Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 7 juin 2012 Après-midi ______ |
van Donderdag 7 juni 2012 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l’ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
Hendrik Bogaert, Annemie Turtelboom, Melchior Wathelet
Philippe
Blanchart, Carl Devlies, Myriam Delacroix-Rolin, Caroline Gennez, Christiane
Vienne, pour raisons de santé / wegens gezondheidsredenen;
Nathalie
Muylle, en mission à l'étranger / met zending buitenslands.
Mmes Joëlle
Milquet et Maggie De Block participent à une réunion du Conseil des
ministres européens.
Nous avons une disponibilité temporaire de la ministre de la Justice, qui doit aussi nous quitter. Je vous propose de commencer par la question de M. Landuyt qui lui est adressée.
Le premier ministre nous rejoindra, monsieur Annemans, mais il a un certain retard.
01.01 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, je tiens à exprimer mon mécontentement suite au rejet de la question que je souhaitais poser au premier ministre que l'on peut dorénavant appeler M. Big Bisou, suite à ses frasques lors du dernier Doudou à Mons.
Le président: Monsieur Louis, je suis désolé de devoir vous dire qu'il appartient au président de l'assemblée de juger de la recevabilité d'une question. J'ai appliqué le Règlement et vous n'avez pas à paraphraser votre question. Je vous retire la parole.
01.02 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, (…)
Le président: Madame Fonck, vous avez la parole.
01.03 Catherine Fonck (cdH): Merci, monsieur le président.
Une question intitulée Sharia4Belgium a été déposée, au nom du groupe cdH, par M. Georges Dallemagne. Ne serait-il pas logique de joindre l'ensemble des questions adressées au premier ministre et à la ministre de l'Intérieur qui portent sur le même sujet? Cela permettrait d'avoir un débat global à l'occasion duquel chacun pourrait interroger le premier ministre au sujet de Sharia4Belgium.
Le président: Madame Fonck, la Conférence des présidents a décidé, hier, que le premier ministre répondrait aux questions qui lui ont été adressées et que les questions adressées à Mme Milquet seraient renvoyées à M. Wathelet pour qu'il y réponde.
Comme le premier ministre et le secrétaire d'État entendront les questions et y répondront, il n'y a pas de raison de ne pas se conformer à la décision prise en Conférence des présidents.
Par ailleurs, je ne vois pas pourquoi je modifierais l'orientation des questions au gré des humeurs de chacun. Je vous propose donc de respecter les questions telles qu'elles ont été orientées.
Cela dit, si vous le souhaitez, nous reparlerons de cette question, la semaine prochaine.
02 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de besparingen bij de justitiehuizen" (nr. P1031)
02 Question de M. Renaat Landuyt à la ministre de la Justice sur "les économies dans les maisons de justice" (n° P1031)
02.01 Renaat Landuyt (sp.a): Mevrouw de minister, blijkbaar hebben we het vragenuurtje wat aangepast, omdat u wellicht ergens anders iets moet aankondigen of openen.
Ik sluit aan bij een vraag die ik vorige week heb gesteld, nadat was gebleken dat er inzake het gevangenispersoneel niets zal veranderen en er dus niet zal worden bespaard. Er was toen discussie over de vraag of de besparingen dan zouden plaatsvinden bij de sociaal assistenten, die de dossiers moeten voorbereiden voor wie vrijkomt. Het antwoord bleef vorige week nog onduidelijk.
Nu is er in de pers beroering ontstaan, tot in het rustige Limburg, omdat er wel op Justitie zou worden bespaard, in het bijzonder bij de justitiehuizen. Nochtans proberen justitieassistenten gedetineerden op een of andere manier te begeleiden wanneer ze vrijkomen, met alle moeilijkheden van dien, zoals we een half jaar geleden merkten in Luik.
Mevrouw de minister, wat is er aan de hand? Bent u nu echt aan het besparen op het vlak van Justitie? Bent u nu effectief aan het besparen op het vlak van de strafuitvoering, op het vlak van de justitieassistenten?
02.02 Minister Annemie Turtelboom: Beste collega’s, dit jaar nog zullen wij meer dan 1,1 miljoen euro investeren in een betere technologie, in eenvoudigere procedures en in meer personeel bij de justitiehuizen. Op die manier willen we vooral voor meer capaciteit op het vlak van elektronische enkelbanden zorgen. We zullen enkelbanden met gps en met spraakherkenning invoeren. We zullen in personeel voorzien voor de opvolging ervan. Dat alles heeft één doel: we willen er vooral voor zorgen dat we met dezelfde middelen en minder personeel toch meer capaciteit creëren.
Het klopt inderdaad dat er een heel beperkte besparing zal zijn. Op meer dan 800 personeelsleden gaat het om een besparing van enkele personeelsleden. De besparing treft ook alle departementen. Behalve de besparing is het vooral belangrijk dat wij in 2012 een bedrag van 1,1 miljoen euro in de justitiehuizen investeren met het oog op meer capaciteit voor de strafopvolging.
02.03 Renaat Landuyt (sp.a): Mevrouw de minister, met alle respect neem ik hier in alle openheid akte van het feit dat op Justitie toch zal worden bespaard. Ik meen mij te herinneren dat wij een afspraak hadden – dit is echter geen verwijt aan u alleen – om op Justitie niet te besparen.
Indien het de bedoeling is te rationaliseren, wil ik wel in het verhaal meestappen. Op het terrein zult u desgevallend evenwel duidelijkere boodschappen moeten geven over de betekenis van de rationalisering. Nu krijgen de betrokkenen immers enkel systematisch het verhaal – eerst de gevangenisbewakers, vervolgens de sociaal assistenten van de gevangenis en nu het personeel van de justitiehuizen – dat zij met minder meer zullen moeten doen.
Misschien is een dergelijke ingreep mogelijk. U zult, indien de voorzitter het toelaat, echter duidelijk moeten maken op welke manier u dat wilt doen. Aangezien u een sterk communicator bent, vraag ik u om op dat vlak beter te communiceren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
- de heer Siegfried Bracke aan de eerste minister over "de benoeming van topambtenaren" (nr. P1019)
- de heer Christian Brotcorne aan de eerste minister over "de benoemingen bij het openbaar ambt" (nr. P1020)
- de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de benoemingen bij het openbaar ambt" (nr. P1050)
- M. Siegfried Bracke au premier ministre sur "les nominations de fonctionnaires dirigeants" (n° P1019)
- M. Christian Brotcorne au premier ministre sur "les nominations dans la fonction publique" (n° P1020)
- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "les nominations dans la fonction publique" (n° P1050)
03.01 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik zou van u willen weten hoe het zit met de topbenoemingen in een aantal overheidsdiensten. U weet dat u daarmee tegen Kerstmis 2011 klaar had moeten zijn. U hebt het vervolgens in maart, zoals het een echte hervormingsregering past, via een benoemingskadaster om de juiste politieke kleuren te kunnen vinden, nog eens geprobeerd.
Drie maanden later bent u er echter nog altijd niet uit. Niet omdat er enige twijfel is over de zin van politieke benoemingen, wel omdat Open Vld kennelijk belet dat er een PS’er aan het hoofd van de Rijksdienst voor Pensioenen wordt benoemd.
Vervolgens blokkeert men alles. Zo gaat het in dit land, nietwaar? Als de PS het niet wil, gebeurt er niets. Het is of wat de PS wil, of niets.
Merkwaardig is overigens dat de argumentatie voor die PS’er nogal sterk is. Hij kwam het best uit de selectieproeven en hij wordt ook verkozen door het beheerscomité. Toch heeft Open Vld een andere kandidaat, vanzelfsprekend een liberaal. Daar gaat het eigenlijk om. De argumentatie van de liberalen is zeer interessant; zij vrezen namelijk dat er van de op zich al schamele pensioenhervorming niets terechtkomt als aan het hoofd van die ambtenarij een PS’er staat. Dat zegt natuurlijk alles over de regering en over wat men in dit land van een ambtenaar verwacht.
Gisteren, in De Tijd, zei een andere topambtenaar, de baas van de overheidsdienst Personeel en Organisatie, dat hij het getalm van de regering beu is. Hij heeft het letterlijk over "een bedrijf zonder baas, een schip zonder kapitein". Hij zegt en ik citeer: “Dit is een voorbeeld van slecht bestuur.”
Mijnheer Di Rupo, mijn fractie had het niet beter kunnen zeggen. Wat gaat u daarmee doen?
03.02 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, nous ne pouvons poursuivre de la sorte et devons trancher dans cette saga des nominations. À cet égard, je n'ai pas nécessairement le même point de vue que l'orateur précédent. Je pense que la bonne gouvernance, à laquelle nous sommes tous attachés, exige dans le cadre du renouveau politique, du décumul, de la dépolitisation, qu'à un moment donné aussi, nos SPF, nos grandes administrations soient dotées des managers dont elles ont besoin.
Dans le cas présent, il n'y a que trop longtemps que ces non-nominations durent, empêchant un sain et normal exercice du pouvoir au sein de notre État fédéral. Un candidat a mis en demeure le ministre des Pensions de donner suite à la proposition de le désigner. L'échéance est fixée au 14 juin. Il y a donc urgence en la matière. Aussi, que comptez-vous faire, monsieur le premier ministre, en votre qualité de garant des accords de gouvernement, d'abord, de la bonne gouvernance, ensuite, pour que nous puissions avancer dans ce dossier?
03.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, lorsque je vous avais interrogé, avec d'autres collègues, le 29 avril dernier sur le dossier des nominations à la tête de l'administration fédérale, vous m'aviez demandé un peu de patience. "Tout était bloqué à cause d'une nomination à l'ONP", m'aviez-vous expliqué. Et vous ne doutiez pas, à l'époque, que des initiatives seraient prises rapidement en la matière.
Quelques jours plus tard, votre ministre des Pensions vous déjugeait, estimant que le processus de sélection qui avait conduit à retenir un candidat pour la direction de l'ONP n'était plus valable. Six semaines plus tard, il allait encore plus loin annonçant la sélection du deuxième candidat, manifestement plus dans ses petits papiers politiques. Vous conviendrez avec moi que cela ne reflète pas une bonne image de la gestion des affaires par votre excellent gouvernement et que cela risque de conduire à des dépenses inutiles.
L'administration ne peut pas fonctionner correctement sans chef et une dizaine de postes sont à pourvoir un peu partout. En matière de pensions, il y a une tradition de co-gestion avec les partenaires sociaux. Il est d'autant plus grave de ne pas nommer la personne qui a été retenue par le comité de gestion.
La question est simple. Quand cette mauvaise comédie cessera-t-elle? Quand allez-vous désigner un administrateur général pour l'ONP? Sera-ce le candidat retenu par le comité de gestion de l'Office national des Pensions, cet organisme aussi important pour tant de nos concitoyens?
03.04 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, de minister van Pensioenen heeft bij de regering nog geen voorstel ingediend betreffende de benoeming van een administrateur-generaal voor de Rijksdienst voor Pensioenen.
Aan de vorige regering werd een voorstel van benoeming voorgelegd, dat door de lopende zaken echter niet kon worden bevestigd. Het beheerscomité van de RVP heeft enkele weken geleden wel de klassering van de kandidaten bevestigd.
De huidige voogdijminister heeft beslist om dit voorstel voorlopig niet voor te leggen aan de Ministerraad. Hij heeft een onderhoud gehad met de geschikt geachte kandidaten.
Afgelopen maandag heeft hij het beheerscomité een voorstel gedaan, waarbij de door Selor opgestelde klassering wordt omgedraaid.
Het beheerscomité van de RVP heeft vastgesteld dat het van de minister een verslag heeft gekregen van een informeel onderhoud met de twee kandidaten. Ik citeer: “Wat betreft het voorstel van de minister, hebben de vertegenwoordigers van de werkgevers zich onthouden. De vertegenwoordigers van de werknemers hebben hun vorige beslissing bevestigd.”
Echter, het koninklijk besluit van 30 november 2003 bepaalt dat de administrateur-generaal wordt aangesteld “bij een in Ministerraad overlegd besluit op voorstel van de toezichthoudende minister en het betrokken beheerscomité”.
Enfin, pour la bonne information du parlement, je voudrais rappeler qu'un des candidats a mis en demeure le gouvernement de décider d'ici le 14 juin. Il n'est pas exclu que, passé cette date, il introduise un recours au Conseil d'État.
J'espère que, dans un délai raisonnable, l'examen global de la situation permettra aux ministres compétents de proposer un choix approprié en accord avec le comité de gestion, conformément à l'arrêté royal de 2003.
03.05 Siegfried Bracke (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik dank de eerste minister voor zijn antwoord, dat eigenlijk geen antwoord was. Ik had het echter niet anders verwacht. Een van de commentatoren van Villa Politica merkte terecht op dat u nooit een antwoord geeft, maar dat is uw manier de gérer les choses.
Ondertussen gaat het slechte toneel gewoon door. De term “schuldig verzuim” is reeds gevallen. U geeft bijna zelf de voorzet voor een procedure bij de Raad van State. Ik vind dit een geweldig idee: als men er zelf niet uit raakt, vraag het dan aan de Raad van State. Wij zijn dat overigens gewoon. Als u het er niet mee eens bent, gaat u naar de Raad van State en laat u het daar beslissen.
Ik heb nog een tweede tip. U kunt de hele beslissing misschien over de verkiezingen tillen, dan kunt u die tussen de plooien moffelen van een nieuwe belastinggolf van wie u, beter dan wie ook, weet wie die zal betalen.
03.06 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse qui confirme les précisions déjà relatées par la presse. Je vous encourage ainsi que votre gouvernement à prendre le taureau par les cornes et à avancer dans ce dossier, si possible avant le 14 juin. En effet, indépendamment de la question personnelle d'une nomination à un poste déterminé, il y a toutes les autres nominations et, par conséquent, tout ce qui met en cause le bon fonctionnement de l'État. Ce doit être la priorité de ce gouvernement.
03.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, comme vous, j'espère que la situation se débloquera. Mais c'est vous le premier ministre! Pour ma part, je ne suis qu'un parlementaire de l'opposition! Je ne vous demande pas d'être simplement le notaire des désaccords au sein de votre gouvernement, d'attendre que le Conseil d'État décide à la place de votre gouvernement. Je regrette de devoir le dire platement mais c'est assez lamentable. Cette situation donne une mauvaise image de votre gouvernement. Elle empêche une administration importante de fonctionner, alors que beaucoup de questions se posent sur l'avenir de nos pensions. L'optimisme est une qualité que je partage mais cela doit s'accompagner d'actes concrets et positifs que vous ne montrez pas dans ce dossier comme dans d'autres.
L'incident est clos.
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1021)
- de heer Jan Van Esbroeck aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1022)
- mevrouw Nahima Lanjri aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1023)
- de heer Peter Vanvelthoven aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1024)
- de heer Rachid Madrane aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1025)
- de heer Bart Somers aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1026)
- de heer Stefaan Van Hecke aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1027)
- mevrouw Corinne De Permentier aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1028)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1029)
- de heer Fouad Lahssaini aan de eerste minister over "Sharia4Belgium" (nr. P1030)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1021)
- M. Jan Van Esbroeck au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1022)
- Mme Nahima Lanjri au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1023)
- M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1024)
- M. Rachid Madrane au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1025)
- M. Bart Somers au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1026)
- M. Stefaan Van Hecke au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1027)
- Mme Corinne De Permentier au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1028)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1029)
- M. Fouad Lahssaini au premier ministre sur "Sharia4Belgium" (n° P1030)
Le président: Je propose que les questions soient posées au premier ministre, que celui-ci réponde et que nous entendions les répliques. Ensuite, dans un souci de cohérence, seront posées les questions qui étaient adressées à la vice-première ministre et ministre de l’Intérieur et auxquelles le secrétaire d’État Wathelet répondra.
04.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de eerste minister, u werd deze middag door de vertegenwoordigers van Sharia4Belgium de premier van een Gestaporegering genoemd. Dat is de laatste in een serie betitelingen die u alle had kunnen vermijden, mocht u een paar jaar geleden naar het Vlaams Belang hebben geluisterd.
Vijf jaar geleden reeds, toen niemand wou luisteren, hebben wij aangekondigd dat het met die organisatie slecht zou aflopen en in ieder geval met de wijze waarop u reageerde op die organisatie. Onze Antwerpse ervaring had ons dat geleerd. Al in 2002, 2004 en 2007 werd de man die u vandaag hebt aangehouden, veroordeeld voor inbraak en weerspannigheid. Hij werd in Marokko tot zes jaar veroordeeld voor drugshandel, bedreigingen, het systematisch aanzetten tot geweld en uiteindelijk voor het verspreiden van internetfilmpjes waarin hij demonstreerde hoe men zijn vijanden moet vermoorden. Als u uw ogen en oren niet had gesloten en onze voorstellen had willen volgen om toen over te gaan tot het verbieden van die organisatie en tot een harde aanpak van de woordvoerders ervan, dan had u hier nu niet in de patatten gezeten. Dan had het land en vooral Vlaanderen niet moeten wachten tot die organisatie zou opduiken in de achtertuin van Philippe Moureaux.
Nu Franstalig België wakker geworden is, kan ineens alles en komen wij in een kakofonie terecht. Ik heb ministers horen pleiten voor het verbieden van die organisatie, een andere minister pleit voor het voortzetten van de bestaande procedures en de huidige minister van Justitie heeft een aanhoudingsbevel uitgevaardigd, wat moet bevestigd worden. Het is bijzonder ingewikkeld aan het worden. Ik heb u als premier gevraagd om wat toelichting te geven, want voor ons is het een goede zaak dat de betrokkene aangehouden is, maar nu moet u verder durven te gaan.
Er zullen belemmeringen genoeg zijn om hem uit te leveren aan Marokko. Het uitleveringsverdrag met Marokko is al een belemmering. Alle andere belemmeringen in de wetgeving die u al lang had kunnen wijzigen, zullen u beletten te doen wat de bevolking nu van u vraagt.
Wat u nu doet komt veel te laat. Too little, too late! Wij hebben in de straten van Molenbeek het leger van de Mahdi zien optreden, wij hebben twee Antwerpse leden van Sharia4Belgium in Jemen zien aangehouden worden wegens terrorisme. Het is veel te laat. U moet nu aan de slag, grondig en stevig. U moet die multiculturele samenleving opgeven en u moet in Molenbeek en alle andere grootsteden…
De voorzitter: Mijnheer Annemans, uw spreektijd is voorbij.
04.02 Gerolf Annemans (VB): Ik was aan mijn laatste woorden toe.
De voorzitter: U spreekt al meer dan twee minuten.
04.03 Gerolf Annemans (VB): Ik zal in mijn repliek nog harder zijn.
De voorzitter: Ja, gedurende een minuut dan.
04.04 Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer Di Rupo, vanmorgen is Fouad Belkacem, alias Abu Imran, opgepakt door het parket. Dat is een goede zaak. Laten wij wel wezen, dat is ook niet meer dan normaal, al is het natuurlijk veel te laat gebeurd.
Ik vraag mij af of uw regering lessen heeft geleerd. De basis van het probleem in dit land is dat iemand die hier veroordeeld is tot twee jaar gevangenisstraf gewoon door de draaideur terug naar buiten kan gaan, al fluitend op straat kan rondlopen, persconferenties kan geven en kan voortgaan met het prediken van haat en geweld. Dat is het probleem, mijnheer de eerste minister.
Wat doet u? Wat doet uw regering? Er wordt als het ware gevochten om zo snel mogelijk die spookorganisatie op te doeken. Wie is de snelste? Dat was de vraag. Milquet valt in de kranten over u, en de sp.a valt over de PS en de andere meerderheidpartijen — dat gebeurde gisteren nog in de commissie voor de Binnenlandse Zaken — om toch maar de eerste te zijn om die spookorganisatie op te doeken.
Mijnheer Di Rupo, ik vraag mij af of u vóór de gebeurtenissen van deze week al ooit van Sharia4Belgium had gehoord. In Vlaanderen zijn zij namelijk al vele jaren bezig. In Vlaanderen is Belkacem al vele jaren bezig. Nu er plots in Brussel iets gebeurt, komen de grote woorden boven en is het alle hens aan dek. Mijnheer Di Rupo, er zijn vandaag al middelen beschikbaar om mensen die haat en geweld prediken te vervolgen en te straffen, anders zou die man geen twee jaar gevangenisstraf gekregen hebben.
De sleutelvraag vandaag is niet of wij een organisatie zullen verbieden, maar wel wie van deze meerderheid nu ook het snelst wil zijn en wil rechtstaan om ervoor te zorgen dat straffen snel en daadwerkelijk worden uitgevoerd. Dat is de vraag. Dat is wat er moet gebeuren.
04.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de eerste minister, de organisatie Sharia4Belgium ligt reeds geruime tijd onder vuur, want de organisatie en haar leden wakkeren openlijk haat en geweld aan tegen andersdenkenden en andersgelovigen. Zij maken er ook geen geheim van misbruik te maken van de vrijheden die ons land, en bij uitbreiding ook de westerse democratie, biedt om ongebreideld haatboodschappen te verspreiden. Dat gebeurde onlangs opnieuw, nadat een vrouw in nikab werd opgepakt. De groepering riep in Molenbeek op tot geweld tegen de politiediensten.
Naar aanleiding van die incidenten en van de persconferentie van die organisatie hebben de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en u, premier, te kennen gegeven te zullen optreden tegen deze organisatie. Volgens de meest recente berichtgeving is de woordvoerder van Sharia4Belgium opgepakt.
Wij zijn ervan overtuigd dat de betrokken diensten hierin hun werk hebben gedaan. De zaak ligt echter bijzonder gevoelig. In heel deze zaak wordt onze samenleving ondergraven in de kern van haar fundamentele rechten en vrijheden, door het gebruik, of eigenlijk het misbruik, van de rechten en vrijheden. Jammer genoeg toont dit ook de zwakte aan van ons rechtssysteem. Wij kennen de vrijheid van godsdienst en godsdienstbeleving en de vrijheid van meningsuiting, maar daar ligt precies de kans op misbruik: misbruik van de vrijheid van meningsuiting om haat te prediken en aan te zetten tot geweld. De vraag is of wij enkel en alleen kunnen optreden nadat er feiten werden gepleegd, dan wel of wij preventief kunnen optreden zonder de voor onze samenleving waardevolle principes te ondergraven.
De man in kwestie gaat heel gewiekst te werk. Hij opereert voortdurend in de schemerzone, op de grens van wat kan en niet kan.
Mijnheer de eerste minister, ziehier mijn vragen.
Ten eerste, de betrokkene werd opgepakt, maar zal hij ook aangehouden blijven? Hij werd al effectief veroordeeld tot twee jaar waarvan één jaar effectieve gevangenisstraf, maar hij heeft die termijn niet moeten uitzitten.
Ten tweede, welke concrete maatregelen zal de regering nemen tegen Sharia4Belgium?
Ten derde, welke wettelijke middelen hebt u nu reeds ter beschikking om op te treden tegen dergelijke organisaties? Is het al dan niet nodig om in een bijkomend wettelijk kader te voorzien?
04.06 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, persoonlijk ben ik tegen extremisme. Extremistische verenigingen en extremisten leveren geen bijdrage aan de samenleving die ik wil. Tegelijk wil ik echter zeggen dat ik geenszins de intentie of de ambitie heb om mensen die extremist willen zijn, te verbieden om extremist te zijn. Dat is de vrijheid van meningsuiting, zij hebben recht op een mening, zij hebben het recht om extremist te zijn, en dat is voor mij oké.
Vandaag gaat het echter om de vraag of wij verenigingen die oproepen tot haat en die aanzetten tot geweldpleging of racisme, moeten kunnen verbieden. Dat is de vraag. Ik heb deze vraag reeds aan het Parlement voorgelegd tijdens de vorige legislatuur. Toen ging het om een vereniging die eveneens aanzette tot geweld en tot racisme, met name de neonazistische organisatie Blood & Honour. Toen was het Vlaams Belang tegen. Vandaag gaat het om een andere organisatie, die in mijn ogen evenmin mag aanzetten tot geweld, racisme en haat. Vandaag ben ik blij dat kamerbreed wordt aangevoerd dat dit niet meer kan.
Mijnheer de eerste minister, er zijn voorstellen ingediend in de Kamer om preventief op te treden en om dergelijke organisaties te kunnen verbieden, en niet te wachten tot er effectief een geweldpleging of strafbare feiten zijn gebeurd.
Is de regering er voorstander van om het voorstel tot het verbieden van dergelijke organisaties die aanzetten tot geweld, door deze Kamer te jagen?
04.07 Rachid Madrane (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, à la suite d'un contrôle d'identité d'une femme portant le niqab, des incidents ont eu lieu à Molenbeek jeudi et vendredi derniers.
Très rapidement, il est apparu que ces incidents étaient dus à l'association Sharia4Belgium qui, comme vous le savez, n'est pas une association bruxelloise.
Cette association ne s'est d'ailleurs pas cachée. Ses membres ont tenu publiquement des propos incitant à la haine, à la violence et à la discrimination.
Monsieur le premier ministre, il faut être très clair: les propos que nous avons entendus étaient hallucinants, consternants, inacceptables, intolérables! Si pour les démocrates que nous sommes, la liberté d'expression et la liberté d'association sont des droits fondamentaux, il faut tout de même aussi rappeler clairement et fermement que toute liberté a ses limites. Ces limites sont, très précisément, chers collègues, la démocratie!
Monsieur le premier ministre, les propos tenus par les dirigeants de ce groupuscule doivent être systématiquement poursuivis et condamnés.
Pour mon groupe, il est aussi évident qu'il faut aller plus loin: il faut interdire tout type d'association dont le seul but est d'inciter au terrorisme, au racisme, à la haine ou à la violence. Je me réjouis que ce parlement travaille en ce sens. Des auditions seront d'ailleurs organisées le 26 juin prochain sur la base d'une proposition de mon collègue du sp.a, cosignée par le groupe socialiste. Cette proposition vise à interdire des groupes comme Sharia4Belgium ou des groupes néonazis comme Blood & Honour.
J'ai donc deux questions à vous poser.
Tout d'abord, pouvez-vous nous dire si des poursuites judiciaires ont été entamées à l'encontre de l'association Sharia4Belgium? Je sais qu'une dizaine de membres ou sympathisants ont été arrêtés à la suite des événements de Molenbeek mais qu'en est-il de ces leaders qui ont déjà été arrêtés et condamnés par le passé?
Ensuite, l'interdiction des associations qui prônent le racisme, le terrorisme ou la haine est un sujet ultra sensible dans le sens où il touche à la liberté d'association. Dès lors, monsieur le premier ministre, pouvez-vous nous dire quelle voie législative vous préconisez? Faut-il étendre la loi Moureaux ou plutôt la loi qui interdit les milices, voire les deux?
04.08 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, collega’s, de feiten die zich de afgelopen dagen hebben afgespeeld in Molenbeek, zijn ernstig en verontrusten vele burgers. Een weliswaar tot op heden kleine groep heeft niet alleen een verwerpelijke mening over onze samenleving, maar gaat verder.
Wij leven in een land waar het recht op vrije meningsuiting belangrijk is. Voor mijn partij is zij cruciaal. In die zin zijn wij, liberalen, aanhangers van Voltaire, die zegt dat hij nog liever zijn leven zou geven dan iemand anders de kans te ontnemen zijn mening te uiten. Maar deze mensen gaan verder. Zij uiten niet alleen een mening, zij roepen ook op tot actie. Zij roepen op tot daden. Zij berokkenen schade aan andere mensen. Zij vallen de rechtsstaat rechtstreeks aan. Op dat moment gaat het debat niet meer over vrije meningsuiting maar over een vereniging van mensen die criminele daden plegen.
Ik ben verheugd in het halfrond een draagvlak te vinden om deze feiten ernstig te nemen. Ik ben verheugd dat het parket is opgetreden en de betrokken persoon heeft aangehouden en gearresteerd. Ik hoop dat hij op een strenge manier zal worden vervolgd.
Hoe pakken wij dit in de toekomst verder aan? Dat is de vraag, mijnheer de eerste minister: hoe gaan wij daar verder mee om? Waar vinden wij het juiste evenwicht tussen het respecteren van het recht op vrije meningsuiting en het aanpakken van mensen die verder gaan dan dat? Hoe pakken wij zulke organisaties aan, zonder dat wij het recht op vrije meningsuiting uithollen? Dat is een zeer belangrijke, en zelfs cruciale vraag. Indien wij in het wilde weg beginnen te slaan, beschadigen wij onze democratie, en dan zorgen wij er precies voor dat zij die onze democratie aanvallen, winnen. Dat moeten wij tot elke prijs verhinderen.
De hamvraag is waar we het juiste evenwicht vinden, waar we de juiste instrumenten vinden om op te treden tegen personen en organisaties die verdergaan dan een mening verkondigen, die geweld prediken, die haat prediken en die de samenleving en onze rechtsstaat destabiliseren? Hoe doen wij dat?
Mijnheer de eerste minister, ik wil van u graag weten welke instrumenten u ter zake in stelling wenst te brengen.
04.09 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, Sharia4Belgium en Blood & Honour zijn twee voorbeelden van organisaties die oproepen tot haat en geweld op basis van afkomst, op basis van religie. We zouden kunnen zeggen: les extrêmes se touchent.
Dergelijke extreme vormen van radicalisering kunnen wij in een democratie niet toelaten, want zij ondergraven de democratie zelf. Wij mogen en kunnen nooit toegevingen doen aan zij die de fundamentele waarden van onze maatschappij willen ondergraven. Nooit.
Dat vergt een globale aanpak, volgens mij op drie vlakken.
Wij hebben al een bestaand wettenarsenaal, dat wij kennen. Ik vermeld, bijvoorbeeld, de wet op het racisme. Die wetten moeten toegepast worden, strikt, snel en zonder aarzeling. Daar ligt een heel belangrijke taak voor de politiediensten en voor Justitie. Als er veroordelingen worden uitgesproken, dan ligt er ook een taak bij de minister van Justitie, zodat die straffen kunnen worden uitgevoerd, wat ter zake niet het geval was.
Ten tweede, dergelijke misdrijven moeten ook kunnen worden voorkomen. Dat is een delicaat punt. Hoe kunnen wij dat het beste doen? Dat debat hebben we enkele jaren geleden gevoerd naar aanleiding van het dossier van Blood & Honour. Ik denk dat wij meer bevoegdheden moeten kunnen geven aan burgemeesters, aan overheden, om in te grijpen wanneer op hun grondgebied dergelijke extreme organisaties activiteiten willen ontwikkelen. Dat is een van de voorstellen die circuleren. Volgens mij is het heel belangrijk dat wij die bevoegdheden toekennen. Daarin moeten we heel voorzichtig te werk gaan en wij moeten dat heel strikt kaderen. Het kan immers absoluut niet de bedoeling zijn dat organisaties worden geviseerd, gewoon en alleen omdat zij niet graag gezien worden door de overheid. De poort moet dus openstaan, maar een strikte reglementering is nodig. Wij zijn bereid om daaraan mee te helpen.
Ten derde, nieuwe initiatieven moeten passen in een globaal plan om de radicalisering aan te pakken. Minister Milquet heeft dat aangekondigd. Zij is wakker geschoten. Ik hoop dat zij daarvan nu ook snel werk maakt, want er moet een globaal kader gecreëerd worden.
Mijnheer de eerste minister, ik heb de volgende vragen voor u.
Hoe zal uw regering dat aanpakken?
Hoe zal uw regering dat op een globale manier aanpakken?
Tegen wanneer mogen wij initiatieven verwachten?
04.10 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, nous nous réjouissons tous de l'arrestation, ce matin, du porte-parole de Sharia4Belgium et de la fermeture de son site internet. Mais, vous le savez, cette personne a été condamnée en février dernier à deux ans de prison ferme. Nous pouvons donc nous demander pourquoi cet homme a pu encore nuire en lançant des appels à la haine ainsi qu'à la rébellion et en incitant des populations fragilisées à ne pas respecter notre État de droit.
Hier, en commission de l'Intérieur, la ministre, Mme Milquet s'est engagée à présenter un projet de loi en Conseil des ministres le 22 juin et à venir en débattre en commission le 26 juin. J'aimerais que vous nous confirmiez cet agenda et que la commission puisse légiférer et avancer sans bride sur le cou dans cette matière fort difficile.
Le MR s'est prononcé très récemment, par la voix de son chef de groupe, en expliquant qu'il était urgent de mettre fin à cette association radicale et de l'empêcher de nuire. Pouvons-nous espérer de votre part un signal fort, s'inspirant de la législation française permettant la dissolution d'une telle organisation qui peut être assimilée à une association de malfaiteurs?
04.11 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, er zijn hier heel wat leden met een selectief geheugen. Precies tien jaar geleden, met name in december 2002, werd hier door eerste minister Verhofstadt een show opgevoerd. Op basis van zijn show, van de instantpolitiek en van de steekvlampolitiek werd de heer Abou Jahjah van de Europees-Arabische Liga of van de Arabisch-Europese Liga wegens het aanzetten tot haat en geweld aangehouden.
Collega’s, wij zijn tien jaar later. Er is ondertussen heel wat water door de zee gevloeid. Er is ter zake allerhande wetgeving gemaakt. Zullen wij ze eens opsommen? Mijnheer Vanvelthoven, de wetgeving moet alleen maar worden toegepast.
Wij hebben het grootste aantal politieagenten van West-Europa per aantal inwoners. Wij hebben het grootste aantal magistraten van heel Europa per aantal inwoners.
Tien jaar later staan wij evenwel hier met hetzelfde probleem.
Wij hebben een arsenaal aan wetgeving. Kort gezegd, collega’s, hebben wij de antiracismewet, waarvoor wij de Grondwet hebben veranderd. Wij hebben de antiterrorismewet. Wij hebben de wet op de privémilities. Wij hebben het snelrecht gemaakt. Wij hebben wetten tegen samenscholing. Wij hebben wetten tegen het aanzetten tot haat en geweld. Alleen moeten wij burgemeesters vinden, niet zoals Moureaux, die voornoemde wetten toepassen.
Wij hebben sedertdien hier in het Parlement een batterij maatregelen goedgekeurd. Wij hebben de BOM-wet over de bijzondere opsporingsmethodes. Wij hebben ook nog de BIM-wet over de bijzondere inlichtingenmethodes. Wij hebben de mogelijkheid tot telefoontaps, die blijkbaar echter meer binnen Justitie wordt gebruikt om elkaar onderling te bezwaren dan om in de moskeeën te luisteren welke haatpredikers er zijn. Wij hebben zelfs een orgaan, het OCAD, het Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging.
Wij hebben middelen genoeg, wetten genoeg en volk genoeg.
Mijnheer de minister, waarom gebeurt er dan niets? Dat is mijn vraag aan u.
Sharia4Belgium en zijn oppermoefti, de heer Belkacem, hebben een strafblad waarmee de weekendeditie van Het Laatste Nieuws kan worden gevuld. Vandaag wordt hier nog altijd geaarzeld om te beslissen wat met dergelijke figuren moet gebeuren.
Mijnheer de minister, wij willen weten wat u aan het probleem zult doen. Wij willen niet de steekvlampolitiek van vandaag. Wij willen echte politiek en maatregelen. Wij willen dat de politie en de magistraten er gewoon op worden gewezen dat zij de wetten mogen toepassen in plaats van de pamperpolitiek toe te passen, die nu door de oversten van dit land wordt opgelegd.
04.12 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, chers collègues, certains cirques inoffensifs font parfois rire mais il arrive aussi que d'autres très dangereux ne fassent pas rire du tout! Lorsque j'entends les discours et les propos d'individus ou de groupes, que ce soit Sharia4Belgium ou Blood & Honour, qui font l'apologie de la haine et de la violence, j'ai peur pour notre démocratie.
Toute atteinte à la démocratie doit rester pour nous intolérable; nous ne devons faire aucune concession. Il est inadmissible que des groupes puissent, entre autres sur le net, lancer des appels à peine camouflés au meurtre, à la haine ou au racisme. Que ce soit au nom de l'extrême droite, que ce soit au nom de l'extrémisme religieux, ce discours est inacceptable! Il est donc urgent, monsieur le premier ministre, chers collègues, de réaffirmer les principes non négociables de notre démocratie.
Monsieur le premier ministre, comment se fait-il que le porte-parole de ce groupe était encore en liberté la semaine passée, alors qu'il était sous le coup d'une condamnation depuis trois mois? Quelles mesures ont-elles été prises pour réprimer les organisations incitant à la haine raciale et à la violence?
04.13 Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, chers collègues, dans notre pays, chacun bénéficie de droits et je suis le premier à les défendre. Mais à côté des droits, il y a des devoirs, des obligations qui s'imposent à chacun de nous. Je pense ici au respect de la loi, au respect de l'autre, au respect des autorités publiques et, en particulier, de nos forces de l'ordre.
Nous avons construit, en Belgique, une société moderne avec des valeurs humanistes basées sur le respect, la tolérance et la solidarité. Si l'on veut vivre en harmonie dans notre pays, ces valeurs doivent être respectées.
De regering kan niet tolereren dat een minderheid, in Molenbeek of waar dan ook, onze democratische waarden manipuleert. Het recht op vrije meningsuiting en het recht om te betogen, kunnen niet worden misbruikt als propaganda-instrument voor het aanzetten tot haat en geweld.
Au nom du gouvernement, je serai très clair. Chacun est bien entendu libre de ses pensées, libre de vénérer le dieu qu'il veut, chacun est libre de pratiquer son mode de vie, de pratiquer une religion ou de ne pas en pratiquer. Quel que soit le choix personnel opéré, ce choix relève dans notre pays de la sphère privée. Il est totalement inacceptable qu'au nom d'une croyance, qu'au nom d'une religion quelle qu'elle soit, on impose aux autres un comportement.
Quel que soit le groupement, le positionnement politique ou religieux, tout qui incite à la violence et à la haine n'a pas sa place dans notre société. (Applaudissements)
Sans être exhaustif, je rappellerai que sont poursuivis pénalement notamment les ministres des cultes qui, dans l'exercice de leur ministère, par des discours prononcés en assemblée publique, auront directement attaqué le gouvernement, une loi, un arrêté royal ou tout autre acte de l'autorité publique. Il s'agit de l'article 268.
Sont également poursuivies pénalement les personnes qui incitent à la discrimination, que ce soit notamment sur base de la prétendue race, de l'origine, du sexe, de l'âge, du handicap, de l'orientation sexuelle, de la conviction religieuse ou politique.
Mes chers collègues, je me réjouis et salue l'action des autorités judiciaires et de la police qui ont arrêté le porte-parole de Sharia4Belgium. À cet égard, le gouvernement estime que des groupes comme Sharia4Belgium, qui incitent à la haine et qui appellent à des actes de violence, doivent être interdits.
De regering onderzoekt op dit ogenblik de rechtsmiddelen die daartoe kunnen worden gebruikt. De regering verwelkomt de parlementaire initiatieven die ter zake worden genomen. Ik zal erover waken dat de regering op de best mogelijke manier met het Parlement samenwerkt.
Qu'il s'agisse de Sharia4Belgium ou d'autres personnes ayant des comportements condamnables, les autorités judiciaires et les différents services de l'État travaillent de longue date pour les combattre et les amener devant les juges. L'arrestation du porte-parole de Sharia4Belgium en est une conséquence.
Enfin, pour votre complète information, en ma qualité de président du Comité ministériel du renseignement et de la sécurité, j'ai demandé aux services concernés de renforcer la surveillance d'actes d'incitation à la haine ou à la violence partout dans notre pays.
Chers collègues, encore un mot. Ne limitons pas trop rapidement notre débat. Autant nous devons être extrêmement fermes pour faire respecter notre État de droit – et nous le sommes -, autant nous devons intensifier notre politique économique et sociale. Plus nous réussirons à créer de l'activité et à offrir des emplois rémunérateurs et stables, plus nous permettrons aux familles de se construire et de vivre dignement, moins les groupements qui prônent la violence et l'intolérance seront attractifs.
Tot slot wil ik zeggen dat het debat te belangrijk is om het te gebruiken en er zelf voordeel uit te halen. Ik twijfel er niet aan dat wij op het einde van onze werkzaamheden tot een juridisch voor iedereen aanvaardbare oplossing komen, die onze basisrechten garandeert.
04.14 Gerolf Annemans (VB): Collega’s, een twintigtal minuten geleden is het bericht binnengelopen dat de onderzoeksrechter van Antwerpen de heer Belkacem heeft aangehouden, naar verluidt wegens overtreding van de antidiscriminatiewetgeving of iets dergelijks.
Mijnheer de premier, leden van de regering, ik voorspel u dat datgene wat ik zonet in het debat heb gehoord, alleen maar illustreert dat wij vertrokken zijn voor een eindeloze juridische strijd over een marginale organisatie die volgens het Vlaams Belang uiteindelijk alleen maar symbool staat voor iets veel breder, helaas veel breder, namelijk de islamisering van onze grootsteden.
Ik ben natuurlijk blij dat Sharia4Belgium in Molenbeek het Franstalig gedeelte van het land heeft wakker geschud. Ik ben ook blij dat wij hebben kunnen zien dat het niet meer alleen om Sharia4Belgium gaat, maar dat er veel radicalere organisaties mee zijn opgestapt in het dorpje van Philippe Moureaux, dat hij in de loop der jaren heeft omgebouwd tot een soort van veredelde Gazastrook door een openarmenpolitiek, die de echte oorzaak is van de islamisering. Het debat over Sharia4Belgium gaat maar over het topje van de ijsberg.
Als u de heer Belkacem voor één nuttige zaak zou kunnen gebruiken, dan had het kunnen zijn om een voorbeeld te stellen, een scherp voorbeeld ten aanzien van iedereen die de moslims in dit land wilt misbruiken om te komen tot islamisering en tot een verdere radicalisering. Dat voorbeeld had u moeten stellen door die man meteen de Belgische nationaliteit af te nemen, met toepassing van artikel 23 van de vreemdelingenwet, en door hem uit te leveren aan Marokko, zoals Marokko vraagt, zodat hij in een Marokkaanse gevangenis de heilzame werking van de islamitische samenleving zou kunnen ondergaan.
04.15 Jan Van Esbroeck (N-VA): Mijnheer de eerste minister, luister nu eens goed, ik zal het heel rustig zeggen, zonder al te veel show. Vandaag de dag zijn alle instrumenten aanwezig om personen die haat en geweld prediken en verkondigen, te vervolgen en te straffen. Zover zijn wij reeds, dat hebben wij reeds, collega’s; wij moeten niet verdergaan, dat is ter beschikking.
Wat moet er nu komen? Wat is het probleem in dit land? Het probleem is dat die man veroordeeld was tot twee jaar gevangenisstraf, maar dat hij nog wel kan rondlopen en opnieuw haat en geweld kan prediken. Dat is het probleem. Het probleem is de strafuitvoering in dit land.
Mijnheer de eerste minister, daarvoor draagt uw regering de verantwoordelijkheid en dat moet ze dringend en snel veranderen. Daarover gaat het.
04.16 Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik geef u gelijk wanneer u zegt dat het dossier te belangrijk is om er individueel of populistisch mee om te gaan, maar dat betekent niet dat we er lichtzinnig mee moeten omgaan. Ik meen dat wij zeer voorzichtig, maar wel grondig te werk moeten gaan. Wie oproept om snelsnel te reageren, dreigt ongelijk te krijgen.
Belangrijk is dat wij eensgezind en collectief neen zeggen tegen dergelijke organisaties. Wij moeten collectief neen durven te zeggen tegen wie haat en geweld predikt. Wij moeten collectief neen zeggen tegen organisaties die mensen tegen elkaar ophitsen. Wij moeten ook collectief neen zeggen tegen zij die de fundamentele waarden en regels van onze samenleving niet respecteren. Wij moeten collectief neen zeggen tegen radicalisme. Dat is immers niet de samenleving waarin wij willen leven. Dat is ook niet de samenleving waarin wij onze kinderen groot willen brengen.
Premier, u hebt gezegd dat er wetsontwerpen hangende zijn. Wij hebben zelf ook een wetsvoorstel om samenkomsten van extremistische en racistische organisaties, zoals Sharia4Belgium en Blood & Honour, te verbieden. Wij moeten echter verdergaan. Wij moeten ervoor zorgen dat de regels worden gerespecteerd en dat mensen die worden bestraft, hun straf ook uitzitten.
Dit is dan ook een oproep aan de minister van Justitie om ervoor te zorgen dat de man zijn straf uitzit en hij niet op vrije voeten blijft.
04.17 Peter Vanvelthoven (sp.a): Mijnheer de eerste minister, af en toe zijn er in het Parlement momenten waarop wij de partijpolitiek moeten proberen te overstijgen. Dit is zo’n moment.
Dat er gerechtelijke acties ondernomen zijn op basis van de huidige wet, is zeer goed. Dat juichen wij toe. De vraag die voorligt, is echter of Parlement en regering vinden dat er nog een stap verder moet worden gegaan. Tot gisteren had ik het gevoel dat men het daarover kamerbreed eens was. Vandaag moet ik mijn mening herzien. Ik heb begrepen dat de N-VA dat niet ziet zitten. Ik heb ook begrepen dat Vlaams Belang wel de geweldpleging door Sharia4Belgium veroordeelt, maar de geweldpleging door neonazistische organisaties niet veroordeelt. Dat is het onderscheid dat men bij Vlaams Belang maakt; dat is vandaag opnieuw duidelijk gebleken.
Ik maak dat onderscheid niet. Geweldpleging en aanzetten tot geweldpleging uit welke hoek ook moet het Parlement niet accepteren!
04.18 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, ik laat mij en mijn fractie niet gebruiken om de problemen van sp.a op te lossen. Die partij heeft de islamisering van Vlaanderen voorbereid en verder doorgezet!
04.19 Rachid Madrane (PS): Monsieur le premier ministre, nous nous réjouissons de la prise de position rapide et ferme de votre gouvernement en ce qui concerne le renforcement de la lutte contre le radicalisme, notamment l'interdiction de ces groupements extrémistes et radicaux, quels qu'ils soient.
En résumé, votre credo serait: "Pas de démocratie pour les ennemis de la démocratie".
Monsieur le premier ministre, je me réjouis de savoir que le gouvernement et le parlement travailleront de concert sur ce dossier, complexe, qui touche à la liberté d'association et d'expression. Vous l'avez rappelé.
Enfin, c'est pour cette raison précise que le Parti Socialiste et le sp.a ont déposé ce texte. Il est sur la table et nous sommes prêts à en discuter tout de suite.
04.20 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik onthoud twee belangrijke zaken. Ten eerste, u hebt gezegd dat het Parlement aan zet is om na te gaan hoe het wetgevend kader kan worden versterkt, hoe wij ten opzichte van individuen en organisaties krachtiger kunnen optreden binnen een versterkt wettelijk kader.
Ik vind dat een belangrijk signaal. Ik vind ook dat wij als Parlement de komende dagen en weken de taak ten volle op ons moeten nemen om op een evenwichtige en doordachte wijze na te denken hoe wij, enerzijds, de vrijheid van meningsuiting intact kunnen houden en, anderzijds, kordater en strenger kunnen optreden tegen wie verdergaat dan een mening verkondigen en oproept tot haat, geweld en onverdraagzaamheid.
Ten tweede, ik denk dat er ook een belangrijke taak is weggelegd, niet alleen voor deze regering, maar voor alle regeringen in dit land. Als wij die onverdraagzaamheid willen bestrijden, zullen wij de waarden waarop onze samenleving stoelt, veel offensiever moeten communiceren, uitleggen en verdedigen, vooral aan jonge mensen.
Wij moeten uitleggen waarom het zo belangrijk is dat in ons land het principe van de scheiding van Kerk en Staat bestaat, waarom wij vinden dat alle mensen, mannen en vrouwen, gelijkwaardig zijn en waarom wij zo sterk geloven in democratie en verdraagzaamheid.
Die waarden moeten wij uitdragen, uitleggen en verdedigen ten opzichte van jonge mensen. Dat is een essentiële opdracht voor ieder van ons, maar ook voor uw regering, voor alle regeringen. Dat is een fundamentele strijd die wij nu moeten voeren om onze democratie en ons maatschappijmodel overeind te houden.
Mijnheer de eerste minister, ik hoop dat u samen met de andere regeringen van dit land een initiatief zult nemen. Dit is volgens mij een fundamentele opdracht voor ons allemaal.
04.21 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de eerste minister, u hebt mooie woorden gesproken en mooie beloftes gedaan. Enkele jaren geleden waren er ook heel wat initiatieven om het probleem aan te pakken. Toen is wel een wetgevend initiatief genomen, maar dat proces werd niet afgerond.
Ik hoop dat deze discussie wel tot resultaat zal leiden, dat er wel daadkrachtig zal worden opgetreden, dat er kort op de bal zal worden gespeeld, zoals u hebt aangekondigd, in overleg met het Parlement. Wij zullen een partner zijn om daaraan mee te werken.
Ik wil ook nog even herinneren aan wat ik daarnet heb gezegd, want u kondigt aan dat u wil werken aan een verbod op de vereniging. Als wij wetgevend optreden, moeten wij erover waken dat wij aan overheden niet de mogelijkheid laten om heel gemakkelijk een heel brede waaier aan verenigingen te gaan bestraffen of aan te pakken. Dit zou voor onze democratie bijzonder gevaarlijk zijn. In het wetgevend proces moeten wij dus heel bedachtzaam en nauwkeurig te werk gaan. Wij mogen niet overdrijven in de ene of de andere richting. Wij zullen een partner zijn om daaraan te werken in dit Parlement.
Ondertussen is het belangrijk om met het bestaande arsenaal te werken inzake de taken voor de politie, voor Justitie en voor de uitvoering van de straffen. De minister van Justitie kan ook beslissen om de vervolging van dergelijke misdrijven prioritair te maken.
04.22 Corinne De Permentier (MR): Monsieur le premier ministre, je voudrais vous remercier pour votre discours. En effet, il était très important de recentrer le socle des valeurs communes, à savoir le sens du devoir, le respect de chacun, le respect du droit, des obligations, mais aussi la séparation du religieux et de l'État.
Vous avez également rappelé l'arsenal juridique dont nous disposons. Malgré tout, force est de constater que cette personne est, aujourd'hui, toujours en capacité de nuire. Je compte donc sur vous pour que l'agenda et les dates des 22 et 26 juin soient respectées.
Et si le gouvernement n'est pas près le 22 juin, sachez que le parlement travaillera de concert, et peu importe qui sera à l'initiative. J'espère, en tout cas, que le débat sera porté de manière unanime, avec pour objectif de trouver des solutions aux attentes de la population. Il faut que ces gens soient punis et que la tolérance zéro soit appliquée à l'égard de ce type de phénomène.
04.23 Jean Marie Dedecker (LDD): Premier, er is in Molenbeek ook een slachtoffer gevallen, een agente heeft haar neus gebroken. De daderes heeft klacht ingediend en was vrij na een fractie van een seconde. Ik heb gebeld en gevraagd hoe dit kon. Ik heb antwoord gekregen van een Brusselse commissaris. Volgens hem wordt er bij agressie tegen een agent zelfs niet meer vervolgd als de werkonbekwaamheid lager ligt dan zeven dagen.
Dit is de essentie van wat er vandaag gebeurt, dit is de hefboom waardoor al die criminelen kunnen voortdoen. U moet uw volk beschermen, mijnheer de premier. U zegt dat de feiten niet misbruikt mogen worden. Wat ik hier hoor, is terug het misbruik. Ik heb al gezegd dat alle wetten voorhanden zijn. U kunt hen veroordelen als een criminele organisatie of als een sekte.
Ik heb nu angst voor instantwetgeving, voor de instantpolitiek die ik hier hoor: het inperken van onze grondrechten. We zijn weer bezig met het inperken van de vrije meningsuiting. Ik geloof in de vrije meningsuiting, verder dan Voltaire. Ik geloof in de woorden van Curtis die zegt dat iedereen recht heeft op een mening, ook de idioot. Als men ideeën niet laat uiten, gaan ze ondergronds en krijgt men problemen.
Wij hebben alles voorhanden. Pas verdorie de wet toe, zeg uw magistraten dat ze de wet moeten toepassen en bescherm uw agenten! Dit gebeurt niet meer.
04.24 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, dans le milieu du rugby, on dit souvent qu'il faut éviter de confondre vitesse et précipitation. Si j'ai bien compris, votre intervention allait dans ce sens.
Autant nous devons être vigilants, sévères et sans concession envers les auteurs des faits avérés, autant il est important que nous protégions un des fondamentaux de notre démocratie, la liberté d'expression.
J'ai apprécié le fait que vous fassiez appel au parlement pour mener ce travail, de manière sereine, afin d'éviter de faire de la "politique-spectacle". Je pense que les faits sont suffisamment graves pour prendre le temps nécessaire à mener ces travaux avec sérieux.
Dans un premier temps, essayons de voir en quoi notre arsenal juridique est suffisant pour réprimer de tels actes. Ensuite, le cas échéant, examinons comment donner à la justice les moyens de réprimer plus sévèrement et de manière plus dissuasive de tels faits. Alors peut-être, les personnages qui passent à travers les mailles du filet de la justice pourraient ne plus y parvenir.
Het incident is gesloten.
- M. Damien Thiéry à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prises en vue de lutter contre le radicalisme" (n° P1038)
- M. Georges Dallemagne à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prises en vue de lutter contre le radicalisme" (n° P1039)
- M. Peter Logghe à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan d'action contre le radicalisme" (n° P1040)
- M. Michel Doomst à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan d'action contre le radicalisme" (n° P1041)
- Mme Jacqueline Galant à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "les mesures prises en vue de lutter contre le radicalisme" (n° P1042)
- M. Bart Somers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances sur "le plan d'action contre le radicalisme" (n° P1043)
- de heer Damien Thiéry aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen ter bestrijding van het radicalisme" (nr. P1038)
- de heer Georges Dallemagne aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen ter bestrijding van het radicalisme" (nr. P1039)
- de heer Peter Logghe aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het actieplan tegen het radicalisme" (nr. P1040)
- de heer Michel Doomst aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het actieplan tegen het radicalisme" (nr. P1041)
- mevrouw Jacqueline Galant aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "de maatregelen ter bestrijding van het radicalisme" (nr. P1042)
- de heer Bart Somers aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over "het actieplan tegen het radicalisme" (nr. P1043)
05.01 Damien Thiéry (FDF): Monsieur le secrétaire d'État, j'espère que vous aurez à cœur de répondre précisément aux questions qui seront posées tout autant que la ministre de l'Intérieur l'aurait fait. Le débat est ouvert. Il est fondamental. Il demande des actions rapides. Cependant, à force de citer nommément ce groupuscule, on peut en avoir un effet contre-productif et lui faire de la publicité, ce qu'il faudrait éviter à l'avenir.
Lundi, la ministre de l'Intérieur a proposé de renforcer le cadre légal pour interdire les associations radicales et en bloquer l'accès aux sites internet, ce qui, en partie, a été fait. C'est une bonne chose. Elle a également dit que, d'ici la fin du mois de juin, une formation très particulière serait dispensée aux policiers tant au niveau local que fédéral pour les sensibiliser au phénomène de la radicalisation et à d'autres phénomènes en relation avec une approche différente dans certains centres culturels, dans les mosquées. Elle envisage aussi de diffuser des informations dans les écoles aux professeurs, voire éventuellement aux parents.
Il s'agit d'excellentes initiatives, mais dans un premier temps, je serais curieux de savoir ce que l'on entend exactement par "radicalisme", car d'autres termes demandent des précisions. Je pense spécifiquement à celui des "minorités" au sujet duquel on a dû attendre dix ans pour n'être toujours pas d'accord. Qu'entend-on par radicalisme?
Ensuite, on dit que l'on va élargir le cadre légal. Cela signifie donc que, jusqu'à présent, il n'était pas suffisamment large! Je m'interroge donc, car voilà plus de dix ans que l'on aurait dû agir de manière concrète par rapport à ces soucis!
En ce qui concerne la manière dont les agents fédéraux seront formés, sera-ce dans le cadre de ce qui a déjà été fait actuellement par l'intermédiaire du programme CoPPRa?
05.02 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, trois bonnes nouvelles au moins aujourd'hui par rapport à ce dossier! D'abord, un discours fort et clair de la part du premier ministre; ensuite, l'arrestation de Fouad Belkacem et, enfin, la fermeture de son site Sharia4Belgium.
Je me réjouis de l'ensemble de ces initiatives. Cela montre la détermination du gouvernement dans ce dossier, qui n'est pas resté les bras ballants, comme certains le laissaient penser, et qui a agi immédiatement.
Je voulais également féliciter la ministre de l'Intérieur, actuellement à Luxembourg dans le cadre d'un Sommet européen. En effet, elle a fait montre de proactivité, de ténacité et de constance depuis la mise en place du gouvernement.
En effet, dès le départ, elle a annoncé la mise en place d'un plan de renforcement de la lutte contre l'extrémisme.
Cette affaire montre à quel point il est urgent que, dans ce domaine, on fasse encore mieux et plus qu'aujourd'hui. Les violences, les propos des porte-parole de Sharia4Belgium montrent à quel point ces actes doivent être sanctionnés: ils sont intolérables, ils ont blessé profondément la population belge, ils ont blessé profondément nos valeurs.
Monsieur le secrétaire d'État, quels sont les éléments de ce plan de lutte contre l'extrémisme? Quel sera l'agenda du Conseil des ministres et du gouvernement en la matière? De fait, plusieurs ministres sont mobilisés sur cette question: la ministre de l'Intérieur, la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration et la ministre de la Justice.
05.03 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, het dossier-Belkacem, Sharia4Belgium, wijzigt ongeveer elke dag. Ik moest dan ook mijn vragen wat aanpassen. Ik wil graag beginnen met het brengen van een eresaluut aan de politiemensen die het nodige hebben gedaan om het boerkaverbod uitgevoerd te zien. Het was een moedige daad, en zij vormen eigenlijk de ontsteking voor alles wat de voorbije dagen volgde. Vlaams Belang waarschuwt al langer dan vandaag voor het gevaar van Belkacem en Sharia4Belgium.
Ik heb voor u slechts twee vragen. Ten eerste, hoe gaat het nu verder met het dossier-Belkacem en Sharia4Belgium? Volgt er opnieuw een veroordeling, een beroep en dan niets meer, of zal men eindelijk overgaan tot het ontnemen van de nationaliteit van die man, en wijzen wij hem uit? U kunt op basis van artikel 21 en artikel 23 van de nationaliteitswet perfect en onmiddellijk overgaan tot het ontnemen van de nationaliteit van de heer Belkacem. U hoeft zelfs niet te wachten op een nieuwe veroordeling van de rechtbank. Ik zou zeggen: doe het! Ik ben benieuwd naar uw reactie.
Mijn tweede vraag is een politieke vraag, en die is zo mogelijk nog belangrijker. Zal het beleid van ons land, en dan verwijs ik eveneens naar het recent aangekondigde actieplan, de politie aanmoedigen om verdere stappen te zetten om het boerkaverbod naar de letter toe te passen? Of zult u, zoals ik vrees, net als het parket de politie de raad geven om een laag profiel aan te houden en bepaalde bevolkingsgroepen niet voor het hoofd te stoten?
Mijnheer de staatssecretaris, graag kreeg ik van u een zeer duidelijk antwoord. Zal uw actieplan de politie aanmoedigen om verder te gaan op de ingeslagen weg?
05.04 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik richt mij via u ook tot de minister van Binnenlandse Zaken. Wij moesten vandaag op het appel zijn, omdat er in het leven zaken zijn die men niet over zijn kam kan laten gaan. Wat Sharia4Belgium hier zaait, mijnheer de staatssecretaris, is een echt gif voor de maatschappij. Wij moeten maatschappelijk tegengif bieden om dat tegen te gaan.
Wij pakken het probleem liefst bij de wortel aan. Daarom pleiten wij – wij deden dat ook al in tempore non suspecto – voor een federaal pesticidenplan, zodat wij het in de toekomst kunnen voorkomen. Het was ons in de commissie voor de Binnenlandse Zaken al voor de tijd rond Pasen beloofd. Ik vind dat wij voor die bestrijding de mensen de middelen moeten geven die hen toekomen. Zeker het OCAD mag in de toekomst op dat vlak geen problemen hebben.
Het probleem is dat dit een heel intelligente sluimering is. Het gaat om mensen die hun verstand zeer goed gebruiken en op sluwe wijze onze democratische middelen gebruiken om heel de democratie te ondergraven. Via u stel ik dus de vraag aan de minister van Binnenlandse Zaken welke mensen en middelen zullen worden ingezet, want als wij niet opletten, zullen wij, voor wij het weten, figuurlijk en maatschappelijk met gescheurd ondergoed zitten.
05.05 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je ne vous poserai pas de question sur Sharia4Belgium puisque ma collègue, Mme Corinne De Permentier, vient d'interroger le premier ministre à ce sujet.
Ma question porte sur les évènements de Molenbeek sensu stricto. Ainsi, pouvez-vous nous confirmer le déroulement des faits et nous dire s'il arrive régulièrement que des procès-verbaux doivent être dressés pour port de niqab ou de burqa? Lors des contrôles d'identité effectués par nos services de police auprès de personnes dont le visage est dissimulé par un niqab ou une burqa, arrive-t-il fréquemment que les personnes concernées refusent d'obtempérer, voire se rebellent? Pour ma part, j'ai au moins deux autres précédents en tête, mais disposons-nous de statistiques à ce sujet, le cas échéant, par zone de police?
Certains affirment que les polices des zones bruxelloises confrontées au problème ferment parfois les yeux. Les chefs de corps le démentent, même si certains reconnaissent des aménagements. C'est ainsi que la zone de police Bruxelles Nord (Schaerbeek, Evere, Saint-Josse) applique une procédure particulière permettant aux femmes portant la burqa ou le niqab et refusant de se soumettre à un contrôle sur la voie publique de venir au commissariat dans un local particulier où, dans la mesure du possible, elles retirent leur voile devant une femme policière. Existe-t-il d'autres cas d'aménagement dans d'autres zones de police?
J'en arrive ainsi à ma dernière question en regrettant que la ministre ne soit pas présente. Ainsi, monsieur le secrétaire d'État, des instructions sont-elles données dans certaines communes pour appliquer une forme de tolérance à l'égard de la loi?
Le président: Chers collègues, je rappelle que la ministre participe à une réunion à Luxembourg.
05.06 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de minister, als burgemeester ben ik er mij zeer sterk van bewust dat het handhaven van de orde bij rellen een tamelijk complexe aangelegenheid is. Vaak moet men afwegen wat de juiste houding is om om te gaan met een bepaalde betoging die uit de hand loopt. Dat is minder eenduidig dan het op afstand lijkt.
Van de politievakbonden hebben we echter heel krachtige signalen gekregen dat de wijze waarop er instructies zijn gegeven in Molenbeek, de politiemensen minstens het gevoel gaf dat ze niet accuraat genoeg konden optreden. Er werd daar een dame gearresteerd die twee politieagenten zeer ernstige letsels en kwetsuren had bezorgd. Zij werd iets later terug vrijgelaten. Onbegrijpelijk. Er zijn signalen dat de politie de opdracht heeft gekregen om zich zeer terughoudend op te stellen. Er bestaat dus een gevoel van ongerustheid bij de politie. Zij vragen zich af of zij hun job wel naar behoren kunnen doen als zij op het terrein komen.
Ik vraag u of dat inderdaad zo is. Zijn er opdrachten gegeven die de normale ontplooiing van de politie bij rellen en betogingen hebben gehypothekeerd of bemoeilijkt? Wat is er juist gebeurd, waardoor een dame die twee politieagenten – mensen die hun professionele activiteit uitoefenen – ernstig kwetst, enkele minuten later of toch zeer kort daarna weer werd vrijgelaten? Wat is daar juist gebeurd? Ik had daarover graag meer informatie gekregen, omdat in politiekringen sterk het gevoel bestaat dat het normaal functioneren en optreden tijdens die betogingen werd gehypothekeerd door de richtlijnen waarbinnen men moest functioneren.
05.07 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je ne vais effectivement pas décliner ici, à la tribune, l'ensemble des mesures figurant dans le plan qui sera présenté par la ministre de l'Intérieur qui, je vous le rappelle, est absente car elle est au JAI, ce qui pourra être reconnu par tout un chacun comme une excellente excuse.
Beaucoup de questions sont plus des questions à traiter en commission plutôt qu'en plénière. Plusieurs d'entre elles étaient d’ailleurs déposées pour être posées en commission. Je ne doute pas que, pour ce qui a trait notamment aux pratiques sur le terrain, la ministre répondra en commission aux différentes questions posées.
Ik herhaal dat de minister van Binnenlandse Zaken onmiddellijk gereageerd heeft na de gebeurtenissen in Molenbeek. Zij heeft bevestigd dat de samenwerking tussen de verschillende lokale en federale politiediensten perfect was. De minister heeft de feiten en de onbetamelijke uitlatingen zelf herhaaldelijk scherp veroordeeld. Zij heeft trouwens een plan ingediend om de strijd tegen het radicalisme te versterken. De minister heeft opgeroepen geen simplistisch amalgaam te maken van deze radicale islamisten en gewone moslimburgers. Zij heeft intussen meer details van het ingediende plan vrijgegeven.
Il importe de rappeler que, depuis, la ministre a apporté quelques précisions. D'abord, un plan est préparé avec les ministres compétents afin de renforcer le Plan R (pour radicalisme). C'est l'OCAM qui sera chargé de le coordonner. Il abordera notamment une amélioration de la coordination et des initiatives opérationnelles, une augmentation des effectifs, un renforcement des mesures relatives au radicalisme sur internet et des éléments portant sur la politique de visa et de séjour.
Mijnheer Logghe, om het nog duidelijker te schetsen, de kwestie van de visa voor illegale predikers en de gevolgen van strafrechtelijke veroordelingen op de nationaliteit zullen duidelijke elementen zijn van het plan.
Ik vat samen: deradicalisering, criminaliteit op het internet, criminalisering van onaanvaardbare gedragingen die rechtstreeks leiden tot terrorisme.
Y compris les éléments liés à la possibilité, sous certaines conditions, d'interdire certains groupements radicaux dangereux.
Voilà l'ensemble des nouvelles stratégies et des nouveaux éléments qui feront partie intégrante du plan qui sera présenté par la ministre. Évidemment, la ministre respectera le timing qu'elle a annoncé en commission, c'est-à-dire l'adoption le 22 juin prochain en Conseil des ministres. Le gouvernement respectera donc l'engagement qu'il a pris et le timing qu'il s'est imposé.
05.08 Damien Thiéry (FDF): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse. Tout le monde est d'accord pour dire qu'il est grand temps de s'attaquer à toutes les formes de radicalisme qui incite à la haine et à la violence mais également à celui qui ne touche pas spécialement à l'extrémisme religieux mais qu'on peut parfois subir et qui est passé sous silence dans certaines communes de la périphérie bruxelloise où l'on peut entendre des slogans comme "Franse ratten, rol uw matten". C'est aussi une forme de radicalisme qu'il faudra sanctionner à un certain moment.
Finissons-en rapidement, sanctionnons une fois pour toutes! Nous attendons, avec impatience, la mise en application du plan dans les délais impartis.
05.09 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je me réjouis des détails mis en avant concernant ce complément en matière de lutte contre l'extrémisme. Ce plan doit être mis en place rapidement et doit veiller à l'efficacité. Dans cette matière, il ne sert à rien de se précipiter avec l'une ou l'autre initiative qui ne répondrait pas aux questions qui sont posées.
Je me réjouis du fait que le gouvernement prenne l'initiative, à travers plusieurs de ses ministres, sur une question essentielle pour l'avenir de notre vivre ensemble, pour l'avenir de notre pays. Il s'agit d'être efficace et de préserver nos libertés fondamentales.
05.10 Peter Logghe (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. U spreekt over een werkgroep en een actieplan. Dan denk ik: we zijn weer vertrokken.
Mijnheer de staatssecretaris, men moet toch niet wachten op een actieplan of een werkgroep om de nationaliteit van die man af te nemen. Wij vragen dat al jaren. U moet zelfs niet wachten op een beslissing van de rechtbank. U kunt daarmee onmiddellijk starten.
U mag het mij niet kwalijk nemen, maar de zaak-Abou Imran staat voor ons symbool voor het lakse en falende veiligheidsbeleid.
Ik heb weinig gehoord dat mij het vertrouwen geeft dat dit beleid de andere kant opgaat, mijnheer de staatssecretaris. Wij zullen onze houding pas herzien als de heer Belkacem de Belgische nationaliteit wordt ontnomen en hij in Marokko in een cel zit, waar hij thuishoort.
Vandaag stond in de pers een artikel: “Sharia4Belgium bijna buiten de wet.” Er had beter gestaan: “Sharia4Belgium buiten.”
05.11 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, het is goed dat het spel op de wagen zit. Alleen hebben wij die wagen al een aantal maanden op ons af zien komen. De boodschap is heel duidelijk dat hiertegen inventief, preventief en repressief moet worden opgetreden. Het moet correct worden opgespoord. Het moet worden voorkomen. We moeten echt antiradicaliseren op alle niveaus. Ik denk dat ook de burgemeesters in Brussel hun verantwoordelijkheid moeten opnemen en mee in die richting moeten sturen.
CD&V zal er ook op toezien dat het OCAD de middelen en de methodes – want daarover gaat het ook – krijgt om echt te kunnen doen wat nodig is.
Ik hoop echt dat wij een shariaoptreden krijgen en geen ‘sheria’-optreden, want dat kunnen wij ons op dit moment niet permitteren.
05.12 Jacqueline Galant (MR): Monsieur le président, nous reviendrons très rapidement sur ce sujet en commission. Ma question avait d'ailleurs été déposée pour être débattue au sein de la commission.
On ne peut tolérer les incidents de ce 31 mai dernier. Des mesures urgentes doivent être prises. Il est important de rappeler que la loi doit être appliquée de la même manière sur l'ensemble du territoire. Chaque personne qui choisit de vivre chez nous doit respecter nos valeurs et réglementations.
05.13 Bart Somers (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, hoewel ik er enigszins begrip voor kan opbrengen, heb ik niet direct een antwoord gekregen op mijn specifieke vragen. Ik heb er begrip voor dat deze vraag gekoppeld is aan een reeks andere vragen, maar mijn vraag staat toch los van die vragen.
Niettemin, het is geen onbelangrijke vraag, ze wordt gesteld door de grootste politievakbond van ons land, die bezorgd is over wat er juist is gebeurd in Sint-Jans-Molenbeek. Ik ben graag bereid om deze vraag terug te stellen in de commissie. Ik betreur evenwel dat ik geen antwoord krijg in de plenaire vergadering, over een feit waarbij er slachtoffers gevallen zijn bij de politiediensten, een vraag om juist te weten wat er aan de hand is.
Mijnheer de staatssecretaris, ik richt mij niet persoonlijk tot u, maar ik had op die vraag graag, ook in de plenaire vergadering, een antwoord gekregen. Ik zal mijn vraag opnieuw indienen in de commissie, maar eigenlijk is dit tegen de gang van zaken. Als een Parlementslid hier een vraag stelt, moet hij een antwoord krijgen en ik heb geen antwoord gekregen.
L'incident est clos.
- de heer Hagen Goyvaerts aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de staatswaarborg voor Dexia" (nr. P1032)
- de heer Kristof Waterschoot aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de staatswaarborg voor Dexia" (nr. P1033)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de staatswaarborg voor Dexia" (nr. P1034)
- de heer Georges Gilkinet aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de voorlopige waarborg voor Dexia" (nr. P1035)
- de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de staatswaarborg voor Dexia" (nr. P1036)
- M. Hagen Goyvaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la garantie de l'État pour Dexia" (n° P1032)
- M. Kristof Waterschoot au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la garantie de l'État pour Dexia" (n° P1033)
- M. Jean Marie Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la garantie de l'État pour Dexia" (n° P1034)
- M. Georges Gilkinet au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la garantie provisoire de Dexia" (n° P1035)
- M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la garantie de l'État pour Dexia" (n° P1036)
06.01 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister van Financiën, ik weet dat u het niet aangenaam vindt dat wij u iedere week komen ondervragen over de verdere afwikkeling van het Dexiadebacle, meer bepaald over heel de toestand rond de restholding. U zult echter moeten toegeven dat er deze week toch weer een specifieke wending was in het dossier.
Tot voor kort heeft deze regering zich steeds verzet – zij heeft het spreekwoordelijke been stijf gehouden – tegen de verhoging van de staatswaarborgen. Blijkbaar heeft uw verzet niet lang standgehouden, want naar wij kunnen vernemen, bent u dan toch geplooid voor de Fransen. Wij hebben vernomen dat Frankrijk, Luxemburg en België onderling akkoord zijn gegaan met het optrekken van de voorlopige staatswaarborgen van 45 naar 55 miljard euro, met andere woorden 10 miljard euro extra voor slechts één bank, één restholding die door de onbekwaamheid van het directiecomité in de vernieling is gereden. Zelfs de Europese Commissie neemt deze woorden vandaag open en bloot in de mond.
Wij vernemen dat de Fransen in ruil voor dit akkoord over de verhoogde staatswaarborgen een aantal toezeggingen hebben gedaan. U zult begrijpen dat hier wat mist rond hangt. Er is sprake van enige flou artistique. Kunt u ons vertellen wat die toezeggingen inhouden?
Daarmee is de kous nog niet af, collega’s. U hebt weliswaar ingestemd met die verhoogde staatswaarborgen, maar hoe zit het met de verdeelsleutel? Tot voor kort was de houding van deze regering dat bij een heronderhandeling van de staatswaarborgen ook de verdeelsleutel terug ter sprake moest komen. U weet dat die fameuze 60,5 %, waarvan het leeuwendeel voor rekening van de Vlaamse belastingbetaler komt, door ons wordt gedragen, terwijl iedereen weet dat het probleem bij DCL in Parijs ligt.
Mijnheer de minister, ik heb drie vragen voor u. Ten eerste, kunt u het Parlement en de buitenwereld uitleggen waarom de federale regering akkoord is gegaan met het optrekken van die waarborgregeling met 10 miljard euro?
Ten tweede, betekent dit ook dat de restholding van Dexia hiervoor hogere premies of vergoedingen zal betalen? De federale regering heeft steeds gesteld dat de waarborgen en de verdeelsleutel aan mekaar zijn gekoppeld. Bent u op dit vlak overstag gegaan en blijft die 60,5 % van toepassing?
Ten slotte, de Europese Commissie heeft u blijkbaar ook aangemaand om dringend werk te maken van het vervangen van het directiecomité. Zij is immers tot het besluit gekomen dat de restholding wordt geleid door een onbekwaam directiecomité. Ondertussen moet u een vervanging zoeken. Hoever staat het met dit dossier?
Ik ben uitermate benieuwd naar het antwoord op mijn vragen.
06.02 Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de minister van Financiën, zoals wij sinds de bijzondere Dexiacommissie weten, is Dexia vooral over de kop gegaan door liquiditeitsproblemen bij de Franse tak. Zoals de vorige collega heeft gezegd, hebben wij vernomen dat de regering heeft ingestemd met de verhoging van 45 miljard naar 55 miljard. Dit valt volledig binnen de 90 miljard die al eerder is afgesproken. Dat is dus niet zo vreemd.
In dit dossier is het wel belangrijk om te weten of er voorwaarden werden gekoppeld aan die 10 miljard. Aangezien de problemen zich vooral hebben voorgedaan in de Franse tak van de groep, bij DCL en DMA, is het belangrijk dat die zo snel mogelijk opgelost geraken en dat dit zo snel mogelijk gesaneerd geraakt.
Mijnheer de minister, ik had graag van u vernomen of aan onze regering of aan u, naar aanleiding van de instemming met de verhoging met 10 miljard, garanties werden geboden om tot een oplossing te komen. Zijn er toezeggingen geweest om de risico’s af te bouwen? Het allerbelangrijkste is immers dat de risico’s van dit dossier voor ons land zo snel mogelijk worden afgebouwd.
06.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik zal me beperken tot de vragen. Het voorspel is al lang gedaan.
Mijnheer de minister, vorige week hebt u klaar en duidelijk gezegd dat de enveloppe van de Europese Unie met een antwoord over de verhoging van de waarborgen waarschijnlijk onderweg was. U hebt toen gezegd dat het over 45 miljard ging. De inkt is nog niet droog en in principe is het al 55 miljard. Ik heb het verslag van vorige week hier. U hebt klaar en duidelijk gezegd: “Ik heb met mijn nieuwe collega van Financiën telefonisch contact gehad. Ik zie hem begin volgende week.” In principe is dat gebeurd, maandag of dinsdag.
Ik zou graag weten wat daar werd besproken, en niet enkel over die verhoging met 10 miljard. U hebt gezegd dat u zich daar voor zou leggen, want wij riskeren opnieuw 6 miljard extra op de Belgische begroting die in de toekomst moet worden afbetaald. Dat is niet gebeurd. Ik zou graag weten wat daarvan aan is.
Hoever staat het met de afsplitsing van DexMa? Daar verwacht men 12 miljard.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Volgens de pers noemt Europa de Dexiadirectie onbekwaam, al heb ik die brief zelf niet gezien. Wat is de situatie van de heer Mariani in de toekomst? Vertrekt hij met zijn premie van 1,2 miljoen euro, of blijft hij consultant van het bedrijf?
06.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur l'ancien ministre des Finances, monsieur le ministre des Finances, comme vous l'aviez annoncé, vous avez rencontré au début de cette semaine votre homologue français, M. Moscovici. En revanche, contrairement à ce que vous aviez laissé entendre, vous avez accepté d'augmenter la garantie provisoire demandée par Dexia, la faisant passer de 45 à 55 milliards d'euros. Six milliards seront à la charge de l'État belge. Et ce, sans consultation du parlement ni, a fortiori, vote de celui-ci.
J'espère que vous avez aussi discuté avec M. Moscovici de la répartition de cette garantie et de la composition du comité de direction, décrit par la Commission européenne comme étant dans l'incapacité avérée de mettre en œuvre ce qui permettrait à notre pays et à nos concitoyens d'éviter un bouillon financier.
J'en viens à mes questions. Avez-vous été bien reçu? M. Moscovici est-il sympathique? Et, surtout, au-delà de ces dix milliards d'euros, avez-vous rapporté autre chose dans votre escarcelle pour essayer d'améliorer la situation d'un point de vue belge au vu de ce dossier qui nous aura coûté et qui nous coûtera – je le crains - très cher?
06.05 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u kent ongetwijfeld het Twitteraccount van uw voorganger, Didier Reynders. Hij post daarop elke dag het weerbericht.
Ik kan dat ook. Volgens mij hangt er onweer in de lucht. Ik zie de eerste paraplu’s al opengaan. Het wordt elke dag duidelijker dat de regering-Leterme in dit dossier heel onvoorzichtig te werk is gegaan.
De eerste paraplu die openging is die van Luc Coene. Zijn waarschuwing inzake ARCO zou wel eens de voorbode kunnen zijn van een juridisch steekspel. Leterme is niet alleen onvoorzichtig geweest in het voortrekken van het ACW, maar ook en vooral in het toekennen van de staatswaarborgen, waarbij wij het merendeel voor onze rekening nemen.
Wij hebben gisteren vernomen dat u die staatswaarborgen toch verhoogt met 10 miljard, ondanks uw verklaringen van vorige week. Ik kan die verhoging wel begrijpen. Mijn fractievoorzitter heeft dat vanmorgen op de radio toegelicht.
Mijn punt van vorige week blijft wel overeind. Hadden de Fransen hun verantwoordelijkheid genomen en hun engagement nagekomen inzake DexMa, dan had Dexia wat meer ademruimte gehad en was dit wellicht niet nodig geweest.
Mijnheer de minister, ik heb vier vragen. Ten eerste, wat heeft uw diplomatie ter zake opgeleverd? U ging akkoord met de verhoging. Hebt u een herverdeling besproken en bekomen?
Ten tweede, wat brengen die staatswaarborgen ons op? Zal Dexia daarvoor betalen? Leterme heeft altijd gezegd dat die staatswaarborgen ons geld zouden opbrengen.
Ten derde, wat met de vervanging van het management, waarvan de Europese Commissie de bekwaamheid in twijfel trekt?
Ten vierde, er wordt op Europees niveau gesproken van een Europese bankenunie. Als pro-Europese partij zijn wij daarvoor te vinden, maar de vraag is wat dit nog voor Dexia kan betekenen. Die waarborgen zijn voorlopig. Wat kan die bankenunie nog voor ons betekenen?
06.06 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, sinds de vorige plenaire vergadering hebben inderdaad enkele evoluties plaatsgevonden, die ik hier graag toelicht.
Zoals u weet, hebben wij vorige week al een aanvraag tot verlenging met vier maanden voor de tijdelijke garanties ingediend bij de Europese Commissie. Daarnaast was er ook de vraag, geformuleerd door de Nationale Bank en ook door Dexia, om een verhoging van het plafond van die tijdelijke garanties met 10 miljard euro te kunnen verkrijgen.
De reden om die verhoging aan te vragen ligt bij de daling van de Duitse langetermijnrente en ook bij de daling van de euro. Beide fenomenen hebben een sterke impact op de liquiditeitsbehoeften van Dexia. Er is bovendien ook gevraagd om een voldoende grote buffer te creëren om eventuele turbulente periodes in de komende maanden te overbruggen.
Ik denk trouwens dat ik hier vorige week gewag heb gemaakt van de druk om dat bedrag op te trekken. Ik heb eraan herinnerd dat wij een akkoord uitvoeren dat dateert van vorig jaar. Dat akkoord slaat niet op 45 miljard of op 55 miljard, maar op 90 miljard. Iedereen hier in het halfrond die de zaak volgt, weet dat er een ernstige druk was om het tijdelijk plafond te verhogen.
Vooraleer in te stemmen met de verlenging en de verhoging van de garanties, heb ik concrete bijkomende afspraken gemaakt met Frankrijk, met Luxemburg en met Dexia. Na een aantal onderlinge contacten, die intens waren, heb ik maandag ook nog mijn Franse collega Pierre Moscovici ontmoet, die ik al eerder aan de lijn had over dat dossier.
La Commission européenne a entre-temps approuvé la prolongation des garanties ainsi que l'augmentation de leur plafond: de 45 milliards, il passe à 55 milliards d'euros.
Verschillende collega’s vroegen mij wat ik in het proces onderweg voor de Belgen verkregen heb. Ik wil een viertal elementen onder uw aandacht brengen.
Premièrement, vous aviez déjà pris connaissance des progrès, sur le terrain, de la gouvernance. Karel De Boeck a en effet été coopté au conseil d'administration de DCL, l'entité bancaire au cœur du plan de restructuration de Dexia. Cette nomination suit sa précédente nomination en tant qu'administrateur chez Dexia SA.
Met die stap evolueren wij verder naar een nieuwe tandem, met een Franse voorzitter en een Belgische CEO, die het herstructureringsplan van Dexia tot een goed einde moet brengen.
Outre cette question de gouvernance, il a été convenu des points suivants.
Tout d'abord, le système des rémunérations.
Verschillende collega’s hebben mij gevraagd hoe het nu eigenlijk met de vergoedingen zit. Is een en ander gratis of zijn de vergoedingen zo hoog als wat de heer Mariani op een zeker ogenblik aanvaardbaar achtte? Kortom, hoeveel bedragen de vergoedingen?
Le système de rémunération des garanties provisoires est maintenu sans aucun changement.
De vergoeding die Dexia zal dienen te betalen, is, met andere woorden, de vergoeding die ook voor de eerste tranches van de tijdelijke waarborg geldt.
Cela représente un montant approximatif de 500 millions d'euros par an, à répartir entre les trois États garants selon la clé décidée en octobre dernier.
Les garanties d'État provisoires ne sont donc pas gratuites. Ce point est également très important pour la Commission dans l'attente d'une solution définitive.
Ik hoop dat ik duidelijk ben. Ja, de vergoeding is dus de vergoeding die overeengekomen is. Uit berichten in sommige media heb ik opgemaakt dat men die te hoog vindt. Welnu, de vergoeding is de vergoeding die overeengekomen is. Ik heb u de getallen genoemd.
Ik kom tot een derde element. Er is ook contractueel, op papier, beslist de financieringsbehoeften van Dexia Groep te beperken door het stopzetten van nieuwe kredietverleningen in Frankrijk. Dat was voor ons een zeer belangrijke bekommernis. Daardoor verlaagt ook de druk op de staatsgaranties.
Wat het vierde element betreft, Frankrijk heeft zich verbonden tot een snelle oplossing voor DMA. Ik heb daarop in het bijzonder aangedrongen, omdat dat – vele collega’s hebben daarop gewezen – in het belang van Dexia is. Het was trouwens ook een terechte vereiste van de Europese Commissie. Die transactie moet een nieuwe liquiditeitsinjectie van ruim 12 miljard aan de restbank geven. Mijn Franse collega heeft zich ertoe verbonden een doorbraak te realiseren en dat dossier af te ronden.
Accompagnées de ces conditions, la prolongation et l'augmentation des garanties provisoires ont été approuvées hier par la Commission européenne.
De Europese Commissie heeft vorige week donderdag aangekondigd een diepgaand onderzoek te willen uitvoeren naar het herstructureringsplan van de holding Dexia. Ik wil erop wijzen dat de Commissie, zoals dat gebruikelijk is, een aantal opmerkingen formuleert, een aantal vragen stelt, die men niet als stellingen mag interpreteren.
Net zoals hier in het Parlement, wanneer iemand een vraag stelt de vraagsteller niet altijd graag heeft dat men veronderstelt dat zijn vraag ook meteen een mening inhoudt, stel ik voor dat men hetzelfde aan de Europese Commissie gunt. Zij stelt soms vragen opdat ze het antwoord zou krijgen, niet meer dan dat. Zij stelt soms ook vragen omdat ze dingen opmaakt uit besprekingen, bijvoorbeeld van dit Parlement, en omdat ze graag van de minister van België een antwoord krijgt. Het gaat dus niet noodzakelijk over de formulering van een mening.
Wij zullen natuurlijk de vragen en opmerkingen over het herstructureringsplan en de mogelijke opties van staatssteun onderzoeken. Wij hebben uiteraard een herstructureringsplan nodig, dat een globale en stabiele oplossing voor Dexia regelt. Wij zijn de analyse van de Europese Commissie samen met Frankrijk, Luxemburg en Dexia aan het onderzoeken. Waar nodig wordt het herstructureringsplan bijgestuurd. De voornaamste bezorgdheid van de Commissie en van België daarbij, is uiteraard de snelle overname van DexMa. Ondertussen zitten wij niet stil. De ontmanteling van Dexia Groep gaat voort. Zo zijn de onderhandelingen over de verkoop van de Turkse DenizBank vergevorderd.
Collega’s, ik vat samen. Geen verhoging was geen optie, zoals de gouverneur van de Nationale Bank, Luc Coene, terecht opmerkte. Natuurlijk was die verhoging een gelegenheid om vooruitgang te boeken op het vlak van de staatswaarborgen, de governance en het Franse luik van het herstructureringsplan. Dat is de lijn die ik volg. Ik besteed al mijn energie aan de stabilisatie van Dexia Groep en aan een werkbare langetermijnoplossing voor het complexe dossier. Wij boeken daarin dag na dag vooruitgang.
De drie landen moeten daarbij aan hetzelfde zeel trekken. Ik ben er eveneens van overtuigd dat zij dat willen, maar natuurlijk is Dexia niet het dossier van slechts drie lidstaten. Het Dexiadossier toont aan, net zoals andere Europese bancaire dossiers, dat een gemeenschappelijke aanpak op Europees niveau de juiste toekomststrategie is. Dat is het idee van de bankenunie, dat België ten volle steunt.
Toen ik daarover een opmerking maakte in commissie, heeft men dat altijd geïnterpreteerd alsof de Belgische minister van Financiën percentages wil heronderhandelen. Toen ik sprak over het feit dat andere landen eveneens betrokken zijn bij de zoektocht naar een oplossing voor Dexia, bedoelde ik daarmee niet dat wij de afspraken van oktober of november willen openbreken. Men zal vruchteloos zoeken naar verklaringen in commissie of in plenaire vergadering waarin de minister van Financiën zoiets zegt. Ik heb altijd gezegd dat het onze bedoeling was om de afspraken die door de vorige regering, door de vorige minister van Financiën en de vorige premier werden gemaakt, volledig na te leven.
Uiteraard, mochten sommigen vinden dat ze delen van dat akkoord niet wensen na te komen, op dat ogenblik wordt alles opnieuw bespreekbaar, zoals altijd bij een akkoord.
Het is niet correct deze overwegingen samen te vatten als: “U wil absoluut de percentages veranderen.” Ik blijf ondervinden dat men dat telkens opnieuw in mijn schoenen schuift, maar het is niet juist. Ik verzeker u dat zorgen voor een stabiele oplossing veel belangrijker is dan deze discussie af te schilderen als een duel tussen de verschillende lidstaten. Wij kunnen met de drie lidstaten tot een akkoord komen dat zorgt voor een duurzame oplossing. Daarvoor zullen wij ons dag na dag en uur na uur blijven inzetten.
06.07 Hagen Goyvaerts (VB): Mijnheer de minister van Financiën, dank u voor uw antwoord. Ik stel echter vast dat uw goednieuwsshow van de afgelopen weken, gelet op de actualiteit, genuanceerd moet worden.
Wij weten zeer goed dat de Fransen de afgelopen maanden getalmd hebben om in dit dossier vooruitgang te boeken. U betaalt daar nu de prijs voor. De waarborgen stijgen met 10 miljard euro, waarvan 60,5 % voor België. Wij weten waarom die staatswaarborgen moeten stijgen. Het onderpand van de resterende Dexia Holding is te klein, wegens een aantal economische parameters. Wij weten ook dat de kans zeer reëel is dat de waarborgen in het najaar zullen worden aangesproken.
Op dat moment hangt rond de nek van elke Vlaamse belastingbetaler een molensteen ter waarde van ongeveer 5 500 euro. Dat is de essentie van dit verhaal.
Wij zijn het daar niet mee eens. Wij menen dat er andere manieren waren om het dossier aan te pakken. Maar goed, u hebt nu verkregen dat de Fransen vooruitgang boeken in dit dossier. Misschien kan men nu sneller overgaan tot de benoeming van het nieuwe directiecomité. Wij vinden dat u in deze situatie een gebrek aan verantwoordelijkheidszin jegens de toekomstige generatie getoond hebt. U solfert die toekomstige generatie een erfenisschuld op van 5 500 euro per belastingplichtige. Dat vinden wij onaanvaardbaar.
06.08 Kristof Waterschoot (CD&V): Mijnheer de minister, collega’s, wat is er belangrijk in heel het Dexiadossier? Er zijn twee dingen belangrijk in dit dossier. Hoe lossen we op wat er gebeurd is en hoe vermijden we dat zoiets ooit nog gebeurt? Dat is voor mij de essentie van het debat. De essentie van het debat is dus of het Dexiadossier evolueert in de richting van de gecontroleerde afbouw. Houden de maatregelen die deze regering neemt een vermindering van het risico voor ons allen in? Mijnheer de minister, ik ben erg blij dat ik kan vaststellen dat het de juiste richting uitgaat. We moeten elkaar niets wijsmaken, het probleem zal morgen niet opgelost zijn, maar we moeten de juiste richting uitgaan. We moeten minder risico nemen. Dat is het eerste luik, waarover ik erg tevreden ben.
Het andere luik van mijn pleidooi is dat we er alles aan moeten doen om te vermijden dat zoiets ooit nog kan gebeuren. Collega’s, dat moeten we samen doen. We zijn daarmee samen bezig en misschien moeten we met zijn allen de koppen eens bij elkaar steken om na te gaan hoe we het proces kunnen versnellen.
06.09 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de vicepremier, uw antwoord heeft het voordeel van de duidelijkheid. Ik heb heel wat vragen gesteld die u beantwoord hebt. U hebt echter niet geantwoord op de vraag wat er zal gebeuren met de heer Mariani, maar dat zal waarschijnlijk nog niet direct aan de orde zijn. Ik geef u dus het voordeel van de twijfel inzake deze vraag voor de toekomst.
Er is echter iets dat mij verontrust. U zegt dat er niets verandert en dat ons land zich houdt aan de overeenkomsten die het gesloten heeft, tot de marge van 90 miljard euro. Er worden vragen gesteld en ik heb klaar en duidelijk gehoord dat er over niets wordt heronderhandeld. Wij blijven zitten met die 60,5 %, zelfs als die waarborgen oplopen tot 90 miljard euro. Wij blijven verantwoordelijk voor dat percentage en dat komt niet meer ter sprake. Tenzij ik u verkeerd begrepen heb, is dat werkelijk de clou van wat hier vandaag werd gezegd. Er wordt over niets meer onderhandeld. Ik heb een heel klaar en duidelijk en goed antwoord gekregen, ook over de verkoop van DenizBank. Wat mij echter erg na aan het hart ligt, en wat u nu klaar en duidelijk zegt, is dat wij gebonden blijven aan die 60,5 %, zelfs als het oploopt tot 90 miljard. Dat blijft mij verontrusten, mijnheer de minister.
06.10 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre des Finances, je vous remercie pour ces précisions. Je reste néanmoins quelque peu sur ma faim par rapport à quelques éléments de votre réponse.
Vous indiquez que M. De Boeck a été désigné comme administrateur mais M. Mariani et l'ensemble de ce comité de direction, dont la commission dit qu'il a fait preuve d'une incapacité avérée, restent en place.
Vous nous dites également que la garantie a été augmentée de 10 milliards. Ce n'est pas une bonne nouvelle. Cela signifie que Dexia a de grosses difficultés et que les chances de devoir activer la garantie augmentent. Il n'y a pas de nouvelle répartition de la charge. Or, nos collègues et nous-mêmes avons suffisamment dit qu'elle était au désavantage total de la Belgique et non justifiée.
Quant à la rétribution de Dexia, Dexia sera-t-elle capable de la payer car elle conteste ce montant. Ces 500 millions d'euros portent-ils sur les 10 milliards ou sur l'ensemble des 55 milliards d'euros? Ces 500 millions d'euros portent-ils sur 4 mois? Dans ce cas, quel est le montant qui reviendrait à la Belgique? Cette précision me semble utile.
Enfin, vous dites que, dorénavant, il est interdit à Dexia Crédit Local d'octroyer de nouveaux crédits. Cela signifie-t-il que, depuis la décision du démantèlement du groupe, Dexia Crédit Local a continué à octroyer des crédits malgré la situation difficile du groupe? Je suis particulièrement étonné de cette information. Même si vous avez fait l'effort de venir nous l'expliquer tant en commission des Finances qu'en séance plénière, j'ai toujours la crainte que Dexia reste un train fou lancé dans le brouillard. Je vous demande donc d'y consacrer toute l'énergie possible pour éviter une catastrophe budgétaire à notre État.
06.11 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent op een aantal punten heel concreet geweest in uw antwoord. U hebt onder meer gesproken over die 500 miljoen voor de waarborg en over het stopzetten van de financiering van nieuwe leningen in Frankrijk. Dat lijkt mij zeer goed. Natuurlijk, het omgekeerde zou echt wel erg zijn.
Ik heb u ook horen zeggen dat u de verhouding tussen Frankrijk en België, waarbij België 60 % torst, niet in twijfel trekt. Dat vind ik vrij hallucinant. Dat een klein land als België 60 % moet torsen, blijf ik een fundamenteel verkeerde beslissing uit het verleden vinden.
U zegt dat u nu pas het engagement gekregen hebt van de Fransen om toch een doorbraak te realiseren in het DexMa-dossier. Sorry, maar dat is een afspraak die reeds gemaakt werd in oktober. Waarom kunnen wij dan die 60 % niet in vraag stellen?
Ten slotte, ik weet niet of ik u goed begrepen heb, maar hebt u gezegd dat het Dexiadossier op termijn zou verhuizen naar het Europese niveau, dat het tot die concrete Europese oplossing zal behoren? Of blijft dat een Belgisch probleem?
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Patrick Dewael aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over "de politieke toestand in de Democratische Republiek Congo en in Rwanda" (nr. P1037)
07 Question de M. Patrick Dewael au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur "la situation politique en République démocratique du Congo et au Rwanda" (n° P1037)
07.01 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zou u een aantal vragen willen stellen over de situatie in Oost-Congo. Wij merken de laatste tijd opnieuw een escalatie van de gewelddadige strijd tussen gewapende groepen in Oost-Congo, met de gekende trieste taferelen van mensen die have en goed verlaten, van verkrachtingen, platgebrande dorpen, executies enzovoort.
Ik beklemtoon nogmaals dat ons land ter zake eigenlijk een historische plicht heeft. Het is onder meer onze plicht om deze schrijnende situatie onder de internationale aandacht te brengen en te houden.
De sleutelfiguur is generaal Ntaganda, gezocht door het Internationaal Strafhof voor onder meer het inzetten van kindsoldaten.
Uit een rapport van Human Rights Watch blijkt duidelijk dat er aanwijzingen zijn dat Rwanda Ntaganda actief steunt en hem de vrije doorgang in het land verleent, tegen de sancties in van onder andere de Verenigde Naties.
Mijnheer de minister, u hebt contacten met de autoriteiten in Kinshasa en Rwanda. Wat leert u daaruit over de mogelijke betrokkenheid van het Rwandese regime?
Welke acties onderneemt ons land en kunt u ondernemen om de internationale belangstelling voor deze situatie blijvend op te eisen?
Alles gebeurt natuurlijk onder de ogen van de MONUSCO, de vredesmacht van de VN, die actiever zou moeten worden. Wordt de informatie uit het rapport van Human Rights Watch door de VN bevestigd?
07.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Dewael, ik ben bezorgd over de situatie in Oost-Congo en misschien nog meer over wat er in de verschillende verslagen staat. U hebt verwezen naar een specifiek verslag met een indicatie van een schending van verschillende resoluties van de Veiligheidsraad. Ik verwijs in dat verband naar het wapenembargo in Congo en naar Bosco Ntaganda, een echte oorlogscrimineel. Het is onmogelijk om steun te geven aan iemand zoals Bosco Ntaganda. Er zijn verschillende getuigenissen over een mogelijke steun van Rwanda. Nogmaals, ik ben bezorgd daarover.
Ik heb ook gehoord en gelezen over een weigering van de Rwandese overheden. Tot nu toe hebben wij contact opgenomen met de twee hoofdsteden. Ik heb eerst en vooral een telefonisch contact gehad met de eerste minister van Congo. Hij heeft mij ook een aantal indicaties gegeven. Het is nuttig om hetzelfde contact te hebben in Kigali. Dat is het geval, via onze ambassadeurs. Wij zullen druk moeten uitoefenen op de twee hoofdsteden, maar nu nog meer op Kigali. Ik denk dat ook de Europese Unie dat zal doen.
Wij werken nu aan een communicatie van mevrouw Ashton daarover, om een dialoog tussen de twee landen te vragen. Alleen met de druk van de internationale gemeenschap en een samenwerking tussen Kigali en Kinshasa is het mogelijk om een oplossing in Oost-Congo te vinden. Wij werken aan een evolutie naar een dialoog. Het is nuttig om dat niet alleen vanuit België te doen, maar ook vanuit de Europese Unie en als het mogelijk is ook vanuit de Verenigde Naties.
Wat de MONUSCO betreft, ik heb ook contact opgenomen met de mensen van de MONUSCO. Wij krijgen dezelfde indicaties over een mogelijke steun. Komt die vanuit de overheden in Rwanda of van verschillende Rwandezen? Dat is een verschil, maar ik herhaal dat wij in de volgende uren en dagen zullen proberen nog meer druk op Rwanda te zetten, om te komen tot een echte samenwerking met Congo in Oost-Congo.
07.03 Patrick Dewael (Open Vld): Mijnheer de minister, wij moeten er alles aan doen om Kigali bij dat proces te blijven betrekken. Dit land mag de inspanningen van de internationale gemeenschap niet doorkruisen. Zonder de medewerking van Rwanda kan de regio onmogelijk worden gestabiliseerd.
Het doet mij genoegen te vernemen dat ons land actief bezig is om de belangstelling van mevrouw Ashton en van de Europese Unie voor de situatie aldaar levendig te houden.
L'incident est clos.
Le président: Madame De Bue, il vous faudra patienter, monsieur Wathelet est au Sénat.
08 Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives au statut des militaires (2190/1-3)
08 Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (2190/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Waterschoot renvoie à son rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La
discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2190/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2190/3)
Le projet de loi compte 20 articles.
Het wetsontwerp telt 20 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 20 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 20 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
09 Proposition de loi modifiant le Code pénal en instaurant une circonstance aggravante pour les infractions commises à l'encontre des arbitres de manifestations sportives et les accompagnateurs sportifs (2037/1-7)
- Proposition de loi instaurant dans le Code pénal une circonstance aggravante pour les auteurs de certaines infractions commises envers des arbitres de manifestations sportives (62/1-3)
09 Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek door invoering van een verzwarende omstandigheid voor strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden en sportbegeleiders (2037/1-7)
- Wetsvoorstel tot invoering in het Strafwetboek van een verzwarende omstandigheid voor de plegers van bepaalde strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden (62/1-3)
Propositions déposées par:
Voorstellen ingediend door:
- 2037:
Laurent Devin, Anthony Dufrane, André Frédéric, Eric Thiébaut, Rachid Madrane,
Jef Van den Bergh, Peter Vanvelthoven
- 62: Christian Brotcorne, Christophe Bastin
Je vous propose de consacrer une seule
discussion à ces deux propositions de loi. (Assentiment)
Ik stel u voor een enkele bespreking aan deze twee wetsvoorstellen te wijden. (Instemming)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
09.01 Koenraad Degroote, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, de voorliggende wetsvoorstellen willen een verzwarende omstandigheid invoeren voor plegers van bepaalde strafbare feiten tegen scheidsrechters van sportwedstrijden.
Wij stelden vast dat er alsmaar vaker geweld wordt gepleegd tegen scheidsrechters en sportbegeleiders. Die personen zetten zich altijd vrijwillig in en het is noodzakelijk dat zij worden gerespecteerd, wil men de sport kunnen voortzetten op een degelijke manier.
Een betere strafrechtelijke bescherming is dan ook noodzakelijk. Wij willen met name de minimumstraf voor feiten, bedoeld in de artikelen 398 tot 405 van het Strafwetboek, verdubbelen. In het geval van opsluiting, willen wij de termijn met twee jaar verhogen.
Aan het wetsvoorstel van de heer Devin was een wetsvoorstel van de heer Brotcorne gekoppeld.
Tijdens de bespreking heeft de heer Denis Ducarme een amendement ingediend, ertoe strekkend het wetsvoorstel uit te breiden tot scheidsrechters van alle sportwedstrijden en dus niet alleen van voetbalwedstrijden. Het amendement werd eenparig aangenomen.
Het geheel werd eenparig aangenomen.
Mijnheer de voorzitter, ik voer nu het woord namens mijn partij. De N-VA zal deze wetsvoorstellen steunen. Wij maken echter een klein beetje een voorbehoud voor de toekomst. Artikel 410bis geeft al een ellenlange opsomming van categorieën die beschermd worden. Als er in de toekomst nog dergelijke zaken bijkomen, dan is dit niet de geschikte manier om legislatief werk te verrichten. Daarop moeten wij in de toekomst wat letten. Afgezien daarvan, zijn de voorliggende voorstellen waardevol.
09.02 Laurent Devin (PS): Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord permettez-moi de remercier notre collègue rapporteur qui a bien résumé les propos qui ont été les nôtres en commission.
Le sport est un formidable outil de cohésion sociale capable de véhiculer des valeurs morales essentielles telles que le respect de l'autre, le dépassement de soi, la solidarité, la tolérance, sans oublier le fair-play. Il peut également avoir des vertus éducatives pour les plus jeunes et surtout, ses bienfaits sur la santé ne sont plus à démontrer. Il est donc indéniable que les manifestations sportives sont très positives pour la société dans son ensemble.
Cependant, certaines manifestations sportives revêtent un enjeu "suffisamment élevé" pour que certaines personnes en oublient l'adage de Pierre de Coubertin: "L'important n'est pas de gagner mais de participer." Il arrive dès lors que certaines rencontres sportives génèrent, notamment par des effets de groupe, des comportements pénalement répréhensibles.
Bien que le législateur soit intervenu en 1998 dans le milieu du football pour tenter de canaliser ces phénomènes sociaux complexes et délictueux, nous constatons qu'une autre forme de comportement répréhensible s'est installée lors des événements sportifs, les violences exercées à l'encontre du corps arbitral.
Ce phénomène est d'autant plus inquiétant et inadmissible qu'il a tendance à croître et à se généraliser dans l'ensemble du milieu sportif et dans les divisions inférieures, voire au niveau amateur ou lors de rencontres mettant en présence des enfants parfois très jeunes. Il est inadmissible que des personnes s'en prennent au corps arbitral lorsque celui-ci prend des décisions d'ordre sportif, sous prétexte que celles-ci ne leur conviennent pas ou qu'elles les considèrent injustes.
N'oublions tout de même pas que bien souvent, les arbitres sont des personnes bénévoles, consacrant énormément de temps et d'énergie à l'exercice de leur fonction et dont la pratique constitue pour eux une passion. En outre, ils sont essentiels au bon déroulement des rencontres sportives et méritent donc d'être respectés. Sans arbitre, pas de rencontre.
Dès lors, afin de mieux protéger pénalement les arbitres des dérives violentes dont ils peuvent être victimes dans l'exercice de leur fonction lors de rencontres sportives, tant au niveau professionnel qu'au niveau amateur, la proposition de loi qui vous est soumise propose de modifier le Code pénal afin de sanctionner plus sévèrement les personnes qui se rendraient coupables d'agressions à l'encontre d'un arbitre. Elle prévoit de multiplier par 1,5 la peine minimum prévue par les articles 398 à 405 du Code pénal et d'augmenter la réclusion à concurrence d'un an. Le principe proposé peut être comparé à ce qui se fait pour protéger les infirmiers, les pharmaciens, les médecins et les accompagnateurs de train.
Monsieur le président, chers collègues, cette proposition est la première d'une série de propositions destinées à améliorer la sécurité et la convivialité des rencontres sportives, que ce soit dans le football ou dans tout autre sport organisé par les fédérations sportives reconnues dans notre pays. J'espère que, comme en commission, vous lui apporterez votre soutien.
09.03 Denis Ducarme (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je ne sais pas si c'est la proximité de l'Euro 2012, mais je dois bien vous confier que, depuis quelques semaines, la commission de l'Intérieur a pris des allures de football en salle. Nous avons parlé football; nous avons parlé sport, et nous y avons, surtout, parlé d'arbitrage. En effet, il était utile de se pencher sur un texte visant à sécuriser ce qui constitue une des écoles de la vie, à savoir le sport.
Vous savez combien le Mouvement réformateur accorde, à travers l'ensemble de ses programmes, d'importance au sport.
Pour l'école de la vie, pour le fair-play, pour l'apprentissage du lien social, pour la vie de nos communes, il ne fallait pas prendre ce texte à la légère et apporter, au-delà de ces éléments importants en termes de valeurs pour nos jeunes et nos moins jeunes, la sécurité.
Il fallait également approcher la question du sport en général, du football en particulier, sous l'angle de la sécurité, et donner aux arbitres la possibilité de pouvoir officier en toute sérénité. Il est clair – on en a parlé avec un certain nombre de représentants des milieux associatifs et sportifs – qu'il devient de plus en plus difficile de faire venir, lors de tournois, de matches de football, etc., des arbitres car cela leur demande du temps, de l'énergie, sans oublier qu'il y règne parfois un peu un climat d'insécurité.
C'est la raison pour laquelle nous avons voulu contribuer pleinement à la proposition et au débat portant sur une aggravation de la sanction liée à des violences commises à l'encontre des arbitres.
Il est vrai que les discussions ont parfois été assez fermes. À cette occasion, il vous est même arrivé, monsieur Devin, de "jouer l'homme". Mais finalement, on peut dire qu'une forme d'unanimité s'est dégagée.
Selon nous, si votre texte de base était bien intentionné, bien construit, il manquait, cependant, d'une nuance importante.
Au nom du Mouvement réformateur, j'appelle l'ensemble des groupes politiques, au-delà de l'attention qu'ils peuvent avoir pour certaines catégories professionnelles, à rester attentifs à ne pas apporter une forme de protection supplémentaire à ces catégories professionnelles.
Monsieur le président, vous connaissez l'article 410bis du Code pénal; vous connaissez l'ensemble des catégories qui sont protégées en fonction de missions d'intérêt public ou de santé; vous connaissez aussi l'article 237 du Code pénal concernant l'attention et la protection particulières que nous conférons aux agents dépositaires de l'autorité publique. Aujourd'hui, nous nous intéressons aux arbitres mais nous ne pouvions pas les mettre sur le même pied qu'un médecin, qu'un assistant social ou encore qu'un policier. Que fait-on quand il faut régler ce genre de problème? On demande au MR de monter au jeu! Le MR est monté au jeu, il a chaussé les crampons et a fait une proposition qui a mis tout le monde d'accord. Cette proposition a évité à ce texte d'être renvoyé au vestiaire et a peut-être permis de faire l'unanimité sur la question. Nous sommes tombés d'accord sur l'amendement qui a été proposé par mes soins, par le Mouvement réformateur, et épaulé pleinement dans un esprit d'équipe vivace. Cet amendement ne met plus la protection particulière conférée aux arbitres sur le même pied que celle qui est conférée …
09.04 Yvan Mayeur (PS): Monsieur le président, pourrait-on faire un contrôle anti-dopage?
09.05 Denis Ducarme (MR): Monsieur Mayeur, si ce n'est pas vous qui tenez l'aiguille, je n'ai aucun problème!
Monsieur le président, je demande un peu de correction au niveau de l'arbitrage!
Le président: C'est pour le rapport…
09.06 Denis Ducarme (MR): Je pense que le texte fait une distinction importante. L'aggravation liée à la sanction concernant les violences faites aux arbitres ne pouvait pas, comme je l'ai indiqué, être aussi importante que pour les catégories visées à l'article 410bis concernant les agents de l'autorité publique.
Avec ce texte, nous avons pu rencontrer une exigence. Et nous verrons à l'avenir si cette attention particulière, qui porte sur l'organisation du sport et la préservation du rôle des arbitres organisateurs au sens strict de nos pratiques sportives dans nos villes et nos villages, permettra à ceux-là d'opérer en toute tranquillité avec plus de sérénité, conscients de l'intérêt que les pouvoirs politiques leur attribuent et du soutien que nous leur conférons.
Le président: Applaudissements dans les tribunes!
09.07 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, contrairement à notre collègue Ducarme, je n'ai pas l'impression qu'on a joué l'homme en commission. Au contraire, j'ai eu le sentiment que le fair-play que l'on préconisait avait eu droit de cité et qu'à la suite de l'accord de l'ensemble des groupes politiques, on a pu élaborer un texte tenant compte de l'avis des uns et des autres dans la plus parfaite sérénité, sans avoir besoin de recourir à un quelconque dopage d'ailleurs.
J'ai simplement souhaité rappeler que j'avais déjà eu le plaisir de déposer, bien avant, en mon nom et au nom de mon groupe, une proposition de loi allant exactement dans le même sens, mais qui avait la malchance d'être inscrite – alors que c'est bien là qu'elle trouvait sa place – en commission de la Justice, puisqu'on modifiait le Code pénal.
Emballés, les spécialistes du football en commission de l'Intérieur ont voulu progresser et ont inscrit cette proposition à l'ordre du jour en oubliant la précédente. On l'a rappelé. Elle a été jointe et discutée en commission de l'Intérieur. Le fair-play était évidemment là! Il eut été dommage qu'il n'en soit pas ainsi, puisque c'est l'objectif que nous poursuivons.
Nous savons tous que les manifestations sportives dans leur ensemble sont, d'abord, un formidable outil de cohésion sociale. C'est une manière de promouvoir sa santé.
C'est aussi une façon de montrer sa capacité à véhiculer des valeurs de dépassement de soi, de fair-play, d'écoute des autres, ainsi que de compétition, mais une compétition alliée à la tolérance: elle ne se satisfera pas d'une lutte pour vaincre l'autre quitte à l'écraser, mais cherchera une saine émulation. Voilà autant d'aspects positifs pour la société en général et la solidarité à l'intérieur de cette société.
Il était inadmissible d'assister à cette augmentation du nombre de débordements autour de nos terrains de sport, à quelque niveau que ce soit, amateur comme professionnel, de dérapages malencontreux souvent au détriment de la figure emblématique de l'autorité lors d'une compétition, qui se fait vilipender et reprocher certaines de ses décisions, chahuter, injurier souvent et molester parfois ou pris à partie.
Tout cela est intolérable pour l'intégrité physique, bien sûr, mais plus encore pour l'exemple à adresser aux pratiquants du sport, particulièrement aux jeunes, car allant à l'encontre des valeurs dont j'ai fait état plus avant.
Il était donc normal et bien temps que nous démontrions la volonté de ce parlement de punir avec sévérité ce type de comportements, en espérant non pas qu'ils seront nombreux à être sanctionnés, mais que la crème de ces sanctions aggravées pourra aider à leur bannissement.
Tel est l'objectif qui a été à la base de l'élaboration de ces textes. C'est aussi le souci dans lequel ces textes ont été déposés, puis votés par l'ensemble de la commission et le seront aujourd'hui par l'ensemble de ce parlement.
Le président:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2037/7)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2037/7)
L’intitulé a été modifié par la commission en “proposition de loi modifiant le Code pénal en vue d’instaurer une circonstance aggravante pour les infractions commises à l’encontre des arbitres de manifestations sportives”.
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in “wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op de invoering van een verzwarende omstandigheid voor strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden”.
La proposition de loi compte 2 articles.
Het wetsvoorstel telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
10 Projet de loi modifiant la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature (1894/1-4)
10 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud (1894/1-4)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
10.01 Marie-Martine Schyns, rapporteur: Monsieur le président, je rappellerai brièvement les grandes lignes de cette loi sur la protection de la nature. Nous l'attendions depuis un petit moment quand elle a été introduite en commission de la Santé publique. Avant de commencer, je dois rappeler que la commercialisation des espèces végétales et animales non indigènes est bien une compétence régionale. Il était donc nécessaire que l'État fédéral légifère sur l'importation, l'exportation et le transit des espèces végétales et animales non indigènes.
S'il importe que les Régions agissent quant à la commercialisation, il convient aussi que le fédéral intervienne, étant donné que nous connaissons le danger représenté par certaines espèces tant sur le plan de la biodiversité que sur celui de la santé.
La loi prévoit que le Roi peut réglementer, suspendre ou interdire l'importation, l'exportation et le transit de ces espèces. Il peut aussi soumettre ces actes à une notification préalable ou encore en fixer les conditions.
J'en viens à trois autres éléments, outre les possibilités laissées par arrêté royal. On peut d'abord instituer un Conseil consultatif fédéral, susceptible de donner son avis en ces différents domaines – mais uniquement, bien sûr, quand ils relèvent de la compétence fédérale. De plus, des accords sectoriels pourront être conclus avec des entreprises qui participent à la dispersion de ces espèces animales ou végétales non indigènes. Le dernier point est d'ordre pratique. Il s'agit de la mise en œuvre des sanctions – pénales ou administratives - à prendre lorsque la loi n'est pas respectée. Il était temps de préciser de nouveau le rôle respectif des acteurs qui devront prendre ces sanctions.
La discussion ne fut pas très longue. Quelques remarques ont été émises, notamment au sujet de la commercialisation – qui relève bien, je le répète, d'une compétence régionale. Grâce à l'aide du secrétaire d'État, nous avons pu résoudre une autre question, que Mme Muylle avait soulevée. La loi prévoit des accords sectoriels à condition que les organisations signataires démontrent qu'elles ont une personnalité juridique. Or nous savons bien que, dans le secteur horticole, certaines d'entre elles n'en disposent pas et sont constituées en associations de fait. Ce problème a été réglé par un amendement déposé par la majorité et approuvé par la plupart des groupes.
Les accords sectoriels pourront donc être conclus, même si certains acteurs du secteur n'ont pas cette personnalité juridique.
Il était nécessaire de légiférer en la matière. Ce projet de loi est important car il répond à une demande du secteur. La concertation avec les Régions a été efficace. La preuve qu'il s'agit d'un bon projet de loi, c'est qu'il a été voté à l'unanimité par la commission.
10.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, notre groupe soutiendra ce projet de loi qui nous est soumis. Nous accordons beaucoup d'importance à cette problématique d'importation, d'exportation et de transit d'espèces végétales ou animales non indigènes, dans la mesure où l'on sait que certaines peuvent poser problème car elles sont invasives et portent atteinte à la biodiversité. Comme l'a dit Mme Schyns, d'autres cas peuvent porter atteinte à la santé animale et humaine.
Nous avons collaboré, de manière très constructive, à ce texte. J'ai posé un certain nombre de questions au ministre. La première était celle de la commercialisation. Si on peut régler l'importation, l'exportation et le transit, il faut aussi pouvoir régler ce qui sera mis sur le marché en Belgique par fabrication de certaines plantes. Dans nos jardins et dans les magasins, on trouve encore des plantes, des espèces invasives combattues par les pouvoirs publics et les Régions. Il y a là une certaine contradiction. J'espère que le ministre convaincra ses collègues des entités fédérées d'être cohérents entre ce qui sera voté aujourd'hui et ce qui se passera au niveau des entités fédérées.
La réserve que j'ai exprimée concernait les accords sectoriels. Il y a eu la question de la personnalité juridique ou non qui a été réglée par un amendement. Cependant, si des accords sectoriels s'appliquent à ceux qui les ont signés, qu'en est-il de ceux qui ne les auront pas signés? Comment les règles établies seront-elles appliquées à tous? La réglementation pour tous reste préférable à la conclusion d'accords qui ne concerneraient que certains ou ne susciteraient l'adhésion que de certains dans le secteur.
Pour le reste, il est évidemment pertinent d’établir des sanctions et des amendes administratives pour rendre cohérente l’application des mesures que nous allons voter. Nous resterons vigilants sur ces questions des plantes invasives qui portent atteinte à la biodiversité. Cela reste un de nos soucis à tous les niveaux.
10.03 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je voudrais réagir brièvement.
La loi ouvre l'opportunité de conclure ces accords sectoriels qui, ensuite, s'appliquent à tout le secteur.
Il y a même des articles qui sont repris dans la loi, notamment l'article 5ter, qui ont un caractère d'ordre public et qui devront donc s'appliquer à tout le secteur. C'est donc la raison pour laquelle on peut prévoir, via les accords sectoriels, des mécanismes contraignants au sein de ces secteurs.
Par ailleurs, en ce qui concerne la commercialisation, comme vous l'avez souligné, elle relève de la compétence régionale. J'espère toutefois que ce type de texte aura pour vocation d'uniformiser les politiques fédérales et régionales. Néanmoins, il s'agit d'une obligation de moyens et non de résultats.
Le président: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La
discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1894/4)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1894/4)
Le projet de loi compte 7 articles.
Het wetsontwerp telt 7 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 7 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 7 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
11 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "l'intensification du survol du Brabant wallon" (n° P1044)
11 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "het toenemend aantal vluchten boven Waals-Brabant" (nr. P1044)
11.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, très régulièrement, des riverains de Bruxelles et du Brabant wallon se plaignent de l'usage excessif de la piste 02.
Vous n'êtes pas sans savoir que de multiples décisions de justice imposent à l'État belge de cesser toute utilisation abusive et illicite de la piste 02. Encore dernièrement, un communiqué de l'UBCNA s'inquiétait du fait qu'elle soit à nouveau utilisée de manière intempestive durant cet été puisque des travaux sont prévus sur la piste 25, alors que d'autres solutions peuvent être choisies.
Comme vous le savez, la piste 02 est une piste plus courte, conçue au départ comme une piste de réserve et non comme une piste préférentielle.
En 2008 et 2010, ce gouvernement a conclu deux accords, importants, qui doivent encore être exécutés dans leur entièreté au vu des imprécisions et des interprétations diverses qui en découlent, notamment sur les normes de vent et le calcul des rafales, et sur les données en temps réel plutôt que par anticipation.
Monsieur le secrétaire d'État, où en est le dossier?
Quelles sont les instructions que vous avez transmises à Belgocontrol?
Quelles sont les normes de vent que vous pouvez confirmer pour les pistes 02 et 07?
11.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Madame De Bue, j'ai l'impression que quelqu'un m'écoute avec attention dans mon dos.
Il est vrai que, depuis 2003, nous avons assisté à une augmentation de l'utilisation de la piste 02, essentiellement due au fait qu'elle fait obligation les samedis et dimanches dans le plan de M. Anciaux de 2003 à 2006. En 2004-2007: diminution des normes de vent à 5 nœuds, ce qui augmente à nouveau son usage. Depuis 2007, un manque de clarification dans la précision du calcul des normes de vent génère sans doute son utilisation excessive.
Toutefois, cet accord de gouvernement reprend l'accord de gouvernement du 26 février 2010 où l'objectif est très clair: "La piste 02 n'est pas une piste préférentielle, elle n'est pas utilisable comme piste en vue de l'atténuation du bruit, elle présente de nombreux désavantages et son utilisation doit être limitée au maximum dans le respect des décisions de justice".
C'est bien sur cette base, comme rappelé le 27 mars dernier en commission, que j'ai donné instruction écrite à Belgocontrol et la DGTA de mettre en œuvre les accords de gouvernement.
La DGTA rencontrera encore, demain, un certain nombre d'experts pour discuter des normes de vent.
De mon côté, j'ai déjà rencontré Belgocontrol pour discuter des routes.
J'espère ainsi pouvoir respecter l'accord de gouvernement et présenter, le plus rapidement possible, au Conseil des ministres, l'ensemble des alternatives à la piste 02. J'espère également que, de cette façon, l'utilisation de cette piste pourra être ramenée à sa juste proportion.
11.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.
Je compte vraiment sur vous pour appliquer l'accord de gouvernement et pour que Belgocontrol respecte ces instructions. Il me revient, en effet, qu'il tarde un peu à les mettre en œuvre. Cependant, j'ose espérer que cet accord pourra être appliqué intégralement afin de préserver la quiétude des riverains de Bruxelles et du Brabant wallon.
Het incident is gesloten.
- M. Anthony Dufrane au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les retards dans la gestion des immatriculations" (n° P1045)
- M. Roel Deseyn au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les retards au sein de la Direction pour l'Immatriculation des Véhicules" (n° P1046)
- Mme Sabien Lahaye-Battheu au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les retards au sein de la Direction pour l'Immatriculation des Véhicules" (n° P1047)
- M. Tanguy Veys au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les retards au sein de la Direction pour l'Immatriculation des Véhicules" (n° P1048)
- Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les retards dans la gestion des immatriculations" (n° P1049)
- de heer Anthony Dufrane aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vertragingen bij de inschrijving van voertuigen" (nr. P1045)
- de heer Roel Deseyn aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vertragingen bij de Directie Inschrijvingen van Voertuigen" (nr. P1046)
- mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vertragingen bij de Directie Inschrijvingen van Voertuigen" (nr. P1047)
- de heer Tanguy Veys aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vertragingen bij de Directie Inschrijvingen van Voertuigen" (nr. P1048)
- mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de vertragingen bij de inschrijving van voertuigen" (nr. P1049)
12.01 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, c'est un euphémisme de dire que la mise en œuvre du nouveau système informatique de la DIV, le "DIV New", a engendré d'importants problèmes tant pour la procédure de demande d'immatriculation physique que celle via internet. Le Service public fédéral a certes dégagé du personnel supplémentaire et a donné son accord pour réduire momentanément les contrôles afin de se donner un peu d'air et d'essayer de résorber les retards enregistrés le plus rapidement possible.
Cependant, malgré les efforts entrepris, on ne semble pas voir d'amélioration à l'heure actuelle. Le délai moyen pour obtenir une plaque d'immatriculation avoisine les quatre semaines. Cette situation est difficilement admissible pour le citoyen qui ne voit que deux choix s'offrir à lui: attendre sagement l'arrivée de ses nouvelles plaques ou rouler avec ses anciennes plaques et risquer ainsi un contrôle pour défaut d'immatriculation. Je ne parle même pas des personnes pour qui c'est une première immatriculation et qui ne bénéficient de facto pas de plaques ancien modèle.
Une ambiguïté certaine règne dans le chef des citoyens. De nombreuses personnes confondent l'obligation d'immatriculation et l'obligation d'assurance, ce qui fait qu'elles sont persuadées de pouvoir circuler le plus légalement du monde avec leurs anciennes plaques durant une quinzaine de jours. Certaines personnes ne peuvent malheureusement pas se permettre d'être privées de leur véhicule pendant une période indéterminée, leur situation professionnelle ou familiale exigeant de se déplacer fréquemment en voiture.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous clarifier la situation quant à une éventuelle tolérance en cas de défaut d'immatriculation pour les personnes attendant désespérément leurs nouvelles plaques? Quel est le nombre de véhicules concernés par ce retard? Quand envisagez-vous un retour à la normale?
12.02 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega’s, ik kom nog eens terug op de informaticaproblemen die er geweest zijn bij de dienst Inschrijvingen van Voertuigen. De federale overheid kent echte successtories, ook de dienst Mobiliteit met Web-DIV, maar een incident doet het vertrouwen in het medium, de technologie en het economisch aspect van e-government geen deugd, dat ondermijnt de zaken.
Mijnheer de staatssecretaris, ik kan niet begrijpen dat men niet kon anticiperen, temeer men zegt dat de operatie gepland was. Op de site verontschuldigt men zich a priori voor het ongemak. Anno 2012 is het toch essentieel dat er een testfase is.
Nu was er drie à vier dagen nodig om te migreren van systeem. Er was een complete fall-out. Zelfs na die reparatieperiode had men geen toegang tot de gegevens. Met alle gevolgen van dien, er waren grote wachtrijen aan de loketten, vele garagisten in België hadden overvolle parkings, want de mensen kregen hun nummerplaat niet, hun stockopslagruimte was verzadigd.
Hoe komt dit?
Met welk informaticasysteem is dat gebeurd?
Dit was niet het eerste e-governmentproject. Waarom heeft men niet meer geïnvesteerd in een testfase, in back-up, in nachtelijke synchronisatie en dergelijke meer? Ik zou tientallen best practices kunnen citeren die zo’n majeur incident op ICT-vlak zouden hebben kunnen tegengaan.
Mijnheer de staatssecretaris, ten slotte, er is een aparte dienst voor inschrijvingen en voor uitschrijvingen. Ik vind dat heel vreemd en dat komt de operationaliteit van de diensten niet ten goede.
12.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag dateert reeds van 22 mei en werd ingediend in de commissie, maar ze is nu mee opgenomen dankzij collega Dufrane, die u hier vandaag in de plenaire vergadering wenst te ondervragen.
Mijn vraag is gebaseerd op een getuigenis uit Limburg. Blijkbaar signaleren Limburgers soms ook hun problemen aan West-Vlamingen. Er werd mij toen gemeld dat er een groot probleem was met de klantvriendelijkheid bij de DIV. De kantoren waren begin mei drie dagen op rij gesloten zonder voorafgaande verwittiging. Na de heropening van de kantoren waren er heel lange wachtrijen. Arriveren om 10 u 00 in het kantoor en pas iets voor 16 u 00 bediend worden, was blijkbaar geen uitzondering.
Wie in de rij stond te wachten en niet bediend kon worden, werd niet verwittigd dat men beter kon terugkeren, omdat men niet meer aan de beurt zou komen. Men liet hen gewoon in de rij staan en zij moesten zelf vaststellen dat ze de dag nadien moesten terugkeren.
Begin mei werd aangekondigd dat de achterstand zou weggewerkt zijn. Daarvoor zouden vijftien extra personeelsleden worden ingezet. Afgelopen week is jammer genoeg gebleken dat dat een loze belofte was en dat de achterstand niet is weggewerkt, maar nog is opgelopen, van vier tot zeven weken in sommige gevallen.
Het Nationaal Syndicaat voor Zelfstandigen heeft gewaarschuwd dat ondernemers geen vier weken zonder bedrijfswagen kunnen en het heeft opgeroepen om daarvoor oog te hebben, met het pleidooi om aanvragen van ondernemers prioritair te behandelen.
Mijnheer de staatssecretaris, u moet het probleem toch erkennen? Kunt u ons schetsen welke oplossing u ondertussen verkregen hebt van de DIV?
Erkent u dat de klantvriendelijkheid bij de DIV kan verbeteren? Hebt u ter zake nu al concrete voorstellen, of zult u die nog aankondigen?
Wat is uw antwoord op de oproep van het Nationaal Syndicaat voor Zelfstandigen, dat vraagt om een prioritaire behandeling van ondernemers?
Ten slotte, de DIV raadt aan de aanvraag voor een nummerplaat zo veel mogelijk via het internet te doen en niet meer via de papieren weg. Wat is de huidige verhouding tussen het aantal internetaanvragen en het aantal papieren aanvragen?
12.04 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de staatssecretaris, het gebeurt wel eens dat men op de computer een update of een nieuw programma moet installeren. Toen dat begin mei bij de Directie Inschrijvingen van Voertuigen gebeurde, zorgde dat ervoor dat de loketten eerst dagenlang gesloten bleven en dat, toen zij opnieuw opengingen, iedereen meteen zijn wagen wenste in te schrijven, waardoor urenlange files ontstonden, niet alleen door de massale toeloop, maar ook doordat het programma vol fouten bleek te zitten.
Het gevolg was dat aanvragers meer dan vier weken moesten wachten vooraleer hun nummerplaat in de bus viel. Toen u hiermee begin mei werd geconfronteerd, stelde u dat u een volledig verslag had gevraagd – daar was men vast van onder de indruk – en dat u de betrokkenen zou bijeenroepen om de overstap te controleren.
Blijkbaar heeft dat niet volstaan, want de dag na Hemelvaart, op 18 mei, heeft men bij de DIV meer dan vijftien medewerkers moeten inzetten om de achterstand weg te werken. Wie zou denken dat het probleem daarmee was opgelost, vergist zich. Een week later luidt de politie de alarmbel, want sinds 27 april komen de nieuwe nummerplaten niet meer in het systeem. Het gaat om in totaal 78 000 nummerplaten. Talloze processen-verbaal dreigen hierdoor in de prullenbak te belanden.
De DIV zegt 24 uur op 24 beschikbaar te zijn en mag telefonisch worden gecontacteerd, maar bij de politie weet niemand dat die dienst er is en dat deze beschikbaarheid wordt aangeboden, laat staan dat men het nummer kent.
Het is nu begin juni. Toen minister Milquet hierover gisteren in de commissie voor de Binnenlandse Zaken werd aangesproken, stelde zij dat er nog altijd problemen zijn. Ik citeer: “De historieken van de nummerplaten zijn nog steeds onvolledig, wat een probleem kan opleveren bij het gerechtelijk onderzoek. Het is een kwestie van maanden, niet van jaren, althans dat hoop ik.” Uw eigen partijgenoot is dus heel pessimistisch wat de toekomst betreft.
Een ondernemer zal dus meer dan vier weken moeten wachten!
Mijnheer de staatssecretaris, ik verzoek u met aandrang ervoor te zorgen dat dit probleem snel en efficiënt wordt opgelost. Deze situatie is immers onaanvaardbaar.
12.05 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, si beaucoup de questions ont été déposées en commission, c'est parce que nous avons été sollicités aussi bien par des particuliers que par des indépendants et des PME, qui doivent attendre un délai beaucoup trop important pour obtenir leur plaque d'immatriculation. On a parlé d'un délai moyen de quatre semaines, mais des témoignages évoquent une attente bien plus longue. Certaines personnes ont même dû louer des voitures pour se déplacer et travailler.
En 2012, il est étonnant et ubuesque qu'une administration ne puisse s'adapter et ne puisse installer un nouveau système informatique sans perturber le service destiné aux citoyens. Cela demande quelques explications. Comme mes collègues, j'aimerais savoir quels seront les délais que vous proposerez pour l'obtention d'une plaque d'immatriculation. Enfin envisagez-vous des compensations pour les entreprises et les indépendants qui doivent endurer des pertes financières?
12.06 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik wil de problemen die bij de nieuwe DIV zijn gerezen zeker niet ontkennen. Er zijn heel veel problemen geweest, wat zich vooral uitte in files bij de stations waar die nummerplaten konden worden verkregen. Uiteraard betreur ik dit. Nu moeten wij ervoor zorgen dat de achterstand wordt weggewerkt en de situatie zo snel mogelijk wordt rechtgezet.
Pourquoi cette "DIV New" est-elle essentielle? Pour se mettre en conformité avec les exigences européennes, principalement en concordance avec ce qui est entrepris au niveau des Régions: l'empreinte environnementale des véhicules doit maintenant être insérée dans le cadre de l'immatriculation. Ces mécanismes nous permettent également d'optimaliser la lutte contre la non-assurance ainsi que la lutte contre la non-présentation au contrôle technique.
Vóór de inwerkingtreding van het nieuwe systeem hebben wij alle elementen van e-government gevolgd. Er zijn verschillende tests gebeurd, wij hebben het systeem uitgeprobeerd, wij hebben onderhandeld en wij hebben met de stakeholders samengewerkt. Jammer genoeg hebben wij echter moeten vaststellen dat het zeker niet genoeg was en dat er na de inwerkingtreding van het nieuwe systeem nog problemen waren. Wij moeten dus een en ander in de toekomst nog op een grondige manier verfijnen.
Qu'avons-nous fait pour améliorer la situation? Une procédure de correction rapide a été mise au point avec l'ensemble du système informatique. Ce système est maintenant totalement au point. De plus, il y a eu une levée de certains contrôles au sein du système informatique afin d'être sûr qu'il n'y ait plus d'arriéré dans l'encodage et que le service en matière d'immatriculation puisse être optimalisé afin que l'ensemble des personnes puissent obtenir leurs plaques dans un délai raisonnable. Au sein du SPF, douze personnes supplémentaires ont également été affectées à la DIV en vue de résorber le retard.
Au mois de mai 2012, nous avons relevé un total de 128 628 immatriculations, ce qui est un chiffre plus important que la normale; 74,22 % des immatriculations se font par internet avec, dans 98 % des cas, la plaque d'immatriculation à disposition dès le lendemain. Pour les immatriculations par internet, nous sommes donc plus performants qu'auparavant. Par contre, un retard doit encore être comblé au niveau des guichets mais le personnel supplémentaire, les filtres que nous avons ôtés du système informatique et la nouvelle procédure de correction informatique devront nous permettre de rattraper l'arriéré le plus rapidement possible.
Il est vrai que des difficultés dans l'implémentation du nouveau système informatique DIV New ont été constatées, ce que je regrette. Nous avons présenté nos excuses aux personnes qui ont contacté la DIV. Mais grâce aux trois mesures précitées, le nouveau système devrait être encore plus rapide qu'auparavant.
12.07 Anthony Dufrane (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie.
Au nom de mon groupe, je voudrais dire qu'il faut éviter toute suspicion de défaut d'assurance pour les utilisateurs d'anciennes plaques car, contrairement à un défaut d'immatriculation qui conduit à un simple procès-verbal, le défaut d'assurance conduit systématiquement à la confiscation du véhicule. Il serait donc utile de sensibiliser les assureurs en attendant que le système soit rétabli afin qu'ils indiquent directement les numéros de châssis sur la carte verte avant même d'avoir le numéro de plaque. Il serait également utile de sensibiliser la police afin de ne pas verbaliser les personnes roulant avec leurs anciennes plaques et étant en mesure de prouver qu'elles sont bien en attente de la délivrance de leurs nouvelles plaques. Un document émanant de la DIV pourrait très bien en apporter la preuve.
12.08 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Collega’s, ik denk niet dat er een computer is met software voor de inschrijving en een met software voor de uitschrijving. Het is een beetje absurd dat de werking van de dienst daarop niet is afgestemd.
Ik wil het debat even opentrekken. Het is erg belangrijk dat er een systematisch herstelpunt wordt ingebouwd. Men moet van de nieuwste technologieën gebruikmaken. De federale overheid weet dat applicatietesting een kritisch punt vormt. De FOD Financiën heeft hierop al hard ingezet de jongste tijd. Bij het RIZIV heeft men de ISO 27001 standaard voor IT succesvol geïmplementeerd.
Ik hoor collega’s zich smalend afvragen of het nu echt zo belangrijk is dat nummerplaten wat later worden geleverd. Natuurlijk! Stel u voor dat de federale overheid dergelijke incidenten meemaakt in de sociale zekerheid. Zou men het niet erg vinden dat de pensioenen enkele maanden niet kunnen worden betaald, dat een aantal personen niet weet of zij nog een wedde zullen ontvangen en hoe die wedde werd berekend?
Dat vormt een zeer kritische succesfactor van een hedendaags overheidsbeleid. Wij zitten in tijden van cloud computing. Als men niet klaar is voor een grondige applicatietesting, is het hoog tijd dat men ethical hacking in overweging neemt. Het gaat hierbij om personen die te goeder trouw bepaalde testen kunnen uitvoeren.
Ik hoop dat hierop hard wordt ingezet, want het is een zeer belangrijk aandachtspunt voor elke overheid.
12.09 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor zijn toelichting.
Mijnheer de staatssecretaris, ik meen dat het toch een teken aan de wand is, als een aantal collega’s uit verschillende partijen op het terrein wordt gealarmeerd over de klantonvriendelijkheid bij de DIV. Ik vraag u om hiervoor oog te hebben en daar iets aan te doen.
U belooft dat de achterstand zal worden weggewerkt. Ik vraag u om uw invloed als bevoegd staatssecretaris aan te wenden, dag na dag de cijfers op te volgen en ervoor te zorgen dat de achterstand binnen de week wordt weggewerkt.
12.10 Tanguy Veys (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u hebt zich een beetje verstopt achter het antwoord dat u ook al in de commissie hebt gegeven. Veel wijzer zijn wij hiermee dan ook niet geworden.
Ik betwist de noodzaak niet om de nieuwe software in te voeren. Ik betwist wel de wijze waarop dat is gebeurd. Als men een dergelijke ingrijpende wijziging doorvoert, moet men dat testen. U zegt dat er testen werden uitgevoerd. De bewijzen zijn er dat het systeem onvoldoende werd getest. Men had het veel ingrijpender en veel uitgebreider moeten testen.
Men spreekt hier van een gemiddelde wachttijd van vier weken. Ik ken personen die al negen weken wachten op hun nummerplaat. Het is onaanvaardbaar dat zoiets gebeurt. U verwijst naar de website. Ik wil u erop wijzen dat die website enkel toegankelijk is voor verzekeringsmakelaars. Als men een buitenlands voertuig wil importeren, moet men naar de loketten, waar men in de rij mag gaan staan om vervolgens weken te wachten op de nummerplaat.
Tot slot, mijnheer de minister, u hebt er als staatssecretaris met auto met chauffeur niet veel last van, maar een zelfstandige bedrijfsleider kan niet ruim vier weken op zijn nummerplaat wachten. Voor transporten en leveringen heeft hij zijn nummerplaat onmiddellijk nodig. Leveranciers wachten geen vier weken.
Het is dan ook bijzonder cynisch dat, wanneer het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen een prioritaire behandeling van de aanvragen van zelfstandigen vraagt, de FOD Mobiliteit doodleuk opmerkt dat hij nog geen vraag heeft ontvangen. Punt en gedaan.
Mijnheer de staatssecretaris, neem mij niet kwalijk, maar een dergelijke houding is onaanvaardbaar. Het probleem moet met man en macht en liever vandaag dan morgen worden opgelost.
12.11 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses. J'espère que vous serez attentif à résorber le problème le plus rapidement possible car vous n'avez pas pris le risque de donner un délai. Je déplore aussi qu'il n'y ait pas de solution, pas de geste commercial proposé par la DIV pour dédommager les clients qui ont été lésés.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Centre d'information et d'avis sur les organisations sectaires nuisibles – Candidatures introduites
13 Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke en sektarische organisaties – Ingediende kandidaturen
Le président: Un appel aux candidats a été publié au Moniteur belge du 31 janvier 2012 pour les mandats de membres du Centre d'information et d'avis sur les organisations sectaires nuisibles, à conférer directement par la Chambre. Les candidatures devaient être introduites pour le 1er mars 2012 au plus tard.
Een oproep tot de kandidaten voor de mandaten van leden van het Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke en sektarische organisaties werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 2012. De kandidaturen dienden uiterlijk op 1 maart 2012 te worden ingediend.
À l'exception de la candidature de M. Jean-Claude Maes, introduite par lettre du 6 mars 2012, toutes les candidatures ont été introduites dans le délai prescrit.
Met uitzondering van de kandidatuur van de heer Jean-Claude Maes bij brief van 6 maart 2012 werden alle kandidaturen binnen de voorgeschreven termijn ingediend.
Les candidatures suivantes ont été introduites auprès de la Chambre:
Candidats francophones:
- M. Christophe Caliman, magistrat fédéral;
- M. Stéphane Celestin, juriste à l'Agence fédérale de contrôle nucléaire, actuellement membre suppléant;
- M. Gérard De Coninck, maître de conférence à l'Université de Liège, actuellement membre effectif;
- Mme Pascale Gruber-Ejnes, journaliste;
- M. Jean-François Husson, secrétaire général du Centre de Recherche en Action publique, Intégration et Gouvernance
- M. Jérôme Jamin, chargé de cours au département de Science politique à l'Université de Liège, chercheur au Centre d'études de l'ethnicité et des migrations de l'Université de Liège;
- M. Patrick Leroy, commissaire divisionnaire au Service Général du Renseignement et de la Sécurité;
- M. Dany Lesciauskas, chef d'équipe au sein de la Division de Recherche de la Police judiciaire fédérale de Bruxelles - division Anti-terrorisme;
- Mme Fery Malek-Madani, chargée d'un projet subsidié par l'Union européenne sur les femmes en Iran;
- M. Benjamin Mine, assistant de recherche à l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie;
- Mme Anne Morelli, directrice du Centre interdisciplinaire d'Etude des Religions et de la Laïcité, ULB;
- M. Jean-François Nandrin, directeur de l'Institut Saint-Boniface-Parnasse (institut secondaire) et chargé de cours à l'Ecole nationale des Officiers et à l'Ecole nationale de Recherche, actuellement membre suppléant;
- M. Roland Planchar, journaliste;
- Mme Marie-Claire Rabier, jusqu'à septembre 2011: gestionnaire de projets à l'UniverSud-Liège, Université de Liège;
- M. Guy Rainotte, inspecteur pour les cours de religion protestante et chargé de cours à la Faculté de théologie protestante de Bruxelles
- M. Eric Robert, juge de complément au tribunal de police de Verviers;
- Mme Caroline Sägesser, Centre interdisciplinaire d'Etude des Religions et de la Laïcité, ULB;
- Mme Mireille Stallmaster-Degen, retraitée depuis 1997, administrateur de l'asbl Contacts et Information Groupes sectaires;
- M. Michel Taverne, directeur de l'administration des affaires étudiantes, UCL, ancien membre suppléant.
Candidats néerlandophones:
- M. Bert Broeckaert, professeur Sciences comparatives des religions, KULeuven;
- M. Peter De Mey, professeur Ecclésiologie et oecuménisme catholiques romains;
- M. Johan Detraux, psychologue chercheur à l’"Universitair Psychiatrisch Centrum", KULeuven, président du "Studie- en Adviesgroep Sekten", actuellement membre suppléant;
- M. Olivier
Faelens, vice-président "Studie- en Adviesgroep Sekten";
- M. Jelle Flo, avocat;
- M. Frans Hitchinson, e.a. inspecteur de religion catholique romaine dans l'enseignement fondamental, professeur au "Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut", membre du groupe de travail inter-diocésain sectes et nouvelle religiosité, prêtre;
- Mme Kathleen Jansen, attaché SPF Justice – Sûreté de l'Etat;
- M. Hendrik Pinxten, professeur Anthropologie culturelle et étude des religions, UGent;
- M. Etienne Quintiens, e.a. secrétaire de la Commission catholique nationale pour l'oecuménisme, secrétaire du groupe de travail inter-diocésain sectes et nouvelle religiosité, prêtre;
- M. Balagangadhara Rao, e.a. professeur Sciences comparatives des cultures, directeur Centre de recherche Sciences comparatives des cultures et de la Plateforme India, chargé de cours UG théorie et méthodologie religieuses et religions comparées, Université de Pardubice (Tchéquie);
- M. Luc Willems, secrétaire général adjoint de l'Union Benelux, ancien parlementaire.
Volgende kandidaturen werden bij de Kamer ingediend:
Franstalige kandidaten:
- de heer Christophe Caliman, federaal magistraat;
- de heer Stéphane Celestin, jurist bij het Federaal Agentschap voor de nucleaire controle, thans plaatsvervangend lid;
- de heer Gérard De Coninck, lector aan de Universiteit van Luik, thans vast lid;
- mevrouw
Pascale Gruber-Ejnes, journalist;
- de
heer Jean-François Husson, secretaris-generaal van het "Centre de
Recherche en Action publique, Intégration et Gouvernance";
- de heer Jérôme Jamin, docent bij het departement Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Luik, onderzoeker bij het "Centre d'études de l'ethnicité et des migrations" van de Universiteit van Luik;
- de heer Patrick Leroy, afdelingscommissaris bij de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid;
- de heer Dany Lesciauskas, teamchef bij de Onderzoeksafdeling van de Federale gerechtelijke politie van Brussel - antiterrorismedivisie;
- mevrouw Fery Malek-Madani, hoofd van een door de Europese Unie gesubsidieerd project over de vrouw in Iran;
- de heer Benjamin Mine, onderzoeksassistent bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie;
- mevrouw
Anne Morelli, directrice van het "Centre interdisciplinaire d'Etude des
Religions et de la Laïcité", ULB;
- de heer Jean-François Nandrin, directeur van het "Institut Saint-Boniface-Parnasse" (secundair onderwijs) en docent aan de Nationale School voor Officieren en de Nationale Rechercheschool, thans plaatsvervangend lid;
- de heer Roland Planchard, journalist;
- mevrouw Marie-Claire Rabier, tot september 2011: projectleider bij UniverSud-Liège, Universiteit van Luik;
- de heer Guy Rainotte, inspecteur protestantse godsdienst en docent aan de Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel;
- de heer Eric Robert, toegevoegd rechter bij de politierechtbank te Verviers;
- mevrouw
Caroline Sägesser, "Centre interdisciplinaire d'Etude des Religions et de
la Laïcité", ULB;
- mevrouw Mireille Stallmaster-Degen, gepensioneerd sinds 1997, bestuurder van de vzw "Contacts et Information Groupes sectaires";
- de heer Michel Taverne, directeur studentenadministratie, UCL, voormalig plaatsvervangend lid.
Nederlandstalige kandidaten:
- de heer Bert Broeckaert, hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschap, KULeuven;
- de heer Peter De Mey, hoogleraar Rooms-Katholieke ecclesiologie en oecumenisme;
- de heer Johan Detraux, onderzoekspsycholoog aan het Universitair Psychiatrisch Centrum, KULeuven, voorzitter Studie- en Adviesgroep Sekten, thans plaatsvervangend lid;
- de heer Olivier Faelens, ondervoorzitter Studie- en Adviesgroep Sekten
- de heer Jelle Flo, advocaat;
- de heer Frans Hitchinson, o.a. inspecteur rooms-katholieke godsdienst basisonderwijs, docent aan het Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut, lid van de inderdiocesane werkgroep rond sekten en nieuwe religiositeit, priester;
- mevrouw Kathleen Jansen, attaché FOD Justitie – Veiligheid van de Staat;
- de heer Hendrik Pinxten, hoogleraar culturele antropologie en de studies van religies, UGent;
- de heer Etienne Quintiens, o.a. secretaris van de Katholieke Nationale Commissie voor oecumene, secretaris van de interdiocesane werkgroep rond sekten en nieuwe religiositeit, priester;
- de heer Balagangadhara Rao, o.a. hoogleraar Vergelijkende Cultuurwetenschap, directeur Onderzoekscentrum Vergelijkende Cultuurwetenschap en van het India Platform, UG-hoogleraar religieuze theorie, methodologie en comparatieve religie, Universiteit Pardubice (Tsjechië);
- de heer Luc Willems, adjunct-secretaris-generaal van de Benelux Unie, voormalig parlementslid.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 6 juin 2012, je vous propose de déclarer la candidature de M. Jean-Claude Maes irrecevable. Le curriculum vitae des candidats sera transmis aux groupes politiques.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 juni 2012 stel ik u voor de kandidatuur van de heer Jean-Claude Maes onontvankelijk te verklaren. De cv's van de kandidaten zullen aan de politieke fracties worden bezorgd.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
14 Comité P - Nomination du second président suppléant
14 Comité P - Benoeming van de tweede plaatsvervangend voorzitter
Un appel aux candidats pour le mandat de second président suppléant a été publié au Moniteur belge du 26 avril 2012. Aucune candidature n'a été introduite.
Een oproep tot kandidaatstelling voor het mandaat van tweede plaatsvervangend voorzitter werd in het Belgisch Staatsblad van 26 april 2012 gepubliceerd. Geen enkele kandidatuur werd ingediend.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 6 juin 2012, je vous propose de publier au Moniteur belge un nouvel appel aux candidats.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 juni 2012, stel ik u voor een nieuwe oproep tot kandidaatstelling in het Belgisch Staatsblad te publiceren.
Pas d'observations? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
15 Renvoi d'un projet de loi en commission pour avis
15 Verzending van een wetsontwerp naar de commissie voor advies
À la demande du président de la commission des Relations extérieures, je vous propose de renvoyer le projet de loi portant assentiment à la Convention n° 177 de l'Organisation internationale du travail concernant le travail à domicile, adoptée à Genève le 20 juin 1996 (n° 2227/1) à la commission des Affaires sociales pour avis.
Op vraag van de voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen, stel ik u voor het wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag nr. 177 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende thuiswerk, aangenomen te Genève op 20 juni 1996 (nr. 2227/1) te verwijzen naar de commissie voor de Sociale Zaken voor advies.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
16 Renvoi d'une proposition de
loi à une autre commission
16 Verzending van een
wetsvoorstel naar een andere commissie
À la demande des auteurs, je vous propose de
renvoyer à la commission de l'Intérieur, des Affaires générales et de la
Fonction publique, la proposition de loi de MM. Raf Terwingen, Stefaan
De Clerck et Roel Deseyn, Mmes Nahima Lanjri et Sonja Becq, MM. Jenne
De Potter et Kristof Waterschoot et Mme Leen Dierick modifiant la
législation relative à la répression du racisme en vue d'interdire les réunions
de groupes racistes et néonazis (n° 2160/1).
Op aanvraag van de indieners, stel ik u voor het wetsvoorstel van de heren Raf
Terwingen, Stefaan De Clerck en Roel Deseyn, de dames Nahima Lanjri en
Sonja Becq, de heren Jenne De Potter en Kristof Waterschoot en mevrouw
Leen Dierick tot wijziging van de racismewetgeving wat het verbod van
bijeenkomsten van racistische en neonazistische groeperingen betreft
(nr. 2160/1) te verwijzen naar de commissie
voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt.
Cette proposition avait été précédemment
renvoyée à la commission de la Justice.
Dit wetsvoorstel werd vroeger verzonden naar
de commissie voor de Justitie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
17 Prise en considération de propositions
17
Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du
jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en
considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je vous propose également de prendre en
considération la proposition de loi de Mme Sabien
Lahaye-Battheu modifiant, en vue d'instaurer l'impasse débouchante, l'arrêté
royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur
la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique
(n° 2241/1).
Renvoi à la commission de l'Infrastructure,
des Communications et des Entreprises publiques.
Ik stel u ook voor het wetsvoorstel
van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu tot wijziging van het koninklijk besluit van
1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het
wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg met het oog op de invoering
van de doorlopende weg (nr. 2241/1) in overweging te nemen.
Verzonden naar de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
18 Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen (2190/3)
18 Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives au statut des militaires (2190/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2190/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2190/4)
19 Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op de invoering van een verzwarende omstandigheid voor strafbare feiten jegens scheidsrechters van sportwedstrijden (nieuw opschrift) (2037/7)
19 Proposition de loi modifiant le Code pénal en vue d'instaurant une circonstance aggravante pour les infractions commises à l'encontre des arbitres de manifestations sportives (nouvel intitulé) (2037/7)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden.(2037/8)
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2037/8)
(Mme
Kattrin Jadin a voté oui)
20 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud (1894/4)
20 Projet de loi modifiant la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature (1894/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
130 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
130 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1894/5)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (1894/5)
(Mevrouw Nahima Lanjri heeft voor gestemd)
21 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 14 juni 2012 om 14.15 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 14 juin 2012 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.31 uur.
La séance est levée à 17.31 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 090 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 53 PLEN 090 bijlage. |
|
|
|
|
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Oui
|
130 |
Ja |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clercq Mathias, De Croo
Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier,
Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier
Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya, Devin
Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy,
Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony, Dumery Daphné,
Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Frédéric André,
Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph, Gerkens Muriel, Giet
Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans
Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans
Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid,
Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Moriau Patrick, Musin Linda,
Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs
Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin,
Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno,
Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den
Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan,
Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus,
Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge,
Veys Tanguy, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank,
Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 002
Oui
|
130 |
Ja |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph,
Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen,
Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jambon Jan, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maertens
Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Moriau Patrick, Musin Linda, Özen Özlem,
Pas Barbara, Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Uyttersprot
Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef,
Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van Eetvelde
Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Veys
Tanguy, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank,
Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |
Vote nominatif - Naamstemming: 003
Oui
|
130 |
Ja |
Annemans Gerolf, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja,
Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brems Eva,
Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne
Valérie, Clerfayt Bernard, Coëme Guy, Colen Alexandra, Collard Philippe,
Dallemagne Georges, De Bont Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man
Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, Devin Laurent, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Ducarme Denis, Dufrane Anthony,
Dumery Daphné, Emmery Isabelle, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Frédéric André, Galant Jacqueline, Geerts David, Genot Zoé, George Joseph,
Gerkens Muriel, Giet Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts
Hagen, Grosemans Karolien, Gustin Luc, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon
Jan, Kindermans Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert
Marie-Claire, Landuyt Renaat, Louis Laurent, Lutgen Benoît, Madrane Rachid,
Maertens Bert, Maingain Olivier, Mathot Alain, Moriau Patrick, Musin Linda,
Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schiltz Willem-Frederik, Schoofs
Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah,
Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman
Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens
Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina,
Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Eetvelde Miranda, Van Esbroeck Jan, Van Grootenbrulle Bruno, Van
Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen
Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan,
Vervotte Inge, Veys Tanguy, Waterschoot Kristof, Weyts Ben, Wierinck Godelieve,
Wilrycx Frank, Wollants Bert
Non |
000 |
Nee |
Abstentions |
000 |
Onthoudingen |