quasiment inexistante depuis plusieurs années. Le chômage s'accroît, en particulier chez les jeunes dans certaines régions et dans certains pays européens. C'est totalement intolérable. C'est une réalité face à laquelle nous nous trouvons. Nous nous battons contre cela. Et, le moins que l'on puisse dire est que notre pays, en dépit de sa taille moyenne, accomplit un travail remarquable à l'échelle européenne pour endiguer ce phénomène et tenter de retrouver le chemin de la prospérité.

 

Soyons honnêtes: si nous disposions de moyens financiers supplémentaires, nous ferions encore plus. Mais le gouvernement – et vous le savez mieux que quiconque, même si certains membres de l'opposition se plaisent à poser des questions sur des aspects segmentés, bien qu'importants – fait face à la réforme du marché du travail, à celle des pensions, à un assainissement quasiment sans précédent des finances publiques, sans compter les autres défis à relever.

 

Ondanks een moeilijke budgettaire situatie heeft de regering concrete maatregelen genomen om de jobcreatie te ondersteunen, de lage lonen te verhogen en onze burgers maximaal te beschermen tegen armoede door de sociale minima te verhogen.

 

Wij hebben tot nu toe een saneringsoperatie van ongeveer 18 miljard doorgevoerd, zonder aan de laagste sociale uitkeringen te raken en evenmin aan de prijzen of de kwaliteit van onze gezondheidszorg.

 

Wij hebben de werkgeversbijdragen verlaagd voor de eerste drie werknemers.

 

Le premier engagement pour un salaire inférieur à 1 900 euros bruts par mois ne coûtera rien dorénavant durant douze mois en termes de cotisations.

 

On a réduit aussi les cotisations patronales pour les emplois des jeunes et des seniors. Ainsi, l'engagement d'un jeune travailleur qui gagnerait environ 1 900 euros bruts par mois ne coûterait rien en charges patronales à l'entreprise pendant deux ans.

 

In totaal hebben wij een enveloppe van 650 miljoen euro vrijgemaakt om de loonlasten te verlagen en zo de werkgelegenheid te stimuleren en de lage lonen te verhogen.

 

Concrètement, les travailleurs à bas et moyen salaire seront augmentés jusqu'à 240 euros par année à partir du 1er janvier prochain.

 

D'ailleurs, nous avons proposé aux partenaires sociaux d'exclure les salaires minimums de la modération salariale.

 

Je rappelle également que nous avons décidé le gel des prix du gaz et de l'électricité jusqu'au 1er janvier, ce qui a quand même permis une réduction appréciable des montants facturés aux citoyens, en particulier dans des situations sociales difficiles. L'économie pour la population s'est élevée approximativement à 200 millions d'euros.

 

Durant toute cette période, malgré les grandes difficultés, nous avons préservé et consolidé la sécurité sociale, premier rempart contre la pauvreté.

 

Zoals u ziet doet de regering in moeilijke economische tijden alles wat mogelijk is om de zwakste burgers te helpen en bijkomende jobs te creëren.

 

Encore un mot. Ne nous trompons pas d'objectif. Il faut retrouver le chemin d'une croissance économique, pas uniquement par l'activité du gouvernement fédéral mais bien par l'action de tout le monde.

 

Il faut amener dans notre pays, dans chacune des Régions, davantage de créateurs, davantage d'entrepreneurs. Ce n'est qu'en créant de l'activité, en ayant le courage de libérer des terrains pour permettre aux entreprises de s'installer, en ayant un environnement éducatif, sportif et autre, que nous nous en sortirons!

 

À cet égard, il y a encore du travail et je plaide pour que chacun y réfléchisse là où il se trouve, patrons et syndicats mais aussi dans chacune des Régions. Ils assument des responsabilités, ils accomplissent un travail et nous allons les accompagner. C'est un travail collectif aux niveaux régional et fédéral, auxquels s'ajoutent les partenaires sociaux.

 

04.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, het zou u sieren mocht u hier als regeringsleider en belangrijkste man van de federale regering uw eigen verantwoordelijkheid opnemen.

 

U zegt dat u doet wat u kunt en dat u al genoeg doet. Ik vraag mij af of u uw eigen teksten en beslissingen, en de recente armoedecijfers wel kent. Het gaat over de vermindering van de welvaartsenveloppe. Het gaat over een gebrekkig federaal armoedeplan. Het gaat over gemorrel aan de index. Er is totaal geen sprake van het optrekken van de minima tot boven de armoededrempel. Waar zitten dan die inspanningen die u zogezegd doet?

 

Ik ben ontgoocheld in uw berusting. Berusting is een luxe die mensen in armoede zich niet kunnen permitteren omdat zij dagelijks moeten vechten om de eindjes aan elkaar te knopen. Toch heb ik in uw antwoord ook een zekere verontwaardiging geproefd. Doch, als beleidsmakers keer op keer begrotingen en teksten laten passeren zonder echt werk te maken van een armoedebeleid, dan klinkt die verontwaardiging bijzonder vrijblijvend en hypocriet.

 

Premier, als u in de toekomst naar het Parlement komt met maatregelen die werkelijk het verschil kunnen maken, dan zullen wij u vanuit de oppositie steunen. Het blijft wachten op die krachtige, vernieuwende voorstellen waaraan de 1 op 7 Belgen die in armoede leeft, nu echt wel nood heeft.

 

04.05  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, je remercie M. le premier ministre pour les réponses qu'il a apportées. Il a, en tout cas, indiqué les mesures concrètes qui seront prises pour améliorer le salaire-poche des travailleurs. Je retiens un refus du fatalisme en la matière. La question de la pauvreté, la fracture sociale dans notre pays ne peut se résumer ou se gérer dans le cadre d'une question d'actualité. Ce sujet est beaucoup trop vaste.

 

Notre pays a adopté un Plan fédéral de lutte contre la pauvreté. Vous avez, à juste titre, monsieur le premier ministre, insisté sur l'aspect transversal des choses, sur l'accès aux droits de tous nos concitoyens à toute une série de pratiques de la vie quotidienne ainsi que sur des politiques qui relèvent des Régions et des Communautés.

 

Vous avez donc raison de dire que c'est un travail de fond qu'il faut effectuer avec les Régions et les Communautés et qu'une mobilisation totale s'impose – les parlements, les gouvernements, les partenaires sociaux, le secteur associatif – pour éradiquer ce fléau qu'est la pauvreté dans notre pays.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- de heer Jan Van Esbroeck aan de eerste minister over "de accijnzen op bier in Frankrijk" (nr. P1337)

- de heer David Geerts aan de eerste minister over "de accijnzen op bier in Frankrijk" (nr. P1338)

- mevrouw Kattrin Jadin aan de eerste minister over "de accijnzen op bier in Frankrijk" (nr. P1339)

05 Questions jointes de

- M. Jan Van Esbroeck au premier ministre sur "les accises sur la bière en France" (n° P1337)

- M. David Geerts au premier ministre sur "les accises sur la bière en France" (n° P1338)

- Mme Kattrin Jadin au premier ministre sur "les accises sur la bière en France" (n° P1339)

 

05.01  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik wil graag even in de tijd teruggaan. Op 19 april werd hier op het spreekgestoelte aan u gevraagd wat u eigenlijk deed op de slotmeeting van de ondertussen tot Franse president verkozen François Hollande. U antwoordde daar heel duidelijk op. U hebt gezegd dat u daar aanwezig was als Elio Di Rupo, kameraad van François Hollande, om hem een hart onder de riem te steken. U verduidelijkte ook dat, als u op officieel bezoek ging, u altijd het belang van alle inwoners van dit land zou behartigen en verdedigen. Dat is goed. Dat geeft een gerust gevoel.

 

Na de geruchten over een taksverhoging op bier in Frankrijk vertrok u naar president Hollande op officieel bezoek en u zou dat bespreken. Ik was daar gerust in, uiteraard.

 

Wat gebeurde er dan afgelopen week? Op 3 december keurde het Franse parlement een accijnsverhoging op bier, alleen op bier, goed. Dat is niet zomaar een verhoging, maar een verhoging van 160 %.

 

Mijnheer Di Rupo, u moet toch ook weten dat Frankrijk een heel grote exportpartner van onze biermarkt is.

 

Daarom heb ik een prangende vraag voor u, mijnheer Di Rupo. Wat is hierover eigenlijk tussen u en de Franse president besproken? Kunt u aan het Parlement wat meer uitleg geven? Het negatieve resultaat van dat overleg verbaast mij immers. Ik was duidelijk ten onrechte gerust in de afloop van het gesprek.

 

05.02  David Geerts (sp.a): Mijnheer de eerste minister, in de Oudheid waren er brood en spelen, vandaag heeft onze samenleving bier, frieten en tv-spelletjes. Telkens als er wat dat betreft iets gebeurt, stel ik onmiddellijk parlementaire vragen. Ik heb een aantal weken geleden een schriftelijke vraag aan minister Vanackere gericht over de Franse biertaks, omdat die door onze sector als zeer onrechtvaardig wordt aangevoeld. De Fransen heffen immers een puur protectionistische belasting. Zij belasten alleen het Belgisch bier en niet de eigen wijn. Het argument dat zij alcohol zouden belasten, is dus ongeldig.

 

Minister Vanackere heeft in zijn schriftelijk antwoord gezegd dat hij het punt zeker en vast zal meenemen en u hebt het zelf ook al aangekaart bij president Hollande. Ik stel echter vast dat het Franse parlement intussen die accijnsverhoging unaniem goedgekeurd heeft, wat voor onze brouwerijen een volumeverlies tot gevolg heeft van 15 % tot 20 %, en vooral ook een verlies van 200 tot 300 arbeidsplaatsen.

 

Vandaar mijn vragen, mijnheer de eerste minister.

 

Ten eerste, welke stappen kan de regering nu nog ondernemen bij de Europese Commissie?

 

Ten tweede, welke stappen zal de regering ondernemen om het dossier samen met de sector in te leiden bij het Europees Hof van Justitie?

 

05.03  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, ma question va quelque peu dans le même sens que celles de mes collègues, même si je m'intéresse un peu moins aux relations que vous avez en privé avec le président Hollande.

 

Je vous interroge plus spécifiquement sur la mesure prise par le gouvernement français d'augmenter de 160 % les accises sur la bière, alors que celles sur le vin restent à 12 %. On peut donc difficilement invoquer un souhait de lutter contre toute forme d'alcoolémie en France. Je vois là aussi une mesure qui tend à devenir une forme de protectionnisme déguisé.

 

Ma question est assez simple et je rejoins les propos de M. Geerts. Que pouvons-nous faire, étant donné que les discussions que vous avez eues avec votre homologue français n'ont pas été fructueuses? Pouvons-nous encore interpeller la Commission européenne à ce sujet et invoquer cette forme de protectionnisme déguisé?

 

05.04  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie d'abord pour ces très intéressantes questions sur le rôle et l'influence que peut avoir notre pays sur la politique intérieure d'autres pays. Il est vrai que nous sortons d'un succès de négociations avec Dexia, ce qui nous stimule à aller de l'avant.

 

Beste collega’s, ik heb de kwestie van het bier aangekaart tijdens mijn bezoek aan president François Hollande. Daarbij heb ik gewezen op de omvang van de verhoging. De president heeft toegegeven dat het om een belangrijke verhoging gaat.

 

Les raisons budgétaires internes à la France ne doivent pas être totalement étrangères à la décision.

 

Hij wijst er wel op dat negen andere EU-landen hogere belastingen op bier heffen. De president is van mening dat het bierverbruik op een goed niveau zal blijven.

 

Ik blijf, zoals u, echter bezorgd over de maatregel en heb de president eraan herinnerd dat Frankrijk de grootste invoerder is van Belgische bieren en dat onze bierindustrie dus rechtstreeks getroffen wordt, net zoals de Franse brouwers zelf, die 65 % van het verbruikte bier in Frankrijk leveren.

 

La loi a été adoptée le 3 décembre par l'Assemblée nationale de la République française. Comme l'indiquera d'ailleurs le ministre des Finances dans quelques minutes au Sénat, il poursuit l'examen approfondi du dossier sur la base du texte légal qui a été adopté le 3 décembre. C'est à la lumière de ce texte que nous examinerons la possibilité d'entamer d'éventuels recours.

 

Nous serons également très attentifs aux actions initiées par les brasseurs français qui possèdent 65 %, presque deux tiers, du marché français et qui ont eux-mêmes introduit, semble-t-il, des recours auprès de diverses instances. Telle est la situation.

 

05.05  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik begrijp dat u een afwachtende houding aanneemt. Zo heb ik u toch begrepen. U wacht af tot alles in verband met de wetgeving onderzocht is in Frankrijk. Dat is misschien niet onverstandig. U rekent echter vooral op de Franse brouwers. Moeten we daaruit dan concluderen dat we vooral niet moeten rekenen op acties van de Belgische regering? Die conclusie kan ik trekken uit wat u hier vandaag komt vertellen. Wij zullen ons hoop dus op de Franse brouwers moeten stellen.

 

Ik heb onze collega in het Europees Parlement hierover al gehoord en zij heeft reeds een vraag ingediend om te bekijken wat er daar mogelijk is. Misschien loopt er hier en daar iets fout qua regelgeving in Europa. Van leden van partijen die in uw regering zitten heb ik al gehoord dat men een oorlog wil starten in Europa en men zelf protectionistische maatregelen wil nemen. Als we de accijnzen op wijn verhogen, kunnen we ze terugpakken. Als dat het beleid is dat uw regering wil voeren, dan ben ik er helemaal niet meer gerust in. Ik hoop dus dat u de lijn volgt die onze collega in Europa gevolgd heeft. We zullen daar proberen onze gram te halen. Ik hoop dat u daar toch even naar luistert.

 

05.06  David Geerts (sp.a): Mijnheer de premier, dank u voor uw antwoord. Net als collega Van Esbroeck vind ik het zeer onverstandig om nu zelf eenzijdig taksen te verhogen en een bier- of wijnoorlog te starten. Het is wel belangrijk dat u niet alleen vertrouwt op de Franse bedrijven die eventueel zelf naar de Europese Commissie zullen stappen. Samen met onze Belgische sector moet u een proactieve houding aannemen om na te gaan welke maatregelen er nog kunnen worden genomen.

 

05.07  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je rejoins les remarques formulées par M. Geerts. Nous devons rester attentifs. Il faut non seulement laisser le secteur brassicole agir sur le terrain mais tenter, nous aussi, de défendre l'un des premiers secteurs exportateurs de bière vers la France – 32 %, il me semble.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- M. Olivier Maingain au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'imputation au budget 2013 du sauvetage de Dexia" (n° P1340)

- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le point de vue d'Eurostat concernant l'imputation au budget de la recapitalisation de Dexia" (n° P1341)

- Mme Meyrem Almaci au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le point de vue d'Eurostat concernant l'imputation au budget de la recapitalisation de Dexia" (n° P1342)

- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'imputation au budget 2013 du sauvetage de Dexia" (n° P1343)

- M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le point de vue d'Eurostat concernant l'imputation au budget de la recapitalisation de Dexia" (n° P1344)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Olivier Maingain aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de budgettaire aanrekening in 2013 van de redding van Dexia" (nr. P1340)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "het standpunt van Eurostat over de budgettaire aanrekening van de kapitaalsverhoging van Dexia" (nr. P1341)

- mevrouw Meyrem Almaci aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "het standpunt van Eurostat over de budgettaire aanrekening van de kapitaalsverhoging van Dexia" (nr. P1342)

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de budgettaire aanrekening in 2013 van de redding van Dexia" (nr. P1343)

- de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "het standpunt van Eurostat over de budgettaire aanrekening van de kapitaalsverhoging van Dexia" (nr. P1344)

 

Le président: Monsieur Maingain est excusé.

 

06.01  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, op 21 december komt er een kapitaalverhoging van Dexia van 5,5 miljard euro. U hebt besloten om daarin deel te nemen voor 2,915 miljard. Tijdens de begrotingsbesprekingen hebt u gezegd dat dit bedrag niet bij de begroting zal worden gevoegd, maar rechtstreeks op de schuldenberg terechtkomt. Dit geld zal worden geleend op de markt.

 

U hebt nu een brief gekregen van toezichthouder Eurostat waarin staat te lezen dat dit in principe niet kan, want het betreft hier geen investering. Het betreft hier een uitgave en daarom moet het in de begroting worden opgenomen. De Franse staat heeft hetzelfde gedaan. Frankrijk heeft dit onmiddellijk in zijn begroting opgenomen. U doet dat niet.

 

Mijn vraag luidt als volgt. Wat zult u doen in de toekomst, want als dit bedrag moet worden ingeschreven op de begroting 2012, dan heeft dat wel grote gevolgen? In feite is dit een storting in een bodemloze put om de verliezen te dekken van Dexia zodat de bank niet failliet gaat. Zult u dit bedrag boeken in 2012, maar dan loopt het tekort op van 2,8 naar 3,6 %? Of zult u dit boeken in 2013 en dan loopt het tekort op van 2,15 naar 3 %? Komt er dan een nieuwe besparingsronde? Moet u dan opnieuw de pot leegschrapen om Dexia ter wille te zijn? Of zult u dit opnieuw op de lange baan schuiven?

 

Mijnheer de minister, ik zou graag weten wat u zult doen met deze nota van Eurostat. Staan daar nog andere opmerkingen in, want u moet antwoorden tegen 12 december? Ik zou graag weten welke de opmerkingen zijn van Eurostat. Wat zult u doen? Komt er een nieuwe besparingsronde? In welk jaar zult u dit bedrag boeken?

 

Gisteren hebben wij in de commissie voor de Financiën een amendement zien verschijnen van de heer Chastel op de aanpassing van de begroting van 2012. Er staat 2 915 000 euro in geboekt, maar hij wist niet waarvoor het diende. Ik zou graag van u te weten komen waarvoor het wel zal dienen.

 

06.02  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de discussie over de kapitaalverhoging en de brief van Eurostat is een discussie over hoe het verlies moet worden ingeboekt, via de staatsschuld of nu direct in de begroting van 2012.

 

De factuur van 2,9 miljard is heel echt en moet worden betaald. De factuur van 2,9 miljard moet door onze burgers worden betaald en is een erfenis van de Dexiapartijen. Ik weet dat u niet zo happig bent op Di Rupo II, maar alle partijen die deel uitmaken van Di Rupo I zullen nu een antwoord moeten geven op de vraag van 2,9 miljard.

 

U vindt wat dat betreft geen bondgenoot in Frankrijk, want Frankrijk heeft het anders gedaan. Frankrijk ziet in dat het hele Dexiaverhaal geen verhaal is waarbij men de bevolking nog kan wijsmaken dat wij op een of andere manier aan het investeren zijn in een bodemloze put.

 

U krijgt van die kant dus geen hulp om u te wapenen tegen Europa. Eurostat heeft een aantal bijkomende vragen geformuleerd. Ik wil graag weten welke vragen dat zijn en wat de antwoorden van de regering-Di Rupo I zullen zijn, met alle partijen die verantwoordelijk zijn voor het debacle en voor deze factuur.

 

Ik verneem graag of u nog hoopt op een wijziging in de positie van Eurostat. Als u er niet meer op hoopt, hoe zult u die puinhoop dan in 2012 cijfermatig oplossen? Hoe zult u ervoor zorgen dat de burger, die deze 2,9 miljard op een of andere manier zal moeten ophoesten, niet wordt geraakt door deze factuur?

 

Ten slotte, ik heb al vernomen dat u bezwaar zult aantekenen. Zult u daarvoor overleg plegen met Frankrijk, of is alle overleg daarover sowieso hopeloos?

 

06.03  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre des Finances, une chose est la facture laissée aux citoyens à la suite de la crise bancaire et financière, sa mauvaise gestion par les gouvernements successifs et ces 3 milliards d'euros à rajouter au puits sans fond qu'est Dexia; une autre chose est l'imputation de ces 3 milliards d'euros, soit comme une dépense sur l'année 2012 soit comme un investissement. Le choix de l'imputation n'a pas le même impact sur le budget, donc sur la pression que l'Europe peut exercer sur les budgets de l'État belge. Voilà qui peut expliquer, selon le premier ministre, les mauvaises décisions prises par la suite.

 

Apparemment, Eurostat considère que ce montant doit être comptabilisé en tant que dépense à imputer sur l'année 2012, car Eurostat n'est pas très confiant en cet investissement que vous auriez réalisé. Mardi, le ministre du Budget, M. Chastel, n'était pas au courant: il n'avait pas reçu copie du courrier envoyé par Eurostat.

 

Ce matin, son collègue du MR, ministre des Affaires étrangères, ancien ministre des Finances, déclare dans La Libre Belgique: "J'avais cru comprendre que les deux ministres des Finances allaient défendre la comptabilisation dans la dette, mais l'Insee est plutôt de l'avis d'Eurostat. Cela dit, pour le gouvernement français, l'inscrire au budget 2012 permet de le faire passer pour l'héritage de Sarkozy et l'impact sur le budget n'est pas le même". En effet, la France dispose de capacités budgétaires que nous n'avons pas.

 

J'avais cru comprendre aussi que vous aviez discuté avec votre collègue français d'une attitude commune face à Eurostat. D'après M. Reynders, ce n'est pas le cas.

 

Mes questions sont simples: monsieur le ministre des Finances, quelle sera la réponse du gouvernement dans son ensemble à la lettre d'Eurostat? Quel était cet accord, voire ce non-accord, avec l'État français qui – j'en ai l'impression – continue à jouer avec nos pieds dans ce dossier Dexia?

 

06.04  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, de vorige sprekers hebben mijn vraag al voortreffelijk ingeleid. Feit blijft dat de 3 miljard euro die de belastingbetaler nu moet ophoesten voor Dexia volgens Eurostat als uitgave moet worden geboekt in de begroting. Die 3 miljard wordt dus niet gewoon op één hoop gegooid met de staatsschuld, maar bezwaart ook de begroting 2012.

 

Mijnheer de minister, ik heb vier vragen voor u.

 

Ten eerste, de begroting 2012 werd deze week besproken in de commissie voor de Financiën. Toen aan minister Chastel van Begroting gevraagd werd hoe het ermee stond, zei hij: “Ik heb geen brief van Eurostat gezien, ik heb die niet gelezen, I know nothing, I’m from Barcelona.” En dat van de minister van Begroting!

 

Is die brief besproken binnen de regering, mijnheer de minister? Zo ja, waarom weet minister Chastel van niets? Zo nee, waarom is die brief niet besproken binnen de regering?

 

Ten tweede, kunt u enige uitleg geven bij de argumentatie die Eurostat aanhaalt om die 3 miljard als uitgave te boeken?

 

Ten derde, u hebt al aangekondigd dat u zou reageren op de vragen die Eurostat in die brief gesteld heeft. Kunt u mij zeggen welke vragen precies gesteld zijn, en wat het standpunt van de regering is in dezen?

 

Ten vierde, kunt u die brief ook aan de leden van de commissie voor de Financiën bezorgen, en misschien terloops een kopietje sturen aan de minister van Begroting?

 

06.05 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, collega’s, Eurostat heeft op 27 november 2012 een brief over de herkapitalisatie van Dexia Groep aan het Instituut voor Nationale Rekeningen gestuurd. Ik heb daarvan, net zoals een aantal andere collega’s, een afschrift gekregen.

 

De inhoud van die brief is tijdens de begrotingsbesprekingen uiteraard aan bod gekomen, omdat dit fundamenteel neerkomt op een heel eenvoudige vraag. Is de herkapitalisatieoperatie te beschouwen, net zoals alle voorgaande investeringen in de financiële sector, als een investering of een ESR-neutrale operatie? Of bestaat er een risico dat Eurostat deze operatie zal kwalificeren als een uitgave die niet alleen weegt op de schuld maar die daarenboven ook het deficit zou kunnen bezwaren?

 

Dat is een onderwerp dat tijdens die besprekingen voldoende aan bod is gekomen. Dat heeft trouwens ook geleid tot een geschreven afspraak met de Franse collega dat beide landen, Frankrijk en België, ten aanzien van iedereen voor wie het van belang is, de thesis zouden verdedigen dat het hier wel degelijk gaat, net zoals bij alle voorgaande financiële operaties, om een investering die als ESR-neutraal moet worden beschouwd.

 

Cela étant, dans ce courrier du 27 novembre, Eurostat estime que l'opération de recapitalisation qui sera effectuée par la France et la Belgique et qui sera prise en charge par le budget 2012 doit être considérée comme une dépense et non comme une transaction financière. Le motif principal est qu'il existe une incertitude quant aux perspectives de rendement qui sont liées aux actions de préférence que les États recevront en contrepartie de leur apport en capital.

 

Eurostat schrijft dat deze brief slechts een voorafgaandelijk advies bevat, “a preliminary view”, en dat zijn standpunt zou kunnen wijzigen op basis van aanvullende inlichtingen die de Belgische overheid hem kan meedelen. In de brief zelf maakt Eurostat gewag van “incomplete information”. Dat is ook de reden waarom ik uiteraard de opdracht heb gegeven om de elementen te bezorgen waarover Eurostat nog niet beschikte op het ogenblik dat het die brief schreef.

 

En effet, au moment de rendre son avis, Eurostat ne disposait pas de tous les éléments d'information nécessaires à la pleine appréciation de cette transaction. Par exemple, il n'a pas pris en compte les réponses qui ont été transmises par l'intermédiaire de l'Institut des Comptes Nationaux à une série de questions qu'il avait posées. De plus, d'autres éléments d'information lui seront communiqués dès qu'ils seront disponibles, ainsi que d'autres éléments de nature plus générale en réponse aux exigences formulées par Eurostat dans la communication du 18 juillet 2012.

 

Je puis vous confirmer que tout cela se fait en coordination avec l'État français.

 

Ik geef geen commentaar op zij die zeggen dat Frankrijk het anders ziet. Dat betwist ik. Het is duidelijk dat de Franse minister in zijn communicatie nog nadrukkelijker dan de Belgische minister aangeeft dat het twee richtingen kan uitgaan en dat Frankrijk zich op elk van die scenario’s voorbereidt. Ik betwist dat Frankrijk ten aanzien van Eurostat bepleit dat dit een uitgave moet zijn. Dat betwist ik in alle duidelijkheid. Ik kan u zeggen dat ik in voortdurend contact sta met mijn collega.

 

Er is geen termijn bepaald waarbinnen Eurostat een definitieve beslissing moet nemen. Ja, mevrouw Almaci, ik hoop nog steeds dat Eurostat ons standpunt zal bijtreden, bijvoorbeeld op het ogenblik dat het zal beschikken over het definitief businessplan dat met de Commissie wordt overeengekomen. Dat is nu nog niet zo. Ik blijf dus vinden dat de wedstrijd nog niet is gespeeld. Net zoals het geen goed idee is om een sporter tien minuten voor hij op het veld komt te vragen wat hij zal doen als hij de match verliest, blijf ik het standpunt verdedigen dat deze operatie, net zoals alle vorige operaties van financiering en herkapitalisatie, even ESR-neutraal in rekening moet worden gebracht.

 

06.06  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de minister, ik lees vandaag dat de regering Di Rupo 63 van haar 300 beloftes uit het regeerakkoord heeft gerealiseerd. Eén belofte heeft ze al zeker gerealiseerd: alle bankrovers van Dexia en ARCO mogen de rekening doorschuiven naar de toekomst.

 

Vandaag zegt u net hetzelfde als wat u vorige week heeft gezegd. In de ARCO-zaak wordt u terechtgewezen door de Raad van State. De waarborg van de overheid voor de aandeelhouders-coöperanten vervalt. Wat doet u? U gaat in beroep. U wacht tot volgend jaar. U geeft niet direct een antwoord. De lasten zijn voor de toekomst, de lusten voor vandaag.

 

Eurostat maakt dezelfde opmerking over de zaak Dexia. U zegt nu dat er nog tijd is tot volgend jaar. Uw prachtige voorganger, uw grote roerganger bij het ACW, wiens belangen u hier moet verdedigen met Dexia en ARCO, zei net hetzelfde: “We zullen de problemen oplossen wanneer ze zich voordoen.”

 

Mijnheer Vanackere, de problemen doen zich vandaag voor. U moet ze vandaag oplossen in plaats van ze door te schuiven naar de toekomst. Immers, wat heeft uw nieuwe CEO, de heer De Boeck, gezegd? Vandaag een kapitaalverhoging van 2,9 miljard euro en volgend jaar misschien opnieuw een van 1 miljard, want dit zal niet volstaan.

 

06.07  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de match rond Dexia is verloren. Die 2,9 miljard euro is weg, of wij die nu bij onze staatsschuld moeten boeken of bij de begroting van 2012. Dat geld is er niet meer en het zal ook nooit meer terugkomen.

 

06.08 Minister Steven Vanackere: (…)

 

06.09  Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): De CEO van de huidige restbank heeft in de commissie geantwoord op de vraag van uw immer optimistische collega, de heer Waterschoot, of het ooit nog – luister naar wat ik nu zeg, mevrouw Van der Auwera – enige vorm van rendement zou kunnen opleveren. Hij zei: “Mijnheer Waterschoot, optimisme is leuk, maar vergeet het. Dit zal nooit meer op een of andere manier ergens een positief saldo opleveren.” Dat heeft de heer De Boeck tegen uw collega gezegd. Dat is de waarheid.

 

Na de doofpotoperatie in de Dexiacommissie, wat de verantwoordelijkheden betreft, krijgen wij nu de operatie ‘verbloem, verzwijg, verberg en verhul de waarheid, wat de factuur betreft’. Daar bent u vandaag mee bezig en daarmee is de regering-Di Rupo, met haar Dexiapartijen, continu bezig.

 

U probeert duidelijk te maken dat het allemaal wel in orde zal komen. U zwijgt over de factuur en wie die moet betalen, maar wij hebben aan uw besparingsbegroting gezien wie ze betaalt: niet de vennootschappen die vandaag op de voorpagina van Het Nieuwsblad staan en nul euro belastingen betalen, maar die 1,1 op 7 mensen die vandaag in armoede leeft. Die mensen betalen uw factuur voor de onkunde en het wanbeleid van de top en van alle mensen die bij dit dossier betrokken zijn. U blijft hun blaasjes wijsmaken.

 

06.10  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je prends acte de votre réponse qui, comme souvent, ne nous apprend pas grand-chose. Je m'étonne tout d'abord du fait qu'un dossier incomplet a été transmis à Eurostat. Peut-être, pour éviter des inquiétudes, faut-il transmettre un dossier complet et argumenter dès le départ? Je m'étonne également que l'information ne circule pas mieux au sein de votre gouvernement. En commission des Finances, j'ai fait référence aux propos du ministre Chastel et aux affirmations de votre collègue, ministre des Affaires étrangères, qui a une autre vision que la vôtre sur la voie choisie par les représentants français.

 

06.11  Steven Vanackere, ministre: Monsieur Gilkinet, c'est n'importe quoi! En quoi les propos de M. Reynders et les miens sont-ils contradictoires?

 

06.12  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Vous venez d'affirmer qu'il y a un accord précis entre l'État français et l'État belge pour faire en sorte que ces dépenses soient inscrites comme un investissement et non pas comme une dépense. Or, ce matin, dans La Libre Belgique, le ministre Reynders affirmait – peut-être se trompe-t-il – que la voie choisie par l'État français est de les inscrire en tant que dépenses sur l'année 2012. Communiquez entre vous au sein du gouvernement et l'opposition aura peut-être moins de questions à vous poser!

 

À nouveau, une incertitude pèse au-dessus de nos têtes et rajoute à la pression qui existe sur nos budgets. Cette pression conduit votre gouvernement à prendre des décisions qui font très mal aux plus faibles de la société. Impossible d'envisager tout scénario de redéploiement économique pour trouver les emplois du futur, sans parler des réformes réelles du secteur bancaire et financier que nous attendons. À nouveau, je dois vous dire que je ne suis pas rassuré par votre réponse. Je m'en excuse si cela vous fait mal!

 

06.13  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, eigenlijk zou u zichzelf en uw collega’s eens moeten bezig horen en herbekijken, op Villa Politica bijvoorbeeld.

 

Elk jaar horen wij hetzelfde verhaal. Alle mogelijke inkomsten die wij van Dexia hadden, werden in de begroting ingeschreven. De vergoeding voor de staatswaarborgen belandde in de begroting, alsook de vergoeding voor de depositogarantie. Wij zouden immers geld verdienen aan Dexia, dixit Leterme.

 

Zelfs bij de kapitaalverhoging werd nog een dividend van 8 % voorgehouden. Vorige week hadden wij de CEO van Dexia, Karel De Boeck, op bezoek. Ik vroeg hem in hoeverre het dividend van 8 % haalbaar was. Hij antwoordde mij dat het dividend van 8 % louter symbolisch was en dat hij al blij zou zijn, mocht de instelling het break-even point bereiken. Zijn antwoord zegt genoeg.

 

Mijnheer de minister, een en ander wordt als inkomsten in de begroting ingeschreven. Indien het echt misloopt, wanneer de regering moet beginnen te betalen, moet dat maar op de hoop van de staatsschuld worden gegooid en mag het zeker niet in de begroting belanden. Er is dan geen vuiltje aan de lucht. Er moet misschien nog eens op de opmerkingen van Eurostat worden gereageerd. Achteraf, na Nieuwjaar, zal de regering misschien wel moeten toegeven dat de begroting van het vorige jaar toch een probleem had. Er is echter geen vuiltje aan de lucht.

 

Eigenlijk blijft alles hier gewoon hetzelfde. Wij zullen voor het Dexiadebacle nog jarenlang, decennialang, meer dan een generatie lang betalen. Elke meevaller zal telkens in de begroting worden opgenomen en elke tegenslag waarbij de regering moet betalen, zoals vandaag, zal onder de mat worden geschoven terwijl men zijn kop in het zand steekt. Dat zal nog zeker zo zijn tot in 2014.

 

Mijnheer de minister, eigenlijk moet ik de heer Leterme gelijk geven over een andere, profetische uitspraak die hij ooit deed: "Wie gelooft die mensen nog?”

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Question de Mme Muriel Gerkens au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les indemnités abusives de remploi facturées par les banques" (n° P1345)

07 Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de onrechtmatige aanrekening van wederbeleggingsvergoedingen door de banken" (nr. P1345)

 

07.01  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, voici quinze jours paraissait sur le site de la Chambre une proposition de loi Ecolo-Groen visant à encadrer les indemnités de remploi que réclament les banques en cas de crédit hypothécaire ou de crédit aux entreprises.

 

Depuis lors, nous recevons des dizaines et des dizaines de témoignages d'indépendants et d'entrepreneurs sur le sujet. Nous apprenons également qu'au sein du gouvernement, il y a discussion de projets de loi sur le sujet. Nous nous avons donc logiquement pensé pouvoir travailler ensemble et prendre des dispositions rapidement.

 

Or, dans L'Écho de ce matin, nous apprenons que, lors des négociations en cours avec Febelfin - la fédération qui relie les organismes financiers et les banques -, cette dernière se targuait de suivre un code de conduite et d'être dotée d'une plate-forme qui se penche sur le remboursement anticipé. Selon elle, il était dès lors superflu d'adopter des lois. Cet article évoque simplement une loi-cadre complétée par un code de conduite.

 

Aussi, monsieur le ministre, j'aurais voulu savoir si cette information était exacte et quels sont les éléments qui coincent entre Febelfin et vous-même, qui feraient renoncer le gouvernement à prendre des dispositions législatives claires?

 

07.02  Steven Vanackere, ministre: Madame Gerkens, ma réponse sera brève et, je l'espère, rassurante.

 

Dans le cadre du plan de relance de juin dernier, il avait déjà été décidé que ma collègue, Mme Laruelle, et moi-même, mettrions au point des mesures pour améliorer l'accès au financement pour les PME. Cet engagement a d'ailleurs été expressément confirmé dans le récent accord budgétaire.

 

Dans le même temps, mon cabinet a préparé un avant-projet de loi car nous ne voulons pas simplement nous limiter à une mesure sur le plan de l'indemnité de remploi. Un ensemble plus large de mesures est prévu, qui doit sensiblement améliorer l'accès au financement pour les PME et rendre la relation contractuelle plus équilibrée.

 

Cet ensemble comprend par exemple également des mesures sur l'adéquation du crédit offert, sur la fourniture d'informations en cas de refus du crédit et une plus grande transparence dans les conditions de crédit. Il est dans nos intentions, sur la base de cet avant-projet de loi, et en concertation avec Mme Laruelle, de travailler rapidement à l'élaboration d'un système équilibré et cohérent.

 

J'espère donc, après les contacts informels positifs qui ont déjà eu lieu, pouvoir négocier avec tous les secteurs concernés, encore avant la fin de l'année.

 

Les positions des parties concernées apparaîtront ainsi clairement.

 

Il me semble également logique qu'une attention suffisante soit accordée à l'impact des mesures proposées, s'agissant notamment du coût du crédit, et qu'un avis soit demandé à l'organisme de contrôle prudentiel, à savoir la Banque nationale.

 

07.03  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, nous partageons évidemment votre objectif d'améliorer l'accès au crédit et de mobiliser des moyens financiers au bénéfice de l'économie réelle – c'est-à-dire les indépendants, les entrepreneurs, les PME. Au demeurant, nous interrogeons régulièrement le gouvernement à ce sujet.

 

Si je vous ai questionné en particulier sur l'indemnité de remploi, c'est parce que vous travaillez sur la motivation des refus des crédits ainsi que sur l'adéquation de ceux-ci. Or la mesure en question porte préjudice à un nombre incroyable d'entrepreneurs, lesquels nous font part de manœuvres honteuses et scandaleuses commises par les banques.

 

Ma question portait sur d'éventuelles mesures législatives qui pourraient imposer véritablement des montants, des durées et des règles claires. Il ne s'agit donc pas de préparer une loi-cadre se référant à un code de conduite. On nous a déjà fait le coup avec la corporate governance! Il a ensuite fallu la rectifier. Si le gouvernement n'assume pas son rôle, cela ne va pas. Vous ne prendrez pas de dispositions, mais vous allez élaborer un cadre plus large – adéquation, motivation et transparence – tout en ne nous disant pas si vous allez nous soumettre une loi précise. Si c'est le cas, tant mieux, nous en discuterons en commission rapidement.

 

Le président: C'est cela: je propose que vous en discutiez en commission rapidement!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van mevrouw Gwendolyn Rutten aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de vergoeding door het Rampenfonds van de door de Pukkelpopstorm getroffen fruittelers" (nr. P1346)

08 Question de Mme Gwendolyn Rutten au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les interventions du Fonds des calamités au profit des fruiticulteurs sinistrés lors de la tempête qui a sévi lors du Festival Pukkelpop" (n° P1346)

 

08.01  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de minister, in augustus 2011 heeft een zeer zware storm in Limburg en in delen van Vlaams-Brabant heel wat mensen met schade achtergelaten. Die storm veroorzaakte het Pukkelpopdrama. Ook veel fruittelers en landbouwers bleven achter met gigantische verliezen. In totaal werden er 4 733 dossiers ingediend bij het Rampenfonds. Een deel daarvan werd ondertussen vergoed, maar een deel heeft tot op heden nog niets gezien.

 

Er zijn ook problemen met de experts en de expertises. Naar verluidt worden er zelfs geen expertises en tegenexpertises meer uitgevoerd, waardoor sommige mensen in de problemen komen. Zij kunnen immers geen nieuwe kredieten krijgen en kunnen hun dossier niet afronden. Meer dan een jaar na datum kijken zij nog altijd naar de overheid voor hun schadevergoeding.

 

Mijnheer de minister, graag kreeg ik van u een stand van zaken in dit dossier, zodat de betrokkenen na te zijn geconfronteerd met overmacht en natuurrampen, duidelijkheid krijgen en verder kunnen met hun landbouwactiviteiten en met hun leven.

 

08.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Rutten, er is recente informatie met betrekking tot uw vraag, waaruit uw bekommernis bleek. Voor de schade die de dramatische storm van 18 augustus 2011 heeft veroorzaakt, heeft de Nationale Kas voor Rampenschade op 5 december, gisteren dus, voor 300 000 euro aan schadevergoedingen uitbetaald. Dat was mogelijk doordat de tweede tranche van de dotatie van de Nationale Loterij voor het jaar 2012 op 4 december, dus eergisteren, aan de Kas werd doorgestort.

 

Naast die 300 000 euro zijn er nu nog voor 2,2 miljoen euro aan betaalorders die nog moeten worden uitgevoerd ter vergoeding van schade, geleden in Limburg, door de storm van vorig jaar. Deze betaalorders kunnen worden uitgevoerd zodra de wet houdende fiscale en financiële bepalingen zal worden goedgekeurd. Ik signaleer dat deze wet deze namiddag wordt besproken in de plenaire vergadering van de Senaat.

 

Voor de verdere afhandeling van concrete dossiers betreffende de ramp zult u begrijpen dat ik verwijs naar mevrouw Milquet, minister van Binnenlandse Zaken, die de afhandeling doet op het niveau van de uitkeringen. Wat de middelen van het fonds betreft, kan ik u zeggen dat, samen met wat werd gedaan rond de Nationale Loterij en na goedkeuring van de wet, hopelijk deze namiddag in de Senaat, wij deze mensen het perspectief kunnen geven dat de nationale overheid hen niet in de kou laat staan.

 

08.03  Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de minister, u brengt bijzonder goed nieuws. Er is 300 000 euro uitbetaald en de rest zal worden uitbetaald als de werkzaamheden in de Senaat doorgaan. Ik ben er zeker van dat dit goed zal vallen bij de betrokken families en de ondernemers. Ik dank u voor uw antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Mme Marie-Martine Schyns au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "le soutien fiscal aux entreprises liégeoises" (n° P1347)

09 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de fiscale steun aan Luikse bedrijven" (nr. P1347)

 

09.01  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, monsieur le vice-premier, nous le savons tous, certaines régions de notre pays sont particulièrement touchées par la crise économique. Je pense au Limbourg, avec la faillite de Ford Genk et la perte de milliers d'emplois directs et indirects. Je pense aussi évidemment au bassin sidérurgique liégeois.

 

À ce sujet, Het Belang van Limburg de ce matin relève que le gouvernement s'apprête à prendre des mesures fiscales ciblées en faveur de certains secteurs d'activité. Si je ne peux que me réjouir d'une telle initiative, je me pose néanmoins quelques questions.

 

Monsieur le ministre, confirmez-vous que des mesures fiscales ciblées d'une durée déterminée, notamment en faveur d'entreprises créatrices d'emplois et d'entreprises innovantes, sont en préparation? Dans l'affirmative, quelle pourrait-être l'application de ces mesures?

 

Je me demande aussi comment vous comptez obtenir l'accord de la Commission européenne pour faire en sorte que ces mesures ne soient pas assimilées à des aides d'État et, de ce fait, considérées comme illégales.

 

Enfin, si vous confirmez ces mesures, avez-vous déjà une idée de l'entrée en vigueur de ces mesures fiscales?

 

09.02  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, madame Schyns, je me dois d'éviter que trop d'attente soit créée à l'égard de ce type de mesures.

 

Oui, il est vrai que j'examine pour l'heure, avec mon cabinet, toutes les façons imaginables de prendre des mesures ciblées. Comme vous le faites remarquer très justement, ceci n'est possible que si la Commission européenne juge ces mesures conformes aux règles de la concurrence. Elles ne doivent dès lors pas contenir d'éléments d'aide d'État. C'est un débat difficile mais important que nous devons mener de manière constructive avec la Commission. À ce stade, il serait prématuré de spéculer sur les détails dans la mesure où nous nous interrogeons aujourd'hui sur le champ d'action possible.

 

Pour l'économie de notre pays, il est essentiel de savoir que ce sont avant tout les réformes structurelles, et donc non temporaires, qui donneront de l'oxygène à nos entreprises. Telle est la voie résolument choisie par ce gouvernement. De là par exemple, la décision du gouvernement de combler, d'ici 2018, notre handicap salarial. De là aussi, un certain nombre d'autres mesures comme la réforme des douanes ou d'autres permettant, avec une économie aussi ouverte que la nôtre, de procurer de l'oxygène à nos entreprises.

 

Pour revenir sur l'article du journal Het Belang van Limburg de ce matin, je ne peux que conseiller une certaine prudence. Au stade actuel, nous étudions seulement les possibilités d'action; nous n'en sommes pas encore à déterminer un plan précis qui pourrait être discuté en détail.

 

09.03  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour les précisions que vous avez données.

 

Il est important de prévoir des mesures structurelles et de ne pas se contenter de mesures ciblées, notamment au niveau de certaines régions. En effet, le Limbourg et la région de Liège n'étaient pas les seules à être citées dans cet article visiblement lacunaire et prématuré si l'on considère l'état des réflexions. Dans le Hainaut, par exemple, le secteur sidérurgique est également en grande difficulté.

 

Vous menez une réflexion quant aux mesures à prendre. À cette occasion, il serait opportun de réfléchir – mais je crois savoir que c'est déjà le cas – à des mesures grâce auxquelles les gains engrangés par les entreprises pourront être réinvestis.

 

Pour notre part, nous vous encourageons à prendre de telles initiatives et à faire en sorte que les mesures prises – je parle ici de mesures structurelles – puissent réellement aider un maximum de secteurs et d'entreprises.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Questions jointes de

- Mme Kattrin Jadin à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "l'accès au crédit pour les PME" (n° P1349)

- M. Karel Uyttersprot à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture sur "les problèmes que rencontrent les PME pour se financer" (n° P1350)

10 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Kattrin Jadin aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "de toegang tot kredieten voor de kmo's" (nr. P1349)

- de heer Karel Uyttersprot aan de minister van Middenstand, Kmo's, Zelfstandigen en Landbouw over "de gebrekkige financiering van de kmo's" (nr. P1350)

 

10.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, madame la ministre, le Centre de Connaissances du Financement des PME (CeFiP) a publié cette semaine un baromètre qui a pour objectif de sonder les petites entreprises et les indépendants sur leur accès au crédit à court et à long terme. Les conditions: coûts, garanties, informations d'accès au crédit et relations entre entrepreneurs et banquiers y sont examinés. Pour cette étude, le CeFiP s'appuie sur une enquête menée auprès de 711 chefs d'entreprise. La moitié de ces entreprises se situent en Flandre, 40 % en Wallonie et 10 % à Bruxelles. Les entreprises emploient un maximum de dix travailleurs, y compris le chef d'entreprise. Le baromètre en est à sa seizième édition et a été réalisé à la mi-octobre 2012. Ce baromètre n'a jamais été aussi bas!

 

Selon les résultats de cette enquête, les chefs d'entreprise traversent une crise de confiance plus vive encore qu'au plus fort de la récession. Jamais auparavant, ils n'ont déclaré qu'il était plus difficile d'obtenir un financement. Les banques sont sur la défensive et exigent plus d'informations et de garanties qu'auparavant. Le climat économique général est donc défavorable à l'entrepreunariat et on constate une baisse de création d'entreprises et une augmentation importante du nombre de faillites.

 

Madame la ministre, nous avons fait de gros efforts pour sauver le secteur bancaire pour garder l'épargne de nos citoyens mais également pour créer de l'activité économique. Je sais que vous êtes très sensible à cette problématique. Quelles mesures envisagez-vous de prendre? Des projets sont-ils en préparation pour tenter d'enrayer ce phénomène?

 

10.02  Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, “Belgische kmo’s hebben nood aan een Marshallplan” of “Startende kmo’s smeken om groeikapitaal.” Mevrouw de minister, de titels liegen er niet om.

 

Deloitte publiceerde recent zijn KMO Kompas, dat gebaseerd is op de financiële gegevens van 2 300 bedrijven en dat een goede indicator is voor de financiële slagkracht van onze bedrijven. Uit die cijfers blijkt een opmerkelijke stijging van het reële eigen vermogen van onze ondernemingen. Eind 2011 bedroeg dit voor startende bedrijven 45,3 % tegen slechts 34,2 % het jaar voordien, een stijging met 10 % dus in één jaar tijd. Dat betekent dat van elke euro die een kmo investeert, een halve euro uit eigen kapitaal komt. Een kmo moet steeds meer met eigen middelen investeren.

 

Mevrouw de minister, het is natuurlijk positief te noemen dat ondernemingen ook in periodes van economische crisis hun eigen vermogen op peil kunnen houden. Anderzijds is het echter ook een teken aan de wand, want klaarblijkelijk is een toenemend aantal kmo’s en bedrijven niet langer in staat om vlot toegang te krijgen tot de kapitaalmarkt, en dat zijn zowel banken als andere financieringsbronnen. Ruim 30 % van onze kmo’s heeft het moeilijk om aan kapitaal te geraken. Onze bedrijven hebben nood aan zuurstof.

 

Mevrouw de minister, u hebt vroeger te kennen gegeven de kredietverstrekking door banken te willen vergemakkelijken. Hoever staat u met die maatregelen?

 

Voorziet u in maatregelen of incentives voor potentiële investeerders in onze ondernemingen?

 

10.03  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, chers collègues, comme vous l'avez souligné, l'accès au crédit pour les entrepreneurs, en particulier pour les plus petits entrepreneurs, est singulièrement difficile. Même dans des conditions économiques favorables – vous l'avez souligné M. Uyttersprot –, une entreprise a besoin de faire appel à des capitaux extérieurs pour financer les différentes étapes de son développement.

 

Depuis 2008, on doit constater que les conditions économiques se sont dégradées, ce qui a un impact direct sur les possibilités de financement des PME alors que leur besoin de financement n'a jamais été aussi important en raison de la crise.

 

In de huidige omstandigheden is de relatie tussen ondernemers en hun bank de facto niet in evenwicht. De cijfers van het KeFiK tonen duidelijk aan dat, terwijl wij niet kunnen spreken van een credit crunch voor de grote ondernemingen, de zko’s en de zelfstandigen of 92 % van onze ondernemingen moeilijk toegang krijgen tot krediet. De zestiende barometer van het KeFiK toont ook aan dat de kredietperceptie en het ondernemingsklimaat duidelijk op hun laagste niveau zitten sinds de creatie van de barometer. De perceptie van ondernemers verslechtert op het vlak van hun relatie met hun bank. Een duidelijke meerderheid zegt dat het verkrijgen van een financiering bij een bank moeilijk tot zeer moeilijk is, terwijl slechts 1 ondernemer op 5 het omgekeerde denkt.

 

Nous avons déjà pris un certain nombre de mesures, notamment la mise en place du médiateur du crédit, qui a déjà pu sauver plus de 3 000 emplois ou encore plusieurs produits dans le Fonds de participation, tel le crédit INITIO; ce crédit permet à l'entrepreneur de demander l'aval du Fonds de participation antérieurement à la sollicitation d'un crédit bancaire.

 

Il faut aller plus loin. Le ministre des Finances vient de vous expliquer le projet de loi en préparation afin de recréer cet équilibre entre les banques et les entrepreneurs. Comme le disait le ministre, si un indépendant ou un entrepreneur désire changer d'organisme bancaire, certaines banques exigent parfois des indemnités de remploi qui peuvent aller jusqu'à 30 ou 40 %, non des intérêts mais du solde restant dû, accompagnées de clauses pour le moins léonines, voire abusives.

 

Nous devons aussi améliorer l'information en cas de refus d'un crédit. Par exemple, une entreprise sur cinq voit sa demande de crédit auprès d'un organisme bancaire refusée, mais la majorité en ignore la raison; nous n'exigerons pas des banques de motiver leur décision, mais bien d'informer l'entrepreneur des raisons du refus.

 

Avec ma collègue de la Justice, je travaille également à assurer une meilleure portabilité des garanties. Quand un indépendant désire changer de banque, il est redevable d'indemnités de remploi, mais il endure bien des difficultés à récupérer sa garantie mobilière - c'est long et coûteux. Nous travaillons à assurer la portabilité de ces garanties, autrement dit à faciliter le changement de banque et à le rendre moins coûteux; voilà qui mettra les organismes bancaires en concurrence.

 

Vous le disiez, monsieur Uyttersprot, nous travaillons également à la problématique de l'accès au crédit non bancaire. En effet, aujourd'hui, 40 % de l'accès au crédit pour les PME, s'effectue hors du cadre du paysage bancaire.

 

Nous essayons aussi d'améliorer les possibilités de garantie qu'un entrepreneur doit donner à des personnes qui lui octroieraient un prêt mobilier, à l'image du concept américain des 3 F, c'est-à-dire "Friends, Family and Fools". Cela pourrait permettre qu'un gage sur fonds de commerce puisse aussi être mis en garantie lors d'un prêt d'argent, non d'une banque mais d'une autre personne.

 

Je voudrais aussi clarifier les choses. Vous ne m'avez jamais entendu dire, contrairement à d'autres, que les banques étaient les pires ennemis de l'économie. Selon moi, il n'y a pas d'économie réelle et d'économie virtuelle. Quand une banque licencie un certain nombre de personnes, les emplois perdus sont bien réels. En revanche, je fais partie de ceux et celles qui disent que les banques doivent retrouver le goût de prêter de l'argent à l'économie proche, autrement dit aux entreprises du coin. Elles nous ont prouvé, par le passé, leur capacité à prendre des risques parfois pour des produits dont personne ne comprenait ni l'alpha ni l'omega. Je leur demande, aujourd'hui de retrouver le goût du risque pour l'économie proche.

 

10.04  Kattrin Jadin (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour toutes les mesures que vous envisagez. J'espère que nous en discuterons très prochainement en commission de l'Économie.

 

10.05  Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw gedreven antwoord.

 

Nog nooit was het aantal starters zo laag en nog nooit was het aantal faillissementen zo hoog. Onze bedrijven hebben zuurstof nodig.

 

Op onze spaarrekeningen staat in totaal ruim 230 miljard euro. Lijkt het dan ook niet aangewezen om eens te bekijken in hoeverre wij die centen, die toch weinig opbrengen, kunnen mobiliseren?

 

In hoeverre moeten wij de oude wet-Cooreman-De Clercq niet eens van onder het stof halen en daaruit inspiratie putten?

 

Aan de andere kant bestaat ook het idee van een motivatieplicht voor de banken wanneer zij een krediet weigeren.

 

10.06 Minister Sabine Laruelle: Dat zullen wij doen in onze wet. Wij willen de banken verplichten om informatie te geven.

 

Le président: Madame la ministre, je sais que vous êtes une passionnée, mais j'aimerais bien qu'on avance.

 

10.07  Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de minister, ik was aan het repliceren, maar ondertussen hebt u voor een deel al geantwoord.

 

De motivatie van een weigering is voor een kmo wel heel belangrijk.

 

Ik dank u dus voor uw antwoord.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de M. Christophe Lacroix au ministre de la Défense sur "la situation en Syrie et le déploiement de missiles Patriot de l'OTAN" (n° P1351)

11 Vraag van de heer Christophe Lacroix aan de minister van Landsverdediging over "de situatie in Syrië en het inzetten van Patriot-raketten door de NAVO" (nr. P1351)

 

11.01  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, après vingt mois de violences, de meurtres, de méthodes barbares et de toute une série d'atteintes délibérées aux droits de l'homme, mon groupe revient vers vous au sujet de la Syrie. Si le Printemps arabe a pris des tournures parfois inquiétantes, la situation syrienne surpasse de loin l'horreur vécue dans d'autres pays, tant par sa longueur que par la complète inaction de la communauté internationale.

 

Cependant, j'apprends qu'il y a du neuf. L'OTAN a décidé ce mardi de déployer des missiles antiaériens Patriot en Turquie le long de la frontière avec la Syrie afin de protéger la première d'éventuels tirs. Cette décision marque véritablement un tournant dans ce conflit, alors que nous apprenons que les États-Unis faisaient part de leur inquiétude à l'idée qu'un régime de plus en plus assiégé réfléchisse à l'utilisation d'armes chimiques contre sa propre population. Selon les États-Unis, une ligne rouge serait alors franchie – mais n'est-elle pas transgressée depuis longtemps?

 

Même si je ne puis que saluer l'attitude de notre pays, notamment en raison de l'aide humanitaire qu'il apporte, mon groupe n'a eu de cesse de s'indigner face au double, triple, quadruple standard de la communauté internationale dans ce conflit. Au lieu de parler de l'universalité des droits de l'homme, celle-ci – y compris la Russie et la Chine – devrait agir afin d'en assurer plus que jamais le respect face à des régimes meurtriers.

 

Monsieur le ministre, j'aimerais vous poser les questions suivantes. Comment, selon vous, cette décision de l'OTAN pourra-t-elle contribuer à la désescalade de la crise à la frontière turco-syrienne? Quelle fut l'attitude de notre pays durant ce débat et ce vote? Comment le commandement de cette opération de l'Alliance sera-t-il organisé, et quel y sera le rôle de notre pays et de l'Union européenne?

 

L'OTAN a indiqué que l'application de cette décision serait purement défensive et ne serait nullement utilisée pour faciliter la mise en place d'une zone d'exclusion aérienne ou le lancement d'une quelconque opération offensive. Si aucune solution ne devait être trouvée à l'ONU, l'OTAN envisage-t-elle de franchir ce pas pour ainsi défendre les civils syriens?

 

La dégradation de la situation a poussé l'ONU, suivie par l'Union européenne, à se retirer du pays. Quelles en seront les conséquences?

 

Enfin, selon vous, quelles seront les conséquences de ce déploiement sur la situation régionale et pour nos militaires – présents notamment au Liban?

 

11.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur le président, monsieur Lacroix, face à l'insistance pour connaître ma position en l'absence du ministre des Affaires étrangères auquel la question était adressée, je vous fais savoir que M. Reynders est retenu en Irlande pour une réunion de l'OSCE et je vous donne ci-après les éléments de réponse qu'il m'a transmis depuis Dublin.

 

Le ministre des Affaires étrangères a longuement répondu à cette problématique lors de la séance des commissions des Relations extérieures et de la Défense au Sénat hier après-midi, mercredi 5 décembre, en réponse aux questions posées par MM. Anciaux et Miller.

 

À l'occasion de la réunion des ministres des Affaires étrangères de l'OTAN en date du 4 et du 5 décembre, un communiqué de l'OTAN a été adopté dans lequel il est notamment écrit que tout déploiement, quel qu'il soit, sera purement défensif. Il ne sera nullement utilisé pour faciliter la mise en place d'une zone d'exclusion aérienne ou le lancement d'une quelconque opération offensive. Trois éléments de ce texte doivent être soulignés. Premièrement, il s'agit d'un déploiement afin de protéger la population turque. Deuxièmement, il n'est pas question de la mise en place d'une zone d'exclusion aérienne. Enfin, il n'est pas question d'une quelconque opération offensive.

 

11.03  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. Nous insistons évidemment sur la solidarité otanienne mais aussi sur la défense des civils. Vous avez parlé des civils turcs en cas de problématique mais nous insistons, de surcroît, sur la défense des civils syriens. Nous voulons vraiment aboutir à une solution diplomatique et humanitaire et non uniquement militaire.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de M. Georges Dallemagne au ministre de la Défense sur "le naufrage du Baltic Ace" (n° P1352)

12 Vraag van de heer Georges Dallemagne aan de minister van Landsverdediging over "het gezonken vrachtschip Baltic Ace" (nr. P1352)

 

12.01  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, nous avons été consternés d'apprendre la collision de deux bateaux au large de Rotterdam et le naufrage de l'un d'eux. Plusieurs marins ont perdu la vie; d'autres sont toujours portés disparus; d'autres encore sont gravement blessés. Nous pensons aux victimes, à leurs familles, en espérant que les blessés pourront se rétablir rapidement.

 

La Belgique a participé substantiellement aux opérations de secours puisque deux hélicoptères Sea King sont arrivés rapidement sur les lieux et certains hôpitaux ont accueilli des blessés. Je me félicite de cette intervention malgré les conditions extrêmement difficiles.

 

Monsieur le ministre de la Défense, vous vous êtes rendu ce matin à notre base de Coxyde et j'aurais voulu en savoir un peu plus sur les circonstances de cette catastrophe. C'est une des catastrophes les plus graves depuis le naufrage du Herald of Free Enterprise.

 

Quelle est la situation des secours? Des recherches sont-elles encore en cours? Quel est le nombre de victimes?

 

Le bateau qui a coulé avait 1 400 véhicules à son bord. Cela constitue-t-il un danger pour la navigation dans cette partie de la mer du Nord?

 

Enfin, il y a de temps en temps des inquiétudes quant à l'état de fonctionnement de nos Sea King, en attendant leur remplacement par des hélicoptères NH90. Y a-t-il eu des difficultés particulières au cours de cette opération?

 

12.02  Pieter De Crem, ministre: Monsieur Dallemagne, hier soir à 19 h 30, les cargos Baltic Ace et le Corvu J. sont entrés en collision pour des raisons encore inconnues. C'est invraisemblable à cette époque de télécommunications performantes.

 

L'accident a eu lieu à l'entrée du port de Rotterdam, dans l'une des zones les plus fréquentées d'Europe, située à environ 13 km de la frontière belge et à un peu plus de 80 km de la base aérienne de Coxyde.

 

Immédiatement après la collision, le Baltic Ace a coulé. Les opérations de sauvetage se sont déroulées conjointement entre les services de garde-côte néerlandais et le Maritim Rescue and Coordination Center d'Ostende. Le plan catastrophe provincial a été déclenché ainsi que le plan d'urgence médicale sur la base de Coxyde.

 

L'intervention de la Belgique s'est immédiatement concrétisée par l'envoi de deux Sea King à la recherche des disparus. Le premier hélicoptère de secours à être arrivé sur les lieux du naufrage est le Sea King belge qui a décollé à 19 h 42. Il a procédé au sauvetage de sept personnes se trouvant à bord d'un canot et a repêché le corps de trois malheureuses victimes. Une quatrième a été ramenée par un hélicoptère néerlandais.

 

Les recherches se poursuivent aujourd'hui. Un Sea King belge a participé à nouveau aux recherches depuis l'aube et a repêché un corps ce midi. Au total, douze personnes ont survécu à cette catastrophe, mais on déplore toujours six disparus.

 

Comme vous le constatez et contrairement à ce que certains ont prétendu cet été, les Sea King sont toujours hyper opérationnels. Pour rappel, les Sea King, dont l'utilité est incontestable – ils l'ont prouvé hier soir, cette nuit, ce matin – seront remplacés par le NH90 en version maritime.

 

Le premier NH90 en version terrestre sera réceptionné le 21 décembre prochain, autrement dit dans deux semaines. Deux hélicoptères en version maritime seront, quant à eux, réceptionnés dans le courant de l'année 2013.

 

Je me suis rendu, tôt ce matin, à la base de Coxyde, pour féliciter les membres d'équipage et le personnel de la base qui ont œuvré dans des conditions climatiques particulièrement difficiles. L'obscurité, le vent, une mer très agitée, des averses de neige et des températures extrêmement froides ne les ont pas empêchés d'effectuer un travail exceptionnel.

 

Je ne dispose pas, actuellement, d'information pour ce qui concerne les conséquences de la cargaison perdue en haute mer. Mais dès que cela sera le cas, je ne manquerai pas de vous en informer.

 

12.03  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse tout comme je tiens à remercier les équipes de secours qui ont pu se déployer aussi rapidement et de manière très professionnelle. Elles ont ainsi pu sauver des vies.

 

Vous avez insisté sur le caractère immédiat du naufrage. C'est la rapidité des secours qui a permis de sauver, malgré tout, certaines vies.

 

Avec vous, je voudrais insister sur la nécessité de conserver cette capacité d'intervention et de disposer, au plus tôt, des hélicoptères NH90 appelés à remplacer les Sea King dont on sait qu'ils ont en fin de vie. Tous deux sont utiles pour la Belgique, mais aussi pour l'ensemble de la zone de la mer du Nord.

 

12.04  Pieter De Crem, ministre: C'est pour cela qu'on s'est battu.

 

12.05  Georges Dallemagne (cdH): Je le sais.

 

Le président: Effectivement, je crois que c'est pour cette raison qu'on a acheté les NH90.

 

Je me propose, au nom de la Chambre, et au travers du ministre de la Défense, de féliciter par écrit le personnel de la base de Coxyde.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van mevrouw Annick Ponthier aan de minister van Landsverdediging over "de terugtrekking van de Duitse troepen uit Afghanistan en de gevolgen voor de Belgische troepen" (nr. P1353)

13 Question de Mme Annick Ponthier au ministre de la Défense sur "le retrait d'Afghanistan du contingent allemand et ses conséquences pour le contingent belge" (n° P1353)

 

13.01  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, na een internationale inzet gedurende meer dan 10 jaar is dit najaar de effectieve terugtrekking van de Belgische troepen in Afghanistan ingezet. Er zijn nu nog zo’n 360 militairen aanwezig, vooral in Kandahar en Kunduz. Tegen 2014 wil België net als de andere NAVO-landen zich uit het land terugtrekken. Hiervoor is een traject uitgestippeld. U hebt het in de commissie meermaals toegelicht. Het is echter nog onzeker of dat traject volledig zal kunnen worden gevolgd. De Belgische troepen zijn immers ingekwartierd in de Duitse compound en maken deel uit van het Duitse Provincial Reconstruction Team of PRT en het Duitse Military Advisory Team of MAT.

 

Nu blijkt dat Duitsland het voor bekeken houdt en reeds in 2013 zijn troepen zal terugtrekken. Blijkbaar werd u daarvan enige tijd geleden al op de hoogte gesteld.

 

De Duitse beslissing heeft natuurlijk gevolgen voor de Belgische troepen. Dat zij alleen achterblijven, lijkt ons geen optie. Het zou trouwens indruisen tegen de algemene strategie van de NAVO-terugtrekking en zonder twijfel aanzienlijke meerkosten met zich brengen.

 

Mijnheer de minister, vanmorgen was ik aanwezig in de commissie belast met de opvolging van de buitenlandse missies, waar de situatie in Afghanistan besproken werd. Op de vragen over de terugtrekking kon echter geen sluitend antwoord gegeven worden. Vandaar dat ik mijn vragen aan u richt in onze plenaire vergadering.

 

Ten eerste, wanneer werd u op de hoogte gesteld van de Duitse intentie?

 

Ten tweede, wat was de inhoud van de boodschap?

 

Ten derde, welke impact zal de Duitse terugtrekking hebben op het te volgen terugtrekkingsscenario van de Belgische troepen in Kunduz en op andere theaters in Afghanistan? Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

13.02 Minister Pieter De Crem: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Ponthier, ik verontschuldig mij nogmaals omdat ik er vanmorgen niet kon zijn. Mijn aanwezigheid was vereist in Koksijde.

 

Wat de terugtrekking van de Belgische troepen uit Afghanistan betreft, kan ik verwijzen naar het regeerakkoord. In dat regeerakkoord wordt bepaald dat de strategie en de kalender wordt bepaald in volle samenwerking met de NAVO, de Europese Unie en de partners van de Verenigde Naties. Er wordt in een definitieve terugtrekking voorzien uiterlijk op 31 december 2014 volgens de beslissingen genomen op de Lissabontop en de top van Chicago van 2010. Andere partnerlanden zullen deelnemen om de heropbouw te ondersteunen.

 

Het standpunt werd ter gelegenheid van de NAVO-top in Chicago van mei 2012 herhaald door de eerste minister, de minister van Buitenlandse Zaken en door mijzelf tijdens de besprekingen die wij hebben gevoerd. Voor alle duidelijkheid, België blijft aanwezig tot 31 december 2014 in de verschillende onderdelen in het noorden, het centrum en het zuiden van Afghanistan.

 

Het feit dat Duitsland formeel zou hebben beslist om zijn troepen uit Kunduz terug te trekken – wij werken daar samen op het niveau van een brigade –, werd tot op heden nog niet officieel meegedeeld aan België. Ik heb veel contacten met onze Duitse collega’s en de meest recente informatie waarover ik beschik, heeft mij nogmaals bevestigd dat er geen formele Duitse beslissing is genomen.

 

Het spreekt dan ook voor zich dat ik mij nu niet kan uitspreken over het antwoord op een eventuele Duitse beslissing. Ik kan ook geen antwoord geven op de gevolgen die dat zou hebben voor de Belgische aanwezigheid in Kunduz in het noorden van Afghanistan.

 

Ik moet u wel zeggen dat de informatie-uitwisseling tussen ons land en Duitsland op het niveau van de militairen, de ambassadeurs, de ministers en de kabinetten perfect verloopt en ik ook zeer goede contacten onderhoud met mijn collega de Maizière.

 

Ik heb op het moment geen enkele officiële stellingname van Duitsland gekregen. Ook tijdens de jongste NAVO-top die een maand geleden in Brussel plaatsvond, werd daaromtrent geen officieel standpunt meegedeeld. Ik heb dat nagegaan voordat ik hier uw vragen kwam beantwoorden.

 

Onze logica blijft dus de uitvoering van het regeerakkoord. België blijft in de huidige samenstelling aanwezig tot 31 december 2014.

 

13.03  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik had wel verwacht dat u momenteel wat terughoudend zou zijn in uw antwoord. Ik kan dat begrijpen. Enige vooruitziendheid is een troef, zeker in militaire kringen, en dus kunt u misschien beter even vooruitkijken.

 

Ik denk dat wij mogen besluiten dat u waarschijnlijk onze mening deelt dat het onwaarschijnlijk lijkt dat onze troepen na een Duitse terugtrekking nog op het terrein zouden blijven.

 

Immers, hoewel de situatie in het land verre van veilig is en de meeste doelstellingen niet bereikt zijn, is er weinig of geen maatschappelijk draagvlak voor een verdere aanwezigheid, niet het minst wegens de kostprijs die dat met zich meebrengt.

 

Ondanks de deskundige en lovenswaardige inzet van onze militairen komt het resultaat van jarenlange westerse militaire inzet in werkelijkheid neer op de vervanging van een islamitisch bewind door een ander, dat bijna even erg en waarschijnlijk nog corrupter is.

 

Als de mogelijkheid bestaat om een vervroegde terugtrekking op een correcte en ordelijke manier te bewerkstelligen, kunnen wij dat alleen maar toejuichen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Mme Valérie De Bue à la ministre de l'Emploi sur "l'accès au marché du travail entravé à Bruxelles par l'obligation de transmettre les offres d'emploi à Actiris" (n° P1348)

14 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Werk over "de verplichte overzending van de werkaanbiedingen aan Actiris, die de toegang tot de arbeidsmarkt in Brussel belemmert" (nr. P1348)

 

14.01  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, cette question est adressée à votre collègue, la ministre de l'Emploi. Elle concerne un projet d'ordonnance de la Région bruxelloise qui circule déjà depuis plusieurs mois mais qui fait aujourd'hui l'objet d'une décision par le gouvernement bruxellois. Celle-ci vise à imposer aux entreprises de plus de 100 personnes de transmettre systématiquement toutes leurs offres d'emploi à Actiris. En cas de non-respect de cette imposition, le projet prévoit des sanctions qui peuvent aller jusqu'à l'inéligibilité des entreprises aux aides régionales.

 

L'objectif de ce projet est tout à fait louable car il vise à faciliter l'accès des Bruxellois au marché du travail. Néanmoins, il me semble plutôt être une fausse bonne idée dans la mesure où il ne va pas solutionner le problème structurel du marché de l'emploi à Bruxelles lié à l'inadéquation entre l'offre et la demande. En outre, il vise aussi à imposer de nouvelles contraintes aux entreprises.

 

Monsieur le ministre, vous me demanderez quel est le lien avec le fédéral. Justement, le gouvernement fédéral, dans sa déclaration de politique générale, tend à simplifier l'accès à l'embauche pour les travailleurs et plaide pour un projet commun entre le fédéral et les Régions. Monsieur le ministre, quelle est la position de la ministre par rapport à cette ordonnance? Cela a-t-il été discuté au Comité interministériel de l'Emploi? Quelles initiatives Mme la ministre peut-elle prendre à ce sujet?

 

14.02  Johan Vande Lanotte, ministre: Monsieur le président, chère collègue, je réponds au nom de Mme Monica De Coninck.

 

Madame De Bue, vous avez suggéré la réponse vous-même: les Régions sont responsables de l'action de leur Agence pour l'emploi. Elles sont convaincues du fait qu'au plus leur organisme régional (VDAB, Actiris, Forem) recevra d'offres d'emploi, au mieux ce sera.

 

La Région bruxelloise a choisi d'en faire une obligation. Ce n'est le cas ni en Flandre ni en Wallonie, même si de très nombreuses offres d'emploi sont transmises à ces Régions.

 

Cette décision d'imposer aux entreprises de communiquer leurs places vacantes reste de la sphère d'autonomie pure et simple des Régions. Ce n'est pas au ministre fédéral de l'Emploi de donner son avis et de dire si c'est bon, mauvais, meilleur ou autre chose. C'est le gouvernement bruxellois qui décide.

 

Je le répète, ce n'est pas le niveau fédéral qui peut ou doit dire qu'il est d'accord avec cette obligation. Nous devons respecter cette autonomie, sans quoi nous ne respecterions pas la structure de l'État. Chacun est responsable de ce qu'il fait.

 

Vous demandez à Mme De Coninck ce qu'elle compte faire. Elle ne va prendre aucune action en la matière car elle n'est tout simplement pas compétente et respecte l'autonomie des diverses Régions, même quand elles ne prennent pas la même direction ou qu'elles divergent dans la méthodologie qu'elles appliquent.

 

14.03  Valérie De Bue (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je trouve dommage que ce projet n'ait pas fait l'objet d'une discussion en Comité interministériel de l'Emploi. Et je comprends que cette mesure relève de l'autonomie des Régions.

 

Si les relations entre les entreprises et les services publics doivent être améliorées, ce n'est certainement pas par une politique de contraintes et de sanctions; nous préférons créer des incitants pour les entreprises.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de M. Laurent Louis au premier ministre sur "le plan du gouvernement pour lutter contre l'augmentation des décès chez les SDF dans les grandes villes du pays" (n° P1356)

15 Vraag van de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "het regeringsplan tegen het stijgende sterftecijfer bij de daklozen in de grote steden" (nr. P1356)

 

15.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, 32 morts! Ce n'est pas le bilan d'un attentat terroriste ou d'un carambolage géant sur nos routes, mais le bilan de notre individualisme, de notre égoïsme, le bilan de notre société actuelle: marche ou crève! C'est bien connu!

 

C'est surtout le reflet de l'incapacité de notre gouvernement à venir en aide aux plus démunis d'entre nous. En effet, 32 morts c'est le nombre de SDF décédés en 2011, à cause du froid, dans les rues des grandes villes de Belgique, dont Bruxelles est la capitale de l'Europe.

 

C'est affligeant et dramatique quand on pense que des êtres humains peuvent encore, au XXIe siècle, mourir en plein rue, sous nos yeux.

 

Cette semaine encore, un SDF est mort devant l'entrée du CPAS de la Ville de Bruxelles; ce CPAS, comme nos églises du Royaume, était fermé durant la nuit.

 

Monsieur le secrétaire d'État, ne pensez-vous pas, comme moi, que les églises du pays devraient laisser leurs portes ouvertes durant la nuit afin de permettre aux plus pauvres de s'y abriter? N'est-ce pas là, la mission première de l'Église?

 

Quand on sait à quel montant s'élève le financement public des cultes, j'estime que le politique devrait intervenir en ce sens auprès des instances ecclésiastiques. Tous les jours, on voit que les CPAS de nos communes sont incapables de venir en aide à ces pauvres gens.

 

Il faut un minimum de courage, mais je constate que ce courage est absent: les SDF continuent à mourir dans nos rues. On accuse même la population d'être trop charitable: c'est un comble!

 

Pire, le président du CPAS de Bruxelles, notre collègue Yvan Mayeur, a même critiqué l'initiative louable du Prince Laurent qui met à disposition des SDF et de leurs animaux des modules chauffés et équipés autour de la gare Centrale. Selon M. Mayeur – je cite –, "on fait de la charité d'abord parce qu'on est préoccupé par le sort des chiens, puis l'on se dit que les chiens ont un compagnon: ça s'appelle un sans-abri. On décide alors de mettre ces pauvres malheureux ensemble dans un conteneur. Il n'y aucune perspective sociale. Le Prince a fait une bonne action".

 

J'aimerais bien que le gouvernement fasse une aussi bonne action.

 

Que pensez-vous de ces propos tenus par un responsable socialiste de premier plan?

 

En outre, quelles mesures sont-elles mises en œuvre par votre gouvernement pour éviter que des sans-abri meurent encore cet hiver dans nos rues, dans l'indifférence la plus totale?

 

15.02  Hendrik Bogaert, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur le député, tout d'abord, je voudrais vous féliciter pour la couleur de votre chemise et de votre costume: jaune et noir, c'est très gentil de votre part!

 

Plus sérieusement, nous regrettons sincèrement le décès d'une personne sans domicile fixe dans la nuit du 4 au 5 décembre. Le Samu social lui avait proposé un accueil, qu'elle a refusé.

 

Vous avez raison de faire remarquer que l'accueil des sans-abri est avant tout une compétence communale. Le rôle du gouvernement fédéral consiste ici à soutenir les initiatives locales en ce domaine, plus particulièrement celles qui sont prises par les grandes villes. Nous prenons ce rôle très au sérieux, raison pour laquelle le gouvernement a pris les mesures suivantes dans le cadre du plan hiver.

 

Tout d'abord, le Samu social de Bruxelles mettra à disposition 300 places, qui s'ajouteront à celles qu'a libérées la Région bruxelloise. Il s'agit d'un accueil de deuxième ligne.

 

Ensuite, il sera accordé un subside de 250 000 euros, destiné à l'organisation de l'accueil hivernal dans cinq grandes villes: Gand, Anvers, Bruxelles, Charleroi et Liège.

 

Enfin, un guide sera publié à destination des communes et des organisations de terrain en charge de ce problème. Il reprend les meilleures pratiques quant à l'accueil hivernal.

 

15.03  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, voilà pour une fois une réponse polie et complète d'un des membres du gouvernement et je vous en remercie.

 

En revanche, si l'aide aux SDF doit venir de responsables politiques qui voient la charité d'un mauvais œil, il y a de quoi s'inquiéter. J'espère que les mesures gouvernementales seront suffisantes, mais je pense qu'il faut quand même aller plus loin. J'ai parlé des montants versés pour le financement des cultes. On doit essayer de trouver une solution en accord avec ceux-ci.

 

Il importe également de modifier les mentalités. C'est bien d'augmenter les places, mais si on oblige chaque fois les SDF à se séparer de leur animal de compagnie durant la nuit, ils ne le feront pas. M. Mayeur estime peut-être que les chiens ne sont pas importants, mais pour un sans-abri, il est son seul compagnon et la seule richesse dont il dispose.

 

En bref, plutôt que de critiquer l'initiative du Prince Laurent, il convient de la soutenir.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Le ministre des Entreprises publiques n'est pas présent pour l'instant. Je vous propose de passer directement à la discussion des projets. À son arrivée, nous verrons si les questions sont posées. Nous n'allons pas retarder nos travaux en fonction du Sénat.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

16 Projet de loi contenant le deuxième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (2471/1-4)

16 Wetsontwerp houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (2471/1-4)

 

Conformément à l'article 116 du Règlement, le projet de loi fait l'objet d'une discussion générale limitée en séance plénière.

Overeenkomstig artikel 116 van het Reglement wordt in plenaire vergadering een beperkte algemene bespreking gehouden.

 

Discussion générale limitée

Beperkte algemene bespreking

 

La discussion générale limitée est ouverte.

De beperkte algemene bespreking is geopend.

 

16.01  Christiane Vienne, rapporteur: Monsieur le président, je me réfère au rapport écrit.

 

16.02  Bernard Clerfayt (FDF): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, nous nageons en plein surréalisme.

 

Monsieur le ministre, vous nous annonciez, la semaine passée, avec beaucoup de retard, un accord sur le budget 2013. Une semaine plus tard, voilà que nous discutons du deuxième ajustement budgétaire pour l'année 2012. La copie que vous nous présentez est déjà la troisième mouture du budget 2012. Elle a été tellement bien préparée que vous nous présentiez, cette semaine, en commission des Finances, un troisième ajustement budgétaire avec des amendements significatifs de dernière minute concernant, notamment, la recapitalisation de Dexia.

 

Tous ces ajustements budgétaires successifs ne nous assurent même pas que nous atteindrons l'objectif fixé par l'Europe, à savoir la limitation du déficit public à 3 % du produit intérieur brut (PIB). En effet, si la recapitalisation est prévue dans le volet dépenses, comme le suggérait Eurostat, la trajectoire du retour à l'équilibre sera plus difficile. On parle maintenant d'un déficit possible du PIB de 3,6 % au lieu des 2,8 % prévus par votre gouvernement.

 

À l'évidence, cette copie budgétaire 2012 a été mal préparée. Le deuxième ajustement que vous proposez ne répond que partiellement aux erreurs, aux impréparations budgétaires contenues dans les précédentes copies.

 

Par ailleurs, si vous aviez correctement préparé ce budget, nous ne parlerions pas, aujourd'hui, d'une modification budgétaire pour 2012, mais bien du budget 2013 que tout le monde attend.

 

Le plus triste dans tout cela, monsieur le ministre, c'est qu'après deux ajustements budgétaires, la situation économique de la Belgique est toujours aussi morose. L'Institut des Comptes Nationaux a encore confirmé, hier, que la croissance est toujours au point mort, à savoir 0,0 %. Il n'y a pas de croissance. Les entreprises sont toujours en difficulté. Elles ont encore diminué leur formation brute de capital fixe au troisième trimestre. Elles ont encore puisé dans leurs stocks dont la variation a contribué négativement à la croissance du PIB.

 

Par ailleurs, on constate qu'au mois de novembre, ce sont encore 970 entreprises qui ont mis la clé sous la porte, pratiquement 1 000 entreprises. L'augmentation des faillites ne cesse de s'accélérer. Depuis le début de l'année, c'est 10 136 entreprises qui ont dû déposer leur bilan. Cela équivaut à une hausse de plus de 6 % par rapport à l'année dernière. Toutes ces faillites impliquent des emplois en moins, de trop nombreux emplois puisqu'il est question de plus de 21 000 personnes qui ont dû émarger au chômage.

 

Qu'a fait le gouvernement pour remédier à ce problème? Un plan de relance a-t-il été adopté? Non! On ne peut parler d'une réelle stratégie de relance! En 2013, vous n'allez pas plus loin! Les véritables mesures visant à encourager la croissance et à doper l'économie sont totalement absentes et du budget 2012 et de vos ajustements budgétaires 2012 et même, on en reparlera, du budget 2013!

 

Tout au long de l'année écoulée, votre gouvernement a défendu un budget d'austérité, proposant des mesures inefficaces et pénalisantes pour la croissance. Il a notamment augmenté la pression fiscale par la suppression des avantages fiscaux en matière d'économies d'énergie, par l'alourdissement de la fiscalité sur l'épargne, par l'augmentation du précompte immobilier, par l'extension du régime TVA à toute une série de secteurs qui en étaient exempts jusqu'à présent. Les mauvaises nouvelles s'accumulent et on ne voit toujours aucune stratégie de relance cohérente.

 

Le gouvernement fête aujourd'hui son premier anniversaire et on aurait pu espérer, un 6 décembre, qu'il ressemble un peu plus à Saint-Nicolas. Les citoyens ont bien compris qu'au lieu de Saint-Nicolas, votre gouvernement incarne plutôt le père Fouettard. Dans ce rôle-là, vous faites merveille. Or, et les députés FDF le disent depuis le mois de janvier, seul un budget intelligent qui prévoit également des mesures de relance de l'économie permettra à la Belgique de sortir de la crise et de maintenir l'emploi. Ce n'est pas en levant de nouveaux impôts sans prévoir de mesures de relance, comme vous le faites en 2012, qu'on va doper notre économie.

 

Même les moyens dégagés par le gouvernement pour la relance en 2013 sont bien trop faibles Vous proposez 300 millions dans ce budget-ci, suite à une décision du mois de juillet, et 300 millions dans le budget 2013 pour des mesures qui n'auront pas d'effet et qui ne permettront pas de donner une sens aux efforts demandés à la population.

 

300 millions, qu'est-ce que c'est? C'est seulement un pour mille du produit intérieur brut! Ce ne sont que des cacahuètes pour la relance! Il s'agit en fait de dix fois moins d'efforts que ce que le gouvernement français fait en la matière. Pourtant, je vous assure que la Belgique a autant, si pas plus, besoin que la France d'une stratégie de relance.

 

Toutefois, nous aurions pu y croire à la sortie du conclave de juillet dernier. Dans la presse, nous pouvions admirer vos sourires béats et lire les avancées soi-disant significatives en matière d'emploi pour les jeunes et pour les seniors. Vous annonciez une stratégie de relance comportant une quarantaine de mesures en vue de doper durablement l'économie, de soutenir le pouvoir d'achat des citoyens, de renforcer la compétitivité des entreprises, de créer plus d'emplois de qualité. Beaucoup d'espoirs reposaient notamment dans projet de loi content le Plan emploi discuté la semaine dernière et cette semaine en commission des Affaires sociales. Les mesures proposées dans ce plan semblent, à première vue, aller dans la bonne direction: l'augmentation du bonus à l'emploi social, la réorientation de la réduction des groupes cibles, la création de stages d'intégration en entreprise pour les jeunes peu qualifiés, le dépôt de projets pour les travailleurs à risque. Mais, là encore, quand on examine ces projets, c'est totalement décevant. Vous n'allez pas assez loin! Vous vous contentez de définir un cadre pour l'emploi, un cadre incomplet et vague, exigeant encore de prendre de multiples arrêtés d'exécution. Ce flou, ce manque de réactivité retarde la mise en œuvre de vos "mesurettes" de relance et ne font que renforcer le climat d'incertitude dans lequel évoluent nos entreprises et nos travailleurs.

 

Vous nous promettiez aussi de dégager des moyens supplémentaires pour la Justice, la sécurité, le rattrapage de la pension ménage des indépendants, le renforcement de la dispense de précompte pour les chercheurs. Finalement, qu'en est-il, car il n'y a rien dans le budget dans cette direction? Nous nous posons encore la question.

 

Il s'avère que cet ajustement budgétaire est, une fois encore, un ensemble de mesurettes peu productives. Les moyens dégagés pour l'emploi, la police, la Justice sont dérisoires. Ils ne répondent pas du tout aux besoins réels des différents départements.

 

Avec les mesures proposées dans cet amendement budgétaire, je crains que la production industrielle, les commandes de l'étranger, les ventes du commerce de détail et le nombre de nouveaux crédits hypothécaires ne soient pas encouragés – que du contraire – et qu'elles contribuent à aggraver la situation économique de la Belgique.

 

Il est urgent, monsieur le ministre, que vous vous attachiez à développer une vision plus claire sur le long terme, seule capable de développer l'activité économique et la croissance, car c'est par là et par là seulement que l'on arrivera à doper nos entreprises et à créer de nouveaux emplois en Belgique. Nous ne soutiendrons donc pas vos amendements budgétaires.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale limitée est close.

De beperkte algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2471/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2471/4)

 

Le projet de loi compte 8 articles, ainsi que des tableaux annexés.

Het wetsontwerp telt 8 artikelen, alsmede tabellen in bijlage.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 8, sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux en annexe.

De artikelen 1 tot 8 worden artikel per artikel aangenomen, alsmede de tabellen in bijlage.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de loi portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge de travail et à la poursuite de l’informatisation au sein de la justice (1804/1-17)

- Proposition de loi supprimant la fonction de dépositaire central des protêts confiée à la Banque nationale de Belgique (1922/1-4)

17 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering en informatiseringsvooruitgang binnen justitie (1804/1-17)

- Wetsvoorstel tot opheffing van de opdracht van de Nationale Bank van België als centrale depositaris van protesten (1922/1-4)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 1804: Sonja Becq, Raf Terwingen, Stefaan Van Hecke, Juliette Boulet, Kristien Van Vaerenbergh, Christian Brotcorne, Sabien Lahaye-Battheu

- 1922: Sonja Becq

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme Valérie Déom, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

17.01  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, voortbouwend op de brief van minister van Justitie Stefaan De Clerck, heeft CD&V het initiatief genomen om een aantal maatregelen te nemen die beogen de werklast bij de griffies, onder meer van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, te verminderen. Ook wilden we de rechtszekerheid inzake burgerlijke stand versterken, de efficiëntie van de databanken van het centraal bestand van berichten en het centraal huwelijksovereenkomstenregister verbeteren en verder gaan met de informatisering op het vlak van onder andere het indienen en doorgeven van akten.

 

Het gaat om diverse maatregelen die uiteindelijk, zoals we in de commissie hebben goedgekeurd, op 1 september 2013 in werking zullen treden. Hierbij wordt het wel aan de Koning overgelaten om dit eventueel sneller te doen. We voorzien in een latere inwerkingtreding voor de elementen die te maken hebben met het centraal huwelijksovereenkomstenregister, om dit register verder te kunnen uitbouwen voortgaand op het register zoals dat momenteel bij het notariaat bestaat. Daarvoor plannen wij de inwerkingtreding op 1 september 2015. Sneller is ook mogelijk, te bepalen door de Koning.

 

Initieel hebben wij ons gebaseerd op die brief van de minister van Justitie. We danken de verschillende fracties die dit voorstel gesteund en ondertekend hebben. Vanuit de verschillende fracties werden diverse amendementen ingebracht en op diverse terreinen zagen zij nog bijkomende vereenvoudigingen en werklastvermindering. We hebben over de tekst onderhandeld met het kabinet, ook het nieuwe kabinet van minister Turtelboom, en een aantal externe partners, zoals het Belgisch Staatsblad en vertegenwoordigers van de Nationale Bank.

 

Het gaat effectief om diverse maatregelen die in de commissie werden goedgekeurd en die te maken hebben met de vervollediging van het centraal huwelijksovereenkomstenregister, met de werklastvermindering en informatisering van de burgerlijke stand, met de tussenkomst van de vrederechter bij beschermde personen inzake verkoop en met de elektronische indiening van akten van vennootschappen, stichtingen en vzw’s; het is niet onbelangrijk dat daar een grote werklastvermindering komt. Daarnaast gaat het over het indienen van facturen door de onbetaalde verkoper – wat eigenlijk ook als overbodige werklast kon worden beschouwd –, over het centraal bestand van berichten en over een aantal wijzigingen in het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten. Verder is het niet onbelangrijk – de collega’s zullen zich de discussies van een paar jaar geleden herinneren – dat de vereiste van verzending van een aangetekende brief bij betekening van een deurwaardersexploot wordt opgeheven. Wanneer een deurwaardersexploot niet onmiddellijk kon afgegeven worden en ondanks het feit dat er al een briefje in de brievenbus werd gestopt, was er nog eens een aangetekend schrijven nodig. Nu zegt men dat dit geen meerwaarde heeft, dat het enkel administratieve lasten en bijkomende kosten betekent.

 

In het kader van de collectieve schuldbemiddeling hebben wij ook in een gedeeltelijke reorganisatie van de griffies en de arbeidsrechtbanken voorzien.

 

Aan het wetsvoorstel over de werklastvermindering is het wetsvoorstel gekoppeld dat de overheveling regelt van de bevoegdheden van de Nationale Bank van België als centrale depositaris van protesten naar het centraal bestand van berichten. Wij beogen een vervollediging van dat laatste bestand, onder andere vanuit de arbeidsrechtbanken en inzake de collectieve schuldenregeling.

 

Samen met mij betreuren heel wat collega's dat de meer verregaande diverse bepalingen over de informatisering van Justitie, die aanvankelijk in het wetsvoorstel waren ingeschreven, uiteindelijk niet in de definitieve tekst werden opgenomen. Ik denk bijvoorbeeld aan de oprichting van een dienst informatiebeheer om de informatie voor een deel mee te bewaken, aan een elektronische gegevensbank voor verstekvonnissen, voor vonnissen en arresten in verband met de onderhoudsuitkering met het oog op een goede functionering en werking van de DAVO, aan de mogelijkheid tot regularisering van handtekeningen op proceshandelingen of aan de informatisering van de verwerping van nalatenschappen.

 

Ik geef toe, en ik denk dat het belangrijk is om te onderstrepen, dat die voorstellen niet geselecteerd werden op vraag van de minister van Justitie. De minister schuift namelijk het JustX-project naar voren, waarin zij de idee uitwerkt van een globale databank Rechtspraak die zij wil oprichten, waarin alle vonnissen en arresten worden opgenomen en waaruit andere databanken of gebruikers de voor hen benodige gegevens kunnen halen. Daaromtrent hebben wij een pragmatische houding aangenomen, eigenlijk ten dienste van de griffies en ten dienste van het personeel van de burgerlijke stand. Wij willen niet moeilijk doen, hoewel wij de informatisering van Justitie vanuit het Parlement wat sneller hadden willen sturen. Onze pragmatische houding bestaat erin dat wij de vereenvoudiging in elk geval willen doorvoeren en niet willen vertragen door andere discussies. Vandaar dat wij die bepalingen uit ons wetsvoorstel gelaten hebben.

 

De minister van Justitie is nu niet aanwezig, maar ik wil beklemtonen dat wij er heel sterk op aandringen dat de minister snel en goed werk maakt van haar fameuze JustX-project. Wij staan achter dat project, maar wij zouden graag hebben en dringen erop aan dat dit project niet louter een aankondiging blijft, want dan vrees ik dat het project JustX uitmondt in een project ‘just niks’, zoals ik soms hoor zeggen.

 

Tot besluit, onze fractie is blij met dit wetsvoorstel, dat voor een stuk titanenwerk was. Er gingen heel wat overleg en onderhandelingen aan vooraf. Het is zeker geen globaal voorstel en zeker niet volledig, maar het is belangrijk om met kleine stappen vooruitgang te boeken. Als wij niet alles in een keer kunnen realiseren, dan hebben wij deze stappen tenminste al gezet.

 

Ik dank de medewerkers die aan de voorstellen hebben gewerkt. Ik dank eveneens de leden voor hun inbreng.

 

17.02  Kristien Van Vaerenbergh (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik zal van mijn bank een korte uiteenzetting geven.

 

Collega’s, onze fractie zal, net als in de commissie, het wetsvoorstel steunen. In het wetsvoorstel staan immers een aantal goede zaken. Mevrouw Becq heeft al veel punten opgesomd, maar wij vermelden nog de vervollediging van het centraal huwelijksovereenkomstenregister, het schrappen van het overbodig verplicht paraferen en het aanpassen van het Burgerlijk Wetboek aan de hedendaagse werking van de burgerlijke stand. Dat zijn allemaal nuttige elementen waar wij niets tegen kunnen hebben en die wij natuurlijk ook steunen. Ik heb zelf het oorspronkelijk wetsvoorstel mee ondertekend.

 

Het opzet van het oorspronkelijk wetsvoorstel was een aantal zogezegde quick wins te realiseren, die de werklast voor onze rechtbanken en ambtenaren zouden verminderen.

 

Jammer genoeg bevatte het oorspronkelijk wetsvoorstel — mevrouw Becq heeft ernaar verwezen — ook een aantal stappen rond de informatisering waarnaar een moderne Justitie op dit ogenblik nog altijd snakt. Moderniseringen die in het wetsvoorstel zaten en die op een gemakkelijke manier in de praktijk konden worden omgezet, zijn jammer genoeg uit het wetsvoorstel verdwenen, hoewel het om kleine ingrepen ging, en dit wegens — ik zal de term maar uitspreken — politieke spelletjes. De nuttigste voorstellen zijn dus opnieuw naar de Griekse kalenden verwezen, omdat zij zogezegd niet zouden passen in het grootse, aangekondigde JustX-project van de nieuwe minister.

 

Het gaat hier natuurlijk om een steeds weerkerend verhaal van de vorige ministers. Aldus komen wij in situaties terecht, waarbij het vandaag nog steeds onmogelijk is om, bijvoorbeeld, documenten naar de rechtbank te faxen, laat staan om e-mails te gebruiken. Op dit ogenblik staan wij nog nergens.

 

Niettemin zullen wij het voorstel, dat een aantal goede elementen bevat, steunen. Wij dringen er natuurlijk ook op aan — wij zullen dit ook waakzaam blijven opvolgen — dat minister Turtelboom haar JustX-project uiteindelijk op de rails zal brengen.

 

17.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij hebben dit wetsvoorstel mee ondertekend, wij hebben de besprekingen naderhand, die geleid hebben tot een heel aantal amendementen, ook gevolgd en we hebben constructief meegewerkt.

 

Wat de opmerking betreft dat een aantal items uiteindelijk niet in de tekst is opgenomen, hebben we in de commissie van de minister en van haar medewerkers vernomen dat het de bedoeling is om eerst de technologie op punt te krijgen en om dan gaandeweg in de wetgeving de aanpassingen door te voeren. Vandaag is de technologie er immers nog niet klaar voor en dus zouden wij wetten maken die niet kunnen uitgevoerd worden, die telkens opnieuw moeten uitgesteld worden. Vandaar de vraag om niet op die manier te werken. Aangezien de minister in de commissie haar engagement en haar JustX-programma verder heeft toegelicht, mogen wij gerust zijn dat de informatisering inzake Justitie stap voor stap vooruitgaat. Het zou allemaal vlugger kunnen gaan. Met dit voorstel zetten we echter een belangrijke stap.

 

17.04  Valérie Déom (PS): Monsieur le président, mon groupe se réjouit également que ce texte aboutisse puisqu'il est sur la table depuis de longs mois. Comme l'a dit Mme Becq, nous sommes très satisfaits de la collaboration qui s'est installée entre l'ensemble des groupes politiques car ce texte a été voté à la quasi-unanimité en commission. Je remercie mes collègues ainsi que les personnes consultées dont l'expérience et l'aide ont été très précieuses.

 

Comme Mme Lahaye-Battheu l'a dit, il est évident que les propositions de loi ne font malheureusement pas la révolution. Néanmoins, c'est un pas vers la simplification administrative et vers la réduction de la charge de travail pour les différents acteurs et administrations. Cela permet donc une réduction des coûts dans certains secteurs de la Justice.

 

Je m'attarde un instant sur une partie du texte, à savoir la réorganisation des greffes des tribunaux du travail, qui émane d'amendements déposés par mon groupe. L'objectif visé par ces amendements, qui créent d'ailleurs un nouveau chapitre, tend à soulager quelque peu la surcharge de travail au sein des greffes des tribunaux, notamment au sein d'une section éminemment importante, celle relative au règlement collectif de dettes.

 

Il est prévu notamment en vrac de mettre sur pied d'égalité les différentes raisons de révocation des diverses procédures de règlement collectif. Le médiateur auxiliaire de justice reçoit d'emblée le droit de demander des informations complémentaires. On supprime l'obligation de joindre une copie de la requête à tous les créanciers, même si ceux-ci peuvent évidemment la demander. Il est également prévu que le plan ne soit plus nécessairement adressé au requérant mais au créancier avec un accusé de réception; une simple lettre recommandée suffit. Le débiteur pourra désormais demander lui-même la fin de la procédure. On simplifie l'envoi de certaines décisions de type administratif, ce qui diminue encore le coût et la charge de travail. Une meilleure communication des remplacements des médiateurs de dettes est prévue pour éviter les erreurs et les doublons éventuels. Enfin, on supprime l'obligation d'entendre le médiateur lors de son remplacement.

 

Bref, il s'agit de toute une série de modifications qui, vous le voyez, permettront aux greffes surchargés par les règlements collectifs de dettes de gagner du temps et d'économiser de l'argent, ce qui sera important surtout pour les citoyens qui sont malheureusement de plus en plus nombreux à avoir recours au règlement collectif de dettes.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1804. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1804/17)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1804. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1804/17)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge de travail au sein de la justice".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie".

 

La proposition de loi compte 85 articles.

Het wetsvoorstel telt 85 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 85 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 85 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles de la proposition de loi n° 1922. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1922/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsvoorstel nr. 1922. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1922/4)

 

La proposition de loi compte 16 articles.

Het wetsvoorstel telt 16 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 16 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 16 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Vragen (voortzetting)

Questions (continuation)

 

18 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de veroordeling van wilde spoorstakingen door de Raad van State en de arbeidsrechtbank van Antwerpen" (nr. P1354)

18 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la condamnation des grèves sauvages à la SNCB par le Conseil d'État et le tribunal du travail d'Anvers" (n° P1354)

 

18.01  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, de NMBS blijft brandend actueel, zowel wegens de herstructurering als wegens de stakingen. U kent ons standpunt over de herstructurering. Wij steunen u om het aantal entiteiten te verminderen teneinde een stipter en beter treinverkeer te bewerkstelligen en wij vragen u uitdrukkelijk dat u uw vooropgestelde timing, eind dit jaar, zou aanhouden.

 

Mijnheer de minister, nu de herstructureringsdiscussie haar einde nadert, is er volgens ons geen enkel obstakel meer om ook het protocol over het stakingsrecht aan te pakken en te verstrengen. Onze oproep wordt gelegitimeerd door wat deze week in de kranten stond naar aanleiding van de recente uitspraken van de Raad van State en van de arbeidsrechtbank van Antwerpen. Er was namelijk een rechtszaak aangespannen door dertien seingevers en een adjunct-stationschef die verantwoordelijk waren voor de wilde staking in Berchem begin dit jaar. Die staking duurde een halfuurtje maar had rampzalige gevolgen voor de reizigers. Doordat zij 30 minuten het werk stillegden, liep de vertraging voor de treinen op tot 3 000 minuten. De rechtszaak die deze mensen vervolgens aanspanden, heeft nu als resultaat dat zij volledig in het ongelijk gesteld zijn.

 

Mijnheer de minister, deze week werden in het debat over die zaak enkele standpunten verkondigd waarover ik uw mening wil vragen.

 

Zult u in uw protocol over het stakingsrecht opnemen dat wilde stakingen onder alle voorwaarden verboden worden?

 

Er wordt gezegd dat nu met twee maten en twee gewichten gemeten wordt en dat stakend NMBS-personeel de ene keer wel en de andere keer niet bestraft wordt. Klopt dat of niet?

 

De NMBS wil blijkbaar in het protocol inschrijven dat zij alleen de sancties bepaalt en heft?

 

Mijn fractie, Open Vld, vraagt dan weer dat u het protocol afdwingbaar zou maken.

 

18.02 Minister Paul Magnette: Mevrouw Lahaye-Battheu, net als u heb ik er kennis van genomen dat de Raad van State en de arbeidsrechtbank van Antwerpen de NMBS-Holding gelijk geven in deze zaak over de wilde staking in Berchem. Ik heb ter zake aan de NMBS-Holding en aan de vakbonden een evaluatie gevraagd van het ontwerpakkoord van 2008. Ik volg daarbij de filosofie van mijn voorganger dat het altijd beter is de sociale dialoog binnen de spoorwegmaatschappij te versterken en alles te doen om stakingen te vermijden.

 

De NMBS-Holding heeft verbeteringen aan het onderhandelingsproces geformuleerd om de sociale dialoog te versterken en om oplossingen te vinden. Zo stelt de NMBS voor om stakingen beter te kwalificeren en het principe van de alarmbel te gebruiken om de onderhandelingen sneller op te starten en zo harde conflicten te vermijden. De NMBS stelt ook voor om rechtstreeks op lokaal niveau tussenbeide te komen, waar conflicten sneller kunnen worden opgelost, zodat stakingen en wilde stakingen vermeden worden.

 

Er is nog geen akkoord over de voorstellen van de NMBS. Van zodra de hervorming van de structuren van de NMBS door de regering wordt goedgekeurd, liefst zo snel mogelijk, zal ik aan de toekomstige CEO’s en directie van de NMBS vragen om zo snel mogelijk tot een akkoord te komen.

 

18.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): De uitspraken van deze week vormen een belangrijk precedent voor ons Belgisch spoorwegennet. Men zal voortaan twee keer nadenken voor men overgaat tot disproportionele acties die ons treinverkeer lamleggen.

 

In uw antwoord herhaalt u wat u al een aantal keer heeft gezegd, namelijk dat een aantal punten moet worden gewijzigd. Er wordt onderhandeld, maar er is nog altijd geen akkoord. Deze week is eens te meer duidelijk geworden dat dit deel van het regeerakkoord even dringend is als de herstructurering van de NMBS. Ik vraag u en uw opvolger om dit dringend aan te pakken en het akkoord uit te voeren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

19 Vraag van de heer David Geerts aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de stand van zaken van de hervorming van de NMBS" (nr. P1355)

19 Question de M. David Geerts au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "le bilan des réformes à la SNCB" (n° P1355)

 

19.01  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, toen wij vanmorgen de kranten zagen, konden wij lezen dat u weldra een nota zult voorstellen aan de regering omtrent de herstructurering van de NMBS. Wij hebben daarover in de commissie al meermaals kunnen discussiëren. Wij hebben daarover hoorzittingen georganiseerd, maar ik was toch een beetje verrast toen ik dat bericht las.

 

De sp.a vindt dat het dossier een landing verdient. Wij willen een bedrijf dat ten dienste staat van de reizigers, dat het comfort van die reizigers en de stiptheid hoog in het vaandel draagt en dat een kwalitatieve dienstverlening verzorgt. Wanneer u zegt dat de NMBS zich voornamelijk bezig moet houden met de reiziger, dan hebt u daarvoor onze steun en dan menen wij dat de voorgestelde oplossing zo snel mogelijk vorm moet krijgen.

 

Ik heb vandaag voor u twee vragen.

 

Ten eerste, er is blijkbaar nog altijd discussie omtrent de onderhandelingen met de vakbonden, die heel belangrijk zijn als u tot een zachte landing wil komen. Zij zeggen mij dat de meest recente vergadering plaatsvond op 19 november en dat zij niets weten van het nieuwe voorstel over het HR-kader. Klopt dat? Hebben er onderhandelingen plaatsgevonden? Wanneer verwacht u een akkoord?

 

Ten tweede, wat is de timing om effectief over te gaan tot de herstructurering, zodat iedereen weet waaraan zich te houden?

 

19.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer Geerts, ik heb een eerste nota op 15 juni aan de regering voorgesteld met een aantal grote principes die ik ook in de commissie voor de Infrastructuur van de Kamer heb voorgesteld.

 

Wij hebben na de voorstelling van de nota 13 vergaderingen gehad van de IKW, met de regeringspartners. Parallel heb ik een twintigtal vergaderingen met de vakbonden gehad. Ik heb hun gevraagd om een nota te schrijven met hun voorstellen voor een verbetering van de werking van de NMBS en de herstructurering van de groep.

 

Daarnaast hebben wij met de CFO’s van de NMBS Holding gepraat over de schuld en wij hebben de Europese Commissie geraadpleegd om te achterhalen hoe de schuld kan worden verdeeld tussen de drie maatschappijen van de groep. Voor de verdeling moeten wij immers de Europese regels naleven. Momenteel hebben wij een heel precieze en globale visie op al die aspecten.

 

Op 29 november jongstleden heb ik een nieuwe nota voltooid. Ik ben klaar om die nota aan de regering voor te stellen en hierover te discussiëren en onderhandelen met mijn collega’s. Op die manier kan zo snel mogelijk een akkoord worden gevonden.

 

19.03  David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor het antwoord. Nogmaals, ik erken dat u en uw medewerkers sinds 15 juni zeer veel inspanningen hebben geleverd om tot een akkoord te komen.

 

Om de landing in te zetten, blijft het echter belangrijk dat u ook de werknemersorganisaties ervan kunt overtuigen dat het in hun belang is, net zoals in dat van de reizigers, om tot een transparante organisatie te komen en de dienstverlening hoog in het vaandel te voeren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: Nous continuons l’ordre du jour.

 

Ontwerpen en voorstellen (voortzetting)

Projets et propositions (continuation)

 

20 Proposition de loi modifiant la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre la discrimination entre les femmes et les hommes, pour ce qui est de l'appartenance sexuelle en matière de biens et services et en matière de régimes complémentaires de sécurité sociale (2511/1-3)

20 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat het geslacht op het gebied van goederen en diensten en van aanvullende regelingen voor sociale zekerheid betreft (2511/1-3)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Ann Vanheste, Joseph George, Karine Lalieux, Willem-Frederik Schiltz, Liesbeth Van der Auwera, Valérie Warzée-Caverenne

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

20.01  Karel Uyttersprot, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, dit wetsvoorstel werd in naam van de indieners toegelicht door mevrouw Vanheste.

 

Met dit voorstel beogen de indieners de aanpassing van ons nationaal recht, overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het arrest van het Belgisch Grondwettelijk Hof van 30 juni 2011 en dit om de discriminatie bij levensverzekeringen tussen mannen en vrouwen tegen te gaan.

 

De wet van 21 december 2007 wordt hiermee opgeheven. Levensverzekeringscontracten afgesloten na 21 december 2007 mogen bij het bepalen van de premies en uitkeringen geen direct onderscheid meer maken op basis van geslacht, noch op basis van zwangerschap of moederschap.

 

De bestaande wetgeving is vanaf 21 december 2012 ongeldig, vandaar de hoogdringendheid.

 

In naam van de N-VA werd gevraagd naar de omvang van deze problematiek en wat het verschil is tussen man en vrouw inzake premies. Betalen vrouwen al dan niet meer of minder, en dit op basis van geslacht of zwangerschap? Wat zijn de mogelijke gevolgen van de wetswijziging?

 

Tevens werd de bekommernis uitgesproken dat het aantal vrouwen met een levensverzekering door het voorliggend wetsvoorstel zou kunnen dalen.

 

Peter Logghe wees erop dat de verzekeraars reeds hebben gewaarschuwd voor een stijging van de premies. Hij wees er tevens op dat een verhoging van de belasting op levensverzekeringen mag worden verwacht. Hij is eveneens verbaasd dat het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, nog vooraleer de gevolgen werden onderzocht.

 

Mevrouw Lalieux beklemtoonde dat zij het voorstel zal steunen en dat zij zich steeds heeft verzet tegen marktsegmentering die, niet alleen gender, maar ook aspecten zoals leeftijd of domicilie in aanmerking zou nemen. Wat de levensverzekering betreft, is het wel belangrijk dat het Prijzenobservatorium controles uitvoert. Mevrouw Lalieux is ook geen voorstander van een mogelijke bevriezing van de prijzen.

 

De heer George meent dat de wetgever zijn verantwoordelijkheid moet nemen en binnen de opgelegde termijnen moet handelen om discriminatie tegen te gaan. De aanpassing van het recht zal de reeds afgesloten overeenkomsten niet beïnvloeden.

 

Mevrouw Dierick poneert dat de federale wetgever gebonden is door de supranationale rechtbank. Ze staat positief tegenover het feit dat evaluatiemogelijkheden zijn ingebouwd.

 

De heer Schiltz zegt dat, als zou blijken dat makelaars of verzekeraars op ongeoorloofde wijze de prijzen opdrijven, de overheid corrigerend zal en moet optreden.

 

De heer Balcaen meent dat men met betrekking tot de premies best nog een jaar wacht vooraleer men zich hierover uitspreekt. Hij vraagt zich af of een blokkering van de prijzen niet raadzaam zou zijn.

 

De vertegenwoordiger van de vice-eersteminister en minister van Economie wijst erop dat er met het arrest van de Unierechter en het Grondwettelijk Hof weinig manoeuvreerruimte is om dit voorstel in te dienen. Hij meent ook dat de regering overleg heeft gepleegd met de sector. Op de vraag wat er met de premies gaat gebeuren, kan Assuralia geen antwoord geven.

 

Naar aanleiding van de vraag van de N-VA merkt hij ook op dat als de prijzen voor vrouwen zouden stijgen, er misschien minder vrouwen zullen zijn die een levensverzekering afsluiten.

 

Na één jaar komt er een evaluatie om de effecten van de wetswijziging te meten. Met aangepaste werktuigen zal de nieuwe concurrentieautoriteit de nodige maatregelen kunnen treffen.

 

Tot zover het verslag. Ik ga door met het standpunt van de N-VA.

 

De N-VA steunt het wetsvoorstel dat uitvoering geeft aan een beslissing van het Europees Hof en het Grondwettelijk Hof. Wij hebben nochtans een aantal kritische bemerkingen.

 

De betrokken richtlijn dateert van 2004 en is tot nu toe niet correct omgezet. Het was eigenlijk wachten tot een arrest van het Hof van 30 juni 2011 om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met deze beslissing.

 

Dit wetsvoorstel werd pas 18 maanden na de uitspraak van het Hof met hoogdringendheid op de agenda geplaatst. De overgangstermijn tot aanpassing loopt af op 21 december 2012, dus binnen veertien dagen.

 

Op de vragen over de impact op de premie voor man en vrouw en de gevolgen van deze wetgeving kon, jammer genoeg, geen antwoord worden gegeven. Hadden wij de wetgeving vroeger omgezet, dan hadden wij dit waarschijnlijk met meer zorg en inzicht kunnen behandelen.

 

20.02  Ann Vanheste (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, zoals reeds vermeld door de heer Uyttersprot willen wij met dit wetsvoorstel de wet in overeenstemming brengen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 1 maart 2011 en met het arrest van 30 juni 2011 van het Grondwettelijk Hof.

 

Artikel 10 van de wet van 10 mei maakt gebruik van de mogelijkheid die wordt geboden door artikel 5, § 2 van richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 om in de tak van de levensverzekeringen proportionele verschillen in verzekeringspremies en uitkeringen tussen mannen en vrouwen toe te staan in gevallen waarin sekse een bepalende factor is en de beoordeling van het risico op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens gebeurt. Het betreft een toegestane afwijking op de regel van de unisekspremies en -uitkeringen.

 

Het komt er eigenlijk op neer dat het Hof van de Europese Unie van mening is dat artikel 5, § 2, dat het mogelijk maakt dat de lidstaten de regel van de unisekspremies en de -uitkeringen zonder beperking in de tijd behouden, in strijd is met de verwezenlijking van de doelstelling van de gelijke behandeling van vrouwen en mannen en onverenigbaar is met de artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

 

Het Hof is van oordeel dat het gevaar bestaat dat de afwijking van de gelijke behandeling van vrouwen en mannen onbeperkt wordt toegestaan. Gelet op het feit dat artikel 5, § 2 van de richtlijn de juridische grondslag vormt van artikel 10 van de wet van 10 mei 2007, is het nodig dit artikel zodanig aan te passen dat het rekening houdt met de beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Vandaar deze wijziging.

 

20.03  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, collega Uyttersprot heeft het daarnet reeds vermeld, het betreft een wetsvoorstel dat er snelsnel moest komen, om tegemoet te komen aan een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 1 maart 2011 en aan een arrest van het Grondwettelijk Hof. Het is dus een aanpassing die er snelsnel moest komen, alhoewel men reeds heel lang wist dat er iets moest gebeuren; van enige hoogdringendheid was er dus al die tijd geen sprake.

 

Geachte collega’s, op zich kan natuurlijk niemand er iets op tegen hebben dat de discriminatie tussen mannen en vrouwen verdwijnt. Mannen en vrouwen zijn voor onze partij volledig evenwaardig en zijn dat ook in onze Europese cultuur. Ze zouden even veel moeten meetellen en zouden inderdaad over dezelfde rechten moeten kunnen beschikken. Met het principe hebben wij dus geen enkel probleem.

 

Dames en heren, de wil om discriminaties tussen mannen en vrouwen ongedaan te maken is bij bepaalde politieke families omgeslagen in een soort van ideologische verblinding, in een soort manie van de tabula rasa en ook in een wild om zich heen schoppen, waardoor discriminaties waarbij vrouwen voordeel halen volledig onderuit worden gehaald.

 

Collega’s, de levensverzekeringen die in België aan de man en aan de vrouw worden gebracht zijn op het vlak van de premiebetaling immers onder andere op de sterftetabellen gebaseerd. Vrouwen leven nu eenmaal langer dan mannen, gemiddeld gesproken toch. Dat heeft – binnenkort moeten we zeggen “had” – als gunstig gevolg voor de vrouwen dat zij om hetzelfde kapitaal bij overlijden tot een bepaalde leeftijd te garanderen minder premie moeten of moesten betalen. Ze betaalden dus al die jaren een lagere premie dan de mannen. Als die discriminatie wegvalt, omdat ze zogezegd niet meer mag van het Europees Hof van Justitie, zullen de vrouwen op dezelfde manier behandeld worden als de mannen en zullen de premies voor de vrouwen met andere woorden stijgen.

 

In de commissie waarin we dit wetsvoorstel hebben besproken, werd naar mijn gevoel heftig en hevig rond de pot gedraaid. Ook dit is een van mijn bezwaren tegen het zomaar goedkeuren ervan. De meeste fracties die het voorliggend wetsvoorstel zullen goedkeuren, hebben laten verstaan dat de verzekeraars en Assuralia nog geen premieverhogingen hebben aangekondigd. Een dag later kon men in de pers al lezen dat levensverzekeringen voor vrouwen wel degelijk duurder zouden worden. Men had de overtuiging of de moed kunnen hebben om in de commissie toe te geven dat de premies zouden stijgen. Dat alles was geen probleem voor de beleidspartijen in de commissie. Ze zouden het evalueren.

 

Ook hier worden we geconfronteerd met een typische Belgische ziekte. Men voert een maatregel in en pas achteraf kijkt men welke gevolgen die maatregel heeft. Een voorzichtige huisvader brengt de problematiek eerst in kaart, kijkt hoeveel mensen door de maatregel kunnen worden getroffen en op welke manier. Zonodig heeft de voorzichtige huisvader de moed om de voorgestelde maatregel gewoon te schrappen of om tegen te stemmen. Zo werkt het niet in de commissie voor het Bedrijfsleven.

 

Op de vraag van mezelf en collega Uyttersprot over de schatting van de grootte van de getroffen categorie vrouwen en de mogelijke stijging van de premies voor de levensverzekeringen moest men het antwoord schuldig blijven. We hebben er het raden naar. Ook dat is een reden waarom wij zullen tegenstemmen. Men kon ons trouwens ook niet zeggen hoeveel vrouwen er uiteindelijk, als gevolg van deze maatregel, zouden afhaken en geen levensverzekering meer zouden aangaan. In de voorbereiding van voorliggend wetsvoorstel had dat toch mogen gebeuren? Wat stelt de maatregel voor? Wat is de impact ervan? Is ze nodig? Is ze nuttig? Als het antwoord neen is, dan moet ze er ook niet komen.

 

Dit alles is niet gebeurd. Wellicht zal men achteraf, als het kalf al verdronken is, evalueren en bijsturen. Ook op de vragen hoe men zal bijsturen of hoeveel men zal bijsturen, kon men niet antwoorden. Men wist wel te vertellen dat het gevaar bestaat dat vrouwen voortaan dit soort van producten niet meer aanschaffen.

 

Dit is een slecht voorbereid wetsvoorstel.

 

Het wetsvoorstel staat bol van de manie van antidiscriminatie, zoals ik reeds heb vermeld. Het is echter ook een wetsvoorstel waarboven een soort EU-fetisj hangt: de fetisj van de instellingen van de Europese Unie en bijvoorbeeld ook de fetisj van het Hof van Justitie.

 

Wij kunnen ons dus afvragen over hoeveel soevereiniteit wij nog beschikken, wanneer het Hof van Justitie kan beslissen waar wij nog een onderscheid mogen maken op het vlak van premies en risicobepaling en waar wij het nog mogen opleggen.

 

Mogen wij onze vrouwen, gewoon op basis van het simpele feit dat zij een lager risicoprofiel hebben en langer leven, een lagere premie aanrekenen voor schuldsaldoverzekeringen en voor levensverzekeringen? Neen, dames en heren, dat mogen wij niet. Waarom mogen wij dat niet? Wij mogen het niet, omdat het Hof van Justitie een en ander aldus heeft bepaald.

 

Neen, dames en heren, wij kunnen het voorliggend wetsvoorstel onmogelijk goedkeuren. Zoveel mag duidelijk zijn.

 

20.04  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik was eigenlijk niet van plan om hierover tussen te komen omdat het leek alsof de situatie voor iedereen wel heel duidelijk was.

 

Nu ik de heren Logghe en Uyttersprot heb gehoord, stel ik mij toch wel vragen over het verloop van onze werkzaamheden in de commissie. Misschien moet het verslag in grotere letters worden gedrukt.

 

Dat men vanuit bepaalde fracties niet veel respect heeft voor richtlijnen die vanuit Europa aan de lidstaten worden opgelegd, dat is dan nog tot daar aan toe. Het is echter niet alleen zo dat Europa ons destijds die richtlijn heeft opgelegd inzake verzekeringen en het berekenen van premies en uitkeringen. Eigenlijk heeft men gesteld dat men op basis van geslacht en leeftijd geen onderscheid meer kon maken bij het berekenen van die bedragen. Dat is het enige waar het om gaat.

 

U schiet hier op de mensen die dat wetsvoorstel hebben ingediend. Mijnheer Uyttersprot, u moet niet zo verwonderd kijken, want u hebt net het verslag voorgelezen. Daarin zult u ook gelezen hebben dat wij intussen veroordeeld zijn door het Grondwettelijk Hof, misschien nog zo’n instelling waarmee u niet hoog oploopt. Als gevolg van de arresten van het Europees Hof van Justitie en het Grondwettelijk Hof werd dit wetsvoorstel ingediend.

 

In plaats van te schieten op de mensen die dit voorstel hebben ingediend, zou u beter op de verzekeraars schieten. Wij hebben in de commissie uitdrukkelijk gezegd dat wij de verzekeraars nu oproepen om niet meer te werken met marktsegmentering, maar om andere criteria toe te passen bij het berekenen van premies en tussenkomsten. Dat is het enige, naast het Prijzenobservatorium en onze mededingingsautoriteit. Als u hier de zaken op die manier probeert voor te stellen en handig tracht in te spelen op wat Assuralia doet en probeert goed te praten, dan meen ik dat u de bal fameus misslaat. Als u zou meewerken om nu in het Parlement en in de regering de handen in elkaar te slaan om de verzekeringssector te dwingen om op een andere manier met deze polissen om te gaan en om de verzekeringssector te dwingen om een en ander transparanter voor te stellen, dan zou u pas nuttig parlementair werk doen, in plaats van te proberen om de zaken op deze manier voor te stellen.

 

20.05  Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik denk dat mevrouw Van der Auwera niet goed geluisterd heeft naar het verslag. Ik heb een exhaustief verslag gebracht van alle uiteenzettingen, ook van onze uiteenzetting.

 

Mevrouw Van der Auwera, onze fractie sluit zich aan bij de beslissingen van het Europees Hof van Justitie en van het Grondwettelijk Hof. Alleen vroegen wij ons af waarom er geen antwoord gegeven kon worden op de vraag of er daardoor eventuele premieverhogingen zouden zijn voor mannen of vrouwen. Dat is de enige bemerking die wij gemaakt hebben.

 

20.06  Peter Logghe (VB): Mevrouw Van der Auwera, ik kan u over het algemeen zeer goed af en dat weet u. Dat er iemand tijdens de commissievergadering niet goed heeft opgelet, is wel duidelijk. Ik kan alleen maar zeggen dat u als commissievoorzitter toch ook gehoord moet hebben dat de diensten van de minister geen antwoord konden geven op de verschillende vragen die werden gesteld, zoals vragen over de premieverhogingen of over categorieën van vrouwen.

 

Als u de kracht hebt om achter een bepaalde maatregel te staan, dan moet u ook maar eens de durf hebben om in de commissievergadering te zeggen dat de premies wel degelijk zullen verhogen. Dat heb ik geen enkele politieke partij horen zeggen.

 

20.07  Liesbeth Van der Auwera (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zou aan de heer Uyttersprot kunnen vragen om het verslag nogmaals voor te lezen. Iedereen is het erover eens dat wij geen glazen bol hebben en dus niet kunnen zeggen hoeveel vrouwen, bijvoorbeeld, niet meer zullen intekenen op die levensverzekering, omdat dat afhangt van de samenstelling van de verzekeringsportefeuilles van de verschillende verzekeraars. Om zulke berekeningen te kunnen maken, moet men studies hebben.

 

Dat is echter de kwestie niet, mijnheer Logghe. U gaat mee in een verkeerde redenering. Het komt ons toe om de verzekeraars ertoe te dwingen om premies voor te stellen en uitkeringen te berekenen, los van marktsegmenteringen zoals geslacht en leeftijd, maar wel op basis van de gedeelde waarde van het risico. U gaat daarin mee, terwijl net dat wordt aangeklaagd. Daaraan moet het Parlement iets doen, in tegenstelling tot wat u hier zegt.

 

20.08  Joseph George (cdH): Monsieur le président, je crois effectivement que mes deux collègues, Mme Vanheste et Mme Van der Auwera, sont bien moins craintives que mes collègues masculins. Il faut le constater.

 

Je rappelle qu'ici, la loi se fondait sur une disposition d'une directive européenne et c'est cette disposition qui a été considérée comme contraire au Traité. La loi perdait donc son fondement. La Cour de l'Union européenne l'a dit dans un arrêt en réponse à une question préjudicielle. La Cour constitutionnelle l'a confirmé. Il fallait donc reprendre un nouveau dispositif conforme à cette jurisprudence.

 

C'est ce qui est fait dans le cadre de la loi.

 

Ce dispositif prévoit deux périodes, celle du passé et celle du futur, pour assurer la sécurité juridique. Elle prévoit également la possibilité d'analyser l'application des nouvelles dispositions et l'absence de discriminations.

 

Il faut espérer qu'au travers de cela, les primes moyennes seront effectivement entre les plus hautes et les plus basses et que tout le monde y trouvera son compte.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2511/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2511/3)

 

La proposition de loi compte 5 articles.

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

21 Proposition de loi modifiant l'article 7 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale (399/1-5)

21 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (399/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Sonja Becq, Yvan Mayeur, Catherine Fonck, Frank Wilrycx, Jef Van den Bergh, Leen Dierick, Nahima Lanjri

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

21.01  Koenraad Degroote, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, bij de bespreking van dit wetsvoorstel hebben wij zeer snel gewerkt. Wij hebben het voor het eerst besproken in de commissievergadering van 4 december 2012, eergisteren dus.

 

De hoofdindiener van het wetsvoorstel is mevrouw Sonja Becq. Het wetsvoorstel heeft als doelstelling de OCMW-raad toegankelijk te maken voor burgers uit de Europese Unie, ook voor niet-Belgen dus. Daartoe moet artikel 7 van de desbetreffende organieke wet van 8 juli 1976 gewijzigd worden. Een aantal bevoegdheden van die organieke wet was reeds aan de Gemeenschappen overgedragen. De deelstaten gingen ervan uit dat zij bevoegd waren om de voorwaarden te wijzigen om tot effectief lid of opvolger gekozen te kunnen worden. De Raad van State heeft echter gesteld dat die bevoegdheid aan de federale overheid toebehoort.

 

Het voorstel werd dinsdag laatstleden in de commissie besproken. Een aantal commissieleden heeft het woord genomen. Zij hebben vooral op de timing gewezen. Collega Devin van de PS heeft erop gewezen dat de behandeling van het voorstel zeer snel moet gebeuren, als het in de komende legislatuur effect wil sorteren, want op 2 januari moet men voldoen aan alle voorwaarden, zo niet heeft het slechts effect voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. De heer Devin stelde eveneens dat dit probleem zich in Wallonië niet voordoet, omdat de gekozen leden van het OCMW daar geen opvolgers hebben. Als er zich een opvolgingsprobleem voordoet, stelt de desbetreffende fractie in de gemeenteraad gewoon een nieuwe opvolger voor.

 

Verder was er een interventie van de heer Somers. Hij steunt het voorstel, aangezien het een anomalie in de wetgeving wegwerkt en omdat het logisch is dat mensen die mogen kiezen en zetelen voor de gemeenteraad dat ook voor de OCMW-raad mogen. Hij wijst er eveneens op dat een niet-tijdige publicatie voor problemen zou kunnen zorgen op 2 januari 2013. Ook collega Van Hecke heeft op de moeilijke timing en de publicatie in het Belgisch Staatsblad gewezen, maar volgens hem kan de publicatie er tijdig zijn, als de goede wil er is.

 

Tot slot was er ook een interventie van de heer Ben Weyts voor de behandeling van dit voorstel. Hij wees erop dat het een bicamerale aangelegenheid betreft.

 

Hij zal straks enkele bevindingen namens de N-VA mededelen.

 

Ten slotte kan ik mededelen dat voorliggend wetsvoorstel werd goedgekeurd met 13 stemmen tegen één.

 

Collega’s, aldus rond ik mijn verslag af.

 

21.02  Ben Weyts (N-VA): Moet ik nog iets zeggen over het wetsvoorstel?

 

Le président: M. Weyts, la tribune est ici.

 

21.03  Ben Weyts (N-VA): Mijnheer de voorzitter, met enige verrassing sta ik hier.

 

Mevrouw Becq, wij zijn gisteren inderdaad allemaal verrast door de snelheid van zaken. De wetsvoorstellen die de agenda sierden, bleken uiteindelijk immers niet erg stevig gefundeerd, zodat wij in de volgorde van de agenda heel snel aan het voorliggend wetsvoorstel kwamen. Wij hebben ter zake een korte discussie gehouden.

 

Wij zijn het bijna allemaal eens over de inhoud van het voorliggend wetsvoorstel, namelijk dat het toch wel gek is dat EU-ingezetenen die niet-Belg zijn, bij gemeenteraadsverkiezingen kunnen stemmen en verkozen kunnen worden, maar dat zij niet voor de OCMW-raad kunnen worden verkozen. Zij kunnen zich dus eigenlijk slechts onrechtstreeks uitspreken over het sociaal beleid dat de gemeente voert, met name via de gemeenteraadsverkiezingen en – via getrapte verkiezingen – over de schepen van sociale zaken. Zij kunnen echter niet rechtstreeks, via het OCMW, aan het sociaal beleid van een gemeente participeren, wat vreemd is.

 

Wij hebben het voorstel mee goedgekeurd. Wij hebben echter op twee punten een “maar”. Vreemd genoeg heft de tweede “maar” de eerste “maar” op.

 

Los van de inhoud, waarover wij kort kunnen zijn, zullen wij een fikse bijdrage leveren aan het surrealistisch gehalte van België. Waarom is zulks het geval? Het betreft hier immers een materie die eerder al door het Waals Gewest is geregeld. Anderzijds is er ook door Vlaanderen een poging gedaan om de kwestie te regelen, namelijk om op gewestelijk niveau en op basis van de eigen autonomie – de organieke gemeente- en provinciewet en de organieke wet betreffende de OCMW’s – zelf een regeling uit te vaardigen, waardoor hetzelfde doel wordt nagestreefd en gerealiseerd dat vandaag in het voorliggend wetsvoorstel is vervat, namelijk dat EU-ingezetenen die niet-Belg zijn, in Wallonië voor de OCMW-raad zouden kunnen worden verkozen.

 

In Wallonië heeft men dit gewoon doorgezet en is die regelgeving, bij mijn weten, vandaag inderdaad van toepassing. In Vlaanderen daarentegen, is er een advies van de Raad van State gekomen op het desbetreffend decreet. De Raad van State heeft zich daarin betrekkelijk negatief uitgesproken. Enerzijds heeft de Raad met betrekking tot de bevoegdheid negatief geoordeeld en, anderzijds, heeft hij ook inhoudelijk geoordeeld dat het misschien een nobel initiatief betreft, doch dat Vlaanderen dat grondwettelijk niet mag doen.

 

In het advies werd verwezen naar artikel 8, derde lid van de Grondwet. Artikel 8, derde lid bepaalt dat bij wet politieke rechten kunnen worden verleend aan burgers van de Europese Unie die niet de Belgische nationaliteit hebben "overeenkomstig de internationale en supranationale verplichtingen van België". Ik citeer verder: "Het is dus alleen in de mate dat zulks in een internationale of supranationale verplichting wordt bepaald, dat onderdanen van lidstaten van de Europese Unie stemrecht kunnen krijgen." Volgend citaat: "Volgens het huidig internationaal recht hoeft België onderdanen van lidstaten van de Europese Unie het actieve en het passieve kiesrecht alleen te geven bij gemeenteraadsverkiezingen. De parlementaire voorbereiding van de herziening van de Grondwet getuigt overigens van de wil om, bij de huidige stand van het internationaal recht, de burgers van de Europese Unie die niet de Belgische nationaliteit hebben, niet het recht te geven lid te worden van de raad voor maatschappelijk welzijn, noch het recht deel te nemen aan de rechtstreekse verkiezing van de leden van die raad.”

 

Afgezien van de bevoegdheid van Vlaanderen zegt de Raad van State ook dat de wetgever niet gemachtigd is om ter zake een regeling te treffen. Meer nog, de grondwetgever verbiedt de wetgever om ter zake een regeling te treffen. Tot daar het advies van de Raad van State.

 

Het gevolg daarvan was dat men in Vlaanderen gestopt is met de werkzaamheden. Waarschijnlijk als gevolg daarvan hebt u dan dit initiatief genomen op federaal vlak. Hierdoor zitten wij nu in een knotsgekke situatie, waarbij in het Waals Gewest de regeling van kracht is en eigenlijk twee keer in overtreding is met de Grondwet, een eerste keer met artikel 8, zoals de Raad van State zegt, en een tweede keer op het vlak van de bevoegdheidsoverschrijding.

 

Dit is natuurlijk België, het land van surrealisme, niet alleen in de kunst maar ook in de politiek en de praktijk. Wij zullen vandaag opnieuw een fikse bijdrage leveren aan de toename van dat surrealistisch gehalte.

 

Bij herhaling worden in dit land handelingen gesteld die indruisen tegen de Grondwet. Er worden hier verkiezingen georganiseerd met de ongrondwettelijke kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Er wordt wat gechipoteerd met artikel 195 voor de herziening.

 

Blijkbaar is de Grondwet geen obstakel, waarvan akte. Wij zullen ons stemgedrag in de commissie handhaven. Dit is België. Leve het surrealisme.

 

21.04  Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega’s, onderhavig voorstel heb ik inderdaad al in 2009 ingediend en is eergisteren op de agenda van de commissie gekomen. Daarmee wilde ik op een pragmatische manier een oplossing vinden voor het probleem waarbij EU-burgers die zich hadden aangemeld om hun stem uit te brengen in de gemeenteraadsverkiezingen, geen zitting konden nemen in de OCMW-raad als ze in Vlaanderen woonden.

 

Ik denk dat wij geen epos aan het surrealisme van ons land moeten wijden, maar veeleer een pragmatische en goede oplossing moeten zoeken wanneer wij vaststellen dat EU-burgers in het Duitstalige landsgedeelte, in Brussel en in Wallonië aan een OCMW-raad kunnen deelnemen, maar niet in Vlaanderen ingevolge het advies van de Raad van State dat ter zake alleen de federale overheid bevoegd is.

 

Ik denk dat wij met de voorliggende tekst een probleem oplossen op een pragmatische manier. Ik verheug mij erover dat alle democratische fracties niet alleen de vraag tot urgentie hebben aangenomen, maar ook het voorstel zelf steunen.

 

Om de bepalingen snel in werking te kunnen laten treden, zullen wij bij de minister op een snelle publicatie aandringen. Wij hebben ook aan de Senaat gevraagd om het voorstel snel te evoceren. Ik hoop dat alles nog in 2012 kan worden geregeld. Zo niet is het in elk geval voor daarna.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (399/5)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (399/5)

 

La proposition de loi compte 2 articles.

Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

22 Appel aux candidats pour le mandat de membre suppléant non-notaire, catégorie "professeur", pour la Commission de nomination francophone pour le notariat

22 Oproep tot kandidaten voor het mandaat van plaatsvervangend lid niet-notaris, categorie "hoogleraar", van de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat

 

Par lettre du 28 novembre 2012, M. Benoît Kohl, candidat pour la Commission de nomination francophone pour le notariat dans la catégorie "professeur", communique qu'il était candidat uniquement pour un mandat de membre effectif (pour lequel il n'a pas été élu) et donc pas pour un mandat de membre suppléant.

Bij brief van 28 november 2012 deelt de heer Benoît Kohl, kandidaat voor de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat in de categorie "hoogleraar", mee dat hij zich enkel kandidaat wenste te stellen voor het mandaat van werkend lid (waarvoor hij niet werd verkozen) en dus geen kandidaat is voor het mandaat van plaatsvervangend lid.

 

Or M. Benoît Kohl est le seul candidat restant pour la catégorie "professeur" de la Commission de nomination francophone pour le notariat.

De heer Benoît Kohl is evenwel de enige overgebleven kandidaat voor de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat in de categorie "hoogleraar".

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 décembre 2012, un appel aux candidats pour le mandat de membre suppléant non-notaire, catégorie "professeur", pour la Commission de nomination francophone pour le notariat sera publié au Moniteur belge.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 december 2012 zal een oproep tot kandidaten voor het mandaat van plaatsvervangend lid niet-notaris, categorie "hoogleraar", van de Franstalige Benoemingscommissie voor het notariaat in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd worden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

23 Prise en considération de propositions

23 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 5 décembre 2012, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mmes Catherine Fonck et Marie-Martine Schyns modifiant la loi du 14 juillet 1994 relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités en vue de permettre l'exercice de certaines activités durant le congé de maternité (n° 2536/1);

- la proposition de loi de MM. Mathias De Clercq, David Clarinval, Jean-Marc Delizée et Patrick Dewael, Mmes Catherine Fonck et Meryame Kitir et M. Stefaan Vercamer confirmant certains arrêtés royaux récents concernant les pensions des travailleurs salariés (n° 2539/1).

Renvoi à la commission des Affaires sociales;

- la proposition de loi de Mmes Catherine Fonck et Marie-Martine Schyns et M. Josy Arens modifiant la loi-programme du 23 décembre 2009 en ce qui concerne l'aide à l'agriculture (n° 2542/1).

Renvoi à la commission des Finances et du Budget.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 5 december 2012, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van de dames Catherine Fonck en Marie-Martine Schyns tot wijziging van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, teneinde tijdens het moederschapsverlof de uitoefening van bepaalde activiteiten toe te staan (nr. 2536/1);

- het wetsvoorstel van de heren Mathias De Clercq, David Clarinval, Jean-Marc Delizée en Patrick Dewael, de dames Catherine Fonck en Meryame Kitir en de heer Stefaan Vercamer tot bekrachtiging van enkele recente koninklijke besluiten inzake werknemerspensioenen (nr. 2539/1).

Verzonden naar de commissie voor de Sociale Zaken;

- het wetsvoorstel van de dames Catherine Fonck en Marie-Martine Schyns en de heer Josy Arens tot wijziging van de programmawet van 23 december 2009, wat de steun aan de landbouw betreft (nr. 2542/1)

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

24 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Gerolf Annemans over "acties die het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR) heeft ondernomen in het kader van een bepaald moslimprotest en die de taak en de bevoegdheid van het Centrum ver te buiten gaan" (nr. 61)

24 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Gerolf Annemans sur "les actions que le CECLR a entreprises dans le cadre d'une protestation de musulmans et qui excèdent largement les missions et les compétences du Centre" (n° 61)

 

Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 28 november 2012.

Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 28 novembre 2012.

 

Twee moties werden ingediend (MOT nr. 61/1):

- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Peter Logghe en Tanguy Veys;

- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Leen Dierick en de heer Josy Arens.

Deux motions ont été déposées (MOT n° 61/1):

- une motion de recommandation a été déposée par MM. Peter Logghe et Tanguy Veys;

- une motion pure et simple a été déposée par Mme Leen Dierick et M. Josy Arens.

 

Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.

La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.

 

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

80

Oui

Nee

49

Non

Onthoudingen

1

Abstentions

Totaal

130

Total

 

De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.

La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.

 

25 Wetsontwerp houdende tweede aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 (2471/4)

25 Projet de loi contenant le deuxième ajustement du Budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2012 (2471/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

80

Oui

Nee

40

Non

Onthoudingen

10

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2471/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2471/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

26 Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie (nieuw opschrift) (1804/17)

26 Proposition de loi portant diverses dispositions relatives à la réduction de la charge de travail au sein de la justice (nouvel intitulé) (1804/17)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

128

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

128

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1804/18)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1804/18)

 

26.01  Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Gennez en ikzelf hebben “ja” gestemd.

 

Le président: Dont acte.

 

27 Wetsvoorstel tot opheffing van de opdracht van de Nationale Bank van België als centrale depositaris van protesten (1922/4)

27 Proposition de loi supprimant la fonction de dépositaire central des protêts confiée à la Banque nationale de Belgique (1922/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

130

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

130

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (1922/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (1922/5)

 

28 Proposition de loi modifiant la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre la discrimination entre les femmes et les hommes, pour ce qui est de l'appartenance sexuelle en matière de biens et services et en matière de régimes complémentaires de sécurité sociale (2511/3)

28 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat het geslacht op het gebied van goederen en diensten en van aanvullende regelingen voor sociale zekerheid betreft (2511/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

118

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

129

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2511/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2511/4)

 

Chers collègues, avant ce dernier vote, je vous signale que c'est le dernier auquel participe, pour cette session, M. Madrane, puisqu'il nous quitte pour rejoindre le gouvernement bruxellois. (Applaudissements)

 

29 Proposition de loi modifiant l'article 7 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale (399/5)

29 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (399/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

117

Oui

Nee

11

Non

Onthoudingen

2

Abstentions

Totaal

130

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (399/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (399/6)

 

30 Adoption de l’ordre du jour

30 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 13 december 2012 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 13 décembre 2012 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 17.39 uur.

La séance est levée à 17.39 heures.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 118 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 118 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

049

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen Ronny, Bracke Siegfried, Brems Eva, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

001

Onthoudingen

 

Louis Laurent

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

080

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

040

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Esbroeck Jan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

010

Onthoudingen

 

Almaci Meyrem, Balcaen Ronny, Brems Eva, De Vriendt Wouter, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

128

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

130

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non         

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

118

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

011

Nee

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

117

Ja

 

Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clerfayt Bernard, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Mouton Rosaline, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non         

011

Nee

 

Annemans Gerolf, Colen Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, D'haeseleer Guy, Goyvaerts Hagen, Logghe Peter, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy

 

 

Abstentions

002

Onthoudingen

 

Dedecker Jean Marie, Louis Laurent