Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 18 octobre 2012

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 18 oktober 2012

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.20 heures et présidée par M. André Flahaut.

De vergadering wordt geopend om 14.20 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Steven Vanackere, Monica De Coninck, Maggie De Block

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Philippe Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin, Corinne De Permentier, Denis Ducarme, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;

Sophie De Wit, Barbara Pas, congé de maternité / zwangerschapsverlof;

Georges Dallemagne, Jean Marie Dedecker, Vincent Van Quickenborne, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;

Gerald Kindermans, OTAN / NAVO.

 

Le premier ministre, Elio Di Rupo (sommet européen), ainsi que le ministre des Affaires étrangères, Didier Reynders (Turquie), sont excusés.

 

Question

Vragen

 

01 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de kapitaalsverhoging van Dexia" (nr. P1214)

01 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "l'augmentation de capital de Dexia" (n° P1214)

 

01.01  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, de collega’s van de commissie voor de Financiën zullen zich nog wel herinneren dat we afgelopen zomer allemaal onze vakantie of campagne hebben onderbroken, om in de commissie met de minister de uitspraken van Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank, te bespreken.

 

Mijnheer de minister, u begon uw betoog over Dexia met een overzicht van de bedragen die Dexia al aan de Schatkist had betaald voor de waarborgen. We zouden zwaar geld verdienen aan Dexia: een uitspraak die de heer Leterme vorig jaar hier ook al had gedaan. Over de kapitaalverhoging waarnaar de heer Coene verwees, zei u dat u nog geen officiële vraag had gekregen van de toezichthouder, laat staan dat u daarover zou durven te spreken vóór de gemeenteraadsverkiezingen.

 

Ondertussen viel er wel een aantal lijken uit de kast. Zo moesten we geld steken in de Dexiabank Luxemburg, of BIL, die werd verkocht. Ondertussen zei Karel De Boeck, CEO van Dexia, in de media dat achter de schermen aan een kapitaalverhoging werd gewerkt. Nu de gemeenteraadsverkiezingen voorbij zijn, kunt u wellicht enige duidelijkheid verschaffen aan de belasting betalende burgers.

 

Mijnheer de minister, ten eerste, hoe zit dat nu met die kapitaalverhoging? Wat is de stand van zaken? Hoe ver staat het met de voorbereidingen? Over welk bedrag spreken we? Zullen we ook hier weer het merendeel van die lasten afschuiven op de Belgische belastingbetaler?

 

Ten tweede, hoe zit het met het dossier van de Franse poot, Dexma, waarin de Fransen hun woord evenmin hielden?

 

Mijnheer de minister, ik hoop zeker een aantal antwoorden te krijgen. Ik begrijp dat u over een aantal zaken geen details kunt geven, maar ik verwacht wel een concreet tijdspad voor de manier waarop u de Belgische belastingbetaler kunt ontlasten van die molensteen rond zijn nek. Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

01.02 Minister Steven Vanackere: Collega, ik dank u voor de vraag. Ik wil u even corrigeren. Ik hoefde geen campagne te onderbreken, aangezien ik niet in campagne was.

 

Het klopt dat wij hierover afgelopen zomer een gesprek hebben gehad. Ik heb toen, met een andere lichaamstaal dan dewelke die u nu gebruikt, duidelijk gesteld dat er op dat ogenblik geen officiële vraag was met betrekking tot een kapitaalverhoging.

 

Ik heb toen verwezen naar de situatie van nagenoeg alle Europese banken, waarbij er als gevolg van Basel III wel degelijk kapitaalverhogingen waren aangekondigd voor nagenoeg alle financiële instellingen van een bepaalde omvang.

 

U hebt altijd kunnen begrijpen dat ik verwachtte dat de situatie economisch gesproken voor Dexia Holding niet anders zou zijn. Het zou bijzonder verwonderlijk zijn mocht het voor Dexia Holding anders zijn.

 

Ik heb ook altijd gezegd dat wij ons daarover niet hoeven uit te spreken als wij niet worden geconfronteerd met een duidelijke, officiële vraag.

 

Het is echt niet verwonderlijk dat er discussies aan de gang zijn over de mogelijke noodzaak om het kapitaal van Dexia te verhogen en een en ander technisch wordt voorbereid. De gouverneur van de Nationale Bank heeft dat trouwens ook duidelijk gesteld in het Parlement.

 

Wij zijn dat aan het bestuderen in het kader van een globaal pakket, dat niet alleen te maken heeft met het kapitaalniveau, maar ook met de garanties en met de vergoeding voor die garanties.

 

Dat globaal pakket moet worden besproken met de drie betrokken landen en uiteraard, voor zover het een mogelijke staatssteun betreft, ook met de Europese Commissie.

 

In het licht daarvan zullen wij in de komende weken een nieuw herstructureringsplan dat alle aspecten behandelt, voorleggen aan de Europese Commissie. Ik heb daaromtrent gisteren nog contact gehad met commissaris Almunia.

 

Ten slotte, het is duidelijk dat Dexia een restbank moet worden, die gradueel haar activiteiten kan uitdoven op een manier dat wij de bestaande garanties nooit hoeven aan te spreken. Dat is het doel, waar wij naartoe werken en waarvoor wij ons inzetten.

 

01.03  Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik kijk de komende weken alleszins uit naar nadere details van het nieuwe herstructureringsplan. Ik kijk bijvoorbeeld uit naar het antwoord op de vraag of de verdeling van de waarborgen gelijk blijft.

 

Van één zaak kan ik u alleszins niet betichten. Dat is van inconsistentie. U bent bijzonder consistent. U hebt het hier mooi herhaald: laten we er niet over spreken. Zulks was bij Dexia het verhaal en ook bij de begroting. De huidige regering wou vóór de verkiezingen nergens over spreken, wat bijzonder duidelijk was.

 

Het is bijzonder tekenend dat u in de Kamer, zijnde het hoogste controleorgaan der democratie, niet over het dossier wou spreken, maar dat de CEO van Dexia er wel over durft te spreken. Hij durft met de media wel over het dossier te spreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van mevrouw Veerle Wouters aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de intresten en stortingen in het kader van de 'rijkentaks'" (nr. P1215)

02 Question de Mme Veerle Wouters au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "les intérêts et les versements dans le cadre de la 'taxe des riches'" (n° P1215)

 

02.01  Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de rijkentaks brengt niet op wat hij zou moeten opbrengen, een schamele 15 miljoen euro in plaats van de begrootte 134 miljoen euro. Wat blijkt immers, een aantal banken betaalt deze taks nog niet omdat zij niet exact weten hoe zij deze maatregel moeten uitvoeren.

 

Een belegger kan immers kiezen voor één effect, of een groep van effecten, op wie hij die maatregel al dan niet toegepast wil zien. Het gevolg is dat de banken verdere instructies afwachten van de FOD Financiën om deze maatregel, deze zeer complexe belasting, correct te laten berekenen. Daarenboven hangt hen een boete of een verwijlintrest boven het hoofd indien zij vanaf 1 augustus de roerende inkomsten niet doorstorten naar de Staatskas.

 

Mijnheer de minister, mijn vragen zijn de volgende. Kloppen deze cijfers? Hoe verklaart u deze cijfers? Vindt u het niet erg dat 10 maanden na de invoering van deze maatregel het voor de banken nog niet helemaal duidelijk is hoe zij die maatregel moeten toepassen? Vindt u het fair dat zij een boete moeten betalen als u zelf niet weet hoe die regel moet worden toegepast? Ten slotte, zult u terugkeren naar de eenvoudige, bevrijdende roerende voorheffing zoals u onlangs hebt aangekondigd?

 

02.02 Minister Steven Vanackere: Mevrouw Wouters, laat ons eerst even afwachten tot het stof is gaan liggen om te bepalen hoeveel een en ander heeft opgebracht. Ik meen dat het nog wat vroeg is om de eindstand aan te kondigen.

 

U weet dat de bijkomende heffing van 4 % wordt ingehouden bij de uitbetaling van de roerende inkomsten. Dat gebeurt door de laatste tussenpersoon, in de meeste gevallen een financiële instelling. Naar keuze van de belastingplichtige wordt die 4 % ingehouden of niet. Indien er geen inhouding is, dan worden de inkomsten gemeld aan het centrale aanspreekpunt. Dat is het principe.

 

Omdat de meeste instellingen bij het begin van het jaar niet klaar waren om de inhouding van 4 % te doen heeft het Parlement een inloopperiode ingesteld. Voor de inkomsten die zijn toegekend in de periode van 1 januari tot en met 31 juli zullen er geen intresten verschuldigd zijn als de aangifte of de betaling van de ingehouden 4 % laattijdig gebeurt. Daartegenover zullen er wel nalatigheidintresten verschuldigd zijn wanneer het gaat om laattijdige aangifte of betaling van de ingehouden 4 % die betrekking heeft op de inkomsten vanaf 1 augustus 2012.

 

De aangifte en de betaling van de ingehouden 4 % moeten in principe gebeuren de 15de van de maand volgend op die waarin de inkomsten zijn toegekend. Wanneer een financiële instelling bijvoorbeeld voor de inkomsten van de maand september pas een aangifte en betaling zou doen in november, dan zal er inderdaad voor 1 maand verwijlintrest verschuldigd zijn. Ik stel voor dat wij dit geen boete noemen, het gaat om een nalatigheidintrest. Wanneer de financiële instelling voor de inkomsten van de maand september tegen 15 oktober een onvolledige aangifte doet en betaalt, dan is daarop geen intrest verschuldigd. Als de instelling daarna voor dezelfde maand september een aanvullende aangifte doet in november, dan zal op die aanvullende aangifte weer wel intrest verschuldigd zijn voor 1 maand.

 

Ik laat tot slot ook nog opmerken dat deze regeling, waarbij men bepaalde sommen kan verschuiven in de tijd, er gekomen is op stellig aandringen van een aantal financiële instellingen.

 

02.03  Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de minister, vandaag is het 18 oktober, bijna tien maanden na de inwerkingtreding van die regel. Ik meen dat u toch al een goed zicht zou moeten hebben op de inkomsten die hij opgebracht heeft. Meestal doet u altijd het tegenovergestelde van wat u zegt, mijnheer de minister. U kondigt een vereenvoudiging aan, maar u neemt dan meestal onuitvoerbare maatregelen, die uiteindelijk niets opbrengen en vaak veel rechtsonzekerheid creëren. Dat is typisch iets voor u, mijnheer de minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de fiscale aftrek voor dakisolatie en de begrotingsmaatregelen op sociaal en ecologisch vlak" (nr. P1216)

03 Question de M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la déductibilité fiscale pour l'isolation des toitures et les mesures budgétaires sur les plans social et écologique" (n° P1216)

 

03.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vicepremier, u staat met de regering voor een belangrijke saneringsoefening en voor de uitdaging om de economie uit het slop te trekken. Vorig jaar was dat ook het geval en de eerste beslissing die uw regering vorig jaar heeft genomen, was de afschaffing van de belastingaftrek voor milieuvriendelijke investeringen, dubbel glas en dergelijke meer. Uiteindelijk bleef alleen de fiscale aftrek voor dakisolatie nog over als federale maatregel.

 

Wij kennen de gevolgen. Dat had een effect op jobs en op de omzet van ondernemingen. De Confederatie Bouw heeft de vermindering van de omzet op ongeveer 1 miljard euro geraamd.

 

U hebt wel een relanceplan aangekondigd om een en ander voor de economie te compenseren. Dit zou er komen voor de paasvakantie, daarna werd het voor de zomervakantie. We kennen het verhaal. Het werden vijgen na Pasen.

 

Mijnheer de vice-eersteminister, wij zijn bezorgd en verontrust, niet alleen omdat uw voorzitter vandaag zegt dat hij in de eerste plaats in de sociale zekerheid wil zoeken naar besparingen, maar vooral omdat wij geruchten opvangen dat er ook aan de fiscale aftrekbaarheid van dakisolatie zou worden geraakt. Dit zou uiteraard de doodsteek betekenen voor de groene economie.

 

Daarom heb ik een heel concrete vraag. Kunt u ons garanderen dat er niet opnieuw zal gesnoeid worden in de fiscale aftrek van milieuvriendelijke investeringen, vooral op het vlak van de dakisolatie?

 

03.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer Van Hecke, u weet beter dan te luisteren naar geruchten. Ik zal u en de publieke opinie geruststellen. Vele mensen in ons land vinden dat een energiebesparend beleid het beste gevoerd wordt op het beleidsniveau dat er het dichtst bij aanleunt, namelijk de Gewesten. U weet dat daar één uitzondering op bestaat, de belastingvermindering voor dakisolatie, die op het federale niveau gebleven is. Overeenkomstig de akkoorden die afgesloten zijn, zal ook deze bevoegdheid overgedragen worden naar de Gewesten, met inbegrip van de middelen die overeenstemmen met het beleid ter zake.

 

Met andere woorden, het is mogelijk dat u geruchten opvangt dat het federale niveau nog snel de deur wil toedoen en dit beleid wil afschaffen voor het wordt overgeheveld, zonder middelen. Ik kan u evenwel verzekeren dat u dat gerucht als een proefballon mag categoriseren. U weet wat er met proefballonnen gebeurt. Zij vallen op de grond en liggen daar dan troosteloos niks te doen. Ik wil u geruststellen, dat is niet de intentie van deze regering. Het is wel degelijk onze bedoeling inzake dakisolatie te doen wat de meeste partijen wensen – ik neem aan dat u daar ook niet tegen zult zijn – en te evolueren naar een homogener beleid. Wij zullen de middelen ter zake dus samen met de bevoegdheden overhevelen wanneer de Gewesten hun volledige verantwoordelijkheid zullen kunnen opnemen.

 

03.03  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de vice-eersteminister, het voordeel van uw antwoord is dat het zeer duidelijk is. Het is nu vastgelegd op beeld, op papier, enzovoort. Wij kunnen dus met een gerust hart uitkijken naar de besprekingen.

 

Wij waren ongerust, mijnheer de vice-eersteminister, omdat die piste vorig jaar evenmin circuleerde maar er plots is gekomen. De afschaffingen waarover toen werd beslist waren nooit ter sprake gekomen maar lagen plots op tafel. Dat maakte ons zeer ongerust.

 

Maar goed, u hebt ons gerustgesteld. Wij vragen u, voor u in conclaaf gaat, regel dit op een sociaal en ecologisch verantwoorde manier. Dat is het belangrijkste: toekomstgericht denken. Denk ook aan de groene economie. Ik hoop dat wij volgende week, wanneer wij dit debat voortzetten, zullen kunnen vaststellen dat u woord gehouden hebt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- de heer Peter Vanvelthoven aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de problemen met het nieuwe computersysteem bij de 112-noodcentrales" (nr. P1217)

- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de problemen met het nieuwe computersysteem bij de 112-noodcentrales" (nr. P1218)

- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de problemen met het nieuwe computersysteem bij de 112-noodcentrales" (nr. P1219)

04 Questions jointes de

- M. Peter Vanvelthoven à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les problèmes liés au nouveau système informatique des centres d'appel du 112" (n° P1217)

- Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les problèmes liés au nouveau système informatique des centres d'appel du 112" (n° P1218)

- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les problèmes liés au nouveau système informatique des centres d'appel du 112" (n° P1219)

 

04.01  Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, enkele jaren geleden hebben wij het begrip “snelste adequate hulp” in het leven geroepen, zeer terecht overigens. Het komt erop neer dat de verschillende brandweerkorpsen zodanig moeten samenwerken dat zij zelfs buiten de zone eventueel hulp gaan bieden, om zo snel mogelijk ter plaatse te zijn en mensen in nood te helpen. Op de werkvloer zijn er heel wat inspanningen geleverd om dat ook te realiseren. Als burgemeester weet ik dat veel personeelskracht en ook veel middelen worden gespendeerd om elke seconde tijdswinst te kunnen realiseren. In geval van nood is elke seconde immers van levensbelang.

 

Nu stellen wij vast dat het nieuw softwaresysteem voor de oproepcentrales 112 ervoor zorgt dat alle seconden winst die wij de voorbije jaren hebben geboekt plots weg zijn. Het initiëren van een oproep, het initiëren van hulp, gebeurt tegenwoordig veel trager dan ooit tevoren. Ik heb daarover uw reactie in de krant gelezen, waarbij u zei dat u werkt aan een plan van aanpak.

 

Mevrouw de minister, heb ik daarover twee vragen.

 

Ten eerste, hoe is het in godsnaam mogelijk dat via dit nieuw softwaresysteem de oproepen veel trager worden verwerkt dan voorheen? Werd dat systeem wel voldoende getest?

 

Ten tweede, en veel belangrijker, hoe zult u dat probleem, waarbij mensenlevens op het spel kunnen staan, zo snel mogelijk oplossen?

 

04.02  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de nieuwe software van de provinciale noodcentrales wordt vandaag in de pers vergeleken met een overvolle handtas. Ik merk dat u ook een grote handtas bij u hebt. In dat geval wordt er gezegd dat men wel alles bijheeft, maar dat men er lang moet in rommelen alvorens men iets vindt.

 

Bijkomende problemen zijn onder meer de verkeerde berekeningen over welk brandweerkorps zich het dichtst bij een incident bevindt, de omschakeling van ambulances op de terugweg van het ziekenhuis en het feit dat er geen waarschuwingen komen voor dubbele meldingen. Volgens de vakbonden echter is het grootste probleem het constante personeelsgebrek in de centrales.

 

Zoals collega Vanvelthoven daarnet al zei, u kondigde een actieplan aan om die problemen aan te pakken. Welnu, ik heb dienaangaande ook drie vragen.

 

Ten eerste, deelt u de visie dat de nieuwe software voor de provinciale noodcentrales haaks staat op het principe van de snelste adequate hulp?

 

Ten tweede, kunt u bevestigen dat de veranderingen op het terrein op heel wat weerstand stuiten bij het personeel? Behoort dat tot de gebruikelijke veranderingsweerstand, zoals ik dat durf noemen? Of stellen er zich meer fundamentele problemen?

 

Ten slotte, wanneer mogen wij het actieplan verwachten en waaruit zal het bestaan?

 

04.03  Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, de omschakeling van het noodnummer 101 naar het Europese noodnummer 112 was een goed initiatief. De essentie van een noodnummer is de snelheid. Alles moet zo sec mogelijk verlopen. Het moet snel, efficiënt en correct gaan.

 

In de nieuwe ontwikkelde software zitten te veel sporten op de ladders. De wagen is blijkbaar te vol geladen. Daardoor is de berekening van de dichtstbijzijnde hulpverleningsmogelijkheid blijkbaar niet altijd correct, zijn er geen waarschuwingen van dubbele meldingen en is het moeilijk om terugkerende ambulances naar een nieuwe plaats uit te sturen.

 

Kunt u deze mankementen bevestigen?

 

Is het louter een overgangsprobleem of zit de kwaal dieper?

 

Is het waar dat de procedure thans drie keer trager verloopt dan voorheen?

 

04.04 Minister Joëlle Milquet: De politieke beslissing om over te gaan naar de CAD-Astrid-technologie werd in 2004 genomen, door de toenmalige regering, in het raam van de Europese richtlijn die bepaalt dat elke burger de verschillende nooddiensten moet kunnen bereiken via een uniek nummer. Er werd voor CAD Astrid gekozen omdat die technologie reeds in de 101-centrales werd gebruikt.

 

Op dit ogenblik zijn er al 300 centrales gemigreerd naar de CAD-Astrid-technologie, in Namen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Er zijn belangrijke voordelen aan die migratie, waaronder de snelheid, door de onmiddellijke uitwisseling van informatie tussen de politie en de nooddiensten. Er is natuurlijk een overgangsfase tijdens de migratie. Om sommige problemen te vermijden, hebben wij al een actieplan opgesteld. Een groot deel van de problemen werd bijna onmiddellijk opgelost. Een beperkt aantal andere punten vergt om technologische redenen meer tijd.

 

Op mijn initiatief werd al bekeken welke nieuwe technische aanpassingen aan het systeem kunnen worden uitgevoerd om de snelheid nog te verbeteren – dat is noodzakelijk – en wat de financiële implicaties daarvan zijn. Ik heb in september een gedetailleerd verslag van mijn diensten gekregen. Binnenkort zullen wij een beslissing nemen, waarschijnlijk op basis van de resultaten van het conclaaf. Natuurlijk komt in geen enkel geval de veiligheid van de burger daardoor in het gedrang.

 

04.05  Peter Vanvelthoven (sp.a): Mevrouw de minister, uw laatste zin verontrust mij toch. U zegt dat de veiligheid van de burgers op geen enkele wijze in gevaar komt, maar in de verslagen van uw eigen diensten wordt vastgesteld dat er toch heel wat problemen zijn. U mag daar niet zo licht overheen gaan. Het zou misschien goed zijn, mochten de geïnteresseerde collega’s in het Parlement het actieplan dat u heeft opgesteld of laat opstellen even ter inzage kunnen krijgen. Als wij het over snelle en adequate hulp hebben, dan kan de regering in dezen misschien best de snelste en meest adequate hulp inroepen om dit probleem op te lossen.

 

04.06  Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mevrouw de minister, ik sluit mij aan bij de repliek van mijn collega Vanvelthoven. Het antwoord dat wij vandaag krijgen, stelt mij niet helemaal gerust. U zegt dat een aantal kleine problemen al opgelost is en dat de andere opgelijst, maar nog niet opgelost zijn. Dat zal afhangen van de centen. Ik sluit mij aan bij het gevoerde pleidooi en vraag u om die andere problemen ook zo vlug mogelijk adequaat op te lossen, in het belang van alle slachtoffers die op de noodcentrales een beroep moeten doen.

 

04.07  Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de diagnose is niet moeilijk. Het aantal elementen dat in de oproep zit, moet worden ontladen.

 

Wij moeten echter ook heel snel tot een remedie komen. Het gaat hier immers om het acuut welzijn van mensen. Bij noodoproepen mag het systeem niet falen.

 

Ik begrijp dat er voor het vinden van een remedie werkgroepen en actieplannen moeten zijn. Er moeten echter vooral werkploegen en actiedaden zijn. Ik neem aan dat wij kunnen vooropstellen dat een en ander tegen eind 2012 in staat van perfectie zou moeten zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Mme Catherine Fonck à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, sur "l'accord social 2013" (n° P1220)

05 Vraag van mevrouw Catherine Fonck aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, over "het sociaal akkoord 2013" (nr. P1220)

 

05.01  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, l'accord social du non-marchand en 2013 est maintenant en cours de discussion depuis plusieurs mois. Il concerne le secteur très large des soins de santé, qu'il s'agisse des hôpitaux, des maisons de repos, des centres de jour, des soins à domicile ou des centres de revalidation pour ne citer que les principaux.

 

Les partenaires sociaux se sont accordés sur une enveloppe de 50 millions d'euros, dont 40 millions d'euros pour la création d'emplois et 10 millions d'euros pour renforcer le deuxième pilier de pension des travailleurs salariés de l'ensemble des secteurs auxquels je viens de faire référence.

 

J'apprends, cependant, que ces 10 millions d'euros ne seraient pas affectés au renflouement du second pilier de pension. Or, ce dernier est capital puisqu'il vise à rattraper le différentiel profondément injuste au niveau du secteur des soins de santé entre les travailleurs qui sont salariés et ceux qui ont le statut de fonctionnaires. À même travail – je prends l'exemple d'une infirmière –, à même salaire, le différentiel est de 500 euros net en matière de pension.

 

Madame la ministre, comment allez-vous résoudre ces inégalités de traitement? L'accord social ne représente-t-il pas précisément l'occasion de commencer à corriger ce différentiel de pension qui, aujourd'hui, s'inscrit largement au détriment de l'ensemble du personnel salarié des soins de santé, ce qui représente environ 89 % du personnel?

 

05.02  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, madame Fonck, vous vous insérez dans un débat effectivement important, qui est une négociation sociale entre le gouvernement, d'une part, et les partenaires sociaux, d'autre part.

 

Lors de l'accord de gouvernement, nous avions pu dégager, malgré les difficultés budgétaires, un montant de 40 millions d'euros pour un accord social dans le secteur non marchand. En été, pour faciliter les discussions de cet accord social difficile, nous avons, avec ma collègue Monica De Coninck, pu obtenir un supplément de 10 millions, nous permettant, finalement, de rencontrer toute une série de demandes, émanant tant des organisations d'employeurs que des organisations de travailleurs.

 

Nous sommes occupés à travailler autour d'un accord. Globalement, cet accord va surtout soutenir l'emploi. Le montant de 40 millions d'euros sera, avant tout, consacré au soutien de l'emploi dans le secteur non marchand. Qu'il s'agisse des maisons de repos et de soins, des soins à domicile, des hôpitaux, il y a un véritable besoin en la matière.

 

Pour ce qui concerne le surplus, à l'écoute des uns et des autres, nous essayons de renflouer, pour certains, le deuxième pilier de pension. Pour les autres, notre volonté est d'effacer les barèmes les plus bas. En effet, certains personnels, parmi lesquels les aides-soignantes qui travaillent dans les maisons de repos et de soins, reçoivent un salaire inférieur au barème pour ainsi dire minimal. Nous avons donc fait des propositions dans ce sens-là. Pour le moment, l'ensemble des organisations d'employeurs, l'ensemble des organisations des travailleurs du secteur privé ainsi que la CSC secteur public ont décidé de présenter positivement toutes ces propositions à leurs mandants. Une réunion est prévue avec eux le 24 octobre prochain. J'espère que nous pourrons signer un accord bon pour l'emploi et bon pour la revalorisation de certains salaires particulièrement bas, compte tenu du travail réellement assuré par ces auxiliaires de la santé.

 

05.03  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Certes, vous nous avez donné des informations quant à l'état des négociations, mais permettez-moi de vous dire que vous n'avez pas répondu à ma question concernant le débat sur le deuxième pilier de l'ensemble du personnel salarié de tous ces secteurs.

 

Ne pas saisir l'occasion alors que cela a été discuté par les partenaires sociaux revient clairement à laisser croire que l'ensemble de ce personnel est un personnel de seconde zone. J'insiste donc auprès de vous et de votre collègue pour que ce second pilier de pension puisse être renfloué et surtout que les discriminations qui existent entre les pensions des uns et des autres puissent commencer à être résorbées.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

(Brouhaha)

 

Le président: Chers collègues, puis-je vous demander de bien vouloir vous entretenir hors de cette enceinte car le bruit de fond est incroyable vu les multiples conversations?

 

Nous allons maintenant passer aux questions suivantes. Au départ, quatre questions relatives à la situation financière de l'État, adressées au premier ministre, ont été renvoyées à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique. Une question sur le même sujet de Mme Gerkens, posée au ministre du Budget en raison de l’absence du premier ministre, sera jointe aux précitées.

 

06 Questions jointes de

- M. Bernard Clerfayt au premier ministre sur "la situation financière de l'État" (n° P1221)

- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre sur "le déficit du budget 2012 en cours" (n° P1222)

- M. Jenne De Potter au premier ministre sur "le déficit du budget 2012 en cours" (n° P1223)

- Mme Karin Temmerman au premier ministre sur "le déficit du budget 2012 en cours" (n° P1224)

- Mme Muriel Gerkens au ministre du Budget et de la Simplification administrative sur "le budget 2013" (n° P1231)

06 Samengevoegde vragen van

- de heer Bernard Clerfayt aan de eerste minister over "de financiële toestand van de Staat" (nr. P1221)

- de heer Hagen Goyvaerts aan de eerste minister over "het tekort op de lopende begroting 2012" (nr. P1222)

- de heer Jenne De Potter aan de eerste minister over "het tekort op de lopende begroting 2012" (nr. P1223)

- mevrouw Karin Temmerman aan de eerste minister over "het tekort op de lopende begroting 2012" (nr. P1224)

- mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging over "de begroting 2013" (nr. P1231)

 

06.01  Bernard Clerfayt (FDF): Monsieur le président, je souhaitais m'adresser à tout le gouvernement en la personne du premier ministre. J'aurai le plaisir de poursuivre les débats que j'ai eus cette dernière semaine avec Mme Onkelinx sur un tout autre sujet.

 

Le Comité de monitoring vient de rendre son rapport et d'indiquer qu'il y a un trou dans les caisses de l'État à hauteur de 800 millions d'euros. C'est évidemment préoccupant. Cela invite le gouvernement à accélérer ses travaux budgétaires qu'il avait retardés pour cause d'élections communales et, peut-être, pour ne pas annoncer de mauvaise nouvelle.

 

On sait aussi que l'effort à faire pour 2013 est de l'ordre de 3,7 milliards d'euros, ce qui équivaut à 4,5 milliards d'effort budgétaire annoncé. Il est donc temps de savoir si le gouvernement sera en mesure de répondre à cette urgence, à cette nécessité de présenter un budget en équilibre mais il faut aussi s'interroger sur les raisons profondes qui font que les recettes fiscales sont en baisse. Ces raisons sont la crise et le fait que le gouvernement ait déjà pris, par le passé, des mesures d'austérité qui accroissent les difficultés budgétaires. Le nombre de faillites augmente, les pertes d'emploi se multiplient. Même le secteur de la construction annonce de mauvaises nouvelles.

 

Si le gouvernement prend de nouvelles mesures d'austérité, il va accroître la crise et empirer sa situation budgétaire. Le gouvernement sera-t-il en mesure non seulement de répondre aux obligations européennes mais également de prendre des mesures de relance qui sont annoncées depuis si longtemps et qui sont attendues. Elles seules permettraient de trouver une issue à la crise que vivent les citoyens et les entreprises. Mon parti, MM. Maingain, Thiéry et moi-même appelons depuis longtemps un plan de relance, qu'on annonce mais qu'on ne voit pas venir!

 

06.02  Hagen Goyvaerts (VB): Mevrouw de vice-eerste minister, wanneer ik u vandaag ondervraag over de begrotingstoestand, dan heeft dat alles te maken met het feit dat het rapport van het monitoringscomité u opnieuw voor de waarheid heeft gesteld. Er moet voor 800 miljoen euro worden bijgestuurd om de begroting van 2012 op het spoor te houden. We kennen de begrotingsimpact voor 2013 en 2014. Die oefening moet u binnenkort maken.

 

Het cijfer van 800 miljoen euro kan misschien vreemd zijn, maar ons verbaast het niet. De gemeenteraadsverkiezingen zijn voorbij en er vallen opnieuw lijken uit de kast. Nochtans, vlak voor het zomerreces verklaarde de eerste minister van op het spreekgestoelte dat de begroting in orde was en dat we tot de beste leerlingen van Europa behoorden. Ik meen mij ook te herinneren dat de minister van Financiën geen kandidaat was bij de lokale verkiezingen en tijdens de vakantie op post zou blijven om ’s lands financiën te beheren en de begroting op het spoor te houden. Nu blijkt dat zulks niet het geval is.

 

Welke structurele maatregelen zal de regering nog nemen om haar engagement, zijnde het begrotingstekort beperken tot 2,8 %, waar te maken? Ik neem daarmee aan dat u geen belastingsverhogingen zal aankondigen, geen bevriezing van uitgaven en geen eenmalige maatregelen zoals de verkoop van gebouwen of een extra dividend van een overheidsbedrijf.

 

06.03  Jenne De Potter (CD&V): Mevrouw de vice-eerste minister, vorige week werden er heel wat vragen gesteld over de begroting. Wij hebben toen met genoegen vastgesteld dat heel wat partijen ons standpunt delen om tijdens de begrotingsopmaak van 2013 ook al de krachtlijnen van de begroting van 2014 vast te leggen.

 

Onze fractie heeft een begroting op orde altijd als prioriteit en als beste relancemaatregel naar voren geschoven. Dat blijft zo, zeker gezien de hoogte van onze staatsschuld.

 

Op het ogenblik zijn we aardig op koers om in 2015 een begrotingsevenwicht te bereiken. De budgettaire inspanningen voor ons land, en voor de rest van Europa, zijn echter enorm. Volgens het monitoringscomité is in 2012 nog een extra inspanning van 811 miljoen euro nodig. Die is het gevolg van een lagere economische groei dan aanvankelijk verwacht en moet ons op een tekort van maximaal 2,8 % brengen. Voor 2013 en 2014 is de inspanning natuurlijk nog veel aanzienlijker.

 

Mevrouw de minister, België heeft zich geëngageerd in een ambitieus, niet altijd populair, maar vooral absoluut noodzakelijk pad naar een begrotingsevenwicht in 2015. Ik hoor en lees dat er twijfel bestaat of we het begrotingstraject, zoals afgesproken met Europa, al dan niet moeten aanhouden. Laat het duidelijk zijn: voor ons bestaat daar geen twijfel over. Het begrotingstraject zoals afgesproken met Europa, dat ons in 2015 tot een begroting in evenwicht moet brengen, moet worden gerespecteerd. Vandaag de teugels vieren is geen optie. Dat betekent dat er nood is aan een zuinig beleid, aan structurele hervormingen, aan een verdere ontvetting van de Staat, aan een beleid dat de toekomst voorbereidt en aan een slimme relance van de economie.

 

Mevrouw de vicepremier, zal de regering vasthouden aan de budgettaire engagementen van het stabiliteitsprogramma, zodat we in 2015 op een begrotingsevenwicht uitkomen?

 

Wordt met de begroting 2013 ook al de begroting van 2014 voorbereid?

 

06.04  Karin Temmerman (sp.a): Mevrouw de minister, de afgelopen dagen bereikten de cijfers van het monitoringcomité ons. We wisten het al, het zijn alarmerende cijfers. Het is nogmaals voor iedereen duidelijk: we zullen moeten besparen.

 

Naast die cijfers hebben we gisteren de cijfers ontvangen omtrent de armoede in ons land, specifiek omtrent de armoede bij kinderen. Dat zijn ook alarmerende cijfers. Ik wil aan u, mevrouw de minister, en aan de regering vragen om die cijfers in acht te nemen. We kunnen niet toelaten dat de stijgende ongelijkheid, die er manifest is, groter wordt. Integendeel, we moeten er alles aan doen om de ongelijkheid terug te dringen. Vooral in tijden van crisis is het belangrijk om dat te doen, zodat we niet in een negatieve spiraal terechtkomen.

 

Mevrouw de vice-eersteminister, ook wij willen dat het budget onder controle blijft. Laten we dat duidelijk stellen. Ook wij willen dat de geplande budgetcontrole en de afspraken die met Europa werden gemaakt, nagekomen worden. Laat daarover geen misverstand bestaan.

 

Sp.a wil echter geen blinde of asociale besparingen. We zullen erover waken dat de koopkracht bewaard blijft. We zullen ervoor zorgen dat zij die werken en zij die voor werk zorgen, beschermd worden. Daarom pleiten wij nogmaals voor een grote fiscale hervorming.

 

De fiscale hervorming moet rechtvaardig zijn en moet arbeid belonen. Met andere woorden, er moet een verschuiving komen van lasten op arbeid naar lasten op vermogenswinst.

 

Mevrouw de vice-eerste minister, kunt u de cijfers die in de kranten stonden, nogmaals bevestigen?

 

Wat is de timing van de bespreking? Wij hebben nu immers de cijfers; vorige week was daarover nog enige onduidelijkheid.

 

Kunt u de timing van de besprekingen, ook die hier in het Parlement, wat nader toelichten?

 

Kunt u ons de garantie geven dat de begroting rechtvaardig zal zijn?

 

06.05  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, nous avions adressé notre question au ministre Chastel car nous avions remarqué que le premier ministre était absent.

 

Nous nous joignons évidemment aux autres questions posées puisque nous partageons la même préoccupation, à savoir la situation financière de notre État. Les chiffres montrent qu'il manque plus de 800 millions pour clôturer l'exercice 2012 et qu'il va encore falloir trouver au minimum 3,7 milliards en 2013.

 

La situation est préoccupante. Avant les vacances, on nous a dit que la situation de la Belgique était bonne et sous contrôle et puis le 9 octobre, nous avons dû nous priver d'une déclaration gouvernementale. C'est gênant: l'année parlementaire ne redémarre pas vraiment avec un gouvernement se mobilisant pour un projet politique. Et aujourd'hui, on ne peut que relever des chiffres inquiétants.

 

Ce qui est également inquiétant, c'est l'accès limité aux informations. Nous devons nous contenter de la presse. Et qu'entend-on? Qu'il va falloir diminuer les dépenses publiques! La ministre Laruelle disait à la radio ce matin que la proportion de la diminution des dépenses publiques devait être supérieure aux autres mesures de recettes supplémentaires. Il va donc y avoir un gel des dépenses non obligatoires. Les factures ne seront pas payées.

 

Ma question porte sur ces mesures, madame la ministre. Je voudrais savoir si le gouvernement a déjà mesuré leur impact sur l'avenir des sociétés, l'avenir des services publics au bénéfice des citoyens. Avez-vous envisagé les faillites des entreprises non payées?

 

J'aimerais également que vous nous donniez des indications plus précises sur le timing et la manière dont vous allez élaborer et nous présenter ce budget.

 

06.06  Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je comprends très bien qu'on ait tous très envie et besoin de discuter des futurs exercices budgétaires mais nous allons faire cela dans l'ordre, en commençant par l'ajustement budgétaire 2012, puis en travaillant sur le budget 2013. Il s'avère que ces deux exercices seront difficiles.

 

Effectivement, en ce qui concerne 2012 – le sujet de nos discussions actuelles –, les estimations du Comité de monitoring ont été communiquées au gouvernement ce lundi.

 

Le Comité de monitoring a indiqué que le solde budgétaire pourrait présenter un écart de quelque 800 millions d'euros cette année par rapport à l'objectif de déficit de 2,8 % du PIB. Cet écart s'explique, comme vous le savez, par un ralentissement de l'activité économique. Alors que l'on prévoyait encore en juin une croissance de 0,5 % pour cette année, la prévision est aujourd'hui de - 0,1 %.

 

De ramingen houden rekening met de verslechtering van de conjunctuur sinds de begrotingscontrole van juli 2012.

 

Het kernkabinet heeft woensdag beslist alle overheidsuitgaven voorlopig te blokkeren. Die blokkering zal maar zo lang duren als nodig is, om de uitgaven te ramen waarop effectief niet kan worden bespaard. Het kernkabinet komt daarover maandag opnieuw bijeen.

 

Nous poursuivrons donc lundi.

 

Outre le blocage des dépenses publiques, d'autres pistes devant permettre le respect de l'objectif budgétaire sont à l'étude. Elles seront examinées d'ici lundi prochain.

 

À tous égards, le gouvernement respectera ses engagements européens en vue d'atteindre l'équilibre budgétaire en 2015.

 

De regering zal haar Europese verplichtingen om in 2015 een begrotingsevenwicht te bereiken, naleven.

 

En 2013, nous poursuivrons dans la foulée de 2012 avec la volonté d'établir un budget 2013 équitable – je réponds à votre question –, mais avec la volonté de travailler sur des mesures qui ne mettent pas en cause la relance économique indispensable au pays. En 2012, des premiers pas ont été réalisés dans le cadre du plan de relance et il convient de poursuivre dans ce sens.

 

06.07  Bernard Clerfayt (FDF): Monsieur le président, madame la vice-première ministre, je vous ai attentivement écoutée: j'ai le sentiment qu'il n'a pas été beaucoup question de relance de la croissance, mais plutôt de relance des promesses. Voilà six mois que le gouvernement évoque des plans de relance mais que rien n'apparaît encore sur la table.

 

Pourtant, je crains que la situation économique n'aille de pire en pire. En effet, les citoyens, les décideurs économiques savent lire; ils savent que si, demain, le gouvernement annonce des mesures d'économies supplémentaires pour 4,6 milliards, voilà qui n'encouragera pas les investisseurs à investir, les citoyens à investir ou à dépenser. Le résultat sera donc une aggravation de la crise. Il est urgent d'initier de vraies mesures de relance.

 

06.08  Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik heb uw antwoord gehoord, maar ik weet niet of ik u ermee moet feliciteren want ik ben er niet echt veel wijzer van geworden.

 

Het enige wat ik ervan heb onthouden, is dat de uitgaven zullen worden bevroren. Dat is natuurlijk geen structurele maatregel, dat is een lapmiddel. Daarmee bereikt u niets. Ik heb zelfs gehoord dat de begrotingsminister heeft gezegd dat met de bevriezing van de uitgaven maximum 200 miljoen euro kan worden bespaard. Er blijft dus nog altijd een saldo over van 611 miljoen euro waarvan de regering niet weet hoe zij dit moet aanpakken.

 

Ik stel ook vast dat er nu allerlei pistes mogelijk zijn: belastingverhogingen, doorschuiven van onbetaalde facturen of eenmalige maatregelen. Mevrouw de minister, ik wens u één goede raad te geven die u aan uw eerste minister kunt bezorgen. Het zal u misschien verbazen, maar ik meen dat deze regering moet stoppen met wachten want er komen geen betere tijden. Ik meen dat deze regering moet stoppen met niets te beslissen want zolang deze regering wacht en niet beslist, is het Vlaanderen dat de factuur blijft betalen en dat zijn wij stilaan moe en kunnen wij niet langer aanvaarden.

 

06.09  Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Onze fractie blijft absoluut vasthouden aan een begrotingstekort van maximaal 2,8 % dit jaar en een begrotingstraject dat werd afgesproken met Europa dat ons in 2015 op een evenwicht moet brengen. De opmaak van de begroting moet ook duurzaam zijn met duurzame, structurele maatregelen. Nu de begrotingsteugels vieren, betekent de factuur alleen maar laten oplopen. De begrotingstekorten van vandaag zijn de belastingen en saneringen van morgen. Begrotingsdiscipline is dan ook cruciaal.

 

Ik ben niet helemaal gerustgesteld door uw antwoord. U zegt niet te spreken over de begroting 2014. Ons pleidooi blijft immers om met de begrotingsopmaak voor 2013 ook ineens de begrotingscontouren voor 2014 vast te leggen.

 

06.10  Karin Temmerman (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de vice-eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wens u veel succes met de besprekingen. Wij weten allemaal dat die zeer moeilijk zullen zijn. Ik hoop dat u binnenkort een begroting kunt voorleggen die wij vervolgens zullen kunnen goedkeuren. Wij zullen immers alleen maar een begroting goedkeuren die voor ons sociaal en rechtvaardig is.

 

06.11  Muriel Gerkens (Ecolo-Groen): Madame la ministre, si j'essaie de résumer vos réponses, vous continuerez de travailler lundi en vue d'atteindre un équilibre budgétaire en 2015 et d'aboutir à un budget 2013 équitable au sein d'un plan de relance. Je m'attendais à des propos plus consistants et davantage en rapport avec les questions précises qui vous ont été posées.

 

Selon mon bilan, 2012 est l'année record des faillites d'entreprises. Or vous proposez de bloquer des dépenses et de geler des factures, aggravant ainsi la situation de ceux qui auront besoin d'être payés. C'est aussi une année où l'on remarque que la pauvreté n'a cessé d'augmenter. Quelle a été la réponse du gouvernement? Accrocher un ruban à ses fenêtres!

 

De plus, des chômeurs seront exclus. Vous vous contentez d'un budget équitable dans un plan de relance, alors qu'un véritable plan de redéploiement socioéconomique doit essayer de satisfaire les besoins de la population, notamment en développant des secteurs d'activité permettant des économies d'énergie et favorisant la création d'emplois dans de nouvelles filières. C'est cette réponse-là que nous attendions du gouvernement!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van mevrouw Rita De Bont aan de eerste minister over "de uitspraken van een lid van de regering in verband met het niet vervolgen van het verzaken aan de opkomstplicht" (nr. P1225)

07 Question de Mme Rita De Bont au premier ministre sur "les déclarations faites par un membre du gouvernement concernant l'absence de poursuites en cas de non-respect de l'obligation de vote" (n° P1225)

 

07.01  Rita De Bont (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag was gericht aan de eerste minister, die u thans vervangt, en handelt over uw collega, minister Turtelboom.

 

Een paar dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen van vorige week, stuurde minister Turtelboom het bericht de wereld in dat de kiezers die hun oproepingsplicht niet nakomen, niet zouden worden vervolgd. Het lijkt mij eigenaardig dat een minister van Justitie zegt dat men de wet niet moet naleven. Vandaar mijn volgende vragen.

 

Verkondigde minister Turtelboom het standpunt van de regering? Wat is het standpunt van de eerste minister ter zake? In het geval de regering het standpunt van minister Turtelboom volgt, kunnen wij daaruit dan afleiden dat deze regering zinnens is om de stemplicht te vervangen door het stemrecht?

 

Als dat niet zo is en deze uitspraak slechts een, al dan niet berekend, fantasietje was van minister Turtelboom, heeft zij hierbij dan rekening gehouden met het mogelijke effect van deze oproep op de kiesuitslag? Immers, in Antwerpen bijvoorbeeld, haar kiesarrondissement, is 15 % procent van de kiezers niet komen opdagen. Dit neigt naar beïnvloeding van het kiesgedrag en, uiteindelijk, van het kiesresultaat.

 

Ik had graag vernomen wat de eerste minister en de regering denken van de uitspraak van minister Turtelboom. Welke conclusies kunt u hieruit eventueel trekken?

 

07.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, mevrouw De Bont, in ons land is stemmen niet alleen een recht, het is voor elke burger ook een plicht.

 

De Grondwet bevat voor mij een fundamenteel beginsel, de burgers hebben rechten en omdat zij rechten hebben, hebben zij ook plichten. Een kiezer die zonder geldige reden niet aan de stemming deelneemt kan worden vervolgd. Naargelang de ernst van het geval kan de sanctie oplopen van een gewone boete tot de schrapping uit de kieslijsten voor een periode van tien jaar. De regering is niet van plan om deze verplichting in vraag te stellen.

 

07.03  Rita De Bont (VB): Mevrouw de minister, het wordt eigenlijk een beetje ziekelijk voor deze regering, dat zij eenmalig de Grondwet of de wet opzij schuift als dat eventueel in haar kraam past. Ik betreur dat de regering daar geen conclusies uittrekt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de M. David Clarinval à la ministre de l'Emploi sur "les 20 000 emplois perdus en 2012 et les mesures de relance" (n° P1232)

08 Vraag van de heer David Clarinval aan de minister van Werk over "de 20 000 gesneuvelde banen in 2012 en de relancemaatregelen" (nr. P1232)

 

08.01  David Clarinval (MR): Monsieur le président, madame la ministre, au premier semestre 2012, pas moins de 12 000 emplois nets ont été détruits. Les économistes, notamment ceux d'ING, prédisent que ce ne sont pas moins de 20 000 emplois nets qui risquent de disparaître cette année dans le paysage belge.

 

Comme on peut le constater, la crise économique et sociale s'installe durement au sein de la population belge. Madame la ministre, face à ce constat, je souhaiterais vous poser trois questions.

 

Confirmez-vous les chiffres annoncés par les économistes d'ING, à savoir 20 000 emplois en moins d'ici la fin de cette année?

 

La réforme du système de chômage est annoncée pour le 1er novembre 2012. Pensez-vous pouvoir tenir le timing annoncé et mettre cette réforme en œuvre d'ici le 1er novembre?

 

Enfin, dans le cadre du plan de relance, nous sommes heureux que de nombreuses mesures seront mises en œuvre pour les PME et les indépendants. Le MR plaide en faveur de cela de longue date. Mais, face à la crise grandissante, nous pensons que ces mesures seront malheureusement insuffisantes. Ne pourriez-vous dès lors pas aller plus loin encore, notamment en permettant des réductions de charges linéaires pour tous les travailleurs ou en procédant à une remise beaucoup plus claire de tous les plans d'aide à l'embauche afin d'éviter les pièges à l'emploi? Madame la ministre, face à la crise grandissante, comptez-vous aller plus loin que ce qui est prévu actuellement dans le plan de relance?

 

08.02  Monica De Coninck, ministre: Monsieur le président, dans ses prévisions économiques rendues publiques en septembre, le Bureau fédéral du Plan estime que 2012 connaîtra une croissance de 10 000 travailleurs. Cette augmentation est surtout due au système des titres-services, qui permet la création d'emplois. La Banque nationale prévoit dans ses derniers indicateurs économiques que le taux d'emploi en Belgique croîtra au total de 14 000 personnes en 2012 et de 16 000 personnes en 2013. Étant donné que la population active augmente fortement, le taux de chômage connaît une hausse tandis que le taux d'emploi diminue.

 

L'évolution du taux d'emploi dépend évidemment en grande partie de la situation économique. La vague récente de licenciements et de faillites l'illustre douloureusement. Cela ne signifie toutefois pas que les autorités puissent surveiller les chômeurs. En tant que ministre de l'Emploi, j'essaie de développer des instruments qui aident les employeurs à engager plus rapidement et à garder en service davantage de travailleurs. Il en existe tout un arsenal. Au cours des mois précédents, plusieurs mesures ont été convenues afin de les renforcer. J'en cite quelques-unes.

 

Dix mille stages d'insertion seront créés à partir du 1er janvier 2013 en collaboration avec les Régions. Ils donneront l'occasion aux jeunes de faire leurs preuves sur le marché du travail et permettront aux employeurs de former en entreprise une main-d'œuvre valable en échange de coûts salariaux très limités. Nous constatons toutefois une forte augmentation du nombre de jeunes demandeurs d'emploi peu qualifiés - principalement dans les grandes villes.

 

Un deuxième instrument consiste en une réduction plus importante des groupes cibles lors du recrutement des trois premiers travailleurs. Les indépendants et les PME qui emploient ou non du personnel peuvent de ce fait engager un premier, deuxième ou troisième travailleur contre un coût salarial réellement très réduit.

 

Le plan de mise à l'emploi que le gouvernement a approuvé comporte encore une série de mesures qui affinent et mobilisent plus efficacement les instruments existants.

 

Ainsi la réduction du groupe cible pour les travailleurs âgés est réformée et nous remanions également les réductions de groupes cibles pour les jeunes, ce qui permet de soutenir davantage le recrutement de jeunes demandeurs d'emploi peu ou moyennement qualifiés. Ces mesures entrent en vigueur à partir du 1er janvier 2013.

 

Cette énumération se limite à quelques décisions récentes du Conseil des ministres et actuellement en cours de préparation. Selon moi, elles prouvent suffisamment que ce gouvernement fournit tous les efforts nécessaires pour soutenir l'emploi dans notre pays.

 

08.03  David Clarinval (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je suis étonné que vous basiez votre réponse sur des estimations du Bureau du Plan, car la réalité est tout autre. Manifestement, la destruction de 12 000 emplois a déjà eu lieu cette année; il s'agit d'une destruction définitive. Je crains que les estimations du Bureau du Plan ne soient complètement dépassées par la réalité.

 

Malheureusement, je n'ai pas obtenu de réponse quant à la mise en œuvre de la réforme du plan de chômage pour le 1er novembre.

 

En ce qui concerne le plan de relance, je répète que nous sommes heureux des mesures qui y sont préconisées, mais le Mouvement réformateur pense qu'elles seront insuffisantes. Il faudra aller plus loin avec des réductions de charges structurelles pour l'ensemble des travailleurs et peut-être une remise à plat des aides à l'embauche pour éviter les pièges à l'emploi des jeunes demandeurs d'emploi.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Mme Julie Fernandez Fernandez à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice, sur "la distribution de denrées alimentaires et la lutte contre la pauvreté" (n° P1233)

09 Vraag van mevrouw Julie Fernandez Fernandez aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de armoedebestrijding en de verstrekking van levensmiddelen" (nr. P1233)

 

09.01  Julie Fernandez Fernandez (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, comme chaque année, le 17 octobre dernier a été décrété Journée mondiale du refus de la misère. La veille, la DG Statistiques et Informations économiques du SPF Finances publiait les chiffres 2011 de l'enquête européenne sur les revenus et les conditions de vie en Belgique. Ces chiffres sont dramatiques! Dans notre pays, 15 % de la population, soit près d'un Belge sur six, est considéré comme à risque de pauvreté. Selon une étude du SPF Économie, 6 % de la population souffre de privation matérielle grave et n'est pas en mesure de payer un loyer, de payer des factures courantes, de se chauffer correctement ou encore de consommer de la viande. Comment peut-on concevoir qu'en 2012, en Belgique, des milliers de personnes ne peuvent s'acheter de la viande faute de moyens?

 

La Belgique bénéficiera en 2013 de la prolongation du programme européen d'aide alimentaire, programme que nous avions défendu vivement lors de sa remise en cause par certains pays européens, mais la question de l'avenir de ce type d'aide destinée aux plus démunis se pose durement, alors même que la lutte contre la pauvreté et l'exclusion sociale est une des priorités de la stratégie EU 2020.

 

Madame la secrétaire d'État, que vous inspirent les résultats de cette enquête? Dans quelle mesure le plan fédéral de lutte contre la pauvreté, que vous avez présenté devant le Conseil des ministres il y a quelques mois, peut-il apporter des réponses aux besoins urgents de sortir près de 380 000 Belges de la pauvreté d'ici 2020?

 

En ce qui concerne le plan d'aide aux plus démunis, la Commission européenne présentera le 23 octobre prochain un nouveau régime d'aide alimentaire. Quelles initiatives avez-vous prises pour convaincre vos collègues européens de la pertinence de maintenir ce type d'aide?

 

09.02  Maggie De Block, secrétaire d'État: Monsieur le président, chère collègue, je vous remercie pour votre question.

 

Cette Journée mondiale de lutte contre l'extrême pauvreté a pour objectif d'attirer l'attention du grand public sur cette problématique et d'ainsi mettre en évidence la nécessité de renforcer les outils permettant de mieux la combattre.

 

La pauvreté ne se résout pas à coups de formules magiques. Lutter contre la pauvreté suppose une politique cohérente au sein de laquelle chacun doit prendre ses responsabilités. Il faut évidemment joindre nos forces.

 

J'ai élaboré un plan de lutte contre la pauvreté comprenant 118 mesures concrètes et 6 objectifs stratégiques.

 

Il ressort des chiffres que les aides sociales réduisent le risque de pauvreté de 27 à 15 %. Une large protection sociale est donc indispensable.

 

Ce gouvernement a pris l'engagement, en tenant compte des moyens financiers disponibles et des marges de notre enveloppe bien-être, de relever progressivement les allocations de sécurité sociale et d'aide sociale les plus basses. En tant que secrétaire d'État à la lutte contre la pauvreté, je mettrai toute mon énergie pour que cet engagement soit respecté.

 

L'aide alimentaire est une priorité. C'est un besoin élémentaire; 4,6 % de la population belge indique qu'elle ne mange ni viande, ni poisson tous les deux jours et ce, pour des raisons financières. Au niveau de l'Union européenne, cela représente 8,7 % de la population.

 

Il faut aussi décider d'actions pour les factures d'énergie, l'étalement des dettes, les tarifs sociaux. Ces mesures se retrouvent dans le plan.

 

Le programme d'aide alimentaire pour les plus démunis est actuellement en commission au niveau européen, dans le cadre des négociations sur la future programmation budgétaire 2014-2020. Je dois vous dire que ce dernier point relève de la compétence exclusive de ma collègue, Mme Laruelle.

 

09.03  Julie Fernandez Fernandez (PS): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.

 

Si la pauvreté est le quotidien de trop nombreuses personnes, le refus de la misère doit évidemment être le leitmotiv de tout décideur politique et le vôtre en particulier. Gageons que les 118 points d'action du plan fédéral de lutte contre la pauvreté dont vous venez de nous parler atteindront rapidement leurs objectifs.

 

Cela ne pourra être le cas qu'avec le concours de l'ensemble des membres du gouvernement et le soutien effectif de l'Union européenne. Le maintien d'un programme européen d'aide alimentaire serait, selon moi, le symbole fort et concret qu'une politique sociale européenne est possible.

 

Pour mon groupe il est inacceptable que l'Union européenne se fixe des objectifs sans se donner les moyens pour les atteindre alors qu'au niveau local, des mesures et des initiatives sont prises. Je pense ici au travail des CPAS, mais aussi aux mesures et initiatives locales, comme celle prise par la ville de Herstal qui oblige les supermarchés à donner tous leurs invendus. Cette mesure fait d'ailleurs l'objet d'une proposition de loi au niveau wallon. Peut-être pourrait-on envisager une telle initiative au niveau fédéral.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

10 Questions jointes de

- M. Laurent Louis à la ministre de la Justice sur "la disparition de procès-verbaux dressés dans le cadre de l'enquête sur les abus sexuels dans l'Église" (n° P1228)

- Mme Karine Lalieux à la ministre de la Justice sur "la disparition de procès-verbaux dressés dans le cadre de l'enquête sur les abus sexuels dans l'Église" (n° P1229)

10 Samengevoegde vragen van

- de heer Laurent Louis aan de minister van Justitie over "de verdwijning van pv's die werden opgemaakt in het kader van het onderzoek naar seksueel misbruik in de Kerk" (nr. P1228)

- mevrouw Karine Lalieux aan de minister van Justitie over "de verdwijning van pv's die werden opgemaakt in het kader van het onderzoek naar seksueel misbruik in de Kerk" (nr. P1229)

 

10.01  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, madame la ministre, la révélation de cas d'abus sexuels dans l'Église fut un séisme dans le monde entier et notre pays n'y échappa pas.

 

Mais chez nous, en Belgique, le paradis de la pédocriminalité, depuis le début de l'enquête, tout est mis en œuvre pour que rien n'aboutisse. Et lorsqu'on m'informe que des dizaines de procès-verbaux dressés dans le cadre de l'opération Calice, cette enquête sur les abus sexuels commis dans l'Église catholique belge, ont disparu, une seule réaction me vient à l'esprit. Elle caricature Jean-Marie Bigard: "Madame la ministre, c'est ballot!" C'est ballot, peut-être, mais cela ne fait plus rire personne!

 

Ainsi, après avoir égaré dans le cadre du dossier Dutroux des centaines de cassettes vidéos pédopornographiques, après avoir refusé d'analyser les milliers de traces génétiques retrouvées dans la cache de Marcinelle pour des raisons financières, après nous avoir fait croire que Julie et Mélissa étaient mortes de faim, alors qu'elles sont mortes d'abus sexuels graves et répétés, je n'ai plus envie de rire, quand on veut maintenant nous faire croire qu'une femme de ménage aurait jeté par inadvertance des dizaines de procès-verbaux d'auditions de victimes d'abus sexuels.

 

Elle a bon dos, la femme de ménage, madame la ministre de la Justice! Et je veux bien que la Belgique soit le pays du surréalisme, n'exagérons quand même pas!

 

Ces procès-verbaux ont-ils été réellement perdus? N'existe-t-il pas une copie de ces procès-verbaux d'audition ou une trace informatique? Si tel n'est pas le cas, c'est quand même indigne d'une justice du XXIe siècle. Ne doit-on pas voir dans ce dysfonctionnement une lutte interne à la justice entre l'Opus Dei et la franc-maçonnerie? La juge Callewaert a-t-elle réellement l'intention de faire aboutir ce dossier ou bien nous joue-t-on une fois de plus le remake de l'affaire Dutroux? Dois-je rappeler que le juge De Troy, comme le juge Connerotte jadis, a jeté délibérément l'éponge après avoir posé des actes courageux dans la lutte contre la pédophilie? Ces similitudes me troublent, bien entendu.

 

Je voudrais que vous puissiez éventuellement me rassurer, madame la ministre, et que vous me disiez que tout est mis en œuvre pour que la vérité puisse éclater, même si j'en doute largement!

 

10.02  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la ministre, le parquet fédéral a confirmé que plusieurs dizaines de procès-verbaux avaient disparu du dossier Calice. Selon lui, une femme de ménage les aurait jetés. C'est en tout cas son hypothèse. Un juge d'instruction a dressé un procès-verbal et, le 30 octobre 2012, la chambre des mises en accusation statuera sur les conséquences dans le cadre de la procédure Calice.

 

Madame la ministre, vous conviendrez que ce dossier n'est pas épargné. C'est un véritable vaudeville! Il n'en faudrait pas plus pour adhérer à la thèse du complot, d'autant plus que ce n'est pas la première histoire.

 

10.03  Laurent Louis (MLD): (…)

 

10.04  Karine Lalieux (PS): Monsieur Louis, je ne pense pas du tout à vous!

 

Madame la ministre, on peut en tout cas espérer que la disparition de pièces, le fait qu'elles soient jetées par une femme de ménage ou par d'autres, n'est pas une habitude de gestion des dossiers au sein du parquet. Sinon, il y a de quoi s'inquiéter par rapport à la gestion des dossiers au parquet.

 

Madame la ministre, disposez-vous d'informations sur les pièces disparues? Qu'est-ce qui fait penser aujourd'hui au parquet fédéral que ces documents ont été jetés par une femme de ménage? Une enquête est-elle en cours? Quelle est l'ampleur de ces disparitions? Dispose-t-on d'un inventaire des pièces disparues? Il semblerait aussi que le greffier ait emmené des pièces chez lui. Est-ce une habitude d'emmener des pièces d'un dossier à la maison? Pourquoi les a-t-il emportées? Est-il fréquent qu'un greffier emporte des pièces chez lui et ne les ramène pas au palais de justice? Enfin, confirmez-vous qu'il existe une copie de l'ensemble de ces pièces?

 

10.05  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers collègues, d'après les informations que j'ai obtenues du parquet fédéral, il s'avère effectivement qu'il manque 545 procès-verbaux originaux de dossiers répressifs.

 

Il se pourrait que cela soit dû à la gestion administrative de cette instruction par l'ancien cabinet du juge d'instruction. Entre-temps, une copie certifiée conforme de tous les procès-verbaux manquants a cependant déjà été jointe aux dossiers répressifs, lesquels sont dès lors de nouveau complets à cet égard.

 

Il demeure évidemment souhaitable que la lumière soit faite dans cette affaire et que les procès-verbaux originaux manquants soient retrouvés et joints eux aussi aux dossiers répressifs.

 

C'est pourquoi le procureur fédéral a demandé à la chambre des mises en accusation de Bruxelles d'examiner la régularité de la procédure soumise et, le cas échéant, de faire application de l'article 253bis, alinéa 6, du Code d'instruction criminelle, d'entendre en particulier le juge d'instruction Callewaert ainsi que le juge d'instruction de l'époque, M. De Troy, et ses deux greffiers de l'époque, de prendre ensuite toutes les mesures qui s'imposent encore en vue de compléter les dossiers d'instruction judiciaire.

 

L'affaire est fixée à l'audience du 30 octobre 2012.

 

10.06  Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, madame la ministre, merci. Si j'ai bien compris, il s'agit de 545 procès-verbaux; je crois rêver! Voilà qui ne me met qu'une seule idée en tête: de qui se moque-t-on?

 

Comment peut-on encore faire confiance en une justice qui est capable de perdre 545 procès-verbaux? Ce ne sont pas des kleenex, ce sont des procès-verbaux d'audition de victimes d'abus sexuels. Il faudrait que la justice traite ces procès-verbaux avec beaucoup de soin et, mieux encore, qu'elle aboutisse et condamne les personnes responsables de ces faits.

 

De source sûre, je crois savoir qu'une lutte se déroule au parquet de Bruxelles entre l'Opus Dei et la franc-maçonnerie. J'espère que ces dissensions internes n'auront pas pour conséquence d'empêcher la justice d'accomplir son travail et d'agir correctement.

 

Il y a eu suffisamment de faits dans ce dossier: la démission du juge De Troy, l'annulation des perquisitions à l'archevêché et chez le cardinal Danneels. Je suis donc certain que cette communication est faite dans le seul but de préparer l'opinion publique au classement sans suite de ce scandale pédophile. Ce dossier a déjà été classé sans suite au parlement. Il en sera bientôt de même pour la justice et ce seront encore les victimes qui paieront et qui seront les dindons de la farce!

 

10.07  Karine Lalieux (PS): Monsieur le président, madame la ministre, mes propos n'iront pas dans le sens de ceux tenus par M. Louis, mais admettez, madame la ministre, que ce qui s'est passé est hallucinant. En effet, 545 procès-verbaux d'un dossier qui disparaissent dans un État de droit, c'est totalement hallucinant!

 

J'espère que, puisqu'il existe une copie certifiée conforme, la chambre des mises en accusation poursuivra la procédure, exigera toute la transparence ainsi que de la vigilance et de la diligence. Cette procédure doit arriver à son terme. Je vous rappelle qu'il y a énormément de victimes et que ce qui s'est passé a fait l'objet d'un scandale dans ce pays.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Mme Marie-Martine Schyns à la ministre de la Justice sur "la confidentialité du réseau belge de téléphonie mobile" (n° P1230)

11 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de minister van Justitie over "de vertrouwelijkheid met betrekking tot het mobieletelefonienetwerk" (nr. P1230)

 

11.01  Marie-Martine Schyns (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, ma question sera brève. La presse relate aujourd'hui l'inquiétude de la Sûreté de l'État vis-à-vis du développement du réseau internet 4G, qui serait développé par une firme chinoise nommée Huawei. Cette société de télécommunication livre du matériel de développement à Belgacom et Mobistar. Selon la Sûreté de l'État, cela représenterait un risque. En effet, ce groupe chinois a été fondé par un ancien officier de l'Armée populaire de libération. On s'inquiète donc au sujet de la garantie de la confidentialité maximale des données et du réseau belge.

 

Je vais vous poser trois questions, madame la ministre. Avez-vous reçu confirmation de ces informations? Sont-elles de nature à vous inquiéter? Enfin, allez-vous prendre des mesures pour garantir la confidentialité du réseau 4G en Belgique?

 

11.02  Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chère collègue, il ne m'appartient pas de me prononcer sur le fond des éléments recueillis en vue de l'élaboration du rapport de la commission du Congrès américain, dont la presse s'est fait l'écho. Néanmoins, je puis vous dire que les informations que vous mentionnez reposent sur une évaluation des risques représentés par l'installation du groupe Huawei dans le secteur du réseau téléphonique belge.

 

Actuellement, la Sûreté de l'État ne peut ni confirmer ni infirmer l'utilisation non appropriée des infrastructures qui seraient gérées par ce groupe. Pour le reste, je vous renvoie à M. Vande Lanotte, mon collègue compétent pour les télécommunications.

 

Le plus important est que vous sachiez que la Sûreté de l'État n'est pas en mesure de confirmer ni d'infirmer cette information.

 

11.03  Marie-Martine Schyns (cdH): Madame la ministre, il subsiste donc un flou autour de ce groupe chinois et je suppose que la Sûreté de l'État sera attentive aux développements de cette affaire.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Mme Valérie De Bue au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'état des négociations relatives à la SNCB et le préavis de grève" (n° P1226)

12 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de stand van zaken van de NMBS-onderhandelingen en de stakingsaanzegging" (nr. P1226)

 

12.01  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, vous êtes venu le 10 octobre dernier nous présenter l'évolution de la réforme du groupe SNCB. Entre-temps, vous avez été élu, brillamment, à la tête de la ville de Charleroi. Je vous en félicite.

 

Mais, comme vous le savez, monsieur le ministre, le climat social à la SNCB est très tendu. Il y a déjà eu une grève de 24 heures le 3 octobre dernier et d'autres préavis sont déposés pour des actions dans le courant du mois d'octobre.

 

D'après la presse, la vision des syndicats et la vôtre restent sensiblement opposées. Comme vous l'avez expliqué clairement, vous défendez le modèle séparé. Eux tiennent toujours à un modèle plus intégré.

 

On ne va pas rappeler quelles sont les attentes de la clientèle, des usagers du rail, qui sont énormes tant en termes de services qu'en termes de ponctualité et de sécurité.

 

Monsieur le ministre, j'aurais donc deux questions à vous poser.

 

Pouvez-vous nous communiquer l'état d'avancement des négociations avec les partenaires sociaux? Je pense que des réunions étaient et sont prévues hier et ce vendredi.

 

Par ailleurs, pouvez-vous garantir le timing? Je pense en effet qu'il est primordial que vous puissiez finaliser ce projet de réforme avant de partir vers Charleroi.

 

12.02  Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, madame De Bue, je vous remercie pour votre question.

 

En effet, comme je vous l'avais indiqué en commission, j'ai rencontré les organisations syndicales vendredi. Mon cabinet les a encore rencontrées hier matin. D'autres réunions sont prévues la semaine prochaine.

 

Nous travaillons sur plusieurs dossiers en parallèle. Premièrement, sur l'amélioration des conditions du dialogue social dans l'entreprise, pour éviter les conflits que nous avons connus, qui parfois dégénèrent en grèves ou en grèves sauvages. Deuxièmement, sur le débat général sur la réforme de la SNCB, en particulier sur la question de l'opérationnel, le renforcement des liens entre la SNCB et Infrabel. Troisièmement, nous discutons aussi des possibilités de répartition et de financement de la dette afin d'assurer la pérennité financière de la société à long terme.

 

Je participerai encore à des réunions avec les organisations syndicales la semaine prochaine. Il n'y a plus de préavis de grève. Les préavis d'actions visent simplement à leur permettre, le cas échéant, d'organiser des actions de sensibilisation, ce qui ne prend pas l'usager en otage. C'est une solution qui permet d'éviter les conséquences nocives et pour les usagers et pour notre économie en général.

 

Dans les jours qui viennent, nous allons être pris par les travaux budgétaires, mais dès que ceux-ci seront terminés, aux alentours du début du mois de novembre, je présenterai en Conseil des ministres restreint une note globale et je bouclerai le dossier, comme je m'y étais engagé, avant la fin du mois de novembre.

 

12.03  Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse claire. J'ose espérer que vos intuitions sont bonnes par rapport au dialogue social et que l'on pourra finaliser tout cela avant le mois de décembre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Projets et propositions

Ontwerpen en voorstellen

 

13 Proposition de résolution en faveur d'une meilleure coopération multilatérale en Asie centrale dans le domaine de la pollution transfrontalière et de la gestion des bassins fluviaux transfrontaliers (2374/1-5)

13 Voorstel van resolutie over een betere multilaterale samenwerking in Centraal-Azië op het vlak van de grensoverschrijdende verontreiniging en het beheer van de grensoverschrijdende stroomgebieden (2374/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Guy Coëme, Georges Dallemagne, Herman De Croo, François-Xavier de Donnea, Éric Jadot, Patrick Moriau, Thérèse Snoy et d’Oppuers, Dirk Van der Maelen, Inge Vervotte, Daphné Dumery.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2374/5)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2374/5)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

13.01  Roel Deseyn, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, collega’s, wij komen nu tot het politieke hoogtepunt van deze namiddag. Ik zeg dat zonder enige vorm van ironie. Het gaat om een multilaterale samenwerking, dus heel belangrijk. Het betreft de problematiek van de grensoverschrijdende verontreiniging en het beheer van de grensoverschrijdende stroomgebieden in Centraal-Azië.

 

Deze resolutie is niet zomaar out of the blue in dit Parlement gekomen, maar is de schriftelijke neerslag van een fact finding mission, waaraan onder andere collega’s Coëme en Vervotte hebben meegewerkt.

 

U hebt allemaal het ontwerpverslag op de banken liggen, dus ik kan mij beperken tot de grote lijnen van de uiteenzettingen die vorige dinsdag in de commissie naar voren werden gebracht.

 

Collega Coëme heeft beklemtoond dat het watervraagstuk rond het Aralmeer ook gerelateerd is aan de problematiek van de droogte en van de intensieve landbouw, dat er ook een probleem is met de Russische autoriteiten die zich de controle over het water toe-eigenen en dat het bijna een vorm van chantage is, gerelateerd aan het gesjacher rond gas en aardolie.

 

Een tweede punt van bezorgdheid is specifiek gericht op een bepaalde onderneming, met name Talco Aluminium Company, die verantwoordelijk wordt geacht voor een grote vervuiling. Er wordt gepleit om een delegatie van onafhankelijke deskundigen naar het gebied te sturen, die dan constructieve aanbevelingen kunnen formuleren rond die verontreiniging.

 

Een belangrijk punt in de uiteenzetting van collega Coëme is dat het hier gaat om seculiere staten die geopolitiek van groot belang zijn omdat zij een buffer kunnen vormen tussen Rusland en China. Als wij even verder kijken in de regio naar het regime van de taliban en de problematiek van Iran verdient het aanbeveling om deze staten ook extra te ondersteunen.

 

De vertegenwoordiger van de minister heeft op het belang van deze resolutie gewezen en de samenwerking tussen de betrokken landen sterk aangemoedigd.

 

Volgens collega De Croo moet er veel meer politieke aandacht en belangstelling zijn voor deze regio. Hij heeft dan ook een lans gebroken voor de preventieve diplomatie.

 

Collega Snoy et d’Oppuers was het daarmee volledig eens. Zij had enkele vragen over de Europese inspanningen die nu reeds worden geleverd in dit gebied en of er al of niet voorwaarden moeten zijn voor deze hulp.

 

Collega Dumery heeft de problematiek op een Belgische leest geschoeid en vraagt de Gemeenschappen en de Gewesten wat hun rol en verantwoordelijkheid in deze is. Dit is een intra-Belgische vraag en ook een internationale vraag. Zij heeft ook een pleidooi gehouden inzake de mensenrechten in deze problematiek.

 

Mevrouw Vervotte schaart zich uiteraard volledig achter de voorliggende resolutie. Zij heeft ook nog eens de strategische inplanting van de bewuste landen en regio’s, gelegen tussen Europa en Azië, onderstreept. Zij heeft ook een korte beschouwing van de historische evolutie van het dossier en van de regio in kwestie gegeven.

 

Tijdens het Sovjettijdperk werd met de grondwaterreserves slordig omgesprongen. Nu is de streek ook heel zwaar het slachtoffer van de industrialisatie, die de voorbije decennia gestalte heeft gekregen.

 

Zij heeft in dit verband ook bij de hogere, niet-politieke instanties aan de alarmbel getrokken. Er werd ter zake verwezen naar de Internationale Arbeidsorganisatie. In dat verband is er ook een contact met de vice-voorzitter, de heer Luc Cortebeeck, geweest.

 

De commissievoorzitter, de heer de Donnea, heeft heel wat ervaring met de regio waarvan sprake. Hij heeft verschillende missies, onder andere de eerste, parlementaire missie, geleid. Hij sloot ook aan bij bedoelde missie in Centraal-Azië. Op basis van zijn ervaring en expertise bij de OVSE heeft hij de mogelijke inzet van de OVSE in het dossier beklemtoond. Hij heeft ook kort geschetst wat nu reeds op dat vlak gebeurt, aangezien de verschillende, Centraal-Aziatische Staten van voormelde organisatie lid zijn.

 

De heer Coëme heeft eraan herinnerd dat de Wereldbank momenteel een onderzoek naar de risico’s van de bouw van een stuwdam instelt. Hij heeft er ook aan herinnerd dat mevrouw Ashton, de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken, het initiatief van de Wereldbank steunt.

 

U hebt allen op papier of elektronisch voorliggende resolutie gezien. Ik beperk mij voor het bepalende gedeelte tot twee passussen.

 

Er wordt gevraagd dat op Europees vlak het Regionaal Centrum van de Verenigde Naties voor Preventieve Diplomatie in Centraal-Azië zou worden aangemoedigd en dat aandacht zou worden besteed aan het watervraagstuk en aan het op gang brengen van een onder het toezicht van genoemd Centrum staande dialoog tussen de vijf betrokken Staten in het raam van de geciteerde problematiek. Er wordt ook gevraagd dat steun wordt verleend aan de missie van de Wereldbank, belast met een evaluatie van het Rogun-stuwdamproject.

 

Collega’s, aldus bent u volledig voorgelicht over wat wij hier straks ter stemming zullen voorleggen.

 

13.02  Guy Coëme (PS): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais remercier le rapporteur pour la qualité du travail qu'il a accompli avec les services et je remercie, faut-il le dire, tous les collègues qui ont accepté de cosigner cette proposition de résolution.

 

Je pense qu'il y a des moments où la situation belgo-belge nous rend aveugles et sourds aux malheurs du monde. Nous ne sommes pourtant pas loin de ces pays en –stan - c'est la fameuse route de la soie que nous évoquons ici - issus de l'ancienne Union soviétique, où vivent des populations souvent gouvernées par des autocrates.

 

Mais la notion de démocratie est parfois à géographie variable et il est important de pouvoir dire que les populations qui vivent là-bas, très souvent dans la misère, sont également menacées par les talibans au sud, également par les fous de Dieu d'Iran et que ces gens ont un très grand mérite: celui de vivre dans des pays où la religion ne compte pas au niveau de l'État. Pour nous, ce doit être un critère extrêmement important, qui ne nous dispense pas de consentir des efforts et de demander des efforts pour qu'ils évoluent vers des formes de démocratie plus avancée.

 

Ceci posé et très rapidement, car la qualité du rapport me permet d'être bref, je voudrais vous dire que j'ai aujourd'hui une pensée amicale et forte à l'égard d'un de nos collègues, Philippe Blanchart. Philippe, depuis notre retour d'Ouzbékistan, lutte contre une très grave maladie et nous lui souhaiterons le meilleur, la semaine prochaine, au moment où il subira une intervention chirurgicale décisive.

 

J'ai remplacé notre collègue Blanchart et avec beaucoup d'autres amis, notamment ceux qui m'ont accompagné dans cette région du monde, nous avons découvert – cela ne figure pas que dans les livres de géographie – le drame de la pollution et le drame de l'eau dans cette région du monde.

 

On parle souvent de l'eau comme richesse, mais cette richesse est en train de disparaître. C'est toute la problématique de la Mer d'Aral, de l'Amou-Daria. Bien plus, ceux qui ont vu les drames vécus par des centaines de milliers de personnes, à la suite d'une pollution qui vient du territoire voisin, le territoire tadjik, et où les vents dominants charrient une pollution invraisemblable, une pollution qui tue, qui déforme physiquement les hommes, les femmes, les enfants, les vieillards, qui tue le bétail, qui empoisonne l'eau et l'atmosphère, pensent que les problèmes auxquels nous sommes confrontés quotidiennement doivent pouvoir être dépassés.

 

D'où l'utilité d'une proposition de résolution comme celle que nous avons déposée. J'espère que, comme en commission, nous la voterons à l'unanimité.

 

Nous demandons simplement à notre gouvernement de sensibiliser l'Europe, de sensibiliser la Banque Mondiale pour éviter que des drames plus graves encore ne se produisent dans ces pays. Ces gens sont livrés à eux-mêmes. C'est l'avenir d'une partie du monde qui est en jeu là-bas et je pense qu'un parlement comme le nôtre s'honore en prenant une telle résolution.

 

J'espère, monsieur le président, chers collègues, qu'en votant, nous pourrons apporter à ces gens, que nous avons rencontrés et dont nous avons pu voir la douleur dans les yeux, un peu de soleil et d'espoir. Pour eux, merci! (Applaudissements)

 

Le président: Comme chacun et chacune d'entre nous le sait, M. Coëme a sans doute prononcé sa dernière intervention devant notre assemblée. Comme à son habitude, c'était une intervention remarquable. Merci encore à vous, monsieur Coëme! (Applaudissements)

 

13.03  Herman De Croo (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb hier reeds ettelijke tientallen jaren zitting en ik herinner mij de dramatische omstandigheden die wij indertijd hebben beleefd. À ce moment-là, le ministre Coëme m’a dit: "Je reviendrai". Il est revenu et, cette fois, il nous quitte à nouveau. Je lui souhaite bonne chance!

 

Collega’s, misschien is het goed dat de Kamer nu debatteert over iets wat ver van ons bed lijkt te liggen, duizenden kilometers verder, ergens in Centraal-Azië, dicht bij China, maar waar wij toch dicht bij betrokken zijn. In het debat komen twee problemen aan bod die universeel zijn. Het eerste probleem is dat water een uiterst schaars iets is. Men kan water zeven keer recycleren, maar dan is het ook versleten. Extra water valt moeilijk te produceren, tenzij men uit zout water zoet water distilleert, wat zeer veel energie vergt. Eigenaardig genoeg is de grootste gebruiker van zoet water per capita Koeweit, waar zelfs geen enkel beekje vloeit.

 

Water speelt geostrategisch een ongelooflijk belangrijke rol. Denk maar aan het Midden-Oosten, waar Turkije omzeggens het waterkasteel vormt voor een aantal landen ter zuiden ervan. Er rijzen nu al grote irrigatieproblemen om het zuidelijke deel van Turkije te bevoorraden en de bevolking daar welvaart te verschaffen.

 

Wanneer men verder naar het oosten kijkt, ziet men daar landen waarvan wij met moeite de naam kennen: Tadzjikistan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Kirgistan. Een van die landen, Tadzjikistan, is verantwoordelijk voor de waterbevoorrading van al die andere landen en in het bijzonder ten gunste van de landbouw in Oezbekistan.

 

Indertijd gebeurde de planning van al die economieën vanuit Moskou. Toen was het eenvoudig. Er werden grote dammen aangelegd in Tadzjikistan en het petroleumrijke Oezbekistan leverde energie om het water in de winter op te sparen en het in de zomer naar Oezbekistan te leiden om de katoenplantages te bevloeien.

 

De industriële verdeling tussen de Sovjet-onderworpenen was daar een briljant voorbeeld van. Toen de landen onafhankelijk geworden waren, is Oezbekistan gestopt met het leveren van goedkope energie aan Tadzjikistan en werd het water een strijdbijl tussen deze landen. Iets verder ligt een deel van China, het land van de Oeigoeren, dat sommigen in de geopolitiek als Oeigoeristan betitelen. Daar probeert een minderheid in het immense Chinese imperium haar waardigheid en haar bestaanszekerheid te verzekeren.

 

Men kan zich afvragen wat dit nu te maken heeft met onze dagelijkse problemen tussen zovelen die ons kenmerken. Waarom moet de Kamer van volksvertegenwoordigers aandacht hebben voor resoluties die zo ver van ons verwijderd zijn? Ik meen echter dat wij hier moeten nadenken over het feit dat de wereld een groot dorp is geworden. Wanneer terrorisme zich installeert kan dat soms gebeuren in landen waarvoor wij geen aandacht hebben, bij mensen wier situatie schrijnend is en die gemanipuleerd worden – als ze manipuleerbaar zijn – door godsdienst of extremisme om dan hier hun revanche op het Westen te komen nemen. Wij maken deel uit van die wereld. Het is goed dat ons Parlement van tijd op tijd op de tenen gaat staan om over de verre grenzen te kijken naar een gemeenschap waarvan wij als mens ook deel uitmaken.

 

Het treft mij vandaag dat wij de bezorgdheid om onze eigen welvaart, de bezorgdheid om onze zekerheden en de bezorgdheid om onze vrijheden beperken tot de geografische grens van Europa en het Westerse deel van de wereld. Dat is niet houdbaar. Wanneer men geen zorg heeft om plaatsen waar armoede, miserie, onderkoming, infecties en watertekort schrijnend zijn, dan zal dat hier zijn weerslag hebben. Dat moeten wij van tijd tot tijd voor ogen durven nemen.

 

Mijnheer de voorzitter, mijn groep zal, met grote erkentelijkheid voor diegenen die deze resolutie naar voren hebben gebracht en voor de heer Deseyn als verslaggever, deze resolutie goedkeuren.

 

Le président: Quelqu’un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé ou redéposé.

Er werden geen amendementen ingediend of heringediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

14 Renouvellement des mandats de membres non-notaires auprès des commissions de nomination pour le notariat - Candidatures introduites

14 Hernieuwing van de mandaten van lid niet-notaris van de benoemingscommissies voor het notariaat - Ingediende kandidaturen

 

Les 3 mai 2012 et 22 juin 2012, la Chambre a publié au Moniteur belge un appel aux candidats pour des mandats de membres non-notaires auprès des commissions de nomination pour le notariat.

Op 3 mei 2012 en 22 juni 2012 publiceerde de Kamer een oproep tot de kandidaten voor mandaten van lid niet-notaris van de benoemingscommissies voor het notariaat in het Belgisch Staatsblad.

 

Les commissions de nomination francophone et néerlandophone se composent chacune de huit membres effectifs et de huit membres suppléants. La Chambre des représentants nomme des membres effectifs et suppléants parmi les trois catégories de membres externes qui ne sont pas notaires, à savoir:

- un magistrat en fonction choisi parmi les magistrats du siège des cours et tribunaux et les magistrats du ministère public;

- un chargé de cours ou un professeur de droit auprès d’une faculté de droit d’une université belge qui n’est pas notaire, candidat-notaire ou notaire associé;

- deux membres externes ayant une expérience professionnelle utile pour la mission.

De Nederlandstalige en de Franstalige benoemingscommissies bestaan elk uit acht werkende en acht plaatsvervangende leden. De Kamer van volksvertegenwoordigers benoemt werkende en plaatsvervangende leden in de volgende drie categorieën van externe leden die geen notaris zijn, namelijk:

- één magistraat in functie gekozen uit de zittende magistraten van de hoven en rechtbanken en de magistraten bij het openbaar ministerie;

- één docent of hoogleraar in de rechten aan een faculteit voor rechtsgeleerdheid van een Belgische universiteit, die geen notaris, kandidaat-notaris of geassocieerde notaris is;

- twee externe leden met een voor de opdracht relevante beroepservaring.

 

Au moins un membre de la commission de nomination de langue française ou un suppléant doit justifier de la connaissance de l'allemand.

Ten minste één lid van de Franstalige benoemingscommissie of een plaatsvervanger moet het bewijs leveren van de kennis van het Duits.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites:

A. Candidats francophones:

1.  En qualité de magistrat:

- M. Olivier Michiels, conseiller auprès de la cour d'appel de Liège;

2.  En qualité de professeur:

- M. Damien Jans, chargé de cours à l'Université catholique de Louvain;

- M. Benoît Kohl, chargé de cours à l'Université de Liège;

3.  En qualité de membre externe:

- M. Christophe Beauduin, avocat au barreau de Bruxelles;

- M. François Derème, avocat au barreau de Bruxelles;

- M. Bernard Garcez, chef de cabinet de quatre députés provinciaux, province de Brabant wallon;

- M. Patrick Gielen, candidat huissier de justice;

- M. Jean-Paul Pruvot, administrateur délégué de "l'Ardenne Prévoyante", compagnie d'assurance;

- M. Olivier Remacle, agent immobilier, ancien membre suppléant des commissions de nomination pour le notariat (2004-2008);

4.  En qualité de magistrat ou membre externe:

- M. Luc Simonet, avocat et conseiller suppléant auprès de la cour d'appel de Bruxelles;

B. Candidats néerlandophones:

1.  En qualité de magistrat

- M. Philippe Gysbergs, avocat général auprès de la cour d'appel de Gand;

- Mme Christine Lutters, conseillère à la cour d'appel d'Anvers;

- M. Johan Timmermans, juge auprès du tribunal de première instance de Gand;

2.  En qualité de professeur:

- M. Piet Taelman, professeur à l'Université de Gand;

- Mme Evelyne Terryn, chargée de cours principal à la KULeuven;

3.  En qualité de membre externe:

- M. Jo Baret, ancien secrétaire général du SPF Justice, ancien administrateur de la Commission vie privée;

- M. Frédéric Beuckelaers, licencié en notariat chez le notaire Jacques Janssens à Anvers;

- M. Wim De Mulder, avocat au barreau de Gand;

- M. Piet Vermeeren, réviseur d'entreprise, ancien membre des commissions de nomination pour le notariat (2004-2008);

- M. Geert Vervaeke, président du Conseil supérieur de la Justice;

- M. Pierre Winkelmolen, huissier de justice;

4.  En qualité de magistrat ou membre externe:

- Mme Leen Desticker, avocate au barreau de Bruges, juge de paix suppléant du deuxième canton de Bruges.

 

De volgende kandidaturen werden ingediend:

A. Franstalige kandidaten:

1.  In de hoedanigheid van magistraat:

- de heer Olivier Michiels, raadsheer bij het hof van beroep te Luik;

2.  In de hoedanigheid van hoogleraar:

- de heer Damien Jans, docent aan de Université catholique de Louvain;

- de heer Benoît Kohl, docent aan de Université de Liège;

3.  In de hoedanigheid van extern lid:

- de heer Christophe Beauduin, advocaat bij de balie Brussel;

- de heer François Derème, advocaat bij de balie Brussel;

- de heer Bernard Garcez, kabinetchef van vier leden van de bestendige deputatie van Waals-Brabant;

- de heer Patrick Gielen, kandidaat-gerechtsdeurwaarder;

- de heer Jean-Paul Pruvot, gedelegeerd-bestuurder van "l'Ardenne Prévoyante", verzekeringsmaatschappij;

- de heer Olivier Remacle, vastgoed-makelaar, gewezen plaatsvervangend lid van de benoemingscommissies voor het notariaat (2004-2008);

4.  In de hoedanigheid van magistraat of extern lid:

- de heer Luc Simonet, advocaat en plaatsvervangend raadsheer bij het hof van beroep te Brussel;

B. Nederlandstalige kandidaten:

1.  In de hoedanigheid van magistraat:

- de heer Philippe Gysbergs, advocaat-generaal bij het hof van beroep te Gent;

- mevrouw Christine Lutters, raadsheer bij het hof van beroep te Antwerpen;

- de heer Johan Timmermans, rechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent;

2.  In de hoedanigheid van hoogleraar:

- de heer Piet Taelman, hoogleraar aan de Universiteit Gent;

- mevrouw Evelyne Terryn, hoofddocent aan de KULeuven;

3.  In de hoedanigheid van extern lid:

- de heer Jo Baret, gewezen secretaris-generaal van de FOD Justitie, gewezen administrateur van de Privacycommissie;

- de heer Frédéric Beuckelaers, licentiaat notariaat bij notaris Jacques Janssens te Antwerpen;

- de heer Wim De Mulder, advocaat bij de balie Gent;

- de heer Piet Vermeeren, bedrijfsrevisor, gewezen lid van de benoemingscommissies voor het notariaat (2004-2008);

- de heer Geert Vervaeke, voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie;

- de heer Pierre Winkelmolen, gerechtsdeurwaarder;

4.  In de hoedanigheid van magistraat of extern lid:

- mevrouw Leen Desticker, advocaat bij de balie Brugge, plaatsvervangend vrederechter van het tweede kanton te Brugge.

 

M. Pierre Winkelmolen ne remplit pas la condition d'âge. Il atteindrait la limite d'âge, fixée à 67 ans, durant son mandat s'il était nommé.

De heer Pierre Winkelmolen voldoet niet aan de leeftijdsvereiste. Ingeval van benoeming zal hij de leeftijd van 67 jaar tijdens het mandaat overschrijden.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 19 septembre 2012, je vous propose de déclarer la candidature de M. Pierre Winkelmolen irrecevable. Le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 19 september 2012 stel ik u voor de kandidatuur van de heer Pierre Winkelmolen onontvankelijk te verklaren. De cv's van de kandidaten zullen aan de politieke fracties worden bezorgd.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

15 Modification au sein du gouvernement

15 Wijziging binnen de regering

 

Par lettre du 18 octobre 2012, le premier ministre transmet copie de l'arrêté royal du 18 octobre 2012 intitulé "Gouvernement – Démission – Nomination".

Bij brief van 18 oktober 2012 zendt de eerste minister een afschrift over, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2012 met als opschrift "Regering – Ontslag – Benoeming".

 

16 Communication

16 Mededeling

 

L'article 50 de la Constitution dispose que "le membre de l'une des deux Chambres, nommé par le Roi en qualité de ministre et qui l'accepte, cesse de siéger et reprend son mandat lorsqu'il a été mis fin par le Roi à ses fonctions de ministre".

Artikel 50 van de Grondwet bepaalt het volgende: "Een lid van één van beide kamers dat door de Koning tot minister wordt benoemd en de benoeming aanneemt, houdt op zitting te hebben en neemt zijn mandaat weer op wanneer de Koning een einde heeft gemaakt aan zijn ambt van minister."

 

M. Vincent Van Quickenborne ayant démissionné de ses fonctions de vice-premier ministre et ministre des Pensions, il reprend son mandat parlementaire et M. Roland Defreyne, admis à siéger en qualité de membre effectif de la Chambre des représentants en remplacement de M. Vincent Van Quickenborne pour la durée de ses fonctions ministérielles, cesse de siéger et redevient premier suppléant de la circonscription électorale de Flandre occidentale.

Daar de heer Vincent Van Quickenborne ontslag heeft genomen uit zijn ambt van vice-eersteminister en minister van Pensioenen, neemt hij zijn parlementair mandaat weer op. De heer Roland Defreyne die zitting heeft in de hoedanigheid van lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Vincent Van Quickenborne zolang het ambt van deze duurt, houdt op zitting te hebben en wordt opnieuw eerste opvolger voor de kieskring West-Vlaanderen.

 

Je remercie en votre nom M. Roland Defreyne.

Ik dank de heer Roland Defreyne.

 

17 Prise en considération de propositions

17 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als aangenomen; overeenkomstig het reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

17.01  Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je voudrais demander à nos collègues d'accorder l'urgence à la proposition de loi n° 2437, qui est la 36e dans la liste des prises en considération.

 

Comme annoncé la semaine passée, nous déposons cette proposition de loi en vue de corriger le système de transaction pénale amiable. Tel qu'il existe, il permet beaucoup trop facilement à de grands fraudeurs d'échapper à la justice. Il donne un mauvais signal, ne répond nullement à l'objectif que nous partageons tous de lutte contre la fraude fiscale et crée une forme de "justice de classes". Les premières affaires dans lesquelles on a utilisé la transaction amiable démontrent que notre analyse était la bonne et indiquent l'urgence qu'il y a de corriger cette disposition qui a été votée beaucoup trop rapidement. Je vous remercie dès lors d'accorder à ce texte le bénéfice de l'urgence.

 

Le président: M. Gilkinet demande l'urgence sur le point 36 de la liste des prises en considération, la proposition de loi n° 2437. Nous nous prononçons sur cette demande par assis et levé.

 

La demande d'urgence est rejetée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.

 

17.02  Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik vraag de urgentie voor het voorstel van resolutie met betrekking tot een daadkrachtig horecabeleid. Het betreft het voorstel van resolutie nr. 2408/1. Collega’s, met die resolutie verplicht ik niemand tot een inhoudelijk engagement, maar ik wil wel dat de discussie eindelijk van start gaat.

 

Het interparlementaire horecaoverleg dat wij sinds 2010 in dit Parlement aan het voeren zijn, in samenspraak met de sector, heeft tot nu toe niets opgeleverd. Alle uitgesproken engagementen van de collega’s, over alle partijgrenzen heen, hebben tot vandaag nog niets opgeleverd. Wij hebben van deze regering wel veel aankondigingen gehoord in de media, maar concreet ligt er vandaag in dit Parlement niets op tafel. Daarom, collega’s, vraag ik ernst en steun om eindelijk de debatten over dit horecadossier te kunnen aanvatten. Die debatten moeten dringend gevoerd worden in dit Parlement. Het gaat over een sector in nood.

 

Wij vragen de steun om deze regering ertoe te bewegen om eindelijk effectief iets zinvols te doen in plaats van alleen maar aankondigingen. Daarom verwacht ik op zijn minst van de collega’s die deelgenomen hebben aan het overleg in samenspraak met de sector — het gaat over verschillende collega’s, over alle partijgrenzen heen, en ik wil nog even benadrukken dat ik niemand tot engagementen op inhoudelijk vlak verplicht — om de regering ertoe te dwingen eindelijk iets te doen. Ik vraag de steun voor de urgentie, om deze besprekingen te kunnen starten.

 

Le président: Nous votons sur l'urgence par assis et levé.

 

La demande d’urgence est rejetée par assis et levé.

Het urgentieverzoek wordt bij zitten en opstaan verworpen.

 

18 Demande d'urgence de la part du gouvernement

18 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi modifiant la loi du 22 février 1998 fixant le statut organique de la Banque Nationale de Belgique (n° 2432/1).

De regering heeft de spoedbehandeling gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (nr. 2432/1).

 

Je vous propose de nous prononcer sur cette demande. (Assentiment)

Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken. (Instemming)

 

L'urgence est adoptée par assis et levé.

De urgentie wordt aangenomen bij zitten en opstaan.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

19 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 17 octobre 2011 entre l'État fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale relatif à l'enregistrement, l'évaluation et l'autorisation des substances chimiques ainsi qu'aux restrictions applicables à ces substances (REACH) (2259/1)

19 Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 17 oktober 2011 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (2259/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

128

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

128

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi à l'unanimité. Il sera transmis au Sénat. (2259/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp unaniem aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2259/3)

 

20 Proposition de rejet faite par la commission de la Justice de la proposition de loi modifiant certaines dispositions du Code judiciaire (1751/1+4)

20 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Justitie van het wetsvoorstel tot wijziging van een aantal bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek (1751/1+4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

82

Oui

Nee

45

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

127

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 1751 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 1751 is dus verworpen.

 

21 Proposition de rejet faite par la commission de la Justice de la proposition de loi modifiant certaines dispositions du Code judiciaire (1752/1+4)

21 Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Justitie van het wetsvoorstel tot wijziging van een aantal bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek (1752/1+4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 2)

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 1752 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 1752 is dus verworpen.

 

22 Proposition de résolution en faveur d'une meilleure coopération multilatérale en Asie centrale dans le domaine de la pollution transfrontalière et de la gestion des bassins fluviaux transfrontaliers (2374/5)

22 Voorstel van resolutie over een betere multilaterale samenwerking in Centraal-Azië op het vlak van de grensoverschrijdende verontreiniging en het beheer van de grensoverschrijdende stroomgebieden (2374/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

127

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

127

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2374/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2374/6)

 

23 Adoption de l’ordre du jour

23 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.

Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.

 

Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.

Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.

 

La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 24 octobre 2012 à 14.15 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 24 oktober 2012 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 16.17 heures.

De vergadering wordt gesloten om 16.17 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 107 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 53 PLEN 107 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

128

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

082

Ja

 

Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte Hans, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, de Donnea François-Xavier, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewael Patrick, Dierick Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Kitir Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Madrane Rachid, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Wilrycx Frank

 

 

Non        

045

Nee

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Calvo y Castañer Kristof, De Bont Rita, Dedecker Peter, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, D'haeseleer Guy, Dumery Daphné, Francken Theo, Genot Zoé, Gerkens Muriel, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Lahssaini Fouad, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Maertens Bert, Ponthier Annick, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Hecke Stefaan, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen

 

 

 


 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

127

Ja

 

Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Collard Philippe, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, de Donnea François-Xavier, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin Laurent, Dewael Patrick, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Louis Laurent, Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Michel Charles, Moriau Patrick, Muylle Nathalie, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys Tanguy, Vienne Christiane, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wilrycx Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle

 

 

Non        

000

Nee

 

 

 

 

Abstentions

000

Onthoudingen