Plenumvergadering |
|
du Jeudi 24 mai 2012 Après-midi ______ |
van Donderdag 24 mei 2012 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14.21 heures et présidée par M. André Flahaut.
De vergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door de heer André Flahaut.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Philippe
Blanchart, Myriam Delacroix-Rolin pour raisons de santé / wegens
gezondheidsredenen;
Guy Coëme,
Georges Dallemagne, David Geerts, Luc Gustin, Miranda Van Eetvelde, Jan Van
Esbroeck, Christiane Vienne, Kristof Waterschoot, en mission à l'étranger / met
zending buitenslands.
Au niveau du gouvernement, M. Didier Reynders est à l'OCDE à Paris et Mme Monica De Coninck participe à une réunion européenne.
Chers collègues, comme nous en avons convenu, les questions qui portent sur le Sommet européen et la réunion informelle européenne ont été transposées à la réunion du comité d'avis chargé des Questions européennes qui se tiendra à 17 h 00. Je remercie les chefs de groupes de leur flexibilité.
01 Vraag van de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de verklaringen van de eerste minister inzake het advies van de Raad van State met betrekking tot de staatshervorming" (nr. P0971)
01 Question de M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "les déclarations du premier ministre en ce qui concerne l'avis du Conseil d'État relatif à la réforme de l'État" (n° P0971)
01.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de eerste minister, in de commissie voor de Herziening van de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen, die de staatshervorming bedient, hadden wij na ontvangst van een brief van de Nederlandstalige magistraten gevraagd dat een hoorzitting met die magistraten zou worden georganiseerd.
Het enige wat echter goed was georganiseerd, was blijkbaar uw meerderheid, die meteen op voorstel van de heer Giet bij meerderheid besliste dat een hoorzitting niet nodig was. U had de betrokkenen tijdens uw onderhandelingen immers al gehoord.
Wij hadden dan ook gehoopt dat u, wanneer het advies van de Raad van State bij de kritiek van de Nederlandstalige magistraten werd gevoegd, dezelfde terughoudendheid zou hebben betoond, wat echter niet het geval was.
Wie schetst onze verbazing, toen wij enkele ogenblikken na de ontvangst van genoemd advies van de Raad van State een persmededeling van niemand minder dan de eerste minister mochten ontvangen, waarin het volgende staat: “Uit een eerste lezing blijkt alvast dat de wetsvoorstellen niet stuiten op fundamentele onwettigheidsproblemen of strijdig zouden zijn met het internationaal recht. De adviezen van de Raad van State bevatten hoofdzakelijk aanbevelingen, om de technische kwaliteit en de rechtszekerheid van de wetteksten te verbeteren.”
Neem mij niet kwalijk, maar niet alleen ik ben het met die mededeling niet eens. De kritiek van de Raad van State is fundamenteel. Ik geef twee voorbeelden. Het zijn toevallig twee voorbeelden, die hier in de Kamer de komende weken aan de orde zullen zijn.
Om te beginnen oordeelt de Raad van State dat de uitdrukkelijke bepaling dat de procureur des Konings van Brussel vanaf nu altijd een Franstalige zal zijn, zoals u in uw akkoorden bent overeengekomen, strijdig is met het tweetalige karakter van Brussel. Door die bepaling zullen de Nederlandstaligen definitief in een ondergeschikte rol worden geplaatst. Zij zullen immers nooit meer de hoogste functie bij het parket van Brussel kunnen bedienen, enkel en alleen omdat zij Nederlandstalig zijn.
Dat is volgens de Raad van State een fundamenteel bezwaar en een vorm van discriminatie. U zult dus aan de slag moeten gaan om de bepaling in kwestie door de Kamer gesluisd te krijgen, zonder fundamentele, grondwettelijke bezwaren.
Het tweede voorbeeld dat ik aanhaal, is natuurlijk uw 80/20-verhouding, die u gewoon bij onderhandeling hebt vastgelegd.
Mijnheer de voorzitter, ik rond af.
De Raad van State alsook de Nederlandstalige magistraten zijn ter zake van oordeel dat bedoelde 80/20-verhouding tot een regelrechte chaos en gerechtelijke achterstand zal leiden.
Dat zijn fundamentele bezwaren. Waar hebt u het dus gehaald, om u in de bewuste discussie te bemoeien via een persmededeling, waarin u opmerkt dat het slechts enkele technische bemerkingen betreft?
Dat was niet uw recht.
01.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik bevestig dat er enkele dagen geleden belangrijke stappen werden gezet met betrekking tot de uitvoering van de staatshervorming, in het bijzonder wat de kwestie BHV betreft.
De Raad van State heeft na vijfenveertig dagen onderzoek zijn advies verleend over twaalf wetsvoorstellen. Die voorstellen werden bij het Parlement ingediend door de acht partijen, die bij de zesde staatshervorming betrokken zijn.
De adviezen worden op dit ogenblik grondig onderzocht door de deskundigen van de acht betrokken partijen, in samenwerking met de staatssecretarissen bevoegd voor de staatshervorming.
Ik maak overigens van de gelegenheid gebruik om de deskundigen te feliciteren met het kwaliteitsvolle en omvangrijk werk, dat zij tot nu toe hebben gerealiseerd.
Uit de adviezen van de Raad van State blijkt dat er wat deze juridische teksten betreft geen fundamentele problemen bestaan in verband met de grondwettelijkheid of de strijdigheid met het internationaal recht.
In zijn adviezen doet de Raad van State voornamelijk aanbevelingen om de coherentie, de technische kwaliteit en de rechtszekerheid van de teksten te verbeteren.
De acht betrokken partijen bereiden samen een reactie op het advies voor, onder meer in de vorm van technische amendementen.
Na de goedkeuring door het Uitvoeringscomité voor institutionele hervormingen zullen de amendementen worden ingediend voor analyse in de Kamer en de Senaat.
01.03 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, collega’s, u zult het met mij eens zijn dat het in dit land niet zo gemakkelijk is om een normaal debat te voeren met deze man, die eerste minister is geworden door toevalligheden.
Men vraagt hem waarom hij een persmededeling heeft verspreid, terwijl hij toch niet geacht werd zich inhoudelijk te bemoeien met de adviezen van de Raad van State en dan komt hij naar voren. Hij heeft de vraag beluisterd, al dan niet in vertaling, en leest dan opnieuw zijn persmededeling voor.
Dat is geen manier van werken. Ik hoop dat ons debat de komende dagen gekenmerkt wordt door meer kwaliteit. Ik blijf er immers bij dat de fundamentele bezwaren van de Raad van State wél met de nodige aandacht gelezen moeten worden. Ik hoop dat de specialisten, die u hier hebt bedankt, u daar wel een beetje behulpzaam bij zullen zijn.
We weten allemaal dat de 80/20-verhouding het gevolg is van de wijze waarop er door veel te jonge partijvoorzittertjes – let wel, ik wil mij niet bemoeien met de interne problemen van Open Vld – op basis van foute gegevens van Stefaan De Clerck cijfers bijeengebracht zijn, die geleid hebben tot een compromis. Zelfs de Franstaligen moeten nu toegeven dat de cijfers fout waren en dat het compromis totaal willekeurig is, maar niettemin zullen zij de cijfers niet meer loslaten, omdat ze in hun voordeel zijn.
Wij zullen dus het aantal Nederlandstalige magistraten halveren en voor Nederlandstalige rechtsonderhorigen de rechtsbedeling halveren, terwijl de Franstaligen zullen zwemmen in het aantal magistraten en die onrechtvaardigheid niet meer zullen loslaten. Dit is typisch Belgisch: ook als het onrechtvaardig is, wordt een maatregel behouden, omdat het land zelf onrechtvaardig is.
L'incident est clos.
- mevrouw Meyrem Almaci aan de eerste minister over "de waarborgen voor Dexia" (nr. P0972)
- de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de waarborgen voor Dexia" (nr. P0973)
- de heer Peter Dedecker aan de eerste minister over "de waarborgen voor Dexia" (nr. P0974)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "les garanties Dexia" (n° P0972)
- M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "les garanties Dexia" (n° P0973)
- M. Peter Dedecker au premier ministre sur "les garanties Dexia" (n° P0974)
02.01 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, op 31 mei vervalt de tijdelijke garantie aan Dexia, een bedrag van 45 miljard euro. Wij hebben via de pers vernomen dat u al hebt toegezegd om die garantie te verlengen. De termijn is mij niet duidelijk, maar ze wordt verlengd. De Europese Commissie zou ook al officieel op de hoogte zijn gebracht.
Laat het duidelijk zijn: de garantie is broodnodig. Dexia moet vandaag elke dag op zoek naar miljarden euro’s om aan kortetermijnfinanciering te kunnen doen.
Dexia over de kop laten gaan is geen optie, want dan trekt ze meteen Belfius en alle andere banken met zich mee.
De situatie is niet zo rooskleurig. Vandaag moet Dexia al een beroep doen op 44 miljard euro van de 45 miljard euro aan garanties en doet ze een beroep op de noodkredieten van de Banque de France, de ELA’s.
Sommigen, de heer Mariani op kop, zeggen dat die 45 miljard euro dringend moet worden verdubbeld omdat het onvoldoende is.
De tijd dringt dus. We kopen nu tijd, maar uitstel is geen afstel. Het zwaard van Damocles blijft waar het was: boven ons hoofd.
Wij weten dat de waarborgverdeling voor ons land vandaag bijzonder slecht is. Wij hebben van de heer Mariani ook al mogen horen dat de vergoedingen voor die waarborg voor ons land wellicht lager zullen uitvallen dan wat wij hadden verwacht.
Wij staan dus met onze rug tegen de muur. Onze bevolking heeft echt nood aan goed nieuws, aan een lichtpuntje in de duisternis.
Daarom wil ik graag weten hoe het staat met de contacten met uw Franse collega’s. Ik weet dat de minister van Buitenlandse Zaken met zijn collega over het dossier-Dexia heeft gesproken. Hebt u al met de heer Hollande over het dossier-Dexia gesproken?
Ik verneem in de krant van de heer Almunia dat het zeer moeilijk ligt. Wat is de stand van zaken? Welke timing, welke vooruitzichten geeft u aan onze Belgische burger, die vandaag een buitenproportionele last moet dragen en zijn toekomst door dit dossier gehypothekeerd ziet?
02.02 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, mijnheer De Croo, de zaak-Dexia hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd en is de rode draad doorheen deze vergadering.
Een paar weken geleden hebt u hier gezegd, mijnheer de eerste minister, dat u met de Fransen over de zaak zou onderhandelen, maar dat er nog geen nieuwe regering was. Ondertussen is er een nieuwe regering. Zoals men overal kan zien, bent u al een paar keer op bezoek geweest in Frankrijk en hebt u uw Franse collega al ontmoet.
Mijnheer de eerste minister, ik zal het kort houden en me beperken tot de vragen. Hoever staat het met het fiat van Europa over de verlenging van de waarborgen? Blijft die verdeling dezelfde? Blijven wij steken op die 60/40-verhouding? In de memoires van Jean-Luc Dehaene stond iets moois. Soms kan Dehaene ook eens iets moois schrijven over Dexia. Hij zei dat de heer Reynders meer geïnteresseerd was in de opbrengst en niets maakte van die 60 % of die 54 miljard euro, omdat wij daarop rente zouden krijgen en dat was goed voor de begroting. Zoiets is uiteraard ontzettend goed voor de begroting, als zij het ook kunnen betalen. De heer Mariani heeft al gezegd dat er een kapitaalverhoging zal moeten komen als zij die rente ook effectief moeten betalen.
Vorige week hadden wij ook de zaak-De Boeck. U wist van niets en viel uit de lucht. Ik heb toen gesuggereerd dat de vergadering niet was doorgegaan en dat de Fransen kwaad waren. Ondertussen is dit allemaal uitgekomen. Er is echter nog meer aan de hand. Zijn de Fransen nog altijd kwaad over de brief van Alexandre De Geest, de hoge functionaris van de Schatkist? Hij poneert in zijn brief dat er wordt afgeweken van de oorspronkelijke akkoorden in verband met Dexia. Mijnheer de premier, ik zou graag weten waar wij vandaag staan.
02.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, collega’s, ik vraag mij eigenlijk af hoe dikwijls wij hier nog zullen mogen staan om de nasleep te bespreken van het feit dat wij in oktober Dexia voor de tweede keer hebben mogen redden. Er werd toen niet alleen geld op tafel gelegd om Belfius te nationaliseren, er werd ook met Frankrijk de afspraak gemaakt om Dexia te waarborgen. Het hefboomfonds Dexia mag op de internationale markten geld ontlenen en als het misloopt met Dexia krijgen wij de factuur doorgeschoven. België draait op voor 60 % van die waarborg.
Als Dexia vandaag tegen de grond gaat, krijgen wij een factuur van 27 miljard euro. Dit bedrag komt dan boven op de staatsschuld, die vandaag 300 miljard euro bedraagt. Het kan niet op. Normaal was dit een voorlopige garantie. Normaal zou er een definitieve garantie moeten komen van het dubbele. Op dat moment draaien wij op voor 54 miljard euro. Gooi maar op de hoop. Die voorlopige garantie loopt volgende week af. In de pers wordt gesproken van een verlenging van die voorlopige garantie.
Ik heb dan ook de volgende vragen voor u, mijnheer Di Rupo. Ten eerste, klopt dit? Zal men weer spreken over een voorlopige verlenging? Wij krijgen op die manier weer een voorlopige en geen definitieve oplossing.
Ten tweede, zal men bij die voorlopige verlenging dezelfde verhouding hanteren voor de verdeling van de waarborg? Zullen wij als klein land nog altijd blijven opdraaien voor 60 % van de waarborg, terwijl het grote Frankrijk maar 40 % draagt?
Ten derde, hoe zit het met de onderhandelingen over een definitieve oplossing, een definitieve instelling? Zult u bij die onderhandelingen kunnen opteren voor een eerlijker systeem? Zult u uw goede vriend François Hollande kunnen overtuigen van een betere verdeling van de waarborgen of zult u opnieuw aan het handje van Frankrijk blijven lopen, zoals u dat onlangs ook deed bij de stemming over de kwijting voor de bestuurders van Dexia? Mijnheer Di Rupo, de vraag is eenvoudig. Wat doet u volgende week?
02.04 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, op 21 december 2011 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gegeven aan een tijdelijke waarborg door België, Frankrijk en Luxemburg voor een bedrag van 45 miljard euro. Deze goedkeuring loopt tot 31 mei 2012. De drie staten hebben vandaag, 21 mei, een verlenging van deze waarborg aangevraagd. De Commissie zal haar beslissing nemen vóór 31 mei, na overleg met de drie staten over de voorwaarden die aan deze verlenging zullen zijn gekoppeld. Dit overleg is aan de gang.
Er zijn gedurende de laatste dagen verschillende contacten geweest tussen de Commissie en de drie staten, zowel op technisch als op politiek niveau, met de Thesaurie, de Nationale Bank van België, de FPIM en de minister van Financiën. Ik heb dit zelf ook aangekaart bij Europees commissaris Almunia, president Hollande, eerste minister Ayrault en eerste minister Juncker. Die discussies zijn nog aan de gang. Het is dus voorbarig om hier nu op in te gaan.
De eis van de Belgische regering is dat het akkoord van oktober 2011, waarover onderhandeld werd door mijn voorganger Yves Leterme en minister Reynders, integraal wordt uitgevoerd.
Als een of meerdere voorziene voorwaarden aangepast moeten worden, zal het nodig zijn bepaalde aspecten te heronderhandelen.
Karel De Boeck werd ondertussen benoemd als lid van de raad van bestuur van Dexia. Wij hopen dat zijn aanstelling als CEO zo snel mogelijk wordt geregeld.
02.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, heb ik u goed begrepen? Als alles bij het oude blijft en u dus bij dezelfde vergoeding blijft als afgesproken – een paar honderd miljoen voor de begroting van dit jaar –, blijft volgens u de waarborgregeling wat ze is. Dit betekent zoveel als een zwaard van Damocles dat de komende 40 jaar boven het hoofd van elke belastingbetaler zal blijven hangen. U hebt daar principieel geen probleem mee. Ik val van mijn stoel! Dat kunt u toch niet menen!
Het probleem ligt duidelijk in Frankrijk. Audit na audit wijst uit dat het probleem bij Dexia Crédit Local de France ligt. U zegt dat te weten, daar dag na dag het bewijs van te krijgen, maar dat is – heel jammer – niet voldoende om dit dossier te heronderhandelen. Kunt u dat nu menen ten aanzien van al degenen die over 40 jaar nog geconfronteerd zullen worden met de gevolgen van dit dossier? Wat een gebrek aan ambitie!
Mij lijkt het dat de resultaten van uw goede contacten met de heer Hollande dezelfde desastreuze gevolgen zullen hebben als de resultaten van de goede contacten van uw vorige minister van Financiën, de heer Reynders, met zijn vriendje Sarkozy, namelijk een hypotheek op de toekomst van heel dit land.
02.06 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik vind het zelfs de moeite niet waard om nog naar het spreekgestoelte te komen om daarop te antwoorden. Ik vind dat de premier zelfs niet meer moet komen. Wij krijgen hier week na week hetzelfde antwoord.
Mijnheer de premier, blijf in uw bureau. Doe uw werk, u hebt werk zat. Neem uw tekst op een bandje op, houd ons voor de zot en draai het hier af. U zegt hier elke keer hetzelfde. U zegt dat u dat vorig jaar besloten hebt. U houdt een wortel voor de neus van de ezels, die wij zijn, en zegt dat u het zult heronderhandelen, en nu komt u hier elke keer niets zeggen.
Mijnheer de eerste minister, als u niet meer dan dat te zeggen hebt, bespaar u dan de komst naar het Parlement.
02.07 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer Di Rupo, als ik u goed begrepen heb, blijven de oorspronkelijke partners, Frankrijk, Luxemburg en België, de waarborg verdelen. Als dit fout loopt, zijn deze drie landen, en wij in het bijzonder, niet de enige met problemen. Spanje, Italië en Duitsland hebben ook nog belangrijke Dexiafilialen. Als het fout loopt, hebben zij ook problemen. Mijnheer de eerste minister, het wordt tijd dat ook die landen hun verantwoordelijkheid opnemen. Ook zij moeten bijdragen.
Het is genoeg geweest. Het moet gedaan zijn met constant aan het handje van de Fransen te lopen uit schrik voor lange tenen of boze blikken, zoals vorige keer het geval was. Het moet gedaan zijn. Dit is geen spel onder politieke vrienden, met uw goede vriend, de heer Hollande. Dit gaat over de molensteen rond de nek van de belastingbetaler en die belastingbetaler heeft reeds genoeg betaald.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Jean Marie Dedecker aan de eerste minister over "de ministeriële deontologie" (nr. P0975)
03 Question de M. Jean Marie Dedecker au premier ministre sur "la déontologie ministérielle" (n° P0975)
03.01 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, collega’s, in Engeland is de minister van Defensie, Liam Fox, moeten opstappen omdat hij contact had met een lobbyist voor de aankoop van defensiemateriaal. In ons land speelt een minister lobbyist, maar degenen die dat aanklagen moeten opstappen wegens politieke druk op de staatstelevisie.
Er is een verschil in normen en waarden en ethiek. Er is een verschil in deontologie.
Mijnheer de premier, ik zal u rechtstreeks enkele vragen stellen en u moet mij maar antwoorden of die situaties kunnen.
Kan het volgens u dat een minister, vroeger en nu minister van de Noordzee, aanblijft, terwijl hij privébelangen heeft in vier van de zes offshorewindparken in de Noordzee? Hij is dus rechter en partij. Hij heeft zelfs belangen bij de toekenning van het zevende windpark. Ik kan dat bewijzen als u wil, mijnheer de minister.
Kan iemand aanblijven als minister van Economie en Consumenten als hij de prijzen van de groenestroomcertificaten voor windenergie zelf heeft verhoogd en de duurtijd ervan zelf heeft verdubbeld om zijn privépartners te bedienen? Op Ministerraden is dat gebeurd door die minister. De heer Landuyt zal dat kunnen bevestigen, want op dat moment vervulde hij de functie van minister van de Noordzee en hij heeft die ministeriële brieven mee ondertekend.
Kan het dat een minister die zelf een privébedrijfje opricht — luistert u goed, want ik geef meer uitleg dan in dat boek staat —, dat dan fusioneert met een grote moloch, Electrawinds, vervolgens voor dat bedrijf miljoenen euro’s aan subsidies binnenhaalt en vervolgens aan lobbying doet voor het verkrijgen van een vergunning?
Kan een minister of zijn echtgenote — dit staat evenmin in dat boek — een bedrijfje overnemen, onlangs nog maar, dat hand-en-spandiensten verleent aan Waalse gemeenten?
Mijnheer de premier, kan dat allemaal? Ik kan bij elk punt uitleg geven.
In Engeland, bijvoorbeeld, is de minister van Energie, Chris Huhne, moeten opstappen omdat hij een proces-verbaal wegens overdreven snelheid op naam van zijn vrouw had gezet.
Mijnheer de premier, geeft u nu maar eens antwoord op deze vragen. Daarna kan ik nog een tijdje doorgaan met voorbeelden aanhalen.
03.02 Eerste minister Elio Di Rupo: Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, er is geen probleem inzake het functioneren van vice-eersteminister Johan Vande Lanotte. Zoals gevraagd aan alle leden van de regering, heeft de heer Vande Lanotte naar aanleiding van de start van de regering ontslag genomen uit al zijn mandaten.
De enige twee mandaten die de vice-eersteminister heeft behouden, zijn dat van voorzitter van de vzw Kerstfeest, een vzw die een jaarlijks kerstfeest organiseert voor de Oostendse gepensioneerden, en dat van voorzitter van de vzw Steunfonds Koninklijke Villa, een revalidatiecentrum voor kankerpatiënten in Oostende. Beide zijn onbezoldigde mandaten.
Het is dus duidelijk dat ik het volste vertrouwen behoud in vice-eersteminister Vande Lanotte.
03.03 Jean Marie Dedecker (LDD): Mijnheer de eerste minister, dit had ik verwacht. Er was een
tijd toen u last had van parvenu’s. Samen met de heer Giet hebt u de parvenu’s
opgekuist. Moet ik ze noemen? Daerden, Van Cauwenberghe, Lizin, Donfut
enzovoort. (Rumoer)
Wij keren terug naar de kern van de zaak. U kent het Belgisch Staatsblad, mijnheer de eerste minister. Ik overhandig u het exemplaar waarin de heer Vande Lanotte, of zijn echtgenote, verschijnt, bijvoorbeeld met betrekking tot het bedrijfje Allo & Ko. Heren journalisten, dat staat niet in het boek, voor zover u het gelezen hebt.
Ik kom terug op het bedrijfje Allo & Ko. Het is een commanditaire vennootschap, wat betekent dat het geen balansen moet publiceren. Het ondersteunt het geven van opleidingen aan noodplanningsambtenaren van het Waals Gewest, Luik bijvoorbeeld, bij de opstelling en invulling van hun noodplannen en het treedt op als tussenpersoon van zowel Waalse als Vlaamse ondernemers tussen beide vennootschappen. Wie is nu lobbyist en wie is nu minister?
Mijnheer de minister, u mag dit exemplaar van het Belgisch Staatsblad hebben, zodat u een en ander kunt onderzoeken.
Een tweede bedrijf is de bvba Rising Sun, een privévennootschap, gefusioneerd met het bedrijf Electrawinds, dat nog participaties neemt in andere nv’s zoals Zon aan Zee, allemaal gesubsidieerde bedrijven. Dat zijn nog maar twee nieuwe bedrijven, mijnheer de minister. Wat baten kaars en bril als de uil niet ‘zienen’ wil? Wat de deontologie betreft, zouden wij beter…
Le président: Monsieur Dedecker, votre temps de parole est épuisé.
Het incident is gesloten.
- M. Laurent Louis au premier ministre sur "les dépenses du premier ministre par rapport aux sacrifices demandés à la population" (n° P0977)
- M. Ben Weyts au premier ministre sur "les dépenses du premier ministre" (n° P0994)
- Mme Barbara Pas au premier ministre sur "les dépenses du premier ministre" (n° P0995)
- de heer Laurent Louis aan de eerste minister over "het contrast tussen de uitgaven van de eerste minister en de offers die van de bevolking worden gevraagd" (nr. P0977)
- de heer Ben Weyts aan de eerste minister over "de uitgaven van de premier" (nr. P0994)
- mevrouw Barbara Pas aan de eerste minister over "de uitgaven van de premier" (nr. P0995)
04.01 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, je suis content de voir que vous allez bien et de savoir que, malgré votre haute fonction, vous conservez vos huit heures de sommeil par jour, comme vous l'avez indiqué lors de votre voyage à Chicago pour le Sommet de l'OTAN qui a fait polémique. Vous avez préféré prendre un vol commercial au lieu de vous joindre aux autres ministres qui, eux, ont utilisé l'avion de la Défense nationale. J'espère vraiment que vous avez payé ce billet en première classe de votre poche et que vous êtes en mesure de le prouver. Passons! Ce n'est pas là l'important!
Ce qui compte vraiment, monsieur le premier ministre – ou devrais-je plutôt dire "monsieur le ministre de la Dépense nationale" –, c'est que, pendant que vous utilisez à tour de bras les escortes policières, pendant que vous vous comportez comme un empereur ou un président bling-bling de la gauche caviar, pendant que vous vivez confortablement, vos contribuables, ceux pour qui vous prétendez vous battre, n'ont jamais connu des conditions de vie aussi difficiles! Le pouvoir d'achat s'écroule et que faites-vous? Vous augmentez les taxes encore et encore.
Monsieur le premier ministre socialiste, vous êtes à la tête d'un gouvernement complètement antisocial et, jamais, les Belges n'auront payé autant d'impôts que sous Di Rupo Ier. Je sais que le PS a toujours maintenu le peuple dans la pauvreté afin de conserver sa base électorale mais, en tant qu'élu de ce pays, je ne peux accepter de vous voir dilapider l'argent public, alors que vous demandez toujours à la population de faire plus d'efforts. Vous avez ruiné la Wallonie! Vous avez fait des Wallons des assistés et vous êtes maintenant en train de transformer la classe moyenne en pauvres!
Monsieur le premier ministre, quels efforts faites-vous au quotidien? Comptez-vous réduire vos dépenses? Si oui, lesquelles? Que comptez-vous faire pour augmenter le pouvoir d'achat des Belges, seule solution, selon moi, pour sortir de la crise? Enfin, je remercie le Parti Socialiste pour ses insultes!
04.02 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik sta gewoon versteld over de grote soepelheid van uw ethische normen in deze zaak. Eerst wordt duidelijk dat u met een apart vliegtuig naar Chicago zou gaan. Geen enkel probleem, de belastingbetaler zou daarvoor wel opdraaien. Plots is er echter commotie in de media en dan hebt u last van ethische normen. U besluit dat het ethisch niet kan en dat u het zelf zult betalen. Wanneer er dus geen media-aandacht is, hebt u geen ethische problemen. Wanneer er wel media-aandacht is, overvallen die ethische problemen u plots.
De gezondheidsredenen die u aanhaalt, zijn ook nogal conjunctureel. Voor de heenvlucht roept u gezondheidsredenen in, voor de terugvlucht gelden die niet. Dan kunt u wel gebruikmaken van het gemeenschappelijk vliegtuig. Ook dat verbaast ietwat. Hetzelfde geldt met betrekking tot het hotel. U vraagt opnieuw iets speciaals: een apart hotel, weg van collega’s De Crem en Reynders. Wij weten het wel, de heer De Crem heeft nogal de reputatie een feestvarken te zijn, zeker in Amerika. De heer Reynders vindt u sowieso geen toffe, meer nog, u hebt zelfs een beetje een hekel aan hem. Wat is daarvan de kostprijs?
Mijnheer Di Rupo, wanneer de nood het hoogst is, is de redding nabij. Ik heb afgelopen week mevrouw Milquet ondervraagd over de rondzendbrief met betrekking tot de buitenlandse reizen voor de politietop. Die brief moet gezien worden in de nasleep van de affaire Koekelberg. Welnu, mevrouw Milquet heeft gezegd dat er een nieuwe rondzendbrief inzake buitenlandse reizen voor de politietop op stapel staat en zelfs al bijna is goedgekeurd om een overschrijding van ethische normen te verhinderen. Ik stel voor dat u die rondzendbrief van toepassing zou verklaren op uw regeringsleden en op uzelf.
Tot slot, uw collega en grote voorbeeld, de heer Hollande, is gisteren heel sober en eenvoudig per auto en per trein naar de Europese top gekomen. Zou het geen goede zaak zijn als u ook op dat vlak een voorbeeld nam aan uw goede vriend en collega?
04.03 Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, de Belgische delegatie is in verspreide slagorde naar de NAVO-top in Chicago getrokken. U voelde zich blijkbaar te goed voor een regeringsvliegtuig. En u nam ook een ander hotel dan uw collega’s Reynders en De Crem.
Wij hebben allemaal de redenen kunnen vernemen in de media, er was een hele heisa. Het ging over comfort en over gezondheidsredenen. Ik heb eens een lijstje gemaakt van de versies die daarover gecommuniceerd werden. Er werd gesproken over strubbelingen tussen u en de ministers De Crem en Reynders. Het ging over rugproblemen. Waarschijnlijk waren de bedden in uw hotel beter voor de rug dan die in het andere hotel. Volgens een andere verklaring zou u de reis eerder hebben vastgelegd, nog voor er sprake was van een of ander regeringsvliegtuig. Volgens een andere verklaring zou u een dag eerder vertrokken zijn, omdat u nogal last hebt van jetlag. En noem maar op.
Mijnheer de eerste minister, het moet alleszins een heel serieuze reden geweest zijn, want uw woordvoerder zei aanvankelijk nog dat u in de toekomst van plan bent om nog meer solovluchten, lijnvluchten, te nemen.
Wat was de werkelijke reden voor die solovlucht?
Welke kosten waren daaraan verbonden, inclusief de beveiligingskosten en inclusief de vervoerskosten naar uw verder afgelegen hotel?
Die kapsones brengen extra kosten met zich mee en ik had graag geweten hoeveel.
Le président: Nous avons une démonstration de l'essentiel et de l'accessoire: il n'y a aucune question sur le contenu de la Conférence!
04.04 Elio Di Rupo, premier ministre: Monsieur le président, il faut se réjouir de l'intérêt que l'opposition porte à ces éléments essentiels de l'avenir de notre pays!
Au premier intervenant, je répondrais que toutes les dépenses s'opèrent dans le cadre strict de l'exercice de ma fonction de premier ministre. Dans certains cas réglementaires, l'avis préalable de l'Inspection des Finances est requis et dans tous les cas, toutes les dépenses font l'objet de contrôles réguliers, notamment par la Cour des comptes.
Wat het hotel betreft, ik heb gelogeerd in een hotel in Chicago, dat al in februari 2012 was geboekt. Het hotel is twee straten van de rest van de delegatie verwijderd en niet 35 km verder, zoals sommige media onterecht beweerden.
Bovendien klopt het dat ik mijn vliegtuigticket persoonlijk heb betaald, waardoor het dus geen meerkosten voor de Staat inhoudt.
Bovendien ben ik met het vliegtuig van de delegatie teruggekeerd.
Tels sont les faits.
Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie.
04.05 Laurent Louis (MLD): Monsieur le président, vous pouvez prendre ces éléments à la légère, agir comme s'ils n'avaient aucune importance. Pourtant ils démontrent un fait fondamental: la gestion des deniers publics par des autorités politiques. Dans ce cadre, c'est notre mission première à nous, parlementaires, que de surveiller les dépenses.
Je dénonce donc clairement la phrase que vous avez prononcée. En effet, elle constitue un mépris total pour le contrôle parlementaire.
Déjà que M. Di Rupo fuit en permanence ses responsabilités et qu'il n'assume pas son bilan, que ce soit au niveau de la Wallonie ou de Bruxelles, actuellement, il détruit petit à petit notre pays. Dites-vous bien que, si un jour notre pays devait en arriver à être divisé, le PS en serait un des principaux responsables, de par sa gestion des deniers publics.
La question posée ici avait donc bien tout son intérêt. Il ne convenait certainement pas de la balayer d'un revers de la main, comme vous le faites.
04.06 Ben Weyts (N-VA): Mijnheer Di Rupo, ik heb voor u een gedicht meegebracht, in de traditie van Herman Van Rompuy. U droomt van Air Force One, u droomt van het presidentschap. Wel, ik heb hier een gedichtje. Ik zal het een beetje parafraseren. Het is een gedicht van Willem Kloos en het heet “Ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten”.
“Ik ben een president in ’t diepst van mijn gedachten, en zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon, over mij zelf en ’t al naar rijksgeboôn, van eigen strijd en zege, uit eigen krachten. En als een heir van donkerwilde machten joelt aan mij op en valt terug, gevloôn voor ’t heffen van mijn hand en heldere kroon: ik ben een president in ’t diepst van mijn gedachten.”
04.07 Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, een van de vijf redenen die ik heb opgesomd blijkt u nu als ware reden aan te geven. U hebt de vlucht al veel eerder geboekt, in februari. Blijkbaar hebt u geen terugvlucht geboekt, want daarvoor was het legervliegtuig wel in orde, zeer bizar.
U kunt alleszins niet ontkennen wat de ware reden is. Iedereen kent het probleem ook, namelijk de aversie tussen u en uw minister van Buitenlandse Zaken. Ik vraag niet dat u de beste vrienden wordt en samen oudejaar gaat vieren, maar ik vraag wel een minimum aan professionalisme en zakelijkheid. U moet ten minste zakelijk overeen kunnen komen, zodat deze regering iets kan doen. Aan zo’n kinderachtig gedrag heeft immers niemand een boodschap. Het is niet alleen bijzonder kinderachtig, het is ook nog eens geldverspilling.
L'incident est clos.
- de heer Gerolf Annemans aan de eerste minister over "de fiscale druk" (nr. P0978)
- mevrouw Gwendolyn Rutten aan de eerste minister over "de fiscale druk" (nr. P0979)
- mevrouw Veerle Wouters aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de fiscale druk" (nr. P0980)
- M. Gerolf Annemans au premier ministre sur "la pression fiscale" (n° P0978)
- Mme Gwendolyn Rutten au premier ministre sur "la pression fiscale" (n° P0979)
- Mme Veerle Wouters au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la pression fiscale" (n° P0980)
05.01 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de vice-eersteminister, ik mag toch betreuren dat de eerste minister het Parlement verlaat? Ik had mijn vraag immers aan hem gesteld.
U moet mij excuseren dat ik thans afdaal tot het niveau van lage zaken, zoals de economische vooruitzichten van het Planbureau. Nadat wij de bedstories van premier Di Rupo mochten vernemen, verdwijnt hij en geeft hij aan zijn taaladjunct of referendaris — ik weet ook niet hoe u uw functie eigenlijk ziet — of aan zijn souffleur de opdracht om de vragen te beantwoorden over een deze ochtend hard binnengekomen bericht dat het Planbureau heeft berekend dat …
05.02 Minister Steven Vanackere: (…)
Le président: Monsieur le ministre, laissez M. Annemans poser sa question. Autrement il ne la posera jamais.
05.03 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de minister van Financiën, ik zeg niet dat u niet bevoegd zou zijn om over de fiscale druk te spreken. Ik ben zelfs blij. Nu kan ik de bal leggen waar hij hoort, namelijk bij de Vlaming die de regering Di Rupo ondersteunt. Ik wilde aan premier Di Rupo gewoon vragen of hij wist dat zijn regering een belastingregering is. Nu zegt ook het Planbureau dat wij de komende jaren mogen verwachten dat België verder stijgt naar een belasting van 45 % op zijn eigen binnenlands product, door een overheid die daarvoor geen verantwoording meer kan afleggen. Het Planbureau voegt er zelf aan toe dat wij, na de operatie van 3,5 miljard in de begroting en de operatie van 400 miljoen in de begrotingscontrole vorige week, het historisch hoge cijfer hebben bereikt waarmee deze regering meent de bevolking te moeten belasten. Het Planbureau laat u geen enkele ruimte. Het stabiliteitsprogramma dat u voor uzelf hebt opgesteld, zal de zaken alleen maar verergeren.
Ik had mijn vraag aan de heer Di Rupo willen stellen, al ben ik zeer blij om het antwoord te vernemen van de CD&V’er van dienst, die ook zal spreken namens de Open Vld en de andere overgebleven Vlaamse partijen die de regering Di Rupo ondersteunen.
Bent u van plan om dat record op middellange termijn naar beneden te halen? Met welke belastingverlagingen zult u dat doen?
05.04 Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, deze week hebben wij niet alleen een rapport gekregen van het Planbureau, maar er is ook een rapport gepubliceerd door Eurostat. Beide rapporten bieden ons het voordeel van een objectieve analyse, ook specifiek inzake de fiscaliteit van ons land.
Wat blijkt? Na de substantiële daling van de lasten op arbeid in de periode 2000-2006, staan wij voor de lasten op arbeid opnieuw op de tweede plaats in Europa. Ook inzake de lasten op vermogen staat België derde in de rij. Dat hoeven wij niet te vertellen aan iedereen die vandaag de berekening van het kadastraal inkomen in de bus krijgt. Mijn conclusie luidt dat de limieten bereikt zijn. (Rumoer)
Mijnheer Jambon, als de limieten bereikt zijn, dan komt dat ook dankzij het werk van uw minister van Begroting in de Vlaamse regering, die de belastingen op arbeid met 750 miljoen heeft laten stijgen. Ik herhaal, 750 miljoen dankzij de N-VA!
05.05 Ben Weyts (N-VA): (…)
05.06 Gwendolyn Rutten (Open Vld): Onder Verhofstadt, mijnheer Weyts, zijn ze gedaald!
Wij zitten evenwel in een economische crisis en dus, mijnheer de minister, komt het erop aan om de juiste conclusies te trekken. Wij staan in Europa op de tweede plaats voor de lasten op arbeid en op de derde plaats voor de lasten op kapitaal en vermogen, terwijl wij onderaan staan voor vervuiling en milieu. Er dringt zich dus een hervorming en een vereenvoudiging op. Dat heb ik u horen zeggen, want naar aanleiding van het rapport van Eurostat hebt u verklaringen afgelegd in de pers. Enerzijds hebt u gezegd dat er, als wij uit de crisis komen, iets gedaan moet worden aan de lasten op arbeid. Anderzijds hebt u ook gezegd dat er in de tweede helft van deze legislatuur iets gedaan moet worden aan de lasten op arbeid.
Mijnheer de minister, de oproep van mijn fractie is dat u nu moet beginnen met de hervorming van de lasten op arbeid.
Collega’s, wij kunnen dat allemaal samen doen. Ons land heeft dat nodig voor de competitiviteit.
Mijnheer de minister, wacht niet. Zorg voor een vereenvoudiging, zoals u zelf hebt aangekondigd. Zorg voor een hervorming van de fiscaliteit. Onze burgers hebben dat nodig.
05.07 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de minister, ik moet mijn collega’s bijtreden. Ik citeer dan ook heel graag De Tijd van vandaag: “Belastingdruk hoger dan ooit.” Wat mij nog meer interesseerde, was de regel eronder: “De maatregelen van de regering-Di Rupo zijn de belangrijkste oorzaak.”
Volgens mij is dit een regering waarvan de liberalen van Open Vld deel uitmaken. Ik begrijp uw betoog niet, mevrouw Rutten. Waarom hebt u niet geprobeerd dat binnen de regering te bewerkstelligen? Dan hoefden wij hier niet te staan.
De maatregelen van de regering bevatten onder andere een verhoging van de roerende voorheffing.
U sprak daarnet over de Vlaamse regering, maar Verhofstadt wou dat ook afschaffen. Dit terzijde, want ik weet dat u mij daarover straks zult aanspreken.
Wij zien trouwens dat het in de toekomst niet zal verbeteren. Uit het stabiliteitsplan blijkt dat wij er nog niet van af zijn.
Mijnheer de minister, een van de grootste problemen vormen de lasten op arbeid. U hebt deze week zelf gezegd dat zij een probleem vormen, dat wij snel moeten aanpakken. Mijn vraag is dus kort en bondig: wat zult u doen? Nog veel belangrijker, mijnheer de minister: wanneer zult u iets doen?
05.08 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik dank u voor deze vraag, maar wij moeten vooral niet doen alsof wij iets ontdekken. Wij moeten niet doen alsof dit nu ineens een vaststelling is, naar aanleiding van een publicatie van een rapport.
Wij moeten één zaak beseffen: zoals de begrotingstekorten van vandaag de belastingen van morgen zijn, zo zijn de belastingen van vandaag ook de begrotingstekorten van gisteren. Iedereen die vandaag, terecht, wijst op de hoge belastingdruk in ons land en die daartegen met groot enthousiasme van leer trekt – ik wil mij scharen achter de mensen die zeggen dat er wat aan gedaan moet worden – moet met evenveel enthousiasme en overtuiging zeggen: los die budgettaire problemen nu op. Het voorstellen van oplossingen voor de fiscale druk die, optisch, verborgen of openlijk, niets doen aan de overheidstekorten, is de mensen een rad voor de ogen draaien. Dat is ervoor zorgen dat onze opvolgers nog altijd geconfronteerd zullen worden met rapporten over de hoge fiscale druk.
Wij mogen dit
debat niet in het luchtledige voeren. Wij moeten naar een aantal cijfers
kijken. De publieke opinie heeft het recht om die cijfers te kennen. Tussen
2000 en 2010 is de totale belastinggraad in België gedaald van 45,1 % naar
43,9 %. Dat is een vaststelling. De lasten op arbeid zijn in België
historisch zeer hoog. In 2000 zaten wij in de top drie, wij zitten er nog
altijd in, ondanks een daling met meer dan 1 %, van 43,6 % naar
42,5 %, tussen 2000 en 2010, terwijl er in de eurozone maar een daling met
een half procent was.
De hoge lasten op
arbeid beïnvloeden natuurlijk de economische structuur in ons land. Wij hebben
bijvoorbeeld een bijzonder hoge arbeidsproductiviteit. Dat is logisch, want de
werkgevers, de bedrijven, zoeken natuurlijk naar de grootste optimalisering.
Het is dus niet abnormaal dat dit gepaard gaat met een grote
arbeidsproductiviteit.
Een derde punt
waaraan ik wil herinneren, is dat het hoogste tarief van de btw in België
stabiel is gebleven, op 21 %, terwijl het in de rest van de EU steeg van
19,2 % naar 21 %.
Dat is de
situatie. Wij kunnen die met elkaar delen zo veel als wij willen, maar wat is
er recentelijk gebeurd en wat moet er nog gebeuren? De regering heeft
in 2012 in totaal voor ongeveer 13 miljard euro maatregelen
genomen. Iedereen die de manier waarop die bereikt werden, wil bekritiseren, is
altijd welgekomen om uit te leggen op welke manier men dan wel aan die
13 miljard zou komen.
Ik zeg in alle transparantie dat van die 13 miljard die wij eind vorig jaar en begin dit jaar hebben gevonden, 34 % uit ontvangsten komt.
De keuze voor die maatregelen waarmee ontvangsten zijn gemoeid, liggen in de lijn van de adviezen van Europa en Eurostat, met name met betrekking tot de potentialiteit die er nog is, niet op het niveau van het belasten van arbeid maar wel op het niveau van een aantal andere materies zoals inkomsten uit kapitaal en ook de verguisde belasting op bedrijfsvoertuigen. Europa zegt daarover dat België in vergelijking met andere landen een achterblijver is.
We zullen het debat over de bedrijfsvoertuigen niet openen, maar wij hebben dat gekozen als een van de onderwerpen waaraan wij iets willen doen.
Het is natuurlijk nog veel belangrijker wat er nog verder moet gebeuren. In het regeerakkoord staan nog een aantal zaken die vanaf 2013 zullen gebeuren, zoals het optrekken van de belastingvrije som met 200 euro voor de lage en middeninkomens en het verlagen van de sociale bijdragen voor het aanwerven van de eerste drie werknemers.
Dat zijn allemaal maatregelen die wel degelijk betrekking hebben op het geven van meer zuurstof aan de kmo’s en die arbeidsbevorderend zijn. Dat gaat in vanaf 2013.
Dan komen wij op het echte punt. Hier in dit Parlement zegt niemand: mijnheer de minister van Financiën, zou u er niet aan denken om de belastingen op arbeid te verhogen? Het enthousiasme om de belastingen op arbeid te verminderen, is jammer genoeg veel groter dan het enthousiasme om aan te duiden waar wij andere belastingen moeten verhogen.
Degenen die zeggen dat wij dit allemaal moeten doen door minder uitgaven te doen, wil ik nog iets zeggen, voor iedereen die telkens over die uitgaven begint. Weet u dat wij het land in de eurozone zijn met het hoogste aandeel aan ontvangsten dat naar de andere besturen wordt overgeheveld, 30 %, meer nog dan in Duitsland en Spanje? (applaus op sommige banken)
Mijnheer de voorzitter, ik begin te ondervinden dat, wanneer ik onderbroken word, het pijn begint te doen.
Wanneer we kijken naar datgene waarvoor dit Parlement en deze regering de verantwoordelijkheid dragen, de primaire uitgaven van de federale Staat, niet de overdrachten aan anderen, dan stellen wij vast – ik heb dat hier laat op de avond bij de begrotingscontrole nog kunnen toelichten – dat de primaire uitgaven van de federale overheid in termen van beslag op het bnp een dalende trend kennen.
Kom ons niet zeggen dat wij alles moeten doen door de ontvangsten te verminderen, want dat doen wij al. Wij stellen vandaag echter inderdaad vast dat onze eerste opdracht erin bestaat ons budgettair kader opnieuw in orde te brengen.
Op die manier zullen we, mevrouw Rutten – u bent ongeduldig, ik ben dat ook – zorgen voor een voldoende aantrekkelijk arbeidsklimaat op het niveau van de omstandigheden en op fiscaal niveau. Zoals gezegd, vanaf 1 januari 2013 zijn er al de eerste maatregelen, waarin voorzien is in dit regeerakkoord, dat zes partijen bindt.
05.09 Gerolf Annemans (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eersteminister, uit dit debat blijkt dat de toestand voor de Vlaming erger en ernstiger is dan ooit. Ik zal u uitleggen waarom.
Er staat hier 24 mei. Tel daar nog 17 dagen bij tot 11 of 12 juni vooraleer de Vlaming kan beginnen denken aan wat hij dit jaar voor zichzelf zal verdienen. Tot die datum zal hij immers hebben gewerkt voor deze overheid, waarop hij geen vat heeft, waarvan hij democratisch zelfs niet kan zeggen dat die namens hem regeert. Aan Vlaamse kant regeert en ondersteunt een minderheid immers deze regering.
Die Vlaamse minderheid komt hier vandaag, bij monde van u, aan de meerderheid van de Vlamingen zeggen dat het allemaal meevalt, dat de inkomsten ruim gecompenseerd worden door het doorsluizen naar de Vlaamse overheid en dat soort excuses.
Mevrouw Rutten fulmineert tegen de N-VA omdat die in de Vlaamse regering zit en de N-VA tegen mevrouw Rutten omdat zij in de federale regering zit, maar de Vlaming, hij moet maar afdokken. Vóór 11 juli kan hij nog niet eens voor zichzelf beginnen werken. Dat is de toestand van de Vlaming.
Schrik niet als die Vlaming ooit eens zal terugdenken aan de Boerenkrijg, toen de Franse bezetting is bestreden ‘voor outer en heerd’ en toen die Franse bezetters en al wie daaraan meewerkten, buiten gegooid zijn. Dat is waaraan de Vlaming denkt, aan een fiscale Boerenkrijg, waarbij uw PS en uw regering zullen worden buiten gegooid.
05.10 Gwendolyn Rutten (Open Vld): Mijnheer de minister, u bent de minister, wij zijn het Parlement. Ik ben volksvertegenwoordiger en wij vertegenwoordigen het volk. Ook al loopt onze analyse gelijk – de lasten op arbeid moeten naar omlaag –, we verschillen toch een klein beetje van mening.
Voor u komt dit na de crisis, voor ons maakt
dat essentieel deel uit van een oplossing om deze crisis te lijf te gaan.
U weet beter dan wie ook hoe dat werkt in de fiscaliteit. Als men een hervorming wil die op het terrein effect heeft, moeten wij daarmee vandaag beginnen. Wij moeten die hervorming vandaag op touw zetten om dan na een aantal jaren in de fiscaliteit het effect te voelen. Dat is een doorslaggevende maatregel om die crisis te bestrijden.
U hebt nog eens gelijk. U hebt gelijk dat de inkomsten van Vlaanderen met de N-VA aan het roer, ondanks de crisis, zijn blijven stijgen. Mijnheer Jambon, ik neem aan dat u een begroting kunt lezen. U hebt dan ook gelezen met hoeveel de inkomsten zijn gestegen. Boven op die stijging hebt u de belastingen verhoogd. U hebt de belastingen op arbeid en de belastingen op miserie en echtscheiding verhoogd. De verhoging van die belastingen is groter dan de hele oefening in de begrotingscontrole. U kunt roepen, klappen en lachen, maar dat is de waarheid.
Ik heb van uw partij begrepen dat u de waarheid hoog in het vaandel draagt. Het zou u sieren om toe te geven dat u wat belastingen betreft niet moet onderdoen voor iemand anders.
05.11 Veerle Wouters (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u zegt onder andere dat de btw niet verhoogd werd. Het zou er nog aan moeten mankeren dat die ook nog verhoogd was.
Wij spreken hier over de hervormingen. Mevrouw Rutten, u hebt er zelf naar verwezen. De hervormingen die deze regering reeds heeft gedaan, hebben alleen maar geleid tot belastingverhogingen en zeker niet tot belastingverlagingen.
Mijnheer de minister, ik deel uw bekommernis dat er budgettaire problemen zijn en dat wij die moeten oplossen. Geen enkel probleem. Maar uw regering kiest voor belastingen, wij kiezen voor besparingen.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "l'annonce de la suppression de 1000 emplois chez Belfius" (n° P0981)
06 Vraag van de heer Georges Gilkinet aan de eerste minister over "de aangekondigde schrapping van 1000 betrekkingen bij Belfius" (nr. P0981)
06.01 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre des Finances, vous êtes, depuis le mois d'octobre, propriétaire d'une banque dénommée Belfius.
Cette banque occupe évidemment des travailleurs. Ils étaient 8 200 en 2008. Ils sont aujourd'hui 5 800 car 2400 postes de travail ont déjà été supprimés. Ce matin, le quotidien De Standaard annonçait la volonté de Belfius de supprimer 1 000 emplois supplémentaires.
Monsieur le ministre, cette information est-elle exacte? S'agit-il de vagues intentions?
Pour ma part, je serais heureux si, au nom du gouvernement, vous preniez des engagements en faveur du maintien de l'emploi au sein de Belfius.
Outre les questions que nous nous posons au sujet des rumeurs qui circulent au sujet de Dexia et Belfius, nous souhaiterions obtenir des signaux clairs, que nous réclamons depuis quelques mois, quant à votre projet pour cette banque que nous voulons publique et durable, ce qui implique l'existence d'emplois de proximité pour conseiller correctement les citoyens clients de cette banque.
Quelles sont donc les intentions du gouvernement en la matière? Quelles mesures comptez-vous prendre pour les concrétiser?
06.02 Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, monsieur Gilkinet, je comprends vos préoccupations. Les bruits qui circulent donnent l'impression que Belfius se positionne comme un acteur purement financier ne se souciant ni des conséquences de ses actions sur son personnel ni de son rôle sociétal, mais se focalisant sur la recherche aveugle du profit. Si c'était vrai, si cela se confirmait, ce serait tout à fait inacceptable.
Par ailleurs, il est clair que toutes les rumeurs qui ont été lancées ne sont pas confirmées aujourd'hui. On ne peut ni les infirmer, ni les confirmer pour la simple raison qu'aucune décision n'a encore été prise. La seule chose que nous puissions confirmer, c'est que Belfius a transmis à la Commission européenne, le mois dernier, un dossier attestant, notamment, de la viabilité durable de Belfius Banque & Assurances. Ce dossier indique clairement que Belfius souhaite se concentrer sur le marché belge et qu'il souhaite améliorer le ratio cours/bénéfices de Belfius au cours des prochaines années.
Il est vrai que les coûts font partie intégrante de cette équation. Aujourd'hui, Belfius est en train d'élaborer un business plan complet, pour les cinq prochaines années, et les négociations sociales constituent une étape normale de ce trajet qui doit encore être entamé. Je veillerai, bien entendu, à ce que Belfius se comporte, à cet égard, dans la tradition des rapports respectueux entre employeurs et employés. Cependant, je le répète, aucune décision n'a encore été prise en la matière.
En tant qu'actionnaire, l'État, à travers la SFPI, veillera particulièrement à ce que les activités de la banque s'inscrivent dans une optique d'économie durable, comme ce fut le cas par le passé, que ce soit du temps de Dexia Banque ou même avant. Cependant, je me dois de vous dire clairement que je compte aussi respecter scrupuleusement les rôles et les responsabilités de l'actionnaire, d'un côté, du conseil d'administration et du comité de direction, de l'autre. Depuis l'acquisition de cette banque, le gouvernement a procédé à la nomination d'un nouveau conseil d'administration. Il va de soi que nous comptons sur ce conseil d'administration pour assurer un positionnement viable de la banque sur le marché.
Je suis d'avis qu'il n'appartient pas au ministre des Finances de se substituer à ce conseil d'administration, voire à ce comité de direction, ni de s'immiscer directement dans la réalisation opérationnelle des objectifs fixés par l'actionnaire. Je suis le ministre des Finances et non le CEO de Belfius Banque!
06.03 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, si je vous comprends bien, ce n'est pas vrai mais ce n'est pas faux, bien au contraire! J'attendais de votre part une clarification, je ne l'ai pas obtenue. Cela ne m'étonne qu'à moitié.
Sans doute Belfius, comme d'autres établissements, doit être rentable, mais des économies peuvent certainement être réalisées ailleurs que sur le dos de la sécurité sociale ou des travailleurs.
Mais je voudrais surtout insister sur la dernière partie de votre intervention, monsieur le ministre des Finances. Vous êtes plus qu'un actionnaire qui attend les dividendes de cette banque publique. Vous devez marquer un cap!
Vous prenez un mauvais exemple en citant Dexia. En réalité, il faut que cette banque soit éthique, durable, exemplaire en matière de respect des travailleurs. Or nous avons les plus grandes craintes sur ces points. Vous ne devez pas vous contenter du rôle d'observateur plus ou moins attentif, mais vous devez être un des acteurs dans la recherche d'une solution durable. À ce stade, vous ne l'avez pas démontré!
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Patrick Moriau au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "la spéculation des denrées alimentaires" (n° P0982)
07 Vraag van de heer Patrick Moriau aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "de speculatie met levensmiddelen" (nr. P0982)
07.01 Patrick Moriau (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, on le savait. C'était malheureusement prévisible. On reparle de crise alimentaire, de flambée des prix agricoles, de flambée pour les consommateurs pauvres, ce tant dans le Sud que dans le Nord!
Aujourd'hui, près d'un milliard de personnes sont considérées comme étant en situation d'insécurité alimentaire. Une personne décède toutes les quatre secondes de malnutrition. Deux milliards de personnes souffrent de la faim, de malnutrition et je ne parle même pas des famines qui ont eu lieu en Afrique ces derniers mois ni de celles à venir.
On le sait, un des principaux facteurs d'amplification de la crise est la spéculation sur les produits agricoles et alimentaires qui ne cesse de se renforcer et de se nourrir de la volatilité des prix internationaux qui, pourtant, peut être combattue par des outils de régulation. Cela fait des années que l'on sait que des produits de placement entraînant une spéculation sur les produits agroalimentaires sont en vente libre, notamment en Belgique et dans l'Union européenne. Mais, ce qui est encore plus choquant, monsieur le ministre, c'est de voir que des banques belges qui ont été aidées par l'État proposent impunément des produits de ce type.
En effet, selon ses propres chiffres, BNP Paribas a plus de 700 millions d'exposition de ce type de placements. C'est bien dit! Vous savez que la sémantique est importante. C'est un peu comme quand on dit "cotisations sociales pour les travailleurs" et "charges sociales pour les patrons"! Vous me direz que c'est une petite masse dans le total bilantaire mais ce sont 700 millions de trop! À quand un petit peu d'éthique dans ces banques alors que celles-ci ont dû faire appel à l'État à cause de leur comportement spéculatif insensé et irresponsable?
Monsieur le ministre, confirmez-vous que de tels produits dérivés sont proposés par la filiale belge de BNP Paribas? La banque Belfius, dont on vient de parler, propose-t-elle également ce type de produits? Quelle est le positionnement de la FSMA à ce propos? Ne trouvez-vous pas vraiment choquant que des banques qu'il a fallu soutenir et dans lesquelles l'État belge a encore des participations proposent des produits qui affament des millions de personnes? Enfin, quelle a été votre action afin de promouvoir l'interdiction de la spéculation alimentaire, non seulement au niveau national mais également au niveau de l'Union européenne, comme le préconise la résolution votée ici même à l'unanimité par notre parlement?
07.02 Steven Vanackere, ministre: Monsieur le président, monsieur Moriau, il n'est pas facile de répondre à une question intitulée "la spéculation des denrées alimentaires", dans la mesure où vous posez des questions bien précises sur l'attitude de plusieurs institutions financières. Cela étant, je trouve bien sûr tout naturel que vous souhaitiez interroger le ministre des Finances à ce sujet.
Je dois vous avouer ma frustration. De par mon expérience d'ancien ministre des Affaires étrangères, je puis vous certifier que cette question est d'une importance extraordinaire et mériterait un après-midi entier. Beaucoup d'aspects doivent être discutés à tête reposée.
Plusieurs instruments susceptibles d'éliminer la volatilité des prix sont acceptables, mais ils cessent de l'être dès que la spéculation financière prend le dessus. Pour le reste, il est clair que le drame de la famine dans le monde est en rapport avec ce problème, mais également avec d'autres. À ce propos, j'ai envie de citer Obama, qui a dit lors de son intervention à l'Assemblée générale des Nations unies: "S'il est vrai qu'aucun pays n'est encore assez grand pour pouvoir résoudre les problèmes tout seul, aucun pays ne peut se prétendre trop petit pour participer à l'élaboration d'une solution". C'est dans cette logique qu'à travers l'accord gouvernemental, nous avons misé sur une approche internationale et, par conséquent, européenne de ces questions.
Je ne puis vous confirmer que ma conviction qu'il faut travailler en ce sens. Mais je vous demande de reposer votre question sur les instruments utilisés par certaines instances financières en Belgique, car je ne dispose pas d'informations en ce domaine.
07.03 Patrick Moriau (PS): Monsieur le ministre, vous avez évidemment raison de rappeler que ce n'est pas la seule cause – il y en a beaucoup d'autres –, mais c'est peut-être celle sur laquelle nous pouvons agir très vite. Je vais lever votre frustration en vous demandant tout simplement de soutenir la proposition que j'ai introduite et de tout faire pour qu'elle soit inscrite à l'ordre du jour. Tout cela est prêt. Et je vais même vous dire que c'est plus que prêt, puisque j'ai appris que beaucoup de banques avaient retiré de tels produits. Je pense notamment à la Deutsche Bank et à Nordea, la banque norvégienne.
Donc, si vous voulez vous débarrasser de cette frustration, je vous demande d'agir pour que nos banques suivent l'exemple allemand et norvégien. Je sais que de telles démarches ont été également entreprises en Inde et en Suisse. Donc, une réelle prise de conscience planétaire doit naître. Nous disposons d'un petit levier. Bien sûr, il est beaucoup plus difficile de lutter contre l'accaparement des terres et de s'attaquer à l'ensemble des problèmes qui conduisent à la crise alimentaire. Mais nous pouvons agir très facilement pour régler cette question. Je vous y invite et, donc, aidez-moi!
07.04 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je crois savoir que divers groupes ont déposé des propositions sur ce sujet très important.
Cela dit, je rejoins les propos tenus par M. Moriau. En tant que président de la commission des Finances, je peux proposer, éventuellement avec la commission des Relations extérieures, d'organiser des auditions avant les congés afin d'avancer concrètement en la matière. Si cette proposition pouvait faire l'objet d'un consensus, ce serait d'ailleurs une bonne chose, d'autant que le ministre semble y accorder un grand intérêt.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Hans Bonte aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, over "Citibank en het lot van de zelfstandige kantoorhouders in de banksector" (nr. P0983)
08 Question de M. Hans Bonte au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique, sur "Citibank et le sort des agences indépendantes dans le secteur bancaire" (n° P0983)
08.01 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega’s, mijnheer de vicepremier, ik vrees dat begin deze week, bij de vrijspraak in beroep van Citibank, een groep burgers alweer een deel van zijn geloof in de rechtspraak is verloren. Dat leid ik af uit de reacties die we daaromtrent kunnen zien. Ik heb in dat verband twee vragen.
Ten eerste, hebt u zich met de regering al beraden over deze uitspraak? Legt u zich daarbij neer of overweegt u cassatie?
Mijn tweede vraag is meer substantieel en betreft uw bevoegdheden als vice-eersteminister en minister van Financiën. Als wij het arrest zelf bekijken, merken wij iets zeer merkwaardigs. Daarin wordt gezegd dat de leiding van Citibank België geen strafrechtelijke verantwoordelijkheid draagt in het misleiden. Men zegt echter eveneens dat dit niet uitsluit dat mensen misleid zijn. Dat betekent dat men de hete aardappel deels doorschuift naar het lagere niveau van de kantoorhouders en de zelfstandige kantoorhouders. In ons land stellen wij altijd het volgende vast. Als onze inspectiediensten overtredingen van banken zien, dan wordt altijd voor een deel een scenario van ongrijpbaarheid gemaakt.
Drie weken geleden heb ik de minister van Justitie ondervraagd en mij werd beloofd dat het gigantische aantal seponeringen van inbreuken door banken zou worden opgevraagd. Zij zou mij die gegevens bezorgen, maar krijgt ze niet. Nu is er alweer deze zaak. De kantoorhouders en zelfstandige kantoorhouders in het bankwezen komen nu in een zeer kwetsbare positie. Wil de regering, onder andere in de strijd tegen de schijnzelfstandigheid, iets doen om zeker de lagere echelons deels te beschermen tegen de vlucht van verantwoordelijkheden die ik ontwaar in de huidige rechtspraak?
08.02 Minister Steven Vanackere: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Bonte, ik hoop dat u het mij niet kwalijk zult nemen dat ik een heel kort antwoord geef. Ik doe dat om de volgende reden.
Wij spreken hier over een uitspraak in beroep, waarbij een voorziening in verbreking nog steeds mogelijk is. U begrijpt meteen waarom ik erg behoedzaam ben, teneinde hoe dan ook niets te zeggen wat kan lijken op een commentaar op iets wat voor mij in rechte zijn definitief juridisch beslag nog moet krijgen.
Mijn antwoord geeft ter zake trouwens voldoende aan welk belang ik hecht aan het goed afhandelen van een en ander.
Voor het overige wil ik in abstracto meegeven dat een van de belangrijke elementen van bescherming voor de klanten erin bestaat dat een agent, wanneer hij binnen het kader van zijn mandaat werkt, zijn organisatie civielrechtelijk verbindt. Zeker wanneer het over het beschermen van klanten gaat, moeten wij toezien op het goed respecteren van deze logica. Een klant die een beroep doet op de diensten van een agent die binnen het kader van zijn mandaat werkt, moet erop kunnen vertrouwen dat hij, wanneer er iets fout loopt, niet alleen wordt geconfronteerd met de persoon waarmee hij sprak, maar ook met de organisatie die de agent op dat ogenblik in rechte vertegenwoordigt.
08.03 Hans Bonte (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, hoewel het sibillijns en voorzichtig is.
Ik hoop dat de minister van Justitie even gemotiveerd is als ik uit uw sibillijns antwoord kan afleiden.
Mijnheer de minister, een tweede element dat ik onder uw aandacht wil brengen, is de uitspraak van de gouverneur van de Nationale Bank van België, van een paar weken geleden. Hij vroeg, net zoals hij deed in dit Parlement, om de strafrechtelijke sanctiemogelijkheden tegenover financiële instellingen te verruimen.
Ik hoop dus dat deze oproep van de voorzitter van de Nationale Bank van België niet in dovemansoren valt. Ik zie immers een illustratie ter zake in het dossier van Citibank.
Ten derde, mijnheer de minister, wil ik hier enigszins uit de biecht klappen. Ik ben de voorbije maanden op vraag van de laatste CEO van Citibank België, vooraleer hij de bank heeft verkocht, ingegaan op zijn vraag om te overleggen. De betrokkene kwam van Citibank Portugal naar hier met de ambitie Citibank te redden. Ik zal u meegeven wat een van de eerste opmerkingen was die hij maakte, toen hij in België aankwam. Zijn opmerking was dat hij nog nooit in zijn hele leven in de banksector een financieel systeem met zo'n groot aandeel aan schijnzelfstandigheid en pseudozelfstandigheid had gezien. Hij voegde er meteen aan toe dat dit de achillespees was van de organisatie, dat men daardoor elke dag grote risico’s dreigde te lopen op het vlak van misbruiken in de financiële sector.
Ik zeg dat hier, maar er zijn al verschillende oproepen geweest, door ons en door anderen, dat men iets zou doen voor de bescherming van de goede kantoorhouders en voor de bescherming van het systeem op zich, door de schijnzelfstandigheid in de financiële sector zwaar aan te pakken.
Het incident is gesloten.
Le président: Plus aucun ministre n'est présent.
On me dit que Mme Turtelboom est au Sénat pour répondre à la dernière question qui lui est posée ce jour. M. Crombez était ici mais le bâtiment est vaste. En l'absence de membres du gouvernement, je vais devoir suspendre jusque 16 h 00 heures.
(Le secrétaire d'État John Crombez entre dans l'hémicycle)
(Staatssecretaris John Crombez komt het halfrond binnen)
09 Vraag van mevrouw Nadia Sminate aan de staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, toegevoegd aan de eerste minister, over "opbrengsten van de strijd tegen sociale fraude" (nr. P0992)
09 Question de Mme Nadia Sminate au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, adjoint au premier ministre, sur "les recettes de la lutte contre la fraude fiscale" (n° P0992)
09.01 Nadia Sminate (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, beste collega’s, de strijd tegen de sociale en fiscale fraude is en blijft een topprioriteit, zowel voor de regering als voor de N-VA. Mijnheer de staatssecretaris, als ik u zo bezig hoor, dan zou ik nog denken dat wij goed bezig zijn, want in 2011 werd voor 111 miljoen euro aan boetes uitgeschreven, een stijging met 40 %. De kernvraag van de eerlijke belastingbetaler is natuurlijk hoeveel van die 111 miljoen euro ook effectief geïnd wordt. Hoeveel van dat bedrag gaat effectief naar de staatskas? Op die vraag komt er nooit een antwoord.
In het verslag van de commissie voor de Sociale Zaken van 23 maart 2011 staat: “De staatssecretaris bevestigt dat hij geen idee heeft hoeveel de strijd tegen sociale fraude opbrengt.”
Volgens het verslag van de commissie voor de Sociale Zaken van 24 januari 2012 zegt de staatssecretaris: meten is weten. Dat klinkt interessant, maar toch weet men niet hoeveel uw beleid opbrengt.
Mijnheer de staatssecretaris, hoeveel heeft de strijd tegen de sociale fraude tussen 2009 en vandaag effectief opgebracht?
09.02 Staatssecretaris John Crombez: Ik bedank u voor uw vraag. Ik ben trouwens altijd tevreden met uw vragen.
De gevestigde bedragen op sociale fraude die door de Sociale Inspectie zijn vastgesteld, zijn inderdaad aanzienlijk toegenomen. De SIOD heeft daarbij ook uitleg verstrekt.
Het gaat hier slechts over een deel van de sociale fraude, niet over de totale socialefraudebestrijding. Die toename is in belangrijke mate het resultaat van de koppeling van de databanken, waarmee men probeert zeker de grote georganiseerde fraude vast te stellen. Wij hebben daarover reeds een paar keren gesproken. Onder andere de C4-fraude in Gent is daar een voorbeeld van.
Kortom, het lukt, ten eerste, beter om de grote georganiseerde fraude vast te stellen.
Ik heb inderdaad in de commissie gezegd dat er nooit een exact antwoord kan gegeven worden op de vraag wat de socialefraudebestrijding opbrengt.
Ik zal dat blijven herhalen. Men kan immers geen cijfer plakken op het effect van het feit dat sociale en fiscale fraude worden vermeden. Evenmin kan men preciseren hoeveel de gevestigde boete, de gevestigde belasting, de gevestigde sociale bijdrage of de gevestigde uitkering bedraagt.
Fraudebestrijding heeft heel vaak als gevolg dat uitkeringen, bijdragen of belastingontvangsten inderdaad worden ontvangen. Wanneer de SIOD het cijfer van 111 miljoen euro aankondigt, dan is dat het bedrag aan uitkeringen en bijdragen die door frauduleuze praktijken niet is betaald.
De SIOD heeft meegedeeld wat het bedrag was voor respectievelijk 2009, 2010 en 2011 en vastgesteld dat de uiteindelijke inning jaren in beslag kan nemen door onder andere de procedures. Dit is inderdaad een andere reden waarom het moeilijk is om het verband te leggen tussen de aangekondigde 111 miljoen euro en de exacte ontvangsten: een keer de boetes gevestigd zijn, volgen vaak langdurige procedures vooraleer ze ook effectief worden geïnd. Ik verwijs naar de discussies in commissie.
In de commissie is een antwoord gegeven over de inningspercentages van de sociale diensten, tussen de vestiging en de effectieve inning in bepaalde jaren. U hebt die antwoorden.
Wat zijn per jaar, bijvoorbeeld in 2009, de bedragen van sociale fraude en van de opbrengsten van de strijd tegen de sociale fraude? Die cijfers zijn bekend. Wat een en ander betekent aan concrete ontvangsten voor 2011, zal nog moeten blijken. Voor dit jaar raamt men de inkomsten op 110 miljoen euro. We kunnen over dat cijfer op het einde van het jaar discussiëren. Hier gaat het enkel om de gevestigde bedragen.
09.03 Nadia Sminate (N-VA): U hebt het over een deel van de sociale fraude, namelijk de fraude die dankzij datamining wordt vastgesteld. Eigenlijk zegt u dat u het niet weet.
Voor mij is uw verhaal gebaseerd op het motto: luister naar mijn woorden en kijk niet naar mijn daden.
Ik neem een citaat uit onze bespreking over de beleidsnota. U zei letterlijk: “Al te vaak was de opbrengst van de fraudebestrijding de sluitpost om het budget te doen kloppen.” Mijnheer de staatssecretaris, ik vrees dat u destijds gelijk had.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. David Clarinval au premier ministre sur "les systèmes de chômage" (n° P0993)
10 Vraag van de heer David Clarinval aan de eerste minister over "de werkloosheidsregelingen" (nr. P0993)
10.01 David Clarinval (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, initialement, ma question était adressée au premier ministre, mais son cabinet a souhaité que vous y répondiez. Je suppose donc que vous aurez la réponse à ma question.
La Commission européenne a réalisé une étude, reprise dans L'Écho de ce matin. On y constate que la Belgique dispose du système de chômage le plus généreux d'Europe. D'une part, parce que les allocations sont les plus élevées et qu'elles sont illimitées dans le temps et, d'autre part, car l'activation de mesures en faveur des demandeurs d'emploi est la plus faible des pays européens. Cette situation peut être constatée tous les jours par les pièges à l'emploi existants; nous ne pouvons que le regretter.
En réaction, le gouvernement a prévu une réforme, malheureusement sans cesse reportée, de mois en mois. Aujourd'hui, elle est annoncée pour novembre. Or d'autres réformes, nettement plus techniques et complexes, ont pu être mises en œuvre dans un délai beaucoup plus court: je songe à la réforme des pensions, ainsi qu'à l'augmentation des recettes fiscales.
Je voudrais vous poser deux questions précises.
Pensez-vous que cette réforme du système de chômage soit une priorité, une urgence?
Quand cette réforme aura-t-elle lieu concrètement? À mon avis, cette matière mérite bien l'urgence.
10.02 John Crombez, secrétaire d'État: Monsieur le président, cher collègue, l'étude de la Commission européenne relative aux différents systèmes nationaux d'assurance chômage en Europe montre que le système belge n'est pas prodigue à l'extrême.
Le gouvernement réalise cependant qu'il est souhaitable de nous aligner davantage sur certains plans. L'accord de gouvernement en a d'ailleurs déjà tracé les grandes lignes.
À l'avenir, les allocations de chômage ne seront pas limitées dans le temps, mais elles feront l'objet d'une dégressivité accrue. Toutes les mesures nécessaires à cet effet ont déjà été élaborées et entreront en vigueur au cours des prochains mois. À partir du 1er novembre 2012, un système de réduction progressive des allocations sera d'application pour tous les chômeurs de longue durée.
Comme ce système prévoit un certain nombre de dispositions transitoires, il ne produira ses pleins effets qu'au cours des prochaines années.
À partir du 1er janvier 2013, le taux des allocations passera de 60 à 65 % au cours des trois premiers mois de chômage complet.
Par ailleurs, à partir du 1er novembre 2012, l'accès aux allocations de chômage sera également assoupli.
Pour les travailleurs qui connaissent des périodes courtes ou interrompues d'emploi, il sera plus facile de constituer des droits qui leur donnent accès au système. À partir de cette même date, il deviendra également plus facile, après des périodes d'emploi, de bénéficier d'allocations au taux le plus élevé.
Grâce à ces aménagements de notre système d'assurance chômage, notre pays disposera, à l'avenir, d'un régime encore plus équilibré. Tous les projets de textes censés concrétiser ces mesures sont actuellement soumis au ministre du Budget.
Le suivi du comportement des demandeurs d'emploi en matière de recherche active est également renforcé, ce en exécution de l'accord de gouvernement. Pour les jeunes bénéficiant d'une allocation d'insertion, un suivi semestriel de leur comportement de recherche sera réalisé. Le projet d'arrêté royal visant à régler ce nouveau mode de suivi est déjà entre les mains du ministre du Budget; il entrera en vigueur en juillet 2012. Ce projet s'appliquera aux jeunes qui, au cours des vacances d'été, s'inscriront comme demandeur d'emploi ainsi qu'à tous les jeunes bénéficiant d'une allocation d'insertion.
À l'occasion d'un accord de coopération à conclure avec les Régions, les autres engagements prévus dans l'accord de gouvernement en matière de suivi du comportement de recherche des demandeurs d'emploi seront également mis en œuvre.
Comme déjà annoncé, une Conférence ministérielle est prévue dans le courant du mois de juin 2012. Lors de cette réunion, les ministres discuteront de la rédaction de ce nouvel accord de coopération.
Le président: Monsieur le secrétaire d'État, je sais combien il est difficile pour un ministre ou un secrétaire d'État de répondre en lieu et place d'un confrère, mais je demande qu'un effort de concision soit également fait à l'occasion des réponses.
10.03 David Clarinval (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je constate que cette réforme est aussi pour vous importante et urgente et je m'en réjouis, même si cela ne faisait aucun doute, et même si j'eusse préféré l'entendre de la bouche du premier ministre.
Je prends également acte des dates que vous avez données, à savoir juillet et novembre 2012. J'espère qu'elles sont fermes et définitives et qu'elles ne seront plus reportées.
Het incident is gesloten.
- Mme Özlem Özen à la ministre de la Justice sur "la grève des pro deo" (n° P0985)
- M. Olivier Destrebecq à la ministre de la Justice sur "la grève des pro deo" (n° P0986)
- mevrouw Özlem Özen aan de minister van Justitie over "de staking van de pro-Deoadvocaten" (nr. P0985)
- de heer Olivier Destrebecq aan de minister van Justitie over "de staking van de pro-Deoadvocaten" (nr. P0986)
11.01 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, madame la ministre, vous n'êtes pas sans savoir que lundi dernier, s'est tenue l'assemblée générale de l'OBFG qui a décidé de poursuivre le mouvement de grève des avocats pro deo et même de durcir le mouvement, puisque les pistes proposées par votre cabinet sont insuffisantes, notamment la promesse d'augmenter légèrement le point à l'occasion du prochain conclave budgétaire à la mi-juillet.
Par ailleurs, le bâtonnier de l'Ordre du barreau de Bruxelles a annoncé la fermeture de la section Jeunesse de l'aide juridique, ce qui est désormais chose faite. D'autres actions sont annoncées, par exemple la menace des avocats de ne plus siéger en tant que juges suppléants, ce qui aggraverait encore l'arriéré judiciaire et aurait des conséquences immédiates et néfastes pour le justiciable.
Madame la ministre, pouvez-vous faire le point sur les pourparlers en cours avec les barreaux? Comment expliquez-vous cette rupture de dialogue avec les barreaux francophone et germanophone? Quand la prochaine concertation aura-t-elle lieu? Quelles pistes concrètes proposez-vous?
En résumé, madame la ministre, comment comptez-vous résoudre cette crise au caractère exceptionnel qui ne peut, vous en conviendrez, perdurer?
11.02 Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, madame la ministre, chers collègues, je ne reviendrai pas sur les propos de ma collègue qui étaient suffisamment clairs au sujet de la poursuite de la grève de l'aide juridique. Malheureusement, il semblerait qu'aucune solution ne se dégage.
Il convient de souligner que les avocats prestent gratuitement en tant qu'assesseurs dans les commissions de probation et de défense sociale, juges suppléants, juges assumés aux audiences lorsqu'un juge ne peut siéger et j'en passe encore bien d'autres.
On ne peut que les remercier de cette série de services publics qu'ils rendent. Mais il ne faudrait pas confondre métier et bénévolat! On peut, à tout le moins, comprendre leur ras-le-bol quant à la situation! Et on peut craindre que d'autres actions soient menées telles que la suspension des désignations aux bureaux d'aide juridique.
Hier, vous le savez, le tribunal de la jeunesse de Bruxelles a débrayé avec le soutien de magistrats: il faut le souligner, car c'est exceptionnel. On peut donc aussi se demander quel sera le prochain tribunal qui décidera de débrayer.
Il y aussi d'autres conséquences, c'est que certains procès – dont quelques-uns fort médiatiques – seraient reportés faute de désignation d'avocats pro deo.
Madame la ministre, vous aviez annoncé qu'une étude arriverait à échéance au mois de septembre. Ce n'est pas la première fois qu'on en parle – en commission en tout cas – et vous aviez déjà apporté certaines réponses notamment dans le cadre du budget; je vous en remercie d'ailleurs, c'était relativement clair.
Ne pourrait-on pas aller plus vite, pour obtenir des résultats et désamorcer une situation actuelle relativement périlleuse? Certaines mesures ne pourraient-elles être prises sans délai?
Il semblerait qu'une concertation ait eu lieu avec le secteur; j'aimerais que vous puissiez nous en brosser le résultat.
Enfin, bien que vous connaissiez mon sentiment sur le sujet – il n'y a donc pas de confusion –, je souhaiterais savoir si la gratuité totale, pure et simple, du pro deo est toujours d'actualité. En bref, l'aide juridique: stop ou encore?
11.03 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, chers collègues, en ce qui concerne la question de l'aide juridique, nous devons d'abord prendre en compte les constatations suivantes.
Tout d'abord, le budget a plus que triplé. Il s'agit d'une augmentation de près de vingt millions d'euros par rapport à l'année 1990, avec septante millions d'euros consacrés, cette année-ci, à l'aide juridique.
Ensuite, les prestations en aide juridique ont considérablement augmenté. Leur chiffre a presque doublé par rapport à 2004-2005. Mais ce n'est pas tout!
Outre une augmentation du nombre de désignations, les barreaux ont fait état d'une augmentation de 8 % du nombre de points accordés aux avocats, rien que par rapport à l'année dernière. Aujourd'hui, alors que le budget de l'aide juridique est en croissance de plus de 2 % par rapport à l'année passée, il ne permet de garantir qu'une valeur du point de 24 euros.
Face à cette situation, je suis d'avis qu'un débat fondamental est nécessaire. C'est pourquoi j'ai demandé une étude à l'Institut national de Criminalistique et de Criminologie, qui sera menée en collaboration avec l'Université de Liège. Il ne faut pas oublier non plus que nous sommes actuellement face à des discussions au niveau de l'Union européenne pour instaurer un système Salduz dans les États membres, qui ira au-delà de ce que nous avions prévu au niveau belge. Ceci aura donc des conséquences substantielles, non seulement au niveau technique, mais également au niveau budgétaire.
Pour toutes ces raisons, je me suis engagée à non seulement défendre le principe de l'aide juridique mais aussi à garantir sa pérennité en ouvrant le dossier de son financement. C'est ainsi que je me suis engagée auprès des deux Ordres des avocats pour défendre le maintien de la valeur du point lors du prochain contrôle budgétaire.
Dans le souci d'ouvrir un débat fondamental sur la question de l'aide juridique, j'ai lancé un groupe de travail sur la question de son financement. De plus, nous avons conclu des protocoles avec les avocats pour la nomenclature.
Enfin, j'entends développer plus encore le dialogue avec les avocats. Mon cabinet est ainsi en contact régulier avec les deux Ordres aux fins de pouvoir répondre non seulement à ces questions brûlantes mais aussi, de manière générale, de développer une meilleure collaboration entre les avocats et la justice.
11.04 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, je suis rassurée d'entendre que Mme la ministre a renoué le dialogue avec les barreaux. L'accès à la justice est un droit fondamental qui ne doit souffrir aucune exception. Donc, si les prestations pro deo augmentent, il faut que le budget suive, au risque de créer une justice à deux vitesses.
11.05 Olivier Destrebecq (MR): Monsieur le président, madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous dressez certains constats que la profession a également établis. Néanmoins, on assiste à une évolution de la situation, ce qui est important.
Je m'inquiète du fait que les constats qui ont été établis n'ont pas l'air de sensibiliser plus que cela la profession. Les mouvements d'arrêt de travail et de grèves, les non-désignations risquent donc de perdurer. Il faut absolument prendre des décisions rapidement car, vous le savez comme moi, le pilier de la justice est un des plus importants. C'est un pilier libéral puisqu'il est intimement social!
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Christian Brotcorne à la ministre de la Justice sur "le Conseil central de surveillance pénitentiaire et le transfert éventuel de la tutelle vers le Parlement" (n° P0987)
12 Vraag van de heer Christian Brotcorne aan de minister van Justitie over "de mogelijke overheveling van het toezicht op de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen naar het Parlement" (nr. P0987)
12.01 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, madame la ministre, voici quelques semaines, je vous interpellais à propos du Conseil central de surveillance pénitentiaire et ses problèmes d'ordre pratique (secrétariat, démission du président, etc.).
À l'occasion de la démission du président, une interview intéressante a été accordée au journal Le Soir, il y a deux jours, dans laquelle on apprenait de la bouche du président démissionnaire que des discussions seraient en cours pour transférer du SPF Justice vers le parlement, l'ensemble de l'organisation et de la tutelle du Conseil central de surveillance. Je me réjouis de lire ceci car cela correspond à ce que les rapports de ce Conseil central de surveillance des dernières années suggéraient pour pouvoir assumer ces responsabilités en toute indépendance.
Madame la ministre, confirmez-vous les propos du président démissionnaire? Où en sont les pourparlers entre votre administration et le parlement, notamment représenté par son président? Il me semble que ce serait une évolution tout à fait intéressante.
12.02 Annemie Turtelboom, ministre: Monsieur le président, monsieur Brotcorne, le secrétaire du Conseil central de surveillance pénitentiaire est en fonction depuis le 1er mai 2012. L'administration avait organisé un entretien entre le candidat et le Conseil central de surveillance le 1er avril. Un mois plus tard, ce dernier a accepté sa candidature.
Avant de prendre quelque position que ce soit sur la question d'un transfert éventuel du Conseil central de surveillance, je demanderai à son nouveau président d'organiser un entretien entre les représentants du Conseil central, la Chambre et le SPF Justice.
12.03 Christian Brotcorne (cdH): Madame la ministre, je vous remercie car on va vraiment dans le bon sens, si le parlement est d'accord d'accepter …
Le président: Je n'ai jamais refusé une invitation!
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Renaat Landuyt aan de minister van Justitie over "de vermindering van het aantal sociale assistenten en psychologen in de gevangenissen" (nr. P0988)
13 Question de M. Renaat Landuyt à la ministre de la Justice sur "la réduction du nombre d'assistants sociaux et de psychologues dans les prisons" (n° P0988)
13.01 Renaat Landuyt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, er is blijkbaar toch sprake van minder personeel in de gevangenissen. Wij horen via de vakbeweging dat er minder psychologen en minder sociaal assistenten overblijven; precies die mensen die moeten inschatten of iemand geschikt is om vrij te komen.
Ten eerste, klopt het dat er minder psychologen en sociaal assistenten zullen zijn om onze veiligheid te bewaken?
Ten tweede, als het klopt, past dat dan in een of andere doordachte politiek of gaat het om een loutere besparing?
13.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, volgens de huidige berekeningen bestaat de kans dat 2 psychologen en 6 sociaal assistenten hun job niet zullen kunnen behouden door de lineaire besparing die alle departementen treft. Het gaat om 8 personen op een totaal van meer dan 300 werknemers. Ik heb duidelijk gezegd dat “de kans bestaat”. Het is nog niet definitief. De personeelsplannen zijn immers nog niet definitief goedgekeurd. Bovendien kunnen er ondertussen wijzigingen komen waardoor het aantal verandert.
Ik ben mij terdege bewust van het belang van psychologen en sociaal assistenten in de gevangenissen, maar ik ben mij ook bewust van de budgettaire situatie. Daarom probeer ik de twee op een zo goed mogelijke manier met elkaar te verzoenen.
13.03 Renaat Landuyt (sp.a): Mevrouw de minister, ik begrijp dat het nog niet definitief is. Ik wil u suggereren de werkzaamheden van de sociaal assistenten en de psychologen opnieuw te ordenen. Misschien kunt u met de Gemeenschappen onderhandelen hoe het werk op dat vlak beter kan worden verdeeld. Ik kijk uit naar iets wat niet lijkt op een lineaire besparing.
L'incident est clos.
14 Vraag van mevrouw Sonja Becq aan de minister van Justitie over "het systeem van bemiddeling" (nr. P0989)
14 Question de Mme Sonja Becq à la ministre de la Justice sur "le système de médiation" (n° P0989)
14.01 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze morgen werd ik wakker met heuglijk nieuws, want we kunnen besparen in Justitie en dit zonder al te veel problemen. Uit Europees onderzoek blijkt dat wij 9 000 euro en 460 dagen per rechtszaak kunnen uitsparen door wat meer stimulansen te geven aan bemiddeling. Bemiddeling is een werkwijze waar iedereen in de commissie voor de Justitie achter staat en waarvan iedereen zegt dat we ze meer zouden moeten kunnen hanteren. Het kan immers niet alleen de kwaliteit van het proces voor de mensen verbeteren, het kan ook goedkoper zijn. Dit blijkt althans uit die Europese studie. Bovendien is de uitvoering van compromissen beter gegarandeerd omdat het een werkwijze is die men als partners samen heeft doorlopen.
Mevrouw de minister, op welke manier zult u effectief gestand doen dat die bemiddelingsprocedures realiteit kunnen worden? Ik denk bijvoorbeeld aan de familierechtbank.
14.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, bemiddeling werd ingevoerd via de wet van 2010 die een bemiddelingscommissie opricht die zorgt voor de erkenning van officiële bemiddelaars en die de mogelijkheid biedt van de gerechtelijke en de vrijwillige bemiddeling. De bemiddelingscommissie heeft eind 2011 al 1 053 definitieve erkenningen afgeleverd voor bemiddelaars – 563 in familiale zaken, 387 in burgerlijke en handelszaken, en 106 in sociale zaken.
In sommige landen zoals Italië en Engeland is de bemiddeling gedeeltelijk of volledig verplicht. Wij zouden kunnen bekijken en evalueren of dit ook in ons land verplicht kan worden gemaakt. Wij moeten daarbij toch wel rekening houden met het feit dat bemiddeling per definitie niet bindend is.
Uiteraard kennen wij naast bemiddeling ook arbitrage als een interessant alternatief voor dure en lang aanslepende rechtszaken. Het grote voordeel bij arbitrage is dat de uitkomst wel bindend is. De laatste herzieningen van de wet dateren van 1998. Ik heb de ambitie om tijdens deze legislatuur deze wetgeving serieus onder de loep te nemen.
14.03 Sonja Becq (CD&V): Mevrouw de minister, ik heb met veel aandacht vernomen dat u de ambitie hebt om iets te doen aan de wet op de arbitrage. Ik had eigenlijk veel liever gehoord dat u de ambitie die u hier vandaag hebt uitgesproken ook realiteit laat worden voor, bijvoorbeeld, de familierechtbank. We voorzien daar in bemiddelingskamers waarvan u zegt, niet direct in de kranten maar wel achter de schermen, eens te moeten bekijken hoeveel dat gaat kosten. U bent niet direct geneigd om daarop in te gaan, terwijl we in de wetgeving hebben opgenomen dat er geen meerkosten zijn. Ik hoop dus dat u op het gaspedaal duwt als het gaat om het uitvoeren van een voorstel dat hier in de commissie van de Kamer is goedgekeurd. Misschien zijn er nog een paar amendementen nodig, maar u mag dat zeker niet op de lange baan schuiven. Wij hebben namelijk heel sterk de indruk dat dit momenteel gebeurt.
L'incident est clos.
15 Vraag van de heer Michel Doomst aan de minister van Justitie over "de sterke daling van het aantal jongeren die een misdrijf pleegden" (nr. P0990)
15 Question de M. Michel Doomst à la ministre de la Justice sur "la forte diminution du nombre de jeunes ayant commis un délit" (n° P0990)
15.01 Michel Doomst (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in 2006 dachten wij een grote stap vooruit te hebben gezet door de wet op de jeugdhulp te wijzigen.
Uit recente cijfers blijkt dat wij blijkbaar wat naast het doel zaten. Vroeger kon het parket alternatieve straffen opleggen, terwijl nu wordt doorverwezen naar jeugdrechters, waar dat vaak niet gebeurt, behalve voor heel zware jongens en meisjes.
Het gevolg is dat de cijfers op het terrein niet helemaal overeenstemmen met de cijfers in de statistieken, dat de alternatieve straffen onderbenut blijven en dat het antwoord nu weer is: duw nog eens op het ‘GAS’-pedaal en gebruik de gemeentelijke administratieve sanctie om het op te lossen. Dat is weer het zaligmakend middel om de problemen te vermijden.
Mevrouw de minister, wordt er nu niet opnieuw te veel op die gemeentelijke administratieve sanctie geschoven? Moeten wij de wijziging van die wet niet opnieuw in ogenschouw nemen?
Wij hebben de cijfers van Vlaanderen gekregen. Hebt u zicht op de cijfers hieromtrent van Wallonië en Brussel, waar dit probleem toch nog wat nijpender zal zijn?
15.02 Minister Annemie Turtelboom: Mijnheer de voorzitter, collega’s, in de eerste plaats is het van belang om de cijfers in het jaarverslag in de juiste context te plaatsen.
De cijfers schommelen de laatste jaren tussen 3 100 en 3 600 jongeren. Ze geven enkel weer dat er voor 3 134 jongeren maatregelen werden opgelegd door de jeugdrechtbank.
Bovendien werden in 2011 5 247 jongeren aangemeld bij de herstelgerichte en constructieve afhandelingsdiensten. Het gaat dan om leerprojecten, gemeenschapsdiensten, herstelgericht groepsoverleg en herstelbemiddeling. Het aantal herstelbemiddelingen op parketniveau stijgt zelfs licht.
De jeugdwet laat aan het parket toe om ook andere maatregelen te nemen ten opzichte van deze groep jongeren die men niet ziet in deze cijfers. Jongeren kunnen door het parket worden opgeroepen en herinnerd aan de wet of een waarschuwingsbrief krijgen. Het is ook mogelijk dat de problematische opvoedingssituatie waarin de jongere zich bevindt ernstiger is dan de feiten en dan worden er geen maatregelen genomen.
De wetgever had in 2006 de bedoeling om de wet van 1965 te moderniseren, in het kader van de evolutie die er in de samenleving was. Daarbij werden, enerzijds, aan de jeugdrechter meer mogelijkheden gegeven om op te treden, maar, anderzijds, werd, voor het garanderen van de rechtswaarborgen voor de minderjarigen, het optreden van het parket exhaustief bepaald. Diverse maatregelen op het niveau van het parket werden vóór 2006 sterk gepromoot, terwijl daarvoor geen echte rechtsgrond was. In 2006 werd dat wel degelijk geregeld.
Mijn Dienst voor het Strafrechtelijk beleid heeft al contact gehad met de instanties die hem op problemen wijzen. De gemeentelijke administratieve sancties zijn echt niet de manier om dat probleem op te lossen, maar vergeet niet dat de wet op de jeugdbescherming een onderdeel is van het communautair akkoord. De besprekingen zullen daarover in de komende maanden uitsluitsel geven. Men zal dan natuurlijk ook aan de Gemeenschappen de kans geven om daarin eigen accenten te leggen.
15.03 Michel Doomst (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De alternatieve straffen zijn heel dankbare remedies voor de jongeren. Ze worden door de maatschappij gedragen en werken gedragsverbeterend. Met uw akkoord moeten wij niet alle gewicht op de GAS leggen. Ik vrees dat wij, met het steeds meer belasten van de gemeentelijke administratieve sanctie, ook stilaan aan de grenzen komen van wat haalbaar is. Het is een surrogaat voor de noodzakelijke gerechtelijke stappen die moeten worden genomen.
Ik hoop dat de cijfers goed zullen worden onderzocht en dat wij zullen nagaan hoe wij ze moeten evalueren, want de Gemeenschappen krijgen straks, zoals u zelf zei, meer bevoegdheden. Het is belangrijk dat de alternatieve jeugdstraffen op de voorgrond blijven. In die zin hoop ik toch dat de aandacht voor het evalueren van het wetgevend werk voorop zal blijven staan.
L'incident est clos.
16 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, over "de achterstand bij de medische dienst van de NMBS-Holding op het vlak van de psychotechnische test" (nr. P0984)
16 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes, sur "l'arriéré au sein du service médical de la SNCB-Holding en matière de tests psychotechniques" (n° P0984)
16.01 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dinsdagnamiddag hebben wij in de commissie voor de Infrastructuur een minidebat gevoerd over de herhaalde wilde stakingen bij de NMBS en, daaraan gekoppeld, de nieuwe psychotechnische tests die door Europa worden opgelegd. Wij hebben het toen niet gehad over de eventuele vertraging bij deze en andere tests die treinbestuurders geregeld moeten ondergaan. Precies daarover is vandaag commotie ontstaan.
Wij lezen dat treinbestuurders zouden zitten niksen omdat hun rijbewijzen niet tijdig kunnen worden verlengd door vertraging bij die tests. Volgens bepaalde vakbonden zou het gaan om tientallen treinbestuurders. In een reactie van de NMBS deze namiddag lezen wij dat het over tien treinbestuurders gaat en dat zij niet zitten te niksen, maar voorlopig een andere jobinhoud hebben gekregen. De achterstand zou intussen zijn ingehaald.
Mijnheer de minister, wat is er precies aan de hand? Is dit een storm in een glas water of is er echt een probleem?
16.02 Minister Paul Magnette: Mijnheer de voorzitter, volgens mijn informatie blijkt dat er een vertraging is in de organisatie van de tests voor conducteurs in het depot van Gent. Volgens de operator zijn er op de twintig gemelde gevallen vijf in langdurig ziekteverlof. Die kunnen hun tests dus niet afleggen. Een tiental heeft net zijn brevet verkregen. De anderen zullen voor het einde van de maand hun test afleggen.
De vakbonden informeren mij overigens dat de organisatie van deze tests als negatief wordt aangevoeld door de conducteurs. Ik zal daarom de NMBS-Groep hierover aanspreken en vragen het nodige te doen opdat de conducteurs hun test in goede omstandigheden zouden kunnen afleggen.
16.03 Sabien Lahaye-Battheu (Open Vld): Mijnheer de minister, ik maak uit uw antwoord twee zaken op.
Ten eerste gaat het niet over tientallen treinbestuurders. De berichtgeving van bepaalde vakbonden is dus overtrokken.
Ten tweede is er toch wel een probleem met de tests. Treinbestuurders ervaren ze vandaag als negatief. Ik begrijp evenwel dat u dat gaat volgen en ik ben er zeker van dat onze commissie daarop zal inpikken.
Het incident is gesloten.
Le président: Je demande au ministre Magnette de rester dans l'hémicycle. Le secrétaire d'État est absent pour le moment, mais nous n'allons pas bloquer la séance. Je propose donc de passer à l'examen des deux projets qui sont inscrits à l'ordre du jour. Et puis, si le secrétaire d'État arrive, il répondra à votre question, madame De Bue. Mais les motards ont pris du retard!
17 Projet de loi transposant la directive 2008/104/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 novembre 2008 relative au travail intérimaire (2157/1-3)
17 Wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid (2157/1-3)
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
17.01 Bruno Van Grootenbrulle, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie à mon rapport écrit.
Le président: Quelqu'un demande-t-il
encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte corrigé par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2157/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2157/3)
Le projet de loi compte 5 articles.
Het wetsontwerp telt 5 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 portant création de la "Coopération technique belge" sous la forme d'une société de droit public (2132/1-2)
18 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht (2132/1-2)
Transmis par le Sénat
Overgezonden door de Senaat
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
M. Georges Dallemagne, rapporteur, renvoie au rapport écrit.
18.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, met het voorliggend wetsontwerp wordt in een paragraaf uit de wet tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie de verplichting toegevoegd dat de raad van bestuur voor ten hoogste twee derde uit leden van hetzelfde geslacht bestaat.
Het lijdt geen twijfel dat raden van bestuur van allerhande vennootschappen, zoals multinationals, minder of te weinig vrouwen tellen. Een dergelijke vaststelling kan worden betreurd. Het staat een overheid vrij en het is trouwens een plicht voor een overheid om initiatieven te nemen om een en ander een bepaalde richting uit te sturen.
Is een quotaregeling een goede oplossing om met dat probleem om te gaan? Volgens onze fractie althans is dat niet het geval. Wij zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van de persoon die in een raad van bestuur zitting heeft, te allen tijde voorop moet staan.
Ikzelf zou trouwens beledigd zijn, mocht ik als vrouw in een raad van bestuur zitting mogen of moeten hebben, louter en alleen omdat ik van het vrouwelijk geslacht ben.
Wij zullen het voorliggend voorstel dan ook niet goedkeuren.
18.02 Paul Magnette, ministre: Monsieur le président, j'ai peu de choses à ajouter. Pour ma part, j'estime, au contraire, qu'il s'agit d'une très bonne proposition et que le quota d'un tiers qui s'inscrit dans une démarche générale de féminisation des conseils d'administration est une très bonne option.
Le président: Quelqu'un
demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2132/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2132/1)
Le projet de loi compte 3 articles.
Het wetsontwerp telt 3 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Je vais suspendre la séance jusque 16 h 50 en attendant que M. Wathelet vienne répondre à la question posée par Mme De Bue. Puis nous passerons aux votes. Le comité d'avis fédéral chargé des Questions européennes se réunira ensuite.
La séance est suspendue.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue de 16.31 heures à 16.53 heures.
De vergadering wordt geschorst van 16.31 uur tot 16.53 uur.
La séance est reprise.
De vergadering is hervat.
19 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre, sur "les effets néfastes de l'heure d'été pour les motards" (n° P0991)
19 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, over "de nefaste gevolgen van het zomeruur voor motorrijders" (nr. P0991)
19.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le quotidien Le Soir, aujourd'hui, relate les résultats d'une étude de sécurité routière réalisée par des chercheurs britanniques. Ses conclusions montrent une augmentation des accidents mortels impliquant des motocyclistes lors du passage à l'heure d'été (+42 %) et des piétons lors du passage à l'heure d'hiver (+29 %).
L'IBSR constate également cette tendance durant ces périodes.
La corrélation entre ces chiffres et le passage effectif aux heures d'été et d'hiver n'est pas démontrée. D'ailleurs, les conclusions des chercheurs restent relativement prudentes.
Ce qui m'interpelle, monsieur le secrétaire d'État, ce sont les chiffres mis en avant par l'IBSR: +108 % d'accidents mortels pour les motards entre mars et avril, +50 % pour les piétons entre octobre et novembre.
Ces chiffres sont interpellants. Je ne suis pas convaincue, comme le relate l'article, que tout cela soit lié au passage des heures d'été et d'hiver. Mais les conséquences sont importantes en termes de sécurité routière.
Nous n'avons pas encore examiné scrupuleusement la situation de ces publics cibles lors de la discussion de votre note de politique générale. J'aimerais connaître vos propositions pour répondre à ces problèmes.
19.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame De Bue, comme vous, j'ai lu la presse ce matin. J'avoue que le lien qui a été fait entre l'heure d'été et l'heure d'hiver et la fréquence des accidents des motards et des piétons m'a fait sourire. C'est peut-être dommage d'avoir à sourire mais franchement, y voir un lien est inopportun. Le sujet est suffisamment important pour mériter un autre débat que celui-là!
Une nouvelle fois, comme vous le dites, cela soulève la question de la visibilité des usagers plus faibles sur nos voies de circulation. Pour les piétons, dès qu'il fait plus noir, il y a malheureusement une attention moins importante de la part des automobilistes.
Il en va de même pour les motards. Évidemment qu'il y a plus d'accidents quand il fait meilleur car c'est la période pendant laquelle les motos et scooters sont à nouveau utilisés. Par conséquent, directement, le nombre d'accidents augmente. Il faut en effet réhabituer, malheureusement, nos automobilistes à la présence d'usagers plus faibles sur nos routes, notamment des motards et des scooters.
C'est la raison pour laquelle je pense qu'il était tout à fait opportun de refaire avec l'IBSR, dès le mois d'avril, ces campagnes d'information et de sensibilisation sur la présence des deux-roues sur nos routes. "Attention, la météo est meilleure! Attention, des vélos et des motos vont être de plus en plus sur nos routes" mais en même temps, il faut dire "Vous, motards, soyez visibles, utilisez toutes les possibilités qui sont à votre disposition pour être vus".
La présence d'usagers plus faibles sur nos routes est un élément fondamental. Il en va de leur sécurité. Il est vrai que c'est pendant les périodes où l'on constate le plus grand nombre d'accidents qu'il faut le rappeler.
L'IBSR l'a fait dans le courant du mois d'avril pour les motos. Nous le ferons à nouveau pour les piétons à la fin de l'année. Il faut chaque fois rappeler l'importance des usagers faibles sur nos routes. La sensibilisation est sur ce point très importante.
19.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Comme vous, je suis convaincue par les résultats de cette étude mais les chiffres de l'IBSR sont néanmoins interpellants. On parle du doublement des accidents mortels pour les motocyclistes et d'une augmentation de 50 % pour les piétons. Je pense que les campagnes de sensibilisation sont très importantes mais qu'elles ne sont malheureusement pas assez intenses. Il faut vraiment tenir ce problème à l'œil et je compte sur vous pour cela.
Het incident is gesloten.
20 Prise en considération de
propositions
20 Inoverwegingneming van voorstellen
Le président: Vous
avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la
liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een
lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considérerai la prise en considération comme acquise et je renvoie les
propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze
als aangenomen; overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de
bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 23 mai 2012, je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de résolution de
MM. Anthony Dufrane, Patrick Moriau et Philippe Blanchart et
Mme Julie Fernandez Fernandez relative à l'avenir de l'armée belge
dans un cadre européen (n° 2203/1).
Renvoi à la commission de la Défense
nationale;
- la proposition de résolution de
M. Olivier Henry, Mme Christiane Vienne et MM. Guy Coëme et Dirk
Van der Maelen, Mme Karin Temmerman et M. Bruno Tuybens relative au besoin d'une stratégie de croissance et d'emploi à
l'échelle de l'Union européenne (n° 2205/1).
Renvoi à la commission des Relations
extérieures.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 23 mei 2012, stel ik u ook voor in overweging te nemen:
- het voorstel van resolutie van de
heren Anthony Dufrane, Patrick Moriau en Philippe Blanchart en mevrouw Julie
Fernandez Fernandez over de toekomst van het Belgische leger in Europees
verband (nr. 2203/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Landsverdediging;
- het voorstel van resolutie van de
heer Olivier Henry, mevrouw Christiane Vienne en de heren Guy Coëme
en Dirk Van der Maelen, mevrouw Karin Temmerman en de heer Bruno
Tuybens over de nood aan een groei- en banenstrategie
op het niveau van de Europese Unie (nr. 2205/1).
Verzonden naar de commissie voor de
Buitenlandse Betrekkingen
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Peter Logghe over "de afname van de nationaliteit van een correctioneel veroordeelde" (nr. 40)
21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Peter Logghe sur "le retrait de la nationalité pour une personne ayant fait l'objet d'une condamnation correctionnelle" (n° 40)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Justitie van 15 mei 2012.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Justice du 15 mai 2012.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 40/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Peter Logghe;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Jacqueline Galant en Lieve Wierinck.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 40/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Peter Logghe;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Jacqueline Galant et Lieve Wierinck.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
105 |
Oui |
Nee |
25 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
22 Projet de loi transposant la directive 2008/104/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 novembre 2008 relative au travail intérimaire (2157/3)
22 Wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn 2008/104/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende uitzendarbeid (2157/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
132 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
133 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera transmis au Sénat. (2157/4)
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2157/4)
(Mevrouw Ine Somers heeft bij stemmingen 1 en
2 ja gestemd.)
23 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht (2132/1)
23 Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 portant création de la "Coopération technique belge" sous la forme d'une société de droit public (2132/1)
Overgezonden door de Senaat
Transmis par le Sénat
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son
vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
96 |
Oui |
Nee |
37 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
134 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2132/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2132/3)
M. Mathias De Clercq a voté pour.
24 Adoption de l’ordre du jour
Nous devons nous prononcer sur le projet d’ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp-agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d’observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
Chers collègues, je vous rappelle que le comité d'avis chargé des Questions européennes se réunit maintenant à la salle Internationale.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 31 mai 2012 à 14.15 heures.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 31 mei 2012 om 14.15 uur.
La séance est levée à 17.06 heures.
De vergadering wordt gesloten om 17.06 uur.
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 53 PLEN 088 annexe. |
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure
met nummer CRIV 53 PLEN 088 bijlage. |
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||||
Vote nominatif - Naamstemming: 001
Arens Joseph, Bacquelaine Daniel, Bastin
Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Bracke
Siegfried, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Caverenne Valérie, Clarinval
David, Collard Philippe, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq
Mathias, De Croo Herman, Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De
Meulemeester Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne,
De Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dierick
Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Dumery Daphné, Emmery Isabelle,
Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André,
Galant Jacqueline, George Joseph, Giet Thierry, Goffin Philippe, Grosemans
Karolien, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jambon Jan, Kindermans Gerald, Kitir
Meryame, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt Renaat, Lanjri Nahima,
Luykx Peter, Madrane Rachid, Maertens Bert, Marghem Marie-Christine, Mathot
Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem,
Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz Willem-Frederik, Schyns
Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia,
Somers Bart, Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Tobback Bruno,
Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Van Biesen Luk, Van Cauter Carina, Van den
Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen Dirk, Van
Grootenbrulle Bruno, Vanheste Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde,
Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter,
Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx
Frank, Wollants Bert, Wouters Veerle
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Balcaen
Ronny, Boulet Juliette, Calvo y Castañer Kristof, Clerfayt Bernard, Colen
Alexandra, De Bont Rita, De Man Filip, De Vriendt Wouter, D'haeseleer Guy,
Genot Zoé, Gilkinet Georges, Goyvaerts Hagen, Jadot Eric, Lahssaini Fouad,
Logghe Peter, Maingain Olivier, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert,
Snoy et d'Oppuers Thérèse, Thiéry Damien, Valkeniers Bruno, Veys Tanguy
Louis Laurent Vote nominatif - Naamstemming: 002
Almaci Meyrem, Annemans Gerolf, Arens Joseph,
Bacquelaine Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq
Sonja, Beuselinck Manu, Bonte Hans, Boulet Juliette, Bracke Siegfried, Brotcorne
Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer Kristof, Caverenne Valérie,
Clarinval David, Clerfayt Bernard, Colen Alexandra, Collard Philippe, De Bont
Rita, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Clercq Mathias, De Croo Herman,
Dedecker Peter, Dedecker Jean Marie, de Donnea François-Xavier, Defreyne
Roland, Degroote Koenraad, Delizée Jean-Marc, De Man Filip, De Meulemeester
Ingeborg, Demir Zuhal, Demol Elsa, Déom Valérie, De Permentier Corinne, De
Potter Jenne, De Ridder Min, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège Maya,
Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit
Sophie, D'haeseleer Guy, Dierick Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Dumery
Daphné, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez Julia, Flahaut André, Fonck
Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline, Genot Zoé, George Joseph, Giet
Thierry, Gilkinet Georges, Goffin Philippe, Goyvaerts Hagen, Grosemans
Karolien, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Jambon Jan, Kindermans
Gerald, Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire,
Landuyt Renaat, Lanjri Nahima, Logghe Peter, Lutgen Benoît, Luykx Peter,
Madrane Rachid, Maertens Bert, Maingain Olivier, Marghem Marie-Christine,
Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin Linda, Muylle Nathalie, Özen
Özlem, Pas Barbara, Perpète André, Ponthier Annick, Rutten Gwendolyn, Schiltz
Willem-Frederik, Schoofs Bert, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers
Bercy, Smeyers Sarah, Sminate Nadia, Snoy et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart,
Temmerman Karin, Terwingen Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno,
Tuybens Bruno, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Van Biesen Luk, Van
Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Vandeput Steven, Van der Auwera Liesbeth,
Van der Maelen Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste
Ann, Vanlerberghe Myriam, Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van
Vaerenbergh Kristien, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge,
Veys Tanguy, Weyts Ben, Wierinck Godelieve, Wilrycx Frank, Wollants Bert,
Wouters Veerle
Louis Laurent Vote nominatif - Naamstemming: 003
Almaci Meyrem, Arens Joseph, Bacquelaine
Daniel, Balcaen Ronny, Bastin Christophe, Battheu Sabien, Becq Sonja, Bonte
Hans, Boulet Juliette, Brotcorne Christian, Burgeon Colette, Calvo y Castañer
Kristof, Caverenne Valérie, Clarinval David, Clerfayt Bernard, Collard
Philippe, De Bue Valérie, De Clerck Stefaan, De Croo Herman, de Donnea
François-Xavier, Defreyne Roland, Delizée Jean-Marc, Déom Valérie, De
Permentier Corinne, De Potter Jenne, Deseyn Roel, Destrebecq Olivier, Detiège
Maya, Devin Laurent, Devlies Carl, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick
Leen, Doomst Michel, Dufrane Anthony, Emmery Isabelle, Fernandez Fernandez
Julia, Flahaut André, Fonck Catherine, Frédéric André, Galant Jacqueline,
Gennez Caroline, Genot Zoé, George Joseph, Giet Thierry, Gilkinet Georges,
Goffin Philippe, Henry Olivier, Jadin Kattrin, Jadot Eric, Kindermans Gerald,
Kitir Meryame, Lahssaini Fouad, Lalieux Karine, Lambert Marie-Claire, Landuyt
Renaat, Lanjri Nahima, Lutgen Benoît, Madrane Rachid, Maingain Olivier,
Marghem Marie-Christine, Mathot Alain, Mayeur Yvan, Moriau Patrick, Musin
Linda, Muylle Nathalie, Özen Özlem, Perpète André, Rutten Gwendolyn, Schiltz
Willem-Frederik, Schyns Marie-Martine, Seminara Franco, Slegers Bercy, Snoy
et d'Oppuers Thérèse, Somers Bart, Somers Ine, Temmerman Karin, Terwingen
Raf, Thiébaut Eric, Thiéry Damien, Tobback Bruno, Tuybens Bruno, Van Biesen Luk,
Van Cauter Carina, Van den Bergh Jef, Van der Auwera Liesbeth, Van der Maelen
Dirk, Van Grootenbrulle Bruno, Van Hecke Stefaan, Vanheste Ann, Vanlerberghe
Myriam, Vanvelthoven Peter, Vercamer Stefaan, Vervotte Inge, Wierinck
Godelieve, Wilrycx Frank
Annemans Gerolf, Beuselinck Manu, Bracke
Siegfried, Colen Alexandra, De Bont Rita, Dedecker Peter, Dedecker Jean
Marie, Degroote Koenraad, De Man Filip, De Meulemeester Ingeborg, Demir
Zuhal, Demol Elsa, De Ridder Min, De Wit Sophie, D'haeseleer Guy, Dumery
Daphné, Goyvaerts Hagen, Grosemans Karolien, Jambon Jan, Logghe Peter, Luykx
Peter, Maertens Bert, Pas Barbara, Ponthier Annick, Schoofs Bert, Smeyers
Sarah, Sminate Nadia, Uyttersprot Karel, Valkeniers Bruno, Vandeput Steven,
Van Moer Reinilde, Van Noppen Florentinus, Van Vaerenbergh Kristien, Veys
Tanguy, Weyts Ben, Wollants Bert, Wouters Veerle
Louis Laurent |