Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Mercredi 14 novembre 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 14 november 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.17 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Elio Di Rupo, Monica De Coninck, John Crombez

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin, Julie Fernandez Fernandez, Laurent Louis, Patrick Moriau, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Sophie De Wit, Barbara Pas, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Jean-Marc Delizée, Wouter De Vriendt, raisons familiales / familieaangelegenheden

Eva Brems, Marie-Christine Marghem, à l'étranger / buitenslands.

 

Monsieur Johan Vande Lanotte est également excusé.

 

01 Ordre du jour

01 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:

- le projet de loi portant fixation d'une mesure transitoire relative à la réforme de la pension de retraite anticipée des travailleurs indépendants (n°s 2418/1 à 7);

- le projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement et d'autres législations dans la mesure où elles sont relatives au statut des établissements de paiement et des établissements de monnaie électronique (n°s 2431/1 à 5);

- le projet de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique (n°s 2432/1 et 2).

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze voormiddag, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:

- het wetsontwerp houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen (nrs 2418/1 tot 7);

- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld (nrs 2431/1 tot 5);

- het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (nrs 2432/1 en 2).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

À la demande du ministre des Finances, je propose d'inscrire ces deux derniers projets immédiatement après les questions orales pour permettre de libérer le ministre le plus rapidement possible.

 

02 Admission, vérification des pouvoirs et prestation de serment

02 Toelating, onderzoek van de geloofsbrieven en eedaflegging

 

Chers collègues, à la demande des services, pour corriger une petite erreur qui a été commise la semaine dernière, nous devons procéder à l'admission et à la prestation de serment du suppléant appelé à siéger en remplacement de M. Manu Beuselinck, démissionnaire en date du 6 novembre 2012.

Wij moeten overgaan tot de toelating en eedaflegging van de opvolger die in aanmerking komt om de heer Manu Beuselinck, die op 6 november 2012 ontslag heeft genomen, te vervangen.

 

Le suppléant appelé à le remplacer est M. Bert Maertens, premier suppléant.

De opvolger die hem zal vervangen is de heer Bert Maertens, eerste opvolger.

 

Le 20 juillet 2010, ce dernier avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement de M. Geert Bourgeois, membre du gouvernement flamand, et pour la durée des fonctions de celui-ci.

Op 20 juli 2010 werd hij toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Geert Bourgeois, lid van de Vlaamse regering, voor de duur van zijn ambt.

 

Il n'y a pas en conséquence lieu de procéder à la vérification des pouvoirs de ce suppléant qui avait été admis à siéger en qualité de membre de la Chambre des représentants en remplacement d'un ministre ou d'un secrétaire d'État et pour la durée des fonctions de celui-ci.

Er dient dientengevolge niet overgegaan te worden tot het onderzoek van de geloofsbrieven van deze opvolger die werd toegelaten zitting te hebben in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van een minister of een staatssecretaris voor de duur van zijn ambt.

 

Je vous propose donc de passer à l'admission de ce membre.

Ik stel u dus voor tot de toelating over te gaan van dit lid.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Je rappelle les termes du serment: "Je jure d'observer la Constitution" "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

Ik memoreer de bewoordingen van de eed: "Ik zweer de Grondwet na te leven" "Je jure d'observer la Constitution" "Ich schwöre die Verfassung zu befolgen".

 

Je prie M. Bert Maertens de prêter le serment constitutionnel.

Ik verzoek de heer Bert Maertens de grondwettelijke eed af te leggen.

 

M. Bert Maertens prête le serment constitutionnel en néerlandais.

De heer Bert Maertens legt de grondwettelijke eed af in het Nederlands.

 

M. Bert Maertens fera partie du groupe linguistique néerlandais.

De heer Bert Maertens zal deel uitmaken van de Nederlandse taalgroep.

 

(Applaudissements)

(Applaus)

 

Mevrouw Cathy Coudyser die donderdag 8 november 2012 de eed heeft afgelegd, zal de heer Geert Bourgeois vervangen voor de duur van zijn ambt als lid van de Vlaamse regering.

 

Je précise que cette demande fait suite à une erreur des services et n'est pas une demande de la N-VA.

 

Questions

Vragen

 

03 Samengevoegde vragen van

- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1285)

- de heer Patrick Dewael aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1286)

- de heer Jan Jambon aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1287)

- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1288)

- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1289)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1290)

- de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "de begroting" (nr. P1291)

03 Questions jointes de

- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "le budget" (n° P1285)

- M. Patrick Dewael au premier ministre sur "le budget" (n° P1286)

- M. Jan Jambon au premier ministre sur "le budget" (n° P1287)

- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "le budget" (n° P1288)

- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "le budget" (n° P1289)

- Mme Muriel Gerkens au premier ministre sur "le budget" (n° P1290)

- M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "le budget" (n° P1291)

 

Je vous rappelle que le premier ministre devra nous quitter à 15 h 15 pour des raisons de rencontre avec des autorités internationales.

 

03.01  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de eerste minister, mijn fractie en ik hebben u vorige week met rust gelaten, hoewel er toen al een vragenronde was over het uitblijven van uw begroting. Ik dacht: wij laten die man met rust, dan kan hij harder en sneller doorwerken aan de begroting. Nu zijn wij echter een week verder en het land begint zich langzaam af te vragen of er nog een regering is.

 

U bent hier vorige week komen zeggen, in uw bekende stijl, namelijk vrij nietszeggend, dat er een gerede inspanning, “considérable”, nodig was. U bent dan van het spreekgestoelte gestapt, de indruk wekkend dat u ermee bezig was. Nu, een week later, vraag ik u waarmee u eigenlijk bezig bent. Is er nog een regering die ergens mee bezig is?

 

Gelukkig zijn er nog al uw ministers om te bevestigen dat zij met iets bezig zijn, blijkbaar met een discussie achter de schermen. De kampioen is natuurlijk Guy Vanhengel. Hij is weliswaar uw minister niet meer, maar hij was tot voor enige tijd voor de Open Vld nog minister van Begroting. Guy Vanhengel heeft de ongeregeldheden geopend, mijnheer Dewael. U bent de eerste van de volgende fractievoorzitters. Er volgt ons vandaag overigens geen enkele Franstalige fractievoorzitter in dit debat.

 

De Vlaamse fractievoorzitters maken zich zorgen. Wie dat goed vertegenwoordigd en verwoord heeft, is de heer Vanhengel. Wij mogen hem daarvoor feliciteren. In Terzake zei hij: “De demarche van Di Rupo heeft kwaad bloed gezet vandaag, omdat het onbegrijpelijk is dat een premier natuurlijk voorstellen zelf in de pers gooit die nog moeten besproken worden door de kern, daar waar andere voorstellen die al gedaan geweest zijn de voorbije weken en maanden door vele van de partijen die rond de tafel zitten door zijn eigen partij van de tafel worden geveegd. Ik denk dat het ogenblik rijp is dat de PS zou beseffen dat zij niet alleen regeert.”

 

Mijnheer de eerste minister, beseft u dat de PS niet alleen regeert? Dat is een vraag van de heer Vanhengel. Die werd gevolgd door een gekrakeel van een klagende Alexander De Croo. Mevrouw Onkelinx bijt zijn neus af waarop de heer De Croo repliceert. De heren Vanackere en Vande Lanotte, mevrouw Milquet en opnieuw de heer Vande Lanotte volgden. Het was een gekrakeel van jewelste. Beseft u wel wat voor een zootje ongeregeld u vertegenwoordigt?

 

03.02  Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, een aantal weken geleden heb ik op deze tribune gesteld dat ik mij niet kon voorstellen dat de regering voor een parlement zou verschijnen met een begroting die niet tegelijkertijd een substantieel pakket aan relancemaatregelen zou inhouden. Ik wil dat vandaag herhalen.

 

Mijnheer de eerste minister, u staat voor de dwingende opgave om een begroting te maken die beantwoordt aan de Europese normen. Tegelijk snakt onze economie naar een pakket maatregelen. De boodschap is zuurstof injecteren. Het is tijd om te landen en een compromis te maken. Met een compromis is niets verkeerd. Drie politieke families en zes politieke partijen zullen een vergelijk moeten vinden.

 

Mijnheer de eerste minister, er is geen tijd voor ideologische taboes.

 

Ik meen dat wij nood hebben aan maatregelen waarbij elk van de regeringspartners zijn taboes overboord gooit en erin slaagt een compromis te maken in het algemeen belang.

 

Ik richt mij dan ook van op dit spreekgestoelte tot de N-VA. Ik stel vast dat in de zoektocht naar meer competitiviteit voor ons bedrijfsleven deze partij die in de oppositie zit, in het recente verleden een enkele verbazende voorstellen gedaan heeft op fiscaal vlak, in verband met de btw bijvoorbeeld, en in verband met de vermogenswinstbelasting. Ik wil mijn waardering daarvoor uitspreken. Ik zal niet op elke maatregel ingaan, maar ik waardeer dat de N-VA niet alleen de gaten in de begroting probeert te vinden maar ook bereid is mee te denken aan wat wij kunnen doen voor onze concurrentiekracht.

 

Ten derde wil ik oproepen tot een zeker pragmatisme. Wat is de beste weg? Welke maatregel, of welke mix van maatregelen, geeft het meeste zuurstof aan de economie? Dat is een economisch imperatief. Ontzie echter ook de koopkracht van wie het vandaag moeilijk heeft zoals de lagere inkomenscategorieën en de mensen die op een uitkering aangewezen zijn. Men moet de economische en de sociale imperatieven kunnen verzoenen.

 

U zult mij vandaag niet horen zeggen dat ik deze of gene maatregel voorsta of dat ik een bepaalde mix van maatregelen voorsta. De regering moet met het oog op de relance maatregelen nemen die beide imperatieven respecteren, maatregelen die economisch zuurstof geven en die sociaal de koopkracht van de lagere inkomenscategorieën beschermen.

 

Ten vierde en ten slotte, mijnheer de eerste minister, het is geen gemakkelijke job premier te zijn in België, maar u hebt er in het verleden blijk van gegeven dat u uw eigen gemeenschap en uw eigen partij kunt overstijgen. Wij hebben dat gezien bij de start van de regering, wij hebben dat gezien in december vorig jaar, toen de regering onder uw leiding kwam. Toen hebt u blijk gegeven van die gave. De eerste minister van ons land mag inderdaad niet de speelbal zijn van het partijpolitieke gekrakeel, maar moet het kunnen overstijgen. Hij moet erboven kunnen staan. In het Frans zegt men: “au dessus de la mélée.”

 

Ik meen dat in deze gewijzigde economische omstandigheden voor de regering het moment gekomen is om te komen met een nieuwe ambitieus programma, waarnaar de bevolking snakt. Als u dat wil waarmaken, hebt u onze volledige steun.

 

03.03  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, collega’s, hier staan wij weer, een week later. Niets is er gebeurd.

 

Mijnheer Dewael, ik heb goed naar u geluisterd. Ik ben heel blij dat wij op uw steun kunnen rekenen. Wij zullen de wetsvoorstellen indienen om de lasten op arbeid te verlagen en zuurstof aan de ondernemingen te geven. Wij zijn alvast verzekerd van uw steun, waarvoor dank.

 

Mijnheer Di Rupo, wij zijn alweer een week later en wij hebben kunnen vaststellen dat het signaal van de markten nog niet duidelijk genoeg was. Het signaal van de talloze ontslagen en de sluitingen van bedrijven was blijkbaar nog niet sterk genoeg. Ik roep de krantenjournalisten in. Mevrouw Albers zegt dat dit de week van de laatste kans is om de regering-Di Rupo echt van start te laten gaan. Het einde is volgens haar al bijna in zicht en het palmares is nog mager. De heer Donckier van Het Belang van Limburg vindt de besluiteloosheid van de regering-Di Rupo hemeltergend en vraagt zich af waarom het niet wil lukken. Het antwoord voor hem is duidelijk: de PS domineert en blijft domineren. De heer Geudens schrijft vandaag in Gazet van Antwerpen:: “Het getalm en getreuzel met de begroting en de relancemaatregelen zijn hemeltergend. Zouden de dames en heren topministers beseffen welke indruk zij maken op de bevolking?”

 

Mevrouw Temmerman vroeg hier vorige week waar die begroting blijft. Mijnheer Di Rupo, kunt u ons deze week een antwoord geven? Waar blijft uw begroting? Wanneer gaat u doen wat van u wordt verwacht?

 

03.04  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, het gaat nog maar eens over de begroting. Ik wil er nogmaals de nadruk op leggen dat wij in tijden van crisis niet alleen moeten besparen, maar dat wij de mensen hoop moeten kunnen geven, dat wij jobs moeten kunnen aanbieden, dat wij de mensen in economische groei moeten kunnen stimuleren.

 

Ik weet dat iedereen in de regering het daarover eens is en dat u alle moeite doet om een akkoord ter zake af te sluiten. Iedereen is het er ook over eens dat wij naar een loonlastenverlaging moeten streven. De discussie gaat natuurlijk over de manier waarop wij dit zullen gaan financieren.

 

Verscheidene collega’s in het Parlement hebben al voorstellen gedaan. Ik ga ze niet herhalen, maar de heer Dewael heeft ook al gezegd dat het zeer belangrijk is dat wij geen sociaal bloedbad aanrichten, dat wij de laatste inkomens vrijwaren, dat wij de koopkracht van de mensen vrijwaren omdat wij anders in een negatieve spiraal terechtkomen. Wij moeten vooral zuurstof kunnen geven aan de kmo’s die nu onder de problemen kreunen. Wij moeten ook zuurstof geven aan de consumptie door de koopkracht niet aan te tasten.

 

Mijnheer de eerste minister, zal deze begroting rekening houden met deze verzuchtingen, die door bijna iedereen worden gedeeld? Zal deze nieuwe begroting zuurstof geven aan onze economie door naar een loonlastenverschuiving te gaan?

 

03.05  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, net zoals de heer Jambon heb ik hier ook een déjà-vugevoel.

 

Ik wil u aanraden om even boven de Moerdijk te kijken. In Nederland heeft men op één maand tijd verkiezingen gehouden, een regering gevormd, crisismaatregelen genomen en is men gisteren van start gegaan in het Parlement.

 

Wij vragen u hier nu al anderhalve maand om met maatregelen te komen, onder andere inzake relance.

 

Ik ben blij dat de minister van Financiën net binnenkomt. Mijnheer Vanackere, vorige week stond u hier om te zeggen dat u na één nacht onderhandelen in Frankrijk drie miljard euro had gevonden om in de bodemloze put van Dexia te stoppen. Drie miljard euro, dat staat bijvoorbeeld gelijk aan de bouw van driehonderd scholen, evenveel als er gemeenten in Vlaanderen zijn.Dit kunt u vinden om in de verloren bouwput van een verloren bank te steken. Dat doet u op één dag.

 

Anderhalve maand vragen wij hier hoe u drie miljard zult vinden om het gat in uw begroting te vinden en het enige dat ik hoor, zijn dogma’s en axioma’s van twee partijen.

 

In Nederland zit men ook met de socialisten en de liberalen. Daar hebben ze zich verzoend, terwijl men hier met dogma’s en axioma’s naar buiten komt, zoals “raak niet aan de index of aan de btw”, en u moet daar een amalgaam van maken. Ondertussen is er hier een enorme stilstand.

 

Mijnheer de eerste minister, ik wacht uw antwoord af. Ik heb u vorige week ook gevraagd wanneer u zult stoppen met kakelen in deze kippenren en wanneer dat begrotingsei wordt gelegd. Ik herhaal deze vraag vandaag opnieuw.

 

03.06  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je voudrais aborder avec vous deux points et obtenir une réponse. La semaine passée, je vous avais interrogé, mais je ne vous avais pas laissé le temps de vous préparer à cette question. Je vous avais interrogé notamment sur la prise en compte du besoin de financement des pompiers et de la protection civile, en vous faisant remarquer qu'ils avaient des besoins cruciaux que nous reconnaissons à chaque fois qu'ils interviennent sur une catastrophe. Or, nous entendons de la part du gouvernement que, au lieu des 250 millions d'euros nécessaires, on ne leur en proposerait que dix.

 

Je vous avais également parlé de propositions alternatives qui étaient sur la table ici au parlement. J'aimerais savoir si vous prenez cette préoccupation en compte, si vous comptez travailler le financement alternatif ou si nous devons nous dépêcher de le faire au sein de notre assemblée, ce que nous ferons bien volontiers.

 

Je souhaite aussi mettre une autre dimension en exergue. Je suis allée, ce matin, à Liège, où il y avait une mobilisation, non seulement des syndicats mais également des citoyens. Des citoyens qui ont peur et sont effrayés par les mesures d'austérité qui se sont développées dans d'autres pays et qui sont annoncées chez nous aussi. Mais ce qui était frappant, dans ce qu'ils nous ont dit, c'est le manque de perspective, le manque d'avenir, le manque de propositions positives qui permettraient ce que certains appellent la relance et que nous préférons appeler le redéploiement économique.

 

Je n'arrive pas à comprendre comment votre gouvernement, qui a quand même dû se constituer autour d'une déclaration d'un accord politique, n'arrive pas à trouver des pistes de redéploiement qui intègrent le capital. Chez nous, ce capital est un capital qui spécule; pas le capital qui est investi, celui-là, on sait qu'il faut le protéger, celui-là, monsieur Dewael, on sait que cela ne sert à rien d'aller le prendre, mais qu'il faut, par contre, favoriser son investissement dans l'activité économique concrète. Je pense qu'ainsi on pourrait rencontrer les préoccupations du travailleur, du citoyen, mais aussi du patron, de la PME, de l'industrie.

 

Par rapport à ces propositions de redéploiement et/ou de relance, j'aimerais obtenir de votre part une information sur où vous en êtes et comment il se fait que vous n'arriviez pas à vous mettre d'accord.

 

03.07  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, ik heb de indruk dat uw regering rondjes aan het draaien is. Ik heb de indruk dat uw regering zich opgesloten heeft in een kader waar ze zelf niet meer uitraakt. Het is alsof u met tunnelvisie kampt en er maar twee oplossingen bestaan om echt uit de problemen te komen: ofwel kiezen voor een btw-verhoging, ofwel raken aan de index. Het is alsof het alleen daarom draait, terwijl het beide – dat weet u ook – geen goede maatregelen zijn. Het zijn allebei asociale maatregelen, waardoor vooral de laagste inkomens en de middenklasse zwaar zullen betalen. De winkelkar wordt immers elke week duurder.

 

Mijnheer de eerste minister, overstijg die ideologische discussie, denk toch buiten het kader, verlaat die tunnel. Er zijn immers veel meer andere oplossingen, waar we vaak zeer weinig over horen. Pak de misbruiken van de notionele-intrestaftrek aan. Die kosten nu al meer dan 5 miljard euro. Haal het geld bij de nucleaire rente. Verschuif de lasten van arbeid naar vermogens en milieuvervuiling. Maak een plan om al die slapende spaargelden die goed zijn voor 225 miljard euro, te activeren en in te zetten voor de economie. Uw raadgevers hebben u dat zelf ook voorgesteld. Investeer dan ook in de sectoren van de toekomst. Ook op die manier kunnen er jobs gecreëerd worden.

 

Mijnheer de eerste minister, er zijn veel meer mogelijkheden en uw regering moet echt uit die tunnelvisie komen.

 

Mijn vraag is dan ook heel eenvoudig. Wat is nu eigenlijk de stand van zaken? Geraakt u eruit? Vooral, zult u dat op een sociaal verantwoorde manier doen?

 

03.08  Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, je tiens tout d'abord à remercier les collègues pour la qualité et la teneur des questions.

 

Beste collega’s, ik heb hier al eerder gezegd dat de regering vastberaden is om haar engagementen op het vlak van de sanering van de overheidsfinanciën na te komen. De financiële markten hebben opnieuw het volste vertrouwen in België. Het behoud van dat vertrouwen is een heel belangrijke pijler van ons beleid. België heeft afgelopen week nog voor 1 miljard euro geleend tegen een negatieve rentevoet. Dat is mede dankzij het begrotingsbeleid dat onze regering sinds december 2011 voert. Wij willen op die weg voortgaan.

 

Nous le savons tous, notre pays est confronté à des difficultés industrielles importantes: Ford Genk, ArcelorMittal, Duferco, NLMK pour ne citer que quelques-uns.

 

Nous devons, avec les Régions, les patrons et les syndicats, relever les défis de l'emploi et de la compétitivité dans notre pays. Nous devons le faire pour maintenir, entre autres, la confiance des marchés financiers car ajouter des difficultés aux difficultés serait irresponsable

 

Le plus important, au moment où je vous parle, est de continuer le travail sérieux que nous avons réalisé sur le plan budgétaire. Nous devons absolument sortir de la procédure de déficit excessif de la Commission européenne. Nous avons fait le nécessaire lors du contrôle budgétaire 2012 et nous devons poursuivre en répondant à notre engagement de réduction du déficit à 2,15 % du PIB en 2013.

 

Beste collega’s, de regering heeft alle elementen op tafel liggen voor een begrotingsinspanning die de vooropgestelde 2,15 % realiseert. Na de saneringsoperatie in 2012 zal elk ministerieel departement, ook volgend jaar, aanzienlijke bijkomende besparingen uitvoeren. Er zullen ook extra inspanningen worden geleverd in de sociale zekerheid. Daarnaast zorgen wij op een redelijke manier voor nieuwe inkomsten. De regering heeft ook reeds beslist om de impact van alle beslissingen die tijdens het begrotingsconclaaf worden genomen, voor 2014 te onderzoeken. Wij zijn daarvoor zeer aandachtig, al is ons land, net als andere landen, afhankelijk van de reële economische groei en de toestand in de eurozone op dat moment.

 

En ce qui concerne 2013, plusieurs scénarios sont examinés. Quels que soient les moyens financiers qui pourraient être disponibles, le gouvernement a le souci de la relance, de l'emploi et de la compétitivité de nos entreprises, en particulier, bien entendu, les PME.

 

Chers collègues, je comprends et je partage l'impatience qui peut se manifester à l'égard des travaux budgétaires. Les six formations politiques – j'ai encore pu le mesurer hier – ont la ferme volonté de trouver des solutions adéquates. Mais soyons de bon compte et soyons honnêtes, s'il y avait une solution simple, univoque et évidente, scientifiquement prouvée, j'imagine que tout le monde serait d'accord (patrons, syndicats, partis politiques et, bien entendu, l'ensemble de ce parlement). Je rêve qu'un jour, une telle solution fasse l'unanimité et nous permette d'avancer. C'est parce qu'il n'y a pas de réponse unique et simple que les solutions sont compliquées à trouver. Et reconnaissons-le, surtout depuis le choc terrible de Ford Genk, le contexte économique difficile et les mauvaises nouvelles en matière d'emploi augmentent la complexité des discussions.

 

Chers collègues, le gouvernement l'a déjà démontré, on a eu le courage de mettre en œuvre des réformes structurelles, notamment en matière de pension et d'emploi. On a déjà assaini nos finances publiques pour près de 14 milliards d'euros.

 

Wij zullen ook deze keer de budgettaire maatregelen nemen, die nodig zijn. Maar net omdat steeds meer burgers het moeilijk hebben en net omdat steeds meer bedrijven zwaar op de proef worden gesteld, moeten wij rekening houden met ieders terechte bezorgdheid.

 

Chers collègues, ne nous trompons pas! L'équilibre d'une société, la situation économique et sociale d'un pays n'est pas l'unique reflet de l'attitude d'un gouvernement et, chez nous, du gouvernement fédéral. Le rôle des gouvernements régionaux est également essentiel.

 

La prospérité et la cohésion sociale chez nous se sont construites dans la tradition d'une relation permanente entre patrons et syndicats. Faire abstraction de cette tradition de concertation pourrait conduire à encore plus de difficultés. Alors, je le dis le plus simplement du monde: autorités publiques, patrons et syndicats, chacun doit pleinement jouer son rôle en fonction de ses responsabilités. Nous, nous le ferons. Chacun doit faire partie de la solution.

 

03.09  Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, heel deze Di Rupoconstructie, waarmee Vlaanderen wordt geconfronteerd, waardoor Vlaanderen zich in de hoek van een minderheidsregering heeft laten dringen en waarbij Vlaanderen zich heeft moeten laten welgevallen dat het een staatshervorming opgelepeld kreeg die voor Vlaanderen nadelig is, was volgens de Vlaamse leden van die regering opgezet om het dreigende sociaal-economische debacle te vermijden.

 

U moet dus niet verbaasd zijn dat de Vlaamse meerderheid zich vandaag in deze Kamer langzamerhand begint af te vragen waarom er op de tweede dinsdag van oktober — zoals de Grondwet het voorschrijft — geen begroting was en thans, de derde donderdag van november, nog steeds geen begroting is.

 

Ik moet u wel feliciteren. Wij hebben u hier vandaag weer een prachtige sofistische redenering horen uiteenzetten. U zegt dat u lang bezig bent, maar dat dit is omdat u goed bezig bent. Het duurt lang omdat wij goed bezig zijn en wij zijn goed bezig want het duurt lang. Dat is een van de nieuwe redeneringen. Ik heb dat hier nog nooit gehoord vanwege een premier. Ik vind het een goede vondst en wil u daarmee feliciteren.

 

Mijnheer Dewael, waarschijnlijk om al de Open Vld’ers te compenseren die Di Rupo de afgelopen weken hebben aangevallen op het feit dat hij vooral een PS-premier is, hebt u hier een hulde gebracht en gezegd wat een groot staatsman Di Rupo wel is. Collega Dewael, wij zijn ongeveer even lang bezig als fractievoorzitter in deze Kamer en wij hebben al die premiers de ene na de andere zien passeren. Samen met mij zult u kunnen vaststellen dat de nietszeggendheid en de onmacht van een premier in het Belgisch Koninkrijk nog nooit zo elegant en prachtig is verwoord en naar voren gebracht als door de persoon Elio Di Rupo, maar tevens is de leugen en de onmacht van die Belgische premier nog nooit zo zichtbaar geweest.

 

Ik denk dat het best is dat men doet wat de publieke opinie in Vlaanderen verwacht, met name dat deze regering langzaam maar zeker ophoepelt.

 

03.10  Jan Jambon (N-VA): Mijnheer Di Rupo, u had zich de moeite kunnen besparen. Misschien is dat inspirerend voor volgende week. Laat uw toespraak van vandaag op een cd branden en speel die hier volgende week opnieuw af. De Kamer is daartoe uitgerust. Volgende week hoeft u zich dus die inspanning niet te getroosten en kunt u elders inspanningen doen.

 

Mijnheer Di Rupo, vandaag worden wij geconfronteerd met de vakbond van de PS die het spoor lamlegt. De voorbije maanden werden wij geconfronteerd met de PS die het land lamlegt.

 

03.11  Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de premier, ik beklaag het mij ook dat wij u hebben laten oproepen om onze vragen te beantwoorden. Wij hadden u rustig kunnen laten voortwerken aan uw begroting want als men het verslag van de plenaire vergadering van vorige week leest, dan stelt men vast dat u vandaag precies hetzelfde zegt.

 

Ik wil echter nog een standpunt vertolken. Ik hoor hier standpunten van de andere partijen, over de index, over de dogma’s en over de btw-verhoging. Misschien kunt u eens te rade gaan bij een echte econoom. Die zal u zeggen dat als men de btw verhoogt men ook een indexsprong moet doen, anders wordt het resultaat tenietgedaan door de inflatie.

 

Ik wil nog een zaak naar voren brengen, mijnheer de premier. Wat moet u doen? Er is maar een oplossing, met name snijden in eigen vlees. België haalt de gouden medaille voor de hoogste belastingdruk. Ik heb dat niet uitgevonden, België is wel degelijk een fiscale hel. Vandaag bent u op zoek naar 3 miljard euro extra inkomsten en u wil die bij de burger halen om ze in uw begrotingsgat te storten. Kijk in eigen hart en ga na waar u kunt snijden in plaats van nieuwe belastingen te heffen.

 

03.12  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, votre gouvernement a montré qu'il était capable de s'accorder sur des mesures structurelles. Mais, à chaque fois, ces mesures ont été prises sur le dos des plus faibles: les chômeurs, les femmes qui travaillent à temps partiel et qui n'ont pas de carrière complète! Là, il y a eu une belle unanimité du gouvernement!

 

Par contre, lorsqu'il s'agit de mobiliser les richesses, les capitaux, les compétences ou les partenaires sociaux autour d'un projet qui a du sens, qui est créateur d'emplois et qui va donner du souffle, votre gouvernement en est incapable et je le regrette vivement!

 

03.13  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, collega’s, het is opmerkelijk dat de fractieleiders van de meerderheidspartijen, die daarnet geïnterpelleerd hebben, zich zonder meer neerleggen bij het nietszeggende antwoord van de eerste minister.

 

Mijnheer de eerste minister, u blijft in de tunnel rijden waarover premier Martens het dertig jaar geleden al had, met dat verschil dat ik uit uw antwoord niet kan opmaken dat er enig lichtje is aan het einde van die tunnel. Wat u hebt gezegd, is absoluut niet hoopgevend voor het debat van de komende dagen. Dat is gevaarlijk, want het vertrouwen van de bevolking, van de zelfstandigen, van de bedrijven en van de kmo’s verdwijnt.

 

Eigenlijk is er maar een conclusie, mijnheer de eerste minister, met name dat uw regering een regering is die niet regeert.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "Belfius" (n° P1292)

- Mme Christiane Vienne au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "Belfius" (n° P1293)

- M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "Belfius" (n° P1294)

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "Belfius" (nr. P1292)

- mevrouw Christiane Vienne aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "Belfius" (nr. P1293)

- de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "Belfius" (nr. P1294)

 

04.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je vais attendre que le ministre des Finances ait terminé sa communication téléphonique, si vous le voulez bien!

 

Monsieur le ministre des Finances, mesdames et messieurs les ministres, j'ai une information importante à vous communiquer: Belfius est une banque à 100 % publique. Vous l'avez rachetée il y a quelques mois.

 

Je vous avoue avoir été particulièrement étonné de l'étonnement des membres du gouvernement lors de l'annonce de la suppression de postes d'emploi par Belfius. L'avenir de cette banque à 100 % publique reste incertain. Ce n'est pas réjouissant. Il semble même que Belfius reste exposée à hauteur de plusieurs milliards d'euros à Dexia.

 

L'avenir de cette banque publique est l'objet de mon interrogation. Je voudrais savoir ce que votre gouvernement fait avec cet outil économique important.

 

Mes questions précises, monsieur le ministre des Finances, sont les suivantes.

 

Quelle lettre de mission avez-vous confiée aux administrateurs désignés par votre gouvernement pour gérer Belfius?

 

Étiez-vous informé de l'intention du management de supprimer 600 postes de travail? L'acceptez-vous?

 

Quel est le risque de Belfius vis-à-vis de Dexia? Comment a-t-il évolué? Quelles sont les perspectives?

 

Enfin, et c'est peut-être la question fondamentale, quelles sont les intentions de votre gouvernement pour Belfius? S'agit-il de réaliser une plus-value en la revendant dans quelques années à un quelconque acteur financier étranger ou allez-vous utiliser cette banque publique pour changer le monde bancaire en montrant le bon exemple?

 

04.02  Christiane Vienne (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre des Finances, aujourd'hui, dans toute l'Union européenne, des milliers de personnes ont manifesté à l'appel des syndicats. Ces hommes, ces femmes, ces citoyens ont peur: ils ont peur pour eux, ils ont peur pour leurs enfants, car l'Europe qui se dessine actuellement a le visage figé de l'austérité.

 

Alors, reconnaissons-le, les peuples européens n'ont pas joué à l'économie-casino, ils n'ont pas inventé les produits structurés, ils n'ont pas exigé des returns à deux chiffres, ils n'ont pas détourné l'argent pour s'offrir des bonus. Pourtant, c'est l'Europe des peuples qui trinque!

 

Et l'Europe sociale patine et l'Europe de l'emploi devient de plus en plus floue. Et, chez nous comme ailleurs, on doit regretter des restructurations chaque semaine.

 

Monsieur le ministre des Finances, un secteur en particulier enregistre un emploi en nette diminution, le secteur bancaire, à tel point que les syndicats se sont adressés à Febelfin pour exprimer leur inquiétude. Toutes les banques seraient concernées.

 

En ce qui concerne Belfius, que l'État a sauvée – et je tiens à rappeler qu'en intervenant, c'est l'ensemble de tous les collaborateurs de Dexia Banque Belgique que l'État a sauvé –, on parle néanmoins de la réduction de quelque 900 équivalents temps plein.

 

Monsieur le ministre, mes questions sont très simples. Comme, dans des circonstances telles que nous les connaissons, la transparence est une vertu, je compte sur vous pour tordre le cou aux rumeurs.

 

Confirmez-vous ce chiffre? La concertation sociale est-elle en cours? Pouvez-vous nous rassurer et garantir qu'il n'y aura aucun recours à des licenciements secs?

 

04.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, de kwestie is eigenlijk vrij perfide.

 

Vorige week hebt u van op de tribune uitleg gegeven over de 5,5 miljard euro die wij samen met Frankrijk in Dexia pompen, een bank die einde verhaal is. Tegelijkertijd kondigt Belfius, het enige, echt gezonde ex-onderdeel van de groep in kwestie, aan dat zij 920 personeelsleden op straat zet.

 

Het gaat om een bijzonder slechte timing. Het kwestieuze overheidsbedrijf legt nog maar eens de vinger op de wonde van de te hoge loonkosten voor oudere werknemers.

 

Mijn vraag is vooral de volgende.

 

In welk groter geheel kadert een en ander?

 

Het is de ambitie van Belfius om van de bank in kwestie aan de hand van een nieuw businessplan opnieuw een gezond, performant, winstgevend bedrijf te maken, wat mij geheel logisch lijkt.

 

Mijnheer de minister, ik stel mij bijgevolg de vraag hoe ver het met het businessplan staat. Wanneer zullen wij het eindelijk kunnen inkijken? Zal Belfius in zijn businessplan opnieuw sterk de nadruk op de financiering van de lokale openbare besturen leggen?

 

Ten tweede, welke andere besparingen zijn in het businessplan opgenomen?

 

Ten derde, mijnheer de minister, acht u het ook niet bijzonder onwelvoeglijk dat de mensen hun job verliezen om van Belfius opnieuw een winstgevende bank te maken, wanneer de winst door het ACW zal worden afgeroomd? Het ACW heeft nota bene mee Dexia kapotgemaakt. Hoe legt u zulks uit aan de betrokken personeelsleden? Hoe ver staat het met de winstbewijzen?

 

04.04 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, in antwoord op één van de vragen van de heer Dedecker wil ik u eerst en vooral meedelen dat wij na de overname van Belfius door de federale overheid in de laatste fase gekomen zijn van de onderhandelingen met de Europese Commissie over het Belfiusplan. U weet dat het Europees commissaris Almunia toekomt te oordelen of de vorig jaar uitgevoerde operatie beantwoordt aan de Europese regels en of er geen ongeoorloofde staatssteun mee gemoeid is.

 

Wij zijn hoopvol dat deze onderhandelingen met de Europese Commissie nog voor het einde van het jaar kunnen worden afgerond. Ik heb er bij commissaris Almunia op aangedrongen dat de uitspraak van de Europese Commissie ter zake zou worden losgekoppeld van alle discussies over Dexia Holding. Ik meen dat ik daarin geslaagd ben, maar ik kan daar verder geen verklaringen over afleggen zolang de onderhandelingen met de Europese Commissie niet afgerond zijn.

 

U moet goed begrijpen dat bij de stappen die Belfius nu onderneemt de discussies over het sociale aspect voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de oplossing die geboden wordt door de Europese Commissie. Een en ander moet dan ook in dat perspectief bekeken worden.

 

Je souhaite apporter les précisions suivantes à Mme Vienne et à M. Gilkinet. La mission du conseil d'administration de Belfius Banque consiste, avant tout, à redresser la situation précaire de la banque. Comme toutes les autres banques, Belfius est obligée de renforcer ses fonds propres en incorporant ses bénéfices dans le cadre des exigences réglementaires Bâle III et Solvency II. La banque souhaite y arriver sans injection de nouveaux capitaux par son actionnaire, l'État belge. Ce défi a fait l'objet de plusieurs discussions avec les responsables du conseil d'administration et du management de Belfius. L'augmentation nécessaire des bénéfices de la banque signifie bien sûr à la fois une augmentation des revenus et une diminution des coûts d'exploitation. Comme vous le savez, l'environnement économique actuel n'est pas propice à une augmentation des revenus. De plus, la banque a résolument opté pour une activité d'une banque commerciale classique et s'est repliée sur le marché belge. Elle a déjà réalisé la ségrégation des activités de pure banque d'affaires. Tout ceci a un impact sur sa rentabilité.

 

Afin d'assurer la pérennité de la banque et de l'emploi en son sein, une série de mesures a été approuvée par le conseil d'administration, ce qui implique notamment, à terme, une perte d'emplois à hauteur de 670 équivalents temps plein. Cette perte d'emplois est, entre autres, le résultat de l'élimination de la superstructure qui prestait un nombre important de services pour le groupe Dexia et qui est devenue superflue dans l'intervalle.

 

Il est incorrect de dire que la banque va licencier des employés plus âgés pour les remplacer par des jeunes. La banque a une longue tradition de mobilité interne et, dans le passé, le recrutement externe a été limité, ce qui a pour conséquence une pyramide d'âges inversée. Bon nombre de départs sont naturels ou sont des départs à la retraite normaux. Belfius se concertera avec les partenaires sociaux pour examiner les pistes de réductions de postes qui ne peuvent être résolues via les possibilités décrites. Toute rumeur de discrimination sur base de l'âge des employés est dénuée de fondement à ce stade.

 

Ces mesures sont indispensables pour assurer le fonctionnement normal de la banque et la pérennité de l'emploi. Par ailleurs, ces mesures sortiront leurs effets sur une période de quatre ans, soit jusqu'à la fin 2016.

 

Á titre d'information, dans mon propre département, le SPF Finances, ces onze derniers mois, 600 départs n'ont pas été remplacés. On peut donc dire que l'opération envisagée chez Belfius pour les quatre ans à venir a été réalisée au sein de mon propre département, suite à une demande des uns et des autres dans ce parlement d'avoir une administration plus efficace.

 

L'État est actionnaire de la banque et il prendra le temps nécessaire pour déterminer son avenir. Je peux vous assurer que je prévois dès à présent une rencontre avec les responsables de l'entreprise au sujet du plan de personnel. Il va de soi que nous comptons sur cette institution, dont l'État est actionnaire à 100 %, pour mettre en œuvre ce plan de personnel en tenant compte des objectifs du gouvernement, notamment en ce qui concerne l'extension de l'âge effectif de la retraite.

 

Het is duidelijk dat wij – ik kan verduidelijken dat de minister van Werk dat samen met mij zal doen – zullen toezien op het respect, niet alleen voor de regels zoals die wettelijk zijn verankerd, maar ook voor de prioriteiten van de regering, met name ervoor zorgen dat aan diegenen die op latere leeftijd nog actief wensen te blijven, maximale kansen worden gegeven.

 

Mijn collega De Coninck en ikzelf willen zo snel mogelijk de directie van Belfius ontmoeten om de directieleden daar heel nadrukkelijk op te wijzen.

 

04.05  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre des Finances, je refuse, au nom de mon groupe, de vous laisser affirmer que nous étions demandeurs de la suppression d'emplois au sein du SPF Finances, pour lutter moins efficacement contre la fraude fiscale, ou au sein de Belfius. L'emploi n'est pas une variable d'ajustement budgétaire. Sèche ou pas sèche, une perte d'emploi est une perte d'emploi! Dans le contexte actuel, je ne comprends pas votre placidité et celle du PS par rapport à cette annonce.

 

Vous n'êtes pas le notaire des décisions prises avant vous! Vous n'êtes pas le notaire des administrateurs que vous avez désignés chez Belfius! Vous n'êtes pas le notaire de la Commission européenne! Nous vous demandons un projet pour cette banque. Et une banque publique, ce n'est pas seulement une banque qui a 100 % de capitaux publics. C'est une banque qui se distingue par sa politique de personnel, par sa politique de soutien à l'économie.

 

Pourquoi ne pas développer ce livret vert que nous demandons au départ de Belfius? Pourquoi ne pas orienter ces forces de travail vers l'économie réelle, vers tous ces acteurs économiques, les PME, qui demandent du soutien? Cela, c'est un véritable projet qui permettrait à cette banque de se distinguer dans le catalogue des institutions bancaires belges et d'exister à long terme, en soutenant l'économie, avec une identité publique forte et différente. J'attends de vous que vous donniez cette impulsion. Vous ne m'avez pas rassuré aujourd'hui sur le sujet.

 

04.06  Christiane Vienne (PS): Monsieur le ministre, de votre intervention, je retiendrai, entre autres, que Belfius a séparé ses activités. Vous savez combien il est important pour nous d'avancer vers la séparation des métiers bancaires. C'est une manière d'assainir le secteur. Par ailleurs, en matière de fonds propres, Belfius sera en capacité de répondre aux exigences de Bâle III sans faire appel à un financement de l'État. C'est une excellente nouvelle!

 

Quant au reste, j'attends que vous ayez eu l'occasion de discuter avec les partenaires sociaux. Dans le cadre pluriannuel de ces mesures – vous avez parlé de quatre ans –, nous aurons l'occasion d'y revenir.

 

04.07  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb helaas niets gehoord over de winstbewijzen. Ik ben net als u in blijde verwachting van het antwoord van de Europese Commissie over het businessplan. Het lijkt mij essentieel om dit businessplan in het Parlement te bespreken. Het lijkt mij namelijk bijzonder gevaarlijk dat een bank, die wordt beheerd door de politiek, zich opnieuw zou toeleggen op het verlenen van kredieten aan de lokale politiek, de openbare besturen als we tegelijkertijd ook de toezichthouder politiek laten benoemen. Dit is een heel gevaarlijke cocktail. Wij hebben dit in het verleden al gemerkt. Dit is dan ook een belangrijke les die wij zullen moeten trekken. Ik hoop dat wij die kans krijgen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de M. Olivier Henry au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la coopération renforcée en matière de taxes sur les transactions financières" (n° P1295)

05 Vraag van de heer Olivier Henry aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de versterkte samenwerking op het stuk van de belastingen op financiële transacties" (nr. P1295)

 

05.01  Olivier Henry (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, après l'échec des négociations à vingt-sept sur la mise en place d'une taxe sur les transactions financières, l'Europe avait décidé de donner son feu vert pour lancer une coopération renforcée avec les onze pays favorables à cette taxe. Elle vient d'ailleurs de présenter un projet d'autorisation de cette coopération renforcée, qui doit être approuvé à la majorité qualifiée des vingt-sept. On se doute que si les pays participants comptent bien sûr avancer rapidement, les autres sont bien plus réservés. C'est le cas, notamment, de la Grande-Bretagne qui souhaite vérifier que cette taxe ne porte pas atteinte à son marché intérieur.

 

L'Union européenne a besoin d'un budget européen ambitieux pour l'horizon 2014-2020. La taxe sur la transaction financière pourrait notamment y contribuer; c'est une taxe qui – faut-il le rappeler – est désirée et réclamée depuis des années par les socialistes.

 

Si l'Europe a pu être nobélisée pour son rôle de paix, ne peut-on imaginer qu'aujourd'hui, elle devienne un modèle d'intégration politique ayant réussi à mettre effectivement le monde financier à contribution pour relancer son économie réelle?

 

Monsieur le ministre, quand la Commission recevra-t-elle le feu vert pour la mise en place de cette coopération? En connaissez-vous déjà les grandes lignes? Quel rôle joue la Belgique dans ce processus et dans sa volonté de convaincre d'autres États membres? Enfin, selon quel calendrier cette taxe pourrait-elle être effective, sachant qu'elle permettrait de réduire la contribution de chaque État au budget européen d'environ 50 %?

 

05.02  Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, monsieur Henry, lors du Conseil Ecofin de ce mardi, la présidence chypriote a fait le point sur la mise en place d'une éventuelle coopération renforcée. L'objectif est d'autoriser les États membres qui le souhaitent à définir ensemble le principe d'une taxe sur les transactions financières. J'ai le sentiment que cette procédure suit bien son cours. Elle prévoit de solliciter un avis du Parlement européen qui est attendu début décembre. Ensuite, le Conseil se prononcera formellement à la majorité qualifiée de tous ses membres.

 

J'ai déjà eu l'occasion d'expliquer qu'il faut aussi que ceux qui ne participent pas à la coopération renforcée approuvent le principe même de cette manière de fonctionner. Il est donc indispensable que des pays qui ne participeront vraisemblablement pas à une coopération renforcée, comme le Royaume-Uni, "autorisent" par leur soutien cette formule. Jusqu'à présent, onze États membres se sont déjà prononcés explicitement en faveur d'une telle coopération renforcée (la Belgique, l'Allemagne, la France, l'Autriche, l'Espagne, l'Italie, l'Estonie, la Grèce, le Portugal, la Slovaquie et la Slovénie).

 

La bonne nouvelle de l'Ecofin de ce mardi, c'est que notre nouveau collègue des Pays-Bas, Jeroen Dijsselbloem, a annoncé qu'il pourrait également soutenir le principe d'une taxe sur les transactions financières. Il pose certaines conditions mais il ne s'oppose plus au principe. C'est une évolution politique très importante à mes yeux car au plus nombreux seront les États qui participeront, au moins élevé sera le risque d'une distorsion de concurrence entre États.

 

Vous signalez l'intervention négative de certains États membres lors de cet Ecofin. Je tiens à faire remarquer qu'il s'agissait de pays qui restent opposés au principe même d'une taxe sur les transactions financières et dont il ne faut donc pas attendre un quelconque enthousiasme à l'égard d'une coopération renforcée. Les remarques étaient plutôt d'ordre juridique et mon sentiment est que le Conseil devrait autoriser, d'ici le début de l'an prochain au plus tard, la coopération renforcée, ce qui permettra à la Commission européenne de déposer, en bonne et due forme, une proposition visant à définir la nature et la portée d'une taxe sur les transactions financières. Il appartiendra ensuite aux États concernés de se mettre d'accord sur les paramètres de ce nouveau système de prélèvement. Je vous confirme que j'y contribuerai avec détermination et bien sûr aussi avec lucidité.

 

05.03  Olivier Henry (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

L'Europe a besoin de solutions proactives afin d'assurer sa relance. Pour cette relance, nous n'avons pas de leçon à recevoir de modèles libéraux qui ne portent nullement leurs fruits, ni de l'euroscepticisme de certains qui a été l'un des freins à la véritable union que nous appelons de nos vœux pour sortir de la crise.

 

Cette taxe est indispensable tant pour financer alternativement le budget de l'Union européenne que pour la coopération au développement. Dès lors, il est temps de l'instaurer au plus vite et de braver les obstacles à sa mise en œuvre effective.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- mevrouw Bercy Slegers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen in de strijd tegen de grenscriminaliteit" (nr. P1296)

- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen in de strijd tegen de grenscriminaliteit" (nr. P1297)

- mevrouw Daphné Dumery aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen in de strijd tegen de grenscriminaliteit" (nr. P1298)

06 Questions jointes de

- Mme Bercy Slegers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prévues dans le cadre de la lutte contre la criminalité transfrontalière" (n° P1296)

- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prévues dans le cadre de la lutte contre la criminalité transfrontalière" (n° P1297)

- Mme Daphné Dumery à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prévues dans le cadre de la lutte contre la criminalité transfrontalière" (n° P1298)

 

06.01  Bercy Slegers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, op zaterdag 3 november 2012 werd op de parking van de Kinepolis in Kortrijk een dokter in elkaar geslagen. Vorige zaterdag, 10 november 2012, waren er in de kleine grenssteden Menen en Wervik twee overvallen. Gisteravond, 13 november 2012, was er om 17.30 uur opnieuw een vierde overval in het centrum van Wervik.

 

Er waren dus vier overvallen op één week tijd, waarvan twee overvallen met vuurwapens plaatsvonden.

 

Dames en heren, de overvallers worden steeds gewelddadiger en gaan steeds gedurfder te werk. Zij gebruikten knuppels en matrakken, en nu gebruiken zij vuurwapens. De overvallen gebeuren ook aan steeds kleinere grensovergangen. Het is niet langer aan de grote autostrades en grensovergangen. Het is aan de grensbrug over de Leie in het centrum van Wervik.

 

Mevrouw de minister, de lokale beleidsverantwoordelijken zitten met de handen in het haar. Zij worden geconfronteerd met burgers die angstig zijn en een antwoord willen. De bevolking kijkt reikhalzend uit naar wat er kan gebeuren om de overvallenplaag in te perken.

 

Mevrouw de minister, u hebt reeds verschillende maatregelen aangekondigd. Het is immers niet de eerste keer dat wij u over de overvallenkwestie interpelleren.

 

Op het terrein is achter de schermen een en ander bezig op het vlak van overlegmomenten. Maandag 12 november 2012 zijn drie daders door de politierechtbank in Ieper daadwerkelijk veroordeeld.

 

Ik geloof erin dat wij structureel tot een betere samenwerking kunnen komen. Alleen blijven wij, grensbewoners, op dit moment op onze honger. Wij vrezen dat er een dode zal vallen, wat wij willen vermijden.

 

Om de geloofwaardigheid van onze korpsen en van de politie aan de grens hoog te houden, vraag ik u heel dringend het volgende.

 

Ten eerste, kunnen er eventueel tijdelijke grenscontroles op permanente basis komen?

 

Ten tweede, kan langs de grens het CIK-korps worden ingezet?

 

Ten derde, kan er misschien tegen eind 2012, zoals in september 2012, een grootschalige actie met Franse en Belgische politiemannen worden opgezet?

 

Ten vierde, kunnen de structurele maatregelen die in de pijplijn zitten, eventueel worden versneld?

 

06.02  Peter Logghe (VB): Mevrouw de minister, ik kan de keren niet meer tellen dat wij het hier over de grenscriminaliteit in West-Vlaanderen hebben gehad. Die neemt nog steeds toe. Dat weet u, en collega Slegers heeft het zojuist nog eens gemeld. Er zijn twee overvallen geweest in Wervik waarbij schoten zijn afgevuurd, in Rekkem is een juwelier nipt aan een overval ontsnapt, en in Roeselare, een stad die 20 km verder ligt, werden op één nacht zes zelfstandigen het slachtoffer van inbraak en diefstal. De ondernemersorganisatie Unizo is dat beu en vraagt dringend bijkomende maatregelen. De vraag is alleen, mevrouw de minister, of de politieke wil er is om die bijkomende maatregelen te nemen.

 

Ik heb maar twee vragen voor u.

 

Ten eerste, de zelfstandigen van Unizo bepleiten tijdelijke grenscontroles, iets wat Vlaams Belang al lang vraagt. Grenscontroles kunnen als het gaat om tijdelijke maatregelen en bij extreme fenomenen, wat die gewapende overvallen zeker zijn. Mijn vraag is dus heel eenvoudig, mevrouw de minister: staat u achter de vraag naar tijdelijke grenscontroles? Wanneer komen die er? Zoniet, waarom komen zij er niet?

 

Ten tweede,ik heb een vraag over de bevoegdheid van onze politiemensen in Frankrijk. De besprekingen daarover met uw Franse ambtgenoot blijven aanslepen. U houdt overlegvergaderingen, u houdt nog meer overlegvergaderingen, en een maand later is er weer een overlegmoment, maar wat is de stand van zaken op dit moment? Wanneer worden de bevoegdheden van Belgische politiemensen op Frans grondgebied eindelijk uitgebreid tot interventie, arrestatie en overbrenging? Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

06.03  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, het geweld in de grensstreek tussen West-Vlaanderen en Frankrijk neemt toe. Gangsters treden steeds gewelddadiger op. Zij gebruiken nu ook al vuurwapens.

 

Enkele weken geleden hebt u in de plenaire vergadering en in de commissie toegelicht welke maatregelen u allemaal hebt genomen. U hebt onder meer de gezamenlijke patrouilles tussen de Belgische en de Franse politie genoemd. Ik denk dat die nu nog altijd actief zijn, maar dat lijkt niet te helpen.

 

Dagelijks lezen wij in de krant over zeer drieste fenomenen die eigenlijk moeten worden aangepakt.

 

Dit weekend verklaarde professor Brice De Ruyver, die deze fenomenen al heel lang bestudeert en hier in het Parlement goed gekend is, dat deze Franse gangsters in Frankrijk niet worden opgespoord. Omdat de slachtoffers zich toch in een ander land, in Vlaanderen, bevinden, doet het Franse gerecht er weinig aan. Dit leidt tot straffeloosheid, wat tot gevolg heeft dat deze Franse gangsters gewoon voortdoen.

 

Mevrouw de minister, ik heb hierover eenvoudige maar prangende vragen. Hebt u hierover met uw Franse collega contact opgenomen? Welke maatregelen zult u nemen om de maatregelen die er nu al zijn nog meer te laten renderen?

 

06.04 Minister Joëlle Milquet: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik heb de laatste maanden reeds meermaals de gelegenheid gehad om de voorstellen en de concrete maatregelen die zijn genomen inzake de criminaliteit in de grensstreek met Frankrijk uiteen te zetten. Ze werden ook besproken met de Franse minister van Binnenlandse Zaken tijdens onze ontmoeting van 5 september in Parijs.

 

Dit omvat de herziening van het akkoord inzake de politiesamenwerking met Frankrijk om onder meer het kader inzake gemeentepatrouille en grensoverschrijdende achtervolging te verbeteren.

 

Het gaat er met name over om aan de Belgische politieagenten op het Franse grondgebied een aanhoudingsbevoegdheid te verlenen.

 

Mijn kabinet heeft na de gebeurtenissen van zaterdag 1 november contact opgenomen met Parijs om onze vraag nogmaals te herhalen.

 

De onderhandelingen zijn aan de gang. Een werkvergadering vond gisteren plaats tussen de Belgische en Franse onderhandelingsploeg. Ik heb goede hoop dat dit een concrete verbetering op korte termijn kan opleveren.

 

Wij moeten ook de huidige aanpak met gemeentepatrouilles en specifieke acties en controles vlakbij de grenzen versterken. Tijdens het eerste semester van 2012 vonden reeds 19 gemengde patrouilles in de grenszones plaats.

 

Deze inspanningen zullen nog versterkt worden. Wij zullen ook doorgaan met specifieke acties Villaram, gecoördineerd door de dirco’s van Kortrijk en Doornik. Deze acties zullen minstens een keer per week worden georganiseerd.

 

De grootschalige operatie Villafront van september werd medio oktober geëvalueerd. Er werd beslist om in de toekomst, de volgende weken en maanden dus, op regelmatige basis gezamenlijke acties te organiseren, maar van een minder grootschalige omvang.

 

Ik heb de commissaris-generaal ook de opdracht gegeven om de betrokken lokale politiezones bijkomend te ondersteunen met extra ploegen van het interventiekorps van de federale politie.

 

Een operationele vergadering over deze verschillende voorstellen vindt maandag plaats op mijn kabinet.

 

06.05  Bercy Slegers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dit is in ieder geval een duidelijk antwoord.

 

Ik heb begrepen dat er extra versterking komt, dat het CIK opnieuw wordt ingezet langs de grens. Dat was in het voorjaar ook al het geval.

 

Dit is volgens mij een heel goed signaal aan de bevolking om de angst bij de mensen weg te nemen. Het is heel goed dat u ook het aantal gezamenlijke patrouilles met Frankrijk verder opdrijft.

 

Ik wil ervoor pleiten dat er ook achter de schermen snel werk wordt gemaakt van de verbetering van de samenwerking met Frankrijk en dat de akkoorden van Doornik niet alleen door u, maar ook door de minister van Justitie en eventueel de minister van Buitenlandse Zaken kunnen worden herzien.

 

Wij zullen dat de komende weken opvolgen.

 

06.06  Peter Logghe (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik kan u jammer genoeg niet bedanken voor uw antwoorden. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag over de tijdelijke grenscontroles. U hebt niet gezegd erachter te staan. U hebt ook niet gezegd dat u er niet achterstaat. Ik weet niet waar u staat.

 

U zegt ook dat de bevoegdheden van de Belgische politiemensen over de grens nog niet werden uitgebreid. Men is nog aan het onderhandelen. Na 10 november hebt u een herinnering naar Parijs gestuurd.

 

Mevrouw de minister, ik weet niet hoe ik het u nog duidelijker kan zeggen. Wij vragen geen maatregelen binnen drie of binnen zes maanden. Wij vragen nu maatregelen, nu onmiddellijk.

 

Als de Fransen niet reageren, zou ik u willen vragen om de tijdelijke grenscontroles terug te organiseren. Controleer aan de grenzen. Dat is wat de mensen op het terrein vragen.

 

06.07  Daphné Dumery (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er zal toch resultaat moeten komen. De inwoners in het getroffen gebied slapen al een hele tijd niet meer en hun geduld is op.

 

Ik weet niet of u de signalen al hebt gezien op de sociale media, maar er wordt opgeroepen om zichzelf te beschermen en daar krijg ik schrik van. Als mensen zichzelf gaan beginnen bewapenen omdat zij zich niet meer veilig voelen in hun eigen huis of wagen, dan zullen er doden vallen. Ik meen dat niemand van ons dit wil.

 

Ik meen dan ook dat er nu resultaat moet komen. Wij moeten ons zorgen maken over de situatie daar. Frankrijk zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Ik meen dat u veel verder moet gaan dan de maatregelen die er nu zijn genomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van de heer Mathias De Clercq aan de minister van Werk over "de stijging van het aantal klachten over pesterijen op het werk" (nr. P1303)

07 Question de M. Mathias De Clercq à la ministre de l'Emploi sur "la hausse du nombre de plaintes pour harcèlement moral au travail" (n° P1303)

 

07.01  Mathias De Clercq (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, ik vernam vandaag in de pers dat het aantal klachten van vrouwen over pesterijen op het werk vanwege geslacht, zwangerschap, moederschap en dergelijke in 2011 maar liefst verzesvoudigd is. Dat blijkt uit de resultaten van het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

 

Collega’s, maar liefst 183 vrouwen gingen over tot het indienen van een klacht wegens discriminatie. Dat is niet alleen een significant hoger aantal klachten dan de klachten van mannen, maar ook een verzesvoudiging ter zake. Mevrouw de minister, dat resultaat stemt overeen met het onderzoek dat het Instituut voert en dat stelt dat vrouwen vaker slachtoffer worden van discriminatie op grond van geslacht dan mannen.

 

Met de huidige arbeidsmarkt hebben we nochtans iedereen nodig. De kwalijke trend van pesterijen op het werk en discriminatie moet een halt toegeroepen worden, teneinde iedereen toe te laten op een positieve manier deel te nemen aan onze arbeidsmarkt en er vooral te blijven. Wij kunnen dergelijke wanpraktijken niet aanvaarden in een moderne samenleving als de onze.

 

Mevrouw de minister, wat is uw reactie op dat stijgend aantal klachten?

 

Hoe evalueert u de maatregelen die de regering heeft genomen op het vlak van antidiscriminatiewetgeving?

 

Stelt u desgevallend nieuwe maatregelen in het vooruitzicht om die kwalijke evolutie in onze samenleving terug te dringen?

 

07.02 Minister Monica De Coninck: Mijnheer De Clercq, het stijgend aantal klachten kan te wijten zijn aan het feit dat de problemen op zichzelf toenemen, of, aan het feit dat de problemen vaker aan het licht komen en meer burgers hebben geleerd ermee om te gaan.

 

U hebt ongetwijfeld recent onze televisiespotjes ter zake gezien; die hebben heel wat reacties losgemaakt. Ze zijn zeer herkenbaar: maar al te vaak neemt men zijn frustraties van op het werk mee naar huis en werkt men die af op personen rondom zich.

 

Wij hebben ook alle huisartsen en arbeidsgeneesheren aangeschreven om het aan de hogere overheid te signaleren wanneer patiënten problemen melden, zodat wij dat kunnen opnemen.

 

Wij hebben dus nogal wat initiatieven genomen om de drempels daaromtrent te verlagen en om ervoor te zorgen dat slachtoffers zichzelf daarmee niet opsluiten.

 

Voorts bereiden wij de discussie over pesten op het werk voor die in het Parlement aan de orde komt. Wij moesten evenwel wachten op het advies van de NAR, dat wij op 17 juli ontvingen. Een voorontwerp is klaar, maar dat moet nog verbonden worden met een koninklijk besluit, waaraan wij nog volop werken. Wij denken immers dat het koninklijk besluit en het voorontwerp congruent moeten zijn, vooral inzake de vertrouwenspersonen, gelet op het feit dat adviezen anders niet eensluidend zijn.

 

Het Parlement en de Nationale Arbeidsraad zullen dus op elkaar moeten afstemmen om ervoor te zorgen – dat is onze fundamentele bekommernis – dat die regelgeving op de werkvloer werkt en concreet pesten op het werk dankzij preventie beter voorkomt. Ik vraag dus nog om een klein beetje geduld. Wij zijn er echt volop mee bezig.

 

07.03  Mathias De Clercq (Open Vld): Mevrouw de minister, bedankt voor uw beknopt, maar duidelijk antwoord. Ik kijk uit naar het koninklijk besluit, dat in aantocht is. Ik deel met u de ambitie om op de werkvloer heel concreet en heel efficiënt het pesten, die kwalijke trend in onze samenleving, samen te lijf te gaan.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- de heer Bert Maertens aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de staking bij het spoor, de minimale dienstverlening en het standpunt van de regering" (nr. P1299)

- mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de staking bij het spoor" (nr. P1300)

- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de staking bij het spoor, de minimale dienstverlening en het standpunt van de regering" (nr. P1301)

08 Questions jointes de

- M. Bert Maertens au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la grève des cheminots, le service minimum et la position du gouvernement" (n° P1299)

- Mme Valérie De Bue au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la grève des cheminots" (n° P1300)

- Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "la grève des cheminots, le service minimum et la position du gouvernement" (n° P1301)

 

08.01  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw aanwezigheid. Ik had mijn vraag liever aan de eerste minister gesteld, maar om onduidelijke redenen wil of kan hij er niet op antwoorden. Ik stel de vraag dan maar aan u.

 

Het is u opgevallen dat er opnieuw een staking is. Vandaag is het de tweede vierentwintigurenstaking op amper zes weken. Deze staking brengt onze economie en onze bedrijven voor heel wat miljoenen euro schade toe. De mensen zijn het beu, mijnheer de minister. U hebt dat ook gemerkt, althans als u de moeite deed om het Nederlandstalige radionieuws te beluisteren. Ik vermoed dat het aan Franstalige kant niet anders is. De reacties spreken boekdelen. De mensen zijn het kotsbeu!

 

350 000 mensen pendelen dagelijks met de trein naar het werk. Vandaag konden zij dat niet, want zij werden gegijzeld door één Franstalige spoorvakbond. Opvallend is dat de actie, die hoofdzakelijk in één landsdeel wordt gesteund, wel het hele land treft. De Vlaming wordt gestraft door de treinstaking, terwijl er in Vlaanderen hoegenaamd geen draagvlak is voor een actie als die van vandaag. Het moet maar eens gedaan zijn daarmee; de grens van het toelaatbare, van het aanvaardbare, is vandaag opnieuw en voor de zoveelste keer overschreden.

 

Mijnheer de minister, ik doe u nogmaals het aanbod dat ik een jaar geleden al deed. Wij moeten heel dringend werk maken van de minimale dienstverlening bij het spoor. Wij moeten de wilde stakingen bij het spoor en bij de overheidsbedrijven in brede zin, aan banden leggen. Tot mijn blijdschap merk ik dat zelfs de sp.a vandaag voor dat laatste alvast gewonnen blijkt.

 

Mijnheer de minister, wat zult u en wat zal de regering doen om de minimale dienstverlening eindelijk in te voeren? Ten tweede, wat zult u doen om wilde stakingen zoals deze van vandaag, die heel het land en de economie treffen, onmogelijk te maken?

 

08.02  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, en cette Journée européenne contre l'austérité, les syndicats ont appelé à des actions de sensibilisation. On se retrouve dès lors, malheureusement, avec une paralysie totale du rail belge! À nouveau, sont pris en otage ses milliers d'usagers: des navetteurs, des travailleurs, des étudiants qui ne peuvent se rendre à leur travail ou à leur école.

 

Il est vrai que l'accord de gouvernement prévoit que le comité de pilotage de la SNCB évalue un protocole. En cas d'évaluation négative, le gouvernement envisagera des mesures renforcées pour assurer la continuité du service public dans le respect des impératifs de sécurité.

 

Vous avez été interrogé à plusieurs reprises au sujet de ce protocole. Vous n'avez pas clairement répondu puisque, hier encore, vous signaliez que d'autres priorités existaient.

 

Selon moi, on ne doit pas attendre l'évaluation, qu'elle soit positive ou négative. D'ailleurs, à mon sens, elle ne sera certainement pas positive puisqu'il y a encore beaucoup trop de grèves sauvages sur le rail. On a compté deux grèves en moins de six semaines; c'est beaucoup trop!

 

Monsieur le ministre, je souhaiterais savoir quels sont le délai et la méthode de travail que vous envisagez pour l'évaluation de ce protocole, même si je ne m'attends pas à des réponses concrètes. Je voudrais également connaître les solutions que vous préconisez pour éviter ces grèves sauvages à l'avenir.

 

08.03  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal twee elementen toevoegen aan het betoog van mijn collega’s.

 

Ten eerste, de zoveelste spoorstaking dit jaar bewijst volgens ons jammer genoeg het verziekte sociale klimaat bij de NMBS-Groep, niet het minst door de aanslepende discussies over de hervorming van de structuren van de NMBS-Groep. Wij hebben er in de commissie al vaak over gedebatteerd. U voert deze dagen heel intens overleg. Wij vragen u om het spoedig af te ronden zodat er stabiliteit en duidelijkheid komt voor het personeel.

 

U kent ons standpunt. Wij steunen de evolutie naar een tweeledige structuur met behoud van het eenheidsstatuut.

 

Wanneer denkt u te landen? Wanneer ziet u het einde van de tunnel? Blijft de timing van eind 2012, zoals u eerder vermeldde?

 

Ten tweede, Open Vld juicht elk voorstel toe dat leidt tot minder stakingen en tot minder leed voor de vele duizenden reizigers. Wij juichen de wetgevende initiatieven die vandaag in de krant verschenen toe. Hierbij kijk ik naar de collega’s van sp.a. Maar, er bestaat al een protocol over de uitoefening van het stakingsrecht, dat van toepassing is op alle personeelsleden van de NMBS-Groep, alleen wordt het niet toegepast door de erkende vakbonden die de verplichte aankondigingstermijn niet respecteren. Het wordt evenmin toegepast door de werkgever, door de Holding, die de sancties voor onregelmatige afwezigheden niet toepast, collega’s van de sp-a.

 

Mijnheer de minister, dringt u erop aan dat de bestaande sancties voortaan worden toegepast?

 

08.04 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank u voor uw vragen.

 

De staking van vandaag maakt deel uit van de oproep van het Europees Vakverbond tot een actiedag tegen de bezuinigingsprogramma’s.

 

Bij de NMBS-Groep werd deze oproep gevolgd door de ACOD/CGSP, sector spoor, die, zoals de procedure vereist, een stakingsaanzegging heeft ingediend. Van zijn kant dekt het ACV/CSC Transcom zijn leden niet door het indienen van een algemene aankondiging, maar door zich in de intersectorale Europese context in te schrijven. Gezien de intersectorale voorzienbare aard en de indiening van de stakingsaanzegging gaat het hier niet om een zogenaamde wilde staking.

 

Ik betreur natuurlijk elke situatie waarbij het volledige netwerk is geblokkeerd. Het is echter duidelijk dat de sociale en economische situatie in Europa erg zorgwekkend is. De regering is zich daarvan goed bewust. In het licht van de begroting 2013 werken wij hard aan de uitvoering van maatregelen om het concurrentievermogen en de slachtoffers van de huidige crisis te ondersteunen.

 

En ce qui concerne le service minimum et l'évaluation du protocole, j'ai eu l'occasion de m'exprimer déjà à de nombreuses reprises ici et en commission.

 

Je rappelle simplement que l'accord de gouvernement prévoit une évaluation des protocoles d'accord social au sein du Groupe SNCB. Un texte a été déposé qui vise à mieux cadrer et à renforcer le dialogue social en cas d'interruption de travail, notamment par une procédure de sonnette d'alarme. Cette proposition de modification du protocole prévoit également un renforcement des sanctions.

 

Néanmoins, à ce stade, il n'existe aucun accord complet sur ce renforcement du protocole. J'ai bien l'intention de demander à la direction de la SNCB de reprendre la négociation dès la fin de la réforme de la SNCB.

 

Wat de hervorming van de NMBS betreft, mevrouw Lahaye-Battheu, herhaal ik dat het mogelijk blijft om voor het einde van het jaar tot een akkoord te komen.

 

08.05  Bert Maertens (N-VA): Mijnheer de minister, dit is net wat ik verwacht had, namelijk veel geblaat en weinig wol. Het is duidelijk dat u niets zult doen om de, wat ons betreft, ontoelaatbare stakingsacties, zoals die van vandaag, aan banden te leggen.

 

Ik kan u wel zeggen dat Vlaanderen hiermee klaar is, mijnheer de minister. Heel Vlaanderen vraagt een optreden ter zake. U zult het niet doen. Daarom roep ik de collega-parlementsleden ter linker- en ter rechterzijde op om samen de handen in elkaar te slaan en de hangende wetsvoorstellen — er zijn namelijk wetsvoorstellen — hier in het Parlement goed te keuren.

 

Er is een voorstel van de sp.a. Het is een minimum, maar het is toch al iets. Er is een voorstel van ons, van anderhalf jaar geleden. Er is ook een voorstel van de Open Vld en er is een voorstel van de MR. Ik stel voor dat wij die dringend ter bespreking voorleggen. Het kon al lang gebeurd zijn.

 

Ik roep de voorzitter op om die voorstellen dringend op de agenda te plaatsen. Ik hoop dat het sneller kan dan in de voorbije maanden is bewezen. Zal dat zo gebeuren of zal de PS ook op dat vlak de broodnodige besluitvorming botweg blijven afwijzen? Zal de PS de Vlaamse en liberale regeringspartners het zwijgen nog eens opleggen en Vlaanderen opnieuw in de kou laten staan? Het is aan u.

 

08.06  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, si tout un chacun a le droit de grève, les usagers ont également le droit de recevoir un service de qualité. Cela, on n'en parle jamais!

 

Je souhaite rappeler le soutien de mon groupe au "service minimum". Nous avons déposé plusieurs fois déjà des propositions de loi à ce sujet. Je pense aussi que si les protocoles ne peuvent s'appliquer parce que, vraisemblablement, ils ne fonctionnent pas – mais si on les revoit, fonctionneront-ils clairement? –, il faut prévoir des solutions alternatives. Je me réjouis d'ailleurs de la proposition de nos collègues du sp.a dont la presse d'aujourd'hui a fait état. Nous soutiendrons cette proposition de loi.

 

08.07  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij geven u alle steun voor uw inspanningen om de herstructurering zoals herhaaldelijk beloofd, tegen eind dit jaar te realiseren, al is het nu al half november.

 

Voorts is het onze uitdrukkelijke vraag om evenveel inspanningen te leveren voor het toepassen, evalueren en verstrengen van het protocol over het stakingsrecht, conform het regeerakkoord.

 

Tot slot wil ik nog zeggen dat de stakingsdrift voor ons des te onbegrijpelijker is in het licht van de Europese hervormingen die op ons spoorweglandschap afkomen. Dat element mag hier vandaag toch ook wel eens genoemd worden, met name het vierde spoorwegpakket van de Europese Commissie in verband met het op termijn liberaliseren van ons binnenlands reizigersvervoer. Collega’s, misschien staan er in de toekomst operatoren aan te schuiven die de treinen wel elke dag zullen laten rijden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van de heer Filip De Man aan de minister van Justitie over "de kopstootmoslima" (nr. P1302)

09 Question de M. Filip De Man à la ministre de la Justice sur "la musulmane qui avait donné un coup de tête à une agente de police" (n° P1302)

 

09.01  Filip De Man (VB): Mevrouw de minister, ik heb uw collega van Binnenlandse Zaken al een paar keer aangesproken over de rellen in mei in Molenbeek. De oorzaak van die rellen was de controle van een moslima die rondliep met een hoofdbedekking die wettelijk verboden is. Ik stelde de vraag wanneer die dame, die een kopstoot had uitgedeeld aan een agente, eindelijk verhoord zou worden door de politie. De minister kon mij in eerste instantie geen antwoord geven. In tweede instantie deelde zij mee dat er een GAS-boete was uitgedeeld.

 

Dat volstaat natuurlijk niet, dus ik wil van u, als minister van Justitie, weten waarom het parket hier geen werk van maakt? Het is toch belangrijk dat de bijna 40 000 politiemensen in dit land zich gesteund weten door de overheden van politieke en gerechtelijke aard wanneer zij worden aangevallen door zo’n kopstootmoslima?

 

Ik stel u dus de vraag. Het incident dateert van eind mei. Het is nu midden november. Heeft het parket eindelijk stappen ondernomen?

 

09.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, in het raam van de gebeurtenissen aangaande Sharia4Belgium kan ik u het volgende zeggen. Enerzijds houden het Antwerps parket en de federale gerechtelijke politie van Antwerpen zich bezig met het onderzoek naar het georganiseerd karakter van Sharia4Belgium. Anderzijds houdt het parket van Brussel zich bezig met het onderzoek naar de individuele feiten die onder andere zijn vastgesteld tijdens de gebeurtenissen in Molenbeek.

 

Over de gebeurtenissen in Molenbeek kan ik alleen zeggen dat het onderzoek nog loopt. Het opsporingsonderzoek naar de vernielingen die aangebracht zijn op het commissariaat in Molenbeek, is eveneens nog lopende. In dat dossier wordt verder overgegaan tot identificatie van de daders, maar over lopende gerechtelijke onderzoeken kan ik geen informatie geven.

 

09.03  Filip De Man (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de heer Fouad Belkacem werd enkele maanden voor de verkiezingen gearresteerd – het is mij bekend dat hij nog altijd vastzit – omdat de angst leefde dat die kerel roet in het eten zou gooien en in feite propaganda zou voeren voor de verkeerde partij. Alleen heeft men in Brussel blijkbaar niet durven ingrijpen vanwege de te kleine greep op de relschoppers, die daar nog veel talrijker zijn dan in Antwerpen.

 

Het is dus zeer betreurenswaardig dat men in zulke grove zaken, waarbij onze politie te kakken wordt gezet, na zoveel maanden nog altijd niet heeft ingegrepen, noch vanuit de politie, noch vanuit het parket.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van mevrouw Meryame Kitir aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over "de simulaties door het Planbureau van de voorliggende maatregelen inzake begroting en relance" (nr. P1309)

10 Question de Mme Meryame Kitir au vice-premier ministre et ministre de l'Économie, des Consommateurs et de la Mer du Nord sur "les simulations réalisées par le Bureau du Plan concernant les mesures proposées en matière de budget et de relance" (n° P1309)

 

10.01  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in de huidige economische toestand is het van groot belang dat wij de begroting op orde krijgen, maar het is tegelijkertijd ook van heel groot belang dat wij onze economie terug zuurstof geven. Ik ben van op de eerste rij getuige van de economische ellende waarin wij zitten. Daarom ben ik ook de eerste om te pleiten voor groei en tewerkstelling, zonder de aandacht te verliezen voor de koopkracht van onze gezinnen want zij verwachten dat hun toekomstige consumptie voor een groot stuk de economie en de groei zullen bepalen.

 

De regering heeft verschillende maatregelen en scenario’s op tafel liggen. Gisteren is er beslist om het Planbureau de verschillende scenario’s te laten berekenen zodat de impact kan worden ingeschat. De maatregelen die op tafel liggen hebben immers een impact op de lonen, de koopkracht en de economie. De hamvraag is wie de zwaarste inspanningen moet leveren om de toekomst van de economie te betalen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, kunt u mij meer uitleg geven over de studies van het Planbureau en in het bijzonder over de impact op de lonen, de koopkracht en de tewerkstelling?

 

10.02 Staatssecretaris John Crombez: Mijnheer de voorzitter, in de discussies tot nu toe werd vooral gefocust op wat de impact van de maatregelen zou zijn op de verschillende inkomenscategorieën. De studies van het Planbureau die de verschillende scenario’s hebben berekend gaan breder na wat de impact is op de economie. Zoals u terecht aanhaalt zijn er vragen in verband met de effecten op zowel de economische groei als op het beschikbaar inkomen van de verschillende categorieën en de tewerkstelling. De opdracht die het Planbureau werd gegeven ligt in het verlengde van wat de Nationale Bank en het Planbureau in andere jaren ook doen, met name kijken naar de globale effecten van de verschillende maatregelen op export, import, tewerkstelling en andere parameters. Het gebeurt niet zo vaak dat er meerjarenramingen zijn om na te gaan welke maatregelen de beste impact hebben op de economische parameters.

 

Het eerste wat hier belangrijk is, is echter de opdracht zelf. Wat heeft het Planbureau berekend? Het Planbureau heeft een zelfde orde van impact berekend. Dat betekent dat er maatregelen zijn die middelen opbrengen voor de begroting, terwijl daar iedere keer een injectie in de economie tegenover staat. Zowel de opbrengst van die maatregelen in de begroting als de injectie in de economie kunnen op verschillende manieren gerealiseerd worden. Heel concreet bedoel ik daarmee dat het geen duiding behoeft dat een btw-verhoging een btw-verhoging is, maar de manier waarop de btw wordt verhoogd is echter verschillend, met de mogelijkheid van een btw-verlaging voor levensnoodzakelijke goederen.

 

Een indexsprong kan op veel manieren worden toegepast. Vroeger was het zo dat een indexsprong hoofdzakelijk naar de inkomsten van de sociale zekerheid ging. Als dat gebeurt, dan heeft het een zeer negatieve impact op de tewerkstelling. Het scenario dat hier voorlag was echter anders dan de oude indexsprongen.

 

Dan was er nog een algemene crisisbelasting. Belangrijk is echter dat telkens een ingreep van een bepaalde grootteorde in de berekeningen gecombineerd werd met een impact op de economie, met een lastenverlaging, ook van dezelfde grootteorde. In die zin zijn de grootteordes van de aan het Planbureau gevraagde berekeningen in de verschillende scenario’s dus gelijk.

 

Ten tweede heeft het Planbureau de meerjareneffecten berekend. Dat is in deze zeer belangrijk voor de beslissing. Wij gaan niet alleen na wat op korte termijn voor 2013 het beste is maar zeker ook voor 2014. Iedereen kijkt immers naar het traject dat wij moeten afleggen naar het evenwicht in 2015. Men heeft voor meerdere jaren die effecten berekend op de parameters die ik zo-even heb aangehaald, het beschikbaar inkomen, de tewerkstelling en de economische groei. De meerjarenimpact ligt dus voor die verschillende scenario’s voor. Geeft dat een algemeen beeld van hoe de economie zal evolueren als die beslissingen genomen worden? Het geeft vooral een beeld van de elasticiteit. Als men die maatregelen neemt, in de ene of de andere categorie, dan weet men in welke richting de economie tendeert. Heeft dat een positieve impact op de begroting? Heeft dat een positieve impact op de tewerkstelling? Is die impact groot of klein? Dat zijn de indicatoren.

 

Nu blijkt dat effecten van een lastenverlaging in de economie die op de lage lonen wordt gericht – daarover zijn al veel analyses gemaakt – een bijkomende versterkende impact hebben, zowel op de loonkosten per hoofd, als op de creatie van tewerkstelling, als op de economische groei.

 

Dat is misschien wat verwarrend voor het beschikbaar inkomen. Daarover zijn ook berekeningen voor verschillende profielen gemaakt. Er werd gekeken naar de besparingsmaatregelen of de maatregelen met het oog op nieuwe inkomsten., Omdat men de verschillende inkomstencategorieën een ander bestedingspatroon vertonen, heeft een btw-verhoging een heel andere impact per maand op die inkomenscategorieën.

 

In een scenario van een btw-verhoging van 21 % naar 22 % gaat het voor de werklozen om 3,3 euro per maand. Bij een tweeverdienend gezin heeft dat een impact van 15 euro per maand.

 

Bij de indexsprong is dat natuurlijk meer. Bij de sociale indexsprong, zoals men ze ondertussen heeft genoemd, wordt de volledige index of een deel van de index gegeven aan de inactieven en niet aan de actieven. De actieven verliezen daar eigenlijk in koopkracht en dat gaat redelijk snel. Een tweeverdienend gezin uit dezelfde categorie die 15 euro per maand aan een btw-stijging verliest, verliest 61 euro per maand aan een indexsprong en de helft daarvan aan wat men de anticrisisbijdrage noemde.

 

Dat deel heeft alleen betrekking op hoe men het tekort in de begroting oplost, zonder de impact van wat men aan lastenverlagingen voor de economie terugdoet, bijvoorbeeld op het vlak van de consumptie of voor de werkgevers. Die scenario’s zijn berekend op meerdere jaren.

 

Men probeert die parameters een beetje in te schatten. Vorig jaar heeft het Planbureau met de Nationale Bank afzonderlijke scenario’s berekend. Wat als men dat in de belastingen doet? Wat met een indexsprong? Die cijfers zijn publiek beschikbaar. Op die manier heeft men een beeld van wat dit doet met de economie op 1 jaar, op 3 jaar, dat is ook belangrijk na 2015, en op meerdere jaren.

 

Ik denk dat dit de hamvraag is. Het debat daarstraks ging over de uitdaging om het begrotingstekort op een traject te brengen waarbij een evenwicht in 2015 haalbaar is. Men wil de lange rente laten zakken. Dat is ondertussen gebeurd. Wij zitten op een begrotingstraject. De lange rente is gezakt. Op dit moment is de vraag wat de impact hiervan is op de economie. Ik ben het met u eens dat men ervoor moet zorgen dat de verwachting inzake de consumptie positief is. Gezinnen mogen niet verwachten dat zij minder gaan consumeren. Voorts moet er ook zuurstof voor de bedrijven zijn en zeker voor de kleinere bedrijven.

 

Dat zijn belangrijke argumenten en afwegingen om die berekeningen te evalueren.

 

10.03  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, als wij willen, kunnen wij allemaal een positieve toekomst uitbouwen. Het feit dat wij nu in deze situatie zitten, maakt de mensen alleen maar nog onzekerder, terwijl dit het moment is dat wij mensen hoop moeten geven. Ik kan alleen maar oproepen om die cijfers zeer kritisch te bekijken en om zeer goed op te letten dat deze cijfers geen impact zullen hebben op de tewerkstelling, want als er één ding is waaraan wij nu nood hebben, is dat wel tewerkstelling.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de verkeersveiligheid" (nr. P1305)

- mevrouw Karin Temmerman aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de verkeersveiligheid" (nr. P1306)

11 Questions jointes de

- M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "la sécurité routière" (n° P1305)

- Mme Karin Temmerman au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "la sécurité routière" (n° P1306)

 

11.01  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, ik wil starten met een aantal hypothetische vragen hoe hier zou worden gereageerd, hoe de media en de publieke opinie zou reageren in de volgende gevallen. Hoe zou worden gereageerd indien Nederland zou beslissen de toegang tot de Antwerpse haven te blokkeren en de economische schade ongeveer 7 miljard euro zou bedragen? Hoe zou worden gereageerd wanneer bekend zou raken dat er vorig jaar bijna ongeveer 48 000 ongevallen zouden zijn gebeurd bij de jacht? Hoe zouden wij reageren als er pakweg 5 300 katten gewond zouden geraken, omdat ze om artistieke doeleinden in de lucht worden gegooid? Hoe zou er hier worden gereageerd als zou blijken dat een kwart van alle Belgen zijn huisvuil op straat zou gooien? Hoe zou er worden gereageerd als er tijdens het nachtleven 7 onschuldige feestvierders zouden worden neergeschoten? Hoe zou er hier worden gereageerd als een energiecentrale zou ontploffen, met 16 doden tot gevolg? Het zou stil worden, er zou daarvoor heel wat aandacht zijn, het kot zou te klein zijn en de tribunes zouden vol zitten.

 

Nochtans zijn het geen fictieve cijfers. Al die cijfers werden de voorbije dagen bekendgemaakt en hebben betrekking op de verkeersveiligheid. Het gaat om zestien dodelijke slachtoffers op een week, 858 op een jaar, 48 000 ongevallen, 5 305 gewonden per maand, 7 miljard euro economische schade, tenminste als men het in die termen kan uitdrukken.

 

Achter al die cijfers schuilen personen, ouderen en jongeren, vrouwen en mannen, soms totaal onschuldig, die gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren, zoals afgelopen weekend onder andere in Herentals en in Gistel.

 

Als er op dat moment dan ook nog wordt bekendgemaakt dat uit een onderzoek, weliswaar van 2009, blijkt dat een kwart van alle Belgen de maand ervoor dronken achter het stuur is gekropen, dan denk ik dat er maar een reactie op haar plaats is, namelijk verontwaardiging, boosheid en de drang om iets te ondernemen, een drang tot actie.

 

Mijnheer de staatssecretaris, verkeersveiligheid is uiteraard een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is een verantwoordelijkheid van veel beleidsmensen en van elke bestuurder in zijn wagen.

 

Specifiek wat uw bevoegdheden betreft, krijg ik graag antwoord op mijn volgende vragen. Ten eerste, wat is de stand van zaken met betrekking tot het Verkeersveiligheidsplan?

 

Ten tweede, welke concrete elementen ervan kunnen bijdragen tot de vermindering van het aantal verkeersdoden, een belangrijke doelstelling uit het regeerakkoord? De cijfers van 2011 gaan de verkeerde kant op.

 

Ten derde, plant u overleg met uw collega van Binnenlandse Zaken over het verder opdrijven van het aantal controles? Ik denk dat als er een sleutel is om tot een betere verkeersveiligheid te komen, dat het optrekken van de handhaving is.

 

Zult u op Europees niveau aandringen op een snellere verplichting om technologische hulpmiddelen in de wagens te installeren die kunnen bijdragen tot meer verkeersveiligheid?

 

11.02  Karin Temmerman (sp.a): Ten eerste, ik zal de cijfers van collega Van den Bergh zeker niet herhalen, maar het moet mij van het hart: de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid 2010 had het target om het aantal verkeersdoden terug te dringen tot minder dan 750. Het zijn er nog altijd 750 te veel, maar zelfs dat target werd niet gehaald.

 

Ten tweede, we hebben opnieuw een staten-generaal achter de rug. Deze keer is de doelstelling het halveren van het aantal doden in 2010. Onze doelstelling is 450. Het zijn er nog altijd 450 te veel, maar ik hoop dat we die doelstelling zullen verwezenlijken.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik hoef u niet te zeggen dat België heel slecht scoort qua verkeersveiligheid. In 2009 telden wij dubbel zoveel verkeersdoden als Nederland en Duitsland en een kwart zoveel als Frankrijk. Twee weken geleden verscheen een studie waarin stond dat 17 % van de Belgen die onder invloed rijden, van oordeel is dat men veilig rijdt. Ter vergelijking, in Europa is dat gemiddeld 8 %.

 

Het is inderdaad een gedeelde verantwoordelijkheid van de beleidsvoerders, onder andere van de Gewesten die zorgen voor een goede staat van de weg, en van de chauffeur. Daarom moeten we ook zeker iets doen aan de mentaliteit. Als 17 % van de chauffeurs die onder invloed rijdt, toch vindt dat men veilig rijdt, dan hebben we een groot probleem.

 

Ik heb uw plan in verband met de verkeersveiligheid met veel enthousiasme onthaald. U bent het ermee eens dat we absoluut iets aan dat probleem moeten doen.

 

Hoe ver staat het met die plannen? Welke barrières moeten worden overwonnen om ze effectief uit te voeren?

 

Hoe verloopt het overleg met de Gewesten? In het verleden bleek dat zulks problematisch was.

 

Welke afspraken zijn er gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie om van verkeersveiligheid een van hun prioriteiten te maken?

 

Is het mogelijk om jaarlijks een vooruitgangsrapport te krijgen over hetgeen bereikt werd en over de vorderingen inzake het tegen 2020 te halen target?

 

In 2013 moeten wij er toch voor kunnen zorgen dat er geen doden meer op de weg vallen.

 

11.03 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik bedank mevrouw Temmerman en de heer Van den Bergh voor hun vraag.

 

Als het gaat over doden na een verkeersongeval, hebben wij soms de indruk dat het probleem wat minder belangrijk is. Als wij echter de cijfers zien, zijn die zo indrukwekkend dat wij het absoluut niet mogen minimaliseren. U hebt allebei de kans gegrepen om vandaag opnieuw een vraag te stellen over cijfers, die niet goed zijn. Laten we daar duidelijk over zijn: ze zijn slechter dan in 2010, welke uitleg men daarvoor ook probeert te vinden. Dat is uiteraard onaanvaardbaar en dus moeten wij daaraan werken.

 

U hebt de zaken goed voorgesteld: het is inderdaad een gedeelde verantwoordelijkheid. Dat wil ook zeggen dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen en dat zal ik zeker blijven doen. Ik werk voort aan mijn plan inzake verkeersveiligheid. Ik overloop een en ander en geef een stand van zaken.

 

Er liggen op het moment koninklijke besluiten over het dragen van de gordel, de kinderbeveiliging en de hogere boetes klaar. Begin 2013 zullen ze in werking treden. Er is ook een aantal wetten klaar. Ik denk aan de wetten over 0,2 voor de professionelen, de hogere boetes voor 0,5 en de wetten inzake recidive. De wetten zijn klaar en wij hebben het advies van de Gewesten gevraagd op 2 augustus. Op 24 oktober hebben wij de vraag herhaald, maar we hebben de adviezen van de Gewesten nog altijd niet gekregen. Ik hoop dat ze vlug zullen komen.

 

Wat de werking van de federale commissie betreft, de voorbije maand hebben wij nog vergaderd over twintig aanbevelingen. Wij hebben een stand van zaken opgemaakt en vier vergaderingen gepland voor volgend jaar. Wij blijven dus werken aan die aanbevelingen. De samenwerking met Binnenlandse Zaken wordt ook voortgezet. In de loop van de maand december wordt nog de bobcampagne gelanceerd. De uitvoering van alle reglementaire middelen die ter beschikking zullen zijn via de politie en de samenwerking met politie en Justitie zullen cruciale elementen zijn. Ik zal opnieuw overleggen met mijn twee collega’s.

 

Het gaat dus goed vooruit. Het gaat in de goede richting. Wij moeten echter nog verder gaan, nog vlugger en intensiever werken. Het gaat immers over leven en over te veel doden op onze wegen. Wij moeten dus voortwerken. Ik gaf u een stand van zaken tot op vandaag.

 

11.04  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord en voor de stand van zaken.

 

Het zijn stappen in de goede richting. Ik zal er zelf bij de bevoegde Vlaamse minister op aandringen om snel een advies uit te brengen over de ter advies liggende wetsvoorstellen of wetsontwerpen.

 

Ik vraag mij echter af of wij er met al die maatregelen komen. De uitdagingen zijn immers heel groot. Een halvering tegen 2020 is niet niks. Met zijn allen – in de eerste plaats de beleidsvoerders – zullen wij een tandje moeten bijsteken. Wij zullen meer maatregelen moeten nemen. Wij zullen ook voor meer controles moeten zorgen. Ik weet het niet, maar misschien moeten wij opnieuw het rijbewijs met punten op tafel leggen, om de recidive echt goed aan te pakken. Misschien moeten wij op Europees niveau tot de verplichte installatie van bepaalde veiligheidsverhogende instrumenten in de wagen komen.

 

Het is tijd om dergelijke, misschien enigszins drastischere wegen te bewandelen, teneinde de ontstellende cijfers tegen te gaan.

 

11.05  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik kan eigenlijk maar weinig meer toevoegen aan de repliek die de heer Van den Bergh heeft gegeven.

 

Wij hebben gezamenlijk al een aantal voorstellen gedaan, ook over de ISA en het rijbewijs met punten. Ik heb u vorige week ook over bedoelde voorstellen ondervraagd.

 

Wij zullen iets meer moeten doen dan wat nu op tafel ligt.

 

Ik zou er nogmaals op willen aandringen om ons een stand van zaken van de plannen te bezorgen, zodat wij ze op regelmatige basis in de commissie echt kunnen evalueren en bijkomende suggesties kunnen doen.

 

In ieder geval hebt u gelijk, wanneer u opwerpt dat het een gedeelde verantwoordelijkheid van iedereen is, ook van de Gewesten en van de gemeentelijke niveaus. Wij moeten allen samen aan de problematiek werken.

 

Ik heb nog maar pas vorige week een vergadering met de vereniging Ouders van Verongelukte Kinderen gehad. Ik hoef u niet te verduidelijken wat op een dergelijke vergadering wordt verteld. Feit blijft dat het aantal doden op onze wegen te groot is. Er zijn te veel doden. Wij halen absoluut niet het Europese gemiddelde.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van de heer Kristof Calvo aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "het uitrustingsplan inzake energie" (nr. P1304)

12 Question de M. Kristof Calvo au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "le plan d'équipement en matière d'énergie" (n° P1304)

 

12.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, er was eens een regeerakkoord. Er was eens een regeerakkoord van deze klassieke tripartite-Di Ripo I. Een van de meest relevante – dat is natuurlijk heel subjectief – beslissingen was binnen de zes maanden met een uitrustingsplan te komen en duidelijkheid te verschaffen over de toekomst van de drie oude, kleine en minst veilige reactoren.

 

Uiteindelijk heeft dat uitrustingsplan wat meer tijd in beslag genomen, wat gezorgd heeft voor bijkomende onduidelijkheid en bijkomende vertraging voor de vernieuwing van ons productiepark, met nieuwe, moderne, flexibele gascentrales, en investeringen in hernieuwbare energie. Dat ligt echter achter ons.

 

U hebt, op 4 juli, als ik mij niet vergis, een uitrustingsplan gemaakt. Ik zou krantenartikels kunnen citeren die toen zijn verschenen. U hebt toen gezegd dat u in het najaar met een wetgevende vertaling van het uitrustingsplan zou komen, omdat het snel moest gaan: wij moeten beslissen en de energie-investeerders, energieconsumenten en kmo-bedrijfsleiders moeten weten wat het perspectief is.

 

Wij hebben vorige week samen een aantal bezorgde bedrijfsleiders mogen ontmoeten, tijdens een debat over de bevoorradingszekerheid, mijnheer de staatssecretaris. U hebt toen, met mij, mogen vaststellen dat de mensen, onder andere bij VOKA Oost-Vlaanderen, zich zorgen maken over de bevoorradingszekerheid in ons land.

 

Groot was ook mijn verbazing toen ik vorige week een aantal informatieve vragen stelde tijdens de regeling van de werkzaamheden in de commissie voor het Bedrijfsleven en daarop uw antwoorden hoorde. Ik heb toen aan u gevraagd wanneer er wetsontwerpen zouden komen en hoeveel tijd wij nog hadden om ons voor te bereiden op het debat. U hebt gezegd dat de nucleaire rente er in december aan komt, maar dat de andere wetgevende initiatieven, met betrekking tot het uitrustingsplan, de ondersteuning voor gascentrales en de aanpassing van de wet van 2003 met de tienjarige levensduurverlenging van Tihange 1, er niet voor de jaarwisseling zullen zijn.

 

Ik vind dat een opmerkelijke verklaring, want die zorgt voor nog meer vertraging en voor nog meer onduidelijkheid. Mijn vraag is dus relatief eenvoudig: is de timing die u in de commissie voor het Bedrijfsleven geschetst hebt de reële timing of zult u toch versneld duidelijkheid verschaffen aan de investeerders? Zult u sneller komen met wetsontwerpen? Zult u sneller de kans geven aan het Parlement om zijn tanden vast te zetten in het uitrustingsplan en in het politieke compromis tussen de drie klassieke politieke families?

 

12.02 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Calvo, ik bevestig wat ik gezegd heb in de commissie. Op 4 juli heb ik mijn plan voorgesteld aan de regering. Het gaat over een kalender voor kernenergie, die werd reeds aanvaard door de regering. Verder is er de rente, daarmee zullen wij klaar zijn voor het einde van het jaar.

 

Daarna zijn er nog drie wetteksten, die voorbereid worden, namelijk de terbeschikkingstellingsmechanismen, het kader voor de sluiting van de oudere gas- of kolencentrales en de steunmechanismen voor de nieuwe gascentrale die de bevoorradingzekerheid moet verzekeren voor de toekomst. Dat zijn geen kleine wetteksten. De wetteksten zijn nu bijna klaar en ik zal op die basis in overleg gaan met de verschillende leden van de regering.

 

Ik denk dat enkele maanden om die wetteksten klaar te maken zeker niet te veel is. Begin 2013 zal echter alles klaar zijn en ik veronderstel dat wij samen een grondig debat zullen voeren over die wetteksten in het Parlement, u zult daar niet onbetuigd blijven, daarover bestaat absoluut geen twijfel.

 

Er zijn nog verschillende elementen die zeker gefinetuned moeten worden. Ik geef één voorbeeld, namelijk de situatie van de brandnieuwe centrales die niet van de nieuwe steunmechanismen zouden kunnen genieten in de toekomst. Of voor dat soort centrales in iets moet worden voorzien, is één van de vragen waarover wij nog moeten trancheren.

 

Begin 2013 zal die investering in klimaat gecreëerd worden. Er zal dan een langetermijnvisie zijn. Hetgeen wij gedaan hebben, is kiezen voor mechanismen die de bevoorrading verzekeren tegen de beste prijs maar de markt het minste storen. Dat was een belangrijk element voor ons.

 

12.03  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik stel met enige treurnis vast dat de zes maanden uit het regeerakkoord ondertussen een heel andere tijdshorizon zijn geworden. Het is dus echt wachten voor investeerders in gascentrales, maar ruimer, voor investeerders in hernieuwbare energie, tot januari, februari, misschien wel maart 2013 om concreet te weten in welke energiewereld men zal wakker worden. Laten wij niet vergeten dat het over een debat gaat dat reeds aansleept sinds 2003.

 

Mijnheer de staatssecretaris, u zegt dat het normaal is dat het zoveel tijd inneemt, want dat u altijd grondig werkt. Dat zei u min of meer. De echo’s die mij bereiken zijn enigszins anders, het is moeilijk om binnen deze klassieke tripartite een consensus te bereiken over bijvoorbeeld de steun voor gascentrales. Andermaal wordt onze economie een beetje het slachtoffer van het feit dat u het over heel weinig eens geraakt in deze regering.

 

Dat wij het debat samen zullen voeren, daarvan mag u inderdaad zeker zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Questions jointes de

- M. David Clarinval au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "le surcoût de l'éolien offshore" (n° P1307)

- Mme Leen Dierick au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "la réforme des aides au secteur éolien offshore" (n° P1308)

13 Samengevoegde vragen van

- de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de meerkosten voor offshorewindenergie" (nr. P1307)

- mevrouw Leen Dierick aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de hervorming van de offshoresteun" (nr. P1308)

 

13.01  David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chaque jour qui passe nous montre que la crise est bien présente dans notre pays. Nos entreprises souffrent d'une perte de compétitivité, en interne comme au sein de l'Europe, contrairement à d'autres pays du monde

 

Les coûts énergétiques sont une des raisons de cette perte de compétitivité. Ce matin, la Febeliec tirait la sonnette d'alarme: les coûts environnementaux engendrés par la présence des éoliennes offshore grèvent dangereusement les coûts de production et peuvent engendrer une forte perte de compétitivité pour nos entreprises. Pour une PME wallonne, cela peut représenter plusieurs millions d'euros. Dans les pays voisins – je pense en particulier à l'Allemagne qui est souvent citée en exemple pour sa politique énergétique – ces coûts sont plafonnés. L'accord de gouvernement prévoyait la révision du système de soutien à l'énergie éolienne en mer du Nord.

 

Par ailleurs, la FEB a fait une proposition résultant d'un compromis entre ses membres permettant, selon moi, d'avancer sur une bonne base. Quel sort a-t-il été réservé à cette proposition de la FEB? A-t-elle été intégrée par vos services et lui avez-vous réservé un bon accueil? Où en est la négociation en intercabinet, voire au niveau du gouvernement sur cette réforme du soutien aux éoliennes offshore? Enfin, pensez-vous que les discussions à ce sujet pourront aboutir avant la fin de l'année car, comme l'a signalé la Febeliec, il est urgent de réagir.

 

13.02  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, zoals mijn collega al heeft geschetst, de kosten voor de subsidiëring van de offshore swingen de pan uit. Als wij niets doen, dan stijgen de kosten tot 800 miljoen euro per jaar tegen 2020. In vergelijking met onze buurlanden is ons systeem veel genereuzer. Als wij niet ingrijpen, dan stellen wij vast dat in 2030 de kosten maar liefst 2,5 keer hoger zijn dan in Nederland en 10 keer hoger dan in Duitsland.

 

Wie moet dat betalen? Welnu, vooral onze grote, energie-intensieve bedrijven moeten die kosten dragen.

 

Er moet dus dringend worden ingegrepen. Een hervorming is noodzakelijk.

 

Het is dan ook terecht dat de regering heeft gesteld dat er een hervorming moet komen. Die hervorming is als relancemaatregel opgenomen.

 

Mijnheer de staatssecretaris, graag had ik van u vernomen wat er ondertussen gerealiseerd is. De elektriciteitswet bepaalt dat de CREG een voorstel moet formuleren op basis waarvan u de hervorming kunt uitvoeren. Heeft de CREG dat al gedaan? Wat zijn de grote krachtlijnen van dat voorstel?

 

Welke knopen moeten er nu nog doorgehakt worden?

 

Aan de hand van dat voorstel kunt u een koninklijk besluit opstellen. Wat zijn de krachtlijnen van dat koninklijk besluit? Wanneer mogen wij dat verwachten?

 

Inzake de financiering werd vooropgesteld dat in 2013 er 40 miljoen euro gebruikt zou worden van de nucleaire rente voor de financiering. Is dat reeds definitief? Hoe ziet u de verdere financiering in de daaropvolgende jaren?

 

Ten slotte, er zijn zeven offshore windparken. Op welke van die zeven zal de nieuwe, hervormde subsidiemaatregel van toepassing zijn?

 

13.03  Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, en ce qui concerne la réduction de la cotisation fédérale de 25 %, beaucoup de choses ont été mises en œuvre.

 

Dans la loi portant des dispositions diverses, des mesures supplémentaires ont été insérées.

 

Tout d'abord, le double plafond qui posait un certain nombre de problèmes aux PME a été supprimé. Seul subsistera un plafond de 250 000.

 

Ensuite, un certain nombre d'exonérations "vertes" à la cotisation fédérale ont été supprimées pour élargir le nombre de personnes contribuant à la cotisation fédérale. Plus il y a de personnes qui alimentent le même montant, moins la cotisation personnelle est élevée. C'est assez logique en termes de répartition.

 

On a aussi supprimé l'obligation d'Elia d'acheter les certificats verts à hauteur de 150 euros, ce qui pouvait créer un problème.

 

Ik bevestig het bedrag van 40 miljoen euro voor 2013. Dit was opgenomen in het oorspronkelijk regeerakkoord en het zal ongetwijfeld worden bevestigd in de begroting 2013.

 

Een tweede element vormt de financiering van de offshore. Ik ben heel duidelijk, in die zin dat het voorstel van het VBO voor mij een zeer goede basistekst is, maar het zijn alleen maar principes. Op dit ogenblik vertalen wij het voorstel van het VBO in wetteksten. Dat is niet gemakkelijk. Wij doen dit samen met de CREG, Elia, de sector van de offshore en de sector van de grote elektriciteitsverbruikers. Wij staan al vrij ver op dat vlak.

 

Ik wil hieraan toevoegen dat dit onvoldoende zal zijn voor de grote verbruikers. Zelfs als de financiering van de offshore windmolens globaal minder kost dan nog zal het aandeel van de grote verbruikers te groot blijven. Wij moeten ook een zekere degressiviteit invoeren op het vlak van de financiering van de offshore. Er moet nog worden beslist of wij dat binnen de federale bijdrage aan de offshore zullen doen dan wel of wij iets apart zullen doen voor de offshore. Er zal sprake zijn van degressiviteit voor de grote gebruikers in de financiering van de offshore anders is hun aandeel onbetaalbaar, competitief gezien. Wij hebben hierover vaak contact met de grote verbruikers, met name vooral de chemische sector.

 

Vous avez tous deux parlé de la compétitivité de nos entreprises. Je clôture en disant qu'au niveau fédéral, les surcoûts en énergie électrique sont importants mais ils restent bien moins importants que les surcoûts régionaux.

 

Je veux adresser un message: la compétitivité de nos entreprises ne sera garantie que si tout le monde fait son travail. Nous avons une part de responsabilités. J'estime que nous faisons énormément pour favoriser cette compétitivité. Il y a aussi la responsabilité du marché, pour tirer vers le bas le prix de la matière première, ainsi que la responsabilité des Régions en matière de surcoûts énergétiques. Pour que cette compétitivité soit au rendez-vous, il faut que chacun agisse.

 

13.04  David Clarinval (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je partage votre opinion. Il est vrai que beaucoup a déjà été fait en matière de cotisation fédérale.

 

Je suis satisfait de votre réponse lorsque vous dites que la proposition de la FEB servira de base à la discussion. J'espère que nous aboutirons le plus rapidement possible; on verra si c'est avant la fin de l'année.

 

Enfin, en ce qui concerne le MR, nous sommes complètement d'accord sur le fait que la problématique régionale au niveau des surcoûts énergétique est fondamentale. Au niveau de la Région wallonne, il reste beaucoup de travail à faire et, malheureusement, elle semble beaucoup moins avancée que le fédéral.

 

13.05  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.

 

CD&V heeft er uiteraard alle begrip voor dat een dergelijke hervorming de nodige tijd en inspanningen vergt. U hebt duidelijk gedefinieerd wat er al is gebeurd en hebt al goede stappen gezet.

 

Het is inderdaad een moeilijke evenwichtsoefening want, enerzijds, moet u ervoor zorgen dat de subsidies betaalbaar blijven en, anderzijds, moet u ervoor zorgen dat de offshoresector leefbaar blijft en voldoende ondersteuning krijgt en dat een stabiel investeringsklimaat wordt gecreëerd.

 

Wij vinden het bij deze hervorming vooral belangrijk dat de bedragen van de subsidies worden gekoppeld aan de elektriciteitsprijs, zoals dat ook in de buurlanden het geval is. Ook het principe van de degressiviteit moet volgens ons zeker worden gehonoreerd in de hervorming.

 

Wat de financiering betreft, zijn wij tevreden dat het bedrag van 40 miljoen euro definitief is en dat daaraan niet meer zal worden gemorreld. Wij menen echter dat het belangrijk is dat er al wordt gekeken na 2013 en dat er daar ook al wordt uitgetekend hoe wij dat verder zullen financieren.

 

Ik denk dat het duidelijk is dat het nu echt wel tijd is om knopen door te hakken. Een geslaagde hervorming zal zeker zuurstof bieden aan onze ondernemingen en zal onze offshoresector veiligstellen. Wij rekenen erop dat het koninklijk besluit er heel snel komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

14 Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement et d'autres législations dans la mesure où elles sont relatives au statut des établissements de paiement et des établissements de monnaie électronique (2431/1-8)

- Projet de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique (2432/1-3)

14 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld (2431/1-8)

- Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (2432/1-3)

 

Le président: Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces projets de loi. (Assentiment)

Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze wetsontwerpen te wijden. (Instemming)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

14.01  Gwendolyn Rutten, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, in de commissie voor de Financiën en de Begroting werden deze wetsontwerpen tijdens de vergaderingen van 23 oktober en 6 november 2012 besproken. Beide wetsontwerpen zorgen voor de omzetting van de richtlijn 2009/210/EG van het Europese Parlement en de Raad, beter bekend als de richtlijn e-Money.

 

De richtlijn e-Money omvat twee delen. Het eerste deel voorziet in de voorwaarden voor de toegang tot de uitoefening van werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld en het prudentieel toezicht hierop. Het tweede deel voorziet in een aantal verplichtingen van de uitgevers ten aanzien van de houders van elektronisch geld.

 

De definitie van elektronisch geld is in de richtlijn en in het wetsontwerp behoorlijk ruim opgevat en is eerder in abstracte bewoordingen, waardoor het op het eerste gezicht onduidelijk zou kunnen zijn welke betaalinstrumenten precies onder de wettelijke omschrijving vallen.

 

In de overwegingen wordt duidelijk gemaakt waarom. Een definitie dient ruim genoeg te zijn, precies om geen belemmering te vormen voor de technologische innovaties, en niet alleen om de op de thans beschikbare markt elektronische geldproducten te omvatten, maar ook voor deze die in de toekomst zouden kunnen worden ontwikkeld.

 

De toepassingen van elektronisch geld kunnen dus zeer divers zijn en hangen sterk samen met de technologische ontwikkeling. Vandaar ook de abstracte definitie van elektronisch geld in de richtlijn en de wet om deze technologie neutraal te houden. Wij moeten immers vaststellen dat de regelgeving de technologische ontwikkeling vaak achterna holt.

 

De wetgever heeft daarnaast ook het rechtskader ingesteld betreffende de toegang tot en de uitoefening van en het economisch toezicht op de werkzaamheden van instellingen die in dit elektronisch geld voorzien.

 

Waarom werd de richtlijn hier aangepast? Omdat sommige bepalingen van de richtlijn de totstandkoming van een echte interne markt voor deze diensten zou hebben gehinderd.

 

De belangrijkste wijzigingen die werden aangebracht, gaan over een vereenvoudiging van het statuut. Het aanvangskapitaal dat voor het verkrijgen van een vergunning voor een instelling voor elektronisch geld is vereist, wordt verlaagd. Het wordt ook mogelijk om andere bedrijfswerkzaamheden uit te oefenen, die niet noodzakelijk met de uitgifte van elektronisch geld verband houden. Bovendien wordt de vrijstelling, die in de vorige richtlijn reeds was opgenomen, herzien.

 

Het tweede wetsontwerp wijzigt artikel 36/22 van de wet van 22 februari 1998. Het wetsontwerp regelt de instelling van een beroep bij de Raad van State, overeenkomstig de versnelde procedure tegen bepaalde beslissingen van de Nationale Bank van België.

 

Aldus rond ik mijn algemene toelichting af.

 

Collega’s, bij de algemene bespreking waren er uiteenzettingen van Veerle Wouters van N-VA, van Carl Devlies van CD&V, van Georges Gilkinet van de Ecolo-Groen-fractie en van Josy Arens van cdH.

 

Mevrouw Veerle Wouters, die straks ongetwijfeld nader op haar opmerkingen zal ingaan, merkte op dat de erg technische redactie van deze wetgeving het nauwelijks mogelijk maakt om de maatschappelijke betekenis en de toch wel erg ruime draagwijdte van dit wetsontwerp toe te lichten.

 

De heer Carl Devlies verwoordde de tevredenheid van zijn fractie over de wetsontwerpen. Met de omzetting van de richtlijn worden volgens hem marktspelers nu eindelijk gelijke voorwaarden opgelegd. Ook komt er een grotere soepelheid en wordt de rechtszekerheid voor de sector bevorderd. Tegelijkertijd zal het wetsontwerp leiden tot een daling van de administratieve lasten voor ondernemingen, wat niet onbelangrijk is.

 

De heer Arens wil dat ook over de digitale kloof wordt gewaakt. Er moet over worden gewaakt dat de kloof niet zou toenemen. Hij wijst tegelijkertijd ook op de mogelijke, positieve gevolgen voor rurale gebieden, die bijvoorbeeld met het sluiten van bankkantoren worden geconfronteerd.

 

De heer Gilkinet richtte zich, na het stellen van een aantal technische vragen, op de koninklijk besluiten die tot de uitvoering van deze wetsontwerpen moeten leiden.

 

Na het antwoord van de vice-eersteminister ging de commissie over tot de artikelsgewijze bespreking. Er volgden uiteenzettingen van mevrouw Wouters en de heer Gilkinet en antwoorden van aanvankelijk de vice-eersteminister en nadien van de staatssecretaris van Ambtenarenzaken.

 

Voor details over de artikelsgewijze bespreking verwijs ik graag naar het schriftelijk verslag.

 

Tot slot heeft de regering naar aanleiding van dit wetsontwerp eveneens amendementen ingediend die op het statuut van de beroepskredieten betrekking hebben. Met haar amendementen wil de regering het tijdelijk uitstappen uit het statuut van het beroepskrediet gemakkelijker maken, mits betaling van een uitstapprijs aan de Staat.

 

Na advies van de Raad van State en de bespreking in de commissie werden de amendementen overeenkomstig het advies van de Raad van State aangepast en goedgekeurd.

 

Opnieuw verwijs ik voor de nadere inhoudelijke en procedurele opmerkingen naar het schriftelijk verslag.

 

14.02  Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, in plaats van met kleingeld op zak te lopen, kan men ook met een elektronische geldbeugel op stap gaan. Op de Belgische markt zijn de meest gekende merknamen van zo’n elektronische geldbeugel PingPing, Hipay en Proton. Het betaalsysteem Proton wordt uitgegeven door de kredietinstellingen, maar het houdt op te bestaan in 2014 omdat het aantal transacties dat via Proton verloopt, al een aantal jaren in dalende lijn ligt. Elektronische geldbeugels kennen dan ook een zeer beperkt succes in Europa. België heeft met PingPing en Hipay slechts twee vergunde instellingen voor elektronisch geld.

 

Om de ontwikkeling van de uitgifte van elektronisch geld te stimuleren, voorziet de richtlijn e-Money in een aantal wijzigingen die in het voorliggend wetsontwerp nauwgezet worden omgezet. Met de vernieuwde richtlijn wenst de Europese wetgever de ontwikkeling van de markt voor elektronisch geld te stimuleren, maar dat alles toch met behoud van een passende bescherming voor de consument.

 

Om elektronisch geld te mogen uitgeven, hebben de instellingen in principe voorafgaand een vergunning nodig. Het statuut en het toezicht op de instellingen voor elektronisch geld zal niet langer afgestemd worden op het stelsel van de kredietinstellingen, maar wel op dat van betalingsinstellingen. Dat neemt echter niet weg dat de Nationale Bank van België toezicht blijft uitoefenen op een gezond en voorzichtig beleid met een passende risicobeheersing van die instellingen.

 

Om het contant geld te beschermen dat de consument aan een uitgever van elektronisch geld betaalt in ruil voor elektronisch geld, dient die uitgever dat contant geld op een afzonderlijke rekening aan te houden, zodat bij een faillissement van de uitgever van elektronisch geld, de schuldeisers geen aanspraak kunnen maken op dat contant geld. Instellingen voor elektronisch geld mogen evenmin kredieten verlenen uit de geldmiddelen die zij ontvangen of aanhouden voor de uitgifte van elektronisch geld. Kredietverlening door die instellingen wordt echter wel mogelijk, want dat moet de winstgevendheid van die instellingen vergroten en dus meer uitgevers voor elektronisch geld aantrekken. Kredieten aan consumenten vallen nu dan ook onder de bescherming van de wet op het consumentenkrediet.

 

Om de uitgifte van elektronisch geld op te starten, zal voortaan dan ook minder aanvangskapitaal vereist zijn. Voor het verkrijgen van de vergunning zal het volstaan om over een maatschappelijk kapitaal van 350 000 euro te beschikken in plaats van de huidige 1 miljoen euro.

 

Om de consument voldoende te beschermen, moet het kapitaal wel permanent gehandhaafd blijven.

 

Ten slotte kan de Nationale Bank van België een vrijstelling verlenen aan een uitgever van elektronisch geld, indien het uitstaande bedrag aan elektronisch geld beperkt blijft tot 5 miljoen euro en de elektronische geldbeugel zelf maximaal 150 euro bedraagt.

 

In de commissie heb ik echter nog eens gewezen op het gevaar dat instellingen onder de radar van het toezicht kunnen blijven, indien zij elektronische geldbeugels tot maximaal 150 euro uitgeven, met daaraan gekoppeld een krediet tot 200 euro. In dat geval is de consument een heel stuk minder beschermd omdat dan de wet op het consumentenkrediet nog slechts gedeeltelijk van toepassing is. Niettemin zijn wij toch van mening dat de richtlijn en dit wetsontwerp een voldoende evenwicht vinden tussen de belangen van de uitgevers van elektronisch geld, enerzijds, en de belangen van de consument, anderzijds.

 

De toekomst zal moeten uitwijzen of het succes van de uitgifte van elektronisch geld door de nieuwe richtlijn en deze wet nu groter zal worden en, vooral, of het ook een veilig succes zal zijn. Laat ons geen misverstanden creëren: dit gedeelte van het wetsontwerp geniet de goedkeuring van onze fractie. U weet echter dat bij ons daarna meestal een “maar” volgt.

 

Die “maar” betreft dit keer een hele bundel amendementen die door de regering met betrekking tot het beroepskrediet is ingediend.

 

Die amendementen voorzien, mits de betaling van een bijzondere bijdrage, in een tijdelijke uitstapregeling voor kredietverenigingen uit het net van het beroepskrediet en uit het toepassingsgebied van de wet op het openbaar krediet. Tot nu toe dienen kredietverenigingen die uit het net van het beroepskrediet wensen te stappen een afzonderlijke aanslag te betalen van 34 % op de reserves opgebouwd tot 1994. Die afzonderlijke aanslag is dan ook een compensatie voor het fiscaal gunstige regime dat die kredietverenigingen in het verleden hebben genoten.

 

Zelfs wanneer zij uit het net van het beroepskrediet stappen, blijven die kredietverenigingen wel nog onderworpen aan zeer belangrijke beperkingen die opgelegd zijn door de wet op het openbaar krediet. Die beperkingen zijn de volgende: ze moeten de rechtsvorm van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid behouden, ze moeten het bedrag van de dividenden beperken, in geval van vereffening moet het vereffeningsoverschot betaald worden aan het Participatiefonds en zijn ook de mogelijkheden tot herstructurering beperkt tot de tot het net van het beroepskrediet behorende verenigingen.

 

Indien men deze voorwaarden niet naleeft en wanneer zij uit het toepassingsgebied van de wet op het openbaar krediet treden, moeten deze kredietverenigingen de opgebouwde reserves, de herwaarderingsmeerwaarden, de voorzorgsfondsen voor toekomstige risico’s en het overgedragen positieve of negatieve resultaat aan het Participatiefonds betalen.

 

De beperking op het dividend en de verplichting tot het betalen van het vereffeningsoverschot of het equivalent daarvan wanneer een kredietvereniging de wet op het openbaar krediet niet naleeft, vinden vooral hun oorsprong in het sociaal oogmerk van deze wet. Aandeelhouders wisten, en weten vandaag nog altijd, en weten op voorhand dat het rendement op hun kapitaal beperkt is of zal zijn. Nu biedt de regering de kredietverenigingen de mogelijkheid om tijdelijk aan deze beperkingen te ontsnappen en dit alles mits betaling van een bijzondere bijdrage die slechts een fractie is van de opgebouwde reserves, dus een stuk lager dan de huidige bijdrage. Daardoor beloont ze de aandeelhouders van deze kredietverenigingen, die goed wisten en weten dat zij normaal nooit aanspraak maken op die reserves.

 

Bovendien gaat het in feite slechts om vier kredietverenigingen, met name BKCB, het Onderling Beroepskrediet, het Antwerps Beroepskrediet en Crédit Professionel du Hainaut. BKCB en Onderling Beroepskrediet zijn eigendom van de Franse vennootschap Caisse Fédérale du Crédit Mutuel du Nord-Europe. Het Antwerps Beroepskrediet werd vorig jaar overgenomen door de groep Ackermans & van Haaren. Het aandeelhouderschap van het Crédit Professionel du Hainaut is moeilijk te achterhalen, maar ik stel wel vast dat de gouverneur van Henegouwen hier wel bestuurder van is.

 

Dit alles brengt mij tot het volgende punt. Niet alleen ligt die bijzondere bijdrage een stuk lager dan vandaag, evenmin kunnen wij ons van de indruk ontdoen dat deze bijzondere bijdrage ook nog eens op maat is geschreven. De berekeningsbasis wordt immers verminderd met 150 % van het kapitaal, maar ook met de helft van achtergestelde leningen. Deze correcties op die berekeningsbasis gaan in tegen elke logica van de wet op het openbaar krediet. Kredietverenigingen kunnen kiezen om kapitaal op te halen of om achtergestelde leningen uit te geven.

 

Aandeelhouders hebben dus geen recht op 150 % maar op slechts 100 % van het gestort kapitaal waarop zij een beperkt dividendrendement ontvangen. Wanneer zij echter achtergestelde leningen uitgeven, kunnen zij gemakkelijk de dividendbeperking omzeilen. Wij vragen ons dan ook af waarom de ontwijking van die beperkingen via de bijzondere bijdrage door de regering wordt beloond. Dat staat immers in schril contrast met het beleid dat deze regering voert ten aanzien van belastingplichtigen die soms proberen de hoge belastingdruk te ontwijken maar daar dan wel voor vervolgd worden.

 

Uit de analyse van de jaarrekening van 2011 blijkt bovendien dat enkel het Onderling Beroepskrediet een achtergestelde lening heeft uitgegeven. De berekeningsbasis wordt dus aangepast ten voordele van het Onderling Beroepskrediet. Op basis van die jaarrekening komen wij tot de bevinding dat het OBK geen bijzondere bijdrage zal moeten betalen aan de Staat wanneer het nu uitstelt. Dat is toch heel vreemd.

 

Dat brengt mij bij mijn voorlaatste punt van kritiek. De bijzondere bijdrage is een zoveelste eenmalige begrotingsmaatregel waardoor de regering structurele besparingen weer wat verder voor zich uit kan schuiven. Om louter begrotingstechnische redenen moet de 102 miljoen euro van deze bijzondere bijdrage niet aan het Participatiefonds gestort worden maar wel aan de Staat. Bij een betaling aan het Participatiefonds zou het bedrag immers niet worden opgenomen in de consolidatierekening van de begroting.

 

Ten slotte, mijnheer de minister, op aandringen van collega Almaci – die vandaag jammer genoeg verontschuldigd is – en mij heeft de commissie er uiteindelijk toch mee ingestemd om het advies van de Raad van State te vragen. U moet het met mij eens zijn dat het advies van de Raad van State bijzonder nuttig bleek te zijn. De oorspronkelijke amendementen die door uw regering werden ingediend, zonder advies van de Raad van State, waren zo opgesteld dat zelfs kredietverenigingen vanaf 2014 uit het toepassingsgebied van de wet op het openbaar krediet zouden kunnen treden zonder betaling van een vereffeningoverschot. Minister Vanackere, wij dringen er nogmaals op aan dat de regering tijdig advies aan de Raad van State zou vragen. Wanneer men amendementen indient in de commissie moet dat advies erbij zitten, zeker en vast wanneer het een bundel amendementen betreft die in feite een zelfstandig wetsontwerp vormen en absoluut niets te maken hebben met originele wetsontwerp.

 

Kom hier niet verklaren dat u onder tijdsdruk stond. Reeds in maart hebben wij dit in de commissie besproken. U wist dus sinds maart dat u de wet moest aanpassen. Het is nu eind november. Het hoort niet dat u dit via amendementen op een willekeurig wetsontwerp wil doen.

 

Wegens het luik over het beroepskrediet zullen wij alsnog tegen het eerste wetsontwerp stemmen. Het tweede wetsontwerp, dat gaat over het toezicht op instellingen voor elektronisch geld, kunnen wij wel goedkeuren.

 

14.03  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, ik zal relatief kort zijn.

 

Mijnheer de minister, collega’s, het oorspronkelijke wetsontwerp had tot doel een Europese richtlijn in nationale wetgeving om te zetten. De richtlijn heeft de bedoeling het rechtskader van instellingen voor elektronisch geld te herzien.

 

Daar hadden wij niets op tegen, ware het niet dat de regering van de gelegenheid gebruikmaakt, of beter gezegd misbruik maakt om via een amendement een heel andere problematiek erbij te sleuren, namelijk een nieuwe regeling betreffende de kredietverenigingen uit het net van het beroepskrediet. Dat heeft natuurlijk niets te maken met de Europese richtlijn. De problematiek van de kredietverenigingen uit het net van het beroepskrediet had de regering perfect in een apart wetsontwerp kunnen gieten, maar dan viel het waarschijnlijk te sterk op dat het amendement alleen maar moest dienen om de begrotingsopmaak te helpen.

 

De budgettaire impact van het amendement bedraagt, zegge en schrijve, 102 miljoen euro op jaarbasis. Het is een eenmalige maatregel, waarvan de opbrengst niet in het Participatiefonds terechtkomt, maar rechtstreeks ten goede komt aan de begroting. Dat is de ware teneur van het wetsontwerp dat nu wordt besproken. Zoals wij in de afgelopen weken hebben kunnen zien, is de regering hopeloos op zoek naar nieuwe inkomsten. Onderhavig gecamoufleerde amendement op het wetsontwerp moest meehelpen om het gat van het begrotingstekort te dichten op de kap van de kredietinstellingen.

 

Dat is dan ook de reden waarom het Vlaams Belang zal tegenstemmen.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2431. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2431/8)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2431. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2431/8)

 

L’intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de paiement, à l’accès à l’activité de prestataire de services de paiement et à l’accès aux systèmes de paiement et d’autres législations dans la mesure oú elles sont relatives au statut des établissements de paiement, des établissements de monnaie électronique et des associations de crédit du réseau du Crédit professionnel".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen, van de instellingen voor elektronisch geld en van de kredietverenigingen uit het net van het Beroepskrediet".

 

Le projet de loi compte 136 articles.

Het wetsontwerp telt 136 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 136 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 136 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Nous passons à la discussion des articles du projet de loi n° 2432. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2432/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan van het wetsontwerp nr. 2432. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2432/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article, avec des corrections de texte à l’article 2.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen, met tekstverbeteringen op artikel 2.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

15 Proposition de résolution visant à améliorer la procédure d'exportation de matériel nucléaire (2475/1)

15 Voorstel van resolutie tot verbetering van de procedure inzake uitvoer van nucleair materiaal (2475/1)

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2475/1)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2475/1)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

15.01  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): De collega’s die onze werkzaamheden in de commissie voor het Bedrijfsleven of de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid volgen, weten dat zowat elk commissielid een stokpaardje heeft. Voor collega Clarinval is dat de federale bijdrage, voor collega Wollants is het een nieuwe kerncentrale, voor mij is dat de CANVEK.

 

Wat voorligt, behandelt een heel belangrijke thematiek. Hopelijk wordt onderhavig voorstel van resolutie niet zoals vele andere resoluties die snel stof vergaren en weinig politieke aandacht trekken.

 

Het gaat over een van de eerste dossiers, die ik in het Parlement mocht opvolgen. Op woensdag 10 november 2010 bleek na een antwoord van minister Magnette op een parlementaire vraag dat er een ernstig probleem was inzake het beleid van nucleaire export in ons land. Er zijn de ruzies, de communautaire geschillen en de oorlog tussen het Vlaamse Gewest en de federale overheid met klachten tot bij het Grondwettelijk Hof over wetgeving inzake nucleaire export. De Vlaamse regering zegt eigenlijk dat de federale regering zich te veel bemoeit met haar business. Dat mag men in dit geval letterlijk nemen. De regionale diensten, in het bijzonder de Vlaamse diensten, willen vooral exporteren. Zij bekijken het door een economische bril. Het boeltje moet opbrengen. Vandaar een klacht bij het Grondwettelijk Hof, die de klacht overigens heeft vernietigd. Vlaanderen is in het ongelijk gesteld. Arresten van het Grondwettelijk Hof zijn belangrijk in ons land.

 

In november 2010 bleek ook dat er nieuwe export plaatsvond naar Iran. Ik ben geen specialist in de internationale politiek, maar ik weet genoeg om te weten dat Iran en nucleair materiaal niet goed bij elkaar passen. In de subcommissie voor de Nucleaire Veiligheid hebben we een aantal parlementaire discussies gehad. Het dossier viel enkele keren van tafel en werd er telkens weer opgelegd. Twee jaar later kwam er dan een resolutie. Elke vooruitgang moeten we appreciëren. De tekst die voorligt, is een eerbaar politiek compromis. Tijdens die processie van Echternach hebben wij enkele punten voorgesteld, die niet in de resolutie zijn opgenomen. Een meerderheid is echter wel opgenomen.

 

Ik som de belangrijkste op: een update van de exportlijsten van de materialen die voorwerp zijn van controle en beraadslaging door de CANVEK, de organisatie van infomomenten voor de exporteurs, het opstellen van een samenwerkingsakkoord om de communautaire oorlogjes achter ons te laten, het implementeren van de catch-allclausule via een koninklijk besluit en het uitwerken van een kader voor de opsporing en vaststelling van nucleaire misdrijven.

 

Mijnheer de staatssecretaris, het Parlement heeft, zij het vrij langzaam, zijn werk gedaan. Het heeft de regering een resolutie aangereikt, die de belangrijkste werkpistes bevat. De vraag is hoe snel u die zult implementeren. Ik weet dat er ter zake enkele ontwerpen circuleren. De dossiers zijn dan ook niet helemaal nieuw. Mijn vraag is hoe snel u wil gaan.

 

Collega’s, het voorliggende eerzame compromis is natuurlijk een mijlpaal in de politieke geschiedenis, maar wij hopen echt dat er nog belangrijkere stappen ondernomen worden. Daarvoor kijken wij naar u, mijnheer de staatssecretaris. Wanneer het gaat over proliferatie en internationale veiligheid, is alleen het beste goed genoeg.

 

Bij het Internationaal Atoomenergieagentschap, waar België een zeer slecht imago heeft inzake nucleaire export, maakt men zich echt niet druk of een beslissing genomen wordt door Rudy Demotte, Kris Peeters of Melchior Wathelet. Dat er internationale transporten naar Iran plaatsvinden, is niet goed voor de internationale geloofwaardigheid van ons land. Als u niet snel de aanbevelingen implementeert die het Parlement na twee jaar debat geformuleerd heeft, is het slechts een kwestie van tijd voor wij opnieuw met zo’n dossier geconfronteerd worden.

 

Het dossier van november 2010 is niet het eerste dossier, er zijn er eerdere geweest. Ik doe een oproep tot actie. In plaats van de risee kan België een modelland zijn, met een strikte, rechtvaardige wetgeving inzake nucleaire export. Dat is een opdracht voor u, mijnheer de staatssecretaris.

 

15.02  Joseph George (cdH): Monsieur le président, je souhaite intervenir brièvement puisque j'ai été le rapporteur du groupe de travail. J'entends M. Calvo; effectivement, nous avons travaillé dans des conditions optimales pour arriver à une décision et à des recommandations précises et pratiques. Cet aspect des choses a manifestement été la ligne directrice des membres du groupe de travail; il convient de les en remercier.

 

En cette matière, il y avait d'abord des procédures pénales sur lesquelles nous n'avions pas prise, celles-ci étant couvertes par le secret des procédures judiciaires. Par ailleurs, les rapports de la CANPAN sont confidentiels. Il nous fallait donc travailler en fonction de la mission qui avait été confiée par la commission de l'Intérieur pour assurer et prolonger les recommandations de la sous-commission de la Sécurité nucléaire approuvées par notre séance plénière du 29 avril 2010; de plus, il fallait également optimaliser les procédures d'autorisation préalable d'exportation.

 

Une série de propositions est formulée ici par le groupe de travail et reprise par la commission de l'Intérieur. Je me permets d'insister sur quelques aspects. Le groupe de travail a entendu de nombreuses personnes dont les avis ont été particulièrement intéressants et éclairants; nous avons entendu tant les membres de la CANPAN que ceux des douanes et accises, du ministère des Affaires étrangères et de la Sûreté de l'État.

 

Ces auditions nous ont permis de mieux cerner la problématique, d'autant que la matière est maintenant exclusivement de compétence fédérale. La Cour constitutionnelle a précisé la chose, tout en sachant que les Régions ont été associées à nos travaux. En effet, nous avons pris contact avec les trois parlements régionaux pour leur demander d'informer notre sous-commission des travaux qu'ils auraient entrepris concernant la matière. Le rapport débouche sur une série de recommandations qui visent à sensibiliser en amont toutes les entreprises susceptibles d'être exportatrices, par des sessions d'information obligatoires, et à veiller à communiquer toutes les données à la CANPAN, qui est la commission-clé dans cette procédure.

 

Dans ce cadre, si le gouvernement prend les choses à cœur – il le fera, j'en suis persuadé – nous éviterons les incidents connus par le passé. Mais cela n'empêche pas que ces incidents doivent continuer à nous intéresser et à nous préoccuper, puisque nous savons que des poursuites pénales et des procédures judiciaires pourraient être enclenchées. Et peut-être, au travers de ces procédures, découvrirons-nous d'autres problématiques qui ont été ignorées.

 

En conclusion, monsieur le président, chers collègues, je dirais donc que ce dossier, comme tous les dossiers "sécurité", est un dossier qu'on ne ferme jamais. C'est le type de dossier que l'on ouvre et sur lequel on progresse; de plus, au fur et à mesure des informations, il faut reconstruire et prolonger les mesures à prendre.

 

15.03  Willem-Frederik Schiltz (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega’s, de resolutie die vandaag voorligt, gaat over de CANVEK. Dat zegt u waarschijnlijk niets, dat is een commissie die advies geeft over de export van nucleair materiaal.

 

Het gaat over non-proliferatie. Ons land is engagementen aangegaan om technologische kennis inzake kernwapens en kernenergie niet zomaar te grabbel te gooien voor eenieder die dat voor malafide doeleinden wil gebruiken of misbruiken. Het afdwingen van dergelijke non-proliferatie moet rigoureus opgevolgd worden. Ik dank collega George om daarop te wijzen. Dat is een permanente bezorgdheid die dit Parlement moet koesteren.

 

In tegenstelling tot de karikatuur van de heer Calvo, zoals hij die wel meermaals lanceert in dit halfrond, leven wij in een complex land. België is een federatie — sommigen spreken over een confederatie, soit — met deelstaten en gedeelde bevoegdheden. Dat is een continu proces waarbij dit Parlement, als federale poot van die meerledigheid, moet toezien dat deze complexiteit niet leidt tot slecht bestuur of tot reglementaire dwalingen.

 

Mijnheer Calvo, als u hier verontwaardigd komt wezen om die complexiteit, over het feit dat niet alles perfect is, dan zit u hier op de verkeerde plaats, dan moet u boeken schrijven over Utopia. Ik zit in het Parlement om zaken te veranderen. Ik zit hier om samen met u bijvoorbeeld de subcommissie Nucleaire Veiligheid op te richten, om samen met collega George het waakzame oog te blijven. Ik zal niet ontkennen dat u de luis in de pels bent van menig minister en ons als collega-parlementslid vaak verblijdt met uw snedige opmerkingen.

 

Collega’s, ik ben blij dat de karikatuurmolen van de heer Calvo even is gestopt en dat hij de zin heeft ingezien van deze consensusresolutie, die, voor alle duidelijkheid, samen met de andere collega’s van de oppositie is goedgekeurd.

 

Ik zei het reeds, het gaat over het afdwingen van een rigoureuze opvolging, de dissectie van de complexe adviesketting die de CANVEK is, want in dat adviesorgaan vindt overleg plaats tussen de douane, de Staatsveiligheid en de exportlicentieverlenende overheden in Vlaanderen en de andere Gewesten en regio’s.

 

Met deze resolutie sluiten wij aan bij het sterker integreren van onze non-proliferatieverplichtingen. Er is ook een sterkere internationale samenwerking, die wij reeds zien ontstaan en waarbij onze regering zich moet inschrijven om, inderdaad mijnheer Calvo en mijnheer George, koploper te zijn wanneer het op non-proliferatie en nucleaire veiligheid aankomt.

 

De collega’s hebben een aantal thema’s uitgelicht. Uiteraard moet er tot een compromis worden gekomen. Persoonlijk wil ik wijzen op de vraag aan de regering om verduidelijking aangaande het controlemechanisme voor de zogenaamde dualuserproducten. Dat zijn producten die geen militaire of veiligheidsbekommernissen zouden moeten teweegbrengen, maar die met manipulaties of foutieve aanwending alsnog in een militair complex aangewend kunnen worden.

 

Dat is een lacune die zich momenteel in de wet bevindt. Daardoor zijn er hier en daar problemen opgedoken. De heer George verwijst zeer terecht naar juridische procedures. De scheiding der machten wordt in dit land nog altijd gehonoreerd. Daarom moet mijn subcommissie helaas, of misschien gelukkig, af en toe wachten tot wanneer het geheim van het strafonderzoek ons en de ministers toelaat om doortastend in te grijpen.

 

Collega’s, ik nodig u uit om even unaniem als in de commissie deze resolutie goed te keuren, om vervolgens de regering te blijven sensibiliseren en blijvend waakzaam te zijn. Wij zullen deze subcommissie immers nog tot het einde der dagen, zolang er nucleaire technologie voorhanden is, moeten blijven opvolgen.

 

De voorzitter: De heer Calvo vraagt het woord. Voor een persoonlijk feit?

 

15.04  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik vraag het woord voor een aantal persoonlijke feiten. Ik zal op een vreugdevolle dag als vandaag de polemiek echter niet aangaan.

 

Mijnheer Schiltz, ik heb absoluut niet geprobeerd een karikatuur te maken van de problematiek. Het gaat om de fenomenen die aan de basis liggen van onze werkzaamheden, zijnde, enerzijds, het conflict tussen Vlaanderen en het federale niveau. U hebt trouwens in de besloten vergadering ook kennis kunnen nemen van dat conflict. Ik kan u bovendien de CANVEK-verslagen nog eens bezorgen. Anderzijds sprong het Waals Gewest bij monde van de heer Demotte heel slordig om met het dossier. Dat zijn de feiten. In het andere geval zou de werkgroep er niet zijn geweest.

 

Tot slot, ik vergat bijna te melden dat ik, net zoals de heer George, de leden van de subcommissie dank voor de goede samenwerking die een waardevolle tekst heeft opgeleverd, wat ook mag worden vermeld.

 

Le président: L’incident est clos. Het incident is gesloten.

 

Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

16 Projet de loi portant fixation d'une mesure transitoire relative à la réforme de la pension de retraite anticipée des travailleurs indépendants (2418/1-7)

16 Wetsontwerp houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen (2418/1-7)

 

Ce projet de loi a été renvoyé en commission le 8 novembre 2012.

Dit wetsontwerp werd naar de commissie teruggestuurd op 8 november 2012.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mme Leen Dierick, rapporteur, renvoie à son rapport écrit.

 

16.01  Karel Uyttersprot (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, indien u het wenst, wil ik het rapport wel voorlezen. Ik vermoed echter dat eenieder dat zelf al even heeft nagekeken. Ik ga dan ineens over tot mijn betoog.

 

Mevrouw de minister, dit is een wetsontwerp dat geen wet zou moeten zijn, indien er van in den beginne goed werk zou zijn geleverd. Op dit ogenblik ligt de wijziging van een wet voor die amper acht maanden oud is: de wet van 29 maart 2012 op het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen. Nu, acht maanden later, is er een wetsontwerp om dit te wijzigen. Ter zitting van de commissie op 30 oktober, veertien dagen geleden, lag het ontwerp voor, samen met twee amendementen uit de MR-fractie om het te wijzigen. Vervolgens werd het geagendeerd op de vergadering van vorige week, en opnieuw afgevoerd om in commissie te worden behandeld, aansluitend op de plenaire vergadering, om opnieuw amendementen van de meerderheid te bespreken. Vier wijzigingen op veertien dagen tijd. Een meer zorgvuldige voorbereiding kan dit voorkomen.

 

Nu over de inhoud van het wetsontwerp. Mevrouw de minister, begin oktober werd duidelijk dat de impact van de grote pensioenhervorming minimaal zou zijn, aldus de berekeningen van de Hoge Raad voor de Financiën. In haar rapport over de vergrijzing stelt ze dat de totale hervorming op kruissnelheid in 2030 amper een besparing van 0,5 % op het bruto binnenlands product zou betekenen. Een verdere uitholling van deze pensioenhervorming kan dit enkel maar nadelig beïnvloeden.

 

Daarnaast, mevrouw de minister, was er ook de intentie van de regering om de pensioenstelsels van zelfstandigen en werknemers nader tot elkaar te brengen. De Raad van State vraagt in zijn advies aan de regering om de motivatie aan te brengen waarom er grotere divergentie komt tussen beide stelsels. Het gebrek aan parallellisme dat tot uiting komt in deze overgangsregeling, leidt tot discriminatie en schending van het gelijkheidsbeginsel. Werknemers zouden in een overgangsregeling drie, vier of vijf jaar langer moeten werken, waar dit voor zelfstandigen beperkt is tot een, twee of drie jaar.

 

Mevrouw de minister, meer fundamenteel pleiten wij voor een consequente regeling. Stimuleer zelfstandigen in een loopbaan van veertig jaar, maar zorg voor hen voor een volwaardig pensioen. De zelfstandigen zijn daar zelf vragende partij voor.

 

Omwille van die redenen, die wij ook in de commissievergadering hebben toegelicht, zullen wij ons bij de stemming onthouden.

 

16.02  Kattrin Jadin (MR): Monsieur Uyttersprot, je ne partage pas complètement votre analyse. Je constate que vous comptez vous abstenir; j'imagine donc que, fondamentalement, les mesures vous conviennent néanmoins.

 

J'estime injuste la critique formulée: en effet, nous savons tous qu'il ne s'agissait pas de plusieurs amendements d'ordre technique. Nous ne pensions pas devoir remodifier et revenir; nous aurions aussi préféré voter ce texte la semaine dernière, dans l'intérêt des travailleurs indépendants.

 

Pour rappel, la réforme des pensions que nous avons votée voilà presque une année prévoit les mesures rendant les conditions de départ à la retraite plus strictes. À cette époque, il avait été souligné l'importance de prévoir, pour les divers régimes de pension, des périodes transitoires et des aménagements, notamment pour les personnes se situant à quelques mois de leur prise de pension.

 

Depuis cette réforme, les partenaires sociaux ont été consultés. Je ne reviendrai plus sur les chiffres précis des conditions de départ anticipé.

 

Mais, et cela n'étonnera personne, je tiens à souligner le travail de la ministre des Indépendants: elle a permis que le texte soit soumis au vote aujourd'hui. Dès demain, elle pourra informer les travailleurs indépendants des nouvelles conditions et des mesures transitoires que nous voterons tout à l'heure.

 

16.03  Ann Vanheste (sp.a): Mevrouw de minister, de pensioenhervorming werd in december nogal snel door het Parlement gejaagd. Gelukkig worden de ongewenste effecten ervan weggewerkt. Het is belangrijk dat er langer gewerkt wordt, maar het is onmenselijk om mensen die al plannen gemaakt hadden voor het einde van hun loopbaan plots vijf jaar langer te laten werken. Dat het uitstel tot twee jaar wordt beperkt is voor de sp.a redelijk en aanvaardbaar.

 

Mevrouw de minister, ik ben ook blij dat ik u tijdens de commissievergadering hoorde zeggen dat het uw betrachting is om het stelsel van de zelfstandigen op dezelfde hoogte te brengen als dat van de werknemers. Dat is eigenlijk niet meer dan normaal.

 

16.04  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, ce projet de loi introduit une période transitoire correctrice des effets de la réforme sur les conditions d'accès à la retraite anticipée pour les travailleurs indépendants. Il s'agit d'un durcissement qui, selon nous, n'était pas forcément nécessaire.

 

Je pense en effet que les travailleurs indépendants arrêtent de travailler pour des raisons économiques (leur affaire décline parce qu'elle n'a pu s'adapter au marché) ou pour des raisons de santé (épuisement) ou d'autres circonstances graves. On doit bien constater que les indépendants travaillent en général le plus longtemps possible et souvent bien après l'âge légal de la retraite.

 

Néanmoins, ces mesures correctrices sont intéressantes pour les indépendants qui approchaient d'un terme qu'ils s'étaient fixé.

 

Madame la ministre, je vous ai interrogée, comme les autres membres de la commission, sur les risques de prendre comme conditions d'accès l'âge, la date de naissance et la durée de la carrière. Pour nous, écologistes, la durée de la carrière est en soi un critère suffisant. L'âge dépendra du nombre d'années d'études, du début de la carrière professionnelle. Dès lors, il y a un risque pour certains de ne pouvoir accéder aux corrections.

 

Le texte a quelque peu été aménagé en commission. Vous y avez communiqué un tableau montrant que ces risques étaient quasiment inexistants. Je vous ai alors demandé s'il était possible d'évaluer le dispositif pendant sa concrétisation de manière à pouvoir vérifier, d'une part, quels travailleurs indépendants étaient concernés et, d'autre part, si personne n'était pénalisé par la correction des conditions d'accès. Vous m'avez confirmé en commission que cela pouvait faire partir du suivi de cette loi.

 

C'est donc dans ce contexte que nous soutiendrons ce projet.

 

16.05  Joseph George (cdH): Monsieur le président, nous ne pouvons effectivement ignorer la structure de la pyramide des âges de notre pays. Nous ne pouvons ignorer non plus le fait que l'allongement de la durée de vie moyenne représente pratiquement un trimestre par année. Aussi, le coût des aînés constituera-t-il un élément important.

 

Derrière les mesures qui ont été prises, la volonté est de sauvegarder l'avenir de la sécurité sociale – tel est l'enjeu –, et de faire en sorte que les plus jeunes puissent également miser sur l'obtention d'une pension au terme de leur carrière.

 

Un des effets pervers de la réforme qui avait été votée était d'inciter les personnes proches de leur pension de la prendre anticipativement par crainte de ne plus pouvoir la prendre par la suite. Ce faisant, nous risquions un effet d'emballement. Par ailleurs, si d'autres personnes proches de la retraite ne la prenaient pas, elles auraient dû travailler trois, quatre ou cinq années en plus. S'ensuivait alors un effet de distorsion.

 

Les mesures actuelles sont prises dans le même esprit que celles que nous avons prises pour les salariés (arrêté royal du 26 avril 2012). Je veux également me féliciter de l'esprit de cohérence et de concertation qui ont permis d'élaborer ce régime transitoire.

 

Le gouvernement a bien cerné les problèmes rencontrés. Le cdH se réjouit que cette mesure transitoire s'applique maintenant aux indépendants. Reste à voir ce qu'il en sera pour les fonctionnaires.

 

16.06  Sabine Laruelle, ministre: Monsieur le président, je voudrais rebondir sur les propos de M. George pour répondre à Mme Gerkens: nous essayons précisément de prendre en compte tant l'âge que la durée de carrière. Ce système existe et chez les indépendants et chez les salariés. Il doit évidemment trouver à s'appliquer.

 

Je rappelle que le projet de loi vise à adoucir la réforme pour environ 750 indépendants, d'après les premiers calculs, mais il y aura des évaluations. J'en suis consciente.

 

Wij werken stap voor stap. Dat vraagt tijd, misschien te veel tijd, maar het gaat in de goede richting.

 

Ik wil nog iets zeggen aan de heer Uyttersprot. Wat de malus betreft, ga ik met u akkoord. Het doel is wel veertig jaar zonder malus. Wij hebben al veel maatregelen genomen om de malus te verzachten en zijn nu gekomen aan eenenveertig jaar. Er is dus nog een jaar om uw doel te bereiken, dat ook het mijne is.

 

16.07  Karel Uyttersprot (N-VA): Mevrouw de minister, u weet dat het ondernemerschap daalt. Nog nooit waren er zo weinig inschrijvingen. Hoe meer mensen uit het ondernemerschap verdwijnen, hoe groter de impact op de tewerkstelling. Daarom pleiten wij ervoor om het ondernemerschap te stimuleren, om mensen te stimuleren om langer aan het werk te blijven, maar zorg daarna wel voor een volwaardig pensioen.

 

16.08 Minister Sabine Laruelle: Niet alleen pensioenen, niet alleen relance, maar allebei.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2418/7)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2418/7)

 

L'intitulé a été modifié par la commission en "projet de loi portant modifications de l'arrêté royal du 30 janvier 1997 relatif au régime de pension des travailleurs indépendants en application des articles 15 et 27 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l'article 3, § 1er, 4°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne et portant fixation d'une mesure transitoire relative à la réforme de la pension de retraite anticipée des travailleurs indépendants".

Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsontwerp houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen".

 

Le projet de loi compte 6 articles.

Het wetsontwerp telt 6 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

Scrutin

Geheime stemming

 

17 Nomination des membres effectifs non-notaires des Commissions de nomination pour le notariat (2460/1)

17 Benoeming van de werkende leden niet-notarissen van de Benoemingscommissies voor het notariaat (2460/1)

 

L'ordre du jour appelle le scrutin en vue de la nomination des membres effectifs non-notaires des Commissions de nomination pour le notariat.

Aan de orde is de geheime stemming voor de benoeming van de werkende leden niet-notarissen van de Benoemingscommissies voor het notariaat.

 

En application de l'article 38 de la loi du 25 ventôse an XI contenant organisation du notariat, la Chambre des représentants doit nommer les membres non-notaires de la commission de nomination de langue néerlandaise et de la commission de nomination de langue française pour le notariat. Ces membres sont nommés pour une période de quatre ans, avec une majorité des deux tiers des voix émises.

De Kamer moet, overeenkomstig artikel 38 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, overgaan tot de benoeming van de leden niet-notarissen van de Nederlandstalige benoemingscommissie en de Franstalige benoemingscommissie voor het notariaat. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.

 

Chaque commission compte huit membres effectifs et huit membres suppléants. La Chambre des représentants nomme des membres effectifs et suppléants parmi les trois catégories de membres externes qui ne sont pas notaires, à savoir:

- un magistrat en fonction choisi parmi les magistrats du siège des cours et tribunaux et les magistrats du ministère public;

- un chargé de cours ou un professeur de droit auprès d’une faculté de droit d’une université belge qui n’est pas notaire, candidat-notaire ou notaire associé;

- deux membres externes ayant une expérience professionnelle utile pour la mission.

 

Elke commissie bestaat uit acht werkende en acht plaatsvervangende leden. De Kamer van volksvertegenwoordigers benoemt werkende en plaatsvervangende leden in de volgende drie categorieën van externe leden die geen notaris zijn, namelijk:

- één magistraat in functie gekozen uit de zittende magistraten van de hoven en rechtbanken en de magistraten bij het openbaar ministerie;

- één docent of hoogleraar in de rechten aan een faculteit voor rechtsgeleerdheid van een Belgische universiteit, die geen notaris, kandidaat-notaris of geassocieerde notaris is;

- twee externe leden met een voor de opdracht relevante beroepservaring.

 

Au moins un membre de la commission de nomination de langue française ou un suppléant doit justifier de la connaissance de l'allemand. Cette condition n'étant pas réalisée pour les membres notaires de cette commission, la Chambre doit veiller à ce qu'elle soit remplie.

Ten minste één lid van de Franstalige benoemingscommissie of een plaatsvervanger moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits. Aangezien geen enkel lid-notaris dat bewijs levert, moet de Kamer iemand benoemen die dat doet.

 

La liste des candidats a été distribuée sous le n° 2460/1.

De kandidatenlijst werd rondgedeeld onder het nr. 2460/1.

 

Puisque le résultat du scrutin pour les membres effectifs aura une influence sur le choix des membres suppléants, le scrutin pour ces derniers aura lieu ultérieurement.

Aangezien het resultaat van de stemming voor de werkende leden van invloed zal zijn op de keuze van de plaatsvervangende leden, zal de stemming voor die laatsten later plaatsvinden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Le scrutin étant secret, les bulletins ne peuvent être signés.

Daar de stemming geheim is, mogen de stembiljetten niet worden ondertekend.

 

Nous devons d'abord procéder au tirage au sort d'un ou de deux bureaux de scrutateurs composés chacun de quatre membres qui seront chargés du dépouillement. Je vous propose cependant de désigner les deux secrétaires siégeant au bureau ce jour pour dépouiller les scrutins.

We moeten eerst een of twee bureaus van stemopnemers bij loting samenstellen. Elk bureau bestaat uit vier leden. Ik stel u evenwel voor om voor de stemopneming de twee secretarissen aan te stellen die heden aan het bureau plaats hebben genomen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

MM. Dirk Van der Maelen et Bart Somers sont désignés pour dépouiller le scrutin.

De heren Dirk Van der Maelen en Bart Somers worden aangesteld om de stemmen op te nemen.

 

Je vous propose de procéder au dépouillement du scrutin à la salle des Conférences, en présence des scrutateurs.

Ik stel u voor dat de stembiljetten geteld worden in de Conferentiezaal, in aanwezigheid van de stemopnemers.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

A l'appel de son nom, chaque membre est prié de venir déposer son bulletin non signé dans l'urne, en montant à la tribune, de ma gauche à ma droite.

Ik verzoek elk lid om bij het afroepen van zijn naam zijn ongetekende stembiljet in de stembus te komen deponeren. Gelieve langs mijn linkerzijde op het spreekgestoelte te komen en het aan mijn rechterzijde te verlaten.

 

Je rappelle qu'il y a lieu de voter en traçant une croix dans la case figurant en regard du nom du candidat choisi.

Ik wijs erop dat om te stemmen, men een kruisje in het vakje tegenover de naam van de gekozen kandidaat plaatst.

 

En outre, j'attire votre attention sur le fait que M. Luc Simonet et Mme Leen Desticker ont posé leur candidature en qualité de magistrat et de membre externe. Vous ne pouvez pas voter valablement deux fois pour la même personne.

Bovendien vestig ik uw aandacht op het feit dat de heer Luc Simonet en mevrouw Leen Desticker als magistraat en als extern lid kandidaat zijn. U kunt niet geldig twee keren voor dezelfde persoon stemmen.

 

J'invite les secrétaires à procéder à l'appel nominal.

Ik nodig de secretarissen uit de namen af te roepen.

 

Il est procédé à l'appel nominal.

Er wordt overgegaan tot de naamafroeping

 

Tout le monde a-t-il déposé son bulletin dans l'urne? (Oui)

Heeft iedereen gestemd? (Ja)

 

Je déclare le scrutin clos et invite les scrutateurs à procéder au dépouillement.

De stemming is gesloten. Ik nodig de secretarissen uit over te gaan tot de stemopneming.

 

18 Prise en considération de propositions

18 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents de ce matin, je vous propose également de prendre en considération:

- la proposition de loi de Mme Muriel Gerkens, MM. Stefaan Van Hecke et Kristof Calvo et Mmes Thérèse Snoy et d'Oppuers et Zoé Genot modifiant la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses, relative à la prise en compte de paramètres budgétaires européens dans le budget économique belge (n° 2485/1);

Renvoi à la commission des Finances et du Budget;

- la proposition de loi de MM. Eric Jadot et Stefaan Van Hecke et Mmes Muriel Gerkens et Zoé Genot modifiant la loi du 7 décembre 1998 organisant une police intégrée, structurée à deux niveaux, en vue d'instaurer un droit d'interpellation auprès du conseil de police (n° 2487/1).

Renvoi à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique.

 

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van deze voormiddag, stel ik u ook voor in overweging te nemen:

- het wetsvoorstel van mevrouw Muriel Gerkens, de heren Stefaan Van Hecke en Kristof Calvo en de dames Thérèse Snoy et d'Oppuers en Zoé Genot tot wijziging van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de inaanmerkingneming van Europese budgettaire parameters in de Belgische economische begroting (nr. 2485/1);

Verzonden naar de commissie voor de Financiën en de Begroting;

- het wetsvoorstel van de heren Eric Jadot en Stefaan Van Hecke en de dames Muriel Gerkens en Zoé Genot tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, teneinde bij de politieraad een interpellatierecht in te stellen (nr. 2487/1).

Verzonden naar de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

19 Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement et d'autres législations dans la mesure où elles sont relatives au statut des établissements de paiement, des établissements de monnaie électronique et des associations de crédit du réseau du Crédit professionnel (nouvel intitulé) (2431/8)

19 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen, van de instellingen voor elektronisch geld en van de kredietverenigingen uit het net van het Beroepskrediet (nieuw opschrift) (2431/8)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Cela ne marche pas.

 

(Le vote n° 1 est annulé)

(Stemming nr. 1 wordt geannuleerd)

 

Je vais suspendre la séance pendant dix minutes pour des raisons techniques.

 

Deuxième essai.

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

79

Oui

Nee

34

Non

Onthoudingen

11

Abstentions

Totaal

124

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2431/9)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2431/9)

 

20 Projet de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique (2432/1)

20 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (2432/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

115

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

9

Abstentions

Totaal

124

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2432/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2432/4)

 

21 Voorstel van resolutie tot verbetering van de procedure inzake uitvoer van nucleair materiaal (2475/1)

21 Proposition de résolution visant à améliorer la procédure d'exportation de matériel nucléaire (2475/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

124

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2475/2)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2475/2)

 

22 Wetsontwerp houdende wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie en houdende vaststelling van een overgangsregeling met betrekking tot de hervorming van het vervroegd rustpensioen voor zelfstandigen (nieuw opschrift) (2418/7)

22 Projet de loi portant modifications de l'arrêté royal du 30 janvier 1997 relatif au régime de pension des travailleurs indépendants en application des articles 15 et 27 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et de l'article 3, § 1er, 4°, de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire européenne et portant fixation d'une mesure transitoire relative à la réforme de la pension de retraite anticipée des travailleurs indépendants (nouvel intitulé) (2418/7)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

87

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

36

Abstentions

Totaal

123

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2418/8)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (2418/8)

 

22.01 Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb ja gestemd.

 

23 Adoption de l’ordre du jour

23 Goedkeuring van de agenda

 

Le président: Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

Je proclamerai les résultats de l'élection des notaires peut-être en votre absence mais je lèverai la séance après cette proclamation.

 

La séance est suspendue.

De vergadering is geschorst.

 

La séance est suspendue à 17.38 heures.

De vergadering wordt geschorst om 17.38 uur.

 

La séance est reprise à 18.01 heures.

De vergadering wordt hervat om 18.01 uur.

 

La séance est reprise.

De vergadering is hervat.

 

Scrutin (continuation)

Geheime stemming (voortzetting)

 

24 Résultat du scrutin pour la nomination des 4 membres 'non-notaires' effectifs au sein de la Commission de nomination de langue française et des 4 membres 'non-notaires' effectifs au sein de la Commission de nomination de langue néerlandaise pour le notariat (2460/1)

24 Uitslag van de stemming voor de benoeming van 4 werkende leden 'niet-notaris' van de Franstalige Benoemingscommissie en 4 werkende leden 'niet-notaris' van de Nederlandstalige Benoemingscommissie voor het notariaat (2460/1)

 

Votants

114

Stemmen

Blancs ou nuls

2

Blanco of ongeldig

Valables

112

Geldig

Majorité des 2/3

75

2/3 meerderheid

 

Les votes de préférence suivants ont été recensés:

De volgende voorkeurstemmen werden geteld:

 

Pour la Commission de nomination de langue française:

1. En qualité de magistrat:

- M. Olivier Michiels obtient 89 suffrages

- M. Luc Simonet obtient 0 suffrage

2. En qualité de professeur:

- M. Damien Jans obtient 108 suffrages

- M. Benoît Kohl obtient 2 suffrages

3. En qualité de membre externe:

- M. Christophe Beauduin obtient 2 suffrages

- M. François Derème obtient 2 suffrages

- M. Bernard Garcez obtient 87 suffrages

- M. Patrick Gielen obtient 87 suffrages

- M. Jean-Paul Pruvot obtient 1 suffrage

- M. Olivier Remacle obtient 11 suffrages

- M. Luc Simonet obtient 0 suffrage

 

Voor de Franstalige Benoemingscommissie:

1. In de hoedanigheid van magistraat:

- De heer Olivier Michiels behaalt 89 stemmen

- De heer Luc Simonet behaalt 0 stemmen

2. In de hoedanigheid van hoogleraar:

- De heer Damien Jans behaalt 108 stemmen

- De heer Benoît Kohl behaalt 2 stemmen

3. In de hoedanigheid van extern lid:

- De heer Christophe Beauduin behaalt 2 stemmen

- De heer François Derème behaalt 2 stemmen

- De heer Bernard Garcez behaalt 87 stemmen

- De heer Patrick Gielen behaalt 87 stemmen

- De heer Jean-Paul Pruvot behaalt 1 stem

- De heer Olivier Remacle behaalt 11 stemmen

- De heer Luc Simonet behaalt 0 stemmen

 

Pour la Commission de nomination de langue néerlandaise:

1. En qualité de magistrat:

- Mme Leen Desticker obtient 0 suffrage

- M. Philippe Gysbergs obtient 86 suffrages

- Mme Christine Lutters obtient 2 suffrages

- M. Johan Timmermans obtient 24 suffrages

2. En qualité de professeur:

- M. Piet Taelman obtient 102 suffrages

- Mme Evelyne Terryn obtient 0 suffrage

3. En qualité de membre externe:

- M. Jo Baret obtient 85 suffrages

- M. Frédéric Beuckelaers obtient 0 suffrage

- M. Wim De Mulder obtient 1 suffrage

- Mme Leen Desticker obtient 84 suffrages

- M. Piet Vermeeren obtient 25 suffrages

- M. Geert Vervaeke obtient 24 suffrages

 

Voor de Nederlandstalige Benoemingscommissie:

1. In de hoedanigheid van magistraat:

- Mevrouw Leen Desticker behaalt 0 stemmen

- De heer Philippe Gysbergs behaalt 86 stemmen

- Mevrouw Christine Lutters behaalt 2 stemmen

- De heer Johan Timmermans behaalt 24 stemmen

2. In de hoedanigheid van hoogleraar:

- De heer Piet Taelman behaalt 102 stemmen

- Mevrouw Evelyne Terryn behaalt 0 stemmen

3. In de hoedanigheid van extern lid:

- De heer Jo Baret behaalt 85 stemmen

- De heer Frédéric Beuckelaers behaalt 0 stemmen

- De heer Wim De Mulder behaalt 1 stem

- Mevrouw Leen Desticker behaalt 84 stemmen

- De heer Piet Vermeeren behaalt 25 stemmen

- De heer Geert Vervaeke behaalt 24 stemmen

 

Dès lors, sont proclamés élus membres effectifs non-notaires des Commissions de nomination pour le notariat:

Derhalve worden tot werkende leden niet-notarissen van de Benoemingscommissies voor het notariaat verkozen verklaard:

 

Pour la Commission de nomination de langue française:

1. En qualité de magistrat:

- M. Olivier Michiels

2. En qualité de professeur:

- M. Damien Jans

3. En qualité de membre externe:

- M. Bernard Garcez

- M. Patrick Gielen

 

Voor de Franstalige Benoemingscommissie:

1. In de hoedanigheid van magistraat:

- De heer Olivier Michiels

2. In de hoedanigheid van hoogleraar:

- De heer Damien Jans

3. In de hoedanigheid van extern lid:

- De heer Bernard Garcez

- De heer Patrick Gielen

 

Pour la Commission de nomination de langue néerlandophone:

1. En qualité de magistrat:

- M. Philippe Gysbergs

2. En qualité de professeur:

- M. Piet Taelman

3. En qualité de membre externe:

- M. Jo Baret

- Mme Leen Desticker

 

Voor de Nederlanstalige Benoemingscommissie:

1. In de hoedanigheid van magistraat:

- De heer Philippe Gysbergs

2. In de hoedanigheid van hoogleraar:

- De heer Piet Taelman

3. In de hoedanigheid van extern lid:

- De heer Jo Baret

- Mevrouw Leen Desticker

 

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 21 november 2012 om 14.15 uur.

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 21 novembre 2012 à 14.15 heures.

 

De vergadering wordt gesloten om 18.04 uur.

La séance est levée à 18.04 heures.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 111 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 111 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001 (annulé/geannuleerd)

 

 

Oui        

042

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, de Donnea François-Xavier, De Permentier Corinne, Destrebecq Olivier, Devin Laurent, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Lutgen Benoît, Maingain Olivier, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Özen Özlem, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Van Grootenbrulle Bruno, Vienne Christiane

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

007

Onthoudingen

 

Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

079

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, De Permentier Corinne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

034

Nee

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demol Elsa, De Ridder Min, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

011

Onthoudingen

 

Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Calvo y Castañer Kristof, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Lahssaini Fouad, Maingain Olivier, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Van Hecke Stefaan

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

115

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Colen Alexandra, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lacroix Christophe, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Özen Özlem, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non         

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

009

Onthoudingen

 

Balcaen Ronny, Boulet Juliette, Calvo y Castañer Kristof, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Lahssaini Fouad, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Van Hecke Stefaan

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui        

124

Ja

 

Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Colen Alexandra, Collard Philippe, Coudyser Cathy, Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demol Elsa, De Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Özen Özlem, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

087

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Collard Philippe, Dallemagne Georges, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, de Donnea François-Xavier, De Permentier Corinne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kindermans Gerald, Lacroix Christophe, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Mayeur Yvan, Michel Charles, Musin Linda, Özen Özlem, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Quickenborne Vincent, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

036

Onthoudingen

 

Annemans Gerolf, Bracke Siegfried, Colen Alexandra, Coudyser Cathy, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, Demol Elsa, De Ridder Min, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Logghe Peter, Luykx Peter, Maertens Bert, Maingain Olivier, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Thiéry Damien, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle